Annual Report • Apr 2, 2015
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)
We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar voor hoofdzakelijk retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. We zijn ook aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.
| Klanten (schatting) | 10 miljoen |
|---|---|
| Medewerkers (vte's) | 36 187 |
| Bankkantoren | 1 601 |
| Verzekeringsnetwerk | 459 agentschappen in België, diverse |
| distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa |
| Fitch | Moody's | Standard & Poor's | |
|---|---|---|---|
| KBC Bank NV | A- | A2 | A |
| KBC Verzekeringen NV | A- | – | A |
| KBC Groep NV | A- | A3 | A |
| KBC Ancora | 18,6% |
|---|---|
| Cera | 2,7% |
| MRBB | 11,5% |
| Andere vaste aandeelhouders | 7,7% |
| Website | www.kbc.com | |
|---|---|---|
| KBC-Telecenter | [email protected] |
Gegevens van 31 december 2014, tenzij anders vermeld. Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag.
1 Klanten: schatting voor de vijf kernmarkten en Ierland; bankkantoren: idem, aangevuld met internationale
bedrijvenkantoren van de groep.
2 De eventuele outlook/watch/review bij deze ratings vindt u verder in dit verslag.
| 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans en beheerd vermogen (op einde periode, in miljoenen euro) | |||||
| Balanstotaal | 320 823 | 285 382 | 256 928 | 238 686 | 245 174 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 150 666 | 138 284 | 128 492 | 120 371 | 124 551 |
| Effecten | 89 395 | 65 036 | 67 295 | 64 904 | 70 359 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 197 870 | 165 226 | 159 632 | 161 135 | 161 783 |
| Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 29 948 | 26 928 | 30 058 | 30 488 | 31 487 |
| Totaal eigen vermogen | 18 674 | 16 772 | 15 879 | 14 514 | 16 521 |
| Risicogewogen activa (Basel II tot en met 2012, Basel III vanaf 2013) | 132 034 | 126 333 | 102 148 | 91 216 | 91 236 |
| Beheerd vermogen | 208 813 | 192 795 | 155 216 | 162 977 | 185 704 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||||
| Totale opbrengsten | 8 378 | 7 310 | 7 733 | 7 448 | 6 720 |
| Exploitatiekosten | -4 436 | -4 344 | -4 248 | -3 843 | -3 818 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 656 | -2 123 | -2 511 | -1 927 | -506 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 1 860 | 13 | 612 | 1 015 | 1 762 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | 3,72 | -1,93 | -1,09 | 1,03 | 3,32 |
| Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro) | 3,72 | -1,93 | -1,09 | 1,03 | 3,32 |
| Aangepast nettoresultaat, groepsaandeel | – | – | 1 496 | 960 | 1 629 |
| België | – | – | 1 360 | 1 570 | 1 516 |
| Tsjechië | – | – | 581 | 554 | 528 |
| Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) | – | – | -260 | -853 | -182 |
| Groepscenter | – | – | -185 | -311 | -234 |
| Genderdiversiteit | |||||
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand (percentage vrouwen) | 60% | 59% | 58% | 57% | 57% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur (percentage vrouwen) | 4% | 4% | 10% | 15% | 22% |
| Milieuefficiëntiegegevens voor de KBC-groep in België (per vte) | |||||
| Elektriciteitsverbruik (in GJ) | 24,3 | 21,3 | 20,8 | 21,3 | 21,2 |
| Verbruik gas en stookolie (in GJ) | 15,0 | 12,6 | 12,6 | 16,0 | 12,7 |
| Vervoer (in km, woon-werkverkeer en dienstritten) | 14 836 | 14 563 | 14 440 | 13 646 | 13 524 |
| Papierverbruik (in ton) | 0,17 | 0,14 | 0,13 | 0,12 | 0,11 |
| Waterverbruik (in m3 ) |
9,3 | 8,2 | 8,5 | 9,0 | 9,1 |
| Broeikasgasemissie (in ton) | 2,4 | 2,2 | 1,8 | 2,5 | 2,2 |
| KBC-aandeel | |||||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in duizenden) | 357 938 | 357 980 | 416 967 | 417 364 | 417 781 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in euro) | 32,8 | 28,7 | 29,0 | 28,3 | 31,4 |
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) | 32,6 | 22,3 | 17,3 | 32,8 | 43,1 |
| Slotkoers boekjaar (in euro) | 25,5 | 9,7 | 26,2 | 41,3 | 46,5 |
| Brutodividend per aandeel (in euro) | 0,75 | 0,01 | 1,00 | 0,00 | 2,00 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 9,1 | 3,5 | 10,9 | 17,2 | 19,4 |
| Financiële ratio's | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 12% | -6% | 1% | 9% | 14% |
| Rendement op eigen vermogen, gebaseerd op aangepast resultaat* | 11% | 5% | 9% | 9% | 13% |
| Kosten-inkomstenratio, bankieren, gebaseerd op aangepast resultaat* | 56% | 60% | 57% | 52% | 57% |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | 100% | 92% | 95% | 94% | 94% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,91% | 0,82% | 0,71% | 1,21% | 0,42% |
| Common equity ratio, groep (CET1; Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) | – | – | 10,5% | 12,8% | 14,3% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | – | – | 105% | 111% | 110% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | – | – | 107% | 131% | 120% |
Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen, analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Een omschrijving van de aangepaste resultaten vindt u in het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014. Dividendvoorstel voor 2014 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. We pasten enkele gegevens voor 2013 vanwege de retroactieve toepassing van IFRS 11 (zie verder).
* Tot en met 2011: gebaseerd op onderliggend resultaat (definitie: zie jaarverslag over 2012).
| 6 | Korte voorstelling van onze groep |
|---|---|
| 10 | Voorwoord |
| 14 | Ons bedrijfsmodel en onze strategie |
| 54 | Geconsolideerd resultaat in 2014 |
| 64 | Informatie voor aandeel- en obligatiehouders |
| 68 | Overzicht van onze divisies |
| 69 | België |
| 78 | Tsjechië |
| 86 | Internationale Markten |
| 96 | Groepscenter |
| 98 | Risicobeheer |
| 132 | Kapitaaltoereikendheid |
| 142 | Verklaring inzake deugdelijk bestuur |
Opmerkingen voor de lezer
Naam van de vennootschap: waar we in dit verslag spreken van KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Waar sprake is van KBC Groep NV bedoelen we de niet-geconsolideerde entiteit.
Vertaling: Dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels, waarbij de Nederlandse versie de originele is en de andere versies officieuze vertalingen zijn. KBC verzekert dat al het redelijkerwijs mogelijke werd gedaan om inhoudelijke verschillen tussen de taalversies te vermijden. Mochten er toch zulke verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Disclaimer: de in dit jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dit jaarverslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.
Onder meer de artikelen 96 en 119 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen leggen vast wat de minimale inhoud is van de door de wet vereiste jaarverslagen over de vennootschappelijke en de geconsolideerde jaarrekening. De betreffende informatie is verwerkt in de diverse hoofdstukken van het hierna volgende Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. In bepaalde gevallen wordt in dat deel, om herhaling van informatie te vermijden, verwezen naar informatie die al in de andere delen van deze brochure wordt vermeld. Overeenkomstig artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen combineert KBC Groep NV het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Het Risk Report, het CSR Report en de websites waarnaar wordt verwezen, maken geen deel uit van het jaarverslag.
| 174 | Verslag van de commissaris |
|---|---|
| 176 | Geconsolideerde winst-en-verliesrekening |
| 177 | Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
| 178 | Geconsolideerde balans |
| 179 | Geconsolideerde vermogensmutaties |
| 180 | Geconsolideerd kasstroomoverzicht |
| 182 | Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving |
| 182 | Toelichting 1a: Verklaring van overeenstemming |
| 183 | Toelichting 1b: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving |
| 189 | Toelichtingen in verband met segmentinformatie |
| 189 | Toelichting 2: Segmentering volgens de managementstructuur |
| 194 | Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening |
| 194 | Toelichting 3: Nettorente-inkomsten |
| 194 | Toelichting 4: Dividendinkomsten |
| 195 | Toelichting 5: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
| 196 | Toelichting 6: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
| 196 | Toelichting 7: Nettoprovisie-inkomsten |
| 197 | Toelichting 8: Overige netto-inkomsten |
| 198 | Toelichting 9: Verzekeringsresultaten |
| 199 | Toelichting 10: Verdiende levensverzekeringspremies |
| 200 | Toelichting 11: Verzekeringen Niet-Leven per tak |
| 201 | Toelichting 12: Exploitatiekosten |
| 201 | Toelichting 13: Personeel |
| 202 | Toelichting 14: Bijzondere waardeverminderingen – winst-en-verliesrekening |
| 203 | Toelichting 15: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
| 203 | Toelichting 16: Belastingen |
| 204 | Toelichting 17: Winst per aandeel |
| 205 | Toelichtingen bij de financiële instrumenten |
| op de balans | |
| 206 | Toelichting 18: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product |
| 208 | Toelichting 19: Financiële instrumenten volgens portefeuille en land |
| 209 | Toelichting 20: Financiële instrumenten volgens portefeuille en restlooptijd |
| 209 | Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en |
kwaliteit
| 211 | Toelichting 22: Maximaal kredietrisico en offsetting |
|---|---|
| 213 | Toelichting 23: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen |
| 215 | Toelichting 24: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie |
| 217 | Toelichting 25: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2 |
| 218 | Toelichting 26: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3 |
| 220 | Toelichting 27: Wijzigingen in eigen kredietrisico |
| 221 | Toelichting 28: Herclassificatie van financiële instrumenten |
| 222 | Toelichting 29: Derivaten |
| 225 | Toelichtingen bij de andere posten op de balans |
| 225 | Toelichting 30: Overige activa |
| 225 | Toelichting 31: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen |
| 226 | Toelichting 32: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
| 227 | Toelichting 33: Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen |
| 228 | Toelichting 34: Goodwill en andere immateriële vaste activa |
| 230 | Toelichting 35: Technische voorzieningen – verzekeringen |
| 231 | Toelichting 36: Voorzieningen voor risico's en kosten |
| 234 | Toelichting 37: Overige verplichtingen |
| 234 | Toelichting 38: Pensioenverplichtingen |
| 238 | Toelichting 39: Eigen vermogen van de aandeelhouders, niet-stemrechtverlenende |
| 255 | Balans, resultaten en resultaatsverwerking |
|---|---|
| 257 | Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening |
| Overige informatie |
Mensen zijn geen solitaire wezens: we leven samen in familieverband, maken vrienden, bouwen netwerken uit. In een globaliserende wereld kunnen onze netwerken ons ver brengen, of juist verrassend dichtbij.
Door dit verslag heen volgen we het spoor van KBC'ers Stefan Garaleas en Katka Hamersky. Hij heeft Griekse roots, zij is Tsjechische. De vonk sprong over in Brussel, waar Katka bij KBC een opleiding volgde. Zij kozen ervoor om in België te wonen, trouwden en kregen twee kinderen, Alexander en Sofia.
Stefan en Katka zijn allebei actief in de basketwereld, hebben veel interesses en een brede kennissenkring. Hun internationale relaties brengen ons van Tsjechië, Hongarije en Slowakije naar Ierland, en weer terug.
In onze muziek draait het om samenspel Orsi Horvath
Orsi Horvath, buur van de ouders van Stefan en violiste uit Hongarije.
Ontstaan: in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen)
Kernmarkten: België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In de rest van de wereld aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen.
Medewerkers: circa 36 000 vte's wereldwijd, waarvan 45% in België en 51% in Centraalen Oost-Europa
geïntegreerd bankverzekeren
circa 10 miljoen klanten wereldwijd
Netwerk: circa 1 600 bankkantoren wereldwijd, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, daarnaast diverse elektronische kanalen
Balanstotaal: 245 miljard euro, waarvan totaal eigen vermogen van 16,5 miljard euro
Onze visie: de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten
Onze strategie: we willen een van de meest performante retailgerichte financiële instellingen van Europa zijn, door:
Gegevens op 31 december 2014. Voor definiëring en opmerkingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag.
• Terugbetaling van 0,33 miljard euro overheidssteun en 50% premie aan de Vlaamse overheid
• Plaatsing van CRD IV-conform AT1-instrument voor 1,4 miljard euro
tier 1-effecten
April
4
• KBC stimuleert ondernemerschap in België met de campagne Alles kan beter
• Verdere vereenvoudiging van de managementstructuur van de groep en wijzigingen in het Directiecomité
• Publicatie van de resultaten voor het eerste kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 397 miljoen euro. Aangepaste nettowinst (zonder invloed van legacy-activiteiten en waardering van het eigen kredietrisico) van 387 miljoen euro
• Aankondiging op een Investor Day van de geüpdate strategie en introductie van nieuwe financiële doelstellingen voor de groep en alle divisies
• Publicatie van de resultaten voor het tweede kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 317 miljoen euro, aangepaste nettowinst van 287 miljoen euro; negatieve invloed van nieuwe Hongaarse wetgeving over retailkredieten
portefeuille
November
11
• Uitgifte van tier 2-instrumenten voor 750 miljoen euro
• Aankondiging van een aantal maatregelen om de kapitaalstructuur van KBC Verzekeringen en KBC Groep verder te optimaliseren, waaronder inkoop van eigen aandelen door KBC Verzekeringen en het aangaan door KBC Verzekeringen van een tier 2-lening bij KBC Groep, ter vervanging van aandeelhouderskapitaal.
• Februari 2015: publicatie van de resultaten voor het vierde kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 457 miljoen euro, aangepaste nettowinst van 477 miljoen euro. De volledige jaarwinst komt uit op 1 762 miljoen euro, of 1 629 miljoen euro op aangepaste basis.
• Maart 2015: publicatie van de nieuwe kapitaalen liquiditeitsvereisten van de ECB. KBC overtreft ruim die nieuwe vereisten.
informatie over de hierboven opgesomde gebeurtenissen vindt u in de volgende hoofdstukken.
In 2014 sloegen we een bladzijde om in het verhaal van KBC. We hebben lessen getrokken uit de ergste financiële crisis van de laatste decennia. We hebben het desinvesteringsprogramma volledig afgerond en onze CDO-portefeuille tot nul herleid. Onze kapitaalpositie, liquiditeit en winstgevendheid staan op een stevig niveau. We kunnen ons nu voor de volle 100% toeleggen op de toekomst, met als doel in al onze kernmarkten de referentie te worden voor bankverzekeren. Thomas Leysen, voorzitter van de Raad van Bestuur, en Johan Thijs, CEO, becommentariëren hierna de voornaamste gebeurtenissen van het afgelopen jaar.
Thomas Leysen: Het tijdstip om de bladzijde om te slaan was aangebroken. We hebben onze groep afgeslankt en fit gemaakt, ons desinvesteringsplan rigoureus uitgevoerd, de staatsteun voor het grootste deel al terugbetaald en ook de belangrijkste erfenis uit het verleden – onze CDO-blootstelling – volledig afgebouwd. Bovendien raakt geleidelijk aan heel wat onzekerheid over nieuwe regelgeving weggewerkt. We denken daarbij aan Basel III, de Europese bankenunie, enz.
Johan Thijs: Onze kernboodschap is dat we een van de meest performante retailgerichte financiële instellingen in Europa willen worden, niet meer en niet minder. Dat willen we bereiken door verder in te zetten op ons succesvolle bankverzekeringsmodel in onze kernmarkten, op een kostenefficiënte manier. We concentreren ons op duurzame en rendabele groei binnen het kader van een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer en we willen een uitmuntende klanttevredenheid bereiken met een naadloze,
klantgerichte distributieaanpak via diverse kanalen. We willen de klant de contactmogelijkheden bieden waaraan hij zelf de voorkeur geeft. Ons uitgebreide netwerk van bankkantoren en verzekeringsagentschappen blijft uiterst belangrijk omdat we daar rechtstreeks een gesprek kunnen aangaan. Maar in onze nieuwe strategie zetten we daarnaast ook volop in op de digitale systemen.
Het geconsolideerde nettoresultaat voor 2014 bedroeg ongeveer 1,8 miljard euro, 74% meer dan in 2013. Bent u tevreden? Thomas Leysen: Ons nettoresultaat voor 2014 is inderdaad stevig. Het bevestigt de blijvende sterkte van ons bedrijfsmodel. Bovendien combineren we onze stevige rendabiliteit en efficiëntie met een stevige solvabiliteit en liquiditeit, waarover verder meer. Dat past volledig in onze strategie van rendabele groei, ingebed in een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer.
Johan Thijs: Ons nettoresultaat is met 747 miljoen euro gestegen tegenover vorig jaar, tot 1 762 miljoen euro. Zonder de niet-operationele elementen, zoals de waardering van CDO's en
▲ Thomas Leysen en Johan Thijs
resultaten in verband met de desinvesteringen, bedroeg ons aangepaste resultaat 1 629 miljoen euro, een bijzonder mooie stijging tegenover 960 miljoen euro in 2013. En dat ondanks enkele negatieve elementen, zoals de voorzieningen van 183 miljoen euro na belastingen die we als gevolg van een nieuwe strenge Hongaarse wetgeving in verband met retailkredieten aanlegden en de 135 miljoen euro negatieve invloed na belastingen met betrekking tot waardeveranderingen van derivaten gebruikt voor balansbeheer. Het goede eindresultaat danken we aan onze sterke commerciële prestaties, vooral in onze twee belangrijkste markten, België en Tsjechië, en het minder negatieve resultaat in Ierland, na de belangrijke bijkomende aanleg van kredietprovisies op het einde van 2013.
Rendabiliteit moet in een duurzaam kader ingebed zijn. Wat betekent dat voor u? Thomas Leysen: Het staat buiten kijf dat winstgevendheid belangrijk is voor gelijk welke onderneming. Duurzame winstgevendheid betekent echter dat we vooral focussen op onze prestaties op lange termijn. Bovendien betekent duurzaam ondernemen voor ons dat we het
belang van de klant centraal stellen in alles wat we doen, dat we onze bedrijfsvoering kaderen in een stringent risicomanagement, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en de dialoog met onze stakeholders aangaan. We beseffen maar al te goed dat onze reputatie een broos bezit is en dat ze wordt bepaald door ons hele doen en laten.
Johan Thijs: Duurzaam ondernemen betekent ook transparant rapporteren, met oog voor alle stakeholders, en dus breder dan puur financiële rapportering. In 2014 zijn we dan ook gestart met de voorbereiding van een consistente geïntegreerde rapportering van financiële én niet-financiële informatie. We vinden goede communicatie trouwens in het algemeen uiterst belangrijk. Het doet ons dan ook veel plezier dat we, na de prijs voor de Beste Financiële Informatie van de Belgische Vereniging voor Financiële Analisten in 2013, in 2014 ook de prijs voor de beste Investor Relations in België in ontvangst mochten nemen van IR Magazine.
Johan Thijs: In 2014 hebben we inderdaad de fase van de desinvesteringen afgesloten. We finaliseerden de al vroeger getekende overeenkomst over de verkoop van KBC Bank Deutschland. Voor Antwerpse Diamantbank kon de oorspronkelijk geplande verkoop niet doorgaan en beslisten we de kredietdossiers en activiteiten geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen. Daarnaast hebben we in 2014 ook het hoofdstuk van de CDO's afgesloten. Begin oktober hebben we namelijk de laatste twee CDO's uit onze portefeuille ontmanteld. Nu zijn we afgeslankt en fit: onze focus en ons werkgebied zijn scherp afgelijnd, onze doelstellingen zijn bepaald en onze structuur is geoptimaliseerd.
Thomas Leysen: We zijn niet van plan onze geografische focus te verbreden of significant te wijzigen. We willen alleen onze huidige geografische aanwezigheid optimaliseren, met als doel een referentie in bankverzekeren te worden in elk van onze kernlanden: België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Als dat nodig of opportuun is, zullen we dus in die kernlanden onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante add-on overnames, maar alleen als dat past binnen onze strategie en volgens duidelijke en strikte financiële criteria.
Thomas Leysen: Eind 2014 is de situatie als volgt: we hebben al de volledige 3,5 miljard euro steun van de Belgische overheid en 1,5 miljard van de 3,5 miljard euro steun van de Vlaamse
overheid terugbetaald, telkens met een premie daarbovenop. Dat betekent dat er momenteel nog 2 miljard euro staatssteun openstaat, met daarbovenop een te betalen premie van 50%. De overheid heeft dus, door die premie en de rente die we betaald hebben, uiteindelijk goed verdiend aan die steunoperatie. De resterende staatsteun willen we ten laatste eind 2017 volledig terugbetaald hebben. Dat is trouwens aanzienlijk vroeger dan aanvankelijk met Europa overeengekomen.
Johan Thijs: Ook na de uitgevoerde terugbetalingen van die staatsteun is onze solvabiliteitspositie verder verstevigd. Eind 2014 bedroeg onze common equity kapitaalratio volgens Basel III 14,3%, fully loaded en volgens de Deense compromismethode. Daarmee ligt die ratio ruim boven onze eigen, in 2014 nog verstrengde doelstelling van 10,5%. Ook onze liquiditeitspositie blijft zoals altijd uitstekend, wat wordt bewezen door onze LCR- en NSFRratio's, die eind 2014 respectievelijk 120% en 110% bedroegen. Ook het resultaat van de uitgebreide beoordeling door de ECB in oktober toont aan dat we, zelfs in negatieve scenario's, beantwoorden aan strenge solvabiliteitsvereisten.
Johan Thijs: In het voor ons belangrijkste gebied, de eurozone, zagen we voor 2014 een beperkte reële groei van 0,8%. Elementen als een groeivriendelijker begrotingsbeleid, een zwakkere euro en een geleidelijke verbetering van de arbeidsmarkt ondersteunden die groei. Anderzijds wogen geopolitieke spanningen op het sentiment tot in de zomer van 2014. Vanaf het derde kwartaal trok de groei in de eurozone opnieuw licht aan. Opvallend trouwens is de relatief goede economische prestatie in 2014 van Centraal-Europese economieën als Tsjechië, Hongarije en Bulgarije in vergelijking met het gemiddelde van de eurozone. Net zoals de andere energie-invoerende economieën ondervond de eurozone ook de voordelen van de forse daling van de olieprijs sinds midden 2014, die ook in 2015 de economische groei bijkomend zou moeten stimuleren, niet in het minst in België. Ook voor onze Centraal-Europese kernmarkten blijven de vooruitzichten boven het gemiddelde van de eurozone. Net zoals in de tweede helft van 2014 zullen de lagere energieprijzen nog een tijdje voor lage inflatie en lage rentevoeten zorgen.
Thomas Leysen: Bij KBC kijken we de toekomst dus met vertrouwen tegemoet. We stelden onze strategie scherp, bepaalden onze langetermijndoelen en focussen ons nu volledig op de verdere uitbouw van onze bankverzekeringsgroep. Daarbij stellen we resoluut de klant centraal. We willen trouwens nogmaals onze dank uitspreken aan de Belgische en Vlaamse overheid, die ons in de voorbije jaren door een moeilijke periode hebben geholpen. Maar het feit dat we er nu weer staan is evengoed te danken aan de niet aflatende steun en het vertrouwen van al onze belanghebbenden, waaronder in de eerste plaats onze klanten, onze medewerkers en onze aandeelhouders. We blijven ons volledig inzetten om dat vertrouwen te behouden.
Johan Thijs Thomas Leysen
Chief Executive Officer voorzitter van de Raad van Bestuur
Deel 1: Ons bedrijfsmodel
creëren we waarde voor alle belang hebbenden?
In juni 2014 maakten we op een Investor Day onze vernieuwde strategie en de doelstellingen voor onze groep bekend: we willen een van Europa's meest performante retailgerichte financiële instellingen worden. Daarbij zullen we ons concentreren op een duurzame, kostenefficiënte en rendabele groei, die we kaderen in een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer. Centraal in ons model staat de tevredenheid van de klant, die we willen bereiken door een naadloze, klantgerichte distributie via diverse kanalen.
In wat volgt beschrijven we ons huidige bedrijfsmodel en de strategie van onze groep op een samenvattende en geïntegreerde wijze. Als u over een bepaald aspect meer wilt weten, verwijzen we u graag naar de andere hoofdstukken in dit jaarverslag en andere publicaties van onze groep.
Als belangrijke speler in onze kernmarkten spelen we een cruciale rol in het economische en sociale systeem van de betrokken landen, waarbij we op diverse manieren waarde creëren voor verschillende partijen, als bank en verzekeraar.
Als bankier zorgen we er met onze spaarrekeningen voor dat onze klanten op een veilige manier kunnen sparen. We bieden daarnaast uiteraard ook een breed en gediversifieerd gamma van andere spaar- en beleggingsproducten aan voor spaarders en beleggers, inclusief producten met kapitaalbescherming. Op die manier kan iedere spaarder of belegger zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel. Hij kan daarbij rekenen op de expertise en het advies van onze medewerkers via onze verschillende distributiekanalen.
Met het geld uit onze depositowerving verlenen we kredieten aan particulieren en ondernemingen, waardoor dat geld opnieuw productief in de samenleving aangewend wordt. Onze kredietportefeuille omvat niet alleen kredieten aan particulieren en bedrijven, maar ook aan specifieke sectoren en doelgroepen, zoals de socialprofitsector (ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen, onderwijs, lokale overheden, enz.). We financieren ook infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling (publiek-private samenwerking, PPS, voor de financiering van sporthallen in Vlaanderen, financiering van wegenprojecten, enz.) en dragen bij aan de ontwikkeling van groene-energieprojecten (bijvoorbeeld door de financiering van diverse onshore windprojecten).
In de paragraaf over onze positie in de voornaamste markten vindt u een overzicht van onze kredietportefeuille en depositobasis per land.
Naast deposito-, beleggings- en kredietproducten, bieden we onze klanten ook verschillende andere bankdiensten aan, zoals betalingsverkeer, geld- en kapitaalmarktactiviteiten, brokerage en corporate finance, handelsfinanciering, cashmanagement en leasing. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
Met andere woorden, we brengen beleggers, investeerders, particulieren en ondernemingen samen om met onze ruime waaier aan financiële producten en diensten tegemoet te
komen aan hun noden en behoeften. Daardoor zijn we ook een motor voor de reële lokale economieën van onze kernmarkten.
Als grote verzekeraar in België en in de meeste van onze Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. De maatschappelijke relevantie van verzekeringen voor economie en maatschappij behoeft weinig commentaar. Het is het instrument bij uitstek om de risico's te dekken van activiteiten die levensnoodzakelijk zijn: zonder de autoverzekering geen verkeer en transport, zonder aansprakelijkheidsverzekeringen geen exploitatie van bedrijven, zonder brandverzekeringen geen beveiliging van het opgebouwde patrimonium, zonder arbeidsongevallenverzekeringen geen doeltreffende bescherming van de werknemers, zonder inkomens- en gezondheidsverzekeringen geen betaalbare gezondheidszorg. In dat kader hebben we een jarenlange traditie van samenwerking met tal van organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers. We trekken als verzekeraar dan ook resoluut de kaart van preventie, meer nog: preventie zit in ons DNA. Het voorkomen van menselijk leed en aandacht voor waarden als veiligheid, gezondheid en zorg voor slachtoffers zijn maar enkele van onze maatschappelijke doelstellingen, die onder meer in onze sensibiliseringscampagnes (zoals Moeders Preventiewinkel) tot uiting komen.
Kort samengevat kan de klant bij ons terecht voor depositoproducten en assetmanagementdiensten om zijn vermogen te laten aangroeien, kredieten om zijn dromen en projecten te realiseren en verzekeringen om die dromen en projecten te beschermen. Zo creëren we op verschillende domeinen meerwaarde voor onze stakeholders en voor de maatschappij als geheel.
In al onze kernmarkten zijn we bovendien ook een grote werkgever. Ook op die manier dragen we bij tot de lokale welvaart.
| Werkgebied | Klanten | Activiteiten | |
|---|---|---|---|
| • Kernlanden: België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije • Aanwezigheid in Ierland • In de rest van de wereld: beperkte aanwezigheid ter ondersteuning van activiteiten in de kernmarkten |
• Particulieren • Kmo's • Midcaps |
• Geïntegreerd bankverzekeren |
• Geïntegreerd bankverzekeringsmodel Waarom? Geoptimaliseerd one stop-aanbod voor klanten, geïntegreerde aansturing van de groep, betere diversificatie en risicospreiding. • Local responsiveness Waarom? Aanbod van producten en diensten op maat van de lokale klant in elke markt, focus op duurzame ontwikkeling van de groep en de gemeenschappen waarbinnen we actief zijn, affiniteit met lokale klanten. • Geografische focus Waarom? Mix van mature en groeimarkten, groei- en inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening in Centraal- en Oost-Europa. • Vast aandeelhouderssyndicaat Waarom? Draagt bij tot stabiliteit, continuïteit en langetermijndenken van onze groep. |
| 10 miljoen klanten |
36 000 mede werkers (vte) |
5 kernlanden |
245 miljard euro balanstotaal |
Onze basisactiviteiten zijn bankieren en verzekeren, inclusief assetmanagement. Maar we zijn meer dan een bank en een verzekeraar: we zijn een bank-verzekeraar en willen op die manier proactief en geïntegreerd inspelen op alle financiële behoeften van de klant, in de ruimste zin. Ook in onze organisatie positioneren we ons als geïntegreerde bankverzekeraar, wat betekent dat, met uitzondering van de pure bancaire en verzekeringsproductfabrieken, nagenoeg alle diensten op overkoepelend niveau werken, en dat de groep ook geïntegreerd aangestuurd wordt.
Voor de klant biedt ons bankverzekeringsconcept onder meer het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij zowel bankzaken als vermogensbeheer en verzekeringen aan bod komen. De klant kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd product- en dienstenaanbod. Zo zal hij gemakkelijker de voor hem optimale productmix vinden. Daarnaast biedt de bankverzekeringssamenwerking voor de groep belangrijke voordelen inzake diversificatie van de inkomsten, betere risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de
hefboomwerking van onze uitgebreide bank- en verzekeringsdistributiekanalen, en belangrijke kostenbesparingen en synergieën.
Geografisch concentreren we ons op een strikte selectie van kernmarkten in België en Centraalen Oost-Europa. Die kernmarkten zijn de landen waarin we met bank- en verzekeringsbedrijven aanwezig zijn, namelijk België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. De keuze van die landen is historisch gegroeid, vanuit België als land van origine. Geleidelijk aan bouwden we onze aanwezigheid uit in Centraal- en Oost-Europa, meer specifiek in markten waar de betrokken bedrijven sterk lokaal ingebed zijn. Op die manier opereren we in een mix van mature en groeimarkten, waarbij we bovendien rekenen op het bijkomende groei- en inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening in Centraal- en Oost-Europa. Alle andere activiteiten die niet tot de ondersteuning van klantrelaties in die kernmarkten bijdragen, worden in principe stopgezet. Ierland blijft een uitzondering: de komende jaren zal onze werking in Ierland erop gericht zijn de rentabiliteit te verhogen door de uitbouw van de retailactiviteiten.
In de kernlanden waar we aanwezig zijn, willen we duurzame klantrelaties met de lokale particulieren, kmo's en midcaps opbouwen en verdiepen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat houdt in dat we die lokale klanten beter begrijpen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en producten en diensten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van die markten en gemeenschappen waarbinnen we actief zijn.
▲ KBC'ers Stefan Garaleas en Katka Hamersky.
Bijzonder aan ons aandeelhouderschap is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders. Dat syndicaat hield eind 2014 iets meer dan 40% van onze aandelen in handen. In 2014 verlengden die vaste aandeelhouders de verankeringsafspraken met betrekking tot KBC Groep, waarbij ze bevestigden dat ze ook de volgende tien jaar in onderling overleg willen blijven optreden met betrekking tot KBC Groep. Op die manier verzekeren ze de aandeelhoudersstabiliteit en ondersteunen ze de verdere ontwikkeling van onze groep.
Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.
In onze bedrijfscultuur staat een duurzame en langetermijnbankverzekeringsrelatie met onze klanten centraal.
Die bedrijfscultuur hebben we geconcretiseerd met het letterwoord PEARL (parel).
Die letters staan voor Performance (we streven naar uitstekende resultaten in alles wat we doen, naar voortdurende verbetering van de kwaliteit van onze producten en diensten), Empowerment (we geven onze medewerkers de ruimte om hun professionele vaardigheden te ontplooien), Accountability (we aanvaarden onze individuele verantwoordelijkheid en communiceren duidelijk over onze resultaten), Responsiveness (we anticiperen en spelen in op vragen en suggesties van klanten en medewerkers) en Local Embeddedness (we begrijpen en spelen in op de verscheidenheid van onze klanten in onze kernmarkten).
Daarnaast schuiven we drie waarden naar voren voor onze medewerkers: respectful (we tonen respect voor onze interne en externe klant), responsive (we luisteren naar klanten en collega's en proberen een oplossing te vinden voor hun noden) en result-driven (we leveren wat we beloven).
We hebben de manier waarop we onze groep aansturen afgestemd op onze strategische keuzes en ons bedrijfsmodel en ervoor gezorgd dat die structuur effectieve besluitvorming en individuele verantwoordelijkheid ondersteunt.
Een vereenvoudigd overzicht van de managementstructuur vindt u in het schema. In essentie is de structuur van onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die divisies zijn België, Tsjechië en Internationale Markten (de activiteiten in de andere kernlanden in Centraalen Oost-Europa – Slowakije, Hongarije en Bulgarije – en de activiteiten in Ierland).
Een indicatie van het belang van de verschillende divisies en landen vindt u in de grafieken.
Informatie over Groepscenter vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.
Meer weten? Uitgebreide informatie over onze divisies vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.
In onze groep tekent de Raad van Bestuur de strategie en het algemene beleid uit. De Raad beslist onder meer over het niveau van te nemen risico's. Het Directiecomité is belast met het operationele bestuur van de groep, binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Om zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het
Directiecomité in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.
In de tabel vindt u informatie over de samenstelling en de diversiteit binnen onze Raad van Bestuur en ons Directiecomité.
* Op basis van alle diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma).
Samenstelling Raad van Bestuur en Directiecomité, eind 2014 Raad van Bestuur Aantal leden 18
De belangrijkste onderwerpen die de Raad van Bestuur in 2014 besprak sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Ook over ons vergoedingsbeleid voor het management vindt u uitgebreide informatie in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, meer bepaald in het deel Remuneratieverslag.
We gaan in dat vergoedingsbeleid voor het management – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed – ook onze directieleden. De vergoedingen die KBC betaalt aan zijn topmanagement situeren zich zeker niet boven het gemiddelde van andere Europese financiële instellingen. De vergoeding
van onze CEO zit zelfs duidelijk onder dat gemiddelde. Dat geldt overigens ook ten opzichte van CEO's van andere BEL 20-bedrijven. Na een herschikking van het totale vergoedingspakket van de CEO en de leden van het Directiecomité in 2013 bedraagt het aandeel van het variabele gedeelte van de totale vergoeding nog maximaal 30%. De Raad van Bestuur bepaalt op advies van het Remuneratiecomité de omvang ervan na de evaluatie van een aantal collectieve en individuele doelstellingen die zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. Daarbij komt dat de betaling van 50% van de variabele vergoeding gespreid wordt over drie jaar.
Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur verder in dit verslag en het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.
Bij duurzaam ondernemen (Corporate Sustainability and Responsibility of CSR) gaat de eerste gedachte vaak naar rechtstreekse milieu-impact. Daar maken we zeker werk van: we leveren immers continu inspanningen om onze ecologische voetafdruk te verkleinen, waarbij de aandacht uitgaat naar zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse impact op het milieu. Het milieu heeft bovendien invloed op onze activiteiten. Om maar een voorbeeld te geven: de klimaatverandering (meer extreme weersomstandigheden) kan rechtstreeks, door hogere schadeclaims, onze verzekeringsresultaten negatief beïnvloeden. Voor verschillende aspecten van de milieustrategie werkt KBC in België samen met de nonprofitorganisatie ARGUS.
