AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Miko N.V.

Annual Report Apr 23, 2020

3976_10-k_2020-04-23_d4d273d9-14fa-464d-9856-c0e51e563098.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Boodschap van de CEO 02
Miko in 2019 04
Jaarverslag 05
Heritage 07
Mission Statement. 10
Strategie Miko 11
Groepsstructuur 12
Analyse van de resultaten 13
Koffie 20
Kunststof. 28
Human Resources 38
Beursinformatie 40
Corporate governance verklaring 41
Resultaten en voorstel tot resultaatsbestemming 63
Corporate Social Responsibility 64
Geconsolideerde jaarrekening (IFRS) 66
Statutaire jaarrekening Miko N.V. 121

Geachte aandeelhouder

Terwijl we dit voorwoord schrijven is het COVID-19 virus ondertussen wereldwijd doorgebroken, en is de hele situatie door de WHO nu officieel gepromoot tot een "pandemie". Ook in Europa begint het virus ons in te sluiten en ons dagelijkse leven binnen te dringen. In België werden draconische maatregelen getroffen. Het is inderdaad een virus dat zich licht beweegt van mens tot mens. Maar zal het zich ook zo licht bewegen van bedrijf tot bedrijf? Een zogenaamd domino-effect waarbij economisch getroffen bedrijven andere bedrijven meesleuren….? Wie zal het zeggen. Voor 2020 blijft het tot nu "koffiedik kijken".

Als we ons daarentegen richten naar 2019 dan kunnen we met een wellustige blik kijken naar een straffe koffie… Een omzetgroei voor de groep van 7%; en een toename van de EBIT ,EBITDA en nettowinst van respectievelijk 5%, 11% en 4%. Deze groei is gecorrigeerd voor een aanzienlijke éénmalige factor waarvan hieronder verder sprake.

De omzet van de koffieserviceafdeling ging 11% vooruit. De reeks overnames die we in 2018 deden, speelden hierbij een belangrijke rol.

Straffe koffie in Denemarken, waar we in juni 2018 op 2 weken tijd de beslissing namen om het Office Coffee Service bedrijf Maas over te nemen. Het bedrijf stond aan de afgrond, de faillissementsaanvraag was al geschreven, maar kon nog met de hakken over de sloot ingetrokken worden. In 2019, na de nodige herstructureringen, en na de lancering van een nieuw merk "Freehand", kunnen we bevestigen dat het bedrijf ondertussen een ebitda neerlegt die inclusief bijdrage alvast positief is.

Enkele maanden later volgde in augustus 2018 de inlijving van The Office Coffee Company in Engeland (OCC). De naam zegt het zelf: het bedrijft legt zich volledig toe op de kantorenmarkt. Dat was een welkome diversificatie, met als resultaat minder afhankelijkheid van de grote horeca. Met de eigenaars van OCC hadden we afgesproken dat ze in 2019 nog een mooie extra bonus konden ontvangen, op voorwaarde van goede resultaten, in vakjargon "een earn out" genoemd. De prestatie die OCC in werkelijkheid neerlegde oversteeg de verwachtingen in aanzienlijke mate. Goed nieuws… Maar binnen de speciale IFRS rapportering voor beursgenoteerde bedrijven moet deze "meerprijs boven de verwachtingen" meteen geboekt worden als een kost, en dit dus ten nadele van de winst. Indien OCC minder goed zou hebben gepresteerd dan voorzien, dan had dit binnen IFRS beschouwd moeten worden als een éénmalige winst. Uiteraard is het goed nieuws dat dit laatste scenario zich niet voor deed. Vandaar dat we besloten deze éénmalige zuiver boekhoudkundige aanpassing in onze resultaatsvergelijking met 2018 niet op te nemen.

En dan onze Scandinavië-strategie waar we in 2013 resoluut voor kozen. Een regio met zowat het hoogste koffieverbruik per capita ter wereld, een enorme drang naar kwaliteit en een hoge levensstandaard, kortom: een mooie cocktail voor Miko om in die richting op zoek te gaan naar expansie. Ondertussen vertegenwoordigt deze regio al 28 % van onze omzet, in vergelijking met "zero" in 2012. En het is in dat kader dat we eind november 2018 in Noorwegen het bedrijf Kaffebrygerriet konden overnemen, met vestiging in Oslo. Dit werd gedurende 2019 geïntegreerd binnen onze andere dochtervennootschap in Oslo.

Ook bij de bestaande koffiedochters werd verse koffie geschonken. België maakte een aanzienlijke sprong voorwaarts. Onder de motto's "Uw koffie, onze zorg", en "Onze ongeëvenaarde kwaliteit en service", wisten we een aantal mooie contracten af te sluiten. In Nederland deden we een kleine overname. Een "bakkie troost" werd geschonken tijdens de complexe integratie van deze activiteiten. Kosten vandaag, opbrengsten in de toekomst… Bij dochter KaffeKompaniet in Zweden werden de company identity, branding en logo volledig herzien. Tevens richtte het een kleine lokale en artisanale branderij op. Deze brandt nu volledig zelfstandig zonder tussenkomst van het hoofdkwartier in België..

De omzet van de kunststofverwerkingsafdeling ging 3% vooruit. Een aantal nieuwe projecten waren aanleiding voor deze groei.

Bij de Belgische dochter was er in 2019 geen tijd voor koffiepauzes. Daar wordt al sinds 2018 heftig geïnvesteerd in een zeer groot project voor het "Home Care" segment, en dit met een voor Miko Pac nieuwe techniek van "inline extrusie". Het hele productieapparaat is zo groot dat de koffieserviceafdeling de volledige logistiek extern moest verhuizen. De extra omzet hiervan werd pas zichtbaar gedurende de tweede jaarhelft van 2019.

In Polen werd in 2017 begonnen aan een meerjarenproject om er de site uit te bouwen met een nieuwe productiehal voor thermofoming verpakkingen en een state of the art magazijn. De laatste fase hiervan werd dit jaar afgerond. Dit totale project, inclusief de 3 bouwfasen, vertegenwoordigde door de jaren heen een investering van 6,5 mio euro. Tevens werd er de complexe ISCC certificering behaald. Deze laat toe om hernieuwbare biomassa in de fossiele grondstoffenstroom op te nemen, en dit aandeel vervolgens toe te wijzen aan een specifieke verpakking, een beetje zoals de groenestroomcertificaten. Groei werd er vooral gerealiseerd in de verkoop van margarinevlootjes.

En hoewel bij halfdochter Innoware in Indonesië een grote klant van promoproducten besliste om in 2019 niet te bestellen, werd dit gecompenseerd doordat er ook hier voor de eerste keer een groot margarineproject werd binnengehaald. Tevens zit de verkoop van verpakking voor drink yoghurt er in de lift. De gebouwen werden gedurende 2019 verder afgewerkt met de juiste interne infrastructuur. Innoware beschikt nu over alle industriële voorzieningen die nodig zijn om een gezonde groei waar te maken.

Kortom: het werd weer een jaar met vele uitdagingen, waarvan er heel wat met vrucht zijn afgewerkt.

Zoals gezegd zal 2020 waarschijnlijk een van de vreemdste jaren worden van de laatste eeuw. Covid-19… uiteraard zullen wij er alles aan doen om binnen deze erg onzekere periode succesvol te blijven.

Beste medewerkers …. wij wensen van deze gelegenheid gebruik te maken om jullie allen oprecht te danken. Jullie zetten zich enorm in voor Miko en zijn ook erg loyaal. Onze personeelsenquete wees er ook deze keer weer op dat meer dan 90% van jullie positief antwoordden op de vraag "ik werk graag bij Miko". Zo hebben wij het graag. Wij wensen een dynamisch bedrijf te zijn met volledig respect voor familiale waarden. Alvast bedankt bij voorbaat voor de inspanningen die jullie in 2020 ongetwijfeld weer zullen laten zien.

MIKO in 2019

224,6 M EUR
12,2 M EUR
30,0 M EUR
OMZET
EBIT
EBITDA
122,4 M EUR omzet 102,2 M EUR omzet
23 vestigingen 5 vestigingen
12 landen 5 landen
1 centrale hoofdbranderij – lokale kleinere branders 3 productiesites
659 koffie specialisten 525 kunststof specialisten
Out-of-Home Market Spuitgieten
Office Coffee Solutions In-Mould Labelling (IML)
Horeca Health Care Thermoforming
Internationale Miko distributeurs Extrusie

Miko N.V.

Steenweg op Mol 177 2300 Turnhout KBO nr. 0404.175.739 RPR Turnhout

(de "Vennootschap")

JAARVERSLAG

Geachte aandeelhouders

De Raad van Bestuur van Miko N.V. heeft het genoegen u verslag te doen over de activiteiten en de resultaten van de Vennootschap over het boekjaar 2019. De geconsolideerde jaarrekening, de enkelvoudige jaarrekening en dit jaarverslag werden goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 17 maart 2020 en zullen worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de Vennootschap van 26 mei 2020.

HERITAGE

Meer dan 200 jaar traditie samengevat in een aantal mijlpalen. Dit is ons erfgoed … onze heritage. De rijke geschiedenis van MIKO toont aan hoe innovatie aan de basis kan staan van groei op lange termijn.

1801 1908 1937

Jan Michielsen richt koffiebranderij Michielsen Koffie op.

Het bedrijf breidt uit naar de rand van Turnhout, de naam MIKO wordt geboren.

Leonardus Michielsen start een koffiebranderij en een handel in koloniale

1958

waren.

Miko lanceert de éénkopskoffiefilter tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel…. een absolute innovatie op vlak van koffieconsumptie…

1972

Strategische heroriëntering van koffie in winkelrekken … naar een focus op Out-of-Home consumptie in bedrijven, horeca en kantoren

De kennis van kunstof opgedaan door de éénkopskoffiefilter wordt verder gebruikt voor diverse verpakkingen… het huidige Miko Pac ziet het daglicht….

1998

IPO van de aandelen van MIKO NV. op de beurs van Brussel.

2003

MIKO onvangt de prestigieuze trofee "Onderneming van het Jaar", een initiatief van E&Y, de Tijd en BNP Paribas Fortis.

2005

Lancering van de Fairtrade Koffie PURO binnen de koffiedivisie, start aankoop regenwouden via World Land Trust.

"De twee divisies van de groep, de koffie service divisie en de kunststofdivisie, werken beiden verder aan hun specifieke strategie en trajecten voor verdere groei … "

MISSION STATEMENT

"MIKO wil dé duurzame partner van de Outof-Home klant zijn door het leveren van zorgeloze koffieconcepten gebaseerd op producten en services van hoge kwaliteit. -Uw koffie, onze zorg-

"MIKO PAC wil een duurzame en erkende partner zijn voor de ontwikkeling en toelevering van kunststofverpakkingen."

STRATEGIE MIKO

De pijlers van onze strategie:

1. Kernactiviteiten: Koffieservice en Kunststofverwerking

De basis van MIKO ligt in de verdere uitbouw van onze twee kernactiviteiten, dit zowel door interne als externe groei. Marktpositie verstevigen in onze thuislanden blijft van primordiaal belang, maar ook verdere internationalisatie blijft onze ambitie.

2. Vermijd myopia… denk lange termijn

MIKO bestaat meer dan 200 jaar… we laten ons niet verleiden door opportunisme of korte termijn denken. MIKO zal de moed blijven hebben om investeringen te beoordelen op basis van hun strategische bijdrage op lange termijn, ook al gebeurt dit soms ten koste van het resultaat op korte termijn.

3. Think Big … Act Small - Think Global … Act Local

Onze troef van flexibiliteit blijven we uitspelen voor beide kernactiviteiten. Maatwerk, snelle reactietijden en specialisatie blijven cruciaal om te groeien in de zeer veeleisende markten waar we actief zijn.

4. Streven naar uitmuntendheid

Door volgehouden inspanningen op vlak van onderzoek en ontwikkeling zullen we continu trachten om de hoge standaard van onze producten nog te verbeteren, zowel voor koffie als voor kunststof.

5. Mensen … de belangrijkste succesfactor van onze Groep!

Uitmuntendheid is slechts te verwezenlijken als onze mensen bereid zijn zich daarvoor in te zetten. Motivatie en kennis zijn de sleutelwoorden …. MIKO streeft ernaar haar medewerkers te motiveren door hen de kans te geven hun creativiteit en energie aan bod te laten komen door hun kwaliteiten te erkennen. Doorgroeimogelijkheden zijn er voor wie dit nastreeft en verdient.

6. Sustainability

Reeds sinds 2005 heeft MIKO aandacht voor duurzaam ondernemen, onder andere door de lancering van haar PURO koffie. De kernwaarden die MIKO hanteert zijn Planet, People, Profit … en Pleasure.

ANALYSE VAN DE RESULTATEN

Netto financiële schuld: rentedragende leningen op meer dan 1 jaar en op ten hoogste 1 jaar minus geldmiddelen en kasequivalenten

GECONSOLIDEERDE KERNCIJFERS MIKO GROEP

Resultatenrekening

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Verschil
2019/2018
Omzet 224.609 209.886 7,01%
Overige exploitatiebaten 5.858 5.648 3,72%
Totale kosten -218.270 -201.766 8,18%
Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en
belastingen (EBIT)
12.197 13.769 -11,41%
Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten,
belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen (EBITDA)
29.988 25.572 17,27%
Netto financieel resultaat -989 -1.025 3,47%
Winst vóór belastingen 11.208 12.744 -12,05%
Vennootschapsbelasting -4.377 -3.339 31,07%
Nettowinst van de Groep 6.831 9.405 -27,36%
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -266 158 -268,34%
Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO 7.097 9.246 -23,24%
Aantal aandelen (basis, in stuks) 1.242.000 1.242.000
Gewone winst per aandeel, toerekenbaar aan aandeelhouders
van MIKO (euro)
5,71 7,44 -23,24%
Verwaterde winst per aandeel, toerekenbaar aan
aandeelhouders van MIKO (euro)
5,69 7,41 -23,20%
Brutodividend 0 2.323 -100,00%
Brutodividend per aandeel (euro) 0 1,87 -100,00%

De omzet nam toe met ruim 14,7 miljoen EUR. De stijging in de koffieafdeling bedroeg 12,1 miljoen EUR en was voornamelijk te danken aan de overnames die in 2018 plaatsvonden in Engeland, Noorwegen en Denemarken. Ook België en Nederland maakten een aanzienlijke sprong vooruit.

De omzet in het kunststofsegment steeg 2,6 miljoen EUR, een stijging met 2,6% ten opzichte van 2018.

De kosten namen toe met 8,18%, De earn out met betrekking tot het in 2018 overgenomen bedrijf "The office Coffee Company" (OCC) drukte op het resultaat. Vermits het bedrijf in 2019 veel beter presteerde dan verwacht, was de earn out dan ook beduidend hoger dan voorzien. Volgens IFRS regel 3 moet dit verschil "per direct" in kost worden genomen en is verrekening op niveau goodwill niet toegelaten. Indien OCC minder goed zou hebben gepresteerd dan voorzien, dan had dit binnen IFRS beschouwd moeten worden als een éénmalige winst. Uiteraard is het goed nieuws dat dit laatste scenario zich niet voor deed.

De globale brutomarge bedroeg 48,98% (47,57% in 2018). De brutomarge werd positief beïnvloed een daling van de aankoopprijzen voor ruwe koffie op de wereldmarkt. Ook in het kunststofsegment steeg de bruto marge.

Door de eerste toepassing van IFRS 16 in 2019 daalden de operationele kosten met 4,02 miljoen EUR, anderzijds stegen de afschrijvingen met 3,86 miljoen EUR .

Dit alles resulteerde in een daling van de EBIT (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen) met 1,6 miljoen EUR (-11,41%) en een stijging van de EBITDA (winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen) met 4,4 miljoen EUR (17,27%). Zonder de toepassing van IFRS 16 en de uitzonderlijke kost met betrekking tot earn out OCC namen de EBIT en EBITDA toe met respectievelijk 3,7% en 10,4%.

Het financieel resultaat bedroeg -0,99 miljoen EUR, een status quo ten opzichte van 2018.

De belastinglast met betrekking tot 2019 bedroeg 4,4 miljoen EUR wat overeenstemt met een belastingdruk van 39,1% (26,20% in 2018). Deze aanzienlijke verhoging is het gevolg van de uitzonderlijke earn out, wat geen fiscaal aftrekbare kost is en fiscale verliezen van het boekjaar waarvoor geen uitgestelde belastingvoorziening werd opgezet. Zonder deze 2 effecten bleef de belastingdruk in lijn met 2018.

De nettowinst bedroeg 7,1 miljoen EUR, een daling van 23,24% tegenover vorig boekjaar. COVID-19 dwingt momenteel tot voorzichtigheid, daarom stelt de Raad van Bestuur voor aan de Algemene Vergadering om geen dividend uit te betalen

Balans

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 68.150 58.005
Gebruiksrecht vaste activa 11.745
Goodwill 42.132 41.220
Immateriële vaste activa 2.944 3.382
Uitgestelde belastingvorderingen 724 707
Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar 817 1.043
Totaal vaste activa 126.512 104.358
Vlottende activa
Voorraden 35.705 38.253
Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar 45.173 40.290
Geldmiddelen en kasequivalenten 17.443 26.115
Totaal vlottende activa 98.321 104.657
Totaal activa 224.833 209.016
PASSIVA
Eigen vermogen
Totaal eigen vermogen 102.336 93.946
Schulden op meer dan één jaar
Rentedragende leningen op meer dan één jaar 48.962 51.052
Verplichtingen inzake personeel 1.283 1.063
Uitgestelde belastingverplichtingen 4.766 4.416
Handelsschulden en overige schulden op meer dan één jaar 848 834
Langlopende voorzieningen 963 799
Totaal schulden op meer dan één jaar 56.822 58.164
Schulden op ten hoogste één jaar
Rentedragende leningen op ten hoogste één jaar 26.792 19.348
Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden 9.712 8.503
Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar 29.171 29.055
Totaal schulden op ten hoogste één jaar 65.675 56.906
Totaal passiva 224.833 209.016

De materiële vaste activa stegen met ca. 10,1 miljoen EUR. Er werd in 2019 voor in totaal 22,46 miljoen EUR geïnvesteerd. De investeringen in de kunststofafdeling hadden voornamelijk betrekking op een nieuw productie gebouw in Polen. Daarnaast werd er geïnvesteerd in nieuwe technieken zoals "inline-extrusie" en "compression moulding". In de koffieafdeling ging het voornamelijk om investeringen in koffiemachines.

Tegenover deze investeringen stonden 12,5 miljoen EUR afschrijvingen en 0,97 miljoen EUR uitboekingen. Deze laatste hebben voornamelijk betrekking op koffiemachines. De omrekeningsverschillen bedroegen 0,88 miljoen EUR.

Het gebruiksrecht op activa betreft voornamelijk gebouwen (7,2 miljoen EUR) en wagens (4,4 miljoen EUR) die volgens de nieuwe IFRS 16 regel op de balans moeten worden gepresteerd.

De stijging in goodwill met 0,91 miljoen EUR is het gevolg van een kleine overname in Nederland in 2019 en omrekeningsverschillen.

De immateriële vaste activa zijn gedaald met 0,4 miljoen EUR, hoofdzakelijk door de afschrijvingen van het boekjaar met 0,9 miljoen EUR en een bijkomende klantenportefeuille gerelateerd aan de overname in Nederland (0,3 miljoen EUR).

De vorderingen op meer dan een jaar daalden met 0,2 miljoen EUR. Het gaat hier om verstrekte leningen aan verdelers die niet behoren tot de Miko Groep.

De voorraad daalde met 2,5 miljoen EUR, Zowel in het koffie – als in het kunststofsegment daalde het aantal dagen voorraad.

De vorderingen op minder dan een jaar stegen met 4,9 miljoen EUR of 12,12%. Dit wordt verklaard door stijging van de geconsolideerde omzet met 7,01% en een stijging van de uitgestelde kosten. Dit laatste betreft kosten gemaakt voor een nieuw project die nog moeten worden gefactureerd aan de klant.

De beschikbare middelen (cash) daalden met 8,67 miljoen EUR in vergelijking met 2018. Voor meer informatie, zie het kasstroomoverzicht hieronder.

Het eigen vermogen nam toe met ca. 8,4 miljoen EUR. Deze stijging is te wijten aan de nettowinst van het boekjaar (6,8 miljoen EUR), gecompenseerd door het dividend dat werd uitgekeerd (2,6 miljoen EUR) , de herwaardering op balansdatum van de toekomstige verplichting om het resterende minderheidsbelang in de overgenomen vennootschappen te verwerven (+2,7 miljoen EUR) en de omrekeningsverschillen (+1,4 miljoen EUR).

De leningen op meer dan een jaar daalden met ruim 2 miljoen EUR. In 2019 werden nieuwe leningen aangegaan voor een bedrag van 10,9 miljoen EUR. Daarnaast daalden de verplichtingen inzake toekomstige uitkoop van minderheidsaandeelhouders met 2,7 miljoen EUR en werden er terugbetaling van leningen gedaan voor een bedrag van 15,1 miljoen EUR. De toekomstige lease verplichtingen met betrekking tot IFRS 16 bedragen 11,86 miljoen EUR.

De verplichtingen inzake personeel hebben betrekking op de voorziening inzake minimum rendementsgarantie op de Belgische groepsverzekering volgens IAS 19, brugpensioenverplichtingen in België en op aanvullende pensioenverplichtingen in Polen, Frankrijk en Indonesië.

De uitgestelde belastingverplichtingen vloeien voornamelijk voort uit de verschillende afschrijvingsperiodes die vanuit economisch oogpunt enerzijds en vanuit fiscaal oogpunt anderzijds worden gehanteerd. De daling van deze balanspost hangt samen met de investeringen in materiële vaste activa.

De handelsschulden op meer dan een jaar hebben voornamelijk betrekking op waarborgen die door klanten van de koffieafdeling betaald worden en die dienen te worden terugbetaald wanneer de klant het in huur of bruikleen gegeven toestel weer inlevert.

De langlopende voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op een voorziening voor het aandelenoptieplan voor het management.

De leningen op minder dan een jaar namen toe met 7,4 miljoen EUR, ten gevolge de toepassing van IFRS 16 en nieuwe leningen aangegaan. Zie ook hierboven bij leningen op meer dan één jaar.

De te betalen belastingen en sociale schulden stegen met ca. 1,2 miljoen EUR.

De handelsschulden en overige schulden op minder dan een jaar bleven in lijn met 2018.,

Kasstroomoverzicht

.

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen (EBIT) 12.197 13.769
Inkomstenbelasting -4.109 -3.591
Niet-kaskosten 17.310 10.851
(Toename)/daling werkkapitaal -731 -2.376
Kasstroom uit operationele activiteiten 24.667 18.653
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -24.472 -25.798
Kasstroom uit financiële activiteiten -9.318 18.651
Totale kasstroom -9.123 11.506

De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg ca. 24,7 miljoen EUR, wat een verbetering is met 6 miljoen EUR ten opzichte van 2018. De niet-kaskosten (vnl. afschrijvingen) stijgen met 6,5 miljoen EUR door de investeringen van het jaar en de toepassing van IFRS 16.

De negatieve kasstroom uit investeringsactiviteiten is een gevolg van de grote investeringen die in 2019 plaatsvonden, zowel in materiële als immateriële vaste activa. De investeringen omvatten ook de gebruiksrechten op materiële vaste activa die verworven werden door leasing.

De kasstroom uit financiële activiteiten bedroeg -9,3 miljoen EUR. Enerzijds werden er voor 16,6 miljoen EUR nieuwe leningen opgenomen, anderzijds werden bestaande leningen terug betaald voor een bedrag van 21,8 miljoen EUR. Deze bedragen omvatten zowel de rentedragende leningen bij financiële instellingen als de leasingschulden. Daarnaast werden ook dividenden uitgekeerd voor een bedrag van 2,6 miljoen EUR. Het financieel resultaat bedroeg -1 miljoen EUR.

De liquide middelen (zie toelichting 10.7 van het financieel verslag) daalden door deze effecten met ca. 9,1 miljoen EUR. De vennootschap beschikt nog steeds over een stevige cashpositie (15,8 miljoen EUR).

De koffiedivisie binnen de Miko Groep bestaat uit 23 vestigingen verspreid over 12 verschillende landen. De koffies van MIKO worden voornamelijk gebrand in de centrale branderij (gelegen te Turnhout, België). Daarnaast beschikken een aantal dochterondernemingen eveneens over een koffiebrander met een beperkte capaciteit om lokaal koffie te branden.

De verschillende nationale dochtervennootschappen binnen de koffiedivisie focussen zich allen voornamelijk op de marktsegmenten office coffee, horeca en health care.

Sectoren

Office Horeca Health Care

Ontwikkelingen 2019

De koffieafdeling behaalde in 2019 een geconsolideerde omzet van 122,4 miljoen EUR. Dit is een stijging van 11% ten opzichte van 2018. Het aandeel van de koffieafdeling in de groepsomzet bedraagt daarmee 54,5%.

Investeringen

De investeringen in materiële vaste activa over 2019 bedroegen 7,1 miljoen EUR.

De investeringen over 2019 bevatten de traditionele investeringen die gebeuren in het kader van de aankoop van koffietoestellen bestemd voor het cliënteel.

2019 7,1
2018 4,4
2017 5,5
2016 6,3
2015 5

Highlights

Verdere rebranding Freehand Coffee Company A/S (Denemarken)

De ingezette herstructurering en rebranding van het in 2018 overgenomen Maas A/S (Denemarken), werden verder doorgevoerd in 2019.

Naast de naamswijziging in januari 2019 onderging de onderneming een volledige rebranding naar Freehand Coffee Company A/S, inclusief nieuwe website, productportfolio en webshop.

Fusie Kaffeautomater AS – Kaffebryggeriet AS (Noorwegen)

In de eerste jaarhelft van 2019 werd een fusie doorgevoerd van groepsonderneming Kaffeautomater AS en het in november 2018 overgenomen Kaffebryggeriet AS. Gezien de uitstekende naamsbekendheid in de lokale markt werd besloten om de naam Kaffebryggeriet te behouden.

Rebranding & Lokale koffiebrander Kaffekompaniet (Zweden)

Het Zweedse Kaffekompaniet, gevestigd in Göteborg, maakt deel uit van de Miko groep sinds 2013.

In de loop van 2019 werd een nieuwe corporate branding van deze entiteit doorgevoerd, onder een nieuw logo en met een opfrissing van de lokale showroom.

Gezien de toenemende vraag naar lokale specialty en niche koffies werd de nieuwe showroom eveneens voorzien van een Hemmarosteri, waar lokaal koffie gebrand wordt en die eveneens dienst doet als koffiestudio om samen met klanten koffie te testen en te proeven.

Lancering Freehand Foundation

Parallel aan de remarketing van Freehand Coffee Company AS, werd eveneens aandacht besteed aan een corporate social responsibility initiatief dat specifiek gelinkt kon worden aan Miko's koffiemerk Freehand.

Dit initatief werd in 2019 gelanceerd in een samenwerking met de Freehand Foundation, een NGO gebaseerd in Honduras die door Miko (onder haar Freehand branding) wordt ondersteund.

Het Freehand Foundation principe is uniek in de zin dat het zich specifiek focust op personen binnen de koffie supply chain die niet door andere initiatieven of certificaties beschermd worden, meer bepaald de koffieplukkers.

In samenwerking met klanten wordt een gedeelte van de omzet gedoneerd aan Freehand Foundation. Met deze fondsen wordt door Freehand Foundation grond aangekocht met als doel koffieplantages te ontwikkelen.

