AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

Pre-Annual General Meeting Information Jun 10, 2021

4000_rns_2021-06-10_444a5b33-a2b4-4829-a511-b61f75102bea.pdf

Pre-Annual General Meeting Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Schriftelijke vragen gewone algemene vergadering SIPEF dd. 9 juni 2021

1. Indonesië verhoogde recent de exporttaks voor de maand juni naar 183 USD/ton; deze komt boven op de exportheffingen van 255 USD/ton. Eerder stelde de CEO dat hij op termijn verwacht dat deze exporttaksen zouden verlaagd worden omdat het biodieselprogramma in Indonesië voldoende gefinancierd was. Nu gebeurt eerder het tegenovergestelde. Kan u een update geven van uw visie over deze belastingen op palmolie in Indonesië en of palmolie op lange termijn in Indonesië nog wel rendabel is?

Begin december 2020 werd er een nieuwe matrix gepubliceerd waar, in aanvulling op de progressieve matrix voor de exporttaks, er ook een progressieve exportheffing werd bepaald. De recente verhoging kwam helemaal overeen met de bestaande regels ivm. exporttaks en heffing. Ter herinnering, de exporttaks wordt gebruikt voor financiering van de uitbouw van een downstream palmoliesector en van de herplanting van de palmarealen van kleine, onafhankelijke boeren, terwijl de exportheffing wordt gebruikt om de exploitatietekorten bij de productie van biodiesel uit palmolie te dekken. Deze tekorten ontstaan als het prijsverschil tussen palmolie en ruwe olie te groot is. In dergelijk geval zou zonder subsidie, biodiesel uit palmolie niet meer kunnen concurreren met ruwe olie.

Volgens onze analyses is het biodieselprogramma in Indonesië inderdaad voldoende gefinancierd. Een aanpassing van de bestaande systemen is dus een politieke aangelegenheid waarvan de timing heel moeilijk te voorspellen is.

Eind vorige week zijn er een aantal geruchten in de markt verschenen die een daling van de exportheffing aankondigen. Hierdoor zou de totale belasting op palmolie in de vorm van een taks en heffing kunnen dalen met zo'n 100 USD/ton voor palmolieprijzen tussen 950 en 1 300 USD/ton. Op lagere niveaus is er een meer bescheiden daling.

In antwoord op de winstgevendheid van de palmolieactiviteiten in Indonesië, het volgende:

1) Zoals de aandeelhouders zullen zien bij de publicatie van de halfjaarcijfers, is palmolie aan de huidige verkoopprijzen van meer dan 1 000 USD/ton en de actuele belastingniveaus nog zeer winstgevend. Wel wordt het winstpotentieel in Indonesië door deze belastingen duidelijk afgetopt. Momenteel zijn de activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea de meest rendabele van de Groep. Maar zodra de palmolieprijs terugzakt onder 800 USD/ton CIF Rotterdam zijn alle volgroeide operaties in Indonesië opnieuw winstgevender dan in Papoea-Nieuw-Guinea en veel andere plaatsen in de wereld. SIPEF gelooft dus nog zeer sterk in de toekomst van palmolie in Indonesië. Er kan wel niet ontkend worden dat de invoering van de verhoogde heffingen eind 2020 na het extreem moeilijke 2019 en het tegenvallende 2020, heel zuur was.

  • 2) Bovendien is er naar onze mening een link tussen de hoge Indonesische taks en heffing, enerzijds en de wereldmarktprijzen voor palmolie, anderzijds. Het is quasi zeker dat zonder deze hoge belasting de bruto palmolieprijs niet op het huidige niveau had gestaan. Het is dus niet duidelijk wat de netto-impact zal zijn van een daling van de belastingen op het resultaat van de Groep. Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea geniet immers ten volle van de huidige hoge prijzen. Elke overheidsinmenging heeft een nefast gevolg op de transparantie van de prijsvorming.
  • 2. Het imago van palmolie in Europa is heel negatief. Getuige daarvan, de vele verpakkingen (marketinggedreven) met het label "zonder palmolie". Ziet u deze palmolie "bashing" in Europa ooit verdwijnen? En hoe ziet u de export van palmolie naar Europa de volgende jaren evolueren, rekening houdend met de ban op palmolie voor biodiesel in Europa. Volgens de USDA schommelt de import van palmolie de afgelopen 5 jaar rond de 6,8 - 7 miljoen ton.