Selectie van niet-financiële gegevens Scope 2013 2014
CO2
Elektriciteitsverbruik België en Tsjechië 480 774 GJ 480 382 GJ Waterverbruik België en Tsjechië 302 708 m3 302 173 m3
-emissies België en Tsjechië 56 244 ton 56 107 ton Sponsoringbudget liefdadigheid Volledige groep 4,1 miljoen euro 4,2 miljoen euro
Ook de sociale impact wordt spontaan met duurzaam ondernemen geassocieerd. We blijven uiteraard oog hebben voor de sociale impact die we hebben op onze omgeving, in het bijzonder in de steden waar we gevestigd zijn, en doen actief aan mecenaat. Elke divisie van de groep zet zich in voor lokale maatschappelijke projecten, waarbij de focus afhangt van de lokale prioriteiten en cultuur.
De onderstaande tabel geeft een summier beeld van de impact van onze groep op milieu en maatschappij.
Verder in dit jaarverslag vindt u verschillende tabellen met milieuefficiëntiegegevens.
Duurzaamheid zien we echter veel ruimer dan milieu- of sociale impact. Duurzaam ondernemen en maatschappelijke verantwoordelijkheid betekenen voor ons vooral dat we, in alles wat we doen, het belang van de klant centraal stellen, dat we focussen op onze langetermijnprestaties, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en dat we dat allemaal inbedden in een stringent risicomanagement.
Al die elementen zitten verweven in onze strategie voor de toekomst, waarover we het uitgebreid hebben in het hoofdstuk Onze Strategie.
Aangezien het duurzaamheidsbeleid integraal deel uitmaakt van de strategie van de groep hebben we besloten van start te gaan met integrated reporting. Het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie is een eerste aanzet daartoe. We hebben dus bewust geen apart hoofdstuk over CSR meer, maar integreren die informatie in de beschrijving van ons model en onze strategie. We focussen daarbij ook op een selectie van financiële en niet-financiële data, die we het meest relevant vinden. We houden het bewust beknopt, zodat u niet wordt overspoeld met massa's informatie. Als u meer
Informatie over duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op onze website www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.
details over een bepaald onderwerp wenst, verwijzen we daarvoor naar de andere hoofdstukken van dit jaarverslag, naar andere rapporten van de groep en naar www.kbc.com. In de tabel hieronder vindt u een overzicht van belangrijke realisaties van onze groep inzake duurzaam ondernemen in de afgelopen jaren. Ons duurzaam denken is bovendien ingebed in onze gedragslijnen, waarvan we de belangrijkste ook opsommen. U vindt die gedragslijnen integraal terug op www.kbc.com, onder Duurzaam Ondernemen.
| Stakeholder interaction-programma | In 2013 organiseerden we voor de eerste keer een gestructureerde bevraging van onze stakeholders (belanghebbenden) in België. In 2014 hebben we de bevraging uitgebreid naar de divisie Tsjechië. In mei hielden we ook een uitgebreid stakeholderdebat, waarbij we ons derde Verslag aan de Samenleving voorstelden. |
|
|---|---|---|
| Oprichting van een Externe Adviesraad voor duurzaamheidsanalyse en een Duurzaamheidsraad (CSR Board) |
In 2004 richtten we een Externe Adviesraad op om onze assetmanager te ondersteunen bij de ontwikkeling van duurzame fondsen. In 2014 richtten we de CSR Board op, een internationale groep van experts die het management van de KBC-groep ondersteunt en adviseert. |
|
| Aparte CSR-dienst en CSR-comités in elk land |
In 2012 beslisten we om een apart CSR-departement op te richten dat rechtstreeks aan de CEO rapporteert en instaat voor het uitwerken en implementeren van een groepswijde duurzaamheidsstrategie. In 2014 richtten we in onze kernlanden en Ierland CSR-comités op, die instaan voor de rapportering daarover en het uitvoeren van de lokale en groepswijde CSR-beleidslijnen. |
|
| Aanbod van duurzame producten | Sinds lang bieden we een gamma duurzame fondsen aan, waaronder de Eco-fondsen en Impact Investing-fondsen (waarbij klanten investeren met een meetbare sociale en milieu-impact en tegelijk een financieel rendement genereren). Daarnaast biedt de groep nog diverse andere duurzame producten aan, zoals IBRD Green Bonds, groene leningen in Hongarije (bedoeld voor milieu efficiënte verbouwingen), de KBC milieupolis in België (verzekering van kmo's voor bodemsanering), microfinanciering en -verzekering voor projecten in het Zuiden (via BRS), enz. |
| Continue milieu-inspanningen | In de voorbije jaren namen we diverse initiatieven om onze milieu-voetafdruk te verlichten. Voorbeelden daarvan zijn: • Inspanningen in verband met ons kantorennet en hoofdkantoren: oprichting van diverse energie efficiënte kantoren in België (de Bamboo-kantoren), bouw van milieu-efficiënte hoofdkantoren in Tsjechië, Hongarije, België (Gent), enz. • Koppeling van het niet-recurrente deel van de variabele vergoeding van de medewerkers in België aan milieudoelstellingen. • Actieve deelname aan diverse milieu-initiatieven zoals Leuven Klimaatneutraal 2030 en Stadslab 2050 in Antwerpen (initiatieven om steden klimaatneutraal te maken) en de oprichting van een Green Team in Ierland, dat tot doel heeft het milieubewustzijn te verhogen en de ecologische voetafdruk te verkleinen. • Verschillende initiatieven in alle kernlanden om het verbruik van water, energie en papier terug te dringen. • Diverse milieucertificaten en prijzen: Emas-certificatie voor de ondersteunende diensten van ons Belgische hoofdkantoor, ISO 14001-certificatie voor ondersteunende diensten in België, aanvraag voor ISO 14001-certificatie door KBC Ireland, LEED-certificatie voor de hoofdkantoren in Tsjechië en Hongarije (LEED staat voor Leadership in Energy and Environmental Design), enz. |
|---|---|
| Opmaak van gedragslijnen rond maatschappelijk relevante thema's |
We stelden gedragslijnen op rond de belangrijkste thema's, zoals: • Ethisch en fraudebeleid • Beleid voor de bescherming van klokkenluiders • Antiwitwasbeleid • Anticorruptiebeleid • Beleidsverklaring met betrekking tot omkoping • Beleid ten aanzien van controversiële wapens (inclusief een blacklist) • Algemeen beleggingsbeleid • Beleid inzake voedselgrondstoffen • Beleid met betrekking tot onze rol ten aanzien van de gemeenschap • Mensenrechtenverklaring • Milieubeleidsverklaring • Beleid inzake Investor relations • Klantenbeleid • Leveranciersbeleid • Medewerkersbeleid • Verantwoordelijke fiscale strategie • Gedragslijn voor medewerkers |
Hieronder vindt u een samenvatting van onze marktpositie en de economische context in de belangrijkste landen. Definities en meer uitleg bij de gegevens vindt u in de hoofdstukken per divisie, verder in dit jaarverslag.
Marktomgeving in Tsjechië in 2014
Marktomgeving in Bulgarije in 2014
Aan het begin van dit jaarverslag, onder Kerncijfers, geven we een overzicht van de belangrijkste financiële gegevens (balans, resultaten, het aandeel, financiële ratio's) en de ontwikkeling ervan in de voorbije vijf jaar. In die periode voerden we een zwaar desinvesteringsprogramma uit, wat zich reflecteert in de gestage daling van ons balanstotaal. Dat programma is nu voltooid.
Ondanks de toch moeilijke marktomstandigheden in die jaren bleef ons bedrijfsmodel rendabel en efficiënt, wat zich onder meer uit in de ontwikkeling van onze aangepaste nettowinst (vereenvoudigd gesteld, de nettowinst gecorrigeerd voor de invloed van de desinvesteringen en de CDO-invloed) en onze kosten-inkomstenratio, en behielden we een sterke kapitaalbasis. In het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014 gaan we dieper in op de financiële resultaten van 2014.
Nettowinst (aangepaste winst, in miljoenen euro)
| Selectie van financiële gegevens* | ||||
|---|---|---|---|---|
| (volledige KBC-groep) | 2013 | 2014 | verschil | |
| Balanstotaal | miljoenen euro | 238 686 | 245 174 | +3% |
| Leningen en vorderingen aan klanten | miljoenen euro | 120 371 | 124 551 | +3% |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | miljoenen euro | 161 135 | 161 783 | +0% |
| Technische reserves verzekeringen, incl. tak 23 | miljoenen euro | 30 488 | 31 487 | +3% |
| Totaal eigen vermogen | miljoenen euro | 14 514 | 16 521 | +14% |
| Risicogewogen activa (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) |
miljoenen euro | 91 216 | 91 236 | +0% |
| Nettoresultaat | miljoenen euro | 1 015 | 1 762 | +74% |
| Aangepast nettoresultaat | miljoenen euro | 960 | 1 629 | +70% |
| Totale opbrengsten (aangepast resultaat) | miljoenen euro | 7 127 | 6 647 | -7% |
| Koers KBC-aandeel (slotkoers, in euro) | euro | 41,3 | 46,5 | +13% |
| Brutodividend per aandeel (voorstel, in euro) | euro | 0,00 | 2,00 | – |
| Nettorentemarge | % | 1,90% | 2,08% | +0,18%-pt |
| Kosten-inkomstenratio, bankieren (gebaseerd op aangepast resultaat) | % | 52% | 57% | +5%-pt |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | % | 94% | 94% | +0,8%-pt |
| Kredietkostenratio | % | 1,21% | 0,42% | -0,79%-pt |
| LCR | % | 131% | 120% | -11%-pt |
| NSFR | % | 111% | 110% | -1%-pt |
| Common equity ratio (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) |
% | 12,8% | 14,3% | +1,5%-pt |
* De ontwikkeling van verschillende cijfers en ratio's is beïnvloed door diverse eenmalige factoren. Voor meer informatie, definities en uitleg: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.
Kosten-inkomstenratio (gebaseerd op aangepaste resultaten)
Gedetailleerde informatie over onze financiële prestaties vindt u in onze presentaties en verslagen op www.kbc.com.
De afgelopen jaren waren voor de wereldeconomie en de financiële sector in het bijzonder zeer woelige en uitdagende jaren. Net als vele sectorgenoten leden ook wij onder de financiële crisis en moesten we ons aanpassen aan de veranderde wereld.
Een groot deel van onze inspanningen ging dus naar maatregelen in verband met het uitbetalen van de ontvangen staatssteun en het daaraan gerelateerde desinvesteringsplan. Maar tegelijk herdefinieerden we onze strategie, dachten we na over duurzaamheid en ontwikkelden we tal van nieuwe producten en diensten. Hierna vindt u een overzicht van wat we in die jaren hebben gerealiseerd en waardoor we vandaag zijn wie we zijn.
| Belangrijkste verwezenlijkingen in de afgelopen jaren |
Toelichting | Meer informatie in dit verslag |
|---|---|---|
| Sterkere positionering van CSR binnen de organisatie |
Hiervoor verwijzen we naar de tabel Belangrijke CSR-verwezenlijkingen in de afgelopen jaren in dit hoofdstuk. |
Hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie |
| Opmaak en uitrol van een vernieuwde strategie |
We herdefinieerden ons bedrijfsmodel en onze strategie. Met onze focus op bankverzekeren in vijf kernlanden willen we een van Europa's meest performante retailgerichte financiële instellingen zijn. |
Hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie |
| Uitrol van een businessgedreven managementstructuur en aanpassing van de hoogste bestuursorganen |
We introduceerden een managementstructuur opgebouwd rond drie divisies die focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei: België, Tsjechië en Internationale Markten. In de afgelopen vijf jaar reduceerden we het aantal leden van onze Raad van Bestuur en ons Directiecomité, en namen we initiatieven om de diversiteit (gender, achtergrond, nationaliteit, ) te verhogen. |
Hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie en hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur |
| afgelopen jaren | Toelichting | dit verslag |
|---|---|---|
| Belangrijke productvernieuwingen | We ontwikkelden diverse nieuwe producten en diensten, waaronder tal van innoverende beleggingsfondsen in verschillende landen, een innovatieve uitvaartverzekering en zorgverzekering in België, het Bolero-crowdfundingplatform, enz. Op het gebied van elektronisch en mobiel bankieren en verzekeren zetten we grote stappen, met onder meer de lancering van diverse mobiele apps in verschillende landen, KBC-Touch in België, e-volmachtenbeheer, Start it@kbc (een platform voor startende ondernemingen), verschillende nieuwe websites, enz. |
Hoofdstuk Overzicht van onze divisies |
| Vergevorderde terugbetaling van de overheidssteun en volledige realisatie van het door Europa opgelegde desinvesteringsplan |
In 2008 en 2009 ontvingen we voor 7 miljard euro steun vanwege de Belgische en Vlaamse overheden. Eind 2014 was daarvan al 5 miljard euro terugbetaald en we willen alles hebben terugbetaald tegen eind 2017. Vanwege de ontvangen overheidssteun waren we verplicht een aantal groepsmaatschappijen en activiteiten te desinvesteren. Eind 2014 was het desinvesteringsplan volledig uitgevoerd. U vindt de lijst van de verkochte groepsondernemingen in het hoofdstuk Groepscenter. |
Deel Overige informatie en hoofdstuk Overzicht van onze Divisies, onder Groepscenter |
| Volledige afbouw van de CDO portefeuille en significante daling van GIIPS-overheidsobligaties; diverse kapitaalversterkende maatregelen |
Onder de voornaamste initiatieven inzake verlaging van ons risicoprofiel behoren de volledige afbouw van onze CDO-blootstelling (van oorspronkelijk 25 miljard euro) en de sterke inkrimping van onze portefeuille overheidsobligaties van GIIPS-landen (van 16 miljard euro tot minder dan 5 miljard euro). We versterkten onze kapitaalbasis, naast de gereserveerde winst, onder meer door middel van een kapitaalverhoging in 2012, de verkoop van eigen aandelen in 2013 en de uitgifte van loss-absorbing AT1-instrumenten in 2014. |
Hoofdstuk Risicobeheer en hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid |
Meer informatie in
Onze strategie Deel 2:
We willen de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
We willen voortbouwen op de sterke fundamenten van ons bedrijfsmodel en een van Europa's meest performante retailgerichte financiële instellingen zijn, door:
Dat alles integreren we in een duurzame aanpak. Daarbij hebben we, in alles wat we doen, aandacht voor het volgende:
tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen focus op langetermijnprestaties
strikt risicobeheer
tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen
We willen een meerwaarde creëren voor onze klanten door op de juiste manier in te spelen op de invulling van hun behoefte aan financiële producten. Bij KBC start alles dan ook vanuit de behoeften van de klant, en niet vanuit onze bank- of verzekeringsproducten en -diensten. Daartoe analyseren we de vele gegevens uit onze bestanden. We willen klanten zelf laten kiezen of ze al dan niet een meer gepersonaliseerde benadering en bijhorende aanbiedingen willen. Klanten die dat wensen, kunnen dan op elk ogenblik hun privacyafbakening aanpassen. Het is ook de klant die kiest hoe, wanneer en via
welk distributiekanaal hij zal worden bediend.
Daarom zijn bij KBC de verschillende distributiekanalen gelijkwaardig en moeten ze elkaar naadloos aanvullen en versterken. Met het oog daarop zijn we van plan tussen 2014 en 2020 ongeveer 0,5 miljard euro te investeren.
Aangezien elk van onze kernmarkten lokale behoeften en accenten heeft, zal elk land op zijn manier en in zijn tempo de nodige veranderingen aanbrengen en investeringen doen om een dynamisch en klantgericht distributiemodel te creëren. Het personeel zal zo optimaal ingezet kunnen worden en investeringen kunnen efficiënt aangewend worden, daar waar de klant dat het meest nodig heeft.
We willen niet alleen inspelen op de behoeften van de klant, we willen onze klanten ook beschermen tegen bepaalde risico's. Als bank werken we bijvoorbeeld in elk van onze kernmarkten aan oplossingen voor klanten die een moeilijke financiële periode moeten overbruggen (met uitstel van betaling, aanpassing van de kredietvoorwaarden, schuldaflossingsplan, enz.). Als verzekeraar focussen we dan weer sterk op preventie, gezondheid en veiligheid en lanceren we gedurende het jaar diverse preventiecampagnes.
Aangezien het centraal stellen van de klant de hoeksteen van onze strategie is, willen we dat ook grondig kunnen opvolgen. Daarom verzamelen we in onze verschillende markten informatie over de ervaringen van onze klanten om op basis daarvan onze diensten en producten te verbeteren.
In 2014 lieten we een externe partij een reputatiemeting uitvoeren in al onze kernlanden. De reputatie van een bedrijf wordt beïnvloed door verschillende factoren (zie tekening op pagina 33). Een groepswijde reputatiemeting geeft ons een beeld van de perceptie van ons bedrijf als bank-verzekeraar en biedt ons de mogelijkheid onze werkpunten te definiëren. Algemeen is uit de meting gebleken dat het vertrouwen in de economische situatie en in de financiële sector in onze kernlanden nog altijd vrij laag is. Op basis van de individuele scores zullen we per land initiatieven kunnen nemen om de resultaten te verbeteren.
Maar dat is voor ons niet voldoende: we bekijken en meten ook de klantervaring. Daarbij bekijken we antwoorden bij stellingen zoals: 'biedt kwaliteitsproducten en -diensten aan', 'biedt transparante producten en diensten aan', 'is gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding', 'begrijpt wat de klant nodig heeft'. Daarnaast gaan ook mystery
shoppers na of onze klanten een kwaliteitsvol advies krijgen dat bij hun profiel past.
Sinds 2014 doen we bovendien een beroep op net promotor scores, die op basis van de vraag 'hoe waarschijnlijk zou u KBC aanbevelen aan een vriend of collega?' weergeven hoe klanten in onze kernmarkten tegenover KBC staan. De NPS wordt berekend door het percentage van de respondenten met een score van 6 of minder af te trekken van het percentage van de respondenten met een score 9 of 10. De opvolging daarvan wordt verder verfijnd in 2015.
Door interne doelstellingen te bepalen, willen we er uiteraard voor zorgen dat de algemene klanttevredenheid toeneemt, maar tegelijkertijd willen we ook dat iedereen in de groep zich op die manier bewust wordt van onze klantenbenadering. De klant centraal stellen moet in ons DNA zitten en moet deel uitmaken van onze dagelijkse routine.
De belangrijkste key performance indicators (KPI's) die te maken hebben met reputatie en de klanttevredenheid vindt u in de volgende tabel.
| KPI | Wat | Doel | Resultaat 2014 |
|---|---|---|---|
| Reputatie-index | Geeft een algemeen beeld van hoe de referentie zijn gepercipieerd wordt bij de cruciale stakeholdergroepen, in het bijzonder bij het brede publiek. De index toont de algemene attitude van het publiek t.o.v. het bedrijf en wordt beïnvloed door de performance van 7 beheersbare reputation drivers die ook gemeten worden in deze jaarlijkse strategische studie. De bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de externe firma Ipsos. |
Bij de topperformers van de financiële benchmarks*, in elk land |
België: vooruitgang Tsjechië: bereikt Slowakije: vooruitgang Hongarije: bereikt Bulgarije: bereikt Ierland: vooruitgang |
| Klantervaring | De klantervaring wordt gemeten aan de hand van de antwoorden bij de stellingen 'biedt kwaliteitsproducten en -diensten aan', 'biedt transparante producten en diensten aan', 'is gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding' en 'begrijpt wat de klant nodig heeft'. De bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de externe firma Ipsos. |
Bij de topperformers van de financiële benchmarks*, in elk land |
België: vooruitgang Tsjechië: vooruitgang Slowakije: vooruitgang Hongarije: bereikt Bulgarije: bereikt Ierland: vooruitgang |
* In België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, AXA, Ethias; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VUB Banka, Tatra banka, Prima banka, Sberbank Slovensko; in Bulgarije: CCB Bank, Allianz Bank Bulgaria, Piraeus Bank Bulgaria, Alpha Bank Bulgaria, Bulstrad, Armeec; in Ierland: Credit Union, Zurich Ireland, Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB. In eerste instantie slaan de scores voor België alleen op Vlaanderen, voor Tsjechië betreft het alleen CˇSOB Bank en voor Bulgarije alleen CIBANK.
de klant centraal
Onze financiële prestaties zijn belangrijk, maar moeten vooral ook duurzaam zijn. Dat betekent dat we ons niet blind staren op rendementen op korte termijn, maar dat we de focus leggen op langetermijnprestaties die bijdragen tot een duurzame groei.
In die optiek hebben we er bijvoorbeeld bewust voor gekozen geen doelstelling voor Rendement op Eigen Vermogen (return on equity, of ROE) te definiëren. We willen immers duurzaam rendabel zijn en niet meegezogen worden in het kortetermijndenken waarbij elk kwartaal opnieuw gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke ROE. Tegelijk hebben we de meeste van onze financiële doelstellingen een tijdshorizon tot 2017 meegegeven en ze ingebed in een strikt risicobeheerkader, waarover later meer.
Duurzaam en langetermijndenken betekent ook dat we onze focus leggen op de lokale reële economieën van onze kernmarkten en dat we in principe ook niet investeren in exotische projecten ver buiten die markten. Ook speculatieve tradingactiviteiten worden beperkt: hoewel de nieuwe bankenwet van 25 april 2014 m.b.t. speculatieve tradingactiviteiten maar van
toepassing werd in 2015, zaten we eind 2014 al ver onder de gestelde normen.
strikt risicobeheer
In al onze kernlanden (België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije) zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn.
Bovendien zijn we niet van plan onze geografische voetafdruk te vergroten of significant te wijzigen. We willen onze huidige geografische aanwezigheid verder optimaliseren om een referentie in bankverzekeren te worden in elk kernland. In die kernlanden zullen we onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria, en streven we naar marktleiderschap tegen 2020 (top 3 inzake bankactiviteiten, top 4 inzake verzekeringsactiviteiten). In Ierland is het de bedoeling opnieuw winstgevend te worden vanaf 2016. Daarna zullen alle opties worden overwogen (organisch uitgroeien tot een winstgevende bank, een aantrekkelijke bankverzekeringsgroep uitbouwen of een winstgevende bank verkopen).
Hierna vindt u, samengevat, enkele van de belangrijkste strategische initiatieven voor de komende jaren, per land.
| Divisie | Strategische initiatieven voor de komende jaren |
|---|---|
| België | • Naadloze integratie van het kantorennetwerk via nieuwe toegankelijke en klantgerichte technologieën. • Efficiëntere benutting van het potentieel van Brussel via de lancering van een apart merk, KBC Brussels. • Groei in Wallonië in selecte marktsegmenten. • Verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel, door toepassing van digitale oplossingen en specifieke initiatieven. |
| Tsjechië | • Overstappen van kanaalgerichte naar meer klantgerichte aanpak. • Uitbreiden van het aanbod aan niet-financiële producten. • Verder werken aan vereenvoudiging van processen. • Opvoeren van de bankverzekeringsactiviteiten. • Groei in geselecteerde gebieden, zoals kredieten aan kmo's en consumer finance. |
| Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland |
• Transformatie van kantoorgericht naar hybride distributiemodel, focus op groei in belangrijke segmenten, vooruitgang inzake efficiëntie en groei van de bankverzekeringsactiviteiten in Slowakije, Hongarije en Bulgarije. • Overgang van digitale monoliner naar volwaardige retailbank in Ierland. |
In al onze kernmarkten willen we ons bankverzekeringsmodel geleidelijk verder versterken op een kostenefficiënte manier.
De uitrol van dat model bevindt zich in de verschillende kernmarkten in verschillende fasen. In België treedt het bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën
Bankverzekeringsopbrengsten (bruto) (in miljarden euro*)
* De provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar plus de verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden.
realiseert. In onze andere kernlanden (Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije) willen we tegen ten laatste 2017 een geïntegreerd distributiemodel creëren dat commerciële synergieën mogelijk maakt.
Dat bank- en verzekeringsactiviteiten verenigd zijn in één groep biedt een meerwaarde voor zowel klanten als voor KBC (zie Ons bedrijfsmodel). In 2014 zorgde de kruisverkoop van bank- en verzekeringsproducten in de kernlanden voor ongeveer 0,4 miljard euro opbrengsten.
Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we verder gaan dan pure financiële activiteiten en de lokale economieën waar we actief zijn ook blijvend ondersteunen met concrete initiatieven.
Een mooi voorbeeld daarvan is het Start-itproject in België. Omdat het aantal startende ondernemingen in Vlaanderen daalt en de reden daarvoor vaak de opstartkosten en -moeilijkheden blijken te zijn, lanceerden we in 2013 Start it @kbc. Daarmee wil KBC, samen met een aantal partners, starters helpen bij
verschillende aspecten van het ondernemerschap, zoals contacten leggen en een netwerk uitbouwen. KBC stelt bovendien gratis ruimte ter beschikking in de KBC-Toren in Antwerpen. Het project mikt vooral op ondernemingen die innoverend te werk gaan en bijdragen tot een duurzame lokale economie. Het Start-it-project werd ondertussen uitgebreid naar Hasselt, Gent
en Leuven. In 2014 namen 118 bedrijven deel aan het initiatief.
We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel | Resultaat 20141 |
|---|---|---|---|
| Groei en efficiëntie | |||
| CAGR totale opbrengsten |
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van totale opbrengsten. De berekening is gebaseerd op de aangepaste resultaten, zonder de waardeschommeling van de ALM-derivaten gebruikt voor balansbeheer. |
2013-2017 Groep: ≥ 2,25% België: ≥ 2% Tsjechië: ≥ 3% Slowakije: ≥ 3% Hongarije: ≥ 4% Bulgarije: ≥ 3% Ierland: ≥ 25% |
2013-2014 Groep: 0% België: +5% Tsjechië: +3%1 Slowakije: +1% Hongarije: -40%1 / +3%1, 2 Bulgarije: +4% Ierland: +20% |
| CAGR bruto bankverzeke ringsinkomsten |
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van: [provisie inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar] + [verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden] |
2013-2017 Groep: ≥ 5% België: ≥ 5% Tsjechië: ≥ 15% Slowakije: ≥ 10% Hongarije: ≥ 20% Bulgarije: ≥ 5% |
2013-2014 Groep: -2% België: -3% Tsjechië: +12%1 Slowakije: -5% Hongarije: +12%1 Bulgarije: -14% |
| Kosten inkomstenratio |
[Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / [totale opbrengsten van de bankactiviteiten]. De berekening is gebaseerd op de aangepaste resultaten. |
Tegen 2017 Groep: ≤ 53% België: ≤ 50% Tsjechië: ≤ 45% Slowakije: ≤ 58% Hongarije: ≤ 62% Bulgarije: ≤ 67% Ierland: ≤ 50% |
2014 Groep: 57% België: 50% Tsjechië: 48% Slowakije: 62% Hongarije: 125% / 69%2 Bulgarije: 63% Ierland: 96% |
| Gecombineerde ratio |
[Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en gegevens na herverzekering) |
Tegen 2017 Groep: ≤ 94% België: ≤ 94% Tsjechië: ≤ 94% Slowakije: ≤ 94% Hongarije: ≤ 96% Bulgarije: ≤ 96% |
2014 Groep: 94% België: 94% Tsjechië: 94% Slowakije: 83% Hongarije: 96% Bulgarije: 101% |
| KPI | Wat | Doel | Resultaat 20141 |
|---|---|---|---|
| Focus op duurzaamheid | |||
| Innovatie | Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve producten/diensten sneller dan de concurrentie', 'Innoveert continu om de klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de verwachtingen van de klant', 'Gebruikt geavanceerde technologieën'. De bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de externe firma Ipsos. |
Bij de topperformers van de financiële benchmarks3 , in elk land |
België: vooruitgang Tsjechië: vooruitgang Slowakije: bereikt Hongarije: bereikt Bulgarije: bereikt Ierland: bereikt |
| Positie in duurzame fondsen |
Marktaandeel in duurzame beleggingsfondsen (gebaseerd op eigen KBC-berekeningen) |
Marktleiderschap in België |
bereikt (49% marktaandeel eind september 2014) |
1 Voor Tsjechië en Hongarije: CAGR-ratio's berekend in lokale munt.
2 Zonder effect van de aanleg van voorzieningen in verband met de nieuwe wetgeving inzake retailkredieten in Hongarije.
3 Zie lijst van benchmarks onder de KPI-tabel bij 'Ons doel: we willen dat de klant centraal staat in onze bedrijfscultuur'
Meer weten? Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.
De manier waarop de maatschappij, en in het bijzonder de consumenten, naar de financiële sector kijken, verandert. Consumenten belonen meer en meer die merken die naar hen luisteren en beoordelen ze op voor hen relevante aspecten, zoals het leveren van goede kwaliteit, het lanceren van innovatieve producten tegen faire prijzen, de focus leggen op zaken die hun leven gelukkiger, gemakkelijker en gezonder maken en die de economie, het milieu en de gemeenschap vooruithelpen. Waarde wordt niet alleen meer gemeten in termen van monetaire waarde, maar ook op basis van emotionele parameters zoals vertrouwen en fierheid.
Tegelijkertijd is het wantrouwen in bedrijven, en zeker in de financiële sector, nooit groter geweest en worden bedrijven ook afgerekend op zaken zoals fair trade, milieu-impact en een verantwoordelijk gedrag, ook op lokaal vlak. Zeker na de financiële crisis, ligt de lat hoog voor de financiële wereld en is vertrouwen de license to operate. In die nieuwe wereld een verantwoordelijke en gerespecteerde speler zijn, betekent dus vooral werken aan (het herstel van) het vertrouwen.
We willen dan ook weten wat belangrijk is voor onze stakeholders (belanghebbenden). Daarom zijn we al in 2013 gestart met een uitgebreide stakeholderbevraging, die we in 2014 nog verder hebben uitgewerkt. We nodigden in België 5 stakeholdergoepen uit om deel te nemen aan onze online-enquête om zo te ontdekken waar we volgens hen op moeten focussen: medewerkers, klanten, leveranciers, de raad van bestuur en vertegenwoordigers van de overheden. Daarnaast hebben we ook in Tsjechië onze stakeholders bevraagd. Daar hebben vergelijkbare stakeholdergroepen deelgenomen aan dezelfde online-enquête, zodat we de resultaten onderling kunnen vergelijken. Op pagina 42 vindt u een schematisch overzicht van de matrix.
We vroegen niet alleen om bepaalde thema's naar belangrijkheid in te delen, maar ook om KBC te beoordelen op die thema's. De resultaten leveren een matrix op, waarbij men de verschillende thema's in vier groepen kan onderverdelen:
Als we de globale resultaten bekijken komen we tot de conclusie dat onze nieuwe strategie en ons risicobeleid ervoor gezorgd hebben dat onze stakeholders overtuigd zijn van onze aanpak.
De items die als belangrijk worden aangeduid en waarop we hoog scoren (te koesteren) zijn:
Maar we beseffen uiteraard dat we ook nog werkpunten hebben (de te verbeteren items). Zo blijven de prijs-kwaliteitverhouding en de transparantie van de aangeboden producten en diensten de twee belangrijkste aandachtspunten.
Wat de stakeholders belangrijk vinden, komt bovendien grotendeels overeen met wat KBC zelf belangrijk vindt. Het is met andere woorden duidelijk dat KBC op dezelfde lijn zit als zijn belanghebbenden, wat ons toelaat samen met hen te werken aan een duurzame toekomst.
In verschillende andere paragrafen van dit verslag gaan we in op onze relatie met onze klanten, die centraal staan in alles wat we doen. Hierna belichten we onze relatie met twee stakeholdersgroepen die nog niet expliciet aan bod kwamen, namelijk onze medewerkers en de overheid.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent uiteraard ook op een verantwoorde manier omgaan met onze medewerkers. We zijn ons ervan bewust dat we vooral dankzij hun betrokkenheid en inspanningen sterke onderliggende resultaten kunnen boeken en onze strategie kunnen realiseren.
Als we de resultaten van de vijf groepen belanghebbenden vergelijken, merken we dat onze inspanningen geleid hebben tot deze resultaten.
Dit zijn thema's die onze belanghebbenden als belangrijk beschouwen en waarvoor KBC een minder hoge score krijgt.
Dit zijn de thema's die onze belanghebbenden belangrijk vinden en waarvoor KBC een positieve evaluatie krijgt.
Dit zijn thema's die minder belangrijk zijn voor onze belanghebbenden en KBC krijgt daarvoor ook geen hoge score.
Dit zijn de thema's waar KBC goed op scoort, maar die voor onze belanghebbenden minder belangrijk zijn.
tevredenheid over KBC
In onze personeelsbeleidslijnen, in ons rekrutering- en promotiebeleid en in onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, godsdienst, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Gelijke behandeling van werknemers staat ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die KBC heeft ondertekend. KBC wil als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier en daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol.
In Tsjechië bijvoorbeeld is diversiteit een van de belangrijkste focusgebieden. Cˇ SOB werkt er aan initiatieven voor drie specifieke werknemersdoelgroepen, namelijk vrouwelijke medewerkers, mensen met een beperking en 55-plussers. Het gaat onder meer over kinderopvang, ondersteuning voor vrouwelijke directieleden en flexibele werkregelingen.
Zoals al vermeld, vatten we onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL (performance, empowerment, accountability, responsiveness, en local embeddedness). Om die waarden bij onze medewerkers te promoten, kiezen we voor een bottom-up-aanpak, waarbij we bouwen op de initiatieven en de kracht van de medewerkers zelf. Tegelijk willen we dat ons management een inspirerende rol speelt en leggen we daarbij de nadruk op coachen, goed communiceren en de richting aangeven. In al onze kernlanden volgen we nauw op hoe de nieuwe bedrijfscultuur PEARL begrepen wordt en of de PEARL-waarden zijn doorgedrongen bij onze werknemers.
In ons HR-beleid willen we talent stimuleren. Met het oog daarop hebben we bijvoorbeeld onze Groeps-HR-systemen en -processen aangepast aan onze kernwaarden. Voorbeelden die dat illustreren zijn ons Reward4Worksysteem (een motiverend loonpakket dat bestaat uit vaste en variabele elementen, inclusief Cafetariaplan), het nieuwe competentiemodel (met een duidelijke focus op autonomie, resultaatgerichtheid en initiatief bij de medewerkers) en de voortdurende aandacht voor de opleiding van onze medewerkers, wat op zijn beurt bijdraagt tot werknemerstevredenheid en -betrokkenheid. We schenken bijzondere aandacht aan levenslange inzetbaarheid van onze medewerkers door hun meer opleidings- en ontplooiingskansen te bieden. Met Minerva, ons personeelstraject voor oudere medewerkers in België, hebben we een radicale stap gezet van een uniforme benadering naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers. We komen daarmee tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden de mensen zo ook voor op langer werken.
Om nog beter te kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten en tegelijkertijd de creativiteit van onze medewerkers optimaal te benutten, nemen we initiatieven om die creativiteit te stimuleren. Een van die initiatieven is The Pitch, een wedstrijd die de medewerkers in verschillende landen de kans geeft in groepen innovatieve ideeën uit te werken die daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd. Het groepsdirectiecomité beloont effectief de beste ideeën. Zo won het Bulgaarse team in de editie van 2013-2014 de Country Challenge-prijs met het idee smart card en werd de Global Challenge-prijs toegekend aan een multinationaal team van medewerkers uit België, Bulgarije, Tsjechië en Hongarije voor hun gamification-idee, dat op een speelse manier onlinebanking in de kijker wil zetten.
In de onderstaande tabel vindt u de verdeling van het totale personeelsbestand van de groep volgens diverse criteria.
| (exclusief entiteiten die op de respectievelijke | ||
|---|---|---|
| rapporteringsdatum onder IFRS 5 vielen) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
| In vte's | 36 177 | 36 187 |
| In procenten | ||
| België | 45% | 45% |
| Centraal- en Oost-Europa | 51% | 51% |
| Rest van de wereld | 4% | 4% |
| Divisie België | 35% | 35% |
| Divisie Tsjechië | 23% | 23% |
| Divisie Internationale Markten* | 30% | 29% |
| Groepsfuncties en Groepscenter | 12% | 13% |
| Mannen | 43% | 43% |
| Vrouwen | 57% | 57% |
| Voltijders | 81% | 81% |
| Deeltijders | 19% | 19% |
| Gemiddelde leeftijd (in jaren) | 42 | 42 |
| Gemiddelde anciënniteit (in jaren) | 13,6 | 13,6 |
| Gemiddeld aantal dagen ziekteverzuim/vte | 2,7 | 2,8 |
| Aantal dagen opleiding/vte | 10 | 9 |
* Voor 2013 inclusief de divisie Internationale Productfabrieken.