Het eigendom van de plantages wordt overgedragen aan lokale boeren en cortadores onder een model van mikrokrediet. Herbij is de lening pas terugbetaalbaar nadat voor het eerst geoogst is kunnen worden. De terugbetaalde sommen worden opnieuw geïnvesteerd.

Bijkomende informatie omtrent dit unieke project is te vinden op www.freehandfoundation.dk .

Focus op design coffee corners

Naast koffiemachines, uitstekende service en … uiteraard koffie en alle overige benodigdheden, wordt ook meer en meer aandacht besteed aan de setting waarin de koffiepauze binnen bedrijven kan plaatsvinden.

De nieuwe Miko of Puro Coffee Corner vormt dan ook een absolute meerwaarde voor iedere organisatie! Een gezellige koffieruimte zorgt voor een moment van ontspanning en is de ideale ontmoetingsplaats voor een leuke babbel. Studies tonen aan dat zo'n pauze de concentratie verbetert, stress vermindert en het sociale contact tussen collega's bevordert.

New Look showroom Miko Coffee Service (België)

De showoom van de Miko Coffee Service vestiging te Mechelen werd voorzien van een volledig nieuwe look.

Overname Prestige Drinkservice BV (Nederland)

In oktober 2019 rondde Miko Koffie, via haar Nederlandse dochteronderneming Miko Koffie Service BV, de overname af van 100% van de aandelen in de vennootschap Prestige Drinkservice BV.

Net zoals de lokale Miko entiteit focust Prestige Drinkservice BV, met vestiging te Roosendaal (nabij Breda) zich eveneens op de kantorenmarkt. De lokale aanwezigheid van Miko in Zuid-Nederland wordt hierdoor verder versterkt. Ondertussen werd, met ingang van 1 januari 2020 eveneens reeds een fusie doorgevoerd van beide juridische entiteiten.

Geografische aanwezigheid

De kunststofafdeling binnen de Groep, Miko Pac, heeft 3 productievestigingen, die gelegen zijn in Oud-Turnhout (België), Bydgoszcz (Polen) en Jakarta (Indonesië).

Verder heeft Miko Pac eveneens lokale verkoopskantoren in Frankrijk (Miko Pac France SAS) en Duitsland (Miko-Hordijk Verpackungen GmbH) en bleef het ook gedurende 2019 focussen op een continue commerciële uitbouw in Europa.

Technologie

In de unit Thermoforming wordt uit polypropyleen kunststofkorrels eerst een folie geëxtrudeerd. Deze folie wordt in de thermoforming-machine licht verwarmd en door middel van een matrijs in de definitieve vorm gegoten. Restanten van folie worden opnieuw in de productie verwerkt.

De voornaamste focus van deze techniek ligt op schalen en dozen voor kant-en-klaar maaltijden.

Thermoforming Injection Moulding In-Mould Labelling

In de Injection Moulding (spuitgiet) unit wordt vloeibaar gemaakt plastic onder hoge druk in een matrijs gespoten. Deze wordt vervolgens gekoeld zodat het eindproduct stolt en uit de matrijs genomen kan worden. De techniek laat heel nauwkeurig gevormde verpakkingen toe.

In-Mould Labelling (IML) is een techniek waarbij een kunststofetiket mee in de matrijs wordt ingebracht, wat een mooi gelabelde verpakking met een geïntegreerd etiket als eindresultaat geeft. De techniek laat toe om zeer decoratieve verpakkingen te produceren.

Markten

De verpakkingen geproduceerd door de verschillende afdelingen binnen MIKO PAC, zijn gericht op diverse marktsegmenten, waaronder:

Research & Development – Innovatie en Co-creatie

Het ontwerpen van verpakkingen gebeurt vaak in een partnership tussen de klant en MIKO PAC als professionele co-creator van een ontwerp.

Naast de standaard offering gaat MIKO PAC immers ook steeds voluit voor een volledige custom made oplossing naar de specifieke wensen en vereisten van haar klanten.

Het Research & Development Team van MIKO PAC, helpt haar klanten vanaf het prille begin van een idee voor een nieuwe verpakking, door ontwerpen te maken, deze te vertalen naar een industrialiseerbare tekening, prototypes en proefmodellen te ontwikkelen, en cliënteel van MIKO PAC te adviseren omtrent het verwerken van de verpakking op de productielijnen van de klanten.

Ook in 2019 werden op deze manier diverse nieuwe verpakkingen gelanceerd.

Kwaliteit

In het productieproces, is er een continue streven naar perfectie opdat aan de klanten van Miko Pac producten van superieure kwaliteit aangeboden kunnen worden.

In iedere afdeling, en gedurende iedere shift wordt door ons personeel continue de kwaliteit van de producten gemonitored… 7 dagen per week, 24 uur per dag.

Naast standaardcontroles en procesmonitoring, investeert Miko Pac doorlopend in kwaliteit, gaande van automatische camerasystemen op productielijnen, meetapparatuur en doorlopende training aan haar personeel.

Ontwikkelingen 2019

De kunststofafdeling realiseerde in 2019 een geconsolideerde omzet van 102,2 miljoen EUR, een stijging met 2,6% tegenover 2018 en goed voor 45,5 % van de groepsomzet.

Investeringen

De investeringen in het kunststofsegment in 2019 bedroegen 15 miljoen EUR en hadden betrekking op een nieuw producitegebouw in Polen en machines, robots en matrijzen.

2019 15
2018 7,4
2017 10,6
2016 11,3
2015 5,2

Highlights

Focus op verdere segmentatie

De focus op verdere segmentatie qua markten waar Miko Pac met haar producten een meerwaarde kan betekenen, uitte zich in 2019 op verschillende manieren.

Zo werd, in de 2e jaarhelft van 2019 een sterke uitbreiding gerealiseerd en opgestart in het marktsegment Home Care (Non-Food), waar Miko Pac België specifieke thermoform tubs in combinatie met spuitgiet deksels zal produceren. In het kader van dit project werd ook een nieuwe technologie geïntroduceerd binnen de portfolio van Miko Pac, meer bepaald inline extrusie.

In de vestiging in Polen werd geïnvesteerd in de productie van spreads (margarine tubs) en in verpakkingen voor een fabrikant van chocolade. Beiden projecten werden geïnitieerd in 2019, met een verdere uitrol in 2020.

Afronding van de uitbreiding Miko Pac Polen (Bydgoszcz)

Door de toenemende vraag naar kunststofverpakkingen, de opbouw van een extrusie-afdeling in Miko Pac Polen, en de uitbreiding van de thermoforming afdeling in 2017, zocht de productievestiging te Bydgoszcz stilaan de grenzen van haar capaciteit op, zowel voor wat betreft beschikbare ruimte voor het plaatsen van bijkomende machines, alsook voor wat betreft de bezettingsgraad van het huidige machinepark.

De verdere uitbreiding van de productievestiging van Miko Pac gelegen in Bydgoszcz (Polen) die gestart werd in 2018 werd in 2019 afgerond met het oog op verdere toekomstige groei van de groep.

In een eerste fase werd aandacht geschonken worden aan een aparte extrusiehal, een aparte thermohal, alsook bijkomende magazijnruimte voor afgewerkte producten.

De uitbreiding van de productiesite in Bydgoszcz bedraagt circa 9.000 M2 .

Plastics in the spotlight

Net zoals in het jaar 218 reeds het geval was, bleef de recycleerbaarheid, hergebruik en verantwoordelijke verwerking van plastic producten ook in 2019 een onderwerp dat veel de aandacht kreeg.

Hoewel Miko Pac geen plastic items produceert die als gevolg van de implementatie van de EU Directive on Single Use Plastics verboden zouden worden, onderzoekt Miko Pac via haar Research & Development afdeling mogelijke alternatieven om biobased polymeren en composteerbare materialen te integreren in de productie van haar plastic verpakkingen.

Eerder leidde dat onderzoek reeds tot de lancering van een Treepac Range van producten in het thermoforming gamma van Miko Pac.

In een volgende stap werd, gedurende 2019 voor de productiefaciliteit in Bydgoszcz (Polen) een ISCC Plus certificering behaald (International Sustainability and Carbon Certification), die Miko Pac toelaat om plastics te produceren waarvan een gedeelte van de grondstoffen voortkomt uit hernieuwbare biomassa of chemisch gerecycleerde plastics.

HUMAN RESOURCES Onze Mensen Evolutie aantal medewerkers Aantal medewerkers per divisie

Aantal medewerkers per geslacht

BEURSINFORMATIE

GEGEVEVENS MIKO AANDEEL (IN 31-03-2020 2019 2018 2017 2016 2015
EURO)
Hoogste Koers t/m 31/12 (t/m 31/03
in 2020)
110,00 122,00 127,00 135,80 111,10 104,25
Laagste Koers t/m 31/12 (t/m 31/03
in 2020)
88,00 103,00 100,00 105,11 89,00 70,20
Koers op 31/12 (per 31/03 in 2020) 91,00 107,00 109,00 122,90 110,00 101,79
Beurskapitalisatie per 31/12
(per 31/03 in 2020)
113M EUR 132M EUR 135M EUR 152M EUR 136M EUR 126M EUR
Aantal aandelen per 31/12 1.242.000 1.242.000 1.242.000 1.242.000 1.242.000 1.242.000

1. Beursnotering

De aandelen van MIKO NV zijn sinds 1998 genoteerd op Euronext (Brussels), met dubbele fixing. De code van het aandeel is MIKO (ISIN CODE: BE0003731453).

2. Evolutie van het MIKO aandeel

Onderstaande grafiek geeft een beeld van de evolutie van de koers van het MIKO aandeel over de periode 01/01/2019 tot 31/12/2019 in vergelijking met de prestaties van de BEL 20 index over diezelfde periode.

3. Beurskapitalisatie

Op 31 december 2019 bedroeg de beurskapitalisatie van MIKO 132.894.000 EUR.

4. MIKO Corporate Website

De MIKO Corporate Website (www.mikogroup.be) omvat een omvangrijke investor relations sectie. In die zin speelt deze website een belangrijke rol in op het vlak van communicatie vanwege MIKO omtrent financiële informatie en corporate governance gegevens naar haar stakeholders toe.

CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING

MIKO heeft een Corporate Governance Charter aangenomen waarmee we ons ertoe verbinden om de principes van de Corporate Governance Code van 12 maart 2009 toe te passen en de bijhorende wettelijke normen en reguleringen te respecteren. Het Charter beschrijft de krijtlijnen van ons corporate governance beleid, alsook de interne reglementen van de Raad van Bestuur, het Auditcomité, het Benoemings- en Remuneratiecomité en het Exploitatiecomité (EXCO). Op basis van de wetgeving ter zake of ontwikkelingen op vlak van Corporate Governance beleid, passen we ons Charter aan. Het Charter is raadpleegbaar op onze website www.mikogroup.be .

Gedurende boekjaar 2020 zal het Corporate Governance Charter van de Vennootschap herzien worden in functie van de bepalingen van de herziene Corporate Governance Code 2020.

In deze sectie van dit jaarverslag, vermelden we de feitelijke toepassingen van het MIKO Corporate Governance Charter.

1. Raad van Bestuur en haar comités

1.1. Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur van MIKO NV is per 17 maart 2020 als volgt samengesteld:

Samenstelling

De hierboven vermelde onafhankelijke bestuurders beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria zoals voorgeschreven door de desbetreffende bepalingen van het WVV. Bestuurders Frans Van Tilborg, Karl Hermans, Kristof Michielsen, Patrick Michielsen en Bart Wauters hebben familiale banden.

Op de Raad van Bestuur van 21 mei 2019 werd de rol van Voorzitter van de Raad van Bestuur toevertrouwd aan Dhr. Bart Wauters. In deze rol volgt Dhr. Wauters, die reeds bestuurder is bij Miko NV sinds 2013, Dhr. Flor Joosen op.

Het mandaat van Dhr. Flor Joosen eindigde bij de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Vennootschap gehouden op 21 mei 2019 zonder een voorstel tot hernieuwing, dit gezien het mandaat van Dhr. Flor Joosen (als gevolg van de duurtijd van het mandaat) niet langer kon voldoen aan de noodzakelijke onafhankelijkheidscriteria.

Algemene Vergadering van 21 mei 2019 besloot om Beau Noir BV, vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere, te benoemen als onafhankelijke bestuurder van de Vennootschap, en dit voor een mandaat met een duurtijd van 6 jaar.

Tijdens de Raad van Bestuur van 10 september 2019 werd besloten om de neerlegging van het mandaat van Dhr. Mark Stulens te aanvaarden, en besloot de Raad van Bestuur om de vennootschap S-More3P BV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens, te coöpteren als bestuurder van Miko NV. De duurtijd van het mandaat van S-More3P BV als bestuurder is gelijk aan de resterende duurtijd van het mandaat van de bestuurder die vervangen wordt, en neemt aldus een einde bij de Algemene Vergadering van de Vennootschap in 2022.

De bovenvermelde coöptatie wordt – met het verzoek tot bevestiging – toegevoegd aan de agenda van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Miko NV op 26 mei 2020.

De samenstelling van de Raad van Bestuur van Miko NV voldoet aan de verplichtingen inzake genderdiversiteit zoals vervat in artikel 7:86 WVV.

MIKO NV benoemt de leden van haar Raad van Bestuur gebruikelijk voor een termijn van 6 jaar, waardoor zij afwijkt van de bepalingen van artikel 4.6 van de Corporate Governance Code waar een maximumtermijn van 4 jaar voorgeschreven wordt.

MIKO NV is van mening dat deze afwijking verantwoord blijft gezien dit de leden van de Raad van Bestuur toelaat om de werkwijze van MIKO grondiger te leren kennen en – daardoor – hun mandaat op de meest doeltreffende wijze uit te kunnen voeren. De achterliggende intentie van de Code, wordt door MIKO NV wel gerealiseerd door ervoor te zorgen dat helft van de mandaten iedere 3 jaar ten einde komt.

De secretaris van de Raad van Bestuur is Dhr. Philip Wouters.

Werking van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur vergaderde 7 keer in 2019.

Alle bestuurders waren op iedere vergadering aanwezig, enkel Mevr. Cynthia Van Hulle werd 1 maal verontschuldigd, en Dhr. Mark Stulens werd 2 maal verontschuldigd.

De volgende onderwerpen werden behandeld:

  • vaststelling jaarrekening 2018, goedkeuring jaarverslag 2018, voorstel persbericht en voorstel tot winstverdeling;
  • halfjaarcijfers per 30/06, voorstel persbericht;
  • tussentijdse verkoop en financiële resultaten;
  • bespreking investeringsprojecten;
  • bespreking overnameopportuniteiten;
  • bespreking historische cijfermatige evolutie en benchmark;
  • bespreking en goedkeuring van het budget en de strategie.

Verder brachten de voorzitters van de adviserende comités na elke vergadering verslag uit aan de voltallige Raad van Bestuur en deden zij de nodige aanbevelingen.

Er waren in 2019 geen ongebruikelijke transacties tussen de bestuurders en MIKO NV, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van MIKO NV aan of ten voordele van deze personen. Er deden zich geen belangenconflicten in de zin van artikel 7:96 of 7:97 WVV voor.

1.2. Auditcomité en Benoemings- en remuneratiecomité

Auditcomité

Het Auditcomité van MIKO NV bestaat per 17 maart 2020 uit 2 onafhankelijke bestuurders, namelijk mevrouw Cynthia Van Hulle (voorzitter) en S-More3P BV (vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens) en 1 niet-uitvoerende bestuurder, zijnde Dhr. Patrick Michielsen. Alle leden hebben voldoende ervaring op het vlak van boekhouding en audit.

Het Auditcomité vergaderde 4 maal in 2019. Alle leden waren steeds aanwezig.

Volgende onderwerpen werden besproken:

  • bespreking jaar– en halfjaarresultaten;
  • risk management en interne controlesystemen;
  • risicomatrix;
  • voorstelling auditplan van de commissaris voor 2019;
  • externe leningen van de Miko Groep

Benoemings- en remuneratiecomité

MIKO NV opteert om gebruik te maken van de mogelijkheid om het benoemingscomité en het remuneratiecomité samen te voegen.

Per 17 maart 2020 is het Benoemings- en remuneratiecomité van MIKO NV samengesteld uit 2 onafhankelijke bestuurders en 1 niet-uitvoerende bestuurder.

De onafhankelijke bestuurders die deel uitmaken van het Benoemings- en remuneratiecomité zijn S-More3P BV (vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens) (Voorzitter) en Mevr. Inge Bruynooghe. In zijn hoedanigheid van nietuitvoerende bestuurder maakt Dhr. Bart Wauters eveneens deel uit van het Benoemings- en remuneratiecomité. Alle leden hebben voldoende ervaring op het vlak van personeelszaken en remuneratie.

Het Benoemings- en remuneratiecomité vergaderde 3 maal in 2019. Alle leden waren steeds aanwezig.

Volgende onderwerpen werden besproken:

samenstelling Raad van Bestuur;

  • bespreking kandidaturen nieuw onafhankelijke bestuurder;
  • neerlegging van het mandaat door Dhr. Mark Stulens en voordracht tot coöptatie S-More3P BV (vast vertegenwoordigd door Dhr. Mark Stulens);
  • Toelichting nieuwe Europese richtlijn over het remuneratieverslag/- beleid.
  • bespreking managementstructuur 2020;
  • bespreking verloning internationaal management;
  • bespreking functieverhogingen en -uitbreidingen, alsook weddeverhogingen van directie, kaderleden en staffuncties in België;
  • toekenning van aandelenopties;
  • Benchmark vergoeding Raad van Bestuur.

Evaluatie

De werkwijze van de evaluatie van de bestuursorganen en de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt door MIKO N.V vastgelegd in het intern reglement van het Benoemings– en remuneratiecomité.

De werking van de Raad van Bestuur wordt driejaarlijks, voor de laatste keer in 2018, geëvalueerd met het oog op haar doeltreffendheid. Volgende thema's komen hierbij aan bod: de omvang van de Raad van Bestuur, de algemene werking van de Raad van Bestuur, de manier waarop vergaderingen worden voorbereid, de bijdrage van ieder individueel lid van de Raad van Bestuur aan haar werkzaamheden, de aanwezigheid en betrokkenheid van iedere individuele bestuurder bij vergaderingen en besluitvorming, de samenstelling op vlak van noodzakelijke expertise op de diverse terreinen die relevant zijn voor MIKO. Deze evaluatie laat verdere optimalisatie toe van de Raad van Bestuur van MIKO. Het Benoemings- en remuneratiecomité brengt van deze evaluatie een gemotiveerd verslag uit aan de Raad van Bestuur.

De werking en prestaties van de CEO van MIKO worden minstens éénmaal per jaar door het Benoemings– en remuneratiecomité besproken. De CEO is hier zelf niet bij aanwezig. Periodiek evalueren de Raad van Bestuur, het Auditcomité en het Benoemings- en remuneratiecomité hun eigen interne reglementen. Eventuele voorstellen tot verbetering kunnen vervolgens voorgelegd worden aan de Raad van Bestuur.

2. Uitvoerend management

2.1. Exploitatiecomité ("EXCO")

Het dagelijks bestuur van de Groep wordt waargenomen door de CEO die hierbij wordt bijgestaan door het uitvoerend management (EXCO) dat frequent samenkomt.

Het EXCO tekent de strategie uit, bepaalt de doelstellingen en legt deze voor ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur. Daarnaast volgt het EXCO de resultaten van de activiteiten van de diverse dochtervennootschappen nauwgezet op, stelt het de budgetten op en bereidt het de jaarrekening voor.

Dhr. Johan Vandervee beëindigde per eind september 2019 op 60-jarige leeftijd zijn functie als HR Director en lid van het EXCO. Hij stelt zijn kennis en rijke ervaring wel nog ter beschikking door middel van een adviesfunctie bij dochteronderneming Miko Coffee Service NV.

Er waren in 2019 geen ongebruikelijke transacties tussen de leden van het Exploitatiecomité en MIKO NV of een van de andere vennootschappen van de Miko Groep, noch lopende rekeningen of zekerheidsstellingen van MIKO NV of een van de andere vennootschappen van de Miko Groep aan of ten voordele van deze personen.

Op 17 maart 2020 bestaat het EXCO uit volgende leden:

Frans Van Tilborg, CEO Dirk Hermans, Director Purchase Karl Hermans, Managing Director Plastics Kristof Michielsen, Managing Director Plastics Wim van Gemert, CFO Stijn Michielsen, Director Export – Green Coffee

(foto van links naar rechts: Stijn Michielsen, Dirk Hermans, Karl Hermans, Wim van Gemert, Kristof Michielsen, Frans Van Tilborg)

2.2. Managementteams

De grootste dochtervennootschappen binnen respectievelijk de koffiepijler en de kunststofpijler beschikken over een eigen managementteam, dat regelmatig vergadert over de dagelijkse werking van de eigen organisatie en over de concrete uitwerking van de beslissingen die door het EXCO worden genomen. Bovendien signaleren de managementteams moeilijkheden, opportuniteiten en uitdagingen op de werkvloer aan het EXCO.

2.3. Dagelijkse leiding van de buitenlandse dochtervennootschappen

Situatie op 17 maart 2020:

Miko Coffee Ltd. Verenigd Koninkrijk Adrian Stagg Miko Café Services SAS Frankrijk Jacques Grevet Miko Kaffee GmbH Duitsland Frank Schellenberger Miko Koffie Service BV Nederland Koen Van Zon Miko Kava s.r.o. Tsjechië Peter Leinfelder Miko Kava s.r.o. Slowakije Radko Reseta Kaffekompaniet Din Pauspartner AB Zweden Anders Sjögren Smiling Faces AB Zweden Anders Sjögren Miko Coffee ApS Freehand Coffee Company AS Beverage Marketing Australia AB Australië Gary Newcome KaffeBryggeriet AS Noorwegen Bard Aune

  • Denemarken Denemarken
  • Henrik Berg Michael Schiedel

Miko Pac Sp. z o.o. Polen Andrzej Olszewski Miko-Hordijk Verpackungen GmbH Duitsland Sascha Dawid PT. Innoware Indonesië Cirellus Hartono Miko Pac France SAS Frankrijk Frédéric Duval

3. Interne controle en risicobeheer

3.1. Algemeen

In het kader van de normale bedrijfsvoering is de Groep blootgesteld aan een groot aantal risico's die ertoe kunnen leiden dat de doelstellingen niet of slechts gedeeltelijk worden behaald. Het beheersen van deze risico's is een kerntaak van ieder lid van het management op zijn of haar terrein.

Om het management hierin bij te staan heeft de Groep een geheel van risicobeheers- en interne controlesystemen opgezet. Deze systemen zijn qua opzet gebaseerd op de principes van het COSO II-model.

Hierna worden in het kort de belangrijkste componenten van deze systemen en de meest relevante risico's besproken.

3.2. Controleomgeving

De controleomgeving wordt voornamelijk beheerst door de bedrijfscultuur en de managementstijl. Het op elkaar afstemmen van de organisatiestructuur, de risicobereidheid en het vastleggen van verantwoordelijkheden moet ertoe bijdragen dat bewust met risico's en risicobeheer wordt omgegaan.

3.3. Toezichtsorganen

De Raad van Bestuur houdt toezicht op de goede werking van de risicobeheer- en interne controlesystemen via het Auditcomité. Het Auditcomité steunt hierbij op informatie die enerzijds door de externe auditor en anderzijds door het management wordt verstrekt. Zesmaandelijks worden de uitgevoerde werkzaamheden en hun resultaten met het Auditcomité besproken.

3.4. Risicobeheer binnen MIKO

Om tot een gestructureerde en systematische beheersing van de bedrijfsrisico's te komen, heeft de Groep sinds 2010 een op Enterprise Risk Management (ERM) gebaseerde aanpak en methodologie ontwikkeld en ingevoerd.

Doelstelling

Het is de bedoeling om enerzijds de risico's waaraan de Groep is blootgesteld te inventariseren, op te volgen en te beheersen en anderzijds het risicobewustzijn te vergroten, in de eerste plaats bij de leidinggevenden van de Groep. Geleidelijk aan dienen zij deze attitude verder uit te rollen naar de rest van de organisatie.

Proces en methodologie

De belangrijkste risico's verbonden aan de activiteiten van de Groep worden weergegeven in vijf categorieën:

  • strategische risico's, zoals klant- en leveranciersrisico's, acquisities en besteding van beschikbare middelen
  • operationele risico's, zoals mensen en organisatie, IT, productie, knowhow, capaciteit en fraude
  • financiële risico's, zoals kapitaalstructuur, financiële markten (rente, grondstoffen, valuta) en financiële rapportering
  • juridische risico's, zoals veranderende wetgeving, contracten en soft law
  • externe risico's, zoals natuurrampen, politieke situaties, brand en terreurdaden

Om de geïdentificeerde risico's op een consistente wijze van een risicoscore te voorzien, werden schalen uitgewerkt voor "waarschijnlijkheid" enerzijds en "impact" anderzijds. Aan de hand van deze twee schalen wordt een risicomatrix opgesteld, waarin de risico's opgedeeld worden volgens hun ernst (hoog, middelmatig en laag).

De hoge risico's worden van een risicorespons voorzien, dit is een actieplan om de risicoscore beneden de toelaatbare tolerantiegrens te brengen. De middelmatige en lage risico's worden verder gemonitord. Alle risico's worden opgenomen in een risicoregister en worden driemaandelijks besproken door het EXCO.

Belangrijkste risico's van de Miko Groep

Strategische risico's

Risico's inzake prijzen op onze grondstoffenmarkten Zowel voor de koffie- als de kunststoftak bestaat het gevaar dat stijgende grondstofprijzen slechts gedeeltelijk of helemaal niet kunnen worden doorgerekend aan onze klanten. Voor de koffietak kan aan deze situatie niet volledig verholpen worden, aangezien MIKO geen marktleider is, zijn marktaandeel moet beschermen en slechts kan volgen wat de marktleiders doen. Het is daarom vooral belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over wat de concurrentie doet in de verschillende markten en om hierop snel te reageren. Voor de kunststoftak wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk klanten op te nemen in de zogenaamde "prijzenslang" met automatische prijsaanpassing om de drie of zes maanden. Dit resulteert weliswaar in een vertraagde doorrekening, maar brengt het risico binnen aanvaardbare normen.

Risico's met betrekking tot klanten en leverancier

Het economisch klimaat zorgt voor een verhoogd kredietrisico. De Groep beperkt dit risico door een veelvuldige screening van alle belangrijke klanten en leveranciers, in combinatie met het toepassen van kredietlimieten.

Operationele risico's

Risico's inzake mensen en organisatie

Het plots wegvallen van mensen in sleutelfuncties vormt voor de Groep een risico. Dit wordt opgevangen door het up-to-date houden van de individuele functiekaarten, waarin de verschillende taken van elk personeelslid beschreven staan en waarin wordt aangegeven wie binnen de organisatie kan instaan voor vervanging op korte termijn.

Risico's inzake IT

Storingen in de IT-systemen kunnen voor MIKO ernstige gevolgen hebben. Om de continuïteit van de gegevensverwerking veilig te stellen zijn back-upsystemen voorzien.

Financiële risico's

Risico's inzake financiële rapportering

Onjuiste rapportering kan een impact hebben op het aandeel van MIKO. Aangezien het resultaat van de Groep bepaald wordt door de resultaten van de groepsvennootschappen, besteedt de Groep veel aandacht aan de interne rapportering. Voor elke juridische entiteit worden jaarlijks forecast opgemaakt inzake te verwachten resultaat, te verwachten cash flow en investeringsbehoeften. Maandelijks rapporteren de lokale verantwoordelijken aan het Exploitatiecomité op groepsniveau, waarbij steeds de vergelijking wordt gemaakt met de forecast op het vlak van resultaat, cashpositie en gerealiseerde investeringen. Op regelmatige basis worden de buitenlandse entiteiten bezocht teneinde de door hen aangeleverde gegevens te controleren. De aangeleverde resultaten worden op elke vergadering van de Raad van Bestuur door het management gepresenteerd en toegelicht.

