Annual Report • Apr 27, 2023
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

| hoofdstuk I | Over dit verslag 2 | |
|---|---|---|
| Markante feiten van 2022 4 | ||
| Boodschap van de voorzitter 7 | ||
| Boodschap van de gedelegeerd bestuurder 9 | ||
| SIPEF in één oogopslag 12 | ||
| Missie 14 | ||
| Bedrijfsstrategie 15 | ||
| Een geïntegreerde duurzaamheidsbenadering 16 | ||
| Duurzaamheidsdoelstellingen en -verwezenlijkingen 20 | ||
| Bedrijfsmodel 26 | ||
| Operationele activiteiten 35 | ||
| Gebeurtenissen na balansdatum 52 | ||
| Corporate governance verklaring 53 | ||
| SIPEF op de beurs 100 | ||
| hoofdstuk ii | Evenwichtige groeiaanpak 102 | |
| hoofdstuk iii | Respect voor de werknemers 114 | |
| hoofdstuk iv | Milieuvriendelijke productie 125 | |
| hoofdstuk v | Verantwoord beheer van de toeleveringsketen 146 | |
| hoofdstuk vi | Maatschappelijk verantwoorde activiteiten 154 | |
| hoofdstuk vii | Financiële staten 158 | |
| annexen | Annex 1 – Materialiteitsbeoordeling 2022 224 | |
| Annex 2 – Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen | ||
| van de Verenigde Naties 228 | ||
| Annex 3 – Boekhoudkundig beleid 236 | ||
| Annex 4 – Tabel stakeholderbetrokkenheid238 | ||
| Annex 5 – Basisgegevens 242 | ||
| Andere informatie over de Vennootschap 262 | ||
| Woordenlijst 265 | ||
| Verantwoordelijke personen 269 | ||
| Voor meer inlichtingen 270 |
Het jaarverslag van 2022 is het eerste geïntegreerde jaarverslag van SIPEF waarin de financiële, ecologische, sociale en governanceprestaties van de Groep worden belicht.
Vanaf 2014 bracht SIPEF om de twee jaar een duurzaamheidsverslag uit. Sinds 2019 werden deze verslagen ieder jaar uitgebracht. In 2019 maakte het duurzaamheidsverslag deel uit van het jaarverslag van SIPEF, dat uit drie delen bestond: een Bedrijfsverslag (deel 1), een Jaarrekening (deel 2) en een Duurzaamheidsverslag (deel 3). Dat was een essentiële stap om tot een geïntegreerd jaarverslag te komen.
Dit verslag bevat informatie en gegevens over de financiële en niet-financiële prestaties van de Groep voor het boekjaar van 1 januari tot 31 december 2022 en over de gebeurtenissen na de afsluiting van de rekeningen tot en met 18 april 2023. Het verslag heeft betrekking op alle belangrijke operationele en beheeractiviteiten van de Groep: oliepalmen in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en bananen in Ivoorkust.
De SIPEF-jaarverslagen zijn beschikbaar op de website:
• www.sipef.com/hq/investors/annual-reports/
De SIPEF-duurzaamheidsverslagen zijn beschikbaar op de website:
• www.sipef.com/hq/sustainability/sustainability-reports/
Dit geïntegreerde verslag 2022 werd opgesteld met inachtneming van het internationale kader voor geïntegreerde verslaglegging (IR-kader).
• www.integratedreporting.org/wp-content/uploads/2022/08/ IntegratedReportingFramework\_081922.pdf
Het geïntegreerde verslag 2022 wil inzicht geven in de middelen die SIPEF aanwendt voor haar waardecreatie op korte, middellange en lange termijn. Deze middelen kaderen in de missie en de strategische doelstellingen van SIPEF (zie Missie en Bedrijfsstrategie).
In het kader van
Het geïntegreerde verslag 2022 is opgesteld met inachtneming van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV) 2019 en de Belgische Corporate Governance Code 2020. Het verslag werd eveneens opgesteld met inachtneming van 's werelds meest gebruikte normen voor duurzaamheidsverslaglegging, de normen van het Global Reporting Initiative (GRI).
SIPEF heeft nog geen beroep op derden gedaan om de niet-financiële inhoud van dit verslag te verifiëren. De niet-financiële informatie over de ecologische en maatschappelijke prestaties van de Groep wordt echter grotendeels getoetst aan de hand van certificeringen zoals de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO) en de "Rainforest Alliance". De Groep werkt aan de verificatie van zijn niet-financiële gegevens.

De totale palmolieproductie van de HOPL-plantages in Papoea-Nieuw-Guinea, steeg met 8,8%
• In maart 2022 verwierf de SIPEF-groep de volledige zeggenschap over PT Agro Muko door de resterende 5% aandelen te kopen, voor een bedrag van KUSD 5 500.

Biodiversiteitsprogramma in Indonesië: meer dan 12 600 hectare beschermd bosgebied onder het SBI-programma in Indonesië.
Het nettoresultaat, deel van de Groep, na belastingen, bedroeg KUSD 108 157, tegen KUSD 93 749 vorig jaar.

EUR 3,00 per aandeel
Ondanks aanhoudende tegenwind heeft SIPEF in 2022 haar strategie verder verfijnd en uitgevoerd, met de focus op de nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Sumatra, rendementsverbetering en productieoptimalisatie. Ze kon uitstekende resultaten neerzetten voor 2022 en tegelijkertijd blijven investeren in de toekomst.
De oorlog in Oekraïne zorgde wereldwijd voor een uitdagend ondernemingsklimaat, waarbij de aanzienlijk hogere energie- en levensmiddelenprijzen de inflatie van de consumentenprijzen aanwakkerden. Met een discount ten opzichte van de hoge marktprijzen voor vloeibare olie bleek palmolie het middel bij uitstek te zijn om het tekort aan grondstoffen op te vangen, toen de vraag naar plantaardige oliën de productie in 2022 opnieuw overtrof.
In Indonesië ontstond extra druk door een binnenlandse maatregel die een prioritaire levering van een bepaald volume aan de lokale markt oplegde, waardoor logistieke en opslagproblemen ontstonden. SIPEF toonde veerkracht en slaagde erin om, in samenwerking met haar klanten, de uitdagingen te overwinnen en haar duurzame, traceerbare productie tijdig terug op de markt te brengen.
SIPEF is zich aan het voorbereiden om aan de nieuwe eisen van de Europese Commissie te voldoen. Ze bevindt zich echter in een goede positie omdat haar palmolie, zowel van de eigen plantages als van de lokale boeren, volledig traceerbaar en duurzaam geproduceerd is.
Dan is er nog de druk op de opkomende economieën als gevolg van de door de Europese Commissie nieuwe ingevoerde maatregelen betreffende het importeren van tropische producten die verband houden met ontbossing. SIPEF is zich aan het voorbereiden om aan deze nieuwe eisen te voldoen. Ze bevindt zich echter in een goede positie omdat haar palmolie, zowel van de eigen plantages als van de lokale boeren, volledig traceerbaar en duurzaam geproduceerd is.
Door efficiënt in te spelen op de uitdagende marktomstandigheden en de succesvolle uitvoering van haar strategie, sloot SIPEF het boekjaar 2022 af met een uitstekend resultaat. Het dividend, dat zal worden voorgesteld op de aandeelhoudersvergadering van juni 2023, zal alle vorige niveaus overtreffen. Gesterkt door haar positieve netto financiële positie is de Vennootschap klaar om alle toekomstige opportuniteiten aan te grijpen.

Dankzij een doeltreffende en permanente planning van de bedrijfsopvolging, kan de Groep vandaag rekenen op verjongde managementteams in alle operationele activiteiten. Ook in de raad van bestuur is de aanwezigheid van de volgende generatie verzekerd, met de benoeming van Alexandre Delen vorig jaar en de komst van een nieuwe onafhankelijke bestuurder met ervaring in innovatie en op de Aziatische markten, dit jaar.
Ten slotte heb ik het genoegen het eerste geïntegreerde jaarverslag van de Vennootschap voor te stellen, dat inzicht geeft in de middelen die SIPEF aanwendt om haar waardecreatie op korte, middellange en lange termijn te verzekeren. Bovendien is de Vennootschap met haar geïntegreerd jaarverslag 2022 goed voorbereid op
de toekomstige Europese rapporteringsvereisten ("Corporate Sustainability Reporting Directive "- CSRD).
Ik ben ervan overtuigd dat SIPEF klaar is om de uitdagingen van de toekomst met vertrouwen aan te gaan. De Groep zal haar strategie blijven realiseren op een verantwoorde en duurzame manier, waarbij economisch succes en maatschappelijke waardecreatie hand in hand gaan: "Doing well, by doing good".
baron luc bertrand voorzitter van de raad van bestuur
Met trots kan ik aankondigen dat 2022 een recordjaar was voor de SIPEF-groep, zowel qua resultaten als kasstromen. De Vennootschap heeft haar netto financiële schuld eerder dan verwacht weggewerkt, wat haar intentie bevestigt om de ontwikkeling van de activiteiten voort te zetten met een beperkte schuldenlast.
De palmolieproductie steeg met 5,1% tegenover vorig jaar en overschreed voor het eerst in de geschiedenis van SIPEF het niveau van 400 000 ton ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" - CPO). De palmolie bereikte uitzonderlijk hoge prijzen, hoewel ze nog steeds werd verhandeld met een discount ten opzichte van andere plantaardige oliën. De bijdrage van de activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea tot de resultaten en kasstromen van de Groep in 2022 was ongeëvenaard. Dit was het resultaat, voor het tweede jaar op rij, van een sterk gestegen productie, zowel van de eigen plantages als van de lokale boeren.
De bananenactiviteiten bleven uitbreiden met een extra beplante oppervlakte van 175 hectare. Door ongunstige weersomstandigheden stegen de productievolumes in 2022 helaas niet onmiddellijk. De Groep verwacht echter dat de bananenproductie in 2023 zal toenemen, wat zal leiden tot hogere operationele winsten.
In de toekomst zal SIPEF blijven investeren in de palmoliesector, omdat het sterk gelooft in de toekomst van palmolie als belangrijkste plantaardige olie in de voedings- en energiesector in een wereld met een steeds groeiende bevolking.
In de toekomst zal SIPEF blijven investeren in de palmoliesector, omdat het sterk gelooft in de toekomst van palmolie als belangrijkste plantaardige olie in de voedings- en energiesector in een wereld met een steeds groeiende bevolking.
Deze overtuiging was ook een belangrijke drijfveer achter de beslissing in juni 2020 om twee van de drie rubberplantages om te zetten in oliepalmplantages. In 2022 vorderde de omschakeling goed met de voorbereiding voor de eerste aanplantingen van oliepalmen in 2023.
De algemene doelstelling van SIPEF's bedrijfsstrategie is om, in samenwerking met de lokale boeren, op een duurzame en economisch verantwoorde manier toegevoegde waarde te creëren voor haar partners in de toevoerketen, door hoogwaardige, traceerbare en innovatieve producten op de markt te brengen. Dit blijft een prioriteit voor haar klantgerichte dienstverlening in de toekomst.
Waardecreatie kan gerealiseerd worden door het verbeteren van de kwaliteit van de palmolie door op duurzame wijze te produceren en mogelijke verontreinigingen te verminderen. Op die manier zal de palmolie van SIPEF bruikbaar zijn voor voedingsproducten met 'high-end' kwaliteit.

Met een sterke balans, ondersteund door een gecontroleerde uitbreiding van de beplante hectaren en de bouw van nieuwe palmolieextractiefabrieken en verpakkingsstations, blijft SIPEF zich inzetten om een bevoorrechte partner in de toeleveringsketen te zijn.

-- françois van hoydonck
De Groep zal ook blijven focussen op efficiëntie, met innovatieve technieken en mechanisatie van de arbeidsintensieve palmolie- en bananenactiviteiten. Een interessant project waarbij SIPEF betrokken is, is de ontwikkeling van het F1-hybride palmzaad, met als doel de Groep in de komende jaren hogere opbrengsten te garanderen.
Als verantwoordelijke producent van duurzame palmolie kan de Groep een belangrijke rol spelen in de beperking van en aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering door zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de veerkracht van zijn landbouwsystemen te vergroten. Daarom begon het bedrijf in 2021 met het in kaart brengen van zijn koolstofvoetafdruk (Scope 1 en Scope 2), met behulp van de ISO 14064-1:2018-normen. Sinds 2021 zijn de eerste broeikasgasberekeningen afgerond en geverifieerd door een externe deskundige. In 2022 werd een tweede versie van de calculator uitgebracht, inclusief de herziening van de berekeningsprocedure en emissiefactoren, en werd een plan opgesteld om deze voetafdruk in de loop van de tijd te verminderen.
Tenslotte, heeft SIPEF als verantwoordelijke werkgever in 2022 de integratie van de mensenrechten in haar activiteiten voortgezet. Meer bepaald heeft de Groep vooruitgang geboekt bij de identificatie van zijn belangrijkste risico's inzake mensenrechten. Verder heeft hij zijn inspanningen opgevoerd om due diligence-mechanismen inzake mensenrechten op te zetten. In samenwerking met onafhankelijke beoordelaars heeft de onderneming ontvangen klachten onderzocht. Daarnaast werkte zij samen met de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO) aan het geschillenbeslechtingsmechanisme volgens het bemiddelingsproces, waarbij alle belanghebbenden betrokken en geëngageerd worden om oplossingen te vinden.
Certificering is voor SIPEF een essentiële hefboom om aan te tonen dat haar activiteiten op duurzame wijze worden beheerd door middel van een reeks verifieerbare vereisten. In het kader van haar duurzame groeistrategie streeft de Vennootschap naar samenwerking met meer lokale boeren die willen deelnemen aan een RSPO-certificeringsproces en geïntegreerd worden in de gecertificeerde toeleveranciersgroep van SIPEF. In Papoea-Nieuw-Guinea zijn de lokale boeren in Bialla die verse vruchtentrossen leveren aan Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) allemaal gecertificeerd sinds 2009. Wij waarderen de inspanningen van deze lokale boeren, aangezien de RSPO-certificering geen gemakkelijk proces is.
Ter ondersteuning van de waardecreatiestrategie van de Groep, is SIPEF voortdurend op zoek naar een beter beheer van milieu, maatschappelijke en governance gerelateerde aspecten en wil ze waar mogelijk verder gaan dan de certificeringsvereisten.
Met een sterke balans, ondersteund door een gecontroleerde uitbreiding van de beplante hectaren en de bouw van nieuwe palmolie-extractiefabrieken en verpakkingsstations, blijft SIPEF zich inzetten om een bevoorrechte partner in de toeleveringsketen te zijn, die als betrouwbare en gerenommeerde producent gecertificeerde duurzame landbouwproducten van hoge kwaliteit levert.
Ik wil graag afsluiten met een speciaal dankwoord voor iedereen die wereldwijd voor de SIPEF-groep werkt. Ik wil hen bedanken voor hun toewijding en bijdrage aan opnieuw een succesvol jaar. Hoewel we verschillende obstakels en uitdagingen moesten overwinnen, toonden de teams hun enorme veerkracht.
françois van hoydonck gedelegeerd bestuurder
SIPEF is een Belgisch bedrijf actief in de agribusiness, genoteerd aan Euronext Brussels. Ze oefent hoofdzakelijk agro-industriële activiteiten uit en vervaardigt duurzame oliepalmproducten, zoals verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" – FFB), ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" – CPO), palmpitten ("Palm Kernels" – PK) en ruwe palmpitolie ("Crude Palm Kernel Oil" – CPKO) en duurzame bananen. Onlangs is de Groep begonnen met de geleidelijke stopzetting van de activiteiten in natuurrubber en thee.

Papoea-Nieuw-Guinea
2
Rubberfabrieken
Verenigd Koninkrijk West-Afrika
Indonesië

6 Palmolieextractiefabrieken

Rubberplantages

Bananenestates
7 Verpakkingsstations voor bananen

Papoea-Nieuw-Guinea

Oliepalmplantages
3 Palmolieextractiefabrieken

Palmpitpletterijen (geïntegreerd in extractiefabriek)

| BEPLANTE OPPERVLAKTE (IN HECTAREN) | ||||
|---|---|---|---|---|
| INDONESIË | PAPOEA NIEUW GUINEA |
IVOOR KUST |
TOTAAL | |
| Oliepalmen | 64 766 | 13 588 | 0 | 78 354 |
| Rubber | 1 954 | 0 | 0 | 1 954 |
| Bananen | 0 | 0 | 1 066 | 1 066 |
| Horticultuur | 0 | 0 | 31 | 31 |
| TOTAAL | 66 720 | 13 588 | 1 097 | 81 404 |
| WERKNEMERS PER LAND | |
|---|---|
| België | 23 |
|---|---|
| Indonesië | 15 403 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 4 706 |
| Ivoorkust | 2 015 |
| Singapore | 10 |
| TOTAAL | 22 157 |

Ivoorkust
7
2
Europa
Indonesië West-Afrika
Indonesië
Wereldwijde activiteiten:
Ivoorkust
Verenigd Koninkrijk
Papoea-Nieuw-Guinea
Afzetmarkten:
Rubberfabrieken
Verpakkingsstations voor bananen
5
2
Rubberplantages
Indonesië
30
Oliepalmplantages
6
Oliepalmplantages
Papoea-Nieuw-Guinea
6
3
Palmolieextractiefabrieken
Palmolie-
extractiefabrieken
2
Palmpitpletterijen (geïntegreerd in extractiefabriek)
Bananenestates

De missie van SIPEF is de voorkeurleverancier zijn voor traceerbare, duurzame en hoogwaardige premium landbouwproducten.
Door kwaliteitsproducten te leveren aan klanten, eindgebruikers, werknemers, gemeenschappen en toekomstige generaties blijft SIPEF waarde creëren voor de Vennootschap en al haar stakeholders.

De algemene doelstelling van de bedrijfsstrategie van SIPEF is de voortzetting van waardecreatie voor de stakeholders op een verantwoordelijke wijze. Dit kan worden bereikt door de productiviteit te verbeteren en de operationele kosten op een efficiënte manier te controleren.
Wat palmolie betreft, heeft de Groep de ambitie om het volume van zijn jaarlijkse productie te verhogen naar 500 000 ton tegen 2026, met een focus op rendementsverbeteringen op bestaande arealen. Dat komt neer op een samengesteld jaarlijks groeipercentage ("Compound Annual Growth Rate" - CAGR) van 5%. Wat het bananensegment betreft, concentreert het management zich op rendementsverhogingen en kostenverlagingen, waarbij de nadruk ligt op de arbeidskosten, aangezien dit segment arbeidsintensiever is.
Deze optimalisatie van de waardecreatie kan leiden tot winstgroei. Dankzij het dividendbeleid van de Vennootschap, dat is bepaald op 30% van de recurrente winst, kunnen de aandeelhouders groeiende dividendinkomsten genieten.
Om dat algemene doel te bereiken heeft SIPEF haar strategie op vijf niveaus toegepast:

De rapportage over de 'geïntegreerde duurzaamheidsbenadering' van de strategie van SIPEF is gebaseerd op het
SIPEF moet in deze waarden investeren om haar strategische doelstellingen op lange termijn te realiseren. De onderstaande tabel illustreert het verband tussen deze waarden en de activiteiten en strategie van SIPEF.
| DE WAARDECATEGORIEËN VOLGENS HET |
||
|---|---|---|
| WAARDEN | SIPEF | HOOFDSTUK |
| Natuurlijke | Milieuverantwoorde productie | 4 |
| Menselijke | Respect voor werknemers | 3 |
| Maatschappelijke en relationele |
Verantwoord beheer van de toeleveringsketen | 5 |
| Maatschappelijk verantwoorde activiteiten | 6 | |
| Intellectuele | SIPEF-groep - Corporate governance verklaring | 1 |
| Evenwichtige groeiaanpak | 2 | |
| Geproduceerde | Evenwichtige groeiaanpak | 2 |
| Milieuverantwoorde productie | 4 | |
| Financiële | Financiële staten van de SIPEF-groep | 7 |
• www.integratedreporting.org/resource/international-ir-framework/

CONTINUÏTEIT VAN WAARDECREATIE DOOR DE WAARDEN VAN DE GROEP TE LATEN GROEIEN EN DE GECREËERDE WAARDE TE DELEN MET ZIJN STAKEHOLDERS

Om de SIPEF-strategie en de geïntegreerde duurzaamheidsbenadering effectief uit te voeren, is het belangrijk om gezamenlijk de prioriteiten van de Groep te bepalen. Het proces voor het vastleggen van de prioriteiten loopt nog op het niveau van de herziening van de materiële onderwerpen die bijdragen tot het bepalen van de KPI's.
In 2022 werden de belangrijke topics van SIPEF herzien, geconsolideerd en bijgewerkt om ze in overeenstemming te brengen met de laatste benchmarking-evaluatie onder gelijkaardige bedrijven en met de normen van de sector. Daarnaast werd meer aandacht besteed aan de betrokkenheid van interne belanghebbenden om standpunten van de lokale teams te verkrijgen.
Het materialiteitsbeoordelingsproces maakt deel uit van een bredere herziening van enkele belangrijke onderdelen van de duurzaamheidsstrategie van SIPEF. Bovendien biedt het een kader voor de verbetering van de interne en externe duurzaamheidsrapportering en van de monitoring van de prestaties van de Vennootschap.
De beoordeling werd uitgevoerd in drie belangrijke stappen, die hieronder worden samengevat:

Eén van de belangrijkste doelstellingen van de materialiteitsbeoordeling was het consolideren van de belangrijkste materiële onderwerpen die in 2021 waren vastgesteld. Dankzij dit proces kon SIPEF zijn onderwerpen vaststellen en beperken tot 13 prioritaire gebieden in 2022. Deze 13 onderwerpen kunnen ook worden gekoppeld aan de zes waardecategoriën van het
Een volledige beschrijving van het materialiteitsbeoordelingsproces 2022 van SIPEF is te vinden in Annex 1.
Met de herziene materiële onderwerpen in 2022 is ook de bijdrage van SIPEF aan de SDG's geactualiseerd, en beschikbaar in Annex 2.

| MATERIËLE ONDERWERPEN EN WAARDEN 2022 | ||
|---|---|---|
| WAARDEN | MATERIËLE ONDERWERPEN | |
| Natuurlijke | • Klimaatverandering • Duurzaam landgebruik en -behoud |
|
| Menselijke | • Mensenrechten en arbeidsnormen • Gezondheid en veiligheid |
|
| Maatschappelijke en relationele |
• Beheer van de toeleveringsketen • Rechten van de gemeenschap en gemeenschapsontwikkeling |
|
| Intellectuele | • Corporate governance • Bestrijding van omkoping en corruptie • Productiviteit en kwaliteit • Duurzaamheidsnormen en -certificering • O&O en innovatie • Voedselveiligheid |
|
| Geproduceerde | • Operationele efficiëntie | |
| Financiële | • Financieel hoofdstuk |
SIPEF heeft haar duurzaamheidsdoelstellingen herzien om ze in overeenstemming te brengen met de in 2022 herziene materiële onderwerpen. Er zijn enkele nieuwe doelstellingen vastgelegd, terwijl andere zijn aangepast met het oog op de relevantie en duidelijkheid.
| Nieuwe doelstelling |
|---|
| vastgelegd |
| Op schema |
| Voltooid |
| Niet voltooid |
| Uitgesteld |
| 1 H |
MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Corporate governance |
Bedrijfsethiek en transpa rantie van het klachtenme chanisme. |
Aanpassing klachtendashboard zoals vereist. |
Lopende | Nieuwe doelstelling vastgelegd |
| 2 | Productiviteit en kwaliteit |
Verhoging van productiviteit, kwaliteit en circulariteit. |
Voortzetting van beste beheerprak tijken voor bestaande activiteiten. |
Lopende | Nieuwe doelstelling vastgelegd |
| Ondersteuning voor onderzoek in verband met maximaal rendement, nieuwe regeneratieve en natuur vriendelijke landbouwtechnieken en -methoden. |
Lopende | Nieuwe doelstelling vastgelegd |
|||
| 2 | Duurzaam heidsnormen en certificering |
RSPO certificering behalen voor SIPEF's eigen plantages. |
100% RSPO-certificering voor SIPEF's eigen plantages. |
2026 | Op schema 72% RSPO-certificering behaalt voor eigen plantages. |
| H | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 2 | Voedsel Innovatie veiligheid inzake verontrein igingsbeper king van palm producten. |
3-monochloorpropaan-1,2-diol (3-MCPD) en vetzuuresters van glycidyl (GE): Pilootproject voor CPO-wasinstallatie voor de Mukomuko palmolie-extractiefa briek voltooien. |
Derde kwartaal 2023 |
Nieuwe doelstelling vastgelegd |
|
| Controleprogramma inzake verontreiniging met 'minerale olie aromatische koolwater stoffen' ("Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons" - MOAH) opzetten. |
Naleving van de EU-regel geving |
Nieuwe doelstelling vastgelegd |
|||
| Controleprogramma inzake verontreiniging met 'minerale olie verzadigde koolwaterstof fen' ("Mineral Oil Saturated Hydrocarbons" - MOSH) opzetten. |
Naleving van de EU-regel geving |
Nieuwe doelstelling vastgelegd |
|||
| 2 | O&O en innovatie |
Gebruik van lege vruchten trossen ("Empty Fruit Bunches" – EFB) voor omzetting in biopellets. |
100% omzetting van EFB in biopellets voor de activiteiten van Umbul Mas Wisesa. |
Nog te bepalen |
Uitgesteld Het doeljaar werd verschoven naar 2024 omwille van de vereiste "fine-tuning" van het systeem. |
| 3 | Gezondheid en veiligheid |
Geen werk gerelateerde dodelijke ongevallen. |
Nul werkgerelateerde dodelijke ongevallen. |
Lopende | Niet voltooid Twee werkgerelateerde dodelijke ongevallen in 2022. |
| 3 | Gezondheid en veiligheid |
Verlaging van de frequen tiegraad van ongevallen met werk verlet ("Lost Time Injury Frequency Rate" – LTIFR). |
Procentuele vermindering van LTIFR tegen 2025 ten opzichte van de referentiesituatie in 2021, per land: · Papoea-Nieuw-Guinea: 10% (doel: 20.40) · Indonesië: 15% (doel: 2.07) · Ivoorkust: 33% (doel: 10.97) |
2025 | Nieuwe doelstelling vastgelegd |
| 3 | Mensen rechten en arbeidsnormen |
Jaarlijks toezicht op de naleving van mensenrech ten. |
Eén jaarlijkse externe beoordeling per bedrijfseenheid. |
Lopende | Op schema Eén externe beoorde ling uitgevoerd in PT AKL, Indonesië. Noot: De doelstelling werd in 2022 bijgewerkt van één beoordeling per jaar naar één beoordeling per bedrijfseenheid. |
| H | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 4 | Klimaat De koolstof verandering voetafdruk van de SIPEF-groep verminderen. |
Doelstellingen voor de verminde ring van broeikasgasemissies te bepalen in 2022. |
2022 | Voltooid Doelstelling om de broeikasgasemissie-in tensiteit te verminderen werd in 2022 vastgelegd. |
|
| Vermindering van de broeikasgase missie-intensiteit (Scope 1 en 2) per ton CPO met 28% ten opzichte van de referentiesituatie in 2021. |
2030 | Nieuwe doelstelling vastgelegd |
|||
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Jaarlijkse monitoring van de implementatie van het Ver antwoordelijk Plantagebeleid |
Jaarlijkse externe controle op 'geen ontbossing' en 'geen nieuwe aan plantingen op veengronden' ("No Deforestation and no new plantings on Peat" – NDP) in eigen concessie gebieden en bij leveranciers. |
Lopende | Op schema SIPEF bleef de Earthqualizer Foundation (EQ) inschakelen om al haar plantages en leveran ciers in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea te toetsen aan de NDP-verbintenissen. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Historische evaluatie van de NDP- naleving. |
Voltooiing van de historische evaluatie van de naleving van de NDP-verbintenis samen met even tuele herstelplannen waar nodig voor SIPEF's eigen plantages en de gebieden van haar leveranciers. Interne beoordeling en verslag gepubliceerd tegen 2023. |
2023 | Op schema Op schema om de historische evaluatie tegen 2023 te voltooien. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Geen ontbossing vastgesteld binnen HCV- / HCS-gebieden in eigen con cessies onder beheer van de Vennootschap. |
Nul hectare jaarlijks bosverlies vastgesteld in eigen concessie gebieden onder beheer van de Vennootschap. 2 |
Lopende | Niet voltooid Totaal verlies van 42,6 hectare aan boombe dekking in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, voornamelijk als gevolg van ongeoorloofde kap en kap door lokale gemeenschappen. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Geen ontbossing vastgesteld binnen HCV- / HCS-gebieden in leveran ciersgebieden. |
Nul hectare jaarlijks bosverlies vastgesteld in leveranciersgebieden. |
Lopende | Voltooid Geen verlies van boombedekking in Indonesië en Papoea Nieuw-Guinea in leveranciersgebieden. |
2 Concessiegebieden onder beheer van SIPEF zijn de totale gebieden die reeds door SIPEF verworven werden.
| H | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Verbetering van het beheer van "High Conservation Value" (HCV)- en "High Carbon Stock" (HCS)- gebieden binnen de concessies. |
Alle eerdere afzonderlijke evaluaties bijgewerkt hebben naar geïntegreerde HCV-HCS evaluaties, samen met de betrokken beheerplannen. |
2025 | Op schema 26 van de 36 evaluaties werden afgerond. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Verbetering van het beheer van "High Conservation Value" (HCV)- en "High Carbon Stock" (HCS)- gebieden binnen de concessies. |
Boswachter-herstelteams opge richt voor alle regio's om de HCV-/ HCS-gebieden te controleren en te beheren conform de principes van burgerwetenschap. · Noord-Sumatra · Bengkulu · Zuid-Sumatra · Papoea-Nieuw-Guinea · Ivoorkust |
2026 | Op schema Bengkulu heeft het bos wachtersteam opgericht en andere regio's zullen een soortgelijke aanpak volgen. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Vooruitgang boeken in het SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI)- programma voor behoud, |
Herstel van 256 hectare aangetast land binnen SBI. |
2024 | Op schema 185 hectare hersteld sinds 2022. Noot: De doelstelling werd in 2022 bijgewerkt om te verduidelijken dat de totale te herstellen oppervlakte 256 hectare is. |
| beheer en monitoring. |
Samenwerken met 369 boeren inzake regeneratieve landbouwme thodes in SBI. |
2024 | Op schema Samenwerking met 339 boeren sinds 2022. Noot: De doelstelling werd in 2022 bijgewerkt om te verduidelijken dat het totale aantal boeren om mee samen te werken 369 is. |
||
| Evaluatie en verbetering van de methodologie voor de monitoring van de biodiversiteit, specifiek voor de Sumatraanse tijger, met behulp van een wetenschappelijke steek proef en een protocol. |
2024 | Op schema SIPEF zette de samenwerking met een externe deskundige voort om haar monito ringmethode te verbe teren. Na voltooiing zal |
|||
| Voortdurende monitoring aan de hand van het herziene opzet en protocol. |
Lopende | er voortdurend toezicht worden gehouden. |
| H | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Kustlijnen beschermen en over stroming voorkomen. |
14 hectare kustgebied herstellen. | 2024 | Op schema In Indonesië werd 34 hectare kustgebied in kaart gebracht en de natuurlijke vegetatie hersteld. In Papoea Nieuw-Guinea wordt vooruitgang geboekt inzake het herstel van de kustgebieden door de introductie van mangrovebomen. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Geen gebruik van vuur om land vrij te maken of te cultiveren in eigen con cessies onder beheer van de Vennootschap. |
Nul gevallen van brand in de eigen concessiegebieden onder beheer van de Vennootschap. |
Lopende | Niet voltooid In Indonesië en Papoea Nieuw-Guinea werden vier brandhaarden met een omvang van 2,5 hectare bevestigd. De oorzaken van de branden werden in verband gebracht met het vuur maken door de lokale gemeenschappen voor tuinieren en landgebruik. |
| 4 | Duurzaam landgebruik en -behoud |
Geen gebruik van vuur om land vrij te maken of te cultiveren in de totale leveranciers gebieden. |
Nul gevallen van brand in leveranciersgebieden. |
Lopende | Niet voltooid Geen incidenten in Indonesië, maar er wer den wel 11 hotspots in Papoea-Nieuw-Guinea bevestigd die 5,3 hectare betroffen, hoofdzakelijk te wijten aan het vuur maken door de lokale gemeenschappen voor tuinieren. |
| 4 | Operationele efficiëntie |
Naleving van plaatselijke voorschriften inzake grens waarden voor afvalwater in palmolie-ex tractiefabrie ken. |
Biologisch zuurstofverbruik ("Biological Oxy-gen Demand" - BOD), chemisch zuurstofverbruik ("Chemical Oxygen Demand" – COD) en totaal zwevende vaste stoffen ("Total Suspended Solids" – TSS) onder de wettelijke grens waarden houden op het punt van vrijkomen. |
Lopende | Niet voltooid Zeven van de negen palmolie-extractie fabrieken hebben de doelstellingen in 2022 gehaald. |
| H | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
VERBINTENISSEN | DOELSTELLINGEN | DOELJAAR | STATUS IN 2022 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 4 | Operationele efficiëntie |
Het beheer van het water gebruik in de palmolie-ex tractiefabrie ken van SIPEF verbeteren. |
Intensiteit waterverbruik per ton FFB, door de palmolie-extractiefa briek ("Palm Oil Mill" – POM): Indonesië · Bukit Maradja (BMPOM) ≤1 · Mukomuko (MMPOM) ≤1 · Bunga Tanjung (BTPOM) ≤1 · Dendymarker Indah Lestari (DILPOM) ≤1 · Perlabian (PLPOM)≤1.2 · Umbul Mas Wisesa (UMWPOM)≤1.5 Papoea-Nieuw-Guinea · Hargy (HPOM) ≤1 · Navo (NPOM) ≤1 · Barema (BPOM)≤1.5 |
Lopende | Niet voltooid Acht van de negen palmolie-extractie fabrieken hebben de doelstellingen in 2022 gehaald. |
|
| 5 | Beheer toe leveringsketen |
Behalen van RSPO certificering voor alle lokale boeren |
100% RSPO-certificering voor de lokale boeren die aan SIPEF leveren in PT Dendymarker Indah Lestari. |
2025 | Op schema Volgens het tijdsgebon den RSPO-plan. |
|
| 5 | Beheer toe leveringsketen |
die aan SIPEF leveren in Musi Rawas. |
100% RSPO-certificering voor de lokale boeren die aan SIPEF leveren in PT Agro Kati Lama, PT Agro Muara Rupit en PT Agro Rawas Ulu. |
Op schema Volgens het tijdsgebon den RSPO-plan. |
||
| 5 | Beheer toe leveringsketen |
Oprichten van lokale boeren groepen voor relevante operationele eenheden in Indonesië overeen komstig de Indonesische wet. |
100% van de lokale boeren heeft een memorandum van over eenstemming ("Memorandum of Understanding" – MoU) ondertekend voor alle operationele eenheden voor de hernieuwing van de HGU's. |
Lopende | Op schema In navolging van de Indonesische verorde ning inzake de vernieu wing van HGU's. |
|
| 6 | Rechten van de gemeenschap en gemeen schapsontwik keling |
Bijdragen aan programma's voor gemeen schapsontwik keling. |
Verder meewerken aan program ma's voor gemeenschapsontwik keling zoals gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang en andere initiatieven. |
Lopende | Nieuwe doelstel ling vastgelegd |
Het diagram hieronder illustreert het bedrijfsmodel van SIPEF voor de productie van palmolie. De palmolieproductie is de belangrijkste productieactiviteit van de Vennootschap. Zij genereert meer dan 95% van de brutomarge van de Groep. In grote lijnen geldt dit model ook voor de productie van andere palmproducten van de Groep.

CERTIFICATIES
PALM-PRODUCTEN Hoogwaardig, volledig traceerbaar, gecertificeerd
Locale verkoop in Indonesië
SIPEF- klanten en ranaderijen
Opslag van ruwe palmolie, ruwe palmpitolie en palmpitten in eigen tanks en in de haven
Transport per truck over land
RECYCLEREN via gasmotor
• Toegang tot dagelijkse basisbehoeften (zuiver water, elektriciteit, bank automaten, mobiel telefoonnetwerk) • Toegang tot de internationale markt voor de productie van de lokale boeren • Armoedebestrijding bij werknemers en plaatselijke gemeenschappen
Distributiekanalen
Toepassing en behoud van ecosysteemdiensten zoals:
SIPEF-activiteiten Waardecreatie Activiteiten derden Bestemmingen SIPEF-producten
Kleinhandel
CONSUMENTEN
Woningen en faciliteiten voor SIPEF-medewerkers
SIPEF-fabrieken
Openbaar elektriciteitsnet
Stroomvoorziening
• Behoud van de biodiversiteit • Bescherming bossen • Voorkomen van methaanuitstoot • Reduceren van het gebruik van ingevoerde meststoen • Behoud van bodemvruchtbaarheid • Beheer van afvalstoen
Reinigingsmiddelenindustrie
Biobrandstof
Cosmeticaindustrie
Scheikundige industrie
Voedingsindustrie
• Waterbeheer
Elektriciteitsopwekking
Aakkeling
Uitstoot reduceren:
Opvang methaan
Waardecreatie: • Werkgelegenheid • Huisvesting • Scholen • Gezondheidscentra, ziekteverzekering, covid-19 vaccinatieprogramma • Wegen en bruggen • Gebedshuizen
Export voor verkoop
Verscheping (traders)
SIPEF werknemers
Het braakleggen van grond: belangrijk voor bodemvruchtbaarheid op lange termijn
Zaden en planten (inclusief Verdant Bioscience Pte Ltd)
Zaadproducenten en leveranciers planten
Andere stakeholders en overheid
Erfpacht van gronden
Veldbeheer met drones
SIPEF-PLANTAGES & plantages lokale boeren
Productiemiddelen, bijvoorbeeld meststoen
CERTIFICATIES
Leveranciers productiemiddelen
Investeringen in fabrieken
Vezels Compost van lege
Recycleren van:
trossen en afvalwater
Technische en industriële leveranciers
Producenten machines, landbouwmateriaal en werktuigen
Investeringen in machines, diverse landbouwmaterialen en werktuigen
EXTRACTIE-FABRIEK

De door SIPEF geteelde bananen worden verkocht binnen gecertificeerde goederenstromen met volledige traceerbaarheid van de grondstoffen. De bananen worden geplukt en verpakt in de verpakkingsstations van de Groep. SIPEF teelt de Cavendish-variëteit, die verpakt wordt in standaard kartonnen dozen met het SIPEF-merk of in verpakkingen met het merk van de klant, zoals besteld. De klanten van SIPEF zijn 'rijperijen' die consumptieklare bananen distribueren naar supermarkten en groothandelsmarkten.
Toepassing en behoud van ecosysteemdiensten zoals:
• Herbebossing en bescherming van bossen • Reduceren van het gebruik van pesticides • Behoud van bodemvruchtbaarheid • Omzetten van zonne-energie in elektriciteit via zonnepanelen • Veldbeheer met drones
Distributienetwerk (opslagplaatsen, rijpingsdepots)
Bestemmingen SIPEF-producten Europa:
SIPEF-activiteiten Waardecreatie Activiteiten derden Bestemmingen SIPEF-producten
Retailers (supermarkten)
CONSUMENTEN
(het publiek en gemeenschap- pelijke aankopers, bv. scholen, fabriekskantines)
• Waterbeheer • Behoud van biodiversiteit
SIPEF-klanten: Afrika via zee (markten in West-Afrika: Dakar en Mauritanië)
Europa overzeese rijperijen en distributeurs
Transport vanuit de plantage naar de haven
Verscheping in containers (scheepvaartmaatschappijen)
plantage over land SIPEF-klanten:
• Toegang tot dagelijkse basisbehoeften (zuiver water, elektriciteit, mobiel telefoonnetwerk, satelliet-tv)
• Gebedshuizen • Armoedebestrijding bij werknemers en plaatselijke gemeenschappen
Laden van koelcontainers voor export en laden van vrachtwagens voor regionaal vervoer
Transport vanuit de
SIPEF-klanten: Afrika over land (lokale markten in Ivoorkust en naar Mali)
Waardecreatie: • Werkgelegenheid • Huisvesting • Scholen • Gezondheidscentra, ziekteverzekering, covid-19 vaccinatieprogramma • Wegen en bruggen
Standaard: in kartonnen dozen, klaar voor export Niche: voorverpakt of met milieuvriendelijk lint, IFCO-kratten, ...
HOOGWAARDIGE KWALITEIT GROENE CAVENDISH-BANANEN
Reduceren van water-
gebruik door hergebruik Opslag van water in stuwdam

SIPEF werknemers
Investeringen in machines, diverse landbouwwerktuigen en gereedschappen
Producenten machines, landbouwmateriaal en werktuigen
Het braakleggen van grond: belangrijk voor bodemvruchtbaarheid op lange termijn
CERTIFICATIES
Reduceren gebruik van pesticides
SIPEF BANANEN-VERPAKKINGS-STATIONS
Hydro-elektriciteit gebruikt voor irrigatie van de velden en in de verpakkingsstations
Door de overheid beheerde hydro-elektrische stuwdammen die elektriciteit leveren
Leveranciers productiemiddelen
Productiemiddelen, bijvoorbeeld meststoen
Leveranciers planten
Leveranciers van in vitro bananenplanten
Veldbeheer met drones
SIPEF BANANEN-PLANTAGES
Andere stakeholders en overheid
Veiligstellen van langlopende erfpachten en van grond in eigendom van de Vennootschap
Technische en industriële leveranciers
Investeringen in de verpakkingsstations
Gebruik van organische meststoen
Extern recycleren: Verspreiden van lege palmvruchtentrossen
Intern recycleren: Gebruik van organisch materiaal, hergebruik van stengels van bananentrossen

Voor de uitoefening van haar activiteiten moet de Vennootschap aanzienlijke investeringen en uitgaven doen voor bijvoorbeeld grond, arbeid, biologische activa (dragende planten), gebouwen, infrastructuur, installaties en machines, voertuigen, kantooruitrusting en andere materiële vaste activa.
Via deze investeringen en uitgaven streeft SIPEF naar de optimalisatie van de totale waardecreatie door de productievolumes te verhogen en de operationele kosten efficiënt te beheersen. De loonkosten zijn een van de grotere uitgavenposten van SIPEF, net als de terugkerende kosten voor de aankoop van landbouwchemicaliën en anorganische meststoffen. Met een huidig totaal van 22 157 werknemers (VTE's – voltijdse werknemers) is het uiteraard belangrijk te kijken naar efficiëntie en optimalisering op lange termijn.
De totale operationele kosten (inclusief afschrijvingen) van de SIPEF-groep kunnen worden opgesplitst in vijf verschillende categorieën, op basis van het bedrijfsmodel van de Groep:
Verkoopkosten: omvatten alle directe kosten die kunnen worden toegeschreven aan de verkoop tijdens het jaar (zoals transportkosten, uitvoerheng en -taks op palmolie)
Verwerkingskosten: omvatten alle kosten in verband met de verwerking van de landbouwgrondsto en tot afgewerkte landbouwproducten (d.w.z. palmolie)
FFB: omvat alle aankopen bij derden (lokale boeren) of geassocieerde bedrijven en joint ventures
Plantagekosten : omvatten alle kosten in verband met het veldwerk voor de productie van de landbouwgrondsto en (verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" – FFB), bananen);
Voorraadbewegingen: omvatten alle voorraadverschillen ten opzichte van het voorgaande jaar
100% van de oliepalmproducten van SIPEF wor den verkocht op de lokale markt in Indonesië en op de Europese markt . De klanten van SIPEF zijn raffinaderijen . Afhankelijk van de toeleve ringsketen kan de olie worden gebruikt in de levensmiddelenindustrie, de oleochemie of voor de productie van groene energie (biodiesel) . De klanten van SIPEF zijn partijen die zich willen richten op een duurzame toeleveringsketen, die een voorkeur hebben voor het gebruik van gecertificeerde en traceerbare producten en die bereid zijn de premies voor dergelijke producten te betalen .
De palmoliemarkt zette 2022 in op een record prijsniveau, door de zeer lage voorraden en een verdere achteruitgang van de Zuid-Amerikaanse sojaoogst als gevolg van de droogte door La Niña . De Russische inval in Oekraïne blokkeerde de export van de meeste landbouwproducten van de Europese graanschuur naar de rest van de wereld, wat leidde tot ongezien hoge prijzen in de hele landbouwwereld, in de eerste plaats voor tarwe, maïs en zonnebloemen .
De Indonesische overheid trachtte een oplossing te vinden voor de lokale hoog geprijsde bakolie en voerde de "Domestic Market Obligation" (DMO) in via een "Domestic Price Obligation" (DPO)-beleid, dat echter zijn doel miste . Daarom kondigde president Joko Widodo op 23 april 2022 een uitvoerverbod af . Dat wakkerde de inter nationale markt alleen maar verder aan en alle boeren profiteerden van majestueuze prijsni veaus, met uitzondering van de Indonesische boeren . Vanaf half mei stelde de Indonesische regering de exportmogelijkheden weer open . De meeste maatregelen waren echter ingewikkeld en bureaucratisch en leken om de paar weken te veranderen . Als gevolg daarvan evolueerde de uitvoer vier maanden lang zeer langzaam en waren de Indonesische tanks tot de rand gevuld . De Indonesische overheid voerde vervolgens een zogenaamde 'flush-out'-belasting in van USD 200

per ton om de exportvergunningen van de DMO te mijden. De totale gecombineerde belastingen en heffingen kwamen op USD 688, wat de lokale markt voor de telers onder druk zette. Al deze factoren mondden in juni uit op een forse daling van de internationale grondstoffenprijzen, en de lokale CPO-prijzen daalden tot amper boven de productiekosten.
De tweede helft van 2022 was zeker minder volatiel. Goede zomeroogsten van koolzaad, zonnebloemzaad en sojabonen droegen bij tot het evenwicht tussen vraag en aanbod. Hoge prijzen, voedselinflatie en recessievrees hadden de vraag gedrukt, vooral in de lage-inkomenslanden.
De productie van palmolie vertoonde het hele jaar door een bescheiden groei in Maleisië en Indonesië. Het gebrek aan arbeidskrachten was nog steeds een groot probleem in Maleisië, maar het blijft een feit dat het rendement in beide landen afneemt door het verouderende boomprofiel. Dat is het resultaat van jaren van lagere prijzen en een gebrek aan investeringen in herbeplanting. Gelet op het beperkte areaal nieuwe aanplanten zal dit lagere rendement waarschijnlijk nog enkele jaren aanhouden.

De gemiddelde prijs per ton voor CPO CIF Rotterdam in 2022 bedroeg USD 1 345 tegenover een gemiddelde van USD 1 195 in 2021, een stijging van 12,6%.
Terwijl de vraag naar voedsel in 2022 wereldwijd slechts marginaal groeide, vertoonde biobrandstof wel nog steeds een sterke groei. Indonesië zette zijn beleid van B30 voort ondanks de prijsvolatiliteit, terwijl het land zich opmaakt voor B35 in 2023. In de Verenigde Staten was er een sterke groei van de vraag, die voornamelijk afkomstig was van de industrie voor met waterstof behandelde plantaardige olie ("Hydrotreated Vegetable Oil" – HVO), die een groot deel van de binnenlandse sojaoliemarkt inneemt, en de lokale prijzen van sojaolie waren torenhoog. Gelet op de capaciteitsuitbreiding zal deze groei worden doorgetrokken in 2023. Andere grote biodieselproducenten zoals Brazilië en Argentinië hielden hun mengverhoudingen op een lager niveau om de lokale inflatie te beheersen, maar hebben reeds voor 2023 hogere verhoudingen gepland.
De gemiddelde prijs per ton voor CPO CIF Rotterdam in 2022 bedroeg USD 1 345 tegenover een gemiddelde van USD 1 195 in 2021, een stijging van 12,6%. Aan het eind van het jaar lag de prijs op ongeveer USD 1 050, historisch gezien nog steeds een zeer goede prijs.
De markt voor laurische oliën, de verzamelnaam voor palmpitolie en kokosolie, beleefde een jaar van extremen. Op het hoogtepunt van de rally van plantaardige olie in het eerste kwartaal noteerde palmpitolie ("Palm Kernel Oil" – PKO) bijna USD 1 000 hoger dan palmolie. Dit was vooral het gevolg van het krappe aanbod voor zowel PKO als kokosolie, en de lokale Indonesische vraag was sterk. De stijgende exporttarieven waren niet, of slechts in mindere mate, van toepassing op oleochemische producten. De Indonesische export van oleochemische producten was dus zeer concurrerend en winstgevend.
De oleochemische industrie is energie-intensief en de explosieve stijging van de energieprijzen in 2022 heeft de vraag aanzienlijk aangetast . De spelers in de Europese Unie en de Verenigde Staten hadden duidelijk ook te maken met deze hoge inputkosten en de zware concurrentie van Indonesië, wat leidde tot onderbenutting van de capaciteit . Als gevolg daarvan daalden de PKOprijzen na hun recordniveaus, net zoals de andere oliën, maar in een sneller tempo . Later in het jaar werd PKO zelfs met een discount ten opzichte van palmolie verhandeld om de vraag te stimuleren . Historisch gezien waren dit echter nog steeds hoge absolute prijzen .
De gemiddelde prijs per ton van PKO CIF Rotterdam in 2022 bedroeg USD 1 588 tegenover een gemiddelde in 2021 van USD 1 517, een stijging van 4,7% . Maar het jaar eindigde met prijzen rond USD 1 050, bijna dezelfde prijs als palmolie .
De rubbermarkt bleef binnen een relatief smalle handelsvork, met een trage groei van de productie die werd gecompenseerd door een nog lagere vraag . De vraag leed onder de lage wereldwijde verkoop van nieuwe auto's en onder de lockdown waarin China, de grootste rubberverbruiker, voortdurend zat . De gemiddelde prijs voor RSS1 bedroeg in 2022 USD 1 810 per ton, tegenover USD 2 071 per ton in 2021 .
In 2022 resulteerde de lagere toevoer van bana nen aan de landen van de Europese Unie-27 (EU-27) en het Verenigd Koninkrijk (VK) in een zeer aanzienlijke daling van het verbruik tot 6 316 000 ton, bijna 5% ten opzichte van 2021 .

Het is duidelijk dat alle productiezones minder aanwezig waren op de markt. De dollarleveranciers (Zuid- en Midden-Amerika) verminderden hun leveringen met 4,0% (242 000 ton). De toevoer van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan ("Africa, Caraïben en Pacific" - ACP) daalde met 2,0%, waarbij Afrika stabiel bleef (+0,6%) en de andere ACP-landen - vooral het Caraïbisch gebied - hun productie

Bron: CIRAD, Fruittrop
| BANANEN - GERAAMDE AANVOER IN DE EUROPESE UNIE (IN 000 TON) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2021 | 2022 | 2022/2021 | |||||
| TOTALE AANVOER | 6 683 | 6 625 | 6 316 | -4,7% | ||||
| TOTALE IMPORT, INCLUSIEF | 6 097 | 6 031 | 5 788 | -4,0% | ||||
| Landen dollarleveranciers | 5 051 | 4 953 | 4 730 | -4,5% | ||||
| ACP- Afrikaanse landen | 597 | 622 | 626 | 0,6% | ||||
| ACP- Caraïbische landen | 449 | 455 | 432 | 5,1% | ||||
| TOTAAL EUROPESE UNIE, INCLUSIEF | ||||||||
| Martinique | 132 | 142 | 148 | 3,8% | ||||
| Guadeloupe | 50 | 58 | 54 | -7,8% | ||||
| Canarische eilanden | 384 | 376 | 309 | -17,8% |
Bron: CIRAD, Eurostat
verminderden (-5,1%). De Europese productie was het zwaarst getroffen, met een daling van 11,1%. Dollarbananen hadden een marktaandeel van 74,9%, ACP-bananen van 16,7% en de bananen van de Canarische Eilanden, Madeira, Guadeloupe en Martinique van 8,4%.
Deze daling van het aanbod hield vooral verband met de inflatie en de stijging van de kosten in de productiegebieden, vooral in het eerste deel van het jaar,terwijl er vooraf vaste verkoopprijzen waren vastgesteld via jaarcontracten met de grootdistributie. Bovenop deze economische situatie kwamen nog de klimatologische storingen, zoals te veel regen en overstromingen, en een ongunstig wisselkoerseffect voor de producenten in de dollarzone ten opzichte van Europa. Ten gevolge van de lagere toevoer was de Europese markt minder geneigd om in dezelfde mate als in voorgaande jaren bananen af te nemen.
Niettemin blijft de banaan één van de populairste consumptiegoederen, zeer betaalbaar, en de huidige crisis zal de belangstelling van de consument voor dit product zeker niet verstoren.
80% van de kwaliteitsbananen van de Groep wordt verkocht aan de markten in Europa en het VK. De rest wordt verkocht in de West-Afrikaanse regio en ten slotte ook nog op de binnenlandse markt in Ivoorkust.
De invoerregels voor bananen in de EU en het VK werden in 2022 niet gewijzigd, met aanhoudende tarieven van EUR 75,00 per ton voor bananen uit de dollarzone en vrije toegang voor ACPbananen, inclusief Ivoorkust voor SIPEF.
De SIPEF-groep heeft zijn Hoofdkantoor in België, van waar het strategisch, financieel en economisch beheerd wordt . De laatste jaren heeft SIPEF haar informatietechnologie (IT), duurzaamheids- en juridische ondersteuning ver sterkt . Vanaf 2022, bestaat het team in Schoten uit 23 personen .
Sinds 2021 is de Groep, via SIPEF Singapore Pte Ltd, operationeel in Singapore, van waaruit Petra Meekers, chief operating officer Asia-Pacific, alle activiteiten van de Groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea van nabij opvolgt . Sinds 2022 zijn ook de leden van het IT-team, dat alle IT-activiteiten van de Groep wereldwijd beheert, in SIPEF Singapore Pte Ltd gevestigd .
Tot slot wordt SIPEF in Luxemburg vertegen woordigd door Jabelmalux SA . Deze vennoot schap is de Luxemburgse moedermaatschappij van de nieuwe oliepalmontwikkelingen in Noord-Sumatra (Umbul Mas Wisesa, Toton Usaha Mandiri en Citra Sawit Mandiri) en van één van de plantages in de Musi Rawas-regio in Zuid-Sumatra (Agro Muara Rupit) .



| BEPLANTE OPPERVLAKTE (IN HECTAREN) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| INDONESIË | PAPOEA-NIEUW GUINEA |
IVOORKUST | TOTAAL | % | ||||
| Oliepalmen | 64 766 | 13 588 | 0 | 78 354 | 96,3% | |||
| Rubber | 1 954 | 0 | 0 | 1 954 | 2,4% | |||
| Bananen | 0 | 0 | 1 066 | 1 066 | 1,3% | |||
| Horticultuur | 0 | 0 | 31 | 31 | 0,0% | |||
| Totaal | 66 720 | 13 588 | 1 097 | 81 404 | 100,0% | |||
| % | 82,0% | 16,7% | 1,3% | 100,0% |
Op het einde van het boekjaar 2022 bedroeg het aantal eigen, met oliepalmen beplante hectaren 78 354. De jaarlijkse groei van het aantal hectaren bedroeg dus gemiddeld 3,9% over de laatste 10 jaar.
Wat bananen betreft, heeft SIPEF, dankzij de nieuwe activa die in 2021 werden verworven, het jaar 2022 kunnen afsluiten met 1 066 beplante hectare, die in 2023 verder zullen worden uitgebreid tot ongeveer 1 325 hectare.
SIPEF blijft actief zoeken naar investeringsopportuniteiten door mogelijkheden te onderzoeken om nieuwe met oliepalm beplante hectaren te ontwikkelen, die grenzen aan haar huidige activiteiten met het oog op de uitbreiding van haar productiecapaciteit en van haar infrastructuur, indien nodig. In deze context is het behoud van eigendomsrechten en concessierechten van primordiaal belang voor de Groep, om een duurzame groei te verzekeren.

Palmolie

De lage productie van verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" - FFB) in de eerste vier maanden van het jaar leidde tot een somber eerste kwartaal van 2022 in vergelijking met dezelfde periode in 2021 . Deze zwakke volumes werden echter volledig gecompenseerd geduren de de rest van het jaar, en 2022 werd afgesloten met een stijging van 5,6% geproduceerde FFB ten opzichte van het voorgaande jaar, zowel voor eigen plantages als voor lokale boeren . Deze stijging was vooral het gevolg van de stijgende productie van de constante ontwikkelingen in Zuid-Sumatra, en van de onverwacht hoge volu mes in Papoea-Nieuw-Guinea . Na een recordjaar in 2021, presteerde Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) opnieuw beter in 2022, met een productieverho ging van 9,8% ten opzichte van het vorige jaar . Indonesië sloot het jaar af met een stijging van de FFB met 3,2% ten opzichte van 2021 . In beide landen werd een behoorlijke groei genoteerd .
Niet alleen de FFB-productie was zeer goed, maar ook de olie-extractiepercentages ("Oil Extraction Rates" – OER) waren goed en in overeenstem ming met 2021 . De totale palmolieproductie van de Groep voor het jaar 2022 bereikte het recordcijfer van 403 927 ton, een stijging met 5,1% tegenover het vorige jaar . Het groeiper centage was nog hoger voor de lokale boeren (+11%) die hun FFB aan de SIPEF-palmolieextractiefabrieken verkopen. Dit was vooral het geval in Indonesië, waar het leveringspercentage van de lokale boeren steeg, in lijn met de nieuwe regelgeving in het land .

| INDONESIË, NOORD-SUMATRA | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| MATUUR (IN HECTAREN) |
IMMATUUR (IN HECTAREN) |
GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN |
FFB GEPRODUCEERD 2021 (IN TON) |
FFB GEPRODUCEERD 2022 (IN TON) |
RENDEMENT 2022 FFB/HA (IN TON) |
|||
| Tolan Tiga group | 11 524 | 1 244 | 13,7 | 297 229 | 303 925 | 26,4 | ||
| Umbul Mas Wisesa group | 9 924 | 0 | 13,6 | 224 429 | 220 439 | 22,2 | ||
| Subtotaal eigen plantages | 21 448 | 1 244 | 13,6 | 521 658 | 524 364 | 24,4 | ||
| Lokale boeren | NVT | NVT | NVT | 7 715 | 12 348 | NVT | ||
| TOTAAL | 21 448 | 1 244 | 529 373 | 536 712 | 25,0 |
De bedrijfseenheid in Noord-Sumatra blijft diegene met de meest mature plantages van SIPEF Indonesië, met vier palmolieplantages en twee palmolie-extractiefabrieken.
De regio Noord-Sumatra profiteerde van een iets natter jaar (+10% meer neerslag) in vergelijking met het langetermijngemiddelde. Bijgevolg is de productie voor 2022, ondanks een trage start van het jaar, licht gestegen met 0,5% ten opzichte van 2021.
De FFB-productie in de mature plantages van Noord-Sumatra, zowel op minerale als op organische bodem, kende na een zeer zwakke start een sterke groei in het tweede kwartaal, die algemeen genomen gevolgd werd door een normaal stabiel tweede semester. Eind 2022 was de FFB-productie op minerale grond, in vergelijking met 2021, licht gestegen met 2,3%. Het gemiddelde trosgewicht was met 0,6% toegenomen en het aantal trossen lag 1,6% hoger. Voor de plantages op organische grond daalde de FFB-productie ten opzichte van 2021 met 1,8%. Hoewel het gemiddelde trosgewicht met 2,7% toenam, lag het aantal trossen 4,4% lager.
| MATUUR (IN HECTAREN) |
IMMATUUR (IN HECTAREN) |
GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN |
FFB GEPRODUCEERD 2021 (IN TON) |
FFB GEPRODUCEERD 2022 (IN TON) |
RENDEMENT 2022 FFB/HA (IN TON) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Agro Muko | 15 796 | 2 001 | 12,9 | 362 121 | 330 181 | 20,9 |
| Mukomuko Agro Sejahtera | 2 716 | 606 | 9,3 | 34 661 | 30 913 | 11,4 |
| Subtotaal eigen plantages | 18 512 | 2 607 | 12,4 | 396 782 | 361 094 | 19,5 |
| Lokale boeren | 1 227 | 0 | NVT | 18 277 | 17 662 | NVT |
| TOTAAL | 19 739 | 2 607 | 415 059 | 378 756 | 18,5 |
De regionale bedrijfseenheid van Bengkulu omvat acht plantages die gelegen zijn in twee sub-regio's, het noorden en het zuiden, waarbij elke zone aan haar eigen palmolie-extractiefabriek levert.
In tegenstelling tot Noord-Sumatra leden de oliepalmplantages in de provincie Bengkulu het hele jaar door onder onstabiele weersomstandigheden met veel droger weer in het eerste semester dan in dezelfde periode van 2021. Ondanks overvloedige regenval in het derde kwartaal, eindigde het jaar toch met een neerslagtekort van 4% tegenover het langetermijngemiddelde voor het derde kwartaal. Deze weersomstandigheden droegen bij tot een algemene daling van de productie van FFB met 9,0% tegenover 2021, namelijk -8,8% voor de Agro Muko-plantages en -10,8% voor de Mukomuko Agro Sejahtera-plantages.
Het weer heeft inderdaad een teleurstellend effect gehad op het kunnen oogsten en de kwaliteitsvolle verwerking van het fruit, met lagere normen voor de rijpheid van de vruchten en minder losse vruchten. De palmvruchten van het eerste semester waren lichter in gemiddeld trosgewicht en de rijping was enigszins vertraagd. Dankzij genormaliseerde weersomstandigheden aan het begin van het tweede semester begon het productietekort af te nemen. Zware regenval in augustus, september en oktober had de kloof met de andere plantages van de SIPEF-groep tegen het einde van het jaar verkleind.
Voor de, in totaal acht plantages, van Agro Muko noteerden alleen de plantages Mukomuko en Tanah Rekah een productiestijging van respectievelijk 5,0% en 9,7% tegenover 2021. Wat de Mukomuko Agro Sejahtera-plantages betreft, daalde de productie in Air Majunto en Malin Deman met respectievelijk 16,1% en 19,7% ten opzichte van vorig jaar. De productie op de plantage Sungai Teramang steeg echter met 147,3% omdat het nieuwe areaal volgroeid was, en de productie van de plantage Batu Kuda steeg met 29,8% na saneringswerkzaamheden.
| MATUUR (IN HECTAREN) |
IMMATUUR (IN HECTAREN) |
GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN |
FFB GEPRODUCEERD 2021 (IN TON) |
FFB GEPRODUCEERD 2022 (IN TON) |
RENDEMENT 2022 FFB/HA (IN TON) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Agro Kati Lama | 3 775 | 633 | 5,5 | 38 940 | 55 924 | 14,8 | ||
| Agro Rawas Ulu | 2 173 | 426 | 4,7 | 22 684 | 28 862 | 13,3 | ||
| Agro Muara Rupit | 4 021 | 2 585 | 3,2 | 23 658 | 40 473 | 10,1 | ||
| Dendymarker Indah Lestari | 2 957 | 4 384 | 2,1 | 15 287 | 29 354 | 9,9 | ||
| Subtotaal eigen plantages | 12 926 | 8 028 | 3,5 | 100 569 | 154 613 | 12,0 | ||
| Lokale boeren | 2 951 | 2 236 | NVT | 14 885 | 24 023 | 6,0 | ||
| TOTAAL | 15 876 | 10 264 | 115 454 | 178 636 | 10,9 | |||
De ontwikkelingen in de regio Zuid-Sumatra zijn historisch georganiseerd in drie plantagegroepen, zoals aangegeven in de tabel hierboven. De meer recente bijkomende plantage, Dendymarker Indah Lestari (DIL), bevindt zich nog in het proces van rehabilitatie.
SIPEF heeft momenteel 26 526 beplante hectare in Zuid-Sumatra, waarvan 1 086 hectare nog herbeplant moeten worden. De 25 440 hectare met nieuw aangeplante oliepalmen, tussen één en negen jaar oud, zullen echter in de komende jaren steeds grotere oogsten opleveren.
De potentiële ontwikkeling van meer dan 32 000 hectare blijft een dynamisch streefdoel, afhankelijk van het 'geïdentificeerde potentieel' van de oude projecten, maar ook van de nieuwe projectgebieden, waar nog volop mogelijkheden ontdekt worden.
Tijdens het jaar kende de regio meer neerslag dan het vijfjarig gemiddelde (+14%). Dit was bijgevolg zeer gunstig voor de groei van de palmen en de ontwikkeling van de trossen. Gecombineerd met de toename van de gemiddelde mature arealen in DIL en de gestage uitbreidingen in Musi Rawas, leidde dit tot een stijgend gemiddeld trosgewicht, wat resulteerde in een mooi productiesurplus zowel voor de eigen plantages als voor de lokale boeren (plasma) tegenover vorig jaar.
De toenemende bijdrage van de Musi Rawasplantages door het oogsten op de jonge volgroeide 9 969 hectare bracht 125 259 ton FFB op (+46,7% tegenover vorig jaar). Dit was vooral te danken aan de toename van het mature areaal met 14,0% ten opzichte van vorig jaar en de geleidelijke toename van het aantal FFB en het gemiddelde gewicht van de trossen, waardoor het totale rendement per hectare was gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. De kwaliteit van de vruchten was ten minste 85% 'normaal' rijp, terwijl de oogsters verder werden opgeleid om de kwaliteit te verbeteren, en het percentage loszittende vruchten tussen 8% en 10% lag.
Het hogere rendement van DIL was het rechtstreekse gevolg van een toename van het totale mature areaal met 104,4%, van de nieuwe terreinen die tot maturiteit komen en van de algemene verbetering van het rendement per hectare en het gemiddelde trosgewicht.
Bovendien bleken de jonge palmen beter bestand tegen de laatste vertraagde stresseffecten van de droogte van 2019.
De herbeplanting van de eigen plantages werd voltooid in 2022 en eindigde met een totaal van 7 341 beplante hectare. Er werd geoogst op 2 957 hectare, maar het rendement was over het algemeen nog steeds laag omdat de gemiddelde leeftijd van de palmen slechts 2,1 jaar oud was.
Wat de plasmaontwikkeling betreft, was 1 671 hectare herbeplant tegen eind 2022, terwijl de overblijvende 1 086 hectare in 2023 voltooid zullen zijn, wat de DIL-plantage 10 103 hectare jonge, volop ontwikkelende palmen moet opleveren.
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA, WEST NEW BRITAIN | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| MATUUR (IN HECTAREN) |
IMMATUUR (IN HECTAREN) |
GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN |
FFB GEPRODUCEERD 2021 (IN TON) |
FFB GEPRODUCEERD 2022 (IN TON) |
RENDEMENT 2022 FFB/HA (IN TON) |
||||||
| Hargy estate | 4 021 | 393 | 6,4 | 133 587 | 134 341 | 33,4 | |||||
| Navo estate | 5 462 | 1 128 | 9,8 | 154 969 | 182 178 | 33,4 | |||||
| Pandi estate | 2 584 | 0 | 9,5 | 78 293 | 86 901 | 33,6 | |||||
| Subtotaal eigen plantages | 12 067 | 1 521 | 9,8 | 366 849 | 403 420 | 33,4 | |||||
| Lokale boeren | 13 930 | 877 | 16,1 | 232 134 | 254 356 | 18,3 | |||||
| TOTAAL | 25 997 | 2 398 | 598 983 | 657 776 | 25,3 |
Hargy Oil Palms Ltd, in Papoea-Nieuw-Guinea, is samengesteld uit zes oliepalmplantages, ondergebracht in drie plantages die leveren aan haar drie palmolie-extractiefabrieken, samen met 3 645 lokale boeren die ook op regelmatige basis aan haar palmolie-extractiefabrieken leveren.
In 2022, waren de weersomstandigheden zeer gunstig voor de ontwikkeling en rijping van de palmvruchten en de productie van FFB. Het jaar was dus ver boven verwachting voor alle plantages en overtrof de recordoogst van 2021 met 11,4%. Het parcours van HOPL voor 2021 en 2022 is inderdaad opmerkelijk. Voor het tweede jaar op rij werd een relatief 'droog' nat seizoen aan het begin van het jaar, wat de gebruikelijke periode van het regenseizoen is, het hele jaar gevolgd door zeer goede prestaties op het gebied van oogsten, verwerking en productie van kwaliteitsolie.
In vergelijking met het vijfjarig gemiddelde bedroeg de jaarlijkse regenval slechts 70% in Hargy, 63% in Barema, 59% in Navo en 63% in Bakada.
De vruchten van de eigen plantages overtroffen een recordvolume van 403 419 ton dankzij de uitstekende weersomstandigheden, maar ook door het aanhoudende herstel van de door de vulkanische asregens aangetaste Navo-plantages, nadat het opruimen en snoeien was voltooid. De Navo-plantages vertoonden een stijging van 18,9% ten opzichte van vorig jaar. Er bleef echter een gemiddeld verschil van ongeveer 7 ton per hectare tussen de niet-getroffen Navo-plantages en de getroffen gebieden in de Ibana-plantage.
Door de voortdurende hoge rendementen van de oogsten gedurende het hele jaar bleef de verouderde transportvloot onder druk staan, omwille van vertraagde leveringen van nieuwe vrachtwagens en tractoren. De beschikbaarheid van vrachtwagens voor het vervoer van FFB van de plantages en de lokale boeren was dus een probleem. Onderaannemers werden gezocht voor extra transport om alle gewassen tijdig aan de palmolie-extractiefabrieken te kunnen leveren.
De herbeplanting over het hele jaar bereikte een oppervlakte van 848 hectare, uitgevoerd in de Navo-plantages.
Dankzij het hoge prijsniveau op de wereldmarkt werden het hele jaar door goede prijzen betaald voor FFB aan de lokale boeren. Daarom werd er ook zeer actief geoogst, waardoor een recordvolume van 254 356 ton FFB behaald werd, een recordoogst met een stijging van 11,2% ten opzichte van vorig jaar. En dit ondanks de uitdagingen waarmee het team werd geconfronteerd: er werden onvoldoende meststoffen toegediend en het verouderde areaal werd niet herbeplant.
Voor de gewassen van de lokale boeren was de uitdaging voor vervoer even groot. Er was een vloot kraanwagens nodig om de netten op te halen in de productiegebieden van de lokale boeren. De leveringen van nieuwe vrachtwagens liepen echter ook vertraging op omdat de covid-19-crisis de levering van elektronische onderdelen had belemmerd. De bestelde vrachtwagens voor 2021, 2022 en 2023 zullen naar verwachting pas in het tweede kwartaal van 2023 ter plaatse aankomen.
De herbepla nting voor de loka le boeren bereikte 487 hectare. Dit is over het algemeen een goede prestatie, gezien de terughoudendheid van deze boeren om palmen te kappen in een periode van hoge productie en hoge prijzen- af-landbouwbedrijf.

Door de palmvruchten die tijdens het eerste semester aan palmolie-extractiefabrieken van derden werden verkocht, was de groei van de Groep in palmolie (+5,1%) net iets lager dan de groei in palmvruchten (+5,6%).
Het gemiddelde OER van de Groep bleef sterk met 24,0%, wat hetzelfde is als vorig jaar.
In Noord-Sumatra, waar de plantages meestal volgroeid zijn en van een gemiddelde leeftijd zijn, toonden de drie palmolie-extractiefabrieken een stabiel of licht beter gemiddelde OER in vergelijking met het vorige jaar.
| INDONESIË, NOORD-SUMATRA | BUKIT MARADJA | PERLABIAN | UMBUL MAS WISESA | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | |
| Capaciteit (ton FFB/u) | 30 | 30 | 55 | 55 | 40 | 40 |
| Werkelijke verwerkingscapaciteit | 30,1 | 30,3 | 54,4 | 54,3 | 40,2 | 40,2 |
| Verwerkte FFB (ton) | 122 769 | 118 867 | 179 193 | 191 668 | 183 649 | 181 137 |
| Geproduceerde ruwe palmolie (ton) | 28 910 | 28 129 | 39 734 | 42 378 | 42 792 | 42 420 |
| Olie-extractiepercentage (%) | 23,55 | 23,66 | 22,17 | 22,11 | 23,30 | 23,42 |
| Palmpitextractiepercentage (%) | 4,92 | 4,91 | 5,76 | 5,82 | 4,04 | 4,12 |
| Vrije vetzuren (%) ("Free fatty acids" - FFA) | 3,13 | 3,28 | 3,42 | 3,60 | 3,65 | 3,52 |
| INDONESIË, BENGKULU EN ZUID-SUMATRA |
MUKOMUKO | BUNGA TANJUNG | DENDYMARKER INDAH LESTARI | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | ||
| Capaciteit (ton FFB/u) | 60 | 60 | 30 | 30 | 20 | 60 | |
| Werkelijke verwerkingscapaciteit | 58,2 | 47,4 | 30,2 | 30,5 | 20,2 | 41,6 | |
| Verwerkte FFB (ton) | 264 497 | 255 366 | 145 934 | 118 469 | 108 887 | 162 350 | |
| Geproduceerde ruwe palmolie (ton) | 62 538 | 60 088 | 32 460 | 26 530 | 24 541 | 37 742 | |
| Olie-extractiepercentage (%) | 23,64 | 23,53 | 22,24 | 21,39 | 22,57 | 23,25 | |
| Palmpitextractiepercentage (%) | 4,33 | 4,01 | 4,68 | 4,82 | 3,55 | 3,54 | |
| Vrije vetzuren (%) ("Free fatty acids" - FFA) | 3,32 | 2,72 | 4,00 | 3,61 | 3,40 | 3,09 |
Het grootste deel van het jaar heeft de biogasmotor van Mukomuko op minder dan halve kracht gewerkt, omdat het openbare net problemen had met het uploaden van de elektriciteitsproductie van de plantage. Perusahan Listrik Negara (PLN) Bengkulu, de nationale elektriciteitsmaatschappij, heeft beloofd dat netwerkverbeteringen de uploadcapaciteit zullen herstellen.
De ontwerpen voor de civiele werken (bouw van infrastructuur) voor de CPO-wasinstallatie in de palmolie-extractiefabriek van Mukomuko werden allemaal ontvangen en de materialen zijn in Indonesië toegekomen met het oog op levering op de site vóór eind februari 2023, met een voorlopige ingebruikname tegen midden 2023.
In de eerste helft van het jaar kon een deel van de geoogste trossen uit Zuid-Sumatra niet worden verwerkt in de eigen palmolie-extractiefabriek. Dit kwam door de vertraging in de uitbreiding van de DIL palmolie-extractiefabriek, veroorzaakt door reisbeperkingen in verband met covid-19. Toch noteerde de pas voltooide DILpalmolie-extractiefabriek de grootste gemiddelde jaar-op-jaar stijging van 22,57% naar 23,25%.
Deze gemiddelde OER was te danken aan de betere kwaliteit van de recent aangeplante jonge palmen tegenover de oude palmen die nu bijna volledig vervangen zijn.
De prestaties van de palmolie-extractiefabriek van DIL stegen gestaag en de maand december werd afgesloten met een OER van 23,77%, de hoogste van alle Indonesische fabrieken. De laatste schoonmaakwerkzaamheden zijn voltooid en de palmolie-extractiefabriek draait op 60 ton per uur.
Het ontwerp voor de toekomstige palmolie-extractiefabriek van Agro Muara Rupit (AMR) werd herzien en teruggebracht tot een maximumcapaciteit van 75 ton per uur. Een initiële capaciteit van 45 ton per uur zal tegen juni 2024 voltooid zijn. De grondwerken zijn voor 50% afgerond, en de bouw werd uitgegeven aan een plaatselijke aannemer, die bezig is met de fabricage van de staalconstructie. Ketels en sterilisatoren zijn besteld en voor de elektriciteitswerken vindt momenteel een aanbestedingsprocedure plaats. De nieuwe AMR-fabriek zal ook het afvangen van methaan omvatten, en er zullen besprekingen worden gestart met verkopers over de mogelijke toepassingen van het geproduceerde methaan (waaronder flessengas, motorbrandstof en elektriciteitsproductie) en over de opname van een dergelijke installatie in de koolstofkredietsystemen, waardoor een compensatie en/of een extra inkomen mogelijk wordt in geval van een hoog gebruik van het methaan stroomafwaarts.
Geholpen door het droge weer in Papoea-Nieuw-Guinea bereikte de OER gemiddeld 25,34%, tegenover 25,58% vorig jaar. Toch steeg de totale palmolieproductie met 8,8% tegenover vorig jaar, dankzij de hogere FFB-productie. Buiten de zeer moeilijke maand februari, bleef de oogst het hele jaar door boven de volumes van vorig jaar. Vooral in het derde kwartaal bleef de gebruikelijke productiedaling uit en bleef de productie op het hoogste niveau. Dit is het geval voor het tweede jaar op rij, en het zou een aanwijzing kunnen zijn dat de seizoenspiek aan het veranderen is.
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA, WEST NEW BRITAIN | HARGY | NAVO | BAREMA | TOTAAL | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | |
| Capaciteit (ton FFB/u) | 45 | 45 | 50 | 50 | 45 | 45 | 140 | 140 |
| Werkelijke verwerkingscapaciteit | 46,7 | 45,1 | 51,0 | 50,4 | 42,9 | 44,0 | 140,6 | 139,5 |
| Verwerkte FFB (ton) | 70 654 | 70 655 | 191 604 | 214 701 | 104 591 | 117 844 | 366 849 | 403 200 |
| Verwerkte FFB lokale boeren (ton) | 94 893 | 103 306 | 37 633 | 46 931 | 99 608 | 104 119 | 232 134 | 254 356 |
| Geproduceerde ruwe palmolie (ton) | 41 242 | 43 321 | 59 596 | 66 804 | 52 365 | 56 517 | 153 203 | 166 642 |
| Olie-extractiepercentage (%) | 24,91 | 24,89 | 26,00 | 25,58 | 25,64 | 25,50 | 25,58 | 25,34 |
| Vrije vetzuren (%) ("Free fatty acids" - FFA) | 2,71 | 3,06 | 3,06 | 4,06 | 3,63 | 4,13 | 3,13 | 3,75 |
| Geproduceerde ruwe palmpitolie (ton) | 3 590 | 3 646 | NVT | NVT | 8 660 | 9 715 | 12 251 | 13 361 |
| Geproduceerde palmpitten (ton) | 8 679 | 8 946 | 11 601 | 13 802 | 10 523 | 11 168 | 30 803 | 33 916 |
| Palmpitextractiepercentage (%) | 5,24 | 5,14 | 5,06 | 5,29 | 5,15 | 5,04 | 5,14 | 5,16 |
| Palmpitolie-extractiepercentage (%) | 2,17 | 2,09 | NVT | NVT | 2,00 | 2,01 | 2,05 | 2,03 |
In de tweede helft van het jaar, liep de export van palmolie naar Europa wat vertraging op in de verscheping. Tweemaal werd de volle tankcapaciteit aan land bereikt, zodat ook de verwerking en het oogsten tweemaal moesten worden stopgezet.
Een ander toenemend aandachtspunt is de beschikbaarheid van verwerkingscapaciteit op de juiste plaats. Door de uitbreiding van de plantages van het bedrijf naar het noorden toe, groeit het grootste deel van de oogst nu in de buurt van de noordelijke Navo-palmolie-extractiefabriek. De Navo-plantages hebben ook het grootste deel van de onverwachte extra oogst, na herstel van de vulkaanuitbarsting van 2019. Dit betekent dat de oogst naar de Barema-palmolie-extractiefabriek moet worden vervoerd, terwijl de zuidelijke Hargy-palmolie-extractiefabriek niet op volle capaciteit draait. Eind 2021 begon SIPEF met werken om de Navo-palmolie-extractiefabriek te rehabiliteren en de capaciteit uit te breiden van 50 naar 57 ton per uur, met onder meer nieuwe ketels, turbines en een extra lijn sterilisatoren, die in de loop van 2023 operationeel moeten zijn. In afwachting van de bouw van extra tankopslag is intussen extra transport nodig om de oogst verder naar de Barema-palmolie-extractiefabriek, maar vooral naar de palmolie-extractiefabriek van Hargy te brengen.
De agri-industriële bananenactiviteiten van de Groep bevinden zich in Ivoorkust, gesitueerd op vijf locaties in de zuidelijk gelegen Lagunas-regio .
Plantations J . Eglin is een belangrijke speler in de bananenproductie in Ivoorkust, het belangrijkste bananen exporterende land in Afrika . In 2021, produceerde de onderneming 32 270 ton bananen voor export, waarvan het overgrote deel voor de Europese markt, op een beplante oppervlakte van minder dan 1 000 hectare verdeeld over drie locaties Azaguié, Agboville en Motobé .
Met de overname, medio 2021, van een oude bananenplantage, die twee jaar eerder gestopt was met produceren, zal de beplante oppervlakte van Plantations J . Eglin het komende jaar toene men tot 1 350 hectare . Zo komen er twee nieuwe locaties bij, namelijk Akoudié en Lumen .


