Annual Report • Apr 29, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
1319,5
1319,5
1 000
1 100
1 200
(in miljoen EUR)
1 200
1 300
1 400
1378,1
1378,1
2,2%
Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet 2011 2012* 2013 2014 2015 2,2% 3,9% 27,7 Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet
2011 2012* 2013 2014 2015
1258,6
EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten Gecombineerde EBIT en EBIT-marge (20) (10) 20 10 0 30 40 50 -2% -1% 0% 2% 1% 4% 3% 5% 36,8 42,0 3,0% 13,4 (15,4) 29,8 2,2% 1,0% -1,2% (in miljoen EUR) -1% 0% 1% 2% 3% 30 Gecombineerde netto-resultaat en -marge -0,8% (9,7) (36,1) 2,8% 4,5 -0,3% 1% 2% 3% 10 20 Gecombineerde netto-resultaat en -marge 1,3% 17,4 15,3 (9,7) (36,1) 1,2% 2,8% 4,5 -0,3% EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten Gecombineerde EBIT en EBIT-marge (20) (10) 20 10 -2% -1% 0% 2% 1% 4% 3% 5% 36,8 42,0 3,0% 13,4 (15,4) 29,8 2,2% 1,0% -1,2%
Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet
2011 2012* 2013 2014 2015
Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet
-4,6% -4,3%
-4,6% -4,3%
2011 2012* 2013 2014 2015
1258,6
EBITDA EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten
EBITDA EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten
1280,1
1280,1
1,7%
1,7%
1328,4
1328,4
3,8%
0%
3,8%
-8% -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8%
-8% -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8%
71,6% 14,2% 13,9% 14,6% Gemiddeld netto werkkapitaal als percentage van de bruto omzet
Gecombineerde netto-resultaat en -marge Gecombineerde netto-resultaat en -marge
10,0 Frequentie index - arbeidsongevallen
| DIT WAS 2015 | 02 |
|---|---|
| Ons profiel | 04 |
| Onze hoogtepunten in 2015 en begin 2016 | 06 |
| Brief van de Voorzitter en de Chief Executive Officer | 12 |
| Verslag van de Raad van Bestuur * | 14 |
| ONZE MISSIE, VISIE EN KERNWAARDEN | 30 |
| ONZE GROEPSSTRATEGIE | 32 |
| ONZE ACTIVITEITEN | 37 |
| Isolatie | 38 |
| Slaapcomfort | 41 |
| Soepelschuim | 44 |
| Automobiel | 47 |
| DUURZAME INNOVATIE | 50 |
| HUMAN RESOURCES | 52 |
| CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING * | 56 |
| Referentiecode en regels van kracht | 57 |
| Interne controle en risk management | 58 |
| Externe controle | 59 |
| Samenstelling van de Raad van Bestuur | 60 |
| Comités ingericht door de Raad van Bestuur | 64 |
| Auditcomité | 64 |
| Remuneratie- en Benoemingscomité | 65 |
| Uitvoerend management | 66 |
| Remuneratieverslag | 67 |
| Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en de bestuurders en leden van het Managementcomité |
75 |
| Handel met voorkennis en marktmanipulatie | 76 |
| Relaties met de referentieaandeelhouders en andere elementen die verband houden met eventuele openbare overnamebiedingen |
76 |
| BEGRIPPENLIJST | 78 |
| FINANCIEEL RAPPORT * | 80 |
| KERNCIJFERS | 184 |
* Deze hoofdstukken maken integraal deel uit van het Verslag van de Raad van Bestuur, en bevatten de door het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereiste informatie rond de geconsolideerde jaarrekening.
Eerste kwartaal 2016 trading update Algemene Jaarvergadering Ex-coupon datum Dividend record date Betaling dividend Eerste halfjaarresultaten 2016 Derde kwartaal 2016 trading update
2 RECTICEL
JAARVERSLAG 2015
06 mei 2016 (voor beursopening) 31 mei 2016 (om 10:00u CET) 01 juni 2016 02 juni 2016 03 juni 2016 26 augustus 2016 (voor beursopening) 31 oktober 2016 (voor beursopening)
Dit document bevat bepaalde kwantitatieve en/of kwalitatieve toekomstgerichte verklaringen en verwachtingen betreffende resultaten en de financiële stand van zaken van de Groep Recticel. Het ligt in de aard van dergelijke toekomstgerichte verklaringen dat zij geen garantie vormen voor toekomstige prestaties gezien deze nu eenmaal een aantal risico's en onzekerheden met zich meebrengen die betrekking hebben op toekomstige gebeurtenissen en ontwikkelingen. De lezer wordt erop gewezen om voldoende voorzichtigheid aan de dag te leggen bij de interpretatie van deze toekomstverwachtingen omdat de werkelijke resultaten en gebeurtenissen in de toekomst door een of meerdere, zowel interne als externe, factoren kunnen beïnvloed worden. Bijgevolg kunnen de daadwerkelijke resultaten en prestaties mogelijk aanzienlijk afwijken van de vooropgestelde verwachtingen, doelstellingen en eventueel verklaringen. De belangrijkste en meest relevante risico- en onzekerheidsfactoren worden verder beschreven in het hoofdstuk "Waarde- en risicobeheer" van het financieel gedeelte van dit Jaarverslag. Recticel neemt geen enkele verbintenis op zich om eventuele wijzigingen en ontwikkelingen in deze risicofactoren te actualiseren, noch om de mogelijke impact hiervan op de vooruitzichten, onverwijld of met enige vertraging, publiek te maken.
Als internationale industriële speler streven wij ernaar om een essentieel verschil te maken in de dagelijkse comfortervaring van iedereen. Met behulp van onze vaardigheden en door de conversie van polyurethaanchemie willen wij verantwoorde oplossingen aanreiken voor de verschillende uitdagingen en behoeften van onze klanten en de planeet. Wij ambiëren om voor al onze klanten en aandeelhouders op een efficiënte, duurzame en evenwichtige wijze een meerwaarde en een gestage rendabele groei te verwezenlijken.
Wij realiseren circa 94% van onze netto-omzet in Europa. Wij bedienen diverse markten en ondersteunen industriële klanten om innovatieve, duurzame oplossingen te vinden door steeds beter verantwoorde producten en diensten in te voeren die waarde creëren. Wij zijn georganiseerd rond vier specifieke toepassingsgebieden: Isolatie voor de bouw, Slaapcomfort, Soepelschuim en Automobiel. Hoewel wij in eerste instantie halfafgewerkte producten (Soepelschuim en Automobiel) produceren, vervaardigen wij ook afgewerkte producten en duurzame goederen voor eindgebruikers (Slaapcomfort en Isolatie).
Het gevarieerde productaanbod van onze divisie Soepelschuim kan op basis van de respectieve producteigenschappen voor uiteenlopende doeleinden worden gebruikt: geluid dempen, dichten, filteren, beschermen, ondersteunen en comfort bieden.
Binnen onze divisie Slaapcomfort worden matrassen, lattenbodems en box springs onder bekende merknamen, zoals Beka®, Lattoflex®, Literie Bultex®, Schlaraffia®, Sembella®, Superba®, Swissflex®, … en 'ingredient brands' (GELTEX inside®, Bultex®) gecommercialiseerd.
Onze divisie Isolatie levert thermische isolatieproducten van hoge kwaliteit die onmiddellijk kunnen worden gebruikt in bouwprojecten en renovaties. Onze isolatieproducten worden gecommercialiseerd onder bekende merk- en productnamen: Eurowall®, Powerroof®, Powerdeck®, Powerwall®, Recticel Insulation®...
Onze divisie Automobiel legt zich toe op innovatie, technologische vooruitgang en een superieure productkwaliteit en klantenservice.
Ons hoofdkantoor is gevestigd in Brussel (België) en wij stellen op gecombineerde basis (inclusief ons pro rata aandeel in joint ventures) circa 7.598 medewerkers tewerk in 98 locaties, verspreid over 27 landen, ook in Azië en de Verenigde Staten. In 2015 realiseerden wij een gecombineerde omzet van EUR 1,3 miljard (geconsolideerde omzet volgens IFRS 11: EUR 1,0 miljard).
Recticel (EuronextTM: REC.BE – Reuters: RECTt.BR – Bloomberg: REC.BB) is genoteerd op de beurs EuronextTM in Brussel.
aanwezig in
27
landen
gecombineerde bedrijfsopbrengsten
7.598 medewerkers
10
1
3
5
7
In 2015 hebben wij ons strategische plan en grondige transformatie in een hogere versnelling voortgezet. In dit jaarverslag presenteren we een update van dit proces.
De heer Marc Clockaerts (°1950, België) wordt benoemd als Group General Manager Flexible Foams ter vervanging van de heer Rik De Vos, die het bedrijf heeft verlaten.
De heer Jan Meuleman (°1965, België) Group General Manager Automotive ter vervanging van de heer Marc Clockaerts. De heer Jan Meuleman wordt lid van ons Managementcomité.
Mr Marc Clockaerts Group General Manager Flexible Foams
Mr Jan Meuleman Group General Manager Automotive
Recticel kondigt aan dat het zijn participatie van 50% in Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) heeft verkocht aan joint-venture partner Kingspan Group plc, die als gevolg daarvan 100% van de aandelen van KTII houdt. KTII heeft een productievestiging in Turnhout (België) en in Glossop (Verenigd Koninkrijk).
Januari 2015 Februari 2015
De Nederlandse groep Beter Bed start een volledig nieuwe campagne voor het eigen merk AlpinePlus. Het bedrijf heeft ervoor gekozen om dit hoogwaardige marketingen productinitiatief voor het huismerk uit het luxesegment in samenwerking met Recticel als strategische partner te ontwikkelen.
Ter gelegenheid van Batibouw, de grootste bouw- en renovatiebeurs van België, introduceert onze divisie Isolatie L-MentsTM, een nieuwe innovatieve thermische dakisolatieoplossing die voldoet aan bijzonder hoge isolatienormen voor de bijna-energieneutrale gebouwen van morgen. We presenteerden er onze volledig geïntegreerde en zelfdragende thermische dakisolatiestructuren voor hellende daken. Kenmerkend voor deze L-MentsTM-bouwelementen is dat ze een echt tijdbesparende en kostenefficiënte oplossing bieden voor de installatie van hellende daken. L-MentsTM kunnen zowel voor nieuwbouw als voor renovatieprojecten worden gebruikt.
Als reactie op het veranderende landschap van de Europese autofabrikanten kondigt onze joint venture Proseat haar intentie aan om de fabriek in Rüsselsheim (Duitsland) te sluiten. De fabriek, waar 77 mensen werden tewerkgesteld, werd in juni 2015 definitief gesloten.
Onze joint venture Proseat begint de productie in haar nieuwe fabriek in Schwarzheide (Duitsland), een greenfieldproject dat eind 2013 werd geïntroduceerd in het industriepark van BASF Schwarzheide (Duitsland). Deze nieuwe fabriek zal zich concentreren op de serieproductie van EPP-onderdelen voor de auto-industrie. De nieuwe productievestiging zal zich toeleggen op de nieuwste EPP-verwerkingstechnologie, die een oplossing biedt die is afgestemd op de trend van een lagere CO2 -uitstoot door lichtgewicht producten aan te bieden met gunstige schokdempingsmogelijkheden. Daarnaast heeft deze fabriek het voordeel dat grondstoffen ter plaatse via een pijplijn worden geleverd vanuit de productie-eenheid van BASF, waardoor de logistieke kosten aanzienlijk worden verminderd.
Maart 2015 Mei 2015
Swissflex® mag de internationaal vermaarde IF Design Award 2015 in ontvangst nemen voor de revolutionaire bridge®-technologie die wordt gebruikt in de uni 22 bridge® bedbodems.
Recticel voltooit met succes een kapitaalverhoging van EUR 75,9 miljoen (brutobedrag), via een openbare uitgifte met voorkeurrechten. De opbrengst van de kapitaalverhoging zal worden gebruikt om onze groeistrategie te ondersteunen en om onze balans te versterken.
De Jaarlijkse Algemene Vergadering verkiest de heer Johnny Thijs als nieuwe Voorzitter van de Raad van Bestuur, als vervanging van de heer Etienne Davignon, die na bijna 23 jaar lid te zijn geweest van de Raad van Bestuur en die sinds 2004 Voorzitter was, heeft besloten om een stap terug te zetten.
Recticel introduceert een GELTEX® inside-kussenassortiment, inclusief een specifiek voor kussens ontwikkelde GELTEX®-variant die slaapcomfort naar een hoger niveau tilt.
Mei 2015 Juni 2015 Juli 2015
Recticel Insulation opent de nieuwe productiehal en een ultramodern magazijn voor afgewerkte producten in zijn fabriek in Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk). Deze belangrijke investering zal een solide basis vormen om te kunnen voldoen aan de sterk groeiende vraag naar hoogperformante/hoogwaardige isolatieproducten op de Britse markt. Ook zullen de logistieke capaciteiten worden verbeterd, met het oog op de verdere ontwikkeling van een geïntegreerde bevoorradingsketen met zijn klanten.
Eurofoam, onze 50/50 joint venture met de Oostenrijkse groep Greiner, begint met de uitbreiding van zijn productievestiging voor soepelschuim in Sibiu (Roemenië). Met de bouw van een nieuw volledig geautomatiseerd magazijn met een oppervlakte van 3.500m² voor lange polyurethaanblokken van 30 en 60 meter, verwacht het bedrijf niet alleen zijn capaciteit uit te breiden, maar ook de productie-efficiëntie te verbeteren en afval te verminderen. In het magazijn wordt ook een geavanceerde snij-installatie voor kortblokken voorzien.
In overeenstemming met onze strategie hebben wij onze activiteiten verder vereenvoudigd en onze industriële aanwezigheid verder gestroomlijnd door onze vestigingen voor conversie en logistiek van de divisie Soepelschuim in Culemborg (Nederland), Arrigorriaga (Spanje) en in Fuenlabrada (Spanje) te sluiten.
September 2015 November 2015 December 2015
Voor het eerst in een jaar tijd overschrijdt de omzet van GELTEX® inside-producten de drempel van EUR 50 miljoen.
In de loop van 2015 zijn er aan onze divisie Automobiel-Interiors verschillende nieuwe meerjarencontracten toegekend. Deze nieuwe contracten hebben betrekking op bekledingsonderdelen van hoge kwaliteit die zullen worden gebruikt in verschillende automodellen van Audi, Peugeot, Volkswagen en Volvo. De nieuwe programma's zullen in de loop van de komende twee jaar geleidelijk worden opgestart. Ze vertegenwoordigen een geschatte cumulatieve omzet van circa EUR 176 miljoen. Deze interieurbekledingsonderdelen zullen vanuit onze fabrieken in Tsjechië (Most), Duitsland (Schönebeck) en China (Changchun, Langfang en Ningbo) worden geleverd op basis van de gepatenteerde Colo-Sense® Lite Spray-technologie.
In 2015 zijn we begonnen met de installatie en voorbereiding van twee nieuwe productievestigingen voor Interiors in China, namelijk Langfang en Changchun. De productie van interieurbekleding voor de Mercedes E-Klasse en Volkswagen Magotan begint in de loop van 2016.
Eind 2015 is de productie in de vestiging van Rheinbreitbach (Duitsland) stopgezet. De vestiging wordt in het eerste kwartaal van 2016 gesloten.
Onze divisie Isolatie kondigt aan EUR 10 miljoen te zullen investeren in onze isolatiefabriek in Wevelgem (België) om de productiecapaciteit voor hoogwaardige producten op te voeren en de logistieke capaciteiten te moderniseren. De uitbreiding van 20.000 m² zal naar verwachting in het begin van 2017 operationeel worden.
Wij maken er continu werk van om betere capaciteiten te ontwikkelen waardoor wij duurzame innovaties tot stand kunnen brengen die waarde creëren voor onze klanten, voor de maatschappij als geheel, voor onze aandeelhouders en voor alle andere betrokken partijen. Daarom hebben wij besloten om het International Development Center (IDC) en de Sustainability-functies samen te voegen in een nieuwe afdeling, de Sustainable Innovation Department (SID). De nieuwe afdeling is gevestigd in Wetteren (België) en zal kundig worden bestuurd en geleid door Jean-Pierre De Kesel, Chief Sustainable Innovation Officer en lid van het Managementcomité.
Mr Jean-Pierre De Kesel Chief Sustainable Innovation Officer
Recticel Slaapcomfort (Schlaraffia®, Superba®, Swissflex®, Ubica®) zet zijn marketing- en productinnovaties in de kijker op imm Cologne, de toonaangevende meubelbeurs van Europa, die wordt bezocht door 80.000 bezoekers uit 128 landen. Recticel is het enige bedrijf actief in slaapcomfort dat end-to-end concepten presenteert: van het verhaal van de consument, via de opstelling in de toonzaal tot het eindproduct.
10 RECTICEL JAARVERSLAG 2015
10
Recticel heeft zijn zekergestelde kredietfaciliteit in meerdere valuta's van EUR 175 miljoen voor 5 jaar verlengd. Door de verlenging van de kredietfaciliteit, gesloten met zes Europese banken, kan Recticel liquiditeit zekerstellen en zijn schuldaflossingsprofiel verbeteren. De opbrengst zal worden gebruikt om de nog uitstaande bedragen in het kader van de collectieve overeenkomst van EUR 175 miljoen van 2011, die in december 2016 vervalt, vervroegd terug te betalen.
Op basis van specifiek onderzoek introduceert onze divisie Soepelschuim SituSense®, een nieuw, uniek assortiment van zachte interieuroplossingen voor het moderne voertuiginterieur. SituSense® is een reeks innovatieve, hoogperformante polyetherpolyurethaanschuimen voornamelijk bedoeld voor rechtstreekse vormschuimtoepassingen. SituSense® oplossingen voldoen ruimschoots aan de strenge internationale normen voor beslaan, brandbaarheid, verouderingsbestendigheid en uitstoot, wat het leven van ontwerpers en fabrikanten eenvoudiger maakt. SituSense® staat garant voor een zorgeloze verwerking tegen een rendabele prijs. SituSense® biedt comfortabele en zachte oplossingen voor zetelkussenovertrekken en accessoires, dakhemels en deurpanelen van passagiersvoertuigen.
Onze divisie Soepelschuim wint nieuwe contracten met leveranciers voor voertuiguitrusting Faurecia en Pinotech, voor de levering van Thermoflex® geluidsabsorptiemateriaal voor motorruimtes. Ons Thermoflex®-PU-schuim levert na 3D-thermocompressie lichtgewicht en zelfondersteunende akoestische onderdelen op die uiterst geschikt zijn voor gebruik in motorcompartimenten. Dankzij hun lage dichtheid en hun superieure geluiddemping bieden onze producten een uitstekende gewichtsvermindering van wel 75% in vergelijking met conventionele oplossingen. Gecombineerd met technische non-wovens zijn ze in superieure mate bestand tegen omgevingsfactoren zoals vochtigheid of hoge temperaturen. Onze Thermoflex® onderdelen zijn nu te vinden in verschillende auto's zoals Audi A1, Audi Q1, Renault Talisman, Renault Megane, Seat Ibiza, Seat Leon en Volkswagen Polo.
Aston Martin heeft Recticel Corby (Verenigd Koninkrijk) gekozen om zetelkussens en interieuronderdelen van schuimsnijresten te leveren voor zijn nieuwe DB11-model. De gran turismo werd voor het eerst onthuld op het autosalon van Genève in maart 2016 en zal later in het jaar in productie worden genomen. Het nieuwe contract komt er op een cruciaal moment om het partnership tussen Recticel en Aston Martin te verstevigen. Het contract in verband met de DB11 is goed voor zo'n EUR 400.000 per jaar. Het vervangt het contract voor de DB9 en vertegenwoordigt een belangrijke mijlpaal in onze langetermijnrelatie.
Mr. Olivier Chapelle Chief Executive Officer
Mr. Johnny Thijs Voorzitter van de Raad van Bestuur
Brussel, 29 april 2016
Geachte werknemer, Geachte klant, Geachte aandeelhouder, Geachte lezer,
2015 is voor Recticel een geslaagd en cruciaal jaar geweest.
Ondanks het iets verbeterde maar nog steeds bijzonder volatiele bedrijfsklimaat, versnelde de omzetgroei met +5%, mede dankzij een verbeterd productassortiment en solide volumes.
Doorheen het jaar werden er verdere stappen ondernomen inzake de vereenvoudiging en rationalisatie van de Groep, door de verkoop van het belang van 50% in de joint venture KTII en de bijkomende sluiting van vijf productiesites.
Omzetgroei en een verbeterde kostenefficiëntie resulteerde bijgevolg in een belangrijke stijging van de winstcijfers. REBITDA en REBIT met respectievelijk +26,4% en +50,0%, wat uitmonde in een nettowinst van EUR +4,5 miljoen, na twee verlieslatende jaren als gevolg van de impact van schikkingen in het kader van de onderzoeken naar vermeende kartelvorming.
En op 13 mei 2015 heeft de Groep zijn kapitaalverhoging, met wettelijke voorkeurrechten, van EUR 75,9 miljoen voltooid. Daardoor beschikt de Groep over de vereiste balans en financiële middelen om verdere groeimogelijkheden te overwegen. Op 29 februari 2016 heeft de Groep zijn kredietfaciliteiten van EUR 175 miljoen geherfinancierd, met vervaldatum tot februari 2021.
Na zes intensieve jaren om de activiteiten en de organisatie te stroomlijnen, en na een streep te hebben getrokken onder juridische zaken uit het verleden, is de Groep nu klaar om een nieuw tijdperk van duurzame van omzet- en winstgroei te betreden.
De omzet, die in 2014 met +1,7% was gestegen, is in elk kwartaal van 2015 gestaag toegenomen tot +5,0% voor het volledige jaar, mede dankzij een gunstiger economisch klimaat, succesvolle nieuwe producten en positieve wisselkoerseffecten van +2,3%. De autosector in de 28 landen van de EU, die tot november 2013 zes jaar na elkaar was gekrompen, vertoonde in 2015 weer een groei van +9,0%. De bouwmarkten leverden zeer uiteenlopende prestaties: een solide markt in het Verenigd Koninkrijk compenseerde een zwakke Franse markt, terwijl de Benelux relatief stabiel is gebleven. De markten voor slaapcomfort doen het relatief goed, wat globaal gezien een enigszins verbeterende consumentenvertrouwen weerspiegelt. Daardoor zijn alle divisies gegroeid: Isolatie het snelst, met +8,4%, terwijl Automobiel en Slaapcomfort een groei lieten optekenen van respectievelijk +6,2% en +4,6%. Geltex® inside in Slaapcomfort, nu goed voor een omzet van EUR 54 miljoen, Colo-Sense Lite® in Automobiel Interiors, met een orderboek van bijna EUR 700 miljoen, en de recent geïntroduceerde nieuwe oplossingen in Isolatie, waren cruciaal voor het succes en benadrukken hoe belangrijk innovatie is voor Recticel.
Onze investeringen in 2015 hebben zich vooral geconcentreerd op capaciteitsverhogingen in bestaande sites, en op een uitbreiding via nieuwe fabrieken. Er zijn capaciteitsverhogingen doorgevoerd in onze Isolatiefabriek in Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk), in onze site voor Soepelschuim in Trilport (Frankrijk) - waar vooral technische schuimen worden vervaardigd -, in onze eenheid voor Slaapcomfort in Łódz (Polen) - dat zich toelegt op box springs - , en in de opstart van de verschillende programma's die onze divisie Automobiel Interiors in de wacht wist te slepen (Tsjechië, China). Verder hebben we onze activiteiten uitgebreid met de start van nieuwe eenheden in onze divisie Automobiel Interiors in Changchun en Langfang in China - voor de respectieve bevoorrading van VW en Daimler -, en in Schwarzheide (Duitsland), gevestigd op de vestiging van BASF, waar Proseat een nieuwe productiefaciliteit voor EPP (geëxpandeerd polypropyleen) heeft geopend om lichtgewicht oplossingen te leveren aan de sector van de zetelkussens.
Anderzijds zijn er ook in 2015 verdere rationalisatieinspanningen geleverd om onze industriële voetafdruk en capaciteit aan te passen aan de behoeften van de markt. In dat kader zijn er verschillende faciliteiten gesloten: drie kleinere voor Soepelschuim in Culemborg (Nederland), Fuenlabrada (Spanje) en Arriegoriaga (Spanje), de Automobiel Interiors fabriek in Rheinbreitbach (Duitsland) en de Proseat-fabriek in Rüsselsheim (Duitsland). Om zich meer toe te leggen op de bouwisolatieactiviteiten, heeft Recticel bovendien op 18 februari 2015 zijn participatie van 50% in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) verkocht aan zijn joint venture partner Kingspan Group plc.
In mei 2015 heeft de Vennootschap een kapitaalverhoging met voorkeurrechten van EUR 75,9 miljoen voltooid. Een heel groot deel van onze bestaande aandeelhouders heeft beslist om aan de transactie deel te nemen en heeft op die manier bijgedragen aan het succes. Zowel de goede resultaten als de kapitaalverhoging hebben een positieve invloed gehad op de marktkapitalisatie, die het afgelopen jaar verdubbelde. De meer solide financiële positie van de vennootschap en het vertrouwen in de verschillende marktsuccessen stimuleert de Groep om haar voorzichtige groeistrategie verder te zetten.
Nu er al enkele maanden in 2016 achter de rug zijn, nemen we in alle divisies positieve ontwikkelingen waar. Hoewel de volatiliteit hoog blijft, - als gevolg van de talrijke bestaande of nieuwe wereldwijde geopolitieke ontwikkelingen en door de schommelingen van olieprijzen en wisselkoersen -, blijven de industriële en consumptiemarkten in Europa relatief goed stand houden. In die context behoudt Recticel het vertrouwen om in alle zijn divisies volop te kunnen inspelen op marktopportuniteiten, en verwacht het een positief effect ervan op omzet- en winstcijfers.
Wij willen onze medewerkers bedanken voor de inspanningen die zij in 2015 hebben geleverd, onze klanten voor hun vertrouwen in ons, en onze aandeelhouders voor hun loyauteit en hun aanhoudende steun.
Olivier Chapelle Johnny Thijs Chief Executive Officer Voorzitter van de Raad van Bestuur
Olivier Chapelle (CEO): "We zijn tevreden met de omzetgroei en de hogere REBITDA die wij in al onze bedrijfssegmenten hebben gerealiseerd, ondanks het bijzonder turbulente internationale bedrijfsklimaat dat wordt gekenmerkt door ondersteunende wisselkoers- en grondstoffenprijsontwikkelingen. Naast de continue verbetering van ons productassortiment en innovaties om voor onze klanten meerwaarde te creëren, hebben wij ook in 2015 verdere inspanningen geleverd om onze kostenbasis te verbeteren. Bovendien beschikt Recticel dankzij de kapitaalverhoging van mei 2015 en de in februari 2016 geherfinancierde kredietfaciliteit over een robuuste financiële basis om het bedrijf verder te ontwikkelen."
Voor het volledige jaar 2016 verwacht de Groep een continue stijging van de gecombineerde omzet en REBITDA, dankzij een combinatie van volumegroei, een betere mix en efficiëntiewinsten.
a Alle vergelijkingen zijn met de vergelijkbare periode van 2014, herwerkt voor de verkoop van Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) (februari 2015), tenzij anders vermeld. De vermelde cijfers zijn geauditeerd. b Definities van andere gebruikte termen vindt u in de woordenlijst aan het einde van dit persbericht.
1
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| 2014 (HERWERKT)1 |
2015 | Δ 2015/2014 | |
| (a) | (b) | (b)/(a)-1 | |
| Omzet | 983,4 | 1 033,8 | 5,1% |
| Brutowinst | 172,2 | 194,4 | 12,9% |
| als % van de omzet | 17,5% | 18,8% | |
| EBITDA | 36,8 | 52,9 | 43,8% |
| als % van de omzet | 3,7% | 5,1% | |
| EBIT | 8,8 | 23,2 | 164,5% |
| als % van de omzet | 0,9% | 2,2% | |
| Resultaat van de periode (aandeel van de Groep) | (9,7) | 4,5 | n.a. |
| Resultaat van de periode (aandeel van de Groep) - basis (per aandeel, in EUR) |
(0,34) | 0,10 | n.a. |
| Bruto dividend per aandeel (in EUR) | 0,20 | 0,14 | -30,0% |
| Totaal Eigen vermogen | 166,2 | 249,0 | 49,8% |
| 168,3 | 98,5 | -41,5% | |
| Netto financiële schuld 2 | |||
| Schuldgraadratio | 101,3% | 39,6% |
1 Zonder de in februari 2015 verkochte participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII). Voorheen werd KTII
geconsolideerd volgens de 'equity'-methode.
2 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal: EUR 53,7 miljoen per 31 december 2015 en EUR 55,1 miljoen per 31 december 2014, en EUR 65,0 miljoen per 30 september 2015.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT)1 |
2H14 (HERWERKT)1 |
FY14 (HERWERKT)1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 637,8 | 626,9 | 1 264,7 | 667,5 | 661,0 | 1 328,4 | 4,7% | 5,4% | 5,0% |
| Brutowinst | 106,3 | 98,6 | 204,9 | 119,8 | 113,1 | 232,9 | 12,7% | 14,8% | 13,7% |
| als % van de omzet | 16,7% | 15,7% | 16,2% | 17,9% | 17,1% | 17,5% | |||
| REBITDA | 37,0 | 27,8 | 64,8 | 42,9 | 39,0 | 81,9 | 15,7% | 40,5% | 26,4% |
| als % van de omzet | 5,8% | 4,4% | 5,1% | 6,4% | 5,9% | 6,2% | |||
| EBITDA | 24,4 | 23,8 | 48,2 | 38,8 | 29,0 | 67,8 | 59,0% | 21,7% | 40,6% |
| als % van de omzet | 3,8% | 3,8% | 3,8% | 5,8% | 4,4% | 5,1% | |||
| REBIT | 19,2 | 10,8 | 30,0 | 24,8 | 20,1 | 44,9 | 29,1% | 87,2% | 50,0% |
| als % van de omzet | 3,0% | 1,7% | 2,4% | 3,7% | 3,0% | 3,4% | |||
| EBIT | 6,5 | 6,2 | 12,7 | 20,0 | 9,8 | 29,8 | 209,0% | 58,1% | 135,0% |
| als % van de omzet | 1,0% | 1,0% | 1,0% | 3,0% | 1,5% | 2,2% | |||
| Totaal Eigen vermogen |
166,0 | 166,2 | 166,2 | 249,5 | 249,0 | 249,0 | 50,2% | 49,8% | 49,8% |
| Netto financiële schuld ² |
191,8 | 194,5 | 194,5 | 137,5 | 123,0 | 123,0 | -28,3% | -36,8% | -36,8% |
| Schuldgraadratio | 115,5% | 117,1% | 117,1% | 55,1% | 49,4% | 49,4% |
1 Zonder de bijdrage van de in februari 2015 verkochte participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII). De 1H14 en 2H14 cijfers werden tevens herwerkt voor IFRIC 21.
2 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal: EUR 60,4 miljoen per 31 december 2015 en EUR 62,7 miljoen per 31 december 2014, en EUR 71,1 miljoen per 30 september 2015.
Gedetailleerde toelichtingen bij de omzet en de resultaten van de verschillende segmenten worden verstrekt in hoofdstuk 5 op basis van de gecombineerde cijfers (joint ventures geïntegreerd volgens de proportionele consolidatiemethode).
Wijziging in de consolidatiekring: verkoop in februari 2015 van de participatie van 50% in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (België en VK; Isolatie). De cijfers voor het boekjaar 2014 zijn herwerkt om deze wijziging in de consolidatiekring te weerspiegelen.
De gecombineerde omzet is met +5,0% gestegen, inclusief een positief valuta-effect van +2,3%.
Op jaarbasis, en hoewel de omzet in alle segmenten toenam, was het grootste deel van de vooruitgang te danken aan (i) geslaagde groei-initiatieven en commerciële prestaties in Isolatie en Slaapcomfort, en (ii) een bijzonder sterke wereldwijde Automobielmarkt die, mede dankzij de opstart van tal van nieuwe programma's, in alle subsegmenten van de automarkt een stijgende groei genereerde.
| in miljoen EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| 1K2015 | 2K2015 | 3K2015 | 4K2015 | |
| Soepelschuim | 158,5 | 147,4 | 145,0 | 151,5 |
| Slaapcomfort | 79,1 | 64,4 | 73,1 | 77,9 |
| Isolatie | 54,0 | 59,3 | 60,3 | 55,8 |
| Automobiel | 72,7 | 70,1 | 65,1 | 72,4 |
| Eliminaties | (20,9) | (17,1) | (20,1) | (20,0) |
| TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
343,4 | 324,1 | 323,4 | 337,6 |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 11 |
(75,0) | (73,4) | (70,5) | (75,8) |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
268,4 | 250,7 | 252,8 | 261,9 |
| in miljoen EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2H2014 1 | 2H2015 | Δ 2H | FY2014 1 | FY2015 | Δ FY | |
| 292,9 | 296,4 | 1,2% | Soepelschuim | 593,0 | 602,3 | 1,6% |
| 146,2 | 151,1 | 3,3% | Slaapcomfort | 281,6 | 294,5 | 4,6% |
| 108,3 | 116,1 | 7,2% | Isolatie | 211,6 | 229,4 | 8,4% |
| 123,5 | 137,4 | 11,3% | Automobiel | 264,0 | 280,3 | 6,2% |
| (43,9) | (40,1) | -8,6% | Eliminaties | (85,5) | (78,1) | -8,6% |
| 627,0 | 661,0 | 5,4% | TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
1 264,7 | 1 328,4 | 5,0% |
| 3K2014 1 | 3K2015 | Δ 3Q | 4K2014 1 | 4K2015 | Δ 4Q | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 144,1 | 145,0 | 0,6% | Soepelschuim | 148,8 | 151,5 | 1,8% |
| 67,5 | 73,1 | 8,4% | Slaapcomfort | 78,8 | 77,9 | -1,0% |
| 55,7 | 60,3 | 8,3% | Isolatie | 52,6 | 55,8 | 6,2% |
| 59,9 | 65,1 | 8,7% | Automobiel | 63,6 | 72,4 | 13,8% |
| (21,9) | (20,1) | -8,0% | Eliminaties | (22,0) | (20,0) | -9,3% |
| 305,3 | 323,4 | 5,9% | TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
321,7 | 337,6 | 5,0% |
1 zonder de bijdrage van de omzet van de in februari 2015 verkochte joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (FY2014: EUR 15,5 miljoen; 2H2014: EUR 8,0 miljoen; 3K2014: EUR 4,2 miljoen en 4K2014: EUR 3,8 miljoen)
De gecombineerde omzet1 is gestegen van EUR 321,7 miljoen in 4K2014 tot EUR 337,6 miljoen in het 4K2015 (+5,0%, inclusief een positief valuta-effect van +1,8%).
Met een vergelijkbare consolidatiekring1 is het segment Isolatie in 4K2015 met +6,2% gegroeid, waardoor de jaaromzet +8,4% hoger eindigde. De introductie van nieuwe producten en de goede commerciële prestaties liggen samen met de gunstige weersomstandigheden aan de basis van deze groei.
Het segment Slaapcomfort, dat in 4K2015 enigszins daalde (-1,0%), liet over het volledige jaar een groei van +4,6% optekenen.
Het segment Soepelschuim registreerde in 4K2015 een groei van +1,8% en over het volledige jaar een groei van +1,6%. Die evolutie werd ondersteund door groei in Centraal-Europa en in de niet-Europese markten waar de Groep zijn activiteiten ontwikkelt.
De omzet van het segment Automobiel is in 4K2015 sterk gestegen (+13,8%), en liet over het volledige jaar een groei van +6,2% optekenen, mede dankzij de solide marktdynamiek en de opstart van nieuwe programma's.
Net als in 1H2015 is de recurrente winstgevendheid ook in 2H2015 gestegen dankzij (i) de hogere omzet, (ii) de verbeterde kostenprestaties dankzij herstructureringsinspanningen en kostenbeheersingsinitiatieven uit het verleden, (iii) de gunstige productmix (nl. Soepelschuim en Slaapcomfort) en (iv) de lagere grondstoffenprijzen. Alle segmenten hebben een bijdrage geleverd aan de verbeterde winstgevendheid.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT)1 |
2H14 (HERWERKT)1 |
FY14 (HERWERKT)1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 16,6 | 11,1 | 27,7 | 20,4 | 17,6 | 38,0 | 23,1% | 58,7% | 37,4% |
| Slaapcomfort | 3,3 | 10,2 | 13,5 | 6,0 | 8,1 | 14,1 | 79,9% | -20,6% | 4,1% |
| Isolatie | 12,4 | 13,6 | 26,0 | 16,1 | 16,2 | 32,3 | 29,9% | 19,6% | 24,5% |
| Automobiel | 12,8 | 2,1 | 14,9 | 9,5 | 5,9 | 15,4 | -25,3% | 178,6% | 3,8% |
| Corporate | (8,0) | (9,2) | (17,2) | (9,2) | (8,8) | (18,0) | 14,1% | -4,3% | 4,3% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE REBITDA |
37,0 | 27,8 | 64,8 | 42,9 | 39,0 | 81,9 | 15,7% | 40,5% | 26,4% |
1 zonder de REBITDA bijdrage van EUR 1,1 miljoen (1H2014: EUR 0,6 miljoen; 2H2014: EUR 0,5 miljoen) van de in februari 2015 verkochte joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation. 1H14 en 2H14 cijfers werden tevens herwerkt voor IFRIC 21.
Soepelschuim heeft zijn industriële prestaties en zijn product-/marktmix het hele jaar door verbeterd, en profiteerde daarnaast van de dalende grondstoffenkosten.
Slaapcomfort profiteerde in het 2e halfjaar van 2015 van een betere productmix, inclusief de verdere uitbreiding van het product GELTEX® inside, dankzij aanhoudende reclame-inspanningen.
De winstgevendheid van Isolatie is gestegen, mede dankzij hogere volumes en kostenbesparingsinitiatieven, en ondanks de prijserosie in bepaalde van de sterkst concurrerende markten als gevolg van de lagere grondstoffenkosten.
De winstgevendheid van het segment Automobiel is gestegen dankzij hogere volumes en de impact van lagere grondstoffenprijzen (voornamelijk in Seating) en ondanks de absorptie van geplande opstartkosten voor de talrijke nieuwe programma's in de divisie Interiors.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT)1 |
2H14 (HERWERKT)1 |
FY14 (HERWERKT)1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 11,0 | 5,5 | 16,5 | 14,6 | 11,5 | 26,1 | 32,9% | 109,9% | 58,7% |
| Slaapcomfort | (0,0) | 7,2 | 7,2 | 2,8 | 4,9 | 7,7 | n.r. | -31,5% | 8,2% |
| Isolatie | 9,7 | 10,7 | 20,4 | 13,3 | 13,1 | 26,4 | 37,5% | 21,6% | 29,2% |
| Automobiel | 7,2 | (3,1) | 4,2 | 3,8 | (0,1) | 3,6 | -48,2% | n.r. | -12,8% |
| Corporate | (8,7) | (9,6) | (18,2) | (9,7) | (9,3) | (18,9) | 11,5% | -3,3% | 3,8% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE REBIT |
19,2 | 10,8 | 30,0 | 24,8 | 20,1 | 44,9 | 29,1% | 87,2% | 50,0% |
1 zonder de REBIT bijdrage EUR 0,7 miljoen (1H2014: EUR 0,4 miljoen; 2H2014: EUR 0,3 miljoen) van de in februari 2015 verkochte joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation. 1H14 en 2H14 cijfers werden tevens herwerkt voor IFRIC 21.
Niet-recurrente elementen: (op gecombineerde basis, inclusief het pro rata aandeel in joint ventures)
EBIT omvat niet-recurrente elementen voor een totaal nettobedrag van EUR -15,1 miljoen (in vergelijking met EUR -17,3 miljoen in 2014).
| in miljoen EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2014 | 1H2015 | 2H2015 | 2015 | |
| Voorziening voor schikking onderzoek Duitse Federale Kartelbureau |
(8,2) | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Reorganisatielasten en -voorzieningen | (7,6) | (5,3) | (7,4) | (12,7) |
| Meerwaarde op verkoop participatie | 0,0 | 1,6 | 0,0 | 1,6 |
| Overige | (0,8) | (0,4) | (2,6) | (3,0) |
| TOTALE IMPACT OP EBITDA | (16,6) | (4,1) | (10,0) | (14,1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (0,7) | (0,7) | (0,3) | (1,0) |
| TOTALE IMPACT OP EBIT | (17,3) | (4,8) | (10,3) | (15,1) |
Bijkomende herstructureringsmaatregelen werden doorgevoerd in het kader van het strategische rationalisatieplan van de Groep. De belangrijkste herstructureringen houden verband met de aangekondigde sluiting van de fabriek voor zetelkussens voor auto's in Rüsselsheim (Duitsland) en verdere acties in het segment Soepelschuim (Spanje, Zweden en Nederland) en in Slaapcomfort (Duitsland en Nederland).
De verkoop van de participatie van 50% in Kingspan Tarec Industrial Insulation heeft een meerwaarde van EUR 1,6 miljoen opgeleverd.
De bijzondere-waardeverminderingskosten (EUR -1,0 miljoen) (2014: EUR -0,7 miljoen) houden verband met activa in Nederland (Soepelschuim).
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT)1 |
2H14 (HERWERKT)1 |
FY14 (HERWERKT)1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 15,5 | 9,6 | 25,1 | 19,9 | 14,2 | 34,0 | 28,3% | 47,6% | 35,7% |
| Slaapcomfort | (6,8) | 9,7 | 2,9 | 5,1 | 4,4 | 9,5 | n.r. | -54,7% | 223,2% |
| Isolatie | 12,4 | 13,6 | 26,0 | 17,7 | 15,7 | 33,4 | 42,6% | 16,1% | 28,8% |
| Automobiel | 12,4 | 0,1 | 12,5 | 5,7 | 4,3 | 9,9 | -54,3% | n.r. | -20,5% |
| Corporate | (9,1) | (9,2) | (18,2) | (9,5) | (9,6) | (19,1) | 4,7% | 4,6% | 4,6% |
| TOTAAL GECOMBINEEDE EBITDA |
24,4 | 23,8 | 48,2 | 38,8 | 29,0 | 67,8 | 59,0% | 21,7% | 40,6% |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 112 |
(5,8) | (5,6) | (11,4) | (7,1) | (7,8) | (14,9) | 22,2% | 38,5% | 30,3% |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE EBITDA |
18,6 | 18,2 | 36,8 | 31,7 | 21,2 | 52,9 | 70,4% | 16,5% | 43,8% |
1 zonder de EBITDA bijdrage van de in februari 2015 verkochte joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation; EUR 1,1 miljoen (1H2014: EUR 0,6 miljoen; 2H2014: EUR 0,5 miljoen). 1H14 en 2H14 cijfers werden tevens herwerkt voor IFRIC 21. 2 Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na afschrijvingen, financiële en fiscale lasten van de joint ventures geïntegreerd in de geconsolideerde EBITDA.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT)1 |
2H14 (HERWERKT)1 |
FY14 (HERWERKT)1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 9,8 | 3,4 | 13,2 | 13,3 | 7,8 | 21,1 | 35,2% | 128,8% | 59,4% |
| Slaapcomfort | (10,2) | 6,7 | (3,5) | 1,9 | 1,2 | 3,2 | n.r. | -81,5% | n.r. |
| Isolatie | 9,7 | 10,7 | 20,4 | 14,9 | 12,6 | 27,5 | 53,8% | 17,2% | 34,6% |
| Automobiel | 6,9 | (5,1) | 1,8 | (0,1) | (1,8) | (1,9) | n.r. | -65,6% | n.r. |
| Corporate | (9,7) | (9,6) | (19,2) | (10,0) | (10,1) | (20,0) | 3,0% | 5,2% | 4,1% |
| TOTAAL GECOMBINEEDE EBIT |
6,5 | 6,2 | 12,7 | 20,0 | 9,8 | 29,8 | 209,0% | 58,1% | 135,0% |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 112 |
(2,1) | (1,8) | (3,9) | (3,0) | (3,5) | (6,6) | 42,4% | 99,2% | 68,4% |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE EBIT |
4,3 | 4,4 | 8,8 | 16,9 | 6,3 | 23,2 | 290,3% | 41,7% | 164,5% |
1 zonder de EBIT bijdrage van de in februari 2015 verkochte joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation; EUR 0,7 miljoen (1H2014: EUR 0,4 miljoen; 2H2014:
EUR 0,3 miljoen). 1H14 en 2H14 cijfers werden tevens herwerkt voor IFRIC 21.
Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na financiële en fiscale lasten van de joint ventures geïntegreerd in de geconsolideerde EBIT.
De nettorentelasten zijn gedaald van EUR -10,0 miljoen naar EUR -9,6 miljoen na de kapitaalverhoging, resulterend in een lagere netto rentedragende schuld, inclusief het gebruik van niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's.
'Andere netto financiële inkomsten en uitgaven' (EUR -3,0 miljoen, in vergelijking met EUR -2,8 miljoen in 2014) bestonden voornamelijk uit rentekapitalisatiekosten van pensioenvoorzieningen (EUR -0,8 miljoen tegenover EUR -1,5 miljoen in 2014) en wisselkoersverschillen (EUR -2,0 miljoen tegenover EUR -0,4 miljoen in 2014).
Courante belastingen op het resultaat: EUR -2,4 miljoen (2014: EUR -2,7 miljoen); Uitgestelde belastingen: EUR -3,8 miljoen (2014: EUR -3,0 miljoen).
Op 31 december 2015 bedroeg de netto geconsolideerde financiële schuld EUR 98,5 miljoen (31 december 2014: EUR 168,3 miljoen; 30 september 2015: EUR 95,5 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van niet in de balans opgenomen factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal van EUR 53,7 miljoen (31 december 2014: EUR 55,1 miljoen; 30 september 2015: EUR 65,0 miljoen).
Op 31 december 2015 bedroeg de gecombineerde netto financiële schuld EUR 123,0 miljoen (31 december 2014: EUR 194,5 miljoen; 30 september 2015: EUR 123,1 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van niet in de balans opgenomen factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal van EUR 60,4 miljoen (31 december 2014: EUR 62,7 miljoen; 30 september 2015: EUR 71,1 miljoen).
De daling van de netto financiële schuld is het gevolg van de terugbetaling van schuld met de netto-opbrengst van de kapitaalverhoging in mei 2015. (Zie het persbericht van 11 mei 2015.)
Per 31 december 2015 bedroeg het totale eigen vermogen EUR 249,0 miljoen, in vergelijking met EUR 166,2 miljoen per 31 december 2014. Door de kapitaalverhoging in mei 2015 werd het eigen vermogen van de vennootschap met EUR 72,9 miljoen versterkt.
De geconsolideerde schuldgraadratio verbeterde tot 39,6% (2014: 101,3%).
Op gecombineerde basis verbeterde de schuldgraadratio tot 49,4%, tegenover 117,1% eind 2014.
Netto financiële schuld (per 31 december)
De Groep bevestigt dat alle voorwaarden in het kader van de financiële regelingen met de banken per 31 december 2015 zijn nageleefd, en dat de uitstaande "club deal" kredietfaciliteit inmiddels is geherfinancierd (zie hoofdstuk 6. hierna).
De Raad van Bestuur zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 31 mei 2016 voorstellen dat er een brutodividend wordt uitgekeerd van EUR 0,14 per aandeel op 53,7 miljoen aandelen, wat neerkomt op een totale dividenduitkering van EUR 7,5 miljoen (2014: respectievelijk EUR 0,20/aandeel en EUR 5,9 miljoen in totaal).
De Groep past IFRS 8 toe sinds 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat er operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, die een regelmatige prestatiebeoordeling door de operationele verantwoordelijke mogelijk maken en waardoor aan elk segment de juiste middelen kunnen worden toegewezen. Daarom blijft de Groep over de ontwikkeling van de verschillende segmenten toelichtingen verstrekken op basis van de gecombineerde cijfers, in overeenstemming met de verslaggeving van het management en in overeenstemming met IFRS 8.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 | 2H14 | FY14 | 1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 300,1 | 292,9 | 593,0 | 305,9 | 296,4 | 602,3 | 1,9% | 1,2% | 1,6% |
| REBITDA | 17,3 | 10,4 | 27,7 | 20,4 | 17,6 | 38,0 | 18,2% | 69,1% | 37,4% |
| als % van de omzet | 5,8% | 3,6% | 4,7% | 6,7% | 5,9% | 6,3% | |||
| EBITDA | 16,2 | 8,9 | 25,1 | 19,9 | 14,2 | 34,0 | 22,9% | 58,9% | 35,7% |
| als % van de omzet | 5,4% | 3,0% | 4,2% | 6,5% | 4,8% | 5,6% | |||
| REBIT | 11,6 | 4,8 | 16,5 | 14,6 | 11,5 | 26,1 | 25,1% | 139,9% | 58,7% |
| als % van de omzet | 3,9% | 1,6% | 2,8% | 4,8% | 3,9% | 4,3% | |||
| EBIT | 10,5 | 2,7 | 13,2 | 13,3 | 7,8 | 21,1 | 26,3% | 186,3% | 59,4% |
| als % van de omzet | 3,5% | 0,9% | 2,2% | 4,3% | 2,6% | 3,5% |
De gecombineerde externe omzet in 4K2015 is met +3,8% gestegen, van EUR 132,0 miljoen tot EUR 137,1 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (4K2015: EUR 14,4 miljoen; -14,2%), steeg met +1,8%, van EUR 148,8 miljoen tot EUR 151,5 miljoen. Wisselkoersverschillen hadden een gunstig effect van +1,1%.
Voor het volledige jaar 2015 is de gecombineerde
externe omzet met +2,9% gestegen, van EUR 528,7 miljoen tot EUR 543,9 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen van EUR 58,5 miljoen (-9,0%), steeg met +1,6%, van EUR 593,0 miljoen tot EUR 602,3 miljoen. Wisselkoersverschillen hadden een gunstig effect van +1,7%.
De hogere omzet van Technische Schuimen (EUR 236,2 miljoen; +4,7%), gesteund door de sterkere industriële vraag, compenseerde de vlakke activiteit in de West-Europese Comfortmarkten.
In Midden- en Oost-Europese landen is de omzet solide gebleven, en het herstel in Spanje wint vaart. De omzet in niet-Europese markten is met 10% gestegen tot EUR 50 miljoen.
EBITDA is sterk gestegen, van EUR 25,1 miljoen tot EUR 34,0 miljoen, voornamelijk dankzij de betere productie-efficiëntie en productmix, door de impact van kostenbeheersingsinitiatieven en door de lagere grondstoffenprijzen. EBITDA omvat EUR -4,0 miljoen aan niet-recurrente elementen (2014: EUR –2,6 miljoen), die voornamelijk verband houden met (i) reorganisatielasten in Spanje, Zweden en Nederland, en (ii) juridische kosten in verband met dossiers uit het verleden.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 | 2H14 | FY14 | 1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 135,4 | 146,2 | 281,6 | 143,5 | 151,1 | 294,5 | 5,9% | 3,3% | 4,6% |
| REBITDA | 3,3 | 10,2 | 13,5 | 6,0 | 8,1 | 14,1 | 79,9% | -20,6% | 4,1% |
| als % van de omzet | 2,5% | 7,0% | 4,8% | 4,2% | 5,4% | 4,8% | |||
| EBITDA | (6,8) | 9,7 | 2,9 | 5,1 | 4,4 | 9,5 | n.r. | -54,7% | 223,2% |
| als % van de omzet | -5,0% | 6,7% | 1,0% | 3,5% | 2,9% | 3,2% | |||
| REBIT | (0,0) | 7,2 | 7,2 | 2,8 | 4,9 | 7,7 | n.r. | -31,5% | 8,2% |
| als % van de omzet | 0,0% | 4,9% | 2,5% | 2,0% | 3,3% | 2,6% | |||
| EBIT | (10,2) | 6,7 | (3,5) | 1,9 | 1,2 | 3,2 | n.r. | -81,5% | n.r. |
| als % van de omzet | -7,5% | 4,6% | -1,2% | 1,3% | 0,8% | 1,1% |
Na een bijzonder sterk 2K & 3K2015 is de gecombineerde externe omzet in 4K2015 met -1,5% gedaald, van EUR 73,5 miljoen tot EUR 72,4 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (4K2015: EUR 5,5 miljoen; +4,9%), daalde van EUR 78,8 miljoen naar EUR 77,9 miljoen in 4K2015 (-1,1%), inclusief wisselkoersverschillen voor +1,0%.
Voor het volledige jaar 2015 is de gecombineerde
externe omzet met +5,5% gestegen, van EUR 261,0 miljoen tot EUR 275,4 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (2015: EUR 19,1 miljoen; -7,7%), steeg van EUR 281,6 miljoen tot EUR 294,5 miljoen (+4,6%), inclusief wisselkoersverschillen voor +1,0%.
De bedrijfsopbrengsten van het subsegment Merkproducten stegen met +5,2%, gesteund door de omzetgroei van de GELTEX® inside-producten (+19,0% in vergelijking met 2014).
Het subsegment Merkloze producten/Huismerken boekte eveneens een hogere omzet (+6,1%), mede dankzij de geslaagde groei van de grote distributieketens in een steeds meer geconsolideerde markt.
In zijn kernmarkten voor slaapcomfort vertoonde de omzet van Recticel van land tot land een ander evolutiepatroon. In Duitsland, Scandinavië en Polen kende de omzet een gunstige evolutie, terwijl de Benelux licht positief bleef. De omzet in Zwitserland en Oostenrijk nam licht af.
EBITDA verbeterde van EUR +2,9 miljoen in 2014 (inclusief het bedrag van de boete van EUR -8,2 miljoen aan het Duitse Federale Kartelbureau) tot EUR +9,5 miljoen. De betere recurrente operationele winstgevendheid is te danken aan (i) hogere omzetvolumes, (ii) de betere productmix en (iii) het effect van de kostenbesparingsinitiatieven. In 2015 bedroegen de nietrecurrente elementen EUR -4,6 miljoen (2014: EUR -10,6 miljoen), voornamelijk als gevolg van herstructureringen in Duitsland en Nederland.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 (HERWERKT) 1 |
2H14 (HERWERKT) 1 |
FY14 (HERWERKT) 1 |
1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 103,3 | 108,3 | 211,6 | 113,3 | 116,1 | 229,4 | 9,7% | 7,2% | 8,4% |
| REBITDA | 12,4 | 13,6 | 26,0 | 16,1 | 16,2 | 32,3 | 29,9% | 19,6% | 24,5% |
| als % van de omzet | 12,0% | 12,5% | 12,3% | 14,2% | 14,0% | 14,1% | |||
| EBITDA | 12,4 | 13,6 | 26,0 | 17,7 | 15,7 | 33,4 | 42,6% | 16,1% | 28,8% |
| als % van de omzet | 12,0% | 12,5% | 12,3% | 15,6% | 13,6% | 14,6% | |||
| REBIT | 9,7 | 10,7 | 20,4 | 13,3 | 13,1 | 26,4 | 37,5% | 21,6% | 29,2% |
| als % van de omzet | 9,4% | 9,9% | 9,6% | 11,7% | 11,2% | 11,5% | |||
| EBIT | 9,7 | 10,7 | 20,4 | 14,9 | 12,6 | 27,5 | 53,8% | 17,2% | 34,6% |
| als % van de omzet | 9,4% | 9,9% | 9,6% | 13,1% | 10,8% | 12,0% |
1 zonder de bijdrage van de in februari 2015 verkochte participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation. FY2014 Omzet: EUR 15,5 miljoen; (R)EBITDA: EUR 1,1 miljoen; (R)EBIT: EUR 0,7 miljoen.
De gecombineerde omzet in 4K20151 steeg met +6,2%, van EUR 52,6 miljoen tot EUR 55,8 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen voor +3,0%.
gebouwen (EPBD) (Richtlijn 2010/31/EU) die geleidelijk aan door de Europese lidstaten worden toegepast), de hogere energieprijzen en het toenemende bewustzijn van de behoefte aan meer en betere isolatie, waardoor de dikte van isolatie steeds meer toeneemt.
De groeitendens van de vorige kwartalen1 werd bevestigd (1K2015: +4,2%; 2K2015: +15,2% en 3K2015: +8,3%). De hogere omzetvolumes en een positief valutaeffect compenseerden ruimschoots de lichte prijserosie in de meest competitieve markten.