Valutarisico

Een beperkt deel van de transacties gebeurt in andere valuta dan EURO. Het betreft hier voornamelijk transacties in PLN en GBP. Gezien de geringe omvang en impact maakt de Groep geen gebruik van afgeleide financiële producten om dit risico in te dekken.

Liquiditeits- en renterisico's

De liquiditeitspositie van de Groep wordt dagelijks opgevolgd door het management. Daarnaast wordt dit risico in voldoende mate beheerst door gebruik te maken van gespreide financieringsbronnen. De aangetrokken externe financieringen worden centraal beheerd en in de mate van het mogelijke afgesloten voor een termijn die gelijk is aan de duur van het project waarvoor de financiering wordt aangegaan.

Juridische risico's

Risico's verbonden aan productaansprakelijkheid

MIKO verzekert zich tegen risico's van productaansprakelijkheid en recalls. Daarnaast worden uitgebreide kwaliteitscontroles uitgevoerd op producten bestemd voor de verkoop.

Externe risico's

Risico's verbonden aan brand, natuurrampen, …

De Groep sluit hiervoor verzekeringspolissen af en besteedt bovendien veel aandacht aan interne opleidingen inzake brandveiligheid en preventie.

Risico's verbonden aan stroomuitval

Het al dan niet aangekondigd uitvallen van de stroomvoorziening houdt voornamelijk risico's in voor de productievestigingen van de Groep. Het management neemt maatregelen om de impact ervan te beperken, onder meer door de installatie van noodgeneratoren.

management tegemoet komt aan de aanbevelingen van de externe auditor.

3.5. Controleactiviteiten

Analyses door het uitvoerend management

Maandelijks worden de gerealiseerde resultaten vergeleken met de door de Raad van Bestuur goedgekeurde budgetten. Naast de financiële indicatoren wordt hierbij tevens de situatie inzake personeelsbeleid en -opleiding geëvalueerd en worden de veranderende marktsituaties besproken, evenals nieuwe opportuniteiten en bedreigingen.

Gegevensverwerking

Om in de hele organisatie een coherente en doorzichtige gegevensverwerking te bekomen, behoort het tot de strategie van MIKO om op termijn al haar vestigingen op eenzelfde IT-platform te brengen.

Fysieke controles

Op regelmatige tijdstippen worden fysieke controles gedaan. Zo worden gedurende het jaar meerdere voorraadcontroletellingen georganiseerd. Tevens worden de buitenlandse entiteiten meermaals bezocht om na te gaan of de door hen verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijke situatie.

3.6. Informatie en communicatie

Bij elke vergadering wordt de nodige aandacht besteed aan verslaggeving, alsmede aan de vraag aan wie deze verslaggeving moet worden bezorgd. Hierdoor kan de juiste informatie of de afgesproken actie op een efficiënte manier door de Groep stromen. Tevens maakt de Groep gebruik van grote TV-schermen waarop naast de missie en de waarden van de Groep ook operationele en financiële gegevens worden bekendgemaakt.

3.7. Sturing

Het Auditcomité van MIKO voert besprekingen met het uitvoerend management met betrekking tot de financiële verslaggeving en gaat na in welke mate het uitvoerend

4. Remuneratieverslag

4.1. Introductie

Het remuneratieverslag 2019 heeft als doel om transparant te informeren over het concrete verloningsbeleid voor bestuurders en uitvoerende managers binnen MIKO. Het onderliggende verslag zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering dd. 26 mei 2020.

4.2. Procedure van remuneratiebeleid en remuneratie

Het intern reglement van het Benoemings- en remuneratiecomité legt de werkwijze vast met betrekking tot de ontwikkeling van een remuneratiebeleid en de vastlegging van het remuneratieniveau.

Het Benoemings- en remuneratiecomité formuleert – op eigen initiatief dan wel op verzoek van de Raad van Bestuur – aanbevelingen met betrekking tot de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur, van de CEO, van de leden van het EXCO en van de personen belast met de algemene dagelijkse leiding van de buitenlandse dochtervennootschappen.

Dergelijke aanbevelingen hebben minstens betrekking op de voornaamste contractuele bepalingen (inclusief de kenmerken van de relevante pensioenplannen), vertrekregelingen en de belangrijkste elementen van de remuneratie inclusief het relatieve belang van elke component van de remuneratie, de prestatiecriteria voor een variabele verloning , lange termijn incentives en de voordelen in natura.

4.3. Remuneratiebeleid tijdens het boekjaar 2019

De Vennootschap streeft ernaar om via het remuneratiebeleid bekwame leiders aan te trekken, te motiveren en te behouden, door een goed evenwicht te betrachten tussen vaste vergoedingen en incentives (prestatiegebonden vergoedingen, aandelenopties en pensioenplannen).

Het remuneratiebeleid onderging in deze verslagperiode verder geen belangrijke wijzigingen.

4.4. Remuneratie van bestuurders

Elk van de bestuurders ontving in 2019 een forfaitaire vergoeding van 13.000 euro. De vergoedingen van Beau Noir BV (vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere) en S-More 3P (vast vertegenwoordig door Dhr. Mark Stulens), werden geprorateerd op basis van de datum van hun respectievelijke benoeming als bestuurder van de Vennootschap.

De voorzitter van de Raad van Bestuur ontving een bijkomende vergoeding van 2.000 euro.

De respectievelijke bepalingen van de Corporate Governance Code bepaalt dat de remuneratie van de nietuitvoerende bestuurders rekening houdt met hun specifieke rollen, verantwoordelijkheden en tijdsbesteding. Aangezien het Benoemings- en remuneratiecomité van oordeel is dat, met uitzondering van de voorzitter, de inspanningen van alle bestuurders ongeveer gelijk zijn, hanteert de Vennootschap, behalve voor de voorzitter, geen gedifferentieerde remuneratie.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden vergoedingen of andere voordelen.

4.5. Remuneratie van de CEO

De CEO van de Miko Groep, Frans Van Tilborg, heeft een zelfstandig statuut.

Het vergoedingspakket van de CEO wordt bepaald op basis van benchmarking, de vermelde bedragen zijn bruto vóór sociale bijdragen en belastingen en inclusief voordelen van alle aard.

Het vaste basissalaris van de CEO in 2019 bedroeg 254.834,64 EUR. Het variabele gedeelte betaald in 2019 op basis van doelstellingen 2018, bedroeg 57.692,95 EUR. De bijdrage voor de pensioenregeling en invaliditeitsverzekering bedroeg 88.935,99 EUR en de voordelen in natura (wagen, etc) bedroegen 25.478,37 EUR.

De variabele vergoeding is lager dan één vierde van de totale remuneratie en dient bijgevolg niet gespreid te worden in de tijd zoals bepaald in artikel 7:91 WVV.

Een gedeelte van de betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is gebaseerd op het behalen van de gebudgetteerde EBITDA en het gebudgetteerde resultaat na belastingen. Een ander gedeelte is gebaseerd op de Compound Annual Growth Rate (CAGR) over de voorbije 5 jaren.

Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

De overeenkomst met de CEO voorziet, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de Vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar in dienst van MIKO, met een maximum van 18 maanden loon. Dergelijke beëindigingsvergoeding was reeds voorzien in de zelfstandige samenwerkingsovereenkomst met Frans Van Tilborg vóór diens benoeming tot CEO.

4.6. Remuneratie van het uitvoerend management (EXCO)

De leden van het EXCO hebben een zelfstandig statuut.

Het vergoedingspakket van de leden van het EXCO wordt bepaald op basis van benchmarking. Voor 2019 zijn de gezamenlijke vergoedingen (met uitsluiting van de vergoeding van de CEO) als volgt.

Het vaste basissalaris in 2019 bedroeg 871.013,86 EUR. Het variabele gedeelte bedraagt 138.951,65 EUR. De bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering bedroeg 273.569,85 EUR. De voordelen in natura over 2019 (wagen etc), bedroegen gezamenlijk 64.761,16 EUR.

De vergoedingen ten aanzien van Dhr. Johan Vandervee werden in deze bedragen opgenomen tot 1 oktober 2019.

De betaling van de jaarlijkse variabele vergoeding is afhankelijk van het behalen van de doelstellingen vooropgesteld in de budgetten voor het vorig boekjaar, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur, voor de helft op vlak van EBITDA en voor de helft op vlak van het resultaat na belastingen. Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht van de variabele remuneratie die zou worden toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

De overeenkomsten met de leden van het EXCO voorzien, ingeval het mandaat beëindigd wordt op initiatief van de Vennootschap, in de uitbetaling van een beëindigingsvergoeding gelijk aan 4 maanden loon per schijf van 5 jaar dienst, met een maximum van 18 maanden loon. De opname van een dergelijke beëindigingsvergoeding in de overeenkomst was voor elk van de betrokkenen een noodzakelijke voorwaarde voor de aanvaarding van zijn taak.

4.7. Aandelenopties

(i) Uitoefeningen in 2019

Tijdens boekjaar 2019 werden volgende aandelenopties uitgeoefend door leden van het EXCO:

Lid EXCO Datum Aantal
Johan Vandervee 09/01/2019 1.000

(ii) Toekenningen in 2019

In boekjaar 2019 werden op volgende aandelenopties ingetekend door de leden van het EXCO:

Toekenning 12/2019 12/2019
Uitoefenperiode 2023-2024 2023-2026
Uitoefenprijs 107 EUR 107 EUR
Frans Van Tilborg 1000
Dirk Hermans 1000
Karl Hermans 1000
Kristof Michielsen 0
Wim Van Gemert 750
Stijn Michielsen 0

In 2019 zijn er geen vervallen niet-uitgeoefende opties die betrekking hebben op de leden van het EXCO.

5. Kapitaal en aandelen

5.1. Algemeen

Het kapitaal van MIKO NV is verdeeld in 1.242.000 aandelen zonder vermelding van waarde, en is volledig volstort.

Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen. De Vennootschap heeft geen winstbewijzen, obligaties, converteerbare obligaties of warrants uitgegeven.

5.2. Referentieaandeelhouder

De referentieaandeelhouder van de Vennootschap is nog steeds de familie Michielsen, die in 1801 begon met het branden en verkopen van koffie. Na de beursgang in 1998 heeft de familie Michielsen nog 55% van de aandelen in bezit gehouden.

Deze aandelen zijn ondergebracht in de Stichting Administratiekantoor (STAK) naar Nederlands recht OKIM en Imko Holding, een NV naar Belgisch recht.

Op balansdatum bezaten STAK OKIM en Imko Holding NV gezamenlijk 687.000 aandelen zijnde 55,31% van de stemrechten, zoals blijkt uit de aandeelhouderstructuur hieronder.

De Vennootschap staat krachtens een overeenkomst met STAK OKIM en Imko Holding NV in voor de betaling van de beheers- en werkingskosten van STAK OKIM. Bovendien verzorgt de Vennootschap de boekhouding van Imko Holding NV. De kosten die hieraan verbonden zijn bedragen ca. 5.000 EUR per jaar. Gelet op het geringe belang van deze overeenkomst in verhouding tot het netto-actief van de Vennootschap, is artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen niet van toepassing.

De Vennootschap heeft een leningovereenkomst afgesloten met Imko Holding NV Het totale ontleende bedrag bedroeg op balansdatum 2.250.000 EUR. In 2014 werd de procedure van (toenmalig) artikel 524 Wetboek van Vennootschappen toegepast in het kader van de toenmalige verlenging van de lening.

5.3. Transparantiekennisgevingen

Overeenkomstig artikel 6 en volgende van de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten op een gereglementeerde markt, en overeenkomstig artikel 8 van de statuten van Miko NV, is iedere aandeelhouder wiens deelneming de drempelwaarden van 3% (37.260 aandelen), 5% (62.000 aandelen), of een veelvoud van 5% over- of onderschrijdt, verplicht hiervan kennis te geven aan de Vennootschap en aan de FSMA.

De Vennootschap ontving in 2019 geen transparantiekennisgevingen.

5.4. Aandeelhoudersstructuur

Situatie op 17 maart 2020, zoals bekend aan de Vennootschap op basis van de ontvangen transparantiekennisgevingen:

Aantal Aandelen % stemrechten
Stichting Administratiekantoor OKIM 403.710 32,50%
Imko Holding NV 283.290 22,81%
De Wilg Comm.V. 53.361 4,30%
Fidelity Management & Research Company LLC 54.996 4,43%

Het totaal aantal stemrechtverlenende aandelen uitgegeven door de Vennootschap bedraagt 1.242.000. Het totaal aantal stemrechten (noemer) bedraagt 1.242.000.

5.5. Inkoop Eigen Aandelen

Op de Algemene Vergadering van 26 mei 2015 werd besloten om over te gaan tot verlenging van de machtiging verleend aan de Raad van Bestuur van MIKO NV om, gedurende een periode van vijf jaar, over te gaan tot verwerving van eigen aandelen overeenkomstig (toenmalig) artikel 620 §1, lid 5 van het Wetboek van Vennootschappen.

Deze machtiging verleent de Raad van Bestuur de mogelijkheid om, zonder voorafgaandelijk besluit van de Algemene Vergadering van de Vennootschap, over te gaan tot het verkrijgen van eigen aandelen, en dit ten belope van maximaal 20% van het geplaatst kapitaal. De aankoop of ruil kan geschieden tegen een prijs gelijk aan ten minste 85% en ten hoogste 115% van de laatste slotkoers waaraan deze aandelen genoteerd werden in Eurolist By Euronext op de dag voorafgaand aan de aankoop of ruil.

Aan de Algemene Vergadering van de Vennootschap dd. 26 mei 2020 zal het voorstel tot besluit gedaan worden om voornoemde machtiging te hernieuwen conform de bepalingen van artikel 7:215 WVV, en dit voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de datum van bekendmaking ervan in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

MIKO NV heeft in de loop van het boekjaar 2019 geen eigen aandelen ingekocht, en bezat aldus op 31 december 2019 dan ook geen eigen aandelen.

5.6. Vermeldingen in het kader van artikel 34 van het KB dd. 14 november 2007

(i) Kapitaalstructuur

Er zijn geen verschillende categorieën aandelen. Voor meer informatie en voor de aandeelhoudersstructuur, zie eerder in dit hoofdstuk.

(ii) Overdrachtsbeperkingen

Er bestaan geen statutaire beperkingen op de overdracht van de aandelen.

(iii) Bijzondere zeggenschapsrechten

Volgens artikel 14 van de statuten van MIKO NV heeft de Stichting Administratiekantoor OKIM een exclusief recht tot voordracht van kandidaten voor de meerderheid van de bestuursmandaten, zolang zij rechtstreeks of onrechtstreeks 25,1% van de aandelen van de Vennootschap bezit. Voor het overige zijn aan de effecten geen bijzondere zeggenschapsrechten verbonden.

(iv) Aandelenplan werknemers

Er bestaan geen aandelenplannen voor werknemers waarvan de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend.

(v) Beperkingen aan het stemrecht

Overeenkomstig artikel 7:24 WVV, verleent artikel 10 van de statuten de Raad van Bestuur het recht om de uitoefening van de rechten verbonden aan een aandeel te schorsen indien het aandeel aan meerdere eigenaars toebehoort, totdat één persoon tegenover de vennootschap als aandeelhouder is aangewezen.

Voor het overige bestaan geen statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht. Voor de regels met betrekking tot het uitoefenen van het stemrecht, verwijzen wij graag naar het publieke Corporate Governance Charter van MIKO NV

(vi) Aandeelhoudersovereenkomsten

Voor zover aan de Vennootschap bekend, bestaan er geen aandeelhouders-overeenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht.

(vii) Regels voor benoeming van bestuurders en statutenwijzigingen

Voor de benoeming en vervanging van bestuurders: zie het luik Benoemings – en remuneratiecomité van dit verslag. De statuten bevatten geen bijzondere regels met betrekking tot de wijziging ervan. De wettelijke regels zoals vastgelegd in artikel 7:153 WVV en volgende zijn van toepassing.

(viii) Bevoegdheden van het bestuursorgaan

De Raad van Bestuur heeft in het algemeen de taken en bevoegdheden die hem door of krachtens het WVV zijn toegekend.

In de statuten en door diverse besluiten van de Algemene Vergadering zijn aan Raad van Bestuur uitgebreide bevoegdheden toegekend inzake inkoop van eigen aandelen zoals eerder vermeld in dit hoofdstuk.

Verder werden aan de Raad van Bestuur nog volgende bevoegdheden toegekend in het kader van beschermingsconstructies. De Raad van Bestuur van MIKO NV maakte in 2018 van geen van beide machtigingen gebruik.

a) De Raad van Bestuur van MIKO NV werd gemachtigd door de Algemene Vergadering dd. 26 mei 2015 om, in geval van een openbaar overnamebod op de aandelen van de Vennootschap, bij toepassing van het toegestane kapitaal, het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap te verhogen onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 7:202 WVV.

Deze machtiging, werd door de Algemene Vergadering dd. 22 mei 2018, verlengd voor een nieuwe periode van 3 jaar zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgische Staatsblad dd. 05 juni 2018. .

b) In overeenstemming met artikel 7:198 WVV en volgende, heeft de Buitengewone Algemene Vergadering dd. 23 mei 2017 besloten om over te gaan tot verlenging van de bevoegdheid toegekend aan de Raad van Bestuur, gerelateerd aan artikel 6b van de statuten van de Vennootschap, om, in één of meerdere malen, het geplaatst maatschappelijk kapitaal te verhogen met een bedrag gelijk aan dat maatschappelijk kapitaal, of om onder dezelfde voorwaarden converteerbare obligaties uit te geven. Deze bevoegdheid mag eveneens gebruikt worden voor kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties of van warrants waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen, en kapitaalverhogingen die geschieden door omzetting van de reserves.

Deze machtiging is toegekend voor een periode van 5 jaar te rekenen vanaf 9 juni 2017, zijnde de datum van publicatie in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

(ix) Contractuele bepalingen inzake controlewijziging

Voor zover de Vennootschap partij zou zijn bij overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle na een openbaar overnamebod, is de Raad van Bestuur van oordeel dat deze overeenkomsten ofwel van ondergeschikt belang zijn ofwel van zodanige aard zijn dat de openbaarmaking ervan de Vennootschap ernstig zou schaden.

(x) Vergoedingen ingeval van afvloeiing n.a.v. een openbaar overnamebod

Er zijn tussen de Vennootschap en haar dochtervennootschappen enerzijds, en de bestuurders of werknemers van de Vennootschap of haar dochtervennootschappen anderzijds, geen overeenkomsten afgesloten die in specifieke vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt. De normale regels voor de beëindiging van de bestuurders- resp. arbeidsovereenkomsten zullen in voorkomend geval van toepassing zijn. Zie hiervoor de specifieke secties hieromtrent in het remuneratieverslag.

6. Beleid Diversiteit

6.1. Visie & Beleid

Eén van de pijlers van de strategie van MIKO heeft betrekking op haar werknemers, die beschouwd worden als de belangrijkste succesfactor voor de Groep. De achterliggende visie inzake het beleid dat MIKO voert inzake diversiteit is te herleiden naar het principe dat elke medewerker beschikt over een eigen unieke combinatie van kenmerken en talenten, sommige zichtbaar, andere minder zichtbaar.

Omgaan met die verscheidenheid betekent het optimaal benutten van dergelijk individuele kenmerken, talenten, achtergronden en ervaring binnen de Groep, met het verder ontplooien ervan als doel.

Voor wat betreft de Raad van Bestuur, het EXCO en de managementteams van de grootste dochterondernemingen binnen MIKO Groep, wordt toegezien op een evenwichtige samenstelling van deze organen opdat deze voldoende diversiteit kent inzake opvattingen, specifieke deskundigheid, ervaring en kennis nodig ter evaluatie van de operationele en financiële werking van de vennootschappen binnen de Groep, de mogelijke lange termijn risico's, alsook de opportuniteiten die zich voordoen binnen zowel de koffiedivisie als binnen het kunststofsegment. Daarnaast wordt eveneens aandacht geschonken door MIKO inzake diversiteit op gebied van gender en leeftijd.

MIKO baseert zich in het kader van de hieraan gerelateerde aanstellingen enkel op objectieve criteria gerelateerd aan specifieke kennis, verwezenlijkingen en ervaring van de desbetreffende betrokken personen. In die zin worden aanwerving – en/of benoemingsprocedures binnen MIKO enkel gebaseerd op vermelde objectieve criteria, zonder enige vorm van discriminatie op het gebied van geslacht, leeftijd, ras, burgerlijke staat, handicap, seksuele voorkeur, geloofsovertuigingen of politieke meningen.

6.2. Resultaat van het Beleid 2019 (per 17 maart 2020)

(i) Raad van Bestuur

Conform de bepalingen van artikel 7:86 WVV is ten minste één derde van de leden van de Raad van Bestuur van de Vennootschap van een ander geslacht dan de overige leden.

Leeftijd +50: 32% Leeftijd -50: 68%

7. Onderzoek en ontwikkeling

MIKO heeft in 2019 een bedrag van ca. 1 miljoen EUR gespendeerd aan onderzoek en ontwikkeling. Het gaat voornamelijk om kosten voor de ontwikkeling van nieuwe matrijzen in het kunststofsegment.

8. Belangrijke gebeurtenissen na einde boekjaar

De laatste weken groeide het nieuwe coronavirus (COVID-19) uit tot een pandemie met ernstige gevolgen voor burgers, maatschappij en industrieën wereldwijd.

De prioriteit van Miko is de gezondheid en veiligheid van al haar medewerkers. Daarom werden zeer strikte gezondheidsmaatregelen en andere voorzorgen genomen, zoals thuiswerk en social distancing. In de fabrieken voor koffie en kunststof werd letterlijk alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle aanbevelingen en richtlijnen van de overheid en het WHO, om zo de verspreiding van het virus tegen te gaan.

Door de maatregelen van de diverse overheden (lockdown, sluiting horeca, verplicht telewerk e.d.m.) volgde er vanaf midden maart een serieuze terugval van de omzet binnen het koffiesegment. De Miko-groep focust zich immers voornamelijk op de "out of home" markt (kantoren, industrie en horeca).

De impact is voorlopig nog minimaal voor het kunststofsegment, aangezien het grootste deel van de omzet daar bestaat uit verpakkingsmateriaal voor de voedingssector, een sector die minder gebukt gaat onder deze COVID-crisis.

Gezien de onzekerheid rond de verdere ontwikkeling van COVID-19, is het op dit moment niet mogelijk om een betrouwbare inschatting te maken van de impact van deze pandemie op de resultaten van de groep over 2020. De Miko-groep kan echter terugvallen op een sterke balans en een ruime liquiditeitspositie.

Met dit gegeven als uitgangspunt is het management van de Miko-groep nagegaan wat de mogelijke de impact van COVID-19 op de liquiditeit van de groep zou kunnen zijn bij een aantal verschillende scenario's. Hierbij kon steeds worden geconcludeerd dat de continuïteit van de groep voor het volgende jaar is gewaarborgd.

9. Commissaris

Op de Algemene Vergadering van 21 mei 2019 werd de burgerlijke vennootschap PwC Bedrijfsrevisoren, met zetel te 1932 Sint-Stevens-Woluwe, Woluwe Garden, Woluwedal 18 ("PwC"), herbenoemd tot commissaris van de

Vennootschap voor een periode van 3 jaar, lopende tot de Algemene Vergadering van 2022. Sinds de Algemene Vergadering van 2014, wordt PwC vertegenwoordigd door de Heer Koen Hens.

Voor de controle van de jaarrekening van MIKO NV werd aan de commissaris een ereloon van 11.000 euro betaald.

Voor de controle van de jaarrekeningen van de dochtervennootschappen werd aan de commissaris een ereloon van in totaal 208.907 euro betaald.

Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is bedragen 42.572 euro.

10. Garanties

MIKO NV heeft een garantie verleend aan de volgende entiteiten teneinde hen toe te laten gebruik te maken van de vrijstelling om hun jaarlijks financieel verslag te laten auditeren, zoals toegelaten onder

Secties 479A en 479C van de Companies Act 2006 in het Verenigd Koninkrijk:

  • Miko Coffee Ltd
  • Miko Coffee South West Ltd
  • Cornish Coffee Company Ltd
  • Miko Coffee (Scotland) Ltd
  • Ethical Direct Ltd

Artikel 2:403 Nederlands Burgerlijk Wetboek:

  • Miko Koffie Service BV

11. Bijkantoren

De Vennootschap heeft geen bijkantoren.

12. Waarderingsregels

De Raad van Bestuur bevestigt dat de waarderingsregels die in de toelichting bij de jaarrekening zijn opgenomen, correct en verantwoord zijn. In de huidige omstandigheden zal de onderneming met de bestaande relevante factoren vermoedelijk een winst blijven realiseren, waardoor de continuïteit van de onderneming gewaarborgd is.

13. Financiële instrumenten

De Vennootschap maakt geen gebruik van financiële instrumenten in een mate die van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat.

RESULTATEN EN VOORSTEL TOT RESULTAATSBESTEMMING

De Raad van Bestuur van MIKO NV stelt aan de Algemene Vergadering volgende resultaatsbestemming voor:

Statutair resultaat 2019 -69.091,80 EUR
Overgedragen resultaat 2018 436,64 EUR
Onttrekking aan de beschikbare reserves 69.000,00 EUR
Vergoeding van het kapitaal 0,00 EUR
Brutodividend per aandeel 0,00 EUR
Nettodividend per aandeel 0,00 EUR
Over te dragen saldo 344,84 EUR

De Raad van Bestuur stelt voor aan de Algemene Vergadering om over het jaar 2019 geen dividend te betalen.

Wij verzoeken de Algemene Vergadering van MIKO NV dit jaarverslag en de jaarrekening over het boekjaar 2019 goed te keuren en de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen.

Opgesteld te Turnhout op 17 maart 2020

Namens de Raad van Bestuur van MIKO NV

Kristof Michielsen Bestuurder

Karl Hermans Bestuurder

Frans Van Tilborg Gedelegeerd bestuurder CEO

CORPORATE SOCIAL RESPONSIBILITY

Verklaring Niet Financiële Informatie

MIKO NV's geconsolideerde verklaring met betrekking tot de vereiste openbaarmakingen toepasselijk op Miko NV op basis van artikel 3:6, §4 WVV werd opgenomen in een apart Corporate Social Responsibility Rapport ("CSR Rapport").

Vermeld CSR Rapport wordt tegelijkertijd met de openbaarmaking van dit jaarverslag, aan het publiek ter beschikking gesteld via de Corporate Social Responsibilty sectie van MIKO's corporate website (www.mikogroup.be), en bevat een overzicht van het beleid gevoerd door MIKO met betrekking tot de impact van de activiteiten van haar koffie – en kunststofdivisie inzake werkgelegenheid, sociale en milieu aangelegenheden, respect voor mensenrechten, anti-corruptie en omkoping.

MIKO's beleid inzake dit onderwerp kan als volgt samengevat worden:

a) MIKO is geëngageerd om haar activeiten op dergelijke wijze te ontplooien dat deze een positieve invloed hebben op werknemerschap, sociale en milieu aangelegenheden. Met dit doel, en als resultaat van dit beleid heeft MIKO verschillende projecten geïdentificeerd die het wenst te steunen met betrekking tot deze topics.

