Annual Report • Apr 23, 2020
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
| Boodschap van de CEO 02 | |
|---|---|
| Miko in 2019 04 | |
| Jaarverslag 05 | |
| Heritage 07 | |
| Mission Statement. 10 | |
| Strategie Miko 11 | |
| Groepsstructuur 12 | |
| Analyse van de resultaten 13 | |
| Koffie 20 | |
| Kunststof. 28 | |
| Human Resources 38 | |
| Beursinformatie 40 | |
| Corporate governance verklaring 41 | |
| Resultaten en voorstel tot resultaatsbestemming 63 | |
| Corporate Social Responsibility 64 | |
| Geconsolideerde jaarrekening (IFRS) 66 | |
| Statutaire jaarrekening Miko N.V. 121 |
Geachte aandeelhouder
Terwijl we dit voorwoord schrijven is het COVID-19 virus ondertussen wereldwijd doorgebroken, en is de hele situatie door de WHO nu officieel gepromoot tot een "pandemie". Ook in Europa begint het virus ons in te sluiten en ons dagelijkse leven binnen te dringen. In België werden draconische maatregelen getroffen. Het is inderdaad een virus dat zich licht beweegt van mens tot mens. Maar zal het zich ook zo licht bewegen van bedrijf tot bedrijf? Een zogenaamd domino-effect waarbij economisch getroffen bedrijven andere bedrijven meesleuren….? Wie zal het zeggen. Voor 2020 blijft het tot nu "koffiedik kijken".
Als we ons daarentegen richten naar 2019 dan kunnen we met een wellustige blik kijken naar een straffe koffie… Een omzetgroei voor de groep van 7%; en een toename van de EBIT ,EBITDA en nettowinst van respectievelijk 5%, 11% en 4%. Deze groei is gecorrigeerd voor een aanzienlijke éénmalige factor waarvan hieronder verder sprake.
De omzet van de koffieserviceafdeling ging 11% vooruit. De reeks overnames die we in 2018 deden, speelden hierbij een belangrijke rol.
Straffe koffie in Denemarken, waar we in juni 2018 op 2 weken tijd de beslissing namen om het Office Coffee Service bedrijf Maas over te nemen. Het bedrijf stond aan de afgrond, de faillissementsaanvraag was al geschreven, maar kon nog met de hakken over de sloot ingetrokken worden. In 2019, na de nodige herstructureringen, en na de lancering van een nieuw merk "Freehand", kunnen we bevestigen dat het bedrijf ondertussen een ebitda neerlegt die inclusief bijdrage alvast positief is.
Enkele maanden later volgde in augustus 2018 de inlijving van The Office Coffee Company in Engeland (OCC). De naam zegt het zelf: het bedrijft legt zich volledig toe op de kantorenmarkt. Dat was een welkome diversificatie, met als resultaat minder afhankelijkheid van de grote horeca. Met de eigenaars van OCC hadden we afgesproken dat ze in 2019 nog een mooie extra bonus konden ontvangen, op voorwaarde van goede resultaten, in vakjargon "een earn out" genoemd. De prestatie die OCC in werkelijkheid neerlegde oversteeg de verwachtingen in aanzienlijke mate. Goed nieuws… Maar binnen de speciale IFRS rapportering voor beursgenoteerde bedrijven moet deze "meerprijs boven de verwachtingen" meteen geboekt worden als een kost, en dit dus ten nadele van de winst. Indien OCC minder goed zou hebben gepresteerd dan voorzien, dan had dit binnen IFRS beschouwd moeten worden als een éénmalige winst. Uiteraard is het goed nieuws dat dit laatste scenario zich niet voor deed. Vandaar dat we besloten deze éénmalige zuiver boekhoudkundige aanpassing in onze resultaatsvergelijking met 2018 niet op te nemen.
En dan onze Scandinavië-strategie waar we in 2013 resoluut voor kozen. Een regio met zowat het hoogste koffieverbruik per capita ter wereld, een enorme drang naar kwaliteit en een hoge levensstandaard, kortom: een mooie cocktail voor Miko om in die richting op zoek te gaan naar expansie. Ondertussen vertegenwoordigt deze regio al 28 % van onze omzet, in vergelijking met "zero" in 2012. En het is in dat kader dat we eind november 2018 in Noorwegen het bedrijf Kaffebrygerriet konden overnemen, met vestiging in Oslo. Dit werd gedurende 2019 geïntegreerd binnen onze andere dochtervennootschap in Oslo.
Ook bij de bestaande koffiedochters werd verse koffie geschonken. België maakte een aanzienlijke sprong voorwaarts. Onder de motto's "Uw koffie, onze zorg", en "Onze ongeëvenaarde kwaliteit en service", wisten we een aantal mooie contracten af te sluiten. In Nederland deden we een kleine overname. Een "bakkie troost" werd geschonken tijdens de complexe integratie van deze activiteiten. Kosten vandaag, opbrengsten in de toekomst… Bij dochter KaffeKompaniet in Zweden werden de company identity, branding en logo volledig herzien. Tevens richtte het een kleine lokale en artisanale branderij op. Deze brandt nu volledig zelfstandig zonder tussenkomst van het hoofdkwartier in België..
De omzet van de kunststofverwerkingsafdeling ging 3% vooruit. Een aantal nieuwe projecten waren aanleiding voor deze groei.
Bij de Belgische dochter was er in 2019 geen tijd voor koffiepauzes. Daar wordt al sinds 2018 heftig geïnvesteerd in een zeer groot project voor het "Home Care" segment, en dit met een voor Miko Pac nieuwe techniek van "inline extrusie". Het hele productieapparaat is zo groot dat de koffieserviceafdeling de volledige logistiek extern moest verhuizen. De extra omzet hiervan werd pas zichtbaar gedurende de tweede jaarhelft van 2019.
In Polen werd in 2017 begonnen aan een meerjarenproject om er de site uit te bouwen met een nieuwe productiehal voor thermofoming verpakkingen en een state of the art magazijn. De laatste fase hiervan werd dit jaar afgerond. Dit totale project, inclusief de 3 bouwfasen, vertegenwoordigde door de jaren heen een investering van 6,5 mio euro. Tevens werd er de complexe ISCC certificering behaald. Deze laat toe om hernieuwbare biomassa in de fossiele grondstoffenstroom op te nemen, en dit aandeel vervolgens toe te wijzen aan een specifieke verpakking, een beetje zoals de groenestroomcertificaten. Groei werd er vooral gerealiseerd in de verkoop van margarinevlootjes.
En hoewel bij halfdochter Innoware in Indonesië een grote klant van promoproducten besliste om in 2019 niet te bestellen, werd dit gecompenseerd doordat er ook hier voor de eerste keer een groot margarineproject werd binnengehaald. Tevens zit de verkoop van verpakking voor drink yoghurt er in de lift. De gebouwen werden gedurende 2019 verder afgewerkt met de juiste interne infrastructuur. Innoware beschikt nu over alle industriële voorzieningen die nodig zijn om een gezonde groei waar te maken.
Kortom: het werd weer een jaar met vele uitdagingen, waarvan er heel wat met vrucht zijn afgewerkt.
Zoals gezegd zal 2020 waarschijnlijk een van de vreemdste jaren worden van de laatste eeuw. Covid-19… uiteraard zullen wij er alles aan doen om binnen deze erg onzekere periode succesvol te blijven.
Beste medewerkers …. wij wensen van deze gelegenheid gebruik te maken om jullie allen oprecht te danken. Jullie zetten zich enorm in voor Miko en zijn ook erg loyaal. Onze personeelsenquete wees er ook deze keer weer op dat meer dan 90% van jullie positief antwoordden op de vraag "ik werk graag bij Miko". Zo hebben wij het graag. Wij wensen een dynamisch bedrijf te zijn met volledig respect voor familiale waarden. Alvast bedankt bij voorbaat voor de inspanningen die jullie in 2020 ongetwijfeld weer zullen laten zien.
| 224,6 M EUR 12,2 M EUR |
30,0 M EUR |
|---|---|
| OMZET EBIT |
EBITDA |
| 122,4 M EUR omzet | 102,2 M EUR omzet |
| 23 vestigingen | 5 vestigingen |
| 12 landen | 5 landen |
| 1 centrale hoofdbranderij – lokale kleinere branders | 3 productiesites |
| 659 koffie specialisten | 525 kunststof specialisten |
| Out-of-Home Market | Spuitgieten |
| Office Coffee Solutions | In-Mould Labelling (IML) |
| Horeca Health Care | Thermoforming |
| Internationale Miko distributeurs | Extrusie |
Miko N.V.
Steenweg op Mol 177 2300 Turnhout KBO nr. 0404.175.739 RPR Turnhout
(de "Vennootschap")
Geachte aandeelhouders
De Raad van Bestuur van Miko N.V. heeft het genoegen u verslag te doen over de activiteiten en de resultaten van de Vennootschap over het boekjaar 2019. De geconsolideerde jaarrekening, de enkelvoudige jaarrekening en dit jaarverslag werden goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 17 maart 2020 en zullen worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de Vennootschap van 26 mei 2020.
Meer dan 200 jaar traditie samengevat in een aantal mijlpalen. Dit is ons erfgoed … onze heritage. De rijke geschiedenis van MIKO toont aan hoe innovatie aan de basis kan staan van groei op lange termijn.
1801 1908 1937
Jan Michielsen richt koffiebranderij Michielsen Koffie op.
Het bedrijf breidt uit naar de rand van Turnhout, de naam MIKO wordt geboren.
Leonardus Michielsen start een koffiebranderij en een handel in koloniale
waren.
Miko lanceert de éénkopskoffiefilter tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel…. een absolute innovatie op vlak van koffieconsumptie…
Strategische heroriëntering van koffie in winkelrekken … naar een focus op Out-of-Home consumptie in bedrijven, horeca en kantoren
De kennis van kunstof opgedaan door de éénkopskoffiefilter wordt verder gebruikt voor diverse verpakkingen… het huidige Miko Pac ziet het daglicht….
1998
IPO van de aandelen van MIKO NV. op de beurs van Brussel.
MIKO onvangt de prestigieuze trofee "Onderneming van het Jaar", een initiatief van E&Y, de Tijd en BNP Paribas Fortis.
Lancering van de Fairtrade Koffie PURO binnen de koffiedivisie, start aankoop regenwouden via World Land Trust.
"De twee divisies van de groep, de koffie service divisie en de kunststofdivisie, werken beiden verder aan hun specifieke strategie en trajecten voor verdere groei … "
"MIKO wil dé duurzame partner van de Outof-Home klant zijn door het leveren van zorgeloze koffieconcepten gebaseerd op producten en services van hoge kwaliteit. -Uw koffie, onze zorg-
"MIKO PAC wil een duurzame en erkende partner zijn voor de ontwikkeling en toelevering van kunststofverpakkingen."
De basis van MIKO ligt in de verdere uitbouw van onze twee kernactiviteiten, dit zowel door interne als externe groei. Marktpositie verstevigen in onze thuislanden blijft van primordiaal belang, maar ook verdere internationalisatie blijft onze ambitie.
MIKO bestaat meer dan 200 jaar… we laten ons niet verleiden door opportunisme of korte termijn denken. MIKO zal de moed blijven hebben om investeringen te beoordelen op basis van hun strategische bijdrage op lange termijn, ook al gebeurt dit soms ten koste van het resultaat op korte termijn.
Onze troef van flexibiliteit blijven we uitspelen voor beide kernactiviteiten. Maatwerk, snelle reactietijden en specialisatie blijven cruciaal om te groeien in de zeer veeleisende markten waar we actief zijn.
Door volgehouden inspanningen op vlak van onderzoek en ontwikkeling zullen we continu trachten om de hoge standaard van onze producten nog te verbeteren, zowel voor koffie als voor kunststof.
Uitmuntendheid is slechts te verwezenlijken als onze mensen bereid zijn zich daarvoor in te zetten. Motivatie en kennis zijn de sleutelwoorden …. MIKO streeft ernaar haar medewerkers te motiveren door hen de kans te geven hun creativiteit en energie aan bod te laten komen door hun kwaliteiten te erkennen. Doorgroeimogelijkheden zijn er voor wie dit nastreeft en verdient.
Reeds sinds 2005 heeft MIKO aandacht voor duurzaam ondernemen, onder andere door de lancering van haar PURO koffie. De kernwaarden die MIKO hanteert zijn Planet, People, Profit … en Pleasure.
Netto financiële schuld: rentedragende leningen op meer dan 1 jaar en op ten hoogste 1 jaar minus geldmiddelen en kasequivalenten
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
Verschil 2019/2018 |
|
|---|---|---|---|
| Omzet | 224.609 | 209.886 | 7,01% |
| Overige exploitatiebaten | 5.858 | 5.648 | 3,72% |
| Totale kosten | -218.270 | -201.766 | 8,18% |
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) |
12.197 | 13.769 | -11,41% |
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen (EBITDA) |
29.988 | 25.572 | 17,27% |
| Netto financieel resultaat | -989 | -1.025 | 3,47% |
| Winst vóór belastingen | 11.208 | 12.744 | -12,05% |
| Vennootschapsbelasting | -4.377 | -3.339 | 31,07% |
| Nettowinst van de Groep | 6.831 | 9.405 | -27,36% |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -266 | 158 | -268,34% |
| Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO | 7.097 | 9.246 | -23,24% |
| Aantal aandelen (basis, in stuks) | 1.242.000 | 1.242.000 | |
| Gewone winst per aandeel, toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (euro) |
5,71 | 7,44 | -23,24% |
| Verwaterde winst per aandeel, toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (euro) |
5,69 | 7,41 | -23,20% |
| Brutodividend | 0 | 2.323 | -100,00% |
| Brutodividend per aandeel (euro) | 0 | 1,87 | -100,00% |
De omzet nam toe met ruim 14,7 miljoen EUR. De stijging in de koffieafdeling bedroeg 12,1 miljoen EUR en was voornamelijk te danken aan de overnames die in 2018 plaatsvonden in Engeland, Noorwegen en Denemarken. Ook België en Nederland maakten een aanzienlijke sprong vooruit.
De omzet in het kunststofsegment steeg 2,6 miljoen EUR, een stijging met 2,6% ten opzichte van 2018.
De kosten namen toe met 8,18%, De earn out met betrekking tot het in 2018 overgenomen bedrijf "The office Coffee Company" (OCC) drukte op het resultaat. Vermits het bedrijf in 2019 veel beter presteerde dan verwacht, was de earn out dan ook beduidend hoger dan voorzien. Volgens IFRS regel 3 moet dit verschil "per direct" in kost worden genomen en is verrekening op niveau goodwill niet toegelaten. Indien OCC minder goed zou hebben gepresteerd dan voorzien, dan had dit binnen IFRS beschouwd moeten worden als een éénmalige winst. Uiteraard is het goed nieuws dat dit laatste scenario zich niet voor deed.
De globale brutomarge bedroeg 48,98% (47,57% in 2018). De brutomarge werd positief beïnvloed een daling van de aankoopprijzen voor ruwe koffie op de wereldmarkt. Ook in het kunststofsegment steeg de bruto marge.
Door de eerste toepassing van IFRS 16 in 2019 daalden de operationele kosten met 4,02 miljoen EUR, anderzijds stegen de afschrijvingen met 3,86 miljoen EUR .
Dit alles resulteerde in een daling van de EBIT (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen) met 1,6 miljoen EUR (-11,41%) en een stijging van de EBITDA (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen) met 4,4 miljoen EUR (17,27%). Zonder de toepassing van IFRS 16 en de uitzonderlijke kost met betrekking tot earn out OCC namen de EBIT en EBITDA toe met respectievelijk 3,7% en 10,4%.
Het financieel resultaat bedroeg -0,99 miljoen EUR, een status quo ten opzichte van 2018.
De belastinglast met betrekking tot 2019 bedroeg 4,4 miljoen EUR wat overeenstemt met een belastingdruk van 39,1% (26,20% in 2018). Deze aanzienlijke verhoging is het gevolg van de uitzonderlijke earn out, wat geen fiscaal aftrekbare kost is en fiscale verliezen van het boekjaar waarvoor geen uitgestelde belastingvoorziening werd opgezet. Zonder deze 2 effecten bleef de belastingdruk in lijn met 2018.
De nettowinst bedroeg 7,1 miljoen EUR, een daling van 23,24% tegenover vorig boekjaar. COVID-19 dwingt momenteel tot voorzichtigheid, daarom stelt de Raad van Bestuur voor aan de Algemene Vergadering om geen dividend uit te betalen
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| Vaste activa | ||||
| Materiële vaste activa | 68.150 | 58.005 | ||
| Gebruiksrecht vaste activa | 11.745 | |||
| Goodwill | 42.132 | 41.220 | ||
| Immateriële vaste activa | 2.944 | 3.382 | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 724 | 707 | ||
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 817 | 1.043 | ||
| Totaal vaste activa | 126.512 | 104.358 | ||
| Vlottende activa | ||||
| Voorraden | 35.705 | 38.253 | ||
| Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar | 45.173 | 40.290 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 17.443 | 26.115 | ||
| Totaal vlottende activa | 98.321 | 104.657 | ||
| Totaal activa | 224.833 | 209.016 | ||
| PASSIVA | ||||
| Eigen vermogen | ||||
| Totaal eigen vermogen | 102.336 | 93.946 | ||
| Schulden op meer dan één jaar | ||||
| Rentedragende leningen op meer dan één jaar | 48.962 | 51.052 | ||
| Verplichtingen inzake personeel | 1.283 | 1.063 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 4.766 | 4.416 | ||
| Handelsschulden en overige schulden op meer dan één jaar | 848 | 834 | ||
| Langlopende voorzieningen | 963 | 799 | ||
| Totaal schulden op meer dan één jaar | 56.822 | 58.164 | ||
| Schulden op ten hoogste één jaar | ||||
| Rentedragende leningen op ten hoogste één jaar | 26.792 | 19.348 | ||
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden | 9.712 | 8.503 | ||
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 29.171 | 29.055 | ||
| Totaal schulden op ten hoogste één jaar | 65.675 | 56.906 | ||
| Totaal passiva | 224.833 | 209.016 |
De materiële vaste activa stegen met ca. 10,1 miljoen EUR. Er werd in 2019 voor in totaal 22,46 miljoen EUR geïnvesteerd. De investeringen in de kunststofafdeling hadden voornamelijk betrekking op een nieuw productie gebouw in Polen. Daarnaast werd er geïnvesteerd in nieuwe technieken zoals "inline-extrusie" en "compression moulding". In de koffieafdeling ging het voornamelijk om investeringen in koffiemachines.
Tegenover deze investeringen stonden 12,5 miljoen EUR afschrijvingen en 0,97 miljoen EUR uitboekingen. Deze laatste hebben voornamelijk betrekking op koffiemachines. De omrekeningsverschillen bedroegen 0,88 miljoen EUR.
Het gebruiksrecht op activa betreft voornamelijk gebouwen (7,2 miljoen EUR) en wagens (4,4 miljoen EUR) die volgens de nieuwe IFRS 16 regel op de balans moeten worden gepresteerd.
De stijging in goodwill met 0,91 miljoen EUR is het gevolg van een kleine overname in Nederland in 2019 en omrekeningsverschillen.
De immateriële vaste activa zijn gedaald met 0,4 miljoen EUR, hoofdzakelijk door de afschrijvingen van het boekjaar met 0,9 miljoen EUR en een bijkomende klantenportefeuille gerelateerd aan de overname in Nederland (0,3 miljoen EUR).
De vorderingen op meer dan een jaar daalden met 0,2 miljoen EUR. Het gaat hier om verstrekte leningen aan verdelers die niet behoren tot de Miko Groep.
De voorraad daalde met 2,5 miljoen EUR, Zowel in het koffie – als in het kunststofsegment daalde het aantal dagen voorraad.
De vorderingen op minder dan een jaar stegen met 4,9 miljoen EUR of 12,12%. Dit wordt verklaard door stijging van de geconsolideerde omzet met 7,01% en een stijging van de uitgestelde kosten. Dit laatste betreft kosten gemaakt voor een nieuw project die nog moeten worden gefactureerd aan de klant.
De beschikbare middelen (cash) daalden met 8,67 miljoen EUR in vergelijking met 2018. Voor meer informatie, zie het kasstroomoverzicht hieronder.
Het eigen vermogen nam toe met ca. 8,4 miljoen EUR. Deze stijging is te wijten aan de nettowinst van het boekjaar (6,8 miljoen EUR), gecompenseerd door het dividend dat werd uitgekeerd (2,6 miljoen EUR) , de herwaardering op balansdatum van de toekomstige verplichting om het resterende minderheidsbelang in de overgenomen vennootschappen te verwerven (+2,7 miljoen EUR) en de omrekeningsverschillen (+1,4 miljoen EUR).
De leningen op meer dan een jaar daalden met ruim 2 miljoen EUR. In 2019 werden nieuwe leningen aangegaan voor een bedrag van 10,9 miljoen EUR. Daarnaast daalden de verplichtingen inzake toekomstige uitkoop van minderheidsaandeelhouders met 2,7 miljoen EUR en werden er terugbetaling van leningen gedaan voor een bedrag van 15,1 miljoen EUR. De toekomstige lease verplichtingen met betrekking tot IFRS 16 bedragen 11,86 miljoen EUR.
De verplichtingen inzake personeel hebben betrekking op de voorziening inzake minimum rendementsgarantie op de Belgische groepsverzekering volgens IAS 19, brugpensioenverplichtingen in België en op aanvullende pensioenverplichtingen in Polen, Frankrijk en Indonesië.
De uitgestelde belastingverplichtingen vloeien voornamelijk voort uit de verschillende afschrijvingsperiodes die vanuit economisch oogpunt enerzijds en vanuit fiscaal oogpunt anderzijds worden gehanteerd. De daling van deze balanspost hangt samen met de investeringen in materiële vaste activa.
De handelsschulden op meer dan een jaar hebben voornamelijk betrekking op waarborgen die door klanten van de koffieafdeling betaald worden en die dienen te worden terugbetaald wanneer de klant het in huur of bruikleen gegeven toestel weer inlevert.
De langlopende voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op een voorziening voor het aandelenoptieplan voor het management.
De leningen op minder dan een jaar namen toe met 7,4 miljoen EUR, ten gevolge de toepassing van IFRS 16 en nieuwe leningen aangegaan. Zie ook hierboven bij leningen op meer dan één jaar.
De te betalen belastingen en sociale schulden stegen met ca. 1,2 miljoen EUR.
De handelsschulden en overige schulden op minder dan een jaar bleven in lijn met 2018.,
.
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|
| Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) | 12.197 | 13.769 | ||
| Inkomstenbelasting | -4.109 | -3.591 | ||
| Niet-kaskosten | 17.310 | 10.851 | ||
| (Toename)/daling werkkapitaal | -731 | -2.376 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 24.667 | 18.653 | ||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -24.472 | -25.798 | ||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | -9.318 | 18.651 | ||
| Totale kasstroom | -9.123 | 11.506 |
De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg ca. 24,7 miljoen EUR, wat een verbetering is met 6 miljoen EUR ten opzichte van 2018. De niet-kaskosten (vnl. afschrijvingen) stijgen met 6,5 miljoen EUR door de investeringen van het jaar en de toepassing van IFRS 16.
De negatieve kasstroom uit investeringsactiviteiten is een gevolg van de grote investeringen die in 2019 plaatsvonden, zowel in materiële als immateriële vaste activa. De investeringen omvatten ook de gebruiksrechten op materiële vaste activa die verworven werden door leasing.
De kasstroom uit financiële activiteiten bedroeg -9,3 miljoen EUR. Enerzijds werden er voor 16,6 miljoen EUR nieuwe leningen opgenomen, anderzijds werden bestaande leningen terug betaald voor een bedrag van 21,8 miljoen EUR. Deze bedragen omvatten zowel de rentedragende leningen bij financiële instellingen als de leasingschulden. Daarnaast werden ook dividenden uitgekeerd voor een bedrag van 2,6 miljoen EUR. Het financieel resultaat bedroeg -1 miljoen EUR.
De liquide middelen (zie toelichting 10.7 van het financieel verslag) daalden door deze effecten met ca. 9,1 miljoen EUR. De vennootschap beschikt nog steeds over een stevige cashpositie (15,8 miljoen EUR).
De koffiedivisie binnen de Miko Groep bestaat uit 23 vestigingen verspreid over 12 verschillende landen. De koffies van MIKO worden voornamelijk gebrand in de centrale branderij (gelegen te Turnhout, België). Daarnaast beschikken een aantal dochterondernemingen eveneens over een koffiebrander met een beperkte capaciteit om lokaal koffie te branden.
De verschillende nationale dochtervennootschappen binnen de koffiedivisie focussen zich allen voornamelijk op de marktsegmenten office coffee, horeca en health care.
Office Horeca Health Care
De koffieafdeling behaalde in 2019 een geconsolideerde omzet van 122,4 miljoen EUR. Dit is een stijging van 11% ten opzichte van 2018. Het aandeel van de koffieafdeling in de groepsomzet bedraagt daarmee 54,5%.
De investeringen in materiële vaste activa over 2019 bedroegen 7,1 miljoen EUR.