De gecombineerde omzet1 voor het volledige jaar 2015 steeg met +8,4%, van EUR 211,6 miljoen tot EUR 229,4 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen voor +3,7%. De meeste landen hebben een hogere omzet gerapporteerd.
Er wordt verwacht dat de structurele vraag naar hoogperformante bouwisolatieproducten in polyurethaan op lange termijn zal blijven stijgen door de strengere normen en regelgeving voor isolatie (cf. de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van
EBITDA steeg van EUR 26,0 miljoen tot EUR 33,4 miljoen (+28,8%1 ) als gevolg van hogere volumes, betere efficiëntie, positieve valuta-effecten in het Verenigd Koninkrijk en dalende grondstoffenprijzen. In 2015 werd de EBITDA ook beïnvloed door een eenmalige meerwaarde van EUR 1,6 miljoen op de verkoop van de participatie van 50% in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) en door een herstructurering van het Duitse verkoopkantoor.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H14 | 2H14 | FY14 | 1H15 | 2H15 | FY15 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 140,6 | 123,5 | 264,0 | 142,9 | 137,4 | 280,3 | 1,6% | 11,3% | 6,2% |
| REBITDA | 12,8 | 2,1 | 14,9 | 9,5 | 5,9 | 15,4 | -25,3% | 178,6% | 3,8% |
| als % van de omzet | 9,1% | 1,7% | 5,6% | 6,7% | 4,3% | 5,5% | |||
| EBITDA | 12,4 | 0,1 | 12,5 | 5,7 | 4,3 | 9,9 | -54,3% | n.r. | -20,5% |
| als % van de omzet | 8,8% | 0,1% | 4,7% | 4,0% | 3,1% | 3,5% | |||
| REBIT | 7,2 | (3,1) | 4,2 | 3,8 | (0,1) | 3,6 | -48,2% | -96,5% | -12,8% |
| als % van de omzet | 5,2% | -2,5% | 1,6% | 2,6% | -0,1% | 1,3% | |||
| EBIT | 6,9 | (5,1) | 1,8 | (0,1) | (1,8) | (1,9) | -101,7% | -65,6% | -205,2% |
| als % van de omzet | 4,9% | -4,1% | 0,7% | -0,1% | -1,3% | -0,7% |
De gecombineerde omzet in 4K2015 steeg met +13,8%, van EUR 63,6 miljoen tot EUR 72,4 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen voor +2,7%. Alle subsegmenten hebben een hogere omzet gerapporteerd. De omzet in de divisie Interiors is met +21,7% gestegen, van EUR 24,8 miljoen tot EUR 30,2 miljoen. Die gunstige evolutie is te danken aan de geleidelijke opstart van nieuwe programma's, waardoor er meer bedrijfsopbrengsten zijn opgenomen op matrijzen voor de recent overgenomen programma's, en aan gunstige wisselkoersverschillen (+4,3%).
In Seating (d.w.z. Proseat, de 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge) steeg de omzet met +8,3%, van EUR 35,7 miljoen tot EUR 38,7 miljoen, inclusief gunstige wisselkoersverschillen voor +1,1%.
De gecombineerde omzet voor het volledige jaar 2015 steeg met +6,2%, van EUR 264,0 miljoen tot EUR 280,3 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen voor +3,0%.
De omzet in de divisie Interiors is met +9,5% gestegen, van EUR 108,5 miljoen tot EUR 118,8 miljoen, inclusief
positieve wisselkoersverschillen (+4,6%). De hogere omzet was toe te schrijven aan de hogere volumes en de geleidelijke opstart van verschillende nieuwe programma's.
De omzet in de divisie Seating is eveneens gestegen, met +3,0%, van EUR 144,3 miljoen tot EUR 148,6 miljoen, inclusief positieve wisselkoersverschillen (+1,3%).
EBITDA is zoals verwacht gedaald, van EUR 12,5 miljoen naar EUR 9,9 miljoen, wat kon worden toegeschreven aan herstructureringskosten in Seating van EUR -4,2 miljoen die voornamelijk verband hielden met de sluiting van de Rüsselsheim-fabriek (Duitsland) en sluitingskosten in verband met de fabriek van Interiors in Rheinbreitbach (Duitsland).
De recurrente resultaten vóór waardevermindering stegen van EUR 14,9 miljoen tot EUR 15,4 miljoen, ondanks de absorptie van de verwachte opstartingskosten voor de invoering van de nieuwe programma's in Interiors, waaronder de nieuwe productievestigingen in China (Changchun en Langfang).
In februari 2016 kondigde Recticel SAS de intentie had om de fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) te sluiten. 25 werknemers op de locatie dreigen hun baan te verliezen. Het overleg met de ondernemingsraad werd reeds gestart, met het oog op de vaststelling van de meest geschikte sociale ondersteuningsmaatregelen.
De daaruit voortvloeiende sluitingskosten zullen ten laste van de resultaten van 2016 komen.
Op 25 februari 2016 heeft Recticel zijn multivaluta kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen voor 5 jaar verlengd.
Door de verlenging van de kredietfaciliteit, gesloten met zes Europese banken, kan Recticel liquiditeit zekerstellen en zijn schuldaflossingsprofiel verbeteren.
De Algemene Vergadering beslist over de besteding van de voor uitkering vatbare bedragen, op voorstel van de Raad van Bestuur.
Bij het uitwerken van zijn voorstel dienaangaande poogt de Raad van Bestuur het gepaste evenwicht te vinden tussen het garanderen van een stabiel dividend aan de aandeelhouders enerzijds, en het behouden van voldoende investeringsmogelijkheden en mogelijkheden voor autofinanciering anderzijds, dit om de groei van de onderneming op langere termijn niet te hypothekeren.
De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:
| in EUR | ||
|---|---|---|
| Winst (verlies) van het boekjaar | 427 794 | |
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | + | 46 688 296 |
| Winst (verlies) toe te voegen aan de wettelijke reserves | - | 21 390 |
| Winst (verlies) toe te voegen aan de overige reserves | - | 0 |
| Te bestemmen resultaat | = | 47 094 700 |
| Bruto dividend (1) | - | 7 522 425 |
| Over te dragen winst | = | 39 572 274 |
(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,14, resulterend in een netto dividend van EUR 0,1022 per gewoon aandeel.
Onder voorbehoud van goedkeuring van de winstverdeling door de Algemene Vergadering van 31 mei 2016 zal per gewoon aandeel een dividend worden uitgekeerd van EUR 0,14 bruto; of EUR 0,102 netto (-27% roerende voorheffing). Dit dividend zal betaalbaar zijn vanaf 03 juni 2016. KBC Bank treedt op als Paying Agent.
Wat de aandelen op naam betreft, zal de betaling geschieden via overschrijving op de bankrekening van de aandeelhouders.
| Brutodividend per aandeel | EUR 0,14 |
|---|---|
| Ex-coupon datum | 01 JUNI 2016 |
| Record date | 02 JUNI 2016 |
| Datum betaling dividend | 03 JUNI 2016 |
In alles wat Recticel doet, trachten wij altijd om optimaal gebruik te maken van onze uitstekende expertise in polymeeroplossingen, en vooral, maar niet alleen op het gebied van polyurethaan. Wij streven ernaar om onze klanten concurrerende oplossingen te bieden met een hoge toegevoegde waarde, en op die manier een gedeelde waarde tot stand brengen voor onze klanten, werknemers, aandeelhouders en alle andere betrokken partijen.
Wij streven ernaar om de toonaangevende wereldwijde leverancier te zijn van oplossingen met een hoge toegevoegde waarde in al onze kernmarkten, door ondersteuning te bieden aan belangrijke wereldwijde trends zoals milieubescherming, energiebehoud, de vergrijzing en stijging van de wereldbevolking en waterbeheer.
Heel recent hebben we de kernwaarden van onze Groep geherdefinieerd, zodat we de werkwijze en de filosofie van onze organisatie volledig kunnen afstemmen op zowel interne als externe belanghebbenden.
op een consistente wijze bouwen aan de strategische groeipeilers van innovatie, geografische diversificatie en operationele uitmuntendheid
De strategie van Recticel bestaat erin de Groep op duurzame wijze te positioneren als de toonaangevende leverancier van oplossingen met een hoge toegevoegde waarde in de belangrijkste markten waarin de Groep actief is.
Aanhoudende verbetering in de ontwikkeling van haar personeel, aangezien mensen en teams bepalend zijn voor succes. Ook het voldoen aan criteria van duurzame ontwikkeling in alle bedrijfsbeslissingen wordt beschouwd als een verplichte bijdrage aan het succes van de Groep op lange termijn.
De bouwstenen van de strategie van de Groep kunnen als volgt worden geïllustreerd:
De strategie van de Groep wordt bepaald op basis van haar kerncompetenties, namelijk de verwerking van PU en andere polymeren en materialen tot toepassingen met toegevoegde waarde, het relatieve aantrekkelijke karakter van de markten waarin ze actief is en de concurrentietroeven van de Groep in elk van deze markten. In het strategische plan is de toewijzing van middelen aan de verschillende bedrijfssegmenten het belangrijkst. CONCURRENTIEVERMOGEN >
Op basis van die analyse is de Groep tot het besluit gekomen dat de business line Isolatie het aantrekkelijkst is, gevolgd door Slaapcomfort en Soepelschuim. Gezien de positionering van de business line Automobiel van Recticel, worden beide divisies van deze business line voor Recticel als non-core beschouwd voor de toekomstige verwezenlijking van haar strategie. LAAG HOOG HOOG
Bijgevolg heeft elke business line haar eigen strategie, die als volgt kan worden samengevat: SLAAPCOMFORT Geschat Recticel marktaandeel in Europa
| SOEPELSCHUIM PROSEAT Isolatie INTERIORS |
Groei door internationale expansie, innovatie en de introductie van nieuwe producten, modules en distributiekanalen, ondersteund door uitbreiding van de capaciteit, selectieve groei-initiatieven en overnames. |
|---|---|
| Slaapcomfort | Een betere winstgevendheid door operationele efficiëntie en selectieve groei-initiatieven. De organische groei wordt gebaseerd op een sterke marketingstrategie, productinnovatie, de juiste strategie voor merken/huismerken en een geoptimaliseerd netwerk van productiefaciliteiten. |
| Soepelschuim | Een betere winstgevendheid door operationele efficiëntie en selectieve groei-initiatieven. Dit zal worden gerealiseerd door rationalisering en modernisering van de productie-infrastructuur. Selectieve groei-initiatieven zullen worden gebaseerd op nieuwe producten en verdere geografische expansie in de divisie Technische schuimen. |
| Automobiel | Optimaal gebruikmaken van de bestaande productiecapaciteit. Dit wordt beoogd via een rigoureuze controle op investeringen. Er wordt gestreefd naar een stabilisering van beide divisies door de introductie en de ondersteuning van innovatieve producten en de continue optimalisering van hun industriële voetafdruk en capaciteitsbenutting. |
Om de uitvoering van de verschillende strategieën van de business lines te ondersteunen, is Recticel van oordeel dat elke strategie verder moet worden ondersteund en begeleid door de volgende drie pijlers:
Hoewel er de afgelopen zes jaar aanzienlijke vooruitgang is geboekt, blijft de Groep streven naar een verdere stroomlijning en optimalisering. Tot op heden heeft de Groep het aantal fabrieken teruggeschroefd van 128 tot 98, via de eliminatie van 36 sites en de opstart van 8 nieuwe eenheden. Tezelfdertijd is het personeelsbestand met zo'n 2.500 werknemers verlaagd tot circa 7.598 werknemers, en is het aantal joint ventures beperkt van 22 tot 12 entiteiten. In dezelfde context werd ook gesnoeid in het aantal dochterondernemingen, van 119 rechtspersonen tot 81. Daarnaast werd ook het aantal productreferenties beperkt.
De Groep beschikt over sterke marktposities in verschillende Europese markten en is van plan om verdere groei na te streven via internationale expansie in alle segmenten, zowel binnen als buiten Europa.
Marktgerichte innovatie is de kern van het succes van Recticel. Om met succes te kunnen inspelen op toekomstige kansen, is de afdeling Research & Development van Recticel zo georganiseerd om het 'lokeffect' door de verschillende business lines te verhogen. Ook is de flexibiliteit in de besteding van de middelen door de Groep verhoogd, om succesvolle innovatie te kunnen bieden. Belangrijke recente productinnovaties zijn Geltex® inside, bridge® lattenbodem technologie, Lambda 21 isolatiepanelen, zelfdragende L-ments®, SituSense®, Colo-Sense® Lite,...
Naast de strategische actiepijlers (vereenvoudiging - internationale expansie - innovatie), is Recticel van oordeel dat haar strategie alleen met succes kan worden uitgevoerd door een professioneel humanresourcesproces.
In de huidige, snel veranderende bedrijfsomgeving, kan het vermogen om snel te leren en snel nieuwe vaardigheden te verwerven een wezenlijk concurrentievoordeel betekenen voor de toekomstige groei van de Groep. Alle werknemers moeten daarom in staat zijn en de kans krijgen om zich continu te ontplooien en nieuwe vaardigheden aan te leren. Om deze doelstelling te verwezenlijken, heeft de Groep een brede waaier van beleidsregels, programma's en acties ingevoerd.
Er wordt verwacht dat de Groep en de acties van de Groep zich in de toekomst steeds vaker zullen laten leiden door duurzaamheidsoverwegingen. De Groep levert inspanningen om in elk aspect rekening te houden met duurzaamheid om een concurrentievoordeel tot stand te brengen en om voor al haar belanghebbenden waarde te creëren. Voor alle nieuwe investeringen zal het aspect duurzaamheid in beschouwing genomen worden.
Recticel streeft ernaar om in eerste instantie investeringen te doen in segmenten en/of producten die bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de maatschappij. Dit omvat bijkomende investeringen om het segment Isolatie verder te optimaliseren en uit te breiden. De Groep beheert haar productieprocessen en bevoorradingsketen om het verbruik van grondstoffen, energie en water tot een minimum te beperken, en neemt initiatieven om afval en transport te beperken. In haar aanhoudende streven naar innovatieve oplossingen streeft de Groep ernaar oplossingen te ontwikkelen die zinvol hergebruik of recyclage van producten na het einde van hun gebruiksduur mogelijk maken. Dit wordt ondersteund door de invoering van R&D-programma's voor processen en chemie. Daarenboven houdt Recticel zich aan de hoogste normen van veiligheid en milieubescherming, die zorgvuldig worden bewaakt en continu worden gecontroleerd op mogelijke verbeteringen door haar afdeling Gezondheidszorg, veiligheid en Milieu.
De Groep is van plan om over haar ambities en verwezenlijkingen te communiceren via de publicatie van een duurzaamheidsverslag in juni 2016.
Sinds wij zo'n 65 jaar geleden onze eerste stappen in de wereld van de polyurethaantechnologie hebben gezet, zijn wij altijd de rol van pionier blijven spelen door regelmatig innovatieve toepassingen en oplossingen te ontwikkelen. Als bedrijf dat polyurethaan fabriceert en transformeert, bieden wij een ruime waaier van ultieme comfortoplossingen, georganiseerd rond vier afzonderlijke business lines. Hoewel onze activiteiten een duidelijke band hebben met de polyurethaantechnologie, zijn ze niettemin bijzonder verschillend, omdat onze verschillende activiteiten specifieke marktsectoren bedienen. Geografisch gezien wordt circa 94% van de totale omzet van onze Groep in Europa gerealiseerd.
4 ultramoderne productievestigingen
gedreven door steeds strengere isolatienormen
gefocused
op
Europa
Sinds begin 2015 richt onze business line Isolatie zich uitsluitend op de productie en commercialisering van hoogperformante en duurzame thermische isolatiepanelen in hard polyurethaan met gesloten celstructuur - (PU/PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR) voor de bouwsector. Onze producten worden gebruikt in een ruime waaier van toepassingen in de bouw. Onze isolatiepanelen zorgen voor thermische isolatie van muren, vloeren en daken in residentiële, commerciële, industriële, openbare, logistieke en agrarische gebouwen.
Momenteel werkt onze divisie Isolatie vanuit vier ultramoderne productievestigingen in Wevelgem (België), Bourges (Frankrijk), Burntwood (het Verenigd Koninkrijk) en in Stoke-on-Trent (het Verenigd Koninkrijk), en zijn er lokale verkoopkantoren in Duitsland, Polen en Nederland.
Dit segment, het kleinste van onze Groep, is goed voor 16,3% van de totale gecombineerde omzet en heeft het sterkste groeipotentieel.
Wij verkopen onze isolatieproducten voornamelijk aan aannemers, bouwpromotoren en groothandelaars. Er worden ook sales- en marketinginspanningen geleverd ten aanzien van architecten en de eindconsument.
10
Thermische isolatieoplossingen in polyurethaan bieden de beste hoogperformante oplossingen, wat goed nieuws is voor onze concurrentiekracht en onze toekomstige kansen op dit gebied. Daardoor, maar ook door de steeds uitgebreidere normen voor isolatie, veroveren onze producten duidelijk marktaandeel op de traditionelere isolatiematerialen. De Europese wetgeving, zoals de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen 2010/31/EU (EPBD) en de Europese energierichtlijn (2012/27/EU) (EED), bedoeld om strengere eisen te stellen aan energieprestaties en energieefficiëntie, blijft een belangrijke steunpijler voor de isolatiesector in het algemeen. in miljoen EUR 200 250 227 229 220
Daarnaast profiteert onze business line Isolatie van een soepele/flexibele productie-infrastructuur en kunnen wij bogen op goede en overigens nog steeds verbeterende kostenprestaties. Mede dankzij continue inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, verwachten wij over een hoog ontwikkelingspotentieel te beschikken door de introductie van innovatieve nieuwe producten en oplossingen en door geografische expansie. 0 50 2013 2014 2015*
*2015: na de verkoop van het belang in de joint venture KTII.
De wereldwijde megatrends in verband met milieubescherming en energiebehoud zijn in sterke mate bepalend voor onze divisie Isolatie. Het potentieel van onze isolatiematerialen en -oplossingen wordt het best geïllustreerd door het feit dat het wereldwijde energieverbruik voor circa 22% kan worden toegeschreven aan de verwarming en koeling van gebouwen. In Europa zijn gebouwen goed voor 40% van het totale energieverbruik.
Isolatie is duidelijk dé oplossing om het wereldwijde energieverbruik te beperken. Isolatie biedt het hoogste rendement op investering.
EU-richtlijnen en -verordeningen liggen momenteel aan de basis van de groei van isolatieoplossingen op de markt voor nieuwe gebouwen, terwijl het subsidiëringsbeleid mede verantwoordelijk is voor de groei op de renovatiemarkt.
Op de markt staat PU-hardschuim bekend als het materiaal voor thermische isolatie met de beste isolatieprestatiekenmerken. Daarom verovert het materiaal duidelijk marktaandeel op de traditionelere isolatiematerialen zoals polystyreen en rotswol of glaswol.
Wij krijgen op de markt erkenning voor de uitgebreidheid en de hoge kwaliteit van ons productassortiment en voor onze efficiënte en kwalitatief hoogstaande dienstverlening.
Onze industriële voetafdruk is marginaal omdat onze productiefaciliteiten uiterst efficiënt werken en ideaal zijn gelegen.
In het segment Isolatie leggen wij ons in eerste instantie toe op Europa.
Wij streven naar een snellere groei via organische groei en/of overnames.
Innovatie, de introductie van nieuwe producten en de diversificatie van de distributiekanalen zullen een belangrijke rol spelen in de toekomstige ontwikkeling van het segment Isolatie.
| in miljoen EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE CIJFERS | 2013 (ZOALS GEPUBLICEERD) |
2014 (ZOALS GEPUBLICEERD) |
2014 (HERWERKT)(2) |
2015 |
| Bedrijfsopbrengsten (1) | 220,0 | 227,0 | 211,6 | 229,4 |
| Groeivoet bedrijfsopbrengsten (%) | -0,3% | 3,2% | - | 8,4% |
| REBITDA | 27,7 | 27,1 | 26,0 | 32,3 |
| REBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 12,6% | 11,9% | 12,3% | 14,1% |
| EBITDA | 27,6 | 27,1 | 26,0 | 33,4 |
| EBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 12,5% | 11,9% | 12,3% | 14,6% |
| REBIT | 22,0 | 21,1 | 20,4 | 26,4 |
| REBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 10,0% | 9,3% | 9,6% | 11,5% |
| EBIT | 21,9 | 21,1 | 20,4 | 27,5 |
| EBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 10,0% | 9,3% | 9,6% | 12,0% |
(1) Voor eliminaties van intragroep transacties.
(2) herwerkt voor de verkoop van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation in februari 2015
12 productievestigingen in
8 landen
Onze business line Slaapcomfort richt zich op de ontwikkeling, de productie en de commercialisering van afgewerkte matrassen, lattenbodems en bedbodems, en bedden in het algemeen. Onze Slaapcomfortstrategie is een duidelijke B2C-activiteit, opgebouwd rond sterke (nationale) merken – waarvan wij ofwel de eigenaar zijn of waarvoor wij een licentie hebben verkregen – en die daarnaast worden ondersteund door innovatieve 'ingredient brands' zoals GELTEX® inside. Onze merkactiviteiten worden daarnaast verder aangevuld door bepaalde huismerken die wij aan onze klanten aanbieden, waardoor wij onze productievoetafdruk optimaal benutten.
Vandaag is onze divisie Slaapcomfort actief vanuit 12 productievestigingen in Oostenrijk (1), België (2), Duitsland (3), Nederland (1), Polen (1), Roemenië (1), Zweden (1) en Zwitserland ( 2).
Ons segment Slaapcomfort is goed voor 20,9% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.
Slaapcomfort kan bogen op een brede klantenbasis, die zowel bestaat uit onafhankelijke bed- en meubelspecialisten als uit grote distributieketens. Wij verkopen niet rechtstreeks aan de eindgebruiker, maar wel via een extern netwerk van distributiekanalen. Onze klantenbasis telt meer dan 1.000 klanten met ruim 5.000 verkooppunten. Ze is uiterst gediversifieerd, van onafhankelijke bed- en meubelspecialisten met 1 tot 30 winkels via warenhuisketens, postorder- en e-commercebedrijven, leden van overwegend nationale aankoopgroepen tot internationale winkelketens met meer dan 1.000 winkels.
in miljoen EUR 0 100 200 2013 2014 2015 Hoewel slaapcomfort een productcategorie vertegenwoordigt met meestal een lage betrokkenheid en een geringe belangstelling van de meeste consumenten, nemen de betrokkenheid en de belastingstelling aanzienlijk toe zodra de consument een nieuw bed of een nieuwe matras wil kopen of nodig heeft. Pas op dat moment zijn consumenten bereid om aanzienlijk meer te betalen voor een product als zij extra voordelen gewaarworden, in dit geval meer specifiek een superieur comfort.
Bedbodems 10,1% Matrassen Box springs 8,4% Uit consumentenonderzoek op onze belangrijkste markten blijkt consequent dat de meest voorkomende aankoopcriteria in termen van functionele comfortaspecten betrekking hebben op lichaamsondersteuning, drukverdeling en thermisch comfort, d.w.z. ademend vermogen of vochtafvoer, naast aspecten die voor het middelmatig geprijsde tot dure segment van de markt bijna een sectornorm zijn geworden, namelijk duurzaamheid van het product en antiallergische en antibacteriële behandeling van de bekleding en de kern van de matras.
in miljoen EUR 0 100 200 300 2013 2014 2015 282 295 283 Omdat er slechts beperkte mogelijkheden zijn om het product vóór aankoop te testen, bestaat de uitdaging in dit productsegment erin het vertrouwen van de consument te winnen en hem ervan te overtuigen dat een welbepaald product de gewenste voordelen biedt. Een inspirerende communicatie met de eindconsument die via vertrouwde merken bewezen en beproefde consumentenvoordelen belooft, kan helpen om de consument te sturen in een anderszins verwarrend productaanbod op de markt. Als de communicatie niet alleen in het verkooppunt plaatsvindt ('below the line'), maar ook in de media ('above the line': online, op tv, buitenshuis, folders, enz.), dan is dit voor zowel winkelier als leverancier gunstig om het product 'voor te verkopen'. Onze expertise op het gebied van materialen (schuim, veren, latex, …) in combinatie met onze sterke merkenstrategie trachten op deze structurele ondersteunende marktfactoren in te spelen en er optimaal van te profiteren.
Per technologie
De Europese markt voor Slaapcomfort wordt voornamelijk bepaald door de demografische ontwikkeling. Uit tal van studies blijkt dat de kwaliteit van de nachtrust steeds vaker wordt aangewezen als een kritieke factor voor comfort en gezondheid. Daarom wordt er niet alleen meer geïnvesteerd in hoogwaardige systemen voor slaapcomfort, maar worden matrassen en bedbodems ook vaker vervangen.
Hoogwaardige merkproducten vertegenwoordigen het topsegment van de markt, terwijl het segment van de huismerken op de markt een steeds groter aandeel verovert.
Met matrassen van polyurethaanschuim kan er op de markt een breed/variërend productassortiment worden aangeboden. Vanwege hun productkenmerken zijn schuimmatrassen de toonaangevende oplossingen geworden om marktaandeel te veroveren in vergelijking met traditionele oplossingen zoals veren of latex. Dankzij onze solide merkenportefeuille zijn onze
Slaapcomfort-activiteiten goed gepositioneerd in vijf Europese landen. Om de marktpositie van het segment te versterken moet de industriële organisatie echter enigszins worden gestroomlijnd.
De integratie met het segment Soepelschuim van Recticel levert voor onze Slaapcomfort-activiteiten duidelijke voordelen op, omdat marktinnovaties en nieuwe producten snel kunnen worden geïntroduceerd.
Onze business line Slaapcomfort streeft voornamelijk naar organische groei, ofschoon kansen van externe groei niet worden uitgesloten.
We zullen ons blijven toeleggen op solide merken en ingredient brands.
Wij koesteren productinnovatie.
Wij willen onze productie-infrastructuur verder rationaliseren en optimaliseren.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE CIJFERS | 2013 | 2014 | 2015 |
| Bedrijfsopbrengsten (1) | 283,0 | 281,6 | 294,5 |
| Groeivoet bedrijfsopbrengsten (%) | 2,3% | -0,5% | 4,6% |
| REBITDA | 12,8 | 13,5 | 14,1 |
| REBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 4,5% | 4,8% | 4,8% |
| EBITDA | 10,4 | 2,9 | 9,5 |
| EBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 3,7% | 1,0% | 3,2% |
| REBIT | 6,3 | 7,2 | 7,7 |
| REBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 2,2% | 2,5% | 2,6% |
| EBIT | 3,8 | -3,5 | 3,2 |
| EBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 1,4% | -1,2% | 1,1% |
Beka®, Lattoflex®, Schlaraffia®, Sembella®, Superba®, Swissflex®, and Ubica®
productie-61 vestigingen in 27 landen
bulk Comfort schuimen aangevuld met
Technische Schuimen met
hogere toegevoegde waarde
Gecombineerde omzet 2015 (voor intragroep transacties)
Onze divisie Soepelschuim biedt duurzame oplossingen voor uiteenlopende behoeften van klanten in verschillende domeinen: geluid dempen, dichten, filteren, beschermen, ondersteunen en comfort bieden. Vanwege de aard van het product leggen wij ons toe op de productie, de transformatie en de commercialisering van overwegend op maat gemaakte halfafgewerkte producten in zacht polyurethaanschuim. Wij organiseren onze schuimactiviteiten rond twee pijlers: Comfort, dat hoofdzakelijk betrekking heeft op volumineuze handelsgoederen voor zetelkussens en matrassen, en Technische schuimen, in principe louter hoogwaardigere specialiteiten voor kleinere nichemarkten. Technisch schuim wordt gebruikt in een brede waaier van toepassingen, zoals sponzen, schuursponzen, filters, verfrollen, dichtingen, verpakking, schokdempers en akoestische isolatie.
Historisch gezien is onze business line Soepelschuim altijd de grootste geweest.
Tegenwoordig is onze divisie Soepelschuim actief vanuit 61 productie- en/of verwerkingseenheden in 27 landen, voornamelijk in Europa (55), maar ook in China (1), India (2), Turkije (1), en de Verenigde Staten (2). De activiteiten in Centraal- en Oost-Europa worden uitgevoerd via de joint venture Eurofoam (50/50 met Greiner – Oostenrijk). In Italië worden de activiteiten uitgevoerd via de joint venture Orsafoam (33/67 met de Orsa Group – Italië).
Ons segment Soepelschuim is goed voor 42,8% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.
In het algemeen is zacht polyurethaanschuim een bijzonder veelzijdig materiaal dat reële oplossingen kan aanreiken voor verschillende praktische comfortbehoeften. Polyurethaanschuim heeft een ruime waaier van kenmerken (het dempt geluid, dicht, filtert, ondersteunt, en biedt comfort, …) en mogelijke functies (geluidsisolatie, trillingsdemping, schokdemping, antistatisch, …). Bovendien heeft polyurethaanschuim het voordeel dat het in uiteenlopende toepassingen kan worden gebruikt voor verschillende doelmarkten. De belangrijkste markten die wij bedienen zijn de industrie, bouw en infrastructuur, transport, consumptiegoederen, meubilair en bekleding, de medische sector en de land- en tuinbouw. in miljoen EUR 0 700 600 400
Elk van deze markten wordt aangestuurd door in het algemeen steeds hogere normen voor comfort. Bijvoorbeeld:
2015 gecombineerde omzet Soepelschuim
www.recticelflexiblefoams.com
De markt voor soepelschuim is in wezen onderverdeeld in Comfort en Technische schuimen. Standaardtoepassingen worden ondergebracht in het segment Comfort, terwijl gespecialiseerde toepassingen voor uiteenlopende sectoren worden samengebracht in het segment Technische schuimen.
Een optimaal beheer van de activa en optimale prestaties zijn bepalend voor het segment Comfort.
In het segment Technische schuimen zijn innovatie en differentiatie de bepalende krachten.
Wereldwijd groeit de markt voor schuim dankzij de prestaties van de chemische eigenschappen van polyurethaan.
Als een belangrijke speler kunnen wij bogen op solide R&D-capaciteiten, waardoor wij in nieuwe nichemarkten een sterke positie kunnen innemen.
Door onze uitgebreide geografische aanwezigheid en onze industriële voetafdruk beschikken wij in tal van landen over een goede positie, maar onze positionering vereist nog steeds enige aanpassingen en herstructureringen.
Door onze wereldwijde omvang hebben wij toegang tot concurrerende grondstoffenprijzen.
In eerste instantie richten wij ons op de rationalisering en modernisering van onze industriële infrastructuur.
Daarnaast koesteren wij selectieve groei-initiatieven gebaseerd op nieuwe producten en oplossingen.
Alleen ons segment Technische schuimen streeft naar geografische expansie.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE CIJFER | 2013 | 2014 | 2015 |
| Bedrijfsopbrengsten (1) | 583,4 | 593,0 | 602,3 |
| Groeivoet bedrijfsopbrengsten (%) | -0,8% | 1,6% | 1,6% |
| REBITDA | 30,3 | 27,7 | 38,0 |
| REBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 5,2% | 4,7% | 6,3% |
| EBITDA | -2,4 | 25,1 | 34,0 |
| EBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | -0,4% | 4,2% | 5,6% |
| REBIT | 18,0 | 16,5 | 26,1 |
| REBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 3,1% | 2,8% | 4,3% |
| EBIT | -16,4 | 13,2 | 21,1 |
| EBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | -2,8% | 2,2% | 3,5% |
(1) Voor eliminaties van intragroep transacties.
Lite is onze laatste generatie van de gepatenteerde, gepigmenteerde lichtstabiele
polyurethaantechnologie voor interieurbekledingsonderdelen voor auto's
onze joint venture
is de grootste onafhankelijke Europese fabrikant van gevormde comfortschuimvulling voor autozetels
Onze business line Automobiel is opgebouwd rond twee verschillende activiteiten, die beide gericht zijn op veeleisende wereldwijde eerstelijnsklanten en OEM's in de auto-industrie.
Met onze divisie Interiors willen wij een actieve partner zijn in de ontwikkeling, de productie en de commercialisering van innovatieve interieuroplossingen van elastomeer voor auto's. Onze vermaarde dashboardhuiden, bekledingsonderdelen voor het bestuurdersgedeelte en deurpanelen op basis van onze unieke, gepatenteerde, gepigmenteerde lichtstabiele PU-compounds en onze gebrevetteerde Colo-Fast®- en Colo-Sense® Lite-spraytechnologie, worden steeds vaker gebruikt in het segment van de auto-interieurs waar design een voorname rol speelt.
Tegenwoordig worden de wereldwijde activiteiten van onze divisie Interiors uitgevoerd vanuit 11 productievestigingen in China (5), Tsjechië (2), Duitsland (2) en de VSA (2).
Naast de activiteiten van Interiors, waar vooral technologie bepalend is, bieden wij ook gevormde comfortschuimvulling voor autozetels. Deze activiteiten van het segment Seating vinden plaats via Proseat, de 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge. De laatste jaren heeft Proseat een geleidelijke diversificatie van zijn productaanbod doorgevoerd door zijn catalogus uit te breiden met bekledingsonderdelen en EPP-producten.
Onze divisie Seating, die geografisch alleen in Europa aanwezig is, heeft 8 productievestigingen in Tsjechië (1), Frankrijk (1), Duitsland (2), Polen (2), Spanje (1) en het Verenigd Koninkrijk (1).
Ons segment Automobiel is goed voor 19,9% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.
in miljoen EUR 0 300 100 2014 2015 2016 258 Voor de meeste OEM-klanten blijft de belangrijkste drijfkracht de concurrerende prijs van de producten. OEM's voeren de prijsdruk op leveranciers op en blijven tegelijkertijd hoge eisen stellen aan kwaliteit en technische specificaties, zoals gewicht en ontwerpvrijheid. Hierdoor wordt er druk uitgeoefend op eerstelijnsleveranciers, wat leidt tot een algemene trend van centralisatie en interne productie om hun capaciteit op te vullen, wat op zijn beurt een invloed heeft op tweedelijnsleveranciers.
Daarnaast zijn er bepaalde wereldwijde markttendensen die in het algemeen ook een invloed zullen hebben op de vraag en het concurrentielandschap. Eén trend is de verschuiving van autoverkoop en autofabricage van West-Europa en de Verenigde Staten naar Azië, en China in het bijzonder. Het wereldwijde belang van West-Europa als productiehub neemt af vanwege de daling van de lokale verkoop en het steeds grotere aantal wereldwijde OEM's die de wereldwijde marktvraag volgen. Dit leidt tot een globalisatie van productieplatforms waardoor er een steeds grotere behoefte aan lokale aanwezigheid van eerste- en tweedelijnsleveranciers ontstaat.
Een andere trend is meer aandacht en bewustzijn voor duurzaamheid en de verlaging van CO2 -uitstoot. In de sector van de auto-interieuronderdelen is een belangrijk effect van deze tendens dat er meer aandacht wordt besteed aan de verlaging van het gewicht van producten en onderdelen.
EUR 280,3 miljoen
www.recticel-automotive.com
In Europa is de auto-industrie nog steeds een uiterst concurrerende en cyclische markt die gekenmerkt wordt door een ongeziene overcapaciteit.
In tegenstelling tot het segment Seating (Proseat), dat vooral een activiteit van consumptiegoederen vertegenwoordigt, is ons segment Interiors vooral afhankelijk van technologie en is het bijgevolg een kapitaalintensieve activiteit.
Innovatie en differentiatie zijn in deze sector onmisbaar, maar vaak genereren ze slechts een geringe prijsverhoging.
Over het algemeen is het moeilijk om intellectuele eigendommen te beschermen en ze dus voor een lange periode te houden.
De activiteiten van onze divisie Automobiel zijn goed gepositioneerd bij eerstelijnsklanten en OEM's. Wij staan bekend omdat onze Interiors-producten de beste prestaties bieden, en omdat onze divisie Seating (Proseat) innovatieve concepten ontwikkelt.
Wij willen onze EBIT-winstgevendheid verbeteren door herstructureringsinspanningen en optimalisering van onze efficiëntie.
Binnen Interiors beschikken wij over een ideale wereldwijde industriële voetafdruk (Europa, VSA en China).
Onze doelstelling bestaat erin om in eerste instantie de winst van de twee bedrijfssegmenten, Interiors en Proseat (Seating), te stabiliseren.
Om onze concurrentiepositie te behouden, blijven wij ons toeleggen op de introductie van nieuwe innovatieve producten.
Optimalisering van onze infrastructuur en capaciteitsbenutting is en blijft een continue inspanning.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE CIJFERS | 2013 | 2014 | 2015 |
| Bedrijfsopbrengsten (1) | 258,4 | 264,0 | 280,3 |
| Groeivoet bedrijfsopbrengsten (%) | -10,8% | 2,2% | 6,2% |
| REBITDA | 18,8 | 14,9 | 15,4 |
| REBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 7,3% | 5,6% | 5,5% |
| EBITDA | 10,4 | 12,5 | 9,9 |
| EBITDA marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 4,0% | 4,7% | 3,5% |
| REBIT | 4,8 | 4,2 | 3,6 |
| REBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | 1,8% | 1,6% | 1,3% |
| EBIT | -5,3 | 1,8 | -1,9 |
| EBIT marge (als % van bedrijfsopbrengsten) | -2,1% | 0,7% | -0,7% |
(1) Voor eliminaties van intragroep transacties.
Sinds wij actief zijn in de polyurethaanwereld, hebben wij altijd sterk ingezet op innovatie. Innovatie bestrijkt voor ons een heel breed spectrum. Onze innovatie-inspanningen zijn vooral gericht op chemie, productinnovatie en procesverbetering. Heel recent hebben wij echter ook duurzaamheid toegevoegd aan de reeks bepalende factoren voor ons innovatieve denkproces.
Ons International Development Center (IDC) in Wetteren (België) is altijd de centrale pijler geweest in de totstandkoming van nieuwe producten en chemische of technische oplossingen. Soms innoveren wij in kleine stapjes, en soms met een echte doorbraak. Maar wat wij met ons onderzoek en ontwikkeling vooral willen bereiken, is tegemoetkomen aan de behoeften van onze klanten. In deze context volstaat het niet om een klant te vragen wat hij of zij nodig heeft. Innovatie zou nog een andere dimensie moeten krijgen: slimmer zijn, meer bieden dan de evidente behoeften en opsporen wat er verder nog mogelijk is. Het beste van innovatie wordt pas bereikt dankzij een reëel inzicht in de onderliggende behoefte.
Daarnaast menen wij ook dat de toekomstige groei wellicht afkomstig zal zijn van de capaciteit om perfect in te spelen op complexere behoeften. Steeds vaker zal de aard van deze behoeften en uitdagingen veel ingewikkelder zijn dan alleen maar de praktische toepassing. Typische voorbeelden zijn duurzaamheidskwesties in verband met milieuimpact, energiebehoud, afvalbeheer, enz. Wij zijn ervan overtuigd dat deze duurzaamheidskwesties binnen onze maatschappij steeds meer bepalend zullen zijn voor onze toekomstige innovaties.
In 2015 heeft ons International Development Center vooral aandacht besteed aan de uitvoering van verschillende projecten die zijn ontstaan in de verschillende business lines. In de volgende gebieden werden de belangrijkste inspanningen geleverd:
In het segment isolatie zijn we onze belangrijkste inspanningen blijven richten op nog betere isolatiewaarden; met andere woorden zijn we ernaar blijven streven om de lambda van onze toekomstige producten terug te brengen tot minder dan 20.
In het segment slaapcomfort zijn we blijven werken aan de verdere verbetering van de slaapdriehoek, een innovatieve methode op basis van het subtiele evenwicht tussen lichaamsondersteuning, drukverdeling en ademend vermogen van het gebruikte schuim en de andere matrasonderdelen. De continu verbeterde toepassing van het concept van de slaapdriehoek heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van onze gepatenteerde en succesvolle productlijn Geltex® inside.
In het segment soepelschuim zijn er nieuwe technische schuimen ontwikkeld om bestaande producten te verbeteren. Hoewel er aandacht is besteed aan verschillende kleinere innovatieprojecten, waren de belangrijkste R&D-inspanningen gericht op zogenaamde dichtingsschuimen en akoestische schuimen. Op beide vlakken is er onderzoek verricht om lichtere materialen te creëren zonder in te boeten op de andere functies van het schuim. Ander onderzoek op het gebied van soepelschuim concentreerde zich op de continue inspanningen om (chemische) uitstoot te verminderen, vooral voor schuim gebruikt in de auto-industrie.
In het segment automobiel - interiors is ons product Colo-Sense® Lite blijven aantonen dat het een duurzame verbetering vertegenwoordigt voor interieurbekledingstoepassingen. Ons product is niet alleen 25% lichter, maar bovendien is het flexibel en voelt het zacht aan.
Tot slot is ons corporate program, dat zich richt op R&D-ontwikkelingen op langere termijn, blijven zoeken naar duurzamere oplossingen, vooral op het vlak van recyclage. In 2015 hebben we gewerkt aan vragen zoals hoe we de snijvolumes voor schuim drastisch konden verminderen enerzijds, en hoe we betere producten konden maken uit ongebruikte schuimresten uit de conversieprocessen anderzijds.
In vergelijking met vorige jaren zijn we circa EUR 13,1 miljoen blijven besteden aan onderzoek en ontwikkeling, ofwel circa 1,0% van de totale gecombineerde omzet.
0 5 10 2011 2012 2013 2014 2015 Soepelschuim Slaapcomfort Isolatie Automobiel Corporate Programma Wij maken er continu werk van om betere capaciteiten te ontwikkelen waardoor wij duurzame innovaties tot stand kunnen brengen die waarde creëren voor onze klanten, voor de maatschappij als geheel, voor onze aandeelhouders en voor alle andere betrokken partijen. Daarom hebben wij begin 2016 besloten om het International Development Center (IDC) en de Sustainability-afdelingen samen te voegen in een nieuwe afdeling, de Sustainable Innovation Department (SID). Die nieuwe positie zal volgens ons een veel betere basis vormen voor toekomstige marktrelevante en duurzame innovaties.
Back to basics, terug naar de essentie Adequately resource, met toereikende middelen Continue excellent collective employee relations and enhance engagement, uitstekende voortgezette relaties met alle werknemers en een grotere betrokkenheid Key HR processes streamlining, stroomlijning van belangrijke HR-processen People review: towards "living" talent management, evaluatiegesprekken met het oog op het beheer van 'levend' talent Assess extensively and train for success, uitvoerige evaluaties en opleidingen die leiden tot succes Classification of jobs, classificatie van functies Kreate and work as a glocal HR team, creëren en samenwerken als een 'glokaal' HR-team
IIn 2015 heeft onze Human Resources-organisatie voor het eerst een HRstrategie voor de hele groep ontwikkeld: HR Backpack 15-17. Niet alleen sluit ze nauw aan bij de globale strategie van de Groep, maar ze vormt ook een goede basis voor de uitvoering daarvan. De strategie bestaat uit acht strategische pijlers.
De zorgvuldige formulering van de strategie die kon rekenen op de steun van het Managementcomité was voor Recticel een belangrijke mijlpaal.
De strategie werd in de tweede helft van 2015 in de hele organisatie ingevoerd. Elk land en elke business line ontwikkelde een uitvoeringsplan op maat dat gestructureerd was volgens de acht strategische kernpunten.
In de loop van 2015 werd in de uitvoering van ons HR-beleid vooral aandacht besteed aan:
In de loop van 2015 besloot Recticel het Hay-kader voor functiefamilies in te voeren om bediendenfuncties in verschillende landen en in verschillende business lines in kaart te brengen en te evalueren. Het is de bedoeling om in de hele organisatie meer duidelijkheid en meer consistentie tot stand te brengen. Dankzij het nieuwe kader zal er in de hele Groep niet alleen een betere structuur voor het beheer van lonen en voordelen kunnen worden ontwikkeld, maar ook zullen functie-opvolging en interne mobiliteit beter kunnen worden georganiseerd.
Daarnaast werd ook de regeling van de Groep voor incentives op korte termijn opnieuw bekeken. De verhouding tussen collectieve en persoonlijke doelstellingen werd aangepast, en er werden nieuwe collectieve doelstellingen vastgesteld.
In een jaarlijks functioneringsgesprek krijgen managers en werknemers de kans om openhartig ideeën uit te wisselen, wat essentieel is om talent te stimuleren. Het model voor prestatiebeheer dat Recticel hanteert, biedt een platform voor de bespreking van iemands competentie, vaardigheden, ervaring, prestaties en potentieel. Ook biedt het de mogelijkheid om punten en streefdoelen vast te stellen die verder moeten worden ontwikkeld opdat werknemers in hun huidige of toekomstige baan een niveau van professionele uitmuntendheid bereiken. Recticel legt bovendien de nadruk op wederkerige feedback, omdat dat bevorderlijk is voor het ontstaan van een duurzame prestatiecultuur.
In 2015 zijn alle bedienden uitgenodigd voor een functioneringsgesprek met hun manager. Meer dan 94% van de functioneringsgesprekken werd op tijd afgesloten, en er zijn voor elke persoon ontwikkelingsbehoeften en gepaste actiepunten vastgesteld. De resultaten van functioneringsgesprekken bepalen de internationale en landelijke opleidingsplannen en het aanbod van onze Recticel University.
2015 was voor onze Recticel University een belangrijk jaar. Samen met externe lesgevers en managers van Recticel hebben we onder de koepel van Recticel University ruim 1.000 opleidingsdagen verschaft. Circa 40% van deze 1000 opleidingsdagen waren speciaal toegesneden op de business lines, met bijzondere aandacht voor een efficiënte werking en supply chain management, en de invoering van andere bedrijfskritieke processen. Leiderschaps-, communicatieen presentatievaardigheden en cursussen voor projectbeheer waren de populairste modules die door bijna 150 managers werden bijgewoond. Alles bij elkaar namen meer dan 600 managers en specialisten van Recticel in 2015 deel aan de opleidingsprogramma's van Recticel University.
In 2015 zijn we ook gestart met een gestructureerd evaluatieproces, People Review, om kandidaten te identificeren voor functies op het volgende managementof deskundigenniveau. Het proces wordt gecoördineerd op het niveau van de Groep en wil internationale carrièreplanning in de verschillende bedrijven en over verschillende functies stimuleren. Het biedt ondersteuning voor de opvolgingsplanning voor belangrijke functies en helpt om vast te stellen welke vaardigheden en competenties er nodig zijn om onze bedrijfsstrategie met succes uit te voeren.
In het kader van People Review werden alles bij elkaar zo'n 400 belangrijke functies behandeld, waaronder het topmanagement, het management van de business lines en andere belangrijke functies. HR van de Groep zal het management begeleiden bij de opstelling van een concreet actieplan om mensen met hoog potentieel op te leiden en te behouden, zowel op internationaal niveau als op het niveau van de business lines. Het managementcomité zal de actieplannen voor mensen met hoog potentieel op kwartaalbasis controleren.
Ook in de komende jaren zal onze HR-strategie verder worden ingevoerd. De verschillende landen en business lines zullen de overeengekomen strategische initiatieven verder invoeren, bijvoorbeeld de invoering van een jobclassificatiesysteem voor de hele Groep gebaseerd op het kader voor functiefamilies van Hay, gestandaardiseerde talentevaluaties om toekomstige leiders in de hele organisatie te identificeren en de mogelijkheden te geven zich te ontplooien, en de voortgezette structurering van praktijken op het gebied van vergoedingen en voordelen.
Performancemanagement zal verder worden gestroomlijnd om de efficiëntie te verbeteren en om een duidelijker verband te leggen tussen belangrijke gedragspatronen en prestaties. Naast Recticel University zal er een nieuwe interne Technical University worden opgericht om het globale commerciële inzicht van onze werknemers verder te ontwikkelen en hun technische expertise te verbeteren.
Aan het einde van 2015 heeft het Managementcomité van de Groep de waarden van ons bedrijf, die eerder in dit jaarverslag zijn beschreven, opnieuw gedefinieerd. In 2016 zullen zij in de hele organisatie worden uitgerold.
| 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| België | 1 116 | 14,9% | 1 100 | 14,5% |
| Polen | 948 | 12,7% | 1 074 | 14,1% |
| Duitsland | 1 152 | 15,4% | 1 062 | 14,0% |
| Tsjechische Republiek | 824 | 11,0% | 910 | 12,0% |
| Frankrijk | 643 | 8,6% | 652 | 8,6% |
| Verenigd Koninkrijk | 533 | 7,1% | 544 | 7,2% |
| Nederland | 312 | 4,2% | 307 | 4,0% |
| Roemenië | 223 | 3,0% | 255 | 3,3% |
| Oostenrijk | 240 | 3,2% | 249 | 3,3% |
| Spanje | 248 | 3,3% | 217 | 2,8% |
| Zweden | 198 | 2,6% | 184 | 2,4% |
| Volksrepubliek China | 153 | 2,0% | 169 | 2,2% |
| USA | 153 | 2,0% | 150 | 2,0% |
| Hongarije | 128 | 1,7% | 135 | 1,8% |
| Zwitserland | 141 | 1,9% | 128 | 1,7% |
| Estland | 81 | 1,1% | 92 | 1,2% |
| Finland | 93 | 1,2% | 86 | 1,1% |
| Turkije | 86 | 1,1% | 83 | 1,1% |
| Italië | 64 | 0,9% | 64 | 0,8% |
| India | 54 | 0,7% | 41 | 0,5% |
| Noorwegen | 36 | 0,5% | 38 | 0,5% |
| Bulgarije | 20 | 0,3% | 18 | 0,2% |
| Slowakije | 10 | 0,1% | 13 | 0,2% |
| Servië | 10 | 0,1% | 10 | 0,1% |
| Litouwen | 8 | 0,1% | 8 | 0,1% |
| Oekraïne | 9 | 0,1% | 8 | 0,1% |
| Rusland | 5 | 0,1% | 5 | 0,1% |
| Marrokko | 0 | 0,0% | 2 | 0,0% |
| TOTAAL | 7 486 | 100% | 7 598 | 100% |
| 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| West-Europa | 4 775 | 63,8% | 4 629 | 60,9% |
| Oost-Europa | 2 261 | 30,2% | 2 520 | 33,2% |
| Rest van de wereld | 451 | 6,0% | 450 | 5,9% |
| TOTAAL | 7 486 | 100% | 7 598 | 100% |
1 Voltijds en deeltijds personeel met een geldig voltijds of deeltijds arbeidscontract aan het einde van de periode. Informatie over het aantal werknemers omvat geen externe werknemers, maar wel de proportioneel genomen personeelsbezetting van joint ventures die voor minimaal 33% door Recticel worden gecontroleerd.
Dankzij de continue verbeteringsinspanningen van de hele organisatie, werd de Frequentie-index voor arbeidsongevallen over de laatste jaren constant verlaagd (zie grafiek op de binnenzijde van de omslag in het begin van dit jaarverslag). Er is een sterk engagement om deze inspanningen voort te zetten om in de komende jaren een Frequentie te bereiken van minder dan 5. In 2015 is de index die de ernst van arbeidsongevallen meet verbeterd tot 0,22 (2014: 0,33).
In overeenstemming met de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 publiceert Recticel haar Corporate Governance Charter op haar website (www.recticel.com). De laatste versie dateert van 26 maart 2015. Elke belanghebbende kan het Charter aldaar downloaden, of een exemplaar aanvragen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Het Charter bevat een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur en het governance beleid van de vennootschap.
Recticel hanteert de Belgische Governance Code 2009 als haar referentiecode, en deze code kan op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be) geraadpleegd worden.
Vóór de Gewone Algemene Vergadering van 26 mei 2015 paste Recticel alle aanbevelingen van de referentiecode toe, met uitzondering van het volgende:
• principe 5.2. /4. van de Belgische Corporate Governance Code 2009 dat voorschrijft dat minstens de meerderheid van de leden van het Auditcomité onafhankelijk moet zijn. De Raad van Bestuur van Recticel was evenwel van mening dat de heren DAVIGNON en VANDEPOEL hun de facto onafhankelijkheid hadden bewezen, alhoewel zij niet meer voldeden aan alle onafhankelijkheidsvereisten, enkel en alleen omwille van het feit dat hun bestuurdersmandaat de termijn van twaalf jaar overschreed.
Sinds de Gewone Algemene Vergadering van 26 mei 2015 past Recticel alle aanbevelingen van de referentiecode toe en werd bovenvermelde situatie geregulariseerd.
Dit hoofdstuk bevat meer feitelijke informatie omtrent corporate governance in het algemeen en in het bijzonder, de toepassing van de Code bij Recticel tijdens het afgesloten boekjaar.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur worden niet verder beperkt door de statuten.
Het intern reglement van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel.
Elke entiteit bestaat om waarde te creëren voor haar stakeholders en dit vormt de basis van het risicomanagement van elke onderneming. De uitdaging voor de Raad van Bestuur en voor het uitvoerend management bestaat erin om te bepalen hoeveel onzekerheid zij wenst te aanvaarden in haar streven om waarde te creëren. De waardecreatie wordt gemaximaliseerd wanneer het bestuur erin slaagt om een optimale balans te creëren tussen groei en opbrengst enerzijds en de daaraan gekoppelde risico's anderzijds.
Het identificeren en kwantificeren van de risico's en het opzetten en onderhouden van efficiënte controlemechanismen behoort tot de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en het uitvoerend management van de Recticel Groep.
Het kader voor de interne controle en risk management toegepast door de Recticel Groep is gebaseerd op het COSO (Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission) model en is in lijn met de vereisten opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code, dit alles rekening houdend met de grootte en de specifieke noden van de Recticel Groep.
Sinds midden 2010 hebben de Raad van Bestuur en het uitvoerend management het kader voor de interne controle en risk management herbekeken, en een aangepast Compliance programma geïmplementeerd.
De basis wordt gevormd door een herziene Code of Conduct, toepasselijk op alle Recticel bestuurders, corporate officers en werknemers, en kan op de website van Recticel (www.recticel.com) geraadpleegd worden.
Belangrijke onderwerpen zoals ethiek, veiligheid, gezondheid en milieu, kwaliteit, belangenconflicten, mededinging, oplichterij, etc. worden er behandeld.
De daarin gehuldigde principes worden vervolgens verder uitgewerkt in de Business Control Guide, die in meer concrete en gedetailleerde richtlijnen voorziet, zoals onder meer richtlijnen op het vlak van Belastingbeheer, Schatkistbeheer, Boekhoudingregels, Investeringen, Aankoop, Fusies en Overnames, e.d. De interne financiële rapportering en controle gebeurt op basis van de Group Accounting Manual, Group Accounting Methodology en Cost Accounting Methodology.
Deze Business Control Guide omvat tevens de algemene delegatie van beslissingsmachten en verantwoordelijkheden voor specifieke bevoegdheidsdomeinen.
De Raad van Bestuur en het uitvoerend management evalueren geregeld de belangrijkste risico's waaraan de Recticel Groep blootgesteld wordt en leggen een prioriteitenlijst vast. Een algemene beschrijving van de risico's is terug te vinden in het financieel deel van dit jaarverslag, onder Hoofdstuk VIII.
Een van de oogmerken van het interne controle en risk management systeem is tevens het verzekeren van een tijdige, volledige en precieze communicatie. Daartoe omvat de Business Control Guide en alle verbonden richtlijnen de nodige regels over rollen en verantwoordelijkheden. Tevens wordt de nodige aandacht aan de dag gelegd voor het verzekeren van de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevensuitwisseling, indien nodig of nuttig.
De Recticel Groep heeft tevens aan een herziening gewerkt van haar interne rapporteringssystemen in geval van overtreding van de externe of interne wetten en regels. Er werd inderdaad een beleid op Groepsniveau geïmplementeerd voor het Melden van Wangedrag en de Bescherming van Klokkenluiders teneinde eenieder de
10
Ten slotte heeft het Auditcomité onder meer als taak om de Raad van Bestuur in te lichten en te adviseren omtrent de opvolging die zij minstens jaarlijks doorvoert betreffende de systemen van interne controle en risk management.
De Recticel Groep heeft tevens een Interne Audit dienst ingericht die werkt op basis van een Intern Audit Charter. De Interne Audit heeft als voornaamste opdracht het afleveren van verslagen met opinies en andere informatie in hoeverre de interne controle erin slaagt vooraf bepaalde criteria te halen. De interne controle heeft als doel de redelijke zekerheid te bieden dat de objectieven van de Recticel Groep inzake strategie, bedrijfsactiviteiten, compliance en reporting gerealiseerd kunnen worden op de meest efficiënte wijze. Hiertoe tracht ze volgende doeleinden te verzekeren:
De externe controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen van Recticel NV werd door de Algemene Vergadering van 2013 toevertrouwd aan de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "DELOITTE Bedrijfsrevisoren", vertegenwoordigd door de heren Kurt DEHOORNE en/of Joël BREHMEN.
