Annual Report • Mar 27, 2014
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
"Dertien is geen ongeluksgetal"
Dat 13 niet per se een ongeluksgetal hoeft te zijn, bevestigen de cijfers die wij neergezet hebben in 2013. Bemoedigende resultaten zoals we eerder al meldden bij de aankondiging van de halfjaarcijfers, met onder meer een groei van de EBITDA met 14,9%. Erg bemoedigend in het licht van de moeilijke economische omstandigheden die zich koppig blijven handhaven.
Ook onze aandeelhouders konden genieten van een mooie groei. De koers van ons aandeel bedroeg per einde december 2013 64,79 euro, dit is 14,25 euro of 28% meer dan de notering op 31 december 2012 (50,54 euro). Een groei die ons vanwege De Belegger de onderscheiding opleverde van "4x4 aandeel" voor 2013. Vier criteria spelen hierbij een rol: balans, vooruitzichten, koerstriggers en waardering.
We moeten toegeven dat het binnen de koffieafdeling in de meeste thuislanden een moeilijk jaar werd. De economische malaise liet zich hard voelen; niet zozeer door klantenverlies, maar door het feit dat bestaande klanten minder bestelden. Dit was onder meer het gevolg van herstructureringen binnen het segment van kantoren en bedrijven, een belangrijke afzetmarkt voor Miko. Ook de horeca kreeg het zwaar te verduren in 2013. Het aantal faillissementen lag er historisch hoog. Daarnaast werd begin 2013 in Frankrijk een belangrijk koffiecontract beëindigd.
Toch wist de koffieafdeling vooruitgang te boeken. Drie factoren speelden ons hierbij in de kaart. We haalden een groot contract binnen in Duitsland, waardoor we de gedaalde verkoop in Frankrijk gedeeltelijk konden compenseren.
De tweede factor die in ons voordeel speelde betreft de speculanten die ons gunstig gezind waren. Zij besloten in 2013 minder met papier te schuiven dan in 2012, althans voor zover het ruwe koffie betrof. Dit liet toe om onze marge terug bij te trekken tot een natuurlijk en evenwichtig niveau. In de voorbije twee jaar werd de balans doorbroken omdat collega's besloten om de aanzienlijke prijsstijgingen van ruwe koffie maar met mondjesmaat door te rekenen. Miko streeft nadrukkelijk een strategie van marktbehoud na en stelt zich dus op als marktvolger als het op prijswijzigingen aankomt.
De derde factor vormden de overnames. Gedurende een periode van meer dan twee jaar zijn wij gericht op zoek gegaan naar overnames in Scandinavië, buiten de eurozone. Het is een regio die economisch relatief goed presteert, en ook iets minder afhankelijk is van de grillen in Euroland. In 2013 werd onze volharding tot tweemaal toe beloond. In maart vonden we het Zweedse Kaffekompaniet, een koffieservicebedrijf dat gevestigd is in Göteborg en met 23 medewerkers een omzet haalt van ruim 6 miljoen euro. Momenteel hebben we er twee extra depots in opstart in Stockholm en Malmö, de twee andere grote steden in Zweden. Niet lang daarna werd in Denemarken een belang van 70% genomen in ABC Mokka, dat gevestigd is in Kopenhagen en met 20 medewerkers een omzet behaalt van 6,5 miljoen euro. In Australië werden nog de activa en de klantenportefeuille van Corporate Coffee Solutions overgenomen, goed voor een omzet van ca. 1,2 miljoen euro.
Deze versnelde overnamegolf heeft uiteraard mee geholpen om de resultaten voor 2013 een duw in de rug te geven.
Ook binnen de kunststofverwerkingsafdeling mogen we absoluut niet klagen. 2013 leek eerst een ongeluksjaar te worden. Twee van onze grote klanten geraakten in financiële moeilijkheden. Tevens kwam door de matige lente het roomijsseizoen erg langzaam op gang. Dozen voor roomijs behoren tot de core business van deze afdeling.
Toch kende de omzet een stijging met meer dan 5%. Er werden nieuwe klanten binnengehaald. Ook kregen we te maken met een gestegen verkoop van kleinere verpakkingen van o.m. 175 en 250 ml, daar waar in het verleden onze focus voornamelijk lag op 1 liter verpakkingen. Onze thermoformafdeling, die vooral schaaltjes voor kant-en-klaar maaltijden produceert, deed het ook goed. In 2013 verkochten we 9 miljoen schaaltjes meer dan in 2012.
Ook kunststof, dat olie als basisgrondstof heeft, werd door de speculanten met rust gelaten. Hoewel grondstofprijsevoluties in deze afdeling zoveel mogelijk automatisch worden doorgerekend, kan dit meestal pas na drie maanden, met soms tijdelijke margeaantasting tot gevolg.
Onze kunststofafdeling blijft investeren. In Polen bouwden we een nieuwe productiehal, goed voor 40 spuitgietmachines; een ambitieuze uitbreiding. Tevens keurde de raad van bestuur het project goed om er een optie te nemen op de aankoop van een naburig stuk industriegrond met een oppervlakte van 29.000 m².
In België is de druk naar nog meer efficiëntie zeer hoog. Dit betekent investeren in grotere machines, grotere matrijzen en grotere robots. Maar niet alleen efficiëntie telt, ook de ergonomie van onze medewerkers is belangrijk. Hiervoor zal onder meer geïnvesteerd worden in automatische liftsystemen aan bepaalde productielijnen. Dit zal de rugbelasting nog verminderen.
Tot slot werd gedurende 2013 een groot contract binnengehaald met een Duits roomijsbedrijf. Dit zal in 2014 zware investeringen vergen die in 2015 aanzienlijke omzet zullen genereren. Het contract is goed voor meer dan 100 miljoen stuks.
Het is moeilijk om concrete vooruitzichten te geven voor 2014. In het eerste kwartaal merken we een opstoot in de prijzen van de ruwe koffie op de wereldmarkt. We hebben er het raden naar hoe deze prijzen verder zullen evolueren en wat het effect zal zijn op de brutomarge. Ook is het voelbaar dat het keerpunt van de economische malaise tot vandaag nog niet is bereikt...
Met een investeringsbudget van 13,6 miljoen euro, dat door de voltallige raad van bestuur werd goedgekeurd, geven we evenwel aan dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
Beste medewerkers, ook dit jaar konden wij weer rekenen op jullie belangrijke bijdrage om Miko in de huidige moeilijke tijden voort te duwen. Dit heeft voor 2013 geleid tot mooie resultaten. Alvast hartelijk bedankt voor alle energie die jullie weer in Miko gestoken hebben. Uit de personeelsenquête blijkt opnieuw overduidelijk dat we met zijn allen graag bij Miko werken, met een score van maar liefst 96%! Dit is enorm belangrijk. Als we ons goed voelen op ons werk draagt dit bij tot ons persoonlijk geluk en is dat ook voelbaar in de prestaties van ons bedrijf… Nu al dank bij voorbaat voor jullie energieke aanpak van alle uitdagingen die 2014 ongetwijfeld zal brengen.
Jan Michielsen Frans Van Tilborg
Gedelegeerd bestuurder Gedelegeerd bestuurder & CEO
Miko NV Steenweg op Mol 177 2300 Turnhout KBO nr. 0404.175.739 RPR Turnhout
Geachte aandeelhouders
De raad van bestuur van Miko NV heeft het genoegen u verslag te doen over de activiteiten en de resultaten van de vennootschap over het boekjaar 2013. De geconsolideerde jaarrekening, de enkelvoudige jaarrekening en dit jaarverslag werden goedgekeurd op de vergadering van de raad van bestuur van 25 maart 2014 en zullen worden voorgelegd aan de gewone algemene vergadering van 27 mei 2014.
De Miko-groep concentreert zich op twee kernactiviteiten: koffieservice en kunststofverpakkingen.
Miko (van Michielsen Koffie) ontstond in 1801 als een handel in koloniale waren. Sinds de jaren '70 richt Miko zich voluit op de out-of-home markt, in plaats van grote reclamebudgetten te investeren om op te boksen tegen de multinationale spelers die de koffierekken in de warenhuizen domineren.
Deze out-of-home markt bestaat uit twee segmenten: de horeca enerzijds en de kantorenmarkt (Office Coffee Service of OCS) anderzijds. Miko levert oplossingen op maat voor warme en koude dranken. Een professionele koffiemachine wordt ter beschikking van de klant gesteld, in ruil waarvoor de klant een minimumhoeveelheid koffie afneemt. Een goed georganiseerde klantendienst en technische service zorgen voor een constante kwaliteit.
Deze formule werd een succes; Miko kan met recht en reden zeggen dat het geen kilo's, maar kopjes koffie verkoopt. Al snel werd deze succesformule dan ook geëxporteerd naar andere landen. Miko heeft op dit ogenblik dochterondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Zweden, Denemarken en Australië. Bovendien verkoopt Miko zijn koffieconcepten via onafhankelijke verdelers in een dertigtal landen binnen en buiten Europa.
Op de wereldtentoonstelling van Brussel in 1958 lanceerde Miko de éénkopskoffiefilter. Het filterlichaam, dat uit kunststof werd vervaardigd, moest kunnen weerstaan aan de temperatuur van kokend water waarmee koffie gezet wordt. Omdat de geschikte techniek nog niet bestond, ontwikkelde Miko deze zelf. Er werd gekozen voor het materiaal polypropyleen. De nieuwe knowhow die Miko zo vergaarde, werd al snel ook aangewend om kunststofverpakkingen te produceren. Zo groeide de kunststofafdeling uit tot de tweede kernactiviteit van de groep.
Miko Pac gebruikt twee verschillende technologieën voor de productie van verpakkingen.
In de ultramoderne spuitgieterij worden kunststofkorrels gesmolten en onder hoge druk in matrijzen gespoten. Om mooi bedrukte verpakkingen te maken, ontwikkelde Miko Pac de "in-mould labelling"-techniek (IML). Met behulp van een robot wordt een etiket uit kunststof in de matrijs gelegd, waarrond vervolgens dezelfde kunststof gespoten wordt. Dit leidt tot een eindproduct van hoge kwaliteit.
In de thermoformingafdeling wordt uit de kunststofkorrels eerst een folie geëxtrudeerd, waarna de folie wordt verwarmd en in een matrijs in een definitieve vorm wordt geperst. Alle restjes van de folie worden herverwerkt in de productie, zodat deze techniek volledig afvalvrij is. Met dit procédé worden voornamelijk schaaltjes en dozen voor kant-en-klare maaltijden gemaakt.
De gestage groei van Miko Pac maakte het noodzakelijk de productiecapaciteit te verhogen. Omdat Centraal- en Oost-Europa steeds belangrijkere afzetmarkten werden, koos Miko Pac ervoor het Poolse bedrijf MCO over te nemen. Nu staat er in Bydgoszcz een moderne spuitgietfabriek, die net als haar Belgische tegenhanger gestaag blijft groeien en uitbreiden.
In Duitsland werd een dochteronderneming opgericht die de verkoop op de enorme Duitse markt voor haar rekening neemt.
De laatste jaren vertegenwoordigen de koffieservice- en kunststofverpakkingsafdelingen beide ongeveer 50% van de groepsomzet.
Sinds 1998 is Miko genoteerd op de beurs van Brussel.
De Miko-groep spitst zich toe op twee kernactiviteiten, die beide een eigen missie formuleren.
Voor het koffiesegment:
"Miko wil dé duurzame partner van de out-of-home klant zijn door het leveren van zorgeloze koffieconcepten gebaseerd op producten en services van hoge kwaliteit."
Voor het kunststofsegment:
"Binnen de voedingsnijverheid wil Miko Pac een duurzame en erkende partner zijn voor de toelevering van eigentijdse kunststofverpakkingen met hoge toegevoegde waarde."
De strategie die het mogelijk moet maken om deze missies te realiseren kan als volgt worden samengevat:
Onze strategie is gebaseerd op de verdere uitbouw van de twee kernactiviteiten. Dit zal gebeuren door zowel interne als externe groei. Van primordiaal belang blijft het verstevigen van de marktpositie in onze "thuislanden" België, Nederland, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Australië en sinds 2013 ook Zweden en Denemarken. Maar ook een verdere internationalisering blijft onze ambitie.
Een bedrijf dat meer dan 200 jaar bestaat mag zich niet laten verleiden tot opportunisme en kortetermijndenken. Wij zullen de moed hebben om investeringen te beoordelen op basis van hun strategische langetermijnbijdrage aan de groep, ook al gebeurt dit soms ten koste van het resultaat op korte termijn.
Wij zullen er altijd naar streven om voor beide kernactiviteiten onze uiterst belangrijke troef van flexibiliteit uit te spelen. Door onze relatief beperkte omvang zullen maatwerk, snelle reactietijden en specialisatie cruciaal zijn om te groeien in de zeer veeleisende marktsegmenten waarin we actief zijn.
Door volgehouden inspanningen op vlak van onderzoek en ontwikkeling zullen wij continu trachten om de al zeer hoge standaard van onze producten nog te verbeteren. Dit geldt zowel voor onze koffies als voor onze kunststofverpakkingen. Onze koffieserviceafdeling zullen wij ook steeds zeer kritisch onder de loep nemen voor wat de kwaliteit van de dienstverlening betreft. Op dit vlak zullen wij uitmuntendheid nastreven.
Uitmuntendheid is slechts te verwezenlijken als de medewerkers bereid zijn zich daarvoor in te zetten. Motivatie is het sleutelwoord. De Miko-groep zal ernaar streven haar medewerkers te motiveren door hen de kans te geven om hun eigen creativiteit en energie aan bod te laten komen en door hun kwaliteiten te erkennen. Miko biedt doorgroeimogelijkheden aan wie dit nastreeft en verdient. Ook kennis is een sleutelwoord. Daarom biedt Miko regelmatig de kans om opleidingen te volgen, zodat medewerkers up-to-date kunnen blijven.
In 2005 richtte Miko een werkgroep op die zich moest verdiepen over het thema Duurzaam Ondernemen (DO). Het resultaat hiervan was onder meer de lancering van het "Puro" concept. Daarnaast werd besloten om het thema Duurzaam Ondernemen voortaan ook op te nemen in de strategie. Onder het motto "Ik doe iets voor DO..." engageert Miko zich om zijn strategie zodanig te sturen dat er een gezond evenwicht tot stand komt tussen de vier P's van DO.
Per 25 maart 2014
1 Voor de Belgische dochtervennootschappen is telkens één aandeel overgedragen aan de familiale holding Imko Holding NV, teneinde de toepassing van art. 646 W. Venn. te vermijden.
2 Leo Coffee GmbH. heeft geen operationele activiteiten meer en werd in februari 2013 in vereffening gesteld.
3 Per 1 januari 2014 is Miko Coffee Ltd gefuseerd met haar dochtervennootschap Miko Coffee North West Ltd, waarvan zij reeds alle aandelen bezat.
4 Miko Koffie NV heeft in 2012 een dochtervennootschap opgericht in de Verenigde Staten, om in de toekomst snel te kunnen inspelen op eventuele nieuwe opportuniteiten die zich zouden aandienen. Tot op heden heeft Miko Coffee USA Inc. nog geen activiteiten en bijgevolg ook geen impact op de resultaten van de groep.
5 In maart 2013 heeft de minderheidsaandeelhouder van de Australische vennootschap Beverage Marketing Australia PTY Ltd (BMA) een aandelenpakket dat 24% van het kapitaal vertegenwoordigt verkocht aan Miko Koffie NV. Miko Koffie NV bezit nu 75% van de aandelen van BMA.
6 In maart 2013 heeft Miko Koffie NV alle aandelen verworven van de Zweedse vennootschap Kaffekompaniet Din Pauspartner AB, die op haar beurt 100% van de aandelen van de Zweedse vennootschap AT Vending AB bezit.
7 In juni 2013 heeft Miko Koffie NV 70% van de aandelen verworven van de Deense vennootschap ABC Mokka ApS.
8 In april 2013 wijzigde het vroegere Mepaco NV haar naam in Miko Technics NV. Voortaan zal Miko Technics fungeren als het distributie- en kenniscentrum voor machines en reserveonderdelen van het koffiesegment. Hoewel op vennootschapsrechtelijk vlak Miko Technics een volle dochter van Miko Pac blijft, wordt voor de financiële rapportering Miko Technics als onderdeel van het koffiesegment beschouwd.
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
Verschil 2013/2012 |
|
|---|---|---|---|
| Omzet | 148.825 | 138.469 | 7,48% |
| Overige exploitatiebaten | 3.291 | 2.724 | 20,81% |
| Totale kosten | -142.208 | -132.411 | 7,40% |
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) |
9.909 | 8.782 | 12,83% |
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waarde verminderingen (EBITDA) |
19.068 | 16.591 | 14,93% |
| Netto financieel resultaat | -697 | -618 | -12,78% |
| Winst vóór belastingen | 9.211 | 8.164 | 12,82% |
| Vennootschapsbelasting | -1.919 | -1.685 | -8,02% |
| Nettowinst van de groep | 7.293 | 6.479 | 12,55% |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 172 | 60 | 186,67% |
| Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO | 7.121 | 6.419 | 10,93% |
| Aantal aandelen (basis, in stuks) | 1.242.000 | 1.242.000 | |
| Gewone winst per aandeel, toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (euro) |
5,73 | 5,17 | 10,83% |
| Verwaterde winst per aandeel, toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (euro) |
5,71 | 5,16 | 10,66% |
| Brutodividend | 1.440 | 1.317 | 9,43% |
| Brutodividend per aandeel (euro) | 1,16 | 1,06 | 9,43% |
De omzet nam toe met ruim 10 miljoen euro. Het grootste deel van deze toename vloeit voort uit de overnames die gedaan werden in het koffiesegment. De nieuwe dochtervennootschappen in Zweden en Denemarken en de tweede vestiging van de Australische dochter leverden in 2013 samen ca. 8,7 miljoen euro extra omzet op.
In België daalde de omzet van de koffieserviceactiviteit licht (-0,3 miljoen euro), terwijl de export van koffie met ca. 0,7 miljoen euro toenam. De Belgische kunststofactiviteit boekte een omzetstijging van ca. 0,5 miljoen euro.
Voor het overige deden vooral de kunststofactiviteit in Polen (+1,8 miljoen euro) en zowel de koffie- (+1 miljoen euro) als de kunststofactiviteit (+1,4 miljoen euro) in Duitsland het goed. De koffieactiviteiten in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk gingen met resp. 1,6 miljoen euro en 1,3 miljoen euro achteruit. In Frankrijk werd begin 2013 een belangrijk contract beëindigd. De omzetdaling in het Verenigd Koninkrijk is voor de helft te verklaren door de waardevermindering van het pond t.o.v. de euro.
De kosten namen toe met 7,40%. Het gaat hierbij vooral om gestegen loonkosten, hetgeen een direct gevolg is van de toename van het personeelsbestand (703,7 voltijds equivalenten eind 2013 tegenover 663 eind 2012) en om een groter verbruik van grondstoffen, wat een direct gevolg is van de gestegen omzet. Bovendien waren er voor ca. 500.000 euro eenmalige kosten verbonden aan de overnames in het koffiesegment.
De globale brutomarge bedroeg 48,04% (47,22% in 2012).
De EBIT (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen) nam toe met ruim 1,1 miljoen euro (+12,8%) en de EBITDA (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen) met bijna 2,5 miljoen euro (+14,9%).
Het financieel resultaat ging iets achteruit t.o.v. 2012, hetgeen een gevolg is van de rentelasten verbonden aan nieuw opgenomen bankleningen.
De groep betaalde ruim 1,9 miljoen euro belastingen, hetgeen overeenstemt met een belastingdruk van 20,8% (20,6% in 2012).
De nettowinst bedroeg 7,3 miljoen euro, een toename met 12,6% tegenover vorig boekjaar. De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor het brutodividend per aandeel te verhogen van 1,06 euro naar 1,16 euro.
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| Vaste activa | ||||
| Materiële vaste activa | 41.868 | 35.624 | ||
| Immateriële vaste activa | 16.215 | 4.928 | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 581 | 552 | ||
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 375 | 291 | ||
| Totaal vaste activa | 59.038 | 41.395 | ||
| Vlottende activa | ||||
| Voorraden | 21.311 | 21.323 | ||
| Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar | 27.551 | 26.738 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 10.162 | 12.090 | ||
| Totaal vlottende activa | 59.024 | 60.151 | ||
| Totaal activa | 118.062 | 101.546 | ||
| PASSIVA | ||||
| Eigen vermogen | ||||
| Totaal eigen vermogen | 67.309 | 64.095 | ||
| Schulden op meer dan één jaar | ||||
| Rentedragende leningen op meer dan één jaar | 16.659 | 9.148 | ||
| Verplichtingen inzake personeel | 634 | 476 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 3.870 | 3.197 | ||
| Handelsschulden en overige schulden op meer dan één jaar | 794 | 944 | ||
| Langlopende voorzieningen | 508 | 56 | ||
| Totaal schulden op meer dan één jaar | 22.464 | 13.821 | ||
| Schulden op ten hoogste één jaar | ||||
| Rentedragende leningen op ten hoogste één jaar | 9.271 | 6.879 | ||
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden | 5.271 | 3.325 | ||
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 13.747 | 13.426 | ||
| Totaal schulden op ten hoogste één jaar | 28.289 | 23.630 | ||
| Totaal passiva | 118.062 | 101.546 |
De materiële vaste activa namen toe met ca. 6,2 miljoen euro. Er werd in 2013 voor in totaal 14,3 miljoen euro geïnvesteerd. Het ging hierbij voor de kunststofafdeling om investeringen in de uitbreiding van de bestaande productievestigingen, voornamelijk in Polen, en voor de koffieafdeling om investeringen in koffietoestellen.