Het eerste semester is de meest cruciale periode van het jaar voor de productie. In het eerste semester van 2022 werd deze echter, in vergelijking met vorig jaar, sterk beïnvloed door over het algemeen lagere temperaturen en dichte mist, veroorzaakt door de Harmattan, met daarbovenop 30% meer neerslag dan het vijfjarig gemiddelde. Bij gebrek aan voldoende zonlicht waren de geoogste trossen kleiner met relatief dunnere bananen.
De jaarproductie van de bananen, 32 270 ton uitgevoerd, eindigde uiteindelijk bijna gelijk aan die van vorig jaar. De extra productie van de nieuwe productielocaties in de tweede helft van het jaar compenseerde de algemeen dalende volumes van de historische locaties (-7,6%). Ongunstige weersomstandigheden, met lage temperaturen en zware regenval (+12% tot 49% ten opzichte van het langetermijngemiddelde, afhankelijk van de site), vertraagden de productie, vooral in de Motobé-plantage (-21%), en had een effect op de kwaliteit. Het rendement per hectare werd dan ook dienovereenkomstig beïnvloed en daalde ten opzichte van vorig jaar.
| PLANTAGES | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| GEPLANTE OPPERVLAKTE 2021 (IN HA) |
GEPLANTE OPPERVLAKTE 2022 (IN HA) |
GEËXPORTEERDE PRODUCTIE 2021 (IN TON) |
GEËXPORTEERDE PRODUCTIE 2022 (IN TON) |
RENDEMENT 2021 (TON/HA) |
RENDEMENT 2022 (TON/HA) |
|
| Azaguié 1 & 2 | 337 | 338 | 13 112 | 12 833 | 39,0 | 38,0 |
| Agboville | 230 | 233 | 9 507 | 9 383 | 41,3 | 40,3 |
| Motobé | 226 | 236 | 9 581 | 7 543 | 42,4 | 32,0 |
| Lumen 1 & 2 | 22 | 197 | 0 | 2 511 | 0,0 | 12,7 |
| Akoudié | 0 | 62 | 0 | 0 | 0,0 | 0,0 |
| TOTAAL | 815 | 1 066 | 32 200 | 32 270 | 40,6 | 30,3 |
De weersomstandigheden, gecombineerd met verminderde beschikbaarheid van verschepingsdiensten, hadden tot gevolg dat Plantations J. Eglin, vooral in de eerste helft van het jaar, ook worstelde met de kwaliteit van de uitgevoerde vruchten. Dit leidde tot prijskortingen op de contracten met vaste jaarprijzen. Deze kwaliteitsproblemen werden in het tweede halfjaar overwonnen en het gebrek aan volume van de dollarproducenten maakte van de Eglin-banaan het meest gevraagde product in Europa.
De nieuwe expansiegebieden en de toenemende productie maakten verdere veranderingen en de uitbreiding van het managementteam noodzakelijk. Daarenboven wordt tegenwoordig de kwaliteit in de verpakkingsstations, alsook op de plantages, gecontroleerd door Latijns-Amerikaanse expats.
De ontwikkeling van de nieuwe sites Lumen en Akoudié liep in 2022 iets achter op het schema, omwille van de vertragingen in het vervoer bij het importeren van irrigatiemateriaal en pompen in Ivoorkust. Eind 2022 hadden Lumen en Akoudié samen echter al 259 beplante hectaren bereikt, terwijl de totale beplante oppervlakte van bananen in Plantations J. Eglin was toegenomen tot 1 066 hectare, waarmee bijna de achterstand werd ingelopen.
Voor Akoudié is de resterende voorbereiding van de grond nog aan de gang, terwijl Lumen qua beplanting bijna klaar is.
| VERPAKKINGSSTATIONS | EU | REGIONAAL | LOKAAL | TOTAAL | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CAPACITEIT (TON/DAG) |
2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | ||
| Azaguié 1 & 2 | 60 | 11 214 | 10 459 | 1 898 | 2 374 | 1 664 | 887 | 14 776 | 13 720 | |
| Agboville | 40 | 8 547 | 8 077 | 960 | 1 306 | 988 | 788 | 10 495 | 10 171 | |
| Motobé | 40 | 8 257 | 6 324 | 1 324 | 1 219 | 1 234 | 638 | 10 815 | 8 181 | |
| Lumen 1 & 2 | 60 | 0 | 2 111 | 0 | 400 | 0 | 131 | 0 | 2 642 | |
| Akoudié | 40 | NVT | NVT | NVT | NVT | NVT | NVT | NVT | NVT | |
| TOTAAL | 28 018 | 26 971 | 4 182 | 5 299 | 3 886 | 2 444 | 36 086 | 34 714 |
De eerste vruchten van de Lumen-uitbreidingen werden verwerkt in één van haar gerenoveerde verpakkingsstations en de eerste 35 ton bananen werden in het eerste semester van 2022 uitgevoerd.
In 2022 waren zes verpakkingsstations in werking: vier historische stations en twee stations die in de loop van het jaar werden gerenoveerd en in gebruik genomen, tegelijk met de start van de fruitoogst van de uitbreidingslocaties Lumen 1 en 2.
De verpakkingsstations werken op alle productielocaties van het bedrijf op dezelfde manier. Elk station kan tot 250 hectare bananenproductie verpakken, wat voor de meeste locaties van toepassing is.
De grote bananentrossen die bij het verpakkingsstation aankomen, worden verzameld in een opslagruimte, waar kwaliteits- en standaardcontroles kunnen worden uitgevoerd en de verkregen vruchten gewogen kunnen worden.
Het fruit drijft vervolgens in spoelwatertanks en kleine trossen fruit, ook wel handen genoemd, worden gevormd, ingedeeld naar grootte en/of volgens de specificaties van de kopers. Het fruit wordt los verpakt of voorverpakt in zakken en ondergaat vervolgens een kwaliteitscontrole voordat het op pallets wordt gezet. Alleen bananen die in de sub-regio worden verkocht, worden niet op pallets geladen, omdat het fruit voor de lokale markt wordt verpakt in gerecycleerde houten kisten.
Alle nodige apparatuur voor de rehabilitatie van een zevende verpakkingsstation is besteld. Dit station bevindt zich op de nieuwe site van Akoudié en zal in het begin van het tweede kwartaal van 2023 operationeel zijn.
In juni 2020 werd besloten om twee van de drie rubberplantages, die ook geschikt zijn voor palmteelt, om te zetten in oliepalmplantages en onmiddellijk met het omschakelingsproces te beginnen. Naast de noodzaak om vooraf RSPOgoedkeuring te verkrijgen en alle procedures voor nieuwe aanplant ("New Planting Procedures" – NPP) toe te passen, omvat de omzetting ook de sluiting van de kweektuinen, de stopzetting van de herbeplantingswerkzaamheden en het onderhoud van het resterende areaal.
De rubbervolumes daalden verder, in lijn met de conversie die zowel in de Agro Muko Sei Jerinjing-plantage als in de Bandar Pinangplantage plaatsvond. Het jaarlijkse volume uit de eigen plantages daalde van 1 996 ton in 2021 naar 1 368 ton in 2022 en zal in 2023 verder dalen.
Eind 2027, zou de conversie naar volgroeide en cash-genererende oliepalmplantages voltooid moeten zijn.
Verder ondertekende PT Tolan Tiga Indonesia in mei 2021 de overeenkomst met betrekking tot de voorwaardelijke verkoop van PT Melania, die de derde rubberplantage en de theeplantage van de Groep bezit, aan Shamrock Group. PT Tolan Tiga Indonesia werkt momenteel aan de HGU-verlengingen om de verkoop definitief af te ronden. In tegenstelling tot de situatie van MAS Palembang (de rubberplantage) wordt de Cibuni-plantage (de theeplantage) nog steeds beheerd door PT Tolan Tiga/SIPEF.
Als gevolg van deze voorwaardelijke verkoop zijn de cijfers van de rubber- en theeactiviteiten sinds 2021 niet meer geïntegreerd in de geconsolideerde rekeningen.

Er zijn geen significante gebeurtenissen na balansdatum die een specifieke impact hebben op de activiteiten en de geconsolideerde financiële staten van de SIPEF-groep. Dit geldt ook voor de jongste evolutie van het geschil tussen Rusland en Oekraïne en de recente problemen bij enkele banken (Silicon Valley Bank en Crédit Suisse).
De 'Corporate governance verklaring' omvat feitelijke informatie omtrent het deugdelijk bestuur van de SIPEF-holding met betrekking tot een bepaald boekjaar en de daaropvolgende periode tot de vergadering van de raad van bestuur van 18 april 2023.
De Vennootschap beschikt over een sterke corporate governance-structuur die gericht is op verantwoordelijk ondernemen, correct beheer en implementatie van steeds evoluerende duurzaamheidsverbintenissen. De richtlijnen van de Groep voor goed bestuur zijn samengevat in verschillende basiselementen, zoals het corporate governance charter, het remuneratiebeleid en de gedragscode die het ethisch beleid omvat om verantwoordelijk en ethisch gedrag te bevorderen en te ondersteunen. Deze beleidslijnen zetten gezamenlijk de verbintenissen van de Groep inzake ethisch ondernemen en de beste praktijken inzake deugdelijk bestuur uiteen. Bovendien past SIPEF de principes van de Belgische Corporate Governance Code 2020 ("de Code") toe, die ze gebruikt als referentiecode voor de toepassing van het "comply or explain"-principe.
Een sterk beleid inzake corporate governance wordt ook mogelijk gemaakt door een duidelijke bestuursstructuur, die de rol van de hoogste bestuursorganen bepaalt. Ten slotte is een sterk beleid inzake corporate governance ook het resultaat van een stabiele aandeelhoudersstructuur bij SIPEF.
| Corporate Governance Charter |
Het Charter beschrijft de belangrijkste elementen van SIPEF's deugdelijk bestuur, met inbegrip van de beheersstructuur van de Vennootschap. |
|---|---|
| Remuneratiebeleid | Het remuneratiebeleid schetst de verschillende onderdelen van de bezoldiging van de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het executief comité. Het bevat de criteria en methoden voor de berekening van deze vergoeding. Het is erop gericht (i) het nodige talent aan te trekken, te belonen en te behouden, (ii) de strategische doelstellingen van de onderneming te verwezenlijken en (iii) duurzame waardecreatie te bevorderen. |
| Gedragscode | De Gedragscode beschrijft de gedragsprincipes inzake verantwoordelijk en ethisch gedrag voor alle personeelsleden, inclusief consultants en contractanten van SIPEF. Hij preciseert SIPEF's streven naar transparantie, bestrijding van omkoping en corruptie, naleving van alle relevante internationale en nationale wetten en het verbod om de faciliteiten van de Groep of de werkuren te gebruiken voor persoonlijke zaken. |
In 2005 heeft de raad van bestuur van SIPEF het eerste Corporate Governance Charter ('Charter') goedgekeurd. Het Charter omschrijft de structuur, de bevoegdheden en de werking van de bestuursorganen van de Vennootschap en de verplichtingen van de leden van de raad van bestuur en van de verschillende comités van de Vennootschap. Het bevat bovendien de gedragsregels die gelden voor de leidinggevende personen en het personeel van de Vennootschap indien deze verrichtingen met betrekking tot financiële instrumenten van SIPEF uitvoeren. Het Charter werd sinds 2005 regelmatig geactualiseerd in functie van de evolutie van de toepasselijke regelgevingen en de goede praktijken van deugdelijk bestuur. Het werd voor de laatste maal gewijzigd op 23 september 2022. Deze laatste aanpassing betrof voornamelijk een wijziging van het aandeelhouderschap van SIPEF.
• De aangepaste versie van het Charter kan geconsulteerd worden op de website: www.sipef.com/media/2447/20210811\_corporate-governance-charter\_eng-approved.pdf
SIPEF gelooft dat ethisch ondernemen een kracht kan zijn voor goed bestuur. SIPEF heeft het beleid van het bedrijf altijd zo geformuleerd dat het in overeenstemming is met ethische principes. Op die manier wil de Groep een verantwoordelijk en ethisch gedrag bij SIPEF en haar leveranciers bevorderen en ondersteunen.
Sinds 1 januari 2020 heeft SIPEF haar ethisch beleid geformaliseerd in een gedragscode die de regels van het Charter aanvult. Deze code bepaalt de ethische gedragsregels voor personeelsleden en managers van SIPEF. Ook consultants en contractanten die met SIPEF samenwerken, dienen deze code na te leven. Zoals vereist door de Belgische Corporate Governance Code en het Corporate Governance Charter, controleert de raad van bestuur van SIPEF jaarlijks de naleving van de gedragscode. SIPEF heeft ook een gedragscode ingevoerd in alle landen waar het actief is.
In overeenstemming met haar ethisch beleid blijft de onderneming prioriteit geven aan transparantie ten aanzien van haar belanghebbenden over de manier waarop zij haar activiteiten uitvoert. In het kader van haar ethisch beleid verbindt SIPEF zich er ook toe om alle relevante internationale en nationale wetten na te leven en andere kritieke onderwerpen zoals nultolerantie tegenover omkoping en corruptie, whistleblowing, behandeling van klachten, verbod voor het management en werknemers om de faciliteiten van de Groep of de werkuren te gebruiken voor persoonlijke zaken en privacy.
• Voor meer informatie zie: www.sipef.com/media/2278/gedragscode-sipef\code-of-conduct\_eng\-v-14-09-2019.pdf
De Groep besteedt aandacht aan transparantie over enkele belangrijke gemeenschappelijke onderwerpen, waaronder remuneratie, financiële staten en risicobeheer, zoals samengevat in onderstaande tabel.
| DE BASISELEMENTEN VAN HET ETHISCH BELEID VAN SIPEF INZAKE TRANSPARANTIE | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratieverslag | Het verslag voorziet een uitgebreid overzicht van alle aspecten van de remuneratie, alle voordelen in gelijk welke vorm inbegrepen, die in een bepaald jaar en het jaar daarvoor, werden toegekend aan de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het executief comité. |
|||||
| Externe en interne audit | De commissaris oefent de externe controle uit op de geconsolideerde en op de maatschap pelijke financiële staten van SIPEF. Een interne auditafdeling werd opgericht in de operationele eenheden in Indonesië en Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea die op regelmatige basis rapporteert aan het lokaal auditcomité dat de interne auditverslagen beoordeelt. Een samenvatting van deze interne auditverslagen wordt, eveneens op regelmatige basis, voorgelegd aan het SIPEF-auditcomité. |
|||||
| Interne controle | Het interne controlesysteem van SIPEF, opgezet overeenkomstig de Belgische wet en 'soft law', streeft naar naleving van de wettelijke en duurzame regelgeving evenals van alle procedures, richtlijnen en regelgevingen van de Groep om zo de activa, het personeel en de activiteiten van de Groep te beschermen en hun beheer te optimaliseren. |
|||||
| Risicobeheer | Elk jaar worden de verschillende risico's waarmee de Groep wordt geconfronteerd, door de raad van bestuur, op voorstel van het auditcomité, geanalyseerd, beoordeeld en in kaart gebracht op basis van de waarschijnlijkheid waarmee ze kunnen voorkomen en van hun potentiële impact op de onderneming. Vervolgens vaardigt de raad de nodige instructies uit en /of legt de vereiste procedures vast om de geïdentificeerde risico's op passende wijze te behandelen. |
|||||
| Belangenconflicten | Het Charter beschrijft de toe te passen procedures indien een verrichting of beslissing van de raad van bestuur een belangenconflict met zich meebrengt. |
|||||
| Financiële verrichtingen met SIPEF-aandelen |
Het Charter voorziet regels die de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het executief comité moeten naleven voor financiële verrichtingen met SIPEF aandelen en eveneens een beleid om marktmisbruik te voorkomen. |
|||||
| EU Taxonomie | SIPEF onderzoekt in welke mate haar economische activiteiten in aanmerking komen voor de EU Taxonomie. |
Het huidige remuneratieverslag is opgesteld in overeenstemming met artikel 3:6. §3 WVV zoals gewijzigd door de wet van 28 april 2020 tot omzetting in het Belgische recht van de Europese richtlijn ter bevordering van de langetermijnbetrokkenheid van de aandeelhouders. Het weerspiegelt tevens het remuneratiebeleid dat werd goedgekeurd met een meerderheid van 95,8% van de stemmen door de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021. De gedetailleerde tekst van het remuneratiebeleid is gepubliceerd op de website van de Vennootschap.
• Zie: www.sipef.com/media/2426/en-remuneratiebeleid-2021.pdf
Het remuneratieverslag geeft een uitgebreid en volledig overzicht van de remuneratie, met inbegrip van alle voordelen in gelijk welke vorm, die tijdens het boekjaar 2022 werd toegekend aan de niet-uitvoerende bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de overige leden van het executief comité. Het bevat een gedetailleerde voorstelling van de remuneratie van elk lid van het executief comité, het collegiaal orgaan dat belast is met het dagelijks bestuur.
In november 2021 besliste de raad van bestuur de jaarlijkse vaste vergoeding van de gedelegeerd bestuurder te verhogen met ingang van 2022. Deze stijging was het gevolg van de toenemende omvang van de Vennootschap, de schuldafbouw tot het door de raad van bestuur gevraagde niveau en de veerkracht van de Groep om de moeilijkste voorbije jaren met de vulkaanuitbarstingen in Papoea-Nieuw-Guinea te boven te komen in een economisch klimaat van lage palmolieprijzen.
Bovendien genoten alle leden van het executief comité in 2022 van een variabele vergoeding, die berekend werd op basis van het recurrente geconsolideerde resultaat 2021 en de prestaties van het management van dat jaar. Deze werden gekenmerkt door enkele belangrijke ontwikkelingen en verrichtingen die uiteengezet worden onder het hoofdstuk 'Markante feiten van 2021' (zie Bedrijfsverslag 2021 pagina 4). De markante feiten van 2022 zullen bepalend zijn voor de variabele vergoeding van het uitvoerend management met betrekking tot het boekjaar 2022 te betalen in 2023.
Er zijn geen belangrijke wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur opgetreden in 2022 die de totale remuneratie van de leden van de raad van bestuur hebben beïnvloed. Wel werden de emolumenten van de bestuurders verhoogd vanaf 2022. Uit een benchmark met gelijkaardige bedrijven was gebleken dat de vergoeding van de raad van bestuur van de vennootschappen opgenomen in deze studie over het algemeen hoger was dan die van de SIPEFbestuurders. Deze gewijzigde emolumenten worden ter bekrachtiging aan de gewone algemene vergadering voorgelegd in het kader van de goedkeuring van het remuneratieverslag 2022.
De jaarlijkse vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur bleek eveneens reeds verschillende jaren onder de benchmark te liggen. Daarom werd ook deze opgetrokken met ingang van 2022.
De vergoedingen van de leden van het auditcomité en het remuneratiecomité, alsook van hun respectieve voorzitters, bleven echter ongewijzigd in 2022 daar ze over het algemeen in de lijn van het benchmarkgemiddelde lagen.
• Zie: www.sipef.com/media/2426/en-remuneratiebeleid-2021.pdf
De bestuurders ontvangen een vaste vergoeding die niet gerelateerd is aan de omvang van de resultaten. Deze vergoeding bestaat uit de emolumenten voor de vergaderingen van de raad van bestuur en, desgevallend, een vergoeding voor het zetelen in een bepaald comité.
In 2022 ontvingen de bestuurders de volgende vergoedingen:
| OP JAARBASIS PER PERSOON | LID | VOORZITTER |
|---|---|---|
| Raad van bestuur | EUR 35 000 | EUR 90 000 |
| Auditcomité | EUR 7 500 | EUR 9 750 |
| Remuneratiecomité | EUR 4 000 | EUR 5 200 |
| RAAD VAN BESTUUR | AUDITCOMITÉ | REMUNERATIECOMITÉ | TOTAAL | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN KEUR | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | |
| Baron Luc Bertrand | 60,00 | 90,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 60,00 | 90,00 | |
| François Van Hoydonck | 29,00 | 35,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 29,00 | 35,00 | |
| Tom Bamelis | 29,00 | 35,00 | 9,75 | 9,75 | 0,00 | 0,00 | 38,75 | 44,75 | |
| Priscilla Bracht | 29,00 | 35,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 29,00 | 35,00 | |
| Alexandre Delen (vanaf 8 juni 2022) | 0,00 | 17,50 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 17,50 | |
| Baron Jacques Delen (tot 8 juni 2022) | 29,00 | 17,50 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 29,00 | 17,50 | |
| Antoine Friling | 29,00 | 35,00 | 0,00 | 0,00 | 5,20 | 5,20 | 34,20 | 40,20 | |
| Gaëtan Hannecart | 29,00 | 35,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 29,00 | 35,00 | |
| Yu-Leng Khor (vanaf 9 juni 2021) | 14,50 | 35,00 | 0,00 | 0,00 | 2,00 | 4,00 | 16,50 | 39,00 | |
| Sophie Lammerant-Velge | 29,00 | 35,00 | 7,50 | 7,50 | 4,00 | 4,00 | 40,50 | 46,50 | |
| Petra Meekers (tot 9 juni 2021) | 14,50 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 2,00 | 0,00 | 16,50 | 0,00 | |
| Nicholas Thompson | 29,00 | 35,00 | 7,50 | 7,50 | 0,00 | 0,00 | 36,50 | 42,50 | |
| TOTAAL | 321,00 | 405,00 | 24,75 | 24,75 | 13,20 | 13,20 | 358,95 | 442,95 |
De ontslagnemende en nieuwe bestuurders worden vergoed ten belope van het aantal gepresteerde maanden in het boekjaar. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding en geen opties. Een deel van hun vergoeding wordt evenmin uitbetaald in de vorm van aandelen van de Vennootschap. Ze genieten van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
De leden van het executief comité, dat bestaat uit de gedelegeerd bestuurder en andere leidinggevenden van de Vennootschap, ontvangen een vaste vergoeding en een variabele vergoeding en eventueel opties.
De Vennootschap heeft geen minimumdrempel van aandelen bepaald die moeten worden aangehouden door de leden van het uitvoerend management. In 2022 werden geen aandelen aan de leden van het executief comité toegekend.
| 2022 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN KEUR | FVH | CDW | TH | RK | PM | JN | TOTAAL | % |
| Bestuurdersvergoeding | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 0,8% |
| Vaste vergoeding | 459 | 274 | 265 | 318 | 643 | 356 | 2 315 | 53,1% |
| Variabele vergoeding | 484 | 218 | 222 | 230 | 0 | 308 | 1 462 | 33,5% |
| Pensioen | 251 | 46 | 45 | 0 | 0 | 46 | 388 | 8,9% |
| Andere | 21 | 9 | 15 | 28 | 82 | 8 | 163 | 3,7% |
| SUBTOTAAL | 1 250 | 547 | 547 | 576 | 725 | 718 | 4 363 | 100,0% |
| Marktwaarde verworven aandelenopties (begin uitoefenperiode)* | 80 | 27 | 27 | 27 | 0 | 27 | 186 | |
| TOTALE VERGOEDING | 1 330 | 574 | 574 | 603 | 725 | 745 | 4 550 | |
| Subtotaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
| Vast | 61% | 60% | 59% | 60% | 100% | 57% | 66% | |
| Variabel | 39% | 40% | 41% | 40% | 0% | 43% | 34% | |
| 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN KEUR | FVH | CDW | TH | RK | PM | JN | TOTAAL | % |
| Bestuurdersvergoeding | 29 | 0 | 0 | 0 | 17 | 0 | 46 | 1,7% |
| Vaste vergoeding | 365 | 256 | 246 | 299 | 375 | 336 | 1 877 | 69,6% |
| Variabele vergoeding | 88 | 41 | 43 | 38 | 0 | 62 | 272 | 10,1% |
| Pensioen | 256 | 46 | 47 | 0 | 0 | 46 | 395 | 14,7% |
| Andere | 15 | 9 | 15 | 28 | 31 | 8 | 106 | 3,9% |
| SUBTOTAAL | 753 | 352 | 351 | 365 | 423 | 452 | 2 696 | 100,0% |
| Marktwaarde verworven aandelenopties (begin uitoefenperiode)* | 32 | 11 | 11 | 11 | 0 | 11 | 74 | |
| TOTALE VERGOEDING | 785 | 363 | 362 | 376 | 423 | 463 | 2 770 | |
| Subtotaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
| Vast | 88% | 88% | 88% | 90% | 100% | 86% | 90% | |
| Variabel | 12% | 12% | 12% | 10% | 0% | 14% | 10% |
* Voor meer details over de betreffende optieplannen (respectievelijk, SOP 2019 en SOP 2018) zie pagina 62 en 63.
De gedelegeerd bestuurder ontvangt emolumenten voor het deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur en daarnaast een vaste en variabele vergoeding voor zijn uitvoerende functies.
De leden van het executief comité ontvangen een vaste vergoeding en genieten van een groepsverzekering met vaste bijdragen. Deze verzekering omvat een aanvullend pensioen en eveneens een invaliditeits- en overlijdensdekking. Daarnaast heeft de Vennootschap voor elk lid een hospitalisatieverzekering afgesloten en een bijstandsverzekering die wereldwijde dekking geeft. Bovendien geniet het management van een bedrijfswagen en maaltijdcheques. De vaste vergoeding van Petra Meekers, die operationeel is vanuit Singapore, omvat echter een vast bedrag per maand dat naast de gebruikelijke vaste vergoeding eveneens bestemd is voor kosten zoals pensioen, bedrijfswagen en verblijfskosten. Ze geniet eveneens van een invaliditeits-, overlijdens- en ziektekostenverzekering en ontvangt een toelage voor de studiekosten van haar kinderen (zie post 'Andere').
Het totale bedrag van de uitgekeerde variabele vergoedingen aan zowel het personeel als aan de leden van het executief comité van SIPEF kan maximum 2% van het geconsolideerd recurrent resultaat voor belastingen, deel van de Groep, bedragen. Voor elk lid van het executief comité mag het bedrag van de variabele vergoeding in cash maximaal tweemaal de vaste vergoeding bedragen. Petra Meekers heeft tijdens de eerste twee jaar van haar tewerkstelling bij SIPEF geen recht op een variabele vergoeding.
Het uiteindelijke individuele bedrag van de variabele vergoeding dat toegekend wordt aan elk van de leden wordt bepaald op discretionaire wijze (in functie van financiële en niet-financiële criteria) door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité. Dit comité formuleert een voorstel in functie van de verschillende componenten van de winst van het boekjaar en de bijdrage tot de verwezenlijking ervan door elk lid van het executief comité. Hierbij laat het remuneratiecomité zich onder meer leiden door vooraf vastgestelde financiële en objectief meetbare criteria die worden toegepast op een periode van één boekjaar.
Het relateren van de variabele vergoeding aan de prestaties van één boekjaar - en niet aan performantiecriteria over twee en drie boekjaren zoals voorzien door de wet – is te verklaren door de volatiliteit van de resultaten van de agro-industriële activiteiten, en in het bijzonder van de palmoliemarkt, waarvan de performantie gelinkt is aan de prijs van de landbouwgrondstoffen. Het is dan ook logisch dat de vergoeding van het personeel en het management, zoals eveneens die van de aandeelhouders, mee evolueert met de volatiliteit van de Groep.
De Vennootschap past deze redenering elk jaar strikt toe. Dit betekent dat als de Groep voor een bepaald jaar een verlies lijdt, er geen variabele vergoeding of dividend betaalt wordt het volgende jaar respectievelijk aan de leden van het executief comité en de aandeelhouders. Dit was het geval in 2020, toen geen variabele vergoeding en dividend werden betaald ten gevolge van het in 2019 geleden verlies.
Het bepalen van de variabele vergoeding op grond van de prestaties van één boekjaar doet geen afbreuk aan de langetermijnvisie van het uitvoerend management. Dergelijke visie is onlosmakelijk verbonden met de agro-industriële activiteiten van de SIPEF-groep die enkel op lange termijn kunnen worden geëvalueerd, zoals blijkt uit de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF.
Verder heeft de raad van bestuur in 2022 geen bijzondere bonussen toegekend aan één of meerdere leden voor specifieke verrichtingen.
Naast de variabele vergoeding op korte termijn, ontvangen de leden van het executief comité geen variabele remuneratie in geld op lange termijn.
Alle leden van het executief comité hebben een "claw back"-clausule ondertekend. Dit komt erop neer dat de Vennootschap het recht heeft om de variabele nettovergoeding terug te vorderen, indien deze op basis van onjuiste financiële gegevens werd toegekend. In 2022 heeft de Vennootschap geen gebruik gemaakt van haar recht tot terugvordering.
De totale vergoeding van de bestuurders en de leden van het executief comité is volledig in lijn met het remuneratiebeleid en wordt op een transparante manier berekend en toegepast.
De vaste vergoedingen van de leden van de raad van bestuur en van het executief comité worden jaarlijks getoetst op basis van de marktpraktijken en zijn dus marktconform.
De variabele vergoeding is gelinkt aan de jaarresultaten van de Groep, die rechtstreeks af hangen van de volatiele prijzen van de landbouwgrondstoffen.
De Vennootschap communiceert op een continue basis en op een correcte en transparante wijze over de evolutie van de activiteiten, duurzaamheid, prestaties en corporate governance van de Groep aan haar aandeelhouders, management, werknemers en alle andere stakeholders. Deze transparantie werd sinds 2020 in dit verslag nog meer in detail doorgetrokken op het niveau van de vergoeding van de leden van het executief comité. Een duidelijke communicatie en transparantie liggen aan de basis van tevredenheid, werkt motiverend en draagt bij tot goede langetermijnprestaties. Zo blijft het personeel en het management zich gemotiveerd inzetten voor het verwezenlijken van de langetermijndoelstellingen die de Groep heeft vooropgesteld.
Vanaf het boekjaar 2011 tot op heden werden jaarlijks aandelenopties aangeboden aan de leden van het executief comité. De aandelenopties, die onder het aandelenoptieplan 2022 van SIPEF worden aangeboden, hebben de volgende kenmerken:
Op 17 november 2022 werden opties toegekend door SIPEF aan de leden van het executief comité. Deze opties werden aanvaard door de begunstigden als volgt:
| AANTAL | |
|---|---|
| François Van Hoydonck | 6 000 |
| Charles De Wulf | 2 000 |
| Thomas Hildenbrand | 2 000 |
| Robbert Kessels | 2 000 |
| Johan Nelis | 2 000 |
| TOTAAL | 14 000 |
Daarnaast werden er nog 6 000 opties toegekend aan algemene directeuren van de buitenlandse filialen.
De in 2022 toegekende opties hebben de volgende kenmerken:
| UITSPLITSING VAN AANDELENOPTIEPLAN SIPEF (SOP) VERWORVEN |
NIET-VERWORVEN | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |||
| Aanbod | 21/11/12 | 20/11/13 | 18/11/14 | 28/11/15 | 07/12/16 | 23/11/17 | 20/11/18 | 23/11/19 | 19/11/20 | 18/11/21 | 17/11/22 | ||
| Verwerving | 21/11/15 | 20/11/16 | 18/11/17 | 28/11/18 | 07/12/19 | 23/11/20 | 20/11/21 | 23/11/22 | 19/11/23 | 18/11/24 | 17/11/25 | ||
| Uitoefenperiode begin: | 01/01/16 | 01/01/17 | 01/01/18 | 01/01/19 | 01/01/20 | 01/01/21 | 01/01/22 | 01/01/23 | 01/01/24 | 01/01/25 | 01/01/26 | ||
| Uitoefenperiode einde:* | 20/11/22 | 19/11/23 | 17/11/24 | 27/11/25 06/12/26 | 22/11/27 | 19/11/28 | 22/11/29 | 18/11/30 | 17/11/31 | 16/11/32 | |||
| Uitoefenprijs (in EUR) | 59,14 | 55,50 | 54,71 | 49,15 | 53,09 | 62,87 | 51,58 | 45,61 | 44,59 | 58,31 | 57,70 | ||
| Marktprijs begin uitoefenperiode (in EUR) |
52,77 | 60,49 | 62,80 | 48,80 | 54,80 | 43,20 | 56,90 | 58,90 |
* laatste uitoefendag
| FRANÇOIS VAN HOYDONCK | VERWORVEN | NIET-VERWORVEN | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOP | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | TOTAAL | |
| Aangeboden nog niet verworven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 18 000 | |
| Verworven voor het einde van 2022 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 48 000 | |
| Uitgeoefend in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Vervallen in 2022 | -6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -6 000 | |
| Totaal aandelenopties einde jaar | 0 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 60 000 | |
| Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) | 309 480 | 273 660 | |||||||||||
| Verworven aan marktprijs (in EUR) | 341 400 | 353 400 | |||||||||||
| Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) | 31 920 | 79 740 |
| CHARLES DE WULF | VERWORVEN | NIET-VERWORVEN | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOP | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | TOTAAL |
| Aangeboden nog niet verworven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 6 000 |
| Verworven voor het einde van 2022 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 12 000 |
| Uitgeoefend in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervallen in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal aandelenopties einde jaar | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 18 000 |
| Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) | 103 160 | 91 220 | ||||||||||
| Verworven aan marktprijs (in EUR) | 113 800 | 117 800 | ||||||||||
| Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) | 10 640 | 26 580 | ||||||||||
| THOMAS HILDENBRAND | VERWORVEN | NIET-VERWORVEN | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOP | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | TOTAAL |
| Aangeboden nog niet verworven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 6 000 |
| Verworven voor het einde van 2022 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 16 000 |
| Uitgeoefend in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervallen in 2022 | -2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 000 |
| Totaal aandelenopties einde jaar | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 20 000 |
| Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) | 103 160 | 91 220 | ||||||||||
| Verworven aan marktprijs (in EUR) | 113 800 | 117 800 | ||||||||||
| Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) | 10 640 | 26 580 |
| ROBBERT KESSELS | VERWORVEN | NIET-VERWORVEN | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOP | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | TOTAAL |
| Aangeboden nog niet verworven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 6 000 |
| Verworven voor het einde van 2022 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 14 000 |
| Uitgeoefend in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervallen in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal aandelenopties einde jaar | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 20 000 |
| Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) | 103 160 | 91 220 | ||||||||||
| Verworven aan marktprijs (in EUR) | 113 800 | 117 800 | ||||||||||
| Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) | 10 640 | 26 580 |
| JOHAN NELIS | VERWORVEN | NIET-VERWORVEN | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOP | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | TOTAAL |
| Aangeboden nog niet verworven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 6 000 |
| Verworven voor het einde van 2022 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 16 000 |
| Uitgeoefend in 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervallen in 2022 | -2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 000 |
| Totaal aandelenopties einde jaar | 0 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 20 000 |
| Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) | 103 160 | 91 220 | ||||||||||
| Verworven aan marktprijs (in EUR) | 113 800 | 117 800 | ||||||||||
| Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) | 10 640 | 26 580 |
In 2022 werden er geen opties uitgeoefend door de leden van het executief comité.
In 2022 vervielen alle opties van het aandelenoptieplan 2012.
In 2022 werden de vergoedingen aan de bestuurders en de leden van het executief comité toegekend in toepassing van het remuneratiebeleid, met uitzondering van de afwijkingen vermeld onder 3. A. en B. Deze afwijkingen zijn gerelateerd aan het verblijf van Petra Meekers in Singapore waar ze gestationeerd is voor de operationele leiding van de Asia-Pacific filialen van de Groep.
| A) JAARLIJKSE VERANDERING IN REMUNERATIE (IN PERCENTAGE) | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2019 VERSCHIL | 2020 VERSCHIL | 2021 VERSCHIL | 2022 VERSCHIL | |||||
| Totale vergoeding raad van bestuur3 (in KEUR) |
344 | 359 | 4% | 359 | 0% | 359 | 0% | 443 | 23% |
| Totale vaste remuneratie excom4 (in KEUR) | 1 899 | 1 943 | 2% | 1 967 | 1% | 2 424 | 23% | 2 901 | 20% |
| Totale variabele remuneratie excom5 (in KEUR) |
1 168 | 416 | -64% | 0 | -100% | 272 | NVT | 1 463 | 438% |
| B) JAARLIJKSE VERANDERING IN DE ONTWIKKELING VAN DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2019 VERSCHIL | 2020 VERSCHIL | 2021 VERSCHIL | 2022 VERSCHIL | |||||
| CPO marktprijs (in USD/ton CIF Rotterdam) | 598 | 566 | -5% | 715 | 26% | 1 195 | 67% | 1 345 | 13% |
| Geproduceerde volumes CPO (in ton) | 351 757 | 312 514 | -11% | 329 284 | 5% | 384 187 | 17% | 403 927 | 5% |
| Resultaat, deel van de Groep (recurrent) (in KUSD) |
22 713 | -8 004 | -135% | 14 122 | NVT | 82 746 | 486% | 108 157 | 31% |
| 2018 | 2019 VERSCHIL | 2020 VERSCHIL | 2021 VERSCHIL | 2022 VERSCHIL | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde remuneratie werknemer SIPEF HQ (vast)6 (in KEUR/maand) |
4 440 | 4 491 | 1% | 4 832 | 8% | 5 165 | 7% | 4 913 | -5% |
| Gemiddelde remuneratie werknemer SIPEF HQ (variabel)7 (in KEUR/jaar) |
20 003 | 7 618 | -62% | 0 | -100% | 4 955 | NVT | 23 613 | 377% |
| D) RATIO HOOGSTE/LAAGSTE VERGOEDING (VTE) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
| Verhouding totale vaste kost vergoeding hoogste excom en laagste werknemer8 | 12,8 | 9,3 | 9,2 | 9,1 | 15,6 |
3 Vergoeding zoals opgenomen onder 2. Totale vergoeding raad van bestuur
4 Vaste vergoeding zoals opgenomen onder 3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité
5 Variabele vergoeding zoals opgenomen onder 3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité
6 Gemiddeld brutoloon (voltijds equivalent) in januari van het betreffende jaar
7 Gemiddelde uitgekeerde variabele vergoeding kost werkgever (voltijds equivalent)
8 Totale vaste kost hoogste individuele vergoeding binnen het executief comité/totale vaste kost (voltijds equivalent) laagste vergoeding werknemers HQ
Het huidige remuneratiebeleid werd goedgekeurd met een meerderheid van 95,8% van de stemmen door de algemene vergadering van 9 juni 2021. Het was voor de eerste keer van toepassing op het boekjaar 2021. Het remuneratieverslag met betrekking tot het boekjaar 2021, werd positief onthaald door de gewone algemene vergadering van 8 juni 2022. Het huidige remuneratieverslag over het boekjaar 2022 zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de algemene vergadering van 14 juni 2023.
De gewone algemene vergadering van 9 juni 2021 heeft, op basis van het resultaat van een private aanbesteding overeenkomstig de Europese voorschriften, EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Christoph Oris en Wim Van Gasse, benoemd voor een termijn van drie jaar. De jaarlijkse bezoldiging werd vastgelegd op USD 93 000, indexatie en BTW niet-inbegrepen.
De commissaris oefent de externe controle uit op de geconsolideerde en op de maatschappelijke financiële staten van SIPEF. Hij rapporteert tweemaal per jaar aan het auditcomité en de raad van bestuur.
De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor het boekjaar 2022 voor de controle van de maatschappelijke en geconsolideerde financiële staten van SIPEF bedraagt KUSD 115.
De vergoeding voor de niet-controlediensten in 2022 kwam uit op KUSD 0.
De totale kost voor externe controle van de SIPEF-groep betaald aan het EY-netwerk bedroeg KUSD 568. Het bedrag aan betaalde erelonen voor adviezen van dezelfde commissaris en aanverwante bedrijven kwam uit op KUSD 0. Alle details over de aan EY Bedrijfsrevisoren betaalde vergoedingen staan in Toelichting 33 van de Financiële staten.
In de filialen in Indonesië en in Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea is een interne auditafdeling opgericht die op regelmatige basis rapporteert aan het lokaal auditcomité dat de interne auditverslagen beoordeelt.
In de Hoofdzetel in België en in de overige dochterondernemingen werd de interne auditfunctie in 2022 uitgeoefend door het verantwoordelijke lid van het executief comité, samen met de gedelegeerd bestuurder en de "chief financial officer" van SIPEF. Gelet op de beperkte omvang van deze bedrijven, is het auditcomité van SIPEF in 2022 niet teruggekomen op zijn beslissing om momenteel geen afzonderlijke interne auditafdeling op te richten voor de Hoofdzetel en deze dochters. Het comité heeft wel in november 2020 aanbevolen dat één van de groepscontrollers van de Hoofdzetel een interne audit zou uitvoeren en verslag uitbrengen over deze enkele ondernemingen aan het SIPEF-auditcomité. Deze procedure werd strikt toegepast in 2022.
De raad van bestuur van SIPEF is verantwoordelijk voor het beoordelen van de inherente risico's van de Groep en van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het interne controlesysteem van SIPEF werd opgezet overeenkomstig de Belgische wettelijke vereisten voor het risicobeheer en de interne controle en de principes vermeld in de Belgische Corporate Governance Code 2020 en is georganiseerd op basis van het Coso-model ("the Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission").
Een op Groepsniveau uitgevoerde risicoanalyse vormt de basis van het interne controle- en risicobeheerssysteem, waarvan de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en het communicatieproces een belangrijke pijler uitmaakt.
De raad van bestuur heeft twee interne comités opgericht, het auditcomité en het remuneratiecomité, en heeft het dagelijks bestuur van de Vennootschap gedelegeerd aan het executief comité.
De Groep is onderverdeeld in een aantal afdelingen. Elke afdeling en elke persoon binnen de desbetreffende afdeling heeft zijn eigen functieomschrijving. Voor elke functie en taak wordt het vereiste studie- en/of ervaringsniveau bepaald. Er bestaat een welomschreven politiek van delegaties van bevoegdheden.
De raad van bestuur van SIPEF heeft de nodige beleidslijnen, waaronder het 'Verantwoordelijk Plantagebeleid' (www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-plantations-policy/) en het 'Verantwoordelijk Aankoopbeleid' (www.sipef.com/hq/sustainability/policies/ responsible-purchasing-policy/) opgesteld dat van toepassing is op alle plantageactiviteiten en grondstoffen. Hij herziet deze beleidslijnen elk jaar om ze aan te passen aan de evolutie van de juridische, maatschappelijke en ecologische standaarden.
Om verdere groei mogelijk te maken en te stimuleren, streeft SIPEF in het dagelijks beleid van haar activiteiten een duidelijke duurzame regelgeving na, die strenger is dan de wettelijke vereisten van de landen waarin de Vennootschap actief is. Dat engagement wordt gestaafd door certificaten en algemeen erkende standaarden: zie Hoofdstuk 2 van dit Geïntegreerd Jaarverslag.
De door SIPEF uitgeoefende interne controle waakt erover dat alle voorgeschreven procedures, richtlijnen en regelgevingen worden gerespecteerd om zo de activa, het personeel en de activiteiten van de Groep te beschermen en hun beheer te optimaliseren.
Algemeen kan de bedrijfsstructuur, de bedrijfsfilosofie en de managementstijl van de SIPEFgroep omschreven worden als 'vlak'. Dit is te verklaren door het beperkte aantal beslissingslijnen binnen de hiërarchie. Dit beperkt aantal beslissingslijnen en de geringe personeelsrotatie verhogen de maatschappelijke controle binnen de Vennootschap.
Tot slot waakt SIPEF over de strikte toepassing van de regels van haar Corporate Governance Charter en van de Gedragscode opdat de bestuurders, alle leidinggevenden en het personeel van de Groep op een eerlijke en ethische manier en volgens de toepasselijke regelgeving en beginselen van deugdelijk bestuur zouden handelen.
Elk jaar, keurt de raad van bestuur een strategisch plan goed dat de doelstellingen op strategisch, operationeel, financieel, duurzaam, fiscaal en juridisch vlak uitstippelt.
Het verwezenlijken van deze doelstellingen kan in gevaar worden gebracht door bepaalde risico's. De regelmatige evaluatie van milieu-, maatschappelijke en governancerisico's (ESG) speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling en implementatie van de duurzaamheidsstrategie op lange termijn van de Groep.
Deze risico's worden elk jaar door de raad van bestuur, op voorstel van het auditcomité, in kaart gebracht en ingedeeld op grond van hun potentieel belang, de waarschijnlijkheid waarmee ze kunnen voorkomen en de maatregelen die worden getroffen om deze risico's te behandelen. De risicobehandelingen worden opgedeeld als volgt: verminderen, overdragen, vermijden of aanvaarden.
De Vennootschap heeft de nodige instructies uitgevaardigd en/of de vereiste procedures vastgelegd om de geïdentificeerde risico's op passende wijze te kunnen behandelen.
De volgende belangrijkste risico's werden geïdentificeerd:
| RISICO'S | ZEKER | BIJNA ZEKER | WAARSCHIJNLIJK | ||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Risico's verbonden aan de spreiding van de activiteiten over een beperkt aantal landen en aan de beperkte diversificatie in producten |
HOOG | |||
| 2 | Risico's in verband met expansie | HOOG | |||
| 3 | Afhankelijkheid van een beperkt aantal belangrijke klanten | HOOG | |||
| 4 | Risico's verbonden met de eigendomsrechten en gebruiksrechten van gronden |
HOOG | |||
| 5 | Risico op natuurrampen (plantages - fabrieken) | HOOG | |||
| 6 | Risico van de stijgende grondstoffengerelateerde inputkosten | GEMIDDELD | MPACT | ||
| 7 | Risico's om voldoende personeel te vinden in afgelegen gebieden | GEMIDDELD | |||
| 8 | Risico van loonstijging | GEMIDDELD | I | ||
| 9 | Klimatologische risico's | GEMIDDELD | |||
| 10 | Toekomstige klimaatverandering | GEMIDDELD | |||
| 11 | Risico van onverwachte daling van de toekomstige korte termijn marges |
GEMIDDELD | |||
| 12 | Risico in verband met de Europese aandacht voor duurzaamheid en de verhoogde RSPO-beperkingen |
GEMIDDELD | |||
Uit de hiervoor vermelde belangrijkste risico's werden vijf specifieke risico's geselecteerd. Ze worden in dit hoofdstuk besproken omwille van hun relevantie voor de activiteiten van de Groep in het voorbije boekjaar 2022. Een volledige beschrijving van de andere belangrijkste risico's bevindt zich op de website www.sipef.
com/investors/risks-and-uncertainties/. Ook de risico's in verband met de lokale regelgeving
worden onderzocht, met name het risico van een belastingheffing op elke palmolie-export uit Indonesië. Hoewel dit niet een van de belangrijkste risico's voor de Groep is, wordt het hier besproken vanwege de actualiteit ervan. Hierna volgen er vijf specifieke risico's:
| BESCHRIJVING | RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN |
|---|---|
| De Groep produceert hoofdzakelijk olie palmproducten in Indonesië en Papoea Nieuw-Guinea, en bananen in Ivoorkust. |
De concentratie van de activiteiten in Indonesië, Papoea-Nieuw Guinea en Ivoorkust zijn historisch te verklaren. De Groep blijft dan ook langetermijninvesteerder in de industriële landbouw in deze landen en wil er eveneens zijn aanwezigheid en productie vergroten, aangezien hij er een positie van gekende en gerenommeerd produ cent van duurzame landbouwproducten heeft kunnen opbouwen. Natuurlijk blijft de Groep waakzaam alle politieke, economische en wetgevende evoluties en initiatieven in deze landen opvolgen om er zo goed mogelijk op te kunnen inspelen. |
| Het zwaartepunt van de activiteiten van SIPEF ligt bij het telen van oliepalmproduc ten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea die ongeveer 94% van de totale omzet uitmaken. Indien er dus problemen optreden van welke aard ook, in Indonesië en in min dere mate in Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust, die het telen of produceren van deze producten belemmeren, zou dit een belangrijke negatieve impact kunnen hebben op de resultaten en de financiële situatie van de Groep. |
SIPEF is van oordeel dat het beter is zich te concentreren op enkele producten met een hoog rendement en goede langeter mijnvooruitzichten, dan te investeren in meerdere producten met een lager rendement en onzekere perspectieven. Dit verklaart waarom SIPEF in de voorbije jaren beslist heeft zich nog enkel toe te leggen op het produceren van oliepalmproducten en, in mindere mate, van bananen waarvan de productie een stabiel rendement garandeert. SIPEF is ervan overtuigd dat palmolie als de meest productieve en efficiënte plantaardige olie, een onmisbaar deel zal blijven uitmaken van een gebalanceerde voedselvoorziening voor een steeds groeiende en meer en meer welstellende wereld bevolking. Palmolie verwerft wereldwijd, behalve in Europa, een steeds groter aandeel in de voedings- en biobrandstoffensector. Dat komt onder meer door zijn efficiënte industriële verwerking en zijn lage kostprijs in vergelijking met andere plantaardige oliën. Bovendien heeft palmolie een rendement per hectare dat vijf tot tienmaal groter is dan alle andere plantaardige oliën. Dit rendement zal door efficiëntieverbetering altijd maar toenemen, terwijl de oppervlakte van landbouwgronden steeds maar schaarser wordt. De langetermijnverwachtingen voor palmolie blijven dus algemeen zeer gunstig. |
| BESCHRIJVING | RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN |
|---|---|
| Het behoud van de eigendomsrechten en concessierechten is van primordiaal belang voor de Groep om de productie in de verschillende landen te kunnen verzekeren en verder uit te bouwen. De activiteiten en de resultaten van de Groep zouden dus ernstig nadelig kunnen beïn vloed worden als hij er niet in slaagt deze rechten te behouden of, in geval van con |
De verschillende eigendomsrechten en concessierechten werden met precisie in kaart gebracht door SIPEF. Bovendien heeft de Groep juridisch deskundigen in dienst met een accurate kennis van de lokale wetgeving, die een constructieve relatie onderhou den met de bevoegde autoriteiten. Een permanente monitoring van de eigendomsrechten en de concessierechten zorgt ervoor dat SIPEF tijdig de correcte en nodige procedures kan opvolgen voor een verlenging of uitbreiding ervan of nog, voor het verwerven van nieuwe rechten. |
| cessieovereenkomsten, deze te kunnen hernieuwen voor een lange termijn. Er is eveneens een risico voor de Groep van zodra de bestaande gebruiksrechten van grond worden beperkt. |
In Indonesië werd bovendien de laatste jaren de vereiste inge voerd dat 20% van het gebied dat het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met betrekking tot nieuwe concessierechten of verlenging van oorspronkelijke concessierechten, geregistreerd moet zijn op naam van lokale boeren. Ingevolge hiervan, heeft SIPEF met deze lokale boeren nieuwe verbintenissen aangegaan. Het zal veel tijd vergen deze boeren via specifieke programma's in de RSPO-gecertificeerde toevoerketen van SIPEF te integreren. Om deze processen met de nodige aandacht te begeleiden en te ondersteunen, werd een 'lokale boeren'-afdeling opgericht in de Hoofdzetel van de Indonesische activiteiten. |
De geproduceerde volumes, gerealiseerde omzet en marges, worden beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad. Ongunstige weersomstandigheden kunnen storingen in de landbouwactiviteiten veroorzaken en een negatieve impact hebben op de landbouwproductie. Ernstige slechte weersomstandigheden, zoals bijvoorbeeld overstromingen, droogte en zware stormen, kunnen leiden tot aanzienlijke schade aan eigendommen, langdurige onderbrekingen in de activ iteiten, persoonlijke letsels en andere schade berokkenen aan de bedrijfsactiviteiten van de Groep.
De potentiële fysieke gevolgen van de klimaatverandering zijn onzeker en kunnen naargelang de regio en het product verschillen.
De Groep probeert zich zo goed mogelijk voor te bereiden op bepaalde natuurfenomenen, om de gevolgen ervan eventueel te beperken of te voorkomen. Hij richt zich in het bijzonder op de gevolgen van veranderingen in de neerslag, die kunnen leiden tot overstromingen of droogte. Er werd een studie uitgevoerd om het grondwaterpeil en het vochtgehalte van de bodem op te volgen, de impact ervan te bepalen en, volgens de beste beheerpraktijken, systemen te ontwerpen die het water vasthouden. Ten einde het water in de plantages en in het landschap op het juiste peil te houden, zijn er waterpoorten gebouwd om het water in te dammen of naar een geschikt niveau te leiden. Dit alles werd uiteraard gedaan in toepassing van de beste praktijken en de bestaande reglementeringen.
Daarnaast wordt in de bananenplantages van de Groep 30% van het irrigatiewater opgeslagen in waterbekkens tijdens het regenseizoen om het tijdens het drogere seizoen op verantwoorde wijze te kunnen gebruiken.
Verder wordt bij alle activiteiten van de Groep bijzondere aandacht besteed aan het behoud van bufferzones en oevergebieden rond natuurlijke rivieren op de plantages of aan de aangrenzende kustlijn.
Deze zones en gebieden worden gebruikt om een goede vegetatie in stand te houden, het vochtgehalte hoog te houden, erosie tegen te gaan en de kustlijn te beschermen. De Groep heeft ook geïnvesteerd in brandpreventie, brandrisicomonitoring en brandbestrijding, vooral in gebieden die meer vatbaar zijn voor droogte en branden. In bepaalde gebieden moet de bodem worden gedraineerd voor de teelt van oliepalmen. Het volgen van de beste praktijken is in deze gebieden van groot belang om ervoor te zorgen dat het brand- en overstromingsrisico worden beperkt. De Groep voert ook drainage-evaluaties uit om deze risico's te minimaliseren en een goede natuurlijke waterdoorstroming te behouden. SIPEF rapporteert en levert grote inspanningen om branden die zich voordoen in de concessiegebieden die ze beheert, onder controle te houden. Bovendien houdt ze toezicht op de gebieden gelegen buiten de plantages van de Groep en overlegt ze met belanghebbenden om branden te voorkomen en te stoppen wanneer ze zich voordoen.
Het klimaat op aarde is aan het veranderen. Naarmate de gemiddelde temperaturen stijgen, nemen acute gevaren, zoals hittegolven en overstromingen, in frequentie en ernst toe en worden chronische gevaren, zoals droogte en stijging van de zeespiegel, ernstiger. Hoewel bedrijven en gemeenschappen zich hebben aangepast om de gevolgen van klimaatrisico's te beperken, zullen het tempo en de omvang van de aanpassing waarschijnlijk aanzienlijk moeten toenemen om de stijgende niveaus van fysieke klimaatrisico's te beheersen.
Aangezien de klimaatverandering ecosystemen doet verschuiven, zal zij een effect hebben op de planeet en de bestaansmiddelen, met ook een risico voor de voedselproductie. Aanpassing zal daarom waarschijnlijk stijgende kosten met zich meebrengen en er zullen keuzes moeten gemaakt worden over hoe de veerkracht van bedrijven kan worden opgebouwd.
Met het oog op deze uitdagingen zullen beleidsmakers en besluitvormers het juiste kader, de juiste processen en de juiste governance tot stand moeten brengen om de verdere toename van klimaatrisico's te beperken, door verschillende verordeningen of classificatiesystemen voor bedrijven (zoals de EU Taxonomie) op te stellen, alsook belasting- en sanctiestelsels. Bovendien zouden financiële instellingen hun investerings- en kredietbeleid kunnen afstemmen op het klimaatveranderingsrisico, door financiële middelen te ontzeggen aan bedrijven die de aanpassing aan en beperking van dit risico niet voldoende in hun strategie integreren.
SIPEF werkt aan een uitbreiding van haar duurzaamheidsstrategie om de problemen in verband met klimaatverandering op een meer holistische manier aan te pakken. Een belangrijke stap in die richting is de berekening van de koolstofvoetafdruk van SIPEF op Groepsniveau. Die werd in 2019 gestart en in 2022 geverifieerd door een certificeringsinstantie. De Groep zette de uitwerking van dit berekeningsmodel in 2022 verder, definieerde een reductiedoelstelling en ontwikkelde een reductieplan met 2021 als uitgangspunt. Verder heeft SIPEF ook de laatste jaren werk gemaakt van klimaatactie-initiatieven op Groepsniveau. Hierbij richt ze zich zoveel mogelijk op het hergebruiken van land en grondstoffen met zo weinig mogelijk reststromen en verminderde uitstoot. In die context werden de volgende projecten opgestart:
De reputatie van de Groep is gebaseerd op zijn RSPO-certificering. Aangezien de bezorgdheid over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen onder de consumenten steeds toeneemt, zouden er door de Europese Unie of de verschillende overheden van de landen waar SIPEF operationeel is, strengere regels kunnen worden opgelegd aan de bedrijven.
Het is niet zeker dat de Groep en de lokale producenten op elk moment deze certificeringsvereisten zullen kunnen naleven. Als de Groep er niet in zou slagen om aan deze vereisten te voldoen, kan hij zijn certificering verliezen of kan de certificering worden opgeschort. Dergelijk verlies of opschorting zou een ongunstig effect kunnen hebben op de activiteiten, de reputatie en de financiële situatie van de Groep.
De oliepalmplantages van de Groep volgen de RSPO-normen en zijn in overeenstemming met de RSPO-Principes en Criteria. SIPEF heeft ook een eigen verantwoordelijk plantagebeleid ("Responsible Plantations Policy") volgens de regels van "No Deforestation, No new developments on Peat en No Exploitation" (NDPE) en controle en opvolging zijn voorzien. De volledige certificering volgens de RSPO voor de nieuwe te ontwikkelen gebieden is in afwachting van het afleveren van de permanente Indonesische landbouwlicentie (Hak Guna Usaha - HGU). De volledige beoordelingen van de "High Conservation Value/ High Carbon Stock" (HCV/HCS) en "Sustainability Impact Assessment" (SIA) zijn afgerond in de gebieden die klaar zijn om gecertificeerd te worden zodra de HGU zal verkregen zijn. De Vennootschap blijft ook de trends volgen van haar klanten en belanghebbenden voor wie het noodzakelijk is dat te allen tijde aan de duurzaamheidsnormen wordt voldaan.
Jammer genoeg worden de duurzaamheidsinspanningen en positieve impact van de Groep niet altijd begrepen door de consumentenmarkt. Tevens konden deze de kopers niet altijd motiveren om enkel duurzame, volledig traceerbare palmolie te kopen. Daarom blijft SIPEF werken aan haar goede relaties met verschillende belanghebbenden, waaronder gevestigde NGO's, om hen te doen begrijpen in welke context de oliepalmen worden geteeld, hoe duurzame palmolie wordt geproduceerd en hoe die bijdraagt tot de maatschappelijke en milieudoelstellingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen ("Sustainable Development Goals" – SDGs) in de producerende landen. Palmolie kan ook rekenen op een aanzienlijk aantal afnemers in opkomende markten, met name in Indonesië, India en China. Het is belangrijk om een evenwichtige aanpak te overwegen en niet te focussen op één bepaalde plantaardige olie. In die optiek is de Vennootschap ervan overtuigd dat de markt van ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" - CPO) niet tenietgedaan zal worden door een overreglementering. Dit wordt bevestigd door de gestage groei van de vraag naar palmolie en het steeds groter wordende aandeel op de wereldmarkt, niettegenstaande het toenemende belang dat aan duurzaamheid wordt gehecht.
| BESCHRIJVING | RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN |
|---|---|
| Momenteel bestaat er een trapsgewijze taks plus heffing op elke export van palm olie uit Indonesië. De prijzen van de ver kopen aan Indonesische klanten worden eveneens beïnvloed door deze heffing, aangezien de lokale bevolking niet bereid is meer te betalen dan de netto-export prijs. Deze heffingen hebben dus, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, een grote impact op alle palmolie geproduceerd door SIPEF in Indonesië. Er is ook een potentieel risico van onver wachte belastingheffing in Papoea Nieuw-Guinea. |
Gelet op de onzekerheid van de bepaling van de lokale referen tieprijs voor palmolie, worden de beschikbare palmolievolumes in Indonesië op maandbasis in de markt geplaatst en worden de verwachte volumes van de SIPEF-plantages niet meer op termijn ingedekt. Dit is wel het geval voor Papoea-Nieuw-Guinea. Echter, gezien het onstabiele politieke klimaat in dat land, bepaalt de raad van bestuur regelmatig een maximumtermijn en -volumes voor deze verkopen op basis van de heersende economische en politieke omstandigheden. |
Een geheel van operationele en financiële rapporteringen, interne en externe, maakt het mogelijk om op de gepaste niveaus op periodieke basis (dagelijks, wekelijks, maandelijks, driemaandelijks, halfjaarlijks of jaarlijks) de nodige informatie ter beschikking te stellen om de toevertrouwde verantwoordelijkheden naar behoren te kunnen vervullen.
Het is de verantwoordelijkheid van elke werknemer om potentiële tekortkomingen in de interne controle te melden bij de respectievelijke verantwoordelijken.
Daarnaast zijn de interne auditafdelingen in de filialen in Indonesië en bij Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea belast met het permanente toezicht op de doeltreffendheid en de naleving van de bestaande interne controle voor hun respectievelijke activiteiten. Op basis van hun bevindingen stellen zij de nodige bijsturingen voor. Een lokaal auditcomité bespreekt op regelmatige basis de rapporten van de interne auditafdelingen. Eveneens op regelmatige basis wordt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen voorgelegd aan het auditcomité van SIPEF.
Voor kleinere filialen, waarvoor geen aparte interne auditfunctie werd gecreëerd, neemt het verantwoordelijke lid van het executief comité, samen met de gedelegeerd bestuurder en de "chief financial officer" van SIPEF, het toezicht op de interne controle waar. Bovendien voert één van de groepscontrollers van de Hoofdzetel een interne audit uit over de activiteiten van deze filialen en brengt verslag uit aan het SIPEF-auditcomité.
Een externe auditor onderwerpt daarnaast minstens éénmaal per jaar de financiële staten van elk filiaal van de Groep aan een nazicht. Eventuele opmerkingen naar aanleiding van deze externe audit, worden aan de raad van bestuur overgemaakt onder de vorm van een "management letter". In het verleden werden er geen belangrijke tekortkomingen in de interne controle vastgesteld.
Het proces voor de totstandkoming van de financiële rapportering wordt geleid door de afdeling "corporate finance", onder direct toezicht van de "chief financial officer" en is georganiseerd als volgt:
• In functie van de opgelegde (interne en externe) deadlines wordt er een retroplanning opgemaakt. In het begin van het jaar krijgt elke rapporteringsentiteit en de externe auditor dit document. De website van de Vennootschap maakt eveneens de externe deadlines publiek bekend.
De maandelijkse managementrapportering en de wettelijke consolidatie worden uitgevoerd in een geïntegreerd systeem. Er wordt ook gepaste zorg besteed aan antivirus- en beschermingsprogramma's, ononderbroken back-ups en maatregelen ter waarborging van de continuïteit van de dienstverlening.
Het Charter beschrijft het beleid met betrekking tot verrichtingen tussen de Vennootschap of een met haar verbonden vennootschap en een lid van de raad van bestuur of van het executief comité of een met haar verbonden persoon die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten, al dan niet in de zin van het WVV. Het vermeldt bovendien de wettelijke procedures die zijn vastgelegd in de artikels 7:96 en 7:97 van het WVV.
In 2022 werden er verrichtingen die aanleiding gaven tot een belangenconflict in de zin van artikel 7:96 van het WVV gemeld aan de raad van bestuur van 15 februari 2022 en van 16 november 2022. De wettelijke procedure voorzien door dit artikel werd toegepast op de beslissingen van de raad in verband hiermee. De notulen van de vergadering met betrekking tot deze besluiten van de raad werden meegedeeld aan de commissaris van de Vennootschap. De uittreksels van de notulen van de betreffende besluiten worden hieronder integraal weergegeven:
"De Voorzitter van het Remuneratiecomité, Antoine Friling, vat de voorstellen van het Comité aan de Bestuurders als volgt samen …
De individuele evaluatie van de leden van het Executief Comité werd uitvoerig besproken.
Aangezien dit punt een deel van zijn bezoldiging betreft, verklaart François Van Hoydonck, Gedelegeerd Bestuurder, dat er in zijn hoofde een belangenconflict bestaat. Artikel 7:96 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen is bijgevolg van toepassing. Hij verlaat tijdelijk de vergadering.
De Bestuurders nemen kennis van de evaluatie en de variabele remuneratie voorgesteld door het Remuneratiecomité voor François Van Hoydonck voor het jaar 2021. Zij bevestigen de aanbeveling van het Remuneratiecomité.
François Van Hoydonck komt de vergaderzaal binnen.
...
"De Voorzitter van het Remuneratiecomité, Antoine Friling, vat het advies van het Comité aan de Bestuurders als volgt samen: …
Aangezien de volgende punten zijn individuele bezoldiging betreffen, verklaart François Van Hoydonck, Gedelegeerd Bestuurder, dat er voor hem een belangenconflict bestaat, zoals bedoeld in artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen. François verlaat de vergadering.
- Uit dezelfde benchmarkstudie blijkt dat de totale vaste remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Executief Comité marktconform is, maar er wordt opgemerkt dat de vaste vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder boven het benchmarkgemiddelde ligt, na een verhoging van de jaarlijkse vaste bezoldiging vorig jaar, terwijl de gemiddelde vaste vergoeding van de leden van het Executief Comité (exclusief Petra Meekers met een Singaporese expatstatus) voor het tweede opeenvolgende jaar onder de benchmark ligt.
- De variabele vergoedingen voor 2021 liggen, wegens de verminderde winstgevendheid van de Vennootschap in 2020, aanzienlijk onder de benchmark, waardoor de vergelijking voor de 'totale' vergoedingen ver onder de benchmarkniveaus uitkomt. Dit effect is volledig omgekeerd wanneer de variabele bezoldigingen voor 2022 in aanmerking worden genomen, op basis van de betere winstgevendheid in 2021.
Aangezien de variabele vergoeding, berekend op basis van de recordresultaten van 2022, in 2023 aanzienlijk hoger zal zijn dan het voorgaande jaar, wordt besloten de Raad van Bestuur te adviseren de verhoging van de vaste vergoeding voor 2023 te beperken tot de contractuele stijging van de consumentenindex, voor alle leden van het Executief Comité, met inbegrip van de Gedelegeerd Bestuurder. De vaste vergoeding kan dan in 2023 opnieuw worden herzien, terwijl de impact van de variabele vergoeding naar verwachting gematigder zal zijn.
- Er wordt voorgesteld om het jaarlijkse optieplan, gestart in 2011, voort te zetten in 2022. De opties zouden dezelfde kenmerken hebben als die welke vorig jaar werden toegekend, zijnde een jaarlijks aandelenoptieplan op bestaande SIPEFaandelen en in overeenstemming met de Belgische fiscale wetgeving. Het Comité stelt voor een totaal aantal van 22 000 aandelenopties toe te kennen aan de Gedelegeerd Bestuurder, het uitgebreid Executief Comité en de drie Managers belast met de activiteiten van SIPEF in Indonesië, PNG en Ivoorkust. Eén optie geeft de begunstigde het recht één SIPEF-aandeel te kopen; 22 000 opties komen overeen met een
bedrag van ongeveer KEUR 1 254 (op basis van een beurskoers van ongeveer EUR 57 per aandeel); 6 000 opties (KEUR 342) zouden worden aangeboden aan de Gedelegeerd Bestuurder. Aangezien het in 2012 uitgegeven jaarlijkse optieplan op 21 november 2022 afloopt, is het onwaarschijnlijk dat de resterende 12 000 opties vóór die datum zullen worden uitgeoefend. Voorts wordt aanbevolen dat de Vennootschap alle uitstaande opties blijft dekken door de inkoop van SIPEF-aandelen tot het verstrijken van het programma, of tot alle opties zijn uitgeoefend. Er wordt aangenomen dat tegen eind 2022 een totaal van 184 000 eigen aandelen nodig zal zijn om alle opties, met inbegrip van het 2022 plan, te dekken. Daarnaast stelt het Management voor enkele kleine wijzigingen aan te brengen in het reglement van het aandelenoptieplan om de realiteit en de wettelijke vereisten inzake belastingen en sociale zekerheid zo goed mogelijk te weerspiegelen. De voorgestelde wijzigingen zijn samengevat in een afzonderlijke nota aan het Comité en de Raad van Bestuur.
In afwezigheid van François Van Hoydonck keuren de Bestuurders deze laatste voorstellen van het Comité goed.
François Van Hoydonck komt de vergadering opnieuw binnen."
Er deden zich verder geen andere gevallen van belangenconflicten voor in 2022.
De raad van bestuur heeft de gedragsregels die de bestuurders, werknemers en zelfstandige medewerkers van SIPEF dienen te respecteren bij financiële verrichtingen met effecten van de Vennootschap en zijn beleid ter voorkoming van marktmisbruik opgesteld en neergeschreven in hoofdstuk 5 van het Charter.
De EU Taxonomie is een classificatiesysteem voor ecologisch duurzame economische activiteiten dat door de Europese Commissie werd ontwikkeld als hulp bij de opschaling van duurzame investeringen in het kader van de Europese Green Deal. De Taxonomieverordening is een kernonderdeel van het actieplan van de Europese Commissie om kapitaalstromen naar duurzame projecten en activiteiten te leiden. Zij vormt een belangrijke mijlpaal in het streven van de EU naar koolstofneutraliteit tegen 2050, door duidelijke definities en criteria vast te leggen voor wat mag worden beschouwd als 'duurzaam'. Dat omvat definities en criteria voor de milieudoelstellingen 'Klimaatveranderingsmitigatie' en 'Klimaatveranderingsadaptatie'.
Als niet-financiële moederonderneming heeft SIPEF onderzocht in welke mate haar economische activiteiten in de verslagperiode 2022 in aanmerking komen voor taxonomieclassificatie. Hieronder wordt het percentage van de omzet, de investeringen ("Capital Expenditure" - Capex) en de bedrijfsuitgaven ("Operating Expenditure" - Opex) gepresenteerd dat verband houdt met economische activiteiten die in aanmerking komen voor taxonomieclassificatie in het kader van de eerste twee milieudoelstellingen (klimaatveranderingsmitigatie en klimaatveranderingsadaptatie), overeenkomstig Artikel 8 van de Taxonomieverordening en Artikel 10 (2) van de krachtens Artikel 8 Gedelegeerde Handeling.
Voor meer informatie: https://ec.europa.eu/info/ business-economy-euro/banking-and-finance/ sustainable-finance/eu-taxonomy-sustainableactivities\_en
SIPEF heeft alle voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten, zoals opgesomd in de Gedelegeerde Handeling voor het Klimaat, geëvalueerd op basis van de activiteiten van de Vennootschap als agro-industriële groep. De Gedelegeerde Handeling voor het Klimaat focust op de economische activiteiten en sectoren met het hoogste potentieel om de doelstellingen van klimaatveranderingsmitigatie en klimaatveranderingsadaptatie te verwezenlijken. Die sectoren omvatten energie, geselecteerde productieactiviteiten, transport en gebouwen.
SIPEF focuste bij de evaluatie van haar taxonomieclassificatie op economische activiteiten gedefinieerd als de levering van goederen of diensten op een markt, om zo (eventueel) inkomsten te genereren. In die context definieert SIPEF, als agro-industriële groep, het kweken van oliepalmen, rubber en bananen en de productie van palmolie, palmpitten, palmpitolie en rubber als de kern van haar bedrijfsactiviteiten.
Na een grondige evaluatie met de medewerking van alle betrokken afdelingen en teams werd geconcludeerd dat SIPEF's economische kernactiviteiten niet onder de Gedelegeerde Handeling voor het Klimaat vallen en als dusdanig niet in aanmerking komen voor taxonomieclassificatie.
Zoals vastgelegd in de 'Gedelegeerde Handeling Klimaat', aangenomen in juni 2021, zijn de criteria voor landbouw voorlopig uitgesloten uit de Gedelegeerde Handeling, in afwachting van verdere vooruitgang in de lopende onderhandelingen over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). SIPEF verwacht dan ook in de toekomst minstens een deel van haar kernactiviteiten te kunnen aangeven als in aanmerking komend voor taxonomieclassificatie in het kader van de doelstellingen van klimaatveranderingsmitigatie en klimaatveranderingsadaptatie.
SIPEF verschaft deze informatie op vrijwillige basis, omdat de Groep van mening is dat deze informatie nuttig kan zijn voor gebruikers van zijn geconsolideerde niet-financiële verklaringen om een beter inzicht te verwerven in zijn bedrijfsactiviteiten. Hoewel de kernactiviteiten van SIPEF momenteel niet onder de 'Gedelegeerde Handeling Klimaat' vallen en niet in aanmerking komen voor de Taxonomie, blijft de Groep zich engageren om de uitstoot van broeikasgassen verbonden aan haar bedrijfsactiviteiten te verminderen en om de risico's en de gevolgen verbonden aan de klimaatverandering te beheren. Een overzicht van de bestaande initiatieven van de Groep met betrekking tot de klimaatveranderingsmitigatie en -beperking wordt gegeven in Hoofdstuk 4 van dit verslag.
| PERCENTAGE VAN DE WEL EN NIET VOOR TAXONOMIECLASSIFICATIE IN AANMERKING KOMENDE ECONOMISCHE | |
|---|---|
| ACTIVITEITEN IN DE TOTALE OMZET, CAPEX EN OPEX |
| TOTAAL (KUSD) | PERCENTAGE VAN DE WEL VOOR TAXONOMIECLAS SIFICATIE IN AANMERKING KOMENDE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN (%) |
PERCENTAGE VAN DE NIET VOOR TAXONOMIECLAS SIFICATIE IN AANMERKING KOMENDE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN (%) |
|
|---|---|---|---|
| Omzet | 527 460 | 0% | 100% |
| Investeringen (Capex) | 79 294 | 0% | 100% |
| Bedrijfsuitgaven (Opex) | 51 175 | 0% | 100% |
In het kader van het ethisch beleid van SIPEF volgt hieronder de lijst van andere kritieke onderwerpen die naast transparantie aan bod komen.
| ANDERE KRITIEKE ONDERWERPEN | ||||
|---|---|---|---|---|
| Bestrijding van omkoping en corruptie |
De Groep beschikt over een degelijk beleid, mechanismen en maat regelen om alle risico's in verband met corruptie in de sector en op de locaties waar de Groep actief is, aan te pakken. |
|||
| Whistleblowing | SIPEF en SIPEF-dochterondernemingen zijn verplicht ervoor te zorgen dat elke gemelde bezorgdheid over vermoedelijk wangedrag naar behoren wordt opgevolgd, onderzocht en verholpen. |
|||
| Klachten | Het klachtenmechanisme van SIPEF zorgt ervoor dat alle belangheb benden, intern en extern, erop kunnen vertrouwen dat hun grieven worden gehoord en onpartijdig worden behandeld, en niet worden beantwoord met represailles. |
|||
| Verbod om persoonlijke zaken te doen |
Verbod om de faciliteiten van de Groep of de werkuren te gebruiken voor persoonlijke zaken. |
|||
| Privacy | Het privacybeleid bepaalt hoe SIPEF persoonlijke gegevens gebruikt, opslaat en beschermt, in overeenstemming met de GDPR. |
SIPEF begrijpt het belang van het creëren van een eerlijke omgeving voor zakendoen, vrij van de verstorende, concurrentievervalsende effecten van omkoping en andere vormen van corruptie. De Vennootschap is zich bewust van de ernst van de mogelijke gevolgen voor de Groep op juridisch, financieel en operationeel vlak evenals voor zijn reputatie.
De Groep beschikt over stevige beleidslijnen, mechanismen en maatregelen om de risico's verbonden aan corruptie in de industrie en op locaties waar de Groep actief is, aan te pakken. Interne sancties, tot en met ontslag, worden opgelegd bij overtreding van de bedrijfsvoorschriften. De ergste gevallen worden aan de bevoegde autoriteiten gerapporteerd, en de Vennootschap verleent haar volledige medewerking in geval van rechtsvervolging.
Interne procedures en interne controleprogramma's worden voortdurend herzien om interne en externe fraude te voorkomen en op te sporen.
De Afdeling Interne Audit ("Internal Audit Department" – IAD) van de Groep zorgt voor opleidingen voor en bewustmaking van zijn werknemers, met als doel ervoor te zorgen dat het personeel op elk niveau van de onderneming de relevantie en het belang van het anti-corruptiebeleid van de Groep begrijpt. Daarnaast vergadert de IAD ook regelmatig met de lokale overheden om hen op de hoogte te brengen van het beleid en de procedures inzake corruptiebestrijding. De resultaten van de rapporten en bevindingen van de IAD worden ook op regelmatige basis door het managementteam geëvalueerd.
Werknemers die zich zorgen maken over vermoedelijk wangedrag worden aangemoedigd naar buiten te treden zonder angst voor straf of oneerlijke behandeling. Alle gerapporteerde bekommernissen worden met de grootst mogelijke vertrouwelijkheid behandeld en de naam van de klokkenluider wordt niet zonder toestemming vrijgegeven.
SIPEF en de dochterondernemingen van SIPEF zijn verplicht ervoor te zorgen dat elke gerapporteerde bezorgdheid naar behoren wordt opgevolgd en onderzocht, indien nodig, en dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen.
Het klachtenmechanisme van SIPEF zorgt ervoor dat alle belanghebbenden, intern en extern, erop kunnen vertrouwen dat hun klachten zullen worden gehoord en onpartijdig zullen worden behandeld, en niet zullen worden beantwoord met represailles. Er is een groepsbeleid inzake klachten ingevoerd en aan alle werknemers en andere belanghebbenden meegedeeld.
Alle klachten worden op een transparante en tijdige manier behandeld, rechtstreeks tussen de aanklagers en de respectieve operatie. Er is een specifiek systeem voor gevallen van seksuele intimidatie, waarbij de nadruk ligt op het beschermen van de privacy en het waarborgen van eerlijke procedures.
Het privacybeleid van SIPEF is van kracht sinds 2018. Het beleid bepaalt hoe SIPEF de persoonsgegevens gebruikt, opslaat en beschermt. Het is afgestemd op de vereisten die in de EU gelden in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR 2016/679).
Klachten ontvangen van ngo's, of klachten die als belangrijk worden beschouwd, worden gecommuniceerd op het Klachtendashboard van de SIPEF-bedrijfswebsite, inclusief informatie over de status van elke zaak, en of en hoe de zaken zijn opgelost.
Het Klachtendashboard kan geraadpleegd worden op: www.sipef.com/hq/sustainability/ grievances-dashboard-active-andor-progressing
Een in 2020 bij de RSPO ingediende klacht met betrekking tot PT Agro Kati Lama (AKL) in Zuid-Sumatra over beschuldigingen inzake de rechten, arbeidsomstandigheden en veiligheid van tijdelijke werknemers in dienst van externe onderaannemers, is in juni 2022 formeel afgesloten door het RSPO-klachtenpanel.
• https://askrspo.force.com/Complaint/s/case/ 5000o000039fl8kAAA/detail
De SIPEF-groep doet een beroep op externe deskundigen ter ondersteuning van de geschillenbeslechting en houdt voortdurend toezicht op de voortgang om de doeltreffendheid van de overeengekomen maatregelen te evalueren.
Op 31 december 2022 bestaat de raad van bestuur uit 10 leden.
| DUUR MANDAAT | |
|---|---|
| Baron Luc Bertrand, voorzitter | 2020-2023 |
| François Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder | 2019-2023 |
| Tom Bamelis | 2022-2026 |
| Priscilla Bracht | 2022-2026 |
| Alexandre Delen (vanaf 8 juni 2022) | 2022-2026 |
| Baron Jacques Delen (tot 8 juni 2022) | 2021-2022 |
| Antoine Friling | 2019-2023 |
| Gaëtan Hannecart | 2020-2024 |
| Yu-Leng Khor | 2021- 2025 |
| Sophie Lammerant-Velge | 2019-2023 |
| Nicholas Thompson | 2019-2023 |
• De curricula vitae van de bestuurders zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap:: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/
Ten minste de helft van de leden van de raad zijn niet-uitvoerende bestuurders, namelijk negen op de tien bestuurders. Drie bestuurders op de tien zijn vrouwen. De Vennootschap respecteert dus op het gebied van genderdiversiteit het wettelijk voorgeschreven quota van een derde.
Bovendien telt de raad van bestuur op 31 december 2022 de volgende onafhankelijke bestuurders:
Deze bestuurders beantwoorden aan alle onafhankelijkheidscriteria vervat in principe 3 van de Code.
Het aandeelhouderschap van de Vennootschap wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee referentieaandeelhouders, Ackermans & van Haaren en Groep Bracht. Ondanks deze aandeelhoudersstructuur, oefent geen enkele bestuurder of groep van bestuurders een dominerende invloed uit op de werking van de raad van bestuur.