We hebben in 2014 tevredenheidsenquêtes gehouden bij onze medewerkers in de verschillende kernlanden. De resultaten waren globaal gezien positief en bevestigden in de meeste gevallen de positieve en stijgende trend inzake personeelstevredenheid en -betrokkenheid in de groep. In België steeg de personeelstevredenheid in 2014 zelfs tot het hoogste resultaat sinds het begin van de metingen. Vergeleken met de markt bevestigde de betrokkenheidsindex in Tsjechië het hoge niveau van appreciatie van de medewerkers voor Cˇ SOB. Ook in Slowakije steeg de tevredenheid tegenover 2013, terwijl in Hongarije de betrokkenheidsindex zijn traditioneel hoge niveau boven de benchmark behield. In Bulgarije en Ierland bleef de personeelstevredenheid op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van
andere spelers op de markt. Globaal gezien behouden de personeelsleden in 2014 bijgevolg een positief beeld over de groep en werpen de inspanningen die KBC levert op het vlak van personeelsbeleid dus vruchten af. Personeelsbetrokkenheid blijft ook de komende
jaren een van de topprioriteiten bij KBC.
Rekening houden met de prioriteiten van de overheid is des te belangrijker voor ons omdat we in 2008 en 2009 rechtstreekse steun van de Belgische en Vlaamse overheden – en dus van de belastingbetalers – ontvingen. Die overheidssteun bedroeg bij aanvang 7 miljard euro, en daarvan betaalden we in de voorbije jaren al 5 miljard euro terug, plus premies. We hebben de intentie om de terugbetaling van de 2 miljard euro (+ 50% premie) resterende staatssteun aan de Vlaamse overheid te versnellen en het laatste deel terug te betalen tegen uiterlijk eind 2017.
In 2009 ondertekenden we ook een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van onze portefeuille gestructureerde kredieten (CDO's). Dat plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro, maar door de volledige afbouw van de CDOblootstelling kon die waarborgregeling ondertussen worden beëindigd. Onze relatie met de overheid is vanzelfsprekend niet beperkt tot de staatssteun. We betalen zoals elke winstgevende onderneming de verschuldigde belastingen op onze winst en we zijn in verschillende landen onderworpen aan zogenaamde bijkomende bankenheffingen, die winstonafhankelijk zijn. Het totale bedrag van al die belastingen, heffingen en dergelijke kwam in 2014 op 949 miljoen euro, tegenover 892 miljoen euro in 2013. Naast de kredietverlening aan particulieren en bedrijven financieren we de economie ook door onze directe en indirecte kredietverlening aan de overheden. Eind 2014 belegden we bijvoorbeeld ruwweg 25 miljard euro in Belgisch overheidspapier. KBC is bovendien al jarenlang betrokken bij het verzekeren van diverse instellingen van de Vlaamse overheid en werkt in publiek-private samenwerkingen (PPS) mee aan het realiseren van belangrijke maatschappelijke projecten.
▲ Andrea Blomme en haar man Hans leerden Stefan en Katka kennen bij KBC. Collega's werden vrienden.
"Hans en ik werkten voor hetzelfde bedrijf in Ierland, daar sloeg Cupido toe. Onze carrière bracht ons naar de uithoeken van Europa: Polen, Slowakije, Zweden. Toen solliciteerde Hans bij KBC. Met zijn ervaring in Centraal- en Oost-Europa paste zijn profiel perfect. En het mijne ook, zeker omdat ik ook nog Slowaaks en Tsjechisch spreek. Nu zijn we dus weer collega's."
Zoals al vermeld, hebben we de intentie om de resterende overheidssteun ten laatste eind 2017 terug te betalen. Naar schatting een derde van het kapitaaloverschot dat tussen midden 2014 en 2017 beschikbaar zal zijn, zullen we daarvoor aanwenden. Eveneens ongeveer een derde van het kapitaaloverschot willen we gebruiken voor autonome groei en/of overnames en om het hoofd te bieden aan (regelgevende of andere) onzekere situaties. Een laatste derde zullen we aanwenden om vanaf 2016 minstens 50% van onze jaarlijkse winst uit te keren als dividend
(inclusief de coupon op de overheidssteun en uitstaande additional tier 1-instrumenten) aan onze aandeelhouders, de overheid en de AT1-beleggers.
We volgen onze focus op maatschappelijk relevante thema's en onze prestaties inzake het inlossen van de verwachtingen van stakeholders ook op via een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel | Resultaat 2014 |
|---|---|---|---|
| Formeel stakeholders proces |
Heeft de entiteit een formeel proces voor interactie met haar stakeholders? (materialiteitsmatrix, GRI-methodologie) |
Bestaan van formeel proces, in elk land |
België: ja Tsjechië: ja Slowakije: gedeeltelijk Hongarije: gedeeltelijk Bulgarije: gedeeltelijk Ierland: gedeeltelijk |
| Governance | Governance gaat over: 'gedraagt zich ethisch correct', 'is open en transparant', 'gedraagt zich als een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in op wat er leeft', 'leeft de wetgeving, reglementen en richtlijnen voor de sector na'. De bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de externe firma Ipsos. |
Bij de topperformers van de financiële benchmarks*, in elk land |
België: vooruitgang Tsjechië: vooruitgang Slowakije: vooruitgang Hongarije: bereikt Bulgarije: vooruitgang Ierland: vooruitgang |
| Terugbetaling resterende overheidssteun |
Oorspronkelijk 7 miljard euro aan niet stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheden in 2008 en 2009. Na diverse terugbetalingen eind 2014 verminderd tot 2 miljard euro (aan de Vlaamse overheid). |
Volledige terugbetaling uiterlijk eind 2017 |
Al 5 van 7 miljard euro terugbetaald. |
| Dividend uitkeringsratio |
[(Bruto-dividend x aantal dividendgerechtigde aandelen) + (eventuele coupon op resterende staatssteun en op uitstaande AT1-effecten)] / [geconsolideerd nettoresultaat] |
≥ 50% vanaf boekjaar 2016 |
– |
* Zie lijst onder de KPI-tabel bij Ons doel: we willen dat de klant centraal staat in onze bedrijfscultuur.
In alle relevante geledingen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers met time-outrecht.
Ons risicobeheer is gebaseerd op een model met drie verdedigingslinies (Three Lines of Defensemodel), waarmee we ons wapenen tegen risico's die het behalen van onze doelstellingen in het gedrang kunnen brengen (zie tabel).
| 1 De business zelf |
De business moet zelf de risico's van zijn activiteitsdomein kennen en zorgen voor effectieve controles. Het gaat daarbij om alle risicotypes, inclusief fraude en de naleving van de reglementaire of wettelijke voorschriften. De business kan een beroep doen op eigen ondersteunende diensten en op de adviesverlening van de onafhankelijke tweedelijnsfuncties. |
|---|---|
| 2 De risicofunctie, Compliance, en (voor bepaalde zaken) Boekhouding, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisicobeveiliging |
Onafhankelijk van de business hebben de tweedelijnscontrolefuncties als doel een groepswijd kader uit te tekenen voor alle relevante risicotypes. Ze ondersteunen de implementatie van dat raamwerk en zien toe op het gebruik ervan. Daarnaast verlenen ze assistentie aan het businessmanagement bij het gebruik van instrumenten en technieken voor risico- en kapitaalbeheer. De compliancefunctie is een onafhankelijke functie, die als doel heeft te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels. In dat kader besteedt ze bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid. |
| 3 Interne audit |
Als onafhankelijke derdelijnscontrole ondersteunt Interne Audit het Directiecomité, het Auditcomité en het Risico- en Compliancecomité bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem. Interne Audit gaat na of de risico's op een adequate manier worden beheerst en waar mogelijk worden beperkt of geëlimineerd. Het ziet er ook op toe dat de bedrijfsprocessen op een efficiënte en doelmatige manier verlopen en dat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is. |
Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep inherent zijn blootgesteld aan diverse risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen en prioriteiten voor onze groep. Die bespreken we hierna.
In het algemeen kunnen de wereldeconomie, de toestand op de financiële markten en macroeconomische ontwikkelingen ons resultaat sterk
beïnvloeden. Voor ons gaat het dan vooral over België, Ierland en Centraal- en Oost-Europa. Over de economische context en verwachtingen per land geven we op diverse plaatsen in dit verslag meer uitleg. We houden in onze langetermijnplanning trouwens rekening met het risico van een verslechterende macroeconomische omgeving: naast een neutraal scenario hanteren we immers ook nog een pessimistisch scenario.
In dit verslag geven we in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies een aantal voorbeelden van recente productontwikkelingen.
Bij de meeste van onze activiteiten hebben we bovendien af te rekenen met een sterke concurrentie. Naast de traditionele spelers in elk van onze kernlanden neemt ook de concurrentie toe van kleinere bankspelers en internetbanken en van e-commerce in het algemeen. De concurrentie wordt vanzelfsprekend ook beïnvloed door technologische veranderingen. Innovatie is bijgevolg bijzonder belangrijk om onze marktpositie te behouden of nog te versterken. Om de ontwikkeling van nieuwe producten te ondersteunen, hebben we een specifiek proces (het New and Active Product Process) om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren. Tegelijkertijd gebeurt er een grondige analyse van alle betrokken risico's, en worden er acties opgezet om die risico's te beheersen. Bovendien herzien we ook regelmatig alle bestaande producten om ze, als dat nodig blijkt, aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften en/of marktomstandigheden.
In de tekening vindt u de specifieke prioriteiten die we in de komende jaren inzake risicobeheer vooropstellen.
Naast die algemene risico's zijn we als bankverzekeraar inherent blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico,
▲ Joaquin Heye, peter van Alexander, het zoontje van Katka en Stefan
"Ik zit nu in het laatste jaar economie-moderne talen, ik kan dus nog veel kanten uit. Na school houd ik me vooral bezig met muziek, rugby, voetbal en scouts. Volgend jaar wil ik in de leiding, we gaan op buitenlands groepskamp. Staat er nog genoeg op mijn spaarrekening?"
liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen en operationele risico's. Hierna vindt u een samenvattend overzicht van de belangrijkste typische bank- en verzekeringsrisico's.
| risico's voor de sector* |
Toelichting | Beheer |
|---|---|---|
| Kredietrisico | Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die partij, of als gevolg van bepaalde situaties of maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, … |
| Marktrisico van niet tradingactiviteiten |
Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico. Structurele risico's zijn risico's die inherent deel uitmaken van de commerciële activiteit of de langetermijnposities. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • ALM-VaR-limieten op groepsniveau, per risicosoort en entiteit; aanvulling met andere risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), nominale bedragen, limietopvolging voor cruciale indicatoren, … |
| Liquiditeitsrisico | Risico dat KBC niet in staat is om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, … |
| Marktrisico van tradingactiviteiten |
Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen van de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, rentegevoeligheid, 'greeks' voor producten met opties, stresstests, … |
| Verzekerings technische risico's |
Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en de omvang van verzekerde schadegevallen. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, … |
| Operationeel risico en andere niet financiële risico's |
De kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, Loss Event Databases, Risicoscans (bottom-up en top-down), Case-Study Assessments), Key Risk Indicators (KRI), … |
| Solvabiliteitsrisico | Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar niveau valt. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Wettelijke en in-house minimale solvabiliteitsratio's, actief kapitaalmanagement, … |
* Gedetailleerde uitleg vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.
Typische
Naast de uitgebreide opvolging van diverse risico-indicatoren (zie hoofdstuk Risicobeheer), volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel | Resultaat 2014 |
|---|---|---|---|
| Common equity ratio |
[Common Equity Tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien. De hier getoonde berekening is fully loaded en gebaseerd op de Deense compromismethode. |
≥ 10,5% in 2014, op groepsniveau |
14,3% |
| Totale kapitaalratio |
[Totaal reglementair eigen vermogen] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien (grandfathered). De hier getoonde berekening is fully loaded en gebaseerd op de Deense compromismethode. |
≥ 17% in 2017, op groepsniveau |
18,3% |
| Netto stabiele financieringsratio, NSFR |
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [Vereist bedrag stabiele financiering] |
≥ 105% in 2014, op groepsniveau |
110% |
| Liquiditeits dekkingsratio, LCR |
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] |
≥ 105% in 2014, op groepsniveau |
120% |
Meer weten? Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid verder in dit verslag.
| Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (in miljoenen euro)1 | IFRS | Aangepast resultaat | ||
|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | |
| Nettorente-inkomsten | 4 077 | 4 308 | 3 990 | 4 268 |
| Rente-inkomsten | 8 343 | 7 893 | – | – |
| Rentelasten | -4 266 | -3 586 | – | – |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 536 | 512 | 536 | 512 |
| Verdiende premies | 1 259 | 1 266 | 1 259 | 1 266 |
| Technische lasten | -723 | -754 | -723 | -754 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)2 | -242 | -216 | -242 | -216 |
| Verdiende premies | 1 132 | 1 247 | 1 132 | 1 247 |
| Technische lasten | -1 373 | -1 463 | -1 373 | -1 463 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -5 | 16 | -5 | 16 |
| Dividendinkomsten | 47 | 56 | 41 | 47 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
1 191 | 227 | 779 | 233 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 252 | 150 | 213 | 144 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 469 | 1 573 | 1 473 | 1 580 |
| Provisie-inkomsten | 2 268 | 2 245 | – | – |
| Provisielasten | -798 | -672 | – | – |
| Overige netto-inkomsten | 122 | 94 | 343 | 62 |
| Totale opbrengsten | 7 448 | 6 720 | 7 127 | 6 647 |
| Exploitatiekosten | -3 843 | -3 818 | -3 798 | -3 775 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 927 | -506 | -1 723 | -615 |
| op leningen en vorderingen | -1 714 | -587 | -1 632 | -554 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -34 | -29 | -20 | -29 |
| op goodwill | -7 | 0 | -7 | 0 |
| op overige | -173 | 109 | -64 | -33 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 30 | 25 | 30 | 25 |
| Resultaat vóór belastingen | 1 708 | 2 420 | 1 636 | 2 281 |
| Belastingen | -678 | -657 | -662 | -652 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 1 029 | 1 763 | 974 | 1 629 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 14 | 0 | 14 | 0 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) |
1 015 | 1 762 | 960 | 1 629 |
| Aangepast nettoresultaat per divisie | ||||
| België | 1 570 | 1 516 | ||
| Tsjechië | 554 | 528 | ||
| Internationale Markten | -853 | -182 | ||
| Groepscenter | -311 | -234 | ||
| Rendement op eigen vermogen | 9% | 13% | ||
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 52% | 57% | ||
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 94% | 94% | ||
| Kredietkostenratio, bankieren | 1,21% | 0,42% |
– Niet beschikbaar aangezien de analyse van deze resultaatscomponenten op nettobasis gebeurt in de groep.
1 Definitie van de ratio's: zie Glossarium. Omschrijving van het aangepaste resultaat: zie verder in dit hoofdstuk. De referentiecijfers voor 2013 zijn licht aangepast ten gevolge van de toepassing van de nieuwe IFRS 11-norm (zie verder onder Bijkomende informatie).
2 Cijfers m.b.t. de verdiende premies (en technische lasten) bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,9 miljard euro premies in 2013, 0,8 miljard euro in 2014).
In dit hoofdstuk bespreken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de nietgeconsolideerde resultaten en balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.
Om meer inzicht te verschaffen in de bedrijfsresultaten geven we naast de winst-enverliesrekening volgens IFRS een aangepaste voorstelling van de winst-en-verliesrekening (kolommen aangepast resultaat in de tabel op de vorige pagina), waarin we een beperkt aantal niet-operationele elementen niet opnemen in de gebruikelijke posten.
Die elementen en hun invloed in 2014 zijn:
• Waardering van eigen kredietrisico: de invloed van reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten ten gevolge van eigen kredietrisico. In 2014 had dat een verwaarloosbaar effect van 2 miljoen euro na belastingen.
Daarnaast verplaatsen we de tradingresultaten, die in het IFRS-overzicht zijn opgenomen in verschillende posten, in het aangepaste resultatenoverzicht naar de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. Vanwege het belang ervan gebeurt dat alleen voor KBC Bank België (Divisie België). De invloed van die verschuivingen op het nettoresultaat is per saldo uiteraard nihil.
Het nettoresultaat zonder de drie bovenvermelde elementen en na de vermelde verschuiving noemen we het aangepaste nettoresultaat.
De resultaatsinformatie per segment (of divisie) is gebaseerd op het aangepaste overzicht, en de uitgesloten elementen (legacy-CDO- en desinvesteringsactiviteiten en waardering van eigen kredietrisico) wijzen we integraal toe aan Groepscenter.
Het aangepaste resultaatsoverzicht is als segmentrapportering ook in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen en is dus conform IFRS 8. IFRS 8 verplicht ons af te wijken van de IFRS-principes als daarmee de management view wordt weergegeven. Dat is het geval aangezien de betreffende resultaten een belangrijk element zijn bij de beoordeling en sturing van de divisies. De commissaris heeft de segmentrapportering, als onderdeel van de geconsolideerde financiële staten, geauditeerd.
| Geselecteerde balans- en solvabiliteitsinformatie, KBC-groep | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2013* | 2014 |
| Balanstotaal | 238 696 | 245 174 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 120 371 | 124 551 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 64 904 | 70 359 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 161 135 | 161 783 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscon tracten, verzekeringen |
30 488 | 31 487 |
| Risicogewogen activa | 91 216 | 91 236 |
| Totaal eigen vermogen | 14 514 | 16 521 |
| Common equity ratio (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) | 12,8% | 14,3% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 131% | 120% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | 111% | 110% |
* Een aantal gegevens is gewijzigd (met retroactieve toepassing); zie onder Bijkomende informatie.
▲ Ann Wauters, topsporter, kent Stefan uit de basketbalwereld.
"Toen ik als 18-jarige profspeler werd in de Franse competitie, werd ik ook klant bij KBC. Ik kreeg advies over financiële planning en beheer. Gelukkig maar, want ik was te jong om het belang daarvan in te zien. Dankzij mijn internationale carrière heb ik met mijn gezin heel wat van de wereld gezien en verschillende culturen leren kennen en appreciëren."
De bespreking en de grafieken hierna betreffen het aangepaste resultaat, dus na uitsluiting van de invloed van de legacyactiviteiten en de waardering van eigen kredietrisico. Die elementen bespraken we hiervoor al in een aparte paragraaf.
De nettorente-inkomsten bedroegen 4 268 miljoen euro in 2014, 7% meer dan in 2013. Op vergelijkbare basis (zonder consolidatiekringschommelingen) ligt dat 9% boven het niveau van 2013, ondanks de algemeen lagere herbeleggingsrentes. De groei is onder meer te danken aan de gezonde commerciële marges, de verlaging van de rente op depositoboekjes, lagere wholesale financieringskosten, het positieve effect van vervroegdeterugbetalingsrente door de vele herfinancieringen van woningkredieten in België en hogere krediet- en depositovolumes. Op vergelijkbare basis stegen de leningen en voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (123 miljard euro eind 2014) per saldo met 3% in de loop van 2014, met een groei van 4% in Divisie België en 5% in Divisie Tsjechië en een daling van 1% in Divisie Internationale Markten (groei in Slowakije, Hongarije en Bulgarije, maar daling in Ierland). Het totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's, 154 miljard euro eind 2014) steeg met 3% in 2014, op vergelijkbare basis, met een groei van 9% in Divisie België, 8% in Divisie Tsjechië en 5% in Divisie Internationale Markten (met opnieuw een aanzienlijke groei in Ierland, dankzij het succes van de retaildepositowervingscampagnes in dat land) en een daling bij Groepscenter.
De nettorentemarge van de bankactiviteiten bedroeg daardoor 2,08% in 2014 (2,01% in België, 3,18% in Tsjechië, 2,41% in de Internationale Markten), 18 basispunten hoger dan in 2013.
In 2014 bedroegen de verdiende premies van schadeverzekeringen 1 266 miljoen euro, dat is 1% meer dan het jaar daarvoor, op vergelijkbare basis. De verandering in België bedroeg 1%, in Tsjechië -3% (+3% zonder wisselkoerseffect) en in de drie andere Centraal- en Oost-Europese markten samen -1%. De verzekeringstechnische lasten stegen met 4% in 2014 op vergelijkbare basis, vooral door België (hagelstormen in het tweede kwartaal) en Bulgarije (in beide gevallen voor een groot deel gecompenseerd via herverzekering). Op groepsniveau bleef de gecombineerde ratio ongeveer stabiel, op een goede 94%.
De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 1 247 miljoen euro in 2014. Daarbij zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premieinkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,9 miljard euro, 3% meer dan in 2013. In de belangrijkste markt, België, was er een aangroei van 7%, dankzij de levensverzekeringen met rentegarantie (tak 21-producten). In totaal maakten in 2014 de producten met rentegarantie ongeveer 59% uit van de levensverzekeringspremieinkomsten en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 41% voor hun rekening. Op 31 december 2014 bedroegen de Levenreserves 26,5 miljard euro voor Divisie België, 1,0 miljard euro voor Tsjechië en 0,5 miljard euro voor de drie andere Centraal- en Oost-Europese kernmarkten samen.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 580 miljoen euro in 2014, een stijging met 7% ten opzichte van het jaar daarvoor, of zelfs 8% op vergelijkbare basis. De stijging situeert zich voor het grootste deel in België en heeft vooral te maken met de groei van de instapen beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen en hoge kredietgerelateerde provisie-inkomsten.
Eind 2014 bedroeg het totale beheerde vermogen van de groep (beleggingsfondsen en vermogensbeheer voor particuliere en institutionele beleggers) ongeveer 186 miljard euro, 14% meer dan eind 2013, door een positief prijsén volume-effect (8% en 6%, respectievelijk). Het grootste deel van het eind 2014 beheerde vermogen heeft betrekking tot de divisies België (172 miljard euro, 14% groei) en Tsjechië (7 miljard euro, 20% groei).
Nettoprovisie-inkomsten
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat, bedroeg in 2014 233 miljoen euro, tegenover 779 miljoen euro het jaar daarvoor. We herhalen dat een aantal elementen uit deze post zijn uitgesloten (invloed van de legacy-CDO-portefeuille en van de waardering van het eigen kredietrisico) en dat de tradinggerelateerde inkomsten uit Divisie België, die volgens IFRS onder andere opbrengstenposten vallen, bij dat trading- en reëlewaarderesultaat geteld zijn. Per saldo bevat die resultaatspost dus nog vooral het resultaat van de dealingrooms, maar ook de marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer. Dat laatste was zeer negatief in 2014 (-201 miljoen euro) en zeer positief in 2013 (+279 miljoen euro), wat dus het grootste deel van de verandering in deze resultaatspost verklaart.
De andere inkomsten (dividenden, gerealiseerde meerwaarden en overige netto-inkomsten) bedroegen samen 253 miljoen euro in 2014, tegenover 597 miljoen euro in 2013. Dat negatieve verschil is onder meer het gevolg van de lagere overige nettoinkomsten, omdat de post Overige netto-inkomsten in 2014 zwaar beïnvloed werd door de aanleg van voorzieningen in verband met de nieuwe wet op retailleningen in Hongarije (-231 miljoen euro vóór belastingen; zie verder bij Divisie Internationale Markten).
De exploitatiekosten bedroegen 3 775 miljoen euro in 2014. Dat is een lichte daling van 1% ten opzichte van het jaar daarvoor. Op vergelijkbare basis zijn de kosten ruwweg gelijk gebleven. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder de hogere kosten in Ierland (meer personeel, onder meer in de afdeling achterstallen en in verband met de retailcampagne) en in België (iets hogere personeelskosten, marketing- en communicatiekosten, hogere speciale bankentaks, maar lagere pensioenkosten, ICT- en facilitaire kosten), een positief wisselkoerseffect en lagere kosten in Groepscenter.
De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten van de groep bedroeg in 2014 ongeveer 57%, tegenover 52% in 2013. De ratio werd negatief beïnvloed door enkele nietoperationele elementen, zoals de sterk negatieve marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten en de invloed van de Hongaarse wet op particuliere kredieten in vreemde valuta. Na aanpassing voor die specifieke items bedroeg de ratio een goede 54% in 2014, tegenover 55% in 2013. Voor Divisie België bedroeg de kosten-inkomstenratio 50% (49% na uitsluiting van specifieke elementen), voor Divisie Tsjechië 48% en voor Divisie Internationale Markten 92% (69% na uitsluiting van specifieke elementen).
De waardeverminderingen op leningen en vorderingen of kredietvoorzieningen, bedroegen 554 miljoen euro in 2014, tegenover 1 632 miljoen euro in 2013. Die verbetering van 1 078 miljoen euro is voor een zeer belangrijk deel op het conto van Ierland te schrijven, waar in het vierde kwartaal van 2013 een groot bedrag aan bijkomende kredietvoorzieningen was aangelegd, waardoor de kredietvoorzieningen voor dat land voor het volledige boekjaar 2013 uitkwamen op 1 059 miljoen euro. In 2014 zakte dat tot 198 miljoen euro. Voor de andere landen waren de kredietvoorzieningen in 2014 als volgt: 205 miljoen euro in België (123 miljoen minder dan in 2013), 47 miljoen euro in Hongarije (28 miljoen minder dan in 2013, toen op het einde van het jaar bijkomende waardeverminderingen waren aangelegd voor geherstructureerde kredieten), 34 miljoen euro in Tsjechië (13 miljoen minder dan in 2013) en 69 miljoen euro voor de rest. Per saldo verbeterde de kredietkostenratio van de groep daardoor van 121 basispunten in 2013 naar 42 basispunten in 2014. Dat was 23 basispunten in Divisie België, 18 basispunten in Divisie Tsjechië en 106 basispunten in Divisie Internationale Markten (Ierland: 133 basispunten, Slowakije: 36 basispunten, Hongarije: 94 basispunten en Bulgarije: 130 basispunten). Op 31 december 2014 bedroeg het aandeel van de impaired kredieten (definitie: zie Glossarium) in de totale kredietportefeuille 9,9%, tegenover 10,2% in 2013. Dat was 4,3% in België, 3,8% in Tsjechië en 34,1% in Internationale Markten (vooral door Ierland, met een ratio van 52% voor impaired kredieten). Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (wat we in vroegere rapporten de non-performing kredieten noemden) bedroeg 5,5% in 2014, tegenover 6,0% in 2013. De impaired kredieten waren eind 2014 voor 42% gedekt door specifieke waardeverminderingen. U vindt meer informatie over de samenstelling van de kredietportefeuille in het hoofdstuk Risicobeheer.
De andere waardeverminderingen bedroegen in 2014 samen 62 miljoen euro en hadden onder meer betrekking op voor verkoop beschikbare effecten (aandelen) en op materiële en immateriële vaste activa.
Per divisie is het aangepaste nettoresultaat van de groep in 2014 als volgt verdeeld: België 1 516 miljoen euro (daling met 54 miljoen euro tegenover 2013, vooral wegens de sterk negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer, die het positieve effect van gestegen nettorente- en nettoprovisie-inkomsten en gedaalde kredietvoorzieningen volledig teniet doet), Tsjechië 528 miljoen euro (daling met 26 miljoen euro tegenover 2013, volledig door de lagere koers van de Tsjechische kroon; zonder wisselkoerseffecten was er zelfs een stijging van 7 miljoen euro), Internationale Markten -182 miljoen euro (verbetering met 671 miljoen euro tegenover 2013, door significant lagere kredietvoorzieningen in Ierland, maar deels gecompenseerd door het boeken van een voorziening van 183 miljoen euro na belastingen in verband met de nieuwe Hongaarse wet inzake retailkredieten) en Groepscenter -234 miljoen euro (verbetering met 77 miljoen euro tegenover 2013, onder meer door lagere kosten voor achtergestelde leningen en gedaalde financieringskosten van participaties).
Een meer gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in de betreffende hoofdstukken van dit verslag.
Andere waardeverminderingen (in miljoenen euro)
Eind 2014 bedroeg het geconsolideerde balanstotaal van de groep 245 miljard euro, 3% meer dan eind 2013. De risicogewogen activa (Basel III) bleven ruwweg gelijk, op 91 miljard euro, ondanks enkele methodologische wijzigingen (vooral het afschaffen van de nulweging voor binnenlandse overheidsobligaties).
De belangrijkste producten aan de actiefzijde van de balans blijven de Leningen en voorschotten aan klanten (kredieten) met 123 miljard euro eind 2014 (zonder reverse repo's). Op vergelijkbare basis stegen de Leningen en voorschotten aan klanten in totaal met 3% (4% groei in Divisie België, 5% groei in Divisie Tsjechië en 1% daling bij Internationale Markten, door Ierland). De belangrijkste kredietproducten (cijfers inclusief reverse repo's) blijven de termijnkredieten met 57 miljard euro en de woningkredieten met 53 miljard euro. De effecten bedroegen 70 miljard euro eind 2014 en bestonden voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties (die laatste groeiden met 6 miljard euro aan in 2014, op vergelijkbare basis). Andere belangrijke posten op de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (13 miljard euro, daling jaar-op-jaar door lagere reverse repo's), Derivaten (10 miljard euro positieve marktwaarde, stijging jaar-op-jaar) en de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (13 miljard euro, stijging jaar-op-jaar). Op vergelijkbare basis stegen de totale klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 3%, tot 154 miljard euro. De deposito's groeiden aan in Divisie België met 9%, in Divisie Tsjechië met 8%, in Divisie Internationale Markten met 5% (vooral dankzij de retaildepositocampagne in Ierland), maar daalden met 35% in Groepscenter. De voornaamste depositoproducten (cijfers inclusief repo's) blijven de termijndeposito's met 50 miljard euro, de zichtdeposito's met 47 miljard euro en de depositoboekjes met 37 miljard euro (dat laatste is een groei van 6% in vergelijking met eind 2013).
Bij de andere belangrijke posten op de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 31 miljard euro, stijging jaar-op-jaar), derivaten (11 miljard euro negatieve marktwaarde, stijging jaar-op-jaar) en de deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (18 miljard euro, stijging jaar-opjaar).
Op 31 december 2014 bedroeg het totale eigen vermogen van de groep 16,5 miljard euro. Dat bestond uit 13,1 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders, 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten en de overblijvende 2 miljard euro niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten onderschreven door de Vlaamse overheid. Het totale eigen vermogen groeide in 2014 per saldo aan met 2 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de opname van de in maart 2014 uitgegeven 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten, de verdere gedeeltelijke terugbetaling van de Vlaamse overheidssteun (-0,5 miljard euro inclusief de 50% premie), de opname van de jaarwinst (+1,8 miljard euro), de wijziging van de AFS- en cashflowreserves (samen -0,2 miljard euro) en de inkoop van Funding Trust securities (-0,4 miljard euro in belangen van derden).
Eind 2014 bedroeg de common equity ratio volgens Basel III, fully loaded, Deense compromismethode, inclusief de nog overblijvende staatssteun en de herwaarderingsreserve van voor verkoop beschikbare activa, 14,3%, comfortabel boven de interne doelstelling van 10,5%.
De liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 120% en een NSFR-ratio van 110% eind 2014.
In 2014 steeg onze beurskoers met bijna 13%. Op 31 december 2014 bereikte onze marktkapitalisatie daardoor 19,4 miljard euro. Onze langetermijnkredietratings werden in maart en mei 2014 door respectievelijk Standard & Poor's en Moody's verhoogd. We lanceerden een AT1-instrument, gaven tier 2-instrumenten uit en oefenden een call uit voor verschillende klassieke tier 1-instrumenten. We gaven opnieuw verschillende emissies van gedekte obligaties uit. Over 2014 stellen we voor 2 euro brutodividend per dividendgerechtigd aandeel uit te keren.
▲ Alekos Garaleas, Stefans vader, kwam in België terecht via zijn werk voor de Griekse ambassade en leerde hier zijn vrouw Denise kennen. Alekos volgde zijn hart en koos voor een vaste baan in België. Op de foto ook de ouders van Katka, Eva Hamerska en Jaroslav Hamersky, die in Tsjechië wonen.
De slotkoers van ons aandeel op 31-12-2014 bedroeg 46,5 euro, een stijging van bijna 13% in een jaar tijd (na de stijging van 58% in 2013). Daardoor bedroeg onze marktkapitalisatie eind 2014 19,4 miljard euro.
Er was een kleine toename met 416 300 aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voor het personeel in december 2014. Daardoor bedroeg op 31 december 2014 het totale aantal aandelen 417 780 658. U vindt meer informatie in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.
Gezien het onbelangrijke volume op de Luxemburgse beurs werd beslist de notering op die beurs te schrappen. Het KBC-aandeel is vanaf eind september 2014 alleen nog op Euronext Brussels genoteerd.
| KBC-aandeel | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 417,4 | 417,8 |
| Koersontwikkeling* | ||
| Hoogste koers van het boekjaar (in euro) | 42,0 | 46,9 |
| Laagste koers van het boekjaar (in euro) | 25,8 | 38,0 |
| Gemiddelde koers van het boekjaar (in euro) | 32,8 | 43,1 |
| Slotkoers van het boekjaar (in euro) | 41,3 | 46,5 |
| Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | +58% | +13% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 17,2 | 19,4 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op NYSE Euronext Brussels (bron: Bloomberg) | ||
| Aantal aandelen in miljoenen | 1,14 | 1,03 |
| In miljoenen euro | 36,1 | 44,2 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 28,3 | 31,4 |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.
Het overzicht in de tabel is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie.
| Aandeelhouders KBC Groep NV, volgens kennisgevingen | Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het huidige aantal aan delen |
|---|---|---|
| KBC Ancora (december 2014) | 77 516 380 | 18,6% |
| Cera (december 2014) | 11 127 166 | 2,7% |
| MRBB (december 2014) | 47 889 864 | 11,5% |
| Andere vaste aandeelhouders (december 2014) | 32 020 498 | 7,7% |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 168 553 908 | 40,3% |
| Free float* | 249 226 750 | 59,7% |
| Totaal | 417 780 658 | 100,0% |
* Informatie over notificaties van aandeelhouders die hieronder vallen, vindt u in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening.
Een overzicht van de ontvangen transparantiemeldingen en informatie over eigen aandelen bij groepsmaatschappijen vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.
MRBB, Cera, Ancora en de andere vaste aandeelhouders sloten in 2004 een syndicaatsovereenkomst met een initiële duur van 10 jaar. Die afspraken werden in 2014, in geactualiseerde vorm, verlengd voor een nieuwe periode van 10 jaar. In dat kader treden Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders met al hun aandelen toe tot de aandeelhoudersovereenkomst.
| Over boekjaar 2014 | Brutodividend van 2 euro per aandeel (bijgevolg ook uitkering van een coupon op de resterende overheidssteun – in totaal 171 miljoen euro) |
|---|---|
| Over boekjaar 2015 | Geen dividend (bijgevolg ook geen uitkering van een coupon op de resterende overheidssteun) |
| Over boekjaar 2016 en volgende | Uitkering van minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst (onder de vorm van dividenden, coupons op de staatssteun en op de AT1-instrumenten samen) (plus coupon op het uitstaande saldo van de overheidssteun) |
* Telkens onder voorbehoud van goedkeuring door de betreffende Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de toezichthouders (het dividendvoorstel voor 2014 werd al goedgekeurd door de toezichthouder, de ECB).
De KBC-groep is een regelmatige emittent van schuldinstrumenten en geeft gewone en achtergestelde obligaties uit in verschillende munten, onder meer door uitgiften in het kader van de wholesale- en retailprogramma's van KBC Ifima.
In november 2012 kondigden we een programma aan voor de uitgifte van Belgische obligaties, gedekt door Belgische hypotheekleningen (pandbrieven of covered bonds) van 10 miljard euro, een kans om onze beleggersbasis en de fundingmix en -bronnen op lange termijn verder te diversifiëren met gedekte obligaties. In december 2012 lanceerden we met veel succes een eerste uitgifte van gedekte obligaties, voor een bedrag van 1,25 miljard euro, met vijf jaar looptijd. In
2013 en 2014 volgden een aantal nieuwe emissies (in totaal 2,7 miljard euro in 2013 en 0,9 miljard euro in 2014), met verschillende looptijden.
