Annual / Quarterly Financial Statement • Apr 14, 2023
Annual / Quarterly Financial Statement
Open in ViewerOpens in native device viewer
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en het KB van 13 juli 2014 op de boekhouding en de jaarrekening van GVV's. Voor het eerst toegepast in het boekjaar 1.10.2006 tot 31.12.2007.
De jaarrekening is opgesteld in euro en op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de vastgoedbeleggingen en financiële instrumenten die gewaardeerd zijn aan de reële waarde.
| BALANS | IFRS 31/12/2022 |
IFRS 31/12/2021 |
|---|---|---|
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden |
| ACTIVA | ||
| VASTE ACTIVA | 1.698.308 | 1.348.953 |
| A. Goodwill | 0 | 0 |
| B. Immateriële vaste activa | 567 | 727 |
| C. Vastgoedbeleggingen | 987.359 | 832.169 |
| D. Andere materiële vaste activa | 33.020 | 26.766 |
| E. Financiële vaste activa | 677.150 | 489.080 |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 213 | 211 |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 555.281 | 351.517 |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| D. Handelsvorderingen | 16.575 | 11.708 |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 468.529 | 323.905 |
| F. Kas en kasequivalenten | 67.318 | 11.997 |
| G. Overlopende rekeningen | 2.859 | 3.907 |
| TOTAAL ACTIVA | 2.253.589 | 1.700.470 |
| PASSIVA | ||
| EIGEN VERMOGEN | 1.298.831 | 1.015.315 |
| EIGEN VERMOGEN TOEWIJSBAAR AAN DE AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDERVENNOOTSCHAP | 1.298.831 | 1.015.315 |
| A. Kapitaal | 353.244 | 323.777 |
| B. Uitgiftepremies | 319.277 | 234.693 |
| C. Reserves | 420.874 | 229.160 |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 205.436 | 227.685 |
| MINDERHEIDSBELANGEN | 0 | 0 |
| VERPLICHTINGEN | 954.758 | 685.155 |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | 866.147 | 574.719 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. Langlopende financiële schulden | 866.153 | 555.589 |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | -7 | 19.130 |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 |
| KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 88.611 | 110.436 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. Kortlopende financiële schulden | 59.447 | 92.851 |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 12.577 | 5.668 |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 2.175 | 342 |
| F. Overlopende rekeningen | 14.412 | 11.574 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2.253.589 | 1.700.470 |
| IFRS | IFRS | |
|---|---|---|
| RESULTATENREKENING | 31/12/2022 | 31/12/2021 |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden |
| I. Huurinkomsten (+) |
42.647 | 41.022 |
| II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) |
0 | 0 |
| III. Met verhuur verbonden kosten (+/-) |
218 | -701 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 42.865 | 40.321 |
| IV. Recuperatie van vastgoedkosten (+) |
0 | 0 |
| V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen (+) |
6.525 | 6.530 |
| VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur (-) |
0 | 0 |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen (-) |
-6.940 | -6.695 |
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) | 12.994 | 8.833 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 55.444 | 48.989 |
| IX. Technische kosten (-) |
0 | 0 |
| X. Commerciële kosten (-) |
-70 | -72 |
| XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) |
-330 | -227 |
| XII. Beheerskosten vastgoed (-) |
-1.459 | -1.985 |
| XIII. Andere vastgoedkosten (-) | -38 | -52 |
| VASTGOEDKOSTEN | -1.897 | -2.335 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 53.547 | 46.654 |
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) |
-6.645 | -4.565 |
| XV. Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) |
2.368 | -194 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 49.270 | 41.895 |
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) |
19 | 453 |
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa (+/-) | 0 | 0 |
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | 71.016 | 89.363 |
| XIX. Ander portefeuilleresultaat (+/-) |
0 | 0 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 120.304 | 131.711 |
| XX. Financiële inkomsten (+) |
11.460 | 6.726 |
| XXI. Netto interestkosten (-) |
-17.965 | -12.274 |
| XXII. Andere financiële kosten (-) | -182 | -77 |
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (+/-) | 91.938 | 103.360 |
| FINANCIELE RESULTAAT | 85.252 | 97.736 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 205.557 | 229.448 |
| XXV. Vennootschapsbelasting (-) | -121 | -1.762 |
| XXVI. Exit Taks tax (-) | 0 | 0 |
| BELASTINGEN | -121 | -1.762 |
| NETTO RESULTAAT | 205.436 | 227.685 |
| Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode (in '000) | 16.538 | 16.131 |
| NETTO (gewoon / verwaterd) RESULTAAT PER AANDEEL in euros | 12,42 | 14,11 |
| VERKORT STATUTAIR GLOBAAL RESULTAAT (EUR x 1.000) |
31/12/2022 12 maanden |
31/12/2021 12 maanden |
|---|---|---|
| Netto resultaat | 205.436 | 227.685 |
| Andere elementen van het globaal resultaat | 14.928 | 227 |
| Items die in het resultaat zullen worden opgenomen: Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een kasstroomindekking Items die niet in het resultaat zullen worden opgenomen: |
0 0 0 |
0 0 0 |
| Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen | 14.928 14.928 |
227 227 |
| Globaal resultaat | 220.364 | 227.912 |
| Toerekenbaar aan: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen |
220.364 0 |
227.912 0 |
| TE VERWERKEN RESULTAAT | IFRS | IFRS | |
|---|---|---|---|
| 31/12/2022 | 31/12/2021 | ||
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | |
| A. | NETTO RESULTAAT | 205.436 | 227.685 |
| B. | TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES (-/+) | -146.226 | -178.590 |
| 1. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het positieve of negatieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (-/+) |
-92.864 | -175.392 |
| 1a. | Boekjaar | -92.864 | -175.392 |
| 1b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 1c. | Realisatie vastgoed | ||
| 2. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van | 0 | 0 |
| vastgoedbeleggingen (-/+) | |||
| 3. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
0 | 0 |
| 3a. | Boekjaar | 0 | 0 |
| 3b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 4. | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 |
| 4a. | Boekjaar | ||
| 4b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 5. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
-58.408 | -12.967 |
| 5a. | Boekjaar | -58.408 | -12.967 |
| 5b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 6. | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 |
| 6a. | Boekjaar | 0 | 0 |
| 6b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 7. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (- /+) |
0 | 0 |
| 8. | 0 | 0 | |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) | |||
| 9. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
0 | 0 |
| 10. | Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | 5.046 | 9.769 |
| 11. | Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) | 0 | 0 |
| C. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13 | 55.190 | 48.704 |
| D. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL, - ANDERE DAN C | 4.020 | 391 |
Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves zoals omschreven in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uitkeren als vergoeding van het kapitaal: 80% van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema; en de netto vermindering, tijdens het boekjaar, van de schuldenlast van de openbare GVV.
Volgens deze berekening is Montea verplicht tot het uitkeren van een dividend van € 55.190K. Rekening houdend met het aantal eigen aandelen op datum van dit jaarlijks verslag, wordt een totaal uitgekeerd van € 59.210K.
| ARTIKEL 13 UITKERINGSPLICHT | IFRS |
|---|---|
| 31/12/2022 | |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden |
| Positieve verschil (1)-(2) | 55.190 |
| 80 % van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema (1) | 55.190 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) + netto meerwaarden (B) | 68.988 |
| Gecorrigeerd resultaat + netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte | |
| uitkering zijn vrijgesteld (A) | 68.988 |
| Netto resultaat | 205.436 |
| + Afschrijvingen | 432 |
| + Waardeverminderingen | 213 |
| - Terugnemingen van waardeverminderingen | -373 |
| - Terugneming overgedragen en verdisconteerde huren | 0 |
| +/- Andere niet-monetaire bestanddelen | -65.686 |
| +/- Resultaat verkoop vastgoed | -19 |
| +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed | -71.016 |
| +/- Uitgestelde belastingen | 0 |
| - Minderheidsbelang | 0 |
| Netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (B) | 0 |
| +/- gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden | 0 |
| - gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte | |
| uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar | 0 |
| + gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet | |
| werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar | 0 |
| Nettovermindering van de schuldenlast (2) | 0 |
| Variatie in de schuldenlast in functie van de berekening van de schuldgraad | 285.903 |
| Totaal van de verplichtingen | 269.603 |
| Langlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | -19.137 |
| Langlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Langlopende verplichtingen - uitgestelde belastingen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - overlopende rekeningen | 2.837 |
Als vennootschap moet Montea zich ook houden aan artikel 7:212 WVV waarbij het netto actief door middel van dividenduitkering, niet mag dalen onder het bedrag van het kapitaal en de onbeschikbare reserves. Volgens onderstaande tabel heeft Montea nog een buffer van € 58.784K, na uitkering van het vooropgesteld dividend van € 3,30 per aandeel.
| ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN | IFRS | IFRS | IFRS |
|---|---|---|---|
| 31/12/2022 | 31/12/2021 | 31/12/2020 | |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden |
| Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 353.244 | 323.777 | 319.812 |
| Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 319.277 | 234.693 | 222.274 |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) (*) | 464.078 | 371.214 | 185.720 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische | |||
| vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
43.404 | -15.004 | -27.971 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/-) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) | 0 | 0 | 0 |
| Andere reserves (+) | 0 | 0 | 0 |
| Wettelijke reserve (+) | 835 | 835 | 835 |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen | 1.180.838 | 915.515 | 700.670 |
| Netto Activa vóór dividenduitkering | 1.298.831 | 1.015.315 | 815.691 |
| Vooropgestelde dividenduitkering | 59.210 | 49.095 | 45.304 |
| Netto Activa na dividenduitkering | 1.239.621 | 966.220 | 770.387 |
| Resterende marge na dividenduitkering | 58.784 | 50.705 | 69.717 |
De bedragen aangeduid in grijs in voorgaande tabel werden geactualiseerd naar aanleiding van een foutieve presentatie in het verleden. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde bedragen uit de tabel niet overeenstemmen met het gepubliceerde bedrag in het jaarverslag over het boekjaar met afsluiting 31/12/2020 en 31/12/2021. We merken op dat dit in geen geval een invloed heeft op het uitgekeerde dividend. Het gaat louter om de resterende marge na dividenduitkering.
De resterende marge, na dividenduitkering, bedraagt op het einde van 2022 € 58.784K doordat het netto actief van de GVV relatief meer gestegen is dan het bedrag van het niet uitkeerbaar eigen vermogen (beide berekend conform artikel 7:212 WVV).
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN | Kapitaal | Uitgiftepremies | Reserves | Resultaat | Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2020 | 319.812 | 222.274 | 118.596 | 155.009 | 815.691 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 3.965 | 12.419 | 863 | 0 | 17.246 |
| Kapitaalsverhoging | 3.814 | 12.419 | 0 | 0 | 16.232 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | |||||
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | 227 | 0 | 227 |
| Eigen aandelen | |||||
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 151 | 0 | 171 | 0 | 323 |
| Minderheidsbelang | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 465 | 0 | 465 |
| Subtotaal Dividenden |
323.777 0 |
234.693 0 |
119.458 -45.308 |
155.009 0 |
832.937 -45.308 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 155.009 | -155.009 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 227.685 | 227.685 |
| OP 31/12/2021 | 323.777 | 234.693 | 229.160 | 227.685 | 1.015.315 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 29.467 | 84.584 | 13.092 | 0 | 127.143 |
| Kapitaalsverhoging | 35.627 | 84.584 | 0 | 0 | 120.211 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | |||||
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | 14.928 | 0 | 14.928 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | -6.160 | 0 | -1.695 | 0 | -7.856 |
| Minority interest | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | -141 | 0 | -141 |
| Subtotaal | 353.244 | 319.276 | 242.252 | 227.685 | 1.142.458 |
| Dividenden | 0 | 0 | -49.109 | 0 | -49.109 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 227.685 | -227.685 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 46 | 205.436 | 205.482 |
| OP 31/12/2022 | 353.244 | 319.276,36 | 420.874 | 205.436 | 1.298.831 |
| GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (EUR x 1.000) |
31/12/2022 |
|---|---|
| 12 maanden | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 11.997 |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | -82.534 |
| Netto resultaat | 205.436 |
| Netto interestkosten | 18.146 |
| Financiële inkomsten | -11.460 |
| Belastingen Meerwaarde (-)/minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen |
121 -19 |
| Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) | 212.224 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -94.117 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -71.016 |
| Toevoeging (+) / terugname (-) in voorzieningen en voordelen voor het personeel | 0 |
| Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen | -7.751 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging (+)/terugname (-)) op vaste activa | 422 |
| Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa | -218 |
| Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) | -172.680 |
| Daling (+)/stijging (-) van handels- en overige vorderingen | -144.303 |
| Daling (+)/stijging (-) van voorraden | 0 |
| Stijging (+)/daling (-) van handels- en overige schulden | 10.809 |
| Stijging (+)/daling (-) in de behoefte aan werkkapitaal (C) | -133.494 |
| Ontvangen interesten Ontvangen dividenden |
10.236 1.180 |
| Betaalde vennootschapsbelasting | 0 |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | -197.537 |
| Investeringen Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen |
-197.590 -66.162 |
| Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 |
| Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen | 0 |
| Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa | -593 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen | -130.835 |
| Desinvesteringen | 53 |
| Ontvangsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen | 53 |
| Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen |
0 |
| 0 | |
| NETTO FINANCIELE KASSTROOM | 335.392 |
| Netto effect van opname en terugbetaling van leningen | |
| Kapitaalverhoging | 280.062 120.211 |
| Betaalde dividenden | -49.109 |
| Betaalde interesten | -15.772 |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A1+B1+C1) | 67.318 |
| IMMATERIËLE VASTE ACTIVA | |
|---|---|
| Op 31.12.2020 | 589.334 |
| Aankopen | 363.303 |
| Afschrijvingen | -225.662 |
| Buitengebruikstellingen | 0 |
| Buitengebruikstellingen afschrijvingen | 0 |
| Op 31.12.2021 | 726.974 |
| Aankopen | 147.169 |
| Afschrijvingen | -307.263 |
| Buitengebruikstellingen | 0 |
| Buitengebruikstellingen afschrijvingen | 0 |
| Op 31.12.2022 | 566.881 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de immateriële vaste activa voor eigen gebruik. Deze immateriële vaste activa omvatten voornamelijk de licentie- en ontwikkelingskosten voor property management, facility en accounting software.
| VASTGOEDBELEGGINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verkoop | 0 | 0 |
| Projectontwikkelingen | 27.570.209 | 22.631.756 |
| Materiële vaste activa voor eigen gebruik | 2.735.825 | 2.381.924 |
| Andere | 957.053.154 | 807.155.382 |
| TOTAAL | 987.359.188 | 832.169.062 |
De vastgoedportefeuille wordt gewaardeerd aan de reële waarde. De reële waardebepaling gebeurt aan de hand van niet-observeerbare input en bijgevolg behoren deze vastgoedbeleggingen tot niveau 3 van de fair value-hiërarchie zoals bepaald volgens IFRS. De positieve variatie in de waardering van de vastgoedbeleggingen kan voornamelijk verklaard worden door stijgende markthuurwaarden, hetgeen deels gecompenseerd wordt door stijgende rendementen op logistiek vastgoed in de investeringsmarkt.
De schatting van een site bestaat uit het bepalen van haar waarde op een bepaalde datum, het bepalen van de prijs waartegen de site potentieel verhandeld zal kunnen worden tussen kopers en verkopers die voldoende geïnformeerd zijn zonder informatie-asymmetrieën en die een dergelijke transactie wensen te realiseren. Deze waarde is de investeringswaarde of de te betalen prijs vermeerderd met de eventuele overdrachtsbelastingen (registratierechten of btw). De reële waarde, in de zin van het referentieschema IAS/IFRS, kan worden verkregen door de theoretische lokale registratierechten af te trekken van de investeringswaarde.
De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de significant niet-observeerbare input, gebruikt in de bepaling van de reële waarde van panden geclassificeerd in niveau 3 volgens de IFRS fair value-hiërarchie is als volgt:
| Niet observeerbare inputs | Berekend in | Impact op de reële waarde | ||
|---|---|---|---|---|
| Stijging | Daling | |||
| Geschatte huurwaarde | €/m 2 | + | ||
| Verdisconteringsvoet | $\%$ | ۰ | ||
| Vereist rendement | ۰ | |||
| Resterende looptijd huurcontract | iaar | |||
| Bezettingsgraad | ۰ | |||
| Inflatie | $\ddot{}$ |
Daarnaast is het zo dat een lange (korte) resterende looptijd van het huurcontract vaak aanleiding geeft tot een daling (stijging) in de verdisconteringsvoet.
| Voor eigen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| ANDERE MATERIËLE VASTE ACTIVA | Andere | gebruik | Totaal | ||
| OP 31.12.2020 | 25.362.167 | 345.788 | 25.707.955 | ||
| Aanschaffingswaarde 01.01.2021 | 26.334.612 | 785.967 | 27.120.579 | ||
| Aanschaffingen van het boekjaar | 36.586 | 2.074.361 | 2.110.946 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | -85.038 | 0 | -85.038 | ||
| Zonnepanelen | 1.528.016 | 0 | 1.528.016 | ||
| Aanschaffingswaarde 31.12.2021 | 27.814.176 | 2.860.328 | 30.674.503 | ||
| Afschrijvingen 01.01.2021 | 972.445 | 440.179 | 1.412.624 | ||
| Afschrijvingen van het boekjaar | 75.676 | 38.223 | 113.900 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Afschrijvingen 31.12.2021 | 1.048.121 | 478.402 | 1.526.523 | ||
| OP 31.12.2021 | 26.766.054 | 2.381.925 | 29.147.980 | ||
| Aanschaffingswaarde 01.01.2022 | 27.814.176 | 2.860.328 | 30.674.503 | ||
| Aanschaffingen van het boekjaar | 54.010 | 392.116 | 446.126 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 28.275 | 0 | 28.275 | ||
| Zonnepanelen | 6.248.238 | 0 | 6.248.238 | ||
| Aanschaffingswaarde 31.12.2022 | 34.144.697 | 3.252.444 | 37.397.141 | ||
| Afschrijvingen 01.01.2022 | 1.048.121 | 478.402 | 1.526.523 | ||
| Afschrijvingen van het boekjaar | 76.904 | 38.215 | 115.119 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Afschrijvingen 31.12.2022 | 1.125.025 | 516.618 | 1.641.643 | ||
| OP 31.12.2022 | 33.019.673 | 2.735.826 | 35.755.499 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de materiële vaste activa voor eigen gebruik.
Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 21 "Andere materiële vaste activa" in het geconsolideerd jaarverslag van Montea NV.
7.4. FINANCIËLE VASTE ACTIVA
| FINANCIËLE VASTE ACTIVA | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Activa aangehouden tot einde looptijd | - | - |
| Activa beschikbaar voor verkoop | - | - |
| Activa aan reële waarde volgens resultaat | - | - |
| Leningen en vorderingen | - | - |
| Andere | 677.149.886 | 489.079.738 |
| Vastgoedcertificaten | - | - |
| Afdekkingsinstrumenten | 40.366.767 | 1.095.899 |
| Deelnemingen in andere gereglementeerde vastgoedvennootschappen | - | - |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemings | 636.783.119 | 487.983.839 |
| Andere | - | - |
| TOTAAL | 677.149.886 | 489.079.738 |
De financiële vaste activa betreffen uitsluitend de deelnemingen in verbonden ondernemingen. Wij verwijzen naar toelichting 7.5. voor meer informatie omtrent de deelnemingen.
| NAAM EN ZETEL | Maatschappelijke rechten gehouden door de onderneming in de dochteronderneming |
Jaarrekening | Gegegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal | % | per | Munteenheid | Eigen vermogen |
Netto resultaat |
|
| Montea France SCI Montea Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 21.080.290 | 4.564.984 | |
| SCI 3R Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 8.516.045 | 2.023.036 | |
| SCI Sagittaire Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 11.355.401 | 931.135 | |
| SCI Saxo Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 3.040.592 | 515.589 | |
| SCI Sevigné Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 9.951.409 | 1.049.182 | |
| SCI Socrate Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 8.200.493 | 1.309.188 | |
| SCI APJ Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 591.161 | 330.252 | |
| SCI MM1 Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | -123.991 | 117.886 | |
| SAS Montea Green Energy France Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2021 | EUR | 327.094 | -166.576 | |
| SFG BV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1c 5032 MD Tilburg |
100 | 31/12/2021 | EUR | -3.107.902 | -650.907 | |
| Montea Nederland NV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1c |
100 | 31/12/2021 | EUR | 184.824.856 | 2.590.302 | |
| 5032 MD Tilburg Montea Amsterdam Holding BV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1 5032 MD Tilburg |
100 | N/A | EUR | N/A | N/A | |
| Montea GTE 1 NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2021 | EUR | -364.762 | -402.331 | |
| Montea GTE 2 GmbH Beiertheimer Allee 72 G-76137 Karlsruhe |
100 | 31/12/2021 | EUR | 15.268.306 14.765.880 | ||
| Montea Services BV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2021 | EUR | -19.759 | -12.077 | |
| GULA NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2021 | EUR | 7.246.011 | 5.344.133 | |
| Hoecor NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
90 | 31/12/2021 | EUR | 29.094.316 17.284.432 | ||
| F.C.B. NV GVBF Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2021 | EUR | 909.897 | -28.104 | |
| Challenge Office Park NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2021 | EUR | 4.181.189 | -17.346 | |
| Corhoe NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
90 | 31/12/2021 | EUR | 59.187 | 56 |
| HANDELSVORDERINGEN EN ANDERE VASTE ACTIVA | |
|---|---|
| OP 31/12/2020 | 211.153 |
| Borgtochten betaald in contanten | 178 |
| OP 31/12/2021 | 211.331 |
| Borgtochten betaald in contanten | 1.358 |
| OP 31/12/2022 | 212.689 |
Dit bedrag betreft borgtochten betaald in contanten.
| ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP | |
|---|---|
| OP 31.12.2020 | 6.588.710 |
| Vastgoedbeleggingen | -6.588.710 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere | 0 |
| OP 31.12.2021 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere | 0 |
| OP 31.12.2022 | 0 |
| HANDELSVORDERINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Bruto handelsvorderingen | 17.884.407 | 13.235.379 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren | -1.309.643 | -1.527.745 |
| TOTAAL | 16.574.764 | 11.707.634 |
Op 31 december 2022 bedroegen de handelsvorderingen € 16.575K waarvan
| BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Belastingen | 2.533.075 | 842.495 |
| Belastingen op de toegevoegde waarde (BTW) | 1.346.944 | 829.098 |
| Inkomstenbelastingen | 1.186.131 | 13.397 |
| Andere | 465.995.843 | 323.062.603 |
| Rekening courant verbonden ondernemingen | 465.870.797 | 323.062.603 |
| Diversen | 125.046 | 0 |
| TOTAAL | 468.528.918 | 323.905.098 |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Contante geldstortingen bij kredietinstellingen | 67.317.736 | 11.996.545 |
| Termijnbeleggingen | 0 | 0 |
| Te innen cheques | 0 | 0 |
| TOTAAL | 67.317.736 | 11.996.545 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET ACTIEF | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten | 558.162 | 520.910 |
| Te bestemmen huurkortingen en huurvoordelen | - | - |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 1.305.158 | 1.557.270 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 56.624 | 93.515 |
| Andere | 939.359 | 1.735.556 |
| TOTAAL | 2.859.302 | 3.907.251 |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | Aantal aandelen | |
|---|---|---|
| OP 31.12.2020 | 319.811.808 | 16.023.694 |
| Geplaatst kapitaal | 330.469.920 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | 326.561.811 | 16.023.694 |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 3.908.110 | 191.762 |
| Kosten kapitaalsverhoging | -6.050.145 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -5.955.998 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -94.147 | |
| Aandelen opties personeel | -642.590 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -794.004 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 151.414 | |
| OP 31.12.2021 | 323.777.185 | 16.215.456 |
| Geplaatst kapitaal | 367.352.913 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | 330.469.920 | 16.215.456 |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 36.882.993 | 1.809.764 |
| Kosten kapitaalsverhoging | -7.305.747 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -6.050.145 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -1.255.602 | |
| Aandelen opties personeel | -6.802.802 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -642.590 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -6.160.211 | |
| OP 31.12.2022 | 353.244.365 | 18.025.220 |
| Samenstelling van het kapitaal | ||
| - Soorten aandelen | 353.244.365 | 18.025.220 |
| Aandelen zonder vermelding van nominale waarde |
| Aandeelhouders | Aantal aandelen | Percentage |
|---|---|---|
| Familie De Pauw | 2.053.020 | 11,39% |
| Belfius Insurance | 433.516 | 2,41% |
| Federale Verzekering | 788.215 | 4,37% |
| Patronale Life | 964.785 | 5,35% |
| Ethias NV | 607.130 | 3,37% |
| BlackRock Group | 660.939 | 3,67% |
| Free float | 12.517.615 | 69,45% |
| OP 31.12.2022 | 18.025.220 | 100% |
| UITGIFTEPREMIES | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Uitgiftepremies | 319.276.579 | 234.692.774 |
De stijging van de uitgiftepremie is deels te verklaren door het keuzedividend van 08/06/2022. Er werden 207.400 nieuwe aandelen uitgegeven voor een totaal uitgiftebedrag van € 18.915.502,20 (€ 4.226.812,00 in kapitaal en € 14.688.690,20 in uitgiftepremie) en dit in het kader van het toegestane kapitaal. Daarnaast heeft Montea begin november 2022, eveneens binnen het kader van het toegestane kapitaal, 1.602.364 nieuwe aandelen geplaatst tegen € 64,00 per nieuw aandeel via een private plaatsing bij gekwalificeerde en/of institutionele beleggers middels een "accelerated bookbuilding". Deze private plaatsing resulteerde in een bruto-opbrengst van € 102.551.296. Ingevolge de voltooiing van de private plaatsing is het totale geplaatste kapitaal van Montea vertegenwoordigd door 18.025.220 volledig volstorte gewone aandelen. Deze transactie resulteerde in een stijging van € 69.895.114,95 met betrekking tot de uitgiftepremies.
| RESERVES | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| a) Wettelijke reserve (+) | 835.245 | 835.245 |
| b) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+/-) | 371.214.107 | 185.720.087 |
| c) Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en | 0 | 0 |
| -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-) | ||
| d) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten | 0 | 0 |
| afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | ||
| e) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten | -15.004.495 | -27.971.118 |
| afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | ||
| f) Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en | 0 | 0 |
| passiva (+/-) | ||
| g) Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van | 0 | 0 |
| een buitenlandse activiteit (+/-) | ||
| h) Reserve voor eigen aandelen (-) | 0 | 0 |
| i) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa | 0 | 0 |
| beschikbaar voor verkoop (+/-) | ||
| j) Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenreglingen (+/-) | 0 | 0 |
| k) Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het | 0 | 0 |
| buitenland (+/-) | ||
| l) Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële | 0 | 0 |
| schulden (+/-) | ||
| m) Andere reserves (+/-) | 63.829.585 | 70.575.346 |
| n) Overgedragen resultaten van vorige boekjaren (+/-) | 0 | 0 |
| TOTAAL | 420.874.442 | 229.159.561 |
| NETTORESULTAAT VAN HET BOEKJAAR | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Resultaat 12 maanden Minderheidsbelangen |
205.435.918 0 |
227.685.215 0 |
| TOTAAL | 205.435.918 | 227.685.215 |
| FINANCIËLE SCHULDEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| LANGLOPENDE FINANCIELE SCHULDEN | 866.153.345 | 555.588.841 |
| Kredietinstellingen | 159.333.332 | 310.833.333 |
| Lening Belfius | 75.999.999 | 93.000.000 |
| Lening ING | 20.000.000 | 47.500.000 |
| Lening BNP Paribas | 0 | 30.000.000 |
| Lening KBC | 0 | 47.000.000 |
| Lening Nagelmaeckers | 0 | 10.000.000 |
| Lening Argenta | 30.000.000 | 30.000.000 |
| Lening ABN Amro | 33.333.332 | 53.333.333 |
| 159.333.332 € | 310.833.333 € | |
| Obligatielening | 662.449.532 | 198.758.115 |
| Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte bedragen | 1.190.674 | 854.325 |
| Financiële leasing | 595.229 | 717.796 |
| Andere | 42.584.578 | 44.425.271 |
| ANDERE LANGLOPENDE FINANCIELE VERPLICHTINGEN | -6.747 | 19.130.484 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -6.747 | 19.130.484 |
| KORTLOPENDE FINANCIELE SCHULDEN | 59.447.499 | 92.851.021 |
| Kredietinstellingen | 57.333.334 | 90.833.333 |
| Lening ABN Amro | 33.333.333 | 26.666.667 |
| Lening Belfius | 24.000.001 | 23.666.667 |
| Lening BNP Paribas | 0 | 8.000.000 |
| Lening ING | 0 | 27.500.000 |
| Lening KBC | 0 | 5.000.000 |
| 57.333.334 € | 90.833.333 € | |
| Obligatielening | 0 | 0 |
| Financiële leasing | 110.174 | 103.817 |
| Andere | 2.003.991 | 1.913.870 |
| TOTAAL | 925.594.096 | 667.570.345 |
De financiële schulden betreffen nominale bedragen waarbij de interesten niet vervat zijn.
De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen kredietlijnen van € 216,7 miljoen. Montea beschikt op 31/12/2022 over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van € 489,5 miljoen bij 7 financiële instellingen. Er rest nog een niet-opgenomen capaciteit van € 272,8 miljoen, wat betekent dat 44,3% aan kredietlijnen is opgenomen.
In 2023 vervalt 15% (of € 33,3 miljoen) van de totale opgenomen schuld van de kredietlijnen (€ 216,7 miljoen) of 15% (€ 74,7 miljoen) van de gecontracteerde kredietlijnen (€ 489,5 miljoen).
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665,0 miljoen aan obligatieleningen, waarvan € 235,0 miljoen aan Green Bonds die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en € 380 miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private Plaatsing).
| HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Exit taks | 0 | 0 |
| Andere | 12.576.915 | 5.667.819 |
| Leveranciers | 8.969.977 | 1.986.989 |
| Huurders | 1.912.606 | 2.913.450 |
| Belastingen sociale lasten en bezoldigingen | 1.694.332 | 767.380 |
| Belastingen | 1.002.365 | 529.816 |
| Sociale lasten | 691.967 | 237.564 |
| TOTAAL | 12.576.915 | 5.667.819 |
| ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Dividenden | 27.910 | 27.694 |
| Intercompany verplichtingen (statutaire zaakvoerder) | 0 | 0 |
| Andere | 2.146.898 | 314.659 |
| TOTAAL | 2.174.808 | 342.353 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET PASSIEF | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 12.893.034 | 10.002.336 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 1.518.878 | 1.572.099 |
| Andere | 0 | 0 |
| TOTAAL | 14.411.912 | 11.574.435 |
De overlopende rekeningen van het passief bestaan voornamelijk uit de vooraf gefactureerde huurinkomsten en de toerekening van nog niet afgerekende interesten op de obligatieleningen en kredietlijnen.
| HUURINKOMSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Huur | 42.026.088 | 40.773.065 |
| Gegarandeerde inkomsten | 0 | 0 |
| Huurkortingen | 620.722 | 248.725 |
| Huurvoordelen (incentives) | 0 | 0 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 0 | 0 |
| Vergoeding financiële leasing en soorgelijken | 0 | 0 |
| TOTAAL | 42.646.810 € | 41.021.790 € |
De stijging van de huurinkomsten is voornamelijk het nettoresultaat van:
| MET HUUR VERBONDEN KOSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | 0 | 0 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -152.669 | -888.374 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 370.771 | 187.392 |
| TOTAAL | 218.101 € | -700.981 € |
Montea past IFRS 9 toe. Wanneer Montea, ter inning van de huur- en/of andere gelden, beroep doet op extern juridisch advies, wordt er een waardevermindering geboekt indien de inning een onzeker karakter heeft. Wanneer de gelden ontvangen worden, wordt een terugneming van de waardevermindering geboekt. De methode van bepaling van de waardevermindering werd niet aangepast. De waardevermindering die werd aangelegd in 2021 is een gevolg van de gerechtelijke liquidatie van Office Dépot. De terugneming van de waardevermindering in 2022 vond plaats omwille van ontvangen gelden gerelateerd aan deze gerechtelijke liquidatie.
| RECUPERATIE VAN HUURLASTEN EN BELASTINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 | |
|---|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
|||
| Huurlasten gedragen door de huurder | 3.051.463 | 3.303.242 | |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 3.473.712 | 3.227.004 | |
| TOTAAL | 6.525.175 € | 6.530.246 € | |
| 7.23. | HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN |
GEDRAGEN | DOOR DE |
| HUURLASTEN EN BELASTINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 | |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | |||
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | 3.246.082 | 3.467.669 | |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 3.693.513 | 3.227.477 |
TOTAAL 6.939.595 € 6.695.146 €
7.24. ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN UITGAVEN
| ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN UITGAVEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Property management fee | 339.177 | 331.524 |
| Inkomsten zonnepanelen | 6.845.027 | 3.967.747 |
| Andere | 5.809.443 | 4.534.122 |
| TOTAAL | 12.993.647 € | 8.833.392 € |
De Property management fee betreft grotendeels de contractueel afgesproken management fee, welke in het merendeel van de contracten een percentage bedraagt op de jaarlijks te betalen huur.
De inkomsten van de zonnepanelen bestaan enerzijds uit de opgewekte elektriciteit die wordt doorgerekend aan de huurders en de netbeheerder en anderzijds uit de inkomsten van de groenestroomcertificaten.
| COMMERCIËLE KOSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | 6.914 | 8.087 |
| Publiciteit | 0 | 0 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | 62.607 | 64.266 |
| TOTAAL | 69.521 € | 72.353 € |
| KOSTEN EN BELASTINGEN VAN NIET VERHUURDE GOEDEREN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Nutsvoorzieningen | 65.750 | 10.929 |
| Onderhoud | 169.755 | 45.046 |
| Onroerende voorheffingen | 94.951 | 170.633 |
| Verzekeringen | 0 | 0 |
| TOTAAL | 330.456 € | 226.608 € |
| BEHEERKOSTEN VASTGOED | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Externe beheervergoedingen | 0 | 0 |
| (Interne) beheerskosten van het patrimonium | 1.459.490 | 1.984.826 |
| TOTAAL | 1.459.490 € | 1.984.826 € |
Deze kosten omvatten enerzijds de kosten met betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor het beheer en de commercialisering van het vastgoed en anderzijds de direct aan het beheer toe te wijzen kosten.
| ANDERE VASTGOEDKOSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Concessierechten | 0 | 0 |
| Andere | 37.984 | 51.656 |
| TOTAAL | 37.984 € | 51.656 € |
| 7.29. ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP |
||
| ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
| Kantoorkosten | 338.211 | 261.194 |
|---|---|---|
| Erelonen betaald aan derde partijen | 1.639.890 | 1.864.480 |
| Public relations, communicatie en advertenties | 642.157 | 337.167 |
| Personeelskosten en vergoedingen zaakvoerders | 3.602.321 | 1.760.939 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 422.382 | 341.183 |
| TOTAAL | 6.644.961 € | 4.564.963 € |
De algemene kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten verbonden aan het dagelijks management en de kosten gemaakt in het kader van de verplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen.
| ANDERE OPERATIONELE OPBRENGSTEN EN KOSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Andere operationele opbrengsten | 1.719.555 | 235.945 |
| Andere operationele kosten | 648.445 | -429.722 |
| TOTAAL | 2.368.000 € | -193.777 € |
De andere operationele opbrengsten hebben voornamelijk betrekking op doorfacturatie van beheerskosten aan één van onze entiteiten, binnen de groep van Montea NV.
| RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Netto verkopen van onroerende goederen (verkoopprijs - transactiekosten) | 53.000 | 15.394.793 |
| Boekwaarde van de verkochte onroerende goederen | -34.340 | -14.941.900 |
| TOTAAL | 18.660 € | 452.894 € |
De beperkte gerealiseerde meerwaarde van € 19K in 2022 is het gevolg van een onteigening in Vilvoorde (BE). In 2021 was de gerealiseerde meerwaarde van € 453K het gecombineerde resultaat van de desinvesteringen van gebouwen te Saint-Laurent-Blangy (FR) en Heppignies (BE).
| VARIATIES IN DE REELE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 117.929.097 | 101.518.740 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -46.913.068 | -12.155.279 |
| TOTAAL | 71.016.030 € | 89.363.461 € |
Het resultaat op de vastgoedportefeuille bedraagt € +71.016K op 31 december 2022. In 2022 worden de positieve herwaarderingen van de bestaande portefeuille hoofdzakelijk gedreven door een stijging van de geschatte markthuurwaarden, maar worden deze deels gecompenseerd door een opwaartse yield shift.
Wanneer Montea NV investeert in een pand (zware aanpassingswerken), dan worden deze investeringen geboekt op het actief van de balans. Wanneer de vastgoeddeskundige deze meerwerken niet of niet ten volle waardeert volgens de kostprijs van deze werken, boekt Montea NV een negatieve variatie in de waardering van het vastgoed.
| FINANCIELE OPBRENGSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Geïnde interesten en dividenden | 11.415.523 | 6.711.252 |
| Vergoeding financiële leasing en soortgelijken | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijken | 0 | 0 |
| Andere financiële opbrengsten | 44.867 | 15.146 |
| TOTAAL | 11.460.390 € | 6.726.398 € |
| FINANCIELE KOSTEN | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Interestkosten | -17.964.681 | -12.273.907 |
| Nominale interestlasten op leningen | -16.356.967 | -9.439.395 |
| Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden | 264.257 | 433.846 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -1.970.287 | -3.257.833 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 0 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | -1.970.287 | -3.257.833 |
| Inkomsten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | 98.985 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 0 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 98.985 | 0 |
| Andere interestkosten | -670 | -10.525 |
| Andere financiële kosten | -181.816 | -76.686 |
| Bankkosten en andere commissies | -181.813 | -72.399 |
| Andere | -3 | -4.287 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa | 91.938.435 | 103.360.331 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | 58.408.098 | 12.966.623 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | 0 | 0 |
| zoals gedefinieerd in IFRS | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | 58.408.098 | 12.966.623 |
| zoals gedefinieerd in IFRS | ||
| Variatie in de waardering van deelnemingen | 33.530.337 | 90.393.709 |
| TOTAAL | 73.791.938 € | 91.009.738 € |
De financiële inkomsten hebben hoofdzakelijk betrekking op de ontvangen vergoedingen van dochterondernemingen van Montea NV welke gebruik maken van cashmiddelen, alsook de ontvangen dividenden.
De variaties in de reële waarde van de financiële activa bestaat enerzijds uit de positieve variatie in de waardering van de deelnemingen van Montea NV in haar dochterondernemingen en anderzijds kennen de toegelaten indekkingsinstrumenten (Interest Rate Swap) een positieve evolutie in 2022.
De positieve variatie in de reële waarde van de financiële activa en passiva bedraagt € 58.408K bestaande uit:
| BELASTINGEN OP HET RESULTAAT | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | 231.601 | 1.785.346 |
| Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen | 0 | 0 |
| Geraamde belastingsupplementen | 231.601 | 1.785.346 |
| Belastingen op het resultaat van het vorig boekjaar | -110.774 | -22.951 |
| Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen | -110.774 | -22.951 |
| TOTAAL | 120.827 € | 1.762.394 € |
De totale geboekte vennootschapsbelasting bestaat uit een voorziening voor:
De daling t.o.v. 2021 is te wijten aan de dividendbelasting m.b.t. boekjaar 2020 die van toepassing is in Nederland, maar dient gedragen te worden door de moedervennootschap. Montea heeft in haar resultaten van 2021 en 2022 evenwel voorzichtigheidshalve rekening gehouden met de mogelijkheid dat het FBIstatuut met betrekking tot Nederland geweigerd zou kunnen worden voor de periode vanaf 1 januari 2021. Dit heeft als gevolg dat er geen dividendbelasting meer dient gedragen te worden door de moedervennootschap.
| (x € 1.000) | Codes | Boekjaar |
|---|---|---|
| VERBONDEN ONDERNEMINGEN | ||
| Financiële vaste activa | ||
| - Deelnemingen en aandelen | 9261 | 638.962 |
| Vorderingen op verbonden ondernemingen | 9291 | |
| - Op hoogstens één jaar | 9311 | 465.871 |
| Financiële resultaten | ||
| - Financiële opbrengsten | 9441 | 10.117 |
| - Andere financiële kosten | 9471 | 0 |
| (x €1.000) | Codes | Boekjaar |
|---|---|---|
| 99097 | 2.832 | |
| Totaal bedrag van de toegekende bezoldigingen uit hoofde van hun | ||
| werkzaamheden in de consolideerden onderneming, haar | ||
| dochteronderneming en geassocieerde vennootschappen, inclusief het | ||
| bedrag van de aan de gewezen bestuurders of zaakvoerders uit dien hoofde | ||
| toegekende rustpensioenen. |
| (x €1.000) | Codes | Boekjaar |
|---|---|---|
| Bezoldiging van de commissaris(sen) | 9505 | 66 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere | ||
| opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de | ||
| commissaris(sen) | ||
| - Andere controleopdrachten | 95061 | 24 |
| - Belastingadviesopdrachten | 95062 | |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95063 | 29 |
| Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere | ||
| opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen | ||
| met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) | ||
| - Andere controleopdrachten | 95081 | |
| - Belastingadviesopdrachten | 95082 | 3 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95083 |
| TRANSACTIES TUSSEN STATUTAIRE ZAAKVOERDER EN AANDEELHOUDERS | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|
| Bestuurdersvergoedingen aangerekend door de zaakvoerder Montea Management NV | 974.088 | 963.789 |
| R/C Montea management NV | 0 | 0 |
| R/C aandeelhouders | 0 | 0 |
| TOTAAL | 974.088 € | 963.789 € |
Er zijn geen buitenbalansverplichtingen.
De langlopende en kortlopende financiële schulden Montea bestaan hoofdzakelijk uit schulden met vlottende rente. Montea maakt gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS ("Intrest Rate Swaps) om het renterisico in te dekken. Hieronder vindt u een overzicht van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten:
| REELE WAARDE VAN DE INDEKKINGSINSTRUMENTEN (EUR x |
Startdatum | Vervaldatum | Nominaal bedrag | Opgenomen bedrag |
Rentevoet | Ingedekte | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde variatie 2022 vs. |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1.000) | 31/12/2022 | rentevoet | 2022 (*) | 2021 (*) | 2020 (*) | 2021 | ||||
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -285 | -563 | 285 |
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -380 | -726 | 380 |
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.212 | -2.241 | 1.212 |
| IRS ' | 30/12/2016 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -114 | -218 | 114 |
| IRS ' | 30/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.803 | -3.533 | 1.803 |
| IRS ' | 31/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -662 | -1.343 | 662 |
| IRS ' | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.740 | -2.869 | 1.740 |
| IRS ' | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -663 | -1.109 | 663 |
| IRS ' | 03/04/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -670 | -1.125 | 670 |
| IRS ' | 31/12/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.053 | -2.053 | 1.053 |
| IRS | 31/12/2020 | 07/06/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -4.450 | 0 |
| IRS | 31/12/2020 | 04/06/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.694 | 0 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.546 | -1.960 | 1.546 |
| IRS | 01/01/2021 | 25/05/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -5.137 | 0 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 50.000 | 0 | 0,48% | EURIBOR 3M | 4.744 | -546 | -1.720 | 5.290 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -162 | -725 | 162 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -112 | -496 | 112 |
| IRS ' | 31/03/2022 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -3.905 | 0 | 3.905 |
| IRS ' | 30/06/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.360 | 0 | 1.360 |
| IRS ' | 31/12/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 0 | 0 |
| IRS ' | 30/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -3.722 | 0 | 3.722 |
| IRS ' | 31/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 0 | 0 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 29/03/2029 | 10.000 | 0 | 1,03% | EURIBOR 3M | 727 | 0 | 0 | 727 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2027 | 50.000 | 0 | 0,42% | EURIBOR 3M | 3.441 | 0 | 0 | 3.441 |
| FORWARD START IRS " | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 2.500 | 0 | 0,19% | EURIBOR 3M | 264 | 0 | 0 | 264 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 31/12/2029 | 10.000 | 0 | 2,05% | EURIBOR 3M | 793 | 0 | 0 | 793 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 30/09/2030 | 10.000 | 0 | 1,84% | EURIBOR 3M | 595 | 0 | 0 | 595 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 29/06/2029 | 10.000 | 0 | 0,28% | EURIBOR 3M | 1.526 | 0 | 0 | 1.526 |
| FORWARD START IRS " | 29/09/2023 | 31/03/2031 | 25.000 | 0 | 2,09% | EURIBOR 3M | 1.546 | 0 | 0 | 1.546 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 30/06/2029 | 15.000 | 0 | 0,29% | EURIBOR 3M | 2.283 | 0 | 0 | 2.283 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 10.000 | 0 | 0,82% | EURIBOR 3M | 756 | 0 | 0 | 756 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,62% | EURIBOR 3M | 2.071 | 0 | 0 | 2.071 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 30/06/2030 | 50.000 | 0 | 0,92% | EURIBOR 3M | 4.911 | 0 | 0 | 4.911 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,89% | EURIBOR 3M | 1.833 | 0 | 0 | 1.833 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,47% | EURIBOR 3M | 2.204 | 0 | 0 | 2.204 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 30/06/2027 | 25.000 | 0 | 0,41% | EURIBOR 3M | 1.438 | 0 | 0 | 1.438 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/03/2027 | 10.000 | 0 | 0,26% | EURIBOR 3M | 551 | 0 | 0 | 551 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/03/2028 | 10.000 | 0 | 0,54% | EURIBOR 3M | 703 | 0 | 0 | 703 |
| CAP | 31/12/2019 | 31/12/2023 | 50.000 | 50.000 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.439 | 86 | 22 | 1.353 |
| CAP | 31/12/2020 | 31/12/2024 | 25.000 | 25.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 1.600 | 167 | 42 | 1.432 |
| CAP | 31/12/2022 | 31/12/2024 | 35.000 | 35.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 2.236 | 229 | 0 | 2.007 |
| FORWARD START CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 0 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.659 | 209 | 0 | 1.450 |
| CAP | 31/12/2022 | 31/12/2024 | 30.000 | 30.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 1.916 | 196 | 0 | 1.720 |
| FORWARD START CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 0 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.659 | 209 | 0 | 1.450 |
| TOTAAL | 612.500 | 140.000 | 40.894 | -18.840 | -31.899 | 59.735 | ||||
| (*) waarde excl. CVA/DVA | (') vervroegd beëindigd en vervangen in 2022 | ('') nieuw afgesloten IRS-en ter vervanging van de vervroegd beëindigde in 2020-2022 |
Het bedrag van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten op 31.12.2022 vindt u terug onder de financiële vaste activa op het actief van de balans en op de langlopende financiële schulden op het passief van de balans.
| Reële waarde hierarchie (EUR) |
31/12/2022 Boekwaarde |
31/12/2022 Level 1 (1) |
31/12/2022 Level 2 (2) |
31/12/2022 Level 3 (3) |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 1.698.308.315 | 0 | 677.929.456 | 1.020.378.860 | |
| A. | Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Immateriële vaste activa | 566.881 | 0 | 566.881 | 0 | |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 987.359.188 | 0 | 0 | 987.359.188 | |
| D. | Andere materiële vaste activa | 33.019.672 | 0 | 0 | 33.019.672 | |
| E. | Financiële vaste activa | 677.149.886 | 0 | 677.149.886 | 0 | |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 212.689 | 0 | 212.689 | 0 | |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 555.280.720 | 11.996.545 | 487.962.984 | 0 | |
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Handelsvorderingen | 16.574.764 | 0 | 16.574.764 | 0 | |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 468.528.918 | 0 | 468.528.918 | 0 | |
| F. | Kas en kasequivalenten | 67.317.736 | 11.996.545 | 0 | 0 | |
| G. | Overlopende rekeningen | 2.859.302 | 0 | 2.859.302 | 0 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.253.589.035 | 11.996.545 | 1.165.892.439 | 1.020.378.860 | ||
| VERPLICHTINGEN | 954.757.731 | 0 | 954.757.731 | 0 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 866.146.598 | 0 | 866.146.598 | 0 | |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Langlopende financiële schulden 1. Bancaire schulden |
866.153.345 159.333.332 |
0 0 |
866.153.345 159.333.332 |
0 0 |
|
| 2. Obligatieleningen | 662.449.532 | 0 | 662.449.532 | 0 | ||
| 3. Diverse langlopende financiële schulden (borgtochten, waarborgen,) | 44.370.481 | 0 | 44.370.481 | 0 | ||
| C. D. |
Andere langlopende financiële verplichtingen Handelsschulden en andere langlopende schulden |
-6.747 0 |
0 0 |
-6.747 0 |
0 0 |
|
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 88.611.133 | 0 | 88.611.133 | 0 | |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Kortlopende financiële schulden | 59.447.499 | 0 | 59.447.499 | 0 | |
| 1. Bancaire schulden | 57.333.334 | 0 | 57.333.334 | 0 | ||
| 2. Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| 3. Diverse kortlopende financiële schulden (borgtochten, leasing schulden) | 2.114.165 | 0 | 2.114.165 | 0 | ||
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 12.576.915 | 0 | 12.576.915 | 0 | |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 2.174.808 | 0 | 2.174.808 | 0 | |
| F. | Overlopende rekeningen | 14.411.912 | 0 | 14.411.912 | 0 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 954.757.731 | 0 | 954.757.731 | 0 |
Level 1: waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (niet-aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen;
Level 2: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen);
Level 3: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet-observeerbare gegevens).
