SIPEF

Earnings Release • Oct 20, 2022

The connection to the world of sustainable tropical agriculture

Tussentijdse verklaring van de SIPEF-groep per 30 september 2022 (9m/22)

Op weg naar een recordjaar voor de SIPEF-groep.

• Dankzij de stijgende palmolieproductie in het derde kwartaal (+11,7% tegenover dezelfde periode vorig jaar) groeide de productie met 3,7% over de eerste negen maanden van het jaar.
• De Groep realiseerde nettoverkoopprijzen die meer dan 50% boven het niveau van de eerste negen maanden van 2021 lagen.
• Ondanks de scherpe daling van de plantaardige olieprijzen op de internationale markten, blijven de palmolieprijzen historisch hoog met noteringen die opnieuw rond de USD 1 000 CIF Rotterdam per ton bedragen. Ook voor 2023 blijven de prijsverwachtingen positief voor de palmoliemarkt.
• De palmolieproductie over 2022 zou de vooropgestelde groei van meer dan 4% bereiken, behoudens uitzonderlijke weersomstandigheden.
• Met 88% van de verwachte palmolieproductie verkocht en het vooruitzicht op aanhoudend gunstige markprijzen, zouden de recurrente jaarresultaten van de Groep het record van USD 100 miljoen overschrijden, behoudens ongunstige wijzigingen in de exporttaksen en -heffingen opgelegd door de Indonesische regering.
• De onderneming evolueert naar een positieve netto financiële positie, ondanks het verderzetten van de geplande expansie in Zuid-Sumatra.
• Het team van SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI) heeft met succes een vierdaagse opleiding afgerond over cameravallen voor het monitoren van de Sumatraanse tijgerpopulatie, onder leiding van de Zoological Society of London (ZSL).
• Meer dan 3 600 lokale boeren die samenwerken met Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in Papoea-Nieuw-Guinea zijn opnieuw gecertificeerd volgens de normen van de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO), na audits in augustus 2022 door een onafhankelijke certificeringsinstantie.

1. Groepsproducties

2022 (in ton)	Eigen	Derden	Q3/22	YoY%	Eigen	Derden	YTD Q3/22	YoY%
Palmolie	92 471	19 210	111 681	11,66%	248 634	53 688	302 322	3,65%
Rubber	436	158	594	-18,85%	1 029	381	1 410	-29,54%
Bananen	7 749	0	7 749	4,68%	24 280	0	24 280	0,93%
2021 (in ton)	Eigen	Derden	Q3/21		Eigen	Derden	YTD Q3/21
Palmolie	84 139	15 877	100 017		241 673	49 995	291 668
Rubber*	513	219	732		1 563	438	2 001
Bananen	7 403	0	7 403		24 056	0	24 056

De palmolieproductie van de Groep over het derde kwartaal groeide met 11,7% tegenover het derde trimester van vorig jaar. Hierdoor werd de productiedaling van de eerste drie maanden van dit jaar (-7,0%) volledig geabsorbeerd en omgezet in een groei van 3,7% over de eerste negen maanden van het jaar.

In Noord-Sumatra, Indonesië, bleven de palmvruchtenproducties in de mature plantages op organische grond per eind september in lijn met vorig jaar (-0,2%). De productie over negen maanden van de mature plantages op minerale grond kenden echter weer een lichte groei (1,8%) door de productiestijging van 5,1% in het derde kwartaal.

Door goede neerslagcijfers in augustus en september konden de Agro Muko-plantages in de Bengkulu-regio in het derde kwartaal dichter aansluiten bij de productiecijfers van de rest van de Groep (-3,2% tegenover het derde trimester 2021). Toch bleven de gecumuleerde volumes over de eerste negen maanden alsnog 10,1% beneden deze van dezelfde periode vorig jaar.

