Annual Report • Apr 20, 2022
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Picanol Group – 2021 jaarverslag | 0


| Bedrijfsprofiel | |
|---|---|
| ACTIVITEITENVERSLAG 2021 | 4 |
| Hoogtepunten 2021 | 5 |
| Brief aan de aandeelhouders | 9 |
| Segment Machines & Technologies | 11 |
| Picanol | 12 |
| Proferro | 14 |
| PsiControl | 15 |
| Segment Agro | 16 |
| Crop Vitality | 17 |
| Tessenderlo Kerley International | 18 |
| NovaSource | 20 |
| Segment Bio-valorization | 21 |
| PB Leiner | 22 |
| Akiolis | 23 |
| Segment Industrial Solutions | 25 |
| DYKA Group | 26 |
| Kuhlmann Europe | 27 |
| Moleko | 28 |
| Segment T-Power | 29 |
| T-Power | 30 |
| VERKLARING VAN DEUGDELIJK BESTUUR 2021 | 31 |
| FINANCIEEL JAARVERSLAG 2021 | 47 |
| Geconsolideerde financiële staten | 48 |
| Verklaring over het getrouw beeld van de jaarrekeningen | 116 |
| en het getrouw overzicht in het jaarverslag | |
| Verslag van de commissaris | 117 |
| Statutair financieel verslag | 123 |
| Financiële woordenlijst | 126 |
| Alternatieve prestatiemaatstaven | 127 |
De verklaring van niet-financiële informatie wordt in een afzonderlijk duurzaamheidsverslag opgenomen en gepubliceerd op de website van de vennootschap. Dit afzonderlijk verslag vormt de verklaring van niet-financiële informatie van de groep en beantwoordt aan de vereisten van art. 3:6, § 4, en artikel 3:32, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen.
Disclaimer
Dit document kan toekomstgerichte verklaringen bevatten. Dergelijke verklaringen weerspiegelen de visie van het management over toekomstige gebeurtenissen op het moment van publicatie van dit document. Daarnaast hebben deze toekomstgerichte verklaringen betrekking op bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die kunnen zorgen dat werkelijke resultaten verschillen van resultaten, prestaties of verworvenheden uitgedrukt of geïmpliceerd in dergelijke toekomstgerichte verklaringen. Picanol Group verstrekt de informatie in dit document op datum van publicatie. Behoudens indien vereist door toepasselijke wetgeving verplicht de groep zich op geen enkele wijze tot het bijwerken, uitleggen of corrigeren van in dit document opgenomen toekomstgerichte verklaringen in het licht van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins. Picanol Group aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor door derden gedane of gepubliceerde verklaringen (met inbegrip van verklaringen van werknemers die daartoe niet expliciet door Picanol Group zijn gemachtigd). Behoudens indien vereist door toepasselijke wetgeving verplicht de groep zich op geen enkele wijze tot het corrigeren van door derden gepubliceerde onjuiste gegevens, informatie, conclusies of meningen met betrekking tot dit of enig ander door haar uitgegeven document.
Picanol Group is een gediversifieerde industriële groep en is wereldwijd actief op gebied van machinebouw, landbouw, voeding, energie, watermanagement, efficiënt (her)gebruik van natuurlijke hulpbronnen en overige industriële markten met focus op water. De producten van de groep worden gebruikt in uiteenlopende toepassingen, industriële en verbruikersmarkten.
Picanol Group telt wereldwijd ongeveer 7.000 medewerkers en is via Picanol nv genoteerd op Euronext Brussels (PIC). Picanol Group werd in 1936 opgericht. Sinds 2013 heeft Picanol Group ook een referentiebelang in Tessenderlo Group (Euronext: TESB), en sinds 2019 wordt Tessenderlo Group volledig geconsolideerd in de resultaten.
Picanol Group in 2021:
| Geconsolideerde omzet: | 2.741,7 miljoen EUR |
|---|---|
| Aantal medewerkers: | 7.000 |
Euronext Brussels: PIC
Web: www.picanolgroup.com
De activiteiten van Picanol Group zijn onderverdeeld in vijf bedrijfssegmenten:





Het segment Machines & Technologies omvat de activiteiten Weaving Machines (Picanol), gieterij en mechanische afwerking (Proferro) en ontwikkeling en productie van elektronica (PsiControl).
Het Agro segment combineert onze activiteiten in de productie, trading en marketing van gewasvoedingsstoffen (vloeibare meststoffen en kaliumsulfaatmeststoffen op basis van zwavel) en gewasbeschermingsmiddelen. Het Agro segment omvat de businessunits Crop Vitality™, Tessenderlo Kerley International en NovaSource®.
Onze activiteiten in de verwerking van dierlijke bijproducten zijn samengebracht in het segment Bio-valorization. Dat omvat PB Leiner (de productie, trading en verkoop van gelatine en collageenpeptiden) en Akiolis (ophaling van dierlijke bijproducten, productie en verkoop van eiwitten en vetten).
Het segment Industrial Solutions omvat producten, systemen en oplossingen voor het verwerken en behandelen van water, waaronder flocculatie en neerslag. Het segment Industrial Solutions bestaat uit DYKA Group (met DYKA, JDP en BT Nyloplast), Kuhlmann Europe en moleko™.
Het segment T-Power omvat de activiteiten van Tessenderlo Group met betrekking tot de productie van elektriciteit, door middel van een 425 MW CCGT-centrale (Combined Cycle Gas Turbine) van T-Power.






In september 2021 heeft Proferro zijn nieuwe hoogbouwmagazijn officieel geopend in aanwezigheid van Vlaams minister Hilde Crevits. Het nieuwe hoogbouwmagazijn van maar liefst 32 meter is het nieuwe logistieke kloppende hart van Proferro (segment Machines & Technologies).
De werkzaamheden aan de nieuwe productievestiging in Rasnov (Roemenië) werden eind 2021 afgerond en een deel van de productie werd al in januari 2022 opgestart. De verhuizing van de volledige productie naar de nieuwe vestiging is gepland voor het derde kwartaal van 2022 (segment Machines & Technologies).
In het vierde kwartaal van 2021 lanceerde Picanol zijn klantenplatform PicConnect. Dat is een nieuw, volledig digitaal platform dat een brede waaier aan functies biedt, van industriële IoT tot servicegerelateerde toepassingen. Daarnaast introduceerde Picanol zijn nieuwste generatie lucht- en grijperweefmachines, die de Connect-generatie werden genoemd. Bij deze nieuwe generatie weefmachines staan connectiviteit én een verhoogde beschikbaarheid van data centraal (segment Machines & Technologies).
Eind 2021 kondigde Picanol Group de bouw van een nieuw hoofdkantoor voor het segment Machines & Technologies in zijn thuisbasis te Ieper (België) aan. De start van de bouwwerkzaamheden in Ieper is gepland voor het tweede kwartaal van 2022, en de opening van het nieuwe hoofdkantoor voor 2024.
In maart 2021 kondigde Tessenderlo Kerley International (segment Agro) aan een nieuwe Thio-Sul®-fabriek (ammoniumthiosulfaat) te bouwen in Geleen (Nederland). De fabriek zou vanaf het derde kwartaal van 2023 operationeel moeten zijn.

In het eerste kwartaal van 2021 creëerde Tessenderlo Group een nieuwe groei-eenheid, 'Violleau', om de groei van biologische landbouwoplossingen in Europa te ondersteunen. Vanaf 2022 wordt Violleau opgenomen in het Agro segment.
In augustus 2021 bereikte de groep een akkoord over de verkoop van de MPR- en ECS-activiteiten (segment Industrial Solutions). De verkoop omvat de belangrijkste activa van deze activiteiten.

In het derde kwartaal van 2021 veranderde de businessunit Mining & Industrial zijn naam in moleko (segment Industrial Solutions).
In het vierde kwartaal van 2021 veranderde de businessunit Performance Chemicals zijn naam in Kuhlmann Europe (segment Industrial Solutions). Kuhlmann Europe beëindigde in 2021 zijn exploitatieovereenkomst voor de productie van zwavelderivaten in Tessenderlo, België (Kuhlmann Belgium). De verslechterende marktomstandigheden, de blijvend beperkte beschikbaarheid van grondstoffen, en de gestegen elektriciteitsprijzen maakten de activiteit zwavelderivaten economisch onhaalbaar. In de resultaten voor 2021 heeft Tessenderlo Group herstructureringskosten geboekt overeenkomstig de opzeggingsclausules van de exploitatieovereenkomst, terwijl de jaarlijkse bijdrage van de zwavelderivaten tot de resultaten van de groep niet significant was.
Eind 2021 kondigde Tessenderlo Kerley, Inc. (TKI) aan dat het een nieuwe fabriek gaat bouwen in Defiance, Ohio (VS) om de Eastern Great Lakes regio te bedienen. De nieuwe fabriek zal de toonaangevende vloeibare en op zwavel gebaseerde meststoffen Thio-Sul®, KTS®, K-Row 23®, en sulfietchemicaliën voor de industriële markten produceren. De fabriek zal naar verwachting operationeel zijn in het eerste kwartaal van 2024 (segmenten Agro en Industrial Solutions).


In december 2021 heeft Tessenderlo Group een akkoord bereikt over de overname van de activa van B.V. Fleuren Tankopslag, een tankopslag- en overslagbedrijf voor vloeibare producten in de haven van Cuijk (Nederland). Na de afronding van de overname zullen de activiteiten van Fleuren Tankopslag geïntegreerd worden in de businessunit Tessenderlo Kerley International.
PB Shengda (Zhejiang) Biotechnology Co., Ltd, een 50% joint-venture tussen Tessenderlo Group en Zhejiang Shengda Ocean Co., Ltd., werd in juni 2020 opgericht voor de bouw van een fabriek voor viscollageenpeptiden. Beide partners kwamen in 2021 overeen de joint-venture overeenkomst te beëindigen. Deze stopzetting zal geen materiële impact hebben op de resultaten van de groep. PB Leiner bevestigt echter zijn ambitie om actief te worden op de markt voor viscollageen (segment Bio-valorization).
bepalen wat het eventuele effect op de productie zou zijn, hoewel er geen significante impact wordt verwacht in de eerste helft van 2022. Op dit ogenblik is het ook moeilijk om de gevolgen voor de andere activiteiten van de groep in te schatten.
Geachte aandeelhouders,
Het jaar 2021 was voor onze medewerkers opnieuw een zeer uitdagend jaar, waarin we voor het tweede jaar op rij met de gevolgen van de wereldwijde coronapandemie te kampen hadden. Hoewel de pandemie voor heel wat hinder en onzekerheid zorgde in onze dagelijkse activiteiten – onder meer door de voortdurende strijd om de toeleveringsketen en onze productie overeind te houden – zijn we er samen met onze medewerkers in geslaagd om sterke resultaten neer te zetten in het volatiele jaar 2021.
Picanol Group realiseerde in 2021 een geconsolideerde omzet van 2.741,7 miljoen EUR in vergelijking met 2.188,5 miljoen EUR in 2020, een omzetstijging van +25%. De omzetstijging werd gerealiseerd in elk van de vijf segmenten: Machines & Technologies: +46%, Agro: +29%, Industrial Solutions: +21%, Bio-valorization: +12% en T-Power: +2,4%. De 2021 Adjusted EBITDA bedraagt 430,3 miljoen EUR, in vergelijking met 361,7 miljoen EUR in 2020 (+19%). Picanol Group sloot het boekjaar 2021 af met een nettowinst van 160,7 miljoen EUR in vergelijking met 55,4 miljoen in 2020.
Ondanks de uitdagende omstandigheden in onze verschillende markten, was 2021 opnieuw een jaar waarin we op vele fronten vooruitgang geboekt hebben en verder ingezet hebben op ons robuuste investeringsprogramma. We blijven ons immers ten volle inzetten om onze competentie- en expertisedomeinen te versterken, omdat we echt geloven in de waarde van onze producten voor de toekomst.
In het segment Machines & Technologies heeft Picanol in 2021 een nieuw digitaal platform PicConnect gelanceerd. In een wereld die constant evolueert, en waar 'Industry 4.0' één van de meest invloedrijke evoluties is, worden data steeds belangrijker om machineprestaties en werkprocessen te controleren, te optimaliseren en te beheren. PicConnect is het online cloud-based platform voor alle digitale toepassingen van Picanol, en wordt een belangrijke schakel tussen Picanol en de klant. Daarnaast heeft Picanol in 2021 ook een nieuwe generatie weefmachines aangekondigd, waarbij connectiviteit én een verhoogde beschikbaarheid van data centraal staan. De lucht- en grijperweefmachines van de Connect-generatie bieden niet enkel de juiste data aan de klanten van Picanol, maar met deze nieuwe generatie lanceert Picanol ook tal van nieuwe functionaliteiten.
In 2021 heeft Proferro zijn nieuwe hoogbouwmagazijn in gebruik genomen. Nog in 2021 bouwde PsiControl verder aan een nieuwe productievestiging in Rasnov (Roemenië), die in het voorjaar van 2022 in gebruik genomen zal worden.
Binnen het segment Agro hebben we in 2021 aangekondigd dat Tessenderlo Kerley International een nieuwe Thio-Sul®-fabriek (ammoniumthiosulfaat) gaat bouwen in Geleen (Nederland). Met de tweede Thio-Sul®-fabriek in Europa, die volgens plan vanaf het derde kwartaal van 2023 operationeel zal zijn, breiden we onze lokale aanwezigheid op de markt van vloeibare meststoffen voor precisielandbouw verder uit. Daarnaast blijven we belangrijke Thio-Sul®-investeringen in de Oost-Europese/CIS-regio bestuderen, om de kwaliteits- en productiviteitsverhogingen van de landbouw in die regio te ondersteunen.
In 2021 hebben we ook een akkoord bereikt over de overname van de activa van B.V. Fleuren Tankopslag, een tankopslag- en overslagbedrijf voor vloeibare producten in de haven van Cuijk (Nederland). De overname zal extra opslagruimte bieden voor de vloeibare meststoffen van Tessenderlo Kerley International, waaronder Thio-Sul®, KTS® en APP-meststoffen (ammoniumpolyfosfaat). Bovendien zullen de ligging aan de Maas en de nauwe verbinding met de nieuwe fabriek in Geleen zorgen voor gemakkelijkere en duurzamere verbindingen voor het vervoer van Thio-Sul® via waterwegen naar Nederland, Duitsland en Frankrijk.
In de Verenigde Staten gaat Tessenderlo Kerley, Inc. (TKI) een nieuwe fabriek bouwen in Defiance, Ohio (VS), om de Eastern Great Lakes regio te bedienen. De nieuwe fabriek zal onze toonaangevende vloeibare meststoffen Thio-Sul®, KTS®, K-Row 23®, en sulfietchemicaliën voor de industriële markten produceren. De fabriek zal naar verwachting operationeel zijn in het eerste kwartaal van 2024. Dit strategisch project combineert niet alleen uitmuntendheid in procestechnologie, maar diversifieert ook onze lokale marktpositie en versterkt onze duurzaamheidsdoelstellingen door ons dichter bij onze klanten te brengen.
Nog in 2021 hebben we een nieuwe groei-eenheid 'Violleau' opgericht om de groei van biologische landbouwoplossingen in Europa te ondersteunen. Deze groei-unit maakt vanaf 2022 deel uit van het Agro segment.
Naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van de eerste veiling van het capaciteitsremuneratiemechanisme (CRM) voor het leveringsjaar 2025-2026 door Netbeheerder Elia in het vierde kwartaal van 2021, was Tessenderlo Group niet geselecteerd voor de bouw van zijn 900 MW gascentrale. In oktober 2021 was de groep reeds op de hoogte gebracht dat ze geen vergunning kreeg voor de bouw van deze centrale. Begin maart 2022 heeft Tessenderlo Group opnieuw een vergunningsaanvraag ingediend bij het Vlaamse Gewest voor de bouw van een nieuwe stoom- en gasturbinecentrale (STEG) van 900 MW in Tessenderlo (België). Met het oog op toekomstige veilingen heeft Tessenderlo Group zijn eerder ingediende project bijgestuurd om zo tegemoet te komen aan de argumenten die aangehaald werden om de vorige vergunningsaanvraag te weigeren.
Met het oog op de toekomst van onze groep zijn we ook in 2021 fors blijven investeren in de verdere ontwikkeling van de talenten van onze medewerkers. Kwaliteitsvolle opleidingen en professionele ontwikkeling zijn een must als we de groep een duurzame toekomst willen garanderen in een omgeving en een arbeidsmarkt die steeds uitdagender worden.
Ook in 2021 bleef Picanol Group zich richten op de automatisering en robotisering van onze productievestigingen, productontwikkeling, duurzaamheid in alle activiteiten, de digitalisering van onze processen, het verhogen van de logistieke efficiëntie, het debottlenecken van fabrieken, het implementeren van gecoördineerde inkoop- en sourcingactiviteiten, winstgevende groei én verbeterde klantgerichtheid om de markten waarin we actief zijn beter te kunnen bedienen. Al deze initiatieven, gecombineerd met een constante focus op operationele uitmuntendheid, zullen ons in staat stellen een solide basis te leggen voor de toekomstige ontwikkeling van Picanol Group.
Eind 2021 hebben we onze plannen bekendgemaakt om een nieuw hoofdkantoor voor het segment Machines & Technologies in onze thuisbasis te Ieper te bouwen, waarmee we zorgen voor een duurzame verankering van de groep in Ieper. Het nieuwe hoofdkantoor zou volgens planning in 2024 in gebruik genomen worden.
De raad van bestuur zal op 16 mei 2022 op de algemene vergadering van aandeelhouders voorstellen om een dividend van 0,2 EUR uit te keren over het financiële jaar 2021.
De volgende stellingen zijn toekomstgerichte verklaringen. De werkelijke resultaten kunnen aanzienlijk verschillen.
De groep verwacht een verdere hoge mate van onzekerheid in 2022, als gevolg van het huidige conflict in Oost-Europa, de aanhoudende moeilijke omstandigheden in de toeleveringsketen, en andere uitdagingen in het kader van de coronapandemie. De groep wordt geconfronteerd met hogere logistieke, energie- en grondstofkosten, waardoor onze verkoopmarge in de komende maanden onder druk zou kunnen komen te staan. Gebaseerd op de huidige beschikbare informatie, verwacht de groep dat de Adjusted EBITDA van 2022 lager zal liggen dan die van 2021. Deze vooruitzichten houden echter geen rekening met het risico van een verdere verslechtering van de economische en financiële marktomstandigheden.
Namens de raad van bestuur willen we iedereen bedanken die bijgedragen heeft aan het succes van Picanol Group in het voorbije jaar: onze medewerkers voor hun inzet en toewijding, en onze aandeelhouders, klanten en businesspartners voor hun vertrouwen in onze groep.
Met vriendelijke groeten,
| Luc Tack | Stefaan Haspeslagh |
|---|---|
| CEO | Voorzitter van de raad van bestuur |
Noot: Voor enkele toelichtingen over de enkelvoudige jaarrekening van Picanol nv verwijzen we naar pagina 123 van dit jaarverslag.
Het segment Machines & Technologies van Picanol Group omvat de ontwikkeling, productie en verkoop van hoogtechnologische weefmachines (Picanol), de gieterij en mechanische afwerking (Proferro) en de elektronicaontwikkeling en -productie (PsiControl).
| KERNCIJFERS | Aandeel Adjusted EBITDA | Personeelsbezetting (FTE) | |
|---|---|---|---|
| PsiControl: ▪ Custom-made controllers voor middelgrote reeksen en expertise in Electronic Manufacturing Services (EMS). |
|||
| Proferro: ▪ De 3-pijlerstrategie gieten-afwerken-montage. |
|||
| STRATEGISCHE FOCUS | Picanol: ▪ Het productbereik van de weefmachines verder uitbreiden en toepassingen voor nieuwe marktsegmenten aanbieden. ▪ Het verder versterken van de (weef)performantie, de kwaliteit van de producten en services, en de kostenconcurrentiekracht van de klant door het aanbieden van duurzame oplossingen. |
||
| BUSINESS DRIVERS | ▪ De stijgende vraag naar textiel door wereldwijde groei middenklasse. ▪ De stijgende vraag naar complexe gietijzeren onderdelen. ▪ De stijgende vraag naar elektronica door digitalisering van machines en processen. ▪ Ontwikkeling van technologie en big data. |
||
| ACTIVITEITENGEBIED ▪ | Ontwikkeling, productie, verkoop en service van hoogtechnologische weefmachines (Picanol), gieterij en mechanische afwerking (Proferro) en elektronica-ontwikkeling en -productie (PsiControl). |
||
| KERNMARKTEN | Machines en technologie | ||
| PRODUCTIELOCATIES | België (1), Roemenië (1) en China (1). Verkoopkantoren voor weefmachines, wisselstukken en diensten na verkoop in Brazilië, China, India, Indonesië, Mexico, Turkije en de VS. |



Picanol (www.picanol.be) ontwikkelt, produceert en verkoopt hoogtechnologische weefmachines waarbij de insertie gebeurt op basis van lucht- (airjet) of grijpertechnologie (rapier). Picanol levert weefmachines aan weverijen wereldwijd in meer dan 100 landen, en biedt zijn klanten ook producten en diensten aan zoals weefkaders, opleidingen, upgradekits en wisselstukken. Picanol vervult al meer dan 85 jaar een internationale pioniersrol en behoort tot de wereldtop van weefmachineproducenten.
Picanol levert weefmachines voor algemene textieltoepassingen zoals denim (jeans), hemdenstof, badstof, of huishoud- & interieurtextiel. Daarnaast levert Picanol ook weefmachines voor nichetoepassingen in o.a. technisch textiel zoals airbags, medisch textiel, parachutes en tire cord.
Naast de hoofdzetel in België (Ieper) beschikt Picanol over een productiefaciliteit in China (Picanol (SIP) Textile Machinery), gekoppeld aan een eigen wereldwijd diensten- en verkoopnetwerk. De baseline 'Let's grow together' van Picanol verwijst naar de doorgedreven klantgerichtheid, de focus op maximale performantie en de continue innovatie van de machines en onderdelen.
In navolging van een sterk vierde kwartaal in 2020 kende Picanol een sterke start in 2021. In combinatie met een algemene heropleving van de markt groeide het orderboek bijzonder snel. Ondanks diverse verhogingen van de productiecapaciteit bleven de levertermijnen verder oplopen, enerzijds door groeiende problemen in de wereldwijde logistieke aanvoerketen (tekort aan grondstoffen en componenten gecombineerd met congestie van het internationaal goederenvervoer), en anderzijds door een krapte op de regionale arbeidsmarkt.
Als gevolg van het effect van de COVID-19 pandemie werd Picanol evenwel geconfronteerd met de wereldwijde verstoring van de aanvoerketens, wat heeft geleid tot grote tekorten aan grondstoffen en componenten en een sterke stijging van de kosten (onder meer transport).
De meeste textielmachinebeurzen waarop Picanol in 2021 fysiek aanwezig zou zijn, werden geannuleerd of uitgesteld. Van alle grotere beurzen vond enkel ITMA Asia + CITME plaats, waar Picanol twee nieuwe grijpermachines in première heeft voorgesteld: de GTMax-i 3.0S en GTMax-S. Verder was Picanol in 2021 ook aanwezig op Techtextil North America in de Verenigde Staten, op Stitch & Tex Expo in Egypte en op GTex Textile Machinery Expo in Pakistan. De aanwezigheid van onze eigen lokale teams in de belangrijke textiellanden maakte het bovendien mogelijk, ondanks de reisbeperkingen, dicht bij de klant te blijven op verkoop- én servicevlak.
In een wereld die constant evolueert, en waar 'Industry 4.0' één van de meest invloedrijke evoluties is, worden data steeds belangrijker om machineprestaties en werkprocessen te controleren, te optimaliseren en te beheren. Picanol wil ook op dat gebied de norm blijven, en heeft daarom in 2021 een nieuw digitaal platform PicConnect gelanceerd. PicConnect is het online cloud-based platform voor alle digitale toepassingen van Picanol, en wordt een belangrijke schakel tussen Picanol en de klant.
Daarnaast heeft Picanol eind oktober ook een nieuwe generatie weefmachines aangekondigd, waarbij connectiviteit én een verhoogde beschikbaarheid van data centraal staan. De lucht- en grijperweefmachines van de Connect-generatie bieden niet enkel de juiste data aan de klanten van Picanol, maar met deze nieuwe generatie lanceert Picanol ook tal van nieuwe functionaliteiten. Zowel PicConnect als de nieuwe generatie Connect-machines werden tijdens virtuele lanceringsshows voorgesteld.
Het bewust met energie omspringen maakt onlosmakelijk deel uit van ons productontwerp en onze productontwikkeling. 'Smart performance' combineert energie-efficiëntie en duurzaamheid met het maximaliseren van output-performantie. We vertrekken van een duurzaam ontwerp en streven ernaar een duurzaam product af te leveren. Door continu te focussen op de vermindering van elektriciteit en luchtverbruik, door de introductie van PicConnect en andere systemen op de machines dragen we bij tot het verminderen van de productie van textiel van tweede keuze. Dat alles zorgt ervoor dat er kwaliteitsproducten geproduceerd worden met een kleinere ecologische voetafdruk – 'Sustainability inside' in de praktijk omgezet.
Picanol investeerde in 2021 ook verder in de vernieuwing en modernisering van zijn productievestigingen, en bleef in de vestiging in Ieper verder inzetten op de weg naar het (maak)bedrijf van én voor de toekomst. In combinatie met verdere productiviteits- en kwaliteitsverbeteringen wil het in Ieper zo zijn concurrentiepositie verbeteren en de klanten een betere concurrentiepositie bieden.
Picanol houdt voor de eerste jaarhelft van 2022 rekening met een orderboek op het niveau van 2021, met uitzondering voor de weefmachines geproduceerd in China. Daar lijkt de duidelijke vertraging in het orderboek van eind 2021 zich ook in de eerste maanden van 2022 door te zetten.
In 2022 zal Picanol zijn technologisch leiderschap verder uitbouwen door het productbereik van zijn weefmachines verder uit te breiden en toepassingen voor nieuwe marktsegmenten aan te bieden. De belangrijkste uitdaging daarbij blijft het verder versterken van de (weef)performantie, de kwaliteit van de producten en services, en de kostenconcurrentiekracht van de klant – dat alles op een zo duurzaam mogelijke manier. Tegelijk worden eerder opgestarte initiatieven rond connectiviteit en digitalisering onverminderd voortgezet. Deze evoluties werden vastgelegd in onze 4 ontwikkelingsprincipes: Smart Performance, Sustainability Inside, Driven by Data en Intuitive Control.
Er staan ook 3 belangrijke beursdeelnames op het programma, met name ITM (Istanbul, 14-18 juni 2022), ITMA Asia + CITME (Shanghai, 20-24 november 2022) en ITME (New Delhi, 8-13 december 2022), met daarnaast nog een aantal kleinere lokale of segmentgebonden beurzen.
Op het vlak van productontwikkeling, sourcing en assemblage zal Picanol zijn inspanningen opdrijven om zowel de productiviteit als de procesefficiëntie verder te verbeteren, waarbij de korte termijn focus vooral ligt op het vrijwaren van de logistieke aanvoerketen, zowel naar logistiek als naar kostenbeheersing toe, en het verder opdrijven van de productiecapaciteit om aan de marktvraag te voldoen.

Proferro (www.proferro.be) omvat alle gieterij- en mechanische afwerkingsactiviteiten van Picanol Group. Proferro biedt engineered casting solutions aan voor middelgrote series (500 tot 20.000 stuks) in een partnership op langere termijn. Proferro produceert onderdelen in lamellair en nodulair gietijzer van 20 tot 500 kg, in kastafmetingen van 1600x1200x(2x400). Inzake mechanische afwerking heeft de groep verschillende competenties in huis voor de productie van zowel prototypes als seriewerk, in heel diverse technologieën zoals CNC-verspanen, vertanden, slijpen en thermische behandeling.
Proferro levert wereldwijd aan original equipment manufacturers in verschillende marktsegmenten zoals landbouwmachines, grondverzetmachines, compressoren, textielmachines en algemene machinebouw. Door het combineren van zowel gietwerk, mechanische afwerking, montage als co-design kan Proferro succesvol inspelen op de stijgende vraag naar grotere, technisch moeilijkere en kernintensieve stukken.
De economische conjunctuur in de meeste marktsegmenten zoals compressoren, agro, … zorgde ervoor dat Proferro een sterk jaar kende, zowel door de hoge vraag vanuit Picanol als bij externe klanten. Ook Proferro ontsnapte in 2021 echter niet aan de sterk stijgende grondstoffen- en energieprijzen. Er werd gefocust op hoge productieoutput met aandacht voor de veiligheid en de gezondheid van onze medewerkers.
In 2021 heeft Proferro zijn nieuwe hoogbouwmagazijn officieel geopend in aanwezigheid van Vlaams minister Hilde Crevits. Het nieuwe hoogbouwmagazijn van maar liefst 32 meter is het nieuwe logistieke kloppende hart van Proferro. Daarnaast investeerde Proferro in 2021 in onder meer een nieuwe inductiehardingsmachine en verschillende afwerkingsmachines.
In de eerste helft van 2021 realiseerde Proferro een nieuwe mijlpaal met de productie van zijn 1.000.000ste gegoten vormkast op de HWS-lijn. In de tweede jaarhelft lanceerde Proferro een nieuw logo en nieuwe visuele identiteit, waarmee het zijn hoogtechnologische en innovatieve karakter extra in de verf zet.
Proferro houdt voor 2022 rekening met een zeer sterke vraag in de verschillende marktsegmenten, zowel voor de weefmachines als voor externe klanten. De sterke materiaalprijzen gecombineerd met de beschikbaarheid vormen een uitdaging. Proferro blijft investeren onder meer in extra koelhuiscapaciteit, in een ontbraamrobot en nieuwe draaibank. Daarnaast zullen in navolging van het volautomatische hoogbouwmagazijn de eerste AGV's in productie worden genomen.

Met vestigingen in Ieper (België) en Rasnov (Roemenië) legt PsiControl (www.psicontrol.com) zich toe op het ontwerp, de ontwikkeling, de productie en de ondersteuning van custom-made controllers. PsiControl biedt oplossingen op maat, opgebouwd rond real-time controllers. Via eigen platformen wordt de ontwikkelingstijd verkort en worden performante, prijsgunstige oplossingen mogelijk.
PsiControl beschikt hiervoor over onderzoeks-, ontwikkelings- en prototypingafdelingen in Ieper en aankoop-, productie- en serviceactiviteiten in Ieper en Rasnov. PsiControl richt zich voornamelijk naar industriële afnemers, waarbij betrouwbaarheid cruciaal is. Zo is het vandaag toeleverancier in diverse sectoren zoals textielmachines, compressoren, HVAC en fleet management.
PsiControl kende een goed jaar met een sterk orderboek, waarbij het verder kon inzetten op zijn custommade controllers voor middelgrote tot grote reeksen en op zijn expertise in Electronic Manufacturing Services (EMS). Tegelijk werd PsiControl geconfronteerd met de wereldwijde schaarste in de toevoer van elektronicacomponenten, wat voor grote uitdagingen zorgde. Technologisch focuste PsiControl in 2021 voornamelijk op HMI, touch-systemen en connectiviteit.
Eind augustus 2021 heeft PsiControl deelgenomen aan Caravan Salon in Düsseldorf, het grootste internationale evenement voor caravans en camping. De serieuze opmars van de caravansector brengt een grotere vraag naar connectiviteit en gebruiksvriendelijke touch-bedieningen met zich mee, en dat biedt heel wat mogelijkheden voor PsiControl.
Nog in 2021 bouwde PsiControl verder aan een nieuwe productievestiging in Rasnov (Roemenië). De nieuwe fabriek is 10.000 m2 groot en zal in het voorjaar van 2022 in gebruik genomen worden.
De vooruitzichten voor PsiControl zijn positief. De aanhoudende schaarste in de toevoer van elektronicaproducten zal verder de nodige uitdagingen met zich meebrengen. De nieuwe productievestiging in Roemenië wordt in de eerste jaarhelft van 2022 gefaseerd in gebruik genomen. Daarmee wordt de basis gelegd voor verdere groeimogelijkheden.
Ons Agro segment combineert de activiteiten van Tessenderlo Group in de productie, trading en marketing van gewasvoedingsstoffen (vloeibare meststoffen en kaliumsulfaatmeststoffen op basis van zwavel) en gewasbeschermingsmiddelen. Binnen dit segment hebben we drie businessunits: Crop Vitality, NovaSource (beide onderdeel van Tessenderlo Kerley, Inc.) en Tessenderlo Kerley International.
| PRODUCTIELOCATIES | Crop Vitality NovaSource: 13 fabrieken en 1 in gepland voor constructie, en meer dan 100 terminals (VS). Tessenderlo Kerley International: fabrieken in België (1), Frankrijk (1) en Turkije (1), en 1 in gepland voor constructie (Nederland) en 10 terminals in Europa en Mexico. |
|
|---|---|---|
| KERNMARKTEN | Landbouw | |
| ACTIVITEITENGEBIED | Gespecialiseerde vloeibare, vaste en oplosbare meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen met toegevoegde waarde en focus op precisietoepassingen in de landbouw. |
|
| BUSINESS DRIVERS | ▪ Groeiende bevolking. ▪ Groeiende vraag naar kwaliteitsvolle meststoffen voor moderne en duurzame precisielandbouw en gewasbeschermingsmiddelen. ▪ Ondersteuning van efficiënt waterbeheer. |
|
| STRATEGISCHE FOCUS | Crop Vitality Tessenderlo Kerley International: ▪ Consolidatie van onze positie als wereldleider op het gebied van bepaalde gespecialiseerde vloeibare en oplosbare SOP-meststoffen, met verdere uitbreiding naar belangrijke doelmarkten in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, het Midden-Oosten en Australië. ▪ Uitbreiding van de productportefeuille en toepassingen ter versterking van onze positie in gespecialiseerde nichemarkten. ▪ Duurzame biologische landbouwoplossingen ontwikkelen en aanbieden. ▪ Uitbouw van een wereldwijd netwerk van technische experts en opslagcapaciteit. ▪ Focus op uitbreiding van ons marktaandeel door continue voorlichting in de hele waardeketen met het oog op duurzame verhoging van de voedselproductie. ▪ Continue verbetering van de kostenefficiëntie van onze productieprocessen en ondersteunende afdelingen, samen met optimalisatie van de klantgerichte bevoorradingsketen. ▪ Het optimaliseren van onze energievoetafdruk. |
|
| NovaSource: ▪ Uitbreiding van de productportfolio door acquisities. ▪ Behoud van productregistraties evenals het registreren en verhandelen van onze huidige en verworven producten in bijkomende landen. ▪ Identificatie, ontwikkeling, registratie en marketing van nieuw gebruik van huidige en verworven producten. |
||
| KERNCIJFERS | Aandeel Adjusted EBITDA 34,3% |
Personeelsbezetting (FTE) 864 |

Crop Vitality (www.cropvitality.com) levert gewasvoedingsproducten van wereldklasse en is wereldleider in de productie van op zwavel gebaseerde gewasvoedingsproducten die in de landbouw worden gebruikt. Crop Vitality biedt een gevarieerde reeks van producten aan die van vitaal belang zijn voor de gezondheid van gewassen, waaronder Thio-Sul®, KTS®, K-Row 23®, CaTs®, GranuPotasse® en SoluPotasse®. Ons ervaren team van agronomische experts en ons uitgebreid netwerk van productie- en distributiefaciliteiten maken ons tot een geprefereerde partner op de Amerikaanse en Canadese markten. Crop Vitality wordt geëxploiteerd door Tessenderlo Kerley, Inc.
Het productassortiment van Crop Vitality illustreert hoe we de gezondheid van gewassen helpen voeden door de essentiële voedingsstoffen te leveren die planten nodig hebben. 'Nurturing Crop Life' is niet alleen onze slogan, het omvat ook onze passie om vitale elementen te leveren voor een optimale gezondheid van plant en bodem. Onze producten vertegenwoordigen onze kerncompetentie: zwavel. Deze vitale voedingsstof benadrukt onze inzet voor het handhaven van duurzame landbouwpraktijken waarbij gebruik wordt gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde beheersplannen, zoals 4R Nutrient Stewardship, om de impact op het milieu te minimaliseren. Onze prioriteit is om voortdurend te verbeteren met als doel hoogkwalitatieve, milieuvriendelijke en duurzame producten aan te bieden. Ons Crop Vitality Learning Center (Dinuba, Californië (VS)) verricht belangrijk onderzoek op het gebied van gewasvoeding, en ontwikkelt en test producten om een optimale plantengezondheid te garanderen. Deze activiteiten verschaffen waardevolle inzichten en middelen aan gewastelers.
2021 was een jaar vol kansen en uitdagingen. De vraag naar landbouwproducten en -inputs toonde een ongelooflijke veerkracht. In de hele sector werden we geconfronteerd met beperkingen in de bevoorradingsketen en we slaagden erin deze uitdagingen met succes te doorstaan. Bovendien verstoorden winterstormen de logistieke netwerken, terwijl pieken in het aantal COVID-19 gevallen, droogte en onzekerheid allemaal hun weerslag hadden op de industrie. Maar dankzij de toewijding en het doorzettingsvermogen van onze mensen, in combinatie met onze robuuste toeleveringsketen van begin tot eind, konden we sterke resultaten neerzetten.
Het doel van de landbouw – de wereld voeden – en het belang van voedselzekerheid zijn duidelijker dan ooit. Als we naar 2022 kijken, zijn de vooruitzichten voor onze activiteiten gunstig, ondanks de beperkingen in de toeleveringsketen en de stijgende prijzen van gewassen. De wereldvoedselprijzen blijven stijgen, net als de vraag naar meststoffen. Onze kwaliteits-voedingsproducten voor gewassen hebben er onontbeerlijk toe bijgedragen dat telers de gezondheid van hun gewassen kunnen optimaliseren en kwaliteitsoogsten kunnen blijven leveren. We zullen blijven investeren in onze mensen en in onze strategische infrastructuur om de behoeften van onze klanten in de teelt van gewassen te ondersteunen.

Tessenderlo Kerley International (www.tessenderlokerley.com) levert vloeibare, oplosbare en vaste plantenvoeding met toegevoegde waarde om telers te helpen een efficiënte en duurzame landbouw te realiseren. Ons internationale team van agronomen en commerciële adviseurs wordt gekenmerkt door een dicht lokaal netwerk, een sterke klantgerichtheid en een uitstekend track record dankzij 100 jaar deskundigheid (in vaste en oplosbare op kalium gebaseerde meststoffen) bij Tessenderlo en 70 jaar expertise (in vloeibare meststoffen) bij Kerley. Onze toewijding om landbouwers de precieze hulpmiddelen te geven die ze nodig hebben om hun gewassen te optimaliseren, staat centraal in alles wat we doen. Ons portfolio bestaat uit erkende meststoffenspecialiteiten zoals SoluPotasse®, Thio-Sul®, KTS®, CaTs®, enz. en we investeren voortdurend in deze producten op vlak van innovatie, productontwikkeling en ondersteuning. Zo kunnen we garanderen dat al onze tussenkomsten – of het nu gaat om onze producten, onze experts of onze adviseurs – een maximaal rendement opleveren, namelijk een betere opbrengst voor de gewassen, meer controle voor de landbouwers en een gezondere planeet voor iedereen.
In de loop van 2021 zette Tessenderlo Kerley International de uitvoering van zijn langetermijnstrategie voort en boekten we vooruitgang bij het stimuleren van de omzetgroei, terwijl we tegelijk onze groeifundamenten versterkten. Het aanwerven van commercieel en agronomisch talent op nieuwe markten, het uitvoeren van een scala aan testen, het ontwikkelen van nieuwe klantentoepassingen, het uitbreiden en upgraden van onze bestaande productiefaciliteiten, en het opzetten van nieuwe bevoorradingsketens zijn maar enkele voorbeelden van hoe we deze groeifundamenten verstevigen.
Bovendien startten we het vergunnings- en engineeringproces voor de nieuwe Thio-Sul® productie-eenheid in Geleen (Nederland) en bereikten we een akkoord voor de overname van de activa van B.V. Fleuren Tankopslag, gevestigd in de haven van Cuijk (Nederland).
Voor de productfamilie kaliumsulfaat (SOP) was de markt in 2021 een uitdaging als gevolg van de vele wrijvingen aan de aanbod- en logistieke kant, waaronder krapte en prijsstijgingen van belangrijke grondstoffen en beperkingen in de beschikbaarheid van containers. Toch herbevestigden we onze leidende positie in het segment van de in wateroplosbare SOP's van hoge kwaliteit met ons paradepaard SoluPotasse®. We blijven vooruitgang boeken met het oog op een nog verdere versterking van onze marktpositie op lange termijn, d.w.z. dat we ons concentreren op producten en diensten van hoge kwaliteit die goed bekend staan in termen van wereldwijd marktbereik en onze sterke plaatselijke verbondenheid met de verschillende belanghebbenden in de toeleveringsketen. 2021 was ook het eerste jaar van samenwerking in het kader van ons langdurige partnerschap met Kemira, waarbij Kemira premium SOPmeststoffen produceert in zijn fabriek in Helsingborg (Zweden) en Tessenderlo Kerley International deze producten op de markt brengt.
In 2022 zal Tessenderlo Kerley International zijn strategie van winstgevende groei verder uitvoeren, met onder meer de uitbreiding van het team in de markt, de versterking van de go-to-market kanalen, de uitbouw van agronomische knowhow, en het stimuleren van uitmuntendheid in de hele waardeketen. Aangezien het waardevoorstel van de vloeibare meststoffen steeds meer erkend en gevaloriseerd wordt door de klanten in de regio's waar we nu actief zijn, zullen ook bijkomende prioritaire markten ontwikkeld worden.
Zodra we de nodige vergunningen en goedkeuringen hebben gekregen, beginnen we met de bouw van de Thio-Sul® fabriek in Geleen (Nederland). De fabriek zal volgens de huidige planning in het derde kwartaal van 2023 de productie starten. De overname van B.V. Fleuren Tankopslag zal naar verwachting in het in het tweede kwartaal van 2022 worden afgerond. Tessenderlo Kerley International blijft ook belangrijke Thio-Sul® investeringen in de Oost-Europese/CIS regio bestuderen, met de bedoeling de kwalitatieve en productiviteitsstijging van de landbouwproductie in die regio te ondersteunen.
Wat de SOP-producten betreft, blijven we onze wereldwijd leidende positie in wateroplosbare meststoffen versterken met ons premium merk SoluPotasse®. Bovendien hebben we het nieuwe premium merk SoluKem® aan ons portfolio toegevoegd, dat zich toelegt op de verkoop van wateroplosbare meststoffen uit Kemira's productie-eenheid in Helsingborg (Zweden).
Hoewel de vooruitzichten op lange termijn duidelijk wijzen op groei, hebben we de afgelopen jaren geconstateerd dat er kortetermijnschommelingen in de agromarkt kunnen optreden. We zijn ons er echter van bewust dat de resultaten uiteindelijk zullen afhangen van de evolutie van de agromarkt. We hebben een duidelijke strategie om een voortrekkersrol te blijven vervullen op de markten voor gespecialiseerde SOP en vloeibare meststoffen (op basis van zwavel). We zullen consequent producten van hoge kwaliteit blijven leveren, onze focus op klantenservice verbeteren en de aanzienlijke ervaring van de groep in deze sectoren aanwenden.