Tijdens het boekjaar 2022 hebben geen overdrachten plaatsgevonden tussen de verschillende niveaus van de reële waarde hiërarchie.
Werknemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | ||||
|---|---|---|---|---|
| Voltijds | 1011 | 31.559,5 | 12.664,5 | 18.895,0 |
| Deeltijds | 1012 | 3.620,5 | 2.043,0 | 1.577,5 |
| Totaal | 1013 | 35.180,0 | 14.707,5 | 20.472,5 |
| Personeelskosten | ||||
| Voltijds | 1021 | 2.510.155 | ||
| Deeltijds | 1022 | 287.964 | ||
| Totaal | 1023 | 2.798.119 | 1.169.794 | 1.628.326 |
| Betaling van de voordelen bovenp het loon | 1033 | 36.163 | 15.322 | 20.840 |
| Tijdens het vorige boekjaar | Codes | Totaal | 1. Mannen | 2. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers in VTE | 1003 | 17,0 | 7,6 | 9,4 |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 1013 | 27.543,6 | 12.862,1 | 14.681,5 |
| Personeelskosten | 1023 | 1.592.300 | 813.864 | 778.436 |
| Bedrag van de voordelen bovenop het loon | 1033 | 29.015 | 13.610 | 15.404 |
Werkenemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring heeft indiend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister (vervolg)
| Op de afsluitingsdatum van het boekjaar | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 105 | 20 | 2 | 21,7 |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 110 | 20 | 2 | 21,7 |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 111 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 112 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 113 | |||
| Volgens het geslacht en studieniveau | ||||
| Mannen: | 120 | 8 | 1 | 8,8 |
| lager onderwijs | 1200 | |||
| secundair onderwijs | 1201 | 2 | 2,0 | |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1202 | 1 | 1,0 | |
| universitair onderwijs | 1203 | 5 | 1 | 5,8 |
| Vrouwen: | 121 | 12 | 1 | 12,9 |
| lager onderwijs | 1210 | |||
| secundair onderwijs | 1211 | 4 | 1 | 4,9 |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1212 | 4 | 4,0 | |
| universitair onderwijs | 1213 | 4 | 4,0 | |
| Volgens de beroepscategorie | ||||
| Directiepersoneel | 130 | |||
| Bedienden | 134 | 20 | 2 | 21,7 |
| Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Arbeiders |
132 | |||
| Andere | 133 | |||
| 2. Ter | ||||
| 1. | beschikking | |||
| Codes | Uitzendkracht | van de | ||
| en | onderneming | |||
| gestelde | ||||
| Tijdens het boekjaar | personen |
28
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde of "fair value" gewaardeerd. Twee externe, onafhankelijke deskundigen, Jones Lang LaSalle BV, Marnixlaan 23, 1000 Brussel vertegenwoordigd door Rod Scrivener en Stadim BV, Mechelsesteenweg 180, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door Anton Breat, maken per kwartaal een waardering van de vastgoedportefeuille op.
Elke winst of verlies, na de acquisitie van een gebouw, als gevolg van een wijziging in de reële waarde wordt geboekt in de resultatenrekening. De waardering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de kapitalisatiemethode, uitgegeven door het International Valuation Standards Committee.
De reële waarde (zoals gedefinieerd in IFRS 13) is de prijs welke zou ontvangen worden bij de verkoop van een actief of betaald zou worden om een verplichting over te dragen in een normale transactie tussen marktpartijen op de evaluatiedatum. De reële waarde moet daarbij de lopende huurcontracten, de huidige kasstromen en redelijke veronderstellingen met betrekking tot de verwachte huurinkomsten en kosten weergeven.
De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling aan de publieke overheden van de registratierechten of een belasting op de toegevoegde waarde. Over de omvang van deze registratierechten publiceerde de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari 2006 een mededeling dienaangaande. Na analyse van een groot aantal Belgische transacties werd gekomen tot het besluit dat de impact van de verwervingskosten op belangrijk Belgisch investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt, beperkt is tot 2,5%. Dit omdat in België een waaier aan methodes van eigendomsoverdracht wordt gebruikt. Dit percentage zal, indien nodig, jaarlijks herzien en aangepast worden per schijf van 0,5%. Eigendommen die onder de drempel van € 2.500.000 liggen en de buitenlandse eigendommen, blijven onderhevig aan de gebruikelijke registratieheffing en hun reële waarde stemt dus overeen met de waarde exclusief kosten van registratie, notaris en BTW. De registratierechten voor de panden gewaardeerd in Frankrijk is over het algemeen 1.8% wanneer het gebouw jonger is dan 5 jaar en tussen 6,9% en 7,5% in alle andere gevallen, afhankelijk van het departement. Voor Nederland bedragen de theoretische lokale registratierechten die worden afgetrokken van de investeringswaarde gemiddeld 10,4% en in Duitsland zijn deze afhankelijk van de exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
De investeringswaarde in België stemt overeen met de reële waarde verhoogd met 2,5% verwervingskosten (voor investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt). De reële waarde is dus te berekenen door de waarde vrij op naam te delen door 1,025.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed".
De gerealiseerde winsten/verliezen op de verkoop worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen". Het gerealiseerd resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de fair value van de laatste waardering.
Concessies die betaald worden, worden behandeld als operationele lease volgens IFRS 16.
Onroerende goederen welke worden gebouwd of ontwikkeld met het oog op een toekomstig gebruik als vastgoedbelegging, worden opgenomen onder de rubriek "vastgoedbeleggingen" en aan reële waarde gewaardeerd ("Fair Value").
Alle rechtstreekse aan de ontwikkeling gerelateerde kosten worden geactiveerd, alsook de direct toewijsbare interestlasten worden gekapitaliseerd, in overeenstemming met de bepalingen van IAS 23 - Financieringskosten.
Alle materiële vaste activa welke niet voldoen aan de definitie van vastgoedbelegging, noch aan de definitie van projectontwikkeling, worden opgenomen onder deze rubriek. De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel. Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen voor de Vennootschap. Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële vaste activa. Na de initiële opname, dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20 jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis bepaald.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van de zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Montea beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige cash flows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
De bedrijfswaarde is de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen. Om de bedrijfswaarde te bepalen, worden de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen een rentevoet voor belastingen, die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico's met betrekking tot het actief weergeeft.
Voor activa die zelf geen kasstromen genereren, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe die activa behoren.
Eerder geboekte bijzondere waardeverminderingen worden via de resultatenrekening teruggenomen als er een wijziging is opgetreden in de schatting die wordt gebruikt voor de bepaling van de realiseerbare waarde van het actief sinds de opname van het laatste bijzondere waardeverminderingsverlies.
De financiële vaste activa worden opgenomen aan reële waarde. Voor de vorderingen en borgtochten heeft de boeking plaats tegen de nominale waarde. Tot een waardevermindering wordt overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.
Kas en kasequivalenten omvatten bankrekeningen, geldmiddelen en korte termijnbeleggingen.
Het kapitaal omvat de netto geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging, waarbij de rechtstreekse externe kosten in mindering worden gebracht (zoals registratierechten, juridische, notaris en publicatiekosten, …).
Wanneer de onderneming overgaat tot de inkoop van eigen aandelen, wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten in mindering gebracht van het eigen vermogen (onbeschikbare reserves). Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat tot wanneer de algemene vergadering der aandeelhouders de dividenden toekent.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en -kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed".
Een voorziening wordt gevormd als de onderneming een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de verplichting te voldoen en indien deze op een betrouwbare manier kan geschat worden. Voorzieningen worden gewaardeerd aan de verdisconteerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen aan de marktrente.
Handels- en andere schulden worden gewaardeerd aan hun nominale waarde op balansdatum. Rentedragende schulden worden initieel opgenomen aan kostprijs, verminderd met de direct toewijsbare kosten. Nadien wordt het verschil tussen de boekwaarde en het terugbetaalbaar bedrag opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve interestmethode.
Opbrengsten omvatten bruto huurinkomsten en opbrengsten resulterend uit de diensten, de ontwikkeling en het beheer van de gebouwen. Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding welke is ontvangen of waarop men recht heeft. Opbrengsten worden slechts opgenomen vanaf het ogenblik dat het voldoende zeker is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de onderneming. Kosten van gratuïteiten en voordelen verleend aan de huurders worden erkend in mindering van de huurinkomsten over de looptijd van het huurcontract, zijnde de periode tussen de inwerkingtreding en de eerste verbrekingsoptie (op een "straight line" basis). De vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De opbrengsten met betrekking tot de zonnepanelen (groenestroomcertificaten en opgewekte elektriciteit) worden erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in overeenstemming met IAS 18. De principes van IAS 20 worden eveneens toegepast. Er zijn geen groenestroomcertificaten die niet verkocht werden op einde van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De kosten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
Inzake uitgevoerde werken in de gebouwen wordt een onderscheid gemaakt tussen:
welke wel de verwachte economische voordelen van het gebouw aanzienlijk verhogen. De direct toewijsbare kosten aan deze werken zoals de materialen, de aannemingswerken, erelonen architecten en eventuele andere adviseurs, enz. … worden geactiveerd;
• huurvoordelen: het betreft hier tegemoetkomingen van de verhuurder aan de huurder om deze laatste te overtuigen bestaande of bijkomende ruimten te huren. Deze kosten worden gespreid over de periode die loopt vanaf de aanvang van het huurcontract tot de eerstvolgende opzegmogelijkheid en worden in mindering geboekt van de huurinkomsten.
Commissies met betrekking tot het verhuren van gebouwen worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze werden gedragen. Commissies met betrekking tot de aankoop van gebouwen, registratierechten en andere bijkomende kosten worden beschouwd als zijnde een deel van de aankoopprijs van het gebouw en worden als gevolg mee geactiveerd. Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Algemene kosten zijn kosten die verband houden met het beheer en de algemene werking van de GVV. Dit betreft onder meer algemene administratieve kosten, personeelskosten voor algemeen beheer en afschrijvingen van activa welke gebruikt worden voor het algemeen beheer.
Het financieel resultaat bestaat enerzijds uit de interestkosten op leningen, bijkomende financieringskosten en opbrengsten van beleggingen en anderzijds uit positieve en negatieve variaties in de reële waarde van indekkingsinstrumenten. Rente-inkomsten en kosten worden pro rata tempora opgenomen in de resultatenrekening. Eventuele dividendinkomsten worden in de resultatenrekening geboekt op de dag dat het dividend wordt toegekend.
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante belastinglast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in de resultatenrekening met uitzondering van de elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden geboekt. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ("liability methode") voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend als het waarschijnlijk is dat zij in de toekomst zullen kunnen afgezet worden tegen belastbare winsten.
De exit taks is de belasting op de meerwaarde en op de belastingvrije reserves als gevolg van een fusie, splitsing, inbreng in natura of overdracht van een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een onderneming die geen gereglementeerde vastgoedvennootschap is1 .
Wanneer deze laatste voor het eerst in de consolidatiekring van de groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks opgenomen samen met een meerwaarde die gelijk is aan het verschil tussen de
1 De exit taks is de belasting op het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde en op de belastingvrije reserves en bedraagt 15% voor fusies die plaats vanaf 2020. Voor fusies die plaats hebben gevonden in 2019 bedroeg de exit taks 12,5% + 2% crisisbijdrage.
waarde kosten-koper (investeringswaarde verminderd met alle met de verkoop gerelateerde kosten zoals registratie- en notariskosten) van het gebouw op het ogenblik van de verwerving en de boekwaarde. De exit taks is in principe ten laste van de inbrenger van een pand of vennootschap, maar Montea moet deze boeken omwille van het feit dat de taks pas na een zekere tijd wordt ingekohierd. Deze taks wordt in mindering gebracht van de waarde van het in te brengen goed of de in te brengen vennootschap.
Elke daaropvolgende aanpassing van deze exit taks-verplichting wordt in het resultaat genomen. Het bedrag van de exit taks kan nog variëren na de inbreng of fusie waaruit deze variatie kan voortvloeien.
Montea gaat bij financiële instellingen kredieten aan met een variabele interestvoet. Om het risico van een stijging van deze variabele interestvoeten in te dekken maakt de Vennootschap gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS. Zodoende worden de aan de kredieten gekoppelde variabele interestvoeten voor een groot gedeelte geswapt tegen een vaste interestvoet. In overeenstemming met haar financieel beleid en de van toepassing zijnde reglementering houdt Montea geen afgeleide instrumenten aan of geeft er geen uit voor speculatieve doeleinden.
De indekkingsinstrumenten voldoen evenwel niet aan de voorwaarden van het type "indekking" zoals bedoeld in IFRS 9 waardoor alle bewegingen in de werkelijke waarde van het instrument volledig in de resultatenrekening worden opgenomen. Voor de bepaling van de reële waarde wordt de market-to-market waarde op balansdatum gehanteerd.
Gegeven verduidelijking over de boekhoudkundige verwerking van de afwikkeling van swaps, en om een betere aansluiting te verkrijgen met de EPRA guidance, werd besloten om vanaf 2017 de unwinding van de swaps te verwerken via de P&L rubriek: wijzigingen in de reële waarde van financiële activa en passiva.
Deze rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van het bedrag dat in het contract wordt vermeld. Indien er geen nominale waarde beschikbaar is of waardering niet mogelijk is, worden de rechten en verplichtingen pro memorie vermeld.
Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB aangepaste standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties hebben geen significante impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap.
Hieronder worden de aard en het effect van de volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegelicht:
Wijzigingen aan IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa in verband met in aanmerking komende kosten voor verlieslatende contracten
Wijzigingen aan IFRS 3 Bedrijfscombinaties verwijzingen naar het conceptueel kader
De wijzigingen verbieden entiteiten om van de kost van een item van materiële vaste activa enige opbrengsten af te trekken die resulteren uit de verkoop van items geproduceerd terwijl dat actief naar de locatie en in de staat gebracht wordt nodig om te kunnen functioneren op de door het management beoogde wijze. In plaats daarvan neemt een entiteit de opbrengsten uit de verkoop van dergelijke items en de productiekosten van deze items op in de winst- of verliesrekening.
Entiteiten zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022. De wijzigingen moeten enkel retrospectief worden toegepast, op items van materiële vaste activa die naar de locatie en in de staat worden gebracht nodig om te kunnen functioneren op de door het management beoogde wijze op of na het begin van de vroegste periode die wordt gepresenteerd in de jaarrekening waarin de entiteit de wijzigingen voor het eerst toepast.
De wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
De wijzigingen specifiëren welke kosten een entiteit dient op te nemen bij het beoordelen of een contract verlieslatend is. De wijzigingen passen een "direct gerelateerde kostbenadering" toe. De kosten die direct gerelateerd zijn aan een contract om goederen en diensten te leveren omvatten zowel incrementele kosten als een toewijzing van kosten direct gerelateerd aan contractactiviteiten. Algemene en administratieve kosten zijn niet direct gerelateerd aan een contract en worden uitgesloten tenzij zij uitdrukkelijk toegerekend kunnen worden aan de tegenpartij onder het contract.
De wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
De wijzigingen vervangen de referentie naar een oude versie van het Conceptueel Kader van de IASB (het 1989 Kader) door een referentie naar het huidig kader dat in maart 2018 werd gepubliceerd (het Conceptueel Kader). De wijzigingen hebben tevens een uitzondering aan de opnamecriteria in IFRS 3 toegevoegd. Meer bepaald, voor verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van IAS 37 of IFRIC 21 zouden vallen, indien afzonderlijk opgelopen, zou de overnemende partij IAS 37 of IFRIC 21 respectievelijk toepassen in plaats van het Conceptueel Kader ten einde de verplichtingen te identificeren die ze bij een bedrijfscombinatie overgenomen heeft. De wijzigingen hebben daarnaast een expliciete stelling toegevoegd aan de standaard dat een overnemende partij voorwaardelijke activa verworven in een bedrijfscombinatie niet kan erkennen.
Entiteiten zijn vereist om de wijzigingen rond bedrijfscombinaties toe te passen op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
De IASB publiceerde de jaarlijkse verbeteringen cyclus 2018 – 2020 aan haar standaarden en interpretaties. Deze verbeteringen omvatten:
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties is in 2022 nog niet van toepassing, maar mag wel eerder worden toegepast. Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zullen naar verwachting geen materiële impact hebben op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap:
De wijzigingen verduidelijken de criteria om te bepalen of een schuld op korte of lange termijn dient geclassificeerd te worden. De wijzigingen verduidelijken:
Entiteiten zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen moeten retrospectief worden toegepast in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen, hebben de wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen verschaffen richtlijnen voor de toepassing van materialiteitsbeoordelingen op de toelichtingen m.b.t de grondslagen voor financiële verslaggeving. De wijzigingen aan IAS 1 vervangen de vereiste om "significante" grondslagen voor financiële verslaggeving toe te lichten door een vereiste om "materiële" grondslagen voor financiële verslaggeving toe te lichten.
In de Praktijkverklaring worden richtlijnen en illustratieve voorbeelden toegevoegd die assisteren bij de toepassing van het materialiteitsconcept bij het vormen van oordelen over de toelichtingen m.b.t. grondslagen voor financiële verslaggeving.
De wijzigingen aan IAS 1 zullen van toepassing zijn voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023. Vroegtijdige toepassing is toegestaan.
De wijzigingen introduceren een nieuwe definitie van schattingen. Schattingen worden gedefinieerd als "monetaire bedragen in de jaarrekening waarover onzekerheid bestaat omtrent de waardering".
De wijzigingen verduidelijken wat schattingswijzigingen zijn en hoe deze verschillen van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving en correcties van fouten. Deze verduidelijken tevens hoe entiteiten waarderingstechnieken en input gebruiken om schattingen te maken.
De wijzigingen zullen van toepassing zijn voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023 waarbij vroegtijdige toepassing is toegestaan.
De wijzigingen beperken het toepassingsgebied van de vrijstelling voor eerste opname onder IAS 12 Winstbelastingen, zodat deze niet langer van toepassing is op transacties die aanleiding geven tot gelijke belastbare en aftrekbare tijdelijke verschillen.
De wijzigingen verduidelijken ook dat wanneer betalingen waarmee een verplichting wordt afgewikkeld fiscaal aftrekbaar zijn, het een kwestie van beoordeling is (rekening houdend met de van toepassing zijnde fiscale wetgeving) of dergelijke aftrekposten voor belastingdoeleinden zijn toe te rekenen aan de in de jaarrekening opgenomen passiefcomponent (en rentelasten) of aan de daarmee verband houdende actiefcomponent (en rentelasten). Deze beoordeling is belangrijk om te bepalen of er tijdelijke verschillen bestaan bij de eerste opname van het actief en het passief.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023, waarbij vroegtijdige toepassing is toegestaan. De wijzigingen zijn prospectief van toepassing op transacties die plaatsvinden op of na het begin van de vroegst gepresenteerde vergelijkende periode.
De wijzigingen specifiëren hoe een verkoper-leasingnemer een leaseverplichting moet waarderen die ontstaat in een Sale and Leaseback transactie zodat deze geen bedrag erkent van de winst of verlies gerelateerd aan het behouden recht op gebruik. De wijziging omschrijft geen specifieke waarderingsvereisten voor leaseverplichtingen ontstaan in een Leaseback. De initiële waardering van een leaseverplichting ontstaan uit een Leaseback kan resulteren in de bepaling door een verkoper-leasingnemer van leasebetalingen die verschillend zijn van de algemene definitie van leasebetalingen in Appendix A van IFRS 16. De verkoper-leasingnemer zal een grondslag voor financiële verslaggeving moeten bepalen dat resulteert in informatie die relevant en betrouwbaar is in lijn met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Entiteiten zijn verplicht de wijzigingen toe te passen voor jaarlijkse periodes die beginnen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen moeten retrospectief toegepast worden in lijn met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
De wijziging voegde een overgangsoptie toe voor een "classificatie overlay" om mogelijke boekhoudkundige discrepanties tussen financiële activa en verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten in de vergelijkende informatie die bij de eerste toepassing van IFRS 17 wordt gepresenteerd, aan te pakken. Indien een entiteit ervoor kiest de "classificatie overlay" toe te passen, kan zij dit alleen doen voor vergelijkende perioden waarvoor zij IFRS 17 toepast (d.w.z. vanaf de ingangsdatum tot de datum van eerste toepassing van IFRS 17). Er werden geen wijzigingen aangebracht aan de ingangsvereisten van IFRS 9 Financiële Instrumenten.
De wijziging is van toepassing op het boekjaar waarin IFRS 17 Verzekeringscontracten voor het eerst wordt toegepast. Deze standaard is niet van toepassing voor Montea.