Tegenover deze investeringen stonden 7,3 miljoen euro afschrijvingen en 0,5 miljoen euro buitengebruikstellingen.
De immateriële vaste activa stegen met bijna 11,3 miljoen euro. Het gaat hier om goodwill en klantenportefeuilles gerelateerd aan de overnames in Zweden, Denemarken en Australië.
De uitgestelde belastingvorderingen en de vorderingen op meer dan een jaar namen licht toe.
De voorraad bleef nagenoeg constant.
De vorderingen op minder dan een jaar stegen licht (+3,04%), maar relatief minder dan de omzetstijging (+7,48%).
De beschikbare middelen (cash) daalden met ca. 1,9 miljoen euro. Voor meer informatie, zie het kasstroomoverzicht hieronder.
Het eigen vermogen nam toe met 3,2 miljoen euro. Dat deze stijging minder groot is dan de nettowinst van het boekjaar, is te wijten aan het dividend dat werd uitgekeerd (1,4 miljoen euro) en aan de huidige waarde van de toekomstige verplichting om de resterende 30% van de aandelen van de in 2013 overgenomen dochtervennootschap in Denemarken te verwerven (1,9 miljoen euro).
De leningen op meer dan een jaar namen met ca. 7,5 miljoen euro toe. Deze nieuwe leningen werden aangegaan ter financiering van de overnames in Zweden en Denemarken.
De verplichtingen inzake personeel hebben betrekking op brugpensioenverplichtingen in België en op aanvullende pensioenverplichtingen in Polen en Frankrijk.
De uitgestelde belastingverplichtingen vloeien voornamelijk voort uit de verschillende afschrijvingsperiodes die vanuit economisch oogpunt enerzijds en vanuit fiscaal oogpunt anderzijds worden gehanteerd. De toename van deze balanspost hangt samen met de investeringen in materiële vaste activa en klantenportefeuilles.
De handelsschulden op meer dan een jaar hebben voornamelijk betrekking op waarborgen die door klanten van de koffieafdeling betaald worden en die dienen te worden terugbetaald wanneer de klant het in huur of bruikleen gegeven toestel weer inlevert.
De langlopende voorzieningen namen toe met ca. 450.000 euro. Dit is een gevolg van het feit dat voor het aandelenoptieplan voor het management werd overgeschakeld van een "equity settled"-methode naar een "cash settled"-methode.
De leningen op minder dan een jaar namen toe met ca. 2,4 miljoen euro. Het gaat om het gedeelte van de leningen aangegaan voor de overnames in Zweden en Denemarken dat binnen het jaar dient te worden terugbetaald.
De te betalen belastingen namen toe met ca. 1,9 miljoen euro. Dit is een gevolg van een toename in de te betalen vennootschapsbelasting, als gevolg van enerzijds de gestegen winst voor belastingen en anderzijds het feit dat er niet langer fiscale verliezen uit het verleden aanwezig zijn.
De handelsschulden op minder dan een jaar namen ondanks de omzetstijging slechts licht toe. De groep streeft ernaar om waar mogelijk leveranciers contant te betalen in ruil voor korting.
| 2013 (KEUR) |
2012 KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) |
9.909 | 8.782 | ||
| Inkomstenbelasting | -1.919 | -1.685 | ||
| Niet-kaskosten | 9.523 | 8.199 | ||
| (Toename)/daling werkkapitaal | 1.232 | -3.635 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 18.475 | 11.661 | ||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -26.539 | -6.691 | ||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | 5.982 | -2.345 | ||
| Omrekeningsverschillen | -77 | 333 | ||
| Totale kasstroom | -1.889 | 3.030 |
De kasstroom uit operationele activiteiten nam toe met ca. 6,8 miljoen euro. Dit is enerzijds te danken aan de gestegen EBIT en anderzijds aan het feit dat het benodigde werkkapitaal met 1,2 miljoen euro afnam.
De sterk negatieve kasstroom uit investeringsactiviteiten is een gevolg van de forse investeringen die in 2013 plaatsvonden, enerzijds in materiële vaste activa (voornamelijk in de kunststoftak) en anderzijds in immateriële vaste activa (bijna uitsluitend in de koffietak).
De kasstroom uit financiële activiteiten bedroeg bijna 6 miljoen euro en vloeit voort uit de opname van nieuwe leningen, ten behoeve van de reeds vermelde investeringen.
De liquide middelen daalden door deze effecten met ca. 1,9 miljoen euro. De vennootschap beschikt echter nog steeds over een stevige cashpositie (ruim 10 miljoen euro).
De koffieafdeling behaalde in 2013 een geconsolideerde omzet van 77,2 miljoen euro. Dit is een stijging van 9,7% ten opzichte van 2012.
Het aandeel van de koffieafdeling in de groepsomzet bedraagt daarmee 51,9%.
De investeringen in materiële vaste activa bedroegen 4,7 miljoen euro. Het ging hierbij zoals elk jaar om de aankoop van koffietoestellen, bestemd om in huur of bruikleen te worden geplaatst bij klanten. Bovendien werden belangrijke investeringen gedaan in een drietal overnames (zie verder).
Voor het koffiesegment stond 2013 in het teken van een aantal overnames.
De bestaande dochteronderneming in Australië breidde zich uit via een "asset deal" in Melbourne.
Miko was daarnaast al een tweetal jaar op zoek naar een gepaste overname in de Scandinavische regio, die economisch relatief goed blijft presteren. Deze zoektocht leverde in 2013 tweemaal resultaat op, met de overnames van Kaffekompaniet in Zweden en ABC Mokka in Denemarken.
Beide overnames passen perfect in de langetermijnstrategie om in diverse landen via dochterondernemingen eigen koffieserviceorganisaties op te bouwen.
Zweden en Denemarken worden zo nieuwe "thuislanden" voor de koffiesector, naast België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Tsjechië, Slowakije en Australië.
Begin februari 2013 nam Beverage Marketing Australia PTY Ltd (BMA), de Australische dochter van de koffietak die gevestigd is in Brisbane, de goodwill en activa van Corporate Coffee Solutions (CCS) over. CCS is een koffieserviceoperator die zeven jaar geleden werd opgestart in Melbourne, met twee miljoen inwoners de op één na grootste stad van Australië. Het bedrijf focust zich exclusief op de kantorenmarkt en haalt met zes medewerkers een omzet van ca. 1,5 miljoen Australische dollar (ca. 1,2 miljoen euro).
Hoewel de geografische afstand tussen België en Australië gigantisch is, ligt de Australische koffiecultuur dichter bij de Belgische dan die van sommige andere Europese landen. Die koffiecultuur is bovendien in volle ontwikkeling, wat interessante marktkansen biedt voor Miko.
Enkele jaren geleden betrad Miko de Australische markt, door een participatie te nemen van 51% in BMA. Deze participatie werd in maart 2013 overigens verhoogd tot 75%. Door het cliënteel van CCS aan dat van BMA toe te voegen, werd de totaalomzet in Australië op ca. 3 miljoen euro gebracht. Waar de bestaande vestiging in Brisbane vooral succes boekt in de horeca, is de nieuwe vestiging in Melbourne meer gefocust op de kantorenmarkt. Met deze overname zal ook in Brisbane meer kennis kunnen worden opgedaan om de lucratieve kantorenmarkt te benaderen.
Begin maart 2013 nam Miko Koffie NV in Zweden het koffieservicebedrijf Kaffekompaniet Din Pauspartner AB over. Kaffekompaniet, dat in Göteborg gevestigd is, behaalt met een 23-tal medewerkers een omzet van ruim 6 miljoen euro. Deze cijfers zijn inclusief de dochtervennootschap AT Vending AB, dat actief is in de verkoop van koffietoestellen.
Kaffekompaniet is een koffieserviceoperator die zich, net als Miko, toelegt op koffieservice aan de "out-of-home-markt". Bij Kaffekompaniet ligt de focus op de kantorenmarkt. Het bedrijf werd opgericht in 1988, en groeide al snel uit tot een belangrijke referentie in de kantorenmarkt in Göteborg. Momenteel is een vestiging in opstart in zowel Stockholm als Malmö, de twee andere grote steden in Zweden.
Eind juni 2013 nam Miko Koffie NV een belang van 70% in het Deense koffieservicebedrijf ABC Mokka. ABC Mokka is actief in de regio rond Kopenhagen en behaalde in 2012 met 20 medewerkers een omzet van 47,5 miljoen Deense kroon (ongeveer 6,5 miljoen euro).
ABC Mokka focust op het leveren van koffieservice-oplossingen voor grote en middelgrote klanten in het "office coffee service (OCS)"-marktsegment, evenals op de verkoop van koffietoestellen. Het bedrijf is het resultaat van de fusie, in 2012, van ABC Kantineautomater (opgericht in 2003) en Mokka Kompagniet (opgericht in 2008). Door deze fusie werd een sterke groeiende speler gecreëerd op de Deense koffieservicemarkt, met vooral een sterke aanwezigheid in de regio Kopenhagen. Dit is een regio waar veel grote bedrijven hun wereldwijd of Scandinavisch hoofdkwartier hebben.
De drie oprichters van ABC Mokka behielden een minderheidsbelang in het bedrijf en zetten hun respectieve managementtaken verder. Hun resterende belang van 30% is onderworpen aan een aan- en verkoopoptie die ten vroegste binnen vijf jaar kan worden uitgeoefend.
De Belgische koffieserviceorganisatie nam de beslissing om zich, naast de bestaande marktsegmenten horeca en OCS (office coffee service), voortaan ook toe te leggen op de healthcare-sector, d.w.z. ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, centra voor gehandicapten- en geestelijke gezondheidszorg. Deze nieuwe focus leidde in 2013 al tot een samenwerking met een belangrijke speler in de zorgsector met 6.000 medewerkers.
Voor de horecasector werd gefocust op een selectievere keuze van cliënteel en distributiepartners. Dit moet op termijn leiden tot een grotere rentabiliteit van deze sector. De samenwerking met Alken-Maes werd verder uitgebouwd en resulteerde in een aantal mooie referenties.
In de OCS-sector werd een nieuwe lijn van automaten met geïntegreerd multimediascherm voor internet- en andere multimediatoepassingen geïntroduceerd. Bovendien werd een coffee corner-concept voor grotere bedrijven uitgewerkt.
Begin 2013 werden de bedrijfsruimten van Mepaco in Turnhout, waar tot dan toe op beperkte schaal assemblage en reparatie van koffietoestellen plaatsvonden, verbouwd.
Van hieruit worden voortaan koffietoestellen en wisselstukken centraal aangekocht en verdeeld aan de groepsvennootschappen, waarbij een uiterst snelle levering wordt nagestreefd.
Bovendien wordt een kenniscentrum en centrale vraagbaak uitgebouwd dat van grote waarde moet worden voor de opleiding van de medewerkers van de technische diensten in België en in het buitenland.
Nieuwe toestellen die in aanmerking komen voor opname in het Miko-assortiment worden door een vast team volgens een vaste procedure getest, waarna aanbevelingen aan het management gedaan worden.
Om haar nieuwe opdracht duidelijk te maken aan de buitenwereld, werd de vennootschap omgedoopt tot Miko Technics.
De kunststofafdeling behaalde in 2013 een geconsolideerde omzet van 71,6 miljoen euro, een stijging met 5,4% tegenover 2012 en goed voor 48,1% van de groepsomzet.
Deze stijging is te danken aan de toename van het aantal verkochte eenheden, vooral aan klanten in Polen en Duitsland.
De investeringen in dit segment bedroegen 8,9 miljoen euro. Ze hadden betrekking op de bouw van bijkomende productieruimte in Polen en de aankoop van machines, matrijzen en randapparatuur.
Miko Pac verbruikte in 2013 ca. 18.600 ton grondstoffen (plastickorrels).
Om in de zeer competitieve verpakkingsmarkt te blijven meespelen, is constante aandacht voor service, kwaliteit en technologische vernieuwing noodzakelijk.
Een belangrijke sterkte van Miko Pac is de mogelijkheid om de ontwikkeling van een nieuw verpakkingsproduct te begeleiden van de designfase tot de productie op industriële schaal.
De vestiging in Oud-Turnhout (België) is het "center of excellence" voor onderzoek en ontwikkeling. Met vijf medewerkers werden in 2013 meer dan 100 dossiers behandeld.
In juni nam deze afdeling haar nieuwe kantoorruimten in gebruik.
Er werden nieuwe stappen gezet in de ontwikkeling van de techniek van het barrièrespuitgieten. Het blijft de bedoeling om hiermee op langere termijn de concurrentie aan te gaan met glas- en blikverpakkingen.
Op vlak van kwaliteitsbewaking werd geïnvesteerd in meetbanken, die gebruikt worden om na te gaan of afgewerkte producten aan de steeds preciezere specificaties van de klanten voldoen. Ook werden bijkomende visiesystemen aangekocht, die voor automatische controle van de producten zorgen.
Dat deze volgehouden inspanningen hun vruchten afwerpen, blijkt uit het feit dat Miko Pac met glans slaagde in de verschillende audits die werden uitgevoerd (ISO, BRC, FAVV).
Om de loonhandicap van de Belgische vestiging ten opzichte van buitenlandse concurrenten op te vangen, wordt geïnvesteerd in steeds grotere machines met multicaviteitsmatrijzen en complexe robots. Zo wordt de loonkost per geproduceerde eenheid gedrukt.
Ook de extrusielijnen kregen een upgrade zodat meer folie per uur geproduceerd wordt. Deze folie dient als basis voor het thermoformeerproces.
Op de thermoformlijnen zelf werden verpakkingsrobots geïnstalleerd die zorgen voor een volledige "handenvrije" verpakking van de producten.
De vestiging in Polen groeide de voorbije jaren snel, met talrijke nieuwe projecten. Eind 2013 werd een belangrijk langetermijncontract met de grootste Duitse roomijsfabrikant afgesloten. Dit contract vereist een investering van 3,6 miljoen euro en vertegenwoordigt een totale productie van 100 miljoen eenheden.
Door deze gestage uitbreiding werd het nodig om de bedrijfsruimten uit te breiden; een nieuwe productiehal en een nieuw magazijn werden in gebruik genomen. De totale bebouwde oppervlakte van de vestiging in Polen bedraagt nu 12.000 m² (tegenover 20.000 m² in België).
Bovendien deed zich een unieke kans voor om een optie te nemen op de aankoop van een aanpalend terrein van bijna 3 hectare. Hierdoor zijn ook de toekomstige uitbreidingsmogelijkheden van deze vestiging verzekerd.
Ook in Polen krijgt Miko Pac echter te kampen met gevoelig stijgende loonkosten.
Het Duitse verkoopskantoor van Miko Pac kende in 2013 een succesvol jaar; er werden nieuwe meerjarencontracten afgesloten, zowel voor eigen spuitgiet- en thermoformproducten van Miko Pac als voor producten van de Nederlandse joint venturepartner Hordijk.
Ook de verkoop van verpakkingsfolies nam toe, tot ca. 100 ton.
Eind 2013 werkten 758 mensen bij de Miko-groep, waarvan 328 in België.
65% van de medewerkers is actief in de koffietak, 35% in de kunststoftak.
In 2010 werd voor het eerst een personeelsenquête gehouden, waaruit bleek dat over het algemeen de medewerkers van de Miko-groep tevreden waren over hun job. Om deze tevredenheid nog verder te verbeteren, werden toen een reeks actiepunten geformuleerd.
In 2013 werd een nieuwe personeelsenquête georganiseerd, om na te gaan in welke mate de organisatie erin geslaagd is om deze actiepunten uit te voeren, en op welke vlakken er nog verdere inspanningen geleverd moeten worden.
Er bleek duidelijk dat de tevredenheid van de medewerkers significant verbeterd was. Op vragen naar de algemene jobtevredenheid werden scores van 90% en meer opgetekend. De punten waarop minder goed gescoord werd, werden verder besproken in follow-up meetings per afdeling, wat leidde tot een nieuwe reeks "goede voornemens". Het is de bedoeling deze oefening periodiek te herhalen om tot een zo groot mogelijke participatie van de medewerkers te komen.
Om een antwoord te bieden op de uitdaging om oudere medewerkers langer aan het werk te houden, werden werkgelegenheidsplannen 45+ uitgewerkt. Hiervoor werden klankbordgroepen georganiseerd, waarop de betrokken medewerkers hun ideeën en opmerkingen over dit onderwerp kwijt konden.
Dit leidde tot een uitgebreide analyse van de moeilijkheden op vlak van arbeidsorganisatie, ergonomie, in- en doorstroom en vorming en training waarmee oudere werknemers zich geconfronteerd zien. Hieraan werden een aantal actiepunten gekoppeld die ertoe moeten leiden dat deze categorie werknemers op een kwaliteitsvolle, gemotiveerde en gezonde manier kunnen blijven functioneren.
Op basis van de noden van de organisatie, de goede voornemens die uit de personeelsenquête naar voren kwamen en de werkgelegenheidsplannen 45+, werd een dossier rond "mensgericht ondernemen" ingediend bij het Europees Sociaal Fonds. Dit dossier werd goedgekeurd en zal in 2014 worden opgestart.
Ter voorkoming van calamiteiten naar de omgeving werd er bij Miko Pac extra aandacht besteed aan brandpreventie. Om de interventies van de brandweer te versnellen bij een mogelijke calamiteit werd het brandweerinterventieplan verder uitgewerkt. Een bedrijf moet ook voorbereid zijn op een evacuatie van de aanwezige werknemers bij een eventuele brand. Om gepast te reageren in een noodsituatie is een goede opleiding noodzakelijk. Dit jaar werd specifieke aandacht geschonken aan de brandevacuatie voor de weekendploegen en de nachtploeg.
De noodzakelijke acties bij vals sprinkleralarm werden ingeoefend. Bij een aanrijding van de sprinklerinstallatie door een reachtruck zal de sprinklerinstallatie reageren alsof er een echte brand is, er zal m.a.w. 10.000 liter water per minuut verneveld worden ter hoogte van de aanrijding. Het komt er dan voor de aanwezige werknemers op aan snel en accuraat te reageren.
Bij Miko Pac werd op de oudste extrusielijn een ioniserende bron gebruikt om de foliedikte te meten. Aangezien het gebruik van een dergelijke installatie heel wat administratie en kosten met zich meebrengt, werd beslist deze te verwijderen. De nieuwe diktemeting voor de geëxtrudeerde folie werkt op basis van perslucht en is een stuk milieuvriendelijker en goedkoper.
In de gezinnen is het sorteren van afval in verschillende fracties een gewoonte geworden. Vanaf juli 2013 werden ook de bedrijven verplicht om PMD (plastic flessen, metalen verpakkingen en drankkartons) te selecteren uit het algemeen afval. In alle vestigingen werd daarom een apart ophaalpunt voor PMD voorzien.
Sinds enige tijd voorziet de regelgeving rond vakbekwaamheid van chauffeurs dat er jaarlijks een bijscholing over een specifiek thema wordt gegeven. In 2013 werden de vrachtwagenchauffeurs bewust gemaakt van de risico's van hun beroep, de gevaren op de weg en de impact op de omgeving. Er werd aandacht besteed aan de verschillende soorten arbeidsongevallen in de vervoersector en aan de gevolgen van ongevallen op menselijk, materieel en financieel vlak.
Om de administratie van de arbeidsongevallen te verbeteren werd er een opleiding gegeven i.v.m. de arbeidsongevallenprocedure.
Bij Miko Pac werd een extra opleiding georganiseerd over de veiligheidsaspecten van het automatisch magazijn. De automatische heftrucks zijn voorzien van naderingssensoren waardoor personen in de buurt worden opgemerkt, maar kunnen door hun massa niet onmiddellijk tot stilstand komen. Enkel personen die hiervoor opgeleid zijn mogen zich in de automatische zone begeven.
Een veilig bedrijf is meer dan enkel een veilig bedrijfsgebouw. In het verleden lag de focus vooral op de technische veiligheid, terwijl aan veilige vaardigheden bij operators en leidinggevenden minder aandacht werd besteed. Om het veiligheidsbewustzijn verder te vergroten, werd een beroep gedaan op de externe preventieadviseur. Zich veilig gedragen veronderstelt heel wat vaardigheden: oog hebben voor gevaar en het inschatten van risico's ('voor'denken i.p.v. 'na'denken). Per ploeg werden twee medewerkers opgeleid om mee het veiligheidsgedrag op de werkvloer op te volgen. Van elke ploeg wordt bovendien verwacht dat ze maandelijks minstens twee positieve en twee negatieve veiligheidspunten melden.
Bij Miko Koffie ging aandacht naar de veiligheid van het reachtruckverkeer. De bevoegdheidsattesten voor de reachtruckchauffeurs en alle CE-attesten van de reachtrucks werden geactualiseerd.
De filosofie van Miko op het vlak van corporate governance is gebaseerd op de overtuiging dat de nadruk moet liggen op ondernemingszin en performantie binnen een verantwoord kader van risicobeheer.