Luc Bertrand voorzitter

Tom Bamelis

François Van Hoydonck gedelegeerd bestuurder


Priscilla Bracht Alexandre Delen

Antoine Friling

Sophie Lammerant-Velge

Gaëtan Hannecart Yu-Leng Khor


Nicholas Thompson
De raad kan enkel efficiënt beraadslagen en beslissen indien het aantal leden beperkt is en de nodige diversiteit binnen de raad aanwezig is. Bij de benoeming van de bestuurders laat de Vennootschap zich onder meer leiden door de volgende criteria: ervaring, kennis, opleiding, leeftijd, gender en nationaliteit. Bovendien besteedt de raad bijzondere aandacht aan de complementaire bekwaamheden van zijn leden die veelal gepaard gaan met de uiteenlopende achtergronden van de bestuurders. De Vennootschap tracht eveneens de belangen van alle stakeholders te waarborgen door de aanwezigheid van onafhankelijke bestuurders. SIPEF duldt geen enkele vorm van discriminatie.
De achtergrond en professionele ervaring van de leden zijn heel gediversifieerd binnen de raad. Ze strekken zich uit over de volgende sectoren: agrarische, financiële, industriële, marketing- en IT-sector. Gezien duurzaamheid de rode draad is binnen de activiteiten van de SIPEF-groep, ziet de Vennootschap erop toe dat de nodige deskundigheid op dit gebied eveneens in de raad aanwezig is.
Op 31 december 2022 vertegenwoordigen de leden van de raad drie verschillende nationaliteiten: de Belgische, Engelse en Maleisische.
Reeds vele jaren zijn er vrouwen aanwezig in de raad van bestuur van SIPEF. Zo werd in 2004 Priscilla Bracht benoemd als eerste vrouwelijke bestuurder. In 2011 vervoegde Sophie Lammerant-Velge de raad en in 2017 werd het aantal vrouwelijke bestuurders opgetrokken tot drie met de coöptatie van Petra Meekers ter vervanging van Antoine de Spoelberch. In 2021 verliet Petra Meekers de raad van bestuur om zich aan te sluiten bij het executief comité. Ze werd vervangen door een nieuwe vrouwelijke bestuurder Yu-Leng Khor. Zo waren er dus ononderbroken tot op heden drie van de tien bestuurders vrouwen.
SIPEF streeft de aanwezigheid van een voldoende aantal onafhankelijke bestuurders in de raad van bestuur na. Eind 2022 hebben drie van de tien bestuurders een onafhankelijk karakter.
Het mandaat van bestuurder van Luc Bertrand, François Van Hoydonck, Antoine Friling, Sophie Lammerant-Velge en Nicholas Thompson vervalt na afloop van de gewone algemene vergadering van 14 juni 2023. Luc Bertrand heeft zich kandidaat gesteld voor een nieuw mandaat van twee jaar. François Van Hoydonck, Antoine Friling, en Nicholas Thompson hebben zich kandidaat gesteld voor een nieuw mandaat van vier jaar. Het mandaat van Sophie-Lammerant-Velge zal niet worden hernieuwd.
Er zal aan de algemene vergadering van 14 juni 2023 voorgesteld worden Giulia Stellari te benoemen als nieuwe onafhankelijke bestuurder voor een periode van vier jaar. Haar mandaat zal dus vervallen na afloop van de algemene vergadering van juni 2027 die zich uitspreekt over de rekeningen van het boekjaar 2026.
De Code beperkt het aantal mandaten dat een bestuurder in beursgenoteerde vennootschappen mag uitoefenen tot vijf. De volgende bestuurders oefenden op 31 december 2022 een mandaat van bestuurder uit in beursgenoteerde vennootschappen, andere dan SIPEF:
• DEME Group
• Financière de Tubize
• Rohas Technic Berhad
De raad van bestuur van SIPEF kwam zesmaal samen in 2022. De gewogen gemiddelde aanwezigheidsgraad bedroeg 100%. De individuele aanwezigheidsgraad op de vergaderingen was de volgende:
| AANWEZIGHEID | |
|---|---|
| Baron Luc Bertrand, voorzitter | 6/6 |
| François Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder | 6/6 |
| Tom Bamelis | 6/6 |
| Priscilla Bracht | 6/6 |
| Alexandre Delen (vanaf 8 juni 2022)* | 3/3 |
| Baron Jacques Delen (tot 8 juni 2022)** | 3/3 |
| Antoine Friling | 6/6 |
| Gaëtan Hannecart | 6/6 |
| Yu-Leng Khor | 6/6 |
| Sophie Lammerant-Velge | 6/6 |
| Nicholas Thompson | 6/6 |
De raden van bestuur van februari en augustus 2022 stelden de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële staten vast en bogen zich over de respectievelijke persberichten. De vergadering van september 2022 beraadslaagde over de te volgen strategie van de Groep.
In principe wordt op elke vergadering de ontwikkeling van de activiteiten van de verschillende dochterondernemingen opgevolgd aan de hand van een rapportering opgesteld door het executief comité. Daarnaast behandelde de raad op de verschillende vergaderingen, onder meer, de volgende specifieke onderwerpen:
* aanwezigheidspercentage berekend vanaf de gewone algemene vergadering van 8 juni 2022 en op grond van de vergaderingen tijdens zijn bestuurdersmandaat
** aanwezigheidspercentage berekend tot en met de dag van de gewone algemene vergadering van 8 juni 2022 en op grond van de vergaderingen tijdens zijn bestuurdersmandaat

In overeenstemming met de Code, evalueren de bestuurders om de drie jaar de omvang, de samenstelling en de werking van de raad van bestuur en de comités van de Vennootschap. Tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur van 11 augustus en 23 september 2021 had deze driejaarlijkse evaluatie plaats. De actuele omvang en samenstelling van de raad en zijn comités werden geschikt bevonden en er werd geoordeeld dat de essentiële kwalificaties voldoende aanwezig zijn.
De volgende evaluatie van de samenstelling en werking van de raad en zijn comités zal plaatsvinden in 2024.
Bovendien beoordelen de niet-uitvoerende bestuurders, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder, éénmaal per jaar de interactie tussen de raad van bestuur en het executief comité (artikel 3.11 van het Charter). Deze jaarlijkse evaluatie vond plaats op 16 augustus 2022. De betrokken bestuurders oordeelden dat de relatie met het executief comité betrouwbaar en open is, waardoor ze een betrouwbaar en transparant zicht krijgen op de dagelijkse werking van de Groep.

François Van Hoydonck voorzitter

Charles De Wulf

Thomas Hildenbrand

Robbert Kessels

Petra Meekers Johan Nelis

| François Van Hoydonck, voorzitter | gedelegeerd bestuurder |
|---|---|
| Charles De Wulf | directeur estates department |
| Thomas Hildenbrand | directeur fruit department |
| Robbert Kessels | chief commercial officer |
| Petra Meekers | chief operating officer Asia-Pacific |
| Johan Nelis | chief financial officer |
• De curricula vitae van de leden van het executief comité zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/
Op 31 december 2022 bestaat het uitvoerend management uit zes personen die samen handelen als college onder de naam 'executief comité'. Het comité is belast met het dagelijkse bestuur van de Vennootschap en wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder, François Van Hoydonck.
De raad benoemt de leden van het executief comité voor onbepaalde duur. Aldus wordt de continue werking van het executief comité verzekerd.
De Vennootschap heeft niet de intentie wijzigingen in de samenstelling van dit comité in 2023 door te voeren.
De Raad van Bestuur van 16 november 2022 heeft de delegatie van het dagelijks bestuur aan François Van Hoydonck opnieuw verlengd tot september 2024, onder de opschortende voorwaarde van zijn herbenoeming als bestuurder door de algemene vergadering van juni 2023.
Het diversiteitsbeleid dat de samenstelling van de raad van bestuur bepaalt is eveneens van toepassing op het executief comité. Een evenwichtige en gevarieerde samenstelling is des te belangrijk voor het comité dat met een beperkt aantal personen over de nodige kennis en ervaring moet beschikken om alle aspecten van de activiteiten van de Vennootschap te kunnen behandelen.
Bij de b eno em i ng v a n de le den l a at de Vennootschap zich dus vooral leiden door de ervaring, kennis en opleiding van de kandidaten zodat er voldoende complementaire bekwaamheden aanwezig zijn.Bovendien zijn leeftijd, gender en nationaliteit eveneens criteria die een rol spelen. Ze garanderen een gevarieerde manier van denken en handelen. Er wordt geen enkele vorm van discriminatie geduld.
Elk lid van het comité heeft zijn eigen specifieke bekwaamheden die verschillende domeinen bestrijken: agrarisch management, duurzaamheid, commercieel en administratief management, finance, legal en IT. Waar nodig hebben de leden de vereiste ervaring met de landen waar SIPEF aanwezig is of met landen in tropische en subtropische gebieden.
De leeftijd van de leden varieert van begin veertig tot begin zestig jaar. De leeftijdslimiet is vastgelegd op 65 jaar. Er zijn drie verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd in het comité: de Franse, Nederlandse en Belgische.
SIPEF staat volledig open voor het integreren van vrouwen in het bedrijf op alle niveaus. Zowel in België als in het buitenland bekleden vrouwen sleutelposities. Dit werd in 2021 nogmaals bevestigd door de benoeming van Petra Meekers als lid van het executief comité.

In principe komt het executief comité, behoudens onvoorziene omstandigheden, elke dinsdag samen en telkens wanneer het belang van de Vennootschap het vereist.
Het comité is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Groep, met inbegrip van alle handelingen met betrekking tot het dagelijks leven van de Vennootschap en de andere vennootschappen van de Groep, maar ook alle handelingen die te onbelangrijk zijn voor de raad van bestuur of te dringend om de tussenkomst van de raad te rechtvaardigen. Het beschikt daarbij over de nodige operationele vrijheid en middelen om zijn taak naar behoren uit te voeren.
In de praktijk bereidt het comité alle beslissingen van de raad voor en zorgt tevens voor de uitvoering van de genomen beslissingen. Zo bereidde het comité in 2022, onder meer, de maatschappelijke en geconsolideerde rekeningen van de Groep voor, evenals de kwartaalcijfers. Het stelde de budgetten op korte en lange termijn op die ter goedkeuring aan de raad werden voorgelegd. Het maakt tevens in het kader van het strategisch plan als voor het jaarbudget de nodige sensitiviteitsanalyses op, om het juiste risicoprofiel van de te nemen beslissingen te kunnen inschatten.
Het volgde de operationele en financiële ontwikkelingen van de Groep op en maakte hierover voorstellingen voor de raad van bestuur. Het werkte voorstellen over de te volgen strategie uit en de waardering van het SIPEF-aandeel. Het organiseerde de installatie van de Enterprise Resource Planning (ERP) software en volgde de uitvoering ervan van dichtbij op.
Het legde verschillende ontwerpteksten ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur waaronder die van het jaarverslag 2021, inclusief het remuneratieverslag en het duurzaamheidsverslag. Het boog zich over verschillende onderwerpen in verband met duurzaamheid, waaronder: de materialiteitsbeoordeling, actualisering en vaststelling van de baseline en doelstellingen van de broeikasgasemissies in 2022 en de evaluatie van de RPP en RPuP.
Het bestudeerde eveneens de nieuwe nationale en Europese wetgevende initiatieven op het gebied van duurzaamheid en de gevolgen hiervan voor de Vennootschap.
De samenstelling, omvang, werking en performantie van het executief comité wordt tweemaal per jaar beoordeeld door het remuneratiecomité. Bovendien evalueert het remuneratiecomité samen met de gedelegeerd bestuurder elk jaar de bijdrage van ieder lid van het executief comité tot de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep. De voorzitter van het comité neemt geen deel aan de evaluatie van zijn eigen prestaties.
Daarnaast evalueert de raad van bestuur het hele jaar door het executief comité op basis van het door dit comité verrichte werk en zijn voorbereidingen voor de raad.
Verder spreken de niet-uitvoerende bestuurders zich jaarlijks uit, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder, over de interactie tussen de raad en het executief comité. Ze oordeelden op 16 augustus 2022 dat de relatie van de raad met het executief comité betrouwbaar en open is waardoor de bestuurders een betrouwbaar en transparant zicht krijgen op de dagelijkse werking van de Groep.
Samenstelling op 31 december 2022, vergaderingen en aanwezigheidsgraad in 2022
| DUUR MANDAAT | AANWEZIGHEID | |
|---|---|---|
| Tom Bamelis, voorzitter | 2022-2026 | 4/4 |
| Sophie Lammerant-Velge | 2019-2023 | 4/4 |
| Nicholas Thompson | 2019-2023 | 4/4 |
Op 31 december 2022 bestaat het auditcomité uit drie leden, allen niet-uitvoerende bestuurders. Twee leden zijn onafhankelijke bestuurders. Het comité wordt voorgezeten door Tom Bamelis. De duur van het mandaat van de leden valt samen met de duur van hun mandaat van bestuurder. Alle leden van het auditcomité bezitten de nodige vaardigheden op het gebied van boekhouding en audit en het comité bezit een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van SIPEF.
Het auditcomité kwam vier keer samen in 2022. Het gewogen gemiddelde aanwezigheidspercentage was 100%.
In februari en augustus heeft het comité zich hoofdzakelijk gebogen over de analyse van respectievelijk de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële staten en het persbericht met betrekking tot deze rekeningen. Op elk van deze vergaderingen presenteerde de commissaris de resultaten van de uitgevoerde audit van deze staten.
Daarnaast vond tijdens de verschillende vergaderingen een toelichting en bespreking plaats van:
De commissaris was aanwezig op alle vergaderingen van het comité in 2022. De vergaderingen van het auditcomité werden eveneens door de gedelegeerd bestuurder en de "chief financial officer" bijgewoond. Bovendien was er een vertegenwoordiger van de referentieaandeelhouder, Ackermans & van Haaren aanwezig op alle vergaderingen.
De interne auditors van de operationele dochters namen geen deel aan de vergaderingen van het auditcomité van het moederbedrijf. De gedelegeerd bestuurder en "chief financial officer" hadden in de loop van het boekjaar 2022 meetings met de lokale interne auditverantwoordelijken van Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
De periodieke evaluatie van de samenstelling en werking van de raad van bestuur heeft eveneens betrekking op de comités van de raad van bestuur.
Samenstelling op 31 december 2022, vergaderingen en aanwezigheidsgraad in 2022.
| DUUR MANDAAT | AANWEZIGHEID | |
|---|---|---|
| Antoine Friling, voorzitter | 2019-2023 | 2/2 |
| Yu-Leng Khor | 2021-2025 | 2/2 |
| Sophie Lammerant-Velge | 2019-2023 | 2/2 |
Op 31 december 2022 is het remuneratiecomité samengesteld uit drie leden, allen niet-uitvoerende bestuurders. De meerderheid van het comité, namelijk twee op de drie leden, zijn onafhankelijke bestuurders. Het comité wordt voorgezeten door Antoine Friling. De duur van het mandaat van de leden valt samen met de duur van hun mandaat van bestuurder.
Het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid.
In 2022 kwam het remuneratiecomité tweemaal samen. Het gewogen gemiddelde aanwezigheidspercentage bedroeg 100%.
In 2022 boog het remuneratiecomité zich over de volgende onderwerpen:
De vergaderingen van het remuneratiecomité werden eveneens door de gedelegeerd bestuurder bijgewoond. Bovendien woonde een vertegenwoordiger van de respectievelijke referentieaandeelhouders, Ackermans & van Haaren en Groep Bracht, de vergaderingen van februari en november bij.
De periodieke evaluatie van de samenstelling en werking van de raad van bestuur heeft eveneens betrekking op de comités van de raad van bestuur.
Samenstelling op 31 december 2022, vergaderingen en aanwezigheidsgraad in 2022
Het benoemingscomité van SIPEF bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De evolutie van de samenstelling van het benoemingscomité is identiek aan die van de raad van bestuur (zie 1.1).
In 2022 kwam de raad in zijn hoedanigheid van benoemingscomité driemaal bijeen, op 15 februari, 16 augustus en 16 november. Het gewogen gemiddelde aanwezigheidspercentage was 100%.
De raad van bestuur sprak zich, in zijn hoedanigheid van benoemingscomité, uit over de volgende onderwerpen:
De duurzaamheidsgovernancestructuur van SIPEF is ontworpen voor een correct beheer van de implementatie en voortdurende ontwikkeling van haar duurzaamheidsverbintenissen. In dit hoofdstuk wordt een globaal overzicht gegeven van de wijze waarop de duurzaamheidsgovernance is ingebed, van het niveau van de raad van bestuur tot dat van de dochterondernemingen. De grafische voorstelling in dit hoofdstuk laat ook zien hoe de duurzaamheidsgovernance is geïntegreerd in de corporate governancestructuur. Met andere woorden, duurzaamheidsonderwerpen worden besproken in het executief comité, dat verantwoording aflegt aan de raad van bestuur. Nadere informatie is te vinden op de SIPEFwebsite: www.sipef.com/hq/sustainability/ sustainable-approach/
SIPEF heeft beleidsmaatregelen, procedures en ondersteunende structuren uitgewerkt die een goed bestuur van de onderneming en van de duurzaamheid op alle niveaus verzekeren, met inbegrip van de dochterondernemingen van de Vennootschap. Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht van de rol van de raad van bestuur en het executief comité bij het toepassen van de duurzaamheidsstrategie van SIPEF.

RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF
* nieuwe functie vanaf januari 2023 ** nieuwe functie vanaf oktober 2022
Duurzaamheidsteam
Papoea-Nieuw-Guinea
Executief comité
onder leiding van de
SIPEF duurzaamheidsdirecteur
"general manager"
van Papoea-Nieuw-Guinea
Duurzaamheidsteam
van Ivoorkust
Ivoorkust
EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF
COO APAC: verantwoordelijk voor
duurzaamheid
Executief comité
onder leiding van de
"general manager"
REGIONALE
Indonesië
Executief comité
onder leiding van de
WERELDWIJD DUURZAAM-
HEIDSTEAM VAN SIPEF
• SIPEF-duurzaamheidsdirecteur
• Senior duurzaamheidsadviseur*
• Junior duurzaamheidsanalist**
• CSR-duurzaamheidsanalist
"president director"
Duurzaamheidsteam
• Team Noord-Sumatra
• Team Zuid-Sumatra
van Indonesië
• Team Bengkulu
DUURZAAMHEIDSTEAMS
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor duurzaamheid ligt op het niveau van de raad, waar Priscilla Bracht een bijzondere interesse heeft in deze materie. De hele raad van bestuur monitort de vooruitgang die SIPEF boekt in de duurzaamheidsrangschikkingen en -ratings, de certificeringen en de interne risico-evaluaties en -rapportage. De raad van bestuur krijgt minstens tweemaal per jaar een duurzaamheidsbriefing en bespreekt materiële ESG-thema's op zijn jaarlijkse strategievergadering.
De raad wordt door SIPEF's executief comité aangestuurd inzake de implementatie en vooruitgang van de duurzaamheidsstrategie van de Groep. De duurzaamheid wordt vanuit het executief comité geleid door Petra Meekers, die in juni 2021 werd benoemd tot "chief operating ocer" Asia-Pacific (COO APAC). Gelet op haar sterke achtergrond in duurzaamheid heeft de benoeming geleid tot een aanzienlijke versterking van het ESG-leiderschap binnen de Groep.
Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de manier waarop de duurzaamheidsteams van SIPEF de duurzaamheidsstrategie in overeenstemming brengen met de verwachtingen van de belangrijkste stakeholders.
Het wereldwijd duurzaamheidsteam werd opgericht in 2021, om ervoor te zorgen dat de strategie, het beleid en de communicatie van SIPEF op duurzaamheidsgebied afgestemd blijven op de evoluerende verwachtingen en vereisten van belangrijke stakeholders. Dat omvat de coördinatie van de interne en externe rapportering over de duurzaamheidsprestaties van de Groep. De COO APAC van SIPEF houdt toezicht op het team en het wordt geleid door de SIPEF-duurzaamheidsdirecteur en bijgestaan door een CSR-duurzaamheidsanalist en een junior duurzaamheidsanalist die respectievelijk in mei 2021 en oktober 2022 bij SIPEF kwamen. Een senior duurzaamheidsadviseur versterkte het team in januari 2023.
Er zijn drie teams belast met de implementatie van SIPEF's duurzaamheidsstrategie en -beleid op het niveau van de dochterondernemingen: de duurzaamheidsteams van Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
SIPEF's duurzaamheidsdirecteur houdt toezicht op de teams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en rapporteert rechtstreeks aan de plaatselijke "president director" (Indonesië) en de "general managers" (Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust), evenals aan de COO APAC van SIPEF.
De aandeelhoudersstructuur van SIPEF wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee referentieaandeelhouders, Ackermans & van Haaren en Groep Bracht samengesteld uit Priscilla, Theodora en Victoria Bracht en hun respectievelijke vennootschappen (Cabra P, Cabra T en Cabra V) en Cabra NV, die gezamenlijk optreden in onderling overleg op grond van een aandeelhoudersovereenkomst die oorspronkelijk werd afgesloten in 2007 voor een periode van 15 jaar. Op 3 maart 2017 werd deze overeenkomst aangepast en verlengd voor een nieuwe periode van 15 jaar.
Deze aandeelhoudersovereenkomst beoogt met de creatie van een stabiel aandeelhouderschap van SIPEF, de bevordering van de evenwichtige ontwikkeling en de rendabele groei van SIPEF en haar dochtervennootschappen. Ze bevat onder meer stemafspraken in verband met de benoeming van bestuurders en afspraken in verband met de overdracht van aandelen.
Op 23 augustus 2022 heeft SIPEF een kennisgeving ontvangen met betrekking tot de drempeloverschrijding van 50% van de stemrechten van SIPEF door Ackermans & van Haaren NV ('AvH') samen met Groep Bracht. Deze beweging in het aandeelhouderschap van SIPEF is het gevolg van verschillende aankopen van SIPEFaandelen op de beurs door AvH tussen de vorige kennisgeving van 2 juli 2020 en de datum van de drempeloverschrijding op 22 augustus 2022. Na deze verrichtingen bezat AvH samen met Groep Bracht 50,00% van de stemrechten van SIPEF, waarvan respectievelijk 36,00% en 12,32% rechtstreeks in het bezit van AvH en Groep Bracht, aangevuld met 1,68% eigen aandelen die SIPEF in portefeuille heeft.
De relevante gegevens van deze transparantiemelding zijn terug te vinden op de website van de Vennootschap.
• www.sipef.com/hq/investors/shareholders-information/ shareholders-structure/
Op die datum bezat geen enkele andere aandeelhouder meer dan 5% van de stemmen van SIPEF.
Het deugdelijk bestuur van SIPEF wijkt af van een beperkt aantal aanbevelingen van de Code:
Vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders: een deel van hun vergoeding bestaat niet uit aandelen van de Vennootschap die moeten worden aangehouden tot minstens één jaar na het einde van hun mandaat en minstens drie jaar na de toekenning ervan (artikel 7.6 Code).
Deze remuneratievorm wordt opgelegd door de Code opdat de niet-uitvoerende bestuurders zouden handelen met het perspectief van langetermijnaandeelhouder. De niet-uitvoerende bestuurders dienen echter de belangen van alle stakeholders te behartigen en niet enkel die van de aandeelhouders. Bovendien worden de activiteiten en de strategie van SIPEF volledig gedreven door een langetermijnvisie. De Vennootschap is dus van mening dat het overbodig is dergelijke visie door te trekken naar het remuneratiebeleid.
Vergoeding van de leden van het executief comité: er is geen minimumdrempel bepaald door de raad van bestuur voor aandelen die moeten aangehouden worden door de leden van het executief comité (artikel 7.9 Code).
De Vennootschap legt geen dergelijke minimumdrempel op aan de leden van het executief comité aangezien deze laatsten steeds gedreven worden door een langetermijnvisie die onlosmakelijk verbonden is met de agro-industriële activiteiten van de Groep. Deze kunnen enkel op lange termijn geëvalueerd worden, zoals blijkt uit de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF. Overigens is de remuneratie van de leden van het executief comité reeds gelinkt aan de performantie van de Vennootschap via de variabele vergoeding en de toekenning van aandelenopties met een looptijd van 10 jaar.
De raad van bestuur heeft geen secretaris van de Vennootschap aangesteld die de functies voorgeschreven door de Code uitoefent (artikel 3.19 Code).
De functies voorgeschreven door artikel 3.20 van de Code worden waargenomen door de gedelegeerd bestuurder, onder begeleiding van de legal counsel van de Vennootschap.
De raad heeft geen benoemingscomité aangesteld; de voltallige raad van bestuur doet dienst als benoemingscomité waarvan slechts 30% is samengesteld uit onafhankelijke bestuurders en niet de meerderheid zoals vereist door de Code (artikel 4.19 Code).
SIPEF is van oordeel dat de voltallige raad van bestuur beter geschikt is dan een benoemingscomité voor het voorbereiden en organiseren van de samenstelling en de successieplanning van de raad en zijn comités. Bovendien, hindert de relatief beperkte omvang van de raad - tien leden - geenszins een efficiënte beraadslaging en besluitvorming.
De SIPEF-aandelen zijn genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussels (code van het aandeel: SIP, ISIN code: BE0003898187).
| EVOLUTIE VAN DE BEURSGEGEVENS VAN HET SIPEF-AANDEEL (IN EUR) | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| Hoogste beurskoers van het jaar | 70,80 | 60,80 | 56,70 | 54,80 | 65,00 |
| Laagste beurskoers van het jaar | 52,70 | 43,85 | 38,00 | 35,25 | 47,10 |
| Slotkoers per 31/12 | 58,90 | 56,90 | 43,20 | 54,80 | 48,80 |
| Marktkapitalisatie per 31/12 (KEUR) | 623 122 | 601 964 | 457 027 | 579 747 | 516 271 |
| Aantal aandelen per 31/12 | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 |
| Gemiddelde aantal verhandelde aandelen per handelsdag | 5 441 | 5 277 | 5 956 | 5 081 | 4 967 |
| Gemiddelde omzet per handelsdag (KEUR) | 338 | 263 | 274 | 229 | 287 |

Het is de intentie van SIPEF om het beleid van een dividenduitkering van ongeveer 30% van de recurrente winst van het vorige boekjaar en de herinvestering van het saldo in de verdere groei van het bedrijf verder te zetten.
| ANALISTEN DIE SIPEF VOLGEN | |||
|---|---|---|---|
| Bank Degroof Petercam | Frank Claassen | ||
| Berenberg | Vasiliki Kotlida | ||
| KBC Securities | Michiel Declercq |
| FINANCIËLE KALENDER | |||
|---|---|---|---|
| 20 april 2023 | Kwartaalinformatie Q1 | ||
| 14 juni 2023 | Gewone en buitengewone algemene vergadering | ||
| 14 augustus 2023 | Halfjaarlijks financieel verslag | ||
| 19 oktober 2023 | Kwartaalinformatie Q3 | ||
| februari 2024 | Jaarlijks communiqué |
De periodieke en occasionele informatie over de Vennootschap en de Groep zal vóór openingstijd van de beurs worden gepubliceerd.
Overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften maakt elk belangrijk voorval dat een invloed kan hebben op het resultaat van de Vennootschap en van de Groep, het onderwerp uit van een afzonderlijk persbericht.
De hoofdbetaalagent is Bank Degroof Petercam.
De website (www.sipef.com) speelt een belangrijke rol in de financiële communicatie van SIPEF. Daarom wordt een omvangrijk deel van de corporate website gereserveerd voor investor relations.
SIPEF's evenwichtige groeiaanpak is gericht op duurzaamheid als één van de hefbomen ter ondersteuning van de voortdurende waardecreatie-strategie van de Groep, en op een aanhoudende beperkte schuldenlast. De Groep legt zich toe op belangrijke duurzaamheidsprioriteiten in al zijn activiteiten om een positieve bijdrage te leveren aan het milieu, de samenleving en de lokale economieën. De bouwstenen van deze gecontroleerde groeiaanpak worden in dit hoofdstuk uiteengezet.
Naar verwachting zal de vraag naar plantaardige oliën de komende jaren aanzienlijk blijven toenemen. De Groep is er sterk van overtuigd dat gecertificeerde duurzame palmolie een cruciale rol zal spelen in de tegemoetkoming aan de groeiende vraag naar plantaardige oliën, en tegelijk in de bescherming van het milieu en de bestaansmiddelen van de gemeenschappen.
Efficiënte productie en respect voor de beperkte beschikbaarheid van landbouwgrond zijn cruciaal voor het succes van SIPEF als onderneming, nu en vooral naar de toekomst toe. Hoewel SIPEF streeft naar efficiëntie in alle landbouwgewassen, is het optimaliseren van de productie-opbrengsten van de oliepalmen bijzonder belangrijk.
SIPEF erkent het aanzienlijke potentieel en het belang van innovatie om de productiviteit, de kwaliteit en de circulaire praktijken te verbeteren. De Groep legt zich toe op de toepassing van beste praktijken om de vruchtbaarheid van de bodem te verbeteren, de input te optimaliseren, bijproducten te recycleren en de productkwaliteit en de opbrengst per geplante hectare verder te verhogen. De Groep heeft ook aanzienlijke investeringen gedaan in onderzoek en ontwikkeling (O&O) en voor oplossingen in verband met het maximaliseren van de opbrengsten.
Voor meer gedetailleerde informatie over O&Oinitiatieven via SIPEF's joint venture Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS) wordt verwezen naar de sectie innovatie en voortdurende verbetering (zie pagina 111).
De betrokkenheid van de stakeholders is een belangrijk middel voor de Groep om de verwachtingen van verschillende belanghebbenden te begrijpen. SIPEF werkt actief samen met haar belangrijkste stakeholders om ervoor te zorgen dat bij de formulering van haar planning en strategische beslissingen rekening wordt gehouden met essentiële punten en trends, waar nodig. (zie SIPEF's stakeholderbetrokkenheid tabel, Annex 4) SIPEF is er trots op dat haar prestaties in 2022 voortdurend werden erkend door verschillende benchmarkorganisaties.


Certificering is een belangrijke hefboom voor SIPEF om aan te tonen dat haar activiteiten op een duurzame manier worden beheerd door middel van een reeks verifieerbare vereisten. SIPEF streeft er altijd naar om, waar mogelijk, verder te gaan dan de certificeringsvereisten om het beheer van milieu, sociale en governance gerelateerde aspecten in de bedrijfsvoering voortdurend te verbeteren.
SIPEF streeft naar 100% RSPO-certificering voor al haar oliepalmactiviteiten tegen 2026,9 inclusief de opname van RSPO-gecertificeerde toeleverende lokale boeren in haar toeleveringsketen. Vanaf 2022 is 72% van de eigen plantages van de Groep RSPO-gecertificeerd. Bovendien hebben alle fabrieken en pitpletterijen van SIPEF hun RSPO-certificaat behouden. Alle zes fabrieken van de Groep in Indonesië zijn ook gecertificeerd volgens de ISPO-norm.
SIPEF streeft ook naar 100% Rainforest Alliance-certificering voor haar bananenactiviteiten. In 2022 hebben alle sites die de voorbije jaren Rainforest Alliance gecertificeerd waren, hun certificering behouden. De certificering van SIPEF's plantages en verpakkingsstations op de twee nieuwe sites, Akoudié en Lumen, is momenteel aan de gang.
Een overzicht van de huidige certificeringsstatus van de oliepalm- en bananenactiviteiten van SIPEF is beschikbaar in Annex 5: Basisgegevens. Meer informatie over de RSPO-certificering voor lokale boeren is te vinden in het hoofdstuk 'Verantwoord beheer van de toeleveringsketen' (zie Hoofdstuk 5).
• Meer informatie over de door SIPEF behaalde duurzaamheidscertificaten is beschikbaar op: www.sipef.com/ hq/sustainability/certifications-records/
9 De algemene progressie van SIPEF naar RSPO-certificering is beschikbaar in de RSPO ACOP op https://rspo.org/ members/1-0021-05-000-00/

SIPEF stelde haar duurzaamheidsbeleid in 2014 op ter ondersteuning van de verwezenlijking van de missie en de bedrijfsstrategie van de Groep. Sindsdien werd dit beleid regelmatig herzien om de relevantie ervan te verzekeren en het af te stemmen op de dynamische duurzaamheidsvereisten, zowel lokaal als internationaal. De twee belangrijkste beleidslijnen van de Groep zijn het Verantwoordelijk plantagebeleid ("Responsible Plantations Policy" - RPP) en het Verantwoordelijk inkoopbeleid ("Responsible Purchasing Policy" - RPuP). Deze "policies" beschrijven in detail de belangrijke milieu- en sociale verplichtingen van SIPEF, niet alleen binnen de eigen plantages en activiteiten van de Groep, maar ook in de productiegebieden van zijn leveranciers, allen lokale boeren.
| RPP EN RPUP | |
|---|---|
| "Responsible Plantations Policy" |
De RPP is het duurzaamheidsbeleid op het hoogste niveau van de Groep, dat de richtlijnen bepaalt voor het beheer door SIPEF van nieuwe ontwikkelingen, evenals de voortdurende verbetering van het beheer van bestaande plantages. Het beleid omvat de belangrijkste milieu- en sociale verbintenissen en principes van SIPEF voor duurzame productie en verwerking. Het voorziet de overkoepelende verbintenis van SIPEF om volledig traceerbare en gecertificeerde producten te produceren, evenals de verbintenis tot zero ontbossing, geen nieuwe activi teiten op turfgronden en geen uitbuiting ("No Deforestation, No Peat, en No Exploitation" - NDPE) . • www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-plantations-policy/ |
| "Responsible Purchasing Policy" |
De RPuP vormt de leidraad voor de vereisten van de Groep voor verantwoord inko pen in samenwerking met externe leveranciers en bevat criteria voor het werken met lokale boeren op hun weg naar certificering. Het vormt ook het kader voor de procedures die worden gebruikt om lokale boeren in het leveranciersbestand van het bedrijf te selecteren, te controleren en zo nodig uit te sluiten, te schorsen of te verwijderen. • www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-purchasing-policy/ |
Naast de RPP en RPuP hanteert de Groep verschillende ondersteunende beleidslijnen gericht op specifieke kwesties zoals mensenrechten, kinderarbeid en klachten. Al deze beleidslijnen zijn terug te vinden op de website van SIPEF: www.sipef.com/hq/sustainability/ sipef-corporate-policies/
SIPEF verbindt zich ertoe de volledige traceerbaarheid van alle verkochte grondstoffen tot de plaats van productie te handhaven, zowel tot de door SIPEF beheerde plantages als tot de percelen van de lokale boeren. SIPEF heeft al haar eigen plantages en de percelen van lokale boeren in kaart gebracht via een interactieve online cartografische toepassing, GeoSIPEF. De applicatie verstrekt aanvullende informatie, zoals de status van certificeringen waar nodig en de nabijheid van belangrijke biodiversiteitsgebieden.

• GeoSIPEF is toegankelijk op: www.geosipef.com

Volgens alle certificeringsstelsels kan een product enkel als volledig duurzaam worden beschouwd indien de herkomst ervan volledig traceerbaar is . Alle palmoilie-extractiefabrieken van SIPEF zijn RSPO-gecertificeerd . 8 fabrieken vallen onder het "Identity Preserved supply chain"-model en één fabriek onder het "Mass Balance"-model omdat voor een groot deel van SIPEF's leveranciers momenteel het RSPOcertificeringsproces aan de gang is.
De twee pittenpletterijen van Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea zijn RSPO gecertifi ceerd onder het "Segregated supply chain"- model en alle aanvoerbasissen ervan zijn volledig in kaart gebracht .
De palmolie-extractiefabrieken van SIPEF ver werken alleen vruchten van eigen plantages of van lokale boeren waarvan de productielocaties bekend en in kaart gebracht zijn . Dus, ook al is een deel van de palmoliebevoorradingsbasis van de Groep nog niet gecertificeerd en zijn som mige productiefaciliteiten van de Groep RSPO "Segregated" of "Mass Balance", toch is de hele toevoerketen traceerbaar .
Ook alle bananen geproduceerd door Plantations J. Eglin zijn volledig gecertificeerd en traceerbaar. Plantations J. Eglin ontwikkelt momenteel een innovatieve traceerbaarheidssoftware met behulp van streepjescodes om het traceerbaar heidsproces toegankelijker en efficiënter te maken . Hiermee kunnen klanten de gekochte bananen traceren tot aan de dozen in de verpak kingsstations door de barcode in te voeren in een traceerbaarheidsplatform op een website . In 2022 is 100% van de palmolie- en bananen producten van de Groep traceerbaar tot aan hun leveringsbasis .
SIPEF streeft naar de handhaving van de hoogste kwaliteitsnormen voor haar producten en zorgt ervoor dat deze voldoen aan de relevante gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en aan de eisen van haar klanten. De Vennootschap heeft proactief samengewerkt met belangrijke interne en externe stakeholders aan de verbetering van de kwaliteit van haar producten door een efficiënte verwerking te verzekeren en het niveau van contaminanten te verminderen, als voorbereiding op de verwachte EU-regelgeving in de komende jaren.
Voor de bananenactiviteiten worden naast de algemene vereisten ook kwaliteitsspecificaties opgesteld met klanten en plantages. Een speciaal team is belast met inspecties. Kwaliteitsverslagen worden opgesteld om te waarborgen dat er doeltreffende procedures en controles voor handen zijn om de kwaliteit van de producten te handhaven. Naast kwaliteitscontrole richt Plantations J. Eglin zich ook op voedselveiligheid door het voorzien van nalevingscontroles. Zo zijn er, onder meer, de naleving van de voedselveiligheidscertificaten voor verpakkingen om kruisbesmetting te voorkomen, en ook de beste veld- en operationele praktijken die erop toezien dat pesticiden die worden gebruikt vanaf het planten tot het punt van export naar klanten de vereisten inzake restcontroles volgen.
In 2022 heeft SIPEF grote vooruitgang geboekt in het bereiken van een hoge productkwaliteit.
3-monochloorpropaan-1,2-diol (3-MCPD) en glycidylesters (GE) zijn verbindingen die worden gevormd tijdens de productie en bereiding van voedsel bij hoge temperaturen, zoals in palmolieraffinaderijen. 3-MCPD wordt beschouwd als contaminant omdat de hoge consumptie van de verbindingen kan leiden tot potentiële gezondheidsproblemen in jongere leeftijdsgroepen, vooral bij zuigelingen. Hoge GE-niveaus in voedsel zijn genotoxisch en carcinogeen.
SIPEF voert een proefproject uit met een CPO-wasinstallatie in een van haar palmolie-extractiefabrieken in Indonesië, de Mukomuko-palmolie-extractiefabriek, om het chloorgehalte in de CPO-productie te verlagen. Chloor is immers de belangrijkste voorloper die een hoger risico op 3-MCPF en GE in het raffinageproces kan veroorzaken. SIPEF wil het proefproject tegen het derde kwartaal van 2023 afronden en het project de komende jaren opschalen.

SIPEF heeft de gemeenschappelijke bronnen en risicobeperkende oplossingen in haar palmoliefabrieken geïdentificeerd. Het belangrijkste is dat de apparatuur regelmatig wordt onderhouden om lekkage van smeermiddelen op de geïdentificeerde hotspots te voorkomen en dat technische maatregelen worden genomen om potentiële lekkages te beperken.
Sinds eind 2022 hebben alle pittenpletterijen en palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea hun smeermiddelen op basis van minerale oliën vervangen door smeermiddelen van levensmiddelenkwaliteit in processen die tijdens de verwerking in direct contact komen met de producten. Voor de Indonesische activiteiten is het de bedoeling dat tegen eind 2023 ook 100% van de palmolie-extractiefabrieken overschakelt op smeermiddelen van levensmiddelenkwaliteit.
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ("European Food Safety Authority" - EFSA) heeft een referentie gepubliceerd in verband met minerale olie-koolwaterstoffen ("Mineral Oil Hydrocarbons" - MOH), waarin wordt aangegeven dat deze in verschillende gehalten in bijna alle levensmiddelen aanwezig zijn. Vervolgens werd ook bepaald dat de verschillende plantaardige olie-industrieën zich moeten concentreren op het "Hazard Analysis Critical Control Point"-systeem, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de behandeling van smeermiddelen bij de productie van de ruwe oliën.
Bestanddelen van minerale oliën zoals "Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons" (MOA H) en "Mineral Oil Saturated Hydrocarbons" (MOSH) kunnen in levensmiddelen terechtkomen tijdens verschillende productiestadia van de voedselproductie (teelt, opslag, vervoer, verwerking en verpakking). De belangrijkste bronnen van deze verbindingen zijn hydraulische oliën die worden gebruikt in machines, kleefstoffen, printerinkt en verpakkingsmateriaal. Deze componenten leveren gezondheidsrisico's op, aangezien bekend is dat MOSH zich ophoopt in de lever en het lymfoïde systeem, wat ontstekingen veroorzaakt, waarbij MOAH kankerverwekkend kan zijn.
SIPEF erkent het belang van de productie van olie van hoge kwaliteit met weinig verontreiniging en heeft projecten opgestart, via partnerschappen, tussen de interne stakeholders van de kwaliteitsafdeling en de engineeringafdeling om potentiële MOSH- en MOAH-verontreinigingsplekken te identificeren en maatregelen te treffen om deze te verminderen.

SIPEF verbindt zich ertoe te investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie die vooruitgang mogelijk maken naar:
De Vennootschap heeft in VBS geïnvesteerd omdat zij het aanzienlijke potentieel voor O&O en innovatie van dit partnerschap erkent om haar engagement inzake innovatie en voortdurende verbetering te ondersteunen. Er zijn drie belangrijke lopende onderzoeks- en ontwikkelingsgebieden die een aanzienlijk potentieel hebben voor de verbetering van de palmolieproductie:

Plantenveredeling, genetica* en biotechnologie, inclusief de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde gewassen
* noot: Deze scope omvat geen genetische wijziging.

Verbeteringen in landbouwpraktijken, vooral via de optimalisering van voedingsstoffen voor oliepalmen

Gewasbescherming en -veerkracht, inclusief versterking van de weerstand tegen de toenemende dreiging van ongedierte en ziekten, en veerkracht in veranderende groeiomstandigheden
VBS blijft met succes haar centrale strategie voortzetten om F1-hybride-variëteiten met hoge opbrengst te leveren voor de oliepalmindustrie. Het verhogen van de opbrengst per landeenheid wordt gezien als de enige echte oplossing voor de groeiende wereldvraag naar plantaardige olie, zonder de beplante oppervlakte oliepalm te vergroten. F1-hybriden hebben het potentieel om de opbrengst per hectare ten minste te verdubbelen en kunnen het risico van verder verlies van regenwoud en biologische diversiteit wegnemen.
In 2021 begon VBS haar veldproefprogramma met het planten van 31 F1-hybride-kruisingen. Vervolgens werden in 2022 nog eens 42 kruisingen op proef geplant. Het doel van deze proeven is ervoor te zorgen dat de F1-hybride-kruisingen van VBS robuust in het veld zijn getest voordat ze op de markt worden gebracht.
De zaailingen van F1-hybride-kruisingen worden in de kwekerij gescreend op ziektetolerantie, droogtetolerantie en variatie in de opname van voedingsstoffen. De kruisingen worden vervolgens in het veld getest in een reeks veldomgevingen op verschillende geografische locaties. VBS ontwikkelt commerciële F1-hybride-kruisingen die hoge opbrengsten opleveren ondanks de veranderende neerslagpatronen als gevolg van de klimaatverandering en in meer marginale omgevingen qua bodemvruchtbaarheid. Elk jaar zullen meer partijen genetisch diverse F1-hybride-kruisingen worden getest voor evaluatie in de plantages van SIPEF om ervoor te zorgen dat de selectie wordt geoptimaliseerd voor commerciële omgevingen. Naast het testen van genetisch diverse kruisingen zal VBS ook kruisingen produceren van ouders met complementaire eigenschappen. Zo worden kruisingen geproduceerd die niet alleen een hoge opbrengst hebben, maar ook tolerant zijn voor ziekten en plagen en/ of eigenschappen bezitten die de toekomstige mechanisatie en de oogst vergemakkelijken (vruchttrossen die laat loskomen van de boom met lange steel).
VBS blijft op schema om tegen het einde van het decennium volledig geteste F1-hybriden met hoge opbrengst op de markt te kunnen brengen.
Een andere prioriteit van VBS is het verstrekken van op maat gemaakte agronomische aanbevelingen aan SIPEF-plantages die het hoogste rendement op investering opleveren en tegelijkertijd de gezondheid van de bodem verbeteren. Om dit doel te bereiken worden momenteel veldproeven met oliepalmmeststoffen uitgevoerd om meststofbehandelingen (belangrijke en minder belangrijke voedingsstoffen) in verschillende omgevingen te testen. De resultaten van de meststofproeven zullen het mogelijk maken de jaarlijkse meststofaanbevelingen voor de SIPEF-plantages verder te verbeteren.
VBS beveelt aan organische meststoffen te gebruiken, waaronder compost van lege vruchtentrossen van palmolie-extractiefabrieken ("Empty Fruit Bunches" - EFB) gemengd met afvalwater van palmolie-extractiefabrieken ("Palm Oil Mill Effluent" - POME), of alleen EFB wanneer er geen composteringsinstallatie beschikbaar is. Deze organische meststoffen zijn efficiënte meststoffen die langzaam vrijkomen. De toepassing ervan op het veld zal ook de gezondheid van de bodem verbeteren door de diversiteit en activiteit van de bodemmicroben te vergroten. Een betere bodemgezondheid zal zowel de opname van voedingsstoffen verhogen als mogelijk het infectierisico van door de bodem overgedragen ziekten verminderen.
De senior agronoom van VBS onderzoekt ook manieren om het wegsijpelen van bodem en voedingsstoffen te verminderen in verschillende landgoedomstandigheden en met name in terrasvormige gebieden. Zijn bevindingen moeten helpen de beste beheerspraktijken te verbeteren en zo het verlies aan voedingsstoffen door wegsijpelen en uitloging te beperken.
VBS is voorstander van geïntegreerde bestrijding van ziekten en plagen, met een voorkeur voor biologische bestrijding en preventie, bijvoorbeeld een minimaal gebruik van pesticiden. In omstandigheden waar biologische bestrijding niet werkt, worden alleen pesticiden aanbevolen die de plaag bestrijden (geen breedspectrum pesticiden). Dit wordt zowel via toepassingsmethoden van pesticiden als selecties van pesticiden met de optimale formulering, bereikt.
De ziekte Ganoderma is de belangrijkste Zuidoost-Aziatische oliepalmziekte en veroorzaakt vaak aanzienlijke palmverliezen in de tweede of derde generatie oliepalmen. Daarom werkt VBS samen met SIPEF-plantages om procedures toe te passen die het Ganodermainoculum bij herbeplanting verminderen en ook om andere schimmelsoorten toe te passen die antagonistisch zijn tegen Ganoderma-infectie.
In Noord-Sumatra, in de Umbul Mas Wisesafabriek, zal een project inzake de biopelletfabriek het overschot aan biomassa (EFB) via een proces van hoge druk en warmte omzetten in calorierijke pellets van hoge kwaliteit. Aangezien de energie voor dit proces afkomstig is van duurzame en hernieuwbare bronnen, kan de productie van deze biopellets koolstofneutraal zijn. De pellets kunnen op de markt worden gebracht om te worden gebruikt voor de opwekking van groene elektriciteit. De voltooiing van het project is vertraagd door enkele technische problemen.
De werknemers zijn één van de meest waardevolle activa van SIPEF. De Vennootschap streeft ernaar alle werknemers eerlijk te behandelen, met respect voor mensen- en arbeidsrechten. De Groep vindt het belangrijk een verantwoordelijke werkgever te zijn door te handelen in overeenstemming met alle relevante lokale wetten en internationale regelgeving. Voorbeelden hiervan zijn de 'Verklaring van de fundamentele principes en rechten op het werk van de Internationale Arbeidsorganisatie' ("International Labour Organization" – ILO) en de 'Universele Verklaring van de Rechten van de Mens' van de Verenigde Naties. Als verantwoordelijke werkgever heeft SIPEF haar verbintenissen inzake mensenen arbeidsrechten vastgelegd in specifieke beleidslijnen gericht op onderwerpen als kinderarbeid, dwangarbeid of mensenhandel, vrijheid van vereniging, gezondheid en veiligheid op het werk, gelijke tewerkstellingskansen en seksuele intimidatie.
• Alle beleidslijnen zijn beschikbaar op SIPEF's website: www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-plantations-policy/

10 Dit omvat ook de werknemers in de thee-, rubberactiviteiten en de horticultuur
11 Dit omvat niet de werknemers in de thee-, rubberactiviteiten en de horticultuur

In 2022 bestond het personeelsbestand van SIPEF uit 22 157 personen, waaronder werknemers met een contract van onbepaalde duur en tijdelijke werknemers verspreid over België, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust en Singapore. De meeste werknemers van SIPEF bevinden zich in Indonesië (69,5%), gevolgd door Papoea-Nieuw-Guinea (21,2%) en Ivoorkust (9,1%), en de overige 0,2% in België en Singapore. Op basis van de totale verdeling van de werknemers naar geslacht, zijn ongeveer 25% van de SIPEF-werknemers vrouwen.
SIPEF werft 78% van de werknemers aan met een contract van onbepaalde duur, 15% met een langetermijncontract en 7% met een tijdelijk contract in haar oliepalm- en bananenactiviteiten. Tijdelijke contractanten omvatten seizoenarbeiders op de plantages voor activiteiten die van korte duur zijn en fungeren als extra ondersteuning tijdens de piekseizoenen. Alle tijdelijke contractanten in Indonesië vallen onder de sociale zekerheid overeenkomstig de Indonesische regelgeving. Werknemers die op basis van hernieuwbare langetermijncontracten (d.w.z. Perjanjian Kerja Waktu Tertentu (PKWT)) zijn aangenomen, komen in aanmerking om in dienst te treden met een contract van onbepaalde duur.


Ruth Kristanti Purba, studeerde in 2019 met uitstekende resultaten af aan het Cadettenprogramma en is sindsdien ingezet bij de afdeling Agronomie in de Musi Rawas-regio als "field assistant agronomy", waarbij ze zich richt op kwaliteitscontrole en verantwoordelijk is voor het beheer van de centrale kweektuin.
SIPEF streeft naar een niet-discriminerende werkplek. De Vennootschap voldoet aan alle relevante wetten en voorschriften inzake anti-discriminatie en gelijke werkgelegenheid van de landen waar het actief is. Dit geldt ook voor de activiteiten van haar leveranciers.
SIPEF erkent dat vrouwen een integraal deel uitmaken van het personeelsbestand en de Vennootschap bevordert voortdurend gelijke kansen voor vrouwen door hen zowel op het werk als daarbuiten te ondersteunen. Dit omvat het ondersteunen van vrouwen bij het aanvragen van opleidingsprogramma's die leiden tot managementfuncties.
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea is het langlopende cadettenprogramma bedoeld om afgestudeerden te ondersteunen en snel te begeleiden in hun loopbaantraject naar het middenkader van SIPEF. De Vennootschap moedigt vrouwen actief aan om aan dit programma deel te nemen. In Indonesië vertegenwoordigden de vrouwelijke afgestudeerden 17% van het totale aantal geslaagden in 2022 en in Papoea-Nieuw-Guinea kwam dit neer op 10%. SIPEF gelooft dat dit initiatief een positieve invloed kan hebben op een beroep dat traditioneel door mannen wordt gedomineerd.
In de operationele eenheden zijn gendercomités en gelijkaardige werkgroepen opgericht, die regelmatig bijeenkomen om het bewustzijn over het belang van de rol van vrouwen in operationele activiteiten te vergroten en andere gendergerelateerde kwesties te bespreken. Deze comités bestaan uit een evenwichtige vertegenwoordiging van het management en de vakbonden om ervoor te zorgen dat de Groep zijn verbintenissen nakomt onder meer met betrekking tot gelijke kansen op werk, bescherming van reproductieve rechten en waarborging van een werkplek zonder seksuele intimidatie.

Sinds 2018 bevatten de RSPO Principes en Criteria (P&C) vereisten over het verstrekken van een leefbaar loon. De RSPO werkt aan het definiëren van een benchmark voor de oliepalmsector voor elk land onder de nationale interpretaties. In deze landen werkt de RSPO samen met de respectieve nationale initiatieven om de relevante benchmarks vast te stellen. Ondertussen heeft de RSPO de vereiste formules opgesteld voor de berekening van het leefbaar loon, te hanteren door de certificeringsinstanties voor certificeringsdoeleinden. SIPEF draagt actief bij aan deze discussies binnen de RSPO-werkgroep.

Volgens de normen van de "Rainforest Alliance" en Fairtrade doet de Groep voortdurend inspanningen om het leefbaar loon en de berekeningen ervan te verbeteren, om eventuele tekortkomingen aan te pakken. Plantations J. Eglin werkt samen met vergelijkbare bedrijven en met de vakbonden om mogelijke hiaten in de huidige processen te identificeren en acties te ondernemen om het leefbaar loon ("living wage") aan te passen aan de evoluerende normen in overleg met de volledige toeleveringsketen en zijn werknemers.
leefbare lonen. SIPEF levert een bijdrage binnen de context van de verschillende landen waarin de Groep actief is.
Nadere informatie over het leefbaar loon ("living wage") volgens de respectieve certificeringsnormen:
Arbeidsovereenkomsten die aan de werknemers worden verstrekt, zijn opgesteld in de lokale talen met duidelijke vermelding van de lonen en voorwaarden overeenkomstig de vereisten van de lokale wetgeving.
Het bereiken van een leef baar loon is van fundamenteel belang om ervoor te zorgen dat werknemers hun gezin kunnen ondersteunen. SIPEF voldoet aan alle lokale voorschriften voor minimumlonen en aan de berekeningen van leefbare lonen zoals gecontroleerd door de verschillende certificeringsstandaarden waartoe de Groep is toegetreden, zoals de RSPO-, "Rainforest Alliance"- en Fairtrade-normen. Volgens de implementatierichtlijnen van deze normen worden loonmatrices gebruikt om hiaten vast te stellen. Deze helpen bij de ontwikkeling van verbeteringsplannen om ervoor te zorgen dat bestaande kloven worden gedicht, zodat het leefbaar loon wordt gehaald. Partnerschappen met 'peers' uit de industrie en kopers zijn de sleutel tot het collectief oplossen van het probleem van
SIPEF tolereert geen kinderarbeid, uitbuiting of mensenhandel in haar eigen activiteiten, noch in de activiteiten van haar onderaannemers en derde leveranciers. De Vennootschap gelooft dat kinderen recht hebben op onderwijs en een gezond leven. SIPEF verbindt zich ertoe te verzekeren dat kinderen onder de 18 jaar niet door het bedrijf worden tewerkgesteld voor werkgerelateerde doeleinden. De Groep erkent dat dwangarbeid of mensenhandel verschillende vormen kan aannemen, die allemaal even onaanvaardbaar zijn. Disciplinaire maatregelen zullen worden genomen, tot en met ontslag, en kunnen ook leiden tot juridische stappen, indien van toepassing en indien de beschuldigingen worden gestaafd.
SIPEF verbindt zich ertoe de naleving van de mensenrechten elk jaar te controleren via partnerschappen met externe deskundigen voor geselecteerde bedrijfseenheden. Dit komt bovenop de jaarlijkse audits die worden uitgevoerd met betrekking tot de vereisten inzake mensenrechten die deel uitmaken van de certificeringsnormen waaraan SIPEF voldoet. Dit is een belangrijke stap voor SIPEF in de uitvoering van een due diligence-systeem dat bijkomende opportuniteiten en risico's kan vaststellen, in voorbereiding van de toekomstige EU-regelgevingen zoals de richtlijn inzake "Corporate Sustainability Due Diligence" (CSDD), die een doeltreffende bescherming van de mensenrechten vereist.
SIPEF gelooft in het creëren van een constructieve werkomgeving voor al haar werknemers. De Groep respecteert het recht op vrijheid van

52% van de werknemers werkzaam in SIPEF's palmolie- en bananenactiviteiten vallen onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
vereniging en collectieve onderhandelingen door de toepassing van de relevante wetten en regelgeving van de landen waar zij actief is. Op 31 december 2022 viel 52% van de werknemers die werkzaam zijn in SIPEF's palmolie- en bananenactiviteiten onder een collectieve arbeidsovereenkomst. Werknemers hebben het recht zich aan te sluiten bij vakbonden of zich te organiseren volgens de respectieve wetgeving van het land waar SIPEF actief is. SIPEF streeft ernaar om met alle vakbondsvertegenwoordigers samen te werken en bevordert de dialoog via het bedrijfsmanagement.

SIPEF zet zich in voor het creëren van tewerkstellings- en ontwikkelingsmogelijkheden in de gebieden waar ze actief is. De meeste werknemers van SIPEF en hun gezinnen wonen binnen de grenzen van de gebieden waar de Groep operationeel is. De Vennootschap voorziet hen van huisvesting, zuiver water, medische diensten en toegang tot onderwijs voor hun kinderen. De plantages van SIPEF in Indonesië bieden sinds 2017 ook gratis kinderopvang aan, om werkende gezinnen te ondersteunen en vrouwen gelijke kansen op de werkvloer te geven.
Door deze faciliteiten en diensten te voorzien, respecteert SIPEF de cruciale elementen van 'leefbaar loon' zoals gedefinieerd door de "Global Living Wage Coalition" (GLWC) onder meer, een fatsoenlijke levensstandaard, huisvesting, zuiver water, onderwijs en gezondheidszorg.
HUISVESTING VOOR DE WERKNEMERS, KLINIEKEN, SCHOLEN EN KINDER- Huisvesting van OPVANG VANAF DECEMBER 2022


45 Scholen

40 Kinderdagverblijven
* Noot: Het totale aantal huizen is in 2022 aangepast om het aantal door SIPEF verstrekte wooneenheden weer te geven in plaats van het aantal gebouwen, wat de basis was voor de berekening in 2021.
In Indonesië werden 25 leegstaande huizen gerenoveerd in 2022 en omgebouwd tot kinderopvang. Dankzij deze nieuwe faciliteiten kan SIPEF meer kinderen in haar kinderdagverblijven onderbrengen dan de voorbije jaren.
SIPEF voorziet gratis medische zorg voor haar werknemers. De onderneming werkt met eigen artsen en verpleegkundigen in lokale klinieken en zorgcentra op de plantages. In totaal zijn 111 gezondheidswerkers, waaronder artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen, tewerkgesteld in de drie landen waar SIPEF actief is.
Huisvesting, scholen en klinieken zijn een belangrijke motor voor de ontwikkeling van de gemeenschap. Veel van de educatieve en medische faciliteiten opgezet door SIPEF zijn daarom ook toegankelijk voor de leden van de lokale gemeenschap. Meer informatie over hoe deze faciliteiten worden gedeeld tussen en ter beschikking gesteld van de lokale gemeenschappen, is beschikbaar in Hoofdstuk 6.
SIPEF zorgt ervoor dat al haar werknemers toegang krijgen of behouden tot de socialezekerheids- en gezondheidsprogramma's die door de overheidsinstanties in elk land waar ze actief is worden aangeboden.
12 Bron: "Top performing Schools in Papua New Guinea in 2022" – Een studie in Papoea-Nieuw-Guinea (www.pngfacts.com)

SIPEF engageert zich om betaalbaar voedsel te voorzien voor haar werknemers. In Indonesië levert de Vennootschap aan haar werknemers met een contract van onbepaalde duur en hun gezinnen maandelijks maximaal tot 46 kg rijst per huishouden. In Ivoorkust krijgen alle werknemers een vaste maandelijkse toelage voor de aankoop van rijst. Voor sommige werklocaties kunnen de ingezeten werknemers gebruik maken van gebieden binnen de concessies van SIPEF voor de teelt van basisgewassen en groenten om de kosten van de aankoop van producten te compenseren.
SIPEF stimuleert en steunt ook de opening van lokale winkels door werknemers en hun familieleden. Deze winkels zijn meestal eigendom van de arbeidersvakbonden of coöperaties. SIPEF subsidieert het transport van goederen of stelt kapitaal ter beschikking waar nodig. De winkels bieden de werknemers regelmatig toegang tot basisgoederen tegen redelijke prijzen. De onderneming controleert ook de prijzen om de betaalbaarheid van de basisgoederen te garanderen.

In Indonesië hebben werknemerscoöperaties succesvolle minimarkten opgezet in de meeste plantages van de Vennootschap.

In Ivoorkust worden de winkels sinds 2018 beheerd door coöperaties. Deze coöperaties bestaan volledig uit vrouwen van werknemersgezinnen.

In Papoea-Nieuw-Guinea gaat de Groep in zee met plaatselijke exploitanten die jaarlijkse exploitatiecontracten krijgen om winkels in zijn plantages in te richten. In deze contracten is bepaald dat de prijzen vergelijkbaar moeten zijn met de lokale prijzen.
De Groep geeft voorrang aan de gezondheid en veiligheid van zijn personeel en implementeert zijn 'beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk', dat voorkomt dat dodelijke incidenten zich voordoen; dit geldt niet alleen voor alle werknemers, maar ook voor zijn contractanten en hun werknemers. SIPEF investeert in opleidingen en voorziet alle nodige persoonlijke beschermende uitrusting (PBM) en medische onderzoeken voor alle betrokken werknemers, zodat zij hun taken effectief kunnen uitvoeren in een veilige omgeving. Alle risico's worden regelmatig geanalyseerd en beoordeeld, en eventuele arbeidsongevallen worden onderzocht om herhaling te voorkomen.
Er is een speciaal comité dat verantwoordelijk is voor veiligheid, gezondheid en milieu op het werk in elke bedrijfseenheid. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van het management, het personeel en andere werknemers die regelmatig bijeenkomen. Het comité wordt gewoonlijk bijgestaan door een opgeleide veiligheidsfunctionaris die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het veiligheidsbeheersplan.
SIPEF betreurt dat er zich twee werkgerelateerde sterfgevallen hebben voorgedaan met haar werknemers, één in Indonesië en één in Papoea-Nieuw-Guinea. In Indonesië werd een oogster geraakt door een sikkel terwijl hij een vallende

tak probeerde te ontwijken. Hij overleed helaas in het ziekenhuis. In Papoea-Nieuw-Guinea viel een arbeider van de aanhanger van een tractor en werd overreden toen de bestuurder achteruit reed. De werknemer overleed helaas op weg naar de kliniek. Om herhaling van deze dodelijke incidenten te voorkomen, werden in de operationele eenheden verschillende opleidingen gegeven. Het bedrijf stuurde ook regelmatig onaangekondigde veiligheidspatrouilles op pad om ervoor te zorgen dat de werknemers prioriteit geven aan goede gezondheids- en veiligheidspraktijken.
In 2022 noteerde SIPEF een verbetering van haar gemiddelde frequentie van ongevallen met werkverlet ("Lost Time Injury Frequency Rate" – LTIFR) over de hele Groep, welke daalde tot 7,04 in 2022 . De grote verschillen in LTIFR tussen de landen waar SIPEF actief is, zijn voornamelijk te wijten aan de verschillende manieren waarop gevallen van ziekteverzuim in alle operationele eenheden worden geregistreerd. Trainingen worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de definitie van werkverletgevallen, en het tijdstip waarop het werkverlet aanvangt, op elkaar worden afgestemd zodat gevallen correct kunnen worden geregistreerd.
De Vennootschap verbindt zich ertoe de LTIFR in haar activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea, Indonesië en Ivoorkust met 10% tot 33% te verminderen tegen 2025, ten opzichte van het basisjaar 2021 per land. Er worden voortdurend opleidingen en bewustmakingscampagnes georganiseerd om de bestaande veiligheidsprocedures te versterken die een veilige werkomgeving voor alle SIPEF-werknemers garanderen.

Werknemers krijgen speciale opleiding, toezicht en PBM voor het omgaan met chemicaliën. Zwangere werknemers en werknemers die borstvoeding geven werken niet met chemicaliën en krijgen andere geschikte taken toegewezen.

