Annual / Quarterly Financial Statement • Apr 19, 2024
Annual / Quarterly Financial Statement
Open in ViewerOpens in native device viewer
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en het KB van 13 juli 2014 op de boekhouding en de jaarrekening van GVV's. Voor het eerst toegepast in het boekjaar 1.10.2006 tot 31.12.2007.
De jaarrekening is opgesteld in euro en op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de vastgoedbeleggingen en financiële instrumenten die gewaardeerd zijn aan de reële waarde.
| BALANS | IFRS 31/12/2023 |
IFRS 31/12/2022 |
|---|---|---|
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden |
| ACTIVA | ||
| VASTE ACTIVA | 2.360.333 | 1.698.308 |
| A. Goodwill | 0 | 0 |
| B. Immateriële vaste activa | 548 | 567 |
| C. Vastgoedbeleggingen | 1.066.868 | 987.359 |
| D. Andere materiële vaste activa | 46.777 | 33.020 |
| E. Financiële vaste activa | 1.245.925 | 677.150 |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 214 | 213 |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 121.351 | 555.281 |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| D. Handelsvorderingen | 14.290 | 16.575 |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 20.040 | 468.529 |
| F. Kas en kasequivalenten | 86.242 | 67.318 |
| G. Overlopende rekeningen | 780 | 2.859 |
| TOTAAL ACTIVA | 2.481.684 | 2.253.589 |
| PASSIVA | ||
| EIGEN VERMOGEN | 1.518.263 | 1.298.831 |
| EIGEN VERMOGEN TOEWIJSBAAR AAN DE AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDERVENNOOTSCHAP | 1.518.263 | 1.298.831 |
| A. Kapitaal | 394.914 | 353.244 |
| B. Uitgiftepremies | 423.586 | 319.277 |
| C. Reserves | 580.953 | 420.874 |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 118.810 | 205.436 |
| MINDERHEIDSBELANGEN | 0 | 0 |
| VERPLICHTINGEN | 963.421 | 954.758 |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | 809.283 | 866.147 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. Langlopende financiële schulden | 808.788 | 866.153 |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 495 | -7 |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 |
| KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 154.138 | 88.611 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. Kortlopende financiële schulden | 35.638 | 59.447 |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 9.647 | 12.577 |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 86.568 | 2.175 |
| F. Overlopende rekeningen | 22.285 | 14.412 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2.481.684 | 2.253.589 |
| IFRS | IFRS | |
|---|---|---|
| RESULTATENREKENING | 31/12/2023 | 31/12/2022 |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden |
| I. Huurinkomsten (+) |
50.245 | 42.647 |
| II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) |
0 | 0 |
| Met verhuur verbonden kosten (+/-) III. |
-290 | 218 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 49.955 | 42.865 |
| IV. Recuperatie van vastgoedkosten (+) |
0 | 0 |
| V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen |
||
| (+) | 8.766 | 6.525 |
| VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het |
0 | 0 |
| einde van de huur (-) | ||
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen (-) |
-9.447 | -6.940 |
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) | 22.100 | 12.994 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 71.374 | 55.444 |
| IX. Technische kosten (-) |
-49 | 0 |
| X. Commerciële kosten (-) |
-52 | -70 |
| XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) |
-93 | -330 |
| XII. Beheerskosten vastgoed (-) |
-1.886 | -1.459 |
| XIII. Andere vastgoedkosten (-) | -71 | -38 |
| VASTGOEDKOSTEN | -2.150 | -1.897 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 69.223 | 53.547 |
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) |
-10.681 | -6.645 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) XV. |
1.354 | 2.368 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 59.896 | 49.270 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) XVI. |
0 | 19 |
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa (+/-) | 0 | 0 |
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | -17.909 | 71.016 |
| Ander portefeuilleresultaat (+/-) XIX. |
0 | 0 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 41.988 | 120.304 |
| XX. Financiële inkomsten (+) |
29.915 | 11.460 |
| XXI. Netto interestkosten (-) |
-20.481 | -17.965 |
| XXII. Andere financiële kosten (-) | -82 | -182 |
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (+/-) | 68.816 | 91.938 |
| FINANCIELE RESULTAAT | 78.168 | 85.252 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 120.156 | 205.557 |
| XXV. Vennootschapsbelasting (-) | -1.346 | -121 |
| XXVI. Exit Taks (-) | 0 | 0 |
| BELASTINGEN | -1.346 | -121 |
| NETTO RESULTAAT | 118.810 | 205.436 |
| Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode (in '000) | 18.388 | 16.538 |
| NETTO (gewoon / verwaterd) RESULTAAT PER AANDEEL in euros | 6,46 | 12,42 |
| VERKORT STATUTAIR GLOBAAL RESULTAAT (EUR x 1.000) |
31/12/2023 12 maanden |
31/12/2022 12 maanden |
|---|---|---|
| Netto resultaat | 118.810 | 205.436 |
| Andere elementen van het globaal resultaat | 15.428 | 14.928 |
| Items die in het resultaat zullen worden opgenomen: Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en ‐kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
0 0 |
0 0 |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten in een kasstroomindekking |
0 | 0 |
| Items die niet in het resultaat zullen worden opgenomen: Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen |
15.428 15.428 |
14.928 14.928 |
| Globaal resultaat | 134.238 | 220.364 |
| Toerekenbaar aan: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen |
134.238 0 |
220.364 0 |
| TE VERWERKEN RESULTAAT | IFRS | IFRS | |
|---|---|---|---|
| 31/12/2023 | 31/12/2022 | ||
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | |
| A. | NETTO RESULTAAT | 118.810 | 205.436 |
| B. | TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES (-/+) | -43.843 | -146.226 |
| 1 . | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het positieve of negatieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (-/+) | -11.870 | -92.864 |
| 1a. Boekjaar | -11.870 | -92.864 | |
| 1b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | |
| 1c. | Realisatie vastgoed | 0 | 0 |
| 2 . | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van | 0 | 0 |
| 3 . | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen | 0 | 0 |
| zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) | |||
| 3a. Boekjaar | 0 | 0 | |
| 3b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | |
| 4 . | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die | 0 | 0 |
| onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) | |||
| 4a. Boekjaar | |||
| 4b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | |
| 5 . | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet | 14.043 | -58.408 |
| onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) | |||
| 5a. Boekjaar | 14.043 | -58.408 | |
| 5b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | |
| 6 . | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 |
| 6a. Boekjaar | 0 | 0 | |
| 6b. Vorige boekjaren | 0 | 0 | |
| 7 . | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) | 0 | 0 |
| 8 . | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) | 0 | 0 |
| 9 . | 0 | 0 | |
| Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) | |||
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | -46.017 | 5.046 | |
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) | 0 | 0 | |
| C. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13 | 72.545 | 55.190 |
| D. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL, - ANDERE DAN C | 2.422 | 4.020 |
Volgens artikel 13 van het GVV KB moet Montea, ten belope van het bedrag van het positief nettoresultaat van het boekjaar en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in ″Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves″ zoals omschreven in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C van het GVV KB, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uitkeren als vergoeding van het kapitaal:
80% van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema; en de netto vermindering, tijdens het boekjaar, van de schuldenlast van de openbare GVV.
Volgens deze berekening is Montea verplicht tot het uitkeren van een dividend van € 72.545 K. Rekening houdend met het aantal eigen aandelen op datum van dit jaarlijks financieel verslag, stelt de raad van bestuur van Montea Management NV voor een totaal uit te keren van € 74.967 K wat overeenkomt met een bruto dividend van € 3,74 per aandeel.
| ARTIKEL 13 UITKERINGSPLICHT | IFRS |
|---|---|
| 31/12/2023 | |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden |
| Positieve verschil (1)-(2) | 72.545 |
| 80 % van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema (1) | 72.545 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) + netto meerwaarden (B) | 90.681 |
| Gecorrigeerd resultaat + netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte | |
| uitkering zijn vrijgesteld (A) | 90.681 |
| Netto resultaat | 118.810 |
| + Afschrijvingen | 336 |
| + Waardeverminderingen | 699 |
| - Terugnemingen van waardeverminderingen | -364 |
| - Terugneming overgedragen en verdisconteerde huren | 0 |
| +/- Andere niet-monetaire bestanddelen | -46.527 |
| +/- Resultaat verkoop vastgoed | 0 |
| +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed | 17.909 |
| +/- Uitgestelde belastingen | -182 |
| - Minderheidsbelang | 0 |
| Netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (B) | 0 |
| +/- gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden | 0 |
| - gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte | |
| uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar | 0 |
| + gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet | |
| werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar | 0 |
| Nettovermindering van de schuldenlast (2) | 0 |
| Variatie in de schuldenlast in functie van de berekening van de schuldgraad | 288 |
| Totaal van de verplichtingen | 8.663 |
| Langlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | 502 |
| Langlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Langlopende verplichtingen - uitgestelde belastingen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - toegelaten indekkingsinstrumenten | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - overlopende rekeningen | 7.873 |
Als vennootschap moet Montea zich ook houden aan artikel 7:212 WVV waarbij het netto actief door middel van dividenduitkering, niet mag dalen onder het bedrag van het kapitaal en de onbeschikbare reserves. Volgens onderstaande tabel heeft Montea nog een buffer van € 97.227K, na uitkering van het vooropgesteld dividend van € 3,74 per aandeel.
| ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN | IFRS | IFRS | IFRS |
|---|---|---|---|
| 31/12/2023 | 31/12/2022 | 31/12/2021 | |
| EUR (x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden |
| Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 394.914 | 353.244 | 323.777 |
| Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 423.586 | 319.277 | 234.693 |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) (*) | 463.459 | 451.589 | 358.726 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische | |||
| vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
29.360 | 43.404 | -15.004 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/-) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) | 0 | 0 | 0 |
| Andere reserves (+) | 0 | 0 | 0 |
| Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (+) | 33.913 | 18.485 | 3.557 |
| Wettelijke reserve (+) | 835 | 835 | 835 |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen | 1.346.069 | 1.186.834 | 906.583 |
| Netto Activa vóór dividenduitkering | 1.518.263 | 1.298.831 | 1.015.315 |
| Vooropgestelde dividenduitkering | 74.967 | 59.210 | 49.095 |
| Netto Activa na dividenduitkering | 1.443.296 | 1.239.621 | 966.220 |
| Resterende marge na dividenduitkering | 97.227 | 52.787 | 59.636 |
De bedragen aangeduid in grijs in voorgaande tabel werden geactualiseerd naar aanleiding van de opsplitsing van een reserve onbeschikbaar door herwaarderingen van zonnepanelen die lopen via nietgerealiseerde resultaten. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde bedragen uit de tabel niet overeenstemmen met het gepubliceerde bedrag in het jaarverslag over het boekjaar met afsluiting 31/12/2022 en 31/12/2021. We merken op dat dit in geen geval een invloed heeft op het uitgekeerde dividend. Het gaat louter om de resterende marge na dividenduitkering.
De resterende marge, na dividenduitkering, bedraagt op het einde van 2023 € 97.227K doordat het netto actief van de GVV relatief meer gestegen is dan het bedrag van het niet uitkeerbaar eigen vermogen (beide berekend conform artikel 7:212 WVV).
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (EUR x 1000) |
Kapitaal | Uitgiftepremies | Reserves | Resultaat | Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2021 OP |
323.777 | 234.693 | 229.160 | 227.685 | 1.015.315 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 29.467 | 84.584 | 13.092 | 0 | 127.143 |
| Kapitaalsverhoging | 35.627 | 84.584 | 0 | 0 | 120.211 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | |||||
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | 14.928 | 0 | 14.928 |
| Eigen aandelen | -14.649 | 0 | 0 | 0 | -14.649 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 8.489 | 0 | -1.695 | 0 | 6.794 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | -141 | 0 | -141 |
| Subtotaal | 353.244 | 319.276 | 242.252 | 227.685 | 1.142.458 |
| Dividenden | 0 | 0 | -49.109 | 0 | -49.109 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 227.685 | -227.685 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 46 | 205.436 | 205.482 |
| 31/12/2022 OP |
353.244 | 319.276 | 420.874 | 205.436 | 1.298.831 |
| Elementen onmiddellijk erkend als EV | 41.670 | 104.310 | 15.180 | 0 | 161.160 |
| Kapitaalsverhoging | 40.907 | 104.310 | 0 | 0 | 145.217 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | |||||
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | 15.428 | 0 | 15.428 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 763 | 0 | -248 | 0 | 515 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Subtotaal | 394.914 | 423.586 | 436.054 | 205.436 | 1.459.990 |
| Dividenden | 0 | 0 | -59.230 | 0 | -59.230 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | 205.436 | -205.436 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | -1.307 | 118.810 | 117.502 |
| 31/12/2023 OP |
394.914 | 423.586 | 580.953 | 118.810 | 1.518.263 |
| MUTATIE EIGEN VERMOGEN (EUR x 1.000) |
31/12/2023 | Toewijzing resultaat |
Eigen vermogen voor dividenduitkering maar na resultaatsverwerking |
|---|---|---|---|
| A. Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 394.914 | 394.914 | |
| B. Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 423.586 | 423.586 | |
| C. Reserves | 580.953 | 43.843 | 624.796 |
| Wettelijke reserve (+) | 835 | 835 | |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) (*) | 451.589 | 11.870 | 463.459 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische | |||
| vervreemding van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten indekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
43.404 | -14.043 | 29.360 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) |
0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor | |||
| verkoop (+/-) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) | 0 | 0 | 0 |
| Andere reserves (+) | 258.711 | 46.017 | 304.728 |
| Onbeschikbare reserve omwille van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (+) | 33.913 | 0 | 33.913 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren (+/-) | -207.501 | 0 | -207.501 |
| Voorgestelde vergoeding aan het kapitaal | 74.967 | 74.967 |
| TOTAAL | 118.810 | 1.518.263 |
|---|---|---|
| GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (EUR x 1.000) |
31/12/2023 | |
|---|---|---|
| 12 maanden | ||
| KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 67.318 | |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A)+(B)+(C) = (A1) | 100.616 | |
| Netto resultaat | 118.810 | |
| Netto interestkosten | 20.563 | |
| Financiële inkomsten | -29.915 | |
| Belastingen | 1.346 | |
| Meerwaarde (-)/minderwaarde (+) op verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | |
| Kasstroom uit operationele activiteiten voor aanpassing van niet-kaskosten en werkkapitaal (A) | 110.804 | |
| Variaties in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten | -68.816 | |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 17.909 | |
| Toevoeging (+) / terugname (-) in voorzieningen en voordelen voor het personeel | 0 | |
| Op aandelen gebaseerde betalingskosten afgewikkeld in eigen vermogen | 515 | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging (+)/terugname (-)) op vaste activa | 323 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen, voorraden en overige activa | 290 | |
| Aanpassingen voor niet-kaskosten (B) | -49.780 | |
| Daling (+)/stijging (-) van handels- en overige vorderingen | -79.111 | |
| Daling (+)/stijging (-) van voorraden | 0 | |
| Stijging (+)/daling (-) van handels- en overige schulden | 88.834 | |
| Stijging (+)/daling (-) in de behoefte aan werkkapitaal (C) | 9.723 | |
| Ontvangen interesten | 29.870 | |
| Ontvangen dividenden | 0 | |
| Betaalde vennootschapsbelasting | 0 | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (B1) | -77.564 | |
| Investeringen | -77.564 | |
| Betalingen verwervingen van vastgoedinvesteringen Betalingen verwervingen van gebouwen bestemd voor verkoop |
-70.800 0 |
|
| Betalingen verwervingen van aandelen in vastgoedvennootschappen | -6.315 | |
| Aankoop overige materiële en immateriële vaste activa | -449 | |
| Desinvesteringen | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | |
| Ontvangsten uit verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop Ontvangsten uit verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen |
0 0 |
|
| NETTO FINANCIELE KASSTROOM (C1) | -4.128 | |
| Netto effect van opname en terugbetaling van leningen | -79.333 | |
| Kapitaalverhoging | 145.217 | |
| Betaalde dividenden | -59.230 | |
| Betaalde interesten | -10.782 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A1+B1+C1) | 86.242 |
| IMMATERIËLE VASTE ACTIVA | |
|---|---|
| Op 31.12.2021 | 726.974 |
| Aankopen | 147.169 |
| Afschrijvingen | -307.263 |
| Buitengebruikstellingen | 0 |
| Buitengebruikstellingen afschrijvingen | 0 |
| Op 31.12.2022 | 566.881 |
| Aankopen | 180.207 |
| Afschrijvingen | -199.264 |
| Buitengebruikstellingen | 0 |
| Buitengebruikstellingen afschrijvingen | 0 |
| Op 31.12.2023 | 547.824 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de immateriële vaste activa voor eigen gebruik. Deze immateriële vaste activa omvatten voornamelijk de licentie- en ontwikkelingskosten voor property management, facility en accounting software.
| VASTGOEDBELEGGINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Vastgoed beschikbaar voor verkoop | 0 | 0 |
| Projectontwikkelingen | 66.442.545 | 27.570.209 |
| Materiële vaste activa voor eigen gebruik | 2.862.375 | 2.735.825 |
| Andere | 997.563.353 | 957.053.154 |
| TOTAAL | 1.066.868.273 | 987.359.188 |
De vastgoedportefeuille wordt gewaardeerd aan de reële waarde. De reële waardebepaling gebeurt aan de hand van niet-observeerbare input en bijgevolg behoren deze vastgoedbeleggingen tot niveau 3 van de fair value-hiërarchie zoals bepaald volgens IFRS. De positieve variatie in de waardering van de vastgoedbeleggingen kan voornamelijk verklaard worden door stijgende markthuurwaarden, hetgeen deels gecompenseerd wordt door stijgende rendementen op logistiek vastgoed in de investeringsmarkt.
De schatting van een site bestaat uit het bepalen van haar waarde op een bepaalde datum, het bepalen van de prijs waartegen de site potentieel verhandeld zal kunnen worden tussen kopers en verkopers die voldoende geïnformeerd zijn zonder informatie-asymmetrieën en die een dergelijke transactie wensen te realiseren. Deze waarde is de investeringswaarde of de te betalen prijs vermeerderd met de eventuele overdrachtsbelastingen (registratierechten of btw). De reële waarde, in de zin van het referentieschema IAS/IFRS, kan worden verkregen door de theoretische lokale registratierechten af te trekken van de investeringswaarde.
De sensitiviteit van de reële waarde in functie van wijzigingen in de significant niet-observeerbare input, gebruikt in de bepaling van de reële waarde van panden geclassificeerd in niveau 3 volgens de IFRS fair value-hiërarchie is als volgt:
| Impact op de reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|
| Niet observeerbare inputs | Berekend in | Stijging | Daling | |
| Geschatte huurwaarde | €/m² | + | - | |
| Verdisconteringsvoet | % | - | + | |
| Vereist rendement | - | + | ||
| Resterende looptijd huurcontract | years | + | - | |
| Bezettingsgraad | + | - | ||
| Inflatie | + | - |
Daarnaast is het zo dat een lange (korte) resterende looptijd van het huurcontract vaak aanleiding geeft tot een daling (stijging) in de verdisconteringsvoet.
| Voor eigen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| ANDERE MATERIËLE VASTE ACTIVA | Andere | gebruik | Totaal | ||
| OP 31.12.2021 | 26.766.054 | 2.381.925 | 29.147.980 | ||
| Aanschaffingswaarde 01.01.2022 | 27.814.176 | 2.860.328 | 30.674.503 | ||
| Aanschaffingen van het boekjaar | 82.284 | 392.116 | 474.400 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Zonnepanelen | 6.248.238 | 0 | 6.248.238 | ||
| Aanschaffingswaarde 31.12.2022 | 34.144.698 | 3.252.444 | 37.397.141 | ||
| Afschrijvingen 01.01.2022 | 1.048.121 | 478.402 | 1.526.523 | ||
| Afschrijvingen van het boekjaar | 76.904 | 38.215 | 115.119 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Afschrijvingen 31.12.2022 | 1.125.025 | 516.617 | 1.641.642 | ||
| OP 31.12.2022 | 33.019.672 | 2.735.826 | 35.755.499 | ||
| Aanschaffingswaarde 01.01.2022 | 34.144.698 | 3.252.444 | 37.397.141 | ||
| Aanschaffingen van het boekjaar | 456.519 | 164.765 | 621.284 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Zonnepanelen | 13.385.730 | 0 | 13.385.730 | ||
| Aanschaffingswaarde 31.12.2022 | 47.986.947 | 3.417.209 | 51.404.155 | ||
| Afschrijvingen 01.01.2022 | 1.125.025 | 516.617 | 1.641.642 | ||
| Afschrijvingen van het boekjaar | 85.049 | 38.215 | 123.264 | ||
| Desinvesteringen van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | ||
| Afschrijvingen 31.12.2022 | 1.210.074 | 554.833 | 1.764.906 | ||
| OP 31.12.2023 | 46.776.873 | 2.862.376 | 49.639.249 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de materiële vaste activa voor eigen gebruik.