Er waren in 2013 geen grote wijzigingen in het beleid van de vennootschap op gebied van corporate governance.
Naar aanleiding van de gedeeltelijke vernieuwing van de raad van bestuur, werd voor het eerst sinds de beursintroductie in 1998 een vrouwelijke bestuurder aangesteld. Dit is een eerste stap in de richting van een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur, zoals voorgeschreven door de Corporate Governance Code en de relevante wetgeving.
Na een vergelijkende studie van de situatie bij gelijkaardige ondernemingen, werden de bestuurdersvergoedingen door de algemene vergadering verhoogd tot een marktconform niveau.
De gecoördineerde statuten, het Corporate Governance Charter van de groep en alle bijlagen zijn vrij te raadplegen op het Corporate-luik van de website, http://www.mikocoffee.com/miko-corporate-nl.html.
De Miko-groep past de Belgische Corporate Governance Code 2009 toe. De Code is vrij te raadplegen op http://www.corporategovernancecommittee.be/nl/home.
Waar er omwille van de specifieke situatie van de vennootschap wordt afgeweken van de Code, worden deze afwijkingen verder in deze verklaring toegelicht en verantwoord op grond van het "comply or explain"-principe.
Volgens de statuten dient de raad van bestuur van Miko NV uit minstens zes bestuurders te bestaan. Volgens artikel 2.3. van de Code dienen minstens de helft van de leden nietuitvoerende bestuurders te zijn en dienen minstens drie van hen onafhankelijk te zijn.
Samenstelling van de raad van bestuur:
| NAAM BESTUURDER | TYPE | EINDE | BIJKOMENDE | |
|---|---|---|---|---|
| MANDAAT | MANDAAT | INFORMATIE | ||
| Frans Michielsen | Niet-uitvoerend bestuurder | JV 2016 | Voorzitter van de raad van bestuur |
| Frans Van Tilborg | Uitvoerend bestuurder | JV 2019 | Gedelegeerd bestuurder en CEO van de Miko-groep |
|---|---|---|---|
| Jan Michielsen | Uitvoerend bestuurder | JV 2016 | Gedelegeerd bestuurder |
| Patrick Michielsen | Niet-uitvoerend bestuurder | JV 2016 | |
| SHMB NV, vast vertegenwoordigd door Stef Michielsen |
Niet-uitvoerend bestuurder | JV 2013 | Tot 28 mei 2013 |
| Bart Wauters | Niet-uitvoerend bestuurder | JV 2019 | Vanaf 28 mei 2013 |
| Franky Depickere | Onafhankelijk bestuurder 1 | JV 2019 | Voorzitter van het auditcomité |
| Flor Joosen | Onafhankelijk bestuurder 1 | JV 2019 | |
| Sabine Sagaert BVBA, vast vertegenwoordigd door Sabine Sagaert |
Onafhankelijk bestuurder 1 | JV 2019 | Vanaf 28 mei 2013 |
| Mark Stulens | Onafhankelijk bestuurder 1 | JV 2016 | |
| CVD BVBA, vast vertegenwoordigd door Chris Van Doorslaer |
Onafhankelijk bestuurder 1 | JV 2019 | Voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité |
1 Franky Depickere, Flor Joosen, Sabine Sagaert BVBA, Mark Stulens en CVD BVBA voldoen aan de criteria bepaald in artikel 526ter van het wetboek van vennootschappen en zijn bijgevolg onafhankelijke bestuurders.
Artikel 2.1. van de Corporate Governance Code schrijft voor dat de samenstelling van de raad van bestuur bepaald moet worden op basis van onder meer genderdiversiteit. Bovendien bepaalt de wet van 28 juli 2011 dat vanaf 1 januari 2019 minstens een derde van de bestuurders van een ander geslacht dient te zijn dan de andere bestuurders. Op dit moment bestaat de raad van bestuur van de vennootschap uit negen mannen en een vrouw. De vennootschap is voornemens om, bij eventuele tussentijdse wijzigingen en ten laatste bij de volgende gedeeltelijke vernieuwing van de raad in 2016, verdere stappen te zetten in de richting van de volledige toepassing van de wettelijke norm.
Artikel 4.6. van de Corporate Governance Code schrijft onder meer voor dat de duur van het mandaat van de bestuurders hoogstens vier jaar mag bedragen. De Miko-groep wijkt op dit punt af van de Code, door zijn bestuurders voor zes jaar te benoemen. Deze afwijking kan verantwoord worden door de wens om het benoemingsproces, dat van een kleinere vennootschap met een beperkte raad van bestuur relatief veel inspanningen vergt, niet onnodig vaak te herhalen. Bovendien geeft een langer mandaat de bestuurders de kans om de werking van de vennootschap zeer grondig te leren kennen, teneinde zo hun bestuursmandaat op de meest doeltreffende wijze te kunnen uitvoeren. De bedoeling van deze bepaling van de Code wordt door de Miko-groep op een andere wijze bereikt, namelijk door de duur van de individuele bestuursmandaten zó te bepalen dat elke drie jaar ongeveer de helft van de mandaten vervalt.
De secretaris van de raad van bestuur is Johan Vandervee.
De raad van bestuur vergaderde zeven keer in 2013.
De tussentijdse verkoop- en exploitatiecijfers worden telkens vooraf aan de bestuurders bezorgd en op de vergaderingen besproken. De gedelegeerd bestuurders geven toelichting bij de cijfers en bij de dagelijkse werking van de groep.
De volgende onderwerpen werden besproken op de vergaderingen van de raad van bestuur in 2013:
Bovendien brachten de voorzitters van de adviserende comités na elke vergadering verslag uit aan de voltallige raad van bestuur en deden zij de nodige aanbevelingen.
Er waren in 2013 geen ongebruikelijke transacties tussen de bestuurders en Miko NV, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van Miko NV aan of ten voordele van deze personen. Er deden zich geen belangenconflicten in de zin van artikel 523 en 524 van het wetboek van vennootschappen voor.
| NAAM BESTUURDER | RAAD VAN BESTUUR |
AUDITCOMITE | BENOEMINGS EN REMUNERATIE COMITE |
|---|---|---|---|
| Frans Michielsen | 7/7 | ||
| Frans Van Tilborg | 7/7 | ||
| Jan Michielsen | 7/7 | ||
| Patrick Michielsen | 6/7 | 3/4 | |
| SHMB NV, vast vertegenwoordigd door Stef Michielsen |
1/2 |
| Bart Wauters | 5/5 | 1/1 | |
|---|---|---|---|
| Franky Depickere | 7/7 | 4/4 | |
| Flor Joosen | 6/7 | 3/3 | |
| Sabine Sagaert BVBA, vast vertegenwoordigd door Sabine Sagaert |
2/5 | ||
| Mark Stulens | 6/7 | 3/4 | 2/3 |
| CVD BVBA, vast vertegenwoordigd door Chris Van Doorslaer |
7/7 | 3/3 |
Franky Depickere (voorzitter), Patrick Michielsen en Mark Stulens vormen sinds de algemene vergadering van 28 mei 2013 het auditcomité.
Twee van de drie leden zijn onafhankelijke bestuurders.
Franky Depickere beschikt over specifieke deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Hij is licentiaat in de handelswetenschappen en de financiële wetenschappen (HHS-UFSIA) en master in het financieel management van ondernemingen (VLEKHO). Hij volgde de opleiding in International Wealth Management aan de Swiss Banking School (Universiteit van Zürich). Sinds 2006 is hij voorzitter van het comité van dagelijks bestuur en van het managementcomité van Cera en gedelegeerd bestuurder van Cera en van KBC Ancora. Hij is tevens lid van de raad van bestuur en voorzitter van het audit-, risico- en compliancecomité van KBC Groep.
Aldus voldoet de samenstelling van het auditcomité zowel aan de vereisten van artikel 526bis van het wetboek van vennootschappen als aan de onafhankelijkheidsvereisten in de Corporate Governance Code.
Het auditcomité vergaderde viermaal in 2013.
De volgende onderwerpen werden besproken:
Het auditcomité oordeelde na evaluatie dat een interne auditfunctie niet nodig is.
De voorzitter van het comité bracht telkens op de daaropvolgende vergadering van de raad van bestuur verslag uit.
Miko heeft ervoor geopteerd gebruik te maken van de mogelijkheid om het benoemingscomité en het remuneratiecomité samen te voegen.
Het benoemings- en remuneratiecomité is sinds de algemene vergadering van 28 mei 2013 samengesteld uit CVD BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Chris Van Doorslaer (voorzitter), Flor Joosen, Mark Stulens en Bart Wauters.
Drie van de vier leden zijn onafhankelijke bestuurders.
Aldus voldoet de samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité zowel aan de vereisten van artikel 526quater van het wetboek van vennootschappen, als aan de regels van de bijlagen D en E bij de Corporate Governance Code.
Het comité vergaderde driemaal in 2013.
De volgende onderwerpen kwamen aan bod:
De voorzitter van het comité bracht telkens op de daaropvolgende vergadering van de raad van bestuur verslag uit.
De vennootschap heeft in het intern reglement van het benoemings- en remuneratiecomité de werkwijze vastgelegd voor de evaluatie van de bestuursorganen en de individuele bestuurders:
"Het comité evalueert om de drie jaar:
- of elke bestuurder een daadwerkelijke bijdrage aan de werkzaamheden van de raad van bestuur levert (de leden van het comité worden geëvalueerd door de raad van bestuur in zijn geheel)
- of de omvang en de samenstelling van de raad van bestuur hem toelaat zijn taken naar behoren uit te voeren en of binnen de raad van bestuur voldoende expertise aanwezig is op alle terreinen waaraan de vennootschap nood heeft
Het comité brengt hierover een gemotiveerd advies uit aan de raad van bestuur.
Minstens eenmaal per jaar bespreekt het comité de werking en de prestaties van de CEO. De CEO is hierbij niet aanwezig."
Los hiervan evalueren de raad van bestuur, het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité periodiek hun eigen intern reglement. De adviserende comités kunnen voorstellen tot verbetering doen aan de raad van bestuur.
De Miko-groep heeft geen directiecomité zoals voorzien door het wetboek van vennootschappen.
Het dagelijks bestuur van de groep wordt waargenomen door de twee gedelegeerd bestuurders. Zij worden in hun uitvoerende taken bijgestaan door het exploitatiecomité.
Het exploitatiecomité volgt van nabij de resultaten van de activiteiten van de vennootschappen op, werkt beleidsvoorstellen uit, stelt de budgetten op en bereidt de jaarrekening voor.
Het exploitatiecomité bestaat uit (situatie op 25 maart 2014): Frans Van Tilborg (voorzitter), Jan Michielsen, Dirk Hermans, Karl Hermans, Marcel Lammerée, Joël Merens, Kristof Michielsen, Johan Vandervee en Wim Van Gemert.
De vergaderingen van het exploitatiecomité worden opgesplitst in maandelijkse vergaderingen waarop voornamelijk de financiële en operationele resultaten van de voorbije periode worden besproken, en wekelijkse "mini-exploitatiecomités", waarop allerhande onderwerpen van operationele, technische, commerciële, logistieke, sociale, juridische, fiscale of boekhoudkundige aard worden besproken die een impact kunnen hebben op de goede dagelijkse werking van de groep.
Deze werkwijze moet ertoe leiden dat enerzijds korter op de bal kan worden gespeeld en dat de leden van het management op de hoogte zijn van elkaars activiteiten, en anderzijds dat de efficiëntie van de vergaderingen wordt verhoogd.
Er waren in 2013 geen ongebruikelijke transacties tussen de leden van het exploitatiecomité en Miko NV of een van de andere vennootschappen van de Miko-groep, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van Miko NV of een van de andere vennootschappen van de Miko-groep aan of ten voordele van deze personen.
De grootste dochtervennootschappen binnen respectievelijk de koffiepijler en de kunststofpijler beschikken beide over een eigen managementteam, dat regelmatig vergadert over de dagelijkse werking van de eigen organisatie en over de concrete uitwerking van de beslissingen die door het exploitatiecomité worden genomen. Bovendien signaleren de managementteams moeilijkheden, opportuniteiten en uitdagingen op de werkvloer aan het exploitatiecomité.
Het managementteam van Miko Pac NV bestaat uit (situatie op 25 maart 2014): Jan Michielsen (voorzitter), Paul Cabanier, Wim De Ceuster, Karl Hermans, Lief Jochems, Kristof Michielsen, Guy Van De Pol, Paul Van Miert, Patrick Van Zummeren, Gert Verstraelen en Katelijne Vos.
Het managementteam van Miko Koffie NV bestaat uit (situatie op 25 maart 2014): Bart Laps, Frank Michielsen, Eric Vandenabeele, Johan Vandervee, Steven Van Oerle en Katelijne Vos.
Het managementteam van Miko Coffee Service NV bestaat uit (situatie op 25 maart 2014): Joël Merens (voorzitter), Marc Swinnen, Anje Vermeersch, Ilse Volckaert en Katelijne Vos.
Situatie op 25 maart 2014:
| VENNOOTSCHAP | LAND | NAAM |
|---|---|---|
| Koffie | ||
| Miko Coffee Ltd | Verenigd Koninkrijk | Adrian Stagg |
| Miko Café Service SA | Frankrijk | Jacques Grevet |
| Miko Kaffee GmbH. | Duitsland | Dirk Reisige |
| Miko Koffie Service BV | Nederland | Koen Van Zon |
| Miko Kava s.r.o. | Tsjechië | Pavlina Chvalinova |
| Miko Kava s.r.o. | Slowakije | Radko Reseta |
| Kaffekompaniet Din Pauspartner AB | Zweden | Anders Sjögren |
| ABC Mokka ApS | Denemarken | Ryan Mejlstrup |
| Beverage Marketing Australia Ltd | Australië | Gary Newcome |
| Kunststof | ||
| Miko Pac Sp. z o.o. | Polen | Andrzej Olszewski |
| Miko-Hordijk Verpackungen GmbH. | Duitsland | Paul Van Miert 1 |
1 In juni 2013 ging Hans Peters, die tot dan toe de dagelijkse leiding over de vestiging van Miko Pac in Duitsland had, met pensioen. Hij werd vervangen door Paul Van Miert, die al sinds 2002 in dienst is bij Miko Pac.
In overeenstemming met haar missie voert de Miko-groep een beleid van "duurzaam ondernemen" waarbij een langetermijnvisie wordt gehanteerd die onze mensen als de belangrijkste succesfactor beschouwt.
In het kader van de normale bedrijfsvoering is de groep blootgesteld aan een groot aantal risico's die ertoe kunnen leiden dat de doelstellingen niet of slechts ten dele worden behaald. Het beheersen van deze risico's is een kerntaak van ieder lid van het management op zijn of haar terrein.
Om het management hierin bij te staan heeft de groep een geheel van risicobeheers- en interne controlesystemen opgezet. Deze systemen zijn qua opzet gebaseerd op de principes van het COSO II-model.
Hierna worden in het kort de belangrijkste componenten van deze systemen en de meest relevante risico's besproken.
De controleomgeving wordt voornamelijk beheerst door de bedrijfscultuur en de managementstijl. Het op elkaar afstemmen van de organisatiestructuur, de risicobereidheid en het vastleggen van verantwoordelijkheden moet ertoe bijdragen dat bewust met risico's en risicobeheer wordt omgegaan.
In het kader van deugdelijk bestuur heeft de groep een aantal maatregelen genomen die ertoe moeten bijdragen dat de groep op een maatschappelijk aanvaardbare manier zijn doelstellingen bepaalt en realiseert. Voor meer informatie hierover, zie de rest van deze Corporate Governance-verklaring.
De raad van bestuur houdt toezicht op de goede werking van de risicobeheers- en interne controlesystemen via het auditcomité. Het auditcomité steunt hierbij op informatie die enerzijds door de externe auditor en anderzijds door het management wordt verstrekt. Zesmaandelijks worden de uitgevoerde werkzaamheden en hun resultaten met het auditcomité besproken.
Om tot een gestructureerde en systematische beheersing van de bedrijfsrisico's te komen, heeft de groep sinds 2010 een op Enterprise Risk Management (ERM) gebaseerde aanpak en methodologie ontwikkeld en ingevoerd.
Het is de bedoeling om enerzijds de risico's waaraan de groep is blootgesteld te inventariseren, op te volgen en te beheersen en anderzijds het risicobewustzijn te vergroten, in de eerste plaats bij de leidinggevenden van de groep. Geleidelijk aan dienen zij deze attitude verder uit te rollen naar de rest van de organisatie.
De belangrijkste risico's verbonden aan de activiteiten van de groep worden weergegeven in vijf categorieën:
Om de geïdentificeerde risico's op een consistente wijze van een risicoscore te voorzien, werden schalen uitgewerkt voor "waarschijnlijkheid" enerzijds en "impact" anderzijds. Aan de hand van deze twee schalen wordt een risicomatrix opgesteld, waarin de risico's opgedeeld worden volgens hun ernst (hoog, middelmatig en laag).
De hoge risico's worden van een risicorespons voorzien, dit is een actieplan om de risicoscore beneden de toelaatbare tolerantiegrens te brengen. De middelmatige en lage risico's worden verder gemonitord. Alle risico's worden opgenomen in een risicoregister en worden driemaandelijks besproken door het exploitatiecomité.
• Strategische risico's
Zowel voor de koffie- als de kunststoftak bestaat het gevaar dat stijgende grondstofprijzen slechts gedeeltelijk of helemaal niet kunnen worden doorgerekend aan onze klanten. Voor de koffietak kan aan deze situatie niet volledig verholpen worden, aangezien Miko geen marktleider is, zijn marktaandeel moet beschermen en slechts kan volgen wat de marktleiders doen. Het is daarom vooral belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over wat de concurrentie doet in de verschillende markten en om hierop snel te reageren. Voor de kunststoftak wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk klanten op te nemen in de zogenaamde "prijzenslang" met automatische prijsaanpassing om de drie of zes maanden. Dit resulteert weliswaar in een vertraagde doorrekening, maar brengt het risico binnen aanvaardbare normen.
Het economisch klimaat zorgt voor een verhoogd kredietrisico. De groep beperkt dit risico door een veelvuldige screening van alle belangrijke klanten en leveranciers, in combinatie met het toepassen van kredietlimieten.
• Operationele risico's
Het plots wegvallen van mensen in sleutelfuncties vormt voor de groep een risico. Dit wordt opgevangen door het up-to-date houden van de individuele functiekaarten, waarin de verschillende taken van elk personeelslid beschreven staan en waarin wordt aangegeven wie binnen de organisatie kan instaan voor vervanging op korte termijn.
Storingen in de IT-systemen kunnen voor de Miko-groep ernstige gevolgen hebben. Om de continuïteit van de gegevensverwerking veilig te stellen zijn back-upsystemen voorzien.
• Financiële risico's
Onjuiste rapportering kan een impact hebben op het aandeel van de Miko-groep. Aangezien het resultaat van de groep bepaald wordt door de resultaten van de groepsvennootschappen, besteedt de groep veel aandacht aan de interne rapportering. Voor elke juridische entiteit worden jaarlijks forecasts opgemaakt inzake te verwachten resultaat, te verwachten cash flow en investeringsbehoeften. Maandelijks rapporteren de lokale verantwoordelijken aan het exploitatiecomité in België, waarbij steeds de vergelijking wordt gemaakt met de forecasts op het vlak van resultaat, cashpositie en gerealiseerde investeringen. Op regelmatige basis worden de buitenlandse entiteiten bezocht teneinde de door hen aangeleverde gegevens te controleren. De aangeleverde resultaten worden op elke vergadering van de raad van bestuur door het management gepresenteerd en toegelicht.
Een beperkt deel van de transacties gebeurt in andere valuta dan de euro. Het betreft hier transacties in PLN en GBP. Gezien de geringe omvang en impact maakt de groep geen gebruik van afgeleide financiële producten om dit risico in te dekken.
De liquiditeitspositie van de groep wordt dagelijks opgevolgd door het management. Daarnaast wordt dit risico in voldoende mate beheerst door gebruik te maken van gespreide financieringsbronnen. De aangetrokken externe financieringen worden centraal beheerd en in de mate van het mogelijke afgesloten voor een termijn die gelijk is aan de duur van het project waarvoor de financiering wordt aangegaan.
De Miko-groep verzekert zich tegen risico's van productaansprakelijkheid en recalls. Daarnaast worden uitgebreide kwaliteitscontroles uitgevoerd op producten bestemd voor de verkoop.
• Externe risico's
Risico's verbonden aan brand, natuurrampen, …
De groep sluit hiervoor verzekeringspolissen af en besteedt bovendien veel aandacht aan interne opleidingen inzake brandveiligheid en preventie.
Maandelijks worden de gerealiseerde resultaten vergeleken met de door de raad van bestuur goedgekeurde budgetten. Naast de financiële indicatoren wordt hierbij tevens de situatie inzake personeelsbeleid en -opleiding geëvalueerd en worden de veranderende marktsituaties besproken, evenals nieuwe opportuniteiten en bedreigingen.
Om in de hele organisatie een coherente en doorzichtige gegevensverwerking te bekomen, behoort het tot de strategie van de Miko-groep om op termijn al haar vestigingen op eenzelfde IT-platform te brengen.