In 2022 zette SIPEF haar uitgebreid programma voort om gratis toegang te bieden tot covid-19-vaccinaties voor haar werknemers en hun naasten. In Indonesië boekte SIPEF de meeste vooruitgang met 81% van de werknemers die in 2022 een dubbele vaccinatie tegen covid-19 kregen. Aan het eerste boosterprogramma van SIPEF nam 81% van alle werknemers in Indonesië deel. Het is mogelijk dat het werkelijke aantal werknemers dat een booster heeft gekregen hoger is, aangezien sommige werknemers en/ of familieleden eventueel ervoor kozen deel te nemen aan overheidsprogramma's die iets later van start zijn gegaan, maar parallel liepen met de vaccinatie-inspanningen van SIPEF.
In Ivoorkust werd er in totaal 68% van de werknemers dubbel gevaccineerd en 13% kreeg een eerste dosis van het vaccin. De werknemers die niet zijn gevaccineerd of die een enkele dosis

hebben gekregen, komen voornamelijk uit de nieuwe vestigingen (d.w.z. Lumen en Akoudié) waar de aanwerving nog aan de gang is. De toegang tot vaccins in Ivoorkust is moeilijk, maar SIPEF zal haar inspanningen om meer vaccins te verkrijgen blijven volhouden, zodat een groter percentage van de beroepsbevolking in Ivoorkust de mogelijkheid heeft zich te laten vaccineren.
In Papoea-Nieuw-Guinea is in totaal 6% van de werknemers volledig gevaccineerd. Er werden boosters beschikbaar gesteld, maar in 2022 was er geen opname. Er zal meer tijd nodig zijn om het vertrouwen in het vaccin te laten groeien om de vaccinatiegraad in Papoea-Nieuw-Guinea te verhogen.
De bestaande beheersystemen zorgen voor de naleving van de operationele standaardprocedures ("Standard Operating Procedures" - SOP's) van SIPEF die in overeenstemming zijn met het beleid en de verbintenissen van de Groep. Alle landenkantoren in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea beschikken over een functioneel onafhankelijke interne auditafdeling die alle operaties controleert om ervoor te zorgen dat de SOP's worden nageleefd. Daarnaast wordt de naleving van de verschillende certificeringsnormen (RSPO, "Rainforest Alliance", ISO, ISCC, ISPO) en wettelijke voorschriften gewaarborgd via functionele interne controlesystemen van de duurzaamheidsafdelingen en geverifieerd door onafhankelijke externe audits.
Duurzaam landgebruik en -behoud maken integraal deel uit van SIPEF's benadering van duurzaamheid. Dit wordt duidelijk weerspiegeld in de initiatieven van duurzaam landgebruik en -behoud, en in de verbintenis op groepsniveau van 'geen ontbossing' en 'geen nieuwe ontwikkelingen in veengebieden'. Deze verbintenis geldt zowel voor de eigen activiteiten van SIPEF als voor deze van de lokale boeren die aan haar leveren. SIPEF zet zich in om alle milieu-impact van haar bedrijfsactiviteiten, van plantages tot verwerking, tot een minimum te beperken en te beheren aan de hand van beste beheerpraktijken ("Best Management Practices" - BMP's) en op risico gebaseerde strategieën voor impactbeperking, met inbegrip van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
De voedsel- en landbouwsector kan een belangrijke rol spelen bij de mitigatie van en adaptatie aan de gevolgen van de klimaatverandering, door zijn broeikasgasuitstoot te verminderen en de weerbaarheid van zijn landbouwsystemen te vergroten. SIPEF heeft diverse beleidslijnen en maatregelen ingevoerd om klimaatgerelateerde risico's te beheren, zoals onder meer geen ontbossing, geen nieuwe aanplantingen op veengronden en de bescherming van gebieden met een hoge natuurbehoudswaarde ("High Conservation Value" - HCV).
Gelet op de groeiende impact en risico's van de klimaatverandering, is SIPEF vanaf 2019 begonnen met de berekening van haar koolstofvoetafdruk (Scope 1 en Scope 2) op het niveau van de Groep, op basis van de ISO 14064-1:2018-norm. In 2021 werden de eerste broeikasgasberekeningen afgerond. In 2022 werden deze berekeningen geverifieerd door een certificatie-instelling en werd een tweede versie van de broeikasgascalculator uitgebracht, met herzieningen van de berekeningsprocedure en de emissiefactoren.
De resultaten van deze herzieningen worden in dit hoofdstuk voorgesteld. Zij omvatten de netto jaarlijkse broeikasgasuitstoot voor de Scope 1- en Scope 2-activiteiten van de Groep voor 2021-2022. Deze hebben betrekking op de uitstoot van de stroomopwaartse productie, de stroomafwaartse verwerking en het transport naar "Free on Board" (FOB)13 als verkooppunt voor palmolie, rubber, thee en bananen in het kader van de SIPEF-activiteiten in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
13 Het verkooppunt voor bananen in 2023 zal worden herzien om de uiteindelijke wijziging van eigendom op te nemen.
BROEIKASGASUITSTOOT 2022 (SCOPE 1 EN SCOPE 2) (tCO2e)

* Noot: De verificatie en validatie van de gegevens volgens de ISO 14064-methodologie zijn uitgevoerd in 2022. De gegevens voor 2021 werden derhalve bijgewerkt.
De totale nettobroeikasgasuitstoot van de Groep voor 2022 bedroeg 608 769 ton CO2e. De meeste uitstoot van de Groep viel onder de categorie Scope 1 (98%), die de uitstoot van bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door de Groep omvatten. Ongeveer 2% viel onder Scope 2, die betrekking heeft op de indirecte uitstoot van de opwekking van aangekochte elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die door de Groep worden verbruikt. SIPEF werkt aan de uitbreiding van de berekening met de Scope 3-uitstoot, die de indirecte uitstoot van de waardeketen van de Groep omvat, zoals die van lokale boeren die
aan SIPEF leveren, materiaaltransport buiten de sites, woon-werkverkeer van werknemers, zakenreizen en andere derde bronnen. Verdere validering en verificatie van de gegevens en samenwerking met derden zijn nodig om dit mogelijk te maken.
De totale uitstoot van broeikasgassen daalde met 11% ten opzichte van 2021. Dit was vooral het gevolg van de vermindering van uitstoot afkomstig van afvalwater van de palmolie-extractiefabrieken ("Palm Oil Mill Effluent" – POME), die kon verwezenlijkt worden door de heringebruikname op volle capaciteit van één van de methaanafvanginstallaties en een verminderde rubberproductie. Er was ook een daling van de broeikasgasuitstoot op jaarbasis als gevolg van veranderingen in historisch landgebruik.
Met 97,6% van de totale uitstoot draagt palmolie verreweg het meest bij aan de koolstofvoetafdruk, vanwege de grootschaligere activiteiten in heel SIPEF. Op basis van de bronnen en putten ("sinks") van broeikasgasuitstoot in de palmolieproductie erkent SIPEF dat de grootste uitstootbronnen binnen haar palmolieactiviteiten verband houden met historische en huidige veranderingen in landgebruik en POME. Natuurbehoudsgebieden vormen koolstofputten door de opslag van koolstof in vegetatieve groei in gebieden met hoge natuurbehoudswaarde ("High Conservation Value" – HCV), waaronder oeverzones en bossen met hoge koolstofvoorraad ("High Carbon Stock" – HCS) in de concessies van SIPEF, en de beschermde bossen binnen SIPEF Biodiversity Indonesië (SBI). Naast de gebieden die bestemd zijn voor natuurbehoud, zijn er ook gebieden die in aanmerking komen voor mogelijke omzetting naar oliepalmteelt (zoals rubberplantages) die via vegetatieve groei koolstof opslaan en zo bijdragen tot een netto-uitstoot.
In 2022 werd de inventaris van broeikasgasgegevens en -informatie van de Groep geverifieerd door PT. TÜV NORD Indonesië met een redelijke mate van zekerheid. De verificatie werd uitgevoerd bij twee bevoorradingsbasissen in Indonesië, waarbij alle geverifieerde procedures en uitstootfactoren voor de hele Groep werden gebruikt. Op basis van de herziene broeikasgasberekeningen en de verwachte uitstoot voor de geplande uitbreidingen heeft SIPEF zich tot doel gesteld de intensiteit van haar broeikasgasuitstoot per ton ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" – CPO) tegen 2030 met 28% te verminderen ten opzichte van het 2021 basisniveau. Deze doelstelling is in overeenstemming met het voornemen van de Groep om toe te werken naar het "Science Based Targets initiative" (SBTi). In 2022 was de broeikasgasuitstootintensiteit per ton CPO met 14% verminderd ten opzichte van 2021. SIPEF neemt verschillende initiatieven om de uitstoot van broeikasgassen bij haar activiteiten te verminderen met het oog op haar doelstelling voor 2030 en daarna.



SIPEF heeft in haar palmoliefabrieken installaties voor het afvangen van methaan geïnstalleerd om de methaanuitstoot van POME op te vangen. Sinds 2022 heeft SIPEF vijf palmolie-extractiefabrieken (56%) met deze installaties uitgerust. Het afgevangen methaan wordt afgefakkeld of verbrand in een biogasinstallatie die elektriciteit produceert. De Groep is van plan om nog meer installaties voor het afvangen van methaan te bouwen voor al zijn palmolie-extractiefabrieken. Om de doelstelling van broeikasgasemissiereductie tegen 2030 te halen, wil SIPEF ook het gebruik van opgevangen methaan als biogas uitbreiden, bijvoorbeeld voor de productie van elektriciteit of voor gecomprimeerd aardgas voor vervoer.
De methaanafvanginstallaties van de Groep die in Indonesië uitgerust zijn met biogasinstallaties hebben 4 600 051 kWh elektriciteit opgewekt in 2022, die volledig werd gebruikt voor de aandrijving van zijn palmolie-extractiefabrieken of voor algemeen gebruik door de omringende gemeenschappen. Deze elektriciteitsproductie was lager dan die opgewekt in 2021, als gevolg van technische problemen met de aansluiting op en de synchronisatie met het nationale net. Tijdens deze periodes van technische moeilijkheden werd dus uitsluitend afgefakkeld.
In het kader van CDM kunnen uitstootreductieprojecten in ontwikkelingslanden gecertificeerde uitstootkredieten verdienen. Momenteel lopen er in vier van de negen fabrieken van SIPEF CDM-projecten voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen via methaanafvanginstallaties, affakkeling of elektriciteitsopwekking op basis van biogas.
• More information: www.cdm.unfccc.int

SIPEF volgt de vereisten van de certificeringsnormen die relevant zijn voor de uitvoering van de BMP's en nieuwe ontwikkelingen. In 2014, heeft de Groep zich verbonden tot geen ontbossing, met inbegrip van geen conversie van de natuurlijke ecosystemen in HCV-gebieden, HCS-bossen en kwetsbare of marginale bodems, zoals veengebieden.
De Groep volgt de RSPO "New Planting Procedure" (NPP) alvorens nieuwe ontwikkelingen op te starten in zijn eigen oliepalmactiviteiten. Voor nieuwe ontwikkelingen die geen betrekking hebben op oliepalmen volgen de operationele eenheden de vereisten van de relevante certificeringsnormen zoals "Rainforest Alliance" en Fairtrade.
In 2022 werd gestart met een voorgestelde uitbreiding van gebieden van lokale boeren in Papoea-Nieuw-Guinea. Om ervoor te zorgen dat SIPEF aan alle "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO) NPP-vereisten voldoet, werden alle nodige beoordelingen uitgevoerd. Naar verwachting zouden deze begin 2024 afgerond moeten zijn.
SIPEF voert drainagebeoordelingen uit conform de RSPO "Principles and Criteria" 2018 en zal blijven toezien op de uitvoering van haar beheeraanpak in gebieden met ontwikkelde veengronden om verzakkingen en het risico op overstromingen te verminderen. Waar mogelijk zal SIPEF zoeken naar verdere mogelijkheden voor behoud of herstel van veengebieden.
| WAARSCHUWING ONTVANGEN |
Waarschuwingen worden ontvangen via "Earthqualizer" of via de klanten van SIPEF die diverse andere externe verificateurs gebruiken. Wanneer een waarschuwing wordt ontvangen, gaan teams ter plaatse om te verifiëren of er sprake is van bosverlies. |
|---|---|
| BEHEERCONTROLE VERIFIËREN |
Er wordt geverifieerd of SIPEF beheercontrole15 uitoefent over het gebied waar het incident heeft plaatsgevonden. |
| OORZAAK VAN HET INCIDENT EVALUEREN |
Als wordt vastgesteld dat er wel degelijk een incident is geweest, wordt de oorzaak ervan geëvalueerd. Die oorzaak kan bijvoorbeeld van menselijke aard zijn, maar kan ook een natuurlijke oorsprong hebben, zoals de erosie van een rivieroever, natuurlijke boomsterfte of schade door wind. Niet-natuurlijke oorzaken zijn, onder andere, inpalming voor zelfvoorzienende landbouw, ontbos sing voor constructie- of brandhout, of omschakeling met het oog op commerciële land- of bosbouw. |
| MAATREGELEN NEMEN |
Alle illegale ontbossingsactiviteiten worden gemeld aan de politie, illegale bezetters en grondgebruikers worden uitgezet en de betrokken gebieden worden zo snel mogelijk hersteld met natuurlijke begroeiing. In gevallen waar SIPEF geen beheercontrole uitoefent, zal ze met de gemeenschap pen overleggen inzake het beleid van de Vennootschap voor duurzaam landgebruik. |
SIPEF blijft samenwerken met "Earthqualizer Foundation" (EQ)14 om al haar plantages en leveranciers te toetsen aan haar NDP-verbintenis in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Dat gebeurt aan de hand van de herziening van historische gegevens en een real-time analyse van satellietbeelden om veranderingen in bodembedekking op te sporen die in strijd zijn met de NDP-verbintenissen. "Recovery and liability assessment" wordt gebruikt om incidenten uit het verleden op te volgen, met inbegrip van de bepaling van de oorzaken van het vastgestelde incident en de ontwikkeling van corrigerende maatregelen die nodig zijn om eventuele aangegane verbintenissen opnieuw na te komen. SIPEF ligt op schema om haar doelstelling, inzake het voltooien van de historische beoordeling van haar 'geen ontbossing' en 'geen nieuwe ontwikkelingen op veengronden' tegen 2023 te behalen.
• Meer informatie over EQ: www.earthqualizer.org/
Per 31 december 2022 werd meer dan 157 700 hectare grond onder concessies van SIPEF en van leveranciers in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea door EQ gemonitord. Alle plantages van SIPEF, inclusief de SBI-gebieden, en alle groepen van lokale boeren werden gemonitord tijdens het verslagjaar. De totale oppervlakte van het geverifieerde bosverlies bedroeg 42,6 hectare.
In 2022 werden in totaal twee waarschuwingen van bosverlies ontvangen via de monitoring door derden binnen de concessiegebieden van SIPEF in Indonesië. Na onderzoek werd vastgesteld dat het bij de twee incidenten wel degelijk om bosverlies ging, beide het gevolg van ongeoorloofde
14 In de toekomst zal SIPEF voor toezicht en rapportering EQ-gegevens gebruiken in plaats van "Global Forest Watch"-gegevens.
15 Conform de FPIC-vereisten krijgen landeigenaren de keuze om niet te verkopen. In dergelijk geval oefent SIPEF geen controle uit over de betrokken gronden, ook niet als zij binnen de concessiezone van de Vennootschap liggen.
landontginning door lokale gemeenschappen. SIPEF heeft de lokale autoriteiten van deze inbreuk op de hoogte gebracht zodat ze konden optreden tegen deze niet-toegelaten landontginning, en de vegetatie wordt hersteld.
In Papoea-Nieuw-Guinea werd er één waarschuwing ontvangen voor Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) en het werd bevestigd dat het ging over reëel bosverlies omwille van ongeoorloofde houtkap door lokale gemeenschappen. Het betrokken gebied was verhuurd aan HOPL voor mogelijke uitbreiding vóór de vaststelling van het RPP van SIPEF. In overeenstemming met de daaropvolgende verbintenis van de Groep tot geen ontbossing, werd het gebied echter niet ontwikkeld. De huidige activiteiten werden goedgekeurd door de oorspronkelijke landeigenaars, maar zonder overleg met HOPL. SIPEF heeft de ongeoorloofde kapactiviteit gemeld aan de bevoegde autoriteit en is begonnen met het herstel van de natuurlijke vegetatie in het getroffen gebied. Momenteel worden ook besprekingen gevoerd over de voorwaarden van de huurovereenkomst.
| SAMENVATTING VAN DE NDP-MONITORING VAN EQ IN 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN EIGEN CONCESSIES (2022) | IN LEVERANCIERSGEBIEDEN (2022) | |||||
| LAND / REGIO | EQ-WAAR SCHUWINGEN |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN VAN BOSVERLIES (HA) |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN VAN BOSVERLIES (HA) |
EQ-WAAR SCHUWINGEN |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN VAN BOSVERLIES (HA) |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN VAN BOSVERLIES (HA) |
| INDONESIË | 2 | 2 | 14,6 | 0 | 0 | 0 |
| Noord-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bengkulu | 2 | 2 | 14,6 | 0 | 0 | 0 |
| Zuid-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| PAPOEA-NIEUW GUINEA |
1 | 1 | 28,0 | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 3 | 3 | 42,6 | 0 | 0 | 0 |
SIPEF heeft zich verbonden tot de 'Remediation and Compensation Procedure' (RaCP) van de RSPO voor haar eigen oliepalmactiviteiten. De RaCP focust op de evaluatie van historische plantageontwikkelingen die hebben plaatsgevonden sinds november 2005 en die nog geen HCVevaluatie hebben ondergaan. De Groep heeft er zich toe verbonden de ecosystemen en de waarden van de gebieden te herstellen in geval van geïdentificeerde ontbossing of omschakeling.
• De lopende RaCP waar SIPEF bij betrokken is, is beschikbaar op de RSPO-website: www.rspo.org/as-an-organisation/tools/remediationand-compensation/racp-trackers/

Brandhotspots worden bewaakt door RSPO, dat gebruikmaakt van een door de NASA beschikbaar gesteld platform voor monitoringdiensten en van de door SIPEF meegedeelde gegevens over concessies en lokale boeren. Elke brand binnen 100 meter van de concessie of lokale boeren wordt opgespoord en gemeld op basis van veldonderzoek.

Geautomatiseerde hotspotwaarschuwingen op basis van satellietbeelden worden op continubasis gegenereerd en iedere waarschuwing wordt door SIPEF onderzocht. De brandrisicostatus wordt elke dag bijgewerkt en aan het personeel op alle niveaus meegedeeld. Op talrijke plaatsen in de plantages van SIPEF staan borden die de brandrisicostatus aangeven, zodat de werknemers en hun gezinnen voortdurend op de hoogte zijn van mogelijke of bevestigde branden.

Alle bevestigde branden worden onmiddellijk geblust. Er wordt voor elke brand een intern rapport opgesteld, dat vervolgens bij de politie wordt ingediend. In het geval van oliepalmactiviteiten worden deze rapporten ook ingediend bij de RSPO. SIPEF heeft zich er ook toe verbonden zones onder de beheercontrole van de Groep die door brand zijn getroffen, te herstellen.

SIPEF verbiedt ten strengste het gebruik van vuur voor nieuwe ontwikkelingen. Een vereiste die van toepassing is op haar eigen plantages en voor haar leveranciers. De Groep beschikt over een systeem voor brandrisicomonitoring en is uitgerust met brandbestrijdingsapparatuur en teams om brandincidenten te kunnen aanpakken. Ook waterbeheer in veengronden is zeer belangrijk om te voorkomen dat er hotspots voor branden ontstaan, en SIPEF besteedt bijzondere aandacht aan de brandpreventie in deze gebieden.
In 2022 identificeerde het brandmonitoringsysteem van SIPEF 15 brandhotspots binnen haar eigen concessiegebieden, waarvan 4 waarschuwingen werkelijke branden bleken te zijn in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Daarnaast werden in Papoea-Nieuw-Guinea 11 geverifieerde branden in de leveranciersgebieden vastgesteld.
In Papoea-Nieuw-Guinea en Indonesië hielden de getroffen gebieden voornamelijk verband met landgebruik voor activiteiten door lokale gemeenschappen. Voor wat de gebieden binnen de concessies van SIPEF betreft, zijn de getroffen arealen in herstel.
De dochtervennootschappen van SIPEF zijn gelegen in ecologisch verschillende en biodiverse regio's. De Groep is zich bewust van zijn unieke positie en de rol die hij kan spelen bij het voorkomen van verder biodiversiteitsverlies, door ontbossing en landbouwproductie van elkaar te ontkoppelen en door bij te dragen aan de bescherming van belangrijke ecosystemen in de regio's waar hij actief is. De Groep voert ook een beleid van jachtverbod, die een uitzondering maakt voor duurzame jacht door lokale gemeenschappen.
Per 31 december 2022 beheerde SIPEF in totaal 13 544,4 hectare natuurbehoudsgebied in haar concessies in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust op basis van HCV- en HCSAbeoordelingen16 die vóór de ontwikkeling werden uitgevoerd. Het door SBI beheerde natuurgebied valt hier niet onder, aangezien de in dit deel gebruikte definitie alleen betrekking heeft op gebieden binnen de concessies van SIPEF. In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea is er in 2022 een lichte daling van het totale aantal natuurbehoudsgebieden. Dit is het gevolg van de vermindering van gebieden die als potentiële natuurbehoudsgebieden waren ingedeeld en bij een nieuwe beoordeling niet langer als behoudsgebieden werden beschouwd. En dan zijn er nog enkele bufferzones die buiten de gebieden van SIPEF vielen en hierdoor geschrapt werden. In Ivoorkust was er een toename als gevolg van bijkomend beschermd gebied dat deel uitmaakt van de nieuwe plantage in Akoudié.
| TOTAAL NATUURBEHOUDSGEBIEDEN IN 2021 - 2022 (IN HECTAREN) | ||||
|---|---|---|---|---|
| LAND | NATUURBEHOUD 2021 | NATUURBEHOUD 2022 | ||
| Indonesië | 9 966,7* | 9 691,0 | ||
| Papoea-Nieuw-Guinea | 4 114,3* | 3 623,7 | ||
| Ivoorkust | 123,7* | 229,7 | ||
| TOTAAL | 14 204,7* | 13 544,4 | ||
* De natuurbehoudsgebieden in 2021 werden geactualiseerd om rekening te houden met plantages waarvoor de verkrijging van het teeltrecht (Hak Guna Usaha – HGU) nog hangende is. Dit cijfer kan veranderen afhankelijk van de definitieve HGU-goedkeuringen.
Tot dusver zijn in totaal 26 geïntegreerde HCV-HCSA-beoordelingen uitgevoerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de betrokken controleorganisaties (HCV "Network" of HCSA). Alle goedgekeurde en in behandeling zijnde beoordelingen zijn beschikbaar op de websites van HCV "Network" en HCSA. De Vennootschap heeft zich ook tot doel gesteld haar beheerplannen tegen 2025 af te stemmen op de gecontroleerde beoordelingen om de beheerplannen voor de HCV- en HCSA-gebieden te verbeteren.
| UITGEVOERDE HCV-HCSA-BEOORDELINGEN | ||||
|---|---|---|---|---|
| LAND | AANTAL PLANTAGES |
AANTAL PLANTAGES MET VOLTOOIDE GEÏNTE GREERDE BEOORDELING |
||
| INDONESIË | 33 | 26 | ||
| Noord-Sumatra | 9 | 6 | ||
| Bengkulu | 13 | 9 | ||
| Zuid-Sumatra | 11 | 11 | ||
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | 3 | 0 | ||
| TOTAAL | 36 | 26 | ||
16 Uitgevoerd door bevoegde assessors in het kader van het "Assessor Licensing Scheme" (ALS) van het HCV "Network". Voor deze zones worden habitat-beheerplannen opgesteld.

SIPEF wil tegen 2026 in alle regio's waar het actief is boswachterherstelteams opgericht hebben om het beheer van HCV-gebieden en HCS-bossen te verbeteren. SIPEF gaat ook in gesprek met de omliggende gemeenschappen, zodat die op de hoogte zijn van de ligging, het belang en de voordelen van de HCV-gebieden en HCS-bossen. Die gemeenschappen kunnen actief betrokken worden bij de bescherming ervan. Sociale HCV-gebieden blijven toegankelijk voor de gemeenschappen. De biodiversiteit wordt gemonitord door een combinatie van cameravallen en het patrouilleren door boswachtersteams in de natuurbehoudsgebieden.
De natuurgebieden binnen de activiteiten van SIPEF bieden geschikte habitats en verbindingen met de omliggende gebieden voor een groot aantal soorten. Er werden waarnemingen gedaan van ernstig bedreigde soorten zoals de gehelmde neushoornvogel (Buceros vigil) die door de boswachters van SIPEF werd gevonden, en de Sumatraanse tijger (Panthera tigris sondaica) die door cameravallen werd vastgelegd op beeld. De Sumatraanse tijger is de kleinste van de tijgerondersoorten, hij komt alleen voor op Sumatra en niet meer op Java of Bali. Deze soort is niet alleen gefotografeerd in de natuurbehoudsgebieden van SIPEF, maar is ook meermaals waargenomen door werknemers in 2022. Er werd verondersteld dat deze tijgers uit de dichter beboste bergen wegtrekken op zoek naar prooien wegens de gemelde uitbraken van Afrikaanse varkenspest op Sumatra, die de plaatselijke populatie wilde zwijnen (Sus scrofa) hebben aangetast. SIPEF werkt samen met de "Zoological Society of London" (ZSL) om haar programma voor de monitoring van wilde dieren uit te breiden tot prooisoorten, om deze dynamiek beter te begrijpen.

SIPEF levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling en discussie omtrent de aanpak op landschapsniveau in de context van duurzame palmolieproductie, via haar betrokkenheid bij de "Jurisdictional Working Group" (JWG) van de RSPO. In Papoea-Nieuw-Guinea is er een toenemende belangstelling van de lokale boeren en inheemse landeigenaars rond de activiteiten van SIPEF om deel te nemen aan de duurzame bevoorradingsketen. Als zodanig is Hargy Oil Palms Ltd samen met een erkend evaluatiebureau, PT. Hijau Daun, een project gestart waarbij wordt gekeken naar een evenwichtige aanpak voor een geïntegreerd oliepalmlandschap. Er werd een geïntegreerde HCV-HCSA-beoordeling uitgevoerd, met onder meer veldproeven en opmetingen, diepte-interviews met deelnemers, inclusief lokale boeren, en het in kaart brengen van het participatief gebruik van gronden door inheemse gemeenschappen. Dit heeft geresulteerd in HCV-HCS-vegetatiekaarten en plannen voor participatief landgebruik, die zullen worden gevalideerd via een nieuwe overlegronde met alle gemeenschappen.
Daarnaast financiert en ondersteunt SIPEF ook enkele projecten voor natuurbehoud en biodiversiteit in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.

Het SBI-project is een bosgebied van 12 672 vergunde hectaren dat fungeert als buffer voor het Kerinci Seblat National Park. Het is een van de natuurbehoudsprojecten in Indonesië die voor een periode van 60 jaar zijn toegekend voor ecosysteemherstel onder de bevoegdheid van het "Directorate General of Sustainable Production Forest Management, Ministry of Environment and Forestry", van de Republiek Indonesië.
Het project is gericht op de bescherming en monitoring van de biodiversiteit, de herbebossing van aangetaste gebieden en de betrokkenheid van de gemeenschappen bij de bescherming van het natuurgebied, beheerd door de SBI.



Het zeeschildpaddenproject van SIPEF, Yayasan SIPEF Indonesia (YSI) helptbij de bescherming en groei van de zeeschildpaddenpopulatie op een vijf kilometer lang strand in het Air Hitam Conservation Park op Sumatra. Lokale autoriteiten en inwoners van twee dorpen werken samen als veldwerkers om het strand te monitoren.
Sinds 2007 zijn in het kader van het project 37 249 eieren verzameld en 22 588 zeeschildpadden uitgezet. In 2022 werden 3 158 eieren verzameld en 1 898 zeeschildpadden werden uitgezet. Helaas heeft de Indonesische overheid het "Memorandum of Understanding" voor YSI niet verlengd in afwachting van een algemene herziening van alle natuurbeschermingsprojecten van ngo's en stichtingen in Indonesië.
Het bananenbedrijf van SIPEF, Plantations J. Eglin, werkt mee aan het herstel via zijn herbebossingsprogramma. Het bedrijf heeft een herbebossingsplan ontwikkeld voor laaggelegen gebieden die niet geschikt zijn voor de bananenteelt, voornamelijk op de gronden van Azaguié en Agboville. Op 31 december 2022 had het programma een oppervlakte van ongeveer 128,2 hectare bereikt.
De overgrote meerderheid van de geplante bomen (84%) waren gmelina's (Gmelina arborea), omdat die beter geschikt zijn voor de laaggelegen gronden in de plantages dan teakbomen (Tectona grandis) (16%), die beter gedijen op hellingen. In de toekomst zal Plantations J. Eglin zich blijven concentreren op het behoud van de reeds beplante arealen en de mogelijkheid evalueren om het programma in de toekomst uit te breiden.

SOORTEN BOMEN GEPLANT IN HET KADER VAN HET HERBEBOSSINGSPROGRAMMA (2022)

Zowel in Papoea-Nieuw-Guinea als in Indonesië, heeft SIPEF projecten lopen voor het herstel van kustgebieden. Herstelinitiatieven van de kustgebieden, zoals de aanplant van mangroves, zal ertoe bijdragen dat de gebieden in de plantages worden beschermd tegen verdere erosie.
| IN PAPOEA-NIEUW-GUINEA | IN INDONESIË |
|---|---|
| SIPEF werkt aan het herstel van de kustgebieden | In Agromuko werd 34 hectare kustgebied in |
| rond de Navo-estate door de introductie van | kaart gebracht en wordt de natuurlijke vegetatie |
| mangrovebomen. | hersteld. |
SIPEF blijft ernaar streven de impact van haar activiteiten op het milieu rond de plantages tot een minimum te beperken, door de relevante beste beheerpraktijken (BMP's) toe te passen. Waar mogelijk past de Groep ook regeneratieve en circulaire praktijken toe die gericht zijn op het hergebruik van bijproducten en afval van zijn productie- en verwerkingsactiviteiten.
Plaagbestrijding is van cruciaal belang voor de bescherming van de oogst en het maximaliseren van het rendement. Voor zowel de oliepalm- als de bananenproductie past SIPEF geïntegreerde plaagbestrijding ("Integrated Pest Management" – IPM) toe. Deze aanpak moedigt het gebruik van natuurlijke plaagbestrijdingsmechanismen aan en richt zich op een zorgvuldige afweging van chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen die de risico's voor de mens en ecosystemen tot een minimum beperken. SIPEF maakt gebruik van talrijke verschillende methoden van natuurlijke of biologische plaagbestrijding die erop gericht zijn de afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen.

SIPEF streeft ernaar het gebruik van pesticiden tot een minimum te beperken en tegelijk de productiviteit per hectare te handhaven of te verhogen. Naast de toepassing van geïntegreerde plaagbestrijding ("Integrated Pest Management" – IPM) heeft SIPEF sinds 2016 paraquat geleidelijk uit al haar activiteiten gebannen, overeenkomstig haar verantwoordelijk plantagebeleid (RPP). De Groep legt de nadruk op de veiligheid van alle werknemers die met pesticiden omgaan en zorgt ervoor dat de betrokkenen naar behoren worden opgeleid en uitgerust en dat hun gezondheid regelmatig wordt gecontroleerd.

uit de weefselkweek van bananen, dat vrij is van nematoden, zodat geen nematiciden hoeven te worden gebruikt.

kever die bananenwortels vernietigt, kan worden gevangen met behulp van lokstoffen, en het gebruik van pesticiden is niet meer nodig onder normale en gecontroleerde omstandigheden.
Bij de palmolieactiviteiten van SIPEF beginnen alle voorbereidingen van het land met gedetailleerde topografische kaarten om de beplante gebieden te evalueren en ervoor te zorgen dat de juiste BMP's voor bodemgezondheid en behoud worden toegepast.
Preventieve maatregelen om bodemerosie te voorkomen, zoals leguminosen planten als bodembedekkers, en het aanleggen van slibvangers, slibgeulen, dammen en taludbescherming zoals vetivergras (Chrysopogon zizanioides).
Jaarlijkse bladstalen en periodieke bodemstalen worden geanalyseerd inzake voedingsstoen, om de aanbevolen toepassing van meststoen te bepalen en zo het verbruik van meststoen te beperken, met behoud of verbetering van de productiviteit per hectare.
Wat oliepalmziekten betreft, blijft het grootste risico voor oudere plantages dat van stambasisrot ("Basal Stem Rot" – BSR), veroorzaakt door de schimmel Ganoderma boninense. Voor en tijdens de herbeplanting wordt de grond intensief bewerkt, in combinatie met de snelle ontwikkeling van de bodembedekker Mucuna bracteata, gevolgd door een braakliggingsperiode van minstens een jaar in een poging om de levenscyclus van de schimmel te beëindigen of op zijn minst te onderbreken. Het gebruik van 'Gano-tolerant' plantgoed is ingevoerd en de doeltreendheid ervan wordt nauwlettend gevolgd.
Het gebruik van antagonistische en heilzame schimmels zoals Trichoderma en de bodemverbeteraar Rhizoplex maakt ook deel uit van het wapenarsenaal tegen deze virulente schimmel.
Evenwicht tussen de toepassing van minerale en organische meststo en, met behoud van de bodemstructuur en beheersing van de exploitatiekosten. Door het gebruik van compost en andere biomassa zoals EFB, cacao- of koedoppen, wordt de bodem minder blootgesteld, wat de gezondheid en het behoud ervan verbetert en de aankelijkheid van minerale meststoen vermindert.
SIPEF heeft ook geïnvesteerd in een composteringssysteem voor haar activiteiten in Bukit Maradja, dat 100% van de lege fruittrossen en het afvalwater van de plantage verwerkt tot organische meststof met een hoog voedingsstoengehalte.

In de bananenproductie zijn de belangrijkste bodemen wortelplagen nematoden, zeer kleine parasitaire wormen die zich voeden met planten. Het gebruik van jonge meristeemplanten bij herbeplanting zorgt ervoor dat er onbesmette planten komen, maar dat kan alleen als de grond een braakperiode van ten minste een jaar heeft doorgemaakt, zonder enige hergroei van wilde bananenplanten. Door de nematoden af te sluiten van alle voedselbronnen, zullen ze sterven en verdwijnen.
Om de bodemkwaliteit tijdens deze periode verder te verbeteren, worden de braakliggende percelen beplant met Tithonia, dat in enkele maanden tijd een struik van twee of drie meter hoog vormt, die aan het einde van de periode wordt vermalen om de bodem te bedekken. Zo wordt het organische gehalte verhoogd en wordt erosie voorkomen, voordat met de herbeplanting wordt begonnen.

In het kader van SIPEF's verbintenis om afval en vervuiling tot een minimum te beperken, gebruikt en recycleert de Groep de bijproducten
In de bananenproductie zijn de belangrijkste bodemen wortelplagen nematoden, zeer kleine parasitaire
wormen die zich voeden met planten. Het gebruik
van jonge meristeemplanten bij herbeplanting zorgt
ervoor dat er onbesmette planten komen, maar dat kan
alleen als de grond een braakperiode van ten minste
een jaar heeft doorgemaakt, zonder enige hergroei
van wilde bananenplanten. Door de nematoden af te
sluiten van alle voedselbronnen, zullen ze sterven en
Om de bodemkwaliteit tijdens deze periode verder te
verbeteren, worden de braakliggende percelen beplant
met Tithonia, dat in enkele maanden tijd een struik van
twee of drie meter hoog vormt, die aan het einde van
de periode wordt vermalen om de bodem te bedekken.
Zo wordt het organische gehalte verhoogd en wordt
erosie voorkomen, voordat met de herbeplanting wordt
verdwijnen.
begonnen.
van zijn palmolie- en bananenproductie en verwerkingsactiviteiten.
| OLIEPALM- EN BANANENPLANTAGES | PALMOLIE-EXTRACTIEFABRIEKEN |
|---|---|
| Oliepalm • Lege vruchtentrossen (EFB's) worden op de velden uitgestrooid om de resterende voedingsstoffen en organische materie terug in het veld te brengen. • Gecomposteerde EFB kan nuttig zijn voor bepaalde bodems en kan in sommige gevallen worden gemengd met fabrieksafvalwater/ ketelas/bezinksel van de decanteersystemen om organische meststof te maken. Bananen • De bananenstammen, waarvan de vruchtentrossen in het verpakkingsstation zijn losgemaakt, en de vruchtenresten worden terug op de velden uitgespreid, meestal in de braakliggende percelen. • Ongewenste of oude bladeren en necrotische plekken, alsook de overtollige bananenhanden worden afgesneden en op de bodem achtergelaten, zodat er meer organisch materiaal in de bodem terugkomt. |
palmolie • Behandeld afvalwater van palmolie-extractiefabrieken (POME) wordt op de velden aangebracht als bron van voedingsstoffen voor de palmen. • De vezels van het mesocarp van de palmnoot worden verbrand in de ketels van de fabriek om elektriciteit op te wekken via stoomturbines. In 2022 was 78% van de totale in de palmolie extractiefabrieken opgewekte elektriciteit afkomstig van hernieuwbare energie. • Het endocarpium van de palmnoot, de bron van palmpitdoppen, wordt als biomassa aan derden verkocht. • Het endosperm van de palmnoot, de bron van palmpitschilfers, wordt verkocht als bestanddeel van diervoeder. |
Hoewel dit de belangrijkste huidige toepassingen van bijproducten zijn, worden er binnen de sector verschillende andere toepassingen onderzocht, getest en toegepast. Voortdurende innovatie en onderzoek en ontwikkeling zullen blijven helpen een schat aan waarde te ontsluiten uit wat vroeger als afval werd beschouwd.
Om de waterverontreiniging te beperken, is het behoud van oeverbufferzones, die bestaan uit natuurlijke vegetatie, belangrijk om afvloeiing te absorberen en de waterwegen te beschermen. SIPEF verbindt zich ertoe alle plaatselijke voorschriften inzake afvalwaterlimieten in haar palmolie-extractiefabrieken na te leven. Daarom heeft de Groep voor 2022 doelstellingen vastgelegd om de wettelijke grenswaarden voor biochemisch zuurstofverbruik ("Biochemical Oxygen Demand" – BOD), chemisch zuurstofverbruik ("Chemical Oxygen Demand" – COD) en totale gesuspendeerde vaste stoffen ("Total Suspended Solids" – TSS), onder de wettelijke grenswaarden te houden op het punt van vrijgave.
SIPEF gebruikt haar technische controles en waterbehandelingssystemen om ervoor te zorgen dat de niveaus binnen de vereiste grenswaarden blijven. In 2022 waren er voorvallen waarbij de palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea de wettelijke grenswaarden voor BOD en TSS hadden overschreden als gevolg van het ontslibbingsprogramma. Het ontslibbingsprogramma dient om de ophoping van vaste stoffen te voorkomen die anders de retentietijd en de bacteriële activiteiten die nodig zijn om het gehalte organische stoffen in het afvalwater te verlagen, zou verminderen.
De aanpak van het waterbeheer bij SIPEF bestaat erin de beschikbaarheid en de kwaliteit van de watervoorraden te vrijwaren voor de omliggende gemeenschappen en het milieu, alsook voor de eigen activiteiten. SIPEF meet het waterverbruik in al haar activiteiten en streeft ernaar het te optimaliseren. De in dit deel gepresenteerde gegevens hebben betrekking op het waterbeheer in de palmolie-extractiefabrieken, bananenplantages en bananenverpakkingsstations van SIPEF.
In 2022 steeg het totale waterverbruik in de palmolie-extractiefabrieken van SIPEF met 7,6%. Een belangrijke update heeft betrekking op de doelstelling inzake de intensiteit van het waterverbruik per ton verwerkte FFB, die nu voor elke individuele palmolie-extractiefabriek is vastgelegd en niet langer op Groepsniveau. Dat maakt een nauwkeuriger en gerichter plan voor waterbeheer en -verbetering mogelijk. Een palmolie-extractiefabriek in Papoea-Nieuw-Guinea overschreed in 2022 de vastgelegde doelstelling voor de intensiteit van het waterverbruik omdat de olie op de laadbrug regelmatig werd gereinigd, wat resulteerde in een hoog waterverbruik.
Bananen blijven het meest waterintensieve product van de Groep, vooral door het gebruik van irrigatie. Ongeveer 30% van het op de bananenplantage in Ivoorkust gebruikte irrigatiewater is regenwater, dat tijdens het regenseizoen in dammen wordt opgeslagen en enkele maanden later tijdens het droge seizoen wordt verpompt en gebruikt. De resterende hoeveelheid komt uit rivieren langs de plantages.


* Noot: Het waterverbruik voor de palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea is aangepast omdat de vorige cijfers het huishoudelijk waterverbruik omvatten, waardoor een hoger verbruik werd geregistreerd. Voor Indonesië waren de kleine veranderingen te wijten aan aanpassingen van de debietmeter.
Het water voor de bananenverpakkingsstations is afkomstig uit bronnen, omwille van gezondheidsredenen en met het oog op de voedselveiligheid. Het gebruikte water wordt na het verpakkingsproces gerecycled door middel van decanteringstanks en vervolgens opgeslagen in de dammen voor irrigatie in de toekomst of teruggevoerd in de rivier.
In 2022 steeg de intensiteit van het waterverbruik met 17% als gevolg van de uitbreiding van de Lumen-estate, waarbij de eerste beplanting plaatsvond zonder enige oogst tot nu toe, in combinatie met een lager rendement.

Aangezien wordt verwacht dat de wereldwijde vraag naar palmolie tussen 0,8 en 2,8% per jaar zal groeien, zullen lokale boeren een belangrijke rol blijven spelen om te voldoen aan de wereldwijde vraag. Geschat wordt dat 25% tot 30%16 van het wereldwijde palmolieaanbod wordt geproduceerd door lokale boeren. Met een gemiddeld rendement van 13 ton verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" – FFB) per hectare per jaar17 hebben lokale boeren echter een duidelijk lager rendement dan grote plantages. Door lokale boeren te ondersteunen bij het toepassen van betere praktijken kan niet alleen de wereldwijde productiviteit worden verhoogd, maar kan ook het milieu worden beschermd en tegelijk hun levensonderhoud worden verbeterd.
De strategie van SIPEF om op een verantwoorde manier waarde te creëren, omvat de ondersteuning van haar leveranciers om deel uit te maken van haar duurzame bevoorradingsketen. Alle leveranciers van SIPEF zijn lokale palmolieboeren die bijdragen tot de leveranciersbasis van de Groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.18

SIPEF heeft een aantal programma's voor lokale boeren opgezet die verschillende vormen van steun verlenen aan lokale oliepalmboeren. Via deze programma's deelt de Vennootschap beste beheerpraktijken ("Best Management Practices" – BMP's), levert zij zaailingen, helpt zij bij het behalen en behouden van de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO)-certificering en verleent zij agronomische en logistieke diensten. 19
| "SCHEME SMALLHOLDERS" | INDEPENDENT SMALLHOLDERS |
|---|---|
| INDONESIË | INDONESIË |
| "Company-managed smallholders" (plasma) – gevestigd binnen de concessies van SIPEF, waarbij de productie van de gewassen volledig wordt beheerd door SIPEF Indonesië. "Village smallholders" (Kebun Masyarakat Desa) – gevestigd naast de concessies van SIPEF, waarbij de kleine oliepalmpercelen die in samenwerking met de omliggende dorpen zijn ontwikkeld, geheel of gedeeltelijk door SIPEF Indonesië worden beheerd. Alle productiegebieden van "scheme smallholders" in Indonesië worden ontwikkeld volgens de RSPO-richtlijnen. Zij zijn ofwel reeds RSPO-gecertificeerd, ofwel staan ze op het punt gecertificeerd te worden, naargelang de status van het teeltrecht ("Hak Guna Usaha" – HGU). |
"Associated buy/sell smallholders" – beheren hun eigen land en hebben de keuze om aan SIPEF Indonesië te verkopen, naar gelang hun inzet voor en vooruitgang naar RSPO-certificering. "Associated seedling smallholders" – beheren hun eigen land en krijgen steun van SIPEF Indonesië voor de levering van gecertificeerd zaaigoed na een evaluatie. Deze lokale boeren zijn niet fysiek verbonden met de toeleveringsketen van SIPEF en hun integratie zal tijd vergen, afhankelijk van hun vooruitgang en bereidheid om te werken aan certificering. |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | |
| "Associated smallholders" – bezitten en beheren hun land en productie, maar zijn door hun geografische ligging verbonden met de toeleverings keten van SIPEF en verkopen aan de fabrieken van Hargy Oil Palms Ltd (HOPL), die zich in de nabijheid van deze lokale boeren bevinden. Alle "associated smallholders" die samenwerken met HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea zijn RSPO-gecertificeerd. |
16 Bron: www.solidaridadnetwork.org/wp-content uploads/2022/09/Palm-Oil-Barometer-2022\_solidaridad.pdf
19 Meer informatie over de wijze waarop SIPEF met lokale boeren samenwerkt is beschikbaar op de website van de Groep: www.sipef.com/hq/sustainability/smallholders/
In 2022 werkte SIPEF samen met 8 363 lokale boeren in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, waarvan 5 741 (69%) "scheme smallholders" en 2 622 (31%) onafhankelijke lokale boeren. In beide landen is 21 303 (74%) hectare beplante oppervlakte eigendom van "scheme smallholders" en wordt 7 410 (26%) hectare beheerd door onafhankelijke lokale boeren.




Hoewel SIPEF via haar programma's voor lokale boeren in Indonesië met onafhankelijke lokale boeren werkt, bestaat de overgrote meerderheid van de lokale boeren die tegenwoordig aan de fabrieken van SIPEF leveren uit "scheme smallholders". De volgende paragrafen zijn daarom gericht op de programma's van de Groep voor "scheme smallholders" in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
De bevoorradingsbasis van "scheme smallholders" van SIPEF bestrijkt een productiegebied dat ongeveer 21% vertegenwoordigt van de totale door SIPEF beheerde beplante oppervlakte. Deze lokale boeren zijn goed voor 17% van de totale FFB-productie van SIPEF.
SIPEF Indonesië werkt momenteel met 2 096 "scheme smallholders". Het totale beplante areaal van deze lokale boeren bedraagt 6 496 hectare, wat 9% vertegenwoordigt van de totale beplante oliepalmoppervlakte van SIPEF Indonesië.
Alle derden-leveranciers van HOPL zijn geclassificeerd in overeenstemming met de RSPO-definities voor lokale boeren. Deze lokale boeren beheren een totaal productieareaal van 14 807 hectare, wat meer dan 50% van de beplante oliepalmoppervlakte van HOPL vertegenwoordigt.
In Papoea-Nieuw-Guinea werkt HOPL nauw samen met lokale boeren om hun rendement te verbeteren door steun te verlenen in de vorm van opleiding en voorlichting. Daarnaast wordt geïnvesteerd in diensten voor onderzoek en ontwikkeling via samenwerking met een plaatselijk planningscomité. 20
In 2022 steeg het gemiddelde FFB-rendement per hectare van de "associated smallholders" die met HOPL samenwerken in Papoea-Nieuw-Guinea met 11%. Dit bouwt voort op de positieve productietrends die sinds 2019 zijn waargenomen, wat erop wijst dat deze lokale boeren vooruitgang boeken bij het verbeteren van hun rendement.

20 Een overzicht van HOPL's programma voor lokale boeren is te vinden op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/sipef-papua-new-guinea/sustainability/smallholders/
SIPEF en de "associated smallholders" die met HOPL samenwerken, zijn blijven investeren in capaciteitsopbouw en onderzoeksinitiatieven, met als doel het rendement van de lokale boeren in de loop van de tijd consequent te verhogen. Samen bedroegen deze investeringen in 2022 in totaal PGK 2 604 361.
De investeringen van SIPEF zijn gericht op de initiatieven van HOPL voor directe steun aan lokale boeren. De door de lokale boeren uitgevoerde investeringen werden doorgesluisd naar de Oil Palm Research Association (OPRA), de Oil Palm Industry Corporation (OPIC) en de Bialla Oil Palm Growers Association (BOPGA) voor toegang tot de door deze organisaties geleverde diensten op het gebied van voorlichting en onderzoek en ontwikkeling.

SIPEF Indonesië werkt met 291 "village smallholders" rond haar Agro Muko-activiteiten. Via dit programma worden oliepalmpercelen ontwikkeld met lokale boeren die geheel of gedeeltelijk door SIPEF Indonesië worden beheerd. Deze lokale boeren krijgen voorfinanciering voor de ontwikkeling van de percelen, en de geproduceerde FFB worden door SIPEF Indonesië gekocht tegen marktprijzen. De lokale boeren betalen de lening met lage rente af via een overeengekomen inhouding op de verkoop van de oogst aan SIPEF Indonesië.
In het kader van het "Company-managed programme" heeft SIPEF Indonesië de volledige controle over alle aspecten van het beheer en de productie van de FFB. Het bedrijf ontwikkelt en beplant de grond en voert alle operationele inputs en het beheer uit tot en met de oogst en het herstel van het gewas. Er wordt een koopovereenkomst gesloten voor de FFB tegen marktprijzen. Deze lokale boeren krijgen een maandelijks voorschot tijdens de groeifase, dat samen met de ontwikkelingskosten wordt teruggevorderd in het kader van de koopovereenkomst. In 2022 telde het "Company-managed programme" 1 805 lokale boeren leden.
De derden-leveranciers van SIPEF, die allemaal lokale boeren zijn, moeten voldoen aan het Verantwoordelijk Inkoopbeleid ("Responsible Purchasing Policy" – RPuP) van SIPEF,21 samen met andere relevante beleidslijnen waar van toepassing. Het RPuP vormt de basis voor de criteria en procedures om lokale boeren in SIPEF's leveranciersbasis te selecteren en te controleren.
Alle lokale boeren die met SIPEF willen samenwerken, worden vooraf gescreend aan de hand van wettelijke en geografische criteria. Dit is om te verzekeren dat de essentiële certificeringsvereisten worden nageleefd en de nieuwe niet-gecertificeerde lokale boeren die met SIPEF in zee gaan zich minimaal zouden houden aan de verbintenissen van de Groep inzake geen ontbossing, geen nieuwe aanplant op veengronden en geen uitbuiting.
RSPO gecertificeerd 75% Niet gecertificeerd 25% ha 21 303 RSPO-CERTIFICERINGSSTATUS VOOR "SCHEME SMALLHOLDERS"
SIPEF heeft een tijdsgebonden doelstelling bepaald en is vastbesloten om tegen 2026 100% RSPO-certificering te bereiken voor de leveranciers van de Vennootschap. 22 In Indonesië zijn alle lokale boeren die aan SIPEF leveren gecertificeerd, met uitzondering van de boeren die aan de Groep in Musi Rawas leveren. In Papoea-Nieuw-Guinea zijn alle lokale boeren die met HOPL samenwerken en aan haar drie fabrieken leveren sinds 2009 RSPO-gecertificeerd.
Vanaf 2022 is 75% van het totale areaal van "scheme smallholders" binnen de bevoorradingsbasis van SIPEF gecertificeerd. In het kader van de voorbereiding op het bereiken en handhaven van de RSPO-certificering worden alle "scheme smallholders" opgevolgd via een intern controlesysteem. Ieder jaar worden interne audits uitgevoerd om de naleving van de RSPO-beginselen en -criteria en van het SIPEF-beleid te verzekeren.
SIPEF werkt ook samen met onafhankelijke lokale boeren in Indonesië om hen waar mogelijk te helpen deel uit te gaan maken van SIPEF's duurzame toeleveringsketen. Onafhankelijke lokale boeren, die hun eigen land beheren, hebben de mogelijkheid om hun FFB te verkopen aan SIPEF of aan andere fabrieken buiten de toeleveringsketen van SIPEF.
Sinds 2022 werden 60 hectare percelen die worden beheerd door onafhankelijke lokale boeren die aan SIPEF leveren, RSPO-gecertificeerd. Intussen worden FFB van onaf hankelijke lokale boeren die niet klaar zijn voor de RSPOcertificering, of die in het proces zitten maar nog niet RSPO-gecertificeerd zijn, afzonderlijk verwerkt door fabrieken van derden.
21 Meer informatie over het RPuP en de daarmee verband houdende vereisten is te vinden op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-purchasing-policy/
22 Volgens het tijdschema van SIPEF om 100% RSPO-certificering te bereiken, dat beschikbaar is op: www.sipef.com/hq/ www.rspo.org/nl/members/1-0021-05-000-00/

SIPEF vindt het belangrijk om langetermijnrelaties met de lokale gemeenschappen rond haar activiteiten te onderhouden en te ontwikkelen, en de onderneming maakt er een prioriteit van om een goede buur te zijn. De Groep zet zich ook in voor het behoud van de wettelijke rechten en gewoonterechten op land van inheemse en lokale gemeenschappen, evenals hun rechten op grondstoffen, grondgebieden, bestaansmiddelen en voedselzekerheid. SIPEF streeft er ook naar de lokale gemeenschappen te laten profiteren van haar activiteiten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het verschaffen van werkgelegenheid, het onderhoud van infrastructuren zoals scholen, gezondheidscentra, wegen, bruggen en gebedshuizen.
SIPEF verbindt zich ertoe de rechten van de leden van de gemeenschap te respecteren en vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming ("Free, Prior and Informed Consent" - FPIC) te verkrijgen vóór elke nieuwe ontwikkeling om te verzekeren dat de ontwikkeling geen afbreuk doet aan de wettelijk erkende gewoonterechten of gebruiksrechten. De toestemming wordt verkregen via een continu proces met volledige participatie van de betrokken gemeenschappen, die zich kunnen laten vertegenwoordigen door een advocaat van hun keuze. De gemeenschappen behouden het recht om op elk moment van het proces nee te zeggen tegen de ontwikkeling en recht hebben op compensatie wanneer de ontwikkeling een bewezen negatief effect heeft. FPIC houdt niet op bij de verkoop van eigendomstitels of -rechten. Het is een proces van voortdurende betrokkenheid en interactie met de plaatselijke gemeenschappen om ervoor te zorgen dat hun stem wordt gehoord, en als middel om de negatieve sociale gevolgen van de activiteiten te minimaliseren en de positieve effecten te maximaliseren.

In het algemeen worden de verbintenissen met de plaatselijke gemeenschappen uitgevoerd als onderdeel van "High Conservation Value" (HCV) / "High Carbon Stock Approach" (HCSA) beoordelingen en ook sociale impactbeoordelingen ("Social Impact Assessments" - SIA). Deze beoordelingen worden gedaan door externe deskundigen, waarbij beheersplannen worden ontwikkeld op basis van de feedback van de lokale gemeenschappen. De plannen worden vervolgens gecommuniceerd aan de betrokken partijen om de doeltreffendheid van de geplande programma's te waarborgen en zo conflicten te voorkomen door middel van een gezamenlijke aanpak. In Indonesië werkt SIPEF jaarlijks programma's voor sociale hulpverlening uit als onderdeel van de vereisten om de milieuvergunning te behouden.
In 2022 vonden er in heel Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea in totaal vier sociale impactbeoordelingen en formele inspraakprocessen plaats, onder leiding van onafhankelijke partijen. Eén proces hiervan hield verband met de afhandeling van een RSPO-klacht bij PT AKL in Zuid-Sumatra. Aanbevelingen uit deze beoordelingen werden opgenomen in het algemene beheersplan en maken nu deel uit van interne processen.
In Ivoorkust worden regelmatig opdrachten overeengekomen met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen uitgevoerd. Een door het personeelsdepartement beheerd fonds is beschikbaar om de nodige steun te verlenen aan de lokale gemeenschappen bij de uitvoering van deze opdrachten. In 2022 steunde Plantations J. Eglin de plaatselijke gemeenschappen via verschillende activiteiten. Zo financierde ze, onder meer, de voorbereidende herbebossingswerkzaamheden23 in een openbare school voor het vervoer van zaailingen en voor de voorbereiding van het terrein, die werden gecoördineerd via het plaatselijke water- en milieudepartement. Dit ter ondersteuning van het nationale herbebossingsproject '1 dag 50 miljoen bomen'. 24 Bovendien renoveerde het bedrijf een kleuterschool en droeg bij aan plaatselijke feesten en sportactiviteiten.
23 Dit omvat onder meer activiteiten zoals het zetten van staken en graafwerken.
24 Bron: www.gouv.ci/\_actualite-article.php?recordID=12245
In Ivoorkust is er ook een Fairtrade fonds dat wordt beheerd door een werknemerscomité en bestemd is voor de uitvoering van ontwikkelingsprojecten. Deze projecten worden goedgekeurd door de werknemers en komen rechtstreeks ten goede aan de werknemers, hun gezinnen en de omliggende gemeenschappen.
In 2022 werd het Fairtrade fonds gebruikt voor:

De renovatie van twee basisscholen en een kleuterschool en de aankoop van een voertuig voor het vervoer van schoolkinderen.

De aankoop van een ambulance voor de werknemers en de omliggende gemeenschappen en de bouw van een analyselaboratorium voor het medisch centrum in Azaguié.

Plantations J. Eglin is eveneens van plan om in 2023 een sociale studie uit te voeren met steun van externe deskundigen. Het doel van de studie is het ontwikkelen van een gestructureerde aanpak voor de onderneming om haar relatie met de lokale gemeenschappen te versterken, vooral waar het gaat over plantages die nog niet werden onderworpen aan milieu- en maatschappelijke effectbeoordelingen.
Klachten van lokale gemeenschappen, inheemse volkeren en andere belanghebbenden worden behandeld in overeenstemming met het klachtenbeleid van SIPEF. Deze kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot, geschillen over land en compensatie voor het verlies van wettelijke, gewoonte- of gebruiksrechten. Het proces stelt hen in staat hun standpunten kenbaar te maken via hun eigen representatieve instellingen. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen akkoord gaan met de klachtenprocedures om tot een effectieve beslissing te komen. Voor elk conflict of geschil over het land wordt de omvang van het betwiste gebied op participatieve wijze in kaart gebracht met betrokkenheid van de betrokken partijen, waaronder in voorkomend geval naburige gemeenschappen. Er zal ook bewijsmateriaal beschikbaar worden gesteld om aan te tonen of de compensatie werd aanvaard na een gedocumenteerd proces van FPIC. Details van alle grieven zijn beschikbaar op het SIPEF-klachtendashboard.
• Meer informatie is te vinden op de website van het bedrijf: www. sipef.com/hq/sustainability/grievances-dashboard-activeandor-progressing/
De Groep blijft middelen uittrekken voor het onderhoud en de verbetering van de infrastructuur om ervoor te zorgen dat aan de behoeften van de lokale gemeenschappen wordt voldaan. Sommige voorzieningen die SIPEF ter beschikking stelt van haar werknemers zijn ook toegankelijk voor leden van de lokale gemeenschappen, zoals onderwijs en medische voorzieningen.
Alle door SIPEF opgerichte scholen zijn toegankelijk voor de kinderen uit de omliggende gemeenschappen. 67,5% van de door SIPEF opgerichte klinieken zijn toegankelijk voor de lokale gemeenschappen in alle vestigingen van SIPEF. De Groep werkt ook samen met de relevante lokale overheden en overlegt met de lokale gemeenschappen om wegen rond zijn activiteiten aan te leggen en te onderhouden, waar nodig. Dit alles dient tot het garanderen van een veilige toegang tot de wegen in en rond de plantages, evenals een vlotte werking.
In de loop van 2019-2021 leidde Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) een project om de kraamzorg aanzienlijk te verbeteren. Het programma werd uitgevoerd in samenwerking met de "West New Britain Provincial Health Authorities" in het Bialla Health Centre, dat medische diensten verleent aan een gemeenschap van ongeveer 50 000 mensen in West New Britain, Papoea-Nieuw-Guinea. HOPL ondersteunde het door donoren gefinancierde project door bouwmaterialen en mankracht te leveren om de bestaande gebouwstructuur te verbeteren. Daarnaast voorzag ze eveneens beddengoed en benodigde medische apparatuur zoals een echoapparaat, medische sterilisator en een ECG-apparaat.
In 2022 bood HOPL, in samenwerking met de "Provincial Health Authorities", pediatrische opleiding en bijstand aan het medisch personeel van de kraamafdeling. Er werd ook een onderhoudsplan opgezet om ervoor te zorgen dat het gebouw en de uitrusting kunnen blijven functioneren en aan de doelstellingen voldoen. Medische donaties uit Australië hebben bijgedragen tot het welzijn van de patiënten.
Sinds de opening zijn meer dan 1 500 baby's geboren in een veiligere omgeving, waardoor zij de best mogelijke kansen hebben op een optimale gezondheid. Het project blijkt een succesverhaal te zijn met een verhoogde bedbezetting en het herstel van vertrouwen tussen dit centrum voor kraamzorg en de gezinnen in de gemeenschappen.

| Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten 159 | |
|---|---|
| Geconsolideerde balans 164 | |
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening 166 | |
| Overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat 167 | |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht 168 | |
| Mutatieoverzicht van het | |
| geconsolideerd eigen vermogen 169 | |
| Toelichting 170 | |
| 1 - Identificatie 170 | |
| 2 - Verklaring van overeenstemming 170 | |
| 3 - Waarderingsregels 170 | |
| 4 - Gebruik van schattingen en beoordelingen 177 | |
| 5 - Groepsondernemingen /consolidatiekring 178 | |
| 6 - Wisselkoersen 178 | |
| 7 - Operationeel resultaat en segmentinformatie 179 | |
| 8 - Goodwill en immateriële vaste activa 183 | |
| 9 - Biologische activa - dragende planten 186 | |
| 10 - Andere materiële vaste activa 187 | |
| 11 - Vorderingen op langer dan één jaar 190 | |
| 12 - Voorraden 190 | |
| 13 - Biologische activa 190 | |
| 14 - Overige vlottende vorderingen | |
| en overige schulden191 | |
| 15 - Eigen vermogen deel groep191 | |
| 16 - Minderheidsbelangen 193 | |
| 17 - Voorzieningen 194 | |
| 18 - Pensioenverplichtingen 194 |
|---|
| 19 - Netto financiële activa/ (verplichtingen) 196 |
| 20 - Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) 198 |
| 21 - Financieel resultaat 198 |
| 22 - Aandelenoptieplannen 198 |
| 23 - Winstbelastingen 199 |
| 24 - Investeringen in geassocieerde |
| ondernemingen en joint ventures 201 |
| 25 - Variatie bedrijfskapitaal203 |
| 26 - Financiële instrumenten203 |
| 27 - Leasing209 |
| 28 - Verbintenissen en buiten balans rechten en |
| verplichtingen 210 |
| 29 - Informatieverschaffing over verbonden partijen 211 |
| 30 - Bedrijfscombinaties, verwervingen |
| en afstotingen 211 |
| 31 - Winst per aandeel (gewone en verwaterde) 212 |
| 32 - Gebeurtenissen na balansdatum 212 |
| 33 - Prestaties geleverd door de auditor en |
| gerelateerde vergoedingen 213 |
| ESEF informatie 213 |
| Verslag van de commissaris inzake |
| de geconsolideerde jaarrekening 214 |
| Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij 221 |
Beknopte balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222 Beknopte resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .223 Resultaatverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .223
De geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2022 is opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS). Deze geconsolideerde jaarrekening (hoofdstuk 7 – financiële staten) maakt deel uit van het geïntegreerde jaarverslag en moet samen met de andere hoofdstukken van het geïntegreerde jaarverslag worden gelezen, met inbegrip van de niet-financiële informatie opgenomen in:
Het geïntegreerde jaarverslag 2022, zijnde hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 7 en de bijlagen, is opgesteld met inachtneming van 's werelds meest gebruikte duurzaamheidsnormen, de normen van het "Global Reporting Initiative" (GRI) en het internationale kader voor geïntegreerde verslaglegging ("Integrated reporting" of IR-kader).
De totale activa van de SIPEF-groep zijn gestegen tot 1 062 KUSD en overschrijden voor het eerst de drempel van 1 miljard USD. Dankzij de uitstekende vrije cashflow van het jaar is de netto financiële positie van de Groep positief geworden, zelfs na investeringsuitgaven van KUSD 79 294, voornamelijk in verband met de verdere uitbreiding in Zuid-Sumatra. De grote bewegingen in de balans in de loop van 2022 moeten worden gezien als een gevolg van de uitstekende resultaten en de vrije cashflow van de groep, waardoor de activa zich uitbreiden, hoofdzakelijk ondersteund door een toename van het eigen vermogen.
De stijging van de biologische activa en andere vaste activa met KUSD 28 697 in 2022 was hoofdzakelijk het gevolg van investeringen in immateriële en materiële vaste activa (KUSD 79 294) die de afschrijvingen (KUSD 47 939) overtroffen.
De vorderingen op langer dan een jaar stegen als gevolg van de verstrekking van leningen aan plasma-boeren in Zuid-Sumatra om hun nieuwe aanplantingen te financieren.
De activa aangehouden voor verkoop van KUSD 13 520 betroffen de geschatte nettoverkoopwaarde van het deel van PT Melania dat de Groep in eigendom heeft totdat aan alle voorwaarden voor een definitieve verkoop is voldaan.
De netto vlottende activa, zonder cash, bleven rond het gebruikelijke niveau van USD 60 miljoen. De groei als gevolg van een stijging van de voorraden en vorderingen werd grotendeels gecompenseerd door een toename van de te betalen belastingen.
| IN KUSD | 31/12/2022 | 31/12/2021 |
|---|---|---|
| Voorraden | 48 936 | 48 017 |
| Biologische activa | 10 936 | 9 168 |
| Handelsvorderingen | 44 643 | 32 282 |
| Overige vorderingen | 47 728 | 49 878 |
| Terug te vorderen belastingen | 1 100 | 1 469 |
| Derivaten | 1 639 | 0 |
| Andere vlottende activa | 2 197 | 2 151 |
| Handelsschulden | -29 863 | -23 605 |
| Ontvangen voorschotten | -5 698 | -11 934 |
| Overige schulden | -14 437 | -11 519 |
| Winstbelastingen | -33 440 | -19 346 |
| Derivaten | 0 | -2 066 |
| Andere kortlopende verplichtingen | -15 063 | -12 749 |
| NETTO VLOTTENDE ACTIVA, LIQUIDITEITEN NIET INBEGREPEN | 58 679 | 61 746 |
De netto kaspositie verbeterde met KUSD 49 314 dankzij positieve kasstromen en bedroeg eind december 2022 KUSD +122.
| IN KUSD | 31/12/2022 | 31/12/2021 |
|---|---|---|
| Andere investeringen en beleggingen | 10 208 | 38 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 34 148 | 19 939 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | -18 000 | -36 000 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | -2 320 | -2 207 |
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | -18 000 | -18 000 |
| Financiële verplichtingen | -5 323 | -12 477 |
| Leasing verplichtingen < 1 jaar | - 590 | - 484 |
| NETTOKASPOSITIE | 122 | -49 192 |
De totale omzet steeg met 26,7% ten opzichte van 2021 tot USD 527 miljoen.
De verkoop van palmolie steeg met 30,2%. De stijging van de verkochte volumes was vooral te danken aan de aanzienlijk hogere wereldmarktprijs voor ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" - CPO). Bovendien steeg het totaal aantal geproduceerde ton CPO met 5,1%.
De verkopen in het segment bananen en horticultuur, uitgedrukt in euro, de functionele munt, stegen met 3,2%, voornamelijk door hogere verkoopprijzen per eenheid. Na omrekening in USD, de functionele munt van SIPEF, daalden deze verkoopcijfers echter met 3,7% door de evolutie van de EUR/USD-wisselkoers.
De totale kostprijs van verkopen steeg in 2022 met KUSD 58 958 in vergelijking met vorig jaar. De belangrijkste elementen van deze stijging zijn:
De gemiddelde eenheidskost af-fabriek voor mature oliepalmplantages steeg aanzienlijk (+/- 10,0%) in 2022 ten opzichte van 2021, voornamelijk door hogere meststofkosten en hogere bonusvoorzieningen. Deze negatieve effecten werden verzacht door een devaluatie van de Indonesische roepia (IDR) tegenover de USD met 4,0%, waardoor de lokale kosten uitgedrukt in USD daalden.
De gemiddelde kosten af-fabriek voor de mature bananenplantages over dezelfde periode, uitgedrukt in euro, de functionele valuta, stegen met 24,7%. Deze sterke stijging was het gevolg van hogere inputkosten, zoals meststoffen en verpakkingsmateriaal, en van opstartkosten in de uitbreidingszones Lumen en Akoudié.
De "aanpassingen van de reële waarde" betrof de effecten van de waardering van hangende vruchten tegen hun reële waarde (IAS 41R).
De brutowinst steeg van KUSD 169 218 eind 2021 naar KUSD 221 031 eind 2022, een stijging met 30,6%.
De brutowinst van het palmsegment steeg met KUSD 54 687 tot KUSD 221 248, voornamelijk door hogere netto-CPO-prijzen af-fabriek. Met USD 996 per ton lag de gemiddelde gerealiseerde netto-CPO-prijs af-fabriek 23,4% hoger dan die van USD 807 per ton op hetzelfde ogenblik vorig jaar. Bovendien speelden een hogere CPO-productie (+5,1%) en grotere kostprijzen per eenheid (+10,0%) een belangrijke rol, elk in tegengestelde zin.
De brutowinst van het bananen- en horticultuursegment daalde van KUSD 3 803 tot KUSD 2 294 als gevolg van een stijging van de totale kosten. Deze stijging werd veroorzaakt door de kosteninflatie in 2022 en de uitbreiding van de beplante oppervlakten, die voorlopig niet kon worden gecompenseerd door de verkopen.
De algemene en administratieve kosten stegen in vergelijking met vorig jaar, voornamelijk als gevolg van de verhoogde bonusvoorziening in verband met betere resultaten, de verdere ontplooiing van het bijkantoor in Singapore, dat de interne IT-diensten van de Groep centraliseert, en de normalisering van de reisbudgetten na de covid-19-pandemie.
De bedrijfsopbrengsten bedroegen KUSD 178 312, tegenover KUSD 139 416 vorig jaar, dewelke een meerwaarde van KUSD 11 640 bevatte met betrekking tot de verkoop van PT Melania.
De financiële inkomsten van KUSD 1 300 omvatten interesten op vorderingen van plasmahouders in Zuid-Sumatra (KUSD 844) en ontvangen interesten op deposito's (KUSD 456). Het bedrag van vorig jaar (KUSD 1 475) bevatte ook een positief tijdseffect van de verdiscontering van de vordering uit de verkoop in 2016 van de SIPEF-CI oliepalmplantage in Ivoorkust (KUSD 748). Daardoor stegen de kasinkomsten in 2022 met KUSD 573 tegenover 2021.
De financiële lasten hadden voornamelijk betrekking op langetermijnfinanciering en een actualisering op vorderingen van plasmahouders (KUSD 1 883).
De negatieve wisselkoersresultaten (KUSD 3 251) waren hoofdzakelijk toe te schrijven aan de afdekking van het verwachte dividend in euro en de omrekening in USD van de nettopositie in IDR bij de Indonesische dochterondernemingen.
De meeste posities waren afgedekt, maar de plotselinge devaluatie van de IDR ten opzichte van de USD aan het eind van het jaar leidde toch tot een beperkt wisselkoersverlies.
Het resultaat vóór belastingen bedroeg KUSD 172 557 tegenover KUSD 136 637 in 2021.
De effectieve belastingdruk bedroeg 34,5%. Dit is aanzienlijk hoger dan de verwachte recurrente belastinglast van 26,6%. Dit is het gevolg van een bronbelasting van 15% (KUSD 7 500) op het dividend dat vanuit Papoea-Nieuw-Guinea aan de Belgische moedermaatschappij werd uitgekeerd. Er was ook de waardevermindering van verscheidene uitgestelde belastingvorderingen (KUSD 2 022) en de impact van een aantal verworpen uitgaven (KUSD 4 022), waarvan de belangrijkste, de beperking van de interestaftrek in Indonesië (KUSD 2 240).
Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures (KUSD -566) omvatte de beperkte negatieve bijdrage van onderzoeksactiviteiten gecentraliseerd in PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd.
De winst voor de periode bedroeg KUSD 112 455, een stijging van 13,1% tegenover vorig jaar, hetwelk de meerwaarde op de verkoop van PT Melania bevatte.
Het nettoresultaat, aandeel van de Groep, bedroeg KUSD 108 157 (USD 10,40 per aandeel).
Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat de meerwaarde van KUSD 11 640 (KUSD 11 003, deel van de Groep) die in 2021 werd geboekt op de verkoop van PT Melania aan PT Shamrock Group zou moeten worden herzien.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten steeg van KUSD 178 796 in 2021 tot KUSD 216 714 in 2022, in overeenstemming met de stijging van de bedrijfswinst.
De variatie van het werkkapitaal van KUSD -6 455 betrof voornamelijk een tijdelijke toename van de handelsvorderingen en -schulden en een verhoogde bonusvoorziening. Het voorraadniveau van CPO was gedurende heel 2022 zeer hoog als gevolg van de gedestabiliseerde lokale CPO-markt in Indonesië. Op het jaareinde was het volledig genormaliseerd en was het bijna terug op het niveau van eind 2021.
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea heeft de Groep overeenkomstig de plaatselijke wetgeving voorschotten op belasting voor het boekjaar 2022 betaald. Deze werden deels berekend op de resultaten van 2020 en deels op die van 2021. Aangezien de ingehouden winsten telkens lager waren dan de resultaten van 2022, waren de betaalde belastingen (KUSD 44 964) aanzienlijk lager dan de te betalen belastingen (KUSD 59 427). Bovendien werd de bronbelasting op het door Hargy Oil Palms Ltd aan de Belgische moedermaatschappij uitgekeerde dividend (KUSD 7 500) pas in januari 2023 betaald.
De investeringen in immateriële en materiële activa (KUSD -79 294) hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen, maar vooral op de uitbreidingen in Zuid-Sumatra (KUSD -36 225). Door de aanhoudende logistieke en operationele beperkingen in verband met covid-19 bleven de investeringen tijdelijk onder de verwachte 100 miljoen USD.
In de loop van het jaar werden ook bijkomende leningen (KUSD -4 504) verstrekt aan omliggende plasmahouders in Zuid-Sumatra.
De verkoopprijs van materiële en financiële vaste activa (KUSD -1 985) betrof alleen de verkoop van kleinere materiële vaste activa en de kosten van de verkoop van PT Melania. Ter herinnering: vorig jaar omvatte deze post (KUSD 30 229) vooral fondsen uit de verkoop van PT Melania voor KUSD 17 077 en het saldo van KUSD 7 631 hield verband met de verkoop van SIPEF-CI.
Begin 2022 verwierf de SIPEF-groep het resterende 5%-minderheidsbelang in PT Agro Muko voor een bedrag van KUSD 5 500.
De vrije kasstroom voor het jaar bedroeg KUSD 74 012 tegenover KUSD 112 270 voor dezelfde periode vorig jaar.
Andere financieringsactiviteiten (KUSD -49 633) omvatten inkopen en verkopen van eigen aandelen (KUSD -67), gedeeltelijke terugbetalingen van langetermijnfinanciering (KUSD -18 000), een nettotoename van KUSD 219 van leasingschulden, een terugbetaling van kortetermijnfinanciering (KUSD -7 048), dividenduitkeringen aan SIPEF-aandeelhouders (KUSD -22 280), dividenduitkeringen aan minderheidsaandeelhouders (KUSD -1 720) en netto-interestbetalingen (KUSD -631).
| IN KUSD | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 847 168 | 815 303 | |
| Immateriële vaste activa | 8 | 226 | 348 |
| Goodwill | 8 | 104 782 | 104 782 |
| Biologische activa - dragende planten | 9 | 316 714 | 307 371 |
| Andere materiële vaste activa | 10 | 379 931 | 359 896 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 24 | 3 032 | 3 598 |
| Financiële activa | 98 | 92 | |
| Andere financiële activa | 98 | 92 | |
| Vorderingen > 1 jaar | 28 287 | 25 666 | |
| Overige vorderingen | 11 | 28 287 | 25 666 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 23 | 14 097 | 13 550 |
| Vlottende activa | 215 055 | 176 462 | |
| Voorraden | 12 | 48 936 | 48 017 |
| Biologische activa | 13 | 10 936 | 9 168 |
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | 92 371 | 82 161 | |
| Handelsvorderingen | 26 | 44 643 | 32 282 |
| Overige vorderingen | 14 | 47 728 | 49 878 |
| Terug te vorderen belastingen | 23 | 1 100 | 1 469 |
| Investeringen | 10 208 | 38 | |
| Andere investeringen en beleggingen | 19 | 10 208 | 38 |
| Derivaten | 26 | 1 639 | 0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 19 | 34 148 | 19 939 |
| Andere vlottende activa | 2 197 | 2 151 | |
| Activa aangehouden voor verkoop | 30 | 13 520 | 13 520 |
| TOTAAL ACTIVA | 1 062 223 | 991 765 |
| IN KUSD | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Totaal eigen vermogen | 850 144 | 766 183 | |
| Eigen vermogen deel groep | 15 | 817 803 | 727 329 |
| Geplaatst kapitaal | 44 734 | 44 734 | |
| Uitgiftepremies | 107 970 | 107 970 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | - 11 588 | -11 521 | |
| Reserves | 687 933 | 596 813 | |
| Omrekeningsverschillen | - 11 246 | -10 666 | |
| Minderheidsbelangen | 16 | 32 341 | 38 854 |
| Langlopende verplichtingen | 89 665 | 113 402 | |
| Voorzieningen > 1 jaar | 767 | 1 125 | |
| Voorzieningen | 17 | 767 | 1 125 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 23 | 48 131 | 46 950 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar | 26 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) | 19 | 18 000 | 36 000 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | 27 | 2 320 | 2 207 |
| Pensioenverplichtingen | 18 | 20 448 | 22 290 |
| Ontvangen voorschoten > 1 jaar | 0 | 4 830 | |
| Kortlopende verplichtingen | 122 414 | 112 180 | |
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar | 83 438 | 66 404 | |
| Handelsschulden | 26 | 29 863 | 23 605 |
| Ontvangen voorschotten | 26 | 5 698 | 11 934 |
| Overige schulden | 14 | 14 437 | 11 519 |
| Winstbelastingen | 23 | 33 440 | 19 346 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | 23 913 | 30 961 | |
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | 19 | 18 000 | 18 000 |
| Financiële verplichtingen | 19 | 5 323 | 12 477 |
| Leasing verplichtingen < 1 jaar | 27 | 590 | 484 |
| Derivaten | 26 | 0 | 2 066 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 15 063 | 12 749 | |
| Passiva verbonden met activa aangehouden voor verkoop | 0 | 0 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 1 062 223 | 991 765 |
| IN KUSD | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 7 | 527 460 | 416 053 |
| Kostprijs van verkopen | 7 | -308 198 | -249 240 |
| Aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa | 7 | 1 769 | 2 404 |
| Brutowinst | 221 031 | 169 218 | |
| Algemene en beheerskosten | 7 | -43 424 | -36 891 |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) | 20 | 705 | 7 088 |
| Bedrijfsresultaat | 178 312 | 139 416 | |
| Financieringsopbrengsten | 1 300 | 1 475 | |
| Financieringskosten | -3 803 | -3 096 | |
| Wisselkoersresultaten | -3 251 | -1 157 | |
| Financieel resultaat | 21 | -5 754 | -2 779 |
| Winst voor belastingen | 172 557 | 136 637 | |
| Belastinglasten | 23 | -59 536 | -36 075 |
| Winst na belastingen | 113 021 | 100 562 | |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 24 | - 566 | -1 091 |
| Resultaat van voortgezette activiteiten | 112 455 | 99 471 | |
| Resultaat van beëindigde activiteiten | 0 | 0 | |
| Winst van de periode | 112 455 | 99 471 | |
| Toe te rekenen aan: | |||
| - Minderheidsbelangen | 16 | 4 298 | 5 722 |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 108 157 | 93 749 |
| WINST PER AANDEEL (IN USD) | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| VAN VOORTGEZETTE EN BEËINDIGDE ACTIVITEITEN | |||
| Gewone winst per aandeel | 31 | 10,40 | 9,00 |
| Verwaterde winst per aandeel | 31 | 10,36 | 8,99 |
| VAN VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | |||
| Gewone winst per aandeel | 31 | 10,40 | 9,00 |
| Verwaterde winst per aandeel | 31 | 10,36 | 8,99 |
| Gewone winst per aandeel exclusief meerwaarde verkoop PT Melania | 31 | 10,40 | 7,88 |
| IN KUSD | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Winst van de periode | 112 455 | 99 471 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat: | |||
| Elementen die naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen worden in toekomstige periodes |
|||
| - Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse activiteiten |
15 | - 580 | 372 |
| - Cash flow hedges - reële waarde voor de periode | 26 | 2 147 | 905 |
| - Effect van de winstbelasting (cash flow hedges) | - 537 | - 226 | |
| Elementen die niet naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen worden in toekomstige periodes |
|||
| - Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19 | 18 | - 126 | - 631 |
| - Effect van de winstbelasting | 28 | 139 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat | 932 | 559 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat toe te rekenen aan: | |||
| - Minderheidsbelangen | - 7 | 2 | |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 939 | 557 | |
| Totaalresultaat van het boekjaar | 113 387 | 100 030 | |
| Totaalresultaat van het boekjaar toe te rekenen aan: | |||
| - Minderheidsbelangen | 4 291 | 5 724 | |
| - Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 109 096 | 94 306 |
| IN KUSD | TOELICHTING | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Winst voor belastingen | 172 557 | 136 637 | |
| Gecorrigeerd voor: | |||
| Afschrijvingen | 8,9,10 | 47 939 | 48 616 |
| Variatie voorzieningen | 17,18 | -2 326 | 2 452 |
| Aandelenopties | 140 | 121 | |
| Niet gerealiseerde omrekeningsresultaten | 0 | 0 | |
| Variatie reële waarde biologisch actief | -1 769 | -2 404 | |
| Overige niet-kasresultaten | 947 | - 773 | |
| Hedgereserve, en financiële derivaten | 26 | -1 558 | 2 178 |
| Financiële kosten en opbrengsten | 21 | 620 | 2 369 |
| Resultaat realisatie materiële vaste activa | 162 | 1 241 | |
| Resultaat realisatie financiële activa | 0 | -11 640 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal | 25 | 216 714 | 178 796 |
| Variatie bedrijfskapitaal | 25 | -6 455 | -8 523 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na variatie bedrijfskapitaal | 210 260 | 170 273 | |
| Betaalde belastingen | 23 | -44 964 | -9 962 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 165 295 | 160 311 | |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Verwerving immateriële activa | 8 | 0 | - 40 |
| Verwerving biologische activa | 9 | -29 429 | -27 396 |
| Verwerving materiële vaste activa | 10 | -49 864 | -41 256 |
| Financiering plasma voorschotten | -4 504 | -9 578 | |
| Verwerving vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
| Overname dochterondernemingen | 16 | -5 500 | 0 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 0 | 0 | |
| Verkopen materiële vaste activa | 1 517 | 5 521 | |
| Verkopen financiële activa | 30 | -3 502 | 24 708 |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -91 283 | -48 041 | |
| Vrije kasstroom | 74 012 | 112 270 | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Kapitaalsverhoging | 0 | 0 | |
| Eigen vermogenstransacties met minderheidsaandeelhouders | 0 | 0 | |
| Stijging van eigen aandelen | 22 | - 176 | -2 194 |
| Daling van eigen aandelen | 22 | 109 | 1 033 |
| Daling leningen op lange termijn | 19 | -18 642 | -18 078 |
| Stijging leningen op lange termijn | 19 | 755 | 0 |
| Daling kortlopende financiële verplichtingen | 19 | -7 154 | -73 710 |
| Stijging kortlopende financiële verplichtingen | 19 | 106 | 0 |
| Dividenden van vorig boekjaar betaald in de loop van het boekjaar | -22 280 | -4 443 | |
| Dividenden door dochters betaald aan minderheidsbelangen | 16 | -1 720 | -2 306 |
| Ontvangen - betaalde interesten | 21 | - 631 | -2 386 |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -49 633 | -102 084 | |
| Netto beweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten | 19 | 24 379 | 10 187 |
| Andere investeringen en beleggingen en geldmiddelen en kasequivalenten (bij het begin van het jaar) |
19 | 19 977 | 9 790 |
| Invloed van de wisselkoers op de geldmiddelen en kasequivalenten | 19 | 0 | 0 |
| Andere investeringen en beleggingen en geldmiddelen en kasequivalenten (per einde boekjaar) |
19 | 44 356 | 19 977 |
| Waarvan: | 19 | ||
| Andere investeringen en beleggingen | 19 | 10 208 | 38 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 19 | 34 148 | 19 939 |
| IN KUSD | Geplaatst kapitaal SIPEF |
Uitgifte premies SIPEF |
Eigen aandelen |
Toegekend pensioen regelingen IAS 19 |
Geconso lideerde Reserves |
Omreke ningsver schillen |
Eigen vermogen deel groep |
Minder heids belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 JANUARI 2022 | 44 734 | 107 970 | -11 521 | -5 033 | 601 846 | -10 666 | 727 329 | 38 854 | 766 183 |
| Resultaat van de periode | 108 157 | 108 157 | 4 298 | 112 455 | |||||
| Andere elementen van het totaalresultaat | - 91 | 1 610 | - 580 | 939 | - 7 | 932 | |||
| Totaalresultaat | - 91 | 109 767 | - 580 | 109 096 | 4 291 | 113 387 | |||
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -22 280 | -22 280 | -1 720 | -24 000 | |||||
| Eigen vermogen transacties met minder heidsaandeelhouders (5% PT AM) |
3 583 | 3 583 | -9 083 | -5 500 | |||||
| Andere (toelichting 22) | - 67 | 140 | 73 | 73 | |||||
| 31 DECEMBER 2022 | 44 734 | 107 970 | -11 588 | -5 124 | 693 057 | -11 246 | 817 803 | 32 341 | 850 144 |
| 1 JANUARI 2021 | 44 734 | 107 970 | -10 277 | -4 539 | 511 838 | -11 038 | 638 688 | 35 862 | 674 550 |
| Resultaat van de periode | 93 749 | 93 749 | 5 722 | 99 471 | |||||
| Andere elementen van het totaalresultaat | - 494 | 679 | 372 | 557 | 2 | 559 | |||
| Totaalresultaat | - 494 | 94 428 | 372 | 94 306 | 5 724 | 100 030 | |||
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -4 443 | -4 443 | -2 306 | -6 749 | |||||
| Verkoop PT Melania | 0 | - 426 | - 426 | ||||||
| Andere | -1 244 | 23 | -1 221 | -1 221 | |||||
| 31 DECEMBER 2021 | 44 734 | 107 970 | -11 521 | -5 033 | 601 846 | -10 666 | 727 329 | 38 854 | 766 183 |
SIPEF (of 'de onderneming') is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en gevestigd te 2900 Schoten, Calesbergdreef 5.
De geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2022 omvat SIPEF en haar dochterondernemingen (hierna vernoemd als 'SIPEF-groep' of 'de Groep'). De vergelijkende cijfers zijn opgenomen voor boekjaar 2021.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op de raad van bestuur van 14 februari 2023. De gebeurtenissen na de balansdatum werden bijgewerkt en goedgekeurd voor publicatie door de bestuurders op 18 april 2023. Deze jaarrekening zal aan de aandeelhouders voorgelegd worden op de algemene vergadering van 14 juni 2023. De lijst van bestuurders en commissaris, alsook een beschrijving van de voornaamste activiteiten van de Groep, zijn opgenomen in hoofdstuk één van het geïntegreerd jaarverslag.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards ('IFRS') zoals aanvaard binnen de Europese Unie per 31 december 2022.
De volgende standaarden en interpretaties zijn toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2022:
Deze wijzigingen hebben geen significante invloed op het nettoresultaat en het eigen vermogen van de Groep.
De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing van de volgende nieuwe standaarden en interpretaties die gepubliceerd waren op de datum van goedkeuring van deze jaarrekening maar nog niet van kracht waren op de balansdatum:
Verplichtingen met Convenanten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2024 of later, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
na overnamedatum worden in resultaat genomen. Minderheidsbelangen worden aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het aandeel van de minderheidsbelangen in de opgenomen identificeerbare nettoactiva van de verworven onderneming. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen. Alle acquisitie gerelateerde kosten, zoals consultancy fees,
• De mogelijkheid om zijn macht uit te oefenen teneinde de omvang van de rendementen te beïnvloeden. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden in de consolidatiekring opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle (of een nabije datum).
In geassocieerde deelnemingen oefent de Groep een invloed van betekenis uit op het financiële en operationele beleid maar geen controle. De geconsolideerde financiële staten omvat het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de investeringen in geassocieerde deelnemingen overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot de betreffende ondernemingen.
Joint ventures zijn die ondernemingen over wiens activiteiten de Groep gezamenlijke controle uitoefent, vastgelegd in een contractuele overeenkomst. De joint ventures worden opgenomen via de vermogensmutatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de deelneming vanaf de dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de investeringen in de joint venture overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot
Geassocieerde deelnemingen
Joint ventures
de betreffende joint ventures.
via de integrale consolidatie.
Transacties in vreemde valuta
Vreemde valuta
transactiedatum.
Geëlimineerde transacties bij de consolidatie
Alle intragroepsaldi en –transacties, met inbegrip van niet gerealiseerde winsten op intragroep transacties, worden geëlimineerd bij alle ondernemingen die worden opgenomen
Voor niet gerealiseerde verliezen gelden dezelfde eliminatieregels als voor de niet gerealiseerde winsten, met dit verschil dat ze enkel worden geëlimineerd voor zover er geen indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat.
In de individuele ondernemingen van de Groep worden de transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen de slotkoers. Valutakoersverschillen die ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een financieel resultaat. Nietmonetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de
Functionele waarderingsmunt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit
Jaarrekeningen van buitenlandse activiteiten
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet is voltooid op afsluitdatum van het boekjaar waarin de bedrijfscombinatie plaatsvond, dan presenteert de SIPEFgroep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet volledig werden verwerkt. De opgenomen voorlopige bedragen kunnen tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder) worden aangepast, en/of bijkomende activa/verplichtingen kunnen worden opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over de omstandigheden en feiten die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per
worden in de resultatenrekening opgenomen.
die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
Overname in fasen
van de Groep worden toegerekend.
had vervreemd.
Consolidatieprincipes Dochterondernemingen
activiteiten te sturen;
De waarderingsperiode is de periode die loopt vanaf de overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie ontvangt die bekend was over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Wijzigingen in het eigendomsbelang van de Groep in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden verwerkt als eigen-vermogenstransacties. De boekwaardes van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om de wijzigingen in hun relatieve belangen in de dochteronderneming weer te geven. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, moet rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt en aan de eigenaars
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de Groep geherwaardeerd aan de reële waarde op overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat als gevolg van het belang in de overgenomen partij, worden geherclassificeerd naar winst of verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct
Dochterondernemingen zijn deze waarover de onderneming controle uitoefent. Een investeerder heeft zeggenschap over een deelneming als de investeerder over alle volgende elementen beschikt, in overeenstemming met IFRS 10: • Macht over de deelneming, d.w.z. de investeerder heeft bestaande rechten die hem in staat stellen de relevante
• Blootstelling aan, of rechten op, variabele opbrengsten
uit zijn betrokkenheid bij de deelneming; en
Op dit ogenblik verwacht de Groep niet dat de eerste toepassing van deze standaarden en interpretaties een materieel effect zal hebben op de financiële staten van de Groep.
De geconsolideerde jaarrekening wordt vanaf 2007 voorgesteld in US-dollar (tot en met 2006 was dit euro), afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal (KUSD). Deze aanpassing is een gevolg van de gewijzigde politiek inzake liquiditeits- en schuldbeheer vanaf eind 2006 waardoor de functionele valuta van de meerderheid van de dochterondernemingen is gewijzigd van lokale munt naar USdollar.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van de historische kostprijs, behalve voor de volgende activa en passiva die tegen reële waarde zijn gewaardeerd: investeringen in eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI, financiële derivaten en groeiende biologische productie
De waarderingsregels werden op uniforme wijze in heel de Groep toegepast en zijn vergelijkbaar met deze gehanteerd over het vorige boekjaar.
Bedrijfscombinaties (onder IFRS 3 Bedrijfscombinaties) worden geboekt volgens de overnamemethode. De kostprijs van een overname wordt berekend als de reële waarde van de afgestane activa, de uitgegeven eigenvermogensinstrumenten en verplichtingen die werden aangegaan of overgenomen op de overnamedatum. Direct aan de overname toewijsbare kosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De overgedragen vergoeding voor de overname van een bedrijf, met inbegrip van de voorwaardelijke vergoeding, wordt gewaardeerd aan de reële waarde op overnamedatum. De toekomstige wijzigingen aan de voorwaardelijke vergoeding als gevolg van gebeurtenissen na overnamedatum worden in resultaat genomen. Minderheidsbelangen worden aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het aandeel van de minderheidsbelangen in de opgenomen identificeerbare nettoactiva van de verworven onderneming. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen. Alle acquisitie gerelateerde kosten, zoals consultancy fees, worden in de resultatenrekening opgenomen.
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet is voltooid op afsluitdatum van het boekjaar waarin de bedrijfscombinatie plaatsvond, dan presenteert de SIPEFgroep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet volledig werden verwerkt. De opgenomen voorlopige bedragen kunnen tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder) worden aangepast, en/of bijkomende activa/verplichtingen kunnen worden opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over de omstandigheden en feiten die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode die loopt vanaf de overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie ontvangt die bekend was over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Wijzigingen in het eigendomsbelang van de Groep in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden verwerkt als eigen-vermogenstransacties. De boekwaardes van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om de wijzigingen in hun relatieve belangen in de dochteronderneming weer te geven. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, moet rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt en aan de eigenaars van de Groep worden toegerekend.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de Groep geherwaardeerd aan de reële waarde op overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat als gevolg van het belang in de overgenomen partij, worden geherclassificeerd naar winst of verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct had vervreemd.
Dochterondernemingen zijn deze waarover de onderneming controle uitoefent. Een investeerder heeft zeggenschap over een deelneming als de investeerder over alle volgende elementen beschikt, in overeenstemming met IFRS 10:
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden in de consolidatiekring opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle (of een nabije datum).
In geassocieerde deelnemingen oefent de Groep een invloed van betekenis uit op het financiële en operationele beleid maar geen controle. De geconsolideerde financiële staten omvat het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de investeringen in geassocieerde deelnemingen overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot de betreffende ondernemingen.
Joint ventures zijn die ondernemingen over wiens activiteiten de Groep gezamenlijke controle uitoefent, vastgelegd in een contractuele overeenkomst. De joint ventures worden opgenomen via de vermogensmutatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de deelneming vanaf de dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de investeringen in de joint venture overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot de betreffende joint ventures.
Alle intragroepsaldi en –transacties, met inbegrip van niet gerealiseerde winsten op intragroep transacties, worden geëlimineerd bij alle ondernemingen die worden opgenomen via de integrale consolidatie.
Voor niet gerealiseerde verliezen gelden dezelfde eliminatieregels als voor de niet gerealiseerde winsten, met dit verschil dat ze enkel worden geëlimineerd voor zover er geen indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat.
In de individuele ondernemingen van de Groep worden de transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen de slotkoers. Valutakoersverschillen die ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een financieel resultaat. Nietmonetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum.
Functionele waarderingsmunt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit
werkt (functionele waarderingsmunt). De geconsolideerde jaarrekening wordt vanaf 2007 opgesteld in USD, de functionele valuta van het merendeel van de groepsmaatschappijen.
Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van het jaar, worden geboekt in de andere elementen van het totaalresultaat onder "Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse activiteiten". Bij verlies van controle van een buitenlandse onderneming worden de omrekeningsverschillen erkend in de winst- en verliesrekening als deel van de winst of het verlies van de verkoop. Deze winst of verlies wordt volledig aan de Groep toegerekend.
Goodwill en waarderingen aan de reële waarde in het kader van de overnames van buitenlandse entiteiten, worden beschouwd als lokale valuta activa en verplichtingen van de betreffende buitenlandse entiteit en worden omgerekend tegen de slotkoers.
SIPEF-groep neemt een biologisch actief of consumeerbare biologische activa ("consumable biological asset") uitsluitend op in de balans indien ze de zeggenschap heeft over het actief als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, het waarschijnlijk is dat er in de toekomst economische voordelen naar de SIPEF-groep zullen vloeien en de reële waarde of de kostprijs van het actief op een betrouwbare manier kan worden bepaald.
De biologische activa van palmolie wordt gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten, zodat de reële waarde van deze onderscheidbare activa betrouwbaar geschat kan worden.
De Groep heeft geopteerd om de biologische activa van rubber te waarderen aan de reële waarde op het moment van oogsten ("at point of harvest") in overeenstemming met IAS 41.32 en dus niet te waarderen aan de reële waarde verminderd met de verwachte verkoopkosten. Hiervoor baseert de Groep zich op IAS 41.10c waarbij ze van mening is dat alle parameters van een alternatieve berekeningsmethode (producties, levenscyclus, kostentoewijzing, …) duidelijk onbetrouwbaar zijn. Hierdoor is elke alternatieve berekening op zich ook duidelijk onbetrouwbaar.
De biologische activa van bananen wordt gewaardeerd aan de reële waarde aangezien de parameters voor deze berekening wel beschikbaar en betrouwbaar zijn.
Een winst of verlies uit een wijziging in reële waarde min de geschatte kosten van het verkooppunt van een biologisch actief wordt opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies over de periode waarin de winst of het verlies is ontstaan.
Gebouwen 5 tot 30 jaar Infrastructuur 5 tot 25 jaar Installaties en machines 5 tot 30 jaar Rollend materieel 3 tot 20 jaar Bureaumateriaal en meubilair 5 tot 10 jaar Overige vaste activa 2 tot 20 jaar Dragende planten 20 tot 25 jaar Huur van gebouwen
Bedrijfswagens
Lessor accounting
teruggenomen.
Financiële instrumenten
bepalingen van het instrument.
zouden kunnen leiden.
voor beheer van het gebied vereist: • Bepaling van de leaseperiode;
gebouwen worden behandeld.
• Berekening van de marginale rentevoet.
Landrechten in Papoea-Nieuw-Guinea
Kantoorhuur wordt momenteel geboekt als operationele lease. Analyse toont aan dat de huur voldoet aan de definitie van een leasingovereenkomst en dat als zodanig een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief en bijbehorende leasingschuld onder de nieuwe standaard moet worden verantwoord. Aangezien de meeste kantoorhuurcontracten langlopende huurcontracten zijn, zijn de belangrijkste acties
Bedrijfswagen in België voldoen aan de definitie van een lease en zullen zodoende op dezelfde manier als de huur van
In de dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea, omvat een deel van de landrechten een vaste jaarlijkse huurbetaling voor het vruchtgebruik van het land, evenals een variabele royalty afhankelijk van de productieniveaus van het jaar gemeten in ton FFB. De jaarlijkse vaste huurbetaling voldoet aan de definitie van een lease, waarbij de leasetermijn van het actief bepaald is als de
De Groep heeft geen contracten die tot lessor accounting
Bijzondere waardeverminderingen van activa Materiële vaste activa (inclusief dragende planten) en andere vaste activa worden onderworpen aan een test voor bijzondere waardevermindering als bepaalde elementen of belangrijke veranderingen een indicatie geven dat de boekwaarde groter is dan de realiseerbare waarde. Er dient een bijzonder waardeverminderingsverlies te worden opgenomen gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, wat het hoogste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de bedrijfswaarde van het actief. Voor de identificatie van bijzondere waardeverminderingen worden de activa samengevoegd in de kleinste identificeerbare groep die een instroom van kasmiddelen genereert. Wanneer later een bijzondere waardevermindering niet langer bestaat, door een toename van de reële waarde of de gebruikswaarde, wordt deze
Classificatie en waardering van financiële instrumenten Financiële activa en passiva worden initieel opgenomen wanneer de Groep een partij wordt bij de contractuele
De financiële activa en passiva worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde met waardeveranderingen in de winsten verliesrekening. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van financiële activa en passiva (anders dan de financiële activa en passiva aan de reële waarde via de resultatenrekening) worden, al naargelang, toegevoegd of afgehouden van de reële waarde bij de eerste opname. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving van financiële activa of passiva aan
gemiddelde levensduur van een oliepalm (25 jaar).
De Groep presenteert de landrechten als materiële vaste activa consistent met de presentatiemethode binnen de industrie en de relevante adviezen hieromtrent. Bovendien volgt de Groep elk landrecht kort op in termen van de vernieuwing en wordt enkel nog afgeschreven op de landrechten als er een indicatie is dat deze niet vernieuwd zouden kunnen worden. De vernieuwingskosten van de landrechten worden eveneens opgenomen als landrechten en worden afgeschreven over de duurtijd van de vernieuwing.
Activa die het recht vertegenwoordigen om het onderliggende geleasede actief te gebruiken, worden tegen kostprijs geactiveerd als materiële vaste activa, bestaande uit het bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting, alle leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn gedaan, verminderd met eventuele ontvangen leaseincentives, eventuele initiële directe kosten en herstelkosten. De overeenkomstige leaseverplichtingen, die de netto contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigen, worden verantwoord als langlopende of kortlopende verplichtingen, afhankelijk van de periode waarin ze vervallen. Geleased activa en passiva worden opgenomen voor alle huurcontracten met een looptijd van meer dan 12 maanden, tenzij de onderliggende waarde van geringe waarde is.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de lessee, zijnde het tarief dat de lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig zijn om een actief van vergelijkbare waarde te verkrijgen in een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare voorwaarden. Het rentetarief dat impliciet in de leaseovereenkomst was opgenomen, kon niet worden bepaald. Alle kasstromen in verband met de leaseovereenkomsten zijn opgenomen in de toename/afname van de financiële leningen op korte of lange termijn
(financieringsactiviteiten) in het kasstroomoverzicht.
verliesrekening genomen.
worden uitgeoefend.
Lessee accounting
hoofdcategorieën bestaan uit:
Leaserente wordt als rentelast ten laste van de winst- en
Geleasede activa worden afgeschreven op basis van lineaire afschrijving over de leaseperiode, inclusief de periode van verlengbare opties, indien het waarschijnlijk is dat de optie zal
Vanwege de aard van de activiteiten waarbij deze activiteiten voornamelijk plaatsvinden in relatief afgelegen gebieden, bezit de Groep de meeste van de gebruikte activa. Daarom hebben is er slechts een beperkt aantal huurcontracten die in aanmerking komen voor lease accounting. De drie
Terreinen worden niet afgeschreven.
Leases
Op het tijdstip van de oogst worden de trossen vers fruit ("fresh fruit bunches"), rubber en bananen gewaardeerd tegen hun reële waarde minus de verkoopkosten en overgeboekt naar de voorraden.
Goodwill is het bedrag waarmee de kostprijs van de bedrijfscombinatie het belang van de Groep in de reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen overschrijdt. Goodwill wordt niet afgeschreven maar tenminste jaarlijks onderworpen aan een test voor bijzondere waardeverminderingen. Hiervoor wordt de goodwill toegewezen aan de operationele entiteiten wat het laagste niveau is waarop de goodwill wordt gevolgd voor interne managementdoeleinden (d.i. kasstroom genererende eenheid). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nooit teruggenomen.
Negatieve goodwill is het excedent van de reële waarde van het aandeel van de Groep in de verworven identificeerbare netto activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs. Negatieve goodwill wordt onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Immateriële activa omvatten computersoftware en licenties. Immateriële activa worden geactiveerd en lineair afgeschreven over hun vermoedelijke gebruiksduur.
Materiële vaste activa, alsook vastgoedbeleggingen en dragende planten, worden opgenomen tegen hun kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Financieringskosten worden geactiveerd als deel van de kostprijs van het in aanmerking komend actief. Uitgaven voor de herstellingen van materiële vaste activa worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Vaste activa aangehouden voor verkoop worden in voorkomend geval gewaardeerd aan het laagste van de boekwaarde en de reële waarde min verkoopkosten.
In overeenstemming met de aanpassing aan IAS 16 en IAS 41 worden de dragende planten opgenomen tegen hun kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Alle kosten die worden gemaakt voor het onderhoud van de dragende planten, inclusief kosten voor bemesting, worden gekapitaliseerd zolang de dragende planten immatuur zijn. De afschrijvingen starten wanneer de dragende planten matuur zijn en de productie van biologische activa start.
Afschrijvingen worden als volgt berekend op een lineaire basis over de verwachte gebruiksduur van het desbetreffende actief:
| Gebouwen | 5 tot 30 jaar |
|---|---|
| Infrastructuur | 5 tot 25 jaar |
| Installaties en machines | 5 tot 30 jaar |
| Rollend materieel | 3 tot 20 jaar |
| Bureaumateriaal en meubilair | 5 tot 10 jaar |
| Overige vaste activa | 2 tot 20 jaar |
| Dragende planten | 20 tot 25 jaar |
Terreinen worden niet afgeschreven.
De Groep presenteert de landrechten als materiële vaste activa consistent met de presentatiemethode binnen de industrie en de relevante adviezen hieromtrent. Bovendien volgt de Groep elk landrecht kort op in termen van de vernieuwing en wordt enkel nog afgeschreven op de landrechten als er een indicatie is dat deze niet vernieuwd zouden kunnen worden. De vernieuwingskosten van de landrechten worden eveneens opgenomen als landrechten en worden afgeschreven over de duurtijd van de vernieuwing.
Activa die het recht vertegenwoordigen om het onderliggende geleasede actief te gebruiken, worden tegen kostprijs geactiveerd als materiële vaste activa, bestaande uit het bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting, alle leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn gedaan, verminderd met eventuele ontvangen leaseincentives, eventuele initiële directe kosten en herstelkosten. De overeenkomstige leaseverplichtingen, die de netto contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigen, worden verantwoord als langlopende of kortlopende verplichtingen, afhankelijk van de periode waarin ze vervallen. Geleased activa en passiva worden opgenomen voor alle huurcontracten met een looptijd van meer dan 12 maanden, tenzij de onderliggende waarde van geringe waarde is.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de lessee, zijnde het tarief dat de lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig zijn om een actief van vergelijkbare waarde te verkrijgen in een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare voorwaarden. Het rentetarief dat impliciet in de leaseovereenkomst was opgenomen, kon niet worden bepaald. Alle kasstromen in verband met de leaseovereenkomsten zijn opgenomen in de toename/afname van de financiële leningen op korte of lange termijn (financieringsactiviteiten) in het kasstroomoverzicht.
Leaserente wordt als rentelast ten laste van de winst- en verliesrekening genomen.
Geleasede activa worden afgeschreven op basis van lineaire afschrijving over de leaseperiode, inclusief de periode van verlengbare opties, indien het waarschijnlijk is dat de optie zal worden uitgeoefend.
Vanwege de aard van de activiteiten waarbij deze activiteiten voornamelijk plaatsvinden in relatief afgelegen gebieden, bezit de Groep de meeste van de gebruikte activa. Daarom hebben is er slechts een beperkt aantal huurcontracten die in aanmerking komen voor lease accounting. De drie hoofdcategorieën bestaan uit:
Kantoorhuur wordt momenteel geboekt als operationele lease. Analyse toont aan dat de huur voldoet aan de definitie van een leasingovereenkomst en dat als zodanig een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief en bijbehorende leasingschuld onder de nieuwe standaard moet worden verantwoord. Aangezien de meeste kantoorhuurcontracten langlopende huurcontracten zijn, zijn de belangrijkste acties voor beheer van het gebied vereist:
Bedrijfswagen in België voldoen aan de definitie van een lease en zullen zodoende op dezelfde manier als de huur van gebouwen worden behandeld.
In de dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea, omvat een deel van de landrechten een vaste jaarlijkse huurbetaling voor het vruchtgebruik van het land, evenals een variabele royalty afhankelijk van de productieniveaus van het jaar gemeten in ton FFB. De jaarlijkse vaste huurbetaling voldoet aan de definitie van een lease, waarbij de leasetermijn van het actief bepaald is als de gemiddelde levensduur van een oliepalm (25 jaar).
De Groep heeft geen contracten die tot lessor accounting zouden kunnen leiden.
Materiële vaste activa (inclusief dragende planten) en andere vaste activa worden onderworpen aan een test voor bijzondere waardevermindering als bepaalde elementen of belangrijke veranderingen een indicatie geven dat de boekwaarde groter is dan de realiseerbare waarde. Er dient een bijzonder waardeverminderingsverlies te worden opgenomen gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, wat het hoogste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de bedrijfswaarde van het actief. Voor de identificatie van bijzondere waardeverminderingen worden de activa samengevoegd in de kleinste identificeerbare groep die een instroom van kasmiddelen genereert. Wanneer later een bijzondere waardevermindering niet langer bestaat, door een toename van de reële waarde of de gebruikswaarde, wordt deze teruggenomen.
Classificatie en waardering van financiële instrumenten Financiële activa en passiva worden initieel opgenomen wanneer de Groep een partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument.
De financiële activa en passiva worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde met waardeveranderingen in de winsten verliesrekening. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van financiële activa en passiva (anders dan de financiële activa en passiva aan de reële waarde via de resultatenrekening) worden, al naargelang, toegevoegd of afgehouden van de reële waarde bij de eerste opname. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving van financiële activa of passiva aan
reële waarde via de resultatenrekening worden onmiddellijk in de resultatenrekening erkend.
De financiële activa omvatten de investeringen in eigen vermogen instrumenten die worden aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de andere elementen van het totaalresultaat, leningen aan gerelateerde partijen, vorderingen inclusief handelsvorderingen en andere vorderingen, financiële activa aan de reële waarde via de resultatenrekening en de geldmiddelen en kasequivalenten. De verwervingen en verkopen van financiële activa worden erkend op de transactiedatum.
Alle erkende financiële activa worden vervolgens in hun geheel gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde, afhankelijk van de classificatie van de financiële activa. Schuldinstrumenten die aan de volgende voorwaarden voldoen, worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs:
Schuldinstrumenten omvatten:
Bij de eerste opname, heeft de Groep een onherroepelijke keuze gemaakt (op een variabele basis) om investeringen in eigen vermogensinstrumenten te bepalen als reële waarde via de andere elementen van het totaalresultaat ("FVTOCI"). Beleggingen in eigen-vermogensinstrumenten volgens FVTOCI worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde plus transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen reële waarde waarbij winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat en ze worden gecumuleerd in de reserve voor de herwaarderingen op investeringen. De cumulatieve winst of het cumulatieve verlies zal niet worden geherclassificeerd naar de resultatenrekeningen bij de verkoop van de aandelenbeleggingen. In de plaats daarvan zullen ze worden getransfereerd naar het overgedragen resultaat.
De effectieve rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over de relevante periode.
Voor financiële instrumenten andere dan verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid, is de effectieve interestvoet de rente die de verwachte toekomstige geldbetalingen of –ontvangsten (inclusief alle vergoedingen betaald of ontvangen die een integraal deel uitmaken van de effectieve interestvoet, transactiekosten en andere premies en kortingen) tijdens de verwachte looptijd (of een kortere periode indien van toepassing) van het financiële actief of de financiële verplichting exact disconteert tot de bruto boekwaarde van een financieel actief of de geamortiseerde kostprijs van een financiële verplichting, zonder rekening te houden met de te verwachten kredietverliezen.
afdekkingseffectiviteit voldoet, maar de risicobeheerdoelstelling voor die aangewezen afdekkingsrelatie gelijk blijft, moet een entiteit de afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie zodanig aanpassen dat deze wederom aan de criteria voldoet (dit wordt in deze standaard Niet langer opnemen van financiële activa
ontvangen opbrengsten.
Financiële schulden
basis van de effectieve rentemethode.
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Vorderingen en schulden
op de balansdatum.
opgenomen.
Geldmiddelen en kasequivalenten
De Groep neemt een financieel actief niet langer op wanneer de contractuele rechten op de kasstromen van het actief aflopen of wanneer het financiële actief en vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom van het actief overdraagt aan een andere partij. Als de Groep niet wezenlijk alle risico's en voordelen van eigendom overdraagt of behoudt en het overgedragen actief blijft controleren, erkent de Groep zijn behouden belang in het actief en een daarmee verband houdende verplichting op voor de bedragen die het mogelijk moet betalen. Als de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom van een overgedragen financieel actief behoudt, blijft de Groep het financiële actief opnemen en neemt het ook een lening op onderpand aan voor de
Bij het niet langer in zijn geheel opnemen van een financieel actief moet het verschil tussen: a) de boekwaarde van het actief en b) de ontvangen vergoeding (vermeerderd met elk nieuw verkregen actief en verminderd met elke nieuw aangegane verplichting) in winst of verlies worden opgenomen. Bovendien, bij het niet langer opnemen van een eigen vermogen instrument voor dewelke de Groep bij de eerste opname heeft geopteerd om de reële waarde via de andere elementen van het totaalresultaat op te nemen ("FVTOCI"), worden de in het verleden gecumuleerde winsten en verliezen in de herwaarderingsreserve voor beleggingen niet geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Alle financiële verplichtingen van de Groep worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op
De Groep neemt de financiële verplichtingen niet langer op wanneer, en alleen wanneer, de verplichtingen van de Groep worden afgewikkeld, worden geannuleerd of komen te vervallen. Het verschil tussen de boekwaarde van de niet langer opgenomen balans van de financiële verplichting en de betaalde en te betalen vergoeding, inclusief overgedragen niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt
De Groep waardeert een vordering en een schuld aanvankelijk tegen reële waarde. Voor de vorderingen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen. Voor te betalen bedragen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Vorderingen en schulden in een andere valuta dan de functionele valuta van de dochteronderneming worden omgerekend tegen de geldende wisselkoersen van de Groep
Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan hun geamortiseerde waarde en omvatten contanten en bankdeposito's met een oorspronkelijke looptijd van minder dan drie maanden. Negatieve kassaldi worden als schulden
De waarde schommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de andere elementen van het totaalresultaat naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de
Een derivaat met een positieve reële waarde wordt geboekt als een financieel actief, terwijl een derivaat met een negatieve reële waarde wordt opgenomen als een financiële verplichting. Een derivaat wordt gepresenteerd als kortlopend of langlopend, afhankelijk van de verwachte vervaldatum van
Met betrekking tot de waardevermindering van financiële activa wordt een model voor verwachte kredietverliezen toegepast. Het verwachte kredietverliesmodel vereist dat de Groep rekening houdt met verwachte kredietverliezen en veranderingen in die verwachte kredietverliezen op elke rapporteringsdatum om zo de veranderingen in kredietrisico sinds de eerste opname van de financiële activa correct weer te geven. Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de Groep: 1) handelsvorderingen; 2) langlopende vorderingen en leningen aan verbonden partijen; 3) geldmiddelen en
IFRS 9 vereist dat de Groep verwachte kredietverliezen op al haar schuldinstrumenten, leningen en handelsvorderingen boekt, hetzij op basis van twaalf maanden, hetzij op basis van de volledige looptijd. De Groep heeft de vereenvoudigde benadering toegepast en de verwachte verliezen op basis van de volledige looptijd op alle handelsvorderingen geboekt.
Volgens IFRS 9 moet een entiteit de waarde van de voorziening voor verliezen op een financieel instrument op elke verslagdatum bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het aan het financiële instrument verbonden kredietrisico sinds de eerste opname significant is toegenomen moet een entiteit, indien het aan een financieel instrument verbonden kredietrisico op de verslagdatum niet significant is toegenomen sinds de eerste opname, de waarde van de voorziening voor verliezen op dat financiële instrument bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de binnen twaalf
Voor de lange termijn vorderingen geeft IFRS 9 de keuze om de verwachtte kredietverliezen te bepalen op basis van de levensduur of van een algemeen verwachte kredietverlies model (3 niveaus van verwachte kredietverlies beoordeling). De Groep heeft gekozen voor het algemene model. Alle banksaldi worden ook beoordeeld op verwachtte
maanden te verwachten kredietverliezen.
ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeverminderingen van financiële activa
"herbalancering" genoemd).
het financiële instrument.
kasequivalenten.
kredietverliezen.
De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waartegen het financiële actief of de financiële verplichting bij eerste opname wordt gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de volgens de effectieve rentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en, voor financiële activa, aangepast voor een eventuele voorziening voor verliezen. Anderzijds is de bruto boekwaarde van een financieel actief de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief, vóór aanpassing voor een eventuele voorziening voor verliezen.
De Groep maakt gebruik van financiële instrumenten voor het beheer van het wisselkoers- en renterisico dat voortvloeit uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep past een aantal afdekkingstransacties toe onder IFRS 9 – "Financiële instrumenten".
Derivaten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. De wijzigingen in de reële waarde worden in resultaat geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen, in welk geval de timing van de opname in winst of verlies afhankelijk is van de aard van de afdekkingsrelatie. De Groep wijst bepaalde derivaten aan als afdekkingsinstrumenten met betrekking tot het renterisico in kasstroomafdekkingen. Derivaten met betrekking tot het valutarisico zijn niet gedocumenteerd in een afdekkingsrelatie.
Bij de aanvang van de afdekkingsrelatie worden de afdekkingsrelatie, alsook de risicobeheerdoelstelling en strategie van de entiteit bij het aangaan van de afdekkingstransactie formeel aangewezen en gedocumenteerd. Bovendien documenteert de Groep bij aanvang van de indekking en op permanente basis of het afdekkingsinstrument effectief is in het compenseren van wijzigingen in reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie die toewijsbaar zijn aan het afgedekte risico.
De afdekkingsrelatie voldoet aan alle volgende vereisten inzake afdekkingseffectiviteit:
Indien een afdekkingsrelatie niet meer aan het op de afdekkingsverhouding betrekking hebbende vereiste inzake afdekkingseffectiviteit voldoet, maar de risicobeheerdoelstelling voor die aangewezen afdekkingsrelatie gelijk blijft, moet een entiteit de afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie zodanig aanpassen dat deze wederom aan de criteria voldoet (dit wordt in deze standaard "herbalancering" genoemd).
De waarde schommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de andere elementen van het totaalresultaat naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Een derivaat met een positieve reële waarde wordt geboekt als een financieel actief, terwijl een derivaat met een negatieve reële waarde wordt opgenomen als een financiële verplichting. Een derivaat wordt gepresenteerd als kortlopend of langlopend, afhankelijk van de verwachte vervaldatum van het financiële instrument.
Met betrekking tot de waardevermindering van financiële activa wordt een model voor verwachte kredietverliezen toegepast. Het verwachte kredietverliesmodel vereist dat de Groep rekening houdt met verwachte kredietverliezen en veranderingen in die verwachte kredietverliezen op elke rapporteringsdatum om zo de veranderingen in kredietrisico sinds de eerste opname van de financiële activa correct weer te geven. Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de Groep: 1) handelsvorderingen; 2) langlopende vorderingen en leningen aan verbonden partijen; 3) geldmiddelen en kasequivalenten.
IFRS 9 vereist dat de Groep verwachte kredietverliezen op al haar schuldinstrumenten, leningen en handelsvorderingen boekt, hetzij op basis van twaalf maanden, hetzij op basis van de volledige looptijd. De Groep heeft de vereenvoudigde benadering toegepast en de verwachte verliezen op basis van de volledige looptijd op alle handelsvorderingen geboekt.
Volgens IFRS 9 moet een entiteit de waarde van de voorziening voor verliezen op een financieel instrument op elke verslagdatum bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het aan het financiële instrument verbonden kredietrisico sinds de eerste opname significant is toegenomen moet een entiteit, indien het aan een financieel instrument verbonden kredietrisico op de verslagdatum niet significant is toegenomen sinds de eerste opname, de waarde van de voorziening voor verliezen op dat financiële instrument bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen.
Voor de lange termijn vorderingen geeft IFRS 9 de keuze om de verwachtte kredietverliezen te bepalen op basis van de levensduur of van een algemeen verwachte kredietverlies model (3 niveaus van verwachte kredietverlies beoordeling). De Groep heeft gekozen voor het algemene model. Alle banksaldi worden ook beoordeeld op verwachtte kredietverliezen.
De Groep neemt een financieel actief niet langer op wanneer de contractuele rechten op de kasstromen van het actief aflopen of wanneer het financiële actief en vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom van het actief overdraagt aan een andere partij. Als de Groep niet wezenlijk alle risico's en voordelen van eigendom overdraagt of behoudt en het overgedragen actief blijft controleren, erkent de Groep zijn behouden belang in het actief en een daarmee verband houdende verplichting op voor de bedragen die het mogelijk moet betalen. Als de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom van een overgedragen financieel actief behoudt, blijft de Groep het financiële actief opnemen en neemt het ook een lening op onderpand aan voor de ontvangen opbrengsten.
Bij het niet langer in zijn geheel opnemen van een financieel actief moet het verschil tussen: a) de boekwaarde van het actief en b) de ontvangen vergoeding (vermeerderd met elk nieuw verkregen actief en verminderd met elke nieuw aangegane verplichting) in winst of verlies worden opgenomen. Bovendien, bij het niet langer opnemen van een eigen vermogen instrument voor dewelke de Groep bij de eerste opname heeft geopteerd om de reële waarde via de andere elementen van het totaalresultaat op te nemen ("FVTOCI"), worden de in het verleden gecumuleerde winsten en verliezen in de herwaarderingsreserve voor beleggingen niet geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Alle financiële verplichtingen van de Groep worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
De Groep neemt de financiële verplichtingen niet langer op wanneer, en alleen wanneer, de verplichtingen van de Groep worden afgewikkeld, worden geannuleerd of komen te vervallen. Het verschil tussen de boekwaarde van de niet langer opgenomen balans van de financiële verplichting en de betaalde en te betalen vergoeding, inclusief overgedragen niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
De Groep waardeert een vordering en een schuld aanvankelijk tegen reële waarde. Voor de vorderingen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen. Voor te betalen bedragen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Vorderingen en schulden in een andere valuta dan de functionele valuta van de dochteronderneming worden omgerekend tegen de geldende wisselkoersen van de Groep op de balansdatum.
Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan hun geamortiseerde waarde en omvatten contanten en bankdeposito's met een oorspronkelijke looptijd van minder dan drie maanden. Negatieve kassaldi worden als schulden opgenomen.
Investeringen worden gewaardeerd aan hun geamortiseerde waarde en omvatten korte termijndeposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of meer of andere korte termijn geldbeleggingen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in een bekend bedrag aan geldmiddelen en met een onbeduidend risico van waardeverandering.
Rentedragende leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Leningen worden initieel opgenomen als ontvangen opbrengsten, na aftrek van transactiekosten. Elk verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt volgens de effectieve rentemethode.
De voorraad wordt gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of de opbrengstwaarde.
De voorraad eindproducten omvat biologische activa gewaardeerd tegen reële waarde minus verkoopkosten op de oogstdatum, waarin de productiekosten zijn begrepen.
Voorraden worden individueel afgeschreven als de verwachte opbrengstwaarde afneemt tot onder de boekwaarde van de voorraad. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de omstandigheden die voorheen aanleiding gaven tot een afschrijving niet meer bestaan, wordt de waardevermindering teruggenomen.
De Groep classificeert vaste activa en groepen activa die worden afgestoten als aangehouden voor verkoop wanneer hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop, worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van enerzijds hun boekwaarde en anderzijds hun reële waarde minus de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de marginale kosten die direct toerekenbaar zijn aan de vervreemding van een actief (groep activa die wordt afgestoten), exclusief financieringskosten en kosten uit hoofde van winstbelastingen.
Aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop wordt alleen geacht te zijn voldaan als de verkoop zeer waarschijnlijk is, en het actief of de groep activa die wordt afgestoten in zijn huidige toestand onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop. Acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien moeten erop wijzen dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke wijzigingen in de verkoop zullen worden aangebracht of dat de beslissing tot verkoop zal worden ingetrokken. Het management moet vastbesloten zijn om het actief te verkopen en de verkoop moet naar verwachting binnen een jaar na de datum van de classificatie worden afgerond.
Materiële en immateriële activa worden niet afgeschreven zodra zij zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Activa en passiva die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden in de balans afzonderlijk gepresenteerd als vlottende posten.
Beëindigde bedrijfsactiviteiten worden niet opgenomen in de resultaten van voortgezette bedrijfsactiviteiten en worden als één bedrag gepresenteerd als winst of verlies na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in de geconsolideerde winsten verliesrekening.
aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "toegezegd-pensioenregelingen".
Uitgestelde belastingverplichtingen en –vorderingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde in de balans en de fiscale boekwaarde van activa en verplichtingen en worden later aangepast om wijzigingen in de verwachte belastingtarieven waartegen deze tijdelijke verschillen zullen omdraaien weer te geven. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening als het waarschijnlijk is dat de realisatie of afwikkeling ervan mogelijk is in de toekomst.
4. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN
IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten
Hieronder geven wij een overzicht van de belangrijkste
• Oordelen dat de landrechten niet zullen worden afgeschreven tenzij er een indicatie zou bestaan dat deze
De voornaamste domeinen waarin schattingen worden
• Bijzondere waardeverminderingen op activa (goodwill
• Bepalen van de geschatte kosten gerelateerd aan de
De voornaamste schattingen die worden gebruikt bij de berekening van uitgestelde belastingvorderingen en het testen van bijzondere waardeverminderingen van activa (goodwill impairment), zijn gebaseerd op het maken van een schatting van de grondstofprijzen over een langere periode. De grondstoffenprijzen die bij dergelijke schattingen worden gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen. Er is geen unieke onafhankelijk variabele op basis waarvan een relevante sensitiviteitsanalyse kan worden gemaakt voor de berekening van de uitgestelde belastingen. We verwijzen naar
toelichting 8 voor de goodwill impairment analyse.
De belangrijkste gemaakte schattingen omvatten:
permanente concessierechten (HGU)
overgenomen door Shamrock Group
De bepaling van de netto verkoopprijs van PT Melania omvat een schatting van de kosten in verband met de verkoop zoals overeengekomen in de Koop-Verkoopovereenkomst ("SPA").
• De timing en de kosten voor de vernieuwing van de
• De vergoeding voor de opgebouwde sociale rechten van het personeel, dat vermoedelijk vrijwel geheel zal worden
oordelen die in het jaarverslag van toepassing zijn:
niet vernieuwd zouden kunnen worden.
• Uitgestelde belastingvorderingen
verkoop van PT Melania
aangewend zijn:
impairment)
BEOORDELINGEN
kunnen verschillen van deze schattingen.
Er bestaan binnen de Groep aandelenoptieplannen, die aan begunstigden het recht geven om SIPEF aandelen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde
De kernactiviteit van de SIPEF-groep is de verkoop van goederen. De Groep erkent de opbrengsten vanaf het moment dat de controle over het actief wordt overgedragen aan de klant. De verkochte goederen worden per schip vervoerd en als opbrengst erkend zodra de goederen op het schip worden geladen. Vanaf dit moment wordt de controle overgedragen aan de klant en wordt de opbrengst erkend in de financiële staten. Dit is zo van toepassing voor alle contracten binnen de SIPEF-groep. De betalingsvoorwaarden zijn afhankelijk van de leveringsvoorwaarden van het contract en kunnen variëren tussen vooruitbetaling, contanten tegen documenten en 45 dagen na overhandiging van de vrachtbrief. De leveringen van goederen zijn aan een vaste prijs. Voor elk contract is er maar één prestatieverplichting waaraan moet worden voldaan nl.: de levering van de
Aankopen worden netto opgenomen, na financiële en handelskorting. Kostprijs van verkopen omvat alle lasten
Algemene en beheerskosten omvatten lasten van de marketing- en financiële afdeling en algemene
De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen. In dit laatste geval verloopt de opname via het
Onder de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen verstaat men deze die drukken op de fiscale winst van het boekjaar, berekend tegen de belastingtarieven die van kracht zijn op balansdatum, evenals de aanpassingen aan de belastingen die verschuldigd zijn
verbonden met oogsten, transformatie en transport.
Op aandelen gebaseerde betalingen
marktprijs of de intrinsieke waarde.
prestaties tijdens de vestigingsperiode.
Omzet
goederen.
beheerskosten.
eigen vermogen.
over de vorige boekjaren.
Winstbelastingen
Kostprijs van verkopen
Algemene en beheerskosten
Dividenden van de moedermaatschappij in verband met de gewone uitstaande aandelen worden pas opgenomen in de periode waarin ze formeel worden toegekend.
Kosten gemaakt voor het uitgeven van eigenvermogensinstrumenten worden opgenomen als een vermindering van het eigen vermogen.
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en verplichtingen die opgenomen worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstig deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes. In de winst- en verliesrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart getoond van het geconsolideerd resultaat van de Groep.
Eigen-vermogensinstrumenten die opnieuw worden verworven (ingekochte eigen aandelen), worden opgenomen tegen kostprijs en in mindering gebracht van het eigen vermogen. Er wordt geen winst of verlies in de winst- en verliesrekening opgenomen bij de aankoop, verkoop, uitgifte of intrekking van eigen-vermogensinstrumenten van de Groep. Elk verschil tussen de boekwaarde en de vergoeding, indien opnieuw uitgegeven, wordt opgenomen in de uitgiftepremie.
Voorzieningen worden opgenomen wanneer de Groep een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Groepsentiteiten hebben verschillende pensioenplannen in overeenstemming met de lokale voorwaarden en toepassingen van die landen.
In het algemeen werden de toegezegd-pensioenregelingen nog niet gefinancierd, doch volledig voorzien volgens de 'Projected Unit Credit'-methode. Deze voorzieningen vertegenwoordigen de actuele waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen. De actuariële winsten en verliezen worden in het de andere elementen van het Totaalresultaat erkend.
De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "toegezegd-pensioenregelingen".
Er bestaan binnen de Groep aandelenoptieplannen, die aan begunstigden het recht geven om SIPEF aandelen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De kernactiviteit van de SIPEF-groep is de verkoop van goederen. De Groep erkent de opbrengsten vanaf het moment dat de controle over het actief wordt overgedragen aan de klant. De verkochte goederen worden per schip vervoerd en als opbrengst erkend zodra de goederen op het schip worden geladen. Vanaf dit moment wordt de controle overgedragen aan de klant en wordt de opbrengst erkend in de financiële staten. Dit is zo van toepassing voor alle contracten binnen de SIPEF-groep. De betalingsvoorwaarden zijn afhankelijk van de leveringsvoorwaarden van het contract en kunnen variëren tussen vooruitbetaling, contanten tegen documenten en 45 dagen na overhandiging van de vrachtbrief. De leveringen van goederen zijn aan een vaste prijs. Voor elk contract is er maar één prestatieverplichting waaraan moet worden voldaan nl.: de levering van de goederen.
Aankopen worden netto opgenomen, na financiële en handelskorting. Kostprijs van verkopen omvat alle lasten verbonden met oogsten, transformatie en transport.
Algemene en beheerskosten omvatten lasten van de marketing- en financiële afdeling en algemene beheerskosten.
De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen. In dit laatste geval verloopt de opname via het eigen vermogen.
Onder de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen verstaat men deze die drukken op de fiscale winst van het boekjaar, berekend tegen de belastingtarieven die van kracht zijn op balansdatum, evenals de aanpassingen aan de belastingen die verschuldigd zijn over de vorige boekjaren.
Uitgestelde belastingverplichtingen en –vorderingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde in de balans en de fiscale boekwaarde van activa en verplichtingen en worden later aangepast om wijzigingen in de verwachte belastingtarieven waartegen deze tijdelijke verschillen zullen omdraaien weer te geven. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening als het waarschijnlijk is dat de realisatie of afwikkeling ervan mogelijk is in de toekomst.
IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze schattingen.
Hieronder geven wij een overzicht van de belangrijkste oordelen die in het jaarverslag van toepassing zijn:
• Oordelen dat de landrechten niet zullen worden afgeschreven tenzij er een indicatie zou bestaan dat deze niet vernieuwd zouden kunnen worden.
De voornaamste domeinen waarin schattingen worden aangewend zijn:
De voornaamste schattingen die worden gebruikt bij de berekening van uitgestelde belastingvorderingen en het testen van bijzondere waardeverminderingen van activa (goodwill impairment), zijn gebaseerd op het maken van een schatting van de grondstofprijzen over een langere periode. De grondstoffenprijzen die bij dergelijke schattingen worden gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen. Er is geen unieke onafhankelijk variabele op basis waarvan een relevante sensitiviteitsanalyse kan worden gemaakt voor de berekening van de uitgestelde belastingen. We verwijzen naar toelichting 8 voor de goodwill impairment analyse.
De bepaling van de netto verkoopprijs van PT Melania omvat een schatting van de kosten in verband met de verkoop zoals overeengekomen in de Koop-Verkoopovereenkomst ("SPA"). De belangrijkste gemaakte schattingen omvatten:
De moedermaatschappij van de Groep, SIPEF, Schoten/België is de moedermaatschappij van de volgende ondernemingen:
7. OPERATIONEEL RESULTAAT EN SEGMENTINFORMATIE
• Bananen en horticultuur: Omvat alle verkopen van bananen en horticultuur, komende uit Ivoorkust.
zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
• Er wordt vertrokken vanuit de brutomarge per segment en niet vanuit omzet.
volgende segmenten:
"Ribbed Smoked Sheets (RSS)" - "Standard Indonesia Rubber (SIR)"
"Scraps and Lumps"
opgenomen op een aparte lijn.
Bruto-marge per product
toegerekend.
Guinea.
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de
• Palm: Omvat alle palmproducten, inclusief palmolie, de palmpitten en de palmpitolie, zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-
• Rubber: Omvat alle verschillende soorten rubber die geproduceerd wordt in Indonesië en verkocht wordt door de SIPEF-groep:
• Thee: Omvat de "cut, tear, curl" (CTC) thee die PT Melania produceert in Indonesië en dewelke de SIPEF groep koopt en verkoopt.
• Corporate: Omvat voornamelijk de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep.
• De meerwaarde op de verkoop van PT Melania werd niet opgenomen in de "overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)", maar is
In KUSD 2022 2021
Palm 221 248 166 562 Rubber -4 105 -2 608 Thee 195 134 Bananen en planten 2 294 3 803 Corporate 1 397 1 328 Totaal brutomarge 221 031 169 218
Algemene- en beheerskosten -43 424 -36 891 Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) 705 -4 552 Financieringsopbrengsten/(kosten) -2 503 -2 369 Discounting Sipef-CI 0 748 Wisselkoersresultaten -3 251 -1 157 Resultaat voor belastingen 172 557 124 997
Belastinglasten -59 536 -36 075 Effectief belastingtarief -34,5% -28,9%
Resultaat na belastingen 113 021 88 923 Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures - 566 -1 091
Resultaat van de periode voor verkoop PT Melania 112 455 87 832
Meerwaarde op de verkoop van PT Melania 0 11 640
Resultaat van de periode 112 455 99 471
Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en verliesrekeningen. Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden gegenereerd inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden
Het executief comité is de "chief operating decision maker". De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn:
| Locatie | Controle % | Belangen % | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde ondernemingen (integrale consolidatie) | ||||||
| PT Tolan Tiga Indonesia | Medan / Indonesië | 95,00 | 95,00 | |||
| PT Eastern Sumatra Indonesia | Medan / Indonesië | 95,00 | 90,25 | |||
| PT Kerasaan Indonesia | Medan / Indonesië | 57,00 | 54,15 | |||
| PT Bandar Sumatra Indonesia | Medan / Indonesië | 95,00 | 90,25 | |||
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | Medan / Indonesië | 95,00 | 85,74 | |||
| PT Umbul Mas Wisesa | Medan / Indonesië | 95,00 | 94,90 | |||
| PT Citra Sawit Mandiri | Medan / Indonesië | 95,00 | 94,90 | |||
| PT Toton Usaha Mandiri | Medan / Indonesië | 95,00 | 94,90 | |||
| PT Agro Rawas Ulu | Medan / Indonesië | 95,00 | 95,00 | |||
| PT Agro Kati Lama | Medan / Indonesië | 95,00 | 95,00 | |||
| PT Agro Muara Rupit | Medan / Indonesië | 95,00 | 94,90 | |||
| Hargy Oil Palms Ltd | Bialla / Papoea-N-G | 100,00 | 100,00 | |||
| Plantations J. Eglin SA | Azaguié / Ivoorkust | 100,00 | 100,00 | |||
| Jabelmalux SA | Luxembourg / G.H. Luxemburg | 99,89 | 99,89 | |||
| Sipef Singapore | Singapore / Republiek Singapore | 100,00 | 100,00 | |||
| PT Agro Muko | Medan / Indonesië | 100,00 | 95,00 | |||
| PT Dendymarker Indah Lestari | Medan / Indonesië | 100,00 | 95,00 | |||
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures (vermogensmutatie) | ||||||
| Verdant Bioscience Pte Ltd | Singapore / Republiek Singapore | 38,00 | 38,00 | |||
| PT Melania Indonesia | Medan / Indonesië | 55,00 | 52,25 | |||
| PT Timbang Deli Indonesia | Medan / Indonesië | 38,00 | 36,10 | |||
| Niet geconsolideerde ondernemingen | ||||||
| Horikiki Development Cy Ltd | Honiara / Solomon Islands | 90,80 | 90,80 |
|---|---|---|---|
SIPEF heeft een verkoop- en aankoopovereenkomst ("SPA") ondertekend met Shamrock Group (SG) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. In een eerste fase werd 40% verkocht zodat de SIPEF groep nog maar 55% van het aandelenkapitaal bezit. Door de ondertekening van de SPA heeft SIPEF echter de volledige controle over PT Melania verloren. Bijgevolg werd PT Melania geboekt als een joint venture aangehouden voor verkoop vanaf 30 april 2021. De activa en passiva van PT Melania werden gewaardeerd tegen reële waarde, gelijk aan de netto verkoopprijs van KUSD 23 353.
Vanaf 30 april 2021 worden de resultaten van PT Melania niet meer opgenomen in de geconsolideerde winst en verlies van de SIPEFgroep aangezien PT Melania geclassificeerd is als een joint venture aangehouden voor verkoop.
De Groep heeft, ondanks het bezit van de meerderheid van de stemrechten, geen zeggenschap in Horikiki Development Cy Ltd. wegens gevestigd in ontoegankelijke regio's. Desalniettemin heeft Horikiki geen waarde.
Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van dochterondernemingen af te wikkelen.
Naar aanleiding van een gewijzigde politiek inzake liquiditeits- en schuldbeheer is vanaf eind 2006 de functionele valuta in de meerderheid van de dochterondernemingen vanaf 1 januari 2007 gewijzigd naar US dollar. Het volgende filiaal heeft echter een andere functionele valuta:
Plantations J. Eglin SA EUR
De hieronder vermelde koersen werden gebruikt om de balansen en resultaten van deze entiteiten om te rekenen naar de US Dollar (de munt waarin de Groep haar jaarverslag opstelt).
| Slotkoers | Gemiddelde koers | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |||
| EUR | 0,9393 | 0,8816 | 0,9533 | 0,8480 |
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de volgende segmenten:
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep. Het executief comité is de "chief operating decision maker". De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bruto-marge per product | ||
| Palm | 221 248 | 166 562 |
| Rubber | -4 105 | -2 608 |
| Thee | 195 | 134 |
| Bananen en planten | 2 294 | 3 803 |
| Corporate | 1 397 | 1 328 |
| Totaal brutomarge | 221 031 | 169 218 |
| Algemene- en beheerskosten | -43 424 | -36 891 |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) | 705 | -4 552 |
| Financieringsopbrengsten/(kosten) | -2 503 | -2 369 |
| Discounting Sipef-CI | 0 | 748 |
| Wisselkoersresultaten | -3 251 | -1 157 |
| Resultaat voor belastingen | 172 557 | 124 997 |
| Belastinglasten | -59 536 | -36 075 |
| Effectief belastingtarief | -34,5% | -28,9% |
| Resultaat na belastingen | 113 021 | 88 923 |
| Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures | - 566 | -1 091 |
| Resultaat van de periode voor verkoop PT Melania | 112 455 | 87 832 |
| Meerwaarde op de verkoop van PT Melania | 0 | 11 640 |
| Resultaat van de periode | 112 455 | 99 471 |
Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en verliesrekeningen. Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden gegenereerd inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden toegerekend.
| 2022 - KUSD | Omzet | Kostprijs van verkopen |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Palm | 495 737 | -274 646 | 157 | 221 248 | 100,1 |
| Rubber | 3 821 | -7 926 | 0 | -4 105 | -1,9 |
| Thee | 4 286 | -4 090 | 0 | 195 | 0,1 |
| Bananen en horticultuur | 22 219 | -21 536 | 1 611 | 2 294 | 1,0 |
| Corporate | 1 397 | 0 | 0 | 1 397 | 0,6 |
| Totaal | 527 460 | -308 198 | 1 769 | 221 031 | 100,0 |
Brutowinst per geografische locatie
2022 - KUSD Omzet Kostprijs van
2021 - KUSD Omzet Kostprijs van
(i.e. verse palmtrossen, latex, bananen, horticultuur);
De plantagekosten zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar door:
• hogere wereldmarktprijzen voor kunstmeststoffen • hogere lokale transportkosten in Hargy Oil Palms Ltd;
• een algemene kostenstijging als gevolg van de inflatie;
• hogere FFB producties in 2022.
de prijs gerelateerd is aan CPO.
landbouwgrondstoffen (i.e. palmolie, rubber, ...);
ondernemingen en joint ventures;
bananen;
palmolie, ...)
De totale kostprijs van de verkopen kan onderverdeeld worden in de volgende categorieën:
management, financieel departement, marketing, interne audit, duurzaamheid, enz.).
verkopen
verkopen
Indonesië 260 957 -161 780 968 128 100 272 45,4 Papoea-Nieuw-Guinea 242 888 -124 880 0 29 118 036 53,4 Ivoorkust 22 219 -21 537 0 1 611 2 293 1,0 Europa 429 0 0 0 429 0,2 Totaal 526 492 -308 198 968 1 769 221 031 100,0
Indonesië 215 361 -130 497 900 1 392 87 156 51,5 Papoea-Nieuw-Guinea 167 920 -91 298 0 1 209 77 831 46,0 Ivoorkust 31 444 -27 445 0 - 197 3 803 2,2 Europa 428 0 0 0 428 0,3 Totaal 415 153 -249 240 900 2 404 169 218 100,0
Plantagekosten - omvat alle kosten verbonden aan de werken op het veld om het basis landbouwkundig product te vervaardigen
Verwerkingskosten - omvat alle kosten verbonden aan het verwerken van het landbouwkundig basisproduct tot de afgewerkte
Aankopen FFB/palmolie/latex – omvatten alle aankoopkosten van derde partijen (omliggende boeren) of geassocieerde
Aanpassingen van de reële waarde omvat de aanpassingen van de reële waarde van het biologisch actief van palmolie en
Verkoopkosten - omvat alle direct toewijsbare kosten aan de verkopen van het jaar (o.a. transportkosten, exporttaks/heffing op
Algemene- en administratieve kosten - omvat alle kosten verbonden aan de overkoepelende organisatie (zoals algemeen
In KUSD 2022 2021 Plantagekosten 171 824 150 127 Verwerkingskosten 34 363 33 003 Aankopen FFB/palmolie/latex 75 145 60 143 Voorraadbewegingen afgewerkte producten -1 771 -20 333 Aanpassingen van de reële waarde 1 769 2 404 Verkoopkosten 25 098 21 492 Kostprijs van de verkopen 306 429 246 835 Algemene en beheerskosten 43 424 36 891 Totale kostprijs van de verkopen en algemene en beheerskosten 349 853 283 726
• de additionele mature hectaren in de Musi Rawas regio waardoor de plantage -en veldkosten nu jaarlijks stijgen;
De verwerkingskosten zijn licht gestegen in vergelijking met vorig jaar doordat een groter aantal FFB's werd verwerkt.
De aankoop van FFB/Palmolie/latex zijn gestegen met KUSD 15 002, voornamelijk door de stijging van de aankopen van FFB bij derden bij Hargy Oil Palms Ltd, welke steeg met KUSD 10 679 of 27,6%, grotendeels door hogere aankoopprijzen van FFB, waarvan
Andere inkomsten
Andere inkomsten
Aanpassingen van de reële waarde
Aanpassingen van de reële waarde
Brutowinst % van
Brutowinst % van
totaal
totaal
| 2021 - KUSD | Omzet | Kostprijs van verkopen |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Palm | 380 862 | -216 913 | 2 613 | 166 562 | 98,4 |
| Rubber | 8 059 | -10 667 | 0 | -2 608 | -1,5 |
| Thee | 2 719 | -2 574 | - 11 | 134 | 0,1 |
| Bananen en horticultuur | 23 085 | -19 085 | - 197 | 3 803 | 2,2 |
| Corporate | 1 328 | 0 | 0 | 1 328 | 0,8 |
| Totaal | 416 053 | -249 240 | 2 404 | 169 218 | 100,0 |
De totale omzet steeg met 26,7% ten opzichte van 2021 tot USD 527 miljoen.
De verkoop van palmolie steeg met 30,2%. De stijging van de verkochte volumes was vooral te danken aan de aanzienlijk hogere wereldmarktprijs voor ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" - CPO). Bovendien steeg het totaal aantal geproduceerde ton CPO met 5,1%.
De verkopen in het segment bananen en horticultuur, uitgedrukt in euro, de functionele munt, stegen met 3,2%, voornamelijk door hogere verkoopprijzen per eenheid. Na omrekening in USD, de functionele munt van SIPEF, daalden deze verkoopcijfers echter met 3,7% door de evolutie van de EUR/USD-wisselkoers
De gemiddelde eenheidskost af-fabriek voor mature oliepalmplantages steeg aanzienlijk (+/- 10,0%) in 2022 ten opzichte van 2021, voornamelijk door hogere meststofkosten en hogere bonusvoorzieningen. Deze negatieve effecten werden verzacht door een devaluatie van de Indonesische roepia (IDR) tegenover de USD met 4,0%, waardoor de lokale kosten uitgedrukt in USD daalden.
De gemiddelde kosten af-fabriek voor de mature bananenplantages over dezelfde periode, uitgedrukt in euro, de functionele valuta, stegen met 24,7%. Deze sterke stijging was het gevolg van hogere inputkosten, zoals meststoffen en verpakkingsmateriaal, en van opstartkosten in de uitbreidingszones Lumen en Akoudié.
De "aanpassingen van de reële waarde" betrof de effecten van de waardering van hangende vruchten tegen hun reële waarde (IAS 41R).
De brutowinst steeg van KUSD 169 218 eind 2021 naar KUSD 221 031 eind 2022, een stijging met 30,6%.
De brutowinst van het palmsegment steeg met KUSD 54 687 tot KUSD 221 248, voornamelijk door hogere netto-CPO-prijzen affabriek. Met USD 996 per ton lag de gemiddelde gerealiseerde netto-CPO-prijs af-fabriek 23,4% hoger dan die van USD 807 per ton op hetzelfde ogenblik vorig jaar. Bovendien speelden een hogere CPO-productie (+5,1%) en grotere kostprijzen per eenheid (+10,0%) een belangrijke rol, elk in tegengestelde zin.
De brutowinst van het rubbersegment daalde verder van KUSD -2 608 in 2021 tot KUSD -4 105 in 2022 ten gevolge van de dalende rubberproductie naar aanleiding van de versnelde herplanting van rubber naar palmolie, de versnelde afschrijvingen omwille van de herplanting en daar bovenop de lage rubberprijzen tijdens 2022.
De brutowinst van het bananen- en horticultuursegment daalde van KUSD 3 803 tot KUSD 2 294 als gevolg van een stijging van de totale kosten. Deze stijging werd veroorzaakt door de kosteninflatie in 2022 en de uitbreiding van de beplante oppervlakten, die voorlopig niet kon worden gecompenseerd door de verkopen.
Het segment "corporate" omvat de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
| 2022 - KUSD | Omzet | Kostprijs van verkopen |
Andere inkomsten |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Indonesië | 260 957 | -161 780 | 968 | 128 | 100 272 | 45,4 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 242 888 | -124 880 | 0 | 29 | 118 036 | 53,4 |
| Ivoorkust | 22 219 | -21 537 | 0 | 1 611 | 2 293 | 1,0 |
| Europa | 429 | 0 | 0 | 0 | 429 | 0,2 |
| Totaal | 526 492 | -308 198 | 968 | 1 769 | 221 031 | 100,0 |
| 2021 - KUSD | Omzet | Kostprijs van verkopen |
Andere inkomsten |
Aanpassingen van de reële waarde |
Brutowinst | % van totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Indonesië | 215 361 | -130 497 | 900 | 1 392 | 87 156 | 51,5 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 167 920 | -91 298 | 0 | 1 209 | 77 831 | 46,0 |
| Ivoorkust | 31 444 | -27 445 | 0 | - 197 | 3 803 | 2,2 |
| Europa | 428 | 0 | 0 | 0 | 428 | 0,3 |
| Totaal | 415 153 | -249 240 | 900 | 2 404 | 169 218 | 100,0 |
De totale kostprijs van de verkopen kan onderverdeeld worden in de volgende categorieën:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Plantagekosten | 171 824 | 150 127 |
| Verwerkingskosten | 34 363 | 33 003 |
| Aankopen FFB/palmolie/latex | 75 145 | 60 143 |
| Voorraadbewegingen afgewerkte producten | -1 771 | -20 333 |
| Aanpassingen van de reële waarde | 1 769 | 2 404 |
| Verkoopkosten | 25 098 | 21 492 |
| Kostprijs van de verkopen | 306 429 | 246 835 |
| Algemene en beheerskosten | 43 424 | 36 891 |
| Totale kostprijs van de verkopen en algemene en beheerskosten | 349 853 | 283 726 |
De plantagekosten zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar door:
De verwerkingskosten zijn licht gestegen in vergelijking met vorig jaar doordat een groter aantal FFB's werd verwerkt.
De aankoop van FFB/Palmolie/latex zijn gestegen met KUSD 15 002, voornamelijk door de stijging van de aankopen van FFB bij derden bij Hargy Oil Palms Ltd, welke steeg met KUSD 10 679 of 27,6%, grotendeels door hogere aankoopprijzen van FFB, waarvan de prijs gerelateerd is aan CPO.
De voorraadniveaus waren in lijn met vorig jaar, wat resulteerde in een kleine voorraadmutatie. De voorraadbeweging in 2021 werd gekenmerkt door een hoge voorraad palmproducten in combinatie met hoge wereldmarktprijzen op jaareinde in vergelijking met 2020.
2021
2022 2021
vaste activa Goodwill Immateriële
vaste activa
In KUSD Indonesië PNG Ivoorkust Europa Singapore Totaal Immateriële vaste activa 0 0 0 348 0 348 Goodwill 104 782 0 0 0 0 104 782 Biologische activa 226 144 80 950 277 0 0 307 371 Andere materiële vaste activa 253 032 98 848 7 311 704 0 359 896
deelnemingen en joint ventures - 749 0 0 0 4 347 3 598 Andere financiële activa 46 0 31 15 0 92 Vorderingen > 1 jaar 25 666 0 0 0 0 25 666 Uitgestelde belastingvorderingen 10 995 0 319 2 237 0 13 550 Totaal vaste activa 619 916 179 798 7 938 3 304 4 347 815 303 % van totaal 76,03% 22,05% 0,97% 0,41% 0,53% 100,00%
De activa van Indonesië hebben voor ongeveer 98% betrekking op het palmsegment en voor ongeveer 2% op het rubbersegment. De activa van PNG hebben voor 100% betrekking op het palmsegment. De activa van Ivoorkust hebben voor 100% betrekking op het bananen- en horticultuursegment. De activa van Singapore hebben voornamelijk betrekking op Verdant Bioscience Pte Ltd, dat onderzoek doet naar en zich bezighoudt met de ontwikkeling van zaden met een hoge opbrengst. De activa van Europa hebben niet
Bruto boekwaarde per 1 januari 104 782 767 104 782 787 Aanschaffingen 0 0 0 40 Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 0 - 60 Overboekingen 0 0 0 0 Omrekeningsverschillen 0 0 0 0 Bruto boekwaarde per 31 december 104 782 767 104 782 767
waardeverminderingen per 1 januari 0 - 419 0 - 314 Afschrijvingen 0 - 122 0 - 165 Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 0 60 Overboekingen 0 0 0 0 Omrekeningsverschillen 0 0 0 0
waardeverminderingen per 31 december 0 - 541 0 - 419
Netto boekwaarde per 1 januari 104 782 348 104 782 473 Netto boekwaarde per 31 december 104 782 226 104 782 348
Investeringen in geassocieerde
specifiek betrekking op één productsegment.
Geaccumuleerde afschrijvingen en
Geaccumuleerde afschrijvingen en
8. GOODWILL EN ANDERE IMMATERIELE VASTE ACTIVA
In KUSD Goodwill Immateriële
De verkoopkosten zijn gestegen door de hogere transport- en vrachtprijzen op de wereldmarkt.
De totale afschrijving bedragen KUSD 47 939. Het grootste deel van de afschrijvingen werd opgenomen in de plantage- en de verwerkingskosten (KUSD 43 070). Daarnaast werden er KUSD 3 868 opgenomen in de "Algemene en administratieve kosten" en voor KUSD 1 001 in de "Overige bedrijfsopbrengsten/-kosten".
De algemene en administratieve kosten stegen in vergelijking met vorig jaar, voornamelijk als gevolg van de verhoogde bonusvoorziening in verband met betere resultaten, de verdere ontplooiing van het bijkantoor in Singapore, dat de interne IT-diensten van de Groep centraliseert, en de normalisering van de reisbudgetten na de covid-19-pandemie.
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Indonesië | 246 604 | 205 284 |
| Nederland | 133 570 | 152 297 |
| Zwitserland | 91 059 | 7 822 |
| België | 12 112 | 6 360 |
| Maleisië | 10 970 | 8 460 |
| Frankrijk | 10 250 | 9 408 |
| Groot-Brittannië | 7 494 | 5 677 |
| Duitsland | 4 018 | 928 |
| Ivoorkust | 3 538 | 3 602 |
| Ierland | 2 004 | 1 671 |
| Singapore | 1 512 | 5 627 |
| China | 1 388 | 1 557 |
| Afghanistan | 992 | 116 |
| Pakistan | 693 | 111 |
| Verenigde Staten | 593 | 3 726 |
| Verenigde Arabische Emiraten | 494 | 195 |
| Andere | 80 | 93 |
| Spanje | 69 | 2 634 |
| Polen | 19 | 485 |
| Totaal | 527 460 | 416 053 |
De omzet van de Groep wordt gerealiseerd tegenover een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90% van de inkomsten uit contracten met klanten gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor bijkomende informatie verwijzen we naar toelichting 26 – financiële instrumenten.
| 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Indonesië | PNG | Ivoorkust | Europa | Singapore | Totaal |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 226 | 0 | 226 |
| Goodwill | 104 782 | 0 | 0 | 0 | 0 | 104 782 |
| Biologische activa | 236 406 | 79 844 | 464 | 0 | 0 | 316 714 |
| Andere materiële vaste activa | 267 239 | 101 664 | 9 723 | 503 | 801 | 379 931 |
| Investeringen in geassocieerde | ||||||
| deelnemingen en joint ventures | - 769 | 0 | 0 | 0 | 3 801 | 3 032 |
| Andere financiële activa | 46 | 0 | 37 | 15 | 0 | 98 |
| Vorderingen > 1 jaar | 28 287 | 0 | 0 | 0 | 0 | 28 287 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 11 762 | 0 | 558 | 1 776 | 0 | 14 097 |
| Totaal vaste activa | 647 753 | 181 508 | 10 783 | 2 521 | 4 603 | 847 168 |
| % van totaal | 76,46% | 21,43% | 1,27% | 0,30% | 0,54% | 100,00% |
| 2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Indonesië | PNG | Ivoorkust | Europa | Singapore | Totaal |
| Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 348 | 0 | 348 |
| Goodwill | 104 782 | 0 | 0 | 0 | 0 | 104 782 |
| Biologische activa | 226 144 | 80 950 | 277 | 0 | 0 | 307 371 |
| Andere materiële vaste activa | 253 032 | 98 848 | 7 311 | 704 | 0 | 359 896 |
| Investeringen in geassocieerde | ||||||
| deelnemingen en joint ventures | - 749 | 0 | 0 | 0 | 4 347 | 3 598 |
| Andere financiële activa | 46 | 0 | 31 | 15 | 0 | 92 |
| Vorderingen > 1 jaar | 25 666 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 666 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 10 995 | 0 | 319 | 2 237 | 0 | 13 550 |
| Totaal vaste activa | 619 916 | 179 798 | 7 938 | 3 304 | 4 347 | 815 303 |
| % van totaal | 76,03% | 22,05% | 0,97% | 0,41% | 0,53% | 100,00% |
De activa van Indonesië hebben voor ongeveer 98% betrekking op het palmsegment en voor ongeveer 2% op het rubbersegment. De activa van PNG hebben voor 100% betrekking op het palmsegment. De activa van Ivoorkust hebben voor 100% betrekking op het bananen- en horticultuursegment. De activa van Singapore hebben voornamelijk betrekking op Verdant Bioscience Pte Ltd, dat onderzoek doet naar en zich bezighoudt met de ontwikkeling van zaden met een hoge opbrengst. De activa van Europa hebben niet specifiek betrekking op één productsegment.
| 2022 | 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Goodwill | Immateriële vaste activa |
Goodwill | Immateriële vaste activa |
|
| Bruto boekwaarde per 1 januari | 104 782 | 767 | 104 782 | 787 | |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 | 40 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 0 | - 60 | |
| Overboekingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Bruto boekwaarde per 31 december | 104 782 | 767 | 104 782 | 767 | |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari |
0 | - 419 | 0 | - 314 | |
| Afschrijvingen | 0 | - 122 | 0 | - 165 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 0 | 60 | |
| Overboekingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december |
0 | - 541 | 0 | - 419 | |
| Netto boekwaarde per 1 januari | 104 782 | 348 | 104 782 | 473 | |
| Netto boekwaarde per 31 december | 104 782 | 226 | 104 782 | 348 |
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op datum van overname. Volgens de standaard IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, wordt goodwill niet afgeschreven, maar getoetst op bijzondere waardevermindering.
Samenvatting assumpties van 2022:
Samenvatting assumpties van 2021:
Matrix sensitiviteit per 31 december 2022
* het gaat hier om het onderliggende actief gerelateerd aan het PO segment
palmolieprijzen en verschillende gemiddelde kapitaalkosten (WACC).
rentevoeten in 2022.
Groen = basis scenario
worden gemonitord in de toekomst.
PO / WACC 10,56% 11,56% 12,56% 750 USD/ton CIF Rotterdam scenario 1 scenario 4 scenario 7 800 USD/ton CIF Rotterdam scenario 2 scenario 5 (basis scenario) scenario 8 850 USD/ton CIF Rotterdam scenario 3 scenario 6 scenario 9
PO / WACC 7,19% 8,19% 9,19% 705 USD/ton CIF Rotterdam Scenario 1 Scenario 4 Scenario 7 755 USD/ton CIF Rotterdam Scenario 2 Scenario 5 (basis scenario) Scenario 8 805 USD/ton CIF Rotterdam Scenario 3 Scenario 6 Scenario 9
WACC/PO prijs (in KUSD) 10,56% 11,56% 12,56% 750 USD/ton CIF Rotterdam 1 025 365 901 297 801 168 800 USD/ton CIF Rotterdam 1 192 466 1 051 510 937 692 850 USD/ton CIF Rotterdam 1 067 563 940 179 837 318
Waarde onderliggende assets* 820 614 820 614 820 614
De headroom omvat het verschil tussen het totaal aan verdisconteerde cashflows en de waarde van het onderliggend actief:
Headroom (in KUSD) 10,56% 11,56% 12,56% 750 USD/ton CIF Rotterdam 204 751 80 683 - 19 446 800 USD/ton CIF Rotterdam 371 852 230 896 117 077 850 USD/ton CIF Rotterdam 246 949 119 565 16 704
Break-even prijs 10,56% 11,56% 12,56% USD/ton 701 \$/ton 729 \$/ton 755 \$/ton
Het management is van mening dat de veronderstellingen gebruikt in de bedrijfswaardeberekening zoals hierboven beschreven, de beste inschattingen geven van de toekomstige ontwikkeling. Uit de sensitiviteitsanalyse is gebleken dat de goodwill telkens volledig recupereerbaar is in bijna elk scenario. Zodoende is het management van mening dat er geen indicatie is voor een eventuele waardevermindering. Toekomstige verkoopprijzen blijven moeilijk te voorspellen over een lange periode en zullen nauwlettend
We berekenden tevens ook de break-even palmolieprijs a.d.h.v. verschillende WACC's:
De stijging van de WACC in vergelijking met vorig jaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de stijging van de wereldmarkt USD-
Voor de sensitiviteitsanalyse werd de prijs verhoogd en verlaagd met 50 USD/ton. De WACC werd verhoogd en verlaagd met één procent. Hieronder wordt er een sensitiviteitsmatrix weergeven voor de totale verdisconteerde cashflow voor verschillende
Goodwill en immateriële vaste activa worden jaarlijks door het management getoetst of ze zijn blootgesteld aan een bijzondere waardevermindering in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting 3 (ongeacht of er aanwijzingen bestaan voor een bijzondere waardevermindering).
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Een kasstroom genererende eenheid is de kleinste identificeerbare groep van activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Indien de realiseerbare waarde van de kasstroom generende eenheid op een duurzame wijze lager ligt dan de boekwaarde, dan wordt er in de winst - en verliesrekening een bijzondere waardevermindering opgenomen ten belope van dit verschil.
In het model van SIPEF wordt de kasstroom generende eenheid vergeleken met het totaal onderliggend actief gerelateerd aan het palmoliesegment per 31 december 2022. Dit omvat de volgende posten:
| Activa (in KUSD)* | 2022 |
|---|---|
| Biologische activa - dragende planten | 316 251 |
| Andere materiële vaste activa | 370 207 |
| Goodwill | 104 782 |
| Vlottende activa - vlottende passiva | 29 374 |
| Totaal | 820 614 |
*Activa omvat enkel de entiteiten met palmolieactiviteiten
De SIPEF-groep heeft de 'kasstroom genererende eenheid' gedefinieerd als het operationele palmoliesegment. Het omvat alle kasstromen van de palmolieactiviteiten van alle plantages in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De kasstromen die voortvloeien uit de verkoop van rubber, thee en bananen worden hier niet mee opgenomen, gezien het feit dat de goodwill zuiver werd toegewezen aan het volledige palmoliesegment.
De recupereerbare waarde van de kasstroom generende eenheden waaraan de goodwill werd toegewezen, werd bepaald aan de hand van een berekening met een verdisconteerd cashflow-model. Er werd vertrokken vanuit de operationele plannen van de Groep die tien jaar vooruitkijken (t.e.m. 2032) en werden goedgekeurd door de raad van bestuur. De macro-economische parameters zoals de palmolieprijs en inflatie worden in dit model als constant beschouwd voor ieder jaar. De constante palmolieprijs die gebruikt wordt in het model (USD 800/ton) is de beste inschatting van het management van de palmolieprijs CIF Rotterdam op lange termijn. De negatieve impact van de gewijzigde regelingen m.b.t. exportbelastingen en exportheffingen in Indonesië zijn meegenomen in de toekomstige kasstromen.
De gemiddelde palmolieprijs die gebruikt werd in de goodwill impairment analyse voor 2022 bedroeg USD 800/ton, terwijl de spotprijs USD 1 070/ton bedroeg op 31 december 2022.
In het model is de groei van de verkopen dezelfde als de normale verbetering van de productievolumes t.g.v. van de maturiteit van de palmbomen van de verschillende dochterondernemingen. Eventuele verbetering van de toekomstige "EBITDA"-marges in het model zijn een normaal gevolg van dezelfde verbetering van de productievolumes.
Het huidige model werd opgesteld met een gewogen gemiddelde kapitaalkost (na belastingen) van 11,56% en gebruik makende van de lokale aanslagvoeten van 22% - 30% afhankelijk van de landen waarin de cash flows gegenereerd worden. De terminale waarde in het verdisconteerde cashflow model is gebaseerd op een perpetuele groei van 2% conform het Gordon-groeimodel. We maken in het model gebruik van een sensitiviteitsanalyse voor verschillende palmolieprijzen en verschillende gewogen gemiddelde kapitaalkosten (WACC):
| Palmolieprijzen (CIF Rotterdam) | |
|---|---|
| Scenario 1 | 750 USD/ton CIF Rotterdam |
| Scenario 2 (basis scenario) | 800 USD/ton CIF Rotterdam |
| Scenario 3 | 850 USD/ton CIF Rotterdam |
| WACC | |
|---|---|
| Scenario 1 | 10,56% |
| Scenario 2 (basis scenario) | 11,56% |
| Scenario 3 | 12,56% |
Samenvatting assumpties van 2022:
| PO / WACC | 10,56% | 11,56% | 12,56% |
|---|---|---|---|
| 750 USD/ton CIF Rotterdam | scenario 1 | scenario 4 | scenario 7 |
| 800 USD/ton CIF Rotterdam | scenario 2 | scenario 5 (basis scenario) | scenario 8 |
| 850 USD/ton CIF Rotterdam | scenario 3 | scenario 6 | scenario 9 |
Samenvatting assumpties van 2021:
| PO / WACC | 7,19% | 8,19% | 9,19% |
|---|---|---|---|
| 705 USD/ton CIF Rotterdam | Scenario 1 | Scenario 4 | Scenario 7 |
| 755 USD/ton CIF Rotterdam | Scenario 2 | Scenario 5 (basis scenario) | Scenario 8 |
| 805 USD/ton CIF Rotterdam | Scenario 3 | Scenario 6 | Scenario 9 |
De stijging van de WACC in vergelijking met vorig jaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de stijging van de wereldmarkt USDrentevoeten in 2022.
Voor de sensitiviteitsanalyse werd de prijs verhoogd en verlaagd met 50 USD/ton. De WACC werd verhoogd en verlaagd met één procent. Hieronder wordt er een sensitiviteitsmatrix weergeven voor de totale verdisconteerde cashflow voor verschillende palmolieprijzen en verschillende gemiddelde kapitaalkosten (WACC).
| WACC/PO prijs (in KUSD) | 10,56% | 11,56% | 12,56% |
|---|---|---|---|
| 750 USD/ton CIF Rotterdam | 1 025 365 | 901 297 | 801 168 |
| 800 USD/ton CIF Rotterdam | 1 192 466 | 1 051 510 | 937 692 |
| 850 USD/ton CIF Rotterdam | 1 067 563 | 940 179 | 837 318 |
| Waarde onderliggende assets* | 820 614 | 820 614 | 820 614 |
| * het gaat hier om het onderliggende actief gerelateerd aan het PO segment |
De headroom omvat het verschil tussen het totaal aan verdisconteerde cashflows en de waarde van het onderliggend actief:
| Headroom (in KUSD) | 10,56% | 11,56% | 12,56% |
|---|---|---|---|
| 750 USD/ton CIF Rotterdam | 204 751 | 80 683 | - 19 446 |
| 800 USD/ton CIF Rotterdam | 371 852 | 230 896 | 117 077 |
| 850 USD/ton CIF Rotterdam | 246 949 | 119 565 | 16 704 |
Groen = basis scenario
We berekenden tevens ook de break-even palmolieprijs a.d.h.v. verschillende WACC's:
| Break-even prijs | 10,56% | 11,56% | 12,56% |
|---|---|---|---|
| USD/ton | 701 \$/ton | 729 \$/ton | 755 \$/ton |
Het management is van mening dat de veronderstellingen gebruikt in de bedrijfswaardeberekening zoals hierboven beschreven, de beste inschattingen geven van de toekomstige ontwikkeling. Uit de sensitiviteitsanalyse is gebleken dat de goodwill telkens volledig recupereerbaar is in bijna elk scenario. Zodoende is het management van mening dat er geen indicatie is voor een eventuele waardevermindering. Toekomstige verkoopprijzen blijven moeilijk te voorspellen over een lange periode en zullen nauwlettend worden gemonitord in de toekomst.
Op balansniveau kan de beweging in de biologische activa – dragende planten als volgt samengevat worden:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bruto boekwaarde per 1 januari | 416 487 | 429 192 |
| Wijzigingen in consolidatiekring | 0 | - 17 474 |
| Aanschaffingen | 29 429 | 27 396 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | - 6 145 | - 22 594 |
| Overboekingen | 161 | 80 |
| Andere | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | - 82 | - 114 |
| Bruto boekwaarde per 31 december | 439 851 | 416 487 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari | - 109 116 | - 113 365 |
| Wijzigingen in consolidatiekring | 0 | 4 924 |
| Afschrijvingen | - 19 228 | - 21 462 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 5 140 | 20 694 |
| Overboekingen | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 68 | 92 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december | - 123 136 | - 109 116 |
| Netto boekwaarde per 1 januari | 307 371 | 315 827 |
| Netto boekwaarde per 31 december | 316 714 | 307 371 |
10. ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA
Terreinen, gebouwen en infrastructuur
Installaties en machines
Rollend materieel
januari 200 834 187 855 72 622 34 867 3 551 12 794 131 411 643 933
consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 Aanschaffingen 12 947 10 912 7 451 1 260 822 8 730 7 744 49 864
buitengebruikstellingen - 1 521 - 2 470 - 6 112 - 158 0 - 338 0 - 10 598 Overboekingen 8 782 3 730 405 160 0 - 13 238 0 - 161 Andere - 10 13 0 0 0 0 0 3 Omrekeningsverschillen - 670 - 167 - 126 - 57 0 - 213 - 13 - 1 247
31 december 220 362 199 873 74 240 36 070 4 373 7 735 139 143 681 795
per 1 januari - 81 651 - 118 542 - 57 856 - 22 192 - 963 0 - 2 834 - 284 038
consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 Afschrijvingen - 8 858 - 10 906 - 5 690 - 2 493 - 624 0 - 19 - 28 590
buitengebruikstellingen 981 2 713 6 077 153 0 0 - 1 9 923 Overboekingen 0 0 0 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 0 0 0 Omrekeningsverschillen 541 149 85 53 0 0 13 840
per 31 december - 88 987 - 126 587 - 57 384 - 24 479 - 1 588 0 - 2 841 - 301 866
januari 119 183 69 313 14 766 12 675 2 588 12 794 128 577 359 896
december 131 374 73 287 16 856 11 591 2 785 7 735 136 302 379 931
De investeringen in materiële activa (KUSD 79 294) hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen, maar vooral op de uitbreidingen in Zuid-Sumatra (KUSD 36 225) waar ook de uitbreiding van de Dendymarker fabriek werd afgerond. Door de aanhoudende logistieke en operationele beperkingen in verband met covid-19 bleven de investeringen tijdelijk onder de verwachte 100 miljoen USD. De activa in aanbouw hebben voornamelijk betrekking op de continue investeringen in de immature gebieden, dewelke worden overgeboekt naar de dragende planten op het moment dat ze matuur worden. Verder werd ook de Dendymarker fabriek in 2022 overgeboekt naar de terreinen, gebouwen en infrastructuur na de ingebruikname van de uitbreiding van 20 ton naar
In KUSD
Wijzigingen in
Verkopen en
Bruto boekwaarde per 1
Bruto boekwaarde per
Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen
Wijzigingen in
Verkopen en
Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen
60 ton FFB per uur.
Netto boekwaarde per 1
Netto boekwaarde per 31
2022
In aanbouw
rechten Totaal Leasing
Land-
Bureau, meubilair en overige
| 2022 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Terreinen, gebouwen en infrastructuur |
Installaties en machines |
Rollend materieel |
Bureau, meubilair en overige |
Leasing | In aanbouw |
Land rechten |
Totaal |
| Bruto boekwaarde per 1 | ||||||||
| januari Wijzigingen in |
200 834 | 187 855 | 72 622 | 34 867 | 3 551 | 12 794 | 131 411 | 643 933 |
| consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aanschaffingen | 12 947 | 10 912 | 7 451 | 1 260 | 822 | 8 730 | 7 744 | 49 864 |
| Verkopen en | ||||||||
| buitengebruikstellingen | - 1 521 | - 2 470 | - 6 112 | - 158 | 0 | - 338 | 0 | - 10 598 |
| Overboekingen | 8 782 | 3 730 | 405 | 160 | 0 | - 13 238 | 0 | - 161 |
| Andere | - 10 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Omrekeningsverschillen | - 670 | - 167 | - 126 | - 57 | 0 | - 213 | - 13 | - 1 247 |
| Bruto boekwaarde per 31 december |
220 362 | 199 873 | 74 240 | 36 070 | 4 373 | 7 735 | 139 143 | 681 795 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
||||||||
| per 1 januari Wijzigingen in |
- 81 651 | - 118 542 | - 57 856 | - 22 192 | - 963 | 0 | - 2 834 | - 284 038 |
| consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen | - 8 858 | - 10 906 | - 5 690 | - 2 493 | - 624 | 0 | - 19 | - 28 590 |
| Verkopen en | ||||||||
| buitengebruikstellingen | 981 | 2 713 | 6 077 | 153 | 0 | 0 | - 1 | 9 923 |
| Overboekingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 541 | 149 | 85 | 53 | 0 | 0 | 13 | 840 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
||||||||
| per 31 december | - 88 987 | - 126 587 | - 57 384 | - 24 479 | - 1 588 | 0 | - 2 841 | - 301 866 |
| Netto boekwaarde per 1 januari |
119 183 | 69 313 | 14 766 | 12 675 | 2 588 | 12 794 | 128 577 | 359 896 |
| Netto boekwaarde per 31 december |
131 374 | 73 287 | 16 856 | 11 591 | 2 785 | 7 735 | 136 302 | 379 931 |
De investeringen in materiële activa (KUSD 79 294) hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen, maar vooral op de uitbreidingen in Zuid-Sumatra (KUSD 36 225) waar ook de uitbreiding van de Dendymarker fabriek werd afgerond. Door de aanhoudende logistieke en operationele beperkingen in verband met covid-19 bleven de investeringen tijdelijk onder de verwachte 100 miljoen USD. De activa in aanbouw hebben voornamelijk betrekking op de continue investeringen in de immature gebieden, dewelke worden overgeboekt naar de dragende planten op het moment dat ze matuur worden. Verder werd ook de Dendymarker fabriek in 2022 overgeboekt naar de terreinen, gebouwen en infrastructuur na de ingebruikname van de uitbreiding van 20 ton naar 60 ton FFB per uur.
| 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Terreinen, gebouwen en infrastructuur |
Installaties en machines |
Rollend materieel |
Bureau, meubilair en overige |
Leasing | In aanbouw |
Land rechten |
Totaal |
| Bruto boekwaarde per 1 januari |
188 549 | 190 336 | 72 629 | 34 138 | 3 304 | 16 492 | 125 533 | 630 983 |
| Wijzigingen in consolidatiekring |
- 7 491 | - 6 134 | - 1 322 | - 834 | 0 | - 1 131 | - 197 | - 17 109 |
| Aanschaffingen | 13 846 | 4 833 | 3 987 | 1 544 | 247 | 10 448 | 6 351 | 41 256 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
- 859 | - 1 199 | - 3 017 | - 90 | 0 | - 4 142 | - 259 | - 9 566 |
| Overboekingen | 7 722 | 237 | 505 | 186 | 0 | - 8 729 | 0 | - 80 |
| Andere | - 12 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | - 922 | - 231 | - 160 | - 78 | 0 | - 144 | - 17 | - 1 550 |
| Bruto boekwaarde per 31 december |
200 834 | 187 855 | 72 622 | 34 867 | 3 551 | 12 794 | 131 411 | 643 933 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen |
||||||||
| per 1 januari | - 81 098 | - 114 635 | - 56 458 | - 20 431 | - 547 | 0 | - 3 002 | - 276 172 |
| Wijzigingen in consolidatiekring |
5 854 | 5 392 | 1 193 | 541 | 0 | 0 | 181 | 13 295 |
| Afschrijvingen | - 7 980 | - 10 637 | - 5 473 | - 2 454 | - 416 | 0 | - 29 | - 26 988 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
725 | 1 142 | 2 770 | 84 | 0 | 0 | 0 | 4 721 |
| Overboekingen | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 713 | 196 | 112 | 68 | 0 | 0 | 16 | 1 105 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december |
- 81 651 | - 118 542 | - 57 856 | - 22 192 | - 963 | 0 | - 2 834 | - 284 038 |
| Netto boekwaarde per 1 januari |
107 451 | 75 701 | 16 171 | 13 707 | 2 757 | 16 492 | 122 531 | 354 810 |
| Netto boekwaarde per 31 december |
119 183 | 69 313 | 14 766 | 12 675 | 2 588 | 12 794 | 128 577 | 359 896 |
Oppervlakte Type Vervaldatum Gewas
Bananen en ananasbloemen
Bananen en ananasbloemen
PT Tolan Tiga Indonesia 6 042 Concessie 2023 Oliepalm PT Tolan Tiga Indonesia 2 437 Concessie 2024 Oliepalm PT Eastern Sumatra Indonesia 3 200 Concessie 2023 Oliepalm PT Kerasaan Indonesia 2 380 Concessie 2023 Oliepalm PT Bandar Sumatra Indonesia 1 189 Concessie 2024 Rubber en oliepalm PT Melania Indonesia 5 140 Concessie 2023 Rubber en thee PT Toton Usaha Mandiri 1 199 Concessie 2046 Oliepalm PT Agro Muko 2 256 Concessie 2044 Oliepalm PT Agro Muko 2 423 Concessie 2045 Oliepalm PT Agro Muko 315 Concessie 2031 Oliepalm PT Agro Muko 1 410 Concessie 2028 Oliepalm PT Agro Muko 2 903 Concessie 2028 Oliepalm PT Agro Muko 7 437 Concessie 2044 Oliepalm PT Agro Muko 2 185 Concessie 2022* Oliepalm PT Agro Muko 1 515 Concessie 2022* Oliepalm PT Agro Muko 2 100 Concessie 2022* Oliepalm PT Agro Muko 232 Concessie 2056 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 4 397 Concessie 2048 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 2 071 Concessie 2048 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 679 Concessie 2049 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 462 Concessie 2049 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 155 Concessie 2019 Oliepalm PT Dendymarker Indah Lestari 13 705 Concessie 2028 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera 1 705 Concessie 2053 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera (STGE) 385 Concessie 2024 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera (BKDE) 1 513 Concessie 2057 Oliepalm PT Timbang Deli Indonesia 972 Concessie 2023 Rubber en oliepalm Hargy Oil Palms Limited 128 Concessie 2075 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 2 967 Concessie 2076 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 34 Concessie 2077 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 7 Concessie 2079 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 6 460 Concessie 2082 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 2 900 Concessie 2101 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 170 Concessie 2102 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 694 Concessie 2106 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 1 Concessie 2110 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 18 Concessie 2113 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 246 Concessie 2117 Oliepalm
Plantations J. Eglin SA 1 021 Eigendom nvt
Totaal 36 383 -
beoordeling en goedkeuring. Er zijn geen aanwijzingen dat deze grondrechten niet zullen worden verlengd.
beplant) op onderverhuurd land ("subleased land"), met vervaldata tussen 2036 en 2046.
Voorlopige
PT Citra Sawit Mandiri 1 814 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Rawas Ulu 5 712 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Kati Lama 7 568 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Kati Lama 3 091 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 4 811 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 7 498 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 1 303 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 4 201 In onderhandeling - Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera 385 In onderhandeling - Oliepalm
* Alle documentatie voor de vernieuwing van de in 2022 vervallen grondrechten is tijdig bij de bevoegde autoriteiten ingediend. De autoriteiten zijn bezig met de
Daarnaast heeft onze dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd een totaal van 7 241 hectare oppervlakte (waarvan 4 029 hectare
concessie nvt
Plantations J. Eglin SA 743
Totaal 86 622
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de eigendomsrechten waarop de plantages van de SIPEF-groep gevestigd zijn:
| Oppervlakte | Type | Vervaldatum | Gewas | |
|---|---|---|---|---|
| PT Tolan Tiga Indonesia | 6 042 | Concessie | 2023 | Oliepalm |
| PT Tolan Tiga Indonesia | 2 437 | Concessie | 2024 | Oliepalm |
| PT Eastern Sumatra Indonesia | 3 200 | Concessie | 2023 | Oliepalm |
| PT Kerasaan Indonesia | 2 380 | Concessie | 2023 | Oliepalm |
| PT Bandar Sumatra Indonesia | 1 189 | Concessie | 2024 | Rubber en oliepalm |
| PT Melania Indonesia | 5 140 | Concessie | 2023 | Rubber en thee |
| PT Toton Usaha Mandiri | 1 199 | Concessie | 2046 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 2 256 | Concessie | 2044 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 2 423 | Concessie | 2045 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 315 | Concessie | 2031 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 1 410 | Concessie | 2028 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 2 903 | Concessie | 2028 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 7 437 | Concessie | 2044 | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 2 185 | Concessie | 2022* | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 1 515 | Concessie | 2022* | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 2 100 | Concessie | 2022* | Oliepalm |
| PT Agro Muko | 232 | Concessie | 2056 | Oliepalm |
| PT Umbul Mas Wisesa | 4 397 | Concessie | 2048 | Oliepalm |
| PT Umbul Mas Wisesa | 2 071 | Concessie | 2048 | Oliepalm |
| PT Umbul Mas Wisesa | 679 | Concessie | 2049 | Oliepalm |
| PT Umbul Mas Wisesa | 462 | Concessie | 2049 | Oliepalm |
| PT Umbul Mas Wisesa | 155 | Concessie | 2019 | Oliepalm |
| PT Dendymarker Indah Lestari | 13 705 | Concessie | 2028 | Oliepalm |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | 1 705 | Concessie | 2053 | Oliepalm |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera (STGE) | 385 | Concessie | 2024 | Oliepalm |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera (BKDE) | 1 513 | Concessie | 2057 | Oliepalm |
| PT Timbang Deli Indonesia | 972 | Concessie | 2023 | Rubber en oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 128 | Concessie | 2075 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 2 967 | Concessie | 2076 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 34 | Concessie | 2077 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 7 | Concessie | 2079 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 6 460 | Concessie | 2082 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 2 900 | Concessie | 2101 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 170 | Concessie | 2102 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 694 | Concessie | 2106 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 1 | Concessie | 2110 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 18 | Concessie | 2113 | Oliepalm |
| Hargy Oil Palms Limited | 246 | Concessie | 2117 | Oliepalm |
| Bananen en | ||||
| Plantations J. Eglin SA | 1 021 | Eigendom Voorlopige |
nvt | ananasbloemen Bananen en |
| Plantations J. Eglin SA | 743 | concessie | nvt | ananasbloemen |
| Totaal | 86 622 | |||
| PT Citra Sawit Mandiri | 1 814 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Rawas Ulu | 5 712 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Kati Lama | 7 568 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Kati Lama | 3 091 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Muara Rupit | 4 811 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Muara Rupit | 7 498 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Muara Rupit | 1 303 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Agro Muara Rupit | 4 201 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | 385 | In onderhandeling | - | Oliepalm |
| Totaal | 36 383 | - |
* Alle documentatie voor de vernieuwing van de in 2022 vervallen grondrechten is tijdig bij de bevoegde autoriteiten ingediend. De autoriteiten zijn bezig met de beoordeling en goedkeuring. Er zijn geen aanwijzingen dat deze grondrechten niet zullen worden verlengd.
Daarnaast heeft onze dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd een totaal van 7 241 hectare oppervlakte (waarvan 4 029 hectare beplant) op onderverhuurd land ("subleased land"), met vervaldata tussen 2036 en 2046.
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Vorderingen > 1 jaar - plasmavorderingen | 28 287 | 25 666 |
per week, om zo de hoeveelheid olie op het moment van afsluiten zo goed mogelijk te benaderen. De reële waarde van de biologische
Per 31 december 2022 bedraagt de totale biologische activa van palmolie KUSD 6 464 t.o.v. KUSD 6 306 per 31 december 2021.
De verwachtte verkoopprijs en de verwachtte kosten zijn de effectieve verkoopprijzen en kosten op het moment van afsluiten. De resultaten van de wijziging van de reële waarde van de palmvruchten worden opgenomen onder de 'aanpassingen van de reële
De biologische activa per eind december omvat ook de consumeerbare biologische activa met betrekking tot de bananen van ons filiaal Plantations J. Eglin SA. De biologische activa van bananen wordt gedefinieerd als de bananentrossen die over 3 maanden zullen worden geoogst, gewogen naar rato van elke resterende oogstmaand. Drie maanden vóór de oogst wordt een betrouwbare bloementelling uitgevoerd, die wordt gebruikt om de geschatte biologische activa te bepalen. De netto verkoopprijs om de biologische activa te waarderen wordt bepaald als de huidige marktprijzen verminderd met de resterende kosten om de biologische activa te verkopen. Het saldo per 31 december 2022 bedraagt KUSD 4 472 (2021 KUSD 2 861) en is gestegen als gevolg van de steeds meer
De 'overige vorderingen' zijn gedaald met KUSD 2 150 van KUSD 49 878 in 2021 tot KUSD 47 728 in 2022. De overige vorderingen bestaan voornamelijk uit btw-vorderingen in de verschillende dochterondernemingen, maar omvatten eveneens een rekening-courant met Verdant Bioscience PTE Ltd (KUSD 9 073 in 2022 en KUSD 8 588 in 2021), een rekening-courant met PT Melania (KUSD 6 514
De daling van de 'overige vorderingen' wordt verklaard door enkele belangrijke BTW-afrekeningen in onze Indonesische dochterondernemingen, een daling van KUSD 2 355 op de lopende rekening naar PT Melania en een stijging van de GST-vordering (BTW-vordering) in Hargy Oil Palms Ltd (+ KUSD 2 494).De resterende toename bestaat uit verscheidene kleinere bedragen in de
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële
De 'overige schulden' (KUSD 14 437 in 2022 en KUSD 11 519 in 2021) hebben voornamelijk betrekking op sociale verplichtingen (te betalen salarissen, voorzieningen voor vakantieloon en bonus) en zijn voornamelijk gestegen in vergelijking met vorig jaar door een
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming per 31 december 2022 bedraagt KUSD 44 734, verdeeld over 10 579 328 volstortte
Aantal aandelen 10 579 328 10 579 328 0
In KUSD 2022 2021 Verschil Kapitaal 44 734 44 734 0 Uitgiftepremie 107 970 107 970 0 Totaal 152 704 152 704 0
2022 2021 Verschil
Impact van de geschatte hoeveelheid olie -10% Boekwaarde +10% Boekwaarde van de biologische activa - palmolie 5 817 6 464 7 110 Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) - 646 646
matuur wordende nieuwe plantages in Akoudié en Lumen alsook door een stijging van de gebruikte netto verkoopprijs.
Er zijn geen beperkingen, toezeggingen of verplichtingen met betrekking tot de biologische activa van de Groep.
14. OVERIGE VLOTTENDE VORDERINGEN EN OVERIGE SCHULDEN
in 2022 en KUSD 5 211 in 2021) en de vorderingen op lokale boeren in Hargy Oil Palms Ltd.
stijging van de bonus provisie volgend op de betere resultaten van de SIPEF-groep in 2022.
Impact van de geschatte hoeveelheid bananen -10% Boekwaarde +10% Boekwaarde van de biologische activa - bananen 4 025 4 472 4 919 Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) - 447 447
activa per 31 december 2022 is gebaseerd op level 2 data input.
waarde van de biologische activa'.
verschillende filialen.
15. EIGEN VERMOGEN DEEL GROEP
Kapitaal en uitgiftepremies
gewone aandelen zonder nominale waarde.
impact heeft.
De vorderingen > 1 jaar bestaan uit de vorderingen op plasmahouders. Plasmavorderingen vertegenwoordigen een lening die gegeven wordt aan de lokale boeren voor de totaal gecumuleerde kosten voor de ontwikkeling van plasmaplantages die momenteel door de Groep worden gefinancierd. Wanneer de plasmaplantages matuur worden, zijn de plasmaboeren verplicht hun oogsten aan de Groep te verkopen en zal een deel van de opbrengst worden gebruikt om de leningen terug te betalen.
De plasmavorderingen zullen geleidelijk worden terugbetaald vanaf het moment dat de plasmahouders een 'going concern'-plantage worden waarbij de opbrengst van de FFB-verkoop gedeeltelijk gebruikt zal worden om de lening terug te betalen.
Plasmavorderingen worden onderverdeeld in rentedragende en niet-rentedragende vorderingen. De niet-rentedragende plasmaleningen worden bij opname verdisconteerd. De uitstaande vorderingen tot 2021 waren nog niet verdisconteerd en dit is opgenomen als een eenmalige correctie in 2022. De totale verdisconteringskosten tot 31 december 2022 bedragen KUSD 1 883 met een effect van KUSD 157 voor 2022 en KUSD 1 726 eenmalige correctie met betrekking tot alle uitstaande leningen vóór 2022.
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële impact heeft.
De terugbetaling van de plasmaleningen zal grotendeels worden bepaald door de plasma FFB productie en de wereldwijde palmolieprijzen in de komende jaren en is ook afhankelijk van de voorwaarden van de plasmaregeling. Daarom is het niet mogelijk het precieze tijdstip van terugbetaling te voorspellen. De Groep heeft momenteel een totale korte termijn plasmavordering van KUSD 587 - inbegrepen in de lopende overige vorderingen - en een lange termijn plasmavordering van KUSD 28 287.
Analyse van de voorraden:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Grond- en hulpstoffen | 24 181 | 21 508 |
| Gereed product | 24 755 | 26 509 |
| Totaal | 48 936 | 48 017 |
De resterende voorraad grond- en hulpstoffen is gestegen met KUSD 2 673 in vergelijking met vorig jaar. Dit is voornamelijk te wijten aan de stijging in de prijzen van meststoffen.
De daling van het gereed product is het gevolg van de lagere CPO-prijzen op jaareinde vergeleken met vorig jaar (1 305 USD/ton in 2021 tegenover 1 070 USD/ton in 2022),wat resulteert in een lagere voorraadwaardering aangezien de voorraad eindproducten biologische activa omvat die op de oogstdatum tegen reële waarde minus verkoopkosten worden gewaardeerd. De hoeveelheid voorraad CPO lag 11,5% hoger dan vorig jaar.
De totale biologische activa op het einde van het jaar kan als volgt worden weergegeven:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Biologische activa – palmolie | 6 464 | 6 306 |
| Biologische activa – bananen | 4 472 | 2 862 |
| Totaal | 10 936 | 9 168 |
De biologische activa van palmolie wordt gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten. Wanneer de palmvruchten olie bevatten, wordt dit duidelijk onderscheidbaar actief erkend en wordt de reële waarde geschat op basis van:
Uit verschillende wetenschappelijke studies blijkt dat de olie in de palmvruchten zich exponentieel ontwikkelt op ongeveer 4 weken. De geschatte hoeveelheid olie die beschikbaar is in de palmvruchten, wordt bijgevolg bepaald op basis van de oogst van de 4 weken na het moment van afsluiten. Bij de berekening van de geschatte hoeveelheid olie daalt het gewogen belang van de oogst trapsgewijs per week, om zo de hoeveelheid olie op het moment van afsluiten zo goed mogelijk te benaderen. De reële waarde van de biologische activa per 31 december 2022 is gebaseerd op level 2 data input.
Per 31 december 2022 bedraagt de totale biologische activa van palmolie KUSD 6 464 t.o.v. KUSD 6 306 per 31 december 2021.
| Impact van de geschatte hoeveelheid olie | -10% | Boekwaarde | +10% |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde van de biologische activa - palmolie | 5 817 | 6 464 | 7 110 |
| Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) | - 646 | 646 |
De verwachtte verkoopprijs en de verwachtte kosten zijn de effectieve verkoopprijzen en kosten op het moment van afsluiten. De resultaten van de wijziging van de reële waarde van de palmvruchten worden opgenomen onder de 'aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa'.
De biologische activa per eind december omvat ook de consumeerbare biologische activa met betrekking tot de bananen van ons filiaal Plantations J. Eglin SA. De biologische activa van bananen wordt gedefinieerd als de bananentrossen die over 3 maanden zullen worden geoogst, gewogen naar rato van elke resterende oogstmaand. Drie maanden vóór de oogst wordt een betrouwbare bloementelling uitgevoerd, die wordt gebruikt om de geschatte biologische activa te bepalen. De netto verkoopprijs om de biologische activa te waarderen wordt bepaald als de huidige marktprijzen verminderd met de resterende kosten om de biologische activa te verkopen. Het saldo per 31 december 2022 bedraagt KUSD 4 472 (2021 KUSD 2 861) en is gestegen als gevolg van de steeds meer matuur wordende nieuwe plantages in Akoudié en Lumen alsook door een stijging van de gebruikte netto verkoopprijs.
| Impact van de geschatte hoeveelheid bananen | -10% | Boekwaarde | +10% |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde van de biologische activa - bananen | 4 025 | 4 472 | 4 919 |
| Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) | - 447 | 447 |
Er zijn geen beperkingen, toezeggingen of verplichtingen met betrekking tot de biologische activa van de Groep.
De 'overige vorderingen' zijn gedaald met KUSD 2 150 van KUSD 49 878 in 2021 tot KUSD 47 728 in 2022. De overige vorderingen bestaan voornamelijk uit btw-vorderingen in de verschillende dochterondernemingen, maar omvatten eveneens een rekening-courant met Verdant Bioscience PTE Ltd (KUSD 9 073 in 2022 en KUSD 8 588 in 2021), een rekening-courant met PT Melania (KUSD 6 514 in 2022 en KUSD 5 211 in 2021) en de vorderingen op lokale boeren in Hargy Oil Palms Ltd.
De daling van de 'overige vorderingen' wordt verklaard door enkele belangrijke BTW-afrekeningen in onze Indonesische dochterondernemingen, een daling van KUSD 2 355 op de lopende rekening naar PT Melania en een stijging van de GST-vordering (BTW-vordering) in Hargy Oil Palms Ltd (+ KUSD 2 494).De resterende toename bestaat uit verscheidene kleinere bedragen in de verschillende filialen.
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële impact heeft.
De 'overige schulden' (KUSD 14 437 in 2022 en KUSD 11 519 in 2021) hebben voornamelijk betrekking op sociale verplichtingen (te betalen salarissen, voorzieningen voor vakantieloon en bonus) en zijn voornamelijk gestegen in vergelijking met vorig jaar door een stijging van de bonus provisie volgend op de betere resultaten van de SIPEF-groep in 2022.
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming per 31 december 2022 bedraagt KUSD 44 734, verdeeld over 10 579 328 volstortte gewone aandelen zonder nominale waarde.
| 2022 | 2021 | Verschil | |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen | 10 579 328 | 10 579 328 | 0 |
| In KUSD | 2022 | 2021 | Verschil |
| Kapitaal | 44 734 | 44 734 | 0 |
| Uitgiftepremie | 107 970 | 107 970 | 0 |
| Totaal | 152 704 | 152 704 | 0 |
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|
| KUSD | KUSD | KEUR | KEUR | |
| Eigen aandelen beginsaldo | 11 521 | 10 277 | 9 490 | 8 389 |
| Inkoop/verkoop eigen aandelen | 67 | 1 244 | 59 | 1 101 |
| Eigen aandelen - eindsaldo | 11 588 | 11 521 | 9 549 | 9 490 |
Controleketen
recht.
recht.
recht.
Nederlands recht.
2. Controleketen boven Cabra NV
4 Controleketen boven SIPEF
het boekjaar:
In KUSD
Muko gestegen met 4,75%.
16. MINDERHEIDSBELANGEN
1. Controleketen boven Ackermans & van Haaren NV
3. Controleketen boven Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV
I. Ackermans & van Haaren NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Scaldis Invest NV, een vennootschap naar Belgisch
IV. Celfloor SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door Apodia International Holding BV, een vennootschap naar Nederlands
V. Apodia International Holding BV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Palamount SA, een vennootschap naar Luxemburgs
VI. Palamount SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door "Het Torentje", een stichting administratiekantoor opgericht naar
Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV worden rechtstreeks gecontroleerd door Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht.
Volgens voorgaande Indonesische wetgeving mocht een buitenlandse investeerder maximaal 95% van de aandelen van een plantagebedrijf bezitten. Hierdoor hebben alle Indonesische entiteiten minstens 5% minderheidsbelangen. De minderheidsbelangen van onze Indonesische dochterondernemingen bestaan voornamelijk uit één Indonesisch pensioenfonds. Na een wetswijziging in
Hieronder worden de minderheidsbelangen per onderneming weergegeven, alsook hun deel in het eigen vermogen en de winst van
PT Tolan Tiga Indonesia 5,00 21 823 1 106 5,00 20 610 1 344 PT Eastern Sumatra Indonesia 9,75 6 813 709 9,75 6 105 509 PT Kerasaan Indonesia 45,85 6 197 2 029 45,85 6 004 1 774 PT Bandar Sumatra Indonesia 9,75 1 018 - 121 9,75 1 139 - 125 PT Melania Indonesia 2,75 235 0 2,75 235 - 3 PT Mukomuko Agro Sejahtera 14,26 - 447 - 104 14,26 - 343 20 PT Umbul Mas Wisesa 5,10 - 68 469 5,10 - 537 248 PT Citra Sawit Mandiri 5,10 - 182 18 5,10 - 201 63 PT Toton Usaha Mandiri 5,10 244 86 5,10 156 97 PT Agro Rawas Ulu 5,00 - 330 - 136 5,00 - 194 - 22 PT Agro Kati Lama 5,00 - 974 - 277 5,00 - 700 - 24 PT Agro Muara Rupit 5,10 - 564 - 300 5,10 - 264 - 126 PT Agro Muko 5,00 1 344 1 170 9,75 9 259 2 391 PT Dendymarker Indah Lestari 5,00 -2 710 - 351 5,00 -2 358 - 425 Jabelmalux SA 0,11 - 58 0 0,11 - 59 0 Totaal 32 341 4 298 38 854 5 722
Het aandeel van de minderheidsbelangen in de materiële vaste activa (inclusief de biologische activa - dragende planten) bedraagt KUSD 29 787 in 2022 (2021: KUSD 35 091). In 2022 kocht PT Tolan Tiga de overige 5% aandelen van de minderheidsaandeelhouder in PT Agro Muko voor een bedrag van USD 5,5 miljoen. Door deze transactie is het belangenpercentage van de Groep in PT Agro
2022 2021
%
Aandeel in het eigen vermogen
Aandeel in de winst van het boekjaar
minderheidsbelangen
Aandeel in de winst van het boekjaar
2020 mogen buitenlandse investeerders nu nagenoeg 100% van de aandelen van een plantageonderneming bezitten.
Aandeel in het eigen vermogen
%
minderheidsbelangen
II. Scaldis Invest NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Belfimas NV, een vennootschap naar Belgisch recht. III. Belfimas NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Celfloor SA, een vennootschap naar Luxemburgs recht.
VII. Stichting administratiekantoor "Het Torentje" is de ultiem controlerende aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren NV en Groep Bracht oefenen gezamenlijk controle uit over SIPEF.
Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht oefenen gezamenlijk de controle uit over Cabra NV.
Vanaf de start van het aandelen-inkoopprogramma op 22 september 2011 heeft SIPEF een totaal van 178 933 aandelen ingekocht voor een bedrag van KEUR 9 549, ofwel 1,6913% van het totale aantal uitstaande aandelen, ter dekking van een aandelenoptieplan voor het management. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar toelichting 22.
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer malen te verhogen voor een bedrag van KUSD 44 734 gedurende een periode van 5 jaar na de bekendmaking van haar beslissing.
De volgende aandeelhoudersmeldingen werden aan de onderneming bekendgemaakt:
| In onderling overleg | Aantal aandelen | Datum | Deler | % |
|---|---|---|---|---|
| Ackermans & Van Haaren NV* | 3 987 859 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 37,695 |
| Cabra NV** | 1 001 032 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 9,462 |
| Cabra P** | 100 000 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,945 |
| Cabra T** | 100 000 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,945 |
| Cabra V** | 100 000 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,945 |
| Theodora Bracht** | 2 000 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,019 |
| Priscilla Bracht** | 0 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,000 |
| Victoria Bracht** | 0 | 24/08/2022 | 10 579 328 | 0,000 |
| Totaal stemmen handelend in onderling overleg | 5 290 891 | 50,011 | ||
| * Inclusief 178 000 eigen aandelen |
** Groep Bracht
De omrekeningsverschillen bevatten alle verschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van onze dochterondernemingen waarvan de functionele valuta verschillend is van de presentatiemunteenheid van de Groep (USD). De beweging ten opzichte van vorig jaar is voornamelijk het gevolg van de beweging van de USD ten opzichte van de EUR (KUSD -580).
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo per 1 januari | -10 666 | -11 038 |
| Mutatie, integrale consolidatie | - 580 | - 719 |
| Mutatie, wijziging in consolidatiekring | 0 | 1 091 |
| Eindsaldo per 31 december | -11 246 | -10 666 |
Op 14 februari 2023 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van KEUR 31 738 (EUR 3,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. Dit dividend is nog niet goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van SIPEF en werd dusdanig niet verwerkt in de jaarrekening per 31 december 2022.
De kapitaalstructuur van de Groep is gebaseerd op de financiële strategie zoals vastgesteld door de raad van bestuur. Deze strategie bestaat samengevat uit een expansiepolitiek met het respecteren van een zeer beperkte schuldgraad. Het management legt jaarlijks het financieringsplan ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur.
Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht oefenen gezamenlijk de controle uit over Cabra NV.
Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV worden rechtstreeks gecontroleerd door Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht.
Ackermans & van Haaren NV en Groep Bracht oefenen gezamenlijk controle uit over SIPEF.
Volgens voorgaande Indonesische wetgeving mocht een buitenlandse investeerder maximaal 95% van de aandelen van een plantagebedrijf bezitten. Hierdoor hebben alle Indonesische entiteiten minstens 5% minderheidsbelangen. De minderheidsbelangen van onze Indonesische dochterondernemingen bestaan voornamelijk uit één Indonesisch pensioenfonds. Na een wetswijziging in 2020 mogen buitenlandse investeerders nu nagenoeg 100% van de aandelen van een plantageonderneming bezitten.
Hieronder worden de minderheidsbelangen per onderneming weergegeven, alsook hun deel in het eigen vermogen en de winst van het boekjaar:
| 2022 | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | % minderheids belangen |
Aandeel in het eigen vermogen |
Aandeel in de winst van het boekjaar |
% minderheids belangen |
Aandeel in het eigen vermogen |
Aandeel in de winst van het boekjaar |
| PT Tolan Tiga Indonesia | 5,00 | 21 823 | 1 106 | 5,00 | 20 610 | 1 344 |
| PT Eastern Sumatra Indonesia | 9,75 | 6 813 | 709 | 9,75 | 6 105 | 509 |
| PT Kerasaan Indonesia | 45,85 | 6 197 | 2 029 | 45,85 | 6 004 | 1 774 |
| PT Bandar Sumatra Indonesia | 9,75 | 1 018 | - 121 | 9,75 | 1 139 | - 125 |
| PT Melania Indonesia | 2,75 | 235 | 0 | 2,75 | 235 | - 3 |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | 14,26 | - 447 | - 104 | 14,26 | - 343 | 20 |
| PT Umbul Mas Wisesa | 5,10 | - 68 | 469 | 5,10 | - 537 | 248 |
| PT Citra Sawit Mandiri | 5,10 | - 182 | 18 | 5,10 | - 201 | 63 |
| PT Toton Usaha Mandiri | 5,10 | 244 | 86 | 5,10 | 156 | 97 |
| PT Agro Rawas Ulu | 5,00 | - 330 | - 136 | 5,00 | - 194 | - 22 |
| PT Agro Kati Lama | 5,00 | - 974 | - 277 | 5,00 | - 700 | - 24 |
| PT Agro Muara Rupit | 5,10 | - 564 | - 300 | 5,10 | - 264 | - 126 |
| PT Agro Muko | 5,00 | 1 344 | 1 170 | 9,75 | 9 259 | 2 391 |
| PT Dendymarker Indah Lestari | 5,00 | -2 710 | - 351 | 5,00 | -2 358 | - 425 |
| Jabelmalux SA | 0,11 | - 58 | 0 | 0,11 | - 59 | 0 |
| Totaal | 32 341 | 4 298 | 38 854 | 5 722 |
Het aandeel van de minderheidsbelangen in de materiële vaste activa (inclusief de biologische activa - dragende planten) bedraagt KUSD 29 787 in 2022 (2021: KUSD 35 091). In 2022 kocht PT Tolan Tiga de overige 5% aandelen van de minderheidsaandeelhouder in PT Agro Muko voor een bedrag van USD 5,5 miljoen. Door deze transactie is het belangenpercentage van de Groep in PT Agro Muko gestegen met 4,75%.
De bewegingen van het jaar kunnen als volgt samengevat worden:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Per einde vorig boekjaar | 38 854 | 35 862 |
| Winst van de periode toe te rekenen aan minderheidsbelangen | 4 298 | 5 722 |
| Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19 | - 7 | 2 |
| Uitbetaalde dividenden | -1 720 | -2 306 |
| Verwerving 5% minderheidsaandelen PT Agro Muko | -9 083 | 0 |
| Andere | 0 | - 426 |
| Per einde boekjaar | 32 341 | 38 854 |
De volgende assumpties worden gebruikt voor de pensioenberekening van Indonesië:
De pensioenverplichtingen in Indonesië zijn als volgt gewijzigd:
De actuariële winsten en verliezen bestaan uit de volgende componenten:
en verliezen in het geconsolideerde totaalresultaat.
De geschatte betalingen voor 2023 bedragen KUSD 899.
verliesrekening.
De pensioenkost in Indonesië kan als volgt geanalyseerd worden:
Verwachte pensioenleeftijd
Actualiseringsvoet 7,25% 7,50% Toekomstige loonsverhoging 5,00% 5,00%
In KUSD 2022 2021 Beginsaldo 21 498 24 039 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten - 116 3 060 Rentekosten 1 366 1 386 Betaalde vergoedingen -1 064 -1 688 Actuariële winsten en verliezen 126 638 Wisselkoersresultaten -2 009 - 214 Variatie perimeter 0 -5 724 Andere 0 0 Eindsaldo 19 801 21 498
In KUSD 2022 2021 Ervaringsaanpassingen - 345 638 Wijzigingen in assumpties 471 0 Totaal actuariële winsten en verliezen 126 638
De actuariële winsten en verliezen opgenomen in bovenstaande tabel, omvatten het grootste deel van de totale actuariële winsten
In KUSD 2022 2021 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten - 116 3 060 Rentekosten 1 366 1 386 Pensioenkost 1 250 4 446 Actuariële winsten en verliezen geboekt via het totaalresultaat 126 638 Totale pensioenkost 1 375 5 084
Deze kosten zijn gerubriceerd in de posten kostprijs van verkopen en de algemene- en beheerskosten van de winst- en
De waarden zoals opgenomen in de balans zijn gevoelig voor een verandering in actualiseringsvoet t.o.v. de gebruikte actualiseringsvoet. Hetzelfde geldt voor een verandering in de werkelijke toekomstige loonsverhoging t.o.v. de gehanteerde toekomstige loonsverhoging. Voor onze Indonesische filialen voerden we simulaties uit waarbij we beide parameters met 1%
Sensitiviteit van de variatie van de actualiseringsvoet en toekomstige loonsverhoging
verhoogden of verlaagden. Dit had volgende invloed op de huidige waarde van de pensioenvoorzieningen:
2022 2021
55 jaar of 30 jaar anciënniteit
55 jaar of 30 jaar anciënniteit
De uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen bestaan uit:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| PT Kerasaan Indonesia | 1 720 | 1 376 |
| PT Melania Indonesia | 0 | 930 |
| Totaal | 1 720 | 2 306 |
Het dividend van PT Kerasaan werd toegekend en betaald in 2022.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen. De minderheden hebben geen rechten om de activa van de Groep aan te wenden of de passiva van de dochterondernemingen af te lossen. De minderheidsbelangen hebben geen significante beschermende rechten ("protective rights"). Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van dochterondernemingen af te wikkelen.
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Voorzieningen | 767 | 1 125 |
De voorzieningen hebben geheel betrekking op een btw-geschil in Indonesië (KUSD 767). Gedurende 2022 werden er een aantal rechtszaken beslecht voornamelijk in het voordeel van de Indonesische filialen. De timing van de afloop van het geschil is moeilijk in te schatten. De resterende voorziening wordt geraamd op basis van de verhouding tussen de afgehandelde rechtszaken ten gunste van SIPEF en het totale aantal resterende rechtszaken.
De voorziening voor pensioenen betreft in hoofdzaak de toegezegde-pensioenregelingen in Indonesië. Deze pensioenregelingen, die voorzien in de uitkering van een kapitaal bij pensionering, zijn niet extern gefinancierd. Het totaal aantal werknemers dat aangesloten is op deze pensioenregeling bedraagt 8 223. De pensioenregeling wordt uitbetaald op 55-jarige leeftijd, of na 30 jaar anciënniteit, afhankelijk van welke het eerst wordt bereikt.
Aangezien de pensioenregeling wordt aangepast door de toekomstige loonsverhogingen en een actualiseringsvoet, wordt het pensioenplan blootgesteld aan het risico van potentiële wijzigingen in de toekomstige loon verwachtingen van Indonesië, alsook het risico van de inflatie en de intrestvoeten in Indonesië. Bovendien zijn de pensioenen betaalbaar in Indonesische Roepia. Hierdoor wordt de pensioenregeling blootgesteld aan een wisselkoersrisico. We verwijzen naar toelichting 26 voor meer info met betrekking tot het wisselkoersrisico van de Groep. Vermits de pensioenregeling niet extern gefinancierd wordt, is er geen risico op het lange termijnbeleggingsrendement.
De volgende reconciliatie geeft de variatie van de totale pensioenvoorziening weer tussen 2021 en 2022:
| In KUSD | 2021 | Pensioen -kost |
Betali ngen |
Wissel koers |
Omrekenings verschil |
Variatie perime ter |
Andere | 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Indonesië | 21 498 | 1 375 | -1 064 | -2 009 | 0 | 0 | 0 | 19 802 |
| Ivoorkust | 793 | 9 | - 76 | 0 | - 49 | 0 | - 31 | 646 |
| Totaal | 22 290 | 1 384 | -1 140 | -2 009 | - 49 | 0 | - 31 | 20 448 |
De volgende assumpties worden gebruikt voor de pensioenberekening van Indonesië:
| 2022 | 2021 | |
|---|---|---|
| Actualiseringsvoet | 7,25% | 7,50% |
| Toekomstige loonsverhoging | 5,00% | 5,00% |
| 55 jaar of 30 jaar | 55 jaar of 30 jaar | |
| Verwachte pensioenleeftijd | anciënniteit | anciënniteit |
De pensioenverplichtingen in Indonesië zijn als volgt gewijzigd:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 21 498 | 24 039 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | - 116 | 3 060 |
| Rentekosten | 1 366 | 1 386 |
| Betaalde vergoedingen | -1 064 | -1 688 |
| Actuariële winsten en verliezen | 126 | 638 |
| Wisselkoersresultaten | -2 009 | - 214 |
| Variatie perimeter | 0 | -5 724 |
| Andere | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 19 801 | 21 498 |
De actuariële winsten en verliezen bestaan uit de volgende componenten:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Ervaringsaanpassingen | - 345 | 638 |
| Wijzigingen in assumpties | 471 | 0 |
| Totaal actuariële winsten en verliezen | 126 | 638 |
De actuariële winsten en verliezen opgenomen in bovenstaande tabel, omvatten het grootste deel van de totale actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerde totaalresultaat.
De pensioenkost in Indonesië kan als volgt geanalyseerd worden:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | - 116 | 3 060 |
| Rentekosten | 1 366 | 1 386 |
| Pensioenkost | 1 250 | 4 446 |
| Actuariële winsten en verliezen geboekt via het totaalresultaat | 126 | 638 |
| Totale pensioenkost | 1 375 | 5 084 |
Deze kosten zijn gerubriceerd in de posten kostprijs van verkopen en de algemene- en beheerskosten van de winst- en verliesrekening.
De geschatte betalingen voor 2023 bedragen KUSD 899.
De waarden zoals opgenomen in de balans zijn gevoelig voor een verandering in actualiseringsvoet t.o.v. de gebruikte actualiseringsvoet. Hetzelfde geldt voor een verandering in de werkelijke toekomstige loonsverhoging t.o.v. de gehanteerde toekomstige loonsverhoging. Voor onze Indonesische filialen voerden we simulaties uit waarbij we beide parameters met 1% verhoogden of verlaagden. Dit had volgende invloed op de huidige waarde van de pensioenvoorzieningen:
| In KUSD | +1% | Boekwaarde | -1% |
|---|---|---|---|
| Pensioenvoorziening Indonesische filialen | 18 016 | 19 801 | 21 867 |
| Bruto impact totaalresultaat | 1 785 | -2 066 |
Er dient opgemerkt te worden dat SIPEF in 2020 gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om kapitaalaflossingen uit te stellen om de impact van covid-19 het hoofd te bieden. Hierdoor werden de terugbetalingen van eind juni 2020 (KUSD 4 500) en september
Er is één financiële convenant van toepassing op deze lening waarbij de netto financiële schuldpositie nooit hoger mag zijn dan 2,5 keer de REBITDA van het boekjaar. Deze financiële convenant wordt één keer per half jaar getest. De EBITDA van de Groep bestaat uit het bedrijfsresultaat + winst/verlies van de ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode + afschrijvingen en bijkomende waardeverminderingen of -toenames op activa. De REBITDA bestaat uit dezelfde berekening, maar exclusief de éénmalige, niet wederkerende effecten. De Groep heeft geen inbreuk op kredietlimieten of convenanten (indien van toepassing) op haar kredietfaciliteiten per 31 December 2022. De financiële convenant ratio zal hetzelfde blijven op 2,50 per 30 juni 2023 en 31 december 2023. Als gevolg van de hoge volatiliteit van de palmolieprijzen en de impact hiervan op het resultaat en de EBITDA van de Groep, wordt deze convenant continu opgevolgd. Het wordt niet verwacht dat deze convenant gebroken zal worden
Convenant ratio 2022 2021 Operationeel resultaat 178 312 139 416 Uitzonderlijke items 0 -11 640 Recurrent bedrijfsresultaat 178 312 127 776 Afschrijvingen en resultaat bij verkoop vaste activa 48 101 49 857 REBITDA 226 413 177 632 (-) resultaat minderheidsbelangen -4 298 -5 086 REBITDA deel groep 222 115 172 546
Net Senior Leverage 0,00 0,29
In KUSD 2022 2021 Netto financiële activa/(verplichtingen) begin periode -49 192 -151 165 Daling leningen op lange termijn 18 642 18 078 Stijging leningen op lange termijn - 755 0 Daling financiële verplichtingen op korte termijn 7 154 73 710 Stijging financiële verplichtingen op korte termijn - 106 0 Netto beweging van geldmiddelen en kasequivalenten 24 379 10 186 Netto financiële activa/(verplichtingen) einde periode 122 -49 192
In KUSD 2022 2021 Financiële verplichting begin periode 69 168 160 956 Daling financiële verplichtingen op lange termijn -18 642 -18 078 Stijging financiële verplichtingen op lange termijn 755 0 Daling financiële verplichtingen op korte termijn -7 154 -73 710 Stijging financiële verplichtingen op korte termijn 106 0 Financiële verplichting einde periode 44 233 69 168
2020 (KUSD 4 500) uitgesteld tot respectievelijk juni 2024 en september 2024.
Aansluiting van de netto financiële activa/(verplichtingen) met kasstroomoverzicht:
Aansluiting van de totale financiële verplichtingen:
in 2023.
| In KUSD | +1% | Boekwaarde | -1% |
|---|---|---|---|
| Pensioenvoorziening Indonesische filialen | 21 982 | 19 801 | 17 892 |
| Bruto impact totaalresultaat | -2 181 | 1 909 |
De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "toegezegdpensioenregelingen".
Naar aanleiding van een analyse van de plannen en het geringe verschil tussen het wettelijk minimum gegarandeerd rendement en het rendement dat gegarandeerd wordt door de verzekeraar, heeft de Groep besloten dat het toepassen van de PUC een immateriële impact zou hebben. Het totaal van de gecumuleerde reserves bedraagt per eind december 2022 KUSD 1 966 (2021: KUSD 2 343) ten opzichte van het totale minimum gegarandeerd rendement dat per 31 december 2022 KUSD 1 648 (2021: KUSD 1 753) bedroeg.
De gestorte bijdragen in het kader van toegezegde-bijdragenregelingen bedragen KUSD 463 (KUSD 530 in 2021). SIPEF is niet verantwoordelijk voor het minimum gegarandeerd rendement op de bijdragen voor de leden van het executief comité (KUSD 409).
De netto financiële activa/(verplichtingen) (Niet binnen GAAP gedefinieerde maatstaf) kunnen als volgt worden geanalyseerd:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Financiële verplichtingen < 1 jaar - kredietinstellingen | -5 323 | -12 477 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) | -18 000 | -36 000 |
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | -18 000 | -18 000 |
| Andere investeringen en beleggingen | 10 208 | 38 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 34 148 | 19 939 |
| Leasing verplichting | -2 910 | -2 691 |
| Netto financiële activa/(verplichtingen) | 122 | -49 192 |
Analyse netto financiële activa/(verplichtingen) 2022 per munt:
| In KUSD | EUR | USD | Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Korte termijn financiële verplichtingen | -5 323 | -18 000 | 0 | -23 323 |
| Andere investeringen en beleggingen | 208 | 10 000 | 0 | 10 208 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 801 | 32 623 | 724 | 34 148 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | 0 | -18 000 | 0 | -18 000 |
| Leasing verplichting | - 244 | -2 666 | 0 | -2 910 |
| Totaal 2022 | -4 559 | 3 957 | 724 | 122 |
| Totaal 2021 | -12 088 | -37 664 | 559 | -49 192 |
De korte termijn financiële verplichtingen in EUR betreffen commercial papers voor een totaal bedrag van KUSD 5 323. Deze schuld werd volledig ingedekt aan een gemiddelde koers van 1 EUR = 1,0249 USD.
De andere investeringen en beleggingen omvatten voornamelijk de bankdeposito's met een oorspronkelijke looptijd van meer dan 3 maanden maar minder dan één jaar.
De financiële verplichtingen met een originele looptijd op meer dan één jaar omvatten de lening van 85,5 miljoen USD waarvan reeds 49,5 miljoen USD werd terugbetaald tussen 2019 en 2022. Het betreft een lange termijn lening die werd afgesloten bij een consortium van banken met een hoge kredietwaardigheid. Het betreft een ongedekte lening met een looptijd van 5 jaar. De intrestvoet is samengesteld als de USD 3M intrestvoet + een marge van 1,20% - 2,50%, afhankelijk van de schuld/EBITDA-ratio. De variabele intrestvoet werd via een "Interest Rate Swap" ingedekt aan een vaste intrestvoet van 1,3933%.
Er dient opgemerkt te worden dat SIPEF in 2020 gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om kapitaalaflossingen uit te stellen om de impact van covid-19 het hoofd te bieden. Hierdoor werden de terugbetalingen van eind juni 2020 (KUSD 4 500) en september 2020 (KUSD 4 500) uitgesteld tot respectievelijk juni 2024 en september 2024.
Er is één financiële convenant van toepassing op deze lening waarbij de netto financiële schuldpositie nooit hoger mag zijn dan 2,5 keer de REBITDA van het boekjaar. Deze financiële convenant wordt één keer per half jaar getest. De EBITDA van de Groep bestaat uit het bedrijfsresultaat + winst/verlies van de ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode + afschrijvingen en bijkomende waardeverminderingen of -toenames op activa. De REBITDA bestaat uit dezelfde berekening, maar exclusief de éénmalige, niet wederkerende effecten. De Groep heeft geen inbreuk op kredietlimieten of convenanten (indien van toepassing) op haar kredietfaciliteiten per 31 December 2022. De financiële convenant ratio zal hetzelfde blijven op 2,50 per 30 juni 2023 en 31 december 2023. Als gevolg van de hoge volatiliteit van de palmolieprijzen en de impact hiervan op het resultaat en de EBITDA van de Groep, wordt deze convenant continu opgevolgd. Het wordt niet verwacht dat deze convenant gebroken zal worden in 2023.
| Convenant ratio | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Operationeel resultaat | 178 312 | 139 416 |
| Uitzonderlijke items | 0 | -11 640 |
| Recurrent bedrijfsresultaat | 178 312 | 127 776 |
| Afschrijvingen en resultaat bij verkoop vaste activa | 48 101 | 49 857 |
| REBITDA | 226 413 | 177 632 |
| (-) resultaat minderheidsbelangen | -4 298 | -5 086 |
| REBITDA deel groep | 222 115 | 172 546 |
| Net Senior Leverage | 0,00 | 0,29 |
Aansluiting van de netto financiële activa/(verplichtingen) met kasstroomoverzicht:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Netto financiële activa/(verplichtingen) begin periode | -49 192 | -151 165 |
| Daling leningen op lange termijn | 18 642 | 18 078 |
| Stijging leningen op lange termijn | - 755 | 0 |
| Daling financiële verplichtingen op korte termijn | 7 154 | 73 710 |
| Stijging financiële verplichtingen op korte termijn | - 106 | 0 |
| Netto beweging van geldmiddelen en kasequivalenten | 24 379 | 10 186 |
| Netto financiële activa/(verplichtingen) einde periode | 122 | -49 192 |
Aansluiting van de totale financiële verplichtingen:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Financiële verplichting begin periode | 69 168 | 160 956 |
| Daling financiële verplichtingen op lange termijn | -18 642 | -18 078 |
| Stijging financiële verplichtingen op lange termijn | 755 | 0 |
| Daling financiële verplichtingen op korte termijn | -7 154 | -73 710 |
| Stijging financiële verplichtingen op korte termijn | 106 | 0 |
| Financiële verplichting einde periode | 44 233 | 69 168 |
| 2022 | 2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | Aandeelhouders van de moedermaat schappij |
Minderheid sbelangen |
Totaal | Aandeelhouders van de moedermaat schappij |
Minderheids belangen |
Totaal | |
| BTW-geschil Indonesië | 548 | 30 | 578 | 53 | 6 | 59 | |
| BTW-geschil België | 274 | 0 | 274 | 0 | 0 | 0 | |
| Versnelde afschrijving oliepalmen PT Dendymarker |
- 385 | - 20 | - 405 | -4 018 | - 211 | -4 229 | |
| Meerwaarde verkoop PT Melania |
0 | 0 | 0 | 11 003 | 637 | 11 640 | |
| Andere opbrengsten/(kosten) |
288 | - 30 | 258 | - 291 | - 90 | - 381 | |
| Overige bedrijfs opbrengsten/(kosten) |
725 | - 20 | 705 | 6 748 | 341 | 7 088 |
Het aandelenoptieplan van SIPEF, dat in november 2011 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van de leden van het executief comité en algemene directeuren van de buitenlandse filialen wiens activiteit essentieel is voor het succes van de Groep.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis
IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties. De totale waarde van de uitstaande opties 2013 tot en met 2022 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt KUSD 1 565 en is berekend aan de hand van een aangepast Black & Scholes
57,70 2,50% 29,69 1,36% 5,00 12,72 47,68 2,50% 24,83 0,15% 5,00 5,34 52,77 2,50% 22,29 0,07% 5,00 8,03 60,49 3,00% 19,40 -0,37% 5,00 8,38 62,80 3,00% 18,88 -0,12% 5,00 5,57 48,80 3,00% 18,60 -0,03% 5,00 3,54 54,80 3,00% 19,56 -0,32% 5,00 8,12 43,20 3,00% 23,35 -0,66% 5,00 4,57 56,90 3,00% 24,14 -0,33% 5,00 6,74 58,90 3,00% 25,86 2,82% 5,00 11,73
In 2022 werden 20 000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 57,70 per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op KUSD 250 en wordt over de 'vesting'-periode van 3 jaar (2023-2025) in resultaat genomen. De totale kost van de aandelenopties die werd opgenomen in de winst- en verliesrekening bedraagt KUSD 140 in 2022 (2022: KUSD 121). Ter
Beginsaldo 31/12/2021 178 000 53,31 9 490 11 521 Inkoop eigen aandelen 2 933 56,44 166 176 Verkoop eigen aandelen -2 000 53,31 - 107 - 109 Eindsaldo 31/12/2022 178 933 53,37 9 549 11 588
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om, indien nodig geacht, eigen
In KUSD 2022 2021 Resultaat voor belasting 172 557 136 637
Belastingen aan gangbare lokale belastingvoeten -45 989 -35 039 Gemiddelde toepasselijke belastingtarief -26,65% -25,64% Roerende voorheffing op het dividend van Hargy Oil Palms Ltd -7 500 0 Onbelaste meerwaarde op de verkoop van PT Melania 0 2 561 Permanente verschillen -3 796 -1 907 Verliezen van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet - 128 - 178 Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden opgezet -2 003 -2 560
werden opgezet 105 2 432 Correcties met betrekking tot vorige boekjaren - 225 -1 384
Belastinglast -59 536 -36 075 Gemiddeld effectief belastingtarief -34,50% -26,40%
rendement Volatiliteit Intrestvoet Verwachte
Gemiddelde aankoopprijs (in
EUR)
levensduur
Totale
KEUR)
aankoopprijs (in
Black & Scholes waarde (in EUR)
Totale
KUSD)
aankoopprijs (in
De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen SIPEF.
aangeboden en hebben een looptijd van 10 jaar.
model, waarvan de voornaamste kenmerken:
23. WINSTBELASTINGEN
Beurskoers (in
EUR)
Dividend
indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft SIPEF in totaal 178 933 aandelen in portefeuille.
Aantal aandelen
aandelen van SIPEF aan te kopen gedurende een periode van 5 jaar na bekendmaking van haar beslissing.
De aansluiting tussen de belastinglasten en de toepasselijke lokale belastingtarieven wordt als volgt voorgesteld:
Terugname van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden
Jaar toekenning
De overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) kunnen als volgt uitgesplitst worden:
De overige bedrijfsopbrengsten/kosten bestaan voornamelijk uit:
De financieringsopbrengsten betreffen de ontvangen interesten op lopende rekeningen met niet-geconsolideerde ondernemingen en op tijdelijke kasoverschotten, alsook de opbrengst van de afwikkeling van de verdiscontering van de vorderingen > 1 jaar. De financieringskosten betreffen de interesten op leningen op lange en korte termijn evenals bankkosten, verdiscontering van de lange termijn plasmavorderingen en overige financiële kosten.
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Ontvangen interesten | 1 300 | 727 |
| Verdiscontering vorderingen > 1 jaar | -1 883 | 748 |
| Financiële kosten | -1 920 | -3 096 |
| Wisselresultaten | -4 809 | 1 021 |
| Financieel resultaat m.b.t. derivaten | 1 558 | -2 178 |
| Financieel resultaat | -5 754 | -2 779 |
| Jaar van aanbod | Beginsaldo | Aantal toegekende opties |
Aantal uitgeoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Eindsaldo |
|---|---|---|---|---|---|
| 2012 | 14 000 | -2 000 | -12 000 | 0 | |
| 2013 | 16 000 | 16 000 | |||
| 2014 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2015 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2016 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2017 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2018 | 20 000 | 20 000 | |||
| 2019 | 20 000 | 20 000 | |||
| 2020 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2021 | 18 000 | 18 000 | |||
| 2022 | 0 | 20 000 | 20 000 | ||
| Saldo | 178 000 | 20 000 | -2 000 | -12 000 | 184 000 |
Het aandelenoptieplan van SIPEF, dat in november 2011 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van de leden van het executief comité en algemene directeuren van de buitenlandse filialen wiens activiteit essentieel is voor het succes van de Groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen SIPEF.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 10 jaar.
IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties. De totale waarde van de uitstaande opties 2013 tot en met 2022 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt KUSD 1 565 en is berekend aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning |
Beurskoers (in EUR) |
Dividend rendement |
Volatiliteit | Intrestvoet | Verwachte levensduur |
Black & Scholes waarde (in EUR) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 57,70 | 2,50% | 29,69 | 1,36% | 5,00 | 12,72 |
| 2014 | 47,68 | 2,50% | 24,83 | 0,15% | 5,00 | 5,34 |
| 2015 | 52,77 | 2,50% | 22,29 | 0,07% | 5,00 | 8,03 |
| 2016 | 60,49 | 3,00% | 19,40 | -0,37% | 5,00 | 8,38 |
| 2017 | 62,80 | 3,00% | 18,88 | -0,12% | 5,00 | 5,57 |
| 2018 | 48,80 | 3,00% | 18,60 | -0,03% | 5,00 | 3,54 |
| 2019 | 54,80 | 3,00% | 19,56 | -0,32% | 5,00 | 8,12 |
| 2020 | 43,20 | 3,00% | 23,35 | -0,66% | 5,00 | 4,57 |
| 2021 | 56,90 | 3,00% | 24,14 | -0,33% | 5,00 | 6,74 |
| 2022 | 58,90 | 3,00% | 25,86 | 2,82% | 5,00 | 11,73 |
In 2022 werden 20 000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 57,70 per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op KUSD 250 en wordt over de 'vesting'-periode van 3 jaar (2023-2025) in resultaat genomen. De totale kost van de aandelenopties die werd opgenomen in de winst- en verliesrekening bedraagt KUSD 140 in 2022 (2022: KUSD 121). Ter indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft SIPEF in totaal 178 933 aandelen in portefeuille.
| Aantal aandelen | Gemiddelde aankoopprijs (in EUR) |
Totale aankoopprijs (in KEUR) |
Totale aankoopprijs (in KUSD) |
|
|---|---|---|---|---|
| Beginsaldo 31/12/2021 | 178 000 | 53,31 | 9 490 | 11 521 |
| Inkoop eigen aandelen | 2 933 | 56,44 | 166 | 176 |
| Verkoop eigen aandelen | -2 000 | 53,31 | - 107 | - 109 |
| Eindsaldo 31/12/2022 | 178 933 | 53,37 | 9 549 | 11 588 |
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om, indien nodig geacht, eigen aandelen van SIPEF aan te kopen gedurende een periode van 5 jaar na bekendmaking van haar beslissing.
De aansluiting tussen de belastinglasten en de toepasselijke lokale belastingtarieven wordt als volgt voorgesteld:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Resultaat voor belasting | 172 557 | 136 637 |
| Belastingen aan gangbare lokale belastingvoeten | -45 989 | -35 039 |
| Gemiddelde toepasselijke belastingtarief | -26,65% | -25,64% |
| Roerende voorheffing op het dividend van Hargy Oil Palms Ltd | -7 500 | 0 |
| Onbelaste meerwaarde op de verkoop van PT Melania | 0 | 2 561 |
| Permanente verschillen | -3 796 | -1 907 |
| Verliezen van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet | - 128 | - 178 |
| Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden opgezet | -2 003 | -2 560 |
| Terugname van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden | ||
| werden opgezet | 105 | 2 432 |
| Correcties met betrekking tot vorige boekjaren | - 225 | -1 384 |
| Belastinglast | -59 536 | -36 075 |
| Gemiddeld effectief belastingtarief | -34,50% | -26,40% |
De roerende voorheffing op het dividend van Hargy Oil Palms betrof een te roerende voorheffing van 15% op een dividend van MUSD 50 betaald door Hargy Oil Palms aan SIPEF. De permanente verschillen bestaan voornamelijk uit permanent verworpen uitgaven voor belastingdoeleinden en zijn toegenomen door de permanent verworpen uitgaven voor interestkosten in de Zuid-Sumatra groep als gevolg van de "thin capitalisation" wetgeving in Indonesië.
De totale fiscale verliezen (opgenomen en niet opgenomen) hebben de volgende maturiteit:
betalen belasting van KUSD 59 427.
oog om deze te commercialiseren.
In KUSD Totaal Niet opgenomen Opgenomen 1 jaar 9 189 9 189 0 2 jaar 9 321 4 107 5 213 3 jaar 21 771 10 892 10 879 4 jaar 13 505 806 12 699 5 jaar 9 349 218 9 130 Onbeperkt 7 146 24 7 122 Totaal 70 280 25 236 45 044
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van belastingen. Deze werden deels op basis van de resultaten van 2020 gedaan en deels op basis van de resultaten van 2021 die beide lager waren dan de resultaten van 2022. De voorafbetalingen van belastingen van KUSD 44 964 lagen daarom lager dan de te
In KUSD 2022 2021 Terug te vorderen belastingen 1 100 1 469 Te betalen belastingen -33 440 -19 346 Netto te vorderen/(te betalen) belastingen -32 340 -17 877
In KUSD 2022 2021 Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen begin periode -17 877 7 079 Variatie perimeter 0 - 211 Overboekingen 0 15 Te betalen belastingen -59 427 -34 722 Betaalde belastingen 44 964 9 962 Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen einde periode -32 340 -17 877
In KUSD 2022 2021 Belastinglast -59 536 -36 075 Uitgestelde belastingen 109 1 353 Actuele belastingen -59 427 -34 722 Variatie vooruitbetaalde belastingen 369 10 101 Variatie te betalen belastingen 14 094 14 658 Betaalde belastingen -44 964 -9 962
De betaalde belastingen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht zijn samengesteld uit de volgende elementen:
24. INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES
De SIPEF-groep heeft de volgende belangen- en controlepercentages in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures:
Entiteit Locatie Controle % Belangen % Verdant Bioscience Pte Ltd Singapore / Republiek Singapore 38,00 38,00 PT Timbang Deli Indonesia Medan / Indonesië 38,00 36,10
Een geassocieerde onderneming is een onderneming waarover de Groep een significante invloed heeft. Een joint venture is een 'gemeenschappelijke regeling' waarover twee of meer partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten hebben op het nettoactief van de regeling. De Groep heeft geen joint ventures. De investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS) is een vennootschap gelegen in Singapore. Vanaf 1 januari 2014 heeft de Groep een belang van 38% in VBS. Deze vennootschap is een samenwerking tussen Ackermans & Van Haaren (42%), SIPEF NV (38%), PT Dharma Satya Nusantara (10%) en Biosing Pte (10%) en heeft als doel om onderzoek en ontwikkeling te doen naar hoge rendementszaden met het
De Groep behoudt via Verdant Bioscience Pte Ltd een deelname van 36,10% in PT Timbang Deli, een onderneming gelegen op het eiland Sumatra in Indonesië. PT Timbang Deli is actief in het verbouwen van palmolie en rubber en verzorgt de praktische werking
Er zijn geen materiële, niet-opgenomen onzekere belastingposities binnen de SIPEF-groep.
bestaan uit PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd, beide actief in de tropische landbouw.
2022
We ontvingen van de Indonesische tax autoriteiten de formele goedkeuring dat met ingang van boekjaar 2014 onze Indonesische filialen de toestemming hebben om hun tax aangifte in USD neer te leggen. Van de tax autoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea kregen we een toestemming om vanaf 2015 onze tax aangifte op basis van een USD-boekhouding te doen. Voor SIPEF NV en Jabelmalux SA hebben we een gelijkaardige toestemming verkregen met effect vanaf boekjaar 2016.
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden per fiscale entiteit gesaldeerd. Dit leidt tot de volgende opsplitsing naar uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingen actief | 14 097 | 13 550 |
| Uitgestelde belastingen passief | -48 131 | -46 950 |
| Netto uitgestelde belastingen | -34 034 | -33 400 |
De bewegingen in de netto uitgestelde belastingen (vorderingen - verplichtingen) zijn:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Openingssaldo | -33 400 | -30 961 |
| Variatie (- kost) / (+ opbrengst) via de winst- en verliesrekening | - 109 | -1 352 |
| Tax impact IAS 19 via totaalresultaat | 28 | 139 |
| Tax impact hedge accounting via totaalresultaat | - 537 | - 226 |
| Variatie perimeter | 0 | - 973 |
| Andere | - 16 | - 27 |
| Eindsaldo | -34 034 | -33 400 |
De uitgestelde belastingen zijn het resultaat van:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Toevoeging/(gebruik) van fiscaal overgedragen verliezen | 149 | 1 779 |
| Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - IAS 41 & | ||
| voorraadherwaardering | 236 | -3 149 |
| Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - vaste activa | - 466 | -2 875 |
| Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - pensioenvoorziening | - 401 | 561 |
| Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - andere | 373 | 2 332 |
| Totaal | - 109 | -1 352 |
De totale uitgestelde belastingvorderingen worden niet integraal opgenomen in de balans. Volgende indeling kan gemaakt worden naar totale, niet-opgenomen en opgenomen uitgestelde belastingen:
| 2022 | |||
|---|---|---|---|
| In KUSD | Totaal | Niet opgenomen | Opgenomen |
| Biologische activa | -1 175 | 0 | -1 175 |
| Materiële vaste activa, inclusief dragende planten | -44 927 | 0 | -44 927 |
| Voorraden | -6 024 | 0 | -6 024 |
| Pensioenvoorziening | 4 356 | 0 | 4 356 |
| Fiscale verliezen | 15 927 | 5 553 | 10 375 |
| Overige | 3 362 | 0 | 3 362 |
| Totaal | -28 481 | 5 553 | -34 034 |
Het merendeel van de niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen per eind 2022 bevindt zich bij de maatschappijen van de South Sumatra groep (KUSD 4 784) en bij de Tolan Tiga groep rubber activiteiten (KUSD 763). De uitgestelde belastingvorderingen voor fiscale verliezen worden steeds opgezet en aangepast op basis van de meest recent beschikbare lange termijn businessplannen.
De totale fiscale verliezen (opgenomen en niet opgenomen) hebben de volgende maturiteit:
| 2022 | |||
|---|---|---|---|
| In KUSD | Totaal | Niet opgenomen | Opgenomen |
| 1 jaar | 9 189 | 9 189 | 0 |
| 2 jaar | 9 321 | 4 107 | 5 213 |
| 3 jaar | 21 771 | 10 892 | 10 879 |
| 4 jaar | 13 505 | 806 | 12 699 |
| 5 jaar | 9 349 | 218 | 9 130 |
| Onbeperkt | 7 146 | 24 | 7 122 |
| Totaal | 70 280 | 25 236 | 45 044 |
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van belastingen. Deze werden deels op basis van de resultaten van 2020 gedaan en deels op basis van de resultaten van 2021 die beide lager waren dan de resultaten van 2022. De voorafbetalingen van belastingen van KUSD 44 964 lagen daarom lager dan de te betalen belasting van KUSD 59 427.
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Terug te vorderen belastingen | 1 100 | 1 469 |
| Te betalen belastingen | -33 440 | -19 346 |
| Netto te vorderen/(te betalen) belastingen | -32 340 | -17 877 |
| In KUSD | 2022 | 2021 |
| Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen begin periode | -17 877 | 7 079 |
| Variatie perimeter | 0 | - 211 |
| Overboekingen | 0 | 15 |
| Te betalen belastingen | -59 427 | -34 722 |
| Betaalde belastingen | 44 964 | 9 962 |
| Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen einde periode | -32 340 | -17 877 |
De betaalde belastingen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht zijn samengesteld uit de volgende elementen:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Belastinglast | -59 536 | -36 075 |
| Uitgestelde belastingen | 109 | 1 353 |
| Actuele belastingen | -59 427 | -34 722 |
| Variatie vooruitbetaalde belastingen | 369 | 10 101 |
| Variatie te betalen belastingen | 14 094 | 14 658 |
| Betaalde belastingen | -44 964 | -9 962 |
Er zijn geen materiële, niet-opgenomen onzekere belastingposities binnen de SIPEF-groep.
De SIPEF-groep heeft de volgende belangen- en controlepercentages in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures:
| Entiteit | Locatie | Controle % | Belangen % |
|---|---|---|---|
| Verdant Bioscience Pte Ltd | Singapore / Republiek Singapore | 38,00 | 38,00 |
| PT Timbang Deli Indonesia | Medan / Indonesië | 38,00 | 36,10 |
Een geassocieerde onderneming is een onderneming waarover de Groep een significante invloed heeft. Een joint venture is een 'gemeenschappelijke regeling' waarover twee of meer partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten hebben op het nettoactief van de regeling. De Groep heeft geen joint ventures. De investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures bestaan uit PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd, beide actief in de tropische landbouw.
Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS) is een vennootschap gelegen in Singapore. Vanaf 1 januari 2014 heeft de Groep een belang van 38% in VBS. Deze vennootschap is een samenwerking tussen Ackermans & Van Haaren (42%), SIPEF NV (38%), PT Dharma Satya Nusantara (10%) en Biosing Pte (10%) en heeft als doel om onderzoek en ontwikkeling te doen naar hoge rendementszaden met het oog om deze te commercialiseren.
De Groep behoudt via Verdant Bioscience Pte Ltd een deelname van 36,10% in PT Timbang Deli, een onderneming gelegen op het eiland Sumatra in Indonesië. PT Timbang Deli is actief in het verbouwen van palmolie en rubber en verzorgt de praktische werking
van de onderzoeksactiviteiten van de Groep. Naar aanleiding van de "Share Swap agreement" met Verdant Bioscience Pte Ltd heeft de SIPEF-groep 95% van de totale aandelen van PT Timbang Deli ingebracht in Verdant Bioscience Pte Ltd.
Aansluiting geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
De bovenvermelde aanwending van het bedrijfskapitaal betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen.
risico voor de Groep verbonden aan de schommelingen van de wisselkoersen en de rente te verminderen.
moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen naar de Groep.
Schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten
de relatief korte looptijd van de meeste verplichtingen en vorderingen.
Gedurende het jaar werden er geen dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
van de SIPEF-groep, voor toewijzing van goodwill.
25. VARIATIE BEDRIJFSKAPITAAL
26. FINANCIËLE INSTRUMENTEN
van de bedrijfswinst.
niveau van eind 2021.
Structureel risico
aanzien als een bedrijfsrisico.
Transactioneel risico
Valutarisico
Structurele risico's
aanzien als een bedrijfsrisico.
Transactionele risico's
Deze tabellen werden opgesteld op basis van de IFRS - cijfers zoals opgenomen in de consolidatie, volgens de waarderingsregels
In KUSD 2022 2021 2022 2021 Eigen vermogen zonder goodwill 16 161 17 599 -4 367 -4 311 Deel groep 6 141 6 687 -1 576 -1 556 Goodwill 0 0 807 807 Equity eliminatie PT Timbang Deli -2 340 -2 340 0 0 Totaal deel groep 3 801 4 347 - 769 - 749
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten steeg van KUSD 178 796 in 2021 tot KUSD 216 714 in 2022, in overeenstemming met de stijging
De variatie van het werkkapitaal van KUSD -6 455 betrof voornamelijk een tijdelijke toename van de handelsvorderingen en -schulden en een verhoogde bonusvoorziening. Het voorraadniveau van CPO was gedurende heel 2022 zeer hoog als gevolg van de gedestabiliseerde lokale CPO-markt in Indonesië. Op het jaareinde was het volledig genormaliseerd en was het bijna terug op het
Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan verschillende risico's, waaronder de schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten, valuta-, rente-, krediet- en liquiditeitsrisico's. Derivaten worden in beperkte mate gebruikt om het
SIPEF-groep staat bloot aan structurele grondstoffenprijsrisico's. Het risico heeft voornamelijk betrekking op palmolie/palmpitolie en in mindere mate rubber. Een verandering van de palmolieprijs met USD 10 CIF per ton heeft een impact van ongeveer KUSD 2 683 (zonder rekening te houden met bijkomende effecten van de export tax in Indonesië) op het resultaat na belasting. Dit risico wordt
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op verkochte goederen. Het transactioneel risico is het risico dat de prijs van de grondstoffen aangekocht van derden schommelt tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met de klant en het
De meerderheid van de dochterondernemingen hebben als functionele valuta de US-dollar. Het wisselkoersrisico waaraan de Groep
Het grootste deel van de opbrengsten worden gerealiseerd in USD, terwijl alle activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (specifiek in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust en Europa). Elke wijziging in de USD ten opzichte van de lokale valuta wisselkoers heeft een aanzienlijke invloed op de bedrijfsresultaten van de onderneming. Het merendeel van dit structurele risico wordt
De Groep is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot de valuta's, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met een klant, leverancier of financiële instelling en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Zulke risico's worden, met uitzondering van een natuurlijke indekking, niet ingedekt gezien
blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele risico's, transactionele risico's en omrekeningsrisico's:
Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang Deli
De totale sectie van het actief "geassocieerde ondernemingen en joint ventures" kan als volgt samengevat worden:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Verdant Bioscience Pte Ltd | 3 801 | 4 347 |
| PT Timbang Deli Indonesia | - 769 | - 749 |
| Totaal | 3 032 | 3 598 |
Gedurende de eerste vier maanden van 2021 was PT Melania in de consolidatie opgenomen als joint venture voordat het werd geclassificeerd als een actief aangehouden voor verkoop. De totale sectie "Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures" kan als volgt worden samengevat:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Verdant Bioscience Pte Ltd | - 546 | - 565 |
| PT Timbang Deli Indonesia | - 20 | - 467 |
| PT Melania Indonesia | 0 | - 59 |
| Totaal resultaat | - 566 | -1 091 |
Hieronder worden de verkorte financiële staten van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures volgens IFRS en zijn voor intercompany eliminaties en exclusief goodwill.
| Verdant Bioscience Pte Ltd | PT Timbang Deli | |||
|---|---|---|---|---|
| In KUSD | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 |
| Biologische activa | 0 | 0 | 3 546 | 3 772 |
| Overige vaste activa | 23 886 | 23 876 | 6 275 | 6 727 |
| Vlottende activa | 13 723 | 14 077 | 892 | 1 276 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 248 | 129 | 206 | 225 |
| Totaal activa | 37 856 | 38 083 | 10 919 | 12 000 |
| Langlopende verplichtingen | - 14 | - 14 | 1 341 | 1 271 |
| Financiële schulden op lange termijn | 0 | 0 | 0 0 |
|
| Kortlopende verplichtingen | 21 707 | 20 497 | 13 945 | 15 039 |
| Financiële schulden op korte termijn | 0 | 0 | 0 0 |
|
| Eigen vermogen | 16 162 | 17 599 | -4 367 | -4 311 |
| Totaal eigen vermogen en passiva | 37 856 | 38 083 | 10 919 | 12 000 |
Hieronder worden de verkorte winst- en verliesrekeningen van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures weergegeven. Deze werden opgesteld volgens IFRS en zijn voor intercompany eliminaties en exclusief goodwill.
| Verdant Bioscience Pte Ltd | PT Timbang Deli | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Opname in de consolidatie: | 38,00% | 38,00% | 36,10% | 36,10% | |
| Omzet | 0 | 0 | 5 056 | 3 319 | |
| Afschrijvingen | 48 | 10 | 841 920 |
||
| Interestopbrengsten | 200 | 33 | 5 3 |
||
| Interestkosten | 0 | 0 | - 200 | - 33 | |
| Totaalresultaat | -1 436 | -1 486 | - 56 -1 295 |
||
| Gedeelte in de consolidatie | - 546 | - 565 | - 20 - 467 |
||
| Totaal deel van de groep | - 546 | - 565 | - 20 - 467 |
||
| Totaal deel derden | 0 | 0 | 0 0 |
||
| Totaal | - 546 | - 565 | - 20 - 467 |
Deze tabellen werden opgesteld op basis van de IFRS - cijfers zoals opgenomen in de consolidatie, volgens de waarderingsregels van de SIPEF-groep, voor toewijzing van goodwill.
| Verdant Bioscience Pte Ltd | PT Timbang Deli | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In KUSD | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Eigen vermogen zonder goodwill | 16 161 | 17 599 | -4 367 | -4 311 | |
| Deel groep | 6 141 | 6 687 | -1 576 | -1 556 | |
| Goodwill | 0 | 0 | 807 | 807 | |
| Equity eliminatie PT Timbang Deli | -2 340 | -2 340 | 0 0 |
||
| Totaal deel groep | 3 801 | 4 347 | - 769 | - 749 |
Gedurende het jaar werden er geen dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen naar de Groep.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten steeg van KUSD 178 796 in 2021 tot KUSD 216 714 in 2022, in overeenstemming met de stijging van de bedrijfswinst.
De variatie van het werkkapitaal van KUSD -6 455 betrof voornamelijk een tijdelijke toename van de handelsvorderingen en -schulden en een verhoogde bonusvoorziening. Het voorraadniveau van CPO was gedurende heel 2022 zeer hoog als gevolg van de gedestabiliseerde lokale CPO-markt in Indonesië. Op het jaareinde was het volledig genormaliseerd en was het bijna terug op het niveau van eind 2021.
De bovenvermelde aanwending van het bedrijfskapitaal betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen.
Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan verschillende risico's, waaronder de schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten, valuta-, rente-, krediet- en liquiditeitsrisico's. Derivaten worden in beperkte mate gebruikt om het risico voor de Groep verbonden aan de schommelingen van de wisselkoersen en de rente te verminderen.
SIPEF-groep staat bloot aan structurele grondstoffenprijsrisico's. Het risico heeft voornamelijk betrekking op palmolie/palmpitolie en in mindere mate rubber. Een verandering van de palmolieprijs met USD 10 CIF per ton heeft een impact van ongeveer KUSD 2 683 (zonder rekening te houden met bijkomende effecten van de export tax in Indonesië) op het resultaat na belasting. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op verkochte goederen. Het transactioneel risico is het risico dat de prijs van de grondstoffen aangekocht van derden schommelt tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met de klant en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
De meerderheid van de dochterondernemingen hebben als functionele valuta de US-dollar. Het wisselkoersrisico waaraan de Groep blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele risico's, transactionele risico's en omrekeningsrisico's:
Het grootste deel van de opbrengsten worden gerealiseerd in USD, terwijl alle activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (specifiek in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust en Europa). Elke wijziging in de USD ten opzichte van de lokale valuta wisselkoers heeft een aanzienlijke invloed op de bedrijfsresultaten van de onderneming. Het merendeel van dit structurele risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
De Groep is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot de valuta's, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met een klant, leverancier of financiële instelling en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Zulke risico's worden, met uitzondering van een natuurlijke indekking, niet ingedekt gezien de relatief korte looptijd van de meeste verplichtingen en vorderingen.
De verplichtingen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding in Indonesië zijn echter significante lange termijnschulden die volledig betaalbaar zijn in IDR. Een devaluatie of revaluatie van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft de volgende invloed op de winst- en verliesrekening:
Kredietrisico
opgevolgd.
horticultuur groter.
Liquiditeitsrisico
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen niet nakomt waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan. Dit kredietrisico kan opgesplitst worden in een commercieel en financieel kredietrisico. Aangaande het commerciële kredietrisico heeft het management een kredietpolitiek uitgewerkt en de blootstelling aan dit kredietrisico wordt continu
In KUSD 2022 2021 Vorderingen uit de verkopen van palmolie, rubber en thee 42 891 30 609 Vorderingen uit de verkopen van bananen en planten 1 752 1 673 Totaal 44 643 32 282
Het kredietrisico bij de eerste categorie is eerder beperkt gezien deze verkopen voor een groot deel onmiddellijk betaald worden tegen afgifte van de eigendomsdocumenten. Daarnaast betreft het een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90% van de inkomsten uit contracten met klanten gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor palmolie is er één klant die afzonderlijk meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigd. Voor rubber zijn er twee klanten die meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigen. In tegenstelling tot de eerste categorie is het kredietrisico van de vorderingen uit de verkopen van bananen en
Voor beide categorieën bestaat er een wekelijkse opvolging van de openstaande saldi en een actief aanmaningsbeleid. Waardeverminderingen worden opgenomen als volledige of gedeeltelijke inning onwaarschijnlijk is geworden. Elementen die bij deze beoordeling in aanmerking worden genomen zijn voornamelijk de mate van betalingsachterstand en kredietwaardigheid van de klant.
In KUSD 2022 2021 Niet vervallen 852 941 Vervallen < 30 dagen 823 523 Vervallen tussen 30 en 60 dagen 49 180 Vervallen tussen 60 en 90 dagen 0 0 Vervallen > 90 dagen 28 29 Totaal 1 752 1 673
De Groep paste de vereenvoudigde versie van IFRS 9 toe voor het meten van de verwachte kredietverliezen waarbij een bedrag wordt bepaald dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9 geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de huidige provisie. De Groep heeft ook een inschatting gemaakt of het historisch patroon van wanbetalingen in de toekomst materieel zou veranderen en verwacht geen significante impact.
Een materieel en aanhoudend tekort in onze kasstromen zou onze kredietwaardigheid en het vertrouwen van investeerders kunnen schaden en zou het vermogen van de Groep om kapitaal aan te trekken kunnen beperken. De operationele kasstroom biedt de middelen om de financiële verplichtingen te financieren en de aandeelhouderswaarde te verbeteren. De Groep beheerst de liquiditeitsrisico's door middel van korte termijn- en lange termijnschattingen van toekomstige kasstromen. SIPEF-groep houdt
In 2022 en 2021 werden er geen materiële waardeverminderingen op vorderingen in de resultatenrekening opgenomen.
De vorderingen uit de verkoop van bananen en horticultuur hebben de volgende vervaldagstructuur:
toegang tot de kapitaalmarkten door middel van kort- en langlopende schuldprogramma's.
| In KUSD | IDR Dev 10% | Boekwaarde | IDR Rev 10% |
|---|---|---|---|
| Verplichtingen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding in Indonesië | 18 363 | 20 199 | 22 443 |
| Bruto impact winst- en verliesrekening | 1 836 | -2 244 |
De verplichting voor personeelsbeloningen in Indonesië bestaat voor KUSD 19 801 uit de integraal geconsolideerde entiteiten en voor KUSD 398 uit de entiteiten die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (PT Timbang Deli).
De lange termijn vorderingen op de Indonesische plasmahouders zijn de belangrijkste lange termijn activa die volledig betaalbaar zijn in IDR. Een devaluatie of herwaardering van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft het volgende effect op de resultatenrekening:
| In KUSD | IDR Dev 10% | Boekwaarde | IDR Rev 10% |
|---|---|---|---|
| Plasma vorderingen | 25 715 | 28 287 | 31 430 |
| Bruto impact winst- en verliesrekening | -2 572 | 3 143 |
Op 14 februari 2023 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van KEUR 31 738 (EUR 3,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. In lijn met het liquiditeits- en valutabeleid, om het valutarisico op een mogelijk betaling van het dividend in te dekken werd dit bedrag ingedekt met 5 valutatermijncontracten voor de verkoop van KUSD 33 939 voor KEUR 31 600 (gemiddelde koers van 1,0740) voor jaareinde:
Voor wat de indekking van het dividend betreft voor jaareinde heeft een devaluatie of revaluatie van 10% van de EUR ten opzichte van de USD aan slotkoers de volgende invloed op de winst- en verliesrekening:
| In KUSD | EUR Dev 10% | Slotkoers | EUR Rev 10% |
|---|---|---|---|
| Dividend | 30 584 | 33 642 | 37 380 |
| Bruto impact winst- en verliesrekening | -3 058 | 3 738 |
De SIPEF-groep is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in USD rapporteren. Als dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, staat het omgerekende bedrag bloot aan waarde schommelingen van de lokale valuta's ten opzichte van de USD. SIPEF-groep dekt dit risico niet in (zie waarderingsregels).
Gezien vanaf 1 januari 2007 de functionele valuta van het merendeel van de activiteiten dezelfde is als de rapporteringsmunt werd dit risico grotendeels beperkt.
De blootstelling van de Groep aan rentevoetschommelingen houdt verband met de financiële verplichtingen van de Groep. Eind december 2022 bedroegen de netto financiële activa/(verplichtingen) KUSD 122 (2021: KUSD – 49 192), waarvan KUSD 23 913 korte termijn financiële verplichtingen (2021: KUSD 30 961) en KUSD 44 356 netto korte termijnbeleggingen en kasequivalenten (2021: KUSD 19 977).
De financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) bedragen KUSD 20 320 (2021: KUSD 38 207).
Aangezien enkel de financiële verplichtingen < 1 jaar – kredietinstellingen (KUSD 5 323, zie toelichting 19) aan variabele intrestvoeten onderworpen zijn, zijn wij van mening dat een wijziging van 0,5% op de intrestvoet geen materiële impact zal hebben.
Gezien de schuldfinanciering op lange termijn voornamelijk is gebaseerd op een variabele rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoet de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt aan de hand van een interest rate swap (IRS). Deze renteswap heeft als doel de volatiliteit (en zodoende het renterisico) zoveel mogelijk in te perken.
De beschikbare financiële middelen worden op korte termijn belegd onder de vorm van termijndeposito's.
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen niet nakomt waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan. Dit kredietrisico kan opgesplitst worden in een commercieel en financieel kredietrisico. Aangaande het commerciële kredietrisico heeft het management een kredietpolitiek uitgewerkt en de blootstelling aan dit kredietrisico wordt continu opgevolgd.
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Vorderingen uit de verkopen van palmolie, rubber en thee | 42 891 | 30 609 |
| Vorderingen uit de verkopen van bananen en planten | 1 752 | 1 673 |
| Totaal | 44 643 | 32 282 |
Het kredietrisico bij de eerste categorie is eerder beperkt gezien deze verkopen voor een groot deel onmiddellijk betaald worden tegen afgifte van de eigendomsdocumenten. Daarnaast betreft het een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90% van de inkomsten uit contracten met klanten gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor palmolie is er één klant die afzonderlijk meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigd. Voor rubber zijn er twee klanten die meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigen. In tegenstelling tot de eerste categorie is het kredietrisico van de vorderingen uit de verkopen van bananen en horticultuur groter.
Voor beide categorieën bestaat er een wekelijkse opvolging van de openstaande saldi en een actief aanmaningsbeleid. Waardeverminderingen worden opgenomen als volledige of gedeeltelijke inning onwaarschijnlijk is geworden. Elementen die bij deze beoordeling in aanmerking worden genomen zijn voornamelijk de mate van betalingsachterstand en kredietwaardigheid van de klant.
De vorderingen uit de verkoop van bananen en horticultuur hebben de volgende vervaldagstructuur:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Niet vervallen | 852 | 941 |
| Vervallen < 30 dagen | 823 | 523 |
| Vervallen tussen 30 en 60 dagen | 49 | 180 |
| Vervallen tussen 60 en 90 dagen | 0 | 0 |
| Vervallen > 90 dagen | 28 | 29 |
| Totaal | 1 752 | 1 673 |
In 2022 en 2021 werden er geen materiële waardeverminderingen op vorderingen in de resultatenrekening opgenomen.
De Groep paste de vereenvoudigde versie van IFRS 9 toe voor het meten van de verwachte kredietverliezen waarbij een bedrag wordt bepaald dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9 geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de huidige provisie. De Groep heeft ook een inschatting gemaakt of het historisch patroon van wanbetalingen in de toekomst materieel zou veranderen en verwacht geen significante impact.
Een materieel en aanhoudend tekort in onze kasstromen zou onze kredietwaardigheid en het vertrouwen van investeerders kunnen schaden en zou het vermogen van de Groep om kapitaal aan te trekken kunnen beperken. De operationele kasstroom biedt de middelen om de financiële verplichtingen te financieren en de aandeelhouderswaarde te verbeteren. De Groep beheerst de liquiditeitsrisico's door middel van korte termijn- en lange termijnschattingen van toekomstige kasstromen. SIPEF-groep houdt toegang tot de kapitaalmarkten door middel van kort- en langlopende schuldprogramma's.
De volgende tabel geeft de contractueel overeengekomen (niet-verdisconteerde) kasstromen voortvloeiend uit schulden op balansdatum:
Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde op de balans
instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken.
toegang tot heeft op de waarderingsdatum;
en passiva, ofwel direct, ofwel indirect; en
eigen vermogen voor een bedrag van KUSD 1 012.
voorwaarden zou een beperkte inefficiëntie hebben.
2022 werd ondergebracht in niveau 2.
• Niveau 3 inputs zijn niet-waarneembare inputs voor een actief of passief.
deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De reële waarden van deze derivaten zijn:
vastgesteld kan worden:
Binnen de Groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten
In KUSD 2022 2021 Renteswaps 1 350 - 797 Termijnwisselverrichtingen 289 -1 269 Reële waarde (+ = actief; - = verplichting) 1 639 -2 066
Overeenkomstig IFRS 13 werden de financiële instrumenten gegroepeerd in 3 niveaus volgens de mate waarin de reële waarde
• Niveau 1 inputs zijn genoteerde (niet bijgestelde) prijzen op actieve markten voor identieke activa en passiva waar de entiteit
• Niveau 2 inputs zijn afgeleid van andere elementen dan de genoteerde prijzen op niveau 1 die vast te stellen zijn voor activa
Het notioneel bedrag van de IRS bedraagt KUSD 36 000. De boekwaarde van de IRS werd opgenomen onder de derivaten (activa) voor een bedrag van KUSD 1 350, de uitgestelde belastingvorderingen voor een bedrag van KUSD -338 en het totaalresultaat in het
Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 39 063. De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle veranderingen van de reële waarde opgenomen in het financieel resultaat. De Groep heeft de "intrest rate swaps" IRS) wel gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. De voorwaarden van de IRS en de afgedekte schuld komen 100% overeen. Daarom is er geen effectiviteitstest vereist op basis van een verhouding tussen de veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en die van de afgedekte schuld. Een IRS met identieke contractuele
De reële waarde van de termijnwisselverrichting en intrest rate swap ("IRS") berekend op basis van de slotkoers per 31 december
| 2022 - In KUSD | Boek waarde |
Contractuele kasstromen |
Minder dan 1 jaar |
1-2 jaar | 2-3 jaar | 3-4 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | |||||||
| (incl. derivaten) | 18 000 | -18 771 | - 475 | -18 296 | 0 | 0 | 0 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | 2 320 | -3 817 | - 50 | - 639 | - 601 | - 548 | -1 979 |
| Voorschotten > 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar |
|||||||
| Handelsschulden | 29 863 | -29 863 | -29 863 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ontvangen voorschotten | 5 698 | -5 698 | -5 698 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | |||||||
| Kortlopend gedeelte van te | |||||||
| betalen posten > 1 jaar | 18 000 | -18 296 | -18 296 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen | 5 323 | -5 396 | -5 396 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leasing verplichtingen < 1 | |||||||
| jaar | 590 | - 628 | - 628 | ||||
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal verplichtingen | 79 794 | -82 468 | -60 405 | -18 935 | - 601 | - 548 | -1 979 |
| 2021 - In KUSD | Boek waarde |
Contractuele kasstromen |
Minder dan 1 jaar |
1-2 jaar | 2-3 jaar | 3-4 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | |||||||
| (incl. derivaten) | 36 000 | -37 239 | - 618 | -18 510 | -18 111 | 0 | 0 |
| Leasing verplichtingen > 1 jaar | 2 207 | -4 250 | - 177 | - 489 | - 464 | - 449 | -2 671 |
| Voorschotten > 1 jaar | 4 830 | -4 830 | 0 | -4 830 | 0 | 0 | 0 |
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar |
|||||||
| Handelsschulden | 23 605 | -23 605 | -23 605 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ontvangen voorschotten | 11 934 | -11 934 | -11 934 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | |||||||
| Kortlopend gedeelte van te | |||||||
| betalen posten > 1 jaar | 18 000 | -18 471 | -18 471 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen | 12 477 | -12 597 | -12 597 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leasing verplichtingen < 1 jaar | 484 | - 523 | - 523 | ||||
| Derivaten | 2 066 | -2 066 | -2 066 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal verplichtingen | 111 604 | -115 516 | -69 992 | -23 829 | -18 575 | - 449 | -2 671 |
Teneinde het financiële kredietrisico te beperken heeft SIPEF haar belangrijkste activiteiten bij een beperkte groep banken met een hoge kredietwaardigheid ondergebracht. De huidige maximale beschikbare kredietlijnen bedragen KUSD 159 292 (2021: KUSD 178 686). In 2022 waren er zoals voorgaande jaren geen inbreuken op de voorwaarden vermeld in de kredietovereenkomsten noch tekortkomingen in de aflossingen.
Binnen de Groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De reële waarden van deze derivaten zijn:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Renteswaps | 1 350 | - 797 |
| Termijnwisselverrichtingen | 289 | -1 269 |
| Reële waarde (+ = actief; - = verplichting) | 1 639 | -2 066 |
Overeenkomstig IFRS 13 werden de financiële instrumenten gegroepeerd in 3 niveaus volgens de mate waarin de reële waarde vastgesteld kan worden:
Het notioneel bedrag van de IRS bedraagt KUSD 36 000. De boekwaarde van de IRS werd opgenomen onder de derivaten (activa) voor een bedrag van KUSD 1 350, de uitgestelde belastingvorderingen voor een bedrag van KUSD -338 en het totaalresultaat in het eigen vermogen voor een bedrag van KUSD 1 012.
Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 39 063. De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle veranderingen van de reële waarde opgenomen in het financieel resultaat. De Groep heeft de "intrest rate swaps" IRS) wel gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. De voorwaarden van de IRS en de afgedekte schuld komen 100% overeen. Daarom is er geen effectiviteitstest vereist op basis van een verhouding tussen de veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en die van de afgedekte schuld. Een IRS met identieke contractuele voorwaarden zou een beperkte inefficiëntie hebben.
De reële waarde van de termijnwisselverrichting en intrest rate swap ("IRS") berekend op basis van de slotkoers per 31 december 2022 werd ondergebracht in niveau 2.
De volgende tabel geeft de financiële instrumenten per categorie weer per eind 2022 en eind 2021.
| 2022 - In KUSD | Boekwaarde | IFRS 9 categorie |
Reële waarde | Hiërarchie van de reële waarde |
|---|---|---|---|---|
| Financiële active | ||||
| Andere financiële activa | 98 | AKP | 98 | Niveau 2 |
| Vorderingen > 1 jaar | ||||
| Overige vorderingen | 28 287 | AKP | 28 287 | Niveau 2 |
| Totaal financiële vaste activa | 28 385 | 28 385 | ||
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | ||||
| Handelsvorderingen | 44 643 | AKP | 44 643 | Niveau 2 |
| Overige vorderingen | 47 728 | AKP | 47 728 | Niveau 2 |
| Investeringen | ||||
| Andere investeringen en beleggingen | 10 208 | AKP | 10 208 | Niveau 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 34 148 | AKP | 34 148 | Niveau 2 |
| Derivaten | 289 | FVTPL | 289 | Niveau 2 |
| Derivaten | 1 350 | Hedge accounting |
1 350 | Niveau 2 |
| Totaal financiële vlottende activa | 138 366 | 138 366 | ||
| Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar | 0 | AKP | 0 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | 18 000 | AKP | 18 000 | Niveau 2 |
| Lease verplichtingen > 1 jaar | 2 320 | AKP | 2 320 | Niveau 2 |
| Voorschotten > 1 jaar | 0 | AKP | 0 | Niveau 2 |
| Totaal langlopende financiële verplichtingen | 20 320 | 20 320 | ||
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar | ||||
| Handelsschulden | 29 863 | AKP | 29 863 | Niveau 2 |
| Overige schulden | 14 437 | AKP | 14 437 | Niveau 2 |
| Ontvangen voorschotten | 5 698 | AKP | 5 698 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | 0 | 0 | ||
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | 18 000 | AKP | 18 000 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen | 5 323 | AKP | 5 323 | Niveau 2 |
| Lease verplichtingen > 1 jaar | 590 | AKP | 590 | Niveau 2 |
| Derivaten | 0 | FVTPL | 0 | Niveau 2 |
| Derivaten | 0 | Hedge accounting |
0 | Niveau 2 |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen | 73 911 | 73 911 |
2021 - In KUSD Boekwaarde IFRS 9
Andere financiële activa 92 AKP 92 Niveau 2
Overige vorderingen 25 666 AKP 25 666 Niveau 2
Handelsvorderingen 32 282 AKP 32 282 Niveau 2 Overige vorderingen 49 878 AKP 49 878 Niveau 2
Andere investeringen en beleggingen 38 AKP 38 Niveau 2 Geldmiddelen en kasequivalenten 19 939 AKP 19 939 Niveau 2 Derivaten 0 FVTPL 0 Niveau 2
Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Financiële verplichtingen > 1 jaar 36 000 AKP 36 000 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 2 207 AKP 2 207 Niveau 2 Voorschotten > 1 jaar 4 830 AKP 4 830 Niveau 2
Handelsschulden 23 605 AKP 23 605 Niveau 2 Overige schulden 11 519 AKP 11 519 Niveau 2 Ontvangen voorschotten 11 934 AKP 11 934 Niveau 2
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 18 000 AKP 18 000 Niveau 2 Financiële verplichtingen 12 477 AKP 12 477 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 484 AKP 484 Niveau 2 Derivaten 1 269 FVTPL 1 269 Niveau 2
De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal leasing-overeenkomsten met een leaseperiode van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië en Singapore. De huur van de kantoren en bijhorende parking in België is niet mee opgenomen als lease aangezien deze onder de uitzondering van korte-termijn leasing vallen. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 25 jaar in lijn met de levensduur van een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep.
Totaal financiële vaste activa 25 758 25 758
Totaal financiële vlottende activa 102 137 102 137
Totaal langlopende financiële verplichtingen 43 037 43 037
Totaal kortlopende financiële verplichtingen 80 085 80 085
Financiële activa
Investeringen
27. Leasing
Vorderingen > 1 jaar
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Derivaten 0
Financiële verplichtingen < 1 jaar 0
Derivaten 797
Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar
categorie Reële waarde
Hedge
Hedge
accounting 0 Niveau 2
accounting 797 Niveau 2
Hiërarchie van de reële waarde
| 2021 - In KUSD | Boekwaarde | IFRS 9 categorie |
Reële waarde | Hiërarchie van de reële waarde |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa | ||||
| Andere financiële activa | 92 | AKP | 92 | Niveau 2 |
| Vorderingen > 1 jaar | ||||
| Overige vorderingen | 25 666 | AKP | 25 666 | Niveau 2 |
| Totaal financiële vaste activa | 25 758 | 25 758 | ||
| Handelsvorderingen en overige vorderingen | ||||
| Handelsvorderingen | 32 282 | AKP | 32 282 | Niveau 2 |
| Overige vorderingen | 49 878 | AKP | 49 878 | Niveau 2 |
| Investeringen | ||||
| Andere investeringen en beleggingen | 38 | AKP | 38 | Niveau 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 19 939 | AKP | 19 939 | Niveau 2 |
| Derivaten | 0 | FVTPL | 0 | Niveau 2 |
| Derivaten | 0 | Hedge accounting |
0 | Niveau 2 |
| Totaal financiële vlottende activa | 102 137 | 102 137 | ||
| Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar | 0 | AKP | 0 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen > 1 jaar | 36 000 | AKP | 36 000 | Niveau 2 |
| Lease verplichtingen > 1 jaar | 2 207 | AKP | 2 207 | Niveau 2 |
| Voorschotten > 1 jaar | 4 830 | AKP | 4 830 | Niveau 2 |
| Totaal langlopende financiële verplichtingen | 43 037 | 43 037 | ||
| Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar | ||||
| Handelsschulden | 23 605 | AKP | 23 605 | Niveau 2 |
| Overige schulden | 11 519 | AKP | 11 519 | Niveau 2 |
| Ontvangen voorschotten | 11 934 | AKP | 11 934 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen < 1 jaar | 0 | |||
| Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar | 18 000 | AKP | 18 000 | Niveau 2 |
| Financiële verplichtingen | 12 477 | AKP | 12 477 | Niveau 2 |
| Lease verplichtingen > 1 jaar | 484 | AKP | 484 | Niveau 2 |
| Derivaten | 1 269 | FVTPL | 1 269 | Niveau 2 |
| Derivaten | 797 | Hedge accounting |
797 | Niveau 2 |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen | 80 085 | 80 085 |
De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal leasing-overeenkomsten met een leaseperiode van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië en Singapore. De huur van de kantoren en bijhorende parking in België is niet mee opgenomen als lease aangezien deze onder de uitzondering van korte-termijn leasing vallen. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 25 jaar in lijn met de levensduur van een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep.
De toekomstige leaseverplichtingen onder deze (niet-opzegbare) leases zijn als volgt verschuldigd:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Kortlopende leasing verplichtingen | 590 | 484 |
| Langlopende leasing verplichtingen | 2 320 | 2 207 |
| Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december | 2 910 | 2 691 |
29. INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN
84) gefactureerd voor deelname in de onderhoudskosten van gebouwen, parkings en park.
de sectie "corporate governance verklaring" van dit verslag.
de joint ventures PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd aan 100%:
30. Bedrijfscombinaties, verwervingen en afstotingen
belangenpercentage van PT Agro Muko gestegen is van 90,25% naar 95,00%.
Transacties met andere partijen
Transacties met groepsondernemingen
Management met sleutelposities is gedefinieerd als de raad van bestuur en het executief comité van de Groep. Onderstaande tabel
In KUSD 2022 2021 Bestuurdersvergoedingen 465 423 Vaste vergoeding 2 429 2 213 Variabele vergoeding 1 534 321 Groepsverzekering 406 465 Andere 171 126 Marktwaarde verworven aandelenopties (op verwervingsdatum) 195 88 Totaal 5 200 3 637
De bedragen worden uitbetaald in EUR. Het uitbetaalde bedrag in 2022 is KEUR 4 957 (2021: KEUR 3 084). De stijging met 1 874
Vanaf boekjaar 2007 worden er vaste vergoedingen betaald aan de leden van de raad van bestuur, het auditcomité en het
In het kader van de informatieverschaffing over verbonden partijen zijn de relaties immaterieel, met uitzondering van een sinds 1985 bestaande huurovereenkomst tussen Cabra NV en SIPEF aangaande de kantoren en de bijhorende parkings te Kasteel Calesberg te Schoten. De jaarlijkse geïndexeerde huurprijs bedraagt KUSD 194 (2021 KUSD 208) en er wordt tevens KUSD 81 (2021 KUSD
De relaties tussen SIPEF en de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité worden verder beschreven in
Transacties met verwante partijen betreffen voornamelijk handelstransacties en zijn gebaseerd op het "at arm's length" principe. De kosten en opbrengsten met betrekking tot deze transacties zijn immaterieel in het kader van de geconsolideerde jaarrekening.
Balansposities en transacties binnen de Groep en de dochterondernemingen worden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet verder opgenomen in deze toelichtingen. Transacties tussen de Groep en andere verbonden ondernemingen worden hieronder verder
De volgende tabel geeft de totalen van de transacties weer die gedurende het boekjaar hebben plaatsgevonden tussen de Groep en
Totaal verkopen gedurende het boekjaar 0 0 0 0 Totaal aankopen gedurende het boekjaar 0 0 2 510 2 265 Totale vordering per 31 december 9 028 8 330 9 14 Totale schulden per 31 december 300 300 193 263
In 2022 heeft de SIPEF-groep de resterende 5% aandelen van PT Agro Muko gekocht voor KUSD 5 500, waardoor het
In 2021 heeft SIPEF een verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met de Shamrock-Groep (SG) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. SG is een Indonesische groep die meerdere rubberplantages en fabrieken uitbaat en gespecialiseerd is in de productie en verkoop van latex handschoenen. SIPEF controleert 95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter PT Tolan Tiga, de overige 5% zijn in handen van een Indonesisch
Ter herinnering: PT Melania bezit de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra en de volledige theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van 19 miljoen USD. Na deze eerste fase zal de Shamrock-groep het beheer van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor USD 17 miljoen, na de hernieuwing van de
Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang Deli
2022 2021 2022 2021
KEUR is voornamelijk het gevolg van een hogere variabele vergoeding betaald in 2022 in vergelijking met 2021.
Transacties met bestuurders en leden van het executief comité
geeft een samenvatting van de vergoedingen:
remuneratiecomité.
toegelicht.
pensioenfonds.
De beweging van het jaar van de leaseverplichting kan worden samengevat als volgt:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Leasing verplichtingen op 1 januari | 2 691 | 2 828 |
| Aanschaffingen | 822 | 246 |
| Financiële kosten/(opbrengsten) | 219 | 220 |
| Terugbetalingen | - 804 | - 604 |
| Wisselkoersresultaat | - 17 | 1 |
| Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december | 2 910 | 2 691 |
De leaseverplichtingen zijn opgenomen in de toename van financiële leningen op lange termijn (KUSD 755) en korte termijn (KUSD 67) in de kasstroom. De leaseaflossingen zijn opgenomen in de afname van financiële leningen op lange termijn (KUSD - 642) en korte termijn (KUSD -162) in de kasstroom.
Het gebruiksrecht actief kan als volgt worden ingedeeld:
| Beweging van het jaar (in KUSD) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 1 januari | 2 587 | 2 757 |
| Aanschaffingen | 822 | 246 |
| Afschrijvingen | -624 | - 417 |
| Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december | 2 785 | 2 587 |
| Landrechten | Huur gebouw |
Bedrijfs wagens |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december 2021 |
893 | 1 281 | 413 | 2 587 |
| Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december 2022 |
833 | 1 693 | 259 | 2 785 |
De totale afschrijving voor de gebruiksrecht activa tot 31 december 2022 bedraagt KUSD 624 en de financiële kosten KUSD 219. Van de afschrijvingen werden KUSD 60 opgenomen in de kostprijs van de verkopen van het palmsegment van Hargy Oil Palms Ltd. en KUSD 564 in de "algemene- en beheerskosten". Er zijn geen materiële uitgaven in verband met kortlopende en laagwaardige huurcontracten. Er zijn geen materiële uitbreidingsopties die niet in de berekening zijn opgenomen.
Er werden in 2022 geen waarborgen gesteld door derden voor rekening van de onderneming. Er werd wel één waarborg gesteld aan een derde partij voor rekening van één van de dochterondernemingen in 2022. De waarborg is afgegeven als onderdeel van de aandelenkoopovereenkomst van Verdant Bioscience Pte Ltd. voor een totaalbedrag van KUSD 3 082 om de uitstaande verplichting te dekken die Verdant Bioscience Pte. Ltd. heeft aan zijn vorige aandeelhouder Sime Darby Berhad. Deze verplichting is verschuldigd in mei 2023.
In verband met dezelfde aandelenkoopovereenkomst heeft Verdant Bioscience Pte. Ltd. een bankgarantie ontvangen voor een totaalbedrag van KUSD 593 van de nieuwe aandeelhouder PT Dharma Satya Nusantara die gebruikt zal worden om een lening te verstrekken aan Verdant Bioscience Pte. Ltd. om een deel (10/52) van de bovenstaande uitstaande verplichting terug te betalen.
Nihil
De verplichtingen voor het leveren van goederen (palmproducten, rubber, thee, bananen en horticultuur) na jaareinde kaderen binnen de normale verkoopstermijn van ongeveer 3 maanden vóór effectieve leveringsdatum. Deze worden als dusdanig niet aanzien als termijnverkopen.
Management met sleutelposities is gedefinieerd als de raad van bestuur en het executief comité van de Groep. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de vergoedingen:
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bestuurdersvergoedingen | 465 | 423 |
| Vaste vergoeding | 2 429 | 2 213 |
| Variabele vergoeding | 1 534 | 321 |
| Groepsverzekering | 406 | 465 |
| Andere | 171 | 126 |
| Marktwaarde verworven aandelenopties (op verwervingsdatum) | 195 | 88 |
| Totaal | 5 200 | 3 637 |
De bedragen worden uitbetaald in EUR. Het uitbetaalde bedrag in 2022 is KEUR 4 957 (2021: KEUR 3 084). De stijging met 1 874 KEUR is voornamelijk het gevolg van een hogere variabele vergoeding betaald in 2022 in vergelijking met 2021.
Vanaf boekjaar 2007 worden er vaste vergoedingen betaald aan de leden van de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratiecomité.
In het kader van de informatieverschaffing over verbonden partijen zijn de relaties immaterieel, met uitzondering van een sinds 1985 bestaande huurovereenkomst tussen Cabra NV en SIPEF aangaande de kantoren en de bijhorende parkings te Kasteel Calesberg te Schoten. De jaarlijkse geïndexeerde huurprijs bedraagt KUSD 194 (2021 KUSD 208) en er wordt tevens KUSD 81 (2021 KUSD 84) gefactureerd voor deelname in de onderhoudskosten van gebouwen, parkings en park.
De relaties tussen SIPEF en de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité worden verder beschreven in de sectie "corporate governance verklaring" van dit verslag.
Transacties met verwante partijen betreffen voornamelijk handelstransacties en zijn gebaseerd op het "at arm's length" principe. De kosten en opbrengsten met betrekking tot deze transacties zijn immaterieel in het kader van de geconsolideerde jaarrekening.
Balansposities en transacties binnen de Groep en de dochterondernemingen worden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet verder opgenomen in deze toelichtingen. Transacties tussen de Groep en andere verbonden ondernemingen worden hieronder verder toegelicht.
De volgende tabel geeft de totalen van de transacties weer die gedurende het boekjaar hebben plaatsgevonden tussen de Groep en de joint ventures PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd aan 100%:
| Verdant Bioscience Pte Ltd | PT Timbang Deli | |||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Totaal verkopen gedurende het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal aankopen gedurende het boekjaar | 0 | 0 | 2 510 | 2 265 |
| Totale vordering per 31 december | 9 028 | 8 330 | 9 | 14 |
| Totale schulden per 31 december | 300 | 300 | 193 | 263 |
In 2022 heeft de SIPEF-groep de resterende 5% aandelen van PT Agro Muko gekocht voor KUSD 5 500, waardoor het belangenpercentage van PT Agro Muko gestegen is van 90,25% naar 95,00%.
In 2021 heeft SIPEF een verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met de Shamrock-Groep (SG) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. SG is een Indonesische groep die meerdere rubberplantages en fabrieken uitbaat en gespecialiseerd is in de productie en verkoop van latex handschoenen. SIPEF controleert 95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter PT Tolan Tiga, de overige 5% zijn in handen van een Indonesisch pensioenfonds.
Ter herinnering: PT Melania bezit de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra en de volledige theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van 19 miljoen USD. Na deze eerste fase zal de Shamrock-groep het beheer van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor USD 17 miljoen, na de hernieuwing van de permanente landrechten (HGU) voor het geheel van de rubber- en theeactiviteiten. De bruto verkoopprijs voor 100% van de aandelen bedraagt USD 36 miljoen.
33. PRESTATIES GELEVERD DOOR DE AUDITOR EN GERELATEERDE VERGOEDINGEN
0) voor niet-auditdiensten.
De auditor van de SIPEF-groep is EY Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Wim Van Gasse en Christoph Oris. De auditvergoeding voor het jaarverslag van SIPEF wordt goedgekeurd door de algemene vergadering na het nazicht en goedkeuring door het auditcomité en de raad van bestuur. Deze vergoeding bedraagt KUSD 115 (tegenover KUSD 118 vorig jaar). Voor de ganse Groep werd er in 2022 door EY voor KUSD 568 diensten geleverd (tegenover KUSD 577 vorig jaar), waarvan KUSD 0 (2021: KUSD
Op 31 december 2021 is reeds een totaalbedrag van KUSD 1 922 betaald voor de kosten in verband met de SPA. In 2022 is een aanvullend bedrag van KUSD 3 502 betaald. Dit brengt het totaal betaalde bedrag op KUSD 5 424 per 31 december 2022. Het totaal is in mindering gebracht op het reeds bij CD 1 ontvangen voorschot (KUSD 9 167).
De uiteindelijke netto verkoopprijs en de eventuele meerwaarde op de verkoop van PT Melania zullen grotendeels afhangen van het tijdstip en de kosten van de verlenging van de permanente concessierechten (HGU) en van de compensatie voor de opgebouwde sociale rechten van het tewerkgestelde personeel, die vermoedelijk vrijwel volledig zullen worden overgenomen. De winst op de verkoop van PT Melania kan in de toekomst worden aangepast afhankelijk van een herziening van de raming van deze kosten in de toekomst.
SIPEF heeft een zo goed mogelijke schatting gemaakt van de kosten in verband met de verkoop van PT Melania. Hieronder vindt u de berekening van de netto verkoopprijs zoals die werd uitgevoerd bij de verkoop in 2021:
| In KUSD | Verkoopprijs |
|---|---|
| Totaal te ontvangen bedrag | 36 000 |
| Geschatte kosten verbonden aan de verkoop | -11 418 |
| Netto verkoopprijs (100% van de aandelen) | 24 582 |
| Netto verkoopprijs voor 95% | 23 353 |
| Waarvan | |
| 40% van de aandelen | 9 833 |
| 55% van de aandelen | 13 520 |
Op 31 december 2022 beschouwt de groep de netto verkoopprijs en de daaruit voortvloeiende meerwaarde van KUSD 11 640, zoals opgenomen in de jaarrekening van 2021, nog steeds als correct. Elke wijziging in de geraamde kosten in verband met de verkoop zal echter een positieve of negatieve invloed hebben op de uiteindelijke meerwaarde. De groep streeft ernaar de verkoop van de tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in handen van SIPEF) in de loop van 2023 af te ronden. De timing blijft echter onzeker en hangt voornamelijk af van de exacte timing van de vernieuwing van de landrechten van PT Melania.
| Van voortgezette activiteiten | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Basisberekening gewone winst per aandeel | ||
| Gewone winst per aandeel - basisberekening (USD) | 10,40 | 9,00 |
| De gewone winst per aandeel werd als volgt berekend: | ||
| Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders | 108 157 | 93 749 |
| Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen | 10 401 938 | 10 418 431 |
| Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen werd als volgt berekend: | ||
| Aantal uitstaande gewone aandelen op 1 januari | 10 401 328 | 10 419 328 |
| Effect van uitgegeven aandelen / terugkoop van eigen aandelen | 610 | - 897 |
| Effect van de kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december | 10 401 938 | 10 418 431 |
| Verwaterde winst per aandeel | ||
| Verwaterde winst per aandeel - basisberekening (USD) | 10,36 | 8,99 |
| De verwaterde winst per aandeel werd als volgt berekend: | ||
| Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders | 108 157 | 93 749 |
| Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen | 10 443 064 | 10 422 490 |
| Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen werd als volgt | ||
| berekend: | ||
| Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december | 10 401 938 | 10 418 431 |
| Effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden | 41 126 | 4 059 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen op 31 december | 10 443 064 | 10 422 490 |
Er zijn geen significante gebeurtenissen na balansdatum die een specifieke impact hebben op de activiteiten en de geconsolideerde financiële staten van de SIPEF-groep. Dit geldt ook voor de jongste evolutie van het geschil tussen Rusland en Oekraïne en de recente problemen bij enkele banken (Silicon Valley Bank en Crédit Suisse).
De auditor van de SIPEF-groep is EY Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Wim Van Gasse en Christoph Oris. De auditvergoeding voor het jaarverslag van SIPEF wordt goedgekeurd door de algemene vergadering na het nazicht en goedkeuring door het auditcomité en de raad van bestuur. Deze vergoeding bedraagt KUSD 115 (tegenover KUSD 118 vorig jaar). Voor de ganse Groep werd er in 2022 door EY voor KUSD 568 diensten geleverd (tegenover KUSD 577 vorig jaar), waarvan KUSD 0 (2021: KUSD 0) voor niet-auditdiensten.
| ESEF INFORMATIE | |
|---|---|
| Homepage van de rapporterende entiteit | www.sipef.com |
| LEI code van de rapporterende entiteit | 549300NN3PC8KDD43S24 |
| Naam van de rapporterende entiteit of andere methode van identificatie | SIPEF |
| Vestigingsplaats van de entiteit | België |
| Rechtsvorm van de entiteit | Naamloze vennootschap |
| Land van vestiging | België |
| Adres van de statutaire zetel van de entiteit | Calesbergdreef 5, 2900 Schoten, Belgium |
| Hoofdzakelijk plaats van activiteiten | Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust |
| Beschrijving van de aard van de activiteiten en hoofdactiviteiten van de entiteit | Tropische agricultuur |
| Naam van de moederentiteit | SIPEF |
| Naam van de hoofdmoedermaatschappij van de groep | SIPEF |
| Verklaring van veranderingen in de naam van de verslaggevende entiteit of andere identificatiemiddelen sinds het einde van de vorige verslagperiode |
Geen wijziging in de naam van de verslaggevende entiteit |
| Levensduur van entiteit met beperkte levensduur | |
| Periode waarop de financiële staten betrekking hebben |
EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises
ey.com
Tel: +32 (0) 3 270 12 00
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van SIPEF NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2022, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") zoals inbegrepen op pagina's 158 tot en met 213 van het Hoofdstuk VII Fianciële Staten van het Geïntegreerd jaarverslag 2022, en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 9 juni 2021, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2023. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 2 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2022 omvat, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van \$ 1.062.223 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van \$ 112.455 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2022, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Op 31 december 2022 bedroeg de boekwaarde van de goodwill, die betrekking heeft op het palm olie segment in Indonesië en Papua New Guinea, \$ 104.782 (000). De goodwill moet minstens op jaarlijkse basis getoetst worden op bijzondere waardevermindering. Het bepalen van de realiseerbare waarde van deze goodwill is onderhevig aan een inschatting van het management bij het identificeren en vervolgens waarderen van de kasstroom genererende eenheden (CGUs). Zoals vermeld in toelichting 8 – Goodwill en andere immateriële vaste activa van de geconsolideerde jaarrekening, werd de realiseerbare waarde bepaald door gebruik te maken van een discounted cash flow model. Het cash flow model schat de relevante kasstromen die naar verwachting in de toekomst zullen worden gegenereerd, en verdisconteerd tot de contante waarde met behulp van een verdisconteringsvoet ("WACC") .
Deze inschatting vereist dat het management gebruik maakt van een aantal variabelen en marktomstandigheden, zoals toekomstige prijzen en groeipercentages betreffende het volume, de timing van toekomstige operationele uitgaven en de discontovoet en lange termijn groeipercentages. Als gevolg hiervan is de bepaling van de realiseerbare waarde van de CGU subjectief van aard vanwege de inschattingen die het management moet maken over de toekomstige prestaties van het palmoliesegment, met name de verwachte lange termijn prijzen voor ruwe palmolie en de WACC.
Wijzigingen in bepaalde veronderstellingen die in het model worden gebruikt, kunnen leiden tot
significante wijzigingen in de beoordeling van de realiseerbare waarde. Deze aangelegenheid wordt beschouwd als een kernpunt van de controle vanwege de mate van oordeelvorming die vereist is voor deze schattingen.
• Wij hebben inzicht verkregen in de interne beheersingsprocessen rond de goodwill impairment oefening, meer specifiek het managementbeoordelingsproces van het discounted cash flow model en de goedkeuring van de raad van bestuur van het onderliggende businessplan;
• We hebben de bepaling van de CGU's beoordeeld op basis van ons begrip van de aard van de Vennootschap en hun activiteiten, en beoordeeld of dit consistent is met de interne rapportering van de vennootschap;
• Met de hulp van onze interne waardering specialisten, hebben we de geschiktheid en de mathematische correctheid van het gebruikte cash flow model bij het bepalen van de realiseerbare waarde van de CGUs geëvalueerd, evenals de gebruikte WACC beoordeeld;
• We hebben de kasstroomprognoses vergeleken met goedgekeurde budgetten en andere relevante markt- en economische informatie, inzonderheid met betrekking tot de verwachte lange termijn prijzen voor ruwe palmolie ;
• We hebben onafhankelijke sensitiviteitsanalyses uitgevoerd rond de belangrijkste veronderstellingen die worden gebruikt in het discounted cashflow model en hun effect op de realiseerbare waarde,
• We hebben de robuustheid van het budgetteringsproces door het management beoordeeld en we hebben geverifieerd of de toekomstige kasstromen werden gebaseerd op het door de raad van bestuur goedgekeurde businessplan;
• We hebben de geschiktheid van de toelichtingen in toelichting 8 – Goodwill en andere immateriële vaste activa van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld met betrekking tot deze belangrijke veronderstellingen.
2
of SIPEF NV as of and
for the year ended 31 december 2022 (continued)
De uitgestelde belastingvorderingen die betrekking hebben op niet-gerealiseerde overgedragen fiscale verliezen en opgenomen zijn in de balans per 31 december 2022 bedragen
\$ 14.097 duizend. De erkenning van deze uitgestelde belastingvorderingen vereist een significant niveau van oordeelsvorming door de Raad van bestuur op gebied van de kwantificering, waarschijnlijkheid en haalbaarheid van toekomstige belastbare winsten waarmee ze kunnen worden verrekend en toekomstige tegenboekingen van bestaande tijdelijke belastbare verschillen.
Vanwege dit oordeel dat door de Raad van Bestuur is vereist bij het interpreteren van de criteria uiteengezet in de geldende lokale belastingwetgeving, en het risico dat kan voortvloeien uit een andere interpretatie van deze wetgeving, evenals de onzekerheid die gepaard gaat met het recupereren van de bedragen die zijn opgenomen als uitgestelde belastingvorderingen en de verwachte recuperatieperiode, beschouwen wij dit als een kernpunt van onze controle. We verwijzen ook naar de informatie in (toelichting 23 - Winstbelastingen) de Geconsolideerde Jaarrekening.
• Wij hebben inzicht verkregen in de interne controles die samenhangen met het proces van het inschatten van de realiseerbaarheid van de uitgestelde belastingvorderingen;
• We hebben de redelijkheid van de criteria en de belangrijkste veronderstellingen beoordeeld die het management in overweging heeft genomen bij het schatten van de toekomstige belastbare winst die nodig is ter compensatie;
• We hebben onze lokale belastingexperts betrokken in de relevante locaties om inzicht te krijgen op de mogelijke impact van lokale belastingregels op de criteria die door het management worden gebruikt om de terugvorderbaarheid van de uitgestelde belastingvorderingen te bepalen;
• We hebben de winst- en verliesprognoses die als basis zijn gebruikt voor het opnemen van fiscale verliezen vergeleken met de werkelijk
behaalde resultaten en hebben de redelijkheid van de tijdsperiode beoordeeld waarin het management verwacht deze activa te compenseren;
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
of SIPEF NV as of and
for the year ended 31 december 2022 (continued)
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
• We hebben gecontroleerd of de winst- en verliesprognoses die als basis dienen voor de verwerking van fiscale verliezen overeenkomen met de goedgekeurde begrotingen;
• We hebben beoordeeld of de informatie vermeld in (toelichting 23 – Winstbelastingen) de Geconsolideerde Jaarrekening over de realiseerbaarheid van de bovengenoemde uitgestelde belastingvorderingen - voldoet aan de vereisten van IFRS.
Zoals vermeld in toelichting 30 van de Geconsolideerde Jaarrekening, werd PT Melania gedeconsolideerd in april 2021 als gevolg van het verlies van de controle, toen SIPEF en de Shamrock Group een voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst aangingen voor de aandelen van PT Melania .
Als gevolg hiervan wordt PT Melania sinds die datum opgenomen als een 'joint venture aangehouden voor verkoop' en werden gewaardeerd tegen reële waarde, gelijk aan de netto verkoopprijs van \$ 23 353 duizend, waarvan 55% nog steeds in de balans wordt behouden als 'activa aangehouden voor verkoop' per 31 december 2022 zijnde \$ 13.520 duizend.
De verkoop- en aankoopovereenkomst omvat een aantal belangrijke voorwaarden met betrekking tot toekomstige uitgaven die nog door SIPEF moeten worden gedekt om te voldoen aan de opschortende voorwaarden. Het management moest belangrijke beoordelingen en schattingen maken om de verwachte toekomstige kosten te bepalen die zijn opgenomen in de waardering van de reële waarde van de 'activa aangehouden voor verkoop'.
3
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
De uiteindelijke netto verkoopprijs en eventuele meerwaarde op de verkoop van PT Melania hangen grotendeels af van de kosten en timing van de vernieuwing van de permanente landrechten en van de vergoeding voor de opgebouwde sociale rechten van het tewerkgestelde personeel. De winst op de verkoop van PT Melania zal in de toekomst mogelijks worden aangepast, afhankelijk van de herziening van de schatting van deze toekomstige kosten.
• We hebben de verkoopovereenkomst gelezen om inzicht te krijgen in de belangrijkste voorwaarden van de transactie;
• We hebben geëvalueerd of de transactie op de juiste manier boekhoudkundig verwerkt is alsook de de presentatie als 'aangehouden voor verkoop';
• We beoordeelden de schatting en berekening van de netto verkoopprijs en de significante beoordelingen en schattingen gemaakt door het management bij de evaluatie van bepaalde belangrijke voorwaarden, zoals bepaalde kosten die nog door SIPEF moeten worden gedekt om aan de opschortende voorwaarden te voldoen;
• Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van de financiële informatie vermeld in toelichting 30 bij de Geconsolideerde Jaarrekening betreffende deze transactie.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat.
Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
4
of SIPEF NV as of and
for the year ended 31 december 2022 (continued)
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
of SIPEF NV as of and
for the year ended 31 december 2022 (continued)
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag (niet-financiële informatie zoals gedefinieerd op pagina 159 in het Geïntegreerd
5
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
jaarverslag 2022), te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op Global Reporting Initiative Standards ("GRI"). Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze nietfinanciële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met het vermelde internationaal erkende referentiemodel.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
Er werden geen bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd zijn, verricht.
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEFvereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten van SIPEF NV per 31 december 2022 opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/dataportal) in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEFvereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
6
of SIPEF NV as of and
for the year ended 31 december 2022 (continued)
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
7
of SIPEF NV as of and
Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij
De jaarrekening van SIPEF wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld. Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van SIPEF evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris, bij de Nationale
Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande bladzijden geven een correct en betrouwbaar beeld van de
Het statutair verslag van de commissaris bevat een oordeel zonder voorbehoud en verklaart dat de niet-geconsolideerde jaarrekening van SIPEF NV een getrouw beeld geeft van het vermogen en van de financiële toestand van de vennootschap per 31 december 2022, en van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal van de vennootschap per 31 december 2022 bedraagt KUSD 433 578 tegenover KUSD 398 951 het jaar voordien.
De 'financiële activa - vorderingen op verbonden ondernemingen' stegen met KUSD 23 783, en tegelijk daalden de 'vorderingen op ten hoogste één jaar' met KUSD 12 152. De "vorderingen op verbonden ondernemingen" zijn voornamelijk gestegen door bijkomende financiering van KUSD 23 783 aan SIPEF 's Indonesische dochterondernemingen voor uitbreidingen. De vorderingen op ten hoogste één jaar daalden met KUSD 12 152 omwille van de terugbetalingen door de dochterondernemingen van SIPEF ingevolge hun
Aan de passiefzijde heeft de daling van de financiële schulden (zowel op lange als op korte termijn) te maken met de terugbetaling van zowel lange als korte termijn financiële leningen ingevolge de door SIPEF ontvangen cash van de terugbetalingen van haar dochterondernemingen. De handelsschulden stegen met KUSD 31 426 als gevolg van een stijging in de uitstaande handelsschuld
De enkelvoudige resultaten van SIPEF worden in belangrijke mate bepaald door dividenden en meer-/minwaarden. Aangezien SIPEF niet alle deelnemingen van de Groep rechtstreeks aanhoudt, is het geconsolideerde resultaat van de Groep een juistere
De enkelvoudige winst van het boekjaar 2022 bedraagt KUSD 50 737 tegenover een winst van KUSD 34 749 in het vorige boekjaar.
Op 14 februari 2023 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van KEUR 31 738 (EUR 3,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het netto-dividend EUR 2,1 per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van SIPEF, op 15 juni 2023 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt KEUR 31 738. Indien de gewone
Rekening houdend met het aantal aangehouden eigen aandelen op datum 31 december 2022 (178 933), stelt de raad van bestuur
algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 5 juli 2023.
Het eigen vermogen van SIPEF voor winstverdeling bedraagt KUSD 322 358 wat overeenstemt met USD 30,47 per aandeel.
ten opzichte van Hargy Oil Palms LTD met KUSD 34 949. Dit is louter toe te wijzen aan een momentopname.
for the year ended 31 december 2022 (continued)
Bank van België neergelegd worden.
gestegen resultaat en cash flow.
SIPEF, Calesbergdreef 5, B-2900 Schoten.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
financiële situatie en de prestaties van de SIPEF-groep.
weerspiegeling van de onderliggende economische ontwikkeling.
voor het resultaat (in KUSD) als volgt te bestemmen:
• Winst van het boekjaar: KUSD 50 737 • Totaal te bestemmen: KUSD 153 858
• Toevoeging aan de wettelijke reserve: KUSD 0 • Toevoeging aan de overige reserves: KUSD 0 • Vergoeding van het kapitaal: KUSD -33 218 • Over te dragen winst: KUSD 120 640
• Overgedragen winst van het vorige boekjaar: KUSD 103 121
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022 (vervolg)
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 26 april 2023
EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door
Christoph Oris * Partner
Wim Van Gasse * Partner
* Handelend in naam van een BV
23CO0081
De jaarrekening van SIPEF wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld. Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van SIPEF evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris, bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
SIPEF, Calesbergdreef 5, B-2900 Schoten.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande bladzijden geven een correct en betrouwbaar beeld van de financiële situatie en de prestaties van de SIPEF-groep.
Het statutair verslag van de commissaris bevat een oordeel zonder voorbehoud en verklaart dat de niet-geconsolideerde jaarrekening van SIPEF NV een getrouw beeld geeft van het vermogen en van de financiële toestand van de vennootschap per 31 december 2022, en van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal van de vennootschap per 31 december 2022 bedraagt KUSD 433 578 tegenover KUSD 398 951 het jaar voordien.
De 'financiële activa - vorderingen op verbonden ondernemingen' stegen met KUSD 23 783, en tegelijk daalden de 'vorderingen op ten hoogste één jaar' met KUSD 12 152. De "vorderingen op verbonden ondernemingen" zijn voornamelijk gestegen door bijkomende financiering van KUSD 23 783 aan SIPEF 's Indonesische dochterondernemingen voor uitbreidingen. De vorderingen op ten hoogste één jaar daalden met KUSD 12 152 omwille van de terugbetalingen door de dochterondernemingen van SIPEF ingevolge hun gestegen resultaat en cash flow.
Aan de passiefzijde heeft de daling van de financiële schulden (zowel op lange als op korte termijn) te maken met de terugbetaling van zowel lange als korte termijn financiële leningen ingevolge de door SIPEF ontvangen cash van de terugbetalingen van haar dochterondernemingen. De handelsschulden stegen met KUSD 31 426 als gevolg van een stijging in de uitstaande handelsschuld ten opzichte van Hargy Oil Palms LTD met KUSD 34 949. Dit is louter toe te wijzen aan een momentopname.
Het eigen vermogen van SIPEF voor winstverdeling bedraagt KUSD 322 358 wat overeenstemt met USD 30,47 per aandeel.
De enkelvoudige resultaten van SIPEF worden in belangrijke mate bepaald door dividenden en meer-/minwaarden. Aangezien SIPEF niet alle deelnemingen van de Groep rechtstreeks aanhoudt, is het geconsolideerde resultaat van de Groep een juistere weerspiegeling van de onderliggende economische ontwikkeling.
De enkelvoudige winst van het boekjaar 2022 bedraagt KUSD 50 737 tegenover een winst van KUSD 34 749 in het vorige boekjaar.
Op 14 februari 2023 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van KEUR 31 738 (EUR 3,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het netto-dividend EUR 2,1 per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van SIPEF, op 15 juni 2023 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt KEUR 31 738. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 5 juli 2023.
Rekening houdend met het aantal aangehouden eigen aandelen op datum 31 december 2022 (178 933), stelt de raad van bestuur voor het resultaat (in KUSD) als volgt te bestemmen:
(na winstverdeling)
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Vaste activa | 302 696 | 279 081 |
| Oprichtingskosten | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa | 226 | 348 |
| Materiële vaste activa | 244 | 291 |
| Financiële vaste activa | 302 226 | 278 442 |
| Vlottende activa | 130 882 | 119 870 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 0 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 780 | 618 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 86 033 | 98 184 |
| Geldbeleggingen | 36 873 | 10 802 |
| Liquide middelen | 6 429 | 9 931 |
| Overlopende rekeningen | 767 | 334 |
| Totaal activa | 433 578 | 398 951 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen | 289 141 | 271 621 |
| Kapitaal | 44 734 | 44 734 |
| Uitgiftepremies | 107 970 | 107 970 |
| Reserves | 15 796 | 15 796 |
| Overgedragen winst/ (verlies) | 120 640 | 103 121 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Schulden | 144 437 | 127 330 |
| Schulden op meer dan één jaar | 18 000 | 36 000 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 126 437 | 91 330 |
| Overlopende rekeningen | 0 | 0 |
| Totaal passiva | 433 578 | 398 951 |
Beknopte resultatenrekening
Bedrijfskosten
Financiële kosten
Belastingen op het resultaat
Resultaatverwerking
In KUSD 2022 2021 Bedrijfsopbrengsten 295 643 221 962
Bedrijfsresultaat 3 218 2 575
Financiële opbrengsten 53 260 33 958
Financieel resultaat 49 210 32 995
Resultaat van het boekjaar voor belasting 52 428 35 570
Resultaat van het boekjaar 50 737 34 749
In KUSD 2022 2021 Te bestemmen winst/(verlies) 153 858 127 194 Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 50 737 34 749 Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar 103 121 92 445
Resultaatverwerking 153 858 127 194
Over te dragen resultaat 120 640 103 121 Dividend 33 217 23 596
Toevoeging aan de wettelijke reserve
Toevoeging aan de overige reserves
Vergoeding aan bestuurders
292 425
4 050
1 691
219 388
963
820
0
0
0 477
0
0
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 295 643 | 221 962 |
| Bedrijfskosten | - 292 425 | - 219 388 |
| Bedrijfsresultaat | 3 218 | 2 575 |
| Financiële opbrengsten | 53 260 | 33 958 |
| Financiële kosten | - 4 050 | - 963 |
| Financieel resultaat | 49 210 | 32 995 |
| Resultaat van het boekjaar voor belasting | 52 428 | 35 570 |
| Belastingen op het resultaat | - 1 691 | - 820 |
| Resultaat van het boekjaar | 50 737 | 34 749 |
| In KUSD | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst/(verlies) | 153 858 | 127 194 |
| Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar | 50 737 | 34 749 |
| Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar | 103 121 | 92 445 |
| Resultaatverwerking | 153 858 | 127 194 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Toevoeging aan de overige reserves | 0 | 477 |
| Over te dragen resultaat | 120 640 | 103 121 |
| Dividend | 33 217 | 23 596 |
| Vergoeding aan bestuurders | 0 | 0 |
In 2022 werd het materialiteitsbeoordelingsproces van SIPEF uitgevoerd met ondersteuning van onafhankelijke consultants door de combinatie van desktop benchmarking en fysieke workshops in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
GECONSOLIDEERDE MATERIËLE ONDERWERPEN
Van belangrijk naar prioriteit (7): operationele efficiëntie
rechten van de gemeenschap en gemeenschapsontwikkeling
Gemeenschapsontwikkeling
Diversiteit en inclusie
Waterbeheer
Geïntegreerd 'Belangrijk' onderwerp van 2021:
Geïntegreerd 'Belangrijk' onderwerp van 2021:
mensenrechten en arbeidsnormen Geïntegreerd 'Belangrijk' onderwerp van 2021:
duurzaam landgebruik en -behoud Geïntegreerd 'Belangrijk' onderwerp van 2021:
Pesticiden, Regeneratieve Praktijken
Brandpreventie en -beheer, Biodiversiteit, Behoud en Herstel van Ecosystemen, Gebruik van Meststoen en
22 materiële onderwerpen geconsolideerd in 13 materiële onderwerpen 12 onderwerpen met 'Prioriteit' geconsolideerd in 8 onderwerpen met
Van prioriteit naar belangrijk (3): corporate governance
2021: Transparantie o&o en innovatie
Geïntegreerd onderwerp met 'Prioriteit' van
duurzaamheidsnormen en certificering
'Prioriteit'
MATE VAN BELANGRIJKHEID
DOELEINDEN VAN MATERIALITEITS-BEOORDELING IN 2022
MATERIALITEITS-ANALYSE EN BENCHMARKING
1
Zes vergelijkbare bedrijven en vijf industrienormen
De benchmarkanalyse uitgevoerd vergeleek SIPEF's 2021 materiële onderwerpen en prioritaire KPI's met rapportage, ratings/benchmarks van vergelijkbare bedrijven, en industriële en wereldwijde normen.
2
Fysieke workshops in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea
Onafhankelijke consultants werden ingeschakeld om relevante inzichten te verzamelen en materiële onderwerpen te rangschikken aan de hand van de GRI-normen. Door de lokale teams in te schakelen werden de regionale ESG-overwegingen, waaronder de lacunes en prioriteiten op lokaal niveau, toegankelijk en konden herzien worden.
3
Op basis van de resultaten van een consolidatieanalyse van de resultaten van de lokale workshops, heeft het Globale Duurzaamheidsteam de materiële onderwerpen herzien om ze op één lijn te brengen met de prioriteiten en strategie van SIPEF.
4
22 materiële onderwerpen geconsolideerd in 13 materiële onderwerpen 12 onderwerpen met 'Prioriteit' geconsolideerd in 8 onderwerpen met 'Prioriteit'
4
SIPEF.
VALIDATIE EN VOLTOOIING VAN MATERIËLE TOPICS
Op basis van de resultaten van een consolidatieanalyse van de resultaten van de lokale workshops, heeft het Globale Duurzaamheidsteam de materiële onderwerpen herzien om ze op één lijn te brengen met de prioriteiten en strategie van
3
MATERIALITEITS-ANALYSE EN BENCHMARKING
Zes vergelijkbare bedrijven en
vijf industrienormen
De benchmarkanalyse uitgevoerd vergeleek SIPEF's 2021 materiële onderwerpen en prioritaire KPI's met rapportage, ratings/benchmarks van vergelijkbare bedrijven, en industriële en wereldwijde normen.
1
DE BEOORDELING WERD UITGEVOERD IN DRIE BELANGRIJKE STAPPEN:
DOELEINDEN VAN MATERIALITEITS-BEOORDELING IN 2022
In 2021 geïdentificeerde materiële onderwerpen beoordelen en consolideren
Vaststellen van prioritaire KPI's in lijn met bijgewerkte materiële onderwerpen in 2022 Afstemmen op de richtlijnen en vereisten voor materialiteit van de universele GRI-normen
Verzamelen van relevante inzichten van lokale teams
LOKAAL TEAMOVERLEG
2
Fysieke workshops in Indonesië en Papoea-Nieuw-
Onafhankelijke consultants werden ingeschakeld om relevante inzichten te verzamelen en materiële onderwerpen te rangschikken aan de hand van de GRI-normen. Door de lokale teams in te schakelen werden de regionale ESG-overwegingen, waaronder de lacunes en prioriteiten op lokaal niveau, toegankelijk en konden herzien worden.
Guinea
GOEDKEURING DOOR DE RAAD VAN BESTUUR
| NR | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
MATERIËLE ONDERWERPEN 2021 |
BELANGRIJKHEID 2021 |
BELANGRIJKHEID 2022 |
COMMENTAAR |
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Bestrijding van omko ping en corruptie |
Bestrijding van omkoping en corruptie |
Belangrijk | Belangrijk – Gemiddeld | |
| 2 | Klimaatverandering | Klimaatverandering | Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |
| 3 Rechten van de gemeenschap en gemeenschaps ontwikkeling |
Gemeenschaps rechten |
Prioriteit | Prioriteit – Hoog | ||
| Gemeenschaps ontwikkeling |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog | Hoger belang door consolidatie | ||
| 4 | Corporate governance | Transparantie | Prioriteit | Belangrijk – Gemiddeld | Aangepast naar een nieuwe onderwerpstitel met Transparantie als component |
| 5 | Voedselveiligheid | Voedselveiligheid | Belangrijk | Belangrijk – Laag | |
| • |
| NR | MATERIËLE ONDERWERPEN 2022 |
MATERIËLE ONDERWERPEN 2021 |
BELANGRIJKHEID 2021 |
BELANGRIJKHEID 2022 |
COMMENTAAR |
|---|---|---|---|---|---|
| 6 | Gezondheid en veiligheid |
Gezondheid en veiligheid |
Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |
| 7 | Mensenrechten en arbeidsnormen |
Mensenrechten en arbeidsnormen |
Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |
| Diversiteit en inclusie |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog | Hoger belang door consolidatie | ||
| 8 | Operationele efficiëntie |
Waterbeheer | Belangrijk | Prioriteit – Hoog | Aangepast naar een nieuwe onderwerpstitel met Waterbeheer als component |
| 9 | Productiviteit en kwaliteit |
Productiviteit en kwaliteit |
Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |
| 10 | O&O en innovatie | O&O en innovatie | Prioriteit | Belangrijk – Gemiddeld | In de benchmarkbeoordeling werd het onderwerp als Laag aangemerkt, maar op basis van het strategisch belang voor SIPEF aangepast naar Gemiddeld |
| 11 | Beheer toeleveringsketen |
Traceerbaarheid | Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |
| Betrokkenheid van lokale boeren |
Prioriteit | Prioriteit – Hoog | |||
| 12 | Duurzaamheids normen en certificering |
Duurzaamheids normen en certificering |
Prioriteit | Belangrijk – Gemiddeld | Aangepast ten gevolge van de benchmarkbeoordeling die het onderwerp als Gemiddeld aanduidde |
| 13 | Duurzaam landge bruik en -behoud |
Ontbossing | Prioriteit | Prioriteit – Hoog | Aangepast naar een nieuwe onderwerpstitel die een aantal |
| Veengronden | Prioriteit | Prioriteit – Hoog | onderwerpen uit 2021 integreer de met Hoge Prioriteit wegens |
||
| Brandpreventie en – beheer |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog | consolidatie | ||
| Biodiversiteit | Belangrijk | Prioriteit – Hoog | |||
| Behoud en herstel van ecosystemen |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog | |||
| Gebruik van mest stoffen en pesticiden |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog | |||
| Regeneratieve praktijken |
Belangrijk | Prioriteit – Hoog |
Het belangrijkste resultaat van de materialiteitsbeoordeling was een geconsolideerde lijst van materiële onderwerpen. Het proces leidde ook tot de volgende resultaten en conclusies:
| NR | MATERIEEL ONDERWERP 2022 | BELANGRIJKHEID | HOOFDSTUK |
|---|---|---|---|
| 1 | Klimaatverandering | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 4 |
| 2 | Rechten van de gemeenschap en gemeenschapsontwikkeling |
PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 6 |
| 3 | Gezondheid en veiligheid | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 3 |
| 4 | Mensenrechten en arbeidsnormen | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 3 |
| 5 | Beheer toeleveringsketen | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 5 |
| 6 | Duurzaam landgebruik en -behoud | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 4 |
| 7 | Operationele efficiëntie | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 4 |
| 8 | Productiviteit en kwaliteit | PRIORITEIT - HOOG | Hoofdstuk 2 |
| 9 | Bestrijding van omkoping en corruptie | BELANGRIJK - GEMIDDELD | Hoofdstuk 1 |
| 10 | Corporate governance | BELANGRIJK - GEMIDDELD | Hoofdstuk 1 |
| 11 | O&O en innovatie | BELANGRIJK - GEMIDDELD | Hoofdstuk 2 |
| 12 | Duurzaamheidsnormen en certificering | BELANGRIJK - GEMIDDELD | Hoofdstuk 2 |
| 13 | Voedselveiligheid | BELANGRIJK - LAAG | Hoofdstuk 2 |
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bijdragen van de Groep aan 10 van de meest relevante SDG's. De tabel is opgemaakt als volgt:
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 1: Geen Armoede |
1.4 - Er tegen 2030 voor zorgen dat alle mannen en vrouwen, in het bijzonder de armen en de kwetsbaren, gelijke rechten hebben op economische middelen, alsook toegang tot basisdiensten, eigenaarschap en controle over land en andere vormen van eigendom, nalaten schap, natuurlijke hulpbronnen, gepaste nieuwe technologie en financiële diensten, met inbegrip van microfinanciering |
Rechten van de gemeenschap en gemeen schaps ontwikkeling |
SIPEF verzekert zich ervan dat voorafgaand aan elke nieuwe ontwikkeling, de plaatselijke gemeenschappen hun vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming ("Free, Prior and Informed Consent" - FPIC)) hebben verleend. Waar mogelijk geeft de Vennootschap ook kansen aan de leden van de gemeenschap om mee voordeel te trekken uit haar activiteiten, onder meer door tewerkstelling en ontwik kelingskansen in de landelijke en afgelegen gebieden waar de Groep actief is. De meeste werknemers van SIPEF en hun gezinnen wonen op de plantages en de Groep voorziet hen van huisvesting, zuiver water en medische diensten. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 2: Geen Honger |
2.3 - Tegen 2030 de landbouw productiviteit en de inkomens verdubbelen voor kleinschalige voedselproducenten, in het bijzonder vrouwen, inheemse bevolkingen, familieboeren, veefokkers en vissers, onder meer door een veilige en gelijke toegang tot land, andere productieve hulpbronnen en input, kennis, financiële diensten, markten en opportuniteiten die toegevoegde waarde bieden en ook buiten de landbouw tewerkstelling genereren. |
Beheer toeleve ringsketen Productiviteit en kwaliteit |
SIPEF heeft programma's voor oliepalmen voor lokale boeren opgezet, die erop gericht zijn lokale boeren in staat te stellen deel te nemen aan haar duurzame toeleveringsketen. De SIPEF's voorlichtingsdiensten omvatten: agronomisch advies, opleiding en kwaliteitsvolle zaailingen. SIPEF streeft naar 100% RSPO-certificering voor al haar palmolieactiviteiten, met inbegrip van het opnemen van RSPO gecertificeerde lokale boeren die aan haar leveren, in haar toeleveringsketen. SIPEF streeft ook naar 100% Rainforest Alliance-certificering voor haar bananenactiviteiten. |
| 2.4 - Tegen 2030 duurzame voedselproductiesystemen garanderen en veerkrachtige landbouwpraktijken implemen teren die de productiviteit en de productie kunnen verhogen, die helpen bij het in stand houden van ecosystemen, die de aanpas singscapaciteit verhogen in de strijd tegen klimaatverandering, extreme weersomstandigheden, droogte, overstromingen en andere rampen en die op een pro gressieve manier de kwaliteit van het land en de bodem verbeteren. |
Productiviteit en kwaliteit Duurzaam landgebruik en -behoud O & O en innovatie |
SIPEF past beste beheerprak tijken toe en houdt zich bezig met regeneratieve en circulaire prak tijken in al haar activiteiten. Deze praktijken zijn gericht op het ver beteren van de bodemvruchtbaar heid, het optimaliseren van input, het recycleren van bijproducten en het verhogen van productkwaliteit en -productiviteit. De Groep wil ook investeren in O&O en innovatie om deze doelstellingen te bereiken en de kwaliteit van het plantgoed en de weerbaarheid van toekomstige gewassen te verbeteren. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 3: Goede Gezondheid en Welzijn |
3.8 - Zorgen voor een univer sele gezondheidsdekking, met inbegrip van de bescherming tegen financiële risico's, toegang tot kwaliteitsvolle essentiële gezondheidszorgdiensten en toegang tot de veilige, doeltreffen de, kwaliteitsvolle en betaalbare essentiële geneesmiddelen en vaccins voor iedereen. |
Mensenrechten en arbeidsnormen Rechten van de gemeenschap en gemeen schapsontwik keling Gezondheid en veiligheid |
SIPEF stelt klinieken ter beschik king in Indonesië, Papoea-Nieuw Guinea en Ivoorkust. De meeste faciliteiten zijn toegankelijk voor zowel werknemers als leden van de gemeenschap. |
| SDG 4: Kwaliteits onderwijs |
4.1 - Er tegen 2030 voor zorgen dat alle meisjes en jongens op een vrije, billijke en kwalitatief hoogstaande manier lager en middelbaar onderwijs kunnen afwerken, wat moet kunnen leiden tot relevante en doeltref fende leerresultaten. 4.2 - Er tegen 2030 voor zorgen dat alle meisjes en jongens in hun vroege kindertijd toegang hebben tot een kwalitatieve ontwikkeling, zorg en opvoeding voorafgaand aan de lagere school zodat ze klaar zijn voor het basisonderwijs. |
Rechten van de gemeenschap en gemeen schapsontwik keling |
SIPEF heeft kleuterscholen, lagere en middelbare scholen opgericht in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust. Alle faciliteiten zijn toegankelijk voor kinderen van werknemers en voor kinderen van omliggende gemeenschappen. SIPEF voorziet ook in gratis dagopvang voor kinderen van werknemers in Indonesië. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 6: Schoon Water en Sanitair |
6.3 - Tegen 2030 de waterkwa liteit verbeteren door veront reiniging te beperken, de lozing van gevaarlijke chemicaliën en materialen een halt toe te roepen en de uitstoot ervan tot een minimum te beperken waarbij ook het aandeel van onbehandeld afvalwater wordt gehalveerd en recyclage en veilig hergebruik wereldwijd aanzienlijk worden verhoogd. |
Duurzaam landgebruik en -behoud |
SIPEF beperkt de verontreiniging van oppervlakte- en grondwater door goede praktijken voor het behoud van de bodem, het aanleggen van oeverzones en de behandeling van afvalwater. |
| 6.4 - Tegen 2030 in aanzienlijke mate de efficiëntie van het watergebruik verhogen in alle sectoren en het duurzaam winnen en verschaffen van zoetwater garanderen om een antwoord te bieden op de waterschaarste en om het aantal mensen dat af te rekenen heeft met waterschaar ste, aanzienlijk te verminderen. |
Operationele efficiëntie |
SIPEF optimaliseert het waterge bruik bij alle activiteiten, inclusief zoveel mogelijk hergebruik van water om het watergebruik tot een minimum te beperken. Bij de bananenactiviteiten van de Groep wordt 30% van het irrigatiewater opgeslagen in opvangbekkens gedurende het regenseizoen en kan verantwoord worden gebruikt tijdens het drogere seizoen. |
|
| SDG 7: Betaalbare en Duurzame Energie |
7.2 - Tegen 2030 in aanzienlijke mate het aandeel hernieuwbare energie in de globale energiemix verhogen. |
Klimaat verandering |
Het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, met inbegrip van stoomturbines en methaanafvanginstallaties uitgerust met biogasinstallaties op de oliepalmplantages van SIPEF. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 8: Waardig Werk en Economische Groei |
8.5 - Tegen 2030 komen tot een volledige en productieve tewerk stelling en waardig werk voor alle vrouwen en mannen, ook voor jonge mensen en personen met een handicap, alsook een gelijk loon voor werk van gelijke waarde. |
Mensenrechten en arbeidsnormen |
SIPEF leeft alle plaatselijke voor schriften inzake minimumlonen na en voldoet aan de berekening van het leefbaar loon, zoals gecontroleerd door de verschillen de certificeringsnormen waartoe de Groep is toegetreden, zoals de RSPO-, Rainforest Alliance- en Fairtrade-normen. |
| 8.8 - De arbeidsrechten bescher men en veilige en gezonde werk omgevingen bevorderen voor alle werknemers, met inbegrip van migrerende werknemers, in het bijzonder vrouwelijke migranten, en zij die zich in precaire werkom standigheden bevinden. |
Gezondheid en veiligheid |
SIPEF zorgt ervoor dat haar werknemers en arbeiders een veilige en gezonde werkomgeving wordt geboden. Om ongevallen te voorkomen, investeert de Groep in permanente opleiding, het ter beschikking stellen van aangepaste persoonlijke bescher mingsuitrustingen ("Personal Protection Equipment" - PPE) en strenge interne supervisie- en controlesystemen. Alle risico's worden regelmatig geanalyseerd en geëvalueerd, en eventuele arbeidsongevallen worden onder zocht om herhaling te voorkomen. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 12: Verant woorde Consumptie en Productie |
12.2 - Tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren. |
Duurzaam heidsnormen en certificering Operationele efficiëntie Duurzaam landgebruik en -behoud |
Geloofwaardige certificering door derden is een belangrijk aspect van SIPEF's duurzaamheidsaanpak. De Groep past de hoogste inter nationale normen toe, waaronder de RSPO- en "Rainforest Alliance"-normen. De Groep implementeert beste beheerpraktijken evenals regeneratieve en circulaire praktijken, gericht op het |
| 12.4 - Tegen 2020 komen tot een milieuvriendelijk beheer van chemicaliën en van alle afval gedurende hun hele levenscyclus, in overeenstemming met afge sproken internationale kader overeenkomsten, en de uitstoot aanzienlijk beperken in lucht, water en bodem om hun nega tieve invloeden op de menselijke gezondheid en het milieu zoveel mogelijk te beperken. |
hergebruik van bijproducten en afval van haar productie- en verwerkingsactiviteiten. SIPEF past geïntegreerde plaag bestrijding ("Integrated Pest Management" - IPM) toe voor zowel haar palmolie- als bana nenproductie. Pesticiden worden gebruikt als laatste redmiddel wanneer IPM en andere methoden niet in staat zijn om uitbraken van plagen en ziekten boven de economisch schadelijke drempel te voorkomen. |
| DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLING (SDG) |
SDG-DOELSTELLING | RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN |
SIPEF'S ACTIVITEITEN |
|---|---|---|---|
| SDG 13: Klimaatactie |
13.1 - De veerkracht en het aan passingsvermogen versterken van met klimaat verbonden gevaren en natuurrampen in alle landen. |
Klimaat verandering Duurzaam landgebruik en -behoud |
SIPEF werkt aan de volgende initiatieven om zich aan te passen aan de klimaatverandering bij het vervaardigen van palmolie in het kader van haar huidige aanpak: • Geen nieuwe aanplanten op veengronden en toepassing van de beste beheerpraktijken op bestaande aanplantingen op veengronden • SIPEF heeft een waar schuwingssysteem voor brandgevaar en beschikt over uitgebreide brandbestrijdingsprocedures • Versterking van de natuurlijke verdediging tegen stormvloe den, kusterosie en kustover stromingen door het herstel van kustbuffers • Programma's voor biodiversi teit, behoud en herbebossing in Indonesië, Papoea-Nieuw Guinea en Ivoorkust. |
| 13.2 - Maatregelen inzake klimaatverandering integreren in nationale beleidslijnen, strategie ën en planning. |
Klimaat verandering |
SIPEF werkt aan de volgende initiatieven ter beperking van de klimaatverandering in het kader van haar huidige aanpakken: • Een composteringsinstallatie voor palmolieresiduen • Methaanafvanginstallaties en biogasinstallaties die hernieuwbare elektriciteit opwekken |
SDG 15: Leven op het Land

