AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

Quarterly Report Apr 22, 2021

4000_10-q_2021-04-22_2407aef8-bd82-450e-b1cf-8ca96a13644d.pdf

Quarterly Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

The connection to the world of sustainable tropical agriculture

Tussentijdse verklaring van de SIPEF-groep per 31 maart 2021 (3m/21)

  • De totale groepsproductie van palmolie nam met 16,7% toe vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar;
  • De SIPEF-groep zou, behoudens uitzonderlijke weerseffecten, de voorspelde groei van de jaarproductie met meer dan 10% voor 2021 kunnen behalen;
  • Het eerste kwartaal in de palmoliemarkt kan worden gekenmerkt als een stabiele omgeving met hoge prijzen van gemiddeld boven 1 000 USD/ton CIF Rotterdam;
  • Het onderliggende fundamentele tekort aan palmolie en de huidige competiviteit van de palmolieprijzen ten opzichte van andere plantaardige oliën versterken het vertrouwen in aanhoudend sterke prijzen in 2021;
  • De Indonesische palmplantageindustrie profiteerde het minst van dit klimaat van hoge prijzen, omdat het systeem van uitvoerrechten en -heffingen de prijsstijgingen grotendeels afroomt;
  • Er wordt verwacht dat de recurrente jaarresultaten, ondanks de hoge heffingen op de palmolieproductie in Indonesië, aanzienlijk beter zullen zijn dan deze van het boekjaar 2020;
  • Expansie in Zuid-Sumatra wordt gestaag verdergezet met reeds 14 332 hectare gecultiveerd en de herplanting van de in 2017 verworven Dendymarker-plantages vordert goed;
  • De begin maart aangekondigde potentiële verkoop van PT Melania aan de Indonesische Shamrockgroep kent een gunstig verloop.

Tussentijds beheersverslag

1. Groepsproducties

Groepsproducties
2021 (in ton) Eigen Derden Q1/21 YoY% Eigen Derden YTD
Q1/21
YoY%
Palmolie 75 222 16 411 91 632 16,68% 75 222 16 411 91 632 16,68%
Rubber 1 495 152 1 647 1,59% 1 495 152 1 647 1,59%
Thee 647 91 738 -8,89% 647 91 738 -8,89%
Bananen 9 449 0 9 449 4,76% 9 449 0 9 449 4,76%
2020 (in ton) Eigen Derden Q1/20 Eigen Derden YTD
Q1/20
Palmolie 63 142 15 391 78 533 63 142 15 391 78 533
Rubber 1 417 204 1 621 1 417 204 1 621
Thee 810 0 810 810 0 810
Bananen 9 019 0 9 019 9 019 0 9 019

De palmvruchtenproductie in de mature plantages met minerale grondsoort van Noord-Sumatra in Indonesia kende bij de aanvang van het jaar een tragere start dan verwacht en eindigde lichtjes onder het niveau van vorig jaar (- 2,4%). Deze daling was het resultaat van twee droge maanden, gevolgd door een relatief natte maand maart, en een lagere vruchtvorming ten gevolge van het aanhoudende stresseffect van de droogte van 2019.

In de plantages met organische grondsoort van de Umbul Mas Wisesa Group ondersteunde de in vergelijking met het langetermijngemiddelde lagere neerslagcijfers de vruchtenoogst. In combinatie met de aangepaste bemestingsaanbevelingen over de voorbije twee jaar resulteerde dit in een vruchtenproductie die 20,9% hoger was dan deze van het eerste kwartaal van vorig jaar.

In de oliepalmplantages in de provincie Bengkulu waren de weersomstandigheden gunstig voor de groei van de palmen en de ontwikkeling van de vruchten. Vooral de jonge mature palmen produceerden meer. Maar ook de volumes van de hectaren met oudere palmen stegen tegenover vorig jaar, meer bepaald met meer dan 10%. Bovendien werden ook meer hectaren in productiegenomen. De oogsten overschreden de productie van vorig jaar met 12,3%.