De Commissaris voert zijn controles uit overeenkomstig de normen van het Belgisch Instituut der Bedrijfsrevisoren en levert een verslag af waarin bevestigd wordt of de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap een getrouw beeld
geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap. Het Auditcomité onderzoekt en bespreekt deze halfjaarlijkse rapporten in aanwezigheid van de Commissaris, en ze worden nadien ook besproken in de Raad van Bestuur.
De bezoldiging van de Commissaris betreffende de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Recticel bedoeld in artikel 134, §1 van het Wetboek van Vennootschappen, bedraagt 958.000 Euro voor 2015.
Naast deze bezoldiging werd door de Commissaris 227.000 Euro gefactureerd voor bijkomende auditopdrachten. Het detail van deze vergoedingen is opgenomen in de toelichting op VOL 5.17.2. in de statutaire jaarrekening.
Het globale bedrag van de bezoldigingen van de Commissaris voor bijkomende diensten bedraagt op het niveau van de Groep Recticel 570.000 Euro en 45.000 Euro voor overige adviesopdrachten. Dit globale bedrag omvat een som van 298.000 Euro voor bijkomende belastingadviesopdrachten en corporate finance. Aangezien de totale honoraria voor de diensten van de Commissaris op groepsniveau 1.528.000 Euro bedragen, werd de 1-op-1 limiet bedoeld in artikel 133 van het Wetboek van Vennootschappen op geconsolideerd niveau niet overschreden.
Het detail van deze vergoedingen is opgenomen in de toelichtingen in het financieel deel van het geconsolideerd jaarverslag.
Het mandaat van de Commissaris werd hernieuwd in 2013 en loopt af na de Gewone Algemene Vergadering van 2016. De Raad van Bestuur stelt aan de Algemene Vergadering van 31 mei 2016 voor om het mandaat van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid " DELOITTE Bedrijfsrevisoren", vertegenwoordigd door de heer Kurt DEHOORNE, te hernieuwen als Commissaris voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.
De Raad van Bestuur van Recticel bestaat thans uit twaalf leden. Er zijn elf niet-uitvoerende bestuurders, waarvan zes onafhankelijk zijn. OLIVIER CHAPELLE BVBA, vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, Gedelegeerd Bestuurder, is uitvoerend bestuurder.
De Gedelegeerd Bestuurder vertegenwoordigt het management en vier bestuurders vertegenwoordigen de referentieaandeelhouder.
Met betrekking tot de wet d.d. 28 juli 2011 die voorziet in de verplichting dat minstens 1/3 van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht zijn, verbindt de Raad van Bestuur zich ertoe om die verplichting binnen de gepaste termijn in acht te nemen. Sinds de invoering van de wet werden twee bijkomende vrouwelijke bestuurders benoemd en zijn op dit moment dus reeds drie van de twaalf leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht. Indien de voorgestelde wijziging van de Raad van Bestuur wordt bevestigd door de Algemene Vergadering van 31 mei 2016, zullen twee van de tien bestuurders vrouwen zijn. De Raad van Bestuur is momenteel verschillende opties aan het onderzoeken om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen.
In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de huidige leden van de Raad van Bestuur van Recticel (d.i. de situatie sinds 26 mei 2015).
| NAAM | FUNCTIE | TYPE | GEBOORTE JAAR |
AANVANG MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
HOOFDFUNCTIE BUITEN RECTICEL |
LIDMAATSCHAP COMITÉ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Johnny THIJS (1) | Voorzitter | Onafhankelijk | 1952 | 2015 | 2018 | Delhaize Group Director | RC AC |
| Olivier CHAPELLE (2) | Gedelegeerd Bestuurder |
Uitvoerend | 1964 | 2009 | 2016 | MC | |
| Marion DEBRUYNE (3) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1972 | 2012 | 2016 | Decaan Vlerick Business School Associate Partner en Professor |
RC |
| Benoit DECKERS (4) | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1964 | 2015 | 2018 | Chief Financial Officer Compagnie du Bois Sauvage |
|
| Pierre-Yves de Laminne de Bex (5) |
Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1969 | 2014 | 2018 | Unit International SA, Finance Director |
AC |
| Ingrid MERCKX (6) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1966 | 2012 | 2016 | Agfa Healthcare (Fr-Belux), Chief Executive Officer |
AC |
| Luc MISSORTEN (7) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1955 | 2015 | 2018 | Chairman of Ontex | AC |
| Kurt PIERLOOT | Bestuurder | Onafhankelijk | 1972 | 2015 | 2018 | Member of the Executive Committee of bpost- Domestic & International |
RC |
| Patrick VAN CRAEN | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1953 | 2012 | 2016 | CFE International Director | |
| Wilfried VANDEPOEL (8) | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1945 | 1999 | 2017 | AC | |
| Frédéric VAN GANSBERGHE (9) |
Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1958 | 2014 | 2016 | Compagnie du Bois Sauvage Chairman |
RC |
| Jacqueline ZOETE | Bestuurder | Onafhankelijk | 1942 | 2010 | 2016 | Sioen Industries NV Director |
(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van JOHNNY THIJS BVBA
(2) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA
(3) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van MARION DEBRUYNE BVBA
(4) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA
(5) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA
(6) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA
(7) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA
(8) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA
(9) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA
AC = Auditcomité
MC = Managementcomité
RC = Remuneratie- & Benoemingscomité
10
| NAAM | FUNCTIE | TYPE | GEBOORTE JAAR |
AANVANG MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
HOOFDFUNCTIE BUITEN RECTICEL |
LIDMAATSCHAP COMITÉ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Etienne DAVIGNON | Voorzitter | Niet-uitvoerend | 1932 | 1992 | 26/05/15 | Brussels Airlines Voorzitter | AC |
| André BERGEN (1) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1950 | 2011 | 26/05/15 | Cofinimmo Voorzitter | RC AC |
| François BLONDEL (2) | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1963 | 2012 | 26/02/15 | RC | |
| Pierre-Alain DE SMEDT | Bestuurder | Onafhankelijk | 1944 | 2011 | 26/05/15 | Deceuninck Group Voorzitter |
RC |
(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van ANDRE BERGEN Comm.V.
(2) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA
Op voorstel van de Raad van Bestuur en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft de Algemene Vergadering van 26 mei 2015 het volgende beslist:
AC = Auditcomité RC = Renumeratie-& Benoemingscomité
Benoeming van de heer Kurt PIERLOOT tot onafhankelijk bestuurder van de Vennootschap, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Kurt PIERLOOT voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
Hernieuwing van het mandaat van bestuurder van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA, vertegenwoordigd door de heer Benoit DECKERS voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2018.
Op 26 februari 2015 nam de heer François BLONDEL met onmiddellijke ingang ontslag als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA. Deze laatste heeft de heer Benoit DECKERS voorgesteld als nieuwe Vaste Vertegenwoordiger, wat bekrachtigd werd door de Raad van Bestuur van 26 maart 2015.
* * *
Rekening gehouden met het bovenstaande en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité stelt de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van 31 mei 2016 het volgende voor:
– Vaststelling dat de mandaten van (i) MARION DEBRUYNE BVBA, vertegenwoordigd door mevrouw Marion DEBRUYNE, als onafhankelijk bestuurder en (ii) de heer Patrick VAN CRAEN, als niet-uitvoerend bestuurder aflopen na de Algemene Vergadering van 31 mei 2016.
Besluit om niet in hun vervanging te voorzien en om het aantal bestuursleden te verminderen van twaalf naar tien.
– Ter vervanging van mevrouw Jacqueline ZOETE, benoeming van mevrouw Danielle SIOEN, als onafhankelijk bestuurder, voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.
Benoeming van mevrouw Danielle SIOEN tot onafhankelijk bestuurder, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Danielle SIOEN voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
10
Bevestiging als onafhankelijk bestuurder van de BVBA IMRADA, vertegenwoordigd door mevrouw Ingrid MERCKX, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Ingrid MERCKX voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
– Hernieuwing van het mandaat van ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN CHINE SA, vertegenwoordigd door de heer Frédéric VAN GANSBERGHE, als nietuitvoerend bestuurder voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.
De Raad van Bestuur kwam in 2015 tienmaal samen. Eén vergadering behandelde voornamelijk het budget voor 2015 en twee vergaderingen handelden vooral over de vaststelling van de jaarrekeningen per 31 december 2014 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2015.
Op elke vergadering wordt verder aandacht besteed aan de gang van zaken per afdeling, en aan de belangrijkste lopende overname en/of desinvesteringsdossiers. Andere onderwerpen (human resources, externe communicatie, geschillen en juridische vraagstukken, delegatie van bevoegdheden en dergelijke) komen aan bod indien nodig of nuttig.
De schriftelijke besluitvormingsprocedure werd in 2015 niet toegepast.
Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt verzorgd door de heer Dirk VERBRUGGEN, General Counsel & General Secretary.
Het individuele aanwezigheidspercentage van de bestuurders op de vergaderingen in 2015 bedroeg:
| NAAM | AANWEZIGHEID IN 2015 |
|---|---|
| Johnny THIJS (1) | 6/6 |
| Olivier CHAPELLE | 10/10 |
| Marion DEBRUYNE | 9/10 |
| Benoit DECKERS (2) | 7/8 |
| Pierre-Yves de LAMINNE de BEX | 10/10 |
| Ingrid MERCKX | 9/10 |
| Luc MISSORTEN (3) | 6/6 |
| Kurt PIERLOOT (4) | 6/6 |
| Patrick VAN CRAEN | 10/10 |
| Wilfried VANDEPOEL | 9/10 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE | 9/10 |
| Jacqueline ZOETE | 10/10 |
| Etienne DAVIGNON (5) | 4/4 |
| André BERGEN (6) | 4/4 |
| François BLONDEL (7) | 1/1 |
| Pierre-Alain DE SMEDT (8) | 3/4 |
| (1) Start mandaat 26/05/2015 (2) Start mandaat 26/05/2015 (3) Start mandaat 26/05/2015 (4) Start mandaat 26/05/2015 |
(5) Einde mandaat 26/05/2015
(6) Einde mandaat 26/05/2015
(7) Einde mandaat 26/02/2015 (8) Einde mandaat 26/05/2015
De Raad van Bestuur organiseert een zelfbeoordeling van zijn werking evenals een beoordeling van de interactie met de leden van het managementcomité op regelmatige basis. Die gaat uit van een vragenlijst die door alle bestuurders wordt beantwoord. De resultaten uit de vragenlijst worden dan besproken en verder geanalyseerd tijdens een volgende vergadering van de Raad van Bestuur.
Het Auditcomité ziet overeenkomstig de Vennootschappenwet toe op het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de vennootschap, de interne audit, de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en de onafhankelijkheid van de Commissaris. Het intern reglement van het Auditcomité is opgenomen in het Corporate Governance Charter.
Het Auditcomité telt sedert 26 mei 2015 vijf leden. Alle leden zijn niet-uitvoerende bestuurders, en drie leden, waaronder de Voorzitter, zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.
De samenstelling van het Auditcomité voldoet aan de bepalingen van de statuten van Recticel en aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen en voldoet sedert 26 mei 2015 eveneens aan principe 5.2./4. van de Belgische Corporate Governance Code 2009 dat voorziet dat minstens de meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk moet zijn.
Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat de Voorzitter van het Auditcomité, de heer Luc MISSORTEN, aan de vereisten van onafhankelijkheid voldoet en dat hij de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.
De hiervolgende tabel bevat de leden van het Auditcomité tijdens het boekjaar 2015 en tot heden.
| AANWEZIGHEID |
|---|
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van JOHNNY THIJS BVBA
(2) Begin mandaat 26/05/2015 (3) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA
(4) Begin mandaat 26/05/2015
(5) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA (6) Begin mandaat 26/05/2015
(7) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA
(8) Begin mandaat 26/05/2015
(9) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA
(10) Einde mandaat 26/05/2015 (11) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ANDRE BERGEN Comm.V. (12) Einde mandaat 26/05/2015
(13) Einde mandaat 26/05/2015
Het Auditcomité kwam zesmaal samen in 2015. Twee vergaderingen waren voornamelijk gewijd aan het nazicht van de jaarrekeningen per 31 december 2014 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2015. Op alle vergaderingen wordt tevens aandacht besteed aan het programma voor de interne audit, risicobeheer, fiscaliteit en boekhoudkundige vragen gelieerd aan IFRS.
Het Auditcomité voert elk jaar tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het Managementcomité, en bereidt het remuneratieverslag voor en licht het toe op de Algemene Vergadering. Tevens doet zij de nodige voorstellen betreffende de evaluatie en herbenoeming van bestuurders evenals de benoeming en installatie van nieuwe bestuurders. Het intern reglement van het Remuneratie- en Benoemingscomité is opgenomen in het Recticel Corporate Governance Charter.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité bestaat sedert 26 mei 2015 uit vier leden, allen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan drie onafhankelijke bestuurders.
Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.
De samenstelling van het Remuneratie- en
Benoemingscomité voldoet aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen, evenals aan de vereisten van de Belgische Corporate Governance Code.
| NAAM | FUNCTIE | AANWEZIGHEID IN 2015 |
|---|---|---|
| Johnny THIJS (1) (2) | Voorzitter | 2/2 |
| Marion DEBRUYNE (3) | Lid | 5/5 |
| Kurt PIERLOOT (4) | Lid | 2/2 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE (5) (6) | Lid | 1/2 |
| Pierre-Alain DE SMEDT (7) | Voorzitter | 3/3 |
| André BERGEN (8) (9) | Lid | 3/3 |
| François BLONDEL (10) (11) | Lid | 1/2 |
| Benoit DECKERS (12) (13) (14) | Lid | 1/1 |
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van JOHNNY THIJS BVBA
(2) Begin mandaat 26/05/2015 (3) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van MARION DEBRUYNE BVBA
(4) Begin mandaat 26/05/2015 (5) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA
(6) Begin mandaat 26/05/2015
(7) Einde mandaat 26/05/2015 (8) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ANDRE BERGEN Comm. V.
(9) Einde mandaat 26/05/2015 (10) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS
SAUVAGE SERVICES SA
(11) Einde mandaat 26/02/2015 (12) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS
SAUVAGE SERVICES SA (13) Begin mandaat 26/02/2015
(14) Einde mandaat 26/05/2015
Conform artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat het Remuneratieen Benoemingscomité over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van remuneratiebeleid.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam vijfmaal samen in 2015.
Deze vergaderingen behandelden de vaste en variabele remuneratie van het uitvoerend management en de benoeming en herbenoeming van bestuurders.
De samenstelling en de werking van het Remuneratieen Benoemingscomité werden einde 2010 grondig herzien naar aanleiding van de Wet d.d. 6 april 2010 die het Wetboek van Vennootschappen wijzigde door een artikel 526quater in te voeren, waarin het oprichten van een Remuneratiecomité verplicht werd voor vennootschappen waarvan de aandelen genoteerd zijn op een gereglementeerde markt.
Dientengevolge voert het Remuneratie- en Benoemingscomité elk jaar tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan.
De Raad van Bestuur heeft het dagelijks beleid van de vennootschap toevertrouwd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "OLIVIER CHAPELLE", gevestigd te 1180 Brussel, Avenue de la Sapinière 28, vertegenwoordigd door haar Zaakvoerder en vaste vertegenwoordiger, de heer Olivier CHAPELLE.
De Gedelegeerd Bestuurder wordt in zijn taken bijgestaan door het Managementcomité, waarvan de leden (voor de periode 2015 tot heden) opgenomen zijn in de hierna volgende lijst:
| NAAM | FUNCTIE |
|---|---|
| Olivier CHAPELLE (1) | Chief Executive Officer |
| Ralf BECKER | Group General Manager Insulation |
| Betty BOGAERT | Chief Information Officer |
| Philipp BURGTORF | Group General Manager Bedding |
| Marc CLOCKAERTS (2) (3) (4) | Group General Manager Flexible Foams |
| Jean-Pierre DE KESEL (5) (6) | Chief Sustainable Innovation Officer |
| Bart MASSANT | Chief Human Resources Officer |
| Jean-Pierre MELLEN | Chief Financial Officer |
| Jan MEULEMAN | Group General Manager Automotive |
| François PETIT | Chief Procurement Officer |
| Dirk VERBRUGGEN | General Counsel & General Secretary |
| Bart WALLAEYS (7) | Group Manager Research and Development |
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA
(2) Tot 01/02/2015 Group General Manager Automotive
(3) Vanaf 01/02/2015 Group General Manager Flexible Foams
(4) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van EMSEE BVBA (5) Tot 21/01/2016 Chief Sustainability Officer
(6) Vanaf 01/02/2015 Chief Sustainable Innovations Officer
(7) Tot 21/01/2016
Het Managementcomité heeft een adviserende rol ten behoeve van de Raad van Bestuur in zijn geheel en is geen directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen.
Van links naar rechts Marc CLOCKAERTS, François PETIT, Ralf BECKER, Jean-Pierre DE KESEL, Jean-Pierre MELLEN, Betty BOGAERT, Bart MASSANT, Philipp BURGTORF, Dirk VERBRUGGEN, Jan MEULEMAN, Bart WALLAEYS, Olivier CHAPELLE
Het Remuneratiebeleid van de Recticel Groep kan teruggevonden worden in het Corporate Governance Charter op de Recticel website (www.recticel.com).
Er zijn tijdens het jaar 2015 geen wijzigingen doorgevoerd.
Op aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité bepaalt de Raad van Bestuur van de Groep de bezoldiging van de leden van het managementcomité (hierna het "Senior Management" of de "Senior Managers" genoemd) en stelt zij de bezoldiging van de bestuurders voor aan de algemene vergadering.
Om het comité bij te staan in zijn analyse van de concurrentiële omgeving in België en Europa, evenals andere factoren die nuttig zijn voor de evaluatie door het comité van bezoldigingsaangelegenheden, kan het comité een beroep doen op de diensten van internationaal erkende bezoldigingsconsulenten.
Voor de volgende 3 jaren heeft het Remuneratieen Benoemingscomité de principes van het Remuneratiebeleid herbevestigd, met uitzondering van hetgeen hieronder wordt vermeld.
De bestuurders van de vennootschap worden beloond voor hun diensten met een vaste vergoeding per jaar, gekoppeld aan een aanwezigheidsvergoeding per bijgewoonde vergadering. De remuneratie wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité en aan de Algemene Vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring voorgelegd. De voorzitter van de raad ontvangt een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijk remuneratie bepaald voor de andere leden van de Raad.
De Raad doet een voorstel over de bijkomende bezoldiging voor de leden van het comité. De voorzitters van de comités ontvangen een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van het comité. Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de bestuurders wordt jaarlijks bekeken. Voor 2016 zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 31 mei 2016 de hierna vermelde wijzigingen voorstellen:
Niet-uitvoerende bestuurders van de vennootschap ontvangen geen enkele bezoldiging, bonus of aandeelgebonden of andere incentives vanwege de vennootschap en haar verbonden ondernemingen tenzij als bezoldiging voor de door hen gepresteerde diensten als bestuurder van de vennootschap en/of haar verbonden ondernemingen. Ten behoeve van om het even welk lid van de Raad van Bestuur zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen in de vorm van een persoonlijke lening.
De bezoldiging van de leden van het Management Comité is berekend om:
Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de leden van het Management Comité worden jaarlijks herbekeken door het Remuneratie- en Benoemingscomité, dat daarna voorstellen voorlegt aan de Raad van Bestuur ter goedkeuring.
Het bezoldigingspakket voor de leden van het Management Comité combineert drie geïntegreerde elementen die samen de "totale directe bezoldiging" worden genoemd. Deze geïntegreerde elementen zijn de vaste remuneratie, de jaarlijkse incentive bonus en de lange-termijnincentives. Ten behoeve van om het even welk lid van het Management Comité zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen, noch de verlenging van een krediet hernieuwen in de vorm van een persoonlijke lening.
10
Bij het bepalen van de bezoldigingsniveaus ten behoeve van de leden van het Management Comité wordt, samen met interne factoren, rekening gehouden met de bezoldiging van executives in Belgische multinationale ondernemingen en middelgrote ondernemingen. Het is de bedoeling bezoldigingsniveaus tot stand te brengen die, in het algemeen, op of rond het gemiddelde marktniveau liggen, voor zover de resultaten van de vennootschap het toelaten.
De CEO ontvangt een bonusvergoeding op basis van zijn prestatie gedurende het boekjaar. Die bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 100% van zijn jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële doelstellingen inzake bepaalde determinerende indicatoren van prestatie (Key Performance Indicators" of "KPI's") met betrekking tot REBITDA en EAT op niveau van de Groep en eveneens op niet-financiële doelstellingen met betrekking tot de ontwikkeling van de vennootschap voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/ of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Bij het halen van de financiële doelstelling ontvangt men 75% van het maximum voor die doelstelling. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 60% van de bonus. Niet-financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 40%. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beoordeelt de prestatie in een privézitting en bespreekt dan verder de beoordeling met de CEO, alvorens de Raad van Bestuur een voorstel te doen.
Group General Managers aan het hoofd van vier verschillende business lines ontvangen een gelijkaardige bonusvergoeding op basis van hun prestatie gedurende het boekjaar. Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële doelstellingen ("KPI's") met betrekking tot het jaarlijks budget niet alleen op niveau van de Groep maar ook op niveau van hun respectievelijke business line. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 60% van de bonus. Niet-financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 40% en hebben betrekking op de
ontwikkeling van de business line voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.).
Voor de steunfuncties binnen het Managementcomité (CFO, General Counsel, Aankoop, ICT, HR en R&D) komen financiële doelstellingen voor 45% in aanmerking die dan betrekking hebben op Groepsresultaten, departementbudget en/of specifieke projecten. Niet-financiële doelstellingen komen voor 55% in aanmerking en hebben betrekking op de ontwikkeling van hun departement voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie.
De CEO ontvangt een bonusvergoeding op basis van zijn prestatie gedurende het boekjaar. Die bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 100% van zijn jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op collectieve doelstellingen inzake bepaalde determinerende indicatoren van prestatie (Key Performance Indicators" of "KPI's") met betrekking tot REBITDA en Combined Net Cash Flow op niveau van de Groep en eveneens op individuele doelstellingen met betrekking tot de ontwikkeling van de vennootschap voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Collectieve doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30%. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beoordeelt de prestatie in een privé-zitting en bespreekt dan verder de beoordeling met de CEO, alvorens de Raad van Bestuur een voorstel te doen.
Group General Managers aan het hoofd van vier verschillende business lines ontvangen een gelijkaardige bonusvergoeding op basis van hun prestatie gedurende het boekjaar. Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële
doelstellingen ("KPI's") met betrekking tot het jaarlijks budget niet alleen op niveau van de Groep maar ook op niveau van hun respectievelijke business line. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus, waarvan 30% Combined Group Net Cash Flow, 30% business line REBITDA en 10% bepaald wordt door een specifiek bepaalde business line doelstelling. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30% en hebben betrekking op de ontwikkeling van de business line voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.).
Voor de steunfuncties binnen het Managementcomité (CFO, General Counsel, Aankoop, ICT, HR en R&D) komen collectieve doelstellingen voor 70% in aanmerking die dan betrekking hebben op Groepsresultaten. Individuele doelstellingen komen voor 30% in aanmerking en hebben betrekking op de ontwikkeling van hun departement voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie.
Bij het halen van de collectieve financiële doelstellingen ontvangt men 75% van het maximum voor die doelstelling. Bij het halen van de individuele doelstelling ontvangt men 100% indien de doelstelling bereikt wordt.
De CEO staat in voor de beoordeling van de overige leden van het Managementcomité en bespreekt de resultaten van zijn beoordeling met het Remuneratie- en Benoemingscomité.
Met betrekking tot artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen dat vereist dat de uitbetaling van de variabele remuneratie over een periode van drie jaar wordt uitgesteld, indien bepaalde criteria worden overschreden, had de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 2015 voorgesteld om een afwijking van deze regel goed te keuren in overstemming met de door de wet voorgeschreven optie aangezien dit alleen van toepassing was op de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, terwijl alle andere leden van het Managementcomité beneden de 25%-drempel bleven, aangezien de berekening hier gebeurt op basis van het totale verloningspakket.
De Algemene Vergadering van 2015 keurde dat voorstel goed.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité en de Raad van Bestuur hebben de verschillende toepassingen opnieuw bekeken die de wet mogelijk maakt, en hebben uiteindelijk besloten dat het in het belang van de Vennootschap blijft om de structuur voor uitbetaling van de variabele remuneratie op gelijke voet te laten voortbestaan voor alle leden van het Managementcomité. Aangezien de targetbonus als variabele remuneratie voor de Gedelegeerd Bestuurder en CEO de 25%-drempel overschrijdt, stelt de Raad van Bestuur de Algemene Vergadering van 2016 voor om, zoals vorig jaar, van het principe van uitstel van betaling over drie jaar af te wijken en dan ook binnen één jaar de volledige uitbetaling van de variabele remuneratie toe te laten.
Tenslotte dient te worden genoteerd dat er geen terugvorderingsrecht bestaat voor het geval dat de variabele vergoeding op basis van onjuiste financiële gegevens zou worden bepaald.
II. Openbaarmaking van de bezoldigingen van de bestuurders en de leden van het uitvoerend management
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAME | AANWEZIGHEIDS VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR 2015 |
VASTE VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR 2015 |
AUDITCOMITÉ 2015 |
REMUNERATIE- EN BEZOLDIGINGS COMITÉ 2015 |
VERGOEDING VOOR SPECIALE OPDRACHTEN |
TOTAAL (BRUTO) 2015 |
| Etienne DAVIGNON | 7 269,23 | 13 200,00 | 10 000,00 | - | - | 30 469,23 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 9 000,00 | 16 500,00 | - | - | - | 25 500,00 |
| ANDRÉ BERGEN Comm V | 3 634,62 | 6 600,00 | 15 000,00 | 2 500,00 | - | 27 734,62 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA |
9 000,00 | 13 200,00 | - | 2 500,00 | - | 24 700,00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 9 000,00 | 16 500,00 | 5 000,00 | - | - | 30 500,00 |
| Pierre-Alain DE SMEDT | 3 634,62 | 4 950,00 | - | 3 750,00 | - | 12 334,62 |
| ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN CHINE SA |
9 000,00 | 14 850,00 | - | 2 500,00 | - | 26 350,00 |
| MARION DEBRUYNE BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | - | 2 500,00 | - | 26 350,00 |
| IMRADA BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | 5 000,00 | - | - | 28 850,00 |
| REVAM BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | 15 000,00 | - | - | 38 850,00 |
| Patrick VAN CRAEN | 9 000,00 | 16 500,00 | 7 500,00 | - | - | 33 000,00 |
| JOHNNY THIJS BVBA | 10 780,22 | 19 800,00 | 2 500,00 | 3 750,00 | - | 36 830,22 |
| REVALUE BVBA | 5 390,11 | 9 900,00 | 7 500,00 | - | - | 22 790,11 |
| Kurt PIERLOOT | 5 390,11 | 9 900,00 | - | 2 500,00 | - | 17 790,11 |
| ZOETE Jacqueline | 9 000,00 | 16 500,00 | - | - | - | 25 500,00 |
Sinds 2006 ontvangen de bestuurders een vergoeding van 1.650 Euro per bijgewoonde vergadering, en het dubbele voor de Voorzitter. De leden van het Auditcomité ontvangen 2.500 Euro per bijgewoonde vergadering, en de Voorzitter 3.750 Euro. De leden van het Renumeratieen Benoemingscomité hebben recht op 2.500 Euro per jaar; de Voorzitter op 3.750 Euro per jaar.
Voor 2015 werd een vaste jaarlijkse vergoeding van 9.000 Euro voor een bestuurder en 18.000 Euro voor de Voorzitter goedgekeurd en toegekend. Voor 2016 bestaat het voorstel aan de Algemene Vergadering erin dat er een vaste jaarlijkse vergoeding van 10.000 Euro voor een bestuurder en 20.000 Euro voor de Voorzitter wordt toegekend. De leden van het Auditcomité zouden 1.850 Euro per bijgewoonde vergadering ontvangen en de
Voorzitter 3.700 Euro. De leden van het Renumeratie-en Benoemingscomité zouden recht hebben op 1.850 Euro per vergadering en de Voorzitter 3.700 Euro.
De vergoeding van de uitvoerende bestuurder (Olivier Chapelle SPRL/BVBA) in zijn hoedanigheid als bestuurder, zoals opgenomen in het overzicht hierboven, wordt meeberekend voor de totale remuneratie volgens zijn managementovereenkomst.
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| TOTALE KOST VOOR DE ONDERNEMING |
OLIVIER CHAPELLE BVBA VERTEGENWOORDIGD DOOR OLIVIER CHAPELLE |
OVERIGE LEDEN VAN HET MANAGEMENTCOMITÉ |
TOTAAL | |||
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| Aantal personen | 1 | 1 | 11 | 13 | 12 | 14 |
| Vaste vergoeding | 486 000 | 486 000 | 2 749 619 | 2 693 225 | 3 235 619 | 3 179 225 |
| Variable vergoeding | 437 000 | 243 148 | 1 165 514 | 831 414 | 1 602 514 | 1 074 562 |
| Subtotaal | 923 000 | 729 148 | 3 915 133 | 3 524 639 | 4 838 133 | 4 253 787 |
| Pensioenen | 0 | 0 | 228 888 | 154 660 | 228 888 | 154 660 |
| Overige voordelen | 38 040 | 60 206 | 285 773 | 289 090 | 323 813 | 349 296 |
| Totaal | 961 040 | 789 354 | 4 429 794 | 3 968 389 | 5 390 834 | 4 757 743 |
Opmerkingen:
werkzaam zijn. - Onder variabele vergoeding verstaat men de vergoeding die voor de prestatie van het boekjaar 2015 verdiend werd, maar die pas in 2016 zal worden uitbetaald. Het bedrag dat tijdens het boekjaar 2015 als variabele vergoeding effectief werd uitbetaald is terug te vinden onder boekjaar 2014.
bepaalde kosten apart kunnen worden gefactureerd. In zo'n geval worden die ook in de tabel hierboven opgenomen. - Met betrekking tot groepsverzekering en pensioenregeling dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen leden als werknemer en leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn. Laatstgenoemden krijgen geen groepsverzekering of pensioenregeling. Voor de periode tot 2003 bestond de pensioenregeling uit een defined benefit plan. Vanaf 2003 werd
dit vervangen door een defined contribution plan. - Leden van het Managementcomité met een werknemerstatuut die voor 2001 in dienst werden genomen, maken deel uit van het Recticel Group Defined Benefit Plan. Leden die na 2001 extern werden aangeworven, maken deel uit van het Recticel Group Defined Contribution Plan. De kosten hiervan werden opgenomen in de tabel hierboven.
De Raad van Bestuur had op basis van de Corporate Governance Code aan de Algemene Vergadering van mei 2014 de goedkeuring gevraagd en bekomen voor de uitgifte van een aandelenoptieplan van maximaal 480.000 warranten ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep.
Gedurende 2014 werd echter geen aandelenoptieplan uitgegeven ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep, omwille van een gesloten periode. Het plan van 2014 werd uiteindelijk in juni 2015 uitgegeven.
Dit plan had betrekking op 304.000 aandelenopties voor een totaal van 52 kaderleden. De uitoefenprijs werd vastgelegd op de gemiddelde prijs per aandeel gedurende de voorafgaande 30 dagen, te weten EUR 4,31 en de uitoefeningsperiode loopt van 1 januari 2019 tot 22 juni 2021. De totale kost ten laste van de Vennootschap voor deze reeks 2015 bedraagt EUR 0,513 per aandelenoptie of EUR 155.952 in het totaal, verspreid over 4 jaar (jaar uitgifte en drie jaar onbeschikbaarheidsperiode).
In het kader van dit plan hebben de leden van het Management Comité de volgende warranten ontvangen:
| NAAM | AANTAL WARRANTEN TOEGEKEND | THEORETISCHE WAARDE VAN WARRANTEN OP HET MOMENT VAN TOEKENING IN EUR |
|---|---|---|
| Olivier Chapelle | 30 000 | 15 390,00 |
| Ralf Becker | 10 000 | 5 130,00 |
| Betty Bogaert | 10 000 | 5 130,00 |
| Philipp Burgtorf | 10 000 | 5 130,00 |
| Marc Clockaerts | 10 000 | 5 130,00 |
| Jean-Pierre De Kesel | 10 000 | 5 130,00 |
| Bart Massant | 10 000 | 5 130,00 |
| Jean-Pierre Mellen | 10 000 | 5 130,00 |
| Jan Meuleman | 10 000 | 5 130,00 |
| François Petit | 10 000 | 5 130,00 |
| Dirk Verbruggen | 10 000 | 5 130,00 |
| Bart Wallaeys (1) | 10 000 | 5 130,00 |
| (1) tot 21/1/2016 |
Gedurende 2015 werden volgende aandelenopties uitgeoefend door de leden van het Managementcomité:
| NAAM | AANTAL WARRANTEN UITGEOEFEND |
PLAN |
|---|---|---|
| Olivier Chapelle | 59 665 | December 2009 |
| Betty Bogaert | 9 546 | December 2009 |
| Marc Clockaerts | 19 690 | December 2009 |
| Jean-Pierre De Kesel | 19 690 | December 2009 |
| Dirk Verbruggen | 3 580 | December 2009 |
Op 21 december 2015 kwam het aandelenoptieplan van december 2009 te vervallen.
Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur per 31 december 2015 bedraagt:
| BESTUURDERS | AANDELEN | WARRANTEN |
|---|---|---|
| Etienne DAVIGNON | 0 | 0 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 79 665 | 220 928 |
| Olivier CHAPELLE ( Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA | 246 190 | 0 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| ANDRE BERGEN Comm. V. | 0 | 0 |
| André BERGEN (Vaste Vertegenwoordiger) | 20 000 | 0 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 0 | 0 |
| Benoit DECKERS (Vaste Vertegenwoordiger) | 2 700 | 0 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 15 044 410 | 0 |
| Pierre-Yves de LAMINNE de BEX (Vaste Vertegenwoordiger) | 540 | 0 |
| MARION DEBRUYNE BVBA | 0 | 0 |
| Marion DEBRUYNE (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| Pierre-Alain DE SMEDT | 0 | 0 |
| IMRADA BVBA | 0 | 0 |
| Ingrid MERCKX (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| REVAM BVBA | 5 256 | 0 |
| Wilfried VANDEPOEL (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| REVALUE BVBA | 0 | 0 |
| Luc MISSORTEN (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| Patrick VAN CRAEN | 4 500 | 0 |
| Kurt PIERLOOT | 0 | 0 |
| Jacqueline ZOETE (1) | 1 341 189 | 0 |
| JOHNNY THIJS BVBA | 0 | 0 |
| Johhny THIJS (Vaste Vertegenwoordiger) | 7 200 | 0 |
Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van het Managementcomité per 31 december 2015 bedraagt:
| LEDEN VAN HET MANAGEMENT COMITÉ | AANDELEN | WARRANTEN |
|---|---|---|
| Ralf Becker | 0 | 10 000 |
| Betty Bogaert | 0 | 105 228 |
| Philipp Burgtorf | 0 | 33 628 |
| Marc Clockaerts | 0 | 110 598 |
| Jean-Pierre De Kesel | 8 500 | 96 874 |
| Bart Massant | 0 | 10 000 |
| Jean-Pierre Mellen | 0 | 102 841 |
| Jan Meuleman | 0 | 51 169 |
| François Petit | 0 | 53 318 |
| Dirk Verbruggen | 9 414 | 52 721 |
| Bart Wallaeys (1) | 350 | 105 228 |
(1) tot 21/1/2016
De meeste overeenkomsten met de bestaande leden van het Managementcomité bevatten geen eindecontract regeling. Bijgevolg is het gemeen arbeidsrecht terzake bepalend. Een aantal leden beschikken wel over een dergelijke regeling, die in verhouding staat tot hun anciënniteit.
In dat verband vindt u hieronder een overzicht van de opzegtermijn of -vergoeding van elk lid van het Managementcomité. 1
| NAAM | OPZEGTERMIJN OF -VERGOEDING |
COMMENTAAR |
|---|---|---|
| Olivier Chapelle | 12 maanden | |
| Ralf Becker | 12 maanden | |
| Betty Bogaert | 12 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| Philipp Burgtorf | 12 maanden | |
| Marc Clockaerts | 3 maanden | 12 maanden as from 2015 |
| Jean-Pierre De Kesel | 18 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| Bart Massant | 6 maanden | 12 maanden vanaf september 2015 |
| Jean-Pierre Mellen | 15 maanden | |
| Jan Meuleman | 15 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| François Petit | 12 maanden | |
| Dirk Verbruggen | 12 maanden | wettelijk minimum |
| Bart Wallaeys (1) | 15 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
(1) tot 21/01/2016
In hoofstuk VII.1. van het Recticel Corporate Governance Charter wordt het beleid van Recticel NV betreffende dergelijke transacties die niet onder de belangenconflictenregeling vallen, toegelicht. Hier wordt de toepassing van dat beleid besproken.
Tijdens het jaar 2015 heeft zich geen belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap voorgedaan als bedoeld in de artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen, uitgezonderd (i) in het kader van de kapitaalverhoging in mei 2015, waarbij Compagnie du Bois Sauvage SA en Entreprises & Chemin de Fer en Chine SA een belangenconflicht hadden en (ii) in het kader van het Aandelenoptieplan editie Juni 2015, waarbij de heer Olivier CHAPELLE een belangenconflict had. De procedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast. Er wordt hier verwezen naar het statutair jaarverslag, dat in dit verband een uittreksel van de notulen van respectievelijk 21 april 2015 en 23 juni 2015 bevat.
Het beleid van de vennootschap inzake het voorkomen van handel met voorkennis en marktmanipulatie wordt uiteengezet in hoofdstuk VII.2 van het Recticel Corporate Governance Charter.
Deze maatregelen omvatten de invoering van beperkingen op het uitvoeren van transacties (« gesloten periodes ») die sinds 2006 van toepassing zijn.
De heer Dirk VERBRUGGEN werd aangesteld als Compliance Officer, belast met het toezicht op de naleving van deze regels.
Hierna volgt het overzicht van de aandeelhouders die overeenkomstig de statuten of de wet een kennisgeving hebben gericht aan de vennootschap en aan de FSMA:
De kapitaalstructuur, met het aantal aandelen, strips, converteerbare obligaties en warranten van de vennootschap kan worden teruggevonden in het hoofdstuk "Informatie over het Aandeel" op de website van Recticel (www.recticel.com).
Een wijziging in de statuten van Recticel kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 37 van de statuten vermelde bijzondere meerderheden.
Er zijn geen wettelijke, noch statutaire beperkingen van overdracht van effecten. Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn. Er is geen wettelijke noch statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht, voor zover de aandeelhouder geldig vertegenwoordigd is op de algemene vergadering, en zijn stemrecht niet om een of andere reden opgeschort is.
Overeenkomstig de machten haar toegekend door de algemene vergadering van 22 juli 2015, en opgenomen in artikel 6 van de statuten, beschikt de Raad van Bestuur over bepaalde bevoegdheden tot uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties, obligaties of inschrijvingsrechten, met of zonder voorkeurrecht, en deze mag aanbieden aan aandeelhouders of andere personen, met beperking van het voorkeurrecht, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen. Zo kan de Raad van Bestuur via het toegestaan kapitaal het maatschappelijk kapitaal verhogen op alle mogelijke
| NAAM | DATUM VAN NOTIFICATIE |
AANTAL AANDELEN (2) |
% VAN STEMRECHTEN VERBONDEN AAN AANDELEN (UITGEZONDERD AANDELEN AANGEHOUDEN DOOR RECTICEL) (1) (4) |
% VAN STEMRECHTEN VERBONDEN AAN AANDELEN (INCLUSIEF AANDELEN AANGEHOUDEN DOOR RECTICEL) (1) (4) |
|---|---|---|---|---|
| Compagnie du Bois Sauvage SA (2) (3) | 13 mei 2015 | 15 044 410 | 28,17% | 28,00% |
| Entreprises Chemins de Fer en Chine SA (2) (3) | 26 mei 2015 | 119 774 | 0,22% | 0,22% |
| Total Compagnie du Bois Sauvage SA | 15 164 184 | 28,39% | 28,22% | |
| Capfi Delen Asset Management NV | 28 mei 2015 | 2 130 992 | 3,99% | 3,97% |
| Public | N/A | 36 109 632 | 67,61% | 67,20% |
| Totaal (exclusief eigen aandelen) | 53 404 808 | 100,00% | 99,39% | |
| Eigen aandelen | N/A | 326 800 | 0,61% | |
| Total (inclusief eigen aandelen) | 53 731 608 | 100,00% |
(1) Het percentage stemrechten is berekend op basis van de 53.731.608 bestaande aandelen per 31 december 2015. De berekening is aangepast om rekening te houden met de opschorting van
de stemrechten verbonden aan de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap zoals voorzien in de wet. (2) Het percentage aan stemrechten is berekend op basis van de 53.731.608 bestaande aandelen per 31 december 2015 (inbegrepen de eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap), op basis van het aantal stemrechten dat blijkt uit de informatie die de Vennootschap heeft ontvangen van haar aandeelhouders per 31 december 2015- hetgeen kan verschillen van de werkelijke
situatie (3) Met het oog op hun notificatie gedateerd op13 en 26 mei 2015, hebben Compagnie du Bois Sauvage SA en Entreprises et Chemins de Fer en Chine SA de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap inbegrepen in het aantal aandelen dat zij controleren, gelet op het feit dat zij wettelijk vermoed worden in gezamenlijk overleg te handelen met de Vennootschap
voor de doeleinden van de toepasselijke transparantiewetgeving. (4) Gelet op mogelijk afrondingen kan het zijn dat de som van de percentages van stemrechten niet exact overeenkomt met 100%.
10
manieren. De machtiging is geldig voor een periode van drie jaar en kan hernieuwd worden volgens de wettelijke bepalingen terzake. Zij kan zelfs uitgeoefend worden na ontvangst van de mededeling gedaan door de FSMA dat bij haar een bericht van openbaar overnamebod werd ingediend.
Overeenkomstig artikel 15 van de statuten is de vennootschap gerechtigd om eigen aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden, zonder beslissing van de algemene vergadering, wanneer deze verwerving noodzakelijk blijkt te zijn ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap overeenkomstig artikel 620 of 622 van het Wetboek van Vennootschappen.
Er bestaan geen overeenkomsten tussen de vennootschap en haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen zouden voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien, of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
Volgende overeenkomsten, waarbij de vennootschap partij is, bevatten clausules die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen, in geval van een wijziging van de controle over Recticel NV:
Deze clausules werden specifiek goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Recticel.
De Raad van Bestuur stelt voor om bepaalde clausules uit de "Amendment and Restatement Agreement" zoals getekend op 25 februari 2016 tussen Recticel SA/NV en Recticel International Services NV enerzijds, en ING Belgium SA/NV, BNP Paribas Fortis SA/NV, Commerzbank Aktiengesellschaft, Filiale Luxembourg en KBC Bank NV anderzijds, voor een bedrag van 175.000.000 Euro voor te leggen aan de algemene vergadering van 31 mei 2016.
Bovenvermelde clausules bepalen dat elke bank, die aan het Krediet deelneemt, in het geval van wijziging van controle op de Vennootschap of op een dochter die ook als schuldenaar optreedt onder de "Amendment and Restatement Agreement", het recht heeft om voorafbetaling of opzegging van kredietverbintenis aan te vragen, en indien banken die een bijzondere meerderheid van het totale bedrag van het Krediet vertegenwoordigen, dit verzoeken, dan zal het totale Krediet moeten worden opgezegd en vooruitbetaald.
Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen is de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist om deze clausules van kracht te laten worden.
| Blaasmiddel | Uit de reactie van isocyanaat met water wordt koolstofdioxide verkregen. Dit gas fungeert als blaasmiddel bij de productie van zacht schuim. |
|---|---|
| Colo-Fast® | Alifatisch polyurethaan dat zich onderscheidt door zijn kleurvastheid (lichtstabiel). |
| Colo-Sense® | Variant van Colo-Fast®. |
| Dodecaëder | Een regelmatig twaalfvlak of een ruimtelijke figuur met 12 vijfhoekige vlakken, 20 hoekpunten en 30 ribben. Het is een van de vijf regelmatige veelvlakken in drie dimensies. |
| Ernstgraad arbeidsongevallen |
Aantal verletdagen per duizend werkuren. |
| Frequentiegraad arbeidsongevallen |
Aantal arbeidsongevallen met verlet per miljoen werkuren. |
| IDC | International Development Center, de internationale onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van de Groep Recticel. |
| Isocyanaat | Zeer reactieve stof die zich makkelijk bindt met andere stoffen (zoals alcoholen). De structuur van deze alcoholen bepaalt de hardheid van het PU-schuim. |
| Katalysator | Versnelt het reactieproces en verzekert het evenwicht in de polymerisatie en de blaasreactie. Katalysatoren bepalen de opschuimsnelheid van het proces. |
| Lambda | Uitdrukking van de thermische geleidingscoëfficiënt van thermische isolatie. |
| MDI | Methyleen difenyl diisocyanaat. |
| PIR | Polyisocyanuraat. |
| Polyisocyanuraat | Is een verbeterde versie van polyurethaan. PIR-schuim heeft een verbeterde dimensionele stabiliteit, goede mechanische eigenschappen, zoals druksterkte en is veel sterker brandvertragend. PIR wordt hoofdzakelijk gebruikt als thermische isolatie. |
| Polyol | Synoniem voor PU polyalcohol, wat verkregen wordt uit propyleenoxide. |
| Polyurethaan | Staat voor een belangrijke groep van producten binnen de grote familie van de polymeren of plastics. Polyurethaan is een verzamelnaam voor een ruim gamma van schuimvariëteiten. |
| PU of PUR | Afkorting van polyurethaan. |
| REACH | Is een systeem voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen dat in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden. Deze regelgeving is vanaf 1 juni 2007 van kracht geworden. |
| Stabilisator | Zorgt bij het reactieproces voor de homegene opbouw en de stabilisatie van het cellulair netwerk tot en met het volledig oprijzen van het schuim. |
| TDI | Tolueen difenyl diisocyanaat |
8
10
| Netto immateriële vaste activa + goodwill + materiële vaste activa + werkkapitaal. | |
|---|---|
| Aangewend kapitaal | Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het |
| einde van afgelopen periode] / 2. | |
| Voor halfjaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de | |
| Aangewend kapitaal, | periode. |
| Gemiddelde | Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het |
| einde van afgelopen periode] / 2. | |
| Voor het volledige jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden. | |
| Beurskapitalisatie | Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen. |
| CGU | Staat voor Cash Generating Unit of kasstroom genererende eenheid. |
| Dochterondernemingen | Entiteiten waarover Recticel de zeggenschap heeft en die integraal worden geconsolideerd. |
| EBIT | Bedrijfsresultaat + winst of verlies uit deelnemingen. |
| EBITDA | EBIT + afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen/-vermeerderingen op activa |
| Eigen vermogen | Eigen vermogen, inclusief minderheidsbelangen. |
| Geassocieerde | Entiteiten waarin Recticel een invloed van betekenis heeft en die verwerkt worden volgens de |
| deelnemingen | equity-methode. |
| Gecombineerde cijfers | Bedragen inclusief het pro-rata aandeel van Recticel in joint ventures, na eliminatie van |
| intercompany transacties, verwerkt volgens de proportionele consolidatiemethode | |
| Geconsolideerde cijfers | Bedragen volgens de toepassing van IFRS 11, waarbij de Recticel joint ventures verwerkt worden |
| volgens de 'equity' methode | |
| Investeringen | Gekapitaliseerde investeringen in immateriële en materiële activa. |
| Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en die proportioneel | |
| Joint ventures | geconsolideerd worden. Ingevolge de vervroegde toepassing van IFRS 1 sinds 2013, worden deze |
| deelnemingen geconsolideerd volgens de 'equity' methode | |
| Leverage | Netto financiële schuld/EBITDA |
| Rentedragende financiële schulden op meer dan één jaar + rentedragende financiële schulden | |
| Netto financiële schuld | op ten hoogste één jaar – kasmiddelen en kasequivalenten - activa beschikbaar voor verkoop + |
| marktwaarde nettopositie indekkingsderivaten. | |
| omvatten het bedrijfsresultaat, uitgaven of voorzieningen die verband houden met herstructureringsprogramma's (ontslagvergoedingen, sluitings- en opruimkosten, verhuiskosten), |
|
| reorganisatie lasten en resterende huurverplichtingen na stopzetting van activiteiten, bijzondere | |
| waardeverminderingen op activa ((im)materiële activa en goodwill), waarderingsmeerwaarden | |
| of –minwaarden op vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding van niet-operationeel | |
| Niet-recurrente elementen | vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding (of liquidatie) van investeringen in |
| geassocieerde & verbonden deelnemingen, meer- of minwaarden op desinvesteringen en op | |
| de liquidatie van verbonden ondernemingen, winsten of verliezen op stopgezette operaties en | |
| baten of lasten als gevolg van belangrijke juridische geschillen (bvb 'non-compliance' zaken/ | |
| gebeurtenissen inzake (inter)nationale wetgeving). | |
| Recurrente EBIT(DA) of REBIT(DA) |
EBIT(DA) voor niet-recurrente elementen. |
| Return on Capital Employed | EBIT / gemiddelde aangewend kapitaal. |
| ROCE | Staat voor Return on Capital Employed. |
| Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld eigen vermogen over de | |
| Return on Equity (ROE) | periode (aandeel van de Groep) |
| Schuldgraadratio | Netto financiële schuld / Eigen Vermogen (aandeel van derden inbegrepen) |
| Werkkapitaal | Voorraden + handelsvorderingen + overige vorderingen + terug te vorderen belastingen - |
| handelsverplichtingen - te betalen belastingen - overige verplichtingen. | |
| Winst per aandeel, basis | Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld aantal uitstaande aandelen |
| over de periode. | |
| Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / [Gemiddeld aantal uitstaande aandelen | |
| Winst per aandeel, | over de periode – eigen aandelen + (aantal mogelijke nieuwe aandelen die uitgegeven moeten |
| verwaterd | worden in het kader van de bestaande uitstaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect |
| van de aandelenoptieplannen)]. |
| Geconsolideerde financiële staten a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 84 | ||
|---|---|---|
| I.1. | Geconsolideerde winst- en verliesrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 84 | |
| I.2. | Resultaat per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 84 | |
| I.3. | Geconsolideerd totaal resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �85 | |
| I.4. | Geconsolideerde balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 86 | |
| I.5. | Geconsolideerde kasstroomoverzicht� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 87 | |
| I.6. | Mutatieoverzicht van het eigen vermogen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 89 |
| die eindigt op 31 december 2015 a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �90 | |||
|---|---|---|---|
| II.1. | Samenvatting van de waarderingsregels� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 90 | ||
| II.1.1. | Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling | ||
| van de financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 90 | |||
| II.1.2. | Algemene principes� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 91 | ||
| II.1.3. | Balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 94 | ||
| II.1.4. | Opbrengsten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �101 | ||
| II.1.5. | Kritische boekhoudkundige beoordelingen en belangrijkste | ||
| bronnen van onzekerheid � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 102 | |||
| II.2. | Wijzigingen in de consolidatiekring� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 107 | ||
| II.3. | Bedrijfs- en geografische segmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �108 | ||
| II.3.1. | Bedrijfssegmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �108 | ||
| II.3.2. | Geografische informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �114 | ||
| II.4. | Winst- en verliesrekening � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �114 | ||
| II.4.1. | Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �114 | ||
| II.4.2. | Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 115 | ||
| II.4.3. | Bedrijfsresultaat (EBIT)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 117 | ||
| II.4.4. | Financieel resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �118 | ||
| II.4.5. | Belastingen op het resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �118 | ||
| II.4.6. | Dividenden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 122 | ||
| II.4.7. | Gewone winst per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 122 | ||
| II.4.8. | Verwaterde winst per aandeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 123 | ||
| II.5. | Balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 124 | ||
| II.5.1. | Immateriële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 124 | ||
| II.5.2. | Goodwill� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 126 | ||
| II.5.3. | Materiële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �127 | ||
| II.5.4. | Activa onder financiële lease� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 129 | ||
| II.5.5. | Vastgoedbeleggingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 129 | ||
| II.5.6. | Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 130 | ||
| II.5.7. | Belangen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 135 | ||
| II.5.8. | Vorderingen op meer dan één jaar � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �137 | ||
| II.5.9. | Voorraden � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 138 | ||
| II.5.11. | Handelsvorderingen en overage vorderingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 139 | ||
|---|---|---|---|
| II.5.12. | Geldmiddelen en kasequivalenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 142 | ||
| II.5.13. | Activa bestemd voor verkoop� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 142 | ||
| II.5.14. | Aandelenkapitaal � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 142 | ||
| II.5.15. | Uitgiftepremie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 142 | ||
| II.5.16. | Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 143 | ||
| II.5.17. | Voorzieningen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �148 | ||
| II.5.18. | Financiële verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �149 | ||
| II.5.19. | Overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152 | ||
| II.5.20. | Financiële leaseverplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152 | ||
| II.5.21. | Financiële instrumenten en financiële risico's� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152 | ||
| II.5.22. | Handels- en overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 161 | ||
| II.5.23. | Bedrijfscombinaties en overdrachten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 161 | ||
| II.5.24. | Kapitaalstructuur� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 161 | ||
| II.6. | |||
| II.6.1. | Operationele lease-overeenkomsten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162 | ||
| II.6.2. | Andere niet in de balans opgenomen elementen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162 | ||
| II.6.3. | Op aandelen gebaseerde betalingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162 | ||
| II.6.4. | Gebeurtenissen na balansdatum� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164 | ||
| II.6.5. | Transacties met verbonden partijen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164 | ||
| II.6.6. | Vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur en het Managementcomité� � � � � � � � � � � � � � � � � � 165 | ||
| II.6.7. | Wisselkoersen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �166 | ||
| II.6.8. | Personeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 167 | ||
| II.6.9. | Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 167 | ||
| II.6.10. | Voorwaardelijke activa en verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 167 | ||
| VIII. Risicofactoren en risicobeheer a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �179 | |||
| Diversen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162 Recticel nv - algemene informatie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �170 Recticel nv - enkelvoudige financiële staten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �171 Verklaring door verantwoordelijken a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �173 Verslag van de commissaris over de geconsolideerde financiële staten die eindigen op 31 december 2015 a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174 Vergelijkend overzicht van de geconsolideerde financiële staten (2006-2015)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � �176 |
De geconsolideerde financiële staten zijn door de Raad van Bestuur goedgekeurd voor publicatie op 25 februari 2016.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 2015 | 2014 |
| Bedrijfsopbrengsten | II.3. | 1 033 762 | 983 367 |
| Distributiekosten | (58 039) | (54 135) | |
| Kostprijs van de omzet | (781 282) | (757 025) | |
| Brutowinst | 194 441 | 172 207 | |
| Algemene en administratieve kosten | (76 723) | (72 299) | |
| Verkoop- en marketingkosten | II.4.1. | (77 123) | (73 257) |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | (12 537) | (13 277) | |
| Bijzondere waardeverminderingen | (983) | (688) | |
| Overige bedrijfsopbrengsten (1) | 8 869 | 11 653 | |
| Overige bedrijfsuitgaven (2) | (19 583) | (24 520) | |
| Totaal overige operationele bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) (1)+(2) | II.4.2. | (10 714) | (12 867) |
| Winst of verlies uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen | II.5.7. | 6 874 | 8 964 |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | II.4.3. | 23 235 | 8 783 |
| Renteopbrengsten | 791 | 608 | |
| Rentelasten | (10 345) | (10 639) | |
| Andere financiële opbrengsten | 8 418 | 8 473 | |
| Andere financiële lasten | (11 386) | (11 272) | |
| Financieel resultaat | II.4.4. | (12 522) | (12 830) |
| Winst of verlies van de periode voor belastingen | 10 713 | (4 047) | |
| Courante belastingen op het resultaat | II.4.5. | (2 402) | (2 675) |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | (3 768) | (3 027) |
| Winst of verlies van de periode na belastingen | 4 543 | (9 749) | |
| waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| waarvan toerekenbaar aan de Groep | 4 543 | (9 749) |
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst- en verliesrekening.
| in EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 2015 | 2014 |
| Gewone winst (verlies) per aandeel | II.4.7. | 0,10 | (0,34) |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel | II.4.8. | 0,10 | (0,34) |
| Groep Recticel 2015 2014 Winst of verlies voor de periode na belastingen 4 543 (9 749) Overig totaal resultaat Componenten die later niet zullen erkend worden in de resultatenrekening Actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen 5 800 (10 323) Uitgestelde belastingen op actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen (1 090) 429 Omrekeningsverschillen (461) (368) Totaal 4 249 (10 262) Componenten die later mogelijks kunnen erkend worden in de resultatenrekening Indekkingsreserves 1 624 (298) Netto (verlies)/winst op deelnemingen beschikbaar voor verkoop 0 (32) Omrekeningsverschillen 4 058 2 036 Reserveverschil voor wisselkoersverschillen erkend via de winst- en verliesrekening (719) (137) Uitgestelde belastingen op reserves voor rente-indekkingen (553) 79 Totaal 4 410 1 648 Overig totaal resultaat (netto) voor de periode 8 659 (8 614) Totaal resultaat voor de periode 13 202 (18 363) Totaal resultaat voor de periode 13 202 (18 363) waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 waarvan toerekenbaar aan de Groep 13 202 (18 363) |
in duizend EUR | |
|---|---|---|
Voor meer details inzake het totaal resultaat uit Belangen in joint ventures en geassocieerde vennootschappen, zie II.5.7.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Immateriële activa | II.5.1. | 13 411 | 12 384 |
| Goodwill | II.5.2. | 25 888 | 24 949 |
| Materiële vaste activa | II.5.3.& II.5.4. | 209 681 | 202 733 |
| Vastgoedbeleggingen | II.5.5. | 3 331 | 3 306 |
| Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen | II.5.7. | 73 196 | 73 644 |
| Andere financiële activa | 30 | 160 | |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 1 015 | 771 | |
| Langlopende vorderingen | II.5.8. | 13 595 | 13 373 |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | 43 272 | 46 834 |
| Vaste activa | 383 419 | 378 154 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | II.5.9. & II.5.10. | 93 169 | 96 634 |
| Handelsvorderingen | II.5.11. | 83 407 | 78 109 |
| Overige vorderingen | II.5.11. | 55 327 | 49 597 |
| Terug te vorderen belastingen | II.4.5. | 2 061 | 504 |
| Overige beleggingen | 91 | 75 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | II.5.12. | 55 967 | 26 163 |
| Activa bestemd voor verkoop | II.5.13. | 3 209 | 8 569 |
| Vlottende activa | 293 231 | 259 651 | |
| Totaal activa | 676 650 | 637 805 |
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Kapitaal | II.5.14. | 134 329 | 74 161 |
| Uitgiftepremies | II.5.15. | 125 688 | 108 568 |
| Uitgegeven kapitaal | 260 017 | 182 729 | |
| Eigen aandelen | (1 450) | (1 735) | |
| Reserves | 2 582 | 1 768 | |
| Indekkings- en omrekeningsverschillen | (12 189) | (16 599) | |
| Eigen vermogen - aandeel van de Groep | 248 960 | 166 163 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| Totaal eigen vermogen | 248 960 | 166 163 | |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | II.5.16. | 49 581 | 54 548 |
| Voorzieningen | II.5.17. | 11 505 | 7 301 |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | 9 505 | 8 907 |
| Obligaties en schuldpapier | II.5.18. | 26 631 | 26 037 |
| Financiële leaseverplichtingen | II.5.18 & II.5.20. | 11 867 | 15 057 |
| Kredietinstellingen | II.5.18. | 0 | 99 240 |
| Overige leningen | 1 865 | 1 801 | |
| Rentedragende financiële verplichtingen | II.5.18. | 40 363 | 142 135 |
| Overige verplichtingen | II.5.19. | 226 | 6 810 |
| Langlopende verplichtingen | 111 180 | 219 701 | |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | II.5.16. | 2 370 | 2 205 |
| Voorzieningen | II.5.17. | 4 566 | 4 687 |
| Obligaties en schuldpapier | 0 | 0 | |
| Overige leningen | 114 675 | 52 798 | |
| Rentedragende financiële verplichtingen | II.5.18. | 114 675 | 52 798 |
| Handelsverplichtingen | II.5.22. | 94 276 | 96 373 |
| Belastingen | II.4.5. | 2 463 | 414 |
| Overige verplichtingen | II.5.22. | 98 160 | 95 464 |
| Kortlopende verplichtingen | 316 510 | 251 941 | |
| Totaal passiva | 676 650 | 637 805 |
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 2015 | 2014 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | II.4.3. | 23 235 | 8 783 |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | II.5.1. | 2 530 | 2 490 |
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | II.5.3. | 24 990 | 23 740 |
| Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten | II.4.3. | 1 136 | 1 092 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 55 | 5 | |
| Waardeverminderingen op materiële vaste activa | II.5.3. | 928 | 683 |
| Afboekingen activa | 1 555 | 1 948 | |
| Wijziging in de voorzieningen | 2 817 | (3 718) | |
| (Winst) / Verlies op de vervreemding van activa | (1 939) | (489) | |
| Opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen | (6 873) | (8 962) | |
| BRUTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN VOOR WIJZIGINGEN IN HET WERKKAPITAAL | 48 433 | 25 571 | |
| Voorraden | 5 207 | (2 090) | |
| Handelsvorderingen | (2 078) | (15 590) | |
| Overige vorderingen | (3 831) | (2 760) | |
| Handelsverplichtingen | (10 977) | 19 444 | |
| Overige verplichtingen 1 | 627 | (19 385) | |
| Wijzigingen in het werkkapitaal | (11 051) | (20 381) | |
| Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen 1 | (6 626) | 13 334 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | (1 865) | (1 926) | |
| NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (a) | 28 891 | 16 598 | |
| Ontvangen rente-opbrengsten | 587 | 407 | |
| Ontvangen dividenden | 13 764 | 256 | |
| Investeringen in financiële vaste activa en onderschrijven van kapitaalverhogingen | 0 | 0 | |
| (Toename) / Afname van verplichtingen en vorderingen | (2 415) | (1 118) | |
| Investeringen in immateriële activa | II.5.1. | (3 872) | (3 422) |
| Investeringen in materiële vaste activa | II.5.3. | (29 967) | (28 984) |
| Acquisitie van dochterondernemingen | 0 | 0 | |
| Inkoop eigen aandelen | 0 | 0 | |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen | (5 100) | (255) | |
| Opbrengsten uit vervreemding van immateriële activa | II.5.1. | 116 | 391 |
| Opbrengsten uit vervreemding van materiële vaste activa | II.5.3. | 4 010 | 844 |
| Opbrengsten uit vervreemding van joint ventures | 8 934 | 0 | |
| Opbrengsten uit vervreemding geassocieerde deelnemingen | 0 | 182 | |
| (Toename) / Afname van activa beschikbaar voor verkoop | (16) | (16) | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (b) | (13 958) | (31 714) | |
| Betaalde rentelasten (1) | (9 777) | (9 869) | |
| Uitgekeerde dividenden | (5 893) | (5 797) | |
| Toename (Afname) kapitaal | 74 216 | 3 319 | |
| Toename van financiële verplichtingen | 0 | 27 260 | |
| (Afname) van financiële verplichtingen | (41 956) | 0 | |
| NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGS-ACTIVITEITEN (c) | 16 590 | 14 914 | |
| Effect van wisselkoerswijzigingen (d) | (1 719) | 129 | |
| Effect van wijziging van de consolidatiekring en reserves voor omrekeningsverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
0 | 0 | |
| WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (a)+(b)+(c)+(d)+(e) | 29 804 | (74) | |
| Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode | 26 163 | 26 237 | |
| Netto kaspositie aan het einde van de verslagperiode | 55 967 | 26 163 | |
| WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 29 804 | (74) | |
| NETTO VRIJE KASSTROOM (a)+(b)+(1) | 5 156 | (24 985) |
Wat de investerings-/vervreemdingsactiviteiten betreft, werden enkel de kasbetalingen en -ontvangsten gerapporteerd, zoals voorgeschreven onder IAS 7.
