Interim / Quarterly Report • Apr 20, 2023
Interim / Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Tussentijdse verklaring van de SIPEF-groep per 31 maart 2023 (3m/23)
| Groepsproducties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 (in ton) | Eigen | Derden | Q1/23 | YoY% | Eigen | Derden | YTD Q1/23 |
YoY% |
| Palmolie | 68 996 | 18 643 | 87 639 | 2,83% | 68 996 | 18 643 | 87 639 | 2,83% |
| Rubber | 297 | 125 | 422 | -12,08% | 297 | 125 | 422 | -12,08% |
| Bananen | 10 183 | 0 | 10 183 | 29,86% | 10 183 | 0 | 10 183 | 29,86% |
| 2022 (in ton) | Eigen | Derden | Q1/22 | Eigen | Derden | YTD Q1/22 |
||
| Palmolie | 69 027 | 16 199 | 85 226 | 69 027 | 16 199 | 85 226 | ||
| Rubber | 321 | 159 | 480 | 321 | 159 | 480 | ||
| Bananen | 7 842 | 0 | 7 842 | 7 842 | 0 | 7 842 |
De uitstekende productie van de Groep in Papoea-Nieuw-Guinea in het eerste kwartaal van 2023 kon de dalende volumes van dit trimester in Indonesië compenseren. Hierdoor waren de productiecijfers van de Groep voor FFB nog steeds in overeenstemming met het oogstvolume aan het eind van het eerste kwartaal van 2022 en was de gemiddelde OER slechts 0,1% lager dan vorig jaar, terwijl de palmolieproductie van de Groep met 2,8% steeg tegenover het eerste kwartaal van 2022.
In Indonesië, op Sumatra, onderging de "Fresh Fruit Bunches" (FFB)-productie van de Groep een algemene daling tegenover het eerste kwartaal van vorig jaar. Dit is het tweede opeenvolgende jaar dat de productie in het eerste kwartaal een neerwaartse trend vertoont, die geen verband houdt met de huidige weersomstandigheden.
In Noord-Sumatra was het weer over het algemeen gunstig voor de groei van de palmen, zowel op minerale als op organische bodems, met een regenval die de langetermijngemiddelden met 16% tot 46% overtrof. De plantages kenden echter een daling van de oogstbare trossen. Op minerale bodem werd een vermindering van de FFB-productie genoteerd met 10,7% tegenover het eerste trimester van 2022, dat al een kwartaal met een lage oogst was in vergelijking met het jaar voordien. Op organische bodem gingen de lagere trossen ook gepaard met een lager trosgewicht. De productie op deze plantages lag daardoor 33,3% lager dan in dezelfde periode van vorig jaar.
In de oliepalmplantages in de provincie Bengkulu daarentegen waren, vergelijkbaar met vorig jaar, de weersomstandigheden ronduit 'droog' met neerslaghoeveelheden die tot 43% lager waren dan de langetermijngemiddelden. Het kleinere aantal FFB klaar voor de oogst was ook lichter in gewicht. Daardoor lag de productie eind maart 10,2% lager dan in het eerste kwartaal van 2022, dat al een productiedaling vertoonde ten opzichte van het jaar ervoor.
In Zuid-Sumatra bleef de productie van FFB stijgen, met een groei van 26,6% voor het eerste kwartaal in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dit groeipercentage werd ook weerspiegeld in de stijging van 23,8% van de aankopen van lokale boeren (plasma). De grotere bijdragen van zowel de Musi Rawas-plantages
als die van Dendymarker waren het rechtstreekse gevolg van een hoger aantal oogstbare hectaren en een toenemend trosgewicht en aantal trossen op de tot maturiteit komende plantages. Maar ook hier voldeed de opgetekende oogst niet aan de groeiverwachtingen van de Groep en werd hetzelfde fenomeen van trosverkleining vastgesteld.