In Zuid-Sumatra steeg de vruchtenoogst met 40,8%. De productie in de nieuwe aanplanten in Musi Rawas bedroeg meer dan het dubbele van die van vorig jaar (+101,7%). Dit was het gevolg van een verhoging van de geoogste hectaren met 59,4% en van een stijging van het gemiddelde vruchtgewicht in de meerderheid van de jonge plantages. De weersomstandigheden waren ook bevorderend voor de groei van de palmen en de ontwikkeling van vruchten. Toch is ook hier nog een licht uitgesteld stresseffect van de droogte van 2019 op de verlaagde vorming van vrouwelijk vruchten waarneembaar.

De overblijvende oudere Dendymarker-plantages kenden een stevige productie in het eerste kwartaal. Echter door het intensieve herplantingsprogramma, daalde de totale vruchtenproductie met 37,7% tegenover het eerste trimester van vorig jaar.

De gemiddelde extractieratio's (OER) van de Indonesische palmolie- verwerkingsfabrieken varieerden meer, naargelang de lokale neerslagvolumes, in vergelijking met die over dezelfde periode van vorig jaar. Ze schommelden tussen 21,4% in Zuid-Sumatra, waar nog steeds een relatief hoog percentage van oude 'dura' palmvruchten met laag oliegehalte wordt verwerkt, tot 23,8% in de volledig mature plantages met organische grondsoort in Noord-Sumatra.

Dankzij deze sterke extractieratio's, werd de stijging van de palmvruchtenvolumes (11,6%) van de Indonesische plantages ook vertaald in een gelijkwaardige verhoging van de palmolie-volumes (10,7%) vergeleken met het eerste kwartaal van 2020.

Met uitzondering van een heel natte week in februari, was de gemiddelde neerslag in de oliepalmplantages in Papua-Nieuw-Guinea meer dan 40% lager dan het vijfjarig gemiddelde. De productie werd dan ook niet in belangrijke mate beïnvloed door de weerseffecten. Hierdoor herstelden de eigen plantages opmerkelijk goed van de impact van de vulkaanuitbarstingen in de tweede helft van 2019. De volumes van geoogste palmvruchten op deze plantages kenden een algemene stijging van 35,6% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De omliggende boeren hadden het echter moeilijk en de door hen geleverde vruchtenvolumes daalden met 2,1%. Dankzij uitzonderlijk goede extractiepercentages (gemiddelde OER van 25,4%), groeide de totale productie van ruwe palmolie met 26,4% tegenover het eerste kwartaal van 2020.

De totale groepsproductie van palmolie nam met 16,7% toe vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar.

Aanhoudend tegenvallende oogsten in de rubber plantages, waren het gevolg van hogere neerslag (met verlies van tapdagen) in de MAS-plantage nabij Palembang, een vertraagd herstel van de bladwissel in Bandar Pinang in Noord-Sumatra en een combinatie van beide factoren in Agro Muko in de provincie Bengkulu. In Agro Muko werd reeds gestart met het verwijderen van de onproductieve oude rubberbomen in voorbereiding van de conversie naar oliepalm gepland vanaf 2024. Toch werd tegenover vorig jaar een licht stijgend productievolume (+5,5%) opgetekend, dat integraal het gevolg is van de betere oogsten in de MASplantage in vergelijking met vorig jaar.

Een zeer natte eerste zes weken van het jaar en een zeer droge maand maart, belemmerden de normale bladgroei en de plukactiviteiten. Dit resulteerde in een daling met 20,1% van de theevolumes tegenover vorig jaar. De vermindering van de thee-productie van de eigen plantages werd tot op zekere hoogte gecompenseerd door bijkomende volumes uit de – sinds eind van vorig jaar - verwerking van door de omliggende boeren geleverde bladeren. Deze nieuwe activiteit is succesvol en is noodzakelijk om de vernieuwing van de landrechten van de Cibuni-plantage te bekomen.