1 Overige (kortlopende) verplichtingen kenden een positief verschil per 31 december 2015 ten gevolge van de transfer van' Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen' . Dit verschil komt hoofdzakelijk overeen met de laatste schijf (EUR 6,9 miljoen) van de EC-boete die betaaldbaar is in april 2016. *
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit kasstroomoverzicht.
werkkapitaal steeg fors van EUR 25,6 miljoen tot EUR 48,4 miljoen, of +89,4% in vergelijking met 2014. Het verschil is hoofdzakelijk het resultaat van:
De netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten ging er met EUR +12,3 miljoen op vooruit tot EUR +28,9 miljoen, of +74,1% in vergelijking met 2014; dit in lijn met de fors hogere bruto operationele kasstroom (EUR +22,9 miljoen). Hogere behoeften aan werkkapitaal (EUR -11,1 miljoen) zijn het gevolg van de hogere activiteitsgraad.
De voornaamste werkkapitaalelementen die deze variantie beïnvloedden zijn:
EUR -14,0 miljoen versus EUR -31,7 miljoen in 2014. De netto betalingen voor investeringen in materiële vaste activa (EUR -30,0 miljoen waren in lijn met vorig jaar (EUR -29,0 miljoen). EUR +4,0 miljoen werd gegenereerd door de verkoop van materiële vaste activa; en EUR +8,9 miljoen werd gegenereerd door de verkoop van het 50% belang in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) in februari 2015. In 2015 investeerde de Groep ook EUR -5,1 miljoen in geassocieerde vennootschappen (i.e. in Proseat) en ontving het EUR +13,8 miljoen dividenden van joint ventures en geassocieerde vennootschappen.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedroeg EUR
+16,6 miljoen versus EUR +14,9 miljoen in 2014. Betaalde rentelasten daalden licht (EUR -9,8 miljoen versus EUR –9,9 miljoen in 2014). Het maatschappelijk kapitaal steeg met EUR 74,2 miljoen ten gevolge van de kapitaalverhoging van mei 2015 en de uitoefening van warrants. Dit leidde tot een daling van de bruto financiële schuld met een netto bedrag van EUR 42,0 miljoen en een stijging van het niveau van de rubriek 'Geldmiddelen en kasequivalenten' met EUR +29,8 miljoen.
De netto vrije kasstroom, dat (i) de netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (EUR +28,9 miljoen), (ii) de netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (EUR -14,0 miljoen) en (iii) de betaalde rentelasten (EUR -9,8 miljoen) omvat, bedraagt EUR +5,2 miljoen, in vergelijking met EUR -25,0 miljoen in 2014.
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
EIGEN AANDELEN |
ACTUARIELE WINSTEN EN VERLIEZEN (IAS 19R) |
IFRS 2 OVERIGE KAPITAAL RESERVES |
RESERVES | OMREKENINGS VERSCHILLEN |
INDEK KINGS RESERVES |
EIGEN VERMOGEN, VOOR MINDERHEIDS BELANGEN |
MINDER HEIDS BELANGEN |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN, MINDERHEIDS BELANGEN INBEGREPEN |
| Per eind van de vorige verslagperiode (31 december 2014) |
74 161 108 568 | (1 735) | (19 797) | 2 982 | 18 583 | (10 044) | (6 555) | 166 163 | 0 | 166 163 | |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (5 928) | 0 | 0 | (5 928) | 0 | (5 928) |
| Stock opties (IFRS 2) | 0 | 0 | 0 | 0 | 165 | 0 | 0 | 0 | 165 | 0 | 165 |
| Kapitaalbewegingen (1) | 60 168 | 17 120 | 285 | 0 | 0 | (3 356) | 0 | 0 | 74 217 | 0 | 74 217 |
| Belastingen op het resultaat met betrekking tot componenten van de bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 141 | 0 | 0 | 1 141 | 0 | 1 141 |
| Bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij |
60 168 | 17 120 | 285 | 0 | 165 | (8 143) | 0 | 0 | 69 595 | 0 | 69 595 |
| Winst en verlies van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 543 | 0 | 0 | 4 543 | 0 | 4 543 |
| Overige totaal inkomsten | 0 | 0 | 0 | 4 326 | 0 | (77) | 4 058 | 352 | 8 659 | 0 | 8 659 |
| Per einde van de verslagperiode (31 december 2015) |
134 329 125 688 | (1 450) | (15 471) | 3 147 | 14 906 | (5 986) | (6 203) | 248 960 | 0 | 248 960 |
(1) zie toelichtingen II.5.14. en II.5.15.
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
EIGEN AANDELEN |
ACTUARIELE WINSTEN EN VERLIEZEN (IAS 19R) |
IFRS 2 OVERIGE KAPITAAL RESERVES |
RESERVES | OMREKENINGS VERSCHILLEN |
INDEK KINGS RESERVES |
EIGEN VERMOGEN, VOOR MINDERHEIDS BELANGEN |
MINDER HEIDS BELANGEN |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN, MINDERHEIDS BELANGEN INBEGREPEN |
| Per einde van de vorige verslagperiode (31 december 2013) |
72 368 107 042 | (1 735) | (9 535) | 2 811 | 34 087 | (12 080) | (6 199) | 186 760 | 0 | 186 760 | |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (5 724) | 0 | 0 | (5 724) | 0 | (5 724) |
| Stock opties (IFRS 2) | 0 | 0 | 0 | 0 | 171 | 0 | 0 | 0 | 171 | 0 | 171 |
| Kapitaalsbewegingen | 1 793 | 1 526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 319 | 0 | 3 319 |
| Bewegingen toerekenbaar aan eigenaars van de moedermaatschappij |
1 793 | 1 526 | 0 | 0 | 171 | (5 724) | 0 | 0 | (2 234) | 0 | (2 234) |
| Winst en verlies van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (9 749) | 0 | 0 | (9 749) | 0 | (9 749) |
| Overige totaal inkomsten | 0 | 0 | 0 | (10 262) | 0 | (32) | 2 036 | (356) | (8 614) | 0 | (8 614) |
| Per einde van de vorige verslagperiode (31 december 2014) |
74 161 108 568 | (1 735) | (19 797) | 2 982 | 18 583 | (10 044) | (6 555) | 166 163 | 0 | 166 163 |
Recticel NV (de "Vennootschap") is een naamloze onderneming gedomicilieerd in België. De geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap bevat de financiële staten van de Vennootschap, haar dochterondernemingen, haar belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en in geassocieerde deelnemingen, beiden waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (samen "de Groep" genoemd).
De geconsolideerde financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie.
Voor het lopende jaar heeft de Groep alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties uitgevaardigd door de International Accounting Standards Board (IASB) en het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) van de IASB aangenomen die relevant zijn voor haar activiteiten en die effectief waren voor de verslagperiode met aanvang 01 januari 2015; en die goedgekeurd waren door de Europese Unie.
Standaarden en Interpretaties die van toepassing zijn voor de periode beginnend op 1 januari 2015:
Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2015:
90 RECTICEL
JAARVERSLAG 2015
De financiële staten zijn opgesteld in euro (EUR), afgerond op het dichtste duizendtal (tenzij anders vermeld). De euro is de valuta van de primaire economische omgeving waarin de Groep actief is. De financiële staten van de buitenlandse deelnemingen worden omgerekend in overeenstemming met de principes, beschreven in de paragraaf 'Vreemde valuta'.
De financiële staten zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs, tenzij hieronder anders wordt toegelicht in de waarderingsregels. Investeringen in eigenvermogensinstrumenten die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan bepaald worden aan de hand van alternatieve waarderingsmethodes, worden gewaardeerd tegen kostprijs.
Verrichtingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de wisselkoers die op de datum van de verrichting van toepassing is. Op elke balansdatum worden monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta zijn uitgedrukt, omgerekend aan de slotkoers. De niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen hun reële waarde in een vreemde munt zijn opgenomen, worden omgerekend aan de wisselkoers die van toepassing was op het ogenblik dat hun reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen die voortvloeien uit dergelijke omrekeningen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer ze echter uitgesteld worden, worden ze opgenomen in het eigen vermogen.
Met het oog op de voorstelling van de geconsolideerde financiële staten, worden activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep omgerekend aan de slotkoers. Baten en lasten worden omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers over de periode, tenzij de wisselkoersen erg schommelen. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in het overige totaal resultaat en toegevoegd in het eigen vermogen (toegewezen aan minderheidsbelangen indien van toepassing). Bij het afstoten van een buitenlandse activiteit (in het bijzonder bij het afstoten van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of het afstoten waarbij er een verlies van controle ontstaat over een dochteronderneming dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van controle over een joint venture vennootschap dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van een significante invloed over een geassocieerde onderneming dat een buitenlandse activiteit bevat) wordt het cumulatieve bedrag van de wisselkoersverschillen, dat was opgenomen in het eigen vermogen, in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Daarnaast zal, in relatie met het gedeeltelijk afstoten van een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van controle van de Groep over deze vennootschap, het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen worden aan de minderheidsbelangen en niet opgenomen worden in de resultatenrekeningen. Voor alle overige partiële vervreemdingen (in het bijzonder gedeeltelijke vervreemding van geassocieerde vennootschappen en gezamenlijk gecontroleerde vennootschappen waarbij de Groep geen significante invloed of gemeenschappelijke controle verliest) zal het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassificeerd worden in de resultatenrekeningen.
Goodwill en aanpassingen aan de reële waarde die ontstaan bij het verwerven van een buitenlandse entiteit, worden behandeld als activa en passiva van de buitenlandse entiteit en omgerekend aan de slotkoers.
De geconsolideerde financiële staten omvatten de dochterondernemingen en de belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en de geassocieerde deelnemingen die geconsolideerd worden volgens de vermogensmutatiemethode.
De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden.
Alle saldi en transacties, baten en lasten binnen de Groep worden geëlimineerd in de consolidatie.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de Vennootschap direct of indirect de zeggenschap uitoefent. Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. De consolidatie van dochterondernemingen vangt aan op de datum waarop Recticel de zeggenschap over die entiteiten verkrijgt en stopt wanneer ze de zeggenschap verliest.
Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van de controle, worden als eigen vermogenstransacties geboekt. De boekwaarde van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om deze wijzigingen in de relatieve belangen in een dochteronderneming weer te geven. Elke afwijking tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de uitgevoerde of ontvangen betaling wordt onmiddellijk erkend in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep echter de controle over een dochteronderneming verliest, dan wordt de winst of het verlies van de verkoop berekend als het verschil tussen (i) de totale reële waarde van de ontvangen betaling en de reële waarde van het overblijvende belang, en (ii) de vroegere boekwaarde van de activa (inclusief goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en alle minderheidsbelangen. Bedragen die voordien, voor deze dochterondernemingen, erkend werden in het totaal resultaat worden op dezelfde manier verwerkt (t.t.z. herklassificatie van winst of verlies of rechtstreeks getransfereerd naar de overgedragen resultaten) als zou vereist zijn indien de relevante activa en passiva zouden zijn afgestoten. De reële waarde, op datum van het verlies van de controle, van elke weerhouden investering in de vroegere dochteronderneming, wordt gezien als de reële waarde op het moment van de eerste erkenning onder IAS 39 Financiële instrumenten: Erkenning en Waardebepaling of, indien van toepassing, de kost van de initiële erkenning van een investering in een geassocieerde of gezamenlijk gecontroleerde entiteit.
IFRS 11 vervangt IAS 31 "Belangen in Joint Ventures" en de richtsnoeren uit een gerelateerde interpretatie, SIC-13 "Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend – Niet-monetaire bijdragen door door deelnemers in een joint venture", zijn opgenomen in IAS 28 (zoals herzien in 2011). In IFRS 11 wordt beschreven hoe een gezamenlijke overeenkomst waarover twee of meer partijen de zeggenschap hebben, moet worden geclassificeerd en administratief moet worden vastgelegd. Overeenkomstig IFRS 11 zijn er slechts twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint operations (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten) en joint ventures (gezamenlijke ondernemingen). Bij de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten wordt onder IFRS 11 uitgegaan van de rechten en verplichtingen van de entiteiten die partij zijn bij een gezamenlijke overeenkomst, en wordt er rekening gehouden met de structuur, de rechtsvorm van de overeenkomst, de contractuele voorwaarden zoals overeengekomen door de entiteiten die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, met andere feiten en omstandigheden. Een joint operation is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (oftewel: de gezamenlijke exploitanten), rechten hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de overeenkomst. Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (oftewel: de gezamenlijke ondernemingen), rechten hebben op de nettoactiva van de overeenkomst. Voorheen was er onder IAS 31 sprake van drie typen gezamenlijke overeenkomsten: entiteiten onder gezamenlijke zeggenschap, bedrijfsactiviteiten onder gezamenlijke zeggenschap en activa onder gezamenlijke zeggenschap. Voor de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten werd onder IAS 31 in de eerste plaats uitgegaan van de rechtsvorm van de
overeenkomst (bv.: een gezamenlijke overeenkomst die middels een aparte entiteit werd gesloten, werd als een entiteit onder gezamenlijke zeggenschap beschouwd).
Het opzetten en bijhouden van de boekhouding van joint ventures verschilt van die van joint operations. Bij de boekhouding van beleggingen in joint ventures wordt gebruik gemaakt van de vermogensmutatiemethode (proportionele consolidatie is niet langer toegestaan). De boekhouding van beleggingen in joint operations gebeurt als volgt: iedere exploitant in de overeenkomst neemt zijn eigen activa (inclusief zijn aandeel in activa die in gezamenlijk bezit zijn), passiva (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen passiva), opbrengsten (inclusief zijn aandeel in opbrengsten uit de verkoop van de output van de joint operation) en uitgaven (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen uitgaven) op. Iedere exploitant in de overeenkomst houdt de activa en passiva bij, alsook de opbrengsten en uitgaven met betrekking tot zijn belang in de joint operation overeenkomstig de toepasselijke normen.
De bestuurders van de Groep voerden een herziening en beoordeling uit van de classificatie van de beleggingen in gezamenlijke overeenkomsten van de Groep, conform de vereisten van IFRS 11. De bestuurders kwamen tot de conclusie dat de beleggingen van de Groep in Eurofoam, in Proseat en in Kingspan Tarec Industrial Insulation, die overeenkomstig IAS 31 als entiteit onder gezamenlijke zeggenschap werden geclassificeerd en volgens de proportionele consolidatiemethode werden verwerkt, overeenkomstig IFRS 11 als joint venture moeten worden geclassificeerd en middels de vermogensmutatiemethode moeten worden verwerkt.
De resultaten en de activa en passiva van joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn in deze geconsolideerde financiële staten verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de investering geclassificeerd is als aangehouden voor verkoop. In dat geval wordt de investering verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 "Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten". In overeenstemming met de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture en geassocieerde deelneming aanvankelijk in de geconsolideerde financiële staten van de financiële positie opgenomen tegen kostprijs en later aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies en het overige totaal resultaat ('comprehensive income') van de joint venture en geassocieerde deelneming weer te geven. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies van een joint venture en geassocieerde deelneming het belang van de Groep in die joint venture en geassocieerde deelneming overstijgt (met inbegrip van eventuele langetermijnbelangen die, in hoofdzaak, deel uitmaken van de netto kapitaalsinvesteringen van de Groep in de joint venture en geassocieerde deelneming) beëindigt de Groep de opname van zijn aandeel in de toekomstige verliezen.
Bijkomende verliezen worden alleen gewaardeerd voor zover de Groep juridische of feitelijke verplichtingen heeft opgelopen of betalingen heeft uitgevoerd in naam van de joint venture en geassocieerde deelneming.
Elk positief verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van een joint venture en geassocieerde deelneming, gewaardeerd op de overnamedatum, wordt gewaardeerd als goodwill, die wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering. Elk positief verschil tussen het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en de aankoopprijs, na herwaardering, wordt direct in de winst- en verliesrekening gewaardeerd.
De vereisten van IAS 39 worden toegepast om te bepalen of het noodzakelijk is om bijzondere
waardeverminderingsverliezen op te nemen met betrekking tot de investering van de Groep in een joint venture en geassocieerde deelneming. Indien nodig wordt de totale boekwaarde van de investering (inclusief goodwill) getoetst op bijzondere waardevermindering overeenkomstig IAS 36 "Bijzondere waardevermindering van activa" als een individueel actief door de realiseerbare waarde ervan (de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten) te vergelijken met de boekwaarde. Alle opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen maken deel uit van de boekwaarde van de investering. Alle terugnemingen van bijzondere waardeverminderingsverliezen worden gewaardeerd overeenkomstig IAS 36 voor zover de realiseerbare waarde van de investering vervolgens stijgt.
Bij afstoting van een joint venture en geassocieerde deelneming waardoor de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest, worden alle overblijvende investeringen gewaardeerd tegen hun reële waarde op die datum en wordt de reële waarde beschouwd als de reële waarde bij de initiële waardering als financieel actief in overeenstemming met IAS 39. Het verschil tussen de eerdere boekwaarde van de joint venture en geassocieerde deelneming die toewijsbaar is aan het overblijvende belang en zijn reële waarde is opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij de afstoting van de joint venture en geassocieerde deelneming. Daarnaast boekt de Groep alle eerder gewaardeerde bedragen in het overige totaal resultaat ('comprehensive income') met betrekking tot die joint venture en geassocieerde deelneming op dezelfde basis als zou zijn vereist wanneer die joint venture en geassocieerde deelneming de betreffende activa en verplichtingen meteen zou hebben afgestoten.
Daartoe zal de Groep, wanneer winst of verlies die eerder werden gewaardeerd als overige totaal resultaat ('comprehensive income') door die joint venture en geassocieerde deelneming zouden worden geherclassificeerd als winst of verlies bij de afstoting van de betreffende activa of verplichtingen, de winst of het verlies herclassificeren vanuit het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening (aanpassing van de herclassificatie) wanneer de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest.
Overnames van activiteiten worden geboekt volgens de acquisitiemethode. De prijs voor elke overname wordt bepaald als de som van de reële waarden (op datum van de betaling) van de overhandigde activa, de overgenomen of vermoede verplichtingen, en de eigen vermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep in ruil voor de controle over de overgenomen partij. Kosten in verband met de overname worden in de resultatenrekeningen opgenomen.
Wanneer Recticel een entiteit of bedrijfsactiviteit overneemt, worden de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen partij op datum van de aanschaf opgenomen aan hun reële waarde; behalve voor:
Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname. Wanneer dit verschil negatief is, wordt het surplus, na een herbeoordeling van de reële waarden, onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen als een winst uit een koopje.
10
Minderheidsbelangen die huidige eigendomsbelangen zijn en die de houders een proportioneel recht in de netto activa van de entiteit geeft in geval van liquidatie, mogen initieel bepaald worden aan hun reële waarde of aan het proportioneel deel van de erkende bedragen van de geïdentificeerde netto activa van de overgenomen partij. De bepalingskeuze hangt van transactie tot transactie.
Indien Recticel zijn belang verhoogt in een deelneming waarin het nog niet de controle had (in principe verhoging van het deelnemingspercentage kleiner of gelijk aan 50% tot 51% en meer) (bedrijfscombinaties uitgevoerd in verschillende fases), dan wordt het door de Groep aangehouden belang in de overgenomen partij geherwaardeerd aan de reële waarde op datum van de overname (t.t.z. datum waarop de Groep de controle verwerft), en de hieruit resulteerde winst of verlies, indien van toepassing, wordt herkend in de resultatenrekening.
Indien de initiële boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties onvolledig is op het einde van de rapporteringsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden, dan zal de Groep voorzieningen aanleggen voor deze elementen die nog onvolledig zijn. Deze voorzieningen worden aangepast tijdens de bepalingsperiode (maximum één jaar na de aanschaffingsdatum), of bijkomende activa of verplichtingen zullen worden erkend, opdat zodoende alle nieuw verkregen informatie inzake de bestaande feiten en omstandigheden op datum van de overname; indien gekend; de bedragen zodanig zouden bijstellen als zouden deze gekend zijn geweest op die datum.
Immateriële activa met bepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Afschrijvingen worden gewaardeerd op lineaire basis over de geschatte gebruiksduur. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden aan het eind van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij de gevolgen van eventuele wijzigingen in de schattingen prospectief worden gewaardeerd. Immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs min de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden gewaardeerd als een uitgave in de periode waarin ze zijn gebeurd.
Een intern gegenereerd immaterieel actief dat afkomstig is uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) wordt alleen, en alleen dan gewaardeerd als alle hiernavolgende voorwaarden aanwezig zijn:
Het initieel gewaardeerde bedrag voor intern gegenereerde immateriële activa is de som van de opgelopen uitgaven vanaf de datum waarop het immateriële actief voor het eerst voldoet aan de hierboven vermelde waarderingscriteria. Wanneer er geen intern gegenereerd immaterieel actief kan worden gewaardeerd, worden de uitgaven voor ontwikkeling opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment dat ze zich voordoen.
Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie en die afzonderlijk van de goodwill worden gewaardeerd, worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum (die wordt beschouwd als de kostprijs).
Na de eerste opname in de balans worden immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie gewaardeerd tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde basis als immateriële activa die afzonderlijk zijn verworven.
Een immaterieel actief wordt afgeboekt bij de verkoop, of wanneer er uit het gebruik of de verkoop geen toekomstige economische voordelen worden verwacht. Winst of verlies als gevolg van de afboeking van een immaterieel actief, berekend als het verschil tussen de netto-opbrengsten uit de verkoop en de boekwaarde van het actief, worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het actief wordt afgeboekt.
Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname.
Goodwill dat voortkomt uit de overname van een activiteit wordt gewaardeerd aan zijn kostprijs minus alle afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, indien van toepassing, en wordt apart vermeld in de geconsolideerde financiële staten.
Goodwill wordt minstens jaarlijks onderworpen aan een test op bijzondere waardevermindering. Elk bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nadien niet meer teruggenomen.
Bij afstoting van een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, wordt de gerelateerde goodwill opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies van de afstoting.
Een materieel vast actief wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, met uitzondering van gronden die niet worden afgeschreven. De kostprijs omvat alle directe kosten en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.
Materieel vast actief in opbouw voor productie-, leverings- of administratieve doeleinden worden opgenomen aan kostprijs, minus eventuele erkende waardeverminderingen. De kostprijs omvat professionele honoraria en, voor gekwalificeerde activa, de gekapitaliseerde financieringskosten in overeenstemming met de boekhoudregels van de Groep. Deze materiële activa worden onder de gepaste categorieën van gebouwen en machines geklasseerd wanneer ze voltooid en klaar voor gebruik zijn. De afschrijvingen van deze activa starten, op dezelfde basis als de overige vaste activa, wanneer deze klaar zijn voor het beoogde gebruik.
Latere uitgaven verbonden aan een materieel vast actief worden als last opgenomen wanneer ze gedaan worden.
De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het moment dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur, restwaarden en afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode herbekeken met het oog op het inschatten van het effect van elke wijziging hiervan op de verwachte rapportering.
De geschatte gebruiksduur van de belangrijkste materiële vaste activa ligt binnen de volgende vorken:
| Grondverbeteringswerken | : 25 jaar | |
|---|---|---|
| Administratieve gebouwen | : 25 tot 40 jaar | |
| Industriële gebouwen | : 25 jaar | |
| Fabrieken | : 10 tot 15 jaar | |
| Machines | ||
| Zware installaties | : 11 tot 15 jaar | |
| Halfzware installaties | : 8 tot 10 jaar | |
| Lichte installaties | : 5 tot 7 jaar | |
| Preoperationele kosten | : 5 jaar maximum | |
| Uitrustingen | : 5 tot 10 jaar | |
| Meubilair | : 5 tot 10 jaar | |
| Hardware | : 3 tot 10 jaar | |
| Rollend materieel | ||
| Wagens | : 4 jaar | |
| Vrachtwagens | : 7 jaar |
De winst of het verlies als gevolg van de buitengebruikstelling of vervreemding van een actief wordt bepaald als zijnde het verschil tussen de netto-opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde van het actief. Dit verschil wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Lease-overeenkomsten worden ingedeeld als financiële lease indien ze nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdragen. Alle andere lease-overeenkomsten worden ingedeeld als operationele lease.
Activa aangehouden onder financiële lease worden opgenomen als activa van de Groep tegen de reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de lease-overeenkomst.
De overeenkomstige verplichting tegenover de "lessor" wordt in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen, zodat een constante periodieke rente bekomen wordt over het resterende saldo van de verplichting.
Geleasde activa worden afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, waarbij de afschrijvingsgrondslagen consistent zijn met de afschrijvingsgrondslagen voor activa in eigendom. Indien de "lessee" aan het einde van de leaseperiode de eigendom niet verkrijgt, wordt het actief volledig afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur indien deze laatste korter is.
Lease-overeenkomsten waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen bij de "lessor" blijven, worden ingedeeld als operationele lease. Leasebetalingen op grond van een operationele lease worden op tijdsevenredige basis als last opgenomen gedurende de leaseperiode. Voordelen, ontvangen of te ontvangen, om een operationele lease-overeenkomst aan te gaan, worden lineair opgenomen over de leaseperiode.
Naast de goodwill en immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur, die minstens jaarlijks onderworpen worden aan een test op bijzondere waardevermindering, gebeurt deze toets ook voor immateriële activa en materiële vaste activa wanneer er een indicatie is dat hun boekwaarde lager zou kunnen zijn dan hun realiseerbare waarde. Indien een actief geen instroom van kasmiddelen genereert die onafhankelijk is van andere activa, schat de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde en de boekwaarde. Voor de berekening van de reële waarde of de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar hun contante waarde aan de hand van een pre-tax discontovoet die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief waarvoor de geschatte toekomstige kasstromen niet werden aangepast.
Indien de realiseerbare waarde van een actief (of kasstroomgenererende eenheid) lager geschat wordt dan zijn boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verlaagd tot zijn realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen.
Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies daarna wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar enkel zo dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.
Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden ondergebracht in de rubriek aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde voornamelijk kan gerealiseerd worden door een verkoopstransactie en niet door hun voortgezet gebruik. Deze voorwaarde wordt als voldaan geacht, enkel en alleen wanneer de verkoop een hoge waarschijnlijkheid heeft en de activa (of beëindigde bedrijfsactiviteiten) zich in een toestand van onmiddellijke verkoopbaarheid bevinden. Het management moet daarenboven ervan overtuigd zijn dat de verkoop, in haar geheel, kan gerealiseerd worden binnen het jaar vanaf het tijdstip van deze classificatie.
Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten die gekwalificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd aan de laagste waarde tussen de boekwaarde en de reële waarde (fair value) verminderd met de verkoopskosten.
Een vastgoedbelegging, wat een onroerende belegging is die wordt aangehouden om huuropbrengsten, een waardestijging of beide te realiseren, wordt op balansdatum gewaardeerd aan reële waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde van een vastgoedbelegging moeten worden opgenomen in de resultaten over de periode waarin ze ontstaan.
Investeringen worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop een entiteit zich verbindt om een actief te kopen of te verkopen. Financiële investeringen worden gewaardeerd aan de reële waarde van de betaalde vergoeding, vermeerderd met de transactiekosten.
Investeringen aangehouden voor handelsdoeleinden of "beschikbaar voor verkoop" worden opgenomen aan hun reële waarde. Indien investeringen worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden de winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening over die periode.
Bij voor verkoop beschikbare investeringen worden winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen totdat het financieel actief wordt verkocht of onderhevig is aan een bijzondere waardevermindering. In dat geval wordt de cumulatieve winst of verlies die voorheen opgenomen was in het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies over de periode.
Deelnemingen die niet ingedeeld zijn als beschikbaar voor verkoop, die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald aan de hand van alternatieve waarderingsregels, worden aan kostprijs gewaardeerd.
Financiële investeringen die tot einde looptijd worden aangehouden, worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, door toepassing van de effectieve-rentemethode. Dit geldt niet voor korte-termijndeposito's, aangezien die gewaardeerd worden tegen hun kostprijs.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd wordt, is gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de geschatte toekomstige instroom van kasmiddelen, verdisconteerd tegen de initiële effectieve rentevoet. De bijzondere waardevermindering voor een financieel actief dat voor verkoop beschikbaar is, wordt berekend aan de hand van de huidige reële waarde ervan.
Voor elk materieel financieel actief wordt op individuele basis een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd. Andere activa worden getest als groepen van financiële activa met gelijkaardige eigenschappen wat kredietrisico betreft.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Met betrekking tot activa die voor verkoop beschikbaar zijn, worden in het geval van een bijzonder waardeverminderingsverlies de gecumuleerde negatieve veranderingen in reële waarde die voorheen opgenomen werden bij het eigen vermogen, nu getransfereerd naar de winst-en-verliesrekening.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de terugname objectief toegeschreven kan worden aan een gebeurtenis die plaatsvond nadat de bijzondere waardevermindering erkend werd.
Voor financiële activa die gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs en financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop, wordt de terugname opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Voor financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop en die eigen-vermogensinstrumenten voorstellen, wordt de terugname rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot activa die tegen kostprijs gewaardeerd worden, mogen niet teruggenomen worden.
De Groep boekt een financieel actief slechts af wanneer de contractuele rechten op de instroom van kasmiddelen uit het actief vervallen, of wanneer de groep het financieel actief en nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van het actief transfereert naar een andere entiteit. Als de Groep niet nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen transfereert of behoudt en het getransfereerde actief blijft beheren, dan neemt de Groep het behouden belang in het actief op, evenals de daaraan verbonden verplichting voor de bedragen die ze eventueel moet betalen.
Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van een getransfereerd financieel actief behoudt, dan blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt het ook een krediet op onderpand op voor de inkomsten die hierbij ontvangen worden.
Bij het volledig afboeken van een financieel actief in zijn geheel, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen en te ontvangen vergoeding en de cumulatieve winst of verlies die opgenomen werden in overige totaal inkomsten (comprehensive income) en geaccumuleerd in het eigen vermogen, opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Bij het gedeeltelijk afboeken van een financieel actief anders dan in zijn geheel (bv. wanneer de Groep de mogelijkheid behoudt om een gedeelte van een getransfereerd actief opnieuw aan te kopen), verdeelt de Groep de voorafgaande boekwaarde van het financieel actief tussen het deel dat de Groep blijft opnemen bij aanhoudende betrokkenheid, en het deel dat de Groep niet langer opneemt op basis van de relatieve reële waarde van die delen op het moment van de transfer.
Het verschil tussen de boekwaarde die toegekend wordt aan het deel dat niet langer opgenomen wordt en de som van de vergoeding die ontvangen werd voor het deel dat niet langer opgenomen wordt en eventuele cumulatieve winst of verlies die eraan toegekend wordt en die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt opgenomen in de winst-of-verliesrekening.
Een cumulatieve winst of verlies die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt verdeeld tussen het deel dat opgenomen blijft en het deel dat niet langer opgenomen wordt op basis van de relatieve reële waarde van die delen.
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde. De kostprijs van voorraden omvat directe materiaalkosten en, indien van toepassing, directe arbeidskosten. Daarnaast omvat de kostprijs ook die kosten die gemaakt zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De kostprijs wordt berekend aan de hand van de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs.
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten tot voltooiing en de kosten nodig om de verkoop te realiseren.
Kortlopende vorderingen worden opgenomen tegen hun nominale waarde, verminderd met de gepaste voorzieningen voor de geschatte dubieuze vorderingen.
Rentedragende financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele overeenkomst. Een eigen-vermogensinstrument is een contract dat het overblijvend recht omvat op een belang in de activa van de Groep, na aftrek van alle verplichtingen.
Eigen-vermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de directe uitgiftekosten.
De onderdelen van samengestelde instrumenten (bv. converteerbare effecten) die door het Vennootschap zijn uitgegeven, worden apart geclassificeerd als financiële verplichtingen en eigen vermogen in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele overeenkomsten en de bepalingen van een financiële verplichting en een eigen-vermogensinstrument.
Op het moment dat de conversieoptie wordt geregeld door het uitwisselen van een vastgesteld bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief voor een vastgesteld aantal van de eigen-vermogensinstrumenten van het Vennootschap, wordt het samengesteld instrument geherkwalificeerd tot een eigen-vermogensinstrument.
Op de datum van uitgave wordt de reële waarde van de financiële verplichtingscomponent geschat op basis van de heersende marktrentevoet voor gelijkaardige nietconverteerbare instrumenten. Dat bedrag wordt opgenomen als een verplichting tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode tot het vervalt bij conversie of op de vervaldatum van het instrument.
De waardering van de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd wordt, wordt bepaald door het bedrag van de verplichtingscomponent af te trekken van de reële waarde van het samengestelde instrument als geheel. Dit wordt verdeeld en opgenomen in eigen vermogen, na aftrek van het effect van inkomstenbelasting, en wordt daaropvolgend niet opnieuw bepaald.
Bovendien blijft de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd is, in het eigen vermogen tot de conversieoptie uitgevoerd is, en in dit geval wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is getransfereerd naar financiële verplichting.
Wanneer de conversieoptie onuitgevoerd blijft op de vervaldatum van het converteerbare schuldpapier, wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is, getransfereerd naar financiële verplichting. Er wordt geen winst of verlies opgenomen in de winst-of-verliesrekening bij conversie of uitdoven van de conversieoptie.
Transactiekosten die verband houden met de uitgave van de converteerbare effecten worden verdeeld tussen de verplichtingscomponent en de eigen-vermogenscomponent in verhouding tot de indeling van de bruto-opbrengst. Transactiekosten in verband met de eigenvermogenscomponent worden rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. Transactiekosten in verband met de verplichtingscomponent worden opgenomen in de boekwaarde van de verplichtingscomponent en worden afgeschreven over de duurtijd van de converteerbare effecten op basis van de effectieverentemethode.
Financiële verplichtingen worden tegen reële waarde geclassificeerd via de winst-en-verliesrekening ("RWWV" of "FVTPL", fair value through profit and loss) als zij aangehouden zijn voor trading. Financiële verplichtingen tegen RWWV worden aan reële waarde opgenomen, waarbij de resulterende winst of verlies opgenomen wordt in de winst-enverliesrekening. Een financiële verplichting wordt in deze categorie geplaatst als deze in principe verworven werd met verkoop op korte termijn als doel. Afgeleide producten worden ook als RWWV gecategoriseerd tenzij zij als afdekking worden opgenomen en effectief zijn.
In overeenstemming met de wetten en gebruiken van elk land, beschikken de verbonden entiteiten over toegezegdpensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen.
Bij wet zijn de in België toegezegde-bijdragenregelingen onderhevig aan een minimum gegarandeerde rendementstvoet. Hierbij bestaat het risico dat de Vennootschap bijkomende bijdragen dient te betalen met betrekking tot vroegere prestaties. Deze eventuele bijkomende bijdrage zal afhangen van de actuele opbrengsten uit investeringen, alsook van de toekomstige evolutie van de minimum gegarandeerde rendementsvoeten. Gezien de onzekerheid van de minimum gegarandeerde Belgische rendementsvoeten, heeft de Vennootschap tot en met jaareinde 2014 gekozen voor een retrospectieve benadering, waarbij de netto verplichting werd erkend in de financiële staten en gebaseerd op de som van de positieve verschillen, bepaald voor elke individuele participant, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen gebaseerd op de actuele rendementsvoeten per afsluitingsdatum (i.e. de netto verplichting was gebaseerd op het deficit bepaald op basis van de intrinsieke waarde, indien van toepassing).
In december 2015 loste de nieuwe wetgeving in België deze onzekerheid voor de toekomstige minimum gegarandeerde rendementsvoeten op, door te definiëren wanneer en hoe deze rendementsvoeten in de toekomst zullen wijzigen, én door deze de verbinden aan de evolutie van de rentevoeten van Belgische staatsobligaties. Als gevolg hiervan heeft de Vennootschap beslist om de boekhoudkundige verwerking van de deze plannen per jaareinde 2015 te wijzigen. Door een prospectieve benadering ervan wordt de netto verplichting erkend in de verklaring van de financiële positie die gebaseerd is op de actuele waarde van het geschatte tekort tijdens de toekomstige jaren tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde reserves, berekend voor alle betaalde bijdragen tot aan de afsluitingsdatum.
Het bedrag dat uit hoofde van toegezegdepensioenregelingen op balans wordt opgenomen, is de contante waarde van de toegezegde-pensioenregelingen verminderd met de reële waarde van eventuele fondsbeleggingen.
Indien het bedrag dat in de balans wordt opgenomen negatief is, bedraagt het maximaal het totaal van de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling.
In de winst- en verliesrekening worden de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten (inclusief de inkrimpingen), de afrekenings- en de administratiekosten en de pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd opgenomen in de rubriek "overige bedrijfsinkomsten en -uitgaven", terwijl de netto rentekost wordt opgenomen in de rubriek "andere financiële opbrengsten en kosten".
De contante waarde van de verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen en de gerelateerde aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en pensioenkosten van verstreken diensttijd worden berekend door erkende actuarissen aan de hand van de 'projected unit credit' methode.
De discontovoet is gebaseerd op de geldende rendementen van kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (in het bijzonder AA bedrijfsobligaties) met looptijden die de periode van de toegezegde verplichtingen benaderen. De discontovoet is afgerond tot op 25 basispunten.
De actuariële winsten en verliezen, die voortvloeien uit verschillen tussen de vroegere actuariële hypothesen en de huidige ervaring of uit wijzigingen in de actuariële hypothesen, worden voor elke toegezegde-pensioenregeling afzonderlijk berekend en worden opgenomen in het totaal resultaat. De activa winsten en verliezen en het effect van de wijzigingen in het activaplafond, exclusief de bedragen opgenomen in de netto renten, worden ook opgenomen in het totaal resultaat.
Pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd, die ontstaan uit wijzigingen aan de regeling, worden onmiddellijk als een last opgenomen.
De entiteit dient een verplichting en een uitgave voor beëindigingsvoordelen te erkennen op de vroegste van volgende data: (a) wanneer de entiteit zich niet langer kan onttrekken aan het voorstel van deze voordelen; en (b) wanneer de entiteit reorganisatielasten erkent die binnen de draagwijdte van IAS 37 vallen en wanneer dit de betaling van beëindigingsvoordelen met zich meebrengt.
Op aandelen gebaseerde betalingen aan werknemers en anderen die soortgelijke diensten verlenen, worden gewaardeerd aan de reële waarde (fair value) van de eigen vermogensinstrumenten op het moment van hun toekenning. De reële waarde (fair value) wordt bepaald aan de hand van een Black & Scholes model. Overige details over hoe de reële waarde van de op aandelen gebaseerde betalingen werden bepaald wordt verder in de toelichtingen beschreven.
De reële waarde (fair value) zoals bepaald op de datum van toekenning van de op aandelen gebaseerde betalingen worden in kosten genomen, waarbij deze kosten lineair worden gespreid over de wachtperiode (vesting period), dewelke gebaseerd is op de door de Groep verwachte looptijd waarover de aandelen zullen gevestigd worden.
Deze politiek wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingen die werden toegekend na 07 november 2002 en die onvoorwaardelijk zijn geworden na 01 januari 2005. Geen enkel bedrag werd opgenomen in de financiële staten voor eventueel andere op aandelen gebaseerde betalingen.
Voorzieningen worden in de balans opgenomen wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden die waarschijnlijk zal leiden tot een toekomstige uitstroom van middelen en waarvan het bedrag op betrouwbare wijze kan bepaald worden.
Voorzieningen voor productwaarborgen worden opgenomen op de datum waarop de relevante goederen verkocht worden tegen de beste schatting van de uitgave die nodig is om de verplichting van de Groep af te wikkelen.
Voorzieningen voor reorganisatiekosten worden opgenomen indien de Groep over een gedetailleerd formeel plan voor de reorganisatie beschikt dat reeds voor de balansdatum werd meegedeeld aan de betrokken partijen.
Rentedragende financiële verplichtingen worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de opgelopen transactiekosten.
Rentedragende financiële verplichtingen worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de vergoedingen (na aftrek van de transactiekosten) en de aflossingswaarde (met inbegrip van te betalen premies bij aflossing) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode van de financiering.
Handelsverplichtingen die niet-rentedragend zijn worden gewaardeerd aan hun kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van het te betalen bedrag.
Afgeleide financiële instrumenten worden als volgt verwerkt:
Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan is vastgesteld dat ze effectieve indekkingen zijn voor toekomstige kasstromen worden direct in het eigen vermogen opgenomen, terwijl het niet-effectieve deel van de winst of het verlies op het indekkingsinstrument in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. Indien de kasstroomindekking van een vaststaande toezegging of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie resulteert in de opname van een actief of een verplichting dan worden, op het ogenblik van de opname, de verbonden winsten en verliezen op het afgeleide instrument die voorheen in het eigen vermogen waren opgenomen, nu opgenomen in de initiële waardering van het actief of de verplichting. Voor indekkingen die niet resulteren in de opname van een actief of een verplichting, worden bedragen die waren uitgesteld in het eigen vermogen opgenomen in de winst- en verliesrekening over dezelfde periode waarin het afgedekte item de winst of het verlies beïnvloedt.
De afdekking van netto-kapitaalsinvesteringen in buitenlandse activiteiten wordt op vergelijkbare wijze verwerkt als die van kasstromen. Elk verlies of elke winst op het afdekkingsinstrument in verband met het effectieve deel van de hedge wordt meegerekend in overige totaal resultaat ('comprehensive income') en geaccumuleerd in de buitenlandse valutareserve. De winst of het verlies van het niet-effectieve deel wordt meteen als winst en verlies verrekend.
Een afgeleid instrument wordt opgenomen als een reëlewaardeindekking indien het instrument het risico afdekt van wijzigingen in de reële waarde van de opgenomen activa en verplichtingen. Derivaten opgenomen als reëlewaardeindekkingen en afgedekte activa en verplichtingen worden opgenomen aan hun reële waarde. De overeenkomstige wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die niet voldoen aan de voorwaarden voor indekkingstransacties worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer ze zich voordoen.
10
Hedge accounting wordt gestaakt wanneer het indekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend of wanneer de indekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. In dat geval blijft de, direct in het eigen vermogen verwerkte, cumulatieve winst of verlies op het indekkingsinstrument, afzonderlijk in het eigen vermogen opgenomen tot de verwachte toekomstige transactie plaatsvindt. Indien een verwachte toekomstige transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies, opgenomen in het eigen vermogen, getransfereerd naar de winst- en verliesrekening over de periode.
Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding en vertegenwoordigen de te ontvangen bedragen met betrekking tot de verkoop van goederen en het verrichten van diensten over het normale verloop van de bedrijfsvoering, verminderd met kortingen, BTW en andere verkoopgerelateerde belastingen.
Opbrengsten van de verkoop van goederen worden opgenomen wanneer de goederen geleverd zijn en de eigendom is overgedragen, zodat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Rentebaten worden op een tijdsevenredige basis opgenomen, in functie van de uitstaande som en tegen de effectieve rentevoet die van toepassing is, met name de rentevoet die de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert naar de boekwaarde van de financiële activa over de verwachte gebruiksduur van dat actief.
Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.
Indien het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden betrouwbaar kan worden ingeschat, worden de opbrengsten en kosten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de projectactiviteiten op de balansdatum.
Dit wordt gewoonlijk bepaald door de verhouding van de tot dat moment in het kader van de verrichte prestaties gemaakte kosten tot de geschatte totale kosten van het project, behalve indien deze methode niet representatief zou zijn voor het stadium van voltooiing.
Wijzigingen in projectwerk, claims en aanmoedigingspremies worden enkel opgenomen indien er een kans is dat deze zullen worden aanvaard door de klant and de bedragen betrouwbaar kunnen worden bepaald.
Als het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden niet betrouwbaar kan worden ingeschat, worden opbrengsten enkel opgenomen tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, en waarbij deze mogelijk kunnen worden gerecupereerd. De projectkosten worden dan als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.
Als de totale projectkosten waarschijnlijk hoger zullen liggen dan de totale projectopbrengsten, worden de verwachte verliezen onmiddellijk als last opgenomen.
Overheidsubsidies worden niet opgenomen tot dat er een redelijke zekerheid is dat de Groep zal voldoen aan de hieraan verbonden voorwaarden en dat de subsidies zullen worden ontvangen.
Overheidssubsidies met betrekking tot de opleiding van personeel worden als opbrengst opgenomen over de periodes die nodig zijn om ze te verbinden aan de betrokken lasten en worden in mindering gebracht van de verbonden uitgave.
Overheidssubsidies met betrekking tot materiële vaste activa worden verwerkt door de ontvangen subsidies in mindering te brengen van de boekwaarde van de betrokken activa. Dergelijke subsidies worden als opbrengst opgenomen over de gebruiksduur van de af te schrijven activa.
Belastinglasten omvatten over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten en uitgestelde belastinglasten.
De over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten zijn gebaseerd op de belastbare winst over de periode. Belastbare winst verschilt van de nettowinst uit de winst- en verliesrekening, omdat ze bepaalde elementen van baten of lasten uitsluit die belastbaar of verrekenbaar zijn in andere jaren of die nooit belastbaar of verrekenbaar zullen worden. De actuele belastingverplichting wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum.
Uitgestelde belastingen zijn de belastingen, waarvan men verwacht ze te moeten betalen of terug te vorderen, op verschillen tussen de boekwaarde van activa of verplichtingen in de financiële staten en hun fiscale basis gebruikt voor de berekening van de belastbare winst. Ze worden verwerkt aan de hand van de 'balance sheet liability'-methode. Uitgestelde belastingverplichtingen worden meestal opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen, in zoverre het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Dergelijke activa en verplichtingen worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit goodwill of uit de eerste opname (behalve in het kader van een bedrijfscombinatie) van andere activa en verplichtingen in een transactie die geen invloed heeft op de fiscale winst of op de winst vóór belasting.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastingslatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt beoordeeld op minstens elke balansdatum en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.
Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen worden als baten of lasten opgenomen in de winst of het verlies over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval wordt ook de uitgestelde belasting verwerkt in het eigen vermogen.
De opstelling van de financiële staten in overeenstemming met IFRS vereist de nodige schattingen en beoordelingen door het management. Het management baseert haar schattingen op historische ervaring en andere redelijke beoordelingselementen. Deze worden periodiek herzien en de effecten van zulke herzieningen worden opgenomen in de financiële staten van de desbetreffende periode. Ook toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de Groep zijn hierin begrepen.
De geschatte resultaten van zulke mogelijke toekomstige gebeurtenissen kunnen dan ook afwijken van de reële toekomstige impact op de resultaten. Beoordelingen en schattingen werden onder andere gemaakt bij:
Het kan niet uitgesloten worden dat toekomstige herzieningen van deze inschattingen en beoordelingen tijdens de volgende boekjaren een aanpassing in de waarde van de activa en passiva zouden kunnen veroorzaken.
Voor afschrijfbare lange termijn activa, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis gemaakt te worden in het geval er bijzondere waardeverminderingsindicatoren zijn. Indien zulke indicatoren bestaan, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis uitgevoerd te worden op CGU (cash generating unit (CGU)), niveau. Voor goodwil (en overige niet-afschrijfbare lange termijn activa) dient minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest gemaakt te worden. De boekwaarde kan op een redelijke en consistente basis toegewezen worden. Goodwill kan voor bijzondere waardeverminderingstesting toegewezen worden aan een groep van kasstroomgenererende eenheden (cash generating units (CGU)), indien de leidinggevende beslissingsverantwoordelijk oordeelt dat dit de meest gepaste toewijzing is. Er bestaat een verband tussen het niveau op hetwelke goodwill wordt getest voor bijzondere waardevermindering en het niveau van de interne rapportering dat weergeeft hoe de entiteit zijn operaties beheert, en waarmee de goodwill is geassocieerd (aldusdanig kan het niet het niveau van de segmentrapportering zoals bepaald door IFRS 8 overstijgen).
Vanaf 2015 werd de CGU benadering voor de segmenten Soepelschuim en Slaapcomfort gewijzigd als gevolg van de toepassing van de strategie rond de optimalisatie van de capaciteitsbezetting en het centrale beslissingproces. De vergelijkbare cijfers voor 2014 zijn nog steeds deze onder de vorige CGU benadering (op landenniveau).