Er is momenteel inderdaad een onophoudelijke stroom van ongenuanceerde kritiek op palmolie in de Europese en Amerikaanse markt. Dit is iets wat wij niet zien in de markten in het verre oosten. We zijn dan ook van mening dat het hier grotendeels gaat om verdoken protectionisme met betrekking tot Europese producten zoals raapzaad en zonnebloemolie en de Amerikaanse sojamarkt.

Niettegenstaande de inspanningen van de belangengroepen als RSPO, BASP, MPOB en GAPKI om de nodige nuance in dit debat te brengen, lukt het niet het grote publiek te overtuigen palmolie openlijk te omarmen. De beschikbaarheid van gecertifieerde 'duurzame' palmolie wordt daarbij grotendeels genegeerd, alsook de efficiëntie van palmolie, die van 5 tot 8 maal efficiënter is in opbrengst per hectare dan de concurrende plantaardige oliën, met een veel lager gebruik van meststoffen en chemicaliën. Palmolie gebruikt 6% van het geplante land voor de wereldproductie van plantaardige oliën, maar levert 36% van het wereldvolume.

De positieve impact van palmolie op tewerkstelling en sociale ontwikkeling in de regio's van Azië en Afrika wordt ter zijde gelaten in de beoordeling. De inspanningen die geleverd zijn door Indonesië en Maleisië, de twee grootste producenten, om ontbossing te voorkomen worden onvoldoende aangehaald, en men blijft voor de ontbossingscijfers terugvallen op deze van meer dan 5 jaar geleden, die trouwens toen wel terecht waren.

Wij verwachten dat het gebruik van palmolie voor de productie van biodiesel in Europa de volgende jaren zal afnemen, zoals dit trouwens ook het geval zal zijn voor andere plantaardige oliën. Deze daling zal echter ruimschoots gecompenseerd worden door een toenemende vraag in de "emerging markets", waar een groeiende bevolking en stijgende levensbehoeften, vooral de consumptie van palmolie zullen aansturen, voor voeding én biodiesel.

3. Ondanks alle inspanningen van vele palmoliebedrijven, waaronder SIPEF, om de duurzaamheid in de verf te zetten (met heel gedetailleerde duurzaamheidsrapporten - proficiat trouwens met het verslag 2020!), worden alle palmolie en alle producenten over dezelfde kam gescheerd. Proficiat ook met de zeer hoge SPOTT score van 80,5%/100%! Heeft u een bepaalde target in gedachten om die score nog op te drijven of een bepaald percentage te behalen?

Het is de betrachting van SIPEF om de scores en ratings te blijven verhogen, wat ook van een duurzaam palmoliebedrijf kan verwacht worden. We zien dat de meeste bedrijven blijvend inspanningen leveren om hun score te verbeteren. Een hogere score geeft daarom niet noodzakelijk een betere ranking. Het is ook zo dat elk jaar door SPOTT de verwachtingen worden opgedreven en dat, zelfs om een gelijkaardige score te krijgen er meer transparantie nodig is over de toepassingen en evolutie van de duurzaamheidscriteria. Een goed voorbeeld is de GHG baseline en de jaarlijkse verlaging ervan.

Wij zien de SPOTT ranking als één van de elementen van scoring, maar zullen ook in de nabije toekomst meer aandacht besteden aan de internationale quoteringen van CDP en van ESG in het algemeen. Immers, het is belangrijk voor investeerders dat zij zich gesteund voelen door een internationaal erkende quotering van beurgenoteerde bedrijven waarin ze beleggen.

4. Door de grote vraag naar plantaardige oliën daalden de algemene voorraden tot het laagste niveau sinds 2010/2011, wat aan de basis ligt van de forse stijging van alle plantaardige oliën inclusief deze van palmolie. Hoe ziet u de gemiddelde palmolieprijzen de volgende 5 jaar evolueren, rekening houdend met de verwachte fundamentele trends (consumptie in "emerging markets", minder nieuwe aanplantingen, biodiesel US/Europa/Azië), prijsverschillen met sojaolie en ruwe olie)?