Na de tegenvallende bananenvolumes eind van vorig jaar, werden de verwachte hogere producties bereikt in de meerderheid van de plantages in het 1e kwartaal van 2021. De exportvolumes lagen 4,8% hoger dan deze van het corresponderende kwartaal vorig jaar.

2. Markten

Gemiddelde marktprijzen
In USD/ton YTD Q1/21 YTD Q1/20 YTD Q4/20
Palmolie CIF Rotterdam* 1 081 731 715
Rubber RSS3 FOB Singapore** 2 337 1 598 1 728
Thee Mombasa** 2 023 2 131 2 004
Bananen CFR Europe*** 659 702 628
* Oil World Price Data
World Bank Commodity Price Data (updated database)
* CIRAD Price Data (in EUR)

Het eerste kwartaal in de palmoliemarkt kan worden gekenmerkt als een stabiele omgeving met hoge prijzen en massale discounts op toekomstige prijsposities. Deze grote discounts leiden tot vernietiging van de vraag, wat noodzakelijk is voor het beheer van een scenario met zeer krappe voorraden, zowel in de landen van oorsprong als in de landen van bestemming. Dit was niet enkel het geval voor palmolie, maar ook voor alle belangrijke plantaardige oliën. De zonnebloemolie was de koploper, gevolgd door de raapzaadolie, sojaolie en palmolie. Ook al waren de prijzen op hun best sinds 2012, toch was palmolie de goedkoopste van de plantaardige oliën.

Het is vrij uniek dat deze schaarsheid zich voordoet bij alle plantaardige oliën Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een te lage olieprijsomgeving in de laatste jaren (vandaar de grote vraag) en van weersgebonden gewasproblemen in het afgelopen jaar. Alle aandacht gaat nu uit naar het herstel van de palmolieoogst en naar de nieuwe aanplanten van eenjarige gewassen zoals sojabonen en zonnebloempitten. Een aanzienlijke toename van het aangeplante areaal wordt verwacht, ook al lagen de onlangs gepubliceerde plantintenties in de Verenigde Staten onder de verwachtingen. Het klimaat zal in de komende twee maanden een belangrijke factor zijn.

De Indonesische palmplantageïndustrie profiteerde het minst van dit klimaat van hoge prijzen, omdat het systeem van uitvoerrechten en -heffingen de prijsstijgingen grotendeels afroomt. Het laatste cijfer voor ruwe palmolie (CPO) is een uitvoerheffing van USD 255 per ton en een uitvoerheffing van USD 116. De inning van de uitvoerheffing zou momenteel meer bedragen dan het bedrag dat nodig is om het B30 biodieselprogramma in Indonesië te subsidiëren. Tot dusver was er echter geen teken van een corrigerende wijziging van het uitvoerheffingssysteem.

Al bij al waren de marktomstandigheden zeer gunstig, wat veel geld van fondsen heeft aangetrokken met een enorme volatiliteit als gevolg. Enerzijds worden lange termijn posities aangewakkerd door de economische vooruitzichten, anderzijds wordt er gespeculeerd op een prijscorrectie via korte termijn posities.

Aanvankelijk daalde de palmolieprijs in januari van USD 1 000 onder de USD 900,.Hij herstelde zich echter snel tot boven de USD 1 100 midden maart, om op het einde van het kwartaal net onder de USD 1 000 te belanden.

Palmpitolie (PKO) volgde de palmmarkt. De schaarste in de voorraden heeft eindelijk de palmpitten bereikt. In combinatie met een reeds krappe kokosoliemarkt, gedroegen de laurische oliën zich stevig en stabiel met een behoorlijke premie bovenop de palmolie. De PKO-prijzen trokken aan en schommelden meestal rond USD 1 300 tot USD 1 400.