Voor het segment Soepelschuim, ligt het CGU-niveau niet meer op landenbasis maar werd het vastgelegd op basis van markt en productiecapaciteit. Deze nieuwe benadering leidt tot de bepaling van vier nieuwe CGUs:
Een bijzondere waardeverminderingsanalyse werd toegepast op de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" en "Soepelschuim - Scandinavië", waarbij de goodwill werd toegewezen aan deze CGUs. Voor de overige CGUs van de divisie Soepelschuim is er geen goodwill en er zijn geen bijzondere waardeverminderingsindicatoren voor lange termijn activa. Bijgevolg is er geen herziening voor bijzondere waardeverminderingen nodig, conform IAS 36.
Voor het segment Slaapcomfort is het CGU niveau niet meer het land, maar het werd global gedefinieerd op het niveau van het Slaapcomfort segment in zijn geheel; dit op basis van de sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de verschillende markten en de productiecapaciteit en het centrale beslissingsproces. Deze nieuwe benadering leidt tot de bepaling van slechts één CGU op segment niveau.
De netto boekwaarde van de activa die weerhouden werden voor onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen, zoals opgenomen in onderstaande tabel, vertegenwoordigt ongeveer 85,7% van de totale goodwill, 46,6% van de totale materiële vaste activa en 38,2% van de totale immateriële vaste activa. De onderzochte activa hebben betrekking op (i) de Soepelschuim-activiteiten in het Verenigd Koninkrijk en in Scanindavië, (ii) de Slaapcomfort-activiteiten op het niveau van het hele segment en (iii) de Automobiel-Interiorsactiviteiten van de Groep.
De meest relevante resultaten van deze onderzoeken worden hierna besproken.
| Boekwaarde in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | AUTOMOBIEL | TOTAAL | ||||
| Verenigd Koninkrijk |
Scandinavië | Interiors | |||||
| Goodwill | 4 994 | 5 621 | 11 585 | 0 | 22 200 | ||
| Overige immateriële activa | 208 | 321 | 2 430 | 2 160 | 5 119 | ||
| Materiële vaste activa | 5 235 | 7 983 | 37 879 | 46 693 | 97 790 | ||
| Totaal | 10 437 | 13 925 | 51 894 | 48 853 | 125 109 | ||
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Netto boekwaarde | 10 437 | 13 925 | 51 894 | 48 853 | 125 109 |
Opmerking: Werkkapital is niet opgenomen in de analyse.
Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering van de balansposten in bovenstaande tabel werden bepaalde veronderstellingen gemaakt. Het recupereerbare bedrag van de totale "cash generating unit" ("CGU") wordt bepaald op basis van de reële waarde of de bedrijfswaarde.
Op basis van dit onderzoek werd een bijzondere waardevermindering van EUR 1,0 miljoen erkend ten gevolge van de stopzetting van de Polygrow®-activiteiten (Soepelschuim, Nederland).
Bij de bepaling van de verwachte toekomstige kasstromen, houdt de Groep rekening met voorzichtige, doch realistische, veronderstellingen met betrekking tot haar markten, haar omzet, grondstofprijzen, de impact van vorige herstructureringen en bruto marges, dewelke alle gebaseerd zijn op (i) vroegere ervaringen van het management en/of (ii) dewelke in lijn liggen met betrouwbare externe informatiebronnen. Voor de toekomst is het niet uitgesloten dat een herinschatting van de assumpties en van de marktanalyse als gevolg van wijzigingen in de economische omgeving zou kunnen leiden tot de erkenning van bijkomende bijzondere waardeverminderingen.
Voor de verdiscontering van de toekomstige cash flows, wordt een uniforme, globale pre-tax disconteringsvoet van 8,60% (8,83% in 2014) gehanteerd voor alle CGUs van de Groep. Deze disconteringsvoet is gebaseerd op een (lange-termijn) gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden; waarbij de risiko's impliciet in de kasstromen vervat zijn.
Voor landen met een hoger gepercipieerd risiko (o.a. ontluikende markten), is het investeringsniveau relatief beperkt (8,2% van de totale vaste activa); waardoor bijgevolg geen aparte pre-tax disconteringsvoet wordt gebruikt.
De pre-tax disconteringsvoet voor bijzondere waardeverminderingstesten is gebaseerd op de volgende hypotheses: (EUR gebaseerd)
| Groep's doelratios: | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Schuldgraadratio: netto financiële | ||
| schuld/totaal eigen vermogen | : 50% | 50% |
| % netto financiële schuld | : 33% | 33% |
| % totaal eigen vermogen | : 67% | 67% |
| Pre-tax kost van de schuld | : 4,45% | 5,00% |
| Pre-tax kost van het eigen | ||
| vermogen = Rf + Em * β |
: 12,10% | 13,00% |
| Risikovrije rentevoet = Rf | : 1,25% | 2,00% |
| Beta = β | : 1,05 | 1,35 |
| Marktrisikopremie eigen | ||
| vermogen = Em | : 6,5% | 5,0% |
| Premie klein bedrijf (small cap) | : 1,0% | 1,0% |
| Bedrijfsbelastingsvoet | : 25,0% | 25,0% |
| Verwachte inflatievoet | : 1,0% | 1,5% |
| Pre-tax WACC | ||
| (weighted average cost of capital - |
gewogen gemiddelde kapitaalskost) : 8,60% 8,83%
De verdisconteringsfactoren worden minstens jaarlijks herbekeken.
10
Voor de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 3,8% en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge met 12,8% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen. 2014 was een moeilijk jaar omwille van moeilijkheden in de sector en het hoge niveau van de grondstofprijzen, die niet volledig konden worden doorgerekend in de verkoopsprijzen. Een belangrijk herstructureringsplan werd in 2011 opgestart waarvan de uitvoering werd gepland over een periode van vier jaar tot 2014. Zoals door het management verwacht, hebben, na deze belangrijke herstructurering, de operaties baat gehad van debetere industriële prestaties en hogere bruto marges in een gunstige economische omgeving.
Voor de CGU "Soepelschuim – Scandinavië" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 2% en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge met 4,8% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.
Voor de CGU"Soepelschuim – Continentaal Europa" werd een bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa erkend voor EUR 1,0 miljoen. Dit had betrekking op de beëindiging van de activiteiten Polygrow® in Nederland in 2015.
De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 8,60% en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden. Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Soepelschuim - Verenigd Koninkrijk" 3,2 maal de netto boekwaardeen de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim - Scandinavië" 7,5 maal de netto boekwaarde.
Een eerste sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
Een tweede sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het business plan 2016-2018 en op de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan 2016-2018 en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
Voor de CGU "Slaapcomfort – Segment" worden vanaf 2015 de voorspelling van de bedrijfswaarde gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 1,8% en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge met 5,8% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.
Voor de voorbije jaren werden de voorspellingen van de bedrijfswaarde gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van zes jaar.
De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 8,60% en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden. Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Slaapcomfort - Segment" 2,4 maal de netto boekwaarde.
Een eerste sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" – verdisconteerd aan 9,60%, bedraagt 2,1 keer de netto boekwaarde.
Een tweede sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde brutomarge (-1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" –, met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 1,95 keer de netto boekwaarde.
Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2016-2018 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" –, verdisconteerd aan 9,60% en met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 1,7 keer de netto boekwaarde.-
II.1.5.1.3.1. Belangrijke veronderstellingen
Voor de CGU "Interiors" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarde gebaseerd op het budget en de financiële plannen voor de looptijd van elk project/model in combinatie met een globale visie over de totale capaciteitsbenutting. Recticel genoot van de heropleving van de omzet in 2015, dit na een turbulente periode tijdens dewelke de algemene performantie van de CGU "Interiors" negatief beïnvloed werd door de economische crisis. 2014 en 2015 dienen als overgangsjaren beschouwd te worden, waarbij sommige programma's afliepen en tegelijkertijd gestart werd met de ontwikkelingvan nieuwe programma's die pas effectief in 2016 zullen opgestart worden. Projectgerbonden activa worden afgeschreven over de productielooptijd van het project. Bijgevolg zullendeze activa op het einde van de projecttermijn geen residuele boekwaarde meer hebben.
De CGU "Interiors" hanteert een projectbenadering. Waardeverminderingen worden geboekt op materiële en immateriële vaste activa:
Er werden geen bijzondere waardeverminderingen erkend in 2015.
10
De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 8,60% en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden.
Met betrekking tot de CGU "Interiors", zou een stijging van de pre-tax disconteringsvoet tot 9,60% of een verlaging van de bruto marge met 1% (van het nominaal bedrag), geen aanleiding geven tot een materiële waardevermindering.
Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en samen met een wijziging van de bruto marge (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2016-2018 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten.
Uitgestelde belastingsactiva worden erkend voor de nietgebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingskredieten, in de mate dat verwacht wordt dat er toekomstige belastbare winsten zullen beschikbaar zijn tegen dewelke deze niet-gebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingskredieten kunnen gebruikt worden. Hiervoor baseert het Management zijn erkenning van uitgestelde belastingsactiva op basis van haar bedrijfsplannen (zie toelichting II.4.5.)
In februari 2015 heeft Recticel zijn 50% participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) (België en VK; Isolatie) verkocht voor EUR 8,7 miljoen (eigenvermogenswaarde: EUR 7,1 miljoen), wat resulteerde in een meerwaarde van EUR 1,6 miljoen.
Er waren geen wijzigingen in de consolidatiekring in 2014.
De Groep heeft IFRS 8 opgenomen met effect vanaf 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat de operationele bedrijfssegmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, dat een regelmatige beoordeling van de prestaties toelaat door de operationele verantwoordelijken alsook een adequate allocatie van de nodige werkingsmiddelen aan elk segment. Ondanks de toepassing van IFRS 11 gaan de leidinggevenden verantwoordelijk voor het bedrijfsbeleid nog steeds uit van financiële gegevens per segment op een "gecombineerde" basis, d.w.z. met inbegrip van het pro rata-aandeel in de joint ventures, na schrapping van de intercompany-verrichtingen, overeenkomstig de proportionele consolidatiemethode.
De identificatie van de rapporteerbare segmenten van de Groep werd niet gewijzigd ingevolge de opname van IFRS 8. De aan de operationele verantwoordelijken gerapporteerde informatie, met het oog op de toewijzing van werkingsmiddelen en de beoordeling van de segmentprestaties, concentreert zich voornamelijk op de Bedrijfsopbrengsten, EBITDA, EBIT, Capital Employed en Operationele Cash Flow per segment. De hoofdsegmenten zijn: Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie, Automobiel, en Corporate. Voor meer informatie over de sectoren wordt verwezen naar het eerste deel van dit jaarverslag. Segmentinformatie wordt hierna weergegeven. De intersegment verkopen gebeuren aan de algemeen geldende marktvoorwaarden.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPEL SCHUIM |
SLAAP COMFORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECON SOLIDEERD (A)+(B) |
|
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | ||||||||
| Externe opbrengsten | 543 876 | 275 423 | 279 764 | 229 385 | 1 328 448 | |||
| Inter-segment opbrengsten | 58 469 | 19 081 | 544 | 21 | (78 115) | 0 | ||
| Totale opbrengsten | 602 345 | 294 504 | 280 308 | 229 406 | (78 115) | 1 328 448 | (294 686) | 1 033 762 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | ||||||||
| Segmentwinst of -verlies | 21 079 | 3 171 | (1 872) | 27 453 | 49 831 | (6 563) | 43 268 | |
| Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) | (20 033) | 0 | (20 033) | |||||
| EBIT | 21 079 | 3 171 | (1 872) | 27 453 | 0 | 29 798 | (6 563) | 23 235 |
| Financieel resultaat | (12 522) | |||||||
| Winst of verlies van de periode voor belastingen |
10 713 | |||||||
| Belastingen op het resultaat | (6 170) | |||||||
| Winst of verlies van de periode na belastingen |
4 543 | |||||||
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | |||||||
| toerekenbaar aan de Groep | 4 543 |
(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 15,6 miljoen) (2014: EUR 14,3 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 2,7 miljoen (2014: EUR 3,6 miljoen)).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAP COMFORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECON SOLIDEERD (A)+(B) |
|
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 11 913 | 6 330 | 11 802 | 5 986 | 945 | 36 976 | (8 321) | 28 655 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-terugnames) opgenomen in de winst of het verlies |
1 025 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 026 | (43) | 983 |
| EBITDA | 34 017 | 9 501 | 9 931 | 33 439 | (19 088) | 67 800 | (14 927) | 52 873 |
| Investeringen | 11 926 | 3 637 | 21 988 | 5 922 | 3 027 | 46 500 | (8 474) | 38 026 |
EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAP COMFORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECON SOLIDEERD (A)+(B) |
|
| ACTIVA | ||||||||
| Segmentactiva | 265 987 | 126 123 | 223 939 | 109 372 | (156 017) | 569 404 | (140 369) | 429 035 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 14 025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 025 | 59 171 | 73 196 |
| Niet-toegewezen activa | 171 923 | 2 496 | 174 419 | |||||
| Totaal geconsolideerde activa | 755 352 | (78 702) | 676 650 | |||||
| PASSIVA | ||||||||
| Segmentpassiva | 128 525 | 62 848 | 114 121 | 64 021 | (155 747) | 213 768 | (5 090) | 208 678 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 292 624 | (73 612) | 219 012 | |||||
| Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen vermogen) |
506 392 | (78 702) | 427 690 |
Voor de gecombineerde segmentgegevens werd de contributie van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) niet door IFRS 5 beïnvloed.
9
10
De niet-toegewezen activa bedragen EUR 171,9 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:
De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 292,6 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDATEERD (A)+(B) |
| Eurofoam | 484 | (484) | 0 |
| Continentaal | 1 059 | 0 | 1 059 |
| Scandinavië | 5 500 | 0 | 5 500 |
| Verenigd Koninkrijk | 4 994 | 0 | 4 994 |
| Totaal Soepelschuim | 12 037 | (484) | 11 553 |
| Totaal Slaapcomfort | 11 585 | 0 | 11 585 |
| België | 1 619 | 0 | 1 619 |
| Verenigd Koninkrijk | 1 131 | 0 | 1 131 |
| Totaal Insolatie | 2 750 | 0 | 2 750 |
| Proseat (Zetelkussens) | 8 978 | (8 978) | 0 |
| Totaal Automobiel | 8 978 | (8 978) | 0 |
| 0 | |||
| Totaal goodwill | 35 350 | (9 462) | 25 888 |
De samenstelling van de goodwill per segment is als volgt: 31 december 2015
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SOEPELSCHUIM | SLAAP COMFORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | TOTAAL (A) | AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECON SOLIDEERD (A)+(B) |
|
| 528 718 | 260 971 | 263 471 | 226 971 | 1 280 131 | |||
| 64 252 | 20 671 | 567 | 70 | (85 560) | 0 | ||
| 592 970 | 281 642 | 264 038 | 227 041 | (85 560) | 1 280 131 | (296 764) | 983 367 |
| 13 224 | (3 481) | 1 780 | 21 089 | 0 | 32 612 | (4 606) | 28 006 |
| (19 223) | 0 | (19 223) | |||||
| 13 224 | (3 481) | 1 780 | 21 089 | 0 | 13 389 | (4 606) | 8 783 |
| (12 830) | |||||||
| (4 047) | |||||||
| (5 702) | |||||||
| (9 749) | |||||||
| 0 | |||||||
| (9 749) | |||||||
| ELIMINATIES GECOMBINEERD |
(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 14,3 miljoen) (2013: EUR 15,9 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 3,6 miljoen (2013: EUR 3,0 miljoen)).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAP COMFORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECON SOLIDEERD (A)+(B) |
|
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 11 227 | 6 362 | 10 702 | 5 974 | 999 | 35 264 | (7 944) | 27 320 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-terugnames) opgenomen in de winst of het verlies |
619 | 59 | 10 | 0 | 0 | 688 | 0 | 688 |
| EBITDA | 25 070 | 2 940 | 12 492 | 27 063 | (18 224) | 49 341 | (12 550) | 36 791 |
| Investeringen | 10 284 | 3 532 | 12 988 | 6 154 | 2 803 | 35 761 | (9 627) | 26 134 |
In 2014 werd in de winst- en verliesrekening bijzondere waardeverminderingen erkend die hoofdzakelijk in verband houden met vastgoed op de ongebruikte site in Legutiano (Spanje – Soepelschuim) (EUR -0,5 miljoen); op basis van een marktwaarderingsverslag.
EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPEL SCHUIM |
SLAAPCOM FORT |
AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLI DEERD (A)+(B) |
|
| ACTIVA | ||||||||
| Segmentactiva | 256 949 | 124 284 | 170 560 | 138 292 | (137 518) | 552 567 | (128 969) | 423 598 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 13 408 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 408 | 67 372 | 80 780 |
| Niet-toegewezen activa | 146 301 | (12 874) | 133 427 | |||||
| Totaal geconsolideerde activa | 712 276 | (74 471) | 637 805 | |||||
| PASSIVA | ||||||||
| Segmentpassiva | 128 910 | 70 527 | 82 758 | 71 998 | (137 518) | 216 676 | (52 066) | 164 610 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 329 437 | (22 405) | 307 032 | |||||
| Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen vermogen) |
546 113 | (74 471) | 471 642 |
Voor de gecombineerde segmentgegevens werd de contributie van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) niet door IFRS 5 beïnvloed.
De niet-toegewezen activa bedragen EUR 146,3 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:
De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 329,4 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDATEERD (A)+(B) |
| Eurofoam | 473 | (473) | 0 |
| Duitsland | 808 | 0 | 808 |
| Nederland | 253 | 0 | 253 |
| Scandinavië | 5 598 | 0 | 5 598 |
| Verenigd Koninkrijk | 4 705 | 0 | 4 705 |
| Totaal Soepelschuim | 11 837 | (473) | 11 364 |
| Duitsland | 2 761 | 0 | 2 761 |
| Zwitserland | 6 332 | 0 | 6 332 |
| België | 859 | 0 | 859 |
| Oostenrijk | 948 | 0 | 948 |
| Totaal Slaapcomfort | 10 900 | 0 | 10 900 |
| Kingspan Tarec Industrial Insulation | 415 | (415) | 0 |
| België | 1 619 | 0 | 1 619 |
| Verenigd Koninkrijk | 1 066 | 0 | 1 066 |
| Totaal Isolatie | 3 100 | (415) | 2 685 |
| Proseat | 8 989 | (8 989) | 0 |
| Totaal Automobiel | 8 989 | (8 989) | 0 |
| 0 | |||
| Totaal goodwill | 34 826 | (9 877) | 24 949 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | NIET TOEGEWEZEN |
GECOMBINEERD TOTAAL |
| 2015 | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | (1 026) | 0 | 0 | 0 | 0 | (1 026) |
| Reorganisatielasten | (1 968) | (4 432) | (5 077) | (323) | (483) | (12 283) |
| Meerwaarde op desinvestering | 0 | 0 | 0 | 1 576 | 0 | 1 576 |
| Overige | (2 050) | (132) | (442) | (150) | (613) | (3 387) |
| TOTAAL | (5 044) | (4 564) | (5 519) | 1 103 | (1 096) | (15 120) |
| 2014 | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | (619) | (59) | (10) | 0 | 0 | (688) |
| Reorganisatielasten | (2 219) | (2 389) | (2 389) | 0 | (528) | (7 525) |
| Boete Duitse Federaal Kartelbureau | 0 | (8 200) | 0 | 0 | 0 | (8 200) |
| Overige | (394) | 15 | (11) | 0 | (465) | (855) |
| TOTAAL | (3 232) | (10 633) | (2 410) | 0 | (993) | (17 268) |
De activiteiten van de Groep vinden voornamelijk plaats in de Europese Unie.
De volgende tabel analyseert de verkopen en de vaste activa van de Groep naar de geografische markt.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| België | 128 171 | 125 791 |
| Frankrijk | 127 490 | 130 069 |
| Duitsland | 197 649 | 187 292 |
| Overige EU landen | 437 098 | 408 611 |
| Europese Unie | 890 408 | 851 763 |
| Overige | 143 354 | 131 604 |
| TOTAAL | 1 033 762 | 983 367 |
De Groep heeft geen klanten die meer dan 10% van de totale bedrijfsopbrengsten vertegenwoordigen. De top-10 klanten van de Groep vertegenwoordigt 29,8% van de totale geconsolideerde bedrijfsopbrengsten.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| TOEVOEGINGEN, INCLUSIEF EIGEN PRODUCTIE | ||||
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 2015 | 2014 |
| België | 65 663 | 69 571 | 8 753 | 7 963 |
| Frankrijk | 41 014 | 41 149 | 3 222 | 3 418 |
| Duitsland | 26 310 | 26 384 | 8 199 | 2 664 |
| Overige EU landen | 70 563 | 66 335 | 11 909 | 10 705 |
| Europese Unie | 203 550 | 203 439 | 32 083 | 24 750 |
| Overige | 22 873 | 14 984 | 5 943 | 1 384 |
| TOTAAL | 226 423 | 218 423 | 38 026 | 26 134 |
De algemene en administratieve kosten stegen met EUR 4,4 miljoen tot EUR 76,3 miljoen. Deze stijging is vooral het gevolg van wisselkoersverschillen en looninflatie.
Verkoop- en marketingkosten stegen met EUR 3,9 miljoen tot EUR 77,1 miljoen. De stijging is voornamelijk het gevolg van hogere advertentie- en promotie-uitgaven in het segment Slaapcomfort (inclusief Geltex® inside campagnes) en in het segment Isolatie.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 8 869 | 11 653 |
| Overige bedrijfslasten | (19 583) | (24 520) |
| TOTAAL | (10 714) | (12 867) |
| Boete Duits Kartelbureau | 0 | (8 200) |
| Reorganisatielasten, inclusief sluitingskosten site, verlieslatende contracten en opruimingskosten | (7 966) | (7 525) |
| Winst (verlies) op de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa | 169 | 428 |
| Winst (verlies) op de vervreemding van joint ventures | 1 560 | 0 |
| Afschrijvingen op verbonden ondernemingen | (103) | 0 |
| Waardevermeerderingen | 0 | 0 |
| Overige opbrengsten | 6 183 | 5 429 |
| Overige lasten | (10 557) | (2 999) |
| TOTAAL | (10 714) | (12 867) |
In 2014 is de boete het gevolg van de schikking inzake het onderzoek van het Duitse Federaal Kartelbureau (cfr II.6.10. in jaarverslag 2014).
In 2015 hadden reorganisatielasten vooral betrekking op het segment Soepelschuim in Spanje, Zweden en Nederland; en op Slaapcomfort in Duitsland en Nederland.
In 2014 hadden reorganisatielasten vooral betrekking op het segment Slaapcomfort waarbij herstructureringskosten werden opgelopen met betrekking tot de transfer van de productieactiviteiten van Büron (Zwitserland) naar Flüh (Zwitserland) en andere productieverstigingen van de Groep; waarna de fabriek in Büron werd gesloten. Reorganisatielasten in Soepelschuim hadden betrekking op Nederland (site Wijchen), het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Spanje en Turkije. In Automobiel hadden de reorganisatielasten in hoofdzaak betrekking op de laatste fase inzake de sluiting van de fabriek in Rheinbreitbach (Duitsland).
In 2015 had deze rubriek vooral betrekking op de meerwaarde bij de verkoop van materieel in Soepelschuim in Spanje.
In 2014 had deze rubriek vooral betrekking op de verkoop van een gebouw in Frankrijk (Slaapcomfort).
In 2015 had deze rubriek betrekking op de gerealiseerde meerwaarde bij de verkoop van de 50% participatie in Kingspan Tarec Industrial Insulation. (Isolatie).
In 2014 betrof deze rubriek de kwijtschelding van een schuldvordering op de italiaanse venootschap A.R.T.E. srl.
In 2015 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:
In 2014 wordt de lijn "Overige opbrengsten en lasten" hoofdzakelijk verklaard door:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 | ||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 033 762 | 100% | 983 367 | 100% |
| Aankopen en voorraadwijzigingen | (515 884) | -49,9% | (506 429) | -51,5% |
| Overige goederen en diensten | (214 698) | -20,8% | (201 647) | -20,5% |
| Personeelslasten | (270 562) | -26,2% | (253 149) | -25,7% |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste activa | (27 519) | -2,7% | (26 229) | -2,7% |
| Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa | (983) | -0,1% | (688) | -0,1% |
| Terugname-/(Waardeverminderingen) op investeringen in verbonden ondernemingen | (103) | 0,0% | 0 | 0,0% |
| Terugname-/(Waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen | (510) | 0,0% | (879) | -0,1% |
| Waardeverminderingen op vorderingen | (861) | -0,1% | 1 785 | 0,2% |
| Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten | (1 136) | -0,1% | (1 091) | -0,1% |
| Voorzieningen | (6 924) | -0,7% | (4 579) | -0,5% |
| Waardevermeerderingen/(-verminderingen) op deelnemingen | 1 562 | 0,2% | (2 538) | -0,3% |
| Eigen productie | 8 875 | 0,9% | 5 091 | 0,5% |
| Overige opbrengsten 1 | 24 041 | 2,4% | 27 022 | 2,7% |
| Overige lasten 2 | (12 699) | -1,3% | (20 216) | -2,1% |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 6 874 | 0,7% | 8 963 | 0,9% |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | 23 235 | 2,2% | 8 783 | 0,9% |
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| 1 Overige opbrengsten |
||
| Doorfacturatie van uitgaven | 5 708 | 7 615 |
| Verzekeringspremies captive verzekeringsmaatschappij | 2 847 | 2 829 |
| Vergoedingen | 1 814 | 2 180 |
| Subsidies | 5 998 | 4 232 |
| Dienstvergoedingen | 2 004 | 2 153 |
| Royalties | 990 | 538 |
| Meerwaarde op verkoop materiële activa | 695 | 758 |
| Overige | 3 985 | 6 717 |
| Totaal | 24 041 | 27 022 |
| 2 Overige lasten |
||
| Boete Duitse Federaal Kartelbureau | 0 | (8 200) |
| Belastingen (operationele) | (6 283) | (5 998) |
| Verlies op verkoop materiële activa | (780) | (272) |
| Overige | (6 108) | (5 746) |
| Totaal | (12 699) | (20 216) |
Overige goederen en diensten omvatten voornamelijk transportkosten (EUR 51,0 miljoen), operationele leases (EUR 26,9 miljoen), benodigdheden (EUR 24,8 miljoen), honoraria (EUR 18,4 miljoen), herstellings- en onderhoudskosten (EUR 16,4 miljoen), advertentie- en handelsbeurskosten (EUR 16,2 miljoen), reiskosten (EUR 8,5 miljoen end administratieve uitgaven (EUR 8,2 miljoen).
De lagere inkomsten van joint ventures en geassocieerde vennootschappen wordt hoofdzakelijk verklaard door de lagere bijdrage van de 51/49 joint venture Proseat (Automobiel - Zetelkussen), waarvan het resultaat werd beïnvloed door niet-recurrente reorganisatielasten van EUR 4,2 miljoen en door de lagere bijdrage van Orsafoam, als gevolg van diens schikking met de Italiaanse Concurrentie-autoriteiten (EUR 0,6 miljoen).
deelnemingen heeft in 2015 betrekking op de verkoop van het 50%-belang in Kingspan Tarec Industrial Insulation. In 2014 had de waardevermindering betrekking op verliezen op leningen aan geassocieerde vennootschappen.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Rentelasten op obligaties en schuldpapier | (1 427) | (1 537) |
| Rentelasten op financiële lease-overeenkomsten | (500) | (660) |
| Rentelasten op bankverplichtingen | (3 791) | (4 080) |
| Rentelasten op korte-termijn bancaire leningen en rekening-courant | (1 346) | (1 559) |
| Rentelasten op andere lange-termijn leningen | 0 | (73) |
| Rentelasten op andere korte-termijn leningen | (104) | (1) |
| Netto rentelasten op rente swaps | (2 184) | (1 960) |
| Netto rentelasten op vreemde valuta swaps | (324) | (230) |
| Totale rentelasten | (9 676) | (10 100) |
| Rente-opbrengsten uit bankdeposito's | 40 | 55 |
| Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen | 751 | 547 |
| Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen en bankdeposito's | 791 | 602 |
| Rentelasten op overige schulden | (696) | (576) |
| Rente-opbrengsten uit overige financiële vorderingen | 27 | 43 |
| Overige rente-opbrengsten /(-lasten) | (669) | (533) |
| Totaal rente-opbrengsten /(-lasten) | (9 554) | (10 031) |
| Wisselkoersverschillen | (2 008) | (400) |
| Rente-actualisatie uit overige voorzieningen | 0 | (12) |
| Netto rentelast IAS 19 | (1 080) | (1 533) |
| Opbrensten uit rente-actualisatie uit vorderingen | 257 | 0 |
| Rente uit voorzieningen voor personeelsvoordelen en overige verplichtingen | (823) | (1 545) |
| Overige financieel resultaat 1 | (137) | (854) |
| FINANCIEEL RESULTAAT | (12 522) | (12 830) |
1 FY2014 Overige financieel resultaat omvat een financiële kost van EUR 0.8 miljoen in relatie met de betalingsvoorwaarden van de boete aan de EC.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Opgenomen in de winst- en verliesrekening | ||
| Courante belastingen op het resultaat: | ||
| Binnenland | (374) | (97) |
| Buitenland | (2 029) | (2 578) |
| Totaal courante belastingen (1) | (2 403) | (2 675) |
| Uitgestelde belastingen: | ||
| Belastingseffect op uitgestelde belastingsaanpassingen m.b.t. vorige jaren (2.a.) | (4 136) | 3 953 |
| Bewegingen van tijdelijke verschillen (2.b.) | (293) | (10 792) |
| Aangewende uitgestelde belastingen op verliezen van vorige verslagperiodes (2.c.) | (3 914) | (2 432) |
| Uitgestelde belastingen op verliezen huidige verslagperiode en vroegere verliezen die in het verleden niet werden erkend (2.d.) |
4 575 | 6 244 |
| Totaal uitgestelde belastingen (2) | (3 768) | (3 027) |
| Algemeen totaal (A) | (6 171) | (5 702) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Aansluiting effectief belastingtarief | ||
| Winst voor belastingen | 10 713 | (4 047) |
| Minus winst of verlies van geassocieerde deelnemingen | (6 874) | (8 963) |
| Winst voor belastingen en voor het aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen | 3 839 | (13 010) |
| Belastingen aan het toepasselijke belastingtarief van 33,99% (B) | (1 305) | 4 422 |
| Fiscale impact van niet-verrekenbare uitgaven: | ||
| Niet verrekende afschrijvingen op goodwill en immateriële activa | (6) | (51) |
| Fiscaal niet verrekenbare uitgaven (2.A.a.) | (5 611) | (14 536) |
| Overige | (176) | (184) |
| Fiscale impact van niet-belastbare opbrengsten : | ||
| Fiscaal aftrekbare uitgaven en niet-belastbare financiële en andere opbrengsten (2.A.b.) | 3 587 | 8 357 |
| Overige | 72 | 607 |
| Impact op uitgestelde belastingen van wijzigingen in belastingtarieven entiteiten | 19 | (4 537) |
| Fiscale impact van correcties in uitgestelde actuele belastingen, m.b.t. voorgaande periodes (2.A.c.) | (3 007) | 3 662 |
| Invloed van verschillende belastingtarieven van entiteiten in andere rechtsgebieden | 80 | (389) |
| Belastingseffect van notionele interestaftrek | 668 | 3 202 |
| Waardevermindering van uitgestelde belastingvorderingen en niet erkende belastingsactiva | (492) | (6 255) |
| Belastingslast en het effectieve belastingtarief voor de periode (A) | (6 171) | (5 702) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Uitgestelde belastingopbrengsten/(vorderingen) rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen | ||
| Impact van IAS 19R op het eigen vermogen | 206 | 68 |
| Impact van wisselkoerswijzigingen | (28) | 76 |
| Op het effectief gedeelte van de wijziging in reële waarde van de kasstroomindekkingen | (571) | 79 |
| Totaal | (393) | 223 |
De totale belastingslasten bedragen EUR -6,2 miljoen en omvatten twee elementen:
De stijging van de uitgestelde belastingslasten ten belope van EUR -0,8 miljoen wordt voornamelijk verklaard of beïnvloed door:
10
De effectieve belastingsuitgaven voor het boekjaar (EUR -6,2 miljoen)(A) vergeleken met de theoretische belastingsberekening (EUR -1,3 miljoen)(B), - een verschil van EUR -4,9 miljoen -, wordt door verschillende factoren verklaard:
a. (i) EUR -5,6 miljoen erkend als niet fiscaal aftrekbare uitgaven heeft vooral betrekking op liquidatieverliezen op participaties (EUR -0,7 miljoen), pensioenlasten in het Verenigd Koninkrijk (EUR -0,7 miljoen), rentelasten (EUR -0,7 miljoen), overige elementen (EUR -2,7 miljoen) en een belastingskrediet (EUR -0,4 miljoen).
120 RECTICEL
JAARVERSLAG 2015
| in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||||
| Groep Recticel | UITGESTELDE BELASTING VORDERINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VERPLICHTINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VORDERINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VERPLICHTINGEN |
|
| Opgenomen uitgestelde belastingen | |||||
| Immateriële activa | 11 591 | (865) | 9 578 | (777) | |
| Materiële vaste activa | 24 916 | (18 587) | 24 203 | (21 330) | |
| Beleggingen | 0 | (1 013) | 253 | (941) | |
| Voorraden | 396 | (3) | 266 | 0 | |
| Vorderingen | 1 209 | (1 054) | 439 | (1 131) | |
| Indekkingen (eigen vermogen) | 1 544 | 0 | 2 116 | 0 | |
| Andere activa | 1 051 | 0 | 1 671 | 0 | |
| Voorzieningen voor pensioenen | 12 104 | (5) | 13 636 | (2) | |
| Andere voorzieningen | 5 681 | (5 574) | 4 236 | (5 738) | |
| Andere verplichtingen | 720 | (6 042) | 1 733 | (3 177) | |
| Notionele interestaftrek | 11 339 | 0 | 12 197 | 0 | |
| Fiscaal overdraagbare verliezen/belastingvorderingen | 181 223 | 0 | 179 083 | 0 | |
| Totaal | 251 774 | (33 143) | 249 411 | (33 096) | |
| Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen (1) | (184 865) | 0 | (178 388) | 0 | |
| Saldering (2) | (23 637) | 23 637 | (24 189) | 24 189 | |
| Totaal (zoals aangegeven in de balans) | 43 272 | (9 506) | 46 834 | (8 907) |
(1) De variatie van EUR -6,5 miljoen (EUR 184,9 miljoen minus EUR 178,4 miljoen) is hoofdzakelijk verklaard door de waardevermindering op uitgestelde belastingsvorderingen voor EUR -0,8 miljoen, het effect van een wijziging in de belastingsvoet voor EUR 0,3 miljoen, de impact van wisselkoersverschillen voor EUR -6,5 miljoen (VK en VS) en een effect op het eigen vermogen voor EUR +0,5 miljoen in verband met pensioenen onder IAS 19R.
(2) Volgens IAS 12 (Belastingen op het resultaat) zouden uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen, onder bepaalde voorwaarden, gesaldeerd moeten worden als ze door een identieke fiscale autoriteit geheven worden.
| Groep Recticel 2015 2014 Binnen 1 jaar 8 103 |
in duizend EUR | ||
|---|---|---|---|
| 6 000 | |||
| Binnen 2 jaar | 18 881 | 14 768 | |
| Binnen 3 jaar 20 250 |
20 860 | ||
| Binnen 4 jaar 2 383 |
13 826 | ||
| Binnen 5 jaar of meer 202 523 |
239 795 | ||
| Zonder tijdslimiet 397 613 |
346 338 | ||
| Totaal 649 753 |
641 587 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOTAAL POTENTIËLE ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
NIET OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
BRUTO BEDRAG AAN NIET-ERKENDE BELASTINGS VERLIEZEN |
| Overgedragen fiscale verliezen (*) | 181 223 | 46 738 | 134 485 | 465 162 |
| Notionele interestaftrek (*) | 11 339 | 0 | 11 339 | 33 359 |
| Materiële vaste activa | 24 916 | 3 800 | 21 116 | 64 203 |
| Voorzieningen voor pensioenen | 12 104 | 4 781 | 7 323 | 25 645 |
| Andere voorzieningen | 5 681 | 2 121 | 3 560 | 10 748 |
| Andere tijdelijke verschillen | 16 511 | 9 469 | 7 042 | 24 407 |
| Totaal | 251 774 | 66 909 | 184 865 | 623 524 |
(*) Per 31/12/2015, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 46,8 miljoen (2014: EUR 51,9 miljoen) erkend op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 649,8 milljoen (2014: EUR 641,6 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.
Actieve uitgestelde belastingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2014:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOTAAL POTENTIËLE ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
NIET OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGS LATENTIES |
BRUTO BEDRAG AAN NIET-ERKENDE BELASTINGS VERLIEZEN |
| Overgedragen fiscale verliezen (*) | 179 083 | 51 955 | 127 128 | 438 731 |
| Notionele interestaftrek (*) | 12 197 | 0 | 12 197 | 35 885 |
| Materiële vaste activa | 24 203 | 3 687 | 20 516 | 63 328 |
| Voorzieningen voor pensioenen | 13 636 | 4 797 | 8 839 | 29 181 |
| Andere voorzieningen | 4 236 | 1 352 | 2 884 | 11 826 |
| Andere tijdelijke verschillen | 16 056 | 9 232 | 6 824 | 25 653 |
| Totaal | 249 411 | 71 023 | 178 388 | 604 604 |
(*) Per 31/12/2014, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 51,9 miljoen (2013: EUR 49,4 miljoen) erkend op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 641,6 milljoen (2013: EUR 594,1 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastingslatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van
dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.
Bedragen opgenomen als uitkeringen aan aandeelhouders in de verslagperiode.
Dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2014 van EUR 0,20 (2013: EUR 0,20) per aandeel.
Voorgesteld dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2015 van EUR 0,14 per aandeel, of in totaal voor alle uitstaande aandelen EUR 7.522.425,12 (2014: EUR 5.932.851,20).
Het voorgestelde dividend moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders op de jaarlijkse Algemene Vergadering en is niet opgenomen als een verplichting in deze jaarrekening.
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Netto winst (verlies) over de periode (in duizend EUR) | 4 543 | (9 749) |
| Netto winst (verlies) uit voortgezette activiteiten | 4 543 | (9 749) |
| Netto winst (verlies) uit beëindigde activiteiten | 0 | 0 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | ||
| Gewone aandelen op 01 januari (zonder ingekochte eigen aandelen) | 29 337 456 | 28 620 556 |
| Inkoop eigen aandelen tijdens de periode | 0 | 0 |
| Aandelen uitgegeven bij kapitaalverhoging van mei 2015 | 23 733 804 | 0 |
| Uitoefening van warrants | 333 548 | 716 900 |
| Gewone aandelen op 31 december (zonder ingekochte eigen aandelen) | 53 404 808 | 29 337 456 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen | 44 510 623 | 28 953 478 |
| in EUR | ||
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Gewone winst (verlies) per aandeel | 0,10 | (0,34) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Berekening van de verwaterde winst (verlies) per aandeel: | ||
| Verwaterende elementen | ||
| Netto winst (verlies) uit de voortgezette activiteiten | 4 543 | (9 749) |
| Converteerbare obligatielening (2) | 0 | 0 |
| Winst (verlies) toerekenbaar aan de gewone houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moederonderneming inclusief veronderstelde conversies |
4 543 | (9 749) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 44 510 623 | 28 953 478 |
| Aandelenoptieplannen - warranten (1) | 193 860 | 0 |
| Converteerbare obligatielening (2) | 0 | 0 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen voor de verwaterde winst per aandeel | 44 704 483 | 28 953 478 |
| in EUR |
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel | 0,10 | (0,34) |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten | 0,10 | (0,34) |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten | 0,00 | 0,00 |
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Winstverhogende elementen | ||
| Invloed op de resultaten van voortgezette activiteiten | ||
| Converteerbare obligatielening (2) | 1 303 | 1 268 |
| Invloed op gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | ||
| Aandelenoptieplan - warranten - "out-of-the-money" (1) | 833 141 | 798 940 |
| Aandelenoptieplan - warranten - "winstverhogend" (1) | 0 | 167 666 |
| Converteerbare obligatielening (2) | 5 947 205 | 4 868 755 |
(1) Per 31 december 2015 waren er drie warrantplannen 'in-the-money', ttz de plannen van december 2011, december 2012 en juni 2015, die in rekening worden genomen voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel. De overige warrantplannen waren 'out-of-the-money' en zijn aldusdanig anti-verwaterend. Voor 2014, als gevolg van het verlies over het boekjaar, worden er geen winstverwaterende instrumenten in beschouwing genomen voor de bepaling van de verwaterde winst (verlies) per aandeel voor 2013, omdat bij opname van deze instrumenten, deze een tegenovergesteld effect zouden hebben; in het bijzonder de verlaging van het verlies per aandeel.
(2) Voor 2015 zijn de bijkomende inkomsten en het potentieel aantal aandelen ten gevolge van potentiële conversie van de converteerbare obligatielening antiverwaterend, en derhalve uitgesloten bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel. Voor 2014 wordt de impact van de converteerbare obligatielening als anti-verwaterend beschouwd omwille van het verlies van het boekjaar.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWIKKELINGS KOSTEN |
CONCESSIES, OCTROOIEN EN LICENTIES |
CLIËNTEEL EN HANDELS FONDSEN |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | ||||||
| Aanschaffingswaarde | 13 704 | 44 083 | 8 880 | 341 | 6 504 | 73 512 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (13 101) | (31 792) | (8 790) | (260) | 0 | (53 943) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(32) | (6 322) | 0 | 0 | (831) | (7 185) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
571 | 5 969 | 90 | 81 | 5 673 | 12 384 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||||||
| Aanschaffingen | 0 | 208 | 0 | 60 | 573 | 841 (1) |
| Interne productie | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 576 | 2 576 (1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | (55) | 0 | 0 | 0 | (55) |
| Afschrijving opgenomen als last | (403) | (2 028) | (58) | (41) | 0 | (2 530) |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 (2) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 1 038 | 1 890 | 0 | (42) | (2 812) | 74 |
| Wisselkoersverschillen | 12 | 95 | 2 | 0 | 12 | 121 |
| Per einde van de verslagperiode | 1 218 | 6 079 | 34 | 58 | 6 022 | 13 411 |
| Aanschaffingswaarde | 15 346 | 46 259 | 8 631 | 337 | 6 853 | 77 426 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (14 117) | (33 817) | (8 597) | (279) | 0 | (56 810) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(11) | (6 363) | 0 | 0 | (831) | (7 205) |
| Netto boekwaarde van de verslagperiode | 1 218 | 6 079 | 34 | 58 | 6 022 | 13 411 |
| Gebruiksduur (in jaren) | 3-5 | 3-10 | 5-10 | 5 maximum | n.a. | |
| Aanschaffingen | Overdrachten | |||||
| Cash out voor aanschaffingen immateriële activa | (3 872) | Cash in uit overdrachten immateriële activa | 116 | |||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | 455 | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | (116) | |||
| Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) | (3 417) | Totaal overdrachten immateriële activas (2) | 0 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWIKKELINGS KOSTEN |
CONCESSIES, OCTROOIEN EN LICENTIES |
CLIËNTEEL EN HANDELS FONDSEN |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | ||||||
| Aanschaffingswaarde | 12 966 | 42 566 | 8 820 | 231 | 5 333 | 69 916 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (12 333) | (29 735) | (8 459) | (170) | 0 | (50 697) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(108) | (6 326) | 0 | 0 | (831) | (7 265) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
525 | 6 505 | 361 | 61 | 4 502 | 11 954 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||||||
| Aanschaffingen | 0 | 80 | 0 | 21 | 610 | 711 (1) |
| Interne productie | 0 | 0 | 0 | 1 | 2 238 | 2 239 (1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | (5) | 0 | 0 | 0 | (5) |
| Afschrijving opgenomen als last | (269) | (1 931) | (276) | (13) | 0 | (2 489) |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 (2) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 317 | 1 356 | 0 | 13 | (1 686) | 0 |
| Wisselkoersverschillen | (2) | (36) | 5 | (2) | 9 | (26) |
| Per einde van de verslagperiode | 571 | 5 969 | 90 | 81 | 5 673 | 12 384 |
| Aanschaffingswaarde | 13 704 | 44 083 | 8 880 | 341 | 6 504 | 73 512 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (13 101) | (31 792) | (8 790) | (260) | 0 | (53 943) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(32) | (6 322) | 0 | 0 | (831) | (7 185) |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
571 | 5 969 | 90 | 81 | 5 673 | 12 384 |
| Gebruiksduur (in jaren) | 3-5 | 3-10 | 5-10 | 5 maximum | n.a. | |
| Aanschaffingen | Overdrachten | |||||
| Cash out voor aanschaffingen immateriële activa | (3 422) | Cash in uit overdrachten immateriële activa | 391 | |||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | 472 | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | (391) | |||
| Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) | (2 950) | Totaal overdrachten immateriële activas (2) | 0 | |||
In 2015 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 3,4 miljoen in vergelijking met EUR 3,0 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2015 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 1,3 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel-Interiors projecten (EUR 1,7 miljoen).
In 2014 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 3,0 miljoen in vergelijking met EUR 4,0 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2014 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 1,7 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel-Interiors projecten (EUR 1,1 miljoen).
In december 2011 heeft Recticel NV samen met Recticel International Services NV een gezamenlijke kredietovereenkomst ("club deal") afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het raamwerk van deze club deal hebben Recticel NV en/of haar dochternemingen hun belangrijkste handelsmerken en octrooien als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze 'club deal' kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Per einde van de vorige verslagperiode | ||
| Aanschaffingswaarde | 39 215 | 38 433 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | (14 266) | (13 823) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode | 24 949 | 24 610 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||
| Aanschaffingen en wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen * | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 939 | 339 |
| Per einde van de verslagperiode | 25 888 | 24 949 |
| Aanschaffingswaarde | 40 581 | 39 215 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | (14 693) | (14 266) |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode | 25 888 | 24 949 |
* Zie toelichting II.1.5.1. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële en materiële vaste activa.
De boekwaarde van goodwill verworven in een bedrijfscombinatie moet op een redelijke en consistente basis toegewezen worden aan elke kasstroomgenererende eenheid of kleinste groep van kasstroomgenererende eenheden in overeenstemming met IAS 36.
Jaarlijks wordt de goodwill onderworpen aan een onderzoek op bijzondere waardevermindering. Dit onderzoek wordt op frequentere basis doorgevoerd wanneer er indicaties zijn dat deze posten een bijzondere waardevermindering dienen te ondergaan. Voor de belangrijkste veronderstellingen en bevindingen en voor de sensitiviteitsanalyse verwijzen we naar II.1.5. Kritische boekhoudkundige beoordelingen en belangrijkste bronnen van onzekerheid.
De stijging van de netto boekwaarde wordt enkel verklaard door wisselkoersverschillen, in het bijzonder als gevolg van de waardetoename van het GBP tegenover de EUR.
| in duizend EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TERREINEN EN GEBOUWEN |
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
FINANCIËLE LEASE |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL | ||
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||||
| Aanschaffingswaarde | 185 006 | 502 387 | 24 723 | 35 315 | 5 135 | 15 602 | 768 168 | ||
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (115 329) | (401 671) | (20 379) | (12 605) | (1 320) | (36) | (551 340) | ||
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(808) | (11 759) | (31) | (139) | (984) | (374) | (14 095) | ||
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
68 869 | 88 957 | 4 313 | 22 571 | 2 831 | 15 192 | 202 733 | ||
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||||
| Aanschaffingen, inclusief interne productie | 287 | 4 247 | 703 | 23 | 83 | 29 266 | 34 609 (1) | ||
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | (928) | 0 | 0 | 0 | 0 | (928) | ||
| Afschrijving opgenomen als last | (4 023) | (17 501) | (1 792) | (1 581) | (93) | 0 | (24 990) | ||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | (562) | (126) | (7) | 0 | 8 | 0 | (687) (2) | ||
| Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop |
(3 137) | (71) | 0 | 0 | 0 | 0 | (3 208) | ||
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 2 895 | 20 554 | 1 156 | 0 | (25) | (24 746) | (166) | ||
| Wisselkoersverschillen | 344 | 1 623 | 100 | 0 | (9) | 260 | 2 318 | ||
| Per einde van de verslagperiode | 64 673 | 96 755 | 4 473 | 21 013 | 2 795 | 19 972 | 209 681 | ||
| Aanschaffingswaarde | 185 070 | 519 470 | 24 892 | 35 340 | 5 071 | 20 144 | 789 987 | ||
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (119 699) | (413 237) | (20 410) | (14 246) | (1 292) | (36) | (568 920) | ||
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(698) | (9 478) | (9) | (81) | (984) | (136) | (11 386) | ||
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
64 673 | 96 755 | 4 473 | 21 013 | 2 795 | 19 972 | 209 681 | ||
| Aanschaffingen | Overdrachten | ||||||||
| Cash out voor aanschaffingen materiële vaste activa |
(29 967) | Cash in van overdrachten materiële vaste activa | 4 010 | ||||||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | (4 642) | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | (3 323) | ||||||
| Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) | (34 609) | Totaal overdrachten materiële vaste activa (2) |
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TERREINEN EN GEBOUWEN | INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
FINANCIËLE LEASE | OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 186 154 | 489 636 | 23 251 | 35 324 | 5 169 | 8 237 | 747 771 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (112 243) | (381 512) | (18 981) | (10 939) | (1 299) | 0 | (524 974) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(765) | (16 261) | (65) | (197) | (484) | (411) | (18 183) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
73 146 | 91 863 | 4 205 | 24 188 | 3 386 | 7 826 | 204 614 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingen, inclusief interne productie | 841 | 2 150 | 937 | 0 | 21 | 19 237 | 23 186 (1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (74) | (107) | (2) | 0 | (500) | 0 | (683) |
| Afschrijving opgenomen als last | (4 059) | (16 380) | (1 567) | (1 616) | (82) | (36) | (23 740) |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | (918) | (96) | (27) | 0 | 0 | 0 | (1 041) (2) |
| Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop |
(1 433) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (1 433) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 1 139 | 10 213 | 695 | (1) | 9 | (12 034) | 21 |
| Wisselkoersverschillen | 227 | 1 314 | 72 | 0 | (3) | 199 | 1 809 |
| Per einde van de verslagperiode | 68 869 | 88 957 | 4 313 | 22 571 | 2 831 | 15 192 | 202 733 |
| Aanschaffingswaarde | 185 006 | 502 387 | 24 723 | 35 315 | 5 135 | 15 602 | 768 168 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (115 329) | (401 671) | (20 379) | (12 605) | (1 320) | (36) | (551 340) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(808) | (11 759) | (31) | (139) | (984) | (374) | (14 095) |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
68 869 | 88 957 | 4 313 | 22 571 | 2 831 | 15 192 | 202 733 |
| Aanschaffingen | Overdrachten | ||
|---|---|---|---|
| Cash out voor aanschaffingen materiële vaste activa |
(28 984) | Cash in van overdrachten materiële vaste activa | 844 |
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | 5 798 | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | 197 |
| Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) | (23 186) | Totaal overdrachten materiële vaste activa (2) | 1 041 |
De totale aanschaffing van materiële vaste activa bedroeg EUR 34,6 miljoen in vergelijking met EUR 23,2 miljoen tijdens de vorige verslagperiode.
Op 31 december 2015 was de Groep contractuele verbintenissen aangegaan in verband met de verwerving van materiële vaste activa voor EUR 5,5 miljoen.
Op 31 december 2014 was de Groep contractuele verbintenissen aangegaan in verband met de verwerving van materiële vaste activa voor EUR 5,3 miljoen.
In 2015, werden bijzondere waardeverminderingen erkend in de winst- en verliesrekeningen met betrekking tot inactieve machines in Nederland (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen).
In 2014 hadden de in de winst- en verliesrekening opgenomen bijzondere waardeverminderingen voornamelijk betrekking op vastgoed op de ongebruikte site in Legutiano (Spanje – Soepelschuim) (EUR -0,5 miljoen), als gevolg van een marktwaarderingsrapport.
In 2015 had 'Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop' (EUR 3,1 million) betrekking op het gebouw (Isolatie) in Wevelgem (België).
In 2014 had 'Herklassificatie naar activa aangehouden voor verkoop' (EUR 1.4 million) betrekking op het gebouw (Isolatie) in Wolverhampton (United Kingdom).
Zoals reeds vermeld onder Immateriële Activa, hebben Recticel NV samen met Recticel International Services NV, in december 2011 een gezamenlijke kredietovereenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het kader van deze club deal hebben Recticel NV en/of haar dochternemingen hun aandelen en/of hun productieterreinen in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze 'club deal' kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
| in duizend EUR | |
|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| 20 969 | 22 513 |
| 21 | 44 |
| 23 | 14 |
| 21 013 | 22 571 |
| 35 340 | 35 315 |
| (14 246) | (12 605) |
| (81) | (139) |
| 21 013 | 22 571 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Per einde van de vorige verslagperiode | ||
| Aanschaffingswaarde | 3 405 | 3 429 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (99) | (99) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode | 3 306 | 3 330 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||
| Herwaarderingen | 0 | 0 |
| Overdrachten | 0 | 0 |
| Transfer naar rubriek materiële activa | 25 | (24) |
| Per einde van de verslagperiode | 3 331 | 3 306 |
| Aanschaffingswaarde | 3 430 | 3 405 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (99) | (99) |
| Netto boekwaarde per einde verslagperiode | 3 331 | 3 306 |
Deze rubriek heeft voornamelijk betrekking op 31,36 hectaren industrieterrein en landbouwgrond in Balen en Lommel (België). Van deze industriële gronden in Balen/Lommel is 7,35 hectaren het voorwerp van een langlopende lease (tot 2039) aan Ajinomoto Omnichem S.A./N.V.
5,58 Hectaren industriële gronden omvatten het permanente stort dat afkomstig is van de opkuiswerken van de hele site (uitgevoerd over de periode 2001-2006), alsook privé wegen, enz.
Ongeveer 17,78 hectaren industrieterreinen in Balen en 0,63 hectaren landbouwgronden in Lommel blijven beschikbaar voor verkoop.