NovaSource (www.novasource.com) levert een portfolio van nichegewasbeschermingsmiddelen aan landbouwklanten over de hele wereld. NovaSource richt zich op gespecialiseerde gewassen en brengt waarde op de markt met actieve ingrediënten waarvan bewezen is dat ze de opbrengst en kwaliteit van gewassen verhogen. Het team deelt meer dan 100 jaar kennis op het gebied van hittestress, insecticiden, herbiciden, fungiciden en bodemverbeteringsmiddelen met de wereldwijde landbouwgemeenschap. Deze hoogopgeleide en ervaren groep is in specifieke regio's gepositioneerd om telers te voorzien van deskundige begeleiding en productkennis die specifiek is voor hun locatie. Met een gevarieerde reeks superieure gewasbeschermingsmiddelen beschermt NovaSource de gewassen van telers tegen een verscheidenheid aan schadelijke onkruiden, insecten, ziekten en zonneschade, waardoor de opbrengsten, winstgevendheid en voorspelbaarheid worden verhoogd. NovaSource wordt geëxploiteerd door Tessenderlo Kerley, Inc.
2021 was een uitdagend jaar voor de gewasbeschermingsindustrie door de aanhoudende COVID-19 pandemie, transportproblemen, grondstoffentekorten, weersomstandigheden, arbeidsproblemen, enz. die resulteerden in een steeds meer concurrerende markt. NovaSource was in staat bijna al deze uitdagingen met succes te overwinnen door vooruit te plannen met de toeleveringsketen, het transport te beheren, en een superieure klantenservice te bieden. Deze uitdagingen brachten ons ertoe diepere relaties met onze klanten op te bouwen en gaven ons een beter inzicht in hun veranderende behoeften.
NovaSource blijft zich richten op de uitbreiding van labeltoepassingen van het bestaande portfolio, de uitbreiding van producten naar verschillende geografische regio's, groei door overnames en de ontwikkeling van biologische producten. We werken mee aan verschillende research trials, waarbij we variabelen van producten en toepassingen testen die aan de behoeften van klanten in belangrijke groeimarkten zullen voldoen en die zullen overtreffen. Daarnaast zal NovaSource zich blijven inzetten voor de verdere verbetering van het rentmeesterschap en het juiste gebruik van zijn producten, het vergroten van de kennis in de sector over het gebruik van pesticiden om de opbrengst te maximaliseren, en het ondersteunen van landbehoud.
Ons segment Bio-valorization, dat alle activiteiten van Tessenderlo Group op het vlak van de verwerking van dierlijke bijproducten omvat, bestaat uit PB Leiner (productie, trading en verkoop van gelatine en collageenpeptiden) en Akiolis (rendering, productie, trading en verkoop van proteïnen en vetten).
| PRODUCTIELOCATIES | PB Leiner: 3 fabrieken in Europa (België, Duitsland, VK), 1 in China en 3 in Noord- en Zuid-Amerika (VS, Argentinië, Brazilië). Akiolis (Frankrijk): 3 fabrieken, 28 inzamelingscentra (C1/C2-categorieën), 8 fabrieken, 20 inzamelingscentra (C3 categorie & voedselkwaliteit) en 1 fabriek (organische meststoffen, Violleau). |
||
|---|---|---|---|
| KERNMARKTEN | Voedingsmiddelen, farmaceutica, health & nutrition, huisdiervoer, landbouw, visvoeders, veevoeders, energie, biodiesel, oliën en vetten en sanitaire voorzieningen. |
||
| ACTIVITEITENGEBIED | Biomaterialen, landbouw | ||
| BUSINESS DRIVERS | ▪ Groeiende vraag naar bio-gebaseerde voedingsmiddelen, health & nutrition, bemesting, energie en farmaceutische en technische toepassingen. ▪ Hogere levensstandaard resulteert in hogere vraag naar proteïnen. ▪ Grotere behoefte aan hygiënische procedures ter bescherming van de voedselketen en de gezondheid van dieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie. |
milieuvriendelijke dierenvoeding, |
|
| STRATEGISCHE FOCUS | PB Leiner: ▪ Opbrengst uit huidige middelen optimaliseren. ▪ Focus op klantrelaties en productontwikkeling. ▪ Intense focus op excellente productie en betere valorisatie van toegang tot grondstoffen. ▪ Meer focus op health & nutrition (collageenpeptiden) en farmaceutica. ▪ Valorisatie van vetten. |
||
| Akiolis: ▪ Valorisatie van eindproducten op de markten voor biologische bemesting, huisdiervoer en aquacultuur verbeteren. ▪ Valorisatie van vetten. ▪ Onze positie in onze kernactiviteiten in upstream-markten verstevigen door langetermijn- en hoogwaardige contracten af te sluiten. ▪ Focus op klantrelaties en productontwikkeling. ▪ Efficiëntie verhogen in bestaande fabrieken en logistiek. ▪ Focus op hygiënische dienstverlening aan fokkers, en op kwaliteitscontrole voor slachthuizen en slagers. |
|||
| KERNCIJFERS | Aandeel Adjusted EBITDA 18,2% |
Personeelsbezetting (FTE) 2.107 |

PB Leiner (www.pbleiner.com) levert een compleet assortiment hoogwaardige gelatine en collageenpeptiden, aangepast aan de specifieke toepassingen van onze klanten. PB Leiner is wereldwijd één van de top 3-spelers in de sector. Het gelatineproces omvat de (voor)behandeling van grondstoffen, de extractie van collageen en de zuivering van gelatine. Het volledige productieproces kan tot zes maanden duren, naargelang de specifieke eigenschappen van de gelatine. Bepaalde fracties van de gelatine worden verder verwerkt tot collageenpeptiden voor gezondheids- en voedingsapplicaties. Gelatine wordt in verschillende markten gebruikt, zoals voedingsmiddelen, farmaceutica en fotografie. Bij de meeste toepassingen wordt gelatine slechts in kleine hoeveelheden aan het eindproduct toegevoegd, als functioneel ingrediënt met superieure eigenschappen. PB Leiner produceert collageen en gelatine op basis van varkenshuiden en rundsbeenderen en -huiden. Grondstoffen worden voornamelijk regionaal ingekocht en concurrentie op deze grondstoffenmarkt is niet beperkt tot andere gelatineproducenten, maar omvat ook andere eindproducten zoals het directe gebruik voor menselijke consumptie, dierenvoeding en lederwaren. De schommelingen in vraag en aanbod van grondstoffen hebben een grote impact op de prijs en beschikbaarheid van gelatine. Een voldoende hoeveelheid grondstoffen veiligstellen is dan ook van essentieel belang voor de activiteiten.
Na een daling van de vraag in de tweede helft van 2020 als gevolg van de COVID-19 pandemie, herstelde de wereldmarkt voor gelatine en collageen zich veel sneller dan verwacht in 2021. Tegelijk werd het vervoer over zee en over land schaarser, en een verminderde vraag naar vlees beïnvloedde de beschikbaarheid van grondstoffen. Niettemin haalde ons operationele team alles uit de kast om zo adequaat mogelijk aan de vraag van de klanten te voldoen. De dramatische kostenstijgingen van energie, vervoer en grondstoffen hadden een aanzienlijke invloed op de contributiemarge van onze activiteiten. Ondanks de woelige tijden zetten we de uitvoering van onze strategie in 2021 voort door de nadruk te leggen op Sales Excellence (dat hield in dat we de samenwerking met onze belangrijkste klanten op het gebied van bevoorradingsoptimalisatie en productontwikkeling verder versterkten) en Operational Excellence (door het debottlenecken van fabrieken, het verbeteren van kwaliteitssystemen, het optimaliseren van processen, en het stimuleren van een cultuur van betrokkenheid van de werknemers).
In 2022 zal PB Leiner nauwe relaties met onze klanten blijven ontwikkelen en specialiteiten blijven creëren om tegemoet te komen aan de eisen en uitdagingen van de voedings-, farmaceutische en gezondheids- & voedingssector. Verder zullen we onze klanten kwaliteit en leverbetrouwbaarheid blijven garanderen, en we zullen blijven investeren in de modernisering van al onze fabrieken. Intussen zullen een aantal debottlenecking projecten, die door de pandemie enige vertraging opliepen, in 2022 uitgevoerd worden. Variabele kosten zoals grondstoffen, energie en transport zullen we nauwlettend in het oog houden.
De vooruitzichten op lange termijn voor de markten voor gelatine en collageen blijven positief om verschillende redenen: de groeiende middenklasse, de verhoogde consumptie van geneesmiddelen in ontwikkelingslanden, en een groter bewustzijn van gezondheid en voedingsgewoonten op alle markten. De grondstoffenvoorziening blijft een factor van potentiële instabiliteit, onder meer door de ontwikkeling van de Afrikaanse varkenspest.

Akiolis (www.akiolis.com) is gespecialiseerd in renderingactiviteiten en de transformatie van dierlijke bijproducten tot hoogwaardige proteïnen en vetten. Dankzij onze relaties met partners (uit de veeteelt, vleessector, slagerijen en detailhandelaren) hebben we toegang tot een uitgebreid arsenaal aan dierlijk materiaal. Onze industriële processen stellen ons daarnaast in staat om onze eindproducten te valoriseren in verschillende markten, zoals huisdiervoer, veevoeders, visvoeders, lipochemie, meststoffen, gelatines, cementfabrieken en energiesectoren. We streven in elke markt naar wendbaarheid en servicegerichtheid, en focussen op de behoeften en belangrijke zakelijke succesfactoren van onze klanten. Dat is een doelstelling die zich vertaalt in merkingrediënten. Deze marktgerichte benadering zal ons in staat stellen om producten en diensten van zeer hoge kwaliteit te leveren, evenals innovatieve oplossingen die in lijn zijn met de ontwikkeling van de eigen markten van onze klanten. Het zal ons ook in staat stellen in de toekomst een vaste partner te zijn en te blijven voor fokkers die bijdragen tot de hygiënische bescherming van de veestapel en bijgevolg van de menselijke voedselketen.
In de context van de aanhoudende wereldwijde COVID-19 pandemie slaagde Akiolis, als belangrijke speler in de menselijke voedselketen die garant staat voor de continuïteit van de vleesbevoorrading van een groot deel van de Franse huishoudens, erin zowel zijn resultaten op te krikken als een volledige rebranding van zijn activiteiten op gang te brengen. Dankzij een strikt collectieve toepassing van maatregelen en de individuele inzet van de teams doorstonden alle inzamelcentra en fabrieken de pandemie in 2021 zonder noemenswaardige gevolgen.
Tijdens deze crisisperiode presenteerde Akiolis zijn nieuwe strategie van 'Révelateur de valeur'. Dat resulteerde in de lancering van acht markt- en productmerken als een belofte van uitmuntendheid en klantgericht aanbod: Accuraks (oleochemie), Biomaks (biobrandstof), Caloraks (bio-energie), Hydrofaks (visvoer), Leveraks (veevoer), Regenaks (organische meststoffen), Vivaks (huisdiervoer), en Atemax voor de sanitaire dienstverlening voor het ophalen van dode dieren. Met deze nieuwe positionering slaagde Akiolis erin voordeel te halen uit de gunstige internationale context wat betreft de drivers van proteïnen en vetten en bleef de aandacht gericht op klantentevredenheid, productkwaliteit en uitstekende service, waardoor de activiteiten van Akiolis een onverwacht niveau konden bereiken. Dat was ook het geval voor Violleau, die een aanzienlijke toename van de vraag ondervond.
Parallel daarmee droegen eigen prestaties op het gebied van logistiek en productie bij tot het verder veiligstellen van duurzame relaties met belangrijke klanten op strategische markten (bv. huisdiervoer, visvoer, biofertilisatie, en biodiesel), terwijl strategische investeringen gericht op specialisatie in de valorisatie van mono-soort ingrediënten uit veren, bloed, eend, en varkensvlees werden bevestigd. 2021 was een bijzonder jaar voor Akiolis, zowel gezien de context als de resultaten, en niet te vergeten het sluiten van een nieuw driejarig contract met de fokkersverenigingen voor de inzameling van dode dieren, dat leidde tot de uitbreiding van Akiolis' inzamelgebied met een lichte toename van de volumes.
Duurzaamheid en klantentevredenheid blijven ook in 2022 de sleutelwoorden voor Akiolis, met de inzet van het nieuwe strategische plan dat Akiolis promoot als 'Révélateur de valeur' en dat zich concentreert op actieplannen op drie strategische gebieden: versterking van de basis, specialisatie in ingrediënten en serviceoplossingen, en de ontwikkeling van activiteiten (inzameling en verwerking) op nieuwe, duurzame markten. In het bijzonder zal een hoger valorisatieniveau op de markten voor huisdierenvoeding en aquavoeding worden gerealiseerd met investeringen en gepatenteerde nieuwe procédés voor veren- en bloedmeel. Die zullen in Javené en Rion (Frankrijk) van start gaan vóór midden 2022. Intussen zal de volledige vernieuwing van de vestiging in Pontivy Akiolis spoedig in staat stellen een nieuw aanbod te ontwikkelen met echte varkensvleesingrediënten, en dat met minder milieu-impact.
Ons segment Industrial Solutions omvat producten, systemen en oplossingen voor de behandeling, verwerking en zuivering van water, waaronder flocculatie en neerslag. Het betreft hier de productie, trading en verkoop van kunststofleidingsystemen, chemicaliën voor waterbehandeling en andere industriële activiteiten, zoals de productie en verkoop van hulpmiddelen voor de mijnbouw en industrie.
| PRODUCTIELOCATIES | DYKA Group: 8 fabrieken (2 in Nederland, 1 in België, 2 in Frankrijk, 1 in Duitsland, 1 in Polen en 1 in Hongarije) en meer dan 70 vestigingen in Europa. Kuhlmann Europe: 4 fabrieken (2 in België, 1 in Frankrijk en 1 in Zwitserland). moleko: 3 fabrieken (VS). |
|
|---|---|---|
| KERNMARKTEN | Water, riolering, lucht- en gasleidingsystemen en -diensten, waterbehandeling, en mijnbouw. |
|
| ACTIVITEITENGEBIED | Huizenbouw en installatie, openbare infrastructuur en nutsbedrijven, industriële en gemeentelijke markten, industrie en mijnbouw. |
|
| BUSINESS DRIVERS | ▪ Vraag naar zuiver water en hygiëne – industriële behoefte aan duurzame zuivering van verwerkingswater, en valorisatie van water. ▪ Schaarste aan natuurlijke bronnen; ecologische voetafdruk. ▪ Klimaatopwarming, overtollig hemelwater (infiltratie), energieneutrale gebouwen, gezondheid en comfort. ▪ Toevoer basischemicaliën gedreven door economische activiteiten. |
|
| STRATEGISCHE FOCUS | DYKA Group: ▪ Onze energievoetafdruk optimaliseren. Klantenbinding verder opvoeren; innovatieve systemen en diensten introduceren en onze positie versterken in verschillende sectoren, productgroepen en geografische kerngebieden. |
|
| Kuhlmann Europe: ▪ Langetermijn- en milieuvriendelijke oplossingen aanbieden aan industrieën en gemeenten, waarbij bijproducten worden omgezet in oplossingen met toegevoegde waarde. |
||
| Moleko: ▪ De duurzame partner bij uitstek zijn voor essentiële chemie en technische oplossingen voor mijnbouw en industriële toepassingen. |
||
| KERNCIJFERS | Aandeel Adjusted EBITDA | Personeelsbezetting (FTE) |
| 17,7% | 1.829 |

DYKA Group (www.dyka.com), samengesteld uit de drie entiteiten DYKA, BT Nyloplast en JDP, biedt hoogwaardige oplossingen voor kunststof leidingsystemen voor nutsvoorzieningen en voor de sectoren landbouw-, constructie en civiele techniek. We streven naar een verhoging van klanttevredenheid via ons brede aanbod van voorgemonteerde leidingenkits, projectconsultancydiensten, technische ondersteuning voor ventilatieoplossingen, riolering- en regenwateroplossingen en waterafzuigsystemen voor daken. We leveren onze oplossingen via een geïntegreerd sales- en supportnetwerk, onze professionals in productie en logistiek en meer dan 70 klantgerichte vestigingen, evenals ruim 2.000 verkooppunten in Europa.
Verzachting of infiltratie van regenwater uit steeds frequentere en zwaardere regenval; het tegemoetkomen aan toenemende druk om meer energieneutrale gebouwen te creëren; het voorkomen van lekkages van kostbaar drinkwater door waterleidingnetwerken van hogere kwaliteit aan te leggen; en het reduceren van kosten in verband met complexe constructiewaardeketens – dat zijn slechts een paar van de uitdagingen waar onze klanten mee worden geconfronteerd en die beter beheersbaar zijn met toepassing van de systemen en diensten van DYKA Group. Daarnaast wordt bij de fabricage van onze producten en systemen steeds vaker gebruikgemaakt van gerecyclede materialen, wat resulteert in een verkleining van onze ecologische voetafdruk. Zo krijgt in de industrie en door consumenten gebruikt plastic nieuwe waarde en dat verlaagt op zijn beurt de behoefte aan eindige grondstoffen.
DYKA Group behaalde uitstekende resultaten in het uitdagende jaar 2021. Deze resultaten werden gevoed door initiatieven voor volumegroei in combinatie met een positieve vraag in vrijwel al onze markten, meer bepaald de 'Building & Installation' markten. Bovendien waren toeleveringstekorten en een aanzienlijke inflatie van de grondstofkosten de voornaamste drijfveren achter de evolutie van de verkoopprijzen en dat gedurende het ganse jaar. DYKA Group had te kampen met ongekende beperkingen op vele gebieden, zoals onder meer tekorten aan geschoold personeel, grondstoffen, transport en verpakking. Niettemin realiseerden we een bovengemiddelde groei in segmenten zoals DYKA AIR (ventilatie), prefab-oplossingen, en eigen producten bij JDP voor de Britse markt. Ten slotte versterkten we onze positie op de Franse markt met het succesvolle integratie- en investeringsprogramma in onze fabriek in La Chapelle-Saint-Ursin, die in 2020 werd overgenomen.
In 2022 houdt DYKA Group rekening met een grote volatiliteit op de bouw- en constructiemarkten. Enerzijds zijn de economische vooruitzichten gunstig voor de algemene marktontwikkelingen, vooral de vraag naar nieuwe woningen, in combinatie met een toenemende aandacht voor duurzaamheid en circulariteit, die in de lijn van de strategie van DYKA Group ligt. Anderzijds blijven de markten onzeker door de mogelijke gevolgen van een reeks (voortdurende) beperkingen in de waardeketen, vooral de beschikbaarheid van geschoold personeel, diverse grondstoffen, en energie. We zullen ons aanbod aan klanten uitbreiden, zowel wat systemen als diensten betreft, en investeringen doen om de prestaties en de capaciteit van de productie- en logistieke activa in alle fabrieken te verbeteren. Bovendien willen we ons aantal vestigingen uitbreiden om onze klanten de beste service te bieden en het gemakkelijker te maken zaken met ons te doen. In 2022 zullen de productie-eenheid en de bijbehorende activiteiten van Pipelife France in Gaillon (Frankrijk) geïntegreerd worden.

Kuhlmann Europe (www.kuhlmann-europe.com) voorziet industriële en gemeentelijke markten van coagulanten en andere chemicaliën voor de behandeling van afvalwater of het zuiveren van drinkwater. Daarnaast produceren we industriële chemicaliën die in een groot aantal sectoren worden gebruikt, bijvoorbeeld in de farmaceutische industrie, de olie- en raffinage-industrie, de staalindustrie en de kunstmestindustrie. Andere chemicaliën zijn onder meer bleekmiddel, natriumhydroxide, verschillende soorten zoutzuur, zwavelzuur om aan de vraag van vele markten te voldoen, en calciumchloride voor voedingsmiddelen en industriële toepassingen.
We zijn een van Europa's toonaangevende producenten van anorganische coagulanten, met vier productievestigingen in Loos (Frankrijk), Tessenderlo en Ham (België), en Rekingen (Zwitserland). We versterken voortdurend ons leiderschap in de productie van ijzerhoudende coagulanten, bouwen voort op onze procesexpertise en dragen bij tot het behoud van hulpbronnen als een belangrijke speler in de circulaire economie. Bovendien zijn we ideaal gelegen om de grootste zuiveringsinstallaties voor stedelijk en industrieel afvalwater en drinkwater in West-Europa te bevoorraden.
Kuhlmann Europe zag zijn verkoop stijgen dankzij ijzerhoudende coagulanten na voortdurende investeringen in de fabrieken van Loos en Tessenderlo, waardoor we de grotere vraag naar anorganische coagulanten voor drinkwater en voor de behandeling van afvalwater konden ondersteunen. De marktvraag naar ons zoutzuur was zeer dynamisch in 2021, omdat de verstoring van de bevoorrading veel spelers in heel Europa had getroffen.
Na een robuust 2021 verwachten we dat de vraag in 2022 op niveau zal blijven voor het volledige productengamma. We volgen de stijgende logistieke kosten, energiekosten en grondstofkosten op, en zullen onze verkoopprijs aanpassen.

Moleko (www.moleko.com) is gespecialiseerd in op zwavel gebaseerde speciale chemische producten voor de mijnbouw en de industriële markten. Ons team bedient klanten in zeer uiteenlopende sectoren en op verschillende continenten. In de mijnbouw bedienen we zowel het basis- als het edelmetaalsegment. De industriële segmenten die we bedienen zijn onder meer voedselverwerking, waterbehandeling, sanering, olie en gas, pulp, papier en leerlooierij. Onze belangrijkste producten zijn Thio-Gold® (op thiosulfaat gebaseerde lixiviants) en Cyntrol® (cyanide corrosie controle). Het team van moleko streeft ernaar unieke oplossingen en diensten aan te bieden aan onze klanten, zodat ze maximale waarde kunnen halen uit hun bestaande activiteiten en nieuwe potentiële toepassingen kunnen verkennen. Moleko wordt beheerd door Tessenderlo Kerley, Inc.
De veranderende marktdynamiek leidde tot een sterke vraag in verschillende segmenten, terwijl de druk op een toch al krappe toeleveringsketen toenam. Het opnieuw opduiken van COVID-19 gevallen, tekorten aan arbeidskrachten, knelpunten in de bevoorradingsketen, en wisselende weersomstandigheden zorgen voor uitdagingen. Die veroorzaakten cascade-effecten in de hele waardeketen, met als gevolg de aanzienlijke kostenstijgingen en verdere tekorten voor bepaalde materialen. Door in contact te blijven met onze partners en onze flexibele productie- en bevoorradingsketen te benutten, konden we onze marktpositie behouden, ondanks de volatiliteit. De markt voor edele metalen is veerkrachtig gebleken, terwijl de markt voor basismetalen naar robuuste niveaus is geklommen met aanhoudend sterke fundamentals. Andere industriële markten bevinden zich in verschillende stadia van herstel, maar naar verwachting zullen ze aantrekken naarmate de pandemie verder onder controle komt.
De vooruitzichten op langere termijn blijven gunstig voor de markten die we bedienen, en die gekoppeld zijn aan de macro-drivers van duurzaamheid voor infrastructuur, omvorming van energie/elektrificatie, en voedsel/waterzekerheid. We zullen onze expertise aanwenden om de dynamisch evoluerende behoeften van onze partners te begrijpen en innovatieve oplossingen te leveren die gericht zijn op waardecreatie. We zullen verder investeren en onze uitgebreide productie- en toeleveringsketen optimaliseren om de toegang tot producten te helpen verruimen, waarmee we tegemoetkomen aan onze strategische intentie om de markt te laten groeien. Onze technische specialisten blijven als 'market stewards' toezicht houden op een veilig, doeltreffend en efficiënt gebruik van onze producten en oplossingen, terwijl we focussen op het stimuleren van innovaties om de volgende generatie producten te creëren.
Ons T-Power-segment omvat de activiteiten van Tessenderlo Group met betrekking tot de productie van elektriciteit door middel van een gecombineerde stoom- en gasturbinecentrale (combined cycle gas turbine CCGT) met een capaciteit van 425 MW.
| 12,1% | 38 | |
|---|---|---|
| KERNCIJFERS | Aandeel Adjusted EBITDA | Personeelsbezetting (FTE) |
| STRATEGISCHE FOCUS | Focus op de efficiëntie en beschikbaarheid van de bestaande activa. | |
| BUSINESS DRIVERS | Goede uitvoering van de tollingovereenkomst. | |
| ACTIVITEITENGEBIED | Productie van elektriciteit in gascentrales. | |
| KERNMARKTEN | Energie | |
| PRODUCTIELOCATIES | 1 energiecentrale: Tessenderlo (België). |