De kernprojecten in dit kader zijn:

  • Planet Bescherming van Regenwoud;
  • Planet Energieconsumptie;
  • Society positieve ondersteuning van diverse projecten;
  • People het creëren van een veilige werkomgeving

De inhoud van dit rapport bevat een overzicht van dergelijke projecten en de huidige status ervan.

b) MIKO is geëingageerd om haar activiteiten op een ethische wijze te ontplooien, hoewel we erkennen dat er zich in het kader van onze bedrijfsuitvoering bepaalde risico's kunnen voordoen inzake mensenrechten, corruptie, omkoping en andere daaraan gerelateerde aspecten. Om onze werknemers en partners duidelijk te informeren omtrent deze risico's, heeft MIKO een overzicht of ethische code gepubliceerd met duiding aangaande de voornaamste elementen omtrent deze problematiek en de mogelijke risico's waarmee men geconfronteerd zou kunnen worden in het kader van onze bedrijfsactiviteiten. Deze code is eveneens publiek beschikbaar op de corporate social responsibility sectie van onze corporate website via www. mikogroup.be.

Een integraal overzicht van de inspanningen geleverd door MIKO in het kader van haar CSR programma gedurende boekjaar 2019, alsook de key prestatie indicatoren die MIKO zichzelf heeft vooropgesteld na te streven gedurende de volgende jaren, zijn integraal terug vinden in het MIKO's CSR Rapport 2019 zoals beschikbaar via de corporate social responsibility sectie van MIKO's corporate website op www.mikogroup.be .

In het kader van haar CSR programma heeft MIKO een aantal doelstellingen geselecteerd uit de 17 Sustainable Development Goals zoals vastgelegd onder de supervisie van de Verenigde Naties in 2015. De reeds bestaande initiatieven binnen MIKO inzake duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid werden gestructureerd en gehergroepeerd rond dergelijke UN Sustainable Development Goals:

Binnen MIKO hebben we onze inspaningen omtrent deze doelstellingen vertaald naar onderstaande pijlers van ons CSR beleid.

Geconsolideerde jaarrekening (IFRS)

1. Algemene informatie

MIKO N.V. en haar dochtervennootschappen (samen de MIKO Groep genoemd) produceren en verdelen koffie- en kunststofproducten aan de professionele gebruiker. De productievestigingen bevinden zich in België, Polen en Indonesië.

De maatschappelijke zetel van MIKO N.V. bevindt zich te Steenweg op Mol 177, 2300 Turnhout (België). De Groep stelde per 31 december 2019 1.184 personen te werk, tegenover 1.196 personen eind vorig jaar.

De resultaten werden op 25 maart 2020 publiek gemaakt, na goedkeuring door de Raad van Bestuur op 17 maart 2020. De financiële staten zullen op 19 april 2020 beschikbaar zijn voor de aandeelhouders.

De resultaten alsook de dividenduitkering zijn definitief na goedkeuring door de algemene vergadering van MIKO N.V. die zal worden gehouden op 26 mei 2020.

De aandelen van MIKO N.V. zijn genoteerd op Euronext Brussel.

2. Alternatieve prestatiemaatstaven

Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Miko hanteert om zijn financiele performantie te meten en op te volgen. Miko beschouwt deze als nuttig voor vele investeerders, analysten en andere geïnteresseerde partijen. De maatstaven worden gebruikt in dit jaarverslag maar zijn niet gedefinieerd in een wet of in algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De Groep neemt deze alternatieve prestatiemaatstaven in haar jaarverslag op naast de maatstaven gedefinieerd door IFRS. Deze niet-IFRS-maatstaven kunnen afwijken van gelijkaardige maatstaven gepresenteerd door andere vennootschappen.

Alternatieve
prestatiemaatstaven
Definitie Reconciliatie
EBIT Winst uit operationele
activiteiten vóór financiële
kosten en belastingen
Totale opbrengsten en overige exploitatie baten verminderd met de
totale kosten
EBITDA Winst uit operationele
activiteiten vóór financiële
kosten, belastingen,
afschrijvingen en
waardeverminderingen
EBIT vermeerderd met
-
Afschrijvingen
-
Voorzieningen en terugname voorzieningen (onderdeel 'overige
exploitatiekosten, zie toelichting 9.2)
EBIT 2019
12.197 Keur
+Afschrijvingen
+17.205 Keur
+ Voorzieningen
+
586 Keur
EBITDA 2019
29.988 Keur
Netto financieel resultaat Financiële baten verminderd
met financiële lasten
Zie toelichting 9.5.
Globale bruto marge Verschil tussen de
verkoopprijs en kostprijs van
goederen en diensten,
uitgedrukt in % van de
verkopen
Totale opbrengsten verminderd met kost grond- en hulpstoffen,
gedeeld door totale opbrengsten
Zie toelichting 9.3
Netto schuldgraad Netto financiële schuld
uitgedrukt in % van het
eigen vermogen
Schulden op meer dan één jaar vermeerderd met rentedragende
leningen op ten hoogste één jaar verminderd met geldmiddelen en
kasequivalenten uitgedrukt in % van eigen vermogen
Zie toelichting 10.8
Solvabiliteit Solvabiliteit geeft de
verhouding weer tussen het
vreemd vermogen en eigen
vermogen op de balans.
Eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen (balanstotaal)
Eigen vermogen
102.336
Balanstotaal
224.833
Solvabiliteit
45,52%
Netto financiële schuld Lange en korte termijn
financiële schuld verminderd
met de totale geldmiddelen
Rentedragende leningen op minder dan één jaar 26.792 (10.9)
Rentedragende leningen op meer dan één jaar
48.962 (10.9)
Schuld mbt toekomstige overname aandelen
-3.048 (10.9)
Liquide middelen
-17.443 (10.7)
Netto Financiële schuld
55.263
Netto financiële schuld vs
EBITDA
Netto financiële schuld
gedeeld door EBITDA
Netto Financiële schuld
55.263
EBITDA
29.988
Netto financiële schuld vs EBITDA
1,84
Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate
aan waarin een
onderneming haar lopende
betalingsverplichtingen kan
voldoen.
Vlottende activa gedeeld door schulden op ten hoogste één jaar
Vlottende activa
98.321
Schulden op ten hoogste één jaar
65.674
Liquiditeit
1,50
3. Geconsolideerde resultatenrekening volgens IFRS (in KEUR)
Toelichting 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Opbrengsten 9.1 224.609 209.886
Opbrengsten uit de verkoop van goederen 215.336 204.211
Huurinkomsten 9.041 5.450
Winst/verlies van verkopen vaste activa 232 225
Overige exploitatiebaten 9.2 5.858 5.648
Totale kosten -218.270 -201.766
Grond- en hulpstoffen 9.3 -114.592 -110.036
Personeelskosten 9.4 -52.698 -47.971
Afschrijving 10.1-10.3 -17.205 -11.833
Overige exploitatiekosten 9.2 -33.775 -31.926
Winst uit operationele activiteiten vóór belasting
en financieringskosten (EBIT)
12.197 13.769
Netto financieel resultaat 9.5 -989 -1.024
Financiële baten 40 36
Financiële lasten -1.029 -1.060
Winst vóór belastingen 11.208 12.744
Vennootschapsbelasting 9.6 -4.377 -3.440
Nettowinst van de Groep 6.831 9.405
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -266 158
Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO 7.097 9.247
Gewone winst per aandeel,
Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in
euro)
10.15 5.71 7,44
Verwaterde winst per aandeel,
Toerekenbaar aan aandeelhouders van MIKO (in
euro)
10.15 5.69 7,41

De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.

Geconsolideerd overzicht van het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat:

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Nettoresultaat van het boekjaar 6.831 9.405
Valutakoersverschillen (reclasseerbaar naar resultaat) 1.419 -1.748
Overige baten en lasten na belastingen (niet-reclasseerbaar naar
resultaat)
0 4
Totaal van gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat 8.250 7.661
Toerekenbaar aan aandeelhouders Miko 8.516 7.503
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen -266 158

Belastingen werden rechtstreeks opgenomen in het niet gerealiseerde resultaat.

4. Geconsolideerde balans volgens IFRS (in KEUR)

Toelichting 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 10.1 68.150 58.005
Gebruiksrecht materiële vaste activa 10.1 11.745
Goodwill 10.2 42.132 41.220
Immateriële vaste activa 10.3 2.944 3.382
Uitgestelde belastingvorderingen 10.12 724 707
Handels- en overige vorderingen op meer
dan één jaar
10.4 817 1.043
Totaal vaste activa 126.512 104.358
Vlottende activa
Voorraden 10.5 35.705 38.253
Handels- en overige vorderingen op
minder dan één jaar
10.6 45.173 40.290
Geldmiddelen en
kasequivalenten
10.7 17.443 26.115
Totaal vlottende activa 98.321 104.657
Totaal activa 224.833 209.016
PASSIVA
Eigen vermogen
Geplaatst kapitaal 5.065 5.065
Reserves en overgedragen resultaat 95.671 88.172
Omrekeningsverschillen -4.032 -5.451
Totaal eigen vermogen voor Miko
aandeelhouders
96.704 87.786
Minderheidsbelangen 5.632 6.160
Totaal eigen vermogen 102.336 93.946
Schulden op meer dan één jaar
Rentedragende leningen op meer dan
één jaar
10.9 48.962 51.052
Verplichtingen inzake personeel 10.11 1.283 1.063
Uitgestelde belastingverplichtingen 10.12 4.766 4.416
Handelsschulden en overige schulden op
meer dan één jaar
10.10 848 834
Langlopende voorzieningen, 10.11 963 799
Totaal schulden op méér dan één jaar 56.822 58.164
Schulden op ten hoogste één jaar
Rentedragende leningen op ten hoogste
één jaar
10.9 26.792 19.348
Te
betalen
belastingen
en
sociale
zekerheidsschulden
10.10 9.712 8.503
Handels- en overige schulden op ten
hoogste één jaar
10.10 29.171 29.055
Totaal schulden op ten hoogste één
jaar
65.675 56.906
Totaal passiva 224.833 209.016

De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.

Kapitaal Reserves 1
en
over
gedragen
resultaat
Om
rekenings
verschillen
Minderheids -
belangen
Totaal
Balans op 01/01/2018 5.065 80.215 -3.703 6.129 87.706
Winst van het boekjaar 9.247 158 9.405
Niet-gerealiseerde resultaten 4 -1.748 -1.744
Subtotaal 5.065 89.466 -5.451 6.287 95.367
Inkoop van eigen aandelen 0
Schuld mbt toekomstige overname van
aandelen 2
1.218 1.218
Dividend gerelateerd aan 2017 -2.112 -433 -2.545
Toename/(afname) aandeel van derden
door wijziging deelnameverhouding
-400 306 -94
Balans op 31/12/2018 5.065 88.172 -5.451 6.160 93.946
Winst van het boekjaar 7.097 -266 6.831
Niet-gerealiseerde resultaten 1.419 1.419
Subtotaal 5.065 95.269 -4.032 5.894 102.196
Inkoop van eigen aandelen
Schuld mbt toekomstige overname van
aandelen 2
2.719 2.719
Dividend gerelateerd aan 2018 -2.322 -256 -2.579
Toename/(afname) aandeel van derden
door wijziging deelnameverhouding
5 -5 0
Balans op 31/12/2019 5.065 95.671 -4.032 5.632 102.336

5. Tabel evolutie eigen vermogen (in KEUR)

1 De reserves bevatten onbeschikbare reserves ten bedrage van 2.748 KEUR in 2019 (2.532 KEUR in 2018).

2 Deze post bevat de wijziging in de verwachte te betalen uitoefenprijs van de bestaande minderheidsbelangen, gewaardeerd op basis van de reële waarde van de contractuele verplichtingen.

De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.

6. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Toelichting 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Operationele activiteiten
Winst uit operationele activiteiten vóór belasting en financieringskosten 3 12.197 13.769
(EBIT)
Vennootschapsbelasting 9.6 -4.109 -3.591
Niet-kaskosten
Afschrijvingen en waardeverminderingen 10.1-10.3 17.205 11.833
Andere niet-kaskosten 105 -982
Werkkapitaal
(Toename)/daling handels- en overige vorderingen op meer dan 1 jaar 10.4 226 -120
(Toename)/daling voorraden 10.5 2.655 -2.443
(Toename)/daling handels- en overige vorderingen minder dan 1 jaar 10.6 -4.785 5.157
Toename/(daling) te betalen belastingen en sociale lasten 10.10 1.197 989
Toename/(daling) handels- en overige schulden op meer dan 1 jaar 10.10 15 -9
Toename/(daling) handels- en overige schulden op minder dan 1 jaar 10.10 -39 -5.950
Kasstroom uit operationele activiteiten 24.667 18.653
Investeringsactiviteiten
Aankopen immateriële vaste activa 10.3 -297 -217
Verwerving participatie 10.2 -831 -14.862
Aankopen materiële vaste activa 10.1 -25.351 -12.286
Verkopen materiële vaste activa 10.1-10.3 2.008 921
Andere 10.1-10.3 -1 646
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -24.472 -25.798
Financiële activiteiten
Aankoop eigen aandelen 5 0 0
Dividenden 5 -2.579 -2.545
Andere 5 0 142
Opname van leningen 10.9 16.551 32.400
Aflossing van leningen 10.9 -21.803 -10.321
Beëindiging leasing 10.9 -856 0
Omrekeningsverschillen 10.9 358 0
Financiële baten 9.5 40 36
Financiële lasten 9.5 -1.029 -1.061
Kasstroom uit financiële activiteiten -9.318 18.651
Totale kasstroom -9.123 11.506
Liquide middelen (kassa en bank) begin boekjaar 10.7 24.908 13.402
Kasstroom uit operationele activiteiten 24.667 18.653
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -24.472 -25.798
Kasstroom uit financiële activiteiten -9.318 18.651
Liquide middelen (kassa en bank) einde boekjaar 10.7 15.785 24.908

De toelichtingen vervat in punt 6 tot punt 11 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.

7. Waarderingsregels

7.1. Algemeen

Deze geconsolideerde jaarrekening van MIKO N.V. op 31 december 2019 werd opgesteld overeenkomstig de toepasselijke voorschriften onder IFRS ("International Financial Reporting Standards"), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze omvatten alle IFRS-normen, IFRIC-interpretaties ("International Financial Reporting Committee"), International accounting standards en SIC interpretaties uitgegeven en van toepassing of vervroegd toegepast op 31 december 2019. Deze normen en interpretaties, zoals aangenomen door de Europese Unie, komen overeen met de normen en interpretaties uitgegeven door de IASB ("International Accounting Standards Board") en van toepassing op 31 december 2019.

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019, zijn goedgekeurd door de EU en zijn relevant voor de Miko Groep:

  • IFRS 16, 'Leaseovereenkomsten' (effectief vanaf 1 januari 2019). De standaard vervangt de huidige standaard, IAS 17, en is een grote verandering in de boekhoudkundige verwerking van leaseovereenkomsten door de leasingnemer. Volgens IAS 17 moest de leasingnemer een onderscheid maken tussen een financiële leasing (op te nemen in de balans) en een operationele leasing (dient niet opgenomen te worden in de balans). IFRS 16 daarentegen verplicht de leasingnemer een schuld te erkennen op de balans gelijk aan de toekomstige leasebetalingen en een 'right-of-use asset' voor vrijwel alle leaseovereenkomsten. Voor leasinggevers blijft de boekhoudkundige verwerking bijna geheel hetzelfde. De IASB heeft echter de definitie van een lease aangepast (alsmede de artikelen betreffende de combinatie en segregatie van overeenkomsten), waardoor leasinggevers ook geïmpacteerd worden door de nieuwe standaard. Volgens IFRS 16 bezit een overeenkomst een lease als de overeenkomst een recht tot controle van een geïdentificeerd actief bezit voor een bepaalde periode in ruil voor een vergoeding.
  • Wijzigingen aan IFRS 9, 'Voorafbetalingsmogelijkheden met negatieve compensatie' (effectief vanaf 1 januari 2019 binnen de EU). Amendement dat bedrijven toelaat bepaalde vooraf betaalbare financiële activa met zogenaamde negative compensatie te waarderen aan geamortiseerde kostprijs of tegen reële waarde via niet gerealiseerde resultaten, in plaats van aan reële waarde door winst of verlies, omdat deze anders de SPPI-test niet zouden doorstaan. Daarbovenop licht dit amendement een aspect van de boekhoudkundige behandeling van een wijziging aan een financieel passief toe.
  • IFRIC 23, Onzekerheid over de behandeling van inkomstbelastingen (effectief vanaf 1 januari 2019). Deze interpretatie verduidelijkt de boekhoudkundige behandeling van onzekerheden met betrekking tot inkomstenbelastingen. Deze interpretatie dient toegepast te worden voor de bepaling van belastbare winsten (belastingsverliezen), de belastbare basis, niet gebruikte belastingsverliezen, niet gebruikte belastingkredieten en belastingvoeten, in het geval dat er onzekerheid bestaat over de behandeling ervan onder IAS 12.
  • Wijzigingen aan IAS 28, 'Lange termijn belangen in geassocieerde entiteiten en joint ventures' (effectief 1 januari 2019). Verduidelijking met betrekking tot de behandeling van lange termijn belangen in een geassocieerde entiteit of joint venture waarop de vermogensmutatiemethode niet wordt toegepast, onder IFRS 9. Meer in het bijzonder, of de waardering en waardevermindering van dergelijke belangen zouden moeten gebeuren met behulp van IFRS 9, IAS 28 of een combinatie van beide.
  • Wijzigingen aan IAS 19, 'Planwijziging, inperking of afwikkeling' (effectief vanaf 1 januari 2019). De wijzigingen vereisen dat een entiteit geactualiseerde veronderstellingen gebruikt om de huidige aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en de nettorentewaarde te bepalen voor de resterende periode na een wijziging, inperking of afwikkeling van het plan. Bovendien moet een entiteit in de winst- of verliesrekening als onderdeel van de pensioenkosten van verstreken diensttijd of als een winst of verlies bij afwikkeling, elke vermindering in de opbrengst opnemen, zelfs als dat overschot niet eerder werd opgenomen vanwege de impact van het activaplafond. De wijzigingen zijn van invloed op elke entiteit die de voorwaarden of het lidmaatschap van een toegezegd-pensioenregeling zodanig wijzigt dat er pensioenkosten van verstreken diensttijd of een winst of verlies bij de afwikkeling zijn.

Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS standaarden 2015-2017, toepasbaar vanaf 1 januari 2019 en betrekkening hebbende op de volgende standaarden:

  • IFRS 3 Bedrijfscombinatie, alinea 42A: De wijzigingen verduidelijken dat, wanneer een entiteit zeggenschap verkrijgt over een andere entiteit die een joint operation is (zoals gedefinieerd in IFRS 11), deze de vereisten voor een bedrijfscombinatie die in fases wordt bereikt dient toe te passen, inclusief het meten tegen reële waarde van eerder aangehouden belangen in de activa en passiva van de joint. Daarbij herwaardeert de verwervende entiteit zijn hele eerder gehouden belang in de joint operation.
  • IFRS 11 Joint Arrangements, paragraaf B33CA: Een partij die deelneemt aan, maar geen gezamenlijke zeggenschap heeft over, een joint operation kan gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de joint operation (waarbij de activiteit van de joint operation een bedrijf is zoals gedefinieerd in IFRS 3). In dergelijke gevallen worden eerder aangehouden belangen in de joint operation niet opnieuw gewaardeerd.

  • IAS 12 Inkomstenbelastingen, paragraaf 57A: De wijzigingen verduidelijken dat de inkomstenbelastinggevolgen van dividenden meer rechtstreeks gekoppeld zijn aan transacties in het verleden of gebeurtenissen die uitkeerbare winsten genereerden dan aan uitkeringen aan eigenaars. Daarom erkent een entiteit de gevolgen van de winstbelasting van dividenden in winst of verlies, niet-gerealiseerde resultaten of eigen vermogen op basis van de plaats waar de entiteit die eerdere transacties of gebeurtenissen oorspronkelijk heeft opgenomen.

  • IAS 23 Financieringskosten, paragraaf 14: De wijzigingen verduidelijken dat een entiteit alle leningen, aangegaan om een in aanmerking komend actief te ontwikkelen, als onderdeel van de algemene leningen dient te behandelen wanneer nagenoeg alle activiteiten die nodig zijn om dat actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop, vervolledigd zijn. Een entiteit past deze wijzigingen toe op financieringskosten die zijn gemaakt op of na het begin van de jaarlijkse rapporteringsperiode waarin de entiteit deze wijzigingen voor het eerst toepast.

De volgende wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, en goedgekeurd door de EU, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019. In de toekomst zullen deze wel relevant zijn voor de Miko Groep:

  • Wijzigingen aan verwijzingen naar het conceptueel raamwerk in de IFRS-standaarden (effectief 1 vanaf januari 2020). Het herziene conceptuele raamwerk bevat een nieuw hoofdstuk over waarderingsregels, begeleiding bij het rapporteren van financiële prestaties, verbeterde definities en richtlijnen (met name de definitie van een verplichting); en verduidelijkingen op belangrijke gebieden, zoals de rol van rentmeesterschap, voorzichtigheid en meetonzekerheid bij financiële verslaggeving.
  • Wijzigingen aan de definitie van 'materieel' in IAS 1 en IAS 8 (effectief vanaf 1 januari 2020). De wijzigingen verduidelijken de definitie van 'materieel' en verhogen de consistentie tussen de IFRS. Het amendement verduidelijkt dat de verwijzing naar onduidelijke informatie betrekking heeft op situaties waarin het effect vergelijkbaar is met het weglaten of verkeerd weergeven van die informatie. Er staat eveneens in dat een entiteit materialiteit beoordeelt in de context van de financiële overzichten als geheel. Verder verduidelijkt de wijziging ook de betekenis van 'primaire gebruikers van financiële overzichten voor algemene doeleinden aan wie die financiële overzichten zijn gericht', door ze te definiëren als 'bestaande en potentiële beleggers, kredietverstrekkers en andere schuldeisers' die een beroep moeten doen op de jaarrekening om een groot deel van de financiële informatie die ze nodig hebben ook te verkrijgen. De wijzigingen zullen naar verwachting geen significante invloed hebben op het opstellen van de jaarrekening.
  • Wijzigingen aan IFRS 9, IAS 39 and IFRS 7: Hervorming referentierentevoet (effective 1 januari 2020). De wijzigingen vereisen kwalitatieve en kwantitatieve toelichtingen om gebruikers van jaarrekeningen in staat te stellen te begrijpen hoe de hedging relaties van een entiteit worden beïnvloed door de onzekerheid die voortvloeit uit de hervorming van de rentevoetbenchmark.

De volgende wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2019 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU. In de toekomst zullen deze wel relevant zijn voor de Miko Groep:

  • Wijzigingen aan IFRS 3, 'Bedrijfscombinaties' (effectief vanaf 1 januari 2020), die de definitie van 'een bedrijf' herzien. De nieuwe richtlijn biedt een kader om te evalueren wanneer er een input en een substantief proces aanwezig zijn (inclusief voor startende bedrijven die nog geen outputs hebben gegenereerd). Om een bedrijf zonder output te zijn, moet er nu een georganiseerd personeelsbestand zijn. De veranderingen in de definitie van een bedrijf zullen er waarschijnlijk toe leiden dat meer overnames worden beschouwd als 'acquisities van activa' in alle sectoren, maar in het bijzonder in de vastgoed-, farmaceutische- en petrochemiche sectoren. Toepassing van de wijzigingen zal ook van invloed zijn op de verwerking van desinvesteringsverrichtingen.
  • IFRS 17, 'Verzekeringscontracten' (effectief vanaf 1 januari 2022). Deze standaard vervangt IFRS 4, dewelke momenteel een grote variatie aan boekhoudkundige praktijken voor verzekeringscontracten toelaat. IFRS 17 zal de boekhoudkundige behandeling door alle entiteiten die zulke contracten onderschrijven fundamenteel veranderen alsook de behandeling van investeringscontracten met discretionaire deelnamemogelijkheden.

De overige standaarden en interpretaties zijn niet relevant voor de Miko Group

7.2. Consolidatieprincipes

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van MIKO N.V. en haar dochterondernemingen.

Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de moedervennootschap worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer MIKO bij machte is om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. MIKO oordeelt dat er tevens sprake is van controle indien de Groep minder dan 50% van de stemrechten bezit, maar in staat is om het financiële en operationele beleid te bepalen op grond van de facto zeggenschap. De facto zeggenschap kan zich o.m. voordoen in omstandigheden waarbij de grootte van de stemrechten van de Groep in vergelijking tot de grootte en de spreiding van de stemrechten van andere aandeelhouders de Groep de macht geeft om het financiële en operationele beleid te bepalen.

De deelnemingen in dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de dag waarop de controle wordt overgedragen aan MIKO en houden op geconsolideerd te zijn vanaf de dag waarop de controle door MIKO wordt overgedragen. Intragroepsbalansen en verrichtingen en aldus niet-gerealiseerde winsten of verliezen tussen ondernemingen van de Groep worden geëlimineerd. Indien nodig worden de grondslagen voor financiële verslaggeving van de dochterondernemingen aangepast om ervoor te zorgen dat de geconsolideerde financiële gegevens uitgewerkt worden volgens uniforme boekhoudregels.

De lijst van de dochterondernemingen van de Miko Groep is opgenomen in punt 10.17.

Schuld met betrekking tot toekomstige overname van aandelen

De Miko Groep heeft putopties toegekend aan derden betreffende minderheidsbelangen in een dochteronderneming, waarbij deze putopties de houders het recht verlenen om een gedeelte van of hun volledige investering in de dochteronderneming te verkopen. Deze financiële verplichting leidt niet tot interestlasten. In overeenstemming met IAS 32, wanneer minderheidsbelangen putopties aanhouden die hen het recht geven hun investering te verkopen, wordt een financiële verplichting opgenomen voor de actuele waarde van de verwachte te betalen uitoefenprijs.

Deze financiële verplichting wordt opgenomen onder de overige langlopende verplichtingen. De tegenhanger van deze verplichting zijn de geconsolideerde reserves, die in het eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders zijn opgenomen. De waarde van het minderheidsbelang wordt apart gewaardeerd.

Deze schuld wordt op het einde van elke rapporteringsperiode aangepast om de wijzigingen in de verwachte te betalen uitoefenprijs van de optie te reflecteren. Als de optie afloopt zonder te zijn uitgeoefend, wordt de verplichting geannuleerd ten laste van de geconsolideerde reserves.

Vennootschap Minderheidsbelang 2019 Minderheidsbelang 2018
PT. Innoware 50% 50%
Kaffeautomater AS 10% 10%
Miko Kaffee GmbH 25% 25%
Freehand Coffee Company A/S 25% 25%

Voor onderstaande minderheidsbelangen bestaat er een putoptie en werd een schuld erkend:

Er vonden doorheen 2019 geen veranderingen plaats op de minderheidsbelangen.

7.3. Gebruik van schattingen

Om de jaarrekeningen op te maken in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal inschattingen en hypotheses te maken die een weerslag hebben op de bedragen die in de jaarrekening en de bijlagen worden vermeld.

De inschattingen die op elke rapporteringsdatum worden gemaakt weerspiegelen de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld rentevoeten en buitenlandse wisselkoersen). Hoewel deze inschattingen door het management worden uitgevoerd met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de Groep zou kunnen ondernemen, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van die inschattingen.

De belangrijkste inschatting die een risico inhoudt van aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar is het toetsen van goodwill op waardeverminderingen. Deze inschattingen vereisen het toepassen van hypotheses en parameters zoals toekomstige bedrijfsresultaten en disconteringsvoeten.

