AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Recticel

Annual Report Apr 28, 2017

3993_10-k_2017-04-28_4a959902-6e20-43ec-bd24-86ffcd13dce6.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

2016 Jaarverslag

Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 2012* 2013 2014 2015 2016 -4,6% -4,3% 40 60 5,9% 49,3 60 80 78,2 67,8 49,3 Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 2012* 2013 2014 2015 2016 -4,6% -4,3% Kerncijfers

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet 3,9% Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge 2012* 2013 2014 2015 2016

Gecombineerde EBIT en EBIT-marge Gecombineerde EBIT en EBIT-marge

Gecombineerde netto-resultaat en -marge Gecombineerde netto-resultaat en -marge

(30) (40) (20) 0 10 20 Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 1,2% 15,3 16,3 -0,8% (36,1) Eigen vermogen (deel van de Groep) 2012* 2013 2014 2015 2016 2012* 2013 2014 2015 2016 (in miljoen EUR) Gemiddeld netto werkkapitaal als percentage van de bruto omzet 14,2% 13,9% 14,6% 0 2016 166,2 2014 186,8 (in miljoen EUR) -3% -1% 1% (30) (40) 10 Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 1,2% 15,3 16,3 -0,8% (9,7) (36,1) 1,2% Eigen vermogen (deel van de Groep) Gemiddeld netto werkkapitaal als percentage van de bruto omzet 14,2% 13,9% 2012 0 50 100 150 166,2 2014 186,8 (in miljoen EUR) 2012 2013 2014 2015 2016 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 7.0 6.0 25% 50% 75% 100% 125% Gecombineerde Schuldgraad- en Leverageratio 1,5 50,2% 2,2 71,6% 1,8 49,4% 3,9 6,0 117,1% 88,4% Leverage Schuldgraadratio

166,2 186,8 166,2 186,8 Frequentie index - arbeidsongevallen Frequentie index - Graad van ernst index arbeidsongevallen

Inhoudstafel

DIT WAS 2016 02
Ons profiel 05
Onze hoogtepunten in 2016 en begin 2017 06
Brief van de Voorzitter en de Chief Executive Officer 12
Verslag van onze Raad van Bestuur * 14
ONZE MISSIE, VISIE, KERNWAARDEN, STRATEGIE EN ACTIVITEITEN 30
Onze missie, visie en kernwaarden 30
Onze Groepsstrategie 34
Onze activiteiten: 42
Isolatie 44
Slaapcomfort 48
Soepelschuim 52
Automobiel 56
DUURZAME INNOVATIE 60
HUMAN RESOURCES 64
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING * 70
Referentiecode en regels van kracht 72
Interne controle en risk management 72
Externe controle 73
Samenstelling van de Raad van Bestuur 74
Comités ingericht door de Raad van Bestuur 77
Auditcomité 77
Remuneratie- en Benoemingscomité 78
Uitvoerend management 79
Remuneratieverslag 80
Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap
en de bestuurders en leden van het Managementcomité
87
Handel met voorkennis en marktmanipulatie 87
Relaties met de referentieaandeelhouders en andere elementen die verband houden
met eventuele openbare overnamebiedingen 88
BEGRIPPENLIJST 90
ONS FINANCIEEL RAPPORT * 92
KERNCIJFERS 191

* Deze hoofdstukken maken integraal deel uit van het Verslag van de Raad van Bestuur, en bevatten de door het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereiste informatie rond de geconsolideerde jaarrekening.

Dit was 2016

Toekomstverwachtingen

Dit document bevat bepaalde kwantitatieve en/of kwalitatieve toekomstgerichte verklaringen en verwachtingen betreffende resultaten en de financiële stand van zaken van de Groep Recticel. Het ligt in de aard van dergelijke toekomstgerichte verklaringen dat zij geen garantie vormen voor toekomstige prestaties gezien deze nu eenmaal een aantal risico's en onzekerheden met zich meebrengen die betrekking hebben op toekomstige gebeurtenissen en ontwikkelingen. De lezer wordt erop gewezen om voldoende voorzichtigheid aan de dag te leggen bij de interpretatie van deze toekomstverwachtingen omdat de werkelijke resultaten en gebeurtenissen in de toekomst door een of meerdere, zowel interne als externe, factoren kunnen beïnvloed worden. Bijgevolg kunnen de daadwerkelijke resultaten en prestaties mogelijk aanzienlijk afwijken van de vooropgestelde verwachtingen, doelstellingen en eventueel verklaringen. De belangrijkste en meest relevante risico- en onzekerheidsfactoren worden verder beschreven in het hoofdstuk "Waarde- en risicobeheer" van het financieel gedeelte van dit Jaarverslag. Recticel neemt geen enkele verbintenis op zich om eventuele wijzigingen en ontwikkelingen in deze risicofactoren te actualiseren, noch om de mogelijke impact hiervan op de vooruitzichten, onverwijld of met enige vertraging, publiek te maken.

FINANCIËLE KALENDER VOOR AANDEELHOUDERS

Eerste kwartaal 2017 trading update 06 april 2017 (voor beursopening)
Algemene Jaarvergadering 30 mei 2017 (om 10u00 CET)
Ex-coupon datum 31 mei 2017
Dividend record date 01 juni 2017
Betaling dividend 02 juni 2017
Eerste halfjaarresultaten 2017 31 augustus 2017 (voor beursopening)
Derde kwartaal 2017 trading update 31 oktober 2017 (voor beursopening)

Ons profiel

Als internationale industriële speler streven wij ernaar om een essentieel verschil te maken in de dagelijkse comfortervaring van iedereen. Met onze vaardigheden en diepgaande expertise in de conversie van polyurethaanchemie willen wij verantwoorde oplossingen aanreiken voor de uitdagingen en behoeften van onze tijd en om gedeelde waarde te scheppen voor Recticel en de maatschappij. Wij streven ernaar op een efficiënte, duurzame en evenwichtige wijze een meerwaarde en een gestage rendabele groei te verwezenlijken voor al onze klanten en aandeelhouders.

Het is onze ambitie om onze klanten en eindgebruikers beter te bedienen dan onze beste concurrenten, in iedere sector en ieder land waar wij actief zijn — en daarbij een superieure aandeelhouderwaarde te realiseren.

Wij bedienen diverse markten - hoofdzakelijk in Europa, dat goed is voor circa 93% van onze netto-omzet, maar ook in de VS en Azië - en ondersteunen onze industriële klanten om innovatieve, duurzame oplossingen te vinden door steeds beter verantwoorde producten en diensten in te voeren die waarde creëren. Onze kernportefeuille is georganiseerd rond vier specifieke toepassingsgebieden: Isolatie voor de bouw, Slaapcomfort, Soepelschuim voor huishoudelijke en industriële toepassingen en Automobiel.

Hoewel wij in eerste instantie halfafgewerkte producten (Soepelschuim en Automobiel) produceren, ontwikkelen, vervaardigen en commercialiseren wij ook afgewerkte producten en duurzame goederen voor eindgebruikers (Slaapcomfort en Isolatie).

Energie-efficiënte gebouwen, brandstofzuinige auto's, geluiddemping en andere duurzame comfortbehoeften: { Recticel heeft een oplossing. {

actief in

28

landen

98

vestigingen

Onze divisie Soepelschuim ontwikkelt en produceert een ruime waaier van oplossingen met producteigenschappen zoals geluid dempen, dichten, filteren, beschermen, ondersteunen en comfort bieden.

Binnen onze divisie Slaapcomfort worden gebruiksklare matrassen, lattenbodems en box springs gecommercialiseerd onder bekende merknamen zoals Beka®, Lattoflex®, Literie Bultex®, Schlaraffia®, Sembella®, Superba®, Swissflex®… en 'ingredient brands' (GELTEX inside®, Bultex®).

Onze divisie Isolatie biedt thermische isolatieproducten van hoge kwaliteit die direct kunnen worden gebruikt in bouwprojecten en renovaties. Onze isolatieproducten worden gecommercialiseerd onder bekende merk- en productnamen: Eurowall®, Powerroof®, Powerdeck®, Powerwall®, Xentro®, Recticel Insulation®...

Onze divisie Automobiel, die de activiteiten zetelkussens (via een joint venture) en interieuronderdelen omvat, legt zich toe op innovatie, technologische vooruitgang en een superieure productkwaliteit en klantenservice.

Ons hoofdkantoor is gevestigd in Brussel (België) en wij stellen op gecombineerde basis (inclusief ons pro rata aandeel in joint ventures) circa 7.925 medewerkers tewerk in 98 locaties, verspreid over 28 landen. In 2016 realiseerden wij een gecombineerde omzet van EUR 1,35 miljard (geconsolideerde omzet volgens IFRS 11: EUR 1,05 miljard).

Recticel (EuronextTM: REC.BE – Reuters: RECTt.BR – Bloomberg: REC.BB) wordt genoteerd op de beurs EuronextTM in Brussel.

Onze hoogtepunten in 2016 en begin 2017

Januari 2016

Organisatie – Sustainable Innovation Department

Wij maken er continu werk van om betere capaciteiten te ontwikkelen waardoor wij duurzame innovaties tot stand kunnen brengen die waarde creëren voor onze klanten, voor de maatschappij als geheel, voor onze aandeelhouders en voor alle andere betrokken partijen. Daarom hebben wij besloten om het International Development Center (IDC) en de Duurzaamheid-functies samen te voegen in een nieuwe afdeling, het Sustainable Innovation Department (SID). De nieuwe afdeling is gevestigd in Wetteren (België) en zal worden geleid door Jean-Pierre De Kesel, Chief Sustainable Innovation Officer en lid van het Managementcomité.

Januari 2016

Slaapcomfort – Beurs imm Cologne

Recticel Slaapcomfort (Schlaraffia®, Superba®, Swissflex®, Ubica®) zet zijn marketing- en productinnovaties in de kijker op imm Cologne, de meest toonaangevende meubelbeurs van Europa, die wordt bezocht door 80.000 bezoekers uit 128 landen. Recticel is het enige bedrijf actief in slaapcomfort dat end-2-endconcepten presenteert: van het verhaal van de consument, via de opstelling in de toonzaal tot het eindproduct.

Slaapcomfort – Ubica®

Voor de eerste maal in zijn lange geschiedenis neemt ons Nederlandse merk Ubica® deel aan de imm - de internationale meubelvakbeurs in Keulen (Duitsland). Het treedt daarmee in de voetsporen van onze andere merken voor slaapcomfort - Schlaraffia®, Superba®, Swissflex® en Grand Luxe® - die traditioneel aanwezig zijn op deze belangrijke vakbeurs. Op imm presenteerde Ubica® zijn nieuwe collectie Geltex® inside-matrassen (de Excellenceserie), naast andere innovatieve producten. Ubica® presenteerde ook twee nieuwe lattenbodems - Motion en Balancer – met bijpassend bekleed bedframe.

Februari 2016

Soepelschuim - Frankrijk

Recticel SAS kondigt aan dat het zijn fabriek van Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) zal sluiten. Na onderhandelingen met de ondernemingsraad om de meest geschikte sociale steunmaatregelen te bepalen, ging de fabriek uiteindelijk dicht in juni 2016, en werden zijn activiteiten overgebracht naar de fabrieken van Louviers (Frankrijk) en Langeac (Frankrijk).

Corporate – Financiering

Recticel heeft zijn bestaande multivaluta kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen voor nogmaals 5 jaar verlengd. Door de verlenging van de kredietfaciliteit, gesloten met zes Europese banken, kan Recticel liquiditeit zekerstellen en zijn schuldaflossingsprofiel verbeteren. De opbrengst is gebruikt om de uitstaande bedragen in het kader van de club deal overeenkomst van EUR 175 miljoen van 2011, die in december 2016 verviel, vervroegd terug te betalen.

Februari 2016

Slaapcomfort – Duitsland

Swissflex® mag de internationaal vermaarde German Design Award in ontvangst nemen voor de revolutionaire bridge®-technologie die wordt gebruikt in de uni 22 bridge® bedbodems.

Februari 2016

Soepelschuim – Thermoflex

Ons PU-schuim Thermoflex, dat na 3D-thermocompressie lichtgewicht en zelfondersteunende onderdelen met superieure geluiddempingseigenschappen oplevert, is bijzonder geschikt voor gebruik in motorcompartimenten. Dit product wordt nu door de meeste OEM's gebruikt omdat het een uitstekende gewichtsvermindering biedt in vergelijking met conventionele oplossingen. Om te kunnen beantwoorden aan de toenemende vraag bij eerstelijnsleveranciers is met succes een nieuwe schuim- en conversielijn voor Thermoflex opgestart in onze fabriek van Ciudad Rodrigo (Spanje). Daarnaast is een nieuwe lijn voor thermocompressie aangelegd in onze fabriek van Louviers (Frankrijk). Deze investeringen illustreren onze ambitie om duurzame oplossingen aan te reiken, en onze toonaangevende expertise in schuimthermocompressie.

Februari 2016

Soepelschuim – SituSense®

Op basis van specifiek onderzoek introduceert onze divisie Soepelschuim SituSense®, een nieuw, uniek assortiment van zachte interieuroplossingen voor het moderne autointerieur. SituSense® is een reeks innovatieve, hoogperformante polyether-polyurethaanschuimen voornamelijk bedoeld voor rechtstreekse vormschuimtoepassingen. SituSense® oplossingen voldoen ruimschoots aan de strenge internationale normen voor beslaan, brandbaarheid, verouderingsbestendigheid en uitstoot, wat het leven van ontwerpers en fabrikanten eenvoudiger maakt. SituSense® staat garant voor een zorgeloze verwerking tegen een rendabele prijs. SituSense® biedt comfortabele en zachte oplossingen voor zetelkussenovertrekken en accessoires, dakhemels en deurpanelen van passagiersvoertuigen.

Wij zijn goed gepositioneerd om verdere winstgevende { groei te boeken. { 1

Onze hoogtepunten in 2016 en begin 2017

Maart 2016

Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk

Aston Martin, de befaamde Britse constructeur van luxueuze sportwagens en GT's, heeft Recticel Corby geselecteerd om zetelkussens en interieuronderdelen te leveren voor zijn nieuwe DB11-model. Deze GT werd voor het eerst onthuld op het autosalon van Genève in maart 2016 en ging in productie in het vierde kwartaal van 2016. Het contract voor de DB11 vormt een belangrijke erkenning van Recticels capaciteiten en technische expertise om te beantwoorden aan de veeleisende voorwaarden van Aston Martin.

Juni 2016

Soepelschuim – India

De industriesector is 's werelds grootste energieverbruiker en drijft dan ook de vraag naar generatoren aan, omdat stroomonderbrekingen een zware impact kunnen hebben op de productiviteit en winst. Daarnaast leidt het toenemende besef van de impact van lawaai op de menselijke gezondheid tot striktere geluidswetgeving. In het kader van onze strategische focus is een nieuwe impregneringslijn in gebruik genomen in onze fabriek van Tajola (India). Met deze investering versterken wij onze portefeuille van akoestische oplossingen met toegevoegde waarde voor de markt van de industriële apparatuur.

Juli 2016

Onderzoek en ontwikkeling – Nieuwe op CO2 gebaseerde polyolen

Recticel en Covestro hebben hun krachten gebundeld om nieuwe, op CO2 gebaseerde polyolen te ontwikkelen. Recticel kondigde aan dat het de innovatieve CO2 -gebaseerde cardyon® polyolen die zijn ontwikkeld door Covestro - voorheen Bayer MaterialScience - zal gebruiken voor de productie van zacht schuim, en meer bepaald voor meubels en matrassen.

Deze cardyon® polyolen vormen een nieuw basismateriaal voor Recticel. Cardyon® bevat ongeveer 20% CO2 naar gewicht en vervangt een deel van de aardolie waar oudere polyolen doorgaans op gebaseerd zijn. Het zal dan ook besparen op schaarse grondstoffen en zal bijdragen tot het tegengaan van de klimaatopwarming door de koolstofvoetafdruk van het product aanzienlijk te verlagen.

Growing together towards a PURe future

September 2016

Corporate – Duurzaamheidsverslag

Met de publicatie van ons eerste duurzaamheidsverslag, opgesteld conform de Global Initiative Report (GRI) Guidelines G4 - Core level, werd een nieuwe mijlpaal in onze geschiedenis bereikt. Het nieuwe verslag belicht niet alleen onze duurzaamheidsstrategie het resultaat van een strategisch proces waar interne en externe stakeholders bij betrokken werden om onze belangrijkste duurzaamheidsaspecten uit te stippelen -, maar legt ook objectieve KPI's en duidelijke doelstellingen voor 2020 vast.

Duurzaamheid is nu strategisch in onze organisatie ingebed als een sleutelfactor voor innovatie. Door onze R&D-inspanningen te focussen op de klimaatverandering, het behoud van de natuurlijke rijkdommen en de ondersteuning van de verouderende bevolking willen wij oplossingen met toegevoegde waarde aanreiken voor onze klanten en de maatschappij.

September 2016

Isolatie – België

Recticel Insulation neemt de nieuwe geïntegreerde productiehal en een ultramodern magazijn voor afgewerkte producten in gebruik in zijn fabriek van Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk). Deze belangrijke investering (meer dan EUR 10 miljoen) zal een solide basis vormen om te kunnen voldoen aan de sterk groeiende vraag naar hoogperformante/ hoogwaardige isolatieproducten op het Europese vasteland. Ook zullen de logistieke capaciteiten worden verbeterd, met het oog op de verdere ontwikkeling van een geïntegreerde bevoorradingsketen met onze klanten.

Oktober 2016

Soepelschuim - Organisatie

De heer François Desné (°1971, fransman) is aangesteld als de nieuwe Group General Manager Flexible Foams ter vervanging van de heer Marc Clockaerts, die na een carrière van 42 jaar bij Recticel met pensioen gaat. De heer François Desné wordt lid van het Managementcomité van de Groep.

Isolatie – Innortex (Frankrijk)

In overeenstemming met onze groeistrategie neemt Recticel Insulation de activiteiten van het kleine Franse bedrijf Innortex over. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de productie van vezelgebonden schuimoplossingen door gebruik te maken van snijresten van zachtschuim en in een latere fase materialen aan het einde van hun levensduur (zacht schuim en/of textiel). Daardoor breidt de divisie Isolatie niet alleen zijn huidige productaanbod uit, maar zal hij ook oplossingen kunnen aanbieden die thermische en akoestische isolatie combineren. Deze vezelgebonden schuimoplossingen zijn zeer duurzaam en sluiten perfect aan op de vereisten van de kringloopeconomie.

RECTICEL JAARVERSLAG 2016 9

Onze hoogtepunten in 2016 en begin 2017

Oktober 2016

Automotive - Interiors

In de loop van 2016 werden verschillende nieuwe meerjarencontracten toegekend aan onze divisie Automotive Interiors. Deze nieuwe contracten, zowel in Europa als China, hebben betrekking op kwalitatief hoogwaardige onderdelen die in verschillende auto modellen van Audi, BMW, Volkswagen en Volvo gebruikt worden. De nieuwe programma's worden geleidelijk opgestart in de komende twee jaar. Zij vertegenwoordigen de geschatte cumulatieve levensduurverkoop van circa EUR 90 miljoen. De onderdelen worden op basis van onze gepatenteerde Colo-Sense® Lite Spray-technologie geproduceerd vanuit onze fabrieken in Tsjechië (Most, Mlada Boleslav), Duitsland (Wackersdorf ) en China (Changchun, Ningbo en Shenyang).

In 2016 starten we met de productie van interieurkleding voor respectievelijk Mercedes E-Class en Volkswagen Magotan in Langfang en Changchun (beide in China).

December 2016

Soepelschuim – Eerste levering van de nieuwe CO2 -gebaseerde polyolen

Onze Zweedse fabriek voor soepelschuim in Gislaved ontvangt als eerste ter wereld de nieuwe cardyon® polyolen, een vernieuwend basismateriaal dat werd ontwikkeld door Covestro AG. Cardyon® bevat ongeveer 20% CO2 naar gewicht en vervangt een deel van de aardolie waar oudere polyolen doorgaans op gebaseerd zijn. Dit nieuwe duurzame product werd in onze fabriek van Gislaved (Zweden) in ontvangst genomen voor de productie van matrassen en dekmatrassen.

December 2016

Isolatie – Vacuum Insulation Panels (VIP)

Onze divisie Isolatie kondigt een productiejoint venture aan met het private Sloveense bedrijf TURNA d.o.o., waarbij zij een 50% belang neemt in de dochteronderneming TURVAC van het bedrijf.

TURVAC d.o.o. is gevestigd in Šoštanj (Slovenië) en is gespecialiseerd in de productie van Vacuum Insulation Panels ("VIP"). Recticel Insulation zal VIP's commercialiseren voor bepaalde nichetoepassingen op de bouwmarkt, terwijl TURNA zich zal concentreren op de verkoop van deze producten op de markten van de huishoudtoestellen.

Vacuum Insulation Panels bestaan uit een sterk afdichtend membraan in de vorm van een foliezak, die eerst wordt gevuld met pyrogeen silica of glasvezel, en daarna vacuümgezogen en afgedicht. Het eindproduct heeft een warmtegeleiding dat driemaal beter is dan de huidige PIR-isolatiepanelen. Het maakt dan ook optimale isolatie-oplossingen mogelijk in combinatie met PIR-isolatiepanelen voor veeleisende bouwtoepassingen. Met deze nieuwe technologie kan Recticel Insulation zijn productportefeuille uitbreiden en zijn leiderspositie in hoogperformante isolatieoplossingen voor de Europese bouwsector versterken.

Januari 2017

Slaapcomfort - Organisatie

CEO Olivier Chapelle (°1964, België) neemt ad interim de verantwoordelijkheden over van de Group General Manager Bedding ter vervanging van Philipp Burgtorf, die het bedrijf verliet.

Automobiel Interiors – Tsjechië

Er heeft een zware brand gewoed in een van de productiehallen van de Automobiel-Interiors-fabriek in Most (Tsjechië). Hierdoor was Recticel genoodzaakt om tegenover de klanten van onze Most-fabriek overmacht in te roepen.

Februari 2017

Isolatie op Batibouw® – België

Op Batibouw®, de grootste bouw- en renovatiebeurs van België, heeft Recticel Insulation twee nieuwe producten gepresenteerd.

Met behulp van de Xentro®-technologie introduceert onze business line Isolatie dunnere isolatiepanelen met verder verbeterde isolatieprestaties. Deze Xentro® isolatiepanelen kunnen bogen op 13% betere isolatieprestaties dan de huidige PUR/ PIR-panelen, goed voor een ongeëvenaarde λ (lambda) isolatiewaarde van 0,019 W/mK.

Daarnaast introduceerde onze business line Isolatie ook Simfofit®-panelen voor geluidsisolatie voor intern gebruik. Simfofit® is een akoestisch materiaal gemaakt van gerecycleerde polyurethaanvlokken. Naast het akoestisch effect biedt het ook een zekere thermische isolatie voor gebouwen.

Maart 2017

Isolatie – Verenigd Koninkrijk

Recticel maakt bekend dat zijn divisie Isolatie van plan is te investeren in extra productiecapaciteit in het Verenigd Koninkrijk, om te kunnen beantwoorden aan de toekomstige vraag van de klanten. De investering zal naar verwachting minstens EUR 20 miljoen bedragen. De start van de productie is gepland voor het derde kwartaal van 2018.

1

Mr. Johnny Thijs Voorzitter van de Raad van Bestuur

Mr. Olivier Chapelle Chief Executive Officer

Brief van de Voorzitter van de Raad en de Bestuur en de Chief Executive Officer

Brussel, 29 april 2016

Beste medewerker, Geachte klant, Beste aandeelhouder, Geachte lezer,

2016 was een succesvol en bevestigingsjaar voor Recticel.

In een verbeterde doch nog steeds vluchtige Europese bedrijfsomgeving is de omzet met 1,5% gestegen, dit dankzij volumegroei en een positieve mix; ondanks significante negatieve wisselkoerseffecten (-2,2% vooral gekoppeld aan de Brexit).

In 2016 werd de vereenvoudiging en rationalisering van de Groep voortgezet met de sluiting van 2 fabrieken en organisatieverbeteringen gericht op het optimaliseren van de bedrijfskosten.

De omzetgroei en de verbeterde kostenefficiëntie deden de REBITDA toenemen met 19,3% en de REBIT met 29,6%, dat resulteerde in een nettowinst van 16,3 miljoen EUR.

Met betrekking tot de financiering van de Groep is de kredietfaciliteit van 175 miljoen EUR verlengd tot februari 2021.

Na de succesvolle kapitaalverhoging van mei 2015 heeft de Groep in 2016 de 'bladzijde definitief omgedraaid' en werden er verschillende strategische stappen gezet om de voorwaarden te scheppen voor toekomstige groei.

Na in 2015 met + 5,0% te zijn gegroeid, is de omzet in de loop van het volledige jaar 2016 gestaag toegenomen met 1,5%, dit ondersteund door een gunstige economische omgeving, succesvolle introducties van nieuwe producten; doch ondanks negatieve effecten van -2,2%. De automobielmarkt van de EU 28 is in 2016 met + 6,8% gegroeid. De Europese bouwmarkten hebben goed presteerd, met uitzondering van Frankrijk. Slaapcomfort en algemene meubelmarkten waren licht positief, ondersteund door een verbeterend consumentenvertrouwen, terwijl de industriële productie-output ook versnelde. Daarnaast hebben China, India, Turkije en de VS, de niet-Europese landen waar Recticel aanwezig is, ook goed presteerd. Als gevolg hiervan zijn alle divisies - met uitzondering van Slaapcomfort – erop vooruitgegaan; Automobiel met een groei van 3,1%, Isolatie met 2,1% en Soepelschuim met 0,8%. Slaapcomfort daalde licht met -0,5% als gevolg van logistieke problemen in het laatste kwartaal. Geltex® inside in Slaapcomfort - dat nu een omzet vertegenwoordigt van 55 miljoen EUR - , Colo-Sense Lite® in Automotive Interiors, de nieuwe SituSense® oplossingen in Soepelschuim en nieuwe oplossingen en kanalen binnen Isolatie, waren essentieel voor ons marktsucces in 2016, en bevestigt de bijdrage van innovatie bij Recticel.

De rationaliseringsinspanningen in 2016, om de industriële voetafdruk voortdurend aan de behoeften van de markt aan te passen, hebben geleid in juni 2016 tot de sluiting van de Soepelschuim-fabriek in Noyen (Frankrijk) en van de Automotive-faciliteit in Beijing (China) in september 2016. Bovendien heeft de Groep belangrijke acties ondernomen om zijn operationeel model aan te passen met het oog op de verlaging van de algemene verkoopsen werkingskosten te verlagen en de efficiëntie ervan te verbeteren.

Onze investeringen in 2016 waren geconcentreerd op groei: capaciteitsverhoging en magazijnuitbreiding in onze Isolatiefabriek in Wevelgem, capaciteitsverhoging in onze Soepelschmuimfabriek in Roemenië (joint venture Eurofoam), de start van de fabrieken in Changchun en Langfang, beiden in China, voor de auto-industrie, en de impregnatiecapaciteitverhoging in onze Soepelschuimfabriek in India zijn hiervan goede illustraties.

Bovendien zijn voor de eerste keer in 6 jaar twee externe groeibewegingen geweest. De eerste bestaat uit de overname van de activiteiten van Innortex in Frankrijk. Het levert enerzijds, de fiber bonded foam technologie, en anderzijds, brengt het onmiddellijke capaciteit bij de Isolatie business, voor de productie en verkoop van een gerecycleerd product, dat een combinatie van akoestische en thermische isolatie-eigenschappen aanbiedt. Het tweede heeft geleid tot de oprichting van de joint venture Turvac in Slovenië, waardoor Recticel de VIP-technologie (vacuüm isolatie paneel) biedt, met ultrahoge isolatieeigenschappen voor specifieke nichemarkten.

Om te concluderen op de investeringen heeft Recticel verder een aanzienlijke capaciteitsverhoging in het Verenigd Koninkrijk aangekondigd voor de productie van isolatieplaten, dit om de verdere groei van haar klanten te ondersteunen.

In 2016 werden de R&D-activiteiten en het Duurzame Ontwikkelingsteam samengevoegd in een nieuwe afdeling Duurzame Innovatie. Het heeft zijn middelen toegespitst op 5 belangrijke innovatieprogramma's, allemaal gericht op een betere value proposition voor onze klanten, terwijl de bijdrage van Recticel tot de duurzame ontwikkeling van de samenleving wordt verhoogd. Als gevolg hiervan werd in februari 2017 een eerste belangrijke nieuwe product geïntroduceerd op de Batibouw-beurs in Brussel: de Xentro®-isolatietechnologie maakt het mogelijk dat onze isolatieplaten een nieuw benchmark prestatieniveau van lambda 19 bereiken - een verbetering met 13% ten opzichte van de huidige technologie -. In september 2016 werd het eerste Duurzame Ontwikkelingsverslag uitgegeven. Het omvat de belofte van de Groep inzake 6 belangrijke meetbare doelstellingen tegen 2020, waarvoor de Groep in februari 2018 een eerste voortgangsverslag zal opstellen.

Nu het eerste kwartaal van 2017 achter ons ligt, zien we een bedrijfsomgeving die volatieler wordt omwille van vele geopolitieke ontwikkelingen in de wereld, doorlopende wisselkoersschommelingen, en fors stijgende grondstofprijzen. Ondanks deze onzekerheden blijven de eindgebruiksmarkten in Europa en in de overige regio's in de wereld waar Recticel aanwezig is ondersteunend. In die context blijft Recticel vol vertrouwen om zijn volumes te vergroten, om marktkansen te benutten dankzij een versterkte concurrentiepositie en de onlangs gelanceerde groei-initiatieven.

We willen onze medewerkers bedanken voor hun bijdragen in 2016, onze klanten voor hun business en vertrouwen, en onze aandeelhouders voor hun loyaliteit en voortdurende ondersteuning.

Mr. Johnny Thijs Voorzitter van de Raad van Bestuur Mr. Olivier Chapelle Chief Executive Officer 1

Verslag van onze Raad van Bestuur

Jaarresultaten 2016

RECTICEL BEHAALT VERDERE STRUCTURELE WINSTGROEI

  • Gecombineerdea omzetgroei van +1,5%, inclusief ongunstige wisselkoerseffecten (-2,2%)
  • Gecombineerde REBITDA met +19,3% toegenomen
  • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): EUR 16,3 miljoen
  • Gecombineerde netto financiële schuld: EUR 126,0 miljoen (31 dec. 2015: EUR 123,0 miljoen)
  • Voorstel tot betaling van een brutodividend van EUR 0,18 per aandeel

Olivier Chapelle (CEO): "We zijn tevreden over 2016; opnieuw een jaar van omzet- en winstgroei en een belangrijke mijlpaal in ons streven om van Recticel een betrouwbare, waardecreërende onderneming te maken.

Dankzij een stevige volumegroei is de gecombineerde omzet met +1,5% toegenomen, ondanks ongunstige wisselkoerseffecten ten belope van -2,2%. Onze gecombineerde REBITDA steeg met +19,3%, mede dankzij volumegroei, efficiëntieverbeteringen en verbeteringen in de productmix die onze doelstellingen voor 2016 hebben overtroffen, en die de volatiele en ongunstige ontwikkelingen in de wisselkoersen en de grondstoffenprijzen ruimschoots hebben gecompenseerd. Onze totale gecombineerde netto financiële schuld (inclusief de niet in de balans opgenomen financieringen) heeft een historisch laag niveau van EUR 178,2 miljoen bereikt.

Op de toeleveringsmarkt voor isocyanaten ontstond er tijdens de laatste 9 maanden van 2016 een tekort, waardoor de grondstoffenprijzen aanzienlijk stegen. In oktober verergerde de situatie bovendien door een overmachtsituatie bij een van onze belangrijkste leveranciers, en door productieproblemen in de fabrieken van diverse leveranciers. Deze overmachtsituatie is inmiddels opgeheven.

We hebben onze Isolatie-activiteiten uitgebreid met de overname van de activiteiten van Innortex in Frankrijk (akoestische oplossingen) en de oprichting van de joint venture Turvac in Slovenië (Vacuum Insulation Panels).

In de toekomst zullen wij ons blijven toeleggen op de verbetering van onze prestaties, door de grondslag te leggen voor een sterkere omzetgroei, een verdere stroomlijning en versterking van ons productassortiment, de verbetering van de productiviteit en de kostenstructuren en de versterking van onze organisatie en cultuur."

VOORUITZICHTEN

Voor het volledige jaar 2017 verwacht de Groep een voortgezette groei van zijn gecombineerde omzet, en een toename van zijn gecombineerde REBITDA dankzij een combinatie van volumegroei, een verbeterde mix en efficiëntiewinsten.

Alle vergelijkingen zijn met de vergelijkbare periode van 2015, tenzij anders vermeld.

a Definities van andere gebruikte termen vindt u in de woordenlijst aan het einde van dit persbericht.

1. Kerncijfers

1.1. GECONSOLIDEERDE GEGEVENS

  • Omzet: van EUR 1.033,8 miljoen tot EUR 1.048,3 miljoen (+1,4%), inclusief -2,3% wisselkoerseffecten
  • EBITDA: van EUR 52,9 miljoen tot EUR 72,7 miljoen (+37,5%)
  • EBIT: van EUR 23,2 miljoen tot EUR 39,2 miljoen (+68,8%)
  • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): van EUR 4,5 miljoen tot EUR 16,3 miljoen
  • Netto financiële schuld1 : EUR 108,4 miljoen (31 december 2015: EUR 98,5 miljoen; 30 september 2016: EUR 108,5 miljoen)
in miljoen EUR
2015
(a)
2016
(b)
Δ 2016/2015
(b)/(a)-1
Omzet 1 033,8 1 048,3 1,4%
Brutowinst 194,4 201,1 3,4%
als % van de omzet 18,8% 19,2%
EBITDA 52,9 72,7 37,5%
als % van de omzet 5,1% 6,9%
EBIT 23,2 39,2 68,8%
als % van de omzet 2,2% 3,7%
Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) 4,5 16,3 259,5%
Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) - basis (per
aandeel, in EUR)
0,10 0,31 199,0%
Bruto dividend per aandeel (in EUR) 0,14 0,18 28,6%
Totaal eigen vermogen 249,0 251,2 0,9%
Netto financiële schuld 1 98,5 108,4 10,0%
Schuldgraadratio 39,6% 43,1%

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal: EUR 51,7 miljoen per 31 december 2016 (EUR 53,7 miljoen per 31 december 2015, en EUR 54,7 miljoen per 30 september 2016).

Verslag van onze Raad van Bestuur

1.2. GECOMBINEERDE GEGEVENS

  • Omzet: van EUR 1.328,4 miljoen tot EUR 1.347,9 miljoen (+1,5%) inclusief -2,2% wisselkoerseffecten
  • REBITDA: van EUR 81,9 miljoen tot EUR 97,7 miljoen (+19,3%)
  • EBITDA: van EUR 67,8 miljoen tot EUR 85,4 miljoen (+26,0%)
  • REBIT: van EUR 44,9 miljoen tot EUR 58,2 miljoen (+29,6%)
  • EBIT: van EUR 29,8 miljoen tot EUR 44,3 miljoen (+48,6%)
  • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): van EUR 4,5 miljoen tot EUR 16,3 miljoen
  • Netto financiële schuld1 : EUR 126,0 miljoen (31 december 2015: EUR 123,0 miljoen; 30 september 2016: EUR 131,9 miljoen)
in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 667,5 661,0 1 328,4 686,0 661,9 1 347,9 2,8% 0,1% 1,5%
Brutowinst 119,8 113,1 232,9 133,4 112,1 245,5 11,4% -0,9% 5,4%
als % van de omzet 17,9% 17,1% 17,5% 19,4% 16,9% 18,2%
REBITDA 42,9 39,0 81,9 54,8 42,9 97,7 27,9% 9,8% 19,3%
als % van de omzet 6,4% 5,9% 6,2% 8,0% 6,5% 7,2%
EBITDA 38,8 29,0 67,8 47,9 37,6 85,4 23,3% 29,6% 26,0%
als % van de omzet 5,8% 4,4% 5,1% 7,0% 5,7% 6,3%
REBIT 24,8 20,1 44,9 35,6 22,6 58,2 43,5% 12,4% 29,6%
als % van de omzet 3,7% 3,0% 3,4% 5,2% 3,4% 4,3%
EBIT 20,0 9,8 29,8 27,6 16,6 44,3 38,5% 69,2% 48,6%
als % van de omzet 3,0% 1,5% 2,2% 4,0% 2,5% 3,3%
30 JUN 15 31 DEC 15 30 JUN 16 31 DEC 16
Totaal eigen vermogen 249,5 249,0 249,0 245,6 251,2 251,2 -1,6% 0,9% 0,9%
Netto financiële schuld 1 137,5 123,0 123,0 132,9 126,0 126,0 -3,3% 2,4% 2,4%
Schuldgraadratio 55,1% 49,4% 49,4% 54,1% 50,1% 50,1%

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal: EUR 52,2 miljoen per 31 december 2016 (EUR 60,4 miljoen per 31 december 2015, en EUR 60,4 miljoen per 30 september 2016).

2. Toelichting bij de resultaten van de Groep

Gedetailleerde toelichtingen bij de omzet en de resultaten van de verschillende segmenten worden verstrekt in hoofdstuk 6 op basis van de gecombineerde cijfers (joint ventures geïntegreerd volgens de proportionele consolidatiemethode).

Gecombineerde omzet: van EUR 1.328,4 miljoen tot EUR 1.347,9 miljoen (+1,5%), inclusief ongunstige wisselkoerseffecten van -2,2%; voornamelijk te wijten aan de waardedaling van het pond sterling en de Poolse zloty.

Op jaarbasis hebben alle segmenten een hogere omzet gerapporteerd, behalve Slaapcomfort waar de omzet licht daalde (-0,5%). De globale vooruitgang kan voornamelijk worden verklaard door (i) succesvolle groei-initiatieven in Isolatie en Soepelschuim, en (ii) de opstart van de geplande nieuwe programma's bij Automobiel Interiors, evenals sterke volumes in de automobielmarkt.

in miljoen EUR
1K2016 2K2016 3K2016 4K2016
Soepelschuim 156,1 154,2 141,3 155,7
Slaapcomfort 79,0 69,1 70,1 74,7
Isolatie 55,5 62,7 59,0 57,0
Automobiel 73,9 73,0 64,2 77,8
Eliminaties (18,9) (18,4) (16,7) (21,4)
TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 345,5 340,5 318,1 343,8
Aanpassing voor joint ventures door
toepassing van IFRS 11
(75,9) (75,6) (68,0) (80,0)
TOTAAL GECONSOLIDEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 269,6 264,9 250,1 263,8

Opsplitsing van de gecombineerde omzet volgens segment

in miljoen EUR
2H2015 2H2016 Δ 2H FY2015 FY2016 Δ FY
296,4 297,0 0,2% Soepelschuim 602,3 607,2 0,8%
151,1 144,9 -4,1% Slaapcomfort 294,5 292,9 -0,5%
116,1 116,0 -0,1% Isolatie 229,4 234,1 2,1%
137,4 142,0 3,3% Automobiel 280,3 288,9 3,1%
(40,1) (38,0) -5,2% Eliminaties (78,1) (75,4) -3,5%
661,0 661,9 0,1% TOTAAL GECOMBINEERDE
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
1 328,4 1 347,9 1,5%
3K2015 3K2016 Δ 3K 4K2015 4K2016 Δ 4K
145,0 141,3 -2,5% Soepelschuim 151,5 155,7 2,8%
73,1 70,1 -4,1% Slaapcomfort 77,9 74,7 -4,1%
60,3 59,0 -2,1% Isolatie 55,8 57,0 2,0%
65,1 64,2 -1,3% Automotive 72,4 77,8 7,5%
(20,1) (16,7) -17,1% Eliminaties (20,0) (21,4) 6,9%
323,4 318,1 -1,6% TOTAAL GECOMBINEERDE
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
337,6 343,8 1,8%

Na twee kwartalen van positieve omzetgroei (1K2016: +0,6% en 2K2016: +5,1%) en een zwakkere omzet in 3K2016 (-1,6%), is de gecombineerde omzet in 4K2016 toegenomen van EUR 337,6 miljoen tot EUR 343,8 miljoen (+1,8%). Deze positieve ontwikkeling werd gerealiseerd ondanks een negatief wisselkoerseffect van -2,9% in het vierde kwartaal, dat voornamelijk was toe te schrijven aan het pond sterling en de Poolse zloty. Sterke volumes in een gunstig marktklimaat hebben de negatieve wisselkoerseffecten en enige prijserosie ruimschoots gecompenseerd.

Zoals verwacht realiseerde het segment Automobiel in 4K2016 de grootste omzetgroei (+7,5%), dankzij de opstart van nieuwe programma's in Interiors in een bijzonder sterke automobielmarkt.

Het segment Soepelschuim registreerde in 4K2016 een groei van +2,8%, hoger dan zijn groeivoet van +0,8% op jaarbasis. Die trend kon voornamelijk worden toegeschreven aan 'Technische schuimen' en aan de groei in Midden-Europa.

Het segment Isolatie groeide tijdens 4K2016 met +2,0% dankzij een sterke volumetoename, weliswaar gedeeltelijk gecompenseerd door prijserosie op zijn meest competitieve nationale markten.

Het segment Slaapcomfort vertoonde in 4K2016 een daling van -4,1%, ten gevolge van problemen met de bevoorradingsketen die tijdens het kwartaal een invloed hadden op zijn marktpositie.

Gecombineerde REBITDA: van EUR 81,9 miljoen tot EUR 97,7 miljoen (+19,3%)

De REBITDA-marge steeg van 6,2% tot 7,2%.

De recurrente winstgevendheid nam jaar-op-jaar in 2H2016 sterk toe, met +9,8% tegenover een erg sterk 2H2015, dankzij een combinatie van (i) hogere volumes, (ii) een positieve productmix en (iii) operationele efficiëntie.

Tegenover 1H2016 lag de winstgevendheid in 2H2016 lager, als gevolg van (i) veel hogere grondstoffenprijzen – meer bepaald TDI en MDI –, (ii) ongunstige wisselkoerseffecten die in 2H2016 wogen op de winstgevendheid – vooral in Isolatie –, en (iii) omdat het aantal werkdagen in de industrie in de tweede helft van het kalenderjaar systematisch lager ligt.

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 20,4 17,6 38,0 28,2 18,1 46,3 37,8% 3,1% 21,7%
Slaapcomfort 6,0 8,1 14,1 7,9 7,8 15,7 31,6% -3,4% 11,5%
Isolatie 16,1 16,2 32,3 17,8 15,3 33,1 10,6% -5,9% 2,3%
Automobiel 9,5 5,9 15,4 10,5 9,4 19,9 10,7% 58,7% 29,1%
Corporate (9,2) (8,8) (18,0) (9,6) (7,8) (17,3) 4,1% -12,0% -3,7%
TOTAAL GECOMBINEERDE
REBITDA
42,9 39,0 81,9 54,8 42,9 97,7 27,9% 9,8% 19,3%

Opsplitsing van de gecombineerde REBITDA volgens segment

  • Soepelschuim bleef zijn industriële prestaties tijdens de hele periode versterken om zijn volumes te verhogen en zijn product-/marktmix te verbeteren.
  • De winstgevendheid van Isolatie is gestegen dankzij hogere volumes en een uitstekende efficiëntie, die ruimschoots compensatie boden voor het negatieve effect van prijserosie in bepaalde markten en het in waarde gedaalde pond sterling.
  • De hogere winstgevendheid in Automobiel kan worden toegeschreven aan de verbetering in Seating, dankzij het positieve effect van de sluiting van de fabriek in Rüsselsheim (Duitsland) in 2015 naast globale efficiëntiewinsten, en dankzij de bijdrage van de nieuwe programma's in Automobiel Interiors.
  • Slaapcomfort profiteerde van een betere product- en klantenmix en van de sterke toename in de verkoop van boxspringbedden; maar leed het wel onder de ontoereikende globale prestatie van het laatste kwartaal.

Gecombineerde REBIT: van EUR 44,9 miljoen tot EUR 58,2 miljoen (+29,6%)

De REBIT-marge steeg van 3,4% tot 4,3%.

Opsplitsing van de gecombineerde REBIT volgens segment

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 14,6 11,5 26,1 22,0 11,8 33,8 50,6% 2,3% 29,3%
Slaapcomfort 2,8 4,9 7,7 5,1 5,3 10,4 81,7% 8,3% 35,0%
Isolatie 13,3 13,1 26,4 14,7 12,0 26,8 10,8% -7,8% 1,6%
Automobiel 3,8 (0,1) 3,6 3,9 1,8 5,7 2,9% n.v.t. 55,3%
Corporate (9,7) (9,3) (18,9) (10,1) (8,3) (18,4) 4,6% -10,1% -2,6%
TOTAAL GECOMBINEERDE
REBIT
24,8 20,1 44,9 35,6 22,6 58,2 43,5% 12,4% 29,6%

Verslag van onze Raad van Bestuur

Niet-recurrente elementen: (op gecombineerde basis, inclusief het evenredige aandeel in joint ventures)

EBIT omvat niet-recurrente elementen voor een totaal nettobedrag van EUR -13,9 miljoen (in vergelijking met EUR -15,1 miljoen in 2015).

in miljoen EUR
2015 1H2016 2H2016 2016
Reorganisatielasten en -voorzieningen (12,7) (4,7) (3,1) (7,8)
Meerwaarde op verkoop participatie 1,6 0,0 0,0 0,0
Overige (3,0) (2,3) (2,1) (4,4)
TOTALE IMPACT OP EBITDA (14,1) (7,0) (5,2) (12,2)
Bijzondere waardeverminderingen (1,0) (1,0) (0,7) (1,7)
TOTALE IMPACT OP EBIT (15,1) (7,9) (6,0) (13,9)

Er werden bijkomende herstructureringsmaatregelen doorgevoerd in het kader van de uitvoering van het strategische rationalisatieplan van de Groep, onder andere (i) de sluiting van de soepelschuimfabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk), (ii) bijkomende rationalisatiemaatregelen in Slaapcomfort, (iii) bijkomende kosten in verband met vestigingen die in 2015 werden gesloten en (iv) aangegane kosten en voorzieningen voor juridische uitgaven.

De bijzondere waardeverminderingen bedroegen EUR -1,7 miljoen (2015: EUR -1,0 miljoen) en houden verband met (i) ongebruikte apparatuur in Soepelschuim in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (cf. de sluiting van de fabriek in Noyen-sur-Sarthe) en (ii) ongebruikte materiële en immateriële activa in Slaapcomfort.

Gecombineerde EBITDA: van EUR 67,8 miljoen tot EUR 85,4 miljoen (+26,0%)

De EBITDA-marge steeg van 5,1% tot 6,3%.

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 19,9 14,2 34,0 23,6 15,9 39,6 19,0% 12,4% 16,3%
Slaapcomfort 5,1 4,4 9,5 6,6 5,5 12,1 29,6% 25,6% 27,7%
Isolatie 17,7 15,7 33,4 17,8 15,1 32,9 0,4% -3,9% -1,6%
Automobiel 5,7 4,3 9,9 9,5 8,8 18,3 68,8% 104,8% 84,4%
Corporate (9,5) (9,6) (19,1) (9,7) (7,8) (17,4) 1,9% -19,0% -8,6%
TOTAAL GECOMBINEERDE
EBITDA
38,8 29,0 67,8 47,9 37,6 85,4 23,4% 29,6% 26,0%
Aanpassing voor joint ventures
door toepassing van IFRS 111
(7,1) (7,9) (14,9) (6,9) (5,9) (12,7) -3,0% -25,2% -14,7%
TOTAAL GECONSOLIDEERDE
EBITDA
31,7 21,1 52,9 41,0 31,7 72,7 29,2% 50,0% 37,5%

Opsplitsing van EBITDA volgens segment

Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat naar afschrijvingen, financiële en fiscale uitgaven geïntegreerd in de geconsolideerde EBITDA.

Gecombineerde EBIT: van EUR 29,8 miljoen tot EUR 44,3 miljoen (+48,6%)

De EBIT-marge steeg van 2,2% tot 3,3%.

Opsplitsing van de EBIT volgens segment

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 13,3 7,8 21,1 17,2 9,3 26,5 29,6% 18,9% 25,6%
Slaapcomfort 1,9 1,2 3,2 3,1 2,6 5,8 63,0% 111,3% 81,9%
Isolatie 14,9 12,6 27,5 14,7 11,9 26,6 -1,3% -5,4% -3,2%
Automobiel (0,1) (1,8) (1,9) 2,9 1,2 4,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Corporate (10,0) (10,1) (20,0) (10,2) (8,3) (18,6) 2,5% -17,0% -7,3%
TOTAAL GECOMBINEERDE
EBIT
20,0 9,8 29,8 27,6 16,6 44,3 38,5% 69,2% 48,6%
Aanpassing voor joint ventures
door toepassing van IFRS 111
(3,0) (3,5) (6,6) (3,0) (2,0) (5,1) 0,0% -42,3% -22,8%
TOTAAL GECONSOLIDEERDE
EBIT
16,9 6,3 23,2 24,6 14,6 39,2 45,3% 132,0% 68,8%

Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na financiële en fiscale uitgaven geïntegreerd in de geconsolideerde EBIT.

Geconsolideerd financieel resultaat:

van EUR -12,5 miljoen tot EUR -11,7 miljoen

De nettorentelasten zijn gedaald, van EUR -9,6 miljoen tot EUR -8,1 miljoen als gevolg van een lagere gemiddelde netto financiële schuld, inclusief het gebruik van niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's, en betere kredietvoorwaarden na de herfinanciering van de kredietfaciliteit in februari 2016.

'Andere netto financiële inkomsten en uitgaven' (EUR -3,6 miljoen, in vergelijking met EUR -3,0 miljoen in 2015) bestonden voornamelijk uit rentekapitalisatiekosten van pensioenvoorzieningen (EUR -1,1 miljoen tegenover EUR -0,8 miljoen in 2015) en wisselkoersverschillen (EUR -2,6 miljoen tegenover EUR -2,0 miljoen in 2015).

Geconsolideerde belastingen op het resultaat en uitgestelde belastingen: van EUR -6,2 miljoen tot EUR -11,2 miljoen:

• Courante belastingen op het resultaat: EUR -3,5 miljoen (2015: EUR -2,4 miljoen);

• Uitgestelde belastingen: EUR -7,6 miljoen (2015: EUR -3,8 miljoen).

Geconsolideerd resultaat over de periode (aandeel van de Groep):

van EUR +4,5 miljoen tot EUR +16,3 miljoen.

3. Financiële situatie

Op 31 december 2016 bedroeg de gecombineerde netto financiële schuld EUR 126,0 miljoen (31 december 2015: EUR 123,0 miljoen; 30 september 2016: EUR 131,9 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's zonder verhaal van EUR 52,2 miljoen (31 december 2015: EUR 60,4 miljoen; 30 september 2016: EUR 60,4 miljoen).

De totale gecombineerde nettoschuld, inclusief niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's zonder verhaal, daalde tot een historisch laag niveau van EUR 178,2 miljoen (31 december 2015: EUR 183,4 miljoen; 30 september 2016: EUR 192,3 miljoen).

Op 31 december 2016 bedroeg de geconsolideerde netto financiële schuld EUR 108,4 miljoen (31 december 2015: EUR 98,5 miljoen; 30 september 2016: EUR 108,5 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's zonder verhaal van EUR 51,7 miljoen (31 december 2015: EUR 53,7 miljoen; 30 september 2016: EUR 54,7 miljoen).

De totale geconsolideerde nettoschuld, inclusief niet in de balans opgenomen factoring-/ forfeitingprogramma's zonder verhaal, bereikte EUR 160,1 miljoen (31 december 2015: EUR 152,2 miljoen; 30 september 2016: EUR 163,2 miljoen).

Per 31 december 2016 bedroeg het totale eigen vermogen EUR 251,2 miljoen, in vergelijking met EUR 249,0 miljoen per 31 december 2015.

De gecombineerde schuldgraadratio bleef stabiel op 50,1% (2015: 49,4%).

De geconsolideerde schuldgraadratio ging iets achteruit, tot 43,1% (2015: 39,6%).

Netto financiële schuld (per 31 december)

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/forfeitingprogramma's zonder verhaal.

De Groep bevestigt dat alle voorwaarden in het kader van de financiële regelingen met zijn banken per 31 december 2016 werden nageleefd.

1

4. Voorgesteld dividend

De Raad van Bestuur zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 31 mei 2017 voorstellen dat er een bruto dividend wordt uitgekeerd van EUR 0,18 per aandeel op 54,1 miljoen aandelen, wat neerkomt op een totale dividenduitkering van EUR 9,7 miljoen (2015: EUR 0,14/aandeel en EUR 7,5 miljoen in totaal).

5. Gebeurtenis na balansdatum

• Automobiel Interiors – Tsjechië

Op 22 januari 2017 werd één van de productiehallen van de Automobiel Interiors-fabriek in Most (Tsjechië) getroffen door een zware brand. Hierdoor was RAI Most s.r.o., een 100%-dochteronderneming van Recticel, genoodzaakt om tegenover zijn klanten overmacht in te roepen.

Recticel en zijn klanten, gesteund door de getroffen OEM's PSA Peugeot Citroën, Renault, Daimler, BMW en Volkswagen, werken nauw samen om oplossingen en alternatieve productieplannen uit te werken, zodat de productie van onderdelen zo snel mogelijk geleidelijk opnieuw kan worden opgestart en om de verstoring in de assemblagefabrieken van klanten tot een minimum te beperken.

Sinds 27 januari 2017 worden er in Most, en in andere fabrieken van de afdeling waarnaar een deel van de productie is overgebracht, aanzienlijke technische en constructiewerken uitgevoerd. Daardoor kon de productie, in de mate van het mogelijke, geleidelijk aan worden heropgestart voor de meeste onderdelen die oorspronkelijk in Most werden vervaardigd. Hoewel de situatie nog niet is genormaliseerd, zijn de leveringen aan eerstelijnsklanten waar mogelijk hervat.

RAI Most s.r.o. is verzekerd volgens de normen van de sector. Op dit moment wordt de niet-recurrente financiële impact geschat op EUR 4 miljoen, inclusief de vrijstellingsbedragen (franchise) onder de verzekeringspolissen. Recticel zal de markt verder op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen in dit verband.

De fabriek in Most produceert – op basis van de gepatenteerde Colo-Fast®- en Colo-Sense® Litespraytechnologieën – interieurbekledingsonderdelen voor auto's, zoals dashboardhuiden en bekleding voor deurpanelen, die worden verkocht aan diverse eerstelijnsleveranciers in de auto-industrie. In 2016 realiseerde RAI Most s.r.o. een omzet van CZK 547 miljoen (EUR 20,3 miljoen) en stelde het 390 mensen tewerk.

6. Marktsegmenten

IFRS 8 vereist dat er operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, die een regelmatige prestatiebeoordeling door de operationele verantwoordelijke mogelijk maken en waardoor aan elk segment de juiste middelen kunnen worden toegewezen. Daarom blijft de Groep over de ontwikkeling van de verschillende segmenten toelichtingen verstrekken op basis van de gecombineerde cijfers, in overeenstemming met de verslaggeving van het management en in overeenstemming met IFRS 8.

6.1. SOEPELSCHUIM

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 305,9 296,4 602,3 310,3 297,0 607,2 1,4% 0,2% 0,8%
REBITDA 20,4 17,6 38,0 28,2 18,1 46,3 37,8% 3,1% 21,7%
als % van de omzet 6,7% 5,9% 6,3% 9,1% 6,1% 7,6%
EBITDA 19,9 14,2 34,0 23,6 15,9 39,6 19,0% 12,4% 16,3%
als % van de omzet 6,5% 4,8% 5,6% 7,6% 5,4% 6,5%
REBIT 14,6 11,5 26,1 22,0 11,8 33,8 50,6% 2,3% 29,3%
als % van de omzet 4,8% 3,9% 4,3% 7,1% 4,0% 5,6%
EBIT 13,3 7,8 21,1 17,2 9,3 26,5 29,6% 18,8% 25,6%
als % van de omzet 4,3% 2,6% 3,5% 5,5% 3,1% 4,4%

OMZET

De gecombineerde externe omzet in 4K2016 is met +1,6% gestegen, van EUR 137,1 miljoen tot EUR 139,3 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (4K2016: EUR 16,4 miljoen; +13,9%), steeg met +2,8% van EUR 151,5 miljoen tot EUR 155,7 miljoen. Wisselkoersverschillen hadden een ongunstig effect van -2,6%.

Voor het volledige jaar 2016 is de gecombineerde

externe omzet met +1,4% gestegen, van EUR 543,9 miljoen tot EUR 551,3 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (EUR 56,0 miljoen; -4,3%), steeg met +0,8%, van EUR 602,3 miljoen tot EUR 607,2 miljoen. Wisselkoersverschillen hadden een ongunstig effect van -2,1%.

De hogere omzet in Technische schuimen (EUR 240,2 miljoen; +1,7%) was mede te danken aan de solide industriële vraag en de dynamische automobielmarkten. Op de West-Europese Comfortmarkten werd de sterke volumegroei afgevlakt door prijserosie. In Midden- en Oost-Europese landen is de omzet sterk gebleven.

RENDABILITEIT

De REBITDA-marge steeg van 6,3% tot 7,6%.

De winstgevendheid verbeterde aanzienlijk, waardoor EBITDA met EUR 5,6 miljoen steeg, van EUR 34,0 miljoen tot EUR 39,6 miljoen. De verbeterde winstgevendheid is toe te schrijven aan sterke volumes en structurele vooruitgang op het vlak van operationele efficiëntie.

EBITDA omvat EUR -6,8 miljoen aan eenmalige elementen (2015: EUR -4,0 miljoen), die voornamelijk verband houden met (i) de sluiting van de fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk), (ii) reorganisatiekosten in Scandinavië en Nederland, (iii) verlieslatende contracten in Spanje en (iv) gemaakte kosten en voorzieningen voor juridische uitgaven.

6.2. SLAAPCOMFORT

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 143,5 151,1 294,5 148,1 144,9 292,9 3,2% -4,1% -0,5%
REBITDA 6,0 8,1 14,1 7,9 7,8 15,7 31,6% -3,4% 11,5%
als % van de omzet 4,2% 5,4% 4,8% 5,3% 5,4% 5,4%
EBITDA 5,1 4,4 9,5 6,6 5,5 12,1 29,6% 25,6% 27,7%
als % van de omzet 3,5% 2,9% 3,2% 4,5% 3,8% 4,1%
REBIT 2,8 4,9 7,7 5,1 5,3 10,4 81,7% 8,3% 35,0%
als % van de omzet 2,0% 3,3% 2,6% 3,5% 3,7% 3,6%
EBIT 1,9 1,2 3,2 3,1 2,6 5,8 63,0% 111,3% 81,9%
als % van de omzet 1,3% 0,8% 1,1% 2,1% 1,8% 2,0%

OMZET

Na een vlak 1K (-0,3%), een bijzonder sterk 2K (+6,8%) en een zwakker 3K2016 (-3,6%), is de gecombineerde externe omzet in 4K2016 met -3,2% gedaald, van EUR 72,4 miljoen tot EUR 70,1 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (4K2016: EUR 4,6 miljoen; -16,3%), daalde van EUR 77,9 miljoen tot EUR 74,7 miljoen in 4K2016 (-4,1%), inclusief wisselkoersverschillen voor -0,7%.

Voor het volledige jaar 2016 is de gecombineerde externe omzet met -0,4% licht gedaald, van EUR 275,4 miljoen tot EUR 274,5 miljoen. De totale gecombineerde omzet, inclusief intersegmentverkopen (2016: EUR 18,5 miljoen; -3,2%), daalde van EUR 294,5 miljoen tot EUR 292,9 miljoen (-0,5%), inclusief wisselkoersverschillen voor -0,6%. De productmix bleef verbeteren, vooral na de sterke omzetgroei van boxspringbedden.

De jaarlijkse omzet van het subsegment Merkproducten steeg met +3,9%, gesteund door de toegenomen verkopen van boxspringbedden. De verkoop van GELTEX® inside-producten steeg met +0,8% in vergelijking met 2015.

In het subsegment Merkloze producten/Huismerken werd een lagere omzet geregistreerd (-6,0%), vooral in Oostenrijk, Duitsland, Scandinavië en Zwitserland.

RENDABILITEIT

Ondanks de lagere omzet steeg de REBITDA-marge van 4,8% tot 5,4%.

De winstgevendheid verbeterde, waardoor EBITDA steeg van EUR 9,5 miljoen tot EUR 12,1 miljoen. De betere recurrente operationele winstgevendheid is te danken aan (i) tijdelijk lagere grondstoffenprijzen in 1H2016, (ii) de betere product- en klantenmix en (iii) het effect van kostenbesparingsinitiatieven.