T-Power werd opgericht in 2005, met Tessenderlo Group als een van de drie oorspronkelijke aandeelhouders. Na afronding van het ontwikkelingsprogramma werd in Tessenderlo de gecombineerde gasgestookte stoom- en gasturbinecentrale met een capaciteit van 425 MW gebouwd en in 2011 in gebruik genomen. De elektriciteitscentrale van T-Power is vanwege zijn hoge efficiëntie en flexibiliteit een van de competitiefste gasgestookte energiecentrales in België en de bredere, onderling verbonden elektriciteitshandelszone. T-Power opereert als onafhankelijke elektriciteitsproducent op basis van projectfinanciering, waarbij de opbrengsten afkomstig zijn uit een 15 jaar durende zogenaamde tollingovereenkomst met de RWE-groep. Na verschillende wijzigingen in de aandeelhouderstructuur in de afgelopen jaren, verkreeg Tessenderlo Group in oktober 2018 100% van T-Power door de aandelen over te nemen die tot dan in het bezit waren van de overige aandeelhouders.
2021 was een goed operationeel jaar voor de T-Power-centrale. De centrale wist gedurende het hele jaar de uitstekende cijfers qua beschikbaarheid, gezondheid en veiligheid in stand te houden.
Naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van de eerste veiling van het capaciteitsremuneratiemechanisme (CRM) voor het leveringsjaar 2025-2026 door Netbeheerder Elia in het vierde kwartaal van 2021, was Tessenderlo Group niet geselecteerd voor de bouw van zijn 900 MW gascentrale. In oktober 2021 was de groep op de hoogte gebracht dat ze geen vergunning kreeg voor de bouw van deze centrale.
In 2022 zal T-Power zich verder concentreren op de efficiëntie, flexibiliteit en beschikbaarheid van de bestaande activa. Begin maart 2022 heeft Tessenderlo Group opnieuw een vergunningsaanvraag ingediend bij het Vlaamse Gewest voor de bouw van een nieuwe stoom- en gasturbinecentrale (STEG) van 900 MW in Tessenderlo (België). Met het oog op toekomstige veilingen heeft Tessenderlo Group zijn eerder ingediende project (een investering van ongeveer 500 miljoen EUR) bijgestuurd om zo tegemoet te komen aan de argumenten die aangehaald werden om de vorige vergunningsaanvraag te weigeren.
Tessenderlo Group blijft de evolutie van de elektriciteitsmarkt in België van nabij opvolgen. Op basis van de bestaande beschikbare productiecapaciteit en de verwachte evolutie van de elektriciteitsvraag in België, blijft de groep de nood zien aan hoogtechnologische, stuurbare capaciteit in de energietransitie.
Picanol nv baseert zich op de Belgische wetgeving inzake deugdelijk bestuur. De punten waarop de vennootschap afwijkt van de bepalingen van de code – en de redenen daarvoor – zijn opgenomen in deze Corporate Governance-verklaring. De Belgische Corporate Governance Code kan worden geraadpleegd op: www.corporategovernancecommittee.be/nl/home.
De naleving van de principes van deugdelijk bestuur door de vennootschap wordt weerspiegeld in het Corporate Governance Charter (hierna het "charter"). Het charter kan worden geraadpleegd op de website van de vennootschap: www.picanolgroup.com.
Op 31 december 2021 bedroeg het kapitaal van Picanol nv 21.720.000 EUR.
Het aandelenkapitaal bestaat uit 17.700.000 aandelen zonder nominale waarde.
Bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap van 16 maart 2020 werd het loyauteitsstemrecht ingevoerd. Als gevolg daarvan geeft ieder volgestort aandeel dat ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam is ingeschreven, recht op een dubbele stem in overeenstemming met het WVV.
Alle aandelen van Picanol nv zijn toegelaten tot de notering en verhandeling op Euronext Brussel.
Op basis van door de vennootschap ontvangen transparantiemeldingen zagen op 31 december 2021 de stemrechten van de vennootschap er als volgt uit:
| # stemrechten | % stemrechten | |
|---|---|---|
| Artela nv | 22.960.492 | 68,5% |
| Symphony Mills nv | 8.664.268 | 25,8% |
| Andere nominatieve aandelen | 201.582 | 0,6% |
| Vrije omloop | 1.704.892 | 5,1% |
| Totaal | 33.531.234 | 100,0% |
Artela nv en Symphony Mills nv worden gecontroleerd door dhr. Luc Tack.
Op de verslagdatum heeft de vennootschap geen kennis van overeenkomsten afgesloten tussen de aandeelhouders.
Aandeelhouders wiens participatie in het kapitaal van Picanol nv de drempel van 5% en elk veelvoud van 5%, omhoog of omlaag, overschrijdt, zijn verplicht dat te melden aan de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ([email protected]) en Picanol nv ([email protected]).
De vennootschap heeft geopteerd voor de monistische structuur, bestaande uit een raad van bestuur die bevoegd is om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap behoudens voor die aangelegenheden waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is.
Op 31 december 2021 was de raad van bestuur van Picanol nv als volgt samengesteld:
| Begin eerste mandaat | Einde mandaat | |
|---|---|---|
| Onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders | ||
| nv Kantoor Torrimmo, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Jean Pierre Dejaeghere |
april 2010 | mei 2023 |
| The Marble bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Luc Van Nevel |
april 2016 | mei 2023 |
| 7 Capital sprl, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Chantal De Vrieze |
april 2017 | mei 2025 |
| Ann Vereecke bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Ann Vereecke |
april 2019 | mei 2024 |
| Niet-uitvoerende bestuurders | ||
| Pasma nv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Patrick Steverlynck |
december 2009 | mei 2024 |
| Uitvoerende bestuurders | ||
| dhr. Luc Tack | juli 2009 | mei 2024 |
| dhr. Stefaan Haspeslagh – Voorzitter | april 2010 | mei 2022 |
De samenstelling van de raad van bestuur beantwoordt aan de doelstelling om complementaire vaardigheden op het vlak van leeftijd, competentie, ervaring en knowhow te verenigen.
Op 31 december 2021 voldeed de raad van bestuur volledig aan het vereiste van de wet van 28 juli 2011 dat stelt dat met ingang van 1 januari 2017, een derde van de leden van de raad van bestuur moet bestaan uit leden van het andere geslacht.
Alle vergaderingen van de raad van bestuur werden bijgewoond door de secretaris van de raad van bestuur.
De mandaten aangehouden in beursgenoteerde ondernemingen (andere dan Picanol) door de niet-uitvoerende bestuurders zijn:
De raad van bestuur kwam bijeen volgens een eerder bepaald schema. De raad van bestuur kwam in 2021 zes (6) keer bijeen.
In 2021 waren de belangrijkste thema's van discussie, evaluatie en besluitvorming van de raad:
De evaluaties van de werking van de raad van bestuur, het benoemings- en vergoedingscomité en het auditcomité vinden periodiek plaats. In het kader van die evaluaties kunnen de leden een score (van 1 tot 3) toekennen aan verschillende onderwerpen die verband houden met de werking van de raad en de comités, en kunnen ze hun visie delen over de domeinen waar de werking verbeterd zou kunnen worden.
Dergelijke evaluaties vinden plaats aan de hand van een zelfbeoordelingsvragenlijst. De oefening spitst zich vooral toe op de volgende domeinen: functie, verantwoordelijkheden en samenstelling van de raad van bestuur en de comités, de interacties tussen de bestuurders, de leiding van de vergaderingen en de evaluatie van de trainingen en middelen die door de raad van bestuur en/of comités gebruikt werden.
In voorkomend geval delen de individuele leden van de raad van bestuur ook hun visie over hoe de raad van bestuur en de comités beter zouden kunnen functioneren. De voorzitter en de secretaris van de raad van bestuur brengen de resultaten van de evaluatie ter kennis van de bestuurders en formuleren initiatieven ter verbetering. In 2021 hebben de bestuurders een vragenlijst tot zelfbeoordeling van de raad van bestuur ingevuld.
De raad van bestuur integreert in zijn selectieprocedure, in verband met benoeming van nieuwe bestuurders, criteria met betrekking tot diversiteit van bekwaamheden, leeftijd en genderdiversiteit.
Op 31 december 2021 waren de volgende comités actief binnen de raad van bestuur van Picanol Group:
Een beschrijving van de werking van de verschillende comités kan worden geraadpleegd in het charter op www.picanolgroup.com.
Op 31 december 2021 was het benoemings- en vergoedingscomité als volgt samengesteld:
Alle leden van het benoemings- en vergoedingscomité voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria uiteengezet in artikel 7:87 §1 van het WVV en het Corporate Governance Charter en het comité voldoet aan de competenties en deskundigheid op het vlak van remuneratiebeleid zoals vereist volgens artikel 7:100 van het WVV.
Het benoemings- en vergoedingscomité kwam in 2021 twee (2) keer bijeen.
In 2021 besprak het benoemings- en vergoedingscomité het bezoldigingspakket van het ExCom en formuleerde aanbevelingen in dit verband. Het comité formuleerde ook aanbevelingen ten aanzien van de toekenning van remuneratie aan de niet-uitvoerende bestuurders en het ExCom in aandelen, het bepalen van een minimumdrempel van aandelen aan te houden door het ExCom en het bepalen van claw-back voorwaarden in de overeenkomsten met de CEO en CFO-COO. Het benoemings- en vergoedingscomité stelde ook het remuneratieverslag op, zoals dat is opgenomen in het jaarverslag en besprak onderwerpen rond duurzaamheid m.b.t. onze medewerkers.
In overeenstemming met het Corporate Governance Charter is het merendeel van de leden van het benoemings- en vergoedingscomité onafhankelijk.
Meer informatie over het evaluatieproces van het benoemings- en vergoedingscomité kan worden gevonden in het onderdeel 'Evaluatie van de raad van bestuur'.
Op 31 december 2021 was het auditcomité als volgt samengesteld:
Het auditcomité kwam volgens een eerder vastgesteld schema vier (4) keer bijeen in 2021.
De CEO, de CFO, de interne auditor, de externe auditor en de corporate secretary woonden de vergaderingen van het auditcomité bij. De andere bestuurders woonden de vergadering van het auditcomité bij zonder stemrecht.
Conform de wettelijke vereisten telt het auditcomité ten minste één onafhankelijke bestuurder met de nodige boekhoudkundige en auditervaring.
De leden van het auditcomité beantwoorden aan het criterium van bekwaamheid door hun eigen opleiding en door de ervaring die ze hebben opgedaan in hun vorige functies. Overeenkomstig het Charter zijn de meeste leden onafhankelijke bestuurders.
Naast het toezicht op de integriteit van de financiële verslagen en de halfjaarlijkse persberichten met de financiële resultaten, met inbegrip van de toelichtingen, de consistente toepassing van de waarderings- en boekhoudprincipes, de consolidatiekring en de kwaliteit van het afsluitingsproces, evenals de boekhoudkundige ramingen, beoordeelde het auditcomité ook de verslagen van de commissarissen met betrekking tot de aard en reikwijdte van de eindejaarsaudit, de interne controlesystemen, de key audit materie en de waardering en boekhoudkundige verwerking van bepaalde uitzonderlijke elementen.
Het auditcomité stelde ook specifieke onderwerpen aan de orde, zoals het nazicht van de doeltreffendheid van de Enterprise Risk en Compliance Managementsystemen en de opvolging van cybersecurity binnen de vennootschap. Het auditcomité gaf aanbevelingen voor verdere opvolging van verbeteringsacties. Het auditcomité beoordeelde voorts de status van belangrijke lopende geschillenprocedures.
Het auditcomité controleerde de bevindingen en aanbevelingen van de commissarissen, evalueerde hun onafhankelijkheid en keurde aanvragen voor non-auditdiensten goed.
Het auditcomité hoorde daarnaast de Interne Auditor over het interne auditprogramma voor 2021, de risicobeoordelingsanalyse en de activiteitenverslagen van de uitgevoerde interne audits, evenals over de beoordeling van de follow-up acties die de vennootschap heeft ondernomen om bepaalde tekortkomingen te verhelpen die door de interne auditafdeling werden geïdentificeerd. Het auditcomité heeft ook het interne controleplan voor het jaar 2021 goedgekeurd en hoorde rapporten van Interne Controle over zijn verscheidene bevindingen.
Informatie over het evaluatieproces van het auditcomité kan worden geraadpleegd in het onderdeel 'Evaluatie van de raad van bestuur'.
Aanwezigheidsgraad op de vergaderingen van leden van de raad van bestuur en van leden van de comités in 2021:
| Raad van bestuur | Auditcomité | Benoemings- en vergoedingscomité |
|
|---|---|---|---|
| Aantal vergaderingen in 2021 | 6 | 4 | 2 |
| nv Kantoor Torrimmo, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Jean Pierre Dejaeghere |
6/6 | 4/4 | 2/2 |
| The Marble bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Luc Van Nevel |
6/6 | 4/4 | 2/2 |
| 7 Capital sprl, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Chantal De Vrieze |
6/6 | 4/4 | 2/2 |
| Ann Vereecke bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Ann Vereecke |
6/6 | 4/4 | 2/2 |
| Pasma nv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Patrick Steverlynck |
6/6 | ||
| dhr. Luc Tack | 6/6 | ||
| dhr. Stefaan Haspeslagh | 6/6 |
Op 31 december 2021 was het ExCom van Picanol Group als volgt samengesteld:
De samenstelling van het ExCom is ongewijzigd ten opzichte van 31 december 2020.
Het ExCom voert ten minste één keer per jaar een beoordeling uit van zijn eigen prestaties.
De raad van bestuur heeft het ExCom de bevoegdheid gegeven om zijn verantwoordelijkheden en taken uit te voeren. Rekening houdend met de waarden van de vennootschap, haar risicobereidheid en belangrijkste beleidsmaatregelen, moet het ExCom voldoende ruimte hebben om een bedrijfsstrategie voor te stellen en uit te voeren.
De CEO zit het ExCom voor en zorgt voor de organisatie en het functioneren ervan. In principe komt het ExCom elke week bijeen. Extra vergaderingen kunnen op elk moment door elk van de leden worden belegd. Het ExCom komt tweewekelijks bijeen met de businessunits van de vennootschap om de strategische beslissingen en de operationele prestaties van de businessunits te beoordelen en bespreken.
Het ExCom heeft de volgende verantwoordelijkheden:
De taken van het ExCom worden verder beschreven in de taakomschrijving van het ExCom opgenomen in Bijlage G van het Corporate Governance Charter.
Het remuneratierapport geeft een overzicht van hoe de bezoldigingsfilosofie en het beleid van Picanol Group voor uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders worden vertaald en hoe de vergoedingen voor bestuurders worden vastgesteld rekening houdend met individuele en bedrijfs gerelateerde prestaties. Het Benoemings- en Remuneratiecomité houdt toezicht op het beloningsbeleid en de desbetreffende vergoedingen voor uitvoerende en nietuitvoerende bestuurders.
Elke bestuurder ontvangt een vaste jaarlijkse vergoeding van 17.500 EUR (onveranderd t.o.v. 2020). Deze vergoeding wordt verstrekt voor de activiteiten als lid van de raad van bestuur, het auditcomité en het benoemings- en vergoedingscomité.
Voorts worden de volgende aanvullende vergoedingen toegekend:
Vergoedingen worden uitgekeerd in het jaar waarin de vergaderingen worden gehouden.
In zijn vergadering van 24 maart 2021 besliste de raad van bestuur om geen remuneratie toe te kennen in aandelen voor de niet-uitvoerende bestuurders voor 2021. De vennootschap kent voor het jaar 2021 geen vergoeding toe in de vorm
1 De leidinggevenden van de groep zijn diegenen die binnen de businessunits samen met het ExCom de strategie en het beleid voor de bedrijfsafdeling bepalen alsmede diegenen die aan het hoofd staan van de functionele departementen van de groep.
van aandelen aan de niet-uitvoerende bestuurders gezien zij van oordeel is dat een betaling in aandelen geen positieve impact heeft op besluiten van deze bestuurders die de langetermijnvisie van de vennootschap ondersteunen, gezien de aanwezigheid van een referentie-aandeelhouder die de duurzame waardecreatie binnen de onderneming beoogt.
| Lid | 2021 | Bezoldigingen (in EUR) |
|---|---|---|
| dhr. Stefaan Haspeslagh* | Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Bijkomende vergoeding als voorzitter Totale bezoldiging |
45.000 21.000 132.500 198.500 |
| dhr. Luc Tack* | Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
45.000 21.000 66.000 |
| Pasma nv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Patrick Steverlynck |
Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
17.500 12.000 29.500 |
| nv Kantoor Torrimmo, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Jean Pierre Dejaeghere |
Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
17.500 12.000 29.500 |
| The Marble bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger dhr. Luc Van Nevel |
Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
17.500 12.000 29.500 |
| 7 Capital sprl, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Chantal De Vrieze |
Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
17.500 12.000 29.500 |
| Ann Vereecke bv, vertegenwoordigd door zijn permanente vertegenwoordiger mevr. Ann Vereecke |
Jaarlijkse vaste bezoldiging Zitpenning Totale bezoldiging |
17.500 12.000 29.500 |
| ALGEMEEN TOTAAL | 412.000 |
*vergoeding ontvangen in de raad van bestuur van Picanol nv en van Tessenderlo Group
Het remuneratiepakket van het ExCom, inclusief de remuneratie betaald binnen Tessenderlo Group, bestaat uit:
Het benoemings- en vergoedingscomité evalueert jaarlijks de remuneratie van het ExCom.
Op aanbeveling van de CEO beoordeelt het benoemings- en vergoedingscomité jaarlijks de vergoeding van de CFO. De bezoldiging van de CEO wordt beoordeeld door het benoemings- en vergoedingscomité op aanbeveling van de voorzitter van de raad van bestuur.
De jaarlijkse brutovergoeding in 2021 van het ExCom1 zag er als volgt uit (inclusief de vergoedingen betaald binnen dochteronderneming Tessenderlo Group):
| Component (in EUR) | Bedrag CEO | Bedrag CFO | ||
|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | Basissalaris | 748.027 | 630.527 | |
| Pensioen 2 | 56.710 | 123.717 | ||
| Variabele vergoeding | Variabele vergoeding Korte Termijn3 | 587.781 | 666.152 | |
| Variabele vergoeding Lange Termijn4 | 1.530.964 | 1.360.857 | ||
| Andere voordelen 5 | 43.614 | 26.103 | ||
| TOTAAL | 2.967.096 | 2.807.356 | ||
| Aandeel vaste & variabele vergoeding | 29%/71% | 28%/72% |
1 Het ExCom bestaat uit de CEO (Luc Tack) en één uitvoerend bestuurder (de COO-CFO), Stefaan Haspeslagh/Findar BV, vertegenwoordigd door Stefaan Haspeslagh. Alle bedragen exclusief sociale zekerheidsbijdragen.
2 Pensioenplan: jaarlijkse servicekosten voor 2020, berekend door een actuaris.
3 Realisatie van de korte termijnincentive als vastgesteld door het benoemings- en vergoedingscomité van Tessenderlo Group.
4 Lange termijnincentive : geen uitbetaling in 2021
5Andere voordelen : volgens dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor andere leden van het senior management en volgens de door de Belgische fiscus goedgekeurde regeling voor representatievergoedingen.
Binnen dochteronderneming Tessenderlo Group voorziet de managementovereenkomst met de COO-CFO in een opzegtermijn van maximaal 12 maanden. Daarbuiten zijn er geen opzegtermijnen voor de leden van het ExCom. De CEO heeft daarom geen recht op beëindigingsbescherming.
De overeenkomsten met de ExCom-leden binnen Tessenderlo Group voorzien uitdrukkelijke 'terugvorderingsbepalingen' die de vennootschap het recht geven om variabele vergoedingen terug te vorderen die werden betaald op basis van onjuiste financiële gegevens en dat in het geval van omstandigheden van financieel wangedrag, fraude, bedrog, het niet nakomen van een niet-concurrentiebeding en/of grove nalatigheid. Deze terugvorderingsbepalingen dienden niet toegepast te worden in 2021.
De vennootschap kent voor het jaar 2021 geen minimumdrempel van vergoeding in aandelen toe aan het ExCom. Enkel de betaling van het lange termijn incentive plan in Tessenderlo Group m.b.t. de jaren 2019, 2020 en 2021 zal in aandelen worden uitbetaald in 2022. De vennootschap is van oordeel dat een betaling in aandelen geen positieve impact heeft op besluiten van het ExCom die de langetermijnvisie van de vennootschap ondersteunen, gezien de aanwezigheid van een referentie-aandeelhouder die de duurzame waardecreatie binnen de onderneming beoogt.
| Jaarlijkse wijziging % | 2021 | 2020 | 2019 * | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|---|---|
| ExCom: | |||||
| Totale remuneratie ExCom ** | 2.882.631 | 2.697.218 | 2.340.888 | 1.549.166 | 1.539.662 |
| % wijziging | 6,9% | 15,2% | n/a | 0,6% | 7,6% |
| Bedrijfsprestatie: | |||||
| Omzet (% wijziging) | +25% | -1% | n/a | -3% | +8% |
| Adjusted EBITDA (% wijziging) | 19% | 29% | n/a | -14% | -1% |
| Remuneratie werknemers: | |||||
| Gemiddelde FTE salarisverhoging *** |
1,7% | 1,7% | 3,5% | 2,0% | 3,8% |
* Vanaf 2019 wordt Tessenderlo Group geconsolideerd binnen Picanol Group. Hierbij veranderde de samenstelling van het ExCom en de Adjusted EBITDA waardoor de % wijzing tussen 2018 en 2019 niet relevant is.
** Exclusief variabele vergoeding op lange termijn aangezien deze slechts om de 3 jaar uitbetaald wordt
*** Gemiddelde salarisverhoging binnen de moedermaatschappij Picanol nv
De tabel vergelijkt de remuneratie van de CEO in 2021 met die van de laagstbetaalde voltijdse werknemer van Picanol nv. De remuneratie omvat enkel het basissalaris, variabele verloningen, overige vergoedingen en sociale lasten zijn niet meegerekend.
| 2021 | |
|---|---|
| Ratio remuneratie van de CEO versus de laagstbetaalde werknemer van Picanol nv | 1/23 |
Dit Remuneratierapport 2021 werd goedgekeurd door het Benoemings- en Remuneratiecomité op 23 maart 2022 en goedgekeurd door de raad van bestuur op 23 maart 2022. Het Remuneratierapport 2021 zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 16 mei 2022. Dit remuneratierapport is tevens in lijn met het voorgestelde Remuneratiebeleid 2020 dat goedgekeurd werd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 17 mei 2021.
De raad van bestuur delegeerde aan het auditcomité de taak om toe te zien op de efficiënte werking van het interne controlesysteem.
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de implementatie van het interne controlesysteem wordt gedelegeerd aan het ExCom.
De dagelijkse leiding van elke businessunit is verantwoordelijk voor de implementatie en de handhaving van een betrouwbaar intern controlesysteem.
De afdeling interne audit helpt de businessunits en de hoofdzetelfuncties bij de implementatie en de beoordeling van de doeltreffendheid van het interne controlesysteem in hun organisatie.
De niveaus van interne controle worden afgestemd op de restrisico's die het management aanvaardbaar acht. De uiteindelijke doelstelling bestaat erin eventuele onjuistheden in de jaarrekening van de groep te vermijden.
Het interne controlesysteem is gebaseerd op het COSO Internal Control – Integrated Framework, met een hoofdfocus op de interne controle op de financiële rapportering door beperking van de risico's aan de hand van controles op groepsniveau, entiteitsniveau en procesniveau, door algemene IT-controles en door functiescheidingen.
Het auditcomité is belast met het monitoren van de effectiviteit van de interne controlesystemen. Dat behelst onder meer het toezicht op de interne auditafdeling ten aanzien van compliance-monitoring.
De interne auditafdeling voert een risico-gebaseerd compliance-auditprogramma uit ter beoordeling van de effectiviteit van de interne controle met betrekking tot de verschillende processen van de groep en zijn entiteiten. Het uiteindelijke doel van de beoordelingen is om een redelijke mate van zekerheid te bieden over de betrouwbaarheid van de financiële rapportering.
De interne auditor woont de vergaderingen van het auditcomité bij. Hij informeert het auditcomité over de planning en resultaten van de interne audits en de behoorlijke implementatie van de aanbevelingen. Om het belang van auditaanbevelingen aan te geven en om een algemene waardering te geven over de/het beoordeelde entiteit of proces, wordt een scoresysteem gehanteerd.
Er is een gecentraliseerde controle- en rapporteringsafdeling die de financiële en boekhoudkundige informatie beheert en controleert.
Elke businessunit heeft een controleafdeling die verantwoordelijk is voor het toezicht op de prestaties van de bedrijfseenheden.
Het financiële en boekhoudkundige informatiesysteem is gebaseerd op consolidatiesoftware die de groep in staat stelt de vereiste informatie te genereren.
De interne auditafdeling toetst de compliance van zowel het intern controlekader als de belangrijkste controleprocedures bij de voorbereiding en verwerking van de financiële en boekhoudkundige informatie en monitort de naleving van het intern beleid en de interne procedures, evenals van de externe wet- en regelgeving.
Risico's zijn een essentieel en onvermijdelijk aspect van de bedrijfsvoering. Om de risico's zoveel mogelijk te beheersen en te beperken tot een aanvaardbaar niveau, heeft de groep een aantal beleidslijnen en procedures uitgewerkt.
Elk jaar wordt door elke businessunit een 'risk assessment' oefening gedaan. De geïdentificeerde risico's worden in de verschillende businessunits en ondersteunende afdelingen beoordeeld en opgevolgd om de risico-optimalisering door te voeren. Over de stand van zaken van de voornaamste risico's en hun opvolging wordt er jaarlijks verslag uitgebracht aan het ExCom en het auditcomité.
De Vennootschap analyseert regelmatig de risico's verbonden aan haar wereldwijde activiteiten en rapporteert de resultaten aan het auditcomité. De Interne auditor coördineert de analyse en rapporteert de verschillende risico's die op de radar van de groep staan jaarlijks aan het auditcomité. Elk jaar worden alle businessunits gevraagd om de significante risico's voor hun businessunit te identificeren en evalueren.
In 2021 lag de focus van de groep op de volgende activiteiten:
Risico's kunnen voortvloeien uit het mogelijk niet naleven van de Gedragscode van Picanol Group en de daarbij horende interne procedures alsmede uit de wijziging of toepassing van de wet- en regelgeving in de verschillende rechtsgebieden waar Picanol Group actief is. Picanol Group beschikt over een Gedragscode die in 2020 werd geactualiseerd en aangevuld met meer specifieke richtlijnen. De gedragscode omvat een mogelijkheid om overtreding van regels te melden aan de hiërarchisch overste en indien nodig de Compliance Officer. Teneinde het risico te beheersen, zal nog verder worden ingezet op het wereldwijd organiseren van opleidingen over de toepassing van de Gedragscode, omgang met confidentiële informatie en naleving van regels inzake mededinging. In 2020 werden bijkomend nieuwe policies gemaakt rond mensen- en arbeidsrechten, en diversiteit en inclusie bij Picanol Group. Ook werd een Supplier Code of Conduct opgesteld en voorgelegd aan onze leveranciers.
Een veiligheidsvoorval dat invloed heeft op de medewerkers, de sites, de activa, de omgeving of belangrijke informatie kan een negatieve invloed hebben op de onderneming. Ter bestrijding en preventie van risico's, hanteert Picanol Group een strikt veiligheidsbeleid ten einde de medewerkers te beschermen. Het is de cultuur van de onderneming om veiligheid op de werkplaats voorop te plaatsen en elk individu hiervoor verantwoordelijk te maken. Vanuit Picanol Group wordt hierbij gezorgd voor de nodige opleiding, coaching en ondersteuning.
Binnen de groep is er een gegevensbeschermingsbeleid met het oog op het veiligstellen van de gevoelige en vertrouwelijke informatie binnen de groep en worden programma's uitgewerkt teneinde beveiligingsrisico's over ICT te beheren en de cyberveiligheid binnen de groep te verhogen. Een grote cyberaanval kan een negatief effect hebben op de activiteiten en resultaten van de onderneming. Daarom blijft Picanol Group de cyberverdediging verder verbeteren om de ontwikkelingen in cyberaanvallen het hoofd te kunnen bieden.
Binnen de groep wordt het beheer van het beveiligingsrisico's als volgt uitgevoerd:
Een ernstig ongeval zoals brand, explosie of het vrijkomen van schadelijke stoffen kan leiden tot dodelijke ongelukken of levensveranderende letsels, schade aan milieu of aan de omgeving. Zoals hierboven uiteengezet, staat binnen de groep veiligheid op het werk als centraal thema bovenaan. De groep heeft bovendien een verzekeringsprogramma dat de financiële gevolgen van het risico's zoals hierboven aangeduid dient te beperken.
Een ongeval met chemische stoffen brengt risico mee op letsels met omwonenden of het publiek met zich mee. Binnen de onderneming zijn verschillende transportveiligheidsprogramma's in voege die tot een betere preventie en veiligheid zou moeten leiden. De groep heeft bovendien een verzekeringsprogramma dat de financiële gevolgen van het risico op transportongevallen dient in te perken.
Het risico van het gebruik vloeit voort uit het feit dat derden een letsel oplopen dan wel gezondheids- of eigendomsschade leiden door gebruik van een Picanol Group product, evenals de juridische procedures die hieruit voorvloeien of een onjuist gebruik van sommige producten van Picanol Group voor toepassingen en/of markten waarvoor het product niet is ontwikkeld of niet conform de aanwijzingen van Picanol Group. Mogelijke gevolgen zijn blootstelling aan aansprakelijkheid voor letsels of schade en terugroepacties. Het risico voor productaansprakelijkheid is het grootst voor de producten in de gewasbeschermingssector, de voedings- en de gezondheidssector. Naast de verschillende maatregelen die genomen worden om derden te informeren over de specificaties en het gebruik van het product, heeft de groep een verzekeringsprogramma die de financiële gevolgen van het risico op productaansprakelijkheid dient in te perken.
De vennootschap is in het bijzonder gevoelig aan de schommelingen van volgende grondstoffen: ammoniak, kaliumchloride en zwavel voor de aanmaak van meststoffen, polyvinylchloride voor de aanmaak van kunststofleidingsystemen, varken- en rundsbeenderen en huiden voor de aanmaak van gelatine en verschillende materialen zoals staalschroot, staalplaat, koper, ... binnen het segment Machines & Technologies. De belangrijkste aankoopcontracten van de groep zijn gecentraliseerd op groeps- of businessunit niveau. Door deze werkwijze kan de onderneming haar onderhandelingspositie verstevigen. In de mate van het mogelijke worden prijsschommelingen waar mogelijk vertaald in de verkoopsprijzen van de producten. Picanol is van mening dat, in normale omstandigheden, door de hoge voorraad rotatie, schommelingen in grondstofprijzen geen materiële impact hebben op de boekwaarde van activa en passiva. In 2021 had de uitzonderlijk sterke stijging van de grondstofprijzen een materiële impact op de resultaten van de groep, voornamelijk binnen het segment Machines & Technologies. De stijging van de grondstofprijzen in 2021 was ongezien ten opzichte van voorgaande jaren waardoor de groep er niet in slaagde deze prijsstijgingen volledig door te vertalen in haar verkoopsprijzen.
De vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de enerzijds bestaande wetten of voorschriften of anderzijds in trends waarbij het milieubewustzijn en duurzaamheidsvereisten centraal staan. Onze stakeholders zouden kunnen vaststellen dat de onderneming niet voldoende heeft gereageerd op deze trends en dat dit bijgevolg een impact kan hebben op onze activiteiten en financiële resultaten. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten. De vennootschap waakt erover dat het bij nieuwe investeringen of uitbreidingen telkens de impact op het milieu en de duurzaamheid van de oplossing op lange termijn in overweging neemt in haar besluitvorming. Bovendien speelt Picanol Group met haar activiteiten in de segmenten Bio-Valorization en Industrial Solutions in een gesloten kringloopmodel door het hergebruiken en valoriseren van verschillende bronnen van grondstoffen. Picanol Group speelt een belangrijke rol in de overgang naar een koolstofarme toekomst. Dat doen we met materialen die inspelen op mondiale trends van schone lucht en e-mobiliteit, terwijl ons gesloten kringloopmodel grondstoffen vrijwaart.
Vooral in de segmenten Agro en Industrial Solutions kunnen uitzonderlijke milieuomstandigheden zoals aangehouden hittegolven, wateroverlast of natuurrampen een belangrijke invloed hebben op de bedrijfsresultaten. Risico's in verband met klimaatverandering nemen in frequentie en ernst toe, wat uitdagingen met zich meebrengt met stijgende kosten (energie, water en materialen, ...) en uiteindelijk risico's voor onze activa. Deze trend vereist een meer complete aanpak van het beheer van de risico's relevant voor de veranderende omgeving waarin de vennootschap actief is en die onze belanghebbenden vertrouwen geeft in de duurzame groei en toekomst van de vennootschap.
Om deze groeiende uitdaging aan te gaan en de risico's in kaart te brengen, heeft de groep in 2021 een data- en technologiebedrijf geselecteerd met een sterke modellerings- en wetenschappelijke expertise op het gebied van klimaat. Deze analyse zal in 2022 tot belangrijke aanbevelingen leiden voor een uitvoerbaar en klimaataangepast preventieplan.
De groep kan door zijn wereldwijde aanwezigheid onderhevig zijn aan de gevolgen van het lokaal of wereldwijd verspreiden van virussen die een risico inhouden voor de volksgezondheid en deze kunnen ernstig en onverwacht zijn. Dergelijke uitbraken kunnen gevolgen hebben op het maatschappelijke leven en de economie. De vennootschap is van mening dat het moeilijk is om de impact in te schatten die de regionale verspreiding van virussen of een pandemie zou kunnen hebben op de economieën waar we actief zijn, en dus de impact die deze factoren zouden kunnen hebben op onze financiële resultaten.
De vennootschap heeft in het kader van de uitbraak van COVID-19 enkele specifieke gezondheids-, reis- en veiligheidsmaatregelen genomen teneinde de werknemers en andere personen tegen de ziekte te beschermen in overeenstemming met de richtlijnen opgelegd door de lokale overheden. Deze maatregelen omvatten regels i.v.m. thuiswerk, het dragen van een mondmasker op het werk en ook het respecteren van de afstandsregels. In 2021 hebben bijkomend verschillende sites continuïteitsplannen uitgewerkt teneinde ten alle tijden te vermijden dat door de pandemie of enige andere crisissituatie de bevoorradingsketen zou worden verstoord.
De toekomstige resultaten van het segment Machines & Technologies zijn sterk afhankelijk van de evolutie van de textielindustrie. Onverwachte veranderingen in het economisch klimaat, de investeringscycli van klanten, belangrijke ontwikkelingen op het vlak van productie en de aanvaarding van technologieën door de markt kunnen een invloed hebben op deze industrieën en bijgevolg ook op de resultaten van de vennootschap.
Een aanzienlijk gedeelte van de activiteiten van het segment Machines & Technologies is afkomstig van de opkomende Aziatische en Zuid-Amerikaanse markten. De activiteiten van Picanol in deze markten zijn onderworpen aan de gebruikelijke risico's die samenhangen met het zakendoen in opkomende landen, zoals de mogelijke politieke en economische onzekerheid, de toepassing van deviezencontroles, wisselkoersschommelingen en wijzigingen in het overheidsbeleid.
Voor een gedetailleerder overzicht van de financiële risico's in 2021 en het beleid van Picanol Group met betrekking tot het beheer van dergelijke risico's, verwijzen we naar toelichting 26 – Financiële instrumenten in het financieel verslag.
De vennootschap heeft een Dealing Code uitgegeven die de rapporteringsplicht en gedragsregels bevat met betrekking tot het voor eigen rekening uitvoeren van transacties in aandelen of andere financiële instrumenten van de vennootschap door bestuurders, leden van het ExCom of andere aangewezen personen. De Dealing Code is opgenomen als Bijlage I. van het Corporate Governance Charter.
Overeenkomstig de Verordening inzake Marktmisbruik moet de vennootschap alle mogelijke maatregelen treffen om te verzekeren dat elke persoon die op de insiderslijst voorkomt, schriftelijk blijk geeft van zijn/haar bekendheid met de verplichtingen en zijn/haar besef van de sancties welke van toepassing zijn op handel met voorkennis en de onwettige openbaarmaking van koersgevoelige informatie.
Overeenkomstig de Dealing Code heeft de raad van bestuur een Compliance Officer aangesteld. De Compliance Officer is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Dealing Code. Hij/zij is ook het aanspreekpunt voor vragen over de toepassing van de Dealing Code. De functie van Compliance Officer wordt bekleed door Karen D'Hondt.
KPMG Bedrijfsrevisoren BV, met dhr. Patrick De Schutter als gemachtigde vertegenwoordiger, is benoemd als commissaris van Picanol Group sinds fiscaal jaar 2018 en van Tessenderlo Group sinds fiscaal jaar 2019. De commissaris werd herbenoemd in 2021 voor een periode van 3 jaar.
| (Miljoen EUR) | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Audit | Audit-gerelateerd | Andere | Totaal | |
| KPMG (België) | 0,4 | 0,0 | 0,1 | 0,4 |
| KPMG (Buiten België) | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,7 |
| Totaal | 1,1 | 0,0 | 0,1 | 1,1 |
| (Miljoen EUR) | 2020 | |||
| Audit | Audit-gerelateerd | Andere | Totaal | |
| KPMG (België) | 0,4 | 0,0 | 0,1 | 0,4 |
| KPMG (Buiten België) | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,7 |
| Totaal | 1,1 | 0,0 | 0,1 | 1,1 |
Op de raad van bestuur van 13 maart 2021 verklaarde de heer Luc Tack dat er mogelijk een belangenconflict zou bestaan met betrekking tot de gezamenlijk investering vanuit Verbrugge nv en Symphony Mills nv in Rieter Holding AG. De procedure voorzien in Art 7:96 werd toegepast. Voor details van de notulen verwijzen we naar het statutair jaarverslag van Picanol nv.
Op de raad van bestuur van 12 mei 2021 verklaarde de heer Luc Tack dat er mogelijk een belangenconflict zou bestaan met betrekking tot de beslissing over de verwerving van bijkomende aandelen van Rieter Holding AG of Tessenderlo Group. De procedure voorzien in Art 7:96 werd toegepast. Voor details van de notulen verwijzen we naar het statutair jaarverslag van Picanol nv.
Op de raad van bestuur van 2 juli 2021 verklaren de de heer Luc Tack en de heer Stefaan Haspeslagh dat er mogelijk een belangenconflict zou bestaan met betrekking tot de beslissing over de toekenning van een bulkkrediet van 20 MEUR aan Saurer Technologies. De procedure voorzien in Art 7:96 werd toegepast. Voor details van de notulen verwijzen we naar het statutair jaarverslag van Picanol nv.
Het aandelenkapitaal van de vennootschap wordt vertegenwoordigd door gewone aandelen.
De buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020 besloot de raad van bestuur te machtigen, en zulks voor een periode van vijf jaar vanaf publicatie van de machtiging in de Bijlage bij het Belgisch Staatsblad, om het aandelenkapitaal in één of meerdere keren te verhogen tot een bedrag van 4.440.000 EUR overeenkomstig de bepalingen van het WVV en de statuten van de vennootschap. De raad van bestuur mag het toegestane kapitaal gebruiken om beschermende maatregelen voor de vennootschap te nemen via kapitaalverhogingen, met of zonder beperking of intrekking van voorkeursrechten, zelfs buiten de context van een mogelijk openbaar overnamebod, voor zover de vennootschap nog geen mededeling betreffende een openbaar overnamebod op haar effecten heeft ontvangen van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Onverminderd de mogelijkheid om de verbintenissen te realiseren die geldig werden aangegaan vóór ontvangst van de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten ingevolge artikel 7:202, lid 2, 1° van het WVV, is de raad van bestuur bevoegd, voor een periode van drie jaar vanaf de machtiging daartoe door de buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020, om over te gaan tot een kapitaalverhoging binnen het kader van het toegestane kapitaal, met of zonder beperking of intrekking van voorkeursrechten ten gunste van een of meer personen, naar gelang het geval, na ontvangst van een mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 7:202, lid 2, 2° van het WVV en de statuten van de vennootschap.
De raad van bestuur is eveneens bevoegd, met recht van substitutie, om de statuten van de vennootschap te wijzigen overeenkomstig de kapitaalverhoging waartoe werd besloten binnen het kader van het toegestane kapitaal.
Bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap van 16 maart 2020 werd het loyauteitsstemrecht ingevoerd. Als gevolg daarvan geeft ieder volgestort aandeel dat ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam is ingeschreven, recht op een dubbele stem in overeenstemming met het WVV. Ieder ander aandeel geeft op de algemene vergadering recht op één stem.
De statuten bevatten geen bepalingen die de aandelenoverdracht beperken.
De in de statuten van de vennootschap opgenomen regels betreffende de benoeming en het ontslag van bestuurders en statutenwijzigingen wijken niet af van de desbetreffende voorschriften in het WVV.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen mag de vennootschap na een beslissing van de aandeelhoudersvergadering, genomen overeenkomstig de geldende vereisten ten aanzien van quorum en meerderheid, haar eigen aandelen, winstbewijzen of daaraan gerelateerde certificaten verkrijgen door aankoop of ruil, en wel rechtstreeks of via een tussenpersoon handelend in eigen naam maar voor rekening van de vennootschap. Een dergelijke beslissing stelt in het bijzonder vast het maximum aantal aandelen, winstbewijzen of gerelateerde certificaten dat mag worden verkregen, de termijn gedurende welke de machtiging is verleend en welke niet langer mag zijn dan 5 jaren, en de minimum- en maximumwaarde van de vergoeding.
Volgend op de beslissing van de buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020 is de raad van bestuur gemachtigd, voor een periode van vijf jaar na publicatie van de machtiging in de Bijlage bij het Belgisch Staatsblad, om overeenkomstig de relevante wettelijke voorwaarden de aandelen, winstbewijzen of daaraan gerelateerde certificaten van de vennootschap terug te kopen voor rekening van de vennootschap, waarbij de fractiewaarde, met inbegrip van de eerder door de vennootschap gekochte en gehouden effecten, niet hoger is dan 25% (vijfentwintig procent) van het geplaatst kapitaal en voor een prijs die ligt tussen niet minder dan 20% (twintig procent) onder het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel van de vennootschap gedurende de laatste 30 beursdagen voorafgaand aan de beslissing van de raad om dergelijke effecten aan te kopen, en niet meer dan 20% boven het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel van de vennootschap gedurende de laatste 30 beursdagen voorafgaand aan de beslissing van de raad om dergelijke effecten te kopen, met dien verstande dat de prijs nooit minder dan 50 EUR (vijftig EUR) en nooit meer dan 90 EUR (negentig EUR) mag zijn.
De raad van bestuur is expliciet gemachtigd krachtens het besluit van de buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020 om de verworven beursgenoteerde effecten op of buiten de beurs te vervreemden, zonder de noodzaak van voorafgaande toestemming of andere tussenkomst van de algemene vergadering, onverminderd het feit dat de vervreemdingsmogelijkheden van de raad van bestuur onder het nieuwe WVV verder dwingend worden geregeld en die derhalve parallel door de vennootschap zullen dienen te worden geëerbiedigd voor de resterende duur van de door de algemene vergadering verleende machtiging in het kader van de verkrijging van eigen effecten. De voornoemde bepalingen zijn eveneens van toepassing op de verkrijging of vervreemding van de effecten van de vennootschap door dochterondernemingen die onder direct zeggenschap staan van de vennootschap, of via een tussenpersoon handelend in eigen naam, maar voor rekening van die dochterondernemingen, overeenkomstig artikels 7:221 en 7:222 van het WVV.
Picanol nv zal aan de algemene vergadering voorstellen om een dividend van 0,2 EUR per aandeel uit te betalen met betrekking tot het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. Het dividendbeleid van de vennootschap kan van tijd tot tijd worden gewijzigd en elke dividenduitkering blijft afhankelijk van de inkomsten van de vennootschap, haar financiële positie, vereisten betreffende het aandelenkapitaal en andere belangrijke factoren, onder voorbehoud van voorstel aan en goedkeuring door het bevoegde orgaan van de vennootschap en van de beschikbaarheid van de uitkeerbare reserves zoals vereist door het WVV en de statuten. Alle uitkeerbare reserves van de vennootschap dienen berekend te worden ten opzichte van haar statutaire balans, opgesteld overeenkomstig de Belgische algemeen aanvaarde boekhoudregels (GAAP), die kunnen afwijken van de door de vennootschap gerapporteerde geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen.
De huidige voorzitter van de vennootschap is uitvoerend bestuurder. De vennootschap heeft de positieve en negatieve aspecten in het voordeel van een dergelijke beslissing zorgvuldig tegen elkaar afgewogen en besloten dat, gelet op zijn ervaring, deskundigheid, grondige kennis en bewezen werkervaring in relevante bedrijfsomgevingen, een dergelijke benoeming in het grootste belang van de vennootschap is. Daarnaast verduidelijkt de raad van bestuur dat Bijlage H. bij het Corporate Governance Charter voorziet in bijkomende procedures inzake belangenconflicten wanneer de vennootschap een belangrijke transactie zou overwegen met een vennootschap waarin de bestuurders ook bestuurder of uitvoerend bestuurder zijn.
De vennootschap kent voor het jaar 2021 geen vergoeding toe in de vorm van aandelen aan de niet-uitvoerende bestuurders gezien zij van oordeel is dat een betaling in aandelen geen positieve impact heeft op besluiten van deze bestuurders die de lange termijnvisie van de vennootschap ondersteunen, gezien de aanwezigheid van een referentieaandeelhouder die de duurzame waardecreatie binnen de onderneming beoogt.
De vennootschap kent voor het jaar 2021 geen minimumdrempel van vergoeding in aandelen toe aan het ExCom gezien zij van oordeel is dat een betaling in aandelen geen positieve impact heeft op besluiten van het ExCom die de lange termijnvisie van de vennootschap ondersteunen, gezien de aanwezigheid van een referentie-aandeelhouder die de duurzame waardecreatie binnen de onderneming beoogt. Er werd ook besloten om het remuneratiebeleid zoals reeds goedgekeurd niet te wijzigen in de loop van het jaar.
De vennootschap heeft geen overeenkomst afgesloten met haar referentie-aandeelhouder, dhr. Luc Tack, gezien zijn vertegenwoordiging in de raad van bestuur van Picanol nv.
Ieper, 23 maart 2022 Namens de raad van bestuur
Luc Tack Stefaan Haspeslagh
Bestuurder en CEO Voorzitter van de raad van bestuur