Andere belangrijke schattingen betreffen de waardering van de verplichting met betrekking tot de putopties van minderheidsaandeelhouders (zie ook 7.2) en de economische levensduur en residuele waarde van materiële en immateriële vaste activa. De geschatte economische levensduur, evenals de resterende boekwaarde van de activa worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig.

De Raad van Bestuur meent dat voor de veronderstellingen, verwachtingen en prognoses een redelijke basis bestaat, die tot gevolg heeft dat de waardering van de activa en passiva op 31 december 2019 niet significant wordt beïnvloed door deze inschattingen en hypotheses.

7.4. Reële waarde

De financiële activa en schulden worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus:

  • Niveau 1: De reële waarde wordt bepaald op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt;
  • Niveau 2: Waarderingsmethoden met in de markt waarneembare parameters;
  • Niveau 3: Waarderingsmethoden die input betrekken die niet-waarneembaar is in de markt en die een meer dan insignificante impact heeft op de reële waarde van het instrument.

7.5. Wisselkoersen en omrekening vreemde valuta

De rapporteringsvaluta voor de Groep is de euro. Transacties in vreemde valuta worden bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum.

De omrekeningsverschillen in het eigen vermogen hebben betrekking op de omrekening van buitenlandse activiteiten waarbij de gehele balans aan slotkoers wordt omgerekend en de resultatenrekening aan gemiddelde koers. Het betreft hier dus entiteiten waarvan de functionele valuta niet de euro is.

Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit een monetaire post die deel uitmaakt van de netto-investering van de verslaggevende entiteit in een buitenlandse dochteronderneming, worden opgenomen in de resultatenrekening van de enkelvoudige jaarrekening van de verslaggevende entiteit of in de jaarrekening van de buitenlandse entiteit. In de geconsolideerde jaarrekening worden dergelijke wisselkoersverschillen, die aanvankelijk worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten, in het eigen vermogen verwerkt. Ze worden van het eigen vermogen naar de winst of het verlies geherclassificeerd bij afstoting van de netto-investering.

Alle andere wisselkoersverschillen, waaronder de omrekening van de monetaire activa en passiva, worden in de resultatenrekening opgenomen aan slotkoers op de afsluitdatum.

2019 2018
Gemiddelde
jaarkoers
Slotkoers Gemiddelde
jaarkoers
Slotkoers
GBP 1,1350 1,1754 1,1303 1,1168
PLN 0,2327 0,2349 0,2347 0,2325
CZK 0,0390 0,0394 0,0390 0,0389
DKK 0,1341 0,1338 0,1342 0,1339
SEK 0,0944 0,0957 0,0975 0,0975
AUD 0,6209 0,6252 0,6330 0,6165
IDR1 15.834,98 15.595.6 16.803,26 16.500,00
NOK 0,1015 0,1014 0,1042 0,1005

Volgende wisselkoersen zijn gebruikt om de omrekeningen te doen van de entiteiten die niet in euro rapporteren:

1 Uitgedrukt in IDR per EUR

7.6. Goodwill

Goodwill die is ontstaan bij een bedrijfscombinatie wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (d.w.z. het positieve verschil tussen de aanschaffingskosten en het verworven belang van de Miko Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen). Na eerste opname wordt de goodwill gewaardeerd tegen kostprijs, na aftrek van eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. MIKO toetst jaarlijks de goodwill op bijzondere waardeverminderingen, of vaker indien gebeurtenissen of veranderende omstandigheden erop wijzen dat de goodwill mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan; dit overeenkomstig IAS 36, "Bijzondere waardevermindering van activa".

Negatieve consolidatieverschillen worden vastgesteld indien de verwervingsprijs van een nieuwe deelneming lager is dan de waarde van het aandeel van MIKO in de netto actiefwaarde van de nieuwe deelneming. Deze consolidatieverschillen worden onmiddellijk opgenomen in het resultaat.

Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden geboekt onder "afschrijvingen" in de resultatenrekening.

7.7. Immateriële vaste activa

Een immaterieel vast actief wordt opgenomen in de balans wanneer er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: (1) het actief is identificeerbaar, d.w.z. ofwel afscheidbaar (als het kan worden verkocht, overgedragen, in licentie gegeven) of voortvloeit uit contractuele of andere juridische rechten; (2) het is waarschijnlijk dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de Groep zullen vloeien; (3) de Groep heeft zeggenschap over het actief; en (4) de kostprijs van het actief kan op een betrouwbare wijze worden bepaald.

De immateriële vaste activa bestaan voornamelijk uit kosten voor merken en licenties en van derden verworven cliënteel.

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele gecumuleerde waardeverminderingen. De restwaarde van de immateriële vaste activa wordt verondersteld nul te zijn.

De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur van de activa. Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:

Rubriek Duur
Ontwikkelingskosten 5 jaar
Merken en licenties 5 jaar
Cliënteel 5-15 jaar

Er zijn geen immateriële vaste activa met een onbeperkte levensduur.

De afschrijvingen van de immateriële vaste activa worden geboekt onder "afschrijvingen" in de resultatenrekening.

De rentelasten op leningen worden opgenomen in de aankoopprijs van de immateriële vaste activa.

7.8. Materiële vaste activa

Een materieel vast actief wordt opgenomen in de balans wanneer er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: (1) het actief is identificeerbaar, d.w.z. ofwel afscheidbaar (als het kan worden verkocht, overgedragen, in licentie gegeven) of voortvloeit uit contractuele of andere juridische rechten; (2) het is waarschijnlijk dat de verwachte toekomstige economische voordelen die kunnen worden toegerekend aan het actief naar de Miko Groep zullen vloeien; (3) de Miko Groep heeft zeggenschap over het actief; en (4) de kostprijs van het actief kan op een betrouwbare wijze worden bepaald.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de gecumuleerde waardeverminderingen. De kostprijs omvat de aankoopprijs vermeerderd met andere rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de door het management beoogde wijze.

Als de verschillende onderdelen van een vast actief een verschillende levensduur hebben, worden zij volgens hun respectievelijke levensduur afgeschreven.

De onderhouds- en herstellingskosten voor de materiele vaste activa worden in de boekwaarde opgenomen wanneer de kost betrouwbaar bepaald kan worden en de kost zal leiden tot toekomstige economische voordelen. Alle andere kosten worden opgenomen als operationele kost wanneer ze zich voordoen.

De afschrijvingen van een actief starten zodra het klaar is voor zijn bestemd gebruik. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de geraamde economische levensduur van het actief. Het af te schrijven bedrag betreft de aankoopkosten, verminderd met de restwaarde, indien aanwezig.

Deze economische levensduur werd als volgt bepaald:

Rubriek Duur Lineair
Gebouwen 40 jaar 2,50%
Installaties en machines 3-10 jaar 33,3% -10%
Uitrustingsgoederen: koffiemachines 5-8 jaar 20% -12,5%
Uitrustingsgoederen: voertuigen 5 jaar 20%
Uitrustingsgoederen: divers materiaal 3-10 jaar 33,3% -10%

De geschatte economische levensduur, evenals de resterende boekwaarde van de activa worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast indien nodig. Terreinen hebben een onbepaalde economische levensduur.

De kosten verbonden aan leningen worden, in lijn met IAS 23, opgenomen in de kostprijs van de materiële vaste activa.

7.9. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

De Miko Groep beoordeelt jaarlijks of vaste activa een bijzondere waardevermindering vereisen. Dit is het geval wanneer de boekwaarde van de activa hoger ligt dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief is de reële waarde min vervreemdingskosten van een actief of, indien hoger, de bedrijfswaarde ervan.

  • De reële waarde min vervreemdingskosten van een vast activa is het bedrag dat de vennootschap op verslagdatum zou kunnen verkrijgen uit vervreemding van het activa in een zakelijke, objectieve transactie tussen terzake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn, na aftrek van kosten van de vervreemding.
  • Bij de bepaling van de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen contant gemaakt, waarbij een verdisconteringvoet voor belasting wordt toegepast die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief.

De belangrijkste schattingen die worden gemaakt bij de bepaling van de huidige waarde van toekomstige kasstromen hebben betrekking op de keuze van de juiste verdisconteringsvoet, het aantal jaren dat in de kasstroomprognoses wordt betrokken, en de restwaarde van de activa.

De realiseerbare waarde wordt bepaald voor de individuele activa, behalve indien het actief geen kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen van activa. In dat geval wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

De Miko Groep beoordeelt in de jaren na een bijzondere waardevermindering of er aanwijzingen bestaan dat een opgenomen bijzondere waardevermindering van een vast actief (met uitzondering van goodwill) mogelijk moet worden teruggenomen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van dat actief herberekend en wordt de boekwaarde verhoogd tot de herziene realiseerbare waarde. De toename wordt ten gunste van het bedrijfsresultaat gebracht. Een terugneming wordt alleen verwerkt indien deze voortvloeit uit een wijziging in de veronderstellingen die gebruikt zijn om de realiseerbare waarde te berekenen. De toename van de boekwaarde naar aanleiding van een terugneming van een bijzondere waardevermindering mag niet verder gaan dan tot de boekwaarde van het actief die zou hebben gegolden indien de oorspronkelijke bijzondere waardevermindering zich niet had voorgedaan.

7.10. Leasing

Miko als leasingnemer

Een financiële lease is een lease waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen worden overgedragen aan de huurder. Activa onder financiële lease worden bij aanvang van de lease gewaardeerd tegen de reële waarde van het geleasde actief, of indien minder, de verdisconteerde waarde van de minimumaflossingen tijdens de huurtermijn. De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over het resterende saldo van de verplichting.

Leases waarbij de leasinggever een aanzienlijk deel van de risico's en de voordelen van het eigendom behoudt, worden onder operationele leases ondergebracht. Betalingen voor operationele leases worden geboekt in de resultatenrekening op een lineaire basis over de huurperiode.

Miko als leasinggever

Invorderbare minimale leasingbetalingen waarbij de Groep als leasinggever alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen overdraagt naar de klant worden opgenomen als vordering voor een bedrag gelijk aan de contante waarde van de toekomstige minimale leasebetalingen. Baten uit financiële leaseovereenkomsten worden vervolgens zodanig aan iedere periode van de totale leasetermijn toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet.

Opbrengsten uit operationele leaseovereenkomsten worden lineair over de looptijd van de lease opgenomen. Een overeenkomst die niet de juridische vorm van een leasingovereenkomst heeft, wordt toch boekhoudkundig als een leaseovereenkomst verwerkt als deze het gebruik van een bepaald actief of activa betreft en de overeenkomst voorziet in de toekenning van het gebruiksrecht van het actief.

Wijziging in waarderingsregels: IFRS 16

Miko heeft IFRS 16 voor het eerst toegepast. Deze nieuwe standaard vervangt de IAS 17 voor boekjaren startende vanaf 1/1/19. De doelstelling van IFRS 16 is om alle leases op te nemen in de balans tenzij de leasetermijn korter is dan 12 maanden of het contracten met een geringe waarde betreft. Als gevolg daarvan moeten lessees niet langer een onderscheid maken tussen financiële – en operationele lease. In de plaats daarvan zal voor alle leases een gebruiksrecht en leasing schuld worden erkend in de balans.

Miko gaat over naar IFRS 16 in overeenstemming met de cumulative catch up approach met een berekening vanaf de overgangsdatum en derhalve werden de cijfers van het vorige jaar niet aangepast Het onderdeel "gebruiksrecht (IFRS 16)" kan onderverdeeld worden in de categoriëen gebouwen, voertuigen en andere zoals toegelicht in sectie 10.1.

IFRS 16 heeft een belangrijk effect heeft op de geconsolideerde balans, gelet op de verbintenissen inzake het wagenpark en de gebouwen. Vanaf 2019 worden lease activa erkend voor het ontvangen van gebruiksrechten en worden leaseverplichtingen erkend voor de betalingsverplichting die voor al deze leases werden aangegaan.

De toepassing van deze nieuwe standaard leidde tot een lichte stijging van het operationele resultaat aangezien enkel de afschrijvingen op het gebruiksrecht drukken op het operationele resultaat. De intresten verbonden aan de leasing verplichting worden opgenomen onder het financiële resultaat. Aangezien de afschrijvingskosten met betrekking tot de gebruiksrechten op de activa en rentelasten met betrekking tot de afwikkeling van de verdiscontering van leasingschulden niet meer onder huurlasten worden opgenomen, heeft dit een positieve impact op de EBITDA van ongeveer 4 miljoen euro.

Op basis van de uitgevoerde analyse werd een lease actief en een leaseverplichting in de openingsbalans 2019 opgenomen voor een bedrag van 13,4 miljoen euro.

KEUR Huidige waarde lease activa
Gebouwen 8.980
Wagens 4.170
Overige 222
Totaal 13.372

De categorie gebouwen omvat voornamelijk kantoorgebouwen en voorraadmagazijnen. De gemiddelde periode van deze huurcontracten is 8,85 jaar, met een resterende gewogen gemiddelde periode van 4,61 jaar. Indien de tegenpartij het contract niet eenzijdig van zijn kant kan beëindigen en Miko niet van plan is op te zeggen, werd uitgegaan van de huidige periode plus één verlenging. Bij contracten waar geen einddatum op staat en slechts van Miko's kant konden opgezegd worden, werd 5 jaar genomen als de beste inschatting van de periode waarin de asset nog gebruikt zal worden. Deze periode wordt telkens aan het begin van het volgende boekjaar verlengd indien Miko geen intentie heeft het contract op te zeggen binnen korte termijn. De aangegane huurcontracten bevatten geen covenanten of restricties..

De categorie voertuigen omvatten zowel personenwagens voor woon-werkverkeer als professionele bedrijfsvoertuigen voor het afleveren en servicen van onze goederen. De gemiddelde periode van deze leasecontracten is 4,51 jaar, met een resterende gemiddelde periode van 2,72 jaar. Bij teruggave aan het einde van het contract, wordt een eindberekening gemaakt volgens het aantal gereden kilometers en kan dit voor een variabele meerkost zorgen.

De categorie andere bevat voornamelijk de huur van hijsvoertuigen en kantoormateriaal. De gemiddelde periode van deze leasecontracten is 3,96 jaar, met een resterende gemiddelde periode van 2,31 jaar.

Een gedetailleerd overzicht van de assets waar Miko het gebruiksrecht over heeft onder IFRS 16 is opgenomen in de bijlagen bij de geconsolideerde balans, m.n. sectie 10.1.

Gebruiksrecht op activa/leasing schuld

Tot en met 2019 werden huurovereenkomsten geclassificeerd als ofwel financiële of operationele leases. Sinds 1 januari 2019, worden voor nagenoeg alle huurovereenkomsten, waarbij Miko leasingnemer is, een gebruiksrecht op activa en een leasingschuld erkend. De leasingschuld wordt gewaardeerd tegen de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen en omvatten:

  • Vaste leasebetalingen.
  • Variabele leasebetalingen: Miko is in alle landen waarin ze actief is, blootgesteld aan een potentiële toekomstige verhogingen van variabele leasebetalingen op basis van een index die niet zijn opgenomen in de leasingschuld totdat ze van kracht worden; bij aanpassingen aan de leasebetalingen op basis van een index wordt de leasingschuld opnieuw beoordeeld en wordt ook het gebruiksrecht op activa aangepast.
  • Bedragen die naar verwachting door de onderneming verschuldigd zullen zijn onder restwaardegaranties.
  • De uitoefenprijs van een aankoopoptie als de onderneming redelijk zeker is dat die optie uitgeoefend zal worden.
  • Betalingen van boetes voor het beëindigen van de lease, als de leaseperiode de onderneming weerspiegelt die dit uitoefent optie.

Leasebetalingen die moeten worden gedaan onder verlengingsopties, waarvan de uitoefening redelijk zeker is, worden ook opgenomen in de leasingverplichting.

De leasingschulden worden verdisconteerd tegen de impliciete rentevoet in de huurovereenkomst. Indien de impliciete rentevoet niet bepaald kan worden, worden leasingschulden verdisconteerd tegen de "incremental borrowing rate". De gewogen gemiddelde interestvoet bedroeg 2,47%. Leasebetalingen worden verdeeld tussen de terugbetaling van de hoofdsom en interestkosten. De interestkosten komen ten laste van het resultaat over de leaseperiode om een constante periodieke rentevoet te produceren over het resterende saldo van de schuld voor elke periode.

Het gebruiksrecht op activa is gelijk aan de leasingschuld en wordt lineair afgeschreven over de termijn van de lease. Het gebruiksrecht wordt in de balans opgenomen onder de materiële vaste activa.

Miko maakt gebruik van een aantlal praktische uitzonderingen.

  • Gebruik van dezelfde interestvoet voor een groep van leases met dezelfde kenmerken (soort, regio, termijn)
  • Leases die initieel voor een periode van minder dan 12 maanden werden aangegaan worden gezien als korte termijn leases en werden niet opgenomen in de berekening. Ook leases die bij de eerste toepassing een resterende periode van minder dan 12 maanden hadden, werden niet opgenomen.
  • Geleasde activa die een waarde van minder dan 5.000 euro hebben, werden uit de berekening gelaten.
  • De initiële directe kosten worden niet mee geactiveerd op de geactiveerde lease activa.

Een groot aantal van de leases bevat opties tot verlenging of beëindiging. Bij de bepaling van de leasingtermijn wordt rekening gehouden met alle feiten en omstandigheden die tot de econcomische beslissing tot uitoefenen of niet uitoefenen van de optie bijdragen.

7.11. Voorraden

De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogen-gemiddelde-kostprijs-methode, of tegen netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.

De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs, conversiekosten en andere kosten gemaakt om de voorraden in hun huidige staat en op hun huidige plaats te krijgen. Administratieve kosten die er niet toe bijdragen om de voorraadgoederen op hun huidige locatie of in hun huidige staat te brengen, verkoopkosten, opslagkosten en abnormale kosten in verband met verloren goederen worden niet opgenomen in de voorraad. De allocatie van vaste productiekosten vindt plaats op basis van de normale productiecapaciteit.

De netto opbrengstwaarde wordt bepaald op basis van de normale verkoopprijs verminderd met de kosten om de verkoop te realiseren.

Verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch afgeboekt.

7.12. Vorderingen

Vorderingen op lange en korte termijn worden initieel in de balans opgenomen tegen de werkelijke waarde en vervolgens gewaardeerd op basis van de verdisconteerde waarde van de vorderingen. Wanneer de verdiscontering geen materieel effect geeft, wordt echter de nominale waarde opgenomen. Vorderingen worden afgeschreven wanneer de inning of gedeeltelijke inning onzeker of dubieus is. Er wordt een individuele beoordeling gemaakt van de recupereerbaarheid van de vorderingen. De toename of afname van de provisie voor dubieuze vorderingen wordt in de resultatenrekening geboekt onder "overige exploitatiekosten".

IFRS 9 had geen significante impact op de methode voor erkenning van waardeverminderingen op financiële activa gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecummuleerde afschrijvingen, toepepast door de Groep volgens IAS 39. Waardeverminderingen worden erkend indien er een significante stijging is van het krediet risico. Voor handelsvorderingen past Miko Groep de IFRS 9 vereenvoudigde procedure toe die vereist dat verwachtte toekomstige verliezen op handelsvorderingen worden erkend bij de eerste opname in de balans van deze handelsvorderingen. Ondanks dat geldmiddelen en kasequivalenten en overige te vorderen leningen ook onderdeel uitmaken van de verplichting tot erkenning van waardeverminderingen volgens IFRS 9, werden geen waardeverminderingen vastgesteld, aangezien deze activa worden beschoud als activa met een laag risico.

7.13. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten worden initieel in de balans opgenomen aan reële waarde. Na de initiële opname worden de geldmiddelen en kasequivalenten gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs.

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten alle contanten, tegoeden op bankrekeningen, bankvoorschotten in rekening-courant en investeringen met een initiële looptijd van minder dan drie maanden.

Negatieve banksaldi worden in de geconsolideerde balans opgenomen onder de rentedragende leningen op minder dan één jaar. Voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden deze echter opgenomen onder de liquide middelen (zie punt 10.7.).

7.14. Eigen vermogen

De dividenden worden geboekt als schuld in de periode waarin ze worden toegekend. De definitieve toekenning gebeurt op de Algemene Vergadering van aandeelhouders die de resultaten van het betreffende boekjaar goedkeurt.

Eigen aandelen, aangekocht door de moederonderneming of door één van de dochters, worden voor het betaalde bedrag in mindering gebracht van het eigen vermogen.

7.15. Rentedragende leningen

Alle kredieten en leningen worden initieel opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen vergoeding na aftrek van de uitgiftekosten verbonden aan de leningen. Na de initiële opname worden de schulden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs met afschrijving van verdisconteringen of premies in de resultatenrekening.

7.16. Financiële schulden

De financiële schulden gerelateerd aan de toekomstige verwerving van bestaande minderheidsbelangen, worden gewaardeerd op basis van de reële waarde van de contractuele verplichtingen.

De jaarlijkse aanpassing aan de te verwachte te betalen uitoefenprijs van de putopties wordt toegevoegd aan de geconsolideerde reserves, die in het eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders zijn opgenomen.

Deze boekhoudkundige verwerking is gebaseerd op volgende redenering:

  • Een opname in de winst- en verlies rekening zou voor mogelijke volatiliteit in de resultaten kunnen zorgen gezien de voorwaarde die wordt gesteld om de optie uitoefenbaar te maken.
  • Management is van oordeel dat dit een getrouwer beeld geeft van de resultaten van de Miko Groep doordat wanneer de dochtondernemingen minder goed presteren, er een positief effect op het resultaat ontstaat en vice versa.
  • Het effect op het resultaat is niet aftrekbaar en kan leiden tot aanzienlijke bewegingen in de effectieve belastingvoet.

Zie ook punt 7.2. voor meer informatie.

7.17. Personeelsvoordelen en pensioenverplichtingen

De kostprijs van alle korte en lange termijn voordelen voor personeelsleden, zoals lonen en salarissen, betaald verlof, bonussen en andere, worden opgenomen gedurende de periode waarin het personeelslid de desbetreffende dienst verleent. De Miko Groep neemt deze kosten enkel op indien zij er wettelijk of feitelijk toe verplicht is een dergelijke betaling uit te voeren en indien er een betrouwbare raming van het passief kan worden gemaakt.

Voor de op aandelen gebaseerde betalingen wordt de waarde van het verloningsplan berekend op basis van de methode van Black & Scholes. Aangezien het om "cash-settled" plannen gaat, wordt de hieruit voortvloeiende waardering ten laste van het resultaat genomen, gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2, "share-based payments". In de balans wordt hiervoor een schuld weergegeven.

Volgende criteria zijn weerhouden om de waarden van het verloningsplan te berekenen:

Toekenningsdatum 2016 1 20171 20181 1
2019
Resterende levensduur optie 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar
Volatiliteit aandelenprijs 21,63% 21,63% 21,63% 21,63%
Risicovrije interestvoet 0,07% 0,07% 0,07% 0,07%

1 Voor meer details hierover wordt verwezen naar punt 4.7. van het jaarverslag en naar punt 10.15. van de jaarrekening.

De volatiliteit van de aandelenprijs is berekend aan de hand van de dagelijkse noteringen van het aandeel op Euronext Brussel.

De voorzieningen voor brugpensioenen worden opgesteld conform de wettelijke bepalingen die in elk land van toepassing zijn, waarbij wordt gekeken naar het personeelsbestand dat in aanmerking komt om op brugpensioen te gaan, alsook naar de personen die de duidelijke beslissing hebben genomen om op brugpensioen te gaan. Op 31 december 2019 zijn er geen indicaties dat de werknemers die in aanmerking komen voor brugpensioen, maar de beslissing nog niet hebben genomen, in de toekomst gebruik zullen maken van deze regeling. Hiervoor werd bijgevolg geen bijkomende voorziening aangelegd.

Voor bepaalde premies, die bekomen kunnen worden over een tijdspanne van meer dan één jaar, worden bijkomende voorzieningen aangelegd.

7.18. Pensioenplannen

De vorm en de voordelen van de pensioenplannen die bestaan binnen de Miko Groep zijn afhankelijk van de voorwaarden en de gebruiken in de betrokken landen.

Pensioenplannen in België worden wettelijk gestructureerd als toegezegde bijdrageregelingen. Door de wet op de tweede pijler van de pensioenplannen (de zgn. wet-Vandenbroucke), dienen alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen aanzien te worden als toegezegde pensioenregelingen.

Voor de toegezegde pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariele huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. De actuariële waarderingsmethode is de 'projected unit credit cost method'. Deze methode alloceert toekomstige verplichtingen aan het jaar waarin het pensioen wordt verdiend. De verplichtingen die betrekking hebben op voorgaande jaren vormen de verplichting berekend als de reële waarde van de toegezegde pensioenverplichtingen. De fondsbeleggingen werden gewaardeerd aan reële waarde, rekening houdend met de reële waarde van de verwachte toekomstige kasstromen.

Toegezegde pensioenkosten worden onderverdeeld in 2 categorieen:

  • Aan het dienstjaar en vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen;
  • Nettorentekosten of –inkomsten.

Aan het dienstjaar en aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, de netto-interestkosten, de herwaardering van overige personeelskosten op lange termijn, administratiekosten en belasting voor het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst -en verliesrekening. De herwaardering van de netto toegezegde pensioenverplichting als gevolg van actuariële winsten of verliezen is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als onderdeel van de niet-gerealiseerde resultaten.

7.19. Voorzieningen

MIKO vormt voorzieningen voor verplichtingen en waarschijnlijke verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker, maar redelijkerwijze in te schatten is. Er wordt een voorziening opgenomen indien de Groep (a) een bestaande wettelijke of feitelijke verplichting heeft die voortvloeit uit gebeurtenissen uit het verleden, (b) het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen die economische voordelen inhouden, vereist zal zijn en (c) het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Een gebeurtenis uit het verleden wordt geacht aanleiding te geven tot een bestaande verplichting indien, rekening houdend met de beschikbare bewijsstukken, het op balansdatum meer waarschijnlijk lijkt dan niet dat er een bestaande verplichting bestaat.

7.20. Langlopende en kortlopende handelsschulden

Handelsschulden worden in de balans opgenomen tegen de reële waarde, tenzij de impact van verdiscontering materieel is.

7.21. Uitgestelde belasting

Uitgestelde belastingen worden geboekt voor de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van alle activa en passiva in de geconsolideerde balans en hun respectievelijke belastbare basis. Uitgestelde belasting is niet mogelijk voor verschillen betreffende goodwill waarvan de afschrijving fiscaal niet aftrekbaar is.

Uitgestelde belastingvorderingen verbonden aan verrekenbare tijdelijke verschillen en niet-gebruikte overgedragen belastingverliezen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst gerealiseerd zal worden waarmee de verrekenbare tijdelijke verschillen of de niet-gebruikte belastingverliezen kunnen worden gecompenseerd.

Uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden berekend tegen de aanslagvoeten die naar verwachting zullen worden toegepast in de periode waarin het actief zal worden gerealiseerd of het passief zal worden afgewikkeld op basis van de aanslagvoeten (en belastingwetten) die bij wet (substantieel) werden vastgelegd op balansdatum.

7.22. Opbrengsten

IFRS 15, van toepassing vanaf boekjaar 2018, bepaalt dat de verkooprijs moet gealloceerd worden naar alle identificeerbare uitvoeringsverplichtingen in een contract en dat de omzet moet erkend worden op het moment dat aan de uitvoeringsverplichting voldaan is.

De opbrengsten uit de verkoop van goederen worden als gerealiseerd beschouwd op het ogenblik dat de controle over de goederen en diensten overgaat op de klant.