In 2016 werd EBITDA ook beïnvloed door eenmalige elementen van EUR -3,6 miljoen (2015: EUR -4,6 miljoen), voornamelijk in verband met uitgevoerde rationalisatiemaatregelen in Zwitserland en verlieslatende contracten in Oostenrijk en Zwitserland.

6.3. ISOLATIE

in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 113,3 116,1 229,4 118,1 116,0 234,1 4,3% -0,1% 2,1%
REBITDA 16,1 16,2 32,3 17,8 15,3 33,1 10,6% -5,9% 2,3%
als % van de omzet 14,2% 14,0% 14,1% 15,1% 13,2% 14,1%
EBITDA 17,7 15,7 33,4 17,8 15,1 32,9 0,4% -3,9% -1,6%
als % van de omzet 15,6% 13,6% 14,6% 15,0% 13,0% 14,0%
REBIT 13,3 13,1 26,4 14,7 12,0 26,8 10,8% -7,8% 1,6%
als % van de omzet 11,7% 11,2% 11,5% 12,5% 10,4% 11,4%
EBIT 14,9 12,6 27,5 14,7 11,9 26,6 -1,3% -5,4% -3,2%
als % van de omzet 13,1% 10,8% 12,0% 12,4% 10,3% 11,4%

OMZET

De gecombineerde omzet in 4K2016 is gestegen van EUR 55,8 miljoen tot EUR 57,0 miljoen (+2,0%), inclusief wisselkoersverschillen van -7,0% in verband met de daling van het pond sterling.

De positieve groeitrend van de eerste twee kwartalen (1K2016: +2,8%; 2K2016: +5,7%), gevolgd door een zwakker 3K2016 (-2,1%), werd in 4K2016 hervat. De sterke groei van de volumes heeft de negatieve wisselkoerseffecten (-7,0%) in globaal competitieve bouwmarkten ruimschoots gecompenseerd.

De gecombineerde omzet voor het volledige jaar 2016 steeg met +2,1%, van EUR 229,4 miljoen tot EUR 234,1 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen voor -4,4% (i.e. pond sterling).

Begin oktober 2016 heeft Recticel Insulation in overeenstemming met zijn groeistrategie de activiteiten van het kleine Franse bedrijf Innortex overgenomen. Het bedrijf is gespecialiseerd in de productie van vezelgebonden schuimoplossingen door gebruik te maken van materialen aan het einde van hun levensduur (soepelschuim en/ of textiel). Door deze overname breidt de business line Isolatie niet alleen zijn huidige productaanbod uit, maar zal het ook oplossingen kunnen aanbieden die thermische en akoestische isolatie combineren. Vezelgebonden schuimoplossingen zijn uiterst duurzaam en sluiten perfect aan op de eisen van een kringloopeconomie.

In december 2016 heeft Recticel Insulation eveneens zijn Isolatie-activiteiten uitgebreid naar Vacuum Insulation Panels (VIP), door de oprichting van de productie-joint

venture Turvac in Slovenië. Deze toepassing zal voorzien in een complementaire, uiterst efficiënte thermischeisolatieoplossing voor verscheidene nichetoepassingen.

RENDABILITEIT

De REBITDA-marge stabiliseerde op 14,1%.

EBITDA daalde licht van EUR 33,4 miljoen tot EUR 32,9 miljoen (-1,6%). De resultaten van 2015 omvatten een eenmalige meerwaarde van EUR 1,6 miljoen op de verkoop van de participatie van 50% in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII). Hogere volumes en operationele efficiëntiewinsten boden compensatie voor het negatieve wisselkoerseffect van het gedaalde pond sterling, evenals de hogere grondstoffenprijzen (MDI) en enige prijserosie.

6.4. AUTOMOBIEL
----------------- --
in miljoen EUR
1H15 2H15 FY15 1H16 2H16 FY16 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 142,9 137,4 280,3 146,9 142,1 288,9 2,8% 3,4% 3,1%
REBITDA 9,5 5,9 15,4 10,5 9,4 19,9 10,7% 58,7% 29,1%
als % van de omzet 6,7% 4,3% 5,5% 7,2% 6,6% 6,9%
EBITDA 5,7 4,3 9,9 9,5 8,8 18,3 68,8% 104,9% 84,4%
als % van de omzet 4,0% 3,1% 3,5% 6,5% 6,2% 6,3%
REBIT 3,8 (0,1) 3,6 3,9 1,8 5,7 2,9% n.v.t. 55,3%
als % van de omzet 2,6% -0,1% 1,3% 2,6% 1,3% 2,0%
EBIT (0,1) (1,8) (1,9) 2,9 1,2 4,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
als % van de omzet -0,1% -1,3% -0,7% 2,0% 0,8% 1,4%

OMZET

De gecombineerde omzet in 4K2016 is met +7,5% gestegen, van EUR 72,4 miljoen tot EUR 77,8 miljoen, inclusief een wisselkoerseffect van -1,8%.

De omzet in de divisie Interiors is met een sterke +20,1% gestegen, tot EUR 40,5 miljoen (4K2015: EUR 33,7 miljoen). Die evolutie werd verwacht en is te danken aan de succesvolle start van geplande nieuwe programma's. Wisselkoersverschillen hadden een ongunstig effect van -1,2%.

De omzet in de divisie Seating (nl. Proseat, de 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge) daalde met -3,4% tot EUR 37,3 miljoen (4K2015: EUR 38,7 miljoen), inclusief een wisselkoerseffect van -2,4%, en weerspiegelde de lagere volumes tegen het einde van het jaar.

De gecombineerde omzet over het volledige jaar steeg met +3,1%, van EUR 280,3 miljoen tot EUR 288,9 miljoen, inclusief een wisselkoerseffect van -1,4%.

De omzet in de divisie Interiors steeg met +9,0% tot EUR 143,5 miljoen (2015: EUR 131,7 miljoen). Die evolutie werd verwacht en is te danken aan de geleidelijke start en verdere invoering van nieuwe programma's. Wisselkoersverschillen hadden een ongunstig effect van -0,8%.

De omzet in de divisie Seating (nl. Proseat, de 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge) daalde met -2,1% tot EUR 145,5 miljoen (2015: EUR 148,5 miljoen), inclusief een wisselkoerseffect van -2,0% (nl. pond sterling en Poolse zloty).

RENDABILITEIT

De REBITDA-marge steeg van 5,5% tot 6,9%.

De sterke stijging van EBITDA wordt verklaard door (i) hogere volumes in Interiors en (ii) het globaal verbeterde resultaat van Seating na de sluiting van de Proseatfabriek in Rüsselsheim (Duitsland) in 2015 en aanzienlijke efficiëntieverbeteringen.

Eenmalige elementen (EUR -1,6 miljoen, in vergelijking met EUR -5,5 miljoen in 2015) houden voornamelijk verband met reorganisatiekosten in zowel Interiors als Seating in Duitsland.

Verslag van onze Raad van Bestuur

7. Bestemming van het resultaat

De Jaarlijkse Algemene Vergadering beslist over de bestemming van de voor uitkering beschikbare bedragen op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur.

Bij het opstellen van zijn voorstel tracht de Raad van Bestuur het gepaste evenwicht te vinden tussen een stabiel dividend voor de aandeelhouders enerzijds, en het behoud van voldoende investeringsmiddelen en mogelijkheden voor autofinanciering anderzijds, om de groei van de onderneming op langere termijn zeker te stellen.

De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:

in EUR
Winst (verlies) van het boekjaar 25 005 896
Overgedragen winst van het vorige boekjaar + 39 572 274
Winst (verlies) toe te voegen aan de wettelijke reserves - 1 250 295
Winst (verlies) toe te voegen aan de overige reserves - 0
Te bestemmen resultaat = 63 327 876
Bruto dividend (1) - 9 731 254
Over te dragen winst = 53 596 622

(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,18, resulterend in een netto dividend van EUR 0,126 per gewoon aandeel.

8. Dividenduitkering

Onder voorbehoud van goedkeuring van de winstverdeling door de Algemene Vergadering van 30 mei 2017 zal per gewoon aandeel een dividend worden uitgekeerd van EUR 0,18 bruto; of EUR 0,126 netto (-30% roerende voorheffing). Dit dividend zal betaalbaar zijn vanaf 02 juni 2017. KBC Bank treedt op als Paying Agent.

Wat de aandelen op naam betreft, zal de betaling geschieden via overschrijving op de bankrekening van de aandeelhouders.

Brutodividend per aandeel (in EUR)

Onze missie, visie, kernwaarden, strategie en activiteiten

ONZE MISSIE

In alles wat Recticel doet, trachten wij altijd om optimaal gebruik te maken van onze uitstekende expertise in polymeeroplossingen, en vooral - maar niet alleen - op het gebied van polyurethaan. Wij bieden onze klanten concurrerende oplossingen met een hoge toegevoegde waarde, om zo dagelijks comfort en een gedeelde waarde tot stand te brengen voor onze klanten, werknemers, aandeelhouders en alle andere betrokken partijen.

ONZE VISIE

Wij streven ernaar de toonaangevende wereldwijde leverancier te zijn van comfortoplossingen met een hoge toegevoegde waarde in al onze kernmarkten, door ondersteuning te bieden aan belangrijke wereldwijde trends zoals milieubescherming, energiebehoud, de vergrijzing en toename van de wereldbevolking en waterbeheer.

2

Onze kernwaarden

Onze vijf kernwaarden voor een veelbelovende toekomst

Begin 2016 hebben wij de kernwaarden van onze Groep zorgvuldig herbekeken, om de werkwijze en de filosofie van onze organisatie optimaal af te stemmen op interne en externe belanghebbenden.

Vandaag kunnen onze kernwaarden, die stuk voor stuk tot uiting komen in een specifieke gedragswijze, als volgt worden samengevat:

Leven volgens onze kernwaarden

Wij zijn ervan overtuigd dat kernwaarden meer moeten zijn dan holle slogans die gewoon worden doorgegeven of afgebeeld op fraaie posters en borden. Een nieuwe set kernwaarden opstellen heeft alleen nut als ze worden geïmplementeerd en, belangrijker nog, gedeeld en beleefd door alle betrokkenen, in de eerste plaats ons menselijk kapitaal. Toen wij ze vastlegden, hadden wij actieve en ambitieuze waarden voor ogen. Zij moeten onze medewerkers helpen vooruitgang te boeken, een positieve bedrijfscultuur scheppen en onze organisatie als geheel een sterke stimulans voor groei bezorgen.

Onze Groepsstrategie en activiteiten

De marktexperts denken dat de polyurethaansector sneller zal groeien dan het gemiddelde van de algemene economie. Onze sector wordt immers ondersteund door megatrends zoals de klimaatverandering – die leidt tot maatregelen om energie te besparen en minder CO2 uit te stoten –, de toenemende en verouderende bevolking, de verstedelijking, de groeiende mobiliteitsbehoeften en de algemene stijging van de levensstandaard. Onze producten en diensten kunnen bogen op onmiskenbare voordelen om de uitdagingen die ons te wachten staan het hoofd te kunnen bieden. De strategie van onze Groep is specifiek afgestemd en gebaseerd op deze kernfactoren voor de markten. Wij zijn ervan overtuigd dat wij ons via product- en procesinnovatie, geografische diversificatie en operationele uitmuntendheid kunnen onderscheiden van de concurrentie.

Vandaag kijken wij met optimisme naar de toekomst, en wij maken ons dan ook op voor verdere duurzame en { winstgevende groei. {

Strategie van de Groep

Onze strategie bestaat erin de Groep op duurzame wijze te positioneren als de toonaangevende leverancier van oplossingen met een hoge toegevoegde waarde in onze kernmarkten.

Op basis van een duidelijke segmentenstrategie, gaat de prioriteit daarbij naar:

  • duurzame innovatie op het gebied van toepassingen, producten en materialen, in combinatie met een hoog niveau van zowel kwaliteit als service, en - waar van toepassing - merkbewustzijn bij de eindklanten;
  • internationale expansie buiten Europa; en
  • de globale vereenvoudiging van de Groep en de rationalisering van de productie-infrastructuur.

Voortdurende verbetering in de ontwikkeling van ons personeel, omdat ons succes staat of valt met de mensen en teams. Ook het voldoen aan criteria van duurzame ontwikkeling in alle bedrijfsbeslissingen wordt beschouwd als een verplichte bijdrage aan het succes van de Groep op lange termijn. Het is ook in dat kader dat wij in 2016 ons eerste Duurzaamheidsverslag hebben gepubliceerd.

De bouwstenen van de strategie van onze Groep kunnen als volgt worden geïllustreerd:

Segmentstrategie: positionering van de business lines en strategische standpunten

De strategie van onze Groep wordt bepaald op basis van haar kerncompetenties: de verwerking van PU en andere polymeren en materialen tot toepassingen met toegevoegde waarde, het relatief aantrekkelijke karakter van de markten waarin zij actief is en de concurrentietroeven van onze Groep op elk van deze markten. Het strategische plan legt de prioriteiten voor de toewijzing van middelen aan de verschillende bedrijfssegmenten vast. HOOG

Op basis van criteria zoals grootte, groei, winstgevendheid en kapitaalintensiteit hebben wij onderzocht hoe interessant de markten van de business lines zijn. Daarnaast werd ook onze concurrentiepositie op elk van deze markten beoordeeld. Op basis van die analyse zijn wij tot het besluit gekomen dat de business line Isolatie het aantrekkelijkst is, gevolgd door Slaapcomfort en Soepelschuim. Gelet op de positionering van onze business line Automobiel worden beide divisies van deze business line voor Recticel als niet-kernactiviteiten beschouwd voor de toekomstige verwezenlijking van zijn strategie. LAAG HOOG CONCURRENTIEVERMOGEN >

Op basis van de positionering van de business lines zoals hierboven geïllustreerd heeft de Groep voor de toekomst specifieke strategische acties vastgelegd. In bepaalde gevallen worden deze acties in alle business lines

uitgevoerd, en in andere gevallen zal de Groep specifieke acties voor een bepaalde business line organiseren. Het gevolg is dat elke business line haar eigen strategie heeft, die als volgt kan worden samengevat:

Isolatie Groei door internationale expansie, innovatie en de introductie van nieuwe producten, modules en
distributiekanalen, ondersteund door geografische en capaciteitsuitbreiding, selectieve overnames.
Slaapcomfort De groei wordt gebaseerd op een duidelijke focus en voorrang voor merkproducten, ondersteund door
(i) een sterke marketingstrategie, (ii) productinnovatie, (iii) een online verkoopkanaal, (iv) geografische
expansie, en (v) een geoptimaliseerd netwerk van zeer efficiënte productiefaciliteiten. Europa blijft de
kernmarkt voor deze business line.
Soepelschuim Als wereldwijde speler streven wij ernaar onze winstmarges te versterken door (i) selectieve groei
initiatieven op basis van nieuwe producten en verdere geografische expansie in de divisie Technische
schuimen, vooral in Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika, en (ii) de rationalisering en modernisering
van onze industriële infrastructuur.
Automobiel Optimaal gebruikmaken van de bestaande productiecapaciteit en de introductie van innovatieve
producten.

Ondersteunende strategieën

Om de uitvoering van de strategieën van de verschillende business lines te ondersteunen, is het management van de Groep van oordeel dat elke strategie verder moet worden ondersteund en aangestuurd door de volgende drie actiepijlers:

• Vereenvoudiging

De Groep is voornemens haar structuur, organisatie en processen verder te vereenvoudigen om haar operationele efficiëntie te verhogen en de vaste kosten te verlagen. Hierdoor zou zij nog sneller moeten kunnen reageren op ontwikkelingen in de markt, waardoor haar winstgevendheid toeneemt en zij haar mensen en processen beter kan beheren.

De afgelopen zes jaar hebben wij een grootschalig programma voor de herstructurering van onze industriële voetafdruk uitgevoerd om onze winstmarges en concurrentiepositie te verbeteren. In totaal zijn 34 fabrieken gesloten en 5 verkocht, maar ook zijn 12 nieuwe faciliteiten geopend of overgenomen, vooral buiten Europa. Tezelfdertijd is het personeelsbestand verlaagd tot circa 7.925 werknemers, en is het aantal joint ventures verminderd van 22 tot 13 entiteiten. In dezelfde context werd ook gesnoeid in het aantal dochterondernemingen, van 119 rechtspersonen tot 81. De komende jaren zullen verdere rationaliseringskansen worden benut.

Daarnaast streeft het management ernaar om synergieën te bevorderen via een verdere centralisering, standaardisering en optimalisering van gezamenlijke processen en administratieve taken.

• Internationale expansie

Wij beschikken over sterke marktposities in verschillende Europese markten en zijn van plan om verdere groei na te streven via internationale expansie, zowel binnen als buiten Europa.

• Duurzame innovatie

Marktgerichte innovatie is de kern van het succes van Recticel. Om met succes te kunnen inspelen op toekomstige kansen, is onze afdeling Research & Development gereorganiseerd om het 'lokeffect' door de verschillende business lines te verhogen. Ook is de flexibiliteit in de besteding van de middelen door de Groep verhoogd, om succesvolle innovatie te kunnen bieden.

De volgende belangrijke innovaties zijn op de markten geïntroduceerd:

In onze business line Isolatie zijn er verschillende nieuwe producten geïntroduceerd, waaronder een performanter product met een isolatiefactor (lambda) van 0,019 W/mK. Deze nieuwe generatie van PIR-platen, die op de markt worden gebracht onder de merknaam Xentro®, biedt door de verbeterde chemische eigenschappen een 13% hogere thermische isolatie. Dat levert een aanzienlijke besparing van woonruimte op. Het product werd in 2017 op de Belgische Batibouw-beurs geïntroduceerd.

Voor onze business line Slaapcomfort werd er een nieuw product geïntroduceerd onder de merknaam GELTEX® inside. In dit toepassingsgebied is het de grootste en belangrijkste innovatie van onze divisie van de laatste tien jaar. Het product onderscheidt zich door een combinatie van eigenschappen zoals optimale drukverdeling, ideale ondersteuning en maximale luchtdoorlaatbaarheid/temperatuurbeheersing. De ontwikkeling van het merk GELTEX® inside heeft zich vertaald in een effectieve en groeiende omzet.

In onze business line Soepelschuim is een nieuwe generatie van akoestische schuimen geïntroduceerd. In deze context heeft onze divisie Technische schuimen nieuwe contracten voor SpaceX in de wacht gesleept. Ook zijn er nieuwe producten en oplossingen ontwikkeld en op de markt gebracht voor akoestische isolatie voor de bouwsector. Verder hebben wij voor externe slaapcomfortklanten een nieuw comfortschuim ontwikkeld, angelpearl®.

In onze business line Automobiel wordt er sinds 2013 een belangrijke innovatie op de markt gebracht. Dit product wordt gecommercialiseerd onder de merknaam Colo-Sense® Lite. Het is een hoogwaardige bekleding voor auto-interieurtoepassingen die een gewichtsreductie van 25% mogelijk maakt. Daarmee biedt het product een antwoord op de constante zoektocht van OEM's naar lichtere producten. Het product is niet alleen lichter, maar is ook visueel mooi en voelt aangenaam aan, terwijl het voor de rest dezelfde kwaliteits- en duurzaamheidseigenschappen heeft als zijn voorganger Colo-Fast®. Deze innovatie trok de aandacht van verschillende vooraanstaande OEM's en resulteerde in een reeks nieuwe contracten.

• Personeelsorganisatie

Naast de strategische actiepijlers (vereenvoudiging internationale expansie - innovatie), is voor een geslaagde uitvoering van de strategie ook een professioneel humanresourcesproces een essentiële voorwaarde.

In de snel veranderende bedrijfsomgeving kan het vermogen om snel te leren en nieuwe vaardigheden te verwerven een wezenlijk concurrentievoordeel betekenen voor de toekomstige groei van onze Groep. Alle werknemers moeten daarom in staat zijn en de kans krijgen om zich continu te ontplooien en nieuwe vaardigheden aan te leren. Om deze doelstelling te verwezenlijken, hebben wij een brede waaier van beleidsregels, programma's en acties ingevoerd.

• Duurzaamheid

In de toekomst zullen de acties van onze Groep naar verwachting steeds vaker worden aangestuurd door duurzaamheidsoverwegingen. Wij streven ernaar om in elk aspect rekening te houden met duurzaamheid om een concurrentievoordeel tot stand te brengen en waarde te creëren voor al onze belanghebbenden. Bij alle nieuwe investeringen wordt rekening gehouden met het element duurzaamheid. In dat kader publiceerden wij in 2016 ook ons eerste duurzaamheidsverslag, waarin wij onze strategie en ambities presenteren.

2016 – het jaar van ons eerste duurzaamheidsverslag

Sinds 2013, na de intentieverklaring van het Managementcomité, werken wij actief aan een beleid en actieplan om duurzame ontwikkeling concreet en tastbaar te maken.

In 2016 publiceerden wij ons eerste duurzaamheidsverslag, dat werd opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) G4 - Core level. Dit uitgebreide kader wordt over de hele wereld gebruikt vanwege zijn geloofwaardigheid, samenhang en vergelijkbaarheid, en vormt nu een de facto standaard voor duurzaamheidsrapportage (www.globalreporting.com).

Dit eerste duurzaamheidsverslag, getiteld 'Growing together towards a PURe future', zet in de eerste plaats onze strategie op duurzaamheidsgebied uiteen en legt duidelijke prioriteiten en prestatiekernindicatoren vast, naast concrete doelstellingen voor 2020 en later.

Ons duurzaamheidsverslag biedt een duidelijk inzicht in het duurzaamheidsbeleid en de prestaties van ons bedrijf. Het verslag is opgebouwd rond zes centrale thema's of 'wezenlijke aspecten' op basis van de betrokkenheid van interne en externe stakeholders.

In feite is Recticel reeds een 'groen' bedrijf bij uitstek, omdat onze isolatieoplossingen helpen circa 20 maal meer CO2 -uitstoot te voorkomen dan de koolstofvoetafdruk van { al onze activiteiten samen. {

Onze Groepsstrategie en activiteiten

40 RECTICEL JAARVERSLAG 2016

ONZE FINANCIËLE DOELSTELLINGEN

De lat op rendementsgebied hoger leggen

Wat onze financiële doelstellingen betreft, streven wij de volgende doelstellingen na op middellange termijn (tegen 2019):

  • 10% REBITDA-marge op de omzet realiseren (op gecombineerde basis)
  • Een ROCE (EBIT / gemiddeld aangewend kapitaal) genereren van minstens 15%
  • De schuldgraad (netto financiële schuld/eigen vermogen) tot onder 50% verlagen
  • Zorgen voor een groei van twee cijfers in nettowinst en dividenden

2

Activiteiten

Sinds wij meer dan 65 jaar geleden onze eerste stappen in de wereld van de polyurethaantechnologie hebben gezet, zijn wij altijd de rol van pionier blijven spelen door regelmatig de grenzen te verleggen via de ontwikkeling van innovatieve toepassingen en oplossingen.

Polyurethaan is een extreem veelzijdig materiaal, vervaardigd uit derivaten van ruwe aardolie. Het vormt de basis van de activiteiten van onze Groep.

Met onze passie voor comfort en als bedrijf dat polyurethaanchemicaliën fabriceert en transformeert, bieden wij een ruime waaier van ultieme comfortoplossingen. Wij hebben onze activiteiten georganiseerd rond vier afzonderlijke business lines, die allemaal goed gepositioneerd zijn op hun markt. Hoewel onze activiteiten een onmiskenbare band hebben met de polyurethaantechnologie, zijn ze niettemin bijzonder verschillend, omdat onze verschillende activiteiten zeer specifieke marktsectoren bedienen. Geografisch gezien wordt circa 93% van de totale omzet van onze Groep in Europa gerealiseerd.

Gecombineerde omzet per segment

RECTICEL

2

Isolatie

16,4% 20,6% 42,7% 20,3% Isolatie Soepelschuim Slaapcomfort Automobiel Gecombineerde omzet 2016 (voor intragroep transacties) Europa 1

Wat wij doen

Vandaag richt onze business line Isolatie zich uitsluitend op de productie en commercialisering van hoogperformante en duurzame thermische isolatiepanelen in hard polyurethaan met gesloten celstructuur - (PU/PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR) voor de bouwsector. Op dat vlak kan PU-hardschuim bogen op uitstekende producteigenschappen.

Tegenwoordig is dit zelfs het beste isolatiemateriaal tegen koude en hitte dat op industriële schaal kan worden ingezet. Eind 2016 hebben wij ook Vacuum Insulation Panels (VIP's) toegevoegd aan ons productassortiment. Dit is mogelijk gemaakt door de investering in de joint venture Turvac, gevestigd in Šoštanj (Slovenië).

PU-hardschuim is tegenwoordig het beste materiaal voor thermische isolatie dat op industriële schaal kan worden { ingezet {

Onze isolatieproducten worden gebruikt in een ruime waaier van bouwtoepassingen, zoals wanden, vloeren en daken in residentiële, commerciële, industriële, openbare, logistieke en agrarische gebouwen. Wij streven ernaar de thermische isolatieprestaties van onze producten verder te verbeteren, en daarbij tegelijk de hoeveelheid vereiste basismaterialen terug te dringen. Onze producten kunnen het energieverbruik en de CO2 -uitstoot aanzienlijk verminderen.

3 grote geavanceerde productievestigingen, aangevuld met 2 verwerkingseenheden

focus op

Isolatie

Momenteel werkt onze divisie Isolatie vanuit vier grote, geavanceerde productievestigingen in Wevelgem (België), Bourges (Frankrijk), Burntwood (Verenigd Koninkrijk) en Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk), met lokale verkoopkantoren in Duitsland, Polen en Nederland. In 2016 werden twee kleinere activiteiten in Frankrijk (voor bonded foams) en Slovenië (voor vacuum insulation panels) opgenomen.

Ons segment Isolatie, het kleinste van de Groep, is goed voor 16,4% van de totale gecombineerde omzet en heeft het sterkste groeipotentieel.

Wij verkopen onze isolatieproducten voornamelijk aan aannemers, bouwpromotoren en groothandelaars van bouwmaterialen. Ter ondersteuning van ons commercieel beleid worden ook sales- en marketinginspanningen geleverd ten aanzien van architecten en de eindconsument.

Ondersteunende marktfactoren 250 227 229 234

Thermische isolatieoplossingen in polyurethaan bieden de beste hoogperformante isolatieoplossingen, wat goed nieuws is voor onze concurrentiekracht en onze toekomstige kansen op dit gebied. Daardoor, maar ook door de steeds strengere normen voor isolatie, verovert polyurethaanisolatie (als technologie) duidelijk marktaandeel op de traditionelere isolatiematerialen, zoals minerale wol (glaswol, rotswol) en polystyreen (EPS, XPS). De Europese wetgeving, zoals de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen 2010/31/ EU (EPBD) en de Europese energierichtlijn (2012/27/ EU) (EED), bedoeld om strengere eisen te stellen aan energieprestaties en energie-efficiëntie, blijft duidelijk een belangrijke steunpijler voor de isolatiesector in het algemeen. in miljoen EUR 0 50 100 150 200 2014 2015 2016

Daarnaast profiteert onze business line Isolatie van een zuinige en schone productie-infrastructuur en kunnen wij bogen op goede en nog steeds verbeterende kostenprestaties. Mede dankzij continue inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling verwachten wij over een hoog ontwikkelingspotentieel te beschikken door de introductie van nieuwe innovatieve producten en oplossingen en door geografische expansie.

Gecombineerde omzet Isolatie

2016 gecombineerde omzet Isolatie

EUR 234,1 miljoen

Onze nieuwe Xentro® isolatiepanelen bieden vandaar de beste PIR/PUR oplossingen { in de markt {

2

Aantrekkelijkheid van de markt

De wereldwijde megatrends in verband met milieubescherming en energiebehoud zijn in sterke mate bepalend voor onze divisie Isolatie. Aangezien thermische isolatie tegenwoordig het hoogste investeringsrendement biedt op dit gebied, leidt het geen twijfel dat de isolatiesector in zijn geheel zal profiteren van de striktere bouw- en isolatienormen en -voorschriften. Het potentieel van thermische isolatiematerialen en -oplossingen wordt het best geïllustreerd door het feit dat het wereldwijde energieverbruik voor circa 22% kan worden toegeschreven aan de verwarming en koeling van gebouwen. In Europa zijn gebouwen goed voor 40% van het totale energieverbruik.

EU-richtlijnen en -verordeningen liggen momenteel aan de basis van de groei van isolatieoplossingen op de markt voor nieuwe gebouwen, terwijl het subsidiëringsbeleid mede verantwoordelijk is voor de groei op de renovatiemarkt.

Los van de algemene aantrekkelijkheid van de sector van de gebouwenisolatie, moet tevens benadrukt worden dat PU-hardschuim - in vergelijking met alternatieve materialen zoals minerale wol, polystyreen… tegenwoordig het beste materiaal voor thermische isolatie vormt dat op industriële schaal kan worden ingezet.

Vacuum insulation panels (VIP's) zijn nu toegevoegd aan { ons productassortiment {

Concurrentiepositie

Op de markt staat PU-hardschuim bekend als het materiaal voor thermische isolatie met de beste isolatieprestatiekenmerken; vandaar zijn toenemende marktaandeel ten koste van meer traditionele isolatiematerialen zoals polystyreen en rots- of glaswol. Wij krijgen op de markt erkenning voor de uitgebreidheid en de hoge kwaliteit van ons productassortiment en voor onze efficiënte en kwalitatief hoogstaande dienstverlening. Onze industriële voetafdruk is marginaal omdat onze productiefaciliteiten uiterst efficiënt werken en ideaal zijn gelegen.

Eind 2016 hebben wij een nieuwe, veelbelovende technologie in onze portefeuille opgenomen. Vacuum Insulation Panels (VIP) vormen vandaag het efficiëntste isolatiemateriaal, maar door zijn producteigenschappen en hoge kostprijs kan het slechts in zeer specifieke en veeleisende situaties of projecten worden gebruikt.

Strategie

  • › In ons segment Isolatie leggen wij ons in eerste instantie toe op Europa.
  • › Wij streven naar een snellere groei via organische groei en/of overnames.
  • › Innovatie, de introductie van nieuwe producten en de diversificatie van de distributiekanalen zullen een belangrijke rol spelen in de toekomstige ontwikkeling van ons segment Isolatie.
in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS 2014 (ZOALS
GEPUBLICEERD)
2014
(HERWERKT)(2)
2015 2016
Omzet(1) 227,0 211,6 229,4 234,1
Omzetgroei (%) 3,2% - 8,4% 2,1%
REBITDA 27,1 26,0 32,3 33,1
REBITDA-marge (als % van de omzet) 11,9% 12,3% 14,1% 14,1%
EBITDA 27,1 26,0 33,4 32,9
EBITDA-marge (als % van de omzet) 11,9% 12,3% 14,6% 14,0%
REBIT 21,1 20,4 26,4 26,8
REBIT-marge (als % van de omzet) 9,3% 9,6% 11,5% 11,4%
EBIT 21,1 20,4 27,5 26,6
EBIT-marge (als % van de omzet) 9,3% 9,6% 12,0% 11,4%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

(2) herwerkt voor de afstoting van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation in februari 2015

Slaapcomfort

Wat wij doen

Onze business line Slaapcomfort richt zich op de ontwikkeling, de productie en de commercialisering van afgewerkte matrassen, lattenbodems en bedbodems, en bedden in het algemeen. Onze Slaapcomfort-strategie is een duidelijke B2C-activiteit, opgebouwd rond sterke (nationale) merken – waarvan wij de eigenaar zijn of waarvoor wij een licentie hebben verkregen –; en die daarnaast worden ondersteund door innovatieve 'ingredient brands' zoals GELTEX® inside. Onze merkactiviteiten worden verder aangevuld door bepaalde huismerken die wij aan onze klanten aanbieden, waardoor wij onze productievoetafdruk optimaal benutten.

Vandaag is onze divisie Slaapcomfort actief vanuit 12 hoofdproductievestigingen in Oostenrijk (1), België (2), Duitsland (3), Nederland (1), Polen (1), Roemenië (1), Zweden (1) en Zwitserland (2).

Ons segment Slaapcomfort is goed voor 20,6% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.

Sterke merken met een uniek waardevoorstel dat een meer comfortabel, esthetisch, modieus en modern { slaapcomfort belichaamt. {

Slaapcomfort kan bogen op een brede klantenbasis, die bestaat uit zowel onafhankelijke bed- en meubelspecialisten als grote distributieketens. Wij verkopen niet rechtstreeks aan de eindgebruiker, maar wel via een extern netwerk van distributiekanalen. Onze klantenbasis telt meer dan 1.000 klanten met ruim 5.000 verkooppunten. Ze is uiterst gediversifieerd, van onafhankelijke bed- en meubelspecialisten met

12 productievestigingen in 8landen

toonaangevende industriële innovaties ondersteunen onze sterke marktposities.

2

Slaapcomfort

1 tot 30 winkels via warenhuisketens, postorder- en e-commercebedrijven, leden van overwegend nationale aankoopgroepen tot internationale winkelketens met meer dan 1.000 winkels.

in miljoen EUR 100 200 Ondersteunende marktfactoren

0 2014 2015 2016 Overige 4,2% Hoewel slaapcomfort een productcategorie vertegenwoordigt met meestal een lage betrokkenheid en een matige belangstelling van de meeste consumenten, nemen die betrokkenheid en belangstelling aanzienlijk toe zodra de consument een nieuw bed of een nieuwe matras wil kopen of nodig heeft. Pas op dat moment zijn consumenten bereid om aanzienlijk meer te betalen voor een product als zij extra voordelen merken, in dit specifiek geval een superieur comfort.

Bedbodems 9,3% Box springs 11,3% Uit consumentenonderzoek op onze belangrijkste markten blijkt consequent dat de meest voorkomende aankoopcriteria in termen van functionele comfortaspecten betrekking hebben op lichaamsondersteuning, drukverdeling en thermisch comfort, d.w.z. ademend vermogen of vochtafvoer, naast aspecten - die voor het middelmatig geprijsde tot high-end segment van de markt bijna een sectornorm zijn geworden -, zoals duurzaamheid van het product en antiallergische en antibacteriële behandeling van de bekleding en de kern van de matras.

in miljoen EUR 0 100 200 300 2014 2015 2016 282 295 293 Omdat er slechts beperkte mogelijkheden zijn om het product vóór aankoop te testen, bestaat de uitdaging erin het vertrouwen van de consument te winnen en hem ervan te overtuigen dat een welbepaald product de gewenste voordelen biedt. Een inspirerende communicatie met de eindconsument die via vertrouwde merken bewezen en beproefde consumentenvoordelen belooft, kan helpen om de consument te sturen in een anderszins verwarrend productaanbod op de markt. Als de communicatie niet alleen in het verkooppunt plaatsvindt ("below the line"), maar ook in de media ("above the line": online, op tv, buitenshuis, via folders enz.), dan is dit voor zowel winkelier als leverancier gunstig om het product "voor te verkopen". Onze expertise op het gebied van materialen (schuim, veren, latex…) in combinatie met onze sterke merkenstrategie tracht op deze structurele ondersteunende marktfactoren in te spelen en er optimaal van te profiteren.

Gecombineerde omzet Slaapcomfort

2016 gecombineerde omzet Slaapcomfort

EUR 292,9 miljoen

Matrassen & bedbodems

Aantrekkelijkheid van de markt

De Europese markt voor Slaapcomfort wordt voornamelijk bepaald door de demografische ontwikkeling.

Uit tal van studies blijkt dat de kwaliteit van de nachtrust steeds vaker wordt aangewezen als een kritieke factor voor comfort en gezondheid. Daarom wordt er niet alleen meer geïnvesteerd in hoogwaardige systemen voor slaapcomfort, maar worden matrassen en bedbodems ook vaker vervangen.

Hoogwaardige merkproducten vertegenwoordigen het topsegment van de markt, terwijl het segment van de huismerken op de markt een steeds groter aandeel verovert.

Concurrentiepositie

Met matrassen van polyurethaanschuim kan er op de markt een breed/variërend productassortiment worden aangeboden. Vanwege hun productkenmerken zijn

schuimmatrassen de toonaangevende oplossingen geworden om marktaandeel te veroveren in vergelijking met traditionele oplossingen zoals veren of latex.

Dankzij onze solide merkenportefeuille zijn onze Slaapcomfort-activiteiten goed gepositioneerd in vijf Europese landen. Om de marktpositie van het segment te versterken, moet de industriële organisatie echter in zekere mate worden gestroomlijnd.

De integratie met het segment Soepelschuim van Recticel levert voor onze Slaapcomfort-activiteiten duidelijke voordelen op, omdat marktinnovaties en nieuwe producten snel kunnen worden geïntroduceerd.

Strategie

Onze business line Slaapcomfort streeft voornamelijk naar organische groei, al worden kansen voor externe groei niet uitgesloten.

  • › We zullen ons blijven toeleggen op solide merken en ingredient brands.
  • › Wij koesteren productinnovatie.
  • › Wij willen onze productie-infrastructuur verder rationaliseren en optimaliseren.
in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS 2014 2015 2016
Omzet (1) 281,6 294,5 292,9
Omzetgroei (%) -0,5% 4,6% -0,5%
REBITDA 13,5 14,1 15,7
REBITDA-marge (als % van de omzet) 4,8% 4,8% 5,4%
EBITDA 2,9 9,5 12,1
EBITDA-marge (als % van de omzet) 1,0% 3,2% 4,1%
REBIT 7,2 7,7 10,4
REBIT-marge (als % van de omzet) 2,5% 2,6% 3,6%
EBIT -3,5 3,2 5,8
EBIT-marge (als % van de omzet) -1,2% 1,1% 2,0%

2

Soepelschuim

soepelschuim is een bijzonder veelzijdig materiaal dat reële oplossingen kan aanreiken voor verschillende praktische comfortbehoeften

Wat wij doen

Onze divisie Soepelschuim biedt duurzame oplossingen voor uiteenlopende behoeften van klanten in verschillende domeinen: geluid dempen, dichten, filteren, beschermen, ondersteunen en comfort bieden. Vanwege de aard van het product leggen wij ons toe op de productie, de transformatie en de commercialisering van overwegend op maat gemaakte halfafgewerkte producten in zacht polyurethaanschuim. Wij organiseren onze schuimactiviteiten rond twee pijlers: Comfort, dat hoofdzakelijk betrekking heeft op volumineuze handelsgoederen voor meubelbekleding en matrassen, en Technische schuimen, in principe louter hoogwaardigere specialiteiten voor kleinere nichemarkten. Technisch schuim wordt gebruikt in een brede waaier van toepassingen, zoals sponzen, schuursponzen, filters, verfrollen, dichtingen, verpakking, schokdempers en akoestische isolatie.

Historisch gezien is onze business line Soepelschuim altijd de grootste geweest.

Tegenwoordig is onze divisie Soepelschuim actief vanuit 60 productie- en/of conversievestigingen in 27 landen, voornamelijk in Europa (54), maar ook in China (1), India (2), Turkije (1) en de Verenigde Staten (2). De activiteiten in Centraal- en Oost-Europa worden uitgevoerd via de joint venture Eurofoam (50/50 met Greiner – Oostenrijk). In Italië worden de activiteiten uitgevoerd via de joint venture Orsafoam (33/67 met de Orsa Group – Italië).

Ons segment Soepelschuim is goed voor 42,7% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.

Ondersteunende marktfactoren

In het algemeen is zacht polyurethaanschuim een bijzonder veelzijdig materiaal dat reële oplossingen kan aanreiken voor verschillende praktische comfortbehoeften. Polyurethaanschuim heeft een ruime waaier van kenmerken (het dempt geluid, dicht, filtert, ondersteunt en biedt comfort…) en mogelijke functies (geluidsisolatie, trillingsdemping, schokdemping, antistatisch…). Bovendien heeft polyurethaanschuim het voordeel dat het in uiteenlopende toepassingen kan worden gebruikt voor verschillende doelmarkten. De belangrijkste markten die wij bedienen zijn de industrie, bouw en infrastructuur, transport, consumptiegoederen, meubilair en bekleding en de medische sector. in miljoen EUR 0 200 500 300 700 600 400 100 2014 2015 2016

Al deze markten worden aangestuurd door in het algemeen steeds hogere normen voor comfort. Bijvoorbeeld:

  • in de transportsector: extra vraag naar akoestische en dichtingscomponenten en gewichtsvermindering om het brandstofverbruik en de CO2 -uitstoot te beperken;
  • in meubilair en bekleding: hogere verwachtingen inzake ergonomie, duurzaamheid en de optimale verdeling van druk en tegendruk of designmogelijkheden;
  • in de medische sector: hogere eisen aan medische diensten als gevolg van de vergrijzing, zowel wat de kwaliteit als wat de efficiëntie betreft;
  • in de industrie: een strengere reglementering inzake gezondheid en veiligheid (geluiddemping en brandveiligheid) en behoefte aan lichtgewicht en duurzame materialen om te voldoen aan milieunormen; 700 600 593 602 607
  • in consumptiegoederen: evoluerende voorkeuren van klanten met een hogere vraag naar producten die hun levensstijl verbeteren en die hen meer comfort, design, veiligheid en welzijn bieden tegen steeds lagere prijzen; in miljoen EUR 200 300 400
  • in de bouw en infrastructuur: de impact van de gebouwde omgeving op de klimaatverandering en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen zijn cruciale marktbepalende factoren. Daarnaast zijn ook de normen voor binnenklimaat en gezondheid bepalend voor de groei. 2014 2015 2016
  • Op het gebied van akoestiek: de beperking van geluidsimpact moet deel uitmaken van de ontwerpfase van een gebouw. In overleg met burgerlijk ingenieurs en andere industriële specialisten worden er materialen gecreëerd voor industriële, commerciële en residentiële gebouwen, kantoren en sportfaciliteiten, zowel binnen als buiten. Comfort 60,4%

Gecombineerde omzet Soepelschuim

Comfort EUR 607,2 miljoen

Aantrekkelijkheid van de markt

De markt voor soepelschuim is in wezen onderverdeeld in Comfort en Technische schuimen. Standaardtoepassingen worden ondergebracht in het segment Comfort, terwijl gespecialiseerde toepassingen voor uiteenlopende sectoren worden samengebracht in het segment Technische schuimen.

Een optimaal beheer van de activa en optimale prestaties zijn bepalend voor het segment Comfort, terwijl ons segment Technische schuimen wordt aangedreven door innovatie en differentiatie.

Wereldwijd groeit de markt voor schuim dankzij de prestaties van de chemische eigenschappen van polyurethaan.

Concurrentiepositie

Als toonaangevende speler kunnen wij bogen op solide R&D-capaciteiten, waardoor wij een sterke positie kunnen innemen op nieuwe nichemarkten.

Dankzij onze uitgebreide geografische aanwezigheid en onze industriële voetafdruk beschikken wij in tal van landen over een goede positie, maar onze positionering vereist nog steeds enige aanpassingen en herstructureringen.

Door onze wereldwijde omvang hebben wij toegang tot competitieve grondstoffenprijzen.

Strategie

  • › In eerste instantie richten wij ons op de rationalisering en modernisering van onze industriële infrastructuur.
  • › Daarnaast koesteren wij selectieve groei-initiatieven gebaseerd op nieuwe producten en oplossingen.
  • › Alleen ons segment Technische schuimen streeft naar geografische expansie.

Wij introduceren geregeld nieuwe manieren om de kennis van onze klanten te versterken, waarbij wij nagaan welke parameters voor hen van belang zijn. gewapend met die kennis { willen wij onze klantenservice en -benadering verbeteren {

in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS 2014 2015 2016
Omzet (1) 593,0 602,3 607,2
Omzetgroei (%) 1,6% 1,6% 0,8%
REBITDA 27,7 38,0 46,3
REBITDA-marge (als % van de omzet) 4,7% 6,3% 7,6%
EBITDA 25,1 34,0 39,6
EBITDA-marge (als % van de omzet) 4,2% 5,6% 6,5%
REBIT 16,5 26,1 33,8
REBIT-marge (als % van de omzet) 2,8% 4,3% 5,6%
EBIT 13,2 21,1 26,5
EBIT-marge (als % van de omzet) 2,2% 3,5% 4,4%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

aangezien

ColoSense® Lite circa 25%

minder weegt dan traditionele thermoplastische materialen, heeft het ruim ingang gevonden bij grote OEMs

Automobiel

16,4% 20,6% 42,7% 20,3% Isolatie Soepelschuim Slaapcomfort Automobiel Gecombineerde omzet 2016 (voor intragroep transacties)

Wat wij doen

Onze business line Automobiel is opgebouwd rond twee verschillende activiteiten: Interiors en Seating. Beide zijn gericht op veeleisende wereldwijde eerstelijnsklanten en OEM's in de auto-industrie.

Onze automobielproducten helpen auto's lichter en dus ook { brandstofzuiniger te worden. {

Onze divisie Interiors is bijzonder actief in de ontwikkeling, productie en commercialisering van innovatieve interieuroplossingen van elastomeer voor auto's. De ongeëvenaarde eigenschappen van onze unieke, gepatenteerde Colo-Fast® en Colo-Sense® Lite spraytechnologie bezorgt de sector van de voertuiginterieurs een extreme ontwerpvrijheid. Onze befaamde gepigmenteerde lichtstabiele PU-compounds, dashboardhuiden, bekledingsonderdelen voor het bestuurdersgedeelte en deurpanelen bieden bovendien het voordeel dat zij zo'n 25% minder wegen dan traditionele thermoplastische kunststoffen.

Tegenwoordig worden de wereldwijde activiteiten van onze divisie Interiors uitgevoerd vanuit 10 productievestigingen in China (4), Tsjechië (2), Duitsland (2) en de Verenigde Staten (2).

onze joint venture

is de grootste onafhankelijke Europese fabrikant van voorgevormde comfortschuimvulling voor autozetels

2

Automobiel

Naast de activiteiten van Interiors, waar vooral technologie bepalend is, bieden wij ook voorgevormde comfortschuimvulling voor autozetels. Deze activiteiten van Seating worden ontwikkeld via Proseat, de 51/49 joint venture van Recticel en Woodbridge. De laatste jaren heeft Proseat een geleidelijke diversificatie van zijn productaanbod doorgevoerd door zijn catalogus uit te breiden met onder andere bekledingsonderdelen en EPP-producten.

300 264 280 289 Onze divisie Seating, die geografisch alleen in Europa aanwezig is, heeft 8 productievestigingen, in Tsjechië (1), Frankrijk (1), Duitsland (2), Polen (2), Spanje (1) en het Verenigd Koninkrijk (1).

in miljoen EUR Ons segment Automobiel is goed voor 20,3% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.

Ondersteunende marktfactoren

Voor de meeste OEM-klanten blijft de belangrijkste drijfkracht de competitieve prijs van de producten. OEM's voeren de prijsdruk op leveranciers op en blijven tegelijkertijd hoge eisen stellen aan kwaliteit en technische specificaties, zoals gewicht en ontwerpvrijheid. Hierdoor wordt er druk uitgeoefend op eerstelijnsleveranciers, wat leidt tot een algemene trend van centralisatie en interne productie om hun capaciteit op te vullen, wat op zijn beurt een invloed heeft op tweedelijnsleveranciers.

Daarnaast zijn er bepaalde wereldwijde markttendensen die in het algemeen ook een invloed zullen hebben op de vraag en het concurrentielandschap. Eén trend is de verschuiving van autoverkoop en autofabricage van West-Europa en de Verenigde Staten naar Azië en China in het bijzonder. Het wereldwijde belang van West-Europa als productiehub neemt af vanwege de daling van de lokale verkoop en het steeds grotere aantal wereldwijde OEM's die de wereldwijde marktvraag volgen. Dit leidt tot een globalisatie van productieplatforms waardoor er een steeds grotere behoefte aan lokale aanwezigheid van eerste- en tweedelijnsleveranciers ontstaat.

Een andere trend is meer aandacht en bewustzijn voor duurzaamheid en de verlaging van CO2 -uitstoot. In de sector van de auto-interieuronderdelen is een belangrijk effect van deze tendens dat er meer aandacht wordt besteed aan de verlaging van het gewicht van producten en onderdelen.

Gecombineerde omzet Automobiel

2016 gecombineerde omzet Automobiel

EUR 288,9 miljoen

In een veeleisende automobielsector waar just-in-time leveringen van cruciaal belang zijn, worden onze technische expertise en de flexibiliteit van onze interiorsorganisatie als een { concurrentievoordeel beschouwd. {

www.proseat.de www.recticel-automotive.com

Aantrekkelijkheid van de markt

In Europa is de auto-industrie nog steeds een uiterst competitieve en cyclische markt die gekenmerkt wordt door overcapaciteit.

In tegenstelling tot het segment Seating (Proseat), dat vooral een activiteit van consumptiegoederen vertegenwoordigt, is ons segment Interiors vooral afhankelijk van technologie en is het bijgevolg een kapitaalintensieve activiteit.

Innovatie en differentiatie zijn in deze sector onmisbaar, maar vaak genereren ze slechts een geringe prijsverhoging.

Over het algemeen is het moeilijk om intellectuele eigendommen te beschermen en ze dus voor een lange periode te houden.

Concurrentiepositie

De activiteiten van onze divisie Automobiel zijn goed gepositioneerd bij eerstelijnsklanten en OEM's. Wij staan erom bekend dat onze Interiors-producten de beste prestaties bieden, en dat onze divisie Seating (Proseat) innovatieve concepten ontwikkelt.

Wij willen onze EBIT-winstgevendheid verbeteren door herstructureringsinspanningen en optimalisering van onze efficiëntie.

Binnen Interiors beschikken wij over een ideale wereldwijde industriële voetafdruk (Europa, VS en China).

Strategie

  • › Onze doelstelling bestaat erin om in eerste instantie de winst van de twee bedrijfssegmenten, Interiors en Proseat (Seating), te stabiliseren.
  • › Om onze concurrentiepositie te behouden, blijven wij ons toeleggen op de introductie van nieuwe innovatieve producten.
  • › Optimalisering van onze infrastructuur en capaciteitsbenutting is en blijft een continue inspanning.
in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS 2014 2015 2016
Omzet 264,0 280,3 288,9
Omzetgroei (%) 2,2% 6,2% 3,1%
REBITDA 14,9 15,4 19,9
REBITDA-marge (als % van de omzet) 5,6% 5,5% 6,9%
EBITDA 12,5 9,9 18,3
EBITDA-marge (als % van de omzet) 4,7% 3,5% 6,3%
REBIT 4,2 3,6 5,7
REBIT-marge (als % van de omzet) 1,6% 1,3% 2,0%
EBIT 1,8 -1,9 4,0
EBIT-marge (als % van de omzet) 0,7% -0,7% 1,4%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

Duurzame innovatie

3

Naar een duurzame en marktgedreven innovatie

Om duurzaamheid in onze R&D-activiteiten in te bedden, hebben wij begin 2016 onze afdeling onderzoek en ontwikkeling samengevoegd met onze afdeling duurzaamheid. Via dit nieuwe Sustainable Innovation Department (SID) willen wij ervoor zorgen dat duurzaamheid en marktgedreven innovatie al onze inspanningen inzake onderzoek en ontwikkeling aansturen. Duurzaamheid is een sleutelfactor voor onze toekomstige onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's. Zij vormt het hart van onze strategie en is een doorslaggevende beslissingsfactor bij alles wat we doen. Met behulp van onze vaardigheden en door de conversie van polyurethaanchemie willen wij verantwoorde oplossingen uitwerken voor de verschillende uitdagingen en behoeften van onze klanten en de planeet.

Wij menen dat de toekomstige groei afkomstig zal zijn van ons vermogen om perfect in te spelen op complexere maatschappelijke behoeften. Onze markten worden steeds meer aangedreven door de duurzaamheidsagenda, wat veelbelovende toekomstperspectieven biedt.

Dat is dan ook de reden waarom wij onze inspanningen opvoeren om innovatieve oplossingen uit te werken voor de grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag, zoals de klimaatopwarming, het behoud van de natuurlijke rijkdommen en de veroudering van de bevolking.

Wij zijn ervan overtuigd dat deze duurzaamheidskwesties binnen onze maatschappij bepalend zullen zijn voor onze toekomstige innovaties.

Duurzaamheid maakt sinds altijd al deel uit van de kern van onze activiteiten. Onze isolatieoplossingen helpen circa 20 maal meer CO2 -uitstoot te voorkomen dan de koolstofvoetafdruk van alle activiteiten van Recticel samen. Duurzaamheid heeft ook zijn intrede gedaan in onze business line Automobiel, waar de klanteneisen voor het terugdringen van de koolstofuitstoot onze innovatieprocessen hebben aangevoerd om lichtere materialen te ontwikkelen. In onze andere business lines ligt de traditionele focus op duurzaamheid en het bieden van een optimaal comfort tijdens de hele gebruiksfase.

Duurzaamheid is een sleutelfactor voor onze onderzoeks- { en ontwikkelingsprogramma's. {

Trend in samenstelling jaarbudget voor O&O Het is onze ambitie om onze positieve impact op de maatschappij en het milieu te versterken en de mogelijke negatieve effecten in de hele waardeketen via partnerships terug te dringen.

2012 2013 2014 2015 2016 Soepelschuim Slaapcomfort Isolatie Automobiel Corporate Programma Concrete voorbeelden van onze duurzaamheidsinspanningen zijn vooral te vinden in de oplossingen om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Onze thermische isolatieproducten voor bouwrenovatie en/of nieuwe bouwprojecten dragen nu al sterk bij tot een koolstofarme maatschappij. Daarnaast verlagen onze lichte onderdelen het gewicht van voertuigen, en dus ook hun brandstofverbruik

en koolstofuitstoot. In het transformatieproces naar een kringloopeconomie wordt afval een grondstof of basismateriaal voor nieuwe producten. In dat kader namen wij in oktober 2016 een kleine activiteit – Innortex - in Frankrijk over om zachtschuim te recyclen en het te transformeren tot hoogperformante akoestische isolatiepanelen voor bouwtoepassingen. In een tweede fase zullen materialen aan het einde van hun levensduur voor hetzelfde proces gevalideerd worden.

Het terugdringen van het grondstoffenverbruik via innovatie en efficiëntie moet ook aangevuld worden met de inzet van duurzamere grondstoffen. In partnership met Covestro AG, het vroegere Bayer MaterialScience, gebruiken wij als eersten innovatieve polyolen, die naar gewicht gemeten zo'n 20% CO2 bevatten ter vervanging van de aardolie waar de vroegere polyolen doorgaans op gebaseerd zijn. In december 2016 nam onze fabriek in Gislaved (Zweden) de allereerste levering van dit materiaal in ontvangst, voor gebruik in de productie van zacht schuim voor matrassen en meubels.

In vergelijking met vorige jaren zijn we circa EUR 12,8 miljoen blijven besteden aan onderzoek en ontwikkeling, circa 0,95% van de totale gecombineerde omzet.

  • innovatie die aan maatschappelijke behoeften voldoet
  • optimaliseren van onze carbon footprint
  • efficiënt gebruik van hulpbronnen
  • bedrijfsethiek en integriteit
  • de impact van onze activiteiten op HS&E verminderen
  • een inspiratie en lonende plek om te werken.

Voor elk van deze materiële aspecten of prioriteiten hebben we gekozen voor een belangrijke prestatieindicator en -doel om vooruitgang te meten. We zullen ons tweede duurzaamheidsverslag in 2018 publiceren.

Marktgedreven R&D moet altijd gebaseerd zijn op een gestructureerd innovatieproces { in meerdere fasen. {

Vijf duurzame innovatieprogramma's

Als bedrijf en producent van duurzame goederen vinden we het onze missie om duurzame ontwikkeling te omarmen. Om deze reden hebben we duurzaamheid een belangrijk instrument voor innovatie binnen onze Groepsstrategie gemaakt. Door onze innovatieprocessen te koppelen aan de wereldwijde duurzaamheid, zijn we ervan overtuigd dat we waarde creëren voor zowel de maatschappij als voor het bedrijf.

Toen we onze afdeling Onderzoek en Ontwikkeling samenvoegen met onze afdeling duurzaamheid in de afdeling Duurzame Innovatie, hebben we onze innovatieinspanningen op vijf innovatieprogramma's hersteld. Vier van de programma's zijn afgestemd op de toekomstige behoeften van business lines zoals het ontwikkelen van nieuwe comfortschuimen voor slaap- of zitcomfort, of oplossingen vinden om aan de eisen van technische schuimen op het gebied van geluidsdemping te voldoen. Het ontwikkelen van nieuwe isolatieoplossingen met nog lagere Lambda-waarden staat hoog op onze agenda, net zoals de verlaging van gewicht bij onze Automobiel Interiors toepassingen.

Het vijfde of 'corporate' programma coördineert alle initiatieven voor duurzame polyurethaanproducten voor de circulaire economie, onder meer door te bestuderen hoe polyurethaan gerecycleerd en herbruikt kan worden. De overname van Innortex in Frankrijk in oktober 2016 past hierin en biedt ons de mogelijkheid om schuimresten uit het productproces om te zetten in hoogwaardige akoestische isolatie. In een tweede fase zullen de oude materialen gevalideerd voor hetzelfde proces. Een ander voorbeeld is het gebruik van een nieuwe CO2 gebaseerde polyol voor de productie van soepelschuim voor matrassen en zetels. De gedeeltelijke vervanging van olie door CO2 vermindert de koolstofvoetafdruk van onze producten.

Deze vijf programma's ondersteunen onze duurzaamheidsstrategie om nieuwe maatschappelijke behoeften aan te pakken en de overgang naar een circulaire economie te ondersteunen door onszelf als bedrijf te onderscheiden en gemeenschappelijke waarde te creëren voor alle belanghebbenden.

Human Resources

HR BACKPACK

In 2016 werkten wij verder aan de uitvoering van onze 15–17 Human Resources-strategie, de HR Backpack, die geconcentreerd is op de volgende strategische krachtlijnen:

    1. Back to basics, terug naar de essentie
    1. Adequately resource, met toereikende middelen
    1. Continue excellent collective employee relations and enhance engagement, uitstekende voortgezette relaties met alle werknemers en een grotere betrokkenheid
    1. Key HR processes streamlining, stroomlijning van belangrijke HRprocessen
    1. People review towards "living" talent management, evaluatiegesprekken met het oog op het beheer van 'levend' talent
    1. Assess extensively and train for success, uitvoerige evaluaties en opleidingen die leiden tot succes
    1. Classification of jobs, classificatie van functies met C3-scores (Clarity/ Competitive benchmarking/Consistency, klaarheid/competitieve benchmarking/consistentie)
    1. Kreate and work as a glocal HR team, creëren en samenwerken als een 'glokaal' HR-team

Wij hebben duidelijk significante vooruitgang geboekt, meer bepaald op volgende gebieden:

  • Wij hebben een nieuw jaarlijks proces voor loontoetsing ingevoerd
  • Wij hebben een nieuw Hay®-gebaseerd beoordelingssysteem ingevoerd
  • Wij hebben het evaluatieproces verder uitgebreid
  • Wij hebben het prestatiebeheersysteem herwerkt
  • Wij hebben de plaatselijke bonusregelingen herzien
  • Wij hebben een internationale betrokkenheidsenquête geïntroduceerd

4

Vergoedingen en voordelen

In juni 2016, als gevolg van de implementatie van het Hay®-kader voor functiefamilies, keurde ons Managementcomité het carrièrepad goed dat zal worden gebruikt om bediendenfuncties in de hele Groep in te vullen en te beoordelen. In die context maakt Recticel gebruik van de Hay® PayNet database om zijn inzicht in de loonpraktijken op zijn markten uit te bouwen.

Na de herziening van het Groepsbonusplan in 2015 hebben wij de administratie van plaatselijke bonusregelingen verder gestroomlijnd aan de hand van vijf Groepsprincipes die een versterkte governance en een meer samenhangend ontwerp waarborgen.

Ten slotte werd het nieuwe Groepsbrede jaarlijkse proces voor loontoetsing met succes uitgerold voor een betere differentiatie tussen de werknemers, met het oog op een sterkere koppeling tussen individuele loonontwikkeling en prestaties.

Evaluaties en opleidingen voor succes

Bij Recticel koesteren wij een prestatiegedreven bedrijfscultuur. De jaarlijkse prestatiebeheerbesprekingen zijn in dat verband van cruciaal belang. In het kader van deze besprekingen krijgen de werknemers de kans om zaken ter sprake te brengen zoals hun ambities voor loopbaanontwikkeling, hun werkomstandigheden en het evenwicht tussen werk en privéleven. Deze gesprekken helpen de managers inzicht te hebben in

de ontwikkelingsbehoeften, zodat zij de prestaties van hun werknemers op een meer gefocuste manier kunnen coachen en optimaliseren.

In 2016 doorliepen circa 1.600 bedienden een gestructureerde prestatiebeheerbespreking. In de tweede helft van 2016 beslisten wij het Prestatiebeheerproces voor Werknemers te stroomlijnen en te vereenvoudigen met het oog op een kwalitatief hoogstaand overleg tussen manager en werknemer. Het nieuwe proces en format wordt wereldwijd gebruikt voor alle bedienden en hangt nauw samen met alle andere grote HR-processen, inclusief beloning en behoud, leren en ontwikkeling, opvolging en loopbaanplanning.

