AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Retail Estates sa

Audit Report / Information Jun 16, 2022

3995_rns_2022-06-16_fdc432bb-d400-4c6b-acbd-4f28a1a99247.pdf

Audit Report / Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN RETAIL ESTATES NV OVER DE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 MAART 2022

In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van Retail Estates NV (de "Vennootschap"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 19 juli 2019, overeenkomstig het voorstel van de bestuurder uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 maart 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 7 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op 31 maart 2022 omvat, alsook de winst- en verliesrekening en het overzicht van het globaal resultaat, het mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze jaarrekening vertoont een balanstotaal van EUR 1.810.590.468 en en de winst- en verliesrekening sluit af met een nettoresultaat van het boekjaar van EUR 131.428.920.

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Vennootschap per 31 maart 2022, alsook van zijn resultaten en van zijn kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCC BEBB

Kernpunt van de controle

Het kernpunt van onze controle betreft die aangelegenheid die naar ons professioneel oordeel het meest significant was bij de controle van de jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheid is behandeld in de context van onze controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheid.

Waardering van de vastgoedbeleggingen

Beschrijving van het
kernpunt van de controle
De onderneming heeft op 31 maart 2022 vastgoedbeleggingen op het
actief van de balans geboekt voor een totaalbedrag van
EUR '000' 1.115.844. De internationale standaarden voor financiële
verslaggeving (IFRS) vereisen dat vastgoedbeleggingen aan reële
waarde worden geboekt. De bepaling van die reële waarde hangt
sterk af van een aantal gekozen parameters, waarvan de huurwaarde
van het gebouw en de gehanteerde disconteringsvoet het
belangrijkste zijn.
In overeenstemming met de voor gereglementeerde
vastgoedvennootschappen van toepassing zijnde wetgeving wordt de
reële waarde van de vastgoedbeleggingen bepaald door een
onafhankelijke waarderingsdeskundige.
De waardering van de vastgoedbeleggingen vormt een kernpunt bij
onze controle van de jaarrekening, enerzijds vanwege hun materieel
belang in de jaarrekening en anderzijds vanwege het subjectieve
karakter van het waarderingsproces.
Voor meer informatie betreffende de waardering van de
vastgoedbeleggingen verwijzen wij naar toelichting 22 van deze
Jaarrekening.
Hoe werd dit kernpunt
behandeld in het kader van
onze controle?
Wij hebben de betrouwbaarheid van de waardering aan reële waarde en
de redelijkheid van de gebruikte parameters geëvalueerd op basis van
onderstaande werkzaamheden:

Wij hebben het ontwerp, de implementatie en de doeltreffendheid
getest van de belangrijkste controles met betrekking tot de
waardering van het vastgoed.

We hebben de interne controles met betrekking tot de aansluiting
van het rapport van de externe waarderingsdeskundigen met de
waarde zoals opgenomen in de jaarrekening per 31 maart 2022
gevalideerd;

Wij hebben de objectiviteit, onafhankelijkheid en bekwaamheid van
de externe waarderingsdeskundigen beoordeeld;

Met onze interne vastgoeddeskundigen hebben wij de redelijkheid
beoordeeld van de belangrijkste parameters die door de externe
waarderingsdeskundigen worden gehanteerd, zijnde de
markthuurwaarden en de disconteringsvoet;

Voor een steekproef van gebouwen zijn wij nagegaan of de
belangrijkste parameters die gebruikt worden voor de waarderingen
zijnde de contractuele huur; de oppervlakte en de start-en
einddatum, overeenstemmen met de contractuele gegevens;

Samen met onze interne vastgoeddeskundigen hebben we de
redelijkheid van de voornaamste variaties in de reële waarde van
de vastgoedbeleggingen tussen 31 maart 2021 en 31 maart 2022
geanalyseerd;

We hebben de realisatiewaarden van alle vastgoedbeleggingen die
werden verkocht tijdens het boekjaar vergeleken met hun reële
waarden in de laatste jaarrekening voor overdracht;

Tenslotte hebben wij getoetst of de opgenomen informatie in de
toelichting van de jaarrekening in overeenstemming is met de
internationale standaarden voor financiële verslaggeving (IFRS).
Bovenstaande werkzaamheden hebben ons in staat gesteld om
voldoende controle-informatie te verkrijgen om een antwoord te
bieden op het kernpunt van de controle met betrekking tot de
waardering van vastgoedbeleggingen.

Verantwoordelijkheden van de bestuurder voor het opstellen van de jaarrekening

De bestuurder is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de bestuurder noodzakelijk acht voor het opstellen van de jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de jaarrekening is de bestuurder verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de bestuurder het voornemen heeft om de Vennootschap te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de bestuurder de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de bestuurder gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • Het identificeren en inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het omzeilen van de interne beheersing;
  • Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Vennootschap;
  • Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de bestuurder gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • Het concluderen of de door de bestuurder gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Vennootschap zijn continuïteit niet langer kan handhaven;

● Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening, en van de vraag of de jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag en van de documenten die overeenkomstig de wettelijke en reglementaire voorschriften dienen te worden neergelegd, voor het naleven van de wettelijke en reglementaire voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de statuten van de Vennootschap.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de jaarrekening, en bepaalde documenten die overeenkomstig de wettelijke en reglementaire voorschriften dienen te worden neergelegd, alsook de naleving van de statuten en van bepaalde verplichtingen uit het Wetboek van vennootschappen en verenigingen te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de jaarrekening

Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, en is opgesteld overeenkomstig de artikelen 3:5 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

In de context van onze controle van de jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermelding betreffende de sociale balans

De sociale balans, neer te leggen bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud alle door dit Wetboek voorgeschreven inlichtingen, waaronder deze betreffende de informatie inzake de lonen en de vormingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

  • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap;
  • De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de jaarrekening.

Andere vermeldingen

  • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd in overeenstemming met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften;
  • De resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen;
  • Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen;
  • Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014;
  • Wij hebben de vermogensrechtelijke gevolgen van de beslissing van de raad van bestuur per 21 mei 2021 zoals beschreven in het Beheersverslag - 6. Corporate Governance verklaring (pagina 98-99) beoordeeld en hebben u niets te melden.

Diegem, 8 juni 2022

De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door

Jeroen Bockaert Bedrijfsrevisor

40 1 EUR
NAT. Datum neerlegging Nr.
0434.797.847
Blz. E. D. VOL-kap 1
JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK
VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE
LEGGEN DOCUMENTEN
IDENTIFICATIEGEGEVENS (op datum van neerlegging)
NAAM: Retail Estates
Rechtsvorm:
Adres:
NV
Industrielaan
Nr.:
6
Postnummer:
Land:
1740
België
Gemeente:
Ternat
Internetadres : Rechtspersonenregister (RPR) - Ondernemingsrechtbank van
1
Brussel, nederlandstalige
Ondernemingsnummer 0434.797.847
DATUM 16/11/2021
de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt.
van de neerlegging van het recentste stuk dat de datum van bekendmaking van
JAARREKENING IN EURO (2 decimalen) 2
goedgekeurd door de algemene vergadering van 18/07/2022
met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van 1/04/2021 tot 31/03/2022
Vorig boekjaar van 1/04/2020 tot 31/03/2021
De bedragen van het vorige boekjaar 3
zijn
zijn niet
/
identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt.
Totaal aantal neergelegde bladen:
3
omdat ze niet dienstig zijn:
Nummers van de secties van het standaardmodel die niet werden neergelegd
Handtekening
(naam en hoedanigheid)
De Nys Jan
Gedelegeerd Bestuurder
Handtekening
(naam en hoedanigheid)

Facultatieve vermelding. 1

Indien nodig, aanpassen van de eenheid en munt waarin de bedragen zijn uitgedrukt. 2

3 Schrappen wat niet van toepassing is.

LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN EN VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE

LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN

VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie in de vennootschap

Borghgraef Paul

Gouwberg 6, 2970 Schilde, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

De Nys Jan

Industrielaan 6, 1740 Ternat, België Functie : Gedelegeerd bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

De Smet Kara

Industrielaan 6, 1740 Ternat, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Annaert René

G. Mercatorlaan 4, 1780 Wemmel, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Demain Christophe

Karel Rogierplein 11, 1210 Brussel, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Gaeremynck Ann

Dadizelestraat 43, 8560 Wevelgem, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Ragoen Victor

Tenboslaan 23, 1560 Hoeilaart, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Van den Neste Kathleen

Sint-Michielsplein 16, 9000 Gent, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

Van Geyte Michel

Schermersstraat 42, 2000 Antwerpen, België Functie : Bestuurder Mandaat : 19/07/2021- 19/07/2025

LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde)

PWC Bedrijfsrevisoren BV 0429.501.944

Culliganlaan 5, 1831 Diegem, België

Functie : Commissaris, Lidmaatschapsnummer : B00009

Mandaat : 19/07/2021- 24/07/2024

Vertegenwoordigd door :

Bockaert Jeroen 1.

Woluwelaan 18 , 1932 Sint-Stevens-Woluwe, België Lidmaatschapsnummer : B00009

1A. ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING

Huurinkomsten
1
74.784.121
66.512.967
Met verhuur verbonden kosten
2
-224.048
-2.094.066
NETTO HUURRESULTAAT
74.560.073
64.418.901
Recuperatie van vastgoedkosten
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op
3
8.345.341
7.338.206
verhuurde gebouwen
Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op verhuurde gebouwen
4
-8.860.841
Andere met verhuur verbonden kosten en opbrengsten
5
-65.121
VASTGOEDRESULTAAT
73.979.453
63.953.700
Technische kosten
6
-3.328.827
-1.587.789
Commerciële kosten
7
-890.790
-411.752
Kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen
8
-240.419
-682.793
Beheerskosten vastgoed
9
782.892
1.258.133
Andere vastgoedkosten
10
-409.464
VASTGOEDKOSTEN
-4.086.608
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT
69.892.845
Algemene kosten van de vennootschap
11
-4.912.078
-5.228.942
Andere operationele opbrengsten en kosten
OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR RESULTAAT OP PORTEFEUILLE
64.980.767
57.299.826
Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen
12
737.242
-7.058
Resultaat op verkopen van andere niet-financiële activa
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
13
419.563
199.096
Ander portefeuilleresultaat
-1.440.916
OPERATIONEEL RESULTAAT
64.696.656
56.734.199
Financiële opbrengsten
14
10.136.421
10.436.231
Netto intrestkosten
15
-18.629.667
-20.612.672
Variatie in de reële waade van financiële activa en passiva
16
34.473.639
2.673.631
Andere financiële kosten
16
-51.213
FINANCIEEL RESULTAAT
25.929.181
Aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemetode
16
40.913.670
131.539.507
60.761.430
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
BELASTINGEN
17
-110.587
224.652
131.428.920
60.986.082
NETTO RESULTAAT
Toerekenbaar aan:
Aandeelhouders van de groep
131.428.920
60.986.082
EPRA resultaat
75.341.389
Resultaat op de portefeuille
-284.111
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
34.473.639
Aandeel in het niet uitkeerbare resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode (1)
-4.238.158
21.898.002
WINST- EN VERLIESREKENING Bijlagen 31.3.2022 31.3.2021
in €
-7.710.195
-93.212
-732
-1.424.932
62.528.769
-757.666
-60.310
-7.563.120
11.590.351
-565.628
2.673.631
RESULTAAT PER AANDEEL 31.3.2022 31.3.2021
Aantal gewone aandelen in omloop 18 13.226.452 12.665.763
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.893.111 12.652.011
Netto winst per gewoon aandeel (in €)(2) 10,19 4,82
Verwaterde netto winst per aandeel (in €) 10,19 4,82
Uitkeerbare winst 19 76.048.216,62 65.380.727,83
EPRA resultaat per aandeel 5,84 4,99
1B. COMPONENTEN VAN HET TOTAALRESULTAAT
Nettoresultaat 131.428.920 60.986.082
Andere elementen van het totaalresultaat recycleerbaar in winst- en verliesrekeningen
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva
2.073.674 1.232.128
Totaalresultaat 133.502.594 62.218.210
1C. Statutaire Resultaatsverwerking (3)
A. Nettoresultaat 131.428.920 60.986.082
B. Toevoeging aan/ onttrekking van de reserves (-/+)
1/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor het (positieve of negatieve) saldo van de
variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (-/+)
2/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor het (positieve of negatieve) saldo van de
1.021.353 558.570
variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen van deelnemingen verwerkt volgens de -21.898.002 4.238.158
2/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserves voor de impact op de reële waarde van geschatte
mutatierechten en - kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
3/ Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in
IFRS (-)
4/ Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in
IFRS (+)
5/ Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals
gedefinieerd in IFRS (-)
6/ Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals
gedefinieerd in IFRS (+)
7/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op
-34.473.639 -2.673.631
monetaire activa en passiva (-/+)
8/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen
in het buitenland (-/+)
9/ Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de
terugbetaling van financiële schulden (-/+)
10/ Toevoeging aan / onttrekking van de andere reserves (-/+)
11/ Toevoeging aan / onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+)
-399.562 -84.843
C. Vergoeding van het kapitaal 60.841.679 56.995.934
Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie -262.290
Over te dragen resultaat 14.837.391 5.766.112

(1) Tot en met 31 maart 2019 werden de deelnemingen van de dochterondernemingen gewaardeerd als financiële instrumenten conform IFRS 9. Vanaf 1 april 2019 worden deze deelnemingen gewaardeerd op basis van de vermogensmutatiemethode conform IAS 28. Deze wijziging in waarderingsregels heeft als impact dat de dividenden uitgekeerd door de deelnemingen als een vermindering van de boekwaarde in de deelneming wordt opgenomen, en dat het resultaat van de geassocieerde vennootschappen opgenomen wordt onder de rubriek Aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode. Het dividend van de dochters dat werd uitgekeerd aan de moederonderneming in het boekjaar eindigend op 31/03/2021 van 14,70 miljoen euro werd nu verwerkt via de rubriek Aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode, in plaats van onder rubriek Financiële opbrengsten.

(2) De nettowinst per gewoon aandeel wordt als volgt berekend: nettoresultaat gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal aandelen

(3) Het resultaat van de dochtervennootschappen die voor 100% worden aangehouden door Retail Estates NV wordt als volgt verwerkt in de jaarrekening van de vennootschap:

  • het operationeel uitkeerbaar resultaat van de dochters wordt toegewezen aan de diverse rubrieken van het resultaat van de vennootschap;

  • de variatie in de reële waarde van het vastgoed van de dochters wordt toegewezen aan het portefeuilleresultaat.

Als dusdanig kan het operationeel resultaat van de dochterondernemingen voor het volledige boekjaar worden gebruikt voor uitkering van het dividend.

2. ENKELVOUDIGE BALANS

ACTIVA Bijlage 31.3.2022 31.3.2021
in €
Vaste Activa 1.802.295.134 1.737.017.546
Goodwill
Immateriële vaste activa 21 4.030.177 1.551.209
Vastgoedbeleggingen 22 1.155.844.324 1.123.089.234
Andere materiële vaste activa 21 6.329.806 6.301.052
Financiële vaste activa 23 635.058.652 605.043.876
Handelsvorderingen en andere vaste activa 24 1.032.176 1.032.176
Vlottende Activa 8.295.334 18.945.291
Vaste activa of groep van vaste activa bestemd voor verkoop 22 851.354 341.073
Handelsvorderingen 26 1.316.210 1.153.793
Belastingsvorderingen en andere vlottende activa 27 3.484.836 13.695.991
Geldmiddelen en kasequivalenten 28 894.711 2.149.409
Overlopende rekeningen 29 1.748.222 1.605.025
TOTAAL ACTIVA 1.810.590.468 1.755.962.837
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN Bijlage 31.3.2022 31.3.2021
in €
Eigen vermogen 915.745.010 804.578.611
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de 915.745.010 804.578.611
Kapitaal 30 289.212.959 276.559.850
Uitgiftepremies 31 315.410.056 316.792.188
Reserves 179.693.076 150.240.491
Resultaat 131.428.920 60.986.082
Minderheidsbelangen
Verplichtingen 894.845.457 951.384.227
Langlopende verplichtingen 758.593.275 781.916.276
Voorzieningen
Langlopende financiële schulden
Kredietinstellingen
38 758.416.275
574.344.115
756.517.470
577.073.990
Financiële leasings op lange termijn 8.843.120 4.356.557
Andere langlopende financiële verplichtingen 175.229.040 175.086.923
Andere langlopende verplichtingen 34 177.000 25.398.806
Kortlopende verplichtingen 136.252.183 169.467.951
Kortlopende financiële schulden 38 101.729.557 129.680.145
Kredietinstellingen 101.729.557 129.680.145
Financiële leasings op korte termijn
Handelsschulden en andere kortlopende schulden
Andere kortlopende verplichtingen
35
36
28.323.872
1.346.979
33.733.557
326.671
Overlopende rekeningen 37 4.851.774 5.727.578
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1.810.590.468 1.755.962.837
SCHULDRATIO 31.3.2022 31.3.2021
Schuldratio1 49,46% 52,42%
NETTO ACTIEF PER AANDEEL (in €) 31.3.2022 31.3.2021
Netto actief per aandeel (reële waarde)2 69,24 63,52
Netto actief per aandeel (investeringswaarde)3 71,52 65,84
Netto actief per aandeel (reële waarde)2 ex dividend 64,64 59,02
Netto actief per aandeel (investeringswaarde)3ex dividend 66,92 61,34

(1) De schuldratio wordt als volgt berekend: Verplichtingen (exclusief voorziening en overlopende rekeningen)

gedeeld door het totaal der activa (exclusief indekkingsinstrumenten).

(2) Het Netto actief per aandeel (reële waarde) wordt als volgt berekend: Eigen vermogen gedeeld door Aantal aandelen

(3) Het Netto actief per aandeel (investeringswaarde) wordt als volgt berekend: Eigen vermogen(exclusief Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen) gedeeld door Aantal aandelen

MUTATIE-OVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN

Uitgiftepremies
(in EUR) Kapitaal Gewone aandelen niet uitkeerbaar uitkeerbare reserves Reserves * Nettoresultaat van het boekjaar Totaal Eigen Vermogen
Balans volgens IFRS op 31 maart 2020 275.801.872 315.410.056 146.405.240 58.640.584 796.257.752
- Nettoresultaatverwerking 2019-2020
* Overboeking portefeuilleresultaat naar reserves - 5.344.407 5.344.407 -
* Overboeking variatie in de reële waarde van
afdekkingsinstrumenten - 6.215.973 6.215.973 -
* Overboeking EPRA resultaat naar reserves 14.627.142 -
14.627.142
-
- Reclassificatie tussen reserves
- Dividenden -
55.573.822
-
55.573.822
- Kapitaalverhoging 795.366 1.382.132 2.177.498
- Kapitaalverhoging door inbreng in natura -
- Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie - 463.638 -
463.638
- Kosten van kapitaalverhoging
-
37.388 -
37.388
- Overige -
- Globaal resultaat 31/03/2021 1.232.128 60.986.082 62.218.210
Balans volgens IFRS op 31 maart 2021 276.559.850 316.792.188 150.240.493 60.986.082 804.578.614
- Nettoresultaatverwerking 2020-2021
* Overboeking portefeuilleresultaat naar reserves - 4.796.725,49 4.796.725,49 -
* Overboeking variatie in de reële waarde van
afdekkingsinstrumenten 2.677.092,59 -
2.677.092,59
-
* Overboeking EPRA resultaat naar reserves 6.109.781,00 -
6.109.781,00
-
- Reclassificatie tussen reserves 37.388 -
1.382.132
1.344.744 - -
- Dividenden - -
56.995.933,50
-
56.995.934
- Kapitaalverhoging - -
- Kapitaalverhoging door inbreng in natura 12.615.721 23.044.018 - 35.659.739
- Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie - -
- Kosten van kapitaalverhoging - -
- Overige - 1.000.000,00 -
1.000.000
- Globaal resultaat 31/03/2022 2.073.674,37 131.428.920 133.502.594
Balans volgens IFRS op 31 maart 2022 289.212.960 315.410.056 24.388.761 155.304.315 131.428.920 915.745.010

MUTATIE-OVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN

* detail van de reserves (in EUR) Wettelijke reserve Reserve voor het saldo van de
variaties in de reële waarde van
vastgoed
Beschikbare reserves Impact op de reële waarde
van geschatte
mutatierechten en -kosten
bij de hypothetische
vervreemding van
vastgoedbeleggingen
Saldo van de variaties in
de reële waarde van
toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die onderworpen zijn
aan een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS
Saldo van de variaties in
de reële waarde van
toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn
aan een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS
Overgedragen
resultaten van vorige
boekjaren
TOTAAL
Balans volgens IFRS op 31 maart 2020 4.987 115.184.148 16.053.698 - 28.632.222 -
2.738.835
-
20.629.152
67.162.617 146.405.241
- Nettoresultaatverwerking 2019-2020 -
- Overboeking portefeuilleresultaat naar reserves -
5.314.200
- 30.207 - 5.344.407
- Overboeking variatie in reële waarde van afdekkingsinstrumenten -
6.215.973
- 6.215.973
- Overboeking Epra resultaat naar reserves 14.627.142 14.627.142
- Reclassificatie tussen reserves 861.187 -
861.187
84.843 -
84.843
0
- Kapitaalverhoging door inbreng in natura -
- Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie -
171.722
- 29.626 -
262.290
-
463.638
- Kosten van kapitaalverhoging -
- Overige -
- Globaal resultaat 31/03/2021 512.515 719.613 1.232.128
Balans volgens IFRS op 31 maart 2021 4.987 110.559.413 15.192.511 - 28.607.211 -
2.226.320
-
26.125.512
81.442.626 150.240.493
- Nettoresultaatverwerking 2020-2021 -
- Overboeking portefeuilleresultaat naar reserves -
4.101.470
- 695.255 - 4.796.725
- Overboeking variatie in reële waarde van afdekkingsinstrumenten 2.677.093 2.677.093
- Overboeking Epra resultaat naar reserves 6.109.781 6.109.781
- Reclassificatie tussen reserves 3.166.519 -
3.166.519
399.562 -
399.562
-
- Kapitaalverhoging door inbreng in natura -
- Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie -
- Kosten van kapitaalverhoging -
- Overige -1.000.000,00 - 1.000.000
- Globaal resultaat 31/03/2022 1.830.692 242.982 2.073.674
Balans volgens IFRS op 31 maart 2022 4.987 108.624.461 12.025.992 - 28.902.905 -
395.628
-
23.205.437
87.152.845 155.304.316

4. ENKELVOUDIG KASSTROOMOVERZICHT

31.03.2021
2.149.409 10.755.843
76.354.575 89.368.728
56.734.199
-18.999.361
10.224.245
0
-682.481
13.709.480
873.422 -3.014.004
378.184
1.968.005
-555.611 -199.096
-737.242 7.058
1.440.916 0
0 -2.658.803
0 -2.509.352
31.396.650
-2.201.021
10.211.155 13.538.620
-143.198 -659.602
20.354.007
-146.224
-875.804 510.870
-3.595.303
-496.778
-17.004.786
28.218.809
-7.437.491
-191.671
8.875.000 -6.700.000
31.03.2022
64.696.656
-17.484.470
49.955
0
-135.278
14.969.940
-736.164
554.603
170.757
14.120.513
820.642
3.087.411
1.020.308
6.869.835
-2.962.645
-16.438.231
19.321.777
-1.888.356
-502.421
3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten -84.479.109 -94.379.858
* Verandering in financiële verplichtingen en financiële schulden
- Toename van de financiële schulden 113.800.000 153.250.000
0 0
- Afname van de financiële schulden -144.338.346 -195.745.554
* Verandering in andere verplichtingen
- Toename (+) / Afname (-) in andere verplichtingen 3.055.171 1.480.977
- Toename (+) / Afname (-) in andere schulden 0 0
- Toename minderheidsbelangen 0 0
* Verandering in eigen vermogen
- Toename (+) / Afname (-) van het eigen vermogen als gevolg van fusies 0 0
- Toename (+) / Afname (-) in uitgiftepremies als gevolg van kapitaalverhoging 0 1.450.563
- Toename (+) / Afname (-) in kapitaal als gevolg van kapitaalverhoging 0 795.366
- Kosten van kapitaalverhoging 0 -37.388
- Andere
* Dividend
- Dividend van het vorige boekjaar (-) -56.995.934 -55.573.822
KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE BOEKJAAR 894.711 2.149.409

OVERIGE BIJLAGEN

VASTGOEDRESULTAAT

in €

Bijlage 1

Huurinkomsten
in €
31.3.2022 31.3.2021
Huur
Ontvangen operationele leasingvergoedingen
72.765.261
2.018.860
65.268.495
1.244.473
Totaal huuropbrengsten 74.784.121 66.512.967

De stijging van de huuropbrengsten is hoofdzakelijk het gevolg van de Covid19 maatregelen die vorig boekjaar werden genomen.

Deze tabel bevat een overzicht van de geannualiseerde huurinkomsten overeenkomstig de lopende overeenkomsten. Dit doet geen afbreuk aan het theoretische risico dat erin bestaat dat alle huurders gebruik maken van hun bij wet toegekende opzegmogelijkheid bij afloop van de lopende driejaarlijkse periode. in deze omstandigheid staan alle winkelpanden binnen 3 jaar en 6 maand per definitie leeg.

in € 31.3.2022 31.3.2021
Binnen één jaar 78.776.839 71.329.431
Tussen één en vijf jaar 265.642.101 239.095.815
Meer dan vijf jaar 341.287.197 311.780.713

Type huurovereenkomst Voor haar gebouwen sluit de Retail Estates handelshuurcontracten af voor een periode van minimaal 9 jaar, meestal opzegbaar na afloop van het derde en zesde jaar mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden voor de vervaldag. De huurprijzen worden meestal maandelijks vooruitbetaald (soms driemaandelijks). Ze worden jaarlijks op de verjaardag van de huurovereenkomst geïndexeerd.

Belastingen en taksen, onroerende voorheffing inbegrepen, de verzekeringspremie en de gemeenschappelijke kosten zijn principieel ten laste van de huurder. Om de naleving van de verplichtingen die de huurder worden opgelegd krachtens de overeenkomst te garanderen, dient de huurder een huurwaarborg te stellen, meestal in de vorm van een bankgarantie ter waarde van 3 maand huur.

Bij aanvang van de overeenkomst wordt tussen partijen een plaatsbeschrijving opgemaakt door een onafhankelijk expert. Bij het verstrijken van de overeenkomst moet de huurder de door hem gehuurde ruimten teruggeven in de staat zoals beschreven in de plaatsbeschrijving bij intrede onder voorbehoud van normale slijtage.

De huurder kan de huurovereenkomst niet overdragen noch de ruimten geheel of gedeeltelijk onderverhuren, tenzij mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de verhuurder. De huurder heeft de verplichting om op zijn kosten de overeenkomst te registreren.

Bijlage 2

Met verhuur verbonden kosten
in € 31.3.2022 31.3.2021
Te betalen huur op gehuurde activa en leasingkosten -53.292 -151.163
Waardeverminderingen op handelsvorderingen -745.952 -3.095.710
Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen 575.195 1.127.705
Totaal met verhuur verbonden kosten -224.048 -2.119.169

OVERIGE BIJLAGEN

Bijlage 3
Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op verhuurde gebouwen
in €
31.3.2022 31.3.2021
Doorrekening van huurlasten 2.747.146 2.238.339
Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen 5.598.195 5.099.867
Totaal recuperatie van huurlasten en belastingen door de huurders op verhuurde gebouwen 8.345.341 7.338.206
Bijlage 4 Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op verhuurde gebouwen
in € 31.3.2022 31.3.2021
Huurkosten gefactureerd aan de eigenaar -3.043.005 -2.381.430
Voorheffingen en belastingen -5.817.836 -5.328.765
Huurlasten gedragen door de huurders op verhuurde gebouwen -8.860.841 -7.710.195
De normale huurvoorwaarden voorzien meestal dat deze lasten en belastingen gedragen worden door de huurders
via doorfacturatie door de eigenaar. Een aantal huurcontracten van de Groep stellen echter dat sommige lasten en
belastingen ten laste blijven van de eigenaar.
Deze rubriek bevat hoofdzakelijk de kosten van onroerende voorheffing, verzekering en nutsvoorzieningen.
Bijlage 5
Andere met verhuur verbonden kosten en opbrengsten
in €
31.3.2022 31.3.2021
Overige opbrengsten en kosten van de verhuring -65.121 -93.212
Totaal andere met verhuur verbonden kosten en opbrengsten -65.121 -93.212
TOTAAL VASTGOEDRESULTAAT 73.979.453 63.928.598

TOELICHTING VASTGOEDKOSTEN

Bijlage 6

Technische kosten
in €
31.3.2022 31.3.2021
Recurrente technische kosten -2.682.276 -1.121.968
Structureel onderhoud -2.682.276 -1.121.968
Niet recurrente technische kosten -646.551 -465.820
Occasioneel onderhoud -663.258 -465.868
Verliezen door schadegevallen gedekt door verzekeringscontracten -296.712 -249.006
Ontvangen vergoedingen van verzekeringsmaatschappijen 313.420 249.054
Totaal technische kosten -3.328.827 -1.587.789

Het structureel onderhoud betreft in hoofdzaak de regelmatige vernieuwing van parkings en dakbedekking. Het occasioneel onderhoud daarentegen bevat hoofdzakelijk onvoorzienbare kosten aan de ruwbouw van de verhuurde panden ten gevolge van slijtage, niet-verzekerde ongevallen en vandalisme.

Bijlage 7

Commerciële kosten
in € 31.3.2022 31.3.2021
Makelaarscommissies -168.085 -105.954
Marketingkosten m.b.t. gebouwen -220.798 -76.437
Erelonen van advocaten en juridische kosten -277.787 -218.045
Andere -224.120 -11.316
Totaal commerciële kosten -890.790 -411.752
Bijlage 8
Kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen
in € 31.3.2022 31.3.2021
-328.808
Leegstandslasten van het boekjaar
Onroerende voorheffing leegstand
40.959
-281.378
-353.984

In de kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen zijn inbegrepen de gebouwen die in het kader van een transitie tussen huurders voor beperkte tijd leegstaan en de onroerende goederen voor projectontwikkeling (hoofdzakelijk onroerende voorheffing) inbegrepen. De kostprijs van de leegstaande goederen bedraagt per 31 maart 2022 0,32 % van de ontvangen huurinkomsten ten opzichte van 1,06% op 31 maart 2021.

Bijlage 9

Beheerskosten vastgoed

Beheerskosten worden opgedeeld in de kosten van het beheer van de portefeuille en de andere.

Beheerskosten vastgoed

Deze kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten van het personeel verantwoordelijk voor deze activiteit, de operationele kosten van de hoofdzetel van de onderneming en erelonen betaald aan derde partijen. De van de huurders ontvangen beheersvergoedingen die gedeeltelijk de beheerskosten van het vastgoed dekken, worden in mindering gebracht.

in € 31.3.2022 31.3.2021
Kantoorkosten -412.393 -202.250
Informatica -380.481 -172.192
Andere -31.911 -30.059
Huisvestingskosten -190.753 -112.352
Erelonen aan derde partijen -8.630 -7.413
Recurrente -8.630 -7.413
Public relations, communicatie en advertenties -43.361 -38.385
Personeelskosten -2.017.297 -1.798.040
Bezoldigingen -1.267.265 -1.103.061
Sociale zekerheid -316.515 -254.306
Pensioenen en collectieve verzekeringen -10.413 -45.680
Andere -423.104 -394.992
Ontvangen Beheersvergoedingen 3.550.261 3.515.557
Afschrijvingskosten op kantoormeubilair, informatica-uitrusting & software -94.936 -98.985
Totaal beheerskosten vastgoed 782.892 1.258.133

De personeelskosten vormen de hoofdzaak van de beheerskosten.Onderstaande tabel geeft een overzicht van de personeelsbezetting in FTE

31.3.2022 31.3.2021
Vastgoedafdeling 18,00 14,64
Totaal 31,00 26,70
Gemiddeld 29,20 25,90

Bijlage 10

TOTAAL VASTGOEDKOSTEN(1) -4.086.608 -1.424.932
Totaal andere vastgoedkosten -409.464 -732
Overige andere vastgoedkosten -409.464 -732
in € 31.3.2022 31.3.2021
Andere vastgoedkosten

(1) Totaal Vastgoedkosten = totaal technische kosten+totaal commerciële kosten + totaal kosten en taksen van niet verhuurd gebouwen + totaal beheerskosten vastgoed + totaal andere vastgoedkosten

Bijlage 11

Algemene kosten van de vennootschap

De algemene kosten van de vennootschap dekken de vaste bedrijfskosten van de onderneming die actief is als een juridische beursgenoteerde entiteit en die geniet van het GVV-statuut. Deze kosten worden opgelopen om transparante financiële informatie te verschaffen, economisch vergelijkbaar te zijn met andere types van investeringen en om aan beleggers de mogelijkheid te bieden om op een liquide manier onrechtstreeks deel te nemen aan een gediversifieerde vastgoedbelegging. Een deel van de kosten die gemaakt worden in het kader van de strategische groei van de onderneming vallen tevens onder deze categorie.

in € 31.3.2022 31.3.2021
Kantoorkosten -488.429 -248.599
Informatica -362.574 -175.786
Informatica - afschrijvingen -93.902 -42.421
Andere -31.954 -30.392
Huisvestingskosten -127.723 -168.711
Erelonen aan derde partijen -292.361 -675.909
Recurrente -117.464 -180.176
Revisoren -103.445 -168.192
Andere -14.018 -11.984
Niet recurrente -174.997 -491.564
Advocaten -100.083 -352.585
Notariskosten -577 -155
Consultants -74.337 -138.825
Fusies en overnames (andere dan bedrijfscombinaties) 100 -4.168
Public relations, communicatie en advertenties -139.039 -126.469
Personeelskosten -2.289.207 -2.380.931
Vergoeding bedrijfsleiding -854.665 -1.111.874
Bezoldigingen -713.290 -700.214
Sociale zekerheid -178.289 -154.579
Pensioenen en collectieve verzekeringen 16.222 -3.913
Andere -559.185 -410.351
Bestuurdersvergoedingen -141.060 -100.500
Taksen en wettelijke kosten -1.434.260 -1.527.823
Totaal algemene kosten -4.912.078 -5.228.942

Bijlage 12

Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen
in € 31.3.2022 31.3.2021
Boekwaarde van de verkochte onroerende goederen 18.562.688 28.232.925
Netto verkoopprijs vastgoedbeleggingen (verkoopprijs-transactiekosten) 19.299.930 28.225.867
Totaal winst- of verlies op verkopen van vastgoedbeleggingen 737.242 -7.058

Het voorbije boekjaar werden 11 winkelpanden, 2 gronden en 11 grondaandelen in een appartementsontwikkeling verkocht voor een nettoverkoopprijs van 19,30 mio EUR.

Bijlage 13

Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
in €
31.3.2022 31.3.2021
Positieve variatie op vastgoedbeleggingen 2.708.375 4.867.852
Negatieve variatie op vastgoedbeleggingen -2.288.812 -4.668.756
Totaal variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en projectontwikkelingen 419.563 199.096

De positieve variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen is te verklaren door indexaties, huurhernieuwingen en de verscherping van een aantal yields.

Bijlage 14

Financiële opbrengsten
in € 31.3.2022 31.3.2021
Geïnde intresten en dividenden 9.939.852 10.224.245
Andere 196.569 211.986
Totaal financiële opbrengsten 10.136.421 10.436.231

Bijlage 15

Intrestkosten
in € 31.3.2022 31.3.2021
Interestkost -18.630.628 -20.741.639
Interesten bevat in de kost van de betrokken activa (1) 961 128.967
Totaal interestkosten -18.629.667 -20.612.672

(1) Geactiveerde intercalaire interesten m.b.t. onroerende goederen die het voorwerp zijn van projectontwikkelingen De interesten worden geactiveerd aan een interestvoet van 2,08%.

De gewogen gemiddelde intrestvoet bedraagt 1,95% per 31.03.2022 en 2,08% per 31.03.2021. De vennootschap heeft bijna al haar kredieten afgesloten als investeringskredieten met vaste rentevoet of als langlopende kredieten met variabele rentevoet waarop, mits een SWAP-overeenkomst een vaste intrestvoet werd bedongen.

Bijlage 16 A

31.3.2022 31.3.2021
-51.213 -60.310
-51.213 -60.310

Bijlage 16 B

Variatie in de reële waade van financiële activa en passiva
in €
Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten 34.473.639 2.673.631
Totaal Variatie in de reële waarde van financiële activa en passiva 34.473.639 2.673.631

Bijlage 16 c

Aandeel in het resultaat van de deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode
in €
Aandeel in het resultaat van de deelnemingen verwerkt via de
vermogensmutatiemethode (1) 40.913.670 11.590.351
Totaal aandeel in het resultaat van de deelnemingen verwerkt via de
vermogensmutatiemethode 40.913.670 11.590.351

(1) Herwaarderingen van de investeringen in dochterondernemingen, joint ventures en andere deelnemingen worden in de GVV berekend als het deel van het eigen vermogen van deze investeringen waarbij het eigen vermogen geherwaardeerd wordt volgens dezelfde waarderingsregels als deze van de GVV (ondermeer vastgoedbeleggingen en derivaten aan fair value, uitgestelde belastingen op de zogenaamde "timing differences"). Deze methode strookt met de equity methode volgens IAS 28. De facto kunnen we dus besluiten dat Retail Estates de equity methode toepast, ongeacht of er in de waarderingsregels referentie gemaakt wordt naar IFRS 9 (voorheen IAS 39) voor wat betreft de herwaardering van de participaties in vastgoedvennootschappen.

Bijlage 17

Vennootschapsbelasting
in €
31.3.2022 31.3.2021
Onderneming -110.587 224.652
1. Vennootschapsbelasting -110.587 236.792
Belasting aan het normaal tarief -110.750 -48.588
Correctie van vorig boekjaar 163 285.380
2. Belasting aan het exittaks-tarief -12.140
Totaal vennootschapsbelasting -110.587 224.652

Een GVV is enkel onderworpen aan de vennootschapsbelasting voor wat betreft verworpen uitgaven en abnormale goedgunstige voordelen.

Bijlage 18

Aantal aandelen en winst per aandeel 31.3.2022 31.3.2021
Bewegingen van het aantal aandelen Aantal Aantal
aandelen aandelen
Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar 12.665.763 12.630.414
Aantal aandelen per einde van het boekjaar 13.226.452 12.665.763
Aantal dividendgerechtigde aandelen (gewogen gemiddelde) 13.226.452 12.665.763
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van de winst per aandeel 12.893.111 12.652.011

Kapitaalverhoging door inbreng in natura

Op 14 oktober 2021 werden 560.689 nieuwe aandelen uitgegeven aan een uitgiteprijs van 63,95 EUR. De kapitaalverhoging betreft een inbreng in natura ten bedrage ten bedrage van 35.856.125,00 EUR door de vennootschap De Vleterbeek NV. De nieuwe aandelen delen in de winst vanaf 1 april 2021.

Ingevolge deze kapitaalverhoging bedroeg het totale kapitaal van Retail Estates nv op 31 maart 2022 297.600.322,91EUR vertegenwoordigd door 13.226.452 volledig volgestorte gewone aandelen.

Bijlage 19

Berekening van de uitkeerbare winst

Nettoresultaat
131.428.920 60.986.082
+ Afschrijvingen 571.295 378.184
+ Waardeverminderingen 710.727 3.014.012
- Terugneming van waardeverminderingen -575.195 -1.127.705
- Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren
+/- Andere niet-monetaire bestanddelen -34.473.639 4.238.158
'+/- Aandeel in het niet uitkeerbaare resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode -21.898.002 -2.673.631
+/- Resultaat op verkoop van vastgoedbeleggingen -737.242 7.058
+/- Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en vaste activa in aanbouw 1.021.353 558.570
Gecorrigeerd resultaat (A) 76.048.217 65.380.728
+/- Gedurende het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoed
- Gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte
737.242
uitkering
onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar -737.242
+ Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet
werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar
Netto-meerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B)
Netto vermindering schuldenlast
Uitkeerbaar resultaat 76.048.217 65.380.728

Het netto bedrijfsresultaat dient geen verdere aanpassing te ondergaan voor eventuele niet-vrijgestelde meerwaarden op verkopen van vastgoedbeleggingen.

Van dit nettobedrijfsresultaat, verminderd met de netto-vermindering tijdens het boekjaar van de schuldenlast, dient 80 % verplicht uitgekeerd te worden, zoals berekend in overeenstemming met artikel 13 van het GVV-K.B..