De vraag naar palmolie (en plantaardige olie in het algemeen) voor de voedingssector blijft onveranderd toenemen met 3 à 4% per jaar. Hierin wordt geen verandering verwacht gezien de huidige bevolkingsgroei en het steeds rijker worden van de middenklasse wat leidt tot veranderende voedingspatronen.

4 à 5 jaar geleden hadden wij aangekondigd dat er een moeilijke periode aankwam voor palmolie. We hebben dit toen goed ingeschat alhoewel onze interne stress tests toen geen rekening hielden met een daling tot onder de 600 USD/ton. Het aangekondigde gebruik van palmolie voor biobrandstof in Europa werd toen immers plots teruggeschroefd door een wijziging in de visie op biobrandstof op basis van geïmporteerde grondstoffen. Hierdoor was er onverwacht een productieoverschot, wat zich trouwens ook manifesteerde in de voorraden van andere plantaardige oliën. Ondertussen is er in het verre oosten een biobrandstofactiviteit opgestart zodat het gat dat werd geslagen tussen vraag en aanbod gedicht is en de vraag van de biodieselkant voor de middellange termijn verzekerd lijkt. De daling van de vraag in Europa zal waarschijnlijk meer dan gecompenseerd worden door een stijging van de vraag in de "emerging markets".

Als we naar de aanbodkant kijken dan zien we verschillende oorzaken die zullen leiden tot een eerder beperkte toename in de beschikbare palmolie:

  • Op korte termijn, de historisch lage stocks en het gebrek aan bemesting bij een deel van de producenten door de lage palmolieprijzen van de voorbije jaren.
  • Op middellange termijn, een achterstand bij het herplanten van bestaande arealen waardoor de gemiddelde leeftijd van de bestaande aanplanten alsmaar stijgt en de rendementen dus dalen. In Maleisië zien we de geplante arealen en de bijhorende productie de laatste jaren zelfs zakken.
  • Op lange termijn, de alsmaar toenemende druk op het behoud van bossen en diversiteit zodat verdere expansie, niet alleen in Indonesië, heel moeilijk wordt.

Leggen we deze vraag- en aanbodanalyse samen, dan kijken we naar een sterke markt voor de prijsvorming van palmolie. Wij zien de prijs voor langere tijd niet meer onder de 700 USD/ton zakken en verwachten zelfs dat 800 USD/ton een stabiel niveau voor de volgende 5 jaar zal zijn. Wij gaan er anderzijds ook niet van uit dat de huidige prijzen van 1 100 USD/ton en meer zullen gehandhaafd blijven, aangezien deze vooral gebaseerd zijn op tijdelijke tekorten in de bredere plantaardige oliemarkten.

Bij de analyse van het prijsniveau van palmolie moeten we steeds rekening houden met de algemene grondstoffenmarkten en de prijzen van de overige plantaardige oliën zoals soja-, raapzaad- en zonnebloemolie. Maar ook voor deze gewassen zien we geen structurele toename die bovenstaande conclusie kan aantasten.

5. Heeft u zicht op de evolutie van de nieuwe aanplantingen wereldwijd van palmolie en/of de verkoop van palmoliezaden? Want dit zou een indicatie kunnen zijn dat de productie stilaan afvlakt…

De wereldwijde expansie in oliepalmplantages is fenomenaal geweest over de laatste 40 jaar. De geplante hectaren zijn meer dan verviervoudigd tussen 1980 en 2018, maar de uitbreiding is de laatste jaren tot stilstand gekomen. De twee grootste producerende landen, Indonesië en Maleisië, die samen instaan voor 84% van de wereldproductie, maar slechts 63% van de geplante hectaren hiervoor gebruiken (wegens hun efficiëntie), zijn nog wel gegroeid. De overheden hebben echter belangrijke inspanningen gedaan om geen nieuwe terreinen te laten ontwikkelen, door sinds 2018 een moratorium op palmexpansie in te voeren. Zoals de grafiek hieronder aantoont is er geen groei meer in de meest recente jaren en deze trend heeft zich na 2018 verdergezet. De focus is nu integraal op rendementsverbeteringen. Dat is echter een werk van lange adem, omdat de herplantingen zeer traag verlopen en een palmcyclus meer dan 20 jaar betreft.

