Business and Financial Review • Jun 10, 2021
Business and Financial Review
Open in ViewerOpens in native device viewer
Boodschap van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder
Geachte Dames en Heren,
Wij hebben het genoegen, ter gelegenheid van deze 102 e Gewone Algemene Vergadering, samen met U terug te blikken op het voorbije jaar en de voornaamste gebeurtenissen van de eerste vijf maanden van 2021 te overlopen.
Met ons eeuwfeest nog vers in het geheugen zijn we begin vorig jaar beland in een ongekende omgeving die ieders verbeelding ver heeft overtroffen. Ondertussen zijn we meer dan een jaar verder in dit coronatijdperk en hebben we vastgesteld dat dergelijke crisissen ook vaak een basis kunnen vormen voor reflectie en kunnen bijdragen aan een versnelde modernisering van gedachtengoed en procedures.
Zo zijn jullie vandaag deelnemers van de Algemene Vergadering die wordt gestreamd via internet. Via een digitaal platform kunnen jullie stemmen op de agendapunten en via de online chatbox kunnen vragen worden gesteld aan de beleidsvoerders van deze onderneming. Deze formule is niet onze eerste keus, want onze voorkeur gaat nog steeds uit naar het persoonlijk contact met onze aandeelhouders. De technologie heeft er echter voor gezorgd dat het leven niet stilstaat als mensen zich niet meer mogen verplaatsen of fysiek samenkomen.
Zeker voor een bedrijf als SIPEF betekende deze crisis een belangrijke verandering in het dagelijks beheer van de operaties, waarbij de veiligheid van onze medewerkers en de voortzetting van de dagelijkse activiteiten voorop stonden. Gevestigd in tropische landen op de evenaarsgordel, waren aangepaste werkprocedures en beperking van de mobiliteit vereist.
Als we echter kijken naar de jaarrekening van 31 december 2020, die jullie vandaag ter goedkeuring wordt voorgelegd, kunnen we vaststellen dat SIPEF operationeel een relatief sterk jaar achter de rug heeft met genormaliseerde producties in onze activiteiten in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en zonder natuurrampen. Enkel de gevoelig lagere verkoopprijzen vanaf het tweede kwartaal, als eerste reactie op de coronacrisis, hebben in combinatie met de aanslepende na-effecten van de drie vulkaanuitbarstingen in Papoea in 2019 onze resultaten negatief beïnvloed.
We hebben het boekjaar 2020 dan ook afgesloten met een winst, deel van de Groep, van KUSD 14 123, tegenover een verlies van KUSD 8 004 in 2019. Ondanks het gestaag voortzetten van de expansie verlaagde ook de netto financiële schuld van KUSD 164 623 per eind 2019 naar KUSD 151 165 op het einde van het boekjaar 2020.
Door een aanhoudend sterke vraag naar plantaardige oliën, gecombineerd met lager dan verwachte producties in soja, mais en granen, bleven de prijzen voor landbouwgrondstoffen vanaf oktober vorig jaar rechtlijnig stijgen tot de huidige hoge prijsniveaus, die men voor de meeste producten sinds 10 jaar niet meer gekend heeft. Ook de palmolieprijs volgde deze opwaartse beweging, met de gebruikelijke discount op de andere oliën, om half-mei een top van USD 1 300 per ton CIF Rotterdam te bereiken. Ondertussen daalde het prijsniveau met USD 100 per ton ten gevolge van winstnemingen op door financiële fondsen aangehouden posities. Toch blijven de markten van de meeste landbouwgrondstoffen sterk en worden er geen onmiddellijk gevoelige prijsdalingen verwacht. Door de beperkte voorraden van de meeste van deze producten, blijven wel de 'spot' posities hoger geprijsd dan de meer uitgestelde posities, wat termijnverkopen minder lucratief maakt.