De investeringen over 2019 bevatten de traditionele investeringen die gebeuren in het kader van de aankoop van koffietoestellen bestemd voor het cliënteel.
| 2019 | 7,1 | |
|---|---|---|
| 2018 | 4,4 | |
| 2017 | 5,5 | |
| 2016 | 6,3 | |
| 2015 | 5 |
De ingezette herstructurering en rebranding van het in 2018 overgenomen Maas A/S (Denemarken), werden verder doorgevoerd in 2019.
Naast de naamswijziging in januari 2019 onderging de onderneming een volledige rebranding naar Freehand Coffee Company A/S, inclusief nieuwe website, productportfolio en webshop.
In de eerste jaarhelft van 2019 werd een fusie doorgevoerd van groepsonderneming Kaffeautomater AS en het in november 2018 overgenomen Kaffebryggeriet AS. Gezien de uitstekende naamsbekendheid in de lokale markt werd besloten om de naam Kaffebryggeriet te behouden.
Het Zweedse Kaffekompaniet, gevestigd in Göteborg, maakt deel uit van de Miko groep sinds 2013.
In de loop van 2019 werd een nieuwe corporate branding van deze entiteit doorgevoerd, onder een nieuw logo en met een opfrissing van de lokale showroom.
Gezien de toenemende vraag naar lokale specialty en niche koffies werd de nieuwe showroom eveneens voorzien van een Hemmarosteri, waar lokaal koffie gebrand wordt en die eveneens dienst doet als koffiestudio om samen met klanten koffie te testen en te proeven.
Parallel aan de remarketing van Freehand Coffee Company AS, werd eveneens aandacht besteed aan een corporate social responsibility initiatief dat specifiek gelinkt kon worden aan Miko's koffiemerk Freehand.
Dit initatief werd in 2019 gelanceerd in een samenwerking met de Freehand Foundation, een NGO gebaseerd in Honduras die door Miko (onder haar Freehand branding) wordt ondersteund.
Het Freehand Foundation principe is uniek in de zin dat het zich specifiek focust op personen binnen de koffie supply chain die niet door andere initiatieven of certificaties beschermd worden, meer bepaald de koffieplukkers.
In samenwerking met klanten wordt een gedeelte van de omzet gedoneerd aan Freehand Foundation. Met deze fondsen wordt door Freehand Foundation grond aangekocht met als doel koffieplantages te ontwikkelen.
Het eigendom van de plantages wordt overgedragen aan lokale boeren en cortadores onder een model van mikrokrediet. Herbij is de lening pas terugbetaalbaar nadat voor het eerst geoogst is kunnen worden. De terugbetaalde sommen worden opnieuw geïnvesteerd.
Bijkomende informatie omtrent dit unieke project is te vinden op www.freehandfoundation.dk .
Naast koffiemachines, uitstekende service en … uiteraard koffie en alle overige benodigdheden, wordt ook meer en meer aandacht besteed aan de setting waarin de koffiepauze binnen bedrijven kan plaatsvinden.
De nieuwe Miko of Puro Coffee Corner vormt dan ook een absolute meerwaarde voor iedere organisatie! Een gezellige koffieruimte zorgt voor een moment van ontspanning en is de ideale ontmoetingsplaats voor een leuke babbel. Studies tonen aan dat zo'n pauze de concentratie verbetert, stress vermindert en het sociale contact tussen collega's bevordert.
De showoom van de Miko Coffee Service vestiging te Mechelen werd voorzien van een volledig nieuwe look.
In oktober 2019 rondde Miko Koffie, via haar Nederlandse dochteronderneming Miko Koffie Service BV, de overname af van 100% van de aandelen in de vennootschap Prestige Drinkservice BV.
Net zoals de lokale Miko entiteit focust Prestige Drinkservice BV, met vestiging te Roosendaal (nabij Breda) zich eveneens op de kantorenmarkt. De lokale aanwezigheid van Miko in Zuid-Nederland wordt hierdoor verder versterkt. Ondertussen werd, met ingang van 1 januari 2020 eveneens reeds een fusie doorgevoerd van beide juridische entiteiten.
De kunststofafdeling binnen de Groep, Miko Pac, heeft 3 productievestigingen, die gelegen zijn in Oud-Turnhout (België), Bydgoszcz (Polen) en Jakarta (Indonesië).
Verder heeft Miko Pac eveneens lokale verkoopskantoren in Frankrijk (Miko Pac France SAS) en Duitsland (Miko-Hordijk Verpackungen GmbH) en bleef het ook gedurende 2019 focussen op een continue commerciële uitbouw in Europa.
In de unit Thermoforming wordt uit polypropyleen kunststofkorrels eerst een folie geëxtrudeerd. Deze folie wordt in de thermoforming-machine licht verwarmd en door middel van een matrijs in de definitieve vorm gegoten. Restanten van folie worden opnieuw in de productie verwerkt.
De voornaamste focus van deze techniek ligt op schalen en dozen voor kant-en-klaar maaltijden.
In de Injection Moulding (spuitgiet) unit wordt vloeibaar gemaakt plastic onder hoge druk in een matrijs gespoten. Deze wordt vervolgens gekoeld zodat het eindproduct stolt en uit de matrijs genomen kan worden. De techniek laat heel nauwkeurig gevormde verpakkingen toe.
In-Mould Labelling (IML) is een techniek waarbij een kunststofetiket mee in de matrijs wordt ingebracht, wat een mooi gelabelde verpakking met een geïntegreerd etiket als eindresultaat geeft. De techniek laat toe om zeer decoratieve verpakkingen te produceren.
De verpakkingen geproduceerd door de verschillende afdelingen binnen MIKO PAC, zijn gericht op diverse marktsegmenten, waaronder:
Het ontwerpen van verpakkingen gebeurt vaak in een partnership tussen de klant en MIKO PAC als professionele co-creator van een ontwerp.
Naast de standaard offering gaat MIKO PAC immers ook steeds voluit voor een volledige custom made oplossing naar de specifieke wensen en vereisten van haar klanten.
Het Research & Development Team van MIKO PAC, helpt haar klanten vanaf het prille begin van een idee voor een nieuwe verpakking, door ontwerpen te maken, deze te vertalen naar een industrialiseerbare tekening, prototypes en proefmodellen te ontwikkelen, en cliënteel van MIKO PAC te adviseren omtrent het verwerken van de verpakking op de productielijnen van de klanten.
Ook in 2019 werden op deze manier diverse nieuwe verpakkingen gelanceerd.
In het productieproces, is er een continue streven naar perfectie opdat aan de klanten van Miko Pac producten van superieure kwaliteit aangeboden kunnen worden.
In iedere afdeling, en gedurende iedere shift wordt door ons personeel continue de kwaliteit van de producten gemonitored… 7 dagen per week, 24 uur per dag.
Naast standaardcontroles en procesmonitoring, investeert Miko Pac doorlopend in kwaliteit, gaande van automatische camerasystemen op productielijnen, meetapparatuur en doorlopende training aan haar personeel.
De kunststofafdeling realiseerde in 2019 een geconsolideerde omzet van 102,2 miljoen EUR, een stijging met 2,6% tegenover 2018 en goed voor 45,5 % van de groepsomzet.
De investeringen in het kunststofsegment in 2019 bedroegen 15 miljoen EUR en hadden betrekking op een nieuw producitegebouw in Polen en machines, robots en matrijzen.
| 2019 | 15 | |||
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 7,4 | |||
| 2017 | 10,6 | |||
| 2016 | 11,3 | |||
| 2015 | 5,2 |
De focus op verdere segmentatie qua markten waar Miko Pac met haar producten een meerwaarde kan betekenen, uitte zich in 2019 op verschillende manieren.
Zo werd, in de 2e jaarhelft van 2019 een sterke uitbreiding gerealiseerd en opgestart in het marktsegment Home Care (Non-Food), waar Miko Pac België specifieke thermoform tubs in combinatie met spuitgiet deksels zal produceren. In het kader van dit project werd ook een nieuwe technologie geïntroduceerd binnen de portfolio van Miko Pac, meer bepaald inline extrusie.
In de vestiging in Polen werd geïnvesteerd in de productie van spreads (margarine tubs) en in verpakkingen voor een fabrikant van chocolade. Beiden projecten werden geïnitieerd in 2019, met een verdere uitrol in 2020.
Door de toenemende vraag naar kunststofverpakkingen, de opbouw van een extrusie-afdeling in Miko Pac Polen, en de uitbreiding van de thermoforming afdeling in 2017, zocht de productievestiging te Bydgoszcz stilaan de grenzen van haar capaciteit op, zowel voor wat betreft beschikbare ruimte voor het plaatsen van bijkomende machines, alsook voor wat betreft de bezettingsgraad van het huidige machinepark.
De verdere uitbreiding van de productievestiging van Miko Pac gelegen in Bydgoszcz (Polen) die gestart werd in 2018 werd in 2019 afgerond met het oog op verdere toekomstige groei van de groep.
In een eerste fase werd aandacht geschonken worden aan een aparte extrusiehal, een aparte thermohal, alsook bijkomende magazijnruimte voor afgewerkte producten.
De uitbreiding van de productiesite in Bydgoszcz bedraagt circa 9.000 M2 .
Net zoals in het jaar 218 reeds het geval was, bleef de recycleerbaarheid, hergebruik en verantwoordelijke verwerking van plastic producten ook in 2019 een onderwerp dat veel de aandacht kreeg.
Hoewel Miko Pac geen plastic items produceert die als gevolg van de implementatie van de EU Directive on Single Use Plastics verboden zouden worden, onderzoekt Miko Pac via haar Research & Development afdeling mogelijke alternatieven om biobased polymeren en composteerbare materialen te integreren in de productie van haar plastic verpakkingen.
Eerder leidde dat onderzoek reeds tot de lancering van een Treepac Range van producten in het thermoforming gamma van Miko Pac.
In een volgende stap werd, gedurende 2019 voor de productiefaciliteit in Bydgoszcz (Polen) een ISCC Plus certificering behaald (International Sustainability and Carbon Certification), die Miko Pac toelaat om plastics te produceren waarvan een gedeelte van de grondstoffen voortkomt uit hernieuwbare biomassa of chemisch gerecycleerde plastics.
Aantal medewerkers per geslacht
| GEGEVEVENS MIKO AANDEEL (IN | 31-03-2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| EURO) | ||||||
| Hoogste Koers t/m 31/12 (t/m 31/03 in 2020) |
110,00 | 122,00 | 127,00 | 135,80 | 111,10 | 104,25 |
| Laagste Koers t/m 31/12 (t/m 31/03 in 2020) |
88,00 | 103,00 | 100,00 | 105,11 | 89,00 | 70,20 |
| Koers op 31/12 (per 31/03 in 2020) | 91,00 | 107,00 | 109,00 | 122,90 | 110,00 | 101,79 |
| Beurskapitalisatie per 31/12 (per 31/03 in 2020) |
113M EUR | 132M EUR | 135M EUR | 152M EUR | 136M EUR | 126M EUR |
| Aantal aandelen per 31/12 | 1.242.000 | 1.242.000 | 1.242.000 | 1.242.000 | 1.242.000 | 1.242.000 |
De aandelen van MIKO NV zijn sinds 1998 genoteerd op Euronext (Brussels), met dubbele fixing. De code van het aandeel is MIKO (ISIN CODE: BE0003731453).
Onderstaande grafiek geeft een beeld van de evolutie van de koers van het MIKO aandeel over de periode 01/01/2019 tot 31/12/2019 in vergelijking met de prestaties van de BEL 20 index over diezelfde periode.
Op 31 december 2019 bedroeg de beurskapitalisatie van MIKO 132.894.000 EUR.
De MIKO Corporate Website (www.mikogroup.be) omvat een omvangrijke investor relations sectie. In die zin speelt deze website een belangrijke rol in op het vlak van communicatie vanwege MIKO omtrent financiële informatie en corporate governance gegevens naar haar stakeholders toe.
MIKO heeft een Corporate Governance Charter aangenomen waarmee we ons ertoe verbinden om de principes van de Corporate Governance Code van 12 maart 2009 toe te passen en de bijhorende wettelijke normen en reguleringen te respecteren. Het Charter beschrijft de krijtlijnen van ons corporate governance beleid, alsook de interne reglementen van de Raad van Bestuur, het Auditcomité, het Benoemings- en Remuneratiecomité en het Exploitatiecomité (EXCO). Op basis van de wetgeving ter zake of ontwikkelingen op vlak van Corporate Governance beleid, passen we ons Charter aan. Het Charter is raadpleegbaar op onze website www.mikogroup.be .
Gedurende boekjaar 2020 zal het Corporate Governance Charter van de Vennootschap herzien worden in functie van de bepalingen van de herziene Corporate Governance Code 2020.
In deze sectie van dit jaarverslag, vermelden we de feitelijke toepassingen van het MIKO Corporate Governance Charter.
De Raad van Bestuur van MIKO NV is per 17 maart 2020 als volgt samengesteld:
De hierboven vermelde onafhankelijke bestuurders beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria zoals voorgeschreven door de desbetreffende bepalingen van het WVV. Bestuurders Frans Van Tilborg, Karl Hermans, Kristof Michielsen, Patrick Michielsen en Bart Wauters hebben familiale banden.
Op de Raad van Bestuur van 21 mei 2019 werd de rol van Voorzitter van de Raad van Bestuur toevertrouwd aan Dhr. Bart Wauters. In deze rol volgt Dhr. Wauters, die reeds bestuurder is bij Miko NV sinds 2013, Dhr. Flor Joosen op.
Het mandaat van Dhr. Flor Joosen eindigde bij de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Vennootschap gehouden op 21 mei 2019 zonder een voorstel tot hernieuwing, dit gezien het mandaat van Dhr. Flor Joosen (als gevolg van de duurtijd van het mandaat) niet langer kon voldoen aan de noodzakelijke onafhankelijkheidscriteria.
Algemene Vergadering van 21 mei 2019 besloot om Beau Noir BV, vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere, te benoemen als onafhankelijke bestuurder van de Vennootschap, en dit voor een mandaat met een duurtijd van 6 jaar.
Tijdens de Raad van Bestuur van 10 september 2019 werd besloten om de neerlegging van het mandaat van Dhr. Mark Stulens te aanvaarden, en besloot de Raad van Bestuur om de vennootschap S-More3P BV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens, te coöpteren als bestuurder van Miko NV. De duurtijd van het mandaat van S-More3P BV als bestuurder is gelijk aan de resterende duurtijd van het mandaat van de bestuurder die vervangen wordt, en neemt aldus een einde bij de Algemene Vergadering van de Vennootschap in 2022.
De bovenvermelde coöptatie wordt – met het verzoek tot bevestiging – toegevoegd aan de agenda van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Miko NV op 26 mei 2020.
De samenstelling van de Raad van Bestuur van Miko NV voldoet aan de verplichtingen inzake genderdiversiteit zoals vervat in artikel 7:86 WVV.
MIKO NV benoemt de leden van haar Raad van Bestuur gebruikelijk voor een termijn van 6 jaar, waardoor zij afwijkt van de bepalingen van artikel 4.6 van de Corporate Governance Code waar een maximumtermijn van 4 jaar voorgeschreven wordt.
MIKO NV is van mening dat deze afwijking verantwoord blijft gezien dit de leden van de Raad van Bestuur toelaat om de werkwijze van MIKO grondiger te leren kennen en – daardoor – hun mandaat op de meest doeltreffende wijze uit te kunnen voeren. De achterliggende intentie van de Code, wordt door MIKO NV wel gerealiseerd door ervoor te zorgen dat helft van de mandaten iedere 3 jaar ten einde komt.
De secretaris van de Raad van Bestuur is Dhr. Philip Wouters.
De Raad van Bestuur vergaderde 7 keer in 2019.
Alle bestuurders waren op iedere vergadering aanwezig, enkel Mevr. Cynthia Van Hulle werd 1 maal verontschuldigd, en Dhr. Mark Stulens werd 2 maal verontschuldigd.
De volgende onderwerpen werden behandeld:
Verder brachten de voorzitters van de adviserende comités na elke vergadering verslag uit aan de voltallige Raad van Bestuur en deden zij de nodige aanbevelingen.
Er waren in 2019 geen ongebruikelijke transacties tussen de bestuurders en MIKO NV, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van MIKO NV aan of ten voordele van deze personen. Er deden zich geen belangenconflicten in de zin van artikel 7:96 of 7:97 WVV voor.
Het Auditcomité van MIKO NV bestaat per 17 maart 2020 uit 2 onafhankelijke bestuurders, namelijk mevrouw Cynthia Van Hulle (voorzitter) en S-More3P BV (vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens) en 1 niet-uitvoerende bestuurder, zijnde Dhr. Patrick Michielsen. Alle leden hebben voldoende ervaring op het vlak van boekhouding en audit.
Het Auditcomité vergaderde 4 maal in 2019. Alle leden waren steeds aanwezig.
Volgende onderwerpen werden besproken:
MIKO NV opteert om gebruik te maken van de mogelijkheid om het benoemingscomité en het remuneratiecomité samen te voegen.
Per 17 maart 2020 is het Benoemings- en remuneratiecomité van MIKO NV samengesteld uit 2 onafhankelijke bestuurders en 1 niet-uitvoerende bestuurder.
De onafhankelijke bestuurders die deel uitmaken van het Benoemings- en remuneratiecomité zijn S-More3P BV (vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens) (Voorzitter) en Mevr. Inge Bruynooghe. In zijn hoedanigheid van nietuitvoerende bestuurder maakt Dhr. Bart Wauters eveneens deel uit van het Benoemings- en remuneratiecomité. Alle leden hebben voldoende ervaring op het vlak van personeelszaken en remuneratie.
Het Benoemings- en remuneratiecomité vergaderde 3 maal in 2019. Alle leden waren steeds aanwezig.
Volgende onderwerpen werden besproken:
samenstelling Raad van Bestuur;
De werkwijze van de evaluatie van de bestuursorganen en de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt door MIKO N.V vastgelegd in het intern reglement van het Benoemings– en remuneratiecomité.
De werking van de Raad van Bestuur wordt driejaarlijks, voor de laatste keer in 2018, geëvalueerd met het oog op haar doeltreffendheid. Volgende thema's komen hierbij aan bod: de omvang van de Raad van Bestuur, de algemene werking van de Raad van Bestuur, de manier waarop vergaderingen worden voorbereid, de bijdrage van ieder individueel lid van de Raad van Bestuur aan haar werkzaamheden, de aanwezigheid en betrokkenheid van iedere individuele bestuurder bij vergaderingen en besluitvorming, de samenstelling op vlak van noodzakelijke expertise op de diverse terreinen die relevant zijn voor MIKO. Deze evaluatie laat verdere optimalisatie toe van de Raad van Bestuur van MIKO. Het Benoemings- en remuneratiecomité brengt van deze evaluatie een gemotiveerd verslag uit aan de Raad van Bestuur.
De werking en prestaties van de CEO van MIKO worden minstens éénmaal per jaar door het Benoemings– en remuneratiecomité besproken. De CEO is hier zelf niet bij aanwezig. Periodiek evalueren de Raad van Bestuur, het Auditcomité en het Benoemings- en remuneratiecomité hun eigen interne reglementen. Eventuele voorstellen tot verbetering kunnen vervolgens voorgelegd worden aan de Raad van Bestuur.
Het dagelijks bestuur van de Groep wordt waargenomen door de CEO die hierbij wordt bijgestaan door het uitvoerend management (EXCO) dat frequent samenkomt.
Het EXCO tekent de strategie uit, bepaalt de doelstellingen en legt deze voor ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur. Daarnaast volgt het EXCO de resultaten van de activiteiten van de diverse dochtervennootschappen nauwgezet op, stelt het de budgetten op en bereidt het de jaarrekening voor.
Dhr. Johan Vandervee beëindigde per eind september 2019 op 60-jarige leeftijd zijn functie als HR Director en lid van het EXCO. Hij stelt zijn kennis en rijke ervaring wel nog ter beschikking door middel van een adviesfunctie bij dochteronderneming Miko Coffee Service NV.
Er waren in 2019 geen ongebruikelijke transacties tussen de leden van het Exploitatiecomité en MIKO NV of een van de andere vennootschappen van de Miko Groep, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van MIKO NV of een van de andere vennootschappen van de Miko Groep aan of ten voordele van deze personen.
Op 17 maart 2020 bestaat het EXCO uit volgende leden:
Frans Van Tilborg, CEO Dirk Hermans, Director Purchase Karl Hermans, Managing Director Plastics Kristof Michielsen, Managing Director Plastics Wim van Gemert, CFO Stijn Michielsen, Director Export – Green Coffee
(foto van links naar rechts: Stijn Michielsen, Dirk Hermans, Karl Hermans, Wim van Gemert, Kristof Michielsen, Frans Van Tilborg)
De grootste dochtervennootschappen binnen respectievelijk de koffiepijler en de kunststofpijler beschikken over een eigen managementteam, dat regelmatig vergadert over de dagelijkse werking van de eigen organisatie en over de concrete uitwerking van de beslissingen die door het EXCO worden genomen. Bovendien signaleren de managementteams moeilijkheden, opportuniteiten en uitdagingen op de werkvloer aan het EXCO.
Miko Coffee Ltd. Verenigd Koninkrijk Adrian Stagg Miko Café Services SAS Frankrijk Jacques Grevet Miko Kaffee GmbH Duitsland Frank Schellenberger Miko Koffie Service BV Nederland Koen Van Zon Miko Kava s.r.o. Tsjechië Peter Leinfelder Miko Kava s.r.o. Slowakije Radko Reseta Kaffekompaniet Din Pauspartner AB Zweden Anders Sjögren Smiling Faces AB Zweden Anders Sjögren Miko Coffee ApS Freehand Coffee Company AS Beverage Marketing Australia AB Australië Gary Newcome KaffeBryggeriet AS Noorwegen Bard Aune
Miko Pac Sp. z o.o. Polen Andrzej Olszewski Miko-Hordijk Verpackungen GmbH Duitsland Sascha Dawid PT. Innoware Indonesië Cirellus Hartono Miko Pac France SAS Frankrijk Frédéric Duval
In het kader van de normale bedrijfsvoering is de Groep blootgesteld aan een groot aantal risico's die ertoe kunnen leiden dat de doelstellingen niet of slechts gedeeltelijk worden behaald. Het beheersen van deze risico's is een kerntaak van ieder lid van het management op zijn of haar terrein.
Om het management hierin bij te staan heeft de Groep een geheel van risicobeheers- en interne controlesystemen opgezet. Deze systemen zijn qua opzet gebaseerd op de principes van het COSO II-model.
Hierna worden in het kort de belangrijkste componenten van deze systemen en de meest relevante risico's besproken.
De controleomgeving wordt voornamelijk beheerst door de bedrijfscultuur en de managementstijl. Het op elkaar afstemmen van de organisatiestructuur, de risicobereidheid en het vastleggen van verantwoordelijkheden moet ertoe bijdragen dat bewust met risico's en risicobeheer wordt omgegaan.
De Raad van Bestuur houdt toezicht op de goede werking van de risicobeheer- en interne controlesystemen via het Auditcomité. Het Auditcomité steunt hierbij op informatie die enerzijds door de externe auditor en anderzijds door het management wordt verstrekt. Zesmaandelijks worden de uitgevoerde werkzaamheden en hun resultaten met het Auditcomité besproken.
Om tot een gestructureerde en systematische beheersing van de bedrijfsrisico's te komen, heeft de Groep sinds 2010 een op Enterprise Risk Management (ERM) gebaseerde aanpak en methodologie ontwikkeld en ingevoerd.
Het is de bedoeling om enerzijds de risico's waaraan de Groep is blootgesteld te inventariseren, op te volgen en te beheersen en anderzijds het risicobewustzijn te vergroten, in de eerste plaats bij de leidinggevenden van de Groep. Geleidelijk aan dienen zij deze attitude verder uit te rollen naar de rest van de organisatie.
De belangrijkste risico's verbonden aan de activiteiten van de Groep worden weergegeven in vijf categorieën:
Om de geïdentificeerde risico's op een consistente wijze van een risicoscore te voorzien, werden schalen uitgewerkt voor "waarschijnlijkheid" enerzijds en "impact" anderzijds. Aan de hand van deze twee schalen wordt een risicomatrix opgesteld, waarin de risico's opgedeeld worden volgens hun ernst (hoog, middelmatig en laag).
De hoge risico's worden van een risicorespons voorzien, dit is een actieplan om de risicoscore beneden de toelaatbare tolerantiegrens te brengen. De middelmatige en lage risico's worden verder gemonitord. Alle risico's worden opgenomen in een risicoregister en worden driemaandelijks besproken door het EXCO.
Risico's inzake prijzen op onze grondstoffenmarkten Zowel voor de koffie- als de kunststoftak bestaat het gevaar dat stijgende grondstofprijzen slechts gedeeltelijk of helemaal niet kunnen worden doorgerekend aan onze klanten. Voor de koffietak kan aan deze situatie niet volledig verholpen worden, aangezien MIKO geen marktleider is, zijn marktaandeel moet beschermen en slechts kan volgen wat de marktleiders doen. Het is daarom vooral belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over wat de concurrentie doet in de verschillende markten en om hierop snel te reageren. Voor de kunststoftak wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk klanten op te nemen in de zogenaamde "prijzenslang" met automatische prijsaanpassing om de drie of zes maanden. Dit resulteert weliswaar in een vertraagde doorrekening, maar brengt het risico binnen aanvaardbare normen.