Door het lagere aantal oogstbare trossen in de palmen waren de oogstrondes ruim op tijd. Hierdoor werden er minder losse vruchten verzameld met een algemeen lagere "Oil Extraction Rate" (OER) voor de Indonesische palmoliefabrieken als gevolg. De gemiddelde OER bedroeg 22,8% tegenover 23,1% voor het eerste kwartaal van vorig jaar.
Door de combinatie van lagere oogstcijfers en dalende extractiepercentages kon de stijgende productie in Zuid-Sumatra de lagere palmolievolumes in de andere regio's van Sumatra niet compenseren. De Indonesische activiteiten vertoonden een daling van 5,1% tegenover het eerste kwartaal van 2022.
In Papoea-Nieuw-Guinea werd de oogst niet noemenswaardig beïnvloed door de weersomstandigheden, ondanks een relatief natter eerste kwartaal dan een jaar geleden, maar met een neerslaggemiddelde dat nog steeds 26% onder het vijfjaarlijkse gemiddelde lag. De meeste plantages lieten stijgende oogstcijfers optekenen en overtroffen de volumes van het eerste kwartaal van vorig jaar met 12,0%. De productievolumes van de omliggende lokale boeren vertoonden hetzelfde patroon, met een toename van de aangekochte volumes met 17,1% ten opzichte van vorig jaar.
De hogere volumes zetten ook de lengte van de oogstrondes onder druk, zodat de in de fabrieken ontvangen oogst een indrukwekkend OER-gemiddelde van 25,1% liet optekenen, wat sterk overeenkomt met de 25,3% van het eerste kwartaal van vorig jaar.
De bananenproductie voor het eerste kwartaal van 2023 steeg met 23% ten opzichte van die van vorig jaar voor dezelfde periode. De weersomstandigheden waren normaal voor het seizoen en de irrigatie compenseerde goed het watertekort dat gebruikelijk is aan het begin van het jaar.
De stijgende productie was vooral te danken aan het opvoeren van de productie van de nieuwverworven zones, waar de opbrengsten veel beter waren dan verwacht.
De productie op de historische locaties bleef 3% onder die van vorig jaar. De Harmattan - koude en droge wind uit de Sahara in januari - heeft de productiecycli een paar weken verschoven, met een onbeduidend effect op de toekomstige productie.
| Gemiddelde marktprijzen | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In USD/ton | YTD Q1/23 | YTD Q1/22 | YTD Q4/22 | ||||||
| Palmolie | CIF Rotterdam* | 1 017 | 1 564 | 1 345 | |||||
| Rubber | RSS3 FOB Singapore** | 1 609 | 2 069 | 1 810 | |||||
| Bananen | CFR Europe*** | 924 | 757 | 762 | |||||
| * Oil World Price Data World Bank Commodity Price Data * CIRAD Price Data (in EUR) |
De palmoliemarkt vertoonde een vrij stabiel prijspatroon gedurende het eerste kwartaal van 2023. De evenwichtige, maar krappe voorraadsituatie in de landen van oorsprong gaf weinig aanleiding tot abrupte prijsbewegingen. De in het laatste kwartaal van 2022 ingezette lagere productietrend zette zich voort in het eerste kwartaal van 2023. De meeste prijsbewegingen werden geïnitieerd door de vloeibare plantaardige oliën en de macro-omgeving. De sojamarkt werd verscheurd tussen een recordoogst in Brazilië en een verwoestende oogst in Argentinië, als gevolg van zeer droog en warm weer veroorzaakt door La Niña. Tegelijkertijd hadden de markten voor koolzaad- en zonnebloemolie overvloedige voorraden en waren agressief op zoek naar vraag. In maart was koolzaadolie de goedkoopste plantaardige olie ter wereld. Dit was slechts van korte duur, aangezien deze 'premium olie' het goed deed op verschillende markten.