Voor meer informatie verwijzen wij naar toelichting 21 "Andere materiële vaste activa" in het geconsolideerd jaarverslag van Montea NV.
| FINANCIËLE VASTE ACTIVA | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Activa aangehouden tot einde looptijd | - | - |
| Activa beschikbaar voor verkoop | - | - |
| Activa aan reële waarde volgens resultaat | - | - |
| Leningen en vorderingen | - | - |
| Andere | 1.245.925.426 | 677.149.886 |
| Vastgoedcertificaten | - | - |
| Afdekkingsinstrumenten | 26.824.936 | 40.366.767 |
| Deelnemingen in andere gereglementeerde vastgoedvennootschappen | - | - |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding 1.219.100.490 | 636.783.119 | |
| Andere | - | - |
| TOTAAL | 1.245.925.426 | 677.149.886 |
De financiële vaste activa betreffen uitsluitend de deelnemingen in verbonden ondernemingen. Wij verwijzen naar toelichting 7.5. voor meer informatie omtrent de deelnemingen.
| NAAM EN ZETEL | Maatschappelijke rechten gehouden door de onderneming in de dochteronderneming |
Jaarrekening | Gegegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal | % | per | Munteenheid | Eigen vermogen |
Netto resultaat |
|
| Montea France SCI Montea Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 26.832.285 | 6.276.345 | |
| SCI 3R Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 9.440.816 | 1.042.523 | |
| SCI Sagittaire Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 10.963.963 | -380.959 | |
| SCI Saxo Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 3.756.338 | 870.271 | |
| SCI Sevigné Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 9.450.986 | -74.601 | |
| SCI Socrate Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 7.837.472 | 40.703 | |
| SCI APJ Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 905.662 | 427.417 | |
| SCI MM1 Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | 154.933 | 64.495 | |
| SAS Montea Green Energy France Place de la Madeleine 18/20 F-75 008 Paris |
100 | 31/12/2022 | EUR | -537.393 | -210.299 | |
| SFG BV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1c 5032 MD Tilburg |
100 | 31/12/2022 | EUR | -3.364.002 | -256.855 | |
| Montea Nederland NV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1c |
100 | 31/12/2022 | EUR | 283.883.039 | -201.572 | |
| 5032 MD Tilburg Montea Amsterdam Holding BV EnTrada Ellen Pankhurstraat 1 5032 MD Tilburg |
100 | 31/12/2022 | EUR | -52 | -52 | |
| Montea GTE 1 NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2022 | EUR | -2.467.585 -1.990.394 | ||
| Montea GTE 2 GmbH Beiertheimer Allee 72 G-76137 Karlsruhe |
100 | 31/12/2022 | EUR | 10.152.363 -5.115.943 | ||
| Montea Services BV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2022 | EUR | -34.857 | -15.097 | |
| GULA NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2022 | EUR | 5.803.907 | -262.105 | |
| Hoecor NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
90 | 31/12/2022 | EUR | 28.917.996 | -176.320 | |
| F.C.B. NV GVBF Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2022 | EUR | 12.101.104 11.241.051 | ||
| Challenge Office Park NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
100 | 31/12/2022 | EUR | 4.553.840 | 372.652 | |
| Corhoe NV Industrielaan 27 - bus 6 B-9320 Erembodegem (Aalst) |
90 | 31/12/2022 | EUR | 22.286.193 13.306.966 |
| HANDELSVORDERINGEN EN ANDERE VASTE ACTIVA | ||
|---|---|---|
| OP 31/12/2021 | 211.331 | |
| Borgtochten betaald in contanten | 1.358 | |
| OP 31/12/2022 | 212.689 | |
| Borgtochten betaald in contanten | 1.467 | |
| OP 31/12/2023 | 214.156 |
Dit bedrag betreft borgtochten betaald in contanten.
| ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP | |
|---|---|
| OP 31.12.2021 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere | 0 |
| OP 31.12.2022 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 |
| Vastgoedcertificaten | 0 |
| Andere | 0 |
| OP 31.12.2023 | 0 |
| HANDELSVORDERINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Bruto handelsvorderingen | 15.889.749 | 17.884.407 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren | -1.599.766 | -1.309.643 |
| TOTAAL | 14.289.983 | 16.574.764 |
Op 31 december 2023 bedroegen de handelsvorderingen € 14.290K waarvan
| BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Belastingen | 0 | 2.533.075 |
| Belastingen op de toegevoegde waarde (BTW) | - 0 | 1.346.944 |
| Inkomstenbelastingen | 0 | 1.186.131 |
| Andere | 20.039.840 | 465.995.843 |
| Rekening courant verbonden ondernemingen | 20.033.338 | 465.870.797 |
| Diversen | 6.502 | 125.046 |
| TOTAAL | 20.039.840 | 468.528.918 |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Contante geldstortingen bij kredietinstellingen | 86.241.612 | 67.317.736 |
| Termijnbeleggingen | 0 | 0 |
| Te innen cheques | 0 | 0 |
| TOTAAL | 86.241.612 | 67.317.736 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET ACTIEF | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten | - 0 | 558.162 |
| Te bestemmen huurkortingen en huurvoordelen | 0 | 0 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 312.960 | 1.305.158 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 32.735 | 56.624 |
| Andere | 434.088 | 939.359 |
| TOTAAL | 779.783 | 2.859.302 |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | Aantal aandelen | |
|---|---|---|
| OP 31.12.2021 | 323.777.185 | 16.215.456 |
| Geplaatst kapitaal | 367.352.913 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | 330.469.920 | 16.215.456 |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 36.882.993 | 1.809.764 |
| Kosten kapitaalsverhoging | -7.305.747 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -6.050.145 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -1.255.602 | |
| Aandelen opties personeel | -6.802.802 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -642.590 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -6.160.211 | |
| OP 31.12.2022 | 353.244.365 | 18.025.220 |
| Geplaatst kapitaal | 410.074.811 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | 367.352.913 | 18.025.220 |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 42.721.897 | 2.096.271 |
| Kosten kapitaalsverhoging | -9.120.813 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -7.305.747 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | -1.815.066 | |
| Aandelen opties personeel | -6.039.720 | |
| - Per einde van het vorig boekjaar | -6.802.802 | |
| - Wijzigingen tijdens het boekjaar | 763.081 | |
| OP 31.12.2023 | 394.914.278 | 20.121.491 |
| Samenstelling van het kapitaal | ||
| - Soorten aandelen | 394.914.278 | 20.121.491 |
| Aa nde l e n zonde r ve rme l di ng va n nomi na l e wa a rde | ||
| Aandeelhouders | Aantal aandelen Percentage | |
|---|---|---|
| Familie De Pauw | 2.053.020 | 10,20% |
| Belfius Insurance | 433.516 | 2,15% |
| Federale Verzekering | 788.215 | 3,92% |
| Patronale Life | 964.785 | 4,79% |
| Ethias NV | 607.130 | 3,02% |
| BlackRock Group | 660.939 | 3,28% |
| Free float | 14.613.886 | 72,63% |
| OP 31.12.2023 | 20.121.491 | 100% |
Ter ondersteuning van haar verdere groei, heeft Montea haar aandeelhouders opnieuw een keuzedividend aangeboden. In totaal werd 51% van de coupons nr. 25 (die het dividend van het boekjaar 2022 vertegenwoordigen) ingeleverd tegen nieuwe aandelen. Er werden 293.750 nieuwe aandelen uitgegeven voor een totaal uitgiftebedrag van € 21.035.437,50 (€ 5.986.625,00 in kapitaal en € 15.048.812,50 in uitgiftepremie) en dit binnen het kader van het toegestane kapitaal. Het kapitaal van Montea steeg na deze transactie naar 373.339.535,39 EUR vertegenwoordigd door 18.318.970 aandelen.
In november 2023, heeft Montea binnen het kader van het toegestane kapitaal met succes 1.802.521 nieuwe aandelen geplaatst tegen € 69,90 per nieuw aandeel via een vrijgestelde versnelde private plaatsing met samenstelling van een orderboek ("accelerated bookbuilding") bij internationale gekwalificeerde en/of institutionele beleggers. Deze private plaatsing resulteerde in een bruto-opbrengst van € 125.996.218.
Ingevolge de voltooiing van de private plaatsing bedraagt het totale geplaatste kapitaal van Montea € 410.074.807,77 vertegenwoordigd door 20.121.491 volledig volstorte gewone aandelen.
| UITGIFTEPREMIES | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Uitgiftepremies | 423.586.338 | 319.276.579 |
| RESERVES | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| a) Wettelijke reserve (+) | 835.423 | 835.245 |
| b) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+/-) | 469.539.432 | 371.214.107 |
| c) Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en | 0 | 0 |
| -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-) | ||
| d) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten | 0 | 0 |
| afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | ||
| e) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten | 43.403.603 | -15.004.495 |
| afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | ||
| f) Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en | 0 | 0 |
| passiva (+/-) | ||
| g) Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van | 0 | 0 |
| een buitenlandse activiteit (+/-) | ||
| h) Reserve voor eigen aandelen (-) | 0 | 0 |
| i) Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa | 0 | 0 |
| beschikbaar voor verkoop (+/-) | ||
| j) Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenreglingen (+/-) | 0 | 0 |
| k) Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het | 0 | 0 |
| buitenland (+/-) | ||
| l) Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële | 0 | 0 |
| schulden (+/-) | ||
| m) Andere reserves (+/-) | 67.174.180 | 63.829.585 |
| n) Overgedragen resultaten van vorige boekjaren (+/-) | 0 | 0 |
| TOTAAL | 580.952.637 | 420.874.442 |
| NETTORESULTAAT VAN HET BOEKJAAR | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Resultaat 12 maanden | 118.809.806 | 205.435.918 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| TOTAAL | 118.809.806 | 205.435.918 |
De Vennootschap let erop om tijdig de nodige financieringen aan te gaan. Hierbij staat het evenwicht tussen de kost van de financiering, de duurtijd en de diversificatie van de financieringsbronnen altijd voorop.
De financiële schulden van Montea per 31 december 2023 bedragen € 844,9 miljoen (€ 808,8 miljoen langlopend en € 35,6 miljoen kortlopend) en zijn opgebouwd als volgt:
| FINANCIËLE SCHULDEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| LANGLOPENDE FINANCIELE SCHULDEN | 808.788.090 | 866.153.345 |
| Kredietinstellingen | 104.000.000 | 159.333.332 |
| Lening Belfius | 56.000.000 | 75.999.999 |
| Lening ING | 10.000.000 | 20.000.000 |
| Lening BNP Paribas | 8.000.000 | 0 |
| Lening KBC | 0 | 0 |
| Lening Nagelmaeckers | 0 | 0 |
| Lening Argenta | 30.000.000 | 30.000.000 |
| Lening ABN Amro | 0 | 33.333.332 |
| 104.000.000 € | 159.333.332 € | |
| Obligatielening | 662.739.399 | 662.449.532 |
| Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte bedragen | 688.040 | 1.190.674 |
| Financiële leasing | 465.333 | 595.229 |
| Andere | 40.895.318 | 42.584.578 |
| Andere | 40.895.318 | 42.584.578 |
| ANDERE LANGLOPENDE FINANCIELE VERPLICHTINGEN | 494.804 | -6.747 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | 494.804 | -6.747 |
| KORTLOPENDE FINANCIELE SCHULDEN | 35.637.663 | 59.447.499 |
| Kredietinstellingen | 33.333.334 | 57.333.334 |
| Lening Argenta | ||
| Lening ABN Amro | 33.333.334 | 33.333.333 |
| Lening Belfius | 0 | 24.000.001 |
| Lening BNP Paribas | 0 | 0 |
| Lening ING | 0 | 0 |
| Lening KBC | 0 | 0 |
| 33.333.334 € | 57.333.334 € | |
| Obligatielening | 0 | 0 |
| Financiële leasing | 116.911 | 110.174 |
| Andere | 2.187.418 | 2.003.991 |
| TOTAAL | 844.920.557 | 925.594.096 |
De financiële schulden betreffen nominale bedragen waarbij de interesten niet vervat zijn.
De Vennootschap heeft een totaalbedrag aan opgenomen kredietlijnen van € 137,3 miljoen. Montea beschikt op 31 december 2023 over een totaalbedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van € 327,5 miljoen bij 6 financiële instellingen. Er rest nog een niet-opgenomen capaciteit van € 190,2 miljoen, wat betekent dat 41,9% aan kredietlijnen is opgenomen. Op 31 december 2023 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van deze kredietlijnen nog 3,8 jaar.
Verder beschikt Montea ook over een totaalbedrag van € 665 miljoen aan obligatieleningen, die volledig werden opgenomen. Deze obligatieleningen bestaan voornamelijk uit € 235 miljoen aan Green Bonds die Montea afsloot in 2021 (US Private Plaatsing) en € 380 miljoen aan Green unsecured notes afgesloten in 2022 (US Private Plaatsing). Op 31 december 2023 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van de lopende obligatieleningen nog 9,0 jaar.
Voorts is er een totaalbedrag van leasingschulden van € 43,1 miljoen, verdeeld over lange en korte termijn, hoofdzakelijk gevormd door de opname van een leasingverplichting m.b.t. de concessiegronden (inwerkingtreding IFRS 16) en anderzijds voor de financiering van de zonnepanelen op de site te Aalst.
De gewogen gemiddelde looptijd van de financiële schulden (kredietlijnen, obligatieleningen en leasingverplichtingen) bedraagt 7,3 jaar op 31 december 2023, wat een stijging betekent in vergelijking met 31 december 2022 (6,9 jaar), naar aanleiding van de obligatieleningen die nu een hoger aandeel in de totale verplichtingen vertegenwoordigen.
De gemiddelde financieringskost van de schulden bedraagt 2,3% over 2023 (t.o.v. 1,9% in dezelfde periode vorig jaar), voornamelijk als gevolg van de in 2022 gecontracteerde obligatieleningen. De Interest Coverage Ratio is gelijk aan 4,5x per eind december 2023 tegenover 4,9x eind 2022. Montea voldoet hiermee ruimschoots aan de convenanten qua interest coverage ratio die zij met haar financiële instellingen heeft afgesloten.
| HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Exit taks | 0 | 0 |
| Andere | 9.647.426 | 12.576.915 |
| Leveranciers | 6.036.095 | 8.969.977 |
| Huurders | 1.791.007 | 1.912.606 |
| Belastingen sociale lasten en bezoldigingen | 1.820.324 | 1.694.332 |
| Belastingen | 1.022.809 | 1.002.365 |
| Sociale lasten | 797.515 | 691.967 |
| TOTAAL | 9.647.426 | 12.576.915 |
| ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Dividenden | 35.994 | 27.910 |
| Intercompany verplichtingen | 86.041.166 | 0 |
| Andere | 490.565 | 2.146.898 |
| TOTAAL | 86.567.725 | 2.174.808 |
| OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET PASSIEF | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 13.823.792 | 12.893.034 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 8.461.211 | 1.518.878 |
| Andere | 0 | 0 |
| TOTAAL | 22.285.004 | 14.411.912 |
De overlopende rekeningen van het passief bestaan voornamelijk uit de vooraf gefactureerde huurinkomsten en de toerekening van nog niet afgerekende interesten op de obligatieleningen en kredietlijnen.
| HUURINKOMSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Huur | 50.197.437 | 42.026.088 |
| Gegarandeerde inkomsten | 0 | 0 |
| Huurkortingen | 47.828 | 620.722 |
| Huurvoordelen (incentives) | 0 | 0 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 0 | 0 |
| Vergoeding financiële leasing en soorgelijken | 0 | 0 |
| TOTAAL | 50.245.265 € | 42.646.810 € |
De stijging van de huurinkomsten is voornamelijk het nettoresultaat van:
| MET HUUR VERBONDEN KOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | 0 | 0 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -637.568 | -152.669 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 347.445 | 370.771 |
| TOTAAL | -290.123 € | 218.101 € |
Montea past IFRS 9 toe. Wanneer Montea, ter inning van de huur- en/of andere gelden, beroep doet op extern juridisch advies, wordt er een waardevermindering geboekt indien de inning een onzeker karakter heeft. Wanneer de gelden ontvangen worden, wordt een terugneming van de waardevermindering geboekt. De methode van bepaling van de waardevermindering werd niet aangepast. De waardevermindering die wordt aangelegd in 2023 is een gevolg van enerzijds de faillissementen van Easylog en Coastair en anderzijds de gerechtelijke reorganisatie van Liège Cargo Agency.
| RECUPERATIE VAN HUURLASTEN EN BELASTINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
||
| Huurlasten gedragen door de huurder | 4.539.998 | 3.051.463 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 4.225.953 | 3.473.712 |
| TOTAAL | 8.765.951 € | 6.525.175 € |
| 7.23. HUURLASTEN EN BELASTINGEN NORMAAL HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN |
GEDRAGEN | DOOR DE |
| HUURLASTEN EN BELASTINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Huurlasten gedragen door de eigenaar |
-4.857.701 | -3.246.082 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -4.589.450 | -3.693.513 |
| ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN UITGAVEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Property management fee | 431.717 | 339.177 |
| Inkomsten zonnepanelen | 6.216.706 | 6.845.027 |
| Andere | 15.451.261 | 5.809.443 |
| TOTAAL | 22.099.685 € | 12.993.647 € |
TOTAAL -9.447.151 € -6.939.595 €
De Property management fee betreft de contractueel afgesproken management fee, welke in het merendeel van de contracten een percentage bedraagt op de jaarlijks te betalen huur.
De inkomsten van de zonnepanelen bestaan enerzijds uit de opgewekte elektriciteit die wordt doorgerekend aan de huurders en de netbeheerder en anderzijds uit de inkomsten van de groenestroomcertificaten. De daling in inkomsten uit zonnepanelen wordt voornamelijk verklaard door de sterk gedaalde prijzen voor elektriciteit in vergelijking met dezelfde periode vorige jaar. De daling wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de inkomsten naar aanleiding van nieuwe investeringen in zonnepanelen en het eenmalige effect van het vrijvallen van de ingebouwde provisies naar aanleiding van de in 2022 aangekondigde, doch niet doorgevoerde knip in groene stroom certificaten in Vlaanderen.
De opbrengsten worden erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in overeenstemming met IFRS 15. Er zijn geen groenestroomcertificaten die niet verkocht werden op einde van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De post "Andere" omvat doorfacturaties zoals meerwerken aan klanten, de tussenkomsten van de verzekeraar n.a.v. schadegevallen en intercompany doorrekeningen.
| TECHNISCHE KOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Recurrente kosten | 0 | 0 |
| Herstellingen | 0 | 0 |
| Vergoedingen voor totale waarborgen | 0 | 0 |
| Verzekeringspremies | 0 | 0 |
| Niet recurrente kosten | -49.293 | 0 |
| Grote herstellingen (aannemers, architecten, studiebureau, …) | 0 | 0 |
| Schadegevallen | -49.293 | 0 |
| TOTAAL | -49.293 € | 0 € |
| COMMERCIËLE KOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | 0 | -6.914 |
| Publiciteit | 0 | 0 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -51.620 | -62.607 |
| TOTAAL | -51.620 € | -69.521 € |
| KOSTEN EN BELASTINGEN VAN NIET VERHUURDE GOEDEREN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Nutsvoorzieningen | 0 | -65.750 |
| Onderhoud | -1.175 | -169.755 |
| Onroerende voorheffingen | -91.573 | -94.951 |
| Verzekeringen | 0 | 0 |
| TOTAAL | -92.748 € | -330.456 € |
| BEHEERKOSTEN VASTGOED | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Interne kosten voor vastgoedbeheer | -1.886.129 | -1.459.490 |
| Externe kosten voor vastgoedbeheer | 0 | 0 |
| TOTAAL | -1.886.129 € | -1.459.490 € |
Enerzijds bestaan de beheerskosten vastgoed uit de kosten met betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor het beheer en de commercialisering van het vastgoed, waar dit jaar is ingezet op de uitbreiding van het team in Frankrijk om de vooropgestelde ambities te realiseren. Anderzijds omvatten deze kosten ook de onmiddellijk aan het beheer toe te wijzen kosten.
| ANDERE VASTGOEDKOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Andere | -70.537 | -37.984 |
| TOTAAL | -70.537 € | -37.984 € |
| ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Kantoorkosten | -836.416 | -338.211 |
| Erelonen betaald aan derde partijen | -2.889.355 | -1.639.890 |
| Public relations, communicatie en advertenties | -1.264.742 | -642.157 |
| Personeelskosten en vergoedingen zaakvoerders | -5.368.337 | -3.602.321 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -322.528 | -422.382 |
| TOTAAL | -10.681.377 € | -6.644.961 € |
De algemene kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten verbonden aan het dagelijks management en de kosten gemaakt in het kader van de verplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen.
| ANDERE OPERATIONELE OPBRENGSTEN EN KOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Andere operationele opbrengsten | 1.711.187 | 1.719.555 |
| Andere operationele kosten | -356.691 | 648.445 |
| TOTAAL | 1.354.496 € | 2.368.000 € |
De andere operationele opbrengsten omvatten hoofdzakelijk:
De andere operationele kosten hebben voornamelijk betrekking op:
| 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|
| 0 | 53.000 |
| 0 | -34.340 |
| 0 € | 18.660 € |
Er is geen gerealiseerde meerwaarde in 2023. In 2022 was de gerealiseerde meerwaarde van € 18,6K het resultaat van de onteigening in Vilvoorde (BE).
| VARIATIES IN DE REELE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 41.443.474 | 117.929.097 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -59.352.295 | -46.913.068 |
| TOTAAL | -17.908.822 € | 71.016.030 € |
Wanneer we het saldo van alle positieve en negatieve variaties in globaliteit bekijken, bedraagt het resultaat ervan op de vastgoedportefeuille -€ 17.909K op 31 december 2023. Positieve variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn grotendeels te danken aan de daling van de investeringsrendementen voor projecten met lange termijn huurcontracten alsook stijgende markthuurwaarden. Negatieve variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn doorgaans het resultaat van geboekte afwaarderingen ten gevolge van huurcontracten die het einde naderden of worden stopgezet, het in resultaat boeken van de initiële transactiekosten bij de aankoop of de ontwikkeling van nieuwe panden en het uitboeken via het resultaat van de nog resterende huurvrije periodes.
Wanneer Montea investeert in een pand (aanpassingswerken), dan worden deze investeringen geboekt op het actief van de balans. Wanneer de vastgoeddeskundige deze meerwerken niet of niet ten volle waardeert volgens de kostprijs van deze werken, boekt Montea een negatieve variatie in de waardering van het vastgoed.
| FINANCIELE OPBRENGSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Geïnde interesten en dividenden | 29.869.535 | 11.415.523 |
| Vergoeding financiële leasing en soortgelijken | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa | 0 | 0 |
| Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijken | 0 | 0 |
| Andere financiële opbrengsten | 45.890 | 44.867 |
| TOTAAL | 29.915.426 € | 11.460.390 € |
De financiële inkomsten hebben hoofdzakelijk betrekking op de ontvangen vergoedingen van dochterondernemingen van Montea NV (29.051K) welke gebruik maken van cashmiddelen, alsook de ontvangen dividenden.
| FINANCIELE KOSTEN | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Interestkosten | -20.480.974 | -17.964.681 |
| Nominale interestlasten op leningen | -23.237.568 | -16.356.967 |
| Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden | -124.837 | 264.257 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -448.295 | -1.970.287 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 0 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | -448.295 | -1.970.287 |
| Inkomsten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | 3.329.871 | 98.985 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 0 | 0 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | ||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 3.329.871 | 98.985 |
| Andere interestkosten | -145 | -670 |
| Andere financiële kosten | -82.397 | -181.816 |
| Bankkosten en andere commissies | -82.380 | -181.813 |
| Andere | -17 | - 3 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa | 68.816.430 | 91.938.435 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | -14.043.382 | 58.408.098 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | 0 | 0 |
| zoals gedefinieerd in IFRS | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | -14.043.382 | 58.408.098 |
| zoals gedefinieerd in IFRS | ||
| Variatie in de waardering van deelnemingen | 82.859.812 | 33.530.337 |
| TOTAAL | 48.253.058 € | 73.791.938 € |
De interestkosten zijn gestegen met € 2.516K of 14,0%.
De nominale interestlasten op leningen stijgen met € 6.881 K t.o.v. 2022, vooral als gevolg van de in 2022 gecontracteerde obligatieleningen.
De kosten van de indekkingsinstrumenten dalen met € 1.522 K t.o.v. 2022 voornamelijk als gevolg van de daling in financiële schulden waarvoor contracten voor rentevoetindekking van het type IRS (Interest Rate Swap) afgesloten worden en het feit dat de indekkingsinstrumenten inkomsten genereren (stijging met € 3.231 K t.o.v. 2022) ingevolge de evolutie in de EURIBOR-rentevoet.
De gemiddelde financieringskost van de schulden bedraagt 2,3% over 2023 (t.o.v. 1,9% in dezelfde periode vorig jaar), voornamelijk als gevolg van de in 2022 gecontracteerde obligatieleningen. De impact van de indekkingsinstrumenten op de gemiddelde financieringskost bedraagt -0,3%. Dit wil zeggen dat de gemiddelde financiële kost zonder de indekkingsinstrumenten 2,6% zou bedragen.
De variaties in de reële waarde van de financiële activa bestaat enerzijds uit de positieve variatie in de waardering van de deelnemingen van Montea NV in haar dochterondernemingen en anderzijds kennen de toegelaten indekkingsinstrumenten (Interest Rate Swap) een positieve evolutie in 2023.