15.1 - Tegen 2020 het behoud, herstel en het duurzaam gebruik van terrestrische en inlandse zoetwaterecosystemen en hun diensten waarborgen, in het bijzonder bossen, moeraslanden, bergen en droge gebieden, in lijn met de verplichtingen van de internationale overeenkomsten.
SDG-DOELSTELLING
15.2 - Tegen 2020 de implementatie bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toeroepen, verloederde bossen herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal opvoeren.
15.3 - Tegen 2030 de woestijnvorming tegengaan, aangetast land en gedegradeerde bodem herstellen, ook land dat wordt aangetast door woestijnvorming, droogte en overstromingen, en streven naar een wereld die qua landdegradatie neutraal is.
15.5 - Dringende en doortastende actie ondernemen om de aftakeling in te perken van natuurlijke leefgebieden, het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen en, tegen 2020, de met uitsterven bedreigde soorten te beschermen en hun uitsterven te voorkomen.
RELEVANTE MATERIËLE ONDERWERPEN
landgebruik en -behoud
Beschermde gebieden worden geïdentificeerd en beschermd binnen de gebieden van SIPEF's concessies waar de Groep beheercontrole heeft.
SIPEF'S ACTIVITEITEN
De Groep verbindt zich tot 'geen ontbossing' en 'geen nieuwe aanplantingen op veengronden', en voorafgaand aan elke nieuwe ontwikkeling worden HCV- en HCSA-evaluaties uitgevoerd.
SIPEF verbindt zich ook om de biodiversiteit te controleren in alle braakliggende terreinen binnen haar concessies en om een jachtverbod toe te passen op haar eigen plantages en in de agrarische gebieden van haar externe leveranciers. Het beleid maakt een uitzondering voor duurzame jacht door lokale gemeenschappen.
Via de SIPEF Foundation financiert en steunt de Groep twee biodiversiteitsprojecten op lange termijn in Indonesië. Beide zijn gevestigd in de provincie Bengkulu in de buurt van SIPEF's Agro Muko-plantages:
De evaluatie van de wel en niet voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende omzet, Capex en Opex van SIPEF werd uitgevoerd conform de specificaties en definities uiteengezet in Bijlage I van de krachtens Art. 8 Gedelegeerde Handeling. Het voor dit proces gehanteerde boekhoudkundig beleid is als volgt:
Het percentage van de voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten in de totale omzet van de Groep is berekend als het deel van de netto-omzet afgeleid van producten en diensten dat verband houdt met voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten (teller) gedeeld door de netto-omzet (noemer). De noemer van de omzet-KPI is gebaseerd op de geconsolideerde netto-omzet van de Groep overeenkomstig IAS 1 .82(a). U vindt nadere details over het boekhoudkundig beleid van de Groep betreffende de geconsolideerde netto-omzet van de Groep bij de geconsolideerde financiële staten.
Wat de teller betreft, heeft SIPEF geen voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende activiteiten vastgesteld, zoals hoger toegelicht.
De geconsolideerde netto-omzet van de Groep kan worden aangesloten met de geconsolideerde financiële staten, bij de winst-en-verliesrekening (Financiële Staten - 'omzet').
De Capex-KPI wordt gedefinieerd als de voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende Capex (teller) gedeeld door de totale Capex van de Groep (noemer). De teller wordt hieronder toegelicht.
De totale Capex bestaat uit de toevoegingen aan de materiële en immateriële vaste activa gedurende het boekjaar, vóór waardeverminderingen, afschrijvingen en eventuele herwaarderingen, inclusief herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen, en exclusief wijzigingen in reële waarde. Het omvat toevoegingen aan de vaste activa (IAS 16), immateriële activa (IAS 38) en activa met gebruiksrecht (IFRS 16). Toevoegingen die resulteren uit bedrijfscombinaties zijn ook opgenomen (maar dit is niet van toepassing in 2022). Goodwill is niet opgenomen in de Capex omdat het niet gedefinieerd is als immaterieel actief overeenkomstig IAS 38. Nadere details over het boekhoudkundig beleid betreffende de Capex van de Groep zijn beschikbaar bij de geconsolideerde financiële staten.
De totale Capex van de Groep kan worden aangesloten met de geconsolideerde financiële staten, geconsolideerd kasstroomoverzicht, als de som van de verwerving van immateriële activa, de verwerving van biologische activa en de verwerving van materiële vaste activa.
De Opex-KPI wordt gedefinieerd als de voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende Opex (teller) gedeeld door de totale Opex van de Groep (noemer). De teller wordt hieronder toegelicht.
De totale Opex bestaat uit directe niet-gekapitaliseerde kosten die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling, bouwrenovatiemaatregelen, kortetermijnhuur, onderhoud en reparatie, en alle andere directe dagelijkse onderhoudskosten voor materiële vaste activa. Dat omvat:
van de onderhouds- en reparatiekosten toegewezen aan de betrokken activa. Het onderhoud van de biologische activa dragende planten omvat alle kosten om de biologische activa (dragende planten) in een goede productiestaat te houden. De belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de uitgaven in verband met het uitstrooien van meststoffen, het snoeien en het bestrijden van ongedierte en ziekten.
De betrokken kosten zijn terug te vinden in diverse posten in de winst-en-verliesrekening van de Groep, inclusief kostprijs van de verkopen (onderhoud van operationele materiële vaste activa en biologische activa – dragende planten) en algemene en administratieve kosten (zoals onderhoud van IT-systemen), in voorkomend geval.
In het algemeen omvat dit personeelskosten, kosten voor diensten, en materiële kosten voor dagelijks onderhoud, naast regelmatige en niet-geplande onderhouds- en reparatiemaatregelen. Deze kosten worden rechtstreeks toegewezen aan de materiële vaste activa.
Aangezien de SIPEF-groep geen voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten heeft vastgesteld, registreert de Groep geen Capex/Opex betreffende activa of processen die verband houden met voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten in de teller van de Capex-KPI en de Opex.
| STAKEHOLDERGROEPEN | DOELSTELLINGEN VOOR BETROKKENHEID | AANPAK VAN BETROKKENHEID | FREQUENTIE |
|---|---|---|---|
| Duurzaamheids normen en certificatie |
• Inzicht in de normvereisten en naleving van certificeringsnormen. • Als leden bijdragen aan de verbetering van de duurzaamheidsnormen. |
Vergaderingen van de RSPO-werkgroepen |
Lopend |
| schema's | Jaarlijkse RSPO-communicatie over de voortgang ("Jaarlijks Communication of Progress" - ACOP) |
Jaarlijks | |
| Betrokkenheid via certificerings instanties: "International Sustainability and Carbon Certification" (ISCC), "Rainforest Alliance", "In-donesian Sustainable Palm Oil" (ISPO), "International Organization for Standardization" (ISO) |
Lopend | ||
| Gemeenschappen | • Inzicht in de bezorgdheden van de gemeenschappen en verbetering van de bestaansmiddelen van de gemeenschappen. • Klachten |
• Gemeenschapsprogramma's • Beoordelingen van de maatschappelijke impact ("Social impact assessments" - SIA) en beheersplannen • Processen van vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming ("Free, Prior and Informed Consent" - FPIC) • Communicatie inzake klachtenprocedure |
Lopend |
| Klanten | • Communiceren over de voortgang van de uitvoering van duurzaamheidsbeleid/- verbintenissen. • Inzicht in en delen van uitdagingen/bezorgdheden met betrekking tot de |
• Website • Bezoeken door klanten • Bezoeken door het SIPEF-team indien gevraagd • Updates over de kwaliteit van de producten |
Lopend |
| toeleveringsketen. | Jaarverslagen | Jaarlijks |
| STAKEHOLDERGROEPEN | DOELSTELLINGEN VOOR BETROKKENHEID | AANPAK VAN BETROKKENHEID | FREQUENTIE |
|---|---|---|---|
| Werknemers | • Handhaving van het bedrijfsbeleid inzake mensen en arbeidsrechten. • De werknemers bewust maken van en alert houden op duurzaamheidskwesties en beste praktijken. |
• Opleidingsprogramma's • Vakbondsvergaderingen |
Lopend |
| • Evaluatievergaderingen • Jaarlijkse vakbonds vergaderingen |
Jaarlijks | ||
| Financiële instellingen en investeerders/ aandeelhouders |
• Nauwkeurige en frequente updates over de strategie, bedrijfs-, financiële en duurzaamheidsprestaties van het bedrijf. • Vertrouwen opbouwen via open dialoog, bekendmaking en transparantie. |
Website | Lopend |
| Tussentijdse verslagen die duurzaamheidsonderwerpen omvatten |
Per kwartaal | ||
| Financiële resultaten met financiële en trading updates |
Halfjaarlijks | ||
| • Jaarverslag • Gewone algemene aandeelhoudersvergadering |
Jaarlijks | ||
| Roadshows en ontmoetingen met analisten |
Indien en waar nodig |
||
| Regeringen/ regelgevende instanties |
• Naleving van nationale en lokale regelgeving. • Sterke banden onderhouden om projecten, gericht op capaciteitsopbouw van lokale boeren te vergemakkelijken. • Onderhoud van openbare wegen en infrastructuur. • Onderhoud van openbare scholen en klinieken. • Vooruitgang boeken in het SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI)- programma voor behoud, beheer en toezicht. |
• Opleiding en hulpverleningsprogramma's • Vergaderingen |
Lopend |
| Multi stakeholder initiatieven |
• Bevorderen van het gebruik van gecertificeerde duurzame palmolie. • Ondersteunen van de uitvoering van toezeggingen door de particuliere sector om ontbossing uit de toeleveringsketen te verwijderen. |
Betrokkenheid als: • Stichtend lid van de Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie ("Belgian Alliance of Sustainable Palm Oil" - BASP) • Lid van de "Tropical Forest Alliance" (TFA) |
Lopend |
| STAKEHOLDERGROEPEN | DOELSTELLINGEN VOOR BETROKKENHEID | AANPAK VAN BETROKKENHEID | FREQUENTIE |
|---|---|---|---|
| Niet gouvernementele organisaties |
Voortdurende verbeteringen voor duurzame landbouw ondersteunen. |
Samenwerking met Ngo's die gericht zijn op gerelateerde duurzaamheidsthema's om ervoor te zorgen dat de uitvoering in overeenstemming is met erkende normen en benaderingen |
Indien en waar nodig |
| Onderzoeks instellingen |
Innovatie ter verbetering van de productiviteit en kwaliteit. |
• Verdant Bioscience Pte Ltd • Papua New Guinea Oil Palm Research Association |
Lopend |
| Benchmarks/ ratings |
Inzicht in de prestaties van de onderneming op basis van benchmarks met vergelijkbare ondernemingen. |
Website | Lopend |
| • Jaarverslag • Vragenlijsten • Assessments |
Jaarlijks | ||
| Leveranciers/ lokale boeren |
Ondersteuning van lokale boeren om hun productie en bestaansmiddelen te verbeteren en duurzaamheidspraktijken te integreren met als doel RSPO-certificering |
• "Smallholder"- programma's voor "scheme smallholders" en "independent smallholders", waaronder opleidingen rond beste management praktijken voor kwaliteit, duurzaamheidgerelateerde onderwerpen en agronomische ondersteuning • Voorlichting over eigendoms-, gebruiks- en gewoonterechten en processen van FPIC • Klachtenprocedure • Maatschappelijke impact beoordelingen (SIA) |
Lopend |
| Technische adviesbureaus/ deskundigen |
• Milieu- en maatschappelijke praktijken verbeteren met het oog op een verantwoorde productie • Naleving van certificering • Beoordelingen laten uitvoeren door gekwalificeerde deskundigen (bijv. meteen door de "High Conservation Value Network's Assessor Licensing Scheme" erkende assessors) |
• Vergaderingen • Herzien van beoordelingen |
Indien en waar nodig |
| Specifieke projecten: Monitoring van ontbossing en bosbranden |
Lopend |

| GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| EIGEN | |||
| Indonesië | 1 040 074 | 1 019 009 | 2,07% |
| Tolan Tiga groep | 303 925 | 297 229 | 2,25% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 220 439 | 224 429 | -1,78% |
| Agro Muko groep | 361 096 | 396 782 | -8,99% |
| South Sumatra groep | 154 613 | 100 568 | 53,74% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 403 419 | 366 849 | 9,97% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 403 419 | 366 849 | 9,97% |
| TOTAAL EIGEN | 1 443 493 | 1 385 858 | 4,16% |
| DERDEN | |||
| Indonesië | 54 033 | 40 848 | 32,28% |
| Tolan Tiga groep | 11 217 | 6 963 | 61,08% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 1 131 | 752 | 50,46% |
| Agro Muko groep | 17 662 | 18 277 | -3,37% |
| South Sumatra groep | 24 023 | 14 855 | 61,71% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 254 356 | 232 134 | 9,57% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 254 356 | 232 134 | 9,57% |
| TOTAAL DERDEN | 308 389 | 272 982 | 12,97% |
| TOTAAL GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN | 1 751 883 | 1 658 840 | 5,61% |
| VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 66 250 | 55 117 | 20,20% |
| Tolan Tiga groep | 4 608 | 2 231 | 106,50% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 40 433 | 41 532 | -2,65% |
| Agro Muko groep | 4 924 | 4 628 | 6,38% |
| South Sumatra groep | 16 286 | 6 726 | 142,15% |
| TOTAAL VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN | 66 250 | 55 117 | 20,20% |
| VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 1 027 856 | 1 004 740 | 2,30% |
| Tolan Tiga groep | 310 534 | 301 961 | 2,84% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 181 137 | 183 649 | -1,37% |
| Agro Muko groep | 373 834 | 410 431 | -8,92% |
| South Sumatra groep | 162 350 | 108 698 | 49,36% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 657 775 | 598 983 | 9,82% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 657 775 | 598 983 | 9,82% |
| TOTAAL VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN | 1 685 632 | 1 603 723 | 5,11% |
| OLIE-EXTRACTIEPERCENTAGE | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 23,1% | 23,0% | 0,42% |
| Tolan Tiga groep | 22,7% | 22,7% | -0,12% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 23,4% | 23,3% | 0,50% |
| Agro Muko groep | 23,2% | 23,1% | 0,10% |
| South Sumatra groep | 23,2% | 22,6% | 2,97% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 25,3% | 25,6% | -0,95% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 25,3% | 25,6% | -0,95% |
| TOTAAL OLIE-EXTRACTIEPERCENTAGE | 24,0% | 24,0% | 0,03% |
| PALMOLIE | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| EIGEN | |||
| Indonesië | 226 611 | 222 509 | 1,84% |
| Tolan Tiga groep | 68 975 | 67 550 | 2,11% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 42 272 | 42 733 | -1,08% |
| Agro Muko groep | 83 075 | 90 895 | -8,60% |
| South Sumatra groep | 32 289 | 21 331 | 51,37% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 102 479 | 94 231 | 8,75% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 102 479 | 94 231 | 8,75% |
| TOTAAL EIGEN | 329 090 | 316 740 | 3,90% |
| DERDEN | |||
| Indonesië | 10 675 | 8 466 | 26,10% |
| Tolan Tiga groep | 1 532 | 1 094 | 40,07% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 148 | 59 | 147,97% |
| Agro Muko groep | 3 542 | 4 103 | -13,67% |
| South Sumatra groep | 5 453 | 3 209 | 69,92% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 64 162 | 58 972 | 8,80% |
| Hargy Oil Palms Ltd | 64 162 | 58 972 | 8,80% |
| TOTAAL DERDEN | 74 837 | 67 438 | 10,97% |
| TOTAAL PALMOLIE | 403 927 | 384 178 | 5,14% |
| PALMPITTEN | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| EIGEN | |||
| Indonesië | 44 278 | 44 445 | -0,38% |
| Tolan Tiga groep | 16 686 | 16 135 | 3,41% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 7 432 | 7 412 | 0,26% |
| Agro Muko groep | 15 202 | 17 519 | -13,23% |
| South Sumatra groep | 4 959 | 3 378 | 46,81% |
| TOTAAL EIGEN | 44 278 | 44 445 | -0,38% |
| DERDEN | |||
| Indonesië | 1 877 | 1 498 | 25,35% |
| Tolan Tiga groep | 312 | 225 | 38,86% |
| Umbul Mas Wisesa groep | 25 | 10 | 153,54% |
| Agro Muko groep | 748 | 777 | -3,75% |
| South Sumatra groep | 792 | 486 | 63,06% |
| TOTAAL DERDEN | 1 877 | 1 498 | 25,35% |
| TOTAAL PALMPITTEN | 46 156 | 45 943 | 0,46% |
| PALMPITOLIE | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| Papoea-Nieuw-Guinea | 13 361 | 12 251 | 9,06% |
| Hargy Oil Palms Ltd - Eigen | 8 185 | 7 437 | 10,06% |
| Hargy Oil Palms Ltd - Derden | 5 176 | 4 814 | 7,52% |
| TOTAAL PALMPITOLIE | 13 361 | 12 251 | 9,06% |
| RUBBER | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| EIGEN | |||
| Indonesië | 1 368 | 1 996 | -31,46% |
| Tolan Tiga groep | 387 | 599 | -35,39% |
| Agro Muko | 981 | 1 397 | -29,78% |
| TOTAAL EIGEN | 1 368 | 1 996 | -31,46% |
| DERDEN | |||
| Indonesië | 555 | 645 | -13,95% |
| Tolan Tiga groep | 555 | 645 | -13,95% |
| TOTAAL DERDEN | 555 | 645 | -13,95% |
| TOTAAL RUBBER | 1 923 | 2 641 | -27,19% |
| BANANEN | YTD 2022 | YTD 2021 | % WIJZIGING |
|---|---|---|---|
| Ivoorkust | 29 759 | 32 201 | -7,58% |
| Azaguié | 12 833 | 13 113 | -2,14% |
| Agboville | 9 383 | 9 507 | -1,30% |
| Motobé | 7 543 | 9 581 | -21,27% |
| Lumen | 2 511 | 0 | - |
| Akoudié | 0 | 0 | - |
| TOTAAL BANANEN | 32 270 | 32 200 | 0,22% |
Totale beplante oppervlakten van de geconsolideerde ondernemingen exclusief PT Timbang Deli en PT Melania.
| 2022 | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| MATUUR | IMMATUUR | BEPLANT | MATUUR | IMMATUUR | BEPLANT | |
| OLIEPALMEN | 64 953 | 13 401 | 78 354 | 64 181 | 12 982 | 77 163 |
| Indonesië | 52 886 | 11 880 | 64 766 | 51 312 | 12 245 | 63 558 |
| Tolan Tiga groep | 11 524 | 1 244 | 12 768 | 12 027 | 875 | 12 902 |
| PT Tolan Tiga | 7 029 | 640 | 7 669 | 7 322 | 493 | 7 816 |
| PT Eastern Sumatra | 2 500 | 357 | 2 857 | 2 631 | 280 | 2 911 |
| PT Kerasaan | 1 994 | 247 | 2 242 | 2 073 | 102 | 2 175 |
| Umbul Mas Wisesa groep | 9 924 | 0 | 9 924 | 9 937 | 0 | 9 937 |
| PT Umbul Mas Wisesa | 7 043 | 0 | 7 043 | 7 056 | 0 | 7 056 |
| PT Toton Usaha Mandiri | 1 135 | 0 | 1 135 | 1 135 | 0 | 1 135 |
| PT Citra Sawit Mandiri | 1 746 | 0 | 1 746 | 1 746 | 0 | 1 746 |
| Agro Muko groep | 18 512 | 2 607 | 21 119 | 19 154 | 1 979 | 21 133 |
| PT Agro Muko | 15 796 | 2 001 | 17 798 | 16 332 | 1 508 | 17 839 |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | 2 716 | 606 | 3 322 | 2 822 | 471 | 3 294 |
| South Sumatra groep | 12 926 | 8 028 | 20 954 | 10 194 | 9 391 | 19 586 |
| PT Agro Kati Lama | 3 775 | 633 | 4 407 | 3 638 | 538 | 4 176 |
| PT Agro Muara Rupit | 4 021 | 2 585 | 6 606 | 3 294 | 2 355 | 5 649 |
| PT Agro Rawas Ulu | 2 173 | 426 | 2 599 | 1 816 | 728 | 2 543 |
| PT Dendymarker Indah Lestari | 2 957 | 4 384 | 7 341 | 1 447 | 5 770 | 7 217 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 12 067 | 1 521 | 13 588 | 12 869 | 736 | 13 605 |
| Hargy Oil Palms Ltd | 12 067 | 1 521 | 13 588 | 12 869 | 736 | 13 605 |
| RUBBER | 1 954 | 0 | 1 954 | 1 954 | 0 | 1 954 |
| Indonesië | 1 954 | 0 | 1 954 | 1 954 | 0 | 1 954 |
| Tolan Tiga groep | 696 | 0 | 696 | 696 | 0 | 696 |
| PT Bandar Sumatra | 696 | 0 | 696 | 696 | 0 | 696 |
| Agro Muko groep | 1 258 | 0 | 1 258 | 1 258 | 0 | 1 258 |
| PT Agro Muko | 1 258 | 0 | 1 258 | 1 258 | 0 | 1 258 |
| BANANEN | 906 | 160 | 1 066 | 794 | 0 | 794 |
| Ivoorkust | 906 | 160 | 1 066 | 794 | 0 | 794 |
| Plantations J. Eglin SA | 906 | 160 | 1 066 | 794 | 0 | 794 |
| ANANASBLOEMEN | 23 | 8 | 31 | 23 | 8 | 31 |
| Ivoorkust | 23 | 8 | 31 | 23 | 8 | 31 |
| Plantations J. Eglin SA | 23 | 8 | 31 | 23 | 8 | 31 |
| TOTAAL | 67 836 | 13 568 | 81 404 | 66 952 | 12 989 | 79 942 |
Totale beplante oppervlakten van de geconsolideerde ondernemingen (deel van de Groep) exclusief PT Timbang Deli en PT Melania.
| TOTAAL | BELANGEN -% | DEEL VAN DE GROEP | |
|---|---|---|---|
| OLIEPALMEN | 78 354 | 94,11% | 73 740 |
| Indonesië | 64 766 | 92,88% | 60 152 |
| Tolan Tiga groep | 12 768 | 86,77% | 11 078 |
| PT Tolan Tiga | 7 669 | 95,00% | 7 286 |
| PT Eastern Sumatra | 2 857 | 90,25% | 2 579 |
| PT Kerasaan | 2 242 | 54,15% | 1 214 |
| Umbul Mas Wisesa groep | 9 924 | 94,90% | 9 418 |
| PT Umbul Mas Wisesa | 7 043 | 94,90% | 6 684 |
| PT Toton Usaha Mandiri | 1 135 | 94,90% | 1 077 |
| PT Citra Sawit Mandiri | 1 746 | 94,90% | 1 657 |
| Agro Muko groep | 21 119 | 93,54% | 19 756 |
| PT Agro Muko | 17 798 | 95,00% | 16 908 |
| PT Mukomuko Agro Sejahtera | 3 322 | 85,74% | 2 848 |
| South Sumatra groep | 20 954 | 94,97% | 19 900 |
| PT Agro Kati Lama | 4 407 | 95,00% | 4 187 |
| PT Agro Muara Rupit | 6 606 | 94,90% | 6 269 |
| PT Agro Rawas Ulu | 2 599 | 95,00% | 2 470 |
| PT Dendymarker Indah Lestari | 7 341 | 95,00% | 6 974 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 13 588 | 100,00% | 13 588 |
| Hargy Oil Palms Ltd | 13 588 | 100,00% | 13 588 |
| RUBBER | 1 954 | 93,31% | 1 823 |
| Indonesië | 1 954 | 93,31% | 1 823 |
| Tolan Tiga groep | 696 | 90,25% | 628 |
| PT Bandar Sumatra | 696 | 90,25% | 628 |
| Agro Muko groep | 1 258 | 95,00% | 1 195 |
| PT Agro Muko | 1 258 | 95,00% | 1 195 |
| BANANEN | 1 066 | 100,00% | 1 066 |
| Ivoorkust | 1 066 | 100,00% | 1 066 |
| Plantations J. Eglin SA | 1 066 | 100,00% | 1 066 |
| ANANASBLOEMEN | 31 | 100,00% | 31 |
| Ivoorkust | 31 | 100,00% | 31 |
| Plantations J. Eglin SA | 31 | 100,00% | 31 |
| TOTAAL | 81 404 | 94,17% | 76 659 |
* effectief beplante oppervlakten
| OLIEPALMEN | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| JAAR | TOLAN TIGA GROEP |
UMBUL MAS WISESA GROEP |
AGRO MUKO GROEP |
SOUTH SUMATRA GROEP |
HARGY OIL PALMS |
TOTAAL |
| 2022 | 647 | 0 | 1 054 | 1 990 | 848 | 4 539 |
| 2021 | 597 | 0 | 1 436 | 2 922 | 673 | 5 627 |
| 2020 | 0 | 0 | 118 | 3 242 | 63 | 3 423 |
| 2019 | 278 | 0 | 1 520 | 3 161 | 335 | 5 293 |
| 2018 | 303 | 0 | 1 067 | 2 427 | 547 | 4 343 |
| 2017 | 395 | 45 | 971 | 2 627 | 596 | 4 634 |
| 2016 | 328 | 185 | 397 | 2 426 | 219 | 3 555 |
| 2015 | 679 | 69 | 1 080 | 1 161 | 741 | 3 728 |
| 2014 | 709 | 0 | 1 016 | 758 | 1 386 | 3 869 |
| 2013 | 434 | 0 | 1 244 | 241 | 947 | 2 867 |
| 2012 | 745 | 202 | 1 506 | 0 | 1 628 | 4 082 |
| 2011 | 754 | 755 | 26 | 0 | 811 | 2 346 |
| 2010 | 625 | 1 525 | 357 | 0 | 619 | 3 126 |
| 2009 | 103 | 1 658 | 573 | 0 | 294 | 2 627 |
| 2008 | 397 | 1 954 | 299 | 0 | 239 | 2 889 |
| 2007 | 319 | 2 139 | 467 | 0 | 1 558 | 4 483 |
| 2006 | 619 | 365 | 1 030 | 0 | 928 | 2 942 |
| 2005 | 550 | 1 004 | 544 | 0 | 190 | 2 288 |
| 2004 | 116 | 0 | 759 | 0 | 159 | 1 034 |
| 2003 | 725 | 0 | 120 | 0 | 148 | 993 |
| 2002 | 233 | 0 | 63 | 0 | 330 | 626 |
| 2001 | 296 | 0 | 585 | 0 | 329 | 1 210 |
| 2000 | 302 | 0 | 869 | 0 | 0 | 1 172 |
| 1999 | 370 | 0 | 1 612 | 0 | 0 | 1 982 |
| 1998 | 425 | 0 | 1 166 | 0 | 0 | 1 591 |
| Voor 1998 | 1 820 | 24 | 1 241 | 0 | 0 | 3 085 |
| 12 768 | 9 924 | 21 119 | 20 954 | 13 588 | 78 354 | |
| GEMIDDELDE LEEFTIJD |
13,52 | 13,60 | 12,00 | 3,47 | 9,83 | 9,79 |
| 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| ACTIVITEITEN | ||||||
| Totale eigen productie van de geconsolideerde | palmolie | 329 090 | 316 740 | 271 472 | 264 641 | 290 441 |
| ondernemingen (in ton) | rubber | 1 368 | 3 182 | 5 300 | 5 495 | 6 930 |
| bananen | 32 270 | 32 200 | 31 158 | 32 849 | 27 788 | |
| Gemiddelde wereldmarktprijzen (USD/ton) | palmolie* | 1 345 | 1 195 | 715 | 566 | 598 |
| rubber** | 1 810 | 2 071 | 1 728 | 1 640 | 1 565 | |
| bananen*** | 762 | 616 | 628 | 662 | 647 | |
| Eigen FFB productie (in ton/ha) | Indonesië | 19,67 | 19,86 | 18,74 | 19,52 | 20,60 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 33,43 | 28,51 | 21,16 | 20,79 | 28,25 | |
| Palmolie-extractie-% | Indonesië | 23,09% | 22,99% | 22,79% | 23,23% | 22,73% |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 25,33% | 25,58% | 24,64% | 23,35% | 24,36% | |
| BEURSNOTERINGEN (IN EUR) | ||||||
| Maximum | 70,80 | 60,80 | 56,70 | 54,80 | 65,00 | |
| Minimum | 52,70 | 43,85 | 38,00 | 35,25 | 47,10 | |
| Slotkoers 31/12 | 58,90 | 56,90 | 43,20 | 54,80 | 48,80 | |
| Beurskapitalisatie op 31/12 (in KEUR) | 623 122 | 601 964 | 457 027 | 579 747 | 516 271 | |
| RESULTATEN (IN KUSD) | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | |
| Omzet | 527 460 | 416 053 | 274 027 | 248 310 | 275 270 | |
| Brutowinst | 221 031 | 169 218 | 62 357 | 37 162 | 72 096 | |
| Bedrijfsresultaat | 178 312 | 139 416 | 30 778 | 4 940 | 50 065 | |
| Aandeel van de groep in het resultaat | 108 157 | 93 749 | 14 122 | -8 004 | 30 089 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen | 165 295 | 160 311 | 73 262 | 33 988 | 36 221 | |
| Vrije kasstroom | 74 012 | 112 270 | 21 299 | -27 751 | -12 912 | |
| BALANS (IN KUSD) | ||||||
| Operationele vaste activa (1) | 696 645 | 667 267 | 670 637 | 665 413 | 640 435 | |
| Eigen vermogen deel groep | 817 803 | 727 329 | 638 688 | 628 686 | 644 509 | |
| Netto financiële activa (+) / verplichtingen (-) | 122 | -49 192 | -151 165 | -164 623 | -121 443 | |
| Investeringen in immateriële en operationele vaste activa (1) | 79 294 | 68 692 | 51 763 | 66 546 | 69 428 | |
| GEGEVENS PER AANDEEL (IN USD) | ||||||
| Aantal uitgegeven aandelen | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 | 10 579 328 | |
| Eigen aandelen | 178 933 | 178 000 | 160 000 | 160 000 | 143 300 | |
| Eigen vermogen | 78,63 | 69,93 | 61,30 | 60,34 | 61,76 | |
| Gewone winst per aandeel (2) | 10,40 | 9,00 | 1,36 | -0,77 | 2,88 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen (2) | 15,89 | 15,39 | 7,03 | 3,26 | 3,46 | |
| Vrije kasstroom (2) | 7,12 | 10,78 | 2,04 | -2,66 | -1,24 |
(1) Operationele vaste activa = biologische activa - dragende planten, andere materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
(2) Noemer 2022 = gewogen gemiddelde aantal uitgegeven aandelen (10 401 938 aandelen)
* Oilworld prijsdata
** Wereldbank grondstoffenprijzen
*** CIRAD prijsdata (in EUR)
| OLIEPALMACTIVITEITEN (HECTAREN) | 2022 | 2021 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| SIPEF-GROEP | |||||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages | 83 228 | 80 099 | 80 073 | ||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren | 16 049 | 16 243 | 15 066 | ||
| TOTAAL RSPO-GECERTIFICEERDE OPPERVLAKTE | 99 277 | 96 342 | 95 139 | ||
| INDONESIË | |||||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages | 62 779 | 59 639 | 59 618 | ||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren | 1 242 | 1 353 | 1 173 | ||
| RSPO-GECERTIFICEERDE OPPERVLAKTE | 64 021 | 60 992 | 60 791 | ||
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | |||||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages | 20 449 | 20 460 | 20 455 | ||
| RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren | 14 807 | 14 890 | 13 893 | ||
| RSPO-GECERTIFICEERDE OPPERVLAKTE | 35 256 | 35 350 | 34 348 |
| OLIEPALMACTIVITEITEN (TON) | 2022 | 2021 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| SIPEF-GROEP | |||||
| RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages | 1 273 922 | 1 297 632 | 1 150 582 | ||
| RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren | 272 650 | 258 126 | 230 510 | ||
| TOTAAL RSPO-GECERTIFICEERDE FFB | 1 546 572 | 1 555 758 | 1 381 092 | ||
| INDONESIË | |||||
| RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages | 870 503 | 930 783 | 880 966 | ||
| RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren | 18 294 | 25 992 | 20 719 | ||
| RSPO-GECERTIFICEERDE FFB | 888 797 | 956 775 | 901 685 | ||
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | |||||
| RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages | 403 419 | 366 849 | 269 616 | ||
| RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren | 254 356 | 232 134 | 209 791 | ||
| RSPO-GECERTIFICEERDE FFB | 657 775 | 598 983 | 479 407 |
| PALMOLIE-EXTRACTIEFABRIEKEN ACTIVITEITEN (AANTAL FABRIEKEN) | 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|
| INDONESIË | ||||
| RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – "Identity Preserved" | 5 | 5 | 5 | |
| RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – "Mass Balance" | 1 | 1 | 1 | |
| ISPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken | 6 | 6 | 6 | |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | ||||
| RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – "Identity Preserved" | 3 | 3 | 3 | |
| RSPO gecertificeerde pletterijen – "Segregation" | 2 | 2 | 2 |
| PALMOLIE-ACTIVITEITEN TON) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| INDONESIË | |||
| RSPO-gecertificeerde CPO | 206 959 | 210 276 | 199 877 |
| RSPO-gecertificeerde PK | 41 700 | 42 801 | 42 076 |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | |||
| RSPO-gecertificeerde CPO | 166 641 | 153 203 | 118 123 |
| RSPO-gecertificeerde PKO | 13 361 | 12 251 | 9 397 |
| CERTIFICERINGEN (AANTAL CERTIFICATEN) | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| RSPO: Roundtable on Sustainable Palm Oil | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |
| ISCC: International Sustainability and Carbon Certification | 4 | 4 | 4 | 4 | 5 |
| ISPO: Indonesian Sustainable Palm Oil | 8 | 8* | 6 | 6 | 5 |
| ISO 14001:2015 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| ISO 9001:2015 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| GLOBALG.A.P. | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| Rainforest Alliance | 2* | 5* | 5 | 5 | 5 |
| Fairtrade | 1 | 1 | 1 | 1 | - |
| Sedex | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
| TOTAAL | 27 | 30 | 28 | 28 | 27 |
* De ISPO-certificaatgegevens van 2021 werden aangepast. Er werd één ISPO-certificaat uitgegeven in 2021, maar dit werd pas in 2022 door SIPEF ontvangen.
* Rainforest Alliance heeft de certificering voor rubber stopgezet, waardoor drie certificaten voor de rubberplantages van SIPEF sinds juli 2021 niet meer geldig zijn.
| WERKNEMERS VAN DE GROEP (AANTAL WERKNEMERS) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Mannelijk | 16 612 | 15 749 | 16 553 |
| Vrouwelijk | 5 545 | 5 484 | 5 081 |
| TOTAAL WERKNEMERS NAAR GESLACHT | 22 157 | 21 233 | 21 634 |
* Dit omvat ook het totale aantal werknemers in de thee- en rubberindustrie en de horticultuur.
| LAND (AANTAL WERKNEMERS) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| België | 23 | 23 | 24 |
| Indonesië | 15 403 | 14 998 | 15 622 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 4 706 | 4 628 | 4 575 |
| Ivoorkust | 2 015 | 1 583 | 1 413 |
| Singapore | 10 | 1 | NVT |
| TOTAAL WERKNEMERS PER LAND | 22 157 | 21 233 | 21 634 |
| GESLACHT PER GEWAS (AANTAL WERKNEMERS) | 2022 | ||
|---|---|---|---|
| VROUWELIJK | MANNELIJK | ||
| Oliepalmen | 4 384 | 13 522 | |
| Bananen | 591 | 1 385 | |
| TOTAAL WERKNEMERS | 4 975 | 14 907 |
| TYPE VAN TEWERKSTELLING PER GEWAS (AANTAL WERKNEMERS) |
2022 | ||
|---|---|---|---|
| CONTRACT VAN ONBEPAALDE DUUR |
LANGETERMIJN CONTRACT* |
TIJDELIJK CONTRACT |
|
| Oliepalmen | 13 595 | 2 923 | 1 388 |
| Bananen | 1 912 | 0 | 64 |
| TOTAAL WERKNEMERS | 15 507 | 2 923 | 1 452 |
* In Indonesië komen werknemers, aangenomen met een hernieuwbaar langetermijncontract (d.w.z. Perjanjian Kerja Waktu Tertentu (PKWT)), in aanmerking om beschouwd te worden als werknemers met een contract voor onbepaalde duur.
| CADETTENPROGRAMMA (AANTAL AFGESTUDEERDEN) | 2022 | |
|---|---|---|
| VROUWELIJK | MANNELIJK | |
| Indonesië | 8 | 38 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 1 | 9 |
| TOTAAL | 9 | 47 |
| DEKKING DOOR CAO'S (AANTAL WERKNEMERS) | 2022 |
|---|---|
| Oliepalmen | 8 319 |
| Bananen | 1 976 |
| TOTAAL WERKNEMERS | 10 295 |
| HUIZEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR SIPEF (AANTAL UNITS) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 8 233 | 7 999* | 7 618* |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 2 366 | 2 305 | 2 269 |
| Ivoorkust | 766 | 766 | 783 |
| TOTAAL AANTAL HUIZEN | 11 365 | 11 070 | 10 670 |
* Het aantal huizen in Indonesië werd aangepast om te rapporteren over de totale eenheid van huizen en niet op grond van het aantal gebouwen.
| SCHOLEN OPGERICHT (AANTAL SCHOLEN) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 38 | 38 | 38 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 3 | 2 | 2 |
| Ivoorkust | 4 | 4 | 4 |
| TOTAAL AANTAL SCHOLEN | 45 | 44 | 44 |
| BESCHIKBARE KLINIEKEN (AANTAL KLINIEKEN) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 22 | 23 | 23 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 13 | 13 | 13 |
| Ivoorkust | 5 | 3 | 3 |
| TOTAAL AANTAL KLINIEKEN | 40 | 39 | 39 |
| KINDERDAGVERBLIJVEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR SIPEF (AANTAL VERBLIJVEN) | 2021 | |
|---|---|---|
| Kinderdagverblijven | 40 | 15 |
| TOTAAL AANTAL KINDERDAGVERBLIJVEN | 40 | 15 |
| LTIFR (PERCENTAGE PER 1 000 000 GEWERKTE UREN) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 3,53 | 2,43 | 2,86 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 18,41 | 22,67 | 23,76 |
| Ivoorkust | 11,97 | 16,38 | 21,44 |
| DODELIJKE ARBEIDSONGEVALLEN (AANTAL GEVALLEN) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Indonesië | 1 | 1 | 2 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 1 | 0 | 0 |
| Ivoorkust | 0 | 0 | 0 |
| UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN - "GREENHOUSE GAS EMISSIONS" - GHG (tCO2e) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Scope 1 | 597 248 | 674 051* |
| Scope 2 | 11 521 | 7 717* |
| TOTAAL NETTO-GHG-UITSTOOT PER JAAR | 608 769 | 681 769* |
* De verificatie en validering van de gegevens volgens de ISO 14064-methodologie zijn uitgevoerd in 2022; de gepresenteerde gegevens voor 2021 werden dus bijgewerkt.
| UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN - "GREENHOUSE GAS EMISSIONS" - GHG (tCO2e) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Oliepalmen | 593 866 | 658 725 |
| Rubber | 2 029 | 6 972 |
| Thee | 11 152 | 10 450 |
| Bananen | 1 721 | 5 621 |
| TOTAAL NETTO-GHG-UITSTOOT PER GEWAS | 608 769 | 681 769 |
| UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN - "GREENHOUSE GAS EMISSIONS" - GHG (tCO2e/TON CPO) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Ruwe palmolie | 1,47 | 1,71 |
| INTENSITEIT | 1,47 | 1,71 |
| OPGEWEKTE HERNIEUWBARE ENERGIE (kWh) | 2022 | 2021 | ||
|---|---|---|---|---|
| PALMOLIE-EXTRACTIEFABRIEKEN | BIOGAS INSTALLATIES |
STOOM TURBINES |
BIOGAS INSTALLATIES |
STOOM TURBINES |
| Indonesië | 4 600 051 | 19 330 979 | 6 039 602 | 21 090 622 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | NVT | 12 944 742 | NVT | 17 181 434 |
| TOTAAL OPGEWEKTE HERNIEUWBARE ENERGIE | 4 600 051 | 32 275 721 | 6 039 602 | 38 272 056 |
| 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| MONITORING VAN BOSVERLIES |
IN EIGEN CONCESSIES | IN LEVERANCIERSGEBIEDEN | ||||
| PER LAND/PROVINCIE | EQ WAAR SCHUWINGEN |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN |
GEVERIFIEERDE OPPERVLAKTE (IN HECTAREN) |
EQ WAAR SCHUWINGEN |
GEVERIFIEERDE INCIDENTEN |
GEVERIFIEERDE OPPERVLAKTE (IN HECTAREN) |
| Indonesië | 2 | 2 | 14,6 | 0 | 0 | 0 |
| Noord-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bengkulu | 2 | 2 | 14,6 | 0 | 0 | 0 |
| Zuid-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 1 | 1 | 28,0 | 0 | 0 | 0 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 1 | 1 | 28,0 | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 3 | 3 | 42,6 | 0 | 0 | 0 |
| 2022 2021 |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| HOTSPOTS EN MONITORING BRANDHAARDEN | HOTSPOTS | WERKELIJKE BRANDEN |
GETROFFEN GEBIEDEN (IN HECTAREN) |
HOTSPOTS | WERKELIJKE BRANDEN |
| IN EIGEN CONCESSIES | |||||
| Indonesië | 13 | 2 | 2,0 | 35 | 1 |
| Noord-Sumatra | 2 | 0 | 0 | 5 | 0 |
| Bengkulu | 3 | 0 | 0 | 9 | 0 |
| Zuid-Sumatra | 8 | 2 | 2,0 | 21 | 1 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 2 | 2 | 0,5 | 2 | 2 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 2 | 2 | 0,5 | 2 | 2 |
| TOTAAL | 15 | 4 | 2,5 | 37 | 3 |
| IN LEVERANCIERSGEBIEDEN | |||||
| Indonesië | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Noord-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bengkulu | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zuid-Sumatra | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 11 | 11 | 5,3 | 8 | 1 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 11 | 11 | 5,3 | 8 | 1 |
| TOTAAL | 11 | 11 | 5,3 | 8 | 1 |
| SBI BIODIVERSITY MONITORING (PER 31 DECEMBER 2022) | EENHEID | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Agrobosbouwers ingeschakeld | Aantal personen | 339 | 309 |
| Bomen geplant | Aantal bomen | 48 330 | 45 258 |
| Aangetast gebied hersteld | Hectaren | 185 | 171 |
| BEHOUD VAN ZEESCHILDPADDEN | EENHEID | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| TOT VANDAAG, VANAF 2007 | |||
| Schildpadeieren verzameld | Aantal eieren | 37 249 | 34 682 |
| Schildpadden vrijgelaten | Aantal schildpadden | 22 588 | 20 206 |
| GEDURENDE HET RAPPORTERINGSJAAR | |||
| Schildpadeieren verzameld | Aantal eieren | 3 158 | 4 262 |
| Schildpadden vrijgelaten | Aantal schildpadden | 1 898 | 2 878 |
| 2022 | |||
|---|---|---|---|
| HERBEBOSSING | BEPLANTE OPPERVLAKTE (IN HECTAREN) |
GEPLANTE BOMEN (AANTAL BOMEN) |
|
| Agboville | 86,0 | 95 546 | |
| Gmélina | 65,0 | 72 215 | |
| Teak | 21,0 | 23 331 | |
| Azaguié | 42,2 | 46 833 | |
| Gmélina | 42,2 | 46 833 | |
| TOTAAL | 128,2 | 142 429 |
| WATERVERBRUIK (IN KUBIEKE METERS) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| PALMOLIE-EXTRACTIEFABRIEKEN | |||
| Indonesië | 929 279 | 954 259* | 828 156* |
| Papoea-Nieuw-Guinea | 711 864 | 571 237* | 404 862* |
| TOTAAL | 1 641 143 | 1 525 496 | 1 233 018 |
| BANANENACTIVITEITEN | |||
| Plantages | 4 262 667 | 3 901 644 | 4 012 702 |
| Bananenverpakkingsstations | 240 952 | 218 122 | 211 674 |
| TOTAAL | 4 503 619 | 4 119 756 | 4 224 376 |
* Het waterverbruik voor de palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea werd aangepast omdat de vorige cijfers het huishoudelijk waterverbruik omvatten, waardoor een hoger verbruik werd geregistreerd. Voor Indonesië waren de lichte wijzigingen te wijten aan aanpassingen van de debietmeter.
| PALMOLIE-EXTRACTIEFABRIEK (KUBIEKE METERS/TON VERWERKTE FFB) |
DOELSTELLING | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|
| Indonesië | ||||
| Bukit Maradja | ≤ 1,0 | 0,91 | 0,92 | 0,89 |
| Bunga Tanjung | ≤ 1,0 | 0,63 | 0,66 | 0,69 |
| Dendymarker Indah Lestari | ≤ 1,0 | 0,99 | 1,06 | 1,14 |
| Mukomuko | ≤ 1,0 | 0,89 | 0,95 | 0,91 |
| Perlabian | ≤ 1,2 | 0,74 | 0,68 | 0,68 |
| Umbul Mas Wisesa | ≤ 1,5 | 1,31 | 1,40 | 1,62 |
| Papoea-Nieuw-Guinea | ||||
| Barema | ≤ 1,5 | 0,96 | 0,85* | 0,77* |
| Hargy | ≤ 1,0 | 0,96 | 0,83* | 0,55* |
| Navo | ≤ 1,0 | 1,27 | 1,13 | 1,20 |
* Het waterverbruik voor de palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea werd aangepast omdat de vorige cijfers het huishoudelijk waterverbruik omvatten, waardoor een hoger verbruik werd geregistreerd.
| BANANENACTIVITEITEN (KUBIEKE METERS/TON UITGEVOERDE BANANEN) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Plantages en verpakkingsstations | 149,98 | 127,94 | 135,67 |
| 2022 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PLAATS VAN LOZING | WETTELIJKE GRENSWAARDEN |
OVERSCHREDEN GRENSWAARDEN | ||||||
| PALMOLIE EXTRACTIEFABRIEKEN |
BOD | COD | TSS | UNIT | BOD | COD | TSS | |
| INDONESIË | ||||||||
| Bunga Tanjung | Lozing in het water | 100 | 350 | 250 | mg/l | 0 | 0 | 0 |
| Mukomuko | Lozing in het water | 100 | 350 | 250 | mg/l | 0 | 0 | 0 |
| Dendymarker Indah Lestari | Lozing in het water | 100 | 350 | 250 | mg/l | 0 | 0 | 0 |
| Umbul Mas Wisesa | Lozing in het water | 100 | 350 | 250 | mg/l | 0 | 0 | 0 |
| Bukit Maradja | Lozing op het land en gebruik voor compostering |
5 000 | NVT | NVT | mg/l | 0 | NVT | NVT |
| Perlabian | Op het land | 5 000 | NVT | NVT | mg/l | 0 | NVT | NVT |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | ||||||||
| Hargy | Lozing in het water | 100 | NVT | 500 | mg/l | 5 | NVT | 5 |
| Barema | Op het land | 4 000 | NVT | 1 000 | mg/l | 0 | NVT | 4 |
| Navo | Op het land | 4 000 | NVT | 1 000 | mg/l | 0 | NVT | 0 |
| 2022 | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| PROGRAMMA LOKALE BOEREN | AANTAL LOKALE BOEREN |
BEPLANTE OPPER VLAKTE (IN HEC TAREN) |
GEPRODU CEERDE FFB VOLUMES (IN TON) |
AANTAL LOKALE BOEREN |
BEPLANTE OPPER VLAKTE (IN HEC TAREN) |
GEPRODU CEERDE FFB VOLUMES (IN TON) |
| SIPEF-GROEP | ||||||
| "Scheme smallholders" | 5 741 | 21 303 | 296 042 | 5 882 | 20 219 | 265 258 |
| Onafhankelijke lokale boeren | 2 622 | 7 410 | 5 727 | 3 266 | 7 979 | 2 970 |
| GROEPSTOTAAL | 8 363 | 28 713 | 301 769 | 9 148 | 28 198 | 268 228 |
| INDONESIË | ||||||
| "Company managed programme" (Plasma) | 1 805 | 5 924 | 32 981 | 1 943 | 4 643 | 23 738 |
| "Smallholder programme" (Kebun Masyarakat Desa) | 291 | 572 | 8 705 | 304 | 686 | 9 386 |
| "Associated buy/sell programme" | 1 600 | 4 471 | 5 727* | 2 438 | 5 667 | 2 970 |
| "Associated seedling programme" | 1 022 | 2 939 | NVT* | 828 | 2 312 | NVT |
| INDONESIË TOTAAL | 4 718 | 13 906 | 47 413 | 5 513 | 13 308 | 36 094 |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | ||||||
| "Associated smallholder programme" | 3 645 | 14 807 | 254 356 | 3 635 | 14 890 | 232 134 |
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA TOTAAL | 3 645 | 14 807 | 254 356 | 3 635 | 14 890 | 232 134 |
* Het volume van de FFB-productie van het geassocieerde zaailingenprogramma en het grootste deel van het volume van de FFB-productie van het geassocieerde koop/verkoopprogramma zijn momenteel niet opgenomen in het leveranciersbestand van SIPEF.
| LOKALE OLIEPALMBOEREN | 2022 | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SIPEF-GROEP | ||||||
| Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren | 4 195 | 4 297 | 4 309 | |||
| RSPO-gecertificeerd gebied van lokale boeren (in hectare) | 16 049 | 16 243 | 15 066 | |||
| RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (in ton) | 272 650 | 258 126 | 230 510 | |||
| INDONESIË* | ||||||
| Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren | 550 | 662 | 663 | |||
| RSPO-gecertificeerd gebied van lokale boeren (in hectare) | 1 242 | 1 353 | 1 173 | |||
| RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (in ton) | 18 294 | 25 992 | 20 719 | |||
| PAPOEA-NIEUW-GUINEA | ||||||
| Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren | 3 645 | 3 635 | 3 646 | |||
| RSPO-gecertificeerd gebied van lokale boeren (in hectare) | 14 807 | 14 890 | 13 893 | |||
| RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (in ton) | 254 356 | 232 134 | 209 791 |
* Omvat zowel "scheme" als onafhankelijke smallholders.
| SCHOLEN OPGERICHT DOOR SIPEF (AANTAL SCHOLEN) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Faciliteiten toegankelijk voor de kinderen van medewerkers | 45 | 44 |
| Faciliteiten toegankelijk voor de kinderen van de gemeenschap | 45 | 44* |
* Het aantal scholen dat toegankelijk is voor kinderen uit de gemeenschap is aangepast, aangezien alle scholen toegankelijk zijn voor kinderen uit de gemeenschap.
| KLINIEKEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR SIPEF (AANTAL KLINIEKEN) | 2022 |
|---|---|
| Faciliteiten toegankelijk voor de medewerkers | 40 |
| Faciliteiten toegankelijk voor de gemeenschap | 27 |