Het fragiele macroklimaat werd in maart verder dooreengeschud door een mini-bankencrisis, die de meeste landbouw- en energiegrondstoffen parten speelde. Gezien de lage voorraden bleef palmolie eerder onaangeroerd. Zelfs verdere exportbeperkingen en een tragere tijdelijke afname van biodiesel, om voldoende lokale voedselvoorziening te ondersteunen in de aanloop naar de Ramadan-feesten, beroerde de markt niet, zeker niet in de oorspronglanden. De prijs voor palmolie schommelde tijdens het kwartaal tussen USD 1 000 en USD 1 050 per ton CIF Rotterdam, waarbij de termijnmaanden lichtjes werden verdisconteerd.
De palmpitolie (PKO)-markt volgde vooral palmolie, omdat de markt nog steeds niet op gang kon komen. De PKO-prijzen handelden rond dezelfde niveaus als palmolie in het eerste kwartaal.
De goede algemene tendens van de Europese bananenmarkt werd bevestigd en gehandhaafd aan het begin van het jaar en alle verkoopprijzen op de invoermarkten werden naar boven bijgesteld. Deze verhoging was nodig om gelijke tred te houden met de algemene inflatie van alle productie- en afzetkosten van de Groep. Het verbruik blijft dynamisch, met een aanbod dat niettemin lager blijft dan in voorgaande jaren als gevolg van de vrij moeilijke klimatologische omstandigheden in de grote productiegebieden van Midden-Amerika.
Ondanks een moeilijke start van het jaar in Indonesië, vooral in de volgroeide plantages op Sumatra, zijn de vooruitzichten voor de productie in het tweede kwartaal iets beter. De verbeterde productie van het tweede kwartaal zal de daling van het eerste trimester eind juni echter niet compenseren. In Papoea-Nieuw-Guinea
zal het uitstekende productieniveau van het eerste kwartaal niet worden voortgezet. De volumes voor het tweede trimester zullen in de eigen plantages een lichte daling ten opzichte van vorig jaar vertonen. De productie van de omliggende boeren is moeilijker te voorspellen.
Voor de SIPEF-groep als geheel zouden de productievolumes van palmolie in het eerste semester licht moeten dalen. Hoewel het niet evident is om de producties meer dan 3 maanden op voorhand te voorspellen, gaat de Groep er toch van uit dat de verwachte jaarlijkse productiestijging van 5% in 2023 zal worden bereikt, behoudens uitzonderlijke weersomstandigheden.
De verwachte bananenproductie voor het eerste halfjaar belooft veel hoger te zijn dan die van vorig jaar. Dit is vooral te danken aan de extra productie van de nieuw aangeplante gebieden, waar het tweede gebied, Akoudié, nu in productie gaat. De productie van de historische locaties van de Groep zal naar verwachting gelijk zijn aan die van vorig jaar.
Aan de aanbodzijde, werden de krappe voorraadsituatie en de tragere productiegroei bevestigd tijdens de 'Price Outlook'-conferentie in Kuala Lumpur begin maart. In het tweede kwartaal is er weinig prijsdruk te verwachten, aangezien de productie in een lage cyclus blijft. Momenteel groeit de bezorgdheid over de ontwikkeling van El Niño in de tweede helft van het jaar, wat gepaard gaat met warm en droog weer in Zuidoost-Azië. De tijdelijke neerwaartse druk op de wereldmarkt van plantaardige oliën ten gevolge van oude voorraden koolzaad- en zonnebloemolie zal de markt meenemen naar het nieuwe oogstseizoen. Goede zomeroogsten van oliezaden zullen echter essentieel zijn om de wereldvoorraden plantaardige olie in evenwicht te brengen.
De sterke vraag vanuit de voedings- en biobrandstofindustrie heeft nog niet aangeslagen en het turbulente macroklimaat heeft zeker niet geholpen om dat sentiment te veranderen. Maar als er in de nabije toekomst een verbetering in het koopgedrag optreedt, zal de strakke verhouding tussen vraag en aanbod evident zijn. Daarom verwacht SIPEF als groep een gezonde prijsomgeving voor palmolie gedurende de rest van 2023 en daarna.