Een inspirerende en lonende werkplek

In 2016 hebben wij ons evaluatieproces voortgezet. In het kader van dit proces trok het management van iedere business line of functie een volledige dag uit met het Global HR-team om zaken te bespreken zoals opvolgingsplanning, SWOT-analyse van mensen, identificatie van hoog potentieel, planning voor toekomstige rekrutering en pensionering, met inbegrip van plannen voor kennisoverdracht.

Voor werknemers met hoog potentieel hebben wij een carrièrepad en een ontwikkelingsplan opgesteld. Via deze aanpak kunnen wij intern anticiperen op opvolgingsbehoeften, en personeel met hoog potentieel motiveren via concrete loopbaankansen en hun kennis, passie en vaardigheden binnen onze organisatie behouden. Wij geloven dat deze aanpak het inhouse talent zal stimuleren om nieuwe uitdagingen in hun loopbaan aan te gaan.

Het evaluatieproces is niet louter op het niveau van het topmanagement ingevoerd: de methodologie kan ook worden toegepast - en werd in 2016 zelfs al gebruikt - in diverse landen en regio's, zoals het VK, Frankrijk en de regio Noord.

Kernwaarden

Begin 2016 herdefinieerde het Managementcomité van de Groep Recticel vijf kernwaarden en wees het elke waarde vijf concrete gedragingen toe - ervan uitgaande dat deze waarden symbool staan voor onze Recticelcultuur. Zij beschrijven hoe wij met elkaar omgaan, hoe wij zaken doen en hoe wij samenwerken om te groeien als bedrijf en als individuen.

Onze kernwaarden worden in de hele organisatie uitgerold en zijn al vertaald in 14 talen. Wij stelden een functie- en business line-overschrijdend Values Deployment Team samen om een gedetailleerd implementatieplan uit te werken, en selecteerden meer dan 70 Core Values Ambassadors in de verschillende landen en vestigingen. Het plan, dat van start ging in september 2016, heeft vier hoofdambities:

    1. informeren en trainen
    1. de waarden inbedden in bestaande processen
    1. de hele organisatie erbij te betrekken
    1. de verwezenlijkingen erkennen van individuen en teams die deze waarden uitdragen

Ons doel is ervoor te zorgen dat iedere Recticelwerknemer vertrouwd is met de waarden. Wij zullen dit verwezenlijken via informatiesessies, e-learningmodules en diverse communicatiematerialen. Recticel zal ook de Living The Values Award invoeren.

Recticel University

RECUN biedt programma's die gericht zijn op ofwel de specifieke behoeften van de business lines, ofwel afdelingsoverschrijdende vaardigheden zoals financiën, projectbeheer, communicatie en leiderschap. In het jaar 2016 focusten wij specifiek op de introductie van nieuwe RECUN-modules om de bedrijfsprestaties op te voeren en hielden wij een herziening van alle bestaande modules om de koppeling tussen RECUN en de dagelijkse activiteiten van Recticel te versterken. Er lag een sterke focus op het verbeteren van de operationele uitmuntendheid. Andere belangrijke ontwikkelingsgebieden hielden verband met zuinigheid, de bevoorradingsketen, leiderschap, communicatie en onderhandelingsvaardigheden. In 2016 boden wij 21 ontwikkelingscursussen aan en organiseerden wij meer dan 800 opleidingsdagen.

RECTICEL JAARVERSLAG 2016 67

Betrokkenheidsenquête

In september 2016 lanceerden wij een betrokkenheidsenquête in België, het VK en Spanje voor zowel bedienden als arbeiders. Voor België was dit de derde uitgave, voor de andere landen de eerste.

De betrokkenheidsenquête verschafte ons inzicht in de werknemersbetrokkenheid en -tevredenheid, met inbegrip van leiderschap, jobinhoud, vergoeding, persoonlijke ontwikkeling, communicatie, samenwerking, fysieke werkomgeving en impact op maatschappij en welzijn.

Er was een hoge respons voor de enquête van 2016: in totaal 1340 werknemers (79% van de doelpopulatie) vulden de enquête in. De resultaten van de betrokkenheidsenquête zijn meegedeeld aan het management en de werknemers, en het projectteam werkt nu aan tastbare acties om de sterke bedrijfspunten te behouden en de gebieden die als kritiek werden aangemerkt te ontwikkelen. Onze bedoeling is het doelpubliek uit te breiden door elk jaar twee nieuwe landen toe te voegen aan de enquête.

T.A.G. Summit 2016

In maart 2016 vond de T.A.G. Summit plaats in Brussel. Meer dan 100 topleiders van Recticel uit alle landen en continenten waren uitgenodigd om hun kijk te delen op de manier waarop Recticel zich zou kunnen ontwikkelen in een richting die gedeelde waarde creëert voor al onze stakeholders.

hogere innovatieve en duurzame groeinormen. De bijeenkomst viel sterk in de smaak bij de deelnemers en alle gepresenteerde ontwikkelingsideeën werden genoteerd en besproken in het Managementcomité van de Groep; en in een latere fase in diverse ad hoc projectteams. Alle deelnemers aan de Summit ontvingen geregeld feedback over de status van de goedgekeurde ontwikkelingsprojecten. De volgende T.A.G. Summit is gepland voor 2018.

Het doel van deze topvergadering was de Recticelleidinggevenden uit te dagen en te inspireren voor

PERSONEELSBESTAND1

31 DEC 2015 31 DEC 2016
Polen 1 074 14,1% 1 270 16,0%
België 1 100 14,5% 1 110 14,0%
Duitsland 1 062 14,0% 1 011 12,8%
Tsjechië 910 12,0% 972 12,3%
Frankrijk 652 8,6% 655 8,3%
Verenigd Koninkrijk 544 7,2% 542 6,8%
Nederland 307 4,0% 308 3,9%
Roemenië 255 3,3% 308 3,9%
Spanje 217 2,8% 243 3,1%
Volksrepubliek China 169 2,2% 236 3,0%
Oostenrijk 249 3,3% 233 2,9%
Zweden 184 2,4% 169 2,1%
VS 150 2,0% 152 1,9%
Hongarije 135 1,8% 135 1,7%
Zwitserland 128 1,7% 112 1,4%
Estland 92 1,2% 95 1,2%
Finland 86 1,1% 91 1,1%
Turkije 83 1,1% 87 1,1%
Italië 64 0,8% 61 0,8%
India 41 0,5% 42 0,5%
Noorwegen 38 0,5% 36 0,5%
Bulgarije 18 0,2% 19 0,2%
Slowakije 13 0,2% 11 0,1%
Servië 10 0,1% 11 0,1%
Litouwen 8 0,1% 7 0,1%
Oekraïne 8 0,1% 7 0,1%
Rusland 5 0,1% 5 0,1%
Marokko 2 0,0% 2 0,0%
TOTAAL 7 598 100% 7 925 100%
31 DEC 2015 31 DEC 2016
West-Europa 4 629 60,9% 4 569 57,7%
Oost-Europa 2 520 33,2% 2 832 35,7%
Rest van de wereld 450 5,9% 524 6,6%
TOTAAL 7 598 100% 7 925 100%

1 Voltijds en deeltijds personeel met een geldig voltijds of deeltijds arbeidscontract aan het einde van de periode. Het werknemersaantal omvat geen externe werknemers, maar wel het proportionele personeel van joint ventures die voor minimaal 33% door Recticel worden gecontroleerd (afgeronde cijfers).

4

1. Referentiecode en regels van kracht

In overeenstemming met de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 publiceert Recticel haar Corporate Governance Charter op haar website (www.recticel.com). De laatste versie dateert van 25 april 2017. Elke belanghebbende kan het Charter aldaar downloaden, of een exemplaar aanvragen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Het Charter bevat een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur en het governance beleid van de vennootschap.

Recticel hanteert de Belgische Governance Code 2009 als haar referentiecode, en deze code kan op de website van de Commissie Corporate Governance (www. corporategovernancecommittee.be) geraadpleegd worden.

Sinds de Gewone Algemene Vergadering van 26 mei 2015 past Recticel alle aanbevelingen van de referentiecode toe.

Dit hoofdstuk bevat meer feitelijke informatie omtrent corporate governance in het algemeen en in het bijzonder, de toepassing van de Code bij Recticel tijdens het afgesloten boekjaar.

Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur worden niet verder beperkt door de statuten.

Het intern reglement van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel.

2. Interne controle en risk management

Elke entiteit bestaat om waarde te creëren voor haar stakeholders en dit vormt de basis van het risicomanagement van elke onderneming. De uitdaging voor de Raad van Bestuur en voor het uitvoerend management bestaat erin om te bepalen hoeveel onzekerheid zij wenst te aanvaarden in haar streven om waarde te creëren. De waardecreatie wordt gemaximaliseerd wanneer het bestuur erin slaagt om een optimale balans te creëren tussen groei en opbrengst enerzijds en de daaraan gekoppelde risico's anderzijds.

Het identificeren en kwantificeren van de risico's en het opzetten en onderhouden van efficiënte controlemechanismen behoort tot de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en het uitvoerend management van de Recticel Groep.

Het kader voor de interne controle en risk management toegepast door de Recticel Groep is gebaseerd op het COSO (Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission) model en is in lijn met de vereisten opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code, dit alles rekening houdend met de grootte en de specifieke noden van de Recticel Groep.

Sinds midden 2010 hebben de Raad van Bestuur en het uitvoerend management het kader voor de interne controle en risk management herbekeken, en een aangepast Compliance programma geïmplementeerd.

De basis wordt gevormd door een herziene Code of Conduct, toepasselijk op alle Recticel bestuurders, corporate officers en werknemers, en kan op de website van Recticel (www.recticel.com) geraadpleegd worden.

Belangrijke onderwerpen zoals ethiek, veiligheid, gezondheid en milieu, kwaliteit, belangenconflicten, mededinging, oplichterij, etc. worden er behandeld.

De daarin gehuldigde principes worden vervolgens verder uitgewerkt in de Business Control Guide, die in meer concrete en gedetailleerde richtlijnen voorziet, zoals onder meer richtlijnen op het vlak van Belastingbeheer, Schatkistbeheer, Boekhoudingregels, Investeringen,

Deze Business Control Guide omvat tevens de algemene delegatie van beslissingsmachten en verantwoordelijkheden voor specifieke bevoegdheidsdomeinen.

De Raad van Bestuur en het uitvoerend management evalueren geregeld de belangrijkste risico's waaraan de Recticel Groep blootgesteld wordt en leggen een prioriteitenlijst vast. Een algemene beschrijving van de risico's is terug te vinden in het financieel deel van dit jaarverslag, onder hoofdstuk VIII.

Een van de oogmerken van het interne controle en risk management systeem is tevens het verzekeren van een tijdige, volledige en precieze communicatie. Daartoe omvat de Business Control Guide en alle verbonden richtlijnen de nodige regels over rollen en verantwoordelijkheden. Tevens wordt de nodige aandacht aan de dag gelegd voor het verzekeren van de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevensuitwisseling, indien nodig of nuttig.

De Recticel Groep heeft op het vlak van haar interne rapporteringssystemen in geval van overtreding van de externe of interne wetten en regels tevens een beleid op Groepsniveau geïmplementeerd voor het Melden van Wangedrag en de Bescherming van Klokkenluiders teneinde eenieder de mogelijkheid te bieden om over wangedrag in strijd met de Code of Conduct, de Groepsbeleiden of alle andere wetten of regelgevingen te rapporteren.

Ten slotte heeft het Auditcomité onder meer als taak om de Raad van Bestuur in te lichten en te adviseren omtrent de opvolging die zij minstens jaarlijks doorvoert betreffende de systemen van interne controle en risk management.

De Recticel Groep heeft tevens een Interne Audit dienst ingericht die werkt op basis van een Intern Audit Charter. De Interne Audit heeft als voornaamste opdracht het afleveren van verslagen met opinies en andere informatie in hoeverre de interne controle erin slaagt vooraf

bepaalde criteria te halen. De interne controle heeft als doel de redelijke zekerheid te bieden dat de objectieven van de Recticel Groep inzake strategie, bedrijfsactiviteiten, compliance en reporting gerealiseerd kunnen worden op de meest efficiënte wijze. Hiertoe tracht ze volgende doeleinden te verzekeren:

  • de betrouwbaarheid en integriteit van de informatie;
  • de naleving van policies, plannen, procedures, wetten en overeenkomsten;
  • het veilig stellen van de activa;
  • het spaarzaam en efficient gebruik van de middelen;
  • het bereiken van de vastgelegde doelen van de operaties en programma's.

3. Externe controle

De externe controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen van Recticel NV werd door de Algemene Vergadering van 2016 toevertrouwd aan de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "DELOITTE Bedrijfsrevisoren", vertegenwoordigd door de heer Kurt DEHOORNE.

De Commissaris voert zijn controles uit overeenkomstig de normen van het Belgisch Instituut der Bedrijfsrevisoren en levert een verslag af waarin bevestigd wordt of de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap. Het Auditcomité onderzoekt en bespreekt deze halfjaarlijkse rapporten in aanwezigheid van de Commissaris, en ze worden nadien ook besproken in de Raad van Bestuur.

De bezoldiging van de Commissaris betreffende de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Recticel bedoeld in artikel 134, §2 van het Wetboek van Vennootschappen, bedraagt EUR 836.600 voor 2016. Daarnaast werd nog een wettelijke opdracht gefactureerd voor een bedrag van EUR 4.500.

Het globale bedrag van de bezoldigingen voor bijkomende diensten van de Commissaris en aan de Commissaris verbonden partijen bedraagt op het niveau

Corporate Governance Verklaring

van de Groep Recticel EUR 834.406. Dit bedrag omvat een bedrag van EUR 24.328 voor bijkomende auditopdrachten en EUR 810.078 voor overige adviesopdrachten (samengesteld uit een bedrag van EUR 308.882 voor bijkomende belastingadviesopdrachten en een bedrag van EUR 501.196 voor andere consultingopdrachten).

Aangezien de bezoldiging van de Commissaris op groepsniveau EUR 836.600 bedraagt, werd de 1-op-1 limiet bedoeld in het in dat boekjaar van nog van toepassing zijnde artikel 133 van het Wetboek van Vennootschappen op geconsolideerd niveau niet overschreden, rekening houdend met het feit dat de bijkomende wettelijke opdracht voor de Commissaris ter waarde van EUR 4.500 buiten de 1-op-1 limiet valt.

Het detail van deze vergoedingen is opgenomen in de toelichting op VOL 6.18.2. in de statutaire jaarrekening alsook in de toelichtingen in het financieel deel van het geconsolideerd jaarverslag.

Het mandaat van de Commissaris werd hernieuwd in 2016 en loopt af na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.

4. Samenstelling van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur van Recticel bestaat thans uit tien leden. Er zijn negen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan vijf onafhankelijk zijn. OLIVIER CHAPELLE BVBA, vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, Gedelegeerd Bestuurder, is uitvoerend bestuurder.

De Gedelegeerd Bestuurder vertegenwoordigt het management en drie bestuurders vertegenwoordigen de referentieaandeelhouder.

Met betrekking tot de wet d.d. 28 juli 2011 die voorziet in de verplichting dat minstens 1/3 van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht zijn tegen 1 januari 2017, heeft de Raad van Bestuur verschillende opties om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen onderzocht. Het mandaat van REVAM BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Wilfried VANDEPOEL loopt af na de Gewone Algemene Vergadering van 30 mei 2017. De Raad van Bestuur stelt voor om IPGM Consulting GmbH, vertegenwoordigd door Mevr Anne De Vos, te benoemen waardoor drie van de tien bestuurders vrouwen zullen zijn, en bijgevolg zal worden voldaan aan de verplichting van artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen.

Van links naar rechts: Frédéric VAN GANSBERGHE, Pierre-Yves de Laminne de Bex, Benoit DECKERS, Danielle SIOEN, Johnny THIJS, Olivier CHAPELLE, Ingrid MERCKX, Kurt PIER-LOOT, Wilfried VANDEPOEL, Luc MISSORTEN

In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de huidige leden van de Raad van Bestuur van Recticel (d.i. de situatie sinds 31 mei 2016).

NAAM FUNCTIE TYPE GEBOORTE
JAAR
AANVANG
MANDAAT
EINDE
MANDAAT
HOOFDFUNCTIE
BUITEN RECTICEL
LIDMAATSCHAP
COMITÉ
Johnny THIJS (1) Voorzitter Onafhankelijk 1952 2015 2018 Delhaize Groep Bestuurder AC / RC
Olivier CHAPELLE (2) Gedelegeerd
Bestuurder
Uitvoerend 1964 2009 2019 MC
Benoit DECKERS (3) Bestuurder Niet-uitvoerend 1964 2015 2018 CEO van Compagnie du Bois
Sauvage SA
AC
Pierre-Yves de LAMINNE
de BEX (4)
Bestuurder Niet-uitvoerend 1969 2014 2018 Bestuurder bij Compagnie du
Bois Sauvage SA / Managing
Director bij Entreprises et
Chemins de Fer en Chine SA
Ingrid MERCKX (5) Bestuurder Onafhankelijk 1966 2012 2019 Agfa Healthcare (Fr- Belux)
Gedelegeerd Bestuurder
AC
Luc MISSORTEN (6) Bestuurder Onafhankelijk 1955 2015 2018 Ontex Voorzitter AC / RC
Kurt PIERLOOT Bestuurder Onafhankelijk 1972 2015 2018 Lid van Executive Committee
Bpost- Domestic & International
RC
Wilfried VANDEPOEL (7) Bestuurder Niet-uitvoerend 1945 1999 2017 Groep Van Roey NV
Bestuurder
AC
Frédéric VAN GANSBERGHE (8) Bestuurder Niet-uitvoerend 1958 2014 2019 Compagnie du Bois Sauvage
Voorzitter
RC
Danielle SIOEN Bestuurder Onafhankelijk 1966 2016 2019 Sioen Industries NV Bestuurder

(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA

(2) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA

(3) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA

(4) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA

(5) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA

(6) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

(7) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA

(8) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA

In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de leden van de Raad van Bestuur van Recticel waarvan het mandaat tijdens het boekjaar 2016 tot een einde kwam.

NAAM FUNCTIE TYPE GEBOORTE
JAAR
AANVANG
MANDAAT
EINDE
MANDAAT
HOOFDFUNCTIE BUITEN
RECTICEL
LIDMAATSCHAP
COMITÉ
Marion DEBRUYNE (1) Bestuurder Onafhankelijk 1972 2012 2016 Vlerick Leuven, Gent
Management School Partner en
Associate Professor
RC
Patrick VAN CRAEN Bestuurder Onafhankelijk 1953 2012 2016 CLE (CFE Groep) Gedelegeerd
Bestuurder
Jacqueline ZOETE Bestuurder Niet-uitvoerend 1942 2010 2016 Sioen Industries NV Bestuurder

(1) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van MARION DEBRUYNE BVBA RC = Remuneratie- en Benoemingscomité

AC = Auditcomité MC = Managementcomité RC = Remuneratie- & Benoemingscomité

Wijzigingen sinds het vorige jaarverslag – statutaire benoemingen – voorstelling nieuwe bestuurders

Op voorstel van de Raad van Bestuur en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft de Algemene Vergadering van 31 mei 2016 het volgende beslist:

  • De vergadering stelt vast dat de mandaten van (i) MARION DEBRUYNE BVBA, vertegenwoordigd door mevrouw Marion DEBRUYNE, als onafhankelijk bestuurder en van (ii) de heer Patrick VAN CRAEN, als niet-uitvoerend bestuurder aflopen na de Algemene Vergadering van 31 mei 2016. Zij stellen zich niet hernieuwbaar voor een nieuw mandaat. De vergadering aanvaardt om niet in hun vervanging te voorzien en om het aantal bestuursleden te verminderen van twaalf naar tien.
  • De vergadering aanvaardt ter vervanging van mevrouw Jacqueline ZOETE, de benoeming van mevrouw Danielle SIOEN, als onafhankelijk bestuurder, voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de gewone algemene vergadering van 2019.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van OLIVIER CHAPELLE SPRL, vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, als gedelegeerd bestuurder, voor een periode van drie jaar, die zal eindigen na de gewone algemene vergadering van 2019.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van IMRADA BVBA, vertegenwoordigd door mevrouw Ingrid MERCKX, als onafhankelijk bestuurder, voor een periode van drie jaar, die zal eindigen na de gewone algemene vergadering van 2019.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN CHINE SA, vertegenwoordigd door de heer Frédéric VAN GANSBERGHE, als niet- uitvoerend bestuurder voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de gewone algemene vergadering van 2019.
  • De vergadering benoemt mevrouw Danielle SIOEN tot onafhankelijk bestuurder, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Danielle SIOEN voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan

de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.

• De vergadering bevestigt als onafhankelijk bestuurder de BVBA IMRADA, vertegenwoordigd door mevrouw Ingrid MERCKX, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Ingrid MERCKX voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.

Rekening gehouden met het bovenstaande en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité stelt de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van 30 mei 2017 het volgende voor:

  • Vaststelling dat het mandaat van REVAM BVBA, vertegenwoordigd door de heer Wilfried VANDEPOEL, als niet-uitvoerend bestuurder afloopt na de Gewone Algemene Vergadering van 30 mei 2017. Zij stelt zich niet hernieuwbaar voor een nieuw mandaat. Besluit om in haar vervanging te voorzien.
  • Ter vervanging van REVAM BVBA, vertegenwoordigd door de heer Wilfried VANDEPOEL, benoeming van IPGM Consulting GmbH, vertegenwoordigd door mevrouw Anne De Vos, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder, voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2020.
  • Benoeming van IPGM Consulting GmbH, vertegenwoordigd door mevrouw Anne De Vos tot onafhankelijk bestuurder, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Zij voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.

Mevrouw Anne De Vos haalde een MBA in international marketing en een Master in Chemical Engineering en verwierf ervaring bij onder andere Givaudan en Sigma Aldrich Corporation.

* * *

Werking van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur kwam in 2016 zevenmaal samen. Eén vergadering behandelde voornamelijk het budget voor 2016 en twee vergaderingen handelden vooral over de vaststelling van de jaarrekeningen per 31 december 2015 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2016.

Op elke vergadering wordt verder aandacht besteed aan de gang van zaken per afdeling, en aan de belangrijkste lopende overname en/of desinvesteringsdossiers. Andere onderwerpen (human resources, externe communicatie, geschillen en juridische vraagstukken, delegatie van bevoegdheden en dergelijke) komen aan bod indien nodig of nuttig.

De schriftelijke besluitvormingsprocedure werd in 2016 niet toegepast.

Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt verzorgd door de heer Dirk VERBRUGGEN, General Counsel & General Secretary.

Het individuele aanwezigheidspercentage van de bestuurders op de vergaderingen in 2016 bedroeg:

NAAM AANWEZIGHEID IN 2016
Johnny THIJS 7/7
Olivier CHAPELLE 7/7
Benoit DECKERS 7/7
Pierre-Yves de LAMINNE de BEX 6/7
Ingrid MERCKX 6/7
Luc MISSORTEN 7/7
Kurt PIERLOOT 7/7
Wilfried VANDEPOEL 7/7
Frédéric VAN GANSBERGHE 6/7
Danielle SIOEN (1) 4/4
Jacqueline ZOETE (2) 3/3
Patrick VAN CRAEN (3) 3/3
Marion DEBRUYNE (4) 2/3

(1) Begin mandaat 31/5/2016

(2) Einde mandaat 31/5/2016 (3) Einde mandaat 31/5/2016

(4) Einde mandaat 31/5/2016

De Raad van Bestuur organiseert een zelfbeoordeling van zijn werking evenals een beoordeling van de interactie met de leden van het managementcomité op regelmatige basis. Die gaat uit van een vragenlijst die door alle bestuurders wordt beantwoord. De resultaten uit de vragenlijst worden dan besproken en verder geanalyseerd tijdens een volgende vergadering van de Raad van Bestuur. De laatste beoordeling vond plaats medio 2015. De individuele evaluatie van de bestuurders gebeurt door het Remuneratie- en Benoemingscomité.

5. Comités ingericht door de Raad van Bestuur

a) Het Auditcomité

Het Auditcomité ziet overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen toe op het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de vennootschap, de interne audit, de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en de onafhankelijkheid van de Commissaris. Het intern reglement van het Auditcomité is opgenomen in het Corporate Governance Charter.

Ingevolge de wijziging van artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen werden de taken en opdrachten van het Auditcomité voor het nieuwe boekjaar 2017 door de Raad van Bestuur herbekeken met het oog op de eventuele aanpassing ervan aan de gewijzigde wetgeving.

Het Auditcomité telt vijf leden. Alle leden zijn nietuitvoerende bestuurders, en drie leden, waaronder de Voorzitter, zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.

Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.

De samenstelling van het Auditcomité voldoet aan de bepalingen van de statuten van Recticel en aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen en voldoet sedert 26 mei 2015

Corporate Governance Verklaring

eveneens aan principe 5.2./4. van de Belgische Corporate Governance Code 2009 dat voorziet dat minstens de meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk moet zijn.

Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat de Voorzitter van het Auditcomité, de heer Luc MISSORTEN, aan de vereisten van onafhankelijkheid voldoet en dat hij de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit. De leden van het Auditcomité beschikken tevens over collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap.

De hiervolgende tabel bevat de leden van het Auditcomité tijdens het boekjaar 2016 en tot heden.

NAAM FUNCTIE AANWEZIG
HEID IN 2016
Luc MISSORTEN (1) Voorzitter 4/4
Johnny THIJS (2) Lid 4/4
Ingrid MERCKX (3) Lid 3/4
Benoit DECKERS (4)(5) Lid 3/3
Wilfried VANDEPOEL (6) Lid 4/4
Pierre-Yves de LAMINNE de BEX (7) (8) Lid 1/1

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

(2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA

(3) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA (4) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA

(5) Begin mandaat 25/2/2016

(6) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA

(7) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA

(8) Einde mandaat 25/2/2016

Het Auditcomité kwam viermaal samen in 2016. Twee vergaderingen waren voornamelijk gewijd aan het nazicht van de jaarrekeningen per 31 december 2015 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2016. Op alle vergaderingen wordt tevens aandacht besteed aan het programma voor de interne audit, risicobeheer, fiscaliteit en boekhoudkundige vragen gelieerd aan IFRS.

Het Auditcomité realiseert geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan. Begin 2017 werd een formele evaluatie doorgevoerd.

b) Het Remuneratie- en Benoemingscomité

Het Remuneratie- en Benoemingscomité doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het Managementcomité, en bereidt het remuneratieverslag voor en licht het toe op de Algemene Vergadering. Tevens doet zij de nodige voorstellen betreffende de evaluatie en herbenoeming van bestuurders evenals de benoeming en installatie van nieuwe bestuurders. Het intern reglement van het Remuneratie- en Benoemingscomité is opgenomen in het Recticel Corporate Governance Charter.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité bestaat uit vier leden, allen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan drie onafhankelijke bestuurders.

Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.

De samenstelling van het Remuneratie- en Benoemingscomité voldoet aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen, evenals aan de vereisten van de Belgische Corporate Governance Code.

De samenstelling luidt als volgt:

NAAM FUNCTIE AANWEZIG
HEID IN 2016
Johnny THIJS (1) Voorzitter 2/2
Kurt PIERLOOT Lid 2/2
Frédéric VAN GANSBERGHE (2) Lid 1/2
Luc MISSORTEN (3)(4) Lid 1/1
Marion DEBRUYNE (5)(6) Lid 1/1

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA (2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE

FER EN CHINE SA (3) Begin mandaat 25/2/2016

(4) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

(5) Einde mandaat 25/2/2016 (6) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van MARION DEBRUYNE BVBA

Conform artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat het Remuneratieen Benoemingscomité over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van remuneratiebeleid.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam tweemaal samen in 2016.

Deze vergaderingen behandelden de vaste en variabele remuneratie van het uitvoerend management en de benoeming en herbenoeming van bestuurders.

De samenstelling en de werking van het Remuneratieen Benoemingscomité werden einde 2010 grondig herzien naar aanleiding van de Wet d.d. 6 april 2010 die het Wetboek van Vennootschappen wijzigde door een artikel 526quater in te voeren, waarin het oprichten van een Remuneratiecomité verplicht werd voor vennootschappen waarvan de aandelen genoteerd zijn op een gereglementeerde markt.

Dientengevolge voert het Remuneratie- en Benoemingscomité geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan.

6. Het uitvoerend management

De Raad van Bestuur heeft het dagelijks beleid van de vennootschap toevertrouwd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "OLIVIER CHAPELLE", gevestigd te 1180 Brussel, Avenue de la Sapinière 28, vertegenwoordigd door haar Zaakvoerder en vaste vertegenwoordiger, de heer Olivier CHAPELLE.

De Gedelegeerd Bestuurder wordt in zijn taken bijgestaan door het Managementcomité, waarvan de leden (voor de periode 2016 tot heden) opgenomen zijn in de hierna volgende lijst:

NAAM FUNCTIE
Olivier CHAPELLE (1)(2)(3) Chief Executive Officer
Ralf BECKER Group General Manager Insulation
Betty BOGAERT Chief Information Officer
Philipp BURGTORF (4) Group General Manager Bedding
Marc CLOCKAERTS (5) (6) Group General Manager Flexible Foams
Jean-Pierre DE KESEL Chief Sustainable Innovation Officer
François DESNÉ (7) Group General Manager Flexible Foams
Bart MASSANT Chief Human Resources Officer
Jean-Pierre MELLEN Chief Financial Officer
Jan MEULEMAN Group General Manager Automotive
François PETIT Chief Procurement Officer
Dirk VERBRUGGEN General Counsel & General Secretary

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA (2) vanaf 29/4/2016 tot 19/10/2016 - Group General Manager Flexible Foams (a.i.) (3) vanaf 20/1/2017 - Group General Manager Bedding (a.i.) (4) tot 20/1/2017

(5) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van EMSEE BVBA (6) tot 29/4/2016

(7) vanaf 19/10/2016

Het Managementcomité heeft een adviserende rol ten behoeve van de Raad van Bestuur in zijn geheel en is geen directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen.

Van links naar rechts: Jean-Pierre MELLEN, Jan MEULEMAN, Betty BOGAERT, Jean-Pierre DE KESEL, François DESNÉ, François PETIT, Olivier CHAPELLE, Bart MASSANT, Dirk VERBRUGGEN, Ralf BECKER

Corporate Governance Verklaring

7. Remuneratieverslag

I. Inleiding

Het Remuneratiebeleid van de Recticel Groep kan teruggevonden worden in het Corporate Governance Charter op de Recticel website (www.recticel.com).

Er zijn tijdens het jaar 2016 geen wijzigingen doorgevoerd.

Op aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité bepaalt de Raad van Bestuur van de Groep de bezoldiging van de leden van het managementcomité (hierna het "Senior Management" of de "Senior Managers" genoemd) en stelt zij de bezoldiging van de bestuurders voor aan de algemene vergadering.

Om het comité bij te staan in zijn analyse van de concurrentiële omgeving in België en Europa, evenals andere factoren die nuttig zijn voor de evaluatie door het comité van bezoldigingsaangelegenheden, kan het comité een beroep doen op de diensten van internationaal erkende bezoldigingsconsulenten.

Voor de volgende 3 jaren heeft het Remuneratieen Benoemingscomité de principes van het Remuneratiebeleid herbevestigd, met uitzondering van hetgeen hieronder wordt vermeld.

Bezoldiging van de bestuurders

De bestuurders van de vennootschap worden beloond voor hun diensten met een vaste vergoeding per jaar, gekoppeld aan een aanwezigheidsvergoeding per bijgewoonde vergadering. De remuneratie wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité en aan de Algemene Vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring voorgelegd. De voorzitter van de raad ontvangt een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijk remuneratie bepaald voor de andere leden van de Raad.

De Raad doet een voorstel over de bijkomende bezoldiging voor de leden van het comité. De voorzitters van de comités ontvangen een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van het comité. Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de bestuurders wordt jaarlijks bekeken. Voor 2017 zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 30 mei 2017 de hierna vermelde wijzigingen voorstellen:

  • Bepaling en goedkeuring van de emolumenten van de Bestuurders, d.i.:
  • Een vaste eenmalige vergoeding voor de Bestuurders van EUR 15.000 per jaar en voor de Voorzitter van de Raad van Bestuur van EUR 30.000 per jaar;
  • Zitpenningen voor de Bestuurders van EUR 2.500 per vergadering en voor de Voorzitter van de Raad van Bestuur van EUR 5.000 per vergadering.
  • Bepaling van de zitpenningen van de leden van het Auditcomité op EUR 2.500 per vergadering en die van de Voorzitter van het Auditcomité op EUR 5.000 per vergadering.
  • Bepaling van de zitpenningen van de leden van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 2.500 per vergadering en die van de Voorzitter van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 5.000 per vergadering.

Niet-uitvoerende bestuurders van de vennootschap ontvangen geen enkele bezoldiging, bonus of aandeelgebonden of andere incentives vanwege de vennootschap en haar verbonden ondernemingen tenzij als bezoldiging voor de door hen gepresteerde diensten als bestuurder van de vennootschap en/of haar verbonden ondernemingen. Ten behoeve van om het even welk lid van de Raad van Bestuur zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen in de vorm van een persoonlijke lening.

Bezoldiging van de leden van het Management Comité

De bezoldiging van de leden van het Management Comité is berekend om:

  • ervoor te zorgen dat de vennootschap bestendig uitvoerend talent van hoog kaliber en met groot potentieel kan aantrekken, motiveren en behouden, en met het oog waarop de vennootschap zich regionaal en internationaal meet met de concurrentie;
  • de realisatie van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde doelstellingen aan te moedigen, met het oog op het opbouwen van een aandeelhouderswaarde op korte, middellange en lange termijn, en,
  • sterke persoonlijke en ploegprestaties te stimuleren, erkennen en belonen.

Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de leden van het Management Comité worden jaarlijks herbekeken door het Remuneratie- en Benoemingscomité, dat daarna voorstellen voorlegt aan de Raad van Bestuur ter goedkeuring.

Het bezoldigingspakket voor de leden van het Management Comité combineert drie geïntegreerde elementen die samen de "totale directe bezoldiging" worden genoemd. Deze geïntegreerde elementen zijn de vaste remuneratie, de jaarlijkse incentive bonus en de lange-termijnincentives. Ten behoeve van om het even welk lid van het Management Comité zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen, noch de verlenging van een krediet hernieuwen in de vorm van een persoonlijke lening.

Bij het bepalen van de bezoldigingsniveaus ten behoeve van de leden van het Management Comité wordt, samen met interne factoren, rekening gehouden met de bezoldiging van executives in Belgische multinationale ondernemingen en middelgrote ondernemingen. Het is de bedoeling bezoldigingsniveaus tot stand te brengen die, in het algemeen, op of rond het gemiddelde marktniveau liggen, voor zover de resultaten van de vennootschap het toelaten.

5

Beoordelingscriteria voor de bonusvergoeding van de leden van het Management Comité vanaf het boekjaar 2016

De CEO ontvangt een bonusvergoeding op basis van zijn prestatie gedurende het boekjaar. Die bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 100% van zijn jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op collectieve doelstellingen inzake bepaalde determinerende indicatoren van prestatie (Key Performance Indicators" of "KPI's") met betrekking tot REBITDA en Combined Net Cash Flow op niveau van de Groep en eveneens op individuele doelstellingen met betrekking tot de ontwikkeling van de vennootschap voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Collectieve doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30%. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beoordeelt de prestatie in een privé-zitting en bespreekt dan verder de beoordeling met de CEO, alvorens de Raad van Bestuur een voorstel te doen.

Group General Managers aan het hoofd van vier verschillende business lines ontvangen een gelijkaardige bonusvergoeding op basis van hun prestatie gedurende het boekjaar. Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële doelstellingen ("KPI's") met betrekking tot het jaarlijks budget niet alleen op niveau van de Groep maar ook op niveau van hun respectievelijke business line. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus, waarvan 30% Combined Group Net Cash Flow, 30% business line REBITDA en 10% bepaald wordt door een specifiek bepaalde business line doelstelling. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30% en hebben betrekking op de ontwikkeling van de business line voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Voor de steunfuncties binnen het Managementcomité (CFO, General Counsel, Aankoop, ICT, HR en R&D) komen collectieve doelstellingen voor 70% in aanmerking die dan betrekking hebben op Groepsresultaten. Individuele doelstellingen komen voor 30% in aanmerking en hebben betrekking op de ontwikkeling van hun departement voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie.

Bij het halen van de collectieve financiële doelstellingen ontvangt men 75% van het maximum voor die doelstelling. Bij het halen van de individuele doelstelling ontvangt men 100% indien de doelstelling bereikt wordt.

De CEO staat in voor de beoordeling van de overige leden van het Managementcomité en bespreekt de resultaten van zijn beoordeling met het Remuneratie- en Benoemingscomité.

Met betrekking tot artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen dat vereist dat de uitbetaling van de variabele remuneratie over een periode van drie jaar wordt uitgesteld, indien bepaalde criteria worden overschreden, had de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 2016 voorgesteld om een afwijking van deze regel goed te keuren in overstemming met de door de wet voorgeschreven optie aangezien dit alleen van toepassing was op de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, terwijl alle andere leden van het Managementcomité beneden de 25%-drempel bleven, aangezien de berekening hier gebeurt op basis van het totale verloningspakket.

De Algemene Vergadering van 2016 keurde dat voorstel goed.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité en de Raad van Bestuur hebben de verschillende toepassingen opnieuw bekeken die de wet mogelijk maakt, en hebben uiteindelijk besloten dat het in het belang van de Vennootschap blijft om de structuur voor uitbetaling van de variabele remuneratie op gelijke voet te laten voortbestaan voor alle leden van het Managementcomité. Aangezien de targetbonus als variabele remuneratie voor de Gedelegeerd Bestuurder en CEO de 25%-drempel overschrijdt, stelt de Raad van Bestuur de Algemene Vergadering van 2017 voor om, zoals vorig jaar, van het principe van uitstel van betaling over drie jaar af te wijken en dan ook binnen één jaar de volledige uitbetaling van de variabele remuneratie toe te laten.

Tenslotte dient te worden genoteerd dat er geen terugvorderingsrecht bestaat voor het geval dat de variabele vergoeding op basis van onjuiste financiële gegevens zou worden bepaald.

II. Openbaarmaking van de bezoldigingen van de bestuurders en de leden van het uitvoerend management

II.1. Bruto bezoldigingen van de bestuurders

in EUR
NAAM AANWEZIGHEIDS
VERGOEDING
RAAD VAN
BESTUUR 2016
VASTE
VERGOEDING
RAAD VAN
BESTUUR 2016
AUDITCOMITÉ
2016
REMUNERATIE- EN
BEZOLDIGINGS
COMITÉ 2016
VERGOEDING
VOOR SPECIALE
OPDRACHTEN
TOTAAL
(BRUTO) 2016
THIJS JOHNNY BVBA 25 900 20 000 5 550 7 400 - 58 850
OLIVIER CHAPELLE BVBA 12 950 10 000 - - - 22 950
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE
SERVICES SA
12 950 10 000 5 550 - - 28 500
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 11 100 10 000 1 850 - - 22 950
ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN
CHINE SA
11 100 10 000 - 3 700 - 24 800
IMRADA BVBA 11 100 10 000 5 550 - - 26 650
REVAM BVBA 12 950 10 000 7 400 - - 30 350
REVALUE BVBA 12 950 10 000 14 800 1 850 - 39 600
Kurt PIERLOOT 12 960 10 000 - 3 700 - 26 660
Danielle SIOEN 7 400 5 824 - - - 13 224
MARION DEBRUYNE BVBA 3 700 4 176 1 850 - - 9 726
Patrick VAN CRAEN 5 550 4 176 - - - 9 726
Jacqueline ZOETE 5 550 4 176 - - - 9 726

Sinds 2016 ontvangen de bestuurders een vergoeding van EUR 1.850 per bijgewoonde vergadering, en het dubbele voor de Voorzitter. De leden van het Auditcomité ontvangen EUR 1.850 per bijgewoonde vergadering, en de Voorzitter EUR 3.700. De leden van het Renumeratieen Benoemingscomité hebben recht op EUR 1.850 per jaar; de Voorzitter op EUR 3.700 per jaar.

Voor 2016 werd een vaste jaarlijkse vergoeding van EUR 10.000 voor een bestuurder en EUR 20.000 voor de Voorzitter goedgekeurd en toegekend.

Voor 2017 bestaat het voorstel aan de Algemene Vergadering erin dat er een vaste jaarlijkse vergoeding van EUR 15.000 voor een bestuurder en EUR 30.000 voor de Voorzitter wordt toegekend. De leden van

het Auditcomité zouden EUR 2.500 per bijgewoonde vergadering ontvangen en de Voorzitter EUR 5.000. De leden van het Renumeratie-en Benoemingscomité zouden recht hebben op EUR 2.500 per vergadering en de Voorzitter EUR 5.000.

De vergoeding van de uitvoerende bestuurder (Olivier Chapelle SPRL/BVBA) in zijn hoedanigheid als bestuurder, zoals opgenomen in het overzicht hierboven, wordt meeberekend voor de totale remuneratie volgens zijn managementovereenkomst.

II.2. Bruto bezoldigingen van de CEO en van de overige leden van het Managementcomité

in EUR
TOTALE KOST
VOOR DE ONDERNEMING
OLIVIER CHAPELLE BVBA
VERTEGENWOORDIGD DOOR
OLIVIER CHAPELLE
OVERIGE LEDEN VAN
HET MANAGEMENTCOMITÉ
TOTAAL
2016 2015 2016 2015 2016 2015
Aantal personen 1 1 11 11 12 12
Vaste vergoeding 500 000 486 000 2 295 700 2 749 619 2 795 700 3 235 619
Variable vergoeding 497 250 437 000 1 101 548 1 165 514 1 598 798 1 602 514
Subtotaal 997 250 923 000 3 397 248 3 915 133 4 394 498 4 838 133
Pensioenen 0 0 192 254 228 888 192 254 228 888
Overige voordelen 38 328 38 040 230 979 285 773 269 307 323 813
Totaal 1 035 578 961 040 3 820 481 4 429 794 4 856 059 5 390 834

Opmerkingen:

• De tabel hierboven werd opgemaakt in overeenstemming met de richtlijnen van het Belgische Corporate Governance Comité, d.w.z. vermelding van de brutobezoldiging zonder de sociale bijdrage van de werkgever voor alle leden met werknemerstatuut, en totaal gefactureerde vergoeding gedurende het boekjaar voor leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn.

• Onder variabele vergoeding verstaat men de vergoeding die voor de prestatie van het boekjaar 2016 verdiend werd, maar die pas in 2017 zal worden uitbetaald. Het bedrag dat tijdens het boekjaar 2016 als variabele vergoeding effectief werd uitbetaald is terug te vinden onder boekjaar 2015.

• Leden van het Managementcomité met een werknemerstatuut beschikken ook over een bedrijfswagen (met tankkaart) en een mobiele telefoon. De kost ervan werd inbegrepen in het hierboven vermelde bedrag onder "overige voordelen". Leden van het Managementcomité die via een managementvennootschap werkzaam zijn, genieten zulke voordelen niet, alhoewel bepaalde kosten apart kunnen worden gefactureerd. In zo'n geval worden die ook in de tabel hierboven opgenomen.

• Met betrekking tot groepsverzekering en pensioenregeling dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen leden als werknemer en leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn. Laatstgenoemden krijgen geen groepsverzekering of pensioenregeling. Voor de periode tot 2003 bestond de pensioenregeling uit een defined benefit plan. Vanaf 2003 werd dit vervangen door een defined contribution plan.

• Leden van het Managementcomité met een werknemerstatuut die voor 2001 in dienst werden genomen, maken deel uit van het Recticel Group Defined Benefit Plan. Leden die na 2001 extern werden aangeworven, maken deel uit van het Recticel Group Defined Contribution Plan. De kosten hiervan werden opgenomen in de tabel hierboven.

II.3. Aandelen, aandelenopties en andere rechten om aandelen te verwerven

De Raad van Bestuur had op basis van de Corporate Governance Code aan de Algemene Vergadering van mei 2015 de goedkeuring gevraagd en bekomen voor de uitgifte van een aandelenoptieplan van maximaal 480.000 warranten ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep.

Gedurende 2015 werd dit vernieuwd aandelenoptieplan echter niet meer uitgegeven ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep, omwille van een gesloten periode. Het plan van 2015 werd uiteindelijk in april 2016 uitgegeven.

Dit plan had betrekking op 325.000 aandelenopties voor een totaal van 33 kaderleden. De uitoefenprijs werd vastgelegd op de gemiddelde prijs per aandeel gedurende de voorafgaande 30 dagen, te weten EUR 5,73 en de uitoefeningsperiode loopt van 1 januari 2020 tot 28 april 2025. De totale kost ten laste van de Vennootschap voor deze reeks 2016 bedraagt EUR 0,786 per aandelenoptie of EUR 255.320 in het totaal, verspreid over 5 jaar (jaar uitgifte en vier jaar onbeschikbaarheidsperiode).

In het kader van dit plan hebben de leden van het Management Comité de volgende warranten ontvangen:

NAAM AANTAL WARRANTEN TOEGEKEND THEORETISCHE WAARDE VAN
WARRANTEN OP HET MOMENT
VAN TOEKENING
Olivier Chapelle 45 000 35 370
Ralf Becker 15 000 11 790
Betty Bogaert 15 000 11 790
Philipp Burgtorf (1) 15 000 11 790
Marc Clockaerts (2) 15 000 11 790
François Desné (3) 0 0
Jean-Pierre De Kesel 15 000 11 790
Bart Massant 15 000 11 790
Jean-Pierre Mellen 15 000 11 790
Jan Meuleman 15 000 11 790
François Petit 15 000 11 790
Dirk Verbruggen 15 000 11 790
(1) tot 20/1/2017

(2) tot 29/4/2016 (3) vanaf 19/10/2016

Gedurende 2016 werden volgende aandelenopties uitgeoefend door de leden van het Managementcomité:

NAAM AANTAL WARRANTEN
UITGEOEFEND
PLAN
Marc CLOCKAERTS (1) 19 690 December 2011
Marc CLOCKAERTS (1) 11 814 December 2012
Betty BOGAERT 10 000 December 2011
François PETIT 19 690 December 2011
Jan MEULEMAN 8 353 December 2011
Jean-Pierre DE KESEL 19 690 December 2011
Jean-Pierre MELLEN 19 690 December 2011
Dirk VERBRUGGEN 8 353 December 2011

(1) tot 29/4/2016

Corporate Governance Verklaring

Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur en leden van het Managementcomité

Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur per 31 december 2016 bedraagt:

BESTUURDERS AANDELEN WARRANTEN
THIJS JOHNNY BVBA 0 0
Johhny THIJS (Vaste Vertegenwoordiger) 28 950 0
OLIVIER CHAPELLE BVBA 79 665 265 928
Olivier CHAPELLE (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 119 774 0
Frédéric VAN GANSBERGHE (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 0 0
Benoit DECKERS (Vaste Vertegenwoordiger) 2 700 0
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 15 044 410 0
Pierre-Yves de LAMINNE de BEX (Vaste Vertegenwoordiger) 540 0
IMRADA BVBA 0 0
Ingrid MERCKX (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
REVAM BVBA 0
Wilfried VANDEPOEL (Vaste Vertegenwoordiger) 5 256 0
REVALUE BVBA 0 0
Luc MISSORTEN (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
Kurt PIERLOOT 0 0
SIHOLD NV (gelieerd aan Danielle SIOEN) 1 341 189 0
Danielle SIOEN 0 0

Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van het Managementcomité per 31 december 2016 bedraagt:

LEDEN VAN HET MANAGEMENT COMITÉ AANDELEN WARRANTEN
Ralf Becker 0 25 000
Betty Bogaert 0 110 228
Philipp Burgtorf (1) 0 48 628
Jean-Pierre De Kesel 16 690 92 184
François Desné (2) 6 250 0
Bart Massant 0 25 000
Jean-Pierre Mellen 7 190 98 151
Jan Meuleman 0 57 816
François Petit 0 48 628
Dirk Verbruggen 9 414 59 368
(1) tot 20/1/2017

(2) vanaf 19/10/2016

II.4. Voornaamste contractuele bepalingen van aanwervings- en vertrekregelingen van de leden van het Managementcomité

De meeste overeenkomsten met de bestaande leden van het Managementcomité bevatten geen eindecontract regeling. Bijgevolg is het gemeen arbeidsrecht terzake

bepalend. Een aantal leden beschikken wel over een dergelijke regeling, die in verhouding staat tot hun anciënniteit.

In dat verband vindt u hieronder een overzicht van de opzegtermijn of -vergoeding van elk lid van het Managementcomité.

NAAM OPZEGTERMIJN
OF -VERGOEDING
COMMENTAAR
Olivier Chapelle 12 maanden
Ralf Becker 12 maanden
Betty Bogaert 12 maanden wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing
tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving
Jean-Pierre De Kesel 18 maanden wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing
tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving
François Desné 6 maanden 12 maanden vanaf oktober 2017
Bart Massant 12 maanden
Jean-Pierre Mellen 15 maanden
Jan Meuleman 15 maanden wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing
tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving
François Petit 12 maanden
Dirk Verbruggen 12 maanden wettelijk minimum

8. Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en de bestuurders en leden van het Managementcomité

In hoofstuk VII.1. van het Recticel Corporate Governance Charter wordt het beleid van Recticel NV betreffende dergelijke transacties die niet onder de belangenconflictenregeling vallen, toegelicht. Hier wordt de toepassing van dat beleid besproken.

Tijdens het jaar 2016 heeft zich geen belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap voorgedaan als bedoeld in de artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen, uitgezonderd in het kader van het Aandelenoptieplan editie April 2016, waarbij de heer Olivier CHAPELLE een belangenconflict had. De procedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast. Er wordt hier verwezen naar het statutair jaarverslag, dat in dit verband een uittreksel van de notulen van 29 april 2016 bevat.

9. Handel met voorkennis en marktmanipulatie

Het beleid van de vennootschap inzake het voorkomen van handel met voorkennis en marktmanipulatie wordt uiteengezet in hoofdstuk VII.2 van het Recticel Corporate Governance Charter.

Deze maatregelen omvatten de invoering van beperkingen op het uitvoeren van transacties (« gesloten periodes ») die sinds 2006 van toepassing zijn.

De heer Dirk VERBRUGGEN werd aangesteld als Compliance Officer, belast met het toezicht op de naleving van deze regels.

5

10. Relaties met de referentieaandeelhouders en andere elementen die verband houden met eventuele openbare overnamebiedingen

Hierna volgt het overzicht van de aandeelhouders die overeenkomstig de statuten of de wet een kennisgeving hebben gericht aan de vennootschap en aan de FSMA:

NAAM DATUM VAN
NOTIFICATIE
AANTAL
AANDELEN (2)
% VAN STEMRECHTEN
VERBONDEN AAN AANDELEN
(UITGEZONDERD AANDELEN
AANGEHOUDEN
DOOR RECTICEL) (1) (4)
% VAN STEMRECHTEN
VERBONDEN AAN AANDELEN
(INCLUSIEF AANDELEN
AANGEHOUDEN
DOOR RECTICEL) (1) (4)
Compagnie du Bois Sauvage SA (2) (3) 13/05/2015 15 044 410 28,00% 27,83%
Entreprises Chemins de Fer en Chine SA (2) (3) 26/05/2015 119 774 0,22% 0,22%
Totaal Compagnie du Bois Sauvage SA 15 164 184 28,22% 28,05%
Capfi Delen Asset Management NV 28/05/2015 2 130 992 3,97% 3,94%
BNP Investment Partners 12/05/2016 1 615 744 3,01% 2,99%
Dimensional Holdings Inc/Dimensional
Fund Advisors LP
16/01/2017 1 596 684 2,97% 2,95%
Public n.v.t. 33 228 116 61,84% 61,46%
Totaal (exclusief eigen aandelen) 53 735 720 100,00% 99,40%
Eigen aandelen n.v.t. 326 800 0,60%
Totaal (inclusief eigen aandelen) 54 062 520 100,00%

(1) Het percentage stemrechten is berekend op basis van de 54.062.520 bestaande aandelen per 31 december 2016. De berekening is aangepast om rekening te houden met de opschorting van de stemrechten verbonden aan de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap zoals voorzien in de wet. (2) Het percentage aan stemrechten is berekend op basis van de 54.062.520 bestaande aandelen per 31 december 2016 (inbegrepen de eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap), op

basis van het aantal stemrechten dat blijkt uit de informatie die de Vennootschap heeft ontvangen van haar aandeelhouders per 31 december 2016- hetgeen kan verschillen van de werkelijke

situatie (3) Met het oog op hun notificatie gedateerd op13 en 26 mei 2015, hebben Compagnie du Bois Sauvage SA en Entreprises et Chemins de Fer en Chine SA de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap inbegrepen in het aantal aandelen dat zij controleren, gelet op het feit dat zij wettelijk vermoed worden in gezamenlijk overleg te handelen met de Vennootschap

voor de doeleinden van de toepasselijke transparantiewetgeving. (4) Gelet op mogelijk afrondingen kan het zijn dat de som van de percentages van stemrechten niet exact overeenkomt met 100%.

De kapitaalstructuur, met het aantal aandelen, strips, converteerbare obligaties en warranten van de vennootschap kan worden teruggevonden in het hoofdstuk "Informatie over het Aandeel" op de website van Recticel (www.recticel.com).

Een wijziging in de statuten van Recticel kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 37 van de statuten vermelde bijzondere meerderheden.

Er zijn geen wettelijke, noch statutaire beperkingen van overdracht van effecten. Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn. Er is geen wettelijke noch statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht, voor zover de aandeelhouder geldig vertegenwoordigd is op de algemene vergadering, en zijn stemrecht niet om een of andere reden opgeschort is.

Overeenkomstig de machten haar toegekend door de algemene vergadering van 22 juli 2015, en opgenomen in artikel 6 van de statuten, beschikt de Raad van Bestuur over bepaalde bevoegdheden tot uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties, obligaties of inschrijvingsrechten, met of zonder voorkeurrecht, en deze mag aanbieden aan aandeelhouders of andere personen, met beperking van het voorkeurrecht, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen. Zo kan de Raad van Bestuur via het toegestaan kapitaal het maatschappelijk kapitaal verhogen op alle mogelijke manieren. De machtiging is geldig voor een periode van drie jaar en kan hernieuwd worden volgens de wettelijke bepalingen terzake. Zij kan zelfs uitgeoefend worden na ontvangst van de mededeling gedaan door de FSMA dat bij haar een bericht van openbaar overnamebod werd ingediend.

Overeenkomstig artikel 15 van de statuten is de vennootschap gerechtigd om eigen aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden, zonder beslissing van de algemene vergadering, wanneer deze verwerving noodzakelijk blijkt te zijn ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap overeenkomstig artikel 620 of 622 van het Wetboek van Vennootschappen.

Er bestaan geen overeenkomsten tussen de vennootschap en haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen zouden voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien, of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

Volgende overeenkomsten, waarbij de vennootschap partij is, bevatten clausules die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen, in geval van een wijziging van de controle over Recticel NV:

  • De uitgiftevoorwaarden van de 1.150 Converteerbare Obligaties van elk EUR 50.000, voor een totaal bedrag van EUR 57.500.000, uitgegeven op 11 juli 2007, en die voorzien in een putoptie voor de obligatiehouders en een aanpassing van de conversieprijs, in geval van een wijziging van de controle over Recticel.
  • De "Amendment and Restatement Agreement" zoals getekend op 25 februari 2016 tussen Recticel SA/ NV en Recticel International Services NV enerzijds, en ING Belgium SA/NV, BNP Paribas Fortis SA/ NV, Commerzbank Aktiengesellschaft, Filiale Luxembourg en KBC Bank NV anderzijds, voor een bedrag van 175.000.000 Euro, waarbij elke bank, die aan het Krediet deelneemt, in het geval van wijziging van controle op de Vennootschap of op een dochter die ook als schuldenaar optreedt onder de "Amendment and Restatement Agreement", het recht heeft om voorafbetaling of opzegging van kredietverbintenis aan te vragen, en indien banken die een bijzondere meerderheid van het totale bedrag van het Krediet vertegenwoordigen, dit verzoeken, het totale Krediet zal moeten worden opgezegd en vooruitbetaald. Deze overeenkomst is een aanvulling op en aanpassing van de "Facility Agreement" vooreen bedrag van 175.000.000 EUR ondertekend op 9 december 2011 tussen voormelde partijen.

Deze clausules werden specifiek goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Recticel.

Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen is de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist om deze clausules van kracht te laten worden.

Begrippenlijst

Algemene begrippen

Blaasmiddel Uit de reactie van isocyanaat met water wordt koolstofdioxide verkregen.
Dit gas fungeert als blaasmiddel bij de productie van zacht schuim.
Colo-Fast® Alifatisch polyurethaan dat zich onderscheidt door zijn kleurvastheid (lichtstabiel).
Colo-Sense® Variant van Colo-Fast®.
Dodecaëder Een regelmatig twaalfvlak of een ruimtelijke figuur met 12 vijfhoekige vlakken,
20 hoekpunten en 30 ribben. Het is een van de vijf regelmatige veelvlakken in drie
dimensies.
Ernstgraad
arbeidsongevallen
Aantal verletdagen per duizend werkuren.
Frequentiegraad
arbeidsongevallen
Aantal arbeidsongevallen met verlet per miljoen werkuren.
IDC International Development Center, de internationale onderzoeks- en
ontwikkelingsafdeling van de Groep Recticel.
Isocyanaat Zeer reactieve stof die zich makkelijk bindt met andere stoffen (zoals alcoholen).
De structuur van deze alcoholen bepaalt de hardheid van het PU-schuim.
Katalysator Versnelt het reactieproces en verzekert het evenwicht in de polymerisatie en de
blaasreactie. Katalysatoren bepalen de opschuimsnelheid van het proces.
Lambda Uitdrukking van de thermische geleidingscoëfficiënt van thermische isolatie.
MDI Methyleen difenyl diisocyanaat.
PIR Polyisocyanuraat.
Polyisocyanuraat Is een verbeterde versie van polyurethaan. PIR-schuim heeft een verbeterde
dimensionele stabiliteit, goede mechanische eigenschappen, zoals druksterkte en is
veel sterker brandvertragend. PIR wordt hoofdzakelijk gebruikt als thermische isolatie.
Polyol Synoniem voor PU polyalcohol, wat verkregen wordt uit propyleenoxide.
Polyurethaan Staat voor een belangrijke groep van producten binnen de grote familie van de
polymeren of plastics. Polyurethaan is een verzamelnaam voor een ruim gamma van
schuimvariëteiten.
PU of PUR Afkorting van polyurethaan.
REACH Is een systeem voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen dat in
de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden. Deze regelgeving is vanaf
1 juni 2007 van kracht geworden.
Stabilisator Zorgt bij het reactieproces voor de homegene opbouw en de stabilisatie van het
cellulair netwerk tot en met het volledig oprijzen van het schuim.
TDI Tolueen difenyl diisocyanaat

Financiële begrippen

• IFRS maatstaven

CGU Staat voor Cash Generating Unit of kasstroom genererende eenheid.
Dochterondernemingen Entiteiten waarover Recticel de zeggenschap heeft en die integraal worden geconsolideerd.
EBIT Bedrijfsresultaat + winst of verlies uit deelnemingen.
EBITDA EBIT + afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen/-vermeerderingen op activa
Eigen vermogen Eigen vermogen, inclusief minderheidsbelangen.
Geassocieerde
deelnemingen
Entiteiten waarin Recticel een invloed van betekenis heeft en die verwerkt worden volgens de
equity-methode.
Gecombineerde cijfers Bedragen inclusief het pro-rata aandeel van Recticel in joint ventures, na eliminatie van intercompany
transacties, verwerkt volgens de proportionele consolidatiemethode
Geconsolideerde cijfers Bedragen volgens de toepassing van IFRS 11, waarbij de Recticel joint ventures verwerkt worden
volgens de 'equity' methode
Investeringen Gekapitaliseerde investeringen in immateriële en materiële activa.
Joint ventures Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en die proportioneel
geconsolideerd worden. Ingevolge de vervroegde toepassing van IFRS 1 sinds 2013, worden deze
deelnemingen geconsolideerd volgens de 'equity' methode
Netto financiële schuld Rentedragende financiële schulden op meer dan één jaar + rentedragende financiële schulden op ten
hoogste één jaar – kasmiddelen en kasequivalenten - activa beschikbaar voor verkoop + marktwaarde
nettopositie indekkingsderivaten.
Winst per aandeel, basis Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld aantal uitstaande aandelen over de
periode.
Winst per aandeel,
verwaterd
Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / [Gemiddeld aantal uitstaande aandelen over de
periode – eigen aandelen + (aantal mogelijke nieuwe aandelen die uitgegeven moeten worden in het kader
van de bestaande uitstaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen)].