Opbrengsten uit de verhuur van goederen (met name koffietoestellen) worden in het resultaat opgenomen op het ogenblik dat de periodieke huurbetalingen verschuldigd worden. Het gaat om huurcontracten met een looptijd van drie tot vijf jaar, zonder aankoopoptie ten voordele van de huurder. De huurprijs is maandelijks betaalbaar en kan worden geïndexeerd volgens de evolutie van de consumptieprijzen.

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden erkend a rato van de geleverde prestaties.

Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.

7.23. Segmentrapportering

Conform IFRS 8 heeft MIKO de segmenten vastgelegd op basis van de interne rapporteringsstructuur en de wijze waarop de Raad van Bestuur (d.i. de "chief operating decision maker") de resultaten van de bedrijfsactiviteiten beoordeelt en financiële middelen toekent. Op basis hiervan werden volgende bedrijfssegmenten vastgelegd:

  • Koffie: dit segment levert koffie aan de "Out-of-Home"-markt; de koffie wordt verbruikt buiten de huiselijke sfeer, zoals in kantoren, bedrijven en restaurants.
  • Kunststof: binnen dit segment worden hoogwaardige kunststofverpakkingen geproduceerd, o.a. voor de voedingsnijverheid en de "homecare"-sector (bubbleverpakkingen voor wasmiddel).

Elke juridische entiteit (dochteronderneming) van de Groep is onderdeel van één van de twee hierboven beschreven segmenten. Wanneer er transacties plaatsvinden tussen de segmenten, dan gebeurt dit aan marktconforme prijzen.

De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten posten die eigen zijn aan een segment, evenals posten die redelijkerwijze toe te rekenen zijn aan het segment. Activa van de segmenten omvatten voornamelijk immateriële vaste activa, materiële vaste activa, voorraden en handelsvorderingen. Passiva van de segmenten omvatten voornamelijk handelsschulden en overige operationele schulden.

7.24. Financieel risicobeheer

Financiële risicofactoren zijn in een internationale Groep zoals MIKO uiteraard aanwezig. De doelstelling is echter om deze tot een minimum te beperken.

7.24.1 Valutarisico's

De geconsolideerde jaarrekening van Miko NV wordt weergegeven in euro. De aankopen binnen de Groep gebeuren in overwegende mate in euro. Ook aan de dochtervennootschappen in niet-eurolanden wordt gefactureerd in euro. Ook langs de verkoopzijde, wordt een zeer belangrijk deel van de omzet in euro afgerekend. De voornaamste vreemde munttransacties met betrekking tot aan-en verkoop gebeuren in GBP, PLN, SEK, DKK, NOK, IDR en AUD.

Er bestaat een valuta risico wanneer de transactie wisselkoers afwijkt van de lokale functionele wisselkoers. Dit is voor de Groep voornamelijk het geval in het Verenigd Koninkrijk (aankopen in EUR en verkopen in GBP). In Polen wordt er zowel aan-als verkocht in EUR, waardoor het valutarisico wordt beperkt. In de andere vennootschappen binnen de Groep die een andere rapporterings currency hebben dan euro, is het aandeel aankopen in euro beperkt.

Daarnaast bestaat er een wisselkoersrisico met betrekking tot de omrekening van financiële positie van elk van de ondernemingen van Miko Group, waarvan de functionele wisselkoers niet de euro is. Een lagere gemiddelde koers van de voor Miko belangrijkste vreemde munten met 5% zou een negatief effect hebben gehad op het netto resultaat van 126 KEUR. Een hogere gemiddelde koers van de door Miko belangrijkste vreemde munten met 5% zou een positief effect hebben gehad op het netto resultaat van 126 KEUR.

7.24.2 Brexit

Op 31 januari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten. Nu geldt een overgangsfase, tot en met 31 december 2020. In deze periode blijven alle EU-regels en wetten voor het VK van kracht.

Nu de Brexit is ingegaan, kunnen de EU en het VK onderhandelen over de details van hun toekomstige relatie. Meer duidelijkheid over de nieuwe relatie tussen de EU en het VK komt pas nadat deze fase van de onderhandelingen is afgerond.

Hoe de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie er zal uitzien na de overgangsfase kunnen wij niet inschatten.

In de loop van de tweede helft van 2018 heeft Miko wel al een onderzoek gedaan naar de impact van de "Brexit" op de financiële resultaten en financiële positie.

Volgens deze onderzoeken verwachten wij geen significante negatieve gevolgen voor het kunststofsegment.

Voor het koffiesegment zou er mogelijks wel een impact kunnen zijn. Binnen dit segment heeft de Groep eigen vestigingen in de UK, die in dat geval geconfronteerd zullen worden met (hoofdzakelijk) nieuwe import-modaliteiten.

  • Acties die Miko heeft ondernomen ter voorbereiding van de Brexit zijn (maar niet beperkt tot) : Assistentie verlenen van én opleiding geven aan Britse medewerkers door de Belgische exportafdeling die vertrouwd is
  • met import en export
  • Opstarten van bijkomende locale branderijen

7.24.3 Renterisico's

Het overgrote gedeelte van de bestaande leningen werd afgesloten met vaste rentevoet. Het renterisico beperkt zich hier tot een kasstroomrisico. Het overige gedeelte werd afgesloten met een vlottende rentevoet op maximaal drie maanden. Door de bestaande technieken van eventuele overstap naar vaste rentevoet, is het renterisico beperkt, zowel voor wat betreft de omvang als voor wat betreft de duur. Een realistische wijziging in de marktrente zou bijgevolg geen significante impact hebben op het resultaat van de vennootschap.

7.24.4 Kredietrisico's

De Miko Groep kent geen belangrijke concentratie van kredietrisico. Het debiteurenbeheer, dat door het management nauwlettend opgevolgd wordt, houdt het kredietrisico beperkt. Het maximale kredietrisico op balansdatum is de boekwaarde van de vorderingen.

7.24.5 Liquiditeitsrisico's

Het liquiditeitsrisico ontstaat uit de mogelijkheid dat de Miko Groep niet in staat zal zijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen naarmate deze opeisbaar worden. Dit risico wordt beheerd door een voldoende mate van gespreide financieringsbronnen aan te houden. Verder wordt de liquiditeitspositie dagelijks opgevolgd door het management van de Groep. Deze voortdurende aandacht zorgen er samen met de huidige kasoverschotten voor dat er in de Groep op korte termijn geen liquiditeitsrisico bestaat.

7.24.6 Prijsrisico's

In het kader van de normale bedrijfsvoering is MIKO blootgesteld aan risico's als gevolg van schommelende marktprijzen. De Miko Groep voert momenteel geen structurele afdekking uit, wat betekent dat haar resultaten zijn blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van ruwe koffie en kunststof. Alle aankopen van grondstoffen gebeuren in euro.

Voor een beschrijving van de risico's verwijzen we naar punt 3.4 van het jaarverslag.

8. Segmentinformatie

8.1. Gesegmenteerde informatie

Boekjaar-eindigend-op-31/12/2018 (KEUR) [2] Koffie¤ Kunststof¤ Algemeen 3\mu Totaal¤
Totale-verkopen¤ 115.853r 99.858r 1r 215.713m
Verkopen-aan-andere-segmenten¤ $-5.556x$ $-270$ $\overline{a}$ $-5.827n$
Verkopen-aan-externe-klanten¤ 110.297r 99.588r 1r 209.886¤
Winsteliminatie-tussen-segmenten¤ $-22x$ $-22n$
Consolidatie¤ t t t
Niet-toegewezen-kosten-en-opbrengsten¤ 72x 72n
EBITDA 1 π 13.105r 12.679r $-212x$ 25.572m
Segmentresultaat (EBIT 2 7.929r 5.790r 50x 13.769¤
Financiële-baten¤ t 36x 36n
Financiële-lasten¤ t t $-1.060x$ $-1.060n$
Vennootschapsbelasting# $-3.340x$ $-3.340n$
Groepswinst-voor-minderheidsbelang¤ τ t 9.405m
Minderheidsbelang¤ $-158n$
Nettowinst¤ 9.247

1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen

2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen

3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entries

De totale verkopen aan externe klanten kunnen per segment als volgt worden uitgesplitst:

Boekjaar eindigend op 31/12/2018 (KEUR) Koffie Kunststof Totaal
Opbrengsten uit de verkoop van goederen 104.735 99.476 204.211
Huurinkomsten 5.419 31 5.450
Winst/verlies van verkopen vaste activa 143 81 224
Totale verkopen 110.297 99.588 209.885
Boekjaar eindigend op 31/12/2018 (KEUR) Koffie Kunststof Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
Segment netto activa IFRS 1 58.544 76.688 135.232
Niet-gesegmenteerde activa 76.420
Eliminaties tussen segmenten -2.636 -2.636
Totaal activa 58.544 76.688 -2.636 209.016
Segment passiva 2 12.084 12.986 25.070
Niet-gesegmenteerde passiva 186.545
Eliminaties tussen segmenten -2.599 -2.599
Totaal passiva 12.084 12.986 -2.599 209.016
Kostprijs van de investeringen van het boekjaar 21.844 7.392 29.236
Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen van het
boekjaar
671
Totaal kostprijs van de investeringen 29.907
Afschrijvingen van het jaar van activa 4.871 6.758 11.629
Afschrijvingen van het jaar van niet-gesegmenteerde
activa
204
Totaal afschrijvingen 11.833
Latente belastingvoorziening actief 707 707
Latente belastingvoorziening passief 1.972 2.440 4 4.416
Voorzieningen voor risico's en lasten 10 62 72
Andere niet-geldelijke lasten
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren 890 126 1.016
Waardeverminderingen

1 Segment netto activa omvat volgende balansposten: materiële vaste activa, immateriële vaste activa, handels-en leasingvorderingen op meer dan één jaar, voorraden en handels-en leasingvorderingen op ten hoogste één jaar.

2 Segment passiva omvat volgende balansposten: handelsschulden op meer dan één jaar en handelsschulden op ten hoogste één jaar.

Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) Koffie Kunststof Algemeen3 Totaal
Totale verkopen 129.089 102.442 1 231.532
Verkopen aan andere segmenten -6.704 -220 -6.923
Verkopen aan externe klanten 122.386 102.222 1 224.609
Winsteliminatie tussen segmenten 42 42
Consolidatie
Niet toegewezen kosten en opbrengsten -906 -906
EBITDA1 16.343 13.888 -243 29.988
Segmentresultaat (EBIT2
)
7.165 5.896 -864 12.197
Financiële baten 40 40
Financiële lasten -1.029 -1.029
Vennootschapsbelasting -4.377 -4.377
Groepswinst voor minderheidsbelang 6.831
Minderheidsbelang 266
Nettowinst 7.097

1 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen

2 Winst uit operationele activiteiten vóór financiële kosten en belastingen

3 Niet-gealloceerde elementen en consolidatie-entrie

De totale verkopen aan externe klanten kunnen per segment als volgt worden uitgesplitst:

Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) Koffie Kunststof Totaal
Opbrengsten uit de verkoop van goederen 113.286 102.050 215.336
Huurinkomsten 9.008 33 9.041
Winst/verlies van verkopen vaste activa 92 139 231
Totale verkopen 122.386 102.222 224.608
Boekjaar eindigend op 31/12/2019 (KEUR) Koffie Kunststof Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
Segment netto activa IFRS 1 111.057 88.473 199.530
Niet-gesegmenteerde activa 28.232
Eliminaties tussen segmenten -2.929 -2.929
Totaal activa 111.057 88.473 -2.929 224.833
Segment passiva 2 14.130 9.867 24.997
Niet-gesegmenteerde passiva 202.760
Eliminaties tussen segmenten -2.924 -2.924
Totaal passiva 14.980 9.867 -2.924 224.833
Kostprijs van de investeringen van het boekjaar 10.568 15.089 25.657
Kostprijs niet-gesegmenteerde investeringen van het
boekjaar
600
Totaal kostprijs van de investeringen 26.257
Afschrijvingen van het jaar van activa 9.000 7.729 16.729
Afschrijvingen van het jaar van niet-gesegmenteerde
activa
476
Totaal afschrijvingen 17.205
Latente belastingvoorziening actief 724 724
Latente belastingvoorziening passief 1.913 2.844 9 4.766
Voorzieningen voor risico's en lasten
Andere niet-geldelijke lasten
Voorzieningen voor dubieuze debiteuren 772 53 825
Waardeverminderingen

1 Segment netto activa omvat volgende balansposten: materiële vaste activa, immateriële vaste activa, handels-en leasingvorderingen op meer dan één jaar, voorraden en handels-en leasingvorderingen op ten hoogste één jaar.

2 Segment passiva omvat volgende balansposten: handelsschulden op meer dan één jaar en handelsschulden op ten hoogste één jaar.

8.2. Geografische informatie

BE FR NL UK DE SE/DK
/NO
PL ID Andere Totaal
2018 31.589 17.909 17.422 22.185 39.275 31.168 16.054 8.214 26.069 209.885
2019 32.508 18.143 24.714 20.742 36.867 37.974 20.841 8.602 24.217 224.609
Evolutie 918 235 7.292 -1.443 -2.408 6.806 4.787 388 -1.851 14.723

8.2.1 Geografische spreiding van de omzet (KEUR)

De omzet binnen het koffiesegment is verspreid over een zeer uitgebreid klantenbestand. De grootste klant binnen het kunststofsegment vertegenwoordigt 9,67% van de totale geconsolideerde omzet van beide segmenten samen, maar is ook verspreid over verschillende geografische gebieden.

8.2.2 Spreiding van de vaste activa(1) (KEUR)

BE FR NL UK DE PL ID SE/DK
/NO
AUS Andere Totaal
2018 26.137 465 1.050 4.729 402 14.217 10.087 2.823 1.288 282 61.479
2019 30.685 1.239 3.105 8.117 1.059 19.689 11.145 5.769 1.832 487 83.127
Evolutie 4.548 774 2.056 3.389 657 5.472 1.058 2.946 544 205 21.648

1 De vaste activa in de tabel omvatten materieel vast actief, gebruiksrecht materiële vaste activa, immaterieel vast actief excl. goodwill en leasingvorderingen op meer dan een jaar.

In het koffiesegment wordt productie bijna uitsluitend uitgevoerd in België. Binnen het kunststofsegment zijn er 3 productieunits; in België, Polen en Indonesië. Dit verklaart waarom de belangrijkste activa van de Groep aanwezig zijn in België, gevolgd door Polen en Indonesië.

9. Bijlagen bij de resultatenrekening

9.1. Opbrengsten

2019
(KEUR)
2018 (KEUR)
Opbrengsten 224.609 209.886
Opbrengsten uit de verkoop van goederen 215.336 204.211
Huurinkomsten 9.041 5.450
Winst/verlies van verkopen vaste activa 232 235

9.2. Overige exploitatiebaten en -lasten

2019
(KEUR)
2018 (KEUR)
Diensten en andere goederen 32.349 31.134
Verkoopkosten 10.450 9.896
Onderhoudskosten 6.148 6.178
Energiekosten 4.116 3.994
Voertuigkosten 2.013 3.562
Verzekeringskosten 702 627
Andere 9.065 6.877
Voorzieningen en terugname voorzieningen 586 -30
Andere bedrijfskosten 695 822
Totaal overige exploitatielasten 33.775 31.926
Andere bedrijfsopbrengsten
Doorberekende kosten 3.974 3.835
Recuperatie personeelskosten 1.634 1.527
Overige exploitatiebaten 250 285
Totaal overige exploitatiebaten 5.858 5.648

9.3 Voorraadwijziging en bruto-bijdrage

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Totale opbrengsten 224.609 209.886
Aankopen 112.045 114.641
Voorraadwijziging 2.547 -4.605
Totale grond- en hulpstoffen 114.592 110.036
Globale brutomarge 48,98% 47,57%
Verlies op voorraad of afschrijving op voorraad 122 65

9.4 Personeelskosten en overige sociale lasten

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Lonen en wedden 36.510 32.080
Sociale zekerheidsbijdragen 7.277 6.910
Opzegvergoedingen -30 236
Bestuurdersvergoedingen 1.713 2.186
Interimkosten 1.894 1.438
Overige personeelskosten 3.292 2.880
Opleidingskosten 279 232
Bijdragen pensioenplannen 1.676 1.766
Op aandelen gebaseerde betalingen 88 243
Totaal 52.699 47.971
Totaal aantal werknemers op het einde van het boekjaar 1.184 1.196

De bijdragen inzake vergoedingen na uitdiensttreding, waarbij de onderneming vaste bijdragen betaalt aan een fonds, komen in het resultaat onder personeelskosten. De totale bijdrage voor de ganse Groep bedroeg voor 2019 1.676 KEUR (in 2018 was dit 1.766 KEUR).

9.4.1 Toegezegde pensioenregelingen ('defined benefit plans')

Pensioenplannen in België worden wettelijk gestructureerd als toegezegde bijdrageregelingen. Door de wet op de tweede pijler van de pensioenplannen (de zgn. wet-Vandenbroucke), dienen alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen aanzien te worden als toegezegde pensioenregelingen.

Voor de toegezegde pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariële huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. De actuariële waarderingsmethode is de 'projected unit credit cost method'. Deze methode alloceert toekomstige verplichtingen aan het jaar waarin het pensioen wordt verdiend. De verplichtingen die betrekking hebben op voorgaande jaren vormen de verplichting berekend als de reële waarde van de toegezegde pensioenverplichtingen. De fondsbeleggingen werden gewaardeerd aan reële waarde, rekening houdend met de reële waarde van de verwachte toekomstige kasstromen.

Toegezegde pensioenkosten worden onderverdeeld in 2 categorieën:

  • Aan het dienstjaar en vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen;
  • Netto-rentekosten of –inkomsten.

Aan het dienstjaar en aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, de netto-interestkosten, de herwaardering van overige personeelskosten op lange termijn, administratiekosten en belastingen over het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. De herwaardering van de netto toegezegde pensioenverplichting als gevolg van actuariële winsten of verliezen is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als onderdeel van de niet-gerealiseerde resultaten.

Toegezegde pensioenplannen – bedragen opgenomen in de
balans
2019 2018
Contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van
toegezegde pensioenplannen
3.666 2.840
Reële waarde van fondsbeleggingen -3.163 -2.365
Netto verplichtingen 503 475

De actuariële veronderstellingen en de gemiddelde duur van de belangrijkste plannen worden hieronder in detail weergegeven:

Voornaamste actuariële veronderstellingen 2019 2018
Verdisconteringsvoet 0,77% 1,70%
Algemene loonsverhoging (inclusief inflatie) 3% 3%
Pensioenleeftijd 65 65

De sensitiviteit van de brutoverplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenplannen ('defined benefit obligation' or 'DBO') is als volgt:

Gevoeligheid van de
brutoverplichtingen
uit hoofde van de toegezegde
pensioenplannen
Bruto verplichting Effect stijging
discontovoet 0,5%
Effect daling
discontovoet 0,5%
3.666 -256 +283

9.4.2 Andere verplichtingen na pensioen

In de Belgische ondernemingen van de Groep bestaat de mogelijkheid om, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vóór de pensioengerechtigde leeftijd het bedrijf te verlaten en toe te treden tot echt brugpensioen. De Groep heeft een verplichting tot betaling van extra premies bovenop de wettelijke vergoeding bij brugpensionering. De voorziening voor brugpensioen bedroeg op 31 december 2019 37 KEUR.

9.4.3 Op aandelen gebaseerde betalingen

Het management heeft de mogelijkheid tot deelname aan een aandelenoptieplan. Dit bestaat erin dat het bedrijf het management de mogelijkheid biedt om een bepaald aantal aandelen te kopen op voorwaarde dat de arbeids- of bestuurdersovereenkomst voor minstens drie jaar wordt voortgezet.

Miko heeft hiervoor een overeenkomst gesloten met een derde partij om haar werknemers die aandelenopties hebben ontvangen, de mogelijkheid te geven om, bij uitoefening, het verschil in de aandelenprijs en uitoefenprijs in cash te ontvangen. Onder deze overeenkomst leent Miko een aantal aandelen van bestaande aandeelhouders zodat ze deze kan verkopen aan haar werknemers wanneer deze hun aandelenopties zouden uitoefenen. Vervolgens verkoopt Miko deze aandelen (aan uitoefenprijs) aan haar werknemers die hun opties hebben uitgeoefend. De werknemer verkoopt deze aandelen en ontvangt dan het verschil in marktwaarde en uitoefenprijs van de aandelen. Gezien het aandelen betreft die mandatorily redeemable zijn, classificeren we deze als 'cash-settled' optieplan.

Er worden geen nieuwe aandelen gecreëerd.

De waarde van de opties, berekend volgens het Black & Scholes-model, wordt ten laste van het resultaat genomen gespreid over de wachtperiode conform IFRS 2.

9.4.4 Opzegvergoedingen

Opzegvergoedingen zijn vergoedingen die verschuldigd kunnen zijn aan werknemers die de onderneming vóór de wettelijke pensioenleeftijd verlaten. De onderneming neemt deze bedragen definitief in de kosten op, als de beslissing om de onderneming te verlaten onherroepelijk is en als de waarde van de vergoeding correct bepaald is.

9.5 Netto financieel resultaat

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Intrestopbrengsten uit investeringsactiviteiten 36 29
Intrestopbrengsten uit leasingactiviteiten 4 7
Ontvangen dividenden niet-geconsolideerde ondernemingen
Intrestkosten bankleningen -529 -383
Intrestkosten financiële leasing -459 -180
Andere intrestkosten -51 -107
Overige financiële opbrengsten en kosten 102 -137
Netto wisselkoerswinsten/(verliezen) -92 -262
Netto meerwaarde/(minwaarde) op realisatie financiële vaste activa 8 8
Totaal -989 -1.025

9.6 Vennootschapsbelasting

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Courante belastingen op het resultaat
Huidig boekjaar 4.092 3.548
Regularisering van belasting en terugname van belastingvoorziening 17 43
Totaal betaalde belasting 4.109 3.591
Latente belastingen
Ontstaan en terugname van tijdelijke verschillen 275 20
Wijziging in belastingtarieven of nieuwe belastingen -7 -16
Verliezen van huidig boekjaar 0 -255
Latente belastingen op verliezen huidig boekjaar 0 0
Totaal latente belastingen 268 -251
Totale belastingkost in de resultatenrekening 4.377 3.340
Winst voor belastingen 11.208 12.744
Effectief belastingpercentage 39,05% 26.20%

De effectieve belastingvoet van de Miko Groep wijkt af van het wettelijk belastingtarief in België (29,58%) omwille van de volgende redenen:

Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Belastingen op basis van het belastingtarief van 29,58% 3.316 3.770
Impact van tarieven van andere rechtsgebieden -405 -604
Impact van niet-belastbare inkomsten -25 92
Impact van niet-aftrekbare kosten 881 277
Impact van teruggenomen (aangewende) fiscale verliezen 349 -224
Impact van wijzigingen in de belastingtarieven -7 -18
Impact van over– en onderschattingen voorgaande perioden 272 50
Overige toename (afnames) 2 -3
Notionele intrestaftrek en andere locale fiscale maatregelen -6 0
Belasting op basis van effectief belastingtarief 4.377 3.340

10 Bijlagen bij de geconsolideerde balans

10.1 Staat van de materiële vaste activa

2018 (KEUR) Gronden en
gebouwen
Installaties en
machines
Uitrustings
goederen
Totaal
a) Aanschaffingswaarde
Per einde vorig boekjaar 23.443 109.156 38.308 170.907
Mutaties tijdens het boekjaar
Eerste toepassing IFRS 15 -878 -878
Aanschaffingen 159 6.791 5.336 12.286
Overdrachten en buitengebruikstellingen -208 -4.403 -4.611
Bijzondere waardeverminderingen
Overboekingen -18 18 0
Omrekeningsverschillen -312 -881 -291 -1.484
Verworven door overname 216 33 2.829 3.078
Per einde van het boekjaar 23.506 114.873 40.919 179.298
b) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Per einde vorig boekjaar 4.796 82.324 26.231 113.352
Mutaties tijdens het boekjaar
Eerste toepassing IFRS 15 -228 -228
Geboekt 552 7.209 3.540 11.301
Verworven van derden
Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling -194 -3.722 -3.916
Bijzondere waardeverminderingen
Overboekingen
Omrekeningsverschillen -51 -561 -199 -811
Verworven door overname 122 23 1.449 1.594
Per einde van het boekjaar 5.419 88.801 27.071 121.292
Nettoboekwaarde per einde boekjaar 18.087 26.071 13.847 58.005
2019 (KEUR) Gronden en
gebouwen
Installaties en
machines
Uitrustings
goederen
Gebruiksrecht
(IFRS 16)
Totaal
a) Aanschaffingswaarde
Per einde vorig boekjaar 23.507 114.873 40.918 179.298
Eerste toepassing IFRS 16 13.372 13.372
Mutaties tijdens het boekjaar
Aanschaffingen 3.520 11.269 7.673 2.890 25.352
Overdrachten en buitengebruikstellingen -481 -632 -2.707 -3.820
Bijzondere waardeverminderingen -807 -807
Overboekingen 1.329 -828 -501 0
Omrekeningsverschillen 468 694 671 168 2.001
Verworven door overname 405 405
Per einde van het boekjaar 28.343 125.376 46.459 15.623 215.801
b) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Per einde vorig boekjaar 5.419 88.802 27.071 121.292
Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt 620 7.797 4.040 3.855 16.312
Verworven van derden
Afgeboekt na overdracht en
buitengebruikstelling
-141 -541 -2.168 -2.850
Bijzondere waardeverminderingen
Overboekingen -7 7
Omrekeningsverschillen 41 456 457 24 978
Verworven door overname 174 174
Per einde van het boekjaar 5.939 96.507 29.581 3.879 135.906
Nettoboekwaarde per einde boekjaar 22.404 28.869 16.877 11.745 79.895

De post uitrustingsgoederen bevat activa in aanbouw voor een bedrag van 2.902 KEUR.

De posten "gronden en gebouwen" en "installaties en machines" bevatten per 31 december 2019 activa waarover de vennootschap een gebruiksrecht heeft, voor een bedrag van 4.261 KEUR (4.353 KEUR per 31 december 2018).

Het betreft voornamelijk één materieel contract met volgende kenmerken:

Actiefbestanddeel Logistiek centrum te Oud-Turnhout
Begindatum 19 mei 2011
Looptijd 15 jaar
Investeringsbedrag 5.050 KEUR
Netto boekwaarde geleasde activa 4.261 KEUR
Restwaarde/aankoopoptie 152 KEUR

Miko past de "cumulative catch-up" methode toe met ingang vanaf 1 januari 2019. Het onderdeel "gebruiksrecht (IFRS 16)" kan onderverdeeld worden in de categoriëen gebouwen, voertuigen en andere zoals toegelicht in onderstaande tabel. We verwijzen naar sectie 7.1 voor meer uitleg bij de impact bij opening van huidig boekjaar.

IFRS 16 – 2019 (KEUR) Gebouwen Voertuigen Andere Totaal
a) Aanschaffingswaarde
Openingsbalans 8.980 4.170 222 13.372
Mutaties tijdens het boekjaar
Aanschaffingen 697 2.157 36 2.890
Waardeverminderingen -770 -37 -807
Omrekeningsverschillen 156 10 2 168
Per einde van het boekjaar 9.063 6.300 260 15.623
b) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Openingsbalans 0 0 0 0
Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt 1.823 1.936 96 3.855
Afgeboekt na overdracht en
buitengebruikstelling
Omrekeningsverschillen 17 6 1 24
Per einde van het boekjaar 1.840 1.941 97 3.878
Nettoboekwaarde per einde boekjaar 7.223 4.359 163 11.745

10.2 Goodwill

Uitsplitsing goodwill 2019 (KEUR) 2018 (KEUR)
Koffie 38.710 37.971
Kunststof 3.421 3.249
Totaal 42.131 41.220

De stijging van de goodwill binnen het koffiesegment komt voornamelijk door de overname van Prestige in Nederland (509 KEUR). Daarboven steeg de goodwill als gevolg van wijzigingen in wisselkoersen (+402 KEUR). Hieronder een uitsplitsing van de elementen die hebben bijgedragen tot de bepaling van de goodwill.

