AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

AGM Information Jun 26, 2024

4000_rns_2024-06-26_b38ee428-2f47-41b0-a139-48058eb50393.pdf

AGM Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

SIPEF NV

Calesbergdreef 5 2900 Schoten BTW BE 0.404.491.285 R.P.R. Antwerpen

BIJLAGE BIJ DE NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN TE SCHOTEN OP 12 JUNI 2024

BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER

Gewone Algemene Vergadering van 12 juni 2024

Boodschap van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder

Geachte Dames en Heren,

Het is ons een genoegen om u te verwelkomen op deze 105e Gewone Algemene Vergadering van SIPEF. Wij zijn verheugd dat we elkaar opnieuw kunnen ontmoeten op onze maatschappelijke zetel, waar aandeelhouders de gelegenheid hebben om persoonlijk aanwezig te zijn en kennis te maken met de bestuurders, leden van het executief comitÈ en Christoph Oris, vertegenwoordiger van onze commissaris EY.

In deze vergadering zullen we terugblikken op het jaar 2023 en de belangrijkste gebeurtenissen van de eerste vier maanden van 2024.

2023 was voor SIPEF opnieuw een uitdagend maar succesvol jaar.

In het voorbije jaar lag de commerciÎle focus van de Groep op het verder ontwikkelen van de activiteiten in Zuid-Sumatra en CÙte d'Ivoire evenals op hoogstaande kwaliteitsproducten. In Zuid-Sumatra, meer bepaald in Musi Rawas, zijn de met palm bebouwde arealen toegenomen met 2 337 hectare tot 18 760 hectare, in overeenstemming met de RSPO-richtlijnen. Bovendien was er naast de groei van onze landbank in Zuid-Sumatra nog de herbeplanting van de Dendymarker-plantages waardoor de Groep nu 28 362 hectare nieuwe beplante oliepalmarealen telt in deze regio. In Côte d'Ivoire werden de bananenactiviteiten via twee nieuwe productiesites met 421 hectare uitgebreid. Hierdoor konden we eind 2023 uitpakken met exportvolumes van bananen die maar liefst met 27,0% waren toegenomen ten opzichte van de geÎxporteerde volumes van 2022.

In 2023 werd ook de mijlpaal van 100 000 hectare bevoorradingsbasis overschreden. Er zijn in totaal 82 171 hectare binnen de concessies van SIPEF beplant met oliepalm. Tellen we daarbij de plantages van de lokale boeren, dan bedraagt de totale bevoorradingsbasis van de SIPEFgroep meer dan 100 000 hectare. Dit is een belangrijke mijlpaal in onze groei.

Nog even meegeven dat over de afgelopen tien jaar de samengestelde jaarlijkse groei in hectare van de duurzame oliepalmplantages van de Groep 4% is geweest.

In 2023 kende de palmoliemarkt een periode van relatieve stabiliteit. De palmolieprijzen volgden voornamelijk de trends van andere markten voor plantaardige oliÎn en van de gasolieprijzen. Hoewel ze lager waren dan in 2022, bleven de gemiddelde prijsniveaus voor 2023 historisch hoog. Gedurende het jaar schommelden de prijzen tussen USD 900 en USD 980 CIF Rotterdam. De markt bereikte zijn hoogtepunt in de tweede helft van november en sloot uiteindelijk af rond USD 930 aan het jaareinde.

Het hele jaar werd palmpitolie (PKO) verhandeld tegen dezelfde prijs als palmolie, of zelfs met een korting van USD 50 op palmolie. Kokosolie had een meerwaarde van ongeveer USD 100 ten opzichte van PKO. De gemiddelde prijs van PKO CIF Rotterdam in 2023 was USD 950 tegenover een gemiddelde van USD 1 500 in 2022. Omdat PKO relatief goedkoop was, won het langzaam wat marktaandeel terug. Dat was echter niet voldoende om een eigen koers te vinden, waardoor PKO tot het einde van het jaar in de schaduw bleef van haar aanzienlijk 'grote zus'-product, palmolie.