* de berekeningswijze van de herwaardering deelnemingen werd gewijzigd tov vorig boekjaar: Het operationeel resultaat van de dochterondernemingen die voor 100% worden aangehouden mag worden toegevoegd aan de uitkeerbare elementen

Bijlage 20

Berekening van de pay-out ratio

(in €)

31.3.2022 31.3.2021
Gewone netto winst (1) 131.428.920 60.986.082
Verwaterde netto winst (2) 131.428.920 60.986.082
Uitkeerbare winst (3) 76.048.217 65.380.728
Minimum uit te keren winst (4) 60.838.573 52.304.582
4. Voorgesteld dividend 60.841.679,2 56.994.933,5
in €
Pay-out ratio 80,00% 87,18%

(1) De gewone winst is het netto resultaat zoals in de winst- en verliesrekening gepubliceerd

(2) Verwaterde winst per aandeel is het nettoresultaat zoals in de winst- en verliesrekening gepubliceerd,

gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal verwaterde aandelen.

(3) De uitkeerbare winst is het bedrag vatbaar voor maximale uitkering

(4) Een GVV moet minstens 80% van zijn winst van het boekjaar uitkeren. Retail Estates nv keert een dividend uit van 60,84mio EUR d.i. 80% van het netto bedrijfsresultaat

Bijlage 21

Vaste activa -exclusief vastgoedbeleggingen

in €

Investerings- en afschrijvingstabel Immateriële activa Andere materiële vaste activa
31.3.2022 31.3.2021 31.3.2022 31.3.2021
Aanschaffingswaarde
Saldo per einde van het vorige boekjaar
Aanschaffingen
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)
Overboekingen van (naar) andere posten
Verwerving dmv fusies
Saldo per einde van het boekjaar
2.590.384
2.962.645
-286.765
5.266.264
2.093.605
496.778
2.590.384
7.472.774
502.421
-388.117
-152.907
7.434.171
7.521.421
191.671
-240.318
7.472.774
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen
Saldo per einde van het vorige boekjaar
Saldo overgenomen vennootschappen
1.039.175 955.271 1.171.722 1.101.145
Afschrijvingen (1)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)
Overboekingen van (naar) andere posten
Verwerving dmv fusies
210.050
-13.138
83.904 344.553
-368.726
-43.183
294.280
-223.703
Saldo per einde van het boekjaar 1.236.087 1.039.175 1.104.366 1.171.722
Netto boekwaarde 4.030.177 1.551.209 6.329.805 6.301.052

(1) Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa worden in de resultatenrekening opgenomen in de posten 'beheerskosten van het vastgoed' . De afschrijvingen mbt auto's worden opgenomen onder de personeelskosten.

Bijlage 22

Vastgoedbeleggingen en activa bestemd voor verkoop

Activa aangehouden voor
Vastgoedbeleggingen verkoop TOTAAL
Investerings- en herwaarderingstabel
in € 31.3.2022 31.3.2021 31.3.2022 31.3.2021 31.3.2022 31.3.2021
Saldo per einde van het vorige boekjaar 1.123.089.235 1.127.031.597 341.073 1.790.617 1.123.430.308 1.128.822.214
Aankoop en inbreng
vastgoedbeleggingen 43.539.021 2.652.940 1.832.407 45.371.427 2.652.940
Investeringen die resulteren uit
latere uitgaven opgenomen in de
boekwaarde van het actief 2.086.347 1.454.372 2.086.347 1.454.372
Geactiveerde financieringskosten -961 128.967 -961 128.967
Verkoop vastgoedbeleggingen -9.810.488 -24.205.815 -8.774.046 -4.020.052 -18.584.535 -28.225.867
Overdracht naar activa aangehouden
voor verkoop -7.451.117 -3.260.123 7.451.117 3.260.123
Andere overdrachten 2.391.782 1.692.558 -690.116 2.391.782 1.002.442
Verwerving dmv fusies 5.510.078 5.510.078
Verwerving vaste activa in aanbouw 1.445.698 11.886.066 1.445.698 11.886.066
Oplevering vaste activa in aanbouw
naar portefeuille 24.118.373 12.654.748 24.118.373 12.654.748
Overdracht vaste activa in aanbouw
naar portefeuille -24.118.373 -12.654.748 -24.118.373 -12.654.748
Variatie in de reële waarde (+/-) 554.808 198.595 803 501 555.611 199.096
Saldo per einde van het boekjaar 1.155.844.324 1.123.089.235 851.354 341.073 1.156.695.678 1.123.430.308
Investeringswaarde van het vastgoed 1.186.063.102 1.152.383.174 861.524 349.600 1.186.924.626 1.152.732.774

(1) Dit bedrag omvat eveneens de projectontwikkelingen (conform IFRS40 opgenomen onder de vastgoedbeleggingen) voor een bedrag van 14,01 mio EUR per 31 maart 2022 en 38,82 mio EUR per 31 maart 2021.

Bijlage 22

Vastgoedbeleggingen en activa bestemd voor verkoop

Vastgoedbeleggingen worden geboekt tegen reële waarde, gebruik makend van het model van reële waarde overeenkomstig de norm IAS 40. Deze reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden verhandeld tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen die in normale mededingingsomstandigheden handelen. Het werd bepaald door de onafhankelijke deskundigen in 2 fases.

In een eerste fase bepalen de deskundigen de investeringswaarde van elke eigendom, op basis van de verdisconteerde waarde van de toekomstige netto huurinkomsten.

Het gebruikte discontotarief hangt voornamelijk af van de in de vastgoedinvesteringsmarkt waargenomen discontotarieven die rekening houden met de locatie van het goed, de kwaliteit van de gebouwen en van huurder op de datum van de waardering. De toekomstige huurgelden komen neer op de contractuele huurinkomsten over de periode van de geldende huurovereenkomst en aanvaardbare en redelijke hypotheses wat betreft de huurinkomsten van toekomstige huurovereenkomsten, in het licht van de huidige voorwaarden. Deze waarde stemt overeen met de prijs die een derde partij investeerder (of hypothetische koper) zou betalen om het goed te verwerven met als doel te genieten van de huurinkomsten en een rendement op zijn investering te genereren.

In een tweede fase hebben de deskundigen van de investeringswaarde van de vastgoedportfolio een geschat bedrag voor overdrachtstaksen (registratietaksen en/of meerwaarde taksen) ingehouden die de koper of verkoper moet betalen om een eigendomsoverdracht te kunnen uitvoeren. De investeringswaarde min de geschatte overdrachtstaksen wordt dan de reële waarde volgens de betekenis van de IAS 40 norm.

In België is de overdracht van eigendom van een vastgoed onderworpen aan overdrachtstaksen. Het bedrag van deze taksen is afhankelijk van de overdrachtsmethode, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het goed. De eerste 2 elementen, en bijgevolg het totale bedrag van de te betalen taksen, zijn dus slechts gekend eens de eigendomsoverdracht werd voltooid.

De waaier aan vastgoedoverdrachtmogelijkheden en hun overeenstemmende taksen zijn de volgende:

  • § verkoopsovereenkomsten voor onroerende goederen: 12,5% voor goederen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Waals Gewest, 12% voor goederen gelegen in het Vlaams Gewest;
  • § verkoop van onroerende goederen onder het makelaarsregime: 4,0 tot 8,0% volgens de Gewesten;
  • § erfpachtovereenkomsten voor onroerende goederen (tot 50 jaar voor het opstalrecht en tot 99 jaar voor het erfpachtrecht): 2%;
  • § verkoopsovereenkomsten voor onroerende goederen waarbij de koper een instantie van publiek recht is (bvb. Een entiteit van de Europese Unie, van de Federale Regering, van een regionale regering

of van een buitenlandse regering): vrijstelling van rechten

  • § inbreng in natura van onroerende goederen tegen uitgifte van nieuwe aandelen ten voordele van de inbrenger: vrijstelling van rechten;
  • § verkoopsovereenkomst voor aandelen van een vastgoedonderneming: afwezigheid van rechten;
  • § fusie, splitsing en andere reorganisaties van vennootschappen: afwezigheid van rechten; enz.

Hierdoor varieert het effectieve percentage van de registratietaksen van 0 tot 12,5%, waarbij het onmogelijk is te voorspellen welk percentage van toepassing is bij de overdracht van een gegeven Belgisch vastgoed vooraleer de overdracht werkelijk plaats vond.

In januari 2006 werd aan alle deskundigen die betrokken zijn bij de waardebepaling van de Belgische GVV's gevraagd om een gewogen gemiddeld percentage van de effectieve taksen voor de vastgoedportefeuilles van GVV's te bepalen. Voor transacties van eigendommen met een waarde van meer dan 2,50 mio EUR en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht (zie hierboven), hebben de deskundigen op basis van een representatief staal van 220 markttransacties die plaatsvonden tussen 2003 en 2005 voor een totaalbedrag van 6 miljard EUR, de gewogen gemiddelde taksen berekend op 2,50%. Wat betreft de transacties van gebouwen waarvan de totale waarde kleiner is dan 2,50 mio EUR, wordt er rekening gehouden met overdrachtsrechten van 12% tot 12,50% volgens het gewest waarin de gebouwen gelegen zijn. Er werd beslist om dit percentage te herzien indien nodig, per schijf van 0,5%. Gedurende 2016 werd een update van deze berekening uitgevoerd volgens de methodolgie die werd toegepast in 2006 op basis van een staal van 305 grote of institutionele transacties (drempel 2,5 mio EUR) die plaatsvonden tusssen 2013 en kwartaal 1 van 2016 (dit is 70% of 8,18 miljard van het geschat totaal aantal investeringstransacties gedurende deze periode). De experten concludeerden dat de drempel van 0,5% niet werd overschreden. Bijgevolg werd het gewogen gemiddelde van 2,5% behouden. Dit percentage zal om de 5 jaar of bij een significante verandering in de fiscale context geherevalueerd worden.

Retail Estates nv beschouwt zijn vastgoedportefeuille als een geheel dat als een geheel of als een beperkt aantal grotere delen kan vervreemd worden. Retail Estates beheert zijn vastgoed zoveel mogelijk op portefeuilleniveau ("retailcluster en retailparken", zie beheersverslag en hoofdstuk 'overzicht portefeuille' in het vastgoedverslag voor een overzicht van de clusters). Daarom wordt de reële waarde bepaald door 2,5% af te trekken van de waarde van de objecten (conform de waardering aan "reële waarde" van zijn vastgoedschatters Cushman & Wakefield, CBRE en Stadim). In overeenstemming met haar strategie heeft Retail Estates in principe niet de intentie om individuele eigendommen binnen de clusters met een investeringswaarde van minder dan 2,50 mio EUR te verkopen.

Bijlage 22

Vastgoedbeleggingen en activa bestemd voor verkoop

Toelichting IFRS 13

IFRS 13 heeft een uniform raamwerk geïntroduceerd voor waardering tegen reële waarde en informatieverschaffing over waardering tegen reële waarde waar deze waarderingsgrondslag op grond van andere IFRS-standaarden verplicht of toegestaan is. Daarbij wordt de reële waarde specifiek gedefinieerd als de prijs die zou worden ontvangen bij de verkoop van een actief of die betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een orderlijke transactie tussen marktpartijen op waarderingsdatum.

Waardering van vastgoedbeleggingen

  • Vastgoedbeleggingen worden opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde is vastgesteld op basis van één van de volgende niveaus van de IFRS 13-hiërarchie:
  • Niveau 1: waardering op basis van genoteerde marktprijzen in actieve markten
  • Niveau 2: waardering gebaseerd op direct of indirect (extern) observeerbare informatie
  • Niveau 3: waardering geheel of gedeeltelijk op niet (extern) observeerbare informatie
  • Vastgoedbeleggingen zijn volgens de classificatie van IFRS 13 van niveau 3.
  • Vastgoedbeleggingen worden in de boekhouding opgenomen op basis van schattingsverslagen opgesteld door onafhankelijke en deskundige vastgoedschatters. Deze verslagen zijn gebaseerd op:
  • Informatie die door de GVV aangeleverd wordt, zoals lopende huren, termijnen en voorwaarden van huurovereenkomsten, eventuele huurkortingen, investeringen, enz. Deze informatie is afkomstig van het financieel- en beheersysteem van de GVV en is onderworpen aan het algemeen geldende controlesysteem van de vennootschap.
  • Door de vastgoeddeskundigen gehanteerde assumpties en waarderingsmodellen. De assumpties hebben voornamelijk betrekking op de marktsituatie, zoals rendementen en discontovoeten. Ze zijn gebaseerd op hun professionele beoordeling en waarneming van de markt.

De methodes die gebruikt werden zijn de volgende:

De investeringswaarde wordt ofwel berekend op basis van een kapitalisatie met een BAR (Bruto Aanvangs Rendement) van de thans contractueel verschuldigde basisjaarhuur, rekening houdend met eventuele correcties zoals geschatte markthuurwaarde, leegstand, step-rents, huurvrije periodes, enz. Het BAR is afhankelijk van de gangbare rendementen op de investeringsmarkt, rekening houdend met de ligging, de geschiktheid van de site, de kwaliteit van de huurders en het gebouw op het ogenblik van de waardering.

Bij panden waarbij de eigendomsrechten zijn opgesplitst in enerzijds de naakte eigendom en anderzijds de opstalrechten of erfpachtrechten wordt de waarde van de opstalrechten of erfpachtrechten bepaald door de actualisering (Discounted Cash Flow) van de netto huurinkomsten, dus na aftrek van de verschuldigde opstalvergoedingen of erfpachtvergoedingen, en dit voor de periode tot het einde van deze erfpacht- op opstalovereenkomst.De waarde van de naakte eigendom wordt bepaald door de actualisering (Discounted Cash Flow) van de periodieke opstalvergoedingen of erfpachtvergoedingen tot op datum van de vervaldag van deze overeenkomst.

De informatie die ter beschikking gesteld wordt van de vastgoeddeskundigen, alsook de assumpties en de waarderingsmodellen worden nagekeken door de controller van de vennootschap, alsook door het management van de GVV. Elk kwartaal worden alle materiële verschillen (positief en negatief) in absolute en relatieve termen (versus vorig kwartaal en vorig jaar) vergeleken en geanalyseerd. Op basis hiervan volgt een bespreking van het management met de vastgoeddeskundige die tot doelstelling heeft alle data met betrekking tot de verschillende sites accuraat en volledig te reflecteren in de schattingen.

Sensitiviteit van waarderingen

De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de significant niet-observeerbare inputs gebruikt in de bepaling van de reële waarde van de objecten geclassificeerd in niveau 3 volgens de IFRS 100 bps geeft aanleiding tot een daling van de reële waarde van de portefeuille met 152,08 mio EUR. Een daling van de yield met 100 bps leidt tot een stijging van de reële waarde van de portefeuille met 206,40 mio EUR.

Bijlage 23

Financiële vaste activa

in €

31.3.2022 31.3.2021
Vastgoedcertificaat Distri-Invest
Financiële derivaten 11.119.659
Deelnemingen 351.506.493 323.736.376
Vordering op geconsolideerde ondernemingen 272.432.500 281.307.500
Totaal financiële vaste activa 635.058.652 605.043.876

Gedurende het boekjaar 2021-2022 werd er 1 nieuwe Belgische vennootschap opgericht.

Volgende dochtervennootschappen vallen in de consolidatieperimeter van Retail Estates:

Retail Warehousing Invest nv 100,00%
Finsbury Properties nv 100,00%
Inducom nv 100,00%
Retail Estates Nederland nv 100,00%
Cruquius Invest nv 100,00%
Spijkenisse Invest nv 100,00%
Heerlen I Invest nv 100,00%
Heerlen II Invest nv 100,00%
Retail Estates Middelburg nv 100,00%
Breda I Invest nv 100,00%
Breda II Invest nv 100,00%
Naaldwijk Invest nv 100,00%
Zaandam Invest nv 100,00%
Osbroek Invest nv 100,00%
REGREEN nv 100,00%
Veilinghof 't Sas 26,19%

De financiële activa bevatten "Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening". Deze worden initieel aan reële waarde en transactiekosten gewaardeerd en vervolgens aan reële waarde waarbij de de herwaardering in winst- en verliesrekening wordt geboekt.

Bijlage 24 31.3.2022 31.3.2021
Handelsvorderingen en andere vaste activa
in € 31.3.2022 31.3.2021
Borgtochten betaald in geldmiddelen 2.176 2.176
Vordering financiële leasing 1.030.000 1.030.000
Totaal handelsvorderingen en andere vaste activa 1.032.176 1.032.176

Vlottende activa

Bijlage 25

in euro 31.3.2022 31.3.2021 Activa bestemd voor verkoop 851.354 341.073 Totaal activa aangehouden voor verkoop 851.354 1.790.617 Vaste activa of groep van vaste activa aangehouden voor verkoop

De activa aangehouden voor verkoop betreft activa waarvan een compromis werd getekend, maar waarvoor de akte nog niet werd verleden. Deze activa worden normaal gezien binnen het jaar verkocht. Er worden geen minderwaarden verwacht op deze activa naar aanleiding van de verkoop.

Op 31 maart 2022 betreffen deze activa 1winkelpand en grondaandelen in een appartementsontwikkeling waarvoor Retail estates een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten met een vastgoedpromotor.

Bijlage 26

Handelsvorderingen en dubieuze debiteuren

Handelsvorderingen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Handelsvorderingen 4.347.185 3.865.629
Op te stellen facturen 263.517 451.830
Waardeverminderingen op handelsvorderingen -3.524.620 -3.389.088
Coupon vastgoedcertificaten
Distri-Land 229.650 225.000
Overige 478 423
Totaal handelsvorderingen 1.316.210 1.153.793

Rekening houdend met de verkregen waarborgen - zowel huurwaarborgen als de bankgaranties - is het kredietrisico op de handelsvorderingen op 31/03/2022 beperkt tot 0 mio EUR (na aftrek van de dubieuze debiteuren).

Waardeverminderingen op dubieuze debiteuren - mutatietabel
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Per einde van het vorige boekjaar -3.389.088 -1.392.420
Uit overgenomen vennootschappen
Toevoegingen -710.727 -3.014.012
Terugnames 538.329 1.127.705
Uitgeboekt wegens definitief oninbaar 36.867 -110.360
Per einde van het boekjaar -3.524.620 -3.389.088

Voor het aanleggen van de provisie dubieuze debiteuren wordt als volgt te werk gegaan: De lijst van achterstallige huurgelden wordt intern van kortbij opgevolgd. Op basis van een inschatting van het management, of wanneer er duidelijke aanwijsbare redenen zijn dat de vordering niet meer kan geïnd worden, wordt een provisie aangelegd.

De provisie dubieuze debiteuren is gestegen met 136KEUR (4%) in vergelijking met het vorige boekjaar, de handelsvorderingen zijn met 482 KEUR (12,5%) gestegen in vergelijking met het vorige boekjaar.

Handelsvorderingen zijn contant betaalbaar. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de ouderdomsstructuur van de vorderingen.

31.3.2022 31.3.2021
Vervallen < 30 dagen 956.606 57.095
Vervallen 30-90 dagen 38.690 2.043.837
Vervallen > 90 dagen 3.351.890 726.586

Bijlage 27

Belastingsvorderingen en andere vlottende activa
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Terug te vorderen BTW 61.662
Terug te vorderen vennootschapsbelasting 97.834 105.963
Vorderingen op verbonden ondernemingen 1.525.881 685.036
Overige 1.799.460 12.904.992
Totaal belastingsvorderingen en andere vlottende activa 3.484.836 13.695.991

Er is een stijging van de intercompany vorderingen ten opzichte van vorig jaar, anderzijds zijn de overige vorderingen gedaald door de inning van de openstaande vordering met betrekking tot de verkoop van het logistiek centrum in Erembodegem op 31 maart 2021. De akte werd verleden op 18 mei 2021.

Bijlage 28

Kas en kasequivalenten
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Banken 894.711 2.149.409
Totaal kas en kasequivalenten 894.711 2.149.409
Bijlage 29
Overlopende rekeningen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Overige over te dragen kosten 1.725.912 1.545.697
Overige Verkregen opbrengsten 22.310 59.327
Totaal overlopende rekeningen actief 1.748.222 1.605.025
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA 8.295.334 18.945.291

Kapitaal

Bijlage 30

Eigen vermogen

Evolutie van het kapitaal Kapitaalbeweging Totaal uitstaand
kapitaal na de
verrichting
Aantal gecreëerde
aandelen
Totaal aantal
aandelen
Datum Verrichting (in duizenden €) (in duizenden €)
12/07/1988 Oprichting - 74 3.000 3.000
27/03/1998 IPO en 1e notering op Euronext Brussel 20.563 20.637 1.173.212 1.176.212
30/04/1999 Aanzuivering van overgedragen verliezen -5.131 15.505 - 1.176.212
30/04/1999 Fusie door overneming 1.385 16.891 283.582 1.459.794
30/04/1999 Aanzuivering van overgedragen verliezen -2.267 14.624 - 1.459.794
30/04/1999 Incorporatie verlies -174 14.451 - 1.459.794
30/04/1999 Incorporatie uitgiftepremie & herwaarderingsmeerwaarde 4.793 19.244 - 1.459.794
30/04/1999 Storting in speciën 10.854 30.098 823.348 2.283.142
1/07/2003 Storting in speciën 12.039 42.137 913.256 3.196.398
31/12/2003 Openbaar bod op vastgoedcertificaten Distri-Land 4.907 47.043 372.216 3.568.614
5/11/2004 Gedeeltelijke incorporatie emissiepremie 33.250 80.294 - 3.568.614
5/11/2004 Vernietiging 20 aandelen aan toonder -1 80.293 -20 3.568.594
10/08/2005 Fusie door absorptie 1 80.294 130 3.568.724
21/11/2006 Fusie door absorptie 10 80.303 228 3.568.952
30/11/2007 Inbreng in natura in het kader van een partiële splitsing 3.804 84.107 169.047 3.737.999
30/06/2008 Inbreng in natura in het kader van een partiële splitsing 1.882 85.989 83.632 3.821.631
5/09/2008 Inbreng in natura 534 86.523 23.750 3.845.381
30/04/2009 Inbreng in natura 5.625 92.148 250.000 4.095.381
24/11/2009 Inbreng in natura in het kader van een partiële splitsing 6.944 99.092 308.623 4.404.004
5/02/2010 Inbreng in natura 4.380 103.472 194.664 4.598.668
31/03/2010 Inbreng in natura in het kader van een partiële splitsing 910 104.382 40.459 4.639.127
05/05/2010 Inbreng in natura 3.288 107.671 146.135 4.785.262
21/06/2010 Inbreng in natura 2.662 110.332 118.293 4.903.555
30/11/2010 Inbreng in natura 2.212 112.544 98.301 5.001.856
30/11/2010 Inbreng in natura 1.280 113.824 56.872 5.058.728
30/11/2010 Inbreng in natura 66 113.890 2.935 5.061.663
16/06/2011 Inbreng in natura 1.989 115.879 88.397 5.150.060
27/06/2011 Inbreng in natura 5.520 121.399 245.348 5.395.408
30/03/2012 Inbreng in natura in het kader van een partiële splitsing 937 122.336 41.666 5.437.074
04/07/2012 Inbreng in natura 4.694 127.030 208.607 5.645.681
27/07/212 Inbreng in natura - keuzedividend 3.768 130.798 167.441 5.813.122
28/06/2013 Inbreng in natura 540 131.338 24.009 5.837.131
28/06/2013 Kapitaalverhoging in cash 32.699 164.037 1.453.280 7.290.411
28/11/2014 Inbreng in natura 6.054 170.091 269.062 7.559.473
28/05/2015 Kapitaalverhoging in cash 28.345 198.436 1.259.740 8.819.213
29/01/2016 Inbreng in natura 1.060 199.496 47.107 8.866.320
14/12/2016 Inbreng in natura 2.604 202.100 115.735 8.982.055
14/12/2016 Inbreng in natura 588 202.688 26.153 9.008.208
05/04/2017 Inbreng in natura 3.924 206.612 174.404 9.182.612
29/06/2017 Inbreng in natura 4.500 211.112 200.000 9.382.612
29/03/2018 Inbreng in natura 1.890 213.002 83.973 9.466.585
29/03/2018 Inbreng in natura 519 213.521 23.076 9.489.661
27/04/2018 Kapitaalverhoging in cash 42.704 256.225 1.897.932 11.387.593
26/09/2018 Inbreng in natura 788 257.013 35.000 11.422.593
01/04/2019 Inbreng in natura 900 257.913 40.000 11.462.593
01/04/2019 Inbreng in natura 630 258.543 28.000 11.490.593
24/06/2019 Inbreng in natura - keuzedividend 7.584 266.127 337.063 11.827.656
26/06/2019 Inbreng in natura 16.875 283.002 750.000 12.577.656
22/07/2019 Inbreng in natura 1.187 284.189 52.758 12.630.414
20/08/2020 Inbreng in natura - keuzedividend 795 284.985 35.349 12.665.763
14/10/2021 Inbreng in natura 12.616 297.600 560.869 13.226.632

Het kapitaal bedraagt per 31 maart 2022 289.212.959 EUR en wordt vertegenwoordigd door 13.226.632 aandelen. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen vertegenwoordigt 1 stem op de algemene vergadering en deze aandelen vertegenwoordigen de noemer voor de kennisgeving in het kader van de transparantiemeldingen.

Het verschil tussen het kapitaal zoals hierboven vermeld en het kapitaal dat wordt opgenomen in de enkelvoudige balans wordt veroorzaakt door de kosten van kapitaalverhoging die in mindering werden gebracht in de enkelvoudige balans.

Het kapitaal is volledig volgestort.

We verwijzen naar artikel 6 van de statuten van Retail Estates nv, opgenomen in het hoofdstuk "Permanent document" verder in dit verslag

Bijlage 31

Uitgiftepremies
in euro
Evolutie uitgiftepremies Uitgiftepremie
Datum Verrichting 31.3.2022
Vorig Boekjaar 316.792.188
30/09/2021 Overboeking kosten kapitaalverhoging naar "beschikbare reserves - uitgiftepremies" -1.382.132

Totaal Uitgiftepremies 315.410.056

Bijlage 32
Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Saldo per einde van het vorige boekjaar -28.607.211 -28.632.222
Mutatie gedurende het boekjaar -1.326.046 54.636
Toename als gevolg van fusies 0 -29.626
Totaal impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen -29.933.257 -28.607.211

Langlopende verplichtingen (1)

Bijlage 34

Andere langlopende verplichtingen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Waarborgen ontvangen in geldmiddelen
Financiële derivaten (zie bijlage 40) 0 25.215.806
Overige langlopende verplichtingen 177.000 183.000
Totaal andere langlopende verplichtingen 177.000 25.398.806
TOTAAL LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN 177.000 25.398.806

die in bijlage 38 beschreven zijn. (1) Het betreft alle langlopende verplichtingen behalve de langlopende financiële verplichtingen

TOELICHTING KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN (1)

Bijlage 35

Handelsschulden en andere kortlopende schulden
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Handelsschulden -71.491 495.955
Te ontvangen facturen 9.674.833 11.505.085
Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 638.680 1.340.478
Schulden op minder dan één jaar ten opzichte van verbonden partijen 18.066.052 20.272.618
Andere kortlopende schulden 15.798 110.959
Exit Taks 8.462
Totaal handelsschulden en andere kortlopende schulden 28.323.872 33.733.557
Bijlage 36
Andere kortlopende verplichtingen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Te betalen dividenden 1.508 1.176
Overige 1.345.470 325.495
Totaal andere kortlopende verplichtingen 1.346.979 326.671
Bijlage 37
Overlopende rekeningen
in euro 31.3.2022 31.3.2021
Overige toe te rekenen kosten 2.795.976 3.632.174
Over te dragen opbrengsten (doorfacturatie) 2.055.798 2.095.404
Totaal overlopende rekeningen 4.851.774 5.727.578
TOTAAL KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN (1) 34.522.625 39.787.805

die in bijlage 38 beschreven zijn. (1) Het betreft alle kortlopende verplichtingen behalve de kortlopende financiële verplichtingen

Bijlage 38/39

Langlopende en kortlopende financiële schulden

Opdeling volgens de contractuele vervaldagen van de kredietlijnen

in €
31.3.2022 31.3.2021
Langlopende
Bilaterale leningen - variabele of vaste rente 574.344.115 577.073.990
Andere langlopende financiële verplichtingen 175.229.040 175.086.923
Subtotaal 749.573.155 752.160.913
Kortlopende
Bilaterale leningen - variabele of vaste rente 101.729.557 129.680.145
Subtotaal 101.729.557 129.680.145
TOTAAL 851.302.712 881.841.059
Opdeling volgens de maturiteit van de langlopende leningen
in € 31.3.2022 31.3.2021
Tussen 1 en 2 jaar 87.527.615 103.529.713
Tussen 2 en 5 jaar 516.269.884 393.778.397
Meer dan 5 jaar 145.775.656 254.852.803

Opdeling volgens de spreiding tussen de leningen aan een variabele rente / vaste rente in €

31.3.2022 31.3.2021
Leningen aan een variabele rente 457.089.418 456.364.155
Leningen aan een vaste rente 394.213.294 425.476.904

Zonder rekening te houden met de afdekkingsinstrumenten

Retail Estates nv beschikt over de volgende niet gebruikte kredietfaciliteiten:

in € 31.3.2022 31.3.2021
Vervallende binnen het jaar
Vervallende na één jaar
281.962.400 277.562.400

Bijlage 38/39

Totale toekomstige
Inschatting van de toekomstige intrestlasten intrestlast
31.3.2022 31.3.2021
< 1 jaar 17.691.091 18.351.413
1-5 jaar 56.626.036 62.367.362
> 5 jaar 5.568.388 4.827.512
TOTAAL 79.885.515 85.546.287

Bij de inschatting van de toekomstige intrestlasten is rekening gehouden met de schuldpositie per 31 maart 2022 en intrestdekkingen overeenkomstig de contracten die op dat moment lopend zijn. Voor het niet-afgedekte gedeelte van de opgenomen schulden v werd rekening gehouden met de Euriborverwachting op datum van dit verslag + bancaire marge.

Analyse van de intrestlasten - intrestsensitiviteit

De mate waarin Retail Estates nv zich kan financieren heeft een belangrijke impact op de winstgevendheid. Investeren in vastgoed gaat nu eenmaal gepaard met een relatief hoge mate van schuldfinanciering. Om dit risico optimaal in te perken, hanteert Retail Estates nv een erg voorzichtige en conservatieve strategie.

Uit de bovenvermelde info in bijlage 38/39 volgt dat een stijging van de rentevoet geen substantiële impact heeft op het totaal resultaat.

Principieel spreekt Retail Estates nv met haar banken een covenant van 60% af m.b.t. de schuldgraad .

Bijlage 40

Financiële instrumenten

De Groep gebruikt financiële afgeleide producten (interest rate swaps) om zich in te dekken tegen renterisico's afkomstig van operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Afgeleide financiële producten worden initieel aan hun kostprijs erkend en worden geherwaardeerd aan hun reële waarde op de daaropvolgende rapporteringsdatum. De derivaten die door Retail Estates nv momenteel gebruikt worden, kwalificeren slechts in beperkte mate als kasstroomafdekkingstransacties. De wijzigingen in de reële waarde van de derivaten die niet als kasstroomafdekking kwalificeren, worden onmiddellijk in het resultaat opgenomen. Er werd 34,49 mio EUR in het resultaat opgenomen met betrekking tot de financiële instrumenten. Hiervan heeft -0,24 mio EUR betrekking op het lineair afwaarderen van de waarde op 31 december 2015 van de financiële instrumenten die niet langer kwalificeren als kasstroomafdekkingstransacties en 34,47 mio EUR op de variatie in de reële waarde voor de periode 1 april 2021 tot 31 maart 2022. Swaps die kwalificeren als kasstroomafdekking worden direct in het eigen vermogen erkend en niet in de resultatenrekening opgenomen. De interest rate swaps zijn niveau 2-instrumenten.

Reële waarde van de financiële derivaten

in €

31.03.22 Per 31.03.21
Activa Passiva Activa Passiva
Interest Rate Swaps 11.119.659 - - 25.215.806

De reële waarde van de instrumenten wordt uitsluitend bepaald aan de hand van gegevens die observeerbaar zijn voor het instrument (ofwel rechtstreeks ofwel onrechtstreeks), maar die geen genoteerde prijzen zijn in een actieve markt en bijgevolg behoren de IRS-contracten tot het niveau 2 van de fair value-hiërarchie zoals bepaald in IFRS 7.

U vindt hierna het overzicht van de financiële instrumenten op 31 maart 2022:

Samenvatting van financiële
Instrumenten op afsluitdatum 31.03.20
in €
Categorieën Boekwaarde Reële waarde Niveau
I. Vaste activa
Financiële vaste activa C 635.058.651,50 635.058.651,50 2
Handelsvorderingen en andere vaste activa A 1.032.176,05 1.032.176,05 2
II. Vlottende activa
Handelsvorderingen en overige vorderingen A 4.801.046,57 4.801.046,57 2
Geldmidelen en kasequivalenten B 894.710,80 894.710,80 2
Totaal der financiële instrumenten op het actief van de balans 641.786.584,92 641.786.584,92
I. Langlopende verplichtingen
Rentedragende verplichtingen A 758.416.274,87 768.037.633,87 2
Kredietinstellingen 583.187.234,87 587.220.866,87
Obligatieleningen 175.229.040,00 180.816.767,00
Overige langlopende verplichtingen A - - 2
Overige financiële verplichtingen C 177.000,00 177.000,00 2
II. Kortlopende verplichtingen
Rentedragende verplichtingen A 101.729.557,44 101.729.557,44 2
Kortlopende handelsschulden en overige schulden A 28.323.872,45 28.323.872,45 2
Andere kortlopende verplichtingen C 1.346.978,82 1.346.978,82 3
Totaal der financiële instrumenten op het passief van de balans 889.993.683,58 899.615.042,58

De categorieën komen overeen met volgende financiële instrumenten:

A. Financiële activa of passiva (met inbegrip van vorderingen en leningen) tot op de vervaldag gehouden aan de geamortiseerde kostprijs.

B. Geldbeleggingen tot op de vervaldag gehouden aan de geamortiseerde kostprijs.

C. Activa of passiva, gehouden aan reële waarde via de winst- en verliesrekening, behalve voor financiële instrumenten bepaald als indekkingsinstrument.

Het geheel der financiële instrumenten van de Groep, stemt overeen met niveau 2 in de hiërarchie van de reële waarden. De waardering aan reële waarde gebeurt op regelmatige basis.

Niveau 2 in de hiërarchie der reële waarden betreft de overige financiële activa en passiva waarvan de reële waarde gebaseerd is op andere gegevens die, direct of indirect, kunnen vastgesteld worden voor de betrokken activa of passiva.

De waarderingstechnieken betreffende de reële waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:

  • De rubrieken 'overige financiële verplichtingen' en 'financiële vaste activa' betreffen Interest Rate Swaps (IRS) waarvan de reële waarde vastgelegd is met behulp van rentevoeten die van toepassing zijn op actieve markten, over het algemeen aangeleverd door financiële instellingen.
  • De reële waarde van de overige financiële activa en passiva van niveau 2 is nagenoeg gelijk aan hun boekwaarde:
  • * hetzij omdat zij een vervaldag op korte termijn hebben (zoals de handelsvorderingen en –schulden),
  • * hetzij omdat zij een variabele interestvoet dragen.

De reële waarde van de schulden met een vaste rentevoet wordt geraamd aan de hand van een actualisatie van hun toekomstige cashflows rekening houdende met het kredietrisico van de Groep.

Overzicht Swaps:

Notioneel bedrag
Startdatum Einddatum Rentevoet Variabele rentevoet (in duizenden €) Type derivaat Hedge accounting
1 03/2009 12/2023 3,89% Euribor 3 M + 1.374 IRS NEEN
2 07/2016 04/2026 1,26% Euribor 3 M + 26.000 IRS JA
3 03/2018 03/2026 1,10% Euribor 3 M + 20.000 IRS NEEN
4 12/2018 12/2026 1,06% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
5 01/2018 01/2026 0,74% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
6 03/2018 03/2026 0,88% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
7 03/2018 03/2025 0,78% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
8 07/2016 04/2026 -2,25% Euribor 3 M + 26.000 FLOOR JA
9 03/2018 03/2026 0,00% Euribor 3 M + 20.000 FLOOR NEEN
10 12/2018 12/2026 0,00% Euribor 3 M + 25.000 FLOOR NEEN
11 07/2018 01/2023 0,80% Euribor 3 M + 20.000 IRS NEEN
12 09/2018 09/2022 0,91% Euribor 3 M + 21.000 IRS NEEN
13 10/2018 10/2024 1,19% Euribor 3 M + 10.000 IRS NEEN
14 03/2022 03/2024 0,52% Euribor 3 M + 50.000 IRS NEEN
15 10/2023 06/2026 0,68% Euribor 3 M + 50.000 IRS NEEN
16 12/2024 12/2028 0,70% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
17 12/2024 12/2028 0,72% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
18 03/2024 03/2029 0,34% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
19 03/2024 03/2029 0,37% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
20 06/2024 03/2029 0,06% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
21 06/2024 03/2029 0,03% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
22 06/2028 06/2033 0,00% Euribor 3 M + 50.000 IRS NEEN
23 12/2030 12/2033 -0,06% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
24 06/2025 06/2031 0,85% Euribor 3 M + 60.000 IRS NEEN
25 06/2026 06/2030 0,63% Euribor 3 M + 25.000 IRS NEEN
26 06/2026 06/2030 0,83% Euribor 3 M + 14.000 IRS NEEN
27 06/2026 06/2030 0,62% Euribor 3 M + 10.000 IRS NEEN
28 07/2022 07/2027 0,62% Euribor 3 M + 15.000 IRS NEEN
29 06/2026 06/2030 1,21% Euribor 3 M + 30.000 IRS NEEN
30 12/2027 12/2033 0,89% Euribor 3 M + 35.000 IRS NEEN
31 09/2025 12/2022 0,25% Euribor 3 M + 50.000 CAP NEEN
32 12/2020 12/2023 0,25% Euribor 3 M + 50.000 CAP NEEN
33 12/2022 03/2025 0,25% Euribor 3 M + 25.000 CAP NEEN

De financiële vaste activa worden gewaardeerd volgens niveau 3: De reële waarde is niet gebaseerd op gegevens die direct of indirect kunnen vastgesteld worden op basis van externe gegevens.

De belangrijkste parameter voor het bepalen van de waarden van de dochteronderneming is de waarde van het onderliggend vastgoed. Dit vastgoed wordt gewaardeerd aan reële waarde. We verwijzen naar de toelichting volgens IFRS13 in bijlage 22 voor wat betreft de bepaling van de reële waarde en de assumpties met betrekking tot sensitiviteit.

Bijlage 41

Verbonden partijen

De verbonden partijen waarmee de vennootschap handelt zijn haar dochterondernemingen (zie bijlage 23) en haar bestuurders en directieleden.

Bestuurders en directieleden

De vergoeding voor de bestuurders en directieleden is opgenomen in de post "algemene kosten van de vennootschap" (zie bijlage 11):

in € 31.3.2022 31.3.2021
Bestuurders
Directieleden
141.060
680.662
100.500
1.111.874
Totaal 821.722 1.105.368

De bestuurders en directieleden ontvangen bijkomend geen voordelen ten laste van de vennootschap. Retail Estates heeft een directiecomité.

Bijlage 42

Honorarium Commissaris
(excl BTW)
31.3.2022
Bezoldiging van de commissaris voor het auditmandaat 98.017
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten
- Andere controle opdrachten
- Belastingadvies opdrachten
54.350
  • Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten

Bijlage 43

Verworven vastgoedbeleggingen

Per 31.03.2022

De aankopen en oplevering van eigen ontwikkelingen in boekjaar 2021-2022 resulteerden in een vastgoedstijging van 67,66 mio EUR. De totale huurinkomsten stegen met 1,11 mio EUR in boekjaar 2020-2021 als gevolg van deze investeringen. Indien de verwervingen zouden hebben plaatsgevonden op 1 april 2021 zouden de huurinkomsten met 2,21 mio EUR gestegen zijn.

Per 31.03.2021

De aankopen en oplevering van eigen ontwikkelingen in boekjaar 2020-2021 resulteerden in een vastgoedstijging van 14,54 mio EUR. De totale huurinkomsten stegen met 0,10 mio EUR in boekjaar 2020-2021 als gevolg van deze investeringen. Indien de verwervingen zouden hebben plaatsgevonden op 1 april 2020 zouden de huurinkomsten met 0,28 mio EUR gestegen zijn.

Verkochte vastgoedbeleggingen door de NV Retail Estates

In boekjaar 2021-2022 werd gedesinvesteerd voor een netto verkoopprijs van 18,58 mio EUR, wat resulteerde in een daling van de vastgoedbeleggingen met 9,81 mio EUR, en in een daling van de activa aangehouden voor vekoop met 8,77 mio EUR. De huurinkomsten daalden als gevolg van deze desinvesteringen met 1,04 mio EUR. Indien de verkopen hadden plaatsgevonden op 1 april 2021 zouden de huurinkomsten met 1,20 mio EUR gedaald zijn.