De negatieve variatie in de reële waarde van de financiële activa bedraagt € 68.816K bestaande uit:
| BELASTINGEN OP HET RESULTAAT | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -2.483.807 | -231.601 |
| Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen | 0 | 0 |
| Geraamde belastingsupplementen | -2.483.807 | -231.601 |
| Belastingen op het resultaat van het vorig boekjaar | 1.137.532 | 110.774 |
| Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen | 955.566 | 110.774 |
| Uitgestelde belastingen | 181.966 | 0 |
| TOTAAL | -1.346.275 € | -120.827 € |
De totale geboekte vennootschapsbelasting bestaat uit een voorziening voor:
De stijging t.o.v. 2023 is te wijten aan de dividendbelasting m.b.t. boekjaar 2022 en 2021 voor de Nederlands dochtervennootschappen, deze dient gedragen te worden door de moedervennootschap. In de loop van 2023 werd Montea voor de periode 2015 t.e.m. 2022 erkend als FBI. Montea heeft in haar resultaten van 2021 en 2022 evenwel voorzichtigheidshalve rekening gehouden met de mogelijkheid dat het FBI-statuut met betrekking tot Nederland geweigerd zou kunnen worden. Dit heeft als gevolg dat er nu dividendbelasting dient gedragen te worden door de moedervennootschap.
| TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN MET BETREKKING TOT DE RESULATENREKENING | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Netto interestopbrengst | 29.051.059 | 10.116.979 |
| Langlopende financiële vorderingen op verbonden ondernemingen | 531.963.289 | 0 |
| Kortlopende financiële vorderingen op verbonden ondernemingen | -66.007.828 | 465.870.797 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| Totaal bedrag van de toegekende bezoldigingen uit hoofde van hun | 99097 | 5.368 |
| werkzaamheden in de consolideerden onderneming, haar | ||
| dochteronderneming en geassocieerde vennootschappen, inclusief | ||
| het bedrag van de aan de gewezen bestuurders of zaakvoerders uit | ||
| dien hoofde toegekende rustpensioenen. |
| (x €1.000) | Codes | Boekjaar |
|---|---|---|
| Bezoldiging van de commissaris(sen) | 9505 | 73 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere | ||
| opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de | ||
| commissaris(sen) | ||
| - Andere controleopdrachten | 95061 | 28 |
| - Belastingadviesopdrachten | 95062 | |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95063 | 31 |
| Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere | ||
| opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen | ||
| met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) | ||
| - Andere controleopdrachten | 95081 | |
| - Belastingadviesopdrachten | 95082 | |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95083 |
| TRANSACTIES TUSSEN STATUTAIRE ZAAKVOERDER EN AANDEELHOUDERS | 31.12.2023 | 31.12.2022 |
|---|---|---|
| Bestuurdersvergoedingen aangerekend door de zaakvoerder Montea Management NV | 1.060.506 | 974.088 |
| R/C Montea management NV | 0 | 0 |
| R/C aandeelhouders | 0 | 0 |
| TOTAAL | 1.060.506 € | 974.088 € |
Voor het boekjaar 2023 zijn er enkele buitenbalansverplichting:
De langlopende en kortlopende financiële schulden Montea bestaan hoofdzakelijk uit schulden met vlottende rente. Montea maakt gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS ("Intrest Rate Swaps) om het renterisico in te dekken. Hieronder vindt u een overzicht van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten.
Het bedrag van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten op 31.12.2023 vindt u terug onder de financiële vaste activa op het actief van de balans en op de langlopende financiële schulden op het passief van de balans.
| REELE WAARDE VAN DE | Opgenomen | Ingedekte | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| INDEKKINGSINSTRUMENTEN (EUR | Startdatum | Vervaldatum | Nominaal bedrag | bedrag | Rentevoet | variatie 2023 vs. | ||||
| x 1.000) | 31/12/2023 ' | rentevoet | 2023 (*) | 2022 (*) | 2021 (*) | 2022 | ||||
| ાજડ | 29/12/2017 | 30/06/2022 | O | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -285 | 0 |
| IRS | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -380 | 0 |
| IRS | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.212 | 0 |
| IRS | 30/12/2016 | 19/12/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -114 | 0 |
| IRS | 30/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.803 | 0 |
| IRS | 31/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -662 | 0 |
| IRS | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.740 | 0 |
| IRS | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -663 | 0 |
| IRS | 03/04/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -670 | 0 |
| IRS | 31/12/2018 | 30/06/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.053 | 0 |
| IRS | 31/12/2021 | 19/12/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.546 | 0 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 50.000 | 50.000 | 0,48% | EURIBOR 3M | 3.566 | 4.744 | -546 | -1.178 |
| ાજર | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | O | 0 | -162 | 0 |
| IRS | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -112 | 0 |
| IRS | 31/03/2022 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -3.905 | 0 |
| ાજર | 30/06/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.360 | 0 |
| IRS | 30/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -3.722 | 0 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 29/03/2029 | 10.000 | 0 | 1,03% | EURIBOR 3M | 415 | 727 | 0 | -312 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2027 | 50.000 | O | 0,42% | EURIBOR 3M | 2.258 | 3.441 | 0 | -1.182 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 2.500 | 2.500 | 0,19% | EURIBOR 3M | 206 | 264 | 0 | -28 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 793 | 0 | -793 |
| IRS . | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | ਟਰਤ | 0 | -295 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.526 | 0 | -1.526 |
| IRS | 29/09/2023 | 29/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.546 | 0 | -1.546 |
| IRS . | 30/06/2023 | 12/06/2023 | O | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 2.283 | 0 | -2.283 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 10.000 | 0 | 0,82% | EURIBOR 3M | 464 | 756 | 0 | -292 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | O | 0,62% | EURIBOR 3M | 1.349 | 2.071 | O | -722 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 30/06/2030 | 50.000 | O | 0,92% | EURIBOR 3M | 3.098 | 4.911 | 0 | -1.812 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,89% | EURIBOR 3M | 1.100 | 1.833 | O | -734 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,47% | EURIBOR 3M | 1.489 | 2.204 | 0 | -715 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 30/06/2027 | 25.000 | 0 | 0,41% | EURIBOR 3M | 946 | 1.438 | 0 | -492 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/03/2027 | 10.000 | 0 | 0,26% | EURIBOR 3M | 373 | 551 | 0 | -178 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/03/2028 | 10.000 | 0 | 0,54% | EURIBOR 3M | 457 | 703 | 0 | -246 |
| FORWARD START IRS | 30/09/2024 | 30/09/2030 | 10.000 | 0 | 1,75% | EURIBOR 3M | 231 | 0 | 0 | 231 |
| FORWARD START IRS " | 30/09/2024 | 30/06/2031 | 10.000 | 0 | 1,58% | EURIBOR 3M | 380 | 0 | O | 380 |
| FORWARD START IRS | 30/09/2024 | 31/12/2031 | 25.000 | 0 | 1,95% | EURIBOR 3M | 469 | 0 | 0 | 469 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 15.000 | 0 | 0,03% | EURIBOR 3M | 1.816 | 0 | 0 | 1.816 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 10.000 | O | -0,01% | EURIBOR 3M | 1.232 | 0 | 0 | 1.232 |
| FORWARD START IRS " | 30/09/2024 | 30/06/2026 | 25.000 | 0 | -0,50% | EURIBOR 3M | 1.090 | 0 | 0 | 1.090 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2027 | 31/12/2030 | 50.000 | 0 | 2,68% | EURIBOR 3M | -495 | 0 | O | -495 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2028 | 31/12/2030 | 120.000 | 0 | 1,01% | EURIBOR 3M | 4.484 | 0 | 0 | 4.484 |
| CAP | 31/12/2019 | 31/12/2023 | 50.000 | 0 | 0,25% | EURIBOR 3M | 0 | 1.439 | 86 | -1.439 |
| CAP | 31/12/2020 | 31/03/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.600 | 167 | -1.600 |
| CAP | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | O | 2.236 | 229 | -2.236 |
| CAP | 31/12/2023 | 30/09/2023 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.659 | 209 | -1.659 |
| CAP | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | O | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.916 | 196 | -1.916 |
| CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 55.000 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.657 | 1.659 | 209 | -2 |
| TOTAAL | 662.500 | 107.500 | 26.584 | 40.894 | -18.840 | -14.310 |
| Reële waarde hierarchie | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2023 | 31/12/2022 | 31/12/2022 | 31/12/2022 | 31/12/2022 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR) | Boekwaarde | Level 1 (1) | Level 2 (2) | Level 3 (3) | Boekwaarde | Level 1 (1) | Level 2 (2) | Level 3 (3) | ||
| I. | VASTE ACTIVA | 2.360.332.551 | 0 | 1.246.687.405 | 1.113.645.146 | 1.698.308.315 | 0 | 677.929.456 | 1.020.378.860 | |
| A. | Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Immateriële vaste activa | 547.824 | 0 | 547.824 | 0 | 566.881 | 0 | 566.881 | 0 | |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 1.066.868.273 | 0 | 0 | 1.066.868.273 | 987.359.188 | 0 | 0 | 987.359.188 | |
| D. | Andere materiële vaste activa | 46.776.873 | 0 | 0 | 46.776.873 | 33.019.672 | 0 | 0 | 33.019.672 | |
| E. | Financiële vaste activa | 1.245.925.426 | 0 | 1.245.925.426 | 0 | 677.149.886 | 0 | 677.149.886 | 0 | |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 214.156 | 0 | 214.156 | 0 | 212.689 | 0 | 212.689 | 0 | |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| I . | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 121.351.219 | 86.241.612 | 35.109.607 | 0 | 555.280.720 | 11.996.545 | 487.962.984 | 0 | |
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Handelsvorderingen | 14.289.983 | 0 | 14.289.983 | 0 | 16.574.764 | 0 | 16.574.764 | 0 | |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 20.039.840 | 0 | 20.039.840 | 0 | 468.528.918 | 0 | 468.528.918 | 0 | |
| F. | Kas en kasequivalenten | 86.241.612 | 86.241.612 | 0 | 0 | 67.317.736 | 11.996.545 | 0 | 0 | |
| G. | Overlopende rekeningen | 779.783 | 0 | 779.783 | 0 | 2.859.302 | 0 | 2.859.302 | 0 | |
| TOTAAL ACTIVA | 2.481.683.770 | 86.241.612 | 1.281.797.012 | 1.113.645.146 | 2.253.589.035 | 11.996.545 | 1.165.892.439 | 1.020.378.860 | ||
| VERPLICHTINGEN | 963.420.712 | 0 | 963.420.712 | 0 | 954.757.731 | 0 | 954.757.731 | 0 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 809.282.893 | 0 | 809.282.893 | 0 | 866.146.598 | 0 | 866.146.598 | 0 | |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Langlopende financiële schulden | 808.788.089 | 0 | 808.788.089 | 0 | 866.153.345 | 0 | 866.153.345 | 0 | |
| 1. Bancaire schulden | 103.999.999 | 0 | 103.999.999 | 0 | 159.333.332 | 0 | 159.333.332 | 0 | ||
| 2. Obligatieleningen | 662.739.399 | 0 | 662.739.399 | 0 | 662.449.532 | 0 | ||||
| 3. Diverse langlopende financiële schulden (borgtochten, waarborgen,) | 42.048.691 | 662.449.532 | 0 | |||||||
| C. | 0 | 42.048.691 | 0 | 44.370.481 | 0 | 44.370.481 | 0 | |||
| D. | Andere langlopende financiële verplichtingen | 494.804 | 0 | 494.804 | 0 | -6.747 | 0 | -6.747 | 0 | |
| Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 154.137.819 | 0 | 154.137.819 | 0 | 88.611.133 | 0 | 88.611.133 | 0 | |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Kortlopende financiële schulden | 35.637.664 | 0 | 35.637.664 | 0 | 59.447.499 | 0 | 59.447.499 | 0 | |
| 1. Bancaire schulden | 33.333.334 0 |
0 0 |
33.333.334 0 |
0 0 |
57.333.334 0 |
0 0 |
57.333.334 0 |
0 0 |
||
| 2. Obligatieleningen | 2.304.330 | 0 | 2.304.330 | 0 | 2.114.165 | 0 | 2.114.165 | 0 | ||
| C. | 3. Diverse kortlopende financiële schulden (borgtochten, leasing schulden) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 9.647.426 | 0 | 9.647.426 | 0 | 12.576.915 | 0 | 12.576.915 | 0 | |
| E. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 86.567.725 | 0 | 86.567.725 | 0 | 2.174.808 | 0 | 2.174.808 | 0 | |
| F. | Andere kortlopende verplichtingen Overlopende rekeningen |
22.285.004 | 0 | 22.285.004 | 0 | 14.411.912 | 0 | 14.411.912 | 0 |
Level 1: waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (niet‐aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen;
Level 2: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen);
Level 3: waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet‐observeerbare gegevens).
Tijdens het boekjaar 2023 hebben geen overdrachten plaatsgevonden tussen de verschillende niveaus van de reële waarde hiërarchie.
Werknemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister
| Tijdens het boekjaar | Codes | Totaal | 1. Mannen | 2. Vrouwen | |
|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers | |||||
| Voltijds | 1001 | 20,8 | 9,8 | 11,0 | |
| Deeltijds | 1002 | 2,0 | 1,0 | 1,0 | |
| Totaal in voltijdse equivalenten (VTE) | 1003 | 22,5 | 10,6 | 11,9 | |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | |||||
| Voltijds | 1011 | 33.557,5 | 16.009,0 | 17.548,5 | |
| Deeltijds | 1012 | 2.912,0 | 1.341,5 | 1.570,5 | |
| Totaal | 1013 | 36.469,5 | 17.350,5 | 19.119,0 | |
| Personeelskosten | |||||
| Voltijds | 1021 | 3.387.226 | |||
| Deeltijds | 1022 | 293.931 | |||
| Totaal | 1023 | 3.681.158 | 1.751.324 | 1.929.833 | |
| Betaling van de voordelen bovenp het loon | 1033 | 38.427 | 18.039 | 20.387 |
| Tijdens het vorige boekjaar | Codes | Total | 1. Mannen | 2. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers in VTE | 1003 | 20,5 | 8,5 | 12,0 |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 1013 | 35.180,0 | 14.707,5 | 20.472,5 |
| Personeelskosten | 1023 | 2.798.119 | 1.169.794 | 1.628.326 |
| Bedrag van de voordelen bovenop het loon | 1033 | 36.163 | 15.322 | 20.840 |
| Werkenemers waarvoor de onderneming een Dimona-verklaring heeft indiend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister (vervolg) | |
|---|---|
| ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | -- |
| Op de afsluitingsdatum van het boekjaar | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers | 105 | 2 3 | 2 | 24,7 |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 110 | 2 3 | 2 | 24,7 |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 111 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 112 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 113 | |||
| Volgens het geslacht en studieniveau | ||||
| Mannen: | 120 | 1 2 | 1 | 12,8 |
| lager onderwijs | 1200 | |||
| secundair onderwijs | 1201 | 3 | 3,0 | |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1202 | 2 | 2,0 | |
| universitair onderwijs | 1203 | 7 | 1 | 7,8 |
| Vrouwen: | 121 | 1 1 | 1 | 11,9 |
| lager onderwijs | 1210 | |||
| secundair onderwijs | 1211 | 3 | 1 | 3,9 |
| hoger niet-universitair onderwijs | 1212 | 5 | 5,0 | |
| universitair onderwijs | 1213 | 3 | 3,0 | |
| Volgens de beroepscategorie | ||||
| Directiepersoneel | 130 | |||
| Bedienden | 134 | 2 3 | 2 | 24,7 |
| Arbeiders | 132 | |||
| Andere | 133 |
| Tijdens het boekjaar | |||
|---|---|---|---|
| ---------------------- | -- | -- | -- |
| Tijdens het boekjaar | Codes | 1. Uitzendkracht e n |
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen |
|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen | 150 | ||
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 151 | ||
| Kosten voor de onderneming | 152 |
Tabel van het personeelsverloop tijdens het boekjaar
| INGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers waarvoor een onderneming tijdens het boekjaar een Dimona-verklaring heeft ingediend of tijdens het boekjaar werden ingeschreven in het algemeen personeelsregister Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst |
205 | 6 | 6,0 | |
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 210 | 6 | 6,0 | |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 211 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 212 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 213 |
| UITGETREDEN | Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|---|
| Aantal werknemers met een in de Dimona-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam |
305 | 3 | 3,0 | |
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd |
310 | 3 | 3,0 | |
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 311 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 312 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 313 | |||
| Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst | ||||
| Pensioen | 340 | |||
| Werkloosheid met bedrijfstoeslag | 341 | |||
| Afdanking | 342 | 1 | 1,0 | |
| Andere reden | 343 | 2 | 2,0 | |
| waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming |
350 |
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde of "fair value" gewaardeerd. Twee externe, onafhankelijke deskundigen, Jones Lang LaSalle BV, Marnixlaan 23, 1000 Brussel vertegenwoordigd door Greet Hex en Stadim BV, Mechelsesteenweg 180, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door Anton Braet, maken per kwartaal een waardering van de vastgoedportefeuille op.
De reële waarde (zoals gedefinieerd in IFRS 13) is de prijs welke zou ontvangen worden bij de verkoop van een actief of betaald zou worden om een verplichting over te dragen in een normale transactie tussen marktpartijen op de evaluatiedatum. De reële waarde moet daarbij de lopende huurcontracten, de huidige kasstromen en redelijke veronderstellingen met betrekking tot de verwachte huurinkomsten en kosten weergeven.
Elke winst of verlies, na de acquisitie van een gebouw, als gevolg van een wijziging in de reële waarde wordt geboekt in de resultatenrekening. De waardering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de kapitalisatiemethode, uitgegeven door het International Valuation Standards Committee.
De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling aan de publieke overheden van de registratierechten of een belasting op de toegevoegde waarde. Over de omvang van deze registratierechten publiceerde de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari 2006 een mededeling dienaangaande. Na analyse van een groot aantal Belgische transacties werd gekomen tot het besluit dat de impact van de verwervingskosten op belangrijk Belgisch investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt, beperkt is tot 2,5%. Dit omdat in België een waaier aan methodes van eigendomsoverdracht wordt gebruikt. Dit percentage zal, indien nodig, jaarlijks herzien en aangepast worden per schijf van 0,5%. Eigendommen die onder de drempel van € 2.500.000 liggen en de buitenlandse eigendommen, blijven onderhevig aan de gebruikelijke registratieheffing en hun reële waarde stemt dus overeen met de waarde exclusief kosten van registratie, notaris en BTW. De registratierechten voor de panden gewaardeerd in Frankrijk is over het algemeen 1.8% wanneer het gebouw jonger is dan 5 jaar en tussen 6,9% en 7,5% in alle andere gevallen, afhankelijk van het departement. Voor Nederland bedragen de theoretische lokale registratierechten die worden afgetrokken van de investeringswaarde gemiddeld 10,4% en in Duitsland zijn deze afhankelijk van de exacte locatie en de marktwaarde van het gebouw.
De investeringswaarde in België stemt overeen met de reële waarde verhoogd met 2,5% verwervingskosten (voor investeringsvastgoed dat een waarde van € 2.500.000 overstijgt). De reële waarde is dus te berekenen door de waarde vrij op naam te delen door 1,025.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en ‐kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed".
De gerealiseerde winsten/verliezen op de verkoop worden in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek "Resultaat verkoop van vastgoedbeleggingen". Het gerealiseerd resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de fair value van de laatste waardering.
Concessies die betaald worden, worden behandeld als operationele lease volgens IFRS 16.
Onroerende goederen welke worden gebouwd of ontwikkeld met het oog op een toekomstig gebruik als vastgoedbelegging, worden opgenomen onder de rubriek "vastgoedbeleggingen" en aan reële waarde gewaardeerd ("Fair Value").
Alle rechtstreekse aan de ontwikkeling gerelateerde kosten worden geactiveerd, alsook de direct toewijsbare interestlasten worden gekapitaliseerd, in overeenstemming met de bepalingen van IAS 23 ‐ Financieringskosten.
Alle materiële vaste activa welke niet voldoen aan de definitie van vastgoedbelegging, noch aan de definitie van projectontwikkeling, worden opgenomen onder deze rubriek. De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel. Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen voor de Vennootschap. Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 ‐ Materiële vaste activa. Na de initiële opname, dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20 jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis bepaald.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen, als gevolg van de toepassing van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten, die leidt tot een hogere marktwaarde dan de oorspronkelijke kostprijs van de
zonnepanelen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Montea beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief.
De financiële vaste activa worden opgenomen aan reële waarde. Voor de vorderingen en borgtochten heeft de boeking plaats tegen de nominale waarde. Tot een waardevermindering wordt overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.
Kas en kasequivalenten omvatten bankrekeningen, geldmiddelen en korte termijnbeleggingen.
Het kapitaal omvat de netto geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging, waarbij de rechtstreekse externe kosten in mindering worden gebracht (zoals registratierechten, juridische, notaris en publicatiekosten, …).
Wanneer de onderneming overgaat tot de inkoop van eigen aandelen, wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten in mindering gebracht van het eigen vermogen (onbeschikbare reserves). Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat tot wanneer de algemene vergadering der aandeelhouders de dividenden toekent.
Sinds 2018 geldt de volgende waarderingsregel met betrekking tot mutatiekosten (wat gelijk is aan het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed): de mutatierechten en ‐kosten worden bij aankoop via de resultatenrekening verwerkt (portefeuilleresultaat). Pas na resultaatsverwerking komen deze terecht in de Reserves in de rekening "Reserve voor het Saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed".
Een voorziening wordt gevormd als de onderneming een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de verplichting te voldoen en indien deze op een betrouwbare manier kan geschat worden. Voorzieningen worden gewaardeerd aan de verdisconteerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen aan de marktrente.
Handels‐ en andere schulden worden gewaardeerd aan hun nominale waarde op balansdatum. Rentedragende schulden worden initieel opgenomen aan kostprijs, verminderd met de direct toewijsbare kosten. Nadien wordt het verschil tussen de boekwaarde en het terugbetaalbaar bedrag opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve interestmethode.
Opbrengsten omvatten bruto huurinkomsten en opbrengsten resulterend uit de diensten, de ontwikkeling en het beheer van de gebouwen. Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding welke is ontvangen of waarop men recht heeft. Opbrengsten worden slechts opgenomen vanaf het ogenblik dat het voldoende zeker is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de onderneming. Kosten van gratuïteiten en voordelen verleend aan de huurders worden erkend in mindering van de huurinkomsten over de looptijd van het huurcontract, zijnde de periode tussen de inwerkingtreding en de eerste verbrekingsoptie (op een "straight line" basis). De vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De opbrengsten met betrekking tot de zonnepanelen (groenestroomcertificaten en opgewekte elektriciteit) worden erkend op moment van ontvangst van deze inkomsten, in overeenstemming met IAS 18. De principes van IAS 20 worden eveneens toegepast. Er zijn geen groenestroomcertificaten die niet verkocht werden op einde van het boekjaar. Deze groenestroomcertificaten worden door de overheid betaald en niet door de energieleveranciers.
De kosten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
Inzake uitgevoerde werken in de gebouwen wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Commissies met betrekking tot het verhuren van gebouwen worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze werden gedragen. Commissies met betrekking tot de aankoop van gebouwen, registratierechten en andere bijkomende kosten worden beschouwd als zijnde een deel van de aankoopprijs van het gebouw en worden als gevolg mee geactiveerd. Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Algemene kosten zijn kosten die verband houden met het beheer en de algemene werking van de GVV. Dit betreft onder meer algemene administratieve kosten, personeelskosten voor algemeen beheer en afschrijvingen van activa welke gebruikt worden voor het algemeen beheer.
Het financieel resultaat bestaat enerzijds uit de interestkosten op leningen, bijkomende financieringskosten en opbrengsten van beleggingen en anderzijds uit positieve en negatieve variaties in de reële waarde van indekkingsinstrumenten. Rente‐inkomsten en kosten worden pro rata tempora opgenomen in de resultatenrekening.
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante belastinglast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in de resultatenrekening met uitzondering van de elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden geboekt. Uitgestelde belastingvorderingen en ‐verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ("liability methode") voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend als het waarschijnlijk is dat zij in de toekomst zullen kunnen afgezet worden tegen belastbare winsten.
De exit taks is de belasting op de meerwaarde en op de belastingvrije reserves als gevolg van een fusie, splitsing, inbreng in natura of overdracht van een gereglementeerde vastgoedvennootschap met een onderneming die geen gereglementeerde vastgoedvennootschap is1 .
Wanneer deze laatste voor het eerst in de consolidatiekring van de groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks opgenomen samen met een meerwaarde die gelijk is aan het verschil tussen de waarde kosten‐koper (investeringswaarde verminderd met alle met de verkoop gerelateerde kosten zoals registratie‐ en notariskosten) van het gebouw op het ogenblik van de verwerving en de boekwaarde. De exit taks is in principe ten laste van de inbrenger van een pand of vennootschap, maar Montea moet deze boeken omwille van het feit dat de taks pas na een zekere tijd wordt ingekohierd. Deze taks wordt in mindering gebracht van de waarde van het in te brengen goed of de in te brengen vennootschap.
Elke daaropvolgende aanpassing van deze exit taks‐verplichting wordt in het resultaat genomen. Het bedrag van de exit taks kan nog variëren na de inbreng of fusie waaruit deze variatie kan voortvloeien.