Recent lanceerde de groep daarenboven nog enkele bijzondere emissies, zoals:
U vindt meer informatie over de financiering van de groep in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Liquiditeitsrisico.
In de tabel vermelden we de langetermijn- en kortetermijnkredietratings van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. De
ratings werden in maart 2014 verhoogd door Standard & Poor's en in mei 2014 door Moody's.
| Outlook/watch/ | |||
|---|---|---|---|
| Kredietratings*,19-03-2015 | Langetermijnrating | review | Kortetermijnrating |
| Fitch | |||
| KBC Bank NV | A- | (Stabiele outlook) | F1 |
| KBC Verzekeringen NV | A- | (Stabiele outlook) | – |
| KBC Groep NV | A- | (Stabiele outlook) | F1 |
| Moody's | |||
| KBC Bank NV | A2 | (Under review for possible upgrade) |
P-1 |
| KBC Groep NV | A3 | (Under review for possible downgrade) |
P-2 |
| Standard & Poor's | |||
| KBC Bank NV | A | (Negatieve outlook) | A-1 |
| KBC Verzekeringen NV | A | (Negatieve outlook) | – |
| KBC Groep NV | A- | (Negatieve outlook) | A-2 |
Zie www.kbc.com, onder Investor Relations, Kredietratings.
* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen.
De managementstructuur van onze groep is opgebouwd rond drie divisies, die, elk voor hun landen, focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die drie divisies zijn België, Tsjechië en de divisie Internationale Markten. Die laatste omvat de activiteiten in de andere kernlanden in Centraal- en Oost-Europa (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en in Ierland. De managementstructuur vormt de basis voor onze financiële rapportering. Daar vullen we de divisies aan met een Groepscenter. Dat omvat de resultaten van de holdingactiviteiten, enkele elementen die niet aan de divisies werden toegewezen, de resultaten van de nog te desinvesteren maatschappijen en de invloed van de legacy-activiteiten en het eigen kredietrisico.
Divisie België omvat de activiteiten van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en van hun Belgische dochtervennootschappen, met als belangrijkste CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep (België), KBC Securities en KBC Group Re.
Het conjunctuurherstel dat in de lente van 2013 in België inzette, hield ook in 2014 stand, zij het met vallen en opstaan. Na een sterk jaarbegin was er in het voorjaar sprake van een bijna-stagnatie, maar vanaf de zomer trok de groei weer aan. Per saldo kwam de jaargroei van het Belgische reële bbp uit op 1%, iets hoger dan het gemiddelde van de eurozone.
De gezinsconsumptie bleef een sterkhouder, ondanks het negatieve verloop van het consumentenvertrouwen, dat zich op het einde van het jaar opnieuw ver onder het langjarige gemiddelde bevond. Dat hield allicht verband met de aankondiging van besparingen en hervormingen door de regering. Anderzijds bood de olieprijsdaling de gezinnen sinds het begin van de zomer extra bestedingsruimte en bleef de arbeidsmarkt verbeteren. Onder meer door de terugloop van de faillissementscijfers nam het aantal werklozen op jaarbasis vanaf het late najaar niet meer toe. Meer nog dan de consumptie leverden de investeringen in 2014 een positieve bijdrage tot de groei. Na de scherpe daling in de vorige jaren was er opnieuw een positieve reële groei van de investeringen in woningen. Ook de bedrijfsinvesteringen veerden fors op. Het internationale conjunctuurherstel en de goedkopere euro gaven steun aan de uitvoer.
In 2014 koelde de inflatie verder fors af, onder meer door de stevige prijsdalingen op de grondstoffenmarkten. De Belgische OLO-rente op 10 jaar viel terug van 2,5% eind 2013 naar 0,8% eind 2014. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund daalde in dezelfde periode van 60 naar ongeveer 30 basispunten. De overheidsfinanciën sloten 2014 af met een verwacht tekort van 3,2% van het bbp en een schuldratio van 106,6% van het bbp. De aangekondigde besparingsmaatregelen moeten het begrotingstekort tegen 2018 wegwerken. Ook de naar verwachting opnieuw wat
aantrekkende economische groei in de komende jaren zal daartoe een bijdrage leveren.
Ondanks de lage rente, een versoepeling van de kredietvoorwaarden door de banken en een (weliswaar haperend) conjunctuurherstel, was de groei van de kredietverlening aan de bedrijven door in België gevestigde banken gedurende het grootste deel van het jaar licht negatief. De kredietvraag bleef zwak, onder meer omdat bedrijven dankzij hoge liquiditeitsbuffers in belangrijke mate zelf voor hun financieringsnoden instaan. Tijdens de eerste maanden van het jaar werden er ook wat minder hypothecaire kredieten verleend. De lage rente en het vooruitzicht van een minder gunstig fiscaal regime voor de aftrek van hypothecaire kredieten vanaf 2015 zorgde in de loop van de tweede jaarhelft evenwel voor een nieuwe opflakkering.
De grote liquiditeitsbuffers bij de bedrijven zorgden voor een groei van de bedrijfsdeposito's bij de banken. De groei van de gezinsdeposito's bij de banken vertraagde echter. Tegen de achtergrond van de extreem lage rente werden termijndeposito's afgebouwd en vertraagde de groei van de – in omvang veel belangrijkere – markt van gereglementeerde spaardeposito's. De groeivertraging van de depositomarkt kwam vooral de markt voor beleggingsfondsen ten goede, die een nieuwe instroom van spaargeld kende.
Voor 2015 verwachten we een groei van het reële bbp van 1,3%. De loonmatiging, de goedkope euro en de dalende grondstofprijzen geven de bedrijven wind in de rug.
We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.
| Macro-economische indicatoren voor België | 2013 | 2014* |
|---|---|---|
| Groei van het bbp (reëel) | 0,3% | 1,0% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) | 1,1% | 0,3% |
| Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, op het einde van het jaar, Eurostat-definitie) |
8,4% | 8,4% |
| Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) | -2,9% | -3,2% |
| Overheidsschuld (in % van het bbp) | 104,5% | 106,6% |
| * Schatting van begin 2015 |
Onze activiteiten in België
• Producten en diensten: brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings- en andere financiële producten voor privépersonen, kmo's, vermogende klanten en grotere bedrijven. De dienstverlening aan bedrijven omvat daarenboven nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate finance.
* Marktaandelen en aantal klanten: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel traditionele bankproducten: gemiddelde van geschat marktaandeel in kredieten en in deposito's. Marktaandeel levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. Tot de Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van tien kantoren van KBC Bank in het buitenland, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC.
▲ Daniel Falque, CEO Divisie België
Een belangrijk kenmerk van onze positie in België is de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Het bankkantoor focust op bankproducten en standaardverzekeringen en verwijst voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Het verzekeringsagentschap verkoopt alle verzekeringsproducten en behandelt alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht. Die samenwerking stelt ons in staat aan onze klanten een uitgebreid productaanbod te leveren dat op hun behoeften is afgestemd. Enkele cijfers om het succes van ons model te illustreren: eind 2014 had bijna de helft van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank minstens een bankproduct én een verzekeringsproduct van KBC. Nog een voorbeeld: bij ca. 85% van de verkochte woningkredieten verkochten we ook een KBC-Woningpolis.
We willen dicht bij onze klanten staan, via ons bakstenen netwerk, een uitgebouwd telecenter, een slimme en eenvoudigere website, mobiele apps en de automaten. Technologie is een middel, de klant centraal is het doel. In die filosofie lanceerden KBC en CBC in 2014 de nieuwe applicatie Touch, de opvolger van KBC-Online die niet alleen op pc maar ook op tablet beschikbaar is. Voor de mobiele
gebruikers werden een aantal bijkomende services geïmplementeerd zoals betalingen uitvoeren, facturen betalen via ZoomIt en het lezen en versturen van berichten op een smartphone.
Ook inzake klassieke bank- en verzekeringsproducten screenen we regelmatig ons aanbod en passen dat aan waar nodig. Zo lanceerden we bijvoorbeeld het KBC-Zorgplan, een Europese primeur. In essentie gaat het om een beleggingsverzekering met een levenslange uitkering om de kosten van zware en permanente zorgbehoevendheid te verlichten. Bolero, de onlinemakelaar van KBC Securities, lanceerde het Bolero-crowdfundingplatform om ondernemers en investeerders samen te brengen. Startende ondernemers kunnen er een oproep voor financiering lanceren en geïnteresseerde investeerders kunnen hen dan met relatief kleine bedragen steunen om hun zaak uit te bouwen.
Gezien het belang van klanttevredenheid bij relatiebankverzekeren volgen we de tevredenheid van onze klanten op de voet. Ook de tevredenheid van de KBC-medewerkers volgen we nauw op. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving overstijgt trouwens het aanbieden van gepaste producten en diensten en uit zich ook in de verschillende initiatieven die we nemen op het gebied van milieu, preventie, bestrijding van kansarmoede en ontwikkeling van de lokale markt. Enkele voorbeelden:
Ronde van Vlaanderen, de KBC-Nacht van de Atletiek en een aantal zomerfestivals.
| Milieuefficiëntiegegevens van de KBC-groep in België, per vte | 2013* | 2014 | |
|---|---|---|---|
| Energieverbruik (in GJ)* | Elektriciteit | 21,3 | 21,2 |
| Waarvan elektriciteit afkomstig van groene energiebronnen |
100% | 100% | |
| Fossiele brandstoffen (gas en stookolie) | 16,0 | 12,7 | |
| Vervoer (in km) | Woon-werkverkeer | 8 288 | 8 068 |
| Dienstritten | 5 358 | 5 456 | |
| Papier- en waterverbruik, afval | Papier (in ton) | 0,12 | 0,11 |
| Water (in m3 ) |
9,0 | 9,1 | |
| Afval (in ton) | 0,19 | 0,15 | |
| Emissie van broeikasgassen (in ton)* | 2,5 | 2,2 |
* De relatief hoge waarden in 2013 hebben deels met de weersomstandigheden (strenge winter) te maken, deels met een lagere bezetting van onze gebouwen en met methodologische verfijningen.
Net zoals vorige jaren mochten we in België verschillende prijzen in ontvangst nemen die niet alleen onze financiële prestaties, maar ook onze maatschappelijke betrokkenheid belonen. Enkele voorbeelden:
In ons streven naar toegankelijke klantgerichte oplossingen zullen we gebruik maken van de nieuwe technologische ontwikkelingen door ons dichte kantorennet naadloos te integreren met onze andere kanalen, contactcentra om te vormen tot adviescentra, verder te bouwen aan een intelligente en eenvoudige website, mobiele apps en geldautomaten. Op die manier willen we dicht bij onze klanten in België staan, altijd en overal.
We lanceerden al een groot aantal initiatieven in dat verband. Zo startten we in het najaar het
eerste regionale adviescentrum op, waar onze klanten terecht kunnen voor toegankelijke en persoonlijke service en advies, en lanceerden we – zoals we al vermeldden – een nieuw gebruiksvriendelijk bankverzekeringsplatform (KBC-Touch) voor pc en tablet.
Het is ook onze bedoeling meer te focussen op de deelmarkten in België waar we nog niet behoren tot de marktleiders, meer bepaald Brussel en Wallonië.
In Brussel bouwden we tot nu toe op de sterktes van KBC en CBC in respectievelijk Vlaanderen en
Wallonië. We beslisten om het potentieel van Brussel in de toekomst efficiënter te benutten en kondigden in 2014 een nieuw, apart merk KBC Brussels aan, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt. Retail- en kmo-klanten krijgen één geïntegreerd bankverzekeringsproducten- en dienstenaanbod, de bestaande KBC/CBC-kantoren in Brussel worden geherpositioneerd en we zullen er innovatieve nieuwe kantoorconcepten introduceren. De benoeming van de CEO Damien Van Renterghem was een belangrijke stap in het opstarten van KBC Brussels. In Wallonië is CBC sterk verweven met de lokale economie en tekent het jaar op jaar een sterke en constante brutowinstgroei op. We willen met CBC het groeipotentieel op het vlak van bankverzekeren in specifieke marktsegmenten verder aanboren. Die ambitie werd in 2014 al tot uitdrukking gebracht in de nieuwe imagocampagne CBC. Décider d'avancer. Vanaf 2015 willen we onze aanwezigheid in Wallonië en onze toegankelijkheid en dienstverlening
uitbreiden door acht nieuwe verzekeringsagentschappen en acht bankkantoren te openen en vijftien bestaande bankkantoren te verplaatsen.
Dat alles komt boven op de verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel in België. We verwachten er in de komende jaren een toename van onze bankverzekeringsopbrengsten met meer dan 5% per jaar, onder meer door het aanbieden van digitale oplossingen en specifieke bankverzekeringsinitiatieven voor bepaalde deelgroepen.
Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen voor de divisie België. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
In 2014 genereerden onze activiteiten in België een nettoresultaat van 1 516 miljoen euro, tegenover 1 570 miljoen euro het jaar daarvoor.
De nettorente-inkomsten van de divisie België bedroegen 2 877 miljoen euro, 9% meer dan in 2013, vooral dankzij de kredietverlening (hogere volumes en marges), de lagere financieringskosten van termijndeposito's, de hogere volumes van en lagere rente op spaarrekeningen, een positief effect van een hoog niveau van herfinancieringen van woningkredieten en een grotere obligatieportefeuille. De gemiddelde nettorentemarge steeg van 1,80% in 2013 naar 2,01% in 2014.
De leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (84 miljard euro eind 2014) stegen met 4% in 2014 en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (106 miljard euro eind 2014) groeiden aan met 9% in een jaar tijd.
De verdiende verzekeringspremies bedroegen 1 968 miljoen euro, waarvan 1 004 miljoen euro voor levensverzekeringen en 964 miljoen euro voor schadeverzekeringen.
De schadeverzekeringspremies stegen met ruwweg 1%, vooral dankzij de tak Brand en andere schade aan goederen. Het schadeniveau was 8% hoger dan in 2013, onder meer als gevolg van de hagelstormen in het tweede kwartaal. Toch bedroeg de gecombineerde ratio nog altijd een goede 94% in 2014, tegenover 93% in 2013.
De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten), klokte af op 1,6 miljard euro, iets hoger dan de 1,5 miljard euro in 2013. Terwijl de verkoop van tak 23-producten met 10% afnam tot 0,6 miljard euro, steeg de verkoop van producten met rentegarantie in
dezelfde periode sterk, met 21% tot 1 miljard euro. Eind 2014 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van Divisie België 26,5 miljard euro, 4% meer dan eind 2013.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 160 miljoen euro, 9% meer dan in 2013, vooral dankzij de assetmanagementactiviteiten (groei van instap- en beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen) en in mindere mate kredietgerelateerde provisie-inkomsten, voor een deel tenietgedaan door lagere provisieinkomsten in verband met tak 23-verzekeringsproducten (de marge op die producten wordt onder nettoprovisie-inkomsten geboekt). Het door deze divisie beheerde vermogen steeg op jaarbasis met 14% tot 172 miljard euro, door een combinatie van een positief volume-effect (+5%) en een positief prijseffect (+8%).
Aangepast nettoresultaat per divisie (2014, in miljoenen euro)
De andere inkomstenposten waren als volgt: het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 109 miljoen euro en betrof voor 80% aandelen en voor 20% obligaties. De dividendinkomsten bedroegen 45 miljoen euro. Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde bedroeg 86 miljoen euro, heel wat lager dan in 2013 (544 miljoen euro) door de sterk negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014 (-196 miljoen euro), tegenover een positief cijfer het jaar voordien (+250 miljoen euro). De overige netto-inkomsten bedroegen 269 miljoen euro, en omvatten, naast de gebruikelijke posten (resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.), onder meer de positieve uitkomst van een juridische zaak in het Londense filiaal, terwijl het cijfer voor 2013 begunstigd was door onder meer moratoriuminteresten in verband met succesvol afgesloten geschillen en meerwaarden bij de verkoop van vastgoed.
In 2014 bedroegen de exploitatiekosten van de divisie België 2 282 miljoen euro. Dat is 1% meer dan het jaar daarvoor, waarbij diverse elementen meespelen (licht hogere gewone personeelskosten, maar lagere pensioenkosten, iets lagere kosten voor ICT en facilitaire diensten, maar hogere marketing- en communicatiekosten en hogere speciale banktaksen). De kosteninkomstenratio van de bankactiviteiten bedroeg daardoor nog altijd een goede 50%, maar wel iets minder goed dan in 2013 (47%). Die relatieve verslechtering heeft echter voor het grootste deel te maken met de negatieve waardering van de ALM-derivaten. Zonder dat element (en nog enkele andere kleinere uitzonderlijke elementen) bedroeg de ratio net geen 49%, tegenover 51% in 2013.
De waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 205 miljoen euro in 2014, 123 miljoen euro minder dan in 2013 (daling voor het grootste deel gesitueerd bij de bedrijfskredieten). Dat mondt uit in een gunstige kredietkostenratio van 23 basispunten in 2014, tegen 37 basispunten het jaar voordien. Eind 2014 was ongeveer 4,3% van de kredietportefeuille van Divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,7% eind 2013. Impaired kredieten die meer dan 90 dagen
achterstallig waren, maakten 2,2% uit (2,5% in 2013).
De 46 miljoen euro overige waarde-
verminderingen hebben grotendeels betrekking op voor verkoop beschikbare effecten (aandelen) en andere activa.
| Resultaten Divisie België* (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 2 648 | 2 877 |
| Verzekeringen niet-leven (vóór herverzekering) | 409 | 374 |
| Verdiende premies | 955 | 964 |
| Technische lasten | -546 | -590 |
| Verzekeringen leven (vóór herverzekering) | -274 | -252 |
| Verdiende premies | 831 | 1 004 |
| Technische lasten | -1 105 | -1 256 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -6 | 19 |
| Dividendinkomsten | 40 | 45 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
544 | 86 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 171 | 109 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 061 | 1 160 |
| Overige netto-inkomsten | 292 | 269 |
| Totale opbrengsten | 4 885 | 4 688 |
| Exploitatiekosten | -2 249 | -2 282 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -363 | -251 |
| Op leningen en vorderingen | -328 | -205 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | -7 | -27 |
| Op goodwill | 0 | 0 |
| Op overige | -28 | -19 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 0 | -1 |
| Resultaat vóór belastingen | 2 273 | 2 154 |
| Belastingen | -703 | -638 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 1 570 | 1 517 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) | 1 570 | 1 516 |
| Bankactiviteiten | 1 255 | 1 205 |
| Verzekeringsactiviteiten | 315 | 311 |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 40 307 | 42 919 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) | 850 | 868 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 5 518 | 6 026 |
| Rendement op toegewezen kapitaal | 28% | 26% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 47% | 50% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 93% | 94% |
* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.
Divisie Tsjechië omvat alle activiteiten van KBC in Tsjechië. Dat zijn vooral de activiteiten van de CˇSOB-groep (via de merknamen CˇSOB Bank, Era, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka en CˇMSS), de verzekeraar CˇSOB Pojišt'ovna, CˇSOB Asset Management en Patria.
De Tsjechische economie zette in 2014 haar herstel voort, vooral dankzij de investeringen en de particuliere consumptie, maar ook de netto-uitvoer en de overheidsbestedingen droegen bij tot de groei. Het economische herstel is des te opmerkelijker omdat het plaatshad in de context van een zwakke conjunctuur in de eurozone en een escalerend geopolitiek conflict in Oekraïne.
De groei van de particuliere consumptie werd in 2014 ondersteund door de groei van het reële beschikbare gezinsinkomen, onder meer dankzij de lage inflatie en de verbetering van de Tsjechische arbeidsmarkt, met een daling van de werkloosheidgraad. Het herstel van de investeringscyclus sinds midden 2013 zette zich voort. Dat was vooral te danken aan de verbeterende binnenlandse vraag, een herleving van de buitenlandse industriële bestellingen en een toename van de activiteit in de bouwsector. Ook de overheidsinvesteringen droegen bij tot de economische groei. De netto-uitvoer droeg eveneens positief bij tot de groei, onder meer ondersteund door de zwakke Tsjechische kroon als gevolg van het wisselkoersbeleid om de te lage inflatie te bestrijden. De beleidsrente van de Tsjechische Nationale Bank staat op 0,05%. Een verdere verlaging als beleidsmaatregel is dus nauwelijks meer mogelijk.
In 2014 woog het budgettaire beleid minder op de binnenlandse vraag dan in 2013. De lichte toename van het begrotingstekort tot een geschatte 1,3% van het bbp was vooral het gevolg van een toename van de overheidsconsumptie en een hervatting van de overheidsinvesteringen. De marktgroei van de bedrijfskredieten bleef tegen de achtergrond van het krachtige conjunctuurherstel al bij al beperkt. De kredietgroei was zeer volatiel. Het toenemende gebruik van kapitaalmarktfinanciering en de intern beschikbare bedrijfsmiddelen temperden de vraag naar bankkredieten, ondanks een versoepeling van de kredietvoorwaarden van de banken. De woningkredieten bleven in een behoorlijk tempo groeien. Bij het begin van het jaar zorgde juridische onzekerheid door de invoering van een nieuw burgerlijk wetboek voor wat aarzeling, maar de aantrekkende woningbouw en gunstige vooruitzichten voor de residentiële vastgoedmarkt onderhielden doorheen het jaar de stevige groei van de woningleningen. In lijn met het economische herstel versnelde de groei van de deposito's, die het belangrijkste spaarinstrument van de gezinnen bleven.
Ondanks risico's zoals de verdere economische ontwikkeling in de eurozone en het conflict in het nabije Oekraïne verwachten we dat het conjunctuurherstel zich in 2015 zal voortzetten, vooral dankzij de binnenlandse vraag. De centrale bank zal in 2015 allicht haar monetaire beleid aanhouden. Samen met een verdere daling van de werkloosheidsgraad zal dat in 2015 waarschijnlijk leiden tot een geleidelijk oplopen van de lage inflatie. We verwachten ook een groeivriendelijk budgettair beleid in 2015. Het begrotingstekort zal allicht wat oplopen, maar duidelijk onder de 3%-grens blijven. We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.
| Macro-economische indicatoren Tsjechië | 2013 | 2014* |
|---|---|---|
| Groei van het bbp (reëel) | -0,7% | 2,0% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) | 1,4% | 0,4% |
| Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, op het einde van het jaar, Eurostat-definitie) |
6,7% | 5,8% |
| Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) | -1,3% | -1,3% |
| Overheidsschuld (in % van het bbp) | 45,7% | 44,1% |
* Schatting begin 2015.
Netwerk: 319 bankkantoren2 , verzekeringsnetwerk bestaande uit onder meer exclusieve Cˇ SOB-verzekeringsagentschappen, multi-agenten, kantoren en brokers
Elektronische kanalen: Cˇ SOB InternetBanking, Cˇ SOB BusinessBanking en Cˇ SOB SmartBanking
1 Marktaandelen en aantal klanten: gebaseerd op eigen schattingen (voor het klantenaantal werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende groepsmaatschappijen). Marktaandeel traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Marktaandeel levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's.
2 Cˇ SOB Bank en Era.
Net zoals in België bezit KBC in Tsjechië zowel een bank als een verzekeringsmaatschappij, die nauw samenwerken. Wat bankieren betreft, werken we via de bankkantoren van Cˇ SOB en Era, de vestigingen van andere dochtermaatschappijen (CˇMSS, Hypotecˇní banka, Cˇ SOB Leasing) en ook via de PSB-vestigingen in het netwerk van de Tsjechische post. Ook de verkoop van verzekeringen gebeurt via verschillende distributiekanalen, waaronder een netwerk van exclusieve Cˇ SOBverzekeringsagenten, kantoren van Cˇ SOB Pojišt'ovna, de Cˇ SOB-bankkantoren en multiagenten en individuele brokers.
In Tsjechië bieden we, net zoals in België, een ruim gamma van bank-, verzekerings- en assetmanagementproducten aan en passen we dat aanbod continu aan de veranderende behoeften van de klanten, nieuwe wetgeving en maatschappelijke trends aan. Zo zetten we in 2014 opnieuw belangrijke stappen op het gebied van elektronisch en internetbankverzekeren, onder meer met de lancering van contactless payment cards, een bankapp voor smartphones en tablets met alsmaar meer functies (betalen aan mobiele operators, reisverzekeringen afsluiten, enz.), de mogelijkheid om via de website of een callcenter leningen aan te vragen, betalingen via QRcodes, enz. We lanceerden ook talrijke nieuwe
producten, waaronder diverse fondsen en een innovatieve cash loan, waarbij in de tweede helft van de aflossingsperiode een zero interestvoet geldt.
Een van de belangrijkste doelstellingen van onze strategie is de klant centraal stellen in alles wat we doen, en dat in al onze kernmarkten. Vandaar dat we ook in Tsjechië de tevredenheid van de klanten op de voet volgen. Dat gebeurt via regelmatige onderzoeken en op basis daarvan nemen we de nodige acties. De algemene meting van de klanttevredenheid inzake merk en productaanbod vullen we trouwens aan met specifieke, actieve en directe enquêtes bij de klanten, onder meer onmiddellijk na een kantoorbezoek.
We zijn bovendien een grote werkgever in Tsjechië en besteden in die hoedanigheid bijzonder veel aandacht aan personeelstevredenheid en -betrokkenheid. We nemen bijvoorbeeld diverse initiatieven om onze werknemers een betere werk-levenbalans te verschaffen door flexibele werktijden, thuiswerk en dergelijke. De tevredenheid van de Cˇ SOBmedewerkers staat op een hoog niveau en is in 2014 zelfs nog licht gestegen. Ook de Net Promotor score – de bereidheid van medewerkers om Cˇ SOB als een werkgever aan te bevelen – is verder gestegen in 2014.
U vindt meer informatie over klanttevredenheid en werknemerstevredenheid in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Onze maatschappelijke betrokkenheid in Tsjechië uit zich ook in de initiatieven die onze groepsmaatschappijen in dat gebied nemen. De focus ligt op verantwoord ondernemen, scholing, verscheidenheid en milieu (zie logo). Zo bevordert Cˇ SOB bijvoorbeeld via zijn Cˇ SOB Education Programme en het Education Fund onderwijs en financiële geletterdheid en ondersteunt Cˇ SOB de opleiding en ontwikkeling van ngo's en sociaal ondernemerschap. De groep schenkt bovendien bijzondere aandacht aan de strijd tegen uitsluiting, met onder meer kantoren die rolstoelvriendelijk zijn, geldautomaten die zijn aangepast voor mensen met een visuele handicap, eScribe-transition service voor mensen met gehoormoeilijkheden, enz. In 2014 haalde Cˇ SOB dan ook een tweede plaats in Bank without Barriers, waarbij wordt
onderzocht hoe toegankelijk bankkantoren zijn voor mensen met een fysieke handicap. Cˇ SOB lanceerde ook de Cˇ SOB Private Banking Good Will Card. 0,6% van elke betaling met die kaart wordt aan een goed doel geschonken. Verder onderhoudt Cˇ SOB strategische partnerships met verschillende ngo's die focussen op de ondersteuning van kansarmen, ouderen, kinderen en mensen met een handicap.
De maatschappijen van de KBC-groep hebben ook aandacht voor hun ecologische voetafdruk en nemen diverse initiatieven om die voetafdruk te verkleinen. In dat kader is het hoofdkantoor in Tsjechië een voorbeeld van ecologisch en duurzaam bouwen.
Hieronder vindt u een tabel met een selectie van milieuefficiëntie-informatie voor Cˇ SOB in Tsjechië.
| Milieuefficiëntiegegevens van de KBC-groep (CˇSOB) in Tsjechië, per vte | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|
| Energieverbruik (in GJ) | Elektriciteit | 16,0 | 15,4 |
| Fossiele brandstoffen (gas en stookolie) | 6,3 | 5,3 | |
| Papier- en waterverbruik, afval | Papier (in ton) | 0,14 | 0,13 |
| Water (in m3 ) |
15,7 | 14,8 | |
| Afval (in ton) | 0,25 | 0,22 | |
Net zoals vorige jaren mochten we in Tsjechië verschillende prijzen in ontvangst nemen. De prijzen belonen niet alleen onze financiële prestaties, maar ook onze maatschappelijke betrokkenheid. Enkele voorbeelden:
Cˇ SOB won de Internet Effectiveness Award in het domein non-profit, mensenrechten en milieu voor het pilootprogramma Era Helps the Regions. Dat heeft tot doel een aantal non-profit- en hulporganisaties te steunen in negen regio's. Door het succes van het pilootprogramma werd Era Helps the Regions in 2014 uitgebreid tot heel het land.
Cˇ SOB kwam ook op de shortlist van Ashoka Changemakers – Ashoka Social and Business Co-Creation Competition voor ERA eScribe, een spraaktranscriptiedienst waarvan slecht horende klanten gebruik kunnen maken in de Era Financial Centres. De dienst eScribe is sinds kort beschikbaar aan alle gespecialiseerde loketten van de Tsjechische post in de regio Zuid-Bohemen.
Onze ambitie in Tsjechië bestaat erin een meerwaarde voor de klant te creëren door over te stappen van hoofdzakelijk kanaalgerichte naar meer klantgerichte oplossingen, gebaseerd op een geïntegreerd model dat klanten, derde partijen en onze bank-verzekeraar samenbrengt.
We zullen ook nieuwe niet-financiële producten en diensten (zoals document management) aanbieden om de klanten een meerwaarde te bieden en de klanttevredenheid nog verder te verhogen.
Onze Tsjechische groepsmaatschappijen zullen zich bovendien nog meer concentreren op vereenvoudiging (van producten, IT, organisatie, bankdistributienetwerk, hoofdkantoor en branding) om kostenefficiënter te worden. Anderzijds wil KBC in Tsjechië de bankverzekeringsactiviteiten opvoeren en versnellen door onder meer een vooruitstrevend en flexibel prijsmodel te introduceren, gecombineerde bank- en verzekeringsproducten te ontwikkelen en de verkoopteams van verzekeringen te versterken.
We streven er ten slotte ook naar de groei te behouden in de domeinen waarin we in Tsjechië traditioneel sterk zijn, zoals kredieten aan bedrijven en hypothecaire kredieten. In gebieden waarin we nog niet ons volledige potentieel aangeboord hebben, willen we vooruitgaan. Daarbij denken we aan de aantrekkelijke markt van kredieten aan kmo's en aan consumentenkredieten.
Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen voor de divisie Tsjechië. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
In 2014 behaalde Tsjechië een nettowinst van 528 miljoen euro, ten opzichte van 554 miljoen euro in 2013. Op vergelijkbare basis (d.w.z. na uitzuivering van wisselkoersschommelingen – de Tsjechische kroon deprecieerde gemiddeld 6% in 2014 – en enkele kleinere aanpassingen aan de consolidatiekring) is dat een stijging met iets meer dan 1%.
In 2014 bedroegen de nettorente-inkomsten 860 miljoen euro, een daling van 5% ten opzichte van 2013. Op vergelijkbare basis is dat echter een kleine stijging van 2%. Daarbij werd de negatieve impact van het lage herbeleggingsklimaat gecompenseerd door gestegen interestinkomsten uit kredietverlening (vooral dankzij volumegroei) en dalingen van de externe rente op spaarrekeningen. De leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (16 miljard euro) groeiden in 2014 aan met 5% op vergelijkbare basis, onder meer dankzij een aanhoudend sterke groei van de woningkredieten. De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (22 miljard euro eind
2014), stegen met 8% in 2014. De gemiddelde nettorentemarge bedroeg 3,18% in 2014, ten opzichte van 3,25% in 2013.
De verdiende verzekeringspremies bedroegen 325 miljoen euro, waarvan 160 miljoen euro voor levensverzekeringen en 165 miljoen euro voor schadeverzekeringen.
Uitgezuiverd voor wisselkoerseffecten stegen de schadeverzekeringspremies met 3% in 2014 en de technische lasten daalden met 12% tegenover 2013 (het cijfer voor dat jaar was beïnvloed door de overstromingen in Tsjechië). De gecombineerde ratio verbeterde bijgevolg van 96% in 2013 naar 94% in 2014. De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 0,2 miljard euro in 2014, 14% lager
dan in 2013, uitgezuiverd voor wisselkoerseffecten. De daling deed zich voor zowel bij tak 23-producten (van Maximal Invest) als bij de producten met rentegarantie. Globaal waren de tak 23-producten in 2014 goed voor twee derde van de totale verkoop van levensverzekeringen en de producten met rentegarantie voor een derde. De uitstaande reserves voor de tak Leven bedroegen eind 2014 ongeveer 1 miljard euro.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 194 miljoen euro in 2014. Dat is een stijging van 5%, of 6% op vergelijkbare basis, tegenover het jaar daarvoor, die onder meer te maken heeft met een groei van de fees in verband met beleggingsfondsen. Het beheerde vermogen van de divisie bedroeg eind 2014 ongeveer 7 miljard euro, een stijging met zo'n 20% in een jaar (14% door volumegroei, 5% prijseffect).
De andere inkomstenposten waren als volgt: het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 9 miljoen euro (tegenover 16 miljoen euro in 2013), het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen
▲ John Hollows, CEO Divisie Tsjechië
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening bedroeg 62 miljoen euro (25% lager dan het jaar voordien, vooral door de negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014) en de overige nettoinkomsten bedroegen 18 miljoen euro.
De exploitatiekosten bedroegen 594 miljoen euro in 2014. Dat is 5% minder dan in 2013, maar een stijging van 1% op vergelijkbare basis. Daarbij spelen diverse elementen mee, onder meer hogere ICT- en personeelskosten, gedeeltelijk gecompenseerd door lagere kosten voor marketing en facilitaire diensten. De kosten-inkomstenratio van de Tsjechische bankactiviteiten bedroeg een zeer goede 48% in 2014, in lijn met de 47% van het jaar daarvoor.
In 2014 bedroegen de waardeverminderingen op leningen en vorderingen 34 miljoen euro, een verdere daling ten opzichte van de erg lage 46 miljoen euro in 2013 die grotendeels gesitueerd was in de retailkredietportefeuille. De kredietkostenratio van de divisie bedroeg daardoor een bijzonder gunstige 18 basispunten in 2014, tegenover 26 basispunten in 2013. Eind 2014 was ongeveer 3,8% van de Tsjechische kredietportefeuille geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,3% eind 2013. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig waren, maakten daarvan 2,9% uit (3,1% in 2013). De andere waardeverminderingen bedroegen samen 3 miljoen euro.
| Resultaten Divisie Tsjechië* (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 906 | 860 |
| Verzekeringen niet-leven (vóór herverzekering) | 62 | 75 |
| Verdiende premies | 170 | 165 |
| Technische lasten | -108 | -89 |
| Verzekeringen leven (vóór herverzekering) | 25 | 24 |
| Verdiende premies | 199 | 160 |
| Technische lasten | -173 | -136 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 4 | -7 |
| Dividendinkomsten | 0 | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
82 | 62 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 16 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 185 | 194 |
| Overige netto-inkomsten | 9 | 18 |
| Totale opbrengsten | 1 290 | 1 235 |
| Exploitatiekosten | -622 | -594 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -50 | -36 |
| Op leningen en vorderingen | -46 | -34 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | 0 | 0 |
| Op goodwill | 0 | 0 |
| Op overige | -3 | -3 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 29 | 23 |
| Resultaat vóór belastingen | 648 | 628 |
| Belastingen | -93 | -100 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 554 | 528 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) | 554 | 528 |
| Bankactiviteiten | 529 | 501 |
| Verzekeringsactiviteiten | 26 | 27 |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 12 563 | 12 345 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) | 69 | 67 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 1 378 | 1 414 |
| Rendement op toegewezen kapitaal | 40% | 37% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 47% | 48% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 96% | 94% |
* Aanpassing van de referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.
Divisie Internationale Markten omvat de activiteiten in de andere Centraal- en Oost-Europese kernlanden, meer bepaald CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇa in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije en CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, en ook de activiteiten van KBC Bank Ireland in Ierland.