Op regelmatige tijdstippen worden fysieke controles gedaan. Zo worden gedurende het jaar meerdere voorraadcontroletellingen georganiseerd. Tevens worden de buitenlandse entiteiten meermaals bezocht om na te gaan of de door hen verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijke situatie.
Bij elke vergadering wordt de nodige aandacht besteed aan verslaggeving, alsmede aan de vraag aan wie deze verslaggeving moet worden bezorgd. Hierdoor kan de juiste informatie of de afgesproken actie op een efficiënte manier door de groep stromen. Tevens maakt de groep gebruik van grote TV-schermen waarop naast de missie en de waarden van de groep ook operationele en financiële gegevens worden bekendgemaakt.
Het auditcomité van de Miko-groep voert besprekingen met het uitvoerend management met betrekking tot de financiële verslaggeving en gaat na in welke mate het uitvoerend management tegemoet komt aan de aanbevelingen van de externe auditor.
De vennootschap heeft in het intern reglement van het benoemings- en remuneratiecomité de werkwijze vastgelegd voor de ontwikkeling van een remuneratiebeleid en de vastlegging van het remuneratieniveau:
"Op verzoek van de raad van bestuur of op eigen initiatief formuleert het comité aanbevelingen over het remuneratiebeleid voor de bestuurders. Het comité bereidt ter zake de voorstellen aan de algemene vergadering voor.
Op verzoek van de raad van bestuur of op eigen initiatief formuleert het comité aanbevelingen over het remuneratiebeleid voor de CEO. Deze aanbevelingen hebben minstens betrekking op:
- de voornaamste contractuele bepalingen, met inbegrip van de belangrijkste kenmerken van de pensioenplannen
Het comité adviseert de CEO omtrent het remuneratiebeleid voor de leden van het exploitatiecomité (met uitzondering van de CEO zelf) en de personen die belast zijn met de algemene dagelijkse leiding van de buitenlandse dochtervennootschappen. Deze adviezen hebben minstens betrekking op:
- de voornaamste contractuele bepalingen, met inbegrip van de belangrijkste kenmerken van de pensioenplannen
Het comité doet aanbevelingen inzake de individuele remuneratie van de CEO, de leden van het exploitatiecomité en de personen die belast zijn met de algemene dagelijkse leiding van de buitenlandse dochtervennootschappen, met inbegrip van bonussen en lange termijn incentives, al dan niet gerelateerd aan de aandelen van de vennootschap (bijvoorbeeld opties)."
De vennootschap streeft ernaar om via het remuneratiebeleid bekwame leiders aan te trekken, te motiveren en te behouden, door een goed evenwicht te betrachten tussen vaste vergoedingen en incentives (prestatiegebonden vergoedingen, aandelenopties en pensioenplannen).
Aangezien uit een vergelijkende studie van de bestuurdersvergoedingen bij gelijkaardige ondernemingen bleek dat dit een relatief laag bedrag was, en aangezien werd vastgesteld dat dit een obstakel vormde voor het aantrekken van geschikte nieuwe bestuurders, werd op advies van het benoemings- en remuneratiecomité aan de algemene vergadering voorgesteld de bestuurdersvergoedingen op te trekken van 9.000 euro per jaar tot 13.000 euro per jaar, alsmede een bijkomende vergoeding van 2.000 euro per jaar voor de voorzitter van de raad van bestuur.
Dit voorstel werd door de algemene vergadering goedgekeurd.
Het remuneratiebeleid onderging in deze verslagperiode verder geen belangrijke wijzigingen.
Voor de periode van januari tot mei 2013 ontvingen de bestuurders elk een forfaitaire vergoeding van 3.750 euro. Voor de periode van juni tot december 2013 ontvingen ze elk een forfaitaire vergoeding van 7.583 euro. De voorzitter ontving voor deze tweede periode een forfaitaire vergoeding van 8.750 euro. Een en ander gebeurde in uitvoering van de beslissing van de algemene vergadering (zie 4.6.2.).
Artikel 7.6. van de Corporate Governance Code bepaalt dat de remuneratie van de nietuitvoerende bestuurders rekening houdt met hun specifieke rollen, verantwoordelijkheden en tijdsbesteding. Aangezien het benoemings- en remuneratiecomité van oordeel is dat, met uitzondering van de voorzitter, de inspanningen van alle bestuurders ongeveer gelijk zijn, hanteert de vennootschap, behalve voor de voorzitter, geen gedifferentieerde remuneratie.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden vergoedingen of andere voordelen. De voorzitter van de raad van bestuur is nog wel in het bezit van een aantal aandelenopties die hem werden toegekend tijdens zijn mandaat als gedelegeerd bestuurder en CEO.
De CEO van de Miko-groep, Frans Van Tilborg, heeft een zelfstandig statuut.
Het vergoedingspakket van de CEO wordt bepaald op basis van benchmarking. In 2013 bedroeg de totale vergoeding, bruto vóór sociale bijdragen en belastingen, inclusief de voordelen van alle aard, 333.327,41 euro. Dit bedrag bestond uit een vast gedeelte van 199.890,36 euro, een variabel gedeelte van 43.628,71 euro, 77.619,34 euro bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering en 12.189 euro voordelen in natura (wagen, gsm, internetaansluiting, aandelenopties).
De variabele vergoeding is lager dan één vierde van de totale remuneratie en dient bijgevolg niet gespreid te worden in de tijd zoals bepaald in artikel 520ter van het wetboek van vennootschappen.
De betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is afhankelijk van het behalen van de doelstellingen vooropgesteld in de budgetten voor het vorig boekjaar, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur, voor de helft op vlak van EBITDA en voor de helft op vlak van het resultaat na belastingen.
Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De overeenkomst met de CEO voorziet, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar in dienst van de Miko-groep, met een maximum van 18 maanden loon. Dergelijke beëindigingsvergoeding was reeds voorzien in de zelfstandige samenwerkingsovereenkomst met Frans Van Tilborg vóór diens benoeming tot CEO.
De leden van het exploitatiecomité, met uitzondering van Marcel Lammerée, hebben een zelfstandig statuut.
Het vergoedingspakket van de leden van het exploitatiecomité wordt bepaald op basis van benchmarking. Zij ontvingen in 2013 tezamen een totale bruto vergoeding van 1.404.764,41 euro. Dit bedrag bestond uit een vast gedeelte van 840.606,45 euro, een variabel gedeelte van 139.481,12 euro, 319.724,53 euro bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering en 104.952,31 euro voordelen in natura.
De betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is afhankelijk van het behalen van de doelstellingen vooropgesteld in de budgetten voor het vorig boekjaar, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur, voor de helft op vlak van EBITDA en voor de helft op vlak van het resultaat na belastingen.
Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De overeenkomsten met de leden van het exploitatiecomité, met uitzondering van Marcel Lammerée, voorzien, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar dienst, met een maximum van 18 maanden loon. De opname van een dergelijke beëindigingsvergoeding in de overeenkomst was voor elk van de betrokkenen een noodzakelijke voorwaarde voor de aanvaarding van zijn taak.
De leden van het exploitatiecomité hebben de mogelijkheid om in te schrijven op het aandelenoptieplan van de Miko-groep.
Het plan heeft enerzijds tot doel de band tussen de begunstigden en de aandeelhouders te versterken en anderzijds een band te creëren tussen hen en de ontwikkeling van de Mikogroep op langere termijn.
De opties kunnen ten vroegste na drie jaar en, naar keuze van de begunstigde, ten laatste vijf jaar of ten laatste tien jaar na de toekenning ervan worden uitgeoefend.
In 2013 werd een nieuwe regeling voor de uitoefening van de opties ingevoerd. De begunstigde krijgt het recht om aandelen te lenen van een financiële instelling en deze aan de dagkoers te verkopen aan de vennootschap, waarna de vennootschap deze terug verkoopt aan de begunstigde tegen de uitoefenprijs. Ten slotte worden de geleende aandelen teruggegeven aan de financiële instelling.
Zoals voorheen is de het verschil tussen uitoefenprijs en dagkoers verworven voor de begunstigde, zodat de nieuwe regeling geen financiële impact heeft, noch voor de vennootschap, noch voor de begunstigden.
Deze nieuwe regeling biedt het voordeel dat de vennootschap geen reserve aan eigen aandelen dient aan te houden, maar toch, ondanks de relatief beperkte liquiditeit van het aandeel, steeds onmiddellijk een verzoek tot uitoefening van opties kan honoreren.
In het boekjaar 2013 werden de volgende opties uitgeoefend:
| Jaar toekenning | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2009 | 2009 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitoefenperiode | 2008-2014 | 2009-2015 | 2010-2016 | 2011-2017 | 2013-2014 | 2013-2014 |
| Uitoefenprijs | €38,00 | €47,00 | €56,00 | €56,00 | €38,50 | €43,20 |
| Frans Michielsen 1 | 1.000 | 1.000 | ||||
| Frans Van Tilborg | 250 | 1.000 | 1.000 | |||
| Jan Michielsen | 500 | 500 | 1.000 | 500 | ||
| Dirk Hermans | 250 | 500 | 1.000 | |||
| Karl Hermans | ||||||
| Marcel Lammeree | 1.000 | 1.000 | ||||
| Joël Merens | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |||
| Kristof Michielsen | 250 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
| Wim Van Gemert | 250 | 250 | ||||
| Johan Vandervee | 500 | 250 | 1.000 | 1.000 |
1 Het ging om opties die werden toegekend gedurende het mandaat van Frans Michielsen als CEO.
Er werden in het boekjaar 2013 geen nieuwe opties toegekend. Evenmin zijn er opties vervallen.
Het kapitaal van Miko NV is verdeeld in 1.242.000 aandelen zonder vermelding van waarde. Het kapitaal is volledig volstort.
Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen.
De vennootschap heeft geen winstbewijzen, obligaties, converteerbare obligaties of warrants uitgegeven.
Overeenkomstig artikel 461 van het wetboek van vennootschappen, verleent artikel 10 van de statuten de raad van bestuur het recht om de uitoefening van de rechten verbonden aan een aandeel te schorsen indien het aandeel aan meerdere eigenaars toebehoort, totdat één persoon tegenover de vennootschap als aandeelhouder is aangewezen.
Voor het overige bestaan geen statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht. Voor de regels met betrekking tot het uitoefenen van het stemrecht, zie verder (4.7.8.).
Er deden zich in 2013 geen belangrijke wijzigingen voor in de aandeelhoudersstructuur van Miko NV.
De referentieaandeelhouder van de vennootschap is nog steeds de familie Michielsen, die in 1801 begon met het branden en verkopen van koffie. Na de beursgang in 1998 heeft de familie Michielsen nog 55% van de aandelen in bezit gehouden.
Deze aandelen zijn ondergebracht in de Stichting Administratiekantoor (STAK) naar Nederlands recht OKIM en Imko Holding, een NV naar Belgisch recht.
Op balansdatum bezaten de Stichting en Imko Holding samen 687.000 aandelen of 55,31% van het totaal, waarvan 403.710 aandelen of 32,50% eigendom zijn van de Stichting en 283.290 aandelen of 22,81% eigendom zijn van Imko Holding.
Als de ultieme controlerende personen dienen de certificaathouders van STAK OKIM te worden beschouwd, d.w.z. de leden van de familie Michielsen.
De vennootschap staat krachtens een overeenkomst met de Stichting en Imko Holding in voor de betaling van de beheers- en werkingskosten van de Stichting. Bovendien verzorgt de vennootschap de boekhouding van Imko Holding. De kosten die hieraan verbonden zijn bedragen ca. 5.000 euro per jaar. Gelet op het geringe belang van deze overeenkomst in verhouding tot het netto-actief van de vennootschap, is art. 524 van het wetboek van vennootschappen er niet op van toepassing.
De vennootschap heeft een leningovereenkomst afgesloten met Imko Holding. Het totale ontleende bedrag bedroeg op balansdatum 1.875.000 euro. Alvorens te beslissen over de verlenging van deze leningovereenkomst werd de procedure van art. 524 van het wetboek van vennootschappen toegepast.
Het besluit van het comité van drie onafhankelijk bestuurders luidde als volgt:
"Het comité is van oordeel dat het op grond van het belang van de vennootschap kan worden verantwoord om de leningovereenkomst met Imko Holding NV aan te gaan aan de voorgestelde voorwaarden, dat deze beslissing niet kennelijk onrechtmatig is en dat de vennootschap hierdoor niet wordt of werd benadeeld."
Uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur van 25 maart 2014:
"De raad stelt vast dat een verrichting werd voorgesteld die onder toepassing van art. 524 W.Venn. valt (verlenging leningovereenkomst Imko Holding NV). De raad stelt vast dat de in dat artikel bedoelde procedure werd nageleefd. De raad neemt kennis van het verslag van het comité van drie onafhankelijke bestuurders en keurt, overeenkomstig het besluit van dat verslag, de verrichting goed."
"(De commissaris bevestigt) dat, met betrekking tot de voorgestelde verlenging van de leningovereenkomst tussen de vennootschap en Imko Holding NV, de gegevens vermeld in het advies van het comité van drie onafhankelijke bestuurders en in de notulen van de raad van bestuur, getrouw zijn"
Overeenkomstig artikel 6 en volgende van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten op een gereglementeerde markt, en overeenkomstig artikel 8 van de statuten, is iedere aandeelhouder wiens deelneming de drempelwaarden van 3% (37.260 aandelen), 5% (62.000 aandelen), of een veelvoud van 5% over- of onderschrijdt, verplicht hiervan kennis te geven aan de vennootschap en aan de FSMA.
In 2013 ontving de vennootschap geen dergelijke kennisgevingen.
Situatie op 31 december 2013, zoals bekend aan de vennootschap:
| AANDEELHOUDER | AANTAL AANDELEN |
PERCENTAGE AANDELEN |
|---|---|---|
| Stichting Administratiekantoor OKIM | 403.710 | 32,50% |
| Imko Holding NV | 283.290 | 22,81% |
| De Wilg Comm.V. | 53.361 | 4,30% |
| Publiek | 501.639 | 40,39% |
| TOTAAL | 1.242.000 | 100% |
De algemene vergadering is bevoegd voor de benoeming, het ontslag en de vervanging van de bestuurders.
Volgens artikel 14 van de statuten heeft de Stichting Administratiekantoor OKIM een exclusief recht tot voordracht van kandidaten voor de meerderheid van de bestuursmandaten, zolang zij rechtstreeks of onrechtstreeks 25,1% van de aandelen van de vennootschap bezit.
In de praktijk wordt de benoeming van nieuwe bestuurders geregeld door het intern reglement van het benoemings- en remuneratiecomité:
"Het comité beveelt aan de raad van bestuur geschikte kandidaten voor openstaande bestuursmandaten aan. Het volgt hiervoor de procedure beschreven in artikel 4.
Het comité draagt geschikte kandidaten voor de functies van gedelegeerd bestuurder en CEO voor aan de raad van bestuur.
Alle aanbevelingen, voordrachten en benoemingen worden gemotiveerd.
(…)
De voorzitter van de raad van bestuur of een andere niet-uitvoerende bestuurder leidt het benoemingsproces.
Voorafgaandelijk aan elke nieuwe benoeming in de raad van bestuur evalueert het comité welke bekwaamheden, kennis en ervaring reeds aanwezig zijn in de raad van bestuur en welke nodig zijn. Op basis van deze evaluatie stelt het comité een profiel op dat de vereiste rol, bekwaamheden, ervaring en kennis van de nieuwe bestuurder omschrijft.
Het comité zoekt voor de mandaten van onafhankelijke bestuurders kandidaten die voldoen aan het profiel. Het comité gaat voor de kandidaten die worden voorgedragen door de Stichting na of zij voldoen aan het profiel.
De kandidaten worden door het comité gehoord tijdens een interview.
De niet-uitvoerende bestuurders worden op het ogenblik dat zij zich kandidaat stellen bewust gemaakt van de omvang van hun plichten, voornamelijk wat de tijd betreft die zij zullen moeten besteden aan de uitvoering van hun opdracht. De niet-uitvoerende bestuurders zorgen ervoor dat zij over voldoende tijd beschikken om te voldoen aan wat van hen wordt verwacht.
Het comité beveelt aan de raad van bestuur één of meer geschikte kandidaten aan. De aanbeveling wordt gemotiveerd.
De voorzitter van de raad van bestuur ziet erop toe dat de raad van bestuur over voldoende informatie beschikt over de kandidaten, zoals het curriculum vitae, de beoordeling door het comité gebaseerd op het interview van de kandidaten, een lijst van functies die de kandidaten reeds vervullen en eventueel elke andere informatie die nodig is om de onafhankelijkheid van de kandidaten te evalueren.
De raad van bestuur formuleert een voorstel tot benoeming of herbenoeming aan de algemene vergadering.
Voorafgaand aan de benoeming door de algemene vergadering, deelt de raad van bestuur de voordracht van de kandidaten tot onafhankelijk bestuurder ter kennisgeving mee aan de ondernemingsraad.
Het jaarverslag vermeldt op beknopte wijze informatie over de professionele kwaliteiten van nieuw te benoemen bestuurders."
De bestuurders kunnen op elk ogenblik worden ontslagen door de algemene vergadering.
Sinds de buitengewone algemene vergadering van 22 mei 2012 is in de statuten voorzien dat het mandaat van een bestuurder die de leeftijd van zeventig jaar bereikt, van rechtswege eindigt op de volgende algemene vergadering.
De statuten bevatten geen bijzondere regels met betrekking tot de wijziging ervan.
De wettelijke regels zoals vastgelegd in artikel 558 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen zijn van toepassing, hetgeen inhoudt dat de algemene vergadering bevoegd is om de statuten te wijzigen, op voorwaarde dat minstens de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigd is en de voorgestelde wijziging minstens drie vierden van de uitgebrachte stemmen verkrijgt. Indien het voorstel een wijziging van het doel van de vennootschap inhoudt, is een meerderheid van vier vijfden van de uitgebrachte stemmen vereist.
Op de algemene vergadering van 12 mei 2010 werd het volgende besluit genomen:
"De vergadering besluit de verlenging goed te keuren van de machtiging verleend aan de raad van bestuur, om gedurende een periode van vijf jaar over te gaan tot verwerving van eigen aandelen, overeenkomstig artikel 620 § 1, vijfde lid van de vennootschappenwet. Deze machtiging geeft de raad van bestuur de mogelijkheid zonder voorafgaand besluit van de algemene vergadering over te gaan tot verkrijging van eigen aandelen ten belope van maximaal twintig procent van het geplaatst kapitaal. De aankoop of ruil kan geschieden tegen een prijs gelijk aan tenminste vijfentachtig procent en ten hoogste honderdvijftien procent van de laatste slotkoers waaraan deze aandelen genoteerd werden in Eurolist by Euronext Brussel op de dag voorafgaand aan die aankoop of ruil. Deze machtiging geldt voor een periode van vijf jaar vanaf de bekendmaking van bovenvermelde beslissing in de Bijlage van het Belgisch Staatsblad en kan, overeenkomstig artikel 620 en volgende van de vennootschappenwet, worden hernieuwd."
Dit besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juni 2010.
Artikel 6bis van de statuten, zoals ingevoegd bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 22 mei 2012, luidt als volgt:
"Toegestaan kapitaal. – De raad van bestuur is bevoegd om, in een of meer malen, het geplaatst maatschappelijk kapitaal te verhogen met een bedrag gelijk aan dat maatschappelijk kapitaal, of om onder dezelfde voorwaarden converteerbare obligaties of warrants uit te geven. Deze bevoegdheid mag eveneens gebruikt worden voor kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties of van warrants waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten, de kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, en kapitaalverhogingen die geschieden door omzetting van de reserves."
Op de buitengewone algemene vergadering van 22 mei 2012 werd het volgende besluit genomen:
"De algemene vergadering machtigt de raad van bestuur om, in afwijking van artikel 607, eerste lid van het wetboek van vennootschappen, het kapitaal te verhogen door inbreng in natura of in geld met beperking of opheffing van het voorkeurrecht van de aandeelhouders, en om stemrechtverlenende effecten uit te geven die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen of effecten die recht geven op inschrijving op of op verkrijging van dergelijke effecten, zelfs indien genoemde effecten of rechten niet bij voorkeur worden aangeboden aan de aandeelhouders naar evenredigheid van het kapitaal dat door hun aandelen wordt vertegenwoordigd, op voorwaarde echter dat de aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging vanaf hun uitgifte volledig volgestort zijn, de uitgifteprijs van de aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging niet minder bedraagt dan de prijs van het bod, en het aantal aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging niet meer bedraagt dan een tiende van de voor de kapitaalverhoging uitgegeven aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen. Deze machtiging is geldig voor een periode van drie jaar."
Dit besluit werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 juni 2012.
De raad van bestuur maakte in 2013 geen gebruik van deze machtigingen, met uitzondering van de verwerving van kleine aantallen eigen aandelen met het oog op de uitvoering van aandelenopties die werden toegekend aan de leden van het uitvoerend management.
Op balansdatum had de vennootschap geen eigen aandelen meer in haar bezit.
Elke aandeelhouder heeft het recht aanwezig te zijn op de algemene vergadering en er zijn stem uit te brengen. Elk aandeel geeft recht op een stem.