| Voor de periode eindigend op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
| Omzet | 3 | 2.741,7 | 2.188,5 |
| Kostprijs verkopen | -2.111,1 | -1.664,3 | |
| Brutowinst | 630,6 | 524,2 | |
| Distributiekosten | -131,2 | -111,8 | |
| Administratieve kosten | -150,2 | -136,3 | |
| Verkoop- en marketingkosten | -78,4 | -72,4 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten | 5 | -30,9 | -33,5 |
| Adjusted EBIT2 | 3 | 239,9 | 170,2 |
| EBIT aanpassende elementen | 6 | 2,0 | -12,0 |
| EBIT (Bedrijfswinst (+) / verlies (-)) | 242,0 | 158,2 | |
| Financieringskosten | 9 | 63,9 | 7,7 |
| Financieringsopbrengsten | 9 | -19,5 | -45,0 |
| Financierings (kosten) / opbrengsten - netto | 9 | 44,4 | -37,3 |
| Aandeel in het resultaat van deelnemingen opgenomen volgens de | 1,1 | -1,9 | |
| vermogensmutatiemethode, na winstbelasting | |||
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen | 287,5 | 119,0 | |
| Belastingen op het resultaat | 10 | -49,8 | -32,2 |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 237,7 | 86,8 | |
| Minderheidsbelang | 77,0 | 31,4 | |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode toe te rekenen | 160,7 | 55,4 | |
| aan de aandeelhouders van de vennootschap | |||
| Gewone winst per aandeel (EUR) | 20 | 9,1 | 3,1 |
| Verwaterde winst per aandeel (EUR) | 20 | 9,1 | 3,1 |
2De Adjusted EBIT wordt door de groep beschouwd als een belangrijke prestatiemaatstaf, in de vergelijking van het resultaat over de periode 2020-2021, aangezien het EBIT aanpassende elementen uitsluit. Deze elementen hebben hoofdzakelijk betrekking op herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, voorzieningen, opbrengsten of verliezen uit significante verkopen van activa of dochterondernemingen en het effect van de aankoopovereenkomst voor elektriciteit.
| Voor de periode eindigend op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 237,7 | 86,8 | |
| Omrekeningsverschillen3 | 24,8 | -14,7 | |
| Netto wijziging in reële waarde van afgeleide financiële | |||
| instrumenten, vóór winstbelasting | 26 | 1,9 | -0,2 |
| Overige bewegingen | 0,2 | -0,2 | |
| Winstbelasting op niet-gerealiseerde resultaten | 15 | -0,5 | 0,1 |
| Aandeel in de niet-gerealiseerde resultaten van joint | |||
| ventures opgenomen volgens de | 0,0 | 0,0 | |
| vermogensmutatiemethode | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten die in een latere periode | 26,4 | -15,1 | |
| zullen opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening | |||
| Herwaardering van de nettopensioenverplichtingen, vóór | 23 | 18,0 | -1,0 |
| winstbelasting | |||
| Winstbelasting op niet-gerealiseerde resultaten | 15 | -1,2 | 1,1 |
| Niet-gerealiseerde resultaten die niet in een latere periode | 16,7 | 0,1 | |
| zullen opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten, na winstbelasting | 43,2 | -14,9 | |
| Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde | 280,8 | 71,9 | |
| resultaten | |||
| Minderheidsbelang | 97,2 | 23,8 | |
| Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde | 183,6 | 48,0 | |
| resultaten |
3 De omrekeningsverschillen in 2021 zijn voornamelijk het gevolg van de daling van de euro ten opzichte van de US dollar (-8%), terwijl de omrekeningsverschillen in 2020 voornamelijk veroorzaakt zijn door de stijging van de euro ten opzichte van de dollar (+9%)
| Per 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 | |
| Activa | ||||
| Totaal vaste activa | 1.700,9 | 1.651,6 | ||
| Materiële vaste activa | 11 | 1.086,0 | 1.061,8 | |
| Goodwill | 12 | 42,1 | 42,1 | |
| Overige immateriële activa | 13 | 401,6 | 469,8 | |
| Deelnemingen opgenomen volgens de | ||||
| vermogensmutatiemethode | 14 | 19,2 | 20,0 | |
| Overige beleggingen | 14 | 101,2 | 10,3 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 15 | 34,5 | 33,2 | |
| Handels- en overige vorderingen | 16 | 16,1 | 14,4 | |
| Totaal vlottende activa | 1.331,2 | 1.111,1 | ||
| Voorraden | 17 | 486,2 | 393,4 | |
| Handels- en overige vorderingen | 16 | 459,0 | 342,2 | |
| Belastingsvorderingen | 8,5 | 9,3 | ||
| Afgeleide financiële instrumenten | 26 | 0,6 | 0,0 | |
| Korte termijn investeringen | 18/22 | 10,0 | 20,0 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18/22 | 366,7 | 345,9 | |
| Activa aangehouden voor de verkoop | 0,2 | 0,3 | ||
| Totaal activa | 3.032,0 | 2.762,7 | ||
| Eigen vermogen en schulden | ||||
| Eigen vermogen | ||||
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de | ||||
| vennootschap | 992,8 | 816,3 | ||
| Geplaatst kapitaal | 21,7 | 21,7 | ||
| Uitgiftepremies | 1,5 | 1,5 | ||
| Reserves en overgedragen winst | 969,6 | 793,0 | ||
| Minderheidsbelang | 21 | 695,6 | 647,6 | |
| Totaal eigen vermogen | 1.688,4 | 1.463,8 | ||
| Schulden | ||||
| Totaal schulden op meer dan één jaar | 588,0 | 822,5 | ||
| Financiële schulden | 22 | 196,2 | 393,2 | |
| Personeelsbeloningen | 23 | 59,9 | 71,2 | |
| Voorzieningen | 24 | 138,3 | 141,8 | |
| Handels- en overige schulden | 25 | 4,1 | 14,5 | |
| Afgeleide financiële instrumenten | 26 | 20,7 | 25,3 | |
| Uitgestelde belastingschulden | 15 | 168,8 | 176,5 | |
| Totaal schulden op ten hoogste één jaar | 755,7 | 476,3 | ||
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 18/22 | 0,1 | 0,0 | |
| Financiële schulden | 22 | 215,3 | 69,8 | |
| Handels- en overige schulden | 25 | 513,9 | 374,0 | |
| Afgeleide financiële instrumenten | 26 | 8,6 | 11,8 | |
| Te betalen belastingen | 2,7 | 3,7 | ||
| Personeelsbeloningen | 23 | 1,5 | 1,8 | |
| Voorzieningen | 24 | 13,6 | 15,1 | |
| Totaal schulden | 1.343,6 | 1.298,9 | ||
| Totaal eigen vermogen en schulden | 3.032,0 | 2.762,7 | ||
| (Miljoen EUR) | Toelichting | Geplaatst kapitaal | Uitgiftepremies | overgedragen winst Reserves en |
Omrekenings- verschillen |
ondernemingen aandelen door Inkoop eigen dochter- |
toerekenbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap Eigen vermogen |
Minderheidsbelang | Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari 2021 | 21,7 | 1,5 | 840,4 | -43,2 | -4,2 | 816,3 | 647,6 | 1.463,8 | |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 160,7 | 160,7 | 77,0 | 237,7 | |||||
| Niet-gerealiseerde resultaten: | |||||||||
| - Omrekeningsverschillen | 14,1 | 14,1 | 10,7 | 24,8 | |||||
| - Herwaardering van de nettopensioenverplichtingen, na winstbelasting |
8,1 | 8,1 | 8,7 | 16,7 | |||||
| - Nettowijziging in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten, na winstbelasting |
0,7 | 0,7 | 0,7 | 1,4 | |||||
| - Overige bewegingen | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | |||||
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na winstbelastingen |
0,0 | 0,0 | 169,5 | 14,1 | 183,6 | 97,2 | 280,8 | ||
| Transacties met aandeelhouders, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen: |
|||||||||
| Inkoop eigen aandelen door dochterondernemingen |
0,0 | 0,0 | 0,0 | ||||||
| - Dividenden | 0,0 | -0,6 | -0,6 | ||||||
| - Wijziging in minderheidsbelang | -2,5 | -4,6 | -7,1 | -48,6 | -55,7 | ||||
| Totaal van de bijdragen door en uitkeringen aan aandeelhouders |
0,0 | 0,0 | -2,5 | -4,6 | -7,1 | -49,2 | -56,3 | ||
| Saldo op 31 december 2021 | 21,7 | 1,5 | 1.007,5 | -33,7 | -4,2 | 992,8 | 695,6 | 1.688,4 |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | Geplaatst kapitaal | Uitgiftepremies | overgedragen winst Reserves en |
Omrekenings- verschillen |
aandelen door dochteronder- Inkoop eigen nemingen |
toerekenbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap Eigen vermogen |
Minderheidsbelang | Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari 2020 | 21,7 | 1,5 | 783,2 | -33,3 | 0,0 | 773,1 | 659,9 | 1.433,0 | |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 55,4 | 55,4 | 31,4 | 86,8 | |||||
| Niet-gerealiseerde resultaten: | |||||||||
| - Omrekeningsverschillen | -7,2 | -7,2 | -7,5 | -14,7 | |||||
| - Herwaardering van de nettopensioenverplichtingen, na winstbelasting |
-0,1 | -0,1 | 0,2 | 0,1 | |||||
| - Nettowijziging in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten, na winstbelasting |
-0,1 | -0,1 | -0,1 | -0,2 | |||||
| - Overige bewegingen | -0,1 | -0,1 | -0,1 | -0,2 | |||||
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na winstbelastingen |
0,0 | 0,0 | 55,2 | -7,2 | 48,0 | 23,8 | 71,9 | ||
| Transacties met aandeelhouders, rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen: |
|||||||||
| Inkoop eigen aandelen door dochterondernemingen |
1,8 | -4,2 | -2,4 | -1,8 | -4,2 | ||||
| - Dividenden | -3,5 | -3,5 | -3,5 | ||||||
| - Wijziging in minderheidsbelang | 3,8 | -2,7 | 1,1 | -34,3 | -33,3 | ||||
| Totaal van de bijdragen door en uitkeringen aan aandeelhouders |
0,0 | 0,0 | 2,1 | -2,7 | -4,2 | -4,9 | -36,1 | -41,0 | |
| Saldo op 31 december 2020 | 21,7 | 1,5 | 840,4 | -43,2 | -4,2 | 816,3 | 647,6 | 1.463,8 |
| Voor de periode eindigend op 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 | |
| Bedrijfsactiviteiten | ||||
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 237,7 | 86,8 | ||
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa, goodwill en overige immateriële activa |
8 | 192,2 | 194,6 | |
| Wijzigingen in voorzieningen | -3,6 | 8,2 | ||
| Financieringskosten Financieringsopbrengsten |
9 9 |
19,5 -63,9 |
45,0 -7,7 |
|
| Verlies / (winst) van de verkoop van vaste activa | -3,6 | -1,7 | ||
| Aandeel in het resultaat van deelnemingen opgenomen volgens | ||||
| de vermogensmutatiemethode, na winstbelasting | -1,1 | 1,9 | ||
| Belastingen op het resultaat | 10 | 49,8 | 32,2 | |
| Wijzigingen in voorraden | -81,2 | -34,0 | ||
| Wijzigingen in handels- en overige vorderingen | -111,7 | 2,6 | ||
| Wijzigingen in handels- en overige schulden | 127,7 | 34,5 | ||
| Wijziging afwaardering voorraden | 3/17 | 1,8 | 12,7 | |
| Overige kasstromen uit de bedrijfsactiviteiten | 2,4 | -6,5 | ||
| Cash uit bedrijfsactiviteiten | 366,0 | 368,6 | ||
| Betaalde belastingen op het resultaat | -62,1 | -45,6 | ||
| Ontvangen dividenden | 0,1 | 0,1 | ||
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 304,0 | 323,1 | ||
| Investeringsactiviteiten | ||||
| Aanschaffing van materiële vaste activa | 11 | -112,1 | -111,9 | |
| Aanschaffing van immateriële vaste activa | 13 | -0,4 | -1,1 | |
| Aanschaffing van dochterondernemingen, na aftrek van verworven geldmiddelen |
4 | 0,0 | -5,7 | |
| Aanschaffing van deelnemingen verwerkt volgens de | ||||
| vermogensmutatiemethode | 14 | 0,0 | -2,0 | |
| Beleggingen in aandelen | 4 | -53,1 | 0,0 | |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 7,0 | 5,8 | ||
| Ontvangsten uit de verkoop van dochterondernemingen, na | ||||
| aftrek van verworven geldmiddelen | 0,0 | -0,1 | ||
| Betaalde financiële garantie voor prekwalificatie aan de CRM | -16,3 | 0,0 | ||
| veiling (T-Power) | ||||
| Terugbetaling van financiële garantie voor prekwalificatie aan de CRM-veiling (T-Power) |
16,3 | 0,0 | ||
| Aanschaffing van korte termijn investeringen4 | 18/22 | -40,0 | -20,0 | |
| Ontvangsten uit de verkoop van korte termijn investeringen 4 | 18/22 | 50,0 | 0,0 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -148,6 | -135,1 | ||
| Financieringsactiviteiten | ||||
| Aankoop van belang van minderheidsaandeelhouders | 21 | -55,7 | -33,2 | |
| Inkoop eigen aandelen door dochterondernemingen | 19 | 0,0 | -4,2 | |
| Terugbetaling van lease schulden | 11/22 | -22,2 | -24,2 | |
| Ontvangsten uit nieuwe financiële schulden | 1,3 | 7,8 | ||
| Terugbetalingen van financiële schulden | -50,6 | -56,0 | ||
| Betaalde interesten | -18,2 | -18,1 | ||
| Ontvangen interesten | 4,8 | 2,6 | ||
| Uitgekeerde dividenden | -0,6 | -3,5 | ||
| Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten | 3,2 | -1,3 | ||
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | -138,0 | -130,1 | ||
| Netto toename / (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 17,5 | 57,9 | ||
| Omrekeningsverschillen | 3,3 | -2,2 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten min de kortetermijnschulden | ||||
| bij kredietinstellingen bij het begin van de verslagperiode | 18/22 | 345,9 | 290,3 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten min de kortetermijnschulden bij kredietinstellingen op het einde van de verslagperiode |
18/22 | 366,7 | 345,9 |
4 In het kasstroomoverzicht per 31 december 2020 werden de "kortetermijninvesteringen" opgenomen onder de "kasstromen uit financieringsactiviteiten". In 2021 werden ze opgenomen onder de "kasstromen uit investeringsactiviteiten" en werd het 2020 kasstroomoverzicht op deze manier aangepast.
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten daalden van 323,1 miljoen EUR in 2020 tot 304,0 miljoen EUR per 31 december 2021. De stijging van de operationele resultaten in 2021 (stijging van de Adjusted EBITDA met +68,6 miljoen EUR), voornamelijk binnen Machines & Technologieën, Agro en Industrial Solutions (toelichting 3 - Gesegmenteerde informatie), werd meer dan gecompenseerd door een stijging van het werkkapitaal. De wijzigingen in het werkkapitaal leidden tot een kasuitstroom van -65,2 miljoen EUR in 2021, voornamelijk beïnvloed door hogere voorraden, als gevolg van de hogere productievolumes en gestegen grondstof- en energieprijzen (-81,2 miljoen EUR). Het netto-effect van de wijziging in handels- en overige vorderingen en handels- en overige schulden bleef beperkt tot +16,1 miljoen EUR. De stijging van het belastbaar resultaat, resulteerde in hogere betaalde inkomstenbelastingen (-62,1 miljoen EUR in 2021 tegenover slechts -45,6 miljoen EUR in 2020).
De kasstromen uit investeringsactiviteiten bedroegen -148,6 miljoen EUR in 2021. De totale investeringsuitgaven bedragen -112,5 miljoen EUR (2020: -113,1 miljoen EUR) (toelichting 3 – Gesegmenteerde informatie). De "beleggingen in aandelen" betreffen de aankoop van Rieter aandelen voor 53,1 miljoen EUR (zie Toelichting 4 – Acquisities en verkopen). De ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa voor een bedrag van 7,0 miljoen EUR hebben voornamelijk betrekking op de verkoop van de activa van de MPR- en ECS-activiteiten (toelichting 6 - EBIT aanpassende elementen). In 2020 werd een overnamevergoeding in geldmiddelen betaald voor de overname van een productievestiging in La Chapelle-Saint-Ursin (Frankrijk) door DYKA Tube SAS (bedrijfssegment Industrial Solutions), terwijl er geen acquisities waren in 2021 (toelichting 4 - Acquisities en verkopen). Een financiële garantie, door middel van een betaling van 16,3 miljoen EUR, werd betaald aan Elia (de Belgische transmissienetbeheerder) als onderdeel van het prekwalificatiedossier voor een deelname aan de veiling van het Belgische CRM in september 2021 voor de bouw van een tweede gascentrale in Tessenderlo (België). Aangezien de groep niet succesvol was in de CRM-veiling, werd de garantie terugbetaald voor het einde van 2021. Per jaareinde 2021 werd een kortetermijninvestering aangehouden (opgenomen als kortetermijninvesteringen in de geconsolideerde balans) voor 10,0 miljoen EUR, tegenover 20,0 miljoen EUR op jaareinde 2020. De tegenpartij is een internationaal gerenommeerde financiële instelling. Deze belegging heeft een initiële looptijd van 9 maanden (met vervaldatum in januari 2022) (toelichting 18 - Geldmiddelen en kasequivalenten).
De kasstromen uit financieringsactiviteiten bedragen -138,0 miljoen EUR per jaareinde 2021 (2020: -130,1 miljoen EUR). De aankoop van belang van minderheidsaandeelhouders voor -55,7 miljoen EUR betreft de aankoop van bijkomende aandelen van dochteronderneming Tessenderlo Group wat resulteerde in een stijging van het aandelen percentage van 46,65% op 31 december 2020 naar 50,42% eind 2021. De terugbetaling van de financiële schulden (-50,6 miljoen EUR) heeft voornamelijk betrekking op de aflossing in 2021 van het openstaand saldo van het programma van handelspapier (-19,0 miljoen EUR per 31 december 2020) en de halfjaarlijkse kapitaalaflossingen van de kredietfaciliteit van T-Power nv (-25,7 miljoen EUR). In 2020 werd een nieuwe lening (+7,5 miljoen EUR) opgenomen door Tessenderlo Group nv om de aankoop van voertuigen in het bedrijfssegment Bio-valorization te financieren, terwijl er geen nieuwe significante leningen werden opgenomen in 2021 (toelichting 22 - Financiële schulden). Tessenderlo Group verwierf in 2020 ook 132.000 eigen aandelen, aan een prijs van 32 EUR per aandeel, voor een totaalbedrag van -4,2 miljoen EUR (toelichting 19 - Eigen vermogen), terwijl er geen verdere aankopen gebeurden in 2021.
Bijgevolg stegen de geldmiddelen en kasequivalenten min de kortetermijnschulden bij kredietinstellingen van 345,9 miljoen EUR tot 366,7 miljoen EUR (toelichting 18 – Geldmiddelen en kasequivalenten).
In het licht van de laatste ontwikkelingen rond de coronapandemie blijft Picanol Group alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zijn medewerkers veilig zijn en de verschillende fabrieken en bedrijven operationeel blijven. Alle fabrieken en activiteiten draaien momenteel volgens verwachtingen. De impact van COVID-19 op de geconsolideerde financiële staten van de groep in 2020 en 2021 was niet significant. Activiteiten zouden verder beïnvloed kunnen worden in 2022 als er te veel medewerkers door COVID-19 worden getroffen en/of als de toegang tot grond- en hulpstoffen of transportmiddelen verder bemoeilijkt zou worden, of als klanten niet meer in staat zouden zijn om onze producten te verwerken.
| 1 | Samenvatting van de voornaamste boekhoudprincipes | 55 |
|---|---|---|
| 2 | Bepaling van de reële waarde | 69 |
| 3 | Gesegmenteerde informatie | 70 |
| 4 | Acquisities en verkopen | 73 |
| 5 | Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten | 75 |
| 6 | EBIT aanpassende elementen | 75 |
| 7 | Personeelskosten en hiermee verbonden voordelen | 76 |
| 8 | Bijkomende informatie betreffende bedrijfskosten volgens kostensoort | 76 |
| 9 | Financieringskosten en -opbrengsten | 77 |
| 10 | Belastingen op het resultaat | 78 |
| 11 | Materiële vaste activa | 80 |
| 12 | Goodwill | 82 |
| 13 | Immateriële activa | 84 |
| 14 | Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode en overige beleggingen | 85 |
| 15 | Uitgestelde belastingvorderingen en -schulden | 86 |
| 16 | Handels- en overige vorderingen | 88 |
| 17 | Voorraden | 89 |
| 18 | Geldmiddelen en kasequivalenten | 89 |
| 19 | Eigen vermogen | 89 |
| 20 | Winst per aandeel | 91 |
| 21 | Minderheidsbelang | 91 |
| 22 | Financiële schulden | 92 |
| 23 | Personeelsbeloningen | 95 |
| 24 | Voorzieningen | 99 |
| 25 | Handels- en overige schulden | 100 |
| 26 | Financiële instrumenten | 101 |
| 27 | Waarborgen en verbintenissen | 107 |
| 28 | Voorwaardelijke verplichtingen en baten | 108 |
| 29 | Verbonden partijen | 109 |
| 30 | Honoraria van de commissaris | 111 |
| 31 | Gebeurtenissen na balansdatum | 111 |
| 32 | Ondernemingen van de groep | 112 |
| 33 | Kritische boekhoudkundige schattingen en oordeelsvormingen | 114 |
Picanol nv (hierna de "vennootschap"), de moedermaatschappij, is een onderneming waarvan de maatschappelijke zetel gelegen is in België. De geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 omvat de vennootschap en haar dochterondernemingen (hierna gezamenlijk de "groep") en de belangen van de groep in geassocieerde ondernemingen en ondernemingen onder gezamenlijke controle.
De IFRS-jaarrekening werd goedgekeurd voor publicatie door de raad van bestuur van Picanol nv op woensdag 23 maart 2022.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) die zijn vastgesteld door de "International Accounting Standards Board" (IASB) zoals aangenomen door de Europese Unie.
De jaarrekening wordt uitgedrukt in EUR, die de functionele munt is van de vennootschap, afgerond naar het dichtstbijzijnde miljoen waardoor totalen kunnen afwijken door afronding. Ze werd opgesteld op basis van historische kosten met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten, netto(verplichting)/vordering van pensioenplannen met een te bereiken doel en beleggingen aangehouden voor verkoop, welke gewaardeerd worden aan hun reële waarde. Activa en groepen van activa die worden afgestoten, geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, worden gewaardeerd aan de laagste van de nettoboekwaarde en de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
De voorbereiding van de jaarrekening conform IFRS vereist van het management beoordelingen, schattingen en veronderstellingen die van invloed zijn op de toepassing van de boekhoudprincipes en de gerapporteerde activa en schulden, kosten en opbrengsten. De schattingen en de gerelateerde veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaring en verscheidene andere factoren die verondersteld worden redelijk te zijn onder de omstandigheden. De resultaten hiervan vormen de basis voor het beoordelen van de waarde van activa en schulden die niet op directe wijze blijken uit andere bronnen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend herzien. Herzieningen betreffende de boekhoudkundige schattingen worden geboekt in die periode waarin de schatting werd herzien (indien de herziening enkel een impact heeft op die periode) of in de periode van de herziening en toekomstige periodes (als de herziening zowel de huidige als toekomstige periodes beïnvloedt).
Beoordelingen van het management omtrent de toepassing van IFRS-standaarden die een significante invloed hebben op de jaarrekening en de schattingen met een significant risico op een belangrijke correctie in het volgende jaar worden besproken in toelichting 33 – Kritische boekhoudkundige schattingen en oordeelsvormingen.
De geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op de toestand van de vennootschap vóór de winstverdeling van het boekjaar, die voorgesteld wordt aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
De boekhoudprincipes, zoals hierna beschreven, werden consistent toegepast door de vennootschap en alle geconsolideerde vennootschappen voor alle periodes voorgesteld in deze geconsolideerde jaarrekening.
Dochterondernemingen zijn ondernemingen die worden gecontroleerd door de groep. De groep controleert een entiteit indien de groep onderworpen is aan en rechten heeft op variabele rendementen uit de investering in de deelneming en de mogelijkheid heeft om zijn macht over de deelneming te gebruiken om het bedrag van deze rendementen te beïnvloeden. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de controle start tot de datum waarop de controle eindigt. Indien de groep niet langer controle uitoefent over een dochteronderneming worden alle activa en schulden van deze dochteronderneming, eventuele minderheidsbelangen en alle overige elementen van het eigen vermogen van deze dochteronderneming niet meer opgenomen. De winsten of verliezen volgend uit het verlies van controle worden opgenomen in de winst-enverliesrekening.
De minderheidsbelangen worden apart van het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de vennootschap voorgesteld. Gerealiseerde verliezen bij dochterondernemingen met een minderheidsbelang worden proportioneel toegewezen aan dit minderheidsbelang, zelfs indien het minderheidsbelang hierdoor negatief wordt.
Wijzigingen van minderheidsbelangen ten gevolge van transacties waarbij de controle blijft behouden, zijn gebaseerd op een evenredig bedrag van het netto-actief van de dochteronderneming. Goodwill wordt niet gewijzigd en winsten of verliezen worden niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening door middel van de vermogensmutatiemethode. De deelnemingen in geassocieerde ondernemingen zijn die waarin de groep een significante invloed kan uitoefenen op de financiële en de operationele beleidslijnen, doch deze niet controleert. Dat zal in het algemeen het geval zijn wanneer de groep tussen de 20% en 50% van de stemrechten bezit. De groep past IFRS 11 toe op alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden gezamenlijke overeenkomsten als gezamenlijke activiteiten (joint operations) of als joint ventures beschouwd, op basis van de contractuele rechten en verplichtingen van elke investeerder. Alle gezamenlijke overeenkomsten worden beschouwd als joint ventures omdat de groep eerder rechten heeft op de netto-activa van de gezamenlijke activiteit dan rechten met betrekking tot de activa en verplichtingen met betrekking tot de schulden. De vermogensmutatiemethode wordt toegepast vanaf de datum waarop de aanzienlijke invloed of gezamenlijke controle begint tot de datum waarop deze eindigt. Wanneer het aandeel van de groep in het verlies de boekwaarde van de geassocieerde onderneming of joint-venture overschrijdt, wordt de boekwaarde in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet langer in rekening gebracht, uitgezonderd in de mate waarin de groep verplichtingen (in rechte afdwingbaar of feitelijk) heeft aangegaan met betrekking tot deze geassocieerde onderneming of joint-venture.
Alle transacties tussen ondernemingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van de groep worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten afkomstig van transacties met geassocieerde ondernemingen en gezamenlijke activiteiten worden geëlimineerd ten belope van het belang van de groep in de onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, maar enkel in die mate dat er geen bewijs van bijzondere waardevermindering aanwezig is.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en schulden in vreemde valuta worden omgerekend aan de geldende slotkoersen op balansdatum.
Niet-monetaire activa en schulden, uitgedrukt in vreemde valuta, die geboekt zijn aan een historische kostprijs worden omgezet naar de functionele munt aan de wisselkoers die van toepassing is op de transactiedatum. Niet-monetaire activa en schulden, uitgedrukt in vreemde valuta, die geboekt zijn aan reële waarde, worden omgezet naar de functionele munt aan de wisselkoers die van toepassing is op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Voor niet-monetaire activa, die aangehouden worden voor verkoop, worden de wisselkoersresultaten niet afzonderlijk getoond van de totale mutatie in reële waarde.
Verschillen door transacties in vreemde valuta worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening binnen de financieringskosten.
Activa en schulden van buitenlandse entiteiten in vreemde valuta die opgenomen zijn in de consolidatie, worden omgezet in EUR op basis van de wisselkoersen die van toepassing zijn op balansdatum. De winst-en-verliesrekening van de buitenlandse entiteiten wordt omgezet in EUR op basis van de gemiddelde jaarlijkse wisselkoersen (om zodoende de wisselkoersen op datum van de transacties te benaderen). De componenten van het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap worden omgezet aan historische koersen.
Wisselkoersverschillen, afkomstig van de omzetting van het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap in EUR aan de wisselkoers op jaareinde, worden in "Omrekeningsverschillen" onder het eigen vermogen geboekt. Betreft de activiteit een niet-volledig gecontroleerde dochtermaatschappij, dan wordt het betreffende evenredige aandeel van het omrekeningsverschil toegerekend aan het minderheidsbelang.
Indien een buitenlandse activiteit wordt verkocht waardoor de groep de zeggenschap, invloed van betekenis, dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest, wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit cumulatief opgebouwde bedrag binnen de omrekeningsverschillen overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de winst of het verlies bij de verkoop.
Wanneer de groep enkel een deel van haar belang in een dochteronderneming, die een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt terwijl de controle behouden blijft, dan wordt het proportionele deel van het cumulatief bedrag binnen de omrekeningsverschillen overgeboekt naar het minderheidsbelang. Wanneer de groep enkel een deel van zijn participatie in een geassocieerde onderneming of joint venture, die een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt terwijl een invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap behouden blijft, wordt het relevante gedeelte van het cumulatief bedrag overgeboekt in de winst-en-verliesrekening.
De volgende wisselkoersen werden gebruikt bij de voorbereiding van de jaarrekening:
| Slotkoers | Gemiddelde koers | |||
|---|---|---|---|---|
| 1 EUR is gelijkgesteld aan: | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Braziliaanse real | 6,31 | 6,37 | 6,38 | 5,89 |
| Chinese yuan | 7,19 | 8,02 | 7,63 | 7,87 |
| Costa Ricaanse colon | 725,59 | 743,89 | 732,03 | 665,45 |
| Tsjechische kroon | 24,86 | 26,24 | 25,64 | 26,46 |
| Hongaarse forint | 369,19 | 363,89 | 358,52 | 351,25 |
| Indische roepie | 84,23 | 89,66 | 87,44 | 84,64 |
| Poolse zloty | 4,60 | 4,56 | 4,57 | 4,44 |
| Pond sterling | 0,84 | 0,90 | 0,86 | 0,89 |
| Roemeense leu | 4,95 | 4,87 | 4,92 | 4,84 |
| Zwitserse frank | 1,03 | 1,08 | 1,08 | 1,07 |
| Turkse lira | 15,23 | 9,11 | 10,51 | 8,05 |
| Amerikaanse dollar | 1,13 | 1,23 | 1,18 | 1,14 |
| Indonesische Roepie | 16.100 | 17.240 | 16.860 | 16.650 |
| Mexicaanse Peso | 23,14 | 24,42 | 24,07 | 24,45 |
Kosten voor onderzoeksactiviteiten, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis, worden als kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Kosten voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen, worden in de balans opgenomen, indien ze aan elk van de volgende criteria voldoen:
Andere uitgaven voor ontwikkeling worden als kost in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het moment dat ze zich voordoen.
De geactiveerde kosten omvatten de kosten van grondstoffen en directe loonkosten. Geactiveerde uitgaven voor ontwikkeling worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen (zie verder) en bijzondere waardeverminderingen (zie boekhoudprincipe J.).
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de aankoop, de bouw of het voortbrengen van een overig immaterieel actief, en die een lange voorbereiding vereisen, worden opgenomen in de kostprijs van het overig immaterieel actief.
De kost voor het bekomen van emissierechten wordt opgenomen als overige immateriële activa, zowel wanneer ze gekocht worden of gratis zijn ontvangen (in het laatste geval is de aanschaffingswaarde nul). Emissierechten worden niet afgeschreven, maar worden onderworpen aan een test op bijzondere waardeverminderingen. Een voorziening wordt aangelegd ter dekking van de verplichting tot het voorleggen van de vereiste hoeveelheid emissierechten als, gedurende een bepaalde periode, het aantal vereiste rechten het totaal aantal verworven rechten overstijgt. Deze voorziening wordt opgenomen aan het geraamde bedrag van de nodige uitgaven om aan deze verplichting te voldoen.
De reële waarde van termijn aankoop- en verkoopcontracten van emissierechten is gebaseerd op de genoteerde marktprijzen voor futures van "EU allowances" (EUAs) en "Certified Emission Reductions" (CERs)5 .
Overige immateriële activa die verworven werden door de groep, worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen (zie verder) en bijzondere waardeverminderingen (zie boekhoudprincipe J.).
Uitgaven na eerste opname voor geactiveerde overige immateriële activa worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige economische voordelen, eigen aan de activapost waarop zij betrekking hebben, vergroten. Alle andere gedane uitgaven worden geboekt als kosten.
Overige immateriële activa met een bepaalde gebruiksduur worden afgeschreven volgens de lineaire methode over hun verwachte economische gebruiksduur.
De geschatte economische gebruiksduur van de respectievelijke categorieën van activa is de volgende:
| Ontwikkeling | 5 jaar |
|---|---|
| Software | 3 tot 5 jaar |
| Klantenlijst | 3 tot 10 jaar |
| Concessies, licenties, patenten en andere | 10 tot 20 jaar |
De verwachte economische gebruiksduur en restwaarden, indien significant, worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig.
Alle bedrijfscombinaties worden verwerkt door de overnamemethode toe te passen op de datum van overname, welke de datum is waarop de groep controle verkrijgt.
De groep waardeert de goodwill op de overnamedatum als volgt:
Indien negatief, zal deze voordelige aankoop onmiddellijk worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening nadat de reële waarde opnieuw beoordeeld werd.
Goodwill wordt uitgedrukt in de munteenheid van de dochteronderneming waarop die betrekking heeft.
5 De groep had geen dergelijke contracten in 2019 en 2020.
Transactiekosten, andere dan die verbonden met de uitgifte van schulden of aandelen, worden door de groep in kost genomen wanneer zij worden gemaakt.
De reële waarde van een voorwaardelijke vergoeding wordt op overnamedatum opgenomen. Indien die voorwaardelijke vergoeding wordt geclassificeerd als eigen vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt de afwikkeling geboekt in het eigen vermogen. In andere gevallen worden wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding na eerste opname in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt minstens één keer per jaar onderworpen aan een test op bijzondere waardeverminderingen, alsook telkens wanneer er een indicatie is die wijst op een mogelijke bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheid waaraan de goodwill werd toegewezen (zie boekhoudprincipe J.).
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief operationeel te maken zoals beoogd door het management (bijvoorbeeld: niet terugvorderbare belastingen, transport en, indien van toepassing, de kosten van ontmanteling en verwijdering van het actief en van het herstel van het terrein waar het actief zich bevindt). De kostprijs van zelf geproduceerde activa wordt op dezelfde manier bepaald als voor verworven activa en omvat de kostprijs van materialen, directe loonkosten en overige direct toewijsbare kosten. Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de aankoop, de bouw of het voortbrengen van een actief, welk een lange voorbereiding vereist, worden opgenomen in de kostprijs van het actief.
Wanneer componenten van een vast actief een verschillende gebruiksduur hebben, worden zij geboekt als afzonderlijke materiële vaste activa.
Uitgaven na eerste opname opgelopen in het kader van het vervangen of vernieuwen van componenten van materiële vaste activa worden geboekt als de aankoop van een afzonderlijk actief en het actief dat werd vervangen wordt dan volledig afgeschreven. Het activeren van latere uitgaven vindt enkel plaats wanneer deze uitgaven de toekomstige economische voordelen, eigen aan de activapost waarop zij betrekking hebben, vergroten en de productiecapaciteit significant verhogen. Herstellings- en onderhoudskosten, die de toekomstige economische voordelen eigen aan de activapost waarmee ze verwant zijn niet doen toenemen, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Afschrijvingen worden geboekt in de winst-en-verliesrekening vanaf de datum van ingebruikname, op lineaire basis over de verwachte economische gebruiksduur van elke component van het materieel vast actief.
De verwachte economische gebruiksduur van de respectievelijke categorieën van activa is als volgt:
| Infrastructuurwerkzaamheden terreinen6 | 10 tot 20 jaar |
|---|---|
| Gebouwen | 20 tot 40 jaar |
| Verbeteringswerkzaamheden gebouwen | 10 tot 20 jaar |
| Installaties | 6 tot 20 jaar |
| Machines en uitrusting | 5 tot 15 jaar |
| Meubilair en kantooruitrusting | 4 tot 10 jaar |
| Extrusiemateriaal en gereedschap | 3 tot 7 jaar |
| Laboratorium- en onderzoeksinfrastructuur | 3 tot 5 jaar |
| Rollend materieel | 4 tot 10 jaar |
| Computermaterieel | 3 tot 5 jaar |
Terreinen worden niet afgeschreven, aangezien aangenomen wordt dat ze een onbepaalde gebruiksduur hebben.
6 Infrastructuurwerken terreinen omvat voornamelijk het aanleggen van toegangswegen, omheining en verlichting.
De verwachte economische gebruiksduur en restwaarden, indien significant, worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig.
Overheidssubsidies gerelateerd met de aankoop van een materieel vast actief worden in mindering gebracht van de boekwaarde eigen aan de activapost, wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat deze subsidies ontvangen zullen worden en dat de groep zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Ze worden in de winst-enverliesrekening opgenomen in mindering van de gerelateerde afschrijvingen en dat op lineaire basis over de verwachte gebruiksduur van de gerelateerde activa.
Overheidssubsidies als compensatie voor gemaakte kosten van de groep worden systematisch opgenomen in mindering van de gerelateerde kost in dezelfde periode waarin de kosten worden opgenomen.
De waarderingsregels voor de emissierechten worden besproken in sectie (E) Immateriële activa.
De groep heeft IFRS 16 Leaseovereenkomsten toegepast vanaf 1 januari 2019 volgens de gewijzigde retroactieve methode, zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers.
Bij het aangaan van een contract beoordeelt de groep of het contract een leaseovereenkomst is of bevat. Een contract is, of bevat, een leaseovereenkomst indien het contract in ruil voor een vergoeding het recht verleent gedurende een bepaalde periode de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
Activa, die het gebruiksrecht van het overeenstemmende geleasede actief vertegenwoordigt, worden aan kostprijs opgenomen in materiële vaste activa en bestaan uit:
De overeenstemmende leaseschuld, die de contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigt, wordt opgenomen in de schulden op meer dan één jaar of op ten hoogste één jaar naargelang hun vervaldatum.
De leasebetalingen worden initieel gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verschuldigde leasebetalingen op aanvangsdatum en worden verdisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst of, indien die niet op eenvoudige wijze kan worden bepaald, de marginale rentevoet. Dat is de rentevoet waartegen een lessee het bedrag, nodig voor het verkrijgen van een actief van gelijkaardige waarde als het met een gebruiksrecht overeenstemmende actief en dat in een gelijkaardige economische omgeving, zou hebben kunnen lenen voor gelijkaardige duur en onder gelijkaardige voorwaarden. Over het algemeen wordt de marginale rentevoet door de groep gebruikt.
'Right-of-use' activa en leaseverplichtingen worden niet opgenomen voor leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft of voor leaseovereenkomsten van korte duur. De leasebetalingen van leaseovereenkomsten, waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft of die van korte duur zijn, worden op lineaire wijze over de duur van de overeenkomst ten laste genomen.
De rentelast van de leaseverplichting wordt opgenomen als een interestkost in de winst-en-verliesrekening.
De 'right-of-use' activa worden op lineaire basis afgeschreven over de leaseperiode of over de gebruiksduur van het actief indien dat laatste korter is. De leaseperiode wordt door de groep beschouwd als de niet-opzegbare periode van de leaseovereenkomst, samen met periodes waarvoor een optie tot verlenging van de leaseovereenkomst bestaat, indien het redelijk zeker is dat deze optie zal worden uitgeoefend, of periodes waarvoor een optie tot beëindiging van de leaseovereenkomst bestaat, indien het redelijk zeker is dat deze optie niet zal worden uitgeoefend. De groep heeft gebruikgemaakt van inschattingen bij het beoordelen of het redelijk zeker is dat een optie tot verlenging uitgeoefend zal worden. Hierbij heeft de groep alle relevante factoren, die een voordeel voor de groep vormen om een optie tot verlenging uit te oefenen, in overweging genomen.
Elke categorie van beleggingen wordt geboekt op transactiedatum.
Beleggingen in aandelen omvatten deelnemingen in ondernemingen waarin de groep geen significante invloed uitoefent of controle bezit. Dat is normaal het geval wanneer de groep minder dan 20% van de stemrechten bezit. Zulke beleggingen worden opgenomen aan reële waarde, tenzij de reële waarde niet op betrouwbare wijze gemeten kan worden. In dat laatste geval worden ze geboekt aan aanschaffingswaarde, verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. De reële waarde is de genoteerde biedkoers op afsluitingsdatum. Bij de initiële erkenning kan de entiteit, op een instrument per instrument basis, bepalen om latere wijzigingen in de reële waarde ofwel op te nemen in de niet-gerealiseerde resultaten ofwel rechtstreeks in de winst- en verliesrekening. De keuze is onherroepbaar. Dividenden worden als resultaat opgenomen in de winst-en-verliesrekening, tenzij het dividend duidelijk een terugbetaling van een deel van de investering vertegenwoordigt. Wanneer beleggingen in aandelen worden verkocht en de keuze bij initiële erkenning was om reële waarde wijzigingen in de niet-gerealiseerde resultaten op te nemen, dan blijft het cumulatieve resultaat, dat voorheen in het niet-gerealiseerde resultaat is opgenomen, in de niet-gerealiseerde resultaten en wordt het nooit opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De entiteit heeft volgende beleggingen in aandelen:
De andere beleggingen omvatten voornamelijk waarborgen in geld. Zij worden oorspronkelijk gewaardeerd aan reële waarde. Nadien worden de overige beleggingen gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs.
Kortetermijninvesteringen omvatten termijndeposito's en korte termijn beleggingen bij kredietinstellingen met een initiële looptijd van meer dan drie maanden, met de intentie om ze tot op hun vervaldatum van minder dan één jaar aan te houden (enkel betaling van kapitaal en interest). Ze worden opgenomen aan reële waarde en de bijhorende opbrengsten als interestopbrengst.
De nettoboekwaarde van materiële vaste activa en overige immateriële activa wordt op elke balansdatum beoordeeld om te bepalen of er enige aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het individueel actief of van de kasstroomgenererende eenheid geschat. Voor de test op bijzondere waardeverminderingen worden activa gegroepeerd in de kleinste groep activa die kasstromen genereren uit voortgezette activiteiten die in ruime mate onafhankelijk zijn van kasstromen uit andere activa of kasstroomgenererende eenheden. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde van een actief of van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Goodwill en overige immateriële activa die nog niet beschikbaar zijn voor gebruik, worden minstens jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen alsook op het moment dat er enige aanwijzing hiervoor bestaat. Een bijzondere waardevermindering op goodwill wordt bepaald door de realiseerbare waarde van elke kasstroomgenererende eenheid, aan welke de goodwill werd toegewezen, te beoordelen.
Bijzondere waardeverminderingen op kasstroomgenererende eenheden worden in eerste instantie toegewezen aan de boekwaarde van de goodwill van kasstroomgenererende eenheden en pas daarna wordt de boekwaarde van de andere activa die aanwezig zijn in die eenheid op een pro rata basis verminderd.
De realiseerbare waarde van een actief of kasstroomgenererende eenheid is de hoogste van de reële waarde, verminderd met de verkoopkosten en de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen voortvloeiend uit het gebruik van het actief of de kasstroomgenererende eenheid. De bedrijfswaarde wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen te verdisconteren tot hun huidige waarde, gebruikmakend van een discontovoet die zowel de actuele marktomstandigheden als de specifieke risico's met betrekking tot het actief, de activiteit, etc. weergeeft. De reële waarde verminderd met de verkoopkosten wordt bepaald door rekening te houden met recente markttransacties, indien beschikbaar.
Indien een bijzondere waardevermindering het gevolg is van het overboeken van activa naar vaste activa aangehouden voor verkoop, gebeurt de waardering van de reële waarde van de activa op basis van de beste inschattingen van het management (alsook op basis van kennis van eerdere transacties met vergelijkbare activa).
Een bijzondere waardevermindering opgenomen in voorgaande perioden voor activa van de groep, met uitzondering van goodwill, wordt op elke balansdatum beoordeeld om na te gaan of er een aanwijzing bestaat dat de bijzondere waardevermindering mogelijk is afgenomen of niet meer bestaat. Wanneer er een verandering heeft plaatsgevonden in de schattingen die gebruikt werden om de realiseerbare waarde van activa van de groep, andere dan goodwill, te bepalen, wordt de boekwaarde gedeeltelijk of geheel opnieuw samengesteld. De terugname van de, in voorgaande perioden opgenomen, bijzondere waardeverminderingen vindt plaats via de EBIT aanpassende elementen in de winsten-verliesrekening, in die mate dat de nieuwe toegenomen boekwaarde van het actief niet hoger is dan de realiseerbare waarde of de boekwaarde (na afschrijvingen) die bekomen zou zijn, indien geen bijzondere waardeverminderingen voor het actief zouden zijn geboekt.
Een bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet teruggenomen worden.
In overeenstemming met IFRS 9 erkent de groep verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen volgens de vereenvoudigde methode. Verwachte kredietverliezen worden op handelsvorderingen, exclusief te recupereren BTWbedragen, opgenomen tijdens de looptijd. Een voorzieningenmatrix wordt gebruikt om de verwachte kredietverliezen tijdens de looptijd op handelsvorderingen te berekenen, aan de hand van de vervallen openstaande handelsvorderingen op balansdatum en historische informatie over wanbetalingen. De groep beschouwt een financieel actief in wanbetaling wanneer de contractuele betalingen meer dan 60 dagen vervallen zijn. Voor alle handelsvorderingen, meer dan 60 dagen vervallen, berekent de voorzieningenmatrix een bijzondere waardevermindering tussen 20% en 100%. Echter, in specifieke gevallen, kan de groep eveneens een financieel actief in wanbetaling beschouwen na objectieve aanwijzingen van een bijzondere waardevermindering ten gevolge van één of meer gebeurtenissen, die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van het actief en als deze tot verlies leidende gebeurtenissen een effect hadden op de toekomstige geschatte kasstromen van dit actief, welk bovendien betrouwbaar kan worden ingeschat. Objectieve aanwijzingen voor een bijzondere waardevermindering bestaan uit aanzienlijke financiële problemen van een schuldenaar, contractbreuk of wanbetalingen door een schuldenaar, indicatoren van een faillissement van een schuldenaar of economische omstandigheden die nauw samenhangen met wanbetalingen. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of aan netto-opbrengstwaarde indien die lager is. De kostprijs wordt bepaald volgens de gewogen gemiddelde kostprijsmethode voor de segmenten van Tessenderlo Group en volgens de FIFO-methode voor het segment Machines & Technologies.