• Alternatieve prestatiemaatstaven

Aangewend kapitaal Netto immateriële vaste activa + goodwill + materiële vaste activa + werkkapitaal.
Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het einde
van afgelopen periode] / 2.
Aangewend kapitaal,
Gemiddelde
Voor halfjaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de periode.
Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het einde
van afgelopen periode] / 2.
Voor het volledige jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden.
Beurskapitalisatie Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen.
Leverage Netto financiële schuld/EBITDA
Niet-recurrente elementen omvatten het bedrijfsresultaat, uitgaven of voorzieningen die verband houden met
herstructureringsprogramma's (ontslagvergoedingen, sluitings- en opruimkosten, verhuiskosten),
reorganisatie lasten en resterende huurverplichtingen na stopzetting van activiteiten, bijzondere
waardeverminderingen op activa ((im)materiële activa en goodwill), waarderingsmeerwaarden
of –minwaarden op vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding van niet-operationeel
vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding (of liquidatie) van investeringen in geassocieerde
& verbonden deelnemingen, meer- of minwaarden op desinvesteringen en op de liquidatie van
verbonden ondernemingen, winsten of verliezen op stopgezette operaties en baten of lasten als
gevolg van belangrijke juridische geschillen (bvb 'non-compliance' zaken/gebeurtenissen inzake (inter)
nationale wetgeving).
Recurrente EBIT(DA) of
REBIT(DA)
EBIT(DA) voor niet-recurrente elementen.
Return on Capital Employed EBIT / gemiddelde aangewend kapitaal.
ROCE Staat voor Return on Capital Employed.
Return on Equity (ROE) Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld eigen vermogen over de periode
(aandeel van de Groep)
Schuldgraadratio Netto financiële schuld / Eigen Vermogen (aandeel van derden inbegrepen)
Totale financiële schuld = Netto financiële schulden + de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/
forfeitingprogramma's zonder verhaal
Werkkapitaal Voorraden + handelsvorderingen + overige vorderingen + terug te vorderen belastingen -
handelsverplichtingen - te betalen belastingen - overige verplichtingen.

Financieel rapport 1

Geconsolideerde financiële staten a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 96
I.1. Geconsolideerde winst- en verliesrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 96
I.2. Resultaat per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 96
I.3. Geconsolideerd totaal resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 97
I.4. Geconsolideerde balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 98
I.5. Geconsolideerde kasstroomoverzicht� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 99
I.6. Mutatieoverzicht van het eigen vermogen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �101
II.1.1. Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling
II.1.2.
II.1.3.
II.1.4.
II.1.5.
II.1.6.
II.3.1.
II.3.2.
II.4.1.
II.4.2.
II.4.3.
II.4.4.
II.4.5.
II.4.6.
II.4.7.
II.4.8.
II.5.1.
II.5.2.
II.5.3.
II.5.4.
II.5.5.
II.5.6.
II.5.7.
II.5.8.
II.5.9.
II.5.10.
II.5.11.
Samenvatting van de waarderingsregels� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 102
van de financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 102
Wijzigingen in waarderingsregels en toelichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 102
Algemene principes� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �104
Balanselementen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �108
Opname van opbrengsten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �114
Kritische boekhoudkundige beoordelingen en belangrijkste bronnen van onzekerheid� � � �116
Wijzigingen in de consolidatiekring� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 120
Bedrijfs- en geografische segmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 120
Bedrijfssegmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 120
Geografische informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 126
Winst- en verliesrekening � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 126
Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 126
Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �127
Bedrijfsresultaat (EBIT)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 128
Financieel resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 129
Belastingen op het resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 130
Dividenden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 133
Gewone winst per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 133
Verwaterde winst per aandeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 134
Balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 135
Immateriële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 135
Materiële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �137
Activa onder financiële lease� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 139
Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �140
Belangen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 145
Vorderingen op meer dan één jaar � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 147
Voorraden � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �148
Onderhanden projecten in opdracht van derden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �148
Handelsvorderingen en overage vorderingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �149
Geldmiddelen en kasequivalenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 151
Activa bestemd voor verkoop� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152
II.5.12. Aandelenkapitaal � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152
II.5.13. Uitgiftepremie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152
II.5.14. Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152
II.5.15. Voorzieningen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 158
II.5.16. Financiële verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 159
II.5.17. Overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162
II.5.18. Financiële leaseverplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162
II.5.19. Financiële instrumenten en financiële risico's� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 162
II.5.20. Handels- en overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 171
II.5.21. Bedrijfscombinaties en overdrachten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 171
II.5.22. Kapitaalstructuur� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 171
II.6. Diversen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.6.1. Operationele lease-overeenkomsten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.6.2. Andere niet in de balans opgenomen elementen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.6.3. Op aandelen gebaseerde betalingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.6.4. Gebeurtenissen na balansdatum� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174
II.6.5. Transacties met verbonden partijen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174
II.6.6. Vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur en het Managementcomité� � � � � � � � � � � � � � � � � � �175
II.6.7. Wisselkoersen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 176
II.6.8. Personeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 176
II.6.9. Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �177
II.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �177
III. Recticel n.v. - Algemene informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �179
IV. Recticel n.v. - Verkorte enkelvoudige financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 180
V. Verklaring door verantwoordelijken a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �182
VI. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde financiële staten
per 31 december 2016 a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �183
VII. Vergelijkend overzicht van de geconsolideerde financiële staten (2007-2016)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �185
VIII. Risicofactoren en risicobeheer a
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �187

I. Geconsolideerde financiële staten

De geconsolideerde financiële staten zijn door de Raad van Bestuur goedgekeurd voor publicatie op 24 februari 2017.

I.1. Geconsolideerde winst- en verliesrekening

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING* 2016 2015
Bedrijfsopbrengsten II.3. 1 048 323 1 033 762
Distributiekosten (57 855) (58 039)
Kostprijs van de omzet (789 360) (781 282)
Brutowinst 201 108 194 441
Algemene en administratieve kosten (79 395) (76 723)
Verkoop- en marketingkosten II.4.1. (72 031) (77 123)
Kosten van onderzoek en ontwikkeling (12 890) (12 537)
Bijzonderewaardeverminderingen - Immateriële vaste activa (1) (700) (55)
Bijzonderewaardeverminderingen - Materiële vaste activa (2) (972) (928)
Bijzondere waardeverminderingen (1)+(2) II.4.2. (1 672) (983)
Overige bedrijfsopbrengsten (3) 6 907 8 869
Overige bedrijfsuitgaven (4) (19 735) (19 583)
Totaal overige operationele bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) (3) + (4) II.4.2. (12 828) (10 714)
Winst of verlies uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen II.5.5. 16 927 6 874
Bedrijfresultaat (EBIT) II.4.3. 39 219 23 235
Renteopbrengsten 689 791
Rentelasten (8 784) (10 345)
Andere financiële opbrengsten 7 116 8 418
Andere financiële lasten (10 749) (11 386)
Financieel resultaat II.4.4. (11 728) (12 522)
Winst of verlies van de periode voor belastingen 27 491 10 713
Courante belastingen op het resultaat II.4.5. (3 539) (2 402)
Uitgestelde belastingen II.4.5. (7 622) (3 768)
Winst of verlies van de periode na belastingen 16 330 4 543
waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
waarvan toerekenbaar aan de Groep 16 330 4 543

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst- en verliesrekening.

I.2. Resultaat per aandeel

in EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 2016 2015
Gewone winst (verlies) per aandeel II.4.7. 0,31 0,10
Verwaterde winst (verlies) per aandeel II.4.8. 0,30 0,10

I.3. Geconsolideerd totaal resultaat

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Winst of verlies voor de periode na belastingen 16 330 4 543
Overig totaal resultaat
Componenten die later niet zullen erkend worden in de resultatenrekening
Actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen (7 971) 6 400
Uitgestelde belastingen op actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen 2 656 (1 227)
Omrekeningsverschillen 886 (461)
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 296 (463)
Totaal (4 133) 4 249
Componenten die later mogelijks kunnen erkend worden in de resultatenrekening
Indekkingsreserves 1 857 1 624
Omrekeningsverschillen (5 057) 4 058
Reserveverschil voor wisselkoersverschillen erkend via de winst- en verliesrekening (332) (455)
Uitgestelde belastingen op reserves voor rente-indekkingen (631) (553)
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 355 (264)
Totaal (3 808) 4 410
Overig totaal resultaat (netto) voor de periode (7 941) 8 659
Totaal resultaat voor de periode 8 389 13 202
Totaal resultaat voor de periode 8 389 13 202
waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
waarvan toerekenbaar aan de Groep 8 389 13 202

Voor meer details inzake het totaal resultaat uit Belangen in joint ventures en geassocieerde vennootschappen, zie II.5.5.

I.4. Geconsolideerde balans

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Immateriële vaste activa II.5.1. 12 104 13 411
Goodwill 25 073 25 888
Materiële vaste activa II.5.2.& II.5.3. 216 207 209 681
Vastgoedbeleggingen 3 331 3 331
Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen II.5.5. 82 389 73 196
Andere financiële activa 71 30
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop 410 1 015
Langlopende vorderingen II.5.6. 13 860 13 595
Uitgestelde belastingen II.4.5. 37 820 43 272
Vaste activa 391 265 383 419
Voorraden en bestellingen in uitvoering II.5.7. & II.5.8. 91 900 93 169
Handelsvorderingen II.5.9. 101 506 83 407
Overige vorderingen II.5.9. 69 561 55 327
Terug te vorderen belastingen II.4.5. 1 441 2 061
Overige beleggingen 107 91
Geldmiddelen en kasequivalenten II.5.10. 37 174 55 967
Activa bestemd voor verkoop II.5.11. 0 3 209
Vlottende activa 301 689 293 231
Totaal activa 692 954 676 650

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Kapitaal II.5.12. 135 156 134 329
Uitgiftepremies II.5.13. 126 071 125 688
Uitgegeven kapitaal 261 227 260 017
Eigen aandelen (1 450) (1 450)
Overige reserves (17 430) (12 324)
Overgedragen winsten 24 855 14 906
Indekkings- en omrekeningsverschillen (15 997) (12 189)
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 251 205 248 960
Minderheidsbelangen 0 0
Totaal eigen vermogen 251 205 248 960
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen II.5.14. 50 979 49 581
Voorzieningen II.5.15. 13 208 11 505
Uitgestelde belastingen II.4.5. 10 116 9 505
Obligaties en schuldpapier II.5.16. 0 26 631
Financiële leaseverplichtingen II.5.16 & II.5.18. 8 683 11 867
Kredietinstellingen II.5.16. 86 589 0
Overige leningen 1 777 1 865
Rentedragende financiële verplichtingen II.5.16. 97 049 40 363
Overige verplichtingen II.5.17. 183 226
Langlopende verplichtingen 171 535 111 180
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen II.5.14. 4 168 2 370
Voorzieningen II.5.15. 1 780 4 566
Obligaties en schuldpapier 27 269 0
Overige leningen 22 878 114 675
Rentedragende financiële verplichtingen II.5.16. 50 147 114 675
Handelsverplichtingen II.5.20. 102 929 94 276
Belastingen II.4.5. 2 291 2 463
Overige verplichtingen II.5.20. 108 899 98 160
Kortlopende verplichtingen 270 214 316 510
Totaal passiva 692 954 676 650

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.

I.5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 2016 2015
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) II.4.3. 39 219 23 235
Afschrijvingen van immateriële vaste activa II.5.1. 2 896 2 530
Afschrijvingen van materiële vaste activa II.5.2. 27 582 24 990
Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten II.4.3. 1 338 1 136
Waardeverminderingen op immateriële vaste activa 700 55
Waardeverminderingen op materiële vaste activa II.5.2. 972 928
Afboekingen/(terugnemingen) activa (1 557) 1 555
Wijziging in de voorzieningen (3 577) 2 817
(Winst) / Verlies op de vervreemding van activa 292 (1 939)
Opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen (16 927) (6 873)
BRUTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN VOOR WIJZIGINGEN IN HET WERKKAPITAAL 50 938 48 433
Voorraden 137 5 207
Handelsvorderingen (20 704) (2 078)
Overige vorderingen (5 799) (3 831)
Handelsverplichtingen 8 122 (10 977)
Overige verplichtingen 19 224 627
Wijzigingen in het werkkapitaal 980 (11 051)
Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen (6 915) (6 626)
Betaalde inkomstenbelastingen (2 539) (1 865)
NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (a) 42 465 28 891
Ontvangen rente-opbrengsten 1 052 587
Ontvangen dividenden 7 350 13 764
Toename van verplichtingen en vorderingen (11 096) (6 290)
Afname van verplichtingen en vorderingen 2 751 3 875
Investeringen in immateriële activa II.5.1. (3 060) (3 872)
Investeringen in materiële vaste activa II.5.3. (40 552) (29 967)
Investeringen in geassocieerde deelnemingen (1 513) (5 100)
Opbrengsten uit vervreemding van immateriële activa II.5.1. 95 116
Opbrengsten uit vervreemding van materiële vaste activa II.5.3. 7 506 4 010
Opbrengsten uit vervreemding van joint ventures 503 8 934
(Toename) / Afname van activa beschikbaar voor verkoop (16) (16)
NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (b) (36 980) (13 958)
Betaalde rentelasten (1) (7 559) (9 777)
Uitgekeerde dividenden (7 492) (5 893)
Toename (Afname) kapitaal 1 210 74 216
Toename van financiële verplichtingen 85 832 21 102
Afname van financiële verplichtingen (94 168) (63 058)
NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (c) (22 176) 16 590
Effect van wisselkoerswijzigingen (d) (2 101) (1 719)
Effect van wijziging van de consolidatiekring en reserves voor omrekeningsverschillen opgenomen in de
winst- en verliesrekening
0 0
WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (a)+(b)+(c)+(d)+(e) (18 792) 29 804
Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode 55 967 26 163
Netto kaspositie aan het einde van de verslagperiode 37 174 55 967

NETTO VRIJE KASSTROOM (a)+(b)+(1) (2 074) 5 156

1 Overige (kortlopende) verplichtingen kenden een positief verschil per 31 december 2015 ten gevolge van de transfer van' Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen' . Dit verschil komt hoofdzakelijk overeen met de laatste schijf (EUR 6,9 miljoen) van de EC-boete die betaaldbaar is in april 2016.

Wat de investerings-/vervreemdingsactiviteiten betreft, werden enkel de kasbetalingen en -ontvangsten gerapporteerd, zoals voorgeschreven onder IAS 7.

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit kasstroomoverzicht.

7

Toelichtingen bij het geconsolideerde kasstroomoverzicht

De bruto kasstroom voor wijzigingen in het

werkkapitaal steeg van EUR 48,4 miljoen tot EUR 50,9 miljoen, of +5,2% in vergelijking met 2015. Het verschil is hoofdzakelijk het resultaat van:

  • (i) EUR 16,0 miljoen hogere EBIT, verklaard door:
  • een combinatie van hogere verkoopvolumes, een gunstige product/markt-mix en operationele efficiëntiewinsten
  • een lagere impact van netto niet-recurrente elementen (EUR -13,9 miljoen in vergelijking met EUR -15,1 miljoen in 2015)
  • (ii) lagere corrigerende non-cash elementen voor EUR -13,5 miljoen, waarvan
  • EUR +3,9 miljoen aan afschrijvingen en waardeverminderingen
  • EUR -10,1 miljoen in verband met de signifiant hogere bijdrage van joint ventures en geassocieerde deelnemingen (EUR 16,9 miljoen versus EUR 6,9 miljoen in 2015)
  • EUR -6,4 miljoen voor netto voorzieningen voor pensioenen, reorganisaties, milieurisico's en burgerlijke vorderingen
  • EUR -0,9 miljoen voor afboekingen op activa, waardevermeerderingen en verliezen op vervreemding van activa

De netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten steeg van

EUR +28,9 million tot EUR +42,5 miljoen, of +47,0% in vergelijking met 2015. De lagere behoeften aan nettowerkkapitaal, ondanks de hogere activiteitsgraad, leidde tot een verbetering van de operationele kasstroom met EUR +12,0 miljoen.

De voornaamste werkkapitaalelementen die deze variantie beïnvloedden zijn:

  • (i) EUR +0,1 miljoen door lagere voorraden
  • (ii) EUR -20,7 miljoen door hogere handelsvorderingen, in het bijzonder in Automobiel Interiors als gevolg van de expansie in China, in combinatie met een lager gebruik van de factoring/forfeiting programma's
  • (iii) EUR -5,8 miljoen door hogere overige vorderingen
  • (iv) EUR +8,1 miljoen hogere handelsverplichtingen
  • (v) EUR +19,2 miljoen hogere overige verplichtingen

Daarnaast werd de netto operationele kasstroom beïnvloed door:

  • (vi) EUR -6,9 miljoen als gevolg van de betaling van de laatste schijf (EUR 6,9 miljoen) van de boete aan de EC, betaalbaar in april 2016.
  • (vii) EUR -2,5 miljoen betaalde inkomstenbelastingen, exclusief uitgestelde belastingen.

De netto kasstroom uit investeringsactiviteiten steeg van EUR -14,0 miljoen tot EUR -37,0 miljoen.

De stijging is voornamelijk het resultaat van EUR 9,8 miljoen hogere netto betalingen voor investeringen in immateriële vaste activa (EUR -3,1 miljoen) en materiële vaste activa (EUR -40,6 miljoen) in vergelijking met vorig jaar. De stijging in investeringsuitgaven heeft voornamelijk te maken met de eindfase van de investeringsprogramma's in Automobiel Interiors (i.e. China) en de uitbreiding van de Isolatie-fabriek in

Wevelgem (België).

EUR +7,5 miljoen werd gegenereerd door de verkoop van materiële vaste activa (EUR +4,0 miljoen in 2015). De desinvesteringen hebben betrekking op Isolatie in België (EUR +3,5 miljoen) en Automobiel Interiors in Duitsland (EUR +4,0 miljoen).

In 2016 investeerde de Groep ook EUR -1,5 miljoen in geassocieerde vennootschappen (i.e. in Turvac - Isolatie) (EUR -5,1 miljoen in 2015) en ontving het EUR +7,4 miljoen dividenden van joint ventures en geassocieerde vennootschappen (in vergelijking met EUR 13,8 miljoen in 2015).

Overige leningen & vorderingen stegen met EUR 8,3 miljoen (EUR 2,4 miljoen in 2015) en hebben voornamelijk betrekking op factoring programma's (EUR 2,8 miljoen), BTW (EUR 2,6 miljoen) en overige leningen op korte termijn aan dochterondernemingen (EUR 1,5 miljoen).

De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedroeg EUR +22,2 miljoen versus EUR +16,6 miljoen in 2015. Betaalde rentelasten daalden (EUR -7,6 miljoen versus EUR –9,8 miljoen in 2015).

Het maatschappelijk kapitaal steeg met EUR +1,2 miljoen ten gevolge van de uitoefening van warrants.

De hierboven beschreven kasstromen leidden tot een daling van de bruto financiële schuld met een netto bedrag van EUR -8,3 miljoen miljoen. Op het einde van het boekjaar bedroegen 'Geldmiddelen en kasequivalenten' EUR +37,2 miljoen, een daling met EUR -18,8 miljoen in vergelijking met eind 2015.

De netto vrije kasstroom, dat (i) de netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (EUR +42,5 miljoen), (ii) de netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (EUR -37,0 miljoen) en (iii) de betaalde rentelasten (EUR -7,6 miljoen) omvat, bedraagt EUR -2,1 miljoen, in vergelijking met EUR +5,2 miljoen in 2015.

I.6. Mutatieoverzicht van het eigen vermogen

Voor de verslagperiode 2016

in duizend EUR
Groep Recticel KAPITAAL UITGIFTE
PREMIES
EIGEN
AANDELEN
ACTUARIELE
WINSTEN EN
VERLIEZEN
(IAS 19R)
IFRS 2
OVERIGE
KAPITAAL
RESERVES
RESERVES OMREKENINGS
VERSCHILLEN
INDEK
KINGS
RESERVES
EIGEN
VERMOGEN,
VOOR
MINDERHEIDS
BELANGEN
MINDER
HEIDS
BELANGEN
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN,
MINDERHEIDS
BELANGEN
INBEGREPEN
Per eind van de vorige verslagperiode
(31 december 2015)
134 329 125 688 (1 450) (15 471) 3 147 14 906 (5 986) (6 203) 248 960 0 248 960
Dividenden 0 0 0 0 0 (7 522) 0 0 (7 522) 0 (7 522)
Stock opties (IFRS 2) 0 0 0 0 (430) 598 0 0 168 0 168
Kapitaalbewegingen (1) 827 383 0 0 (146) 146 0 0 1 210 0 1 210
Herklassering 0 0 0 0 (396) 396 0 0 0 0 0
Bewegingen toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij
827 383 0 0 (972) (6 382) 0 0 (6 144) 0 (6 144)
Winst en verlies van de periode 0 0 0 0 0 16 330 0 0 16 330 0 16 330
Overige totaal inkomsten 0 0 0 (4 133) (1) 1 (5 057) 1 249 (7 941) 0 (7 941)
Per einde van de verslagperiode
(31 december 2016)
135 156 126 071 (1 450) (19 604) 2 174 24 855 (11 043) (4 954) 251 205 0 251 205

(1) zie toelichtingen II.5.12. en II.5.13.

Voor de verslagperiode 2015

in duizend EUR
Groep Recticel KAPITAAL UITGIFTE
PREMIES
EIGEN AANDELEN ACTUARIELE
WINSTEN EN
VERLIEZEN (IAS 19R)
IFRS 2 OVERIGE
KAPITAAL
RESERVES
RESERVES OMREKENINGS
VERSCHILLEN
INDEK-
KINGS-
RESERVES
EIGEN VERMOGEN,
VOOR MINDERHEIDS-
BELANGEN
MINDER-
HEIDS-
BELANGEN
TOTAAL EIGEN VERMOGEN,
MINDERHEIDS-
BELANGEN
INBEGREPEN
Per eind van de vorige verslagperiode
(31 december 2014)
74 161 108 568 (1 735) (19 797) 2 982 18 583 (10 044) (6 555) 166 163 0 166 163
Dividenden 0 0 0 0 0 (5 928) 0 0 (5 928) 0 (5 928)
Stock opties (IFRS 2) 0 0 0 0 165 0 0 0 165 0 165
Kapitaalbewegingen (1) 60 168 17 120 285 0 0 (3 356) 0 0 74 217 0 74 217
Belastingen op het resultaat met
betrekking tot componenten van de
bewegingen toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij
0 0 0 0 0 1 141 0 0 1 141 0 1 141
Bewegingen toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij
60 168 17 120 285 0 165 (8 143) 0 0 69 595 0 69 595
Winst en verlies van de periode 0 0 0 0 0 4 543 0 0 4 543 0 4 543
Overige totaal inkomsten 0 0 0 4 326 0 (77) 4 058 352 8 659 0 8 659
Per einde van de verslagperiode
(31 december 2015)
134 329 125 688 (1 450) (15 471) 3 147 14 906 (5 986) (6 203) 248 960 0 248 960

(1) zie toelichtingen II.5.12. en II.5.13.

II. Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten van de verslagperiode die eindigt op 31 december 2016

II.1. Samenvatting van de waarderingsregels

II.1.1. Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling van de financiële staten

Recticel n.v. (de "Vennootschap") is een naamloze onderneming gedomicilieerd in België. De geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap bevat de financiële staten van de Vennootschap, haar dochterondernemingen, haar belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en in geassocieerde deelnemingen, beiden waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (samen "de Groep" genoemd).

De geconsolideerde financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie.

II.1.2. Wijzigingen in de waarderingsregels en toelichtingen

Nieuwe en aangepaste standaarden en interpretaties van toepassing vanaf het lopende jaar.

De Groep heeft de volgende standaarden en interpretaties, toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2016, aangenomen

  • Verbeteringen aan IFRS (2010-2012) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2015)
  • Verbeteringen aan IFRS (2012-2014) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016)
  • Aanpassing van IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten – Verwerking van overnames van deelnemingen in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016)
  • Aanpassing van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening – Initiatief rond informatieverschaffing (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016)
  • Aanpassing van IAS 16 en IAS 38 Materiële en immateriële vaste activa – Verduidelijking van aanvaardbare afschrijvingsmethodes (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016)

• Aanpassing van IAS 19 Personeelsbeloningen – Werknemersbijdragen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2015)

De toepassing van deze nieuwe normen heeft geen materiële impact op de financiële rekeningen van de Groep.

Vrijwillige wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving

De Belgische toegezegde-bijdrageregeling worden geklassificeerd als toegezegd-pensioenregelingen in het licht van de gegarandeerde minimum rendement. Voorafgaand aan de gewijzigde wet van 18 december 2015, werd onder het vorige wettelijk kader de toepassing van de projected unit credit (PUC) methode als problematisch beschouwd, en was er onzekerheid met betrekking tot de toekomstige evolutie van de minimaal gegarandeerde rendementen. Daarom heeft de onderneming niet de PUC-methode toegepast voor de Belgische toegezegde-bijdrageplannen tot 2014. In het licht van het bovenstaande, heeft het management besloten om de "intrinsieke waarde"-benadering op deze plannen toegepast. Deze aanpak bestaat uit het berekenen van de verplichting in de balans als de som van elke individuele verschillen tussen de minimum gegarandeerde reserves (zoals bepaald in artikel 24 van de wet van 28 april 2003 met betrekking tot de aanvullende pensioenen ("WAP / LPC"), berekend door toepassing van het minimum rendement op de betaalde premies en de feitelijke groei van de reserves (reserves berekend door het kapitaliseren het verleden bijdragen aan de technische rentevoet die de verzekeringsmaatschappij hanteert, met inachtname van de winstdeling).

Met de wijziging van de wet in december 2015 was er niet langer een reden om de PUC-methode niet toe te passen. Echter, vanwege de late wetswijziging in 2015 en de beperkte ingeschatte impact van de toepassing van de PUC-methode, werd de 'intrinsieke waarde' methode nog steeds toegepast in 2015. De PUC methode is toegepast in 2016.

De gerelateerde verplichtingen opgenomen in de geconsolideerde balans vertegenwoordigen de contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen zoals jaarlijks berekend door onafhankelijke actuarissen. Deze actuariële schattingen omvatten hypothesen, zoals disconteringsvoeten en sterftecijfers. Deze actuariële hypothesen variëren naar gelang de lokale economische en sociale omstandigheden. Details van de gehanteerde assumpties worden gegeven in toelichting II.5.14.

7

  • IFRS 9 Financiële Instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • IFRS 16 Lease-overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassing van IFRS 2 Classificatie en waardering van op aandelen gebaseerde betalingstransacties (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassing van IFRS 10 en IAS 28 Verkoop of inbreng van activa tussen een investeerder en de geassocieerde deelneming of joint venture (ingangsdatum voor onbepaalde duur uitgesteld, waardoor de goedkeuring binnen de Europese Unie eveneens werd uitgesteld)
  • Aanpassing van IAS 7 Het kasstroomoverzicht Initiatief rond informatieverschaffing (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2017, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassing van IAS 12 Winstbelastingen Opname van uitgestelde belastingvorderingen voor niet-gerealiseerde verliezen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2017, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)

Potentiële impact van nieuwe standaarden en nieuwe standaarden die nog niet van toepassing zijn

• IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, toepasbaar vanaf 1 januari 2018

IFRS 15 werd uitgegeven mei 2014 en toelichting op IFRS 15 in april 2016 als onderdeel van een convergentieproject met de FASB. De standaard moet worden toegepast voor de rapporteringsperiodes die aanvangen op 1 januari 2018 of later. De standaard vervangt de huidige normen IAS 18 en IAS 11, evenals hun interpretaties.

Een volledige retroactieve toepassing of een gewijzigde retroactieve toepassing is vereist. Een vervroegde toepassing is toegestaan. De Groep is van plan om de nieuwe standaard toe te passen op de gewenste ingangsdatum op basis van de gewijzigde retrospectieve methode. Bij deze methode zal IFRS 15 alleen toegepast worden op overeenkomsten die niet zijn voltooid op datum van eerste toepassing (1 januari 2018). Dit betekent dat vergelijkende cijfers voor 2017 niet zullen worden aangepast en dat het cumulatieve effect van aanvankelijk toepassing IFRS 15 wordt herkend als een aanpassing in de openingsbalans van de ingehouden winsten 2018.

Het kernprincipe van IFRS 15 bestaat erin dat een entiteit opbrengsten moet erkennen door de overdracht van beloofde goederen of diensten aan klanten in een bedrag te weer te geven dat overeenstemt met de inkomsten die de entiteit mag verwachten in ruil voor die goederen of diensten. De nieuwe

standaard volgt een vijfstappenbenadering voor de erkenning van de opbrengsten:

  • Stap 1: identificeren van contract(en) met een klant
  • Stap 2: identificeren van prestatieverplichtingen in het contract
  • Stap 3: bepalen van de transactieprijs
  • Stap 4: toewijzing van de transactie prijs aan de prestatieverplichtingen in het contract
  • Stap 5: opname van opbrengsten wanneer (of als) de entiteit voldoet aan een prestatieverplichting

Onder IFRS 15, wordt de opbrengst erkend wanneer een klant controle over een goed of dienst verwerft, m.a.w. als het zowel de mogelijkheid heeft om het gebruik ervan te sturen en de voordelen van het goed of dienst te verkrijgen. De klant verwerft controle op een specifiek moment in de tijd of later op een later tijdstip. IFRS 15 omvat nieuwe richtlijnen om te bepalen of de inkomsten na verloop van tijd of op een punt in de tijd moeten worden erkend. Onder de huidige norm IAS 18, was "overdracht of risico's en voordelen" het belangrijkste element met betrekking tot de tijdsbepaling van de opbrengsten in verband met de verkoop van goederen.

Tijdens 2016, voerde de Vennootschap een eerste beoordeling van IFRS 15 door op het niveau van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen; deze is weliswaar onderhevig aan aanpassingen ten gevolge van een meer gedetailleerde voortschrijdende analyse. In het huidge stadium werd nog geen gedetailleerd overzicht van de belangrijkste contracten opgesteld. De voorlopige bevindingen die hieronder worden besproken, zijn allemaal gebaseerd op gesprekken met controllers van de verschillende operationele segmenten van de Groep, personen die betrokken zijn bij de contractonderhandelingen en business line leidinggevenden.

Stap 1: Identificatie contract(en) met een klant

Voor grote klanten in de operationele segmenten Soepelschuim, Isolatie en Automobiel sluit de Groep in het algemeen globale leveringsovereenkomsten af waarbij de Groep zich tegen specifieke verkoopprijzen, voor verschillende producten en voor een bepaalde periode (meestal een jaar) verbindt. Deze afspraken kunnen beoogde te leveren hoeveelheden definiëren. In Automobiel is de Groep doorgaans verbonden tot specifieke eindhoeveelheden, hoewel de klant nooit gebonden is aan deze hoeveelheden. De geleverde hoeveelheden zijn gebaseerd op de inkooporders van klanten.

Stap 2: Identificatie van de prestatieverplichtingen in het contract

Nagenoeg alle prestatieverplichtingen van de Groep hebben betrekking op de levering van goederen. In sommige gevallen is de Groep ook verantwoordelijk voor het vervoer van de goederen naar de klant, maar in de overgrote meerderheid van deze gevallen verwerft de klant geen controle over de goederen voordat deze diensten zijn voltooid. Daarom worden deze vervoersdiensten niet beschouwd als een aparte prestatieverplichting uit hoofde van IFRS 15.

Vooral in Automobiel en in mindere mate in Soepelschuim omvatten de huidige bedrijfsopbrengsten ook inkomsten met betrekking tot de constructie en leveringen van de mal waarop de onderdelen vervolgens zullen worden geproduceerd. Op dit moment wordt IAS 11 Onderhanden Projecten gehanteerd en waardoor de opbrengst erkend door toepassing van het afwerkingspercentage (percentage of completion) over de bouwtijd van de mal.

Onder IFRS 15, heeft de vennootschap voorlopig geoordeeld dat sommige mallen in Automobiel niet kunnen geïsoleerd worden en dat deze derhalve moeten gecombineerd worden met andere specifiek te produceren onderdelen voor de specifieke mal. In vergelijking met de huidige praktijk zou dit de opname van opbrengsten uit deze mallen uitstellen.

Stap 3: Bepaling van de transactieprijs

Er zijn geen significante financieringsonderdelen geïdentificeerd die aanpassingen aan de transactieprijs voor de tijdswaarde van geld onder IFRS 15 vereisen.

De meest voorkomende vorm van variabele componenten in al onze operationele segmenten heeft betrekking op volumeprijskortingen. Het effect van de variabele component op de transactieprijs wordt in rekening gebracht bij de opname van opbrengsten door een inschatting te maken van de probabiliteit van de realisatie van de volumekorting. Er wordt niet verwacht dat de principes van IFRS 15 in dit opzicht invloed zal hebben op de huidige beginselen en beleid inkomsten door de Groep toegepast ten aanzien van volumekortingen/ acties.

Stap 4: Toewijzing van de transactieprijs aan de prestatieverplichtingen onder het contract

IFRS 15 vereist dat de transactieprijs wordt toegerekend aan de verschillende prestatieverplichtingen onder het contract op basis van hun relatieve stand-alone verkoopprijs. In dit stadium verwacht de vennootschap geen materiële verschillen in de inkomstenerkenning op basis van het multiple component accounting-principe. Met uitzondering van de mallen zoals eerder besproken en een aantal projectcontracten binnen Isolatie, weerspiegelen de prijzen op de inkooporders in het algemeen de stand alone verkoopprijzen.

Stap 5: Opname van opbrengsten wanneer (of als) de entiteit voldoet aan een prestatieverplichting

Met uitzondering van de mallen, worden opbrengsten momenteel erkend als de risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen (algemeen bepaald door de incoterms). De omzet wordt momenteel alleen erkend wanneer ook aan andere vereisten wordt voldaan; zoals geen blijvende beheersbetrokkenheid met de goederen, opbrengsten en

kosten betrouwbaar kunnen worden gemeten en waarschijnlijkheid van de verwerving van de tegenprestatie. Onder IFRS 15, zullen de inkomsten worden opgenomen als een klant de controle van de goederen verkrijgt. Op basis van de initiële beoordeling, heeft de vennootschap geen materiële verschillen tussen de overdracht van de controle en de huidige overdracht van risico's en voordelen geïdentificeerd.

Overige elementen

De Groep loopt momenteel geen incrementele kosten op voor het verkrijgen van een contract met de klant, en heeft ook niet de kosten geïdentificeerd om een contract dat onder IFRS 15 wordt erkend te vervullen.

• IFRS 16 Leasing, van toepassing vanaf 1 januari 2019

De Groep is een analyse opgestart voor de beoordeling van de potentiële effecten op de jaarrekening. Alle uitstaande operationele leases zullen moeten opgenomen worden in de balans als een geleasd actief en een gehuurde schuld. Bijgevolg zullen in de winst- en verliesrekening, de operationele kosten met betrekking tot de operationele leasing worden vervangen door afschrijvingen van de geleasde activa en de financiële kosten in verband met de gehuurde schuld.

Operationele lease overeenkomsten worden verder toegelicht in II.6.1.

II.1.3. Algemene principes

Valuta waarin de financiële staten zijn uitgedrukt

De financiële staten zijn opgesteld in euro (EUR), afgerond op het dichtste duizendtal (tenzij anders vermeld). De euro is de valuta van de primaire economische omgeving waarin de Groep actief is. De financiële staten van de buitenlandse deelnemingen worden omgerekend in overeenstemming met de principes, beschreven in de paragraaf 'Vreemde valuta'.

Historische kostprijs

De financiële staten zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs, tenzij hieronder anders wordt toegelicht in de waarderingsregels. Investeringen in eigenvermogensinstrumenten die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan bepaald worden aan de hand van alternatieve waarderingsmethodes, worden gewaardeerd tegen kostprijs.

Vreemde valuta

Verrichtingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de wisselkoers die op de datum van de verrichting van toepassing is. Op elke balansdatum worden monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta zijn uitgedrukt, omgerekend aan de slotkoers. De niet-monetaire activa en

7

verplichtingen die tegen hun reële waarde in een vreemde munt zijn opgenomen, worden omgerekend aan de wisselkoers die van toepassing was op het ogenblik dat hun reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen die voortvloeien uit dergelijke omrekeningen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer ze echter uitgesteld worden, worden ze opgenomen in het eigen vermogen.

Met het oog op de voorstelling van de geconsolideerde financiële staten, worden activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep omgerekend aan de slotkoers. Baten en lasten worden omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers over de periode, tenzij de wisselkoersen erg schommelen. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in het overige totaal resultaat en toegevoegd in het eigen vermogen (toegewezen aan minderheidsbelangen indien van toepassing). Bij het afstoten van een buitenlandse activiteit (in het bijzonder bij het afstoten van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of het afstoten waarbij er een verlies van controle ontstaat over een dochteronderneming dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van controle over een joint venture vennootschap dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van een significante invloed over een geassocieerde onderneming dat een buitenlandse activiteit bevat) wordt het cumulatieve bedrag van de wisselkoersverschillen, dat was opgenomen in het eigen vermogen, in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Daarnaast zal, in relatie met het gedeeltelijk afstoten van een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van controle van de Groep over deze vennootschap, het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen worden aan de minderheidsbelangen en niet opgenomen worden in de resultatenrekeningen. Voor alle overige partiële vervreemdingen (in het bijzonder gedeeltelijke vervreemding van geassocieerde vennootschappen en gezamenlijk gecontroleerde vennootschappen waarbij de Groep geen significante invloed of gemeenschappelijke controle verliest) zal het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassificeerd worden in de resultatenrekeningen.

Goodwill en aanpassingen aan de reële waarde die ontstaan bij het verwerven van een buitenlandse entiteit, worden behandeld als activa en passiva van de buitenlandse entiteit en omgerekend aan de slotkoers.

Consolidatieprincipes

De geconsolideerde financiële staten omvatten de dochterondernemingen en de belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en de geassocieerde deelnemingen die geconsolideerd worden volgens de vermogensmutatiemethode.

De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden.

Alle saldi en transacties, baten en lasten binnen de Groep worden geëlimineerd in de consolidatie.

• Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de Vennootschap direct of indirect de zeggenschap uitoefent. Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. De consolidatie van dochterondernemingen vangt aan op de datum waarop Recticel de zeggenschap over die entiteiten verkrijgt en stopt wanneer ze de zeggenschap verliest.

Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van de controle, worden als eigen vermogenstransacties geboekt. De boekwaarde van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om deze wijzigingen in de relatieve belangen in een dochteronderneming weer te geven. Elke afwijking tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de uitgevoerde of ontvangen betaling wordt onmiddellijk erkend in het eigen vermogen.

Wanneer de Groep echter de controle over een dochteronderneming verliest, dan wordt de winst of het verlies van de verkoop berekend als het verschil tussen (i) de totale reële waarde van de ontvangen betaling en de reële waarde van het overblijvende belang, en (ii) de vroegere boekwaarde van de activa (inclusief goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en alle minderheidsbelangen. Bedragen die voordien, voor deze dochterondernemingen, erkend werden in het totaal resultaat worden op dezelfde manier verwerkt (t.t.z. herklassificatie van winst of verlies of rechtstreeks getransfereerd naar de overgedragen resultaten) als zou vereist zijn indien de relevante activa en passiva zouden zijn afgestoten. De reële waarde, op datum van het verlies van de controle, van elke weerhouden investering in de vroegere dochteronderneming, wordt gezien als de reële waarde op het moment van de eerste erkenning onder IAS 39 Financiële instrumenten: Erkenning en Waardebepaling of, indien van toepassing, de kost van de initiële erkenning van een investering in een geassocieerde of gezamenlijk gecontroleerde entiteit.

• Entiteiten waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend

IFRS 11 vervangt IAS 31 "Belangen in Joint Ventures" en de richtsnoeren uit een gerelateerde interpretatie, SIC-13 "Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend – Niet-monetaire bijdragen door door deelnemers in een joint venture", zijn opgenomen in IAS 28 (zoals herzien in 2011). In IFRS 11 wordt beschreven hoe een gezamenlijke overeenkomst waarover twee of meer partijen de zeggenschap hebben, moet worden geclassificeerd en administratief moet worden

vastgelegd. Overeenkomstig IFRS 11 zijn er slechts twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint operations (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten) en joint ventures (gezamenlijke ondernemingen). Bij de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten wordt onder IFRS 11 uitgegaan van de rechten en verplichtingen van de entiteiten die partij zijn bij een gezamenlijke overeenkomst, en wordt er rekening gehouden met de structuur, de rechtsvorm van de overeenkomst, de contractuele voorwaarden zoals overeengekomen door de entiteiten die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, met andere feiten en omstandigheden. Een joint operation is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke exploitanten), rechten hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de overeenkomst. Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke ondernemingen), rechten hebben op de nettoactiva van de overeenkomst. Voorheen was er onder IAS 31 sprake van drie typen gezamenlijke overeenkomsten: entiteiten onder gezamenlijke zeggenschap, bedrijfsactiviteiten onder gezamenlijke zeggenschap en activa onder gezamenlijke zeggenschap. Voor de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten werd onder IAS 31 in de eerste plaats uitgegaan van de rechtsvorm van de overeenkomst (bv.: een gezamenlijke overeenkomst die middels een aparte entiteit werd gesloten, werd als een entiteit onder gezamenlijke zeggenschap beschouwd).

Het opzetten en bijhouden van de boekhouding van joint ventures verschilt van die van joint operations. Bij de boekhouding van beleggingen in joint ventures wordt gebruik gemaakt van de vermogensmutatiemethode (proportionele consolidatie is niet langer toegestaan). De boekhouding van beleggingen in joint operations gebeurt als volgt: iedere exploitant in de overeenkomst neemt zijn eigen activa (inclusief zijn aandeel in activa die in gezamenlijk bezit zijn), passiva (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen passiva), opbrengsten (inclusief zijn aandeel in opbrengsten uit de verkoop van de output van de joint operation) en uitgaven (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen uitgaven) op. Iedere exploitant in de overeenkomst houdt de activa en passiva bij, alsook de opbrengsten en uitgaven met betrekking tot zijn belang in de joint operation overeenkomstig de toepasselijke normen.

De bestuurders van de Groep voerden een herziening en beoordeling uit van de classificatie van de beleggingen in gezamenlijke overeenkomsten van de Groep, conform de vereisten van IFRS 11. De bestuurders kwamen tot de conclusie dat de beleggingen van de Groep in Eurofoam en in Proseat, die overeenkomstig IAS 31 als entiteit onder gezamenlijke zeggenschap werden geclassificeerd en volgens de proportionele consolidatiemethode werden verwerkt, overeenkomstig IFRS 11 als joint venture moeten worden geclassificeerd en middels de vermogensmutatiemethode moeten worden verwerkt.

• Joint ventures en geassocieerde deelnemingen

De resultaten en de activa en passiva van joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn in deze geconsolideerde financiële staten verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de investering geclassificeerd is als aangehouden voor verkoop. In dat geval wordt de investering verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 "Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten". In overeenstemming met de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture en geassocieerde deelneming aanvankelijk in de geconsolideerde financiële staten van de financiële positie opgenomen tegen kostprijs en later aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies en het overige totaal resultaat ('comprehensive income') van de joint venture en geassocieerde deelneming weer te geven. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies van een joint venture en geassocieerde deelneming het belang van de Groep in die joint venture en geassocieerde deelneming overstijgt (met inbegrip van eventuele langetermijnbelangen die, in hoofdzaak, deel uitmaken van de netto kapitaalsinvesteringen van de Groep in de joint venture en geassocieerde deelneming) beëindigt de Groep de opname van zijn aandeel in de toekomstige verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen gewaardeerd voor zover de Groep juridische of feitelijke verplichtingen heeft opgelopen of betalingen heeft uitgevoerd in naam van de joint venture en geassocieerde deelneming.

Elk positief verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van een joint venture en geassocieerde deelneming, gewaardeerd op de overnamedatum, wordt gewaardeerd als goodwill, die wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering. Elk positief verschil tussen het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en de aankoopprijs, na herwaardering, wordt direct in de winst- en verliesrekening gewaardeerd.

De vereisten van IAS 39 worden toegepast om te bepalen of het noodzakelijk is om bijzondere

waardeverminderingsverliezen op te nemen met betrekking tot de investering van de Groep in een joint venture en geassocieerde deelneming. Indien nodig wordt de totale boekwaarde van de investering (inclusief goodwill) getoetst op bijzondere waardevermindering overeenkomstig IAS 36 "Bijzondere waardevermindering van activa" als een individueel actief door de realiseerbare waarde ervan (de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten) te vergelijken met de boekwaarde. Alle opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen maken deel uit van de boekwaarde van de investering. Alle terugnemingen van bijzondere waardeverminderingsverliezen worden

7

Bij afstoting van een joint venture en geassocieerde deelneming waardoor de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest, worden alle overblijvende investeringen gewaardeerd tegen hun reële waarde op die datum en wordt de reële waarde beschouwd als de reële waarde bij de initiële waardering als financieel actief in overeenstemming met IAS 39. Het verschil tussen de eerdere boekwaarde van de joint venture en geassocieerde deelneming die toewijsbaar is aan het overblijvende belang en zijn reële waarde is opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij de afstoting van de joint venture en geassocieerde deelneming. Daarnaast boekt de Groep alle eerder gewaardeerde bedragen in het overige totaal resultaat ('comprehensive income') met betrekking tot die joint venture en geassocieerde deelneming op dezelfde basis als zou zijn vereist wanneer die joint venture en geassocieerde deelneming de betreffende activa en verplichtingen meteen zou hebben afgestoten. Daartoe zal de Groep, wanneer winst of verlies die eerder werden gewaardeerd als overige totaal resultaat ('comprehensive income') door die joint venture en geassocieerde deelneming zouden worden geherclassificeerd als winst of verlies bij de afstoting van de betreffende activa of verplichtingen, de winst of het verlies herclassificeren vanuit het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening (aanpassing van de herclassificatie) wanneer de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest.

• Bedrijfscombinaties

Overnames van activiteiten worden geboekt volgens de acquisitiemethode. De prijs voor elke overname wordt bepaald als de som van de reële waarden (op datum van de betaling) van de overhandigde activa, de overgenomen of vermoede verplichtingen, en de eigen vermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep in ruil voor de controle over de overgenomen partij. Kosten in verband met de overname worden in de resultatenrekeningen opgenomen.

Wanneer Recticel een entiteit of bedrijfsactiviteit overneemt, worden de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen partij op datum van de aanschaf opgenomen aan hun reële waarde; behalve voor:

  • Uitgestelde belastingvorderingen of –verplichtingen en verplichtingen of activa in verband met personeelsvoordelen worden erkend en bepaald volgens respectievelijk IAS 12 Inkomstenbelastingen en IAS 19 Personeelsvoordelen.
  • Verplichtingen en eigen vermogensinstrumenten in verband met op aandelen gebaseerde betalingstransacties van de overgenomen partij of de vervanging van op aandelen gebaseerde betalingen van de overgenomen partij door op aandelen gebaseerde betalingen door de Groep, worden bepaald in

overeenstemming met IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen.

• Activa (of afgestoten groepen) die geclassificeerd werden onder voor verkoop beschikbaar conform IFRS 5 Vaste activa beschikbaar voor verkoop en Stopgezette activiteiten worden volgens deze standaard gewaardeerd.

Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname. Wanneer dit verschil negatief is, wordt het surplus, na een herbeoordeling van de reële waarden, onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen als een winst uit een koopje.

Minderheidsbelangen die huidige eigendomsbelangen zijn en die de houders een proportioneel recht in de netto activa van de entiteit geeft in geval van liquidatie, mogen initieel bepaald worden aan hun reële waarde of aan het proportioneel deel van de erkende bedragen van de geïdentificeerde netto activa van de overgenomen partij. De bepalingskeuze hangt van transactie tot transactie.

Indien Recticel zijn belang verhoogt in een deelneming waarin het nog niet de controle had (in principe verhoging van het deelnemingspercentage kleiner of gelijk aan 50% tot 51% en meer) (bedrijfscombinaties uitgevoerd in verschillende fases), dan wordt het door de Groep aangehouden belang in de overgenomen partij geherwaardeerd aan de reële waarde op datum van de overname (t.t.z. datum waarop de Groep de controle verwerft), en de hieruit resulteerde winst of verlies, indien van toepassing, wordt herkend in de resultatenrekening.

Indien de initiële boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties onvolledig is op het einde van de rapporteringsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden, dan zal de Groep voorzieningen aanleggen voor deze elementen die nog onvolledig zijn. Deze voorzieningen worden aangepast tijdens de bepalingsperiode (maximum één jaar na de aanschaffingsdatum), of bijkomende activa of verplichtingen zullen worden erkend, opdat zodoende alle nieuw verkregen informatie inzake de bestaande feiten en omstandigheden op datum van de overname; indien gekend; de bedragen zodanig zouden bijstellen als zouden deze gekend zijn geweest op die datum.

II.1.4. Balanselementen

Afzonderlijk verworven immateriële activa

Immateriële activa met bepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Afschrijvingen worden gewaardeerd op lineaire basis over de geschatte gebruiksduur. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden aan het eind van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij de gevolgen van eventuele wijzigingen in de schattingen prospectief worden gewaardeerd. Immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs minus de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Intern gegenereerde immateriële activa uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling

Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden gewaardeerd als een uitgave in de periode waarin ze zijn gebeurd.

Een intern gegenereerd immaterieel actief dat afkomstig is uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) wordt alleen, en alleen dan gewaardeerd als alle hiernavolgende voorwaarden aanwezig zijn:

  • de technische mogelijkheid om het immateriële actief te voltooien zodat het beschikbaar wordt voor gebruik of verkoop;
  • de intentie om het immateriële actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
  • de bekwaamheid om het immateriële actief te gebruiken of te verkopen;
  • de wijze waarop het immateriële actief wellicht toekomstige economische voordelen zal opleveren;
  • de beschikbaarheid van gepaste technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling van het immateriële actief te voltooien en het te gebruiken of te verkopen; en
  • de bekwaamheid om op betrouwbare wijze de uitgaven te bepalen die aan het immateriële actief toewijsbaar zijn tijdens zijn ontwikkeling.

Het initieel gewaardeerde bedrag voor intern gegenereerde immateriële activa is de som van de opgelopen uitgaven vanaf de datum waarop het immateriële actief voor het eerst voldoet aan de hierboven vermelde waarderingscriteria. Wanneer er geen intern gegenereerd immaterieel actief kan worden gewaardeerd, worden de uitgaven voor ontwikkeling opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment dat ze zich voordoen.

Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie

Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie en die afzonderlijk van de goodwill worden gewaardeerd, worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum (die wordt beschouwd als de kostprijs).

Na de eerste opname in de balans worden immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie gewaardeerd tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde basis als immateriële activa die afzonderlijk zijn verworven.

Afboeking van immateriële activa

Een immaterieel actief wordt afgeboekt bij de verkoop, of wanneer er uit het gebruik of de verkoop geen toekomstige economische voordelen worden verwacht. Winst of verlies als gevolg van de afboeking van een immaterieel actief, berekend als het verschil tussen de netto-opbrengsten uit de verkoop en de boekwaarde van het actief, worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het actief wordt afgeboekt.

Goodwill

Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname.

Goodwill dat voortkomt uit de overname van een activiteit wordt gewaardeerd aan zijn kostprijs minus alle afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, indien van toepassing, en wordt apart vermeld in de geconsolideerde financiële staten.

Goodwill wordt minstens jaarlijks onderworpen aan een test op bijzondere waardevermindering. Elk bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nadien niet meer teruggenomen.

Bij afstoting van een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, wordt de gerelateerde goodwill opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies van de afstoting.

Materiële vaste activa

Een materieel vast actief wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, met uitzondering van gronden die niet worden afgeschreven. De kostprijs omvat alle directe kosten en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.

Materieel vast actief in opbouw voor productie-, leverings- of administratieve doeleinden worden opgenomen aan kostprijs, minus eventuele erkende waardeverminderingen. De kostprijs omvat professionele honoraria en, voor gekwalificeerde activa, de gekapitaliseerde financieringskosten in overeenstemming met de boekhoudregels van de Groep. Deze materiële activa worden onder de gepaste categorieën van gebouwen en machines geklasseerd wanneer ze voltooid en klaar voor gebruik zijn. De afschrijvingen van deze activa starten, op dezelfde basis als de overige vaste activa, wanneer deze klaar zijn voor het beoogde gebruik.

Latere uitgaven verbonden aan een materieel vast actief worden als last opgenomen wanneer ze gedaan worden.

De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het moment dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur, restwaarden en afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode herbekeken met het oog op het inschatten van het effect van elke wijziging hiervan op de verwachte rapportering.

De geschatte gebruiksduur van de belangrijkste materiële vaste activa ligt binnen de volgende vorken:

Grondverbeteringswerken : 25 jaar
Administratieve gebouwen : 25 tot 40 jaar
Industriële gebouwen : 25 jaar
Fabrieken : 10 tot 15 jaar
Machines
Zware installaties : 11 tot 15 jaar
Halfzware installaties : 8 tot 10 jaar
Lichte installaties : 5 tot 7 jaar
Preoperationele kosten : 5 jaar maximum
Uitrustingen : 5 tot 10 jaar
Meubilair : 5 tot 10 jaar
Hardware : 3 tot 10 jaar
Rollend materieel
Wagens : 4 jaar
Vrachtwagens : 7 jaar

De winst of het verlies als gevolg van de buitengebruikstelling of vervreemding van een actief wordt bepaald als zijnde het verschil tussen de netto-opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde van het actief. Dit verschil wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Lease-overeenkomsten – Recticel als lessee • Financiële lease

Lease-overeenkomsten worden ingedeeld als financiële lease indien ze nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdragen. Alle andere lease-overeenkomsten worden ingedeeld als operationele lease.

Activa aangehouden onder financiële lease worden opgenomen als activa van de Groep tegen de reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de lease-overeenkomst.

De overeenkomstige verplichting tegenover de "lessor" wordt in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen, zodat een constante periodieke rente bekomen wordt over het resterende saldo van de verplichting.

Geleasde activa worden afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, waarbij de afschrijvingsgrondslagen consistent zijn met de afschrijvingsgrondslagen voor activa in eigendom. Indien de "lessee" aan het einde van de leaseperiode de eigendom niet verkrijgt, wordt het actief volledig afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur indien deze laatste korter is.

• Operationele lease

Lease-overeenkomsten waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen bij de "lessor" blijven, worden ingedeeld als operationele lease. Leasebetalingen op grond van een operationele lease worden op tijdsevenredige basis als last opgenomen gedurende de leaseperiode. Voordelen, ontvangen of te ontvangen, om een operationele lease-overeenkomst aan te gaan, worden lineair opgenomen over de leaseperiode.

Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

Naast de goodwill en immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur, die minstens jaarlijks onderworpen worden aan een test op bijzondere waardevermindering, gebeurt deze toets ook voor immateriële activa en materiële vaste activa wanneer er een indicatie is dat hun boekwaarde lager zou kunnen zijn dan hun realiseerbare waarde. Indien een actief geen instroom van kasmiddelen genereert die onafhankelijk is van andere activa, schat de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde en de boekwaarde. Voor de berekening van de reële waarde of de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar hun contante waarde aan de hand van een pre-tax discontovoet die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief waarvoor de geschatte toekomstige kasstromen niet werden aangepast.

Indien de realiseerbare waarde van een actief (of kasstroomgenererende eenheid) lager geschat wordt dan zijn boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verlaagd tot zijn realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen.

Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies daarna wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar enkel zo dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.

Vaste activa aangehouden voor verkoop

Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden ondergebracht in de rubriek aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde voornamelijk kan gerealiseerd worden door een verkoopstransactie en niet door hun voortgezet gebruik. Deze voorwaarde wordt als voldaan geacht, enkel en alleen wanneer de verkoop een hoge waarschijnlijkheid heeft en de activa (of beëindigde bedrijfsactiviteiten) zich in een toestand van onmiddellijke verkoopbaarheid bevinden. Het management moet daarenboven ervan overtuigd zijn dat de verkoop, in haar geheel, kan gerealiseerd worden binnen het jaar vanaf het tijdstip van deze classificatie.

Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten die gekwalificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd aan de laagste waarde tussen de boekwaarde en de reële waarde (fair value) verminderd met de verkoopskosten.

Vastgoedbeleggingen

Een vastgoedbelegging, wat een onroerende belegging is die wordt aangehouden om huuropbrengsten, een waardestijging of beide te realiseren, wordt op balansdatum gewaardeerd aan reële waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde van een vastgoedbelegging moeten worden opgenomen in de resultaten over de periode waarin ze ontstaan.

Financiële investeringen

Investeringen worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop een entiteit zich verbindt om een actief te kopen of te verkopen. Financiële investeringen worden gewaardeerd aan de reële waarde van de betaalde vergoeding, vermeerderd met de transactiekosten.

Investeringen aangehouden voor handelsdoeleinden of "beschikbaar voor verkoop" worden opgenomen aan hun reële waarde. Indien investeringen worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden de winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening over die periode.

Bij voor verkoop beschikbare investeringen worden winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen totdat het financieel actief wordt verkocht of onderhevig is aan een bijzondere waardevermindering. In dat geval wordt de cumulatieve winst of verlies die voorheen opgenomen was in het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies over de periode.

Deelnemingen die niet ingedeeld zijn als beschikbaar voor verkoop, die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald aan de hand van alternatieve waarderingsregels, worden aan kostprijs gewaardeerd.

Financiële investeringen die tot einde looptijd worden aangehouden, worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, door toepassing van de effectieve-rentemethode. Dit geldt niet voor korte-termijndeposito's, aangezien die gewaardeerd worden tegen hun kostprijs.

• Bijzondere waardevermindering van financiële activa

Het bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd wordt, is gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de geschatte toekomstige instroom van kasmiddelen, verdisconteerd tegen de initiële effectieve rentevoet. De bijzondere waardevermindering voor een financieel actief dat voor verkoop beschikbaar is, wordt berekend aan de hand van de huidige reële waarde ervan.

Voor elk materieel financieel actief wordt op individuele basis een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd. Andere activa worden getest als groepen van financiële activa met gelijkaardige eigenschappen wat kredietrisico betreft.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Met betrekking tot activa die voor verkoop beschikbaar zijn, worden in het geval van een bijzonder waardeverminderingsverlies de gecumuleerde negatieve veranderingen in reële waarde die voorheen opgenomen werden bij het eigen vermogen, nu getransfereerd naar de winst-en-verliesrekening.

Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de terugname objectief toegeschreven kan worden aan een gebeurtenis die plaatsvond nadat de bijzondere waardevermindering erkend werd.

Voor financiële activa die gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs en financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop, wordt de terugname opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Voor financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop en die eigen-vermogensinstrumenten voorstellen, wordt de terugname rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot activa die tegen kostprijs gewaardeerd worden, mogen niet teruggenomen worden.

• Afboeking van financiële activa

De Groep boekt een financieel actief slechts af wanneer de contractuele rechten op de instroom van kasmiddelen uit het actief vervallen, of wanneer de groep het financieel actief en nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van het actief transfereert naar een andere entiteit. Als de Groep niet nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen transfereert of behoudt en het getransfereerde actief blijft beheren, dan neemt de Groep het behouden belang in het actief op, evenals de daaraan verbonden verplichting voor de bedragen die ze eventueel moet betalen.

Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van een getransfereerd financieel actief behoudt, dan blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt het ook een krediet op onderpand op voor de inkomsten die hierbij ontvangen worden.

Bij het volledig afboeken van een financieel actief in zijn geheel, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen en te ontvangen vergoeding en de cumulatieve winst of verlies die opgenomen werden in overige totaal inkomsten (comprehensive income) en geaccumuleerd in het eigen vermogen, opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

Bij het gedeeltelijk afboeken van een financieel actief anders dan in zijn geheel (bv. wanneer de Groep de mogelijkheid behoudt om een gedeelte van een getransfereerd actief opnieuw aan te kopen), verdeelt de Groep de voorafgaande

boekwaarde van het financieel actief tussen het deel dat de Groep blijft opnemen bij aanhoudende betrokkenheid, en het deel dat de Groep niet langer opneemt op basis van de relatieve reële waarde van die delen op het moment van de transfer.

Het verschil tussen de boekwaarde die toegekend wordt aan het deel dat niet langer opgenomen wordt en de som van de vergoeding die ontvangen werd voor het deel dat niet langer opgenomen wordt en eventuele cumulatieve winst of verlies die eraan toegekend wordt en die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt opgenomen in de winst-of-verliesrekening.