In 2014 kende de Slowaakse economie een robuust herstel met een groeitempo dat duidelijk boven het gemiddelde van de eurozone lag. Dat was vooral dankzij de particuliere consumptie en de investeringen. In 2014 was er een geleidelijke daling van de werkloosheidsgraad, die wel nog altijd hoog blijft. De kredietgroei profiteerde aanvankelijk van het economische herstel: vooral in de eerste jaarhelft herstelde de groei van de bedrijfskredieten, na de inzinking in 2013. Aan het jaareinde was er een nieuwe terugval. De groei van woningkredieten en consumptiekredieten verstevigde verder. De combinatie van hoge werkloosheid en dalende energieprijzen zorgde ervoor dat de inflatie in 2014 rond nul procent schommelde of zelfs licht negatief was. Het budgettaire beleid werd in 2014 tijdelijk wat versoepeld, waardoor het begrotingstekort opliep tot circa 3%. We verwachten echter dat er in 2015 opnieuw werk zal worden gemaakt van verdere budgettaire consolidatie. We gaan er ook van uit dat de daling van de werkloosheidsgraad de groei van de particuliere consumptie zal ondersteunen en dat de Slowaakse netto-uitvoer vanaf 2015 opnieuw een positieve groeibijdrage zal leveren. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 2,4%.
De Hongaarse economie groeide fors in de eerste twee kwartalen van 2014 en nam daarna wat gas terug. Tegelijk bleef ze in de greep van de schuldafbouw, met een blijvende krimp van de bankkredieten als gevolg. Dankzij het programma Funding for Growth van de Centrale bank kwam de kredietverlening aan bedrijven weer op gang. Over het algemeen werd de sterke economische groei wel vooral gedreven door (overheids)investeringen. Ook de particuliere
consumptie leverde een belangrijke groeibijdrage in 2014. Het beschikbare gezinsinkomen werd bijkomend ondersteund door de compensaties die banken moeten betalen aan gezinnen in het kader van het opdoeken van bestaande leningen uitgedrukt in buitenlandse deviezen. De robuuste groei zorgde ook voor een daling van de werkloosheidsgraad. De inflatie daalde in 2014 vooral als gevolg van ingrepen in gereglementeerde prijzen en dalende energieprijzen en werd aan het eind van 2014 zelfs negatief. Het overheidstekort bleef onder 3%. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 2,4%.
De Bulgaarse economie en overheidsfinanciën zagen er ook in 2014 gezond uit. Bulgarije bleef echter lijden onder politieke en institutionele instabiliteit. De groeidynamiek won gedurende 2014 geleidelijk aan kracht en ook de groei van de kredieten aan bedrijven versnelde. De groeiversnelling zorgde samen met de krimpende beroepsbevolking voor een daling van de werkloosheidsgraad, die toch nog hoog blijft. Onder meer door dalende energieprijzen en verlagingen van gereglementeerde prijzen was er in 2014 een negatieve inflatie. De kredietverlening aan gezinnen bleef zwak en de depositogroei vertraagde, mede als gevolg van de deflatie. Die deflatie ondersteunde anderzijds wel de reële inkomensgroei van de gezinnen, wat leidde tot een positieve groeibijdrage van de particuliere consumptie. Ook de overheidsuitgaven droegen bij tot de groei. Het begrotingstekort lag beduidend boven 3%. In juni 2014 werd het vertrouwen in de banksector op de proef gesteld door een bankrun op twee Bulgaarse banken. Toen bekend raakte dat er sprake was van onregelmatigheden bij die banken, deed de Nationale Bank
▲ Luc Gijsens, CEO Divisie Internationale Markten
van Bulgarije een aanvraag om zich onder de paraplu van de ECB als toezichthouder te plaatsen. Dat stond alvast een sterke economische groei in het derde kwartaal niet in de weg. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 1,5%.
De Ierse economie was de sterkste groeier in de eurozone en steunde daarbij in gelijke mate op de binnenlandse vraag en de netto-uitvoer. Als gevolg van die robuuste groei daalde de werkloosheidsgraad, wat op zijn beurt opnieuw de groei van de particuliere consumptie aanzwengelde. Er was bovendien een positieve impact op de overheidsfinanciën, waardoor het tekort in 2014 met 1,7 procentpunten daalde.
De stevige groei kwam nog niet volledig tot uiting in de kredietgroei, maar de versteviging van de depositogroei droeg wel bij tot een gunstiger financieringsprofiel van de bankensector. De forse verbetering van de Ierse economie kwam ook tot uiting in de cijfers voor de financiële markten met een forse daling van de tienjaarsrente en een verhoging van de kredietwaardigheidsrating in december door Standard & Poor's. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 3,5%.
We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.
| indicatoren | Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2014* | 2013 | 2014* | 2013 | 2014* | 2013 | 2014* | |
| Groei van het bbp (reëel) | 1,5% | 3,3% | 1,4% | 2,4% | 1,1% | 1,5% | 0,2% | 5,0% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) |
1,7% | 0,0% | 1,5% | -0,1% | 0,4% | -1,6% | 0,5% | 0,3% |
| Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat-definitie) |
8,7% | 7,3% | 14,0% | 12,5% | 12,8% | 10,8% | 12,1% | 10,5% |
| Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) |
-2,4% | -2,6% | -2,6% | -3,0% | -1,2% | -3,4% | -5,7% | -4,0% |
| Overheidsschuld (in % van het bbp) |
77,3% | 77,7% | 54,6% | 53,6% | 18,3% | 27,0% | 123,3% | 110,8% |
* Schatting begin 2015.
Macro-economische
| Marktpositie, 20141 | Ierland | Slowakije Hongarije Bulgarije |
||
|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | |
| Belangrijkste merken | K&H | Cˇ SOB | CIBANK, DZI | KBC Bank Ireland |
| Netwerk | 210 bankkantoren | 129 bankkantoren | 103 bankkantoren | 12 bankkantoren |
| Verzekeren via verschillende kanalen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
– | |
| Klanten (miljoenen) | 1,5 | 0,6 | 0,5 | 0,2 |
| Kredietportefeuille (miljarden euro) | 5,1 | 5,1 | 0,8 | 14,5 |
| Deposito's en schuldpapier (miljarden euro) | 5,2 | 4,9 | 0,6 | 4,2 |
| Marktaandelen | ||||
| - bankproducten | 9% | 10% | 3% | –2 |
| - beleggingsfondsen | 16% | 6% | – | – |
| - levensverzekeringen | 3% | 5% | 10% | – |
| - schadeverzekeringen | 5% | 3% | 10% | – |
1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende groepsmaatschappijen in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's.
2 Retailmarktaandeel: 10% voor hypothecaire kredieten, 5% voor deposito's.
Producten en diensten: onze maatschappijen in elk van de Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bieden een ruim gamma aan van kredieten, deposito's, verschillende gespecialiseerde financiële diensten, verzekeringsproducten (Leven en Schade) en assetmanagementproducten (die laatste niet in Bulgarije). In de meeste markten bezitten we een ruim en algemeen productaanbod en sterke marktaandelen, maar in sommige markten focussen we op bepaalde deelmarkten en/of producten. In Ierland hebben we alleen een bancaire dochtermaatschappij.
De divisie Internationale Markten omvat de activiteiten van KBC in Hongarije, Slowakije, Bulgarije en Ierland. In elk van de vermelde Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bezitten we een bank en een verzekeringsmaatschappij, die nauw samenwerken. In Ierland hebben we alleen een bank, die sinds kort ook verzekeringsproducten aanbiedt.
Net zoals in België en Tsjechië streeft KBC ook in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak. Dat uit zich in onze omgang met personeel en klanten, en in ons engagement tegenover de maatschappij als geheel.
Gezien het belang van klanttevredenheid bij relatiebankverzekeren volgen we de tevredenheid van onze klanten op de voet. Ook de tevredenheid van de KBC-medewerkers volgen we nauw op. U vindt meer informatie in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Als belangrijke financiële speler in al die landen behartigen we ook onze rol in de lokale samenlevingen.
• Zo komt ons ruimere maatschappelijke engagement in Hongarije o.a. tot uiting in het K&H MediMagic-programma, dat financiële en materiële hulp voor zieke kinderen biedt. K&H organiseerde in 2014 ook de zevende editie van ART for a better and more meaningful world, dat jonge kunstenaars de kans biedt om een beurs te winnen. K&H steunt met zijn programma K&H for the underprivileged de 47 meest benadeelde microregio's op het vlak van gezondheidszorg voor kinderen, uitvoerende kunsten, opleiding voor jongvolwassenen en sport. Ook promoot K&H financiële educatie door de organisatie van de nationale wedstrijd K&H Ready, Steady,
Money, waarin studenten worden getest op hun financiële kennis.
Ook in 2014 sleepten de maatschappijen van de divisie diverse prijzen in de wacht. Enkele voorbeelden:
In de divisie Internationale Markten willen we K&H in Hongarije en Cˇ SOB in Slovakije transformeren van een kantoorgericht naar een hybride distributiemodel.
Het is de bedoeling dat K&H met zijn liquiditeitssurplus de locale economie blijft ondersteunen, zijn marktaandeel in alle belangrijke segmenten verhoogt en zijn efficiëntie en winstgevendheid blijft verbeteren. Voor de Hongaarse bankactviteiten blijven klantenwerving en share of wallet-acties bij retailklanten, kmo's en andere bedrijven topprioriteit. Ook kostenbeheersing is belangrijk, maar de kosten blijven uiteraard de negatieve invloed ondergaan van de hoge belastingen die de overheid in dat land oplegt. De groei van
onze Hongaarse verzekeringsactiviteiten zal voornamelijk moeten komen van de verkoop in de bankkantoren.
In Slowakije verwachten we dat de inkomsten aanzienlijk meer zullen stijgen dan de markt verwacht, vooral in de retailactivaklassen (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering en lease), wat, samen met kostenbeheersing, voor een positieve trend in de kosten-inkomstenratio zou moeten zorgen.
We gaan ervan uit dat CIBANK en DZI in Bulgarije in dezelfde richting zullen evolueren als K&H en Cˇ SOB, maar wel in een trager tempo gezien de minder ontwikkelde markt. CIBANK groeit merkbaar sinds 2012 en concentreert zich
op specifieke klantensegmenten binnen een gecontroleerd en robuust risicokader. DZI concentreert zich op operationele efficiëntie, vereenvoudiging en uitmuntende dienstverlening aan de klant. De samenwerking op het vlak van bankverzekering tussen DZI en CIBANK is de voorbije jaren sterk gegroeid en we willen die samenwerking nog uitbreiden door verder producten te ontwikkelen en distributiekanalen te installeren.
De belangrijkste strategische doelstelling van onze dochtermaatschappij in Ierland is de overgang van een voornamelijk digitale monoliner (hypothecaire kredieten en deposito's) naar een volwaardige retailbank met een volledig retailproductenaanbod met een beperkt aantal kantoren. Het is de bedoeling dat de distributie via verschillende kanalen verloopt, maar vooral online, mobiel en via een contactcenter, ondersteund door een flexibele
fysieke aanwezigheid (hubs, mobiele banken en adviseurs) in de belangrijke stedelijke gebieden. We hebben de ambitie om sterk te groeien in nieuwe retailhypotheekleningen en we willen het aanbod van retailproducten uitbreiden, maar tegelijk ook de bestaande portefeuille van kredieten aan bedrijven en kmo's verder inkrimpen. Kostencontrole is primordiaal gezien de belangrijke investering in personeel, IT en marketing om de retailstrategie te kunnen uitvoeren. Onze Ierse activiteiten zullen naar verwachting in 2016 opnieuw winstgevend zijn.
Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen per land. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
In 2014 bedroeg het nettoresultaat van Divisie Internationale Markten -182 miljoen euro, tegenover -853 miljoen euro in het jaar daarvoor. Dat heeft nagenoeg volledig te maken met de significant lagere aanleg van kredietvoorzieningen in Ierland, deels gecompenseerd door de negatieve impact van nieuwe wetgeving in Hongarije (zie verder). Per land bedroeg het nettoresultaat -94 miljoen euro voor Hongarije (66 miljoen euro in 2013), 75 miljoen euro voor Slowakije (70 miljoen euro in 2013), 15 miljoen euro voor Bulgarije (2 miljoen euro in 2013) en -179 miljoen euro voor Ierland (-992 miljoen euro in 2013).
De nettorente-inkomsten van de divisie bedroegen 677 miljoen euro in 2014, wat 7% meer is dan in het jaar daarvoor, met stijgingen in alle landen. De grootste stijging was er in Ierland (toe te schrijven aan diverse elementen, waaronder lagere financieringskosten). De leningen in voorschotten aan klanten van de divisie, zonder reverse repo's (21 miljard euro), daalden met 1% in 2014. Daarbij werden de stijgingen in Slowakije (+8%), Hongarije (+5%) en Bulgarije (+9%) tenietgedaan door een daling in Ierland (-6%). De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (15 miljard euro eind 2014), stegen met 5% in 2014. Dat is voor het grootste deel te danken aan de succesvolle retaildepositocampagne in Ierland (+21%). De deposito's groeiden ook aan in Slowakije (+6%) en Bulgarije (+10%), maar daalden in Hongarije (-7%). De gemiddelde nettorentemarge steeg van 2,10% in 2013 naar 2,41% in 2014.
De verdiende verzekeringspremies hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije (we hebben geen eigen verzekeringsactiviteiten in Ierland, maar verkopen wel producten van derden). Ze bedroegen 237 miljoen euro, waarvan 84 miljoen euro voor levensverzekeringen en 153 miljoen euro voor schadeverzekeringen. De schadeverzekeringspremies daalden met ruwweg 1% (door Hongarije). Het schadeniveau lag bovendien 14% hoger dan het jaar voordien (gerelateerd aan weersomstandigheden en natuurrampen in Bulgarije en Slowakije). De gecombineerde ratio voor de drie Centraal- en Oost-Europese landen samen verslechterde licht van 95% in 2013 tot 96% in 2014. De verkoop van levensverzekeringen, inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, bereikte 0,1 miljard euro, ruwweg 5% meer dan in 2013. De producten met rentegarantie waren goed voor 44% van de levensverzekeringsverkopen in 2014 en de
producten gekoppeld aan beleggingsfondsen voor 56%. Eind 2014 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van deze divisie 0,5 miljard euro.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening bedroeg 73 miljoen euro in 2014, ongeveer 20% minder dan in 2013, onder meer door de negatievere marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014. De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 208 miljoen euro, wat een stijging is van 2%, vooral dankzij de groei in Slowakije (onder meer bij de kredietgerelateerde commissies). Het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 16 miljoen euro. De overige netto-inkomsten bedroegen een negatieve 227 miljoen euro in 2014 (tegenover een positieve 20 miljoen euro het jaar voordien), wat grotendeels te maken heeft met de nieuwe Hongaarse wet over particuliere kredieten (de wet over de Regeling van vragen met betrekking tot de uniformiteitsbeslissing van het Hooggerechtshof – de Curia – over kredieten aan particulieren verleend door financiële instellingen). Die wet verbiedt het gebruik van wisselkoersmarges en voorziet in een retroactieve correctie van de bied-laatspreads die op die kredieten werden toegepast. Voor alle kredieten aan particulieren maakt de wet alle unilaterale wijzigingen van rentevoeten en commissies door de banken ongedaan. De nieuwe wet heeft tot gevolg dat KBC voor zijn Hongaarse portefeuille een voorziening van 231 miljoen euro aanlegde voor de correctie van bied-laatspreads en unilaterale rentewijzigingen.
De exploitatiekosten bedroegen 740 miljoen euro, 4% meer dan in 2013. Dat is vooral toe te schrijven aan Ierland (onder meer door hogere
▲ Close the Gap haalt gebruikte computers op bij bedrijven om die dan een tweede leven te geven in ontwikkelingslanden. KBC is al jaren strategische partner van Close the Gap en zal de ngo ook in de toekomst blijven ondersteunen.
kosten verbonden met de personeelsstijging en met de lopende retailcampagne). De kosteninkomstenratio van deze divisie bedroeg een hoge 92% in 2014, maar de noemer van die ratio is uiteraard beïnvloed door de aangelegde voorzieningen in verband met de nieuwe Hongaarse wetgeving met betrekking tot retailkredieten. Zonder dat element (en enkele andere kleine uitzonderlijke elementen) bedraagt de ratio 69%, tegenover 68% voor 2013.
De waardeverminderingen op leningen en vorderingen (kredietvoorzieningen) bedroegen 273 miljoen euro in 2014, heel wat lager dan de 1 171 miljoen euro in 2013. Die daling is vooral toe te schrijven aan Ierland, waar in 2013 voor 1 059 miljoen euro kredietvoorzieningen werden aangelegd, terwijl dat in 2014 nog maar 198 miljoen euro was. Die Ierse portefeuille bedroeg eind 2014 nog ongeveer 14,5 miljard euro, waarvan ongeveer vier vijfde bestond uit hypothecaire kredieten. Voor de drie Centraalen Oost-Europese landen samen werden in 2014 voor 74 miljoen euro kredietvoorzieningen aangelegd, tegenover 112 miljoen euro in 2013 (met dalingen in Hongarije en Slowakije). Op het niveau van de divisie bedroeg de kredietkostenratio daardoor 106 basispunten voor 2014, tegenover 448 basispunten in 2013. Per land was dat: 133 basispunten voor Ierland, 94 basispunten voor Hongarije, 36 basispunten voor Slowakije en 130 basispunten voor Bulgarije. Op 31 december 2014 was ongeveer 34% van de kredietportefeuille van de divisie impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 33% het jaar daarvoor. Per land is dat: 52% in Ierland, 14% in Hongarije, 4% in Slowakije en 28% in Bulgarije. Impaired leningen met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 19,0% van de portefeuille uit (19,2% in 2013). Per land is dat: 27% in Ierland, 11% in Hongarije, 3% in Slowakije en 25% in Bulgarije.
De andere waardeverminderingen van de divisie bedroegen 11 miljoen euro.
| 2013 | 2014 | |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 632 | 677 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 80 | 68 |
| Verdiende premies | 155 | 153 |
| Technische lasten | -75 | -86 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 4 | 12 |
| Verdiende premies | 83 | 84 |
| Technische lasten | -79 | -71 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -9 | 2 |
| Dividendinkomsten | 0 | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde | ||
| met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 90 | 73 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 13 | 16 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 204 | 208 |
| Overige netto-inkomsten | 20 | -227 |
| Totale opbrengsten | 1 034 | 828 |
| Exploitatiekosten | -715 | -740 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 189 | -284 |
| Op leningen en vorderingen | -1 171 | -273 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | -10 | 0 |
| Op goodwill | 0 | 0 |
| Op overige | -8 | -11 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 1 | 0 |
| Resultaat vóór belastingen | -869 | -196 |
| Belastingen | 15 | 14 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | -853 | -182 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) | -853 | -182 |
| Bankactiviteiten | -863 | -204 |
| Verzekeringsactiviteiten | 10 | 23 |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 16 247 | 18 425 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) | 44 | 44 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 1 702 | 2 011 |
| Rendement op toegewezen kapitaal | -49% | -9% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 69% | 92% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen | 95% | 96% |
* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014. De stijging van de risicogewogen activa in Hongarije heeft vooral te maken met de afschaffing van de nulweging voor binnenlandse overheidsobligaties.
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 |
| 269 | 274 | 200 | 210 | 40 | 43 | 123 | 149 |
| 26 | 27 | 22 | 20 | 31 | 21 | 0 | 0 |
| 59 | 55 | 26 | 27 | 70 | 71 | 0 | 0 |
| -32 | -29 | -3 | -7 | -40 | -50 | 0 | 0 |
| -10 | -1 | 10 | 10 | 3 | 4 | 0 | 0 |
| 14 | 15 | 54 | 53 | 15 | 16 | 0 | |
| -24 | -16 | -44 | -43 | -11 | -12 | 0 | |
| -3 | -2 | -2 | -2 | -4 | 6 | 0 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 77 | 62 | 19 | 15 | 1 | 2 | -7 | |
| 7 | 14 | 3 | 2 | 3 | 0 | 1 | |
| 159 | 160 | 43 | 46 | 1 | 1 | -4 | |
| 11 | -225 | 10 | 0 | -1 | 0 | 0 | |
| 536 | 307 | 305 | 301 | 74 | 77 | 114 | |
| -379 | -368 | -180 | -185 | -52 | -52 | -102 | |
| -78 | -49 | -30 | -18 | -22 | -10 | -1 059 | |
| -76 | -47 | -27 | -17 | -9 | -10 | -1 059 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | -10 | 0 | 0 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| -2 | -1 | -3 | 0 | -3 | 0 | 0 | |
| 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 81 | -109 | 95 | 98 | 1 | 15 | -1 047 | |
| -15 | 15 | -25 | -24 | 1 | 0 | 55 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 66 | -94 | 70 | 75 | 2 | 15 | -992 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 66 | -94 | 70 | 75 | 2 | 15 | -992 | |
| 58 | -102 | 60 | 65 | 10 | 11 | -992 | -179 |
| 8 | 8 | 10 | 10 | -8 | 5 | 0 | |
| 4 434 | 6 996 | 3 776 | 3 815 | 668 | 671 | 7 357 | 6 931 |
| 14 | 14 | 15 | 15 | 15 | 15 | 0 | |
| 469 | 759 | 404 | 426 | 93 | 96 | 736 | |
| 13% | -12% | 17% | 18% | 2% | 16% | -134% | -28% |
| 71% | 125% | 59% | 62% | 61% | 63% | 90% | 96% |
| 97% | 96% | 76% | 83% | 101% | 101% | – | |
Groepscenter bevat de operationele resultaten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde aan kapitaal- en liquiditeitsbeheer gerelateerde kosten, kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties en de resultaten van de overblijvende te desinvesteren maatschappijen en activiteiten die in afbouw zijn. Groepscenter bevat daarnaast ook de resultaten van de legacy-activiteiten (CDO's en desinvesteringen) en de waardering van het eigen kredietrisico. Die elementen vermelden we apart om een beter inzicht te geven in de operationele versus niet-operationele resultaten.
Ons in 2009 door Europa goedgekeurde herstructureringsplan bevatte een opsomming van de activiteiten die we moesten desinvesteren. Eind 2014 was het volledig uitgevoerd.
De belangrijkste desinvesteringen die we in de afgelopen jaren realiseerden, zijn KBC Peel Hunt, verschillende gespecialiseerde merchantbankactiviteiten van KBC Financial Products, Secura, de Britse en Ierse activiteiten van KBC Asset Management, KBC Securities Baltic Investment Company, KBC Business Capital, Centea, KBC Concord Asset Management, de Servische en Roemeense activiteiten van KBC Securities, Fidea, KBL EPB, KBC Goldstate, WARTA, Z˙agiel, Kredyt Bank, KBC Autolease Polska, KBC Lease Deutschland, participaties van KBC Private Equity, Absolut Bank, het minderheidsbelang in NLB, KBC Banka en KBC Bank Deutschland.
Voor Antwerpse Diamantbank (ADB) kon de vroeger aangekondigde verkoop aan Yinren Group niet succesvol worden afgerond en beslisten we om de kredietdossiers en activiteiten van ADB geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen. ADB zal geen nieuwe kredieten meer verstrekken noch andere activiteiten ontwikkelen. De afbouw gebeurt door een fusie door opslorping waarbij ADB opgenomen wordt in KBC Bank NV. Als gevolg van de geldende IFRSboekhoudregels draaiden we in 2014 de in 2012 en 2013 geboekte waardeverminderingen op de verkoop van ADB terug, wat leidde tot een positieve impact op het resultaat van ongeveer 0,1 miljard euro. Anderzijds zullen er tijdens de afbouwperiode nog bijkomende kredietafschrijvingen volgen, waardoor het gecombineerde effect op het nettoresultaat van de KBC-groep uiteindelijk licht negatief zal zijn.
In 2014 tekende Groepscenter voor een nettoresultaat van -100 miljoen euro, tegenover -256 miljoen euro in het jaar daarvoor. Als we de resultaten in verband met legacyactiviteiten (desinvesteringen en CDO's) en in verband met de waardering van het eigen kredietrisico uitsluiten, bedraagt het aangepaste nettoresultaat -234 miljoen euro, tegenover -311 miljoen euro het jaar voordien.
De invloed van de legacy-activiteiten en het eigen kredietrisico lichten we toe in het hoofdstuk Geconsolideerd Resultaat in 2014.
Na uitsluiting van die elementen bedroeg het aangepaste nettoresultaat van Groepscenter, zoals vermeld, -234 miljoen euro. Dat bestond uit de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep (-74 miljoen euro, tegenover -93 miljoen euro in 2013), bepaalde kapitaal- en liquiditeitsbeheergerelateerde kosten (voor het bereiken van liquiditeits- en solvabiliteitsdoelstellingen op het niveau van de groep, o.a. de achterstellingskosten van de achtergestelde leningen; -45 miljoen euro, een sterke verbetering tegenover de -120 miljoen euro in 2013, vooral dankzij lagere achterstellingskosten), kosten gerelateerd aan het aanhouden
van participaties (vooral financieringskosten; -99 miljoen euro, tegenover -106 miljoen euro in 2013), de resultaten van de overblijvende nog te desinvesteren of af te bouwen
ondernemingen (Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz.; -22 miljoen euro, tegenover -27 miljoen euro in 2013) en 7 miljoen euro overige elementen.
| Resultaten Groepscenter* (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Aangepast nettoresultaat (d.w.z. exclusief invloed van legacy-activiteiten en waardering eigen kredietrisico) | ||
| Nettorente-inkomsten | -197 | -145 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | -15 | -6 |
| Verdiende premies | -21 | -16 |
| Technische lasten | 6 | 10 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 3 | -1 |
| Verdiende premies | 19 | 0 |
| Technische lasten | -16 | 0 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 6 | 2 |
| Dividendinkomsten | 0 | 1 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
62 | 12 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 13 | 11 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 23 | 19 |
| Overige netto-inkomsten | 22 | 2 |
| Totale opbrengsten | -82 | -104 |
| Exploitatiekosten | -212 | -160 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -122 | -44 |
| Op leningen en vorderingen | -87 | -42 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | -4 | -1 |
| Op goodwill | -7 | 0 |
| Op overige | -25 | 0 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 0 | 3 |
| Resultaat vóór belastingen | -417 | -305 |
| Belastingen | 120 | 71 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | -297 | -234 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 14 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | -311 | -234 |
| Bankactiviteiten | -137 | -126 |
| Verzekeringsactiviteiten | -21 | -9 |
| Holding | -153 | -99 |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 11 031 | 6 650 |
| Risicogewogen activa op einde periode, verzekeringen (Basel III, Deense Compromismethode) | 11 068 | 10 897 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) | 4 | 1 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 1 111 | 701 |
| Legacy-activiteiten en waardering eigen kredietrisico | ||
| Legacy – CDO's | 446 | 16 |
| Legacy – desinvesteringen | -348 | 116 |
| Waardering eigen kredietrisico | -43 | 2 |
| Nettoresultaat | ||
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | -256 | -100 |
* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's en onzekerheden voor de sector, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, risico ten aanzien van opkomende markten, wijzigingen in regelgeving, betwistingen van klanten en de economie in het algemeen.
In dit hoofdstuk van het jaarverslag concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen, namelijk het kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico, verzekeringstechnisch risico en operationeel risico. De algemene risico's (macro-economisch klimaat, concurrentie, reglementering, enz.) beschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
▲ Christine Van Rijsseghem, Chief Risk Officer
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de volgende delen:
De belangrijkste kenmerken van ons risicobeleidsmodel zijn:
Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:
risicobeheerskader van KBC volstaat en nageleefd wordt en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-Diensten van de KBC-groep.
Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
Hieronder vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.
Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contracterende partij (bijvoorbeeld een kredietnemer, garantieverstrekker, verzekeraar of herverzekeraar, tegenpartij in een professionele transactie of emittent van een schuldinstrument), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico).
Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.
We beheren het kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het
U vindt meer informatie over risicobeheer in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations, Risicorapporten.
maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's, het nemen van risicobeperkende maatregelen en de optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel.
We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.
Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een meer geïntegreerd acceptatieproces waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.
Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.
Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren,
enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de normale kredietportefeuille in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren voor wie er reden is om te geloven dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. Kredieten met PD-klasse 10, 11 of 12 noemen we impaired kredieten. Dat is hetzelfde als non-performing kredieten volgens de (nieuwe) definitie van de Europese Bankenautoriteit (EBA).
Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle nieuwe informatie die ter beschikking is (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie, beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen tegenover de klant.
Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advancedmodellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.
We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten (zoals hypothecaire leningen), maar ook op de volledige kredietrisicoscope.
Terwijl sommige limieten nog zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Na de goedkeuring door de toezichthouders in 2012 hebben de belangrijkste groepsentiteiten de IRB Advanced-benadering toegepast. Een aantal kleinere entiteiten volgden hun voorbeeld in 2013 en 2014. Andere entiteiten zullen in 2015 overstappen naar de IRB Advancedof Foundation-benadering. De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. In aparte delen verderop gaan we dieper in op de kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, de beleggingen van KBC in gestructureerde kredietproducten en overheidsobligaties en de Ierse en Hongaarse portefeuilles van KBC.
Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde) bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten, garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening. Die post omvat bijvoorbeeld niet de leningen en voorschotten aan banken, de garantiekredieten en kredietderivaten of de bedrijfs- en bankobligaties, maar bevat wel repotransacties met niet-banken en is na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
In dit verslag is de terminologie betreffende probleemkredieten wat veranderd. Vanaf nu rapporteren we over:
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-20136 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Toegestaan bedrag | 161 | 166 |
| Uitstaand bedrag | 135 | 139 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten) | ||
| België | 64% | 64% |
| Tsjechië | 13% | 14% |
| Internationale Markten | 19% | 18% |
| Groepscenter | 4% | 4% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1 | ||
| Particulieren | 42% | 42% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 5% | 6% |
| Overheden | 4% | 4% |
| Bedrijven | 49% | 49% |
| Niet-financiële diensten | 11% | 11% |
| Klein- en groothandel | 8% | 8% |
| Vastgoed (risico) | 8% | 7% |
| Bouw | 4% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 2% | 2% |
| Overige2 | 14% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1 | ||
| West-Europa | 75% | 75% |
| Centraal- en Oost-Europa | 21% | 21% |
| Noord-Amerika | 2% | 1% |
| Overige | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3 | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 29% | 30% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 11% | 11% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 12% | 13% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 16% | 15% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 14% | 11% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 8% | 10% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 5% | 5% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 2% | 2% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 3% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-20136 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten5 | 13 871 | 13 692 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 5 521 | 5 709 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) | 284 | 215 |
| Kredietkostenratio | ||
| Divisie België | 0,37% | 0,23% |
| Divisie Tsjechië | 0,26% | 0,18% |
| Divisie Internationale Markten | 4,48% | 1,06% |
| Ierland | 6,72% | 1,33% |
| Slowakije | 0,60% | 0,36% |
| Hongarije | 1,50% | 0,94% |
| Bulgarije | 1,19% | 1,30% |
| Groepscenter | 2,40% | 1,17% |
| Totaal | 1,21% | 0,41% |
| Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) | 1,21% | 0,42% |
| Ratio van impaired kredieten | ||
| Divisie België | 4,7% | 4,3% |
| Divisie Tsjechië | 4,3% | 3,8% |
| Divisie Internationale Markten | 33,0% | 34,1% |
| Groepscenter | 10,6% | 8,6% |
| Totaal | 10,2% | 9,9% |
| Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) | 10,2% | 9,9% |
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 8 086 | 7 676 |
| Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 4 046 | 4 384 |
| Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | ||
| Divisie België | 2,5% | 2,2% |
| Divisie Tsjechië | 3,1% | 2,9% |
| Divisie Internationale Markten | 19,2% | 19,0% |
| Groepscenter | 8,5% | 6,3% |
| Totaal | 6,0% | 5,5% |
| Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) | 6,0% | 5,5% |
| Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten] | ||
| Totaal | 40% | 42% |
| Totaal (exclusief hypothecaire leningen) | 47% | 51% |
Voor een definitie van de ratio's zie het Glossarium van gebruikte ratio's.
1 Cijfers geauditeerd door de commissaris.
2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.
3 Interneratingschaal.
4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 21 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.
5 Impaired kredieten omvat ook geherstructureerde kredieten (waarbij de kredietnemer PD-klasse 10 of hoger wordt toegekend). Aansluiting van eindejaarcijfers: het verschil van 179 miljoen euro tussen de cijfers van 2013 en 2014 is het gevolg van een daling van 246 miljoen euro in Divisie België, van 49 miljoen euro in Divisie Tsjechië en van 23 miljoen euro in Groepscenter, en een stijging van 139 miljoen euro in Divisie Internationale Markten (waarvan 239 miljoen euro in Ierland).
6 Exclusief KBC Bank Deutschland (in 2013 volgens IFRS 5 ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten, verkocht in 2014). In 2013 was KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) goed voor 3,3 miljard euro aan toegestane kredieten, waarvan 2,3 miljard euro uitstaand.
Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland en Hongarije geven we de volgende bijkomende informatie, gezien de specifieke situatie op die markten.
| Details over de Ierse en Hongaarse portefeuilles | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| KBC Bank Ireland (Ierland) – krediet- en beleggingsportefeuille1 | ||
| Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 15 | 14 |
| Verdeling per krediettype | ||
| Woningkredieten | 79% | 82% |
| Kmo- en bedrijfskredieten | 10% | 9% |
| Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling | 11% | 9% |
| Verdeling per risicoklasse | ||
| Normaal, PD 1 - 9 | 52% | 48% |
| Impaired, PD 10 | 22% | 25% |
| Impaired, PD 11 + 12 | 26% | 27% |
| Kredietkostenratio2 | 6,72% | 1,33% |
| Dekkingsratio | 35% | 37% |
| K&H Bank (Hongarije) – krediet- en beleggingsportefeuille1 | ||
| Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 5 | 5 |
| Verdeling per krediettype | ||
| Retailkredieten | 47% | 47% |
| Hypothecaire kredieten in vreemde valuta | 28% | 25% |
| Kmo- en bedrijfskredieten | 53% | 53% |
| Verdeling per risicoklasse | ||
| Normaal, PD 1 - 9 | 85% | 86% |
| Impaired, PD 10 | 3% | 3% |
| Impaired, PD 11 + 12 | 12% | 11% |
| Kredietkostenratio2 | 1,50% | 0,94% |
| Dekkingsratio | 50% | 56% |
1 Een definitie vindt u in Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).
2 Niet geauditeerd door de commissaris.
Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen om zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen. Die interne beleidslijnen zijn in 2014 aangepast in overeenstemming met de nieuwe (ontwerp-) richtlijnen voor geherstructureerde en non-performing kredieten van de Europese Bankenautoriteit (EBA).
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht.
Dat kan betekenen dat:
Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, moeten de gewijzigde voorwaarden schriftelijk worden bevestigd. Met het oog op identificatie, controle en rapportering wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd.
Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen.
Als de klant nog niet in gebreke was en er na toekenning van de kredietherstructurering – op basis van de beoordeling door de bank van de gewijzigde financiële prognoses/ herstructureringsplannen van de klant – een redelijke kans bestaat dat de debiteur de gewijzigde voorwaarden van het krediet zal kunnen nakomen, en het verwachte verlies (in ruime zin) voor de bank na de herschikking lager is dan het zou zijn geweest zonder herschikking, kan de PD-klasse die door het model wordt toegekend worden toegepast of bijgesteld in overeenstemming met de bestaande beleidslijnen. Maar als de PD wordt bijgesteld, zou de toegekende PD hoger moeten zijn dan die voor debiteuren/dossiers met vergelijkbare kredieten maar zonder kredietherstructurering, waaruit het hogere risico op wanbetaling van het geherstructureerde krediet blijkt.
Als het geherstructureerde krediet niet in gebreke was vóór de herstructurering, maar in de status wanbetaling komt als gevolg van de herstructurering, moet PD-klasse 10 worden toegekend. Als het krediet al in gebreke was vóór de herstructurering, moet aan het krediet / de klant minstens PD 10 (weinig kans op betaling) of hoger (PD 11 als ook andere kredieten meer dan 90 dagen achterstallig zijn en de status wanbetaling wordt toegekend op klantniveau) worden toegekend nadat de herstructurering is toegestaan.
Pas na minstens een jaar en op voorwaarde dat er, na de herstructurering, geen achterstallige bedragen meer zijn of geen bezorgdheid over de volledige terugbetaling van het krediet volgens de voorwaarden na de herstructurering, kan de klant opnieuw de status normaal krijgen. Het etiket geherstructureerd blijft evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant opnieuw de status normaal heeft, en kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Als aan het einde van de proefperiode niet aan de voorwaarden is voldaan, blijft het krediet gemerkt als geherstructureerd op proef (d.i. het etiket geherstructureerd) tot aan alle voorwaarden is voldaan.