In Zuid-Sumatra bleef de vruchtenoogst permanent stijgen, met een groei van 73,4% voor het derde kwartaal tegenover dezelfde periode vorig jaar en een gecumuleerde stijging van 51,5% over de eerste negen maanden. Deze stijgingspercentages kwamen ook grotendeels terug in de aankopen van de lokale boeren (Plasma). De stijgende bijdragen van zowel de Musi Rawas-plantages, als deze van Dendymarker, zijn het rechtstreekse gevolg van een groter aantal oogstbare hectaren en een stijgend rendement per mature hectare.

De uitzonderlijk goede bijdrage van de oliepalmplantages in Papoea-Nieuw-Guinea zette zich ook in het derde trimester verder, zowel voor de vruchtenproductie van de eigen plantages (+17,9%) als deze van de lokale boeren (+24,6%). De weersomstandigheden waren zeer gunstig voor de ontwikkeling en rijping van palmvruchten en het herstel van de impact van de vulkaanuitbarstingen in de tweede helft van 2019 bleef zich gestaag verderzetten. Voor de eerste negen maanden werd een groeipercentage van respectievelijk 11,4% en 6,2% genoteerd voor de eigen plantages en deze van de lokale boeren.

Door de algemene sterke verbetering van de vruchtenproductie van de Groep in het derde trimester met 11,5% tegenover de derde trimester vorig jaar, was de totale vruchtenoogst over negen maanden 5,0% hoger dan deze op 30 september 2021.

De nieuw afgewerkte palmoliefabriek in Dendymarker kon in het derde kwartaal constant stijgende olieextractiepercentages noteren (tot 23,6%). In de fabrieken van de Groep was er echter een lichte terugval van het gemiddelde olie-extractiepercentage in het derde trimester (23,6% tegenover 23,8% in het derde kwartaal van vorig jaar). Dit was het rechtstreekse gevolg van algemeen hogere neerslagcijfers, die het vochtgehalte in de vruchten doet stijgen. Over de eerste negen maanden werd echter een gemiddeld olie-extractiepercentage van 23,9% genoteerd, in lijn met dat van vorig jaar.

Omdat de uitbreiding van de Dendymarker-fabriek naar 60 ton verwerkte vruchten per uur, door covid-19 beperkende maatregelen, niet tijdig kon afgewerkt worden, werden in de eerste jaarhelft palmvruchten buiten de Groep verkocht in Zuid-Sumatra. Hierdoor is over de eerste negen maanden de groei in palmolie van de Groep (+3,65%) net iets lager dan de groei in palmvruchten (+5,0%).

In de rubberplantages van Agro Muko was er een licht verbeterde aanvoer van latex in het derde kwartaal. Deze verhoging is het gevolg van de intensieve tap vóór het verwijderen van de oude bomen. Toch bleef de rubberproductie van de Groep per 30 september 29,5% lager dan deze van vorig jaar. Deze daling is het rechtstreekse gevolg van de conversie van rubber naar palmactiviteiten in de SIPEF-groep.

Over de eerste negen maanden bleven de volumes geëxporteerde bananen in lijn (+0,9%) met die van vorig jaar. De bijkomende productie van de nieuwe productiesites in het derde kwartaal, compenseerde het in het algemeen dalend volume van de historische sites, waar ongunstige weersomstandigheden, met lage temperaturen en gebrek aan zonneschijn in augustus en september, de productie vertraagde.

2. Markten

Gemiddelde marktprijzen
In USD/ton		YTD Q3/22	YTD Q3/21	YTD Q4/21
Palmolie	CIF Rotterdam*	1 441	1 143	1 195
Rubber	RSS3 FOB Singapore**	1 918	2 126	2 071
Bananen	CFR Europa***	745	618	616
* Oil World Price Data World Bank Commodity Price Data (updated database) * CIRAD Price Data (in EUR)