IFRS 17 is een nieuwe standaard voor verzekeringscontracten, die de opname en waardering, presentatie en toelichting behandelt. Eens van toepassing, zal IFRS 17 IFRS 4 - Verzekeringscontracten (IFRS 4), die werd gepubliceerd in 2005, vervangen. IFRS 17 is van toepassing op alle soorten verzekeringscontracten (d.w.z. levensverzekering, schadeverzekering, directe verzekering en herverzekering), ongeacht het type entiteit dat deze uitgeeft, evenals op bepaalde garanties en financiële instrumenten met discretionaire winstdeling elementen. Er gelden enkele uitzonderingen op het toepassingsgebied. Het algemeen objectief van IFRS 17 is te voorzien in een boekhoudmodel voor verzekeringscontracten dat bruikbaarder en consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de vereisten van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd waren op het overdragen van voorheen gebruikte lokale grondslagen voor financiële rapportering, voorziet IFRS 17 een allesomvattend model voor verzekeringscontracten die alle relevante boekhoudaspecten dekt.
De kern van IFRS 17 is het algemeen model, aangevuld met
IFRS 17 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023, met verplichting tot aanpassing van de vergelijkende cijfers. Vroegtijdige toepassing is toegestaan, op voorwaarde dat de entiteit IFRS 9 en IFRS 15 toegepast op of voor de datum van eerste toepassing van IFRS 17.
Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
GVV naar Belgisch recht Naamloze Vennootschap Industrielaan 27 9320 Erembodegem (Aalst) www.montea.com RPR Dendermonde BTW-nr. BE 0417.186.211
Geachte Mevrouw, Geachte Heer,
In uitvoering van de wettelijke en statutaire bepalingen leggen wij u hierbij de jaarrekening per 31 december 2022 voor en brengen wij hiermee verslag uit over de uitoefening van ons mandaat over het boekjaar met aanvang 1 januari 2022 hetwelke werd afgesloten op 31 december 2022.
De jaarrekening werd opgesteld conform de IFRS-regels.
Op 31 december 2022 bestaat het totaal van de activa (€ 2.253.589K) voornamelijk uit vaste activa (€ 1.698.308K) (waarvan de vastgoedbeleggingen 58,1% uitmaken) en vlottende activa (€ 555.281K) met daarin de liquide middelen en de commerciële en fiscale vorderingen.
De reële waarde of "fair value" van het vastgoedpatrimonium, als onderdeel van "C. Vastgoedbeleggingen", is gestegen van € 832.169K naar € 987.359K, ofwel een stijging met € 155.190K (18,6%).
Het totaal van de passiva bestaat uit het eigen vermogen ter waarde van € 1.298.831K en een totale schuld van € 954.758K. Dit bedrag omvat onder meer de langlopende financiële schulden (€ 866.147K) en de kortlopende verplichtingen, ten bedrage van € 88.611K.
De schuldgraad (schuldenlast exclusief provisies, overlopende rekeningen en niet-courant passief – dekkingsmiddel tegenover het totaal aan activa) bedraagt 41,6% tegenover 38,6% op 31/12/2021.
De huurinkomsten tijdens het boekjaar 2022 bedragen € 42.647K, een daling van 4,0% ten opzichte van dezelfde periode in 2021 (€ 41.022K).
Het vastgoedresultaat op 31/12/2022 bedraagt € 55.444K en vertoont hiermee een stijging van 13,2% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (€ 48.989K).
Het operationeel vastgoedresultaat is gestegen van € 46.654K op 31/12/2021 naar € 53.547K op 31/12/2022.
Het operationeel resultaat op 31/12/2022 omvat het resultaat van de verkoop van de vastgoedbeleggingen alsook de positieve en negatieve variaties van de vastgoedportefeuille en bedraagt € 120.304K.
Het positieve financieel resultaat per 31/12/2022 (€ 85.252K) werd sterk beïnvloed door de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva.
De belastingen omvatten de geraamde belastingsschuld op het lopende boekjaar alsook de roerende voorheffing en bedragen voor boekjaar 2022 (€ 121K).
Het nettoresultaat voor het huidig boekjaar bedraagt € 205.436K (€ 12,42 per aandeel) ten opzichte van 227.685K (€ 14,11 per aandeel) per 31/12/2021.
In overeenstemming met de International Financial Reporting Standards is de balans opgesteld vòòr bestemming van het resultaat van het boekjaar.
Wij stellen U voor deze jaarrekening goed te keuren en de winst als volgt te bestemmen:
De vergoeding van het kapitaal komt overeen met een bruto dividend van € 3,30 per aandeel. Op dit bruto dividend zal 30% roerende voorheffing worden ingehouden.
In 2020 besloot Montea om na België, Frankrijk en Nederland ook de Duitse markt te betreden en zo haar internationale slagkracht te vergroten. Montea ging hiervoor een partnership aan met het Duitse IMPEC Group GmbH. Deze samenwerking leidde tot de aankoop van twee ontwikkelgronden op strategische locaties in Mannheim en Leverkusen.
Vandaag wenst Montea haar aanwezigheid en slagkracht te versterken, met de aanwerving van Patrick Abel, als Country Director Duitsland. Patrick zal – conform de groeistrategie van Montea in de andere landen waar Montea actief is – een eigen team uitbouwen rond logistiek vastgoedbeheer met als doel de portefeuille verder te laten groeien via in-house ontwikkelingen, aankopen en strategische partnerships.
Patrick Abel heeft 20 jaar ervaring in de Duitse vastgoedsector. De afgelopen 5 jaar was hij lid van de raad van bestuur van Palmira Capital Partners met een duidelijke focus op de Pan-Europese logistieke sector. Patrick genoot een opleiding in economie, bedrijfskunde en behaalde een postgraduaat in Real Estate Asset Management. Hij is een gevestigde waarde in de sector en kan bouwen op een netwerk van ontwikkelaars, vastgoedeigenaren, makelaars, advocaten en adviesbureaus. Kortom, de geknipte man om het sterke groeiverhaal van Montea ook in Duitsland vorm te geven.
De nieuwe Country Director Germany zal vanaf januari zijn functie uitoefenen vanuit Frankfurt. Hij zal daar een lokaal Montea team uitbouwen en het groeiplan Track'24 mee ondersteunen.
Xavier Van Reeth zal vanaf april het Montea team versterken in de functie van Country Director Belgium. In deze rol zal hij het Belgische team aansturen dat verantwoordelijk is voor het beheer van de bestaande klanten, alsook voor de verdere groei van de vastgoedportefeuille in België. Voor het beheer zal de nadruk liggen op het op peil houden van de sterke resultaten van de bestaande portefeuille via een optimale dienstverlening en een doorgedreven ontzorging van de klanten. Met betrekking tot de groei zal de focus liggen op de verdere uitbouw van de portefeuille via in-house ontwikkelingen, sale-and-rentbacks en strategische partnerships met zowel grondeigenaars als ontwikkelaars.
Met de komst van Xavier Van Reeth haalt Montea meer dan 15 jaar ervaring in de logistieke vastgoedsector aan boord. De afgelopen 10 jaar was Xavier als Head of Industrial & Logistics actief bij CBRE, dat ook in de toekomst een vooraanstaande vastgoedpartner zal blijven. Xavier heeft een uitstekende reputatie als teamplayer en beschikt over een ruime ervaring in dienstverlening aan logistieke spelers. Hiermee past hij dan ook helemaal bij het DNA en de reputatie van Montea.
De korte- en/of langetermijnrentes op de (internationale) financiële markten kunnen sterk schommelen.
Met uitsluiting van de financiële overeenkomsten omtrent de andere financiële schulden, € 640 miljoen aan obligatieleningen en € 67 miljoen aan bilaterale kredietlijnen sluit Montea al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR (1, 3 of 6) maanden + marge). Een stijging in de rente zal financiering via vreemd vermogen in principe duurder maken voor de Vennootschap. Per 31 december 2022 bedraagt de totale financiële schuld die onderworpen is aan variabele interestvoeten € 175 miljoen.
Om het risico van stijgende rentevoeten in te dekken, voert Montea een beleid dat erop gericht is 80% tot 100% van de rentevoeten van haar bestaande inclusief verwachte financiële schulden in te dekken. Op 31 december 2022 zijn de opgenomen bedragen onder de kredietlijnen en de obligatieleningen, voor 96% ingedekt door indekkingsinstrumenten (swaps en caps) of kredietlijnen/obligatieleningen met vaste rentevoet. Een stijging van de korte-termijn interestvoeten met 100 basispunten, berekend op datum van 31 december 2022, zou een stijging van de totale financiële kost met € 0,3 miljoen veroorzaken.
Om haar activiteiten en investeringen te financieren hangt Montea in hoge mate af van haar vermogen om financiële middelen op te halen. Dat vermogen kan worden verstoord door verschillende (externe) factoren, bv. verstoringen van de internationale financiële schuld- en aandelenkapitaalmarkten, een vermindering van de kredietverleningscapaciteiten van banken, een verslechtering van de kredietwaardigheid van Montea, een negatieve perceptie van beleggers ten aanzien van vastgoedvennootschappen, enz. Elk van deze gebeurtenissen zou ertoe kunnen leiden dat Montea problemen ervaart om onder haar bestaande of nieuwe kredietfaciliteiten, of op de kapitaalmarkten, toegang te krijgen tot financiering. Dit kan potentieel leiden tot, onder andere, de onmogelijkheid om acquisities of projecten te financieren, een gebrek aan voldoende financiële middelen ter betaling van intresten en operationele kosten en ter terugbetaling op vervaldag van het uitstaand kapitaal van leningen en/of obligaties, etc.
Het liquiditeitsrisico wordt onder meer ingeperkt door de diversificatie van de financieringsbronnen: de totale financiële schuld bestaat voor 24,6% uit opgenomen kredietlijnen, uit 75,3% aan obligatieleningen en uit 0,1% aan andere financiële schulden (leasing). Bovendien voorziet Montea steeds een voldoende ruime liquiditeitsbuffer om aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen. Op jaareinde bedraagt deze buffer € 340 miljoen2 .
Voor welbepaalde sites beschikt Montea over een opstalrecht of een concessierecht op openbaar domein. In het bijzonder wordt hierbij verwezen naar (i) de opstalovereenkomsten die Montea of haar dochtervennootschappen hebben afgesloten met Brussels Airport Company (BAC) voor sites gelegen in luchthavenzone, (ii) de concessieovereenkomsten die Montea of haar perimetervennootschappen heeft afgesloten met North Sea Port Flanders (voorheen 'Gent Zeehaven') of met De Vlaamse Waterweg.
Deze opstal- en concessierechten zijn beperkt in de tijd en kunnen tevens, omwille van redenen van algemeen belang, door de opstalgever/concessiegever worden beëindigd vooraleer hun voorziene eindduur is verstreken.
Het hiermee gepaard gaande risico voor Montea is tweeledig. Enerzijds riskeert Montea haar opstal- of concessierecht op de site, en daarom dus ook haar investering/ haar gebouw(en) op de site, voortijdig te verliezen. Anderzijds riskeert Montea te worden blootgesteld aan schadeclaims vanwege de gebruiker(s) van dat (die) gebouw(en) omdat samen met het opstal- of concessierecht op de site, ook de gebruiksovereenkomst noodzakelijkwijs voortijdig eindigt.
Globaal is 367.683.984 € (of 18,2% van de totale waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2022. De geconsolideerde huurinkomsten gelieerd aan deze sites bedroegen 18.863.038 € (of 18,7% van het totaal aantal huurinkomsten) in 2022. Als de opstal- en
2 De liquiditeitspositie van Montea werd in 2022 voornamelijk versterkt door de uitgifte van € 380 miljoen green unsecured notes via US Private Plaatsing en door versterking van het eigen vermogen met ruim € 102 miljoen. Bovendien is per 31/12/2022 € 61 miljoen beschikbaar via een termijnrekening, opneembaar zonder penaliteit na 7 dagen.
concessierechten voor dit deel van de vastgoedportefeuille integraal vroegtijdig zouden worden beëindigd, zouden deze huurinkomsten naar de toekomst vervallen.
Dit tweeledig risico is evenwel quasi steeds ingeperkt (a) door bepalingen in de gebruiksovereenkomst krachtens dewelke, in geval van een dergelijke beëindiging, de gebruiker geen schadevergoeding kan claimen van Montea, en/of doordat (b) in geval van een dergelijke beëindiging, de opstalgever/ concessiegever krachtens de opstalovereenkomst/ concessieovereenkomst is gehouden om de integrale schade van Montea (met in begrip van schadeclaims van de gebruiker) te vergoeden.
Tot op heden heeft dit risico zich niet voorgedaan.
Welbepaalde sites van Montea die gelegen zijn op openbaar domein of binnen luchthavenzones zijn onderworpen aan specifieke (veiligheids-)reglementeringen. Indien deze reglementeringen zouden wijzigen/verstrengen, kan dit een impact hebben op de verhuurbaarheid van de betrokken onroerende goederen of in sommige gevallen bepaalde contractuele beëindigingsmogelijkheden activeren voor de gebruikers. Globaal is 175.458.376 € (of 8,7% van de waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2022. Gezamenlijk genereren deze assets 8.769.111€ aan huurinkomsten.
Tot op heden heeft dit risico (gewijzigde wetgeving inzake het nachtvluchtregime & navenante vermindering van de gebruiksvergoeding of voortijdige beëindiging) onder deze gebruiksovereenkomst zich niet voorgedaan.
Als gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) geniet Montea een gunstig fiscaal stelsel. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op het niveau van de GVV (maar niet op het niveau van de perimetervennootschappen). De dividenduitkeringen door een GVV zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van, in principe, 30%. Aan dit gunstig fiscaal stelsel zijn er echter ook verplichtingen en beperkingen verbonden waaraan Montea zich dient te houden. Zo mag een GVV maximaal 20% van haar geconsolideerde activa beleggen in "ander vastgoed" zoals gedefinieerd in artikel 2, 5° vi tot xi van de GVV Wet. Per 31 december 2022 wordt deze grens niet overschreden door Montea.
Bij verlies van de erkenning van het statuut van GVV, wat een ernstig en aanhoudend verzuim door Montea van de naleving van de bepalingen van de GVV Wet of het GVV KB veronderstelt, zou Montea het voordeel van dit gunstig fiscaal stelsel verliezen.
Bovendien wordt het verlies van de erkenning als openbare GVV in kredietovereenkomsten over het algemeen beschouwd als een aanleiding voor de vervroegde terugbetaling van bankkredieten (Montea heeft 217 miljoen € opgetrokken bankkredieten op 31 december 2022) waardoor de liquiditeit van Montea zou kunnen dalen. Ten slotte is Montea blootgesteld aan het risico van toekomstige wijzigingen van het stelsel van GVV.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Montea in september 2013 een verzoek ingediend voor toepassing van het fiscaal regime van de 'Fiscale Beleggingsinstelling' (hierna FBI) (zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) m.b.t. Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen. Op heden heeft de Nederlandse dochteronderneming van de Vennootschap, Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen, nog geen definitieve beslissing van de Nederlandse fiscale administratie waarin de FBI-status wordt goedgekeurd.
In juli 2022 heeft het onderzoeksinstituut 'Stichting Economisch Onderzoek' (SEO) een evaluatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het FBI-regime afgerond en aangeboden aan het Nederlandse Ministerie van Financiën. In het evaluatierapport worden voor verschillende knelpunten van het (vastgoed- )FBI-regime oplossingsrichtingen gesuggereerd. In de aanbiedingsbrief aan de volksvertegen-woordiging heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven deze oplossingsrichtingen te evalueren en na de zomer zijn beleidsvoornemens te presenteren.
Medio september 2022 heeft de Staatssecretaris van Financiën hieraan opvolging gegeven in de bekendmaking van de Nederlandse begroting voor 2023. Hierin werd aangekondigd dat het kabinet een zogeheten vastgoedmaatregel zal introduceren in de vennootschapsbelasting, als gevolg waarvan FBI's vanaf 2024 niet langer rechtstreeks in vastgoed zouden kunnen beleggen. Begin december 2022 heeft het kabinet Financiën gereageerd op het eerder gunstige evaluatierapport van het onafhankelijke Nederlandse onderzoeksinstituut SEO en het besluit gedeeld om de inwerkingtreding van deze afschaffing met een jaar uit te stellen naar 1 januari 2025.
Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen zouden daarom vanaf 2025 niet langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. Het is de verwachting dat vastgoed-FBI's zullen gaan herstructureren vóór 2025. In de kabinetsreactie is ook aangegeven dat flankerende maatregelen in 2024 getroffen zullen worden om het herstructureren van FBI's die in vastgoed beleggen te faciliteren.
De lopende dialoog die Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen onderhoudt met de Nederlandse fiscale administratie wordt niet aangetast door de aangekondigde vastgoedmaatregel van 2025. Deze maatregel geniet geen terugwerkende kracht.
De weigering van het FBI-statuut zou, met betrekking tot de jaren 2015 tot en met 2020, een negatieve impact van € 9,4 miljoen (of € 0,57 per aandeel3 ) op het EPRA-resultaat hebben. De toekenning van het FBIstatuut zou, met betrekking tot de jaren 2015 tot en met 2020, een positieve impact van € 11,7 miljoen op de liquiditeitspositie van Montea hebben.
De weigering van het FBI-statuut zou, met betrekking tot de jaren 2021 en 2022, geen impact op het EPRAresultaat hebben. De toekenning van het FBI-statuut zou, met betrekking tot de jaren 2021 en 2022, een positieve impact van € 8,4 miljoen (of € 0,50 per aandeel) op het EPRA-resultaat hebben alsook een positieve impact van € 40,7 miljoen (of € 2,46 per aandeel) op het portefeuilleresultaat via terugname van de voorziene latente belasting op het vastgoed.
Ondersteund door het Europese recht blijft de inzet van Montea erop gericht om in Nederland ook vanaf 2021 het FBI-statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften (minstens tot en met 2024) zullen dan ook als FBI worden ingediend aangezien Montea van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen.
3 Op basis van een gewogen gemiddeld aantal aandelen van 16.538.273 voor 2022.
Voor haar investeringen in vastgoed in Frankrijk heeft Montea gekozen voor het fiscaal stelsel van de "Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées" (hierna SIIC), conform artikel 208-C van de Code Général des Impôts français (CGI). Het belangrijkste voordeel van dat stelsel bestaat in een vrijstelling van Franse vennootschapsbelasting, op voorwaarde dat wordt voldaan aan een uitkeringsverplichting voor bepaalde vastgoedinkomsten (huurgelden, gerealiseerde meerwaarden op vastgoed, vastgoedinkomsten uit dochtervennootschappen), grotendeels naar het voorbeeld van het regime van de GVV in de Belgische vennootschapsbelasting.
Aan het stelsel zijn een aantal bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de vennootschap genoteerd zijn op een Franse of buitenlandse gereglementeerde markt en moet het voorwerp van de vennootschap in hoofdzaak bestaan in de verwerving of de bouw van onroerende goederen met het oog op verhuring of in het aangaan van een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie in ondernemingen met een soortgelijk voorwerp.
Indien Montea haar statuut van SIIC zou verliezen, bv. doordat zij één of meerdere voorwaarden onder de Franse wet niet langer naleeft, is zij verplicht een aantal nabetalingen te doen in de Franse vennootschapsbelasting aan een tarief van 25%. Montea schat de jaarlijkse financiële impact in dergelijk geval op maximaal € 0,02 per aandeel4 op basis van het gerealiseerde resultaat van 2022, zonder hierbij rekening te houden met groeiassumpties van de portefeuille.
Niettegenstaande het feit dat een SIIC vrijgesteld is van Franse vennootschapsbelasting, houdt Frankrijk een bronheffing in op de niet-uitgekeerde winsten van een Frans bijkantoor (de zgn. branch remittance tax). Montea doet beroep op het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk zodat deze Franse bronheffing resulteert in een tax leakage van 5% op de winst na belasting van het Frans bijkantoor. In 2021 hebben België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag afgesloten dat nog niet in werking is getreden. Montea verwacht dat de beperking van de Franse bronheffing niet langer van toepassing zal zijn zodra het nieuw dubbelbelastingverdrag in werking treedt (ten vroegste vanaf 2024). Ervan uitgaand dat het Frans bijkantoor als SIIC kwalificeert, is de jaarlijkse financiële impact een bijkomende bronheffing van 20%, zijnde het verschil tussen de zgn. branch remittance tax van 25% en de huidig toegepaste verlaagde bronheffing van 5%.
In haar hoedanigheid van controlerende aandeelhouder van de Enige Bestuurder, heeft de Familie De Pauw een belangrijke invloed, vermits zij bepaalt – rekening houdende met de wettelijke regels inzake corporate governance en het Corporate Governance Charter van Montea – wie bestuurder wordt van de Enige Bestuurder. De algemene vergadering van Montea kan bovendien slechts beraadslagen en besluiten
4 Hier berekend op het gewogen gemiddeld aantal aandelen per 31 december 2022. De maximale impact bij verlies van het SIIC-statuut wordt ingeschat op € 0.3 miljoen.
wanneer de Enige Bestuurder aanwezig is. Tevens dient de Enige Bestuurder zijn instemming te geven bij de belangrijkste beslissingen van de algemene vergadering van Montea (met inbegrip van de wijziging van de statuten). Ten gevolge van dit statutaire vetorecht, en gezien de Enige Bestuurder vrijwel onafzetbaar is, kan de beslissingsmacht van de algemene vergadering van Montea worden geblokkeerd, waardoor voor Montea noodzakelijke of nuttige beslissingen niet kunnen worden genomen door de algemene vergadering. Hierdoor bestaat het risico dat de aan de aandelen verbonden stemrechten geheel of gedeeltelijk worden uitgehold.
Op het ogenblik dat Montea haar statuten zou wijzigen en zij een andere vorm dan een naamloze vennootschap met enige bestuurder zou aannemen of zij een andere enige bestuurder dan Montea Management NV zou benoemen, kan de voorziene clausule met betrekking tot een controlewijziging in de Obligaties worden geactiveerd. Dit zou tot gevolg hebben dat elke obligatiehouder, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de zetel van Montea met een kopie aan de respectievelijke "agent", kan eisen dat zijn of haar obligaties onmiddellijk opeisbaar en terug betaalbaar worden verklaard tegen de nominale waarde samen met verworven interest (indien die er is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten, tenzij dergelijke wanprestatie wordt rechtgezet of een verzaking van de obligatiehouders wordt bekomen. Ook in de bilaterale kredieten kan dit de clausule met betrekking tot een controlewijziging activeren waardoor de betrokken financiële instellingen het recht zouden hebben om alle uitstaande bedragen op te eisen. Montea beschikte op 31 december 2022 over € 665 miljoen aan opgenomen obligatieleningen en € 216,7 miljoen aan kredietlijnen.
De vastgoedportefeuille van Montea wordt niet alleen uitgebreid door de verwerving van bestaande gebouwen, maar ook door ontwikkelingsprojecten. Dergelijke projecten houden soms andere risico's in dan de klassieke verwerving van bestaande gebouwen. Het gaat onder meer over de volgende potentiële risico's: het vinden van de juiste partners om de ontwikkeling uit te voeren, vertraging van de ontwikkeling of gebrekkige uitvoering (met verminderde huurinkomsten, uitstel of verlies van verwachte huurinkomsten als gevolg), een stijging van de bouwkosten, organisatorische problemen in de toelevering van de nodige grondstoffen of materialen en het risico dat de nodige vergunningen niet toegekend worden dan wel aangevochten worden. Montea is hierbij in belangrijke mate onderhevig aan macro-economische evoluties, zoals bv. de stijgende kostprijs van grondstoffen en bouwmaterialen en verstoringen in de toeleveringsketen. Daarbij werd in 2022 in het bijzonder de potentiële impact van het gewapend conflict in Oekraïne op de timing en het budget van ontwikkelingsprojecten, alsook op de gemiddelde financieringskost, gemonitord. Het operationele team van Montea volgt deze risico's proactief op en wekelijks worden de lopende projecten besproken om timing en budget te monitoren. Bovendien doet Montea haar best om contracten te onderhandelen die deze risico's tot een minimum beperken, bv. stijgingen in de bouwkost worden waar mogelijk niet doorgerekend naar Montea, het bekomen van een bouwvergunning is een opschortende voorwaarde voor het project en de projecten waarin Montea investeert zijn zo veel mogelijk voorverhuurd.