Het economisch klimaat zorgt voor een verhoogd kredietrisico. De Groep beperkt dit risico door een veelvuldige screening van alle belangrijke klanten en leveranciers, in combinatie met het toepassen van kredietlimieten.
Het plots wegvallen van mensen in sleutelfuncties vormt voor de Groep een risico. Dit wordt opgevangen door het up-to-date houden van de individuele functiekaarten, waarin de verschillende taken van elk personeelslid beschreven staan en waarin wordt aangegeven wie binnen de organisatie kan instaan voor vervanging op korte termijn.
Storingen in de IT-systemen kunnen voor MIKO ernstige gevolgen hebben. Om de continuïteit van de gegevensverwerking veilig te stellen zijn back-upsystemen voorzien.
Onjuiste rapportering kan een impact hebben op het aandeel van MIKO. Aangezien het resultaat van de Groep bepaald wordt door de resultaten van de groepsvennootschappen, besteedt de Groep veel aandacht aan de interne rapportering. Voor elke juridische entiteit worden jaarlijks forecast opgemaakt inzake te verwachten resultaat, te verwachten cash flow en investeringsbehoeften. Maandelijks rapporteren de lokale verantwoordelijken aan het Exploitatiecomité op groepsniveau, waarbij steeds de vergelijking wordt gemaakt met de forecast op het vlak van resultaat, cashpositie en gerealiseerde investeringen. Op regelmatige basis worden de buitenlandse entiteiten bezocht teneinde de door hen aangeleverde gegevens te controleren. De aangeleverde resultaten worden op elke vergadering van de Raad van Bestuur door het management gepresenteerd en toegelicht.
Een beperkt deel van de transacties gebeurt in andere valuta dan EURO. Het betreft hier voornamelijk transacties in PLN en GBP. Gezien de geringe omvang en impact maakt de Groep geen gebruik van afgeleide financiële producten om dit risico in te dekken.
De liquiditeitspositie van de Groep wordt dagelijks opgevolgd door het management. Daarnaast wordt dit risico in voldoende mate beheerst door gebruik te maken van gespreide financieringsbronnen. De aangetrokken externe financieringen worden centraal beheerd en in de mate van het mogelijke afgesloten voor een termijn die gelijk is aan de duur van het project waarvoor de financiering wordt aangegaan.
MIKO verzekert zich tegen risico's van productaansprakelijkheid en recalls. Daarnaast worden uitgebreide kwaliteitscontroles uitgevoerd op producten bestemd voor de verkoop.
Risico's verbonden aan brand, natuurrampen, …
De Groep sluit hiervoor verzekeringspolissen af en besteedt bovendien veel aandacht aan interne opleidingen inzake brandveiligheid en preventie.
Het al dan niet aangekondigd uitvallen van de stroomvoorziening houdt voornamelijk risico's in voor de productievestigingen van de Groep. Het management neemt maatregelen om de impact ervan te beperken, onder meer door de installatie van noodgeneratoren.
management tegemoet komt aan de aanbevelingen van de externe auditor.
Maandelijks worden de gerealiseerde resultaten vergeleken met de door de Raad van Bestuur goedgekeurde budgetten. Naast de financiële indicatoren wordt hierbij tevens de situatie inzake personeelsbeleid en -opleiding geëvalueerd en worden de veranderende marktsituaties besproken, evenals nieuwe opportuniteiten en bedreigingen.
Om in de hele organisatie een coherente en doorzichtige gegevensverwerking te bekomen, behoort het tot de strategie van MIKO om op termijn al haar vestigingen op eenzelfde IT-platform te brengen.
Op regelmatige tijdstippen worden fysieke controles gedaan. Zo worden gedurende het jaar meerdere voorraadcontroletellingen georganiseerd. Tevens worden de buitenlandse entiteiten meermaals bezocht om na te gaan of de door hen verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijke situatie.
Bij elke vergadering wordt de nodige aandacht besteed aan verslaggeving, alsmede aan de vraag aan wie deze verslaggeving moet worden bezorgd. Hierdoor kan de juiste informatie of de afgesproken actie op een efficiënte manier door de Groep stromen. Tevens maakt de Groep gebruik van grote TV-schermen waarop naast de missie en de waarden van de Groep ook operationele en financiële gegevens worden bekendgemaakt.
Het Auditcomité van MIKO voert besprekingen met het uitvoerend management met betrekking tot de financiële verslaggeving en gaat na in welke mate het uitvoerend
Het remuneratieverslag 2019 heeft als doel om transparant te informeren over het concrete verloningsbeleid voor bestuurders en uitvoerende managers binnen MIKO. Het onderliggende verslag zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering dd. 26 mei 2020.
Het intern reglement van het Benoemings- en remuneratiecomité legt de werkwijze vast met betrekking tot de ontwikkeling van een remuneratiebeleid en de vastlegging van het remuneratieniveau.
Het Benoemings- en remuneratiecomité formuleert – op eigen initiatief dan wel op verzoek van de Raad van Bestuur – aanbevelingen met betrekking tot de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur, van de CEO, van de leden van het EXCO en van de personen belast met de algemene dagelijkse leiding van de buitenlandse dochtervennootschappen.
Dergelijke aanbevelingen hebben minstens betrekking op de voornaamste contractuele bepalingen (inclusief de kenmerken van de relevante pensioenplannen), vertrekregelingen en de belangrijkste elementen van de remuneratie inclusief het relatieve belang van elke component van de remuneratie, de prestatiecriteria voor een variabele verloning , lange termijn incentives en de voordelen in natura.
De Vennootschap streeft ernaar om via het remuneratiebeleid bekwame leiders aan te trekken, te motiveren en te behouden, door een goed evenwicht te betrachten tussen vaste vergoedingen en incentives (prestatiegebonden vergoedingen, aandelenopties en pensioenplannen).
Het remuneratiebeleid onderging in deze verslagperiode verder geen belangrijke wijzigingen.
Elk van de bestuurders ontving in 2019 een forfaitaire vergoeding van 13.000 euro. De vergoedingen van Beau Noir BV (vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere) en S-More 3P (vast vertegenwoordig door Dhr. Mark Stulens), werden geprorateerd op basis van de datum van hun respectievelijke benoeming als bestuurder van de Vennootschap.
De voorzitter van de Raad van Bestuur ontving een bijkomende vergoeding van 2.000 euro.
De respectievelijke bepalingen van de Corporate Governance Code bepaalt dat de remuneratie van de nietuitvoerende bestuurders rekening houdt met hun specifieke rollen, verantwoordelijkheden en tijdsbesteding. Aangezien het Benoemings- en remuneratiecomité van oordeel is dat, met uitzondering van de voorzitter, de inspanningen van alle bestuurders ongeveer gelijk zijn, hanteert de Vennootschap, behalve voor de voorzitter, geen gedifferentieerde remuneratie.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden vergoedingen of andere voordelen.
De CEO van de Miko Groep, Frans Van Tilborg, heeft een zelfstandig statuut.
Het vergoedingspakket van de CEO wordt bepaald op basis van benchmarking, de vermelde bedragen zijn bruto vóór sociale bijdragen en belastingen en inclusief voordelen van alle aard.
Het vaste basissalaris van de CEO in 2019 bedroeg 254.834,64 EUR. Het variabele gedeelte betaald in 2019 op basis van doelstellingen 2018, bedroeg 57.692,95 EUR. De bijdrage voor de pensioenregeling en invaliditeitsverzekering bedroeg 88.935,99 EUR en de voordelen in natura (wagen, etc) bedroegen 25.478,37 EUR.
De variabele vergoeding is lager dan één vierde van de totale remuneratie en dient bijgevolg niet gespreid te worden in de tijd zoals bepaald in artikel 7:91 WVV.
Een gedeelte van de betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is gebaseerd op het behalen van de gebudgetteerde EBITDA en het gebudgetteerde resultaat na belastingen. Een ander gedeelte is gebaseerd op de Compound Annual Growth Rate (CAGR) over de voorbije 5 jaren.
Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De overeenkomst met de CEO voorziet, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de Vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar in dienst van MIKO, met een maximum van 18 maanden loon. Dergelijke beëindigingsvergoeding was reeds voorzien in de zelfstandige samenwerkingsovereenkomst met Frans Van Tilborg vóór diens benoeming tot CEO.
De leden van het EXCO hebben een zelfstandig statuut.
Het vergoedingspakket van de leden van het EXCO wordt bepaald op basis van benchmarking. Voor 2019 zijn de gezamenlijke vergoedingen (met uitsluiting van de vergoeding van de CEO) als volgt.
Het vaste basissalaris in 2019 bedroeg 871.013,86 EUR. Het variabele gedeelte bedraagt 138.951,65 EUR. De bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering bedroeg 273.569,85 EUR. De voordelen in natura over 2019 (wagen etc), bedroegen gezamenlijk 64.761,16 EUR.
De vergoedingen ten aanzien van Dhr. Johan Vandervee werden in deze bedragen opgenomen tot 1 oktober 2019.
De betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is afhankelijk van het behalen van de doelstellingen vooropgesteld in de budgetten voor het vorig boekjaar, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur, voor de helft op vlak van EBITDA en voor de helft op vlak van het resultaat na belastingen. Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De overeenkomsten met de leden van het EXCO voorzien, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de Vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar dienst, met een maximum van 18 maanden loon. De opname van een dergelijke beëindigingsvergoeding in de overeenkomst was voor elk van de betrokkenen een noodzakelijke voorwaarde voor de aanvaarding van zijn taak.
Tijdens boekjaar 2019 werden volgende aandelenopties uitgeoefend door leden van het EXCO:
| Lid EXCO | Datum | Aantal |
|---|---|---|
| Johan Vandervee | 09/01/2019 | 1.000 |
In boekjaar 2019 werden op volgende aandelenopties ingetekend door de leden van het EXCO:
| Toekenning | 12/2019 | 12/2019 |
|---|---|---|
| Uitoefenperiode | 2023-2024 | 2023-2026 |
| Uitoefenprijs | 107 EUR | 107 EUR |
| Frans Van Tilborg | 1000 | |
| Dirk Hermans | 1000 | |
| Karl Hermans | 1000 | |
| Kristof Michielsen | 0 | |
| Wim Van Gemert | 750 | |
| Stijn Michielsen | 0 |
In 2019 zijn er geen vervallen niet-uitgeoefende opties die betrekking hebben op de leden van het EXCO.
Het kapitaal van MIKO NV is verdeeld in 1.242.000 aandelen zonder vermelding van waarde, en is volledig volstort.
Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen. De Vennootschap heeft geen winstbewijzen, obligaties, converteerbare obligaties of warrants uitgegeven.
De referentieaandeelhouder van de Vennootschap is nog steeds de familie Michielsen, die in 1801 begon met het branden en verkopen van koffie. Na de beursgang in 1998 heeft de familie Michielsen nog 55% van de aandelen in bezit gehouden.
Deze aandelen zijn ondergebracht in de Stichting Administratiekantoor (STAK) naar Nederlands recht OKIM en Imko Holding, een NV naar Belgisch recht.
Op balansdatum bezaten STAK OKIM en Imko Holding NV gezamenlijk 687.000 aandelen zijnde 55,31% van de stemrechten, zoals blijkt uit de aandeelhouderstructuur hieronder.
De Vennootschap staat krachtens een overeenkomst met STAK OKIM en Imko Holding NV in voor de betaling van de beheers- en werkingskosten van STAK OKIM. Bovendien verzorgt de Vennootschap de boekhouding van Imko Holding NV. De kosten die hieraan verbonden zijn bedragen ca. 5.000 EUR per jaar. Gelet op het geringe belang van deze overeenkomst in verhouding tot het netto-actief van de Vennootschap, is artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen niet van toepassing.
De Vennootschap heeft een leningovereenkomst afgesloten met Imko Holding NV Het totale ontleende bedrag bedroeg op balansdatum 2.250.000 EUR. In 2014 werd de procedure van (toenmalig) artikel 524 Wetboek van Vennootschappen toegepast in het kader van de toenmalige verlenging van de lening.
Overeenkomstig artikel 6 en volgende van de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten op een gereglementeerde markt, en overeenkomstig artikel 8 van de statuten van Miko NV, is iedere aandeelhouder wiens deelneming de drempelwaarden van 3% (37.260 aandelen), 5% (62.000 aandelen), of een veelvoud van 5% over- of onderschrijdt, verplicht hiervan kennis te geven aan de Vennootschap en aan de FSMA.
De Vennootschap ontving in 2019 geen transparantiekennisgevingen.
Situatie op 17 maart 2020, zoals bekend aan de Vennootschap op basis van de ontvangen transparantiekennisgevingen:
| Aantal Aandelen | % stemrechten | |
|---|---|---|
| Stichting Administratiekantoor OKIM | 403.710 | 32,50% |
| Imko Holding NV | 283.290 | 22,81% |
| De Wilg Comm.V. | 53.361 | 4,30% |
| Fidelity Management & Research Company LLC | 54.996 | 4,43% |
Het totaal aantal stemrechtverlenende aandelen uitgegeven door de Vennootschap bedraagt 1.242.000. Het totaal aantal stemrechten (noemer) bedraagt 1.242.000.
Op de Algemene Vergadering van 26 mei 2015 werd besloten om over te gaan tot verlenging van de machtiging verleend aan de Raad van Bestuur van MIKO NV om, gedurende een periode van vijf jaar, over te gaan tot verwerving van eigen aandelen overeenkomstig (toenmalig) artikel 620 §1, lid 5 van het Wetboek van Vennootschappen.
Deze machtiging verleent de Raad van Bestuur de mogelijkheid om, zonder voorafgaandelijk besluit van de Algemene Vergadering van de Vennootschap, over te gaan tot het verkrijgen van eigen aandelen, en dit ten belope van maximaal 20% van het geplaatst kapitaal. De aankoop of ruil kan geschieden tegen een prijs gelijk aan ten minste 85% en ten hoogste 115% van de laatste slotkoers waaraan deze aandelen genoteerd werden in Eurolist By Euronext op de dag voorafgaand aan de aankoop of ruil.
Aan de Algemene Vergadering van de Vennootschap dd. 26 mei 2020 zal het voorstel tot besluit gedaan worden om voornoemde machtiging te hernieuwen conform de bepalingen van artikel 7:215 WVV, en dit voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de datum van bekendmaking ervan in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
MIKO NV heeft in de loop van het boekjaar 2019 geen eigen aandelen ingekocht, en bezat aldus op 31 december 2019 dan ook geen eigen aandelen.
Er zijn geen verschillende categorieën aandelen. Voor meer informatie en voor de aandeelhoudersstructuur, zie eerder in dit hoofdstuk.
Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen.
Volgens artikel 14 van de statuten van MIKO NV heeft de Stichting Administratiekantoor OKIM een exclusief recht tot voordracht van kandidaten voor de meerderheid van de bestuursmandaten, zolang zij rechtstreeks of onrechtstreeks 25,1% van de aandelen van de Vennootschap bezit. Voor het overige zijn aan de effecten geen bijzondere zeggenschapsrechten verbonden.
Er bestaan geen aandelenplannen voor werknemers waarvan de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend.
Overeenkomstig artikel 7:24 WVV, verleent artikel 10 van de statuten de Raad van Bestuur het recht om de uitoefening van de rechten verbonden aan een aandeel te schorsen indien het aandeel aan meerdere eigenaars toebehoort, totdat één persoon tegenover de vennootschap als aandeelhouder is aangewezen.
Voor het overige bestaan geen statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht. Voor de regels met betrekking tot het uitoefenen van het stemrecht, verwijzen wij graag naar het publieke Corporate Governance Charter van MIKO NV
Voor zover aan de Vennootschap bekend, bestaan er geen aandeelhouders-overeenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht.
Voor de benoeming en vervanging van bestuurders: zie het luik Benoemings – en remuneratiecomité van dit verslag. De statuten bevatten geen bijzondere regels met betrekking tot de wijziging ervan. De wettelijke regels zoals vastgelegd in artikel 7:153 WVV en volgende zijn van toepassing.
De Raad van Bestuur heeft in het algemeen de taken en bevoegdheden die hem door of krachtens het WVV zijn toegekend.
In de statuten en door diverse besluiten van de Algemene Vergadering zijn aan Raad van Bestuur uitgebreide bevoegdheden toegekend inzake inkoop van eigen aandelen zoals eerder vermeld in dit hoofdstuk.
Verder werden aan de Raad van Bestuur nog volgende bevoegdheden toegekend in het kader van beschermingsconstructies. De Raad van Bestuur van MIKO NV maakte in 2018 van geen van beide machtigingen gebruik.
a) De Raad van Bestuur van MIKO NV werd gemachtigd door de Algemene Vergadering dd. 26 mei 2015 om, in geval van een openbaar overnamebod op de aandelen van de Vennootschap, bij toepassing van het toegestane kapitaal, het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap te verhogen onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 7:202 WVV.
Deze machtiging, werd door de Algemene Vergadering dd. 22 mei 2018, verlengd voor een nieuwe periode van 3 jaar zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgische Staatsblad dd. 05 juni 2018. .
b) In overeenstemming met artikel 7:198 WVV en volgende, heeft de Buitengewone Algemene Vergadering dd. 23 mei 2017 besloten om over te gaan tot verlenging van de bevoegdheid toegekend aan de Raad van Bestuur, gerelateerd aan artikel 6b van de statuten van de Vennootschap, om, in één of meerdere malen, het geplaatst maatschappelijk kapitaal te verhogen met een bedrag gelijk aan dat maatschappelijk kapitaal, of om onder dezelfde voorwaarden converteerbare obligaties uit te geven. Deze bevoegdheid mag eveneens gebruikt worden voor kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties of van warrants waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen, en kapitaalverhogingen die geschieden door omzetting van de reserves.
Deze machtiging is toegekend voor een periode van 5 jaar te rekenen vanaf 9 juni 2017, zijnde de datum van publicatie in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Voor zover de Vennootschap partij zou zijn bij overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle na een openbaar overnamebod, is de Raad van Bestuur van oordeel dat deze overeenkomsten ofwel van ondergeschikt belang zijn ofwel van zodanige aard zijn dat de openbaarmaking ervan de Vennootschap ernstig zou schaden.
(x) Vergoedingen ingeval van afvloeiing n.a.v. een openbaar overnamebod
Er zijn tussen de Vennootschap en haar dochtervennootschappen enerzijds, en de bestuurders of werknemers van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen anderzijds, geen overeenkomsten afgesloten die in specifieke vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt. De normale regels voor de beëindiging van de bestuurders- resp. arbeidsovereenkomsten zullen in voorkomend geval van toepassing zijn. Zie hiervoor de specifieke secties hieromtrent in het remuneratieverslag.
Eén van de pijlers van de strategie van MIKO heeft betrekking op haar werknemers, die beschouwd worden als de belangrijkste succesfactor voor de Groep. De achterliggende visie inzake het beleid dat MIKO voert inzake diversiteit is te herleiden naar het principe dat elke medewerker beschikt over een eigen unieke combinatie van kenmerken en talenten, sommige zichtbaar, andere minder zichtbaar.
Omgaan met die verscheidenheid betekent het optimaal benutten van dergelijk individuele kenmerken, talenten, achtergronden en ervaring binnen de Groep, met het verder ontplooien ervan als doel.
Voor wat betreft de Raad van Bestuur, het EXCO en de managementteams van de grootste dochterondernemingen binnen MIKO Groep, wordt toegezien op een evenwichtige samenstelling van deze organen opdat deze voldoende diversiteit kent inzake opvattingen, specifieke deskundigheid, ervaring en kennis nodig ter evaluatie van de operationele en financiële werking van de vennootschappen binnen de Groep, de mogelijke lange termijn risico's, alsook de opportuniteiten die zich voordoen binnen zowel de koffiedivisie als binnen het kunststofsegment. Daarnaast wordt eveneens aandacht geschonken door MIKO inzake diversiteit op gebied van gender en leeftijd.
MIKO baseert zich in het kader van de hieraan gerelateerde aanstellingen enkel op objectieve criteria gerelateerd aan specifieke kennis, verwezenlijkingen en ervaring van de desbetreffende betrokken personen. In die zin worden aanwerving – en/of benoemingsprocedures binnen MIKO enkel gebaseerd op vermelde objectieve criteria, zonder enige vorm van discriminatie op het gebied van geslacht, leeftijd, ras, burgerlijke staat, handicap, seksuele voorkeur, geloofsovertuigingen of politieke meningen.
(i) Raad van Bestuur
Conform de bepalingen van artikel 7:86 WVV is ten minste één derde van de leden van de Raad van Bestuur van de Vennootschap van een ander geslacht dan de overige leden.
Leeftijd +50: 32% Leeftijd -50: 68%
MIKO heeft in 2019 een bedrag van ca. 1 miljoen EUR gespendeerd aan onderzoek en ontwikkeling. Het gaat voornamelijk om kosten voor de ontwikkeling van nieuwe matrijzen in het kunststofsegment.
De laatste weken groeide het nieuwe coronavirus (COVID-19) uit tot een pandemie met ernstige gevolgen voor burgers, maatschappij en industrieën wereldwijd.
De prioriteit van Miko is de gezondheid en veiligheid van al haar medewerkers. Daarom werden zeer strikte gezondheidsmaatregelen en andere voorzorgen genomen, zoals thuiswerk en social distancing. In de fabrieken voor koffie en kunststof werd letterlijk alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle aanbevelingen en richtlijnen van de overheid en het WHO, om zo de verspreiding van het virus tegen te gaan.
Door de maatregelen van de diverse overheden (lockdown, sluiting horeca, verplicht telewerk e.d.m.) volgde er vanaf midden maart een serieuze terugval van de omzet binnen het koffiesegment. De Miko-groep focust zich immers voornamelijk op de "out of home" markt (kantoren, industrie en horeca).
De impact is voorlopig nog minimaal voor het kunststofsegment, aangezien het grootste deel van de omzet daar bestaat uit verpakkingsmateriaal voor de voedingssector, een sector die minder gebukt gaat onder deze COVID-crisis.
Gezien de onzekerheid rond de verdere ontwikkeling van COVID-19, is het op dit moment niet mogelijk om een betrouwbare inschatting te maken van de impact van deze pandemie op de resultaten van de groep over 2020. De Miko-groep kan echter terugvallen op een sterke balans en een ruime liquiditeitspositie.
Met dit gegeven als uitgangspunt is het management van de Miko-groep nagegaan wat de mogelijke de impact van COVID-19 op de liquiditeit van de groep zou kunnen zijn bij een aantal verschillende scenario's. Hierbij kon steeds worden geconcludeerd dat de continuïteit van de groep voor het volgende jaar is gewaarborgd.
Op de Algemene Vergadering van 21 mei 2019 werd de burgerlijke vennootschap PwC Bedrijfsrevisoren, met zetel te 1932 Sint-Stevens-Woluwe, Woluwe Garden, Woluwedal 18 ("PwC"), herbenoemd tot commissaris van de
Vennootschap voor een periode van 3 jaar, lopende tot de Algemene Vergadering van 2022. Sinds de Algemene Vergadering van 2014, wordt PwC vertegenwoordigd door de Heer Koen Hens.
Voor de controle van de jaarrekening van MIKO NV werd aan de commissaris een ereloon van 11.000 euro betaald.
Voor de controle van de jaarrekeningen van de dochtervennootschappen werd aan de commissaris een ereloon van in totaal 208.907 euro betaald.
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is bedragen 42.572 euro.
MIKO NV heeft een garantie verleend aan de volgende entiteiten teneinde hen toe te laten gebruik te maken van de vrijstelling om hun jaarlijks financieel verslag te laten auditeren, zoals toegelaten onder
Secties 479A en 479C van de Companies Act 2006 in het Verenigd Koninkrijk:
Artikel 2:403 Nederlands Burgerlijk Wetboek:
De Vennootschap heeft geen bijkantoren.
De Raad van Bestuur bevestigt dat de waarderingsregels die in de toelichting bij de jaarrekening zijn opgenomen, correct en verantwoord zijn. In de huidige omstandigheden zal de onderneming met de bestaande relevante factoren vermoedelijk een winst blijven realiseren, waardoor de continuïteit van de onderneming gewaarborgd is.
De Vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten in een mate die van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat.
De Raad van Bestuur van MIKO NV stelt aan de Algemene Vergadering volgende resultaatsbestemming voor:
| Statutair resultaat 2019 | -69.091,80 EUR |
|---|---|
| Overgedragen resultaat 2018 | 436,64 EUR |
| Onttrekking aan de beschikbare reserves | 69.000,00 EUR |
| Vergoeding van het kapitaal | 0,00 EUR |
| Brutodividend per aandeel | 0,00 EUR |
| Nettodividend per aandeel | 0,00 EUR |
| Over te dragen saldo | 344,84 EUR |
De Raad van Bestuur stelt voor aan de Algemene Vergadering om over het jaar 2019 geen dividend te betalen.
Wij verzoeken de Algemene Vergadering van MIKO NV dit jaarverslag en de jaarrekening over het boekjaar 2019 goed te keuren en de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen.
Opgesteld te Turnhout op 17 maart 2020
Namens de Raad van Bestuur van MIKO NV
Kristof Michielsen Bestuurder
Karl Hermans Bestuurder
Frans Van Tilborg Gedelegeerd bestuurder CEO
Verklaring Niet Financiële Informatie
MIKO NV's geconsolideerde verklaring met betrekking tot de vereiste openbaarmakingen toepasselijk op Miko NV op basis van artikel 3:6, §4 WVV werd opgenomen in een apart Corporate Social Responsibility Rapport ("CSR Rapport").