De hieronder weergegeven deelnemingspercentages komen, tenzij anders aangegeven, overeen met de stemrechtenpercentages.
| Deelnemingspercentage (%) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||||
| Oostenrijk | |||||
| Sembella GmbH | Aderstrasse 35 - 4850 Timelkam | 100,00 | 100,00 | ||
| België | |||||
| s.c. sous forme de s.a. Balim b.v. onder vorm van n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 100,00 | 100,00 | ||
| s.a. Finapal n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 100,00 | 100,00 | ||
| s.a. Intergroup Coordination Services n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | - (a) - (a) |
100,00 100,00 |
||
| s.a. Recticel Management Services n.v. s.a. Recticel International Services n.v. |
Damstraat 2 - 9230 Wetteren Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere |
100,00 | 100,00 | ||
| China | |||||
| Ningbo Recticel Automotive Parts Co. Ltd. | 525, Changxing Road, (C Area of Pioneer Park) Jiangbei District, Ningbo Municipality | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Foams (Shanghai) Co Ltd | 525, Kang Yi Road - Kangyiao Industrial Zone, 201315 Shanghai | 100,00 | 100,00 | ||
| Shenyang Recticel Automotive Parts Co Ltd | 12, Hangtian Road - Dongling District, 110043 Shenyang City | 100,00 | 100,00 | ||
| Beijing Recticel Automotive parts CO Ltd | 32A, Block Yi, No. 15, Jingsheng Nan Si Jie, Jingiao Science | 100,00 | 100,00 | ||
| Langfang Recticel Automotive Parts Co Ltd | 10, Anjin Road - Anci Industrial Zone, 065000 Langfang City | 100,00 (b) | - | ||
| Changchun Recticel Automotive Parts Co Ltd. | Intersection of C19 Rd. and C43 St. in Automotive industry Development Zone; 13000 Changchun, Jilin Province | 100,00 (b) | - | ||
| Tsjechië | |||||
| RAI Most s.r.o. | Moskevska 3055 - Most | 100,00 100,00 |
100,00 100,00 |
||
| Recticel Czech Automotive s.r.o. Recticel Interiors CZ s.r.o. |
Chuderice-Osada 144 - 418,25 Bilina Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav |
100,00 | 100,00 | ||
| Estland | |||||
| Recticel ou | Pune Tee 22 - 12015 Tallin | 100,00 | 100,00 | ||
| Finland | |||||
| Recticel oy | Nevantie 2, 45100 Kouvola | 100,00 | 100,00 | ||
| Frankrijk | |||||
| Recticel s.a.s. | 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Insulation s.a.s. | 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers | 100,00 | 100,00 | ||
| Duitsland | |||||
| Recticel Automobilsysteme GmbH | Rolandsecker Weg 30 – 53619 Rheinbreitbach | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Dämmsysteme Gmbh | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Deutschland Beteiligungs GmbH | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Grundstücksverwaltung GmbH | Rolandsecker Weg 30 – 53619 Rheinbreitbach | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Handel GmbH | OM Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Schlafkomfort GmbH | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Verwaltung Gmbh & Co. KG | Rolandsecker Weg 30 – 53619 Rheinbreitbach | 100,00 | 100,00 | ||
| Luxemburg | |||||
| Recticel RE s.a. | 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Luxembourg s.a. | 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg | 100,00 | 100,00 | ||
| India | |||||
| Recticel India Private Limited | 407, Kapadia Chambers, 599 JSS Road, Princess Street, Marine Lines (East), 400002 Mumbai Maharashtra | 100,00 | 100,00 | ||
| Marrokko | |||||
| Recticel Mousse Maghreb SARL | 31 Avenue Prince Héritier, Tanger | 100,00 | 100,00 | ||
(a) Geliquideerd (b) Nieuwe vestiging (c) Verkocht in februari 2015 (d) Gefuseerd met Recticel BV
| Deelnemingspercentage (%) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||||
| Nederland | |||||
| Akoestikon Geluidsisolatie B.V. | Fahrenheitbaan, 4c - 3439 MD Nieuwegein | 100,00 | 100,00 | ||
| Enipur Holding BV | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Holding Noord B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel International B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100,00 | 100,00 | ||
| Rectigro BV | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | - (d) | 100,00 | ||
| Noorwegen | |||||
| Recticel AS | Øysand - 7224 Mehus | 100,00 | 100,00 | ||
| Polen | |||||
| Recticel Sp. z o.o. | Ul. Graniczna 60, 93-428 Lodz | 100,00 | 100,00 | ||
| Roemenië | |||||
| Recticel Bedding Romania s.r.l. | Miercurea Sibiului, DN1, FN, ground floor room 2 3933 Sibiu County | 100,00 | 100,00 | ||
| Zweden | |||||
| Recticel AB | Södra Storgatan 50 b.p. 507 - 33228 Gislaved | 100,00 | 100,00 | ||
| Spanje | |||||
| Recticel Iberica s.l. | Cl. Catalunya 13, Pol. Industrial Cam Ollersanta Perpetua de Mogoda 08130 | 100,00 | 100,00 | ||
| Zwitserland | |||||
| Recticel Bedding (Schweiz) AG | Bettenweg 12 Postfach 65 - 6233 Büron - Luzern | 100,00 | 100,00 | ||
| Turkije | |||||
| Teknofoam Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s. | Esentepe Milangaz caddesi 40 Kartal, Istanbul | 100,00 | 100,00 | ||
| Verenigd Koninkrijk | |||||
| Gradient Insulations (UK) Limited | 1 George Street, Wolverhampton WV2 4DG, UK | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel (UK) Limited | Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Limited | Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton | 100,00 | 100,00 | ||
| Verenigde Staten van Amerika | |||||
| Recticel Interiors North America Llc. | 5600 Bow Point Drive - MI 48346-3155 Clarkston | 100,00 | 100,00 | ||
| Recticel Urepp North America Inc. | Metro North Technology Park - Atlantic Boulevard 1653 - MI 48326 Auburn Hills | 100,00 | 100,00 | ||
| The Soundcoat Company Inc. | Burt Drive 1 PO Box 25990 - NY 11729 Deer Park County of Suffolk | 100,00 | 100,00 |
In het kader van de EUR 175 miljoen kredietovereenkomst ('club deal') dd. 9 december 2011, zoals geamendeerd op 25 februari 2016, heeft Recticel NV aan haar banken volgende zekerheden verleend:
Recticel NV heeft tevens bankgaranties verleend ten behoeve van OVAM betreffende sanerings- of monitoringprojecten voor enkele van haar sites en/of sites van dochtervennootschappen, voor een totaal bedrag van EUR 2,3 miljoen, evenals ten aanzien van het Waalse Ministerie van Afvalstoffen ten bedrage van EUR 3,3 miljoen.
Tot slot verleent Recticel NV garanties en comfortbrieven aan en/ of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:
Recticel heeft een bankgarantie verleend aan de Europese Commissie ter dekking van de nog openstaande kartelboete voor een bedrag van EUR 6,9 miljoen, met vervaldag in 2016.
Recticel NV heeft zich verder garant gesteld voor haar dochtervennootschappen Recticel Interiors North America LLP en Recticel Urepp North America Inc. in het kader van de herziene overeenkomsten met de Johnson Controls Groep ingevolge de uittreding van beide Amerikaanse ondernemingen uit de Chapter 11 procedure (april 2010).
Recticel NV heeft zich ook garant gesteld ten aanzien van Daimler AG voor de goede uitvoering van alle lopende Mercedes programma's van haar Interiors divisie.
Zoals voorzien in de 'club deal', bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
| Deelnemingspercentage (%) | |||
|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||
| Oostenrijk | |||
| Eurofoam GmbH | Greinerstrasse 70 - 4550 Kremsmünster | 50,00 | 50,00 |
| België | |||
| s.a. Kingspan Tarec Industrial Insulation n.v. | Olympiadenlaan, 2 - 1140 Evere | - (c) | 50,00 |
| s.a. Proseat n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 51,00 | 51,00 |
| Tsjechië | |||
| Proseat Mlada Boleslav s.r.o. | Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav | 51,00 | 51,00 |
| Frankrijk | |||
| Proseat s.a.s. | Avenue de Verdun, 71, 77470 Trilport | 51,00 | 51,00 |
| Duitsland | |||
| Eurofoam Deutschland GmbH Schaumstoffe | Hagenauer Strasse 42 – 65203 Wiesbaden | 50,00 | 50,00 |
| KFM-Schaumstoff GmbH | Rosenauer Strasse, 28 - 96487 Dörfles-Esbach | 50,00 | 50,00 |
| Proseat Gmbh & Co. KG | Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf | 51,00 | 51,00 |
| Proseat Schwarzheide GmbH | Schipkauer Strasse 1 - 01987 Schwarzheide | 51.00 | 51.00 |
| Proseat Verwaltung Gmbh | Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf | 51,00 | 51,00 |
| Hongarije | |||
| Eurofoam Hungary Kft. | Miskolc 16 - 3792 Sajobabony | 50,00 | 50,00 |
| Polen | |||
| Eurofoam Polska Sp. z o.o. | ul Szczawinska 42 - 95-100 Zgierz | 50,00 | 50,00 |
| Proseat Spolka. z o.o. | ul Miedzyrzecka, 16 - 43-382, Bielsko-Biala | 51,00 | 51,00 |
| Roemenië | |||
| Eurofoam s.r.l. | Str. Garii nr. 13 Selimbar 2428 - O.P.8 C.P. 802 - Jud. Sibiu | 50,00 | 50,00 |
| Spanje | |||
| Proseat Foam Manufacturing SLU | Carretera Navarcles s/n, Poligono Industrial Santa Ana II - Santpedor (08251 Barcelona) | 51,00 | 51,00 |
| Verenigd Koninkrijk | |||
| Kingspan Tarec Industrial Insulation Ltd. | Charlestown Works, Charlestown - SK13 8LE Glossop (Derbyshire) | - (c) | 50,00 |
| Proseat LLP | Unit A, Stakehill Industrial Estate, Manchester, Lancashire | 51,00 | 51,00 |
(a) Geliquideerd (b) Nieuwe vestiging (c) Verkocht in februari 2015 (d) Gefuseerd met Recticel BV
Er zijn geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de joint ventures om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.
Er wordt gerefereerd naar "II.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen" inzake het onderzoek door de EC in hetwelke Eurofoam betrokken was.
Recticel NV verleent garanties en comfortbrieven aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse joint ventures, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:
| Deelnemingspercentage (%) | |||
|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||
| Bulgarije | |||
| Eurofoam-BG o.o.d. | Raiko Aleksiev Street 40, block n° 215-3 Izgrev district, Sofia | 50,00 | 50,00 |
| Tsjechië | |||
| B.P.P. spol s.r.o. | ul. Hájecká 11 – 61800 Brno | 25,68 | 25,68 |
| Eurofoam Bohemia s.r.o. | Osada 144, Chuderice - 418 25 Bilina | 50,00 | 50,00 |
| Eurofoam TP spol.s.r.o. | ul. Hájecká 11 – 61800 Brno | 40,00 | 40,00 |
| Sinfo | Souhradi 84 - 391 43 Mlada Vozice | 25,50 | 25,50 |
| Eurofoam Industry | ul. Hájecká 11 – 61800 Brno | 50,00 | 50,00 |
| Italië | |||
| Orsafoam s.p.a. | Via A. Colombo, 60 21055 Gorla Minore (VA) | 33,00 | 33,00 |
| Litouwen | |||
| UAB Litfoam | Radziunu Village, Alytus Region | 30,00 | 30,00 |
| Polen | |||
| Caria Sp. z o.o. | ul Jagiellonska 48 - 34 - 130 Kalwaria Zebrzydowska | 25,50 | 25,50 |
| PPHIU Kerko Sp. z o.o. | Nr. 366 - 36-073 Strazow | 25,86 | 25,86 |
| Roemenië | |||
| Flexi-Mob Trading s.r.l. | Interioara Street, 3 Pol. II, Inc. Federalcoop, Nr. 1, Constanta | 25,00 | 25,00 |
| Rusland | |||
| Eurofoam Kaliningrad | Kaliningrad District, Guierwo Region , 238352 Uszakowo | 50,00 | 50,00 |
| Slowakije | |||
| Poly | Dolné Rudiny 1 - SK-01001 Zilina | 50,00 | 50,00 |
| Servië | |||
| Eurofoam Sunder d.o.o. | Vojvodanska Str. 127 - 21242 Budisava | 50,00 | 50,00 |
| Oekraïne | |||
| Porolon Limited | Grodoocka 357 - 290040 - Lviv | 47,50 | 47,50 |
Er zijn geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de geassocieerde vennootschappen om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.
Er wordt gerefereerd naar "II.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen" inzake het onderzoek door de EC in hetwelke Orsafoam s.p.a. betrokken was.
Sommige entiteiten die voor meer dan 50% worden gecontroleerd worden niet in de consolidatie opgenomen omdat ze (nog) niet materieel zijn. Van zodra zij een voldoende omvang zullen bereikt hebben, zullen ze echter wel opgenomen worden in de consolidatiekring.
| Deelnemingspercentage (%) | ||
|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| No. 518, Fute North Road, Waigaoqiao Free Trade Zone - 200131 Shanghai | 100,00 | 100,00 |
| Kosma Etolou Street, 13 - Neo Iraklio - Attica | 100,00 | 100,00 |
| Imaika-Cho 1-36, Anjo-Shi | 50,00 | 50,00 |
| 412F, route d'Esch, L-2086 Luxembourg | 100,00 | 100,00 |
| Str. Margeanulin, 5 - 4800 Baia Mare | 50,00 | 50,00 |
| Domodedovskoye shosse 1/1, Podolsky district, Moskow Region, 142116 Selkhoztekhnica | - (a) | 51,00 |
| 100,00 | ||
| Box 507 - 33200 Gislaved | 100,00 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Per einde van de vorige verslagperiode | 73 644 | 72 507 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||
| Actuariële winsten/(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen | 600 (1) | (1 331) (1) |
| Uitgestelde belastingen op het resultaat met betrekking tot componenten van het overige totaal resultaat | (137) | 361 |
| Aanpassing eigen vermogen op verkoop intra-Groep | 524 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 341 | (84) |
| Winst of verlies (aandeel van de Groep) over de verslagperiode | 6 873 (2) | 8 964 (2) |
| Uitbetaalde dividenden | (13 487) (3) | (119) |
| Transfer van resultaat | (22) | 227 |
| Kapitaalverhogingen | 4 860 (4) | 255 |
| Herklassificatie naar aangehouden voor verkoop | 0 | (7 136) (5) |
| Per einde van de verslagperiode | 73 196 | 73 644 |
(1) In 2015 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de hogere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen
(2) In 2015 worden de lagere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen (EUR 6,9 miljoen (2014: EUR 9.0 million) voornamelijk verklaard door de lagere bijdrage van de 51/49 joint venture Proseat (Automobiel - Zetelkussen), dat beïnvloed werd door niet-recurrente reorganisatielasten voor EUR -4,2 miljoen en door de lager bijdrage van Orsafoam, als gevolg van de schikking met de Italiaanse Concurrentieautoriteiten (EUR -0,6 miljoen)
(3) In 2015 bedroegen de dividenden uitbetaald door joint ventures, voornamelijk Eurofoam (EUR 5,6 miljoen) en Proseat (EUR 7,8 miljoen), EUR 13,5 miljoen.
(4) In 2015 had de rubriek Kapitaalverhogingen betrekking op verschillende vennootschappen van de Proseat groep, wiens eigen vermogen verhoogd werd met EUR 4,9 miljoen.
(5) In 2014 had deze rubriek betrekking op de participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII), dat in februari 2015 verkocht werd.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | EUROFOAM GROEP | PROSEAT GROEP | KINGSPAN TAREC INDUSTRIAL INSULATION |
TOTAAL | ||||
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| Vaste activa | 145 490 | 143 852 | 71 563 | 70 755 | 0 | 8 163 | 217 053 | 222 770 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 22 420 | 8 930 | 15 150 | 20 722 | 0 | 2 224 | 37 570 | 31 876 |
| Vlottende activa | 132 233 | 119 025 | 152 419 | 152 586 | 0 | 10 931 | 284 652 | 282 542 |
| Totaal activa | 277 723 | 262 877 | 223 982 | 223 341 | 0 | 19 094 | 501 705 | 505 312 |
| Rentedragende financiële verplichtingen | (180) | (40 487) | (16 318) | (18 165) | 0 | 0 | (16 498) | (58 652) |
| Langlopende verplichtingen | (16 070) | (56 498) | (51 277) | (51 768) | 0 | (7 344) | (67 347) | (115 610) |
| Rentedragende financiële verplichtingen | (76 365) | (37 342) | (82 224) | (74 426) | 0 | (1 045) | (158 589) | (112 813) |
| Kortelopende verplichtingen | (123 567) | (79 863) | (131 301) | (116 700) | 0 | (4 788) | (254 868) | (201 351) |
| Totaal passiva | (139 637) | (136 361) | (182 578) | (168 468) | 0 | (12 132) | (322 215) | (316 961) |
| Eigen vermogen | 138 086 | 126 516 | 41 404 | 54 873 | 0 | 6 962 | 179 490 | 188 351 |
| Bedrijfsopbrengsten | 409 792 | 396 563 | 267 361 | 256 253 | 0 | 34 552 | 677 153 | 687 368 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(8 079) | (7 598) | (7 624) | (6 935) | 0 | (1 025) | (15 703) | (15 558) |
| EBIT | 47 730 | 23 267 | (6 320) | (327) | 0 | 1 168 | 41 410 | 24 108 |
| Rente-opbrengsten | 411 | 390 | 645 | 337 | 0 | 0 | 1 056 | 727 |
| Rentelasten | (2 197) | (2 523) | (2 762) | (1 703) | 0 | (43) | (4 959) | (4 269) |
| Resultaat uit de gewone bedrijfsvoering voor belastingen |
44 456 | 20 795 | (8 645) | (1 423) | 0 | 1 084 | 35 811 | 20 456 |
| Belastingen op het resultaat | (6 644) | (4 751) | (663) | (1 064) | 0 | (3) | (7 307) | (5 818) |
| Winst of (Verlies) van de periode | 38 889 | 15 993 | (9 745) | (3 094) | 0 | 1 122 | 29 144 | 14 021 |
Vootnoot: Recticel NV heeft zich garant gesteld voor (i) EUR 7,5 miljoen onder de vorm van een comfortbrief ten behoeve van de joint venture vennootschap Eurofoam GmbH (Oostenrijk/Duitsland) ter de dekking van een locale banklening, (ii) EUR 5,1 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat, eveneens ter dekking van een locale banklening, (iii) EUR 3,9 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat, ter dekking van een locale lease-overeenkomst en (iv) een garantie ten behoeve van de joint venture Proseat, ter dekking van een kredietlijn van EUR 6,0 miljoen.
10
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | EUROFOAM GROEP | PROSEAT GROEP | KINGSPAN TAREC INDUSTRIAL INSULATION |
||||
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | ||
| Netto eigen vermogen (aandeel van de Groep) | 69 043 | 63 258 | 21 116 | 27 985 | 0 | 3 481 | |
| Goodwill | 495 | 473 | 8 978 | 8 989 | 0 | 415 | |
| Intragroep-eliminaties | (4 910) | (5 591) | 12 653 | 12 574 | 0 | (100) | |
| Investering in partnership | 0 | 0 | 15 807 | 15 807 | 0 | 3 245 | |
| Uitgestelde belastingen | 650 | 776 | (357) | (324) | 0 | 95 | |
| IAS 19 hypothesen | (106) | (641) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige | (701) | (310) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Investering in dochtervennootschappen | (33 637) | (33 232) | (29 862) | (29 523) | 0 | 0 | |
| Boekwaarde belangen in joint ventures | 30 834 | 24 733 | 28 335 | 35 508 | 0 | 7 136 |
De volgende kerncijfers van de geassocieerde deelnemingen worden weergegeven op een 100% basis:
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| ORSAFOAM S.P.A. | EUROFOAM GROEP | TOTAAL | ||||
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Vaste activa | 30 414 | 31 739 | 5 573 | 5 520 | 35 987 | 37 259 |
| Vlottende activa | 54 943 | 56 034 | 9 935 | 9 850 | 64 878 | 65 884 |
| Totaal activa | 85 357 | 87 773 | 15 508 | 15 370 | 100 865 | 103 143 |
| Langlopende verplichtingen | (1 124) | (3 252) | (1 578) | (1 578) | (2 702) | (4 830) |
| Kortlopende verplichtingen | (51 663) | (51 716) | (7 771) | (7 713) | (59 434) | (59 429) |
| Totaal verplichtingen | (52 787) | (54 968) | (9 349) | (9 291) | (62 136) | (64 259) |
| Eigen vermogen | 32 570 | 32 805 | 6 159 | 6 079 | 38 729 | 38 884 |
| Bedrijfsopbrengsten | 71 045 | 76 852 | 35 281 | 35 145 | 106 326 | 111 997 |
| Winst of (Verlies) van de periode | 69 | 549 | 2 051 | 1 996 | 2 120 | 2 545 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |||||
| Groep Recticel | SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN JOINT VENTURES |
SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN |
TOTAAL | SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN JOINT VENTURES |
SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN |
TOTAAL |
| Resultaat uit gecontinueerde operaties | 5 637 | 1 238 | 6 874 | 7 877 | 1 086 | 8 963 |
| Actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen | (600) | 0 | (600) | 1 331 | 0 | 1 331 |
| Uitgestelde belastingen op actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen |
137 | 0 | 137 | (361) | 0 | (361) |
| Wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
1 | 0 | 1 | (6) | 0 | (6) |
| Wisselkoersverschillen | (253) | (11) | (264) | 568 | 94 | 662 |
| Per einde van de verslagperiode | 4 922 | 1 227 | 6 148 | 9 409 | 1 180 | 10 589 |
Paragrafen IAS 28 - §37a, §37e, §37g en §40 zijn niet van toepassing.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | LENINGEN | VOORSCHOTTEN EN DEPOSITO'S |
OVERIGE VORDERINGEN | TOTAAL |
| Bruto waarde per einde vorige verslagperiode | 8 807 | 646 | 5 746 | 15 199 |
| Afgeschreven bedragen per eind vorige verslagperiode | (1 826) | 0 | 0 | (1 826) |
| Netto waarde per einde vorige verslagperiode | 6 981 | 646 | 5 746 | 13 373 |
| Verlopen renten per 31 december 2014 | 113 | 0 | 0 | 113 |
| Bruto waarde per einde huidige verslagperiode | 6 005 | 701 | 6 888 | 13 594 |
| Afgeschreven bedragen per eind huidige verslagperiode | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Netto waarde per einde huidige verslagperiode | 6 005 | 701 | 6 888 | 13 594 |
| Verlopen renten per 31 december 2015 | 322 | 0 | 0 | 322 |
De rubriek 'Leningen' heeft voornamelik betrekking op een lening aan de joint venture Proseat s.r.o. (EUR 3.9 milljoen) en leningen verleend door Recticel SAS, Frankrijk (EUR 2.0 miljoen).
De boekwaarde van deze vorderingen op meer dan één jaar benadert de marktwaarde omdat de rentevoet van vlottende aard is in lijn met marktvoorwaarden.
De maximale blootstelling aan kredietrisico's is gelijk aan de boekwaarde van deze activa zoals opgenomen in de balans.
Er zijn geen onbetaalde, doch verschuldigde vorderingen, noch bijzondere waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. Er zijn geen specifieke garanties aangeboden voor uitstaande vorderingen.
Een belangrijke post onder de "Vorderingen op meer dan één jaar" betreft de "Kasvoorschotten en –deposito's", welke als volgt samengesteld is:
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
|---|---|---|
| Huur | 472 | 435 |
| Aankopen diensten (water, electriciteit, telecommunicatie, afvalverwerking, …) | 198 | 115 |
| Overige | 31 | 96 |
| Totaal | 701 | 646 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Grond- en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde | 56 464 | 57 493 |
| Grond- en hulpstoffen - Waardeverminderingen | (5 377) | (5 061) |
| Grond- en hulpstoffen | 51 087 | 52 432 |
| Goederen in bewerking - Aanschaffingswaarde | 8 750 | 9 799 |
| Goederen in bewerking - Waardeverminderingen | (170) | (148) |
| Goederen in bewerking | 8 580 | 9 651 |
| Gereed product - Aanschaffingswaarde | 27 629 | 30 291 |
| Gereed product - Waardeverminderingen | (2 112) | (2 013) |
| Gereed product | 25 517 | 28 278 |
| Handelsgoederen - Aanschaffingswaarde | 4 326 | 3 144 |
| Handelsgoederen - Waardeverminderingen | (321) | (339) |
| Handelsgoederen | 4 005 | 2 805 |
| Vooruitbetalingen - Aanschaffingswaarde | 239 | 283 |
| Vooruitbetalingen - Waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Vooruitbetalingen | 239 | 283 |
| Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde | 3 741 | 3 185 |
| Bestellingen in uitvoering - Waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Bestellingen in uitvoering | 3 741 | 3 185 |
| Totaal voorraden | 93 169 | 96 634 |
| Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode | (510) | (879) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Projectopbrengsten opgenomen tijdens de verslagperiode | 25 967 | 20 089 |
| Projectlasten opgelopen en opgenomen winsten minus tot dusver opgenomen verliezen | 10 694 | 7 705 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2 851 | 972 |
In de automobielsector heeft Recticel een technologie ontwikkeld op basis van polyurethaan voor de productie van interieurbekledingscomponenten. Voor de optimale implementatie van deze twee toepassingen, gebaseerd op de wensen van de klanten, zorgt Recticel er tijdens de preoperationele fase voor dat de productie van de vormen (moulds) gebeurt bij haar eigen leveranciers voor de productie van de componenten op te starten. Aan het einde van dit proces van onderaanbesteding, worden de vormen verkocht aan de klant. In 2014 werden de onderhanden projecten positief beïnvloed door matrijzen (moulds) en de ontwikkelingen van gereedschap voor de sinds 2013 nieuw verworven Interiors contracten.
Omdat dit aanzien wordt als een langetermijncontract gebeurt de opname van de baten en lasten van de vormenactiviteit naar rato van het stadium van voltooiing. Onder de zogenaamde 'procentuele voltooiingmethode' ('percentage of completion'), worden contract baten in overeenstemming gebracht met de reeds opgelopen kosten tot het punt van voltooiing.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Handelsvorderingen | 90 920 | 85 363 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen van handelsvorderingen | (7 513) | (7 254) |
| Totaal handelsvorderingen | 83 407 | 78 109 |
| Overige vorderingen (1) | 23 699 | 19 509 |
| Afgeleide producten (FX forward contracten) | 586 | 438 |
| Leningen aan geamortiseerde kost | 31 042 | 29 650 |
| Totaal financiële activa (2) | 31 628 | 30 088 |
| Subtotaal (1)+(2) | 55 327 | 49 597 |
| Totaal vorderingen en overige vorderingen | 138 734 | 127 706 |
Handelsvorderingen op balansdatum 2015 omvatten te ontvangen bedragen uit de verkoop van goederen en het leveren van diensten voor EUR 83,4 miljoen (2014: EUR 78,1 miljoen).
Dit netto bedrag van EUR 83,4 miljoen is samengesteld uit:
(i) een bruto bedrag aan handelsvorderingen van EUR 156,3 miljoen (2014: EUR 148,1 miljoen), na aftrek van:
(ii) EUR 25,8 miljoen aan wissels en nog op te maken facturen (2014: EUR 25,5 miljoen).
De overige vorderingen in 2015 voor EUR 23,7 miljoen omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 7,7 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 7,9 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingskredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 7,9 miljoen).
De overige vorderingen in 2014 voor EUR 19,5 miljoen omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 6,0 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 7,5 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingskredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 6,0 miljoen).
De overige financiële activa in 2015 (EUR 31,6 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 9,7 miljoen), een vordering van EUR 21,3 miljoen (2014: EUR 24.0 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risiko's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 0,6 miljoen inzake de herwaardering van indekkingsinstrumenten op renten en wisselkoersen.
De overige financiële activa in 2014 (EUR 30,1 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 5,7 miljoen), een vordering van EUR 24,0 miljoen (2013: EUR 20.0 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risiko's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 0,4 miljoen inzake de herwaardering van indekkingsinstrumenten (FX forward contracten).
Zoals reeds eerder vermeld, hebben Recticel NV samen met Recticel International Services NV, in december 2011 een gezamenlijke krediet-overeenkomst ("club deal") afgesloten van EUR 175 miljoen. In het kader van deze "club deal" hebben Recticel NV en/of haar dochternemingen mandaat op handelsfonds (floating charge mandate) als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze 'club deal' kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
De belangrijkste vlottende financiële activa van de Groep zijn de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, en investeringen, die de maximale blootstelling van de Groep vertegenwoordigen aan het kredietrisico met betrekking tot financiële activa.
Het kredietrisico van de Groep is voornamelijk toe te schrijven aan haar handelsvorderingen. De bedragen worden in de balans gepresenteerd netto van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, geschat door het management van de Groep op basis van ervaringen uit het verleden en hun inschatting van de huidige economische omgeving.
Het risicoprofiel van de portefeuille handelsvorderingen is gesegmenteerd per activiteitensector, en steunt op de waargenomen verkoopsvoorwaarden in de markt. Het wordt tevens beperkt door de afgesproken limieten van de algemene verkoopsvoorwaarden en de specifiek –daaraan aangepasteovereengekomen voorwaarden. Deze laatsten hangen verder af van de graad van industriële en commerciële integratie van de klant, alsmede van de concurrentiegraad van de markt.
De portefeuille handelsvorderingen in de sector Soepelschuim, Slaapcomfort en Isolatie bestaat uit een grote hoeveelheid klanten, verdeeld over verschillende markten waarvan het kredietrisico continu wordt geëvalueerd en op dewelke de
commerciële en financiële voorwaarden worden toegekend. Daarnaast worden de kredietrisico's op handelsvorderingen, met uitzondering van de Automobielsector, meestal gedekt door kredietverzekeringspolissen die de Groep centraal beheert en harmoniseert. Het beheer van de kredietrisico's is verder ondersteund door de implementatie van SAP software modules (FSCM) en 'best practice' processen inzake de inning van vorderingen.
In de sector Automobiel zijn de kredietrisico's redelijk geconcentreerd en beroept de Groep zich op solvabiliteitsratio's die door onafhankelijke rating agentschappen worden toegekend.
De gemiddelde toegekende kredietperiodes bij verkopen variëren van 30 tot 90 dagen, afhankelijk van de sector en van de landen van operatie.
Met het oog op de beperking van kredietrisico's, werden factoring-, forfeiting- en verdisconteringsprogramma's zonder verhaal voor een totaal bedrag van EUR 98,5 miljoen (waarvan EUR 72,0 miljoen effectief benut per 31 december 2015) opgezet.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Factoring zonder verhaal | ||
| Bruto bedrag | 65 365 | 68 850 |
| Inhouding | (21 301) | (24 043) |
| Netto bedrag | 44 064 | 44 807 |
| Bedragen opgenomen in schuld * | 807 | 442 |
| Forfeiting - netto bedrag | 6 589 | 8 308 |
| Bedragen opgenomen in schuld * | 2 217 | 1 598 |
* inclusief de kortlopende financiële verplichtingen
Het gemiddelde aan uitstaande bedragen van vervallen vorderingen varieert, afhankelijk van de sector, tussen 1% en 1,5% van de totale verkopen. De Groep oordeelt dat er geen bijzonder risico van niet-inning bestaat, hoewel grote waakzaamheid geboden is.
Het retentiebedrag omvat het gedeelte van vorderingen die niet kunnen afgewenteld worden als gevolg van de doorlopende betrokkenheid van Recticel in deze vorderingen (eindejaarsbonussen en kredietnota's).
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| 30 dagen | 3 890 | 7 990 |
| 60 dagen | 1 639 | 1 930 |
| 90 dagen | 919 | 560 |
| 120 dagen | 199 | 266 |
| 150 dagen | 176 | 396 |
| 180 dagen en meer | 414 | 398 |
| Totaal vervallen | 7 237 | 11 540 |
| Niet-vervallen vorderingen | 77 116 | 58 919 |
| Totaal handelsvorderingen | 84 353 | 70 459 |
De ouderdomsbalans van de achterstallige handelsvorderingen heeft betrekking op bruto handelsvorderingen ten belopen van EUR 156,3 miljoen (in 2014: EUR 148,1 miljoen). De hierboven vermelde totale handelsvorderingen houden geen rekening met de handelsvorderingen die getransfereerd werden onder de factoring/forfaiting programma's (EUR 72,0 miljoen versus 2014: EUR 77,2 miljoen).
Globaal gezien kunnen de lagere bedragen voor achterstallige betalingen voor alle referentieperiodes worden verklaard door de strengere opvolging van achterstallige handelsvorderingen. Het hogere bedrag aan niet-vervallen handelsvorderingen kan hoofdzakelijk worden verklaard door de hogere omzet tijdens de laatste maanden van 2015 en door een positief wisselkoereffect van EUR 1,7 miljoen.
| 31 DEC 2015 | |
|---|---|
| 31 DEC 2014 | |
| (7 254) | (7 207) |
| (1 185) | (1 338) |
| 324 | 982 |
| 633 | 419 |
| (31) | (110) |
| (7 513) | (7 254) |
Referentie naar II.4.2.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| 30 dagen | 0 | 218 |
| 60 dagen | 0 | 3 |
| 90 dagen | 0 | 1 |
| 120 dagen | 0 | 6 |
| 150 dagen | 0 | 2 |
| 180 dagen en meer | 0 | 172 |
| Totaal vervallen | 0 | 402 |
| Niet-vervallen vorderingen | 23 699 | 19 106 |
| Totaal overige vorderingen | 23 699 | 19 508 |
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten geldmiddelen aangehouden door de Groep en bankdeposito's op korte termijn met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste drie maanden. De boekwaarde van deze activa komt ongeveer overeen met hun reële waarde:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Opvraagbare bankdeposito's - op ten hoogste 3 maanden | 0 | 10 000 |
| Geldmiddelen | 55 967 | 16 163 |
| Totaal geldmiddelen en kasequivalenten | 55 967 | 26 163 |
In 2015 heeft deze rubriek betrekking op een gebouw (Isolatie in Wevelgem (België). In 2014 had deze rubriek betrekking op de erkenning (IFRS 5) van twee transacties in Isolatie die in de loop van 2015 werden gerealiseerd: (i) Kingpan Tarec Industrial Insulation (EUR 7,2 miljoen) (zie II.6.4.) en (ii) een gebouw in Wolverhampton (Verenigd Koninkrijk) (EUR 1,4 million) (cfr II.5.3.).
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Uitgegeven aandelen | ||
| 53 731 608 gewone aandelen zonder nominale waarde (2014: 29 664 256 aandelen) | 134 329 | 74 161 |
| Volledig volstorte aandelen | ||
| 53 731 608 gewone aandelen zonder nominale waarde (2014: 29 664 256 aandelen) | 134 329 | 74 161 |
Naast de uitoefening van een aantal warranten, vond de belangrijkste wijziging in het maatschappelijk kapitaal plaats in mei 2015, toen Recticel met succes een kapitaalverhoging van EUR 75,9 miljoen afronde via de uitgifte van 23.733.804 nieuwe aandelen. Deze nieuwe aandelen werden uitgegeven aan EUR 3,20 per aandelen via de uitoefening van preferentiële
inschrijvingsrechten, in verhouding van 4 nieuwe aandelen voor 5 preferente inschrijvingsrechten.
142 RECTICEL
JAARVERSLAG 2015
| in duizend EUR | |
|---|---|
| Groep Recticel | |
| Balans op 31 december 2014 | 108 569 |
| Premie op de uitgifte van eigen-vermogensinstrumenten tijdens 2015 (1) | 17 119 |
| Balans op 31 december 2015 | 125 688 |
| (1) zie II.5.14. hierboven |
10
Verscheidene Recticel entiteiten hebben toegezegdepensioenregelingen en/of toegezegde-bijdragenregelingen.
Meer dan 99 procent van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen heeft betrekking op vier landen: het Verenigd Koninkrijk (39%), België (38%), Duitsland (13%) en Frankrijk (9%).
In deze vier landen biedt Recticel gefinancierde en nietgefinancierde pensioenregelingen aan. In het kader van die toegezegde pensioenregelingen wordt doorgaans een pensioenvergoeding verstrekt op basis van de hoogte van de beloning en de duur van de diensttijd. De twee belangrijkste pensioenregelingen zijn samen verantwoordelijk voor 71% van de totale verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen. Het gaat om de Belgische pensioenregeling voor bedienden (32%) en de pensioenregeling voor het Verenigd Koninkrijk (39%).
Recticel financiert in het Verenigd Koninkrijk maar één toegezegde pensioenregeling. Het gaat om een gefinancierde pensioenregeling waartoe sinds 2008 geen nieuwe leden meer kunnen toetreden. Deze regeling wordt beheerd door een aparte raad van bestuur die juridisch onafhankelijk is van Recticel. De Trustees zijn vertegenwoordigers van zowel de werkgever als de werknemers. De Trustees zijn wettelijk verplicht om in het belang van alle relevante begunstigden te handelen en dragen verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid wat betreft de activa, alsook voor het dagelijks beheer van de vergoedingen.
De regeling valt onder en voldoet aan het wetgevingskader (onder meer de minimumeisen voor fondsvorming) in het Verenigd Koninkrijk.
Volgens deze regeling hebben werknemers recht op een jaarlijks pensioen bij uitdiensttreding op 65-jarige leeftijd op basis van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. De leden ontvangen ook een vergoeding bij overlijden.
Krachtens wetgeving van het Verenigd Koninkrijk moeten pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering van de financiering van de regeling werd uitgevoerd op 1 januari 2014 en liet een tekort zien ten belopen van GBP 6,6 miljoen. Er werd een nieuw herstelplan goedgekeurd in augustus 2015 teneinde het financieringstekort weg te werken tegen 31 december 2024. Recticel heeft ermee ingestemd om in de periode tussen 1 januari 2014 en 31 december 2024 een totaalbedrag van GBP 8,5 miljoen te betalen als herstelbijdrage. Op 31 december 2015 bedroeg het uitstaande bedrag GBP 7,0 miljoen GBP.
De belangrijkste regeling is de pensioenregeling voor bedienden. Het is een verzekerd financieringspensioenplan, waartoe sinds 2003 geen werknemers meer kunnen toetreden. De opbrengsten van het plan worden gegarandeerd via een groep van verzekeringscontracten.
De regeling valt onder en voldoet aan een breed wetgevingskader (onder meer de minimumeisen voor fondsvorming).
Volgens deze regeling hebben bedienden recht op een eenmalige vergoeding bij uittreding op 65-jarige leeftijd, die wordt berekend op basis van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. Actieve leden ontvangen ook een vergoeding in geval van overlijden tijdens het dienstverband. Er wordt verondersteld dat de uitbetaling van de vergoedingen steeds gebeurt onder de vorm van een eenmalig bedrag.
De meest significante risico's die gepaard gaan met de toegezegde pensioenregelingen van Recticel zijn:
De verplichtingen uit hoofde van de vergoedingen houden verband met inflatie, en een hogere inflatie gaat gepaard met hogere passiva (hoewel er in sommige gevallen limieten zijn ingesteld op de hoogte van de inflatiestijgingen om tegen extreme inflatie te beschermen). De meerderheid van de activa ondervindt geen invloed van inflatie of staat er slechts op losse wijze mee in correlatie, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook tot een stijging van het tekort zal leiden.
Veel van de verplichtingen bestaan erin dat er vergoedingen moeten worden verstrekt op basis van de levensduur van de leden of door rekening te houden met de sterftecijfers van de leden, en dus leidt een stijging van de levensverwachting tot een stijging van de passiva.
Valutarisico:
Het risico dat ontstaat bij een wijziging van de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Evolutie van de netto verplichtingen tijdens het jaar is als volgt: | ||
| Netto verplichtingen per 1 januari | 52 160 | 42 632 |
| Lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening | 3 798 | 3 409 |
| Werkgevers bijdragen | (4 083) | (3 694) |
| Bedrag opgenomen in overig totaal resultaat | (5 201) | 8 992 |
| Wisselkoersverschillen | 889 | 821 |
| Netto verplichtingen per 31 december | 47 563 | 52 160 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Pensioenlasten opgenomen in de winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat: | ||
| Toegerekende lasten | ||
| Lopende toegerekende lasten | 2 326 | 2 034 |
| Lasten voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) | 190 | (367) |
| Administratiekosten | 267 | 324 |
| Netto rentelast: | ||
| Rentelasten | 2 461 | 3 405 |
| Rente-opbrengsten | (1 446) | (1 987) |
| Pensioensuitgaven opgenomen in de winst- en verliesrekening | 3 798 | 3 409 |
| Herberekening van overig totaal resultaat | ||
| Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder datgene opgenomen in netto renten | 196 | (4 092) |
| Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de financiële hypothesen | (4 442) | 13 396 |
| Actuariële (winsten)/verliezen ten gevolge van ervaringen | (955) | (312) |
| Totaal bedrag opgenomen in het overig totaal resultaat | (5 201) | 8 992 |
| Totaal bedrag opgenomen in winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat | (1 403) | 12 401 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Bedragen met betrekking tot de toegezegde-pensioenregelingen opgenomen in de balans: | ||
| Toegezegde-pensioenregelingen - gefinancierde plannen | 98 328 | 104 587 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | (57 490) | (59 578) |
| Financieringsstatus van de gefinancieerde plannen | 40 838 | 45 009 |
| Toegezegde-pensioenregelingen - niet gefinancierde plannen | 6 725 | 7 151 |
| Totale financieringsstatus per 31 december | 47 563 | 52 160 |
| Netto verplichtingen per 31 december | 47 563 | 52 160 |
| Kortlopende verplichtingen | 2 707 | 4 574 |
| Langlopende verplichtingen | 44 856 | 47 586 |
| De voornaamste actuariële hypothesen gebruikt per 31 december (gewogen gemiddelden) zijn: | ||
| Disconteringsvoet | 2,61% | 2,20% |
| Toekomstige pensioenverhogingen | 2,16% | 2,22% |
| Geschatte loonsverhogingen | 2,75% | 2,75% |
| Inflatie | 1,85% | 1,82% |
| De hypotheses inzake levensverwachting zijn gebaseerd op recente levensverwachtingstabellen. Op basis van de levensverwachtingstabellen van het Verenigd Koninkrijk wordt een verbetering verwacht in de sterftecijfers. |
||
| Wijzigingen in de fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari | 59 578 | 53 617 |
| Rente-opbrengsten | 1 446 | 1 987 |
| Werkgeversbijdragen | 4 083 | 3 694 |
| Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op de betaalde bijdragen) | (8 890) | (5 276) |
Wisselkoersverschillen 1 736 1 788 Reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december 57 490 59 578
De activa van de gefinancierde regelingen zijn belegd in gemengde portefeuilles van aandelen en obligaties, of in verzekeringscontracten. De activa van de regelingen omvatten geen directe beleggingen in aandelen van Recticel, obligaties van Recticel of eigendom die door Recticelondernemingen wordt gebruikt.
Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rente-opbrengsten (196) 4 092 Actuele administrative uitgaven (267) (324)
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Samenstelling fondsbeleggingen per 31 december | ||
| Overheidsobligaties (genoteerde) | 24,18% | 19,97% |
| Overheidsobligaties (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Bedrijfsobligaties (genoteerde) | 7,94% | 6,56% |
| Bedrijfsobligaties (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Aandelen (genoteerde) | 13,17% | 10,87% |
| aandelen (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Geldmiddelen (genoteerde) | 0,05% | 0,04% |
| Geldmiddelen (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Vastgoed (genoteerd) | 0,00% | 0,00% |
| Vastgoed (niet-genoteerd) | 0,00% | 0,00% |
| Afgeleide instrumenten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Afgeleide instrumenten (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Asset backed securities (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Asset backed securities (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Gestructureerde schuld (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Gestructureerde schuld (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Overige (genoteerde) | 0,00% | 4,20% |
| Overige (niet-genoteerde) | 3,92% | 0,00% |
| Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) | 19,14% | 20,39% |
| Unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) | 31,60% | 37,95% |
| Waarbij de unit-linked verzekeringscontracten kunnen onderverdeeld worden in de volgende activaklassen: | ||
| % schuldpapier | 72,62% | 68,07% |
|---|---|---|
| % aandelen | 24,21% | 22,69% |
| % geldmiddelen | 3,18% | 9,24% |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Wijzigingen in de toegezegde-pensioenregelingen | ||
| Toegezegde-pensioenregelingen per 1 januari | 111 738 | 96 249 |
| Huidige toegerekende lasten | 2 326 | 2 034 |
| Rentelasten | 2 461 | 3 405 |
| Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op betaalde bijdragen) | (8 890) | (5 276) |
| Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de financiële hypothesen | (4 442) | 13 396 |
| Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van eigen ervaringen | (955) | (312) |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) | 190 | (367) |
| Wisselkoersverschillen | 2 625 | 2 609 |
| Toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 105 053 | 111 738 |
| Verdeling van de toegezegde-pensioenregelingen per populatie | ||
| Actieve leden | 45 764 | 52 717 |
| Leden met uitgestelde pensioenrechten | 27 519 | 30 321 |
| Gepensioneerden/Begunstigden | 31 770 | 28 700 |
| Totaal toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 105 053 | 111 738 |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 14 | 13 |
| Sensitiviteit van de toegezegde-pensioenregelingen met betrekking tot de hoofdassumpties per 31 december |
||
| Huidige toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 105 053 | 111 738 |
| % stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de disconteringsvoet | 3,62% | 2,43% |
| % daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de disconteringsvoet | -3,41% | -2,31% |
| % daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de inflatievoet | -2,48% | -1,85% |
| % stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de inflatievoet | 2,63% | 1,94% |
Voor regelingen die een volledige waardering hebben ondergaan, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie exact en gebaseerd op deze volledige waardering. Voor regelingen die zijn overgeheveld van de laatste volledige actuariële waardering, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie een schatting waarbij rekening gehouden wordt met de looptijd van de verplichtingen en het totale profiel van het lidmaatschap van de regeling.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2016 | 2015 |
| Verwachte bijdragen voor het komende jaar | ||
| Verwachte werkgeversbijdragen | 3 503 | 2 580 |
Het totaal aan door Recticel uitbetaalde bijdragen bedroeg in het huidige jaar EUR 6.682.583, vergeleken met een bedrag van EUR 5.957.149 vorig jaar.
Toegezegde bijdragenregelingen in België en Zwitserland dienen te voldoen aan een gegarandeerd minimumrendement.
In België participeren sommige personeelsleden in toegezegde bijdragenregelingsplannen die via groepsverzekeringen worden gefinancieerd. De door de werkgever betaalde bijdragen aan de groepsverzekeringen zijn gebaseerd op een percentage van het salaris. Wettelijk zijn Belgische werkgevers verplicht een gemiddeld minimum gegarandeerd rendement te geven. Dit rendement bedroeg 3,25% op de betaalde bijdragen door de werkgever sinds 1 januari 2004 tot eind 2015. Vanaf januari 2016 bedraagt dit rendement 1,75% voor de bijdragen die vanaf dan zullen betaald worden. De rendementsvoet wordt jaarlijks herzien, afhankelijk van de evolutie van de Belgische staatsobligaties, maar kan niet lager zijn dan 1,75% noch hoger dan 3,75%. In geval van wijziging van het minimum gegarandeerd rendement, zullen de oude rendementen van toepassing zijn op de betaalde bijdragen voor de datum van wijziging, tot het moment van vertrek van de werknemer. Het risiko bestaat dat de Vennootschap voor deze plannen bijkomende bijdragen dient te betalen voor het verleden om het minimum rendement te verzekeren. Elke bijkomende bijdrage zal afhangen van de effectieve investeringsrendementen en van de toekomstige evolutie van de minimum gegarandeerde rendementsvoeten. In 2015 werd dit risiko door de Vennootschap ingeschat. Via een prospectieve benadering ervan wordt de netto verplichting erkend in de verklaring van de financiële positie die gebaseerd is op de actuele waarde van het geschatte tekort tijdens de toekomstige jaren tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde reserves, berekend voor alle betaalde bijdragen tot aan de afsluitingsdatum. Dit resulteerde in een bijkomende netto verplichting van EUR 600.000 per 31 december 2015. De totaal betaalde bijdragen tijdens het lopende boekjaar bedraagt EUR 2.607.208, en het totale bedrag van de activa bedraagt EUR 10.409.740 per 31 december 2015, in vergelijking met EUR 11.424.986 vorig jaar, wat geïnvesteerd is in verzekeringscontracten met een vast rendement en mogelijke winstdeelname er bovenop.
De Zwitserse plannen worden geklasseerd onder de toegezegde bijdragenregelingen, omdat de planactiva groter zijn dan de rekeningsaldi; rekening houdend met de minimum gegarandeerde rendementsvoeten. Voor deze Zwitserse plannen beheert Recticel samen met de werknemers een pensioenstichting. De activa en passiva van de pensioenstichting worden afgescheiden van Recticel beheerd. De raad van de stichting is op gelijke basis samengesteld door afgevaardigden van de werknemers en de werkgever. De stichting dekt alle werknemers in Zwitserland op basis van toegezegde bijdragenregelingen. Elke werknemer heeft een pensioenrekening waarop de werknemer en Recticel bijdragen stort op basis van een percentage van het salaris, zoals bepaald in reglementen van de stichting. Jaarlijks beslist de stichting over de hoogte van de bijdrage, indien nodig, in lijn met de overeengekomen afspraken. Bij pensionering kan de werknemer ofwel het bedrag van de pensioenrekening opnemen ofwel kiezen voor de uitbetaling ervan onder de vorm van een pensioen. Aangezien de raad van de stichting geacht wordt om uiteindelijk alle activa van de stichting uit te keren als voordeel aan de werknemers en vroegere werknemers, kan geen enkel surplus teruggevorderd worden door Recticel. Per 31 december 2015 bedraagt de waarde van de fondsinvesteringen EUR 24.980.252, in vergelijking met EUR 22.321.378 vorig jaar; en ligt het 16% hoger dan de gewaarborgde bedragen. Het fonds is als volgt geïnvesteerd: 30% obligaties, 26% aandelen, 29% vastgoed, 1% cash, 10% alternatieve activa en 4% overige.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VOORDELEN PERSONNEL |
ANDERE GESCHILLEN |
PRODUCT DEFECTEN |
LEEFMILIEU RISICO'S |
REORGANI SATIE LASTEN |
VOORZIENIN GEN VOOR VERLIESLA TENDE CONTRACTEN |
OVERIGE RISICO'S |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | 56 753 | 50 | 1 808 | 4 210 | 4 627 | 892 | 401 | 68 741 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||||||||
| Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten (verliezen) opgenomen in het eigen vermogen |
(5 199) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (5 199) |
| Actualisatie | 1 079 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 079 |
| Toevoegingen | 3 993 | 50 | 641 | 2 009 | 3 833 | 0 | 1 305 | 11 831 |
| Bestedingen | (4 939) | (40) | (115) | (622) | (1 688) | (465) | (16) | (7 885) |
| Terugnemingen | (622) | 0 | (179) | (357) | (61) | (39) | (277) | (1 535) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 0 | 0 | 35 |
| Wisselkoersverschillen | 886 | 0 | 22 | 0 | 1 | 46 | 0 | 955 |
| Per einde van de verslagperiode | 51 951 | 60 | 2 177 | 5 240 | 6 747 | 434 | 1 413 | 68 022 |
| Voorzieningen op meer dan één jaar | 49 581 | 60 | 2 177 | 4 990 | 2 851 | 14 | 1 413 | 61 086 |
| Voorzieningen op minder dan één jaar | 2 370 | 0 | 0 | 250 | 3 896 | 420 | 0 | 6 936 |
| Totaal | 51 951 | 60 | 2 177 | 5 240 | 6 747 | 434 | 1 413 | 68 022 |
De voorzieningen voor voordelen personeel daalden met EUR 4,8 miljoen. Deze wijziging wordt voornamelijk verklaard door een actuariële winst van EUR 5,2 miljoen als gevolg van een hogere discontovoet.
De voorzieningen voor productwaarborgen hebben voornamelijk betrekking op de garanties op producten van de slaapcomfortdivisie. De voorzieningen worden in het algemeen berekend op basis van 1% van de jaarlijkse opbrengsten uit verkoop, wat overeenkomt met de beste schatting van het management van het risico voor de garantie van 12 maanden. Wanneer historische gegevens beschikbaar zijn, worden de voorzieningen vergeleken met de jaarlijkse effectieve verplichtingen en, indien nodig, wordt het bedrag van de voorziening aangepast.
Voorzieningen voor leefmilieurisico's dekken voornamelijk (i) het geïdentificeerde risico met betrekking tot de Tertre (België) terreinen (zie deel II.6.11.1.) en (ii) de andere vervuilingsrisico's in België.
Voorzieningen voor reorganisatie hebben betrekking op de uitstaande bedragen van verwachte uitgaven met betrekking tot (i) de vroeger aangekondigde en bijkomende herstructureringsplannen in Automobiel-Interiors (Duitsland) en Slaapcomfort (Duitsland). De herstructureringsplannen worden verwacht volledig uitgevoerd te zijn tegen ten laatste 2016.
Voor de belangrijkste risico's (o.a. leefmilieurisico's en reorganisatie risico's) wordt verwacht dat de kasuitstromen (cash out flows) zullen plaatsvinden binnen een horizon van twee jaar.
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| VOORDELEN PERSONNEL |
ANDERE GESCHILLEN | PRODUCT DEFECTEN |
LEEFMILIEU- RISICO'S | REORGANI- SATIE LASTEN |
VOORZIENIN- GEN VOOR VERLIESLA- TENDE CONTRACTEN |
OVERIGE RISICO'S |
TOTAAL |
| 46 366 | 107 | 1 619 | 4 775 | 7 908 | 164 | 308 | 61 247 |
| 8 993 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 993 |
| 1 533 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 | 6 | 1 545 |
| 4 183 | 0 | 396 | 0 | 3 381 | 889 | 87 | 8 936 |
| (4 671) | (18) | (76) | (565) | (6 677) | (170) | 0 | (12 177) |
| (472) | (39) | (135) | 0 | 0 | 0 | 0 | (646) |
| (1) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (1) |
| 822 | 0 | 4 | 0 | 15 | 3 | 0 | 844 |
| 56 753 | 50 | 1 808 | 4 210 | 4 627 | 892 | 401 | 68 741 |
| 54 548 | 50 | 1 713 | 3 960 | 338 | 839 | 401 | 61 849 |
| 2 205 | 0 | 95 | 250 | 4 289 | 53 | 0 | 6 892 |
| 56 753 | 50 | 1 808 | 4 210 | 4 627 | 892 | 401 | 68 741 |
| in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN - OPGENOMEN |
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN - OPGENOMEN |
||||
| Groep Recticel | TOELICHTING | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Gewaarborgd | |||||
| Financiële leases | 11 867 | 15 057 | 3 199 | 3 052 | |
| Kredietinstellingen | 0 | 99 240 | 89 684 | 0 | |
| Kredietinstellingen - factoring met verhaal | 0 | 0 | 807 | 442 | |
| Totaal gewaarborgd | 11 867 | 114 297 | 93 690 | 3 494 | |
| Niet-gewaarborgd | |||||
| Obligaties & schuldpapier | 26 631 | 26 037 | 0 | 0 | |
| Kredietinstellingen - langlopend met kortlopend opeisbaar gedeelte | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige leningen | 1 865 | 1 801 | 270 | 270 | |
| Kredietinstellingen - kortlopend | 0 | 0 | 9 918 | 27 635 | |
| Kredietinstellingen - forfeiting | 0 | 0 | 2 217 | 1 598 | |
| Voorschotten op lopende rekening | 0 | 0 | 866 | 10 019 | |
| Overige financiële verplichtingen | II.5.18.2. | 0 | 0 | 7 714 | 9 782 |
| Totaal niet-gewaarborgd | 28 496 | 27 838 | 20 985 | 49 304 | |
| Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost | 40 363 | 142 135 | 114 675 | 52 798 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| NIET-OPGENOMEN | LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN - | KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN - NIET-OPGENOMEN |
||
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Gewaarborgd | ||||
| Kredietinstellingen | 78 131 | 61 609 | 0 | 0 |
| Kredietinstellingen - factoring met verhaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Verdisconteerde wissels | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal gewaarborgd | 78 131 | 61 609 | 0 | 0 |
| Niet-gewaarborgd | ||||
| Kredietinstellingen | 0 | 0 | 42 470 | 11 030 |
| Totaal niet-gewaardborgd | 0 | 0 | 42 470 | 11 030 |
| Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost | 78 131 | 61 609 | 42 470 | 11 030 |
Per einde 2015 bedroeg de bruto rentedragende financiële verplichtingen van de Groep EUR 155,0 miljoen, in vergelijking met EUR 194,9 miljoen eind 2014, t.t.z. een daling van EUR 39,9 miljoen. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van de gedeeltelijke terugbetaling van schuld na de kapitaalverhoging van mei 2015. In 1H2015 betaalde de Groep tevens de tweede schijf (EUR 6,5 miljoen) van de EC-boete, een bruto dividend (EUR 5,9 miljoen), verschillende cash-uitgaven voor eerder aangekondigde reorganisaties, geplande kapitaaluitgaven en ee traditioneel hogere behoefte aan seizoensgebonden werkkapitaal (inclusief de pre-financiering van moulds voor Automobiel-Interiors).
De factoring/forfeiting programma's zonder verhaal bedroegen EUR 53,7 miljoen tegenover EUR 55,1 miljoen in 2014.
Per eind 2015 bedroeg de gewogen gemiddelde looptijd van langlopende rentedragende financiële verplichtingen 2,2 jaar (2014: 3,1 jaar), of 5,0 jaar rekeninghoudend met de verlenging van de looptijd van de club deal in februari 2016. De obligatieleningen en de financiële lease-overeenkomsten (met uitzondering van de site in Bourges) zijn tegen vaste rente.
Per eind 2015 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen (EUR 89,6 miljoen) en de garantiebedragen
i.v.m. de EC-boete (EUR 6,9 miljoen) onder de 'club deal' faciliteit, ook nog over EUR 44,6 miljoen lange termijn krediettoezeggingen (inclusief het kortlopende deel dat binnen het jaar vervalt), waarvan EUR 44,6 miljoen binnen het jaar vervalt. Daarbovenop beschikt de Groep nog over EUR 78,1 miljoen onder de 'club deal' faciliteit en over EUR 91,4 miljoen aan niet opgenomen korte termijn kredietlijnen (op de balans (EUR 42,5 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring/forfaiting programma's (EUR 48,9 miljoen)).