De voorwaarden worden minstens om de drie maanden beoordeeld.
Als een klant een herstructurering krijgt en niet in gebreke blijft, krijgt hij altijd de status wanbetaling zodra het geherstructureerde krediet meer dan 30 dagen achterstallig is of wanneer een bijkomende herstructurering (vanaf de tweede herstructurering) wordt toegestaan tijdens de proefperiode.
Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest. Dat betekent dat als een herstructurering wordt toegestaan, altijd moet worden nagegaan of die schadegebeurtenis een invloed heeft op de geschatte toekomstige kasstromen van de financiële activa, en of er dus een bijzondere waardevermindering moet worden geboekt.
Zodra een debiteur volgens de KBC-regels moet worden geclassificeerd als in gebreke en er moet worden nagegaan of er voorzieningen moeten worden aangelegd, is de kans heel groot dat een waardevermindering zal worden geboekt.
Eind 2014 maakten geherstructureerde kredieten 6% van de totale kredietportefeuille uit. Een uitsplitsing vindt u hieronder. De schommelingen in het aantal geherstructureerde kredieten zijn voornamelijk het gevolg van de toepassing in 2014 van het nieuwe beleid inzake kredietherstructureringen op basis van de richtlijnen van de EBA. Daarnaast is er:
| Geherstructureerde kredieten (in miljoenen euro) |
Totaal uitstaande porte |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| feuille1 | Geherstructureerde kredieten | |||||||
| Totaal | (% van uitstaande porte feuille) |
Verdeling per PD-klasse | Specifieke waarde verminde ringen |
|||||
| PD 1-8 | PD 9 | PD 10 (impaired, minder dan 90 dagen achterstal lig) |
PD 11-12 (impaired, 90 dagen of meer achterstal lig) |
|||||
| 31-12-2103 | ||||||||
| Totaal | 135 364 | 7 429 | 5% | 581 | 830 | 4 307 | 1 711 | 1 744 |
| Naar divisie | ||||||||
| Divisie België | 86 913 | 2 207 | 3% | 377 | 446 | 1 074 | 311 | 381 |
| Divisie Tsjechië | 17 716 | 359 | 2% | 129 | 25 | 126 | 79 | 77 |
| Divisie Internationale Markten | 25 894 | 4 845 | 19% | 75 | 360 | 3 108 | 1 303 | 1 280 |
| Ierland | 15 280 | 3 999 | 26% | 28 | 281 | 2 903 | 787 | 1 000 |
| Slowakije | 4 635 | 105 | 2% | 23 | 9 | 23 | 49 | 30 |
| Hongarije | 5 080 | 507 | 10% | 9 | 57 | 161 | 281 | 164 |
| Bulgarije | 747 | 234 | 31% | 15 | 13 | 21 | 185 | 86 |
| Groepscenter | 4 840 | 18 | 0% | 0 | 0 | 0 | 18 | 8 |
| Naar klantensegment | ||||||||
| Particulieren2 | 56 583 | 3 616 | 6% | 278 | 320 | 2 312 | 705 | 786 |
| Kmo's | 32 029 | 474 | 1% | 107 | 166 | 102 | 100 | 78 |
| Bedrijven3 | 46 752 | 3 339 | 7% | 196 | 344 | 1 893 | 905 | 881 |
| 31-12-2014 | ||||||||
| Totaal | 138 931 | 7 928 | 6% | 470 | 551 | 4 608 | 2 299 | 2 095 |
| Naar divisie | ||||||||
| Divisie België | 89 060 | 1 288 | 1% | 336 | 91 | 783 | 77 | 188 |
| Divisie Tsjechië | 18 775 | 241 | 1% | 36 | 38 | 111 | 56 | 53 |
| Divisie Internationale Markten | 25 446 | 6 209 | 24% | 70 | 378 | 3 635 | 2 126 | 1 817 |
| Ierland | 14 498 | 5 682 | 39% | 33 | 354 | 3 453 | 1 842 | 1 638 |
| Slowakije | 5 065 | 102 | 2% | 24 | 8 | 44 | 25 | 25 |
| Hongarije | 5 089 | 209 | 4% | 3 | 10 | 115 | 81 | 73 |
| Bulgarije | 794 | 217 | 27% | 10 | 7 | 23 | 178 | 82 |
| Groepscenter | 5 650 | 190 | 3% | 28 | 44 | 78 | 40 | 37 |
| Naar klantensegment | ||||||||
| Particulieren2 | 58 192 | 4 907 | 8% | 290 | 360 | 3 027 | 1 230 | 1 040 |
| Kmo's | 32 089 | 349 | 1% | 73 | 57 | 138 | 82 | 69 |
| Bedrijven3 | 48 649 | 2 671 | 5% | 108 | 134 | 1 442 | 987 | 986 |
1 Brutobedragen, vóór bijzondere waardeverminderingen (bijgevolg verschillen die bedragen van de boekhoudkundige bedragen in andere hoofdstukken).
2 In 2013 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen; ook in 2014 was dat 99%.
3 In 2013 had 49% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen, in 2014 was dat 55%.
Naast de kredietrisico's verbonden aan de krediet- en beleggingsportefeuille zijn er ook kredietrisico's verbonden aan andere bankactiviteiten. De belangrijkste zijn:
Commerciële transacties op korte termijn. Deze activiteit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt alleen risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse. De blootstelling aan
effecten met activa als onderpand (Asset Backed Securities) en CDO's (Collateralised Debt Obligations) in de tradingportefeuille is niet opgenomen in de cijfers in de tabel, maar wordt afzonderlijk gerapporteerd (zie Positie in gestructureerde kredieten).
Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal (Basel III).
| Andere kredietrisico's, bankactiviteiten | ||
|---|---|---|
| (in miljarden euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
| Commerciële transacties op korte termijn | 4,2 | 4,4 |
| Emittentenrisico1 | 0,2 | 0,2 |
| Tegenpartijrisico van professionele transacties2 | 8,2 | 10,1 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.
| (in miljoenen euro, marktwaarde)1 | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Per balanspost | ||
| Effecten | 19 284 | 21 282 |
| Obligaties en soortgelijke effecten | 18 003 | 19 935 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 6 731 | 6 982 |
| Voor verkoop beschikbaar | 11 266 | 12 952 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
1 | 1 |
| Als leningen en vorderingen | 5 | 0 |
| Aandelen en andere niet-vastrentende effecten | 1 262 | 1 345 |
| Voor verkoop beschikbaar | 1 260 | 1 340 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
3 | 5 |
| Overige | 19 | 3 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 354 | 373 |
| Beleggingscontracten, tak 232 | 12 745 | 13 425 |
| Overige | 701 | 1 074 |
| Totaal | 33 084 | 36 155 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per rating3, 4 | ||
| Investment grade | 96% | 96% |
| Non-investment grade | 3% | 2% |
| Zonder rating | 1% | 2% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 64% | 65% |
| Financieel5 | 21% | 13% |
| Overige | 15% | 22% |
| Per munt3 | ||
| Euro | 94% | 95% |
| Andere Europese munten | 6% | 5% |
| Amerikaanse dollar | 0% | 0% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 15% | 12% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 20% | 18% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 19% | 20% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 29% | 30% |
| Meer dan 10 jaar | 18% | 20% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 32 576 miljoen euro eind 2013 en 34 716 miljoen euro eind 2014.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Externeratingschaal.
5 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte
verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : |
EAD | EL | EAD | EL |
|---|---|---|---|---|
| Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2 (in miljoenen euro) |
2013 | 2013 | 2014 | 2014 |
| AAA tot en met A- | 141 | 0,05 | 190 | 0,06 |
| BBB+ tot en met BB- | 147 | 0,13 | 123 | 0,12 |
| Lager dan BB- | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zonder rating | 3 | 0,07 | 6 | 0,65 |
| Totaal | 291 | 0,24 | 341 | 0,83 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.
We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van
verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In de volgende tabel geven we een uitsplitsing per land.
| Voor verkoop beschikbaar |
Tot einde looptijd aangehouden |
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde verminde ringen in de winst-en-ver liesrekening |
Leningen en vorderingen |
Aangehou den voor handels doeleinden |
Totaal | Ter vergelij king: totaal einde 2013 |
Economische invloed van +100 basis punten3 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Zuid-Europa en Ierland | ||||||||
| Griekenland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Portugal | 46 | 36 | 0 | 0 | 1 | 83 | 77 | -6 |
| Spanje | 1 606 | 0 | 0 | 0 | 3 | 1 609 | 348 | -92 |
| Italië | 2 018 | 93 | 0 | 0 | 11 | 2 123 | 865 | -123 |
| Ierland | 465 | 308 | 0 | 0 | 2 | 775 | 462 | -42 |
| KBC-kernlanden | ||||||||
| België | 7 123 | 16 535 | 93 | 0 | 794 | 24 545 | 24 586 | -1 343 |
| Tsjechië | 1 390 | 5 305 | 0 | 23 | 869 | 7 587 | 8 970 | -455 |
| Hongarije | 464 | 1 431 | 0 | 8 | 171 | 2 073 | 2 267 | -68 |
| Slowakije | 1 448 | 1 274 | 0 | 0 | 69 | 2 792 | 2 395 | -163 |
| Bulgarije | 263 | 15 | 0 | 0 | 0 | 279 | 16 | -9 |
| Andere landen | ||||||||
| Frankrijk | 1 634 | 2 460 | 0 | 0 | 120 | 4 214 | 3 312 | -342 |
| Polen | 522 | 55 | 12 | 0 | 36 | 624 | 398 | -29 |
| Duitsland | 356 | 482 | 0 | 0 | 23 | 861 | 942 | -57 |
| Oostenrijk | 407 | 396 | 379 | 0 | 0 | 1 182 | 894 | -67 |
| Nederland | 182 | 422 | 265 | 0 | 36 | 905 | 797 | -38 |
| Overige2 | 1 543 | 1 528 | 315 | 0 | 257 | 3 643 | 4 400 | -221 |
| Totale boek waarde |
19 469 | 30 342 | 1 063 | 31 | 2 391 | 53 298 | 50 876 | – |
| Totale nominale |
||||||||
| waarde | 16 807 | 28 562 | 933 | 31 | 2 314 | 48 646 | 47 978 | – |
1 Inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten (samen goed voor 0,2 miljard euro op het einde van 2013 en 0,0 miljard euro op het einde van 2014). Met uitsluiting van blootstelling aan supranationale entiteiten van geselecteerde landen. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.
2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2014.
3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben enkel betrekking op de blootstelling van de bankportefeuille (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille is heel beperkt en bedroeg -36 miljoen euro op het einde van 2014).
Belangrijkste veranderingen in 2014:
• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties steeg licht met 2,4 miljard euro. Dat komt voornamelijk door de grotere posities in Spaanse, Italiaanse en Franse overheidsobligaties (respectievelijk +1,3 miljard euro, +1,3 miljard euro en +0,9 miljard euro). De stijging werd wel deels gecompenseerd door een kleinere positie in Tsjechische overheidsobligaties (-1,4 miljard euro).
Herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2014:
• Op 31 december 2014 omvatte de boekwaarde van de totale portefeuille voor verkoop beschikbare overheidsobligaties een herwaarderingsreserve van 1,8 miljard euro vóór belastingen. Die bevatte 731 miljoen euro voor België, 83 miljoen euro voor Tsjechië, 200 miljoen euro voor Italië, 157 miljoen euro voor Frankrijk, 109 miljoen euro voor Slowakije, 111 miljoen euro voor Spanje, 51 miljoen euro voor Luxemburg, 48 miljoen euro voor Duitsland, 38 miljoen euro voor Hongarije, 30 miljoen euro voor Ierland, 23 miljoen euro voor Nederland en 175 miljoen euro voor de andere landen samen.
KBC ziet geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid (estimation uncertainty) die een ernstig risico inhouden dat er in het boekjaar 2015 een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van overheidsobligaties nodig zou zijn.
Portefeuille Belgische overheidsobligaties:
het aparte hoofdstuk over België. Voor meer informatie over de ratings, updates en outlooks verwijzen we naar de websites van de ratingbureaus.
De voorbije jaren heeft KBC zijn CDO-portefeuille geleidelijk afgebouwd. In september 2014 hebben we de laatste twee CDO's in onze portefeuille ontmanteld (collapsed). Door die ontmanteling vervalt ook de CDO-waarborgregeling met de Belgische federale overheid (zie Overige informatie, onder Kapitaal- en garantieoperaties met de overheid in 2008 en 2009) en verdwijnt de blootstelling van de groep aan MBIA volledig. In 2008 hadden we nog voor 25 miljard euro CDO's in portefeuille, maar op vijf jaar tijd hebben we die portefeuille volledig afgebouwd. KBC heeft wel nog voor 0,3 miljard euro CDO-notes uitstaan bij beleggers tot eind 2017, waarvan het zelf tegenpartij en emittent is. Dat betekent eigenlijk dat KBC nu een nettokoper is van kredietrisicobescherming, en die bescherming wordt gewaardeerd tegen reële waarde. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de verlies-en-winstrekening van KBC, afhankelijk van de waardeveranderingen van die CDOnotes (voornamelijk bepaald door de credit spreads op de onderliggende portefeuille en de dalende tijdswaarde).
In 2013 hebben we beslist het strikte verbod op beleggingen in ABS'en op te heffen en thesauriebeleggingen (Risico ten aanzien van treasury-ABS'en in de tabel) toe te staan in liquide niet-synthetische Europese ABS'en van hoge kwaliteit, die ook aanvaard worden als zekerheden die in aanmerking komen voor de ECB. Dat maakt een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuilles mogelijk. Het verbod op nieuwe CDO's en synthetische securitisaties blijft wel bestaan.
(in miljarden euro) 31-12-2013 31-12-2014 Totale nettopositie1 7,5 1,7 Legacy-CDO-risico gedekt door MBIA 5,3 0,0 Risico ten aanzien van andere legacy-CDO's 1,1 0,1 Risico ten aanzien van legacy-ABS'en 1,2 0,7 Risico ten aanzien van treasury-ABS'en 0,0 1,0 Cumulatieve waardeaanpassingen op legacy-beleggingen (medio 2007 tot nu)2 -0,4 -0,1 Waardeaanpassingen -0,3 -0,1 Voor risico ten aanzien van legacy-CDO's -0,2 0,0 Voor risico ten aanzien van legacy-ABS'en -0,1 -0,1 Waardeaanpassingen m.b.t. dekking MBIA (voor risico ten aanzien van legacy-CDO's)2 -0,1 0,0 Cumulatieve waardeaanpassingen op treasury-ABS'en 0,0 0,0
1 Het CDO- en ABS-risico is weergegeven als nettopositie. Bijgevolg zijn alle gevorderde en afgewikkelde kredietgebeurtenissen en alle posities waarvan de risico's zijn afgebouwd (derisked) niet langer opgenomen in de CDO-cijfers.
2 De waardeaanpassingen op de CDO's van KBC worden verwerkt via de winst-en-verliesrekening in plaats van rechtstreeks via het eigen vermogen, omdat de CDO's van de groep grotendeels synthetisch van aard zijn (dat betekent dat de onderliggende activa afgeleide producten zijn, zoals credit default swaps op bedrijven). Het synthetische karakter is ook de reden waarom de CDO's van KBC niet in aanmerking komen voor boekhoudkundige herklassering volgens IFRS om hun invloed op de resultaten te neutraliseren.
Zoals hierboven vermeld, heeft KBC met de ontmanteling van de twee resterende CDO's in 2014 de bladzijde van het CDO-risico van KBC Financial Products omgeslagen. De netto-legacy-ABS-portefeuille daalde met 0,5 miljard euro
door de transfer van 0,3 miljard euro aan activa naar de treasury-ABS-portefeuille en door aflossingen. In de treasuryportefeuille van KBC werd voor 0,7 miljard euro belegd in kwaliteitsvolle RMBS en andere ABS-activa.
Het beheersproces van structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:
De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen KBC zijn:
| (in miljarden euro)* | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 3,84 | 4,89 |
* Exclusief een aantal kleine groepsmaatschappijen. Er is geen rekening gehouden met cyclische voorafbetalingsopties ingebed in hypothecaire kredieten. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 0,7 miljoen euro. De VaR wordt berekend op basis van de VaR-CoVaR-benadering. De stijging in 2014 is voornamelijk te wijten aan een hoger creditspreadrisico door bijkomende investeringen in (voornamelijk Italiaanse, Spaanse en Franse) overheidsobligaties.
We hanteren twee hoofdtechnieken om renterisico's te meten, namelijk 10 BPV en de al vermelde VaR. De 10 BPV geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). We bepalen 10 BPV-limieten
zodat de renteposities samen met de overige structurele risico's (aandelen, vastgoed, enz.) binnen de totale VaRlimieten blijven. Daarnaast hanteren we ook technieken zoals rentevoetgevoeligheidsanalyse (gap analysis), durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat economische waarde betreft als qua inkomsten).
| Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep1 | Invloed op de waarde2 | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 | ||
| Bankactiviteiten | -22 | -57 | ||
| Verzekeringsactiviteiten | 10 | 16 | ||
| Totaal | -11 | -41 |
1 In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 0,8 miljoen euro.
2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek, op dynamische basis herzien, voor de nietlooptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).
De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | -33 | -55 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | -28 | -61 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | -21 | -71 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | -22 | -57 |
| Op 31 december | -22 | -57 |
| Maximum in jaar | -41 | -71 |
| Minimum in jaar | -21 | -55 |
* Eind 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van -0,1 miljoen euro. De jaar-op-jaarstijging in de BPV is deels het gevolg van de wijziging in de modellering van deposito's zonder looptijd. Niet geauditeerd, met uitzondering van de regel Op 31 december.
Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 14,9% van het totale eigen vermogen op 31 december 2014. Dat is ruim onder de drempel van 20%, vanaf waar een bank wordt beschouwd als outlier bank, met een hoger reglementair kapitaalbeslag als mogelijk gevolg.
De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.
| ≤ 1 | 1-3 | 3-12 | 1-5 | 5-10 | > 10 | Niet-rente | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| maand | maanden | maanden | jaar | jaar | jaar | dragend | Totaal | |
| 31-12-2013 | 13 787 | 78 | -1 641 | -3 170 | 6 852 | 766 | -16 672 | 0 |
| 31-12-2014 | -13 126 | -2 961 | 5 099 | 20 560 | 9 205 | -2 172 | -16 606 | 0 |
| * In 2014 leidde een wijziging in de modellering van deposito's zonder looptijd tot een andere verdeling van de kasstromen in de tijd. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van |
||||||||
| 31-12-2013 | 5 | 126 | 60 | 6 | 0 | 0 | -198 | 0 |
De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte
uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.
De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te
bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via een politiek van cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld volgens het verwachte tijdstip van de kasstromen.
| (in miljoenen euro) | 0-5 jaar | 5-10 jaar | 10-15 jaar | 15-20 jaar | > 20 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | ||||||
| Vastrentende activa | 10 725 | 4 098 | 2 310 | 626 | 765 | 18 525 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 10 086 | 3 123 | 1 844 | 1 311 | 1 779 | 18 142 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 640 | 975 | 466 | -685 | -1 014 | 383 |
| Gemiddelde duration van activa | 4,90 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 6,03 jaar | |||||
| 31-12-2014 | ||||||
| Vastrentende activa | 10 466 | 4 639 | 2 332 | 865 | 1 050 | 19 351 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 10 282 | 3 303 | 1 994 | 1 402 | 1 986 | 18 967 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 184 | 1 336 | 338 | -537 | -936 | 384 |
| Gemiddelde duration van activa | 5,85 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 6,72 jaar |
Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de
risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| Indeling van de reserves voor tak 21 volgens rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| 5,00% en hoger* | 3% | 3% |
| Meer dan 4,25% tot en met 4,99% | 10% | 11% |
| Meer dan 3,50% tot en met 4,25% | 4% | 5% |
| Meer dan 3,00% tot en met 3,50% | 27% | 22% |
| Meer dan 2,50% tot en met 3,00% | 22% | 22% |
| 2,50% en lager | 32% | 35% |
| 0,00% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
* Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.
We beheren het creditspreadrisico van de portefeuille door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. In het deel Kredietrisico geven we een overzicht van de economische gevoeligheid van de belangrijkste posities in overheidsobligaties ten aanzien van veranderingen in de spreads.
Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (naar sector, in procenten) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | 31-12-2013 | 31-12-2014 | 31-12-2013 | 31-12-2014 | |
| Financiële instellingen | 60% | 68% | 20% | 18% | 25% | 23% | |
| Niet-cyclische consumentensectoren | 1% | 1% | 10% | 10% | 8% | 9% | |
| Communicatie | 0% | 0% | 0% | 2% | 0% | 2% | |
| Energie | 0% | 0% | 7% | 5% | 6% | 4% | |
| Industriële sectoren | 27% | 17% | 38% | 40% | 37% | 37% | |
| Nutsbedrijven | 0% | 0% | 3% | 2% | 3% | 2% | |
| Cyclische consumentensectoren | 1% | 0% | 15% | 12% | 13% | 11% | |
| Basismaterialen | 0% | 0% | 5% | 8% | 4% | 7% | |
| Overige en niet bepaald | 12% | 13% | 3% | 4% | 4% | 5% | |
| Totaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
| In miljarden euro | 0,2 | 0,2 | 1,3 | 1,3 | 1,4 | 1,5* | |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 |
* De belangrijkste verschillen tussen de 1,5 miljard euro in deze tabel en de 2,1 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 18 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:
(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,3 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 18.
(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).
(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd zijn als aandelen.
| Invloed van een 12,5%-daling van de aandelenkoersen | Invloed op de waarde | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 | |||||
| Bankactiviteiten | -21 | -20 | |||||
| Verzekeringsactiviteiten | -158 | -166 | |||||
| Totaal | -179 | -186 |
| Niet-tradingaandelenpositie (in miljoenen euro) |
Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | 31-12-2014 | 31-12-2013 | 31-12-2014 | ||
| Bankactiviteiten | 85 | 2 | 73 | 108 | |
| Verzekeringsactiviteiten | 44 | 84 | 252 | 261 | |
| Totaal* | 130 | 86 | 335 | 385 |
* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities rechtstreeks toe te schrijven aan de KBC-groep. Winsten uit gezamenlijke deelnemingen met bank- en verzekeringsentiteiten van de KBC-groep zijn uitgesloten, omdat die deelnemingen op groepsniveau geconsolideerd worden.
De vastgoedactiviteiten van de groep omvatten een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan, als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een
langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.
| Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5%* | Invloed op de waarde | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 | ||||
| Bankportefeuilles | -59 | -51 | ||||
| Verzekeringsportefeuilles | -28 | -30 | ||||
| Totaal | -86 | -81 |
* De cijfers voor 2013 werden aangepast. Sommige gebouwen die KBC Verzekeringen gebruikt voor zijn eigen activiteiten werden voor de berekening van het vastgoedrisico buiten beschouwing gelaten. De invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5% daalde daardoor met 12 miljoen euro.
Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille,
van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.
De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en omgezet in Europese wetgeving met CRD IV/ CRR voor de liquiditeitsdekkingsratio. We verwerken die ideeën in onze liquiditeits- en financieringskaders en in onze financiële planning.
Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerskader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.
Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.
Ons liquiditeitsrisicobeheerskader steunt op de volgende pijlers:
• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van
ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.
▲ Claire Noonan werkte samen met Andrea Blomme in Ierland
"Toen we op zoek gingen naar een woningkrediet, was dat niet gemakkelijk omdat mijn man kanker gehad heeft. KBC zorgde voor een oplossing. Gelukkig hebben we niet erg geleden onder de crisis in Ierland: we betalen intussen ons krediet sneller terug dan gepland."
is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.
| Liquiditeitsrisico | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (exclusief intercompanytransacties)* | ≤ 1 | 1-3 | 3-12 | 1-5 | 5-10 | > 10 | Op | Niet | |
| (in miljarden euro) | maand | maanden | maanden | jaar | jaar | jaar | vraag | bepaald | Totaal |
| 31-12-2013 | |||||||||
| Totale instroom | 18 | 10 | 18 | 52 | 41 | 33 | 4 | 31 | 206 |
| Totale uitstroom | 27 | 12 | 20 | 29 | 7 | 2 | 81 | 28 | 206 |
| Professionele financiering | 18 | 2 | 2 | 1 | 0 | 0 | 1 | 1 | 25 |
| Klantenfinanciering | 7 | 6 | 12 | 13 | 3 | 1 | 80 | 0 | 123 |
| Schuldcertificaten | 0 | 4 | 6 | 15 | 3 | 1 | 0 | 0 | 29 |
| Overige | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 27 | 29 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-10 | -2 | -2 | 23 | 35 | 31 | -77 | 2 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | – | -25 | – |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | – | -10 | – |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-10 | -2 | -2 | 23 | 35 | 31 | -77 | -33 | -35 |
| 31-12-2014 | |||||||||
| Totale instroom | 16 | 8 | 16 | 55 | 45 | 33 | 3 | 35 | 211 |
| Totale uitstroom | 35 | 9 | 15 | 31 | 8 | 1 | 84 | 27 | 211 |
| Professionele financiering | 15 | 3 | 1 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 26 |
| Klantenfinanciering | 17 | 5 | 9 | 11 | 4 | 0 | 84 | 0 | 130 |
| Schuldcertificaten | 0 | 2 | 4 | 14 | 4 | 1 | 0 | 0 | 26 |
| Overige | 2 | – | – | – | – | – | – | 27 | 30 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-19 | -1 | 2 | 24 | 37 | 32 | -81 | 7 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | – | -32 | – |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | – | -10 | – |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-19 | -1 | 2 | 24 | 37 | 32 | -81 | -34 | -42 |
* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 1,9 miljard euro. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
Typisch voor een bankgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als KBC niet in staat zou zijn om zijn kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.
De KBC-groep heeft een stevige liquiditeitspositie en heeft altijd al een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen gehad. Eind 2014 had de KBC-groep voor 62 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 41 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (67%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (10%) en verpandbare kredietvorderingen (12%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten).
De niet-bezwaarde liquide middelen waren meer dan drie keer zo groot als het nettogebruik van wholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten. De grafiek toont de liquiditeitsbuffer op het einde van het jaar.
KBC heeft een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in zijn kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep opsplitsen als volgt (cijfers van 31 december 2014):
Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers (14 miljard euro, 8% van het totaal), voornamelijk bestaande uit Ifima-obligaties (6 miljard euro), gedekte obligaties (5 miljard euro), de contingent capital notes uitgegeven in januari 2013 (0,75 miljard euro), de additional tier 1-schuldinstrumenten (1,4 miljard euro) en tier 2-schuldinstrumenten (0,9 miljard euro).
Financiering van klanten
Netto ongedekte interbancaire financiering
Netto ongedekte interbancaire financiering (7 miljard euro, 4% van het totaal).
volgden er nog meer uitgiftes voor een totaal van 2,7 miljard euro en in 2014 voor een totaal van 0,9 miljard euro.
Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het Glossarium van gebruikte ratio's. Eind 2014 bedroeg onze NSFR 110% en onze LCR 120%. De LCR werd berekend op basis van onze interpretatie van CRD IV/CRR. Dat is ruim boven de minimale reglementaire vereisten en de interne drempel van 105% voor beide ratio's.
Het marktrisico is de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. Het risico van prijsschommelingen van verhandelbare effecten als gevolg van kredietrisico, landenrisico en liquiditeitsrisico maakt eveneens deel uit van het marktrisico. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.
Het doel van marktrisicobeheer is het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's.
We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. De klassieke dealingrooms, waarbij de dealingroom in België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.
Er is ook een beperkt marktrisico verbonden aan de vier legacy-bedrijfsactiviteiten van KBC Investments Limited (het vroegere KBC Financial Products), namelijk de CDO-
activiteiten, fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten.
Zoals eerder vermeld in dit verslag, heeft KBC zijn CDOportefeuille nu volledig afgebouwd. De positie met betrekking tot de resterende 0,3 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers is evenwel opgenomen in de tradingportefeuille van KBC Investments Limited. Bijgevolg is het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die positie opgenomen in de kolom Hersecuritisatie van de tabel Vereisten inzake reglementair kapitaal trading (19 miljoen euro).
Speciale teams houden zich verder bezig met de afbouw van de overige drie legacy-bedrijfsactiviteiten, die minder dan 2% van het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico in tradingactiviteiten vertegenwoordigen. De belangrijkste vooruitgang in 2014 binnen die overige legacybedrijfsactiviteiten werd geboekt in de fondsderivaten. Die portefeuille werd in juni grotendeels verkocht, waardoor de boekwaarde ervan nu nog ongeveer 1 miljoen euro bedraagt.
Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode (HVaR), conform de Basel II-standaarden ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen), en werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen. De HVaRmethodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.
Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. De belangrijkste verbetering in 2014 was het gebruik van OIS (Overnight Index Swap)-curves voor de verdiscontering van toekomstige kasstromen voor derivatentransacties, aangezien dat wordt beschouwd als de norm op de markt.
Complexe en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaRmodel passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.
Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).
Naast de dagelijkse HVaR-berekeningen voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen.
Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met close-outkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-to-modelwaarderingen, tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico en exploitatiekosten. Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.
De tabel geeft de Historical Value-at-Risk (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep (inclusief KBC Securities
vanaf april 2013). Om een vergelijking met het voorgaande jaar mogelijk te maken, tonen we ook de HVaR voor KBC Investments Limited (die betrekking heeft op de beëindigde CDO-activiteiten van KBC).
| Marktrisico (VaR) | 10 dagen HVaR voor de KBC-groep | 10 dagen HVAR voor KBC Investments Limited |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | ||
| Houdperiode: 10 dagen | ||||||
| Gemiddelde 1e kwartaal | 37 | 24 | 1 | – | ||
| Gemiddelde 2e kwartaal | 37 | 19 | 1 | – | ||
| Gemiddelde 3e kwartaal | 34 | 15 | 1 | – | ||
| Gemiddelde 4e kwartaal | 29 | 15 | – | – | ||
| Op 31 december | 28 | 15 | – | – | ||
| Maximum in jaar | 50 | 29 | 5 | – | ||
| Minimum in jaar | 26 | 11 | 0 | – |
In de tabel hieronder vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van de KBC-groep. Het aandelenrisico is afkomstig uit de handel in Europese aandelen en uit KBC Securities (vanaf april 2013).
| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR (in miljoenen euro) | Gemiddelde voor 2013 |
Gemiddelde voor 2014 |
|---|---|---|
| Renterisico | 33,3 | 18,7 |
| Wisselkoersrisico | 2,9 | 2,3 |
| Valutaoptierisico | 1,8 | 1,8 |
| Aandelenrisico | 1,9 | 1,4 |
| Invloed van diversificatie | -5,6 | -6,2 |
| Totale HVaR | 34,3 | 18,1 |
De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met de no-action P&L (dat wil zeggen dat de posities ongewijzigd blijven, maar de marktgegevens veranderen in die van de volgende dag). Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks.
Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 29.
KBC Bank en KBC Investments hebben de toestemming gekregen van de Belgische regelgever om hun respectieve VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de vereisten inzake reglementair kapitaal voor een deel van hun marktactiviteiten. Cˇ SOB (Tsjechië) heeft ook de goedkeuring gekregen van de lokale regelgever om zijn VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de kapitaalvereisten. Die modellen worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode is gebaseerd op het recente verleden en wordt regelmatig aangepast.
De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's vindt u in de tabel hieronder. De vereisten inzake reglementair kapitaal voor de tradingrisico's van lokale KBC-entiteiten die van hun respectieve toezichthouder geen goedkeuring hebben gekregen om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken, en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de HVaR-berekeningen worden gemeten volgens de standaardbenadering. Die benadering bepaalt
algemene en specifieke risicowegingen per type van marktrisico (renterisico, aandelenrisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico). Zoals eerder al vermeld in dit hoofdstuk is het reglementair kapitaal voor hersecuritisatie voor 2014 (19 miljoen euro) afkomstig van de tegenpositie voor de 0,3 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers (de tegenpositie bevindt zich in de handelsportefeuilles van KBC Investments Limited).
| Vereisten inzake reglementair kapitaal trading, per risicotype (in miljoenen euro) |
Renterisico | Aandelen risico |
Wissel koersrisico |
Grondstof fenrisico |
Her securiti satie |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR SVaR |
83 100 |
2 6 |
13 22 |
– – |
– | 226 |
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering |
39 | 7 | 12 | 2 | 59 | 119 | |
| Totaal | 222 | 15 | 47 | 2 | 59 | 345 | |
| 31-12-2014 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR SVaR |
38 56 |
2 3 |
11 17 |
– – |
– | 126 |
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering |
27 | 4 | 14 | 3 | 19 | 68 | |
| Totaal | 120 | 9 | 43 | 3 | 19 | 194 |
Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en
schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.
De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.
Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:
We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, met name (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het economisch kapitaal te berekenen, beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen, de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de economischkapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.
De verzekeringsportefeuilles worden via herverzekering beschermd tegen de invloed van zware schadegevallen of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.
Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel zware schadegevallen of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's, vooral vanuit het oogpunt van de creatie van aandeelhouderswaarde. Die benadering leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder met betrekking tot zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's. Om de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening te verlagen, heeft KBC Verzekeringen België een meerjarige multiline herverzekeringsovereenkomst gesloten die gedurende drie jaar de belangrijkste schadeverzekeringsactiviteiten dekt.
In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. De toereikendheid wordt gecontroleerd per productgroep op het niveau van de groepsmaatschappij en de algemene toereikendheid wordt beoordeeld op het niveau van de groepsmaatschappij voor alle productgroepen samen.
Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2014 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgelegd binnen de KBC-groep.
De tabel toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI Insurance (sinds boekjaar 2008), K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2014 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen cijfers zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen.
De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2014.
| Schadeafwikkelings driehoeken, KBC Verzekeringen |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2005 | 2006 | 2007 | 2008* | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
| Raming aan het einde van het voorvalsjaar |
578 | 631 | 686 | 793 | 824 | 871 | 806 | 849 | 917 | 996 |
| 1 jaar later | 506 | 537 | 621 | 757 | 724 | 773 | 714 | 743 | 770 | – |
| 2 jaar later | 484 | 511 | 588 | 728 | 668 | 725 | 656 | 707 | – | – |
| 3 jaar later | 483 | 500 | 567 | 714 | 652 | 720 | 638 | – | – | – |
| 4 jaar later | 474 | 486 | 561 | 710 | 635 | 715 | – | – | – | – |
| 5 jaar later | 461 | 478 | 557 | 702 | 627 | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | 462 | 464 | 550 | 677 | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | 458 | 458 | 550 | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | 454 | 455 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | 446 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Huidige raming | 446 | 455 | 550 | 677 | 627 | 715 | 638 | 707 | 770 | 996 |
| Cumulatieve betalingen | 382 | 403 | 470 | 596 | 524 | 601 | 511 | 511 | 507 | 420 |
| Huidige voorzieningen | 64 | 52 | 79 | 80 | 103 | 114 | 127 | 196 | 263 | 576 |
* Sinds boekjaar 2008 worden de cijfers van DZI Insurance (Bulgarije) opgenomen. Exclusief die gegevens verkrijgen we de volgende bedragen voor boekjaar 2008 (bedrag en voorvalsjaar): 475 voor 2005, 501 voor 2006 en 587 voor 2007.
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 9, 10, 11 en 35. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten naar divisie vindt u in de toelichtingen met betrekking tot de gesegmenteerde informatie.
Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken geen deel uit van de operationele risico's.
Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 36.
We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau. Dat bestaat uit een uniform taalgebruik ingebed in controlemechanismen voor de hele groep, één methodologie, één pakket centraal ontwikkelde ICT-applicaties, en centrale en decentrale rapportering.
De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's in de hele KBC-groep. De ontwikkeling en de implementatie van dat kader worden ondersteund door
een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.
De Groepsrisicofunctie creëert een omgeving waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Ze wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.
Om operationele risico's te beheren, gebruiken we een aantal bouwstenen die alle aspecten van het operationeelrisicobeheer dekken.