1 De exit taks is de belasting op het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde en op de belastingvrije reserves en bedraagt 15% voor fusies die plaatsvinden vanaf 2020. Voor fusies die plaats hebben gevonden in 2019 bedroeg de exit taks 12,5% + 2% crisisbijdrage.
Montea gaat bij financiële instellingen kredieten aan met een variabele interestvoet. Om het risico van een stijging van deze variabele interestvoeten in te dekken maakt de Vennootschap gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS/CAP. Zodoende worden de aan de kredieten gekoppelde variabele interestvoeten voor een groot gedeelte geswapt tegen een vaste interestvoet. In overeenstemming met haar financieel beleid en de van toepassing zijnde reglementering houdt Montea geen afgeleide instrumenten aan of geeft er geen uit voor speculatieve doeleinden.
De indekkingsinstrumenten voldoen evenwel niet aan de voorwaarden van het type "indekking" zoals bedoeld in IFRS 9 waardoor alle bewegingen in de werkelijke waarde van het instrument volledig in de resultatenrekening worden opgenomen. Voor de bepaling van de reële waarde wordt de market‐to‐market waarde op balansdatum gehanteerd.
Gegeven verduidelijking over de boekhoudkundige verwerking van de afwikkeling van swaps, en om een betere aansluiting te verkrijgen met de EPRA guidance, wordt de unwinding van de swaps verwerkt via de P&L rubriek: wijzigingen in de reële waarde van financiële activa en passiva.
Deze rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van het bedrag dat in het contract wordt vermeld. Indien er geen nominale waarde beschikbaar is of waardering niet mogelijk is, worden de rechten en verplichtingen pro memorie vermeld.
Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB aangepaste standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties hebben geen significante impact op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap.
Hieronder worden de aard en het effect van de volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegelicht:
De wijzigingen verschaffen richtlijnen voor de toepassing van materialiteitsbeoordelingen op de toelichtingen m.b.t de grondslagen voor financiële verslaggeving. De wijzigingen aan IAS 1 vervangen de vereiste om "significante" grondslagen voor financiële verslaggeving toe te lichten door een vereiste om "materiële" grondslagen voor financiële verslaggeving toe te lichten.
In de Praktijkverklaring worden richtlijnen en illustratieve voorbeelden toegevoegd die assisteren bij de toepassing van het materialiteitsconcept bij het vormen van oordelen over de toelichtingen m.b.t. grondslagen voor financiële verslaggeving.
De wijzigingen hadden geen significante impact op de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
De wijzigingen introduceren een nieuwe definitie van schattingen. Schattingen worden gedefinieerd als "monetaire bedragen in de jaarrekening waarover onzekerheid bestaat omtrent de waardering".
De wijzigingen verduidelijken wat schattingswijzigingen zijn en hoe deze verschillen van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving en correcties van fouten. Deze verduidelijken tevens hoe entiteiten waarderingstechnieken en input gebruiken om schattingen te maken.
De wijzigingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van Montea.
De wijzigingen beperken het toepassingsgebied van de vrijstelling voor eerste opname onder IAS 12 Winstbelastingen, zodat deze niet langer van toepassing is op transacties die aanleiding geven tot gelijke belastbare en aftrekbare tijdelijke verschillen.
De wijzigingen verduidelijken ook dat wanneer betalingen waarmee een verplichting wordt afgewikkeld fiscaal aftrekbaar zijn, het een kwestie van beoordeling is (rekening houdend met de van toepassing zijnde fiscale wetgeving) of dergelijke aftrekposten voor belastingdoeleinden zijn toe te rekenen aan de in de jaarrekening opgenomen passiefcomponent (en rentelasten) of aan de daarmee verband houdende actiefcomponent (en rentelasten). Deze beoordeling is belangrijk om te bepalen of er tijdelijke verschillen bestaan bij de eerste opname van het actief en het passief.
De wijzigingen zijn prospectief van toepassing op transacties die plaatsvinden op of na het begin van de vroegst gepresenteerde vergelijkende periode.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen introduceren:
• Een verplichte tijdelijke uitzondering voor het erkennen van uitgestelde belastingen die ontstaat als gevolg van de implementatie in de betreffende jurisdictie van de Pillar 2 Modelregels; en
• Voor de entiteiten waar de wijzigingen een impact hebben, verplichte toelichtingen die de lezers van de jaarrekening in staat moeten stellen om winstbelastingen die voorvloeien uit de Pillar 2 wetgeving te beoordelen, vooral voor de datum van eerste toepassing.
De wijzigingen verduidelijken dat IAS 12 van toepassing is voor winstbelastingen die ontstaan uit belastingwetgeving waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten om de Pillar 2 Modelregels uitgebracht door OESO te implementeren, inclusief belastingwetgeving dewelke een gekwalificeerde nationale minimum aanvullende heffing oplegt. De wijzigingen introduceren een verplichte uitzondering in IAS 12 om een uitgestelde belastingvordering en belastingverplichting te erkennen en toe te lichten die betrekking heeft op Pillar 2 winstbelastingen.
Een entiteit is verplicht om toe te lichten dat zij de uitzondering heeft toegepast om een uitgestelde belastingvordering en belastingverplichting te erkennen die betrekking heeft op de Pillar 2 winstbelastingen. Een entiteit is verplicht om apart toe te lichten wat de actuele belastinglasten (‐baten) zijn van de periode die betrekking hebben op Pillar 2 winstbelastingen, in de periode dat de wetgeving van kracht is. Dit helpt de lezers van de jaarrekening om te begrijpen hoe de Pillar 2 winstbelastingen zich verhouden tegenover de andere winstbelastingen.
De tijdelijke uitzondering om uitgestelde belastingen te erkennen en toe te lichten en de verplichting om de toepassing van de uitzondering toe te lichten, is onmiddellijk en retroactief van toepassing vanaf de datum van publicatie van de wijzigingen.
De toelichting van de actuele belastinglasten die betrekking hebben op de Pillar 2 winstbelastingen en de toelichtingen die betrekking hebben op periodes voorafgaand aan het moment dat de wetgeving van kracht is, zijn verplicht voor de jaarlijkse verslagperiodes dewelke beginnen op of na 1 januari 2023, maar deze zijn niet verplicht voor halfjaarlijkse verslagperiodes dewelke eindigen op of voor 31 december 2023.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen hadden deze wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
De wijziging voegde een overgangsoptie toe voor een "classificatie overlay" om mogelijke boekhoudkundige discrepanties tussen financiële activa en verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten in de vergelijkende informatie die bij de eerste toepassing van IFRS 17 wordt gepresenteerd, aan te pakken. Indien een entiteit ervoor kiest de "classificatie overlay" toe te passen, kan zij dit alleen doen voor vergelijkende perioden waarvoor zij IFRS 17 toepast (d.w.z. vanaf de ingangsdatum tot de datum van eerste toepassing van IFRS 17). Er werden geen wijzigingen aangebracht aan de ingangsvereisten van IFRS 9 Financiële Instrumenten.
De wijziging is van toepassing op het boekjaar waarin IFRS 17 Verzekeringscontracten voor het eerst wordt toegepast. Deze standaard is niet van toepassing voor Montea.
IFRS 17 is een nieuwe allesomvattende standaard voor verzekeringscontracten, die de opname en waardering, presentatie en toelichting behandelt. Eens van toepassing, zal IFRS 17 IFRS 4 ‐ Verzekeringscontracten (IFRS 4), die werd gepubliceerd in 2005, vervangen. IFRS 17 is van toepassing op alle soorten verzekeringscontracten (d.w.z. levensverzekering, schadeverzekering, directe verzekering en herverzekering), ongeacht het type entiteit dat deze uitgeeft, evenals op bepaalde garanties en financiële instrumenten met discretionaire winstdeling elementen. Er gelden enkele uitzonderingen op het toepassingsgebied. Het algemeen objectief van IFRS 17 is te voorzien in een boekhoudmodel voor
verzekeringscontracten dat bruikbaarder en consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de vereisten van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd waren op het overdragen van voorheen gebruikte lokale grondslagen voor financiële rapportering, voorziet IFRS 17 een allesomvattend model voor verzekeringscontracten die alle relevante boekhoudaspecten dekt.
IFRS 17 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023, met verplichting tot aanpassing van de vergelijkende cijfers. Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
Een aantal nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties is in 2023 nog niet van toepassing, maar mag wel eerder worden toegepast. Montea heeft, tenzij anders is aangegeven, hiervan geen gebruik gemaakt. Deze door het IASB gewijzigde standaarden en door het IFRIC uitgegeven interpretaties zullen naar verwachting geen materiële impact hebben op de presentatie, de toelichting of de resultaten van de vennootschap:
De wijzigingen verduidelijken de criteria om te bepalen of een schuld op korte of lange termijn dient geclassificeerd te worden. De wijzigingen verduidelijken:
2 Nog niet goedgekeurd door de EU per 20 december 2023
3 Nog niet goedgekeurd door de EU per 20 december 2023
Entiteiten zijn vereist om de wijzigingen toe te passen op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen moeten retrospectief worden toegepast in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Aangezien de huidige praktijk van Montea in overeenstemming is met de wijzigingen, hebben de wijzigingen geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie te verschaffen over de impact van
financieringsregelingen voor leveranciers op de verplichtingen en de kasstromen, inclusief:
De wijzigingen verplichten een entiteit om informatie over de financieringsregelingen voor leveranciers te aggregeren. Niettemin dient de entiteit informatie uit te splitsen over ongebruikelijke of unieke voorwaarden en condities indien de individuele regelingen verschillend zijn van aard. Daarnaast verplichten de wijzigingen toelichtende informatie over de betalingstermijnen uit te splitsen wanneer deze betalingstermijnen ver uit mekaar liggen.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2024. Vroegtijdige toepassing is toegelaten, maar dit dient te worden toegelicht. Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
De wijzigingen specifiëren hoe een entiteit moet beoordelen of een munt inwisselbaar is en hoe het een precieze wisselkoers moet bepalen wanneer inwisselbaarheid beperkt is. De wijzigingen verplichten ook de toelichting van informatie die gebruikers van de jaarrekening in staat moeten stellen om de impact van een munt dat niet inwisselbaar is in te kunnen schatten.
De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025 en kunnen mits toelichting vroegtijdig toegepast worden. Echter, mag een entiteit vergelijkende informatie niet aanpassen. Deze standaard is niet van toepassing op Montea.
De wijzigingen specifiëren hoe een verkoper‐leasingnemer een leaseverplichting moet waarderen die ontstaat in een Sale and Leaseback transactie zodat deze geen bedrag erkent van de winst of verlies gerelateerd aan het behouden recht op gebruik. De wijziging omschrijft geen specifieke waarderingsvereisten voor leaseverplichtingen ontstaan in een Leaseback. De initiële waardering van een leaseverplichting ontstaan uit een Leaseback kan resulteren in de bepaling door een verkoper‐ leasingnemer van leasebetalingen die verschillend zijn van de algemene definitie van leasebetalingen in Appendix A van IFRS 16. De verkoper‐leasingnemer zal een grondslag voor financiële verslaggeving moeten bepalen dat resulteert in informatie die relevant en betrouwbaar is in lijn met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
Entiteiten zijn verplicht de wijzigingen toe te passen voor jaarlijkse periodes die beginnen op of na 1 januari 2024. De wijzigingen moeten retrospectief toegepast worden in lijn met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten.
GVV naar Belgisch recht Naamloze Vennootschap Industrielaan 27 9320 Erembodegem (Aalst) www.montea.com RPR Dendermonde BTW-nr. BE 0417.186.211
Geachte Mevrouw, Geachte Heer,
In uitvoering van de wettelijke en statutaire bepalingen leggen wij u hierbij de jaarrekening per 31 december 2023 voor en brengen wij hiermee verslag uit over de uitoefening van ons mandaat over het boekjaar met aanvang 1 januari 2023 hetwelke werd afgesloten op 31 december 2023.
De jaarrekening werd opgesteld conform de IFRS-regels.
Op 31 december 2023 bestaat het totaal van de activa (€ 2.481.684K) voornamelijk uit vaste activa (€ 2.360.333K) (waarvan de vastgoedbeleggingen 45,2% uitmaken) en vlottende activa (€ 121.351K) met daarin de liquide middelen en de commerciële en fiscale vorderingen.
De reële waarde of "fair value" van het vastgoedpatrimonium, als onderdeel van "C. Vastgoedbeleggingen", is gestegen van € 987.359K naar € 1.066.868K, ofwel een stijging met € 79.509K (8,05%).
Het totaal van de passiva bestaat uit het eigen vermogen ter waarde van € 1.518.263K en een totale schuld van € 963.421K. Dit bedrag omvat onder meer de langlopende financiële schulden (€ 808.788K) en de kortlopende verplichtingen, ten bedrage van € 154.138K.
De schuldgraad (schuldenlast exclusief provisies, overlopende rekeningen en niet-courant passief – dekkingsmiddel tegenover het totaal aan activa) bedraagt 37,9% tegenover 41,6% op 31/12/2022.
De huurinkomsten tijdens het boekjaar 2023 bedragen € 50.245K, een stijging van 17,8% ten opzichte van dezelfde periode in 2022 (€ 42.647K).
Het vastgoedresultaat op 31/12/2023 bedraagt € 71.374K en vertoont hiermee een stijging van 28,7% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (€ 55.444K).
Het operationeel vastgoedresultaat is gestegen van € 53.547K op 31/12/2022 naar € 69.223K op 31/12/2023.
Het operationeel resultaat op 31/12/2023 omvat het resultaat van de verkoop van de vastgoedbeleggingen alsook de positieve en negatieve variaties van de vastgoedportefeuille en bedraagt € 41.988K.
Het positieve financieel resultaat per 31/12/2023 (€ 78.168K) werd sterk beïnvloed door de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva.
De belastingen omvatten de geraamde belastingsschuld op het lopende boekjaar alsook de roerende voorheffing en bedragen voor boekjaar 2023 (€ 1.346K).
Het nettoresultaat voor het huidig boekjaar bedraagt € 118.810K (€ 6,46 per aandeel) ten opzichte van 205.436K (€ 12,42 per aandeel) per 31/12/2022.
In overeenstemming met de International Financial Reporting Standards is de balans opgesteld vòòr bestemming van het resultaat van het boekjaar.
Wij stellen U voor deze jaarrekening goed te keuren en de winst als volgt te bestemmen:
De vergoeding van het kapitaal komt overeen met een bruto dividend van € 3,74 per aandeel. Op dit bruto dividend zal 30% roerende voorheffing worden ingehouden.
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
De korte- en/of langetermijnrentes op de (internationale) financiële markten kunnen sterk schommelen. Met uitsluiting van de financiële overeenkomsten omtrent de andere financiële schulden , € 640 miljoen aan obligatieleningen en € 33 miljoen aan bilaterale kredietlijnen, sluit Montea al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3maanden + marge). Een stijging in de rente zal financiering via vreemd vermogen in principe duurder maken voor de Vennootschap. Per 31 december 2023 bedraagt de totale financiële schuld die onderworpen is aan variabele interestvoeten € 129 miljoen.
Om het risico van stijgende rentevoeten in te dekken, voert Montea een beleid dat erop gericht is 80% tot 100% van de rentevoeten van haar bestaande inclusief verwachte financiële schulden in te dekken. Op 31 december 2023 zijn de opgenomen bedragen onder de kredietlijnen en de obligatieleningen, voor 97% ingedekt door indekkingsinstrumenten (swaps en caps) of kredietlijnen/obligatieleningen met vaste rentevoet. Een stijging van de korte termijn interestvoeten met 100 basispunten, berekend op datum van 31 december 2023, zou een stijging van de totale financiële kost met € 0,2 miljoen veroorzaken.
Om haar activiteiten en investeringen te financieren hangt Montea in hoge mate af van haar vermogen om financiële middelen op te halen. Dat vermogen kan worden verstoord door verschillende (externe) factoren, bv. verstoringen van de internationale financiële schuld- en aandelenkapitaalmarkten, een vermindering van de kredietverleningscapaciteiten van banken, een verslechtering van de kredietwaardigheid van Montea, een negatieve perceptie van beleggers ten aanzien van vastgoedvennootschappen, enz. Elk van deze gebeurtenissen zou ertoe kunnen leiden dat Montea problemen ervaart om onder haar bestaande of nieuwe kredietfaciliteiten, of op de kapitaalmarkten, toegang te krijgen tot financiering. Dit kan potentieel leiden tot, onder andere, de onmogelijkheid om acquisities of projecten te financieren en een gebrek aan voldoende financiële middelen om interesten, operationele kosten en uitstaand kapitaal van leningen en/of obligaties op vervaldag (terug) te betalen.
Het liquiditeitsrisico wordt onder meer ingeperkt door de diversificatie van de financieringsbronnen: de totale financiële schuld bestaat voor 17,1% uit opgenomen kredietlijnen, uit 82,8% aan obligatieleningen en uit 0,1% aan andere financiële schulden (leasing). Bovendien voorziet Montea steeds een voldoende ruime liquiditeitsbuffer om aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen. Op jaareinde bedraagt deze buffer € 277 miljoen.
Voor welbepaalde sites beschikt Montea over een opstalrecht of een concessierecht op openbaar domein. In het bijzonder wordt hierbij verwezen naar (i) de opstalovereenkomsten die Montea of haar dochtervennootschappen heeft afgesloten met Brussels Airport Company (BAC) voor sites gelegen in de luchthavenzone, (ii) de concessieovereenkomsten die Montea of haar dochtervennootschappen heeft afgesloten met North Sea Port of met De Vlaamse Waterweg4 .
Deze opstal- en concessierechten zijn beperkt in de tijd en kunnen tevens, omwille van redenen van algemeen belang, door de opstalgever/concessiegever worden beëindigd vooraleer hun voorziene eindduur is verstreken.
4 Of met één van haar rechtsvoorgangers: Waterwegen en Zeekanaal of De Scheepvaart. Meer informatie over de buiten balans verplichtingen hieraan gerelateerd kan worden teruggevonden in sectie 7 (Toelichting 40: Buiten balans verplichting).
Het hiermee gepaard gaande risico voor Montea is tweeledig. Enerzijds riskeert Montea haar opstal- of concessierecht op de site, en daarom dus ook haar investering/ haar gebouw(en) op de site, voortijdig te verliezen. Anderzijds riskeert Montea te worden blootgesteld aan schadeclaims vanwege de gebruiker(s) van dat (die) gebouw(en) omdat samen met het opstal- of concessierecht op de site, ook de gebruiksovereenkomst noodzakelijkerwijs voortijdig eindigt.
Globaal is € 376.525.463 (of 18,6% van de totale waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2023. De geconsolideerde huurinkomsten gelieerd aan deze sites bedroegen € 20.532.246 (of 18,7% van het totaal aantal huurinkomsten) in 2023. Als de opstal- en concessierechten voor dit deel van de vastgoedportefeuille integraal vroegtijdig zouden worden beëindigd, zouden deze huurinkomsten naar de toekomst vervallen.
Dit tweeledig risico is evenwel quasi steeds ingeperkt (a) door bepalingen in de gebruiksovereenkomst krachtens dewelke, in geval van een dergelijke beëindiging, de gebruiker geen schadevergoeding kan claimen van Montea, en/of (b) doordat in geval van een dergelijke beëindiging, de opstalgever/ concessiegever krachtens de opstalovereenkomst/ concessie-overeenkomst is gehouden om de integrale schade van Montea (met in begrip van schadeclaims van de gebruiker) te vergoeden.
Welbepaalde sites van Montea die gelegen zijn op openbaar domein of binnen luchthavenzones zijn onderworpen aan specifieke (veiligheids-)reglementeringen (bv. nachtvluchtregimes). Indien deze reglementeringen zouden wijzigen/verstrengen, kan dit een impact hebben op de verhuurbaarheid van de betrokken onroerende goederen of in sommige gevallen bepaalde contractuele beëindigingsmogelijkheden activeren voor de gebruikers. Globaal is € 170.022.721 (of 8,2% van de waarde) van de vastgoedportefeuille van Montea onderworpen aan dit risico op 31 december 2023. Gezamenlijk genereren deze assets € 9.043.700 aan huurinkomsten.
Tot op heden heeft dit risico onder deze gebruiksovereenkomsten zich niet voorgedaan.
Als gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) geniet Montea een gunstig fiscaal stelsel. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op het niveau van de GVV (maar niet op het niveau van de dochtervennootschappen, met uitzondering van dochtervennootschappen die als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds (GVBF) kwalificeren). De dividenduitkeringen door een GVV zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van, in principe, 30%. Aan dit gunstig fiscaal stelsel zijn er echter ook verplichtingen en beperkingen verbonden waaraan Montea zich dient te houden. Zo mag een GVV maximaal 20% van haar geconsolideerde activa beleggen in "ander vastgoed" zoals gedefinieerd in artikel 2, 5° vi tot xi van de GVV Wet. Per 31 december 2023 wordt deze grens niet overschreden door Montea.
Bij verlies van de erkenning van het statuut van GVV, wat een ernstig en aanhoudend verzuim door Montea van de naleving van de bepalingen van de GVV Wet of het GVV KB veronderstelt, zou Montea het voordeel van dit gunstig fiscaal stelsel verliezen.
Bovendien wordt het verlies van de erkenning als GVV in kredietovereenkomsten over het algemeen beschouwd als een aanleiding voor de vervroegde terugbetaling van bankkredieten (Montea heeft € 137 miljoen opgetrokken bankkredieten op 31 december 2023) waardoor de liquiditeit van Montea zou kunnen dalen. Ten slotte is Montea blootgesteld aan het risico van toekomstige wijzigingen van het wettelijk stelsel van GVV.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland diende Montea reeds vanaf 2013 een verzoek in voor toepassing van het fiscaal regime van de 'Fiscale Beleggings‐instelling' (hierna "FBI") (zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) m.b.t. Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen. In de loop van 2023 heeft de Nederlandse fiscus voor de boekjaren 2015 t.e.m. 2022 erkend dat betrokken Nederlandse Montea entiteiten voldoen aan de FBI vereisten en dat derhalve geen vennootschapsbelasting was verschuldigd over deze periode.
In 2023 en de vooruitzichten voor 2024 houdt Montea voorzichtigheidshalve nog rekening met de mogelijkheid dat het FBI-statuut geweigerd zou kunnen worden. In die zin werden extra belastingvoorzieningen in het (ingeschatte) EPRA-resultaat van 2023 en 2024 opgenomen, zijnde telkens het verschil tussen het fiscaal statuut van FBI en de regulier belaste sfeer. De aangelegde voorzieningen van € 3,7 miljoen voor boekjaar 2023 en € 3,1 miljoen voor boekjaar 2024 hebben mogelijk een positief effect op het toekomstig EPRA-resultaat bij de toekenning van het FBIstatuut voor deze respectievelijke boekjaren.
Doordat Montea het FBI-statuut toegekend gekregen heeft voor de periode 2015 t.e.m. 2022 is Montea gesterkt in haar overtuiging dat ze ook voor de periode 2023 t.e.m. 2024 voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen. Dergelijke toekenning van het FBI-statuut zou resulteren in een toekomstige bijkomende positieve impact op het EPRA-resultaat voor de bedragen overeenkomstig de aangelegde voorzieningen (totaalbedrag van € 6,8 miljoen of € 0,37 per aandeel). Daarnaast zou ook een positieve impact volgen van € 5,2 miljoen op het portefeuilleresultaat via terugname van de voorziene latente belasting op het vastgoed. Een weigering van toelating tot het statuut zou geen impact hebben op het ingeschatte EPRA-resultaat voor de periodes 2023-2024.
Ondersteund door het Europese recht en de toekenning van het statuut voor de jaren 2015 t.e.m. 2022, blijft de inzet van Montea erop gericht om in Nederland ook vanaf 2023 het FBI-statuut toe te kunnen passen. De belastingaangiften zullen dan ook als FBI worden ingediend (minstens tot en met 2024) aangezien Montea van mening blijft dat ze nog steeds voldoet aan alle voorwaarden om het FBI-statuut te kunnen claimen.