De kostprijs voor afgewerkte producten en goederen in bewerking omvat de gebruikte grondstoffen, de andere productiematerialen, de directe loon- en andere kosten en een toewijzing van vaste en variabele indirecte productiekosten, gebaseerd op de normale productiecapaciteit. De kostprijs van voorraden omvat de inkoopkosten, de conversie en andere kosten die voortvloeien uit het transport van de voorraden naar hun huidige locatie en toestand. De netto-opbrengstwaarde wordt gedefinieerd als de geschatte verkoopprijs, verminderd met de geschatte kosten voor voltooiing.
Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd aan reële waarde en nadien aan afgeschreven kostprijs verminderd met de nodige voorzieningen voor waardeverminderingen (zie boekhoudprincipe J.).
Geldmiddelen omvatten kas- en banksaldi bij kredietinstellingen. Kasequivalenten zijn kortlopende beleggingen met een hoge liquiditeit die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, die een looptijd hebben van drie maanden of minder vanaf de aanvangsdatum, en waarvoor geen belangrijk risico voor waardeverandering bestaat. Geldmiddelen en kasequivalenten worden opgenomen aan hun reële waarde.
Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. De marginale kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van gewone aandelen en aandelenwarranten worden verwerkt als aftrekpost op het eigen vermogen, na aftrek van eventuele fiscale effecten.
Wanneer geplaatst kapitaal, geclassificeerd onder "eigen vermogen", opnieuw wordt ingekocht, wordt het bedrag, inclusief directe toerekenbare kosten, verwerkt als een wijziging in het eigen vermogen. Ingekochte aandelen worden eigen aandelen en worden beschouwd als een vermindering van het eigen vermogen. Wanneer ingekochte eigen aandelen vervolgens worden verkocht of opnieuw worden uitgegeven, wordt het ontvangen bedrag opgenomen ten gunste van het eigen vermogen en wordt het eventuele overschot of tekort op de transactie overgeheveld naar/van de uitgiftepremies.
Dividenden worden geboekt als schuld in de periode waarin ze worden toegekend.
Niet-afgeleide financiële schulden worden initieel gewaardeerd aan reële waarde, verminderd met de kosten verbonden aan de transactie. Vervolgens worden deze rentedragende verplichtingen gewaardeerd aan hun afgeschreven kostprijs en wordt elk verschil tussen de aanschaffingsprijs en de aflossingswaarde ten laste genomen van de winst-enverliesrekening over de looptijd van de lening op basis van de effectieve interestvoet
Binnen het segment Machines & Technologies wordt gebruik gemaakt van exportfinancieringen. De vennootschap staat langetermijnbetaling toe van handelsvorderingen. Deze vorderingen zijn gefinancierd via bancaire exportfinancieringen en zijn gewaarborgd door Credendo.
Op het moment van facturatie van het machinecontract wordt de klantenvordering (die gespreid is over meerdere jaren) geboekt onder de rubriek "handels- en overige vorderingen" (op korte en lange termijn). Voor de financiering van deze langetermijnvorderingen zijn er verschillende mogelijkheden. Indien Picanol Group een gelijklopend leverancierskrediet afsluit met een bank wordt deze schuld geboekt onder de rubriek "Financiële schulden" (op korte en lange termijn). Picanol Group kan ook beslissen om over te gaan tot verdiscontering van de klantenvordering via een bank of een kredietverzekeraar. In dit geval wordt de klantenvordering afgeboekt op het moment dat het risico van de vordering wordt overgedragen. De discontokosten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de "financieringskosten". De opbrengsten m.b.t. het doorfactureren van de intrestkosten naar de klant zijn opgenomen in de resultatenrekening onder de "financieringsopbrengsten".
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de onderneming een bestaande verplichting heeft (in rechte afdwingbaar of feitelijk) als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk is en wanneer een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de omvang van deze verplichtingen.
Indien het effect hiervan significant is, zullen voorzieningen worden aangelegd door de verdiscontering van de toekomstige kasstromen aan een discontovoet die zowel de huidige marktrente als, indien van toepassing, de specifieke risico's met betrekking tot het passief weergeeft. Het afwikkelen van de verdisconteringsimpact wordt geboekt als een component van de financieringskosten.
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de onderneming een gedetailleerd en geformaliseerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en wanneer de herstructurering ofwel werd aangevat ofwel openbaar werd gemaakt. Voor toekomstige exploitatieverliezen worden geen voorzieningen opgenomen.
Deze voorzieningen zijn gebaseerd op verplichtingen (in rechte afdwingbaar of feitelijk) als gevolg van gebeurtenissen van het verleden, in overeenstemming met de van toepassing zijnde wettelijke verplichtingen.
Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt aangelegd wanneer de te verwachten ontvangen economische voordelen voor de groep lager liggen dan de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te voldoen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte kosten voor de beëindiging van het contract of, indien dat lager is, tegen de contante waarde van de verwachte nettokosten van de voortzetting van het contract. Voorafgaand aan het aanleggen van een voorziening neemt de groep op de activa, die betrekking hebben op het contract, een bijzonder waardeverminderingsverlies.
Een voorziening voor garantieverplichting wordt aangelegd voor alle producten onder garantie op basis van historische gegevens met betrekking tot herstellingen en terug ingeleverde producten. Tevens wordt op basis van individuele analyse een provisie aangelegd voor uitvoeringsgaranties.
De personeelsbeloningen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen en verzekeringen voor medische bijstand. De groep voorziet een aantal "vaste bijdrage" pensioenplannen en "te bereiken doel" pensioenplannen die wereldwijd verspreid zijn en waarvan de activa meestal beheerd worden in aparte pensioenfondsen. In het algemeen beheren aparte trustmaatschappijen en verzekeraars de pensioenplannen.
Een vaste bijdrage pensioenplan is een pensioenplan waarin de groep vaste bijdragen stort in een fonds. Er is geen wettelijke of constructieve verplichting om aanvullende bijdragen te betalen indien de activa van het fonds onvoldoende zijn om aan alle werknemers de voordelen te betalen die gerelateerd zijn aan de dienstjaren in de huidige of vorige periodes. De bijdragen tot een vaste bijdrage pensioenplan worden geboekt als kost in de winst-en-verliesrekening op het moment dat de gerelateerde dienst is geleverd. Voorafbetaalde bijdragen zijn opgenomen als een actief tot op hoogte van de terugbetaling in contanten van deze bijdragen of van de vermindering van toekomstige betalingen.
Pensioenplannen met een te bereiken doel zijn alle pensioenplannen die niet onder de vaste bijdrage pensioenplannen vallen. Doorgaans bepaalt een pensioenplan met een te bereiken doel een bedrag dat uitgekeerd zal worden aan de werknemer wanneer die met pensioen gaat.
Voor pensioenplannen met een te bereiken doel worden de pensioenkosten voor elk plan afzonderlijk geschat op basis van de "projected unit credit" methode. Volgens deze methode worden de pensioenkosten ten laste genomen van de winst-en-verliesrekening zodanig dat de kost gespreid wordt over de nog te presteren diensttijd van de deelnemers, in overeenstemming met het advies van de bevoegde onafhankelijke actuarissen die jaarlijks een volledige berekening maken van de plannen.
De pensioenverplichtingen opgenomen in de balans worden berekend als zijnde de actuele waarde van de verplichtingen van de toegezegde pensioenrechten, berekend op basis van de interestvoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in de valuta gebruikt voor de uitbetaling van de voordelen, en met een looptijd die de termijn van de pensioenverplichting benadert, verminderd met de reële waarde van de activa van het fonds. In de landen waar geen liquide markt voor deze obligaties bestaat, werd de marktrentevoet van overheidsobligaties gebruikt in de actualisatie.
De nettorente wordt berekend door de discontovoet toe te passen op de nettopensioenverplichting of -vordering. De nettorente en overige kosten betreffende pensioenplannen met een te bereiken doel worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Herwaarderingen van de nettopensioenverplichting, welke de actuariële winsten en verliezen omvatten, en het effect van het actiefplafond (indien van toepassing), worden als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen opgenomen in de periode dat deze ontstaan.
Wanneer de berekening resulteert in een mogelijk actief voor de groep, wordt het erkend actief gelimiteerd tot de contante waarde van economische voordelen onder de vorm van toekomstige terugbetalingen door het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan.
De kosten van verstreken diensttijd en winsten of verliezen van inperking worden onmiddellijk in de winst-enverliesrekening opgenomen.
Deze vergoedingen ontstaan als gevolg van een beslissing van de groep om de tewerkstelling van een werknemer of van een groep werknemers te beëindigen vóór de normale pensioendatum of als gevolg van de beslissing van een werknemer om vrijwillig de tewerkstelling stop te zetten in ruil voor deze vergoedingen.
Deze vergoedingen worden als een verplichting en als kost opgenomen op de vroegste van volgende data: op het ogenblik dat de groep het aanbod van deze vergoedingen niet langer kan terugtrekken, of indien de groep een herstructureringskost opneemt in overeenstemming met IAS 37 Voorzieningen en het ontslagvergoedingen betreft. Indien de vergoedingen verbonden zijn aan prestaties in de toekomst, worden die niet als ontslagvergoedingen beschouwd maar als vergoedingen na uitdiensttreding.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen worden niet verdisconteerd en opgenomen wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht.
Indien de groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft voor geleverde diensten van werknemers en indien deze verplichting betrouwbaar kan worden bepaald, wordt een verplichting opgenomen voor het verwachte bedrag dat als een kortetermijnbonus in contanten of een winstdelingsregeling zal worden uitbetaald.
Belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de winst-en-verliesrekening tenzij ze betrekking hebben op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen of in de niet-gerealiseerde resultaten worden geboekt, die in dat geval opgenomen worden in het eigen vermogen of in de niet-gerealiseerde resultaten, of op bedrijfscombinaties worden geboekt, die in dat geval opgenomen worden tegenover goodwill.
Belastingen van het boekjaar omvatten de verwachte belastingschuld op het belastbaar inkomen van het jaar, gebruik makend van de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde of aangekondigde belastingpercentages, en alle aanpassingen van de belastingschulden van vorige jaren. Het bedrag van de te betalen of terug te vorderen belastingen op ten hoogste één jaar is de beste inschatting van het verwachte te betalen of terug te vorderen bedrag en weerspiegelt de onzekerheid met betrekking tot belastingen, indien van toepassing.
Uitgestelde belastingvorderingen en -schulden worden geboekt op basis van de balansmethode, voor tijdelijke verschillen tussen de fiscale basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden, en dat zowel voor activa als schulden. Voor de volgende tijdelijke verschillen worden geen uitgestelde belastingen geboekt: de belastbare tijdelijke verschillen bij de initiële opname van goodwill, de initiële opname van activa en schulden in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die geen invloed heeft op het boekhoudkundige of fiscale resultaat en verschillen met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen in de mate dat een tegenboeking in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, gebaseerd op belastingtarieven en belastingwetten die aangekondigd en/of goedgekeurd werden op balansdatum, en weerspiegelt de onzekerheid met betrekking tot belastingen, indien van toepassing.
Een uitgestelde belastingvordering wordt enkel opgenomen in de balans indien het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen de verrekenbare tijdelijke verschillen, de ongebruikte belastingtegoeden en de ongebruikte overgedragen fiscale verliezen kunnen verrekend worden. De uitgestelde belastingvorderingen worden herzien op elke afsluitingsdatum en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het desbetreffende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en -schulden worden gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht is om de huidige belastingschulden en -vorderingen te salderen, en ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteit in dezelfde belastingverschuldigde entiteit, of in verschillende ondernemingen die tot doel hebben om de huidige belastingschulden en -vorderingen op een nettobasis af te handelen of hun belastingvorderingen en schulden gelijktijdig zullen realiseren.
Bijkomende belastingen op het resultaat die voortvloeien uit de uitkering van dividenden worden op hetzelfde ogenblik geboekt als de verplichting om het betreffende voordeel te betalen.
Handels- en overige schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde en nadien aan de afgeschreven kostprijs.
Het vijfstappenmodel wordt toegepast om opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten te erkennen. De groep erkent omzet als het bedrag dat een onderneming verwacht te ontvangen in ruil voor de levering van goederen of diensten aan een klant.
Het merendeel van de omzet van de groep bestaat uit de verkoop van goederen. Deze producten worden in het algemeen rechtstreeks of via distributeurs aan de klant verkocht. De erkenning van omzet is gebaseerd op het verwerven van controle over de goederen. Het moment van opname is afhankelijk van de contractuele verkoopcondities, gekend als "Internationale commerciële voorwaarden" (Incoterms). De timing van de erkenning van de omzet is niet significant verschillend van de overdracht van risico's en voordelen verbonden aan eigendom. De verkoop van goederen, inclusief transport, wordt gekwalificeerd als een afzonderlijke prestatieverplichting. De kosten van het transport worden ten laste genomen als onderdeel van de prestatieverplichting om de goederen bij de klant te leveren. In het segment 'Machines & Technologies' wordt de installatie van de machine bij de klant wel als een aparte prestatieverplichting gezien aangezien die ook door de klant of door een externe partij kan worden uitgevoerd. Echter de omzet met betrekking tot deze installatie is niet materieel in de totale omzet van de groep.
Het bedrag van de omzet uit het verlenen van diensten wordt niet afzonderlijk opgenomen in de geconsolideerde winsten-verliesrekening omdat het momenteel een insignificant deel van de totale omzet van de groep vertegenwoordigt.
De verkoop van diensten kwalificeert als een afzonderlijke prestatieverplichting, waarbij omzet wordt erkend wanneer de klant de controle verwerft over de dienst wat op een bepaald tijdstip of over een bepaalde periode kan zijn. Voor elke prestatieverplichting waaraan voldaan is, dient de omzet te worden erkend door de vooruitgang ten opzichte van volledige voltooiing te meten op het einde van elke verslagperiode.
Voor de omzet uit projecten wordt het omzetbedrag bepaald op basis van de vooruitgang gemaakt met het oog op het volledig voldoen aan de prestatieverplichting. Deze projecten hebben meestal een levensduur van minder dan een jaar.
Overeenkomsten met klanten kunnen handels- en volumekortingen, die aan de klant worden toegekend indien de geleverde volumes bepaalde drempels overschrijden, omvatten. In deze gevallen bevat de transactieprijs een variabele vergoeding. Deze variabele vergoeding, opgenomen aan reële waarde, zal als onderdeel van de transactieprijs in rekening worden gebracht bij het erkennen van de omzet, en dat voor elk contract, door middel van een inschatting van de kans dat de korting of teruggave zich zal realiseren.
Overeenkomsten met klanten kunnen voorraad in consignatie bevatten. De producten worden verzonden en opgeslagen in eigen of gehuurde silo's op de locatie van de klant. De omzet wordt enkel erkend wanneer de goederen daadwerkelijk worden afgenomen door de klant. De verkoopprijs zal de op dat moment geldende marktprijs zijn.
Financiële opbrengsten omvatten ontvangen interesten op geïnvesteerde fondsen, dividenden, positieve wisselkoersresultaten, opbrengsten op afgeleide financiële instrumenten en doorgefactureerde LC of financieringskosten verbonden aan weefmachinecontracten.
Interestopbrengsten worden in resultaat genomen naargelang ze verworven zijn, rekening houdend met de effectieve opbrengstvoet op het actiefbestanddeel.
Dividenden worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening op het moment dat ze worden toegekend aan de onderneming.
De financiële kosten omvatten interestkosten van financiële schulden, het afwikkelen van de verdiscontering van voorzieningen, wisselkoersverliezen en verliezen op afgeleide financiële instrumenten en financiële kosten gelinkt aan weefmachinecontracten.
De interestkosten worden ten laste genomen naarmate ze verlopen zijn, gebruikmakend van de effectieve interestvoet.
Alle financiële kosten (financieringskosten) die direct toewijsbaar zijn aan de aankoop, de bouw of het voortbrengen van een gekwalificeerd actief dat deel uitmaakt van de kostprijs van dit actief, worden geactiveerd. Alle andere financieringskosten worden als kosten opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de rubriek financieringskosten op het moment dat ze zich voordoen.
De groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het wisselkoersrisico en renterisico van de operationele activiteiten in te dekken. Conform het beleid van de groep, houdt de groep geen afgeleide financiële instrumenten aan, noch geeft zij afgeleide financiële instrumenten uit voor handelsdoeleinden.
Afgeleide financiële instrumenten worden aanvankelijk verwerkt tegen reële waarde. De bepaling van de reële waarde voor elk type van financiële en niet-financiële activa en schulden wordt verder besproken in toelichting 2 – Bepaling van de reële waarde. Na de initiële opname worden afgeleide financiële instrumenten op balansdatum gewaardeerd aan hun reële waarde. Afhankelijk of de groep al dan niet kasstroomafdekking toepast, wordt elke winst of verlies als gevolg van deze herwaardering ofwel onmiddellijk in het eigen vermogen ofwel in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
De groep documenteert, bij het aangaan van de afdekkingstransactie, de relatie die bestaat tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief haar risicobeheerdoelstellingen en strategie. Bij het aangaan van de afdekkingsrelatie en daarna doorlopend, documenteert de groep haar beoordeling of de gebruikte afgeleide instrumenten in hoge mate effectief zullen zijn in de compensatie van de fluctuaties van de kasstromen van de afgedekte posities.
Wanneer een afgeleid financieel instrument wordt toegewezen als afdekkingsinstrument van de variabiliteit van kasstromen die voortvloeit uit een bepaald risico dat is verbonden aan een opgenomen actief, verplichting, of zeer waarschijnlijke verwachte transactie die de winst of verlies zou kunnen beïnvloeden, dan wordt het effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van het afgeleide afdekkingsinstrument opgenomen in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten (indekkingsreserves in het eigen vermogen). Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het afgeleide financiële instrument wordt rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Indien de afdekking een niet-financieel actief betreft, is het gecumuleerde bedrag in het eigen vermogen inbegrepen in de nettoboekwaarde van het actief op het moment van de opname. In elk ander geval wordt het gecumuleerde bedrag van het eigen vermogen overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening op hetzelfde ogenblik dat de afgedekte positie de winst-en-verliesrekening beïnvloedt.
Indien het afdekkingsinstrument niet langer voldoet aan de voorwaarden voor kasstroomafdekking, afloopt, wordt verkocht of wordt beëindigd, dan blijft de gecumuleerde, op dat ogenblik bestaande, niet-gerealiseerde winst of verlies opgenomen in het eigen vermogen en wordt deze erkend wanneer de verwachte transactie uiteindelijk opgenomen wordt in de winst-en-verliesrekening. Indien niet langer wordt verwacht dat de verwachte transactie zal plaatsvinden, wordt de gecumuleerde niet-gerealiseerde winst of verlies die opgenomen werd in het eigen vermogen, onmiddellijk overgeboekt naar de financieringskosten en -opbrengsten.
De groep presenteert gewone en verwaterde winst per aandeel voor het gewone aandelenkapitaal. Het nettoresultaat per gewoon aandeel is de aan de aandeelhouders van de vennootschap toe te rekenen winst of verlies gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan, gecorrigeerd voor de aangehouden eigen aandelen.
Bij de berekening van de verwaterde winst per aandeel worden de aan de aandeelhouders van de vennootschap toe te rekenen winst of verlies en het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen die gedurende de verslagperiode uitstaan, gecorrigeerd voor alle potentiële verwaterende effecten op de gewone aandelen, die de aan het management toegekende aandelenwarranten omvatten.
Bedrijfssegmenten zijn componenten van de groep die bedrijfsactiviteiten uitvoeren en die, op deze manier, opbrengsten kunnen genereren en kosten kunnen oplopen, inclusief opbrengsten en kosten die betrekking hebben op transacties met elk van de andere componenten van de groep. Afzonderlijke financiële informatie is beschikbaar en wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het ExCom bij het nemen van beslissingen omtrent het toewijzen van middelen en het evalueren van de performantie. Het ExCom wordt als "chief operating decision maker" beschouwd.
Bedrijfssegmenten worden samengevoegd in overeenstemming met IFRS 8 Operationele segmenten en enkel wanneer de segmenten identieke economische karakteristieken vertonen op basis van de oorsprong van hun producten en diensten, de aard van het productieproces, het soort of categorie van klanten, de gebruikte methodes om deze producten te verdelen of diensten te verlenen en de aard van het wettelijk kader.
Gesegmenteerde informatie, zoals gepresenteerd aan het ExCom (inclusief de winst en het verlies van het segment en gesegmenteerde activa en schulden), wordt opgemaakt conform de boekhoudprincipes zoals beschreven in de samenvatting van de voornaamste boekhoudprincipes.
Opbrengsten, kosten en activa worden toegewezen aan de bedrijfssegmenten in die mate dat de items van opbrengsten, kosten en activa direct toewijsbaar of op redelijke wijze kunnen toegewezen worden aan de bedrijfssegmenten. De transferprijzen voor transacties tussen bedrijfssegmenten worden bepaald op een gelijkaardige manier als voor transacties met derden.
De volgende wijzigingen en jaarlijkse verbeteringen zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2021 en zijn aangenomen door de Europese Unie. Ze hadden geen significante impact op de financiële staten van de groep.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd en aangenomen door de Europese Unie, maar zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2022:
De groep heeft deze nieuwe of gewijzigde standaarden niet toegepast in de geconsolideerde financiële staten van 2021. Deze nieuwe standaarden worden momenteel door de groep beoordeeld en op dit ogenblik verwacht de groep niet dat deze nieuwe standaarden een significante impact zullen hebben op de financiële staten van de groep.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2023 en werden nog niet aangenomen door de Europese Unie:
Een aantal van de boekhoudprincipes en toelichtingen van de groep vereisen de bepaling van de reële waarde voor zowel financiële als niet-financiële activa en schulden. De methodes die worden toegepast voor het bepalen en toelichten van de reële waarden, worden hierna uitgelegd. Meer gedetailleerde informatie betreffende de gemaakte veronderstellingen in het bepalen van de reële waarden werd, indien van toepassing, opgenomen in de specifieke toelichtingen van dat bepaald actief of passief.
De reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktpartijen op waarderingsdatum.
Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de groep gebruik van waarneembare marktgegevens, indien mogelijk, of van waarderingsmethoden die geschikt zijn onder de omstandigheden en waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn om de reële waarde te bepalen. De reële waarden worden gegroepeerd in verschillende niveaus in een reële waardehiërarchie, op basis van de gebruikte gegevens tijdens de waardebepaling, en dat op de volgende wijze:
Wijzigingen tussen de niveaus van de reële waarde hiërarchie worden erkend op het einde van de verslagperiode in dewelke de wijziging plaatsvond.
De groep heeft, om toelichtingen te verschaffen omtrent de reële waarde, de activa en schulden gegroepeerd op basis van de aard, de kenmerken en het risico van deze activa en schulden en het niveau van de reële waarde hiërarchie, zoals hierboven vermeld.
Bijkomende informatie omtrent de gebruikte assumpties bij de reële waardebepaling zijn vermeld in toelichting 26 – Financiële instrumenten.
De reële waarde van terreinen en gebouwen, opgenomen als gevolg van een bedrijfscombinatie of gebruikt tijdens de test op bijzondere waardeverminderingen, is gebaseerd op het geschatte bedrag waartegen het terrein of gebouw kan worden verhandeld onder normale marktomstandigheden op datum van waardering ("arm's length" principe). Het resultaat wordt gebenchmarkt met marktprijzen, indien deze beschikbaar zijn. De vervangingskosten worden gebruikt, indien er geen belangrijke en actieve markt bestaat.
De reële waarde van installaties, uitrusting en verbeteringswerken is gebaseerd op de markt- of kostbenadering die gebruikmaken van genoteerde marktprijzen voor gelijkwaardige items, indien beschikbaar, en de vervangingskost wanneer deze geschikt is. De vervangingswaarde is het resultaat van enerzijds de kosten van nieuwe installaties, uitrusting en verbeteringswerken met dezelfde capaciteit en anderzijds de bedrijfswaarde rekening houdend met de bedrijfsactiviteit.
De bepaling van de reële waarde van materiële vaste activa wordt gebaseerd op waarderingsstudies, die zowel intern als door externe, onafhankelijke waarderingsbedrijven met de nodige kwalificaties en ervaring zijn opgemaakt.
De reële waarde van overige immateriële activa is gebaseerd op de verdisconteerde kasstromen, als gevolg van het gebruik of de eventuele verkoop van activa, en op waarderingsstudies die intern of extern zijn opgemaakt.
De reële waarde van voorraden is gebaseerd op de huidige marktprijs van grondstoffen en de geschatte verkoopprijs, in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren van gereed product inclusief een marge.
De reële waarde van termijncontracten wordt berekend als de verdisconteerde waarde van het verschil tussen de contractwaarde en de termijnkoers op balansdatum.
De reële waarde van deze instrumenten geeft in het algemeen de geschatte bedragen weer die de groep zou ontvangen bij het afsluiten van voordelige contracten of de geschatte bedragen die de groep zou moeten betalen om onvoordelige contracten te verbreken op balansdatum, hierbij rekening houdend met huidige niet-gerealiseerde winsten of verliezen op de lopende contracten.
De reële waarde van een aankoopovereenkomst voor elektriciteit wordt bepaald door middel van de verdisconteerde kasstromen en door gebruik te maken van bepaalde veronderstellingen, onder meer de risico-gewogen discontovoet en grondstofprijzen. De reële waarde wordt toegewezen aan Niveau 3 in de reële waarde hiërarchie aangezien die deels gebaseerd is op niet-waarneembare marktgegevens.
De groep heeft 5 bedrijfssegmenten gebaseerd op de belangrijkste bedrijfsactiviteiten, economische omgevingen en waardeketens waarin ze opereren, zoals gedefinieerd in IFRS 8 Operationele segmenten. De klanten en de belangrijkste markten van deze segmenten zijn verschillend. Deze vijf bedrijfssegmenten voldoen aan de kwantitatieve criteria en worden afzonderlijk gerapporteerd. De informatie hieronder is consistent met de beschikbare informatie en wordt regelmatig geëvalueerd door de "chief operating decision maker" (het ExCom).
Onderstaande samenvatting beschrijft de activiteiten van de gerapporteerde segmenten:
Industrial Solutions omvatte eveneens de activiteiten van MPR en ECS tot hun verkoop in 2021 (toelichting 4 - Acquisities en verkopen). Eveneens binnen het segment Industrial Solutions hield S8 Engineering op te bestaan in 2020 en werden de engineering- en constructieactiviteiten geïntegreerd in Tessenderlo Kerley, Inc.
De kosten omvat in Adjusted EBIT met betrekking tot de centrale activiteiten worden toegewezen aan de verschillende bedrijfssegmenten die ze ondersteunen.
De transferprijzen voor transacties tussen bedrijfssegmenten zijn gebaseerd op voorwaarden vergelijkbaar met transacties met derde partijen.
De maatstaf voor de winst en het verlies van een segment is Adjusted EBIT en is consistent met de informatie die door de "chief operating decision maker" wordt opgevolgd.
De groep is een industriële groep en is wereldwijd actief op gebied van machinebouw, landbouw, voeding, energie, watermanagement, efficiënt (her)gebruik van natuurlijke hulpbronnen en overige industriële markten. De producten van de groep worden gebruikt in uiteenlopende toepassingen, industriële en verbruikersmarkten. Hoewel de groep een leiderspositie bekleedt voor een groot deel van haar producten, is de groep niet afhankelijk van grote klanten dankzij de diversificatie van de omzet.
Het merendeel van de omzet van de groep bestaat uit de verkoop van goederen. Deze producten worden in het algemeen rechtstreeks of via distributeurs aan de klant verkocht. Omzet wordt daarom opgenomen wanneer de goederen aan de klant worden geleverd, waarbij het moment van opname afhankelijk is van de contractuele verkoopcondities, gekend als "Internationale commerciële voorwaarden" (Incoterms). De groep erkent eveneens omzet uit de verkoop van diensten. Die hebben voornamelijk betrekking op het verzamelen van dierlijke bijproducten binnen Akiolis (bedrijfssegment Bio-valorization) en, tot het stopzetten van deze activiteiten in 2021, het behandelen van water uit industriële mijnbouw en raffinage, het leveren van waterbehandelingsdiensten op sites voor oliewinning en gasontginning binnen MPR en ECS (bedrijfssegment Industrial Solutions) alsook R&D-diensten verkocht door PsiControl in segment Machines & Technologies. In dit geval wordt de omzet erkend wanneer de klant de controle verwerft over de diensten, hoofdzakelijk op een bepaald tijdstip. Voor omzet uit projecten wordt het omzetbedrag bepaald op basis van de vooruitgang gemaakt met het oog op het volledig voldoen aan de prestatieverplichting. Deze projecten hebben meestal een levensduur van minder dan een jaar.
We verwijzen naar volgende tabel voor de belangrijkste items van de winst-en-verliesrekening en de balans per bedrijfssegment.
| Machines & | Agro | Bio-valorization | Industrial | T-Power | Niet toegewezen | Picanol Group | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Technologies | Solutions | ||||||||||||||
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Omzet (intern en extern) | 660,2 | 451,3 | 750,3 | 583,5 | 643,2 | 575,7 | 618,4 | 509,4 | 71,2 | 69,5 | 0,0 | 0,0 | 2.743,3 | 2.189,3 | |
| Omzet (intern) | 1,0 | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,6 | 0,9 | |||
| Omzet | 660,2 | 451,3 | 749,3 | 582,9 | 643,2 | 575,7 | 617,8 | 509,1 | 71,2 | 69,5 | 2.741,7 | 2.188,5 | |||
| Waarvan: | |||||||||||||||
| - Op een bepaald tijdstip |
660,2 | 451,3 | 749,3 | 582,9 | 643,2 | 575,7 | 617,8 | 508,1 | 71,2 | 69,5 | 0,0 | 0,0 | 2.741,7 | 2.187,5 | |
| - Over een bepaalde periode |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,0 | |||
| Adjusted EBIT | 63,3 | 35,0 | 79,3 | 58,7 | 41,9 | 44,7 | 41,0 | 15,2 | 14,5 | 16,6 | 239,9 | 170,2 | |||
| Adjusted EBITDA | 76,1 | 47,1 | 147,4 | 125,6 | 78,5 | 81,9 | 76,1 | 53,0 | 52,2 | 54,1 | 430,3 | 361,7 | |||
| Rendement op omzet (Adjusted EBITDA/omzet) |
11,5% | 10,4% | 19,7% | 21,5% | 12,2% | 14,2% | 12,3% | 10,4% | 73,3% | 77,8% | 15,7% | 16,5% | |||
| Vaste gesegmenteerde activa (materiële en immateriële vaste activa en goodwill) |
80,8 | 75,6 | 555,2 | 583,8 | 282,2 | 264,6 | 250,7 | 252,8 | 328,5 | 362,8 | 32,4 | 34,3 | 1.529,8 | 1.573,8 | |
| Overige gesegmenteerde activa | 186,3 | 136,8 | 341,7 | 248,1 | 237,4 | 206,2 | 177,6 | 144,5 | 4,5 | 2,6 | 22,4 | 21,4 | 970,0 | 759,6 | |
| Afgeleide financiële instrumenten | 26 | 0,6 | 0,0 | 0,6 | 0,0 | ||||||||||
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
14 | 0,0 | 17,1 | 14,2 | 2,1 | 5,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 19,2 | 20,0 | |
| Overige beleggingen | 14 | 101,2 | 10,3 | 101,2 | 10,3 | ||||||||||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 15 | 34,5 | 33,2 | 34,5 | 33,2 | ||||||||||
| Korte termijn investeringen | 18/22 | 10,0 | 20,0 | 10,0 | 20,0 | ||||||||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18/22 | 366,7 | 345,9 | 366,7 | 345,9 | ||||||||||
| Totaal activa | 267,1 | 212,4 | 914,1 | 846,1 | 512,8 | 476,5 | 428,3 | 397,3 | 333,1 | 365,4 | 567,8 | 465,1 | 3.032,0 | 2.762,7 | |
| Gesegmenteerde passiva | 158,1 | 114,6 | 136,0 | 78,2 | 165,5 | 156,3 | 95,6 | 87,2 | 11,6 | 8,9 | 167,2 | 177,0 | 734,0 | 622,2 | |
| Afgeleide financiële instrumenten | 26 | 29,3 | 37,1 | 29,3 | 37,1 | ||||||||||
| Financiële schulden | 22 | 411,6 | 463,0 | 411,6 | 463,0 | ||||||||||
| Uitgestelde belastingschulden | 15 | 168,8 | 176,5 | 168,8 | 176,5 | ||||||||||
| Totaal eigen vermogen | 1.688,4 | 1.463,8 | 1.688,4 | 1.463,8 | |||||||||||
| Totaal eigen vermogen en schulden | 158,1 | 114,6 | 136,0 | 78,2 | 165,5 | 156,3 | 95,6 | 87,2 | 11,6 | 8,9 | 2.465,1 | 2.317,5 | 3.032,0 | 2.762,7 | |
| Investeringsuitgaven: materiële vaste activa en immateriële activa |
11/13 | 16,5 | 12,9 | 25,9 | 29,9 | 43,0 | 46,4 | 23,1 | 15,7 | 3,3 | 6,7 | 0,7 | 1,4 | 112,5 | 113,1 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa, goodwill en immateriële activa |
8 | -12,8 | -12,1 | -68,2 | -66,9 | -36,6 | -37,2 | -37,0 | -40,9 | -37,6 | -37,4 | 0,0 | 0,0 | -192,2 | -194,6 |
| Terugname/(toevoeging) voorraad afwaardering |
17 | 0,7 | -2,0 | 0,9 | -1,8 | -1,2 | -8,2 | -2,3 | -0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -1,8 | -12,7 |
De stijging van de overige gesegmenteerde activa en van de gesegmenteerde passiva in de meeste bedrijfssegmenten is het gevolg van de stijging van de voorraden, handelsvorderingen en handelsschulden door de hogere activiteit, timing en prijsinflatie.
De impact van de herwaardering van Tessenderlo Group (in het kader van de controleverwerving) op de gesegmenteerde activa bedraagt: Agro +306,2 miljoen EUR (+343,3 miljoen EUR in 2020), Bio-valorization +18,6 miljoen EUR (+20,6 miljoen EUR in 2020), Industrial Solutions +67,1 miljoen EUR (+75,2 miljoen EUR in 2020), T-Power +9,1 miljoen EUR in 2021 en 2020 en niet-toegewezen +17,6 miljoen EUR in 2021 en 2020.
Niet-toegewezen segment passiva omvatten voornamelijk milieuprovisies voor de fabrieken in België (Ham, Tessenderlo, Vilvoorde) en Frankrijk (Loos).
Het resultaat vóór belastingen wordt als volgt berekend:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Adjusted EBIT | 239,9 | 170,2 |
| EBIT aanpassende elementen | 2,0 | -12,0 |
| Financieringskosten – netto | 44,4 | -37,3 |
| Aandeel in het resultaat van deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, na winstbelasting |
1,1 | -1,9 |
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen | 287,5 | 119,0 |
De informatie op basis van de geografische segmenten omvat de omzet op basis van de geografische ligging van de klanten. De gesegmenteerde vaste activa (materiële vaste activa, goodwill en overige immateriële activa) zijn gebaseerd op de geografische ligging van de activa.
| Omzet per markt | Gesegmenteerde vaste activa | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | ||
| Europa | 1.351,7 | 1.105,5 | 985,0 | 1.008,0 | ||
| Noord-Amerika | 673,1 | 576,2 | 470,2 | 495,0 | ||
| Zuid-Amerika | 101,7 | 80,5 | 52,4 | 50,6 | ||
| Azië | 536,2 | 367,3 | 12,4 | 12,5 | ||
| Overige | 79,0 | 59,2 | 9,9 | 7,6 | ||
| Totaal | 2.741,7 | 2.188,5 | 1.529,8 | 1.573,8 |
De omzet steeg in alle geografische segmenten, maar het meest uitgesproken in Azië door het sterke herstel van de textiel industrie (segment Machines & Technologies) in 2021.
De daling van de gesegmenteerde vaste activa in Europa is voornamelijk te verklaren door de afschrijvingen van de reële waarde aanpassingen van T-Power nv, volledig aangekocht in 2018. De toewijzing van de aankoopprijs resulteerde in de opname van een klantenlijst voor een bedrag van 163,7 miljoen EUR. Dat vertegenwoordigde de reële waarde van een tollingovereenkomst, afgesloten met de RWE groep, voor een periode van 15 jaar (tot juni 2026) voor de volledige capaciteit van de centrale. Deze klantenlijst wordt over de resterende looptijd van het contract afgeschreven.
De daling van de gesegmenteerde vaste activa in de Verenigde Staten is voornamelijk het gevolg van de jaarlijkse afschrijving van de reële waardeaanpassing die geboekt werd bij de initiële consolidatie van Tessenderlo Group (impact -37,1 miljoen EUR).
In maart 2021 verwierf Picanol Group een minderheidsbelang van 10% in Rieter Holding AG (CH) voor een prijs van 45,4 miljoen EUR (of een prijs per aandeel van 107,5 CHF). Rieter is 's werelds grootste leverancier van systemen voor het spinnen van korte stapelvezels. Het bedrijf ontwikkelt en vervaardigt machines, systemen en onderdelen die gebruikt worden om natuurlijke en synthetische vezels om te zetten in garens. Met deze financiële participatie wil Picanol Group zijn activiteiten in de textielindustrie verder diversifiëren. In de loop van 2021 verhoogde Picanol Group zijn aandeel tot 11,2% wat het totaal geïnvesteerde bedrag op 53,1 miljoen EUR brengt. Samen met Symphony Mills, dat ook gecontroleerd wordt door Picanols referentieaandeelhouder, de heer Luc Tack, bedraagt het aandelenpercentage 14,99% op 31 december 2021. Op basis van de aandelenkoers van 177 CHF per 31 december 2021 bedraagt de reële waarde van de participatie door Picanol Group 89,4 miljoen EUR.
Picanol Group heeft de boekhoudkundige verwerking geanalyseerd die moet worden toegepast op de investering in Rieter en in het bijzonder de classificatie in "investeringen in geassocieerde deelnemingen" (IAS28) versus "andere investeringen in aandelen" (IFRS9). Overeenkomstig IAS28 wordt ervan uitgegaan dat een groep geen invloed van betekenis uitoefent indien het percentage van de deelneming minder dan 20% bedraagt, tenzij een invloed van betekenis duidelijk kan worden aangetoond. Het bestaan van invloed van betekenis door een entiteit wordt gewoonlijk aangetoond op één of meer van de volgende manieren (a) vertegenwoordiging in de raad van bestuur of een gelijkwaardig bestuursorgaan van de deelneming; (b) deelname aan beleidsvormingsprocessen, met inbegrip van deelname aan beslissingen over dividenden of andere uitkeringen; (c) materiële transacties tussen de entiteit en haar deelneming; (d) uitwisseling van leidinggevend personeel; of (e) verstrekking van essentiële technische informatie.
Picanol Group werd op de raad van bestuur van Rieter vertegenwoordigd door 1 bestuurder, de heer Tack, van 16 maart 2021 tot de algemene vergadering van 15 april 2021 en door 2 bestuurders vanaf 15 april 2021, na de benoeming van Dhr Haspeslagh. Op 30 augustus 2021 hebben de heer Tack en de heer Haspeslagh ontslag genomen uit de raad van bestuur van Rieter na een conflict met betrekking tot Saurer.
Op basis van deze feiten werd geconcludeerd dat:
De participatie in Rieter werd dan als volgt verwerkt:
In de eerste jaarhelft van 2020 rondde de groep de overname af van een productievestiging in La Chapelle-Saint-Ursin (Frankrijk). Op 1 mei 2020 verkreeg de groep 100% controle over deze activiteiten via een nieuw opgericht bedrijf DYKA Tube SAS en integreerde de fabriek binnen de activiteit van de DYKA Group (bedrijfssegment Industrial Solutions). Vanaf de overnamedatum heeft de groep de reële waarde van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen opgenomen. Reële waarde aanpassingen, waarop uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen werden opgenomen, hadden voornamelijk betrekking op materiële vaste activa en voorraden. De groep heeft binnen het jaar na de overname geen nieuwe informatie verkregen over feiten en omstandigheden die bestonden op de overnamedatum, wat zou hebben geleid tot een herziening van de boekhoudkundige verwerking van de overname.
In augustus 2021 bereikte de groep een overeenkomst om de MPR- en ECS-activiteiten (bedrijfssegment Industrial Solutions) te verkopen. De voornaamste activa van deze groep activa die werd afgestoten omvatte materiële vaste activa (0,6 miljoen EUR). De jaarlijkse bijdrage van MPR en ECS tot het resultaat van de groep was niet significant. De verkoop werd afgerond in de tweede jaarhelft van 2021 en het daaruit voortvloeiend resultaat werd opgenomen in EBIT aanpassende elementen (toelichting 6 - EBIT aanpassende elementen).
Onderstaande tabel toont de overige bedrijfsopbrengsten en -kosten:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Toevoeging aan voorzieningen | -1,4 | -0,9 |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | -24,7 | -24,4 |
| Belastingen met uitzondering van inkomstenbelastingen | -4,0 | -5,1 |
| Kosten gerelateerd aan te bereiken doel pensioenplannen | -2,0 | -1,5 |
| Meerwaarden op de realisatie van materiële- en immateriële vaste activa | 0,7 | 0,2 |
| Terugname/(erkenning) van bijzondere waardeverminderingen op handelsvorderingen | -0,2 | -0,6 |
| Overige | 0,7 | -1,2 |
| Totaal | -30,9 | -33,5 |
De kosten van de onderzoeksfase van een intern project worden onmiddellijk ten laste genomen. De onderzoeks- en ontwikkelingskosten hebben voornamelijk betrekking op lonen en salarissen voor een bedrag van -15,5 miljoen EUR (2020: -16,3 miljoen EUR) en bevatten afschrijvingslasten voor een bedrag van -0,6 miljoen EUR (2020: -0,6 miljoen EUR). In 2021 en 2020 werden geen significante ontwikkelingskosten geactiveerd. IWT-subsidies ontvangen in het kader van R&D-projecten worden in mindering gebracht van de onderzoeks- en ontwikkelingskosten.
De overige bedrijfsopbrengsten en -kosten omvatten voornamelijk de kost van gebruikte emissierechten en diverse, individueel, niet-significante bedragen binnen meerdere dochterondernemingen van de groep.
De netto-impact van de EBIT aanpassende elementen bedraagt +2,0 miljoen EUR in 2021 (2020: -12,0 miljoen EUR).
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en verliezen uit verkopen | 2,6 | 1,0 |
| Herstructurering | -1,7 | -0,5 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1,9 | -3,0 |
| Voorzieningen en geschillen | 4,0 | -5,0 |
| Overige opbrengsten en kosten | -1,0 | -4,4 |
| Totaal | 2,0 | -12,0 |
Opbrengsten en verliezen uit verkopen (+2,6 miljoen euro) hebben voornamelijk betrekking op de desinvesteringen van de MPR- en ECS-activiteiten (bedrijfssegment Industrial Solutions) in augustus 2021 en de verkoop van enkele terreinen en gebouwen, voornamelijk binnen Bio-valorization.
Herstructureringskosten (-1,7 miljoen euro) omvatten diverse, individueel niet-significante, herstructureringskosten in het bedrijfssegment Industrial Solutions (DYKA Group en Kuhlmann Europe). Kuhlmann Europe beëindigde in november 2021 een operationele overeenkomst voor de productie van zwavelderivaten in Tessenderlo, België (Kuhlmann Belgium). De verslechterende marktomstandigheden, de aanhoudende beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en gestegen elektriciteitsprijzen maakten de zwavelderivatenactiviteiten economisch niet haalbaar. Naar aanleiding van deze aankondiging, werden herstructureringskosten opgenomen in overeenstemming met de beëindigingsclausules van de operationele overeenkomst.
Bijzondere waardeverminderingen (-1,9 miljoen euro) hebben betrekking op activa binnen Industrial Solutions, die niet meer gebruikt worden vanwege gewijzigde marktomstandigheden binnen het segment Industrial Solutions.
Voorzieningen en geschillen (+4,0 miljoen euro) omvatten voornamelijk de terugname van een voorziening voor ontmanteling naar aanleiding van de verkoop van de ECS-activiteit, alsook de impact van de stijging van de discontovoet toegepast op de milieuvoorzieningen om de kosten, gedurende de periode 2022-2054, te dekken voor de sanering van historische bodemverontreiniging van de fabrieksterreinen in België (Ham, Tessenderlo en Vilvoorde) en Frankrijk (Loos). De discontovoet per 31 december 2021 varieerde tussen 0% en 1% (tussen 0% en 1% per jaareinde 2020).
Overige opbrengsten en kosten (-1,0 miljoen EUR) betreffen voornamelijk de impact van een aankoopovereenkomst voor elektriciteit waarvoor de vrijstelling voor eigen gebruik ("own-use exemption") volgens IAS 39 niet meer van toepassing is.