Om te kunnen deelnemen aan de algemene vergadering dient de aandeelhouder voortaan op de registratiedatum zijn aandelen te laten registreren. De registratiedatum is de veertiende dag vóór de datum van de algemene vergadering om vierentwintig uur Belgische tijd. De registratie gebeurt door inschrijving van de aandelen in het aandelenregister van de vennootschap (voor aandelen op naam), door de plaatsing op een effectenrekening (voor gedematerialiseerde aandelen) of door de voorlegging van de aandelen aan de financiële instelling (voor aandelen aan toonder).
Voor wat betreft de gedematerialiseerde aandelen en de aandelen aan toonder zal de aandeelhouder van zijn financiële instelling een attest krijgen waarmee hij kan aantonen hoeveel aandelen hij op de registratiedatum bezat.
Bovendien dient de aandeelhouder uiterlijk op de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering aan de vennootschap te melden dat hij wil deelnemen aan de algemene vergadering. Deze melding kan gebeuren op het e-mailadres [email protected] of via de gewone post.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake kunnen de aandeelhouders schriftelijke vragen richten aan de bestuurders en de commissaris, of bijkomende punten aan de agenda doen toevoegen. De statuten schrijven in dit verband geen regels voor die afwijken van de wettelijke bepalingen.
De aandeelhouder kan een volmachtdrager aanduiden om in zijn naam de algemene vergadering bij te wonen en er te stemmen. Een volmachtformulier wordt ter beschikking gesteld op de website van de vennootschap. Het ingevulde formulier moet uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de algemene vergadering aan de vennootschap worden bezorgd, via het e-mailadres [email protected] of via de gewone post.
Op de algemene vergadering van 28 mei 2013 werd de burgerlijke vennootschap PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren, met zetel te 1932 Sint-Stevens-Woluwe, Woluwe Garden, Woluwedal 18, met als vaste vertegenwoordiger de heer Filip Lozie, herbenoemd tot commissaris. Het mandaat loopt tot de jaarvergadering van 2016.
Voor de controle van de jaarrekening van Miko NV werd aan de commissaris een ereloon van 8.200 euro betaald.
Voor de controle van de jaarrekeningen van de verschillende dochtervennootschappen werd aan de commissaris een ereloon van in totaal 111.438 euro betaald.
Daarnaast werd voor andere dienstverlening door alle vennootschappen van de groep samen een bedrag van 1.940 euro betaald aan vennootschappen waarmee de commissaris een beroepsmatig samenwerkingsverband heeft.
Miko NV heeft een garantie verleend aan de volgende entiteiten teneinde hen toe te laten gebruik te maken van de vrijstelling om hun jaarlijks financieel verslag te laten auditeren, zoals toegelaten onder Secties 479A en 479C van de Companies Act 2006 in het Verenigd Koninkrijk:
Er deden zich na het einde van het boekjaar 2013 geen belangrijke gebeurtenissen voor.
De Miko-groep heeft in 2013 een bedrag van ca. 1 miljoen euro gespendeerd aan onderzoek en ontwikkeling. Het gaat voornamelijk om kosten voor de ontwikkeling van nieuwe matrijzen in het kunststofsegment.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
De raad van bestuur bevestigt dat de waarderingsregels die in de toelichting bij de jaarrekening zijn opgenomen, correct en verantwoord zijn. In de huidige omstandigheden zal de onderneming met de bestaande relevante factoren vermoedelijk een winst blijven realiseren, waardoor de continuïteit van de onderneming gewaarborgd is.
De vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten in een mate die van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat.
Er zijn geen verschillende categorieën aandelen. Voor meer informatie en voor de aandeelhoudersstructuur, zie punt 4.7. van dit verslag.
Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen.
Volgens artikel 14 van de statuten heeft de Stichting Administratiekantoor OKIM een exclusief recht tot voordracht van kandidaten voor de meerderheid van de bestuursmandaten, zolang zij rechtstreeks of onrechtstreeks 25,1% van de aandelen van de vennootschap bezit. Zie ook punt 4.7.5. van dit verslag.
Voor het overige zijn aan de effecten geen bijzondere zeggenschapsrechten verbonden.
Er bestaan geen aandelenplannen voor werknemers waarvan de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend.
Overeenkomstig artikel 461 van het wetboek van vennootschappen, verleent artikel 10 van de statuten de raad van bestuur het recht om de uitoefening van de rechten verbonden aan een aandeel te schorsen indien het aandeel aan meerdere eigenaars toebehoort, totdat één persoon tegenover de vennootschap als aandeelhouder is aangewezen.
Voor het overige bestaan geen statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht. Voor de regels met betrekking tot het uitoefenen van het stemrecht, zie punt 4.7.8. van dit verslag.
Voor zover aan de vennootschap bekend, bestaan er geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht.
Voor de benoeming en vervanging van bestuurders: zie punt 4.7.5. van dit verslag.
Voor statutenwijzigingen zijn de regels van het wetboek van vennootschappen van toepassing.
De raad van bestuur heeft in het algemeen de taken en bevoegdheden die hem door of krachtens het wetboek van vennootschappen zijn toegekend.
In de statuten en door diverse besluiten van de algemene vergadering zijn aan de raad van bestuur uitgebreide bevoegdheden toegekend inzake inkoop van eigen aandelen en verhoging van het kapitaal. Zie punt 4.7.7. van dit verslag voor meer informatie.
Voor zover de vennootschap partij zou zijn bij overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle na een openbaar overnamebod, is de raad van bestuur van oordeel dat deze overeenkomsten ofwel van ondergeschikt belang zijn ofwel van zodanige aard zijn dat de openbaarmaking ervan de vennootschap ernstig zou schaden.
Er zijn tussen de vennootschap en haar dochtervennootschappen enerzijds, en de bestuurders of werknemers van de vennootschap of haar dochtervennootschappen anderzijds, geen overeenkomsten afgesloten die in specifieke vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
De normale regels voor de beëindiging van de bestuurders- resp. arbeidsovereenkomsten zullen in voorkomend geval van toepassing zijn. Zie hiervoor o.m. punt 4.6.4. en 4.6.5. van dit verslag.
| Statutair resultaat 2013 | 1.025.241,52 euro |
|---|---|
| Overgedragen resultaat 2012 | 617,30 euro |
| Onttrekking aan de beschikbare reserves | 415.000,00 euro |
| Vergoeding van het kapitaal | 1.440.720,00 euro |
| Brutodividend per aandeel | 1,16 euro |
| Nettodividend per aandeel | 0,87 euro |
| Over te dragen saldo | 138,82 euro |
Wij verzoeken de algemene vergadering dit jaarverslag en de jaarrekening over het boekjaar 2013 goed te keuren en de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen.
Opgesteld te Turnhout op 25 maart 2014.
Namens de raad van bestuur,
Jan Michielsen Frans Van Tilborg
Gedelegeerd bestuurder Gedelegeerd bestuurder CEO
Miko NV en haar dochtervennootschappen (samen de Miko-groep genoemd) produceren en verdelen koffie- en kunststofproducten aan de professionele gebruiker. De productievestigingen bevinden zich in België en Polen, en de producten worden voornamelijk in Europa verdeeld.
De maatschappelijke zetel van Miko NV bevindt zich op Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout (België). De groep stelde per 31 december 2013 758 personen te werk, tegenover 700 personen eind vorig jaar.
De resultaten werden op 28 maart 2014 publiek gemaakt, na goedkeuring door de raad van bestuur op 25 maart 2014. De financiële staten zullen op 21 april 2014 ter beschikking van de aandeelhouders zijn.
De resultaten alsook de dividenduitkering zijn definitief na goedkeuring door de gewone algemene vergadering van Miko NV die zal worden gehouden op 27 mei 2014.
De aandelen van Miko NV zijn genoteerd op Euronext Brussel.
| Toelichting | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 148.825 | 138.469 | |||||
| Opbrengsten uit de verkoop van goederen |
144.351 | 134.468 | |||||
| Huurinkomsten | 4.226 | 3.682 | |||||
| Opbrengsten verkopen vaste activa | 248 | 319 | |||||
| Overige exploitatiebaten | 8.1 | 3.291 | 2.724 | ||||
| Grond- en hulpstoffen | 8.2 | 77.325 | 73.077 | ||||
| Personeelskosten | 8.3 | 33.725 | 30.692 | ||||
| Afschrijving en amortisaties | 9.1-9.2 | 8.872 | 7.820 | ||||
| Overige exploitatiekosten | 8.1 | 22.287 | 20.822 | ||||
| Totale kosten | -142.208 | -132.411 | |||||
| Winst uit operationele activiteiten vóór belasting en financieringskosten |
9.909 | 8.782 | |||||
| Netto financieel resultaat | -697 | -618 | |||||
| Financiële baten | 8.4 | 282 | 322 | ||||
| Financiële lasten | 8.4 | -979 | -940 | ||||
| Winst vóór belastingen | 9.211 | 8.164 | |||||
| Vennootschapsbelasting | 8.5 | 1.919 | 1.685 | ||||
| Nettowinst van de groep | 7.293 | 6.479 | |||||
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 172 | 60 | |||||
| Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO |
7.121 | 6.419 | |||||
| Gewone winst per aandeel, Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in euro) |
9.15 | 5,73 | 5,17 | ||||
| Verwaterde winst per aandeel, Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in euro) |
9.15 | 5,71 | 5,16 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 10 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
Geconsolideerd overzicht van het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat van het boekjaar | 7.293 | 6.479 | ||
| Valutakoersverschillen (reclasseerbaar naar resultaat) | -463 | 1.022 | ||
| Overige baten en lasten (niet-reclasseerbaar naar resultaat) |
-18 | 0 | ||
| Totaal van gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat | 6.812 | 7.501 | ||
| Toerekenbaar aan aandeelhouders Miko | 6.635 | 7.443 | ||
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 177 | 58 |
| Toelichting | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||||
| Vaste activa | |||||
| Materiële vaste activa | 9.1 | 41.868 | 35.624 | ||
| Immateriële vaste activa | 9.2 | 16.214 | 4.928 | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 9.11 | 581 | 552 | ||
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar |
9.3 | 375 | 291 | ||
| Totaal vaste activa | 59.038 | 41.395 | |||
| Vlottende activa | |||||
| Voorraden | 9.4 | 21.311 | 21.323 | ||
| Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar |
9.5 | 27.551 | 26.738 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
9.6 | 10.162 | 12.090 | ||
| Totaal vlottende activa | 59.024 | 60.151 | |||
| Totaal activa | 118.062 | 101.546 | |||
| PASSIVA | |||||
| Eigen vermogen | |||||
| Geplaatst kapitaal | 5.065 | 5.065 | |||
| Reserves en overgedragen resultaat |
61.543 | 58.215 | |||
| Omrekeningsverschillen | -86 | 376 | |||
| Totaal eigen vermogen voor Miko-aandeelhouders |
66.522 | 63.657 | |||
| Minderheidsbelangen | 787 | 439 | |||
| Totaal eigen vermogen | 67.309 | 64.095 | |||
| Schulden op meer dan één jaar | |||||
| Rentedragende leningen op meer dan één jaar |
9.8 | 16.659 | 9.148 | ||
| Verplichtingen inzake personeel | 9.10 | 634 | 476 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen |
9.12 | 3.870 | 3.197 | ||
| Handelsschulden en overige schulden op meer dan één jaar |
9.9 | 794 | 944 | ||
| Langlopende voorzieningen, | 9.10 | 508 | 56 | ||
| Totaal schulden op méér dan één jaar |
22.464 | 13.821 | |||
| Schulden op ten hoogste één jaar | |||||
| Rentedragende leningen op ten hoogste één jaar |
9.8 | 9.271 | 6.879 | ||
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden |
9.9 | 5.271 | 3.325 | ||
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar |
9.9 | 13.747 | 13.426 | ||
| Totaal schulden op ten hoogste | 28.289 | 23.630 | |||
| één jaar | |||||
| Totaal passiva | 118.062 | 101.546 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 10 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
| Kapitaal | Reserves 1 en over gedragen resultaat |
Om rekenings verschillen |
Minder heids belangen |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Balans op 01/01/2012 | 5.065 | 52.877 | -648 | 426 | 57.720 |
| Winst van het boekjaar | 6.419 | 60 | 6.479 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 1.024 | -2 | 1.022 | ||
| Subtotaal | 5.065 | 59.296 | 376 | 484 | 65.221 |
| Waarde van het aandelenoptieplan | 111 | 111 | |||
| Inkoop van eigen aandelen | 0 | ||||
| Overige | 0 | ||||
| Dividend gerelateerd aan 2011 | -1.192 | -45 | -1.237 | ||
| Toename/(afname) aandeel van derden door wijziging deelnameverhouding |
|||||
| Balans op 31/12/2012 | 5.065 | 58.215 | 376 | 439 | 64.095 |
| Winst van het boekjaar | 7.121 | 172 | 7.262 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -23 | -463 | 5 | -481 | |
| Subtotaal | 5.065 | 65.313 | -86 | 616 | 70.908 |
| Waarde van het aandelenoptieplan | -352 | -352 | |||
| Inkoop van eigen aandelen | 0 | ||||
| Overige | -1.893 | -1.893 | |||
| Dividend gerelateerd aan 2012 | -1.317 | -60 | -1.377 | ||
| Toename/(afname) aandeel van derden door wijziging deelnameverhouding |
-207 | 232 | 24 | ||
| Balans op 31/12/2013 | 5.065 | 61.543 | -86 | 787 | 67.309 |
1 De reserves bevatten onbeschikbare reserves ten bedrage van 1.973 KEUR in 2013 (1.713 KEUR in 2012).
| Toelichting | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| Operationele activiteiten | |||||
| Winst uit operationele activiteiten vóór belasting en financieringskosten (EBIT) |
2 | 9.909 | 8.782 | ||
| Vennootschapsbelasting | 2 | -1.919 | -1.685 | ||
| Niet-kaskosten | |||||
| Afschrijvingen en amortisaties, waardeverminderingen | 9.1-9.2 | 8.872 | 7.820 | ||
| Andere niet-kaskosten | 652 | 379 | |||
| Werkkapitaal | |||||
| (Toename)/daling handels- en overige vorderingen op meer dan 1 jaar |
9.3 | - 84 | 297 | ||
| (Toename)/daling voorraden | 8.2 | 12 | -934 | ||
| (Toename)/daling handels- en overige vorderingen minder dan 1 jaar |
9.5 | - 813 | -2.904 | ||
| Toename/(daling) te betalen belastingen en sociale lasten | 9.9 | 1.946 | -200 | ||
| Toename/(daling) handels- en overige schulden op meer dan 1 jaar |
9.9 | -151 | -162 | ||
| Toename/(daling) handels- en overige schulden op minder dan 1 jaar |
9.9 | 321 | 268 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 18.745 | 11.661 | |||
| Investeringsactiviteiten | |||||
| Aankopen immateriële vaste activa | 9.2 | -12.947 | -20 | ||
| Aankopen materiële vaste activa | 9.1 | -14.290 | -10.609 | ||
| Verkopen materiële vaste activa | 9.1-9.2 | 778 | 4.010 | ||
| Andere | 9.1-9.2 | -80 | 0 | ||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -26.539 | -6.619 | |||
| Financiële activiteiten | |||||
| Aankoop eigen aandelen | 4 | 0 | 0 | ||
| Dividenden | 4 | -1.377 | -1.237 | ||
| Andere | 4 | 7 | -3 | ||
| Opname van leningen | 9.8 | 11.250 | 2.950 | ||
| Aflossing van leningen | 9.8 | -3.201 | -3.437 | ||
| Intresten | 8.4 | -697 | -618 | ||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | 5.982 | -2.345 | |||
| Omrekeningsverschillen | -77 | 333 | |||
| Totale kasstroom | -1.889 | 3.030 | |||
| Liquide middelen (kassa en bank) begin boekjaar | 9.6 | 11.280 | 8.250 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 18.745 | 11.661 | |||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -26.539 | -6.619 | |||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | 5.982 | -2.345 | |||
| Omrekeningsverschillen | -77 | 333 | |||
| Liquide middelen (kassa en bank) einde boekjaar | 9.6 | 9.391 | 11.280 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 10 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
Deze geconsolideerde jaarrekening van Miko NV op 31 december 2013 werd opgesteld overeenkomstig de toepasselijke voorschriften onder IFRS ("International Financial Reporting Standards"), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze omvatten alle IFRS-normen en IFRIC-interpretaties ("International Financial Reporting Committee") uitgegeven en van toepassing of vervroegd toegepast op 31 december 2013. Deze normen en interpretaties, zoals aangenomen door de Europese Unie, komen overeen met de normen en interpretaties uitgegeven door de IASB ("International Accounting Standards Board") en van toepassing op 31 december 2013, met uitzondering van elementen van IAS 39 die niet aangenomen werden door de Europese Unie; deze zijn evenwel niet van toepassing voor de Miko-groep.
De volgende standaarden, wijzigingen en interpretaties die in 2013 van toepassing zijn geworden werden als relevant voor de Miko-groep bevonden:
De volgende standaarden, wijzigingen en interpretaties zijn verplicht van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2013, doch zijn niet relevant voor de Miko-groep en haar operaties:
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van Miko NV en haar dochterondernemingen. De lijst van de dochterondernemingen van de groep is opgenomen in punt 9.16.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de moedervennootschap worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer Miko bij machte is om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. Miko oordeelt dat er tevens sprake is van controle indien de groep minder dan 50% van de stemrechten bezit, maar in staat is om het financiële en operationele beleid te bepalen op grond van de facto zeggenschap. De facto zeggenschap kan zich o.m. voordoen in omstandigheden waarbij de grootte van de stemrechten van de groep in vergelijking tot de grootte en de spreiding van de stemrechten van andere aandeelhouders de groep de macht geeft om het financiële en operationele beleid te bepalen.
De deelnemingen in dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de dag waarop de controle wordt overgedragen aan Miko en houden op geconsolideerd te zijn vanaf de dag waarop de controle door Miko wordt overgedragen. Intragroepsbalansen en verrichtingen en aldus niet-gerealiseerde winsten of verliezen tussen ondernemingen van de groep worden geëlimineerd. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de dochterondernemingen aangepast om ervoor te zorgen dat de geconsolideerde financiële gegevens uitgewerkt worden volgens uniforme boekhoudregels.
Om de jaarrekeningen op te maken in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal inschattingen en hypotheses te maken die een weerslag hebben op de bedragen die in de jaarrekening en de bijlagen worden vermeld.
De inschattingen die op elke rapporteringsdatum worden gemaakt weerspiegelen de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld rentevoeten en buitenlandse wisselkoersen). Hoewel deze inschattingen door het management worden uitgevoerd met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de groep zou kunnen ondernemen, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van die inschattingen.
De belangrijkste inschatting die een risico inhoudt van aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar is het toetsen van goodwill op waardeverminderingen. Deze inschattingen vereisen het toepassen van hypotheses en parameters zoals toekomstige bedrijfsresultaten en disconteringsvoeten.
De raad van bestuur meent dat voor de veronderstellingen, verwachtingen en prognoses een redelijke basis bestaat, die tot gevolg heeft dat de waardering van de activa en passiva op 31 december 2013 niet significant wordt beïnvloed door deze inschattingen en hypotheses.
De rapporteringsvaluta voor de groep is de euro. Transacties in vreemde valuta worden bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum.
De omrekeningsverschillen in het eigen vermogen hebben betrekking op de omrekening van buitenlandse activiteiten waarbij de gehele balans aan slotkoers wordt omgerekend en de resultatenrekening aan gemiddelde koers. Het betreft hier dus entiteiten waarvan de functionele valuta niet de euro is.
Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit een monetaire post die deel uitmaakt van de netto-investering van de verslaggevende entiteit in een buitenlandse dochteronderneming, worden opgenomen in de resultatenrekening van de enkelvoudige jaarrekening van de verslaggevende entiteit of in de jaarrekening van de buitenlandse entiteit. In de geconsolideerde jaarrekening worden dergelijke wisselkoersverschillen, die aanvankelijk worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten, in het eigen vermogen verwerkt. Ze worden van het eigen vermogen naar de winst of het verlies geherclassificeerd bij afstoting van de netto-investering.
Alle andere wisselkoersverschillen, waaronder de omrekening van de monetaire activa en passiva, worden in de resultatenrekening opgenomen aan slotkoers op de afsluitdatum.
Volgende wisselkoersen zijn gebruikt om de omrekeningen te doen van de entiteiten die niet in euro rapporteren:
| 2013 | 2012 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde jaarkoers |
Slotkoers | Gemiddelde jaarkoers |
Slotkoers | ||
| GBP | 1,1774 | 1,1995 | 1,2332 | 1,2253 | |
| PLN | 0,2382 | 0,2407 | 0,2388 | 0,2455 | |
| CZK | 0,0385 | 0,0365 | 0,0398 | 0,0398 | |
| DKK | 0,1341 | 0,1341 | |||
| SEK | 0,1156 | 0,1129 | |||
| AUD | 0,7258 | 0,6484 | 0,8060 | 0,7867 |
De immateriële vaste activa bestaan voornamelijk uit goodwill, kosten voor merken en licenties en van derden verworven cliënteel.