De aangehaalde beperking van de uitbreidingen en het gebrek aan voldoende herplanting, in combinatie met La Niña-weerseffecten, hadden tot gevolg dat in 2020, voor de eerste maal sinds lang, de palmolieproductie wereldwijd daalde met 4,5 miljoen ton en dat deze daling zich nog niet volledig hersteld heeft in 2021.

6. Op de Barema-plantage te Hargy behaalt 30 ton FFB/ha. Welke zaden werden hier aangeplant en welke zaden gebruikt u momenteel voor nieuwe aanplantingen?

Hargy heeft alle aanplantingen in het verleden steeds gedaan met DAMI-zaden, die door de lokale kweektuin van NBPOL/SDP geleverd worden. DAMI is ontwikkeld in Papoea-Nieuw-Guinea en de selectie is dan ook integraal aangepast aan de Papoea-Nieuw-Guinea groeiomstandigheden van hoge neerslag en vulkanische gronden. Sinds de laatste 4 jaar gebruiken we DAMI Super Family, die 'semi-clonal' zaden zijn en dus minder variatie in de zaadkwaliteit vertonen en ook hogere rendementen per hectare geven. We zullen dan ook in Hargy de gemiddelde rendementen/ha verder zien stijgen in de volgende jaren.

Ondertussen heeft VBS in Indonesië Verdant Selectzaden, gelijkaardig aan DAMI Super Family, ontwikkeld. Deze zaden worden ook door onze Indonesische filialen gebruikt voor voorlopig 30% van alle nieuwe aanplanten, een percentage dat wij geleidelijk verder zullen optrekken. Inmiddels kijken we ook uit naar de ontwikkeling van hoger renderende zaden door Verdant, en verwachten wij vanaf 2028 de F1-hybrid zaden, die een veel hoger potentieel zullen hebben.

7. Ondanks uw politiek om geen aanplantingen te doen in veengrond, bezit SIPEF volgens de "Global Forest Watch", 14 hectare oliepalmen in veengronden. Hoe rijmt dit met uw engagementen op dit vlak?

Sinds de invoering van onze "Responsible Plantations Policy" in 2014, die de "No Peat" declaratie bevat, zijn er door SIPEF geen nieuwe aanplantingen in veengronden meer gebeurd. Maar het bedrijf heeft in het verleden wel aanplantingen gedaan in veengrond op een moment dat dit ecologisch nog niet als schadelijk werd beschouwd. Of nog, de Groep heeft gronden verworven die in het verleden door anderen werden ontwikkeld. We blijven ondertussen deze gronden verder beheren, om te zorgen dat de potentiële schade die deze ontwikkeling zou hebben teweeggebracht, zo beperkt mogelijk blijft. Dit betekent dat wij zorgen dat de waterniveaus nooit verlagen zodat er geen CO2 uitstoot is, dat de fauna en flora wordt beschermd, enz.…

Wat de specifieke verklaring van "Global Forest Watch" betreft, wensen we te preciseren dat het via satelliet niet altijd zeer duidelijk is wat de aflijning van de concessies is en welke gronden toebehoren aan SIPEF en onder controle van het bedrijf zijn. Wij hebben echter, na het invoeren van onze policy in 2014, steeds kunnen aantonen dat de eventuele, door NGO's en instanties aangeduide gronden in de nabijheid van de concessies van de Groep, niet door SIPEF werden ontwikkeld en geen deel uitmaken van haar patrimonium.

8. Kan u het SIPEF-aandeel vergelijken met andere bedrijven in de sector op het vlak van rendabiliteit per hectare, extraction rate, Enterprise Value per beplante hectare?

De voorbije jaren hebben wij stelselmatig een 'peer review' uitgevoerd tussen SIPEF en een aantal andere beursgenoteerde plantagebedrijven. Hiervoor doen wij beroep op de publiekelijk beschikbare informatie op de website van deze bedrijven. Dit is trouwens een oefening die door elke aandeelhouder zelf kan uitgevoerd worden.

De laatste oefening werd verwezenlijkt op basis van de jaarverslagen van 2019. Door het heel beperkte aantal analistenvergaderingen in 2020 hebben we deze studie echter niet extern gedeeld. Tijdens de zomermaanden van 2021 zullen we deze oefening weer herhalen op basis van de informatie van de 2020-jaarverslagen.