Na een volatiel eerste semester in 2022, werd de palmoliemarkt nog steeds beïnvloed door het gewijzigde exportbeleid in Indonesië. In juli waren de voorraden het grootst en kwam de export traag op gang door de uitvoerbeperkingen gerelateerd aan de "Domestic Market Obligation" (DMO). Half juli besloot de Indonesische regering om de exportheffing, die het binnenlandse biodieselprogramma financiert, tijdelijk op te heffen om de export te ondersteunen. Aanvankelijk werd de uitvoertaks verlaagd, vanwege de lagere marktprijzen. Vervolgens werd besloten deze taks tweemaal per maand aan te passen aan de werkelijke prijzen. Hoewel deze nieuwe regelingen met de juiste bedoelingen werden ingevoerd, riepen ze veel vragen op over wat de uitvoertaks de komende maanden zou zijn en wanneer de uitvoerheffing weer ingevoerd zou worden. De onzekerheid hield de lokale prijzen in Indonesië onder druk, terwijl de raffinaderijen betere raffinagemarges genoten.

In een klimaat van uitdagende palmoliefundamenten, worstelde de hele agrogrondstoffenmarkt met verschillende factoren: 1) voedselinflatie die de vraag aantastte, 2) recessievrees en sombere economische vooruitzichten en 3) een zeer sterke Amerikaanse dollar. Tijdens de maand september duwden deze factoren alle grondstoffenmarkten naar de laagste niveaus sinds bijna een jaar. De aardoliemarkten leidden de

neerwaartse trend en trokken de agrosector mee, wat de sterke band tussen aardolie en de productie van biobrandstof bevestigde.

Aanvankelijk was palmolie door de grotere volumes de zwakste van de plantaardige oliën. Maar in september kwam daar verandering in. De Argentijnse regering had een tijdelijke vaste wisselkoers ingevoerd om de export van sojaproducten te stimuleren, wat de sojaoliesector van dat land ten goede kwam. De discount ten opzichte van de Chicago Board of Trade had echter een grote negatieve impact op de hele sojasector. Helaas werd opnieuw bevestigd dat overheidsinterventies enorme gevolgen hebben voor grondstoffen, zoals reeds ervaren werd met het gewijzigde exportbeleid in Indonesië.

De prijs van palmolie zakte van USD 1 200 per ton CIF Rotterdam naar USD 950 eind september, maar herstelde zich langzaam.

De palmpitoliemarkt ("Palm Kernel Oil" - PKO) stabiliseerde na de turbulente eerste helft van 2022. De prijs werd vastgelegd met een kleine premie ten opzichte van palmolie en op ongeveer USD 100 onder kokosolie, hoewel de recessievrees de vraag naar oleochemische producten zeker beïnvloedde. De PKO-prijzen schommelden meestal tussen USD 1 050 en USD 1 150 tijdens het derde kwartaal.

De markt voor natuurrubber bleef erg ongunstig. De combinatie van een gebrek aan koopinteresse vanuit China, als gevolg van de lockdowns, en de voortdurend trage verkoop van nieuwe wagens, woog zwaarder door dan de lagere productie. Sicom RSS3 werd verhandeld tegen prijzen van USD 1 900 tot USD 1 500 per ton, en de fysieke vraag was gematigd.

De Europese marktprijzen voor bananen hielden zeer goed stand, met een algemeen aanbod dat onder het seizoengemiddelde bleef. Vanaf half juli begonnen de prijzen gestaag te stijgen om aan het einde van het kwartaal zeer hoge niveaus te bereiken. Alle productieoorden werden niet alleen beïnvloed door moeilijke weersomstandigheden, maar ook en vooral door een inflatoir effect op de prijzen van basisgrondstoffen en van logistiek en door een wisselkoers USD/EUR die het algemene aanbod van bananen op de internationale en Europese markt verstoorde.

3. Vooruitzichten

3.1. Producties

De agronomen van de Groep verwachten, op basis van representatieve tellingen in het veld, aanhoudend sterke productievolumes voor palmolie in het vierde trimester. Deze groeicijfers dienen vooral gerelateerd te worden aan de verwachte forse stijging van de productie in Zuid-Sumatra en de verdere doorzetting van de uitzonderlijk goede prestaties in Papoea-Nieuw-Guinea. De verwachtingen voor de producties in de mature plantages in Noord-Sumatra en Bengkulu zijn eerder in lijn met deze van vorig jaar. De Groep bevestigt dan ook de voorspelde jaarlijkse productiestijging van meer dan 4%, behoudens uitzonderlijke weerseffecten.