Een cumulatieve winst of verlies die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt verdeeld tussen het deel dat opgenomen blijft en het deel dat niet langer opgenomen wordt op basis van de relatieve reële waarde van die delen.

Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde. De kostprijs van voorraden omvat directe materiaalkosten en, indien van toepassing, directe arbeidskosten. Daarnaast omvat de kostprijs ook die kosten die gemaakt zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De kostprijs wordt berekend aan de hand van de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs.

De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten tot voltooiing en de kosten nodig om de verkoop te realiseren.

Vorderingen

Kortlopende vorderingen worden opgenomen tegen hun nominale waarde, verminderd met de gepaste voorzieningen voor de geschatte dubieuze vorderingen.

Rentedragende financiële verplichtingen en eigen-vermogensinstrumenten

Rentedragende financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele overeenkomst. Een eigen-vermogensinstrument is een contract dat het overblijvend recht omvat op een belang in de activa van de Groep, na aftrek van alle verplichtingen.

Eigen-vermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de directe uitgiftekosten.

• Samengestelde financiële instrumenten

De onderdelen van samengestelde instrumenten (bv. converteerbare effecten) die door het Vennootschap zijn uitgegeven, worden apart geclassificeerd als financiële verplichtingen en eigen vermogen in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele overeenkomsten en de bepalingen van een financiële verplichting en een eigenvermogensinstrument.

Op het moment dat de conversieoptie wordt geregeld door het uitwisselen van een vastgesteld bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief voor een vastgesteld aantal van de eigen-vermogensinstrumenten van het Vennootschap, wordt het samengesteld instrument geherkwalificeerd tot een eigen-vermogensinstrument.

Op de datum van uitgave wordt de reële waarde van de financiële verplichtingscomponent geschat op basis van de heersende marktrentevoet voor gelijkaardige nietconverteerbare instrumenten. Dat bedrag wordt opgenomen als een verplichting tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode tot het vervalt bij conversie of op de vervaldatum van het instrument.

De waardering van de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd wordt, wordt bepaald door het bedrag van de verplichtingscomponent af te trekken van de reële waarde van het samengestelde instrument als geheel. Dit wordt verdeeld en opgenomen in eigen vermogen, na aftrek van het effect van inkomstenbelasting, en wordt daaropvolgend niet opnieuw bepaald.

Bovendien blijft de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd is, in het eigen vermogen tot de conversieoptie uitgevoerd is, en in dit geval wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is getransfereerd naar financiële verplichting.

Wanneer de conversieoptie onuitgevoerd blijft op de vervaldatum van het converteerbare schuldpapier, wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is, getransfereerd naar financiële verplichting. Er wordt geen winst of verlies opgenomen in de winst-of-verliesrekening bij conversie of uitdoven van de conversieoptie.

Transactiekosten die verband houden met de uitgave van de converteerbare effecten worden verdeeld tussen de verplichtingscomponent en de eigen-vermogenscomponent in verhouding tot de indeling van de bruto-opbrengst. Transactiekosten in verband met de eigenvermogenscomponent worden rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. Transactiekosten in verband met de verplichtingscomponent worden opgenomen in de boekwaarde van de verplichtingscomponent en worden afgeschreven over de duurtijd van de converteerbare effecten op basis van de effectieverentemethode.

• Financiële verplichtingen tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening

Financiële verplichtingen worden tegen reële waarde geclassificeerd via de winst-en-verliesrekening ("RWWV" of "FVTPL", fair value through profit and loss) als zij aangehouden zijn voor trading. Financiële verplichtingen tegen RWWV worden aan reële waarde opgenomen, waarbij de resulterende winst of verlies opgenomen wordt in de winst-enverliesrekening. Een financiële verplichting wordt in deze categorie geplaatst als deze in principe verworven werd met verkoop op korte termijn als doel. Afgeleide producten worden ook als RWWV gecategoriseerd tenzij zij als afdekking worden opgenomen en effectief zijn.

Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen • Pensioenschema's

In overeenstemming met de wetten en gebruiken van elk land, beschikken de verbonden entiteiten over toegezegdpensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen.

1 - Toegezegde-bijdragenregelingen

Betalingen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden als last opgenome op het moment dat deze verschuldigd zijn. Het is de politiek van de Groep om voor nieuw aangeworven personeelsleden, daar waar mogelijk en gepast, toegezegdebijdragenregelingen te hanteren.

2 - Toegezegde-pensioenregelingen

Het bedrag dat uit hoofde van toegezegdepensioenregelingen op balans wordt opgenomen, is de contante waarde van de toegezegde-pensioenregelingen verminderd met de reële waarde van eventuele fondsbeleggingen.

Indien het bedrag dat in de balans wordt opgenomen negatief is, bedraagt het maximaal het totaal van de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling.

In de winst- en verliesrekening worden de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten (inclusief de inkrimpingen), de afrekenings- en de administratiekosten en de pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd opgenomen in de rubriek "overige bedrijfsinkomsten en -uitgaven", terwijl de netto rentekost wordt opgenomen in de rubriek "andere financiële opbrengsten en kosten".

De contante waarde van de verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen en de gerelateerde aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en pensioenkosten van verstreken diensttijd worden berekend door erkende actuarissen aan de hand van de 'projected unit credit' methode.

De discontovoet is gebaseerd op de geldende rendementen van kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (in het bijzonder AA bedrijfsobligaties) met looptijden die de periode van de toegezegde verplichtingen benaderen.

De reële waarde van de collectieve verzekeringscontracten die overeenkomen met het bedrag en de timing van sommige of alle vergoedingen uit hoofde van het plan, wordt geacht overeen te komen met de contante waarde van de gerelateerde verplichtingen.

De actuariële winsten en verliezen, die voortvloeien uit verschillen tussen de vroegere actuariële hypothesen en de huidige ervaring of uit wijzigingen in de actuariële hypothesen, worden voor elke toegezegde-pensioenregeling afzonderlijk berekend en worden opgenomen in het totaal resultaat. De activa winsten en verliezen en het effect van de wijzigingen in het activaplafond, exclusief de bedragen opgenomen in de netto renten, worden ook opgenomen in het totaal resultaat.

Pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd, die ontstaan uit wijzigingen aan de regeling, worden onmiddellijk als een last opgenomen.

Toegezegde-bijdrageregelingsplannen in België en Zwitserland zijn 'hybride' pensioenregelingen die kwalificeren als toegezegd-pensioenregelingen voor IFRS-doeleinden, omdat zij volgens de wet onderworpen zijn aan een minimum gegarandeerd rendement en deze een minimum lijfrente conversieratio's moeten garanderen. Er is bijgevolg een risico dat de Vennootschap aanvullende bijdragen moet betalen die verband houden met het verleden dienstprestaties. Dergelijke extra bijdragen zijn afhankelijk van de werkelijke rendementen en de toekomstige ontwikkeling van de minimumgaranties.

Beëindigingsvoordelen

De entiteit dient een verplichting en een uitgave voor beëindigingsvoordelen te erkennen op de vroegste van volgende data: (a) wanneer de entiteit zich niet langer kan onttrekken aan het voorstel van deze voordelen; en (b) wanneer de entiteit reorganisatielasten erkent die binnen de draagwijdte van IAS 37 vallen en wanneer dit de betaling van beëindigingsvoordelen met zich meebrengt.

Op aandelen gebaseerde betalingen

Op aandelen gebaseerde betalingen aan werknemers en anderen die soortgelijke diensten verlenen, worden gewaardeerd aan de reële waarde (fair value) van de eigen vermogensinstrumenten op het moment van hun toekenning. De reële waarde (fair value) wordt bepaald aan de hand van een Black & Scholes model. Overige details over hoe de reële waarde van de op aandelen gebaseerde betalingen werden bepaald wordt verder in de toelichtingen beschreven.

De reële waarde (fair value) zoals bepaald op de datum van toekenning van de op aandelen gebaseerde betalingen worden in kosten genomen, waarbij deze kosten lineair worden gespreid over de wachtperiode (vesting period), dewelke gebaseerd is op de door de Groep verwachte looptijd waarover de aandelen zullen gevestigd worden.

Deze politiek wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingen die werden toegekend na 07 november 2002 en die onvoorwaardelijk zijn geworden na 01 januari 2005. Geen enkel bedrag werd opgenomen in de financiële staten voor eventueel andere op aandelen gebaseerde betalingen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden in de balans opgenomen wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden die waarschijnlijk zal leiden tot een toekomstige uitstroom van middelen en waarvan het bedrag op betrouwbare wijze kan bepaald worden.

Voorzieningen voor productwaarborgen worden opgenomen op de datum waarop de relevante goederen verkocht worden tegen de beste schatting van de uitgave die nodig is om de verplichting van de Groep af te wikkelen.

Voorzieningen voor reorganisatiekosten worden opgenomen indien de Groep over een gedetailleerd formeel plan voor de reorganisatie beschikt dat reeds voor de balansdatum werd meegedeeld aan de betrokken partijen.

Rentedragende financiële verplichtingen

Rentedragende financiële verplichtingen worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de opgelopen transactiekosten.

Rentedragende financiële verplichtingen worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de vergoedingen (na aftrek van de transactiekosten) en de aflossingswaarde (met inbegrip van te betalen premies bij aflossing) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode van de financiering.

Niet-rentedragende financiële verplichtingen

Handelsverplichtingen die niet-rentedragend zijn worden gewaardeerd aan hun kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van het te betalen bedrag.

7

Afgeleide financiële instrumenten

Afgeleide financiële instrumenten worden als volgt verwerkt:

• Kasstroomafdekking

Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan is vastgesteld dat ze effectieve afdekkingen zijn voor toekomstige kasstromen worden direct in het eigen vermogen opgenomen, terwijl het niet-effectieve deel van de winst of het verlies op het afdekkingsinstrument in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. Indien de kasstroomafdekking van een vaststaande toezegging of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie resulteert in de opname van een actief of een verplichting dan worden, op het ogenblik van de opname, de verbonden winsten en verliezen op het afgeleide instrument die voorheen in het eigen vermogen waren opgenomen, nu opgenomen in de initiële waardering van het actief of de verplichting. Voor afdekkingen die niet resulteren in de opname van een actief of een verplichting, worden bedragen die waren uitgesteld in het eigen vermogen opgenomen in de winst- en verliesrekening over dezelfde periode waarin het afgedekte item de winst of het verlies beïnvloedt.

• Netto-investeringshedge

De afdekking van netto-kapitaalsinvesteringen in buitenlandse activiteiten wordt op vergelijkbare wijze verwerkt als die van kasstromen. Elk verlies of elke winst op het afdekkingsinstrument in verband met het effectieve deel van de hedge wordt meegerekend in overige totaal resultaat ('comprehensive income') en geaccumuleerd in de buitenlandse valutareserve. De winst of het verlies van het niet-effectieve deel wordt meteen als winst en verlies verrekend.

• Reële-waarde-afdekking

Een afgeleid instrument wordt opgenomen als een reëlewaarde-afdekking indien het instrument het risico afdekt van wijzigingen in de reële waarde van de opgenomen activa en verplichtingen. Derivaten opgenomen als reële-waardeafdekkingen en afgedekte activa en verplichtingen worden opgenomen aan hun reële waarde. De overeenkomstige wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die niet voldoen aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer ze zich voordoen.

Hedge accounting wordt gestaakt wanneer het afdekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend of wanneer de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. In dat geval blijft de, direct in het eigen vermogen verwerkte, cumulatieve winst of verlies op het afdekkingsinstrument, afzonderlijk in het eigen vermogen opgenomen tot de verwachte toekomstige transactie plaatsvindt. Indien een verwachte toekomstige

transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies, opgenomen in het eigen vermogen, getransfereerd naar de winst- en verliesrekening over de periode.

II.1.5. Opname van opbrengsten

Algemeen

Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van ontvangen of te ontvangen vergoeding en vertegenwoordigen de te ontvangen bedragen met betrekking tot de verkoop van goederen en het verrichten van diensten over het normale verloop van de bedrijfsvoering, verminderd met kortingen, BTW en andere verkoopgerelateerde belastingen.

Opbrengsten van de verkoop van goederen worden opgenomen wanneer de goederen geleverd zijn en de eigendom is overgedragen, zodat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • de Groep heeft aan de koper de belangrijke risico's en eigendomsopbrengsten van de goederen overgedragen;
  • de Groep behoudt geen blijvende beleidsbetrokkenheid dat normaal geassocieerd wordt met eigendom, noch effectieve controle over de verkochte goederen;
  • het bedrag van de opbrengsten kan betrouwbaar bepaald worden;
  • het is mogelijk dat de economische voordelen geassocieerd met de transacties naar de Groep vloeien; en
  • de opgelopen, of op te lopen, kosten met betrekking tot de transactie betrouwbaar kunnen bepaald worden.

Rentebaten worden op een tijdsevenredige basis opgenomen, in functie van de uitstaande som en tegen de effectieve rentevoet die van toepassing is, met name de rentevoet die de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert naar de boekwaarde van de financiële activa over de verwachte gebruiksduur van dat actief.

Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.

Onderhanden projecten in opdracht van derden

Indien het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden betrouwbaar kan worden ingeschat, worden de opbrengsten en kosten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de projectactiviteiten op de balansdatum.

Dit wordt gewoonlijk bepaald door de verhouding van de tot dat moment in het kader van de verrichte prestaties gemaakte kosten tot de geschatte totale kosten van het project, behalve indien deze methode niet representatief zou zijn voor het stadium van voltooiing.

Als het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden niet betrouwbaar kan worden ingeschat, worden opbrengsten enkel opgenomen tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, en waarbij deze mogelijk kunnen worden gerecupereerd. De projectkosten worden dan als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.

Als de totale projectkosten waarschijnlijk hoger zullen liggen dan de totale projectopbrengsten, worden de verwachte verliezen onmiddellijk als last opgenomen.

Overheidssubsidies

Overheidsubsidies worden niet opgenomen tot dat er een redelijke zekerheid is dat de Groep zal voldoen aan de hieraan verbonden voorwaarden en dat de subsidies zullen worden ontvangen.

Overheidssubsidies met betrekking tot de opleiding van personeel worden als opbrengst opgenomen over de periodes die nodig zijn om ze te verbinden aan de betrokken lasten en worden in mindering gebracht van de verbonden uitgave.

Overheidssubsidies met betrekking tot materiële vaste activa worden verwerkt door de ontvangen subsidies in mindering te brengen van de boekwaarde van de betrokken activa. Dergelijke subsidies worden als opbrengst opgenomen over de gebruiksduur van de af te schrijven activa.

Winstbelastingen

Belastinglasten omvatten over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten en uitgestelde belastinglasten.

De over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten zijn gebaseerd op de belastbare winst over de periode. Belastbare winst verschilt van de nettowinst uit de winst- en verliesrekening, omdat ze bepaalde elementen van baten of lasten uitsluit die belastbaar of verrekenbaar zijn in andere jaren of die nooit belastbaar of verrekenbaar zullen worden. De actuele belastingverplichting wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum.

Uitgestelde belastingen zijn de belastingen, waarvan men verwacht ze te moeten betalen of terug te vorderen, op verschillen tussen de boekwaarde van activa of verplichtingen in de financiële staten en hun fiscale basis gebruikt voor de berekening van de belastbare winst. Ze worden verwerkt aan de hand van de 'balance sheet liability'-methode. Uitgestelde belastingverplichtingen worden meestal opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen, in zoverre het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend.

Dergelijke activa en verplichtingen worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit goodwill of uit de eerste opname (behalve in het kader van een bedrijfscombinatie) van andere activa en verplichtingen in een transactie die geen invloed heeft op de fiscale winst of op de winst vóór belasting.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.

De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt beoordeeld op minstens elke balansdatum en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.

Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen worden als baten of lasten opgenomen in de winst of het verlies over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval wordt ook de uitgestelde belasting verwerkt in het eigen vermogen.

II.1.6. Kritische boekhoudkundige beoordeling en belangrijkste bronnen van onzekerheid

De opstelling van de financiële staten in overeenstemming met IFRS vereist de nodige schattingen en beoordelingen door het management. Het management baseert haar schattingen op historische ervaring en andere redelijke beoordelingselementen. Deze worden periodiek herzien en de effecten van zulke herzieningen worden opgenomen in de financiële staten van de desbetreffende periode. Ook toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de Groep zijn hierin begrepen.

De geschatte resultaten van zulke mogelijke toekomstige gebeurtenissen kunnen dan ook afwijken van de reële toekomstige impact op de resultaten. Beoordelingen en schattingen werden onder andere gemaakt bij:

  • De bijzondere waardeverminderingen op vaste activa, inclusief Goodwill.
  • De bepaling van voorzieningen voor herstructureringen, voorwaardelijke verplichtingen en overige risico's.
  • De bepaling van voorzieningen voor oninbare vorderingen.
  • De bepaling van waardeverminderingen op voorraden.
  • De waardering van toegezegde-pensioenverplichtingen, andere langlopende personeelsvoordelen en beëindigingsvoordelen.
  • De recupereerbaarheid van uitgestelde belastingvorderingen.

Het kan niet uitgesloten worden dat toekomstige herzieningen van deze inschattingen en beoordelingen tijdens de volgende boekjaren een aanpassing in de waarde van de activa en passiva zouden kunnen veroorzaken.

II.1.6.1. Bijzondere waardeverminderingen op Goodwill, Immateriële en Materiële vaste activa

Voor afschrijfbare lange termijn activa, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis gemaakt te worden in het geval er bijzondere waardeverminderingsindicatoren zijn. Indien zulke indicatoren bestaan, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis uitgevoerd te worden op CGU (cash generating unit (CGU)), niveau. Voor goodwil (en overige niet-afschrijfbare lange termijn activa) dient minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest gemaakt te worden. De boekwaarde kan op een redelijke en consistente basis toegewezen worden. Goodwill kan voor bijzondere

waardeverminderingstesting toegewezen worden aan een groep van kasstroomgenererende eenheden (cash generating units (CGU)), indien de leidinggevende beslissingsverantwoordelijk oordeelt dat dit de meest gepaste toewijzing is. Er bestaat een verband tussen het niveau op hetwelke goodwill wordt getest voor bijzondere waardevermindering en het niveau van de interne rapportering dat weergeeft hoe de entiteit zijn operaties beheert, en waarmee de goodwill is geassocieerd (aldusdanig kan het niet het niveau van de segmentrapportering zoals bepaald door IFRS 8 overstijgen).

Voor het segment Soepelschuim, is het CGU-niveau vastgelegd op basis van markt en productiecapaciteit. Deze benadering leidt tot de bepaling van vier CGUs:

  • CGU "Soepelschuim Verenigd Koninkrijk";
  • CGU " Soepelschuim Continentaal Europa";
  • CGU "Soepelschuim Scandinavië";
  • CGU "Soepelschuim Internationaal".

Een bijzondere waardeverminderingsanalyse werd toegepast op de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" en "Soepelschuim - Scandinavië", waarbij de goodwill werd toegewezen aan deze CGUs. Voor de overige CGUs van de divisie Soepelschuim is er geen goodwill en er zijn geen bijzondere waardeverminderingsindicatoren voor lange termijn activa. Bijgevolg is er geen herziening voor bijzondere waardeverminderingen nodig, conform IAS 36.

Voor het segment Slaapcomfort is het CGU niveau globaal gedefinieerd op het niveau van het Slaapcomfort segment in zijn geheel; dit op basis van de sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de verschillende markten en de productiecapaciteit en het centrale beslissingsproces. Deze nieuwe benadering leidt tot de bepaling van slechts één CGU op segment niveau.

De netto boekwaarde van de activa die weerhouden werden voor onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen, zoals opgenomen in onderstaande tabel, vertegenwoordigt ongeveer 85,4% van de totale goodwill, 44,0% van de totale materiële vaste activa en 46,5% van de totale immateriële vaste activa. De onderzochte activa hebben betrekking op (i) de Soepelschuim-activiteiten in het Verenigd Koninkrijk en in Scanindavië, (ii) de Slaapcomfort-activiteiten op het niveau van het hele segment en (iii) de Automobiel Interiorsactiviteiten van de Groep.

De meest relevante resultaten van deze onderzoeken worden hierna besproken.

Voor 2016:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL TOTAAL
Verenigd
Koninkrijk
Scandinavië Interiors
Goodwill 4 194 5 583 11 647 0 21 424
Overige immateriële activa 154 253 2 692 2 525 5 624
Materiële vaste activa 4 084 7 277 32 368 51 466 95 195
Totaal 8 432 13 113 46 707 53 991 122 243
Bijzondere waardeverminderingen (284) 0 (1 130) 0 (1 414) (1)
Netto boekwaarde 8 148 13 113 45 577 53 991 120 829

Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse. (1) zonder de bijkomende bijzondere waardevermindering (EUR 0,258 miljoen) als gevolg van de herstructurering van de Soepelschuim-fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) in 2016; waardoor het totale bedrag aan in 2016 opgenomen bijzondere waardeverminderingen EUR 1,673 miljoen bedraagt.

Voor 2015:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL TOTAAL
Verenigd
Koninkrijk
Scandinavië Interiors
Goodwill 4 994 5 621 11 585 0 22 200
Overige immateriële activa 208 321 2 430 2 160 5 119
Materiële vaste activa 5 235 7 983 37 879 46 693 97 790
Totaal 10 437 13 925 51 894 48 853 125 109
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0
Netto boekwaarde 10 437 13 925 51 894 48 853 125 109

Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse.

Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering van de balansposten in bovenstaande tabel werden bepaalde veronderstellingen gemaakt. Het recupereerbare bedrag van de totale "cash generating unit" ("CGU") wordt bepaald op basis van de reële waarde of de bedrijfswaarde.

Een bijzondere waardevermindering werd opgenomen als gevolg van (i) ongebruikte machines ten gevolge van de rationalisatie van de industriële voetafdruk in Soepelschuim (Frankrijk en Verenigd Koninkrijk) (EUR 0,6 miljoen) en in Slaapcomfort (Oostenrijk) (EUR 0,4 miljoen), en (ii) immateriële vaste activa (software) in Slaapcomfort (EUR 0,7 miljoen).

Bij de bepaling van de verwachte toekomstige kasstromen, houdt de Groep rekening met voorzichtige, doch realistische, veronderstellingen met betrekking tot haar markten, haar omzet, grondstofprijzen, de impact van vorige herstructureringen en bruto marges, dewelke alle gebaseerd zijn op (i) vroegere ervaringen van het management en/of (ii) dewelke in lijn liggen met betrouwbare externe informatiebronnen. Voor de toekomst is het niet uitgesloten dat een herinschatting van de assumpties en van de marktanalyse als gevolg van wijzigingen in de economische omgeving zou kunnen leiden tot de erkenning van bijkomende bijzondere waardeverminderingen.

Voor de verdiscontering van de toekomstige cash flows, wordt een uniforme, globale pre-tax disconteringsvoet van 6,40% (8,60% in 2015) gehanteerd voor alle CGUs van de Groep. Deze disconteringsvoet is gebaseerd op een (lange-termijn) gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden; waarbij de risico's impliciet in de kasstromen vervat zijn.

Voor landen met een hoger gepercipieerd risico (o.a. ontluikende markten), is het investeringsniveau relatief beperkt (1,4% van de totale vaste activa); waardoor bijgevolg geen aparte pre-tax disconteringsvoet wordt gebruikt.

De pre-tax disconteringsvoet voor bijzondere

waardeverminderingstesten is gebaseerd op de volgende hypotheses: (EUR gebaseerd)

Groep's doelratios:
Schuldgraadratio: netto financiële
2016 2015
schuld/totaal eigen vermogen : 50% 50%
% netto financiële schuld : 33% 33%
% totaal eigen vermogen : 67% 67%
Pre-tax kost van de schuld : 3,57% 4.45%
Pre-tax kost van het eigen
vermogen = Rf
+ Em * β + Sp)/(1-T)
: 9.29% 12.10%
Risicovrije rentevoet = Rf : 0.77% 1.25%
Beta = β : 0.80 1.05
Marktrisicopremie eigen
vermogen = Em : 6.50% 6.50%
Premie klein bedrijf (small cap) = Sp : 1.0% 1.0%
Bedrijfsbelastingvoet = T : 25.0% 25.0%
Verwachte inflatievoet : 1.0% 1.5%
Pre-tax WACC (weighted average cost

of capital - gewogen gemiddelde kapitaalskost) : 6.40% 8.60%

De verdisconteringsfactoren worden minstens jaarlijks herbekeken.

II.1.6.1.1. Soepelschuim

II.1.6.1.1.1. Belangrijke veronderstellingen

Kasstromen:

Voor de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar zonder verdere jaarlijkse omzetgroei. De bruto marge wordt in de projecties verwacht te verbeteren met gemiddelde 1,0% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen. Een belangrijk herstructureringsplan werd in 2011 opgestart waarvan de uitvoering werd gepland over een periode van vier jaar tot 2014. Zoals door het management verwacht, hebben, na deze belangrijke herstructurering, de operaties baat gehad van de betere industriële prestaties. 2016 bevestigde het in 2015 ingezette herstel van de prestaties.

Voor de CGU "Soepelschuim – Scandinavië" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 1,66% en een verwachte gemiddelde vermindering van de bruto marge met -2,0% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.

Voor de CGU"Soepelschuim – Continentaal Europa" werd in 2016 een bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa opgenomen voor EUR -0,6 miljoen, als gevolg van de rationalisatie van de industriële voetafdruk in Soepelschuim in het Verenigd Koninkrijk en de sluiting van de Soepelschuimfabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk).

Disconteringsvoet:

De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 6,40% (2015: 8,60%) en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden. Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Soepelschuim - Verenigd Koninkrijk" 9,4 keer (2015: 3,2 keer) de netto boekwaardeen de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim - Scandinavië" 5,6 keer (2015: 7,5 keer) de netto boekwaarde.

II.1.6.1.1.2. Sensitiviteitsanalyse

Een eerste sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

  • de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim Verenigd Koninkrijk" – verdisconteerd aan 7,40% (2015: 9,60%), bedraagt 8,0 keer (2015: 2,8 keer) de netto boekwaarde, en
  • de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim Scandinavië" – verdisconteerd aan 7,40% (2015: 9,60%), bedraagt 4,8 keer (2015: 6,6 keer) de netto boekwaarde.

Een tweede sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het business plan 2017-2019 en op de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

  • de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim Verenigd Koninkrijk" –, met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 8,2 keer (2015: 2,6 keer) de netto boekwaarde, en
  • de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim Scandinavië" –, met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 5,1 keer (2015: 6,8 keer) de netto boekwaarde.

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan 2017-2019 en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

• de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" –, verdisconteerd aan 7,40 % (2015: 9,60%) en met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 5,8 keer (2015: 2,3 keer) de netto boekwaarde, en

7

• de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim – Scandinavië" –, verdisconteerd aan 7,40 % (2015: 9,60%) en met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 4,4 keer (2015: 6,1 keer) de netto boekwaarde.

II.1.6.1.2. Slaapcomfort

II.1.6.1.2.1. Belangrijke veronderstellingen

Kasstromen:

Voor de CGU "Slaapcomfort – Segment" worden vanaf 2016 de voorspelling van de bedrijfswaarde gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 0,43% en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge met 0,875% (van het nominale bedrag). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.

Disconteringsvoet

De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 6,40% (2015: 8,60%) en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost (WACC) op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden. Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Slaapcomfort - Segment" 6,2 keer (2015: 2,4 keer) de netto boekwaarde.

II.1.6.1.2.2. Sensitiviteitsanalyse

Een eerste sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" – verdisconteerd aan 7,40% (2015: 9,60%), bedraagt 5,2 keer (2015: 2,1 keer) de netto boekwaarde.

Een tweede sensitiviteitsanalyse werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde brutomarge (-1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" –, met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 5,1 keer (2015: 1,95 keer) de netto boekwaarde.

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2017-2019 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:

• de bedrijfswaarde van de CGU "Slaapcomfort – Segment" –, verdisconteerd aan 7,40% (2015: 9,60%)en met een daling van de bruto marge met 1% (van het nominale bedrag), bedraagt 4,4 keer (2015: 1,7 keer) de netto boekwaarde.

II.1.6.1.3. Automobiel

II.1.6.1.3.1. Belangrijke veronderstellingen

Kasstromen:

Voor de CGU "Interiors" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarde gebaseerd op het budget en de financiële plannen voor de looptijd van elk project/model in combinatie met een globale visie over de totale capaciteitsbenutting. Recticel genoot van de heropleving van de omzet in 2015, dit na een turbulente periode tijdens dewelke de algemene performantie van de CGU "Interiors" negatief beïnvloed werd door de economische crisis. 2014 en 2015 dienen als overgangsjaren beschouwd te worden, waarbij sommige programma's afliepen en tegelijkertijd gestart werd met de ontwikkelingvan nieuwe programma's die pas effectief in 2016 werden opgestart. Projectgerbonden activa worden afgeschreven over de productielooptijd van het project. Bijgevolg zullendeze activa op het einde van de projecttermijn geen residuele boekwaarde meer hebben.

De CGU "Interiors" hanteert een projectbenadering. Waardeverminderingen worden geboekt op materiële en immateriële vaste activa:

  • wanneer een project onvoldoende kasstromen genereert om de afschrijvingen van materiële en immateriële activa te dekken,
  • voor materiële en immateriële vaste activa waarvan verwacht wordt dat deze niet kunnen toegewezen worden aan andere projecten. Bijgevolg dienen activa die naar verwachting zullen beschikbaar komen binnen de 2 jaar en die geen herbestemming naar andere projecten hebben, afgescheven te worden.

Er werden geen bijzondere waardeverminderingen erkend in 2016.

Disconteringsvoet:

De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 6,40 % (2015: 8,60%)en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden.

II.1.6.1.3.2. Sensitiviteitsanalyse

Met betrekking tot de CGU "Interiors", zou een stijging van de pre-tax disconteringsvoet tot 7,40 % (2015: 9,60%) of een verlaging van de bruto marge met 1% (van het nominaal bedrag), geen aanleiding geven tot een materiële waardevermindering.

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en samen met een wijziging van de bruto marge (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2017-2019 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten. Dit geeft geen aanleiding tot materiële bijzondere waardeverminderingen.

II.1.6.2. Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingvorderingen worden erkend voor de niet-gebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingkredieten, in de mate dat verwacht wordt dat er toekomstige belastbare winsten zullen beschikbaar zijn tegen dewelke deze niet-gebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingkredieten kunnen gebruikt worden. Hiervoor baseert het Management zijn erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op basis van haar bedrijfsplannen (zie toelichting II.4.5.)

Na een herbeoordeling van de toekomstige winstgevendheid, in 2016 bevestigd door een sterke prestatie en duurzaam herstel, heeft het management besloten om de uitgestelde belastingvorderingen voor Recticel (UK) Ltd (Soepelschuim en Isolatie) en Duitsland te erkennen (fiscale eenheid; Slaapcomfort en Automobiel Interiors) voor respectievelijk EUR 3,1 miljoen en EUR 3,7 miljoen.

II.2. Wijzigingen in de consolidatiekring

In december 2016 investeerde Recticel EUR 1,5 miljoen in het kapitaal van de nieuw opgerichte 50/50 joint venture Turvac (Slovenië – Isolatie). Deze investering had geen impact op de resultaten van 2016. Er waren geen andere wijzigingen in de consolidatiekring in 2015.

In februari 2015 heeft Recticel zijn 50% participatie in de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) (België en VK; Isolatie) verkocht verkocht voor EUR 8,7 miljoen (eigenvermogenswaarde: EUR 7,1 miljoen), wat resulteerde in een meerwaarde van EUR 1,6 miljoen.

II.3. Bedrijfs- en geografische segmenten

II.3.1. Bedrijfssegmenten

De Groep heeft IFRS 8 opgenomen met effect vanaf 1 januari 2009. IFRS 8 vereist dat de operationele bedrijfssegmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, dat een regelmatige beoordeling van de prestaties toelaat door de operationele verantwoordelijken alsook een adequate allocatie van de nodige werkingsmiddelen aan elk segment. Ondanks de toepassing van IFRS 11 gaan de leidinggevenden verantwoordelijk voor het bedrijfsbeleid nog steeds uit van financiële gegevens per segment op een "gecombineerde" basis, d.w.z. met inbegrip van het pro rata-aandeel in de joint ventures, na schrapping van de intercompany-verrichtingen, overeenkomstig de proportionele consolidatiemethode.

De identificatie van de rapporteerbare segmenten van de Groep werd niet gewijzigd ingevolge de opname van IFRS 8. De aan de operationele verantwoordelijken gerapporteerde informatie, met het oog op de toewijzing van werkingsmiddelen en de beoordeling van de segmentprestaties, concentreert zich voornamelijk op de Bedrijfsopbrengsten, EBITDA, EBIT, Capital Employed en Operationele Cash Flow per segment. De hoofdsegmenten zijn: Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie, Automobiel, en Corporate. Voor meer informatie over de sectoren wordt verwezen naar het eerste deel van dit jaarverslag. Segmentinformatie wordt hierna weergegeven. De intersegment verkopen gebeuren aan de algemeen geldende marktvoorwaarden.

Resultatenrekening voor de verslagperiode 2016

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Externe opbrengsten 551 273 274 455 288 041 234 131 1 347 900
Inter-segment opbrengsten 55 975 18 473 905 3 (75 356) 0
Totale opbrengsten 607 248 292 928 288 946 234 134 (75 356) 1 347 900 (299 577) 1 048 323
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT)
Segmentwinst of -verlies 26 473 5 768 4 028 26 583 62 852 (5 065) 57 787
Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) (18 568) 0 (18 568)
EBIT 26 473 5 768 4 028 26 583 0 44 284 (5 065) 39 219
Financieel resultaat (11 728)
Winst of verlies van de periode voor
belastingen
27 491
Belastingen op het resultaat (11 161)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
16 330
toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
toerekenbaar aan de Groep 16 330

(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 12,0 miljoen) (2015: EUR 15,6 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 3,0 miljoen (2015: EUR 2,7 miljoen)).

Overige informatie 2016

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE CORPORATE GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
Afschrijvingen en waardeverminderingen 12 535 5 238 14 281 6 312 1 122 39 488 (7 672) 31 816
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
(-terugnames) opgenomen in de winst of het
verlies
542 1 130 0 0 0 1 672 0 1 672
EBITDA 39 550 12 136 18 309 32 895 (17 446) 85 444 (12 737) 72 707
Investeringen 13 150 2 550 22 030 13 243 2 885 53 858 (9 471) 44 387

Bijzondere waardevermindering

In 2016 werden in de winst- en verliesrekening bijzondere waardeverminderingen erkend die hoofdzakelijk verband houden met niet-gebruikte machines in Soepelschuim (Frankrijk en Verenigd Koninkrijk) (EUR 0,54 miljoen) en verbeteringswerken aan een gebouw (EUR 0,43 miljoen), en immateriële vaste activa (EUR 0,70 miljoen) in Slaapcomfort.

EBITDA

EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).

7

Balans per 31 december 2016

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
ACTIVA
Segmentactiva 281 172 131 468 260 939 107 879 (183 568) 597 890 (148 725) 449 165
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 14 246 0 0 1 521 0 15 767 66 622 82 389
Niet-toegewezen activa 145 394 16 006 161 400
Totaal geconsolideerde activa 759 051 (66 097) 692 954
PASSIVA
Segmentpassiva 155 610 67 611 125 784 64 415 (183 368) 230 052 (51 068) 178 984
Niet-toegewezen verplichtingen 277 794 (15 029) 262 765
Totaal geconsolideerde passiva
(zonder eigen vermogen)
507 846 (66 097) 441 749

De niet-toegewezen activa bedragen EUR 145,4 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:

  • Financiële vorderingen voor EUR 28,8 miljoen
  • Terug te vorderen belastingen voor EUR 1,9 miljoen
  • Overige vorderingen voor EUR 15,7 miljoen
  • Uitgestelde belastingvorderingen voor EUR 38,7 miljoen
  • Geldmiddelen en kasequivalenten voor EUR 51,7 miljoen.

De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 277,8 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:

  • Voorzieningen voor pensioenen lange termijn voor EUR 60,0 miljoen
  • Voorzieningen voor pensioenen korte termijn voor EUR 4,2 miljoen
  • Overige voorzieningen lange termijn voor EUR 15,5 miljoen
  • Overige voorzieningen korte termijn voor EUR 2,1 miljoen
  • Uitgestelde belastingverplichtingen voor EUR 10,8 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen lange termijn voor EUR 100,9 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen korte termijn voor EUR 61,3 miljoen
  • Verschuldigde courante belastingen voor EUR 3,9 miljoen.

De samenstelling van de goodwill per segment per 31 december 2016

in duizend EUR
Groep Recticel GECOMBINEERD TOTAAL (A) AANPASSING VOOR JOINT
VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11
(B)
GECONSOLIDATEERD (A)+(B)
Eurofoam 488 (488) 0
Duitsland 806 0 806
Nederland 253 0 253
Scandinavië 5 583 0 5 583
Verenigd Koninkrijk 4 195 0 4 195
Totaal Soepelschuim 11 325 (488) 10 837
Totaal Slaapcomfort 11 648 0 11 648
België 1 619 0 1 619
Verenigd Koninkrijk 969 0 969
Totaal Insolatie 2 588 0 2 588
Proseat (Zetelkussens) 8 978 (8 978) 0
Totaal Automobiel 8 978 (8 978) 0
0
Totaal goodwill 34 539 (9 466) 25 073

Resultatenrekening voor de verslagperiode 2015

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Externe opbrengsten 543 876 275 423 279 764 229 385 1 328 448
Inter-segment opbrengsten 58 469 19 081 544 21 (78 115) 0
Totale opbrengsten 602 345 294 504 280 308 229 406 (78 115) 1 328 448 (294 686) 1 033 762
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT)
Segmentwinst of -verlies 21 079 3 171 (1 872) 27 453 49 831 (6 563) 43 268
Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) (20 033) 0 (20 033)
EBIT 21 079 3 171 (1 872) 27 453 0 29 798 (6 563) 23 235
Financieel resultaat (12 522)
Winst of verlies van de periode voor
belastingen
10 713
Belastingen op het resultaat (6 170)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
4 543
toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
toerekenbaar aan de Groep 4 543

(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 15,6 miljoen) (2014: EUR 14,3 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 2,7 miljoen (2014: EUR 3,6 miljoen)).

Overige informatie 2015

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE CORPORATE GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
Afschrijvingen en waardeverminderingen 11 913 6 330 11 802 5 986 945 36 976 (8 321) 28 655
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
(-terugnames) opgenomen in de winst of het
verlies
1 025 0 1 0 0 1 026 (43) 983
EBITDA 34 017 9 501 9 931 33 439 (19 088) 67 800 (14 927) 52 873
Investeringen 11 926 3 637 21 988 5 922 3 027 46 500 (8 474) 38 026

Bijzondere waardevermindering

In 2015 werden in de winst- en verliesrekening bijzondere waardeverminderingen erkend die hoofdzakelijk verband houden met niet-gebruikte machines (Nederland – Soepelschuim) (EUR 1,0 miljoen).

EBITDA

EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).

7

Balans per 31 december 2015

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
(B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
ACTIVA
Segmentactiva 265 987 126 123 223 939 109 372 (156 017) 569 404 (140 369) 429 035
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 14 025 0 0 0 0 14 025 59 171 73 196
Niet-toegewezen activa 171 923 2 496 174 419
Totaal geconsolideerde activa 755 352 (78 702) 676 650
PASSIVA
Segmentpassiva 128 525 62 848 114 121 64 021 (155 747) 213 768 (5 090) 208 678
Niet-toegewezen verplichtingen 292 624 (73 612) 219 012
Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen
vermogen)
506 392 (78 702) 427 690

Voor de gecombineerde segmentgegevens werd de contributie van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) niet door IFRS 5 beïnvloed.

De niet-toegewezen activa bedragen EUR 171,9 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:

  • Financiële vorderingen voor EUR 24,5 miljoen
  • Terug te vorderen belastingen voor EUR 2,8 miljoen
  • Overige vorderingen voor EUR 11,5 miljoen
  • Uitgestelde belastingvorderingen voor EUR 43,7 miljoen
  • Geldmiddelen en kasequivalenten voor EUR 75,5 miljoen.

De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 292,6 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:

  • Voorzieningen voor pensioenen lange termijn voor EUR 58,4 miljoen
  • Voorzieningen voor pensioenen korte termijn voor EUR 2,4 miljoen
  • Overige voorzieningen lange termijn voor EUR 12,8 miljoen
  • Overige voorzieningen korte termijn voor EUR 5,4 miljoen
  • Uitgestelde belastingverplichtingen voor EUR 10,4 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen lange termijn voor EUR 44,9 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen korte termijn voor EUR 154,4 miljoen
  • Verschuldigde courante belastingen voor EUR 2,5 miljoen.

De samenstelling van de goodwill per segment per 31 december 2015

in duizend EUR
Groep Recticel GECOMBINEERD TOTAAL
(A)
AANPASSING VOOR JOINT
VENTURES DOOR TOEPASSING
VAN IFRS 11
(B)
GECONSOLIDATEERD
(A)+(B)
Eurofoam 484 (484) 0
Continentaal 1 059 0 1 059
Scandinavië 5 500 0 5 500
Verenigd Koninkrijk 4 994 0 4 994
Totaal Soepelschuim 12 037 (484) 11 553
Totaal Slaapcomfort 11 585 0 11 585
België 1 619 0 1 619
Verenigd Koninkrijk 1 131 0 1 131
Totaal Insolatie 2 750 0 2 750
Proseat (Zetelkussens) 8 978 (8 978) 0
Totaal Automobiel 8 978 (8 978) 0
0
Totaal goodwill 35 350 (9 462) 25 888

Niet-recurrente elementen (op een gecombineerde basis) in het bedrijfsresultaat (EBIT) per segment

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL ISOLATIE NIET
TOEGEWEZEN
GECOMBINEERD
TOTAAL
2016
Bijzondere waardeverminderingen (542) (1 130) 0 0 0 (1 672)
Reorganisatielasten (2 461) (3 542) (1 549) (191) 0 (7 743)
Meerwaarde op desinvestering 0 0 0 0 0 0
Overige (4 287) (3) (85) 0 (127) (4 502)
TOTAAL (7 290) (4 675) (1 634) (191) (127) (13 917)
2015
Bijzondere waardeverminderingen (1 026) 0 0 0 0 (1 026)
Reorganisatielasten (1 968) (4 432) (5 077) (323) (483) (12 283)
Meerwaarde op desinvestering 0 0 0 1 576 0 1 576
Overige (2 050) (132) (442) (150) (613) (3 387)
TOTAAL (5 044) (4 564) (5 519) 1 103 (1 096) (15 120)

Voor 2016

  • Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst-en verliesrekening hebben voornamelijk betrekking op ongebruikte machines in Soepelschuim (Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) (EUR 0,54 miljoen) en een gebouw in Slaapcomfort (Oostenrijk, EUR 0,43 miljoen) en immateriële vaste activa (IT ontwikkelingskosten; EUR 0,70 miljoen) in Slaapcomfort.
  • Aanvullende herstructureringsmaatregelen doorgevoerd in de uitvoering van het rationalisatieplan van de Groep, met inbegrip van de sluiting van de Soepelschuim-fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) en de extra kosten in verband met Slaapcomfort (Oostenrijk en Zwitserland) en Automobiel Interiors (Duitsland en de VS).
  • Overige niet-recurrente elementen hebben vooral betrekking op gemaakte kosten en voorzieningen voor juridische kosten en geschillen.

Voor 2015

  • Bijzondere waardeverminderingen hebben betrekking op inactieve machines (Nederland – Soepelschuim)
  • Reorganisatielasten hebben voornamelijk betrekking op maatregelen die de Groep heeft genomen in uitvoering van haar reorganisatieplan. De belangrijkste reorganisaties betreffen de sluiting van de Automobiel-Zetelkussen fabriek in Rüsselsheim (Duitsland) en bijkomende acties in Soepelschuim (Spanje, Zweden en Nederland) en in Slaapcomfort (Duitsland en Nederland).
  • Een meerwaarde werd gerealiseerd op de verkoop van het belang van 50% in Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII)
  • Overige niet-recurrente elementen hebben vooral betrekking op gemaakte kosten en voorzieningen voor juridische kosten en geschillen.

II.3.2. Geografische informatie

De activiteiten van de Groep vinden voornamelijk plaats in de Europese Unie.

De volgende tabel analyseert de bedrijfsopbrengsten en de vaste activa van de Groep naar de geografische markt.

Bedrijfsopbrengsten (per regio van bestemming)

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
België 133 925 128 171
Frankrijk 135 190 127 490
Duitsland 194 285 197 649
Verenigd Koninkrijk 145 292 143 270
Overige EU landen 293 800 293 828
Europese Unie 902 491 890 408
Overige 145 832 143 354
TOTAAL 1 048 323 1 033 762

Afhankelijkheid van grote klanten

De Groep heeft geen klanten die meer dan 10% van de totale bedrijfsopbrengsten vertegenwoordigen. De top-10 klanten van de Groep vertegenwoordigt 26,0% van de totale geconsolideerde bedrijfsopbrengsten.

Immateriële activa – materiële vaste activa & vastgoedbeleggingen

in duizend EUR
TOEVOEGINGEN, INCLUSIEF EIGEN PRODUCTIE
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015 2016 2015
België 73 468 65 663 16 341 8 753
Frankrijk 40 156 41 014 3 140 3 222
Duitsland 19 229 26 310 7 525 8 199
Verenigd Koninkrijk 11 585 15 036 1 239 2 582
Overige EU landen 55 878 55 527 9 111 9 327
Europese Unie 200 316 203 550 37 356 32 083
Overige 31 325 22 873 7 031 5 943
TOTAAL 231 641 226 423 44 387 38 026

II.4. Winst- en verliesrekening

II.4.1. Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten

De algemene en administratieve kosten stegen met EUR +2,7 miljoen tot EUR 79,4 miljoen. Deze stijging is vooral het gevolg van looninflatie.

Verkoop- en marketingkosten daalden met EUR -5,1 miljoen tot EUR 72,0 miljoen. De daling is voornamelijk het gevolg van lagere advertentie- en promotie-uitgaven in de segmenten Slaapcomfort en Isolatie.

II.4.2. Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Overige bedrijfsopbrengsten 6 907 8 869
Overige bedrijfslasten (19 735) (19 583)
TOTAAL (12 828) (10 714)
Reorganisatielasten, inclusief sluitingskosten site, verlieslatende contracten en opruimingskosten (6 004) (7 966)
Winst (verlies) op de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa (117) 169
Winst (verlies) op de vervreemding van joint ventures (88) 1 560
Afschrijvingen op verbonden ondernemingen 28 (103)
Overige lasten (13 302) (10 557)
Overige opbrengsten 6 655 6 183
TOTAAL (12 828) (10 714)

Reorganisatielasten

In 2016 hadden reorganisatielasten voornamelijk betrekking op het segment Soepelschuim in Frankrijk, Scandinavië en Spanje; op Slaapcomfort in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland en op Automobiel Interiors in Duitsland en de VS.

In 2015 hadden reorganisatielasten vooral betrekking op het segment Soepelschuim in Spanje, Zweden en Nederland; en op Slaapcomfort in Duitsland en Nederland.

Winst (verlies) op vervreemding van joint ventures en overige financiële activa

In 2015 had deze rubriek betrekking op de gerealiseerde meerwaarde bij de verkoop van de 50% participatie in Kingspan Tarec Industrial Insulation. (Isolatie).

Overige opbrengsten en lasten

In 2016 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:

  • (i) De netto impact van pensioenverplichtingen (EUR -2,0 miljoen), inclusief additionele toegerekende lasten, overige sociale lasten en wisselkoersverschillen op pensioenplannen. Deze korte termijn effecten op de pensioenplannen werden gedeeltelijk gecompenseerd door het positieve effect van de daling van de verplichtingen in België als gevolg van de toepassing van bij wet voorziene inperking van de pensioenvoorwaarden.
  • (ii) bijkomende juridische lasten en kosten van schikkingen in verband met de onderzoeken van de EC (Soepelschuim) (EUR -3,1 miljoen)
  • (iii) de netto opbrengsten uit verzekeringspremies (EUR +2,3 miljoen)
  • (iv) de doorfacturatie van diensten, goederen en huurinkomsten (EUR +0,7 miljoen)
  • (v) bijkomende lasten voor verschillende operationele claims (EUR -3,8 miljoen)
  • (vi) schadekosten in verband met een lekincident in de Soepelschuim-fabriek in Noorwegen (EUR -0,5 miljoen).

In 2015 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:

  • (i) De netto impact van pensioenverplichtingen (EUR -2,7 miljoen), inclusief additionele toegerekende lasten, overige sociale lasten en wisselkoersverschillen op pensioenplannen
  • (ii) bijkomende juridische kosten in verband met de onderzoeken van de EC (Soepelschuim) (EUR -0,4 miljoen)
  • (iii) een voorziening voor mogelijke vordering ten gevolge van een juridisch geschil (EUR 1,3 miljoen)
  • (iv) effect netto voorziening voor milieurisico's in Tertre (België) (EUR -1,6 miljoen)
  • (v) voorzieningen voor overige sociale, belastinggeschillen en kwaliteitsgeschillen (EUR -0,7 miljoen)
  • (vi) een voorziening voor schikking EC vordering (Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk) (EUR -0,4 miljoen)
  • (vii) de netto opbrengsten uit verzekeringspremies (EUR +0,6 miljoen)
  • (viii) de doorfacturatie van diensten, goederen en huurinkomsten (EUR +1,3 miljoen)
  • (ix) opbrengsten uit royalties met geassocieerde vennootschappen (EUR +0,9 miljoen).

7

II.4.3. Bedrijfresultaat (EBIT)

De componenten (per natuur) van EBIT zijn als volgt:

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Bedrijfsopbrengsten 1 048 323 100% 1 033 762 100%
Aankopen en voorraadwijzigingen (511 522) -48,8% (515 884) -49,9%
Overige goederen en diensten (214 009) -20,4% (214 698) -20,8%
Personeelslasten (276 263) -26,4% (270 562) -26,2%
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste
activa
(30 389) -2,9% (27 519) -2,7%
Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa (1 672) -0,2% (983) -0,1%
Terugname/(Waardeverminderingen) op investeringen in
verbonden ondernemingen
28 0,0% (103) 0,0%
Terugname/(Waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen 913 0,1% (510) 0,0%
Terugname/(Waardeverminderingen) op vorderingen 1 316 0,1% (861) -0,1%
Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en
voorschotten
(1 338) -0,1% (1 136) -0,1%
Voorzieningen (6 647) -0,6% (6 924) -0,7%
Waardevermeerderingen/(-verminderingen) op deelnemingen (88) 0,0% 1 562 0,2%
Eigen productie 7 194 0,7% 8 875 0,9%
Overige opbrengsten 1 27 356 2,6% 24 041 2,3%
Overige lasten 2 (20 910) -2,0% (12 699) -1,2%
Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures 16 927 1,6% 6 874 0,7%
Bedrijfresultaat (EBIT) 39 219 3,7% 23 235 2,2%
2016 2015
1
Overige opbrengsten
Doorfacturatie van uitgaven 11 332 5 708
Verzekeringspremies 2 810 2 847
Vergoedingen 932 1 814
Subsidies 2 778 5 998
Dienstvergoedingen 1 083 2 004
Royalties 1 067 990
Meerwaarde op verkoop materiële activa 97 695
Meerwaarde op sale & lease backs 472 472
Operationele lease opbrengsten 1 930 1 933
Overige 4 855 1 580
Totaal 27 356 24 041
2
Overige lasten
Operationele belastingen (6 143) (6 283)
Vergoedingen voor claims (2 101) 0
Schadeclaim (491) 0
Terug te betalen uitgaven (984) 0
Verlies op verkoop materiële activa (102) (308)
Verlies op de realisatie van handelsvorderingen (551) (55)
Verlies op sale & lease backs (671) (671)
Herstellingskosten (1 622) 0
Uitzonderlijke uitgaven (1 522) (900)
Overige (6 723) (4 482)
Totaal (20 910) (12 699)

128 RECTICEL JAARVERSLAG 2016 Overige goederen en diensten omvatten voornamelijk transportkosten (EUR 52,0 miljoen versus EUR 51,0 miljoen in 2015), operationele leases (EUR 28,2 miljoen versus EUR 26,9 miljoen in 2015), benodigdheden (EUR 24,9 miljoen versus EUR 24,8 miljoen in 2015), honoraria (EUR 16,5 miljoen versus EUR 16,1 miljoen in 2015), herstellings- en onderhoudskosten (EUR 16,3 miljoen versus EUR 16,4 miljoen in 2015), advertentie- en handelsbeurskosten (EUR 16,8 miljoen versus EUR 16,2 miljoen in 2015), reiskosten (EUR 8,8 miljoen versus EUR 8,5 miljoen in 2015) en administratieve uitgaven (EUR 7,7 miljoen versus EUR 8,2 miljoen in 2015).

De hogere inkomsten van joint ventures en geassocieerde vennootschappen wordt hoofdzakelijk verklaard door de verbeterde operationele prestaties van

Proseat (Automobiel-Zetelkussens), Eurofoam (Soepelschuim) en Orsafoam (Soepelschuim). In vergelijking werden de 2015 resultaten negatief beïnvloed door éénmalige herstructureringskosten van EUR -4,2 miljoen bij Proseat. In 2015 werd ook de bijdrage van Orsafoam beïnvloed door de schikking met de Italiaanse mededingingsautoriteiten (EUR -0,6 miljoen).

In 2015 hadden waardevermeerderingen/ (-verminderingen) op deelnemingen betrekking op de

verkoop van het 50%-belang in Kingspan Tarec Industrial Insulation.

II.4.4. Financieel resultaat

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Rentelasten op obligaties en schuldpapier (1 440) (1 427)
Rentelasten op financiële lease-overeenkomsten (334) (500)
Rentelasten op bankverplichtingen (2 329) (3 791)
Rentelasten op korte-termijn bancaire leningen en rekening-courant (1 123) (1 346)
Rentelasten op andere lange-termijn leningen 0 0
Rentelasten op andere korte-termijn leningen (54) (104)
Netto rentelasten op rente swaps (2 405) (2 184)
Netto rentelasten op vreemde valuta swaps (552) (324)
Totale rentelasten (8 236) (9 676)
Rente-opbrengsten uit bankdeposito's 29 40
Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen 660 751
Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen en bankdeposito's 689 791
Rentelasten op overige schulden (720) (696)
Rente-opbrengsten uit overige financiële vorderingen 172 27
Overige rente-opbrengsten /(-lasten) (548) (669)
Totaal rente-opbrengsten /(-lasten) (8 095) (9 554)
Wisselkoersverschillen (2 554) (2 008)
Rente-actualisatie uit overige voorzieningen 0 0
Netto rentelast IAS 19 (1 102) (1 080)
Opbrensten uit rente-actualisatie uit vorderingen 10 257
Rente uit voorzieningen voor personeelsvoordelen en overige verplichtingen (1 092) (823)
Overige financieel resultaat 12 (137)
FINANCIEEL RESULTAAT (11 728) (12 522)

II.4.5. Belastingen op het resultaat

1. Belastingen op het resultaat

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Opgenomen in de winst- en verliesrekening
Courante belastingen op het resultaat:
Binnenland (75) (374)
Buitenland (3 464) (2 029)
Totaal courante belastingen (1) (3 539) (2 403)
Uitgestelde belastingen:
Belastingseffect op uitgestelde belastingsaanpassingen m.b.t. vorige jaren (2.a.) (5 979) (4 136)
Bewegingen van tijdelijke verschillen (2.b.) 2 695 (293)
Aangewende uitgestelde belastingen op verliezen van vorige verslagperiodes (2.c.) (8 618) (3 914)
Uitgestelde belastingen op verliezen huidige verslagperiode en vroegere verliezen die in het verleden niet werden
erkend (2.d.)
4 281 4 575
Totaal uitgestelde belastingen (2) (7 621) (3 768)
Algemeen totaal (A) (11 160) (6 171)
in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Aansluiting effectief belastingtarief
Winst voor belastingen 27 490 10 713
Minus winst of verlies van geassocieerde deelnemingen (16 927) (6 874)
Winst voor belastingen en voor het aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen 10 563 3 839
Belastingen aan het toepasselijke belastingtarief van 33,99% (B) (3 590) (1 305)
Fiscale impact van niet-verrekenbare uitgaven:
Niet verrekende afschrijvingen op goodwill en immateriële activa 0 (6)
Fiscaal niet verrekenbare uitgaven (2.A.a.) (8 080) (5 611)
Overige (2 294) (176)
Fiscale impact van niet-belastbare opbrengsten :
Fiscaal aftrekbare uitgaven en niet-belastbare financiële en andere opbrengsten 2 916 3 587
Overige 555 72
Impact op uitgestelde belastingen van wijzigingen in belastingtarieven entiteiten (306) 19
Fiscale impact van correcties in uitgestelde actuele belastingen, m.b.t. voorgaande periodes (2.A.b.) (4 778) (3 007)
Invloed van verschillende belastingtarieven van entiteiten in andere rechtsgebieden (150) 80
Belastingseffect van notionele interestaftrek 538 668
Terugname /(Waardevermindering van uitgestelde belastingvorderingen en niet erkende belastingsactiva) (2.A.c.) 4 029 (492)
Belastingslast en het effectieve belastingtarief voor de periode (A) (11 160) (6 171)
in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Uitgestelde belastingopbrengsten/(vorderingen) rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen
Impact van IAS 19R op het eigen vermogen 2 160 206
Impact van wisselkoerswijzigingen 30 (28)
Op het effectief gedeelte van de wijziging in reële waarde van de kasstroomindekkingen 631 (571)
Totaal 2 821 (393)

De totale belastinglasten bedragen EUR -11,2 miljoen en omvatten twee elementen:

    1. Courante belastingen voor EUR -3,5 miljoen opgenomen in de winst- en verliesrekening tegenover een belastinglast van EUR -2,4 miljoen in 2015. De belasting van EUR -2,5 miljoen in het kasstroomoverzicht vertegenwoordigt het bedrag van de effectief betaalde belastingen tijdens het boekjaar
    1. Uitgestelde belastinglasten voor EUR -7,6 miljoen opgenomen in de winst- en versliesrekening tegenover EUR -3,8 miljoen in 2015.

De wijziging van de uitgestelde belastingen ten belope van EUR -3,8 miljoen wordt voornamelijk verklaard door:

  • a. Een belastingeffect op aanpassingen van uitgestelde belastingen met betrekking tot vorige jaren (EUR -6,0 miljoen tegenover EUR -4,1 miljoen) als gevolg van regularisaties tussen de eerste inschatting van de belastingpositie op het moment van afsluiten van het boekjaar en de effectieve belastingafrekeningen, welke afgesloten worden binnen een gemiddelde termijn van 12-24 maanden na jaareinde. De voornaamste impact in 2016 is het resultaat van (i) het gebruik van overdraagbare fiscale verliezen uit vorige boekjaren met betrekking tot transferprijscorrecties in België voor aankoopprijzen van chemische grondstoffen voor de jaren 2004-2011 (EUR -9,9 miljoen) en (ii) een positieve correctie van de overdraagbare verliezen door de Duitse belastingautoriteiten (EUR +4,7 miljoen).
  • b. Bewegingen door tijdelijke verschillen (EUR +2,7 miljoen tegenover EUR -0,3 miljoen in de vorige periode) voornamelijk als gevolg van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen ten belope van EUR 4,0; zoals verklaard in 2.A.c.
  • c. De stijging van het gebruik van fiscale verliezen uit vorige periodes (EUR -8,6 miljoen tegenover EUR -3,9 miljoen in 2015) wordt verklaard door de consumptie van uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden erkend in vennootschappen die in het lopende boekjaar in een belastbare situatie belandden; voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk (EUR -2,0 miljoen), België (EUR -5,0 miljoen) en Duitsland (EUR -1,4 miljoen).
  • d. Het niveau van uitgestelde belastinglasten op verliezen van het lopend jaar is vergelijkbaar met dat van de vorige periode.

2.A. Het verschil van EUR -4,0 miljoen tussen de effectieve belastinguitgaven voor het boekjaar (EUR -11,2 miljoen) en de theoretische belastingberekening (EUR -3,6 miljoen), wordt voornamelijk door de volgende factoren verklaard:

  • a. Niet fiscaal aftrekbare uitgaven: EUR -8,0 miljoen die vooral betrekking hebben op fiscaal niet-aftrekbare elementen (EUR -2,1 miljoen), aanpassingen op transferprijzen van vorige jaren (EUR -1,3 miljoen), belastingverschillen van niet-geconsolideerde vennootschappen en vennootschappen die geconsolideerd worden volgende de equity methode (EUR -1,2 miljoen) en belastingkredieten (EUR -3,4 miljoen)
  • b. courante en uitgestelde belastingen op correcties voor vorige jaren: EUR -4,8 miljoen van (i) correcties op overdraagbare fiscale verliezen van vorige jaren bedragen EUR -6,8 miljoen , die voornamelijk verband houden met het Verenigd Koninkrijk (EUR +1,1 miljoen), Nederland (EUR -1,6 miljoen), België (EUR -12,0 miljoen) en Duitsland (EUR +5,1 miljoen), en (ii) de positieve impact van de terugname van voorzieningen voor pensioenen die worden opgenomen als belastbaar in België (EUR +2,0 miljoen).
  • c. netto terugname van waardeverminderingen: EUR +4,0 miljoen als gevolg van een status update van de uitgestelde belastingvorderingen (bepaalde tijdslimiet voor het gebruik of herbeoordeling van potentieel gebruik) voornamelijk in België (EUR +2,2 miljoen), het Verenigd Koninkrijk (EUR +3,2 miljoen), Frankrijk (EUR -1,3 miljoen), de Duitse eenheid (EUR +0,6 miljoen), Oostenrijk (-0,4 miljoen EUR) en een aantal andere kleinere bedrijven (-0,3 miljoen EUR).