De palmolieproductie leek tijdens het jaar te stagneren, waarbij de Maleisische productie grotendeels gelijk bleef ten opzichte van 2022 en de Indonesische productie slechts een kleine groei vertoonde. Een voortdurende vermindering van de voorraden werd opgemerkt in IndonesiÎ, omdat het mengen van binnenlandse biodiesel tot B35 volledig werd geÔmplementeerd en zo meer dan tien miljoen ton palmolie per jaar in eigen biodieselproductie werd verbruikt. Ondanks de geopolitieke onrust in het Midden-Oosten presteerde de petroleummarkt zwak. De gevolgen voor de vrachtmarkt waren echter aanzienlijk. De verhoogde risico's bij de doorgang via het Suezkanaal en de Rode Zee leidden tot hogere vrachtkosten naar Europa, wat de logistiek van SIPEF-leveringen beÔnvloedde.

Na een cyclische productiedaling in het eerste semester in IndonesiÎ, registreerden de plantages in Papoea-Nieuw-Guinea aanzienlijk minder trossen in de tweede helft van het jaar. Dit resulteerde in een daling van de totale jaarproductie van palmolie van de SIPEF-groep met 3,1% ten opzichte van vorig jaar.

In Noord-Sumatra daalden de oogstcijfers met 6,9% ten opzichte van het vorige jaar. De organische plantages ondervonden problemen door overvloedige regenval in december, wat resulteerde in overstromingen en moeilijkheden bij de oogst en transport. Daar werd een daling van 8,5% geregistreerd in de geoogste gewassen.

Bengkulu had gedurende het jaar te maken met extreem droge weersomstandigheden, vooral in september en oktober. De jaarlijkse neerslag was tussen 17% en 48% lager dan het 10-jarig gemiddelde. Desondanks herstelde de eigen oogstcijfers zich tegen het einde van het jaar, met een stijging van 7,7% in het vierde kwartaal ten opzichte van het voorgaande jaar en een kleine totale stijging van 0,4% in vergelijking met het vorige jaar.

In Zuid-Sumatra zorgden goede neerslagniveaus aan het einde van het jaar voor een herstel van de productie, nadat de plantages in het derde kwartaal onder droogte leden. De oogstvolumes stegen met maar liefst 41,1% ten opzichte van 2022, en de palmolieproductie uit deze regio vertegenwoordigde 23,5% van SIPEF's totale jaarproductie in IndonesiÎ.

In Papoea-Nieuw-Guinea was de cyclische terugval in de oogst vooral uitgesproken in het derde kwartaal. De indrukwekkende prestaties van de afgelopen twee jaar konden niet worden voortgezet. Ondanks een sterke start van het jaar, kwam het oogstpatroon overeen met de eerder bekende productiedaling in het tweede en derde kwartaal. Deze vermindering werd nog verergerd door de vulkaanuitbarsting van 20 november, die 46% van de aangeplante palmen van de eigen plantages trof. Hierdoor waren de totale oogstcijfers in Papoea-Nieuw-Guinea eind december 8,8% lager dan in het voorgaande jaar en was er een 12,1% daling van de palmolieproductie.

De productie van bananen in Côte d'Ivoire is in het vierde kwartaal 2023 met 43,8% gestegen, waardoor de jaarproductie met 27,0% toenam ten opzichte van 2022. De nieuw ontwikkelde sites van Lumen en AkoudiÈ, deden het beter dan in hun eerste oogstjaar. De productie van de historische sites bleef echter onder die van het voorgaande jaar, omdat ze alle drie te kampen hadden met zeer ongunstige agronomische omstandigheden op verschillende tijdstippen van het jaar. Ondanks de uitdagingen, heeft SIPEF aanzienlijke vooruitgang geboekt.