De slechte weersomstandigheden in het derde kwartaal zullen ongetwijfeld de bananenproductie van het vierde kwartaal van 2022 blijven beïnvloeden. De getelde, oogstbare vruchten voor de volgende maanden zijn immers tot 20% lager dan die voor dezelfde periode van vorig jaar. Dit tekort wordt slechts beperkt gecompenseerd door de bijkomende producties vanuit de nieuwe uitbreidingen van de bananenplantages.

3.2. Markten

De palmoliemarkt heeft, samen met andere agromarkten en de aardoliemarkt, een deel van de verliezen van september weggewerkt. De palmolievoorraden zijn al verminderd en de situatie is niet meer verontrustend. De export is goed en de voorraden worden verwacht tegen het einde van het jaar een normaal niveau te bereiken, gezien de huidige discount op palmolie tegenover vloeibare oliën. De vraag- en aanbodfactoren van

de palmoliemarkt zien er solide uit voor 2023. Het wereldwijde aanbod van plantaardige oliën heeft een grote sojaoogst in Zuid-Amerika nodig om de voorraden in evenwicht te brengen en te voldoen aan de groeiende vraag naar biobrandstoffen, vooral in de Verenigde Staten. De "La Niña"-weercondities zouden tijdens de wintermaanden blijven aanhouden. Dit weerfenomeen brengt gewoonlijk een droog klimaat in Argentinië en Brazilië teweeg, wat een negatieve groeifactor zou kunnen zijn, terwijl het neerslag zou meebrengen in Zuidoost-Azië, wat de palmolievolumes zou kunnen doen toenemen.

De macro-omgeving blijft onzeker door de vrees voor inflatie en recessie, de Chinese lockdowns en de huidige intensivering van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Dit laatste zou een aanzienlijke impact kunnen hebben op de handelscorridor van agroproducten. De sterke dollar en de aardoliemarkten zouden de prijzen verder kunnen sturen.

Hoewel er eerder dit jaar een grote correctie van de recordprijzen is geweest, bevindt de palmoliemarkt zich historisch gezien nog steeds op zeer hoge prijsniveaus. De Groep is van mening dat met de grotere inputkosten, van meststoffen tot arbeid, er een nieuwe bodem is gelegd voor de toekomst, en kijkt bijgevolg positief uit naar verhoogde palmolieprijsniveaus in 2023.

De huidige trend van hoge verkoopprijzen voor bananen zal zich zeker voortzetten, aangezien de aanvoer uit alle belangrijke uitvoerlanden schaars blijft. De stijging van de verkoopprijzen blijft ook parallel met de sterke inflatiecijfers. Ondanks alles blijft de "Cavendish"-banaan een gemakkelijk toegankelijk product voor de consument en zullen de stijgende prijzen weinig impact hebben op de consumptie, die in Europa sterk stijgt.

3.3. Resultaten

De Indonesische exportban van palmolie veroorzaakte vanaf april van dit jaar een overaanbod op de lokale markt en verstoorde het rechtstreeks prijsverband met de internationale palmoliemarkt. De Groep besloot in het tweede kwartaal om een deel van de geproduceerde palmolie te stockeren. Vanaf het derde kwartaal werden de voorraden geleidelijk aan de kopers aangeboden, in functie van hun bereidheid om palmolie te kopen mits betaling van duurzaamheidspremies en deze effectief op te halen.

Door de begeleidende maatregelen van de regering verdween het lokale overaanbod aan palmolie geleidelijk. Bovendien regulariseerden de prijzen zich in functie van een ondertussen gedaalde wereldmarktprijs. SIPEF heeft haar palmolievoorraden parallel met deze evolutie afgebouwd en zal deze in de loop van het vierde kwartaal verder normaliseren.