De aangekondigde vastgoedmaatregel werd via het Belastingplan 2024 omgezet in wetgeving, waardoor FBI's vanaf 2025 niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed kunnen beleggen. Dit impliceert dat Montea Nederland N.V. en haar dochtervennootschappen vanaf 2025 niet langer aanspraak kunnen maken op het FBI-statuut. De Nederlandse Belastingdienst trof flankerende maatregelen om het herstructureren van vastgoed-FBI's te faciliteren, zoals bijvoorbeeld vrijstelling van overdrachtsbelasting.
Voor haar investeringen in vastgoed in Frankrijk heeft Montea gekozen voor het fiscaal stelsel van de "Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées" (hierna SIIC), conform artikel 208-C van de Code Général des Impôts français. Het belangrijkste voordeel van dat stelsel bestaat in een vrijstelling van Franse vennootschapsbelasting, op voorwaarde dat wordt voldaan aan een uitkeringsverplichting voor bepaalde vastgoedinkomsten (huurgelden, gerealiseerde meerwaarden op vastgoed, vastgoedinkomsten uit dochtervennootschappen), grotendeels naar het voorbeeld van het regime van de GVV in de Belgische vennootschapsbelasting.
Aan het stelsel zijn een aantal bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de vennootschap genoteerd zijn op een Franse of buitenlandse gereglementeerde markt en moet het voorwerp van de vennootschap in hoofdzaak bestaan in de verwerving of de bouw van onroerende goederen met het oog op verhuring of in het aangaan van een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie in ondernemingen met een soortgelijk voorwerp.
Indien Montea haar statuut van SIIC zou verliezen, bv. doordat zij één of meerdere voorwaarden onder de Franse wet niet langer naleeft, is zij verplicht een aantal nabetalingen te doen in de Franse vennootschapsbelasting aan een tarief van 25%. Montea schat de jaarlijkse financiële impact in dergelijk geval op maximaal € 0,03 per aandeel op basis van het gerealiseerde resultaat van 2023, zonder hierbij rekening te houden met groeiassumpties van de portefeuille.
Niettegenstaande het feit dat een SIIC vrijgesteld is van Franse vennootschapsbelasting, houdt Frankrijk een bronheffing in op de niet-uitgekeerde winsten van een Frans bijkantoor (de zgn. branch remittance tax). Montea doet beroep op het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk zodat deze Franse bronheffing resulteert in een tax leakage van 5% op de winst na belasting van het Frans bijkantoor. In 2021 hebben België en Frankrijk een nieuw dubbel-belastingverdrag afgesloten dat nog niet in werking is getreden. Montea verwacht dat de beperking van de Franse bronheffing niet langer van toepassing zal zijn zodra het nieuw dubbelbelastingverdrag in werking treedt (ten vroegste vanaf 2025). Ervan uitgaand dat het Frans bijkantoor als SIIC kwalificeert, is de jaarlijkse financiële impact een bijkomende bronheffing van 20%, zijnde het verschil tussen de zgn. branch remittance tax van 25% en de huidig toegepaste verlaagde bronheffing van 5%.
In haar hoedanigheid van controlerende aandeelhouder van de Enige Bestuurder , heeft de Familie De Pauw een belangrijke invloed, vermits zij bepaalt – rekening houdende met de wettelijke regels inzake corporate governance en het Corporate Governance Charter van Montea – wie bestuurder wordt van de Enige Bestuurder. De algemene vergadering van Montea kan bovendien slechts beraadslagen en besluiten wanneer de Enige Bestuurder aanwezig is. Tevens dient de Enige Bestuurder zijn instemming te geven bij de belangrijkste beslissingen van de algemene vergadering van Montea (met inbegrip van de wijziging van de statuten). Ten gevolge van dit statutaire vetorecht, en gezien de Enige Bestuurder vrijwel onafzetbaar is, kan de beslissingsmacht van de algemene vergadering van Montea worden geblokkeerd, waardoor voor Montea noodzakelijke of nuttige beslissingen niet kunnen worden genomen door de algemene vergadering. Hierdoor bestaat het risico dat de aan de aandelen verbonden stemrechten geheel of gedeeltelijk worden uitgehold.
Op het ogenblik dat Montea haar statuten zou wijzigen en zij een andere vorm dan een naamloze vennootschap met enige bestuurder zou aannemen of zij een andere enige bestuurder dan Montea Management NV zou benoemen, kan de voorziene clausule met betrekking tot een controlewijziging in de obligaties worden geactiveerd. Dit zou tot gevolg hebben dat elke obligatiehouder, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de zetel van Montea met een kopie aan de respectievelijke "agent", kan eisen dat zijn of haar obligaties onmiddellijk opeisbaar en terug betaalbaar worden verklaard tegen de nominale waarde samen met verworven interest (indien die er is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten, tenzij dergelijke wanprestatie wordt rechtgezet of een verzaking van de obligatiehouders wordt bekomen.
Ook in de bilaterale kredieten kan dit de clausule met betrekking tot een controlewijziging activeren waardoor de betrokken financiële instellingen het recht zouden hebben om alle uitstaande bedragen op te eisen. Montea beschikte op 31 december 2023 over € 665 miljoen aan opgenomen obligatieleningen en € 137,3 miljoen aan kredietlijnen.
De vastgoedportefeuille van Montea wordt niet alleen uitgebreid door de verwerving van bestaande gebouwen, maar ook door ontwikkelingsprojecten. Dergelijke projecten houden soms andere risico's in dan de klassieke verwerving van bestaande gebouwen. Het gaat onder meer over de volgende potentiële risico's: het vinden van de juiste partners om de ontwikkeling uit te voeren, vertraging van de ontwikkeling of gebrekkige uitvoering (met verminderde huurinkomsten, uitstel of verlies van verwachte huurinkomsten tot gevolg), een stijging van de bouwkosten, organisatorische problemen in de toelevering van de nodige grondstoffen of materialen en het risico dat de nodige vergunningen niet toegekend dan wel aangevochten worden. Montea is hierbij in belangrijke mate onderhevig aan macro-economische evoluties, zoals bv. een mogelijke stijging van de kostprijs van grondstoffen en bouwmaterialen en verstoringen in de toeleveringsketen ingevolge gewapende conflicten (bv. in Oekraïne) of anderszins. Het operationele team van Montea volgt deze risico's proactief op en wekelijks worden de lopende projecten besproken om timing en budget te monitoren. Bovendien doet Montea haar best om contracten te onderhandelen die deze risico's tot een minimum beperken, bv. stijgingen in de bouwkost worden waar mogelijk niet doorgerekend naar Montea, het bekomen van een bouwvergunning is een opschortende voorwaarde voor het project en de projecten waarin Montea investeert zijn zo veel mogelijk voorverhuurd.
Daarnaast sluit Montea soms voor build-to-suit projecten een overeenkomst af met een ontwikkelaar waarin Montea zich verbindt om tegen een vooraf afgesproken prijs het respectievelijke gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) te zullen aankopen, mits het vervullen van enkele opschortende voorwaarden. Deze opschortende voorwaarden hebben betrekking op o.a. het afleveren van de garantie, de eerste huurbetaling, het bekomen van de nodige vergunningen en de voorlopige oplevering van het gebouw. Als het gebouw later dan voorzien wordt opgeleverd of indien er één of meerdere opschortende voorwaarden niet zijn vervuld, kan Montea beslissen om het gebouw (of de vennootschap waartoe het gebouw behoort) niet (of pas later) over te nemen, wat een impact kan hebben op de vooropgestelde resultaten van Montea en haar toekomstige vastgoedportefeuille.
Montea wordt blootgesteld aan de risico's die verband houden met het vertrek van haar huurders en de heronderhandeling van hun huurovereenkomsten. Een hogere leegstand brengt bijkomende kosten met zich mee, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, ten laste neming van normaal door te rekenen kosten (onroerende voorheffing, beheerskosten, etc.) en commerciële kosten met betrekking tot wederverhuring en/of neerwaartse herziening van de huurprijzen. Bovendien zal een verhoogde leegstand leiden tot een daling van de inkomsten en cashflows.
Montea hanteert een investeringsstrategie die onder meer gericht is op duurzaam en veelzijdig logistiek vastgoed, bestaande uit strategische toplocaties, multimodale sites, multifunctionele gebouwen en maximale benutting van ruimte. Montea beschikt over een professioneel team dat zich toelegt op het zoeken naar nieuwe huurders en het actief beheren van de relatie met haar klanten. Bovendien wordt leegstand vermeden en een stabiele cashflow van huurinkomsten verzekerd doordat een groot deel van de vastgoedportefeuille wordt verhuurd op basis van lange termijn huurovereenkomsten wat het mogelijk maakt om het risico op huurleegstand te spreiden.
Op 31 december 2023 lag de resterende looptijd van de huurovereenkomsten tot vervaldag op 6,5 jaar (exclusief zonnepanelen). De bezettingsgraad kwam op 31 december 2023 op 100%, zijnde een volledige verhuring van de vastgoedportefeuille.
De duurzaamheidsstrategie bepaalt hoe Montea zal bijdragen aan de klimaatdoelstellingen om zo de effecten van klimaatverandering zo goed mogelijk te beperken. De klimaatverandering brengt ook veranderende risico's met zich mee. Montea bouwt haar portefeuille op met deze veranderende noden in het achterhoofd.
Het belangrijkste, directe risico van de klimaatverandering ziet Montea in extreme weersomstandigheden. Schade door extreme weersomstandigheden en natuurrampen wordt evenwel gedekt door diverse verzekeringen waardoor de directe financiële impact (op korte en middellange termijn) hiervan bijgevolg niet als materieel wordt beschouwd. Een significante stijging van het aantal schadegevallen (bij Montea of in het algemeen) zou op langere termijn invloed kunnen hebben op de verzekerbaarheid van de portefeuille en de verzekeringspremies. Op vandaag heeft Montea geen materiële impact op haar portefeuille met betrekking tot dit risico ondervonden.
Gelet op de omvang van de projecten waarin Montea investeert, bestaat het risico dat Montea te veel afhankelijk is van het voortbestaan van een activageheel of van een contractuele relatie met één bepaalde klant. De concentratie van het huurdersbestand kan de diversificatiegraad van de groep beïnvloeden en voor een terugval van inkomsten en cashflows zorgen wanneer een huurder vertrekt of financiële problemen heeft.
Om deze risico's te beperken en aan risicospreiding te doen, dient Montea overeenkomstig de GVV Wet een diversificatie van haar vastgoed te respecteren, dit op geografisch vlak, per type vastgoed en per categorie van huurder. Meer in het bijzonder mag Montea geen enkele verrichting uitvoeren die tot gevolg zou hebben dat meer dan 20% van haar geconsolideerde activa wordt belegd in vastgoed dat één enkel activageheel vormt, of dat dit percentage, indien het voor één of meerdere activagehelen al meer dan 20% zou bedragen, verder toeneemt.
Montea heeft steeds gestreefd naar een sterk gediversifieerd huurdersbestand, gespreid over meerdere sites. Per 31 december 2023 wordt voormelde diversificatiedrempel van 20% niet bereikt.
De door de grootste huurder Amazon gehuurde gebouwen vertegenwoordigen 4,8% van de totale jaarlijkse gecontracteerde huurinkomsten. De waarde van het grootste vastgoedgeheel in de portefeuille vertegenwoordigt 5,3% van de totale reële waarde van de portefeuille (site in Tiel, verhuurd aan Recycling Reko Tiel en Struyk Verwo Infra).
De opbrengst van de zonnepanelen staat voor 7,6% van de inkomsten.
De reële waarde van de vastgoedinvesteringen van Montea is onderhevig aan wijzigingen en hangt af van verschillende factoren, waarvan enkele extern zijn en waarover Montea dus geen controle heeft (zoals een dalende vraag of bezettingsgraad in de markten waarin Montea actief is, wijzigingen in de verwachte beleggingsrendementen of stijgingen van de transactiekosten met betrekking tot de verwerving of overdracht van vastgoed).
Daarnaast kan de waardering van vastgoed beïnvloed worden door een aantal kwalitatieve factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de technische toestand ervan, bijkomende verplichtingen inzake duurzaamheid van gebouwen, de commerciële positionering, vereisten inzake kapitaaluitgaven voor inrichting, vestiging en indeling.
Elk kwartaal wordt de reële waarde van vastgoedbeleggingen door onafhankelijke vastgoeddeskundigen vastgesteld.
Een aanzienlijke daling van de reële waarde van haar vastgoed zou potentieel aanzienlijke verliezen met zich kunnen meebrengen wat potentieel een nadelige impact zou kunnen hebben op de resultaten en de
financiële toestand van Montea, namelijk een negatieve beïnvloeding van het nettoresultaat en de NAV, een daling in de reële waarde van de vastgoedinvesteringen wat leidt tot een stijging van schuldgraad, en het gedeeltelijk of totaal onvermogen tot dividenduitkering indien gecumuleerde negatieve variaties van de reële waarde de uitkeerbare reserves zouden overschrijden.
Montea beschikt over een investeringsstrategie die gericht is op kwaliteitsvolle activa die stabiele inkomsten bieden en draagt zorg voor een adequate monitoring van haar activa, gecombineerd met een omzichtig schuldbeleid. Montea monitort haar schuldgraad en de evolutie van de reële waarde van haar vastgoedbeleggingen op regelmatige basis. We verwijzen naar sectie 7 (Toelichting 2: Vastgoedbeleggingen) voor een sensitiviteitsanalyse met betrekking tot de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.
Montea heeft een bijkantoor in Frankrijk, geregistreerd als Montea SA met zetel 75008 Parijs, 18‐20 Place de la Madeleine. Sinds 24 april 2007 heeft dit bijkantoor het SIIC (Société d'investissement immobilier cotée) statuut verworven.
De totale financiële schuld (inclusief obligatieleningen en leasingschuld) is op 31 december 2023 ingedekt voor 97% door middel van contracten voor rentevoetindekking van het type Interest Rate Swaps en Interest Caps. Alle obligatieleningen zijn aan vaste interestvoet. De kredietlijnen hebben een variabele intrestvoet.
In 2023 boekte Montea, als gevolg van de aanpassingen volgens IFRS 13, een positieve variatie in de waardering van de indekkingsinstrumenten van € 267 K (dit betreft de zogenaamde "Credit Value Adjustment"). Zodoende bedraagt de netto positie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten € 26.584 K. Een negatieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde van de indekkingsinstrumenten kan worden teruggevonden bij de andere langlopende financiële schulden op het passief van de balans en een positieve aanpassing van het nominaal bedrag naar de reële waarde bij de andere financiële vaste activa – afdekkingsinstrumenten op het actief van de balans.
Montea heeft op het einde van 2023 indekkingsinstrumenten voor een nominaal bedrag van € 662.500 K gecontracteerd.
| REELE WAARDE VAN DE | Opgenomen | Ingedekte | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | Reële waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| INDEKKINGSINSTRUMENTEN (EUR | Startdatum | Vervaldatum | Nominaal bedrag | bedrag | Rentevoet | rentevoet | 2023 (*) | 2022 (*) | 2021 (*) | variatie 2023 vs. |
| x 1.000) IRS |
0 | 31/12/2023 r O |
0 | 0 | 2022 0 |
|||||
| 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -285 | 0 | ||
| IRS | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | -380 | ||||
| IRS | 29/12/2017 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.212 | 0 |
| IRS | 30/12/2016 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -114 | 0 |
| IRS | 30/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.803 | 0 |
| IRS | 31/12/2016 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -662 | 0 |
| IRS | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.740 | 0 |
| IRS | 01/04/2018 | 01/07/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -663 | 0 |
| IRS | 03/04/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -670 | 0 |
| IRS | 31/12/2018 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.053 | 0 |
| IRS | 31/12/2021 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.546 | 0 |
| IRS | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 50.000 | 50.000 | 0,48% | EURIBOR 3M | 3.566 | 4.744 | -546 | -1.178 |
| IRS | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -162 | 0 |
| IRS | 31/12/2021 | 31/03/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -112 | 0 |
| IRS | 31/03/2022 | 30/06/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -3.905 | 0 |
| IRS | 30/06/2022 | 19/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -1.360 | 0 |
| IRS | 30/12/2022 | 21/12/2022 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 0 | -3.722 | 0 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 29/03/2029 | 10.000 | 0 | 1,03% | EURIBOR 3M | 415 | 727 | 0 | -312 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2027 | 50.000 | 0 | 0,42% | EURIBOR 3M | 2.258 | 3.441 | 0 | -1.182 |
| ાંતર ર | 29/12/2023 | 31/12/2027 | 2.500 | 2.500 | 0,19% | EURIBOR 3M | 206 | 264 | 0 | -28 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 793 | 0 | -793 |
| IRS . | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 595 | 0 | -595 |
| IRS | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.526 | 0 | -1.526 |
| IRS . | 29/09/2023 | 29/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.546 | 0 | -1.546 |
| IRS . | 30/06/2023 | 12/06/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 2.283 | 0 | -2.283 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 10.000 | 0 | 0,82% | EURIBOR 3M | 464 | 756 | 0 | -292 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,62% | EURIBOR 3M | 1.349 | 2.071 | 0 | -722 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 30/06/2030 | 50.000 | 0 | 0,92% | EURIBOR 3M | 3.098 | 4.911 | 0 | -1.812 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,89% | EURIBOR 3M | 1.100 | 1.833 | 0 | -734 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/12/2028 | 25.000 | 0 | 0,47% | EURIBOR 3M | 1.489 | 2.204 | 0 | -715 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 30/06/2027 | 25.000 | 0 | 0,41% | EURIBOR 3M | 946 | 1.438 | 0 | -492 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/03/2027 | 10.000 | 0 | 0,26% | EURIBOR 3M | 373 | 551 | 0 | -178 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2024 | 31/03/2028 | 10.000 | 0 | 0,54% | EURIBOR 3M | 457 | 703 | 0 | -246 |
| FORWARD START IRS ' | 30/09/2024 | 30/09/2030 | 10.000 | 0 | 1,75% | EURIBOR 3M | 231 | 0 | 0 | 231 |
| FORWARD START IRS ' | 30/09/2024 | 30/06/2031 | 10.000 | 0 | 1,58% | EURIBOR 3M | 380 | 0 | 0 | 380 |
| FORWARD START IRS " | 30/09/2024 | 31/12/2031 | 25.000 | 0 | 1,95% | EURIBOR 3M | 469 | 0 | 0 | 469 |
| FORWARD START IRS " | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 15.000 | 0 | 0,03% | EURIBOR 3M | 1.816 | 0 | 0 | 1.816 |
| FORWARD START IRS ' | 30/06/2024 | 30/06/2030 | 10.000 | 0 | -0,01% | EURIBOR 3M | 1.232 | 0 | 0 | 1.232 |
| FORWARD START IRS " | 30/09/2024 | 30/06/2026 | 25.000 | 0 | -0,50% | EURIBOR 3M | 1.090 | 0 | 0 | 1.090 |
| FORWARD START IRS | 31/12/2027 | 31/12/2030 | 50.000 | 0 | 2,68% | EURIBOR 3M | -495 | 0 | 0 | -495 |
| FORWARD START IRS " | 31/12/2028 | 31/12/2030 | 120.000 | O | 1,01% | EURIBOR 3M | 4.484 | 0 | 0 | 4.484 |
| CAP | 31/12/2019 | 31/12/2023 | 50.000 | O | 0,25% | EURIBOR 3M | O | 1.439 | 86 | -1.439 |
| CAP | 31/12/2020 | 31/03/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.600 | 167 | -1.600 |
| CAP ' | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 2.236 | 229 | -2.236 |
| CAP | 31/12/2023 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.659 | 209 | -1.659 |
| CAP ' | 31/12/2022 | 30/09/2023 | 0 | 0 | 0,00% | EURIBOR 3M | 0 | 1.916 | 196 | -1.916 |
| CAP | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 55.000 | 55.000 | 0,25% | EURIBOR 3M | 1.657 | 1.659 | 209 | -2 |
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur beschrijft de belangrijkste regels die Montea heeft aangenomen in toepassing van de wetgeving en aanbevelingen inzake corporate governance en de manier waarop ze die heeft toegepast gedurende het boekjaar 2023. De toepasselijke wetgeving omvat niet alleen het WVV, maar ook de GVV Wet en het GVV KB.
Montea hanteert sinds 1 januari 2020 de Belgische Corporate Governance Code 2020 als referentiecode (hierna Code 2020). Indien zij daarvan is afgeweken, licht zij dat toe in onderstaande verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming met artikel 3:6, §2 WVV. Daarbij wordt rekening gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van haar activiteiten.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur maakt deel uit van het jaarverslag, overeenkomstig artikel 3:6, §2 WVV.
Montea is opgericht als een naamloze vennootschap en heeft slechts één statutair benoemde bestuurder, Montea Management NV, welke op haar beurt is opgericht als een naamloze vennootschap met een monistisch bestuur.
De Vennootschap en de Enige Bestuurder leefden in 2023 de aanbevelingen van de Code 2020 en de wettelijke bepalingen inzake corporate governance na door die mutatis mutandis toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen de Enige Bestuurder. Als bestuursorgaan van de Enige Bestuurder van de Vennootschap is het immers de raad van bestuur van de Enige Bestuurder die collegiaal beslist over de waarden en de strategie van Montea, over haar bereidheid om risico's te nemen en over de voornaamste beleidslijnen.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is aldus transparant met betrekking tot corporate governance. In het Corporate Governance Charter zoals laatst gewijzigd op 28 oktober 2021 (te consulteren op de website) en in deze verklaring inzake deugdelijk bestuur wordt dan ook met de term "raad van bestuur" de raad van bestuur van de Enige Bestuurder bedoeld.
De Vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van de hiernavolgende bepalingen:
7.9 van de Code 2020. Montea is van oordeel dat dit niet vereist is aangezien er zowel een aandelenoptieplan als een aandelenaankoopplan bestaat ten gunste van bepaalde leden van het uitvoerend management en die personen op die manier worden geïncentiveerd om rekening te houden met het perspectief van een langetermijnaandeelhouder.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de evaluatie van de risico's die eigen zijn aan de Vennootschap en voor de opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van de Vennootschap is op haar beurt verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van risicobeheer en de doeltreffendheid van de interne controle.
Montea organiseert het beheer van de interne controle en de risico's van de Vennootschap aan de hand van:
Daarbij gaat ook een bijzondere aandacht uit naar de betrouwbaarheid van het proces van rapportering en financiële informatieverstrekking.
De belangrijkste kenmerken van de controleomgeving bestaan uit:
Een duidelijke omschrijving van het doel van de Vennootschap: Montea is een toonaangevende beursgenoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap in logistiek vastgoed. Montea stelt zich tot doel om een gediversifieerde vastgoedportefeuille op te bouwen, aan de hand van zowel eigen ontwikkelingen als standing investments, dat stabiele recurrente inkomsten genereert. Montea houdt daarbij rekening met de evoluties van de logistieke sector in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Een definitie van de rol van de verschillende beheersorganen: Montea beschikt over een raad van bestuur, een auditcomité, een remuneratie‐ en benoemingscomité en drie investeringscomités. Het auditcomité heeft de specifieke taak om de interne controle en het risicobeheer van de Vennootschap te monitoren. Montea laat zich bijstaan door externe adviseurs (EY, KPMG, Animo Law, Primexis, ABAB, Meijburg & Co en Bartsch) voor boekhoudkundige en fiscale aangelegenheden. Die partijen leveren louter bijstand (het betreft voor alle duidelijkheid geen delegatie van beheerstaken).
De persoon belast met het risicobeheer van de Vennootschap stelt een lijst op van alle risico's die jaarlijks in het auditcomité geëvalueerd wordt. De voor de Vennootschap voldoende specifieke en materiële risico's worden besproken in het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit verslag.