Per eind 2014 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen (EUR 99,1 miljoen) en de garantiebedragen i.v.m. de EC-boete (EUR 13,4 miljoen) onder de 'club deal' faciliteit, ook nog over EUR 46,7 miljoen lange termijn krediettoezeggingen (inclusief het kortlopende deel dat binnen het jaar vervalt), waarvan EUR 3,3 miljoen binnen het jaar vervalt. Daarbovenop beschikt de Groep nog over EUR 61,6 miljoen onder de 'club deal' faciliteit en over EUR 54,4 miljoen aan niet opgenomen korte termijn kredietlijnen (op de balans (EUR 11,0 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring/forfaiting programma's (EUR 43,4 miljoen)).
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Langlopende verplichtingen | ||
| Obligaties & schuldpapier | 26 631 | 26 037 |
| Financiële leases | 11 867 | 15 057 |
| Overige leningen | 1 865 | 1 801 |
| Subtotaal | 40 363 | 42 895 |
| Kortlopende verplichtingen | ||
| Financiële leases | 3 199 | 3 052 |
| Leningen - Factoring | 807 | 442 |
| Overige leningen | 270 | 270 |
| Subtotaal | 4 275 | 3 764 |
| Totaal | 44 638 | 46 659 |
Opgenomen bedragen, ander dan de 'club deal'
De reële waarde van de verplichtingen met variabele rente benaderen de nominale waarde. De rentelast van de leningen aan variabele rente varieerde van 0,80% tot 2,42% per jaar in EUR en tot 1,70% per jaar in CHF.
Op balansdatum was van de totale leningen, direct of indirect (via wisselkoersswaps), 53,5% in uitgedrukt EUR, 14,5% in CZK, 11,9% in PLN, 7,1% in GBP, 7,8% in USD, 3,4% in CHF en 1,8% in verschillende andere valuta.
Het grootste deel van de rentedragende financiële verplichtingen van de Groep worden centraal aangegaan en beheerd door Recticel International Services n.v., dat als interne bank van de Groep handelt.
De opnames onder de 'club deal' zijn onderhevig aan bankcovenanten op basis van een schuldgraadratio, een renteratio en een minimaal eigenvermogensverplichting. Per eind 2015 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het beschikbare budget 2016 en het bedrijfsplan verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te kunnen voldoen.
Zoals voorzien in de 'club deal', bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
Referentie naar II.5.22. Liquiditeitsrisico.
Van de converteerbare obligatie, uitgegeven in juli 2007 voor een nominaal bedrag van EUR 57,5 miljoen, heeft de Groep in de loop van 2008 EUR 11,2 miljoen; in 2009 EUR 17,3 miljoen en in 2011 EUR 1,4 miljoen, terug ingekocht. Van het uitstaande saldo van EUR 27,2 miljoen, wordt EUR 26,6 miljoen opgenomen onder de rentedragende financiële verplichtingen. Het overige deel is geboekt in een eigen vermogensrekening. Deze 5,0% p.a. coupon lening heeft een oorspronkelijke looptijd van 10 jaar, met een 'put' optie voor de investeerders in juli 2014. Slechts EUR 50.000 werd terugbetaald door de uitoefening van deze put in juli 2014.
Deze obligatie is converteerbaar in aandelen. De initiële conversieprijs was vastgelegd op EUR 14,34 per aandeel. De conversieprijs is onderhevig aan aanpassingen in functie van de dividend uitbetalingen. De huidige (31 december 2015) conversieprijs bedraagt EUR 9,66. De obligaties zijn tot en met 16 juli 2017 converteerbaar in gewone aandelen aan de dan geldende conversieprijs.
Tenzij de obligatie vervroegd wordt teruggekocht, geconverteerd of geannuleerd, zullen de obligaties in cash terugbetaald worden op 23 juli 2017 aan 100% van de nominale waarde, samen met de nog niet betaalde verlopen renten. Per einde jaar bedroeg deze verplichting op de balans EUR 26,6 miljoen. Omdat de put optie in juli 2014 verviel, werd de obligatie per 31 december 2014 opnieuw ondergebracht in de rubriek lange termijn verplichtingen. De reële waarde per 31 december 2015 bedraagt EUR 27,2 miljoen.
Deze rubriek omvat twee leases. De eerste financiert de nieuw Isolatie-fabriek in Bourges (Frankrijk) en heeft per 31 december 2015 een uitstaand bedrag van EUR 11,0 miljoen en is aan vlottende rentevoet. De tweede, in België, heeft per 31 december 2015 een uitstaand bedrag van EUR 4,1 miljoen op de balans en is aan vaste rentevoet.
Op 09 december 2011 heeft Recticel een "club deal" afgesloten met 7 Europese banken voor een nieuwe multi-valuta lening van EUR 175 miljoen voor vijf jaar. De looptijd van deze 'club deal' kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
Voor rentevoetswaps wordt gerefereerd naar II.5.21.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Renteswaps | 5 464 | 7 035 |
| Deviezenswaps | 106 | 35 |
| FX forward contracten | 541 | 963 |
| Afgeleide producten aan reële waarde | 6 111 | 8 033 |
| Overige financiële verplichtingen | 284 | 221 |
| Verlopen renten | 1 319 | 1 528 |
| Totaal | 7 714 | 9 782 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | ||
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| Voorschotten klanten | 194 | 161 | 0 | 0 |
| Overige verplichtingen | 32 | 6 649 | 7 144 | 7 294 |
| Totaal overige verplichtingen | 226 | 6 810 | 7 144 | 7 294 |
De 'Overige langlopende verplichtingen' daalden per 31 december 2015 met EUR 6,6 miljoen als gevolg van de transfer ervan naar 'Overige kortlopende verplichtingen'. Dit bedrag komt overeen met de laatste schijf van de EC-boete die verschuldigd is in april 2016.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | MINIMALE LEASE-BETALINGEN |
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE LEASE-BETALINGEN |
MINIMALE LEASE-BETALINGEN |
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE LEASE-BETALINGEN |
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| Leasebetalingen vervallend binnen het jaar | 3 613 | 3 199 | 3 358 | 3 052 |
| Tussen 1 en 5 jaar | 14 157 | 11 867 | 9 780 | 8 746 |
| Meer dan 5 jaar | 0 | 0 | 7 980 | 6 310 |
| Totale leasebetalingen | 17 770 | 15 066 | 21 118 | 18 108 |
| Toekomstige financiële lasten | (2 704) | - | (3 010) | - |
| Contante waarde van de leaseverplichtingen | 15 066 | 15 066 | 18 108 | 18 108 |
| Minus betalingen die binnen het jaar vervallen | - | (3 198) | - | (3 052) |
| Betalingen die na 1 jaar vervallen | - | 11 868 | - | 15 056 |
De financiële leases werden door de dochterondernemingen afgesloten ter financiering van gebouwen en uitrustingen voor een bedrag van EUR 15,1 miljoen met een financiële last die varieert tussen 1,78% per jaar en 5,97% per jaar.
Details inzake de significante boekhoudregels en –methodes, inclusief de criteria voor de erkenning, de basis van bepaling en de basis waarop inkomsten en uitgaven worden erkend, dit voor elke categorie van financiële activa, financiële verplichtingen en eigen vermogensinstrumenten worden in toelichting II.1.3. uiteengezet.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Financiële activa | |||
| Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie | II.5.11. | 1 | 6 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (b) | 1 | 6 | |
| Reële waarde via winst- en verliesrekening ("RWWV") | |||
| Indekkingscontract | 0 | 0 | |
| Trading/Economische indekking (FX forward) | 585 | 432 | |
| Financiële activa aan reële waarde via winst- en verliesrekening (b) | II.5.11. | 585 | 432 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | II.5.8. | 0 | 0 |
| Kortlopende handelsvorderingen | II.5.11. | 83 407 | 78 109 |
| Handelsvorderingen (A) | 83 407 | 78 109 | |
| Overige langlopende vorderingen (a) | II.5.8. | 6 889 | 5 746 |
| Geldvoorschotten en deposito's (a) | II.5.8. | 701 | 646 |
| Overige vorderingen (b) | II.5.11. | 23 699 | 19 508 |
| Overige vorderingen (B) | 31 289 | 25 900 | |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | II.5.8. | 3 882 | 5 032 |
| Overige leningen | II.5.8. | 2 123 | 1 948 |
| Langlopende leningen (a) | 6 005 | 6 980 | |
| Financiële vorderingen (b) | II.5.11. | 31 043 | 29 650 |
| Leningen (C) | 37 048 | 36 630 | |
| Kas en kasequivalenten (D) | I.4. & II.5.12. | 55 967 | 26 163 |
| Totaal leningen & vorderingen (A+B+C+D) | 207 711 | 166 802 | |
| Overige investeringen (beleggingen beschikbaar voor verkoop) | 1 106 | 847 | |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | I.4. & II.5.8. | 13 595 | 13 372 |
| Overige vorderingen (som van (b)) | I.4. & II.5.11. | 55 328 | 49 596 |
| Financiële verplichtingen | |||
| Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie | 5 464 | 7 035 | |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (E) | 5 464 | 7 035 | |
| Deviezenswaps | 106 | 35 | |
| FX forward contracten | 541 | 963 | |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde via winst- en verliesrekening (F) | II.5.18. | 647 | 998 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost * | I.4. & II.5.18. | 40 363 | 142 135 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) | II.5.18. | 108 564 | 44 765 |
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+G) | I.4. & II.5.18. | 114 675 | 52 798 |
* De netto boekwaarde van de converteerbare obligatielening bedraagt EUR 26,6 miljoen (31 december 2014: EUR 26,0 miljoen). De indicatieve marktwaarde per 31 december 2015 bedroeg EUR 27,2 miljoen.
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het vaststellen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten, ingedeeld volgens waarderingstechniek:
Tijdens de rapportageperiode die eindigde op 31 december 2015 waren er geen overdrachten tussen waarderingen tegen een reële waarde op niveau 1 en niveau 2, en geen overdrachten van en naar waarderingen tegen een reële waarde op niveau 3.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWORPEN IN INDEKKINGS RELATIONSHIP |
AAN REËLE WAARDE OPGENOMEN IN WINST- & VERLIESREKENING - AANGEHOUDEN VOOR TRADING |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
LENINGEN EN VORDERINGEN AAN GEAMORTISEERDE KOST |
REËLE WAARDE | REËLE WAARDE NIVEAU |
| Financiële activa | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (b) |
1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 2 |
| Trading/Economic hedge (FX forward) | 0 | 585 | 0 | 0 | 585 | 2 |
| Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en verliesrekening (b) |
0 | 585 | 0 | 0 | 585 | 2 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Kortlopende handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 83 407 | 83 407 | 2 |
| Handelsvorderingen (A) | 0 | 0 | 0 | 83 407 | 83 407 | 2 |
| Overige langlopende vorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 6 889 | 6 889 | 2 |
| Voorschotten en deposito's (a) | 0 | 0 | 0 | 701 | 701 | 2 |
| Overige vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 23 699 | 23 699 | 2 |
| Overige vorderingen (B) | 0 | 0 | 0 | 31 289 | 31 289 | 2 |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | 0 | 0 | 0 | 3 882 | 3 882 | 2 |
| Overige leningen | 0 | 0 | 0 | 2 123 | 2 123 | 2 |
| Langlopende leningen (a) | 0 | 0 | 0 | 6 005 | 6 005 | 2 |
| Financiële vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 31 043 | 31 043 | 2 |
| Leningen (C) | 0 | 0 | 0 | 37 048 | 37 048 | 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (D) | 0 | 0 | 0 | 55 967 | 55 967 | 2 |
| Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) | 0 | 0 | 0 | 207 711 | 207 711 | |
| Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) | 0 | 0 | 1 106 | 0 | 1 106 | 2 |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | 0 | 0 | 0 | 13 595 | 13 595 | |
| Overige vorderingen (som van (b)) | 1 | 585 | 0 | 54 742 | 55 328 | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 5 464 | 0 | 0 | 0 | 5 464 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (E) |
5 464 | 0 | 0 | 0 | 5 464 | 2 |
| Deviezenswaps | 0 | 106 | 0 | 0 | 106 | 2 |
| FX forward contracten | 0 | 541 | 0 | 0 | 541 | 2 |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening (F) |
0 | 647 | 0 | 0 | 647 | 2 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost |
0 | 0 | 0 | 40 363 | 40 932 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) |
0 | 0 | 0 | 108 564 | 108 564 | 2 |
| 2 | ||||||
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+G) | 5 464 | 647 | 0 | 108 564 | 114 675 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWORPEN IN INDEKKINGS RELATIONSHIP |
AAN REËLE WAARDE OPGENOMEN IN WINST- & VERLIESREKENING - AANGEHOUDEN VOOR TRADING |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
LENINGEN EN VORDERINGEN AAN GEAMORTISEERDE KOST |
REËLE WAARDE | REËLE WAARDE NIVEAU |
| Financiële activa | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 6 | 0 | 0 | 0 | 6 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (b) |
6 | 0 | 0 | 0 | 6 | 2 |
| Trading/Economic hedge (FX forward) | 0 | 432 | 0 | 0 | 432 | 2 |
| Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en verliesrekening (b) |
0 | 432 | 0 | 0 | 432 | 2 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Kortlopende handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 78 109 | 78 109 | 2 |
| Handelsvorderingen (A) | 0 | 0 | 0 | 78 109 | 78 109 | 2 |
| Overige langlopende vorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 5 746 | 5 746 | 2 |
| Voorschotten en deposito's (a) | 0 | 0 | 0 | 646 | 646 | 2 |
| Overige vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 19 508 | 19 508 | 2 |
| Overige vorderingen (B) | 0 | 0 | 0 | 25 900 | 25 900 | 2 |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | 0 | 0 | 0 | 5 032 | 5 032 | 2 |
| Overige leningen | 0 | 0 | 0 | 1 948 | 1 948 | 2 |
| Langlopende leningen (a) | 0 | 0 | 0 | 6 980 | 6 980 | 2 |
| Financiële vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 29 650 | 29 650 | 2 |
| Leningen (C) | 0 | 0 | 0 | 36 630 | 36 630 | 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (D) | 0 | 0 | 0 | 26 163 | 26 163 | 2 |
| Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) | 0 | 0 | 0 | 166 802 | 166 802 | |
| Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) | 0 | 0 | 847 | 0 | 847 | 2 |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | 0 | 0 | 0 | 13 372 | 13 372 | |
| Overige vorderingen (som van (b)) | 6 | 432 | 0 | 49 158 | 49 596 | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 7 035 | 0 | 0 | 0 | 7 035 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (E) |
7 035 | 0 | 0 | 0 | 7 035 | 2 |
| Rentelasten op deviezenswaps | 0 | 35 | 0 | 0 | 35 | 2 |
| Trading/Economic hedge (FX forward) | 0 | 963 | 0 | 0 | 963 | 2 |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening (F) |
0 | 998 | 0 | 0 | 998 | 2 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost |
0 | 0 | 0 | 142 135 | 143 698 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) |
0 | 0 | 0 | 44 765 | 44 765 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+G) | 7 035 | 998 | 0 | 44 765 | 52 798 | 2 |
RECTICEL JAARVERSLAG 2015 155
Hiervoor wordt gerefereerd naar II.5.11.
De Groep beheert een portefeuille van financiële derivaten om risico's in te dekken met betrekking tot wisselkoers- en renteposities die voortvloeien uit bedrijfs- en financiële activiteiten. Het is het beleid van de Groep niet deel te nemen in speculatieve of hefboomtransacties noch derivaten aan te houden of uit te geven voor handelsdoeleinden.
Recticel dekt op globaal niveau het renterisico af van rentedragende financiële verplichtingen. De belangrijkste gehanteerde instrumenten zijn renteswaps (IRS) of rentecaps (CAPs). De verhouding vastrentende schuld / variabel rentende schuld wordt regelmatig overlopen op het niveau van het Financieel Comité en aangepast indien nodig. In deze streeft het Financieel Comité ernaar om een aangepast evenwicht te vinden tussen vastrentende akkoorden en overeenkomsten met variabele rente gebaseerd op een filosofie van gezonde spreiding van de renterisico's.
Bij een renteswap-overeenkomst ('IRS') verbindt de Groep er zich toe om het verschil tussen het rentebedrag aan vaste en vlottende rentevoet berekend op een nominaal bedrag te betalen of te ontvangen. Dit type van overeenkomsten laat de Groep toe om schommelingen op te vangen die het gevolg zijn van wijzigingen in de marktwaarde van de schuld aan vaste rentevoet.
De reële waarde van de renteswap-portefeuille op de balansdatum wordt bepaald door de actualisatie van de toekomstige geldstromen uit het contract en dit door gebruikt te maken van de rentecurves van dat moment en mits in acht name van het inherent kredietrisico voor dit soort overeenkomsten.
De huidige portefeuille IRS dekt een deel van dergelijke leningen tot februari 2017 voor EUR 10 miljoen, tot februari 2018 voor EUR 67 miljoen en tot oktober 2019 voor EUR 10 miljoen. De totale IRS portefeuille (EUR 87 miljoen) valt onder de indekkingsboekhouding ('hedge accounting') volgens de regels van IAS 39.
De gewogen gemiddelde looptijd van de totale renteswapportefeuille bedraagt 2,2 jaar.
Op 31 december 2015 werd de reële waarde van de renteswaps geschat op EUR –5,5 miljoen. De herwaardering van de IRS portfolio beïnvloedt rechtstreeks het eigen vermogen van de Groep (en niet de winst- & verliesrekening) omdat deze instrumenten genieten van de boekhoudkundige indekking die gebaseerd is op periodieke testen en hierbij het feit bevestigen dat deze indekkingen perfect aansluiten met de karakteristieken van de onderliggende schuld.
De converteerbare obligatielening (waarvan EUR 26,6 miljoen onder rentedragende financiële verplichtingen geboekt staat) en een portie van de totale financiële lease (ttz. EUR 4,1 miljoen) werden uitgegeven tegen een vaste rente, terwijl de meeste andere bankverplichtingen werden aangegaan tegen variabele rente. Een huidige portefeuille van derivaten biedt een globale indekkingen voor een totaal bedrag van EUR 87,0 miljoen per 31 december 2015, wat betekent dat de totale vasterenteovereenkomsten 58% vertegenwoordigen van de totale netto verplichtingen, inclusief 'buiten balans' factoring/ forfeiting.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | PER EINDE VAN DE VORIGE VERSLAGPERIODE |
BETALING VAN RENTEN |
REËLE WAARDE OPGENOMEN IN HET EIGEN VERMOGEN |
RENTEN OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING |
TRANSFER | PER EINDE VAN DE HUIDIGE VERSLAGPERIODE |
| Renteswaps (IRS) activa | 6 | 0 | 0 | (5) | 0 | 1 |
| Renteswaps (IRS) verplichtingen | (7 035) | 2 125 | 1 625 | (2 179) | 0 | (5 464) |
| Netto positie | (7 029) | 2 125 | 1 625 | (2 184) | 0 | (5 463) |
De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR -0,553 miljoen.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | PER EINDE VAN DE VORIGE VERSLAGPERIODE |
BETALING VAN RENTEN | REËLE WAARDE OPGENOMEN IN HET EIGEN VERMOGEN |
RENTEN OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING |
TRANSFER | PER EINDE VAN DE HUIDIGE VERSLAGPERIODE |
| Renteswaps (IRS) activa | 0 | 0 | 0 | 6 | 0 | 6 |
| Renteswaps (IRS) verplichtingen | (6 486) | 1 881 | (298) | (1 966) | (166) | (7 035) |
| Netto positie | (6 486) | 1 881 | (298) | (1 960) | (166) | (7 029) |
De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR +0,079 miljoen.
| in EUR | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | UITSTAANDE PORTEFEUILLE IRS PER 31 DEC 2015 | |||||||||||
| START | MATURITY | RATE | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | REËLE WAARDE PER 31 DEC 2015 |
|||||
| 22/02/14 | 22/02/17 | 1,05% | 10 000 | 10 000 | 0 | 0 | (161) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 1,07% | 7 000 | 7 000 | 7 000 | 0 | (186) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,96% | 25 000 | 25 000 | 25 000 | 0 | (2 427) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,80% | 12 500 | 12 500 | 12 500 | 0 | (1 166) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,64% | 12 500 | 12 500 | 12 500 | 0 | (1 113) | |||||
| 22/02/14 | 22/02/18 | 1,12% | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 0 | (278) | |||||
| 6/10/14 | 6/10/19 | 0,48% | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | (132) | |||||
| Gemiddelde rentevoet | 2,60% | 87 000 | 87 000 | 77 000 | 10 000 | (5 463) |
De Groep is blootgesteld aan rentevoetrisico's omdat de financieringen van de Groep zowel vaste als variabele rentevoeten hebben. Het renterisico wordt door de Groep centraal beheerd in de mate dat er een aangepaste samenstelling bestaat van leningen aan vaste en variabele rentevoeten en door gebruik te maken van renteswaps (IRS). De rentevoetindekkingen worden regelmatig geëvalueerd om ze in lijn te brengen met de visie die de Groep heeft over de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten; en dit met het oog op de stabilisatie van de rentelasten doorheen de verschillende economische cycli.
Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2015 niet beïnvloed geweest zijn door de wijziging van de 'marked-to-market value' van de afgeleide producten. De reserves in het eigen vermogen zouden met EUR 1,6 miljoen zijn toegenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-to-market value' van de afgesloten renteswaps ter indekking van uitstaande schulden (in vergelijking met EUR 3,2 miljoen in 2014).
Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zouden de reserves in het eigen vermogen met EUR 1,9 miljoen zijn afgenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-tomarket value' van de afgesloten renteswaps ter indekking van schulden (in vergelijking met EUR 3,3 miljoen in 2014).
De sensitiviteit van rentevoetwijzigingen is in 2015 afgenomen in vergelijking met 2014 door het effect van een kortere aangepaste duration. In 2015 bleef het nominaal portefeuillebedrag ongewijzigd tegenover 2014 (EUR 87 miljoen).
Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2015 met EUR 0,9 miljoen gedaald zijn (schulden aan variabele rentevoet zonder indekking), in vergelijking met EUR 1,1 miljoen in 2014.
Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zou winst van de Groep in 2015 met EUR 0,9 miljoen toegenomen zijn, in vergelijking met een daling van EUR 0,5 miljoen in 2014.
Het is het beleid van de Groep om valutarisico's die voortvloeien uit financiële en bedrijfsactiviteiten af te dekken via Recticel International Services nv (RIS), die hierbij dienst doet als interne bank van de Groep. Dit wordt voornamelijk gedaan aan de hand van termijnwisselcontracten.
Algemeen sluit de Groep termijnwisselcontracten af om wisselkoersrisico's op betalingen en ontvangen bedragen in vreemde valuta in te dekken. De Groep sluit tevens termijnwisselcontracten af, alsook optiecontracten, om wisselkoersrisico's in te dekken die verbonden zijn aan voorziene verkopen en aankopen van het jaar en voor een percentage dat varieert in functie van de voorspelbaarheid van de betalingsstromen.
Op balansdatum hadden de termijnwisselcontracten betrekking op een referentiebedrag van EUR 22,7 miljoen en een overeenkomstige totale reële waarde van EUR -0,1 miljoen. De valuta-swapcontracten, met looptijd van minder dan 12 maanden, hebben betrekking op een referentiebedrag van EUR 87,2 miljoen, wat overeenkomt met een totale reële waarde van EUR -0,4 miljoen. Op balansdatum stonden er verder geen valuta optiecontracten meer open. Recticel past geen 'hedge accounting' behandeling toe voor wisselkoerscontracten, gezien deze alle minder dan 1 jaar bedragen.
Andere indekkingen worden ook selectief genomen voor wisselkoersrisico's die verband houden met netto kapitaalsinvesteringen in vreemde valuta. Op balansdatum was er slechts één indekking voor een lening ten belope van CHF 5,9 miljoen. In de mate dat deze investeringen en indekkingen van langlopend type zijn, verloopt de herwaardering van deze investeringen en de indekkingen ervan via een eigen vermogensrekening en niet via de winst- en verliesrekening.
10
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE | REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2015 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2015 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2015 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENING 2015 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENINGEN VAN VORIGE JAREN |
| Termijnaankoopcontracten < 6 maanden | 10 156 | 0 | (98) | (98) | 1 570 | 554 |
| Termijnaankoopcontracten > 6 maanden | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 930 | 148 |
| Termijnverkoopcontracten < 6 maanden | 12 575 | 40 | (15) | 25 | (762) | 255 |
| Termijnverkoopcontracten > 6 maanden | 0 | 0 | 0 | 0 | 48 | 192 |
| Totaal termijnwisselcontracten | 22 731 | 40 (a) | (113) (b) | (73) | 3 786 | 1 149 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE | REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2014 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2014 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2014 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENING 2014 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENINGEN VAN VORIGE JAREN |
| Termijnaankoopcontracten < 6 maanden | 39 363 | 247 | (384) | (137) | 554 | (691) |
| Termijnaankoopcontracten > 6 maanden | 0 | 0 | 0 | 0 | 148 | (148) |
| Termijnverkoopcontracten < 6 maanden | 12 101 | 48 | (149) | (101) | 255 | (356) |
| Termijnverkoopcontracten > 6 maanden | 0 | 0 | 0 | 0 | 192 | (192) |
| Totaal termijnwisselcontracten | 51 464 | 295 (a) | (533) (b) | (238) | 1 149 | (1 387) |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE |
REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2015 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2015 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2015 |
| Sales / Purchases | 57 805 | 188 | (166) | 22 |
| Purchases / Sales | 29 348 | 430 | (20) | 410 |
| Total currency swap contracts | 87 153 | 618 (a) | (186) (b) | 432 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE |
REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2014 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2014 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2014 |
| Verkopen / Aankopen | 20 114 | 24 | (389) | (365) |
| Aankopen / Verkopen | 19 397 | 153 | (1) | 152 |
| Totaal swapwisselcontracten | 39 511 | 177 (a) | (390) (b) | (213) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Activa (som van (a)) | 585 | 432 |
| Passiva (som van (b)) | (541) | (963) |
| FX forward contracten | 44 | (531) |
De Groep is voornamelijk blootgesteld aan 5 valuta buiten de Eurozone: GBP, USD, CHF, SEK, en CZK.
De volgende tabel detailleert de gevoeligheid van de Groep bij een positieve of negatieve variatie, vergelijkbaar met de jaarlijkse variatie van de valutaparen tijdens het vorige boekjaar.
De sensitiviteitsanalyse omvat enkel de uitstaande financiële bedragen in vreemde valuta die opgenomen zijn in de balans. Zij bepaalt hun variaties op de conversievoeten dewelke gebaseerd zijn op de volgende assumpties: USD en GBP 10%; CZK, CHF en SEK 5%.
De sensitiviteitsanalyse omvat zowel de externe leningen als de interne leningen van de Groep waar de valuta van operaties verschillen met de lokale munt van de ontlener en de lener.
Een positief bedrag in de onderstaande tabel duidt op een verhoging van de winst wanneer de EUR zich verstevigt met het gegeven historisch jaarlijks gemiddelde. Een even groot maar tegengesteld verlies zal worden opgemeten wanneer de EUR met hetzelfde percentage verzwakt.
De sensitiviteit van de Groep voor wisselkoersverschillen is in 2015 toegenomen in vergelijking met 2014, als gevolg van grotere netto blootstellingen. De enige afname heeft betrekking op de USD, omdat er meer economische hedges werden afgesloten om de vorderingen in USD met betrekking tot de nieuwe activiteiten in China in te dekken.
Financiële activa en passiva vertegenwoordigen de valutablootstelling van de verschillende verbonden ondernemingen van de Groep in relatie met hun locale munt.
| in duizend EUR | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR/USD | EUR/CHF | EUR/GBP | EUR/CZK | EUR/SEK | ||||||
| Groep Recticel | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 |
| Historisch gemiddelde variatie | 10% | 10% | 5% | 5% | 10% | 10% | 5% | 5% | 5% | 5% |
| Winst of (verlies) erkend in de winst- & verliesrekening |
78 | 781 | 193 | 84 | 2 959 | 1 374 | 232 | 339 | 264 | 83 |
| Winst of (verlies) erkend in het eigen vermogen | 0 | 0 | (272) | (333) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa * | 32 926 | 10 368 | 7 198 | 4 026 | 50 001 | 7 227 | 51 796 | 18 041 | 1 452 | 1 697 |
| Financiële passiva * | (33 619) | (13 914) | (15 893) | (13 863) | (20 416) | (17 132) | (22 345) | (26 216) | (6 736) | (4 327) |
| Afgeleide producten | 1 473 | (4 264) | 0 | 1 500 | 0 | 23 650 | (24 816) | 1 388 | 0 | 4 300 |
| Totale netto blootstelling | 780 | (7 811) | (8 695) | (8 336) | 29 585 | 13 744 | 4 635 | (6 786) | (5 284) | 1 670 |
* inclusief handels- en overige vorderingen, en handels- en overige schulden.
Het liquiditeitsrisico van de Groep blijft goed onder controle.
De financieringsbronnen zijn goed gediversifieerd en het grootste gedeelte van de schulden is onherroepelijk en op lange termijn afgesloten. Deze schulden omvatten de EUR 57,5 miljoen converteerbare obligatielening afgesloten in juli 2007 met vervaldag in juli 2017 (waarvan EUR 11,2 miljoen werd ingekocht in 2008, EUR 17,3 miljoen in 2009 en EUR 1.4 miljoen in 2011). Deze omvatten ook de 'club deal' lening voor 5 jaar die afgesloten werd op 09 december 2011 voor een bedrag van EUR 175 miljoen. Daarnaast beschikt de Groep nog over EUR 20,3 miljoen andere langlopende verplichtingen.
Naast deze langlopende leningen beschikt de Groep ook over een gediversifieerd aantal kortlopende financieringsbronnen, waarvan een belangrijk gedeelte onder de vorm van factoringen forfeitingprogramma's zonder verhaal.
De gediversifieerde financieringsstructuur en de beschikbaarheid van ongebruikte en toegewezen (committed) kredietfaciliteiten voor EUR 91,4 miljoen (2014: EUR 54,4 miljoen) garanderen de nodige liquiditeit om de toekomstige
activiteiten te verzekeren en de financiële verplichtingen op korte en middellange termijn na te komen.
De Groep neemt geen financiële instrumenten die een cash deposito of andere garanties (bvb margin calls) vereisen.
De 'club deal' is onderhevig aan bankcovenanten op basis van een aangepaste schuldgraadratio, een renteafdekkingsratio en een minimum eigen vermogen verplichting. Per eind 2015 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2016 en het bedrijfsplan verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te kunnen voldoen.
Zoals voorzien in de 'club deal', bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het hoogste bedrag van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
De converteerbare obligatie uitgegeven door Recticel is niet onderworpen aan financiële covenanten.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING | MET VERVALDAG BINNEN HET JAAR |
MET VERVALDAG TUSSEN 1 EN 5 JAAR |
MET VERVALDAG NA MEER DAN 5 JAAR |
TOTAAL LANGE TERMIJN |
TOEKOMSTIGE FINANCIËLE LASTEN |
BOEKWAARDE | |
| Obligaties en schuldpapier | 1 614 | 33 190 | 0 | 34 804 | (8 173) | 26 631 | ||
| Financiële leases | 3 613 | 14 157 | 0 | 17 770 | (2 704) | 15 066 | ||
| Kredietinstellingen | 90 183 | 0 | 0 | 90 183 | (499) | 89 684 | ||
| Overige verplichtingen | 275 | 932 | 1 630 | 2 837 | (702) | 2 135 | ||
| Totaal langlopende financiële verplichtingen | 95 685 | 48 279 | 1 630 | 145 594 | (12 078) | 133 516 II.5.18.1. | ||
| Kredietinstellingen | 9 918 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting | 2 217 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting met verhaal | 807 | |||||||
| Voorschotten op lopende rekeningen | 866 | |||||||
| Overige financiële verplichtingen | 217 | |||||||
| Zichtrekeningen & cash pooling | 67 | |||||||
| Overlopende verplichtingen - financieel korte termijn |
141 | |||||||
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) | 14 233 | |||||||
| Renteswaps | 0 | 5 464 | 0 | 5 464 | ||||
| Rente valutaswaps | 106 | 106 | ||||||
| Trading/economische indekking | 541 | 541 | ||||||
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) |
647 | 5 464 | 0 | 6 111 | ||||
| Volledig totaal financiële verplichtingen op korte termijn |
110 565 | |||||||
| Langlopende financiële verplichtingen | I.4. | 40 363 | ||||||
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (b) |
93 153 | |||||||
| Totaal | 133 516 | |||||||
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) | 14 233 | |||||||
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) | 6 111 | |||||||
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (c) |
93 153 | |||||||
| Verlopen rentelasten op langlopende financiële verplichtingen |
1 178 |
Totaal kortlopende financiële verplichtingen I.4. 114 675
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING | MET VERVALDAG BINNEN HET JAAR |
MET VERVALDAG TUSSEN 1 EN 5 JAAR |
MET VERVALDAG NA MEER DAN 5 JAAR |
TOTAAL LANGE TERMIJN |
TOEKOMSTIGE FINANCIËLE LASTEN |
BOEKWAARDE | |
| Obligaties en schuldpapier | 1 614 | 34 820 | 0 | 36 434 | (10 397) | 26 037 | ||
| Financiële leases | 3 358 | 9 780 | 7 980 | 21 118 | (3 009) | 18 109 | ||
| Kredietinstellingen | 3 500 | 102 740 | 0 | 106 240 | (7 000) | 99 240 | ||
| Overige verplichtingen | 270 | 937 | 1 650 | 2 857 | (786) | 2 071 | ||
| Totaal langlopende financiële verplichtingen |
8 742 | 148 277 | 9 630 | 166 649 | (21 192) | 145 457 II.5.18.1. | ||
| Kredietinstellingen | 27 635 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting | 1 598 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting met verhaal | 442 | |||||||
| Voorschotten op lopende rekeningen | 10 019 | |||||||
| Overige financiële verplichtingen | 221 | |||||||
| Zichtrekeningen & cash pooling | 0 | |||||||
| Overlopende verplichtingen - financieel korte termijn |
108 | |||||||
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) |
40 023 | |||||||
| Renteswaps | 0 | 7 035 | 0 | 7 035 | ||||
| Rente valutaswaps | 35 | 35 | ||||||
| Trading/economische indekking | 963 | 963 | ||||||
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) |
998 | 7 035 | 0 | 8 033 | ||||
| Volledig totaal financiële verplichtingen op korte termijn |
49 763 | |||||||
| Langlopende financiële verplichtingen | I.4. | 142 135 | ||||||
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (b) |
3 322 | |||||||
| Totaal | 145 457 |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen |
I.4. | 52 798 |
|---|---|---|
| Verlopen rentelasten op langlopende financiële verplichtingen |
1 420 | |
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (c) |
3 322 | |
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) | 8 033 | |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) | 40 023 | |
| Totaal | 145 457 | |
| vervaldag binnen het jaar (b) | 3 322 |
Handels- en overige verplichtingen omvatten uitstaande bedragen voor handelsaankopen en de verplichting van EUR 6,9 miljoen met betrekking tot de boete van de Europese Commissie, waarvoor Recticel een aanvraag tot spreiding van de betaling over een langere tijdshorizon heeft ingediend. De Groep aanvaarde kortere betalingstermijnen onder contracten die een substantiële betalingskorting aanboden. Bijgevolg daalden de handelsverplichtingen in vergelijking met het jaar voordien. De 'Overige langlopende verplichtingen' daalden per 31 december 2015 met EUR 6,6 miljoen als gevolg van de transfer ervan naar 'Overige kortlopende verplichtingen'. Dit bedrag komt overeen met de laatste schijf van de EC-boete die betaalbaar is in april 2016.
De rubriek "Overige verplichtingen" hebben in hoofdzaak betrekking op verschillende operationele overdrachten.
In 2015 verkocht de Groep haar participatie van 50% in Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) (België en VK) (Isolatie). KTII werd verkocht voor EUR 8,7 miljoen (eigenvermogenswaarde: EUR 7,1 miljoen), wat resulteerde in een meerwaarde van EUR 1,6 miljoen. Veder vonden er geen materiële bedrijfscombinaties plaats.
Eind 2015 daalde de netto geconsolideerde financiële schuld aanzienlijk tot EUR 98,5 miljoen (eind 2014: EUR 168,3 miljoen). De netto financiële schuld bedraagt 39,6% van het eigen vermogen (2014: 101,3%). De Groep streeft ernaar om de schuldgraad in de komende jaren gradueel te verbeteren.
10
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Betalingen vervallend binnen het jaar | (23 089) | (24 399) |
| Tussen 1 en 5 jaar | (53 102) | (53 923) |
| Na 5 jaar | (28 186) | (27 858) |
| Minimale toekomstige leasebetalingen | (104 377) | (106 180) |
Operationele leasebetalingen vertegenwoordigen de som van de niet-verdisconteerde toekomstige lease betalingen voor bepaalde van industriële en/of kantooreigendommen en voor
bepaalde uitrustingen met betrekking tot de productie, logistiek en/of administratie.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Operationele lease - terreinen en gebouwen | (15 985) | (14 672) |
| Operationele lease - installaties, machines en uitrusting | (2 784) | (3 061) |
| Operationele lease - meubilair | (305) | (299) |
| Operationele lease - rollend materieel | (7 875) | (7 772) |
| Totaal | (26 949) | (25 804) |
Bovenstaande tabel omvat de erkende huurbedragen van het boekjaar.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Zekerheden die door Recticel NV werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen | 92 245 | 79 984 |
Deze zekerheden bevatten in hoofdzaak garanties van de moedermaatschappij en zachte garanties ('letters of comfort') voor engagementen aangegaan door dochterondernemingen met banken (EUR 44,5 miljoen), lessors (EUR 19,6 miljoen), overheidsinstellingen (EUR 6,7 miljoen), de Europese Commissie (EUR 6,9 miljoen) en andere derden (EUR 14,5 miljoen).
Zoals reeds eerder vermeld, hebben Recticel NV samen met Recticel International Services NV, in december 2011 een gezamenlijke krediet-overeenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. Deze overeenkomst werd in februari 2016 verlengd voor 5 jaar tot februari 2021. In het kader van deze club deal hebben Recticel NV en/of haar dochternemingen mandaat op handelsfonds (floating charge mandate) als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten.
Sinds 1993 heeft de Recticel Groep een aandelenoptieplan voor haar leidende managers. Alle uitgegeven warranten van voor 2000 (inclusief) zijn ondertussen allemaal uitgeoefend, opgegeven of vervallen.
| UITGIFTE | AANTAL UITSTAANDE WARRANTEN | UITOEFENPRIJS (IN EUR) | UITOEFENPERIODE (1) |
|---|---|---|---|
| 2006 | 357 993 | 8,09 | 01/Jan/10 - 21/Dec/17 |
| Mei 2007 | 51 909 | 8,77 | 01/Jan/11 - 01/May/18 |
| Dec 2007 | 465 390 | 8,20 | 01/Jan/11 - 02/Dec/18 |
| Mei 2011 | 399 758 | 6,44 | 01/Jan/15 - 29/May/17 |
| Dec 2011 | 405 128 | 3,38 | 01/Jan/15 - 21/Dec/17 |
| Dec 2012 | 359 067 | 4,15 | 01/Jan/16 - 20/Dec/18 |
| Apr 2014 | 358 112 | 5,64 | 1/Jan/18 - 28/Apr/20 |
| Jun 2015 | 304 000 | 4,31 | 1/Jan/19 - 22/Jun/21 |
| Totaal | 2 701 357 |
(1) alle warrantplannen hebben een wachtperiod van drie jaar.
De kost van de op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen voor het boekjaar bedraagt EUR 0,165 miljoen (2014: EUR 0,171 miljoen).
| in eenheden | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 |
| Warrants - einde periode | 2 701 356 | 2 325 000 |
| Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) | 5,90 | 6,89 |
| Uitstaand aan het begin van de periode | 2 325 000 | 2 971 400 |
| Toegekend gedurende de periode (aanpassing voor kapitaalverhoging mei 2015) | 448 862 | 0 |
| Toegekend gedurende de periode | 304 000 | 316 000 |
| Opgegeven gedurende de periode | 42 958 | 245 500 |
| Uitgeoefend gedurende de periode | 333 548 | 716 900 |
| Uitstaand aan het einde van de periode | 2 701 356 | 2 325 000 |
| Totaal uitoefenbaar aan het einde van de periode | 1 680 178 | 1 007 500 |
| Totaal 'in-the-money' aan het einde van de periode | 1 068 195 | 1 028 300 |
| Totaal uitoefenbaar en 'in-the-money' aan het einde van de periode | 405 128 | 263 500 |
De uitstaande warranten op 31 december 2015 hadden een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 5,90 en een gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd van 3,15 jaar.
De Groep volgt de overgangsbepalingen voorgeschreven door IFRS 2 (i.e. eigen-vermogensinstrumenten toegekend na 7 november 2002 en nog niet verworven op 1 januari 2008).
In 2015 werden er 333.548 warranten. Voor de vroeger uitstaande warrantenplannen werd de uitoefenprijs aangepast ingevolge de kapitaalverhoging van mei 2015. In dezelfde context werden er 448.862 bijkomende warranten uitgegeven met een aangepast uitoefenprijs. Tot slot werd een nieuw warrantenplan (304.000 warranten met uitgifteprijs van EUR 4,31) uitgegeven in juni 2015.
Tot op vandaag heeft de Groep geen 'share appreciation rights' uitgegeven aan haar managers of werknemers, noch een aandeleninkoopplan opgestart.
De theoretische waarde van de warranten op het moment van uitgifte wordt berekend met toepassing van de Black & Scholes formule, en met inachtname van bepaalde hypotheses met betrekking van de dividendbetaling (laatste dividend in vergelijking met de aandelenprijs) (dividendrendement: 3,47%), de rentevoet (Euribor 5 jaar) (0.175%) en de volatiliteit (marktgegevens over het Recticel-aandeel) (23%). Voor de serie van juni 2015 bedraagt de marktwaarde EUR 0,513 per warrant.
| in eenheden | |
|---|---|
| UITGIFTEA | AANTAL WARRANTEN AANGEHOUDEN DOOR DE LEDEN VAN HET HUIDIGE MANAGEMENTCOMITE |
| 2006 | 56 086 |
| May 2007 | 21 480 |
| Dec 2007 | 93 080 |
| May 2011 | 170 048 |
| Dec 2011 | 194 511 |
| Dec 2012 | 138 664 |
| Apr 2014 | 138 664 |
| Jun 2015 | 140 000 |
| Totaal | 952 533 |
a de voorwaarden van de verschillende uitgiften worden weergegeven in de hierboven vermelde overzichtstabel.
| in EUR | ||
|---|---|---|
| NAAM | TOTAAL AANTAL AANDELENOPTIES |
TOTAAL THEORETISCHE WAARDE VAN DE AANDELENOPTIES BIJ UITGIFTE - IN EUR (*) |
| Olivier Chapelle | 30 000 | 15 390 |
| Ralf Becker | 10 000 | 5 130 |
| Betty Bogaert | 10 000 | 5 130 |
| Philipp Burgtorf | 10 000 | 5 130 |
| Marc Clockaerts | 10 000 | 5 130 |
| Jean-Pierre De Kesel | 10 000 | 5 130 |
| Bart Massant | 10 000 | 5 130 |
| Jean-Pierre Mellen | 10 000 | 5 130 |
| Jan Meuleman | 10 000 | 5 130 |
| François Petit | 10 000 | 5 130 |
| Dirk Verbruggen | 10 000 | 5 130 |
| Bart Wallaeys (1) | 10 000 | 5 130 |
(1) tot 21 januari 2016 (*) de theoretische waarde werd berekend op basis van de Black & Scholes formule en van bepaalde hypothesen over rendement, rentevoet en volatiliteit
Er zijn geen materiële gebeurtenissen na balansdatum te rapporteren, behalve:
In februari 2016 kondigde Recticel SAS de intentie had om de fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) te sluiten. 25 werknemers op de locatie dreigen hun baan te verliezen. Het overleg met de ondernemingsraad werd reeds gestart, met het oog op de vaststelling van de meest geschikte sociale ondersteuningsmaatregelen.
De daaruit voortvloeiende sluitingskosten zullen ten laste van de resultaten van 2016 komen.
Op 25 februari 2016 heeft Recticel zijn multivaluta kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen voor 5 jaar verlengd.
Door de verlenging van de kredietfaciliteit, gesloten met zes Europese banken, kan Recticel liquiditeit zekerstellen en zijn schuldaflossingsprofiel verbeteren.
Transacties tussen Recticel n.v. en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, worden geëlimineerd in de consolidatie en worden hier niet toegelicht. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht en
hebben voornamelijk betrekking op commerciële transacties uitgevoerd aan de heersende marktvoorwaarden. In onderstaande tabellen worden enkel materieel bevonden transacties opgenomen, met andere woorden, transacties die in totaal EUR 1 miljoen overschrijden.
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VORDERINGEN OP LANGE TERMIJN |
HANDELS VORDERINGEN |
OVERIGE VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN |
HANDELS VERPLICHTIN GEN |
OVERIGE SCHULDEN |
BEDRIJFS OPBRENGSTEN |
AANKOPEN |
| Totaal Orsafoam vennootschappen | 0 | 634 | 1 298 | 318 | 1 | 207 | (642) |
| Totaal Eurofoam vennootschappen | 0 | 1 880 | 42 | 2 582 | 0 | 24 886 | (25 827) |
| Kingspan Tarec Industrial Insulation nv | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal Proseat vennootschappen | 3 882 | 3 065 | 8 429 | 56 | 13 340 | 28 803 | 191 |
| TOTAAL | 3 882 | 5 579 | 9 769 | 2 956 | 13 341 | 53 896 | (26 278) |
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VORDERINGEN OP LANGE TERMIJN |
HANDELS- VORDERINGEN | OVERIGE VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN |
HANDELS- VERPLICHTIN GEN |
OVERIGE SCHULDEN |
BEDRIJFS- OPBRENGSTEN | AANKOPEN |
| Totaal Orsafoam vennootschappen | 0 | 703 | 1 194 | 209 | 0 | 160 | (268) |
| Totaal Eurofoam vennootschappen | 0 | 1 824 | 42 | 3 166 | 0 | 25 307 | (20 297) |
| Kingspan Tarec Industrial Insulation nv | 0 | 127 | 198 | 57 | 0 | 64 | (131) |
| Totaal Proseat vennootschappen | 5 033 | 3 983 | 4 144 | 17 | 13 358 | 33 011 | 188 |
| TOTAAL | 5 033 | 6 637 | 5 578 | 3 449 | 13 358 | 58 542 | (20 508) |
De vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en van het Managementcomité maken deel uit van deze toelichting. Voor meer informatie wordt gerefereerd naar het remuneratierapport in het hoofdstuk "Corporate Governance" van dit verslag.
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAAM | VASTE VERGOEDING 2015 |
AANWEZIGHEIDS VERGOEDING 2015 |
AUDIT COMITE 2015 |
COMITE VOOR BEZOLDIGINGEN EN BENOEMINGEN 2015 |
VERGOEDING VOOR BIJZONDERE OPDRACHTEN 2015 |
TOTAAL (BRUTO) 2015 |
| Etienne DAVIGNON | 7 269,23 | 13 200,00 | 10 000,00 | - | - | 30 469,23 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 9 000,00 | 16 500,00 | - | - | - | 25 500,00 |
| ANDRÉ BERGEN Comm. V. | 3 634,62 | 6 600,00 | 15 000,00 | 2 500,00 | - | 27 734,62 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 9 000,00 | 13 200,00 | - | 2 500,00 | - | 24 700,00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 9 000,00 | 16 500,00 | 5 000,00 | - | - | 30 500,00 |
| Pierre-Alain DE SMEDT | 3 634,62 | 4 950,00 | - | 3 750,00 | - | 12 334,62 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA | 9 000,00 | 14 850,00 | - | 2 500,00 | - | 26 350,00 |
| MARION DEBRUYNE BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | - | 2 500,00 | - | 26 350,00 |
| IMRADA BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | 5 000,00 | - | - | 28 850,00 |
| REVAM BVBA | 9 000,00 | 14 850,00 | 15 000,00 | - | - | 38 850,00 |
| Patrick VAN CRAEN | 9 000,00 | 16 500,00 | 7 500,00 | - | - | 33 000,00 |
| JOHNNY THIJS BVBA | 10 780,22 | 19 800,00 | 2 500,00 | 3 750,00 | - | 36 830,22 |
| REVALUE BVBA | 5 390,11 | 9 900,00 | 7 500,00 | - | - | 22 790,11 |
| Kurt PIERLOOT | 5 390,11 | 9 900,00 | - | 2 500,00 | - | 17 790,11 |
| Jacqueline ZOETE | 9 000,00 | 16 500,00 | - | - | - | 25 500,00 |
| TOTAAL | 117 098,91 | 202 950,00 | 67 500,00 | 20 000,00 | 0,00 | 407 548,91 |
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAAM | VASTE VERGOEDING 2014 |
AANWEZIGHEIDS VERGOEDING 2014 |
AUDIT COMITE 2014 |
COMITE VOOR BEZOLDIGINGEN EN BENOEMINGEN 2014 |
VERGOEDING VOOR BIJZONDERE OPDRACHTEN 2014 |
TOTAAL (BRUTO) 2014 |
| Etienne DAVIGNON | 18 000.00 | 36 300.00 | 12 500.00 | - | - | 66 800.00 |
| OLIVIER CHAPELLE SPRL | 9 000.00 | 18 150.00 | - | - | - | 27 150.00 |
| Guy PAQUOT | 2 250.00 | 1 650.00 | - | - | - | 3 900.00 |
| ANDRÉ BERGEN Comm V | 9 000.00 | 14 850.00 | 15 000.00 | 2 500.00 | - | 41 350.00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 9 000.00 | 16 500.00 | - | 2 500.00 | - | 28 000.00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 5 365.38 | 11 550.00 | - | - | - | 16 915.38 |
| Pierre-Alain DE SMEDT | 9 000.00 | 16 500.00 | - | 3 750.00 | - | 29 250.00 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER DE CHINE SA | 5 810.44 | 16 500.00 | - | 22 310.44 | ||
| MARION DEBRUYNE BVBA | 9 000.00 | 9 900.00 | - | 2 500.00 | - | 21 400.00 |
| IMRADA BVBA | 9 000.00 | 11 550.00 | - | - | - | 20 550.00 |
| REVAM BVBA | 9 000.00 | 16 500.00 | 12 500.00 | - | - | 38 000.00 |
| Patrick VAN CRAEN | 9 000.00 | 18 150.00 | 12 500.00 | - | - | 39 650.00 |
| Jacqueline ZOETE | 9 000.00 | 18 150.00 | - | - | - | 27 150.00 |
| TOTAAL | 112 425.82 | 206 250.00 | 52 500.00 | 11 250.00 | 0.00 | 382 425.82 |
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| TOTAL KOST AAN DE ONDERNEMING |
OLIVIER CHAPELLE SPRL VERTEGENWOORDIGD DOOR OLIVIER CHAPELLE |
OVERIGE LEDEN VAN HET MANAGEMENTCOMITÉ |
TOTAAL | |||
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| Aantal personen | 1 | 1 | 11 | 13 | 12 | 14 |
| Vaste vergoeding | 486 000 | 486 000 | 2 749 619 | 2 693 225 | 3 235 619 | 3 179 225 |
| Variable vergoeding | 437 000 | 243 148 | 1 165 514 | 831 414 | 1 602 514 | 1 074 562 |
| Subtotaal | 923 000 | 729 148 | 3 915 133 | 3 524 639 | 4 838 133 | 4 253 787 |
| Pensioenen | 0 | 0 | 228 888 | 154 660 | 228 888 | 154 660 |
| Andere voordelen | 38 040 | 60 206 | 285 773 | 289 090 | 323 813 | 349 296 |
| Totaal | 961 040 | 789 354 | 4 429 794 | 3 968 389 | 5 390 834 | 4 757 743 |
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SLOTKOERS | GEMIDDELDE KOERS | |||||
| Groep Recticel | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | ||
| Bulgaarse Lev | BGN | 0,511300 | 0,511300 | 0,511300 | 0,511300 | |
| Zwitserse Frank | CHF | 0,922935 | 0,831670 | 0,936455 | 0,823301 | |
| Yuan Renminbi | CNY | 0,141627 | 0,132700 | 0,143404 | 0,122164 | |
| Tsjechische Kroon | CZK | 0,037006 | 0,036056 | 0,036658 | 0,036316 | |
| Pound Sterling | GBP | 1,362491 | 1,283862 | 1,377723 | 1,240510 | |
| Forint | HUF | 0,003165 | 0,003169 | 0,003226 | 0,003239 | |
| Indische Rupee | INR | 0,013885 | 0,013035 | 0,014046 | 0,012339 | |
| Yen | JPY | 0,007630 | 0,006886 | 0,007445 | 0,007127 | |
| Lithouwse Litas | LTL | 0,289620 | 0,289620 | 0,289620 | 0,289620 | |
| Morokaanse Dirham | MAD | 0,093016 | 0,090972 | 0,092642 | 0,089629 | |
| Noorse Kroon | NOK | 0,104134 | 0,110595 | 0,111737 | 0,119698 | |
| Poolse Zloty | PLN | 0,234527 | 0,234017 | 0,238999 | 0,238991 | |
| Roemeense Leu (nieuw) | RON | 0,221043 | 0,223075 | 0,224951 | 0,225036 | |
| Servische Dinar | RSD | 0,008228 | 0,008238 | 0,008289 | 0,008515 | |
| Russische Roebel | RUB | 0,012396 | 0,013824 | 0,014690 | 0,019626 | |
| Zweedse Kroon | SEK | 0,108820 | 0,106462 | 0,106912 | 0,109908 | |
| Slowaakse Kroon | SKK | 0,033194 | 0,033194 | 0,033194 | 0,031988 | |
| Turkse Lira (nieuw) | TRY | 0,314812 | 0,353107 | 0,330529 | 0,344057 | |
| Oekraïnsche Hryvnia | UAH | 0,038328 | 0,052032 | 0,040218 | 0,062111 | |
| US Dollar | USD | 0,918527 | 0,823655 | 0,901296 | 0,752728 |
| in eenheden | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 |
| Management Comité | 12 | 14 |
| Bedienden | 2 188 | 1 876 |
| Arbeiders | 3 811 | 4 036 |
| Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld (voltijdse equivalenten) op een geconsolideerde basis (ttz. Exclusief joint ventures) |
6 010 | 5 926 |
| Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in België | 1 062 | 1 063 |
| Bezoldigingen en andere personeelskosten (in EUR duizenden) | 270 562 | 253 149 |
Overzicht van de auditvergoedingen en bijkomende diensten aan de Groep verleend door de auditors en verbonden
entiteiten aan de auditor voor de verslagperiode die afsluit op 31 december 2015.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | DELOITTE | OVERIGE |
| Auditvergoedingen | 958 | 432 |
| Andere wettelijke opdrachten | 227 | 9 |
| Fiscaal advies | 298 | 139 |
| Overige verleende diensten in verband met rapportering | 45 | 17 |
| Totaal vergoedingen in 2015 | 1 528 | 597 |
In het bovenstaande overzicht worden de vergoedingen van de joint ventures voor 100% opgenomen.
In 2010 hebben ambtenaren van de Europese Commissie en verschillende nationale mededingingsautoriteiten inspecties aangekondigd in de kantoren van Recticel in Brussel, Wetteren en Alfreton (Verenigd Koninkrijk), evenals in het kantoor van Eurofoam in Kremsmünster (Oostenrijk). Het doel van deze inspecties bestond erin informatie in te zamelen over vermeende onwettelijke acties die in de Europese polyurethaanschuimsector zouden hebben plaatsgevonden.
In januari 2014 keurde de Europese Commissie een beslissing goed die besloot dat Recticel en enkele van haar dochterondernemingen van 26 oktober 2005 tot 27 juli 2010 in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Polen, Frankrijk, België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, van 1 januari 2007 tot 27 juli 2010 in Roemenië en van 9 juli 2007 tot 27 juli 2010 in Estland hadden deelgenomen aan een inbreuk op artikel 101 VWEU. In het schikkingsbesluit bedraagt de effectieve totale boete voor Recticel, inclusief het aandeel van Recticel van 50% in de boete betreffende de activiteiten van Eurofoam, EUR 26.976.500. Recticel's aansprakelijkheid bedroeg EUR 39.068.000 en omvat drie componenten:
Dit heeft geleid tot een effectief door Recticel te betalen totaalbedrag van EUR 26.976.500.