Daarnaast sluit Montea soms voor build-to-suit projecten een overeenkomst af met een ontwikkelaar waarin Montea zich verbindt om tegen een vooraf afgesproken prijs het respectievelijke gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) te zullen aankopen, mits het vervullen van enkele opschortende voorwaarden. Deze opschortende voorwaarden hebben betrekking op o.a. het afleveren van de garantie, de eerste huurbetaling, het bekomen van de nodige vergunningen en de voorlopige oplevering van het gebouw. Als het gebouw later dan voorzien wordt opgeleverd of indien er één of meerdere opschortende voorwaarden niet zijn vervuld, kan Montea beslissen om het gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) niet (of pas later) over te nemen, wat een impact kan hebben op de vooropgestelde resultaten van Montea en haar toekomstige vastgoedportefeuille.
Montea wordt blootgesteld aan de risico's die verband houden met het vertrek van haar huurders en de heronderhandeling van hun huurovereenkomsten. Een hogere leegstand brengt bijkomende kosten met zich mee, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, ten laste neming van normaal door te rekenen kosten (onroerende voorheffing, beheerskosten, etc.) en commerciële kosten met betrekking tot wederverhuring en/of neerwaartse herziening van de huurprijzen. Bovendien zal een verhoogde leegstand leiden tot een daling van de inkomsten en cashflows.
Montea hanteert een investeringsstrategie die onder meer gericht is op duurzaam en veelzijdig logistiek vastgoed, bestaande uit strategische toplocaties, multimodale sites, multifunctionele gebouwen en maximale benutting van ruimte. Montea beschikt over een professioneel team dat zich toelegt op het zoeken naar nieuwe huurders en het actief beheren van de relatie met haar klanten. Bovendien wordt leegstand vermeden en een stabiele cashflow van huurinkomsten verzekerd doordat een groot deel van de vastgoedportefeuille wordt verhuurd op basis van lange termijn huurovereenkomsten wat het mogelijk maakt om het risico op huurleegstand te spreiden.
Op 31 december 2022 lag de resterende looptijd van de huurovereenkomsten tot vervaldag op 7,3 jaar (exclusief zonnepanelen). De bezettingsgraad kwam op 31 december 2022 op 99,9%, zijnde een quasivolledige verhuring van de vastgoedportefeuille.
De duurzaamheidsstrategie bepaalt hoe Montea zal bijdragen aan de klimaatdoelstellingen om zo de effecten van klimaatverandering zo goed mogelijk te beperken. De klimaatverandering brengt ook veranderende risico's met zich mee. Montea bouwt haar portefeuille op met deze veranderende noden in het achterhoofd.
Het belangrijkste, directe risico van de klimaatverandering ziet Montea in extreme weersomstandigheden. Schade door extreme weersomstandigheden en natuurrampen wordt evenwel gedekt door diverse verzekeringen waardoor de directe financiële impact (op korte en middellange termijn) hiervan bijgevolg niet als materieel wordt beschouwd. Een significante stijging van het aantal schadegevallen (bij Montea of in het algemeen) zou op langere termijn invloed kunnen hebben op de verzekerbaarheid van de portefeuille en de verzekeringspremies. Op vandaag heeft Montea geen materiële impact op haar portefeuille met betrekking tot dit risico ondervonden.
Gelet op de omvang van de projecten waarin Montea investeert, bestaat het risico dat Montea te veel afhankelijk is van het voortbestaan van een activageheel of van een contractuele relatie met één bepaalde klant. De concentratie van het huurdersbestand kan de diversificatiegraad van de groep beïnvloeden en voor een terugval van inkomsten en cashflows zorgen wanneer een huurder vertrekt of financiële problemen heeft.
Om deze risico's te beperken en aan risicospreiding te doen, dient Montea overeenkomstig de GVV Wet een diversificatie van haar vastgoed te respecteren, dit op geografisch vlak, per type vastgoed en per categorie van huurder. Meer in het bijzonder mag Montea geen enkele verrichting uitvoeren die tot gevolg zou hebben dat meer dan 20% van haar geconsolideerde activa wordt belegd in vastgoed dat één enkel activageheel vormt, of dat dit percentage, indien het voor één of meerdere activagehelen al meer dan 20% zou bedragen, verder toeneemt.
Montea heeft steeds gestreefd naar een sterk gediversifieerd huurdersbestand, gespreid over meerdere sites. Per 31 december 2022 wordt voormelde diversificatiedrempel van 20% niet bereikt.
De door de grootste huurder Amazon gehuurde gebouwen vertegenwoordigen 4,8% van de totale jaarlijkse gecontracteerde huurinkomsten. De waarde van het grootste vastgoedgeheel in de portefeuille vertegenwoordigt 5,1% van de totale reële waarde van de portefeuille (site in Tiel, verhuurd aan Recycling Reko Tiel en Struyk Verwo Infra).
De opbrengst van de zonnepanelen staat voor 7,7% van de inkomsten.
De reële waarde van de vastgoedinvesteringen van Montea is onderhevig aan wijzigingen en hangt af van verschillende factoren, waarvan enkele extern zijn en waarover Montea dus geen controle heeft (zoals een dalende vraag of bezettingsgraad in de markten waarin Montea actief is, wijzigingen in de verwachte beleggingsrendementen of stijgingen van de transactiekosten met betrekking tot de verwerving of overdracht van vastgoed).
Daarnaast kan de waardering van vastgoed beïnvloed worden door een aantal kwalitatieve factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de technische toestand ervan, bijkomende verplichtingen inzake duurzaamheid van gebouwen, de commerciële positionering, vereisten inzake kapitaaluitgaven voor inrichting, vestiging en indeling.
Elk kwartaal wordt de reële waarde van vastgoedbeleggingen door onafhankelijke vastgoeddeskundigen vastgesteld.
Een aanzienlijke daling van de reële waarde van haar vastgoed zou potentieel aanzienlijke verliezen met zich kunnen meebrengen wat potentieel een nadelige impact zou kunnen hebben op de resultaten en de financiële toestand van Montea, namelijk een negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de NAV, een daling in de reële waarde van de vastgoedinvesteringen wat leidt tot een stijging van schuldgraad, en het gedeeltelijk of totaal onvermogen tot dividenduitkering indien gecumuleerde negatieve variaties van de reële waarde de uitkeerbare reserves zouden overschrijden.
Montea beschikt over een investeringsstrategie die gericht is op kwaliteitsvolle activa die stabiele inkomsten bieden en draagt zorg voor een adequate monitoring van haar activa, gecombineerd met een omzichtig schuldbeleid. Montea monitort haar schuldgraad en de evolutie van de reële waarde van haar vastgoedbeleggingen op regelmatige basis.
Montea heeft een bijkantoor in Frankrijk, geregistreerd als Montea SCA met zetel 75008 Parijs, 18-20 Place de la Madeleine. Sinds 24 april 2007 heeft dit bijkantoor het SIIC (Société d'investissement immobilier cotée) statuut verworven.
96,0% van de lopende bankschuld (zonder rekening te houden met de uitstaande obligatieleningen en andere financiële schulden) bij financiële instellingen werden ingedekt door middel van volgende interest rate swaps en caps:
| REELE WAARDE VAN DE | Opgenomen | Ingedekte | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| INDEKKINGSINSTRUMENTEN (EUR x 1.000) |
Startdatum | Vervaldatum | Nominaal bedrag | bedrag 31/12/2022 |
Rentevoet | rentevoet | 2022 (*) | 2021 (*) | 2020 (*) | variatie 2022 vs. 2021 |
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -285 | -563 | 285 |
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -380 | -726 | 380 |
| IRS ' | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.212 | -2.241 | 1.212 |
| IRS ' | 30/12/2016 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -114 | -218 | 114 |
| IRS ' | 30/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.803 | -3.533 | 1.803 |
| IRS ' | 31/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -662 | -1.343 | 662 |
| IRS ' | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.740 | -2.869 | 1.740 |
| IRS ' | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -663 | -1.109 | 663 |
| IRS ' | 03/04/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -670 | -1.125 | 670 |
| IRS ' | 31/12/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.053 | -2.053 | 1.053 |
| IRS | 31/12/2020 | 07/06/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -4.450 | 0 |
| IRS | 31/12/2020 | 04/06/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.694 | 0 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.546 | -1.960 | 1.546 |
| IRS | 01/01/2021 | 25/05/2021 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -5.137 | 0 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 50.000 | 0 | 0,48% | EURIBOR 3M | 4.744 | -546 | -1.720 | 5.290 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -162 | -725 | 162 |
| IRS ' | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -112 | -496 | 112 |
| IRS ' | 31/03/2022 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -3.905 | 0 | 3.905 |
| IRS ' | 30/06/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -1.360 | 0 | 1.360 |
| IRS ' | 31/12/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 0 | 0 |
| IRS ' | 30/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -3.722 | 0 | 3.722 |
| IRS ' | 31/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | 0 | 0 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 29/03/2029 | 10.000 | 0 | 1,03% | EURIBOR 3M | 727 | 0 | 0 | 727 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2027 | 50.000 | 0 | 0,42% | EURIBOR 3M | 3.441 | 0 | 0 | 3.441 |
| FORWARD START IRS " | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 2.500 | 0 | 0,19% | EURIBOR 3M | 264 | 0 | 0 | 264 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 31/12/2029 | 10.000 | 0 | 2,05% | EURIBOR 3M | 793 | 0 | 0 | 793 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 30/09/2030 | 10.000 | 0 | 1,84% | EURIBOR 3M | 595 | 0 | 0 | 595 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 29/06/2029 | 10.000 | 0 | 0,28% | EURIBOR 3M | 1.526 | 0 | 0 | 1.526 |
| FORWARD START IRS " | 29/09/2023 | 31/03/2031 | 25.000 | 0 | 2,09% | EURIBOR 3M | 1.546 | 0 | 0 | 1.546 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2023 | 30/06/2029 | 15.000 | 0 | 0,29% | EURIBOR 3M | 2.283 | 0 | 0 | 2.283 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 10.000 | 0 | 0,82% | EURIBOR 3M | 756 | 0 | 0 | 756 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,62% | EURIBOR 3M | 2.071 | 0 | 0 | 2.071 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 30/06/2030 | 50.000 | 0 | 0,92% | EURIBOR 3M | 4.911 | 0 | 0 | 4.911 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,89% | EURIBOR 3M | 1.833 | 0 | 0 | 1.833 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,47% | EURIBOR 3M | 2.204 | 0 | 0 | 2.204 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 30/06/2027 | 25.000 | 0 | 0,41% | EURIBOR 3M | 1.438 | 0 | 0 | 1.438 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/03/2027 | 10.000 | 0 | 0,26% | EURIBOR 3M | 551 | 0 | 0 | 551 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2024 | 31/03/2028 | 10.000 | 0 | 0,54% | EURIBOR 3M | 703 | 0 | 0 | 703 |
| CAP | 31/12/2019 | 31/12/2023 | 50.000 | 50.000 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.439 | 86 | 22 | 1.353 |
| CAP | 31/12/2020 | 31/12/2024 | 25.000 | 25.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 1.600 | 167 | 42 | 1.432 |
| CAP | 31/12/2022 | 31/12/2024 | 35.000 | 35.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 2.236 | 229 | 0 | 2.007 |
| FORWARD START CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 0 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.659 | In 2022 boekte Montea, als gevolg van de aanpassingen volgens IFRS 13, een negatieve variatie in de 209 |
0 | 1.450 |
| CAP | 31/12/2022 | 31/12/2024 | 30.000 | 30.000 | 0,00% | EURIBOR 3M | 1.916 | 196 | 0 | 1.720 |
| FORWARD START CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 0 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.659 | waardering van de indekkingsinstrumenten van € 1.326K (dit betreft de zogenaamde "Debit Value 209 |
0 | 1.450 |
| TOTAAL | 612.500 | 140.000 | 40.894 | -18.840 | -31.899 | 59.735 |
Adjustment"). Zodoende bedraagt de netto positie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten (*) waarde excl. CVA/DVA (') vervroegd beëindigd en vervangen in 2022 ('') nieuw afgesloten IRS-en ter vervanging van de vervroegd beëindigde in 2020-2022
€ 40.894K. De negatieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde van de indekkingsinstrumenten kan worden teruggevonden bij de andere langlopende financiële schulden op het passief van de balans en de positieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde bij de andere financiële vaste activa – afdekkingsinstrumenten op het actief van de balans.
Montea heeft op het einde van 2022 indekkingsinstrumenten voor een nominaal bedrag van € 612.500 K miljoen gecontracteerd.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur beschrijft de belangrijkste regels die Montea heeft aangenomen in toepassing van de wetgeving en aanbevelingen inzake corporate governance en de manier waarop ze deze heeft toegepast gedurende het boekjaar 2022. De toepasselijke wetgeving omvat niet alleen het WVV, maar ook de GVV Wet en het GVV KB.
Montea hanteert sinds 1 januari 2020 de Belgische Corporate Governance Code 2020 (www.corporategovernancecommittee.be) als referentiecode (hierna Code 2020). Indien zij daarvan is afgeweken, licht zij dit toe in onderstaande verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming met artikel 3:6, §2 WVV. Daarbij wordt rekening gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van haar activiteiten.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur maakt deel uit van het jaarverslag, overeenkomstig artikel 3:6, §2 WVV.
Montea is opgericht als een naamloze vennootschap en heeft slechts één statutair benoemde bestuurder, Montea Management NV, welke op haar beurt is opgericht als een naamloze vennootschap met een monistisch bestuur.
De Vennootschap en de Enige Bestuurder leefden in 2022 de aanbevelingen van de Code 2020 en de wettelijke bepalingen inzake corporate governance na door deze mutatis mutandis toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen de Enige Bestuurder. Als bestuursorgaan van de Enige Bestuurder van de Vennootschap is het immers de raad van bestuur van de Enige Bestuurder die collegiaal beslist over de waarden en de strategie van Montea, over haar bereidheid om risico's te nemen en over de voornaamste beleidslijnen.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is aldus transparant met betrekking tot corporate governance. In het Corporate Governance Charter zoals laatst gewijzigd op 28 oktober 2021 (zie https://montea.com/investor-relations/nl/corporate-documents) en in deze verklaring inzake deugdelijk bestuur wordt dan ook met de term "raad van bestuur" de raad van bestuur van de Enige Bestuurder bedoeld.
De Vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van de hiernavolgende bepalingen:
• De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet deels uitbetaald in de vorm van aandelen van de Vennootschap, wat een afwijking vormt van aanbeveling 7.6 van de Code 2020. Het oogmerk van deze aanbeveling is het belang van de niet-uitvoerende bestuurders te aligneren op het lange termijn aandeelhoudersbelang. Montea streeft als GVV naar een robuuste winst en dividend per aandeel, in lijn met het perspectief van een lange termijn aandeelhouder. Deze strategie is duidelijk weerspiegeld in het groeiplan (Track'24) en de ESG-strategie, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur. Er is dan ook geen onmiddellijke noodzaak om de niet-uitvoerende bestuurders, noch de onafhankelijke bestuurders, deels te betalen in aandelen. Dit wordt op regelmatige basis geëvalueerd.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de evaluatie van de risico's die eigen zijn aan de Vennootschap en voor de opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van de Vennootschap is op haar beurt verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van risicobeheer en de doeltreffendheid van de interne controle.
Montea organiseert het beheer van de interne controle en van de risico's van de Vennootschap aan de hand van:
Daarbij gaat ook een bijzondere aandacht uit naar de betrouwbaarheid van het proces van rapportering en de financiële informatieverstrekking.
De belangrijkste kenmerken van de controleomgeving bestaan uit:
beursgenoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap in logistiek vastgoed. Montea stelt zich tot doel om een gediversifieerde vastgoedportefeuille op te bouwen, aan de hand van zowel eigen ontwikkelingen als standing investments, dat stabiele recurrente inkomsten genereert. Montea houdt daarbij rekening met de evoluties van de logistieke wereld in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
De persoon belast met het risicobeheer van de Vennootschap stelt een lijst op van alle risico's dat jaarlijks in het auditcomité geëvalueerd wordt. De voor de Vennootschap voldoende specifieke en materiële risico's worden besproken in het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit jaarlijks financieel verslag.
De specifieke controlewerkzaamheden van de Vennootschap kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
goedkeuring van iedere uitgaande betaling door minstens twee personen.
Controle op de financiële werkzaamheden:
De algemene communicatie binnen de Vennootschap is aangepast aan haar omvang. Deze is voornamelijk gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, interne werkvergaderingen en algemeen e-mailverkeer.
Het opstellen van en communicatie over de financiële informatie wordt georganiseerd op kwartaal-, halfjaarlijkse en jaarlijkse basis. Jaarlijks wordt hiervoor een retroplanning opgesteld. Het interne boekhoudteam (lokale werknemers in België, Frankrijk en Nederland, bijstand van externe accountant in Duitsland) verschaft de boekhoudkundige cijfers. Deze cijfers worden geconsolideerd en geverifieerd door het controlling team dat verslag uitbrengt bij de CFO.
De kwaliteit van de interne controle wordt in de loop van het boekjaar beoordeeld door:
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf.
In overeenstemming met het WVV en haar statuten wordt Montea bestuurd door Montea Management NV, de Enige Bestuurder. Montea Management NV werd benoemd als statutaire enige bestuurder van Montea voor een periode t.e.m. 30 september 2026.
De Enige Bestuurder wordt op haar beurt extern vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder wordt bestuurd door een raad van bestuur die zo is samengesteld dat Montea conform de GVV Wet en het GVV KB kan worden bestuurd en telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is transparant. Dit betekent dat alle regels van de GVV Wet en van het GVV KB van toepassing zijn op de Enige Bestuurder en haar bestuurders. In deze optiek heeft Montea de principes op het vlak van corporate governance uitgebreid tot de bestuurders van de Enige Bestuurder.
De corporate governance structuur van Montea kan schematisch als volgt worden weergegeven:
De personen die deel uitmaken van de bedrijfsleiding, alsook de Enige Bestuurder, hebben hun kantooradres op de zetel van Montea (dit uitsluitend voor aangelegenheden die betrekking hebben op Montea).
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van de Enige Bestuurder bij gewone meerderheid uit een lijst van kandidaten, voorgedragen door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Met uitzondering van één aandeel aangehouden door Jo De Wolf, is de algemene vergadering van de Enige Bestuurder samengesteld uit de vijf kinderen van wijlen de heer Pierre De Pauw, die elk 20% van de aandelen aanhouden.
De voordracht tot benoeming of hernieuwing van benoeming, van de niet-hernieuwing van benoeming of van het ontslag van de bestuurders wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd en/of meegedeeld aan de FSMA in toepassing van artikel 14, §4, lid 4 van de GVV Wet.
Het benoemingsproces wordt geleid door de voorzitter van de raad van bestuur. Kandidaat-bestuurders of kandidaten tot herbenoeming als bestuurder worden door de raad van bestuur aan de aandeelhouders van de Enige Bestuurder voorgedragen op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
De leden van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder zijn, conform artikel 14, §1 van de GVV Wet, uitsluitend natuurlijke personen. De bestuurders worden in principe benoemd voor een (hernieuwbare) periode van maximum vier jaar, dit om een voldoende rotatie te garanderen. Vóór elke nieuwe (her)benoeming gebeurt een evaluatie van de bekwaamheden, kennis en ervaring die op dat moment reeds aanwezig zijn binnen de raad van bestuur. Dit zorgt voor de vereiste diversiteit en complementariteit inzake de diverse achtergronden en competenties van de bestuurders.
De leden van de raad van bestuur worden geëvalueerd op grond van volgende criteria:
Bij de selectie en evaluatie van de bestuurders wordt bijzondere nadruk gelegd op kennis en ervaring van ESG-gerelateerde aangelegenheden. Dit wordt ook duidelijk weerspiegeld binnen de huidige samenstelling van de raad van bestuur: alle niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders beschikken over een ruime ervaring en aanzienlijke kennis van ESG-gerelateerde aangelegenheden dankzij hun jarenlange ervaring (op C-level) bij Belgische en internationale (beursgenoteerde) bedrijven met een stevige trackrecord inzake ESG (voor meer details zie sectie "curricula" hieronder).
Niet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf (5) bestuursmandaten in beursgenoteerde vennootschappen tegelijk bekleden. Eventuele wijzigingen in hun andere engagementen buiten Montea, worden ten gepaste tijde aan de voorzitter van de raad van bestuur gemeld.
Conform artikel 13 van de GVV Wet moeten minstens drie bestuurders onafhankelijk zijn in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020. Op heden voldoen vier bestuurders aan deze onafhankelijkheidscriteria: Philippe Mathieu, Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer en Lieve Creten.
| De raad van bestuur bestaat uit zeven leden en is per 31 december 2022 samengesteld als volgt5 | : | |
|---|---|---|
| ------------------------------------------------------------------------------------------------ | -- | --- |
| Naam | Hoedanigheid/Functie | Aanvang | Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| eerste | |||
| mandaat | |||
| Dirk De Pauw | Uitvoerend bestuurder en sinds 1/10/2014 eveneens | 01/10/2006 | 20/05/2025 |
| voorzitter van de raad van bestuur | |||
| Jo De Wolf | Uitvoerend bestuurder, Chief Executive Officer (CEO) | 30/09/2010 | 19/05/2026 |
| Peter Snoeck | Niet-uitvoerend bestuurder | 01/10/2006 | 20/05/2025 |
5 Sophie Maes was lid van de raad van bestuur tot 17 mei 2022.
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 15/05/2018 | 20/05/2025 |
|---|---|---|---|
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 21/05/2024 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 21/05/2024 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 17/05/2022 | 20/05/2025 |
Er werd op de algemene vergadering van Montea Management NV op 17 mei 2022 beslist om:
Hierna vindt u het beknopte curriculum van ieder van de bestuurders en de effectieve leiders met vermelding van de andere mandaten die zij als lid van de administratieve, beheer- of controleorganen in andere vennootschappen in de loop van de voorbije vijf jaar hebben vervuld (met uitzondering van de perimetervennootschappen van de Vennootschap).
Voorzitter van de raad van bestuur en van de investeringscomités Begin mandaat: 1/10/2006 - Herbenoemd tot 20/05/2025
Dirk De Pauw, geboren in 1956, is één van de stichtende aandeelhouders van Montea. Hij behaalde zijn diploma boekhouding en bedrijfsbeheer aan het IHNUS te Gent en volgde daarna aanvullende opleidingen aan de Vlerick Leuven Gent Management School.
Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder en, als vaste vertegenwoordiger van DDP Management BV, voorzitter van de investeringscomités van Montea.
Hij is tevens gedelegeerd bestuurder van CLIPS NV (sinds 1982), K&D Invest NV (sinds 2006) en Fadep NV (sinds 2018). Daarnaast is hij voorzitter van de raad van bestuur van Vastgoedgroep Degroote (sinds 2022).