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnamesom voor een verworven activiteit en de reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen op de overnamedatum. Miko toetst jaarlijks de goodwill op bijzondere waardeverminderingen, of vaker indien gebeurtenissen of veranderende omstandigheden erop wijzen dat de goodwill mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan; dit overeenkomstig IAS 36, "Bijzondere waardevermindering van activa".
De gefaseerde overnames worden in de jaarrekening verwerkt volgens de "economic entity approach". Rekening houdende met de in de geconsolideerde balans aanwezige belangen van derden wordt de meerprijs in mindering van het eigen vermogen gebracht.
Negatieve consolidatieverschillen worden vastgesteld indien de verwervingsprijs van een nieuwe deelneming lager is dan de waarde van het aandeel van Miko in de netto actiefwaarde van de nieuwe deelneming. Deze consolidatieverschillen worden onmiddellijk opgenomen in het resultaat.
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden geboekt onder "afschrijvingen en amortisaties" in de resultatenrekening.
De immateriële vaste activa andere dan goodwill worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele gecumuleerde waardeverminderingen. De restwaarde van de immateriële vaste activa wordt verondersteld nul te zijn.
De uitgaven voor research worden onmiddellijk in kosten genomen. De kosten van ontwikkeling van een project worden geactiveerd. Een project is in fase van ontwikkeling als is aangetoond dat een toekomstige bijdrage in de winst van het bedrijf te verwachten is.
De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur van de activa. Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:
| Rubriek | Duur |
|---|---|
| Ontwikkelingskosten | 5 jaar |
| Merken en licenties | 5 jaar |
| Cliënteel | 10-15 jaar |
De afschrijvingen van de immateriële vaste activa worden geboekt onder "afschrijvingen en amortisaties" in de resultatenrekening.
De rentelasten op leningen worden niet opgenomen in de aankoopprijs van de immateriële vaste activa.
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. De kosten van verbeteringen worden geactiveerd (dit is wanneer toekomstige economische voordelen zullen voortvloeien uit het materieel vast actief), terwijl onderhoudskosten ten laste van het resultaat worden gebracht zodra zij worden gemaakt.
De afschrijvingen van een actief starten zodra het klaar is voor zijn bestemd gebruik. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de geraamde economische levensduur van het actief.
Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:
| Rubriek | Duur | Lineair |
|---|---|---|
| Gebouwen | 40 jaar | 2,50% |
| Installaties en machines | 3-10 jaar | 33,3% -10% |
| Uitrustingsgoederen: koffiemachines | 5-8 jaar | 20% -12,5% |
| Uitrustingsgoederen: voertuigen | 5 jaar | 20% |
| Uitrustingsgoederen: divers materiaal | 3-10 jaar | 33,3% -10% |
De geschatte economische levensduur, evenals de resterende boekwaarde van de activa worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig. Terreinen hebben een onbepaalde economische levensduur.
De kosten verbonden aan leningen worden, in lijn met IAS 23, opgenomen in de kostprijs van de materiële vaste activa.
De groep beoordeelt of vaste activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan indien gebeurtenissen of veranderende omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde van de activa hoger ligt dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde wordt berekend als de hoogste van de netto-opbrengstwaarde en de huidige waarde van de geschatte toekomstige kasstromen uit het gebruik van het bedrijfsmiddel en de uiteindelijke afstoting.
Ten behoeve van deze beoordeling worden vaste activa samengebracht op het laagste niveau van de identificeerbare kasstromen. Indien een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is geweest, wordt de opgenomen bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde van het actief en ten laste gebracht van het bedrijfsresultaat. De belangrijkste schattingen die worden gemaakt bij de bepaling van de huidige waarde van toekomstige kasstromen hebben betrekking op de keuze van de juiste disconteringsvoet, het aantal jaren dat in de kasstroomprognoses wordt betrokken, en de restwaarde van de activa.
De groep beoordeelt in de jaren na een bijzondere waardevermindering of er aanwijzingen bestaan dat een opgenomen bijzondere waardevermindering van een vast actief (met uitzondering van goodwill) mogelijk moet worden teruggenomen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van dat actief herberekend en wordt de boekwaarde verhoogd tot de herziene realiseerbare waarde. De toename wordt ten gunste van het bedrijfsresultaat gebracht. Een terugneming wordt alleen verwerkt indien deze voortvloeit uit een wijziging in de veronderstellingen die gebruikt zijn om de realiseerbare waarde te berekenen. De toename van de boekwaarde naar aanleiding van een terugneming van een bijzondere waardevermindering mag niet verder gaan dan tot de boekwaarde van het actief die zou hebben gegolden indien de oorspronkelijke bijzondere waardevermindering zich niet had voorgedaan.
Leaseovereenkomsten waarbij de groep vrijwel alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overneemt, worden geclassificeerd als financiële leases. Andere leaseovereenkomsten worden geclassificeerd als operationele leases. Vaste activa die worden verworven via financiële leasing, worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. Ze worden lineair afgeschreven over de gebruiksduur.
Leasebetalingen ingevolge operationele leases worden opgenomen in de resultatenrekening over de verslagperioden van de looptijd van de lease.
De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogengemiddelde-kostprijs-methode, of tegen netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.
De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs, conversiekosten en andere kosten gemaakt om de voorraden in hun huidige staat en op hun huidige plaats te krijgen. Administratieve kosten die er niet toe bijdragen om de voorraadgoederen op hun huidige locatie of in hun huidige staat te brengen, verkoopkosten, opslagkosten en abnormale kosten in verband met verloren goederen worden niet opgenomen in de voorraad. De allocatie van vaste productiekosten vindt plaats op basis van de normale productiecapaciteit.
De netto opbrengstwaarde wordt bepaald op basis van de normale verkoopprijs verminderd met de kosten om de verkoop te realiseren.
Verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch afgeboekt.
Vorderingen op lange en korte termijn worden initieel in de balans opgenomen tegen de werkelijke waarde en vervolgens gewaardeerd op basis van de verdisconteerde waarde van de vorderingen. Wanneer de verdiscontering geen materieel effect geeft, wordt echter de nominale waarde opgenomen. Vorderingen worden afgeschreven wanneer de inning of gedeeltelijke inning onzeker of dubieus is. Er wordt een individuele beoordeling gemaakt van de recupereerbaarheid van de vorderingen. De toename of afname van de provisie voor dubieuze vorderingen wordt in de resultatenrekening geboekt onder "overige exploitatiekosten".
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten alle contanten, tegoeden op bankrekeningen, bankvoorschotten in rekening-courant en investeringen met een initiële looptijd van minder dan drie maanden.
Negatieve banksaldi worden in de geconsolideerde balans opgenomen onder de rentedragende leningen op minder dan één jaar. Voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden deze echter opgenomen onder de liquide middelen (zie punt 9.6.).
De dividenden worden geboekt als schuld in de periode waarin ze worden toegekend. De definitieve toekenning gebeurt op de algemene vergadering van aandeelhouders die de resultaten van het betreffende boekjaar goedkeurt.
Eigen aandelen, aangekocht door de moederonderneming of door één van de dochters, worden voor het betaalde bedrag in mindering gebracht van het eigen vermogen.
Alle kredieten en leningen worden initieel opgenomen tegen kostprijs, meer bepaald de reële waarde van de ontvangen vergoeding na aftrek van de uitgiftekosten verbonden aan de leningen. Na de initiële opname worden de schulden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs met afschrijving van verdisconteringen of premies in de resultatenrekening.
De kostprijs van alle korte- en langetermijnvoordelen voor personeelsleden, zoals lonen en salarissen, betaald verlof, bonussen en andere, worden opgenomen gedurende de periode waarin het personeelslid de desbetreffende dienst verleent. De groep neemt deze kosten enkel op indien zij er wettelijk of feitelijk toe verplicht is een dergelijke betaling uit te voeren en indien er een betrouwbare raming van het passief kan worden gemaakt.
Voor de op aandelen gebaseerde betalingen wordt de waarde van het verloningsplan berekend op basis van de methode van Black Scholes. De hieruit voortvloeiende waardering wordt ten laste van het resultaat genomen gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2, "share-based payments". In de balans wordt hiervoor een schuld weergegeven.
Volgende criteria zijn weerhouden om de waarden van het verloningsplan te berekenen:
| Toekenningsdatum | 2011 | 2012 1 | 2013 1 |
|---|---|---|---|
| Resterende levensduur optie |
1 jaar | 8 jaar | 9 jaar |
| Volatiliteit aandelenprijs | 17,80% | 17,80% | 17,80% |
| Risicovrije interestvoet | 2,68% | 2,68% | 2,68% |
1 In 2012 en 2013 werden aandelenopties uitgegeven met een levensduur van 10 jaar en een levensduur van 5 jaar. Voor meer details hierover wordt verwezen naar punt 4.6.6. van het jaarverslag en naar punt 9.14. van de jaarrekening.
De volatiliteit van de aandelenprijs is berekend aan de hand van de dagelijkse noteringen van het aandeel op Euronext Brussel.
De voorzieningen voor brugpensioenen worden opgesteld conform de wettelijke bepalingen die in elk land van toepassing zijn, waarbij wordt gekeken naar het personeelsbestand dat in aanmerking komt om op brugpensioen te gaan, alsook naar de personen die de duidelijke beslissing hebben genomen om op brugpensioen te gaan. Op 31 december 2013 zijn er geen indicaties dat de werknemers die in aanmerking komen voor brugpensioen, maar de beslissing nog niet hebben genomen, gebruik zullen maken van deze regeling. Hiervoor werd bijgevolg geen voorziening aangelegd.
Voor bepaalde premies, die bekomen kunnen worden over een tijdspanne van meer dan één jaar, worden bijkomende voorzieningen aangelegd.
Een verplichting met betrekking tot pensioenregelingen is opgenomen in de balans. Het betreft een "defined contribution"-plan waarbij de groep vastgestelde bijdragen betaalt aan een pensioenfonds. Deze bijdragen worden opgenomen in het resultaat onder de personeelskosten op het moment dat deze verschuldigd zijn. Het garanderen van het wettelijk minimumrendement is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Jaarlijks wordt door de verzekeringsmaatschappij berekend of dit rendement werd behaald. Het is in het verleden nog nooit nodig gebleken een bijkomende storting te doen om aan dit minimumrendement te voldoen. Dit was ook in 2013 niet het geval.
Zie hierover tevens punt 8.3.1.
Miko vormt voorzieningen voor verplichtingen en waarschijnlijke verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker, maar redelijkerwijze in te schatten is. Er wordt een voorziening opgenomen indien de groep (a) een bestaande wettelijke of feitelijke verplichting heeft die voortvloeit uit gebeurtenissen uit het verleden, (b) het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen die economische voordelen inhouden, vereist zal zijn en (c) het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Een gebeurtenis uit het verleden wordt geacht aanleiding te geven tot een bestaande verplichting indien, rekening houdend met de beschikbare bewijsstukken, het op balansdatum meer waarschijnlijk lijkt dan niet dat er een bestaande verplichting bestaat.
Handelsschulden worden in de balans opgenomen tegen de verdisconteerde waarde, tenzij de impact van verdiscontering immaterieel is.
Uitgestelde belastingen worden geboekt voor de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van alle activa en passiva in de geconsolideerde balans en hun respectievelijke belastbare basis. Uitgestelde belasting is niet mogelijk voor verschillen betreffende goodwill waarvan de afschrijving fiscaal niet aftrekbaar is.
Uitgestelde belastingvorderingen verbonden aan verrekenbare tijdelijke verschillen en nietgebruikte overgedragen belastingverliezen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst gerealiseerd zal worden waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen of de niet-gebruikte belastingverliezen kunnen worden gecompenseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden berekend tegen de aanslagvoeten die naar verwachting zullen worden toegepast in de periode waarin het actief zal worden gerealiseerd of het passief zal worden afgewikkeld op basis van de aanslagvoeten (en belastingwetten) die bij wet (substantieel) werden vastgelegd op balansdatum.
De opbrengsten worden opgenomen voor zover de economische voordelen naar alle waarschijnlijkheid naar de groep zullen toestromen en de opbrengsten getrouw kunnen worden gewaardeerd.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden geboekt wanneer de goederen zijn geleverd en de risico's en voordelen zijn overgedragen.
Opbrengsten uit de verhuur van goederen (met name koffietoestellen) worden in het resultaat opgenomen op het ogenblik dat de periodieke huurbetalingen verschuldigd worden. Het gaat om huurcontracten met een looptijd van drie tot vijf jaar, zonder aankoopoptie ten voordele van de huurder. De huurprijs is maandelijks betaalbaar en kan worden geïndexeerd volgens de evolutie van de consumptieprijzen.
Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden geboekt op basis van het stadium van afwerking op balansdatum. Opbrengsten worden erkend in de mate dat de hierbij horende kosten werden gemaakt.
Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.
Conform IFRS 8 heeft Miko de segmenten vastgelegd op basis van de interne rapporteringsstructuur en de wijze waarop de raad van bestuur (d.i. de "chief operating decision maker") de resultaten van de bedrijfsactiviteiten beoordeelt en financiële middelen toekent. Op basis hiervan werden volgende bedrijfssegmenten vastgelegd:
Elke juridische entiteit (dochteronderneming) van de groep is onderdeel van één van de twee hierboven beschreven segmenten. Wanneer er transacties plaatsvinden tussen de segmenten, dan gebeurt dit aan marktconforme prijzen.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten posten die eigen zijn aan een segment, evenals posten die redelijkerwijze toe te rekenen zijn aan het segment. Activa van de segmenten omvatten voornamelijk immateriële vaste activa, materiële vaste activa, voorraden en handelsvorderingen. Passiva van de segmenten omvatten voornamelijk handelsschulden en overige operationele schulden.
Financiële risicofactoren zijn in een internationale groep zoals Miko uiteraard aanwezig. De doelstelling is echter om deze tot een minimum te beperken.
De meeste van de activiteiten, zowel aankopen als verkopen, gebeuren in euro. Ook aan de dochtervennootschappen in niet-eurolanden wordt gefactureerd in euro. De groep kent echter een valutarisico met betrekking tot verkopen in Britse pond, Poolse zloty, Deense kroon en Zweedse kroon. Gezien de geringe impact van dit risico, maakt de groep momenteel geen gebruik van afgeleide financiële producten om dit risico te beheren.
Een beperkt gedeelte van de bestaande leningen werd afgesloten met vaste rentevoet. Het renterisico beperkt zich hier tot een kasstroomrisico. Het overige gedeelte werd afgesloten met een vlottende rentevoet op maximaal drie maanden. Door de bestaande technieken van eventuele overstap naar vaste rentevoet, is het renterisico beperkt, zowel voor wat betreft de omvang als voor wat betreft de duur. Een realistische wijziging in de marktrente zou bijgevolg geen significante impact hebben op het resultaat van de vennootschap.
De groep kent geen belangrijke concentratie van kredietrisico. Het debiteurenbeheer, dat door het management nauwlettend opgevolgd wordt, houdt het kredietrisico beperkt. Het maximale kredietrisico op balansdatum is de boekwaarde van de vorderingen.
Het liquiditeitsrisico ontstaat uit de mogelijkheid dat de groep niet in staat zal zijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen naarmate deze opeisbaar worden. Dit risico wordt beheerd door een voldoende mate van gespreide financieringsbronnen aan te houden. Verder wordt de liquiditeitspositie dagelijks opgevolgd door het management van de groep. Deze voortdurende aandacht zorgen er samen met de huidige kasoverschotten voor dat er in de groep op korte termijn geen liquiditeitsrisico bestaat.
In het kader van de normale bedrijfsvoering is Miko blootgesteld aan risico's als gevolg van schommelende marktprijzen. De groep voert momenteel geen structurele afdekking uit, wat betekent dat haar resultaten zijn blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van ruwe koffie en kunststof. Alle aankopen van grondstoffen gebeuren in euro.
| Boekjaar eindigend op 31/12/2012 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Algemeen 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Totale verkopen | 72.175 | 69.675 | 141.850 | |
| Verkopen aan andere segmenten | -1.662 | -1.719 | -3.381 | |
| Verkopen aan externe klanten | 70.513 | 67.956 | 138.469 | |
| Winsteliminatie tussen segmenten | 183 | 183 | ||
| Consolidatie | -111 | -111 | ||
| Niet toegewezen kosten en opbrengsten | -562 | -562 | ||
| EBITDA 1 | 7.319 | 9.588 | -317 | 16.590 |
| Segmentresultaat (EBIT 2) | 3.610 | 5.662 | -490 | 8.782 |
| Financieel resultaat | -618 | -618 | ||
| Vennootschapsbelasting | -1.685 | -1.685 | ||
| Groepswinst voor minderheidsbelang | 6.479 | |||
| Minderheidsbelang | 60 | |||
| Nettowinst | 6.419 |
1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen
2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen
3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entries
| Boekjaar eindigend op 31/12/2012 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Eliminaties tussen segmenten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Segment netto activa IFRS | 40.294 | 46.673 | 86.967 | |
| Niet-gesegmenteerde activa | 15.966 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -1.387 | -1.387 | ||
| Totaal activa | 40.294 | 46.673 | -1.387 | 101.546 |
| Segment passiva | 5.896 | 6.661 | 12.557 | |
| Niet-gesegmenteerde passiva | 90.292 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -1.303 | -1.303 | ||
| Totaal passiva | 5.896 | 6.661 | -1.303 | 101.546 |
| Kostprijs van de investeringen | 4.153 | 6.393 | 10.546 | |
| Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen | 83 | |||
| Totaal kostprijs van de investeringen | 10.629 | |||
| Totaalbedrag van de afschrijvingen van activa | 3.801 | 3.876 | 7.677 | |
| Afschrijvingen van niet-gesegmenteerde activa | 143 | |||
| Totaal afschrijvingen | 7.820 | |||
| Voorzieningen | 375 | 40 | 137 | 552 |
| Latente belastingvoorziening passief | 1.691 | 1.535 | -29 | 3.197 |
| Voorzieningen voor risico's en lasten | 56 | 56 | ||
| Andere niet-geldelijke lasten | ||||
| Voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 539 | 279 | 818 | |
| Waardeverminderingen |
| Boekjaar eindigend op 31/12/2013 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Algemeen 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Totale verkopen | 79.260 | 71.849 | 151.109 | |
| Verkopen aan andere segmenten | -2.056 | -228 | -2.284 | |
| Verkopen aan externe klanten | 77.204 | 71.621 | 148.825 | |
| Winsteliminatie tussen segmenten | -20 | -20 | ||
| Consolidatie | ||||
| Niet toegewezen kosten en opbrengsten | -680 | -680 | ||
| EBITDA 1 | 8.706 | 10.832 | -470 | 19.068 |
| Segmentresultaat (EBIT 2 ) |
3.768 | 6.841 | -700 | 9.909 |
| Financieel resultaat | -697 | -697 | ||
| Vennootschapsbelasting | -1.919 | -1.919 | ||
| Groepswinst voor minderheidsbelang | 7.293 | |||
| Minderheidsbelang | 172 | |||
| Nettowinst | 7.121 |
1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen
2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen
3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entries
| Boekjaar eindigend op 31/12/2013 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Eliminaties tussen segmenten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Segment netto activa IFRS | 55.373 | 49.122 | 104.495 | |
| Niet-gesegmenteerde activa | 14.876 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -1.309 | -1.309 | ||
| Totaal activa | 55.373 | 49.122 | -1.309 | 118.062 |
| Segment passiva | 7.410 | 5.938 | 13.348 | |
| Niet-gesegmenteerde passiva | 105.988 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -1.274 | -1.274 | ||
| Totaal passiva | 7.410 | 5.938 | -1.274 | 118.062 |
| Kostprijs van de investeringen | 17.495 | 9.325 | 26.820 | |
| Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen | 417 | |||
| Totaal kostprijs van de investeringen | 27.237 | |||
| Totaalbedrag van de afschrijvingen van activa | 4.753 | 3.992 | 8.745 | |
| Afschrijvingen van niet-gesegmenteerde activa | 127 | |||
| Totaal afschrijvingen | 8.872 | |||
| Latente belastingvoorziening actief | 563 | 0 | 18 | 581 |
| Latente belastingvoorziening passief | 2.161 | 1.709 | 3.870 | |
| Voorzieningen voor risico's en lasten | 45 | 45 | ||
| Andere niet-geldelijke lasten | ||||
| Voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 633 | 115 | 748 | |
| Waardeverminderingen |
| BE | FR | NL | UK | DE | SE/DK | Andere | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2012 | 32.126 | 16.494 | 15.029 | 29.629 | 23.628 | 0 | 21.563 | 138.469 |
| 2013 | 31.197 | 14.790 | 14.959 | 27.016 | 27.731 | 8.115 | 25.017 | 148.825 |
| Evolutie | -929 | -1.704 | -70 | -2.613 | 4.103 | 8.115 | 3.454 | 10.356 |
NB: Deze informatie is gebaseerd op het facturatieadres.