In boekjaar 2020-2021 werd gedesinvesteerd voor een netto verkoopprijs van 28,23 mio EUR, wat resulteerde in een daling van de vastgoedbeleggingen met 24,21 mio EUR, en in een daling van de activa aangehouden voor vekoop met 4,02 mio EUR. De huurinkomsten daalden als gevolg van deze desinvesteringen met 0,30 mio EUR. Indien de verkopen hadden plaatsgevonden op 1 april 2020 zouden de huurinkomsten met 0,98 mio EUR gedaald zijn.

Bijlage 44

Gebeurtenissen na balansdatum

Er hebben na balansdatum geen significant gebeurtenissen plaatsgevonden.

Bijlage 45

Dochteronderneming Externe financiële schulden*
(in duizenden €)
Vastgoedbeleggingen*
(in duizenden €)
Huurinkomsten**
(in duizenden €)
Deelnemingspercen
tage
Retail Warehousing Invest 110.242 3.381 100%
Inducom 3.288 100%
Finsbury Properties 0 561 100%
Regreen 758 50 100%
Veilinghof 't Sas 26,19%
Retail Estates Nederland 60.756 5.094 100%
Cruquius Invest 74.101 5.307 100%
Spijkenisse Invest 10.250 43.002 3.139 100%
Heerlen I Invest 59.991 4.240 100%
Heerlen II Invest 54.620 4.025 100%
Retail Estates Middelburg Invest 30.560 2.327 100%
Breda I Invest 38.209 2.816 100%
Breda II Invest 23.290 1.702 100%
Naaldwijk Invest 18.701 1.718 100%
Zaandam Invest 23.590 1.740 100%
Osbroek Invest 66.871 4.889 100%

* Waarde op afsluitdatum van de cijfers (31.03.2022).

** Voor de periode dat ze deel uitmaken van de Groep in het huidige boekjaar.

Bijlage 46

Bepaling van het bedrage conform artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

Het bedrag als bedoeld in artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, van het gestort kapitaal of als dit bedrag hoger ligt, van het opgevraagd kapitaal, verhoogd met al de reserves die volgens de wet of de statuten niet verdeeld mogen worden, is bepaald in artikel 13, §1, van het GVV-K.B.

in € 31.3.2022 31.3.2021
Niet-uitkeerbare elementen van het eigen vermogen voor resultaatverdeling 660.748.494 646.957.395
Gestort kapitaal 289.212.960 276.559.850
Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies 315.410.056 316.792.188
Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de investeringswaarde van vastgoed 108.624.461 110.559.413
Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij
hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen -28.902.905 -28.607.211
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS -23.205.437 -26.125.512
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstumenten die niet onderworpen zijn aan een afdelingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS -395.628 -2.226.320
Andere reserves 4.987 4.987
Resultaat van het boekjaar dat conform artikel 13, §1, van het GVV-K.B.
aan de niet uitkeerbare reserves dient toegewezen te worden 55.350.288 -2.123.097
Resultaat op de portefeuille -1.021.353 -558.570
Aandeel in het niet uitkeerbaare resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode 21.898.002 -4.238.158
variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva 34.473.639 2.673.631
Totaal eigen vermogen enkelvoudig dat niet uitkeerbaar is 716.098.782 644.834.298
Eigen vermogen enkelvoudig 915.745.010 804.578.611
Geplande dividenduitkering -60.841.679 -56.995.934
Eigen vermogen enkelvoudig na dividenduitkering 854.903.331 747.582.677
Overblijvende reserve na uitkering 138.804.549 102.748.379

Het resultaat van de dochtervennootschappen die voor 100% worden aangehouden door Retail Estates nv werd als volgt verwerkt in de jaarrekening van de vennootschap:

  • Het operationeel uitkeerbaar resultaat van de dochters werd toegewezen aan de diverse rubrieken van het resultaat van de vennootschap;

  • De variatie in de reële waarde van het vastgoed van de dochters werd toegewezen aan het portefeuilleresultaat.

Als dusdanig kan het operationeel resultaat van de dochterondernemingen voor het volledige boekjaar worden gebruikt voor uitkering als dividend.

Verslag van de Raad van Bestuur van 20 mei 2022

Voorafgaandelijke opmerkingen

Verslag van de Raad van Bestuur inzake de enkelvoudige jaarrekening (in toepassing van art. 3:5 en 3:6 van het Wetboek van Vennootschappen).

Risicobeheer

Risicofactoren

De belangrijkste risico's waarmee de onderneming geconfronteerd wordt, worden hieronder opgelijst. Voor elk van de opgesomde risico's zijn maatregelen en procedures in voege om de gevolgen zoveel mogelijk in te schatten, te controleren en op te volgen. Deze maatregelen en procedures worden eveneens hieronder besproken.

De raad van bestuur evalueert regelmatig de blootstelling van de onderneming aan risico's, de financiële impact van deze risico's en de acties die moeten ondernomen worden om deze eventuele risico's te monitoren, te vermijden dat de risico's zich voordoen, en/of (in voorkomend geval) de impact van deze risico's te beperken.

Deze lijst van risico's is gebaseerd op de informatie die gekend was op het ogenblik van de opmaak van dit verslag. Andere onbekende en onwaarschijnlijke risico's of risico's waarvan niet wordt aangenomen dat ze een significante ongunstige invloed kunnen hebben op de vennootschap, op haar activiteiten en haar financiële situatie, kunnen bestaan. De lijst van risico's die in dit hoofdstuk is opgenomen, is zodoende niet exhaustief.

MARKTRISICO'S
Omschrijving van het risico Potentiële impact Beperkende factoren en
beheersing
INVESTERINGSMARKT
VOOR
PERIFEER
WINKELVASTGOED
EN RETAILPARKEN
De
verminderde
vraag
van
investeerders
naar
perifeer
winkelvastgoed.
De waarde van de portefeuille
wordt trimestrieel geschat door
onafhankelijke
vastgoeddeskundigen.
Een
daling van de waardering leidt
De
waarde
van
perifeer
winkelvastgoed
wordt
in
hoofdzaak
bepaald
door
de
commerciële waarde van de
ligging van het vastgoed. Als
tot een daling van het eigen
vermogen
("NAW")
en
bijgevolg tot een stijging van de
schuldgraad
van
de
vennootschap.
gevolg van de schaarste van
goedgelegen terreinen oefenen
vraag en aanbod in principe een
opwaartse druk uit, zowel in de
markt van particuliere als van
institutionele investeerders. De
waarden zijn in het algemeen
inflatiebestendig
door
de
indexatie van de huren, maar
wel rentegevoelig door de hoge
schuldgraad
waarmee
vele
investeerders
werken.
De
investeringsbereidheid
van
institutionele
beleggers
kan
door
macro-economische
factoren die de beschikbaarheid
van kredieten en hun kostprijs
beïnvloeden,
tijdelijk
sterk
terugvallen.
Uit
de
ervaring
blijkt dat de markt van de
particuliere beleggers, die nog
altijd een groot deel van de
investeringen
vertegenwoordigt,
hieraan
minder gevoelig is.
maart
2022
49,15%
(De
maximale
schuldgraad
werd
door de GVV-wetgeving op 65%
vastgelegd).
INFLATIERISICO
De
huurcontracten
van
de
Groep
bevatten
indexeringsclausules op basis
van
de
gezondheidsindex
(België)
of
consumptieprijsindex
(Nederland), zodat de jaarlijkse
huurinkomsten samen met de
(via
de
gezondheidsindex
berekende) inflatie evolueren.
Het inflatierisico waaraan de
Groep is blootgesteld, betreft
ook de met de huur verbonden
kosten, onder meer verbonden
aan
renovatie-
en
investeringswerken,
die
geïndexeerd kunnen zijn op een
andere
basis
dan
de
gezondheidsindex,
waardoor
deze
kosten
sneller
zouden
stijgen dan de stijging van de
huurprijzen. Dit zou een impact
kunnen
hebben
op
de
operationele marge. Stel dat de
De vennootschap tracht het
risico van de kostenstijging te
beperken
door
contractuele
afspraken te maken met haar
leveranciers.
duurzaam niveau blijven.
DEFLATIERISICO
De Groep is gedeeltelijk tegen
Deflatie
leidt
tot
een
Bij
deflatie
wordt
de
het
deflatierisico
(en
een
vermindering
in
de
gezondheidsindex
negatief
dienovereenkomstige
daling
economische activiteit die een
zodat de huurinkomsten dalen.
van
de
huurinkomsten)
algemene prijsdaling tot gevolg
Op basis van de gegevens per
beschermd.
Nagenoeg
alle
vastgoedkosten
1%
sneller
stijgen dan de huurprijzen, dan
zou dit een impact op de
operationele
marge
van
de
Groep hebben van 0,09% (op
basis van de gegevens van 31
maart 2022). Op basis van de
gegevens per 31 maart 2022,
kan
per
procentpuntvariatie
van de gezondheidsindex, de
variatie van de huurinkomsten
pro forma op 1,00 mio EUR op
jaarbasis worden geschat.
Een blijvende hoge inflatie kan
leiden tot de uitputting van de
mogelijkheden tot opwaartse
huurherziening bij hernieuwing
(België 9 jaar, Nederland 10
jaar) van het huurcontract.
Indexatie was de voorbije 5 jaar
extreem
laag
zodat
de
gemiddelde
huurprijzen voor
een doorsnee huurder op een
huurovereenkomsten
van
de
heeft. 31
maart
2022,
kan
per
E-COMMERCE
Impact
van
toenemende
Verminderde
vraag
naar
Verhuren
aan
retailers
die
belang van e-commerce op de fysieke winkels door stijging "multichannel"
concept
bestaande verkoopskanalen. van het online shoppen. integreren in businessmodel en
op
die
manier
e-commerce
integreren
in
de
bestaande
winkels.
Vraag naar kleinere winkels
(minder m²) doordat er veel
minder stock in de winkels
Bestaande panden opsplitsen in
aanwezig is. kleinere lokalen.
Het effect van de impact wordt
ook beïnvloed door het retail
segment waarin de
huurder
actief is. Een groot deel van de
activiteiten van de huurders van
Retail Estates is minder gevoelig
voor
e-commerce
(woninginrichting, volumineuze
detailhandel,
verbruiksgoederen,…).
We
verwijzen
hiervoor
naar
het
vastgoedverslag
waar
een
overzicht wordt gegeven van de
handelsactiviteit
van
de
huurders.
EXTERNE
FACTOREN
-
SCHADEGEVALLEN
Impact van externe factoren en
ernstige schadegevallen
(bijvoorbeeld
terreurdreiging,
vandalisme,
brand,
explosie,
storm-
en
waterschade,
pandemieën)
die
zich
in
de
gebouwen
van
de
vastgoedportefeuille
kunnen voordoen.
Onderbroken
activiteit
en
bijgevolg
verlies
van
de
huurder
en
verminderde
huurinkomsten.
De vennootschap is verzekerd
voor gederfde huurinkomsten
voor een periode van 18 tot
36 maanden (afhankelijk van
het
soort
vergunning
dat
dient bekomen te worden)
ten
gevolge
van
externe
factoren
en
ernstige
schadegevallen.
We
verwijzen
naar
het
beheersverslag
waarin
de
schadegevallen
uitdrukkelijk
worden besproken. In het
vastgoedverslag worden de
verzekerde
waardes
per
cluster weergegeven.
Verminderde
huurinkomsten
door sluiting van de winkels als
gevolg
van
qurantainemaatregelen van de
overheid.
Goede liquiditeitspositie om
een tijdelijke verstoring van
de cashflow te overbruggen.
Mogelijke faillissementen van
huurders.
Er
is
gebruikelijk
een
bankwaarborg van 3 tot 6
maanden.
Verhoogde
volatiliteit
en
onzekerheid
op
de
internationale markten.
Vermindering
van
het
consumentenvertrouwen,
langdurige
werkloosheid,
verhoging van de belastingdruk
op arbeid.
De
vennootschap
streeft
ernaar langetermijn relaties
op te bouwen met financiële
partners en investeerders en
heeft
beschikbare
niet
gebruikte
kredietfaciliteiten
om liquiditeitstekorten op te
vangen en investeringen te
financieren waarvoor reeds
vaste
verbintenissen
zijn
aangegaan.
We
verwijzen
naar bijlage 34 e.v. van dit
jaarverslag voor een overzicht
van de uitstaande kredieten
en
de
niet-gebruikte
kredietfaciliteiten.
Daling van de huurprijzen. Sectoriële diversificatie van
klanten
en
een
lage
gemiddelde
contractuele
huurprijs.
Daling van de reële waarde van
het vastgoed en als gevolg ook
van
de
NettoActiefWaarde
(NAW).
Waarde wordt bepaald door
de commerciële waarde van
de ligging van het vastgoed.
Retail
Estates
spreidt
zijn
investeringen
over
alle
belangrijke
winkelassen
in
België
en
Nederland.
De
investeringen
zijn
geconcentreerd
in
de
subregio's
met
sterke
koopkracht.
CONJUNCTURELE BEWEGINGEN
Impact van dalende consumptie
en economische conjunctuur
Vermindering
van
de
vraag
naar winkels.
Kwaliteit
van
het
huurdersbestand met vooral
filiaalbedrijven. We verwijzen
naar
bijlage
23
van
dit
jaarverslag voor de evoluties
in de dubieuze debiteuren.
Hogere leegstand en/of lagere
huurprijzen bij herverhuring.
Sectoriële diversificatie van
klanten
en
een
lage
gemiddelde
contractuele
huurprijs.
Daling van de reële waarde van
het vastgoed en als gevolg ook
van de Netto Actief Waarde
(NAW).
Waarde wordt bepaald door
de commerciële waarde van
de ligging van het vastgoed.
Retail
Estates
spreidt
zijn
investeringen
over
alle
belangrijke
winkelassen
in
België
en
Nederland.
De
investeringen
zijn
geconcentreerd
in
de
subregio's
met
sterke
koopkracht.
Mogelijke faillissementen van
huurders.
Er
is
gebruikelijk
een
bankwaarborg van 3 tot 6
maanden.
MACRO-ECONOMISCHE
FACTOREN
Een
verhoogde
volatiliteit
en
onzekerheid op de internationale
markten.
Kan leiden tot een moeizamere
toegang tot de aandelenmarkt
om
nieuw
kapitaal/eigen
vermogen op te halen of tot
minder liquiditeit beschikbaar
in de debt capital markets met
betrekking
tot
herfinancieringen
van
uitstaande obligatieleningen.
De
vennootschap
streeft
ernaar langetermijn relaties
op te bouwen met financiële
partners en investeerders en
heeft
beschikbare
niet
gebruikte
kredietfaciliteiten
om liquiditeitstekorten op te
vangen en investeringen te
financieren waarvoor reeds
vaste
verbintenissen
zijn
aangegaan.
We
verwijzen
naar bijlage 34 e.v. van dit
jaarverslag voor een overzicht
van de uitstaande kredieten
en
de
niet-gebruikte
kredietfaciliteiten.
OPERATIONELE RISICO'S
Omschrijving van het risico Potentiële impact Beperkende
factoren
en
beheersing
LEEGSTAND
EN
VERLIES
HUURINKOMSTEN Huurinkomsten en cash flow Gediversifieerde klantenbasis
Risico op een verhoging van de aangetast door een verhoging met
een
goede
sectoriële
leegstand en verhoging kosten van de leegstand en kosten spreiding. Goede marktkennis
wederverhuringen
n.a.v.
de
voor herverhuring. door
eigen
operationele
evolutie van vraag en aanbod op Daling van de reële waarde van teams met sterke knowhow
de huurmarkt. het vastgoedpatrimonium en en
kennis
van
de
retail
als gevolg ook een daling van business.
Wekelijkse
opvolging en bespreking van
de NAW en een stijging van de incasso
op
de
schuldgraad. propertymeeting.
De bezettingsgraad blijft op
een hoog niveau.
VERHUURBAARHEID
Risico
op
het
vlak
van
Vermindering van de kwaliteit Permanente opvolging door
verhuurbaarheid en kwaliteit van en
solvabiliteit
van
het
middel
van
wekelijkse
de huurders. huurdersbestand
met
als
incasso- en propertymeeting
gevolg
een
stijging
van
de
zorgen
voor
een
goede
dubieuze debiteuren waardoor informatiedoorstroming
en
de incassograad daalt. een
snelle
aanpak.
Goede
marktkennis
door
eigen
operationele
teams
met
sterke knowhow en kennis
van de retail business.
BOUWKUNDIGE STAAT VAN DE
GEBOUWEN
Veroudering van de gebouwen Het management doet al het
Risico
op
bouwkundige
en
waardoor
de
commerciële
mogelijke om op deze risico's
technische achteruitgang in de aantrekkelijkheid
wordt
te
anticiperen
en
voert
levenscyclus van de gebouwen. aangetast.
Verlies
aan
inkomsten
en
langdurige
daartoe
een
consequent
beleid
in
onderhoud
en
periode
waarin
het
herstellingen. Deze beperken
geïnvesteerd
kapitaal
niet
zich
in
de
praktijk
rendeert. hoofdzakelijk tot de renovatie
van parkings en daken.
ACQUISITIES
Een groot aantal gebouwen in de Het risico bestaat dat bij deze Het management neemt de
vastgoedportefeuille
van
de
transacties verborgen passiva nodige
voorzorgen
om
vennootschap
(en
haar
op
Retail
Estates
worden
voorafgaand
aan
de
dochtervennootschappen) werd
verworven in het kader van de
verwerving van aandelen van
vastgoedvennootschappen
of
middels
vennootschapsrechtelijke
herstructureringen zoals fusies
en
(partiële)
splitsingen.
Vastgoedvennootschappen
waarover
de
controle
wordt
verworven, worden aansluitend
typisch opgeslorpt door Retail
Estates, waardoor het volledige
overgedragen,
hetgeen
een
significante negatieve impact
zou hebben op de activiteiten,
resultaten,
rendement,
financiële
positie
en
vooruitzichten van de Groep.
controleverwerving
de
mogelijke
risico's
te
identificeren
(cf.
"due
diligence"
proces
met
betrekking
tot
o.m.
technische, financiële, fiscale
en
boekhoudkundige
en
juridische risico's) en tracht
hiervoor
vanwege
de
verkoper/inbrenger
de
nodige
contractuele
waarborgen te verkrijgen. Dit
"due diligence" proces wordt,
vermogen,
zowel
activa
als
passiva,
van
deze
vennootschappen
wordt
overgedragen aan Retail Estates.
waar
nodig,
ondersteund
door externe adviseurs en
een voorafgaande waardering
door
een
onafhankelijke
vastgoeddeskundige.
BODEMVERVUILING
Op een aantal locaties waar de
vennootschap
winkelpanden
bezit,
werden
voordien
activiteiten
uitgeoefend
die
potentieel vervuilend waren.
Voor dergelijke - per definitie
historische - vervuiling is Retail
Estates
in
beginsel
niet
aansprakelijk. De activiteiten
van
de
huurders
van
de
vennootschap leveren in de
regel slechts een heel beperkt
risico tot vervuiling op en vallen
bovendien
onder
de
verantwoordelijkheid van de
huurder.
De
toepasselijke
wetgeving, voorziet evenwel in
complexe procedures die bij
overdracht
van
onroerende
goederen tijdrovend zijn en tot
onderzoeks- en studiekosten
aanleiding kunnen geven. De
regelgeving met betrekking tot
het
grondverzet
levert
bijkomende kosten op, indien
op dergelijke vervuilde sites bij
bouwwerkzaamheden
Retail
Estates
tracht
het
nodige
te
doen
om
de
milieuaspecten te integreren
in
het
due
diligence
onderzoek
dat
typisch
voorafgaat aan de verwerving
van vastgoed, en tracht in de
mate van het mogelijke de
verantwoordelijkheid
voor
eventuele
bodemverontreiniging
(met
inbegrip van een eventuele
saneringsverplichting) bij de
overdrager van het vastgoed
of de vastgoedvennootschap
te leggen.
vervuilde
grond
dient
gemanipuleerd te worden.
VERKEERSINFRASTRUCTUUR
Perifeer winkelvastgoed wordt
per
definitie
ontsloten
via
hoofdzakelijk gewestwegen. In
functie van de verkeersveiligheid
wordt
geregeld
de
wegenis
heraangelegd
met
nieuwe
rotondes,
fietspaden,
tunnels
e.d.
Het
resultaat
van
een
dergelijke
heraanleg
komt
meestal
de
commerciële
waarde van winkelpanden ten
goede,
vermits
dikwijls
de
verkeersstroom
vertraagd
wordt en de omgeving van de
winkelpanden veiliger wordt.
Het is echter niet uit te sluiten
dat in uitzonderlijke gevallen
de bereikbaarheid van enkele
winkelpanden hieronder zou
kunnen
lijden
doordat
de
toegang bemoeilijkt wordt of
de zichtbaarheid verminderd
wordt.
Dialoog met de overheid om
constructieve oplossingen uit
te werken in het belang van
alle stakeholders.
SLEUTELPERSONEEL
Wegvallen
van
sleutelfiguren
binnen de organisatie.
Het
verlies
van
kerncompetenties
door
de
vennootschap kan ertoe leiden
dat een aantal doelstellingen
later dan gepland verwezenlijkt
worden.
Retail
Estates
schenkt
de
nodige
aandacht
aan
het
welzijn
van
haar
medewerkers.
De
vennootschap
hanteert
marktconforme
vergoedingen. Er wordt veel
belang
gehecht
aan
het
beheer van de competenties
van de leden van het team.
ICT & FRAUDE
Risico op operationele verliezen
als gevolg van het falen van
interne
processen,
interne
systemen, en menselijke fouten
of
externe
gebeurtenissen
Financieel verlies door fraude,
diefstal van gevoelige
gegevens of onderbreking van
de activiteit.
Er werd een disaster recovery
plan uitgewerkt zodat in geval
van een ramp of crisissituatie
de
activiteiten
van
de
onderneming
kunnen
verdergezet
worden.
Alle
(fraude,
natuurramp,
data worden ook gebackupt
cybercriminaliteit,…). in de cloud).
Er werden ook de nodige
maatregelen
genomen
in
verband
met
toegang
en
beveiliging.
Retail Estates wordt voor ICT
gerelateerde
diensten
ondersteund
door
een
externe
partner,
waarmee
een
SLA
(Service
Level
Agreement) werd afgesloten.
Retail
Estates
heeft
een
verzekering afgesloten voor
financiële
en
operationele
risico's gerelateerd aan ICT en
fraude.
FINANCIËLE
RISICO'S
Omschrijving van het risico Potentiële impact Beperkende
factoren
en
beheersing
LIQUIDITEITSRISICO
Retail
Estates
is
aan
een
Onmogelijkheid om acquisities Conservatieve en voorzichtige
liquiditeitsrisico
blootgesteld
of
ontwikkelingen
te
financieringsstrategie
met
dat, in de veronderstelling van de financieren (zowel via eigen evenwichtige spreiding van
niet-verlenging of opzegging van vermogen als via schulden) of de vervaldata, diversificatie
haar financieringscontracten, uit verhoogde kosten waardoor de van de financieringsbronnen
een gebrek aan kasmiddelen zou beoogde rentabiliteit daalt. en een uitgebreide groep van
kunnen voortvloeien. Het niet beschikbaar zijn van bankpartners.
financiering ter terugbetaling
van
intresten,
kapitaal
of
operationele kosten.
We verwijzen naar bijlage 34
Verhoogde
kost
van
de
e.v. van het jaarverslag voor
schulden door hogere bancaire een
overzicht
van
de
marges, met als gevolg impact
op resultaat en cashflows.
uitstaande kredieten en de
niet-gebruikte
kredietfaciliteiten.
VOLATILITEIT
VAN
DE
RENTEVOETEN
De vennootschap loopt risico's
op
een
verhoging
van
haar
financiële
kosten
die
kunnen
voortvloeien uit de evolutie van
de rentevoeten.
Verhoogde
kost
van
de
schulden met als gevolg impact
op resultaat en cashflows en
daling van de rentabiliteit.
De
vennootschap
hanteert
een
conservatief
beleid
waardoor dit renterisico tot
een minimum beperkt wordt.
Sterke waardeschommelingen
van de financiële instrumenten
met mogelijke impact op NAW.
In de context van negatieve
rentevoeten
heeft
de
werkwijze
van
sommige
banken om een bodem te eisen
voor
het
Euribor-tarief
(dat
wordt gebruikt als referentie in
de
financieringscontracten)
aan 0%, een negatieve invloed
op de financiële kosten. Er is
immers asymmetrie tussen het
afdekkingsinstrument
waar
Retail Estates een negatieve
rente
dient
op
te
betalen
terwijl de banken een bodem
(floor) van 0% hanteren.
Voor de indekking van het
renterisico
op
langetermijnleningen
die
aangegaan werden aan een
variabele
rentevoet, maakt
Retail Estates nv gebruik van
"Interest Rate Swaps". De
looptijd
van
deze
instrumenten is afgestemd op
de
looptijd
van
de
onderliggende
kredieten.
Indien de Euribor rentevoet
(rentevoet voor leningen op
korte termijn) sterk daalt, zal
de marktwaarde van deze
instrumenten een negatieve
variatie ondergaan.
Dit is
echter een niet-gerealiseerd
en non-cash item.
Bij een interest rate swap
wordt de variabele rentevoet
ingeruild
tegen
een
vaste
rentevoet.
De vennootschap heeft met
haar 4 grootbanken het risico
van
de
"floors"
zoveel
mogelijk beperkt door enkel
floors toe te staan voor het
gedeelte van de kredieten dat
niet is ingedekt of door floors
in te bouwen in de IRS'en.
We verwijzen naar bijlage 34
e.v. van dit jaarverslag voor
meer
informatie
met
betrekking tot de indekkingen
van de Vennootschap.
RISICO TEGENPARTIJ
Het aangaan van bankkredieten
en
het
afsluiten
van
Opzegging
van
bestaande
kredietlijnen, die dan moeten
Dit risico wordt beperkt door
diversificatie
van
de
indekkingsinstrumenten
bij
financiële instellingen houdt een
tegenpartijrisico
in
voor
de
vennootschap
indien
deze
financiële instellingen in gebreke
zouden blijven.
geherfinancierd worden bij een
andere
bank/financier
wat
herstructureringskosten
met
zich meebrengt en het risico op
hogere intrestkosten voor de
nieuwe kredieten.
financieringsbronnen
over
verschillende
instrumenten
en tegenpartijen.
RISICO CONVENANTEN
Risico op niet respecteren van Het
niet-respecteren
van
De vennootschap heeft met haar
vereisten
om
aan
bepaalde
deze convenanten kan de bankiers
en
obligatiehouders
financiële
parameters
te
vroegtijdige opzeg van deze meestal volgende convenanten
voldoen in het kader van de kredieten tot gevolg hebben. afgesproken:
kredietovereenkomsten.
-
Behoud van GVV-statuut
-
Minimale
omvang
portefeuille
-
ICR
(berekend
op
nettohuurresultaten) ≥ 2
-
Maximale schuldgraad
De GVV-Wet legt een maximale
schuldgraad op van 65%.
De
vennootschap
voldoet
op
datum van dit verslag aan alle
door
de
banken
en
obligatiehouders
gestelde
convenanten.
Daarnaast
stelt
Retail
Estates
nv,
overeenkomstig art. 24 van het
GVV-KB, een financieel plan met
een uitvoeringsschema op zolang
de geconsolideerde schuldgraad,
zoals gedefinieerd in hetzelfde
KB, meer dan 50% bedraagt.
Hierin wordt een beschrijving
gegeven van de maatregelen die
zullen worden genomen om te
verhinderen
dat
de
geconsolideerde
schuldgraad
meer bedraagt dan 65% van de
geconsolideerde
activa.
De
evolutie
van
de
schuldgraad
wordt op regelmatige tijdstippen
opgevolgd en de invloed van
iedere
voorgenomen
investeringsoperatie
op
de
schuldgraad wordt steeds vooraf
geanalyseerd. Deze verplichting
heeft geen impact op het bancair
convenantenrisico
van
de
vennootschap.
REGLEMENTAIRE
RISICO'S
Omschrijving van het risico Potentiële impact Beperkende
factoren
en
beheersing
RISICO VERBONDEN AAN DE
EVOLUTIE
VAN
DE
REGLEMENTERING
Veranderingen
in
de
reglementering, onder meer op
het gebied van fiscaliteit, milieu,
stedenbouw,
mobiliteitsbeleid
en duurzame ontwikkeling en
nieuwe bepalingen verbonden
aan de verhuur van vastgoed en
aan
de
verlening
van
vergunningen
waaraan
de
vennootschap, haar vastgoed,
en/of de gebruikers aan wie het
vastgoed wordt ter beschikking
gesteld, moeten voldoen.
Negatieve beïnvloeding van
de business, het resultaat, de
winstgevendheid,
de
financiële
toestand
en
de
vooruitzichten.
Constante
monitoring
van
bestaande, potentieel wijzigende
of
toekomstige
nieuwe
wetgevingen en regelgevingen
en de naleving ervan, bijgestaan
door
externe
gespecialiseerde
adviseurs.
RISICO VERBONDEN AAN DE
NIET-NALEVING
VAN
DE
REGELGEVING
Het risico bestaat dat, al dan
niet omwille van de (snelle)
evolutie van de reglementering
van
toepassing
op
de
Vennootschap
(zie in dit verband "Risico's
verbonden aan de evolutie van
de
reglementering"),
de
Vennootschap
zelf,
of
de
leidinggevenden
of
medewerkers
van
de
Vennootschap
de
relevante
regelgeving
niet
adequaat
naleven of dat deze
Het
niet
naleven
van
relevante wetgeving kan voor
de vennootschap o.a. een
financiële
of
juridische
impact hebben die qua aard
en omvang afhankelijk is van
de
niet-nageleefde
wetgeving.
De
Vennootschap
doet
het
maximale
om
zijn
leidinggevenden
en
medewerkers
te
laten
beschikken
over
de
nodige
achtergrond
en
kennis
om
adequaat
de
relevante
wetgeving toe te passen.
De Vennootschap beschikt over
een
corporate
governance
charter
en
een
verhandelingsreglement.
Beide
documenten zijn opgenomen op
de website van de Vennootschap
en worden ook bekendgemaakt
aan het team.
personen niet integer handelen. Het
Verhandelingsreglement
maakt integraal deel uit van het
Corporate Governance Charter
van de Vennootschap.
VERGUNNINGEN
Het ontbreken van de juiste Impact op de waarde van het Het management besteedt de
stedenbouwkundige vastgoed,
aangezien
deze
nodige aandacht aan het nazicht
vergunningen en machtigingen waarde in aanzienlijke mate van
stedenbouwkundige
voor bepaalde panden. bepaald
wordt
door
de
vergunningen bij de verwerving
aanwezigheid
van
alle
en
de
ontwikkeling
van
stedenbouwkundige winkelpanden.
vergunningen
en
machtigingen uit hoofde van
de
wetgeving
op
handelsvestigingen in functie
Verder
probeert
het
van
de
gewenste
management
continu
bestemming van het pand. veranderingen met betrekking
tot
stedenbouwkundige
vergunningen en machtigingen
Indien
door
externe
en
de
naleving
ervan
te
evalueren
en
eventueel
op
omstandigheden een nieuwe dergelijke
veranderingen
te
bestemming dient verleend anticiperen.
te worden aan het pand,
dienen wijzigingen aan de
verleende
vergunningen
aangevraagd te worden.
Het bekomen van dergelijke
wijzigingen is dikwijls een
tijdrovend
en
weinig
transparant
gebeuren
waardoor
panden
tijdelijk
leeg kunnen komen te staan,
hoewel
er
huurders
voor
gevonden werden.
Vermits aan de winkels geen
andere dan de
oorspronkelijk vergunde
bestemming kan gegeven
worden zijn de
gebruiksmogelijkheden
beperkter dan gebruikelijk.
Bovendien zijn alle
verbouwingen uitgesloten
waardoor de optimalisatie
van de gebouwen in gedrang
komt. Binnen deze
Het management probeert
dergelijke situaties te
voorkomen door alle
rechtsmiddelen aan te wenden
die de wetgeving haar biedt in
het kader van de herziening van
stedenbouwkundige bepalingen
om nog enige flexibiliteit te
behouden. Indien dit niet
mogelijk is wordt gekeken naar
een herontwikkeling van de
getroffen site in de lijn met de
door de overheid gewenste
winkels wel verhuurbaar. bestemming.
Risico op het verlies van de
erkenning als openbare GVV.
Verlies van het gunstig fiscaal
stelsel
van
een
GVV
en
verplichte terugbetaling van
bepaalde kredieten bij niet
naleving van de regels.
Constante monitoring van de
wettelijke
vereisten
en
de
naleving ervan, bijgestaan door
externe
gespecialiseerde
adviseurs.
Intensieve
dialoog
met
de
regulator in het kader van het
prudentieel
toezicht
op
de
GVV's.
Vertegenwoordiging
van
de
onderneming in organisaties die
de
sector
van
de
GVV's
vertegenwoordigen.
beperkingen blijven de
FISCALE WETGEVING
De exit tax, verschuldigd door
vennootschappen waarvan het
vermogen door een GVV wordt
overgenomen bij (o.m.) fusie,
wordt
berekend
rekening
houdend met Circulaire Ci.RH.
423/567.729 van de Belgische
belastingadministratie van 23
december 2004, waarvan de
interpretatie
of
praktische
toepassing steeds zou kunnen
wijzigen. De "fiscale werkelijke
waarde" zoals bedoeld in deze
circulaire wordt berekend met
aftrek van registratierechten of
BTW (die van toepassing zou
zijn in geval van een verkoop
van de activa) en kan verschillen
van de reële waarde van het
vastgoed zoals opgenomen in
de balans van de openbare GVV
conform IFRS 13.
Het
niet
naleven
van
relevante fiscale wetgeving
kan voor de vennootschap
o.a.
een
financiële
of
juridische impact hebben.
De
Vennootschap
doet
het
maximale
om
zijn
leidinggevenden
en
medewerkers
te
laten
beschikken
over
de
nodige
achtergrond
en
kennis
om
adequaat de relevante fiscale
wetgeving toe te passen.
RISICO'S
VERBONDEN AAN HET
STATUUT VAN INSTITUTIONELE
GVV
De
vennootschap
heeft
de
controle over één institutionele
GVV,
met
name
Retail
Warehousing Invest nv. Net als
Retail
Estates
nv
is
Retail
Warehousing Invest nv, in zijn
hoedanigheid van institutionele
GVV onderworpen aan de GVV
wet.
Risico op het verlies van de
erkenning van het statuut
van
institutionele
GVV.
Verlies van het gunstig fiscaal
stelsel
van
een
GVV
en
verplichte terugbetaling van
bepaalde kredieten bij niet
naleving van de regels.
Constante monitoring van de
wettelijke
vereisten
en
de
naleving ervan, bijgestaan door
externe
gespecialiseerde
adviseurs.
Intensieve
dialoog
met
de
regulator in het kader van het
prudentieel
toezicht
op
de
GVV's.
Vertegenwoordiging
van
de
onderneming in organisaties die
de
sector
van
de
GVV's
vertegenwoordigen.
RISCO'S IN HET KADER VAN DE
AANSCHERPING VAN DE ESG
(ENVIRONMENTAL
SOCIAL
GOVERNANCE) - REGELGEVING
Wereldwijd
wordt
de
klimaatregelgeving
aangescherpt om
de
risico's
verbonden
aan
de
klimaatopwarming
(extreme
weersomstandigheden)
in
te
dijken.
Risico
op
een
negatieve
perceptie
van
de
toekomstbestendigheid
van
de onderneming.
Impact op de reële waarde
van het vastgoed. Een daling
van de waardering leidt tot
een daling van het eigen
vermogen
("NAW")
en
bijgevolg tot een stijging van
Retail
Estates
heeft
een
strategisch
ESG-beleid
vastgelegd waaraan een ESG
actieplan
is
gekoppeld.
We
verwijzen
naar
de
ESG
verslaggeving in dit jaarverslag.
Als
gevolg
daarvan
kunnen
beperkingen worden opgelegd
met betrekking tot het behalen
van bepaald minimumnormen
voor gebouwen.
de
schuldgraad
van
de
vennootschap.
Risico
dat
financiering
(in
brede zin) duurder wordt.
De
aanscherping
van
de
regelgeving
richting
groene
financiering zorgt ervoor dat de
bredere
kapitaalmarkten
op
zoek
gaan
naar
groene
investeringen
en
groen
gefinancierde activa.

Rapportering over boekjaar 2021-2022

1. Inleiding

Wettelijke vereisten

Het jaarverslag van Retail Estates is een gecombineerd verslag in de zin van artikelen 3:6 en 3:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De volgens deze artikelen vereiste onderdelen worden in dit verslag in de verschillende hoofdstukken opgenomen.

Toekomstgerichte verklaringen

Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte verklaringen waaronder, maar niet beperkt tot, verklaringen met de volgende woorden "geloven", "anticiperen", "verwachten", "voornemen", "plannen", "nastreven", "schatten", "kunnen", "zullen", "voortzetten" en vergelijkbare uitdrukkingen. Dergelijke toekomstgerichte verklaringen gaan gepaard met gekende en ongekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Retail Estates nv en haar dochtervennootschappen (de "Groep") of de resultaten van de sector, aanzienlijk verschillen van de verwachte resultaten, prestaties, of verwezenlijkingen die uitgedrukt worden of vervat zijn in de genoemde toekomstgerichte verklaringen. Gezien deze onzekerheden wordt de beleggers aanbevolen om niet zonder meer voort te gaan op dergelijke toekomstgerichte verklaringen.

2. Strategie - investeringen in perifeer winkelvastgoed

Doelstelling – belegging in representatieve portefeuille perifeer winkelvastgoed

De openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap Retail Estates nv is een nichespeler, gespecialiseerd in de terbeschikkingstelling van perifeer winkelvastgoed gelegen aan de rand van woonkernen of langs invalswegen naar stedelijke centra. Retail Estates nv verwerft deze onroerende goederen van derden of bouwt en commercialiseert winkelpanden voor eigen rekening. De panden hebben een bebouwde oppervlakte tussen 500 m² en 3.000 m². Een typisch winkelpand heeft een gemiddelde oppervlakte van 1.000 m².

De belangrijkste doelstelling op lange termijn voor Retail Estates nv is het samenstellen, beheren en uitbreiden van een portefeuille perifeer winkelvastgoed, die door locatiekeuze en de kwaliteit en diversificatie van de huurders op lange termijn een bestendige groei verzekert. De vooropgestelde groei betreft zowel de waarde van het patrimonium als de inkomsten die uit de verhuring gegenereerd worden.

Op korte termijn wordt bovengenoemde doelstelling nagestreefd door de constante bewaking van de

bezettingsgraad van de portefeuille, het huurincasso en de onderhouds- en beheerskosten.

Door het selectief aankopen en bouwen van winkelpanden op zorgvuldig uitgekozen locaties (zgn. retailclusters en retailparken) wordt beoogd het beheer van de portefeuille te vereenvoudigen en de waarde op te drijven. Op dit ogenblik heeft Retail Estates nv 81 clusters en retailparken geïdentificeerd waar het zijn investeringen systematisch opdrijft. Deze clusters en retailparken vertegenwoordigen samen 86,66% van de portefeuille. De vastgoedportefeuille is verspreid over België en Nederland.

De voorbije jaren heeft Retail Estates nv zich toegespitst op een continue versterking van de kwaliteit van zijn vastgoed en de uitbreiding van de vastgoedportefeuille.

Retail Estates nv verhuurt in principe zijn vastgoed in ruwbouwstaat, zgn. casco toestand, zodat de inrichtingswerken en het onderhoud ervan door de huurders gebeuren. De onderhoudskosten voor Retail Estates nv blijven in essentie beperkt tot het onderhoud van de parking en de dakbedekking en kunnen in grote mate vooraf worden gepland.

De huurders van de vennootschap zijn in hoofdzaak gereputeerde filiaalbedrijven.

Per 31 maart 2022 heeft Retail Estates nv 987 panden in portefeuille met een winkeloppervlakte van 1.177.577 m². De bezettingsgraad van deze panden, gemeten in verhuurde m², bedraagt 97,83%.

De reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Retail Estates nv en zijn dochtervennootschappen per 31 maart 2022 wordt door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen geschat op 1.759,88 mio EUR (zijnde de waarde exclusief transactiekosten) en de investeringswaarde op 1.833,76 mio EUR (zijnde de waarde inclusief transactiekosten).

In het totaal heeft Retail Estates nv 15,75 mio EUR geïnvesteerd in het vastgoedcertificaat "Distri-Land" en bezit de vennootschap thans 87,09% van de uitgegeven vastgoedcertificaten "Distri-Land". Dit vastgoedcertificaat bezit 10 winkelpanden met een reële waarde van 19,53 mio EUR.