Uitvoerend bestuurder en CEO – Effectieve leider Begin mandaat: 30/09/2010 - Herbenoemd tot 19/05/2026
Jo De Wolf, geboren in 1974, behaalde een diploma van Master in Applied Economics aan de KU Leuven, behaalde een MBA aan de Vlerick School voor Management en volgde het Master in Real Estate programma aan de KU Leuven.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: nihil.
Jo De Wolf is uitvoerend bestuurder en gedelegeerd bestuurder van de Enige Bestuurder. Hij is tevens aangesteld als effectieve leider van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet.
Daarnaast is hij sinds mei 2011 bestuurder van BVS-UPSI VZW (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector). Sinds december 2016 is hij bestuurder van Good Life Investment Fund CV.
Tot slot, is hij sinds januari 2020, als vaste vertegenwoordiger van Lupus AM BV, de voorzitter van de raad van bestuur (alsook onafhankelijke bestuurder) van Premier Development Fund 2 BV.
Effectieve leider Begin mandaat: 1 maart 2020
Jimmy Gysels, geboren in 1971, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur in Brussel. Hij behaalde daarna een postgraduaat in vastgoedkunde.
Niet-uitvoerend Bestuurder Begin mandaat: 1/10/2006 - Herbenoemd tot 20/05/2025
Peter Snoeck, geboren in 1957, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur elektromechanica in Gent. Hij studeerde daarna bedrijfsbeheer aan de KUL en volgde een opleiding tot vastgoedmakelaar.
Van 2006 tot 2018 was Peter Snoeck uitvoerend bestuurder van de Enige Bestuurder. Sinds 2018 is hij benoemd als niet-uitvoerend bestuurder. Peter Snoeck is eveneens bestuurder van DBS-projects NV, DPCo NV en Immo-Lux NV.
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 15/05/2018 - Benoemd tot 20/05/2025
Philippe Mathieu, geboren in 1967, behaalde een diploma Toegepaste Economische wetenschappen (KU Leuven) en behaalde in 1990 eveneens een diploma Master in Business Administration (MBA).
Philippe is onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder en tevens voorzitter van het auditcomité. Hij is daarnaast, als vaste vertegenwoordiger van Sobelder NV, CEO van ECS Corporate NV en voorzitter van Invale NV. Als vaste vertegenwoordiger van ECS Corporate NV, is hij ook gedelegeerd bestuurder van ECS European Containers NV, DD Trans NV, 2XL France SAS, 2XL UK en voorzitter van de raad van bestuur van 2XL NV en ECS Technics BV. Bovendien is hij ondervoorzitter van de raad van bestuur van De Warande VZW, bestuurder van VOKA West-Vlaanderen en gedelegeerd bestuurder bij Sobelder NV.
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 03/10/2013 - Einde mandaat: 17/05/2022
Sophie Maes, geboren in 1957, behaalde het diploma van Licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen.
Sophie was onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder tot 17 mei 2022. Daarnaast voert Sophie bestuursmandaten uit bij Insumat NV, Investissement Leopold NV, Profin BV, Algemene Bouw Maes NV, Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen, VOKA Vlaams Economisch Verbond VZW, BVS-UPSI VZW en BNP Paribas Fortis Bank (Advisory Board).
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Barbara De Saedeleer, geboren in 1970, behaalde een masterdiploma in bedrijfs- en financiële wetenschappen, met een specialisatie in kwantitatieve bedrijfseconomie aan de VLEKHO Business School te Brussel. Ze bezit tevens een diploma inzake marketing.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij Befimmo NV en voorzitter van de raad van bestuur van Mithra Pharmaceuticals NV (waar zij
tevens lid was van het auditcomité).
b) De lopende mandaten: Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder sinds 18 mei 2021. Daarnaast is Barbara onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij Beaulieu International Group NV, waar ze tevens voorzitter is van het auditcomité, en onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij UTB NV.
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Koen Van Gerven, geboren in 1959, studeerde af als handels- en bedrijfseconomisch ingenieur in de beleidsinformatica aan de KULeuven. Nadien behaalde hij een MBA aan Cornell University in de VS.
Daarnaast is Koen onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder bij: ING Belgium NV (tevens voorzitter van het auditcomité en lid van het benoemingscomité), SDworx NV (tevens lid van het auditcomité), WorxInvest NV (tevens voorzitter van het auditcomité), Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg (tevens lid van het remuneratiecomité), Z.org Kuleuven VZW (tevens lid van het auditcomité), Algemeen Ziekenhuis Diest VZW (tevens voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter van het remuneratiecomité) en Plexus Ziekenhuis Netwerk VZW.
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 17/05/2022 – Benoemd tot 20/05/2025
Lieve Creten, geboren in 1965, behaalde een masterdiploma als handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven (België), alsook een postgraduaat in fiscale wetenschappen. Sinds 1995 is ze tevens gecertificeerd accountant.
Montea Management NV handelt bij de uitvoering van haar opdracht als Enige Bestuurder in het exclusieve belang van Montea. De raad van bestuur heeft in dit kader, in het bijzonder, volgende opdrachten:
In 2022 is de raad van bestuur zeven keer fysiek samengekomen, vonden er zes telefonische vergaderingen plaats en werden er éénmaal schriftelijke besluiten goedgekeurd. De bestuurders waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid 2022 |
|---|---|---|
| (fysiek / telefonisch / schriftelijke besluiten)6 | ||
| Dirk De Pauw | Voorzitter en uitvoerend bestuurder | 14/14 |
| Jo De Wolf | Gedelegeerd bestuurder | 13/14 |
6 7 van de 14 raden van bestuur werden georganiseerd via videoconferentie of schriftelijk. In lijn met het remuneratiebeleid werden geen zitpenningen voor zulke vergaderingen betaald.
| Peter Snoeck | Niet-uitvoerend bestuurder | 13/14 |
|---|---|---|
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 14/14 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 14/14 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 13/14 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 6/6 |
| (sinds 17 mei 2022) | ||
| Sophie Maes | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 8/8 |
| (tot 17 mei 2022) |
Op de vergaderingen van de raad van bestuur werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Teneinde de werking van de raad van bestuur te optimaliseren, heeft de raad van bestuur volgende adviserende comités opgericht die de raad van bestuur moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen:
Na elke vergadering ontvangt de raad van bestuur van elk comité een verslag over de bevindingen en aanbevelingen. Tussentijds wordt ad hoc informatie verstrekt aan de bestuurders en elke bestuurder kan te allen tijde alle informatie opvragen op eerste verzoek via de voorzitter van de raad van bestuur.
Individuele bestuurders en leden van de comités kunnen te allen tijde via de voorzitter van de raad van bestuur, de raad van bestuur verzoeken om op kosten van de Vennootschap beroep te doen op externe deskundigen (juridische adviseurs, fiscale adviseurs, enz.).
Conform artikel 4 van het Corporate Governance Charter van Montea, wordt de raad van bestuur en zijn comités ondersteund door een secretaris. In 2021 werd Jörg Heirman aangesteld als secretaris.
De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur gekozen onder zijn leden. De voorzitter wordt aangesteld op basis van zijn kennis, vakkundigheid, ervaring en bemiddelingsvermogen.
De functie van voorzitter kan niet worden gecumuleerd met die van CEO.
De voorzitter heeft de bijzondere taak om:
De professionele ontwikkeling van de bestuurders wordt gegarandeerd door enerzijds de persoonlijke ontwikkeling van iedere bestuurder in zijn of haar eigen vakgebied, en anderzijds door het organiseren van verschillende in-house trainingen en seminaries.
In 2022 organiseerde Montea informele opleidingssessies voor de bestuurders, gegeven door externe deskundigen, omtrent onder andere de evolutie van de logistieke vastgoedmarkt, de belangrijkste macroeconomische evoluties en de mondiale evoluties inzake lange en korte termijn interesten.
De evaluatie van de bestuurders gebeurt op verschillende niveaus:
• • de raad van bestuur evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het uitvoerend management, zijn omvang, samenstelling en werking, alsook dat van zijn comités. De evaluatie verloopt in overeenstemming met een door de raad van bestuur goedgekeurde methodologie. De raad van bestuur wordt hierin bijgestaan door het remuneratie- en benoemingscomité en eventueel externe deskundigen;
• de bestuurders evalueren elkaar onderling op permanente basis. Bij problemen of opmerkingen over de bijdrage van een bestuurder, kan dit naar voor worden gebracht als agendapunt op de raad van bestuur of het remuneratie- en benoemingscomité of kan dit besproken worden met de voorzitter. De voorzitter kan dan, naar eigen inzicht, de aangewezen stappen ondernemen.
De raad van bestuur wordt hierin bijgestaan door het remuneratie- en benoemingscomité en, indien nodig, ook door externe deskundigen.
De bijdrage van elke bestuurder wordt jaarlijks individueel geëvalueerd door het remuneratie- en benoemingscomité, zodat indien nodig de samenstelling van de raad van bestuur kan worden aangepast. In geval van een herbenoeming vindt er een evaluatie plaats van de bijdrage van de bestuurder.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan worden voorzien in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van uitvoerende als niet-uitvoerende bestuurders, toelaten om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring binnen de raad van bestuur in stand te houden.
De raad van bestuur heeft drie gespecialiseerde comités opgericht die de raad moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen: het auditcomité, het remuneratie- en benoemingscomité en de investeringscomités.
Het auditcomité werd opgericht conform artikel 7:99 WVV en staat de raad van bestuur bij in de vervulling van diens toezichtstaak op de interne en externe controle in de ruime zin van het woord.
Het auditcomité bestond in 2022 uit de volgende niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Overeenkomstig artikel 7:99 WVV moet ten minste één lid van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. In dit verband kan worden verwezen naar de ruime ervaring en deskundigheid van het voltallige comité:
Gasthuisberg, Algemeen Ziekenhuis Diest en ING Belgium NV. Hij is tevens voorzitter van het auditcomité van WorxInvest NV en ING Belgium NV.
• Lieve Creten heeft onder meer relevante ervaring als lid van het remuneratiecomité en voorzitter van het auditcomité van Barco NV, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het auditcomité van Telenet NV, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het auditcomité van CFE NV en lid van de raad van bestuur van Artsen zonder Grenzen (België).
Wanneer het auditcomité beraadslaagt met betrekking tot de jaarlijkse financiële audit kan desgewenst een externe financiële adviseur en/of de commissaris worden uitgenodigd. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Montea.
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken beschreven in artikel 7:99 WVV. De taken van het auditcomité omvatten onder meer:
Daarnaast zal de aanbeveling tot (her)benoeming van de commissaris die door de raad van bestuur aan de algemene vergadering wordt gedaan, slechts kunnen gebeuren op voorstel van het auditcomité.
Het auditcomité brengt na iedere bijeenkomst verslag uit bij de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
In 2022 kwam het auditcomité zesmaal fysiek bijeen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid in |
|---|---|---|
| 2022 |
| (fysiek)7 | ||
|---|---|---|
| Phillippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder en voorzitter |
6/6 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 6/6 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 5/6 |
| Sophie Maes (tot 17 mei 2022) | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 3/3 |
| Lieve Creten (sinds 17 mei 2022) | Onafhankelijk en niet-uitvoerend bestuurder | 3/3 |
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Tijdens twee vergaderingen van het auditcomité was de commissaris aanwezig. Op alle vergaderingen werden voorgaande punten tevens besproken met de CEO en de CFO.
De belangrijkste criteria voor het evalueren van het auditcomité en haar leden zijn ervaring op het vlak:
De evaluatie van de leden en de werking van het auditcomité gebeurt op permanente basis enerzijds door de collega's onderling en anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter van het auditcomité kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
De raad van bestuur heeft een remuneratiecomité opgericht conform artikel 7:100 WVV. Het remuneratiecomité treedt tevens op als benoemingscomité.
7 Voor alle zes vergaderingen van het auditcomité werden zitpenningen betaald.
Het remuneratie- en benoemingscomité bestond in 2022 uit de volgende niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Tot 17 mei 2022 nam Sophie Maes de rol op als voorzitster van het remuneratie- en benoemingscomité. Vanaf 17 mei 2022 nam Barbara De Saedeleer deze rol op.
Deze samenstelling zorgt ervoor dat het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid omwille van hun ruime beroepservaring:
Het remuneratie- en benoemingscomité is in 2022 driemaal bijeengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid in 2022 (fysiek)8 |
|---|---|---|
| Sophie Maes (tot 17 mei 2022) | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 2/4 |
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 4/4 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 4/4 |
| Lieve Creten (vanaf 17 mei 2022) | Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 1/2 |
Daarbij werden volgende aangelegenheden besproken:
De CEO, CFO en CHRO wonen de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité bij, met dien verstande dat ze de vergadering verlaten indien hun prestatie en/of vergoeding wordt besproken.
De werking van het remuneratie- en benoemingscomité wordt geëvalueerd aan de hand van de ervaring van haar leden op het vlak van personeelsmanagement, remuneratiebeleid, remuneratiesystemen en ervaring in andere remuneratie (- en benoemings)comités.
De evaluatie van de leden en de werking van het remuneratie- en benoemingscomité gebeurt op permanente basis enerzijds door de collega's onderling en anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij dat bespreken met de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
Er zijn drie investeringscomités opgericht binnen Montea die zijn belast met de voorbereiding van de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de raad van bestuur. Binnen het investeringscomité Nederland en het investeringscomité Frankrijk worden de investeringsdossiers voor respectievelijk Nederland en Frankrijk behandeld. Binnen het investeringscomité Intern worden de investeringsdossiers voor de overige landen waarin Montea actief is behandeld (België en Duitsland).
8 Voor alle vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité werden zitpenningen betaald.
De investeringscomités bestaan uit de leden van het uitvoerend management, aangevuld met één of meerdere niet-uitvoerende bestuurders alsook eventueel één of meerdere externe personen.
Het investeringscomité Intern, bestaat uit de volgende personen:
Het investeringscomité Frankrijk, bestaat uit de volgende personen:
Het investeringscomité Nederland bestaat uit de volgende personen:
De investeringscomités zijn belast met de voorbereiding van de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de raad van bestuur. De investeringscomités volgen daarnaast de onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van Montea op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk betrekking op de verwerving (onder gelijk welke vorm) en de vervreemding van vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
De creatie en het advies van de investeringscomités ontneemt geenszins enige beslissingsbevoegdheid aan de raad van bestuur die verantwoordelijk blijft en als enige kan beslissen over (des)investeringen.
In 2022 is het investeringscomité Intern driemaal samengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie9 | Aanwezigheid in 2022 |
|---|---|---|
| (fysiek en telefonisch) | ||
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter | 3/3 |
| Jo De Wolf | Lid | 3/3 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Lid | 3/3 |
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | Lid | 3/3 |
| PDM CommV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | Lid | 3/3 |
| Domenique Mannsperger (IMPEC)10 | Lid | 2/3 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo (sinds september 2022) | Lid | 1/1 |
In 2022 is het investeringscomité Nederland viermaal samengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid in 2022 (fysiek en telefonisch) |
|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter | 4/4 |
| Jo De Wolf | Lid | 4/4 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Lid | 4/4 |
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | Lid | 4/4 |
| PDM CommV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | Lid | 4/4 |
| BrightSite B.V., vertegenwoordigd door Hylcke Okkinga en Cedric Montanus | Lid | 4/4 |
| ADK Invest B.V., vertegenwoordigd door Ard De Keijzer | Lid | 3/4 |
| Rien MTMA, vertegenwoordigd door Rien van den Heuvel | Lid | 4/4 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo (sinds september 2022) | Lid | 1/1 |
Voor Frankrijk werden de lopende en (des)investeringsdossiers in Frankrijk besproken tijdens het investeringscomité Intern, met uitzondering van één investeringscomité Frankrijk dat in het najaar van 2022 werd georganiseerd nadat Luc Merigneux in juni 2022 werd aangesteld als country directory Frankrijk. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheid in 2022 |
|---|---|---|
| (fysiek en telefonisch) | ||
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter | 1/1 |
| Luc Merigneux | Lid | 1/1 |
| Jo De Wolf | Lid | 1/1 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Lid | 1/1 |
| Gilles Saubier | Lid | 1/1 |
| SAS Casamagna, vertegenwoordigd door Laurent Horbette | Lid | 1/1 |
9 De enige bestuurders en leden van het uitvoerend management die, conform het remuneratiebeleid, een vergoeding krijgen i.v.m. de investeringscomités zijn Peter Snoeck (via PSN Management BV) als lid van het investeringscomité Intern en Nederland en Dirk De Pauw (via DPP Management BV) als voorzitter van alle investeringscomités.
10 Vanaf 1 januari 2023 maakt IMPEC niet langer deel uit van het investeringscomité Intern.
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo (sinds september 2022) | Lid | 1/1 |
|---|---|---|
De raad van bestuur heeft de operationele leiding van Montea aan het uitvoerend management toevertrouwd. Het uitvoerend management bestaat op datum van dit jaarlijks financieel verslag uit:
| Naam | Functie |
|---|---|
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer (CEO) |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer (CFO) |
| Jimmy Gysels | Chief Property Management (CPM) |
Het uitvoerend management wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door de verschillende country directors:
Wat betreft HR-aangelegenheden wordt het uitvoerend management bijgestaan sinds februari 2022 bijgestaan door een Chief Human Resources Officer (SC4People BV, vertegenwoordigd door Steven Claes) en voor strategie en innovatie door de Chief Strategy & Innovation (PDM CommV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck).
Jo De Wolf en Jimmy Gysels werden aangesteld als effectieve leiders in de zin van artikel 14 van de GVV wet.
Het uitvoerend management is onder meer belast met:
de operationele leiding van de Vennootschap;
het tot stand brengen van interne controles, onverminderd de toezichthoudende rol van de raad van bestuur, gebaseerd op wat goedgekeurd werd door de raad van bestuur;
Het uitvoerend management is in het bijzonder belast met het beheer van het vastgoed, advies over en opvolging van het financieringsbeleid, het voorbereiden van alle wettelijk vereiste verslaggeving en het verstrekken van alle vereiste informatie aan het publiek of bevoegde instanties.
Het uitvoerend management werkt nauw samen in permanent overleg. Wanneer het uitvoerend management niet tot een akkoord komt, wordt de beslissing overgelaten aan de raad van bestuur.
Het uitvoerend management komt wekelijks bijeen. Daarbij worden ook de country directors en andere kaderleden (Chief Development, Chief Human Resources Officer en Chief Strategy & Innovation) nauw betrokken. Op deze vergaderingen worden onder meer de operationele zaken besproken met betrekking tot de dagelijkse werking, de stand van zaken van de lopende projecten en verhuringen en de evaluatie van nieuwe projecten die bestudeerd worden.
Het uitvoerend management brengt geregeld verslag uit aan de raad van bestuur over de vervulling van zijn opdracht.
Het uitvoerend management voorziet de raad van bestuur van alle relevante bedrijfs- en financiële informatie. Hierbij worden onder andere verstrekt: kerncijfers, een analytische voorstelling van de resultaten versus het budget, een overzicht van de evolutie van de vastgoedportefeuille, de geconsolideerde jaarrekening en toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Voorstellen voor beslissingen die de raad van bestuur moet nemen, worden op de raad van bestuur toegelicht door de CEO.
Het toezicht op het uitvoerend management komt toe aan de voltallige raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Het uitvoerend management wordt geëvalueerd op basis van prestaties en doelstellingen.
Bij het formuleren van zijn advies aan de raad van bestuur met betrekking tot de te benoemen bestuurders, houdt het remuneratie- en benoemingscomité rekening met de beoogde diversiteit binnen de raad van bestuur. Zulke diversiteit heeft niet louter betrekking op gender maar ook op andere criteria zoals
bekwaamheden, ervaring en kennis. Een diversificatie van de raad van bestuur draagt bij tot een evenwichtige besluitvorming waarbij beslissingen worden genomen en mogelijke problemen worden afgehandeld door deze vanuit verschillende oogpunten te analyseren.
De raad van bestuur van Montea telt momenteel twee vrouwelijke leden. Bovendien hebben de huidige leden van de raad van bestuur een diverse achtergrond zoals de vastgoedsector, logistieke sector, de farmaceutische sector, de postsector, de bancaire sector en de telecomsector.
Ook in de samenstelling van het uitvoerend management houdt de raad van bestuur in het bijzonder rekening met deze principes van diversiteit.
Compliance is een onafhankelijke functie binnen Montea, gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door Montea van de regels die verband houden met haar activiteiten.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn vervat in de functie van de compliance officer. De onafhankelijke compliance functie berust bij Jimmy Gysels, tevens Chief Property Manager van Montea.
De compliance officer is belast met het onderzoek naar en de bevordering van de naleving door de Vennootschap van de regels die verband houden met de integriteit van haar activiteiten. De regels betreffen zowel deze die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het betreft aldus een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit, het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen, en het naleven van de toepasselijke regelgeving. Zo is de compliance officer onder meer belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik. Verder is hij eveneens belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake belangenconflicten en de onverenigbaarheden inzake mandaten zoals voorgeschreven door de statuten en het Corporate Governance Charter van Montea en de toepasselijke wet- en regelgeving.
De compliance officer rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Risico is een altijd aanwezig element in de bedrijfswereld. Montea identificeert in al haar processen de bestaande risico's en bouwt de nodige interne controles in om zodoende de blootstelling aan deze risico's te beperken.
Het bewustzijn van risico's in haar interne en externe omgeving wordt door de Vennootschap op verschillende niveaus uitgedragen naar haar medewerkers d.m.v. het goede voorbeeld door het management.
Het is de taak van de raad van bestuur om te waken over identificatie van de risico's en de controle van de risico's. De raad van bestuur besteedt aandacht aan de verschillende risicofactoren waaraan de
Vennootschap onderhevig is. De permanente evoluties op de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een voortdurende opvolging van de risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van de Vennootschap.
Het auditcomité dat de raad van bestuur bijstaat in de uitvoering van zijn toezicht, formuleert de nodige aanbevelingen naar de raad van bestuur betreffende risicobeheer en het beheer van de financiële risico's. Het auditcomité houdt samen met het management en de commissaris toezicht op de belangrijkste risico's en de maatregelen om deze risico's te beheersen.
Bij Montea is Jan Van Doorslaer (Finance & Risk Manager) belast met de risicobeheerfunctie sinds 1 april 2020. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerfuncties. Hij rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Interne audit is een onafhankelijke beoordelingsfunctie gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle. Interne audit staat de leden van de organisatie bij in de effectieve uitoefening van hun verantwoordelijkheden en voorziet hen in dit verband van analyses, evaluaties, aanbevelingen, advies en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.
De reikwijdte van de interne audit omvat, in het algemeen, het onderzoek en de evaluatie van de aangepastheid en de doeltreffendheid van de interne controle evenals de degelijkheid waarmee toegewezen verantwoordelijkheden worden nagekomen.
De persoon belast met de interne audit besteedt aandacht aan de naleving van de beleidslijnen, de risicobeheersing (zowel van de meetbare als van de niet-meetbare risico's), de betrouwbaarheid (met inbegrip van de integriteit, de correctheid en de volledigheid) en tijdigheid van de financiële en beheersinformatie alsmede van de externe rapportering, de continuïteit en betrouwbaarheid van de ITsystemen en de werking van de verschillende diensten binnen het bedrijf.