Vermeld CSR Rapport wordt tegelijkertijd met de openbaarmaking van dit jaarverslag, aan het publiek ter beschikking gesteld via de Corporate Social Responsibilty sectie van MIKO's corporate website (www.mikogroup.be), en bevat een overzicht van het beleid gevoerd door MIKO met betrekking tot de impact van de activiteiten van haar koffie – en kunststofdivisie inzake werkgelegenheid, sociale en milieu aangelegenheden, respect voor mensenrechten, anti-corruptie en omkoping.
MIKO's beleid inzake dit onderwerp kan als volgt samengevat worden:
a) MIKO is geëngageerd om haar activeiten op dergelijke wijze te ontplooien dat deze een positieve invloed hebben op werknemerschap, sociale en milieu aangelegenheden. Met dit doel, en als resultaat van dit beleid heeft MIKO verschillende projecten geïdentificeerd die het wenst te steunen met betrekking tot deze topics.
De kernprojecten in dit kader zijn:
De inhoud van dit rapport bevat een overzicht van dergelijke projecten en de huidige status ervan.
b) MIKO is geëingageerd om haar activiteiten op een ethische wijze te ontplooien, hoewel we erkennen dat er zich in het kader van onze bedrijfsuitvoering bepaalde risico's kunnen voordoen inzake mensenrechten, corruptie, omkoping en andere daaraan gerelateerde aspecten. Om onze werknemers en partners duidelijk te informeren omtrent deze risico's, heeft MIKO een overzicht of ethische code gepubliceerd met duiding aangaande de voornaamste elementen omtrent deze problematiek en de mogelijke risico's waarmee men geconfronteerd zou kunnen worden in het kader van onze bedrijfsactiviteiten. Deze code is eveneens publiek beschikbaar op de corporate social responsibility sectie van onze corporate website via www. mikogroup.be.
Een integraal overzicht van de inspanningen geleverd door MIKO in het kader van haar CSR programma gedurende boekjaar 2019, alsook de key prestatie indicatoren die MIKO zichzelf heeft vooropgesteld na te streven gedurende de volgende jaren, zijn integraal terug vinden in het MIKO's CSR Rapport 2019 zoals beschikbaar via de corporate social responsibility sectie van MIKO's corporate website op www.mikogroup.be .
In het kader van haar CSR programma heeft MIKO een aantal doelstellingen geselecteerd uit de 17 Sustainable Development Goals zoals vastgelegd onder de supervisie van de Verenigde Naties in 2015. De reeds bestaande initiatieven binnen MIKO inzake duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid werden gestructureerd en gehergroepeerd rond dergelijke UN Sustainable Development Goals:
Binnen MIKO hebben we onze inspaningen omtrent deze doelstellingen vertaald naar onderstaande pijlers van ons CSR beleid.
MIKO N.V. en haar dochtervennootschappen (samen de MIKO Groep genoemd) produceren en verdelen koffie- en kunststofproducten aan de professionele gebruiker. De productievestigingen bevinden zich in België, Polen en Indonesië.
De maatschappelijke zetel van MIKO N.V. bevindt zich te Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout (België). De Groep stelde per 31 december 2019 1.184 personen te werk, tegenover 1.196 personen eind vorig jaar.
De resultaten werden op 25 maart 2020 publiek gemaakt, na goedkeuring door de Raad van Bestuur op 17 maart 2020. De financiële staten zullen op 19 april 2020 beschikbaar zijn voor de aandeelhouders.
De resultaten alsook de dividenduitkering zijn definitief na goedkeuring door de algemene vergadering van MIKO N.V. die zal worden gehouden op 26 mei 2020.
De aandelen van MIKO N.V. zijn genoteerd op Euronext Brussel.
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Miko hanteert om zijn financiele performantie te meten en op te volgen. Miko beschouwt deze als nuttig voor vele investeerders, analysten en andere geïnteresseerde partijen. De maatstaven worden gebruikt in dit jaarverslag maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De Groep neemt deze alternatieve prestatiemaatstaven in haar jaarverslag op naast de maatstaven gedefinieerd door IFRS. Deze niet-IFRS-maatstaven kunnen afwijken van gelijkaardige maatstaven gepresenteerd door andere vennootschappen.
| Alternatieve prestatiemaatstaven |
Definitie | Reconciliatie |
|---|---|---|
| EBIT | Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen |
Totale opbrengsten en overige exploitatie baten verminderd met de totale kosten |
| EBITDA | Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen |
EBIT vermeerderd met - Afschrijvingen - Voorzieningen en terugname voorzieningen (onderdeel 'overige exploitatiekosten, zie toelichting 9.2) EBIT 2019 12.197 Keur +Afschrijvingen +17.205 Keur + Voorzieningen + 586 Keur EBITDA 2019 29.988 Keur |
| Netto financieel resultaat | Financiële baten verminderd met financiële lasten |
Zie toelichting 9.5. |
| Globale bruto marge | Verschil tussen de verkoopprijs en kostprijs van goederen en diensten, uitgedrukt in % van de verkopen |
Totale opbrengsten verminderd met kost grond- en hulpstoffen, gedeeld door totale opbrengsten Zie toelichting 9.3 |
| Netto schuldgraad | Netto financiële schuld uitgedrukt in % van het eigen vermogen |
Schulden op meer dan één jaar vermeerderd met rentedragende leningen op ten hoogste één jaar verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten uitgedrukt in % van eigen vermogen Zie toelichting 10.8 |
| Solvabiliteit | Solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het vreemd vermogen en eigen vermogen op de balans. |
Eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen (balanstotaal) Eigen vermogen 102.336 Balanstotaal 224.833 Solvabiliteit 45,52% |
| Netto financiële schuld | Lange en korte termijn financiële schuld verminderd met de totale geldmiddelen |
Rentedragende leningen op minder dan één jaar 26.792 (10.9) Rentedragende leningen op meer dan één jaar 48.962 (10.9) Schuld mbt toekomstige overname aandelen -3.048 (10.9) Liquide middelen -17.443 (10.7) Netto Financiële schuld 55.263 |
| Netto financiële schuld vs EBITDA |
Netto financiële schuld gedeeld door EBITDA |
Netto Financiële schuld 55.263 EBITDA 29.988 Netto financiële schuld vs EBITDA 1,84 |
| Liquiditeit | De liquiditeit geeft de mate aan waarin een onderneming haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. |
Vlottende activa gedeeld door schulden op ten hoogste één jaar Vlottende activa 98.321 Schulden op ten hoogste één jaar 65.674 Liquiditeit 1,50 |
| 3. | Geconsolideerde resultatenrekening volgens IFRS (in KEUR) | |
|---|---|---|
| Toelichting | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 9.1 | 224.609 | 209.886 |
| Opbrengsten uit de verkoop van goederen | 215.336 | 204.211 | |
| Huurinkomsten | 9.041 | 5.450 | |
| Winst/verlies van verkopen vaste activa | 232 | 225 | |
| Overige exploitatiebaten | 9.2 | 5.858 | 5.648 |
| Totale kosten | -218.270 | -201.766 | |
| Grond- en hulpstoffen | 9.3 | -114.592 | -110.036 |
| Personeelskosten | 9.4 | -52.698 | -47.971 |
| Afschrijving | 10.1-10.3 | -17.205 | -11.833 |
| Overige exploitatiekosten | 9.2 | -33.775 | -31.926 |
| Winst uit operationele activiteiten vóór belasting en financieringskosten (EBIT) |
12.197 | 13.769 | |
| Netto financieel resultaat | 9.5 | -989 | -1.024 |
| Financiële baten | 40 | 36 | |
| Financiële lasten | -1.029 | -1.060 | |
| Winst vóór belastingen | 11.208 | 12.744 | |
| Vennootschapsbelasting | 9.6 | -4.377 | -3.440 |
| Nettowinst van de Groep | 6.831 | 9.405 | |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -266 | 158 | |
| Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO | 7.097 | 9.247 | |
| Gewone winst per aandeel, Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in euro) |
10.15 | 5.71 | 7,44 |
| Verwaterde winst per aandeel, Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in euro) |
10.15 | 5.69 | 7,41 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
Geconsolideerd overzicht van het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat:
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Nettoresultaat van het boekjaar | 6.831 | 9.405 |
| Valutakoersverschillen (reclasseerbaar naar resultaat) | 1.419 | -1.748 |
| Overige baten en lasten na belastingen (niet-reclasseerbaar naar resultaat) |
0 | 4 |
| Totaal van gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat | 8.250 | 7.661 |
| Toerekenbaar aan aandeelhouders Miko | 8.516 | 7.503 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -266 | 158 |
Belastingen werden rechtstreeks opgenomen in het niet gerealiseerde resultaat.
| Toelichting | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||||
| Vaste activa | |||||
| Materiële vaste activa | 10.1 | 68.150 | 58.005 | ||
| Gebruiksrecht materiële vaste activa | 10.1 | 11.745 | |||
| Goodwill | 10.2 | 42.132 | 41.220 | ||
| Immateriële vaste activa | 10.3 | 2.944 | 3.382 | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 10.12 | 724 | 707 | ||
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar |
10.4 | 817 | 1.043 | ||
| Totaal vaste activa | 126.512 | 104.358 | |||
| Vlottende activa | |||||
| Voorraden | 10.5 | 35.705 | 38.253 | ||
| Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar |
10.6 | 45.173 | 40.290 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten |
10.7 | 17.443 | 26.115 | ||
| Totaal vlottende activa | 98.321 | 104.657 | |||
| Totaal activa | 224.833 | 209.016 | |||
| PASSIVA | |||||
| Eigen vermogen | |||||
| Geplaatst kapitaal | 5.065 | 5.065 | |||
| Reserves en overgedragen resultaat | 95.671 | 88.172 | |||
| Omrekeningsverschillen | -4.032 | -5.451 | |||
| Totaal eigen vermogen voor Miko aandeelhouders |
96.704 | 87.786 | |||
| Minderheidsbelangen | 5.632 | 6.160 | |||
| Totaal eigen vermogen | 102.336 | 93.946 | |||
| Schulden op meer dan één jaar | |||||
| Rentedragende leningen op meer dan één jaar |
10.9 | 48.962 | 51.052 | ||
| Verplichtingen inzake personeel | 10.11 | 1.283 | 1.063 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 10.12 | 4.766 | 4.416 | ||
| Handelsschulden en overige schulden op meer dan één jaar |
10.10 | 848 | 834 | ||
| Langlopende voorzieningen, | 10.11 | 963 | 799 | ||
| Totaal schulden op méér dan één jaar | 56.822 | 58.164 | |||
| Schulden op ten hoogste één jaar | |||||
| Rentedragende leningen op ten hoogste één jaar |
10.9 | 26.792 | 19.348 | ||
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden |
10.10 | 9.712 | 8.503 | ||
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar |
10.10 | 29.171 | 29.055 | ||
| Totaal schulden op ten hoogste één jaar |
65.675 | 56.906 | |||
| Totaal passiva | 224.833 | 209.016 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
| Kapitaal | Reserves 1 en over gedragen resultaat |
Om rekenings verschillen |
Minderheids - belangen |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Balans op 01/01/2018 | 5.065 | 80.215 | -3.703 | 6.129 | 87.706 |
| Winst van het boekjaar | 9.247 | 158 | 9.405 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 4 | -1.748 | -1.744 | ||
| Subtotaal | 5.065 | 89.466 | -5.451 | 6.287 | 95.367 |
| Inkoop van eigen aandelen | 0 | ||||
| Schuld mbt toekomstige overname van aandelen 2 |
1.218 | 1.218 | |||
| Dividend gerelateerd aan 2017 | -2.112 | -433 | -2.545 | ||
| Toename/(afname) aandeel van derden door wijziging deelnameverhouding |
-400 | 306 | -94 | ||
| Balans op 31/12/2018 | 5.065 | 88.172 | -5.451 | 6.160 | 93.946 |
| Winst van het boekjaar | 7.097 | -266 | 6.831 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 1.419 | 1.419 | |||
| Subtotaal | 5.065 | 95.269 | -4.032 | 5.894 | 102.196 |
| Inkoop van eigen aandelen | |||||
| Schuld mbt toekomstige overname van aandelen 2 |
2.719 | 2.719 | |||
| Dividend gerelateerd aan 2018 | -2.322 | -256 | -2.579 | ||
| Toename/(afname) aandeel van derden door wijziging deelnameverhouding |
5 | -5 | 0 | ||
| Balans op 31/12/2019 | 5.065 | 95.671 | -4.032 | 5.632 | 102.336 |
1 De reserves bevatten onbeschikbare reserves ten bedrage van 2.748 KEUR in 2019 (2.532 KEUR in 2018).
2 Deze post bevat de wijziging in de verwachte te betalen uitoefenprijs van de bestaande minderheidsbelangen, gewaardeerd op basis van de reële waarde van de contractuele verplichtingen.
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
| Toelichting | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| Operationele activiteiten | |||||
| Winst uit operationele activiteiten vóór belasting en financieringskosten | 3 | 12.197 | 13.769 | ||
| (EBIT) | |||||
| Vennootschapsbelasting | 9.6 | -4.109 | -3.591 | ||
| Niet-kaskosten | |||||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 10.1-10.3 | 17.205 | 11.833 | ||
| Andere niet-kaskosten | 105 | -982 | |||
| Werkkapitaal | |||||
| (Toename)/daling handels- en overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 10.4 | 226 | -120 | ||
| (Toename)/daling voorraden | 10.5 | 2.655 | -2.443 | ||
| (Toename)/daling handels- en overige vorderingen minder dan 1 jaar | 10.6 | -4.785 | 5.157 | ||
| Toename/(daling) te betalen belastingen en sociale lasten | 10.10 | 1.197 | 989 | ||
| Toename/(daling) handels- en overige schulden op meer dan 1 jaar | 10.10 | 15 | -9 | ||
| Toename/(daling) handels- en overige schulden op minder dan 1 jaar | 10.10 | -39 | -5.950 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 24.667 | 18.653 | |||
| Investeringsactiviteiten | |||||
| Aankopen immateriële vaste activa | 10.3 | -297 | -217 | ||
| Verwerving participatie | 10.2 | -831 | -14.862 | ||
| Aankopen materiële vaste activa | 10.1 | -25.351 | -12.286 | ||
| Verkopen materiële vaste activa | 10.1-10.3 | 2.008 | 921 | ||
| Andere | 10.1-10.3 | -1 | 646 | ||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -24.472 | -25.798 | |||
| Financiële activiteiten | |||||
| Aankoop eigen aandelen | 5 | 0 | 0 | ||
| Dividenden | 5 | -2.579 | -2.545 | ||
| Andere | 5 | 0 | 142 | ||
| Opname van leningen | 10.9 | 16.551 | 32.400 | ||
| Aflossing van leningen | 10.9 | -21.803 | -10.321 | ||
| Beëindiging leasing | 10.9 | -856 | 0 | ||
| Omrekeningsverschillen | 10.9 | 358 | 0 | ||
| Financiële baten | 9.5 | 40 | 36 | ||
| Financiële lasten | 9.5 | -1.029 | -1.061 | ||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | -9.318 | 18.651 | |||
| Totale kasstroom | -9.123 | 11.506 | |||
| Liquide middelen (kassa en bank) begin boekjaar | 10.7 | 24.908 | 13.402 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 24.667 | 18.653 | |||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -24.472 | -25.798 | |||
| Kasstroom uit financiële activiteiten | -9.318 | 18.651 | |||
| Liquide middelen (kassa en bank) einde boekjaar | 10.7 | 15.785 | 24.908 |
De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
Deze geconsolideerde jaarrekening van MIKO N.V. op 31 december 2019 werd opgesteld overeenkomstig de toepasselijke voorschriften onder IFRS ("International Financial Reporting Standards"), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze omvatten alle IFRS-normen, IFRIC-interpretaties ("International Financial Reporting Committee"), International accounting standards en SIC interpretaties uitgegeven en van toepassing of vervroegd toegepast op 31 december 2019. Deze normen en interpretaties, zoals aangenomen door de Europese Unie, komen overeen met de normen en interpretaties uitgegeven door de IASB ("International Accounting Standards Board") en van toepassing op 31 december 2019.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019, zijn goedgekeurd door de EU en zijn relevant voor de Miko Groep:
Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS standaarden 2015-2017, toepasbaar vanaf 1 januari 2019 en betrekkening hebbende op de volgende standaarden:
IFRS 11 Joint Arrangements, paragraaf B33CA: Een partij die deelneemt aan, maar geen gezamenlijke zeggenschap heeft over, een joint operation kan gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de joint operation (waarbij de activiteit van de joint operation een bedrijf is zoals gedefinieerd in IFRS 3). In dergelijke gevallen worden eerder aangehouden belangen in de joint operation niet opnieuw gewaardeerd.
IAS 12 Inkomstenbelastingen, paragraaf 57A: De wijzigingen verduidelijken dat de inkomstenbelastinggevolgen van dividenden meer rechtstreeks gekoppeld zijn aan transacties in het verleden of gebeurtenissen die uitkeerbare winsten genereerden dan aan uitkeringen aan eigenaars. Daarom erkent een entiteit de gevolgen van de winstbelasting van dividenden in winst of verlies, niet-gerealiseerde resultaten of eigen vermogen op basis van de plaats waar de entiteit die eerdere transacties of gebeurtenissen oorspronkelijk heeft opgenomen.
De volgende wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, en goedgekeurd door de EU, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019. In de toekomst zullen deze wel relevant zijn voor de Miko Groep:
De volgende wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU. In de toekomst zullen deze wel relevant zijn voor de Miko Groep:
De overige standaarden en interpretaties zijn niet relevant voor de Miko Group
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van MIKO N.V. en haar dochterondernemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de moedervennootschap worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer MIKO bij machte is om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. MIKO oordeelt dat er tevens sprake is van controle indien de Groep minder dan 50% van de stemrechten bezit, maar in staat is om het financiële en operationele beleid te bepalen op grond van de facto zeggenschap. De facto zeggenschap kan zich o.m. voordoen in omstandigheden waarbij de grootte van de stemrechten van de Groep in vergelijking tot de grootte en de spreiding van de stemrechten van andere aandeelhouders de Groep de macht geeft om het financiële en operationele beleid te bepalen.
De deelnemingen in dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de dag waarop de controle wordt overgedragen aan MIKO en houden op geconsolideerd te zijn vanaf de dag waarop de controle door MIKO wordt overgedragen. Intragroepsbalansen en verrichtingen en aldus niet-gerealiseerde winsten of verliezen tussen ondernemingen van de Groep worden geëlimineerd. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de dochterondernemingen aangepast om ervoor te zorgen dat de geconsolideerde financiële gegevens uitgewerkt worden volgens uniforme boekhoudregels.
De lijst van de dochterondernemingen van de Miko Groep is opgenomen in punt 10.17.
De Miko Groep heeft putopties toegekend aan derden betreffende minderheidsbelangen in een dochteronderneming, waarbij deze putopties de houders het recht verlenen om een gedeelte van of hun volledige investering in de dochteronderneming te verkopen. Deze financiële verplichting leidt niet tot interestlasten. In overeenstemming met IAS 32, wanneer minderheidsbelangen putopties aanhouden die hen het recht geven hun investering te verkopen, wordt een financiële verplichting opgenomen voor de actuele waarde van de verwachte te betalen uitoefenprijs.
Deze financiële verplichting wordt opgenomen onder de overige langlopende verplichtingen. De tegenhanger van deze verplichting zijn de geconsolideerde reserves, die in het eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders zijn opgenomen. De waarde van het minderheidsbelang wordt apart gewaardeerd.
Deze schuld wordt op het einde van elke rapporteringsperiode aangepast om de wijzigingen in de verwachte te betalen uitoefenprijs van de optie te reflecteren. Als de optie afloopt zonder te zijn uitgeoefend, wordt de verplichting geannuleerd ten laste van de geconsolideerde reserves.
| Vennootschap | Minderheidsbelang 2019 | Minderheidsbelang 2018 |
|---|---|---|
| PT. Innoware | 50% | 50% |
| Kaffeautomater AS | 10% | 10% |
| Miko Kaffee GmbH | 25% | 25% |
| Freehand Coffee Company A/S | 25% | 25% |
Voor onderstaande minderheidsbelangen bestaat er een putoptie en werd een schuld erkend:
Er vonden doorheen 2019 geen veranderingen plaats op de minderheidsbelangen.
Om de jaarrekeningen op te maken in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal inschattingen en hypotheses te maken die een weerslag hebben op de bedragen die in de jaarrekening en de bijlagen worden vermeld.
De inschattingen die op elke rapporteringsdatum worden gemaakt weerspiegelen de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld rentevoeten en buitenlandse wisselkoersen). Hoewel deze inschattingen door het management worden uitgevoerd met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de Groep zou kunnen ondernemen, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van die inschattingen.
De belangrijkste inschatting die een risico inhoudt van aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar is het toetsen van goodwill op waardeverminderingen. Deze inschattingen vereisen het toepassen van hypotheses en parameters zoals toekomstige bedrijfsresultaten en disconteringsvoeten.
Andere belangrijke schattingen betreffen de waardering van de verplichting met betrekking tot de putopties van minderheidsaandeelhouders (zie ook 7.2) en de economische levensduur en residuele waarde van materiële en immateriële vaste activa. De geschatte economische levensduur, evenals de resterende boekwaarde van de activa worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig.
De Raad van Bestuur meent dat voor de veronderstellingen, verwachtingen en prognoses een redelijke basis bestaat, die tot gevolg heeft dat de waardering van de activa en passiva op 31 december 2019 niet significant wordt beïnvloed door deze inschattingen en hypotheses.
De financiële activa en schulden worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus:
De rapporteringsvaluta voor de Groep is de euro. Transacties in vreemde valuta worden bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum.
De omrekeningsverschillen in het eigen vermogen hebben betrekking op de omrekening van buitenlandse activiteiten waarbij de gehele balans aan slotkoers wordt omgerekend en de resultatenrekening aan gemiddelde koers. Het betreft hier dus entiteiten waarvan de functionele valuta niet de euro is.
Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit een monetaire post die deel uitmaakt van de netto-investering van de verslaggevende entiteit in een buitenlandse dochteronderneming, worden opgenomen in de resultatenrekening van de enkelvoudige jaarrekening van de verslaggevende entiteit of in de jaarrekening van de buitenlandse entiteit. In de geconsolideerde jaarrekening worden dergelijke wisselkoersverschillen, die aanvankelijk worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten, in het eigen vermogen verwerkt. Ze worden van het eigen vermogen naar de winst of het verlies geherclassificeerd bij afstoting van de netto-investering.
Alle andere wisselkoersverschillen, waaronder de omrekening van de monetaire activa en passiva, worden in de resultatenrekening opgenomen aan slotkoers op de afsluitdatum.
| 2019 | 2018 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde jaarkoers |
Slotkoers | Gemiddelde jaarkoers |
Slotkoers | |
| GBP | 1,1350 | 1,1754 | 1,1303 | 1,1168 |
| PLN | 0,2327 | 0,2349 | 0,2347 | 0,2325 |
| CZK | 0,0390 | 0,0394 | 0,0390 | 0,0389 |
| DKK | 0,1341 | 0,1338 | 0,1342 | 0,1339 |
| SEK | 0,0944 | 0,0957 | 0,0975 | 0,0975 |
| AUD | 0,6209 | 0,6252 | 0,6330 | 0,6165 |
| IDR1 | 15.834,98 | 15.595.6 | 16.803,26 | 16.500,00 |
| NOK | 0,1015 | 0,1014 | 0,1042 | 0,1005 |
Volgende wisselkoersen zijn gebruikt om de omrekeningen te doen van de entiteiten die niet in euro rapporteren:
1 Uitgedrukt in IDR per EUR
Goodwill die is ontstaan bij een bedrijfscombinatie wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (d.w.z. het positieve verschil tussen de aanschaffingskosten en het verworven belang van de Miko Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen). Na eerste opname wordt de goodwill gewaardeerd tegen kostprijs, na aftrek van eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. MIKO toetst jaarlijks de goodwill op bijzondere waardeverminderingen, of vaker indien gebeurtenissen of veranderende omstandigheden erop wijzen dat de goodwill mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan; dit overeenkomstig IAS 36, "Bijzondere waardevermindering van activa".
Negatieve consolidatieverschillen worden vastgesteld indien de verwervingsprijs van een nieuwe deelneming lager is dan de waarde van het aandeel van MIKO in de netto actiefwaarde van de nieuwe deelneming. Deze consolidatieverschillen worden onmiddellijk opgenomen in het resultaat.
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden geboekt onder "afschrijvingen" in de resultatenrekening.
Een immaterieel vast actief wordt opgenomen in de balans wanneer er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: (1) het actief is identificeerbaar, d.w.z. ofwel afscheidbaar (als het kan worden verkocht, overgedragen, in licentie gegeven) of voortvloeit uit contractuele of andere juridische rechten; (2) het is waarschijnlijk dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de Groep zullen vloeien; (3) de Groep heeft zeggenschap over het actief; en (4) de kostprijs van het actief kan op een betrouwbare wijze worden bepaald.