Acquisitiecriteria

Retail Estates nv streeft naar een optimalisatie van zijn vastgoedportefeuille zowel in termen van rentabiliteit als meerwaardepotentieel door aandacht te verlenen aan een aantal criteria die als leidraad dienen bij het verwerven van vastgoed:

Locatiekeuze

Op basis van de inzichten die het management verworven heeft in de rentabiliteit van zijn huurders, worden locaties gekozen die aan de huurders van Retail Estates nv de beste slaagkansen geven. Hierbij wordt een gezond evenwicht tussen het aanbod van winkelvastgoed en de vraag vanwege winkeliers nagestreefd. Bovendien wordt gestreefd naar de uitbouw van een aantal clusterlocaties en retailparken.

Huurprijsniveau en aanvangsrendementen

Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan de huurprijsniveaus om de rentabiliteitsverwachtingen van Retail Estates nv en zijn huurders op lange termijn te blijven verzoenen. De ervaring toont aan dat de te hoge huurprijzen die door sommige projectontwikkelaars gehanteerd worden, tot grote rotatie leiden als de omzetontwikkeling niet snel aan de verwachtingen van de betrokken winkeliers beantwoordt.

Geografische spreiding

Retail Estates nv spreidt zijn investeringen over alle belangrijke winkelassen in België en Nederland. In de praktijk investeert de vennootschap nauwelijks in het Brusselse Gewest gelet op het extreem lage aanbod out-of-town locaties daar. De openbare GVV concentreert haar investeringen in het bijzonder in de subregio's met sterke koopkracht (in hoofdzaak de driehoek Brussel - Gent - Antwerpen en de "groene as" Brussel - Namen - Luxemburg voor wat betreft België en de zogenoemde "Randstad" en de oost-west-as inn het zuiden van het land voor wat betreft Nederland).

Ontwikkeling en herontwikkeling van vastgoed voor eigen rekening

Retail Estates nv beschikt over een uitgesproken ervaring in de ontwikkeling op bestelling van nieuwe winkelpanden voor zijn huurders. De ervaring leert dat dergelijke ontwikkelingen bouwkundig aantrekkelijke winkelpanden opleveren en dat deze panden bovendien een hoger aanvangsrendement genereren dan winkelpanden die op de investeringsmarkt worden aangeboden. Ook het belang van de herontwikkeling van baanwinkelclusters tot een groter geheel naar aaneengesloten, moderne winkelpanden neemt jaarlijks toe. Bij deze herontwikkeling stijgt meestal de verhuurbare oppervlakte, worden winkelpanden beter aan de behoeften van de huurders aangepast, wordt de parking- en wegenisinfrastructuur verbeterd en worden winkelpanden gemoderniseerd.

Sectoriële spreiding huurdersbestand

Retail Estates nv probeert maximaal de verschillende sectoren in de detailhandel aan bod te laten komen in zijn huurdersbestand, met een voorkeur voor sectoren waarvan bekend is dat ze over waardevolle detailhandelsvestigingen beschikken. In een neergaande conjunctuurcyclus delen niet alle detailhandelsectoren in gelijke mate in een eventuele terugloop van de omzet. Een goede sectoriële spreiding beperkt de risico's die aan een negatieve evolutie van de conjunctuur verbonden zijn.

3. Een belegging via de openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap Retail Estates nv

Sinds 24 oktober 2014 is Retail Estates nv ingeschreven als een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap. In haar hoedanigheid van openbare GVV en met het oog op het behoud van dit statuut is de vennootschap onderworpen aan de bepalingen van de GVV-Wetgeving, die beperkingen inhoudt ten aanzien van (onder meer) de activiteiten, de schuldgraad en de resultaatverwerking. Zolang de vennootschap deze regels respecteert, geniet zij van een uitzonderlijk fiscaal regime dat er in wezen in bestaat dat zij op haar inkomsten nagenoeg geen Belgische vennootschapsbelasting betaalt. Daardoor is het voor uitkering beschikbare resultaat hoger dan bij vergelijkbare vastgoedondernemingen die een dergelijk statuut niet bezitten. Retail Estates nv beschikt als openbare GVV over bijkomende troeven zoals een sterk gediversifieerde vastgoedportefeuille en is opgericht voor onbepaalde duur.

Investeringen in perifeer winkelvastgoed hebben in de loop van de voorbije jaren door een strikter vergunningsbeleid van de overheid, door het sterk beperkt aanbod van kwalitatief hoogstaande winkellocaties en door het constante hoge niveau van de vraag, aan aantrekkelijkheid gewonnen. Ook de internationalisering van de winkelmarkt en de overstap van center city-activiteiten naar de periferie hebben de perifere winkelvastgoedmarkt positief beïnvloed. Gecombineerd met de groeiende institutionalisering van de beleggingsmarkt in perifeer winkelvastgoed ondersteunt deze evolutie niet enkel de stijging van de huurprijzen, maar ook de toename van de reële waarde van dit vastgoed op langere termijn. Bovendien hebben verschillende huurders van de vennootschap de troeven van de

verkoop op afstand via internethandel in hun winkelconcept geïntegreerd en dit zelfs tot in hun verkooppunten, wat hun marktpositie ten goede komt.

Met het aandeel Retail Estates nv beschikt elke aandeelhouder over een beleggingsinstrument dat vrij verhandelbaar is en op elk moment ten gelde kan worden gemaakt via Euronext. Sinds 11 april 2018, een week na de 20ste verjaardag van de notering van Retail Estates op Euronext Brussel, noteert Retail Estates eveneens op Euronext Amsterdam. De aandelen van Retail Estates nv zijn voor 100% in handen van het publiek en van een aantal institutionele beleggers. Op 3 juni 2022 hebben 5 aandeelhouders, in toepassing van de transparantiewetgeving en de statuten van Retail Estates nv, gemeld dat zij een participatie bezitten die de statutaire drempel van 3% en/of 5% overschrijdt (verdere toelichting in het deel "structuur van het aandeelhouderschap" verderop in dit beheersverslag).

In de koerslijsten van Euronext die dagelijks worden gepubliceerd in de kranten en op de website van Euronext, kan de aandeelhouder altijd de evolutie van zijn investering volgen. Bovendien beschikt de vennootschap over een website (www.retailestates.com) met relevante informatie voor de aandeelhouders.

De nettoactiefwaarde van het aandeel is eveneens een belangrijke indicatie van de waarde van het aandeel. De nettoactiefwaarde (NAW) wordt berekend door het geconsolideerd eigen vermogen te delen door het aantal aandelen. De NAW (IFRS) bedraagt 69,63 EUR per 31 maart 2022. Dit is een stijging van 9,12% (63,81 EUR het jaar voordien). Per 31 maart 2022 bedraagt de beurskoers van het aandeel 73,90 EUR, wat een premie van 6,13% betekent.

De EPRA NTA (net tangible asset) waarde bedraagt 68,46 EUR, ten opzichte van 65,53 EUR het jaar voorheen. Deze stijging is voornamelijk te verklaren door de toevoeging van het resultaat van het boekjaar en de vastgestelde waardestijgingen op de vastgoedportefeuille in Nederland. Ten opzichte van het vorige boekjaar steeg het aantal aandelen van Retail Estates nv met 560.689.

4. Belangrijke gebeurtenissen in het boekjaar

Investeringen – winkelparken

Inbreng vastgoedvennootschap "De Vleterbeek"

Retail Estates heeft op 5 oktober 2021 een inbrengovereenkomst gesloten met De Vleterbeek NV, een 100 % dochtervennootschap van de familiale investeringsgroep Shopinvest die heeft geleid tot een inbreng in natura ten bedrage van 35.856.125,00 EUR. De raad van bestuur is binnen het kader van het toegestane kapitaal overgegaan tot de uitgifte van 560.689 nieuwe aandelen als vergoeding voor deze inbreng aan een uitgifteprijs van 63,95 EUR per nieuw aandeel. De nieuwe aandelen werden uitgegeven met coupon nr. 30 aangehecht en zullen dus delen in de winst van het afgesloten boekjaar dat aangevangen werd op 1 april 2021. De ingebrachte vastgoedportefeuille bestaat uit 27 winkelpanden op 17 sites waarvan de grote meerderheid aansluit op sites waar Retail Estates reeds eerder een cluster uitgebouwd heeft. De jaarlijkse huurincasso bedraagt 2,42 mio EUR wat een gemiddelde huur van 91,32 EUR per vierkante meter vertegenwoordigt. De winkelpanden zijn hoofdzakelijk gelegen in Vlaanderen (23 op een totaal van 27). Op 1 leegstaande winkel na, zijn alle winkelpanden verhuurd aan nationale filiaalbedrijven. De vastgoeddeskundige CBRE heeft de

investeringswaarde vastgesteld op 35.856.125,00 EUR en de fair value op 34.981.586,00 EUR. De huurincasso vertegenwoordigt een aanvangsrendement van 6,44 % op de investeringswaarde. 1

Aankoop clusterlocaties

Bij akte van 4 oktober 2021 heeft Retail Estates zes winkelpanden verworven van een Nederlandse familiale investeringsgroep. Het betreft twee winkelpanden in Lokeren, in een retailpark waar Retail Estates reeds winkelpanden in portefeuille heeft, één winkelpand in Tielt-Winge (retailpark "Gouden Kruispunt") en drie winkelpanden in Libramont.

De totale aankoopprijs van deze panden bedroeg 9,72 mio EUR. De investeringswaarde van deze winkelpanden werd door de onafhankelijke vastgoeddeskundige geraamd op 9,77 mio EUR. De panden vertegenwoordigen een globale huuropbrengst van 0,55 mio EUR op jaarbasis. Met uitzondering van één vacante unit in Libramont, zijn de panden allen verhuurd aan bekende retail bedrijven, voornamelijk actief in woninginrichting.

Tevens werd een bedrag van 1,2 mio EUR geïnvesteerd in de aankoop van een leegstaand winkelpand te Doornik met een geschatte huurwaarde van 0,08 mio EUR (perifere retailzone Froyennes).

Al deze investeringen vervolledigen retailparken of retailclusters van de vastgoedportefeuille van Retail Estates.

Kampenhout-Sas: Herontwikkeling site voormalige witloofveiling: investering in een participatie in de nv Veilinghof 't Sas

Retail Estates heeft aanvankelijk via een nieuw opgerichte vennootschap (Veilinghof 't Sas nv) het gebouw van de voormalige witloofveiling gekocht van BelOrta voor een prijs van 5,81 mio EUR. Vervolgens heeft ze haar belangen samengevoegd met deze van de naburige eigenaar (TVK-BRAVA cv) door een fusie aan te gaan waarbij deze vennootschap werd opgeslorpt door Veilinghof 't Sas nv. Aldus werd een site samengebracht die een perceeloppervlakte vertegenwoordigt van 37.708 m² waarop 16.341 m² opslagplaatsen staan. Deze gebouwen zullen in eerste instantie met kortlopende contracten verhuurd worden aan logistieke ondernemingen. Het is de bedoeling deze site na afbraak van de huidige gebouwen te herontwikkelen en gebouwen op te richten bestemd voor verhuring met een bestemming die kadert in de huidige stedenbouwkundige bestemming van de site (dienstverleningsgebied). De investering gebeurde ten speculative titel vermits op heden nog geen omgevingsvergunning werd aangevraagd noch bekomen. Tussen de aandeelhouders van de vennootschap werd een joint-venture overeenkomst gesloten om deze herontwikkeling te realiseren.

Retail Estates bezit als gevolg van deze transactie een participatie van 26,19% in Veilinghof 't Sas nv. Haar investering in deze participatie bedraagt 1,75 mio EUR in het kapitaal van de vennootschap en een lange termijn lening van 5,00 mio EUR.

1 Voor meer info verwijzen we naar het persbericht d.d. 6 oktober 2021.

Vaste activa in aanbouw

Op 31 maart 2022 is het totaalbedrag van de vaste activa in aanbouw gelijk aan 15,51 mio EUR. We onderscheiden vijf soorten vaste activa in aanbouw: speculatieve grondposities (de zogenaamde "landbank"; deze betreffen restgronden bij bestaande portefeuilles die aangehouden worden voor een eventuele ontwikkeling of om in een latere fase te worden verkocht indien er geen ontwikkeling mogelijk is); de prospectieve vaste activa in aanbouw, de vaste activa in aanbouw in voorontwikkeling, de vaste activa in aanbouw in uitvoering en de vaste activa in aanbouw specifiek gekoppeld aan duurzaamheid.

Op 31 maart 2022 bedroegen de speculatieve grondposities 1,57 mio EUR, de prospectieve vaste activa in aanbouw 10,99 mio EUR, de vaste activa in aanbouw in voorontwikkeling 1,58 mio EUR, de vaste activa in aanbouw in uitvoering 0,52 mio EUR en de vaste activa in aanbouw specifiek gekoppeld aan duurzaamheid 0,86 mio EUR

A. Prospectieve vaste activa in aanbouw: overzicht van de belangrijkste projecten

In 2014 verwierf Retail Estates het retailpark te Wetteren met 14 winkels en een bruto winkeloppervlakte van 10.423 m². Het retailpark dat geopend werd in 2008 is bekend onder de naam Frunpark Wetteren. Het is bijzonder succesvol en trekt consumenten uit de wijde omgeving. Retail Estates nv heeft in 2016 ten speculatieve titel een aangrenzend perceel verworven met twee KMO panden (investering van circa 9 mio EUR), die op dit moment zijn verhuurd. Het RUP heeft winkelpanden voor volumineuze detailhandel maar ook KMO panden principieel vergunbaar gemaakt. De vergunning wordt verwacht in de loop van 2023, de realisatie van het gemengd project met retailunits en KMO panden wordt verwacht in de loop van 2024. De kosten van reeds afgewikkelde procedures en de voorbereiding van de aanvraag tot omgevingsvergunning bedragen op heden 0,45 mio EUR. De investering in deze uitbreiding zal 9 mio EUR bedragen.

B. Vaste activa in aanbouw - voorontwikkeling – overzicht van de belangrijkste projecten

/

C. Vaste activa in aanbouw - uitvoering – overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen voor eigen rekening

In Halle wordt de bestaande winkeloppervlakte uitgebreid. De bijkomende verwachte investering wordt geraamd op 1,1 mio EUR. De nodige vergunningen voor deze ontwikkeling werden bekomen. De realisatie van dit project vereist de bouw van een aantal appartementen. Aangezien dit buiten de werkingssfeer van Retail Estates ligt, werd een samenwerking met een promotor opgezet die dit gedeelte van het project voor zijn rekening kan ontwikkelen.De oplevering wordt verwacht in de loop van 2024.

D. Vaste activa in aanbouw gekoppeld aan duurzaamheid

In het kader van de ESG strategie heeft Retail Estates een afzonderlijke categorie voor duurzame vaste activa in aanbouw.

Retail Estates investeerde in de realisatie van een fotovoltaïsche zonnepaneelinstallatie op het dak van haar retail park in Hasselt, grenzend aan de IKEA site. Er wordt een vermogen van 407 kWp aan zonnepanelen geïnstalleerd die, naar verwachting, jaarlijks ruim 370 Mhh aan groene stroom zullen produceren. Deze investering van 0,31 mio EUR zal ook de operationele kosten van de huurders ten goede komen. De voorlopige oplevering van deze zonnepanelen vond plaats in oktober 2021.

Retail Estates investeerde in de realisatie van een fotovoltaïsche zonnepaneelinstallatie op het dak van haar retailpark in Brugge (BE). Er wordt een vermogen van 810 kWp aan zonnepanelen geïnstalleerd die, naar verwachting jaarlijks ruim 790 MWh aan groene stroom zullen produceren. Deze investering van 0,6 moi EUR zal ook de operationele kosten van de huurders ten goede komen. Zij zullen de kans krijgen gebruik te maken van de groene stroom uit deze installatie.

E. Oplevering vaste activa in aanbouw

De Brico Plan-it winkel te Jambes (Namen-Zuid) werd opgeleverd in het eerste kwartaal van dit boekjaar. Het project werd reeds gewaardeerd op 31 maart 2021 en ter beschikking gesteld aan de huurder in maart 2021. We verwijzen naar het jaarlijks Financieel Verslag 2020- 2021 voor meer info.

Optimalisatie vastgoedportefeuille

Retail Estates nv besteedt veel aandacht aan de wijzigende behoeften van zijn huurders inzake winkeloppervlakte. Verschillende huurders breiden systematisch hun assortiment uit en formuleren geregeld een vraag naar uitbreiding van hun winkelpand. Dit kan gebeuren door de overname van oppervlakte van aangrenzende huurders die soms te ruim gehuisvest zijn of zelfs door nieuwbouw waarbij een stuk aan het winkelpand wordt bijgebouwd. Soms wordt zelfs gekozen voor een combinatie van beide.

Verbouwingen beogen niet altijd enkel de wijziging van de winkeloppervlakte. Geregeld maakt Retail Estates nv van deze gelegenheid gebruik om ook de gevelpartij van het winkelpand te slopen en te vervangen door een hedendaagse versie die afgestemd is op het imago van de huurder.

Dergelijke investeringen laten toe een "win-win"-relatie uit te bouwen met de huurders.

Desinvesteringen

Er werden het afgelopen jaar een 13-tal solitaire winkelpanden verkocht. De netto verkoopopbrengst bedroeg 19,30 mio EUR. De fair value van deze panden bedroeg 18,56 mio EUR. Deze verkopen resulteerden in een netto meerwaarde van 0,74 mio EUR.

Deze desinvesteringen kaderen in een jaarlijks weerkerend verkoopprogramma van individuele winkelpanden die door hun locatie, winkelgrootte en/of erin uitgeoefende handelsactiviteit niet tot de kernportefeuille van Retail Estates nv horen.

Investeringen: conclusie

De verwerving en oplevering van eigen ontwikkelingen in het boekjaar 2021-2022 verminderd met desinvesteringen, resulteerden in een stijging van 43,83 mio EUR van de vastgoedportefeuille. De totale huurinkomsten stijgen met 2,79 mio EUR in boekjaar 2021-2022 als gevolg van deze investeringen en dalen met -1,36 mio EUR in het afgelopen boekjaar als gevolg van de desinvesteringen. Indien de verwervingen en verkopen zouden hebben plaatsgevonden op 1 april 2021 zouden de huurinkomsten met 2,34 mio EUR gestegen zijn.

De investeringen worden gefinancierd door een mix van eigen vermogen (uitgifte van nieuwe aandelen door inbreng in natura of in geld) en vreemd vermogen (financiering van het werkkapitaal door de banken, uitgifte van een obligatielening,…).

Voor een beschrijving van de belangrijkste investeringen over het boekjaar 2020-2021 verwijzen we graag naar p. 24 – 27 van het Jaarlijks Financieel Verslag 2020-2021.

Voor een beschrijving van de belangrijkste investeringen over het boekjaar 2019-2020 verwijzen we graag naar p. 43 – 47 van het Jaarlijks Financieel Verslag 2019-2020.

Beheer van de vastgoedportefeuille

Bezettingsgraad

Op 31 maart 2022 bedroeg de bezettingsgraad 97,83% van de totale winkeloppervlakte van de panden die opgenomen zijn in de vastgoedportefeuille. Vanzelfsprekend dient de bezettingsgraad als een momentopname te worden beschouwd waarachter een reeks mutaties in het afgelopen boekjaar schuilgaan. Zij houdt geen garantie in voor de toekomst aangezien de wetgeving inzake handelshuur in België en Nederland van dwingend recht is – en voorziet in een opzegmogelijkheid om de drie jaar in België en om de vijf jaar in Nederland.

Huurincasso

Het nettohuurresultaat bedraagt 74,56 mio EUR op 31 maart 2022, een stijging van 10,14 mio EUR ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar boekjaar. Dit is vooral toe te schrijven aan de uitzonderlijke omstandigheden in boekjaar 2020-2021. Er werd toen een kwijtschelding van huur verleend voor de winkels die, omwille van de COVID-19 pandemie, verplicht hun deuren hebben moeten sluiten. In totaal werd er circa 10% van de huren kwijtgescholden. Voor meer informatie en details verwijzen we naar de toelichting omtrent COVID-19 in het Jaarlijks Financieel Verslag van 2020-2021.

De uitstaande handelsvorderingen,na aftrek van dubieuze debiteuren en vooruitbetalingen, bedragen 1,32 mio EUR, waarvan 0,57 mio EUR nog niet is vervallen. Rekening houdend met de verkregen waarborgen - zowel huurwaarborgen als bankgaranties, is er een zeer beperkt kredietrisico op de handelsvorderingen op 31 maart 2022.

Schadegevallen

Er werden in het voorbije boekjaar geen panden vernield door brand. Er hebben zich wel enkele beperkte schadegevallen voorgedaan ten gevolge van windstoten of wateroverlast. De schade werd verhaald op de verzekering.

Kapitaalverhogingen in het kader van het toegestaan kapitaal

Op 14 oktober 2021 is de raad van bestuur overgegaan tot de uitgifte van 560.689 nieuwe aandelen en werd het kapitaal verhoogd met 12.615.720,94 EUR. Deze kapitaalverhoging vond plaats in het kader van de inbreng in natura van 27 winkelpanden door de vastgoedvennootschap De Vleterbeek NV. Als gevolg van deze kapitaalverhoging werden 560.689 aandelen uitgegeven wat het totale aantal aandelen op 31 maart 2022 op 13.226.452 brengt en het kapitaal op 297.600.322,91 EUR.

Uitvoering van de financieringsstrategie

Retail Estates combineert bilaterale kredieten bij verschillende bancaire partners met private plaatsingen van obligaties voor institutionele beleggers. De gemiddelde looptijd van de kredietportefeuille bedraagt 3,86 jaar. In het kader van de financiering van haar activiteiten heeft Retail Estates sinds september 2017 (en uitgebreid in oktober 2018) een commercial paper programma van (maximaal) 100 miljoen euro. Het commercial paper wordt integraal gedekt door back-uplijnen en onbenutte kredietlijnen die als garantie ter herfinanciering dienen, mocht de plaatsing of verlenging van het commercial paper niet of slechts gedeeltelijk mogelijk blijken.

Van dit commercial paper programma is op 31 maart 2022 100 mio EUR opgenomen.

De gemiddelde intrestvoet bedraagt op 31 maart 2022 1,95% ten opzichte van 2,08% op 31 maart 2021. De mate waarin Retail Estates nv zich kan financieren heeft een belangrijke impact op de winstgevendheid. Investeren in vastgoed gaat nu eenmaal gepaard met een relatief hoge mate van schuldfinanciering. Om dit risico optimaal in te perken, hanteert Retail Estates nv een voorzichtige en conservatieve strategie. Daardoor heeft een stijging van de rentevoet geen substantiële impact op het totaalresultaat. Er is wel een impact van intereststijgingen of -dalingen op de marktwaarde van de afgesloten IRS-contracten en dus op het eigen vermogen en variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva.

Retail Estates kiest voor een groeimodel met een directe bijdrage tot de winst per aandeel. Dit kan zowel gerealiseerd worden aan de kapitaalzijde als aan de schuldfinancieringszijde. Langs de kapitaalzijde kan dit gebeuren via inbreng in natura, een klassieke rights issue of via de in de GVV-Wet ingevoerde mogelijkheid voor GVV's om een kapitaalverhoging door te voeren via een accelerated bookbuilding (ABB). Retail Estates heeft sinds de publicatie van de statutenwijziging van 23 december 2019 de mogelijkheid om gebruik te maken van de accelerated bookbuilding procedure.Op de buitengewone algemene vergadering van 1 juni 2022 werd de machtiging toegestane kapitaal hernieuwd.

Langs de schuldfinancieringzijde kan dit gebeuren via klassieke bankfinanciering enerzijds of een publieke en/of private obligatielening anderzijds. Retail Estates onderzoekt regelmatig onder meer de opportuniteit van een private en/of publieke obligatielening.

Voor meer informatie in verband met de financiering verwijzen we naar bijlage 34 e.v. van dit Jaarlijks Financieel Verslag.

Fusie door overname van dochtervennootschappen

Fusies van dochtervennootschappen vereenvoudigen het administratief beheer en verminderen de belastbare inkomsten van de dochtervennootschappen van Retail Estates nv.

Er hebben het afgelopen boekjaar geen fusies door overname van dochtervennootschappen plaatsgevonden.

Gebeurtenissen na balansdatum

Ter vervanging van de heer Christophe Demain die ontslag heeft genomen als bestuurder heeft de raad van bestuur op 20 mei 2022 de heer Dirk Vanderschrick gecoöpteerd als bestuurder. Dit gebeurde onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring door de FSMA. Zijn benoeming wordt tevens ter goedkeuring voorgelegd aan de komende algemene jaarvergadering waarna zij, na goedkeuring van de FSMA, definitief wordt. De heer Vanderschrick heeft een uitgebreide ervaring in de bank-en verzekeringswereld opgebouwd in leidinggevende functies. Hij bekleedt tevens bestuursmandaten o.a. in de GVV Intervest Offices and Warehouses.

5. Commentaar bij de enkelvoudige jaarrekening boekjaar 2021-2022

Balans

De vastgoedbeleggingen (inclusief vaste activa in aanbouw) zijn toegenomen van 1.123,09 mio EUR naar 1.155,84 mio EUR. Dit is vooral te verklaren door de aankoop van vastgoedbeleggingen van 43,54 mio, de verkoop van vastgoedbeleggingen ten bedrage van 9,81 mio EUR, de overdracht naar activa aangehouden voor verkoop van 7,45 mio EUR, investeringen die resulteren uit latere uitgaven opgenomen in de boekwaarde van het actief van 2,09 mio EUR en de verwerving van vaste activa in aanbouw van 1,45 mio EUR. De activa aangehouden voor verkoop zijn toegenomen van 0,34 mio EUR naar 0,85 mio EUR. In de activa aangehouden voor verkoop worden op het einde van elk kwartaal de activa geboekt waarvoor de verkoopsovereenkomst is getekend maar de akte nog niet werd verleden. Er werden voor 7,45 mio EUR toegevoegd aan de activa aangehouden voor verkoop in het boekjaar 2021-2022 en voor 8,77 mio EUR activa verkocht uit de activa aangehouden voor verkoop in het afgelopen boekjaar.

De vlottende activa bedragen 8,30 mio EUR en bestaan voor 0,85 mio EUR uit activa aangehouden voor verkoop, voor 1,32 mio EUR uit handelsvorderingen, voor 3,48 mio EUR uit belastingvorderingen en andere vlottende activa, voor 0,89 mio EUR uit geldmiddelen en kasequivalenten en voor 1,75 mio EUR uit overlopende rekeningen. De belastingsvorderingen en andere vlottende activa zijn gedaald met - 10,21 mio EUR door de inning van de openstaande vordering met betrekking tot de verkoop van het logistiek centrum in Erembodegem op 31 maart 2021. De akte werd verleden op 18 mei 2021.

Het enkelvoudig eigen vermogen van de openbare GVV bedraagt 915,75 mio EUR. Het kapitaal bedraagt op 31 maart 2022 289,21 mio EUR, een stijging van 12,65 mio EUR ten opzichte van vorig jaar naar aanleiding van de kapitaalverhoging die plaatsvond op 14 oktober 2021. Er werden in het boekjaar 2021-2022 560.869 nieuwe aandelen gecreëerd. De reserves bedragen 179,69 mio EUR en bestaan uit beschikbare reserves – uitgiftepremies (24,39 mio EUR), de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed (108,62 mio EUR), het overgedragen resultaat van vorige boekjaren (87,15 mio EUR), beschikbare reserves (12,03 mio EUR) en wettelijke reserves (0,05 mio EUR). De reserves zijn verminderd door de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (28,90 mio EUR) en door de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (23,60 mio EUR). De groep gebruikt afgeleide financiële producten (interest rate swaps en caps) om zich in te dekken tegen renterisico's afkomstig van sommige operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Afgeleide financiële producten worden initieel aan hun kostprijs erkend en worden geherwaardeerd aan hun reële waarde op de daaropvolgende rapporteringsdatum. De derivaten die door Retail Estates nv momenteel gebruikt worden, kwalificeren boekhoudkundig slechts in beperkte mate als kasstroomafdekkingstransacties. De wijzigingen in de reële waarde van de derivaten die niet als kasstroomafdekking kwalificeren, worden onmiddellijk in het resultaat opgenomen. De veranderingen in de reële waarde van de swaps die kwalificeren als kasstroomafdekking worden direct in het eigen vermogen erkend en niet in de resultatenrekening opgenomen. De herwaardering van de derivaten in het resultaat bedraagt 34,47 mio EUR per 31 maart 2022 en is positief als gevolg van een stijging van de langetermijn rente.

Het nettoresultaat van het boekjaar bedraagt 131,43 mio EUR en bestaat voor 75,34 mio EUR uit EPRA resultaat, -0,28 mio EUR resultaat op de portefeuille, 34,47 mio EUR variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva en 21,90 mio EUR aandeel in het niet uitkeerbare resultaat van deelnemingen verwerkt via de vermogensmutatiemethode.

De langlopende verplichtingen bedragen 758,59 mio EUR en bestaan voor 749,57 mio EUR uit langlopende financiële schulden met een gemiddelde looptijd van 3,86 jaar. De overblijvende langlopende verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op financiële leasings onder IFRS 16.

De kortlopende verplichtingen bedragen 136,25 mio EUR en bestaan voor 28,32 mio EUR uit handelsschulden en andere kortlopende schulden. Deze omvatten vooral andere kortlopende schulden 18,72 mio EUR (schulden tov verbonden ondernemingen: 18,07 mio EUR), handelsschulden ten belope van -0,07 mio EUR, te ontvangen facturen voor 9,67 mio EUR en belastingen, bezoldigingen en sociale lasten van 0,64 mio EUR. De kortlopende financiële schulden bedragen 101,73 mio EUR, waarvan 100,00 mio EUR thesauriebewijzen (commercial paper).

Andere kortlopende verplichtingen bedragen 1,35 mio EUR en bestaan voor 0,95 mio EUR uit te volstorten kapitaal van een dochteronderneming.

Per 31 maart 2022 bedraagt de gewogen gemiddelde interestvoet 1,95%.

Winst- en verliesrekening

Het nettohuurresultaat is toegenomen met 10,14 mio EUR, vooral te wijten aan het gevolg van de COVID 19 maatregelen die vorig boekjaar werden genomen.

De vastgoedkosten bedragen 4,09 mio EUR en zijn toegenomen met 2,66 mio EUR, vooral te verklaren door de toename van de technische kosten en de marketingkosten (als gevolg van de COVID 19 maatregelen die vorig boekjaar werden genomen). De algemene kosten van de vennootschap bedragen 4,91 mio EUR, een daling van 0,32 mio EUR (-6,06%) ten opzichte van vorig jaar en is vooral te wijten aan een daling van erelonen aan derde partijen, personeelskosten, taksen en wettelijke kosten en een stijging van informaticakosten in het kader van de implementatie van een nieuw ERPpakket.

Het resultaat op de verkopen van vastgoedbeleggingen bedraagt 0,74 mio EUR. Het voorbije boekjaar werden 11 winkelpanden, 2 gronden en 11 grondaandelen in een appartementsontwikkeling verkocht voor een nettoverkoopprijs van 19,30 mio EUR. De boekwaarde van de verkochte onroerende goederen bedroeg 18,56 mio EUR. We verwijzen naar de paragraaf "Desinvesteringen" in dit hoofdstuk voor meer details.

De variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen bedraagt -0,42 mio EUR.

Het financieel resultaat (buiten variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva) bedraagt -8,54 mio EUR ten opzichte van -10,24 mio EUR vorig jaar. De daling is te wijten aan een lager gewogen gemiddelde interestvoet (van 2,08% naar 1,95%) en een gemiddeld lager bedrag van opgenomen kredieten. De variatie in de reële waarde van de financiële activa en passiva bedraagt 34,47 mio EUR ten opzichte van 2,67 mio EUR vorig jaar. De variatie is het gevolg van een stijging van de langetermijn rente. Dit resultaat is echter een niet-gerealiseerd en non-cash item.

Het EPRA resultaat (dit is het nettoresultaat zonder het resultaat op de portefeuille) bedraagt 75,34 mio EUR ten opzichte van 63,12 mio EUR vorig jaar.

Vooruitzichten voor het boekjaar 2022-2023

De vennootschap verwacht voor het boekjaar 2022-2023, op basis van de voorziene samenstelling van de vastgoedportefeuille en behoudens onvoorziene gebeurtenissen, de realisatie van een nettohuurresultaat ten bedrage van 120,88 mio EUR. Dit cijfer houdt enkel rekening met aan- en verkopen waarvoor een compromis werd getekend en investeringen die vergund en aanbesteed zijn. De Oekraïne-crisis die op 24 februari 2022 is aangevangen door de Russische invasie in dat land en de versnelling van de spectaculaire stijging van de energieprijzen voor de consumenten hebben geleid tot een versnelde stijging van de inflatie, wat op zijn beurt de rentabiliteit van sommige huurders onder druk kan zetten. Retail Estates sluit met haar huurders huurcontracten af met vaste huren (geen omzethuren) die jaarlijks mee-evolueren met de index (gezondsheidsindex of consumptieprijsindex) en zonder plafond. Retail Estates nv stelt als streefdoel een dividend van 4,70 EUR bruto (3,29 EUR netto) voorop voor het boekjaar 2022-2023. Dit zou een stijging van 2,17% inhouden ten opzichte van het dividend voor het boekjaar 2021-2022 (4,60 EUR bruto).

Bestemming van het resultaat

De raad van bestuur zal aan de algemene vergadering van aandeelhouders, die zal worden gehouden op 18 juli 2022, voorstellen om over het boekjaar 2021-2022 (dat een aanvang nam op 1 april 2021 om te eindigen op 31 maart 2021) een brutodividend uit te keren van 4,60 EUR bruto (of 3,22 EUR netto, d.i. het nettodividend per aandeel na afhouding van 30% roerende voorheffing) per aandeel dat deelt in het resultaat van het boekjaar 2021-2022.

A. Nettoresultaat 131.428.920
B. Toevoeging aan/ onttrekking van de reserves (-/+)
Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor het (positieve of
negatieve) saldo van de variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen (-/+)
Toevoeging aan / onttrekking van de reserve voor het (positieve of
negatieve) saldo van de variaties in de reële waarde van
vastgoedbeleggingen van deelnemingen verwerkt volgens de
1.021.353
vermogensmutatiemethode (-/+)
Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de reële
-21.898.002
waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn
aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+)
Toevoeging aan / onttrekking van de andere reserves (-/+)
Toevoeging aan / onttrekking van overgedragen resultaten van vorige
boekjaren (-/+)
-34.473.639
-399.562
C. Vergoeding van het kapitaal 60.841.679
Toename van het eigen vermogen als gevolg van fusie 0
Over te dragen resultaat 14.837.391

Varia

Onderzoek en ontwikkeling

De vennootschap heeft geen activiteiten ontwikkeld noch uitgaven gemaakt op gebied van onderzoek en ontwikkeling.

Bijkantoren

De vennootschap bezit geen bijkantoren.

6. Corporate Governance verklaring

Governance model

De buitengewone algemene vergadering van Retail Estates van 1 juni 2022 heeft nieuwe statuten aangenomen die het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ("WVV") implementeren.

Tijdens boekjaar 2020-2021 was het oude Wetboek van Vennootschappen nog van toepassing op Retail Estates, met uitzondering van de dwingende bepalingen uit het WVV.

Retail Estates heeft naar aanleiding van de recente statutenwijziging van 1 juni 2022 geopteerd voor een monistische governance structuur, zoals voorzien in artikel 7:85 e.v. WVV. In het licht van deze keuze, heeft Retail Estates met ingang van 1 juni 2022 het directiecomité in de zin van artikel 524bis van het (oude) Wetboek van Vennootschappen afgeschaft en vervangen door een managementcomité waaraan de raad van bestuur bepaalde, duidelijk omschreven bestuursbevoegdheden heeft gedelegeerd.

Corporate governance code (versie 2020)

Overeenkomstig artikel 3:6 §2 WVV en het Koninklijk Besluit van 12 mei 2019 houdende aanduiding van de na te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen, past Retail Estates nv de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2020 (Code 2020) toe, rekening houdend met de bijzonderheden verbonden aan de GVV-wetgeving. De Code 2020 is beschikbaar op de website www.corporategovernancecomittee.be. Op een aantal vlakken zijn er echter afwijkingen van de Corporate Governance Code 2020. Volgens het "comply or explain"-principe ("pas toe of leg uit") vervat in de Code 2020 is het toegestaan om rekening te houden met de specifieke situatie van de vennootschap (bvb. de relatief kleine omvang en de eigen kenmerken van de vennootschap), en mits verantwoording af te wijken van een bepaling uit de Corporate Governance Code 2020.

Het Corporate Governance Charter, dat de governanceregels die van toepassing zijn binnen Retail Estates beschrijft, werd naar aanleiding van de implementatie van het WVV in de statuten, de afschaffing van het directiecomité en de invoering van het managementcomité, en rekening houdend met de Corporate Governance Code 2020, geüpdatet met ingang van 1 juni 2022. Het nieuwe Corporate Governance Charter kan worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.retailestates.com).

Op datum van dit Jaarlijks Financieel Verslag leeft Retail Estates de Corporate Governance Code 2020 na met uitzondering van volgende bepalingen:

Afwijking op bepaling 3.8

Retail Estates wijkt af van bepaling 3.8 van de corporate governance code. Deze bepaling stelt dat de notulen van de vergadering van de raad van bestuur melding maken van uiteenlopende standpunten, ingenomen door de bestuurders en dat de namen van de personen die interveniëren enkel op hun uitdruk-kelijk verzoek worden opgenomen.

Het Corporate Governance Charter van Retail Estates bepaalt dat in de notulen melding wordt gemaakt van uiteenlopende standpunten en van het eventuele voorbehoud van bepaalde bestuurders, tenzij uiteindelijk consensus kan worden bereikt. De namen van de personen die interveniëren worden enkel op hun uitdrukkelijk verzoek opgenomen. Indien bestuurders een voorbehoud maken hoewel

consensus werd bereikt, dan wordt hun naam opgenomen bij het voorbehoud. Retail Estates wijkt daarmee af van genoemde bepaling 3.8 van de corporate governance code omdat de vennootschap van oordeel is dat enerzijds het vermelden van afwijkende meningen bij het bereiken van consensus en anderzijds het niet vermelden van de naam van de bestuurders die een voorbehoud formuleert (indien uiteindelijk een consensus wordt bereikt) de werking van de raad van bestuur als collegiaal orgaan en de responsabilisering van de bestuurders niet bevorderen.

Afwijking op bepaling 7.6

Retail Estates nv wijkt af van deze bepaling en kent geen aandelen toe aan de niet-uitvoerende bestuurders. Zij meent dat het wettelijk kader van de vennootschap en diens aard (GVV), haar algemeen beleid en haar werkwijze al beantwoorden aan de doelstelling van bepaling 7.6 van de Code 2020 (met name de niet-uitvoerende bestuurders ertoe te brengen om te handelen met het perspectief van een langetermijn aandeelhouder), en afdoende waarborgen dat wordt gehandeld met het perspectief om waardecreatie op lange termijn te bevorderen. Dat perspectief is namelijk ingebakken in het bestuur van Retail Estates nv als gereglementeerde vastgoedvennootschap. Retail Estates nv heeft als aandeel een sterk trackrecord en het bestuur streeft naar een solide winst per aandeel, jaar na jaar, wat ook in de praktijk wordt omgezet. Retail Estates nv is van oordeel dat het bestuur in het verleden bewezen heeft dat dit perspectief, zonder toekenning van een vergoeding in aandelen, al voldoende aanwezig is in de wijze waarop het bestuur handelt. Een overzicht van de totale vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders is opgenomen in het remuneratieverslag opgenomen in deze Corporate Governance Verklaring. Zonder daartoe verplicht te zijn door het remuneratiebeleid, houden de voorzitter van de Raad van Bestuur, Paul Borghgraef, en een nietuitvoerende bestuurder, de heer René Annaert, op basis van een persoonlijke beslissing wel een aandelenparticipatie in Retail Estates nv aan.

Afwijking op bepaling 7.9

Retail Estates wijkt af van deze bepaling en stelt geen expliciete minimumdrempel vast voor het aanhouden van aandelen van Retail Estates door de CEO en de overige leden van het directiecomité. Zij meent dat het wettelijk kader van de vennootschap en diens aard (GVV), haar algemeen beleid, haar werkwijze en het lopende lange termijn bonusplan al beantwoorden aan de doelstelling van bepaling 7.9 van de Code 2020 (met name het uitvoerend management ertoe te brengen om te handelen met het perspectief van een langetermijn aandeelhouder) en afdoende waarborgen dat wordt gehandeld met het perspectief om waardecreatie op lange termijn te bevorderen. Dat perspectief is namelijk ingebakken in het management van Retail Estates als gereglementeerde vastgoedvennootschap. Retail Estates heeft als aandeel een sterk trackrecord en het management streeft naar een solide winst per aandeel, jaar na jaar, wat ook in de praktijk wordt omgezet. Retail Estates is van oordeel dat het management in het verleden bewezen heeft dat dit perspectief, zonder toekenning van een vergoeding in aandelen, al voldoende aanwezig is in de wijze waarop het management handelt. Zonder daartoe verplicht te zijn door het remuneratiebeleid, houdt de CEO wel een aandelenparticipatie in Retail Estates nv aan op basis van een persoonlijke beslissing.