De specifieke controlewerkzaamheden van de Vennootschap kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
De algemene communicatie binnen de Vennootschap is aangepast aan haar omvang en is voornamelijk gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, interne werkvergaderingen en algemeen e‐mailverkeer.
De communicatie over de financiële informatie wordt georganiseerd op kwartaal‐, halfjaarlijkse en jaarlijkse basis. Jaarlijks wordt daarvoor een retroplanning opgesteld. Het interne boekhoudteam (lokale werknemers in België, Frankrijk en Nederland, bijstand van externe accountant in Duitsland) verschaft de boekhoudkundige cijfers. Die cijfers worden geconsolideerd en geverifieerd door het controlling team dat verslag uitbrengt bij de CFO.
De kwaliteit van de interne controle wordt in de loop van het boekjaar beoordeeld door:
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf.
In overeenstemming met het WVV en haar statuten wordt Montea bestuurd door Montea Management NV. Montea Management NV werd benoemd als statutaire enige bestuurder van Montea voor een periode t.e.m. 30 september 2026.
De Enige Bestuurder wordt op haar beurt extern vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder wordt bestuurd door een raad van bestuur die zo is samengesteld dat Montea conform de GVV Wet en het GVV KB kan worden bestuurd en telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020.
De structuur van Montea en haar Enige Bestuurder is transparant. Dat betekent dat alle regels van de GVV Wet en van het GVV KB van toepassing zijn op de Enige Bestuurder en haar bestuurders. Montea heeft de principes op het vlak van corporate governance uitgebreid tot de bestuurders van de Enige Bestuurder.
De corporate governance structuur van Montea kan schematisch als volgt worden weergegeven:
De personen die deel uitmaken van de bedrijfsleiding, alsook de Enige Bestuurder, hebben hun kantooradres op de zetel van Montea (uitsluitend voor aangelegenheden die betrekking hebben op Montea).
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van de Enige Bestuurder bij gewone meerderheid uit een lijst van kandidaten, voorgedragen door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie‐ en benoemingscomité. Met uitzondering van één aandeel aangehouden door Jo De Wolf, is de algemene vergadering van de Enige Bestuurder samengesteld uit de vijf kinderen van wijlen de heer Pierre De Pauw, die elk 20% van de aandelen aanhouden.
De leden van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder zijn, conform artikel 14, §1 van de GVV Wet, uitsluitend natuurlijke personen. De bestuurders worden in principe benoemd voor een (hernieuwbare) periode van maximum vier jaar, dit om voldoende rotatie te garanderen.
De voordracht tot benoeming, herbenoeming of ontslag van de bestuurders wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd en/of meegedeeld aan de FSMA in toepassing van artikel 14, §4, lid 4 van de GVV Wet.
Het benoemingsproces wordt geleid door de voorzitter van de raad van bestuur.
Kandidaat‐bestuurders of kandidaten tot herbenoeming als bestuurder worden door de raad van bestuur aan de aandeelhouders van de Enige Bestuurder voorgedragen op aanbeveling van het remuneratie‐ en benoemingscomité.
Vóór elke nieuwe (her)benoeming gebeurt een evaluatie van de bekwaamheden, kennis en ervaring die op dat moment reeds aanwezig zijn binnen de raad van bestuur. Dat zorgt voor de vereiste diversiteit en complementariteit inzake de diverse achtergronden en competenties van de bestuurders.
De leden van de raad van bestuur worden geëvalueerd op grond van volgende criteria:
Bij de selectie en evaluatie van de bestuurders wordt bijzondere nadruk gelegd op kennis en ervaring van ESG‐gerelateerde aangelegenheden. Dit wordt ook duidelijk weerspiegeld binnen de huidige samenstelling van de raad van bestuur: alle niet‐uitvoerende onafhankelijke bestuurders beschikken over een ruime ervaring en aanzienlijke kennis van ESG‐gerelateerde aangelegenheden dankzij hun jarenlange ervaring (op C‐level) bij Belgische en internationale (beursgenoteerde) bedrijven met een stevig track record inzake ESG (voor meer details zie sectie "curricula" hieronder).
Niet‐uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf (5) bestuursmandaten in beursgenoteerde vennootschappen tegelijk bekleden. Eventuele wijzigingen in hun andere engagementen buiten Montea, worden ten gepaste tijde aan de voorzitter van de raad van bestuur gemeld.
Conform artikel 13 van de GVV Wet moeten minstens drie bestuurders onafhankelijk zijn in de zin van artikel 7:87 WVV juncto aanbeveling 3.5 van de Code 2020. Op heden voldoen vier bestuurders aan die onafhankelijkheidscriteria: Philippe Mathieu, Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer en Lieve Creten.
| Naam | Hoedanigheid/Functie | Aanvang | Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| eerste | |||
| mandaat | |||
| Dirk De Pauw | Uitvoerend bestuurder en sinds 1/10/2014 eveneens voorzitter van de raad van bestuur |
01/10/2006 | 20/05/2025 |
| Jo De Wolf | Uitvoerend bestuurder, Chief Executive Officer (CEO) | 30/09/2010 | 19/05/2026 |
| Peter Snoeck | Niet‐uitvoerend bestuurder | 01/10/2006 | 20/05/2025 |
De raad van bestuur bestaat uit zeven leden en is per 31 december 2023 samengesteld als volgt:
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 15/05/2018 | 20/05/2025 |
|---|---|---|---|
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 21/05/2024 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 18/05/2021 | 21/05/2024 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 17/05/2022 | 20/05/2025 |
Op de algemene vergadering van de Enige Bestuurder van 21 mei 2024 zal de herbenoeming van Koen Van Gerven en Barbara De Saedeleer, voor een nieuwe termijn van vier jaar, als onafhankelijke niet‐uitvoerende bestuurder ter goedkeuring worden voorgelegd.
Hierna vindt u het beknopte curriculum van ieder van de bestuurders en de effectieve leiders met vermelding van de andere mandaten die zij als lid van de administratieve, beheer‐ of controleorganen in andere vennootschappen in de loop van de voorbije vijf jaar hebben vervuld (met uitzondering van de dochtervennootschappen van de Vennootschap).
Voorzitter van de raad van bestuur en van de investeringscomités Begin mandaat: 1/10/2006 ‐ Herbenoemd tot 20/05/2025
Dirk De Pauw, geboren in 1956, is één van de stichtende aandeelhouders van Montea. Hij behaalde zijn diploma boekhouding en bedrijfsbeheer aan het IHNUS te Gent en volgde daarna aanvullende opleidingen aan de Vlerick Leuven Gent Management School.
Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder en, als vaste vertegenwoordiger van DDP Management BV, voorzitter van de investeringscomités van Montea. Hij is tevens gedelegeerd bestuurder van CLIPS NV (sinds 1982), K&D Invest NV (sinds 2006) en Fadep NV (sinds 2018). Daarnaast is hij voorzitter van de raad van bestuur van Vastgoedgroep Degroote (sinds 2022).
Uitvoerend bestuurder en CEO – Effectieve leider Begin mandaat: 30/09/2010 ‐ Herbenoemd tot 19/05/2026
Jo De Wolf, geboren in 1974, behaalde een diploma van Master in Applied Economics aan de KU Leuven, behaalde een MBA aan de Vlerick School voor Management en volgde het Master in Real Estate programma aan de KU Leuven.
Jo De Wolf is uitvoerend bestuurder en gedelegeerd bestuurder van de Enige Bestuurder. Hij is tevens aangesteld als effectieve leider van Montea overeenkomstig artikel 14 van de GVV Wet. Daarnaast is hij sinds mei 2011 bestuurder van BVS‐UPSI vzw (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector). Sinds december 2016 is hij bestuurder van Good Life Investment Fund cv. Jo De Wolf is eveneens bestuurder van The Shift vzw sinds juni 2021.
Hij is sinds januari 2020, als vaste vertegenwoordiger van Lupus AM BV, de voorzitter van de raad van bestuur (alsook onafhankelijke bestuurder) van Premier Development Fund 2 BV.
Tot slot is hij sinds 15 mei 2023, als vaste vertegenwoordiger van Lupus AM BV, onafhankelijk, niet uitvoerend bestuurder van Nextensa NV.
Effectieve leider Begin mandaat: 1 maart 2020
Jimmy Gysels, geboren in 1971, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur in Brussel. Hij behaalde daarna een postgraduaat in vastgoedkunde.
Niet‐uitvoerend Bestuurder Begin mandaat: 1/10/2006 ‐ Herbenoemd tot 20/05/2025
Peter Snoeck, geboren in 1957, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur elektromechanica in Gent. Hij studeerde daarna bedrijfsbeheer aan de KUL en volgde een opleiding tot vastgoedmakelaar.
Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 15/05/2018 ‐ Benoemd tot 20/05/2025
Philippe Mathieu, geboren in 1967, behaalde een diploma Toegepaste Economische wetenschappen (KU Leuven) en behaalde in 1990 eveneens een MBA‐diploma.
a) De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: Als vaste vertegenwoordiger van Sobelder
NV, CEO van ECS Corporate NV. Als vaste vertegenwoordiger van ECS Corporate NV, gedelegeerd bestuurder van ECS European Containers NV, DD Trans NV, 2XL France SAS, 2XL UK en voorzitter van de raad van bestuur van 2XL NV en ECS Technics BV.
b) De lopende mandaten:
Philippe is onafhankelijk niet‐uitvoerend bestuurder bij de Enige Bestuurder en tevens voorzitter van het auditcomité. Hij is daarnaast, als vaste vertegenwoordiger van Sobelder NV voorzitter van Invale NV. Bovendien is hij ondervoorzitter van de raad van bestuur van De Warande vzw, bestuurder van VOKA West‐Vlaanderen en gedelegeerd bestuurder bij Sobelder NV.
Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Barbara De Saedeleer, geboren in 1970, behaalde een masterdiploma in bedrijfs‐ en financiële wetenschappen, met een specialisatie in kwantitatieve bedrijfseconomie aan de VLEKHO Business School te Brussel. Ze bezit tevens een diploma inzake marketing.
Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 18/05/2021 – Benoemd tot 21/05/2024
Koen Van Gerven, geboren in 1959, studeerde af als handels‐ en bedrijfseconomisch ingenieur in de beleidsinformatica aan de KULeuven. Nadien behaalde hij een MBA aan Cornell University in de VS.
Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder Begin mandaat: 17/05/2022 – Benoemd tot 20/05/2025
Lieve Creten, geboren in 1965, behaalde een masterdiploma als handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven (België), alsook een postgraduaat in fiscale wetenschappen. Sinds 1995 is ze tevens gecertificeerd accountant.
Montea Management NV handelt bij de uitvoering van haar opdracht als Enige Bestuurder in het exclusieve belang van Montea. De raad van bestuur heeft in dat kader, in het bijzonder, volgende opdrachten:
besluitvorming over de bevoegdheden die individueel of collectief worden toevertrouwd aan de CEO en/of andere leden van het uitvoerend management en over een helder delegatiebeleid;
opstellen van een remuneratiebeleid van de Vennootschap voor niet‐uitvoerende bestuurders en het uitvoerend management;
In 2023 is de raad van bestuur acht keer samengekomen en vond er één telefonische vergadering plaats. De bestuurders waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheden 20235 |
|---|---|---|
| Dirk De Pauw | Voorzitter en uitvoerend bestuurder | 8 |
| Jo De Wolf | Gedelegeerd bestuurder | 8 |
| Peter Snoeck | Niet‐uitvoerend bestuurder | 8 |
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 8 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 8 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 8 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 7 |
Dirk Lannoo6 woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij voor wat betreft de besprekingen van nieuwe investeringsdossiers, dit als strategisch adviseur met raadgevende stem.
Op de vergaderingen van de raad van bestuur werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
5 Één raad van bestuur werd georganiseerd via videoconferentie. In lijn met het remuneratiebeleid werd geen zitpenning voor deze vergadering betaald. 6 Namens LVW Int. BV.
Teneinde de werking van de raad van bestuur te optimaliseren, heeft de raad van bestuur volgende adviserende comités opgericht die de raad van bestuur moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen;
Na elke vergadering ontvangt de raad van bestuur van elk comité een verslag over de bevindingen en aanbevelingen. Tussentijds wordt ad hoc informatie verstrekt aan de bestuurders en elke bestuurder kan te allen tijde alle informatie opvragen op eerste verzoek via de voorzitter van de raad van bestuur.
Individuele bestuurders en leden van de comités kunnen te allen tijde via de voorzitter van de raad van bestuur, de raad van bestuur verzoeken om op kosten van de Vennootschap beroep te doen op externe deskundigen (juridische adviseurs, fiscale adviseurs enz.).
Conform artikel 4 van het Corporate Governance Charter van Montea, wordt de raad van bestuur en zijn comités ondersteund door een Secretary General. In 2021 werd Jörg Heirman aangesteld als Secretary General.
De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur gekozen onder zijn leden. De voorzitter wordt aangesteld op basis van zijn kennis, vakkundigheid, ervaring en bemiddelingsvermogen. De functie van voorzitter kan niet worden gecumuleerd met die van CEO.
De voorzitter heeft de bijzondere taak om:
opvolgingsplannen op te stellen voor bestuurders en leden van het uitvoerend management;
het remuneratie‐ en benoemingscomité bij te staan bij de (her)benoeming van bestuurders;
De professionele ontwikkeling van de bestuurders wordt gegarandeerd door enerzijds de persoonlijke ontwikkeling van iedere bestuurder in zijn of haar eigen vakgebied, en anderzijds door het organiseren van verschillende in‐house trainingen en seminaries.
In 2023 organiseerde Montea informele opleidingssessies voor de bestuurders, gegeven door interne en externe deskundigen, omtrent onder andere de evolutie van de logistieke vastgoedmarkt, de belangrijkste macro‐economische evoluties, de mondiale evoluties inzake lange en korte termijn interesten en toekomstige EU Green Deal regelgeving.
De evaluatie van de bestuurders gebeurt op verschillende niveaus:
De bijdrage van elke bestuurder wordt jaarlijks individueel geëvalueerd door het remuneratie‐ en benoemingscomité, zodat indien nodig de samenstelling van de raad van bestuur kan worden aangepast. In geval van een herbenoeming vindt er een evaluatie plaats van de bijdrage van de bestuurder.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan worden voorzien in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van uitvoerende als niet‐ uitvoerende bestuurders, toelaten om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring binnen de raad van bestuur in stand te houden.
De raad van bestuur heeft drie gespecialiseerde comités opgericht die de raad moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen: het auditcomité, het remuneratie- en benoemingscomité en de investeringscomités.
Het auditcomité werd opgericht conform artikel 7:99 WVV en staat de raad van bestuur bij in de vervulling van diens toezichtstaak op de interne en externe controle in de ruime zin van het woord.
Het auditcomité bestond in 2023 uit de volgende niet‐uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Overeenkomstig artikel 7:99 WVV moet ten minste één lid van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. In dat verband kan worden verwezen naar de ruime ervaring en deskundigheid van het voltallige comité:
Wanneer het auditcomité beraadslaagt met betrekking tot de jaarlijkse financiële audit kan desgewenst een externe financiële adviseur en/of de commissaris worden uitgenodigd. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Montea.
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken beschreven in artikel 7:99 WVV. De taken van het auditcomité omvatten onder meer:
monitoring van de interne audit;
beoordeling en de monitoring van de onafhankelijkheid van de commissaris, alsook de goedkeuring van de vergoeding van deze commissaris, waarbij met name wordt gelet op de verlening van bijkomende diensten aan de Vennootschap;
Daarnaast zal de aanbeveling tot (her)benoeming van de commissaris die door de raad van bestuur aan de algemene vergadering wordt gedaan, slechts kunnen gebeuren op voorstel van het auditcomité.
Het auditcomité brengt na iedere bijeenkomst verslag uit bij de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken.
In 2023 is het auditcomité zeven keer samengekomen:
| Naam | Functie | Aanwezigheden |
|---|---|---|
| 20237 | ||
| Phillippe Mathieu | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder en voorzitter | 7 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 7 |
| Koen Van Gerven | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 7 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk en niet‐uitvoerend bestuurder | 7 |
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Tijdens drie vergaderingen van het auditcomité was de commissaris aanwezig. Op alle vergaderingen werden voorgaande punten tevens besproken met de CEO en de CFO.
7 Één auditcomité werd georganiseerd via videoconferentie. In lijn met het remuneratiebeleid werd geen zitpenning voor deze vergadering betaald.
De belangrijkste criteria voor het evalueren van het auditcomité en haar leden zijn ervaring op het vlak:
De evaluatie van de leden en de werking van het auditcomité gebeurt enerzijds op permanente basis door de collega's onderling en anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
De raad van bestuur heeft een remuneratiecomité opgericht conform artikel 7:100 WVV. Het remuneratiecomité treedt tevens op als benoemingscomité.
Het remuneratie‐ en benoemingscomité bestond in 2023 uit de volgende niet‐uitvoerende onafhankelijke bestuurders:
Deze samenstelling zorgt ervoor dat het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid omwille van hun ruime beroepservaring:
Het remuneratie‐ en benoemingscomité neemt volgende activiteiten voor zijn rekening:
| voorstellen | die | door | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| de raad van bestuur dienen te worden voorgelegd aan de aandeelhouders; | ||||||||
Het remuneratie‐ en benoemingscomité is in 2023 driemaal bijeengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheden 20238 |
|---|---|---|
| Philippe Mathieu | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 3 |
| Barbara De Saedeleer | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 3 |
| Lieve Creten | Onafhankelijk, niet‐uitvoerend bestuurder | 3 |
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden besproken:
De CEO, CFO en CHRO wonen de vergaderingen van het remuneratie‐ en benoemingscomité bij, met dien verstande dat ze de vergadering verlaten indien hun prestatie en/of vergoeding wordt besproken.
8 Voor alle vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité werden zitpenningen betaald.
De werking van het remuneratie‐ en benoemingscomité wordt geëvalueerd aan de hand van de ervaring van haar leden op het vlak van personeelsmanagement, remuneratiebeleid, remuneratiesystemen en ervaring in andere remuneratie‐ en benoemingscomités.
De evaluatie van de leden en de werking van het remuneratie‐ en benoemingscomité gebeurt, enerzijds, op permanente basis door de collega's onderling en, anderzijds, door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij/zij dat bespreken met de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
Er zijn drie investeringscomités opgericht binnen Montea die zijn belast met de voorbereiding van de investerings‐ en desinvesteringsdossiers voor bespreking en besluitvorming binnen de raad van bestuur. Binnen het investeringscomité Nederland en het investeringscomité Frankrijk worden de investeringsdossiers voor respectievelijk Nederland en Frankrijk behandeld. Binnen het investeringscomité Intern worden de investeringsdossiers behandeld voor de overige landen waarin Montea actief is (België en Duitsland).
De investeringscomités zijn belast met de voorbereiding van de investerings‐ en desinvesteringsdossiers voor de raad van bestuur. De investeringscomités volgen daarnaast de onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van Montea op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk betrekking op de verwerving en de vervreemding van vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
De creatie en het advies van de investeringscomités ontneemt geenszins enige beslissings‐ bevoegdheid aan de raad van bestuur die verantwoordelijk blijft en als enige kan beslissen over (des)investeringen.
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheden 2023 |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter raad van bestuur9 en investeringscomités |
6 | |||
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 6 | |||
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer | 6 | |||
| PDM GCV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | Strategie & innovatie | 5 | |||
| AVX BV, vertegenwoordigd door Xavier Van Reeth (vanaf april 2023) | Landendirecteur België | 3 | |||
| Patrick Abel | Landendirecteur Duitsland | 1 | |||
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | Niet‐uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder10 |
6 | |||
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo | Strategisch adviseur | 6 |
Het investeringscomité Intern is samengesteld uit de volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
9 Dirk De Pauw oefent het mandaat als voorzitter van de raad van bestuur uit in eigen naam en niet namens DPP Management BV.
10 Peter Snoeck oefent het mandaat als niet-uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder uit in eigen naam.
Het investeringscomité Frankrijk is samengesteld uit de volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheden |
|---|---|---|
| 2023 | ||
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter raad van bestuur en |
2 |
| investeringscomités | ||
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 2 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer | 1 |
| Luc Merigneux | Country director Frankrijk | 2 |
| Gilles Saubier | Extern adviseur investeringscomité | 1 |
| SAS Casamagna, vertegenwoordigd door Laurent Horbette | Extern adviseur investeringscomité | 1 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo | Strategisch adviseur | 2 |
Het investeringscomité Nederland is samengesteld uit de volgende personen en is in 2023 samengekomen als volgt:
| Naam | Functie binnen Montea | Aanwezigheden 2023 |
|---|---|---|
| DDP Management BV, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter raad van bestuur en investeringscomités |
3 |
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer | 3 |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer | 3 |
| PDM GCV, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | Strategie en innovatie | 3 |
| BrightSite B.V., vertegenwoordigd door Hylcke Okkinga en Cedric Montanus |
Landendirecteurs Nederland | 3 |
| ADK Invest B.V., vertegenwoordigd door Ard De Keijzer | Extern adviseur investeringscomité | 3 |
| Rien MTMA, vertegenwoordigd door Rien van den Heuvel | Extern adviseur investeringscomité | 3 |
| VastG Advies, vertegenwoordigd door Rob Laurensse | Extern adviseur investeringscomité | 1 |
| PSN Management BV, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | Niet‐uitvoerend niet onafhankelijk bestuurder | 3 |
| LVW Int. BV, vertegenwoordigd door Dirk Lannoo | Strategisch adviseur | 3 |
A. Samenstelling uitvoerend management en dagelijks bestuur
De raad van bestuur heeft de operationele leiding van Montea aan het uitvoerend management toevertrouwd. Het uitvoerend management bestaat op datum van dit verslag uit:
| Naam | Functie |
|---|---|
| Jo De Wolf | Chief Executive Officer |
| Elijarah BV, vertegenwoordigd door Els Vervaecke | Chief Financial Officer |
| Jimmy Gysels | Chief Property Management |
Het uitvoerend management wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door de verschillende country directors en verantwoordelijken voor de verschillende corporate services:
* Functie uitgeoefend via een vennootschap
Jo De Wolf en Jimmy Gysels werden aangesteld als effectieve leiders in de zin van artikel 14 van de GVV wet.
Het uitvoerend management is onder meer belast met:
Het uitvoerend management is in het bijzonder belast met het beheer van het vastgoed, advies over en opvolging van het financieringsbeleid, het voorbereiden van alle wettelijk vereiste verslaggeving en het verstrekken van alle vereiste informatie aan het publiek of bevoegde instanties.
Het uitvoerend management werkt nauw samen in permanent overleg. Wanneer het uitvoerend management niet tot een akkoord komt, wordt de beslissing overgelaten aan de raad van bestuur.
Het uitvoerend management komt wekelijks bijeen. Daarbij worden waar nodig ook de country directors en andere kaderleden nauw betrokken. Op die vergaderingen worden onder meer de operationele zaken besproken met betrekking tot de dagelijkse werking, de stand van zaken van de lopende projecten en verhuringen en de evaluatie van nieuwe projecten die bestudeerd worden.
Het uitvoerend management brengt geregeld verslag uit aan de raad van bestuur over de vervulling van zijn opdracht.
Het uitvoerend management voorziet de raad van bestuur van alle relevante bedrijfs‐ en financiële informatie. Hierbij worden onder andere verstrekt: kerncijfers, een analytische voorstelling van de resultaten versus het budget, een overzicht van de evolutie van de vastgoedportefeuille en de geconsolideerde jaarrekening (inclusief toelichting).
Voorstellen van beslissingen die de raad van bestuur moet nemen, worden tijdens de raad van bestuur toegelicht door de CEO.
Het toezicht op het uitvoerend management komt toe aan de voltallige raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Het uitvoerend management wordt geëvalueerd op basis van prestaties en doelstellingen.