Terwijl deze uitzonderlijk goede marktprijzen voor palmolie ten volle bijdragen aan het resultaat van onze palmactiviteiten in Papoea-Nieuw-Guinea, worden de resultaten van onze business in Indonesia in belangrijke mate afgeroomd door uitzonderlijke, lokale heffingen op de productie van ruwe palmolie. Sinds 10 december vorig jaar heeft de Indonesische regering immers eenzijdig, naast de reeds bestaande exporttaks, een exportheffing ingevoerd die maximaal USD 255 per ton kan bedragen en de productie en consumptie van biodiesel uit palmolie moet financieren en stimuleren. Indonesië is derhalve het enige land in de wereld waar de productie van biodiesel uit palmolie wordt gefinancierd door de industrie zelf en niet door overheidssubsidies.
Deze heffingen zorgen ervoor dat de bruto verkoopprijzen voor de maand juni worden belast met USD 438 per ton. Ondanks de berichten dat het financieringsfonds voor biobrandstoffenproductie ondertussen voldoende gespijsd zou zijn voor de financiering van de eerstvolgende maanden, zijn er voorlopig nog geen tekenen dat de Indonesische politieke overheden deze heffingen in de nabije toekomst ook effectief zouden verlagen.
Gebruikmakend van de stijgende curve voor palmolieprijzen sinds oktober vorig jaar, hebben wij ondertussen 58% van onze verwachte palmolieproductie verkocht aan USD 965 per ton CIF Rotterdam, premies inclusief, tegenover 52% aan USD 692 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Door de onduidelijkheid van het maandelijks niveau van de heffingen op palmolie is het niet aangewezen om termijnverkopen te realiseren in Indonesië en worden enkel de verkoopprijzen van de verwachtte productievolumes van de tweede jaarhelft van de eigen plantages in Papoea-Nieuw-Guinea vastgelegd.
De start van het jaar 2021 is alvast op agronomisch en operationeel vlak zeer gunstig geweest. De eerste vier maanden van het jaar werden gekenmerkt door goed gespreide neerslagvolumes die de vorming en de rijping van de palmvruchten positief hebben beïnvloed. Er werden ook geen uitzonderlijke verliezen genoteerd ten gevolge van insectenplagen of kortstondige ziektefenomenen. Zoals al gemeld in onze tussentijdse verklaring, kenden we opnieuw een aanzienlijke stijging van de productievolumes van palmolie. Eind april waren de volumes reeds 17,8% hoger dan die voor dezelfde periode van vorig jaar. Deze gunstige trend heeft zich ook verdergezet. Hij is eveneens het gevolg van stijgende rendementen van de plantages in de Groep, die het resultaat zijn van de volgehouden inspanningen om zones tijdig te herplanten en van de constante uitbreidingen van arealen sinds de start van onze activiteiten in Zuid-Sumatra in 2011.
Hoewel het coronavirus ons sinds maart vorig jaar bedrijfsmatig vele beperkingen heeft opgelegd en de beleidsvoering van de plantages en fabrieken heeft bemoeilijkt, heeft het geen wezenlijke impact gehad op de efficiëntie van de Groep. Wij hebben onze mensen en hun inwonende familieleden zo goed mogelijk kunnen vrijwaren van infecties en onze kantoren zijn, vaak via telewerk, operationeel gebleven. Onze dank gaat dan ook uit naar het management en de medewerkers in de overzeese gebieden, die allen langdurig ter plaatse zijn gebleven en toegewijd hebben bijgedragen aan de voortzetting van onze activiteiten. Het is onze betrachting om al onze overzeese medewerkers en familieleden zo snel mogelijk een vaccin te kunnen aanbieden, dat hen opnieuw de vrijheid zal geven om te kunnen bewegen in hun land, waar geneeskundige zorgen nog steeds een schaars goed blijven.
Gelet op de vruchtvorming blijft de productiestijging voor de eerstvolgende maanden vermoedelijk in dezelfde lijn van verwachtingen. Wij blijven dan ook overtuigd dat de SIPEFgroep de - bij de aanvang van het jaar aangekondigde - productiestijging van meer dan 10% tegenover de volumes van 2020, kan realiseren en de kaap van 370 000 ton palmolie kan overschrijden. Deze prognose wordt mede gesterkt door de constant groeiende maar nog beperkte productiebijdrage van onze nieuwe activiteiten in Zuid-Sumatra, waar per eind april al meer dan 7 400 ton palmolie werd geproduceerd. Maar ook het sneller dan verwachte herstel in de, door de vulkaanuitbarstingen aangetaste, plantages in Papoea-Nieuw-Guinea is relevant voor de huidige groei in productievolumes voor de Groep.