Afwijking op bepaling 7.12

Retail Estates wijkt af van bepaling 7.12 van de corporate governance code. De vennootschap heeft in de contracten van de leden van het uitvoerend management (met uitzondering van het contract met de CEO) geen bijzondere bepalingen opgenomen die haar in staat stellen om betaalde variabele remuneratie terug te vorderen of de betaling ervan in te houden, los van de mogelijkheden die daartoe door het gemeen recht worden geboden. Indien er ooit aanleiding zou zijn tot het terugvorderen van onverschuldigde variabele verloning, wat onder meer in het licht van de toepasselijke processen op het vlak van interne en externe controle niet waarschijnlijk is, dan zal worden nagekeken welke mogelijkheden er daartoe bestaan op grond van het gemeen recht. Er zal rekening worden gehouden met deze bepaling bij het afsluiten van enige toekomstige contracten met het uitvoerend management. Indien het managementcomité wordt uitgebreid met nieuwe leden zal een clausule gelijkaardig aan diegene die is opgenomen in de overeenkomst met de CEO systematisch worden ingevoegd in de nieuwe contracten.

Structuur van het aandeelhouderschap

Rekening houdend met de binnengekomen transparantieverklaringen en de informatie in het bezit van Retail Estates nv zijn de belangrijkste aandeelhouders:

% op datum van
aanmelding 1
Pro forma % op
31.03.2022
Pro forma % op
20.05.2022 3
Nextensa nv 10,03% 9,97% 9,97%
FPIM nv (Belfius Insurance) 9,76% 7,21% 7,21%
Shopinvest nv 4,42% 4,42% 4,42%
AXA nv 6,05% 5,78% 5,78%
BlackRock, Inc. 3,55% 3,39% 3,39%
Publiek 66,19% 69,23% 69,23%

Met uitzondering van bovengenoemde aandeelhouders heeft geen andere aandeelhouder verklaard meer dan 3% van de door Retail Estates nv uitgegeven aandelen in zijn bezit te hebben. Volgens de criteria gehanteerd door Euronext, heeft Retail Estates nv een free float percentage van 100%.

De binnengekomen transparantieverklaringen zijn consulteerbaar op de website van de vennootschap www.retailestates.com (onder rubriek Investeerders / Het aandeel / Aandeelhoudersstructuur en kennisgevingen).

Stemrecht van de aandeelhouders

Elk aandeel geeft recht op één stem. De aandeelhouders van de vennootschap van wie transparantieverklaringen werden ontvangen, hebben geen preferente stemrechten.

Controle uitgeoefend op Retail Estates NV

Op dit ogenblik wordt over Retail Estates NV geen controle uitgeoefend in de zin van artikel 1:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Controlewijziging

Retail Estates NV heeft geen weet van akkoorden die tot een controlewijziging zouden kunnen leiden.

Interne controle- en risicobeheersystemen

Conform de corporate governance regels en de wetgeving ter zake heeft Retail Estates nv een intern controle- en risicobeheersysteem uitgewerkt, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van de werkzaamheden van de vennootschap en haar omgeving.

Interne controle is een proces dat onder meer als doel heeft redelijke zekerheid te verschaffen met betrekking tot de volgende objectieven:

  • doeltreffendheid en verbetering van de werking van de onderneming;
  • betrouwbaarheid en integriteit van informatie;
  • overeenstemming met beleidslijnen, procedures, wetgeving en reglementen.

Retail Estates nv heeft bij de implementatie van zijn interne controleproces als referentiekader het COSO-raamwerk (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) gebruikt. De componenten van dit raamwerk en de toepassing ervan bij Retail Estates nv worden hieronder besproken.

Interne controle- en risicobeheersystemen in het algemeen

Een degelijke interne controle en een evenwichtig risicobeheer is inherent aan de bedrijfscultuur van Retail Estates nv en wordt doorheen de hele organisatie uitgedragen via:

  • corporate governance regels en het bestaan van een remuneratie- en benoemingscomité en auditcomité;
  • het bestaan van een gedragscode (verhandelingsreglement) die meer bepaald onderwerpen als belangenconflicten, beroepsgeheim, inkoop en verkoop van aandelen, preventie van misbruik van goederen van de vennootschap, communicatie en dergelijke aan bod laat komen;
  • een uitgewerkt human resources beleid met regels voor aanwerving van personeel, periodieke evaluatie van de prestaties en bepaling van de jaarlijkse doelstellingen;
  • opvolging van procedures en formalisering van processen.

De raad van bestuur evalueert regelmatig de blootstelling van de onderneming aan risico's, de financiële impact van deze risico's en de acties die moeten worden ondernomen om deze eventuele risico's te monitoren, te vermijden dat de risico's zich voordoen en/of, in voorkomend geval, de impact van deze risico's te beperken.

De vennootschap heeft in het bijzonder interne controle- en risicobeheersystemen uitgewerkt voor de belangrijkste processen binnen de vennootschap, namelijk het beheren van kosten en uitgaven, herstellingen en onderhoud, ontwikkelingen, en het innen van huurgelden.

Interne controle- en risicobeheersystemen met betrekking tot de financiële verslaggeving

Controleomgeving

De controleomgeving voor wat de financiële verslaggeving betreft, bestaat uit volgende componenten:

  • het accounting team is verantwoordelijk voor de voorbereiding en rapportering van de financiële informatie;
  • de controller is verantwoordelijk voor het nazicht van de financiële informatie en de voorbereiding van de geconsolideerde cijfers (in samenspraak met de CFO) en de terugkoppeling van de financiële informatie aan de operationele activiteiten van Retail Estates nv;
  • de CFO is verantwoordelijk voor het eindnazicht van de geconsolideerde financiële staten, staat in voor de juiste toepassing van de waarderingsregels en brengt hierover verslag uit aan de CEO;
  • als verantwoordelijke voor het dagelijks beleid, bespreekt de CEO op regelmatige tijdstippen de financiële verslaggeving met de CFO;
  • het auditcomité en de raad van bestuur bevragen en bespreken samen met de CEO en CFO elk kwartaal (vanaf 2022-2023 ook elk kwartaal voor wat betreft het auditcomité) uitvoerig de financiële verslaggeving en de vooruitzichten en kijken toe op de juiste toepassing van de waarderingsregels. Ook andere actoren spelen een rol in de controleomgeving van de onderneming:
  • als beursgenoteerd bedrijf (en als openbare GVV) is Retail Estates nv onderworpen aan de prudentiële controle van de FSMA;
  • ook de vastgoeddeskundige speelt een belangrijke rol: de volledige vastgoedportefeuille (die verantwoordelijk is voor ongeveer 98% van het balanstotaal) wordt gewaardeerd door internationaal erkende onafhankelijke vastgoeddeskundigen (Cushman & Wakefield, Stadim, Colliers en CBRE), die elk een deel van de vastgoedportefeuille waarderen.

Risicoanalyse

Op periodieke managementvergaderingen en operationele vergaderingen worden de aandachtspunten besproken die in het kader van een evenwichtig risicobewustzijn en -beheer in het oog moeten worden gehouden:

  • de belangrijkste gebeurtenissen van de afgelopen periode en hun impact op de boekhoudkundige cijfers;
  • recente en geplande transacties;
  • evolutie van de belangrijkste performantie-indicatoren; en
  • eventuele operationele, juridische en fiscale risico's.

In functie hiervan worden desgevallend gepaste acties en maatregelen ondernomen in uitvoering van het beleid van de vennootschap. Deze acties zijn erop gericht tot een evenwichtig risicobeleid te komen en dit steeds met eerbied voor de strategische doelstellingen en de risicoappetijt die door de raad van bestuur worden vooropgesteld.

Controleactiviteiten

Er zijn controleprocedures in werking met betrekking tot de belangrijkste activiteitsdomeinen van de vennootschap, zoals voor het innen van de huren, onderhoud en herstellingen, projectontwikkeling, werfopvolging,… Deze procedures worden op regelmatige wijze geëvalueerd door het managementteam.

Sinds april 2022 is een nieuw geïntegreerd beheersoftwarepakket (SAP) geïmplementeerd dat alle aspecten in verband met de vastgoedactiviteiten opvolgt (zowel het beheer van de portefeuille als de technische opvolging van de gebouwen), alle aspecten in verband met de vaste activa in aanbouw, alle financiële aspecten en alle aspecten met betrekking tot het bewaren en raadplegen van data. Doordat deze software volledig geïntegreerd is en door alle geledingen van de onderneming loopt leidt dit tot standardisering van de gegevens en een betere interne controle.

Informatie en communicatie

Elk kwartaal wordt een financieel rapport opgesteld dat de analyses van de cijfers bevat, de belangrijkste prestatie-indicatoren, de impact van aan- en verkopen op de budgetten, de cashflow posities, enz.

Verder wordt ook elk kwartaal een operationeel rapport opgemaakt dat de belangrijkste prestatieindicatoren met betrekking tot de vastgoedafdeling bevat.

In het eerste en derde kwartaal van het boekjaar worden tussentijdse persberichten gepubliceerd. Halfjaarlijks wordt een uitgebreider halfjaarlijks financieel verslag gepubliceerd in overeenstemming met de IFRS–normen. Op het einde van het boekjaar wordt alle relevante financiële informatie gepubliceerd in het jaarlijks financieel verslag, dat tevens ter beschikking wordt gesteld op de website van de vennootschap.

De beperkte omvang van het Retail Estates-team draagt in belangrijke mate bij tot een goede informatiedoorstroming. De grote betrokkenheid van de raad van bestuur en zijn voorzitter bevordert een open communicatie en degelijke informatieverschaffing aan het bestuursorgaan.

Monitoring

Elk kwartaal stelt het financiële team de kwartaalcijfers en de balansen op. Deze kwartaalcijfers worden steeds uitgebreid geanalyseerd en gecontroleerd. Om het risico op fouten in de financiële verslaggeving te beperken worden de cijfers besproken met het management en wordt hun juistheid en volledigheid gecontroleerd door de analyse van huurinkomsten, leegstand, technische kosten, verhuuractiviteiten, de evolutie van de waarde van de gebouwen, openstaande debiteuren, enz., met inachtneming van het "four-eyes"-principe. Vergelijkingen met forecast en budgetten worden besproken. Het management brengt elk kwartaal uitvoerig verslag uit over de financiële staten aan de raad van bestuur, steeds met vergelijking van jaarcijfers, budget en verklaringen bij afwijkingen.

De commissaris brengt eveneens verslag uit aan de raad van bestuur over zijn voornaamste bevindingen naar aanleiding van zijn controlewerkzaamheden.

Passend risicobeheerbeleid

De voornaamste risico's waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt, betreffen (i) de marktwaarde van het vastgoed, (ii) evoluties in de huurmarkt, (iii) de bouwkundige staat van de

gebouwen, (iv) financiële risico's zoals onder meer liquiditeitsrisico, het gebruik van financiële instrumenten en bancair tegenpartij- en convenantenrisico, (v) vergunningtechnische risico's, (vi) wijziging van de verkeersinfrastructuur, (vii) bodemverontreiniging, (viii) risico's verbonden aan fusie- , splitsing- of overnameverrichtingen, en (ix) reglementaire risico's.

Voor elk van de opgesomde risico's zijn maatregelen en procedures in voege om de risico's te identificeren en te monitoren, en om te vermijden dat de risico's zich zouden realiseren, en/of om de impact van deze risico's, in voorkomend geval, te beperken en de gevolgen ervan zoveel mogelijk in te schatten, te controleren en op te volgen. Dit is de taak van de risk manager.

Integriteitsbeleid

Het integriteitsbeleid (waarop wordt toegezien door de persoon belast met de "compliance functie") omvat verschillende aspecten, waaronder het voorkomen van handel met voorwetenschap, belangenconflicten en onverenigbaarheid van mandaten, niet-corruptie, beroepsgeheim, enz.

De effectieve leiding onderzoekt, op regelmatige basis, welke andere domeinen en activiteiten deel zouden moeten uitmaken van de werkdomeinen van de compliance functie. De "onafhankelijke compliance functie" wordt ingevuld als een onafhankelijke functie binnen een organisatie, gericht op het onderzoek naar, en het bevorderen van, de naleving door de onderneming van de wetten, reglementen en gedragsregels van toepassing op de vennootschap en in het bijzonder de regels die verband houden met de integriteit van de activiteiten van de vennootschap. We bespreken hieronder de belangrijkste:

Voorkomen van misbruik van voorwetenschap en preventie van marktmisbruik

Overeenkomstig de principes en de waarden van de vennootschap en in het kader vn de toepassing van de Corporate Governance Code, heeft Retail Estates nv in zijn gedragscode ("Verhandelingsreglement") regels opgenomen die moeten worden nageleefd door de bestuurders, werknemers en aangestelde personen die financiële instrumenten uitgegeven door Retail Estates nv willen verhandelen. De regels van het Verhandelingsreglement werden afgestemd op toepasselijke wet- en regelgevingen (in het bijzonder de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (de Verordening Marktmisbruik), de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de Corporate Governance Code). Het Verhandelingsreglement van de vennootschap maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter en kan (afzonderlijk) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.retailestates.com).

Het Verhandelingsreglement heeft onder meer betrekking op de openbaarmaking van informatie aangaande dergelijke transacties en bepaalt onder meer:

  • beperkingen inzake het uitvoeren van transacties in financiële instrumenten van de vennootschap tijdens welbepaalde periodes voor de bekendmaking van de financiële resultaten ("gesloten periodes") of tijdens elke andere als gevoelig beschouwde periode ("verbodsperiodes");
  • de aanstelling van een compliance officer die toeziet op de naleving van het Verhandelingsreglement door de bestuurders en de andere aangeduide personen;

  • de voorafgaande kennisgeving, door de geviseerde personen, voor elke transactie in financiële instrumenten van de vennootschap aan de compliance officer; en

  • de openbaarmaking van elke transactie door de geviseerde personen.

Interne procedure voor het leden van inbreuken – Klokkenluidersregeling

Overeenkomstig artikel 69ter van de Wet van 2 augustus 2002 (dat uitvoering geeft aan onder meer artikel 32, derde lid van de Verordening Marktmisbruik) heeft de Vennootschap voorzien in een interne procedure voor het melden van daadwerkelijke of potentiële inbreuken op, onder meer, de regels inzake marktmisbruik zoals neergelegd in de Verordening Marktmisbruik, de Wet van 2 augustus 2002 en het Verhandelingsreglement (de "Klokkenluidersregeling"). De Klokkenluidersregeling is als bijlage A aan het Verhandelingsreglement gehecht en maakt dus eveneens integraal deel uit van het Corporate Govenance Charter. De Klokkenluidersregeling kan eveneens (afzonderlijk) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap.

Belangenconflicten en onverenigbaarheid van mandaten

Er wordt verwezen naar de passage opgenomen onder 'Regeling van belangenconflicten' in dit beheersverslag.

Niet-corruptie

Retail Estates nv legt sterk de nadruk op de principes van eerlijkheid en integriteit en verwacht een gelijkaardige houding van derde partijen waarmee de vennootschap zakendoet.

Beroepsgeheim

Het is uitdrukkelijk verboden voor de leden van de organen van de vennootschap, van het managementcomité en van het personeel om vertrouwelijke informatie die zij tijdens de uitoefening van hun taken bekomen voor oneigenlijke doeleinden te gebruiken of te onthullen.

Politieke activiteiten

Retail Estates nv handelt op een maatschappelijk verantwoorde wijze volgens de wetten van het land waarin de vennootschap actief is bij het nastreven van legitieme commerciële doelstellingen.

Onafhankelijke controlefuncties

Risicobeheerfunctie

Voor de risico's waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt, zijn maatregelen en procedures in voege om de risico's te identificeren en te monitoren, en om te vermijden dat de risico's zich zouden realiseren, en/of om de impact van deze risico's, in voorkomend geval, te beperken en de gevolgen ervan zoveel mogelijk in te schatten, te controleren en op te volgen. Dit is de taak van de risk manager.

Aangezien een groot aantal risico's juridisch van aard is, werd mevrouw Runa Vander Eeckt, chief legal officer en vanuit die functie verantwoordelijk voor de begeleiding van de transacties, aangesteld als

verantwoordelijke voor de risicobeheersfunctie/risk manager. Naar mening van de Raad van Bestuur situeren de voornaamste risico's zich namelijk in de acquisitie-activiteiten eerder dan in het beheer van de portefeuille. De risk manager overlegt op regelmatige basis met de compliance officer.

De risk manager beschikt over de vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid. De risk manager staat onder het rechtstreeks toezicht van een lid van de effectieve leiding, in casu de heer Jan De Nys, die de eindverantwoordelijkheid draagt over het risicobeheer van de onderneming.

Onafhankelijke compliancefunctie

De raad van bestuur heeft als compliance officer de heer Paul Borghgraef aangesteld. Hij is tevens voorzitter van de raad van bestuur. Vanuit zijn functie is hij in het bijzonder verantwoordelijk voor de naleving van het integriteitsbeleid zoals hierboven beschreven.

De duur van het mandaat van Paul Borghgraef als compliance officer is gelijklopend met diens bestuursmandaat (dat verstrijkt op de jaarvergadering van 2025).

Onafhankelijke interne auditfunctie

De persoon belast met de interne auditfunctie is belast met een onafhankelijke en permanente beoordelingsfunctie van de activiteiten van de vennootschap, en verricht onderzoek naar de kwaliteit en de doeltreffendheid van de bestaande procedures en methoden van interne controle.

Jaarlijks zal de interne auditor zijn bevindingen presenteren.

De interne auditfunctie wordt uitgeoefend door een externe consultant, in casu Moore Belgium, vertegenwoordigd door de heer Luc Martens. De interne auditfunctie (die aldus werd uitbesteed aan een externe interne auditor-rechtspersoon, vertegenwoordigd door een natuurlijke persoon) wordt uitgeoefend onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de finance & reporting analyst van de vennootschap, de heer Giovanni Ronsse. Hij beschikt over de vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid.

Interne controlefuncties binnen Retail Warehousing Invest nv

Overeenkomstig artikel 17,§ 2 van de GVV-Wet, heeft de interne controle binnen de vennootschap eveneens betrekking op haar dochtervennootschap met het statuut van institutionele GVV (Retail Warehousing Invest NV).

Samenstelling van de bestuursorganen en de comités

De raad van bestuur van Retail Estates nv bestaat op datum van dit verslag uit 9 bestuurders, zijnde 7 niet-uitvoerende bestuurders en 2 uitvoerende bestuurders, met name de gedelegeerd bestuurder (CEO) en de chief financial officer (CFO).

De Raad van Bestuur heeft op datum van dit Financieel Jaarverslag drie comités opgericht, een remuneratie- en benoemingscomité, een auditcomité en eeninformeel managementcomité.

Samenstelling van de raad van bestuur

De Raad van Bestuur kwam in 2021-2022 10 keer samen waarvan een aantal keer per conference call of in het kantoor van notaris Tim Carnewal. Het remuneratie- en benoemingscomité en het auditcomité vergaderden tweemaal per jaar. Het directiecomité (sinds juni 2022, het

managementcomité met dezelfde samenstelling als het vroegere directiecomité) komt wekelijks samen.

De mandaten van de bestuurders van Retail Estates nv werden hernieuwd bij de jaarvergadering van 19 juli 2021 voor een nieuwe periode van 4 jaar en lopen tot aan het einde van de algemene vergadering van 2025. De samenstelling van de Raad van Bestuur weerspiegelt onafhankelijkheid op een dubbel niveau:

  • − de Raad van Bestuur telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en de Belgische Corporate Governance Code 2020, deze werden herbenoemd bij de jaarvergadering van 19 juli 2021; en
  • − de Raad van Bestuur telt een meerderheid van niet-uitvoerende bestuurders.

De bestuurders werden benoemd voor vier jaar en zijn herkiesbaar.

Eén niet-uitvoerende bestuurder heeft zijn ontslag aangeboden in 2022. De raad van bestuur heeft op 20 mei 2022 een vervangend bestuurder gecoöpteerd met ingang van de goedkeuring van diens mandaat door de FSMA. De coöptatie zal worden voorgelegd ter goedkeuring aan de algemene jaarvergadering van Retail Estates, eveneens onder voorbehoud van de goedkeuring van de FSMA. Zodra het mandaat van de nieuwe bestuurder in werking treedt, zal het mandaat van de ontslagnemende bestuurder aflopen

De onafhankelijke bestuurders voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Corporate Governance Code 2020 (cf. artikel 7:87 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). Ze beantwoorden strikt aan de volgende onafhankelijkheidscriteria:

    1. geen lid zijn van het uitvoerend management of een functie uitoefenen als persoon belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap of een daarmee verbonden vennootschap of persoon, noch een dergelijke positie hebben uitgeoefend gedurende een tijdvak van drie jaar voorafgaand aan de benoeming. Of niet langer genieten van aandelenopties van de vennootschap met betrekking tot deze positie;
    1. niet langer dan 12 jaar een mandaat hebben uitgeoefend als niet-uitvoerend bestuurder;
    1. geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel (in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven), van de vennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon, noch een dergelijke positie hebben uitgeoefend gedurende een tijdvak van drie jaar voorafgaand aan de benoeming; of niet langer genieten van aandelenopties van de vennootschap met betrekking tot deze positie;
    1. noch tijdens zijn mandaat, noch gedurende een tijdvak van drie jaar voorafgaand aan de benoeming, enige betekenisvolle vergoeding of ander belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen of hebben ontvangen van de vennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon, buiten de vergoeding die zij ontvangen of hebben ontvangen als niet-uitvoerend bestuurder;
    1. a. geen aandelen bezitten, noch rechtstreeks of onrechtstreeks, noch individueel of in onderling overleg, die globaal een tiende of meer vertegenwoordigen van het kapitaal van de vennootschap of een tiende of meer van de stemrechten in de vennootschap ten tijde van de benoeming;

b. in geen geval zijn voorgedragen door een aandeelhouder die voldoet aan de voorwaarden omschreven onder punt (a);

    1. geen betekenisvolle zakelijke relatie hebben of in het jaar voorafgaand aan de benoeming hebben gehad met de vennootschap of met een daarmee verbonden vennootschap of persoon, noch rechtstreeks, noch als vennoot, aandeelhouder, lid van de raad of lid van het leidinggevend personeel (in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven) van een vennootschap of persoon die een dergelijke relatie onderhoudt;
    1. in de drie jaar voorafgaand aan de benoeming geen partner of lid zijn of zijn geweest van het auditteam van de vennootschap of de persoon die de externe auditor van de vennootschap of een daarmee verbonden vennootschap of persoon is, of was gedurende de laatste drie jaar voor de benoeming;
    1. geen lid zijn van het uitvoerend management van een andere vennootschap waarin een lid van het uitvoerend management van de vennootschap zetelt in de hoedanigheid van een niet-uitvoerend bestuurder, en geen andere belangrijke banden hebben met uitvoerende bestuurders van de vennootschap uit hoofde van functies bij andere vennootschappen of organen;
    1. geen echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwanten tot de tweede graad hebben die in de vennootschap of in een daarmee verbonden vennootschap of persoon, een mandaat van bestuurder of lid van het uitvoerend management of persoon belast met het dagelijks bestuur of lid van het leidinggevend personeel (in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven) uitoefenen, of die behoren tot de andere gevallen, beschreven in de punten 1. tot 8., en met betrekking tot punt 2., tot drie jaar nadat het betreffende familielid zijn laatste mandaat beëindigde.

Aangezien artikel 13 van de GVV-Wet verwijst naar artikel 526ter van het (oud) Wetboek van Vennootschappen, moeten minstens drie bestuurders ook onafhankelijk zijn in de zin van artikel 526ter van het (oud) Wetboek van Vennootschappen, wat het geval is.

De samenstelling van de raad van bestuur dient te waarborgen dat de beslissingen genomen worden in het vennootschapbelang. Deze samenstelling wordt bepaald op basis van diversiteit in het algemeen, alsook complementariteit inzake bekwaamheden, ervaring en kennis. In het bijzonder wordt er gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van bestuurders die vertrouwd zijn met winkelvastgoed waarin Retail Estates nv investeert en/of ervaring hebben in de financiële aspecten , en in het bijzonder de rapportering en/of de financiering, van een vennootschap en/of ervaring hebben in het beheer van een vastgoedvennootschap en een gereglementeerde vastgoevennootschap in het bijzonder en/of beleidsvoering in genoteerde vennootschappen.. Het is daarom van belang dat de leden van de raad van bestuur complementair zijn inzake kennis en ervaring. Teneinde een efficiënte werking van de raad van bestuur te bewerkstelligen, wordt beoogd het aantal leden van de raad van bestuur te beperken. De huidige samenstelling van de Raad van Bestuur verzekert de vereisten inzake genderdiversiteit. Op dit ogenblik bestaat de Raad van Bestuur van Retail Estates uit drie vrouwen en zes mannen, conform artikel 7:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Op datum van dit Jaarlijks Financieel Verslag is de Raad van Bestuur van Retail Estates NV samengesteld als volgt:

Naam Functie Datum aanvang
huidig mandaat
Datum waarop
het mandaat
verstrijkt
Beroepsadres
Paul Borghgraef Voorzitter van Raad
van Bestuur
19.07.2021 AV 2025 Gauwberg 6,
2970 Schilde
Jan De Nys Gedelegeerd
bestuurder
Voorzitter
van
het
directiecomité
19.07.2021 AV 2025 Industrielaan 6,
1740 Ternat
Kara De Smet Chief Financial Officer
Lid
van
het
directiecomité
19.07.2021 AV 2025 Industrielaan 6,
1740 Ternat
René Annaert Onafhankelijk
bestuurder
Voorzitter
van
het
remuneratie-
en
benoemingscomité
Lid
van
het
auditcomité
19.07.2021 AV 2025 Mercatorlaan 4
– 1780 Wemmel
Michel Van Geyte Niet-uitvoerend
bestuurder
19.07.2021 AV 2025 Schermersstraat
42,
2000
Antwerpen
Christophe
Demain
Niet-uitvoerend
bestuurder
19.07.2021 AV 2025 Galiléelaan 5 –
1210 Brussel
Ann Gaeremynck Onafhankelijk
bestuurder
Lid
van
het
remuneratie-
en
benoemingscomité
Lid
van
het
auditcomité
19.07.2021 AV 2025 Naamsestraat
69 -
3000 Leuven
Victor Ragoen Niet-uitvoerend
bestuurder
Lid remuneratie- en
benoemingscomité
19.07.2021 AV 2025 Slesbroekstraat
101, 1600 Sint
Pieters Leeuw
Leen
Van
den
Neste
Onafhankelijk
bestuurder
Lid
van
het
remuneratie-
en
benoemingscomité
Voorzitter
van
het
auditcomité
19.07.2021 AV 2025 Sint
Michielsplein 16
– 9000 Gent

Twee van de negen bestuurders vertegenwoordigen een referentieaandeelhouder: de heer Van Geyte namens Het Torentje (Nextensa) en de heer Demain (die zijn ontslag heeft aangeboden, cf. supra) namens de Belfius-groep.

De heren De Nys, Borghgraef en Annaert hebben verklaard ten persoonlijke titel aandelen van de vennootschap te bezitten.

Overeenkomstig de Corporate Governance Code 2020 dienen niet-uitvoerende bestuurders zich bewust te zijn van de omvang van hun plichten, voornamelijk wat de tijdsbesteding in het kader van hun opdracht aangaat. NIet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf bestuursmandaten bekleden in beursgenoteerde vennootschappen. Geen van de niet-uitvoerende bestuurders neemt meer dan 5 mandaten waar in beursgenoteerde vennootschappen.

Hierna volgen de mandaten alsook een beknopte beschrijving van de professionele loopbaan van de verschillende bestuurders:

Dhr. Paul Borghgraef

Dhr. Paul Borghgraef is sinds 2004 bestuurder en voorzitter van de Raad van Bestuur van Retail Estates.

Hij behaalde in 1976 een diploma Accountancy en Tax aan de Economische Hogeschool Antwerpen gevolgd door een postgraduaat Informatica en sociale wetgeving.

Hij begon zijn carrière in het beleidsaccounting departement van Kredietbank 1976.

Van 1977 tot 1978 werkte hij voor Dijker en Doornbos (huidige PwC) als auditor-tax specialist.

Vanaf 1978 bekleedde hij verschillende functies bij Krefima zoals gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het directiecomité, uitvoerende bestuurder en voorzitter van de Raad van Bestuur tot 2006.

Sinds 1995 is hij actief als rechter in handelszaken in de ondernemingsrechtbank in Antwerpen.

Lopende mandaten:

  • Bestuurder Pertinea Property Partners
  • Bestuurder Home Sint-Jozef VZW
  • Bestuurder Beherman Invest nv
  • Bestuurder Hofke van Oliveten VZW

Comités: /

Dhr. Jan De Nys

Dhr. Jan De Nys is gedelegeerd bestuurder van Retail Estates sinds 1998.

Hij behaalde in 1982 een licentiaatsdiploma rechten bij de Katholieke Universiteit Leuven gevolgd door een postgraduaat Europees Recht bij het Europa College in Brugge.

Hij begon zijn carrière in 1982 bij De Bandt, Van Hecke. Van 1999 tot 2002 bekleedde hij verschillende functies bij Mitiska NV waarvan hij tot 2009 bestuurder bleef.

Lopende mandaten:

  • Bestuurder Alides REIM NV
  • Bestuurder First Retail International I en II NV
  • Voorzitter raad van bestuur BEM II NV

Comités: /

Mevr. Kara De Smet

Mevr. Kara De Smet is CFO van Retail Estates sinds 2006. Ze is uitvoerend bestuurder sinds januari 2016.

Sinds 2015 doceert ze ook aan het Postuniversitair Centrum van de KUL (binnen de Vastgoedkunde opleiding).

Ze behaalde in 1999 een licentiaatsdiploma Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Van 1999 tot 2006 werkte ze bij Deloitte als auditmanager.

Lopende mandaten:

  • Bestuurder bij de Be-REIT Association, de sectorvereniging van de GVV's waar ze ook voorzitter is van de Accounting werkgroep

Comités: /

Dhr. René Annaert

Dhr. Annaert is onafhankelijk bestuurder van Retail Estates sinds 7 juli 2015. De heer Annaert is voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité en tevens lid van het auditcomité van Retail Estates. Hij behaalde het diploma van bouwkundig Ingenieur aan de Sint-Lukas Hogeschool Brussel.

Dhr. Annaert vatte zijn carrière aan als studietekenaar bij Traction et Electricité. Van 1975 tot 1988

nam hij de functies van werf- en projectleider bij verschillende vennootschappen. In 1988 werd René Annaert bestuurder-directeur bij de C.V.A. Wereldhave Belgium. Hij bekleedde deze functie tot 2000, waarop hij tot 2011 aan de slag ging als algemeen directeur bij Devimo N.V. Van 2012 tot en met 2015 was Dhr. Annaert CEO van Brussels International Trade Mart.

Lopende mandaten:

  • /

Comités:

  • Remuneratie- en benoemingscomité
  • Auditcomité

Dhr. Michel Van Geyte

Dhr. Michel Van Geyte behaalde in 1989 een licentiaatsdiploma Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL), gevolgd door een postgraduaat Real Estate aan de KUL en een executive master in Corporate Finance aan de Vlerick Business School. Hij startte zijn loopbaan in 1990 bij Belgian Shell. Van 1991 tot 1995 was hij consultant bij UNIZO waar hij onder meer onderzoek voerde naar shoppingcenters en KMO's. Tussen 1995 en 1999 bekleedde hij de functie van onderdirecteur bij C.I.P., projectontwikkelaar van kantoorgebouwen en residentiële projecten. In 1999 werd hij country manager bij Grubb&Ellis en tussen 2001 en 2004 was hij managing partner van Knight Frank Belgium (letting, investment, brokerage,…).

Sinds 2004 is Michel Van Geyte actief bij Leasinvest Real Estate. Eerst als commercieel directeur (COO) om dan in 2018 , CEO te worden van Leasinvest Real Estate Management NV. Sinds 19 juli 2021 heeft Leasinvest de aandelen van de Extensa Group overgenomen en zal zij verder gaan onder de naam Nextensa, een nieuwe beursgenoteerde investeerder/ontwikkelaar. Michel Van Geyte is momenteel CEO van Nextensa.

Sinds 2009 doceert de heer Van Geyte ook verschillende cursussen, gerelateerd aan vastgoed, aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Lopende mandaten:

  • Verschillende mandaten van de subvennootschappen of gelieerde vennootschappen die deel uitmaken van Nextensa
  • Bestuurder Care Property Invest OGVV
  • Bestuurder ULI Belgium

Comités : /

Dhr. Christophe Demain

Dhr. Demain is niet-uitvoerend bestuurder bij Retail Estates sinds 30 juni 2013. Hij heeft zijn diploma Toegepaste Economische Wetenschappen behaald aan de UCL.

Hij is Chief Investment Officer bij Belfius Insurance. Hij begon zijn carrière als trader bij Crédit Général, later bij Ippa Bank. Vanaf 1999 tot 2009 vervulde hij verschillende functies binnen Axa. Sinds 2013 is de heer Demain Chief Investment Officer bij Belfius Insurance.

Lopende mandaten:

  • Chief Investment Officer bij Belfius Insurance NV
  • Bestuurder bij Inclusio NV
  • Bestuurder bij Belfius Investment Partners NV
  • Bestuurder bij Newton Biocapital I, Pricaf Privée SA

Beëindigde mandaten:

  • Bestuurder bij Auxipar NV (einde 2018)
  • Bestuurder bij Cofinimmo NV (einde 2017)
  • Bestuurder bij First Retail International NV (einde 2017)
  • Bestuurder bij First Retail International 2 NV (einde 2017)
  • Bestuurder en vereffenaar bij AIS Consulting SA (einde 2014)
  • Vaste vertegenwoordiger van AIS Consulting SA, zaakvoerder van SCI St Mesmin (einde

2014)Bestuurder bij Elantis NV (einde 2021)

  • Bestuurder bij diverse vastgoedvennootschappen van de Belfius Group (nl. LFB NV, Legros-Renier, Les Amarantes Seigneurie de Loverval NV, Coquelets NV, Immo Malvoz BVBA, Immo Zeedrift NV, ImmoActivity NV en Offico Immo NV).

Comités: /

Mevr. Ann Gaeremynck

Mevr. Ann Gaeremynck is onafhankelijk bestuurder van Retail Estates sinds 4 april 2017.

Mevrouw Ann Gaeremynck is doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen. Ze behaalde de titel aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Ann Gaeremynck is gewoon hoogleraar aan de KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen.

Haar onderzoeksinteresse situeert zich vooral in het domein van governance, audit en financiële rapportering.

Lopende mandaten:

  • Bestuurder bij VGP (voorzitter auditcomité)
  • Bestuurder bij VIVES hogeschool (voorzitter auditcomité)

Beëindigde mandaten:

  • Extern lid auditcomité AZ Delta
  • Bestuurder bij het ICCI (informatiecentrum voor het bedrijfsrevisoraat)

Comités:

  • Auditcomité
  • Remuneratie- en benoemingscomité

Dhr. Victor Ragoen

Dhr. Victor Ragoen is bestuurder van Retail Estates sinds 5 november 2004.

Hij was gedelegeerd bestuurder van New Vanden Borre NV tot en met 31 januari 2015. Hij heeft een licentie Handelswetenschappen en Financiële Wetenschappen en een master in marketing aan de Vlerick School behaald.

Hij startte zijn carrière in 1980 bij Ogilvy & Mather als junior account executive en stapte in 1981 over naar BBDO. Tussen 1982 en 1991 bekleedde hij verschillende marketingfuncties binnen American Express. Van 1991 tot 2007 is hij managing partner en later managing director van Vanden Borre. Tussen 2007 en 2013 was de heer Ragoen vice-voorzitter van KESA Electricals. Van mei 2011 tot februari 2015 was hij opnieuw managing director van Vanden Borre.

Lopende mandaten: /

Comité:

Remuneratie- en benoemingscomité

Mevr. Leen Van den Neste

Mevr. Leen Van den Neste is onafhankelijk bestuurder van Retail Estates sinds 12 januari 2016.

Mevrouw Van den Neste behaalde in 1988 haar diploma in de Rechten aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1990 behaalde zij een speciale licentie in de Accountancy aan de Vlerick Management School te Gent.

Mevr. Van den Neste startte haar loopbaan bij KMPG Bedrijfsrevisoren, gevolgd door een functie als senior interne auditor bij VF dept. Internal Audit. In 1995 ging zij aan de slag bij de Groep Arco waar zij verschillende functies bekleedde om in 2005 directeur administratie en financiën te worden en vanaf 2007 tot 2011 was zij lid van het directiecomité van de Groep Arco.

In september 2011 trad mevr. Van den Neste toe tot het directiecomité van VDK Bank, waar zij in april 2012 voorzitter van geworden is.

Lopende mandaten:

Afgevaardigd bestuurder en voorzitter VDK Bank NV

  • Bestuurder en lid van uitvoerend comité van Febelfin
  • Voorzitter Raad van Bestuur Xior NV, openbare GVV
  • Bestuurder FPIM (Federale Participatie en investeringsmaatschappij)
  • Bestuurder KAA Gent CVBASO
  • Bestuurder Centrale voor huisvesting Arrondissement Gent
  • Bestuurder Gentco CVBA

Beëindigde mandaten:

  • Bestuurder CPP-Incofin (tot begin 2022)
  • Bestuurder Familiehulp VZW (tot 2021)
  • Bestuurder Artevelde Hogeschool VZW (tot 2021)

Comités:

  • Remuneratie- en benoemingscomité
  • Auditcomité

Verklaringen betreffende de bestuurders

De raad van bestuur van Retail Estates nv verklaart dat geen enkele bestuurder in de loop van de laatste vijf jaar, veroordeeld werd voor een fraudemisdrijf, geen enkele officiële en/of publieke beschuldiging werd uitgesproken, dat geen enkele sanctie ooit werd opgelegd door een wettelijk of toezichthoudend gezag, dat geen enkele bestuurder door een rechtbank het verbod werd opgelegd als lid van het bestuursorgaan te handelen en dat zij in hun hoedanigheid van bestuurder nog nooit door een rechtbank in verband werden gebracht met een faillissement. Er bestaat geen enkele familieband tussen de bestuurders.

Werking van de raad van bestuur

De raad van bestuur van Retail Estates nv bepaalt de strategie, de beleggingen, de budgetten, de (des- )investeringen en de financiering.

De raad van bestuur stelt de jaar- en halfjaarrekeningen en het jaarverslag van de vennootschap op voor de algemene vergadering van aandeelhouders. Hij keurt fusie- en splitsingsrapporten goed, beslist over het gebruik van het toegestaan kapitaal en roept de gewone en buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders samen, ziet toe op de nauwgezetheid, de juistheid en transparantie van mededelingen aan aandeelhouders, financiële analisten en het publiek bij middel van prospectussen, jaar- en halfjaarverslagen en persmededelingen.

De raad van bestuur heeft sinds 1 juni 2022 een managementcomit ingesteld, (ter vervanging van het vroegere directiecomité in de zin van artikel 524bis van het (oud) Wetboek van Vennootschappen), waaraan hij bepaalde, duidelijk omschreven bestuursbevoegdheden heeft gedelegeerd. Het managementcomité is een informeel comité en geen directieraad in de zin van artikel 7:104 WVV. Het Managementcomité heeft conform de delegatie waartoe de raad van bestuur op 20 mei 2022, met ingang van 1 juni 2022, heeft beslist, onder meer volgende taken en bevoegdheden gekregen, die in

meer detail zijn uiteengezet in het interne reglement van het managementcomité, dat kan worden geraadpleegd op de website van de vennootschap::

  • de analyse, de opmaak en het voorstel, onder leiding van de CEO, van het beleid en van de algemene strategie van de vennootschap, om voor te leggen aan de raad van bestuur (met inbegrip van de algemene beleidslijnen voor het financieel beheer, het risicobeheer, de opmaak van het budget/de forecast);
  • de operationele leiding van de vennootschap;
  • het uitwerken, voorbereiden en voorleggen van voorstellen aan de raad van bestuur of aan zijn gespecialiseerde comités in elke aangelegenheid die onder hun bevoegdheid valt.

Daarnaast neemt de gedelegeerd bestuurder, ondersteund door het managementcomité, het uitvoerend management waar.