De persoon belast met de interne audit onderzoekt en beoordeelt de globale activiteit van Montea in al haar geledingen. Hij/zij maakt daarbij gebruik van verschillende types van audit, zoals:
Vanaf 1 januari 2021 wordt de interne auditfunctie bij Montea extern gedelegeerd aan en uitgeoefend door Trifinance, vertegenwoordigd door Alexander Van Caeneghem (dit mandaat loopt tot en met 31 december 2023). Hij brengt verslag uit bij het uitvoerend management, dat op zijn beurt verslag uitbrengt bij de voltallige raad van bestuur, in voorkomend geval via het auditcomité. De verantwoordelijke voor interne audit kan ook rechtstreeks de voorzitter van de raad van bestuur of de commissaris van Montea informeren. Hij mag kennisnemen van alle stukken, bestanden en informatiegegevens van de onderneming, inclusief de beheersinformatie en de notulen van de advies- en beslissingsorganen, dit voor zover als nodig voor de uitoefening van zijn opdracht.
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf die over de voor de uitoefening van deze functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikt.
Euroclear Belgium NV is belast met de financiële dienst van de vennootschap.
De uitvoering van deze financiële dienst hield een totale kost in van € 27.527,53 (excl. BTW) in 2022. Deze fee behelst zowel een vaste fee per jaar en als een variabele fee per uitgekeerd dividend voor de nietnominatieve aandelen.
Montea heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
In toepassing van artikel 7:96 WVV dient iedere bestuurder die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vermogensrechtelijk belang aanhoudt dat strijdig is met een beslissing of handeling die valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur, dit te melden aan de andere leden van de raad van bestuur en mag hij/zij niet deelnemen aan de beraadslagingen en besluitvorming over deze beslissing of handeling.
In toepassing van artikel 7:97 WVV moet iedere beslissing of handeling die verband houdt met een verbonden partij in de zin IAS 24, inclusief dochtervennootschappen waarin de controlerende aandeelhouder een deelneming van minstens 25% aanhoudt en inclusief beslissingen of verrichtingen van dochtervennootschappen, voorgelegd worden aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders die een schriftelijk advies formuleren aan de raad van bestuur. Er zal ook een verslag door de commissaris worden opgesteld over de getrouwheid van de gegevens in het adviescomité. Ten slotte dient een persmededeling te worden gepubliceerd uiterlijk op het moment dat de beslissing wordt genomen, inclusief het advies van het onafhankelijk comité en de beoordeling van de commissaris. Uitzonderingen op deze procedure zijn gebruikelijke beslissingen en verrichtingen aan marktconforme voorwaarden (en zekerheden), transactiewaarde < 1% van het geconsolideerd netto-actief, beslissingen m.b.t. remuneratie, verkrijging of vervreemding van eigen aandelen, uitkering van interim-dividenden en kapitaalverhogingen in het kader van het toegestane kapitaal zonder beperking of opheffing van het voorkeurrecht.
In de loop van het boekjaar 2022 heeft de raad van bestuur de procedure voorzien in artikel 7:96 juncto 7:102, §1, tweede lid WVV in de hierna vermelde volgende gevallen moeten toepassen. De procedure voorzien in artikel 7:97 WVV moest niet worden toegepast.
De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijks belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken.
De volgende bestuurders verklaren een (on)rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met een beslissing die behoort tot de bevoegdheid van de raad van bestuur:
a) Jo De Wolf verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t de volgende agendapunten:
a. agendapunt 7.a.iv (Evaluatie en remuneratie - individueel) aangezien er in dit kader onder meer een beraadslaging en beslissing zal zijn omtrent zijn evaluatie en variabele vergoeding als CEO m.b.t. FY 2021;
b. agendapunt 7.a.v (Variabele vergoeding uitvoerend management) aangezien er in dit kader onder meer een beraadslaging en beslissing zal zijn omtrent zijn variabele vergoeding en KPI's als CEO m.b.t. FY 2022;
c. agendapunt 7.b.i.1. (Jo De Wolf – herbenoeming) aangezien dit gaat over zijn herbenoeming als bestuurder van de Vennootschap;
d. agendapunt 7.c (Remuneratievoorstel CEO) aangezien dit gaat over een nieuw remuneratievoorstel aan Jo De Wolf als CEO van Montea;
e. agendapunt 7.d (LTIP senior management en landendirecteuren) aangezien dit gaat over een nieuwe LTIP voor bepaalde leden van het uitvoerend management.
b) Philippe Mathieu, Sofie Maes, Koen Van Gerven en Barbara De Saedeleer verklaren een belangenconflict te hebben m.b.t. agendapunt 7.b.iv (Vergoeding comités en Voorzitter RvB) aangezien dit onder meer gaat over de vergoeding van de onafhankelijke bestuurders en zij allen onafhankelijke bestuurder zijn.
c) Dirk De Pauw verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t. agendapunt 7.b.iv (Vergoeding comités en Voorzitter RvB) aangezien dit onder meer gaat over de vergoeding van zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur en de investeringscomités.
[…]
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaat Jo De Wolf de vergadering daar dit agendapunt gaat over zijn financiële verloning voor het kalenderjaar 2022. Els Vervaecke verlaat eveneens de vergadering.
De bestuurders nemen kennis van het advies van het remuneratie- en benoemingscomité voor wat betreft de vaste en variabele vergoedingen van de leden van het uitvoerend management voor 2022:
- Jo De Wolf: In 2021 bedroeg zijn vaste bruto basisvergoeding 666.000 EUR en de targetbonus bedroeg 220.000 EUR. Het remuneratie- en benoemingscomité adviseert om de bruto basisvergoeding vanaf januari 2022 aan te passen naar 700.000 EUR, met een targetbonus van 30%, zijnde 210.000 EUR.
[…]
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om dit voorstel van verloning voor het uitvoerend management voor het kalenderjaar 2022 goed te keuren en is van oordeel dat deze verloningen marktconform zijn.
[…]
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaat Jo De Wolf de
vergadering daar dit agendapunt enerzijds gaat over de toekenning van zijn variabele vergoeding over 2021 en, anderzijds, over de vaststelling van de parameters voor zijn variabele vergoeding over 2022. Els Vervaecke verlaat eveneens de vergadering.
De bestuurders nemen kennis van de conclusie van het remuneratie- en benoemingscomité dat alle gestelde KPI's over 2021 werden behaald en haar advies om het toekenningsniveau "op doel", en de bijhorende variabele vergoeding, toe te kennen. Deze variabele vergoeding is als volgt:
- Chief Executive Officer – Jo De Wolf: toekenning targetbonus 2021 van 220.000 EUR. […]
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om m.b.t. de KPI's 2021 voor het uitvoerend management het toekenningsniveau "op doel" en de bijhorende variabele vergoeding toe te kennen. De raad van bestuur is van oordeel dat deze variabele vergoeding marktconform is.
De bestuurders nemen kennis van het advies van het remuneratie- en benoemingscomité om de voorgestelde KPI's voor 2022 voor het uitvoerend management goed te keuren.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om de voorgestelde KPI's voor het uitvoerend management voor 2022 goed te keuren.
[…]
Raad van bestuur & comités
Samenstelling & (her-)benoemingen bestuurders
Jo De Wolf – herbenoeming
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaat Jo De Wolf de vergadering daar dit agendapunt gaat over zijn herbenoeming als bestuurder en gedelegeerd bestuurder van de Vennootschap.
De bestuurders nemen kennis van het advies van het remuneratie- en benoemingscomité om Jo De Wolf te herbenoemen als bestuurder en gedelegeerd bestuur van de Vennootschap voor een bijkomende periode van vier jaar. De bestuurder zijn het er unaniem over eens dat Jo De Wolf deze functies tot nu toe zeer goed heeft uitgeoefend.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om de herbenoeming van Jo De Wolf als bestuurder en gedelegeerd bestuurder van de Vennootschap voor een bijkomende periode van vier jaar voor te stellen aan de algemene vergadering van de Vennootschap van 17 mei 2022.
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaten Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer, Philippe Mathieu en Sophie Maes de vergadering daar dit agendapunt onder meer gaat over hun vergoeding als onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder.
De nog aanwezige bestuurders nemen kennis van de vergoedingen voor de leden van het remuneratie- en
benoemingscomité, het auditcomité, de raad van bestuur en de investeringscomités van Montea i.v.m. de vergaderingen die werden gehouden in 2021. Deze vergoedingen werden bepaald in lijn met het remuneratiebeleid.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om de vergoedingen voor de leden van het remuneratie- en benoemingscomité, het auditcomité, de raad van bestuur en de investeringscomités van de Vennootschap i.v.m. de vergaderingen die werden gehouden in 2021, goed te keuren.
Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer, Philippe Mathieu en Sophie Maes vervoegen opnieuw de vergadering.
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaat Dirk De Pauw de vergadering daar dit agendapunt gaat over de vergoeding van zijn functie als voorzitter van de raad van bestuur en de investeringscomités.
De bestuurders nemen kennis van de vergoeding die werd betaald aan Dirk De Pauw als voorzitter van de raad van bestuur van Montea Management NV en als voorzitter van de investeringscomités (namens DDP Management BV) voor de vergaderingen die werden gehouden in 2021.
Concreet wordt voor 2022 de volgende vergoeding voorgesteld aan Dirk De Pauw en DDP Management BV: - vergoeding taken als voorzitter raad van bestuur Montea Management NV (Dirk De Pauw): 60.000 EUR; - vergoeding als voorzitter investeringscomités (DDP Management BV): 160.000 EUR.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om (i) de vergoedingen van Dirk De Pauw als voorzitter van de raad van bestuur van Montea Management NV en als voorzitter van de investeringscomités (namens DDP Management BV) voor 2021, en (ii) het voorstel van vergoeding voor deze functies voor 2022, goed te keuren.
In toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verlaat Jo De Wolf de vergadering daar dit agendapunt gaat over zijn vergoeding als CEO. Els Vervaecke en Jörg Heirman verlaten eveneens de vergadering.
De bestuurders nemen kennis van het voorstel dat werd gedaan aan, en werd aanvaard door, de CEO.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om dit remuneratievoorstel aan de CEO goed te keuren.
De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijks belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken.
Jo De Wolf verklaart een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met een beslissing die behoort tot de bevoegdheid van de raad van bestuur m.b.t. agendapunt 4.e (Long Term Incentive Plan Chief Executive Officer/Chief Financial Officer) aangezien dit gaat over de goedkeuring van een LTIP die aan hem wordt aangeboden in zijn functie als CEO van Montea.
[…]
Het Long Term Incentive Plan voor de CEO en CFO, zoals voorgesteld door het remuneratie- en benoemingscomité, wordt besproken.
De bestuurders nemen kennis van de vermogensrechtelijke gevolgen voor Montea indien de KPI's on target worden behaald (i.e. 700.000 EUR cash-bonus aan Lupus BV en 425.000 EUR cash-bonus aan Elijarah BV).
De bestuurders bespreken dat het noodzakelijk is voor een beursgenoteerd bedrijf als Montea om het uitvoerend management op lange termijn te incentiveren, in lijn met wat wordt aanbevolen door de Corporate Governance Code. Op die manier worden de lange termijn belangen van het uitvoerend management (deels) gealigneerd met de lange termijn belangen van de vennootschap. Het wordt besproken dat de voorgestelde LTI in lijn ligt met wat wordt aangeboden aan het uitvoerend management van peers van Montea en een duidelijke incentive is voor de CEO en CFO om Montea verder te doen groeien. De raad van bestuur is van oordeel dat de LTI dan ook gerechtvaardigd is en in het belang is van Montea.
BESLUIT: De raad van bestuur besluit unaniem om de voorgestelde LTIP voor de CEO en CFO goed te keuren en de aanbodbrieven aan, respectievelijk, de CEO en CFO te bezorgen. Elke bestuurder wordt gemachtigd om deze aanbodbrieven, alleen handelend, namens de Vennootschap, als enige bestuurder van Montea te ondertekenen."
De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijk belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken.
Lieve Creten, Barbara De Saedeleer en Philippe Mathieu verklaren een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is m.b.t. agendapunt 4.c) (Benchmark vergoedingen nietuitvoerende onafhankelijke bestuurders) aangezien dit gaat over de vergoeding die zij krijgen uit hoofde van hun mandaat als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder van Montea.
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kunnen Lieve Creten, Barbara De Saedeleer en Philippe Mathieu niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard van de verrichtingen,
verantwoording van de genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt.
De commissaris van Montea zal in kennis worden gesteld van dit belangenconflict.
Geen enkele andere bestuurder verklaart dat hij/zij een ander mogelijk belangenconflict heeft m.b.t. de punten vermeld op de agenda.
[…]
Voorafgaand aan de bespreking van dit agendapunt delen Philippe Mathieu, Lieve Creten en Barbara De Saedeleer mee dat ze een belangenconflict hebben m.b.t. volgend punt. De resterende uitvoerende en/of nietonafhankelijke bestuurders (Dirk De Pauw, Jo De Wolf en Peter Snoeck) delen mee dat ze voorafgaandelijk aan de vergadering dit agendapunt tussen hen hebben besproken en hun besluit nu wensen mee te delen en laten akteren.
Op basis van de benchmark die werd uitgevoerd i.v.m. de vergoeding van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders werd een voorstel gedaan m.b.t. de vergoeding van niet-uitvoerend onafhankelijke bestuurders, toe te passen vanaf 1 januari 2023.
BESLUIT: De raad van bestuur (bestaande voor dit agendapunt enkel uit Dirk De Pauw, Jo De Wolf en Peter Snoeck) keurt de voorgestelde wijziging van de vergoeding voor niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders, met inwerkingtreding vanaf 1 januari 2023, unaniem goed. Rekening houdend met de uitgevoerde benchmark en de noodzaak om kwaliteitsvolle en professionele niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders aan te trekken en aan boord te houden, is de raad van bestuur van oordeel dat deze vergoeding marktconform en in het belang van de Vennootschap is."
In toepassing van artikel 37 van de GVV Wet moet de FSMA geïnformeerd worden wanneer bij een verrichting enig voordeel zou verkregen worden door bepaalde in dit artikel opgesomde partijen. De Vennootschap moet daarbij het belang van de geplande verrichting aantonen, alsook het feit dat de geplande verrichting zich situeert binnen de normale koers van haar ondernemingsstrategie. Deze verrichtingen moeten ook tegen marktvoorwaarden gebeuren en dienen onmiddellijk openbaar gemaakt te worden. In toepassing van artikel 49, §2 van de GVV Wet zal de reële waarde, zoals vastgesteld door de vastgoeddeskundige, bij een transactie met de in artikel 37 opgesomde partijen de maximumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed verwerft dan wel de minimumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed vervreemdt. Tevens moeten deze transacties toegelicht worden in het jaarverslag.
In de loop van het boekjaar heeft de Vennootschap artikel 37 van de GVV Wet driemaal toegepast in het kader van volgende transacties:
Kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal door de Vennootschap door middel van een keuzedividend (juni 2022), betrokken personen:
− Montea Management NV als Enige Bestuurder;
Er zijn geen belangrijke regelingen en/of overeenkomsten met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan personen werden geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
Op 31 december 2022 zijn er, anders dan diegene vermeld in dit jaarlijks financieel verslag, geen potentiële belangenconflicten tussen Montea, enerzijds, en de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management, anderzijds.
Er zijn geen nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management hebben ingestemd ten aanzien van de overdracht binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van Montea.
Er zijn geen bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling hiervan op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over Montea.
De familie De Pauw bestaat uit:
Zij bezitten op 31 december 2022, op basis van de door Montea ontvangen kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering, 11,39% van de stemrechten van Montea.
De familie De Pauw handelt in onderling overleg. Dit blijkt uit de kennisgevingen die werden gedaan aan de FSMA. Deze informatie is eveneens terug te vinden op de website van Montea.
De heer Dirk De Pauw, zoals al eerder werd vermeld, is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Peter Snoeck, de echtgenoot van Dominika De Pauw, is niet-uitvoerend bestuurder.
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder van Montea verklaart dat:
Dit remuneratieverslag heeft betrekking op alle remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2022. Het omvat de bedragen komende van Montea, haar perimetervennootschappen en de Enige Bestuurder.
Conform artikel 7:89/1 WVV en aanbeveling 7.3 van de Code 2020 heeft Montea op 18 mei 2021 een remuneratiebeleid aangenomen. Een aangepaste versie van het remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de algemene vergadering van 17 mei 2022. De belangrijkste wijziging in de huidige versie ten opzichte van de voorgaande versie was de introductie van de mogelijkheid om een lange termijn incentive plan in te voeren teneinde te voldoen aan de vraag van de markt om een deel van de vergoeding van het uitvoerend management te baseren op prestatiedoelstellingen op langere termijn.
Het remuneratiebeleid kan worden geconsulteerd op de website van de vennootschap (https://montea.com/investor-relations/corporate-documents).
Onderstaand remuneratieverslag werd opgesteld in lijn met het remuneratiebeleid van Montea. Teneinde een volledig beeld te hebben op de remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2022 dient dit remuneratieverslag te worden samen gelezen met het remuneratiebeleid van Montea.
De statuten van Montea voorzien dat de opdracht van Montea Management NV als Enige Bestuurder wordt vergoed. Deze vergoeding bestaat conform artikel 13 van de statuten van Montea uit twee delen: een vast deel en een variabel deel.
Het vaste deel van de vergoeding van de Enige Bestuurder wordt ieder jaar vastgelegd door de algemene vergadering van Montea. Deze forfaitaire vergoeding kan niet lager zijn dan € 15.000 per jaar en is in lijn met artikel 35, §1, 1e lid van de GVV wet.
Het variabele gedeelte is gelijk aan 0,25% van het bedrag gelijk aan de som van het geconsolideerd nettoresultaat11 van de Vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten. Deze vergoeding is in lijn met artikel 35, §1, 2de lid van de GVV Wet. De Enige Bestuurder heeft recht op terugbetaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden met zijn opdracht en waar voldoende bewijs van wordt geleverd.
In de loop van het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2022, bedroeg de vergoeding van de Enige Bestuurder € 974.088,38 excl. BTW. Dit bedrag dekt in essentie de totale remuneratiekost van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder, de vergoeding voor de gedelegeerd bestuurder en de werkingskosten van Montea Management NV.
De definitieve toekenning van deze vergoeding aan de Enige Bestuurder wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de jaarvergadering van 16 mei 2023.
De leden van de raad van bestuur, leden van de investeringscomités werden in 2022 vergoed in lijn met het remuneratiebeleid.
Wat betreft de zitpenningen voor de personen die in overeenstemming met het remuneratiebeleid gerechtigd zijn om zulke vergoeding te ontvangen, werd in 2022 een zitpenning van € 1.500 per vergadering toegekend voor vergaderingen van de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratieen benoemingscomité en een zitpenning van € 2.000 per vergadering voor vergaderingen van de investeringscomités.
Voor de bestuurders en het uitvoerend management leidde de in het remuneratiebeleid omschreven vergoeding tot volgende totale vergoeding voor het boekjaar 2022:
11 Het geconsolideerde nettoresultaat = Nettoresultaat + Afschrijvingen + Waardeverminderingen - Terugnemingen van waardeverminderingen - Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren +/- Andere niet-monetaire bestanddelen +/- Resultaat verkoop vastgoed +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed.
| TOTALE REMUNERATIE BESTUURDERS, LEDEN VAN DE INVESTERINGSCOMITES EN UITVOEREND MANAGEMENT 1. Vaste remuneratie |
2. Variabele remuneratie | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam, positie | Basisvergoeding | Zitpenningen (1) | Bijkomende voordelen |
Eén jaar variabel | Meer jaren variabel |
3. Uitzonderlijke Items |
4. Groeps verzekering |
5. Totale remuneratie | 6. Verhouding vaste en variabele remuneratie |
| Dirk De Pauw | € 220.000 € |
- € | - € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 220.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
|
| - voorzitter van de raad van bestuur | € 60.000 € |
- € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 60.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
|
| - voorzitter van de investeringscomités (2) | € 160.000 € |
- € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 160.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
|
| Jo De Wolf | € 653.668 € |
- | € 5.120 € |
262.500 € | - € - |
€ 41.212 € |
962.500 | Vast (3): 73% |
|
| - gedelegeerd bestuurder | € - |
€ | - € | - € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
Variabel: 27% - Vast: Variabel: - |
| - lid van de investeringscomités | € - |
€ | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
Vast: - Variabel: - |
| - CEO | € 653.668 € |
- | € 5.120 € |
262.500 € | - | € - |
€ 41.212 |
€ 962.500 |
Vast: 73% Variabel: 27% |
| Peter Snoeck | € - |
€ 16.000 € |
- € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 16.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
|
| - niet-onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € - |
€ | - € | - € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
Vast: - Variabel: - |
| - lid van het investeringscomité Intern en Nederland (4) |
€ - |
€ 16.000 € |
- | € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 16.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| Sophie Maes (tot 17 mei 2022) | € 12.500 € |
12.000 € | - € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 24.500 |
Vast: 100% 0% Variabel: |
|
| - onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 10.000 € |
4.500 | € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 14.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - lid auditcomité | € - |
€ 4.500 € |
- | € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 4.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - voorzitter en lid remuneratie- en benoemingscomité |
€ 2.500 € |
3.000 € | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 5.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
|
| Lieve Creten (sinds 17 mei 2022) | € 20.000 |
€ 12.000 |
€ - |
€ | - € - |
€ - |
€ - |
€ 32.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 € |
6.000 | € | - € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 26.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - lid remuneratie- en benoemingscomité | € - |
€ 1.500 € |
- | € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 1.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - lid auditcomité | € - |
€ 4.500 |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 4.500 |
100% Vast: Variabel: 0% |
| Philippe Mathieu | € 35.000 |
€ 25.500 € |
- | € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 60.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 |
€ 10.500 |
€ | - € | - € | - € - |
€ - |
€ 30.500 |
100% Vast: Variabel: 0% |
| - lid remuneratie- en benoemingscomité | € - |
€ 6.000 |
€ | - € | - € | - € - |
€ - |
€ 6.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - voorzitter en lid auditcomité | € 15.000 € |
9.000 | € | - € | - € | - € - |
€ - |
€ 24.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| Barbara De Saedeleer | € 25.000 € |
25.500 | € | - € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 50.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 |
€ 10.500 |
€ - |
€ - |
€ | - € - |
€ - |
€ 30.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - voorzitster en lid remuneratie- en benoemingscomité |
€ 5.000 |
€ 6.000 |
€ - |
€ - |
€ | - € - |
€ - |
€ 11.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - lid auditcomité | € - |
€ 9.000 |
€ | - € | - € - |
€ - |
€ - |
€ 9.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| Koen Van Gerven | € 20.000 |
€ 16.500 |
€ - |
€ | - € - |
€ - |
€ - |
€ 36.500 |
100% Vast: 0% Variabel: |
| - onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 |
€ 9.000 |
€ - |
€ | - € - |
€ - |
€ - |
€ 29.000 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| - lid remuneratie- en benoemingscomité | € - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
Vast: - Variabel: - |
| - lid auditcomité | € - |
€ 7.500 |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ - |
€ 7.500 |
Vast: 100% Variabel: 0% |
| Overige leden van het uitvoerend management | € 519.526 € |
- € 18.312 € |
160.253 € | - | € - |
€ 11.370 |
€ 709.461 |
77% Vast: Variabel: 23% |
De prestatiecriteria die de variabele vergoeding van de leden van het uitvoerend management voor het boekjaar 2022 bepaalden, werden in het begin van het boekjaar 2022 door de raad van bestuur op advies van het remuneratie-en benoemingscomité vastgelegd.