De personeelskosten en hiermee verbonden voordelen, met uitzondering van de herstructureringskosten, zijn als volgt:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Lonen en salarissen | -343,2 | -313,6 | |
| Bijdragen van de werkgever aan de sociale zekerheid | -72,3 | -67,6 | |
| Overige personeelskosten | -30,9 | -25,5 | |
| Bijdragen aan vaste bijdrage pensioenplannen | -11,4 | -10,9 | |
| Kosten gerelateerd aan te bereiken doel pensioenplannen | 23 | -8,1 | -6,9 |
| Totaal | -466,0 | -424,5 |
Het aantal voltijdse equivalenten op jaareinde 2021 bedraagt 7.058 (2020: 6.878).
Afschrijvingen op materiële vaste activa en immateriële activa zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de winsten-verliesrekening:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | Afschrijvingen op materiële vaste activa |
Afschrijvingen op immateriële activa |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | |||
| Kostprijs verkopen | -113,7 | -113,3 | -63,5 | -63,7 | -177,2 | -177,0 | ||
| Administratieve kosten | -7,8 | -7,7 | -0,9 | -1,5 | -8,7 | -9,3 | ||
| Verkoop- en marketingkosten | -0,8 | -0,9 | -3,3 | -3,8 | -4,1 | -4,7 | ||
| Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten |
-0,5 | -0,5 | 0,0 | 0,0 | -0,5 | -0,5 | ||
| Totaal | 11/13 | -122,8 | -122,5 | -67,7 | -69,1 | -190,4 | -191,6 |
Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa, overige immateriële activa en goodwill zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de winst-en-verliesrekening:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | Materiële vaste activa |
Immateriële activa | Goodwill | Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | ||
| Bijzondere waardeverminderingen |
-1,9 | -3,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -1,9 | -3,0 | |
| Totaal | 11/13 | -1,9 | -3,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -1,9 | -3,0 |
De totale afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen in 2021 bedragen -192,2 miljoen EUR, in vergelijking met -194,6 miljoen EUR in 2020 (toelichting 11 – Materiële vaste activa, toelichting 12 – Goodwill en toelichting 13 – Immateriële activa). Die omvatten afschrijvingen op de geherwaardeerde activa van Tessenderlo Group voor -47,2 miljoen EUR waarvan -5,6 miljoen EUR op materiële vaste activa en -41,6 miljoen EUR op immateriële activa.
De nettofinancieringskosten en -opbrengsten bedragen +44,4 miljoen EUR per 31 december 2021, in vergelijking met - 37,3 miljoen EUR per 31 december 2020 en omvatten volgende elementen:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financierings- kosten |
Financierings- opbrengsten |
Totaal | Financierings- kosten |
Financierings- opbrengsten |
Totaal | ||
| Interestkosten op financiële schulden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs |
-9,6 | 0,0 | -9,6 | -9,5 | 0,0 | -9,5 | |
| Ontvangen dividenden van overige beleggingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | |
| Interestopbrengsten op geldmiddelen en kasequivalenten | 0,0 | 0,5 | 0,5 | 0,0 | 0,4 | 0,4 | |
| Kosten verbonden met het afwikkelen van de verdisconteringsimpact van voorzieningen |
-0,2 | 0,0 | -0,2 | -0,4 | 0,0 | -0,4 | |
| Netto interest(kosten)/opbrengsten op pensioenvorderingen/(verplichtingen) |
-0,2 | 0,1 | -0,1 | -0,4 | 0,0 | -0,3 | |
| Netto wisselkoerswinsten /(verliezen) (inclusief herwaardering aan reële waarde en realisatie van afgeleide financiële instrumenten) |
-5,5 | 20,3 | 14,8 | -32,2 | 2,7 | -29,5 | |
| Interest opbrengsten/(kosten) op exportfinancieringen | -2,9 | 4,3 | 1,3 | -1,7 | 2,0 | 0,3 | |
| Niet gerealiseerde winsten op beleggingen in aandelen | 0,0 | 35,9 | 35,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Netto overige financierings(kosten)/opbrengsten | -1,1 | 2,8 | 1,8 | -1,0 | 2,6 | 1,6 | |
| Totaal | -19,5 | 63,9 | 44,4 | -45,0 | 7,7 | -37,3 |
De interestkosten op de financiële schulden bedragen -9,6 miljoen EUR (2020: -9,5 miljoen EUR) en bestaan voornamelijk uit:
De uitstroom van geldmiddelen voor betaalde interesten bedroeg hierdoor -18,2 miljoen EUR (voornamelijk interestkosten voor -9,6 miljoen EUR en betalingen van termijncontracten op hun vervaldatum voor -5,7 miljoen EUR).
De netto-wisselkoerswinsten (+14,8 miljoen EUR) worden hoofdzakelijk verklaard door de niet-gerealiseerde wisselkoerswinsten op intra-groepsleningen en geldmiddelen en kasequivalenten (voornamelijk in USD), die niet ingedekt worden. De versterking van de USD tegenover de EUR (+8%) heeft dit resultaat beïnvloed. We verwijzen naar toelichting 26 – Financiële instrumenten voor verdere informatie betreffende de blootstelling van de groep aan het wisselkoersrisico.
De niet gerealiseerde winst op beleggingen in aandelen betreft de niet gerealiseerde winst op de Rieter aandelen. In 2021 kocht Picanol 521.829 Rieter aandelen (11,2%) voor een totaalbedrag van 53,1 miljoen EUR of een gemiddelde aankoopprijs van 102 EUR per aandeel. Op 31 december 2021 bedroeg de aandelenkoers 177 CHF (171 EUR) wat een reële waarde betekent van 89,4 miljoen euro en resulteerde in een financiële winst van 35,9 miljoen EUR (en een resultaat van deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode van 0,4 miljoen EUR)
De reconciliatie tussen het theoretisch belastingtarief en het effectief belastingtarief voor de totale belastingen op het resultaat is als volgt:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | ||
| Verschuldigde belastingen | -61,4 | -51,1 |
| Wijziging verschuldigde belastingen vorige periodes | -0,8 | -0,1 |
| Uitgestelde belastingen - door tijdelijke verschillen | 9,2 | 22,0 |
| Uitgestelde belastingen - door wijzigingen in belastingtarief | 0,8 | -3,6 |
| Uitgestelde belastingen - opname (+) / terugname (-) van belastingverliezen | 2,4 | 0,5 |
| Totale belastingen in de winst-en-verliesrekening | -49,8 | -32,2 |
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen | 287,5 | 119,0 |
| Min het aandeel in het resultaat van deelnemingen opgenomen volgens | ||
| de vermogensmutatiemethode, na winstbelasting | 1,1 | -1,9 |
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen en vóór het aandeel in het resultaat | 286,4 | 120,9 |
| van deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | ||
| Effectief belastingtarief | 17,4% | 26,6% |
| Aansluiting met effectief belastingtarief | ||
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen en vóór het aandeel in het resultaat van | 286,4 | 120,9 |
| deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | ||
| Theoretisch belastingtarief | 25,0% | 27,6% |
| Verwachte belastingen aan het theoretisch belastingtarief | -71,5 | -33,3 |
| Verschil tussen theoretische en effectieve belastingen | 21,7 | 1,0 |
| Wijziging van de uitgestelde belastingen | 3,3 | -3,1 |
| Wijziging van het belastingtarief | 0,9 | -3,6 |
| Opname (+) / terugname (-) van belastingverliezen | 2,4 | 0,5 |
| Wijziging van de belastingen | 18,5 | 4,0 |
| Fiscaal niet-aftrekbare uitgaven | -2,5 | -2,5 |
| Niet-belastbaar inkomen | 11,8 | 3,6 |
| Belastingincentieven | 2,1 | 2,0 |
| Gebruik of opname van voorheen niet geboekte fiscale verliezen/belastingkredieten | 10,9 | 6,6 |
| Fiscale verliezen / tijdelijke verschillen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering | ||
| werd opgenomen | -6,1 | -13,7 |
| Wijziging verschuldigde belastingen vorige periodes | -0,8 | -0,2 |
| Overige | 3,1 | 8,2 |
Het geaggregeerd gewogen theoretisch belastingtarief bedroeg 25,0% in 2021 in vergelijking met 27,6% in 2020. De daling van dit tarief wordt verklaard door wijzigingen in het relatieve gewicht van elke dochteronderneming, met verschillende individuele theoretische belastingtarieven, in het totale resultaat van de groep.
Er waren geen hervormingen van de vennootschapsbelasting die het 2021 resultaat significant beïnvloedden. Het grootste deel van de verschuldigde belastingen heeft betrekking op de activiteiten in de Verenigde Staten en België. De totale verschuldigde belastingen bedraagt -61,4 miljoen EUR. Per december 2021 heeft de groep een uitstaande belastingvordering van 8,5 miljoen EUR (2020: 9,3 miljoen EUR), voornamelijk te wijten aan vooruitbetalingen door Belgische dochterondernemingen en een uitstaande belastingverplichting van -2,7 miljoen EUR (2020: -3,7 miljoen EUR). De betaalde inkomstenbelasting in 2021 bedraagt -62,1 miljoen EUR (2020: -45,6 miljoen EUR).
De erkenning van uitgestelde belastingsvorderingen op belastingverliezen in 2021 (2,4 miljoen EUR) is het resultaat van de beoordeling van de toekomstige belastbare winsten op jaareinde 2021.
De fiscaal niet-aftrekbare uitgaven omvatten permanente verschillen, zoals kosten die niet aftrekbaar zijn volgens de lokale belastingwetgeving (bv. autokosten en maaltijdcheques).
Het niet-belastbaar inkomen omvat voornamelijk de niet gerealiseerde winst op de Rieter aandelen (+9 miljoen EUR taks impact) die vrijgesteld is 12 maanden na aankoop van de aandelen. Verder omvat het belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling.
Belastingsincentieven in 2021 en 2020 omvatten investeringssubsidies in Frankrijk, alsook de "Foreign-derived intangible income" aftrek (FDII) in de Verenigde Staten van Amerika.
Het gebruik of opname van voorheen niet geboekte fiscale verliezen/belastingkredieten in 2021 heeft voornamelijk betrekking op de erkenning van overgedragen fiscale verliezen in Frankrijk en België.
Fiscale verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgenomen in 2021 hebben voornamelijk betrekking op fiscale verliezen in België, Groot-Brittannië en China.
"Overige" in 2020 hadden voornamelijk betrekking op intragroep-transacties die geëlimineerd werden in de consolidatie. Die waren minder significant in 2021.
| (Miljoen EUR) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Activa in aanbouw |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Kostprijs | |||||
| Op 1 januari 2021 | 363,8 | 838,3 | 143,0 | 68,3 | 1.413,2 |
| - voorziening voor ontmanteling | 0,3 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,5 |
| - aanschaffingen | 5,8 | 19,2 | 2,3 | 84,7 | 112,1 |
| - IFRS 16 nieuwe leases | 8,4 | 2,2 | 10,3 | 0,0 | 20,9 |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | -9,9 | -76,4 | -32,4 | 0,0 | -118,7 |
| - overboekingen | 16,5 | 37,4 | 20,9 | -74,0 | 0,8 |
| - omrekeningsverschillen | 14,4 | 20,7 | 3,8 | 1,4 | 40,3 |
| Op 31 december 2021 | 399,4 | 841,5 | 147,9 | 80,4 | 1.469,0 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Op 1 januari 2021 | -72,0 | -203,5 | -76,0 | 0,0 | -351,4 |
| - afschrijvingen (toelichting 8) | -24,4 | -74,5 | -23,8 | 0,0 | -122,7 |
| - bijzondere waardeverminderingen (toelichting 6/8) |
-0,5 | -1,4 | 0,0 | 0,0 | -1,9 |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | 9,5 | 75,1 | 32,3 | 0,0 | 116,9 |
| - overboekingen | -0,3 | 0,5 | -0,3 | 0,0 | -0,2 |
| - omrekeningsverschillen | -7,2 | -13,8 | -2,7 | 0,0 | -23,6 |
| Op 31 december 2021 | -94,9 | -217,6 | -70,6 | 0,0 | -383,0 |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2021 | 291,7 | 634,7 | 66,9 | 68,3 | 1.061,8 |
| Op 31 december 2021 | 304,5 | 623,9 | 77,3 | 80,4 | 1.086,0 |
| Terreinen en | Installaties, machines en |
Meubilair en rollend |
Activa in | ||
|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | gebouwen | uitrusting | materieel | aanbouw | Totaal |
| Kostprijs | |||||
| Op 1 januari 2020 | 369,7 | 814,8 | 140,5 | 59,7 | 1.384,8 |
| - Wijziging in de consolidatiekring (verkopen) | 0,0 | 0,0 | -0,1 | 0,0 | -0,1 |
| - Wijziging in de consolidatiekring | 3,7 | 0,7 | 0,2 | 0,0 | 4,6 |
| (aankopen) - voorziening voor ontmanteling |
0,4 | 0,5 | 0,0 | 0,0 | 0,9 |
| - aanschaffingen | 1,6 | 25,0 | 3,0 | 82,3 | 111,9 |
| - IFRS 16 nieuwe leases | 2,9 | 0,6 | 10,8 | 0,0 | 14,3 |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | -9,4 | -16,2 | -24,9 | 0,0 | -50,5 |
| - overboekingen | 12,0 | 41,5 | 18,2 | -72,3 | -0,6 |
| - omrekeningsverschillen | -17,1 | -28,8 | -4,7 | -1,4 | -52,0 |
| Op 31 december 2020 | 363,7 | 838,2 | 143,0 | 68,3 | 1.413,2 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Op 1 januari 2020 | -61,8 | -163,5 | -81,1 | 0,0 | -306,4 |
| - Wijziging in de consolidatiekring (verkopen) | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,1 |
| - afschrijvingen (toelichting 8) | -26,1 | -73,5 | -22,8 | 0,0 | -122,5 |
| - bijzondere waardeverminderingen | |||||
| (toelichting 6/8) | 0,0 | -3,0 | 0,0 | 0,0 | -3,0 |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | 9,0 | 15,9 | 24,7 | 0,0 | 49,6 |
| - overboekingen | -0,6 | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| - omrekeningsverschillen | 7,4 | 20,1 | 3,0 | 0,0 | 30,5 |
| Op 31 december 2020 | -72,0 | -203,5 | -76,0 | 0,0 | -351,4 |
| Netto boekwaarde | |||||
| Op 1 januari 2020 | 308,0 | 651,3 | 59,4 | 59,7 | 1.078,4 |
| Op 31 december 2020 | 291,7 | 634,7 | 66,9 | 68,3 | 1.061,8 |
De investeringen in materiële vaste activa bedragen 112,1 miljoen EUR en worden per bedrijfssegment weergegeven in toelichting 3 – Gesegmenteerde informatie (inclusief 0,4 miljoen EUR investeringen op immateriële activa).
De meerderheid van de investeringsuitgaven heeft betrekking op:
De verkopen en buitengebruikstellingen in 2021 zijn voornamelijk gelinkt aan de implementatie van een nieuw ERPsysteem binnen segment Machines & Technologies, waarbij een groot aantal volledig afgeschreven vaste activa werden uitgeboekt, weliswaar zonder netto impact. Daarnaast betreffen ze voornamelijk leaseovereenkomsten, erkend in overeenstemming met IFRS 16 Leaseovereenkomsten, die hun einddatum bereikten in 2021. In het tweede semester van 2021 rondde de groep de verkoop af van de voornaamste activa van de MPR- en ECS-activiteiten (toelichting 4 - Acquisities en verkopen). Het resultaat gerealiseerd op de verkoop van deze activa werd opgenomen in EBIT aanpassende elementen (toelichting 6 - EBIT aanpassende elementen).
Afschrijvingen omvatten de afschrijvingen op de geherwaardeerde materiële vaste activa van Tessenderlo Group voor 5,1 miljoen EUR binnen "Installaties, machines en uitrusting" en 0,5 miljoen EUR binnen "Terreinen en gebouwen".
In toelichting 8 – Bijkomende informatie betreffende bedrijfskosten volgens kostensoort worden de rubrieken van de winst-en-verliesrekening toegelicht waarin de afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en terugnames van bijzondere waardeverminderingen zijn verwerkt.
Er werden geen financieringskosten geactiveerd in 2021 en 2020.
Zowel de materiële vaste activa van T-Power nv (Tessenderlo, België) als het hoofdkantoor van Tessenderlo Kerley, Inc. in Phoenix (Arizona, Verenigde Staten) zijn als zekerheid in pand gegeven ter dekking van verplichtingen. Ze hebben een nettoboekwaarde van respectievelijk 221,5 miljoen EUR en 12,6 miljoen EUR op 31 december 2021.
| (Miljoen EUR) | Netto boekwaarde | Afschrijvingen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | ||
| Terreinen en gebouwen | 22,1 | 18,9 | 5,4 | 5,5 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 3,3 | 2,7 | 1,7 | 1,9 | |
| Meubilair en rollend materieel | 28,0 | 31,5 | 14,5 | 16,1 | |
| Totaal | 53,3 | 53,0 | 21,7 | 23,5 |
De netto boekwaarde van de IFRS 16 Leaseovereenkomsten per categorie wordt hieronder weergegeven:
De netto boekwaarde van de IFRS 16 Leaseovereenkomsten per segment wordt hieronder weergegeven:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Machines & Technologies | 2,5 | 2,9 |
| Agro | 9,4 | 8,3 |
| Bio-valorization | 11,1 | 12,3 |
| Industrial Solutions | 25,8 | 24,6 |
| T-Power | 0,0 | 0,0 |
| Niet-toegewezen | 4,6 | 4,9 |
| Totaal | 53,3 | 53,0 |
De leaseovereenkomsten bestaan voornamelijk uit terreinen en gebouwen (voornamelijk de elektronicafabriek in Roemenië in segment Machines & Technologies, verkoopkantoren binnen het segment Industrial Solutions, het hoofdkantoor van Akiolis in Le Mans (Frankrijk) binnen segment Bio-valorization en het hoofdkantoor van Tessenderlo Group in Brussel (binnen niet-toegewezen), een groot aantal vrachtwagens en treinwagons (voornamelijk binnen de bedrijfssegmenten Agro en Bio-valorization), alsook bedrijfswagens.
De leaseperiode wordt door de groep beschouwd als de niet-opzegbare periode van de leaseovereenkomst, samen met periodes waarvoor een optie tot verlenging van de leaseovereenkomst bestaat, indien het redelijk zeker is dat deze optie zal worden uitgeoefend, of periodes waarvoor een optie tot beëindiging van de leaseovereenkomst bestaat, indien het redelijk zeker is dat deze optie niet zal worden uitgeoefend. De groep heeft gebruikgemaakt van inschattingen bij het beoordelen of het redelijk zeker is dat een optie tot verlenging uitgeoefend zal worden. Hierbij heeft de groep alle relevante factoren, die een voordeel voor de groep vormen om een optie tot verlenging uit te oefenen, in overweging genomen. De belangrijkste leaseovereenkomsten met een geschatte resterende looptijd van meer dan 5 jaar hebben voornamelijk betrekking op de verkoopkantoren bij Industrial Solutions (gewogen gemiddelde looptijd van 11 jaar), het hoofdkantoor van Akiolis (resterende looptijd 9 jaar) en het Brussels hoofdkantoor (resterende looptijd 7 jaar). Zie toelichting 26 – Financiële instrumenten voor de contractuele vervaldagen van de leaseschulden, inclusief interestbetalingen. In 2021 bedragen de bruto leasebetalingen -23,3 miljoen EUR (2020: -25,3 miljoen EUR), welke -1,1 miljoen EUR interestkosten omvatten (2020: -1,1 miljoen EUR).
De afschrijvingen, op lineaire basis erkend over de leaseperiode of over de gebruiksduur van het actief indien deze laatste korter is, bedragen -21,7 miljoen EUR (2020: -23,5 miljoen EUR) (toelichting 8 – Bijkomende informatie betreffende bedrijfskosten volgens kostensoort).
De groep koos ervoor om geen 'right-of-use' actief of leaseverplichting op te nemen voor leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft, voornamelijk IT- en kantooruitrusting, en voor leaseovereenkomsten van korte duur. De kosten van de leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft en van leaseovereenkomsten van korte duur zijn niet significant.
Goodwill vertegenwoordigt ongeveer 1,4% van de totale activa van de groep op 31 december 2021 en bedraagt 42,1 miljoen EUR (2020: 1,5%).
De nettoboekwaarde van de goodwill per bedrijfssegment en per kasstroomgenererende eenheid wordt weergegeven in onderstaande tabel:
| 2021 | 2020 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarde | Waarde | ||||||
| vermindering/ | Netto | vermindering/ | Netto | ||||
| (Miljoen EUR) | Toelichting | Kostprijs | Afschrijving | boekwaarde | Kostprijs | Afschrijving | boekwaarde |
| Agro | 19,1 | 0,0 | 19,1 | 19,1 | 0,0 | 19,1 | |
| Bio-valorization | 6,8 | 0,0 | 6,8 | 6,8 | 0,0 | 6,8 | |
| Industrial Solutions | 6,6 | 0,0 | 6,6 | 6,6 | 0,0 | 6,6 | |
| T-Power | 9,7 | 0,0 | 9,7 | 9,7 | 0,0 | 9,7 | |
| Totaal | 42,1 | 0,0 | 42,1 | 42,1 | 0,0 | 42,1 |
De goodwill werd geboekt naar aanleiding van de initiële consolidatie van de Tessenderlo Group vanaf 1 januari 2019 en werd toegekend aan de verschillende divisies op basis van de respectievelijk netto-activa waardes.
Alle bewegingen met betrekking tot goodwill worden weergegeven in onderstaande tabel:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Kostprijs | ||
| Op 1 januari | 42,1 | 42,1 |
| - aankopen door bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 |
| - andere bewegingen | 0,0 | 0,0 |
| - omrekeningsverschillen | 0,0 | 0,0 |
| Op 31 december | 42,1 | 42,1 |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||
| Op 1 januari | 0,0 | 0,0 |
| - andere bewegingen | 0,0 | 0,0 |
| - omrekeningsverschillen | 0,0 | 0,0 |
| Op 31 december | 0,0 | 0,0 |
| Netto boekwaarde | ||
| Op 1 januari | 42,1 | 42,1 |
| Op 31 december | 42,1 | 42,1 |
De groep kan niet voorspellen wanneer en of er zich een feit zal voordoen dat een bijzondere waardevermindering noodzaakt, noch hoe dat de gerapporteerde activawaarden zal beïnvloeden. De groep gelooft dat al haar inschattingen redelijk zijn. Ze zijn consistent met de interne rapportering en weerspiegelen de beste inschattingen van het management.
De test op bijzondere waardeverminderingen op goodwill steunt op een aantal kritische oordeelsvormingen, schattingen en veronderstellingen. Goodwill werd getest op bijzondere waardeverminderingen op het niveau van zijn kasstroomgenererende eenheid, gebruik makend van berekeningen betreffende de bedrijfswaarde.
De belangrijkste oordeelsvormingen, schattingen en veronderstellingen die gebruikt werden in de berekeningen zijn de volgende:
Hoewel de groep gelooft dat haar oordeelsvormingen, veronderstellingen en schattingen gepast zijn, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van deze schattingen in geval van andere veronderstellingen of omstandigheden.
| Levensduur | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bepaald | |||||||
| (Miljoen EUR) | Concessies, octrooien, licenties |
Software | Klantenlijsten | Overige immateriële activa |
Totaal | ||
| Kostprijs | |||||||
| Op 1 januari 2021 | 13,3 | 14,8 | 550,5 | 42,9 | 621,6 | ||
| - aanschaffingen | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,4 | ||
| - netto wijziging in emissierechten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -1,1 | -1,1 | ||
| - verkopen en buitengebruikstellingen | -0,6 | -7,6 | 0,0 | 0,0 | -8,2 | ||
| - overboekingen | 0,1 | -0,9 | 0,0 | 0,0 | -0,9 | ||
| - omrekeningsverschillen | 4,0 | 0,2 | 1,3 | 1,7 | 7,2 | ||
| Op 31 december 2021 | 16,9 | 6,8 | 551,8 | 43,5 | 619,0 | ||
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |||||||
| Op 1 januari 2021 | -4,3 | -11,6 | -120,7 | -15,2 | -151,8 | ||
| - afschrijvingen (toelichting 8) | -3,2 | -1,1 | -60,5 | -3,0 | -67,7 | ||
| - verkopen en buitengebruikstellingen | 0,6 | 7,6 | 0,0 | 0,0 | 8,2 | ||
| - overboekingen | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | ||
| - omrekeningsverschillen | -3,4 | -0,1 | -1,2 | -1,6 | -6,4 | ||
| Op 31 december 2021 | -10,3 | -4,9 | -182,4 | -19,6 | -217,3 | ||
| Netto boekwaarde | |||||||
| Op 1 januari 2021 | 9,0 | 3,2 | 429,8 | 27,8 | 469,8 | ||
| Op 31 december 2021 | 6,5 | 1,9 | 369,4 | 23,8 | 401,6 |
| Levensduur | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Concessies, octrooien, licenties |
Software | Klantenlijsten | Overige immateriële activa |
Totaal | |
| Kostprijs | ||||||
| Op 1 januari 2020 | 17,6 | 14,1 | 551,9 | 44,4 | 628,0 | |
| - Wijziging in de consolidatiekring (verkopen) |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| - aanschaffingen | 0,0 | 1,1 | 0,0 | 0,0 | 1,1 | |
| - netto wijziging in emissierechten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,3 | |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | -0,2 | -0,4 | 0,0 | 0,0 | -0,6 | |
| - overboekingen | 0,3 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,7 | |
| - omrekeningsverschillen | -4,4 | -0,3 | -1,4 | -1,8 | -7,9 | |
| Op 31 december 2020 | 13,3 | 14,8 | 550,5 | 42,9 | 621,6 | |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||||
| Op 1 januari 2020 | -4,6 | -10,6 | -61,5 | -13,4 | -90,1 | |
| - Wijziging in de consolidatiekring (verkopen) |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| - afschrijvingen (toelichting 8) | -3,5 | -1,6 | -60,5 | -3,4 | -69,1 | |
| - verkopen en buitengebruikstellingen | 0,2 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | |
| - overboekingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| - omrekeningsverschillen | 3,6 | 0,2 | 1,3 | 1,7 | 6,8 | |
| Op 31 december 2020 | -4,3 | -11,6 | -120,7 | -15,2 | -151,8 | |
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2020 | 13,0 | 3,5 | 490,4 | 31,0 | 537,9 | |
| Op 31 december 2020 | 9,0 | 3,2 | 429,8 | 27,8 | 469,8 |
De investeringsuitgaven in immateriële activa bedragen 0,4 miljoen EUR (2020: 1,1 miljoen EUR). De informatie per bedrijfssegment wordt weergegeven in toelichting 3 – Gesegmenteerde informatie.
De daling van de klantenlijsten is enerzijds te verklaren door de jaarlijkse afschrijving (-21,1 miljoen EUR) van de klantenlijst van T-Power nv. Deze klantenlijst werd erkend in 2018, na de aankoop van T-Power nv, voor een bedrag van 163,7 miljoen EUR. Deze vertegenwoordigt de reële waarde van een tollingovereenkomst, afgesloten met de RWE groep, voor een periode van 15 jaar (tot juni 2026) voor de volledige capaciteit van de centrale. Deze klantenlijst wordt afgeschreven over de resterende looptijd van de tollingovereenkomst en is als zekerheid in pand gegeven ter dekking van verplichtingen. Anderzijds is de daling van de klantenlijsten het gevolg van de jaarlijkse afschrijving van de klantenlijsten van Tessenderlo Group (-39,1 miljoen EUR) die erkend werden bij de initiële consolidatie van Tessenderlo Group en die worden afgeschreven over een periode van 10 jaar.
Er werden geen financieringskosten geactiveerd in 2021 en 2020.
De "overige" immateriële activa met een bepaalde gebruiksduur bestaan voornamelijk uit aangekochte emissierechten voor eigen gebruik, knowhow, productlabels, handelsmerken en gebruiksrechten. De productlabels en knowhow worden afgeschreven op lineaire basis over 10 tot 20 jaar. De netto beweging in emissierechten voor -1,1 miljoen EUR (2020: +0,3 miljoen EUR) heeft voornamelijk betrekking op verworven emissierechten en het gebruik van eerder aangekochte emissierechten om de emissies voor producten blootgesteld aan een CO2-weglekrisico te dekken. De netto boekwaarde van de emissierechten in immateriële activa bedraagt 2,1 miljoen EUR per 31 december 2020 (2020: 3,2 miljoen EUR).
In toelichting 8 – Bijkomende informatie betreffende bedrijfskosten volgens kostensoort worden de rubrieken van de winst-en-verliesrekening toegelicht waarin de afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen en de terugnames van bijzondere waardeverminderingen zijn verwerkt.
Op 31 december 2021 bestaan de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode enkel uit jointventures van Tessenderlo Group.
De joint ventures van de groep per 31 december zijn:
| Eigendom | ||||
|---|---|---|---|---|
| Land | 2021 | 2020 | ||
| Jupiter Sulphur LLC | Verenigde Staten | 50% | 50% | |
| PB Shengda (Zhejiang) Biotechnology Co., Ltd | China | 50% | 50% | |
| Établissements Michel SAS | Frankrijk | 50% | 50% |
Jupiter Sulphur LLC is een joint-venture tussen Phillips 66 Inc. en Tessenderlo Kerley, Inc. Deze joint venture, actief in het herwinnen van zwavel en het produceren van op zwavel gebaseerde producten die aan Tessenderlo Kerley, Inc. worden verkocht, bezit en beheert momenteel 2 fabrieken in de Verenigde Staten, in Ponca City (Oklahoma) en Billings (Montana).
PB Shengda (Zhejiang) Biotechnology Co., Ltd, een 50% joint venture tussen Tessenderlo Group en Zhejiang Shengda Ocean Co., Ltd, een Chinees overheidsbedrijf, werd opgericht in juni 2020 voor de constructie van een fabriek voor de productie van beender- en viscollageenpeptiden. In 2021 kwamen beide partners overeen om de joint venture overeenkomst te beëindigen. Het totaal uitgegeven kapitaal van de joint venture ging naar verwachting 10,0 miljoen EUR bedragen. In 2020 had de groep reeds 2,0 miljoen EUR gestort, terwijl het aandeel van de groep in het niet-opgevraagde kapitaal (3,0 miljoen EUR) werd opgenomen in de handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar in de geconsolideerde balans per 31 december 2020. Na de overeenkomst tot beëindiging van de joint venture, werd de schuld op ten hoogste één jaar teruggenomen in 2021, terwijl een niet-significante afwaardering werd opgenomen in de rubriek "Overige opbrengsten en kosten" in EBIT aanpassende elementen. De groep verwacht de resterende nettoboekwaarde van zijn investering te recupereren (1,4 miljoen EUR).
De boekwaarde van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is als volgt:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Jupiter Sulphur LLC | 17,1 | 14,2 |
| PB Shengda (Zhejiang) Biotechnology Co., Ltd | 1,4 | 5,0 |
| Établissements Michel SAS | 0,8 | 0,8 |
| Totaal | 19,2 | 20,0 |
De balansrubriek "Overige beleggingen" (101,2 miljoen EUR) omvat voornamelijk de aankoop van Rieter aandelen die gewaardeerd werden op de koers van het aandeel op 31 december 2021 aan 89,4 miljoen EUR (zie Toelichting 4. Acquisities en verkopen). Het omvat eveneens een lening toegekend door Tessenderlo Kerley, Inc. De lening van 11,0 miljoen USD was toegekend aan de joint-venture Jupiter Sulphur LLC, die volledig werd opgenomen over de periode 2017 en 2018, en waarvan 10,4 miljoen USD (9,2 miljoen EUR) nog terug te vorderen is. De lening is rentedragend (3,0%) met als vervaldatum ten laatste december 2026, waarbij rekening gehouden zal worden met de behoefte aan geldmiddelen van Jupiter Sulphur LLC. De toegekende lening is opgenomen in "Overige beleggingen" in de geconsolideerde balans van de groep. De interestopbrengsten hiervan worden als niet significant beschouwd en werden niet geëlimineerd.
Geen enkele van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is beursgenoteerd en bijgevolg is er geen publieke waardering beschikbaar.
Samenvatting van de financiële informatie van deelnemingen opgenomen volgens de vermogens-mutatiemethode aan 100% per 31 december:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 103,8 | 98,4 |
| Vlottende activa | 15,9 | 23,2 |
| Totaal activa | 119,7 | 121,6 |
| Eigen vermogen | 39,0 | 39,9 |
| Schulden op meer dan één jaar | 18,6 | 18,5 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 62,1 | 63,2 |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 119,7 | 121,6 |
| Omzet | 55,3 | 40,6 |
| Kostprijs verkopen | -50,3 | -43,6 |
| Brutowinst | 4,9 | -3,0 |
| EBIT (Bedrijfswinst (+) / verlies (-)) | 2,9 | -4,0 |
| Financierings(kosten) / opbrengsten - netto | -0,6 | -1,0 |
| Winst (+) / verlies (-) vóór belastingen | 2,3 | -5,0 |
| Winst (+) / verlies (-) over de verslagperiode | 1,4 | -3,7 |
| Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode | 1,4 | -3,8 |
| Vorderingen | Schulden | Netto | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 |
| Materiële vaste activa | 2,9 | 2,6 | -80,0 | -79,8 | -77,1 | -77,2 |
| Immateriële activa | 4,9 | 5,0 | -100,6 | -117,6 | -95,7 | -112,6 |
| Voorraden | 10,5 | 10,4 | -2,1 | -0,4 | 8,4 | 10,0 |
| Personeelsbeloningen | 10,2 | 12,1 | -0,1 | -0,3 | 10,1 | 11,8 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 3,4 | 5,3 | 0,0 | 0,0 | 3,4 | 5,3 |
| Voorzieningen | 8,2 | 8,3 | -13,7 | -13,4 | -5,5 | -5,1 |
| Andere bestanddelen | 9,0 | 5,1 | -11,4 | -14,2 | -2,5 | -9,1 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 24,6 | 33,5 | 0,0 | 0,0 | 24,6 | 33,5 |
| Bruto uitgestelde belastingvorderingen (schulden) | 73,7 | 82,3 | -208,0 | -225,7 | -134,3 | -143,4 |
| Compensatie van belastingen | -39,2 | -49,1 | 39,2 | 49,1 | 0,0 | 0,0 |
| Netto uitgestelde belastingvorderingen (schulden) | 34,5 | 33,2 | -168,8 | -176,5 | -134,3 | -143,4 |
De netto uitgestelde belastingschuld op 31 december 2021 omvat een uitgestelde belastingschuld ingevolge de herwaardering van Tessenderlo Group (als gevolg van de controleverwerving) op materiële vaste activa van -25,9 miljoen EUR (2020: -21,1 miljoen EUR) en immateriële activa van -74,1 miljoen EUR (2020: -86,0 miljoen EUR).
Daarnaast heeft de netto uitgestelde belastingschuld op immateriële vaste activa voornamelijk betrekking op de klantenlijst (bedrijfssegment T-Power), die de reële waarde vertegenwoordigt van een tollingovereenkomst afgesloten met RWE-groep, voor een periode van 15 jaar (tot juni 2026). De jaarlijkse afschrijving van deze klantenlijst verklaart de daling van de opgenomen uitgestelde belastingschuld met -5,3 miljoen EUR.
De uitgestelde belastingvorderingen op fiscaal overgedragen verliezen van Tessenderlo Group nv bedragen 12,7 miljoen EUR (totaal overgedragen fiscale verliezen en belastingkredieten van Tessenderlo Group nv bedragen 193 miljoen EUR per jaareinde 2021). De overige uitgestelde belastingvorderingen op fiscaal overgedragen verliezen voor 11,9 miljoen EUR hebben voornamelijk betrekking op fiscaal overgedragen verliezen in Frankrijk (totaal overgedragen fiscale verliezen en belastingkredieten in Frankrijk bedragen 42 miljoen EUR). Die werden volledig erkend. De 2021 fiscale resultaten van de ondernemingen, waarvoor uitgestelde belastingen op fiscaal overgedragen verliezen werden opgenomen, waren positief.
Een uitgestelde belastingschuld, betreffende de niet-uitgekeerde reserves binnen de dochterondernemingen van de groep, werd niet opgenomen onder de uitgestelde belastingschulden omdat het management niet verwacht dat deze schuld zich zal realiseren in de nabije toekomst. De uitgestelde belastingschuld is niet significant omdat het merendeel van de dividenden, die de vennootschap (Picanol nv) ontvangt, vrijgesteld is van belastingen.
De overgedragen fiscale verliezen en belastingkredieten, waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd aangelegd, bedragen 247,7 miljoen EUR (2020: 277,8 miljoen EUR). Van deze belastingkredieten is 15,5 miljoen EUR voor een beperkte periode overdraagbaar (ze vervallen in de periode 2022-2026). Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de mate dat er voldoende toekomstige belastbare winsten (in de komende vijf jaar) beschikbaar zullen zijn, waartegen de ongebruikte fiscale verliezen en belastingkredieten kunnen afgezet worden.
De beweging van de uitgestelde belastingvorderingen en -schulden tijdens het jaar kan als volgt samengevat worden7 :
| (Miljoen EUR) | december 2020 Saldo op 31 |
Opgenomen in de en verlies- rekening winst- |
niet-gerealiseerde Opgenomen in de resultaten |
Omrekenings- verschillen |
december 2021 Saldo op 31 |
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | -77,2 | 1,9 | 0,0 | -1,8 | -77,1 |
| Immateriële activa | -112,5 | 16,8 | 0,0 | 0,1 | -95,7 |
| Voorraden | 9,9 | -1,9 | 0,0 | 0,2 | 8,3 |
| Personeelsbeloningen | 11,7 | -0,4 | -1,2 | 0,0 | 10,2 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 5,4 | -1,4 | -0,5 | 0,0 | 3,4 |
| Voorzieningen | -5,1 | -0,3 | 0,0 | 0,0 | -5,5 |
| Andere bestanddelen | -9,1 | 1,4 | 0,0 | 0,0 | -7,7 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 33,4 | -3,7 | 0,0 | 0,0 | 29,8 |
| Totaal | -143,4 | 12,4 | -1,7 | -1,6 | -143,4 |
De uitgestelde belastingen opgenomen in de winst-en-verliesrekening omvatten +6,5 miljoen EUR voor de terugname van uitgestelde belastingschulden als gevolg van de afschrijving van geherwaardeerde activa van Tessenderlo Group (voornamelijk met betrekking tot materiële vaste activa en immateriële activa).
7 Uitgestelde belastingschulden en uitgestelde belastingkosten worden weergegeven als negatieve bedragen; uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingopbrengsten worden weergegeven als positieve bedragen.
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | |||
| Handelsvorderingen | 3,1 | 2,0 | |
| Bruto handelsvorderingen | 3,1 | 2,0 | |
| Waardeverminderingen | 0,0 | 0,0 | |
| Overige vorderingen | 3,9 | 6,4 | |
| Vorderingen op verbonden partijen | 0,0 | 0,9 | |
| Vorderingen gerelateerd aan pensioenplannen | 23 | 9,1 | 5,1 |
| Totaal | 16,1 | 14,4 |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | |||
| Handelsvorderingen | 26 | 385,1 | 279,7 |
| Bruto handelsvorderingen | 26 | 389,6 | 285,7 |
| Waardeverminderingen | 26 | -4,5 | -6,0 |
| Overige vorderingen | 71,1 | 59,1 | |
| Vooruitbetalingen | 1,8 | 2,6 | |
| Vorderingen op verbonden partijen | 1,0 | 0,8 | |
| Totaal | 459,0 | 342,2 |
In 2020 bevatten de overige vorderingen op meer dan één jaar hoofdzakelijk een Franse belastingvordering van 2,7 miljoen EUR gerelateerd aan belastingkredieten voor competitiviteit, werkgelegenheid en onderzoek. In 2021 werden deze vorderingen gebruikt om de Franse belastingen op het resultaat te compenseren. Per 31 december 2021 hebben de openstaande vorderingen betrekking op diverse, individueel niet-significante items.
Vorderingen op verbonden partijen hebben betrekking op vorderingen op joint ventures (toelichting 29 – Verbonden partijen).
De vorderingen gerelateerd aan pensioenplannen hebben betrekking op het nettoactief van het pensioenfonds in Groot-Brittannië waarvan de waarde van de activa hoger is dan de waarde van de pensioenverplichtingen.
De ouderdomsbalans van de brutohandelsvorderingen en waardeverminderingen wordt toegelicht in de rubriek "Kredietrisico" van toelichting 26 – Financiële instrumenten.
De overige vorderingen op ten hoogste één jaar bevatten voornamelijk overige belasting- en BTW-vorderingen voor 28,4 miljoen EUR (2020: 16,8 miljoen EUR) die stegen door de hogere activiteit. Ze omvatten ook "banknotes" in China (dat zijn vorderingen op financiële instellingen met een looptijd van meer dan 3 maanden) voor 23,0 miljoen EUR in 2021 ten opzichte van 20,0 miljoen EUR in 2020. Op 31 december 2020 omvatten ze ook de verwachte verzekeringstussenkomst naar aanleiding van een brand, veroorzaakt door een blikseminslag, bij Environmentally Clean Systems LLC. Het merendeel van de verzekeringstussenkomst is ontvangen in 2021.
Het "non-recourse" factoringprogramma werd opgeschort sinds 2015. Er werd geen cash ontvangen via diverse "nonrecourse" factoring- en effectiseringprogramma's, waarbij handelsvorderingen werden verkocht aan hun nominale waarde, verminderd met een korting in ruil voor cash.
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Hulpstoffen | 131,6 | 77,9 |
| Goederen in bewerking | 21,5 | 19,3 |
| Gereed product | 286,8 | 245,5 |
| Handelsgoederen | 31,3 | 36,2 |
| Wisselstukken | 15,0 | 14,7 |
| Totaal | 486,2 | 393,4 |
De stijging van de voorraden kan voornamelijk verklaard worden door de impact van gestegen grondstofprijzen en energiekosten, voornamelijk in de bedrijfssegmenten Machines & Technologies, Agro en Industrial Solutions.
Er werden geen voorraden in pand gegeven. De voorraadkosten die in 2021 werden verwerkt in de kostprijs verkopen in de winst-en-verliesrekening bedragen 1.895,4 miljoen EUR (2020: 1.468,2 miljoen EUR).
De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of aan netto-opbrengstwaarde indien deze lager is. De berekening van een mogelijke afschrijving is gebaseerd op ervaring en de beoordeling van de marktomstandigheden. De voorraad afwaardering, opgenomen in "kosten van verkopen" bedraagt -1,8 miljoen EUR (2020: -12,7 miljoen EUR). De COVID‐19 pandemie had een impact op de ouderdomsbalans van voorraden, alsook op de toekomstige vraag, wat de hogere voorraadafwaardering in 2020 verklaart.
De groep verwacht de voorraad, beschikbaar op 31 december 2021, te kunnen gebruiken of verkopen in de komende 12 maanden, met uitzondering van de voorraad van niet-strategische wisselstukken. Deze wisselstukken worden gebruikt wanneer nodig geacht.
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Termijndeposito's | 26 | 160,1 | 204,7 |
| Zichtrekeningen | 26 | 206,7 | 141,2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 366,7 | 345,9 | |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 22/26 | -0,1 | 0,0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten in het kasstroomoverzicht | 366,7 | 345,9 |
De termijndeposito's hebben een maximum looptijd van 1 maand.
De geldmiddelen en kasequivalenten op 31 december 2021 omvatten 44,6 miljoen USD of 39,4 miljoen EUR (2020: 34,1 miljoen USD of 27,8 miljoen EUR). De cash aangehouden binnen Tessenderlo Group bedraagt 320,3 miljoen EUR (2020: 230,1 miljoen EUR).
Per jaareinde 2021 werd een kortetermijnbelegging bij kredietinstellingen van 10,0 miljoen EUR aangehouden. De tegenpartij is een internationale gerenommeerde financiële instelling. De belegging heeft een oorspronkelijke looptijd van 9 maanden (met vervaldatum januari 2022). Aangezien deze belegging een initiële looptijd heeft van meer dan drie maanden, werd die niet opgenomen onder "Geldmiddelen en kasequivalenten", maar in de rubriek "Kortetermijninvesteringen".
| Aandelen | |||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | ||
| Aantal aandelen per 1 januari 2020 | 17.700.000 | 17.700.000 | |
| Uitgegeven aandelen | - | - | |
| Aantal aandelen per 31 december 2020 - volstort | 17.700.000 | 17.700.000 |
Picanol Group – 2021 jaarverslag | 89
Het aantal aandelen bevat 15.996.140 aandelen op naam (2020: 15.995.108) en 1.703.860 gedematerialiseerde aandelen (2020: 1.704.892). De aandelen zijn zonder nominale waarde. De aandeelhouders van Picanol Group nv hebben het recht om dividenden te ontvangen zoals goedgekeurd. In overeenstemming met artikel 7:53 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen, heeft de bijzondere algemene vergadering van 16 maart 2020 beslist om een loyauteitsstemrecht in te voeren. Als gevolg hiervan wordt aan de volgestorte aandelen, die tenminste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, een dubbel stemrecht verleend. Het aantal stemrechten bedroeg 33.531.234 op 31 december 2021.
Het voorstel van de raad van bestuur om geen dividend toe te kennen voor het boekjaar 2020, werd goedgekeurd door de aandeelhouders van Picanol Group nv op hun jaarlijkse algemene vergadering die plaatsvond op 17 mei 2021.
Er werden in 2021 geen aandelen aangeboden aan het personeel.
De buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020 besloot de raad van bestuur te machtigen, en dat voor een periode van vijf jaar vanaf publicatie van de machtiging in de Bijlage bij het Belgisch Staatsblad, om het aandelenkapitaal in één of meerdere keren te verhogen met een bedrag tot 4.440.000 EUR, overeenkomstig de bepalingen van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en de statuten van de vennootschap. De raad van bestuur mag het toegestane kapitaal gebruiken om beschermende maatregelen voor de vennootschap te nemen via kapitaalverhogingen, met of zonder beperking of intrekking van voorkeursrechten, zelfs buiten de context van een mogelijk openbaar overnamebod, voor zover de vennootschap nog geen mededeling betreffende een openbaar overnamebod op haar effecten heeft ontvangen van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Onverminderd de mogelijkheid om de verbintenissen te realiseren die geldig werden aangegaan vóór ontvangst van de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten ingevolge artikel 7:202, paragraaf 2, 1° van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, is de raad van bestuur bevoegd, voor een periode van drie jaar vanaf de machtiging daartoe door de buitengewone aandeelhoudersvergadering van 16 maart 2020, om over te gaan tot een kapitaalverhoging binnen het kader van het toegestane kapitaal, met of zonder beperking of intrekking van voorkeursrechten ten gunste van een of meer personen, naar gelang het geval, na ontvangst van een mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 7:202, paragraaf 2, 2° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de statuten van de vennootschap.
De raad van bestuur is eveneens bevoegd, met recht van substitutie, om de statuten van de vennootschap te wijzigen overeenkomstig de kapitaalverhoging waartoe werd besloten binnen het kader van het toegestane kapitaal.
Volgens de Belgische wetgeving moet elk jaar 5% van de statutaire nettowinst van een Belgische onderneming overgedragen worden naar de wettelijke reserve tot deze wettelijke reserve 10% van het geplaatst kapitaal bedraagt. Deze wettelijke reserve van de vennootschap bedraagt 2,2 miljoen EUR op balansdatum. Normaal kan deze reserve niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders, behalve in het geval van vereffening.
De te betalen dividenden door de operationele dochterondernemingen aan Picanol nv zijn onderworpen aan algemene beperkingen opgelegd door wetgevingen van de respectievelijke rechtsdistricten waar deze dochterondernemingen georganiseerd en operationeel zijn. Er zijn geen andere significante beperkingen. Dividenden aan de moedermaatschappij betaald door bepaalde dochterondernemingen zijn eveneens onderworpen aan roerende voorheffing.
De omrekeningsverschillen omvatten alle wisselkoersverschillen die het resultaat zijn van de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse entiteiten.
De raad van bestuur zal op 16 mei 2022 aan de algemene vergadering van aandeelhouders om een dividend van 0,2 euro per aandeel uit te keren over het financiële jaar 2021.
Het beleid van de raad van bestuur bestaat erin om een sterke kapitaalbasis te behouden en zodoende het vertrouwen van investeerders, leveranciers en dat van de markt te bewaren alsook de toekomstige ontwikkeling van de activiteiten te kunnen voortzetten. Kapitaal bestaat uit geplaatst kapitaal, uitgiftepremies en reserves. De raad van bestuur wenst een evenwicht te behouden tussen een hoger rendement enerzijds door middel van financiële schulden en de voordelen en veiligheid van een sterke kapitaalstructuur anderzijds. Eind 2021 bedraagt de gearing ratio8 3% (2020: 11%). De gearing ratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de vennootschap.
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op de winst toewijsbaar aan de gewone aandeelhouders en het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar.
Het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen en de winst per aandeel worden als volgt berekend:
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Aangepast gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen per 31 december* | 17.700.000 | 17.700.000 |
| Winst (+) / verlies (-) toerekenbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap (miljoen EUR) | 160,7 | 55,4 |
| Gewone winst (+) / verlies (-) per aandeel (in EUR) | 9,1 | 3,1 |
*Rekening houdend met het effect van uitgegeven aandelen, dat gebaseerd is op het gewogen gemiddelde aantal uitgegeven aandelen tijdens het boekjaar.
De berekening van de verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op de winst toewijsbaar aan de gewone aandeelhouders en het verwaterd gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar.
Potentiële gewone aandelen worden als verwaterd beschouwd enkel wanneer hun omzetting in gewone aandelen zou leiden tot een daling van de winst per aandeel of een toename van het verlies per aandeel.
Aangezien er geen uitstaande warranten zijn, is er geen verwatering van de winst per aandeel.
Tessenderlo Group werd een dochteronderneming met een minderheidsbelang op 1 januari 2019. In de loop van 2021 kocht Picanol nv, via haar dochteronderneming Verbrugge nv, 1.627.194 aandelen van Tessenderlo Group voor een bedrag van 55,7 miljoen EUR (aan een gemiddelde beurskoers van 34,2 EUR). Deze aankopen resulteerden in een daling van het minderheidsbelang met 3,8% van 53,2% naar 49,4% op 31 december 2021.