Tot op heden heeft de SIPEF-groep in Indonesië 74% van de verwachte palmolievolumes voor 2022 verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 848 per ton af-fabriek equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inclusief. Op hetzelfde tijdstip vorig jaar had SIPEF 85% van de volumes aan USD 667 verhandeld. In Indonesië worden de beschikbare palmolievolumes op maandbasis in de markt geplaatst, omwille van de onvoorspelbare palmoliereferentieprijs, die de basis vormt voor de maandelijkse uitvoertaksen en -heffingen.

In Papoea-Nieuw-Guinea kwamen de uitzonderlijk hoge palmolieprijzen volledig ten goede aan de oliepalmactiviteiten. Heden werd bijna alle verwachte palmolieproductie verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 1 234 per ton af-fabriek equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inclusief. Op hetzelfde tijdstip vorig jaar had SIPEF 100% van de volumes aan USD 931 verhandeld.

In totaal heeft de SIPEF-groep op heden 88% van de verwachte palmolieproductie verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 1 035 per ton af-fabriek equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inclusief. Dit is 33% meer dan de gemiddelde prijs van USD 778, op hetzelfde tijdstip van vorig jaar.

De eenheidsproductiekostprijzen voor palmolie blijven in het tweede semester onderhevig aan aanzienlijke prijsstijgingen van meststoffen, verhoogde transportkosten en de voorziene remuneratieverhogingen van de medewerkers van de Groep. De reële stijging van de eenheidsproductiekostprijzen wordt enigszins afgezwakt

door volumestijgingen en door de sterkte van de USD tegenover de meeste van de lokale munten in de productielanden.

SIPEF kan uitzien naar zeer bevredigende recurrente jaarresultaten. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deze de historische kaap van USD 100 miljoen overschrijden, ondanks de recente daling van de wereldmarktprijzen voor palmolie. Deze positieve evolutie is het gevolg van de combinatie van stijgende jaarproductievolumes, reeds gerealiseerde verkopen en een verwachte aanhoudend relatief sterke palmoliemarkt. Het uiteindelijke recurrente resultaat zal in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei en de evolutie van de kostprijzen, maar vooral door de effecten van het huidige beleid van de Indonesische regering voor exporttaksen en -heffingen.

3.4. Kasstromen en expansie

In de eerste negen maanden van het jaar heeft de Groep zich hoofdzakelijk geconcentreerd op de investeringsprogramma's in Zuid-Sumatra. Deze betreffen de verdere expansie van de geplante hectaren en infrastructuur in Musi Rawas en de herplantingen en infrastructuurverbeteringen in Dendymarker.

In de projectzones van Musi Rawas werden 1 641 hectare bijkomend verworven door compensatie, waarvan 892 hectare bijkomend werden gecultiveerd. Daardoor zijn er per eind september 2022 een totaal van 15 862 hectare gecultiveerd. Dit stemt overeen met 80.0% van de 19 828 door compensatie verworven hectare.

Heden zijn er in Dendymarker al 8 809 hectare door de SIPEF-groep geplant, dankzij de bijkomende voorbereiding en/of herplanting van 973 hectare in de eerste drie kwartalen van 2022. Nog 130 hectare zijn voorbereid voor beplanting in het laatste kwartaal. Per eind september bedraagt het totaal vernieuwde en gecultiveerde gronden in de business unit van Zuid-Sumatra 24 801 hectare.

Na de voltooiing van de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van de Dendymarker-fabriek van 20 tot 60 ton per uur, werd inmiddels gestart met de bouw van de eerste olie-extractiefabriek in Musi Rawas. Deze fabriek moet in de volgende jaren zorgen voor voldoende verwerkingscapaciteit om de exponentiële productiegroei van de palmactiviteiten in Zuid-Sumatra op te vangen.

De bananenplantages van Plantations J. Eglin in Ivoorkust omvatten per eind september 147 nieuw geplante hectare in Lumen. Er werd reeds 790 ton bananen verwerkt in de vernieuwde verpakkingsfabriek en geëxporteerd.