De immateriële vaste activa bestaan voornamelijk uit kosten voor merken en licenties en van derden verworven cliënteel.
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele gecumuleerde waardeverminderingen. De restwaarde van de immateriële vaste activa wordt verondersteld nul te zijn.
De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur van de activa. Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:
| Rubriek | Duur |
|---|---|
| Ontwikkelingskosten | 5 jaar |
| Merken en licenties | 5 jaar |
| Cliënteel | 5-15 jaar |
Er zijn geen immateriële vaste activa met een onbeperkte levensduur.
De afschrijvingen van de immateriële vaste activa worden geboekt onder "afschrijvingen" in de resultatenrekening.
De rentelasten op leningen worden opgenomen in de aankoopprijs van de immateriële vaste activa.
Een materieel vast actief wordt opgenomen in de balans wanneer er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: (1) het actief is identificeerbaar, d.w.z. ofwel afscheidbaar (als het kan worden verkocht, overgedragen, in licentie gegeven) of voortvloeit uit contractuele of andere juridische rechten; (2) het is waarschijnlijk dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de Miko Groep zullen vloeien; (3) de Miko Groep heeft zeggenschap over het actief; en (4) de kostprijs van het actief kan op een betrouwbare wijze worden bepaald.
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. De kostprijs omvat de aankoopprijs vermeerderd met andere rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de door het management beoogde wijze.
Als de verschillende onderdelen van een vast actief een verschillende levensduur hebben, worden zij volgens hun respectievelijke levensduur afgeschreven.
De onderhouds- en herstellingskosten voor de materiele vaste activa worden in de boekwaarde opgenomen wanneer de kost betrouwbaar bepaald kan worden en de kost zal leiden tot toekomstige economische voordelen. Alle andere kosten worden opgenomen als operationele kost wanneer ze zich voordoen.
De afschrijvingen van een actief starten zodra het klaar is voor zijn bestemd gebruik. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de geraamde economische levensduur van het actief. Het af te schrijven bedrag betreft de aankoopkosten, verminderd met de restwaarde, indien aanwezig.
Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:
| Rubriek | Duur | Lineair |
|---|---|---|
| Gebouwen | 40 jaar | 2,50% |
| Installaties en machines | 3-10 jaar | 33,3% -10% |
| Uitrustingsgoederen: koffiemachines | 5-8 jaar | 20% -12,5% |
| Uitrustingsgoederen: voertuigen | 5 jaar | 20% |
| Uitrustingsgoederen: divers materiaal | 3-10 jaar | 33,3% -10% |
De geschatte economische levensduur, evenals de resterende boekwaarde van de activa worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig. Terreinen hebben een onbepaalde economische levensduur.
De kosten verbonden aan leningen worden, in lijn met IAS 23, opgenomen in de kostprijs van de materiële vaste activa.
De Miko Groep beoordeelt jaarlijks of vaste activa een bijzondere waardevermindering vereisen. Dit is het geval wanneer de boekwaarde van de activa hoger ligt dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief is de reële waarde min vervreemdingskosten van een actief of, indien hoger, de bedrijfswaarde ervan.
De belangrijkste schattingen die worden gemaakt bij de bepaling van de huidige waarde van toekomstige kasstromen hebben betrekking op de keuze van de juiste verdisconteringsvoet, het aantal jaren dat in de kasstroomprognoses wordt betrokken, en de restwaarde van de activa.
De realiseerbare waarde wordt bepaald voor de individuele activa, behalve indien het actief geen kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen van activa. In dat geval wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
De Miko Groep beoordeelt in de jaren na een bijzondere waardevermindering of er aanwijzingen bestaan dat een opgenomen bijzondere waardevermindering van een vast actief (met uitzondering van goodwill) mogelijk moet worden teruggenomen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van dat actief herberekend en wordt de boekwaarde verhoogd tot de herziene realiseerbare waarde. De toename wordt ten gunste van het bedrijfsresultaat gebracht. Een terugneming wordt alleen verwerkt indien deze voortvloeit uit een wijziging in de veronderstellingen die gebruikt zijn om de realiseerbare waarde te berekenen. De toename van de boekwaarde naar aanleiding van een terugneming van een bijzondere waardevermindering mag niet verder gaan dan tot de boekwaarde van het actief die zou hebben gegolden indien de oorspronkelijke bijzondere waardevermindering zich niet had voorgedaan.
Een financiële lease is een lease waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen worden overgedragen aan de huurder. Activa onder financiële lease worden bij aanvang van de lease gewaardeerd tegen de reële waarde van het geleasde actief, of indien minder, de verdisconteerde waarde van de minimumaflossingen tijdens de huurtermijn. De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over het resterende saldo van de verplichting.
Leases waarbij de leasinggever een aanzienlijk deel van de risico's en de voordelen van het eigendom behoudt, worden onder operationele leases ondergebracht. Betalingen voor operationele leases worden geboekt in de resultatenrekening op een lineaire basis over de huurperiode.
Invorderbare minimale leasingbetalingen waarbij de Groep als leasinggever alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen overdraagt naar de klant worden opgenomen als vordering voor een bedrag gelijk aan de contante waarde van de toekomstige minimale leasebetalingen. Baten uit financiële leaseovereenkomsten worden vervolgens zodanig aan iedere periode van de totale leasetermijn toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet.
Opbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden lineair over de looptijd van de lease opgenomen. Een overeenkomst die niet de juridische vorm van een leasingovereenkomst heeft, wordt toch boekhoudkundig als een leaseovereenkomst verwerkt als deze het gebruik van een bepaald actief of activa betreft en de overeenkomst voorziet in de toekenning van het gebruiksrecht van het actief.
Miko heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast. Deze nieuwe standaard vervangt de IAS 17 voor boekjaren startende vanaf 1/1/19. De doelstelling van IFRS 16 is om alle leases op te nemen in de balans tenzij de leasetermijn korter is dan 12 maanden of het contracten met een geringe waarde betreft. Als gevolg daarvan moeten lessees niet langer een onderscheid maken tussen financiële – en operationele lease. In de plaats daarvan zal voor alle leases een gebruiksrecht en leasing schuld worden erkend in de balans.
Miko gaat over naar IFRS 16 in overeenstemming met de cumulative catch up approach met een berekening vanaf de overgangsdatum en derhalve werden de cijfers van het vorige jaar niet aangepast Het onderdeel "gebruiksrecht (IFRS 16)" kan onderverdeeld worden in de categoriëen gebouwen, voertuigen en andere zoals toegelicht in sectie 10.1.
IFRS 16 heeft een belangrijk effect heeft op de geconsolideerde balans, gelet op de verbintenissen inzake het wagenpark en de gebouwen. Vanaf 2019 worden lease activa erkend voor het ontvangen van gebruiksrechten en worden leaseverplichtingen erkend voor de betalingsverplichting die voor al deze leases werden aangegaan.
De toepassing van deze nieuwe standaard leidde tot een lichte stijging van het operationele resultaat aangezien enkel de afschrijvingen op het gebruiksrecht drukken op het operationele resultaat. De intresten verbonden aan de leasing verplichting worden opgenomen onder het financiële resultaat. Aangezien de afschrijvingskosten met betrekking tot de gebruiksrechten op de activa en rentelasten met betrekking tot de afwikkeling van de verdiscontering van leasingschulden niet meer onder huurlasten worden opgenomen, heeft dit een positieve impact op de EBITDA van ongeveer 4 miljoen euro.
Op basis van de uitgevoerde analyse werd een lease actief en een leaseverplichting in de openingsbalans 2019 opgenomen voor een bedrag van 13,4 miljoen euro.
| KEUR | Huidige waarde lease activa |
|---|---|
| Gebouwen | 8.980 |
| Wagens | 4.170 |
| Overige | 222 |
| Totaal | 13.372 |
De categorie gebouwen omvat voornamelijk kantoorgebouwen en voorraadmagazijnen. De gemiddelde periode van deze huurcontracten is 8,85 jaar, met een resterende gewogen gemiddelde periode van 4,61 jaar. Indien de tegenpartij het contract niet eenzijdig van zijn kant kan beëindigen en Miko niet van plan is op te zeggen, werd uitgegaan van de huidige periode plus één verlenging. Bij contracten waar geen einddatum op staat en slechts van Miko's kant konden opgezegd worden, werd 5 jaar genomen als de beste inschatting van de periode waarin de asset nog gebruikt zal worden. Deze periode wordt telkens aan het begin van het volgende boekjaar verlengd indien Miko geen intentie heeft het contract op te zeggen binnen korte termijn. De aangegane huurcontracten bevatten geen covenanten of restricties..
De categorie voertuigen omvatten zowel personenwagens voor woon-werkverkeer als professionele bedrijfsvoertuigen voor het afleveren en servicen van onze goederen. De gemiddelde periode van deze leasecontracten is 4,51 jaar, met een resterende gemiddelde periode van 2,72 jaar. Bij teruggave aan het einde van het contract, wordt een eindberekening gemaakt volgens het aantal gereden kilometers en kan dit voor een variabele meerkost zorgen.
De categorie andere bevat voornamelijk de huur van hijsvoertuigen en kantoormateriaal. De gemiddelde periode van deze leasecontracten is 3,96 jaar, met een resterende gemiddelde periode van 2,31 jaar.
Een gedetailleerd overzicht van de assets waar Miko het gebruiksrecht over heeft onder IFRS 16 is opgenomen in de bijlagen bij de geconsolideerde balans, m.n. sectie 10.1.
Tot en met 2019 werden huurovereenkomsten geclassificeerd als ofwel financiële of operationele leases. Sinds 1 januari 2019, worden voor nagenoeg alle huurovereenkomsten, waarbij Miko leasingnemer is, een gebruiksrecht op activa en een leasingschuld erkend. De leasingschuld wordt gewaardeerd tegen de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen en omvatten:
Leasebetalingen die moeten worden gedaan onder verlengingsopties, waarvan de uitoefening redelijk zeker is, worden ook opgenomen in de leasingverplichting.
De leasingschulden worden verdisconteerd tegen de impliciete rentevoet in de huurovereenkomst. Indien de impliciete rentevoet niet bepaald kan worden, worden leasingschulden verdisconteerd tegen de "incremental borrowing rate". De gewogen gemiddelde interestvoet bedroeg 2,47%. Leasebetalingen worden verdeeld tussen de terugbetaling van de hoofdsom en interestkosten. De interestkosten komen ten laste van het resultaat over de leaseperiode om een constante periodieke rentevoet te produceren over het resterende saldo van de schuld voor elke periode.
Het gebruiksrecht op activa is gelijk aan de leasingschuld en wordt lineair afgeschreven over de termijn van de lease. Het gebruiksrecht wordt in de balans opgenomen onder de materiële vaste activa.
Miko maakt gebruik van een aantlal praktische uitzonderingen.
Een groot aantal van de leases bevat opties tot verlenging of beëindiging. Bij de bepaling van de leasingtermijn wordt rekening gehouden met alle feiten en omstandigheden die tot de econcomische beslissing tot uitoefenen of niet uitoefenen van de optie bijdragen.
De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogen-gemiddelde-kostprijs-methode, of tegen netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.
De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs, conversiekosten en andere kosten gemaakt om de voorraden in hun huidige staat en op hun huidige plaats te krijgen. Administratieve kosten die er niet toe bijdragen om de voorraadgoederen op hun huidige locatie of in hun huidige staat te brengen, verkoopkosten, opslagkosten en abnormale kosten in verband met verloren goederen worden niet opgenomen in de voorraad. De allocatie van vaste productiekosten vindt plaats op basis van de normale productiecapaciteit.
De netto opbrengstwaarde wordt bepaald op basis van de normale verkoopprijs verminderd met de kosten om de verkoop te realiseren.
Verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch afgeboekt.
Vorderingen op lange en korte termijn worden initieel in de balans opgenomen tegen de werkelijke waarde en vervolgens gewaardeerd op basis van de verdisconteerde waarde van de vorderingen. Wanneer de verdiscontering geen materieel effect geeft, wordt echter de nominale waarde opgenomen. Vorderingen worden afgeschreven wanneer de inning of gedeeltelijke inning onzeker of dubieus is. Er wordt een individuele beoordeling gemaakt van de recupereerbaarheid van de vorderingen. De toename of afname van de provisie voor dubieuze vorderingen wordt in de resultatenrekening geboekt onder "overige exploitatiekosten".
IFRS 9 had geen significante impact op de methode voor erkenning van waardeverminderingen op financiële activa gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecummuleerde afschrijvingen, toepepast door de Groep volgens IAS 39. Waardeverminderingen worden erkend indien er een significante stijging is van het krediet risico. Voor handelsvorderingen past Miko Groep de IFRS 9 vereenvoudigde procedure toe die vereist dat verwachtte toekomstige verliezen op handelsvorderingen worden erkend bij de eerste opname in de balans van deze handelsvorderingen. Ondanks dat geldmiddelen en kasequivalenten en overige te vorderen leningen ook onderdeel uitmaken van de verplichting tot erkenning van waardeverminderingen volgens IFRS 9, werden geen waardeverminderingen vastgesteld, aangezien deze activa worden beschoud als activa met een laag risico.
Geldmiddelen en kasequivalenten worden initieel in de balans opgenomen aan reële waarde. Na de initiële opname worden de geldmiddelen en kasequivalenten gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten alle contanten, tegoeden op bankrekeningen, bankvoorschotten in rekening-courant en investeringen met een initiële looptijd van minder dan drie maanden.
Negatieve banksaldi worden in de geconsolideerde balans opgenomen onder de rentedragende leningen op minder dan één jaar. Voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden deze echter opgenomen onder de liquide middelen (zie punt 10.7.).
De dividenden worden geboekt als schuld in de periode waarin ze worden toegekend. De definitieve toekenning gebeurt op de Algemene Vergadering van aandeelhouders die de resultaten van het betreffende boekjaar goedkeurt.
Eigen aandelen, aangekocht door de moederonderneming of door één van de dochters, worden voor het betaalde bedrag in mindering gebracht van het eigen vermogen.
Alle kredieten en leningen worden initieel opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen vergoeding na aftrek van de uitgiftekosten verbonden aan de leningen. Na de initiële opname worden de schulden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs met afschrijving van verdisconteringen of premies in de resultatenrekening.
De financiële schulden gerelateerd aan de toekomstige verwerving van bestaande minderheidsbelangen, worden gewaardeerd op basis van de reële waarde van de contractuele verplichtingen.
De jaarlijkse aanpassing aan de te verwachte te betalen uitoefenprijs van de putopties wordt toegevoegd aan de geconsolideerde reserves, die in het eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders zijn opgenomen.
Deze boekhoudkundige verwerking is gebaseerd op volgende redenering:
Zie ook punt 7.2. voor meer informatie.
De kostprijs van alle korte en lange termijn voordelen voor personeelsleden, zoals lonen en salarissen, betaald verlof, bonussen en andere, worden opgenomen gedurende de periode waarin het personeelslid de desbetreffende dienst verleent. De Miko Groep neemt deze kosten enkel op indien zij er wettelijk of feitelijk toe verplicht is een dergelijke betaling uit te voeren en indien er een betrouwbare raming van het passief kan worden gemaakt.
Voor de op aandelen gebaseerde betalingen wordt de waarde van het verloningsplan berekend op basis van de methode van Black & Scholes. Aangezien het om "cash-settled" plannen gaat, wordt de hieruit voortvloeiende waardering ten laste van het resultaat genomen, gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2, "share-based payments". In de balans wordt hiervoor een schuld weergegeven.
Volgende criteria zijn weerhouden om de waarden van het verloningsplan te berekenen:
| Toekenningsdatum | 2016 1 | 20171 | 20181 | 1 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Resterende levensduur optie | 3 jaar | 4 jaar | 5 jaar | 6 jaar |
| Volatiliteit aandelenprijs | 21,63% | 21,63% | 21,63% | 21,63% |
| Risicovrije interestvoet | 0,07% | 0,07% | 0,07% | 0,07% |
1 Voor meer details hierover wordt verwezen naar punt 4.7. van het jaarverslag en naar punt 10.15. van de jaarrekening.
De volatiliteit van de aandelenprijs is berekend aan de hand van de dagelijkse noteringen van het aandeel op Euronext Brussel.
De voorzieningen voor brugpensioenen worden opgesteld conform de wettelijke bepalingen die in elk land van toepassing zijn, waarbij wordt gekeken naar het personeelsbestand dat in aanmerking komt om op brugpensioen te gaan, alsook naar de personen die de duidelijke beslissing hebben genomen om op brugpensioen te gaan. Op 31 december 2019 zijn er geen indicaties dat de werknemers die in aanmerking komen voor brugpensioen, maar de beslissing nog niet hebben genomen, in de toekomst gebruik zullen maken van deze regeling. Hiervoor werd bijgevolg geen bijkomende voorziening aangelegd.
Voor bepaalde premies, die bekomen kunnen worden over een tijdspanne van meer dan één jaar, worden bijkomende voorzieningen aangelegd.
De vorm en de voordelen van de pensioenplannen die bestaan binnen de Miko Groep zijn afhankelijk van de voorwaarden en de gebruiken in de betrokken landen.
Pensioenplannen in België worden wettelijk gestructureerd als toegezegde bijdrageregelingen. Door de wet op de tweede pijler van de pensioenplannen (de zgn. wet-Vandenbroucke), dienen alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen aanzien te worden als toegezegde pensioenregelingen.
Voor de toegezegde pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariele huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. De actuariële waarderingsmethode is de 'projected unit credit cost method'. Deze methode alloceert toekomstige verplichtingen aan het jaar waarin het pensioen wordt verdiend. De verplichtingen die betrekking hebben op voorgaande jaren vormen de verplichting berekend als de reële waarde van de toegezegde pensioenverplichtingen. De fondsbeleggingen werden gewaardeerd aan reële waarde, rekening houdend met de reële waarde van de verwachte toekomstige kasstromen.
Toegezegde pensioenkosten worden onderverdeeld in 2 categorieen:
Aan het dienstjaar en aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, de netto-interestkosten, de herwaardering van overige personeelskosten op lange termijn, administratiekosten en belasting voor het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst -en verliesrekening. De herwaardering van de netto toegezegde pensioenverplichting als gevolg van actuariële winsten of verliezen is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als onderdeel van de niet-gerealiseerde resultaten.
MIKO vormt voorzieningen voor verplichtingen en waarschijnlijke verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker, maar redelijkerwijze in te schatten is. Er wordt een voorziening opgenomen indien de Groep (a) een bestaande wettelijke of feitelijke verplichting heeft die voortvloeit uit gebeurtenissen uit het verleden, (b) het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen die economische voordelen inhouden, vereist zal zijn en (c) het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Een gebeurtenis uit het verleden wordt geacht aanleiding te geven tot een bestaande verplichting indien, rekening houdend met de beschikbare bewijsstukken, het op balansdatum meer waarschijnlijk lijkt dan niet dat er een bestaande verplichting bestaat.
Handelsschulden worden in de balans opgenomen tegen de reële waarde, tenzij de impact van verdiscontering materieel is.
Uitgestelde belastingen worden geboekt voor de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van alle activa en passiva in de geconsolideerde balans en hun respectievelijke belastbare basis. Uitgestelde belasting is niet mogelijk voor verschillen betreffende goodwill waarvan de afschrijving fiscaal niet aftrekbaar is.
Uitgestelde belastingvorderingen verbonden aan verrekenbare tijdelijke verschillen en niet-gebruikte overgedragen belastingverliezen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst gerealiseerd zal worden waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen of de niet-gebruikte belastingverliezen kunnen worden gecompenseerd.
Uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden berekend tegen de aanslagvoeten die naar verwachting zullen worden toegepast in de periode waarin het actief zal worden gerealiseerd of het passief zal worden afgewikkeld op basis van de aanslagvoeten (en belastingwetten) die bij wet (substantieel) werden vastgelegd op balansdatum.
IFRS 15, van toepassing vanaf boekjaar 2018, bepaalt dat de verkooprijs moet gealloceerd worden naar alle identificeerbare uitvoeringsverplichtingen in een contract en dat de omzet moet erkend worden op het moment dat aan de uitvoeringsverplichting voldaan is.
De opbrengsten uit de verkoop van goederen worden als gerealiseerd beschouwd op het ogenblik dat de controle over de goederen en diensten overgaat op de klant.
Opbrengsten uit de verhuur van goederen (met name koffietoestellen) worden in het resultaat opgenomen op het ogenblik dat de periodieke huurbetalingen verschuldigd worden. Het gaat om huurcontracten met een looptijd van drie tot vijf jaar, zonder aankoopoptie ten voordele van de huurder. De huurprijs is maandelijks betaalbaar en kan worden geïndexeerd volgens de evolutie van de consumptieprijzen.
Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden erkend a rato van de geleverde prestaties.
Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.
Conform IFRS 8 heeft MIKO de segmenten vastgelegd op basis van de interne rapporteringsstructuur en de wijze waarop de Raad van Bestuur (d.i. de "chief operating decision maker") de resultaten van de bedrijfsactiviteiten beoordeelt en financiële middelen toekent. Op basis hiervan werden volgende bedrijfssegmenten vastgelegd:
Elke juridische entiteit (dochteronderneming) van de Groep is onderdeel van één van de twee hierboven beschreven segmenten. Wanneer er transacties plaatsvinden tussen de segmenten, dan gebeurt dit aan marktconforme prijzen.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten posten die eigen zijn aan een segment, evenals posten die redelijkerwijze toe te rekenen zijn aan het segment. Activa van de segmenten omvatten voornamelijk immateriële vaste activa, materiële vaste activa, voorraden en handelsvorderingen. Passiva van de segmenten omvatten voornamelijk handelsschulden en overige operationele schulden.
Financiële risicofactoren zijn in een internationale Groep zoals MIKO uiteraard aanwezig. De doelstelling is echter om deze tot een minimum te beperken.
De geconsolideerde jaarrekening van Miko NV wordt weergegeven in euro. De aankopen binnen de Groep gebeuren in overwegende mate in euro. Ook aan de dochtervennootschappen in niet-eurolanden wordt gefactureerd in euro. Ook langs de verkoopzijde, wordt een zeer belangrijk deel van de omzet in euro afgerekend. De voornaamste vreemde munttransacties met betrekking tot aan-en verkoop gebeuren in GBP, PLN, SEK, DKK, NOK, IDR en AUD.
Er bestaat een valuta risico wanneer de transactie wisselkoers afwijkt van de lokale functionele wisselkoers. Dit is voor de Groep voornamelijk het geval in het Verenigd Koninkrijk (aankopen in EUR en verkopen in GBP). In Polen wordt er zowel aan-als verkocht in EUR, waardoor het valutarisico wordt beperkt. In de andere vennootschappen binnen de Groep die een andere rapporterings currency hebben dan euro, is het aandeel aankopen in euro beperkt.
Daarnaast bestaat er een wisselkoersrisico met betrekking tot de omrekening van financiële positie van elk van de ondernemingen van Miko Group, waarvan de functionele wisselkoers niet de euro is. Een lagere gemiddelde koers van de voor Miko belangrijkste vreemde munten met 5% zou een negatief effect hebben gehad op het netto resultaat van 126 KEUR. Een hogere gemiddelde koers van de door Miko belangrijkste vreemde munten met 5% zou een positief effect hebben gehad op het netto resultaat van 126 KEUR.
Op 31 januari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten. Nu geldt een overgangsfase, tot en met 31 december 2020. In deze periode blijven alle EU-regels en wetten voor het VK van kracht.
Nu de Brexit is ingegaan, kunnen de EU en het VK onderhandelen over de details van hun toekomstige relatie. Meer duidelijkheid over de nieuwe relatie tussen de EU en het VK komt pas nadat deze fase van de onderhandelingen is afgerond.
Hoe de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie er zal uitzien na de overgangsfase kunnen wij niet inschatten.
In de loop van de tweede helft van 2018 heeft Miko wel al een onderzoek gedaan naar de impact van de "Brexit" op de financiële resultaten en financiële positie.
Volgens deze onderzoeken verwachten wij geen significante negatieve gevolgen voor het kunststofsegment.
Voor het koffiesegment zou er mogelijks wel een impact kunnen zijn. Binnen dit segment heeft de Groep eigen vestigingen in de UK, die in dat geval geconfronteerd zullen worden met (hoofdzakelijk) nieuwe import-modaliteiten.
Het overgrote gedeelte van de bestaande leningen werd afgesloten met vaste rentevoet. Het renterisico beperkt zich hier tot een kasstroomrisico. Het overige gedeelte werd afgesloten met een vlottende rentevoet op maximaal drie maanden. Door de bestaande technieken van eventuele overstap naar vaste rentevoet, is het renterisico beperkt, zowel voor wat betreft de omvang als voor wat betreft de duur. Een realistische wijziging in de marktrente zou bijgevolg geen significante impact hebben op het resultaat van de vennootschap.
De Miko Groep kent geen belangrijke concentratie van kredietrisico. Het debiteurenbeheer, dat door het management nauwlettend opgevolgd wordt, houdt het kredietrisico beperkt. Het maximale kredietrisico op balansdatum is de boekwaarde van de vorderingen.