We kunnen dus concluderen dat in 2023 de operationele prestaties zeer stabiel waren, ondanks de wereldwijde economische onzekerheden en weersomstandigheden. We konden het boekjaar 2023 dan ook afsluiten met een winst, deel van de Groep, van KUSD 72 735, wat binnen de bovengrens valt van de oorspronkelijk voorziene vork van USD 65-75 miljoen. Als gevolg van de aanhoudende expansie die gepaard ging met investeringen ten bedrage van KUSD 106 985, kwam eind 2023 de Netto FinanciÎle Positie (NFP) uit op KUSD -31 418.

In het eerste kwartaal van 2024 bleef de vraag- en aanbodpositie van palmolie stabiel, met prijzen op het hoge niveau van 2023. Hoewel de palmolieproductie stagneerde, daalden de voorraden opmerkelijk. De prijs van palmolie bleef hoger dan die van concurrerende oliÎn, maar consumenten verwachtten een kortstondige trend vanwege de geanticipeerde Zuid-Amerikaanse sojaoogst, die echter werd gehinderd door slechte weersomstandigheden.

Palmolievoorraden blijven krap. Ze zijn afhankelijk van normale zomeroogsten op het noordelijk halfrond en van stabiele sojaproducties uit BraziliÎ en ArgentiniÎ. De vraag naar palmolie blijft sterk, met bestemmingsmarkten die op basis van directe behoefte de goedkoopste olie zullen aanschaffen. De prijs van Amerikaanse sojaolie blijft laag door importen van gebruikt frituurvet (UCO) voor de biobrandstofindustrie.

IndonesiÎ's biodieselmandaat, dat tegen eind 2024 mogelijk 40% bijmenging bereikt, vermindert de beschikbaarheid van palmolie voor export. De huidige Rotterdamse marktprijs is rond de USD 1 000. We verwachten dat palmolie op dit hoge niveau blijft handelen gedreven door concurrerende prijzen en sterkere exportvraag. Prijsbewegingen zullen afhangen van voorspellingen van vloeibare olieproductie en macro-economische gebeurtenissen.

De bananen volgden in het eerste kwartaal van 2024 niet de opwaartse prijstrend van de voorgaande jaren. Vrij grote importvolumes in de eerste weken van het jaar maakten de Europese markt immers kwetsbaar en onstabiel. Vanaf eind februari hebben extreme weersomstandigheden in combinatie met logistieke onrust (verminderde capaciteit van het Panamakanaal en stormen in de Atlantische Oceaan) de trend echter volledig omgebogen. Een lager aanbod van dollarbananen, in combinatie met een goede wereldwijde en vooral Europese consumptie, droeg bij tot een verbetering van de vraag en van de Europese verkoopprijzen.

Tot op heden is 49% van de CPO-volumes verkocht tegen een gemiddelde nettoverkoopprijs van USD 848 per ton. De gemiddelde prijs af-fabriek voor IndonesiÎ is USD 756 per ton en voor PNG USD 956 per ton. In IndonesiÎ wordt de nettoverkoopprijs nog steeds beÔnvloed door taksen en heffingen, die maandelijks worden vastgesteld en in juni USD 93 per ton bedragen. Tot eind mei werd 36% verkocht tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 756 per ton. Voor de palmolie uit Papoea-Nieuw-Guinea, die niet onderhevig is aan exporttaksen en -heffingen, hebben we termijnposities gebruikt om 80% van de verwachte productie te verkopen tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 919 per ton.

Op agronomisch vlak is de start van het jaar 2024 in vergelijking tot de productie van palmvruchten ("Fresh Fruit Bunches"-FFB) van 2023 iets beter verlopen. De Groep noteerde voor de eerste 4 maanden van het jaar een lichte stijging met 1,3% van de FFB-productie in vergelijking met de volumes van het voorgaande jaar.

In IndonesiÎ kon de Groep een stijging van de productie met 15,5% over de eerste vier maanden optekenen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Deze toename was voornamelijk toe te wijzen aan de jonge plantages in Zuid-Sumatra, waar de eigen productie een groei van 28,8% kende tegenover eind april 2023. Deze stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de hogere maturiteit van de oliepalmen en het groter aantal hectaren dat in productie komt. Ongeveer 21 370 hectare van onze nieuwe aanplanten worden nu al geoogst, maar de stijgende bijdrage van Zuid-Sumatra zal in de volgende jaren de motor zijn van de groei van de producties van de SIPEF-groep.