Tussen 2011 en 2015 schenken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls), die de voormalige Groepsstandaarden geleidelijk vervangen. Group Key Controls zijn opgelegde controledoelstellingen die worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerskader en van het internecontrolesysteem.
Informatiebeveiliging, Marketing: Commerciële communicatie, Marketing: New and Active Product Process, Herverzekering, Spaarproducten met een vaste looptijd, Retail Brokerage en Informatietechnologie.
De business en (lokale) controlefuncties beoordelen die Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groeprisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. KBC creëerde zo een objectief beheersinstrument om zijn internecontroleomgeving te evalueren en de aanpak in alle entiteiten af te toetsen. Elk jaar rapporteren we de resultaten van de beoordelingen aan de Nationale Bank van België in onze Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
Naast de Group Key Controls zijn er nog een aantal andere bouwstenen:
tegen grote operationele risico's die elders in de financiële sector daadwerkelijk tot verliesgebeurtenissen hebben geleid. Praktijkgevallen worden driemaandelijks besproken in het Groepscomité Interne Controle.
De kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling die aan de hand van de bouwstenen wordt geïdentificeerd, beoordeeld en beheerd, worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België en de FSMA via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Informatie over de systemen voor interne controle en risicobeheer vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
KBC berekent het operationeelrisicokapitaal in het kader van Basel II volgens de Standaardbenadering. Eind 2014 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Bank op geconsolideerd niveau 849 miljoen euro, tegenover 847 miljoen euro eind 2013.
Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed kan hebben op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt). Het reputatierisico is een secundair of afgeleid risico omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.
We hebben het reputatierisicobeheerskader in 2012 herschreven in overeenstemming met het risicobeheerskader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (Communicatie Groep, Investor Relations, enz.).
Volgens de pijler 2-benadering van kapitaaltoereikendheid wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico). Het wordt ook gedekt door het kapitaal dat is gereserveerd voor bedrijfsrisico's.
KBC omschrijft het bedrijfsrisico als het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macroeconomische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze producten en diensten beïnvloeden.
Het bedrijfsrisico beoordelen we met behulp van gestructureerde risicoscans, maar we melden risicosignalen ook doorlopend aan het topmanagement.
KBC reserveert een pijler 2-kapitaalbeslag speciaal voor bedrijfsrisico's. Het bedrijfsrisicokapitaal is afhankelijk van de exploitatiekosten van de verschillende KBC-groepsentiteiten. Het deel van de exploitatiekosten dat moet worden gereserveerd als economisch kapitaal voor bedrijfsrisico's varieert naargelang van het risiconiveau van de activiteiten van elke entiteit. Dat niveau bepalen we op basis van kwantitatieve en kwalitatieve beoordelingen van de activiteiten van alle KBC-groepsentiteiten.
Hoe beheren we ons kapitaal?
Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt. In de praktijk wordt dat vertaald in een toetsing van de solvabiliteit aan de minimale reglementaire en interne solvabiliteitsratio's. We benaderen kapitaaltoereikendheid dus zowel vanuit de regelgeving als vanuit intern (economisch) oogpunt.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de volgende delen: Beheer van onze solvabiliteit (behalve de grafiek), de tabel onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau (gecontroleerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij die tabellen), en Economisch kapitaal en ICAAP.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens Basel III en de in overeenstemming daarmee opgestelde Europese regelgeving en richtlijn (CRR/CRD IV). Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.
Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij, na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
De wettelijke minimale tier 1-ratio volgens CRR/ CRD IV is 6%. De common equity tier 1-ratio moet minstens 4,5% bedragen. De minimumvereiste voor dat kernkapitaal wordt bovendien nog uitgebreid met een aantal buffers, waaronder een capital conservation
buffer van 2,5%, een countercyclical buffer in periodes van kredietgroei (tussen 0% en 2,5%, te bepalen door de toezichthouder) en een systemic risk buffer (ook te bepalen door de toezichthouder). De NBB heeft bevestigd dat de staatssteun (de niet-stemgerechtigde kernkapitaaleffecten) volledig is toegelaten (grandfathered) als kernkapitaal onder CRR.
KBC blijft een minimale common equity ratio van 10,5% vooropstellen volgens de Deense compromismethode, en een totale kapitaalratio van 17% (beide fully loaded, d.w.z. dat ervan wordt uitgegaan dat alle CRR/CRD IV-regels volledig van toepassing zijn, en inclusief de resterende Vlaamse overheidssteun tot 2018).
De toezichthouders (met de Nationale Bank van België als consoliderende toezichthouder) hebben bovendien eind 2013 gevraagd een permanente minimale fully loaded common equity ratio, exclusief latente winsten, van 9,25% aan te houden. Volgens die laatste berekening bedroeg de fully loaded common equity ratio (Deense compromismethode) exclusief latente winsten 13,6% op het einde van 2014, wat een kapitaalbuffer van 4,0 miljard euro betekent tegenover de 9,25%-doelstelling.
De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden in 2014 ruim overtroffen, niet alleen op het einde van het jaar maar ook gedurende het volledige boekjaar.
Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)
Midden maart 2015 ontvingen we een nieuwe kapitaaldoelstelling vanwege de ECB, die sinds november 2014 het toezicht over KBC van de NBB heeft overgenomen in het kader van het Single Supervisory Mechanism (SSM). KBC Groep moet een minimale fully loaded common equity ratio (CET1), inclusief latente winsten op voor verkoop beschikbare effecten, van 10,5% aanhouden. Op 31 december 2014 bedroeg de common equity ratio (fully loaded, Deense compromismethode) 14,3%, wat een kapitaalbuffer van 3,5 miljard euro tegenover de 10,5%-doelstelling impliceert. Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRR/CRD IV moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Voordien viel KBC Groep NV – als een financiële holding – niet onder die richtlijn, maar rapporteerde het op vraag van de NBB één solvabiliteitsberekening op groepsniveau, de building block-methode. KBC zal aan deze verplichting voldoen door de building block-methode in overeenstemming te
brengen met methode 1 (accounting consolidation method) van de FICOD-richtlijn. Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRR/ CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency I voor het verzekeringsbedrijf. Tot op heden werd in de building block-methode het beschikbare eigen vermogen uitsluitend bepaald op basis van de bancaire kapitaalregels. Aan de berekening van de risicogewogen activa wijzigt er niets. Dat wil zeggen dat de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf op basis van Solvency I wordt vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogen-activa-equivalent te verkrijgen. Op 31 december 2014 bedroeg de common equity ratio (fully loaded, FICOD-methode) 14,6%, wat een kapitaalbuffer van 3,8 miljard euro tegenover de 10,5%-doelstelling impliceert. Meer informatie vindt u in het gerelateerde persbericht, op www.kbc.com.
Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode, fully loaded. Alternatieve berekeningen (op basis van de gefaseerde toepassing) krijgt u in de daaropvolgende tabel.
| Solvabiliteit op groepsniveau | ||
|---|---|---|
| (geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR (Basel III), Deense compromismethode) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
| (in miljoenen euro) | Fully loaded | Fully loaded |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 16 258 | 16 688 |
| Tier 1-kapitaal Kernkapitaal (common equity)1 |
11 711 11 711 |
14 476 13 076 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie KBC Verzekeringen) | 11 361 | 12 592 |
| Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 2 333 | 2 000 |
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -341 | -334 |
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -950 | -769 |
| Belangen van derden | -3 | -3 |
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 497 | 1 391 |
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) | -6 | -21 |
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)2 | 0 | -92 |
| Egalisatiereserve (-) | -131 | 0 |
| Dividenduitkering (-) | 0 | -836 |
| Vergoeding van overheidseffecten (-) | 0 | -171 |
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | 0 | -2 |
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -176 | -159 |
| IRB-voorzieningstekort (-) | -225 | -225 |
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -648 | -297 |
| Aanvullend going concern-kapitaal1 | 0 | 1 400 |
| Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 0 | 0 |
| Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 0 | 0 |
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 0 | 1 400 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | 0 |
| Tier 2-kapitaal | 4 547 | 2 212 |
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 342 | 375 |
| Achtergestelde schulden | 4 206 | 1 837 |
| Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) | 0 | 0 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | 0 |
| Totaal gewogen risicovolume | 91 216 | 91 236 |
| Bankactiviteiten | 80 189 | 80 232 |
| Verzekeringsactiviteiten | 11 068 | 10 897 |
| Holdingactiviteiten | 72 | 191 |
| Eliminatie van intercompanytransacties | -113 | -85 |
| Solvabiliteitsratio's | ||
| Common equity ratio | 12,8% | 14,3% |
| Tier 1-ratio | 12,8% | 15,9% |
| Totale kapitaalratio | 17,8% | 18,3% |
1 Cijfers geauditeerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering.
2 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen) moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van het common equity.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR (Basel III), alternatieve berekeningswijzen (in miljoenen euro of in procenten) |
31-12-2013 Fully loaded |
31-12-2013 Gefaseerd |
31-12-2014 Fully loaded |
31-12-2014 Gefaseerd |
|---|---|---|---|---|
| Deense compromismethode | ||||
| Kernkapitaal (common equity) | 11 711 | 12 095 | 13 076 | 12 684 |
| Totaal gewogen risicovolume | 91 216 | 91 216 | 91 236 | 88 382 |
| Common equity ratio | 12,8% | 13,3% | 14,3% | 14,4% |
| Tier 1-ratio | 12,8% | 15,3% | 15,9% | 16,0% |
| Totale kapitaalratio | 17,8% | 18,4% | 18,3% | 18,9% |
Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens Basel III, Deense compromismethode, fully loaded:
kredietrisico's (ongeveer 20%) worden berekend volgens de standaardbenadering. De referentiecijfers van 2013 voor het totale gewogen risicovolume zijn herberekend rekening houdend met de veranderde verwerking van de joint venture CˇMSS in de divisie Tsjechië (van de methode van de proportionele consolidatie naar de vermogensmutatiemethode, meer informatie daarover vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 1a). De stijging van de gewogen risico's in 2014 was grotendeels het gevolg van een gewijzigde methodologie, waarbij de carve-out van overheidsobligaties van de thuislanden (waarvan het risico werd gewogen tegen 0%) werd afgeschaft. Door die wijziging stegen de risicogewogen activa met ongeveer 4,4 miljard euro, berekend op basis van de posities op het einde van 2013.
Eind 2014 bedroeg de fully loaded Basel III-hefboomratio, op basis van de huidige CRR-wetgeving, 6,4% voor de KBC-groep op geconsolideerd niveau. Dat cijfer omvat de resterende overheidssteun van 2 miljard euro zoals overeengekomen met de toezichthouder en de vereisten voor voorzichtige waardering.
U vindt meer informatie over risicobeheer in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations, Risicorapporten.
De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV.
De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van de Solvency I-regels. Solvency II is het nieuwe gereguleerde solvabiliteitsregime voor alle verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen van de EU. Terwijl de huidige solvabiliteitsvereisten voor verzekeringen (Solvency I) gebaseerd zijn op volumes, gaat Solvency II uit van de risico's. Het wil solvabiliteitsvereisten invoeren die de risico's van ondernemingen beter weerspiegelen en een toezichtsysteem
introduceren dat voor alle EU-lidstaten consistent is. Solvency II zal officieel in werking treden in januari 2016. Op basis van de meest recente versie van de Solvency II-voorschriften ligt de Solvency II-ratio van de KBC-verzekeringsgroep in 2014 ruim boven de minimumvereiste.
In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
| Solvabiliteit, KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 (in miljoenen euro) |
|||||||
| KBC Bank (geconsolideerd, CRR/CRD IV, fully loaded) | |||||||
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 14 400 | 14 154 | |||||
| Tier 1-kapitaal | 9 602 | 11 132 | |||||
| Waarvan kernkapitaal | 9 602 | 9 727 | |||||
| Tier 2-kapitaal | 4 797 | 3 021 | |||||
| Totaal gewogen risico's | 79 822 | 80 232 | |||||
| Common equity ratio (fully loaded) | 12,0% | 12,1% | |||||
| Tier 1-ratio (fully loaded) | 12,0% | 13,9% | |||||
| Totale kapitaalratio (fully loaded) | 18,0% | 17,6% | |||||
| KBC Verzekeringen (geconsolideerd, Solvency I) | |||||||
| Beschikbaar kapitaal | 2 721 | 3 166 | |||||
| Vereiste solvabiliteitsmarge | 968 | 981 | |||||
| Solvabiliteitsratio, in procenten | 281% | 323% | |||||
| Solvabiliteitssurplus | 1 753 | 2 185 |
In december 2014 kondigde de groep een aantal maatregelen aan om zijn kapitaalstructuur verder te optimaliseren. Het betrof de inkoop door KBC Verzekeringen van eigen aandelen ten bedrage van 203 miljoen euro van KBC Groep NV vóór het einde van 2014 en een vervanging van aandeelhoudersvermogen van KBC Verzekeringen door een tier
2-intragroepslening voor een bedrag van 500 miljoen euro waarop KBC Groep NV in het eerste kwartaal van 2015 zal intekenen. Als gevolg van die transacties zal de solvabiliteits-/ CET1-ratio van KBC Groep NV verbeteren, terwijl de solvabiliteit van KBC Verzekeringen NV uitzonderlijk stevig blijft.
Eind oktober 2014 maakten de Europese Centrale Bank (ECB) en de Nationale Bank van België (NBB) de resultaten bekend van de uitgebreide beoordeling door de ECB.
De oefening bestond uit een doorlichting van de boeken tot 31 december 2013 (een onderzoek van de activakwaliteit – asset quality review of AQR) en een stresstest met een horizon van drie jaar (2014-2016). De stresstest vertrok van de balans na AQR-correctie vanaf eind 2013 en bevatte dus conservatieve aanpassingen.
De AQR moest de transparantie van de bankbalansen verhogen door de kwaliteit van de activa te beoordelen en na te gaan of de activa, de waarborgen en de ermee verbonden voorzieningen juist gewaardeerd zijn.
Voor de stresstest is nauw samengewerkt met de EBA en werden de gebruikelijke methodes gevolgd. De test onderzocht het incasseringsvermogen van de bankbalansen en de winstcapaciteit in stressscenario's. De stresstest bekeek de gesimuleerde impact over een periode van drie jaar van twee scenario's: een baselinescenario en een negatief scenario. Beide scenario's gingen uit van een aantal aannames (bv. een stabiele balans) en waren dus hypothetisch. Maar dat is eigen aan elke
stresstest. Hoewel de KBC-groep het voorwerp van de uitgebreide beoordeling was, werden alleen de geconsolideerde rekeningen van KBC Bank doorgelicht (AQR). Hetzelfde gold voor de stresstest: alleen de impact van de scenario's op de bankactiviteiten (niet de verzekeringsactiviteiten) werd berekend. De kapitaalpositie (CET1-ratio) werd evenwel gemeten op het
niveau van de KBC-groep.
De impact van de pure stresstest volgens het negatieve scenario leidde tot een daling van de common equity tier 1-ratio (CET1-ratio) in 2016 met 2,6 procentpunten. De invloed van de AQR was beperkt, met een daling van de CET1-ratio met 0,6 procentpunten.
De gezamenlijke invloed van de terugbetaling van de staatssteun die werd overeengekomen met de Europese Commissie, over de horizon van drie jaar van de stresstest (1,8 miljard euro, inclusief premies en coupon), de AQR en de pure stresstest, leidde tot een CET1-ratio van 8,3%. Dat is dus een aanzienlijke buffer van 2,8 procentpunten (2,8 miljard euro) boven de drempel van 5,5% die de ECB oplegt en toont de robuustheid van KBC aan.
Indien en waar relevant heeft het management van KBC de AQR-aanpassingen en aanbevelingen in aanmerking genomen in de jaarrekening van 2014, rekening houdend met de IFRS-waarderingsregels voor KBC. In de loop van 2014 werden de belangrijkste aanbevelingen proactief aangepakt en de impact ervan werd verwerkt in het resultaat van 2014:
• Uit onze analyse blijkt dat de AQRaanpassingen met betrekking tot de onderzochte kredietdossiers in de geselecteerde portefeuilles grotendeels zijn opgenomen in 2014 en dit als onderdeel van het normale kredietproces. De bijkomende waardeverminderingen die in 2014 werden aangelegd voor de onderzochte dossiers zijn voornamelijk een gevolg van de volledige toepassing van de nieuwe kredietherstructureringsregels vanaf het derde kwartaal van 2014 en van nieuwe feiten en/of informatie over de specifieke dossiers die in 2014 beschikbaar waren.
Meer informatie over de uitgebreide risicobeoordeling vindt u in het persbericht van 26 oktober 2014 op www.kbc.com.
In 2014 nam KBC ook deel aan de Europese stresstest voor verzekeraars, uitgevoerd door EIOPA. Het doel van die test was na te gaan hoe veerkrachtig de verzekeringssector is en zijn belangrijkste zwakheden te identificeren. De kernmodule van de EIOPA-stresstest bevatte negatieve marktscenario's die werden aangevuld met een reeks onafhankelijke verzekeringsspecifieke schokken met betrekking tot sterfte, vergrijzing, onvoldoende reserves en rampen.
We gebruiken een economischkapitaalmodel om het totale risico te berekenen dat KBC loopt als gevolg van zijn verschillende activiteiten, rekening houdend met de verschillende risicofactoren. De ramingen van dat economischkapitaalmodel bezorgen we elk kwartaal aan het Groepsdirectiecomité, het Groepscomité Risico en Compliance en de Raad van Bestuur.
We definiëren economisch kapitaal als het vereiste kapitaal om heel zware verliezen op te vangen, uitgedrukt in de potentiële daling van de economische waarde van de groep (d.w.z. het verschil tussen de huidige economische waarde en de ongunstigste economische waarde over een tijdshorizon van één jaar en met een bepaald betrouwbaarheidsniveau), in overeenstemming met de risicobereidheid die de Raad van Bestuur heeft bepaald. We berekenen het economisch kapitaal per risicocategorie volgens een gemeenschappelijke noemer (dezelfde tijdshorizon van één jaar en hetzelfde betrouwbaarheidsinterval) en tellen die dan bijeen. Omdat het uiterst onwaarschijnlijk is dat alle risico's zich gelijktijdig voordoen, houden we rekening met diversificatievoordelen bij het optellen van de individuele risico's.
Het economisch kapitaal vormt een belangrijke bouwsteen van het Internal Capital Adequacy Assessment Process (ICAAP). Bovendien biedt het essentiële input voor het meten van risicogewogen prestaties (zie verder).
Nieuwe richtlijnen kunnen aanleiding geven tot een herziening van het economischkapitaalmodel en het ICAAP.
In overeenstemming met Basel, pijler 2, ontwikkelde KBC een ICAAP. Naast de vereisten inzake reglementair kapitaal maakt dat proces gebruik van een economischkapitaalmodel om de kapitaalvereisten te meten op basis van alle groepswijde risico's en om die vereisten te vergelijken met het voor risicodekking beschikbare kapitaal. Het ICAAP beoordeelt zowel de huidige als de toekomstige kapitaaltoestand. Voor die laatste beoordeling wordt een driejarenraming opgesteld van vereist en beschikbaar kapitaal, zowel reglementair als economisch, volgens een basisscenario dat rekening houdt met de verwachte interne en externe groei, en volgens verschillende alternatieve scenario's en een recessiescenario.
In 2011 ontwikkelde KBC een beleid voor de risicogewogen prestatiebeoordeling (Risk-Adjusted Performance Measurement (RAPM)). Daarbij werden gegevens over de risicogewogen prestaties (voor risico aangepaste winst, rendement op kapitaal, economic value added van de groep) gebruikt voor de toewijzing van kapitaal en de bepaling van de variabele vergoeding. Het onderdeel kapitaaltoewijzing in dat beleid zit vervat in het strategische planningproces. Het vergoedingsbeleid bevat ook risicogewogen elementen op basis van RAPM-cijfers. Die risicomaatstaven worden elk kwartaal berekend en gerapporteerd.
Risicogewogen maatstaven berekenen de winstgevendheid met behulp van verwachte verliezen, d.w.z. de verliezen die men verwacht rekening houdend met het risicoprofiel van de portefeuille. Het gebruik van verwachte verliezen en dus een langeretermijnvisie voor de winstgevendheid van de portefeuille garandeert niet alleen dat het management zich bewust is van de risico's wanneer het goed gaat, maar vermijdt ook onevenredige beslissingen en acties in periodes dat het economisch minder goed gaat.
Het basisidee achter de risicocorrectie van de kapitaalbasis bij RAPM is dat het reglementaire kapitaal een beperkte dekking heeft in termen van risicotypes en maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC weerspiegelt. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van het risicoprofiel van KBC.
KBC Groep NV gebruikt de Belgische Corporate Governance Code 2009 (Code) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. De Code streeft naar transparantie op het gebied van corporate governance door informatie in het Corporate Governance Charter (Charter) en de Verklaring inzake deugdelijk bestuur of de Corporategovernanceverklaring (Verklaring) in het jaarverslag bekend te maken.
▲ Thomas Leysen, voorzitter van de raad van bestuur van KBC Groep
Het Charter licht de voornaamste aspecten van het beleid van de vennootschap op het vlak van corporate governance toe, zoals de bestuursstructuur, de interne reglementen van de Raad van Bestuur, zijn comités en het Directiecomité, en andere belangrijke onderwerpen. U vindt het Charter op www.kbc.com. De Verklaring wordt in het jaarverslag opgenomen en bevat meer feitelijke informatie over de corporate governance van de vennootschap, zoals een beschrijving van de samenstelling en de werking van de Raad van Bestuur, relevante gebeurtenissen tijdens het boekjaar, eventuele afwijkingen van de Code, het remuneratieverslag en een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2014. In de Verklaring zijn ook enkele andere wettelijke bepalingen opgenomen.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt:
In de tabel vindt u een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2014. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.
| 3 (v) 3 3 3 2 AC 5 (v) 5 5 5 5 5 5 ARCC n(v) DC n n estuurders Overheidsb n s bestuurder n n n n jke Onafhankeli houders kernaandeel n n n n n n n n n n oordigers Vertegenw s bestuurder n n n n n n n n n n n n n n n ende Niet-uitvoer eringen raadsvergad 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 6 9 6 8 Bijgewoond e 2015 2016 2015 2016 2018 2015 2015 2015 2018 2016 2016 2015 2016 2016 2018 2018 2018 2017 huidig man daat Einde Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 12 nov – 31 dec Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 1 jan – 1 mei Vanaf 1 mei 14 e Raad in 20 Periode in d Advocaat en ondervoorzitter Raad van Bestuur Cera Beheersmaatschappij NV Gedelegeerd bestuurder Cera Beheersmaatschappij NV en Almancora Beheersmaatschappij NV, lid Comité van Dagelijks Bestuur Cera CVBA Beheersmaatschappij NV, voorzitter Comité van Dagelijks Bestuur Cera Gedelegeerd bestuurder Cera Beheersmaatschappij NV en Almancora Burgemeester van Lo-Reninge en voorzitter Raad van Bestuur Cera Hoogleraar Departement Accounting en Financiering Universiteit Departementshoofd aan de International Business School van Senior Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Voorzitter DC en gedelegeerd bestuurder Voorzitter Boerenbond en MRBB CVBA Gedelegeerd bestuurder MRBB CVBA Voorzitter Directiecomité NMBS Gedelegeerd bestuurder 3D NV Ondervoorzitter van de Raad Beheersmaatschappij NV Gedelegeerd bestuurder Gedelegeerd bestuurder CEO Ravago Plastics NV Voorzitter van de Raad CEO Christeyns groep CEO Vlerick Group Antwerpen Boedapest CVBA e Hoofdfuncti |
Benoemings comité RCC |
6 3 |
6 (v) | 4 | 5 | 3 | 6 3 (v) |
2 | 3 | 6 | 3 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Samenstelling van de Raad op 31-12-2014* | Aantal vergaderingen in 2014 | Ghislaine Van Kerckhove | Christine Van Rijsseghem |
* Alain Tytgadt was lid tot 19 augustus 2014 (6 bijgewoonde vergaderingen). Tom Dechaene was lid tot 23 december 2014 (9 bijgewoonde vergaderingen); hij was als overheidsbestuurder ook lid van het ARCC, AC en Benoemingscomité.
U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance.
Koen Algoed, geboren in Kortrijk in 1965, behaalde een masterdiploma Economie aan de KU Leuven (1988) en een masterdiploma Science in Econometrics & Mathematical Economics aan de London School of Economics (1991). In 1995 behaalde hij een Ph.D in Economie aan de KU Leuven met de doctoraatsthesis Essays on insurance: a view from a dynamic perspective. Koen Algoed is professor Economie aan de KU Leuven, waar hij in de periode 2008–2009 directeur van het onderzoekscentrum Vives KU Leuven was. Hij is ook lid van de onderzoekseenheid Centre for Research on Economic Markets and their Environments (KU Leuven, Campus Brussel).
U vindt de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com.
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)
Op 1 mei 2014 werd de organisatiestructuur van KBC vereenvoudigd en aangepast aan de kleinere omvang van de groep, waarbij de divisies Internationale Markten en Internationale Productfabrieken fuseerden tot één divisie Internationale Markten en Corporate Change & Support ophield te bestaan en de entiteiten ervan werden geïntegreerd in de bestaande organisatie.
Als gevolg daarvan veranderde ook de samenstelling van het DC. Het DC telt vanaf 1 mei 2014 zes in plaats van acht leden, die worden opgesomd in het diagram.
waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.
| Samenstelling, vergaderingen, aanwezigheden |
Zie tabel vooraan in dit hoofdstuk |
|---|---|
| Raad | Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het ARCC (tot juni), het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen: • de strategie van de KBC-groep • de strategie van KBC in Wallonië en Brussel • de activiteiten van KBC in Ierland en Slowakije • Antwerpse Diamantbank (ADB) • de terugbetaling van 500 miljoen euro aan de Vlaamse overheid • Corporate Sustainability and Responsibility (CSR) • Consumer Finance • het Integrated Risk Report (maandelijks) • de Asset Quality Review en de ECB-stresstest • de verslaggeving van de effectieve leiding inzake beoordeling van het interne controlesysteem • de Risk Appetite Statement • het Recovery Plan • cyber security • het beleggingsbeleid • het Jaarverslag van Compliance • het HR-beleid • het vergoedingsbeleid Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden. |
| ARCC tot juni 2014 |
Tot juni 2014: ARCC |
| AC en RCC vanaf juni 2014 |
Het ARCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor en de compliance officer. Ook de erkende revisoren woonden de vergaderingen bij. |
| Het verslag van de interne auditor, het verslag van de compliance officer en het verslag van de risicofunctie vormden vaste agendapunten. De periodieke rapportering van de risicofunctie omvatte voornamelijk een toelichting over de ontwikkeling op het gebied van het ALM- en liquiditeitsrisico, marktrisico, kredietrisico, operationeel risico, verzekeringsrisico en de kapitaalvereisten van de KBC-groep. Het verslag van de interne auditor verstrekte telkens een overzicht van de recente auditverslagen, inclusief de belangrijkste auditverslagen van de onderliggende groepsentiteiten. Het ARCC nam ook kennis van de uitvoering van de auditplanning voor 2014. Het ARCC werd periodiek geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de auditaanbevelingen. De periodieke rapportering van de compliancefunctie informeerde de ARCC leden onder meer over de voornaamste ontwikkelingen in de wet- en regelgeving alsook over de belangrijkste vaststellingen en projecten op het gebied van compliance. Het ARCC nam ook kennis van de uitvoering van de complianceplanning voor 2014. Het ARCC nam kennis van de rapportering inzake belangenconflicten. |
Op 12 februari 2014 nam het ARCC kennis van de inhoud van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2013 en keurde het persbericht goed. De revisor verstrekte toelichting bij zijn belangrijkste controlebevindingen. Op 14 mei lichtten de revisoren hun belangrijkste bevindingen toe naar aanleiding van hun controle van de kwartaalafsluiting op 31 maart. Het ARCC keurde ook het betreffende persbericht goed.
Belangrijkste behandelde bijzondere rapporteringen:
Vanaf juni 2014: opsplitsing in AC en RCC
In toepassing van artikel 29 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (de Bankenwet) werd het ARCC opgesplitst in een Auditcomité (AC) en een Risico- en Compliancecomité (RCC).
Het AC heeft de opdracht om de Raad te adviseren inzake de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie. Het staat het wettelijke bestuursorgaan bij in de uitoefening van het toezicht op de tenuitvoerlegging van deze strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt, gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's, inzonderheid reputatierisico's, die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden. Het RCC overwaakt de risico- en de compliancefuncties. Het AC vergaderde drie maal in zijn nieuwe opstelling in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Het AC keurde zijn charter goed op 6 augustus 2014. Naast de kennisname van de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen (zie hiervoor) van de interne auditor besproken.
Het RCC vergaderde drie maal in zijn nieuwe opstelling in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Het RCC keurde zijn charter goed op 6 augustus 2014. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten. Naast deze reguliere rapporteringen werden de volgende bijzondere rapporteringen behandeld:
| Benoemings comité |
Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank. Belangrijkste behandelde onderwerpen: • de samenstelling van het Directiecomité van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen • benoemingen en herbenoemingen in de Raad • de samenstelling van de Raad van Bestuur van KBC Bank NV en van de adviserende comités van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, in het bijzonder naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe bankenwet • de toepassing van de circulaire van de NBB over de standaarden van deskundigheid en professionele betrouwbaarheid door leden van het directiecomité, bestuurders, verantwoordelijken van individuele controlefuncties en effectieve leiders van financiële instellingen |
|---|---|
| Remuneratie comité |
Het Remuneratiecomité vergaderde veelal in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het DC en de vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook ten aanzien van KBC Verzekeringen en KBC Bank. Belangrijkste behandelde onderwerpen: • aanpassingen aan de Remuneration Policy • vergoedingsstatuut van nieuw DC-lid • afscheidsregeling voor Danny De Raymaeker • evaluatie van beoordelingscriteria van het DC over 2013 • beoordelingscriteria van het DC voor 2014 • jaarlijkse Remuneration Review • vergoeding van de voorzitters van AC en RCC en buitenlandse bestuurders • KBC-pensioenplannen en -fondsen |
| Meer informatie | Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com. |
Op 31 december 2014 zetelen in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code:
Op basis van voorgaande gegevens kan worden besloten dat deze onafhankelijke bestuurders als lid van het AC voldoen aan de in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen gestelde voorwaarden van onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit.
De andere leden van het AC zijn:
Tot en met 22 december 2014 maakte ook Tom Dechaene deel uit van het AC. Hij was niet-uitvoerend bestuurder en vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Hij is licentiaat in de Rechten (Centrale Examencommissie), licentiaat in de Toegepaste Wetenschappen (Universiteit Antwerpen) en houder van een MBA (Insead, Fontainebleau). Aan Insead studeerde hij ook Bank Risk Management. Hij heeft mandaten uitgeoefend als bestuurder (onder meer als onafhankelijk bestuurder) in diverse vennootschappen.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2014 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code (zie hierna).
Het RCC is samengesteld uit:
Marc Wittemans (cv: zie hierboven)
Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder (cv: zie hierboven).
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.
De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV.
De Raad heeft een Dealing Code opgesteld die onder meer voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende
verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen. De principes van die Dealing Code zijn opgenomen als bijlage bij het Corporate Governance Charter. Het reglement trad in werking op 10 mei 2006. De Raad keurde een bijgewerkte versie goed op 8 augustus 2011.
De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.
Op initiatief van de voorzitter heeft in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele
beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.
De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.
Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
Op initiatief van de voorzitter van het DC gaat het voltallige DC eens per jaar over tot het bespreken van zijn doelstellingen en het beoordelen van zijn prestaties. Jaarlijks gaat de voorzitter van het DC over tot de individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.
Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC stoelt op de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Vergoedingscomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Vergoedingscomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De Raad kan ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC het Vergoedingscomité opdracht geven mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te
onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Raad: op advies van het Vergoedingscomité beslist de Raad over het vergoedingsregime van de leden van de Raad. Als dat nodig is, vraagt de Raad ook een beslissing van de Algemene Vergadering.
DC: op advies van het Vergoedingscomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert hij ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.
Verklaring over het tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde vergoedingsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad en van het DC
Het Vergoedingscomité verklaart het volgende:
Zowel voor niet-uitvoerende bestuurders als voor uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt als basisbeginsel dat ze recht hebben op een billijke vergoeding die in verhouding staat tot de door hen geleverde bijdrage aan het beleid en de groei van de groep.
Voor niet-uitvoerende bestuurders geldt:
of het Vergoedingscomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.
Voor de uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt het volgende:
de Raad. Als (een van) de opgelegde parameters niet wordt (worden) bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.
Het Remuneratiecomité evalueert de uitvoering van die criteria, formuleert op basis daarvan en binnen de limieten van het contractueel afgesproken stelsel een voorstel voor de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding en geeft daarover een advies aan de Raad, die ten slotte een beslissing neemt. Het Remuneratiecomité geeft ook een advies aan de Raad over de omvang van de individuele variabele vergoeding op basis van een evaluatie van de prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk. Het Remuneratiecomité houdt daarbij rekening met de evaluatie door de voorzitter van het DC.
• De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgenoot achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.
In 2013 besliste de Raad van Bestuur het vergoedingsregime van de voorzitter en de leden van het DC te herschikken door de vaste component van de vergoeding in twee fasen op te trekken en het relatieve belang van de variabele vergoeding te verminderen. De variabele component van de vergoeding werd opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele
vergoeding zich tussen 0 en 300 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 100 000 euro. Voor de leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 200 000 en maximaal 70 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Vergoedingscomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar, waarbij de uitvoering van het Europese herstructureringsplan primordiaal is. Het aandeel van de variabele vergoeding in het totale vergoedingspakket is in elk geval lager dan 30%.
De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over vier jaar: 50% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaren. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met Virtual Investment Certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van vier jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die hierna beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.
Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. Wat de vergoeding van de leden van het DC betreft, wordt momenteel een vergelijkende studie uitgevoerd met betrekking tot de omvang van hun bijkomend pensioen. Afhankelijk van het resultaat
daarvan zal mogelijk een aanpassing aan het bijkomend pensioenplan voor de leden van het DC voorgesteld worden.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. Dit zijn de belangrijkste:
Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding voor de prestaties vanaf boekjaar 2012 werd naast de risk gateway een Risk-Adjusted Performance Measurement Framework geïntroduceerd. Het basisidee van dat beleid, dat gebruikt wordt voor de toewijzing van kapitaal, is dat noch het economische kapitaal, noch het reglementaire kapitaal geschikt is als de enige drijfveer voor kapitaaltoewijzing. Reglementair kapitaal heeft een beperkte dekking in termen van risicotypes en weerspiegelt maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van KBC van zijn risicoprofiel, maar is momenteel niet op hetzelfde gedetailleerde niveau beschikbaar. Gezien die beperkingen werd gekozen om kapitaal toe te wijzen op basis van een RWA-coëfficiënt (RWA staat voor risicogewogen activa) die de inzichten van economisch kapitaal reflecteert.
Dat beleid introduceert het begrip RAP (Risk-Adjusted Profit) als (absolute) maatstaf van de winstgevendheid van een bedrijf, maar met een intrinsieke correctie voor kapitaal- en risico-elementen. Voor bepaalde categorieën van key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.
Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.
In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):
• In het geval dat het nettoresultaat exclusief de nietrecurrente winst of de voor risico aangepaste winst van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn. De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Vergoedingscomité.