Prestige BV

In oktober 2019 rondde Miko Koffie, via haar Nederlandse dochteronderneming Miko Koffie Service BV, de overname af van 100% van de aandelen in de vennootschap Prestige Drinkservice BV.

Net zoals de lokale Miko entiteit focust Prestige Drinkservice BV, met vestiging te Roosendaal (nabij Breda) zich eveneens op de kantorenmarkt. De lokale aanwezigheid van Miko in Zuid-Nederland wordt hierdoor verder versterkt. Prestige haalt een omzet van 1 miljoen EUR per jaar. Ondertussen werd, met ingang van 1 januari 2020 eveneens reeds een fusie doorgevoerd van beide juridische entiteiten.

De overnameprijs bedroeg 949 KEUR. Op 1 oktober 2019 werd de reële waarde van de overgenomen activa en schulden bepaald om zo de goodwill verbonden aan deze transactie te kunnen bepalen. De goodwill verbonden aan deze transactie bedraagt 509 KEUR. De bepaling van de goodwill kan in het volgende boekjaar nog wijzigen.

De resultaten van Prestige Drinkservice BV werden voor 3 maanden opgenomen in de consolidatie, vanaf 1 oktober 2019.

KEUR Reële waarde
01/10/2019
Overnameprijs 949.932,39
Kapitaalverhoging
Materiële vaste activa 230.401,41
Immateriële vaste activa (klantenportefeuille) 100.000,00
Uitgestelde belastingvordering
Voorraden 108.332,73
Handels-en overige vorderingen op minder dan één jaar 97.529,02
Geldmiddelen 118.736,97
Financiële schulden op meer dan één jaar
Uitgestelde belastingverplichtingen -47.176,85
Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden -11.814,19
Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar -155.066,14
Totaal netto activa 440.942,95
Goodwill 508.989,44

Het management toetst de goodwill jaarlijks op waardeverminderingen. De waarde van de goodwill wordt berekend door middel van een "discounted free cashflow"-model op grond van het operationele budget van de Groep voor de volgende boekjaren. Per kasstroom-genererende eenheid (KGE) werd een dergelijk model gemaakt. Binnen de Miko Groep worden de segmenten (koffie en kunststof) als KGE's beschouwd. De belangrijkste veronderstellingen in de impairment analyse voor beide segmenten worden hieronder weergegeven:

Koffiesegment

De kasstroomprognose voor deze KGE werd uitgevoerd voor een periode van vier jaar en berust op een aantal kritische beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen.

  • Opbrengsten en brutowinstmarge: de opbrengsten en de brutowinstmarge reflecteren de verwachtingen van het management gebaseerd op ervaringen uit het verleden en rekening houdend met risico's specifiek voor de te rapporteren business unit.
  • Het eerste jaar van het model is gebaseerd op het budget van het jaar; het budget houdt rekening met historische gerealiseerde resultaten en is de best mogelijke inschatting door het management van het vrije kasstroomvooruitzicht voor het lopende jaar.
  • In het tweede tot het vierde jaar van het model zijn vrije kasstromen gebaseerd op het lange termijnplan van Miko. De opbrengsten stijgen met gemiddeld 3% per jaar en de bruto marge blijft constant.
  • Kasstromen na de periode van de eerste vier jaar worden geëxtrapoleerd door gebruik te maken van een groeivoet van 2% van de vrije kasstromen.
  • De investeringen bedragen gemiddeld 7 mio euro per jaar.
  • Het aantal dagen klanten- en leverancierskrediet werd constant gehouden op om en bij de 60 dagen.
  • Het aantal dagen voorraad ligt voor heel de periode van de kasstroomprognose op 115.
  • Bovenstaande assumpties resulteren in een EBIT die rond de 8% van de omzet schommelt.

Projecties worden verdisconteerd aan een discontovoet van 4,99% . De disconteringsvoet voor belastingen wordt berekend door deling van de disconteringsvoet na belastingen door één minus het toepasselijk belastingtarief. Deze uitkomst wijkt niet materieel af van een iteratieve berekeningswijze zoals beschreven in IAS36.

Onderstaande elementen werd gebruikt voor de bepaling van de WACC van het koffie segment:

Risicovrije rente 0,87%
Risico premie 6,40%
Bèta 1
Verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen 50/50
Premie minder liquide markt 2%

De resultaten van deze test hebben uitgewezen dat de bedrijfswaarde de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid overstijgt met € 103.5 mio euro ('headroom'). Hierdoor kunnen we concluderen dat er geen bijzondere waardevermindering vereist is. Miko gelooft dat al haar inschattingen redelijk zijn: ze zijn consistent met de interne rapportering en weerspiegelen de beste inschatting van het management.

Kunststofsegment

De kasstroomprognose voor deze KGE werd uitgevoerd voor een periode van vier jaar en berust op een aantal kritische beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen.

  • Opbrengsten en brutowinstmarge: de opbrengsten en de brutowinstmarge reflecteren de verwachtingen van het management gebaseerd op ervaringen uit het verleden en rekening houdend met risico's specifiek voor de te rapporteren business unit.
  • Het eerste jaar van het model is gebaseerd op het budget van het jaar; het budget houdt rekening met historische gerealiseerde resultaten en is de best mogelijke inschatting door het management van het vrije kasstroomvooruitzicht voor het lopende jaar.
  • In het tweede tot het vierde jaar van het model zijn vrije kasstromen gebaseerd op het lange termijnplan van Miko. De omzet stijgt met 10% in jaar 1 en met gemiddeld 2.5% in jaar 2 tot 4. De bruto marge werd voor heel de periode constant gehouden.
  • Kasstromen na de periode van de eerste vier jaar worden geëxtrapoleerd door gebruik te maken van een groeivoet van 2% van de vrije kasstromen.
  • De investeringen bedragen 6 mio euro in jaar 1 van de kasstroom prognose. In de jaren daarna bedragen deze gemiddeld 7 mio euro per jaar.
  • Het aantal dagen klanten- en leverancierskrediet werd constant gehouden op respectievelijk 69 en 64 dagen.
  • Het aantal dagen voorraad ligt voor heel de periode van de kasstroomprognose op 115.
  • Bovenstaande assumpties resulteren in een EBIT die rond de 5,4% van de omzet schommelt.

Projecties worden verdisconteerd aan een discontovoet van 5,75% . De disconteringsvoet voor belastingen wordt berekend door deling van de disconteringsvoet na belastingen door één minus het toepasselijk belastingtarief. Deze uitkomst wijkt niet materieel af van een iteratieve berekeningswijze zoals beschreven in IAS36.

Onderstaande elementen werd gebruikt voor de bepaling van de WACC van het koffie segment:

Risicovrije rente 0,87%
Risico premie 6,60%
Bèta 1,2
Verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen 50/50
Premie minder liquide markt 2%

De resultaten van deze test hebben uitgewezen dat de bedrijfswaarde de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid overstijgt met € 96.6 mio euro ('headroom'). Hierdoor kunnen we concluderen dat er geen bijzondere waardevermindering vereist is. Miko gelooft dat al haar inschattingen redelijk zijn: ze zijn consistent met de interne rapportering en weerspiegelen de beste inschatting van het management.

Als deel van de waarderingstest heeft Miko een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor belangrijke veronderstellingen die gehanteerd werden, waaronder de discontovoet, de vrije kasstroom en het lange termijn groeipercentage. Hierbij werd een daling van het lange termijn groeipercentage met 100 basispunten, een stijging van discontovoet voor belastingen met 100 basispunten en een vrije kasstroom tussen 95% en 100% van het lange termijnplan toegepast om rekening te houden met mogelijke fluctuaties in volumes en marges. Een verandering in de gebruikte inschattingen, zoals hierboven opgenomen, leidt niet tot een mogelijke materiële bijzondere waardevermindering.

Hoewel Miko gelooft dat haar beoordelingen, veronderstellingen en inschattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen en voorwaarden.

10.3 Staat van de immateriële vaste activa

2018 (KEUR) Patenten,
merken en
cliënteel
Software Totaal
a) Aanschaffingswaarde
Per einde vorig boekjaar 8.766 1.546 10.312
Mutaties tijdens het boekjaar
Aanschaffingen 1.826 217 2.043
Overdrachten en buitengebruikstellingen
Bijzondere waardevermindering
Overboekingen
Omrekeningsverschillen -46 -3 -49
Andere wijzigingen
Per einde van het boekjaar 10.546 1.760 12.306
b) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Per einde vorig boekjaar 7.036 1.394 8.430
Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt 437 95 532
Verworven van derden
Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling
Bijzondere waardeverminderingen
Overboekingen
Omrekeningsverschillen -35 -3 -38
Andere wijzigingen
Per einde van het boekjaar 7.438 1.486 8.924
Nettoboekwaarde per einde boekjaar 3.108 274 3.382
2019 (KEUR) Patenten,
merken en
cliënteel
Software Totaal
a) Aanschaffingswaarde
Per einde vorig boekjaar 10.546 1.760 12.306
Mutaties tijdens het boekjaar
Aanschaffingen 300 97 397
Overdrachten en buitengebruikstellingen
Bijzondere waardevermindering
Overboekingen
Omrekeningsverschillen 238 3 241
Andere wijzigingen
Per einde van het boekjaar 11.084 1.860 12.944
b) Afschrijvingen en waardeverminderingen
Per einde vorig boekjaar 7.438 1.486 8.924
Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt 742 151 893
Verworven van derden
Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstelling
Bijzondere waardeverminderingen
Overboekingen
Omrekeningsverschillen 180 3 183
Andere wijzigingen
Per einde van het boekjaar 8.360 1.640 10.000
Nettoboekwaarde per einde boekjaar 2.724 221 2.944

De post patenten, merken en cliënteel omvat het van derden verworven cliënteel.

10.4 Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar

2018 (KEUR) Nettovorderingen leases Handelsvorderingen op
meer dan één jaar
Andere Totaal
1. Beginsaldo 316 100 507 923
2. Bewegingen 21 -9 108 120
3. Ander wijzigingen -1 -1
4. Eindsaldo 336 91 615 1.042
2019 (KEUR) Nettovorderingen leases Handelsvorderingen op
meer dan één jaar
Andere Totaal
1. Beginsaldo 336 91 615 1.042
2. Bewegingen -72 -67 -86 -226
3. Ander wijzigingen

Alle vorderingen op lange termijn hebben een looptijd van minder dan vijf jaar. De toegepaste rentevoeten zijn voor 2019 marktconform (idem voor 2018).

Er zijn geen leningen toegestaan aan bestuurders of aanverwante partijen.

Er zijn op einde 2019 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op meer dan één jaar af te waarderen.

De boekwaarde van de handelsvorderingen op meer dan één jaar benadert goed de reële waarde op de balansdatum.

10.5 Voorraden

Voorraden 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
1. Grond- en hulpstoffen 9.848 13.384
2. Goederen in bewerking 183 193
3. Gereed product 12.698 12.776
4. Handelsgoederen 12.976 11.900
Totaal 35.705 38.253

De voorraad wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs volgens de gewogen-gemiddelde-kostprijsmethode of tegen de netto opbrengstwaarde, indien deze lager is.

De grond- en hulpstoffen bestaan uit ruwe koffie, kunststof en verpakkingsmaterieel.

Het gereed product en de handelsgoederen bestaan voor het koffiesegment voornamelijk uit koffieproducten en nevenproducten zoals melk, suiker en koekjes en voor het kunststofsegment voornamelijk uit roomijsdozen, margarinevlootjes en verpakkingen voor kant-en-klare maaltijden.

10.6 Handels- en overige vorderingen op minder dan één jaar

Handels- en overige vorderingen 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
1. Handelsvorderingen 38.484 35.377
2. Financiële leasevorderingen 219 483
3. Dubieuze vorderingen -992 -1.016
Totaal handelsvorderingen 37.711 34.844
4. Leningen aan bestuursleden en/of verbonden partijen 0 0
5. Andere te ontvangen bedragen (waaronder belastingvorderingen) 3.864 3.552
6. Overgedragen kosten 3.598 2.224
Totaal overige vorderingen 7.462 5.776
Totaal handels- en overige vorderingen 45.173 40.620

Aangezien de handelsvorderingen op korte termijn zijn, benadert de reële waarde de actuele waarde deze activa.

10.6.1 Leasing vorderingen

Leasingovereenkomsten waarbij de tegenpartij, de leasingnemer, als economische eigenaar van het actief wordt beschouwd, worden opgenomen als vordering voor een bedrag gelijk aan de constante waarde van de toekomstige minimale leasebehandelingen. De contante waarden van de toekomstige minimale leasebetalingen bedroegen 482 KEUR per 31 december 2019 (2018: 819 KEUR).

De invorderbare, minimale lease betalingen zijn als volgt:

2019 (KEUR) Hoogstens 1 jaar 1 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar Totaal
Toekomstige minimale lease betalingen 273 221 0 494
Financieringsbaten 9 3 0 12
Contante waarde van de toekomstige
minimale lease betalingen
264 218 0 482

10.6.2 Kredietrisico op openstaande vorderingen

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen, hetgeen zou resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om dit risico te beperken worden kredietanalyses uitgevoerd voor klanten die een bepaalde kredietbehoefte dreigen te overschrijden. Klanten waarvoor een kredietoverschrijding wordt toegestaan worden continu opgevolgd. Het management evalueert voortdurend het volledige klantenbestand op zijn kredietwaardigheid. Hierdoor benadert de boekwaarde van de commerciële vorderingen goed de reële waarde op de balansdatum en dekken de voorzieningen voor dubieuze debiteuren voldoende het risico van de MIKO Groep. Op 31 december 2019 werd er een voorziening voor dubieuze debiteuren in de balans opgenomen voor een bedrag van 992 KEUR (1.016 KEUR in 2018).

De handelsvorderingen in het koffiesegment hebben betrekking op een uitgebreid klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. Op balansdatum vertegenwoordigde de klant met het grootste openstaande saldo slechts 3,67% van de totale openstaande vorderingen in dit segment.

De handelsvorderingen in het kunststofsegment hebben betrekking op een minder uitgebreid klantenbestand, dat evenwel ook verspreid is over verschillende geografische gebieden. De klant met het grootste openstaande saldo vertegenwoordigde op balansdatum 36,23% van de totale openstaande vorderingen in dit segment. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor deze klant een "reverse factoring"-overeenkomst bestaat die de mogelijkheid biedt om op elk moment vervroegde betaling te eisen onder aftrek van een disconto, hetgeen het kredietrisico in belangrijke mate beperkt.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt voor het koffiesegment 52 dagen (2018: 59 dagen) en voor het kunststofsegment 70 dagen (2018: 57 dagen). Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen.

In de post handelsvorderingen zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van 7.960 KEUR die vervallen waren op datum van dit verslag en waarvoor geen waardevermindering werd geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De meerderheid van deze vervallen vorderingen kaderen immers in het exportbeleid dat gevoerd wordt door de Miko Groep, waar de facto langere betalingstermijnen gelden.

10.6.3 Vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
1-30 dagen 5.097 4.772
31-60 dagen 1.337 1.083
61-90 dagen 236 248
>90 dagen 1.290 1.679
Totaal 7.960 7.782

10.6.4 Bewegingen in de voorziening voor dubieuze debiteuren

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Balans bij het begin van het boekjaar 1.016 676
Gebruik van provisie -228 -89
Aanleg nieuwe provisie 206 429
Omrekeningsverschillen -2 0
Saldo 992 1.016

10.6.5 Marktrisico: wisselkoersrisico

Er bestaat een valuta risico wanneer de transactie wisselkoers afwijkt van de lokale functionele wisselkoers. Dit is voor de Groep voornamelijk het geval in het Verenigd Koninkrijk (aankopen in EUR en verkopen in GBP). In Polen wordt er zowel aan-als verkocht in EUR, waardoor het valutarisico wordt beperkt. In de andere vennootschappen binnen de Groep die een andere functionele munt hebben dan euro, is het aandeel aankopen in euro beperkt.

Op basis van de gemiddelde volatiliteit van het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:

EUR/GBP Mogelijke volatiliteit
Slotkoers 31/12/2018 0,8954 9,98%
Slotkoers 31/12/2019 0,8508 7,18%
Netto boekwaarde in KGBP 2019 2018
Handelsschulden -759 -630
Handelsvorderingen 1.650 1.668
Voorraden 1.563 1.487
Liquide middelen 835 664
Netto boekwaarde 3.227 3.189

Als de Britse Pond in 2019 ten opzichte van de euro resp. verzwakte of verstevigde volgens de bovenstaande geschatte wijzigingen, dan zou het nettoresultaat van de Groep in 2019 met 263 KEUR resp. afnemen of toenemen.

De gemiddelde volatiliteit wordt bepaald op basis van de dagelijks GBP/EUR wisselkoers zoals gepubliceerd door de NBB. Eerst wordt de standaarddeviatie berekend van de dagelijkse % wijzigingen in de GBP/EUR wisselkoers. Deze wordt dan vermenigvuldigd met de vierkantswortel van het aantal elementen in de berekening van de standaarddeviatie.

10.6.6 Andere

Er zijn per einde 2019 geen indicatoren, zoals verlies van marktaandeel of technologische achterstand, die wijzen op de noodzaak bepaalde vorderingen op minder dan één jaar af te waarderen.

10.7 Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Kas 44 46
Bankgelden 17.399 26.069
Termijndeposito's op minder dan 3 maanden 0 0
Negatieve banksaldi bij kredietinstellingen -1.658 -1.207
Totaal geldmiddelen 15.785 24.908

10.8 Kapitaalbeheer

Miko bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De doelstellingen van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn onveranderd gebleven. Zo wordt aan de verschillende entiteiten de mogelijkheid gegarandeerd om te kunnen opereren als een "going concern", waarbij ook steeds de nodige aandacht wordt geschonken aan de verhouding tussen het risiconiveau enerzijds en de ingezette middelen en de prijzen anderzijds.

De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, reserves, overgedragen resultaat en minderheidsbelangen.

De netto schuldgraad op jaareinde bedroeg:

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Schulden op meer dan één jaar 56.823 58.164
Rentedragende lening op ten hoogste één jaar 26.792 19.348
Liquide middelen -17.443 -26.115
Netto 66.172 51.397
Eigen vermogen 102.336 93.946
Netto schuldgraad 64,66% 54,71%

De Groep is niet onderhevig aan extern opgelegde kapitaalvereisten.

10.9 Financiële en overige schulden

Financiële schulden 2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
I. Rentedragende leningen op minder dan één jaar
Kortetermijnschulden bij financiële instellingen
Financiële leaseverplichtingen 4.465 802
Negatieve banksaldi bij financiële instellingen 1.658 1.207
Overige 3.625 3.353
Binnen 12 maanden verschuldigde bedragen
Leningen bij financiële instellingen 14.228 11.736
Andere kortetermijnschulden
Rentedragende leningen bij derden 0 0
Rentedragende leningen bij aanverwante partijen 2.816 2.250
Totale rentedragende leningen op minder dan één jaar 26.792 19.348
II. Rentedragende leningen op meer dan één jaar
Langetermijnschulden bij financiële instellingen
Financiële leaseverplichtingen 10.723 3.209
Leningen bij financiële instellingen 35.196 40.398
Andere langetermijnschulden
Overige rentedragende leningen bij derden 0 0
Overige langetermijnschulden 1 3.043 7.445
Totale rentedragende leningen op meer dan één jaar 48.962 51.052

1 Deze post heeft onder andere betrekking op de reële waarde van de toekomstige verplichting om een minderheidsbelang in een van de groepsvennootschappen over te nemen van derden. Deze reële waarde is berekend op basis van reële waardehiërarchie niveau 3 en betreft een multiple van EBITDA zoals contractueel bepaald.

De overige lange en korte termijn financiële schulden bevatten verplichtingen met betrekking tot de toekomstige verwerving van aandelen voor een bedrag van 6.673 KEUR.

De langlopende rentedragende verplichtingen met een initiële looptijd van meer dan 1 jaar daalden met 5.202 KEUR. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de leningen bij finaniële instellingen.

Schulden bij financiële instellingen 31/12/2018 52.134
Aflossing leningen -13.679
Nieuwe leningen 10.900
Omrekeningsverschillen 70
Schulden bij financiële instellingen 31/12/2019 49.424

De stijging van de leasingschulden op lange en korte termijn zijn het resultaat van de toepassing van IFRS 16. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de leasing schulden.

Leasing schuld 31/12/2018 4.011
Eerste toepassing IFRS 16 13.372
Aflossing leasing -4.540
Nieuwe leasing 3.053
Omrekeningsverschillen 148
Beëindiging leasings -856
Leasing schuld 31/12/2019 15.188

Alle leningen werden aangegaan in euro, zloty of roepia. De leningen zijn aangegaan om de investeringen van de Groep in gebouwen, uitrustingsgoederen en overnames te financieren. De leningen hebben een vervaldag tot en met uiterlijk 2026 en zijn aangegaan tegen een gemiddelde rentevoet van 1,46%. De Groep beschikt over niet opgenomen kredietlijnen ten bedrage van 9.495 KEUR.

Voor leningen aan aanverwante partijen wordt verwezen naar punt 10.16.

De uitsplitsing van de leningen bij financiële instellingen naar vervaldatum geeft volgende situatie:

2018 (KEUR) Hoogstens 1 jaar 1 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar
Langetermijnschulden bij financiële instellingen 11.736 32.363 8.035
Overige rentedragende leningen 3.353 7.445 0
Financiële leaseverplichtingen (totaal) 802 2.218 992
Totale rentedragende leningen 15.892 50.061 992
2019 (KEUR) Hoogstens 1 jaar 1 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar
Langetermijnschulden bij financiële instellingen 14.228 31.439 3.757
Overige rentedragende leningen 3.625 3.043 0
Financiële leaseverplichtingen (totaal) 4.465 9.291 1.432

De bovenvermelde bedragen zijn exclusief toekomstige intrestlasten, voor een bedrag van 2.483 KEUR, berekend op basis van de geldende intrestvoet op balansdatum (eind 2018 was dit 2.227 KEUR).

Overzicht van de gebruikte effectieve rentevoeten (%) 2019 2018
Leningen 0,2-6,5 0,2-6,5
Andere schulden 2,00 2,00
Financiële leaseverplichtingen 0,75-5,62 2,62-13,59

In onderstaande maturiteitstabel worden de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen weergegeven per 31 december 2019.

2019 (KEUR) Hoogstens 1 jaar 1 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar
Langetermijnschulden bij financiële instellingen 14.601 32.130 4.130
Overige rentedragende leningen 3.625 3.043 0
Financiële leaseverplichtingen (totaal) 4.621 10.019 1.594
Totale rentedragende leningen 22.847 45.193 5.723

Alle leningen werden afgesloten in euro, zloty of roepia. De leningen bij financiële instellingen betreffen zowel leningen met vaste als met vlottende rentevoet. De overige financiële schulden zijn aangegaan tegen een vaste rentevoet.

10.9.1 Reële waarde financiële verplichtingen

Voor de verschillende rubrieken aan financiële verplichtingen worden de boekwaarden en de reële waarden geanalyseerd. Onderstaande tabel omvat enkel de financiële verplichtingen voor dewelke de reële waarde afwijkt van de boekwaarde. Voor de niet opgenomen financiële verplichtingen gaan we ervan uit dat de boekwaarde de reële waarde benadert. De reële waarde van de bankleningen wordt berekend als de contante waarde van toekomstige kasstromen (niveau 2 input).

Financiële verplichting Netto boekwaarde 31/12/2019
KEUR
Reële waarde
31/12/2019
KEUR
Onroerende leasing 2.167 2.468

10.10 Handels- en overige schulden

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
Langlopende handelsschulden en overige schulden
Langlopende handelsschulden 36 2
Overige schulden 812 832
Totaal handels- en overige schulden op meer dan één jaar 848 834
Handels- en overige schulden
Handelsschulden 22.515 22.871
Overige schulden 974 2.541
Overlopende rekeningen 5.682 3.643
Totaal handels- en overige schulden op minder dan één jaar 29.171 29.055
Te betalen belastingen en sociale zekerheidsschulden
Belastingschulden 3.824 3.525
Sociale zekerheidsschulden 5.887 4.978
Totaal belastings- en sociale zekerheidsschulden op minder dan één jaar 9.711 8.503

De boekwaarde van de handels- en overige schulden benadert goed de reële waarde op balansdatum, gezien het korte termijn karakter.

10.11 Voorzieningen

(KEUR) Personeels
beloningen
Milieu
voorzieningen
Overige
voorzieningen
Totaal
Op 1 januari boekjaar 1.063 799 1.862
Bijkomende provisies 324 193 517
Terugname van niet-gebruikte
provisies
-94 0 -94
Opname van provisies (gebruik) -25 -30 -55
Wisselkoersverschillen 15 1 16
Andere wijzigingen
Op 31 december boekjaar 1.283 963 2.246

De voorziening ter financiering van de personeelsbeloningen bedraagt 1.283 KEUR (2018: 1.063 KEUR). Deze voorziening werd opgezet met het oog op de wettelijke regeling in verband met het brugpensioen, de groepsverzekering in België en de wettelijke pensioenverplichtingen in Polen en Indonesië. Voor meer informatie met betrekking tot de voorziening inzake groepsverzekering in België, verwijzen we naar toelichting 9.4.1.

De stijging van de overige voorzieningen heeft voornamelijk betrekking op de waardering van het aandelenoptieplan volgens het Black & Scholes model. De "fair value" van de aandelenopties bedroeg op balansdatum 842 KEUR.

10.12 Uitgestelde belasting op het actief

Uitgestelde belastingvorderingen worden in de balans opgenomen voor de tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:

2018
(KEUR)
Debet/credit
resultaten
Rekening
Debet/credit
eigen
vermogen
Debet/credit
acquisitie
Wisselkoers
verschillen
2019
(KEUR)
1. Afschrijvingen 199 +18 217
2. Immateriële vaste activa 391 -41 350
3. Voorzieningen 13 -13 0
4. Valutavoorzieningen 0 0 0
5. Verplichtingen uit hoofde van
vergoedingen na uitdiensttreding
20 0 20
6. Fiscale verliezen 16 -16 0
7. Voorraad 60 +11 71
8. Overige 8 +58 66
Totaal 707 +17 724

Het management schat de recupereerbaarheid van de fiscale verliezen in op basis van het operationele budget van de Miko Groep voor de volgende boekjaren.

10.13 Uitgestelde belastingen op het passief

Uitgestelde belastingverplichtingen worden in de balans opgenomen voor tijdelijke verschillen. De beweging van de belastinglatenties gedurende de verslagperiode is als volgt:

2018
(KEUR)
Debet/credit
resultaten
Rekening
Debet/credit
eigen
vermogen
Debet/credit
acquisitie
Wisselkoers
verschillen
2019
(KEUR)
1. Afschrijvingen -3.761 -442 -16 -4.219
2. Immateriële vaste activa -608 141 -25 -3 -495
3. Voorzieningen 84 47 131
4. Valutavoorzieningen 0 0
5. Verplichtingen uit hoofde van
vergoedingen na uitdiensttreding
0 0
6. Fiscale verliezen 0 141 141
7. Voorraad -298 7 -22 -313
8. Overige 168 -179 -11
Totaal -4.415 -285 -47 -19 -4.766

Het verschil tussen de belastinglatentie op de balans en de berekening op basis van het Belgische tarief van 25% bedraagt -573 KEUR in 2019 (in 2018: -1.357 KEUR) en is te wijten aan de verschillende belastingtarieven in onze thuislanden en de aangekondigde belastingverlaging in België.