De behaalde prestaties op elk van deze prestatiecriteria en de daaraan gekoppelde variabele vergoedingen zijn als volgt:
| Prestatie- | Relatief | Gemeten prestatie |
|---|---|---|
| criteria | gewicht | |
| Jo De Wolf, CEO | ||
| Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
30% | Uitmuntend |
| Behalen van het vooropgestelde stijging van van het vooropgestelde EPRA resultaat per aandeel (EPS) |
20% | Uitmuntend |
| Behalen of behouden van een voorgestelde bezettingsgraad van de gebouwen |
20% | Overachieved |
| Behalen van 1 ESG KPI | 15% | Op doel |
| Organiseren van en deelname aan initiatieven om teamspirit, performantie en personeelstevredenheid hoog te houden |
15% | Op doel |
| Totaal CEO: | € 262.500 | |
| Overige leden van het uitvoerend management | ||
| Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
30% | Uitmuntend |
| Behalen van het vooropgestelde stijging van van het vooropgestelde EPRA resultaat per aandeel (EPS) |
20% | Uitmuntend |
| Behalen of behouden van een voorgestelde bezettingsgraad van de gebouwen |
20% | Overachieved |
| Behalen van 1 ESG KPI | 15% | Op doel |
| Organiseren van en deelname aan initiatieven om teamspirit, performantie en personeelstevredenheid hoog te houden |
15% | Op doel |
| Totaal overige leden van het uitvoerend management: | € 160.253 |
Montea heeft in 2022 een aandelenaankoopplan opgezet ten gunste van bepaalde werknemers en leden van het management van de vennootschap. De begunstigden onder het aandelen aankoopplan hebben de mogelijkheid (doch niet de verplichting) om een bepaald aantal aandelen aan te kopen tegen een marktconforme prijs, die een korting bevat rekening houdende met o.a. een lock-up van 3,5 jaar.
Onder dit aankoopplan werden in 2022 werden op 14 april 2022 69.258 aandelen aangekocht door Jo De Wolf (CEO) en 1.000 aandelen door Elijarah BV (CFO, vast vertegenwoordigd door Els Vervaecke). Deze aandelen werden aangekocht aan een eenheidsprijs van € 90,24 berekend als 83,33% van de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de twintig beursdagen voorafgaand aan de datum van het aanbod (11 maart 2022).
Een overzicht van het aandelenbezit van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van Montea per 31 december 2022 is als volgt:
| Naam | vertegenwoordigd door | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Jo De Wolf | - | 123.877 |
| Elijarah BV | Els Vervaecke | 784 |
| Els Vervaecke | - | 6.121 |
| Jimmy Gysels | - | 205 |
| PSN Management | Peter Snoeck | 1.046 |
| Peter Snoeck12 | 168.209 | |
| DDP Management BV | Dirk De Pauw | - |
| Dirk De Pauw | - | 77.509 |
| Philippe Mathieu | - | - |
| Barbara De Saedeleer | - | - |
| Koen Van Gerven | - | 100 |
| Lieve Creten | - | - |
Montea heeft in 2021 en 2022 een aandelenoptieplan opgezet ten gunste van bepaalde leden van het (uitvoerend en niet-uitvoerend) management en bepaalde werknemers, discretionair aangewezen door de raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité. De begunstigden onder het aandelenoptieplan hebben de mogelijkheid om opties te verwerven met een looptijd van tien jaar en die kunnen uitgeoefend worden aan een prijs die gelijk is aan het laagste van (a) de slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel op de beursdag voorafgaand aan de datum van het aanbod; en (b) de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de periode van 20 beursdagen voorafgaand aan de datum van het aanbod. De opties worden definitief verworven ("vesting") na een periode van drie jaar.
Een overzicht van de aandelenopties aangeboden aan de leden van het uitvoerend management is als volgt:
| REMUNERATIE IN AANDELENOPTIES | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Informatie met betrekking tot het financieel jaar waarover wordt gerapporteerd | ||||||||||||
| Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan | Openingsbalans | In de loop van het jaar (2) | Eindbalans | |||||||||
| Naam, Positie | 1. Identificatie van het Plan |
2. Datum van aanbod |
3. Datum van verwerving |
4. Einde van de retentieperiode |
5. Uitoefen periode (1) |
6. Uitoefenprijs |
7. Opties bij het begin van het jaar |
8. a) Aantal aangeboden opties b) Waarde onderliggende aandelen @ datum van aanbod |
9. a) Aantal verworven opties b) Waarde onderliggende aandelen @ datum van verwerving c) Waarde @ uitoefenprijs d) Meerwaarde @ datum van verwerving |
10. Opties toegekend en niet verworven |
||
| Jo De Wolf Executive, CEO |
SOP 2020 | 18/12/2020 | 31/12/2023 | NVT | 1/03/2024 - 18/12/2030 |
90,70 € | 0 | a) 2.500 b) € 226.750 |
2.500 | |||
| SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2024 | NVT | 1/03/2025 - 22/12/2031 |
127,60 € | 2.500 | a) 2.500 b) € 319.000 |
2.500 | ||||
| Totaal: | 5.000 | |||||||||||
| Jimmy Gysels Executive, CPM |
SOP 2020 | 18/12/2020 | 31/12/2023 | NVT | 1/03/2024 - 18/12/2030 |
90,70 € | 0 | a) 2.500 b) € 226.750 |
2.500 | |||
| SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2024 | NVT | 1/03/2025 - 22/12/2031 |
127,60 € | 2.500 | a) 2.500 b) € 319.000 |
2.500 | ||||
| SOP 2022 | 16/12/2022 | 31/12/2025 | NVT | 1/03/2026 - 16/12/2032) |
65,60 € | 5.000 | a) 2.500 b) € 164.000 |
2.500 | ||||
| Totaal: | 7.500 |
(1) De uitoefenperiodes zijn beperkt tot de periode van 1 maart t.e.m. 15 maart, 1 juni t.e.m. 15 juni, 1 september t.e.m. 15 september en 1 december t.e.m. 15 december van elk jaar en de laatste 2 maanden vóór hun vervaldatum t.e.m deze vervaldatum.
(2) Gedurende het jaar werden geen aandelenopties uitgeoefend en vervielen geen opties.
12 Deze aandelen worden aangehouden binnen de huwgemeenschap. De huwgemeenschap bezit eveneens 120.000 aandelen in vruchtgebruik.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse verandering van de totale remuneratie, de ontwikkelingen en prestaties van Montea, de gemiddelde remuneratie van de werknemers en de verhouding tussen de hoogste remuneratie van de managementleden en de laagste remuneratie van de werknemers op basis van voltijds equivalent.
De vennootschap interpreteert art. 3:6, §3, vijfde lid WVV zo dat de vereiste om de vijfjarige evolutie van de remuneratie ten opzichte van de prestaties van de vennootschap en de gemiddelde remuneratie van de werknemers slechts van toepassing is vanaf 2020 en bijgevolg niet vereist dat cijfers van voor 2020 worden opgelijst in de vergelijking. Daarom zal zij in het remuneratieverslag vanaf 2020 de evolutie weergeven, doch niet retroactief.
| 2022 vs 2021 | 2021 vs 2020 | 2020 vs 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Jaarlijkse verandering in remuneratie van de leden van de raad van bestuur en het uitvoerend management (1) |
||||||
| Vaste remuneratie | € | 106.159,18 | € | 175.259,17 | € | 186.615,65 |
| Variabele remuneratie $\cdot$ |
€ | 60.256,00 | € | $-17.055,00$ | € | 87.545,00 |
| Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties Groei van de portefeuille EPS DPS Bezettingsgraad Vastgoedresultaat |
$+28%$ $+9%$ +9% $-0.3%$ $+18%$ |
$+24,5%$ $+7%$ $+7%$ $+0.3%$ $+14%$ |
$+18%$ $+7%$ $+11%$ $+0.1%$ +9% |
|||
| EPRA resultaat | $+12%$ | +8% | $+12%$ | |||
| Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van werknemers (2) |
||||||
| Belgische werknemers | 2% | $-3%$ | 3% | |||
| Nederlandse werknemers | 6% | 2% | 17% | |||
| Franse werknemers (3) | 32% | 0% | 6% | |||
| Op geconsolideerde basis | 14% | $-12%$ | 8% | |||
| Ratio hoogste vergoeding management en laagste vergoeding werknemers (3) |
16 | 14 | 14 |
(1) De stijging in vaste remuneratie is onder meer te verklaren door het feit dat er meer fysieke vergaderingen van de raad van bestuur werden georganiseerd en een verhoging van de vaste vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur en de CEO in lijn met de markt. De stijging van variabele remuneratie ligt in het behalen van een overachievement op bepaalde KPI's.
(2) De weergegeven gemiddelde remuneratie is deze van alle werknemers zoals gedefinieerd naar Belgisch recht met uitzondering van personen die ook deel uitmaken van het uitvoerend management.
(3) De stijging van de gemiddelde remuneratie van de Franse werknemers komt door de aanwerving in 2022 van een nieuwe country director voor Frankrijk.
(4) De ratio werd berekend op basis van totale kost aan de vennootschap. De variabele remuneratie wordt meegenomen in het jaar dat ook het prestatiejaar omvat (dit is alleen gelijk aan de korte termijn variabele cash vergoeding zoals hierboven beschreven).
Er werden geen vertrekvergoedingen toegekend of uitbetaald in het boekjaar 2022 aangezien geen enkel contract met leden van het uitvoerend management werd beëindigd.
In 2022 werd geen toepassing gemaakt van mogelijke terugvorderingsrechten.
In 2022 was de toepassing van het bezoldigingsbeleid voor de bestuurders en het uitvoerend management in overeenstemming met (de aanpassingen aan) het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd door de algemene vergaderingen op 18 mei 2021 en 17 mei 2022. Er vonden geen afwijking plaats.
Eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks stemgerechtigde effecten van de Vennootschap verwerft, moet de FSMA en de Vennootschap in kennis stellen van het aantal effecten dat hij/zij bezit wanneer de stemrechten verbonden aan de stemgerechtigde effecten die hij/zij houdt, de statutair bepaalde drempel van 3% van het totaal aantal stemrechten verbonden aan de effecten van de Vennootschap, actief of passief overschrijdt. Eenzelfde kennisgeving is eveneens verplicht bij overdracht, rechtstreeks of onrechtstreeks, van de stemgerechtigde effecten, wanneer als gevolg hiervan de stemrechten dalen onder deze 3%. De voorschriften van de artikelen 6 tot 17 van de Wet van 2 mei 2007 zijn van toepassing op voormelde quota.
Overeenkomstig artikel 6 van de Wet van 2 mei 2007 geldt éénzelfde kennisgevingsverplichting in geval de wettelijke drempels van 5%, 10%, 15%, enz., telkens per schijf van 5%-punten, actief of passief worden overschreden.
Alle door Montea ontvangen transparantiemeldingen kunnen worden teruggevonden op de website (https://montea.com/investor-relations/nl/corporate-documents.
Overeenkomstig artikel 34 van het KB van 14 november 2007 geeft Montea een opsomming van en desgevallend toelichting bij de volgende elementen, voor zover die elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbaar overnamebod.
Het kapitaal, € 367.352.910,39, wordt vertegenwoordigd door 18.025.220 aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk één/achttien miljoen vijfentwintigduizend tweehonderd twintigste deel van het kapitaal vertegenwoordigen (1/18.025.220ste). Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht (met uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is geschorst) op de algemene vergadering en deze aandelen vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van kennisgevingen ingeval van het bereiken, overschrijden of onderschrijden van de statutaire of wettelijke drempels (transparantiereglementering). Het stemrecht wordt noch wettelijk noch statutair beperkt.
De overdracht van de aandelen van Montea is aan geen enkele wettelijke of statutaire beperking onderworpen.
Montea heeft geen houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn, anders dan bepaalde vetorechten ten gunste van haar Enige Bestuurder (zie artikel 24 van de statuten).
Voor zover Montea er kennis van heeft, bestaan er geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding zouden kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
Montea heeft geen dergelijk aandelenplan voor werknemers.
Montea wordt geleid door de Enige Bestuurder, Montea Management NV. Montea Management NV werd statutair benoemd als enige bestuurder voor een periode tot en met 30 september 2026. Het belangrijkste gevolg van het feit dat Montea een enige bestuurder heeft, is dat op grond van de statuten de Enige Bestuurder een uitgebreide bevoegdheid heeft en een vetorecht voor bepaalde belangrijke beslissingen en statutenwijzigingen13.
Montea Management NV wordt voor de uitoefening van de opdracht van statutaire enige bestuurder vast vertegenwoordigd, overeenkomstig artikel 2:51 WVV, door de heer Jo De Wolf. De Enige Bestuurder kan op ieder ogenblik zijn ontslag indienen in de mate dat dit mogelijk is in het kader van de verbintenissen die hij tegenover Montea heeft genomen en in de mate dat dit ontslag Montea niet in moeilijkheden brengt.
Het mandaat van Enige Bestuurder kan uitsluitend worden ingetrokken door een gerechtelijke beslissing na een vordering die door de algemene vergadering van Montea op basis van gegronde redenen werd ingesteld.
Wanneer de algemene vergadering zich over deze kwestie moet uitspreken, mag de Enige Bestuurder niet aan de stemming deelnemen. De Enige Bestuurder blijft zijn functie uitoefenen tot aan zijn ontslag ten gevolge van een gerechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft. De Enige Bestuurder moet zo zijn georganiseerd dat, binnen zijn raad van bestuur, ten minste twee natuurlijke personen op collegiale wijze instaan voor het toezicht op de persoon (personen) die belast is (zijn) met het dagelijks bestuur om zo te verzekeren dat de aldus gestelde handelingen in het belang zijn van Montea.
De leden van het bestuursorgaan van de Enige Bestuurder moeten natuurlijke personen zijn en de vereiste professionele betrouwbaarheid en vereiste ervaring bezitten, zoals vereist door de GVV Wet. In geval van verlies, uit hoofde van alle leden van het bestuursorgaan of het orgaan van dagelijks bestuur van de Enige
13 Hierbij kan ook verwezen worden naar artikel 24 van de statuten van de Vennootschap.
Bestuurder, van de vereiste professionele betrouwbaarheid of de vereiste ervaring, zoals vereist door de GVV Wet, moet(en) de Enige Bestuurder of de commissaris een algemene vergadering van Montea bijeenroepen, met op de agenda de eventuele vaststelling van het verlies van deze vereisten en de te nemen maatregelen. Indien slechts één of meer leden van de organen belast met het bestuur of het dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder niet meer aan de hierboven vermelde vereisten voldoen, dan moet de Enige Bestuurder deze binnen de maand vervangen. Wanneer deze termijn is verstreken, dient een algemene vergadering van Montea te worden bijeengeroepen, zoals hierboven beschreven, zonder afbreuk te doen aan de maatregelen die de FSMA kan nemen in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden.
De opdracht van de Enige Bestuurder bestaat er met name in om alle handelingen te stellen die nuttig of nodig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp van Montea, met uitzondering evenwel van deze die bij wet of overeenkomstig de statuten zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van Montea.
Wat betreft de wijzigingen van de statuten van Montea wordt gewezen op de regels opgelegd door de GVV Wet en het GVV KB volgens dewelke, onder andere, elk ontwerp tot wijziging van de statuten op voorhand ter goedkeuring aan de FSMA dient te worden voorgelegd. Bovendien dienen artikel 24 van de statuten van Montea en de regels van het WVV te worden nageleefd.
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene vergadering van 10 februari 2023 gemachtigd om het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen conform de toepasselijke wetgeving, met een maximumbedrag van:
met dien verstande dat het bestuursorgaan in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met meer dan het maximumbedrag van driehonderdzevenenzestig miljoen driehonderdtweeënvijftigduizend negenhonderdentien euro negenendertig eurocent (€ 367.352.910,39).
Deze machtiging werd verleend voor een periode van vijf jaar vanaf de bekendmaking van het procesverbaal van de buitengewone algemene vergadering, zijnde tot februari 2028. Tot op heden is nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
De Enige Bestuurder is gemachtigd voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, om voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten de beurs) met een maximum van 10% van het totale aantal uitgegeven aandelen. Dit aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 75%, en niet hoger dan 125%, van het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de laatste 20 beursdagen vóór de datum van de transactie (verwerving en in pand nemen).
Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, mits naleving van het WVV. Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, zelfs indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te rekenen van hun verkrijging zouden worden vervreemd.
De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor het bestuursorgaan om aandelen van de Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is.
Op 31 december 2022 had de Vennootschap 82.854 eigen aandelen in eigendom. Binnen de grenzen van de statutaire machtiging tot inkoop van eigen aandelen heeft Montea in de loop van 2022 drie inkoopprogramma's van respectievelijk 70.000, 25.000 en 50.000 aandelen succesvol afgerond.
Op datum van dit jaarlijks financieel verslag heeft Montea 76.874 eigen aandelen in eigendom 0,43% t.o.v. een totaal van 18.025.220 aandelen.
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Montea partij is en die van kracht worden, worden gewijzigd of die aflopen indien de controle over Montea zou wijzigen ten gevolge van een openbaar overnamebod, met uitzondering van de volgende overeenkomsten:
De kredieten die de Vennootschap afgesloten heeft en die bepalingen bevatten die afhankelijk zijn van een controlewijziging over de Vennootschap, werden overeenkomstig artikel 7:151 WVV door de algemene vergadering goedgekeurd en bekendgemaakt, met uitzondering van het krediet dat de Vennootschap aanging met ABN AMRO op 30 november 2022 en de uitgifte van obligaties via een US Private Placement in overeenstemming met de Note Purchase Agreement van 15 juni 2022. Deze zullen aan de aandeelhouders ter goedkeuring worden voorgelegd tijdens de algemene vergadering van 16 mei 2023.
Mogen wij u vragen de statutaire jaarrekening goed te keuren en tevens de enige bestuurder, de vaste vertegenwoordiger van de enige bestuurder en de commissaris kwijting te verlenen voor de uitoefening van hun mandaat gedurende het boekjaar, afgesloten per 31 december 2022. Voorts zouden wij u ook de goedkeuring willen vragen voor de vergoeding van de enige bestuurder over het lopende boekjaar 2022.
Kenninsname wijziging van vertegenwoordiger van de commissaris.
Voorstel tot besluit: Bij beslissing van de algemene vergadering van 17 mei 2022 werd EY Bedrijfsrevisoren BV benoemd als commissaris van de Vennootschap, met mevrouw Christel Weymeersch (handelend namens een BV) en de heer Christophe Boschmans (handelend namens een BV) als vaste vertegenwoordigers.
De algemene vergadering neemt kennis van het feit dat mevrouw Christel Weymeersch (handelend namens een BV) per datum van deze algemene vergadering (16 mei 2023) aftreedt als vaste vertegenwoordiger zodat vanaf de datum van deze algemene vergadering EY Bedrijfsrevisoren BV als commissaris van de Vennootschap enkel wordt vertegenwoordigd door de heer Christophe Boschmans (handelend namens een BV).
Het feit dat enkel Christophe Boschmans (handelend namens een BV) zal optreden als vaste vertegenwoordiger van het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV binnen de Vennootschap werd voorafgaandelijk goedgekeurd door de FSMA overeenkomstig artikel 58 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De algemene vergadering beslist om Jörg Heirman, Secretaris-Generaal van de Vennootschap, en Monique Van der Sypt, corporate paralegal van de Vennootschap, aan te stellen als bijzondere lasthebbers, elk van hen individueel handelend en met recht van indeplaatsstelling, aan wie de bevoegdheid wordt verleend om alle voorgeschreven administratieve formaliteiten te vervullen bij de diensten van het Belgisch Staatsblad, de griffie van de bevoegde ondernemingsrechtbank, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de BTW-administratie en te dien einde ook alle stukken en akten te tekenen en, meer in het algemeen, alles te doen wat nodig of nuttig zou zijn voor de uitvoering van dit besluit.
Voorstel tot besluit: De algemene vergadering keurt de jaarrekening met betrekking tot de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 van de overgenomen vennootschap Gula NV, inclusief de bestemming van het resultaat, goed.
tot en met 31 december 2022.
van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 van de overgenomen vennootschap Hoecor NV, inclusief de bestemming van het resultaat, goed.
Voorstel tot besluit: De algemene vergadering keurt de jaarrekening met betrekking tot de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 februari 2023 van de overgenomen vennootschap Hoecor NV, inclusief de bestemming van het resultaat, goed.
e) Kwijting aan de gewezen bestuurders van de overgenomen vennootschap Hoecor NV, en hun vaste vertegenwoordigers, voor de uitoefening van hun mandaat tijdens de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 februari 2023.
Voorstel tot besluit: De algemene vergadering verleent bij afzonderlijke stemming kwijting aan de gewezen bestuurders van de overgenomen vennootschap Hoecor NV, en hun vaste vertegenwoordigers, voor de uitoefening van hun mandaat tijdens de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 februari 2023.
f) Kwijting aan de gewezen commissaris van de overgenomen vennootschap Hoecor NV voor de uitoefening van dit mandaat tijdens de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 februari 2023. Voorstel tot besluit: De algemene vergadering verleent kwijting aan de gewezen commissaris van de overgenomen vennootschap Hoecor NV, en diens vaste vertegenwoordigers, voor de uitoefening van dit mandaat tijdens de periode van 1 januari 2023 tot en met 9 februari 2023.
B/ artikel 7.2 van de kredietovereenkomst tussen de Vennootschap (als kredietnemer) en ABN Amro Bank N.V. (als kredietverstrekker), die de kredietverstrekker het recht geeft om in geval van een controlewijziging over de Vennootschap, en mits het respecteren van een opzeggingstermijn van minstens vijf werkdagen, de kredietovereenkomst op te zeggen en alle daaronder uitstaande kredieten, vermeerderd met vervallen interesten en enige andere onder de kredietovereenkomst uitstaande bedragen, onmiddellijk opeisbaar en betaalbaar te verklaren. Onder "controle" wordt er verstaan: (A) de bevoegdheid (via eigendom van aandelen, volmacht, contract, agentschap of anderszins) om (i) meer dan 50 procent van het maximum aantal stemmen dat op een algemene vergadering van de Vennootschap kan worden uitgebracht, uit te brengen of het uitbrengen ervan te controleren, (ii) alle of de meerderheid van de bestuurders of andere daarmee gelijkgestelde functionarissen van de Vennootschap te benoemen of te ontslaan; of (iii) aanwijzingen te geven in verband met het operationele en financiële beleid van de Vennootschap waaraan de bestuurders of andere daarmee gelijkgestelde functionarissen van de Vennootschap zich dienen te houden; of (B) het houden, in rechte en/of economisch gezien, van meer dan 50 procent van het geplaatste kapitaal van de Vennootschap (met uitsluiting van enig deel van dat geplaatste kapitaal dat geen recht geeft om te delen in een verdeling van winst of kapitaal boven een bepaald bedrag).
De algemene vergadering beslist om Jörg Heirman, Secretaris-Generaal van de Vennootschap, en Monique Van der Sypt, corporate paralegal van de Vennootschap, aan te stellen als bijzondere lasthebbers, elk van hen individueel handelend en met recht van indeplaatsstelling, aan wie de bevoegdheid wordt verleend om alle voorgeschreven administratieve formaliteiten te vervullen bij de diensten van het Belgisch Staatsblad, de griffie van de bevoegde ondernemingsrechtbank, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de BTW-administratie en te dien einde ook alle stukken en akten te tekenen en, meer in het algemeen, alles te doen wat nodig of nuttig zou zijn voor de uitvoering van dit besluit."
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.