De omzet binnen het koffiesegment is verspreid over een zeer uitgebreid klantenbestand. De grootste klant binnen het kunststofsegment vertegenwoordigt 15,44% van de totale geconsolideerde omzet van beide segmenten samen, maar is ook verspreid over verschillende geografische gebieden.
| BE | FR | NL | UK | DE | PL | Andere | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2012 | 25.507 | 479 | 1.217 | 4.729 | 272 | 8.073 | 565 | 40.843 |
| 2013 | 26.846 | 373 | 1.012 | 3.360 | 165 | 11.624 | 1.525 | 44.906 |
| Evolutie | 1.339 | -106 | -205 | -1.368 | -108 | 3.551 | 959 | 4.063 |
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| Diensten en andere goederen | 21.429 | 20.284 | ||
| Verkoopkosten | 5.819 | 5.918 | ||
| Onderhoudskosten | 4.024 | 3.666 | ||
| Energiekosten | 3.292 | 3.278 | ||
| Voertuigkosten | 2.772 | 2.741 | ||
| Verzekeringskosten | 626 | 538 | ||
| Andere | 4.896 | 4.143 | ||
| Voorzieningen en terugname voorzieningen | 288 | -11 | ||
| Andere bedrijfskosten | 570 | 549 | ||
| Totaal overige exploitatielasten | 22.287 | 20.822 | ||
| Andere bedrijfsopbrengsten | ||||
| Doorberekende kosten | 1.598 | 1.197 | ||
| Recuperatie personeelskosten | 1.392 | 1.379 | ||
| Overige exploitatiebaten | 301 | 148 | ||
| Totaal overige exploitatiebaten | 3.291 | 2.724 |
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Aankopen | 77.208 | 74.011 |
| Voorraadwijziging | 117 | -934 |
| Brutowinst uitgedrukt in % van de omzet | 48,04% | 47,22% |
| Verlies op voorraad of afschrijving op voorraad | 0 | 0 |
8.3. Personeelskosten en overige sociale lasten
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 22.294 | 20.393 |
| Sociale zekerheidsbijdragen | 5.551 | 5.119 |
| Opzegvergoedingen | 248 | 110 |
| Bestuurdersvergoedingen | 1.368 | 1.307 |
| Interimkosten | 944 | 925 |
| Overige personeelskosten | 1.796 | 1.531 |
| Opleidingskosten | 161 | 170 |
| Bijdragen pensioenplannen | 1.018 | 1.024 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | 345 | 113 |
| Totaal | 33.725 | 30.692 |
| Totaal aantal werknemers op het einde van het boekjaar | 758 | 700 |
De bijdragen inzake vergoedingen na uitdiensttreding, waarbij de onderneming vaste bijdragen betaalt aan een fonds, komen in het resultaat onder personeelskosten. De totale bijdrage bedroeg voor 2013 1.018 KEUR (in 2012 was dit 1.024 KEUR).
De onderneming heeft geen verplichting om verdere bijdragen te leveren.
De groep heeft verschillende bijdragepensioenplannen bij verzekeringsmaatschappijen, die de investering van de bedragen voor hun rekening nemen. De door de groep jaarlijks betaalde bijdrage wordt in de kosten van het desbetreffende jaar opgenomen.
Pensioenplannen in België worden wettelijk gestructureerd als "defined contribution" plannen. Door de wet op de tweede pijler van de pensioenplannen (de zgn. wet-Vandenbroucke), dienen alle Belgische "defined contribution"-plannen aanzien te worden als "defined benefit"-plannen. De wet-Vandenbroucke eist dat de werkgever een minimumrendement van 3,75% garandeert op werknemersbijdragen en 3,25% op werkgeversbijdragen.
Door het minimumrendement dat gegarandeerd dient te worden voor "defined contribution"-plannen in België, is hieraan een financieel risico verbonden voor de werkgever (en is er een verplichting om betalingen uit te voeren om aan het minimumrendement te voldoen indien er een tekort is in het opgebouwde fonds).
In het verleden werd dit door de Miko-groep niet toegepast omdat hogere discontovoeten van toepassing waren en omdat het minimumrendement op de fondsen gegarandeerd werd door de verzekeringsmaatschappij. Door de voortdurende lagere interestvoeten op de Europese financiële markten, hebben de werkgevers een hoger financieel risico in vergelijking met het verleden. Daarom dient een inschatting gemaakt te worden van de impact indien deze plannen als "defined benefit"-plannen worden gewaardeerd.
Uit een analyse hiervan blijkt dit geen significante impact te hebben op de cijfers per 31 december 2013. Voor informatiedoeleinden worden volgende cijfers opgenomen:
| Werkgeversbijdragen 2013 (KEUR) | 261 |
|---|---|
| Bedrag van de fondsen per 31 december 2013 (KEUR) | 1.611 |
Zie hierover tevens punt 6.15.
In verschillende ondernemingen van de groep bestaat de mogelijkheid om, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vóór de pensioengerechtigde leeftijd het bedrijf te verlaten en toe te treden tot echt brugpensioen. De groep heeft een verplichting tot betaling van extra premies bovenop de wettelijke vergoeding bij brugpensionering. De voorziening voor brugpensioen bedroeg op 31 december 2013 208 KEUR.
Het management heeft de mogelijkheid tot deelname aan een aandeeloptieplan. Dit bestaat erin dat het bedrijf het management de mogelijkheid biedt om een bepaald aantal aandelen te kopen op voorwaarde dat de arbeids- of bestuurdersovereenkomst voor minstens drie jaar wordt voortgezet. Voor dit plan worden geen nieuwe aandelen gecreëerd. De waarde van de opties, berekend volgens het Black Scholes-model, wordt ten laste van het resultaat genomen gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2.
Opzegvergoedingen zijn vergoedingen die verschuldigd kunnen zijn aan werknemers die de onderneming vóór de wettelijke pensioenleeftijd verlaten. De onderneming neemt deze bedragen definitief in de kosten op, als de beslissing om de onderneming te verlaten onherroepelijk is en als de waarde van de vergoeding correct bepaald is.
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Intrestopbrengsten uit investeringsactiviteiten | 40 | 49 |
| Intrestopbrengsten uit leasingactiviteiten | 0 | 0 |
| Ontvangen dividenden niet-geconsolideerde ondernemingen | 0 | 0 |
| Intrestkosten bankleningen | -218 | -176 |
| Intrestkosten financiële leasing | -253 | -287 |
|---|---|---|
| Intrestkosten operationele leasing | -42 | -51 |
| Andere intrestkosten | -103 | -150 |
| Overige kosten (o.a. bankkosten), netto | 242 | 273 |
| Netto wisselkoerswinsten/(verliezen) | -129 | -124 |
| Netto meerwaarde/(minwaarde) op realisatie financiële vaste activa | -235 | -152 |
| Totaal | -697 | -618 |
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Courante belastingen op het resultaat | ||
| Huidig boekjaar | 1.757 | 1.110 |
| Regularisering van belasting en terugname van belastingvoorziening | 16 | -9 |
| Totaal betaalde belasting | 1.774 | 1.101 |
| Latente belastingen | ||
| Ontstaan en terugname van tijdelijke verschillen | 150 | 152 |
| Wijziging in belastingtarieven of nieuwe belastingen | 0 | 11 |
| Aangewende verliezen van vorige boekjaren | -6 | 421 |
| Latente belastingen op verliezen huidig boekjaar | 1 | 0 |
| Totaal latente belastingen | 145 | 584 |
| Totale belastingkost in de resultatenrekening | 1.919 | 1.685 |
| Winst voor belastingen | 9.211 | 8.164 |
| Effectief belastingpercentage | 20,80% | 20,64% |
De effectieve belastingvoet van de groep wijkt af van het wettelijk belastingtarief in België (33,99%) omwille van de volgende redenen:
| Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| Belastingen op basis van het belastingtarief van 33,99% | 3.131 | 2.775 |
| Impact van tarieven van andere rechtsgebieden | -617 | -384 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | -16 | 31 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | 470 | 202 |
| Impact van teruggenomen (aangewende) fiscale verliezen | -1 | -47 |
|---|---|---|
| Impact van wijzigingen in de belastingtarieven | 195 | -11 |
| Impact van over– en onderschattingen voorgaande perioden | 145 | 163 |
| Overige toename (afnames) | -745 | -332 |
| Notionele intrestaftrek | -643 | -712 |
| Belasting op basis van effectief belastingtarief | 1.919 | 1.685 |
| 2012 (KEUR) | Gronden en gebouwen |
Installaties en machines |
Uitrustings goederen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 12.851 | 67.629 | 26.139 | 106.619 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Aanschaffingen | 129 | 6.360 | 4.120 | 10.609 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | -1.389 | -3.903 | -3.077 | -8.369 |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | 168 | -168 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 179 | 1.216 | 158 | 1.553 |
| Andere wijzigingen | -57 | 100 | -43 | 0 |
| Per einde van het boekjaar | 11.713 | 71.570 | 27.129 | 110.412 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 2.664 | 52.531 | 16.268 | 71.463 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Geboekt | 275 | 4.072 | 2.711 | 7.058 |
| Verworven van derden | ||||
| Afgeboekt na overdracht of buitengebruikstelling | -238 | -2.085 | -2.372 | -4.695 |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | 117 | -117 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 48 | 827 | 87 | 962 |
| Andere wijzigingen | -57 | 100 | -43 | 0 |
| Per einde van het boekjaar | 2.692 | 55.562 | 16.534 | 74.788 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 9.021 | 16.008 | 10.595 | 35.624 |
| 2013 (KEUR) | Gronden en gebouwen |
Installaties en machines |
Uitrustings goederen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 11.713 | 71.570 | 27.129 | 110.412 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Aanschaffingen | 229 | 9.828 | 4.233 | 14.290 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | -1.268 | -2.174 | -3.442 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | 2.486 | -2.531 | 45 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -45 | -331 | -265 | -640 |
| Andere wijzigingen | 1.435 | 798 | 2.233 | |
| Per einde van het boekjaar | 14.383 | 78.703 | 29.767 | 122.853 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 2.692 | 55.562 | 16.534 | 74.788 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Geboekt | 273 | 4.179 | 2.853 | 7.305 |
| Verworven van derden | ||||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling | -1.139 | -1.773 | -2.912 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | 0 | |||
| Omrekeningsverschillen | -13 | -183 | -153 | -349 |
| Andere wijzigingen | 1.418 | 735 | 2.153 | |
| Per einde van het boekjaar | 2.952 | 59.837 | 18.196 | 80.985 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 11.430 | 18.867 | 11.570 | 41.868 |
De posten "gronden en gebouwen" en "installaties en machines" bevatten per 31 december 2013 activa waarover de vennootschap beschikt ingevolge financiële leasingovereenkomsten voor een bedrag van respectievelijk 4.812 KEUR en 1.082 KEUR (4.904 KEUR en 1.624 KEUR per 31 december 2012).
Het betreft voornamelijk twee materiële leasingcontracten met volgende kenmerken:
| Actiefbestanddeel | Logistiek centrum te Oud-Turnhout | Zonnepanelen te Oud-Turnhout |
|---|---|---|
| Begindatum | 19 mei 2011 | 30 mei 2011 |
| Looptijd | 15 jaar | 7 jaar |
| Investeringsbedrag | 5.050 KEUR | 1.304 KEUR |
| Netto boekwaarde geleasde activa | 4.812 KEUR | 814 KEUR |
| Restwaarde/aankoopoptie | 152 KEUR | 13 KEUR |
| 2012 (KEUR) | Goodwill | Patenten, merken en cliënteel |
Software | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 3.022 | 4.888 | 1.067 | 8.977 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Aanschaffingen | 7 | 13 | 20 | |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | -17 | -10 | -27 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | ||||
| Omrekeningsverschillen | 67 | 83 | 1 | 151 |
| Andere wijzigingen | ||||
| Per einde van het boekjaar | 3.072 | 4.968 | 1.081 | 9.121 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 360 | 2.024 | 1.007 | 3.391 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Geboekt | 712 | 50 | 762 | |
| Verworven van derden | ||||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling | -10 | -10 | ||
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | ||||
| Omrekeningsverschillen | 27 | 23 | 0 | 50 |
| Andere wijzigingen | ||||
| Per einde van het boekjaar | 387 | 2.749 | 1.057 | 4.193 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 2.685 | 2.219 | 24 | 4.928 |
| 2013 (KEUR) | Goodwill | Patenten, merken en cliënteel |
Software | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 3.072 | 4.968 | 1.081 | 9.121 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Aanschaffingen | 10.721 | 2.109 | 117 | 12.947 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | ||||
| Bijzondere waardevermindering | ||||
| Overboekingen | ||||
| Omrekeningsverschillen | -61 | -87 | -2 | -150 |
| Andere wijzigingen | ||||
| Per einde van het boekjaar | 13.732 | 6.990 | 1.196 | 21.918 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 387 | 2.749 | 1.057 | 4.193 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Geboekt | 17 | 1.516 | 33 | 1.566 |
| Verworven van derden | ||||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling Bijzondere waardeverminderingen |
||||
| Overboekingen | ||||
| Omrekeningsverschillen | -26 | -28 | -2 | -56 |
| Andere wijzigingen | ||||
| Per einde van het boekjaar | 378 | 4.237 | 1.088 | 5.703 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 13.354 | 2.753 | 108 | 16.215 |
De post patenten, merken en cliënteel omvat het van derden verworven cliënteel.
| Uitsplitsing goodwill | 2013 (KEUR) | 2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| Koffie | 13.131 | 2.462 |
| Kunststof | 223 | 223 |
| Totaal | 13.354 | 2.685 |
Het management toetst de goodwill jaarlijks op waardeverminderingen. De waarde van de goodwill wordt berekend door middel van een "discounted free cashflow"-model op grond van het operationele budget van de groep voor de volgende boekjaren. Per kasstroomgenererende eenheid (KGE) werd een dergelijk model gemaakt. Binnen de Miko-groep worden de segmenten (koffie en kunststof) als KGE's beschouwd.
De goodwill toegerekend aan de KGE Koffie is significant t.o.v. de totale goodwill. De kasstroomprognose voor deze KGE werd uitgevoerd voor een periode van vijf jaar en houdt rekening met een jaarlijkse groeivoet van 5%. Het management concludeert dat een verdiscontering op basis van een WACC tussen 6% en 9% geen aanleiding geeft tot een waardevermindering voor deze KGE.
| 2012 (KEUR) | Nettovorderingen leases | Handelsvorderingen op meer dan één jaar |
Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 1. Beginsaldo | 226 | 35 | 326 | 587 |
| 2. Bewegingen | -127 | 16 | -185 | -296 |
| 3. Wisselkoerswijzigingen | ||||
| 4. Eindsaldo | 99 | 51 | 141 | 291 |
| 2013 (KEUR) | ||||
| 1. Beginsaldo | 99 | 51 | 141 | 291 |
| 2. Bewegingen | -42 | 69 | 23 | 50 |
| 3. Ander wijzigingen | 35 | 35 | ||
| 4. Eindsaldo | 57 | 120 | 197 | 375 |
Alle vorderingen op lange termijn hebben een looptijd van minder dan vijf jaar. De toegepaste rentevoeten zijn voor 2013 marktconform (idem voor 2012).
Er zijn geen leningen toegestaan aan bestuurders of aanverwante partijen.
Er zijn op einde 2013 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op meer dan één jaar af te waarderen.
De boekwaarde van de handelsvorderingen op meer dan één jaar benadert goed de reële waarde op de balansdatum.
| Voorraden | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| 1. Grond- en hulpstoffen | 6.686 | 7.155 |
| 2. Goederen in bewerking | 198 | 150 |
| 3. Gereed product | 5.740 | 6.430 |
| 4. Handelsgoederen | 8.687 | 7.588 |
| Totaal | 21.311 | 21.323 |
De voorraad wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogen-gemiddeldekostprijsmethode of tegen de netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.
De grond- en hulpstoffen bestaan uit ruwe koffie, kunststof en verpakkingsmaterieel.
Het gereed product en de handelsgoederen bestaan voor het koffiesegment voornamelijk uit koffieproducten en nevenproducten zoals melk, suiker en koekjes en voor het kunststofsegment voornamelijk uit roomijsdozen, margarinevlootjes en bubbleverpakkingen voor wasmiddel.
| Handels- en overige vorderingen | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| 1. Handelsvorderingen | 25.681 | 25.500 |
| 2. Financiële leasevorderingen | 13 | 14 |
| 3. Dubieuze vorderingen | -748 | -818 |
| Totaal handelsvorderingen | 24.946 | 24.696 |
| 4. Leningen aan bestuursleden en/of verbonden partijen | 0 | 0 |
| 5. Andere te ontvangen bedragen (waaronder belastingvorderingen) | 1.677 | 1.478 |
| 6. Overgedragen kosten | 928 | 564 |
| Totaal overige vorderingen | 2605 | 2.042 |
| Totaal handels- en overige vorderingen | 27.551 | 26.738 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen, hetgeen zou resulteren in een financieel verlies voor de groep. Om dit risico te beperken worden kredietanalyses uitgevoerd voor klanten die een bepaalde kredietbehoefte dreigen te overschrijden. Klanten waarvoor een kredietoverschrijding wordt toegestaan worden continu opgevolgd. Het management evalueert voortdurend het volledige klantenbestand op zijn kredietwaardigheid. Hierdoor benadert de boekwaarde van de commerciële vorderingen goed de reële waarde op de balansdatum en dekken de voorzieningen voor dubieuze debiteuren voldoende het risico van de groep.
De handelsvorderingen in het koffiesegment hebben betrekking op een uitgebreid klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. Op balansdatum vertegenwoordigde de klant met het grootste openstaande saldo slechts 2,77% van de totale openstaande vorderingen in dit segment.
De handelsvorderingen in het kunststofsegment hebben betrekking op een minder uitgebreid klantenbestand, dat evenwel ook verspreid is over verschillende geografische gebieden. De klant met het grootste openstaande saldo vertegenwoordigde op balansdatum 51,23% van de totale openstaande vorderingen in dit segment. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor deze klant een "reverse factoring"-overeenkomst bestaat die de mogelijkheid biedt om op elk moment vervroegde betaling te eisen onder aftrek van een disconto, hetgeen het kredietrisico in belangrijke mate beperkt.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt voor het koffiesegment 56 dagen (2012: 52 dagen) en voor het kunststofsegment 67 dagen (2012: 77 dagen). Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen.
In de post handelsvorderingen zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van 8.240 KEUR die vervallen waren op datum van dit verslag en waarvoor geen waardevermindering werd geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De meerderheid van deze vervallen vorderingen kaderen immers in het exportbeleid dat gevoerd wordt door de Mikogroep, waar de facto langere betalingstermijnen gelden.
9.5.2. Vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| 1-30 dagen | 4.785 | 4.576 |
| 31-60 dagen | 1.903 | 1.833 |
| 61-90 dagen | 811 | 1.270 |
| >90 dagen | 742 | 701 |
| Totaal | 8.240 | 8.380 |
9.5.3. Bewegingen in de voorziening voor dubieuze debiteuren
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | 818 | 690 |
| (Gebruik van provisie) | -321 | -283 |
| Aanleg nieuwe provisie | 251 | 411 |
| Saldo | 748 | 818 |
Hoewel de groep het merendeel van de aan- en verkopen doet in euro, is hij toch onderhevig aan een wisselkoersrisico. Dit wisselkoersrisico heeft voornamelijk betrekking op het Britse pond.
Op basis van de gemiddelde volatiliteit van het Britse pond schatte de groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| EUR/GBP | Mogelijke volatiliteit | ||
|---|---|---|---|
| Slotkoers 31/12/2012 | 0,8161 | 7,01% | |
| Slotkoers 31/12/2013 | 0,8337 | 6,52% | |
| Netto boekwaarde in KGBP | 2013 | 2012 | |
| Handelsschulden | -930 | -757 | |
| Handelsvorderingen | 1.821 | 1.785 | |
| Liquide middelen | 232 | 269 | |
| Netto boekwaarde | 1.123 | 1.297 |
Als het Britse pond in 2013 ten opzichte van de euro resp. verzwakte of verstevigde volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen, dan zou het nettoresultaat van de groep in 2013 met 86 KEUR resp. toenemen of afnemen.
Er zijn per einde 2013 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op minder dan één jaar af te waarderen.
| Geldmiddelen | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| Kas | 56 | 57 |
| Bankgelden | 9.946 | 11.955 |
|---|---|---|
| Termijndeposito's op minder dan 3 maanden |
160 | 78 |
| Negatieve banksaldi bij kredietinstellingen | -772 | -810 |
| Totaal geldmiddelen | 9.390 | 11.280 |
De groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De doelstellingen van de groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn onveranderd gebleven. Zo wordt aan de verschillende entiteiten de mogelijkheid gegarandeerd om te kunnen opereren als een "going concern", waarbij ook steeds de nodige aandacht wordt geschonken aan de verhouding tussen het risiconiveau enerzijds en de ingezette middelen en de prijzen anderzijds.
De kapitaalstructuur van de groep bestaat uit schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, reserves, overgedragen resultaat en minderheidsbelangen.