Er zijn op balansdatum geen significant ongebruikte belastingslatenties.

10.14 Voorwaardelijke verplichtingen en verbintenissen

Er zijn geen verplichtingen aangegaan om materiële en immateriële vaste activa te verwerven.

Vanaf 1 januari 2019 werd IFRS 16 toegepast. Hierbij werden alle operationele leaseovereenkomsten in de balans opgenomen. We verwijzen naar toelichting 10.1 voor een overzicht van de gebruiksrechten op activa. Daarnaast heeft Miko reeds een verplichting aangegaan voor het gebruiksrecht van materiële vaste activa die pas ingaan in de loop van 2020 voor een bedrag van 508 KEUR (niet-verdisconteerd).

In onderstaande maturiteitstabel worden de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen weergegeven per 31 december 2019.

2019 (KEUR) Hoogstens 1 jaar 1 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar
Operationele leaseverplichtingen (startend vanaf 2020) 102 351 55

De Groep heeft solidaire borgstellingen ten aanzien van financiële instellingen voor een bedrag van 25.528 KEUR (in 2018: 25.510 KEUR).

Binnen de Miko Groep zijn geen materiële claims of geschillen lopende.

10.15 Overzicht van de aandelen

2019 2018
I. Beweging in het aantal aandelen
Aandelen begin verslagperiode 1.242.000 1.242.000
Aantal uitgegeven aandelen
Aandelen einde verslagperiode 1.242.000 1.242.000
Aantal ingekochte aandelen netto in verslagperiode
II. Overige informatie
1. Nominale waarde van de aandelen N.v.t. N.v.t.
2. Aantal aandelen in bezit van onderneming of aanverwante partijen 687.000 687.000
III. Berekening van de winst per aandeel
1.1. Aantal aandelen 1.242.000 1.242.000
1.2. Gemiddeld aantal aandelen in bezit van de Miko Groep
1.3. Aantal aandelen voor berekening gewone winst per aandeel 1.242.000 1.242.000
1.4. Aantal gemiddeld uitstaande aandelenopties op het einde van de periode 45.275 37.075
1.5. Aantal aandelen voor de berekening verwaterde winst per aandeel 1.247.918 1.248.558
1.6 Berekening winst per aandeel (nettowinst toerekenbaar aan de aandeelhouders van MIKO /
1.242.000)
5,71 7,44
2. Winst/(verlies) toerekenbaar aan houders van eigen-vermogensinstrumenten van de
moedermaatschappij (in KEUR)
7.097 9.246

Er zijn geen verschillende categorieën van aandelen.

Op het einde van 2019 had de Groep geen eigen aandelen in zijn bezit.

De toekenning van rechten om aandelen aan een vooraf bepaalde prijs aan te kopen is in de loop van de jaren als volgt samengesteld:

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Begin verslagperiode 500 500 5.000 8.350 7.250 7.750 10.850
Uitoefenprijs €46,00 €50,51 €66,30 €69,00 €100,30 €109,20 €117,7 €106,00
Toegekende resp.
uitgeoefende rechten
om aandelen aan vooraf
bepaalde prijs aan te
kopen
-1000 -1000 12.150
(Nog) niet uitgeoefende
rechten
500 500 4.000 7.350 7.250 7.750 10.850 12.150
Vestingsperiode 3 jaar 3 jaar 3 jaar 3 jaar 3 jaar 3 jaar 3 jaar 3 jaar
Uitoefenperiode 10 jr. 10 jr. 7 jr. 1 7 jr. 2 7 jr. 3 7 jr.4 7 jr.5 7 jr.6

1Van de rechten uitgegeven in 2014 hebben er 4.000 een looptijd van 7 jaar.

2Van de rechten uitgegeven in 2015 hebben er 7.350 een looptijd van 7 jaar

3Van de rechten uitgegeven in 2016 hebben er 6.750 een looptijd van 7 jaar, de overige 500 hebben een looptijd van 5 jaar. 4Van de rechten uitgegeven in 2017 hebben er 6.300 een looptijd van 7 jaar, de overige 1.450 hebben een looptijd van 5 jaar.

5Van de rechten uitgegeven in 2018 hebben er 7.450 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.400 hebben een looptijd van 5 jaar.

6Van de rechten uitgegeven in 2019 hebben er 8.500 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.650 hebben een looptijd van 5 jaar.

De waarde van de op aandelen gebaseerde vergoeding wordt in de kosten opgenomen, gespreid over de wachtperiode. De berekening van de waarde gebeurt met behulp van het model van Black & Scholes.

De volgende criteria zijn gebruikt om de berekening te maken:

2017 1 2018 2 2019 3
Optieprijs 109,20 117,70 106,00
Huidige aandelenprijs 107,00 107,00 107,00
Verwachte levensduur optie 2,00-4,00 3,00-5,00 4,00-6,00
Volatiliteit aandelenprijs 21,63% 21,63% 21,63%
Risicovrije interestvoet 0,07% 0,07% 0,07%
Dividend 1,38% 1,72% 1,92%

1 Van de rechten uitgegeven in 2017 hebben er 6.300 een looptijd van 7 jaar, de overige 1.450 hebben een looptijd van 5 jaar.

2 Van de rechten uitgegeven in 2018 hebben er 7.450 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.400 hebben een looptijd van 5 jaar. 3

Van de rechten uitgegeven in 2019 hebben er 8.500 een looptijd van 7 jaar, de overige 3.650 hebben een looptijd van 5 jaar.

De "fair value" van de aandelenopties bedroeg op balansdatum 842 KEUR. Hiervan is 389 KEUR gerelateerd aan aandelenopties toegekend aan de leden van het exploitatie comité.

10.16 Aanverwante partijen

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
I. ACTIVA AANVERWANTE PARTIJEN
II. VERPLICHTINGEN AAN AANVERWANTE PARTIJEN
1. Rentedragende verplichtingen 2.600 2.250
2. Schulden
3. Overige verplichtingen
III. TRANSACTIES MET AANVERWANTE PARTIJEN
1. Verkoop van goederen
2. Aankoop van goederen
3. Verrichtingen
4. Aankoop van diensten
5. Transfers m.b.t. financieringsvoorwaarden
6. Vergoedingen van directiepersoneel en bestuurders 1 1.713 2.067
7. Leningen toegekend aan directiepersoneel en bestuurders 212
8. Betaalde intresten 48 45

1 Elk van de bestuurders ontving in 2019 een forfaitaire vergoeding van 13.000 euro. De vergoedingen van Beau Noir BV (vast vertegenwoordigd door Mevr. Inge Demeyere) en S-More 3P (vast vertegenwoordig door Dhr. Mark Stulens), werden geprorateerd op basis van de datum van hun respectievelijke benoeming als bestuurder van de Vennootschap..

De voorzitter van de Raad van Bestuur ontving een bijkomende vergoeding van 2.000 euro.

Het vaste basissalaris van de CEO in 2019 bedroeg 254.834,64 EUR. Het variabele gedeelte betaald in 2019 op basis van doelstellingen 2018, bedroeg 57.692,95 EUR. De bijdrage voor de pensioenregeling en invaliditeitsverzekering bedroeg 88.935,99 EUR en de voordelen in natura (wagen, etc) bedroegen 25.478,37 EUR

Voor 2019 zijn de gezamenlijke vergoedingen voor het EXCO (met uitsluiting van de vergoeding van de CEO) als volgt. Het vaste basissalaris in 2019 bedroeg 871.013,86 EUR. Het variabele gedeelte bedraagt 138.951,65 EUR. De bijdragen voor pensioenopbouw en invaliditeitsverzekering bedroeg 273.569,85 EUR. De voordelen in natura over 2019 (wagen etc), bedroegen gezamenlijk 64.761,16 EUR.

De vergoedingen ten aanzien van Dhr. Johan Vandervee werden in deze bedragen opgenomen tot 1 oktober 2019.

Voor meer informatie met betrekking tot de vergoeding van directiepersoneel en bestuurders, wordt verwezen naar het remuneratieverslag (punt 4 van het jaarverslag).

De rentedragende verplichtingen betreft een lening bij Imko Holding N.V.. Deze lening werd aangegaan voor een duur van maximum één jaar, tegen een rentevoet gelijk aan 2%. Zie hierover tevens punt 5.2. van het jaarverslag.

10.17 Lijst van de opgenomen vennootschappen

Naam Land Belang
2019
Belang
2018
Ondernemings
-nummer
Maatschappelijke
zetel
Aantal
werk
nemers
Miko Koffie NV België 100,00% 100,00% 0869.777.422 Steenweg op Mol 177,
2300 Turnhout
50
Miko Coffee Service NV België 100,00% 100,00% 0429.197.383 Steenweg op Mol 177,
2300 Turnhout
94
Miko Pac NV België 100,00% 100,00% 0433.522.197 Steenweg op Turnhout
160, 2360 Oud
Turnhout
158
Miko Technics NV België 100,00% 100,00% 0418.703.864 Steenweg op Mol 177,
2300 Turnhout
3
Miko Kaffee GmbH Duitsland 75,00% 75,00%
Miko Koffie Service BV Nederland 100,00% 100,00%
Miko Café Service SAS Frankrijk 100,00% 100,00%
Miko Kava s.r.o. Tsjechië 100,00% 100,00%
Miko Kava s.r.o. Slowakije 75,00% 75,00%
Miko Coffee Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
Cornish Coffee Company Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
Miko Coffee South West Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
Miko Scotland Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
Ethical Direct Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
The Office Coffee Company Ltd Groot
Brittannië
100,00% 100,00%
Kaffekompaniet AB Zweden 100,00% 100,00%
AT Vending AB Zweden 100,00% 100,00%
ABC Mokka ApS Denemar
ken
100,00% 70,00%
Freehand Coffee Company A/S Denemarken 75,00% 75,00%
Freehand International II A/S Denemarken 75,00% 75,00%
Miko Pac Sp. z o.o. Polen 100,00 % 100,00 %
Miko-Hordijk Verpackungen GmbH Duitsland 70,00% 70,00%
Beverage Marketing Australia Pty Ltd Australië 75,00% 75,00%
Miko Coffee USA Inc. USA 100,00% 100,00%
PT. Innoware Indonesia 50,00% 50,00%
Kaffebryggeriet AS Noorwegen 90,00% 90,00%
Miko Pac France SAS Frankrijk 55,00% 55,00%
Smiling Faces AB Zweden 100,00% 100,00%

Alle bovenvermelde ondernemingen worden geconsolideerd volgens de integrale methode.

De joint-venture met PT. Innoware (Indonesië) werd opgenomen in de consolidatie volgens de integrale methode aangezien er een contractuele mogelijkheid bestaat om in de toekomst een meerderheidsbelang in de vennootschap te verwerven.

10.18 Aandeelhoudersstructuur

Situatie op 31 december 2019, zoals bekend aan de vennootschap:

Aandeelhouder Aantal aandelen Percentage aandelen
Stichting Administratiekantoor OKIM 403.710 32,50%
Imko Holding N.V. 283.290 22,81%
De Wilg Comm.V. 53.361 4,30%
FMR LLC (1) 49.996 4,03%
Publiek 451.643 36,36%
TOTAAL 1.242.000 100,00%

1 De participatie van FMR Co. Inc is gekend aan de Vennootschap op basis van de door MIKO N.V. ontvangen transparantiekennisgeving.

Voor meer informatie, zie sectie 5 (kapitaal en aandelen) van het jaarverslag.

10.19 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum

De laatste weken groeide het nieuwe coronavirus (COVID-19) uit tot een pandemie met ernstige gevolgen voor burgers, maatschappij en industrieën wereldwijd.

De prioriteit van Miko is de gezondheid en veiligheid van al haar medewerkers. Daarom werden zeer strikte gezondheidsmaatregelen en andere voorzorgen genomen, zoals thuiswerk en social distancing. In de fabrieken voor koffie en kunststof werd letterlijk alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle aanbevelingen en richtlijnen van de overheid en het WHO, om zo de verspreiding van het virus tegen te gaan.

Door de maatregelen van de diverse overheden (lockdown, sluiting horeca, verplicht telewerk e.d.m.) volgde er vanaf midden maart een serieuze terugval van de omzet binnen het koffiesegment. De Miko-groep focust zich immers voornamelijk op de "out of home" markt (kantoren, industrie en horeca).

De impact is voorlopig nog minimaal voor het kunststofsegment, aangezien het grootste deel van de omzet daar bestaat uit verpakkingsmateriaal voor de voedingssector, een sector die minder gebukt gaat onder deze COVID-crisis.

Gezien de onzekerheid rond de verdere ontwikkeling van COVID-19, is het op dit moment niet mogelijk om een betrouwbare inschatting te maken van de impact van deze pandemie op de resultaten van de groep over 2020. De Miko-groep kan echter terugvallen op een sterke balans en een ruime liquiditeitspositie.

Met dit gegeven als uitgangspunt is het management van de Miko-groep nagegaan wat de mogelijke de impact van COVID-19 op de liquiditeit van de groep zou kunnen zijn bij een aantal verschillende scenario's. Hierbij kon steeds worden geconcludeerd dat de continuïteit van de groep voor het volgende jaar is gewaarborgd.

11 Verantwoordelijkheidsverklaring

We verklaren dat, voor zover ons bekend, de jaarrekening, opgesteld in overeenstemming met de IFRS-richtlijnen zoals goedgekeurd door de EU,

  • een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst van MIKO N.V. en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen; en
  • het jaarverslag een getrouw beeld geeft omtrent de toestand op balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar van MIKO N.V. en van de met haar verbonden ondernemingen waarvan de gegevens in haar jaarrekening zijn opgenomen en dat in het jaarverslag de wezenlijke risico's waarmee MIKO N.V. wordt geconfronteerd, zijn beschreven.

In naam en voor rekening van de Raad van Bestuur,

Kristof Michielsen Bestuurder

Karl Hermans Bestuurder

Frans Van Tilborg Gedelegeerd bestuurder CEO

12 Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap MIKO N.V. over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN MIKO NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2019

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van MIKO NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.

Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 21 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 22 boekjaren.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening en het geconsolideerde overzicht van het gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat, de tabel evolutie van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een geconsolideerd balanstotaal van EUR'000 224.833 en de geconsolideerde resultatenrekening sluit af met een winst van het boekjaar van EUR'000 6.831.

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2019 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor het oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Woluwe Garden, Woluwedal 18, B-1932 Sint-Stevens-Woluwe T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCC BEBB

Benadrukking van een bepaalde aangelegenheid – Gebeurtenis na de datum van afsluiting van het boekjaar

Wat betreft de COVID-19 pandemie, vestigen wij de aandacht op toelichting 10.19 van de geconsolideerde jaarrekening. Daarin licht de raad van bestuur toe dat de gevolgen van deze pandemie een effect van materieel belang zouden kunnen hebben op de bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap in 2020, maar dat ze geen effecten van materieel belang hebben op de financiële toestand van de Vennootschap per 31 december 2019. Wij brengen geen voorbehoud in ons oordeel tot uitdrukking met betrekking tot deze aangelegenheid.

Kernpunten van de controle

Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Boekwaarde van goodwill (zie Toelichting 10.2)

Beschrijving van het kernpunt van de controle

De Miko Groep heeft voor EUR 45,1 miljoen aan immateriële activa (31 december 2018 - EUR 44,6 miljoen), die voornamelijk bestaan uit goodwill (EUR 42,1 miljoen). De boekwaarde van deze goodwill is afhankelijk van toekomstige kasstromen en wanneer deze kasstromen niet voldoen aan de verwachtingen van de Groep, bestaat het risico dat deze een bijzondere waardevermindering moeten ondergaan. De analyse die door de Groep is uitgevoerd in dit kader bevat een aantal belangrijke beoordelingen en veronderstellingen, onder meer over omzetgroei, winstmarges, eindwaarden en disconteringsvoeten. Wijzigingen in deze veronderstellingen kunnen leiden tot een wijziging in de boekwaarde van de goodwill. Binnen de Miko Groep worden de segmenten koffie en kunststof als kasstroomgenererende eenheden ("KGE") beschouwd voor het testen van de goodwill op bijzondere waardeverminderingen. Om deze redenen wordt dit kernpunt als meest significant beschouwd bij onze controle.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

We hebben de analyse van de Miko Groep verkregen en de redelijkheid van de methodologie en de belangrijkste veronderstellingen getest, inclusief winst- en kasstroomgroei, eindwaarden, en de selectie van disconteringsvoeten. We hebben de onderbouw van de veronderstellingen van het management beoordeeld, inclusief het vergelijken van relevante veronderstellingen met de industrie-specifieke en economische voorspellingen. Daarbij werkten we samen met onze interne waarderingsspecialisten. We hebben eveneens de historische accuraatheid nagekeken van de budgetten in vergelijking met werkelijke resultaten om te bepalen of de hierop gebaseerde kasstroomvooruitzichten een voldoende betrouwbare basis vormen. We hebben de gevoeligheidsanalyses van het management verkregen en geëvalueerd om de impact van mogelijke wijzigingen in de belangrijkste veronderstellingen vast te stellen en we hebben onze eigen onafhankelijke gevoeligheidsberekeningen uitgevoerd om de neerwaartse wijzigingen in de modellen te kwantificeren die vereist zijn om te resulteren in een bijzondere waardevermindering.

Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de beoordelingen van het management, waarbij het management bepaalde dat er geen bijkomende waardevermindering moet worden opgenomen voor de goodwill en immateriële vaste activa, werden onderbouwd door redelijke veronderstellingen die onredelijke negatieve veranderingen zouden vereisen voordat een materiële waardevermindering noodzakelijk was. Met betrekking tot de twee KGE (koffie en kunststof) hebben we vastgesteld dat dit het laagste niveau is waarop van elkaar onafhankelijke kasstromen bestaan en waarop het management goodwill voor interne doeleinden controleert, dat het consistent is met de manier waarop de resultaten en de financiële positie van de Groep worden gerapporteerd aan het directiecomité en de raad van bestuur en dat het aldus voldoet aan IFRS zoals aangenomen door de Europese Unie.

Waardering van overige lange termijnschulden (zie Toelichting 10.9)

Beschrijving van het kernpunt van de controle

De Miko Groep heeft voor EUR 3,0 miljoen overige langetermijnschulden (31 december 2018 - EUR 5,8 miljoen), die betrekking hebben op de toekomstige verplichting om minderheidsbelangen in een aantal groepsvennootschappen over te nemen van derden. De waardering van deze verplichtingen is afhankelijk van de evolutie van de onderliggende toekomstige resultaten (voornamelijk van EBITDA) van deze groepsvennootschappen en wanneer deze resultaten niet overeenstemmen met de huidige inschattingen van de Groep, bestaat het risico dat deze lange termijnschulden dienen te worden geherwaardeerd. De analyse die door de Groep is uitgevoerd in dit kader bevat een aantal belangrijke beoordelingen en veronderstellingen, onder meer over omzetgroei en winstmarges. Wijzigingen in deze veronderstellingen kunnen leiden tot een wijziging in de boekwaarde van de lange termijnschulden. Om deze redenen wordt dit kernpunt als meest significant beschouwd bij onze controle.

Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle

We hebben de analyse van de Miko Groep verkregen en de redelijkheid van de methodologie en de belangrijkste veronderstellingen getest, inclusief winst- en kasstroomgroei. We hebben de onderbouw van de veronderstellingen van het management beoordeeld. We hebben eveneens de historische accuraatheid nagekeken van de budgetten in vergelijking met werkelijke resultaten om te bepalen of de hierop gebaseerde kasstroomvooruitzichten een voldoende betrouwbare basis vormen.

Naar aanleiding van onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de beoordelingen van het management werden onderbouwd door redelijke veronderstellingen.

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur et voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven;
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
  • het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.

Wij communiceren met de raad van bestuur en met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.

Wij verschaffen aan de raad van bestuur en aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Uit de aangelegenheden die met de raad van bestuur en met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wetof regelgeving.

Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van niet-financiële informatie gehecht aan het jaarverslag, en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, het verslag van niet-financiële informatie gehecht aan het jaarverslag, en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening

Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in een afzonderlijk verslag dat deel uitmaakt van sectie ' Corporate social responsibility' van het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening. Dit verslag van niet-financiële informatie bevat de op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste inlichtingen en is in overeenstemming met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Sustainable Development Goals (SDG). Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met het in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Sustainable Development Goals.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

  • Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep.
  • De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.

Andere vermeldingen

Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Sint-Stevens-Woluwe, 10 april 2020

De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door

Koen Hens Bedrijfsrevisor

Statutaire jaarrekening Miko N.V.

1. Balans

Verkorte balansen na winstverdeling per 31 december 2019 en 2018 1 :

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
ACTIVA
II. Immateriële vaste activa 211 255
III. Materiële vaste activa 674 641
IV. Financiële vaste activa 68.869 69.841
VASTE ACTIVA 69.754 70.737
V. Overige vorderingen op meer dan één jaar 1.280
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.782 2.598
VIII. Geldbeleggingen
IX. Liquide middelen 199 246
X. Overlopende rekeningen 89 173
VLOTTENDE ACTIVA 3.350 3.018
TOTAAL DER ACTIVA 73.104 73.755
PASSIVA
I. Kapitaal 5.065 5.065
IV. Reserves 59.529 59.597
V. Overgedragen winst 1 1
EIGEN VERMOGEN 64.594 64.663
VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 941 794
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN 941 794
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 7.548 8.298
X. Overlopende rekeningen 21
SCHULDEN 7.569 8.298
TOTAAL DER PASSIVA 73.104 73.755

1De volledige individuele jaarrekening van MIKO N.V. is gratis verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap en kan tevens worden aangevraagd via [email protected].

2. Resultatenrekening

Verkorte resultatenrekening na winstverdeling per 31 december 2019 en 2018:

2019
(KEUR)
2018
(KEUR)
I. Bedrijfsopbrengsten 4.468 3.860
Omzet
Andere bedrijfsopbrengsten 4.463 3.790
Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 5 71
II. Bedrijfskosten 5.312 3.546
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
Diensten en diverse goederen 2.200 1.479
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 2.523 2.280
Afschrijvingen en waardeverminderingen op
oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa
427 205
Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in
uitvoering en handelsvorderingen
(toevoegingen +, terugnemingen -)
Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +,
bestedingen en terugneming -)
147 -419
Andere bedrijfskosten 15 1
Niet-recurrente bedrijfskosten
III. Bedrijfswinst/(verlies) -844 314
IV. Financiële opbrengsten 1.034 1.927
V. Financiële kosten -256 -376
IX. Winst van het boekjaar vóór belastingen -66 1.865
X. Belastingen op het resultaat 3 207
XI. Winst van het boekjaar -69 1.659
XIII. Te bestemmen winst van het boekjaar -69 1.659
Voorstel van resultaatsbestemming 2019
(KEUR)
2018 (KEUR)
Te bestemmen winstsaldo -69 1.659
Te bestemmen winst van het boekjaar -69 1.659
Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1
Onttrekkingen aan het eigen vermogen 69 664
Aan de reserves 69 664
Toevoegingen aan het eigen vermogen
Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies
Aan de wettelijke reserve
Aan de overige reserves
Over te dragen resultaat 1
Over te dragen winst 1
Uit te keren winst -2.323
Vergoeding van het kapitaal -2.323

3. Verslag van de raad van bestuur over de statutaire jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019

Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening van de Miko-Groep over het boekjaar 2019.

4. Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van aandeelhouders van Miko N.V. over de statutaire jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019

Type verklaring:

Oordeel zonder voorbehoud

ADRESSEN

B Miko NV (BE 0404.175.739) Steenweg op Mol 177, B-2300 Turnhout T +32 (0)14 - 46 27 70 F +32 (0)14 - 46 27 99 M [email protected] • www.mikogroup.be

Miko Koffie NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout

Miko Pac NV Steenweg op Turnhout 160 B-2360 Oud-Turnhout

Miko Coffee Service NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout

Miko Technics NV Steenweg op Mol 177 B-2300 Turnhout Steenweg op Mol 177

FR Miko Café Service SAS Zone Industrielle du Chemin Vert rue de l'Angoumois 8 F-95815 Argenteuil - Cedex

Miko Pac France SAS 7 Parc de Brocéliande f-35760 Saint Grégoire

  • NL Miko Koffie Service BV Industrieterrein De Schaapsloop Korte Voren 3 NL-5555 XS Valkenswaard
  • DE Miko-Hordijk Verpackungen GmbH Molkereistrasse 46B D-47589 Uedem

Miko Kaffee GmbH Molkereistrasse 46A D-47589 Uedem

Miko Kaffee GmbH (Süd) Im Erlet 13 90518 Altdorf b. Nürnberg

  • PL Miko Pac Sp. z o.o. ul. Dąbrowa 21 PL-85-147 Bydgoszcz
  • CZ Miko Kava s.r.o. Jinonická 804/80 CZ-15800 Praha 5
  • ID Innoware Indonesia JL. H. Tabri no 17 Cirarab, Legok Tangerang, 15820

UK Miko Coffee Ltd St Anns House, St Anns Road Chertsey Surrey KT16 9EH

Miko Coffee South West Ltd 3 Newbery Commercial Centre Fair Oak Close, Exeter Airport Business Park Clyst Honiton Exeter EX5 2UL

The Cornish Coffee Company Ltd Unit 4, Barncoose Industrial Estate Redruth Cornwall TR15 3RQ

Miko Coffee (Scotland) Ltd 14 Flakefield College Milton East Kilbride G74 1FP Lanarkshire, Scotland

Ethical Direct Ltd Churchill Road Cheltenham Gloucestershire GL53 7EG

  • SK Miko Kava s.r.o. Dlha ul. 401 SK-97213 Nitranske Pravno
  • AUS Beverage Marketing Australia (Pty) Ltd 7 Page Street, Kunda Park, Queensland 4556
  • SE Kaffekompaniet Din Pauspartner AB Datavägen 20 436 32 Askim

AT Vending AB Datavägen 20 436 32 Askim

Smiling Faces AB Kungsbron 19 111 22 Stockholm

DK ABC Mokka ApS Guldalderen 13 DK-2640 Hedehusene

Freehand Coffee Company A/S Svovlhatten 3 Tornbjerg DK-5220 Odense

NO Kaffeautomater AS Prof. Birkelandsvei 25 N-1081 Oslo

Kaffebryggeriet AS Pottemakerveien 6b N-0954 Oslo

FINANCIELE KALENDER 2020/2021

• Algemene vergadering 2020 26 mei 2020
• Betaalbaarstelling dividend 15 juni 2020
• Bekendmaking van de halfjaarresultaten 24 september 2020
• Einde boekjaar 31 december 2020
• Bekendmaking van de jaarresultaten 2020 maart 2021
• Algemene vergadering 2021 mei 2021

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met: Miko NV, Frans Van Tilborg, T +32 (0)14 - 46 27 70

•••

•••

Alle informatie die gedurende het jaar 2019 aan het publiek werd bekend gemaakt, is terug te vinden op de website van de vennootschap: www.miko.eu Relevante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds het afsluiten van het boekjaar, zijn in dit verslag opgenomen,

d.w.z. een weergave van relevante feiten daterend van voor de bestuursvergadering van maart 2020.

Ondanks onze poging om zo actueel mogelijke informatie te verstrekken, is het niet uit te sluiten dat een deel van de informatie toch reeds achterhaald is.

Gelieve voor de recentste info steeds de website te willen raadplegen.

Deze informatie kadert in de voorschriften van artikel 66 van de Prospectuswet.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.