In overeenstemming met artikel 7:53 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen, heeft Tessenderlo Group beslist om een loyauteitsstemrecht in te voeren waardoor aan de volgestorte aandelen die tenminste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven een dubbel stemrecht wordt verleend. Op 31 december 2021 hield Picanol Group, via Verbrugge nv, 62,9% van de stemrechten van Tessenderlo Group aan.
Er zijn geen beperkingen met betrekking tot dividenduitkering vanuit Tessenderlo Group, bijvoorbeeld door specifieke schuld convenanten.
| Percentage minderheidsbelang | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Land | 2021 | 2020 | |||
| Tessenderlo Group nv | BE | 49,4% | 53,2% |
8 Zie ook de "Alternatieve prestatiemaatstaven" voor de berekening van de gearing ratio.
Samenvatting van de financiële informatie van deelnemingen met een minderheidsbelang aan 100% op 31 december 2021:
| (Miljoen EUR) | Zoals gerapporteerd |
Reële waarde aanpassing |
Na reële waarde aanpassing |
|---|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 1.105,4 | 378,8 | 1.484,3 |
| Goodwill | 32,3 | -32,3 | 0,0 |
| Immateriële vaste activa | 109,2 | 291,4 | 400,6 |
| Materiële vaste activa | 886,6 | 119,7 | 1.006,3 |
| Overige vaste activa | 77,4 | 0,0 | 77,4 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 1.101,6 | 0,0 | 1.101,6 |
| Voorraden | 393,4 | 0,0 | 393,4 |
| Overige vlottende activa | 708,2 | 0,0 | 708,2 |
| VERPLICHTINGEN OP MEER DAN EEN JAAR | 477,9 | 102,8 | 580,7 |
| Uitgestelde belastingen en belastingslatenties | 65,4 | 99,1 | 164,5 |
| Intrestdragende financiële verplichtingen | 193,6 | 3,7 | 197,3 |
| Overige verplichtingen > 1 jaar | 218,9 | 0,0 | 218,9 |
| VERPLICHTINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR | 597,7 | 0,0 | 597,7 |
| Netto actief | 1.131,4 | 276,0 | 1.407,4 |
| Minderheids % | 49,4% | ||
| Minderheidsbelang | 695,6 |
| (Miljoen EUR) | Zoals gerapporteerd |
Reële waarde aanpassing |
Na reële waarde aanpassing |
|---|---|---|---|
| Omzet | 2.081,5 | 2.081,5 | |
| Winst/(verlies) van de periode | 188,3 | -38,1 | 150,2 |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 248,1 | 248,1 | |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -79,0 | -79,0 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | -80,1 | -80,1 | |
| Nettotoename/(afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
89,1 | 89,1 |
Voor meer informatie over de financiële staten van Tessenderlo Group verwijzen we naar het jaarverslag: www.tessenderlo.com.
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 196,2 | 393,2 | |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 215,3 | 69,8 | |
| Totaal financiële schulden | 411,6 | 463,0 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18 | -366,7 | -345,9 |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 18 | 0,1 | 0,0 |
| Korte termijn investeringen | 18 | -10,0 | -20,0 |
| Netto financiële schuld | 34,9 | 97,1 |
Eind december 2021 kwam de netto financiële schuld van de groep uit op 34,9 miljoen EUR, hetgeen resulteert in een leverage ratio9 van 0,1 en dat inclusief een leasing schuld, conform IFRS 16, voor een bedrag van 56,5 miljoen EUR (2020: 56,3 miljoen EUR). Exclusief de impact van IFRS 16 Leaseovereenkomsten, toegepast sinds 1 januari 2019, bedroeg de netto financiële kaspositie 21,6 miljoen EUR op jaareinde 2021 in vergelijking met 40,8 miljoen EUR netto financiële schuld per jaareinde 2020.
9 Zie ook de "Alternatieve prestatiemaatstaven" voor de berekening van de leverage ratio.
De reconciliatie van wijzigingen in de netto financiële schulden komende van kasstromen en niet-kas wijzigingen:
| Toelichting | Kortetermijn-schulden bij krediet-instellingen |
Geldmiddelen en kas- equivalenten |
Korte termijn investeringen |
Leasing-schulden op minder dan één jaar |
Leasing-schulden op meer dan één jaar |
Financiële schulden op ten hoogste één jaar |
Financiële schulden op meer dan één jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto financiële schuld per 31 december 2020 | 0,0 | 345,9 | 20,0 | -19,6 | -37,1 | -50,3 | -356,1 | -97,1 |
| Kasstromen, netto | 0,0 | 17,6 | -10,0 | 22,2 | 0,0 | 49,4 | 0,0 | 79,1 |
| IFRS 16 nieuwe leases | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -2,2 | -18,7 | 0,0 | 0,0 | -20,9 |
| Afschrijving op herwaardering obligatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -2,2 | 4,8 | 2,6 |
| Transfers | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -18,5 | 18,5 | -193,7 | 193,7 | 0,0 |
| Omrekeningsverschillen | 0,0 | 3,3 | 0,0 | -0,5 | -0,8 | -0,1 | -0,4 | 1,5 |
| Netto financiële schuld per 31 december 2021 | -0,1 | 366,7 | 10,0 | -18,5 | -38,1 | -196,9 | -158,1 | -34,9 |
| Toelichting | Kortetermijn-schulden bij krediet-instellingen |
Geldmiddelen en kas- equivalenten |
Korte termijn investeringen |
Leasing-schulden op minder dan één jaar |
Leasing-schulden op meer dan één jaar |
Financiële schulden op ten hoogste één jaar |
Financiële schulden op meer dan één jaar |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Netto financiële schuld per 31 december 2019 | -0,1 | 290,3 | 0,0 | -22,7 | -44,9 | -76,2 | -381,4 | -235,1 | |
| Kasstromen, netto | 0,1 | 62,6 | 20,0 | 24,2 | 0,0 | 53,7 | -5,6 | 155,0 | |
| Aanschaffingen door bedrijfscombinaties | 0,0 | -5,7 | 0,0 | -0,1 | -0,1 | 0,0 | 0,0 | -5,9 | |
| IFRS 16 nieuwe leases | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -2,2 | -12,6 | 0,0 | 0,0 | -14,8 | |
| Afschrijving op herwaardering obligatie | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 2,6 | 2,6 | |
| Transfers | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -19,5 | 19,5 | -27,8 | 27,8 | 0,0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0,0 | -1,4 | 0,0 | 0,6 | 0,9 | 0,1 | 0,5 | 0,7 | |
| Netto financiële schuld per 31 december 2020 | 0,0 | 345,9 | 20,0 | -19,6 | -37,1 | -50,3 | -356,1 | -97,1 |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Leasingschulden op meer dan één jaar | 38,1 | 37,0 | |
| Obligaties | 59,5 | 229,8 | |
| Kredietfaciliteit T-Power nv | 90,1 | 115,8 | |
| Kredietinstellingen | 8,5 | 10,6 | |
| Totaal financiële schulden op meer dan één jaar | 196,2 | 393,2 | |
| Leasingschulden op minder dan één jaar | 18,5 | 19,6 | |
| Obligaties | 167,7 | 0,0 | |
| Kredietfaciliteit T-Power nv | 25,7 | 25,7 | |
| Kredietinstellingen | 3,5 | 5,5 | |
| Handelspapier | 0,0 | 19,0 | |
| Totaal financiële schulden op ten hoogste één jaar | 26 | 215,3 | 69,8 |
De financiële schulden op meer dan één jaar bevatten een obligatie, uitgegeven in 2015, met een looptijd van 10 jaar (de "2025 obligatie") met een vaste coupon van 3,375%. De andere obligatie, eveneens uitgegeven in 2015, met een looptijd van 7 jaar (de "2022 obligatie") met een vaste coupon van 2,875%, is opgenomen onder de "financiële schulden op ten hoogste één jaar". Tessenderlo Group kocht "2022 obligaties" voor een nominaal bedrag van 0,1 miljoen EUR aan een prijs van 101,5% in 2020. In februari 2022 kocht de groep voor 35,0 miljoen euro "2022 obligaties" aan een prijs van 102,875% om het liquiditeitsrisico en de interestkosten te verlagen (toelichting 31 – gebeurtenissen na balansdatum).
De uitstaande lening van T-Power nv bedroeg 115,8 miljoen EUR per 31 december 2021. Zowel de activa als de aandelen van T-Power nv dienen als waarborg voor de lening. De langlopende kredietfaciliteit omvat een minimum vereiste dekkingsgraad (debt service cover) convenant (gebaseerd op de voor schuldaflossing beschikbare kasstroom van de laatste 12 maanden). Op 31 december 2021 werd aan deze convenant voldaan.
Tessenderlo Kerley, Inc. heeft een uitstaande lening van 5,6 miljoen EUR, waarvan 0,9 miljoen EUR is opgenomen in de financiële schulden op ten hoogste één jaar. De lening heeft een looptijd van 10 jaar (2018-2028) aan een vaste interestvoet van 3,95%. Het gefinancierde Phoenix hoofdkantoor (Arizona, Verenigde Staten) dient als garantie voor de lening.
Tessenderlo Group nv heeft een uitstaande lening van 5,4 miljoen EUR, waarvan 1,7 miljoen EUR is opgenomen in de financiële schulden op ten hoogste één jaar. De lening heeft een looptijd van 5 jaar (2020-2025) aan een vaste interestvoet van 0,33%. Deze lening werd aangegaan om de aankoop van voertuigen in het bedrijfssegment Biovalorization, welke voorheen werden geleased, te financieren en heeft geen financiële convenanten.
Binnen segment Machines & Technologies omvatten de schulden op ten hoogste één jaar bij kredietinstellingen export financieringen voor 0,2 miljoen EUR (2020: 1,9 miljoen EUR) die al verdisconteerd werden bij een kredietverzekeraar, maar waarvoor het risico nog niet werd overgedragen omdat de eerste vervaldag nog niet voorbij is.
De leasing schulden, conform IFRS 16 Leaseovereenkomsten, bedragen 56,5 miljoen EUR (2020: 56,3 miljoen EUR), waarvan 38,1 miljoen EUR op meer dan één jaar en 18,4 miljoen EUR op ten hoogste één jaar (toelichting 26 – Financiële instrumenten). De gemiddelde gewogen interestvoet op leasingschuld in 2021 was 2,2% (2020: 2,0%) (zie toelichting 26 – Financiële instrumenten).
De groep heeft toegang tot een Belgisch programma van handelspapier voor een bedrag van 200,0 miljoen dat niet gebruikt werd per eind december 2021 (2020: 19,0 miljoen EUR). Dit handelspapier is uitgegeven door Tessenderlo Group nv.
Per 31 december 2020 heeft er geen opname plaatsgevonden van de vijfjarige toegezegde bilaterale kredietlijnen, die in december 2019 werden vernieuwd voor een periode van 5 jaar. Het totaalbedrag van deze toegezegde bilaterale kredietlijnen bedraagt 142,5 miljoen EUR (waarvan een deel opgevraagd kan worden in USD).
Analyse van de financiële schulden op ten hoogste één jaar en op meer dan één jaar per munteenheid, uitgedrukt in EUR (2021):
| (Miljoen EUR) | EUR | USD | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Leasing schulden op ten hoogste één jaar | 11,2 | 4,7 | 2,6 | 18,5 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 195,3 | 0,9 | 0,7 | 196,9 |
| Leasing schulden op meer dan één jaar | 25,6 | 6,1 | 6,4 | 38,1 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 153,4 | 4,7 | 0,0 | 158,1 |
| Totaal financiële schulden | 385,4 | 16,4 | 9,7 | 411,6 |
| Percentage van totale financiële schulden | 93,7% | 4,0% | 2,4% | 100,00% |
Analyse van de financiële schulden op ten hoogste één jaar en op meer dan één jaar per munteenheid, uitgedrukt in EUR (2020):
| (Miljoen EUR) | EUR | USD | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Leasing schulden op ten hoogste één jaar | 12,3 | 4,7 | 2,5 | 19,5 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 49,1 | 1,1 | 0,0 | 50,2 |
| Leasing schulden op meer dan één jaar | 26,3 | 4,0 | 6,8 | 37,1 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 351,0 | 5,2 | 0,0 | 356,2 |
| Totaal financiële schulden | 438,7 | 15,0 | 9,3 | 463,0 |
| Percentage van totale financiële schulden | 94,8% | 3,2% | 2,0% | 100,00% |
De voorzieningen voor personeelsbeloningen werden als volgt opgenomen in de balans per 31 december:
| 2021 | 2020 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Voorziening voor brug pensioenen |
Pensioen plannen met een te bereiken doel |
Overige personeels beloningen |
Totaal | Voorziening voor brug pensioenen |
Pensioen plannen met een te bereiken doel |
Overige personeels beloningen |
Totaal |
| Op meer dan één jaar | 2,2 | 49,8 | 7,9 | 59,9 | 2,5 | 61,0 | 7,7 | 71,2 |
| Op ten hoogste één jaar |
0,8 | 0,0 | 0,6 | 1,5 | 1,1 | 0,0 | 0,7 | 1,8 |
| Totaal | 3,0 | 49,8 | 8,5 | 61,4 | 3,6 | 61,0 | 8,4 | 72,9 |
| 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Voorziening voor brugpensioenen |
Pensioenplannen met een te bereiken doel |
Overige personeelsbeloningen |
Totaal | ||||
| Saldo op 31 december 2020 | 3,6 | 61,0 | 8,4 | 72,9 | ||||
| Toevoeging van voorzieningen | 1,0 | 7,8 | 1,0 | 9,8 | ||||
| Aanwending van voorzieningen | -1,0 | -4,6 | -0,3 | -5,8 | ||||
| Terugname van voorzieningen | -0,6 | -14,5 | -0,4 | -15,6 | ||||
| Omrekeningsverschillen | 0,0 | 0,1 | -0,1 | 0,0 | ||||
| Saldo op 31 december 2021 | 3,0 | 49,8 | 8,5 | 61,4 |
De voorzieningen voor overige personeelsbeloningen omvatten de anciënniteitvoordelen ("nationale orde van verdienste (médailles d'honneur du travail)", premies voor jubilea, …).
Deze verplichtingen worden geboekt om de vergoedingen na uitdiensttreding te dekken en zij dekken de pensioenplannen en andere voordelen, in overeenstemming met de lokale praktijken en voorwaarden, en gebruikmakend van een actuariële berekening die de financiering van de verzekeringsmaatschappijen en andere pensioenplannen in rekening neemt. De belangrijkste pensioenplannen bevinden zich in België, Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland.
De vaste bijdrage pensioenplannen zijn plannen voor dewelke de onderneming vooraf vastgestelde bijdragen stort in een juridische vennootschap of een afzonderlijk fonds, in overeenstemming met de bepalingen van het plan. De wettelijke of feitelijke verplichting van de groep is beperkt tot de gestorte bijdragen. De bijdragen worden geboekt als kosten in de winst-en-verliesrekening op het ogenblik dat ze zich voordoen en worden opgenomen in toelichting 7 – Personeelskosten en hiermee verbonden voordelen.
De pensioenplannen met een te bereiken doel dekken de vergoedingen gebaseerd op het loon en het aantal jaren dienst. Deze plannen worden extern gefinancierd door pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Onafhankelijke actuarissen voeren op jaarbasis een actuariële waardering uit.
De pensioenplannen met een te bereiken doel in België zijn allemaal eindsalaris pensioenplannen en keren de voordelen aan de aangeslotenen uit in de vorm van een gegarandeerd pensioenkapitaal (betaalbaar als een éénmalig kapitaal of een levenslange rente). Deze plannen worden gedekt door een beheerd pensioenfonds en door groepsverzekeringscontracten. De toegekende voordelen zijn afhankelijk van het aantal jaren dienst en van het gemiddeld salaris in de laatste 3 jaar vóór pensionering, of het gemiddeld salaris van de beste 3 opeenvolgende jaren, indien dat hoger is.
De vaste bijdrage pensioenplannen in België zijn wettelijk verplicht om een minimumrentabiliteit te garanderen (de wettelijke minimumrentabiliteit bedraagt 1,75% vanaf 1 januari 2016, terwijl die voordien voor werkgeversbijdragen 3,25% bedroeg). In de mate dat de wettelijke rentabiliteitsgarantie voldoende afgedekt is, heeft de groep geen verdere betalingsverplichting buiten de pensioenbijdragen die in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen op het moment dat de gerelateerde dienst is geleverd. De vaste bijdrage pensioenplannen in België moeten behandeld worden als pensioenplannen met een te bereiken doel volgens IAS 19 aangezien ze niet aan alle criteria voldoen van de definitie van vaste bijdrage pensioenplannen onder IFRS. De groep volgt de voorgeschreven methodologie voor de verwerking van pensioenplannen met een te bereiken doel in lijn met onder meer IAS 19 §57.(a), namelijk de "projected unit credit" methode, zonder toevoeging van de verwachte toekomstige bijdragen. Het verschil tussen de pensioenverplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen (IAS 19 §57.(a) (iii)) wordt opgenomen in de balans.
De fondsbeleggingen van de vaste bijdrage pensioenplannen in België zijn opgenomen in het Belgische pensioenfonds "OFP Pensioenfonds" of zijn extern verzekerd via verzekeringscontracten. Voor de plannen gefinancierd via verzekeringscontracten worden er verschillende rendementen op de reserves en op de premies, afhankelijk van het niveau bereikt op specifieke data, gegarandeerd door de verzekeringsmaatschappijen.
De pensioenplannen in Groot-Brittannië en in Duitsland zijn eindsalaris-pensioenplannen en voorzien een levenslang gegarandeerd pensioen. Het plan in Groot-Brittannië is gedekt door een beheerd pensioenfonds en het plan in Duitsland is gedekt door voorzieningen opgenomen in de geconsolideerde balans. Voor de pensioenplannen in Groot-Brittannië en in België, die gedekt zijn door een beheerd pensioenfonds, moet de raad van bestuur, volgens het pensioenreglement, bestaan uit vertegenwoordigers van de onderneming en aangeslotenen in het plan. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van deze plannen.
De groep is blootgesteld aan een aantal risico's verbonden met de pensioenplannen met een te bereiken doel. De belangrijkste risico's zijn de volgende:
De groep is van oordeel dat alle pensioenplannen met een te bereiken doel gelijkaardige kenmerken en risico's hebben.
De bedragen opgenomen in de balans zijn de volgende:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Netto actuele waarde van de volledig gefinancierde verplichtingen | -51,1 | -49,8 | |
| Netto actuele waarde van de gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen | -123,6 | -124,9 | |
| Netto actuele waarde van de volledig niet-gefinancierde verplichtingen | -28,6 | -32,3 | |
| Totale netto actuele waarde van de verplichtingen | -203,4 | -207,0 | |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | 162,6 | 151,1 | |
| Netto(verplichting) / vordering | -40,7 | -55,9 | |
| Bedragen opgenomen in de balans: | |||
| Schulden | -49,8 | -61,0 | |
| Vorderingen | 16 | 9,1 | 5,1 |
| Netto(verplichting) / vordering | -40,7 | -55,9 |
De reconciliatie van de nettopensioen(verplichting)/vordering en haar componenten wordt in volgende tabel weergegeven:
| 2021 | 2020 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (Miljoen EUR) | Netto actuele waarde van de verplichtingen |
Reële waarde van de fonds beleggingen |
Netto (verplichting) / vordering |
Netto actuele waarde van de verplichtingen |
Reële waarde van de fonds beleggingen |
Netto (verplichting) / vordering |
|
| Saldo op 1 januari | -207,0 | 150,9 | -55,9 | -197,3 | 145,3 | -52,0 | |
| Opgenomen in de | |||||||
| winst-en-verliesrekening | |||||||
| Aan het dienstjaar | -7,3 | 0,0 | -7,3 | -6,8 | 0,0 | -6,8 | |
| toegerekende pensioenkosten | |||||||
| Pensioen(kosten)/ opbrengsten van | -0,9 | 0,0 | -0,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| de verstreken diensttijd | |||||||
| Aan het dienstjaar toegerekende | |||||||
| pensioenkosten - Bijdrage | 0,0 | 0,4 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,4 | |
| werknemers | |||||||
| Rente(kosten) / opbrengsten | -1,4 | 1,4 | 0,0 | -2,0 | 1,9 | -0,2 | |
| Administratieve kosten | 0,0 | -0,4 | -0,4 | 0,0 | -0,4 | -0,4 | |
| Totaal opgenomen in de | -9,6 | 1,4 | -8,1 | -8,8 | 1,9 | -6,9 | |
| winst-en-verliesrekening | |||||||
| Opgenomen in de | |||||||
| niet-gerealiseerde resultaten | |||||||
| Herwaarderingen: | |||||||
| - Opbrengsten/(kosten) door | |||||||
| wijzigingen in demografische | 0,5 | 0,0 | 0,5 | 1,6 | 0,0 | 1,6 | |
| veronderstellingen | |||||||
| - Opbrengsten/(kosten) door | |||||||
| wijzigingen in financiële | 7,8 | -1,3 | 6,6 | -12,1 | 0,0 | -12,1 | |
| veronderstellingen | |||||||
| - Ervaringsaanpassingen: | 3,3 | 7,5 | 10,8 | 0,3 | 9,2 | 9,5 | |
| opbrengsten/(kosten) | |||||||
| Totaal opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten |
11,7 | 6,2 | 18,0 | -10,2 | 9,2 | -1,0 | |
| Overige | |||||||
| Omrekeningsverschillen op | |||||||
| buitenlandse plannen | -4,1 | 4,4 | 0,3 | 3,4 | -3,4 | 0,0 | |
| Bijdragen van de werkgever | 0,0 | 5,1 | 5,1 | 0,0 | 4,8 | 4,8 | |
| Betaalde vergoedingen | 5,6 | -5,6 | 0,0 | 6,7 | -6,7 | 0,0 | |
| Verwerving door | |||||||
| bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -0,8 | 0,0 | -0,8 | |
| Totaal overige | 1,6 | 3,8 | 5,4 | 9,3 | -5,4 | 4,0 | |
| Saldo op 31 december | -203,4 | 162,6 | -40,7 | -207,0 | 150,9 | -55,9 |
De opbrengsten door wijzigingen in financiële veronderstellingen in 2021, opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten, worden voornamelijk verklaard door de stijging van de discontovoet gebruikt in de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen met een te bereiken doel (2021 gewogen gemiddelde discontovoet van 1,1% tegenover 0,7% in 2020). De opbrengsten door ervaringsaanpassingen in 2021, opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten die niet in een latere periode zullen opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening, worden voornamelijk verklaard door het hoger dan verwachte rendement van de fondsbeleggingen.
De netto periodieke pensioenkosten zijn vervat in de volgende rubrieken van de winst-en-verliesrekening:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Kostprijs verkopen | -1,0 | -1,0 | |
| Distributiekosten | -0,1 | -0,1 | |
| Verkoop- en marketingkosten | -0,1 | -0,2 | |
| Administratieve kosten | -4,7 | -3,9 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) | -2,0 | -1,5 | |
| EBIT aanpassende elementen | 0,0 | 0,0 | |
| Financierings (kosten) / opbrengsten - netto | 9 | -0,1 | -0,3 |
| Totaal | -8,1 | -6,9 |
Picanol Group – 2021 jaarverslag | 97
De effectieve opbrengsten van de fondsbeleggingen in 2021 bedroegen +10,0 miljoen EUR (2020: +10,2 miljoen EUR).
De groep verwacht in 2022 een bijdrage van 5,1 miljoen EUR te leveren voor de pensioenplannen met een te bereiken doel. De reële waarde van de belangrijkste categorieën van fondsbeleggingen is de volgende:
| 2021 | 2020 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Niet | Niet | |||||||
| (Miljoen EUR) | Genoteerd | genoteerd | Totaal | % | Genoteerd | genoteerd | Totaal | % |
| Vastgoed | 0,0 | 4,0 | 4,0 | 2,5% | 0,0 | 4,0 | 4,0 | 2,7% |
| Verzekeringscontracten | 0,0 | 43,4 | 43,4 | 26,7% | 0,0 | 42,2 | 42,0 | 27,8% |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 0,0 | 26,6 | 26,6 | 16,3% | 0,0 | 4,4 | 4,4 | 2,9% |
| Investeringsfondsen | 86,6 | 0,0 | 86,6 | 53,2% | 98,4 | 0,0 | 98,4 | 65,2% |
| Tessenderlo Group obligatie met vervaldatum 15 juli 2022 |
2,1 | 0,0 | 2,1 | 1,3% | 2,1 | 0,0 | 2,1 | 1,4% |
| Totaal | 88,8 | 74,0 | 162,6 | 100,0% | 100,6 | 50,6 | 150,9 | 100,0% |
De fondsbeleggingen omvatten geen vastgoed in gebruik genomen door de groep en geen aandelen van de moedermaatschappij noch van de dochterondernemingen.
De investeringsfondsen omvatten een portefeuille van investeringen in aandelen, vastrentende beleggingen en andere financiële activa. Deze diversificatie beperkt het risico van de portefeuille tot een minimum.
Een deel van het investeringsfonds (belegd in aandelen) van het pensioenplan in Groot-Brittannië werd in 2021 verkocht en omgezet in geldmiddelen en kasequivalenten. Het is de bedoeling om deze geldmiddelen en kasequivalenten in 2022 te beleggen in activa die beter aansluiten bij de verplichtingen van het fonds. Deze transactie heeft de blootstelling aan algemene risico's verder doen afnemen en stelt het eerder behaalde rendement op deze activa veilig
De belangrijkste actuariële veronderstellingen, gebruikt in de bepaling van de pensioenverplichtingen op balansdatum (uitgedrukt als gewogen gemiddelden), zijn de volgende:
| 2021 | 2020 | |
|---|---|---|
| Discontovoet per 31 december | 1,1% | 0,7% |
| Verwachte procentuele salarisstijging | 1,9% | 1,4% |
| Inflatie | 2,3% | 2,0% |
Veronderstellingen betreffende toekomstige sterftecijfers, gebaseerd op gepubliceerde statistieken en sterftetabellen, zijn de volgende:
| Sterftetafel | |
|---|---|
| België | MR/FR - 3 |
| Groot-Brittannië | 110% S3PMA, 105% S3PFA, CMI_2019 [1.50% M, 1.25% F] [S-kappa=7, A=0.25%] vanaf 2016 |
| Duitsland | © RICHTTAFELN 2018 G von Klaus Heubeck - Lizenz Heubeck-Richttafeln-GmbH, Köln |
De pensioenplannen in Groot-Brittannië en in België, gedekt door beheerde pensioenfondsen, voeren minstens om de 3 jaar een ALM-studie uit overeenkomstig de "Statements of Investment Principles (SIP)" van de fondsen. De beheerders waarborgen dat de investeringsstrategie, zoals bepaald in de SIP, overeenstemt met de ALM-strategie en die wordt nauwlettend opgevolgd door de vermogensbeheerders. De volgende driejaarlijkse evaluatie van het pensioenfonds in Groot-Brittannië zal worden uitgevoerd in 2023. Het Belgische plan voert jaarlijks een evaluatie uit. De groep verwacht niet dat de reguliere bijdragen significant zullen stijgen.
De gewogen gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen bedraagt 12 jaar voor de pensioenplannen in de eurozone. De looptijd van het pensioenplan in Groot-Brittannië bedraagt 18 jaar.
De gevoeligheid van de pensioenverplichting voor wijzigingen in de belangrijkste actuariële veronderstellingen per 31 december 2021 is als volgt:
| Wijziging in veronderstelling |
Invloed op de pensioenverplichting* |
Wijziging in veronderstelling |
Invloed op de pensioenverplichting* |
|
|---|---|---|---|---|
| Discontovoet | +0,5% | -6,3% | -0,5% | 6,9% |
| Salarisgroei | +0,5% | 0,9% | -0,5% | -0,8% |
| Pensioen-/inflatiegroei | +0,5% | 3,7% | -0,5% | -3,4% |
| Levensverwachting | + 1 jaar | 2,0% | - 1 jaar | -2,0% |
* Een positief percentage wijst op een stijging van de pensioenverplichting, terwijl een negatief percentage op een daling van de pensioenverplichting wijst.
De bovenstaande gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in één veronderstelling, terwijl alle andere veronderstellingen constant worden gehouden. Dat is in de praktijk vrij onwaarschijnlijk, vermits wijzigingen in sommige veronderstellingen een correlatie kunnen vertonen.
Er zijn geen openstaande warranten per 31 december 2021, noch per 31 december 2020. Er werden geen nieuwe warranten aangeboden aan het senior management van de groep in 2020 en 2021.
| 2021 | 2020 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Op ten | Op ten | Op meer | ||||
| hoogste één | Op meer dan | hoogste één | dan één | ||||
| (Miljoen EUR) | jaar | één jaar | Totaal | jaar | jaar | Totaal | |
| Milieu | 28 | 4,9 | 108,5 | 113,4 | 7,8 | 111,9 | 119,7 |
| Ontmanteling | 0,0 | 22,1 | 22,1 | 0,0 | 23,2 | 23,2 | |
| Herstructurering | 1,6 | 0,0 | 1,6 | 1,0 | 0,0 | 1,0 | |
| Overige | 7,1 | 7,7 | 14,8 | 6,3 | 6,7 | 13,0 | |
| Totaal | 13,6 | 138,3 | 151,9 | 15,1 | 141,8 | 157,0 |
| Milieu | Ontmanteling | Herstructurering | Overige | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari 2021 | 119,7 | 23,2 | 1,0 | 13,1 | 157,0 |
| Toevoeging van voorzieningen | 0,0 | 0,5 | 1,7 | 3,7 | 6,0 |
| Aanwending van voorzieningen | -5,7 | 0,0 | -1,2 | -0,5 | -7,3 |
| Terugname van voorzieningen | 0,0 | -1,9 | 0,0 | -1,5 | -3,4 |
| Effect van verdiscontering | -0,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -0,8 |
| Omrekeningsverschillen | 0,2 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,5 |
| Saldo op 31 december 2021 | 113,4 | 22,1 | 1,6 | 14,9 | 151,9 |
De milieuvoorzieningen bedragen 113,4 miljoen EUR en hebben voornamelijk betrekking op milieuvoorzieningen om de kosten van historische bodem- en grondwaterverontreiniging op de fabrieksterreinen in België (Ham, Tessenderlo en Vilvoorde) en Frankrijk (Loos) te dekken. Een betrouwbare schatting werd gemaakt van de uitstroom van middelen voor de afwikkeling van deze verplichting, maar de assumpties werden gewijzigd door de toegepaste discontovoet te verhogen. De erkende provisies reflecteren de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasuitstromen van het saneringsplan, gespreid over de periode 2022-2054. De gebruikte discontovoet, een afgeleide van de rentecurve van Belgische en Franse staatsobligaties, varieert tussen 0% en 1% in 2021 (tussen 0% en 1% op jaareinde 2020). Een stijging van de discontovoet met 1% zou de milieuvoorziening doen dalen met ongeveer -9 miljoen EUR.
Het gebruik van milieuvoorzieningen bedraagt -5,7 miljoen EUR in 2021 (2020: -6,5 miljoen EUR), terwijl de impact van het afwikkelen van de verdiscontering -0,2 miljoen EUR bedraagt in 2021 (2020: -0,4 miljoen EUR) en is opgenomen in de financieringskosten (toelichting 9 - Financieringskosten en -opbrengsten). De impact op de milieuvoorzieningen, naar aanleiding van een aangepaste fasering en verdiscontering van de toekomstige kasuitstromen, bedraagt +1,0 miljoen EUR (2020: -5,5 miljoen EUR) en werd opgenomen in EBIT aanpassende elementen.
De geboekte bedragen reflecteren de beste raming van het management met betrekking tot de verwachte uitgaven om aan de huidige verplichtingen te voldoen op balansdatum en zijn gebaseerd op de huidige kennis van de mogelijke blootstelling. Deze voorzieningen worden regelmatig herzien en zullen, indien nodig, worden aangepast wanneer nieuwe informatie beschikbaar is. Deze voorzieningen kunnen in de toekomst wijzigen als gevolg van nieuwe informatie over de aard en de omvang van de verontreinigingen, een verandering in de wetgeving of andere soortgelijke factoren. Een aantal vestigingen in Frankrijk, die door de groep worden uitgebaat, worden onderworpen aan de wetgeving met betrekking tot de voor de bescherming van het leefmilieu geklasseerde installaties (ICPE). Deze wetgeving verplicht tot ontmanteling van geklasseerde installaties. De ontmantelingsvoorziening is opgenomen in de kost van de betreffende materiële vaste activa, die overeenkomstig wordt afgeschreven. De totale provisie voor de vestigingen in Frankrijk bedraagt 18,7 miljoen EUR per 31 december 2021 (2020: 18,5 miljoen EUR). De geboekte bedragen werden bepaald op basis van een interne evaluatie en aan de hand van de aanschaffingswaarde van de gerelateerde activa. Deze bedragen reflecteren de beste raming van het management met betrekking tot de verwachte uitgaven. De verwachte timing van de kasuitgaven is nog niet gekend. Er worden echter geen significante kasuitgaven verwacht in de nabije toekomst.
De herstructureringsvoorzieningen (1,6 miljoen EUR) omvatten diverse, individueel, niet-significante herstructureringsvoorzieningen in het bedrijfssegment Industrial Solutions (DYKA Group en Kuhlmann Europe). Deze bedragen reflecteren de beste raming van het management met betrekking tot de verwachte uitgaven om aan de huidige verplichting op balansdatum te voldoen.
De overige voorzieningen omvatten voorzieningen voor verlieslatende leasecontracten, productaansprakelijkheid, garantieverplichtingen en diverse, individueel, niet-significante bedragen. Deze voorzieningen worden regelmatig herzien en worden, indien nodig, aangepast wanneer nieuwe informatie beschikbaar is. Deze geboekte bedragen reflecteren de beste raming van het management met betrekking tot de verwachte uitgaven om aan de huidige verplichtingen te voldoen op balansdatum.
Met uitzondering van de vordering op de verzekeringsmaatschappij naar aanleiding van de brand in 2020 bij Environmentally Clean Systems LLC, werd er geen actief geboekt, aangezien alle verwachte terugbetalingen, in voorkomend geval, als immaterieel worden beschouwd (bijvoorbeeld als gevolg van de uitvoering van milieu- en ontmantelingsplannen).
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Handels- en overige schulden op meer dan één jaar | ||
| Toe te rekenen kosten en overgedragen opbrengsten | 3,5 | 3,8 |
| Bezoldigingen en sociale zekerheid | 0,0 | 8,9 |
| Overige schulden | 0,6 | 1,8 |
| Totaal | 4,1 | 14,5 |
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | ||
| Handelsschulden | 365,2 | 255,4 |
| Bezoldigingen en sociale zekerheid | 113,5 | 82,6 |
| BTW en overige belastingen | 12,1 | 13,3 |
| Toe te rekenen kosten en overgedragen opbrengsten | 9,3 | 10,0 |
| Handels- en overige schulden op verbonden partijen | 4,0 | 4,0 |
| Overige schulden | 9,7 | 8,8 |
| Totaal | 513,9 | 374,0 |
De bezoldigingen en sociale zekerheid op meer dan één jaar per 31 december 2020 (8,9 miljoen EUR) omvatten hoofdzakelijk de toe te rekenen kosten van een lange termijn incentiveplan voor leden van het senior management van Tessenderlo Group. Dit lange termijn incentiveplan bestreek een periode van 3 jaar (kalenderjaar 2019-2021), was gebaseerd op vooraf vastgestelde prestatieparameters van de groep en zal uitbetaald worden in 2022. De toe te rekenen kosten per 31 december 2021 (12,9 miljoen EUR) werden daarom opgenomen in de bezoldigingen en sociale zekerheid op ten hoogste één jaar. De toename van de openstaande bedragen van bezoldigingen en sociale zekerheid op ten hoogste één jaar ten opzichte van vorig jaar kan verder verklaard worden door hogere toe te rekenen kosten voor de 2021 korte termijn incentiveplannen voor werknemers op basis van vooraf bepaalde groeps-, bedrijfs- en individuele prestatieparameters, waarvan de uitbetaling voorzien is in 2022. Deze toe te rekenen kosten stegen in lijn met de evolutie van de operationele prestaties van de groep.
De overige schulden op meer dan één jaar hebben voornamelijk betrekking op vooruitbetalingen bij de uitvoering van een langlopend extern onderhoudscontract (binnen het bedrijfssegment T-Power).
De handelsschulden stegen door timing, de hogere bedrijfsactiviteit, alsook door gestegen grondstof-, energie- en transportkosten, voornamelijk binnen de bedrijfssegmenten Machines & Technologies, Agro en Industrial Solutions.
De handels- en overige schulden op verbonden partijen hebben betrekking op de openstaande handelsschulden met de joint-venture Jupiter Sulphur LLC per 31 december 2021.
De groep is blootgesteld aan wisselkoersschommelingen wat kan leiden tot winst of verlies in wisselkoerstransacties. De activa, inkomsten en kasstromen van de groep zijn beïnvloed door schommelingen in de wisselkoersen. In het bijzonder is de groep blootgesteld aan een wisselkoersrisico op o.a. de verkopen, de aankopen, beleggingen en leningen uitgedrukt in een andere munt dan de functionele munt van de onderneming. De munt die aanleiding geeft tot dit risico is voornamelijk USD (Amerikaanse dollar). Schommelingen in de wisselkoers kunnen bijgevolg een ongunstig effect hebben op de activiteiten, resultaten of op de financiële situatie van de groep.
De belangrijkste beheersinstrumenten die gebruikt worden om wisselkoersrisico's in te dekken zijn de contante aan- en verkoop van munten gevolgd door valutaswaps.
Financiële schulden worden in het algemeen aangegaan door holdingmaatschappijen van de groep en financieringsentiteiten, die de opbrengsten van de financiële schulden beschikbaar stellen aan de operationele entiteiten. In principe worden de operationele entiteiten gefinancierd in hun functionele munt. De groep gebruikt geen valutaswaps om intragroepsleningen in te dekken.
In groeilanden is het niet altijd mogelijk om leningen aan te gaan in de lokale munt aangezien de lokale financiële markten te klein zijn, er geen fondsen beschikbaar zijn of de financiële voorwaarden te belastend zijn. Deze bedragen zijn relatief klein voor de groep.
De blootstelling aan het valutarisico van de groep kan, op basis van de nominale bedragen, als volgt voorgesteld worden (voor de gebruikte wisselkoersen, zie toelichting 1 – Samenvatting van de voornaamste boekhoudprincipes):
| (Miljoen) | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| EUR* | USD | EUR* | USD | GBP | |
| Activa | 37,0 | 452,1 | 21,3 | 391,3 | 2,4 |
| Schulden | -29,7 | -275,8 | -25,2 | -150,9 | -4,6 |
| Brutoblootstelling | 7,2 | 176,3 | -3,9 | 240,4 | -2,2 |
| Valutaswaps | -11,2 | 0,0 | -5,5 | 0,0 | -1,0 |
| Nettoblootstelling | -4,0 | 176,3 | -9,4 | 240,4 | -3,2 |
| Nettoblootstelling (in EUR) |
-4,0 | 155,7 | -9,3 | 195,9 | -3,6 |
*EUR omvat de blootstelling aan het valutarisico in EUR en verschillende andere, individueel niet-significante, valuta uitgedrukt in EUR.
De blootstelling in USD is voornamelijk het gevolg van intragroepsleningen die sinds maart 2015 niet langer worden ingedekt. In 2021 is de blootstelling in GBP niet langer significant. Deze evolutie kan verklaard worden door de conversie van intragroepsleningen in GBP, verleend door Tessenderlo Group nv aan Tessenderlo Holding UK Ltd., in kapitaal op jaareinde 2020.
Indien de EUR met 10% versterkt of verzwakt zou zijn ten opzichte van de volgende munten en indien we alle andere variabelen constant gehouden zouden hebben, zou de impact op het eigen vermogen en de winst na belastingen voor de periode de volgende zijn:
| (Miljoen) | Wijziging in de wisselkoers | Invloed op de winst-en verliesrekening: verlies (-) / winst (+) |
Invloed op het eigen vermogen: verlies (-) / winst (+) |
|---|---|---|---|
| Op 31 december 2021 | |||
| USD | +10% | -24,5 | -48,8 |
| -10% | 29,9 | 59,6 | |
| Op 31 december 2020 | |||
| USD | +10% | -30,0 | -44,2 |
| -10% | 36,7 | 54,0 | |
| GBP | +10% | -5,0 | -8,5 |
| -10% | 6,1 | 10,4 |
De groep is onderhevig aan het risico dat de tegenpartijen met wie ze handelt (in het bijzonder haar klanten) en die betalingen aan de groep moeten doen, niet in staat zijn om een dergelijke betaling al dan niet tijdig te doen. Om de blootstelling aan het kredietrisico te beheersen werd een kredietcomité of kredietverantwoordelijke per businessunit opgericht die een kredietbeleid bepaalt met kredietlimietaanvragen, goedkeuringsprocedures, continue opvolging van het kredietrisico en aanmaningsprocedures in geval van achterstallige betalingen. De groep heeft bovendien een kredietverzekeringsprogramma uitgewerkt om handelsvorderingen te beschermen tegen wanbetaling. Het overgrote deel van de dochterondernemingen participeert aan dit programma en de verzekering is afgesloten met gerenommeerde internationale kredietverzekeringsmaatschappijen. Het merendeel van de vorderingen (ongeveer 95%) is gedekt onder dit kredietverzekeringsprogramma. Het contract beschermt de verzekerde activiteiten tegen wanbetaling en voorziet een eigen risico van 5 tot 10%. Het programma voorziet in een uitbetaling binnen de 6 maanden na aangifte.
De groep heeft geen aanzienlijke concentratie van kredietrisico. Er kan echter geen zekerheid worden gegeven dat de groep in staat zal zijn om haar potentiële verlies te beperken ten opzichte van tegenpartijen die niet in staat zijn om te betalen of tijdig te betalen. De beschikbare geldmiddelen op jaareinde worden geplaatst op deposito's bij internationaal gerenommeerde banken op heel korte termijn.
De maximale blootstelling aan kredietrisico op 31 december 2020 bedroeg 862,9 miljoen EUR (2020: 722,5 miljoen EUR). Dit bedrag is samengesteld uit handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar en op meer dan één jaar (475,1 miljoen EUR, toelichting 16 – Handels- en overige vorderingen), toegekende leningen (10,5 miljoen EUR, toelichting 14 – Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode en overige beleggingen), korte termijn investeringen (10,0 miljoen EUR), afgeleide financiële instrumenten op ten hoogste één jaar (0,6 miljoen EUR) en geldmiddelen en kasequivalenten (366,7 miljoen EUR, toelichting 18 – Geldmiddelen en kasequivalenten).
De maximale blootstelling aan kredietrisico op 31 december voor handelsvorderingen per bedrijfssegment bedroeg (toelichting 16 – Handels- en overige vorderingen):
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Machines & Technologies | 55,8 | 44,3 | |
| Agro | 153,0 | 94,3 | |
| Bio-valorization | 99,7 | 79,7 | |
| Industrial Solutions | 77,8 | 63,3 | |
| T-Power | 1,8 | 0,2 | |
| Niet toegewezen | 0,1 | 0,0 | |
| Totaal | 16 | 388,2 | 281,7 |
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen op 31 december kan als volgt samengevat worden:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Waarde | Waarde | ||||
| Brutobedrag | vermindering | Brutobedrag | vermindering | ||
| Niet vervallen | 347,1 | 0,0 | 247,5 | 0,0 | |
| Vervallen 0-120 dagen | 39,5 | -0,4 | 34,0 | -0,6 | |
| Vervallen 121-365 dagen | 2,8 | -0,9 | 1,5 | -0,6 | |
| Vervallen meer dan één jaar | 3,3 | -3,2 | 4,9 | -4,8 | |
| Totaal | 16 | 392,7 | -4,5 | 287,8 | -6,0 |
De groep verwacht dat de vervallen bedragen nog steeds inbaar zijn, op basis van een beoordeling van de te verwachten kredietverliezen op basis van historisch betalingsgedrag en uitgebreide analyse van de onderliggende kredietwaardigheid van de klanten.
Op basis van de controle van het kredietrisico van klanten is de groep van oordeel dat geen bijzondere waardevermindering nodig is voor handelsvorderingen die niet vervallen zijn.
De beweging van de waardeverminderingen op handelsvorderingen tijdens het jaar kan als volgt samengevat worden:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | -6,0 | -7,5 | |
| Gebruik van bijzondere waardeverminderingen | 0,9 | 0,4 | |
| Terugname van / (geboekte) bijzondere waardeverminderingen | 0,6 | 1,1 | |
| Overige bewegingen | 0,0 | 0,0 | |
| Saldo op 31 december | 16 | -4,5 | -6,0 |
Schommelingen in interestvoeten kunnen de interestopbrengsten en -kosten op rentedragende activa en schulden doen variëren. Bovendien kunnen deze schommelingen de marktwaarde van bepaalde financiële activa, schulden en instrumenten beïnvloeden.
Op rapporteringsdatum waren de rentedragende financiële instrumenten van de groep de volgende:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Vastrentende financiële instrumenten | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18 | 160,1 | 204,7 |
| Korte termijn investeringen | 18 | 10,0 | 20,0 |
| Financiële schulden | 22 | 295,0 | 301,6 |
| Financiële instrumenten met een variabele rentevoet | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18 | 206,7 | 141,2 |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 22 | 0,1 | 0,0 |
| Financiële schulden | 22 | 116,5 | 161,4 |
De financiële schulden met een variabele rentevoet hebben voornamelijk betrekking op de langlopende kredietfaciliteit van T-Power nv. De daling in vergelijking met vorig jaar kan verklaard worden door de twee halfjaarlijkse kapitaalaflossingen (25,7 miljoen EUR). Het nog openstaand saldo van de T-Power nv langlopende kredietfaciliteit bedraagt 115,8 miljoen EUR op 31 december 2021 (2020: 141,5 miljoen EUR). Ongeveer 80% van de lening is ingedekt door middel van een reeks interestswaps (de EURIBOR werd vastgezet aan 5,6% per jaar). Bewegingen in de rentevoeten zouden bijgevolg geen significante impact hebben op de kasstroom of het resultaat van de groep. De overige financiële schulden met een variabele rentevoet in 2020 kunnen voornamelijk verklaard worden door handelspapier (19,0 miljoen EUR), terwijl er geen openstaand saldo was per 31 december 2021.
Liquiditeitsrisico is het risico dat een entiteit niet voldoende middelen heeft om op elk moment aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Indien niet aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan, kan dat leiden tot hogere kosten en tot een blootstelling aan een reputatierisico.
Teneinde dit risico te beperken, heeft Tessenderlo Group toegang tot:
Picanol nv beschikt daarnaast over niet-toegezegde kredietlijnen voor een bedrag van 52,1 miljoen EUR exclusief bankgaranties of 69,1 miljoen EUR inclusief bankgaranties.
Verder maakt de groep op regelmatige basis korte- en langetermijnvooruitzichten om de financiële middelen te kunnen afstemmen met de vooropgestelde noden.
Onderstaande tabel geeft de contractuele vervaldagen van de financiële schulden weer, inclusief interestbetalingen:
| (Miljoen EUR) | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Contractuele | |||||
| Boekwaarde | kasstromen | < 1 jaar | 1-5 jaar | > 5 jaar | ||
| Niet-afgeleide financiële schulden | ||||||
| Obligatie met vervaldatum 15 juli 2022 | 167,7 | 170,1 | 170,1 | 0,0 | 0,0 | |
| Obligatie met vervaldatum 15 juli 2025 | 59,5 | 66,4 | 2,0 | 64,4 | 0,0 | |
| Gesyndiceerde kredietfaciliteit T-Power nv | 115,8 | 117,6 | 26,1 | 91,5 | 0,0 | |
| Kredietinstellingen | 12,0 | 12,8 | 3,7 | 7,7 | 1,3 | |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | |
| Financiële leasingschulden | 56,6 | 61,6 | 19,0 | 31,9 | 10,6 | |
| Totaal | 22 | 411,6 | 428,6 | 221,0 | 195,6 | 12,0 |
| Afgeleide producten | ||||||
| Valutaswaps | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Instroom | 0,0 | 11,3 | 11,3 | 0,0 | 0,0 | |
| Uitstroom | 0,0 | -11,2 | -11,2 | 0,0 | 0,0 | |
| Interestswaps | -13,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Instroom | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | |
| Uitstroom | 0,0 | -13,6 | -5,3 | -8,3 | 0,0 | |
| Totaal | -13,4 | -13,4 | -5,2 | -8,1 | 0,0 |
| (Miljoen EUR) | 2020 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Contractuele | |||||
| Boekwaarde | kasstromen | < 1 jaar | 1-5 jaar | > 5 jaar | ||
| Niet-afgeleide financiële schulden | ||||||
| Obligatie met vervaldatum 15 juli 2022 | 169,9 | 177,1 | 4,9 | 172,2 | 0,0 | |
| Obligatie met vervaldatum 15 juli 2025 | 59,9 | 68,8 | 2,1 | 66,8 | 0,0 | |
| Gesyndiceerde kredietfaciliteit T-Power nv | 141,5 | 142,7 | 26,0 | 103,7 | 12,9 | |
| Kredietinstellingen (handelspapier) | 20,9 | 20,9 | 20,9 | 0,0 | 0,0 | |
| Kredietinstellingen | 14,2 | 15,2 | 3,8 | 9,2 | 2,1 | |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Financiële leasingschulden | 56,5 | 61,3 | 19,7 | 31,1 | 10,5 | |
| Totaal | 22 | 463,0 | 486,0 | 77,5 | 383,0 | 25,5 |
| Afgeleide producten | ||||||
| Valutaswaps | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Instroom | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Uitstroom | 0,0 | 6,5 | 6,5 | 0,0 | 0,0 | |
| Interestswaps | 0,0 | -6,6 | -6,6 | 0,0 | 0,0 | |
| Instroom | -21,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Uitstroom | 0,0 | -20,8 | -6,6 | -13,8 | -0,3 | |
| Totaal | -21,0 | -20,8 | -6,7 | -13,8 | -0,3 |
De reële waarde van niet-afgeleide financiële schulden wordt berekend op basis van de huidige waarde van toekomstige kapitaal en interest kasstromen, die geactualiseerd werd aan de marktrente. Ze zijn gebaseerd op marktinformatie afkomstig van betrouwbare financiële informatieverschaffers. De reële waarde van de vaste rentedragende schulden behoort hierdoor tot niveau 2 binnen de reële waardehiërarchie.
De reële waarde van de financiële schulden op meer dan één jaar met een vaste rentevoet, gewaardeerd aan hun afgeschreven kostprijs per 31 december, is als volgt:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Boek waarde |
Reële waarde |
Boek waarde |
Reële waarde |
|
| Financiële schulden op meer dan één jaar | |||||
| Leasingschulden | 22 | -38,1 | -39,3 | -37,0 | -38,1 |
| Kredietinstellingen | 22 | -8,5 | -8,8 | -10,6 | -11,8 |
| Obligaties (met vervaldatum in 2022 * en 2025) | 22 | -59,5 | -60,5 | -229,8 | -230,7 |
* Enkel van toepassing voor de 2020 cijfers