Het liquiditeitsrisico ontstaat uit de mogelijkheid dat de Miko Groep niet in staat zal zijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen naarmate deze opeisbaar worden. Dit risico wordt beheerd door een voldoende mate van gespreide financieringsbronnen aan te houden. Verder wordt de liquiditeitspositie dagelijks opgevolgd door het management van de Groep. Deze voortdurende aandacht zorgen er samen met de huidige kasoverschotten voor dat er in de Groep op korte termijn geen liquiditeitsrisico bestaat.
In het kader van de normale bedrijfsvoering is MIKO blootgesteld aan risico's als gevolg van schommelende marktprijzen. De Miko Groep voert momenteel geen structurele afdekking uit, wat betekent dat haar resultaten zijn blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van ruwe koffie en kunststof. Alle aankopen van grondstoffen gebeuren in euro.
Voor een beschrijving van de risico's verwijzen we naar punt 3.4 van het jaarverslag.
| Boekjaar-eindigend-op-31/12/2018 (KEUR) [2] | Koffie¤ | Kunststof¤ | Algemeen 3 | Totaal¤ |
|---|---|---|---|---|
| Totale-verkopen¤ | 115.853r | 99.858r | 1r | 215.713m |
| Verkopen-aan-andere-segmenten¤ | $-5.556x$ | $-270$ | $\overline{a}$ | $-5.827n$ |
| Verkopen-aan-externe-klanten¤ | 110.297r | 99.588r | 1r | 209.886¤ |
| Winsteliminatie-tussen-segmenten¤ | $-22x$ | $-22n$ | ||
| Consolidatie¤ | t | t | t | 川 |
| Niet-toegewezen-kosten-en-opbrengsten¤ | 72x | 72n | ||
| EBITDA 1 π | 13.105r | 12.679r | $-212x$ | 25.572m |
| Segmentresultaat (EBIT 2 )¤ | 7.929r | 5.790r | 50x | 13.769¤ |
| Financiële-baten¤ | 芏 | t | 36x | 36n |
| Financiële-lasten¤ | t | t | $-1.060x$ | $-1.060n$ |
| Vennootschapsbelasting# | $-3.340x$ | $-3.340n$ | ||
| Groepswinst-voor-minderheidsbelang¤ | τ | t | 9.405m | |
| Minderheidsbelang¤ | $-158n$ | |||
| Nettowinst¤ | 9.247 |
1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen
2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen
3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entries
De totale verkopen aan externe klanten kunnen per segment als volgt worden uitgesplitst:
| Boekjaar eindigend op 31/12/2018 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Totaal |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten uit de verkoop van goederen | 104.735 | 99.476 | 204.211 |
| Huurinkomsten | 5.419 | 31 | 5.450 |
| Winst/verlies van verkopen vaste activa | 143 | 81 | 224 |
| Totale verkopen | 110.297 | 99.588 | 209.885 |
| Boekjaar eindigend op 31/12/2018 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Eliminaties tussen segmenten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Segment netto activa IFRS 1 | 58.544 | 76.688 | 135.232 | |
| Niet-gesegmenteerde activa | 76.420 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -2.636 | -2.636 | ||
| Totaal activa | 58.544 | 76.688 | -2.636 | 209.016 |
| Segment passiva 2 | 12.084 | 12.986 | 25.070 | |
| Niet-gesegmenteerde passiva | 186.545 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -2.599 | -2.599 | ||
| Totaal passiva | 12.084 | 12.986 | -2.599 | 209.016 |
| Kostprijs van de investeringen van het boekjaar | 21.844 | 7.392 | 29.236 | |
| Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen van het boekjaar |
671 | |||
| Totaal kostprijs van de investeringen | 29.907 | |||
| Afschrijvingen van het jaar van activa | 4.871 | 6.758 | 11.629 | |
| Afschrijvingen van het jaar van niet-gesegmenteerde activa |
204 | |||
| Totaal afschrijvingen | 11.833 | |||
| Latente belastingvoorziening actief | 707 | 707 | ||
| Latente belastingvoorziening passief | 1.972 | 2.440 | 4 | 4.416 |
| Voorzieningen voor risico's en lasten | 10 | 62 | 72 | |
| Andere niet-geldelijke lasten | ||||
| Voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 890 | 126 | 1.016 | |
| Waardeverminderingen |
1 Segment netto activa omvat volgende balansposten: materiële vaste activa, immateriële vaste activa, handels-en leasingvorderingen op meer dan één jaar, voorraden en handels-en leasingvorderingen op ten hoogste één jaar.
2 Segment passiva omvat volgende balansposten: handelsschulden op meer dan één jaar en handelsschulden op ten hoogste één jaar.
| Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Algemeen3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Totale verkopen | 129.089 | 102.442 | 1 | 231.532 |
| Verkopen aan andere segmenten | -6.704 | -220 | -6.923 | |
| Verkopen aan externe klanten | 122.386 | 102.222 | 1 | 224.609 |
| Winsteliminatie tussen segmenten | 42 | 42 | ||
| Consolidatie | ||||
| Niet toegewezen kosten en opbrengsten | -906 | -906 | ||
| EBITDA1 | 16.343 | 13.888 | -243 | 29.988 |
| Segmentresultaat (EBIT2 ) |
7.165 | 5.896 | -864 | 12.197 |
| Financiële baten | 40 | 40 | ||
| Financiële lasten | -1.029 | -1.029 | ||
| Vennootschapsbelasting | -4.377 | -4.377 | ||
| Groepswinst voor minderheidsbelang | 6.831 | |||
| Minderheidsbelang | 266 | |||
| Nettowinst | 7.097 |
1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen
2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen
3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entrie
De totale verkopen aan externe klanten kunnen per segment als volgt worden uitgesplitst:
| Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Totaal |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten uit de verkoop van goederen | 113.286 | 102.050 | 215.336 |
| Huurinkomsten | 9.008 | 33 | 9.041 |
| Winst/verlies van verkopen vaste activa | 92 | 139 | 231 |
| Totale verkopen | 122.386 | 102.222 | 224.608 |
| Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) | Koffie | Kunststof | Eliminaties tussen segmenten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Segment netto activa IFRS 1 | 111.057 | 88.473 | 199.530 | |
| Niet-gesegmenteerde activa | 28.232 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -2.929 | -2.929 | ||
| Totaal activa | 111.057 | 88.473 | -2.929 | 224.833 |
| Segment passiva 2 | 14.130 | 9.867 | 24.997 | |
| Niet-gesegmenteerde passiva | 202.760 | |||
| Eliminaties tussen segmenten | -2.924 | -2.924 | ||
| Totaal passiva | 14.980 | 9.867 | -2.924 | 224.833 |
| Kostprijs van de investeringen van het boekjaar | 10.568 | 15.089 | 25.657 | |
| Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen van het boekjaar |
600 | |||
| Totaal kostprijs van de investeringen | 26.257 | |||
| Afschrijvingen van het jaar van activa | 9.000 | 7.729 | 16.729 | |
| Afschrijvingen van het jaar van niet-gesegmenteerde activa |
476 | |||
| Totaal afschrijvingen | 17.205 | |||
| Latente belastingvoorziening actief | 724 | 724 | ||
| Latente belastingvoorziening passief | 1.913 | 2.844 | 9 | 4.766 |
| Voorzieningen voor risico's en lasten | ||||
| Andere niet-geldelijke lasten | ||||
| Voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 772 | 53 | 825 | |
| Waardeverminderingen |
1 Segment netto activa omvat volgende balansposten: materiële vaste activa, immateriële vaste activa, handels-en leasingvorderingen op meer dan één jaar, voorraden en handels-en leasingvorderingen op ten hoogste één jaar.
2 Segment passiva omvat volgende balansposten: handelsschulden op meer dan één jaar en handelsschulden op ten hoogste één jaar.
| BE | FR | NL | UK | DE | SE/DK /NO |
PL | ID | Andere | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 31.589 | 17.909 | 17.422 | 22.185 | 39.275 | 31.168 | 16.054 | 8.214 | 26.069 | 209.885 |
| 2019 | 32.508 | 18.143 | 24.714 | 20.742 | 36.867 | 37.974 | 20.841 | 8.602 | 24.217 | 224.609 |
| Evolutie | 918 | 235 | 7.292 | -1.443 | -2.408 | 6.806 | 4.787 | 388 | -1.851 | 14.723 |
De omzet binnen het koffiesegment is verspreid over een zeer uitgebreid klantenbestand. De grootste klant binnen het kunststofsegment vertegenwoordigt 9,67% van de totale geconsolideerde omzet van beide segmenten samen, maar is ook verspreid over verschillende geografische gebieden.
| BE | FR | NL | UK | DE | PL | ID | SE/DK /NO |
AUS | Andere | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 26.137 | 465 | 1.050 | 4.729 | 402 | 14.217 | 10.087 | 2.823 | 1.288 | 282 | 61.479 |
| 2019 | 30.685 | 1.239 | 3.105 | 8.117 | 1.059 | 19.689 | 11.145 | 5.769 | 1.832 | 487 | 83.127 |
| Evolutie | 4.548 | 774 | 2.056 | 3.389 | 657 | 5.472 | 1.058 | 2.946 | 544 | 205 | 21.648 |
1 De vaste activa in de tabel omvatten materieel vast actief, gebruiksrecht materiële vaste activa, immaterieel vast actief excl. goodwill en leasingvorderingen op meer dan een jaar.
In het koffiesegment wordt productie bijna uitsluitend uitgevoerd in België. Binnen het kunststofsegment zijn er 3 productieunits; in België, Polen en Indonesië. Dit verklaart waarom de belangrijkste activa van de Groep aanwezig zijn in België, gevolgd door Polen en Indonesië.
| 2019 (KEUR) |
2018 | (KEUR) | ||
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 224.609 | 209.886 | ||
| Opbrengsten uit de verkoop van goederen | 215.336 | 204.211 | ||
| Huurinkomsten | 9.041 | 5.450 | ||
| Winst/verlies van verkopen vaste activa | 232 | 235 |
| 2019 (KEUR) |
2018 | (KEUR) | ||
|---|---|---|---|---|
| Diensten en andere goederen | 32.349 | 31.134 | ||
| Verkoopkosten | 10.450 | 9.896 | ||
| Onderhoudskosten | 6.148 | 6.178 | ||
| Energiekosten | 4.116 | 3.994 | ||
| Voertuigkosten | 2.013 | 3.562 | ||
| Verzekeringskosten | 702 | 627 | ||
| Andere | 9.065 | 6.877 | ||
| Voorzieningen en terugname voorzieningen | 586 | -30 | ||
| Andere bedrijfskosten | 695 | 822 | ||
| Totaal overige exploitatielasten | 33.775 | 31.926 | ||
| Andere bedrijfsopbrengsten | ||||
| Doorberekende kosten | 3.974 | 3.835 | ||
| Recuperatie personeelskosten | 1.634 | 1.527 | ||
| Overige exploitatiebaten | 250 | 285 | ||
| Totaal overige exploitatiebaten | 5.858 | 5.648 |
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Totale opbrengsten | 224.609 | 209.886 |
| Aankopen | 112.045 | 114.641 |
| Voorraadwijziging | 2.547 | -4.605 |
| Totale grond- en hulpstoffen | 114.592 | 110.036 |
| Globale brutomarge | 48,98% | 47,57% |
| Verlies op voorraad of afschrijving op voorraad | 122 | 65 |
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 36.510 | 32.080 |
| Sociale zekerheidsbijdragen | 7.277 | 6.910 |
| Opzegvergoedingen | -30 | 236 |
| Bestuurdersvergoedingen | 1.713 | 2.186 |
| Interimkosten | 1.894 | 1.438 |
| Overige personeelskosten | 3.292 | 2.880 |
| Opleidingskosten | 279 | 232 |
| Bijdragen pensioenplannen | 1.676 | 1.766 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | 88 | 243 |
| Totaal | 52.699 | 47.971 |
| Totaal aantal werknemers op het einde van het boekjaar | 1.184 | 1.196 |
De bijdragen inzake vergoedingen na uitdiensttreding, waarbij de onderneming vaste bijdragen betaalt aan een fonds, komen in het resultaat onder personeelskosten. De totale bijdrage voor de ganse Groep bedroeg voor 2019 1.676 KEUR (in 2018 was dit 1.766 KEUR).
Pensioenplannen in België worden wettelijk gestructureerd als toegezegde bijdrageregelingen. Door de wet op de tweede pijler van de pensioenplannen (de zgn. wet-Vandenbroucke), dienen alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen aanzien te worden als toegezegde pensioenregelingen.
Voor de toegezegde pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariële huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. De actuariële waarderingsmethode is de 'projected unit credit cost method'. Deze methode alloceert toekomstige verplichtingen aan het jaar waarin het pensioen wordt verdiend. De verplichtingen die betrekking hebben op voorgaande jaren vormen de verplichting berekend als de reële waarde van de toegezegde pensioenverplichtingen. De fondsbeleggingen werden gewaardeerd aan reële waarde, rekening houdend met de reële waarde van de verwachte toekomstige kasstromen.
Toegezegde pensioenkosten worden onderverdeeld in 2 categorieën:
Aan het dienstjaar en aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, de netto-interestkosten, de herwaardering van overige personeelskosten op lange termijn, administratiekosten en belastingen over het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. De herwaardering van de netto toegezegde pensioenverplichting als gevolg van actuariële winsten of verliezen is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als onderdeel van de niet-gerealiseerde resultaten.
| Toegezegde pensioenplannen – bedragen opgenomen in de balans |
2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenplannen |
3.666 | 2.840 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | -3.163 | -2.365 |
| Netto verplichtingen | 503 | 475 |
De actuariële veronderstellingen en de gemiddelde duur van de belangrijkste plannen worden hieronder in detail weergegeven:
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | 0,77% | 1,70% |
| Algemene loonsverhoging (inclusief inflatie) | 3% | 3% |
| Pensioenleeftijd | 65 | 65 |
De sensitiviteit van de brutoverplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenplannen ('defined benefit obligation' or 'DBO') is als volgt:
| Gevoeligheid van de brutoverplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenplannen |
Bruto verplichting | Effect stijging discontovoet 0,5% |
Effect daling discontovoet 0,5% |
|---|---|---|---|
| 3.666 | -256 | +283 |
In de Belgische ondernemingen van de Groep bestaat de mogelijkheid om, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vóór de pensioengerechtigde leeftijd het bedrijf te verlaten en toe te treden tot echt brugpensioen. De Groep heeft een verplichting tot betaling van extra premies bovenop de wettelijke vergoeding bij brugpensionering. De voorziening voor brugpensioen bedroeg op 31 december 2019 37 KEUR.
Het management heeft de mogelijkheid tot deelname aan een aandelenoptieplan. Dit bestaat erin dat het bedrijf het management de mogelijkheid biedt om een bepaald aantal aandelen te kopen op voorwaarde dat de arbeids- of bestuurdersovereenkomst voor minstens drie jaar wordt voortgezet.
Miko heeft hiervoor een overeenkomst gesloten met een derde partij om haar werknemers die aandelenopties hebben ontvangen, de mogelijkheid te geven om, bij uitoefening, het verschil in de aandelenprijs en uitoefenprijs in cash te ontvangen. Onder deze overeenkomst leent Miko een aantal aandelen van bestaande aandeelhouders zodat ze deze kan verkopen aan haar werknemers wanneer deze hun aandelenopties zouden uitoefenen. Vervolgens verkoopt Miko deze aandelen (aan uitoefenprijs) aan haar werknemers die hun opties hebben uitgeoefend. De werknemer verkoopt deze aandelen en ontvangt dan het verschil in marktwaarde en uitoefenprijs van de aandelen. Gezien het aandelen betreft die mandatorily redeemable zijn, classificeren we deze als 'cash-settled' optieplan.
Er worden geen nieuwe aandelen gecreëerd.
De waarde van de opties, berekend volgens het Black & Scholes-model, wordt ten laste van het resultaat genomen gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2.
Opzegvergoedingen zijn vergoedingen die verschuldigd kunnen zijn aan werknemers die de onderneming vóór de wettelijke pensioenleeftijd verlaten. De onderneming neemt deze bedragen definitief in de kosten op, als de beslissing om de onderneming te verlaten onherroepelijk is en als de waarde van de vergoeding correct bepaald is.
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Intrestopbrengsten uit investeringsactiviteiten | 36 | 29 |
| Intrestopbrengsten uit leasingactiviteiten | 4 | 7 |
| Ontvangen dividenden niet-geconsolideerde ondernemingen | ||
| Intrestkosten bankleningen | -529 | -383 |
| Intrestkosten financiële leasing | -459 | -180 |
| Andere intrestkosten | -51 | -107 |
| Overige financiële opbrengsten en kosten | 102 | -137 |
| Netto wisselkoerswinsten/(verliezen) | -92 | -262 |
| Netto meerwaarde/(minwaarde) op realisatie financiële vaste activa | 8 | 8 |
| Totaal | -989 | -1.025 |
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Courante belastingen op het resultaat | ||
| Huidig boekjaar | 4.092 | 3.548 |
| Regularisering van belasting en terugname van belastingvoorziening | 17 | 43 |
| Totaal betaalde belasting | 4.109 | 3.591 |
| Latente belastingen | ||
| Ontstaan en terugname van tijdelijke verschillen | 275 | 20 |
| Wijziging in belastingtarieven of nieuwe belastingen | -7 | -16 |
| Verliezen van huidig boekjaar | 0 | -255 |
| Latente belastingen op verliezen huidig boekjaar | 0 | 0 |
| Totaal latente belastingen | 268 | -251 |
| Totale belastingkost in de resultatenrekening | 4.377 | 3.340 |
| Winst voor belastingen | 11.208 | 12.744 |
| Effectief belastingpercentage | 39,05% | 26.20% |
De effectieve belastingvoet van de Miko Groep wijkt af van het wettelijk belastingtarief in België (29,58%) omwille van de volgende redenen:
| Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| Belastingen op basis van het belastingtarief van 29,58% | 3.316 | 3.770 |
| Impact van tarieven van andere rechtsgebieden | -405 | -604 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | -25 | 92 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | 881 | 277 |
| Impact van teruggenomen (aangewende) fiscale verliezen | 349 | -224 |
| Impact van wijzigingen in de belastingtarieven | -7 | -18 |
| Impact van over– en onderschattingen voorgaande perioden | 272 | 50 |
| Overige toename (afnames) | 2 | -3 |
| Notionele intrestaftrek en andere locale fiscale maatregelen | -6 | 0 |
| Belasting op basis van effectief belastingtarief | 4.377 | 3.340 |
| 2018 (KEUR) | Gronden en gebouwen |
Installaties en machines |
Uitrustings goederen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 23.443 | 109.156 | 38.308 | 170.907 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Eerste toepassing IFRS 15 | -878 | -878 | ||
| Aanschaffingen | 159 | 6.791 | 5.336 | 12.286 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | -208 | -4.403 | -4.611 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | -18 | 18 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | -312 | -881 | -291 | -1.484 |
| Verworven door overname | 216 | 33 | 2.829 | 3.078 |
| Per einde van het boekjaar | 23.506 | 114.873 | 40.919 | 179.298 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Per einde vorig boekjaar | 4.796 | 82.324 | 26.231 | 113.352 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Eerste toepassing IFRS 15 | -228 | -228 | ||
| Geboekt | 552 | 7.209 | 3.540 | 11.301 |
| Verworven van derden | ||||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling | -194 | -3.722 | -3.916 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Overboekingen | ||||
| Omrekeningsverschillen | -51 | -561 | -199 | -811 |
| Verworven door overname | 122 | 23 | 1.449 | 1.594 |
| Per einde van het boekjaar | 5.419 | 88.801 | 27.071 | 121.292 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 18.087 | 26.071 | 13.847 | 58.005 |
| 2019 (KEUR) | Gronden en gebouwen |
Installaties en machines |
Uitrustings goederen |
Gebruiksrecht (IFRS 16) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | |||||
| Per einde vorig boekjaar | 23.507 | 114.873 | 40.918 | 179.298 | |
| Eerste toepassing IFRS 16 | 13.372 | 13.372 | |||
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||||
| Aanschaffingen | 3.520 | 11.269 | 7.673 | 2.890 | 25.352 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | -481 | -632 | -2.707 | -3.820 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -807 | -807 | |||
| Overboekingen | 1.329 | -828 | -501 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 468 | 694 | 671 | 168 | 2.001 |
| Verworven door overname | 405 | 405 | |||
| Per einde van het boekjaar | 28.343 | 125.376 | 46.459 | 15.623 | 215.801 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | |||||
| Per einde vorig boekjaar | 5.419 | 88.802 | 27.071 | 121.292 | |
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||||
| Geboekt | 620 | 7.797 | 4.040 | 3.855 | 16.312 |
| Verworven van derden | |||||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling |
-141 | -541 | -2.168 | -2.850 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Overboekingen | -7 | 7 | |||
| Omrekeningsverschillen | 41 | 456 | 457 | 24 | 978 |
| Verworven door overname | 174 | 174 | |||
| Per einde van het boekjaar | 5.939 | 96.507 | 29.581 | 3.879 | 135.906 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 22.404 | 28.869 | 16.877 | 11.745 | 79.895 |
De post uitrustingsgoederen bevat activa in aanbouw voor een bedrag van 2.902 KEUR.
De posten "gronden en gebouwen" en "installaties en machines" bevatten per 31 december 2019 activa waarover de vennootschap een gebruiksrecht heeft, voor een bedrag van 4.261 KEUR (4.353 KEUR per 31 december 2018).
Het betreft voornamelijk één materieel contract met volgende kenmerken:
| Actiefbestanddeel | Logistiek centrum te Oud-Turnhout |
|---|---|
| Begindatum | 19 mei 2011 |
| Looptijd | 15 jaar |
| Investeringsbedrag | 5.050 KEUR |
| Netto boekwaarde geleasde activa | 4.261 KEUR |
| Restwaarde/aankoopoptie | 152 KEUR |
Miko past de "cumulative catch-up" methode toe met ingang vanaf 1 januari 2019. Het onderdeel "gebruiksrecht (IFRS 16)" kan onderverdeeld worden in de categoriëen gebouwen, voertuigen en andere zoals toegelicht in onderstaande tabel. We verwijzen naar sectie 7.1 voor meer uitleg bij de impact bij opening van huidig boekjaar.
| IFRS 16 – 2019 (KEUR) | Gebouwen | Voertuigen | Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | ||||
| Openingsbalans | 8.980 | 4.170 | 222 | 13.372 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Aanschaffingen | 697 | 2.157 | 36 | 2.890 |
| Waardeverminderingen | -770 | -37 | -807 | |
| Omrekeningsverschillen | 156 | 10 | 2 | 168 |
| Per einde van het boekjaar | 9.063 | 6.300 | 260 | 15.623 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | ||||
| Openingsbalans | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | ||||
| Geboekt | 1.823 | 1.936 | 96 | 3.855 |
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling |
||||
| Omrekeningsverschillen | 17 | 6 | 1 | 24 |
| Per einde van het boekjaar | 1.840 | 1.941 | 97 | 3.878 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 7.223 | 4.359 | 163 | 11.745 |
| Uitsplitsing goodwill | 2019 (KEUR) | 2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| Koffie | 38.710 | 37.971 |
| Kunststof | 3.421 | 3.249 |
| Totaal | 42.131 | 41.220 |
De stijging van de goodwill binnen het koffiesegment komt voornamelijk door de overname van Prestige in Nederland (509 KEUR). Daarboven steeg de goodwill als gevolg van wijzigingen in wisselkoersen (+402 KEUR). Hieronder een uitsplitsing van de elementen die hebben bijgedragen tot de bepaling van de goodwill.
In oktober 2019 rondde Miko Koffie, via haar Nederlandse dochteronderneming Miko Koffie Service BV, de overname af van 100% van de aandelen in de vennootschap Prestige Drinkservice BV.
Net zoals de lokale Miko entiteit focust Prestige Drinkservice BV, met vestiging te Roosendaal (nabij Breda) zich eveneens op de kantorenmarkt. De lokale aanwezigheid van Miko in Zuid-Nederland wordt hierdoor verder versterkt. Prestige haalt een omzet van 1 miljoen EUR per jaar. Ondertussen werd, met ingang van 1 januari 2020 eveneens reeds een fusie doorgevoerd van beide juridische entiteiten.
De overnameprijs bedroeg 949 KEUR. Op 1 oktober 2019 werd de reële waarde van de overgenomen activa en schulden bepaald om zo de goodwill verbonden aan deze transactie te kunnen bepalen. De goodwill verbonden aan deze transactie bedraagt 509 KEUR. De bepaling van de goodwill kan in het volgende boekjaar nog wijzigen.
De resultaten van Prestige Drinkservice BV werden voor 3 maanden opgenomen in de consolidatie, vanaf 1 oktober 2019.
| KEUR | Reële waarde 01/10/2019 |
|---|---|
| Overnameprijs | 949.932,39 |
| Kapitaalverhoging | |
| Materiële vaste activa | 230.401,41 |
| Immateriële vaste activa (klantenportefeuille) | 100.000,00 |
| Uitgestelde belastingvordering | |
| Voorraden | 108.332,73 |
| Handels-en overige vorderingen op minder dan één jaar | 97.529,02 |
| Geldmiddelen | 118.736,97 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | -47.176,85 |
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden | -11.814,19 |
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | -155.066,14 |
| Totaal netto activa | 440.942,95 |
| Goodwill | 508.989,44 |
Het management toetst de goodwill jaarlijks op waardeverminderingen. De waarde van de goodwill wordt berekend door middel van een "discounted free cashflow"-model op grond van het operationele budget van de Groep voor de volgende boekjaren. Per kasstroom-genererende eenheid (KGE) werd een dergelijk model gemaakt. Binnen de Miko Groep worden de segmenten (koffie en kunststof) als KGE's beschouwd. De belangrijkste veronderstellingen in de impairment analyse voor beide segmenten worden hieronder weergegeven:
De kasstroomprognose voor deze KGE werd uitgevoerd voor een periode van vier jaar en berust op een aantal kritische beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen.