De netto schuldgraad op jaareinde bedroeg:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Schulden op meer dan 1 jaar | 22.000 | 13.822 |
| Liquide middelen | 10.162 | 12.090 |
| Netto | 11.838 | 1.739 |
| Eigen vermogen | 67.278 | 64.095 |
| Netto schuldgraad | 17,60% | 2,71% |
De groep is niet onderhevig aan extern opgelegde kapitaalvereisten.
| Financiële schulden | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| I. Rentedragende leningen op minder dan één jaar | ||
| Kortetermijnschulden bij financiële instellingen | ||
| Financiële leaseverplichtingen | 599 | 717 |
| Negatieve banksaldi bij financiële instellingen | 772 | 810 |
| Andere | 7 | 5 |
| Binnen 12 maanden verschuldigde bedragen | ||
| Lening bij financiële instellingen | 3.790 | 1.472 |
| Andere kortetermijnschulden | ||
| Rentedragende leningen bij derden | 0 | 0 |
| Rentedragende leningen bij aanverwante partijen | 4.104 | 3.875 |
| Totale rentedragende leningen op minder dan één jaar | 9.271 | 6.879 |
| II. Rentedragende leningen op meer dan één jaar | ||
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | ||
| Financiële leaseverplichtingen | 4.935 | 5.508 |
| Leningen bij financiële instellingen | 9.791 | 3.380 |
| Andere langetermijnschulden | ||
| Overige rentedragende leningen bij derden | 93 | 260 |
| Overige langetermijnschulden 1 | 1.839 | |
1 Deze post heeft betrekking op de geactualiseerde waarde van de toekomstige verplichting om een minderheidsbelang in een van de groepsvennootschappen over te nemen van derden.
Alle leningen werden aangegaan in euro. De leningen zijn aangegaan om de investeringen van de groep in gebouwen, uitrustingsgoederen en overnames te financieren. De leningen hebben een vervaldag tot en met uiterlijk 2026 en zijn aangegaan tegen een gemiddelde rentevoet van 3,03%. De groep beschikt over niet opgenomen kredietlijnen ten bedrage van 4.478 KEUR.
Voor leningen aan aanverwante partijen wordt verwezen naar punt 9.15.
De uitsplitsing van de leningen naar vervaldatum geeft volgende situatie:
| 2012 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | 1.472 | 1.933 | 1.447 |
| Overige rentedragende leningen | 5 | 260 | 0 |
| Financiële leaseverplichtingen (totaal) | 717 | 2.262 | 3.246 |
| Totale rentedragende leningen | 2.194 | 4.455 | 4.693 |
| 2013 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | 3.790 | 8.633 | 1.158 |
| Overige rentedragende leningen | 7 | 1.932 | 0 |
| Financiële leaseverplichtingen (totaal) | 599 | 2.153 | 2.782 |
De bovenvermelde bedragen zijn exclusief toekomstige intrestlasten, voor een bedrag van 2.155 KEUR, berekend op basis van de geldende intrestvoet op balansdatum (eind 2012 was dit 2.187 KEUR).
| Overzicht van de gebruikte effectieve rentevoeten (%) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Leningen | 1,51-4,67 | 1,85-4,76 |
| Andere schulden | 2,36-2,53 | 3,22 |
| Financiële leaseverplichtingen | 3,21-4,50 | 3,21-4,50 |
Alle leningen werden afgesloten in euro. De leningen bij financiële instellingen betreffen zowel leningen met vaste als met vlottende rentevoet. De overige financiële schulden zijn aangegaan tegen een vaste rentevoet.
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Langlopende handelsschulden en overige schulden | ||
| Langlopende handelsschulden | 0 | 0 |
| Overige schulden | 794 | 944 |
| Totaal handels- en overige schulden op meer dan één jaar | 794 | 944 |
| Handels- en overige schulden | ||
| Handelsschulden | 12.454 | 11.816 |
| Overige schulden | 149 | 112 |
| Overlopende rekeningen | 1.144 | 1.498 |
| Totaal handels- en overige schulden op minder dan één jaar | 13.747 | 13.426 |
| Te betalen belastingen | ||
| Belastingschulden | 2.673 | 1.109 |
| Sociale zekerheidsschulden | 2.598 | 2.216 |
| Totaal belastingschulden op minder dan één jaar | 5.271 | 3.325 |
De boekwaarde van de handels- en overige schulden benadert goed de reële waarde op balansdatum.
| (KEUR) | Personeels beloningen |
Milieu voorzieningen |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari boekjaar | 476 | 56 | 532 | |
| Bijkomende provisies | 197 | 110 | 307 | |
| Terugname van niet-gebruikte provisies |
||||
| Opname van provisies (gebruik) |
-40 | -11 | -51 | |
| Wisselkoersverschillen | ||||
| Verwervingen en wijzigingen in de consolidatiekring |
352 | 352 | ||
| Op 31 december boekjaar | 634 | 508 | 1.141 |
De voorzieningen ter financiering van de personeelsbeloningen bedraagt 634 KEUR (2012: 476 KEUR). Deze voorziening werd opgezet met het oog op de wettelijke regeling in verband met het brugpensioen.
Uitgestelde belastingvorderingen worden in de balans opgenomen voor de tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Begin periode | 552 | 959 |
| Onttrekking aan uitgestelde belastingen | -168 | -464 |
| Toevoeging aan uitgestelde belastingen en belastinglatenties | 197 | 57 |
| Wisselkoerswijzigingen | ||
| Overboeking naar uitgestelde belastingen passief | ||
| Einde periode | 581 | 552 |
De uitgestelde belastingvorderingen opgenomen in de balans hebben betrekking op:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| 1. Afschrijvingen | 411 | 692 |
| 2. Immateriële vaste activa | 1.116 | -35 |
| 3. Voorzieningen | 70 | 70 |
| 4. Valutavoorzieningen | ||
| 5. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding | 42 | 45 |
| 6. Fiscale verliezen | 118 | |
| 7. Voorraad | 140 | 244 |
| 8. Overige | 533 | 644 |
| Totaal | 2.311 | 1.778 |
Het management schat de recupereerbaarheid van de fiscale verliezen in op basis van het operationele budget van de groep voor de volgende boekjaren.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden in de balans opgenomen voor tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Begin periode | 3.197 | 2.882 |
| Onttrekking aan uitgestelde belastingen en belastinglatenties | -15 | -2 |
| Toevoeging aan uitgestelde belastingen en belastinglatenties | 687 | 317 |
| Wisselkoerswijzigingen | ||
| Overboeking naar uitgestelde belastingen actief | ||
| Einde periode | 3.870 | 3.197 |
De uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen in de balans hebben betrekking op:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| 1. Afschrijvingen | -11.873 | -9.028 |
| 2. Immateriële vaste activa | -447 | -449 |
| 3. Voorzieningen | -372 | -390 |
| 4. Valutavoorzieningen | ||
| 5. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding | 512 | 434 |
| 6. Fiscale verliezen | ||
| 7. Voorraad | -181 | -531 |
| 8. Overige | -70 | 132 |
| Totaal | -12.431 | -9.832 |
Het verschil tussen de belastinglatentie op de balans en de berekening op basis van het Belgische tarief van 33,99% bedraagt -48 KEUR in 2013 (in 2012: 92 KEUR) en is te wijten aan de verschillende belastingtarieven in onze thuislanden.
Er zijn geen verplichtingen aangegaan om materiële of immateriële vaste activa te verwerven.
De nog lopende verplichtingen voor operationele leases zijn als volgt uit te splitsen:
| Operationele leaseverplichtingen | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|---|---|---|
| Totaal bedrag van de minimale leasebetalingen voor operationele lease overeenkomsten, opgenomen in de winst- en verliesrekening |
1.404 | 1.308 |
| Totaal van de toekomstige minimale leasebetalingen op grond van niet opzegbare operationele leases voor de volgende perioden: |
3.750 | 3.168 |
| 1. periode uiterlijk één jaar na balansdatum | 1.240 | 1.109 |
| 2. periode tussen 1 en 5 jaar na balansdatum | 2.432 | 2.027 |
| 3. periode langer dan 5 jaar na balansdatum | 78 | 32 |
De operationele leaseverplichtingen hebben betrekking op investeringen gedaan voor het wagenpark.
De groep heeft solidaire borgstellingen ten aanzien van financiële instellingen voor een bedrag van 9.980 KEUR (in 2012: 9.997 KEUR).
Als de Miko-groep materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij, eist die leasingmaatschappij in sommige gevallen een terugnameclausule. Voor dergelijke terugnameverplichtingen legt de groep een provisie aan als hierop waarschijnlijk een minderwaarde gerealiseerd zal worden. Voor de terugnameverplichtingen die openstaan op 31 december 2013 wordt niet verwacht dat er een minderwaarde zal gerealiseerd worden.
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| I. Beweging in het aantal aandelen | ||
| Aandelen begin verslagperiode | 1.242.000 | 1.242.000 |
| Aantal uitgegeven aandelen | 0 | 0 |
| Aandelen einde verslagperiode | 1.242.000 | 1.242.000 |
| Aantal ingekochte aandelen netto in verslagperiode | 0 | 0 |
|---|---|---|
| II. Overige informatie | ||
| 1. Nominale waarde van de aandelen | n.v.t. | n.v.t. |
| 2. Aantal aandelen in bezit van onderneming of aanverwante partijen | 687.000 | 687.000 |
| III. Berekening van de winst per aandeel | ||
| 1.1. Aantal aandelen | 1.242.000 | 1.242.000 |
| 1.2. Gemiddeld aantal aandelen in bezit van de groep | 0 | 0 |
| 1.3. Aantal aandelen voor berekening gewone winst per aandeel | 1.242.000 | 1.242.000 |
| 1.4. Aantal gemiddeld uitstaande aandelenopties op het einde van de periode | 45.600 | 48.350 |
| 1.5. Aantal aandelen voor de berekening verwaterde winst per aandeel | 1.247.429 | 1.243.751 |
| 2. Winst/(verlies) toerekenbaar aan houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij (in KEUR) |
7.121 | 6.419 |
Het totaal aantal aandelen van 1.242.000 (zonder nominale waarde) bestaat uit 745.405 aandelen op naam, 513 aandelen aan toonder en 496.082 gedematerialiseerde aandelen (toestand op 31 december 2013).
Op het einde van 2013 had de groep geen eigen aandelen in zijn bezit.
De toekenning van rechten om aandelen aan een vooraf bepaalde prijs aan te kopen is in de loop van de jaren als volgt samengesteld:
| 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin verslagperiode | 600 | 3.350 | 5.150 | 7.800 | 11.850 | 9.550 | 5.200 | 9.300 | 11.150 |
| Uitoefenprijs | €38,00 | €47,00 | €56,00 | €56,00 | €38,50 | €43,20 | €51,50 | €46,00 | €50,51 |
| Toegekende resp. uitgeoefende rechten om aandelen aan vooraf bepaalde prijs aan te kopen |
-500 | -2.350 | -1.300 | -2.750 | -11.850 | -9.550 | |||
| (Nog) niet uitgeoefende rechten |
100 | 1.000 | 3.850 | 5.050 | 0 | 0 | 5.200 | 9.300 | 11.150 |
| Vestigingsperiode | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar |
Uitoefenperiode 5 jaar 1 5 jaar 1 5 jaar 1 5 jaar 1 5 jaar 1 5 jaar 5 jaar 10 jr. 2 10 jr. 3 1 De looptijd van de opties uitgegeven van 2004 tot 2007 was initieel 5 jaar en werd verlengd naar 10 jaar.
2 Van de rechten uitgegeven in 2012 hebben er 8.450 een looptijd van 10 jaar, de overige 850 hebben een looptijd van 5 jaar.
3 Van de rechten uitgegeven in 2013 hebben er 6.650 een looptijd van 10 jaar, de overige 4.500 hebben een looptijd van 5 jaar.
De waarde van de op aandelen gebaseerde vergoeding wordt in de kosten opgenomen, gespreid over de wachtperiode. De berekening van de waarde gebeurt met behulp van het model van Black Scholes.
De volgende criteria zijn gebruikt om de berekening te maken:
| 2011 | 2012 1 | 2013 2 | |
|---|---|---|---|
| Optieprijs | 51,50 | 46,00 | 50,51 |
| Huidige aandelenprijs | 64,79 | 64,79 | 64,79 |
| Verwachte levensduur optie | 2,00 | 3,00-8,00 | 4,00-9,00 |
| Volatiliteit aandelenprijs | 17,80% | 17,80% | 17,80% |
| Risicovrije interestvoet | 2,68% | 2,68% | 2,68% |
| Dividend | 2,11% | 1,90% | 1,48% |
1 Van de rechten uitgegeven in 2012 hebben er 8.450 een looptijd van 10 jaar, de overige 850 hebben een looptijd van 5 jaar.
2 Van de rechten uitgegeven in 2013 hebben er 6.650 een looptijd van 10 jaar, de overige 4.500 hebben een looptijd van 5 jaar.
De "fair value" van de aandelenopties bedroeg op balansdatum 463 KEUR.
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| I. ACTIVA AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| II. VERPLICHTINGEN AAN AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| 1. Rentedragende verplichtingen | 4.103 | 3.875 |
| 2. Schulden | ||
| 3. Overige verplichtingen | ||
| III. TRANSACTIES MET AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| 1. Verkoop van goederen | ||
| 2. Aankoop van goederen | ||
| 3. Verrichtingen | ||
| 4. Aankoop van diensten | ||
| 5. Transfers m.b.t. financieringsvoorwaarden | ||
| 6. Vergoedingen van directiepersoneel en bestuurders | 1.739 | 1.427 |
Voor meer informatie met betrekking tot de vergoeding van directiepersoneel en bestuurders, wordt verwezen naar het remuneratieverslag (punt 4.6. van het jaarverslag).
De rentedragende verplichtingen betreffen enerzijds een tweetal leningen bij Imko Holding NV (zie hierover punt 4.7.2. van het jaarverslag) en anderzijds een lening bij Lammerée Beheer BV. Deze laatste vennootschap is geen verbonden vennootschap in de zin van de Belgische wetgeving, maar wordt gecontroleerd door een lid van het exploitatiecomité. Bijgevolg is de transactie niet onderworpen aan de wettelijke regeling inzake belangenconflicten, maar wel aan de regeling inzake verdachte transacties in art. 4.1. van het Corporate Governance Charter van de groep. Deze regeling werd ook toegepast.
Deze leningen werden aangegaan voor een duur van maximum één jaar, tegen een rentevoet gelijk aan de relevante Euribor-rentevoet, vermeerderd met 2%.
Zie hierover tevens punt 4.7.2. van het jaarverslag.
| Naam | Land | Belang 2013 |
Belang 2012 |
Ondernemings -nummer |
Maatschappelijke zetel |
Aantal werknemers |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Miko Koffie NV | België | 100,00% | 100,00% | 0869.777.422 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
49 |
| Miko Coffee Service NV | Belgie | 100,00% | 100,00% | 0429.197.383 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
95 |
| Miko Pac NV | België | 100,00% | 100,00% | 0433.522.197 | Steenweg op Turnhout 160, 2360 Oud-Turnhout |
155 |
| Miko Technics NV | België | 100,00% | 100,00% | 0418.703.864 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
4 |
| Leo Coffee GmbH. | Duitsland | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Kaffee GmbH. | Duitsland | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Koffie Service BV | Nederland | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Café Service SA | Frankrijk | 99,96% | 99,96% | |||
| Miko Kava s.r.o. | Tsjechië | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Kava s.r.o. | Slowakije | 75,00% | 75,00% | |||
| Miko Coffee Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Cornish Coffee Company Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Miko Coffee South West Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Espresso Adesso Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Kaffekompaniet AB | Zweden | 100,00% | ||||
| AT Vending AB | Zweden | 100,00% | ||||
| ABC Mokka ApS | Denemar ken |
70,00% | ||||
| Miko Pac Sp. z o.o. | Polen | 100,00 % | 100,00% | |||
| Miko-Hordijk Verpackungen GmbH. | Duitsland | 70,00% | 70,00% | |||
| Beverage Marketing Australia PTY Ltd | Australië | 75,00% | 51,00% | |||
| Miko Coffee USA Inc. | USA | 100,00% | 0,00% |
Alle bovenvermelde ondernemingen worden geconsolideerd volgens de integrale methode.
Situatie op 31 december 2013, zoals bekend aan de vennootschap:
| Aandeelhouder | Aantal aandelen | Percentage aandelen |
|---|---|---|
| Stichting Administratiekantoor OKIM | 403.710 | 32,50% |
| Imko Holding NV | 283.290 | 22,81% |
| De Wilg Comm.V. | 53.361 | 4,30% |
| Publiek | 501.639 | 40,39% |
| TOTAAL | 1.242.000 | 100% |
Voor meer informatie, zie punt 4.7.2. van het jaarverslag.
Zie hiervoor punt 6 van het jaarverslag.
We verklaren dat, voor zover ons bekend, de jaarrekening, opgesteld in overeenstemming met de IFRS-richtlijnen zoals goedgekeurd door de EU,
In naam en voor rekening van de raad van bestuur,
Jan Michielsen Gedelegeerd bestuurder Frans Van Tilborg Gedelegeerd bestuurder CEO
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening en tevens de vereiste bijkomende verklaring. De geconsolideerde jaarrekening omvat het geconsolideerd overzicht van de geconsolideerde balans op 31 december 2013, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum, evenals een toelichting die een overzicht van de voornaamste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing bevat.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Miko NV ("de Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. De geconsolideerde balans bedraagt KEUR 118.062 en het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten toont een winst van het boekjaar van KEUR 6.812.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor het implementeren van een interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de Vennootschap van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel zonder voorbehoud te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening, een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde balans van de Groep op 31 december 2013 evenals van haar geconsolideerde resultaten en geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan sluiten wij de volgende bijkomende verklaring in die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Antwerpen, 28 maart 2014
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BCVBA vertegenwoordigd door
Filip Lozie Bedrijfsrevisor
Verkorte balansen na winstverdeling per 31 december 2013 en 2012 1:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||||
| II. | Immateriële vaste activa | 97 | 13 | ||
| III. | Materiële vaste activa | 541 | 332 | ||
| IV. | Financiële vaste activa | 67.340 | 65.840 | ||
| VASTE ACTIVA | 67.977 | 66.185 | |||
| V. | Overige vorderingen op meer dan één jaar | 9 | 9 | ||
| VII. | Vorderingen op ten hoogste één jaar | 5.313 | 5.435 | ||
| VIII. | Geldbeleggingen | 0 | 0 | ||
| IX. | Liquide middelen | 512 | 2.361 | ||
| X. | Overlopende rekeningen | 114 | 100 | ||
| VLOTTENDE ACTIVA | 5.948 | 7.905 | |||
| TOTAAL DER ACTIVA | 73.926 | 74.090 | |||
| PASSIVA | |||||
| I. | Kapitaal | 5.065 | 5.065 | ||
| IV. | Reserves | 64.677 | 64.652 | ||
| V. | Overgedragen winst | 1.026 | 1.342 | ||
| EIGEN VERMOGEN | 70.768 | 71.059 | |||
| VII. | Voorzieningen voor risico's en kosten | 466 | 364 | ||
| VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN | 466 | 364 | |||
| VIII. | Schulden op meer dan 1 jaar | 0 | 0 | ||
| IX. | Schulden op ten hoogste 1 jaar | 2.691 | 2.667 | ||
| X. | Overlopende rekeningen | 1 | 0 | ||
| SCHULDEN | 2.692 | 2.667 | |||
| TOTAAL DER PASSIVA | 73.926 | 74.090 |
1De volledige individuele jaarrekening van Miko NV is gratis verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap en kan tevens worden aangevraagd via [email protected].
Verkorte resultatenrekening na winstverdeling per 31 december 2013 en 2012:
| 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| I. | Bedrijfsopbrengsten | 3.618 | 2.788 | ||
| Omzet | |||||
| Andere bedrijfsopbrengsten | 3.618 | 2.788 | |||
| II. | Bedrijfskosten | 4.296 | 3.369 | ||
| A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 0 | 0 | |||
| B. Diensten en diverse goederen | 1.962 | 1.583 | |||
| C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen |
1.759 | 1.543 | |||
| D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa |
125 | 139 | |||
| E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) |
0 | 0 | |||
| F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugneming -) |
103 | 105 | |||
| G. Andere bedrijfskosten | 2 | -1 | |||
| III. | Bedrijfswinst/(verlies) | -678 | -581 | ||
| IV. | Financiële opbrengsten | 1.935 | 1.969 | ||
| V. | Financiële kosten | -432 | -73 | ||
| VI. | Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belastingen |
1.170 | 1.315 | ||
| VII. | Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 22 | ||
| VIII. | Uitzonderlijke kosten | ||||
| IX. | Winst van het boekjaar vóór belastingen | 1.170 | 1.337 | ||
| X. | Belastingen op het resultaat | 145 | -5 | ||
| XI. | Winst van het boekjaar | 1.025 | 1.342 | ||
| XIII. | Te bestemmen winst van het boekjaar | 1.025 | 1.342 |
| Voorstel van resultaatsbestemming | 2013 (KEUR) |
2012 (KEUR) |
||
|---|---|---|---|---|
| Te bestemmen winstsaldo | 1.026 | 1.342 | ||
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 1.025 | 1.342 | ||
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1 | 0 | ||
| Onttrekkingen aan het eigen vermogen | 415 | 0 | ||
| Aan de reserves | 415 | 0 | ||
| Toevoegingen aan het eigen vermogen | -25 | |||
| Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies | ||||
| Aan de wettelijke reserve | ||||
| Aan de overige reserves | -25 | |||
| Over te dragen resultaat | -1 | |||
| Over te dragen winst | -1 | |||
| Uit te keren winst | -1.441 | -1.316 | ||
| Vergoeding van het kapitaal | -1.441 | -1.316 |
Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening van de Miko-groep over het boekjaar 2013.
Type verklaring:
Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.