Voor het totale bedrag van de te betalen boete is in de rekeningen van 2013 een voorziening aangelegd (voor het totale bedrag van de boete).
In april 2014 heeft Recticel de bevestiging ontvangen van het Directoraat-Generaal Begroting van de Europese Commissie dat ze de toestemming krijgt om haar boete (exclusief de boete die door de joint venture Eurofoam moest worden betaald en die de boete volledig heeft betaald op de vervaldatum) in drie gelijke schijven te betalen op 30 april 2014, 2015 en 2016. Op 30 april 2014 heeft de Groep EUR 13,9 miljoen betaald (inclusief haar deel van de boete van Eurofoam). Op 30 april 2015 heeft de Groep EUR 6,5 miljoen betaald. Het saldo van de boete zal op 30 april 2016 (EUR 6,9 miljoen) worden betaald en is gedekt door een bankgarantie en in de balans opgenomen onder de rubriek 'Overige schulden'.
Op 6 maart 2013 heeft de Spaanse mededingingsautoriteit een beslissing goedgekeurd waarin er een boete van EUR 9.358.000 werd opgelegd aan Recticel Ibérica S.L.U., de Spaanse dochteronderneming van Recticel, voor inbreuken op artikel 1 van de Spaanse mededingingswet en artikel 101 VWEU voor de periode tussen januari 1992 tot 9 augustus 2010, en samen met Recticel voor de periode tussen 1999 en 9 augustus 2010. De Spaanse mededingingsautoriteit heeft Recticel Ibérica S.L.U. en Recticel vrijgesteld van de betaling van de boete omdat Recticel als aanvrager van immuniteit, voldeed aan de vereisten voor vrijstelling die in de toepasselijke wetgeving waren voorzien. Alle ondernemingen waaraan een boete werd opgelegd, hebben beroep aangetekend tegen de beslissing. Het resultaat van deze beroepsprocedures zal naar verwachting geen invloed hebben op de vrijstelling van de betaling van de boete van Recticel. De beroepsprocedures waarvoor er tot heden uitspraken zijn gedaan, hebben geen invloed gehad op de positie van Recticel.
In 2013 heeft de Vennootschap bepaalde onregelmatigheden vastgesteld betreffende bepaalde van haar dochterondernemingen die hebben plaatsgevonden in de periode van 2001 tot eind 2010. De Vennootschap heeft deze onregelmatigheden onderzocht, is overgegaan tot fiscale regularisatie. De Vennootschap verwacht niet dat deze onregelmatigheden een verder aanzienlijke impact op de Groep zal hebben.
Er zijn op Europees en op nationaal niveau antitrustonderzoeken uitgevoerd naar de Groep. Er kan niet worden uitgesloten dat er claims (inclusief collectieve claims, zogenaamde 'class actions') op basis van dezelfde feiten worden ingediend.
In 2014 is de Italiaanse antitrustautoriteit een procedure gestart waarbij Orsafoam s.p.a. is betrokken (waarin de Groep een minderheidsbelang van 33% heeft). In maart 2015 werd een verklaring van bezwaar waarin vermeende inbreuken op het mededingingsrecht worden geïdentificeerd, door de Italiaanse mededingingsautoriteit gestuurd naar Orsafoam spa en naar Orsa, de meerderheidsaandeelhouder, die werd geïdentificeerd als enige controlerende aandeelhouder. Recticel is slechts een niet-controlerend minderheidsaandeelhouder en is als zodanig niet betrokken bij deze procedure. In juni 2015 heeft de Italiaanse antitrustautoriteit een boete opgelegd aan Orsafoam voor een bedrag van EUR 1,57 miljoen. Orsafoam s.p.a. heeft besloten om niet in beroep te gaan tegen deze beslissing.
Er zijn claims ingesteld tegen Recticel Ltd en Eurofoam GmbH door groepen klanten in het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van Hilding Anders International AB, Euro Comfort Holding GmbH, GNG Group Yorkshire PLC, Airsprung Group PLC en Hypnos Limited, waarbij deze entiteiten aanvoeren schade te hebben geleden in het kader van de beslissing van vermeende kartelvorming van de Europese Commissie (zie hierboven) In januari 2016 heeft deze groep klanten formeel een klacht ingediend tegen Eurofoam GmbH. Er kan in dit stadium nog geen weloverwogen oordeel worden gevormd over de gegrondheid van deze claim of over het bedrag van het eventuele potentiële verlies van de Vennootschap.
Recticel is betrokken bij verschillende rechtsgeschillen met een Duitse distributeur die beweert dat de Groep de bevoorrading van de distributeur ten onrechte heeft stopgezet. Tot dusver heeft Recticel in de verschillende rechtszaken gunstige uitspraken verkregen. Het management heeft er alle vertrouwen in dat het zich met succes tegen de claims kan verdedigen in de beroepsprocedures die door de Duitse distributeur zijn aangespannen.
Recticel heeft een verweerprocedure ingesteld tegen de patentaanvraag van een Zwitserse concurrent voor een technologie die door de Groep is ontwikkeld en al vele jaren door de Groep wordt gebruikt. Recticel heeft deze procedure gewonnen. Er werd hoger beroep aangetekend tegen deze beslissing. Wij zijn van mening dat ook in hoger beroep ons verweer zal weerhouden worden.
10
De Groep is eveneens onderworpen aan verschillende belastinginspecties die rechtsgeschillen of andere juridische procedures kunnen inhouden en is betrokken bij verschillende rechtsgeschillen in verband met intellectuele eigendommen (behalve degene die hierboven zijn beschreven), over het beleid van Recticel om zijn portefeuille van patenten en handelsmerken actief af te dwingen (zoals zijn patent op gelschuim).
Per 31 december 2015 bedroegen op Recticel groep's niveau de totale voorzieningen en verworven lasten voor rechtsgeschillen EUR 1,4 miljoen in de gecombineerde jaarrekening. Deze bedroegen per 31 maart 2016 EUR 2,3 miljoen in de gecombineerde jaarrekening.
De entiteit Carbochim, geïntegreerd in de entiteit Recticel in verschillende fasen in de loop van de jaren 80 en de vroege jaren 90, was eigenaar van de industriële site "Tertre", waar sinds 1928 verschillende activiteiten plaatsvonden, met name op het vlak van carbochemie. Deze activiteiten werden geleidelijk afgestoten en worden tegenwoordig uitgeoefend door verschillende bedrijven, waaronder Yara en Erachem (Eramet-groep). Finapal, een dochteronderneming van Recticel, is eigenaar gebleven van verschillende percelen binnen het industrieterrein, hoofdzakelijk van oude stortplaatsen en bezinkingsvijvers die gedraineerd werden. Als onderdeel van de afspraak beloofde Recticel om bepaalde saneringskosten op zich te nemen. Deze saneringskosten met Erachem zijn bijna afgelopen en werden volledig geprovisioneerd, met uitzondering van de post voor de clean-up- en monitoringskosten, maar waarvan niet verwacht wordt dat deze aanzienlijk zullen zijn. Nadat er een rechtzaak werd ingesteld door Yara, sloten beide partijen een schikking in 2011, waarbij Yara en Recticel overeen kwamen om samen een saneringsplan uit te werken. Een provisie dewelke deze saneringskosten zou dekken werd al aangelegd. Rekening houdend met de eerste indicaties voor deze saneringskost heeft de vennootschap de provisie verhoogd met een bedrag van EUR 2 miljoen per 31 december 2015 tot een totaal bedrag van EUR 3,3 miljoen.
Adres: Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)
Opgericht: op 19 juni 1896 voor dertig jaar, later verlengd voor onbepaalde duur.
Doel: (artikel 3 van de gecoördineerde statuten) De vennootschap heeft tot doel de ontwikkeling, de productie, de verwerking, de handel, de aankoop, de verkoop en het transport, voor eigen rekening of voor rekening van derden, van alle kunststoffen, polymeren, polyurethanen en andere synthetische componenten, van natuurlijke stoffen, metaalproducten, chemische of andere producten die gebruikt worden door de particulieren of door de industrie, de handel en het transport, met name voor meubilering, slaapcomfort, isolatie, bouwnijverheid, automobielsector, chemie, petrochemie, alsook de producten die horen bij of noodzakelijk zijn voor hun productie of hieruit kunnen voortkomen of hieruit afgeleid kunnen worden.
Zij kan haar doel volledig of gedeeltelijk bereiken, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, via dochtermaatschappijen, samenwerkingsverbanden, participaties in andere vennootschappen, partnerships of verenigingen. Teneinde dit doel te bereiken kan zij alle handelingen uitvoeren op industrieel-; immobiliën-, financieel- of commercieel gebied die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, met haar maatschappelijk doel verband houden, of die van aard zouden zijn haar werking of haar handel, of die van de vennootschappen, partnerships of verenigingen waarin zij een participatie of een belang heeft, te bevorderen, te ontwikkelen of te vergemakkelijken; zij kan met name alle roerende en onroerende goederen en alle intellectuele eigendommen ontwikkelen, overdragen, verwerven, huren, verhuren en uitbaten.
Rechtsvorm: naamloze vennootschap
Rechtspersonenregister van Brussel
Ondernemingsnummer: 0405 666 668
Geplaatst kapitaal: EUR 134 329 020
Type en aantal aandelen: op 31 december 2015 bestond er slecht één enkel type van aandelen, met name gewone aandelen (aantal: 53 731 608)
Nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal: 0 aantal aandelen/EUR 0.
Volstortingspercentage: 100 %. De aandelen zijn alle volledig volgestort.
De financiële staten worden opgesteld volgens de indeling die opgelegd wordt door het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1976 over de financiële staten van handelsvennootschappen, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 6 november 1987.
Deze financiële staten omvatten de balans, de resultatenrekening en de toelichtingen die door de wet worden voorzien. Ze worden hier voorgesteld in een verkorte vorm.
In navolging van de wet zullen het jaarverslag en de financiële staten van Recticel N.V., samen met het verslag van de Commissaris, worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Ze zijn op aanvraag verkrijgbaar bij:
Recticel N.V. Corporate Communications Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)
Tel.: +32 (0)2 775 18 11 Fax: +32 (0)2 775 19 90 E-mail: [email protected]
De commentaren die volgen op de rekeningen hebben betrekking op de financiële toestand van het bedrijf zoals die blijkt uit de balans. De resultaten worden eveneens toegelicht in het jaarverslag dat eraan vooraf gaat.
De Commissaris heeft over de statutaire jaarrekening van Recticel N.V. een verklaring zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf gegeven.
De statutaire financiële staten van Recticel N.V., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap (http://www.recticel.com/index.php/investor-relations/ annual-and-halfyear-reports.
170 RECTICEL JAARVERSLAG 2015
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| ACTIVA | |||
| VASTE ACTIVA | 346 016 | 657 002 | |
| I. | Oprichtingskosten | 2 965 | 0 |
| II. | Immateriële vaste activa | 32 153 | 30 257 |
| III. | Materiële vaste activa | 53 834 | 54 128 |
| IV. | Financiële vaste activa | 257 064 | 572 617 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 178 822 | 100 478 | |
| V. | Vorderingen op meer dan 1 jaar | 11 170 | 13 809 |
| VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 27 589 | 29 764 |
| VII. | Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 136 282 | 53 837 |
| VIII. | Geldbeleggingen | 1 398 | 1 682 |
| IX. | Liquide middelen | 501 | 144 |
| X. | Overlopende rekeningen | 1 881 | 1 242 |
| TOTAAL ACTIVA | 524 838 | 757 480 | |
| PASSIVA | |||
| I. | Kapitaal | 134 329 | 74 161 |
| II. | Uitgiftepremies | 125 688 | 108 568 |
| III. | Herwaarderingsmeerwaarden | 2 551 | 2 551 |
| IV. | Reserves | 10 846 | 10 824 |
| V. | Overgedragen winst (verlies) | 39 572 | 46 688 |
| VI. | Kapitaalsubsidies | 29 | 41 |
| VII. | A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 10 188 | 7 928 |
| B. Uitgestelde belastingen | 0 | 0 | |
| VIII. | Schulden op meer dan 1 jaar | 93 369 | 88 881 |
| IX. | Schulden op ten hoogste 1 jaar | 101 100 | 412 058 |
| X. | Overlopende rekeningen | 7 165 | 5 780 |
| TOTAAL PASSIVA | 524 838 | 757 480 |
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | |
| RESULTATENREKENING | |||
| I. II. |
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten |
365 864 (355 446) |
355 051 (343 901) |
| III. | Bedrijfsresultaat | 10 419 | 11 150 |
| IV. | Financiële opbrengsten | 12 570 | 3 654 |
| V. | Financiële kosten | (16 326) | (22 241) |
| VI. | Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen | 6 663 | (7 436) |
| VII. | Uitzonderlijke opbrengsten | 6 854 | 2 167 |
| VIII. | Uitzonderlijke kosten | (13 055) | (4 179) |
| IX. | Resultaat voor belastingen | 462 | (9 448) |
| X. | Belastingen | (34) | (94) |
| XI. | Resultaat na belastingen | 428 | (9 542) |
| XII. | Onttrekking (overboeking) naar de belastingsvrije reserves | 0 | 0 |
| XIII. | Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | 428 | (9 542) |
De statutaire financiële staten van Recticel N.V., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap (www. recticel.com).
De Algemene Vergadering beslist over de besteding van de voor uitkering vatbare bedragen, op voorstel van de Raad van Bestuur.
Bij het uitwerken van zijn voorstel dienaangaande houdt de Raad van Bestuur rekening met het vinden van een gepaste evenwicht tussen het garanderen van een stabiel dividend aan de aandeelhouders enerzijds, en het behouden van voldoende investeringsmogelijkheden en mogelijkheden voor autofinanciering anderzijds, dit om de groei van de onderneming op langere termijn niet te hypothekeren.
De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:
| in EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | ||
| Winst/(Verlies) van het boekjaar | 427 794 | |
| Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar | + | 46 688 296 |
| Winst/(Verlies) toe te voegen bij de wettelijke reserves | - | 21 390 |
| Winst/(Verlies) toe te voegen bij de overige reserves | - | 0 |
| Te bestemmen resultaat | = | 47 094 700 |
| Bruto dividend (1) | - | 7 522 425 |
| Over te dragen winst | = | 39 572 274 |
(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,14 te verminderen met de roerende voorheffing, resulterend in een netto dividend van EUR 0,1022 per gewoon aandeel.
Dhr Johnny Thijs (Voorzitter van de Raad van Bestuur), dhr Olivier Chapelle (Chief Executive Officer) en dhr Jean-Pierre Mellen (Chief Financial Officer), verklaren dat:
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2013 | 31 DEC 2012 | 31 DEC 2012 | 31 DEC 2011 | 31 DEC 2010 | 31 DEC 2009 | 31 DEC 2008 | 31 DEC 2007 | 31 DEC 2006 | |
| Groep Recticel | GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | |||
| ACTIVA | |||||||||||
| Immateriële activa | 13 411 | 12 384 | 11 954 | 11 148 | 13 031 | 12 580 | 13 307 | 14 301 | 20 104 | 19 779 | 18 838 |
| Goodwill | 25 888 | 24 949 | 24 610 | 25 113 | 35 003 | 34 688 | 34 365 | 33 311 | 39 164 | 37 555 | 43 616 |
| Materiële vaste activa | 209 681 | 202 733 | 204 614 | 219 180 | 270 904 | 255 347 | 270 979 | 286 789 | 336 560 | 349 381 | 342 262 |
| Vastgoedbeleggingen | 3 331 | 3 306 | 3 330 | 4 452 | 4 452 | 3 331 | 896 | 896 | 896 | 896 | 896 |
| Entiteiten waarop de 'equity'-methode wordt toegepast |
73 196 | 73 644 | 72 507 | 69 123 | 13 784 | 12 957 | 15 451 | 15 697 | 13 626 | 11 078 | 9 175 |
| Andere financiële activa | 30 | 160 | 161 | 236 | 240 | 3 399 | 1 151 | 1 999 | 11 446 | 2 565 | 3 335 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 1 015 | 771 | 275 | 111 | 122 | 121 | 86 | 85 | 197 | 77 | 357 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 13 595 | 13 373 | 10 973 | 10 153 | 7 664 | 8 305 | 10 070 | 9 605 | 5 005 | 5 024 | 5 164 |
| Uitgestelde belastingen | 43 272 | 46 834 | 48 929 | 49 530 | 45 520 | 50 290 | 55 739 | 43 365 | 52 020 | 56 367 | 67 158 |
| Vaste activa | 383 419 | 378 154 | 377 353 | 389 046 | 390 720 | 381 018 | 402 044 | 406 048 | 479 018 | 482 722 | 490 801 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 93 169 | 96 634 | 94 027 | 91 028 | 116 607 | 116 002 | 113 671 | 105 827 | 120 035 | 127 852 | 129 913 |
| Handelsvorderingen | 83 407 | 78 109 | 64 516 | 78 359 | 114 540 | 132 910 | 141 783 | 142 104 | 170 117 | 175 496 | 183 963 |
| Overige vorderingen | 55 327 | 49 597 | 46 358 | 56 528 | 48 123 | 39 567 | 62 285 | 58 016 | 60 095 | 61 825 | 88 333 |
| Terug te vorderen belastingen | 2 061 | 504 | 3 851 | 3 736 | 4 345 | 3 847 | 3 552 | 4 367 | 1 130 | 1 315 | 1 032 |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop |
91 | 75 | 60 | 45 | 45 | 205 | 181 | 156 | 293 | 411 | 531 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 55 967 | 26 163 | 26 237 | 18 533 | 27 008 | 54 575 | 53 938 | 41 388 | 68 151 | 41 049 | 24 723 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 3 209 | 8 569 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 293 231 | 259 651 | 235 049 | 248 229 | 310 668 | 347 106 | 375 410 | 351 858 | 419 821 | 407 948 | 428 495 |
| Totaal activa | 676 650 | 637 805 | 612 402 | 637 275 | 701 388 | 728 124 | 777 454 | 757 906 | 898 839 | 890 670 | 919 296 |
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2013 GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD |
31 DEC 2012 | 31 DEC 2012 GECOMBINEERD |
31 DEC 2011 GECOMBINEERD |
31 DEC 2010 GECOMBINEERD |
31 DEC 2009 GECOMBINEERD |
31 DEC 2008 GECOMBINEERD |
31 DEC 2007 GECOMBINEERD |
31 DEC 2006 GECOMBINEERD |
| PASSIVA | |||||||||||
| Kapitaal | 134 329 | 74 161 | 72 368 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 71 572 |
| Uitgiftepremies | 125 688 | 108 568 | 107 042 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 104 929 |
| Uitgegeven kapitaal | 260 017 | 182 729 | 179 410 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 176 501 |
| Eigen aandelen | (1 450) | (1 735) | (1 735) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Reserves | 2 582 | 1 768 | 27 364 | 75 565 | 95 010 | 85 191 | 75 179 | 67 582 | 51 222 | 47 453 | 25 492 |
| Indekkings- en omrekeningsverschillen | (12 189) | (16 599) | (18 279) | (13 817) | (13 728) | (15 739) | (12 853) | (21 395) | (19 951) | (10 964) | (11 793) |
| Eigen vermogen voor minderheidsbelangen |
248 960 | 166 163 | 186 760 | 241 090 | 260 624 | 248 794 | 241 668 | 225 529 | 210 613 | 215 831 | 190 200 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 429 | 23 090 | 32 491 | 38 203 |
| Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen |
248 960 | 166 163 | 186 760 | 241 090 | 260 624 | 248 794 | 241 668 | 225 958 | 233 703 | 248 322 | 228 403 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen |
49 581 | 54 548 | 44 557 | 44 548 | 28 048 | 35 289 | 34 988 | 37 209 | 40 155 | 45 235 | 48 365 |
| Voorzieningen | 11 505 | 7 301 | 8 149 | 9 439 | 9 798 | 12 964 | 24 452 | 23 008 | 17 893 | 17 681 | 21 957 |
| Uitgestelde belastingen en belastingslatenties |
9 505 | 8 907 | 8 203 | 7 257 | 8 554 | 9 134 | 8 800 | 8 187 | 9 429 | 9 549 | 7 408 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 89 014 | 97 495 | 49 614 |
| Obligaties en schuldpapier | 26 631 | 26 037 | 0 | 25 023 | 45 023 | 44 546 | 39 780 | 39 368 | 14 500 | 15 040 | 14 869 |
| Financiële leasingverplichtingen | 11 867 | 15 057 | 18 113 | 19 941 | 20 850 | 11 024 | 13 285 | 15 986 | 19 346 | 21 214 | 23 424 |
| Kredietinstellingen | 0 | 99 240 | 78 850 | 73 458 | 74 595 | 79 534 | 111 977 | 128 200 | 140 161 | 22 085 | 137 601 |
| Overige leningen | 1 865 | 1 801 | 1 871 | 2 038 | 2 039 | 2 111 | 2 082 | 2 201 | 5 123 | 5 794 | 2 214 |
| Rentedragende financiële verplichtingen |
40 363 | 142 135 | 98 834 | 120 460 | 142 507 | 137 215 | 167 124 | 185 755 | 268 144 | 161 628 | 227 722 |
| Overige leningen | 226 | 6 810 | 444 | 704 | 501 | 353 | 510 | 359 | 1 782 | 462 | 3 938 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar |
111 180 | 219 701 | 160 187 | 182 408 | 189 408 | 194 955 | 235 874 | 254 518 | 337 403 | 234 555 | 309 390 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen |
2 370 | 2 205 | 1 809 | 1 404 | 1 529 | 3 126 | 3 846 | 3 893 | 4 674 | 4 083 | 4 529 |
| Voorzieningen | 4 566 | 4 687 | 6 732 | 1 255 | 1 523 | 6 328 | 14 480 | 8 312 | 8 516 | 5 443 | 5 202 |
| Rentedragende financiële verplichtingen |
114 675 | 52 798 | 66 181 | 36 454 | 57 840 | 67 680 | 45 691 | 47 740 | 68 872 | 150 765 | 99 474 |
| Handelsverplichtingen | 94 276 | 96 373 | 81 720 | 86 066 | 104 980 | 119 274 | 141 887 | 114 208 | 146 993 | 160 443 | 173 134 |
| Belastingen | 2 463 | 414 | 3 086 | 2 071 | 2 281 | 3 974 | 7 542 | 4 712 | 3 389 | 9 659 | 5 212 |
| Overige verplichtingen | 98 160 | 95 464 | 105 927 | 86 527 | 83 203 | 83 993 | 86 466 | 98 565 | 95 289 | 77 400 | 93 952 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar |
316 510 | 251 941 | 265 455 | 213 777 | 251 356 | 284 375 | 299 912 | 277 430 | 327 733 | 407 793 | 381 503 |
| Toaal passiva | 676 650 | 637 805 | 612 402 | 637 275 | 701 388 | 728 124 | 777 454 | 757 906 | 898 839 | 890 670 | 919 296 |
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 | 2012 | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 | 2007 | 2006 |
| GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | ||||
| RESULTATENREKENING | |||||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 033 762 | 983 367 | 976 763 | 1 035 050 | 1 319 488 | 1 378 122 | 1 348 430 | 1 276 662 | 1 555 450 | 1 611 788 | 1 474 422 |
| Distributiekosten | (58 039) | (54 135) | (52 934) | (54 460) | (65 838) | (65 182) | (64 768) | (62 061) | (74 528) | (76 777) | (68 668) |
| Kostprijs van de omzet | (781 282) | (757 025) | (756 916) | (809 871) | (1 042 700) | (1 101 628) | (1 066 780) | (982 511) | (1 260 090) | (1 279 997) | (1 170 165) |
| Brutowinst | 194 441 | 172 207 | 166 913 | 170 719 | 210 950 | 211 312 | 216 882 | 232 090 | 220 832 | 255 014 | 235 589 |
| Algemene en administratieve lasten | (76 723) | (72 299) | (74 397) | (66 772) | (83 711) | (85 059) | (80 367) | (82 166) | (90 587) | (88 537) | (88 826) |
| Verkoop- en marketingkosten | (77 123) | (73 257) | (64 532) | (65 796) | (74 792) | (73 836) | (74 331) | (81 040) | (88 077) | (89 454) | (87 070) |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | (12 537) | (13 277) | (14 177) | (12 940) | (14 899) | (14 820) | (15 794) | (13 941) | (17 006) | (17 936) | (18 224) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (983) | (688) | (3 365) | (1 110) | (1 555) | (5 260) | (10 800) | (10 362) | (12 280) | (1 400) | (32 042) |
| Overige bedrijfsopbrengsten/ (-uitgaven) |
(10 714) | (12 869) | (31 766) | 2 867 | 3 033 | 8 363 | (10 075) | 31 | 26 367 | 5 561 | 5 537 |
| Winst of verlies van entiteiten waarop de 'equity'-methode wordt toegepast |
6 874 | 8 964 | 439 | 6 008 | 711 | 1 741 | 935 | 1 608 | 1 899 | (24) | 1 013 |
| Winst of verlies uit deelnemingen | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | (406) | 1 164 | 7 | 265 | 2 013 | 312 |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | 23 235 | 8 783 | (20 885) | 32 976 | 39 737 | 42 035 | 27 614 | 46 227 | 41 413 | 65 237 | 16 289 |
| Renteopbrengsten en -lasten | (9 554) | (10 031) | (9 405) | (9 320) | (11 889) | (13 270) | (11 770) | (16 919) | (24 414) | (25 181) | (25 441) |
| Andere financiële opbrengsten en lasten | (2 968) | (2 799) | (1 940) | (2 271) | (2 450) | (3 414) | (5 325) | 3 125 | (2 022) | (3 566) | 479 |
| Financieel resultaat | (12 522) | (12 830) | (11 345) | (11 591) | (14 339) | (16 684) | (17 095) | (13 794) | (26 436) | (28 747) | (24 962) |
| Winst of verlies van de periode voor belastingen |
10 713 | (4 047) | (32 230) | 21 385 | 25 398 | 25 351 | 10 519 | 32 433 | 14 977 | 36 490 | (8 673) |
| Belastingen | (6 170) | (5 702) | (3 908) | (6 035) | (7 834) | (7 933) | 4 108 | (12 396) | (10 378) | (14 325) | (10 380) |
| Winst of verlies van de periode na belastingen |
4 543 | (9 749) | (36 138) | 15 350 | 17 564 | 17 418 | 14 627 | 20 037 | 4 599 | 22 165 | (19 053) |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (188) | 703 | 6 949 | (626) | (2 179) |
| Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep |
4 543 | (9 749) | (36 138) | 15 350 | 17 564 | 17 418 | 14 439 | 20 740 | 11 548 | 21 539 | (21 232) |
De Raad van Bestuur, hierin bijgestaan door het Auditcomité, bepaalt de politiek van de Groep inzake risicomanagement, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de algemene ondernemingsrisico's die zij bereid is te aanvaarden.
Bedrijfsvoering en ondernemerschap gaan meestal gepaard met externe en interne onzekerheden. Als gevolg van deze onzekerheden dienen er onvermijdelijk op alle niveaus permanent beslissingen genomen worden die intrinsiek mogelijke risico's inhouden. Daarom en opdat een bedrijf haar doelstellingen zou kunnen realiseren, wordt het alsmaar belangrijker om de verschillende bedrijfsrisico's zo perfect mogelijk te omschrijven, in te schatten, te kwantificeren en prioritair te rangschikken. Een aangepast en adequaat risicomanagementsysteem dat bovendien kan terugvallen op performante controlemechanismen en best practices moet het mogelijk maken om de eventuele nefaste gevolgen van mogelijke risico's op de onderneming en haar bedrijfswaarde te vermijden, of op zijn minst te beheersen of te minimaliseren.
In 2011 heeft het managementcomité een catalogus opgesteld van de voornaamste bedrijfsrisico's in functie van waarschijnlijkheid en/of impact, waarmee de Groep Recticel in het kader van haar activiteiten geconfronteerd wordt.
In 2015 werd beslist om deze catalogus te herzien zodat processen zouden kunnen worden bepaald om de zo geïdentificeerde risico's onder controle te houden en te beperken.
Te dien einde werd een externe consulent met de gepaste expertise terzake aangesteld om het managementcomité bij te staan en de analyse en vaststelling van de risico's te besturen.
De analyse werd uiteindelijk in de loop van 2015 afgewerkt en de nieuwe catalogus bedrijfsrisico's van de Groep Recticel werd door het managementcomité vastgelegd.
Daaruit volgt een lijst van 15 voornaamste risico's waarvoor werkgroepen werden samengesteld die in een eerste fase een geschikt en specifiek actieplan voor elk risico moeten uitwerken dat ze dan in een tweede fase moeten implementeren en controleren.
Er dient nochtans opgemerkt te worden dat deze selectie geenszins alle risico's, die door de analyse aan het licht werden gebracht, exhaustief opsomt. Het gaat erom dat prioriteit wordt verleend aan de behandeling van welbepaalde risico's zonder alle overige risico's te verwaarlozen die tegelijkertijd constant onder het nodige toezicht en controle worden geplaatst.
Er kunnen zich namelijk risico's voordoen die de onderneming nog niet volledig heeft kunnen beoordelen en die momenteel worden geacht geen wezenlijke invloed te hebben maar die in een later stadium een nadelig effect zouden kunnen hebben op de resultaten van de onderneming. De
risicomanagementsystemen van de Groep proberen interne en externe risico's tijdig te onderkennen. Het effect van sommige onder deze wordt opgevangen en beperkt door de bepalingen van de algemene handelsvoorwaarden (General Terms and Conditions (of Trade)- "GTC") van Recticel, dewelke beschikbaar zijn op de website www.recticel.com.
De hieronder vermelde risicofactoren dienen beschouwd te worden als zijnde de meest relevante risicofactoren voor de Recticel- groep, zoals naar voren gekomen tijdens bovengemelde analyse.
De activiteiten van de Groep zijn kapitaalintensief en zullen dat ook in de toekomst blijven. Een aantal fabrieken van de Groep is al vele jaren actief, en een groot deel van de investeringsuitgaven van de Groep heeft betrekking op de reparatie, het onderhoud en de verbetering van deze bestaande faciliteiten.
De investeringsprogramma's van de Groep op het vlak van reparatie, onderhoud en verbeteringen van haar bestaande apparatuur en faciliteiten, zijn onderworpen aan het risico van een onjuiste of ontoereikende beoordeling. Bijgevolg is het mogelijk dat die investeringsprogramma's te lijden hebben onder vertragingen of andere complicaties, en dat ze mogelijk niet het rendement behalen dat in het begin van dergelijke programma's wordt vooropgesteld. Bovendien kunnen de werkelijke uitgaven van de Groep uiteindelijk om verschillende redenen waarover de Groep geen controle heeft, hoger blijken dan in het budget was voorzien. Dergelijke stijgingen van de kosten kunnen aanzienlijk zijn en kunnen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep.
Als producent en verwerker van polyurethaanschuim en andere producten is de Groep gevoelig voor schommelingen in de prijzen van haar scheikundige grondstoffen, vooral degene die worden gebruikt voor de productie van polyurethaan. De belangrijkste scheikundige grondstoffen die door de Groep worden gebruikt, zijn polyolen (ester- en etherpolyolen) en isocyanaten (TDI en MDI). Hoewel de prijzen doorgaans de algemene prijsevolutie voor petrochemische producten en bijgevolg de olieprijs volgen, kunnen er zich productspecifieke ontwikkelingen voordoen die niet volledig gecorreleerd zijn met de algemene markttendens. Volatiliteit in de prijzen van scheikundige grondstoffen, evenals schaarste of tekort kan een negatief effect vertonen op de resultaten van Rectidel en haar financiële situatie.
Gemiddeld vertegenwoordigen scheikundige grondstoffen bijna 48% van de kostprijs van de omzet uit afgewerkte producten van de Groep. Voor bepaalde toepassingen van soepelschuim, zetelkussens en isolatie ligt dit percentage zelfs hoger.
Deze scheikundige grondstoffen worden gekocht op de vrije markt. Op heden heeft de Groep zich niet ingedekt voor dit grondstoffenrisico.
De aankoop van scheikundige grondstoffen wordt centraal onderhandeld door de aankooporganisatie van de Groep. Door die gecentraliseerde benadering beschikt de vennootschap over een betere onderhandelingspositie en kunnen onderhandelingen continue worden geoptimaliseerd. Hoewel de Groep toeziet op de ontwikkelingen in de grondstoffenprijzen en in haar verkoopprijzen prijsstijgingen tracht op te nemen wanneer dat gepast is; is de mate waarin die hogere prijzen voor scheikundige grondstoffen aan klanten in rekening kunnen worden gebracht, uiteindelijk afhankelijk van de commerciële onderhandelingen met klanten en de concurrentie op de markt. Er kunnen perioden zijn waarin de Groep stijgingen in de kosten van scheikundige grondstoffen niet of niet tijdig kan recuperen vanwege een zwakke vraag naar haar prducten of vanwege acties van haar concurrenten. Anderzijds is het mogelijk dat de Groep in perioden van dalende marktprijzen voor de scheikundige grondstoffen van de Groep, geconfronteerd wordt met vragen van klanten om haar prijzen te verlagen, of met dalingen van de vraag naar haar producten terwijl klanten bestellingen uitstellen in afwachting van prijsverlagingen.
Acquisities maken integraal deel uit van de groeistrategie van de Vennootschap. Er kan geen enkele zekerheid worden gegeven dat deze verrichtingen zullen gerealiseerd worden of, indien gerealiseerd, in het voordeel van de Groep zullen uitdraaien.
De Groep blijft verdere kansen verkennen om haar strategie uit te voeren, waarvoor mogelijk aanzienlijke investeringen en daarmee gepaard gaande investeringsuitgaven vereist zijn. Tot op heden is de Groep er steeds in geslaagd om haar kapitaalinvesteringsprojecten te financieren met geldmiddelen uit interne activiteiten en schuldfinanciëring. Als de kasstromen van de Groep zouden afnemen of als de Groep verdere overnames zou uitvoeren, dan zou de Groep haar kasbehoeften moeten trachten te financieren via extra schuld- en aandelenfinanciering of via afstoting van activa.
De Groep brengt regelmatig nieuwe producten op de markt, zoals Thermoflex® in de Business Line Soepelschuim, het ingrediënt van het merk GELTEX® Inside in haar Business Line Slaapcomfort, Lambda 21 Eurowall® in haar Business Line Isolatie en Colo-Sense Lite® in haar Business Line Automobiel.
De Groep concurreert in sectoren die veranderingen ondergaan en steeds complexer worden.Opdat de Groep bestaande producten met succes kan laten evolueren tot nieuwe productaanbiedingen en haar producten kan differentiëren, moeten er nauwkeurige voorspellingen van zowel het productontwikkelingsschema als de marktvraag worden gedaan.Het proces om nieuwe producten te ontwikkelen is complex en vaak onzeker, omdat er door concurrenten vaak nieuwe producten op de markt worden gebracht.De Groep kan anticiperen op een vraag en een aanvaarding door de markt die uiteindelijk verschillen van de haalbare vraag van klanten naar het product en de inkomstenstroom daaruit.Gezien de hevige concurrentie binnen de sector zou enige onverwachte vertraging in de uitvoering van bepaalde productstrategieën of in de ontwikkeling, productie of marketing van een nieuw product, bovendien een nadelige invloed kunnen hebben op de inkomsten van de Groep.
De Groep investeert continu in de ontwikkeling van nieuwe producten. Deze investeringen houden een aantal risico's in, waaronder: moeilijkheden en vertragingen in de ontwikkeling, de productie, het testen en de marketing van producten; de aanvaarding van producten door de klant; middelen die moeten worden gewijd aan de ontwikkeling van de nieuwe technologie; en het vermogen om de producten van de Groep te onderscheiden van andere en te concurreren met andere bedrijven die op dezelfde markten actief zijn.
180 RECTICEL JAARVERSLAG 2015
10
Het vermogen van de Groep om toekomstige inkomsten en bedrijfsopbrengsten te genereren, is onder andere afhankelijk van haar vermogen om tijdig producten te ontwikkelen die geschikt zijn om op rendabele wijze te worden vervaardigd en die voldoen aan vastgestelde specificaties voor productontwerp, technische kenmerken en prestaties.
Al deze factoren zouden een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.
De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers, zoals diefstal, omkoperij, fraude, sabotage, witwaspraktijken, schending van wetten of andere onregelmatigheden, en kan worden blootgesteld aan het risico van onderbrekingen door derden, zoals transportbedrijven.Dergelijk wangedrag kan leiden tot strafrechtelijke sancties, boetes of andere sancties, reputatieschade, productievertragingen, hogere kosten, gederfde inkomsten, hogere verplichtingen ten aanzien van derden, bijzondere waardevermindering van activa, die allemaal een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep.De Groep heeft verschillende interne initiatieven ontwikkeld om het risico van wangedrag van haar eigen werknemers en managers te beperken. Deze initiatieven omvatten de versterking van de interne auditafdeling, de oprichting van een Compliancecomité dat de taak heeft om gerapporteerde kwesties te onderzoeken, en om regelmatig verschillende interne opleidingssessies te organiseren om werknemers meer bewust te maken van compliance. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de Groep geen verdere onregelmatigheden zal ontdekken met betrekking tot toekomstige of vroegere periode of dat dergelijke initiatieven ertoe zullen leiden dat wangedrag van werknemers en managers effectief wordt voorkomen.
Bovendien zijn dergelijke initiatieven niet gericht op externe onderaannemers, en bijgevolg vertrouwt de Groep op het vermogen van externe onderaannemers om wangedrag van hun eigen werknemers en managers te voorkomen.
De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico dat een innovatieproject faalt of dat de investering in een innovatie niet het verhoopte effect creëert om te zorgen voor een aanzienlijke inkomensgroei of kostenefficiëntie, met inbegrip van het risico om niet over de nodige menselijke middelen te beschikken om de veranderingen door te voeren nodig voor de innovatie strategie.
De Groep heeft met belangrijke leveranciers jaarlijkse of meerjarige bevoorradingsovereenkomsten gesloten om ruim de helft van haar jaarlijkse voorraden van isocyanaten zeker te stellen. De levering van polyolen wordt voor een beperkt deel gewaarborgd in het kader van jaarlijkse bevoorradingsovereenkomsten.De Groep koopt haar resterende scheikundige grondstoffen voornamelijk van leveranciers waarmee ze een langetermijnrelatie onderhoudt, maar met maandelijkse of driemaandelijkse onderhandelingen over prijzen en volumes.
Hoewel er voor bepaalde scheikundige grondstoffen langlopende bevoorradingsovereenkomsten bestaan, kan het risico van een onderbreking in de levering van scheikundige grondstoffen niet worden uitgesloten.Dergelijke onderbrekingen in leveringen kunnen onder andere het gevolg zijn van een belangrijk ongeval of incident in de verwerkingsinstallatie van een leverancier, transportproblemen of andere feiten of omstandigheden waardoor er een situatie van overmacht kan ontstaan. In een dergelijk geval kan er geen zekerheid worden geboden dat de Groep andere leveringen van scheikundige grondstoffen kan verkrijgen, of dat de Groep dit tijdig en onder aanvaardbare voorwaarden kan bewerkstelligen, hetgeen een wezenlijke nadelige impact zou kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep. Evenmin kan worden uitgesloten dat een daling in de volumes van de grondstoffenbevoorrading (bijv. als gevolg van markttendensen) een impact zouden kunnen hebben op de grondstoffenprijzen, of dat leveranciers daardoor zouden kunnen besluiten om hun leveringen aan de Groep stop te zetten. In dat laatste geval zou de Groep genoodzaakt zijn om op zoek te gaan naar andere leveranciers, die mogelijk niet beschikbaar zijn, of niet tijdig of niet onder aanvaardbare voorwaarden. Dit zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.
Door de aard van haar activiteiten is de Groep blootgesteld aan milieurisico's. De Groep gebruikt potentieel gevaarlijke stoffen (o.a. chemicaliën) bij productontwikkeling en productieprocessen. Verontreiniging kan nooit worden uitgesloten. De Groep tracht verontreiniging te voorkomen door het nemen van aangepaste beleidslijnen. Scenario's die het voorkomen van dit type crisis en het managen van de gevolgen beschrijven, zijn wijd verspreid in de organisatie.
Het spreekt voor zich dat het werken met deze producten een gevaar kan vormen voor de gezondheid van het personeel, klanten en andere bezoekers, in het bijzonder wanneer de veiligheidsregels die door de Groep zijn opgesteld, niet worden nageleefd.
Het risico bestaat dat nieuwe regelgeving op dit vlak een belangrijke negatieve impact op de business van de Groep kan hebben.Niet-naleven van de verschillende wetten en regelgevingen met betrekking tot de groepsaktiviteiten kunnen een negatieve impact hebben en aansprakelijkheid inroepen.
De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan talrijke wetten, voorschriften en vereisten die mogelijks kunnen leiden tot grote compliance kosten of gerechtelijke kosten.
De Groep is tevens in bepaalde landen aanwezig op oude industriële sites, daterend van een tijd voor er sprake was van enige milieuregelgeving, hetgeen mogelijk aanleiding kan geven tot historische verontreiniging, waarvoor de Groep aansprakleijk kan worden gesteld hetgeen aanleiding kan geven tot belangrijke kosten.
Bovendien kan de Groep aankijken naar andere grote kosten ten gevolge van de niet- nakoming van haar contractuele verplichtingen of in het geval de overeengekomen contractuele provisies onvoldoende of inadequaat blijken te zijn.
Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders wordt onderschat wanneer er belangrijke strategische beslissingen worden genomen voor de Groep. Dit kan resulteren in tegenwind en de implementatie van de strategie in het gedrang brengen.
De Groep kan blootgesteld worden aan risico's, indien investeringsbeslissingen niet voldoende werden geanalyseerd waardoor de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald werden, evenals het risico dat de investeringscapaciteit wordt gebruikt voor één business unit, waardoor er geen ruimte wordt gelaten voor meer winstgevende investeringen in een andere business unit.
De Groep is ook blootgesteld aan het risico van een suboptimale uitvoering van transacties ten gevolge van onvoldoende voorbereiding, communicatie en/of project management.
Niettegenstaande de Groep M&A richtlijnen heeft uitegewerkt, bestaat het risico dat deze niet worden nageleefd en zo een aanzienlijk negatieve impact zouden kunnen hebben op de operaties en financiële resultaten van de Groep.
De Groep is blootgesteld aan de risico's die verband houden met een economisceh recessie. De (wereldwijde) economie heeft onlangs een periode van aanzienlijke onrust en onzekerheid meegemaakt en de vooruitzichten zijn nog steeds onzeker. Economische factoren waarover de Groep geen controle heeft (waaronder de vertraging van de economische groei, vooral in Europa waar de Groep circa 94% van haar geconsolideerde omzet realiseert, inflatie of deflatie of schommelingen in rentevoeten en wisselkoersen), zouden een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten en ooruitzichten vn de Groep.
De activiteiten en de bedrijfsresultaten van de Groep zijn getroffen door de wereldwijde recessie en andere problemen die een invloed hebben en hebben gehad op de wereldiwijde economie en de klanten van de Groep. Er kan geen zekerheid worden geboden dat de wereldwijde economische omstandigheden zullen verbeteren en het risico bestaat dat bepaalde markten waarin de Groep actief is, in de toekomst het hoofd moeten bieden aan economische achteruitgang of een langere periode van verwaarloosbare groei. De huidige onzekerheid over het economisch herstel en het groeitempo kan een negatieve invloed hebben op de vraag van bestaande en potentiële klanten. Bijkomende factoren die een invloed kunnen hebben op de vraag van klanten zijn onder meer de toegang tot krediet, budgettaire beperkingen, de werkloosheid en het consumentenvertrouwen.
10
De Groep vervaardigt en verkoopt zowel halfafgewerkte als afgewerkte producten in de vorm van verbruiksgoederen (bijv. in haar Business Line Slaapcomfort) en duurzame consumptiegoederen (bijv. in haar Business Line Isolatie). In beide gevallen is de Groep blootgesteld aan klachten en claims in verband met productaansprakelijkheid en garantie. Om de risico's van productaansprakelijkheid en garantie te beperken, heeft de Groep strikte kwaliteitscontroles ingevoerd en een verzekeringspolis voor algemene aansprakelijkheid gesloten.
Het vermogen van de Groep om haar concurrentiepositie te handhaven en haar bedrijfsstrategie uit te voeren, is in grote mate afhankelijk van haar vermogen om bekwame personeelsen managementleden aan te trekken en te behouden.Het verlies van bekwame personeels- en managementleden of een afname in hun diensten, of moeilijkheden om ze aan te werven of te behouden, zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De concurrentie voor personeel met relevante expertise is intens omdat het aantal gekwalificeerde personen relatief beperkt is, en de Groep moeilijkheden kan ondervinden om van haar bekwame personeels- en managementleden niet-concurrentiebedingen te verkrijgen of af te dwingen, hetgeen allemaal een ernstige invloed kan hebben op het vermogen van de Groep om bestaande bekwame personeels- en managementleden te behouden en bijkomend gekwalificeerd personeel aan te trekken. Als de Groep moeilijkheden zou ondervinden om gekwalificeerd personeel aan te werven of te behouden, dan zou dit een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep.
Algemene operationele of industriële risico's worden doorgaans afgedekt door verzekeringscontracten die centraal beheerd worden. De voorwaarden van deze contracten worden op regelmatige basis herbekeken om er zeker van te zijn dat de dekkingen afdoende zijn en aangepast aan de risico's. De Groep bezit twee herverzekeringsfilialen met als belangrijkste taak de herverzekering binnen de Groep van het eigen risico verbonden aan de franchises, die de externe verzekerignspolissen ten laste leggen van de Groep.
De risico's en onzekerheden waarvoor voorzieningen werden aangelegd bij toepassing van de IFRS regels worden toegelicht onder noot III.5.17 bij het geconsolideerd financieel verslag. Dit betreft meer bepaald de voorzieningen voor geschillen, productwaarborgen, leefmilieurisico's en reorganisatielasten.
De Interne Auditafdeling van Recticel participeert in de creatie, de implementatie en de naleving van de controleprocedures in brede zin. Daarnaast speelt de afdeling een belangrijke rol in de continue monotirong van de ondernemingsrisico's en verleent zij haar medewerking aan de fundamentele overdenking van de bedrijfsrisico's binnen Recticel.
| in miljoen EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
| Gecombineerde resultatenrekening | |||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 378,1 | 1 319,5 | 1 258,6 | 1 280,1 | 1 328,4 |
| REBITDA | 88,6 | 87,7 | 72,8 | 65,9 | 81,9 |
| EBITDA | 88,8 | 78,2 | 27,7 | 49,3 | 67,8 |
| REBIT | 47,1 | 47,8 | 33,2 | 30,7 | 44,9 |
| EBIT | 42,0 | 36,8 | (15,4) | 13,4 | 29,8 |
| Winst of verlies van de periode na belastingen | 17,4 | 15,3 | (36,1) | (9,7) | 4,5 |
| Rendabiliteitsratio's (gecombineerd) | |||||
| REBITDA / Bedrijfsopbrengsten | 6,4% | 6,6% | 5,8% | 5,2% | 6,2% |
| EBITDA / Bedrijfsopbrengsten | 6,4% | 5,9% | 2,2% | 3,9% | 5,1% |
| REBIT / Bedrijfsopbrengsten | 3,4% | 3,6% | 2,6% | 2,4% | 3,4% |
| EBIT / Bedrijfsopbrengsten | 3,0% | 2,8% | -1,2% | 1,0% | 2,2% |
| Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep / Bedrijfsopbrengsten | 1,3% | 1,2% | -2,9% | -0,8% | 0,3% |
| Jaarlijkse groeipercentages (gecombineerd) | |||||
| Bedrijfsopbrengsten | 2,2% | -4,3% | -4,6% | 1,7% | 3,8% |
| REBITDA | -14,8% | -1,1% | -17,0% | -9,4% | 24,2% |
| EBITDA | 6,3% | -12,0% | -64,5% | 77,9% | 37,4% |
| REBIT | -20,0% | 1,5% | -30,6% | -7,6% | 46,5% |
| EBIT | 52,2% | -12,5% | -141,8% | nr | 122,4% |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep | 20,7% | -12,2% | nr | nr | 4,0% |
| in miljoen EUR | |||||
| Geconsolideerde balans Vaste activa |
381,0 | 384,6 | 374,0 | 374,8 | 380,1 |
| Vlottende activa | 347,1 | 248,2 | 235,0 | 251,1 | 290,0 |
| TOTAAL ACTIVA | 728,1 | 632,8 | 609,1 | 625,9 | 670,1 |
| Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen | 248,8 | 241,1 | 186,8 | 166,2 | 249,0 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 195,0 | 182,4 | 160,2 | 219,7 | 111,2 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar TOTAAL PASSIVA |
284,4 728,1 |
213,8 637,3 |
265,5 612,4 |
251,9 637,8 |
316,5 676,7 |
| Netto werkkapitaal | 85,1 | 55,0 | 18,0 | 32,6 | 39,1 |
| Beurskapitalisatie (31 december) | 131,9 | 152,5 | 163,0 | 152,8 | 300,9 |
| Minderheidsbelangen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Netto financiële schuld | 149,6 | 172,6 | 165,1 | 194,5 | 123,0 |
| WAARDE VAN DE ONDERNEMING | 281,5 | 325,1 | 328,1 | 347,3 | 423,9 |
| Investeringen versus Afschrijvingen | 33,4 | 52,3 | 30,5 | 35,8 | 46,5 |
| Investeringen in immateriële en materiële vaste activa Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (exclusief afschrijvingen |
|||||
| op consolidatieverschillen) | 46,2 | 41,4 | 43,1 | 36,0 | 38,0 |
| Investeringen / Bedrijfsopbrengsten | 2,4% | 4,0% | 2,4% | 2,8% | 3,5% |
| Ratio's financiële structuur (gecombineerd) | |||||
| Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) |
60% | 72% | 88% | 117% | 49% |
| Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) / Balanstotaal | 34% | 38% | 30% | 26% | 37% |
| Leverage (Gecombineerde netto financiële schuld/Gecombineerde EBITDA) |
1,7 | 2,2 | 6,0 | 3,9 | 1,8 |
| Current ratio | 1,2 | 1,2 | 0,9 | 1,0 | 0,9 |
| Waarderingsratio's | |||||
| Price / Earnings (Beurskapitalisatie (31 dec)/ Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep) |
7,6 | 10,0 | n.r. | n.r. | 66,2 |
| Waarde van de onderneming / EBITDA | 3,2 | 4,2 | 11,8 | 7,0 | 6,3 |
| Prijs / Boekwaarde (=Beurskapitalisatie / Boekwaarde (aandeel Groep)) | 0,53 | 0,63 | 0,87 | 0,92 | 1,21 |
| in miljoen EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
| Gecombineerde bedrijfsopbrengsten per sector | |||||
| Soepelschuim | 596,2 | 588,3 | 583,4 | 593,0 | 602,3 |
| groeivoet | -1,1% | -1,3% | -0,8% | 1,6% | 1,6% |
| Slaapcomfort | 292,2 | 276,5 | 283,0 | 281,6 | 294,5 |
| groeivoet | -0,4% | -5,3% | 2,3% | -0,5% | 4,6% |
| Isolatie | 223,1 | 220,7 | 220,0 | 227,0 | 229,4 |
| groeivoet | 19,0% | -1,1% | -0,3% | 3,2% | 1,1% |
| Automobiel | 324,8 | 289,7 | 258,4 | 264,0 | 280,3 |
| groeivoet | 0,0% | -10,8% | -10,8% | 2,2% | 6,2% |
| Automobiel | (58,1) | (55,7) | (86,2) | (85,6) | (78,1) |
| Automobiel | 1 378,1 | 1 319,5 | 1 258,6 | 1 280,1 | 1 328,4 |
| groeivoet | 2,2% | -4,3% | -4,6% | 1,7% | 3,8% |
| Gecombineerde EBITDA per sector | in miljoen EUR | ||||
| Soepelschuim | 22,6 | 24,3 | (2,4) | 25,1 | 34,0 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 3,8% | 4,1% | -0,4% | 4,2% | 5,6% |
| Slaapcomfort | 16,6 | 12,8 | 10,4 | 2,9 | 9,5 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 5,7% | 4,6% | 3,7% | 1,0% | 3,2% |
| Isolatie | 39,5 | 36,1 | 27,6 | 27,1 | 33,4 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 17,7% | 16,4% | 12,5% | 11,9% | 14,6% |
| Automobiel | 24,4 | 22,5 | 10,4 | 12,5 | 9,9 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 7,5% | 7,8% | 4,0% | 4,7% | 3,5% |
| Corporate | (14,3) | (14,5) | (18,3) | (18,2) | (19,1) |
| Totaal EBITDA | 88,8 | 81,1 | 27,7 | 49,3 | 67,8 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 6,4% | 6,1% | 2,2% | 3,9% | 5,1% |
| in miljoen EUR | |||||
| Gecombineerde EBIT per sector | |||||
| Soepelschuim | 7,5 | 9,8 | (16,4) | 13,2 | 21,1 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 1,3% | 1,7% | -2,8% | 2,2% | 3,5% |
| Slaapcomfort | 10,9 | 7,3 | 3,8 | (3,5) | 3,2 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 3,7% | 2,6% | 1,4% | -1,2% | 1,1% |
| Isolatie | 35,8 | 32,1 | 21,9 | 21,1 | 27,5 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 16,1% | 14,6% | 10,0% | 9,3% | 12,0% |
| Automobiel | 2,8 | 5,9 | (5,3) | 1,8 | (1,9) |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 0,8% | 2,0% | -2,1% | 0,7% | -0,7% |
| Corporate | (15,0) | (15,3) | (19,4) | (19,2) | (20,0) |
| Totaal EBIT als % van bedrijfsopbrengsten |
42,0 3,0% |
39,7 3,0% |
(15,4) -1,2% |
13,4 1,0% |
29,8 2,2% |
| in eenheden | |||||
| Informatie per aandeel | |||||
| Aantal aandelen (31 december) | 28 931 456 | 28 931 456 | 28 947 356 | 29 664 256 | 53 731 608 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect) | 28 931 456 | 28 931 456 | 28 498 521 | 28 953 478 | 44 510 623 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (na verwateringseffect) | 33 769 050 | 33 990 837 | 28 498 521 | 28 953 478 | 44 704 483 |
| in EUR | |||||
| Combined REBITDA | 3,06 | 3,03 | 2,55 | 2,28 | 1,84 |
| Combined EBITDA | 3,07 | 2,70 | 0,97 | 1,70 | 1,52 |
| Combined REBIT | 1,63 | 1,65 | 1,16 | 1,06 | 1,01 |
| Combined EBIT | 1,45 | 1,27 | -0,54 | 0,46 | 0,67 |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Basis (1) | 0,60 | 0,53 | -1,27 | -0,34 | 0,10 |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Verwaterd | 0,55 | 0,49 | -1,27 | -0,34 | 0,10 |
| Bruto dividend | 0,28 | 0,29 | 0,20 | 0,20 | 0,14 |
| Uitbetalingsratio | 46% | 55% | n.r. | n.r. | 137% |
| Netto boekwaarde (aandeel Groep) | 8,60 | 8,33 | 6,45 | 5,60 | 4,63 |
| Price / Earnings ratio (2) | 7,6 | 10,0 | n.r. | n.r. | 66,2 |
| (1) berekend op het gewogen aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect) |
(2) gebaseerd op de prijs van het aandeel op 31 december. Earnings = winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep per aandeel. |
||||
| in EUR | |||||
| Gewoon aandeel |
| Gewoon aandeel | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| op 31 december | 4,56 | 5,27 | 5,63 | 5,15 | 5,60 |
| laagste van het jaar | 3,78 | 4,26 | 4,63 | 4,90 | 3,88 |
| hoogste van het jaar | 8,20 | 6,25 | 6,82 | 7,98 | 5,64 |
| gemiddeld dagvolume (eenheden) | 36 840 | 19 748 | 36 049 | 43 974 | 83 737 |
Olympiadenlaan 2 B - 1140 Brussel T. +32 (0)2 775 18 11 F. +32 (0)2 775 19 90
Michel De Smedt T. + 32 (0)2 775 18 09 F. + 32 (0)2 775 19 91 [email protected]
Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Ce rapport est disponible en néerlandais et anglais. This report is available in English and Dutch.
U kan dit Jaarverslag ook downloaden van www.recticel.com
Algemene coördinatie: Michel De Smedt
Met dank aan alle medewerkers die hebben bijgedragen tot de realisatie van dit Jaarverslag.
186 RECTICEL JAARVERSLAG 2015
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.