Projecties worden verdisconteerd aan een discontovoet van 4,99% . De disconteringsvoet voor belastingen wordt berekend door deling van de disconteringsvoet na belastingen door één minus het toepasselijk belastingtarief. Deze uitkomst wijkt niet materieel af van een iteratieve berekeningswijze zoals beschreven in IAS36.
Onderstaande elementen werd gebruikt voor de bepaling van de WACC van het koffie segment:
| Risicovrije rente | 0,87% |
|---|---|
| Risico premie | 6,40% |
| Bèta | 1 |
| Verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen | 50/50 |
| Premie minder liquide markt | 2% |
De resultaten van deze test hebben uitgewezen dat de bedrijfswaarde de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid overstijgt met € 103.5 mio euro ('headroom'). Hierdoor kunnen we concluderen dat er geen bijzondere waardevermindering vereist is. Miko gelooft dat al haar inschattingen redelijk zijn: ze zijn consistent met de interne rapportering en weerspiegelen de beste inschatting van het management.
De kasstroomprognose voor deze KGE werd uitgevoerd voor een periode van vier jaar en berust op een aantal kritische beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen.
Projecties worden verdisconteerd aan een discontovoet van 5,75% . De disconteringsvoet voor belastingen wordt berekend door deling van de disconteringsvoet na belastingen door één minus het toepasselijk belastingtarief. Deze uitkomst wijkt niet materieel af van een iteratieve berekeningswijze zoals beschreven in IAS36.
Onderstaande elementen werd gebruikt voor de bepaling van de WACC van het koffie segment:
| Risicovrije rente | 0,87% |
|---|---|
| Risico premie | 6,60% |
| Bèta | 1,2 |
| Verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen | 50/50 |
| Premie minder liquide markt | 2% |
De resultaten van deze test hebben uitgewezen dat de bedrijfswaarde de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid overstijgt met € 96.6 mio euro ('headroom'). Hierdoor kunnen we concluderen dat er geen bijzondere waardevermindering vereist is. Miko gelooft dat al haar inschattingen redelijk zijn: ze zijn consistent met de interne rapportering en weerspiegelen de beste inschatting van het management.
Als deel van de waarderingstest heeft Miko een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor belangrijke veronderstellingen die gehanteerd werden, waaronder de discontovoet, de vrije kasstroom en het lange termijn groeipercentage. Hierbij werd een daling van het lange termijn groeipercentage met 100 basispunten, een stijging van discontovoet voor belastingen met 100 basispunten en een vrije kasstroom tussen 95% en 100% van het lange termijnplan toegepast om rekening te houden met mogelijke fluctuaties in volumes en marges. Een verandering in de gebruikte inschattingen, zoals hierboven opgenomen, leidt niet tot een mogelijke materiële bijzondere waardevermindering.
Hoewel Miko gelooft dat haar beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen en voorwaarden.
| 2018 (KEUR) | Patenten, merken en cliënteel |
Software | Totaal |
|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | |||
| Per einde vorig boekjaar | 8.766 | 1.546 | 10.312 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||
| Aanschaffingen | 1.826 | 217 | 2.043 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | |||
| Bijzondere waardevermindering | |||
| Overboekingen | |||
| Omrekeningsverschillen | -46 | -3 | -49 |
| Andere wijzigingen | |||
| Per einde van het boekjaar | 10.546 | 1.760 | 12.306 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | |||
| Per einde vorig boekjaar | 7.036 | 1.394 | 8.430 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||
| Geboekt | 437 | 95 | 532 |
| Verworven van derden | |||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling | |||
| Bijzondere waardeverminderingen | |||
| Overboekingen | |||
| Omrekeningsverschillen | -35 | -3 | -38 |
| Andere wijzigingen | |||
| Per einde van het boekjaar | 7.438 | 1.486 | 8.924 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 3.108 | 274 | 3.382 |
| 2019 (KEUR) | Patenten, merken en cliënteel |
Software | Totaal |
|---|---|---|---|
| a) Aanschaffingswaarde | |||
| Per einde vorig boekjaar | 10.546 | 1.760 | 12.306 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||
| Aanschaffingen | 300 | 97 | 397 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | |||
| Bijzondere waardevermindering | |||
| Overboekingen | |||
| Omrekeningsverschillen | 238 | 3 | 241 |
| Andere wijzigingen | |||
| Per einde van het boekjaar | 11.084 | 1.860 | 12.944 |
| b) Afschrijvingen en waardeverminderingen | |||
| Per einde vorig boekjaar | 7.438 | 1.486 | 8.924 |
| Mutaties tijdens het boekjaar | |||
| Geboekt | 742 | 151 | 893 |
| Verworven van derden | |||
| Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling | |||
| Bijzondere waardeverminderingen | |||
| Overboekingen | |||
| Omrekeningsverschillen | 180 | 3 | 183 |
| Andere wijzigingen | |||
| Per einde van het boekjaar | 8.360 | 1.640 | 10.000 |
| Nettoboekwaarde per einde boekjaar | 2.724 | 221 | 2.944 |
De post patenten, merken en cliënteel omvat het van derden verworven cliënteel.
| 2018 (KEUR) | Nettovorderingen leases | Handelsvorderingen op meer dan één jaar |
Andere | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 1. Beginsaldo | 316 | 100 | 507 | 923 |
| 2. Bewegingen | 21 | -9 | 108 | 120 |
| 3. Ander wijzigingen | -1 | -1 | ||
| 4. Eindsaldo | 336 | 91 | 615 | 1.042 |
| 2019 (KEUR) | Nettovorderingen leases | Handelsvorderingen op meer dan één jaar |
Andere | Totaal |
| 1. Beginsaldo | 336 | 91 | 615 | 1.042 |
| 2. Bewegingen | -72 | -67 | -86 | -226 |
| 3. Ander wijzigingen |
Alle vorderingen op lange termijn hebben een looptijd van minder dan vijf jaar. De toegepaste rentevoeten zijn voor 2019 marktconform (idem voor 2018).
Er zijn geen leningen toegestaan aan bestuurders of aanverwante partijen.
Er zijn op einde 2019 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op meer dan één jaar af te waarderen.
De boekwaarde van de handelsvorderingen op meer dan één jaar benadert goed de reële waarde op de balansdatum.
| Voorraden | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| 1. Grond- en hulpstoffen | 9.848 | 13.384 |
| 2. Goederen in bewerking | 183 | 193 |
| 3. Gereed product | 12.698 | 12.776 |
| 4. Handelsgoederen | 12.976 | 11.900 |
| Totaal | 35.705 | 38.253 |
De voorraad wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogen-gemiddelde-kostprijsmethode of tegen de netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.
De grond- en hulpstoffen bestaan uit ruwe koffie, kunststof en verpakkingsmaterieel.
Het gereed product en de handelsgoederen bestaan voor het koffiesegment voornamelijk uit koffieproducten en nevenproducten zoals melk, suiker en koekjes en voor het kunststofsegment voornamelijk uit roomijsdozen, margarinevlootjes en verpakkingen voor kant-en-klare maaltijden.
| Handels- en overige vorderingen | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| 1. Handelsvorderingen | 38.484 | 35.377 |
| 2. Financiële leasevorderingen | 219 | 483 |
| 3. Dubieuze vorderingen | -992 | -1.016 |
| Totaal handelsvorderingen | 37.711 | 34.844 |
| 4. Leningen aan bestuursleden en/of verbonden partijen | 0 | 0 |
| 5. Andere te ontvangen bedragen (waaronder belastingvorderingen) | 3.864 | 3.552 |
| 6. Overgedragen kosten | 3.598 | 2.224 |
| Totaal overige vorderingen | 7.462 | 5.776 |
| Totaal handels- en overige vorderingen | 45.173 | 40.620 |
Aangezien de handelsvorderingen op korte termijn zijn, benadert de reële waarde de actuele waarde deze activa.
Leasingovereenkomsten waarbij de tegenpartij, de leasingnemer, als economische eigenaar van het actief wordt beschouwd, worden opgenomen als vordering voor een bedrag gelijk aan de constante waarde van de toekomstige minimale leasebehandelingen. De contante waarden van de toekomstige minimale leasebetalingen bedroegen 482 KEUR per 31 december 2019 (2018: 819 KEUR).
De invorderbare, minimale lease betalingen zijn als volgt:
| 2019 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Toekomstige minimale lease betalingen | 273 | 221 | 0 | 494 |
| Financieringsbaten | 9 | 3 | 0 | 12 |
| Contante waarde van de toekomstige minimale lease betalingen |
264 | 218 | 0 | 482 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen, hetgeen zou resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om dit risico te beperken worden kredietanalyses uitgevoerd voor klanten die een bepaalde kredietbehoefte dreigen te overschrijden. Klanten waarvoor een kredietoverschrijding wordt toegestaan worden continu opgevolgd. Het management evalueert voortdurend het volledige klantenbestand op zijn kredietwaardigheid. Hierdoor benadert de boekwaarde van de commerciële vorderingen goed de reële waarde op de balansdatum en dekken de voorzieningen voor dubieuze debiteuren voldoende het risico van de MIKO Groep. Op 31 december 2019 werd er een voorziening voor dubieuze debiteuren in de balans opgenomen voor een bedrag van 992 KEUR (1.016 KEUR in 2018).
De handelsvorderingen in het koffiesegment hebben betrekking op een uitgebreid klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. Op balansdatum vertegenwoordigde de klant met het grootste openstaande saldo slechts 3,67% van de totale openstaande vorderingen in dit segment.
De handelsvorderingen in het kunststofsegment hebben betrekking op een minder uitgebreid klantenbestand, dat evenwel ook verspreid is over verschillende geografische gebieden. De klant met het grootste openstaande saldo vertegenwoordigde op balansdatum 36,23% van de totale openstaande vorderingen in dit segment. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor deze klant een "reverse factoring"-overeenkomst bestaat die de mogelijkheid biedt om op elk moment vervroegde betaling te eisen onder aftrek van een disconto, hetgeen het kredietrisico in belangrijke mate beperkt.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt voor het koffiesegment 52 dagen (2018: 59 dagen) en voor het kunststofsegment 70 dagen (2018: 57 dagen). Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen.
In de post handelsvorderingen zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van 7.960 KEUR die vervallen waren op datum van dit verslag en waarvoor geen waardevermindering werd geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De meerderheid van deze vervallen vorderingen kaderen immers in het exportbeleid dat gevoerd wordt door de Miko Groep, waar de facto langere betalingstermijnen gelden.
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| 1-30 dagen | 5.097 | 4.772 |
| 31-60 dagen | 1.337 | 1.083 |
| 61-90 dagen | 236 | 248 |
| >90 dagen | 1.290 | 1.679 |
| Totaal | 7.960 | 7.782 |
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | 1.016 | 676 |
| Gebruik van provisie | -228 | -89 |
| Aanleg nieuwe provisie | 206 | 429 |
| Omrekeningsverschillen | -2 | 0 |
| Saldo | 992 | 1.016 |
Er bestaat een valuta risico wanneer de transactie wisselkoers afwijkt van de lokale functionele wisselkoers. Dit is voor de Groep voornamelijk het geval in het Verenigd Koninkrijk (aankopen in EUR en verkopen in GBP). In Polen wordt er zowel aan-als verkocht in EUR, waardoor het valutarisico wordt beperkt. In de andere vennootschappen binnen de Groep die een andere functionele munt hebben dan euro, is het aandeel aankopen in euro beperkt.
Op basis van de gemiddelde volatiliteit van het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| EUR/GBP | Mogelijke volatiliteit | ||
|---|---|---|---|
| Slotkoers 31/12/2018 | 0,8954 | 9,98% | |
| Slotkoers 31/12/2019 | 0,8508 | 7,18% | |
| Netto boekwaarde in KGBP | 2019 | 2018 | |
| Handelsschulden | -759 | -630 | |
| Handelsvorderingen | 1.650 | 1.668 | |
| Voorraden | 1.563 | 1.487 | |
| Liquide middelen | 835 | 664 | |
| Netto boekwaarde | 3.227 | 3.189 |
Als de Britse Pond in 2019 ten opzichte van de euro resp. verzwakte of verstevigde volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen, dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2019 met 263 KEUR resp. afnemen of toenemen.
De gemiddelde volatiliteit wordt bepaald op basis van de dagelijks GBP/EUR wisselkoers zoals gepubliceerd door de NBB. Eerst wordt de standaarddeviatie berekend van de dagelijkse % wijzigingen in de GBP/EUR wisselkoers. Deze wordt dan vermenigvuldigd met de vierkantswortel van het aantal elementen in de berekening van de standaarddeviatie.
Er zijn per einde 2019 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op minder dan één jaar af te waarderen.
| Geldmiddelen | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| Kas | 44 | 46 |
| Bankgelden | 17.399 | 26.069 |
| Termijndeposito's op minder dan 3 maanden | 0 | 0 |
| Negatieve banksaldi bij kredietinstellingen | -1.658 | -1.207 |
| Totaal geldmiddelen | 15.785 | 24.908 |
Miko bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De doelstellingen van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn onveranderd gebleven. Zo wordt aan de verschillende entiteiten de mogelijkheid gegarandeerd om te kunnen opereren als een "going concern", waarbij ook steeds de nodige aandacht wordt geschonken aan de verhouding tussen het risiconiveau enerzijds en de ingezette middelen en de prijzen anderzijds.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, reserves, overgedragen resultaat en minderheidsbelangen.
De netto schuldgraad op jaareinde bedroeg:
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Schulden op meer dan één jaar | 56.823 | 58.164 |
| Rentedragende lening op ten hoogste één jaar | 26.792 | 19.348 |
| Liquide middelen | -17.443 | -26.115 |
| Netto | 66.172 | 51.397 |
| Eigen vermogen | 102.336 | 93.946 |
| Netto schuldgraad | 64,66% | 54,71% |
De Groep is niet onderhevig aan extern opgelegde kapitaalvereisten.
| Financiële schulden | 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|---|---|---|
| I. Rentedragende leningen op minder dan één jaar | ||
| Kortetermijnschulden bij financiële instellingen | ||
| Financiële leaseverplichtingen | 4.465 | 802 |
| Negatieve banksaldi bij financiële instellingen | 1.658 | 1.207 |
| Overige | 3.625 | 3.353 |
| Binnen 12 maanden verschuldigde bedragen | ||
| Leningen bij financiële instellingen | 14.228 | 11.736 |
| Andere kortetermijnschulden | ||
| Rentedragende leningen bij derden | 0 | 0 |
| Rentedragende leningen bij aanverwante partijen | 2.816 | 2.250 |
| Totale rentedragende leningen op minder dan één jaar | 26.792 | 19.348 |
| II. Rentedragende leningen op meer dan één jaar | ||
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | ||
| Financiële leaseverplichtingen | 10.723 | 3.209 |
| Leningen bij financiële instellingen | 35.196 | 40.398 |
| Andere langetermijnschulden | ||
| Overige rentedragende leningen bij derden | 0 | 0 |
| Overige langetermijnschulden 1 | 3.043 | 7.445 |
| Totale rentedragende leningen op meer dan één jaar | 48.962 | 51.052 |
1 Deze post heeft onder andere betrekking op de reële waarde van de toekomstige verplichting om een minderheidsbelang in een van de groepsvennootschappen over te nemen van derden. Deze reële waarde is berekend op basis van reële waardehiërarchie niveau 3 en betreft een multiple van EBITDA zoals contractueel bepaald.
De overige lange en korte termijn financiële schulden bevatten verplichtingen met betrekking tot de toekomstige verwerving van aandelen voor een bedrag van 6.673 KEUR.
De langlopende rentedragende verplichtingen met een initiële looptijd van meer dan 1 jaar daalden met 5.202 KEUR. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de leningen bij finaniële instellingen.
| Schulden bij financiële instellingen 31/12/2018 | 52.134 |
|---|---|
| Aflossing leningen | -13.679 |
| Nieuwe leningen | 10.900 |
| Omrekeningsverschillen | 70 |
| Schulden bij financiële instellingen 31/12/2019 | 49.424 |
De stijging van de leasingschulden op lange en korte termijn zijn het resultaat van de toepassing van IFRS 16. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de leasing schulden.
| Leasing schuld 31/12/2018 | 4.011 |
|---|---|
| Eerste toepassing IFRS 16 | 13.372 |
| Aflossing leasing | -4.540 |
| Nieuwe leasing | 3.053 |
| Omrekeningsverschillen | 148 |
| Beëindiging leasings | -856 |
| Leasing schuld 31/12/2019 | 15.188 |
Alle leningen werden aangegaan in euro, zloty of roepia. De leningen zijn aangegaan om de investeringen van de Groep in gebouwen, uitrustingsgoederen en overnames te financieren. De leningen hebben een vervaldag tot en met uiterlijk 2026 en zijn aangegaan tegen een gemiddelde rentevoet van 1,46%. De Groep beschikt over niet opgenomen kredietlijnen ten bedrage van 9.495 KEUR.
Voor leningen aan aanverwante partijen wordt verwezen naar punt 10.16.
De uitsplitsing van de leningen bij financiële instellingen naar vervaldatum geeft volgende situatie:
| 2018 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | 11.736 | 32.363 | 8.035 |
| Overige rentedragende leningen | 3.353 | 7.445 | 0 |
| Financiële leaseverplichtingen (totaal) | 802 | 2.218 | 992 |
| Totale rentedragende leningen | 15.892 | 50.061 | 992 |
| 2019 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | 14.228 | 31.439 | 3.757 |
| Overige rentedragende leningen | 3.625 | 3.043 | 0 |
| Financiële leaseverplichtingen (totaal) | 4.465 | 9.291 | 1.432 |
De bovenvermelde bedragen zijn exclusief toekomstige intrestlasten, voor een bedrag van 2.483 KEUR, berekend op basis van de geldende intrestvoet op balansdatum (eind 2018 was dit 2.227 KEUR).
| Overzicht van de gebruikte effectieve rentevoeten (%) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Leningen | 0,2-6,5 | 0,2-6,5 |
| Andere schulden | 2,00 | 2,00 |
| Financiële leaseverplichtingen | 0,75-5,62 | 2,62-13,59 |
In onderstaande maturiteitstabel worden de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen weergegeven per 31 december 2019.
| 2019 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Langetermijnschulden bij financiële instellingen | 14.601 | 32.130 | 4.130 |
| Overige rentedragende leningen | 3.625 | 3.043 | 0 |
| Financiële leaseverplichtingen (totaal) | 4.621 | 10.019 | 1.594 |
| Totale rentedragende leningen | 22.847 | 45.193 | 5.723 |
Alle leningen werden afgesloten in euro, zloty of roepia. De leningen bij financiële instellingen betreffen zowel leningen met vaste als met vlottende rentevoet. De overige financiële schulden zijn aangegaan tegen een vaste rentevoet.
Voor de verschillende rubrieken aan financiële verplichtingen worden de boekwaarden en de reële waarden geanalyseerd. Onderstaande tabel omvat enkel de financiële verplichtingen voor dewelke de reële waarde afwijkt van de boekwaarde. Voor de niet opgenomen financiële verplichtingen gaan we ervan uit dat de boekwaarde de reële waarde benadert. De reële waarde van de bankleningen wordt berekend als de contante waarde van toekomstige kasstromen (niveau 2 input).
| Financiële verplichting | Netto boekwaarde 31/12/2019 KEUR |
Reële waarde 31/12/2019 KEUR |
|---|---|---|
| Onroerende leasing | 2.167 | 2.468 |
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| Langlopende handelsschulden en overige schulden | ||
| Langlopende handelsschulden | 36 | 2 |
| Overige schulden | 812 | 832 |
| Totaal handels- en overige schulden op meer dan één jaar | 848 | 834 |
| Handels- en overige schulden | ||
| Handelsschulden | 22.515 | 22.871 |
| Overige schulden | 974 | 2.541 |
| Overlopende rekeningen | 5.682 | 3.643 |
| Totaal handels- en overige schulden op minder dan één jaar | 29.171 | 29.055 |
| Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden | ||
| Belastingschulden | 3.824 | 3.525 |
| Sociale zekerheidsschulden | 5.887 | 4.978 |
| Totaal belastings- en sociale zekerheidsschulden op minder dan één jaar | 9.711 | 8.503 |
De boekwaarde van de handels- en overige schulden benadert goed de reële waarde op balansdatum, gezien het korte termijn karakter.
| (KEUR) | Personeels beloningen |
Milieu voorzieningen |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari boekjaar | 1.063 | 799 | 1.862 | |
| Bijkomende provisies | 324 | 193 | 517 | |
| Terugname van niet-gebruikte provisies |
-94 | 0 | -94 | |
| Opname van provisies (gebruik) | -25 | -30 | -55 | |
| Wisselkoersverschillen | 15 | 1 | 16 | |
| Andere wijzigingen | ||||
| Op 31 december boekjaar | 1.283 | 963 | 2.246 |
De voorziening ter financiering van de personeelsbeloningen bedraagt 1.283 KEUR (2018: 1.063 KEUR). Deze voorziening werd opgezet met het oog op de wettelijke regeling in verband met het brugpensioen, de groepsverzekering in België en de wettelijke pensioenverplichtingen in Polen en Indonesië. Voor meer informatie met betrekking tot de voorziening inzake groepsverzekering in België, verwijzen we naar toelichting 9.4.1.
De stijging van de overige voorzieningen heeft voornamelijk betrekking op de waardering van het aandelenoptieplan volgens het Black & Scholes model. De "fair value" van de aandelenopties bedroeg op balansdatum 842 KEUR.
Uitgestelde belastingvorderingen worden in de balans opgenomen voor de tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:
| 2018 (KEUR) |
Debet/credit resultaten Rekening |
Debet/credit eigen vermogen |
Debet/credit acquisitie |
Wisselkoers verschillen |
2019 (KEUR) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. Afschrijvingen | 199 | +18 | 217 | |||
| 2. Immateriële vaste activa | 391 | -41 | 350 | |||
| 3. Voorzieningen | 13 | -13 | 0 | |||
| 4. Valutavoorzieningen | 0 | 0 | 0 | |||
| 5. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding |
20 | 0 | 20 | |||
| 6. Fiscale verliezen | 16 | -16 | 0 | |||
| 7. Voorraad | 60 | +11 | 71 | |||
| 8. Overige | 8 | +58 | 66 | |||
| Totaal | 707 | +17 | 724 |
Het management schat de recupereerbaarheid van de fiscale verliezen in op basis van het operationele budget van de Miko Groep voor de volgende boekjaren.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden in de balans opgenomen voor tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:
| 2018 (KEUR) |
Debet/credit resultaten Rekening |
Debet/credit eigen vermogen |
Debet/credit acquisitie |
Wisselkoers verschillen |
2019 (KEUR) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 1. Afschrijvingen | -3.761 | -442 | -16 | -4.219 | ||
| 2. Immateriële vaste activa | -608 | 141 | -25 | -3 | -495 | |
| 3. Voorzieningen | 84 | 47 | 131 | |||
| 4. Valutavoorzieningen | 0 | 0 | ||||
| 5. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding |
0 | 0 | ||||
| 6. Fiscale verliezen | 0 | 141 | 141 | |||
| 7. Voorraad | -298 | 7 | -22 | -313 | ||
| 8. Overige | 168 | -179 | -11 | |||
| Totaal | -4.415 | -285 | -47 | -19 | -4.766 |
Het verschil tussen de belastinglatentie op de balans en de berekening op basis van het Belgische tarief van 25% bedraagt -573 KEUR in 2019 (in 2018: -1.357 KEUR) en is te wijten aan de verschillende belastingtarieven in onze thuislanden en de aangekondigde belastingverlaging in België.
Er zijn op balansdatum geen significant ongebruikte belastingslatenties.
Er zijn geen verplichtingen aangegaan om materiële en immateriële vaste activa te verwerven.
Vanaf 1 januari 2019 werd IFRS 16 toegepast. Hierbij werden alle operationele leaseovereenkomsten in de balans opgenomen. We verwijzen naar toelichting 10.1 voor een overzicht van de gebruiksrechten op activa. Daarnaast heeft Miko reeds een verplichting aangegaan voor het gebruiksrecht van materiële vaste activa die pas ingaan in de loop van 2020 voor een bedrag van 508 KEUR (niet-verdisconteerd).
In onderstaande maturiteitstabel worden de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen weergegeven per 31 december 2019.
| 2019 (KEUR) | Hoogstens 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Operationele leaseverplichtingen (startend vanaf 2020) | 102 | 351 | 55 |
De Groep heeft solidaire borgstellingen ten aanzien van financiële instellingen voor een bedrag van 25.528 KEUR (in 2018: 25.510 KEUR).