De markt voor natuurrubber bleef status-quo, waarbij verlengde overwintering en bladziekte de productie op een laag pitje hielden en een ontevreden eindconsument zich enkel kon indekken tegen torenhoge containertarieven. De latex handschoenen industrie vormde hierop een uitzondering, en de goede vraag van deze sector hield de geproduceerde kwaliteiten latex op een hoog prijsniveau.

De prijzen van Sicom RSS3 werden verhandeld in de buurt van USD 2 000 per ton en USD 2 400 per ton en met een kleine premie voor fysieke leveringen.

De theeveilingprijzen in Mombasa, de benchmark voor de Groep, bereikten in het eerste kwartaal hun laagste gemiddelde niveau sinds 2007. Hoewel de productie lager ligt dan in het eerste kwartaal van 2020, blijven de prijzen onder druk staan van de grote voorraden. De veilingprijzen bewogen zich in januari/februari binnen een smalle marge, maar begonnen in maart te dalen.

Het is duidelijk dat er in Europa een uitgesproken marktaandeel is voor Afrikaanse bananen, ondanks een stijgend volume van 'dollar-bananen' aangeboden vanuit Colombia en Costa Rica. De prijzen van de Afrikaanse bananen overtreffen de courante handelsprijzen, die de laatste weken trouwens een dalende trend vertoonden.

3. Vooruitzichten

Covid-19 effecten

SIPEF herhaalt nogmaals dat de Groep geen rechtstreekse negatieve financiële gevolgen heeft ondervonden van de covid-19-pandemie. De gevolgen concentreerden zich voornamelijk op humaan en sociaal vlak, voor de meer dan 21 000 werknemers die tewerkgesteld zijn in landen waar de lokale medische ondersteuning zeer beperkt is. Het was, en is nog steeds, de grootste zorg van het SIPEF-management om grootschalige besmettingsclusters te voorkomen, door beperkende maatregelen op reizen en bedrijfscontacten.

De vorig jaar aangekondigde vertragingen in de uitbreiding van de Dendymarker-productiecapaciteit en de aanbouw van de houtpelletinstallatie in Noord-Sumatra, zijn ondertussen opgelost, weliswaar met enkele maanden vertraging in de oplevering.

Producties

Rekening houdend met de vooruitzichten van de agronomen van het bedrijf, gebaseerd op representatieve tellingen in het veld, verwacht de Groep ook voor het tweede kwartaal in Indonesië en Papoea- Nieuw-Guinea een productie van oliepalmvruchten in de lijn der verwachtingen. Men kan dus met vertrouwen de productie van de eerste jaarhelft tegemoet zien. Alhoewel het niet evident is om meer dan 3 maanden vooruit te plannen, is de SIPEF-groep goed op weg om, behoudens uitzonderlijke weerseffecten, de voorspelde jaarlijkse productiestijging van meer dan 10% in 2021 te behalen.

Verder wordt verwacht dat de Pestalotiopsis-schimmel ook in de rest van het jaar de rubberproductie negatief zal beïnvloeden. De theeproductie zal echter, mits behoud van gunstige weersomstandigheden, haar vorig jaar ingezette productiegroei bestendigen. Ook de geproduceerde bananenvolumes zijn tot op heden volledig in de lijn der verwachtingen en de SIPEF-groep verwacht voor 2021 een jaar waarin de bananenproducties opnieuw zullen aantrekken.

Markten

De palmoliemarkt bevindt zich op een zeer hoog prijsniveau. Historisch gezien is er gewoonlijk een uitverkoop tijdens het tweede kwartaal, met een seizoengebonden stijging van de productie. Dat valt ook voor de komende maanden te verwachten. Echter de krappe voorraden in de landen van oorsprong, maar vooral in de landen van bestemming, die zich nauwelijks hebben kunnen indekken in de huidige markt, zullen een te grote voorraadopbouw niet toelaten. Het soelaas dat goede nieuwe oliehoudende gewassen moet brengen is nog vijf tot zes maanden verwijderd, en het is nog steeds de vraag hoe groot dat soelaas zal zijn. Elke weersomstandigheid zal een enorme impact hebben.