In Papoea-Nieuw-Guinea had de Groep gedurende het grootste deel van het trimester te kampen met een hevig "wet season"-effect, waarbij de regenval de cijfers van vorig jaar met meer dan 50% overtrof. De aanhoudende regen bemoeilijkte de oogstrondes, belemmerde de inzameling van los fruit en verstoorde het transport van FFB naar de palmolieextractiefabrieken. Dit werd nog verergerd door de afgelegen ligging van de plantages van de Groep, die afhankelijk zijn van overzeese aanvoer. Na de asregens van de vulkaanuitbarsting van afgelopen november vorderden de herstelwerkzaamheden goed op de getroffen gebieden, die ongeveer 25% van de beplante oppervlakte bedragen, en konden volledig afgerond worden. De meeste geÔmpacteerde arealen zullen echter niet de gebruikelijke aantal trossen produceren tot ze volledig hersteld zijn. Dit kan meer dan een jaar duren, afhankelijk van de opgelopen schade. Al deze effecten samen leidden tot een algemene daling van 16,4% van de FFB-productievolumes, zowel op de eigen plantages als bij de omliggende lokale boeren. De lagere kwaliteit van de trossen beÔnvloedde ook de OER in de drie palmolieextractiefabrieken, wat resulteerde eind april 2024 in een daling van de palmolieproductie met 23,3% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Hoewel het moeilijk te voorspellen is hoe de productie zich zal herstellen, wordt verwacht dat de jaarlijkse productie in Papoea-Nieuw-Guinea dan ook 20% lager zal zijn dan vorig jaar.

Als we vooruitkijken zien we dat, op basis van de laatste vruchtentellingen, het aantal beschikbare vruchten wat is teruggelopen, deels door een uitgesteld effect van droogte over de voorbijgaande jaren. Dit vertraagd effect wordt vooral opgemerkt in de productie van de plantages met organische grond (UMW-groep). We kunnen ook spreken van een cyclische daling in de Bengkulu-regio, waar ondanks de goede neerslagpatronen tijdens het eerste trimester in vergelijking met de lange-termijngemiddelden, de impact van de droogte in augustus tot november vorig jaar nu meer invloed heeft op het beschikbare fruit in de bomen. De Groep, verwacht dan ook niet onmiddellijk een snelle groei van de volumes in de eerstvolgende 3 maanden. Bijgevolg zal het niet evident zijn om een groei van 5% op het jaareinde te behalen. Zelfs niet als in de tweede jaarhelft, wanneer de cyclische beweging zou moeten geabsorbeerd zijn, er betere volumes zouden opgetekend worden.

Wel zien we verbetering in de olie-extractiecijfers die tot eind april 5,2% lager waren in verhouding tot de olie-extractie voor de Groep in die periode in 2023. Deze daling leidde tot een geproduceerd palmolievolume dat 4,3% lager was dan eind april 2023. De vermindering van de OER was het gevolg van verschillende efficiÎntieverbeteringswerken in de palmolieextractiefabrieken. Bovendien had het natte weer ook invloed op het oliegehalte in de geoogste trossen, behalve op de plantages met minerale grond in Noord-Sumatra. Bij de bekendmaking van de halfjaarcijfers in augustus 2024, zouden we een beter beeld hiervan moeten kunnen schetsen. Deze tijdelijke dalingen in productievolumes van FFB en OER in de eerste 4 maanden van 2024 hebben geen langetermijneffecten en SIPEF zit nog steeds op koers met haar langetermijnprognose om ongeveer 600 000 ton ruwe palmolie te produceren tegen 2030.