Na een bijzonder moeilijke start van het jaar voor de wereldaanvoer van bananen is de aanvoer uit de meeste productielanden weer op gang gekomen en de ingevoerde volumes zijn goed op weg om de gemiddelden van het vorige jaar te benaderen. Desondanks zal de bananenmarkt, zoals gewoonlijk, een goede trend blijven volgen, die tot het begin van de zomer zou moeten aanhouden.
In een nog steeds sterke palmoliemarkt met, historisch gezien, aanhoudend hoge prijsniveaus, kon SIPEF 39% van haar palmolievolumes verkopen aan een gemiddelde prijs af fabriek van USD 966 per ton, inclusief premies voor duurzaamheid en oorsprong. In dezelfde periode vorig jaar had SIPEF 44% van de volumes verhandeld aan een gemiddelde prijs af fabriek van USD 1 113 per ton.
Deze verkopen komen overeen met 67% van de verwachte volumes van Papoea-Nieuw-Guinea, tegen een gemiddelde prijs af fabriek van USD 1 094 per ton, terwijl 24% van de volumes van de Indonesische activiteiten werden verkocht tegen een gemiddelde prijs af fabriek van USD 776 per ton. In Indonesië worden de lokale verkoopprijzen nog steeds beïnvloed door een gecombineerde uitvoerbelasting en uitvoerheffing, die momenteel rond de USD 224 per ton schommelen en om de twee weken door de Indonesische regering worden vastgesteld. Gezien de onzekerheid over de vaststelling van de referentieprijs voor palmolie, die de
basis vormt voor de opgelegde belasting en heffing, worden de beschikbare palmolievolumes in Indonesië op maandelijkse basis in de markt gezet.
In tegenstelling tot vorig jaar wordt de eenheidsproductiekost van palmolie niet langer beïnvloed door stijgende inputs. Meststof- en dieselprijzen en hoge transportkosten hebben alle de tendens om verder te dalen in de loop van 2023. De lonen van de werknemers van de Groep, die werden aangepast aan de inflatie, zijn momenteel de enige stijgende kostenfactor, aangezien de lokale munten ook redelijk stabiel blijven tegenover de USD.
Dankzij het vooruitzicht van stijgende jaarlijkse productievolumes, gecombineerd met aanhoudend sterke palmoliemarkten, kan SIPEF bevestigen uit te kijken naar bevredigende recurrente resultaten. Toch wordt verwacht dat de winsten niet het recordniveau van 2022 zullen halen. Naast de eerder vermelde mogelijke prijseffecten van de palmoliemarkten, zal het uiteindelijke recurrente resultaat grotendeels afhangen van het bereiken van de verwachte productiegroei, het behoud van het huidige exportbelasting- en heffingenbeleid in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen.
In het eerste kwartaal van 2023 richtte de Groep zich vooral op de investeringsprogramma's in Zuid-Sumatra. Deze betreffen de verdere uitbreiding van de beplante oppervlakten en de infrastructuur in Musi Rawas en de herbeplanting en infrastructuurverbeteringen in Dendymarker. De bouw van de eerste palmolieextractiefabriek in Musi Rawas, de 10de fabriek van de SIPEF-groep, wordt voortgezet en zal voltooid zijn tegen juni 2024. Deze extractiefabriek zal aanvankelijk 45 ton vruchten per uur kunnen verwerken. Vanaf 2025 zal deze verwerkingscapaciteit nog verhoogd worden, zodat al de in Zuid-Sumatra geproduceerde vruchten in de eigen palmolie-extractiefabrieken van SIPEF verwerkt kan blijven worden.
De herbeplanting van Dendymarker en de compensatie en aanplant van nieuwe hectaren in Musi Rawas werden in het eerste kwartaal van 2023 gestaag voortgezet. In de Musi Rawas-plantages werd begin april het cijfer van 17 000 beplante hectare bereikt. Dit komt overeen met 81,8% van de reeds gecompenseerde oppervlakte van 20 610 hectare, waarvan 2 301 hectare voorlopig werd verworven voor 'plasma' en 18 309 hectare voor eigen ontwikkeling.