2. Uitgestelde belastingen

in duizend EUR
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Groep Recticel UITGESTELDE
BELASTING
VORDERINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICHTINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VORDERINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICHTINGEN
Opgenomen uitgestelde belastingen
Immateriële activa 12 406 (889) 11 591 (865)
Materiële vaste activa 25 094 (19 145) 24 916 (18 587)
Beleggingen 0 (1 152) 0 (1 013)
Voorraden 654 (719) 396 (3)
Vorderingen 1 237 (1 201) 1 209 (1 054)
Indekkingen (eigen vermogen) 897 0 1 544 0
Andere activa 764 0 1 051 0
Voorzieningen voor pensioenen 14 090 (102) 12 104 (5)
Andere voorzieningen 6 412 (5 896) 5 681 (5 574)
Andere verplichtingen 2 053 (4 322) 720 (6 042)
Notionele interestaftrek 9 182 0 11 339 0
Fiscaal overdraagbare verliezen/belastingvorderingen 171 347 0 181 223 0
Totaal 244 136 (33 426) 251 774 (33 143)
Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen (1) (183 006) 0 (184 865) 0
Saldering (2) (23 310) 23 310 (23 637) 23 637
Totaal (zoals aangegeven in de balans) 37 820 (10 116) 43 272 (9 506)

(1) De variatie van EUR 1,9 miljoen (EUR 180,0 miljoen minus EUR 184,9 miljoen) is hoofdzakelijk verklaard door de waardevermindering op uitgestelde belastingsvorderingen voor EUR +3,3 miljoen, het effect van een wijziging in de belastingsvoet voor EUR +0,7 miljoen, de impact van wisselkoersverschillen voor EUR -1,2 miljoen (VK en VS) en een effect op het eigen vermogen voor EUR -0,9 miljoen in verband met pensioenen onder IAS 19R and financiële instrumenten (IRS indekking rente).

(2) Volgens IAS 12 (Belastingen op het resultaat) zouden uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen, onder bepaalde voorwaarden, gesaldeerd moeten worden als ze door een identieke fiscale autoriteit geheven worden.

De overgedragen fiscale verliezen, gerangschikt volgens vervaldatum, zijn als volgt:

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Binnen 1 jaar 15 439 8 103
Binnen 2 jaar 16 930 18 881
Binnen 3 jaar 8 077 20 250
Binnen 4 jaar 3 645 2 383
Binnen 5 jaar of meer 207 041 202 523
Zonder tijdslimiet 366 662 397 613
Totaal 617 794 649 753

Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2016:

in duizend EUR
Groep Recticel TOTAAL POTENTIËLE
ACTIEVE BELASTING
LATENTIES
OPGENOMEN ACTIEVE
BELASTING
LATENTIES
NIET OPGENOMEN
ACTIEVE BELASTING
LATENTIES
BRUTO BEDRAG AAN
NIET-ERKENDE
BELASTINGVERLIEZEN
Overgedragen fiscale verliezen (*) 171 346 37 819 133 527 460 904
Notionele interestaftrek (*) 9 182 0 9 182 27 013
Materiële vaste activa 25 094 3 995 21 099 64 358
Voorzieningen voor pensioenen 14 090 7 059 7 031 21 463
Andere voorzieningen 6 412 2 385 4 027 12 301
Andere tijdelijke verschillen 18 012 9 872 8 140 27 422
Totaal 244 136 61 130 183 006 613 461

(*) Per 31/12/2016, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 37,8 miljoen (2015: EUR 46,8 miljoen) erkend op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 617,8 milljoen (2015: EUR 649,8 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.

Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel TOTAAL POTENTIËLE
ACTIEVE BELASTING
LATENTIES
OPGENOMEN ACTIEVE
BELASTING
LATENTIES
NIET OPGENOMEN
ACTIEVE BELASTING
LATENTIES
BRUTO BEDRAG AAN
NIET-ERKENDE
BELASTINGVERLIEZEN
Overgedragen fiscale verliezen (*) 181 223 46 738 134 485 465 162
Notionele interestaftrek (*) 11 339 0 11 339 33 359
Materiële vaste activa 24 916 3 800 21 116 64 203
Voorzieningen voor pensioenen 12 104 4 781 7 323 25 645
Andere voorzieningen 5 681 2 121 3 560 10 748
Andere tijdelijke verschillen 16 511 9 469 7 042 24 407
Totaal 251 774 66 909 184 865 623 524

(*) Per 31/12/2015, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 46,8 miljoen (2014: EUR 51,9 miljoen) erkend op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 649,8 milljoen (2014: EUR 641,6 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.

II.4.6. Dividenden

Bedragen opgenomen als uitkeringen aan aandeelhouders in de verslagperiode.

Dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2015 van EUR 0,14 (2014: EUR 0,20) per aandeel.

Voorgesteld dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2016 van EUR 0,18 per aandeel, of in totaal voor alle uitstaande aandelen EUR 9.731.253,60 (2015: EUR 7.522.425,12).

Het voorgestelde dividend moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders op de jaarlijkse Algemene Vergadering en is niet opgenomen als een verplichting in deze jaarrekening.

II.4.7. Gewone winst per aandeel

Uit voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten

De berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op de volgende gegevens:

Groep Recticel 2016 2015
Netto winst (verlies) over de periode (in duizend EUR) 16 330 4 543
Netto winst (verlies) uit voortgezette activiteiten 16 330 4 543
Netto winst (verlies) uit beëindigde activiteiten 0 0
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen
Gewone aandelen op 01 januari (zonder ingekochte eigen aandelen) 53 404 808 29 337 456
Inkoop eigen aandelen tijdens de periode 0 0
Aandelen uitgegeven bij kapitaalverhoging van mei 2015 0 23 733 804
Uitoefening van warrants 330 912 333 548
Gewone aandelen op 31 december (zonder ingekochte eigen aandelen) 53 735 720 53 404 808
Gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen 53 504 432 44 510 623
in EUR
Groep Recticel 2016 2015
Gewone winst (verlies) per aandeel 0,31 0,10
Gewone winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten 0,31 0,10
Gewone winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten 0,00 0,00

7

II.4.8. Verwaterde winst per aandeel

in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Berekening van de verwaterde winst (verlies) per aandeel:
Verwaterende elementen
Netto winst (verlies) uit de voortgezette activiteiten 16 330 4 543
Converteerbare obligatielening (2) 1 341 0
Winst (verlies) toerekenbaar aan de gewone houders van eigen-vermogensinstrumenten van de
moederonderneming inclusief veronderstelde conversies
17 671 4 543
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen 53 504 432 44 510 623
Aandelenoptieplannen - warranten (1) 116 657 193 860
Converteerbare obligatielening (2) 6 022 013 0
Gewogen gemiddeld aantal aandelen voor de verwaterde winst per aandeel 59 643 102 44 704 483
Groep Recticel 2016 2015
Verwaterde winst (verlies) per aandeel 0,30 0,10
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten 0,30 0,10
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten 0,00 0,00
2016 2015
Winstverhogende elementen
Invloed op de resultaten van voortgezette activiteiten
Converteerbare obligatielening (2) 0 1 303
Invloed op gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen
Aandelenoptieplan - warranten - "out-of-the-money" (1) 897 121 833 141
Converteerbare obligatielening (2) 0 5 947 205

(1) Per 31 december 2016 en 2015 waren er drie warrantplannen 'in-the-money', i.e. de plannen van december 2011, december 2012, en juni 2015, die in rekening worden genomen voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel. De overige warrantplannen waren 'out-of-the-money' en zijn aldusdanig anti-verwaterend. (2) Voor 2016 zijn het potentieel bijkomende aantal aandelen ten gevolge van potentiële conversie van de converteerbare obligatielening verwaterend, en worden derhalve opgenomen voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel (veronderstellend een volledige conversie). De theoretisch besparing van jaarlijkse rentelasten in geval van conversie van de obligaties zou EUR 1,3 miljoen bedragen. Voor 2015 zijn de additionele inkomsten en potenteel aantal aandelen as gevolg van de potentiële conversie van de converteerbare obligaties anti-verwaterend en worden deze daarom uitgesloten voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel.

II.5. Balans

II.5.1. Immateriële activa

Voor de verslagperiode 2016:

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWIKKELINGS
KOSTEN
CONCESSIES,
OCTROOIEN EN
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELSFONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE
ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW
EN VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 15 346 46 259 8 631 337 6 853 77 426
Geaccumuleerde afschrijvingen (14 117) (33 817) (8 597) (279) 0 (56 810)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(11) (6 363) 0 0 (831) (7 205)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
1 218 6 079 34 58 6 022 13 411
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen 0 157 0 3 499 659 (1)
Interne productie 0 0 0 10 1 459 1 469 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 (700) (700)
Afschrijving opgenomen als last (666) (1 955) (21) (24) (143) (2 807)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 (2) 0 0 0 (2) (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 1 312 1 745 0 0 (2 882) 176
Wisselkoersverschillen 0 (98) (0) (0) (3) (101)
Per einde van de verslagperiode 1 865 5 927 13 47 4 253 12 104
Aanschaffingswaarde 14 296 47 318 8 507 328 5 928 76 377
Geaccumuleerde afschrijvingen (12 431) (35 088) (8 494) (282) (143) (56 438)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
0 (6 303) 0 0 (1 531) (7 834)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
1 865 5 927 13 47 4 253 12 104
Gebruiksduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 5 maximum n.a.
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen immateriële activa (3 060) Cash in uit overdrachten immateriële activa 95
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal 932 Overdrachten opgenomen in werkkapitaal (93)
Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) (2 128) Totaal overdrachten immateriële activas (2)

Voor de verslagperiode 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWIKKELINGS
KOSTEN
CONCESSIES,
OCTROOIEN EN
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELS-FONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW
EN VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 13 704 44 083 8 880 341 6 504 73 512
Geaccumuleerde afschrijvingen (13 101) (31 792) (8 790) (260) 0 (53 943)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(32) (6 322) 0 0 (831) (7 185)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
571 5 969 90 81 5 673 12 384
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen 0 208 0 60 573 841 (1)
Interne productie 0 0 0 0 2 576 2 576 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 (55) 0 0 0 (55)
Afschrijving opgenomen als last (403) (2 028) (58) (41) 0 (2 530)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 0 0 0 0 0 (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 1 038 1 890 0 (42) (2 812) 74
Wisselkoersverschillen 12 95 2 0 12 121
Per einde van de verslagperiode 1 218 6 079 34 58 6 022 13 411
Aanschaffingswaarde 15 346 46 259 8 631 337 6 853 77 426
Geaccumuleerde afschrijvingen (14 117) (33 817) (8 597) (279) 0 (56 810)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(11) (6 363) 0 0 (831) (7 205)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
1 218 6 079 34 58 6 022 13 411
Gebruiksduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 5 maximum n.a.
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen immateriële activa (3 872) Cash in uit overdrachten immateriële activa 116
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal 455 Overdrachten opgenomen in werkkapitaal (116)
Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) (3 417) Totaal overdrachten immateriële activas (2)

In 2016 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 2,1 miljoen in vergelijking met EUR 3,4 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2016 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 1,8 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 0,3 miljoen).

In 2015 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 3,4 miljoen in vergelijking met EUR 3,0 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2015 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 1,3 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 1,7 miljoen).

In december 2011 heeft Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v. een gezamenlijke kredietovereenkomst ("club deal") afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het raamwerk van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen hun belangrijkste handelsmerken en octrooien als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.

II.5.2. Materiële vaste activa

Voor de verslagperiode 2016:

in duizend EUR
Groep Recticel TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES,
MACHINES EN
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
FINANCIËLE LEASE OVERIGE
MATERIËLE VASTE ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW EN
VOORUIT- BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 185 070 519 470 24 892 35 340 5 071 20 144 789 988
Geaccumuleerde afschrijvingen (119 699) (413 237) (20 410) (14 247) (1 292) (36) (568 920)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(697) (9 478) (9) (81) (984) (136) (11 386)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
64 673 96 755 4 473 21 013 2 795 19 972 209 681
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, inclusief interne productie 289 4 439 670 503 76 36 282 42 259 (1)
Bijzondere waardeverminderingen (682) (287) (3) 0 0 0 (972)
Afschrijving opgenomen als last (3 622) (20 399) (1 786) (1 599) (98) (78) (27 582)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (3 921) (285) (14) 0 (6) (8) (4 233) (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 8 762 28 278 864 (479) 0 (37 616) (191)
Wisselkoersverschillen (191) (2 118) (99) 0 (1) (346) (2 756)
Per einde van de verslagperiode 65 308 106 383 4 106 19 438 2 767 18 205 216 207
Aanschaffingswaarde 181 487 498 464 24 912 35 319 5 076 18 307 763 565
Geaccumuleerde afschrijvingen (114 877) (385 022) (20 803) (15 805) (1 325) (79) (537 910)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(1 302) (7 059) (3) (76) (984) (24) (9 447)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
65 308 106 383 4 106 19 438 2 767 18 205 216 207
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen materiële vaste
activa
(40 552) Cash in van overdrachten materiële vaste activa 7 506
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal (1 707) Overdrachten opgenomen in werkkapitaal (3 273)
Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) (42 259)
Totaal overdrachten materiële vaste activa (2)

Voor de verslagperiode 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel TERREINEN EN
GEBOUWEN
INSTALLATIES,
MACHINES EN
UITRUSTING
MEUBILAIR EN
ROLLEND
MATERIEEL
FINANCIËLE LEASE OVERIGE
MATERIËLE VASTE
ACTIVA
ACTIVA IN
AANBOUW EN
VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 185 006 502 387 24 723 35 315 5 135 15 602 768 168
Geaccumuleerde afschrijvingen (115 329) (401 671) (20 379) (12 605) (1 320) (36) (551 340)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(808) (11 759) (31) (139) (984) (374) (14 095)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
68 869 88 957 4 313 22 571 2 831 15 192 202 733
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, inclusief interne productie 287 4 247 703 23 83 29 266 34 609 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 (928) 0 0 0 0 (928)
Afschrijving opgenomen als last (4 023) (17 501) (1 792) (1 581) (93) 0 (24 990)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (562) (126) (7) 0 8 0 (687) (2)
Herklassering naar activa aangehouden voor
verkoop
(3 137) (71) 0 0 0 0 (3 208)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 2 895 20 554 1 156 0 (25) (24 746) (166)
Wisselkoersverschillen 344 1 623 100 0 (9) 260 2 318
Per einde van de verslagperiode 64 673 96 755 4 473 21 013 2 795 19 972 209 681
Aanschaffingswaarde 185 070 519 470 24 892 35 340 5 071 20 144 789 987
Geaccumuleerde afschrijvingen (119 699) (413 237) (20 410) (14 246) (1 292) (36) (568 920)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(698) (9 478) (9) (81) (984) (136) (11 386)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
64 673 96 755 4 473 21 013 2 795 19 972 209 681
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen materiële vaste
activa
(29 967) Cash in van overdrachten materiële vaste activa 4 010
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal (4 642) Overdrachten opgenomen in werkkapitaal (3 323)
Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) (34 609) Totaal overdrachten materiële vaste activa (2) 687

De totale aanschaffing van materiële vaste activa bedroeg EUR 42,3 miljoen in vergelijking met EUR 34,6 miljoen tijdens de vorige verslagperiode.

Op 31 december 2016 was de Groep contractuele verbintenissen aangegaan in verband met de verwerving van materiële vaste activa voor EUR 6,7 miljoen (2015: EUR 5,5 miljoen).

In 2016, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen met betrekking tot inactieve machines in Soepelschuim (Frankrijk en Verenigd Koninkrijk) (EUR -0,5 miljoen) en een gebouw in Slaapcomfort (Oostenrijk) (EUR -0,4 miljoen).

In 2015, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen met betrekking tot inactieve machines in Nederland (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen).

In 2015 had 'Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop' (EUR 3,1 miljoen) betrekking op het gebouw (Isolatie) in Wevelgem (België).

Zoals reeds vermeld onder Immateriële Activa, hebben Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v., in december 2011 een nieuwe gezamenlijke kredietovereenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het kader van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen hun aandelen en/of hun productieterreinen in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.

138 RECTICEL JAARVERSLAG 2016

II.5.3. Activa onder financiële lease

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Totaal terreinen en gebouwen 19 424 20 969
Totaal installaties, machines en uitrusting 0 21
Totaal meubilair en rollend materieel 14 23
Totaal activa onder financiële lease 19 438 21 013
Vaste activa onder financiële lease - Bruto 35 319 35 340
Vaste activa onder financiële lease - Geaccumuleerde afschrijvingen (15 805) (14 246)
Vaste activa onder financiële lease - Bijzondere waardeverminderingen (76) (81)
Vaste activa onder financiële lease 19 438 21 013

7

II.5.4. Dochterondernemingen, entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen

De hieronder weergegeven deelnemingspercentages komen, tenzij anders aangegeven, overeen met de stemrechtenpercentages.

1. INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN (Dochterondernemingen)

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Oostenrijk
Sembella GmbH Aderstrasse 35 - 4850 Timelkam 100,00 100,00
België
s.c. sous forme de s.a. Balim b.v. onder vorm van n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Finapal n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Recticel International Services n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Recticel UREPP Belgium n.v. Damstraat 2 - 9230 Wetteren 100,00 -
China
Ningbo Recticel Automotive Parts Co. Ltd. 525, Changxing Road, (C Area of Pioneer Park) Jiangbei District, Ningbo Municipality 100,00 100,00
Recticel Foams (Shanghai) Co Ltd 525, Kang Yi Road - Kangyiao Industrial Zone, 201315 Shanghai 100,00 100,00
Shenyang Recticel Automotive Parts Co Ltd 12, Hangtian Road - Dongling District, 110043 Shenyang City 100,00 100,00
Beijing Recticel Automotive parts CO Ltd 32A, Block Yi, No. 15, Jingsheng Nan Si Jie, Jingiao Science 100,00 100,00
Langfang Recticel Automotive Parts Co Ltd 10, Anjin Road - Anci Industrial Zone, 065000 Langfang City 100,00 100,00
Changchun Recticel Automotive Parts Co Ltd. Intersection of C19 Rd. and C43 St. in Automotive industry Development Zone; 13000 Changchun,
Jilin Province
100,00 100,00
Tsjechië
RAI Most s.r.o. Moskevska 3055 - Most 100,00 100,00
Recticel Czech Automotive s.r.o. Chuderice-Osada 144 - 418,25 Bilina 100,00 100,00
Recticel Interiors CZ s.r.o. Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav 100,00 100,00
Estland
Recticel ou Pune Tee 22 - 12015 Tallin 100,00 100,00
Finland 100,00 100,00
Recticel oy Nevantie 2, 45100 Kouvola
Frankrijk
Recticel s.a.s. 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers 100,00 100,00
Recticel Insulation s.a.s. 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers 100,00 100,00
Duitsland
Recticel Automobilsysteme GmbH Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Dämmsysteme Gmbh Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid 100,00 100,00
Recticel Deutschland Beteiligungs GmbH Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid 100,00 100,00
Recticel Grundstücksverwaltung GmbH Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Handel GmbH Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Schlafkomfort GmbH Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid 100,00 100,00
Recticel Verwaltung Gmbh & Co. KG Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Luxemburg
Recticel RE s.a.
23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg 100,00 100,00
Recticel Luxembourg s.a. 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg 100,00 100,00
India
Recticel India Private Limited
407, Kapadia Chambers, 599 JSS Road, Princess Street, Marine Lines (East), 400002 Mumbai Maharashtra 100,00 100,00
Marrokko
Recticel Mousse Maghreb SARL 31 Avenue Prince Héritier, Tanger 100,00 100,00
Nederland
Akoestikon Geluidsisolatie B.V. Fahrenheitbaan, 4c - 3439 MD Nieuwegein - (a) 100,00
Enipur Holding BV Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100,00 100,00
Recticel B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100,00 100,00
Recticel Holding Noord B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100,00 100,00
Recticel International B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100,00 100,00

(a) Gefuseerd met Recticel bv op 31 december 2016

1. INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN (Dochterondernemingen) (vervolg)

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Noorwegen
Recticel AS Øysand - 7224 Mehus 100,00 100,00
Polen 100,00 100,00
Recticel Sp. z o.o. Ul. Graniczna 60, 93-428 Lodz
Roemenië
Recticel Bedding Romania s.r.l. Miercurea Sibiului, DN1, FN, ground floor room 2 3933 Sibiu County 100,00 100,00
Zweden
Recticel AB Södra Storgatan 50 b.p. 507 - 33228 Gislaved 100,00 100,00
Spanje
Recticel Iberica s.l. Cl. Catalunya 13, Pol. Industrial Cam Ollersanta Pepetua de Mogoda 08130 100,00 100,00
Zwitserland
Recticel Bedding (Schweiz) AG Bettenweg 12 Postfach 65 - 6233 Büron - Luzern 100,00 100,00
Turkije
Teknofoam Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s. Esentepe Milangaz caddesi 40 Kartal, Istanbul 100,00 100,00
Verenigd Koninkrijk
Gradient Insulations (UK) Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100,00 100,00
Recticel (UK) Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100,00 100,00
Recticel Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100,00 100,00
Verenigde Staten van Amerika
Recticel Interiors North America Llc. 5600 Bow Point Drive - MI 48346-3155 Clarkston 100,00 100,00
Recticel Urepp North America Inc. Metro North Technology Park - Atlantic Boulevard 1653 - MI 48326 Auburn Hills 100,00 100,00
The Soundcoat Company Inc. Burt Drive 1 PO Box 25990 - NY 11729 Deer Park County of Suffolk 100,00 100,00

Belangrijke beperkingen om activa te realiseren of verplichtingen na te komen

In het kader van de EUR 175 miljoen club deal kredietovereenkomst dd. 9 december 2011, zoals geamendeerd op 25 februari 2016, heeft Recticel n.v. aan haar banken volgende zekerheden verleend:

  • Mandaat tot inpandgeving van het handelsfonds;
  • Hypothecair mandaat op verschillende sites van de Recticel Groep gelegen in België, Duitsland en Zweden;
  • Hypotheek op onroerend goed gelegen in Kesteren (Nederland);
  • Een pand op aandelen die zij aanhoudt in verschillende groepsvennootschappen.

Recticel n.v. heeft bankgaranties verleend ten behoeve van (i) OVAM betreffende sanerings- of monitoringprojecten voor enkele van haar sites en/of sites van dochtervennootschappen, voor een totaal bedrag van EUR 2,0 miljoen, evenals (ii) ten aanzien van het Waalse Ministerie van Afvalstoffen voor een bedrag van EUR 0,8 miljoen.

Recticel n.v. verleent verder garanties en comfortbrieven aan en/ of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:

  • ten behoeve van Recticel Iberica: EUR 1,5 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Bedding Romania s.r.l.: EUR 1,5 miljoen;

  • ten behoeve van Recticel Ltd.: EUR 18,2 miljoen; waarvan een geschatte EUR 12,1 miljoen voor het pensioenfonds;

  • ten behoeve van Recticel Verwaltung GmbH: EUR 5,0 miljoen en EUR 2,5 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel s.a.s. in het kader van een onroerende leasing: EUR 13,0 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Turkey: EUR 5,6 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel AB: EUR 4,2 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel India: EUR 4,0 miljoen.
  • ten behoeve van Sembella GmbH (Oostenrijk).

Recticel n.v. heeft zich verder garant gesteld voor haar dochtervennootschappen Recticel Interiors North America LLP en Recticel Urepp North America Inc. in het kader van de herziene overeenkomsten met de Johnson Controls Groep ingevolge de uittreding van beide Amerikaanse ondernemingen uit de Chapter 11 procedure (april 2010).

Recticel n.v. heeft zich ook garant gesteld ten aanzien van Daimler AG voor de goede uitvoering van alle lopende Mercedes programma's van haar Interiors divisie. Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.

7

2. JOINT VENTURES GECONSOLIDEERD VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Oostenrijk
Eurofoam GmbH Greinerstrasse 70 - 4550 Kremsmünster 50,00 50,00
België
s.a. Proseat n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 51,00 51,00
Tsjechië
Proseat Mlada Boleslav s.r.o. Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav 51,00 51,00
Frankrijk
Proseat s.a.s. Avenue de Verdun, 71, 77470 Trilport 51,00 51,00
Duitsland
Eurofoam Deutschland GmbH Schaumstoffe Hagenauer Strasse 42 – 65203 Wiesbaden 50,00 50,00
KFM-Schaumstoff GmbH Rosenauer Strasse, 28 - 96487 Dörfles-Esbach 50,00 50,00
Proseat Gmbh & Co. KG Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf 51,00 51,00
Proseat Schwarzheide GmbH Schipkauer Strasse 1 - 01987 Schwarzheide 51,00 51,00
Proseat Verwaltung Gmbh Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf 51,00 51,00
Hongarije
Eurofoam Hungary Kft. Miskolc 16 - 3792 Sajobabony 50,00 50,00
Polen
Eurofoam Polska Sp. z o.o. ul Szczawinska 42 - 95-100 Zgierz 50,00 50,00
Proseat Spolka. z o.o. ul Miedzyrzecka, 16 - 43-382, Bielsko-Biala 51,00 51,00
Roemenië
Eurofoam s.r.l. Str. Garii nr. 13 Selimbar 2428 - O.P.8 C.P. 802 - Jud. Sibiu 50,00 50,00
Slovenië
Turvac d.o.o. Primorska 6b, 3325 Šoštanj 50,00 -
Spanje
Proseat Foam Manufacturing SLU Carretera Navarcles s/n, Poligono Industrial Santa Ana II - Santpedor (08251 Barcelona) 51,00 51,00
Verenigd Koninkrijk
Proseat LLP Unit A, Stakehill Industrial Estate, Manchester, Lancashire 51,00 51,00

Los van het feit dat een goedkeuring van de andere joint venture partner nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de joint ventures om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.

Recticel n.v. verleent garanties en comfortbrieven aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse joint ventures, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:

  • ten behoeve van Eurofoam GmbH en dochtersvennootschappen: EUR 7,5 miljoen;
  • ten behoeve van Proseat n.v.: EUR 5,1 miljoen;
  • ten behoeve van Proseat GmbH: EUR 9,8 miljoen.

3. GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Bulgarije
Eurofoam-BG o.o.d. Raiko Aleksiev Street 40, block n° 215-3 Izgrev district, Sofia 50,00 50,00
Tsjechië
ul. Hájecká 11 – 61800 Brno 25,68 25,68
B.P.P. spol s.r.o.
Eurofoam Bohemia s.r.o. Osada 144, Chuderice - 418 25 Bilina 50,00 50,00
Eurofoam TP spol.s.r.o. ul. Hájecká 11 – 61800 Brno 40,00 40,00
Sinfo
Eurofoam Industry
Souhradi 84 - 391 43 Mlada Vozice
ul. Hájecká 11 – 61800 Brno
25,50
-(b)
25,50
50,00
Italië
Orsafoam s.p.a. Via A. Colombo, 60 21055 Gorla Minore (VA) 33,00 33,00
Litouwen
UAB Litfoam Radziunu Village, Alytus Region 30,00 30,00
Polen
Caria Sp. z o.o. ul Jagiellonska 48 - 34 - 130 Kalwaria Zebrzydowska 25,50 25,50
PPHIU Kerko Sp. z o.o. Nr. 366 - 36-073 Strazow 25,86 25,86
Roemenië
Flexi-Mob Trading s.r.l. Interioara Street, 3 Pol. II, Inc. Federalcoop, Nr. 1, Constanta 25,00 25,00
Rusland
Eurofoam Kaliningrad Kaliningrad District, Guierwo Region , 238352 Uszakowo 50,00 50,00
Slowakije
Poly Dolné Rudiny 1 - SK-01001 Zilina 50,00 50,00
Servië
Eurofoam Sunder d.o.o. Vojvodanska Str. 127 - 21242 Budisava 50,00 50,00
Oekraïne
Porolon Limited Grodoocka 357 - 290040 - Lviv 47,50 47,50

(b) Gefuseerd met Eurofoam Bohemia s.r.o.Recticel bv op 01 januari 2016

Los van het feit dat een goedkeuring van de controllerende aandeelhouder(s) nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de geassocieerde vennootschappen om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.

4. NIET-GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN

Sommige entiteiten die voor meer dan 50% worden gecontroleerd worden niet in de consolidatie opgenomen omdat ze (nog) niet materieel zijn. Van zodra zij een voldoende omvang zullen bereikt hebben, zullen ze echter wel opgenomen worden in de consolidatiekring.

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2016 31 DEC 2015
China
Recticel Shanghai Ltd No. 518, Fute North Road, Waigaoqiao Free Trade Zone - 200131 Shanghai 100,00 100,00
Griekenland
Teknofoam Hellas Kosma Etolou Street, 13 - Neo Iraklio - Attica 100,00 100,00
Japan
Inorec Japan KK Imaika-Cho 1-36, Anjo-Shi 50,00 50,00
Luxemburg
Recfin S.A. 412F, route d'Esch, L-2086 Luxembourg 100,00 100,00
Roemenië
Eurofoam s.r.l. Baia Mare Str. Margeanulin, 5 - 4800 Baia Mare 50,00 50,00
Zweden
Nordflex A.B. Box 507 - 33200 Gislaved 100,00 100,00

II.5.5. Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen

Een overzicht van de belangrijke investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen is opgenomen in toelichting II.5.6.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Per einde van de vorige verslagperiode 73 196 73 644
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Actuariële winsten/(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen (552) (1) 600 (1)
Uitgestelde belastingen op het resultaat met betrekking tot componenten van het overige totaal resultaat 248 (137)
Aanpassing eigen vermogen op verkoop intra-Groep 0 524
Wisselkoersverschillen (1 231) (2) 341
Winst of verlies (aandeel van de Groep) over de verslagperiode 16 927 (3) 6 873 (2)
Uitbetaalde dividenden (7 522) (4) (13 487) (3)
Transfer van resultaat (189) (22)
Kapitaalverhogingen 1 512 4 860 (4)
Per einde van de verslagperiode 82 389 73 196

(1) In 2016 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de lagere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen

(2) Wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op GBP (Proseat UK) en PLN (Eurofoam Polska en Proseat Poland)

(3) In 2016 worden de hogere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen voornamelijk verklaard door de goede operationele prestaties van

respectievelijk Proseat (Automobiel - Zetelkussens), Eurofoam (Soepelschuim) en Orsafoam (Soepelschuim)

(4) In 2016 sloegen de uitbetaalde dividenden door joint ventures enkel op Eurofoam

(1) In 2015 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de hogere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen

(2) In 2015 worden de lagere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen (EUR 6,9 miljoen (2014: EUR 9,0 miljoen) voornamelijk verklaard door de lagere bijdrage van de 51/49 joint venture Proseat (Automobiel - Zetelkussens), dat beïnvloed werd door niet-recurrente reorganisatielasten voor EUR -4,2 miljoen en door de lager bijdrage van Orsafoam, als gevolg van de schikking met de Italiaanse Concurrentieautoriteiten (EUR -0,6 miljoen)

(3) In 2015 bedroegen de dividenden uitbetaald door joint ventures, voornamelijk Eurofoam (EUR 5,6 miljoen) en Proseat (EUR 7,8 miljoen), EUR 13,5 miljoen.

(4) In 2015 had de rubriek Kapitaalverhogingen betrekking op verschillende vennootschappen van de Proseat groep, waarvan het eigen vermogen met EUR 4,9 miljoen werd verhoogd.

De volgende pro forma kerncijfers van de joint ventures worden weergegeven op een gecombineerde 100% basis:

in duizend EUR
Groep Recticel EUROFOAM PROSEAT TOTAAL
31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Vaste activa 151 243 145 490 73 668 71 563 224 911 217 053
Geldmiddelen en kasequivalenten 9 182 22 420 17 989 15 150 27 171 37 570
Vlottende activa 109 777 132 233 168 050 152 419 277 827 284 652
Totaal activa 261 020 277 723 241 718 223 982 502 738 501 705
Rentedragende financiële verplichtingen (25 141) (180) (15 786) (16 318) (40 927) (16 498)
Langlopende verplichtingen (42 063) (16 070) (47 679) (51 277) (89 742) (67 347)
Rentedragende financiële verplichtingen (17 504) (76 365) (99 731) (82 224) (117 235) (158 589)
Kortelopende verplichtingen (70 383) (123 567) (143 015) (131 301) (213 398) (254 868)
Totaal passiva (112 446) (139 637) (190 694) (182 578) (303 140) (322 215)
Eigen vermogen 148 574 138 086 51 024 41 404 199 598 179 490
Bedrijfsopbrengsten 378 218 373 076 262 751 263 851 640 969 636 927
Afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen
(8 071) (8 138) (6 358) (7 581) (14 428) (15 720)
Belastingen op het resultaat (5 974) (6 834) (792) (709) (6 765) (7 543)
Winst of (Verlies) van de periode 23 679 21 770 7 138 (10 290) 30 817 11 479

Vootnoot:

• De bovenstaande cijfers zijn niet noodzakelijkerwijs gelijk aan die gepubliceerd door de joint venture bedrijven. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van verschillen in de boekhoudkundige regels en consolidatiekring.

• Recticel n.v. heeft zich garant gesteld voor (i) EUR 7,5 miljoen onder de vorm van een comfortbrief ten behoeve van de joint venture vennootschap Eurofoam GmbH (Oostenrijk/Duitsland) ter de dekking van een locale banklening, (ii) EUR 5,1 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat n.v. en Proseat sp.z.o.o., ter dekking van een locale banklening, (iii) EUR 3,9 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van een locale lease-overeenkomst en (iv) een garantie ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van een kredietlijn van EUR 6,0 miljoen.

• Proseat kende een sterke verbetering van de winstgevendheid als gevolg van het volledige effect van de sluiting van de verlieslatende fabriek in Rüsselsheim (Duitsland), de positieve bijdrage van de nieuwe fabriek in Schwarzheide (Duitsland) (start-up in 2015) en een sterke verbetering van de efficiëntie in de industriële activiteiten.

7

RECTICEL JAARVERSLAG 2016 145

in duizend EUR
Groep Recticel EUROFOAM PROSEAT
31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Netto eigen vermogen (aandeel van de Groep) 74 287 69 043 26 021 21 116
Goodwill 499 495 8 977 8 978
Intragroep-eliminaties (5 883) (4 910) 12 428 12 653
Investering in partnership 0 0 15 276 15 807
Uitgestelde belastingen 535 650 (381) (357)
IAS 19 hypothesen (139) (106) 0 0
Overige 135 (701) 0 0
Investering in dochtervennootschappen (33 637) (33 637) (31 496) (29 862)
Boekwaarde belangen in joint ventures 35 797 30 834 30 825 28 335

De volgende kerncijfers van de geassocieerde deelnemingen worden weergegeven op een 100% basis:

in duizend EUR
ORSAFOAM S.P.A. EUROFOAM
TURVAC
TOTAAL
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Vaste activa 29 009 30 414 6 701 5 573 2 549 0 38 259 35 987
Vlottende activa 60 565 54 943 13 526 9 935 674 0 74 765 64 878
Totaal activa 89 574 85 357 20 227 15 508 3 223 0 113 024 100 865
Langlopende verplichtingen (4 071) (1 124) (1 791) (1 578) (150) 0 (6 012) (2 702)
Kortlopende verplichtingen (52 323) (51 663) (10 001) (7 771) (30) 0 (62 354) (59 434)
Totaal verplichtingen (56 394) (52 787) (11 792) (9 349) (180) 0 (68 366) (62 136)
Eigen vermogen 33 180 32 570 8 435 6 159 3 043 0 44 658 38 729
Bedrijfsopbrengsten 77 406 71 045 39 048 35 281 883 0 117 337 106 326
Winst of (Verlies) van de periode 1 255 69 2 836 2 051 18 0 4 109 2 120
in duizend EUR
31 DEC 2016 31 DEC 2015
Groep Recticel SOM VAN
TOTAAL RESULTAAT
VAN JOINT VENTURES
SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
GEASSOCIEERDE
DEELNEMINGEN
TOTAAL SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
JOINT VENTURES
SOM VAN TOTAAL RESULTAAT
VAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN
TOTAAL
Resultaat uit gecontinueerde operaties 15 480 1 447 16 927 5 637 1 238 6 874
Actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen 552 0 552 (600) 0 (600)
Uitgestelde belastingen op actuariële winsten/(verliezen)
op personeelsvoordelen
(248) 0 (248) 137 0 137
Wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en
verliesrekening
(8) 0 (8) 1 0 1
Wisselkoersverschillen 329 26 355 (253) (11) (264)
Per einde van de verslagperiode 16 106 1 473 17 580 4 922 1 227 6 148

Paragrafen IAS 28 - §37a, §37e, §37g en §40 zijn niet van toepassing.

II.5.6. Vorderingen op meer dan één jaar

Voor de verslagperiode 2016:

in duizend EUR
LENINGEN VOORSCHOTTEN
EN DEPOSITO'S
OVERIGE VORDERINGEN TOTAAL
6 005 701 6 889 13 595
0 0 0 0
6 005 701 6 889 13 595
322 0 0 322
6 053 758 7 049 13 860
0 0 0 0
6 053 758 7 049 13 860
66 0 0 66

De rubriek 'Leningen' heeft voornamelik betrekking op een lening aan de joint venture Proseat s.r.o. (EUR 3,9 milljoen) en leningen verleend door Recticel SAS, Frankrijk (EUR 2,0 miljoen).

Voor de verslagperiode 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel LENINGEN VOORSCHOTTEN EN
DEPOSITO'S
OVERIGE VORDE
RINGEN
TOTAAL
Bruto waarde per einde vorige verslagperiode 8 807 646 5 746 15 199
Afgeschreven bedragen per eind vorige verslagperiode (1 826) 0 0 (1 826)
Netto waarde per einde vorige verslagperiode 6 981 646 5 746 13 373
Verlopen renten per 31 december 2014 113 0 0 113
Bruto waarde per einde huidige verslagperiode 6 005 701 6 888 13 594
Afgeschreven bedragen per eind huidige verslagperiode 0 0 0 0
Netto waarde per einde huidige verslagperiode 6 005 701 6 888 13 594
Verlopen renten per 31 december 2015 322 0 0 322

De boekwaarde van deze vorderingen op meer dan één jaar benadert de marktwaarde omdat de rentevoet van vlottende aard is in lijn met marktvoorwaarden.

De maximale blootstelling aan kredietrisico's is gelijk aan de boekwaarde van deze activa zoals opgenomen in de balans. Er zijn geen onbetaalde, doch verschuldigde vorderingen, noch bijzondere waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. Er zijn geen specifieke garanties aangeboden voor uitstaande vorderingen.

Een belangrijke post onder de "Vorderingen op meer dan één jaar" betreft de "Kasvoorschotten en –deposito's", welke als volgt samengesteld is:

Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Huur 491 472
Aankopen diensten (water, electriciteit, telecommunicatie, afvalverwerking, …) 223 198
Overige 44 31
Totaal 758 701

7

II.5.7. Voorraden

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Grond- en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde 54 521 56 464
Grond- en hulpstoffen - Waardeverminderingen (4 567) (5 377)
Grond- en hulpstoffen 49 954 51 087
Goederen in bewerking - Aanschaffingswaarde 9 789 8 750
Goederen in bewerking - Waardeverminderingen (220) (170)
Goederen in bewerking 9 569 8 580
Gereed product - Aanschaffingswaarde 24 753 27 629
Gereed product - Waardeverminderingen (1 910) (2 112)
Gereed product 22 843 25 517
Handelsgoederen - Aanschaffingswaarde 6 091 4 326
Handelsgoederen - Waardeverminderingen (302) (321)
Handelsgoederen 5 789 4 005
Vooruitbetalingen - Aanschaffingswaarde 310 239
Vooruitbetalingen - Waardeverminderingen 0 0
Vooruitbetalingen 310 239
Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde 3 435 3 741
Bestellingen in uitvoering - Waardeverminderingen 0 0
Bestellingen in uitvoering 3 435 3 741
Totaal voorraden 91 900 93 169
Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode (2 491) (510)
Terugname van afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode 3 403 0

II.5.8. Onderhanden projecten in opdracht van derden

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Projectopbrengsten opgenomen tijdens de verslagperiode 24 297 25 967
Projectlasten opgelopen en opgenomen winsten minus tot dusver opgenomen verliezen 13 728 10 694
Ontvangen vooruitbetalingen 1 412 2 851

In de automobielsector heeft Recticel een technologie ontwikkeld op basis van polyurethaan voor de productie van interieurbekledingscomponenten. Voor de optimale implementatie van deze twee toepassingen, gebaseerd op de wensen van de klanten, zorgt Recticel er tijdens de preoperationele fase voor dat de productie van de vormen (moulds) gebeurt bij haar eigen leveranciers voor de productie van de componenten op te starten. Aan het einde van dit proces van onderaanbesteding, worden de vormen verkocht aan de klant. In 2016 werden de onderhanden projecten positief beïnvloed door matrijzen (moulds) en de ontwikkelingen van gereedschap.

Omdat dit aanzien wordt als een langetermijncontract gebeurt de opname van de baten en lasten van de vormenactiviteit naar rato van het stadium van voltooiing. Onder de zogenaamde 'procentuele voltooiingmethode' ('percentage of completion'), worden contract baten in overeenstemming gebracht met de reeds opgelopen kosten tot het punt van voltooiing.

II.5.9. Handelsvorderingen en overige vorderingen

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Handelsvorderingen 106 543 90 920
Geaccumuleerde afschrijvingen van handelsvorderingen (5 037) (7 513)
Totaal handelsvorderingen 101 506 83 407
Overige vorderingen (1) 26 768 23 699
Afgeleide producten (FX forward contracten) 1 646 586
Leningen aan geamortiseerde kost 41 146 31 042
Totaal financiële activa (2) 42 793 31 628
Subtotaal (1)+(2) 69 560 55 327
Totaal vorderingen en overige vorderingen 171 066 138 734

Handelsvorderingen op balansdatum 2016 omvatten te ontvangen bedragen uit de verkoop van goederen en het leveren van diensten voor EUR 101,5 miljoen (2015: EUR 83,4 miljoen).

Dit netto bedrag van EUR 101,5 miljoen is samengesteld uit: (i) een bruto bedrag aan handelsvorderingen van EUR 174,0 miljoen (2015: EUR 156,3 miljoen), na aftrek van:

  • EUR 11,4 miljoen aan nog op te stellen kredietnota's (2015: EUR 19,2 miljoen)
  • EUR 75,1 miljoen ten gevolge van een factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk
  • EUR 5,0 miljoen afschrijving van oninbaar geachte bedragen voor de verkoop van goederen (2015: EUR 7,5 miljoen),

(ii) EUR 19,0 miljoen aan wissels en nog op te maken facturen (2015: EUR 25,8 miljoen).

In 2015 bedroegen de overige vorderingen EUR 26,8 miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 10,2 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 8,3 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 8,3 miljoen).

In 2015 bedroegen de overige vorderingen EUR 23,7 miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 7,7 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 7,9 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 7,9 miljoen).

De overige financiële activa in 2016 (EUR 42,8 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd

(EUR 17,0 miljoen), een vordering van EUR 24,1 miljoen (2015: EUR 21,3 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risico's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 1,7 miljoen inzake de herwaardering van afdekkingsinstrumenten op renten en wisselkoersen.

De overige financiële activa in 2015 (EUR 31,6 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 9,7 miljoen), een vordering van EUR 21,3 miljoen (2014: EUR 24,0 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risico's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 0,6 miljoen inzake de herwaardering van afdekkingsinstrumenten op renten en wisselkoersen.

Zoals reeds eerder vermeld, hebben Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v., in december 2011 een gezamenlijke krediet-overeenkomst ("club deal") afgesloten van EUR 175 miljoen. In het kader van deze "club deal" hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen mandaat op handelsfonds (floating charge mandate) als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.

Kredietrisico

De belangrijkste vlottende financiële activa van de Groep zijn de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, en investeringen, die de maximale blootstelling van de Groep vertegenwoordigen aan het kredietrisico met betrekking tot financiële activa.

7

RECTICEL

Het kredietrisico van de Groep is voornamelijk toe te schrijven aan haar handelsvorderingen. De bedragen worden in de balans gepresenteerd netto van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, geschat door het management van de Groep op basis van ervaringen uit het verleden en hun inschatting van de huidige economische omgeving.

Het risicoprofiel van de portefeuille handelsvorderingen is gesegmenteerd per activiteitensector, en steunt op de waargenomen verkoopsvoorwaarden in de markt. Het wordt tevens beperkt door de afgesproken limieten van de algemene verkoopsvoorwaarden en de specifiek –daaraan aangepasteovereengekomen voorwaarden. Deze laatsten hangen verder af van de graad van industriële en commerciële integratie van de klant, alsook van de concurrentiegraad van de markt.

De portefeuille handelsvorderingen in de sector Soepelschuim, Slaapcomfort en Isolatie bestaat uit een grote hoeveelheid klanten, verdeeld over verschillende markten waarvan het kredietrisico continu wordt geëvalueerd en op dewelke de commerciële en financiële voorwaarden worden toegekend. Daarnaast worden de kredietrisico's op handelsvorderingen, met uitzondering van de Automobielsector, meestal gedekt door kredietverzekeringspolissen die de Groep centraal beheert en harmoniseert. Het beheer van de kredietrisico's is verder ondersteund door de implementatie van SAP software

modules (FSCM) en 'best practice' processen inzake de inning van vorderingen.

In de sector Automobiel zijn de kredietrisico's redelijk geconcentreerd en beroept de Groep zich op solvabiliteitsratio's die door onafhankelijke rating agentschappen worden toegekend. De toegekende kredietperiodes bij verkopen variëren in functie van de kredietbeoordeling van de klant, de sector en het land van operatie.

Er is een beperkte beoordeling van het kredietrisico op aandeelhoudersleningen toegekend aan de joint ventures. Aandeelhoudersleningen aan joint ventures worden aangegaan in overeenstemming met de regels voorzien in de joint venture-overeenkomsten, die onderworpen zijn aan de evolutie van de operationele business performance zijn.

Factoring/Forfeiting

Met het oog op de beperking van kredietrisico's, werden factoring-, forfeiting- en verdisconteringsprogramma's zonder verhaal voor een totaal bedrag van EUR 108,4 miljoen (waarvan EUR 75,7 miljoen effectief benut per 31 december 2016) opgezet. Eind 2016 werden alle forfeitingprogramma's stopgezet.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Factoring zonder verhaal
Bruto bedrag 75 098 65 365
Inhouding (24 147) (21 301)
Netto bedrag 50 952 44 064
Bedragen opgenomen in schuld * 701 807
Forfeiting - netto bedrag 0 6 589
Bedragen opgenomen in schuld * 0 2 217

* inclusief de kortlopende financiële verplichtingen

Het gemiddelde aan uitstaande bedragen van vervallen vorderingen varieert, afhankelijk van de sector, tussen 0,5% en 1,5% van de totale verkopen. De Groep oordeelt dat er geen bijzonder risico van niet-inning bestaat, hoewel grote waakzaamheid geboden is.

Het retentiebedrag omvat het gedeelte van vorderingen die niet in aanmerking komen voor buiten-balansbehandelingen en daarom ook niet kunnen afgewenteld worden (ingebrekereserve, concentratie, kortingen en kredietnota's).

Ouderdomsanalyse vervallen handelsvorderingen, waarvoor geen voorzieningen zijn aangelegd:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
30 dagen 5 899 3 890
60 dagen 1 678 1 639
90 dagen 476 919
120 dagen 190 199
150 dagen 370 176
180 dagen en meer 156 414
Totaal vervallen 8 769 7 237
Niet-vervallen vorderingen 90 176 77 116
Totaal handelsvorderingen 98 945 84 353

De ouderdomsbalans van de achterstallige handelsvorderingen heeft betrekking op bruto handelsvorderingen ten belopen van EUR 174,0 miljoen (in 2015: EUR 156,3 miljoen). De hierboven vermelde totale handelsvorderingen houden geen rekening met de handelsvorderingen die getransfereerd werden onder de factoring/forfaiting programma's (EUR 75,1 miljoen versus 2015: EUR 72,0 miljoen).

Het hogere bedrag van achterstallen 30 dagen wordt verklaard door een uitgestelde betaling door twee klanten in het Automobiel segment. De situatie is genormaliseerd door de betalingen van deze achterstallen in januari-februari 2017.

Het hogere bedrag aan niet-vervallen handelsvorderingen wordt hoofdzakelijk verklaard door de hogere omzet tijdens de laatste maanden van 2016.

Wijzigingen voorzieningen voor dubieuze handelsvorderingen:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Per einde van de vorige verslagperiode (7 513) (7 254)
Toewijzingen (322) (1 185)
Terugnemingen 1 618 324
Niet recupereerbare bedragen 1 052 633
Herklassering 37 0
Wisselkoersverschillen 90 (31)
Totaal per einde van de verslagperiode (5 037) (7 513)

Ouderdomsanalyse vervallen overige vorderingen, waarvoor geen voorzieningen zijn aangelegd:

Groep Recticel 31 DEC 2016 in duizend EUR
31 DEC 2015
30 dagen 0 0
60 dagen 0 0
90 dagen 0 0
120 dagen 0 0
150 dagen 0 0
180 dagen en meer 0 0
Totaal vervallen 0 0
Niet-vervallen vorderingen 26 768 23 699
Totaal overige vorderingen 26 768 23 699

II.5.10. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten geldmiddelen aangehouden door de Groep en bankdeposito's op korte termijn met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste drie maanden. De boekwaarde van deze activa komt ongeveer overeen met hun reële waarde:

Groep Recticel 31 DEC 2016 in duizend EUR
31 DEC 2015
Opvraagbare bankdeposito's - op ten hoogste 3 maanden 0 0
Geldmiddelen 37 174 55 967
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten 37 174 55 967

7

RECTICEL JAARVERSLAG 2016 151

II.5.11. Activa bestemd voor verkoop

In 2015 heeft deze rubriek betrekking op een gebouw in Wevelgem (België) (Isolatie). Dit gebouw werd in 2016 verkocht.

II.5.12. Aandelenkapitaal

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Uitgegeven aandelen
54 062 520 gewone aandelen zonder nominale waarde (2015: 53 731 608 aandelen) 135 156 134 329
Volledig volstorte aandelen
54 062 520 gewone aandelen zonder nominale waarde (2015: 53 731 608 aandelen) 135 156 134 329

De wijziging van het aandelenkapitaal wordt verklaard door de uitoefening van een aantal warranten.

II.5.13. Uitgiftepremie

in duizend EUR
Groep Recticel
Balans op 31 december 2015 125 688
Premie op de uitgifte van eigen-vermogensinstrumenten tijdens 2016 (1) 383
Balans op 31 december 2016 126 071

(1) zie II.5.14. hierboven

II.5.14. Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen

Pensioenplannen

Verscheidene Recticel entiteiten hebben toegezegdepensioenregelingen en/of toegezegde-bijdragenregelingen.

• Toegezegde pensioenregelingen voor vergoedingen na uitdiensttreding

  • Overzicht van de voorzieningen voor toegezegde pensioenregelingen

Meer dan 99% van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen heeft betrekking op vijf landen: België (38%), het Verenigd Koninkrijk (26%), Zwitserland (20%), Duitsland (9%) en Frankrijk (6%).

In deze vijf landen biedt Recticel gefinancierde en nietgefinancierde pensioenregelingen aan. In het kader van die toegezegde pensioenregelingen wordt doorgaans een pensioenvergoeding verstrekt op basis van de hoogte van de beloning en de duur van de diensttijd. De volgende paragrafen beschrijven de grootste pensioenplannen die samen 84% van de totale toegezegde pensioenregelingen uitmaken.

in duizend EUR
31 DEC 2016 TOEGEZEGDE
PENSIOEN
REGELINGEN
ACTIVA FINANCIERINGS
STATUS
België 61 675 43 555 18 120
Verenigd Koninkrijk 43 226 30 853 12 373
Zwitserland 33 694 33 796 (102)
Overige landen 25 522 4 356 21 166
Totaal 164 117 112 560 51 557

België

De toegezegd en hybride pensioenregelingen in België vertegenwoordigen 38% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Het zijn gefinancierde plannen, verzekerd door middel van collectieve en / of individuele groepsverzekeringscontracten. Alleen de werkgever betaalt bijdragen om de plannen te financieren. De toegezegde pensioenregelingen zijn gesloten voor nieuwe medewerkers. De meeste hybride plannen zijn nog steeds open voor nieuwe medewerkers. De plannen functioneren volgens en voldoen aan een ruim regelgevend kader en voldoen aan de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. De deelnemers aan de regeling hebben recht op een forfaitair bedrag bij pensionering op de leeftijd van 65. De pensioenuitkeringen die door de plannen zijn gerelateerd aan het salaris van de werknemers. Actieve deelnemers krijgen ook een uitkering bij overlijden in dienst. De veronderstelde vorm van uitkering is in alle gevallen een forfaitair bedrag, maar de plannen voorzien in de mogelijkheid om deze om te zetten naar een lijfrente.

Op 1 januari 2016 werden de hybride pensioenregelingsplannen geherkwalificeerd als toegezegd-pensioenregelingen. Een eerste verplichting van EUR 0,6 miljoen werd opgezet voor deze plannen aan het eind van vorig jaar, en steeg tot een verplichting van EUR 1,1 miljoen tegen het eind van het jaar.

Verenigd Koninkrijk

Recticel financiert in het Verenigd Koninkrijk slechts één toegezegde pensioenregeling, dat 26% van de totale toegezegde pensioenregelingsverplichtingen vertegenwoordigt. Het betreft een gefinancierde pensioenregeling waartoe geen nieuwe leden meer kunnen toetreden. Deze regeling wordt beheerd via een pensioenfonds dat juridisch gescheiden is van Recticel. De Raad van Trustees van het fonds is samengesteld door vertegenwoordigers van zowel de werkgever als de werknemers. De Trustees zijn wettelijk verplicht om in het belang van alle relevante begunstigden te handelen en dragen verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid wat betreft de activa, alsook voor het dagelijks beheer van de vergoedingen.

De regeling valt onder en voldoet aan het wetgevingskader en voldoet aan de locale minimumfinancieringsvereisten.

Volgens deze regeling hebben de deelnemers recht op een jaarlijks pensioen bij uitdiensttreding op 65-jarige leeftijd op basis van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. De leden ontvangen ook een vergoeding bij overlijden.

Krachtens wetgeving van het Verenigd Koninkrijk moeten pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering van de financiering van de regeling werd uitgevoerd op 1 januari 2014 en liet een tekort zien ten belopen van GBP 6,6 miljoen. Er werd een nieuw herstelplan goedgekeurd in augustus 2015 teneinde het financieringstekort weg te werken tegen 31 december 2024. Recticel heeft ermee

ingestemd om in de periode tussen 1 januari 2014 en 31 december 2024 een totaalbedrag van GBP 8,5 miljoen te betalen als herstelbijdrage. Op 31 december 2016 bedroeg het uitstaande bedrag GBP 6,2 miljoen.

Zwitserland

Recticel sponsort een hybride pensioenregeling in Zwitserland, die goed is voor 20% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Zowel de werkgever als werknemers betalen bijdragen aan het plan. Het plan staat open voor nieuwe medewerkers. Het plan wordt beheerd via een pensioenfonds en een welzijnsfonds, beide juridisch gescheiden van Recticel. De Raad van Trustees van het pensioenfonds is eveneens samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel de werkgever en de werknemers, terwijl bij het bestuur van het welzijnsfonds is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever. De Trustees zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle betrokken begunstigden en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid ten aanzien van de activa en het beheer en de financiering van de voordelen. Het plan functioneert volgens en voldoet aan een ruim regelgevend kader en in overeenstemming met de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. Volgens het plan, worden de deelnemers verzekerd tegen de financiële gevolgen van ouderdom, invaliditeit en overlijden.

Op 1 januari 2016 werd deze hybride toegezegdebijdrageregeling geherkwalificeerd als een toegezegdpensioenregeling. Aan het begin van het jaar werd een eerste voorziening van EUR 0 opgezet voor dit plan, dat tegen het einde van het jaar gedaald was tot een actief van EUR 0,1 miljoen.

• Risico's in verband met toegezegde pensioenregelingen

De meest significante risico's die gepaard gaan met de toegezegde pensioenregelingen van Recticel zijn: Volatiliteit van de activa:

De passiva worden berekend middels een disconteringsvoet op basis van de

bedrijfsobligatierendementen. Indien activa slechter presteren dan deze rendementen, ontstaat er een tekort. De regelingen beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid waardepapieren, die, hoewel ze naar verwachting op lange termijn beter zullen presteren dan bedrijfsobligaties, op korte termijn gepaard gaan met volatiliteit en risico's. Er wordt toezicht gehouden op de beleggingen in waardepapieren om ervoor te zorgen dat ze aangepast blijven aan de langetermijnverplichtingen. Wijzigingen in obligatierendementen:

Een daling van bedrijfsobligatierendementen leidt tot een stijging van de waarde die voor boekhoudkundige doeleinden is toegekend aan de passiva, hoewel dat gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuilles.

Inflatierisico:

De verplichtingen uit hoofde van de vergoedingen houden verband met inflatie, en een hogere inflatie gaat gepaard met hogere passiva (hoewel er in sommige gevallen limieten zijn ingesteld op de hoogte van de inflatiestijgingen om tegen extreme inflatie te beschermen). De meerderheid van de activa ondervindt geen invloed van inflatie of staat er slechts op losse wijze mee in correlatie, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook tot een stijging van het tekort zal leiden.

Levensverwachting:

Veel van de verplichtingen bestaan erin dat er vergoedingen moeten worden verstrekt op basis van de levensduur van de leden of door rekening te houden met de sterftecijfers van de leden, en dus leidt een stijging van de levensverwachting tot een stijging van de passiva.

Valutarisico:

Het risico dat ontstaat bij een wijziging van de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Evolutie van de netto verplichtingen tijdens het jaar is als volgt:
Netto verplichtingen per 1 januari 47 563 52 160
Lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening 5 066 3 798
Werkgevers bijdragen (6 782) (4 083)
Transfers tussen rekeningen 39 0
Herindeling van hybride pensioenplannen 600 0
Bedrag opgenomen in overig totaal resultaat 6 866 (5 201)
Wisselkoersverschillen (1 793) 889
Netto verplichtingen per 31 december 51 559 47 563

De herindeling van hybride pensioenregelingen heeft betrekking op de Belgische en Zwitserse toegezegde-bijdrageregelingen die als toegezegdpensioenregelingen worden behandeld met ingang van 1 januari 2016. De overdracht tussen rekeningen heeft betrekking op de Indiase plan dat is opgenomen in de IAS19 cijfers vanaf 1 januari 2016

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Pensioenlasten opgenomen in de winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat:
Toegerekende lasten
Lopende toegerekende lasten 6 743 2 326
Werknemersbijdragen (558) 0
Lasten voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) (2 739) 190
Last of opbrengst uit uitkering 244 0
Administratiekosten 346 267
Netto rentelast:
Rentelasten 3 069 2 461
Rente-opbrengsten (2 039) (1 446)
Pensioensuitgaven opgenomen in de winst- en verliesrekening 5 066 3 798
Herberekening van overig totaal resultaat
Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder datgene opgenomen in netto renten (11 455) 196
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de financiële hypothesen 13 270 (4 442)
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de demografische hypothesen 1 638 0
Actuariële (winsten)/verliezen ten gevolge van ervaringen 3 411 (955)
Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast 2 0
Totaal bedrag opgenomen in het overig totaal resultaat 6 866 (5 201)
Totaal bedrag opgenomen in winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat 11 932 (1 403)
Bedragen voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) en de nederzettingen zijn gerelateerd aan de impact van een wetswijziging in België op brugpensioenen

Bedragen voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) en de nederzettingen zijn gerelateerd aan de impact van een wetswijziging in België op brugpensioenen en de gevolgen van het ontslag van een aantal werknemers in Zwitserland en Frankrijk.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Bedragen met betrekking tot de toegezegde-pensioenregelingen opgenomen in de balans:
Toegezegde-pensioenregelingen - gefinancierde plannen 157 160 98 328
Reële waarde van fondsbeleggingen (112 560) (57 490)
Financieringsstatus van de gefinancieerde plannen 44 600 40 838
Toegezegde-pensioenregelingen - niet gefinancierde plannen 6 957 6 725
Totale financieringsstatus per 31 december 51 557 47 563
Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast 2 0
Netto verplichtingen per 31 december 51 559 47 563
Kortlopende verplichtingen 1 457 2 707
Langlopende verplichtingen 50 102 44 856
De voornaamste actuariële hypothesen gebruikt per 31 december (gewogen gemiddelden) zijn:
Disconteringsvoet 1,67% 2,61%
Toekomstige pensioenverhogingen 0,77% 2,16%
Geschatte loonsverhogingen 1,71% 2,75%
Inflatie
De hypotheses inzake levensverwachting zijn gebaseerd op recente levensverwachtingstabellen. Op basis van de levensverwachtingstabellen van het Verenigd Koninkrijk wordt een verbetering verwacht in de sterftecijfers.
1,66% 1,85%
Wijzigingen in de fondsbeleggingen
Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari 57 490 59 578
Rente-opbrengsten 2 039 1 446
Werkgeversbijdragen 6 782 4 083
Werknemersbijdragen 558 0
Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op de betaalde bijdragen) (4 471) (8 890)
Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rente-opbrengsten 11 455 (196)
Uitbetaalde bedragen in verband met schikkingen (1 656) 0
Herindeling van hybride pensioenplannen 44 662 0
Actuele administrative uitgaven (346) (267)
Wisselkoersverschillen (3 953) 1 736
Reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december 112 560 57 490

De activa van de gefinancierde plannen worden geïnvesteerd in een gemengde portefeuille van aandelen en obligaties of verzekeringscontracten. De fondsbeleggingen omvatten geen rechtstreekse investeringen in Recticel aandelen, Recticel obligaties of enig eigendom gebruikt door Recticel bedrijven.