De markt verwacht een aanzienlijke productiestijging in de komende negen maanden. Het is echter niet zeker dat een dergelijk herstel zich in de palmolie-industrie zal voordoen. Het tempo van het herstel en de toekomstige aanplant van oliehoudende zaden zullen de prijsevolutie bepalen. De vraag zal op een goed niveau blijven dankzij een strak bevoorradingsbeleid en een grotere belangstelling voor biobrandstoffen dan verwacht. Alles hangt dus af van de toekomstige weersomstandigheden en van de productie.

Het is duidelijk dat er bepaalde externe factoren in het spel zijn, nu misschien meer dan ooit. De covid-19 pandemie en het economisch herstel, een voorspelde algemene uitzonderlijke stijging van de grondstoffenprijzen, de petroleumprijzen en de sterkte of zwakte van de US dollar zullen een belangrijke rol spelen in de prijsbepaling, evenals de belangstelling van de fondsen. Het onderliggende fundamentele tekort en de huidige competitiviteit van de palmolieprijzen ten opzichte van andere plantaardige oliën versterken het vertrouwen in gezonde prijzen in 2021.

De rubbermarkt zal in de komende maanden op de proef worden gesteld door enerzijds de bladwissel die bijna voorbij is en de normalisering van de containervrachtmarkt en anderzijds door de betere economische vooruitzichten, vooral in China. Gewoonlijk kunnen consumenten beter de kat uit de boom kijken dan de producenten; daarom zou de hogere productie de overhand kunnen krijgen en tot een prijscorrectie kunnen leiden.

De vraag naar thee op de veiling van Mombasa is goed, maar de grote beschikbaarheid van thee maakt het niet mogelijk de prijzen sterk te laten stijgen. Grote prijsschommelingen worden op korte termijn niet verwacht.

In de huidige bananenmarkt zijn de gebruikelijke prijsstijgingen in het voorjaar niet meer aan de orde. Verwacht wordt dat de lagere marktprijzen zich eveneens in de komende weken zullen handhaven. Door de jaarcontracten met vaste prijzen die werden afgesloten met de klanten, zal de omzet daar niet door beïnvloed worden.

Resultaten

In een aanhoudend sterke markt, die zich sinds het vierde kwartaal van vorig jaar stevig doorzet, heeft SIPEF haar palmolievolumes kunnen verkopen aan in de voorbije jaren ongekende prijzen. Tot op heden werd 47% van de verwachte palmolievolumes verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 899 per ton CIF Rotterdam equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inclusief, tegenover 41% aan gemiddeld USD 718 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar.

Deze verkoopprijzen worden in Indonesië in belangrijke mate afgeroomd door een gecombineerde exportheffing en exporttaks. Deze belastingen werden sinds 10 december 2020 aanzienlijk verhoogd, voornamelijk om het -door de Indonesische overheid sterk aangemoedigde- lokale biodieselprogramma te financieren. Ondanks de uitzonderlijk hoge belasting van de landbouwsector, die voor meer dan 40% uit kleine boeren bestaat, is er geen onmiddellijke aanpassing van dit belastingregime te verwachten. In Papoea-Nieuw-Guinea komen de uitzonderlijk hoge palmolieprijzen wel ten volle ten goede aan de palmactiviteiten.

Ondertussen werd 34% van de verwachte rubberproducties verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 2 086 per ton FOB. Dit komt neer op een stijging van 31,8% tegenover de verkochte volumes aan USD 1 583 per ton op hetzelfde tijdstip van vorig jaar. In een oververzadigde theemarkt, werd ongeveer 31% van de verwachte theevolumes verkocht aan een prijs van USD 2 160 USD per ton FOB. Dit is 8% hoger dan de gemiddelde prijs van USD 2 000 per ton van de verkopen tot en met het eerste trimester van vorig jaar.