Wat betreft onze bananenproductie in Côte d'Ivoire, hebben we een groei van 28,6% gerealiseerd eind april 2024 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, dankzij nieuwe aanplantingen en verbeterde agronomische technieken. De Europese markt blijft sterk, en de jaartermijncontracten met gerenommeerde klanten zorgen dat deze activiteit een stabiele bijdrage levert aan onze operationele resultaten.

Er wordt ook gestaag verder gewerkt aan de uitfasering van rubber en thee die niet langer tot de kernactiviteiten van de Groep behoren. Deze wordt enerzijds verwezenlijkt via de omzetting van rubberbomen naar oliepalmen, die volop aan de gang is en zal leiden tot 2 951 hectare nieuw aangeplante oliepalmen.

Ook zal de verkoop van PT Melania, die de derde rubberplantage en alle theeactiviteiten van de Groep bezit, worden afgerond in de tweede jaarhelft van 2024. Het sluitstuk van deze verkoop is de vernieuwing van de permanente uitbatingsrechten, de zogenaamde HGU's, voor een nieuwe periode van 25 jaar. Deze procedure heeft langer geduurd dan verwacht, vanwege de verkiezingen in IndonesiÎ, waardoor overheidsafdelingen niet onmiddellijk aanvragen konden goedkeuren. De laatste stappen worden momenteel afgerond om de HGU dit jaar nog te verkrijgen en de definitieve overdacht te laten plaatsvinden. De verlenging van de oorspronkelijke aanvraagtermijn van de HGU zal mogelijk een beperkt negatief effect hebben op de reeds in 2021 geregistreerde meerwaarde op deze transactie.

De uitbreiding van de bananenplantages van Plantations J. Eglin zal in 2024 worden voltooid. Hierdoor zal de totale beplante oppervlakte 1 338 hectare bedragen tegen eind 2024 en zal de productie tegen 2025 geleidelijk verhogen tot 60 000 ton.

De financiering van dit uitgebreide en gediversifieerde investeringsbudget van meer dan USD 100 miljoen voor de SIPEF-groep zou binnen de gegenereerde operationele kasstroom voor het jaar moeten passen, en zal voldoende ruimte laten voor de gebruikelijke dividenduitkering. Als gevolg hiervan wordt verwacht dat de Netto FinanciÎle Schuldpositie eind 2024 nauw zal aansluiten bij de goed beheerde schuldpositie per eind 2023.

De meeste inputs, die betrekking hebben op de eenheidsproductiekost van palmolie, zoals meststoffen, brandstofprijzen en transportkosten, zijn in 2024 licht gestegen door het huidige geopolitieke klimaat. De voortdurende devaluatie van de lokale munten tegenover de USD heeft de door inflatie veroorzaakte loonsverhogingen van de werknemers van de Groep volledig geabsorbeerd. Dit resulteerde in momenteel stabiele productiekosten. In de toekomst zullen de eenheidsproductiekosten blijven dalen naarmate de volgroeiing van de aanplanten in Zuid-Sumatra zal vorderen. Deze daling zal op termijn gepaard gaan met stijgende oogstvolumes en een vermindering van de gemiddelde eenheidsproductiekost voor de SIPEF-groep.

In 2024 zal de Groep zich voornamelijk blijven concentreren op efficiÎntieverbetering, de investeringsprogramma's in Zuid-Sumatra als mede de strategische waardevermeerdering door het produceren van hoogwaardige, traceerbare en duurzame palmolie en kwaliteitsbananen.

In Zuid-Sumatra hebben de investeringsprogramma's betrekking op de verdere uitbreiding van de beplante oppervlakten en nieuwe infrastructuur in Musi Rawas. In die context wil de Groep, in overeenstemming met de RSPO 'New Planting Procedures', nog meer dan 2 000 hectare oliepalmen planten, wat de totale gecultiveerde oppervlakte op bijna 35 000 hectare kan brengen. In Dendymarker zorgen de investeringen voor de verbetering van de bestaande infrastructuur nu de herbeplanting van 10 197 hectare volledig is voltooid.