Bij het formuleren van zijn advies aan de raad van bestuur met betrekking tot te benoemen bestuurders, houdt het remuneratie‐ en benoemingscomité rekening met de beoogde diversiteit binnen de raad van bestuur. Zulke diversiteit heeft niet louter betrekking op gender maar ook op andere criteria zoals bekwaamheden, ervaring en kennis. Een diversificatie van de raad van bestuur draagt bij tot een evenwichtige besluitvorming waarbij beslissingen worden genomen en mogelijke problemen worden afgehandeld door die vanuit verschillende oogpunten te analyseren.
De raad van bestuur van Montea telt momenteel twee vrouwelijke leden. Bovendien hebben de huidige leden van de raad van bestuur een diverse achtergrond zoals de vastgoedsector, logistieke sector, de farmaceutische sector, de postsector, de bancaire sector en de telecomsector.
Ook in de samenstelling van het uitvoerend management houdt de raad van bestuur in het bijzonder rekening met deze principes van diversiteit.
A. Compliance officer
Compliance is een onafhankelijke functie binnen Montea, gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door Montea van de regels die verband houden met haar activiteiten.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn vervat in de functie van de compliance officer. De onafhankelijke compliance functie berust bij Jimmy Gysels, tevens Chief Property Manager van Montea.
De compliance officer is belast met het onderzoek naar en de bevordering van de naleving door de Vennootschap van de regels die verband houden met de integriteit van haar activiteiten. De regels betreffen zowel die die voortvloeien uit het beleid van de onderneming, het statuut van de onderneming, alsmede andere wettelijke en reglementaire bepalingen. Het betreft aldus een onderdeel van de bedrijfscultuur, waarbij de nadruk wordt gelegd op eerlijkheid en integriteit, het naleven van hoge ethische normen bij het zakendoen, en het naleven van de toepasselijke regelgeving. Zo is de compliance officer onder meer belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals die regels onder meer opgelegd worden door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik. Verder is hij eveneens belast met het toezicht op de naleving van de regels inzake belangenconflicten en de onverenigbaarheden inzake mandaten zoals voorgeschreven door de statuten en het Corporate Governance Charter van Montea en de toepasselijke wet‐ en regelgeving. De compliance officer wordt hierin bijgestaan door de Secretary General.
De compliance officer rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Risico is een altijd aanwezig element in de bedrijfswereld. Montea identificeert in al haar processen de bestaande risico's en bouwt de nodige interne controles in om zodoende de blootstelling aan deze risico's te beperken.
Het bewustzijn van risico's in haar interne en externe omgeving wordt door de Vennootschap op verschillende niveaus uitgedragen naar haar medewerkers d.m.v. het goede voorbeeld door het management.
Het is de taak van de raad van bestuur om te waken over identificatie van de risico's en de controle van de risico's. De raad van bestuur besteedt aandacht aan de verschillende risicofactoren waaraan de Vennootschap onderhevig is. De permanente evoluties op de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een voortdurende opvolging van de risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van de Vennootschap.
Het auditcomité dat de raad van bestuur bijstaat in de uitvoering van zijn toezicht, formuleert de nodige aanbevelingen naar de raad van bestuur betreffende risicobeheer en het beheer van de financiële risico's. Het auditcomité houdt samen met het management en de commissaris toezicht op de belangrijkste risico's en de maatregelen om die risico's te beheersen.
Bij Montea is Jan Van Doorslaer (Finance & Risk Manager) belast met de risicobeheerfunctie. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het opstellen, uitwerken, bewaken, actualiseren en implementeren van het risicobeheerbeleid en de risicobeheerfuncties. Hij rapporteert aan de effectieve leider en CEO, Jo De Wolf.
Interne audit is een onafhankelijke beoordelingsfunctie gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle. Interne audit staat de leden van de organisatie bij in de effectieve uitoefening van hun verantwoordelijkheden en voorziet hen in dit verband van analyses, evaluaties, aanbevelingen, advies en informatie omtrent de onderzochte activiteiten. De reikwijdte van de interne audit omvat, in het algemeen, het onderzoek en de evaluatie van de aangepastheid en de doeltreffendheid van de interne controle evenals de degelijkheid waarmee toegewezen verantwoordelijkheden worden nagekomen.
De persoon belast met de interne audit besteedt aandacht aan de naleving van de beleidslijnen, de risicobeheersing (zowel van de meetbare als van de niet‐meetbare risico's), de betrouwbaarheid (met inbegrip van de integriteit, de correctheid en de volledigheid) en tijdigheid van de financiële en beheersinformatie alsmede van de externe rapportering, de continuïteit en betrouwbaarheid van de IT‐ systemen en de werking van de verschillende diensten binnen het bedrijf.
De persoon belast met de interne audit onderzoekt en beoordeelt de globale activiteit van Montea in al haar geledingen. Hij/zij maakt daarbij gebruik van verschillende types van audit, zoals:
Tot 31 december 2023 werd de onafhankelijke interne auditfunctie gedelegeerd aan Trifinance Belgium NV, vertegenwoordigd door Alexander Van Caeneghem. Vanaf 1 januari 2024 wordt de onafhankelijke interne auditfunctie voor een periode van drie jaar gedelegeerd aan BDO, vertegenwoordigd door Steven Cauwenberghs.
De eindverantwoordelijkheid voor de interne audit ligt bij de effectieve leider Jo De Wolf die over de vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikt voor de uitoefening van die functie.
Euroclear Belgium NV is belast met de financiële dienst van de vennootschap.
De uitvoering van deze financiële dienst hield een totale kost in van € 28.902,72 (excl. btw) voor 2023. Deze fee behelst zowel een vaste fee per jaar als een variabele fee per uitgekeerd dividend voor de niet‐ nominatieve aandelen.
Montea heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
In toepassing van artikel 7:96 WVV dient iedere bestuurder die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vermogensrechtelijk belang heeft dat strijdig is met een beslissing of handeling die valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur, dit te melden aan de andere leden van de raad van bestuur en mag hij/zij niet deelnemen aan de beraadslagingen en besluitvorming over die beslissing of handeling.
In toepassing van artikel 7:97 WVV moet iedere beslissing of handeling die verband houdt met een verbonden partij in de zin IAS 24, inclusief dochtervennootschappen waarin de controlerende aandeelhouder een deelneming van minstens 25% aanhoudt en inclusief beslissingen of verrichtingen van dochtervennootschappen, voorgelegd worden aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders die een schriftelijk advies formuleren aan de raad van bestuur. Er zal ook een verslag door de commissaris worden opgesteld over de getrouwheid van de gegevens in het adviescomité. Ten slotte dient een persmededeling te worden gepubliceerd uiterlijk op het moment dat de beslissing wordt genomen, inclusief het advies van het onafhankelijk comité en de beoordeling van de commissaris. Uitzonderingen op die procedure zijn gebruikelijke beslissingen en verrichtingen aan marktconforme voorwaarden (en zekerheden), transactiewaarde ‹ 1% van het geconsolideerd netto‐actief, beslissingen m.b.t. remuneratie, verkrijging of vervreemding van eigen aandelen, uitkering van interim‐dividenden en kapitaalverhogingen in het kader van het toegestane kapitaal zonder beperking of opheffing van het voorkeurrecht.
In de loop van het boekjaar 2023 heeft de raad van bestuur de procedure voorzien in artikel 7:96 juncto 7:102, §1, tweede lid WVV in de hierna vermelde gevallen moeten toepassen. De procedure voorzien in artikel 7:97 WVV moest niet worden toegepast.
"[…] De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijk belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken. De volgende bestuurders verklaren een (on)rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met een agendapunt dat wordt besproken tijdens deze raad van bestuur:
a) Jo De Wolf verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t agendapunt 5.c) (Remuneratie & variabele vergoeding uitvoerend management 2022/23) aangezien er in dit kader onder meer een beraadslaging en beslissing zal zijn omtrent zijn evaluatie en variabele vergoeding als CEO m.b.t. FY 2022 en omtrent zijn variabele vergoeding en KPI's als CEO m.b.t. FY 2023.
b) Dirk De Pauw verklaart een belangenconflict te hebben m.b.t. agendapunt 5.d).iii (Vergoeding comités en Voorzitter RvB) aangezien dit onder meer gaat over de vergoeding van zijn functie (via DDP Management BV) als voorzitter van de raad van bestuur en de investeringscomités.
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kunnen Jo De Wolf en Dirk De Pauw niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard van de verrichtingen, verantwoording van de genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt.
De commissaris van Montea zal in kennis worden gesteld van dit belangenconflict.
Geen enkele andere bestuurder verklaart dat hij/zij een ander mogelijk belangenconflict heeft m.b.t. de punten vermeld op de agenda. […]
Jo De Wolf verlaat de vergadering voorafgaand aan de bespreking van het volgend agendapunt.
Remuneratie & variabele vergoeding uitvoerend management 2022/23:
[…] De raad van bestuur besluit unaniem om de toekenning van een overachievement op de korte termijn targetbonus voor het prestatiejaar 2022 voor Jo De Wolf en Elijarah BV goed te keuren tot 125%. […]
De KPI's voor de korte termijn targetbonus van 2023 voor de leden van het uitvoerend management worden toegelicht: […]
De raad van bestuur besluit unaniem om (i) de voorgestelde KPI's voor de korte termijn targetbonus van het uitvoerend management voor 2023 goed te keuren, en (ii) de bedragen van de voorgestelde korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend management voor 2023 goed te keuren. De raad van bestuur is van oordeel dat deze korte termijn targetbonussen voor het uitvoerend management marktconform zijn en dat het in het belang is van de Vennootschap om deze korte termijn targetbonussen voorop te stellen zodat er een duidelijk doel is voor het uitvoerend management om de Vennootschap verder te doen groeien in 2023.
Jo De Wolf vervoegt opnieuw de vergadering. […] Dirk De Pauw verlaat de vergadering voorafgaand aan de bespreking van het volgend agendapunt.
Op advies van het remuneratie- en benoemingscomité keurde de raad van bestuur van 27 oktober 2022 de voorgestelde wijziging van de vergoeding voor niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders, met inwerkingtreding vanaf 1 januari 2023, unaniem goed. Dit betekent een verhoging van de zitpenning per vergadering van 1.500 € naar 2.200 €. Wat betreft de investeringscomités (Intern, Nederland en Frankrijk) wordt voorgesteld om de zitpenning te verhogen van 2.000 € naar 2.200 € […]
Gezien Dirk De Pauw als voorzitter van de raad van bestuur en als voorzitter van de investeringscomités (via DDP Management) geen zitpenningen ontvangt, wordt voorgesteld om zijn vaste vergoeding in beide functies te verhogen als volgt: voorzitter raad van bestuur: 60.000 € => 69.000 € en voorzitter investeringscomité 160.000 € => 184.000 €. […]
De raad van bestuur besluit unaniem om de vergoedingen van de leden van de investeringscomités en de vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur, met ingang vanaf 1 januari 2023, aan te passen zoals hierboven uiteengezet. De raad van bestuur is van oordeel dat de vergoeding voor de raad van bestuur marktconform is en in het belang van Montea. […]"
"De voorzitter vraagt aan de bestuurders om enig mogelijk belangenconflict m.b.t. de agendapunten van deze vergadering kenbaar te maken.
• Koen Van Gerven en Barbara De Saedeleer verklaren een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is m.b.t. agendapunt 7 aangezien als onderdeel van dit agendapunt het voorstel tot herbenoeming, vanaf mei 2024, van hun respectievelijke
bestuurdersmandaten als onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder van de Vennootschap zal worden besproken. In het kader van de mogelijke hernieuwing van dit bestuurdersmandaat zouden zij, ingevolge de uitoefening van dit mandaat, vanaf mei 2024 een bestuurdersvergoeding ontvangen. Deze vergoeding zou gelijk zijn aan de vergoeding die zij op vandaag krijgen voor hetzelfde mandaat en is marktconform, zoals ook blijkt uit de benchmarkoefening die begin dit jaar werd uitgeoefend.
• Jo De Wolf verklaart een rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard te hebben dat strijdig is met agendapunt 8. a) (Aandelenoptieplan (BE)) aangezien als onderdeel van dit agendapunt zal worden beraadslaagd en besloten over een aanbod van aandelenopties aan hem. Het aanbod van aandelenopties aan Jo De Wolf is in lijn met de aandelenoptieplannen die werden goedgekeurd tijden de voorbije jaren. Dit aanbod is marktconform en in lijn met algemene aanbevelingen van deugdelijk bestuur om een deel van de incentives van het uitvoerend management te verlenen via aandelen, aandelenopties of gelijkaardige effecten.
Overeenkomstig artikel 7:96 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, kunnen Koen Van Gerven, Barbara De Saedeleer en Jo De Wolf niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het betrokken agendapunt en dienen deze notulen de volgende vermeldingen te bevatten: aard van de verrichtingen, verantwoording van de genomen besluiten en de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichtingen voor de Vennootschap. Deze vermeldingen zijn opgenomen hierboven en onder het betrokken agendapunt.
De commissaris van Montea zal in kennis worden gesteld van deze belangenconflicten.
Geen enkele andere bestuurder verklaart dat hij/zij een ander mogelijk belangenconflict heeft m.b.t. de punten vermeld op de agenda. […]
Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven verlaten de vergadering voorafgaand aan de bespreking van volgende punt.
Het remuneratie- en benoemingscomité adviseert om Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven te herbenoemen als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder voor een periode van 4 jaar (vanaf de gewone algemene vergadering van Montea Management NV in mei 2024) dit tegen dezelfde vergoeding als op vandaag. Dit advies is gesteund op de kwaliteitsvolle en professionele manier waarop beiden hun lopende bestuursmandaten tot nu toe hebben uitgeoefend. De raad van bestuur besluit om de herbenoeming van Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven te agenderen op de gewone algemene vergadering van Montea Management NV in mei 2024.
De raad van bestuur besluit om de herbenoeming van Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven te agenderen op de gewone algemene vergadering van Montea Management NV in mei 2024.
Barbara De Saedeleer en Koen Van Gerven vervoegen opnieuw de vergadering na bespreking en besluitvorming over dit punt
[…]
Jo De Wolf verlaat de vergadering voorafgaand aan de bespreking van dit punt.
Er wordt een toelichting over het nieuwe aandelenoptieplan dat wordt voorgesteld om te worden goedgekeurd. Onder het nieuwe optieplan zouden opnieuw aandelenopties worden aangeboden aan de Belgische werknemers op basis van gelijkaardige voorwaarden als vorig jaar: […]
Het wordt voorgesteld om het volgend aantal opties toe te kennen: […]
De raad van bestuur gaat unaniem akkoord om […] 2.500 opties toe kennen aan Jo De Wolf […]
Jo De Wolf vervoegt opnieuw de vergadering na bespreking en besluitvorming over dit punt.
In toepassing van artikel 37 van de GVV Wet moet de FSMA geïnformeerd worden wanneer bij een verrichting enig voordeel zou verkregen worden door in dit artikel opgesomde personen. De Vennootschap moet daarbij het belang van de geplande verrichting aantonen, alsook het feit dat de geplande verrichting zich situeert binnen de normale koers van haar ondernemingsstrategie. Die verrichtingen moeten ook tegen marktvoorwaarden gebeuren en dienen onmiddellijk openbaar gemaakt te worden. In toepassing van artikel 49, §2 van de GVV Wet zal de reële waarde, zoals vastgesteld door de vastgoeddeskundige, bij een transactie met de in artikel 37 opgesomde personen de maximumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed verwerft dan wel de minimumprijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed vervreemdt. Tevens moeten deze transacties toegelicht worden in het jaarverslag.
In de loop van het boekjaar heeft de Vennootschap artikel 37 van de GVV Wet enkel toegepast in het kader van de kapitaalverhoging ingevolge het keuzedividend (juni 2023) en dit betreffende volgende personen:
Er zijn geen belangrijke regelingen en/of overeenkomsten met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan personen werden geselecteerd als lid van de bestuurs‐, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
Op 31 december 2023 zijn er, anders dan diegene vermeld in dit jaarlijks verslag, geen potentiële belangenconflicten tussen Montea, enerzijds, en de leden van de bestuurs‐, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management, anderzijds.
Er zijn geen nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de leden van de bestuurs‐, leidinggevende of toezichthoudende organen en de leden van het uitvoerend management hebben ingestemd ten aanzien van de overdracht binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van Montea.
Er zijn geen bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling hiervan op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over Montea.
De familie De Pauw bestaat uit:
De familie De Pauw handelt in onderling overleg. Zij bezitten op 31 december 2023, op basis van de door Montea ontvangen kennisgevingen in het kader van de transparantiereglementering, 10,20% van de stemrechten van Montea.
De heer Dirk De Pauw is voorzitter van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder. Peter Snoeck, de echtgenoot van Dominika De Pauw, is niet‐uitvoerend bestuurder.
De raad van bestuur van de Enige Bestuurder van Montea verklaart dat:
Wolf, Peter Snoeck, PSN Management BV (vast vertegenwoordigd door Peter Snoeck), Els Vervaecke, Elijarah BV (vast vertegenwoordigd door Els Vervaecke), Jimmy Gysels en Koen Van Gerven.
• Er tot nu toe geen enkele optie op de aandelen van Montea werd toegekend, met uitzondering van opties toegekend aan sommige leden van het uitvoerend management en bepaalde personeelsleden.
Dit remuneratieverslag heeft betrekking op alle remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2023. Het omvat de bedragen komende van Montea, haar perimetervennootschappen en de Enige Bestuurder.
Conform artikel 7:89/1 WVV en aanbeveling 7.3 van de Code 2020 heeft Montea op 18 mei 2021 een remuneratiebeleid aangenomen. Een aangepaste versie van het remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de algemene vergadering van 17 mei 2022.
Het remuneratiebeleid kan worden geconsulteerd op de website van de Vennootschap (zie hier).
Onderstaand remuneratieverslag werd opgesteld in lijn met het remuneratiebeleid van Montea. Teneinde een volledig beeld te hebben op de remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend management dat werd toegekend tijdens of verschuldigd was in het boekjaar 2023 dient dit remuneratieverslag samen gelezen te worden met het remuneratiebeleid van Montea.
Montea zet zich in voor een transparante en continue dialoog met haar aandeelhouders en diens proxy advisors over de remuneratie alsook over andere governance aangelegenheden. Hun feedback over de inhoud van de remuneratieverslagen van vorige jaren werd in dit remuneratieverslag mee opgenomen.
De statuten van Montea voorzien dat de opdracht van Montea Management NV als Enige Bestuurder wordt vergoed. Deze vergoeding bestaat conform artikel 13 van de statuten van Montea uit twee delen: een vast deel en een variabel deel.
Het vaste deel van de vergoeding van de Enige Bestuurder wordt ieder jaar vastgelegd door de algemene vergadering van Montea. Deze forfaitaire vergoeding kan niet lager zijn dan € 15.000 per jaar en is in lijn met artikel 35, §1, 1e lid van de GVV wet.
Het variabele gedeelte is gelijk aan 0,25% van het bedrag gelijk aan de som van het geconsolideerd nettoresultaat van de Vennootschap, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten. Deze vergoeding is in lijn met artikel 35, §1, 2de lid van de GVV Wet. De Enige Bestuurder heeft recht op terugbetaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden met zijn opdracht en waar voldoende bewijs van wordt geleverd.
In de loop van het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2023, bedroeg de vergoeding van de Enige Bestuurder € 1.060.505,93 excl. btw. Dit bedrag dekt in essentie de totale remuneratiekost van de raad van bestuur van de Enige Bestuurder, de vergoeding voor de gedelegeerd bestuurder en de werkingskosten van Montea Management NV. De definitieve toekenning van deze vergoeding aan de Enige Bestuurder wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de jaarvergadering van 21 mei 2024.
De leden van de raad van bestuur, leden van de investeringscomités en leden van het uitvoerend management werden in 2023 vergoed in lijn met het remuneratiebeleid. Wat betreft de zitpenningen voor de personen die in overeenstemming met het remuneratiebeleid gerechtigd zijn om zulke vergoeding te ontvangen, werd in 2023 een zitpenning van € 2.200 per deelname toegekend voor vergaderingen van de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratie‐ en benoemingscomité en een zitpenning van € 2.200 per deelname voor vergaderingen van de investeringscomités.
Voor de bestuurders en het uitvoerend management leidde de in het remuneratiebeleid omschreven vergoeding tot volgende totale vergoeding voor het boekjaar 2023:
| TOTALE REMUNERATIE BESTUURDERS, LEDEN VAN DE INVESTERINGSCOMITES EN UITVEREND MANAGEMENT | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. Vaste remuneratie | 2. Variabele remuneratie | 3. | 4. | 5. | 6. | |||||
| Naam, positie | Basisvergoeding | Zitpenningen1 | Bijkomende voordelen |
Eén jaar variabel |
Meer jaren variabel | Uitzonderlijke ltems |
Groeps- verzekering |
Totale remuneratie |
Verhouding vaste en variabele remuneratie |
|
| Dirk De Pauw | € 253.000 | € 253.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| voorzitter van de raad van bestuur | € 69.000 | € 69.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| voorzitter van de investeringscomités2 | € 184.000 | € 184.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| lo De Wolf | € 731.228 | € 5.120 | € 291.250 | € 41.212 | € 1.068.810 | Vast3: 73% | Variabel: 27% | |||
| gedelegeerd bestuurder | Vast: - % | Variabel: - % | ||||||||
| lid van de investeringscomites | Vast: - % | Variabel: - % | ||||||||
| CEO | € 731.228 | € 5.120 | € 291.250 | € 41.212 | € 1.068.810 | Vast: 73% | Variabel: 27% | |||
| Peter Snoeck | € 26.400 | € 26.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| niet-onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | Vast: - % | Variabel: - % | ||||||||
| lid van het investeringscomité Intern en Nederland" | € 26.400 | € 26.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| Lieve Creten | € 20.000 | € 33.000 | € 53.000 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurden | € 20.000 | € 13.200 | € 33.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| lid remuneratie- en benoemingscomité | € 6.600 | - | € 6.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| lid auditcomité | € 13.200 | € 13.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| Philippe Mathieu | € 35.000 | € 35.200 | € 70.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurden | € 20.000 | € 15.400 | € 35.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| lid remuneratie- en benoemingscomité | € 6.600 | € 6.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| voorzitter en lid auditcomité | € 15.000 | € 13.200 | € 28.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| Barbara De Saedeleer | € 25.000 | € 35.200 | € 60.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | € 20.000 | € 15.400 | € 35.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| voorzitster en lid remuneratie- en benoemingscomité | € 5.000 | € 6.600 | € 11.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| lid auditcomité | € 13.200 | € 13.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| Koen Van Gerven | € 20.000 | € 28.600 | € 48.600 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurden | € 20.000 | € 15.400 | € 35.400 | Vast: 100% | Variabel: 0% | |||||
| lid auditcomité | € 13.200 | € 13.200 | Vast: 100% | Variabel: 0% | ||||||
| Overige leden van het uitvoerend management | € 524.581 | € 18.557 | € 179.393 | € 12.639 | € 735.170 | Vast: 76% | Variabel: 24% |
De korte termijn variabele vergoeding van de CEO en de andere leden van het uitvoerend management is afhankelijk van vooraf vastgelegde prestatiecriteria gelinkt aan de strategische prioriteiten van Montea over de referentieperiode van één jaar. De concrete invulling en weging van iedere KPI werden in het begin van het boekjaar 2023 door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie-en benoemingscomité, vastgelegd.
De evaluatie van het behalen van de KPI's en de eruit voortvloeiende korte termijn variabele vergoeding wordt finaal besloten door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Een overachievement kan worden erkend zonder dat dit, conform het remuneratiebeleid, meer mag bedragen dan 25% van de totale on target korte termijn variabele vergoeding. De behaalde prestaties op elk van deze prestatiecriteria en de daaraan gekoppelde variabele vergoedingen zijn als volgt.