De notering van de obligatie, uitgegeven in 2015, met een looptijd van 10 jaar (de "2025 obligaties") bedroeg 104,3% per 31 december 2021.
De reële waarde van de volgende financiële activa en schulden benaderen hun boekwaarde:
Onderstaande tabel geeft de boekwaarde weer van de afgeleide financiële instrumenten, opgenomen aan reële waarde in de balans en op volgende wijze voorgesteld in de reële waarde hiërarchie:
| (Miljoen EUR) | 2021 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde balans | Reële waarde hiërarchie | |||||||
| Vlottende activa |
Vaste activa |
Schulden op ten hoogste één jaar |
Schulden op meer dan één jaar |
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
| Valutaswaps | 0,1 | - | 0,0 | - | - | 0,1 | - | 0,1 |
| Interestswaps | - | - | -5,3 | -8,2 | - | -13,5 | - | -13,5 |
| Termijncontracten voor elektriciteit |
- | - | -3,3 | -12,5 | - | - | -15,8 | -15,8 |
| Termijncontracten voor elektriciteit en gas |
0,5 | - | - | - | - | 0,5 | - | 0,5 |
| Totaal | 0,6 | 0,0 | -8,6 | -20,7 | 0,0 | -12,9 | -15,8 | -28,7 |
| (Miljoen EUR) | 2020 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde balans | Reële waarde hiërarchie | |||||||
| Vlottende activa |
Vaste activa |
Schulden op ten hoogste één jaar |
Schulden op meer dan één jaar |
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
| Valutaswaps | 0,0 | - | 0,0 | - | - | 0,0 | - | 0,0 |
| Interestswaps | - | - | -6,7 | -14,3 | - | -21,0 | - | -21,0 |
| Termijncontracten voor elektriciteit |
- | - | -5,1 | -11,0 | - | - | -16,1 | -16,1 |
| Totaal | 0,0 | - | -11,8 | -25,3 | - | -21,0 | -16,1 | -37,1 |
De reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum.
De reële waarde van valuta termijncontracten wordt berekend als de verdisconteerde waarde van het verschil tussen de contractwaarde en de huidige termijnkoers.
De reële waarde van deze instrumenten geeft in het algemeen de geschatte bedragen weer die de groep zou ontvangen bij het afsluiten van voordelige contracten of de geschatte bedragen die de groep zou moeten betalen om onvoordelige contracten te verbreken op balansdatum, hierbij rekening houdend met huidige niet-gerealiseerde winsten of verliezen op lopende contracten.
De volgende tabel geeft de reële waarde weer van alle uitstaande afgeleide financiële instrumenten op jaareinde:
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Contractueel | Contractueel | ||||
| bedrag | Reële waarde | bedrag | Reële waarde | ||
| Valutaswaps | 11,3 | 0,1 | 6,5 | -0,0 | |
| Interestswaps | -13,4 | -13,5 | -20,8 | -21,0 | |
| Termijncontracten voor elektriciteit en gas | N/A | -15,3 | N/A | -16,1 | |
| Totaal | -2,2 | -28,7 | -14,2 | -37,1 |
Het contractuele bedrag geeft het volume weer van de op balansdatum uitstaande afgeleide producten en vertegenwoordigt als dusdanig niet het risico van de groep afkomstig van dergelijke transacties.
De totale reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten per 31 december 2021 bedraagt -28,7 miljoen EUR (2020: -37,1 miljoen EUR) en omvat:
De openstaande interestswaps van T-Power nv (die de 6 maand EURIBOR vastzette aan 5,6% op jaarbasis voor 80% van de uitstaande lening met vervaldatums tot 2026) werden, in overeenstemming met de vereisten van IFRS 9, als kasstroomafdekkend instrument aangemerkt per 31 december 2021. Het effectieve gedeelte van de wijziging in reële waarde wordt bijgevolg opgenomen in de indekkingsreserves (niet-gerealiseerde resultaten). De berekening van de reële waarde van deze termijncontracten behoort tot niveau 2 binnen de reële waarde hiërarchie.
Onderstaande tabel geeft de onderliggende contractwaarden weer van de uitstaande contracten per munteenheid (verkoop van vreemde munten) op jaareinde:
| (Miljoen) | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Bedrag in | Bedrag in | ||||
| vreemde munt | Bedrag in EUR | vreemde munt | Bedrag in EUR | ||
| GBP | 2,6 | 3,1 | 1,0 | 1,1 | |
| JPY | 579,6 | 4,5 | 443,2 | 3,5 | |
| Overige | 3,7 | 2,0 | |||
| Totaal | 11,3 | 6,5 |
Picanol Group – 2021 jaarverslag | 106 De groep heeft het grootste deel van de PVC/Chloor-Alkali activiteiten verkocht in het derde kwartaal van 2011. Het aankoopcontract voor elektriciteit, verbonden met deze activiteit, maakte geen deel uit van deze verkooptransactie, en bijgevolg heeft de groep sinds de verkoop nog steeds een aankoopverplichting. Aangezien de groep de elektriciteit niet langer nodig heeft voor eigen gebruik, dient ze de elektriciteit te verkopen op de markt tot het einde van het contract. Aangezien de belangrijkste parameters niet beschikbaar zijn op de vrije markt, werd het aankoopcontract voor elektriciteit ("PPA" - Purchase Power Agreement), waarvoor de vrijstelling voor eigen gebruik ("own use exemption") onder IFRS 9 niet langer van toepassing was, gewaardeerd aan reële waarde volgens Niveau 3. De waarde van het contract is enerzijds afhankelijk van het toekomstige verschil tussen de marktprijzen voor elektriciteit en de productiekosten gebaseerd op marktprijzen voor gas (de zogenaamde "spark spread") en anderzijds van de prijsvolatiliteit per uur, gezien de contract-optimalisatie per uur geëvalueerd wordt. De marktprijzen op termijn zijn enkel beschikbaar voor een periode van 3 jaar en dat voor het "base load" product. De onzekerheid na deze periode is hoog voor verschillende belangrijke parameters (waaronder ook de regelgeving). Echter, gebaseerd op meer gunstige verwachtingen betreffende marktprijzen en regelgeving, werd de reële waarde van het PPA contract op nul gezet na deze periode van 3 jaar. De gebruikte toekomstige "base load" prijzen zijn berekend door gebruik te maken van het gemiddelde van de dagelijkse noteringen van de "Zeebrugge Gas Yearly" termijnprijzen in 2021 en het gemiddelde van de dagelijkse noteringen van de "Endex B Baseload Yearly" termijnprijzen in 2021 voor elektriciteit voor België. Het toekomstige optimalisatie-effect per uur werd bepaald door een extrapolatie van de geobserveerde tendens sinds de start van het contract.
Bovenstaande inputs hebben geleid tot een netto reële waarde van -15,8 miljoen EUR per 31 december 2021, tegenover een netto reële waarde van -16,1 miljoen EUR per 31 december 2020. De wijziging in netto reële waarde voor een bedrag van +0,3 miljoen EUR werd opgenomen in de EBIT aanpassende elementen (toelichting 6 - EBIT aanpassende elementen).
De belangrijkste veronderstellingen gebruikt bij de waardering per 31 december 2021 zijn de volgende:
| 2022 | 2023 | 2024 | ||
|---|---|---|---|---|
| Termijnprijs voor gas | EUR/MWh | 33,7 | 23,6 | 20,1 |
| Termijnprijs voor elektriciteit | EUR/MWh | 85,9 | 66,4 | 59,3 |
| Discontovoet | 0,0% |
De belangrijkste veronderstellingen gebruikt bij de waardering per 31 december 2020 zijn de volgende:
| 2021 | 2022 | 2023 | ||
|---|---|---|---|---|
| Termijnprijs voor gas | EUR/MWh | 13,5 | 14,9 | 15,4 |
| Termijnprijs voor elektriciteit | EUR/MWh | 40,7 | 43,4 | 45,4 |
| Discontovoet | 5,5% |
De gevoeligheid van de waardering voor wijzigingen in de belangrijkste veronderstellingen is als volgt:
| Wijziging in veronderstelling | Impact reële waarde (Miljoen EUR) | |||
|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | |||
| Gasprijs | +1 EUR/MWh | -2,6 | -2,5 | |
| Elektriciteitsprijs | +1 EUR/MWh | 1,3 | 1,3 | |
| Spark spread optimalisatie | +1 EUR/MWh | 1,3 | 1,3 | |
| Discontovoet | +1% | 0,3 | 0,3 | |
| Productie-uren T-Power nv | +10% | -1,8 | -0,9 |
De bovenstaande gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in één veronderstelling terwijl alle andere veronderstellingen constant worden gehouden. Dat is in de praktijk vrij onwaarschijnlijk, vermits wijzigingen in sommige veronderstellingen met elkaar gecorreleerd kunnen zijn. Indien de belangrijkste veronderstellingen voor 2024 eveneens zouden toegepast worden voor de periode 2025-juni 2026, waarvoor geen marktgegevens beschikbaar zijn, zou de reële waarde van het contract (2022-juni 2026) -26,0 miljoen EUR bedragen hebben.
In het vierde kwartaal van 2021 sloot de groep eveneens een aantal bijkomende termijncontracten voor elektriciteit en gas af, met een vervaldatum in het eerste kwartaal van 2022. Deze overeenkomsten werden aangegaan om gedeeltelijk de "clean spark spread" opbrengsten van het aankoopcontract van elektriciteit vast te leggen voor het eerste kwartaal van 2022 door elektriciteit te verkopen en de productiekosten te fixeren via termijncontracten. De reële waarde van deze instrumenten is +0,5 miljoen EUR op 31 december 2021 en werd opgenomen in de EBIT aanpassende elementen (toelichting 6 - EBIT aanpassende elementen).
De nettowijziging in reële waarde van financiële afgeleide instrumenten, vóór winstbelasting, opgenomen in de nietgerealiseerde resultaten, bedraagt +1,9 miljoen EUR en kan verklaard worden door de wijziging van de reële waarde van de interestswaps in de dochteronderneming T-Power nv.
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Waarborgen gesteld door derden voor rekening van de groep | 40,2 | 29,6 |
| Waarborgen gesteld voor rekening van derden | 1,5 | 1,7 |
| Waarborgen verkregen van derden | 7,2 | 3,7 |
| Verbintenissen met betrekking tot investeringen | 57,9 | 33,0 |
Waarborgen gesteld door derden voor rekening van de groep hebben voornamelijk betrekking op waarborgen voor milieuverplichtingen van Tessenderlo Group nv voor een bedrag van 21,0 miljoen EUR (2020: 20,8 miljoen EUR). Het resterende saldo bestaat uit bankgaranties voor commerciële doeleinden en diverse waarborgen voor financiering, douane en andere verplichtingen.
Waarborgen gesteld voor rekening van derden betreffen voornamelijk waarborgen die gesteld werden voor de uitvoering van leaseverplichtingen.
Waarborgen verkregen van derden betreffen waarborgen die door leveranciers gesteld worden tegenover de groep als waarborg voor de accurate uitvoering van investeringsprojecten (voornamelijk voor de bouw van een nieuwe Thio-Sul fabriek in Geleen, Nederland).
De investeringen die zijn aangegaan, maar nog niet uitgevoerd, bedragen 57,9 miljoen EUR per eind 2021 (2020: 33,0 miljoen EUR). Deze verbintenissen hebben voornamelijk betrekking op investeringen voor de bouw van een nieuwe Thio-Sul fabriek in Geleen, Nederland (bedrijfssegment Agro), investeringen om een betere valorisatie van dierlijke bijproducten te bewerkstelligen (bedrijfssegment Bio-valorization), alsook op de aankoop van vrachtwagens, welke voorheen geleased werden
De aandelen van T-Power nv zijn in pand gegeven in de eerste graad om de verplichtingen met betrekking tot een leningsovereenkomst van 440,0 miljoen EUR, getekend op 18 december 2008 tussen T-Power nv en een bankensyndicaat en voor de laatste keer gewijzigd en aangepast op basis van een wijzigings- en aanpassingsakte op 25 maart 2019 (met één resterende bank). De aandelen van T-Power nv zijn in pand gegeven in de tweede graad om een tollingovereenkomst voor de volledige 425 MW capaciteit, getekend op 13 augustus 2008 tussen T-Power nv en RWE groep, te waarborgen. Deze tollingovereenkomst zal over een periode van 15 jaar lopen, met een mogelijke verlenging met 5 jaar nadien.
De groep en haar filialen hebben bepaalde andere voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot lange termijn aankoopverplichtingen en verbintenissen. Deze verbintenissen voorzien in strategische grondstoffen en goederen en diensten, zoals elektriciteit en gas.
De groep wordt geconfronteerd met een aantal schade-eisen of potentiële schade-eisen en geschillen die voortvloeien uit de dagelijkse bedrijfsvoering. In de mate dat deze schade-eisen en geschillen zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de verplichting, werden er geschikte voorzieningen aangelegd.
Het behoort tot het beleid van de groep om milieuvoorzieningen aan te leggen wanneer de groep een bestaande verplichting heeft (in rechte afdwingbaar of feitelijk) als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk zal zijn en wanneer een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de omvang van deze verplichtingen.
Deze voorzieningen worden regelmatig opnieuw beoordeeld en indien nodig aangepast naarmate het onderzoek en de werkzaamheden vorderen en additionele informatie beschikbaar komt. Milieuverplichtingen kunnen belangrijke wijzigingen ondergaan als gevolg van nieuwe informatie over de aard en de omvang van de verontreinigingen, een verandering in de wetgeving of andere soortgelijke factoren.
Zoals vermeld in toelichting 24 – Voorzieningen, bedragen de milieuvoorzieningen, in overeenstemming met de waarderingsgrondslagen zoals hierboven vermeld, 113,4 miljoen EUR per 31 december 2021 (31 december 2020: 119,7 miljoen EUR).
Hoewel het niet mogelijk is om de afwikkeling van alle huidige milieurisico's te voorspellen, kan het niet uitgesloten worden dat er in de toekomst een nood zal ontstaan voor de aanleg van nieuwe milieuvoorzieningen. Die zullen, naar het oordeel van het management, gebaseerd op de huidige beschikbare informatie en rekening houdend met de huidige financiële structuur van de groep, geen significante invloed hebben op de geconsolideerde balans. Het kan evenwel niet uitgesloten worden dat dergelijke provisies een materiële invloed kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening in een bepaalde verslagperiode.
Acquisities, investeringen en joint venture overeenkomsten, alsook desinvesteringen kunnen gebruikelijke voorzieningen bevatten die kunnen leiden tot prijsaanpassingen. Bovendien werd voor desinvesteringen voldoende rekening gehouden met voorzieningen voor mogelijke schadeloosstellingen betaalbaar aan de overnemer, indien nodig, met inbegrip van aangelegenheden op het gebied van gezondheid, milieu, belastingen, productaansprakelijkheid, herstructureringen, concurrentie, pensioenen en vergoedingen in aandelen. Op basis van de momenteel beschikbare gegevens, wordt de kans op een significante uitstroom van geldmiddelen als gering beschouwd.
Bepaalde fabrieken van de groep vallen onder de Europese wetgeving met betrekking tot het emissie handelssysteem ter compensatie van de operationele uitstoot voor producten blootgesteld aan een CO2-weglekrisico. Emissierechten zullen bijkomend aangekocht worden in het geval van een eventueel tekort. De kost van bijkomende aangekochte emissierechten in 2021 was niet significant. Het overschot of tekort van emissierechten kan over de volgende jaren variëren, afhankelijk van verschillende factoren zoals toekomstige productievolumes, procesoptimalisatie en energieefficiëntie verbeteringen. De netto boekwaarde van de emissierechten in immateriële activa bedraagt 2,1 miljoen EUR op 31 december 2021 (2020: 3,2 miljoen EUR).
Picanol Group heeft als verbonden partijen zijn dochterondernemingen, joint-ventures, zijn belangrijkste aandeelhouder, bestuurders en zijn Executive Committee. Het Belgische pensioenfonds "OFP Pensioenfonds", dat de verplichtingen na uitdiensttreding van de werknemers van Tessenderlo Group nv en Tessenderlo Chemie International nv dekt, is ook een verbonden partij.
De controlerende aandeelhouder van Picanol Group is dhr. Luc Tack via de vennootschappen Symphony Mills nv en Artela nv (zie aandeelhoudersstructuur op pagina 31).
De groep kocht en verkocht goederen en diensten aan verschillende verbonden partijen waarin de groep een belang van 50% of minder aanhoudt (toelichting 14 – Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode en overige beleggingen). Dergelijke transacties zijn gebaseerd op voorwaarden vergelijkbaar met transacties met derde partijen.
Premies voor een bedrag van 1,8 miljoen EUR zijn betaald aan het Belgische pensioenfonds, "OFP Pensioenfonds" (2020: 1,7 miljoen EUR). Een bedrag van 8,1 miljoen EUR van de verplichtingen gerelateerd aan pensioenplannen per 31 december 2021 betreffen het "OFP Pensioenfonds" (2020: 13,1 miljoen EUR).
Er hebben enkel transacties plaatsgevonden met de belangrijkste aandeelhouder, joint ventures, geassocieerde ondernemingen, leden van het Executive Committee en de raad van bestuur.
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 0,0 | 0,0 |
| Handelsschulden | 0,0 | -0,2 |
| Opbrengsten | 0,8 | 1,1 |
| Kosten van verkopen | 0,0 | 0,0 |
Voor de aandeelhoudersstructuur verwijzen we naar de verklaring van deugdelijk bestuur op pagina 31.
Deze transacties bestaan uit commerciële transacties m.b.t. de verkoop van weefmachines en wisselstukken met bedrijven gelieerd aan de referentieaandeelhouder.
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Transacties met joint ventures - Verkopen | - | 0,8 |
| Transacties met joint ventures - Aankopen | -33,9 | -19,0 |
| Vaste activa | 9,2 | 9,9 |
| Vlottende activa | 1,0 | 0,7 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 4,0 | 4,0 |
De stijging van de aankopen met joint-ventures (33,9 miljoen EUR in 2021 tegenover 19,0 miljoen EUR in 2020) kan verklaard worden door hogere volumes in combinatie met gestegen aankoopprijzen.
Tessenderlo Kerley, Inc. heeft een lening van 11,0 miljoen USD toegekend aan de joint venture Jupiter Sulphur LLC, die volledig werd opgenomen over de periode 2017 en 2018 en waarvan het nog openstaand saldo 10,4 miljoen USD (9,2 miljoen EUR) bedraagt. Jupiter Sulphur LLC heeft hetzelfde bedrag ontleend van de andere joint venture partner. De langlopende lening is rentedragend (3,0%) en was oorspronkelijk terugbetaalbaar aan Tessenderlo Kerley, Inc. over de periode 2020-2023. In 2020 werd de financieringsstructuur van Jupiter Sulphur LLC herzien en de looptijd van de lening werd verlengd met als vervaldatum ten laatste december 2026, waarbij rekening gehouden zal worden met de behoefte aan geldmiddelen van Jupiter Sulphur LLC. De toegekende lening is opgenomen in "Overige beleggingen" in de geconsolideerde balans van de groep. De interestopbrengsten hiervan worden als niet significant beschouwd en werden niet geëlimineerd
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 5,6 | 2,7 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 0,2 | 0,1 |
| Totaal | 5,8 | 2,8 |
Het ExCom bestaat op 31 december 2021 uit dhr. Luc Tack (CEO) en dhr. Stefaan Haspeslagh (CFO) en was onveranderd ten opzichte van 2020.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen omvatten salarissen en toe te rekenen bonussen over 2021 (inclusief bijdragen aan de sociale zekerheid), leasing van wagens en andere vergoedingen indien van toepassing.
De vaste en variabele kortetermijnpersoneelsbeloningen bedragen respectievelijk 1,5 miljoen EUR en 4,1 miljoen EUR (2020: 1,6 miljoen EUR en 1,1 miljoen EUR respectievelijk). De variabele personeelsbeloningen omvatten 1,3 miljoen EUR kortetermijn variabele vergoedingen (2020: 1,1 miljoen EUR), en 2,9 miljoen euro lange termijn variabele vergoedingen (2020: geen), beide betaalbaar binnen de 12 maanden na jaareinde.
De vergoedingen na uitdiensttreding omvatten de periodieke pensioenkosten van het pensioenplan, zoals berekend door een actuaris.
In 2021 werden er geen nieuwe warranten aangeboden en werden geen warranten uitgeoefend in 2021 door de leden van het ExCom.
Sinds 2021 verhuurt Tessenderlo Kerley, Inc. kantoorruimte van het Phoenix hoofdkantoor (Verenigde Staten) aan Talalay Global (Verenigde Staten), een onderneming die eigendom is van Luc Tack. De overeenkomst, die niet significant is, werd afgesloten tegen marktconforme voorwaarden en werd goedgekeurd door de raad van bestuur.
Er werden geen andere transacties gedaan met de leden van het ExCom, behalve diegenen hierboven vermeld.
10 In toelichting 14 – "Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode en overige beleggingen" is meer informatie opgenomen over de joint ventures van de groep.
| Leden | Bezoldigingen in EUR | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Stefaan Haspeslagh (uitvoerend bestuurder)* | Jaarlijkse vaste vergoeding | 45.000 | 42.500 |
| Aanvullende vaste vergoeding voor voorzitter raad van bestuur | 132,500 | 90.000 | |
| Variabele vergoeding per halve dag | 21.000 | 24.000 | |
| Totale bezoldiging | 198.500 | 156.500 | |
| Luc Tack (uitvoerend bestuurder)* | Jaarlijkse vaste vergoeding | 45.000 | 42.500 |
| Variabele vergoeding per halve dag | 21.000 | 24.000 | |
| Totale bezoldiging | 66.000 | 66.500 | |
| Patrick Steverlynck, als vertegenwoordiger van Pasma nv |
Jaarlijkse vaste vergoeding | 17.500 | 17.500 |
| Variabele vergoeding per halve dag | 12.000 | 12.000 | |
| (niet-onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder) | Totale bezoldiging | 29.500 | 29.500 |
| Jean Pierre Dejaeghere, als vertegenwoordiger van | Jaarlijkse vaste vergoeding | 17.500 | 17.500 |
| nv Kantoor Torrimmo | Variabele vergoeding per halve dag | 12.000 | 12.000 |
| (onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder) | Totale bezoldiging | 29.500 | 29.500 |
| Luc Van Nevel, als vertegenwoordiger van The | Jaarlijkse vaste vergoeding | 17.500 | 17.500 |
| Marble BV (onafhankelijke niet-uitvoerende | Variabele vergoeding per halve dag | 12.000 | 12.000 |
| bestuurder) | Totale bezoldiging | 29.500 | 29.500 |
| Chantal De Vrieze, als vertegenwoordiger van 7 Capital sprl (onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder) |
Jaarlijkse vaste vergoeding | 17.500 | 17.500 |
| Variabele vergoeding per halve dag | 12.000 | 12.000 | |
| Totale bezoldiging | 29.500 | 29.500 | |
| Ann Vereecke, als vertegenwoordiger van Ann | Jaarlijkse vaste vergoeding | 17.500 | 17.500 |
| Vereecke bv (onafhankelijke niet-uitvoerende | Variabele vergoeding per halve dag | 12.000 | 12.000 |
| bestuurder) sinds februari 2019 | Totale bezoldiging | 29.500 | 29.500 |
| Totaal | 412.000 | 370.500 |
*vergoeding ontvangen in de raad van bestuur van Picanol nv en van Tessenderlo Group
KPMG Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick De Schutter, werd benoemd tot commissaris van Picanol Group sinds fiscaal jaar 2018 (en herbenoemd in 2021 voor een periode van 3 jaar) en van Tessenderlo Group sinds boekjaar 2019.
| (Miljoen EUR) | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Audit gerelateerde | ||||
| Audit | diensten | Overige | Totaal | |
| KPMG (België) | 0,4 | 0,0 | 0,1 | 0,4 |
| KPMG (buiten België) | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,7 |
| Totaal | 1,1 | 0,0 | 0,1 | 1,1 |
| (Miljoen EUR) | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|
| Audit gerelateerde | ||||
| Audit | diensten | Overige | Totaal | |
| KPMG (België) | 0,4 | 0,0 | 0,1 | 0,4 |
| KPMG (buiten België) | 0,7 | 0,0 | 0,0 | 0,7 |
| Totaal | 1,1 | 0,0 | 0,1 | 1,1 |
Hieronder zijn alle ondernemingen van de groep vermeld. Het totaal aantal geconsolideerde ondernemingen bedraagt 76 11 . De lijst van de ondernemingen op 31 december 2021 geconsolideerd volgens de volledige consolidatiemethode:
| Belgisch ondernemings |
||||
|---|---|---|---|---|
| Land | Onderneming | Adres | nummer | Eigendom |
| België | Picanol nv | 8900 Ieper | 0405502362 | Moedermaatschappij |
| België | Proferro nv | 8900 Ieper | 0438243426 | 100% |
| België | PsiControl nv | 8900 Ieper | 0437446145 | 100% |
| België | Verbrugge nv | 8900 Ieper | 0441554490 | 100% |
| België | Melotte nv | 3520 Zonhoven | 0407155421 | 100% |
| België | Picanol Group nv | 8900 Ieper | 0643795829 | 100% |
| België | Tessenderlo Group * | 1050 Brussels | 0412101728 | 50,4% |
| Frankrijk | Burcklé SAS (in vereffening) | 68290 Bourbach-le-Bas | 100% | |
| Roemenië | PsiControl Srl | 505400 Rasnov, Brasov County | 100% | |
| Verenigde Staten | Picanol of America | Greenville SC 29605 | 100% | |
| Brazilië | Picanol Do Brazil | Americana/ SP CEP 13471-030 | 100% | |
| China | Picanol (Suzhou Industrial Park) Textile Machinery Co. Ltd. |
Suzhou 215122 | 100% | |
| China | Picanol (Suzhou) Trading Co., Ltd. | Suzhou 215122 | 100% | |
| India | Picanol India | New Delhi, India, 110 015 | 100% | |
| Indonesia | PT. Picanol Indonesia | Bandung 40261, West Java | 100% | |
| Mexico | Picanol de Mexico | 08400, Mexico D.F. | 100% | |
| Turkije | Picanol Tekstil Makinalari | 34149 Yesilkoy, Istanbul | 100% |
11DYKA Réseaux SAS en Tessenderlo Kerley Netherlands B.V. werden nieuw opgericht in 2021. Tessenderlo Kerley Australia PTY LTD werd ontbonden in 2021. De namen van de ondernemingen Kuhlmann France SAS (voorheen Produits Chimiques de Loos SAS) en Kuhlmann Switzerland AG (voorheen Tessenderlo Schweiz AG) werden gewijzigd in 2021.
Tessenderlo Group*: sinds 1 januari 2019 wordt Tessenderlo Group geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. De ondernemingen van Tessenderlo Group worden hieronder opgelijst waarbij het eigendom % het belang is aangehouden door Tessenderlo Group:
| Belgisch | ||||
|---|---|---|---|---|
| Land | Onderneming | Adres | ondernemings nummer |
Eigendom |
| België | DYKA Plastics nv | 3900 Pelt | 0414467340 | 100% |
| België | Limburgse Rubber Produkten nv | 1050 Brussels | 0415296392 | 100% |
| België | Tessenderlo Chemie International nv | 1050 Brussels | 0407247372 | 100% |
| België | Tessenderlo Group nv | 1050 Brussels | 0412101728 | Moedermaatschappij |
| België | Tessenderlo Development Services nv |
1050 Brussels | 0724619989 | 100% |
| België | T-Power Energy Services bv | 1050 Brussels | 0838489378 | 100% |
| België | T-Power nv | 1050 Brussels | 0875650771 | 100% |
| Tsjechische Republiek |
DYKA s.r.o. | 27361 Velka Dobra | 100% | |
| Frankrijk | Akiolis Group SAS | 72100 Le Mans | 100% | |
| Frankrijk | Atemax France SAS | 72100 Le Mans | 100% | |
| Frankrijk | DYKA SAS | 62140 Sainte Austreberthe | 100% | |
| Frankrijk | DYKA Tube SAS | 18570 La Chapelle-Saint-Ursin | 100% | |
| Frankrijk | DYKA Réseaux SAS | 72100 Le Mans | 100% | |
| Frankrijk | Etablissements Charvet Père et Fils SAS |
91490 Milly-La-Forêt | 100% | |
| Frankrijk | Etablissements Violleau SAS | 79380 La Forêt sur Sèvre | 100% | |
| Frankrijk | Kuhlmann France SAS | 59120 Loos | 100% | |
| Frankrijk | Tefipar SAS | 59120 Loos | 100% | |
| Frankrijk | Tessenderlo Kerley France SAS | 59120 Loos | 100% | |
| Frankrijk | Tessenderlo Services SARL | 59120 Loos | 100% | |
| Frankrijk | SCI Les Violettes | 79380 La Forêt sur Sèvre | 100% | |
| Frankrijk | Soleval France SAS | 72100 Le Mans | 100% | |
| Duitsland | BT Nyloplast GmbH | 86551 Aichach | 100% | |
| Duitsland | PB Gelatins GmbH | 31582 Nienburg | 100% | |
| Hongarije | BT Nyloplast Kft | 3636 Vadna | 100% | |
| Luxemburg | Terelux SA | 2163 Luxembourg | 100% | |
| Polen | DYKA Sp.z.o.o. | 55-221 Jelcz-Laskowice | 100% | |
| Roemenië | DYKA Plastic Pipe Systems S.R.L. | 76100 Bucarest, sector 1 | 100% | |
| Slowakije | DYKA SK s.r.o. | 82109 Bratislava | 100% | |
| Zwitserland | Kuhlmann Switzerland AG | 5332 Rekingen | 100% | |
| Nederland | BT Nyloplast B.V. | 3295 KG 's Gravendeel | 100% | |
| Nederland | DYKA B.V. | 8331 LJ Steenwijk | 100% | |
| Nederland | Tessenderlo Kerley Netherlands B.V. | 4825 AV Breda | 100% | |
| Nederland | Tessenderlo NL Holding B.V. | 4825 AV Breda | 100% | |
| Groot-Brittannië | DYKA UK Ltd. | Longtown-Carlisle Cumbria CA6 5LY | 100% | |
| Groot-Brittannië | John Davidson Holdings Ltd. | Edinburgh EH3 8UL | 100% | |
| Groot-Brittannië | John Davidson Pipes Ltd. | Edinburgh EH3 8UL | 100% | |
| Groot-Brittannië | PB Gelatins UK Ltd. | Pontypridd CF 375 SQ | 100% | |
| Groot-Brittannië | Tessenderlo Holding UK Ltd. | Pontypridd CF 375 SQ | 100% | |
| Verenigde Staten | Environmentally Clean Systems LLC | Dover, DE 19904 | 69,01% | |
| Verenigde Staten | ECS Myton, LLC | Dover, DE 19904 | 51,00% | |
| Verenigde Staten | Kerley Trading Inc. | Wilmington, DE 19801 | 100% | |
| Verenigde Staten | MPR Services Inc. | Wilmington, DE 19801 | 100% | |
| Verenigde Staten | PB Leiner USA Corporation | Davenport, Iowa 52806 | 100% | |
| Verenigde Staten | Tessenderlo Kerley, Inc. | Dover, DE 19904 | 100% | |
| Verenigde Staten | Tessenderlo USA Inc. | Dover, DE 19904 | 100% | |
| Argentinië | PB Leiner Argentina SA | Ciudad Autónoma de Buenos Aires | 100% | |
| Wit-Rusland | Tessenderlo Kerley Bela LLC | 220036 Minsk | 100% |
Picanol Group – 2021 jaarverslag | 113
| Brazilië | PB Brasil Industria e Comercio de Gelatinas Ltda |
Acorizal, Mato Grosso CEP 78480- 000 |
100% |
|---|---|---|---|
| Chili | Kerley Latinoamericana Comercializadora Limitada |
9358 Santiago | 100% |
| China | PB Gelatins (Heilongjiang) Co. Ltd. | Xinyi Village, Kongguo County, Nehe City, Qiqihaer City, Heilongjiang Province |
100% |
| Costa Rica | Tessenderlo Kerley Costa Rica SA | La Union Tres Rios - Cartago | 100% |
| India | Tessenderlo Kerley India Private Ltd. | 9the Floor, Regus I-Tech Business Centra, Spaze Itech Park, A1-Tower, sector 49, Gurgaon, Haryana, 122018, in the state of Haryana |
100% |
| Japan | TKI Japan KK | Tokyo - Chiyoda-ku | 100% |
| Mexico | Tessenderlo Kerley Mexico SA de CV | Ciudad Obregon, Estado de Sonora | 100% |
| Paraguay | Maramba S.R.L. | Chacoi Villa Hayes - Asuncion del Paraguay |
100% |
| Peru | TKP Peru S.A.C. | Ciudad de Lima - Provincia de Lima | 100% |
| Turkije | Tessenderlo Kerley Turkey Tarim Ve Kimya Sanayi Ve. Tic. Ltd. STI |
35730 Kemalpasa - Izmir | 100% |
Ondernemingen per 31 december 2021 geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode zijn ondernemingen binnen Tessenderlo Group:
| Land | Onderneming | Adres | Eigendom |
|---|---|---|---|
| Frankrijk | Etablissements Michel SAS | 31800 Villeneuve de Rivière | 50% |
| China | PB Shengda (Zhejiang) Biotechnology Co., Ltd | Zhoushan City, Zhejiang Province | 50% |
| Verenigde Staten | Jupiter Sulphur LLC | Wilmington, DE 19801 | 50% |
De lijst van de niet-geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2021 (wegens hun niet-significante invloed op de geconsolideerde cijfers):
| Land | Onderneming | Adres | Eigendom |
|---|---|---|---|
| België | Syndicaat van Belgische textielmachinebouwers | 1030 Brussel | 34% |
De voorbereiding van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS, zoals aanvaard binnen de Europese Unie, vereist de nodige schattingen, oordeelsvormingen en veronderstellingen van het management. Die zullen de toepassing van de boekhoudprincipes, de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, de toelichting in verband met de voorwaardelijke baten en verplichtingen op datum van de jaarrekening en de gerapporteerde bedragen van kosten en opbrengsten tijdens de rapporteringsperiode beïnvloeden. Het management baseert zijn schattingen op zijn historische ervaring en talrijke andere veronderstellingen waarvan aangenomen wordt dat ze redelijk zijn onder de omstandigheden. De resultaten hiervan vormen de basis voor het opstellen van de gerapporteerde bedragen van kosten en opbrengsten, die niet onmiddellijk duidelijk blijken uit andere bronnen. De uiteindelijke resultaten kunnen verschillen van deze inschattingen.
Schattingen en veronderstellingen worden periodiek herzien en de effecten van de herzieningen worden opgenomen in de jaarrekening.
Beoordelingen, schattingen en veronderstellingen toegepast bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2021, zijn dezelfde als deze toegepast en toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2020.
Schattingen en oordeelsvormingen die een significant risico inhouden om de nettoboekwaarde van activa en passiva het komende jaar materieel te beïnvloeden zijn:
▪ Bijzondere waardeverminderingen. De nettoboekwaarde van financiële activa, materiële vaste activa, goodwill en immateriële activa wordt op elke balansdatum beoordeeld om te bepalen of er enige aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat (toelichting 11 – Materiële vaste activa, toelichting 12 – Goodwill en toelichting 13 – Immateriële activa).
De heer Luc Tack (CEO) en de heer Stefaan Haspeslagh, vertegenwoordiger van Findar BV (CFO) verklaren, in naam en voor rekening van de vennootschap, dat, voor zover hen bekend,
a) de geconsolideerde jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand, van de resultaten, van het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en van het kasstroomoverzicht van de emittent, en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
b) het managementverslag over de geconsolideerde jaarrekening een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Picanol nv (de "Vennootschap") en zijn dochterondernemingen (samen de "Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021, alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 17 mei 2021, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2023. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de groep uitgevoerd gedurende 4 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2021, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum evenals de toelichting bestaande uit een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing. Het totaal van de geconsolideerde balans bedraagt EUR 3.032.000.(000) en de geconsolideerde winst- en verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar van EUR 237.700.(000).
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep op 31 december 2021, alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn
behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. Bijzondere waardevermindering van goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa.
We verwijzen naar toelichtingen 11, 12 en 13 sectie 'materiële vaste activa', 'goodwill' en 'immateriële activa' van de geconsolideerde jaarrekening.
▪ Omschrijving
Goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa bedragen 1.529,7 miljoen euro op 31 december 2021 en vertegenwoordigen 50,5% van de totale activa van de Groep.
De Groep heeft een jaarlijkse test uitgevoerd voor de bepaling van een mogelijke waardevermindering met betrekking tot goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa. Deze test werd uitgevoerd voor elk van de kleinste te onderscheiden groep van activa die kasstromen genereren die in hoge mate onafhankelijk zijn (kasstroom genererende eenheid). Het management maakt een inschatting van de realiseerbare waarde door een verdiscontering van verwachten toekomstige kasstromen om te bepalen of deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen op 31 december 2021 en om de grootte van deze bijzonder waardevermindering te bepalen.
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa is een kernpunt van controle door de omvang van deze balanspositie en door het vereiste inschattingsvermogen van het management om de analyse met betrekking tot de bijzondere waardevermindering te beoordelen. In het bijzonder de inputs die worden gebruikt bij zowel het voorspellen als verdisconteren van toekomstige kasstromen ter bepaling van de realiseerbare waarde.
Onze controlewerkzaamheden omvatten onder meer:
Verder hebben wij de geschiktheid van de toelichtingen van de Groep met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen van goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa, zoals opgenomen in toelichtingen 11, 12 en 13 bij de geconsolideerde jaarrekening beoordeeld.
We verwijzen naar toelichting 23 sectie 'Personeelsbeloningen' van de geconsolideerde jaarrekening.
Voornamelijk in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk bestaan er regelingen met betrekking tot vergoedingen na uitdiensttreding. Vergoedingen na uitdiensttreding worden toegekend onder de vorm van toegezegdebijdrageregelingen en toegezegde pensioenregelingen. Zoals in toelichting 23 beschreven is, heeft de Groep pensioenregelingen met een te bereiken doel in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alsook toegezegdebijdrage regelingen in België.
Personeelsbeloningen zijn een kernpunt van onze controle wegens de complexiteit en de belangrijke inschattingen die worden gemaakt bij de waardering van de verplichtingen wegens vergoedingen na uitdiensttreding alsook de inschattingen die worden gemaakt bij de reële waarde van de onderliggende activa. Kleine veranderingen in aannames en schattingen die worden gebruikt om de netto verplichtingen van de Groep na uitdiensttreding te waarderen, zouden een significant effect kunnen hebben op de financiële positie van de Groep.
Onze controlewerkzaamheden omvatten onder meer:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België na. Een wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden. De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32 §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in een afzonderlijk verslag gevoegd bij het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, namelijk het 2021 Duurzaamheidsverslag. Dit verslag van niet-financiële informatie bevat de door artikel 3:32 §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste inlichtingen en is in overeenstemming met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze nietfinanciële informatie gebaseerd op het GRI (Global Reporting Initiative). Overeenkomstig artikel 3:80 §1, eerste lid, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze nietfinanciële informatie is opgesteld in overeenstemming met het GRI vermeld in het 2021 Duurzaamheidsverslag.
Wij hebben ook, overeenkomstig het ontwerp van norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten, in alle van materieel belang zijnde opzichten, voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de officiële Nederlandstalige de digitale geconsolideerde financiële overzichten, opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van Picanol NV per 31 december 2021, in alle van materieel belang zijnde opzichten, werden opgesteld in overeenstemming met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Zaventem, 28 maart 2022 KPMG Bedrijfsrevisoren Commissaris vertegenwoordigd door
Patrick De Schutter Bedrijfsrevisor
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Vaste activa | 121,8 | 122,3 |
| Overige immateriële activa | 0,6 | 0,8 |
| Materiële vaste activa | 13,6 | 14,1 |
| Financiële vaste activa | 107,7 | 107,4 |
| Vlottende activa | 635,4 | 537,5 |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 522,1 | 415,3 |
| Voorraden | 44,3 | 24,2 |
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 38,2 | 30,6 |
| Overige beleggingen | 0,0 | 20,0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 29,8 | 46,1 |
| Overlopende rekeningen | 1,0 | 1,3 |
| Totaal activa | 757,2 | 659,9 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen | 602,3 | 576,3 |
| Geplaatst kapitaal | 22,2 | 22,2 |
| Uitgiftepremies | 1,5 | 1,5 |
| Reserves | 45,2 | 45,2 |
| Overgedragen winst | 533,4 | 507,4 |
| Kapitaalsubsidies | 0,0 | 0,0 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 5,8 | 5,9 |
| Voorzieningen | 5,8 | 5,9 |
| Uitgestelde belastingen | 0,0 | 0,0 |
| Schulden | 149,2 | 77,7 |
| Schulden op meer dan één jaar | 0,0 | 0,0 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 146,1 | 75,2 |
| Overlopende rekeningen | 3,0 | 2,5 |
| Totaal passiva | 757,2 | 659,9 |
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| Totale bedrijfsopbrengsten | 510,1 | 317,1 |
| Omzet | 472,3 | 300,3 |
| Toename (+) / afname (-) van voorraden gereed product en werk in uitvoering | 23,2 | 3,6 |
| Geactiveerde eigen productie | 0,0 | 0,0 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 14,6 | 13,1 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 0,0 | 0,0 |
| Totaal bedrijfskosten | -485,7 | -304,7 |
| Grondstoffen, hulpstoffen en goederen aangekocht om doorverkocht te worden | -373,0 | -212,8 |
| Diensten en diverse goederen | -61,6 | -51,4 |
| Personeelsbeloningen, sociale lasten en pensioenen | -48,9 | -38,9 |
| Afschrijvingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa | -3,1 | -3,4 |
| Toename (-) / afname (+) van bedragen afgeschreven op voorraden en handelsvorderingen | 1,4 | 1,2 |
| Toename (-) / afname (+) van voorzieningen | 0,1 | 1,1 |
| Overige bedrijfskosten | -0,5 | -0,4 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | -0,1 | 0,0 |
| Bedrijfswinst / bedrijfsverlies | 24,4 | 12,5 |
| Financieringsopbrengsten | 13,7 | 8,9 |
| Financieringskosten | -3,0 | -2,9 |
| Winst (+) / verlies (-) vóór belasting | 35,0 | 18,4 |
| Belastingen op het resultaat | -5,5 | -1,7 |
| Uitgestelde belastingen | ||
| Winst (+)/verlies (-) | 29,5 | 16,8 |
| Fiscaal vrijgestelde reserves | 0,0 | 0,0 |
| Voor bestemming beschikbaar nettoresultaat over het jaar | 29,5 | 16,8 |
| (Miljoen EUR) | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
| De raad van bestuur van Picanol nv stelt voor te verdelen | ||
| - De winst, zijnde | 29,5 | 16,8 |
| - Verhoogd met de overdracht van het vorige boekjaar | 507,4 | 490,6 |
| zijnde een totaal van: | 536,9 | 507,4 |
| op de volgende wijze | ||
| - Reserves | ||
| - Dividenden | 3,5 | 0,0 |
| - Over te dragen winst | 533,4 | 507,4 |
| zijnde een totaal van: | 536,9 | 507,4 |
De voorgaande informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van Picanol nv. Deze enkelvoudige jaarrekening, samen met het rapport van de raad van bestuur aan de algemene vergadering en het verslag van de commissaris zal aan de Nationale Bank van België overgemaakt worden binnen de wettelijke termijn. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij Picanol nv, Steverlyncklaan 15, 8900 Ieper.
Merk op dat alleen de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de groep.
Een integrale versie van de enkelvoudige jaarrekening, evenals de bijhorende verslagen, is terug te vinden op de website van de onderneming: www.picanolgroup.com.
Het statutaire verslag van de commissaris is 'zonder voorbehoud' en bevestigt dat de enkelvoudige jaarrekening van Picanol nv, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen voor het jaar eindigend op 31 december 2021, een getrouw beeld geeft van de financiële positie van Picanol nv in overeenstemming met alle wettelijke en regelgevende verordeningen.
Bedrijfswinst (+) / verlies (-) voor EBIT aanpassende elementen.
Bedrijfswinst (+) / verlies (-) voor EBIT aanpassende elementen plus afschrijvingen.
Bedrijfswinst (+) / verlies (-).
EBIT aanpassende elementen zijn deze die naar het oordeel van het management toegelicht moeten worden op grond van hun omvang of aard. Dergelijke bestanddelen worden gedetailleerd in de toelichtingen bij de geconsolideerde financiële staten. Transacties die als EBIT aanpassende elementen opgenomen kunnen worden, hebben hoofdzakelijk betrekking op herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, voorzieningen, opbrengsten of verliezen uit significante verkopen van activa of dochterondernemingen en het effect van de aankoopovereenkomst voor elektriciteit.
Totaal uitbetaald dividend gedeeld door het aantal aandelen uitgegeven op afsluitingsdatum.
Netto financiële schuld gedeeld door de som van de netto financiële schuld en het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de vennootschap.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Winst (+) / verlies (-) toerekenbaar aan aandeelhouders van de vennootschap gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen openstaand tijdens de periode.
Bedrag uitgegeven om materiële vaste activa en overige immateriële activa aan te schaffen, te verbeteren of te behouden.
Netto financiële schuldpositie gedeeld door de Adjusted EBITDA van de laatste 12 maanden.
Aantal uitgegeven aandelen (op het einde van de periode) vermenigvuldigd met de marktprijs per aandeel (op het einde van de periode).
Financiële schulden op lange en korte termijn minus geldmiddelen en kasequivalenten, en kortetermijnschulden bij kredietinstellingen.
Dit wordt berekend door het statutair belastingtarief van elk land toe te passen op de winst vóór belastingen van elke entiteit en de op die manier bekomen belastingkosten te delen door de totale winst vóór belastingen van de groep.
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen, aangepast voor het effect van het aantal uitgegeven warranten.
Winst (+) / verlies (-) toerekenbaar aan de aandeelhouders van de vennootschap gedeeld door het volledig verwaterd gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen openstaand tijdens de periode.
De volgende alternatieve prestatiemaatstaven worden belangrijk geacht in de vergelijking van de resultaten over de periode 2020-2021 en worden op volgende wijze gereconcilieerd met de geconsolideerde financiële staten:
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Adjusted EBIT | 3 | 239,9 | 170,2 |
| Opbrengsten en verliezen uit verkopen | 6 | 2,6 | 1,0 |
| Herstructurering | 6 | -1,7 | -0,5 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 6 | -1,9 | -3,0 |
| Voorzieningen en geschillen | 6 | 4,0 | -5,0 |
| Overige opbrengsten en kosten | 6 | -1,0 | -4,4 |
| EBIT (Bedrijfswinst (+) / verlies (-)) | 242,0 | 158,2 |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Adjusted EBITDA | 3 | 430,3 | 361,7 |
| Opbrengsten en verliezen uit verkopen | 6 | 2,6 | 1,0 |
| Herstructurering | 6 | -1,7 | -0,5 |
| Voorzieningen en geschillen | 6 | 4,0 | -5,0 |
| Overige opbrengsten en kosten | 6 | -1,0 | -4,4 |
| EBITDA | 434,2 | 352,8 | |
| Afschrijvingen | 8 | -190,4 | -191,5 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 8 | -1,9 | -3,0 |
| EBIT (Bedrijfswinst (+) / verlies (-)) | 242,0 | 158,2 |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 22 | 196,2 | 393,2 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 22 | 215,3 | 69,8 |
| Kortetermijninvesteringen | 22 | -10,0 | -20,0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18/22 | -366,7 | -345,9 |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 18/22 | 0,1 | 0,0 |
| Netto financiële schuld | 22 | 34,9 | 97,1 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van de vennootschap | 992,8 | 816,3 | |
| Gearing (netto financiële schuld / (eigen vermogen + netto financiële | 19 | ||
| schuld)) | 3,4% | 10,6% |
| (Miljoen EUR) | Toelichting | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 22 | 196,2 | 393,2 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 22 | 215,3 | 69,8 |
| Korte termijn investeringen | 22 | -10,0 | -20,0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 18/22 | -366,7 | -345,9 |
| Kortetermijnschulden bij kredietinstellingen | 18/22 | 0,1 | 0,0 |
| Netto financiële schuld | 22 | 34,9 | 97,1 |
| Adjusted EBITDA | 3 | 430,3 | 361,7 |
| Leverage (netto financiële schuld / Adjusted EBITDA laatste 12 maanden) | 22 | 0,1 | 0,3 |

Picanol nv Steverlyncklaan 15 8900 Ieper Tel.: 057 222 111 E-mail: [email protected] www.picanolgroup.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.