De hoofdlijnen van onze studie 2019 waren:

Geplante hectaren: de geplante hectaren van SIPEF nemen toe met 3,5%, terwijl die van de bedrijven van de peer review (de "Populatie") afneemt met 0,1%. Dit onderschrijft onze stelling dat er heel weinig bedrijven zich nog aan expansie wagen.

Gemiddelde leeftijd: de gemiddelde leeftijd van de palmbomen van SIPEF zakt van 10,32 jaar naar 10,09 jaar, terwijl die van de bomen van de Populatie toeneemt van 12,31 jaar naar 12,65 jaar. Dit toont aan dat er heel weinig nieuwplanting- en herplantingactiviteit is bij de Populatie en dat SIPEF met 10,09 jaar heel jonge plantages in portefeuille heeft en in de toekomst nog kan rekenen op belangrijke positieve cash flow.

FFB yield: bij SIPEF zakt de FFB yield van 22,2 ton/ha naar 19,8 ton/ha, terwijl die bij de Populatie zakt van 19,5 ton naar 18,9 ton. De belangrijke daling bij SIPEF weerspiegelt de jonge plantages die stilaan volgroeid geraken maar waarvoor het rendement nog niet optimaal is. Bovendien is er het belangrijk effect van de vulkaanuitbarsting in Papoea-Nieuw-Guinea waardoor een groot deel van de productie van 2019 vernietigd werd. De algemene daling bij de Populatie toont ook aan dat de wereldwijde productie door slechte weersomstandigheden in de belangrijkste productiecentra in 2019 ondermaats was. SIPEF blijft wel boven het gemiddeld rendement per hectare scoren.

Extraction rate: de extraction rate van SIPEF ligt rond 23,3%, terwijl die van de Populatie rond 22% blijft.

Olie per hectare: de olieproductie per hectare van SIPEF zakt van 5,19 ton/ha naar 4,6 ton/ha, terwijl die van de Populatie daalt van 4,26 ton/ha naar 4,15 ton/ha. De commentaren voor FFB zijn ook hier van toepassing.

Gezien 2019 voor SIPEF als gevolg van de lage palmolieprijs en de vulkaanuitbarstingen in Papoea-Nieuw-Guinea een verlieslatend jaar zonder dividenduitkering was, zijn de financiële ratio's zoals dividend yield en P/E ratio niet relevant.

9. Carrefour voert momenteel reclame voor producten zonder palmolie. Waarop baseert Carrefour zich om dergelijke producten af te schilderen als 'slecht' en kunnen jullie hier niet tegen reageren?

De lopende reclamecampagne van Carrefour, met een 'zonder palmolie'-vermelding, heeft uiteraard ook onze aandacht getrokken. SIPEF heeft hierop gereageerd, via een gezamenlijke boodschap van BASP ("Belgian Alliance for Sustainable Palm Oil"), door een brief gericht aan Carrefour Belgium, waarbij wordt aangehaald dat bij dergelijke campagnes een beroep wordt gedaan op een emotionele reactie van de consument op basis van een misleidende versimpeling van de werkelijkheid, die wetenschappelijk niet hard te maken is. Er is geen economisch noch een ecologisch argument om palmolie te gaan vervangen door een andere plantaardige of tropische olie op grote schaal. Carrefour geeft bovendien niet aan wat het alternatief voor palmolie dient te zijn en waarom dat wel duurzaam en gezond zou zijn.

BASP heeft met aandrang gevraagd om hun 'gezonde prijzen'-campagne aan te passen, verder af te zien van negatieve claims als centraal element in een publicitaire campagne en algemeen te letten op een omgeving waarin dergelijke misleidende claims verdwijnen.

Bij navraag bij de RSPO ("Round Table on Sustainable Palm Oil") bleek dat RSPO reeds in het verleden actie heeft ondernomen, maar niet in de mogelijkheid is om dergelijke 'no palm' claims te stoppen, omdat er geen referentie is naar de specifieke reden waarom de producent palmolie verwijderd heeft van het product.

Carrefour heeft het tot hiertoe niet nodig gevonden om formeel te reageren op dit schrijven van BASP en verdere contacten zijn ook zonder gevolg gebleven.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.