Binnen de Miko Groep zijn geen materiële claims of geschillen lopende.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| I. Beweging in het aantal aandelen | ||
| Aandelen begin verslagperiode | 1.242.000 | 1.242.000 |
| Aantal uitgegeven aandelen | ||
| Aandelen einde verslagperiode | 1.242.000 | 1.242.000 |
| Aantal ingekochte aandelen netto in verslagperiode | ||
| II. Overige informatie | ||
| 1. Nominale waarde van de aandelen | N.v.t. | N.v.t. |
| 2. Aantal aandelen in bezit van onderneming of aanverwante partijen | 687.000 | 687.000 |
| III. Berekening van de winst per aandeel | ||
| 1.1. Aantal aandelen | 1.242.000 | 1.242.000 |
| 1.2. Gemiddeld aantal aandelen in bezit van de Miko Groep | ||
| 1.3. Aantal aandelen voor berekening gewone winst per aandeel | 1.242.000 | 1.242.000 |
| 1.4. Aantal gemiddeld uitstaande aandelenopties op het einde van de periode | 45.275 | 37.075 |
| 1.5. Aantal aandelen voor de berekening verwaterde winst per aandeel | 1.247.918 | 1.248.558 |
| 1.6 Berekening winst per aandeel (nettowinst toerekenbaar aan de aandeelhouders van MIKO / 1.242.000) |
5,71 | 7,44 |
| 2. Winst/(verlies) toerekenbaar aan houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij (in KEUR) |
7.097 | 9.246 |
Er zijn geen verschillende categorieën van aandelen.
Op het einde van 2019 had de Groep geen eigen aandelen in zijn bezit.
De toekenning van rechten om aandelen aan een vooraf bepaalde prijs aan te kopen is in de loop van de jaren als volgt samengesteld:
| 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin verslagperiode | 500 | 500 | 5.000 | 8.350 | 7.250 | 7.750 | 10.850 | |
| Uitoefenprijs | €46,00 | €50,51 | €66,30 | €69,00 | €100,30 | €109,20 | €117,7 | €106,00 |
| Toegekende resp. uitgeoefende rechten om aandelen aan vooraf bepaalde prijs aan te kopen |
-1000 | -1000 | 12.150 | |||||
| (Nog) niet uitgeoefende rechten |
500 | 500 | 4.000 | 7.350 | 7.250 | 7.750 | 10.850 | 12.150 |
| Vestingsperiode | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar |
| Uitoefenperiode | 10 jr. | 10 jr. | 7 jr. 1 | 7 jr. 2 | 7 jr. 3 | 7 jr.4 | 7 jr.5 | 7 jr.6 |
1Van de rechten uitgegeven in 2014 hebben er 4.000 een looptijd van 7 jaar.
2Van de rechten uitgegeven in 2015 hebben er 7.350 een looptijd van 7 jaar
3Van de rechten uitgegeven in 2016 hebben er 6.750 een looptijd van 7 jaar, de overige 500 hebben een looptijd van 5 jaar. 4Van de rechten uitgegeven in 2017 hebben er 6.300 een looptijd van 7 jaar, de overige 1.450 hebben een looptijd van 5 jaar.
5Van de rechten uitgegeven in 2018 hebben er 7.450 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.400 hebben een looptijd van 5 jaar.
6Van de rechten uitgegeven in 2019 hebben er 8.500 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.650 hebben een looptijd van 5 jaar.
De waarde van de op aandelen gebaseerde vergoeding wordt in de kosten opgenomen, gespreid over de wachtperiode. De berekening van de waarde gebeurt met behulp van het model van Black & Scholes.
De volgende criteria zijn gebruikt om de berekening te maken:
| 2017 1 | 2018 2 | 2019 3 | |
|---|---|---|---|
| Optieprijs | 109,20 | 117,70 | 106,00 |
| Huidige aandelenprijs | 107,00 | 107,00 | 107,00 |
| Verwachte levensduur optie | 2,00-4,00 | 3,00-5,00 | 4,00-6,00 |
| Volatiliteit aandelenprijs | 21,63% | 21,63% | 21,63% |
| Risicovrije interestvoet | 0,07% | 0,07% | 0,07% |
| Dividend | 1,38% | 1,72% | 1,92% |
1 Van de rechten uitgegeven in 2017 hebben er 6.300 een looptijd van 7 jaar, de overige 1.450 hebben een looptijd van 5 jaar.
2 Van de rechten uitgegeven in 2018 hebben er 7.450 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.400 hebben een looptijd van 5 jaar. 3
Van de rechten uitgegeven in 2019 hebben er 8.500 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.650 hebben een looptijd van 5 jaar.
De "fair value" van de aandelenopties bedroeg op balansdatum 842 KEUR. Hiervan is 389 KEUR gerelateerd aan aandelenopties toegekend aan de leden van het exploitatie comité.
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
|
|---|---|---|
| I. ACTIVA AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| II. VERPLICHTINGEN AAN AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| 1. Rentedragende verplichtingen | 2.600 | 2.250 |
| 2. Schulden | ||
| 3. Overige verplichtingen | ||
| III. TRANSACTIES MET AANVERWANTE PARTIJEN | ||
| 1. Verkoop van goederen | ||
| 2. Aankoop van goederen | ||
| 3. Verrichtingen | ||
| 4. Aankoop van diensten | ||
| 5. Transfers m.b.t. financieringsvoorwaarden | ||
| 6. Vergoedingen van directiepersoneel en bestuurders 1 | 1.713 | 2.067 |
| 7. Leningen toegekend aan directiepersoneel en bestuurders | 212 | |
| 8. Betaalde intresten | 48 | 45 |
1 Elk van de bestuurders ontving in 2019 een forfaitaire vergoeding van 13.000 euro. De vergoedingen van Beau Noir BV (vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere) en S-More 3P (vast vertegenwoordig door Dhr. Mark Stulens), werden geprorateerd op basis van de datum van hun respectievelijke benoeming als bestuurder van de Vennootschap..
De voorzitter van de Raad van Bestuur ontving een bijkomende vergoeding van 2.000 euro.
Het vaste basissalaris van de CEO in 2019 bedroeg 254.834,64 EUR. Het variabele gedeelte betaald in 2019 op basis van doelstellingen 2018, bedroeg 57.692,95 EUR. De bijdrage voor de pensioenregeling en invaliditeitsverzekering bedroeg 88.935,99 EUR en de voordelen in natura (wagen, etc) bedroegen 25.478,37 EUR
Voor 2019 zijn de gezamenlijke vergoedingen voor het EXCO (met uitsluiting van de vergoeding van de CEO) als volgt. Het vaste basissalaris in 2019 bedroeg 871.013,86 EUR. Het variabele gedeelte bedraagt 138.951,65 EUR. De bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering bedroeg 273.569,85 EUR. De voordelen in natura over 2019 (wagen etc), bedroegen gezamenlijk 64.761,16 EUR.
De vergoedingen ten aanzien van Dhr. Johan Vandervee werden in deze bedragen opgenomen tot 1 oktober 2019.
Voor meer informatie met betrekking tot de vergoeding van directiepersoneel en bestuurders, wordt verwezen naar het remuneratieverslag (punt 4 van het jaarverslag).
De rentedragende verplichtingen betreft een lening bij Imko Holding N.V.. Deze lening werd aangegaan voor een duur van maximum één jaar, tegen een rentevoet gelijk aan 2%. Zie hierover tevens punt 5.2. van het jaarverslag.
| Naam | Land | Belang 2019 |
Belang 2018 |
Ondernemings -nummer |
Maatschappelijke zetel |
Aantal werk nemers |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Miko Koffie NV | België | 100,00% | 100,00% | 0869.777.422 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
50 |
| Miko Coffee Service NV | België | 100,00% | 100,00% | 0429.197.383 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
94 |
| Miko Pac NV | België | 100,00% | 100,00% | 0433.522.197 | Steenweg op Turnhout 160, 2360 Oud Turnhout |
158 |
| Miko Technics NV | België | 100,00% | 100,00% | 0418.703.864 | Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout |
3 |
| Miko Kaffee GmbH | Duitsland | 75,00% | 75,00% | |||
| Miko Koffie Service BV | Nederland | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Café Service SAS | Frankrijk | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Kava s.r.o. | Tsjechië | 100,00% | 100,00% | |||
| Miko Kava s.r.o. | Slowakije | 75,00% | 75,00% | |||
| Miko Coffee Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Cornish Coffee Company Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Miko Coffee South West Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Miko Scotland Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Ethical Direct Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| The Office Coffee Company Ltd | Groot Brittannië |
100,00% | 100,00% | |||
| Kaffekompaniet AB | Zweden | 100,00% | 100,00% | |||
| AT Vending AB | Zweden | 100,00% | 100,00% | |||
| ABC Mokka ApS | Denemar ken |
100,00% | 70,00% | |||
| Freehand Coffee Company A/S | Denemarken | 75,00% | 75,00% | |||
| Freehand International II A/S | Denemarken | 75,00% | 75,00% | |||
| Miko Pac Sp. z o.o. | Polen | 100,00 % | 100,00 % | |||
| Miko-Hordijk Verpackungen GmbH | Duitsland | 70,00% | 70,00% | |||
| Beverage Marketing Australia Pty Ltd | Australië | 75,00% | 75,00% | |||
| Miko Coffee USA Inc. | USA | 100,00% | 100,00% | |||
| PT. Innoware | Indonesia | 50,00% | 50,00% | |||
| Kaffebryggeriet AS | Noorwegen | 90,00% | 90,00% | |||
| Miko Pac France SAS | Frankrijk | 55,00% | 55,00% | |||
| Smiling Faces AB | Zweden | 100,00% | 100,00% |
Alle bovenvermelde ondernemingen worden geconsolideerd volgens de integrale methode.
De joint-venture met PT. Innoware (Indonesië) werd opgenomen in de consolidatie volgens de integrale methode aangezien er een contractuele mogelijkheid bestaat om in de toekomst een meerderheidsbelang in de vennootschap te verwerven.
Situatie op 31 december 2019, zoals bekend aan de vennootschap:
| Aandeelhouder | Aantal aandelen | Percentage aandelen |
|---|---|---|
| Stichting Administratiekantoor OKIM | 403.710 | 32,50% |
| Imko Holding N.V. | 283.290 | 22,81% |
| De Wilg Comm.V. | 53.361 | 4,30% |
| FMR LLC (1) | 49.996 | 4,03% |
| Publiek | 451.643 | 36,36% |
| TOTAAL | 1.242.000 | 100,00% |
1 De participatie van FMR Co. Inc is gekend aan de Vennootschap op basis van de door MIKO N.V. ontvangen transparantiekennisgeving.
Voor meer informatie, zie sectie 5 (kapitaal en aandelen) van het jaarverslag.
De laatste weken groeide het nieuwe coronavirus (COVID-19) uit tot een pandemie met ernstige gevolgen voor burgers, maatschappij en industrieën wereldwijd.
De prioriteit van Miko is de gezondheid en veiligheid van al haar medewerkers. Daarom werden zeer strikte gezondheidsmaatregelen en andere voorzorgen genomen, zoals thuiswerk en social distancing. In de fabrieken voor koffie en kunststof werd letterlijk alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle aanbevelingen en richtlijnen van de overheid en het WHO, om zo de verspreiding van het virus tegen te gaan.
Door de maatregelen van de diverse overheden (lockdown, sluiting horeca, verplicht telewerk e.d.m.) volgde er vanaf midden maart een serieuze terugval van de omzet binnen het koffiesegment. De Miko-groep focust zich immers voornamelijk op de "out of home" markt (kantoren, industrie en horeca).
De impact is voorlopig nog minimaal voor het kunststofsegment, aangezien het grootste deel van de omzet daar bestaat uit verpakkingsmateriaal voor de voedingssector, een sector die minder gebukt gaat onder deze COVID-crisis.
Gezien de onzekerheid rond de verdere ontwikkeling van COVID-19, is het op dit moment niet mogelijk om een betrouwbare inschatting te maken van de impact van deze pandemie op de resultaten van de groep over 2020. De Miko-groep kan echter terugvallen op een sterke balans en een ruime liquiditeitspositie.
Met dit gegeven als uitgangspunt is het management van de Miko-groep nagegaan wat de mogelijke de impact van COVID-19 op de liquiditeit van de groep zou kunnen zijn bij een aantal verschillende scenario's. Hierbij kon steeds worden geconcludeerd dat de continuïteit van de groep voor het volgende jaar is gewaarborgd.
We verklaren dat, voor zover ons bekend, de jaarrekening, opgesteld in overeenstemming met de IFRS-richtlijnen zoals goedgekeurd door de EU,
In naam en voor rekening van de Raad van Bestuur,
Kristof Michielsen Bestuurder
Karl Hermans Bestuurder
Frans Van Tilborg Gedelegeerd bestuurder CEO
12 Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap MIKO N.V. over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van MIKO NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 21 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 22 boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening en het geconsolideerde overzicht van het gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat, de tabel evolutie van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een geconsolideerd balanstotaal van EUR'000 224.833 en de geconsolideerde resultatenrekening sluit af met een winst van het boekjaar van EUR'000 6.831.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2019 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Woluwe Garden, Woluwedal 18, B-1932 Sint-Stevens-Woluwe T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCC BEBB
Wat betreft de COVID-19 pandemie, vestigen wij de aandacht op toelichting 10.19 van de geconsolideerde jaarrekening. Daarin licht de raad van bestuur toe dat de gevolgen van deze pandemie een effect van materieel belang zouden kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap in 2020, maar dat ze geen effecten van materieel belang hebben op de financiële toestand van de Vennootschap per 31 december 2019. Wij brengen geen voorbehoud in ons oordeel tot uitdrukking met betrekking tot deze aangelegenheid.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
De Miko Groep heeft voor EUR 45,1 miljoen aan immateriële activa (31 december 2018 - EUR 44,6 miljoen), die voornamelijk bestaan uit goodwill (EUR 42,1 miljoen). De boekwaarde van deze goodwill is afhankelijk van toekomstige kasstromen en wanneer deze kasstromen niet voldoen aan de verwachtingen van de Groep, bestaat het risico dat deze een bijzondere waardevermindering moeten ondergaan. De analyse die door de Groep is uitgevoerd in dit kader bevat een aantal belangrijke beoordelingen en veronderstellingen, onder meer over omzetgroei, winstmarges, eindwaarden en disconteringsvoeten. Wijzigingen in deze veronderstellingen kunnen leiden tot een wijziging in de boekwaarde van de goodwill. Binnen de Miko Groep worden de segmenten koffie en kunststof als kasstroomgenererende eenheden ("KGE") beschouwd voor het testen van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen. Om deze redenen wordt dit kernpunt als meest significant beschouwd bij onze controle.
We hebben de analyse van de Miko Groep verkregen en de redelijkheid van de methodologie en de belangrijkste veronderstellingen getest, inclusief winst- en kasstroomgroei, eindwaarden, en de selectie van disconteringsvoeten. We hebben de onderbouw van de veronderstellingen van het management beoordeeld, inclusief het vergelijken van relevante veronderstellingen met de industrie-specifieke en economische voorspellingen. Daarbij werkten we samen met onze interne waarderingsspecialisten. We hebben eveneens de historische accuraatheid nagekeken van de budgetten in vergelijking met werkelijke resultaten om te bepalen of de hierop gebaseerde kasstroomvooruitzichten een voldoende betrouwbare basis vormen. We hebben de gevoeligheidsanalyses van het management verkregen en geëvalueerd om de impact van mogelijke wijzigingen in de belangrijkste veronderstellingen vast te stellen en we hebben onze eigen onafhankelijke gevoeligheidsberekeningen uitgevoerd om de neerwaartse wijzigingen in de modellen te kwantificeren die vereist zijn om te resulteren in een bijzondere waardevermindering.
Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de beoordelingen van het management, waarbij het management bepaalde dat er geen bijkomende waardevermindering moet worden opgenomen voor de goodwill en immateriële vaste activa, werden onderbouwd door redelijke veronderstellingen die onredelijke negatieve veranderingen zouden vereisen voordat een materiële waardevermindering noodzakelijk was. Met betrekking tot de twee KGE (koffie en kunststof) hebben we vastgesteld dat dit het laagste niveau is waarop van elkaar onafhankelijke kasstromen bestaan en waarop het management goodwill voor interne doeleinden controleert, dat het consistent is met de manier waarop de resultaten en de financiële positie van de Groep worden gerapporteerd aan het directiecomité en de raad van bestuur en dat het aldus voldoet aan IFRS zoals aangenomen door de Europese Unie.
De Miko Groep heeft voor EUR 3,0 miljoen overige langetermijnschulden (31 december 2018 - EUR 5,8 miljoen), die betrekking hebben op de toekomstige verplichting om minderheidsbelangen in een aantal groepsvennootschappen over te nemen van derden. De waardering van deze verplichtingen is afhankelijk van de evolutie van de onderliggende toekomstige resultaten (voornamelijk van EBITDA) van deze groepsvennootschappen en wanneer deze resultaten niet overeenstemmen met de huidige inschattingen van de Groep, bestaat het risico dat deze lange termijnschulden dienen te worden geherwaardeerd. De analyse die door de Groep is uitgevoerd in dit kader bevat een aantal belangrijke beoordelingen en veronderstellingen, onder meer over omzetgroei en winstmarges. Wijzigingen in deze veronderstellingen kunnen leiden tot een wijziging in de boekwaarde van de lange termijnschulden. Om deze redenen wordt dit kernpunt als meest significant beschouwd bij onze controle.
We hebben de analyse van de Miko Groep verkregen en de redelijkheid van de methodologie en de belangrijkste veronderstellingen getest, inclusief winst- en kasstroomgroei. We hebben de onderbouw van de veronderstellingen van het management beoordeeld. We hebben eveneens de historische accuraatheid nagekeken van de budgetten in vergelijking met werkelijke resultaten om te bepalen of de hierop gebaseerde kasstroomvooruitzichten een voldoende betrouwbare basis vormen.
Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de beoordelingen van het management werden onderbouwd door redelijke veronderstellingen.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur et voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met de raad van bestuur en met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan de raad van bestuur en aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met de raad van bestuur en met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wetof regelgeving.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van niet-financiële informatie gehecht aan het jaarverslag, en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van niet-financiële informatie gehecht aan het jaarverslag, en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in een afzonderlijk verslag dat deel uitmaakt van sectie ' Corporate social responsibility' van het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening. Dit verslag van niet-financiële informatie bevat de op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste inlichtingen en is in overeenstemming met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Sustainable Development Goals (SDG). Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met het in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Sustainable Development Goals.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Sint-Stevens-Woluwe, 10 april 2020
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door
Koen Hens Bedrijfsrevisor
Verkorte balansen na winstverdeling per 31 december 2019 en 2018 1 :
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||||
| II. | Immateriële vaste activa | 211 | 255 | ||
| III. | Materiële vaste activa | 674 | 641 | ||
| IV. | Financiële vaste activa | 68.869 | 69.841 | ||
| VASTE ACTIVA | 69.754 | 70.737 | |||
| V. | Overige vorderingen op meer dan één jaar | 1.280 | |||
| VII. | Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.782 | 2.598 | ||
| VIII. | Geldbeleggingen | ||||
| IX. | Liquide middelen | 199 | 246 | ||
| X. | Overlopende rekeningen | 89 | 173 | ||
| VLOTTENDE ACTIVA | 3.350 | 3.018 | |||
| TOTAAL DER ACTIVA | 73.104 | 73.755 | |||
| PASSIVA | |||||
| I. | Kapitaal | 5.065 | 5.065 | ||
| IV. | Reserves | 59.529 | 59.597 | ||
| V. | Overgedragen winst | 1 | 1 | ||
| EIGEN VERMOGEN | 64.594 | 64.663 | |||
| VII. | Voorzieningen voor risico's en kosten | 941 | 794 | ||
| VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN | 941 | 794 | |||
| VIII. | Schulden op meer dan 1 jaar | ||||
| IX. | Schulden op ten hoogste 1 jaar | 7.548 | 8.298 | ||
| X. | Overlopende rekeningen | 21 | |||
| SCHULDEN | 7.569 | 8.298 | |||
| TOTAAL DER PASSIVA | 73.104 | 73.755 |
1De volledige individuele jaarrekening van MIKO N.V. is gratis verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap en kan tevens worden aangevraagd via [email protected].
Verkorte resultatenrekening na winstverdeling per 31 december 2019 en 2018:
| 2019 (KEUR) |
2018 (KEUR) |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| I. | Bedrijfsopbrengsten | 4.468 | 3.860 | ||
| Omzet | |||||
| Andere bedrijfsopbrengsten | 4.463 | 3.790 | |||
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 5 | 71 | |||
| II. | Bedrijfskosten | 5.312 | 3.546 | ||
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | |||||
| Diensten en diverse goederen | 2.200 | 1.479 | |||
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 2.523 | 2.280 | |||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa |
427 | 205 | |||
| Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) |
|||||
| Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugneming -) |
147 | -419 | |||
| Andere bedrijfskosten | 15 | 1 | |||
| Niet-recurrente bedrijfskosten | |||||
| III. | Bedrijfswinst/(verlies) | -844 | 314 | ||
| IV. | Financiële opbrengsten | 1.034 | 1.927 | ||
| V. | Financiële kosten | -256 | -376 | ||
| IX. | Winst van het boekjaar vóór belastingen | -66 | 1.865 | ||
| X. | Belastingen op het resultaat | 3 | 207 | ||
| XI. | Winst van het boekjaar | -69 | 1.659 | ||
| XIII. | Te bestemmen winst van het boekjaar | -69 | 1.659 |
| Voorstel van resultaatsbestemming | 2019 (KEUR) |
2018 | (KEUR) | |
|---|---|---|---|---|
| Te bestemmen winstsaldo | -69 | 1.659 | ||
| Te bestemmen winst van het boekjaar | -69 | 1.659 | ||
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1 | |||
| Onttrekkingen aan het eigen vermogen | 69 | 664 | ||
| Aan de reserves | 69 | 664 | ||
| Toevoegingen aan het eigen vermogen | ||||
| Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies | ||||
| Aan de wettelijke reserve | ||||
| Aan de overige reserves | ||||
| Over te dragen resultaat | 1 | |||
| Over te dragen winst | 1 | |||
| Uit te keren winst | -2.323 | |||
| Vergoeding van het kapitaal | -2.323 |
Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening van de Miko-Groep over het boekjaar 2019.
Type verklaring:
Oordeel zonder voorbehoud
B Miko NV (BE 0404.175.739) Steenweg op Mol 177, B-2300 Turnhout T +32 (0)14 - 46 27 70 F +32 (0)14 - 46 27 99 M [email protected] • www.mikogroup.be
Miko Koffie NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout
Miko Pac NV Steenweg op Turnhout 160 B-2360 Oud-Turnhout
Miko Coffee Service NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout
Miko Technics NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout Steenweg op Mol 177
FR Miko Café Service SAS Zone Industrielle du Chemin Vert rue de l'Angoumois 8 F-95815 Argenteuil - Cedex
Miko Pac France SAS 7 Parc de Brocéliande f-35760 Saint Grégoire
Miko Kaffee GmbH Molkereistrasse 46A D-47589 Uedem
Miko Kaffee GmbH (Süd) Im Erlet 13 90518 Altdorf b. Nürnberg
UK Miko Coffee Ltd St Anns House, St Anns Road Chertsey Surrey KT16 9EH
Miko Coffee South West Ltd 3 Newbery Commercial Centre Fair Oak Close, Exeter Airport Business Park Clyst Honiton Exeter EX5 2UL
The Cornish Coffee Company Ltd Unit 4, Barncoose Industrial Estate Redruth Cornwall TR15 3RQ
Miko Coffee (Scotland) Ltd 14 Flakefield College Milton East Kilbride G74 1FP Lanarkshire, Scotland
Ethical Direct Ltd Churchill Road Cheltenham Gloucestershire GL53 7EG
AT Vending AB Datavägen 20 436 32 Askim
Smiling Faces AB Kungsbron 19 111 22 Stockholm
DK ABC Mokka ApS Guldalderen 13 DK-2640 Hedehusene
Freehand Coffee Company A/S Svovlhatten 3 Tornbjerg DK-5220 Odense
NO Kaffeautomater AS Prof. Birkelandsvei 25 N-1081 Oslo
Kaffebryggeriet AS Pottemakerveien 6b N-0954 Oslo
| • Algemene vergadering 2020 | 26 mei 2020 |
|---|---|
| • Betaalbaarstelling dividend | 15 juni 2020 |
| • Bekendmaking van de halfjaarresultaten | 24 september 2020 |
| • Einde boekjaar | 31 december 2020 |
| • Bekendmaking van de jaarresultaten 2020 | maart 2021 |
| • Algemene vergadering 2021 | mei 2021 |
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met: Miko NV, Frans Van Tilborg, T +32 (0)14 - 46 27 70
•••
•••
Alle informatie die gedurende het jaar 2019 aan het publiek werd bekend gemaakt, is terug te vinden op de website van de vennootschap: www.miko.eu Relevante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds het afsluiten van het boekjaar, zijn in dit verslag opgenomen,
d.w.z. een weergave van relevante feiten daterend van voor de bestuursvergadering van maart 2020.
Ondanks onze poging om zo actueel mogelijke informatie te verstrekken, is het niet uit te sluiten dat een deel van de informatie toch reeds achterhaald is.
Gelieve voor de recentste info steeds de website te willen raadplegen.
Deze informatie kadert in de voorschriften van artikel 66 van de Prospectuswet.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.