De raad van bestuur kan pas geldig beraadslagen en beslissen indien tenminste de helft van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien deze voorwaarde niet is vervuld, kan een nieuwe vergadering worden samengeroepen die geldig zal beraadslagen en besluiten over de punten die op de agenda van de vorige vergadering voorkwamen indien tenminste twee bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Elk besluit van de raad van bestuur wordt genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders en bij onthouding van één of meer onder hen met de meerderheid van de andere bestuurders. Bij staking van stemmen is de stem van degene die de vergadering voorzit, doorslaggevend. De besluiten van de raad van bestuur de worden genomen bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders.

Naast zijn wettelijke opdracht zal de raad van bestuur eveneens de nodige zorg besteden aan het bepalen van de strategie en het uitstippelen van de beleidslijnen, steeds met het vennootschapsbelang voor ogen. Hij neemt in het bijzonder ook alle principiële beslissingen met betrekking tot de investeringen en desinvesteringen van het vastgoed evenals hun financiering.

Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de verantwoordelijkheden van de gedelegeerd bestuurder en die van de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter geeft leiding aan de raad van bestuur en zorgt ervoor dat de agenda van de raden van bestuur opgemaakt wordt, evenals dat de bestuurders de relevante informatie tijdig ontvangen.

De gedelegeerd bestuurder is verantwoordelijk voor de operationele taken, die verband houden met het beheer van de vastgoedportefeuille en de werking van de vennootschap. De raad van bestuur zal erover waken dat er voldoende bevoegdheden gegeven worden opdat deze zijn verantwoordelijkheden en plichten kan nakomen.

Evaluatie prestaties bestuurders

Om de doeltreffendheid van de raad van bestuur voortdurend te verbeteren, evalueert de raad van bestuur, onder leiding van de Voorzitter, systematisch en op geregelde tijdstippen (ten minste om de 2 à 3 jaar bijvoorbeeld) zijn omvang en samenstelling, zijn prestaties en die van zijn comités, alsook zijn interactie met het managementcomité. Deze evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern gefaciliteerd, in overeenstemming met een door de raad van bestuur goedgekeurde methodologie.

De niet-uitvoerende bestuurders evalueren geregeld (bij voorkeur één keer per jaar) hun interactie met het managementcomité, in afwezigheid van de CEO en de andere uitvoerende bestuurders.

De daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder wordt periodiek, en in ieder geval aan het einde van het mandaat van de bestuurder, geëvalueerd om - rekening houdend met wijzigende omstandigheden - de samenstelling van de raad van bestuur te kunnen aanpassen.

Werking van de comités

De raad van bestuur kan verschillende comités oprichten voor specifieke aangelegenheden.

De raad van bestuur van Retail Estates nv heeft tot op heden drie comités opgericht, een remuneratieen benoemingscomité, een auditcomité en, sinds 1 juni 2022, een managementcomité (ter vervanging van het vroegere directiecomité in de zin van artikel 524bis van het (oud) Wetboek van Vennootschappen).

Remuneratie- en benoemingscomité

Het remuneratie- en benoemingscomité bestaat uit volgende leden:

  • René Annaert Voorzitter van het comité, onafhankelijk bestuurder
  • Leen Van den Neste onafhankelijk bestuurder
  • Ann Gaeremynck onafhankelijk bestuurder
  • Victor Ragoen niet-uitvoerend bestuurder

Het comité kwam in 2021-2022 tweemaal samen, in functie van het opstellen van het budget 2022- 2023 waarbij enerzijds de remuneratiepolitiek van de personeelsleden werd besproken en anderzijds de recurrente vergoedingen, die betaald worden aan externe dienstverleners, werden geïnventariseerd.

De rol van het remuneratie- en benoemingscomité bestaat erin de raad van bestuur bij te staan door:

  • aanbevelingen te formuleren inzake de benoeming van de bestuurders, de CEO en eventueel andere leden van het managementcomité en ervoor te zorgen dat het benoemings- en herbenoemingsproces zo objectief en professioneel mogelijk verloopt;
  • bijstand te verlenen bij het bepalen van het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de bestuurders, de personen belast met het dagelijks bestuur en de leden van het managementcomité;
  • het opstellen van het remuneratieverslag.

Auditcomité

Het auditcomité bestaat uit volgende leden:

  • Leen Van den Neste Voorzitter van het comité, onafhankelijk bestuurder
  • René Annaert onafhankelijk bestuurder
  • Ann Gaeremynck onafhankelijk bestuurder

Het comité kwam in 2021-2022 tweemaal samen.

De taken van dit auditcomité betreffen hoofdzakelijk de monitoring van het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer, monitoring van de interne audit en van zijn doeltreffendheid en monitoring van de wettelijke controle van enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen en externe audit, inclusief de beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de commissaris.

Managementcomité

Het imanagementcomité bestaat uit volgende leden:

  • Jan De Nys Voorzitter van het comité, CEO, uitvoerend bestuurder
  • Kara De Smet CFO, uitvoerend bestuurder
  • Koenraad Van Nieuwenburg CIO
  • Runa Vander Eeckt CLO

De taken van dit managementcomité betreffen hoofdzakelijk het ondersteunen van de CEO bij het waarnemen van het uitvoerend management van de vennootschap. Het managementcomité bespreekt met de raad van bestuur en de CEO, en adviseert hen met betrekking tot, het management van de vennootschap in overeenstemming met de waarden, de strategie, het algemeen beleid en het budget van de vennootschap, zoals bepaald door de raad van bestuur. De raad van bestuur heeft daartoe op 20 mei 2022, met ingang van 1 juni 2022, bijzondere bevoegdheden aan het managementcomité gedelegeerd.

Voor de lijst van bevoegdheden die door de raad van bsetuur aan het managementcomité werden gedelegeerd en voor de overige aspecten van de werking van het managementcomité wordt verwezen naar het intern reglement van het managementcomité dat beschikbaar is op de website.

Retail Estates benoemde als effectieve bedrijfsleiders in de zin van artikel 14 van de GVV-Wet, de gedelegeerd bestuurder van Retail Estates (de heer Jan De Nys, Chief Executive Officer van Retail Estates en mevrouw Kara De Smet (Chief Financial Officer van Retail Estates). De effectieve leiders participeren, conform het Corporate Governance Charter van Retail Estates, in de leiding van Retail Estates.

Verklaringen betreffende de leden van het directiecomité

De raad van bestuur van Retail Estates nv verklaart dat geen enkel lid van het managementcomité, in de loop van de laatste vijf jaar, veroordeeld werd voor een fraudemisdrijf, geen enkele officiële en/of publieke beschuldiging werd uitgesproken, dat geen enkele sanctie ooit werd opgelegd door een wettelijk of toezichthoudend gezag, dat geen enkel lid van het managementcomité door een rechtbank het verbod werd opgelegd als lid van het managementcomité te handelen en dat zij in hun hoedanigheid van lid van het managementcomité nog nooit door een rechtbank in verband werden gebracht met een faillissement. Er bestaat geen enkele familieband tussen de leden van het managementcomité.

Vertegenwoordigingsbevoegdheid

In alle wettelijke en statutaire gevallen inzake daden van beschikking met betrekking tot vastgoed zal de vennootschap vertegenwoordigd worden door minstens twee bestuurders die samen optreden, zijnde in principe de uitvoerende bestuurders/effectieve leiders, de heer De Nys en mevrouw De Smet.

Voor verrichtingen die binnen de perken vallen van de bijzondere lastgeving van de raad van bestuur aan het managementcomité, wordt de vennootschap geldig vertegenwoordigd door twee leden van het managementcomité

Voordaden van beschikking (incl. de overdracht van eigendom, beperkte zakelijke gebruiks- en genotsrechten en zakelijke zekerheidsrechten) die betrekking hebben op een goed waarvan de waarde minder bedraagt dan 2,50 mio EUR zal de vennootschap eveneens rechtsgeldig vertegenwoordigd kunnen worden door de bestuurder belast met het dagelijks bestuur of door één van haar bijzondere lasthebbers, via een bijzondere authentieke volmacht. Voor daden van beschikking met een waarde minder dan 5 miljoen euro en meer dan 2,50 miljoen euro, dienen twee lasthebbers gezamenlijk op te treden.

Regeling van belangenconflicten

In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen mag een lid van de raad van bestuur die rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van patrimoniale aard heeft dat in strijd is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoort, niet aan de beraadslagingen en stemming van deze raad deelnemen.

Er wordt eveneens aandacht besteed aan artikel 36 t.e.m. 38 van de GVV-Wet wanneer bij een verrichting met de openbare GVV of met een vennootschap waarover zij de controle heeft een van de personen vermeld in dit artikel (bestuurder, zaakvoerder of promotor van de GVV,…) optreedt als tegenpartij.

Daarnaast dient Retail Estates ook de procedure van artikel 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen na te leven indien zij, of één van haar dochtervennootschappen, een beslissing neemt of een verrichting uitvoert met een verbonden partij.

In het corporate governance charter van Retail Estates zijn aanvullende regels inzake de regeling van belangenconflicten opgenomen.

Er heeft zich tijdens het afgelopen boekjaar één belangenconflict voorgedaan in de zin van artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen naar aanleiding van het agendapunt inzake de variable remuneratie van de CEO, de CFO (en de overige leden van het directiecomité) op de vergadering van de raad van bestuur van 21 mei 2021. Bij aanvang van de vergadering hebben de CEO, Jan De Nys, en de CFO, Kara De Smet, een verklaring afgelegd in de zin van artikel 7:96 van he tWetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Zij hebben niet deelgenomen aan de beraadslaging en stemming met betrekking tot de relevante agendapunten.

Hieronder gaan de relevante passages uit de notulen van de raad van bestuur van 21 mei 2021:

"De heer Jan De Nys en mevrouw Kara De Smet leggen elk, voorafgaand aan de behandeling van agendapunt 8, overeenkomstig artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ("WVV") aan de leden van de raad van bestuur, volgende verklaring af in gevolge het feit dat zijn een belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met het belang van de vennootschap naar aanleiding van de beslissing die is geagendeerd.

De verklaring luidt voor elk van hen als volgt:

"Met toepassing van artikel 7:96 WVV wens ik te melden dat ik met betrekking tot het agendapunt 8 "remuneratie" een potentieel tegenstrijdig vermogensrechtelijk belang heb, aangezien dit punt een beslissing betreft m.b.t. tot mijn remuneratie als CEO, respectievelijk CFO.

In het kader van dit agendapunt wordt immers beslist over mijn variabele vergoeding m.b.t. boekjaar 2020-2021 op basis van een evaluatie van mijn prestatiedoelstellingen en worden mijn remuneratie en prestatiedoelstellingen voor boekjaar 2021-2022 vastgesteld.

De vermogensrechtelijke gevolgen van deze beslissingen m.b.t. mijn variabele vergoeding zijn strijdig met de vermogensrechtelijke gevolgen die voor mezelf uit de beslissing kunnen voortvloeien.

Ik zal derhalve niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming in verband met dit agendapunt."

(…)

b) Variabele vergoeding boekjaar 2020-2021 van de CEO en de overige leden van het directiecomité op basis van evaluatie prestatiedoelstellingen door remuneratie- en benoemingscomité

Het voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité tot toekenning van de variabele vergoeding van de CEO en de CFO voor boekjaar 2020-2021 leidt tot de volgende vermogensrechtelijke gevolgen voor Retail Estates van 120.000 euro.

De raad van bestuur bevestigt de evaluatie van de prestatiedoelstellingen voor de toekenning van de variabele vergoeding van de CEO en de overige leden van het directiecomité, zoals die is gebeurd door het remuneratie- en benoemingscomité van 17 mei 2021.

De toekenning van de variabele vergoeding is volgens de overige leden van de raad van bestuur van belang gelet op de expertise en bekwaamheid van de CEO en de CFO en hun prestaties ten gunste van de vennootschap sinds zij hun respectievelijke functies hebben opgenomen.

c) Vaststelling remuneratie en prestatiedoelstellingen voor de variabele vergoeding van de CEO en de overige leden van het directiecomité voor boekjaar 2021-2022 (en voor LT variabele vergoeding)

De vaststelling van de remuneratie en prestatiedoelstellingen voor de variabele vergoeding van de CEO en de CFO voor boekjaar 2021-2022, zoals voorgesteld door het remuneratie- en benoemingscomité, stemt overeen met het bedragen van 120.000 euro.

De raad van bestuur bepaalt de remuneratie- en prestatiedoelstellingen voor de variabele vergoeding van de CEO en de overige leden van het directiecomité voor boekjaar 2021-2022, zoals die werden vastgesteld door het remuneratie- en benoemingscomité van 17 mei 2021.

Deze beslissing is volgens de overige leden van de raad van bestuur in het belang van de vennootschap gelet op de expertise en bekwaamheid van de CEO en de CFO en hun prestaties ten gunste van de vennootschap sinds zij hun respectievelijke functies hebben opgenomen."

Tijdens het boekjaar 2021-2022 heeft geen enkele beslissing of verrichting aanleiding gegeven tot de toepassing van artikel 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Dagelijks bestuur

Het beheer van de vennootschap wordt waargenomen door een team van 39 medewerkers onder leiding van de gedelegeerd bestuurder (CEO), de heer Jan De Nys.

Operationeel beheer vastgoed

Het operationeel beheer van de gebouwen in de portefeuille van Retail Estates is gebaseerd op een samenwerking tussen de commerciële vastgoedafdeling en de technische afdeling. Deze uitwisseling van informatie tussen deze afdelingen is cruciaal voor preventief beheer, ad-hoc issues, alsook de identificatie van investeringsopportuniteiten.

De vastgoedafdeling bestaat uit 9 personen, waaronder 6 property managers en assistent propertymanagers, een lease manager en 2 assistenten ter versterking van deze afdeling. Zij worden hoofdzakelijk gerecruteerd uit personen die actief zijn in de detailhandelsector zelf. Zij staan onder leiding van de CEO.

De technische afdeling bestaat uit vier senior project managers, één development manager, een CSRmanager, een business navigation manager en een assistent onder leiding van de CIO.

Het Nederlandse team bestaat uit een property manager, een asset manager, twee technische managers en twee administratief assistentes. Zij rapporteren aan de CEO en CIO.

Diversiteitsbeleid

Binnen Retail Estates geldt het gelijkwaardigheidsprincipe als uitgangspunt bij de selectie van medewerkers. Dat wil zeggen dat elke medewerker wordt geselecteerd op basis van zijn competenties en vaardigheden, los van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en culturele achtergrond. Diversiteit binnen het team is deel van de bedrijfscultuur en betekent volgens Retail Estates een meerwaarde voor de groei van de onderneming en een verrijking van de bedrijfscultuur.

Uit de concrete samenstelling van de groep medewerkers blijkt dat dit beleid ook effectief resultaat oplevert.

Onderstaandde tabel geeft de diversiteit op basis van geslacht en leeftijd weer:

Ook binnen het managementcomité en de raad van bestuur wordt gewerkt aan diversiteit: het managementcomité is samengesteld op basis van gendergelijkheid en de raad van bestuur telt drie vrouwelijke bestuurders. Daarnaast wordt ook de samenstelling van het managementcomité en de raad van bestuur bepaald op basis van diversiteit in het algemeen, alsook complementariteit inzake bekwaamheden, ervaring en kennis. In het bijzonder wordt in de raad van bestuur gestreefd naar een sterke vertegenwoordiging van bestuurders die vertrouwd zijn met met winkelvastgoed waarin de vennootschap investeert en/of ervaring hebben in financiële aspecten, en in het bijzonder de rapportering en/of de financiering, van een vennootschap en/of ervaring hebben in het beheer van een vastgoedvennootschap en een gereglementeerde vastgoedvennootschap in het bijzonder en/of beleidsvoering in genoteerde vennootschappen.. Het is daarom van belang dat de leden van de raad van bestuur complementair zijn inzake kennis en ervaring.

Voor meer informatie met betrekking tot diversiteit binnen Retail Estates wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag.

Remuneratiebeleid I. TOEPASSINGSGEBIED

Dit remuneratiebeleid is, overeenkomstig artikel 7:89/1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (het "WVV") en de Belgische Corporate Governance Code 2020 ("Code 2020"), van toepassing op de leden van de raad van bestuur (zowel de niet-uitvoerende als de uitvoerende bestuurders), en op de leden van het managementcomité .

Het remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de raad van bestuur van Retail Estates van 21 mei 2021, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité. Het werd goedgekeurd op de jaarlijkse algemene vergadering van 19 juli 2021 en is van toepassing vanaf 1 april 2021 (boekjaar 2021-2022).

Retail Estates zal de bezoldiging van de bestuurders en de leden van het managementcomité betalen in overeenstemming met het goedgekeurde remuneratiebeleid.

De vennootschap mag tijdelijk afwijken van het remuneratiebeleid, maar enkel omwille van uitzonderlijke omstandigheden, conform de procedure die vastgesteld is in punt VI van dit remuneratiebeleid.

Bij iedere materiële wijziging, en ten minste om de vier jaar, zal het remuneratiebeleid ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering.

II. ALGEMENE VISIE OP REMUNERATIE

Zowel het remuneratiebeleid voor bestuurders en directieleden, als de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers van Retail Estates, zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten, die de algemene visie van de vennootschap op remuneratie weergeven:

  • Een marktconforme remuneratie die de vennootschap in staat stelt getalenteerde bestuurders, directieleden en personeelsleden aan te trekken en te behouden, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de onderneming en haar financiële perspectieven. De vennootschap houdt daarom, wat de remuneratie van de bestuurders en de leden van het managementcomité betreft, rekening met de resultaten van een benchmark met vergelijkbare vennootschappen.
  • Evenredigheid van de remuneratie met ieders individuele verantwoordelijkheden en ervaring.
  • Een gezonde verhouding creëren tussen de vergoeding van het management en het personeel.
  • Stimuleren van duurzame waardecreatie door bij de bepaling van de variabele bezoldiging van de leden van het managementcomité, rekening te houden met financiële en nietfinanciële prestatiecriteria die bijdragen tot de langetermijnbelangen en de duurzaamheid van Retail Estates.
  • Rekening houden met de belangen van alle stakeholders, waaronder het standpunt en het perspectief van een lange termijnaandeelhouder.

III. REMUNERATIEBELEID VOOR DE NIET-UITVOERENDE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR2

  1. Het besluitvormingsproces voor de vaststelling, herziening en uitvoering van het remuneratiebeleid en maatregelen ter voorkoming en beheersing van belangenconflicten

De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders wordt vastgesteld door de (jaarlijkse) algemene vergadering van aandeelhouders op voorstel van de raad van bestuur. Het remuneratie- en benoemingscomité doet voorstellen aan de raad van bestuur over de remuneratie van de nietuitvoerende bestuurders.

De remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders houdt rekening met hun rol als bestuurder, en hun specifieke rollen als voorzitter van de raad van bestuur, als voorzitter of lid van een comité binnen de

2 De uitvoerende bestuurders ontvangen geen remuneratie in hun hoedanigheid van lid van de raad van bestuur.

raad van bestuur, alsook met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden, de risico's en de tijdsbesteding.

Het remuneratie- en benoemingscomité evalueert en analyseert jaarlijks, na afloop van het boekjaar, de toepassing van het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie in functie van de hiervoor vermelde criteria. Het comité houdt ook rekening met een benchmarking ten opzichte van de remuneratie die wordt toegepast binnen andere, vergelijkbare, al dan niet beursgenoteerde vastgoedvennootschappen. Indien nodig, adviseert het comité om de toepassing van het remuneratiebeleid en de remuneratie toegekend aan niet-uitvoerende bestuurders bij te sturen. Die herziening gebeurt bij materiële wijzigingen, telkens onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering.

De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Dit is een wettelijk bepaalde, exclusieve bevoegdheid van de algemene vergadering, die verzekert dat op dit gebied geen belangenconflicten kunnen optreden.

Daarnaast zijn de wettelijke regels inzake belangenconflicten (in het Wetboek van vennootschappen en Verenigingen en in de GVV-wet) van toepassing op de bestuurders.

2. Onderdelen van de remuneratie

De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat in essentie uit:

  • een vaste, jaarlijkse bestuurdersvergoeding, die identiek is voor alle niet-uitvoerende bestuurders, behalve voor de voorzitter, gelet op diens specifieke rol en verantwoordelijkheden;
  • presentiegelden; deze worden aan de niet-uitvoerende bestuurders toegekend voor hun aanwezigheid op de vergaderingen van de raad van bestuur en, desgevallend, voor hun aanwezigheid tijdens de vergaderingen van de comités die binnen de raad van bestuur werden opgericht.

De vaste bestuurdersvergoeding wordt niet bepaald in functie van de door de vennootschap of haar perimetervennootschappen3 uitgevoerde verrichtingen en transacties (artikel 35, §1 GVV-wet).

Voor zover als nodig, wordt verduidelijkt dat de niet-uitvoerende bestuurders in bepaalde gevallen specifieke vergoeding kunnen krijgen, indien zij bijzondere, ad hoc opdrachten uitvoeren voor de raad van bestuur, zoals plaatsbezoeken in het kader van potentiële investeringen. Een dergelijke specifieke vergoeding wordt vastgesteld door de raad van bestuur, in functie van de betreffende verantwoordelijkheden of bijzondere bevoegdheden verbonden aan de betreffende opdracht.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden (variabele) vergoedingen, zoals bonussen en aandelenopties.

3 D.i. overeenkomstig artikel 2, 18° van de GVV-wet "de vennootschap waarin de gereglementeerde vastgoedvennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25 % van het maatschappelijk kapitaal aanhoudt, hieronder inbegrepen haar dochtervennootschappen in de zin van artikel 6, 2°, van het Wetboek van vennootschappen".

De vennootschap kent, in afwijking van bepaling 7.6 van de Code 2020, geen aandelen toe aan nietuitvoerende bestuurders. Zij meent dat het wettelijk kader van de vennootschap en diens aard (GVV), haar algemeen beleid en haar werkwijze al beantwoorden aan de doelstelling van bepaling 7.6 van de Code 2020 (met name de niet-uitvoerende bestuurders ertoe te brengen om te handelen met het perspectief van een langetermijn aandeelhouder), en afdoende waarborgen dat wordt gehandeld met het perspectief om waardecreatie op lange termijn te bevorderen. Dat perspectief is namelijk ingebakken in het bestuur van Retail Estates als gereglementeerde vastgoedvennootschap. Retail Estates heeft als aandeel een sterk trackrecord en het bestuur streeft naar een solide winst per aandeel, jaar na jaar, wat ook in de praktijk wordt omgezet. Retail Estates is van oordeel dat het bestuur in het verleden bewezen heeft dat dit perspectief, zonder toekenning van een vergoeding in aandelen, al voldoende aanwezig is in de wijze waarop het bestuur handelt.

Uiteraard belet het voorgaande niet dat bepaalde niet-uitvoerende bestuurders, zonder daartoe verplicht te zijn door het remuneratiebeleid, op basis van een persoonlijke beslissing een aandelenparticipatie aanhouden in Retail Estates.

De vennootschap heeft een polis burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders ("D&O Insurance") afgesloten ter dekking van de aansprakelijkheid van haar niet-uitvoerende en uitvoerende bestuurders. De premie daarvan wordt betaald door de vennootschap.

De niet-uitvoerende bestuurders genieten geen andere voordelen in natura (zoals een bedrijfswagen, GSM, laptop of voordelen die verbonden zijn aan pensioenplannen).

De niet-uitvoerende bestuurders kunnen wel worden vergoed voor de normale en gerechtvaardigde uitgaven en kosten, die zij kunnen doen gelden als gedaan in de uitoefening van hun opdracht.

De niet-uitvoerende bestuurders kunnen (uitzonderlijk) een bestuurdersmandaat uitoefenen bij één van de dochterondernemingen van de vennootschap (o.a. Retail Warehousing Invest NV, een institutionele vastgoedvennootschap). De eventuele vergoedingen die worden toegekend voor de uitoefening van deze mandaten worden verwerkt in het remuneratieverslag.

3. Benoeming en ontslag van de niet-uitvoerende bestuurders

De niet-uitvoerende bestuurders, alsook de uitvoerende bestuurders voor wat hun mandaat als bestuurder betreft, worden benoemd door de algemene vergadering voor een periode van maximaal 4 jaar. Zij hebben het statuut van zelfstandige. Hun mandaten zijn ad nutum opzegbaar door de algemene vergadering d.w.z. dat de algemene vergadering de mandaten te allen tijde, bij gewone meerderheidsstemming, zonder opzeggingsvergoeding of opzeggingstermijn kan beëindigen. Het staat de algemene vergadering evenwel vrij om naar aanleiding van het ontslag, een ontslagvergoeding of een opzeggingstermijn toe te kennen.

IV. REMUNERATIEBELEID VOOR DE CEO EN DE OVERIGE LEDEN VAN HET INFORMEEL MANAGEMENTCOMITE4

  1. Het besluitvormingsproces voor de vaststelling, herziening en uitvoering van het remuneratiebeleid en de maatregelen ter voorkoming en beheersing van belangenconflicten

Het remuneratie- en benoemingscomité is belast met het opstellen of beoordelen van voorstellen aan de raad van bestuur van de individuele remuneratie van de CEO en de leden van het managementcomité, met inbegrip van de variabele remuneratie.

De vergoeding voor de CEO en de overige leden van het managementcomité wordt bepaald met het oog op het aantrekken, motiveren en behouden van het nodige talent, waarbij wordt rekening gehouden met de omvang van de vennootschap en de individuele verantwoordelijkheden die van de CEO en elk lid van het managementcomité worden verwacht, de vereiste relevante ervaring en vaardigheden en de anciënniteit. Het remuneratie- en benoemingscomité legt het resultaat van deze analyse en zijn onderbouwde aanbevelingen ter beslissing voor aan de raad van bestuur. Het comité houdt ook rekening met een benchmarking ten opzichte van de remuneratie die wordt toegepast binnen andere, vergelijkbare, al dan niet beursgenoteerde vastgoedvennootschappen.

De raad van bestuur bepaalt vervolgens, rekening houdend met de voorstellen van het remuneratieen benoemingscomité, de vergoeding van de CEO en de overige leden van het managementcomité. De raad van bestuur zorgt er ook voor dat de toegekende remuneratie consistent is met het remuneratiebeleid van de vennootschap.

Specifiek voor wat betreft de variabele remuneratie is de evaluatie van de prestatiedoelstellingen onderwerp van bespreking en analyse in een zitting van het remuneratie- en benoemingscomité. De variabele vergoeding kan enkel worden toegekend indien aan de prestatiedoelstellingen over de aangeduide referentieperiode werd voldaan. Het resultaat van de vooropgestelde jaarobjectieven wordt ten minstens één maal per jaar, meestal binnen de twee maanden na afloop van het boekjaar, beoordeeld. In hoeverre de financiële criteria werden gerealiseerd, wordt na het afsluiten van het boekjaar gecontroleerd aan de hand van de boekhoudkundige en financiële gegevens die worden geanalyseerd binnen het auditcomité. De evaluatie van de niet-financiële criteria gebeurt door het remuneratie- en benoemingscomité op basis van een gemotiveerd voorstel van ofwel de voorzitter van de raad van bestuur (indien het de prestatie van de CEO betreft) ofwel van de CEO in overleg met de voorzitter van de raad van bestuur (indien het de prestaties van de overige leden van het managementcomité betreft). Het remuneratie- en benoemingscomité bezorgt haar advies en voorstel tot remuneratie vervolgens aan de raad van bestuur. Op basis van het gerealiseerde resultaat wordt de variabele vergoeding door de raad van bestuur toegekend aan elk lid van het managementcomité dat daarvoor in aanmerking komt.

Op verschillende niveaus zijn de nodige maatregelen genomen ter preventie en beheer van potentiële belangenconflicten:

  • Het remuneratie- en benoemingscomité, dat een adviserende rol heeft bij bepaling van de remuneratie van de CEO en overige leden van het managementcomité, bestaat uitsluitend

4 Zie voetnoot 7.

uit niet-uitvoerende bestuurders. Een meerderheid van hen zijn onafhankelijke bestuurders. Het door het remuneratie- en benoemingscomité geformuleerde voorstel van remuneratie wordt derhalve niet door de uitvoerende bestuurders mee beoordeeld.

  • De uitvoerende bestuurders (en de leden van het managementcomité die geen bestuursmandaat bekleden) nemen niet deel aan de beraadslaging en de stemming binnen de raad van bestuur t.a.v. hun eigen vergoeding, noch aan het overleg dat plaatsvindt binnen het remuneratie- en benoemingscomité t.a.v. hun eigen vergoeding. Op vraag van het remuneratie- en benoemingscomité, beantwoordt de CEO de vragen die worden gesteld t.a.v. de vergoedingen van de overige leden van het managementcomité gedurende het overleg dat plaatsvindt binnen het remuneratie- en benoemingscomité.

Daarnaast zijn uiteraard ook de wettelijke regels inzake belangenconflicten (in het Wetboek van vennootschappen en Verenigingen en in de GVV-wet) van toepassing op de leden van het managementcomité die ook een mandaat als uitvoerend bestuurder bekleden (dit zijn momenteel de CEO en de CFO).

  1. Beschrijving van de onderdelen van de remuneratie van de CEO en de overige leden van het managementcomité

De vergoeding van de CEO en de overige leden van het managementcomité bestaat uit volgende componenten:

  • Een vaste vergoeding
  • Een variabele vergoeding
  • Andere voordelen

Deze componenten van de vergoeding worden individueel toegekend onder de door de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité, te bepalen voorwaarden.

De vergoeding wordt vastgesteld in overeenstemming met de artikelen 7:90, 7:91, 7:92 en 7:121 WVV.

De vennootschap kent, in afwijking van bepaling 7.9 van de Code 2020, geen aandelen toe aan de CEO en de overige leden van het directiécomité. Zij meent dat het wettelijk kader van de vennootschap en diens aard (GVV), haar algemeen beleid en haar werkwijze al beantwoorden aan de doelstelling van bepaling 7.9 van de Code 2020 (met name het uitvoerend management ertoe te brengen om te handelen met het perspectief van een langetermijn aandeelhouder) en afdoende waarborgen dat wordt gehandeld met het perspectief om waardecreatie op lange termijn te bevorderen. Dat perspectief is namelijk ingebakken in het management van Retail Estates als gereglementeerde vastgoedvennootschap. Retail Estates heeft als aandeel een sterk trackrecord en het management streeft naar een solide winst per aandeel, jaar na jaar, wat ook in de praktijk wordt omgezet. Retail Estates is van oordeel dat het management in het verleden bewezen heeft dat dit perspectief, zonder toekenning van een vergoeding in aandelen, al voldoende aanwezig is in de wijze waarop het management handelt.

Uiteraard belet het voorgaande niet dat bepaalde leden van het managementcomité, al dan niet uitvoerend bestuurder, zonder daartoe verplicht te zijn door het remuneratiebeleid, op basis van een persoonlijke beslissing een aandelenparticipatie aanhouden in Retail Estates. De raad van bestuur

behoudt zich wel het recht voor om in de toekomst toch een mechanisme voor de toekenning van een gedeelte van de remuneratie onder de vorm van aandelen(opties) in te voeren.

De CEO zal het mandaat van (gedelegeerd) bestuurder uitoefenen bij alle dochtervennootschappen van de vennootschap. Ook de overige leden van het managementcomité kunnen een mandaat van bestuurder uitoefenen bij de dochtervennootschappen van Retail Estates. De uitoefening van het mandaat in (buitenlandse) dochtervennootschappen kan gebeuren via hun managementvennootschap, voor zover de CEO, respectievelijk het betreffende lid van het managementcomité, hiervan de vaste vertegenwoordiger is. De eventuele vergoedingen die worden geïnd voor de uitoefening van deze mandaten zijn verwerkt in het remuneratieverslag van de vennootschap. Behoudens anders overeengekomen, zal het einde van de overeenkomst tussen de CEO, respectievelijk het lid van het managementcomité enerzijds en de vennootschap anderzijds ook leiden tot het einde van de mandaten die zij uitoefenen bij de dochtervennootschappen.

2.1 Componenten van de vergoeding van de CEO

De CEO oefent een mandaat als uitvoerend bestuurder uit, en is daarnaast ook lid van het managementcomité en belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap. Daarnaast is hij effectief leider van de vennootschap overeenkomstig artikel 14, §3 van de GVV-wet.

Het mandaat van CEO in zijn hoedanigheid van uitvoerende bestuurder is niet vergoed.

2.1.1 Vaste vergoeding van de CEO

De vaste vergoeding van de CEO wordt bepaald in functie van diens verantwoordelijkheden en individuele competenties en vaardigheden, naast de ervaring in diverse domeinen (commercieel, vastgoed-technisch, juridisch, fiscaal, financieel, boekhoudkundig en algemeen beleid).

De vaste vergoeding wordt niet bepaald in functie van de door de vennootschap of haar perimetervennootschappen uitgevoerde verrichtingen en transacties (artikel 35, §1 GVV-wet).

De vaste jaarlijkse vergoeding wordt in twaalf maandelijkse schijven uitbetaald.

Eventuele aanpassingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratie- en benoemingscomité, dat een voorstel formuleert aan de raad van bestuur. De raad van bestuur beslist vervolgens over de vaste vergoeding, met respect voor de belangenconflictenregels.

Op verzoek van de CEO, kan de raad van bestuur beslissen om de vaste vergoeding (gedeeltelijk) toe te kennen onder de vorm van een individuele pensioenuitkering (type "vaste bijdragen").

De vaste vergoeding van de CEO wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

2.1.2 Variabele vergoeding van de CEO

De variabele vergoeding die aan de CEO wordt toegekend, onder de door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité te bepalen voorwaarden, wordt vastgesteld in functie van het al dan niet behalen van vooraf opgestelde jaarobjectieven, die zowel kwalitatief als kwantitatief van aard zijn, en in functie van eventuele exceptionele prestaties gerelateerd aan de hiervoor vernoemde objectieven die tijdens het boekjaar werden geleverd. De jaarobjectieven kunnen

zowel rekening houden met de objectieven die een positieve invloed hebben op de vennootschap op korte termijn (STI) als met deze die een positieve invloed hebben op lange termijn (LTI). De objectieven zijn gealigneerd met de strategie van de vennootschap.

Er kan enkel een variabele vergoeding worden toegekend voor zover (a) de criteria voor de toekenning van die variabele vergoeding of van het deel van die variabele vergoeding dat van de resultaten afhangt, uitsluitend betrekking hebben op het geconsolideerde nettoresultaat van vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten, en (b) geen vergoeding wordt toegekend in functie van een specifieke verrichting of transactie van de vennootschap of haar perimetervennootschappen5 (zie artikel 35, §1 GVV-wet).

De raad van bestuur vermijdt de bepaling van criteria die de CEO kunnen aanzetten om voorrang te geven aan doelstellingen op korte termijn die de variabele vergoeding kunnen beïnvloeden, maar die een negatieve invloed kunnen hebben op de vennootschap op middellange en lange termijn.

Het bedrag van de variabele vergoeding op korte termijn (STI) is bepaald in functie van de effectieve realisatie van kwantitatieve en kwalitatieve objectieven op korte termijn.

Deze kwantitatieve objectieven omvatten (voor zover als toegelaten onder de toepasselijke wetgeving) o.m. de bezettingsgraad, de huurincasso, de operationele marge, de realisatie van bepaalde projecten, ESG doelstellingen en investerings- en desinvesteringsdoelstellingen. De kwalitatieve objectieven kunnen variëren van jaar tot jaar in functie van de prioriteiten die worden vastgelegd bij personeelsmanagement, externe communicatie, leadership en andere initiatieven.

De objectieven worden bepaald en afgewogen in functie van hun belang. Hun relatieve belang en hun uitbetalingsratio in functie van hun verwezenljiking worden vastgelegd door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratie- en bezoldigingscomité. Deze objectieven worden gezamenlijk bij de opmaak van het budget vastgelegd en nemen dit budget in rekening zodat de objectieven gealigneerd zijn met de strategie van de vennootschap.

Het percentage van de variabele vergoeding op korte termijn kan variëren van 0% tot maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding (in geval van het 100% behalen van de objectieven).

De raad van bestuur kan, op verzoek van de CEO, beslissen over de vorm van toekenning van deze variabele vergoeding op korte termijn (bv. individuele pensioenuitkering (type "vaste bijdragen")).

Het bedrag van de variabele vergoeding op lange termijn (LTI) strekt ertoe de belangen van de CEO te aligneren met deze van de aandeelhouders en stimuleert de CEO om een lange termijn visie aan te houden.

Voor de variabele vergoeding op lange termijn omvatten de criteria o.m. de strategie van de vennootschap, de evolutie van ESG doelstellingen en van het dividend over diverse jaren, evenals persoonlijke doelstellingen om dit meerjarenperspectief te ondersteunen.

Het percentage van de variabele vergoeding op lange termijn kan variëren van 0% tot maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding (in geval van het 100% behalen van de objectieven).

2.1.3 Overige voordelen van de CEO

5 Zie voetnoot 9.

De CEO geniet van een verzekering voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit.

Daarnaast wordt de CEO vergoed voor de normale en gerechtvaardigde uitgaven en kosten, die hij kan doen gelden als gedaan in de uitoefening van diens opdracht. De vennootschap stelt een laptop en smartphone ter beschikking, maar geen bedrijfswagen.

Deze overige voordelen bedragen gezamenlijk maximaal 10% van de jaarlijkse vaste vergoeding van de CEO.

Daarnaast kan er, mits akkoord van de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité een uitzonderlijke premie of bonus worden toegekend aan de CEO wegens nietrecurrente, uitzonderlijke prestaties, zonder dat die premie of die bonus enige impact heeft op de eventuele toekenning van een variabele vergoeding voor hetzelfde boekjaar. Dergelijke premie/bonus dient te beantwoorden aan de algemene visie van de raad van bestuur op het remuneratiebeleid, zoals uiteengezet onder punt II hiervoor. De uitzonderlijke premie of bonus bedraagt in voorkomend geval maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding van de CEO.

2.1.4 Contractuele voorwaarden van toepassing ten aanzien van de CEO

De overeenkomst met betrekking tot de CEO voorziet, in geval van beëindiging ervan door Retail Estates, in een opzeggingstermijn van achttien maanden. Een eventuele verbrekingsvergoeding die betaald wordt indien de vennootschap afziet van prestaties tijdens de opzeggingstermijn, zal worden berekend rekening houdend met de vaste bezoldiging (waaronder de jaarlijkse premies voor de individuele pensioenuitkering (type "vaste bijdragen")). De opzeggingstermijn werd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen door de raad van bestuur goedgekeurd op advies van het remuneratie- en bezoldigingscomité, rekening houdend met de bijdrage van de CEO aan de groei van de onderneming vanaf de beursnotering in maart 1998.

In geval van opzeg door de CEO is deze gebonden door een opzeggingstermijn van zes maanden.

Indien de CEO zijn functie omwille van arbeidsongeschiktheid (ziekte of ongeval) niet kan uitvoeren, blijft Retail Estates hem gedurende een periode van twee maanden vanaf de eerste werkdag van de arbeidsongeschiktheid het vaste gedeelte van zijn bezoldiging verder betalen. Vervolgens ontvangt hij een invaliditeitsrente verzekerd door een verzekeringsmaatschappij, die gelijk is aan 75% van de vaste bezoldiging (zie punt 2.1.3 hiervoor).

In de overeenkomst met de CEO wordt voorzien in een terugvorderingsrecht waarbij de vennootschap het recht heeft om de variabele vergoeding geheel of gedeeltelijk terug te vorderen tot één jaar na de uitbetaling ervan indien zou blijken dat de uitbetaling ervan is gebeurd op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de aan de variabele vergoeding ten grondslag liggende objectieven of over de omstandigheden waarvan de variabele vergoeding afhankelijk was gesteld én dat dergelijke onjuiste informatie te wijten is aan fraude door de CEO.

2.2 De overige leden van het managementcomité

De remuneratie van de overige leden van het managementcomité bestaat uit volgende componenten:

2.2.1 De vaste vergoeding van de overige leden van het managementcomité

De vaste vergoeding van de overige leden van het managementcomité wordt bepaald rekening houdend met hun verantwoordelijkheden en individuele competenties en vaardigheden, naast de

ervaring in een aantal voor hen individuele verantwoordelijkheden relevante domeinen (commercieel, vastgoed-technisch, juridisch, fiscaal, financieel, boekhoudkundig en algemeen beleid).

De vaste vergoeding wordt niet bepaald in functie van de door de vennootschap of haar perimetervennootschappen uitgevoerde verrichtingen en transacties (artikel 35, §1 GVV-wet).

De vaste jaarlijkse vergoeding wordt in twaalf maandelijkse schijven uitbetaald.