De Vennootschap bestaat voor onbepaalde duur.
SIPEF heeft van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie de officiële goedkeuring ontvangen om, vanaf 1 januari 2016, de boekhouding en de jaarrekening op te stellen in Amerikaanse dollar, de functionele munt van SIPEF.
Op 31 december 2022 bedroeg het volgestort maatschappelijk kapitaal USD 44 733 752,04. Het wordt vertegenwoordigd door 10 579 328 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
Alle aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, hebben dezelfde rechten.
Ieder aandeel geeft recht op één stem. SIPEF heeft geen andere categorieën van aandelen uitgegeven, zoals aandelen zonder stemrecht of bevoorrechte aandelen.
Bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 kwam er een verlenging met vijf jaar van de aan de raad van bestuur verleende machtiging om het kapitaal te verhogen, in een of meerdere keren ten belope van USD 44 733 752,04 volgens de in de statuten gestipuleerde modaliteiten.
Die machtiging is geldig voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 2 juli 2020, met name de datum van publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, hetzij tot en met 1 juli 2025.
De buitengewone a lgemene vergadering van 10 juni 2020 heeft beslist dat ingeval de Vennootschap een mededeling ontvangt van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap, de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 7:202 §2, 2° van het WVV, slechts van zijn bevoegdheid inzake het toegestane kapitaal gebruik kan maken, indien voornoemde kennisgeving plaatsvindt niet later dan drie jaar na de datum van de buitengewone algemene vergadering die de betrokken bevoegdheid heeft hernieuwd, hetzij vanaf 10 juni 2020 tot en met 9 juni 2023.
Op 31 december 2022 bedroeg het toegestaan kapitaal USD 44 733 752,04.
Op basis van dat laatste bedrag kunnen ten hoogste 10 579 328 nieuwe aandelen worden uitgegeven.
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de machtiging aan de raad van bestuur verlengd met een periode van vijf jaar, waardoor de raad met inachtneming van de wettelijke bepalingen een maximum aantal van 2 115 865 eigen aandelen, zijnde 20% van het geplaatst kapitaal, kan verkrijgen volgens de in de statuten vermelde modaliteiten
Die machtiging is geldig voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 2 juli 2020, met name de datum van publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, tot en met 1 juli 2025.
Dezelfde buitengewone algemene vergadering heeft ook de aan de raad van bestuur verleende machtiging verlengd om eigen aandelen te verkrijgen wanneer deze inkoop noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap te voorkomen. Die machtiging is geldig voor een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf 2 juli 2020, de datum van de publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, tot en met 1 juli 2023.
De aankopen en verkopen van eigen aandelen in 2022 worden in Toelichting 22 van dit geïntegreerd jaarverslag beschreven.
Op 31 december 2022 heeft SIPEF 178 933 eigen aandelen (1,69% van het totale aantal uitstaande aandelen) in portefeuille, voorbestemd voor de uitoefening van toegekende en nog niet uitgeoefende opties.
SIPEF beschikt over een website (www.sipef. com) waar de aandeelhouders alle informatie met betrekking tot de Vennootschap kunnen raadplegen.
Deze website wordt regelmatig bijgewerkt en bevat de inlichtingen zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en het WVV.
De website bevat onder meer de jaarrekeningen en jaarverslagen, alle door de Vennootschap gepubliceerde persberichten en alle nuttige en nodige informatie betreffende de algemene vergaderingen en de deelname van de aandeelhouders aan deze vergaderingen, en in het bijzonder, de door de statuten opgelegde voorwaarden die regelen op welke manier de (gewone en buitengewone) algemene vergaderingen van de aandeelhouders worden bijeengeroepen.
Ten slotte worden ook de resultaten van de stemmingen en de notulen van de algemene vergaderingen gepubliceerd op de website.
De gecoördineerde statuten van de Vennootschap kunnen worden geraadpleegd op de Griffie van de Rechtbank van Koophandel in Antwerpen, op de maatschappelijke zetel en op de website van de Vennootschap (www.sipef.com/ hq/investors/shareholders-information/ corporate-governance).
De jaarrekening wordt neergelegd bij de Nationale Bank van België en kan worden geraadpleegd op de website van SIPEF.
De besluiten met betrekking tot de benoeming en het ontslag van de leden van de organen van de Vennootschap worden bekendgemaakt in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
De financiële berichten van de Vennootschap worden gepubliceerd in de financiële pers. De andere voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden geraadpleegd op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap.
Het jaarverslag van de Vennootschap wordt jaarlijks verzonden naar de aandeelhouders op naam en naar iedereen die de wens heeft uitgedrukt het verslag te ontvangen. Het is kosteloos verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel.
De jaarverslagen van de laatste drie boekjaren en alle andere in deze paragraaf vermelde documenten kunnen op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.
Inti -- In Indonesië wordt het kernareaal van een plantagebedrijf "inti" genoemd. Ze worden als 'eigen' vermeld in de productiecijfers van de Groep.
IP -- Duurzame palmolie van één identificeerbare gecertificeerde bron wordt in de hele toeleveringsketen gescheiden gehouden van gewone palmolie. Een extractiefabriek wordt geacht "Identity Preserved" (IP) te zijn als de door de extractiefabriek verwerkte FFB afkomstig zijn van plantages/estates die zijn gecertificeerd volgens de RSPO "Principles and Criteria" (RSPO P&C).
zullen worden gebruikt als referentie en zullen door de overheid worden opgenomen in de nieuwste ISPO-norm.
Verantwoordelijken voor de financiële informatie
François Van Hoydonck gedelegeerd bestuurder
Johan Nelis chief financial officer
Baron Luc Bertrand, voorzitter en François Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder verklaren dat bij hun weten:
EY Bedrijfsrevisoren BV
Vertegenwoordigd door Christoph Oris en Wim Van Gasse, Borsbeeksebrug 26 2600 Antwerpen (Berchem) België
Kasteel Calesberg Calesbergdreef 5 2900 Schoten België
RPR: Antwerpen BTW: BE 0404 491 285
Website: www.sipef.com
Voor meer informatie over SIPEF: Tel.: +32 3 641 97 00
This Integrated Annual Report is also available in English.
Vertaling: dit Geïntegreerd Jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Het officiële Geïntegreerd Jaarverslag van de SIPEF-group in ESEF-formaat kan teruggevonden worden op de SIPEF-website, onder de sectie "investors". Alle andere formaten worden beschouwd als niet-officiële versies van het Geïntegreerd Jaarverslag.
Concept en realisatie: Focus advertising
Portretten van de voorzitter, de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité © Wim Daneels - beelden van medewerkers, plantages en producten © Jez O'Hare Photography, © Adrian Tan Photography, © Marc Adou en © Robert Weber.
In België gedrukt door: Inni Group



www.sipef.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.