7

Groep Recticel
31 DEC 2016
31 DEC 2015
Samenstelling fondsbeleggingen per 31 december
Overheidsobligaties (genoteerde)
13,26%
24,18%
Overheidsobligaties (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Bedrijfsobligaties (genoteerde)
13,47%
7,94%
Bedrijfsobligaties (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Aandelen (genoteerde)
15,42%
13,17%
aandelen (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Geldmiddelen (genoteerde)
0,12%
0,05%
Geldmiddelen (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Vastgoed (genoteerd)
9,04%
0,00%
Vastgoed (niet-genoteerd)
0,00%
0,00%
Afgeleide instrumenten (genoteerde)
0,00%
0,00%
Afgeleide instrumenten (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Asset backed securities (genoteerde)
0,00%
0,00%
Asset backed securities (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Gestructureerde schuld (genoteerde)
0,00%
0,00%
Gestructureerde schuld (niet-genoteerde)
0,00%
0,00%
Overige (genoteerde)
0,00%
0,00%
Overige (niet-genoteerde)
4,35%
3,92%
Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde)
0,00%
0,00%
Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde)
11,52%
19,14%
Unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde)
0,00%
0,00%
Unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde)
32,82%
31,60%
Waarbij de unit-linked verzekeringscontracten kunnen onderverdeeld worden in de volgende activaklassen:
in duizend EUR
% schuldpapier 73,41% 72,62%
% aandelen 24,47% 24,21%
% geldmiddelen 2,12% 3,18%
in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Wijzigingen in de toegezegde-pensioenregelingen
Toegezegde-pensioenregelingen per 1 januari 105 053 111 738
Huidige toegerekende lasten 6 185 2 326
Werknemersbijdragen 558 0
Rentelasten 3 069 2 461
Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op betaalde bijdragen) (4 471) (8 890)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de financiële hypothesen 13 270 (4 442)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de demografische hypothesen 1 638 0
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van eigen ervaringen 3 411 (955)
Herindeling van hybride pensioenplannen 45 262 0
Transfers tussen rekeningen 39 0
Pensioenkosten van verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) (2 739) 190
(Opbrengsten)/verliezen uit schikkingen (1 412) 0
Wisselkoersverschillen (5 746) 2 625
Toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 164 117 105 053
Verdeling van de toegezegde-pensioenregelingen per populatie
Actieve leden 75 718 45 764
Leden met uitgestelde pensioenrechten 30 293 27 519
Gepensioneerden/Begunstigden 58 106 31 770
Totaal toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 164 117 105 053
Wijzigingen in het effect van asset ceiling tijdens het boekjaar
Asset ceiling op 1 januari 0 0
Renten op asset ceiling 0 0
Effect van inperkingen en schikkingen 0 0
Aanpassing van asset ceiling 2 0
Wisselkoersverschillen
Asset ceiling at 31 December
0
2
0
0
Gewogen gemiddelde looptijd van de toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 15 14
Sensitiviteit van de toegezegde-pensioenregelingen met betrekking tot de hoofdassumpties per 31 december
Huidige toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 164 117 105 053
% stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de disconteringsvoet 3,95% 3,62%
% daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de disconteringsvoet
% daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de inflatievoet
-3,71%
-1,57%
-3,41%
-2,48%

Voor regelingen die een volledige waardering hebben ondergaan, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie exact en gebaseerd op deze volledige waardering. Voor regelingen die zijn overgeheveld van de laatste volledige actuariële waardering, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie een schatting waarbij rekening gehouden wordt met de looptijd van de verplichtingen en het totale profiel van het lidmaatschap van de regeling.

in duizend EUR
Groep Recticel 2017 2016
Verwachte bijdragen voor het komende jaar
Verwachte werkgeversbijdragen 6 238 3 503

• Toegezegde bijdragenregelingen

Het totaal aan door Recticel uitbetaalde bijdragen bedroeg in het huidige jaar EUR 3.263.254, vergeleken met een bedrag van EUR 3.363.608 vorig jaar (EUR 6.682.583 werd vorig jaar gerapporteerd, inclusief EUR 3.318.975 aan werkgeversbijdragen door Recticel betaald voor de Belgische en Zwitserse hybride pensioenplannen, dewelke vanaf dit jaar geherclasseerd werden onder toegezegde pensioenregelingen).

7

II.5.15. Voorzieningen

Voor de verslagperiode 2016

in duizend EUR
Groep Recticel VOORDELEN
PERSONNEL
ANDERE
GESCHILLEN
PRODUCT
DEFECTEN
LEEFMILIEU
RISICO'S
REORGANI
SATIE
LASTEN
VOORZIENIN
GEN VOOR
VERLIES
LATENDE
CONTRACTEN
OVERIGE
RISICO'S
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode 51 951 60 2 177 5 240 6 747 434 1 413 68 022
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten
(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen
6 867 0 0 0 0 0 0 6 867
Actualisatie 1 102 0 0 0 0 0 0 1 102
Toevoegingen 5 313 40 1 076 0 1 744 2 165 1 800 12 138
Bestedingen (7 182) (52) (123) (788) (5 997) (91) (400) (14 634)
Terugnemingen (1 071) 0 (114) 0 (10) 0 (55) (1 249)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere (38) 0 0 0 151 (420) 0 (307)
Wisselkoersverschillen (1 796) 0 (15) 0 (4) 10 0 (1 805)
Per einde van de verslagperiode 55 147 48 3 002 4 452 2 631 2 097 2 758 70 134
Voorzieningen op meer dan één jaar 50 979 48 2 652 4 202 1 948 1 600 2 758 64 187
Voorzieningen op minder dan één jaar 4 168 0 350 250 683 497 0 5 947
Totaal 55 147 48 3 002 4 452 2 631 2 097 2 758 70 134

De voorzieningen voor voordelen personeel stegen met EUR 3,2 miljoen. Deze wijziging wordt voornamelijk verklaard door een actuariële verliezen als gevolg van een lagere discontovoet (EUR 6,9 miljoen), die deels werden gecompenseerd door (i) een terugname ten gevolge van de herstructurering in Frankrijk en een verandering in de wet in België (EUR 1,1 miljoen) en (ii) wisselkoersverschillen in het Verenigd Koninkrijk (EUR +1,8 miljoen).

De voorzieningen voor productwaarborgen hebben voornamelijk betrekking op de garanties op producten van de slaapcomfortdivisie. De voorzieningen worden in het algemeen berekend op basis van 1% van de jaarlijkse opbrengsten uit verkoop, wat overeenkomt met de beste schatting van het management van het risico voor de garantie van 12 maanden. Wanneer historische gegevens beschikbaar zijn, worden de voorzieningen vergeleken met de jaarlijkse effectieve verplichtingen en, indien nodig, wordt het bedrag van de voorziening aangepast. De stijging in 2016 heeft voornamelijk betrekking op een claim in Isolatie.

Voorzieningen voor leefmilieurisico's dekken voornamelijk (i) het geïdentificeerde risico met betrekking tot de terreinen in Tertre (België) (zie deel II.6.11.1.) en (ii) de andere vervuilingsrisico's in België. Van deze voorzieningen werd in 2016 EUR 0,8 miljoen gebruikt voor de opkuiskosten op de site in Tertre.

Voorzieningen voor reorganisatie hebben betrekking op de uitstaande saldi van verwachte uitgaven met betrekking tot de sluiting van de Soepelschuim-fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) en bijkomende herstructureringslasten in Slaapcomfort (Oostenrijk en Zwitserland) en Automobiel Interiors (Duitsland en VS).

Voorzieningen voor verlieslatende contracten hebben

voornamelijk betrekking op operationele leaseovereenkomsten.

Voorzieningen voor andere risico's hebben vooral betrekking op de juridische kosten en de toekomstige schade-uitkeringen.

Voor de belangrijkste risico's (o.a. leefmilieurisico's en reorganisatie risico's) wordt verwacht dat de kasuitstromen (cash out flows) zullen plaatsvinden binnen een horizon van twee jaar.

Voor de verslagperiode 2015

in duizend EUR
Groep Recticel VOORDELEN
PERSONNEL
ANDERE
GESCHILLEN
PRODUCT
DEFECTEN
LEEFMILIEU
RISICO'S
REORGANI
SATIE
LASTEN
VOORZIENIN
GEN VOOR
VERLIES
LATENDE
CONTRACTEN
OVERIGE
RISICO'S
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode 56 753 50 1 808 4 210 4 627 892 401 68 741
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten
(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen
(5 199) 0 0 0 0 0 0 (5 199)
Actualisatie 1 079 0 0 0 0 0 0 1 079
Toevoegingen 3 993 50 641 2 009 3 833 0 1 305 11 831
Bestedingen (4 939) (40) (115) (622) (1 688) (465) (16) (7 885)
Terugnemingen (622) 0 (179) (357) (61) (39) (277) (1 535)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 0 0 0 0 35 0 0 35
Wisselkoersverschillen 886 0 22 0 1 46 0 955
Per einde van de verslagperiode 51 951 60 2 177 5 240 6 747 434 1 413 68 022
Voorzieningen op meer dan één jaar 49 581 60 2 177 4 990 2 851 14 1 413 61 086
Voorzieningen op minder dan één jaar 2 370 0 0 250 3 896 420 0 6 936
Totaal 51 951 60 2 177 5 240 6 747 434 1 413 68 022

II.5.16. Financiële verplichtingen

II.5.16.1. Rentedragende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs

in duizend EUR
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN -
OPGENOMEN
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN -
OPGENOMEN
Groep Recticel
TOELICHTING
31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Gewaarborgd
Financiële leases 8 683 11 867 3 652 3 199
Kredietinstellingen 86 589 0 0 89 684
Kredietinstellingen - factoring met verhaal 0 0 701 807
Totaal gewaarborgd 95 272 11 867 4 353 93 690
Niet-gewaarborgd
Obligaties & schuldpapier 0 26 631 27 269 0
Kredietinstellingen - langlopend met kortlopend opeisbaar gedeelte 0 0 0 0
Overige leningen 1 777 1 865 250 270
Kredietinstellingen - kortlopend 0 0 860 9 918
Kredietinstellingen - forfeiting 0 0 0 2 217
Voorschotten op lopende rekening 0 0 10 178 866
Overige financiële verplichtingen II.5.16.2. 0 0 7 237 7 714
Totaal niet-gewaarborgd 1 777 28 496 45 794 20 985
Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde
kost
97 049 40 363 50 147 114 675

7

in duizend EUR
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN -
NIET-OPGENOMEN
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN -
NIET-OPGENOMEN
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2015
Gewaarborgd
Kredietinstellingen 89 118 78 131 0 0
Kredietinstellingen - factoring met verhaal 0 0 0 0
Verdisconteerde wissels 0 0 0 0
Totaal gewaarborgd 89 118 78 131 0
Niet-gewaarborgd
Kredietinstellingen 0 0 52 808 42 470
Totaal niet-gewaardborgd 0 0 52 808 42 470
Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost 89 118 78 131 52 808 42 470

Per einde 2016 bedroeg de bruto rentedragende financiële verplichtingen van de Groep EUR 147,2 miljoen, in vergelijking met EUR 155,0 miljoen eind 2015, t.t.z. een daling van EUR 7,8 miljoen. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van het lagere opgenomen bedrag onder de club deal kredietovereenkomst, een bruto dividend (EUR 7,5 miljoen), verschillende cashuitgaven voor eerder aangekondigde reorganisaties, geplande kapitaaluitgaven en de pre-financiering van moulds bij Automobiel Interiors.

De opnamen onder de factoring/forfeiting programma's zonder verhaal bedroegen EUR 51,7 miljoen tegenover EUR 53,7 miljoen in 2015. De forfeiting programma's werden allemaal stopgezet per eind 2016.

Per eind 2016 bedroeg de gewogen gemiddelde looptijd van langlopende rentedragende financiële verplichtingen 4,0 jaar (2015: 2,2 jaar), de gemiddelde looptijd nam toe als gevolg van de verlenging van de looptijd van de club deal kredietovereenkomst in februari 2016. De obligatieleningen en de financiële lease-overeenkomsten (met uitzondering van de financiële lease voor de site in Bourges) zijn tegen vaste rente.

Per eind 2016 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen onder de club deal kredietovereenkomst (EUR 86,6 miljoen), ook nog over EUR 42,3 miljoen lange termijn krediettoezeggingen, waarvan EUR 31,2 miljoen binnen het jaar vervalt. De Groep beschikt nog over EUR 89,1 miljoen onder de club deal kredietlijn, en over EUR 84,6 miljoen onder niet opgenomen korte termijn kredietlijnen ('op de balans' (EUR 52,8 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring programma's (EUR 31,8 miljoen)).

Per eind 2015 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen (EUR 89,6 miljoen) en de garantiebedragen i.v.m. de EC-boete (EUR 6,9 miljoen) onder de club deal kredietovereenkomst, ook nog over EUR 44,6 miljoen lange termijn krediettoezeggingen, waarvan EUR 44,6 miljoen binnen het jaar vervalt. De Groep beschikt nog over EUR 78,1 miljoen onder de club deal kredietlijn en over EUR 91,4 miljoen onder niet opgenomen korte termijn kredietlijnen (op de balans (EUR 42,5 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring/forfaiting programma's (EUR 48,9 miljoen)).

Opgenomen bedragen, ander dan de club deal kredietovereenkomst

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Langlopende verplichtingen
Obligaties & schuldpapier 0 26 631
Financiële leases 8 683 11 867
Overige leningen 1 777 1 865
Subtotaal 10 460 40 363
Kortlopende verplichtingen
Obligaties & schuldpapier 27 269 0
Financiële leases 3 652 3 199
Leningen - Factoring 701 807
Overige leningen 250 270
Subtotaal 31 872 4 275
Totaal 42 332 44 638

De reële waarde van de verplichtingen met variabele rente benaderen de nominale waarde. De rentelast van de leningen aan variabele rente varieerde van 0,80% tot 2,0% per jaar in EUR.

Op balansdatum was van de totale leningen, direct of indirect (via wisselkoersswaps), 29,1% in CZK, 27% in uitgedrukt EUR, 25,3% in USD, 12,1% in PLN, 6,0 % in CHF en 0,5 % in verschillende andere valuta.

Het grootste deel van de rentedragende financiële verplichtingen van de Groep worden centraal aangegaan en beheerd door Recticel International Services n.v., dat als interne bank van de Groep handelt.

De opnames onder de club deal kredietovereenkomst zijn onderhevig aan bankcovenanten op basis van een schuldgraadratio, een renteratio en een minimaal eigenvermogensverplichting. Per eind 2016 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2017 verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te voldoen.

Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.

Referentie naar II.5.18. Liquiditeitsrisico.

(i) Converteerbare obligatieleningen

Van de converteerbare obligaties, uitgegeven in juli 2007 voor een nominaal bedrag van EUR 57,5 miljoen, heeft de Groep in de loop van 2008 EUR 11,2 miljoen; in 2009 EUR 17,3 miljoen en in 2011 EUR 1,4 miljoen, terug ingekocht. Van het uitstaande saldo van EUR 27,6 miljoen, wordt EUR 27,3 miljoen opgenomen onder de rentedragende financiële verplichtingen. Het overige deel (eigen vermogenscomponent) is geboekt in een eigen vermogensrekening. Deze obligaties hebben een coupon van 5,0% p.a. en een oorspronkelijke looptijd van 10 jaar, met een 'put' optie voor de investeerders in juli 2014. Slechts EUR 50.000 werd terugbetaald door de uitoefening van deze put in juli 2014.

Deze obligaties zijn converteerbaar in aandelen. De initiële conversieprijs was vastgelegd op EUR 14,34 per aandeel. De conversieprijs was onderhevig aan aanpassingen in functie van de dividend uitbetalingen. De huidige (31 december 2016) conversieprijs bedraagt EUR 9,54. De obligaties zijn tot en met 16 juli 2017 converteerbaar in gewone aandelen aan de huidige conversieprijs.

Tenzij de obligatie vervroegd wordt teruggekocht, geconverteerd of geannuleerd, zullen de obligaties in cash terugbetaald worden op 23 juli 2017 aan 100% van de nominale waarde, samen met de nog niet betaalde verlopen renten. Omdat de converteerbare obligatie finaal zal vervallen in juli 2017, werd deze per 31 december 2016 ondergebracht in de rubriek langelopende verplichtingen die binnen het jaar vervallen. De reële waarde per 31 december 2016 bedraagt EUR 27,6 miljoen.

(ii) Financiële leases

Deze rubriek omvat voornamelijk twee leases. De eerste financiert de nieuwe Isolatie-fabriek in Bourges (Frankrijk) en heeft per 31 december 2016 een uitstaand bedrag van EUR 10,3 miljoen en is aan vlottende rentevoet. De tweede voor gebouwen, in België, heeft per 31 december 2016 een uitstaand bedrag van EUR 2,0 miljoen op de balans en is aan vaste rentevoet.

(iii) Kredietinstellingen – club deal kredietovereenkomst

Op 09 december 2011 heeft Recticel een club deal kredietovereenkomst afgesloten met 7 Europese banken voor een nieuwe multi-valuta lening van EUR 175 miljoen voor vijf jaar. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.

7

II.5.16.2. Overige financiële verplichtingen

Voor rentevoetswaps wordt gerefereerd naar II.5.17.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Renteswaps 3 690 5 464
Rente van FX swaps 131 106
FX swap contracten 316 0
Transactionele hedges - operationele 1 706 541
Afgeleide producten aan reële waarde 5 843 6 111
Overige financiële verplichtingen 389 284
Verlopen renten 1 004 1 319
Totaal 7 237 7 714

II.5.17. Overige verplichtingen

in duizend EUR
Groep Recticel LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN
31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Voorschotten klanten 179 194 0 0
Overige verplichtingen 4 32 187 7 144
Totaal overige verplichtingen 183 226 187 7 144

'Overige kortlopende verplichtingen' daalden per 31 december 2016 met EUR 7,0 miljoen, wat overeenkomt met de laatste schijf van de EC-boete (EUR 6,9 miljoen) die in april 2016 betaald werd.

II.5.18. Financiële leaseverplichtingen

in duizend EUR
Groep Recticel MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Leasebetalingen vervallend binnen het jaar 3 975 3 652 3 613 3 199
Tussen 1 en 5 jaar 10 783 8 683 14 157 11 867
Meer dan 5 jaar 0 0 0 0
Totale leasebetalingen 14 758 12 335 17 770 15 066
Toekomstige financiële lasten (2 423) - (2 704) -
Contante waarde van de leaseverplichtingen 12 335 12 335 15 066 15 066
Minus betalingen die binnen het jaar vervallen - (3 652) - (3 198)
Betalingen die na 1 jaar vervallen - 8 683 - 11 868

De financiële leases werden door de dochterondernemingen afgesloten ter financiering van gebouwen voor een bedrag van EUR 12,3 miljoen met een financiële last die varieert tussen 1,78% per jaar en 8,35% per jaar.

II.5.19. Financiële instrumenten en financiële risico's

Significante boekhoudregels

Details inzake de significante boekhoudregels en –methodes, inclusief de criteria voor de erkenning, de basis van bepaling en de basis waarop inkomsten en uitgaven worden erkend, dit voor elke categorie van financiële activa, financiële verplichtingen en eigen vermogensinstrumenten worden in toelichting II.1.3. uiteengezet.

Categorieën van financiële instrumenten

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Financiële activa
Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie II.5.9. 0 1
Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (b) 0 1
Reële waarde via winst- en verliesrekening ("RWWV")
FX swaps contracten 475 0
Transactionele afdekkingen - operationeel 1 172 585
Financiële activa aan reële waarde via winst- en verliesrekening (b) II.5.9. 1 646 585
Langlopende handelsvorderingen (a) II.5.6. 0 0
Kortlopende handelsvorderingen II.5.9. 101 506 83 407
Handelsvorderingen (A) 101 506 83 407
Overige langlopende vorderingen (a) II.5.6. 7 049 6 889
Geldvoorschotten en deposito's (a) II.5.6. 758 701
Overige vorderingen (b) II.5.9. 26 768 23 699
Overige vorderingen (B) 34 574 31 289
Leningen aan verbonden ondernemingen II.5.6. 3 883 3 882
Overige leningen II.5.6. 2 170 2 123
Langlopende leningen (a) 6 053 6 005
Financiële vorderingen (b) II.5.9. 41 146 31 043
Leningen (C) 47 199 37 048
Kas en kasequivalenten (D) I.4. & II.5.10. 37 174 55 967
Totaal leningen & vorderingen (A+B+C+D) 220 454 207 711
Overige investeringen (beleggingen beschikbaar voor verkoop) 517 1 106
Langlopende vorderingen (som van (a)) I.4. & II.5.6. 13 860 13 595
Overige vorderingen (som van (b)) I.4. & II.5.9. 69 560 55 328
Financiële verplichtingen
Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie 3 690 5 464
Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (E) 3 690 5 464
Renten van FX swaps 131 106
FX swaps contracten 316 0
Transactionele afdekkingen - operationeel 1 706 541
Financiële verplichtingen aan reële waarde via winst- en verliesrekening (F) II.5.16. 2 153 647
Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) * I.4. & II.5.16. 97 050 40 363
Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (H) II.5.16. 44 303 108 564
Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) I.4. & II.5.16. 50 147 114 675
Handelsverplichtingen (I) II.5.20. 102 930 94 276
Overige lange termijn verplichtingen II.5.17. 183 226
Overigeverplichtingen II.5.20. 108 900 98 161
Overige verplichtingen (J) II.5.16. 109 082 98 387
Korte termijn financiële verplichtingen (G+H+I+J) I.4. & II.5.16. 353 365 341 589

* De netto boekwaarde van de converteerbare obligatielening bedraagt EUR 27,3 miljoen (31 december 2015: EUR 26,6 miljoen). De indicatieve marktwaarde per 31 december 2016 bedroeg EUR 27,6 miljoen.

Voetnoot: FX swaps contracten worden aangegaan om (1) financiële FX blootstelling die voortvloeit uit rekeningen-courant tegoeden van filialen in de richting van Recticel International in vreemde valuta en (2) de blootstelling financiële FX die het gevolg is van de lange termijn leningen en deposito's naar/van buitenlandse filialen valuta's, af te dekken. Transactionele indekking zijn forward FX contracten genomen om de FX blootstelling ten gevolge van de monetaire activa en passiva van filialen geboekt in vreemde valuta's (Balansblootstelling) af te dekken.

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het vaststellen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten, ingedeeld volgens waarderingstechniek:

  • Niveau 1 : genoteerde (niet-gecorrigeerde) marktprijzen in actieve markten voor identieke activa of passiva
  • Niveau 2 : andere technieken waarbij alle inputs waarneembaar zijn die een significant effect op de geboekte reële waarde hebben, zij het direct of indirect

Niveau 3 : technieken waarbij de inputs die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde, niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens.

Tijdens de rapportageperiode die eindigde op 31 december 2016 waren er geen overdrachten tussen waarderingen tegen een reële waarde op niveau 1 en niveau 2, en geen overdrachten van en naar waarderingen tegen een reële waarde op niveau 3.

7

Reële waarde van de financiële instrumenten per 31 december 2016

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWORPEN
IN INDEKKINGS
RELATIONSHIP
AAN REËLE
WAARDE
OPGENOMEN
IN WINST- &
VERLIES
REKENING -
AANGEHOUDEN
VOOR TRADING
BESCHIKBAAR
VOOR VERKOOP
LENINGEN EN
VORDERINGEN
AAN GEAMORTI
SEERDE KOST
REËLE WAARDE REËLE WAARDE
NIVEAU
Financiële activa
Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship 0 0 0 0 0 2
Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow
indekkingsrelationship (b)
0 0 0 0 0 2
FX swaps contracten 0 475 0 0 475 2
Transactionele afdekkingen - operationeel 0 1 172 0 0 1 172 2
Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en
verliesrekening (b)
0 1 646 0 0 1 646 2
Langlopende handelsvorderingen (a) 0 0 0 0 0 2
Kortlopende handelsvorderingen 0 0 0 101 506 101 506 2
Handelsvorderingen (A) 0 0 0 101 506 101 506 2
Overige langlopende vorderingen (a) 0 0 0 7 049 7 049 2
Voorschotten en deposito's (a) 0 0 0 758 758 2
Overige vorderingen (b) 0 0 0 26 768 26 768 2
Overige vorderingen (B) 0 0 0 34 574 34 574 2
Leningen aan verbonden ondernemingen 0 0 0 3 883 3 883 2
Overige leningen 0 0 0 2 170 2 170 2
Langlopende leningen (a) 0 0 0 6 053 6 053 2
Financiële vorderingen (b) 0 0 0 41 146 41 146 2
Leningen (C) 0 0 0 47 199 47 199 2
Geldmiddelen en kasequivalenten (D) 0 0 0 37 174 37 174 2
Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) 0 0 0 220 454 220 454
Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) 0 0 517 0 517 2
Langlopende vorderingen (som van (a)) 0 0 0 13 860 13 860
Overige vorderingen (som van (b)) 0 1 646 0 67 914 69 560
Financiële verplichtingen
Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship 3 690 0 0 0 3 690 2
Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow
indekkingsrelationship (E)
3 690 0 0 0 3 690 2
Renten van FX swaps 0 131 0 0 131 2
FX swaps contracten 0 316 0 0 316 2
Transactionele afdekkingen - operationeel 0 1 706 0 0 1 706 2
Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de
winst- en verliesrekening (F)
0 2 153 0 0 2 153 2
Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost
(G)
0 0 0 97 050 97 050 2
Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost
(H)
0 0 0 44 303 44 303 2
Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) 3 690 2 153 0 44 303 50 147
Handelsverplichtingen (I) 0 0 0 102 930 102 930 2
Overige lange termijn verplichtingen 0 0 0 183 183 2
Overigeverplichtingen 0 0 0 108 900 108 900 2
Overige verplichtingen (J) 0 0 0 109 082 109 082 2
Korte termijn financiële verplichtingen (G+H+I+J) 0 0 0 353 365 353 365

Reële waarde van de financiële instrumenten per 31 december 2015

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWORPEN
IN INDEKKINGS
RELATIONSHIP
AAN REËLE
WAARDE
OPGENOMEN IN
WINST- & VER
LIESREKENING
- AANGEHOUDEN
VOOR TRADING
BESCHIKBAAR
VOOR VERKOOP
LENINGEN EN
VORDERINGEN
AAN GEAMORTI
SEERDE KOST
REËLE WAARDE REËLE WAARDE
NIVEAU
Financiële activa
Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship 1 0 0 0 1 2
Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow
indekkingsrelationship (b)
1 0 0 0 1 2
Transactionele afdekkingen - operationeel 0 585 0 0 585 2
Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en
verliesrekening (b)
0 585 0 0 585 2
Langlopende handelsvorderingen (a) 0 0 0 0 0 2
Kortlopende handelsvorderingen 0 0 0 83 407 83 407 2
Handelsvorderingen (A) 0 0 0 83 407 83 407 2
Overige langlopende vorderingen (a) 0 0 0 6 889 6 889 2
Voorschotten en deposito's (a) 0 0 0 701 701 2
Overige vorderingen (b) 0 0 0 23 699 23 699 2
Overige vorderingen (B) 0 0 0 31 289 31 289 2
Leningen aan verbonden ondernemingen 0 0 0 3 882 3 882 2
Overige leningen 0 0 0 2 123 2 123 2
Langlopende leningen (a) 0 0 0 6 005 6 005 2
Financiële vorderingen (b) 0 0 0 31 043 31 043 2
Leningen (C) 0 0 0 37 048 37 048 2
Geldmiddelen en kasequivalenten (D) 0 0 0 55 967 55 967 2
Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) 0 0 0 207 711 207 711
Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) 0 0 1 106 0 1 106 2
Langlopende vorderingen (som van (a)) 0 0 0 13 595 13 595
Overige vorderingen (som van (b)) 1 585 0 54 742 55 328
Financiële verplichtingen
Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship 5 464 0 0 0 5 464 2
Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow
indekkingsrelationship (E)
5 464 0 0 0 5 464 2
Renten van FX swaps 0 106 0 0 106 2
Transactionele afdekkingen - operationeel 0 541 0 0 541 2
Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de
winst- en verliesrekening (F)
0 647 0 0 647 2
Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost
(G)
0 0 0 40 363 40 932 2
Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost
(H)
0 0 0 108 564 108 564 2
2
Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) 5 464 647 0 108 564 114 675
Handelsverplichtingen (I) 0 0 0 94 276 94 276 2
Overige lange termijn verplichtingen 0 0 0 226 226 2
Overigeverplichtingen 0 0 0 98 161 98 161 2
Overige verplichtingen (J) 0 0 0 98 387 98 387 2
Korte termijn financiële verplichtingen (G+H+I+J) 0 0 0 341 589 341 589

Beheer van kredietrisico's

Hiervoor wordt gerefereerd naar II.5.9.

Beheer van financiële risico's

De Groep beheert een portefeuille van financiële derivaten om risico's in te dekken met betrekking tot wisselkoers- en renteposities die voortvloeien uit bedrijfs- en financiële activiteiten. Het is het beleid van de Groep niet deel te nemen in speculatieve of hefboomtransacties noch derivaten aan te houden of uit te geven voor handelsdoeleinden.

Beheer van rentevoetrisico's

Recticel dekt op globaal niveau het renterisico af van rentedragende financiële verplichtingen. De belangrijkste gehanteerde instrumenten zijn renteswaps (IRS). De verhouding vastrentende schuld / variabel rentende schuld wordt regelmatig overlopen op het niveau van het Financieel Comité en aangepast indien nodig. In deze streeft het Financieel Comité ernaar om een aangepast evenwicht te vinden tussen vastrentende akkoorden en overeenkomsten met variabele rente gebaseerd op een filosofie van gezonde spreiding van de renterisico's.

Bij een renteswap-overeenkomst ('IRS') verbindt de Groep er zich toe om het verschil tussen het rentebedrag aan vaste en vlottende rentevoet berekend op een nominaal bedrag te betalen of te ontvangen. Dit type van overeenkomsten laat de Groep toe om schommelingen op te vangen die het gevolg zijn van wijzigingen in de marktwaarde van de schuld aan vaste rentevoet.

De reële waarde van de renteswap-portefeuille op de balansdatum wordt bepaald door de actualisatie van de toekomstige geldstromen uit het contract en dit door gebruikt te maken van de rentecurves van dat moment en mits in acht name van het inherent kredietrisico voor dit soort overeenkomsten.

De huidige portefeuille IRS dekt een deel van de rentedragende leningen tot februari 2017 voor EUR 10 miljoen, tot februari 2018 voor EUR 67 miljoen en tot oktober 2019 voor EUR 10 miljoen. De totale IRS portefeuille (EUR 87 miljoen) valt onder de afdekkingsboekhouding ('hedge accounting') volgens de regels van IAS 39.

De gewogen gemiddelde looptijd van de totale renteswapportefeuille bedraagt 1,2 jaar.

Op 31 december 2016 werd de reële waarde van de renteswaps geschat op EUR –3,7 miljoen. De herwaardering van de IRS portfolio beïnvloedt rechtstreeks het eigen vermogen van de Groep (en niet de winst- & verliesrekening) omdat deze instrumenten genieten van de boekhoudkundige afdekking die gebaseerd is op periodieke testen en hierbij het feit bevestigen dat deze afdekkingen perfect aansluiten met de karakteristieken van de onderliggende schuld.

De converteerbare obligatielening (waarvan EUR 27,3 miljoen onder rentedragende financiële verplichtingen geboekt staat) en een portie van de totale financiële leases (ttz. EUR 2,0 miljoen) werden uitgegeven tegen een vaste rente, terwijl de meeste andere bankverplichtingen werden aangegaan tegen variabele rente. Een huidige portefeuille van derivaten biedt een globale afdekkingen voor een totaal bedrag van EUR 87,0 miljoen per 31 december 2016, wat betekent dat de totale vaste-renteovereenkomsten 57% vertegenwoordigen van de totale netto verplichtingen, inclusief 'buiten balans' factoring.

Voor 2016

1. Afdekking wisselkoersrisico's

Groep Recticel PER EINDE VAN DE
VORIGE VERSLAG
PERIODE
BETALING VAN
RENTEN
REËLE WAARDE
OPGENOMEN IN HET
EIGEN VERMOGEN
RENTEN OPGE
NOMEN IN DE
WINST- EN VERLIES
REKENING
TRANSFER in duizend EUR
PER EINDE VAN DE
HUIDIGE VERSLAG
PERIODE
Renteswaps (IRS) activa 1 (1) 0 0 0 0
Renteswaps (IRS) verplichtingen (5 464) 2 321 1 857 (2 404) 0 (3 690)
Netto positie (5 463) 2 320 1 857 (2 404) 0 (3 690)

De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR -0,648 miljoen.

Voor 2015

1. Afdekking wisselkoersrisico's

in duizend EUR
Groep Recticel PER EINDE VAN DE
VORIGE VERSLAG
PERIODE
BETALING VAN
RENTEN
REËLE WAARDE
OPGENOMEN IN HET
EIGEN VERMOGEN
RENTEN OPGE
NOMEN IN DE
WINST- EN VERLIES
REKENING
TRANSFER PER EINDE VAN DE
HUIDIGE VERSLAG
PERIODE
Renteswaps (IRS) activa 6 0 0 (5) 0 1
Renteswaps (IRS) verplichtingen (7 035) 2 125 1 625 (2 179) 0 (5 464)
Netto positie (7 029) 2 125 1 625 (2 184) 0 (5 463)

De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR -0,553 miljoen.

in EUR
Groep Recticel UITSTAANDE PORTEFEUILLE IRS PER 31 DEC 2016
START VERVALDAG RENTEVOET 2016 2017 2018 2019 REËLE WAARDE
PER 31 DEC 2016
22/02/14 22/02/17 1,05% 10 000 0 0 0 (65)
22/02/13 22/02/18 1,07% 7 000 7 000 0 0 (135)
22/02/13 22/02/18 3,96% 25 000 25 000 0 0 (1 594)
22/02/13 22/02/18 3,80% 12 500 12 500 0 0 (768)
22/02/13 22/02/18 3,64% 12 500 12 500 0 0 (737)
22/02/14 22/02/18 1,12% 10 000 10 000 0 0 (202)
6/10/14 6/10/19 0,48% 10 000 10 000 10 000 10 000 (189)
Average rate 2,60% 87 000 77 000 10 000 10 000 (3 690)

Sensitiviteit rentevoeten

De Groep is blootgesteld aan rentevoetrisico's omdat de financieringen van de Groep zowel vaste als variabele rentevoeten hebben. Het renterisico wordt door de Groep centraal beheerd in de mate dat er een aangepaste samenstelling bestaat van leningen aan vaste en variabele rentevoeten en door gebruik te maken van renteswaps (IRS). De rentevoetafdekkingen worden regelmatig geëvalueerd om ze in lijn te brengen met de visie die de Groep heeft over de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten; en dit met het oog op de optimalisatie van de rentelasten doorheen de verschillende economische cycli.

Impact eigen vermogen

Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2016 niet beïnvloed geweest zijn door de wijziging van de 'marked-to-market value' van de afgeleide producten. De reserves in het eigen vermogen zouden met EUR +1,2 miljoen zijn toegenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-to-market value' van de afgesloten renteswaps ter afdekking van uitstaande schulden (in vergelijking met EUR +1,6 miljoen in 2015).

Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zouden de reserves in het eigen vermogen met EUR -1,2 miljoen zijn afgenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-to-market value' van de afgesloten renteswaps ter afdekking van schulden (in vergelijking met EUR -1,9 miljoen in 2015).

De sensitiviteit van rentevoetwijzigingen is in 2016 afgenomen in vergelijking met 2015 door het effect van een kortere aangepaste duration. In 2016 bleef het nominaal portefeuillebedrag ongewijzigd tegenover 2015 (EUR 87,0 miljoen).

Impact winst- en verliesrekening

Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2016 met EUR -0,9 miljoen gedaald zijn, in vergelijking met een daling van EUR 0,9 miljoen in 2015.

Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zou winst van de Groep in 2016 met EUR +0,9 miljoen toegenomen zijn, in vergelijking met EUR +0,9 miljoen in 2015.

Beheer van wisselkoersrisico's

Het is het beleid van de Groep om valutarisico's die voortvloeien uit financiële en bedrijfsactiviteiten af te dekken via Recticel International Services n.v. (RIS), die hierbij dienst doet als interne bank van de Groep. Dit afdekkingsbeleid gebeurt voornamelijk via termijnwisselcontracten.

Algemeen sluit de Groep termijnwisselcontracten af om wisselkoersrisico's op betalingen en ontvangen bedragen in vreemde valuta in te dekken. De Groep sluit tevens termijnwisselcontracten af, alsook optiecontracten, om wisselkoersrisico's in te dekken die verbonden zijn aan voorziene verkopen en aankopen van het jaar en voor een percentage dat varieert in functie van de voorspelbaarheid van de betalingsstromen.

Op balansdatum hadden de termijnwisselcontracten betrekking op een referentiebedrag van EUR 209,8 miljoen en een overeenkomstige totale reële waarde van EUR +0,4 miljoen. De valuta-swapcontracten, met looptijd van minder dan 12 maanden, hebben betrekking op een referentiebedrag van EUR 132,9 miljoen, wat overeenkomt met een totale reële waarde van EUR 0,2 miljoen. Op balansdatum stonden er verder geen valuta optiecontracten meer open. Recticel past geen 'hedge accounting' behandeling toe voor wisselkoerscontracten, gezien deze alle minder dan 1 jaar bedragen.

Overzicht van de termijnwisselcontracten

Voor 2016:

in duizend EUR
Groep Recticel NOMINALE
WAARDE
REELE WAARDE
POSITIEF PER 31
DEC 2016
REELE WAARDE
NEGATIEF PER 31
DEC 2016
NETTO REELE
WAARDE PER 31
DEC 2016
OPGENOMEN IN
DE RESULTATEN
REKENING 2016
OPGENOMEN IN
DE RESULTATEN
REKENINGEN VAN
VORIGE JAREN
Termijnaankoopcontracten < 6 maanden 73 679 1 820 (316) 1 504 6 082 1 570
Termijnaankoopcontracten > 6 maanden 21 354 98 (386) (288) 3 626 2 930
Termijnverkoopcontracten < 6 maanden 88 878 173 (1 551) (1 378) (2 092) (762)
Termijnverkoopcontracten > 6 maanden 25 913 84 (284) (200) (2 235) 48
Totaal termijnwisselcontracten 209 824 2 175 (a) (2 537) (b) (362) 5 381 3 786

7

Voor 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel NOMINALE
WAARDE
REELE WAARDE
POSITIEF PER 31
DEC 2015
REELE WAARDE
NEGATIEF PER 31
DEC 2015
NETTO REELE
WAARDE PER 31
DEC 2015
OPGENOMEN IN
DE RESULTATEN
REKENING 2015
OPGENOMEN IN
DE RESULTATEN
REKENINGEN VAN
VORIGE JAREN
Termijnaankoopcontracten < 6 maanden 10 156 0 (98) (98) 1 570 554
Termijnaankoopcontracten > 6 maanden 0 0 0 0 2 930 148
Termijnverkoopcontracten < 6 maanden 12 575 40 (15) 25 (762) 255
Termijnverkoopcontracten > 6 maanden 0 0 0 0 48 192
Totaal termijnwisselcontracten 22 731 40 (a) (113) (b) (73) 3 786 1 149

Voor 2016:

Overzicht van de swapwisselcontracten

in duizend EUR
Groep Recticel NOMINALE WAARDE REELE WAARDE
POSITIEF PER 31 DEC 2016
REELE WAARDE
NEGATIEF PER 31 DEC 2016
NETTO REELE WAARDE PER 31
DEC 2016
Verkopen / Aankopen 98 429 624 (287) 337
Aankopen / Verkopen 34 483 112 (290) (178)
Totaal swapwisselcontracten 132 911 736 (a) (577) (b) 159

Voor 2015:

in duizend EUR
Groep Recticel NOMINALE
WAARDE
REELE WAARDE
POSITIEF PER 31
DEC 2015
REELE WAARDE
NEGATIEF PER 31
DEC 2015
NETTO REELE
WAARDE PER 31
DEC 2015
Verkopen / Aankopen 57 805 188 (166) 22
Aankopen / Verkopen 29 348 430 (20) 410
Totaal swapwisselcontracten 87 153 618 (a) (186) (b) 432
in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015
Activa (som van (a)) 1 172 585
Passiva (som van (b)) (1 706) (541)
FX forward contracten (534) 44

Sensitiviteitsanalyse van de wisselkoersrisico's

De Groep is voornamelijk blootgesteld aan 5 valuta buiten de Eurozone: GBP, USD, CHF, SEK, en CZK.

De volgende tabel detailleert de gevoeligheid van de Groep bij een positieve of negatieve variatie, vergelijkbaar met de jaarlijkse variatie van de valutaparen tijdens het vorige boekjaar.

De sensitiviteitsanalyse omvat enkel de uitstaande financiële bedragen in vreemde valuta die opgenomen zijn in de balans per 31 december. Zij bepaalt hun variaties op de conversievoeten dewelke gebaseerd zijn op de volgende assumpties: USD en GBP 10%; CZK, CHF en SEK 5%.

De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Groep in de winst of het verlies of het eigen vermogen bij een stijging (of daling) van respectievelijk 10% van de Amerikaanse dollar en het Britse pond ten opzichte van de Euro, en 5% stijging (of daling) van de Tsjechische kroon, Zweedse kroon en de Zwitserse frank tegenover de Euro. De toegepaste percentages in de sensitiviteitsanalysezijn de inschatting van de volatiliteit van deze wisselkoersen door het management. De

gevoeligheidsanalyse omvat enkel de in vreemde valuta's uitstaande monetaire activa en passiva en past hun omzetting aan het einde van de periode aan bij een verandering in valutakoersen met respectievelijk 10% en 5%. De gevoeligheidsanalyse omvat externe leningen alsook leningen voor buitenlandse operaties binnen de Groep waarbij de munteenheid van de lening in een andere dan de functionele valuta van de geldschieter of de lener valuta is uitgedrukt. Het omvat ook de wisselkoersderivaten (niet aangeduid als afdekkingsinstrumenten).

Een positief cijfer wijst op een stijging van de winst of het eigen vermogen als de Euro verzwakt met respectievelijk 10% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Zweedse kroon en de Zwitserse Frank. Bij een versterking van de Euro met respectievelijk 10% van ten opzichte van de Amerikaanse dollar of de Pond Sterling, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Zweedse kroon en de Zwitserse frank, zou er een vergelijkbaar tegengestelde impact hebben op de winst of het eigen vermogen (i.e. de impacten zullen negatief zijn).

in duizend EUR
VERSTEVIGING VAN
USD TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING VAN
GBP TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING VAN
CZK TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING VAN
SEK TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING
CHF TEGENOVER EUR
Groep Recticel 2016 2015 2016 2015 2016 2015 2016 2015 2016 2015
Historisch gemiddelde variatie 10% 10% 10% 10% 5% 5% 5% 5% 5% 5%
Winst of (verlies) erkend in de winst- &
verliesrekening
5 512 78 160 2 959 2 020 232 (471) (264) 461 (435)
Winst of (verlies) erkend in het eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 (272)
Financiële activa * 61 150 32 926 6 538 50 001 24 171 51 796 2 255 1 452 36 326 7 198
Financiële passiva * (70 342) (33 619) (40 296) (20 416) (28 962) (22 345) (7 950) (6 736) (34 913) (15 893)
Afgeleide producten 64 316 1 473 35 358 0 45 199 (24 816) (3 735) 0 7 810 0
Totale netto blootstelling 55 124 780 1 600 29 585 40 409 4 635 (9 429) (5 284) 9 223 (8 695)

* inclusief handels- en overige vorderingen, en handels- en overige schulden.

Financiële activa en passiva vertegenwoordigen de valutablootstelling van de verschillende verbonden ondernemingen van de Groep in relatie met hun locale munt.

Liquiditeitsrisico

De financieringsbronnen zijn goed gediversifieerd en het grootste gedeelte van de schulden is onherroepelijk en op lange termijn afgesloten. Deze schulden omvatten de EUR 57,5 miljoen converteerbare obligatielening afgesloten in juli 2007 met vervaldag in juli 2017 (waarvan EUR 11,2 miljoen werd ingekocht in 2008, EUR 17,3 miljoen in 2009 en EUR 1.4 miljoen in 2011). Deze omvatten ook de club deal lening voor 5 jaar die afgesloten werd op 09 december 2011 voor een bedrag van EUR 175 miljoen, en die in februari 2016 voor een nieuwe periode van 5 jaar werd verlengd tot februari 2021. Daarnaast beschikt de Groep nog over EUR 12,5 miljoen overige langlopende verplichtingen.

Naast deze langlopende leningen beschikt de Groep ook over een gediversifieerd aantal kortlopende financieringsbronnen, waarvan een belangrijk gedeelte onder de vorm van factoringprogramma's zonder verhaal.

De gediversifieerde financieringsstructuur en de beschikbaarheid van ongebruikte en toegewezen (committed) kredietfaciliteiten voor EUR 84,6 miljoen (2015: EUR 91,4 miljoen)

garanderen de nodige liquiditeit om de toekomstige activiteiten te verzekeren en de financiële verplichtingen op korte en middellange termijn na te komen.

De Groep neemt geen financiële instrumenten die een cash deposito of andere garanties (bvb margin calls) vereisen.

De club deal kredietovereenkomst is onderhevig aan bankcovenanten op basis van een aangepaste schuldgraadratio, een renteafdekkingsratio en een minimum eigen vermogen verplichting. Per eind 2016 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2017 en het bedrijfsplan verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te kunnen voldoen.

Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend beschikbaar voor uitbetaling, het hoogste bedrag van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.

De converteerbare obligatie uitgegeven door Recticel is niet onderworpen aan financiële covenanten.

Voor de verslagperiode 2016

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICH
TING
MET VERVALDAG
BINNEN HET JAAR
MET VERVALDAG
TUSSEN 1 EN 5
JAAR
MET VERVALDAG
NA MEER DAN 5
JAAR
TOTAAL LANGE
TERMIJN
TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
BOEKWAARDE
Obligaties en schuldpapier 28 763 0 0 28 763 (1 494) 27 269
Financiële leases 3 975 10 783 0 14 758 (2 423) 12 335
Kredietinstellingen 230 88 301 0 88 531 (1 942) 86 589
Overige verplichtingen 260 905 1 090 2 255 (228) 2 027
Totaal langlopende financiële
verplichtingen
33 228 99 990 1 090 134 307 (6 087) 128 220 II.5.16.1.
Kredietinstellingen 860
Kredietinstellingen - forfeiting 0
Kredietinstellingen - forfeiting met verhaal 701
Voorschotten op lopende rekeningen 10 178
Overige financiële verplichtingen 315
Zichtrekeningen & cash pooling 74
Overlopende verplichtingen - financieel korte
termijn
22
Totaal kortlopende financiële
verplichtingen (a)
12 150
Renteswaps 63 3 627 0 3 690
Rente van FX-swaps 131 131
Rente valutaswaps 316 316
Trading/economische indekking 1 706 0 0 1 706
Totaal afgeleide instrumenten aan reële
waarde (b)
2 216 3 627 0 5 843
Volledig totaal financiële verplichtingen op
korte termijn
47 594
Langlopende financiële verplichtingen I.4. 97 049
Deel langlopende financiële verplichtingen met
vervaldag binnen het jaar (b)
31 171
Totaal 128 220
Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) 12 150
Totaal afgeleide instrumenten aan reële
waarde (b)
5 843
Deel langlopende financiële verplichtingen met
vervaldag binnen het jaar (c)
31 171
Verlopen rentelasten op langlopende financiële
verplichtingen
982
Totaal kortlopende financiële
verplichtingen
I.4. 50 147

Voor de verslagperiode 2015

TOELICH
MET VERVALDAG
TING
BINNEN HET JAAR
1 614
3 613
90 183
275
MET VERVALDAG
TUSSEN 1 EN 5
JAAR
33 190
14 157
0
MET VERVALDAG
NA MEER DAN 5
JAAR
0
0
TOTAAL LANGE
TERMIJN
34 804
TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
(8 173)
BOEKWAARDE
26 631
17 770 (2 704) 15 066
0 90 183 (499) 89 684
932 1 630 2 837 (702) 2 135
95 685 48 279 1 630 145 594 (12 078) 133 516 II.5.16.1.
9 918
2 217
807
866
217
67
141
14 233
0 5 464 0 5 464
106 106
541 541
647 5 464 0 6 111
Volledig totaal financiële verplichtingen op
korte termijn
110 565
Langlopende financiële verplichtingen I.4. 40 363
Deel langlopende financiële verplichtingen met
vervaldag binnen het jaar (b)
93 153
Totaal 133 516
Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) 14 233
Totaal afgeleide instrumenten aan reële
waarde (b)
6 111
Deel langlopende financiële verplichtingen met
vervaldag binnen het jaar (c)
93 153
Verlopen rentelasten op langlopende financiële
verplichtingen
1 178
Totaal kortlopende financiële
verplichtingen
I.4. 114 675

II.5.20. Handels- en overige verplichtingen

Handelsverplichtingen omvatten voornamelijk uitstaande bedragen voor handelsaankopen. De hogere handelsverplichtingen worden verklaard door de verhoogde activiteitsgraad en grondstofprijsverhogingen in het laatste kwartaal van het jaar.

'Overige kortlopende verplichtingen' stegen met EUR 10,7 miljoen, inclusief de vermindering met EUR 6,9 miljoen als gevolg van de betaling van de laatste schijf van de EC-boete in april 2016. Deze stijging is voornamelijk het resultaat van overige verplichtingen uit de reverse factoring programma's met leveranciers (EUR +5,8 miljoen), personeels- en sociale verzekeringsverplichtingen (EUR +5,0 miljoen), overige operationele opgelopen lasten (EUR +6,5 miljoen) en hogere BTW verplichtingen en courante belastingen als gevolg van de hogere activiteitsgraad (EUR +0,9 miljoen).

II.5.21. Bedrijfscombinaties en overdrachten

In december 2016 verwierf Recticel een 50%-belang in de joint venture Turvac (Slovenië - Isolatie).

In 2015 verkocht de Groep haar participatie van 50% in Kingspan Tarec Industrial Insulation (KTII) (België en VK) (Isolatie). KTII werd verkocht voor EUR 8,7 miljoen (eigenvermogenswaarde: EUR 7,1 miljoen), wat resulteerde in een meerwaarde van EUR 1,6 miljoen.

Er vonden geen materiële bedrijfscombinaties plaats in 2016.

II.5.22. Kapitaalstructuur

Schuldgraad

Eind 2016 steeg de netto geconsolideerde financiële schuld, zonder de opgenomen bedrag onder de 'buiten balans' factoring programma's zonder verhaal, tot EUR 108,4 miljoen (eind 2015: EUR 98,5 miljoen). De geconsolideerde netto financiële schuld bedraagt 43,1% van het eigen vermogen (2015: 39,6%). De Groep streeft naar een verder graduele schuldafbouw.

II.6. Diversen

II.6.1. Operationele lease-overeenkomsten

Operationele leasebetalingen vertegenwoordigen de som van de niet-verdisconteerde toekomstige lease betalingen voor bepaalde van industriële en/of kantooreigendommen en voor bepaalde uitrustingen met betrekking tot de productie, logistiek en/of administratie.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Betalingen vervallend binnen het jaar (22 810) (23 089)
Tussen 1 en 5 jaar (52 006) (53 102)
Na 5 jaar (25 957) (28 186)
Minimale toekomstige leasebetalingen (100 772) (104 377)

Bovenstaande tabel omvat de erkende huurbedragen van het boekjaar.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Operationele lease - terreinen en gebouwen (17 168) (15 985)
Operationele lease - installaties, machines en uitrusting (3 507) (2 784)
Operationele lease - meubilair (294) (305)
Operationele lease - rollend materieel (7 204) (7 875)
Totaal (28 173) (26 949)

II.6.2. Andere niet in de balans opgenomen elementen

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Zekerheden die door Recticel NV werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen 82 780 92 245

Deze zekerheden bevatten in hoofdzaak garanties van de moedermaatschappij en zachte garanties ('letters of comfort') voor engagementen aangegaan door dochterondernemingen met banken (EUR 47,6 miljoen), lessors (EUR 19,6 miljoen), overheidsinstellingen (EUR 3,1 miljoen) en andere derden (EUR 12,5 miljoen).

Zoals reeds eerder vermeld, hebben Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v., in december 2011 een gezamenlijke krediet-overeenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. Deze overeenkomst werd in februari 2016 verlengd voor 5 jaar tot februari 2021. In het kader van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen mandaat op handelsfonds (floating charge mandate) als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten.

II.6.3. Op aandelen gebaseerde betalingen

De Recticel Groep heeft een warrantenplan ingevoerd voor zijn leidinggevende managers.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van alle uitstaande warranten per 31 december 2016:

UITGIFTE AANTAL UITSTAANDE WARRANTEN UITOEFENPRIJS (IN EUR) UITOEFENPERIODE (1)
2006 357 992 8,09 01 Jan 10 - 21 Dec 17
Mei 2007 51 909 8,77 01 Jan 11 - 01 May 18
Dec 2007 465 390 8,20 01 Jan 11 - 02 Dec 18
Mei 2011 399 758 6,44 01 Jan 15 - 29 May 17
Dec 2011 193 457 3,38 01 Jan 15 - 21 Dec 17
Dec 2012 239 826 4,15 01 Jan 16 - 20 Dec 18
Apr 2014 358 112 5,64 1 Jan 18 - 28 Apr 20
Jun 2015 304 000 4,31 1 Jan 19 - 22 Jun 21
Apr 2016 317 500 5,73 29 Apr 19 - 29 Apr 25
Totaal 2 687 944

Alle warrants hebben een wachtperiode van 3 jaar. De begunstigden kunnen het recht om hun warrants in geval van vrijwillig vertrek van ontslag om dringende redenen uit te oefenen verliezen.

De kost van de op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen voor het boekjaar bedraagt EUR 0,168 miljoen (2015: EUR 0,165 miljoen).

Een meer algemeen overzicht die de evolutie in 2016 toont, wordt hieronder gepresenteerd:

Aantal
Groep Recticel 2016 2015
Warrants - einde periode 2 687 944 2 701 356
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) 6,15 5,90
Uitstaand aan het begin van de periode 2 701 356 2 325 000
Toegekend gedurende de periode (aanpassing voor kapitaalverhoging mei 2015) 0 448 862
Toegekend gedurende de periode 317 500 304 000
Opgegeven gedurende de periode 0 42 958
Uitgeoefend gedurende de periode 330 912 333 548
Uitstaand aan het einde van de periode 2 687 944 2 701 356
Totaal uitoefenbaar aan het einde van de periode 1 708 333 1 680 178
Totaal 'in-the-money' aan het einde van de periode 1 812 653 1 068 195
Totaal uitoefenbaar en 'in-the-money' aan het einde van de periode 833 041 405 128
(1) Voor 2011: 100.000 opties uitgegeven in 2002 met een uitoefenprijs van EUR 9,50.

De uitstaande warranten op 31 december 2016 hadden een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 6,15 en een gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd van 2,62 jaar.

De Groep volgt de overgangsbepalingen voorgeschreven door IFRS 2 (i.e. eigen-vermogensinstrumenten toegekend na 7 november 2002 en nog niet verworven op 1 januari 2008).

In 2016 werden er 330.912 warranten uitgeoefend aan een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 3,66. De gemiddelde slotkoers van de periode waarin deze warrants werden uitgeoefend (tussen 31 mei 2016 en 23 december 2016) was EUR 5,58 per aandeel. De gemiddelde dagelijkse slotkoers voor het volledige jaar 2016 bedroeg EUR 5,56 per aandeel. Er werd één nieuw warrantenplan (317.500 warranten met uitgifteprijs van EUR 5,73) uitgegeven in juni 2016.

Tot op vandaag heeft de Groep geen 'share appreciation rights' uitgegeven aan haar managers of werknemers, noch een aandeleninkoopplan opgestart.

De theoretische waarde van de warranten op het moment van uitgifte wordt berekend met toepassing van de Black & Scholes formule, en met inachtname van bepaalde hypotheses met betrekking van de dividendbetaling (laatste dividend in vergelijking met de aandelenprijs) (dividendrendement: 2,44%), de rentevoet (Euribor 5 jaar) (0,0001%) en de volatiliteit (marktgegevens over het Recticel-aandeel) (23%). Voor de serie van juni 2016 bedraagt de marktwaarde EUR 0,7856 per warrant.

Overzicht van het aantal uitstaande warranten aangehouden door de leden van het huidige Managementcomité (01 maart 2017):

in units
UITGIFTEA AANTAL WARRANTEN AANGEHOUDEN DOOR DE LEDEN
VAN HET HUIDIGE MANAGEMENTCOMITE
2006 41 766
May 2007 3 580
Dec 2007 55 490
May 2011 130 668
Dec 2011 69 355
Dec 2012 103 222
Apr 2014 103 222
Jun 2015 110 000
Jun 2016 125 000
Totaal 742 303

a de voorwaarden van de verschillende uitgiften worden weergegeven in de hierboven vermelde overzichtstabel.

RECTICEL JAARVERSLAG 2016 173

De volgende leden van het Managementcomité ontvingen de volgende aandelenopties van de reeks 2016:

NAAM TOTAAL AANTAL
AANDELENOPTIES
TOTAAL THEORETISCHE
WAARDE VAN DE AANDE
LENOPTIES BIJ UITGIFTE -
IN EUR (*)
Olivier Chapelle 45 000 35 370
Ralf Becker 15 000 11 790
Betty Bogaert 15 000 11 790
Philipp Burgtorf (1) 15 000 11 790
Marc Clockaerts (2) 15 000 11 790
François Desné (3) 0 0
Jean-Pierre De Kesel 15 000 11 790
Bart Massant 15 000 11 790
Jean-Pierre Mellen 15 000 11 790
Jan Meuleman 15 000 11 790
François Petit 15 000 11 790
Dirk Verbruggen 15 000 11 790

(1) tot 20 januari 2017 (2) tot 29 april 2016 (3) vanaf 19 oktober 2016 (*) de theoretische waarde werd berekend op basis van de Black & Scholes formule en van bepaalde hypothesen over rendement, rentevoet en volatiliteit

II.6.4. Gebeurtenissen na balansdatum

• Automobiel Interiors – Tsjechië

Op 22 januari 2017 deed zich een grote brand voor in een van de productiehallen van de Automotive Interiors site in Most (Tsjechië). Als gevolg van deze, moest RAI Most s.r.o., een 100% dochteronderneming van Recticel, overmacht (force majeure) uitroepen tegenover zijn klanten.

II.6.5. Transacties met verbonden partijen

Transacties tussen Recticel n.v. en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, worden geëlimineerd in de consolidatie en worden hier niet toegelicht. Transacties met andere verbonden partijen

Recticel en haar klanten, ondersteund door de betrokken OEMs PSA Peugeot Citroën, Renault, Daimler, BMW en Volkswagen, werken nauw samen om de oplossingen en alternatieve productieplannen uit te werken, om zo spoedig mogelijk een geleidelijke herstart van de productie van onderdelen mogelijk te maken, en om de verstoringen bij assemblagefabrieken van de klant te minimaliseren.