Eventuele aanpassingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratie- en benoemingscomité, dat een voorstel formuleert aan de raad van bestuur. De raad van bestuur beslist vervolgens over de vaste vergoeding van de leden van het directiecomité, in voorkomend geval met respect voor de belangenconflictenregels.

Op verzoek van het lid van het directiecomité kan de raad van bestuur beslissen om de vaste vergoeding (gedeeltelijk) toe te kennen onder de vorm van een individuele pensioenuitkering (type "vaste bijdragen").

De vaste vergoeding van de overige leden van het directiecomité wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

2.2.2 De variabele vergoeding van de overige leden van het managementcomité

De variabele vergoeding die aan de overige leden van het managementcomité wordt toegekend, onder de door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratie- en bezoldigingscomité te bepalen voorwaarden, wordt bepaald in functie van het al dan niet behalen van vooraf opgestelde jaarobjectieven, die zowel kwalitatief als kwantitatief van aard zijn en eventuele uitzonderlijke prestaties gerelateerd aan de hiervoor vernoemde jaarobjectieven die tijdens het boekjaar geleverd werden. De jaarobjectieven kunnen zowel de objectieven in rekening nemen die een positieve invloed hebben op de vennootschap op korte termijn (STI) en op lange termijn (LTI). De objectieven zijn gealigneerd met de strategie van de vennootschap.

Er kan enkel een variabele vergoeding worden toegekend voor zover (a) de criteria voor de toekenning van die variabele vergoeding of van het deel van die variabele vergoeding dat van de resultaten afhangt, uitsluitend betrekking hebben op het geconsolideerde nettoresultaat van vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten, en (b) deze niet wordt toegekend in functie van een specifieke verrichting of transactie van de vennootschap of haar perimetervennootschappen (zie artikel 35, §1 GVV-wet).

De raad van bestuur vermijdt de bepaling van criteria die de leden van het managementcomité kunnen aanzetten om voorrang te geven aan doelstellingen op korte termijn die hun variabele vergoeding kunnen beïnvloeden, maar die een negatieve invloed kunnen hebben op de vennootschap op middellange en lange termijn. Hierbij wordt een bijzondere aandacht gegeven aan de ESGdoelstellingen.

Het bedrag van de variabele vergoeding op korte termijn (STI) is bepaald in functie van de effectieve realisatie van kwantitatieve en kwalitatieve objectieven op korte termijn, die jaarlijks door de raad van bestuur worden vastgelegd en geëvalueerd op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité.

Deze kwantitatieve objectieven omvatten o.m. de bezettingsgraad, de groei, ESG doelstellingen, de operationele marge, en (voor zover als toegelaten onder de toepasselijke wetgeving) bijzondere/uitzonderlijke projecten. De kwalitatieve objectieven kunnen variëren van jaar tot jaar in

functie van de prioriteiten die worden vastgelegd bij de opmaak van het budget en omvatten gebruikelijke domeinen zoals efficiënte en duurzame projecten, leadership en andere initiatieven.

De objectieven worden bepaald en afgewogen in functie van hun belang. Hun relatieve belang en hun uitbetalingsratio in functie van hun verwezenlijking worden vastgelegd door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratie- en bezoldigingscomité. Deze objectieven worden gezamenlijk bij de opmaak van het budget vastgelegd en nemen dit budget in rekening zodat de objectieven gealigneerd zijn met de strategie van de vennootschap.

Het percentage van de variabele vergoeding op korte termijn kan variëren van 0% tot maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding (in geval van het 100% behalen van de objectieven).

De raad van bestuur kan, op verzoek van het betreffende lid van het managementcomité, beslissen over de vorm van toekenning van deze variabele vergoeding op korte termijn (bv. individuele pensioenuitkering (type "vaste bijdragen")).

Het bedrag van de variabele vergoeding op lange termijn (LTI) is bestemd om de belangen van de overige leden van het managementcomité te aligneren met deze van de aandeelhouders en stimuleert het managementcomité en haar individuele leden om een lange termijn visie aan te houden.

Voor de variabele vergoeding op lange termijn, omvatten de criteria o.m. de strategie van de vennootschap, de evolutie van de ESG-doelstellingen en van het dividend over diverse jaren en persoonlijke doelstellingen om dit meerjarenperspectief te ondersteunen.

Het percentage van de variabele vergoeding op lange termijn kan variëren van 0% tot maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding (in geval van het 100% behalen van de objectieven).

2.2.3 Overige voordelen van de overige leden van het managementcomité

De overige leden van het managementcomité genieten van een verzekering voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit en een wezenpensioen, en een hospitalisatieverzekering, naast representatiekosten.

Verder worden een smartphone en een laptop en/of tablet ter beschikking gesteld, evenals, in bepaalde gevallen, een bedrijfswagen. De kosten voor een bedrijfswagen kunnen ten laste van de vennootschap worden genomen of kunnen inbegrepen zijn in de vaste vergoeding van het lid van het managementcomité. Dit wordt in overleg met het lid van het managementcomité bepaald.

Ook worden de overige leden van het managementcomité vergoed voor de normale en gerechtvaardigde uitgaven en kosten die zij kunnen doen gelden als gedaan in de uitoefening van hun opdracht.

De overige voordelen bedragen gezamenlijk maximaal 10% van de jaarlijkse vaste vergoeding van het betreffend lid van het managementcomité.

Daarnaast kan er, mits akkoord van de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité een uitzonderlijke premie of bonus worden toegekend aan een lid van het managementcomité wegens niet-recurrente, uitzonderlijke prestaties, zonder dat die premie of die bonus enige impact heeft op de eventuele toekenning van een variabele vergoeding voor hetzelfde boekjaar. Dergelijke premie/bonus dient te beantwoorden aan de algemene visie van de raad van bestuur op het remuneratiebeleid, zoals uiteengezet onder punt II hiervoor. De uitzonderlijke premie

of bonus bedraagt in voorkomend geval maximaal 35% van de jaarlijkse vaste vergoeding van het betreffend lid van het managementcomité.

2.2.4 Voornaamste kenmerken van de overeenkomst tussen Retail Estates en de overige leden van het managementcomité

De overeenkomsten met de overige leden van het managementcomité, die allen het statuut van zelfstandige hebben, zijn aangegaan voor onbepaalde duur en voorzien in een opzeggingstermijn van 12 maanden. Deze termijn wordt in de overeenkomst met de CFO verlengd tot 18 maanden indien de opzegging uitgaat van de vennootschap binnen de zes maanden na de succesvolle afronding van een (vijandige) overname.

Bij een beëindiging van de overeenkomst, op initiatief van de vennootschap, zonder het in acht nemen van een opzeggingstermijn, maar buiten de contractueel bepaalde gevallen waarin geen enkele opzeggingstermijn of vergoeding verschuldigd is, heeft het betrokken lid contractueel recht op een vergoeding wegens beëindiging van de overeenkomst die gelijk is aan de vergoeding waarop het lid recht zou hebben gedurende de opzeggingstermijn die had moeten worden gerespecteerd.

Er zijn geen bijzondere bepalingen inzake de terugvordering van variabele bezoldiging. De bepalingen die in het burgerlijk recht voorzien zijn inzake onverschuldigde betalingen zijn evenwel onverkort van kracht.

V. TOELICHTING OVER DE WIJZE WAAROP REKENING IS GEHOUDEN MET DE LOON- EN ARBEIDSVOORWAARDEN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE VASTSTELLING VAN HET REMUNERATIEBELEID

Het remuneratie- en benoemingscomité neemt kennis van de jaarlijkse voorstellen met betrekking tot het globaal budget (de zgn. "cost to the company") van de vaste vergoedingen van de personeelsleden van de vennootschap (dus buiten de bestuurders en de leden van het managementcomité), evenals met betrekking tot het globaal budget van de variabele vergoedingen die aan het personeel worden toegekend. Het door het comité weerhouden personeelsbudget wordt jaarlijks voor de aanvang van het betreffende boekjaar ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. Op vraag van de raad van bestuur spreekt het comité zich ook uit over de voorstellen van de uitvoerende bestuurders met betrekking tot de aanwerving van personeelsleden en de aanvankelijke vergoeding van die personen, evenals over elke herziening van de vergoeding (in ruime zin) van bepaalde andere personen die kernfuncties uitoefenen in de vennootschap.

Net zoals voor de bestuurders en de leden van het managementcomité bestaat er momenteel geen aandelen(optie)plan ten voordele van het personeel.

De variabele vergoeding van het personeel bestaat uit een gedeelte dat is verbonden met hun individuele objectieven en een gedeelte gezamenlijke prestatie-objectieven (niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel CAO 90). Het operationeel vastgoedresultaat, het EPRA resultaat per aandeel, bepaalt in welke mate de gezamenlijke variabele vergoeding wordt toegekend. Het remuneratiebeleid voor de leden van het managementcomité is vastgesteld rekening houdend met de algemene visie die in het begin van dit beleid werden meegegeven (zie punt II) en voor de volledige onderneming gelden. Daardoor toont de remuneratie van het personeel gelijkenissen met het bredere

remuneratieraamwerk van de onderneming, in die zin dat de vergoeding op korte termijn voor zowel de leden van het managementcomité als voor het bredere personeelsbestand wordt bepaald aan de hand van dezelfde financiële performantiecriteria.

VI. PROCEDURE OM AF TE WIJKEN VAN HET REMUNERATIEBELEID

De vennootschap mag tijdelijk afwijken van het remuneratiebeleid, op voorwaarde dat de afwijking gerechtvaardigd wordt door uitzonderlijke omstandigheden, en enkel indien de afwijking noodzakelijk is om de langetermijnbelangen en de duurzaamheid van de vennootschap als geheel te dienen of haar levensvatbaarheid te garanderen.

In geval van afwijking dient bovendien volgende procedure te worden gevolgd:

  • Een met redenen omkleed advies van het remuneratie- en benoemingscomité in overeenstemming met de hiervoor beschreven voorwaarden;
  • Een besluit van de raad van bestuur dat rekening houdt met het advies van het remuneratieen benoemingscomité en dat eveneens de voorwaarden respecteert die hiervoor zijn omschreven.

De raad van bestuur zal in het remuneratieverslag rapporteren over de tijdelijke afwijking.

VII. WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET LAATST GOEDGEKEURDE REMUNERATIEBELEID

Er zijn geen materiële afwijkingen ten opzichte van het remuneratiebeleid dat op de algemene jaarvergadering van 19 juli 2021 werd goedgekeurd.

Remuneratieverslag

I. INLEIDING

Dit remuneratieverslag werd opgesteld door het remuneratie- en benoemingscomité en goedgekeurd door de raad van bestuur, in toepassing van artikel 3:6 §3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de Corporate Governance Code 2020 en vormt een onderdeel van de Corporate Governance Verklaring.

Het verslag geeft een overzicht van de belangrijkste uitgangspunten van het remuneratiebeleid en van de toepassing ervan door de groep tijdens het boekjaar 2021-2022 (van 1 april 2021 tot 31 maart 2022) op de remuneratie van de bestuurders en de leden van het directiecomité, (sinds 1 juni 2022 vervangen door het managementcomité) (waaronder de uitvoerende bestuurders (de CEO, Jan De Nys, en de CFO, Kara De Smet, die samen de effectieve leiding vormen van de vennootschap en haar dochtervennootschappen), de CIO en de CLO).6 Retail Estates heeft tevens een uitgewerkt

6 Om de vergelijking met de remuneratie waarover in de voorafgaande jaarverslagen werd gerapporteerd mogelijk te maken, beschrijft dit remuneratieverslag de jaarlijkse variabele vergoeding die betrekking heeft op de prestaties tijdens het boekjaar 2021-2022, ook al wordt deze variabele vergoeding pas toegekend en verschuldigd tijdens boekjaar 2022-2023. Over de jaarlijkse variabele vergoeding die betrekking heeft op de prestaties tijdens 2020-2021, die werd toegekend of verschuldigd werd tijdens boekjaar 2020-2021, werd in het

remuneratiebeleid, conform artikel 7:89/1 WVV, opgesteld dat op de algemene jaarvergadering van 19 juli 2021 werd goedgekeurd. Het remuneratiebeleid is ook als afzonderlijk document beschikbaar op de website.

Dit remuneratieverslag zal voorgelegd worden aan de jaarlijkse algemene vergadering van 18 juli 2022 die bij afzonderlijke adviserende stemming over dit remuneratieverslag beslist conform artikel 7:149 WVV.

II. DE TOTALE REMUNERATIE VAN DE BESTUURDERS EN HET UITVOEREND MANAGEMENT (LEDEN VAN HET DIRECTIECOMITÉ)

1. Totale remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders

1.1 Remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders

De niet-uitvoerende bestuurders (met uitzondering van de voorzitter van de raad van bestuur) ontvangen enerzijds een vaste, jaarlijkse vergoeding van 6.000 EUR en anderzijds zitpenningen van 1.500 EUR per zitting voor de deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur en zijn comité(s). Zowel de vaste vergoedingen als de zitpenningen worden niet toegekend in functie van de resultaten van de vennootschap en kwalificeren dus als vaste, niet-prestatiegebonden vergoedingen.

De vaste vergoeding van de voorzitter, de heer Paul Borghgraef, werd vastgesteld op 60.000 EUR gelet op zijn geregelde aanwezigheid en betrokkenheid, en gelet op het feit dat hij tussen de raden van bestuur de dagelijkse gesprekspartner en het klankbord is van de gedelegeerd bestuurder.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele prestatiegebonden remuneraties, zoals bonussen of aandelengerelateerde incentive programma's op lange termijn, noch voordelen in natura of voordelen verbonden aan pensioenplannen.

Met de niet-uitvoerende bestuurders werd geen overeenkomst gesloten, zodat zij ad nutum kunnen worden ontslagen, zonder vertrekvergoeding.

De niet-uitvoerende bestuurders kunnen in bepaalde gevallen een onkostenvergoeding krijgen indien zij plaatsbezoeken uitvoeren, voorafgaandelijk aan een raad van bestuur, die zal oordelen over investeringen of desinvesteringen.

De vennootschap heeft een verzekeringspolis afgesloten ter dekking van de aansprakelijkheid van haar bestuurders.

1.2 Tabel totale remuneratie niet-uitvoerende bestuurders

In de onderstaande tabel wordt de totale remuneratie weergegeven van de niet-uitvoerende bestuurders:

Jaarlijks Financieel Verslag met betrekking tot boekjaar 2020-2021 gerapporteerd.

Jaarlijkse vaste
vergoeding (EUR)
Aanwezigheid Raad
van Bestuur
Aanwezigheid Aanwezigheid
Auditcomité en benoemingscomité
Vaste vergoeding -
Remuneratie- volgens aanwezigheid
(EUR)
TOTAAL
(EUR)
Paul Borghraef 60 000 7/7 $\overline{0}$ 60 000
René Annaert 6 0 0 0 6/7 2/2 3/3 16500 22 500
Christophe Demain 6 0 0 0 5/7 7500 13 500
Stijn Elebaut 1 2/2 3 0 0 0 3 0 0 0
Victor Ragoen 6 0 0 0 6/7 3/3 13500 19 500
Jean Sterbelle 1 2/2 3 0 0 0 3 0 0 0
Leen Van den Neste 6 0 0 0 7/7 1/2 2/3 15 000 21 000
Herlinda Wouters 1 1/2 1500 1 500
Ann Gaeremynck 6 0 0 0 7/7 2/2 3/3 18 000 24 000
Michel Van Geyte 2 $\overline{0}$ 5/7 $\bf{0}$ $\mathbf{0}$
TOTAAL vergoeding
bestuurders 90 000 78 000 168 000

2. Totale remuneratie van de leden van het informeel managementcomité 7

Het directiecomité bestaat uit volgende leden:

  • Jan De Nys Voorzitter van het comité, CEO, uitvoerend bestuurder
  • Kara De Smet CFO, uitvoerend bestuurder
  • Koenraad Van Nieuwenburg CIO
  • Runa Vander Eeckt CLO

2.1.De remuneratie van de CEO

De functie van CEO wordt sinds de beursnotering van Retail Estates NV in maart 1998 waargenomen door de heer Jan De Nys.

De vergoeding van de CEO, die zijn mandaat ten persoonlijke titel uitoefent als zelfstandig bedrijfsleider, bestaat uit volgende componenten:

  • Het bedrag van de vaste vergoeding van de CEO houdt rekening met diens ervaring en track record in het opstarten en uitbouwen van de vennootschap. Hierbij wordt gesteund op opgedane ervaring in de detailhandelsomgeving in België en het buitenland evenals commerciële, juridische en financiële kennis die noodzakelijk is voor de uitbouw van een portefeuille perifere winkelpanden en het dagelijks beheer van een beursgenoteerde onderneming. De vaste vergoeding wordt jaarlijks op 1 april geïndexeerd.

De variabele vergoeding van de gedelegeerd bestuurder wordt jaarlijks door de raad van bestuur vastgesteld op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité. Deze vergoeding bedraagt potentieel 25% van de vaste bezoldiging (incl. IPT-plan, type "vaste

7 De uitvoerende bestuurders ontvangen geen remuneratie voor de uitoefening van hun mandaat als bestuurder, maar enkel voor de uitoefening van hun mandaat als lid van het directiecomité.

bijdrage"). De variabele vergoeding is verbonden aan het realiseren van een aantal vooropgestelde jaarobjectieven die zowel kwalitatief als kwantitatief van aard kunnen zijn. Deze componenten zijn vastgesteld en vervolgens beoordeeld door de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité. Zij worden hierna, onder punt 2.4.2., weergegeven. De criteria omvatten zowel objectieven die een positieve invloed hebben op de vennootschap op korte termijn als op langere termijn. Daarnaast heeft de raad van bestuur, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité beslist om een programma tot toekenning van een variabele vergoeding op lange termijn in te voeren, gekoppeld aan het behalen van collectieve prestatiecriteria die te meten zijn over een periode van 1 april 2020 tot 31 maart 2024. De begunstigden van dit plan kunnen zowel de leden van het directiecomite (nu het managementcomité), als bepaalde kaderleden zijn Het lange termijn bonusplan voorziet in een bonus ten gunste van de begunstigden die wordt uitgedrukt als 6% van het totaal van de waardecreatie van de projecten over de referteperiode. Het gedeelte van dit procent waarop elke begunstigde recht kan hebben wordt elk jaar individueel bepaald door het remuneratie- en benoemingscomité en is afhankelijk van de mate waarin een bepaalde begunstigde betrokken is bij de realisatie van de projecten en zijn/haar verantwoordelijkheid daarin. De waardecreatie wordt berekend als het verschil tussen de fair value van een project bij de eerste opname van het project in de portefeuille en de kostprijs van een project. Er wordt enkel een bonus toegekend belope van 6% op de waardecreatie van maximaal 10 miljoen euro tijdens de volledig periode van 1 april 2020 tot 31 maart 2024. Pensioen: Er wordt een jaarlijkse premie gestort voor het IPT-plan. Dit bedrag maakt deel uit van de vaste vergoeding van de CEO.

Overige componenten van de remuneratie: Er wordt voorzien in de beschikking over een pc/laptop en een gsm-toestel. Daarnaast geniet de CEO van een verzekering voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Indien de gedelegeerd bestuurder zijn functie omwille van werkonbekwaamheid (ziekte of ongeval) niet kan uitvoeren, blijft Retail Estates nv hem gedurende een periode van twee maanden vanaf de eerste werkdag van de werkonbekwaamheid het vaste gedeelte van zijn bezoldiging verder betalen. Vervolgens ontvangt hij een invaliditeitsrente verzekerd door een verzekeringsmaatschappij, die gelijk is aan 75% van de vaste bezoldiging.

De CEO ontvangt geen aandelengerelateerde remuneratie (aandelen, aandelenopties of andere rechten om aandelen te verwerven).

Buiten bovengenoemde bezoldiging ontvangt de heer Jan De Nys geen separate bezoldiging voor de uitoefening van zijn mandaat als uitvoerend bestuurder.

2.2.De remuneratie van de overige leden van het informeel managementcomité

De remuneratie van de overige leden van directiecomité ( nu het managementcomité omvat de volgende elementen:

  • Een vaste vergoeding. De vaste vergoeding houdt rekening met de verantwoordelijkheden en individuele competenties en vaardigheden, naast de ervaring van de leden van het directiecomité ( nu het managementcomité; de vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd; Een variabele vergoeding. De variabele vergoeding van de overige leden van het directiecomité wordt vastgesteld in functie van het al dan niet behalen van jaarobjectieven die zijn uitgedrukt in kwantitatieve en kwalitatieve criteria die door de raad van bestuur worden vastgesteld en beoordeeld, op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité. De variabele vergoeding voor de overige directieleden bedraagt potentieel 15% van de vaste vergoeding (waarbij de vaste vergoeding bestaat uit de basisvergoeding en de stortingen in het IPT plan (type "vaste bijdrage")). Zoals hiervoor aangegeven (zie punt 2.1), loopt er momenteel ook een programma tot toekenning van een variabele vergoeding op lange termijn, gekoppeld aan het behalen van collectieve prestatiecriteria die te meten zijn over een periode van 1 april 2020 tot 31 maart 2024, waarvan ook de leden van het directiecomité ( nu het managementcomité begunstigden kunnen zijn.
  • Pensioen: Er wordt een jaarlijkse premie gestort voor het IPT-plan (type "vaste bijdrage"). Dit bedrag maakt deel uit van de vaste vergoeding.
  • De andere componenten van de bezoldiging: premie voor een hospitalisatieverzekering, een verzekering van arbeidsongeschiktheid en invaliditeit, een wezenpensioen, een laptop, een smartphone, voordelen in natura verbonden aan het eventuele gebruik van een bedrijfsvoertuig en representatiekosten.

2.3.Tabel met de totale remuneratie van de leden van het directiecomité

De vergoeding van de leden van het directiecomité werd als volgt bepaald gedurende het boekjaar 2021-2022:

Naam en functie (in
duizenden $\epsilon$ )
Vaste vergoeding
- basis
Variabele
vergoeding
in cash
Pensioenkost Overige
componenten
van de
remuneratie
Uitzonderlijke
items
Verhouding
vaste/variable
remuneratie
Jan De Nys/CEO 297 80 119 0 19,28%
Overige leden van
het directiecomité
733 120 37 44 0 15,58%
TOTAAL 1030 200 156 49 $\mathbf 0$ 16,88%

2.4.Toelichting over de prestaties van de leden van het directiecomité

2.4.1. Beschrijving van de prestatiecriteria

De variabele vergoeding van de CEO is verbonden aan het realiseren van een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria die voor het boekjaar 2021-2022 betrekking hadden op:

  • Winst per aandeel (weging 25%):

EPRA winst per aandeel met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en rente-afdekkingsinstrumenten en de resultaten behaald bij realisatie van activa;

  • Incasso en bezettingsgraad (weging 25%):
  • Incassomanagement en bezettingsgraad;
  • Projectontwikkeling per jaar (weging 25%):
  • realisatie (termijn, budget)
  • toegevoegde waarde (investeringswaarde kostprijs)
  • Desinvesteringsdoelstellingen en investeringsdoelstellingen (weging 10%):
  • Managementvaardigheden (weging 15%):
  • Uitbouw personeel, teamwerking, doorgroei

  • Aandeelhouders: communicatie

  • Bestuurders: communicatie relevante informatie / voorbereiding vergaderingen (voorzitter – raad van bestuur)

De weging van de variabele vergoeding van de CFO is op basis van een aantal kwalitatieve criteria: personeel, teamwerking en doorgroei (10%), aandeelhouders (communicatie en investor relations) (25%), communicatie relevante informatie en voorbereiding vergaderingen raad van bestuur, voorzitter en auditcomité (25%), vertegenwoordiging belangenorganisaties (10%), project nieuwe geïntegreerde technologie oplossing – doelstellingen (10%), ICT-coördinatie (10%) en investeringsanalyse (10%).

De weging van de variabele vergoeding van de CIO bestaat uit kwantitatieve en kwalitatieve criteria: EPRA winst per aandeel met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en rente-afdekkingsinstrumenten en de resultaten behaald bij realisatie van activa (25%); projectontwikkeling per jaar (realisatie (termijn, budget)) (25%); toegevoegde waarde (investeringswaarde – kostprijs) (15%); een aantal managementvaardigheden (35%) (personeel, teamwerking, doorgroei, stroomlijning rapportering projectontwikkeling, klein onderhoud, groot onderhoud).

De weging van de variabele vergoeding van de CLO gebeurt op basis van een aantal kwalitatieve criteria:

  • transactiemanagement (met CEO) (aansturen interne en externe deelnemers, documenteren transactie en informatieoverdracht aan propertymanagement en finance), corporate (met CFO) (financiering onderneming (kapitaal/obligaties), compliance, FSMA, vennootschapssecretariaat) (voor een totaal van 50%)
  • uitbouwen en organisatie legal team BE en NL met focus assistentie property management en documentatiebeheer (4 FTE) (eveneens 50%).

Het maximale doelbedrag van de variabele jaarlijkse vergoeding voor het boekjaar 2021-2022 werd als volgt bepaald:

  • Voor de CEO: 80.000 EUR

- Voor de andere leden van het directiecomité: 120.000 EUR

De variabele bezoldiging wordt jaarlijks in juli uitbetaald na goedkeuring van de jaarrekeningen en het remuneratieverslag door de jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering. Er zijn geen bijzondere bepalingen inzake de terugvordering van variabele bezoldiging. De bepalingen die in het burgerlijk recht voorzien zijn inzake onverschuldigde betalingen zijn onverkort van kracht.

2.4.2. Tabel met toelichting van de prestaties van de leden van het directiecomité

De vaste bezoldiging van de leden van het directiecomité voor 2021-2022 zoals weergegeven in de tabel renumeratie is gelijk aan de bezoldiging zoals goedgekeurd door de raad van bestuur, op advies van het renumeratie- en benoemingscomité, in februari 2021.

De jaarlijkse variabele bezoldiging gebaseerd op korte termijn kwantitatieve prestatiedoelstellingen bedraagt conform de bestaande remuneratiepraktijken maximum 35% van de jaarlijkse vaste bezoldiging, telkens bij het 100% halen van de prestatiedoelstellingen.

De prestatiedrempels en –maxima die worden gehanteerd voor deze criteria variëren tussen 0% en 100%.

De kwantitatieve prestatiedoelstellingen worden gelinkt aan de inspanningen die worden geleverd om de financiële prestaties van de vennootschap te behalen, met name minstens elk van de volgende criteria: EPS, portefeuillegroei, bezettingsgraad. Hierbij wordt rekening gehouden met de marktomstandigheden en specifieke moeilijkheden die zich in de loop van het boekjaar hebben voorgedaan. Voor wat betreft de kwalitatieve prestatiedoelstellingen wordt verwezen naar de onderstaande tabel:

Naam Prestatiedoelstelling Relatief gewicht Gemeten prestatie t.o.v. target
Jan De Nys Kwantitatief 85% 100,00%
EPS 25% 100,00%
100,00%
Incasso/bezettingsgraad 25%
Projectontwikkeling per jaar 100,00%
Desinvesterings- en investeringsdoelstellingen 10% 100,00%
Kwalitatief 15% 100,00%
Personeel/aandeelhouderscommunicatie en
communicatie met bestuur/voorzitter 15% 100,00%
Overige leden van het MC CFO CIO CLO CFO CIO CLO
Kwantitatief 0% 65% 0% 100%
EPS $0\%$ 25% 0% 100%
Bezettingsgraad 0% 0% 0%
Projectontwikkeling per jaar 0% 25% 0% 100%
Uitvoering investeringsdoelstellingen $0\%$ 15% 0% 100%
Korte termijn - kwalitatief 100% 35% 100% 100% 100% 100%
Managementvaardigheden 60% 35% 50% 100% 100% 100%
Andere 40% 0% 50% 100% 100% 100%

III. VERTREKVERGOEDINGEN

De vertrekvergoedingen worden beschreven in het remuneratiebeleid.

Tijdens het boekjaar 2021-2022 vond er geen vertrek plaats van een lid van de raad van bestuur, maar het mandaat van drie van de negen bestuurders werd niet hernieuwd.

Er vond geen vertrek plaats van een lid van het directiecomité. Er werden tijdens het boekjaar 2021- 2022 dan ook geen vertrekvergoedingen betaald, noch aan de bestuurders, noch aan de leden van het informeel directiecomité.

IV. GEBRUIK VAN TERUGVORDERINGSRECHTEN

Er werd tijdens boekjaar 2021-2022 geen gebruik gemaakt van enige terugvorderingsrechten (op grond van het burgerlijk wetboek, nu er voor boekjaar 2021-2022 niet is voorzien in contractuele terugvorderingsrechten).

V. AFWIJKINGEN VAN HET REMUNERATIEBELEID

Er werden in boekjaar 2021-2022 geen materiële afwijkingen vastgesteld van het remuneratiebeleid.

VI. EVOLUTIE VAN DE REMUNERATIE EN VAN DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP

2021 vs
2020
2020 vs
2019
2019 vs
2018
2018 vs
2017
2017 vs
2016
2016 vs
2015
Vergoeding Voorzitter van de Raad van Bestuur 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Totale remuneratie bestuurders -
jaarlijkse verandering in % 1
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Remuneratie Jan De Nys - CEO -
jaarlijkse verandering in %
0% 0% 20,55% 1,27% 0,51% 14,96%
Totale remuneratie andere leden Directiecomité
(excl. CEO) – jaarlijkse verandering in $\frac{1}{2}$ 2
3,55% 13,12% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Prestaties Retail Estates
EPRA EPS - jaarlijkse verandering in % 17,41% $-11,21%$ 3,51% 5,46% 16,86% 3,78%
Portefeuillegroei - jaarlijkse verandering in % 2,48% 3,34% 8,64% 13,36% 25,95% 7,05%
Bezettingsgraad - jaarlijkse verandering in % 0,79% $-0.87%$ $-0.37%$ 0.17% $-0.02%$ $-0.09%$
Gemiddelde remuneratie van de werknemers
(in VTE) – jaarlijkse verandering in $\%^3$
0,99% 4,85% 0,54% 2,75% n.v.t. n.v.t.
31.03.2022 31.03.2021
Ratio hoogste remuneratie van lid
Management comité/laagste remuneratie
van de werknemers (in VTE) 4
7,48 8,81

VII. STEMMING OP DE ALGEMENE VERGADERING

Het remuneratieverslag werd op de vorige algemene jaarvergadering goedgekeurd met 82,15% van de stemmen.

Andere tussenkomende partijen

Certificering van de rekeningen

Een door de algemene vergadering van aandeelhouders aangestelde commissaris moet:

  • de jaarrekeningen certificeren en het beperkt nazicht uitvoeren zoals voor iedere naamloze vennootschap;
  • bijzondere verslagen opstellen voortvloeiende uit de toepasselijke wetgeving, gezien Retail Estates nv als openbare GVV een beursgenoteerde vennootschap is.

De commissaris is PwC Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Jeroen Bockaert, door de FSMA Erkend Revisor, met zetel te 1831 Diegem, Culliganlaan 5. Deze werd benoemd bij de jaarvergadering van 19 juli 2021 voor een periode van 3 jaar.

De vaste honoraria van de commissaris voor het onderzoek en de revisie van de statutaire en geconsolideerde rekeningen van Retail Estates nv en zijn dochtervennootschappen bedragen 0,11 mio EUR excl. BTW.

De honoraria van PwC Bedrijfsrevisoren voor de wettelijke opdrachten van de commissaris (bijv. verslagen voor fusies), bedragen 0,05 mio EUR excl. BTW. Er waren in het afgelopen boekjaar geen honoraria voor studie- of bijstandsopdrachten (bijvoorbeeld inzake fiscaliteit en due diligenceopdrachten).

Vastgoedexpertise

Conform de GVV-Wetgeving doet Retail Estates nv een beroep op deskundigen voor de periodieke schattingen van zijn vermogen telkens als de vennootschap overgaat tot de uitgifte van aandelen, tot notering op de beurs of de aankoop van andere dan beursgenoteerde aandelen, of als ze onroerende goederen koopt of verkoopt. Deze schattingen zijn nodig om de inventariswaarde te bepalen en de jaarrekeningen op te stellen. De vergoedingen voor de vastgoeddeskundigen zijn bepaald op basis van de te taxeren oppervlakte en geenszins op basis van de resultaten van de schatting.

België

De schattingsopdrachten voor de Belgische portefeuille werden toevertrouwd aan Cushman & Wakefield (Kunstlaan 56 te 1000 Brussel), vertegenwoordigd door de heer Ardalan Azari, aan CBRE nv (Lloyd Georgelaan 7 te 1000 Brussel), vertegenwoordigd door de heer Kevin Van De Velde, en aan Stadim cvba (Uitbreidingsstraat 10-16 te 2600 Antwerpen), vertegenwoordigd door mevrouw Elke De Wael en de heer Nicolas Janssens.

In het afgelopen boekjaar was een vergoeding van 0,34 mio EUR incl. BTW verschuldigd aan Cushman & Wakefield met betrekking tot de prestaties voor de periodieke schatting van een gedeelte van de panden van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen. Aan CBRE werd een ereloon van 0,38 mio EUR incl. BTW betaald voor de prestaties van de periodieke schatting van het saldo van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen. De vergoeding verschuldigd aan Stadim met betrekking tot de prestaties voor de periodieke schatting van een gedeelte van de panden van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen, bedraagt op jaarbasis 0,01 mio EUR incl. BTW.

De waardering van het vastgoed van Immobilière Distri-Land nv wordt opgesteld door Cushman & Wakefield in gezamenlijke opdracht van Retail Estates nv en Immobilière Distri-Land nv en tevens door

deze laatstgenoemde bekendgemaakt. De kosten worden 50/50 verdeeld tussen Retail Estates nv en Immobilière Distri-Land nv.

Nederland

De schattingsopdrachten voor de Nederlandse portefeuille worden toevertrouwd aan Cushman & Wakefield (Gustav Mahlerlaan 362-364, 1082 ME Amsterdam), vertegenwoordigd door de heer Hannes De Bruijn, aan CBRE (Gustav Mahlerlaan 405, postbus 7971, 1008 AD Amsterdam), vertegenwoordigd door de heer Geert Wesselink en aan Colliers (Stadionplein 14, 1076 CM Amsterdam), vertegenwoordigd door de heer Marco van der Wal.

In het afgelopen boekjaar was een vergoeding van 0,23 mio EUR incl. BTW verschuldigd aan Cushman & Wakefield met betrekking tot de prestaties voor de periodieke schatting van een gedeelte van de panden van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen. Aan CBRE werd een ereloon van 0,02 mio EUR incl. BTW betaald voor de prestaties van de periodieke schatting van een deel van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen. Aan Colliers werd een ereloon van 0,01 mio EUR incl. BTW betaald voor de prestaties van de periodieke schatting van een deel van de vastgoedportefeuille en de initiële schatting bij aankoop van onroerende goederen.

Certificering van de rekeningen, informatie over de markt, marktaandelen, klassementenen andere informatie

Tenzij anders in dit Jaarlijks Financieel Verslag vermeld, berust alle informatie over de markt, marktaandelen, klassementen, sectorgegevens en alle andere informatie in dit Jaarlijks Financieel Verslag, op verslagen opgesteld door sectorbronnen, gepubliceerde informatie, verslagen opgesteld door de commissaris of de vastgoedexperts, dan wel op de eigen ramingen van de vennootschap, die deze informatie als redelijk beschouwt. Indien informatie afkomstig is van onafhankelijke bronnen, verwijst het Jaarlijks Financieel Verslag naar deze onafhankelijke bronnen. De informatie door derden verstrekt, is correct overgenomen en, voor zover de vennootschap weet, of voor zover zij dit naar best weten heeft kunnen vaststellen op basis van de door de betrokken derde gepubliceerde informatie, zijn er geen feiten weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. De vennootschap heeft deze informatie niet onafhankelijk gecontroleerd. Bovendien is de informatie over de markt aan verandering onderhevig en kan deze informatie niet systematisch met zekerheid worden gecontroleerd vanwege de beperkte beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de gegevens die aan de basis van de informatie liggen, door de vrijwillige bijdrage aan de verzameling van gegevens, en door andere beperkingen en onzekerheden die inherent zijn aan elke statistische studie van marktinformatie. Men dient er zich bijgevolg bewust van te zijn dat informatie met betrekking tot de markt, marktaandelen, klassementen en sectorgegevens, en ramingen en veronderstellingen die op dergelijke informatie gebaseerd zijn, mogelijkerwijze niet accuraat zijn.

De andere tussenkomende partijen hebben ermee ingestemd dat de onder dit hoofdstuk vermelde informatie wordt opgenomen in het Jaarlijks Financieel Verslag.

Aan– en verkoop aandelen Retail Estates nv – insider trading

Overeenkomstig de principes en de waarden van de onderneming heeft Retail Estates nv in zijn Verhandelingsreglement (dealing code) regels opgenomen die moeten worden nageleefd door de bestuurders en aangestelde personen die de financiële instrumenten uitgegeven door Retail Estates nv willen verhandelen.

Het Verhandelingsreglement maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap en werd afgestemd op toepasselijke wet- en regelgevingen (in het bijzonder de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (de Verordening Marktmisbruik), de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten) en de Corporate Governance Code 2020.

Informatie krachtens art. 34 van het KB van 14 november 2007 inzake de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt

Kapitaalstructuur (op 31 maart 2022)

Het kapitaal bedraagt 297.600.322,91EUR en is verdeeld over 13.226.452 volledig volgestorte aandelen die er elk een gelijk deel van het kapitaal vertegenwoordigen. Er is slechts één categorie van aandelen. Er is geen wettelijke of statutaire beperking van het stemrecht of op de overdraagbaarheid van de aandelen.

Aandelenoptieplan

Retail Estates nv heeft geen aandelenoptieplan opgesteld.

Toegestaan kapitaal

Bij de buitengewone algemene vergadering van 1 juni 2022 werd de raad van bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om, voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, het kapitaal in één of meerdere keren te verhogen met een maximum bedrag van:

  • a. honderdachterveertig miljoen achthonderdduizend honderdeenenzestig euro en zesenveertig eurocent (€ 148.800.161,46) voor publieke kapitaalverhogingen bij wijze van inbreng in geld waarbij wordt voorzien in de mogelijkheid tot de uitoefening van het wettelijk voorkeurrecht of van het onherleidbaar toewijzingsrecht door de aandeelhouders van de Vennootschap;
  • b. honderdachterveertig miljoen achthonderdduizend honderdeenenzestig euro en zesenveertig eurocent (€ 148.800.161,46) voor kapitaalverhogingen in het kader van de uitkering van een keuzedividend;
  • c. op elk ogenblik 10% van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging voor kapitaalverhogingen bij wijze van inbreng in geld waarbij niet wordt voorzien in de mogelijkheid tot de uitoefening van het wettelijk voorkeurrecht of van het onherleidbaar toewijzingsrecht door de aandeelhouders van de vennootschap, met dien verstande dat de raad van bestuur het kapitaal overeenkomstig dit punt (c) enkel zal kunnen verhogen voor zover en in de mate dat het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die overeenkomstig dit lid zijn uitgevoerd over een periode van twaalf maanden, niet meer dan 10% bedraagt van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging;
  • d. negenenvijftig miljoen vijfhonderdtwintigduizend vierenzestig euro en achtenvijftig eurocent (€ 59.520.064,58) voor alle andere vormen van kapitaalverhoging;

met dien verstande dat het kapitaal in het kader van deze machtiging toegestane kapitaal in totaal nooit verhoogd zal kunnen worden boven het maximumbedrag van € 297.600.322,91 gedurende de periode waarvoor de machtiging werd verleend.

Deze machtiging is toegekend aan de raad van bestuur voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, van de statutenwijziging beslist door de buitengewone algemene vergadering van 1 juni 2022.

Zonder afbreuk te doen aan de voorgaande machtiging toegestane kapitaal, heeft de buitengewone algemene vergadering op 1 juni 2022 eveneens beslist om de raad van bestuur te machtigen, voor een periode van drie jaar vanaf deze buitengewone algemene vergadering, om over te gaan tot één of meer kapitaalverhogingen in geval van een openbaar overnamebod, onder de voorwaarden waarin de toepasselijke wettelijke bepalingen voorzien en met naleving, desgevallend, van het onherleidbaar toewijzingsrecht waarin de GVV wetgeving voorziet.

Inkoop aandelen

De vennootschap bezit geen eigen aandelen. De buitengewone algemene vergadering van 1 juni 2022 heeft de statuten gewijzigd waardoor de raad van bestuur gemachtigd werd aandelen van Retail Estates nv te verwerven onder een aantal bijzondere voorwaarden die in de statuten werden opgenomen.