De uiteindelijk toegekende vergoeding werd bepaald rekening houdend met voormelde cap van 25% en gemaakte contractuele afspraken:
| Prestatiecriteria | Relatief gewicht | Realisatie | Prestatierating | Gemeten prestatie t.o.v. target |
Corresponderende vergoeding |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jo De Wolf, CEO | |||||||
| Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
30% | Groei portefeuille met CAPEX van € 140 mio EUR | Groei portefeuille met een CAPEX van € 79 mio EUR | Deels behaald | 56% | € 39.443,57 | |
| Behalen van het vooropgestelde stijging van van het vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS) |
20% | Stijging EPRA-resultaat tot 4,45 € / aandeel Groei van EPRA-resultaat tot € 4,20 / aandeel |
Uitmuntend | 350% | € 163.100,00 | ||
| Behalen of behouden van een voorgestelde bezettingsgraad van de gebouwen |
20% | Bezettingsraad > 97,5% | Bezettingsgraad 100% | Uitmuntend | 125% | € 58.250,00 | |
| 70% | |||||||
| Behalen van 1 ESG KPI | 5% | >60% jaarlijkse investeringen in brown & grey field locaties |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.650,00 | |
| 5% | Implementatie van minstens 1 duurzame innovatie | Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.650,00 | ||
| E m C Z u m N |
10% | Interviews opzetten met analisten/investeerders om effectiviteit van marketing en percepties te beoordelen, inclusief rapportage |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 23.300,00 | |
| Organiseren van en deelname aan initiatieven om teamspirit, performantie en personeelstevredenheid hoog te houden |
5% | Nastreven van een verhoogde klantenfocus en verdere opbouw entrepreneurship/expertise van de medewerkers |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.650,00 | |
| 5% | Opzetten/opvolgen van een kwalitatief individueel opleidingsplan (IDP) voor de werknemers (85%) |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 11.650,00 | ||
| 30% |
| Prestatiecriteria | Relatief gewicht | Realisatie | Prestatierating | Gemeten prestatie t.o.v. target |
Corresponderende vergoeding |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overige leden van het uitvoerend management | |||||||
| B | Behalen van vooropgestelde groei van de vastgoedportefeuille in logistiek vastgoed |
30% | Groei portefeuille met CAPEX van € 140 mio EUR | Groei portefeuille met een CAPEX van € 79 mio EUR | Deels behaald | 56% | € 26.136,53 |
| NANCIE | Behalen van het vooropgestelde stijging van van het vooropgestelde EPRA-resultaat per aandeel (EPS) |
20% | Groei van EPRA-resultaat tot € 4,20 / aandeel | Stijging EPRA-resultaat tot 4,45 € / aandeel | Uitmuntend | 350% | € 108.075,10 |
| Behalen of behouden van een voorgestelde bezettingsgraad van de gebouwen |
20% | Bezettingsraad > 97,5% | Bezettingsgraad 100% | Uitmuntend | 125% | € 38.598,25 | |
| 70% | |||||||
| -FINANCIEE NIET |
Behalen van 1 ESG KPI | 5% | >60% jaarlijkse investeringen in brown & grey field locaties |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 5.000,00 |
| 5% | Implementatie van minstens 1 duurzame innovatie | Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 10.000,00 | ||
| 10% | Interviews opzetten met analisten/investeerders om effectiviteit van marketing en percepties te beoordelen, inclusief rapportage |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 10.439,30 | ||
| Organiseren van en deelname aan | 5% | Nastreven van een verhoogde klantenfocus en verdere opbouw entrepreneurship/expertise van de medewerkers |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.719.65 | |
| initiatieven om teamspirit, performantie en personeelstevredenheid hoog te houden |
5% | Opzetten/opvolgen van een kwalitatief individueel opleidingsplan (IDP) voor de werknemers (85%) |
Uitgevoerd | Op doel | 100% | € 7.719.65 | |
| 30% |
In 2022 werd een long term incentive plan aangeboden aan de CEO (€ 700.000 on target) en CFO (€ 425.000 on target). Dit plan heeft betrekking op het behalen van KPI's gemeten over een 5-jaar periode van 2022 t.e.m. 2026 en wordt, indien behaald, integraal uitbetaald begin 2027.
De KPI's (inclusief hun concrete invulling en weging) van dit plan werden, op advies van het remuneratieen benoemingscomité, vastgesteld door de raad van bestuur en zijn gelinkt aan vooraf vastgelegde prestatiecriteria in lijn met de strategische prioriteiten van Montea. Het behalen van de KPI's zal finaal worden geëvalueerd door de raad van bestuur en het remuneratie- en benoemingscomité begin 2027. Een overachievement kan worden erkend zonder dat dit, conform het remuneratiebeleid, meer mag bedragen dan 50% van de totale on target lange termijn variabele vergoeding. Anders dan hieronder vermeld bestaan er binnen Montea op 31 december 2023 geen long term incentive plans ten gunste van de bestuurders of leden van het uitvoerend management.
| Prestatiedoelstelling | Gemeten prestatie (per 31/12/2023) |
Relatief gewicht |
Threshold | CAP |
|---|---|---|---|---|
| Portefeuille - groei van € 1,698 miljard naar € 2,848 miljard | In uitvoering | 25 % | 50 % | 150 % |
| Waardecreatie - groei EPRA NTA van 65,00 €/aandeel naar € 85,00 / aandeel | In uitvoering | 25 % | 50 % | 150 % |
| EPS - groei van 3,75 €/aandeel naar € 5,25 / aandeel | ln uitvoering | 50 % | 50 % | 150 % |
Montea heeft in 2023 een aandelenaankoopplan opgezet ten gunste van bepaalde werknemers en leden van het management van de Vennootschap. De begunstigden onder het aandelen aankoopplan hebben de mogelijkheid (doch niet de verplichting) om een bepaald aantal aandelen aan te kopen tegen een marktconforme prijs, die een korting bevat rekening houdende met o.a. een lock-up van 3,5 jaar.
Onder dit aankoopplan werden op 21 maart 2024 1.000 aandelen aangekocht door Els Vervaecke (vaste vertegenwoordiger van Elijarah BV, CFO). Deze aandelen werden aangekocht aan een eenheidsprijs van € 65,16 berekend als 83,33% van de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de twintig beursdagen voorafgaand aan de datum van het aanbod (16 februari 2024). Een overzicht van het aandelenbezit van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van Montea per 31 december 2023 is als volgt:
Montea heeft, net zoals in voorgaande jaren, in 2023 een aandelenoptieplan opgezet ten gunste van bepaalde leden van het (uitvoerend en niet‐uitvoerend) management en bepaalde werknemers, discretionair aangewezen door de raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratie‐ en benoemingscomité. De begunstigden onder het aandelenoptieplan hebben de mogelijkheid om opties te verwerven met een looptijd van tien jaar en die kunnen uitgeoefend worden aan een prijs die gelijk is aan het laagste van (a) de slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel op de beursdag voorafgaand aan de datum van het aanbod; en (b) de gemiddelde slotkoers van het aandeel Montea op Euronext Brussel gedurende de periode van 20 beursdagen voorafgaand aan de datum van het aanbod.
De opties worden definitief verworven ("vesting") na een periode van drie jaar. Een overzicht van de aandelenopties aangeboden aan de leden van het uitvoerend management is als volgt:
| Naam | Vertegenwoordigd door | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Jo De Wolf | 127.873 | |
| Elijarah BV | Els Vervaecke | 809 |
| Els Vervaecke | 7.350 | |
| Jimmy Gysels | - | 205 |
| PSN Management | Peter Snoeck | 1.129 |
| Peter Snoeck1 | 173.635 | |
| DDP Management BV | Dirk De Pauw | - |
| Dirk De Pauw | - | 78.509 |
| Philippe Mathieu | - | |
| Barbara De Saedeleer | - | |
| Koen Van Gerven | - | 206 |
| Lieve Creten | - | - |
| Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan | Openingsbalans | In de loop van het jaar (**) | Eindbalans | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam, positie | 1 ldentificatie van Datum van het Plan |
2. aanbod |
Datum van verwerving |
Einde van de retentieperiode |
Uitoefen- periode (*) |
6. Uitoefenprijs |
Opties bij het begin van het jaar |
a) Aantal aangeboden opties b) Waarde onderliggende aandelen la datum van aanbod |
9. a) Aantal verworven opties b) Waarde onderliggende aandelen en niet verworven ld datum van verwerving c) Waarde @ uitoefenprijs d) Meerwaarde ld datum van verwerving |
10. Opties toegekend |
| Jo De Wolf, CEO |
SOP 2020 | 18/12/2020 | 31/12/2023 | NVT | 1/03/2024 - 18/12/2030 | € 90,70 | 0 | a) 2.500 b) € 226.750 |
2.500 | |
| SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2024 | NVT | 1/03/2025 - 22/12/2031 | € 127,60 | 2.500 | a) 2.500 b) € 319.000 |
2.500 | ||
| SOP 2023 | 15/12/2023 | 31/12/2026 | NVT | 1/03/2025 - 15/12/2033 | € 78,70 | 5.000 | a) 2.500 b] € 196.750 |
2.500 | ||
| Totaal | 7.500 | |||||||||
| Totaal | 10.000 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jimmy Gysels, Chief Property Manager |
SOP 2023 | 15/12/2023 | 31/12/2026 | NVT | 1/03/2025 - 15/12/2033 | 7.500 | b) € 196.750 | 2.500 | ||
| a) 2.500 | ||||||||||
| b) € 164.000 | ||||||||||
| SOP 2022 | 31/12/2025 | NVT | 1/03/2026 - 16/12/2032 | 5.000 | al 2.500 | 2,500 | ||||
| b) € 319.000 | ||||||||||
| SOP 2021 | 22/12/2021 | 31/12/2023 31/12/2024 |
NVT | 1/03/2025 - 22/12/2031 | 2.500 | a) 2.500 | 2.500 | |||
| 0 | b) € 226.750 | |||||||||
| SOP 2020 | 18/12/2020 | NVT | 1/03/2024 - 18/12/2030 | al 2.500 | 2.500 |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse verandering van de totale remuneratie, de ontwikkelingen en prestaties van Montea, de gemiddelde remuneratie van de werknemers en de verhouding tussen de hoogste remuneratie van de managementleden en de laagste remuneratie van de werknemers op basis van voltijds equivalent.
De Vennootschap interpreteert art. 3:6, §3, vijfde lid WVV zo dat de vereiste om de vijfjarige evolutie van de remuneratie ten opzichte van de prestaties van de Vennootschap en de gemiddelde remuneratie van de werknemers weer te geven slechts van toepassing is vanaf 2020. Bijgevolg worden de cijfers van voor 2020 niet opgenomen in onderstaande vergelijking.
| 2023 vs 2022 | 2022 vs 2021 | 2021 vs 2020 | |
|---|---|---|---|
| Jaarlijkse verandering in remuneratie van de leden van de raad van bestuur' | |||
| Vaste remuneratie | € 71.400,00 | € 39.300,00 | € 137.533,00 |
| Variabele remuneratie | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
| Jaarlijkse verandering in remuneratie van de CEO | |||
| Vaste remuneratie | € 77.560,32 | € 33.859,18 | € 6.020,82 |
| Variabele remuneratie | € 28.750,00 | € 42.500,00 | € 18.257,00 |
| Jaarlijks verandering in remuneratie andere leden van het uitvoerend management | |||
| Vaste remuneratie | € 5.300,00 | € 42.877,00 | € 31.705,35 |
| Variabele remuneratie | € 19.140,00 | € 17.755,62 | -€ 15.311,55 |
| Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties2 | |||
| Groei van de portefeuille | + 5% | + 28% | + 24,5% |
| EbS | + 20% | +9% | + 7% |
| DPS | + 13% | +9% | + 7% |
| Bezettingsgraad | + 0,6% | - 0,3% | + 0,3% |
| Vastgoedresultaat | + 16% | + 18% | + 14% |
| EPRA-resultaat | + 33% | + 12% | + 8% |
| Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van werknemers3 | |||
| Belgische werknemers4 | 12% | 2% | -3% |
| Nederlandse werknemers | -4% | 6% | 2% |
| Franse werknemers | 1% | 32% | 0% |
| Duitse werknemers 5 | 100% | ||
| Op geconsolideerde basis | 12% | 10% | -2% |
| Ratio hoogste vergoeding management en laagste vergoeding werknemers6 |
16 | 16 | 14 |
Er werden geen vertrekvergoedingen toegekend of uitbetaald in het boekjaar 2023 aangezien geen enkel contract met leden van het uitvoerend management werd beëindigd.
In 2023 werd geen toepassing gemaakt van mogelijke terugvorderingsrechten.
In 2023 was de toepassing van het bezoldigingsbeleid voor de bestuurders en het uitvoerend management in overeenstemming met (de aanpassingen aan) het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd door de algemene vergaderingen op 18 mei 2022 en 16 mei 2023. Er vonden geen afwijkingen plaats.
Eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks stemgerechtigde effecten van de Vennootschap verwerft, moet de FSMA en de Vennootschap in kennis stellen van het aantal effecten dat hij/zij bezit wanneer de stemrechten verbonden aan de stemgerechtigde effecten die hij/zij houdt, de statutair bepaalde drempel van 3% van het totaal aantal stemrechten verbonden aan de effecten van de Vennootschap, actief of passief overschrijdt. Eenzelfde kennisgeving is eveneens verplicht bij overdracht, rechtstreeks of onrechtstreeks, van de stemgerechtigde effecten, wanneer als gevolg hiervan de stemrechten dalen onder deze 3%. De voorschriften van de artikelen 6 tot 17 van de Wet van 2 mei 2007 zijn van toepassing op voormelde quota.
Overeenkomstig artikel 6 van de Wet van 2 mei 2007 geldt éénzelfde kennisgevingsverplichting in geval de wettelijke drempels van 5%, 10%, 15%, enz., telkens per schijf van 5%‐punten, actief of passief worden overschreden.
Alle door Montea ontvangen transparantiemeldingen kunnen worden teruggevonden op de website (https://montea.com/investor‐relations/nl/corporate‐documents.
Overeenkomstig artikel 34 van het KB van 14 november 2007 geeft Montea een opsomming van en desgevallend toelichting bij de volgende elementen, voor zover die elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbaar overnamebod.
Het kapitaal, € 410.074.811,50 wordt vertegenwoordigd door 20.121.491 aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk één/eenentwintig miljoen honderdeenentwintig vierhonderd éenennegentigste deel van het kapitaal vertegenwoordigen (1/21.121.491ste). Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht (met uitzondering van de eigen aandelen van de Vennootschap waarvan het stemrecht is geschorst) op de algemene vergadering en deze aandelen vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van kennisgevingen ingeval van het bereiken, overschrijden of onderschrijden van de statutaire of wettelijke drempels (transparantiereglementering). Het stemrecht wordt noch wettelijk noch statutair beperkt.
De overdracht van de aandelen van Montea is aan geen enkele wettelijke of statutaire beperking onderworpen.
Montea heeft geen houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn, anders dan bepaalde vetorechten ten gunste van haar Enige Bestuurder (zie artikel 24 van de statuten).
Voor zover Montea er kennis van heeft, bestaan er geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding zouden kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
Montea heeft geen dergelijk aandelenplan voor werknemers.
Montea wordt geleid door de Enige Bestuurder, Montea Management NV. Montea Management NV werd statutair benoemd als enige bestuurder voor een periode tot en met 30 september 2026. Het belangrijkste gevolg van het feit dat Montea een enige bestuurder heeft, is dat op grond van de statuten de Enige Bestuurder een uitgebreide bevoegdheid heeft en een vetorecht voor bepaalde belangrijke beslissingen en statutenwijzigingen.
Montea Management NV wordt voor de uitoefening van de opdracht van statutaire enige bestuurder vast vertegenwoordigd, overeenkomstig artikel 2:51 WVV, door de heer Jo De Wolf.
De Enige Bestuurder kan op ieder ogenblik zijn ontslag indienen in de mate dat dit mogelijk is in het kader van de verbintenissen die hij tegenover Montea heeft genomen en in de mate dat dit ontslag Montea niet in moeilijkheden brengt.
Het mandaat van Enige Bestuurder kan uitsluitend worden ingetrokken door een gerechtelijke beslissing na een vordering die door de algemene vergadering van Montea op basis van gegronde redenen werd ingesteld.
Wanneer de algemene vergadering zich over deze kwestie moet uitspreken, mag de Enige Bestuurder niet aan de stemming deelnemen. De Enige Bestuurder blijft zijn functie uitoefenen tot aan zijn ontslag ten gevolge van een gerechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft.
De Enige Bestuurder moet zo zijn georganiseerd dat, binnen zijn raad van bestuur, ten minste twee natuurlijke personen op collegiale wijze instaan voor het toezicht op de persoon (personen) die belast is
(zijn) met het dagelijks bestuur om zo te verzekeren dat de aldus gestelde handelingen in het belang zijn van Montea.
De leden van het bestuursorgaan van de Enige Bestuurder moeten natuurlijke personen zijn en de vereiste professionele betrouwbaarheid en vereiste ervaring bezitten, zoals vereist door de GVV Wet. In geval van verlies, uit hoofde van alle leden van het bestuursorgaan of het orgaan van dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder, van de vereiste professionele betrouwbaarheid of de vereiste ervaring, zoals vereist door de GVV Wet, moet(en) de Enige Bestuurder of de commissaris een algemene vergadering van Montea bijeenroepen, met op de agenda de eventuele vaststelling van het verlies van deze vereisten en de te nemen maatregelen. Indien slechts één of meer leden van de organen belast met het bestuur of het dagelijks bestuur van de Enige Bestuurder niet meer aan de hierboven vermelde vereisten voldoen, dan moet de Enige Bestuurder deze binnen de maand vervangen. Wanneer deze termijn is verstreken, dient een algemene vergadering van Montea te worden bijeengeroepen, zoals hierboven beschreven, zonder afbreuk te doen aan de maatregelen die de FSMA kan nemen in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden.
De opdracht van de Enige Bestuurder bestaat er met name in om alle handelingen te stellen die nuttig of nodig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp van Montea, met uitzondering evenwel van deze die bij wet of overeenkomstig de statuten zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van Montea.
Wat betreft de wijzigingen van de statuten van Montea wordt gewezen op de regels opgelegd door de GVV Wet en het GVV KB volgens dewelke, onder andere, elk ontwerp tot wijziging van de statuten op voorhand ter goedkeuring aan de FSMA dient te worden voorgelegd. Bovendien dienen artikel 24 van de statuten van Montea en de regels van het WVV te worden nageleefd.
De Enige Bestuurder is door de buitengewone algemene vergadering van 25 januari 2024 gemachtigd om het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen conform de toepasselijke wetgeving, met een maximumbedrag van:
uitgevoerd over een periode van twaalf maanden, niet meer dan 10% bedraagt van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging;
• éénenveertig miljoen zevenduizend vierhonderdtachtig euro achtenzeventig eurocent (€ 41.007.480,78) voor een (i) een kapitaalverhoging via een inbreng in natura anders dan bedoeld onder lid (b) hierboven, of (ii) enige andere vorm van kapitaalverhoging niet vervat onder lid (a) t.e.m. (c) hierboven; met dien verstande dat het bestuursorgaan in elk geval het kapitaal nooit zal kunnen verhogen met meer dan het maximumbedrag van vierhonderd en tien miljoen vierenzeventigduizend achthonderd en zeven euro zevenenzeventig eurocent (€ 410.074.807,77).
Deze machtiging werd verleend voor een periode van vijf jaar vanaf de bekendmaking van het procesverbaal van de buitengewone algemene vergadering, zijnde tot 13 februari 2029. Tot op heden is nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
De Enige Bestuurder is gemachtigd voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, om voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven of in pand nemen (zelfs buiten de beurs) met een maximum van 10% van het totale aantal uitgegeven aandelen. Dit aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 75%, en niet hoger dan 125%, van het gemiddelde van de slotkoers van het aandeel Montea op de gereglementeerde markt Euronext Brussels gedurende de laatste 20 beursdagen vóór de datum van de transactie.
Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan één of meerdere bepaalde personen andere dan de leden van het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, mits naleving van het WVV. Het bestuursorgaan is tevens expliciet gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap te vervreemden aan het personeel van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen, zelfs indien de eigen aandelen meer dan twaalf maanden te rekenen van hun verkrijging zouden worden vervreemd.
De hierboven bedoelde machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor het bestuursorgaan om aandelen van de Vennootschap te verkrijgen, in pand te nemen of te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de algemene vergadering vereist is, of niet meer vereist is.
Op 31 december 2023 had de Vennootschap 76.874 eigen aandelen in eigendom (0,38% van het totaal aantal uitstaande aandelen).
Op datum van dit jaarlijks verslag heeft de Vennootschap 73.827 eigen aandelen in eigendom (0,37% van het totaal aantal uitstaande aandelen).
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Montea partij is en die van kracht worden, worden gewijzigd of die aflopen indien de controle over Montea zou wijzigen ten gevolge van een openbaar overnamebod, met uitzondering van de volgende overeenkomsten:
De kredieten die de Vennootschap afgesloten heeft en die bepalingen bevatten die afhankelijk zijn van een controlewijziging over de Vennootschap, werden overeenkomstig artikel 7:151 WVV door de algemene vergadering goedgekeurd en bekendgemaakt.
Mogen wij u vragen de statutaire jaarrekening goed te keuren en tevens de enige bestuurder, de vaste vertegenwoordiger van de enige bestuurder en de commissaris kwijting te verlenen voor de uitoefening van hun mandaat gedurende het boekjaar, afgesloten per 31 december 2023. Voorts zouden wij u ook de goedkeuring willen vragen voor de vergoeding van de enige bestuurder over het lopende boekjaar 2023.
Voorstel tot besluit: De algemene vergadering verleent kwijting aan de Enige Bestuurder voor de door haar in de loop van het boekjaar 2023 vervulde opdracht.
11. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OVER DE JAARREKENING

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Kouterveldstraat 7B 001 B-1831 Diegem
Tel: +32 (0)2 774 91 11 ey.com
In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van Montea nv (de "Vennootschap"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de balans op 31 december 2023, de resultatenrekening, het globaal resultaat vóór winstverdeling, de resultaatverwerking, de mutatietabel eigen vermogen en detail reserves, en het kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 17 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. We hebben de wettelijke controle van de Jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 14 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Jaarrekening van Montea nv, die de balans op 31 december 2023 omvat, alsook de resultatenrekening, het globaal resultaat vóór winstverdeling, de resultaatverwerking, de mutatietabel eigen vermogen en detail reserves, en het kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een balanstotaal van € 2.481.684 duizend en waarvan de resultatenrekening afsluit met een netto resultaat van € 118.810 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Vennootschap per 31 december 2023, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• Beschrijving van het punt en het auditrisico
De vastgoedbeleggingen vertegenwoordigen 43% van de activa van de Vennootschap. Op 31 december 2023 zijn deze terug te vinden onder de rubriek 'vastgoedbeleggingen' van het actief van de balans voor een totaalbedrag van € 1.066.868 duizend.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, en worden de reële waarde-wijzigingen opgenomen in de resultatenrekening.
De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde". Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..) en vereisen daarom een inschatting vanwege het management.
Het auditrisico ligt in de waardering van deze vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt van onze controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde controleprocedures
De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. We hebben (met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundigen) de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd.
Specifiek hebben we:
Tenslotte hebben we de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in de toelichtingen 7.2, 7.33 en 7.41 van de Jaarrekening beoordeeld.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien
zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van
toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, voor het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de statuten van de Vennootschap.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Jaarrekening, alsook de naleving van bepaalde verplichtingen uit het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de statuten te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Jaarrekening overeen met de Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikels 3:5 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De sociale balans, neer te leggen overeenkomstig artikel 3:12, § 1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud, de door de wet vereiste inlichtingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties op basis van de informatie waarover wij beschikken in ons controledossier.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Jaarrekening.
Brussel, 17 april 2024
EY Bedrijfsrevisoren bv Commissaris Vertegenwoordigd door
Christophe Boschmans* Partner * Handelend in naam van een bv
24CBO0153
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.