De netto cashflow van de Groep zou ook in het vierde kwartaal van het jaar positief blijven door de gunstige vooruitzichten op het vlak van productie en verkoopprijzen. In zoverre de lokale Indonesische palmoliemarkt zich normaliseert, zal, na uitbetaling van het dividend in juli, ook het uitgebreide investeringsprogramma volledig met eigen middelen gefinancierd kunnen worden. De Groep evolueert naar een positieve netto financiële positie.

4. Duurzaamheid

4.1. Monitoring van tijgers door SIPEF Biodiversiteit Indonesia

In juni-juli 2022 werd door de Zoological Society of London (ZSL) bij PT SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI) een vierdaagse opleiding gegeven over cameravallen om de Sumatraanse tijgerpopulatie op te volgen. SBI beheert een beschermingsprogramma voor een bosgebied van 12 672 hectare , gelegen in de Mukomuko Regency, in de provincie Bengkulu in Indonesië. Het gebied fungeert als buffer voor het Kerinci Seblat National Park, waar via monitoring een zeer rijke verscheidenheid aan megafauna wordt geïdentificeerd.

De opleiding maakt deel uit van een bredere verbintenis die SIPEF in 2022 met ZSL is aangegaan. ZSL heeft de werkzaamheden opgestart voor het onderzoeken van de tijgerpopulatie in een door SBI vastgelegd gebied op basis van een gezamenlijk, door SBI en ZSL opgesteld, onderzoeksprotocol. Eén van de belangrijkste

doelstellingen van de opleiding was het vergroten van de kennis en vaardigheden van het SBI-team op het gebied van onderzoeksmethoden voor het volgen van tijgers met behulp van cameravallen, inclusief een wetenschappelijk bepaalde onderzoeksmethode om meer solide gegevens over tijgers in het gebied te verzamelen. Het team gebruikt nu twee cameravallen op elke locatie in plaats van één, om de identificatie van individuele tijgers te verbeteren. De verbeterde onderzoeksmethoden beginnen al goede resultaten op te leveren.

4.2. Certificering en opleiding voor lokale boeren in 2022

De 3 600 lokale boeren die samenwerken met Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) maken integraal deel uit van SIPEF's gecertificeerde leveranciers in Papoea-Nieuw-Guinea. De lokale boeren van HOPL begonnen hun certificeringsproces in 2008. Toen werd een programma opgezet om hen aan te moedigen deel uit te maken van een duurzame productieketen en hen kennis bij te brengen over duurzame praktijken als voorbereiding op de naleving van normen van de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO). Tegenwoordig is de naleving van deze normen door de lokale boeren even belangrijk als de hercertificering van HOPL's eigen plantages. Na de RSPO-audits in augustus zijn deze lokale boeren in 2022 met succes opnieuw gecertificeerd.

Opleiding is essentieel voor het succes van het HOPL-programma voor lokale boeren. In 2022 werden al 191 opleidingssessies gehouden. Eén of twee keer per jaar organiseert HOPL ook velddagen voor lokale boeren, die gericht zijn op RSPO-gerelateerde vereisten, agronomische best practices, financiële kennis en sparen. Ter ondersteuning van deze activiteiten werd in 2021 een opleidingspakket ontwikkeld om de inhoud in een eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen formaat aan te bieden. Dit pakket kan ook gebruikt worden bij het dagelijks beheer van kleinschalige oliepalmblokken. De opleidingsactiviteiten van HOPL hebben een duidelijk positief effect gehad. Dit blijkt uit het betere begrip van de vereisten en de verbeterde naleving. Deze positieve resultaten weerspiegelden zich ook in de externe RSPO-audit van dit jaar, waarbij geen enkele nonconformiteit werd vastgesteld.

Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Schoten, 20 oktober 2022

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)

* J. Nelis, chief financial officer

Tel.: +32 3 641 97 00

investors@sipef.com www.sipef.com (rubriek "investors")

SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.