De rubberproducties blijven lijden onder schimmelziekten die zich hebben verspreid over de meeste producerende landen in Azië. Er blijkt nog steeds geen afdoende remedie gevonden waardoor het wereldaanbod van natuurlijke rubber aanzienlijk wordt beperkt. Toch is deze algemene productieverlaging niet voldoende om de natuurlijke rubberprijzen te ondersteunen en de markten voor latexkwaliteit blijven zich handhaven tussen USD 2 000 en 2 400 per ton. De krapte op de containertrafieken maakt het ook moeilijk voor de klanten om de rubberbalen te transporteren voor verwerking.
De rubberproductie in de SIPEF-groep is per eind april in lijn gebleven met de volumes van vorig jaar. Heden is 37% van de verwachte hoeveelheden verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 2 095 per ton FOB, wat 32,7% hoger is dan hetzelfde volume verkocht aan USD 1 579 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar. De betere prijzen hebben ervoor gezorgd dat de rubberactiviteit in de SIPEF-groep voorlopig een kleine positieve brutomarge oplevert.
Onze Cibuni-theeplantage zag eind april haar productie met 21,6% dalen ten opzichte van 2019 dat een goed productiejaar was. Deze daling, die veroorzaakt werd door de wisselvallige weersomstandigheden in het gebergte nabij Bandung in Java, werd gedeeltelijk gecompenseerd door de aankoop van blad van omliggende boeren en bedroeg uiteindelijk eind april slechts 8,7%. Deze nieuwe aankoopactiviteit is noodzakelijk om de vernieuwing van de landrechten van de Cibuni-plantage te bekomen. De theeprijzen blijven laag door het aanhoudende overaanbod op de Kenyaanse theemarkten en er is ook geen onmiddellijk vooruitzicht op stijgende prijzen. Hierdoor is de rentabiliteit van de theeactiviteiten in de SIPEFgroep tot dusver voor het derde jaar op rij negatief gebleven.
De door de Indonesische overheid opgelegde loonsverhogingen voor 2021 zijn relatief beperkt gebleven. Er werden wel stijgende prijzen voor diesel en meststoffen genoteerd, waardoor de eenheidskostprijzen voor palmproducten in de meeste plantages een lichte stijging vertonen. Dit is niet het geval voor de palmactiviteiten in Papoea-Nieuw-Guinea. Daar zorgt de sterke stijging van de volumes, ten gevolge van het versnelde herstel van de productie na de vulkaanuitbarstingen, voor een normalisatie van de eenheidskostprijzen. De gemiddelde eenheidskostprijs voor palmproducten voor de SIPEF-groep blijft daardoor volledig in lijn met deze genoteerd op hetzelfde tijdstip van vorig jaar.
De bananenproductie in Ivoorkust per eind april steeg met 7,6% in vergelijking met deze van de eerste vier maanden van 2020, voornamelijk door productievertragingen vanuit het vierde kwartaal van vorig jaar. Wij verwachten dat deze groei zich zal handhaven in de volgende maanden. Door verkopen op basis van jaarcontracten aan vaste prijzen noteren we een recurrente positieve bananencontributie, die minstens in lijn zal liggen met deze van het vorige jaar.
De uitbreiding van onze oliepalmactiviteiten in Musi Rawas in de provincie Zuid-Sumatra komt versneld tot stand. Vandaag zijn er meer dan 17 600 door de onderneming operationeel gecontroleerde hectaren. Er zijn ook al meer dan 14 400 voorbereide en geplante hectaren, zodat nu meer dan 80% van de hectaren onder management, ook effectief gecultiveerd zijn.