Door de ten opzichte van de USD relatief zwakke lokale munten, die de beperkte stijging van de vergoedingen van de arbeiders van de Groep neutraliseren, en de grote productievolumes, blijven de eenheidsproductiekostprijzen goed onder controle. In combinatie met de ongezien sterke verkoopprijzen zouden de resultaten, ondanks de hoge heffingen op de palmolieproductie in Indonesië, aanzienlijk beter zijn dan deze van het boekjaar 2020.

Behoudens de eerder aangehaalde mogelijke prijseffecten van de palmoliemarkten, zal het uiteindelijke recurrente resultaat in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei, het behoud van het huidig beleid voor exportheffingen en -taksen in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen.

Kasstromen en expansie

In Musi Rawas in Zuid-Sumatra wacht de Groep nog steeds op het positieve antwoord van de RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil) om de in 2018 verworven drie aanpalende concessies te mogen ontwikkelen in lijn met de geldende principes en criteria voor duurzame ontwikkeling. De aanvraag is in behandeling bij de werkgroepen die nieuwe duurzame oliepalmontwikkelingen moeten goedkeuren.Volgens de positieve beoordelingsrapporten van de consultants zouden ook deze gronden in belangrijke mate bijkomend kunnen ontwikkeld worden vanaf de tweede jaarhelft van 2021.

In de bestaande concessies, die reeds sinds 2013 in ontwikkeling zijn, werden in het eerste kwartaal 159 bijkomende hectaren gecompenseerd en 318 hectaren bijkomend voorbereid voor beplanting of beplant, om een totaal van 14 332 gecultiveerde hectaren te bereiken. Dit komt neer op 81,5% van het totaal van 17 583 gecompenseerde hectaren, waarvan voorlopig 2 335 hectaren verworven zijn voor aanplanting voor omliggende boeren en 15 248 hectaren voor eigen ontwikkeling. Er zijn nu 7 111 hectaren in productie en nagenoeg alle geoogste vruchten worden verwerkt in de eigen extractiefabriek van Dendymarker. In deze fabriek is ondertussen gestart met de uitbreidingswerken, om de verwerkingscapaciteit van 20 naar 60 ton palmvruchten per uur te brengen. Ook de herplanting van de in 2017 verworven Dendymarker-plantages gaat gestaag verder. Ondertussen zijn er 5 207 hectaren herplant, terwijl 968 hectaren werden voorbereid voor herplanting.

De begin maart 2021 aangekondigde potentiële verkoop van PT Melania aan de Indonesische Shamrock-groep kent een gunstig verloop. Ter herinnering: PT Melania bezit de helft van de Indonesische rubberactiviteiten in Sumatra en de volledige theeactiviteiten in Java. De due diligence procedures zijn beëindigd. Er zal dus spoedig kunnen worden overgegaan tot de ondertekening van de overeenkomsten. In eerste instantie zouden 40% van de aandelen verkocht worden tegen een betaling van USD 19 miljoen. Na deze eerste etappe zal de Shamrock-groep het management van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 overgedragen worden voor USD 17 miljoen, na de vernieuwing van de permanente landrechten (HGU) voor het geheel van de rubber- en theeactiviteiten. De brutotransactieprijs voor 100% van de aandelen bedraagt dus USD 36 miljoen. De uiteindelijke nettoverkoopprijs en de eventuele meerwaarde op de verkoop van PT Melania zal in belangrijke mate afhangen van de kostprijs voor de vernieuwing van de permanente landrechten (HGU) en van de vergoeding van de gecumuleerde sociale rechten van het tewerkgestelde personeel, dat vermoedelijk zo goed als integraal zal overgenomen worden.

Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Schoten, 22 april 2021

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)

* J. Nelis, chief financial officer

Tel.: +32 3 641 97 00 Fax : +32 3 646 57 05

[email protected] www.sipef.com (rubriek "investors")

SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.