In iets meer dan vier jaar tijd werd in totaal 9 646 hectare herbeplant en/of herontwikkeld in Dendymarker, waarvan 5 207 hectare reeds jongvolgroeid zijn en beginnen bij te dragen tot de groeiende FFB-productie van de SIPEF-groep.
Met de succesvolle ontwikkeling van Musi Rawas en de herbeplanting van Dendymarker beschikt de SIPEFgroep momenteel over 26 626 jonge, beplante hectaren in Zuid-Sumatra. Deze nieuwe bedrijfsontwikkeling zou het volume van bijkomende palmolie afkomstig van Zuid-Sumatra geleidelijk moeten opvoeren tot bijna 200 000 ton over ongeveer 6 à 7 jaar.
De ontwikkeling van nieuwe bananenplantages op Plantations J. Eglin werd eveneens voortgezet met 86 hectare extra aanplant in het eerste kwartaal van het jaar, wat de totale beplante oppervlakte op 1 140 hectare brengt. Om zich volledig op de uitbreiding van de bananenactiviteiten te concentreren, werd besloten de kleine tuinbouwactiviteiten in de komende 18 maanden af te bouwen. De betrokken oppervlakten zullen beschikbaar worden gesteld voor aanvullende, meer rendabele ontwikkeling van bananen.
Ondanks het goedgekeurde uitgebreide investeringsplan zorgden de momenteel gegenereerde operationele kasstromen ervoor dat de NFP van de Groep per eind maart positief bleef. Met de te betalen belastingen, dividenduitkeringen en de uitvoering van het investeringsplan in het verschiet, zal de NFP waarschijnlijk in de
loop van het jaar negatief worden. De gegenereerde kasstromen zullen er echter voor zorgen dat de positie aan het eind van het jaar bijna nul zou moeten bedragen.
In april 2023 zal SIPEF haar geïntegreerd jaarverslag over het boekjaar 2022 publiceren. Het verslag werd opgesteld met inachtneming van de normen van het "Global Reporting Initiative" (GRI) en het internationale kader voor geïntegreerde rapportering (IR-kader). Het gebruikt een geïntegreerde lens om na te denken over de strategische doelstellingen, de duurzaamheidsaanpak, het bestuur en het bedrijfsmodel van de Groep. Het is de eerste keer dat SIPEF zijn financiële en niet-financiële informatie rapporteert op basis van het geïntegreerde rapporteringskader, een belangrijke stap in de voorbereiding van de Groep op de komende "Corporate Sustainability Reporting Directive" (CSRD).
De vermindering van de uitstoot van broeikasgassen is een belangrijke prioriteit in de inspanningen van SIPEF om de risico's en gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken. De Groep blijft vooruitgang boeken in de ontwikkeling van zijn plan om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De Groep heeft onlangs haar doelstelling inzake de vermindering van de intensiteit van de broeikasgasemissies (Scope 1 en 2) per ton CPO ten opzichte van zijn basisniveau van 2021 op een zeer significante 28% vastgelegd.
In maart 2023 kregen de bananenproductiesites van SIPEF, inclusief de nieuwe sites in Akoudié en Lumen, hun "Transition Certificate" voor naleving van de laatste "Rainforest Alliance Sustainable Agricultural Standard", die voor het eerst werd uitgebracht in 2020. De bananenproductie van SIPEF is sinds 2016 volledig gecertificeerd door de "Rainforest Alliance". De afgifte van het "Transition Certificate" bevestigt opnieuw de status van SIPEF's bananenactiviteiten als 100% "Rainforest Alliance" gecertificeerd.
Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Schoten, 20 april 2023
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:
* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)
* J. Nelis, chief financial officer
Tel.: +32 3 641 97 00
[email protected] www.sipef.com (rubriek "investors")
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.