RSPO gaf ons in de maand mei groen licht voor de duurzame ontwikkeling van een zone aansluitend aan de bestaande plantage Agro Kati Lama in Musi Rawas. Deze uitbreiding betreft een concessie van ongeveer 3 000 hectare, die echter slechts gedeeltelijk zal ontwikkeld worden, in functie van de haalbaarheidsstudie en rekening houdend met de duurzaamheidsaspecten die door de consultants zijn aangegeven. De compensatie van gronden zal eerstdaags gestart worden en de eerste aanplanten zouden nog voor jaareinde kunnen plaatsvinden.
De herplanting van de in 2017 verworven bestaande RSPO-gecertificeerde plantageonderneming Dendymarker Indah Lestari (DIL), gelegen tussen de concessies van Musi Rawas, wordt gestaag verdergezet. Er zijn nu al meer dan 5 700 hectare herplant, waarvan bijna 600 hectare in de zone voorzien voor de omliggende gemeenschappen.
Heden heeft de SIPEF-groep meer dan 24 300 hectare geplant of herplant in Zuid-Sumatra, waarvan echter bijna 15 000 hectare nog niet in productie zijn.
De Dendymarker-palmoliefabriek neemt sinds augustus 2018 de volledige verwerking van de productie van Zuid-Sumatra voor haar rekening. Ze had echter haar limieten bereikt en de verwerkingscapaciteit wordt nu uitgebreid van 20 ton per uur naar 60 ton per uur. De werken hadden vorig jaar door de coronamaatregelen vertraging opgelopen. Dit was ook het geval voor de bouw van een installatie voor de productie van hoogwaardige bio-pellets uit de afvalvezels van de palmvruchten, die deze maand kan opgestart worden in Noord-Sumatra.
Het wordt voor plantageondernemingen steeds moeilijker om nieuwe aanplanten in te passen in de verstrengende regels van de RSPO en in onze eigen "Responsible Plantations Policy", die expliciet "No Deforestation", "No Peat" en "No Exploitation"-voorschriften opleggen. SIPEF blijft echter haar duurzaamheidspolitiek trouw volgen. Elke nieuwe uitbreiding wordt aan een vrijwillige evaluatie onderworpen, zodat SIPEF ook in de toekomst een 100% duurzame plantageonderneming zal blijven.
De focus zal in de toekomst ook gaan naar de verbetering van de technische kwaliteit van de geproduceerde palmolie, door nauwe samenwerkingsverbanden met proces ontwikkelaars. Gelet op de omvangrijke herplantings- en expansieprogramma's voor de volgende jaren, zijn wij sinds 2013 strategische investeerders in Verdant Bioscience. Deze joint venture werd opgericht om hoogrenderende oliepalmen te ontwikkelen in Indonesië en geeft ons toegang tot de nieuwste technieken in de sector. Eind vorig jaar werd het aandeelhouderschap nogmaals herschikt met de opname van PT Dharma Satya Nusantara (DSNG), een Indonesische beurgenoteerde plantageonderneming, naast de gekende partners Ackermans & van Haaren, BioSing (wetenschappers) en SIPEF.
Gelet op de recurrente stabiele bijdrage van de bananenactiviteiten aan het SIPEF-resultaat, werd besloten om in Ivoorkust de geplante arealen van 780 hectare van Plantations J. Eglin met 550 hectare uit te breiden, via de verwerving van de activa van een bestaande insolvabele bananenplantage Wanita, die onder gerechtelijke bescherming werd geplaatst. Mits het vervullen van een aantal opschortende voorwaarden verwachten wij vanaf september te kunnen starten met de herplanting van de eerste 150 hectare, en de rehabilitatie van de infrastructuur, inclusief de verpakkingsfabrieken. Plantations J. Eglin zal derhalve, over een tijdspanne van drie jaar en door een gespreide investering van USD 8 miljoen, haar productie met bijna 80% uitbreiden van 32 000 naar 57 000 ton exportbananen.
Gelet op de aanhoudende negatieve bijdrage van rubber en thee in de voorbije jaren en het gebrek aan positieve vooruitzichten op een ommekeer in de nabije toekomst, werd besloten om de rubberplantages, waar mogelijk, om te vormen naar oliepalmplantages en de overblijvende rubber en thee-activiteiten af te stoten.