Sinds 27 januari 2017, zijn intensieve engineering en aannemerwerkzaamheden aan de gang in Most en in andere vestigingen van de divisie, naarwaar een deel van de productie werd overgebracht. Hierdoor is de productie in mate van het mogelijke geleidelijk heropgestart mate voor de meeste onderdelen die oorspronkelijk in Most werden vervaardigd. Hoewel de situatie nog niet volledig is genormaliseerd, zijn leveringen aan Tier 1 klanten waar mogelijk hervat.

RAI Most s.r.o. is verzekerd volgens industriestandaarden. Tot op heden (maart 2017) is de eenmalige negatieve financiële impact geraamd op EUR 4 miljoen, inclusief de franchise voor eigen risico. Recticel zal de markt hoogte houden wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn op dit gebied.

De vestiging in Most produceert - op basis van de gepatenteerde Colo-Fast® en Colo-Sense® Lite spray technologieën - elastomeer interieurafwerking voor auto's, zoals huiden voor dashboard en deurpanelen, die verkocht worden aan verschillende Tier-1 automobiel leveranciers. In 2016, realiseerde RAI Most s.r.o. een omzet van CZK 547 miljoen (EUR 20,3 miljoen) en stelde het 390 personen te werk.

worden hieronder toegelicht en hebben voornamelijk betrekking op commerciële transacties uitgevoerd aan de heersende marktvoorwaarden. In onderstaande tabellen worden enkel materieel bevonden transacties opgenomen, met andere woorden, transacties die in totaal EUR 1 miljoen overschrijden.

Transacties met joint ventures en met geassocieerde deelnemingen: 2016
in duizend EUR
Groep Recticel VORDERINGEN
OP LANGE
TERMIJN
HANDELS
VORDERINGEN
OVERIGE
VORDERINGEN
OP KORTE
TERMIJN
HANDELS-VER
PLICHTINGEN
OVERIGE
SCHULDEN
BEDRIJFS
OPBRENGSTEN
AANKOPEN
Totaal Orsafoam vennootschappen 0 7 1 443 221 0 165 (434)
Totaal Eurofoam vennootschappen 0 2 587 0 3 189 0 23 951 (24 863)
Totaal Proseat vennootschappen 3 883 1 857 15 630 83 13 160 23 566 211
TOTAAL 3 883 4 451 17 074 3 492 13 160 47 682 (25 086)

Transacties met joint ventures en met geassocieerde deelnemingen: 2015

in duizend EUR
Groep Recticel VORDERINGEN OP LANGE
TERMIJN
HANDELS- VORDERINGEN OVERIGE VORDERINGEN
OP KORTE
TERMIJN
HANDELS-VER- PLICHTINGEN OVERIGE
SCHULDEN
BEDRIJFS- OPBRENGSTEN AANKOPEN
Totaal Orsafoam vennootschappen 0 634 1 298 318 1 207 (642)
Totaal Eurofoam vennootschappen 0 1 880 42 2 582 0 24 886 (25 827)
Kingspan Tarec Industrial Insulation nv 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Proseat vennootschappen 3 882 3 065 8 429 56 13 340 28 803 191
TOTAAL 3 882 5 579 9 769 2 956 13 341 53 896 (26 278)

II.6.6. Vergoedingen van leden van Raad van Bestuur van het Managementcomité

De vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en van het Managementcomité maken deel uit van deze toelichting. Voor meer informatie wordt gerefereerd naar het remuneratierapport in het hoofdstuk "Corporate Governance" van dit verslag.

Bruto vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur: 2016

in EUR
NAAM VASTE
VERGOEDING
2016
AANWEZIGHEIDS
VERGOEDING 2016
AUDIT COMITE
2016
COMITE VOOR
BEZOLDIGINGEN
EN BENOEMINGEN
2016
VERGOEDING
VOOR BIJZONDERE
OPDRACHTEN 2016
TOTAAL (BRUTO)
2016
JOHNNY THIJS BVBA 25 900,00 20 000,00 5 550,00 7 400,00 - 58 850,00
OLIVIER CHAPELLE BVBA 12 950,00 10 000,00 - - - 22 950,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 12 950,00 10 000,00 5 550,00 - - 28 500,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 11 100,00 10 000,00 1 850,00 - - 22 950,00
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 11 100,00 10 000,00 - 3 700,00 - 24 800,00
IMRADA BVBA 11 100,00 10 000,00 5 550,00 - - 26 650,00
REVAM BVBA 12 950,00 10 000,00 7 400,00 - - 30 350,00
REVALUE BVBA 12 950,00 10 000,00 14 800,00 1 850,00 - 39 600,00
Kurt PIERLOOT 12 950,00 10 000,00 - 3 700,00 - 26 650,00
Danielle ZOETE 7 400,00 5 824,18 - - - 13 224,18
MARION DEBRUYNE BVBA 3 700,00 4 175,82 1 850,00 - - 9 725,82
Patrick VAN CRAEN 5 550,00 4 175,82 - - - 9 725,82
Jacqueline ZOETE 5 550,00 4 175,82 - - - 9 725,82
TOTAAL 146 150,00 118 351,64 42 550,00 16 650,00 0,00 323 701,64

Bruto vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur: 2015

in EUR
NAAM VASTE
VERGOEDING
2015
AANWEZIGHEIDS
VERGOEDING 2015
AUDIT COMITE
2015
COMITE VOOR
BEZOLDIGINGEN
EN BENOEMINGEN
2015
VERGOEDING
VOOR BIJZONDERE
OPDRACHTEN 2015
TOTAAL (BRUTO)
2015
Etienne DAVIGNON 7 269.23 13 200.00 10 000.00 - - 30 469.23
OLIVIER CHAPELLE BVBA 9 000.00 16 500.00 - - - 25 500.00
ANDRÉ BERGEN Comm. V. 3 634.62 6 600.00 15 000.00 2 500.00 - 27 734.62
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 9 000.00 13 200.00 - 2 500.00 - 24 700.00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 9 000.00 16 500.00 5 000.00 - - 30 500.00
Pierre-Alain DE SMEDT 3 634.62 4 950.00 - 3 750.00 - 12 334.62
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 9 000.00 14 850.00 - 2 500.00 - 26 350.00
MARION DEBRUYNE BVBA 9 000.00 14 850.00 - 2 500.00 - 26 350.00
IMRADA BVBA 9 000.00 14 850.00 5 000.00 - - 28 850.00
REVAM BVBA 9 000.00 14 850.00 15 000.00 - - 38 850.00
Patrick VAN CRAEN 9 000.00 16 500.00 7 500.00 - - 33 000.00
JOHNNY THIJS BVBA 10 780.22 19 800.00 2 500.00 3 750.00 - 36 830.22
REVALUE BVBA 5 390.11 9 900.00 7 500.00 - - 22 790.11
Kurt PIERLOOT 5 390.11 9 900.00 - 2 500.00 - 17 790.11
Jacqueline ZOETE 9 000.00 16 500.00 - - - 25 500.00
TOTAAL 117 098.91 202 950.00 67 500.00 20 000.00 0.00 407 548.91

7

Vergoeding van leden van het Managementcomité

in EUR
TOTAL KOST AAN DE
ONDERNEMING
OLIVIER CHAPELLE SPRL
VERTEGENWOORDIGD DOOR
OLIVIER CHAPELLE
OVERIGE LEDEN VAN HET
MANAGEMENTCOMITÉ
TOTAAL
2016 2015 2016 2015 2016 2015
Aantal personen 1 1 11 11 12 12
Vaste vergoeding 500 000 486 000 2 295 700 2 749 619 2 795 700 3 235 619
Variable vergoeding 497 250 437 000 1 101 548 1 165 514 1 598 798 1 602 514
Subtotaal 997 250 923 000 3 397 248 3 915 133 4 394 498 4 838 133
Pensioenen 0 0 192 254 228 888 192 254 228 888
Andere voordelen 38 328 38 040 230 979 285 773 269 307 323 813
Totaal 1 035 578 961 040 3 820 481 4 429 794 4 856 059 5 390 834

II.6.7. Wisselkoersen

in EUR
SLOTKOERS GEMIDDELDE KOERS
Groep Recticel 2016 2015 2016 2015
Bulgaarse Lev BGN 0,511300 0,511300 0,511300 0,511300
Zwitserse Frank CHF 0,931185 0,922935 0,917301 0,936455
Yuan Renminbi CNY 0,136608 0,141627 0,136013 0,143404
Tsjechische Kroon CZK 0,037008 0,037006 0,036990 0,036658
Pound Sterling GBP 1,167979 1,362491 1,220281 1,377723
Forint HUF 0,003228 0,003165 0,003211 0,003226
Indische Rupee INR 0,013968 0,013885 0,013446 0,014046
Yen JPY 0,008104 0,007630 0,008320 0,007445
Morokaanse Dirham MAD 0,096544 0,093016 0,094886 0,092642
Noorse Kroon NOK 0,110056 0,104134 0,107636 0,111737
Poolse Zloty PLN 0,226742 0,234527 0,229189 0,238999
Roemeense Leu (nieuw) RON 0,220313 0,221043 0,222696 0,224951
Servische Dinar RSD 0,008104 0,008228 0,008132 0,008289
Russische Roebel RUB 0,015552 0,012396 0,013487 0,014690
Zweedse Kroon SEK 0,104685 0,108820 0,105609 0,106912
Turkse Lira (nieuw) TRY 0,269745 0,314812 0,299110 0,330529
Oekraïnsche Hryvnia UAH 0,034980 0,038328 0,035230 0,040218
US Dollar USD 0,948677 0,918527 0,903421 0,901296

II.6.8. Personeel

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
Management Comité 10 12
Bedienden 2 131 2 188
Arbeiders 4 280 3 811
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld (voltijdse equivalenten) op een geconsolideerde basis
(i.e. zonder joint ventures)
6 421 6 011
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in België 1 068 1 062
Bezoldigingen en andere personeelskosten (in EUR duizenden) 276 263 270 562

II.6.9. Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris

Overzicht van de auditvergoedingen en bijkomende diensten aan de Groep verleend door de auditors en verbonden entiteiten aan de auditor voor de verslagperiode die afsluit op 31 december 2016.

in duizend EUR
Groep Recticel DELOITTE OVERIGE
Auditvergoedingen 837 437
Andere wettelijke opdrachten 5 0
Fiscaal advies 309 64
Overige verleende diensten in verband met rapportering 526 10
Totaal vergoedingen in 2016 1 676 511

In het bovenstaande overzicht worden de vergoedingen van de joint ventures voor 100% opgenomen.

II.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen

II.6.10.1. Tertre (Belgium)

  1. De entiteit Carbochimique, in verschillende fasen in de loop van de jaren '80 en het begin van de jaren '90 geïntegreerd in de entiteit Recticel, was eigenaar van het industrieterrein van Tertre waar diverse activiteiten, meer bepaald op het gebied van de carbochimie, werden ontwikkeld sinds 1928. Deze activiteiten werden geleidelijk gedesinvesteerd en worden tegenwoordig uitgeoefend door verschillende industriële entiteiten waaronder Yara en Erachem (groep Eramet). De entiteit Finapal, een dochteronderneming van Recticel, is eigenaar gebleven van verschillende percelen binnen het industrieterrein, hoofdzakelijk van oude stortplaatsen en klaarbassins die tegenwoordig zijn uitgedroogd.

In 1986 verkocht Recticel zijn divisie "meststoffen", meer bepaald de activiteiten van het terrein van Tertre, aan de entiteit Kemira, intussen overgenomen door Yara. In het kader van dit contract had Recticel zich ertoe verbonden om een oud klaarbassin ("Valcke Bassin"), in overeenstemming te brengen met de milieureglementeringen. Deze verplichting werd nog niet uitgevoerd omwille van de onderlinge afhankelijkheid van de milieusituaties binnen het industrieterrein van Tertre. Yara heeft om conservatoire redenen Recticel gedagvaard tot uitvoering van deze verplichting in de maand juli 2003. Een Settlement Agreement werd onderhandeld en ondertekend door de partijen in de loop van 2011, waardoor het geschil definitief beëindigd werd.

Onder de Settlement Agreement hebben Yara en Recticel zich ertoe verbonden om samen een saneringsplan voor vier vervuilde terreinen van het industriegebied van Tertre, waaronder het Valcke Bassin en een stortplaats van Finapal, voor te bereiden en de kosten ervan te delen.

Dit plan werd in december 2013 goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van de Waalse Overheid.

Partijen hebben in gezamenlijk overleg een lastenboek uitgewerkt, hetgeen werd goedgekeurd door de autoriteiten. Eind december 2015 werd Ecoterres als aannemer aangesteld. De provisie voor deze werken bedraagt op 31 december 2016 EUR 2,1 miljoen. De werken werden aangevat op 15 februari 2016. Het einde van de werken is voorzien voor 2019.

  1. In gevolge de verkoop van de entiteit Sadacem aan de Franse groep Comilog, die tegenwoordig deel uitmaakt van de groep Eramet, heeft Recticel zich ertoe verbonden om met gedeelde kosten een oude opslagplaats van industrieel afval gesitueerd op het terrein van Erachem te saneren. De aanvang van de uitvoering van deze verbintenis werd bestudeerd in overleg met de entiteit Erachem en vormt het voorwerp van een voorziening in de jaarrekening van de groep Recticel. Een voorstel werd in april 2009 aan het Office Wallon des Déchets voorgelegd en intussen goedgekeurd.

De uitvoering van het saneringsplan ging in 2013 van start en verloopt tot nu toe zoals gepland. De provisie voor de werken bedraagt op 31 december 2016 EUR 0,3 miljoen. De saneringswerken zelf werden vorig jaar beëindigd Maar er loopt nog een monitoringsfase gedurende 3 jaar.

II.6.10.2. Inspectie door het Directoraat-Generaal voor Mededinging van de Europese Commissie

Op 29 januari 2014 heeft Recticel aangekondigd dat een schikking getroffen werd met de Europese Commissie in het polyurethaanschuim onderzoek en dat op deze manier de zaak afgesloten wordt.

Onder het schikkingsbesluit bedroeg de effectieve totale geldboete voor Recticel, inbegrepen haar 50% aandeel in de geldboete met betrekking tot Eurofoam, EUR 26,98 miljoen, waarvan de laatste schijf ten bedrage van EUR 6,9 miljoen in april 2016 betaald werd.

De volledige impact van de boete werd in de rekeningen van 2013 verwerkt.

Op nationaal niveau, heeft de Spaanse Nationale Concurrentiecommissie (CNC) op 6 maart 2013 aangekondigd dat ze een boete heeft opgelegd aan tien bedrijven in de Spaanse markt, waaronder Recticel Iberica SL, alsook aan de nationale sectorvereniging, voor kartelvorming op de markt voor de productie van soepel polyurethaanschuim voor de comfortindustrie. Recticel Iberica SL werd vrijgesteld van betaling op grond van de clementieregeling van de CNC.

Tegen de beslissing van de CNC werd intussen in beroep gegaan door bepaalde bedrijven. Die beroepsprocedures die reeds afgehandeld zijn, hebben geen wijzigingen tot gevolg gehad voor positie van Recticel. Enkele beroepsprocedures zijn nog steeds lopende.

II.6.10.3. Geschillen

Er zijn op Europees en op nationaal niveau antitrustonderzoeken uitgevoerd naar de Groep, en in Spanje is de Groep momenteel verwikkeld in verschillende beroepsprocedures die door concurrenten werden opgestart na een beslissing van de Spaanse mededingingsautoriteiten in 2013. Er kan niet worden uitgesloten dat er andre claims (inclusief collectieve claims, zogenaamde 'class actions') op basis van dezelfde feiten worden ingediend.

Verschillende claims werden ingeleid door een of meerdere klanten in het Verenigd Koninkrijk,, waarbij deze partijen aanvoeren schade te hebben geleden in het kader van de beslissing van vermeende kartelvorming van de Europese Commissie. Sommige procedures werden stopgezet in de loop van 2016, zonder materiële impact voor de Groep.

Met betrekking tot de lopende geschillen kan in dit stadium geen weloverwogen oordeel worden gevormd op de verdiensten van deze claims of op het bedrag van een mogelijk verlies voor het bedrijf.

Een aantal jaren geleden heeft Recticel een verweerprocedure ingesteld tegen de patentaanvraag van een Zwitserse concurrent voor een technologie die door de Groep is ontwikkeld en al vele jaren door de Groep wordt gebruikt. Recticel heeft deze procedure gewonnen. Er werd hoger beroep aangetekend tegen deze beslissing. Wij zijn van mening dat ook in hoger beroep ons verweer zal weerhouden worden.

Per 31 december 2016 bedroegen op groepsniveau de totale voorzieningen en verworven lasten voor rechtsgeschillen op tot EUR 4,3 miljoen in de gecombineerde jaarrekening.

III. Recticel n.v. - Algemene informatie

Recticel n.v.

Addres: Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)

Opgericht: op 19 juni 1896 voor dertig jaar, later verlengd voor onbepaalde duur.

Doel: (artikel 3 van de gecoördineerde statuten) De vennootschap heeft tot doel de ontwikkeling, de productie, de verwerking, de handel, de aankoop, de verkoop en het transport, voor eigen rekening of voor rekening van derden, van alle kunststoffen, polymeren, polyurethanen en andere synthetische componenten, van natuurlijke stoffen, metaalproducten, chemische of andere producten die gebruikt worden door de particulieren of door de industrie, de handel en het transport, met name voor meubilering, slaapcomfort, isolatie, bouwnijverheid, automobielsector, chemie, petrochemie, alsook de producten die horen bij of noodzakelijk zijn voor hun productie of hieruit kunnen voortkomen of hieruit afgeleid kunnen worden.

Zij kan haar doel volledig of gedeeltelijk bereiken, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, via dochtermaatschappijen, samenwerkingsverbanden, participaties in andere vennootschappen, partnerships of verenigingen. Teneinde dit doel te bereiken kan zij alle handelingen uitvoeren op industrieel-; immobiliën-, financieel- of commercieel gebied die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, met haar maatschappelijk doel verband houden, of die van aard zouden zijn haar werking of haar handel, of die van de vennootschappen, partnerships of verenigingen waarin zij een participatie of een belang heeft, te bevorderen, te ontwikkelen of te vergemakkelijken; zij kan met name alle roerende en onroerende goederen en alle intellectuele eigendommen ontwikkelen, overdragen, verwerven, huren, verhuren en uitbaten.

Rechtsvorm: naamloze vennootschap

Rechtspersonenregister van Brussel

Ondernemingsnummer: 405 666 668

Geplaatst kapitaal: EUR 135 156 300

Type en aantal aandelen: op 31 december 2016 bestond er slecht één enkel type van aandelen, met name gewone aandelen (aantal: 54 062 520)

Nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal: 0 aantal aandelen/EUR 0.

Aard van de niet-volgestorte aandelen: geen.

Volstortingspercentage: 100 %. De aandelen zijn alle volledig volgestort.

De financiële staten worden opgesteld volgens de indeling die opgelegd wordt door het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001.

Deze financiële staten omvatten de balans, de resultatenrekening en de toelichtingen die door de wet worden voorzien. Ze worden hier voorgesteld in een verkorte vorm.

In navolging van de wet zullen het jaarverslag en de financiële staten van Recticel n.v., samen met het verslag van de Commissaris, worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.

Ze zijn op aanvraag verkrijgbaar bij:

Recticel n.v. Corporate Communications Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)

Tel.: +32 (0)2 775 18 11 Fax: +32 (0)2 775 19 90 E-mail: [email protected]

De commentaren die volgen op de rekeningen hebben betrekking op de financiële toestand van het bedrijf zoals die blijkt uit de balans. De resultaten worden eveneens toegelicht in het jaarverslag dat eraan vooraf gaat.

De Commissaris heeft over de statutaire jaarrekening van Recticel n.v. een verklaring zonder voorbehoud gegeven.

De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap ( http://www.recticel.com/index.php/investor-relations/ annual-and-halfyear-reports.

IV. Recticel n.v. – Verkorte enkelvoudige financiële staten

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
ACTIVA
VASTE ACTIVA 360 193 346 016
I. Oprichtingskosten 2 294 2 965
II. Immateriële vaste activa 32 764 32 153
III. Materiële vaste activa 58 088 53 834
IV. Financiële vaste activa 267 047 257 064
VLOTTENDE ACTIVA 178 567 178 822
V. Vorderingen op meer dan 1 jaar 11 778 11 170
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering 22 951 27 589
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 140 747 136 282
VIII. Geldbeleggingen 1 398 1 398
IX. Liquide middelen 305 501
X. Overlopende rekeningen 1 388 1 881
TOTAAL ACTIVA 538 761 524 838
PASSIVA
I. Kapitaal 135 156 134 329
II. Uitgiftepremies 126 071 125 688
III. Herwaarderingsmeerwaarden 2 551 2 551
IV. Reserves 12 096 10 846
V. Overgedragen winst (verlies) 53 597 39 572
VI. Kapitaalsubsidies 17 29
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 7 562 10 188
B. Uitgestelde belastingen 0 0
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar 13 883 93 369
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 180 035 101 100
X. Overlopende rekeningen 7 793 7 165
TOTAAL PASSIVA 538 761 524 838
in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015
RESULTATENREKENING
I. Bedrijfsopbrengsten 369 983 365 864
II. Bedrijfskosten (348 433) (357 299)
III. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) 21 549 8 566
IV. Financiële opbrengsten 17 401 19 424
V. Financiële kosten (13 893) (27 528)
VI. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belastingen 25 057 462
VII. Belastingen (51) (34)
VIII. Winst (Verlies) van het boekjaar na belastingen 25 006 428
IX. Onttrekking (overboeking) naar de belastingsvrije reserves 0 0
X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 25 006 428

De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap (www.recticel.com).

Bestemming van het resultaat

Op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Algemene Vergadering over de besteding van de winst beschikbaar voor de uitkering van een dividend. De Raad van Bestuur heeft de intentie om een stabiel of geleidelijk toenemend jaarlijks dividend voor te stellen, weliswaar rekening houdend met de volgende elementen:

  • een gepaste vergoeding voor de aandeelhouders
  • behoud van voldoende zelffinancieringscapaciteit om investeringen in waardecreatie-opportuniteiten mogelijk te maken.

De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:

in EUR
Groep Recticel
Winst/(Verlies) van het boekjaar 25 005 896,21
Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar + 39 572 274,79
Winst/(Verlies) toe te voegen bij de wettelijke reserves - 1 250 294,81
Winst/(Verlies) toe te voegen bij de overige reserves - 0,00
Te bestemmen resultaat = 63 327 876,19
Bruto dividend (1) - 9 731 253,60
Over te dragen winst = 53 596 622,59

(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,18 te verminderen met de roerende voorheffing, resulterend in een netto dividend van EUR 0,126 per gewoon aandeel.

V. Verklaring door verantwoordelijken

Dhr Johnny Thijs (Voorzitter van de Raad van Bestuur), dhr Olivier Chapelle (Chief Executive Officer) en dhr Jean-Pierre Mellen (Chief Financial Officer), verklaren dat:

  • De financiële staten, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor financiële staten, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Recticel en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen.
  • Het rapport over 12 maanden eindigend op 31 december 2016 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Recticel en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

VI. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde financiële staten per 31 december 2016

7

VII. Vergelijkend overzicht van de geconsolideerde financiële staten (2007-2016)

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2014 31 DEC 2013 31 DEC 2012 31 DEC 2012 31 DEC 2011 31 DEC 2010 31 DEC 2009 31 DEC 2008 31 DEC 2007
GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
ACTIVA
Immateriële activa 12 104 13 411 12 384 11 954 11 148 13 031 12 580 13 307 14 301 20 104 19 779
Goodwill 25 073 25 888 24 949 24 610 25 113 35 003 34 688 34 365 33 311 39 164 37 555
Materiële vaste activa 216 207 209 681 202 733 204 614 219 180 270 904 255 347 270 979 286 789 336 560 349 381
Vastgoedbeleggingen 3 331 3 331 3 306 3 330 4 452 4 452 3 331 896 896 896 896
Entiteiten waarop de 'equity'-methode
wordt toegepast
82 389 73 196 73 644 72 507 69 123 13 784 12 957 15 451 15 697 13 626 11 078
Andere financiële activa 71 30 160 161 236 240 3 399 1 151 1 999 11 446 2 565
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop 410 1 015 771 275 111 122 121 86 85 197 77
Vorderingen op meer dan één jaar 13 860 13 595 13 373 10 973 10 153 7 664 8 305 10 070 9 605 5 005 5 024
Uitgestelde belastingen 37 820 43 272 46 834 48 929 49 530 45 520 50 290 55 739 43 365 52 020 56 367
Vaste activa 391 265 383 419 378 154 377 353 389 046 390 720 381 018 402 044 406 048 479 018 482 722
Voorraden en bestellingen in uitvoering 91 900 93 169 96 634 94 027 91 028 116 607 116 002 113 671 105 827 120 035 127 852
Handelsvorderingen 101 506 83 407 78 109 64 516 78 359 114 540 132 910 141 783 142 104 170 117 175 496
Overige vorderingen 69 561 55 327 49 597 46 358 56 528 48 123 39 567 62 285 58 016 60 095 61 825
Terug te vorderen belastingen 1 441 2 061 504 3 851 3 736 4 345 3 847 3 552 4 367 1 130 1 315
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop 107 91 75 60 45 45 205 181 156 293 411
Geldmiddelen en kasequivalenten 37 174 55 967 26 163 26 237 18 533 27 008 54 575 53 938 41 388 68 151 41 049
Activa aangehouden voor verkoop 0 3 209 8 569 0 0 0 0 0 0 0 0
Vlottende activa 301 689 293 231 259 651 235 049 248 229 310 668 347 106 375 410 351 858 419 821 407 948
Totaal activa 692 954 676 650 637 805 612 402 637 275 701 388 728 124 777 454 757 906 898 839 890 670
in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2014 31 DEC 2013 31 DEC 2012 31 DEC 2012 31 DEC 2011 31 DEC 2010 31 DEC 2009 31 DEC 2008 31 DEC 2007
GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
PASSIVA
Kapitaal 135 156 134 329 74 161 72 368 72 329 72 329 72 329 72 329 72 329 72 329 72 329
Uitgiftepremies 126 071 125 688 108 568 107 042 107 013 107 013 107 013 107 013 107 013 107 013 107 013
Uitgegeven kapitaal 261 227 260 017 182 729 179 410 179 342 179 342 179 342 179 342 179 342 179 342 179 342
Eigen aandelen (1 450) (1 450) (1 735) (1 735) 0 0 0 0 0 0 0
Reserves 7 425 2 582 1 768 27 364 75 565 95 010 85 191 75 179 67 582 51 222 47 453
Indekkings- en omrekeningsverschillen (15 997) (12 189) (16 599) (18 279) (13 817) (13 728) (15 739) (12 853) (21 395) (19 951) (10 964)
Eigen vermogen voor minderheidsbelangen 251 205 248 960 166 163 186 760 241 090 260 624 248 794 241 668 225 529 210 613 215 831
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 429 23 090 32 491
Eigen vermogen, minderheidsbelangen
inbegrepen
251 205 248 960 166 163 186 760 241 090 260 624 248 794 241 668 225 958 233 703 248 322
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 50 979 49 581 54 548 44 557 44 548 28 048 35 289 34 988 37 209 40 155 45 235
Voorzieningen 13 208 11 505 7 301 8 149 9 439 9 798 12 964 24 452 23 008 17 893 17 681
Uitgestelde belastingen en belastingslatenties 10 116 9 505 8 907 8 203 7 257 8 554 9 134 8 800 8 187 9 429 9 549
Achtergestelde leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 89 014 97 495
Obligaties en schuldpapier 0 26 631 26 037 0 25 023 45 023 44 546 39 780 39 368 14 500 15 040
Financiële leasingverplichtingen 8 683 11 867 15 057 18 113 19 941 20 850 11 024 13 285 15 986 19 346 21 214
Kredietinstellingen 86 589 0 99 240 78 850 73 458 74 595 79 534 111 977 128 200 140 161 22 085
Overige leningen 1 777 1 865 1 801 1 871 2 038 2 039 2 111 2 082 2 201 5 123 5 794
Rentedragende financiële verplichtingen 97 049 40 363 142 135 98 834 120 460 142 507 137 215 167 124 185 755 268 144 161 628
Overige leningen 183 226 6 810 444 704 501 353 510 359 1 782 462
Verplichtingen op meer dan één jaar 171 535 111 180 219 701 160 187 182 408 189 408 194 955 235 874 254 518 337 403 234 555
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 4 168 2 370 2 205 1 809 1 404 1 529 3 126 3 846 3 893 4 674 4 083
Voorzieningen 1 780 4 566 4 687 6 732 1 255 1 523 6 328 14 480 8 312 8 516 5 443
Rentedragende financiële verplichtingen 50 147 114 675 52 798 66 181 36 454 57 840 67 680 45 691 47 740 68 872 150 765
Handelsverplichtingen 102 929 94 276 96 373 81 720 86 066 104 980 119 274 141 887 114 208 146 993 160 443
Belastingen 2 291 2 463 414 3 086 2 071 2 281 3 974 7 542 4 712 3 389 9 659
Overige verplichtingen 108 899 98 160 95 464 105 927 86 527 83 203 83 993 86 466 98 565 95 289 77 400
Verplichtingen op ten hoogste één jaar 270 214 316 510 251 941 265 455 213 777 251 356 284 375 299 912 277 430 327 733 407 793
Toaal passiva 692 954 676 650 637 805 612 402 637 275 701 388 728 124 777 454 757 906 898 839 890 670
in duizend EUR
Groep Recticel 2016 2015 2014 2013 2012 2012 2011 2010 2009 2008 2007
GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
RESULTATENREKENING
Bedrijfsopbrengsten 1 048 323 1 033 762 983 367 976 763 1 035 050 1 319 488 1 378 122 1 348 430 1 276 662 1 555 450 1 611 788
Distributiekosten (57 855) (58 039) (54 135) (52 934) (54 460) (65 838) (65 182) (64 768) (62 061) (74 528) (76 777)
Kostprijs van de omzet (789 360) (781 282) (757 025) (756 916) (809 871) (1 042 700) (1 101 628) (1 066 780) (982 511) (1 260 090) (1 279 997)
Brutowinst 201 108 194 441 172 207 166 913 170 719 210 950 211 312 216 882 232 090 220 832 255 014
Algemene en administratieve lasten (79 395) (76 723) (72 299) (74 397) (66 772) (83 711) (85 059) (80 367) (82 166) (90 587) (88 537)
Verkoop- en marketingkosten (72 031) (77 123) (73 257) (64 532) (65 796) (74 792) (73 836) (74 331) (81 040) (88 077) (89 454)
Kosten van onderzoek en ontwikkeling (12 890) (12 537) (13 277) (14 177) (12 940) (14 899) (14 820) (15 794) (13 941) (17 006) (17 936)
Bijzondere waardeverminderingen (1 672) (983) (688) (3 365) (1 110) (1 555) (5 260) (10 800) (10 362) (12 280) (1 400)
Overige bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) (12 828) (10 714) (12 869) (31 766) 2 867 3 033 8 363 (10 075) 31 26 367 5 561
Winst of verlies van entiteiten waarop de
'equity'-methode wordt toegepast
16 927 6 874 8 964 439 6 008 711 1 741 935 1 608 1 899 (24)
Winst of verlies uit deelnemingen 0 0 2 0 0 0 (406) 1 164 7 265 2 013
Bedrijfresultaat (EBIT) 39 219 23 235 8 783 (20 885) 32 976 39 737 42 035 27 614 46 227 41 413 65 237
Renteopbrengsten en -lasten (8 095) (9 554) (10 031) (9 405) (9 320) (11 889) (13 270) (11 770) (16 919) (24 414) (25 181)
Andere financiële opbrengsten en lasten (3 633) (2 968) (2 799) (1 940) (2 271) (2 450) (3 414) (5 325) 3 125 (2 022) (3 566)
Financieel resultaat (11 728) (12 522) (12 830) (11 345) (11 591) (14 339) (16 684) (17 095) (13 794) (26 436) (28 747)
Winst of verlies van de periode voor
belastingen
27 491 10 713 (4 047) (32 230) 21 385 25 398 25 351 10 519 32 433 14 977 36 490
Belastingen (11 161) (6 170) (5 702) (3 908) (6 035) (7 834) (7 933) 4 108 (12 396) (10 378) (14 325)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
16 330 4 543 (9 749) (36 138) 15 350 17 564 17 418 14 627 20 037 4 599 22 165
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 (188) 703 6 949 (626)
Winst of verlies toerekenbaar aan de
Groep
16 330 4 543 (9 749) (36 138) 15 350 17 564 17 418 14 439 20 740 11 548 21 539

De Raad van Bestuur, hierin bijgestaan door het Auditcomité, bepaalt de politiek van de Groep inzake risicomanagement, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de algemene ondernemingsrisico's die zij bereid is te aanvaarden.

Bedrijfsvoering en ondernemerschap gaan meestal gepaard met externe en interne onzekerheden. Als gevolg van deze onzekerheden dienen er onvermijdelijk op alle niveaus permanent beslissingen genomen worden die intrinsiek mogelijke risico's inhouden. Daarom en opdat een bedrijf haar doelstellingen zou kunnen realiseren, wordt het alsmaar belangrijker om de verschillende bedrijfsrisico's zo perfect mogelijk te omschrijven, in te schatten, te kwantificeren en prioritair te rangschikken. Een aangepast en adequaat risicomanagementsysteem dat bovendien kan terugvallen op performante controlemechanismen en best practices moet het mogelijk maken om de eventuele nefaste gevolgen van mogelijke risico's op de onderneming en haar bedrijfswaarde te vermijden, of op zijn minst te beheersen of te minimaliseren.

RISICOFACTOREN

De hieronder vermelde risicofactoren dienen beschouwd te worden als zijnde de meest relevante risicofactoren voor de Recticel- groep, zoals naar voren gekomen tijdens bovengemelde analyse.

1. De investeringsprogramma's van de Groep zijn onderworpen aan het risico van vertragingen, kostenoverschrijdingen en andere complicaties, en behalen mogelijk niet de verwachte rendementen.

De activiteiten van de Groep zijn kapitaalintensief en zullen dat ook in de toekomst blijven. Een aantal fabrieken van de Groep is al vele jaren actief, en een groot deel van de investeringsuitgaven van de Groep heeft betrekking op de reparatie, het onderhoud en de verbetering van deze bestaande faciliteiten.

De investeringsprogramma's van de Groep op het vlak van reparatie, onderhoud en verbeteringen van haar bestaande apparatuur en faciliteiten, zijn onderworpen aan het risico van een onjuiste of ontoereikende beoordeling. Bijgevolg is het mogelijk dat die investeringsprogramma's te lijden hebben onder vertragingen of andere complicaties, en dat ze mogelijk niet het rendement behalen dat in het begin van dergelijke programma's wordt vooropgesteld. Bovendien kunnen de werkelijke uitgaven van de Groep uiteindelijk om verschillende redenen waarover de Groep geen controle heeft, hoger blijken dan in het budget was voorzien. Dergelijke stijgingen van de kosten kunnen aanzienlijk zijn en kunnen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep.

2. Schommelingen in de prijzen van scheikundige grondstoffen

Als producent en verwerker van polyurethaanschuim en andere producten is de Groep gevoelig voor schommelingen in de prijzen van haar scheikundige grondstoffen, vooral degene die worden gebruikt voor de productie van polyurethaan. De belangrijkste scheikundige grondstoffen die door de Groep worden gebruikt, zijn polyolen (ester- en etherpolyolen) en isocyanaten (TDI en MDI). Hoewel de prijzen doorgaans de algemene prijsevolutie voor petrochemische producten en bijgevolg de olieprijs volgen, kunnen er zich productspecifieke ontwikkelingen voordoen die niet volledig gecorreleerd zijn met de algemene markttendens. Volatiliteit in de prijzen van scheikundige grondstoffen, evenals schaarste of tekort kan een negatief effect vertonen op de resultaten van Rectidel en haar financiële situatie.

Gemiddeld vertegenwoordigen scheikundige grondstoffen bijna 48% van de kostprijs van de omzet uit afgewerkte producten van de Groep. Voor bepaalde toepassingen van soepelschuim, zetelkussens en isolatie ligt dit percentage zelfs hoger.

Deze scheikundige grondstoffen worden gekocht op de vrije markt. Op heden heeft de Groep zich niet ingedekt voor dit grondstoffenrisico.

De aankoop van scheikundige grondstoffen wordt centraal onderhandeld door de aankooporganisatie van de Groep. Door die gecentraliseerde benadering beschikt de vennootschap over een betere onderhandelingspositie en kunnen onderhandelingen continue worden geoptimaliseerd.

Hoewel de Groep toeziet op de ontwikkelingen in de grondstoffenprijzen en in haar verkoopprijzen prijsstijgingen tracht op te nemen wanneer dat gepast is; is de mate waarin die hogere prijzen voor scheikundige grondstoffen aan klanten in rekening kunnen worden gebracht, uiteindelijk afhankelijk van de commerciële onderhandelingen met klanten en de concurrentie op de markt. Er kunnen perioden zijn waarin de Groep stijgingen in de kosten van scheikundige grondstoffen niet of niet tijdig kan recuperen vanwege een zwakke vraag naar haar prducten of vanwege acties van haar concurrenten. Anderzijds is het mogelijk dat de Groep in perioden van dalende marktprijzen voor de scheikundige grondstoffen van de Groep, geconfronteerd wordt met vragen van klanten om haar prijzen te verlagen, of met dalingen van de vraag naar haar producten terwijl klanten bestellingen uitstellen in afwachting van prijsverlagingen.

3. De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico van het niet- identificeren van een investeringsopportuniteit of het zich niet kunnen veroorloven

Acquisities maken integraal deel uit van de groeistrategie van de Vennootschap. Er kan geen enkele zekerheid worden gegeven dat deze verrichtingen zullen gerealiseerd worden of, indien gerealiseerd, in het voordeel van de Groep zullen uitdraaien.

De Groep blijft verdere kansen verkennen om haar strategie uit te voeren, waarvoor mogelijk aanzienlijke investeringen en daarmee gepaard gaande investeringsuitgaven vereist zijn. Tot op heden is de Groep er steeds in geslaagd om haar kapitaalinvesteringsprojecten te financieren met geldmiddelen uit interne activiteiten en schuldfinanciëring. Als de kasstromen van de Groep zouden afnemen of als de Groep verdere overnames zou uitvoeren, dan zou de Groep haar kasbehoeften moeten trachten te financieren via extra schuld- en aandelenfinanciering of via afstoting van activa.

4. Als de Groep er niet in slaagt om nieuwe producten te identificiëren, te ontwikkelen en op de markt te brengen, kan ze belangrijke klanten verliezen of productbestellingen mislopen en kan dit ernstige schade berokkenen aan haar bedrijfsvoering

De Groep brengt regelmatig nieuwe producten op de markt, zoals Thermoflex® in de Business Line Soepelschuim, het ingrediënt van het merk GELTEX® Inside in haar Business Line Slaapcomfort, Lambda 19 Eurowall® Xentro® en Eurofloor Xentro® in haar Business Line Isolatie en Colo-Sense Lite® in haar Business Line Automobiel.

De Groep concurreert in sectoren die veranderingen ondergaan en steeds complexer worden. Opdat de Groep bestaande producten met succes kan laten evolueren tot nieuwe productaanbiedingen en haar producten kan differentiëren, moeten er nauwkeurige voorspellingen van zowel het productontwikkelingsschema als de marktvraag worden gedaan. Het proces om nieuwe producten te ontwikkelen is complex en vaak onzeker, omdat er door concurrenten vaak nieuwe producten op de markt worden gebracht. De Groep kan anticiperen op een vraag en een aanvaarding door de markt die uiteindelijk verschillen van de haalbare vraag van klanten naar het product en de inkomstenstroom daaruit. Gezien de hevige concurrentie binnen de sector zou enige onverwachte vertraging in de uitvoering van bepaalde productstrategieën of in de ontwikkeling, productie of marketing van een nieuw product, bovendien een nadelige invloed kunnen hebben op de inkomsten van de Groep.

De Groep investeert continu in de ontwikkeling van nieuwe producten. Deze investeringen houden een aantal risico's in, waaronder: moeilijkheden en vertragingen in de ontwikkeling, de productie, het testen en de marketing van producten; de aanvaarding van producten door de klant; middelen die moeten worden gewijd aan de ontwikkeling van de nieuwe technologie; en het vermogen om de producten van de Groep te onderscheiden van andere en te concurreren met andere bedrijven die op dezelfde markten actief zijn. Het vermogen van de Groep om toekomstige inkomsten en bedrijfsopbrengsten te genereren, is onder andere afhankelijk van haar vermogen om tijdig producten te ontwikkelen die geschikt zijn om op rendabele wijze te worden vervaardigd en die voldoen aan vastgestelde specificaties voor productontwerp, technische kenmerken en prestaties. Al deze factoren zouden een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.

5. De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers

De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers, zoals diefstal, omkoperij, fraude, sabotage, witwaspraktijken, schending van wetten of andere onregelmatigheden, en kan worden blootgesteld aan het risico van onderbrekingen door derden, zoals transportbedrijven. Dergelijk wangedrag kan leiden tot strafrechtelijke sancties, boetes of andere sancties, reputatieschade, productievertragingen, hogere kosten, gederfde inkomsten, hogere verplichtingen ten aanzien van derden, bijzondere waardevermindering van activa, die allemaal een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De Groep heeft verschillende interne initiatieven ontwikkeld om het risico van wangedrag van haar eigen werknemers en managers te beperken. Deze initiatieven omvatten de versterking van de interne auditafdeling, de oprichting van een Compliancecomité dat de taak heeft om gerapporteerde kwesties te onderzoeken, en om regelmatig verschillende interne opleidingssessies te organiseren om werknemers meer bewust te maken van compliance. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de Groep geen verdere onregelmatigheden zal ontdekken met betrekking tot toekomstige of vroegere periode of dat dergelijke initiatieven ertoe zullen leiden dat wangedrag van werknemers en managers effectief wordt voorkomen.

Bovendien zijn dergelijke initiatieven niet gericht op externe onderaannemers, en bijgevolg vertrouwt de Groep op het vermogen van externe onderaannemers om wangedrag van hun eigen werknemers en managers te voorkomen.

6. Evaluatie van projecten en investeringen

De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico dat een innovatieproject faalt of dat de investering in een innovatie niet het verhoopte effect creëert om te zorgen voor een aanzienlijke inkomensgroei of kostenefficiëntie, met inbegrip van het risico om niet over de nodige menselijke middelen te beschikken om de veranderingen door te voeren nodig voor de innovatie strategie.

7. Het niet kunnen verkrijgen van de vereiste scheikundige grondstoffen

De Groep heeft met belangrijke leveranciers jaarlijkse of meerjarige bevoorradingsovereenkomsten gesloten om ruim de helft van haar jaarlijkse voorraden van isocyanaten zeker te stellen. De levering van polyolen wordt voor een beperkt deel gewaarborgd in het kader van jaarlijkse

bevoorradingsovereenkomsten. De Groep koopt haar resterende scheikundige grondstoffen voornamelijk van leveranciers waarmee ze een langetermijnrelatie onderhoudt, maar met maandelijkse of driemaandelijkse onderhandelingen over prijzen en volumes.

Hoewel er voor bepaalde scheikundige grondstoffen langlopende bevoorradingsovereenkomsten bestaan, kan het risico van een onderbreking in de levering van scheikundige grondstoffen niet worden uitgesloten. Dergelijke onderbrekingen in leveringen kunnen onder andere het gevolg zijn van een belangrijk ongeval of incident in de verwerkingsinstallatie van een leverancier, transportproblemen of andere feiten of omstandigheden waardoor er een situatie van overmacht kan ontstaan. In een dergelijk geval kan er geen zekerheid worden geboden dat de Groep andere leveringen van scheikundige grondstoffen kan verkrijgen, of dat de Groep dit tijdig en onder aanvaardbare voorwaarden kan bewerkstelligen, hetgeen een wezenlijke nadelige impact zou kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep. Evenmin kan worden uitgesloten dat een daling in de volumes van de grondstoffenbevoorrading (bijv. als gevolg van markttendensen) een impact zouden kunnen hebben op de grondstoffenprijzen, of dat leveranciers daardoor zouden kunnen besluiten om hun leveringen aan de Groep stop te zetten. In dat laatste geval zou de Groep genoodzaakt zijn om op zoek te gaan naar andere leveranciers, die mogelijk niet beschikbaar zijn, of niet tijdig of niet onder aanvaardbare voorwaarden. Dit zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.

8. De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan strenge wetten, voorschriften en eisen op het vlak van gezondheid, veiligheid en milieu en hun impact

Door de aard van haar activiteiten is de Groep blootgesteld aan milieurisico's. De Groep gebruikt potentieel gevaarlijke stoffen (o. a. chemicaliën) bij productontwikkeling en productieprocessen. Verontreiniging kan nooit worden uitgesloten. De Groep tracht verontreiniging te voorkomen door het nemen van aangepaste beleidslijnen. Scenario's die het voorkomen van dit type crisis en het managen van de gevolgen beschrijven, zijn wijd verspreid in de organisatie. Het spreekt voor zich dat het werken met deze producten een gevaar kan vormen voor de gezondheid van het personeel, klanten en andere bezoekers, in het bijzonder wanneer de veiligheidsregels die door de Groep zijn opgesteld, niet worden nageleefd.

Het risico bestaat dat nieuwe regelgeving op dit vlak een belangrijke negatieve impact op de business van de Groep kan hebben. Niet-naleven van de verschillende wetten en regelgevingen met betrekking tot de groepsaktiviteiten kunnen een negatieve impact hebben en aansprakelijkheid inroepen.

De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan talrijke wetten, voorschriften en vereisten die mogelijks kunnen leiden tot grote compliance kosten of gerechtelijke kosten. De Groep is tevens in bepaalde landen aanwezig op oude industriële sites, daterend van een tijd voor er sprake was van enige milieuregelgeving, hetgeen mogelijk aanleiding kan geven tot historische verontreiniging, waarvoor de Groep aansprakleijk kan worden gesteld hetgeen aanleiding kan geven tot belangrijke kosten.

Bovendien kan de Groep aankijken naar andere grote kosten ten gevolge van de niet- nakoming van haar contractuele verplichtingen of in het geval de overeengekomen contractuele provisies onvoldoende of inadequaat blijken te zijn.

9. Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders onderschat wordt wanneer er strategische beslissingen worden genomen

Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders wordt onderschat wanneer er belangrijke strategische beslissingen worden genomen voor de Groep. Dit kan resulteren in tegenwind en de implementatie van de strategie in het gedrang brengen.

10. Risico verbonden aan het niet volledig analyseren van investeringsbeslissingen

De Groep kan blootgesteld worden aan risico's, indien investeringsbeslissingen niet voldoende werden geanalyseerd waardoor de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald werden, evenals het risico dat de investeringscapaciteit wordt gebruikt voor één business unit, waardoor er geen ruimte wordt gelaten voor meer winstgevende investeringen in een andere business unit.

11. Risico verbonden aan een suboptimale uitvoering van transacties

De Groep is ook blootgesteld aan het risico van een suboptimale uitvoering van transacties ten gevolge van onvoldoende voorbereiding, communicatie en/of project management.

Niettegenstaande de Groep M&A richtlijnen heeft uitegewerkt, bestaat het risico dat deze niet worden nageleefd en zo een aanzienlijk negatieve impact zouden kunnen hebben op de operaties en financiële resultaten van de Groep.

12. De resultaten van de Groep kunnen in aanzienlijke mate worden beïnvloed door algemene macro-economische tendensen en de activiteit in haar sectoren

De Groep is blootgesteld aan de risico's die verband houden met een economisceh recessie. De (wereldwijde) economie heeft onlangs een periode van aanzienlijke onrust en onzekerheid meegemaakt en de vooruitzichten zijn nog steeds onzeker. Economische factoren waarover de Groep geen controle heeft (waaronder de vertraging van de economische groei, vooral in Europa waar de Groep circa 94% van haar geconsolideerde omzet realiseert, inflatie of deflatie of schommelingen in rentevoeten en wisselkoersen), zouden een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten en ooruitzichten vn de Groep.

De activiteiten en de bedrijfsresultaten van de Groep zijn getroffen door de wereldwijde recessie en andere problemen die een invloed hebben en hebben gehad op de wereldiwijde economie en de klanten van de Groep. Er kan geen zekerheid worden geboden dat de wereldwijde economische omstandigheden zullen verbeteren en het risico bestaat dat bepaalde markten waarin de Groep actief is, in de toekomst het hoofd moeten bieden aan economische achteruitgang of een langere periode van verwaarloosbare groei. De huidige onzekerheid over het economisch herstel en het groeitempo kan een negatieve invloed hebben op de vraag van bestaande en potentiële klanten. Bijkomende factoren die een invloed kunnen hebben op de vraag van klanten zijn onder meer de toegang tot krediet, budgettaire beperkingen, de werkloosheid en het consumentenvertrouwen.

13. De Groep is mogelijk blootgesteld aan productaansprakelijkheid

De Groep vervaardigt en verkoopt zowel halfafgewerkte als afgewerkte producten in de vorm van verbruiksgoederen (bijv. in haar Business Line Slaapcomfort) en duurzame consumptiegoederen (bijv. in haar Business Line Isolatie). In beide gevallen is de Groep blootgesteld aan klachten en claims in verband met productaansprakelijkheid en garantie. Om de risico's van productaansprakelijkheid en garantie te beperken, heeft de Groep strikte kwaliteitscontroles ingevoerd en een verzekeringspolis voor algemene aansprakelijkheid gesloten.

14. De invoering van de bedrijfsstrategie van de Groep is afhankelijk van haar vermogen om gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden

Het vermogen van de Groep om haar concurrentiepositie te handhaven en haar bedrijfsstrategie uit te voeren, is in grote mate afhankelijk van haar vermogen om bekwame personeelsen managementleden aan te trekken en te behouden. Het verlies van bekwame personeels- en managementleden of een afname in hun diensten, of moeilijkheden om ze aan te werven of te behouden, zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De concurrentie voor personeel met relevante expertise is intens omdat het aantal gekwalificeerde personen relatief beperkt is, en de Groep moeilijkheden kan ondervinden om van haar bekwame personeels- en managementleden niet-concurrentiebedingen te verkrijgen of af te dwingen, hetgeen allemaal een ernstige invloed kan hebben op het vermogen van de Groep om bestaande bekwame personeels- en managementleden te behouden en bijkomend gekwalificeerd personeel aan te trekken. Als de Groep moeilijkheden zou ondervinden om gekwalificeerd personeel aan te werven of te behouden, dan zou dit een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep.

RISICO-CONTROLE

Algemene operationele of industriële risico's worden doorgaans afgedekt door verzekeringscontracten die centraal beheerd worden. De voorwaarden van deze contracten worden op regelmatige basis herbekeken om er zeker van te zijn dat de dekkingen afdoende zijn en aangepast aan de risico's. De Groep bezit twee herverzekeringsfilialen met als belangrijkste taak de herverzekering binnen de Groep van het eigen risico verbonden aan de franchises, die de externe verzekerignspolissen ten laste leggen van de Groep.

De risico's en onzekerheden waarvoor voorzieningen werden aangelegd bij toepassing van de IFRS regels worden toegelicht onder noot III. 5. 15 bij het geconsolideerd financieel verslag. Dit betreft meer bepaald de voorzieningen voor geschillen, productwaarborgen, leefmilieurisico's en reorganisatielasten.

De Interne Auditafdeling van Recticel participeert in de creatie, de implementatie en de naleving van de controleprocedures in brede zin. Daarnaast speelt de afdeling een belangrijke rol in de continue monotirong van de ondernemingsrisico's en verleent zij haar medewerking aan de fundamentele overdenking van de bedrijfsrisico's binnen Recticel.

190 RECTICEL JAARVERSLAG 2016

8. Kerncijfers

in miljoen EUR
Groep Recticel 2012 2013 2014 2015 2016
Gecombineerde resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten 1 319,5 1 258,6 1 280,1 1 328,4 1 347,9
REBITDA 87,7 72,8 65,9 81,9 97,7
EBITDA 78,2 27,7 49,3 67,8 85,4
REBIT 47,8 33,2 30,7 44,9 58,2
EBIT 36,8 (15,4) 13,4 29,8 44,3
Winst of verlies van de periode na belastingen 15,3 (36,1) (9,7) 4,5 16,3
Rendabiliteitsratio's (gecombineerd)
REBITDA / Bedrijfsopbrengsten 6,6% 5,8% 5,2% 6,2% 7,2%
EBITDA / Bedrijfsopbrengsten 5,9% 2,2% 3,9% 5,1% 6,3%
REBIT / Bedrijfsopbrengsten 3,6% 2,6% 2,4% 3,4% 4,3%
EBIT / Bedrijfsopbrengsten 2,8% -1,2% 1,0% 2,2% 3,3%
Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep / Bedrijfsopbrengsten 1,2% -2,9% -0,8% 0,3% 1,2%
Jaarlijkse groeipercentages (gecombineerd)
Bedrijfsopbrengsten -4,3% -4,6% 1,7% 3,8% 1,5%
REBITDA -1,1% -17,0% -9,4% 24,2% 19,3%
EBITDA
REBIT
-12,0%
1,5%
-64,5%
-30,6%
77,9%
-7,6%
37,4%
46,5%
26,0%
29,6%
EBIT -12,5% -141,8% nr 122,4% 48,6%
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep -12,1% -336,2% -73,0% -146,6% 259,5%
in million EUR
Geconsolideerde balans
Vaste activa 389,0 377,4 378,2 383,4 391,3
Vlottende activa 248,2 235,0 259,7 293,2 301,7
TOTAAL ACTIVA 637,3 612,4 637,8 676,7 693,0
Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen 241,1 186,8 166,2 249,0 251,2
Verplichtingen op meer dan één jaar 182,4 160,2 219,7 111,2 171,5
Verplichtingen op ten hoogste één jaar 213,8 265,5 251,9 316,5 270,2
TOTAAL PASSIVA 637,3 612,4 637,8 676,7 693,0
Netto werkkapitaal 55,0 18,0 32,6 39,1 50,3
Beurskapitalisatie (31 december) 152,5 163,0 152,8 300,9 358,4
Minderheidsbelangen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Netto financiële schuld 172,6 165,1 194,5 123,0 126,0
WAARDE VAN DE ONDERNEMING 325,1 328,1 347,3 423,9 484,4
Investeringen versus Afschrijvingen
Investeringen in immateriële en materiële vaste activa 52,3 30,5 35,8 46,5 53,9
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (exclusief afschrijvingen
op consolidatieverschillen)
41,4 43,1 36,0 38,0 39,5
Investeringen / Bedrijfsopbrengsten 4,0% 2,4% 2,8% 3,5% 4,0%
Ratio's financiële structuur (gecombineerd)
Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen
inbegrepen)
72% 88% 117% 49% 50%
Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) / Balanstotaal 38% 30% 26% 37% 36%
Leverage (Gecombineerde netto financiële schuld/Gecombineerde EBITDA) 2,2 6,0 3,9 1,8 1,5
Current ratio 1,2 0,9 1,0 0,9 1,1
Waarderingsratio's
Price / Earnings (Beurskapitalisatie (31 dec)/ Winst of verlies toerekenbaar
aan de Groep)
10,0 n.r. n.r. 66,2 21,9
Waarde van de onderneming / EBITDA 4,2 11,8 7,0 6,3 5,7
Prijs / Boekwaarde (=Beurskapitalisatie / Boekwaarde (aandeel Groep)) 0,63 0,87 0,92 1,21 1,43

8

in miljoen EUR
Groep Recticel 2012 2013 2014 2015 2016
Gecombineerde bedrijfsopbrengsten per sector
Soepelschuim 588,3 583,4 593,0 602,3 607,2
groeivoet -1,3% -0,8% 1,6% 1,6% 0,8%
Slaapcomfort 276,5 283,0 281,6 294,5 292,9
groeivoet -5,3% 2,3% -0,5% 4,6% -0,5%
Isolatie 220,7 220,0 227,0 229,4 234,1
groeivoet -1,1% -0,3% 3,2% 1,1% 2,1%
Automobiel 289,7 258,4 264,0 280,3 288,9
groeivoet -10,8% -10,8% 2,2% 6,2% 3,1%
Eliminaties (55,7) (86,2) (85,6) (78,1) (75,4)
Totaal bedrijfsopbrengsten 1 319,5 1 258,6 1 280,1 1 328,4 1 347,9
groeivoet -4,3% -4,6% 1,7% 3,8% 1,5%
in miljoen EUR
Gecombineerde EBITDA per sector
Soepelschuim 24,3 (2,4) 25,1 34,0 39,6
als % van bedrijfsopbrengsten 4,1% -0,4% 4,2% 5,6% 6,5%
Slaapcomfort 12,8 10,4 2,9 9,5 12,1
als % van bedrijfsopbrengsten 4,6% 3,7% 1,0% 3,2% 4,1%
Isolatie 36,1 27,6 27,1 33,4 32,9
als % van bedrijfsopbrengsten 16,4% 12,5% 11,9% 14,6% 14,0%
Automobiel 22,5 10,4 12,5 9,9 18,3
als % van bedrijfsopbrengsten 7,8% 4,0% 4,7% 3,5% 6,3%
Corporate (14,5) (18,3) (18,2) (19,1) (17,4)
Totaal EBITDA 81,1 27,7 49,3 67,8 85,4
als % van bedrijfsopbrengsten 6,1% 2,2% 3,9% 5,1% 6,3%
in miljoen EUR
Gecombineerde EBIT per sector
Soepelschuim 9,8 (16,4) 13,2 21,1 26,5
als % van bedrijfsopbrengsten 1,7% -2,8% 2,2% 3,5% 4,4%
Slaapcomfort 7,3 3,8 (3,5) 3,2 5,8
als % van bedrijfsopbrengsten 2,6% 1,4% -1,2% 1,1% 2,0%
Isolatie 32,1 21,9 21,1 27,5 26,6
als % van bedrijfsopbrengsten 14,6% 10,0% 9,3% 12,0% 11,4%
Automobiel 5,9 (5,3) 1,8 (1,9) 4,0
als % van bedrijfsopbrengsten 2,0% -2,1% 0,7% -0,7% 1,4%
Corporate
Totaal EBIT
(15,3)
39,7
(19,4)
(15,4)
(19,2)
13,4
(20,0)
29,8
(18,6)
44,3
als % van bedrijfsopbrengsten 3,0% -1,2% 1,0% 2,2% 3,3%
in units
Informatie per aandeel
Aantal aandelen (31 december) 28 931 456 28 947 356 29 664 256 53 731 608 54 062 520
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect) 28 931 456 28 498 521 28 953 478 44 510 623 53 504 432
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (na verwateringseffect) 33 990 837 28 498 521 28 953 478 44 704 483 59 643 102
in EUR
Combined REBITDA 3,03 2,55 2,28 1,84 1,83
Combined EBITDA
2,70 0,97 1,70 1,52 1,60
Combined REBIT 1,65 1,16 1,06 1,01 1,09
Combined EBIT 1,27 -0,54 0,46 0,67 0,83
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Basis (1) 0,53 -1,27 -0,34 0,10 0,31
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Verwaterd 0,49 -1,27 -0,34 0,10 0,30
Bruto dividend 0,29 0,20 0,20 0,14 0,18
Uitbetalingsratio 55% n.r. n.r. 137% 59%
Netto boekwaarde (aandeel Groep) 8,33 6,45 5,60 4,63 4,65
Price / Earnings ratio (2) 10,0 n.r. n.r. 66,2 21,9
(1) berekend op het gewogen aantal uitstaande aandelen (voor
verwateringseffect)
(2) gebaseerd op de prijs van het aandeel op 31 december. Earnings = winst of
verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep per aandeel.
in EUR
Gewoon aandeel

laagste van het jaar 4,26 4,63 4,90 3,88 4,57 hoogste van het jaar 6,25 6,82 7,98 5,64 6,63 gemiddeld dagvolume (eenheden) 19 748 36 049 43 974 83 737 51 513

Colophon

Recticel n.v.

Olympiadenlaan 2 B - 1140 Brussels T. +32 (0)2 775 18 11 F. +32 (0)2 775 19 90

Communications & Investor Relations Manager

Michel De Smedt T. + 32 (0)2 775 18 09 F. + 32 (0)2 775 19 91 [email protected]

Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Ce rapport est disponible en néerlandais et anglais. This report is available in English and Dutch.

In geval van tekstuele tegenstrijdigheden tussen de Engelse en de Nederlandse versie zal de eerste voorrang hebben.

U kan dit Jaarverslag ook downloaden van www.recticel.com

Algemene coördinatie: Michel De Smedt

Met dank aan alle medewerkers die hebben bijgedragen tot de realisatie van dit Jaarverslag.

www.recticel.com

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.