Eind april 2024 bedroeg de totale vernieuwde en gecultiveerde oppervlakte in Zuid-Sumatra reeds 28 971 hectare, waarvan 21 370 hectare jongvolgroeid zijn en reeds geoogst worden. De voltooiing en start van de operaties van de 10e palmolie-extractiefabriek binnen de SIPEFgroep, gelegen op ÈÈn van de plantages van Musi Rawas, is gepland voor juni 2024. Deze installatie zal de verwerkingscapaciteit verder verhogen en een efficiÎnte verwerking verzekeren van de volledige oogst, zowel van de eigen plantages als van deze van lokale boeren. Naast de expansie in Zuid-Sumatra investeert de Groep in 2024 in de vernieuwing van materialen en palmolie-extractiefabrieken, alsook in de gebruikelijke herbeplantingsprogramma's van 12 090 hectare oudere plantages in Sumatra, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d'Ivoire.

De strategische investeringen in 'waardecreatie' zijn nauw verbonden met innovatie, vroegtijdige toepassing ("early adoption") van nieuwe technieken en operationele verbeteringen, met een specifieke focus op de productie van hoogwaardige olie met een laag vervuilingsgehalte. SIPEF wil de voorkeurleverancier worden van hoogwaardige premium palmolieproducten en daarbij een unieke positie op de markt innemen.

De Groep heeft in 2023 uitgebreide kwaliteitsgarantieprotocollen opgesteld en voert regelmatig inspecties en testen uit om te garanderen dat zijn palmolie en bananen voldoen aan de strengste normen binnen de sector. Een belangrijk aandachtspunt was hier de succesvolle overgang naar het gebruik van H1 voedsel veilige smeermiddelen, een programma

dat in 2022 in Papoea-Nieuw-Guinea van start ging en er in 2023 is afgerond. Ook voltooide SIPEF met succes het pilootproject voor de CPO-wasinstallatie in de Mukomuko palmolieextractiefabriek in IndonesiÎ. De wasinstallatie is bedoeld om het chloridegehalte in de CPOproductie te verlagen, omdat het ÈÈn van de belangrijkste precursoren is voor het veroorzaken van een groter risico op 3-MCPD, een contaminant dat niet aanwezig is in de grondstoffen, maar kan ontstaan door het raffinageproces. Na veelbelovende eerste resultaten zal de wasinstallatie in 2024 verder getest en opgevolgd worden vooraleer faciliteiten worden geÔnstalleerd op bijkomende sites.

Onze duurzame initiatieven blijven een prioriteit. SIPEF streeft ernaar om 100% duurzame palmolie te produceren en legt zichzelf strikte normen op die vaak verder gaan dan de certificatiestandaarden. Het "Global Sustainability Team" van SIPEF blijft een voorloper in de toepassing van internationale duurzaamheidsregels en heeft een geÔntegreerd jaarverslag 2023 geproduceerd dat voldoet aan de nieuwe "Corporate Sustainability Reporting Directive" (CSRD). SIPEF staat nu op de 4de plaats van 350 bedrijven in Forest 500, met een stijging van 10% ten opzichte van de vorige evaluatie. Ter ondersteuning van haar transitieplanning voltooide SIPEF haar risico- en opportuniteitsassessments inzake biodiversiteit en klimaat in het eerste kwartaal van 2024. De uitkomst van deze assessments zal ze ook meenemen in de plannen voor de komende jaren om de emissie van de Groep te verlagen en te voldoen aan Europese richtlijnen.

EfficiÎntieverbetering blijft ook cruciaal voor onze palmolieoperaties. Onze investering in Verdant Bioscience weerspiegelt onze toewijding aan het ondersteunen van innovatieve en duurzame oplossingen die de industrie transformeren. Door te investeren in bedrijven zoals Verdant Bioscience, dragen we bij aan een toekomst van efficiÎnte palmolieproductie met verbetering van opbrengsten door nieuwe zaadmaterialen.