Wij kunnen bevestigen dat de begin maart aangekondigde verkoop van PT Melania afgerond is voor een bruto verkoopprijs van USD 36 miljoen. De verkoop van de eerste tranche van 40% van de aandelen voor de som van USD 19 miljoen is reeds een feit. Er wordt nu gestart met de procedure voor de vernieuwing van de permanente landrechten (HGU), welke na 2023 zal leiden tot de verkoop van de overige 60%, (55% in het bezit van SIPEF en 5% van een derde) voor de som van USD 17 miljoen. De uiteindelijke netto-verkoopprijs en de eventuele meerwaarde op de verkoop zullen in belangrijke mate afhangen van de kostprijs van de vernieuwing van de HGU en van de ontslagvergoedingen van het tewerkgesteld personeel, dat vermoedelijk zo goed als integraal zal overgenomen worden.
Rekening houdend met de al gerealiseerde verkopen van palmolie en op basis van de recente marktprijzen, verwacht de Groep een aanzienlijke verbetering van de recurrente nettojaarresultaten. Het uiteindelijke recurrente resultaat zal in belangrijke mate bepaald worden door het bestendigen van de huidige productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar, de evolutie van de kostprijzen en, jammer genoeg, zeker ook nog door het niveau van de door de overheid ingevoerde heffingen op de productie van ruwe palmolie in Indonesië.
Door de stijgende productievolumes, verkocht aan gevoelig betere prijzen, zal de Groep een positieve cashflow genereren, die nog zal aangevuld worden met de vermelde opbrengsten uit de verkoop van PT Melania. Dankzij deze kasstroom zullen naast het financieren van het omstandige investeringsbudget, de netto financiële schulden van de Groep verder kunnen afgebouwd worden.
Zoals reeds aangekondigd in ons persbericht en jaarverslag en in de lijn van de vergoedingspolitiek van de aandeelhouders, zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het boekjaar 2020 een dividend uit te keren van EUR 0,35 per aandeel, betaalbaar vanaf 7 juli 2021.
Op datum van deze Algemene Vergadering vervalt het mandaat van Jacques Delen en ondanks het overschrijden van de leeftijdsgrens, zal de Raad van Bestuur toch aan de Algemene Vergadering voorstellen om zijn mandaat alsnog te verlengen met één jaar tot de Algemene Vergadering van juni 2022. Bovendien zal Petra Meekers vanaf 10 juni worden opgenomen in het Executief Comité van de Groep en dus haar mandaat als bestuurder van SIPEF beëindigen. Wij stellen voor om Yu-Leng Khor te benoemen als vervanger van Petra Meekers voor een mandaat van vier jaar als onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder, tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2025. Zij heeft, via haar professionele activiteiten, een zeer uitgebreide kennis verworven van de landbouwsector in Zuidoost-Azië en wij zijn ervan overtuigd dat zij een zeer belangrijke toekomstige bijdrage zal kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van de onderneming.
Op deze Algemene Vergadering wordt ook verzocht om te voorzien in de vervanging van de commissaris, omdat Deloitte, na jarenlange trouwe dienst, dit mandaat wettelijk niet langer mag vervullen. Er wordt dus voorgesteld dat het audit team van EY deze taak wereldwijd van Deloitte zal overnemen voor het gebruikelijke mandaat van drie jaar tot na de Algemene Vergadering van 2024.
Tot slot wensen wij alle leden van de SIPEF-groep te danken voor de inspanningen die geleverd werden tijdens het afgelopen boekjaar. Zeker in deze huidige, zeer moeilijke tijden, waarbij het coronavirus de reismogelijkheden van onze medewerkers sterk beperkt heeft en zij trouw op post zijn gebleven in gebieden waar vaak de medische begeleiding beperkt is. Door hun ongebreidelde steun en doorzettingsvermogen is het coronajaar 2020 alsnog een succesvol jaar geworden voor de SIPEF-groep. Wij hopen op hen te kunnen blijven rekenen om de ambitieuze plannen, die het bedrijf in de komende jaren wil afwerken, te helpen realiseren.
Schoten, 9 juni 2021
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.