De buitengewone algemene vergadering heeft meer bepaald beslist om de raad van bestuur te machtigen om voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van de beslissing in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen zonder dat het totale aantal eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben dat de vennootschap in toepassing van deze machtiging bezit of in pand heeft tien procent (10%) van het totale aantal aandelen mag overschrijden, tegen een eenheidsprijs die niet lager zal mogen zijn dan 75% van het gemiddelde van de koers van de laatste dertig dagen van de notering van het aandeel vóór de datum van het besluit van de raad van bestuur tot verkrijging, respectievelijk inpandneming noch hoger dan 125% van het gemiddelde van de koers van de laatste dertig dagen van de notering van het aandeel vóór de datum van het besluit van de raad van bestuur tot verkrijging, respectievelijk inpandneming. Dezelfde buitengewone algemene vergadering heeft voor het overige ook beslist, voor zover als nodig, om de raad van bestuur uitdrukkelijk te machtigen om eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben te vervreemden aan een of meer bepaalde personen al dan niet personeel.

Beide machtigingen gelden voor de raad van bestuur van de vennootschap, voor de rechtstreekse en, voor zover als nodig, de onrechtstreekse dochtervennootschappen van de vennootschap, en, voor zover als nodig, voor elke derde handelend in eigen naam, maar voor rekening van die vennootschappen.

Beslissingsorganen

De regels die gelden bij de benoeming of de vervanging van de leden van de raad van bestuur en die op de wijziging van de statuten van Retail Estates nv van toepassing zijn, zijn deze die zijn opgenomen in de geldende wetgeving – in het bijzonder het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV-Wetgeving – en in de statuten van Retail Estates nv.

Contractuele bepalingen

De voorwaarden waaronder de financiële instellingen aan Retail Estates nv financiering verschaft hebben, vereisen het behoud van het statuut van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap. De algemene voorwaarden waaronder deze financieringen toegekend zijn, bevatten een beding van vervroegde opeisbaarheid naar discretie van de bankinstellingen bij controlewijziging. Bovendien werd met een aantal financiële instellingen een convenant opgenomen in de kredietovereenkomsten waarbij Retail Estates nv zich ertoe verbindt een maximale schuldgraad van 60% te eerbiedigen (wat lager is dan de wettelijk bepaalde maximale schuldgraad van 65%).

Statuten van Retail Estates nv

De statuten van Retail Estates nv zijn opgenomen in het hoofdstuk "permanent document" van het Jaarlijks geconsolideerd Financieel Verslag. Hun laatste herziening dateert van 1 juni 2022.

Toelichtingen bij de enkelvoudige jaarrekening

5.1. Algemene bedrijfsinformatie

Retail Estates nv is een openbare GVV (Gereglementeerde Vastgoedvennootschap) die valt onder toepassing van de Belgische wetgeving, met zetel gevestigd in Ternat.

De jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur van 20 mei 2022 en zal aan de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring worden voorgelegd op 18 juli 2022.

5.2. Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving

Verklaring van overeenstemming

De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens boekhoudnormen consistent met International Financial Reporting Standards zoals geïmplementeerd door de GVV-Wetgeving.

Toepassing IFRS 3 Business Combinations

De vennootschapstransacties van de afgelopen boekjaren werden niet verwerkt als een business combination zoals gedefinieerd onder IFRS 3 vanuit de vaststelling dat deze niet van toepassing is, gelet op de aard en de schaalgrootte van de vennootschap waarover controle verworven is. Het gaat om vennootschappen die een beperkt aantal panden bezitten, waarvan geen personeel of activiteiten werden overgenomen en waarvan het niet de intentie is om ze als een autonome business aan te houden. De vennootschappen worden integraal geconsolideerd. We verwijzen in dit verband eveneens naar bijlage 41.

Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties die van kracht zijn in 2021

Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de Groep.

De volgende interpretatie en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 20211 en zijn goedgekeurd door de EU maar hebben geen materiële impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap:

:

Volgende door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zijn van toepassing in de huidige periode maar hebben geen impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de Groep.

De volgende interpretatie en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 20212 en zijn goedgekeurd door de EU maar hebben geen materiële impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap:

:

  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 4 Verzekeringscontracten uitstel van IFRS 9 (effectief vanaf 01/01/2021). Deze wijziging stelt de vaste vervaldatum uit van de tijdelijke vrijstelling van de toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten voor IFRS 4 Verzekeringscontracten, zodat entiteiten pas verplicht zouden zijn om IFRS 9 toe te passen voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2023.
  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16 'Hervorming van rentevoetbenchmark' - Fase 2 (effectief vanaf 01/01/2021). Deze wijzigingen hebben betrekking op kwesties die van invloed kunnen zijn op de financiële verslaglegging na de hervorming van een rentebenchmark, inclusief de vervanging ervan door alternatieve rentebenchmarks. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2021, waarbij eerdere toepassing is toegestaan.
  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 16, 'Leaseovereenkomsten' met betrekking tot Covid-19 gerelateerde huurconcessies (effectief vanaf 1 juni 2020, eerdere toepassing toegestaan). Indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, laten deze wijzigingen (als praktisch hulpmiddel) aan huurders toe niet te moeten beoordelen of bepaalde covid-19-gerelateerde huurconcessies 'huuraanpassingen' zijn. In plaats daarvan kunnen huurders, die dit praktisch hulpmiddel toepassen, deze huurconcessies boekhoudkundig verwerken alsof het geen huuraanpassingen zijn.

Nieuwe of gewijzigde standaarden en interpretaties die nog niet van kracht zijn

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2021 en zijn al goedgekeurd door de EU:

✓ IFRS 17, 'Verzekeringscontracten' (effectief vanaf 1 januari 2023), incluis de wijzigingen gepubliceerd in juni 2020. Deze standaard vervangt IFRS 4, dewelke momenteel een grote variatie aan boekhoudkundige praktijken voor verzekeringscontracten toelaat. IFRS 17 zal de boekhoudkundige behandeling door alle entiteiten die zulke contracten onderschrijven fundamenteel veranderen alsook de behandeling van investeringscontracten met discretionaire deelnamemogelijkheden. De goedkeuring omvat de wijzigingen die in juni 2020 door de IASB zijn uitgegeven en die bedoeld zijn om ondernemingen te helpen de standaard

te implementeren en het voor hen gemakkelijker te maken hun financiële prestaties uit te leggen.

De EU-verordening voorziet in een facultatieve vrijstelling van de toepassing van de jaarlijkse cohortverplichting die betrekking heeft op het tijdstip van de opname van de winst uit het contract, de contractuele servicemarge, in de winst-en-verliesrekening. Entiteiten die van de vrijstelling gebruik maken, passen de IFRSs zoals vastgesteld door de IASB niet toe en moeten dit feit bekendmaken.

  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 16 'Leaseovereenkomsten': Covid-19-gerelateerde huurconcessies na juni 2021 (effectief vanaf 1 april 2021). De wijzigingen verlengen met één jaar de wijziging van mei 2020 die huurders een vrijstelling geeft om te beoordelen of een COVID-19-gerelateerde huurconcessie al dan niet een 'huuraanpassing' is. In het bijzonder stelt de wijziging een huurder in staat om de praktische oplossing met betrekking tot COVID-19-gerelateerde huurconcessies toe te passen op huurconcessies waarvoor een verlaging van de leasebetalingen alleen betrekking heeft op betalingen die oorspronkelijk verschuldigd waren op of vóór 30 juni 2022 (in plaats van oorspronkelijk alleen betalingen die op of voor 30 juni 2021 verschuldigd waren). De wijziging is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 april 2021 (eerdere toepassing toegestaan, inclusief in jaarrekeningen die nog niet zijn goedgekeurd voor publicatie op de datum waarop de wijziging wordt gepubliceerd).
  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 3 'Bedrijfscombinaties'; IAS 16 'Materiële vaste activa'; IAS 37 'Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa' en jaarlijkse verbeteringen aan IFRS standaarden (effectief vanaf 1 januari 2022). Het pakket wijzigingen omvat beperkte aanpassingen van drie standaarden en de jaarlijkse verbeteringen, die de formulering verduidelijken of kleine inconsistenties of tegenstrijdigheden tussen vereisten in deze standaarden corrigeren:

o Wijzigingen aan IFRS 3, 'Bedrijfscombinaties' brengen een verwijzing in IFRS 3 naar het conceptueel kader voor financiële verslaglegging up-to-date zonder de boekhoudkundige vereisten voor bedrijfscombinaties te wijzigen.

o Wijzigingen aan IAS 16, 'Materiële vaste activa' verbieden een bedrijf het in mindering brengen van bedragen ontvangen uit de verkoop van geproduceerde artikelen op de kosten van een materiële vast actief, terwijl het bedrijf het actief voorbereidt op het beoogde gebruik. In plaats daarvan zal een bedrijf dergelijke verkoopopbrengsten en gerelateerde kosten in winst of verlies opnemen.

o Wijzigingen aan IAS 37, 'Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa' specificeren welke kosten een bedrijf opneemt in de beoordeling of een contract verliesgevend zal zijn.

o Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS standaarden brengen kleine wijzigingen aan in IFRS 1 'Eerste toepassing van IFRS', IFRS 9 'Financiële Instrumenten', IAS 41 'Landbouwactiviteiten' en de illustratieve voorbeelden bij IFRS 16 'Leaseovereenkomsten'.

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:

  • ✓ Wijzigingen aan IAS 1, 'Presentatie van de jaarrekening: classificatie van verplichten als kortlopend of langlopend' (effectief vanaf 1 januari 2022). Deze betreffen enkel de presentatie van verplichtingen in de balans, niet het bedrag of de timing bij erkenning van een actief, verplichting, inkomst of kost noch de toelichtingsvereisten voor andere elementen van de jaarrekening. Ze verduidelijken dat:
  • o de classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend moet worden gebaseerd op bestaande rechten aan het einde van de verslagperiode en de formulering in alle betrokken paragrafen moet worden aangepast om te verwijzen naar het "recht" om de afwikkeling uit te stellen met ten minste twaalf maanden; en dat alleen bestaande rechten aan het einde van de verslagperiode de classificatie van een verplichting beïnvloeden;
  • o classificatie niet wordt beïnvloed door verwachtingen over de vraag of een entiteit haar recht zal uitoefenen om de afwikkeling van een verplichting uit te stellen; en dat afwikkeling verwijst naar de overdracht aan de tegenpartij van contanten, eigenvermogensinstrumenten, andere activa of diensten.
  • ✓ Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening en IFRS Praktijkverklaring 2: Toelichting van waarderingsregels (effectief vanaf 1 januari 2023).' De wijzigingen zijn bedoeld om de toelichtingen met betrekking tot de waarderingsregels te verbeteren en om gebruikers van de jaarrekening te helpen onderscheid te maken tussen schattingswijzigingen en wijzigingen in waarderingsregels. De IAS 1-aanpassing vereist dat ondernemingen hun materiële waarderingsregels vermelden in plaats van hun belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving. Verder verduidelijkt de wijziging van IAS 1 dat waarderingsregels niet hoeven te worden vermeld. Om deze wijziging te ondersteunen, heeft de Raad ook IFRS Praktijkverklaring 2, 'het maken van materialiteitsbeoordelingen', gewijzigd om richtlijnen te geven over hoe het concept van materialiteit moet worden toegepast op de toelichtingen op de grondslagen voor financiële verslaggeving. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2023. Eerdere toepassing is toegestaan (onder voorbehoud van het nationale goedkeuringsproces).
  • ✓ Wijzigingen aan IAS 8, 'waarderingsregels, schattingswijzigingen en fouten': definitie van schattingen (effectief vanaf 1 januari 2023). De wijziging in IAS 8 verduidelijkt hoe ondernemingen onderscheid moeten maken tussen veranderingen in waarderingsregels en schattingswijzigingen. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2023. Eerdere toepassing is toegestaan (onder voorbehoud van het nationale goedkeuringsproces).
  • ✓ Aanpassing van IAS 12 'Winstbelastingen': uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien uit één enkele transactie (effectief vanaf 1 januari 2023). De wijzigingen verduidelijken hoe bedrijven uitgestelde belastingen op transacties zoals leases en ontmantelingsverplichtingen boekhoudkundig behandelen. De belangrijkste wijziging is een vrijstelling van de vrijstelling bij eerste opname uit IAS 12.15 (b) en IAS 12.24. Aldus is de vrijstelling bij eerste opname niet van toepassing op transacties waarbij bij de eerste opname gelijke bedragen aan aftrekbare en belastbare tijdelijke verschillen ontstaan. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023. Vervroegde toepassing is toegestaan.
  • ✓ Wijzigingen aan IFRS 17 'Verzekeringscontracten': Eerste toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 Vergelijkende informatie (effectief vanaf 1 januari 2023). De wijziging betreft een transitieoptie met betrekking tot vergelijkende informatie over financiële activa gepresenteerd bij de eerste toepassing van IFRS 17. De wijziging is bedoeld om entiteiten te

helpen tijdelijke 'accounting mismatches' tussen financiële activa en verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten te voorkomen, en daardoor de bruikbaarheid van vergelijkende informatie voor gebruikers van jaarrekeningen te verbeteren.

De volgende standaard is voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2016 maar werd nog niet goedgekeurd door de EU. De Europese Commissie heeft besloten de goedkeuringsprocedure voor deze interimstandaard niet op te starten maar te wachten op de finale versie van de standaard:

✓ IFRS 14, 'Wettelijke uitgestelde rekeningen' (effectief vanaf 1 januari 2016). Dit betreft een tussentijdse standaard voor de boekhoudkundige verwerking van bepaalde bedragen die voortkomen uit wettelijk gereguleerde activiteiten. IFRS 14 is enkel van toepassing voor entiteiten die voor het eerst IFRS toepassen. De standaard laat toe dat deze entiteiten bij de eerste toepassing van IFRS hun waarderingsregels onder hun vorige algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes kunnen blijven toepassen voor de opname, waardering, het boeken van een bijzondere waardevermindering op en het niet langer opnemen van wettelijke uitgestelde rekeningen. De tussentijdse standaard voorziet ook een leidraad voor het selecteren en wijzigen van grondslagen voor financiële verslaggeving (bij eerste toepassing of later) en voor de presentatie en toelichting.

Grondslag voor de opstelling

De financiële informatie wordt opgesteld in euro (EUR), afgerond in duizenden. De ondernemingen van de Groep voeren hun boekhouding eveneens in euro (EUR).

Hieronder vindt u een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving. De boekhoudkundige verwerkingsprincipes zijn consistent toegepast tijdens de gehele relevante periode.

Grondslag voor consolidatie

De ondernemingen die de Groep controleert, worden geconsolideerd volgens de methode van de integrale consolidatie.

De integrale consolidatie bestaat erin activa- en passivagegevens van de geconsolideerde ondernemingen integraal over te nemen, evenals de kosten en de opbrengsten waarbij de noodzakelijke eliminaties worden uitgevoerd.

Onder controle wordt verstaan dat Retail Estates nv rechtstreeks of onrechtstreeks het financiële en het operationele beleid van de dochteronderneming kan bepalen, recht heeft op de variabele kasstromen en de resultaten van deze dochteronderneming, en de mogelijkheid heeft om door middel van de controle over de dochteronderneming, haar variabele kasstromen te beïnvloeden.

Omzetting van vreemde munten

Transacties in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op transactiedatum geboekt. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden gewaardeerd aan de slotkoers van kracht op balansdatum. Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omzetting van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen. Niet-monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden tegen de wisselkoers geldig op de transactiedatum omgezet.

Afgeleide financiële instrumenten

Afdekking van de reële waarde

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (interest rate swaps) om zich in te dekken tegen renterisico's afkomstig van operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Afgeleide financiële producten worden initieel aan reële waarde erkend.

Na eerste verwerking worden de financiële derivaten in de jaarrekening gewaardeerd tegen reële waarde.

Winsten of verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarden van de financiële derivaten worden onmiddellijk verwerkt in de winst- en verliesrekening, tenzij een derivaat voldoet aan de voorwaarden voor cashflow hedge accounting.

De reële waarde van de financiële rentederivaten is het bedrag dat de vennootschap verwacht te ontvangen of te betalen indien het financiële rentederivaat op balansdatum wordt beëindigd waarbij de geldende rente en het kredietrisico van de betrokken tegenpartijen in aanmerking wordt genomen.

Kasstroomafdekking

Indien een financieel derivaat kan worden gedocumenteerd als een effectieve hedge van de mogelijke variabiliteit van kasstromen die zijn toe te rekenen aan een bepaald risico verbonden aan een actief of verplichting of een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie, wordt het deel van het resultaat voortvloeiend uit de waardemutatie van het financiële rentederivaat, waarvan is vastgesteld dat het een effectieve hedge is, direct in het eigen vermogen verantwoord onder "Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva". Het ineffectieve deel van het financiële rentederivaat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Vastgoedbeleggingen

Waardering bij initiële opname

Vastgoedbeleggingen omvatten alle onroerende goederen die verhuurklaar zijn. Vastgoedbeleggingen worden bij de aankoop gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde met inbegrip van bijkomende kosten en niet-aftrekbare BTW. Ook de exit tax, verschuldigd door vennootschappen waarover de openbare GVV directe of indirecte controle verwerft, wordt in principe in mindering gebracht van de waarde van het achterliggend vastgoed vermits het een belasting op de latente meerwaarde betreft die in hoofde van de verworven vennootschap bestond voor de controleverwerving, tenzij deze vennootschappen niet in aanmerking komen voor fusie met de openbare GVV (op beslissing van de raad van bestuur). De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.

Wanneer vastgoed wordt verworven via een inbreng in natura worden de externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen afgetrokken van het eigen vermogen. De ingebrachte panden worden bij initiële opname gewaardeerd aan de inbrengwaarde.

Ook de gebruiksrechten erkend in de balans voor de concessie of erfpacht of soortgelijke leaseovereenkomsten (naar aanleiding van de invoegetreding van IFRS 16), worden als een vastgoedbelegging beschouwd.

Waardering na initiële opname

Een onafhankelijke vastgoeddeskundige waardeert op het einde van elk kwartaal op precieze wijze de volgende bestanddelen:

  • de onroerende goederen, de onroerende goederen door bestemming en de zakelijke rechten op onroerende goederen die worden gehouden door Retail Estates nv of, in voorkomend geval, door een dochtervennootschap waarover de onderneming controle heeft;
  • de optierechten op onroerende goederen gehouden door Retail Estates nv of, in voorkomend geval, door een dochtervennootschap waarover de onderneming controle heeft, alsook de onroerende goederen waarop deze rechten slaan;
  • de rechten uit contracten waarbij aan Retail Estates nv of in voorkomend geval, aan een dochtervennootschap waarover de onderneming controle heeft, één of meer goederen in onroerende leasing worden gegeven, alsook het onderliggend goed.

De deskundigen voeren hun waardering uit conform nationale en internationale normen en hun toepassingsprocedures, onder andere op het vlak van de waardering van gereglementeerde vastgoedvennootschappen (volgens de voorlopige besluiten, de deskundigen behouden zich het recht voor om de waardering aan te passen in geval van gewijzigde besluiten).

De reële waarde wordt specifiek gedefinieerd als de prijs die zou worden ontvangen bij de verkoop van een actief of die betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een orderlijke transactie tussen marktpartijen op waarderingsdatum.

Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de overdrachtstaksen. Het geschatte bedrag van overdrachtstaksen wordt onmiddellijk in resultaat afgeboekt bij initiële opname.

Toeliching bij de overdrachtsbelasting in België

In België is de overdracht van eigendom van een vastgoed onderworpen aan overdrachtstaksen. Het bedrag van deze taksen is afhankelijk van de overdrachtsmethode, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het goed. De eerste twee elementen, en bijgevolg het totale bedrag van de te betalen taksen, zijn dus slechts gekend eens de eigendomsoverdracht werd voltooid. De waaier aan vastgoedoverdrachtsmogelijkheden en hun overeenstemmende taksen zijn de volgende:

  • verkoopsovereenkomsten voor onroerende goederen: 12,50% voor goederen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Waalse Gewest, 12% voor goederen gelegen in het Vlaamse Gewest;
  • verkoop van onroerende goederen onder het makelaarsregime: 4% tot 8% volgens de Gewesten;
  • erfpachtovereenkomsten voor onroerende goederen (tot 50 jaar voor het opstalrecht en tot 99 jaar voor het erfpachtrecht): 2%;
  • verkoopsovereenkomsten voor onroerende goederen waarbij de koper een instantie van publiek recht is (bv. een entiteit van de Europese Unie, van de Federale Regering, van een regionale regering of van een buitenlandse regering): vrijstelling van rechten;
  • inbreng in natura van onroerende goederen tegen uitgifte van nieuwe aandelen ten voordele van de inbrenger: vrijstelling van rechten;

  • verkoopsovereenkomst voor aandelen van een vastgoedonderneming: afwezigheid van rechten;

  • fusie, splitsing en andere reorganisaties van vennootschappen: afwezigheid van rechten; enz.

Hierdoor varieert het effectieve percentage van de overdrachtstaksen van 0% tot 12,50%, waarbij het onmogelijk is te voorspellen welk percentage van toepassing is bij de overdracht van een gegeven Belgisch vastgoed vooraleer de overdracht werkelijk plaatsvindt.

In januari 2006 werd aan alle deskundigen die betrokken zijn bij de waardebepaling van de Belgische GVV's gevraagd om een gewogen gemiddeld percentage van de effectieve taksen voor de vastgoedportefeuilles van GVV's te bepalen. Voor transacties van eigendommen met een waarde van meer dan 2,50 mio EUR en gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht (zie hierboven), hebben de deskundigen op basis van een representatief staal van 220 markttransacties die plaatsvonden tussen 2003 en 2005 voor een totaalbedrag van 6 miljard EUR, de gewogen gemiddelde taksen berekend op 2,50%. Wat betreft de transacties van gebouwen waarvan de totale waarde kleiner is dan 2,50 mio EUR, wordt er rekening gehouden met overdrachtsrechten van 12% tot 12,50% volgens het gewest waarin de gebouwen gelegen zijn. Er werd beslist om dit percentage te herzien indien nodig, per schijf van 0,5%. Gedurende 2016 werd een update van deze berekening uitgevoerd volgens de methodolgie die werd toegepast in 2006 op basis van een staal van 305 grote of institutionele transacties (drempel 2,5 mio EUR) die plaatsvonden tusssen 2013 en kwartaal 1 van 2016 (dit is 70% of 8,18 miljard van het geschat totaal aantal investeringstransacties gedurende deze periode). De experten concludeerden dat de drempel van 0,5% niet werd overschreden. Bijgevolg werd het gewogen gemiddelde van 2,5% behouden. Dit percentage zal om de 5 jaar of bij een significante verandering in de fiscale context geherevalueerd worden.

Retail Estates nv beschouwt zijn vastgoedportefeuille als een geheel dat als een geheel of als een beperkt aantal grotere delen kan vervreemd worden. Retail Estates beheert zijn vastgoed zoveel mogelijk op portefeuilleniveau ("retailcluster en retailparken", zie beheersverslag en hoofdstuk 'overzicht portefeuille' in het vastgoedverslag voor een overzicht van de clusters). Daarom wordt de reële waarde bepaald door 2,5% af te trekken van de waarde van de objecten (conform de waardering aan "reële waarde" van zijn vastgoedschatters Cushman & Wakefield, CBRE en Stadim). In overeenstemming met haar strategie heeft Retail Estates in principe niet de intentie om individuele eigendommen binnen de clusters met een investeringswaarde van minder dan 2,50 mio EUR te verkopen.

Toeliching bij de overdrachtsbelasting in Nederland

De Nederlandse overdrachtsbelasting bedraagt vanaf 1 januari 2021 8 procent (voorheen 6%). Voor de overige kosten (zoals notariskosten) neemt Retail Estates tussen 0,08% en 1% extra in rekening.

Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling toegewezen aan de reserves voor het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed.

Uitgaven voor werken aan vastgoedbeleggingen

De uitgaven voor werken aan vastgoedbeleggingen komen ten laste van het operationeel vastgoedresultaat indien de uitgaven geen positief effect hebben op de verwachte toekomstige economische voordelen en worden geactiveerd indien de verwachte economische voordelen die aan de entiteit toekomen erdoor verhogen. Er zijn hoofdzakelijk twee belangrijke soorten uitgaven:

  • a) kosten van onderhoud en herstellingen aan dakbedekkingen en parkings: komen ten laste van het operationeel vastgoedresultaat;
  • b) kosten voor grote verbouwingen en verbeteringswerken: verbouwingen zijn occasionele werken die een functie aan het gebouw toevoegen of het bestaande comfortniveau aanzienlijk verbeteren zodat ze een verhoging van de huurprijs en/of huurwaarde met zich meebrengen. De kosten hebben betrekking op materialen, erelonen, aannemingswerken en dergelijke. Interne kosten van beheer of opvolging worden niet geactiveerd. Dergelijke werken worden zodra ze aanvangen in de geschatte waarde van het betreffende gebouw verwerkt (eerst voorlopig en na bezoek door de vastgoeddeskundige voor de definitieve waarde). De nog uit te voeren werken gaan in mindering van de waardering. Na uitvoering worden deze kosten geactiveerd en dus toegevoegd aan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.

Vervreemding van een vastgoedbelegging

De gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van een vastgoedbelegging komen in de winsten verliesrekening van de verslagperiode onder de post "Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen" en worden bij de resultaatsverdeling toegewezen aan het overgedragen resultaat. Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of het gerealiseerde verlies te bepalen.

Vaste activa in aanbouw

Conform de aangepaste IAS 40-norm worden de vaste activa in aanbouw opgenomen bij de vastgoedbeleggingen. Bij aankoop worden ze gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde met inbegrip van bijkomende kosten en niet-aftrekbare BTW.

Als de Groep van oordeel is dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in aanbouw niet op een betrouwbare manier kan worden bepaald maar verwacht dat de reële waarde zal kunnen worden bepaald wanneer ze aanbesteed, vergund en verhuurd zijn, boekt ze de vastgoedbelegging in aanbouw aan kostprijs tot het ogenblik dat de reële waarde kan worden bepaald (wanneer ze aanbesteed, vergund en verhuurd zijn of tot de constructie voltooid is (afhankelijk van wat zich eerst voordoet)), in overeenstemming met IAS 40.53. Deze reële waarde is gebaseerd op de waardering door de vastgoeddeskundige na aftrek van nog uit te voeren werken.

Een vast actief in aanbouw kan slaan op een bouwgrond, afbraakpand of een bestaand pand waarvan de bestemming moet veranderd worden en aanzienlijke verbouwingswerken vereist zijn om het de gewenste bestemming te geven.

Andere materiële vaste activa

De materiële vaste activa andere dan onroerende goederen waarvan het gebruik in de tijd beperkt is, worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur.

In het boekjaar waarin de investering plaatsvindt, worden afschrijvingen geboekt pro rata temporis het aantal maanden dat het actief in gebruik was.

- Installaties, machines en uitrusting 20%
- Meubilair 10%
- Rollend materieel 20-33%
- Informaticamaterieel 33%
- Standaardsoftware 33%
- Maatsoftware 10%-25%
- Gebouwen eigen gebruik 3%
- Technieken 6,66%

Lease-overeenkomst

In de beperkte gevallen waar Retail Estates leasingnemer is in lease-overeenkomsten (en deze contracten niet tot de uitzonderingen zoals voorzien in IFRS 16 behoren), zal Retail Estates, als leasingnemer, een gebruiksrecht en bijhorende verplichting erkennen in de geconsolideerde jaarrekening. Vervolgens worden alle gebruiksrechten, die classificeren als vastgoedbelegging, gewaardeerd aan reële waarde, in overeenstemming met de waarderingsregels beschreven bij Vastgoedbeleggingen. De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskost wordt erkend in de rubriek "Verschil in de reële waarde van financiële activa en passiva".

Indien er indicaties zijn dat een actief mogelijk een bijzonder waardeverminderingsverlies heeft ondergaan, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde.

Indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen.

Op het ogenblik van de verkoop of buitengebruikstelling van materiële vaste activa, andere dan onroerende goederen, worden de aanschaffingswaarde en de afschrijvingen die daarop betrekking hebben uit de balans verwijderd en worden de gerealiseerde meer- of minwaarden in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Handelsvorderingen en andere vaste activa

Handelsvorderingen en andere vaste activa worden bij initiële opname gewaardeerd aan reële waarde en worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode. Er wordt een waardevermindering geboekt indien er onzekerheid bestaat betreffende de inbaarheid van de vordering op de vervaldag.

Vastgoedcertificaten

Waardering

1. Algemeen principe

Indien de houder van de certificaten geen aanmerkelijk belang (meer dan 75%) bezit van een vastgoedcertificaat, worden de certificaten op afsluitdatum geboekt aan de gewogen gemiddelde beurskoers van de laatste 30 dagen onder de rubriek "Financiële vaste activa".

Hiervan wordt afgeweken als op basis van publiek beschikbare informatie en van de emissievoorwaarden van het vastgoedcertificaat een intrinsieke waarde wordt vastgesteld die aanmerkelijk beneden de beurskoers ligt. Dan wordt de waarde beperkt tot de intrinsieke waarde.

2. Bezit van een aanmerkelijk belang (meer dan 75%) in de uitgegeven certificaten (per 31 maart 2022 enkel toepasselijk op de vastgoedcertificaten "Distri-Land")

De beurskoers van deze vastgoedcertificaten, zoals blijkt uit de koerstabellen van Euronext van de tweede markt, kan niet als een betrouwbare referentie beschouwd worden gezien de beperkte liquiditeit van dit vastgoedcertificaat. Retail Estates nv wenst bij elke afsluiting van zijn rekeningen de waarde van zijn certificaten te herwaarderen in functie van:

  • a) de reële waarde van de onroerende goederen waarvan de emittent eigenaar is en dit naar analogie met de waardering van het eigen vastgoed. Dit gebeurt op basis van een periodieke schatting door de vastgoeddeskundige in gezamenlijke opdracht van Retail Estates nv en Immobilière Distri-Land nv. Indien één of meerdere gebouwen door de emittent van het vastgoedcertificaat verkocht worden, zal tot de uitkering van de verkoopsopbrengst, de verkoopprijs als waardering weerhouden worden;
  • b) de contractuele rechten van de houder van het vastgoedcertificaat volgens het prospectus dat uitgegeven werd bij de emissie van het vastgoedcertificaat.

Retail Estates nv investeert enkel in de certificaten van emissies die betrekking hebben op de financiering van perifeer winkelvastgoed. Het vastgoed waarvan de emittent eigenaar is, beantwoordt aan het type perifeer winkelvastgoed dat aansluit bij de beleggingsdoelstellingen van Retail Estates nv. Alhoewel Retail Estates nv juridisch gezien geen eigenaar is van dit vastgoed, beschouwt de vennootschap zich als de economische begunstigde en dit pro rata haar contractuele rechten als eigenaar van vastgoedcertificaten. Bovendien wordt de belegging in vastgoedcertificaten, in toepassing van de GVV-Wet, artikel 2, 5°, x, beschouwd als vastgoed.

Rekening houdend met deze overwegingen worden de certificaten geboekt onder de vastgoedbeleggingen aan hun aanschaffingswaarde met inbegrip van de bijkomende kosten. Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling toegewezen aan de onbeschikbare reserves. Op 31 maart 2022 bedraagt de waarde van de vastgoedbeleggingen gerelateerd aan de certificaten Distri-Land 15,75 mio EUR (15,56 mio EUR op 31 maart 2021) ten opzichte van de totale portefeuille van Retail Estates van 1.759,88 mio EUR.

Verwerking van coupon

1. Verwerking courant exploitatiesaldo

Als houder van de vastgoedcertificaten heeft Retail Estates nv pro rata de vastgoedcertificaten in zijn bezit, een contractueel recht op een gedeelte van het exploitatiesaldo dat de emittent realiseert door het ontvangen van de huren en de betaling van de werkings- en onderhoudskosten. Vermits de volledige waardevermindering of waardeverhoging verwerkt wordt via de herschatting van de waarde van het vastgoedcertificaat, dient geen gedeelte van de coupon met betrekking tot het exploitatiesaldo beschouwd te worden als een vergoeding voor de waardevermindering van de gebouwen van de emittent. Bijgevolg wordt de volledige coupon behandeld als nettohuurinkomsten en als bedrijfsopbrengst verwerkt in de omzet.

2. Verwerking liquidatiesaldo bij verkoop van onroerende goederen

Wanneer een bepaald pand uit de portefeuille van de emittent verkocht wordt, wordt dit als volgt verwerkt:

de netto-opbrengst na afhouding van eventueel verschuldigde roerende voorheffing, wordt slechts als gerealiseerde meerwaarde geboekt bij Retail Estates nv ten belope van het verschil tussen de boekwaarde van het vastgoedcertificaat op afsluitdatum vermeerderd met de nettoliquidatiecoupon en de boekwaarde op de vorige afsluitdatum. De boekwaarde van het vastgoedcertificaat wordt op elke afsluitdatum vastgesteld door een waardering te maken van de contractuele rechten van de certificaathouders zoals die blijken uit het emissieprospectus en dit vertrekkende van de reële waarde van het vastgoed in bezit van de emittent, zoals op afsluitdatum gewaardeerd door de vastgoeddeskundige van Retail Estates nv. Winsten of verliezen die voortvloeien uit de variatie in de reële waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze ontstaan en worden bij de winstverdeling toegewezen aan de beschikbare reserves.

Vaste activa of groepen van activa aangehouden voor verkoop

Dit betreft onroerende goederen waarvan de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door de verkoop van de goederen en niet door de verdere verhuring. Net als de vastgoedbeleggingen (zie supra) worden deze goederen gewaardeerd aan reële waarde, zijnde de investeringswaarde min de overdrachtstaksen.

Een onroerend goed wordt geboekt als een vast actief aangehouden voor verkoop als er een intentieverklaring tot verkoop getekend is.

Vlottende activa

De vorderingen op hoogstens één jaar worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde, onder aftrek van waardeverminderingen voor dubieuze of oninbare vorderingen. Bankdeposito's op zicht of termijn worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk in de resultatenrekening verwerkt. Beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd tegen hun beurskoers.

Eigen vermogen

Het kapitaal omvat de geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging. De externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen, worden afgetrokken van het eigen vermogen. Wanneer Retail Estates nv overgaat tot de inkoop van eigen aandelen wordt het betaalde bedrag inclusief de direct toewijsbare kosten, erkend als een wijziging van het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden als een vermindering van het eigen vermogen voorgesteld.

Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat totdat de algemene vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent.

Verplichtingen

Een voorziening wordt opgenomen wanneer:

  • Retail Estates nv een bestaande – juridisch afdwingbare of feitelijke – verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden;

  • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen zal vereist zijn om de verplichting af te wikkelen;

  • het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Handelsschulden worden uitgedrukt tegen hun nominale waarde op balansdatum. Interestdragende leningen worden initieel aan kostprijs erkend en verminderd met de transactiekosten. Vervolgens worden de interestdragende leningen gewaardeerd op basis van de effectieve-rentemethode, waarbij elk verschil tussen de initiële boekwaarde en de aflossingswaarde erkend wordt als interestkost in de resultatenrekening over de duurtijd van de lening.

Voordelen aan het personeel en aan de directieleden

Retail Estates nv voorziet in een toegezegde pensioenbijdragenregeling voor zijn werknemers en voor zijn directieleden. Voor de directieleden wordt deze regeling toevertrouwd aan een verzekeringsmaatschappij die onafhankelijk is van de vennootschap.

De regeling voor werknemers verloopt grotendeels via het fonds van het paritair comité. Het gaat dus om een sectorplan, en het is de inrichter van dit pensioenplan (Fonds Tweede Pijler PC 323) die de wettelijke verantwoordelijkheden en verplichtingen moet dragen.

Bijdragen betaald gedurende het boekjaar worden ten laste genomen.

Vastgoedresultaat

Het nettohuurresultaat omvat de huren, operationele leasevergoedingen en andere inkomsten die hiermee verband houden min de met verhuur verbonden kosten, zijnde te betalen huur op gehuurde activa, waardeverminderingen op handelsvorderingen en terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen.

De recuperatie van vastgoedkosten omvat de opbrengsten verkregen uit de doorrekening van kosten van groot onderhoud en vergoedingen van huurschade.

De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die volgens de wet of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder. De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen.

Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die ontvangen is en worden lineair in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.

Vastgoedkosten

De vastgoedkosten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vergoeding die betaald is of die verschuldigd is en worden lineair in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.

De technische kosten omvatten onder meer structureel en occasioneel onderhoud en verliezen uit schadegevallen gedeeltelijk gedekt door de verzekeringsmaatschappijen. De commerciële kosten bevatten onder meer makelaarscommissies. De beheerskosten van het vastgoed omvatten

hoofdzakelijk de kosten van het personeel verantwoordelijk voor deze activiteit, de operationele kosten van de hoofdzetel van de onderneming en erelonen betaald aan derde partijen.

De van huurders of derden ontvangen beheersvergoedingen die gedeeltelijk de beheerskosten van het vastgoed dekken, worden in mindering gebracht.

Algemene kosten van de vennootschap en andere operationele opbrengsten en kosten

De algemene kosten van de vennootschap dekken de vaste bedrijfskosten van de onderneming die actief is als een beursgenoteerde onderneming en die geniet van het GVV-statuut. Deze kosten worden opgelopen om transparante financiële informatie te verschaffen, economisch vergelijkbaar te zijn met andere types van investeringen en om aan beleggers de mogelijkheid te bieden om op een liquide manier indirect deel te nemen aan een gediversifieerde vastgoedbelegging. Een deel van de kosten die gemaakt worden in het kader van de strategische groei van Retail Estates nv valt eveneens onder deze categorie.

Financieel resultaat

Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen en bijkomende financieringskosten zoals de negatieve variaties van afdekkingsinstrumenten voor zover dat deze niet effectief zijn in de zin van IAS 39, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.

Vennootschapsbelasting

Deze rubriek omvat de courante belastinglast op het resultaat van het boekjaar. De vennootschapsbelasting wordt rechtstreeks in het resultaat geboekt, behalve als de belasting betrekking heeft op elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In dat geval wordt ook de belasting rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. De courante belastinglast bestaat uit de verwachte belasting op het belastbaar inkomen van het jaar en de correcties op vorige boekjaren.

Exit tax

De exit tax is de vennootschapsbelasting op de meerwaarde die vastgesteld wordt bij de belaste fusie van een GVV met een onderneming die geen GVV is. De verschuldigde exit tax op deze meerwaarde wordt erkend wanneer de onderneming die geen GVV is voor het eerst in de consolidatiekring van de Groep wordt opgenomen.

In principe wordt de provisie voor exit tax enkel tussentijds herzien indien deze door de waardestijging van het onroerend goed van deze onderneming dient verhoogd te worden. Een eventuele overschatting ten gevolge van waardedalingen wordt slechts vastgesteld bij de effectieve realisatie van de fusie. Deze aanpassingen aan de exit tax verplichting worden geboekt via de lijn belastingen in de winst- en verliesrekeningen.

5.3. Financieel risicobeheer

Evolutie van de rentevoeten

Hogere rentevoeten leiden tot een stijging van de financiële kosten en een daling van het EPRA resultaat. In de huidige context van negatieve rentevoeten heeft de werkwijze van sommige banken om een bodem te eisen voor het Euribor-tarief (dat wordt gebruikt als referentie in de financieringscontracten) aan 0%, een negatieve invloed op de financiële kosten. Voor de afdekking van het renterisico op langetermijnleningen met variabele rentevoet maakt Retail Estates nv gebruik van financiële instrumenten van het type IRS. Bij een interest rate swap wordt de variabele rentevoet ingeruild tegen een vaste rentevoet. Door het gevoerde rentebeleid zijn 93,16% van de lopende leningen afgedekt met een vaste rentevoet. Ook voor een groot deel van de nog te hernieuwen kredieten werd een rente-afdekking afgesloten. De gewogen gemiddelde interestvoet van de openbare GVV bedraagt 1,95%.

Financieringsrisico

De langetermijnfinanciering werd afgesloten onder de vorm van "bulletleningen". Dit zijn leningen waarvan het kapitaal na een looptijd van vijf à acht jaar in zijn geheel dient terugbetaald te worden. De diversificatie van de financiering over verschillende banken beperkt het liquiditeitsrisico van de Groep. De Groep sluit 93,16% van haar leningen af tegen een vaste interestvoet of tegen een variabele interestvoet die onmiddellijk wordt omgezet naar een vaste interestvoet. Het nettoresultaat is dus slechts in beperkte mate gevoelig voor renteschommelingen.

Kredietrisico

Vooraleer een nieuwe huurder wordt aangenomen, wordt een kredietrisicoanalyse uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie. Verder worden achterstallige huren nauwlettend opgevolgd door Retail Estates nv. Ingeval van niet-betaling bezit de onderneming meestal een bankwaarborg.

We verwijzen voor verdere details naar bijlagen 34 en 35.

Er zijn geen klanten die 10% of meer van de totale huurinkomsten uitmaken.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.