SIPEF kan opnieuw uitkijken naar een sterk prestatiejaar, ondanks een tijdelijk wat lager dan verwachte vruchtenproductie in IndonesiÎ, maar met ondersteunende palmoliemarkten. Aangezien de vulkaanuitbarsting van november 2023 nog een impact zal hebben op de productievolumes in Papoea-Nieuw-Guinea, zou het definitief recurrente resultaat voor 2024 iets lager kunnen zijn dan het resultaat behaald in 2023. Rekening houdend met de al gerealiseerde verkopen van palmolie en op basis van de recente marktprijzen, verwacht de Groep echter bevredigende recurrente nettojaarresultaten voor 2024. Het uiteindelijke recurrente resultaat zal in belangrijke mate bepaald worden door het bestendigen van de verwachte productiegroei en het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar. Door aanhoudend bevredigende recurrente resultaten, zal de Groep ook een positieve cashflow generen.

Zoals aangekondigd in ons persbericht van februari 2024 en het geÔntegreerd jaarverslag 2023, stelt de Raad van Bestuur voor om over het boekjaar 2023 op 3 juli een brutodividend uit te keren van EUR 2,00, in lijn met de uitbetalingsratio van 30% van de vorige jaren. Dit weerspiegelt ons vertrouwen in de toekomst en onze toewijding aan het leveren van waarde aan onze aandeelhouders.

Vandaag verzoeken wij u het mandaat van bestuurder van GaÎtan Hannecart, dat vervalt op het einde van de huidige Vergadering, te verlengen voor een nieuwe periode van 4 jaar tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2028. Tevens vragen wij u het mandaat van commissaris van EY te hernieuwen voor een periode van 3 jaar tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2027. Indien u hiermee akkoord gaat, zal EY in de uitvoering van dit mandaat vertegenwoordigd worden door Christoph Oris. Tenslotte nodigen wij u uit om de commissaris eveneens aan te wijzen als de onafhankelijke accountant die 'assurance' moet verstrekken over de duurzaamheidsinformatie in het jaarverslag. Het gaat hier, meer bepaald over een mandaat dat voorzien wordt door de CSRD en dat in het leven werd geroepen om vanaf het boekjaar 2024 de betrouwbaarheid van relevante duurzaamheidsgegevens van een bedrijf te beoordelen. Momenteel werd deze richtlijn nog niet omgezet in het Belgisch recht. Vandaar dat de benoeming van EY voor het uitvoeren van de 'assurance' onderworpen is aan de omzetting van deze richtlijn in het Belgisch recht. Op die manier kan vermeden worden een tweede algemene vergadering voor deze benoeming en opdracht van EY te moeten bijeenroepen.

Vervolgens stelt de raad voor om Petra Meekers te benoemen als nieuwe bestuurder voor een periode van vier jaar, tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2028. Indien u dit voorstel goedkeurt zal dit mandaat worden uitgebreid naar de functie van Gedelegeerd Bestuurder vanaf 1 september 2024. Petra is ons reeds welbekend. Ze was onafhankelijk bestuurder bij SIPEF van 2017 tot 2021 waarna zij de rangen van het Executief ComitÈ heeft vervoegd als Chief Operating Officer Asian Pacific (COO APAC). Eerst vanuit Singapore en meer recentelijk vanuit ons hoofdkantoor in Schoten heeft Petra reeds gevoelig bijgedragen aan de nieuwste ontwikkelingen binnen de SIPEF-groep, gesteund op haar jarenlange ervaring vanuit de palmoliesector en daarna ook vanuit de voedingsproducentensector. Petra is dan ook de perfecte opvolgster om, naast SIPEF's operationele performantie, de waardecreatie, via de beweging naar kwaliteitsproducten, te realiseren in het volgende decennium.

Tot slot willen wij alle medewerkers van de SIPEF-groep danken voor hun inzet en doorzettingsvermogen in het afgelopen jaar. Dankzij hun harde werk en toewijding hebben we de uitdagingen van 2023 kunnen overwinnen en staan we sterk voor de toekomst.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.