In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):
Overeenkomstig het geldende remuneratiesysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders een vaste vergoeding en presentiegeld in verhouding tot het aantal door hen bijgewoonde vergaderingen van de Raad van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland. Zoals hierboven al vermeld, ontving de voorzitter van de Raad alleen een bijzondere vaste vergoeding. De voorzitters van het AC en het RCC ontvingen een bijkomende vaste vergoeding. Ook de ondervoorzitter van de Raad ontving een bijkomende vaste vergoeding.
| Vergoeding (m.b.t. boekjaar 2014) |
Vergoeding AC en RCC (m.b.t. boekjaar 2014) |
Presentiegeld (m.b.t. boekjaar 2014) |
|
|---|---|---|---|
| Thomas Leysen | 500 000 | 0 | 0 |
| Alain Bostoen | 20 000 | 0 | 55 000 |
| Jo Cornu | 20 000 | 0 | 55 000 |
| Marc De Ceuster | 20 000 | 40 000 | 55 000 |
| Tom Dechaene | 20 000 | 40 000 | 55 000 |
| Franky Depickere | 65 000 | 140 000 | 62 500 |
| Luc Discry | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Frank Donck | 40 000 | 35 000 | 55 000 |
| Júlia Király | 20 000 | 40 000 | 82 500 |
| Lode Morlion | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Vladimira Papirnik | 20 000 | 40 000 | 82 500 |
| Theodoros Roussis | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Alain Tytgadt | 25 315 | 0 | 35 000 |
| Ghislaine Van Kerckhove | 40 000 | 0 | 50 000 |
| Piet Vanthemsche | 40 000 | 0 | 45 000 |
| Philippe Vlerick | 70 000 | 0 | 55 000 |
| Marc Wittemans | 40 000 | 52 500 | 55 000 |
Er werd noch een vaste vergoeding noch presentiegeld uitgekeerd aan de leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad.
De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van enkele vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Het resultaat van die evaluaties is een percentage tussen 0% en 100% dat toegepast wordt op het maximale bedrag van de variabele vergoeding. Voor het jaar 2014 besliste de Raad, op advies van het
Vergoedingscomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 93,75%.
In 2014 besliste de Raad om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 83%, maar niet uit te betalen zolang KBC voldoet aan de omschrijving van een instelling met uitzonderlijke overheidssteun zoals die in het ontwerp van bankenwet is opgenomen. De Raad is van oordeel dat KBC niet langer aan die specifieke omschrijving voldoet en stemde er derhalve mee in de variabele vergoeding over 2013 uit te betalen overeenkomstig de modaliteiten opgenomen in de Remuneration Policy.
Het DC van KBC Groep NV is een collegiaal en solidair orgaan waarvan de voorzitter primus inter pares is en geen CEO in de zin van enige operationele en verantwoordelijke vertegenwoordiger van het bedrijf. Niettemin worden in de tabel, ter uitvoering van de vennootschapswetgeving en de Code, de vergoedingen van de voorzitter van het DC individueel weergegeven.
In de tabel worden bovendien de gezamenlijke vergoedingen vermeld die KBC Groep NV en zijn directe en indirecte dochtervennootschappen voor het boekjaar 2014 uitkeerden aan andere leden van het DC van KBC Groep NV. Sinds 1 mei 2014 bestaat het DC uit 6 leden (inclusief de voorzitter). Voordien bestond het tot 1 maart 2014 uit 8 leden en van 1 maart tot 1 mei 2014 uit 7 leden.
| Vergoeding van het DC van KBC Groep NV | Voorzitter: Johan Thijs |
Andere leden van het DC (samen) |
||
|---|---|---|---|---|
| (uitbetaald bedrag in euro) | 2013 | 2014 | 2013 | 2014 |
| Statuut | zelfstandige | zelfstandige | zelfstandigen | zelfstandigen |
| Vaste basisvergoeding | 879 005 | 1 040 000 | 4 403 393 | 3 936 202 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar1 | 0 | 21 667 | 0 | 75 526 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar1 | 0 | 70 312 | 0 | 264 965 |
| Resultaatgebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 | 28 800 | 72 447 | 118 258 | 341 189 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 | 19 676 | 35 743 | 82 286 | 140 183 |
| Totaal | 927 481 | 1 240 169 | 4 603 937 | 4 758 065 |
| Pensioen3 | ||||
| Aanvullend pensioenplan type vaste prestaties (service cost) | 94 106 | 116 343 | 651 468 | 820 318 |
| Aanvullend pensioenplan met vaste bijdragen (aan het pensioenfonds overgemaakte toelage) |
25 373 | 44 060 | 98 935 | 88 120 |
| Andere voordelen4 | 16 218 | 14 853 | 201 955 | 122 248 |
1 De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in de vorm van phantom stocks en de uitbetaling van de variabele vergoeding wordt gespreid over vier jaar (het eerste jaar 50% en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaar). Het hier weergegeven bedrag betreft dan ook alleen het in 2015 in cash uitbetaalbare gedeelte van de totale variabele vergoeding (25% van het totale toegekende bedrag).
2 Aangezien er voor 2011 geen enkele variabele vergoeding werd toegekend, gaat het hier om een uitgesteld gedeelte van de variabele vergoeding voor de jaren 2012 en 2013. Voor 2012 gaat het om 16,66% van het cashgedeelte van de totale vergoeding. Voor de variabele vergoeding van 2013 gaat het om de eerste betaling (van de helft van het cashgedeelte van de totale vergoeding). In maart 2014 besliste de Raad van Bestuur immers om over het boekjaar 2013 wel een variabele vergoeding toe te kennen, maar de betaling ervan uit te stellen tot ten vroegste januari 2015.
3 Het pensioenstelsel van de leden van het DC (behalve John Hollows) bestaat uit twee delen: een klein gedeelte in de vorm van het type vaste bijdragen en het belangrijkste gedeelte in de vorm van het type vaste prestaties. Het vastebijdragenplan is van toepassing op alle leden van het DC vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de betrokkene gedurende drie jaar deel uitmaakt van het DC. Dat plan wordt door KBC gefinancierd d.m.v. een jaarlijkse toelage (aan het pensioenfonds van KBC) waarvan de omvang uitgedrukt wordt als een percentage van de geconsolideerde nettowinst van KBC Groep. Dat percentage is afhankelijk van de ontwikkeling van de winst per aandeel. Het vasteprestatiesplan is van toepassing voor elk lid van het DC vanaf het ogenblik van opname in het DC. Een volledig aanvullend rustpensioen wordt verworven na 25 jaar dienst in de KBC-groep, waarvan minstens zes jaar als lid van het DC. Elk aanvullend pensioen (tenzij het werd opgebouwd met persoonlijke bijdragen) dat in welke hoedanigheid ook (zelfstandige of werknemer) elders in de groep werd verworven, wordt bij de berekening van dat rustpensioen in rekening gebracht. Cumuleren is dus niet mogelijk. John Hollows is in Tsjechië aangesloten bij een vastebijdragenplan.
4 Elk lid van het DC ontvangt een maandelijkse representatievergoeding van 400 euro. Aangezien het hier om een forfaitaire terugbetaling van kosten gaat, werd dat bedrag niet in de tabel opgenomen. Elk lid van het DC heeft ook een bedrijfswagen. Op het privégebruik worden de leden van het DC belast op basis van een forfait van 7 500 km per jaar. Voordelen die de leden van het DC verder nog genieten, zijn onder meer een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering.
Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijncashbonus.
Zoals hierboven beschreven, wordt de helft van de totale jaarlijkse variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. Over 2014 worden de volgende bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (het aantal phantom stocks wordt bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van het jaar van toekenning).
| Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) | totaal | Vesting 2015 |
Vesting 2016 |
Vesting 2017 |
Vesting 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| Johan Thijs | 183 958 | 91 979 | 31 273 | 31 273 | 29 433 |
| Luc Popelier | 124 083 | 62 042 | 21 094 | 21 094 | 19 853 |
| John Hollows1 | 123 500 | 61 750 | 20 720 | 20 720 | 20 310 |
| Luc Gijsens | 121 167 | 60 583 | 20 598 | 20 598 | 19 388 |
| Daniel Falque | 117 667 | 58 833 | 20 003 | 20 003 | 18 828 |
| Christine Van Rijsseghem | 81 167 | 40 583 | 13 798 | 13 798 | 12 988 |
| Marko Voljcˇ | 39 611 | 19 805 | 6 734 | 6 734 | 6 338 |
| Danny De Raymaeker | 20 194 | 10 097 | 3 433 | 3 433 | 3 231 |
| Pavel Kavánek2 | 53 593 | 26 797 | 8 932 | 8 932 | 8 932 |
1 Gedeeltelijk phantom stocks en gedeeltelijk VIC's (Virtual Investment Certificates).
2 VIC's (i.p.v. phantom stocks).
Zoals hoger vermeld, werd de uitkering van de variabele vergoeding die voor 2013 werd toegekend uitgesteld. Dat had ook als gevolg dat er in 2014 nog geen phantom stocks werden toegekend. Aangezien de Raad besliste om ook de
variabele vergoeding voor 2013 uit te betalen, worden ook volgende aantallen aan phantom stocks toegekend (aantallen bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van 2014).
| Vesting | Vesting | Vesting | Vesting | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantallen toegekend in de vorm van phantom stocks | totaal | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
| Johan Thijs | 3 769 | 1 884 | 641 | 641 | 603 |
| Luc Popelier | 2 516 | 1 258 | 428 | 428 | 402 |
| John Hollows | 2 469 | 1 235 | 420 | 420 | 394 |
| Luc Gijsens | 2 414 | 1 207 | 410 | 410 | 387 |
| Daniel Falque | 2 414 | 1 207 | 410 | 410 | 387 |
| Marko Voljcˇ | 2 469 | 1 235 | 420 | 420 | 394 |
| Danny De Raymaeker | 2 359 | 1 180 | 401 | 401 | 377 |
| Pavel Kavánek (bedragen)* | 178 843 | 89 422 | 29 807 | 29 807 | 29 807 |
* Geen phantom stocks maar bedragen ter waarde waarvan VIC's worden toegekend.
Andere aandelen, aandelenopties of rechten om aandelen te verwerven, werden niet toegekend.
Een gedeelte van de phantom stocks die in 2011 voor het boekjaar 2010 werden toegekend, en van de phantom stocks die in 2013 voor het boekjaar 2012 werden toegekend, werd in april 2014 omgezet in cash tegen een koers van 44,53 euro. De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):
| • | Johan Thijs | 153 139 |
|---|---|---|
| • | Danny De Raymaeker | 142 407 |
| • | Luc Popelier | 130 161 |
| • | John Hollows | 130 161 |
| • | Marko Voljcˇ | 117 292 |
| • | Luc Gijsens | 78 640 |
| • | Daniel Falque | 46 267 |
Als gevolg van de door de federale en de Vlaamse overheid bedongen voorwaarden naar aanleiding van de
kernkapitaaltransacties in 2008 en 2009 werd de vertrekvergoeding (betaalbaar bij vertrek op initiatief van het bedrijf) voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC vanaf eind oktober 2008 beperkt tot 12 maanden vaste vergoeding. Ten gevolge van de nieuwe bankenwet van 25 april 2014 werd dat vanaf 7 mei 2014 teruggebracht tot 9 maanden vaste vergoeding. Door de bijzondere bepaling in artikel 14 van de bijlage 2 van voornoemde bankenwet is het op 18 november 2014 opnieuw 12 maanden vaste vergoeding geworden.
Ten gevolge van de reorganisatie van de structuur van de groep werd met ingang van 1 maart 2014 het mandaat van Danny De Raymaeker als lid van het DC beëindigd. Op voorstel van het Remuneratiecomité heeft de Raad beslist dat hij op grond van de voormelde bepalingen in aanmerking kwam voor een vertrekvergoeding van 12 maanden vaste vergoeding (720 000 euro).
Hierna geven we in toepassing van bepalingen in het Wetboek van Vennootschappen en de Belgische Corporate Governance Code een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC (Deel 1 in het algemeen, Deel 2 toegespitst op het financiële rapporteringsproces).
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie van dit jaarverslag.
vermogensbeheerder zijn met een sterke affiniteit met zijn klanten en ruime aandacht voor zijn medewerkers. KBC focust op particulieren, zelfstandigen, vrije beroepen, kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps in geselecteerde Europese landen. De groep streeft daarbij door efficiëntie, klantgerichtheid, werknemerstevredenheid en gezond risicobeheer verantwoorde rendementsdoelstellingen na. KBC probeert ook zich te identificeren met de verschillende gemeenschappen waarin het bedrijf werkzaam is door lokale bedrijfsmerken te hanteren, lokaal management in dienst te nemen en aan te sluiten bij het sociaal verantwoord ondernemen volgens de normen van de betreffende landen.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:
Het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van deze Verklaring.
KBC oefent zijn activiteiten uit met respect voor de geldende wetten en reglementen en past die zowel naar de letter als naar de geest toe. KBC houdt daarbij ook rekening met het evoluerende normbesef van de maatschappij en wil met zijn activiteiten bijdragen tot de economische, sociale en ecologische vooruitgang van zijn werkgebieden. KBC schenkt in de eerste plaats aandacht aan de behoeften en de belangen van zijn klanten, aandeelhouders, personeel en
maatschappelijke omgeving. In zijn relatie met hen legt KBC zichzelf regels op inzake billijkheid en redelijkheid, openheid en transparantie, discretie en zorg voor privacy.
Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. De belangrijkste richtlijnen en beleidsnota's in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.
Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:
onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau.
Het document KBC-Principes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen beschrijft de visie van KBC inzake Corporate Social Responsibility en is beschikbaar op www.kbc.com.
Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.
De business moet in eerste instantie zelf de risico's van zijn activiteitsdomein kennen en zorgen voor aangepaste en effectieve controles. Het gaat daarbij om alle risicotypes, inclusief fraude en de naleving van de reglementaire of wettelijke voorschriften. De business kan daarbij een beroep doen op eigen ondersteunende diensten. Voorbeelden van die ondersteunende diensten zijn Inspectie, Personeel en Boekhouding. Naast die eerstelijnsexpertise kan de business ook een beroep doen op de adviesverlening van de onafhankelijke tweedelijnsfuncties.
Onafhankelijk van de business en conform specifieke regelgeving en geavanceerde industriestandaarden hebben de tweedelijnscontrolefuncties als doel een groepswijd kader uit te tekenen voor alle relevante risicotypes. De functies ondersteunen elk voor hun werkdomein de implementatie van dat raamwerk en zien toe op het gebruik ervan. Naast die ondersteunende en toezichtfunctie hebben de tweedelijnsfuncties ook een adviserende functie als ze assistentie verlenen aan het businessmanagement bij het gebruik van waarde-, risico- en kapitaalbeheerinstrumenten en -technieken. Meer informatie over risicobeheer vindt u in het betreffende hoofdstuk van dit jaarverslag.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het Directiecomité haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Interne Audit gaat na of de risico's in de KBC-groep op een adequate manier worden beheerst, en waar mogelijk worden beperkt of geëlimineerd. Interne Audit ziet er ook op toe dat de bedrijfsprocessen op een efficiënte en doelmatige manier verlopen, en dat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is. Het werkgebied van Interne Audit bestrijkt alle wettelijke entiteiten, activiteiten en divisies binnen de KBC-groep, inclusief de verschillende controlefuncties.
Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Dat charter beantwoordt aan de bepalingen van de Circulaire D1 97/4 (banken) en PPB-2006-8-CPA (verzekeringen) van de CBFA (de huidige FSMA) en aan de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.
Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.
Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.
De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond.
De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de algemeen directeur van Finance Groep, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.
Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Reporting Framework (2011) en het Challenger Framework (2012) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks (sinds 2012) moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk assessment tool van de risicofunctie. Het omvat naast een ingevulde CFO-vragenlijst ook een opsomming van
alle verantwoordelijkheden (Entity Accountability Excel) voor accounting en voor externe financiële rapportering samen met de onderliggende Departmental Reference Documents (RACI's) die onderbouwd aantonen hoe de verantwoordelijkheden worden opgenomen. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-toendproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die
bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de tweede paragraaf onder punt 4 van Deel 1.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet eveneens een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Hierna volgt dat overzicht:
Bepaling 2.1 van de Belgische Corporate Governance Code (Code) stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit. Zie verder in de paragraaf over Genderdiversiteit.
Bepaling 5.2/1 van Bijlage C bij de Code schrijft voor dat de Raad een Auditcomité opricht dat uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Bepaling 5.2/4 van dezelfde Bijlage C stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van dat comité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Op 31 december 2014 was het AC samengesteld uit 4 niet-uitvoerende bestuurders, van wie 2 onafhankelijke en 2 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Tot en met 22 december 2014 maakte ook de bestuurder die door de Vlaamse overheid was aangewezen deel uit van het AC. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC. Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit 5 bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en 3 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Tot en met 22 december 2014 maakte ook de bestuurder die door de Vlaamse overheid was aangewezen deel uit van het Benoemingscomité. De onafhankelijke bestuurders vormden in dat comité dus niet de meerderheid.
De bestuurders die door de overheid werden aangewezen, zorgen mee voor een onafhankelijke kijk op de activiteiten van KBC.
Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, en met het recht op deelname van een door de overheid aangewezen bestuurder. Op die manier wordt een evenwicht in stand gehouden dat heilzaam is voor de stabiliteit en de continuïteit van de groep. Bovendien kunnen de kernaandeelhouders door de aanwezigheid van hun vertegenwoordigers in de comités van de Raad de operationele verslaggeving (AC) en de rekruterings- en benoemingsdossiers (Benoemingscomité) met kennis van zaken volgen. Dat komt evenwicht, kwaliteit en efficiëntie van het beslissingsproces binnen de Raad ten goede.
Sinds 2011 bevat de vennootschapswetgeving een bepaling waardoor de Raad op termijn ten minste een derde leden moet bevatten van een ander geslacht dan dat van de overige leden. Bepaling 2.1 van de Code stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit.
Als gevolg van de benoeming van Christine Van Rijsseghem tot gedelegeerd bestuurder, telde de Raad op 31 december 2014 4 vrouwen en 14 mannen. De Raad streeft een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in zijn midden na. Er zullen in de volgende jaren verdere stappen worden gezet om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen en ten laatste in 2017 het vereiste quotum te behalen. Met ingang van de Algemene Vergadering van 7 mei 2015 zal de Raad 4 vrouwen en 14 mannen tellen.
In de loop van het boekjaar 2014 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.
De Algemene Vergadering van KBC Groep NV van 2 mei 2013 hernieuwde het mandaat van de commissaris Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA voor een periode van drie jaar, met als vertegenwoordigers Christel Weymeersch en/of Jean-François Hubin.
De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 43 (volledige groep – geconsolideerde cijfers) en in het deel Vennootschappelijke jaarrekening, in Toelichting 6 (KBC Groep NV).
Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
1 Kapitaalstructuur op 31 december 2014
Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 780 658 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de in de
uitgiftevoorwaarden bepaalde referentiekoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 12 november 2014 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 15 december 2016.
De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2014 betrof het 488 aandelen (0,00% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).
De stemrechten verbonden aan de aandelen aan toonder die op 31 december 2014 nog niet waren aangeboden, zijn ingevolge de dematerialisatie van de aandelen aan toonder geschorst. Op 31 december 2014 betrof het 202 789 aandelen (0,0485% van het aantal aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).
Een groep rechtspersonen en natuurlijke personen treden in onderling overleg op en vormen de vaste aandeelhouderskern van KBC Groep NV. Volgens de door hen ingestuurde kennisgeving beschikken ze over de volgende aantallen stemrechten in onderling overleg:
In totaal zijn dat 168 553 908 stemrechten of 40,35% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2014.
Tussen die partijen werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren, en op de toepassing van dat beleid toe te zien. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht binnen het kader van het syndicaat.
De aandeelhoudersovereenkomst werd aangegaan voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.
In het kader van de kernkapitaaluitgifte van 3,5 miljard euro door KBC Groep NV waarop midden juli 2009 door het Vlaams Gewest werd ingeschreven (en waarvan eind 2014 nog 2 miljard euro uitstaat), zijn de kernaandeelhouders van KBC Groep NV onder meer de volgende formele verbintenis aangegaan. Zij zullen hun aandelen niet aanbieden in geval van een vrijwillig of verplicht openbaar overnamebod op alle KBC-aandelen of, naargelang het geval, geen KBC-aandelen in die mate verkopen dat daardoor een verplicht bod zou ontstaan of, naargelang het geval, hun aandelen vóór de
aanvang, gedurende of na afloop van een openbaar overnamebod niet overdragen aan (een) (aanstaande) bieder(s) of een verwante partij noch enig recht daartoe verlenen, zonder de formele verbintenis van de (aanstaande) bieder(s) dat die na afloop van het bod KBC zal (zullen) verplichten alle uitstaande kernkapitaaleffecten terug te betalen (onder voorbehoud van goedkeuring door de NBB) of zelf alle uitstaande kernkapitaaleffecten zal (zullen) inkopen, in beide gevallen tegen een prijs gelijk aan 44,25 euro per effect.
Benoeming en vervanging van leden van de Raad:
De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad na advies van de toezichthouder ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen
vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen.
De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters.
Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat
mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.
Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en besluiten, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig. De nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit dan op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 21 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte zowel van aandelen als van al dan niet achtergestelde, converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.
Op 12 november 2014 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 34,35 euro en een maximum van 101 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 17 december 2014 verhoogd met 1 448 724 euro, vertegenwoordigd door 416 300 nieuwe aandelen.
Als gevolg daarvan bedroeg op 31 december 2014 het toegestane kapitaal nog 697 169 705,56 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2014 – nog maximaal 200 336 122 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,95% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.
De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.
De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn tot 29 mei 2015 gemachtigd om eigen aandelen van KBC Groep NV te verkrijgen of te vervreemden als de verkrijging of de vervreemding ervan noodzakelijk is om te voorkomen dat KBC Groep NV een dreigend, ernstig nadeel zou lijden.
Deze raden zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2014 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen 486 aandelen van KBC Groep NV in bezit.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer naar aanleiding van een openbaar overnamebod de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:
In het hoofdstuk Informatie voor aandeel- en obligatiehouders vindt u een synthese met de meest recente meldingen.
We wijzen erop dat de hierna onder A) en B) vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de onderstaande tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2014,
resulterend uit alle kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2014. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2014 (en de twee eerste maanden van 2015).
| Adres | Aantal KBC-aandelen (tegenover het huidige aantal aandelen) |
De kennisgeving betreft de situatie op |
|---|---|---|
| Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 77 516 380 (18,55%) | 1 december 2014 |
| Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 11 127 166 (2,66%) | 1 december 2014 |
| Diestsevest 40, 3000 Leuven, België | 47 889 864 (11,46%) | 1 december 2014 |
| P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
32 020 498 (7,66%) | 1 december 2014 |
| Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 300 (0,00%) | 16 oktober 2012 |
| Throgmorton Avenue 12, EC2N 2DL Londen, Verenigd Koninkrijk |
20 932 157 (5,01%) | 5 juni 2014 |
| Summer Street 245, Boston, Massachusetts 02210, Verenigde Staten |
12 308 475 (2,95%) | 17 oktober 2014* |
| Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen, Verenigd Koninkrijk |
12 900 729 (3,09%) | 30 december 2014 |
* Begin 2015 werden nieuwe kennisgevingen ontvangen (zie deel Vennootschappelijke jaarrekening).
In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 1 december 2014 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
a rechtspersonen, b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1
| Participatie, | Participatie, | In | ||
|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | aantal | In procenten2 Aandeelhouder | aantal | procenten2 |
| KBC Ancora Comm.Va | 77 516 380 | 18,55% Sereno SA | 321 401 | 0,08% |
| MRBB CVBA | 47 889 864 | 11,46% Rodep Comm. Va | 300 000 | 0,07% |
| Cera CVBA | 11 127 166 | 2,66% Colver NV | 271 784 | 0,07% |
| SAK AGEV | 8 978 885 | 2,15% Efiga Invest SPRL | 230 806 | 0,06% |
| Plastiche NV | 3 855 915 | 0,92% Gavel Comm. Va | 200 000 | 0,05% |
| VIM CVBA | 3 834 500 | 0,92% Ibervest | 190 000 | 0,05% |
| 3D NV | 2 491 893 | 0,60% Promark International NV | 189 000 | 0,05% |
| De Berk BVBA | 1 318 208 | 0,32% Niramore International SA | 150 700 | 0,04% |
| Algimo NV | 1 040 901 | 0,25% SAK Iberanfra | 120 107 | 0,03% |
| Rainyve SA | 941 958 | 0,23% Edilu NV | 64 800 | 0,02% |
| SAK PULA | 933 798 | 0,22% Isarick NV | 45 056 | 0,01% |
| Stichting Amici Almae Matris | 912 731 | 0,22% Agrobos | 42 500 | 0,01% |
| Cecan NV | 871 002 | 0,21% Wilig NV | 40 446 | 0,01% |
| Ceco c.v.a | 568 849 | 0,14% Filax Stichting | 38 529 | 0,01% |
| Van Holsbeeck NV | 502 822 | 0,12% I.B.P Ravaga Pensioenfonds | 34 833 | 0,01% |
| Cecan Invest NV | 397 563 | 0,10% Lycol NV | 30 806 | 0,01% |
| Bareldam SA | 387 544 | 0,09% Hendrik Van Houtte CVA | 25 920 | 0,01% |
| Dufinco BVBA | 357 002 | 0,09% Asphalia NV | 14 241 | 0,00% |
| Robor NV | 352 667 | 0,08% Vobis Finance NV | 685 | 0,00% |
| (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen) | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Participatie, | Participatie, | Participatie, | Participatie, | ||||
| aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 |
| 477 395 | 0,11% | 159 100 | 0,04% | 80 000 | 0,02% | 20 836 | 0,00% |
| 285 000 | 0,07% | 125 900 | 0,03% | 50 664 | 0,01% | 19 522 | 0,00% |
| 285 000 | 0,07% | 107 744 | 0,03% | 41 500 | 0,01% | 3 431 | 0,00% |
| 166 200 | 0,04% | 105 000 | 0,03% | 32 554 | 0,01% | 2 800 | 0,00% |
1 Er werden geen dergelijke mededelingen ontvangen.
2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2014.
We hebben maar één aarde Jesse Sels
"We verhuren kunststofpaletten die lang meegaan. Ze worden ingezet in 27 landen. Als huisbankier heeft KBC ons duurzame verhaal van in het begin ondersteund."
| Nettorente-inkomsten 3 4 077 4 308 Rente-inkomsten 3 8 343 7 893 Rentelasten 3 -4 266 -3 586 Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 9, 11 536 512 Verdiende premies 9 ,11 1 259 1 266 Technische lasten 9, 11 -723 -754 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 9, 10 -242 -216 Verdiende premies 9, 10 1 132 1 247 Technische lasten 9, 10 -1 373 -1 463 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 9 -5 16 Dividendinkomsten 4 47 56 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 5 1 191 227 Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 6 252 150 Nettoprovisie-inkomsten 7 1 469 1 573 Provisie-inkomsten 7 2 268 2 245 Provisielasten 7 -798 -672 Overige netto-inkomsten 8 122 94 TOTALE OPBRENGSTEN 7 448 6 720 Exploitatiekosten 12 -3 843 -3 818 Personeelskosten 12 -2 312 -2 248 Algemene beheerskosten 12 -1 262 -1 303 Afschrijvingen vaste activa 12 -269 -266 Bijzondere waardeverminderingen 14 -1 927 -506 op leningen en vorderingen 14 -1 714 -587 op voor verkoop beschikbare financiële activa 14 -34 -29 op goodwill 14 -7 0 op overige 14 -173 109 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 15 30 25 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 1 708 2 420 Belastingen 16 -678 -657 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 46 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 029 1 763 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 14 0 Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 015 1 762 Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 Winst per aandeel (in euro) Gewoon 17 1,03 3,32 Verwaterd 17 1,03 3,32 |
(in miljoenen euro) | Toelichting | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|
• Retroactieve aanpassingen op grond van IFRS 11: zie Toelichting 1a.
• Dividendvoorstel over het boekjaar 2014: onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering betaalt de groep een brutodividend van 2 euro per aandeel (totaal dividend 836 miljoen euro) uit over het boekjaar 2014. Aangezien de uitbetaling van een coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de Vlaamse overheid (zie deel Overige informatie) is verbonden aan de uitkering van een dividend op aandelen, wordt ook daar in een coupon
voorzien (171 miljoen euro). Merk op dat een eventuele coupon in rekening wordt gebracht bij de berekening van de winst per aandeel (Toelichting 17).
• We lichten de belangrijkste bestanddelen van de resultatenrekening toe in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014 en de hoofdstukken over de divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 029 | 1 763 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 14 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 015 | 1 762 |
| NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN ERKEND IN EIGEN VERMOGEN | ||
| Verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen | 117 | 47 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 171 | 119 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -6 | -4 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -48 | -68 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 4 | 8 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -54 | -76 |
| Uitgestelde belastingen | 2 | 0 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties | -287 | 675 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -328 | 1 006 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 107 | -334 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -66 | 2 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -121 | -34 |
| Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare | ||
| financiële activa naar aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd | ||
| aangehouden financiële activa | 24 | 38 |
| Uitgestelde belastingen | 31 | -2 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa | 0 | 0 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | 338 | -871 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 533 | -1 287 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -185 | 440 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -11 | -25 |
| Brutobedrag | -13 | -28 |
| Uitgestelde belastingen | 3 | 3 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | -116 | 79 |
| Brutobedrag | 0 | 9 |
| Uitgestelde belastingen | -116 | 70 |
| Overige mutaties | 0 | 1 |
| Niet verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | 136 | -198 |
| Wijzigingen, IAS 19 | 206 | -281 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen, IAS 19 | -69 | 83 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 1 218 | 1 495 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 14 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 203 | 1 494 |
| ACTIVA (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|---|
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | – | 4 294 | 5 771 |
| Financiële activa | 18–29 | 222 887 | 231 421 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 18–29 | 16 885 | 12 182 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde | |||
| met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 18–29 | 16 441 | 18 163 |
| Voor verkoop beschikbaar | 18–29 | 27 307 | 32 390 |
| Leningen en vorderingen | 18–29 | 130 153 | 135 784 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 18–29 | 31 323 | 31 799 |
| Afdekkingsderivaten | 18–29 | 777 | 1 104 |
| Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen | 35 | 146 | 194 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte feuille |
– | 120 | 168 |
| Belastingvorderingen | 31 | 1 723 | 1 814 |
| Actuele belastingvorderingen | 31 | 242 | 88 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 31 | 1 481 | 1 726 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 46 | 3 769 | 18 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 32 | 182 | 204 |
| Vastgoedbeleggingen | 33 | 598 | 568 |
| Materiële vaste activa | 33 | 2 457 | 2 278 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 34 | 1 277 | 1 258 |
| Overige activa | 30 | 1 233 | 1 480 |
| TOTAAL ACTIVA | 238 686 | 245 174 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
| Financiële verplichtingen | 18–29 | 199 421 | 205 644 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 18–29 | 13 119 | 8 449 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde | |||
| met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 18–29 | 24 931 | 23 908 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 18–29 | 159 693 | 169 796 |
| Afdekkingsderivaten | 18–29 | 1 678 | 3 491 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 35 | 18 701 | 18 934 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte feuille |
– | -2 | 189 |
| Belastingverplichtingen | 31 | 518 | 697 |
| Actuele belastingverplichtingen | 31 | 109 | 98 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 31 | 409 | 599 |
| Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 46 | 2 027 | 0 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 36 | 523 | 560 |
| Overige verplichtingen | 37 | 2 983 | 2 629 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 224 172 | 228 652 | |
| Totaal eigen vermogen | 39 | 14 514 | 16 521 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 39 | 11 826 | 13 125 |
| Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 39 | 2 333 | 2 000 |
| AT1(additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen | 39 | 0 | 1 400 |
| Belangen van derden | 39 | 354 | -3 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | 238 686 | 245 174 | |
• Retroactieve aanpassingen op grond van IFRS 11: zie Toelichting 1a.
| m ns ge mo ver de deer nsoli eco G |
aties ut |
||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geplaatst gestort en vol aandelen |
Uitgifte- | Eigen | ringsreserve (voor verkoop Herwaarde beschikbare fi |
reserve Afdekkings (kasstroom afdekkin |
Wijziging in toegezegd pensioen |
Omreke- ningsver- |
Eigen gen van vermo aandeel |
verlenende Niet stemrecht kernkapi |
menten in eigen AT1- instru |
Belangen van |
Totaal eigen |
||
| (in miljoenen euro) | kapitaal | premie | aandelen | nanciële activa) | gen) | regelingen | Reserves | schillen | houders | taaleffecten | vermogen | derden | vermogen |
| 2013 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 450 | 5 388 | -1 | 1 263 | -834 | 0 | 5 192 | -360 | 12 099 | 3 500 | 0 | 362 | 15 961 |
| Eerste toepassing IAS 19 gereviseerd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -71 | -11 | 0 | -82 | 0 | 0 | 0 | -82 |
| Aangepast saldo aan het begin van het jaar | 1 450 | 5 388 | -1 | 1 263 | -834 | -71 | 5 182 | -360 | 12 017 | 3 500 | 0 | 362 | 15 879 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 015 | 0 | 1 015 | 0 | 0 | 14 | 1 029 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 1 | 0 | -170 | 338 | 136 | -1 | -116 | 189 | 0 | 0 | 0 | 189 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 1 | 0 | -170 | 338 | 136 | 1 014 | -116 | 1 203 | 0 | 0 | 14 | 1 218 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -961 | 0 | -961 | 0 | 0 | 0 | -961 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 16 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -583 | 0 | -583 | -1 167 | 0 | 0 | -1 750 |
| Verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3 | 0 | -3 | 0 | 0 | 0 | -3 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -18 | -18 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 136 | 136 | 0 | 0 | -4 | 132 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 16 | 1 | -170 | 338 | 136 | -533 | 20 | -191 | -1 167 | 0 | -8 | -1 365 |
| Saldo aan het einde van de periode | 1 452 | 5 404 | 0 | 1 094 | -497 | 65 | 4 648 | -340 | 11 826 | 2 333 | 0 | 354 | 14 514 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen | – | – | – | 323 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 771 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
– | – | – | 4 | 1 | 0 | 0 | -3 | 1 | – | – | – | 1 |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogens mutatiemethode |
– | – | – | 7 | 0 | 0 | 0 | 3 | 10 | – | – | – | 10 |
| 2014 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 452 | 5 404 | 0 | 1 094 | -497 | 65 | 4 648 | -340 | 11 826 | 2 333 | 0 | 354 | 14 514 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 762 | 0 | 1 762 | 0 | 0 | 0 | 1 763 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 | 79 | -268 | 0 | 0 | 0 | -268 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 0 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 763 | 79 | 1 494 | 0 | 0 | 0 | 1 495 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -39 | 0 | -39 | 0 | 0 | 0 | -39 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19 | 0 | 0 | 0 | 19 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -167 | 0 | -167 | -333 | 0 | 0 | -500 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -6 | 0 | -6 | 0 | 1 400 | 0 | 1 394 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 | 0 | -2 | 0 | 0 | 0 | -2 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -358 | -358 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 17 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 548 | 79 | 1 298 | -333 | 1 400 | -358 | 2 007 |
| Saldo aan het einde van de periode | 1 453 | 5 421 | 0 | 1 815 | -1 368 | -133 | 6 197 | -261 | 13 125 | 2 000 | 1 400 | -3 | 16 521 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen | – | – | – | 370 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 1 445 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
– | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu tatiemethode |
– | – | – | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 23 | – | – | – | 23 |
39 miljoen euro. Voor het boekjaar 2014 (uitbetaling in 2015) zal KBC – mits goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders – een brutodividend van 2 euro per dividendgerechtigd aandeel betalen, evenals een coupon op de resterende overheidssteun.
| Bedrijfsactiviteiten Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v- rekening Aanpassingen voor Resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v- rekening Bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen en effecten Winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen Wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten Wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering Wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen Wijzigingen in overige voorzieningen Overige niet-gerealiseerde winst of verlies Opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden |
– | 1 708 | 2 420 |
|---|---|---|---|
| 0 | 0 | ||
| 21, 33, 34 | 508 | 213 | |
| – | 32 | -25 | |
| 14 | 1 714 | 587 | |
| 35 | 28 | 143 | |
| 35 | -11 | -48 | |
| 36 | 15 | -37 | |
| – | 187 | 967 | |
| 15 | -30 | -25 | |
| – | 4 150 | 4 195 | |
| – | 12 070 | -11 151 | |
| 18 | 5 574 | -248 | |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
18 | -904 | -686 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 18 | 2 866 | -4 561 |
| Leningen en vorderingen | 18 | 3 280 | -5 037 |
| Afdekkingsderivaten | 18 | 844 | -325 |
| Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa | 46 | 411 | -294 |
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -2 671 | 11 913 |
| Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs | 18 | 3 046 | 12 076 |
| In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs | 18 | -3 625 | 3 218 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | 18 | -6 241 | -4 682 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
18 | 5 357 | 1 112 |
| Afdekkingsderivaten | 18 | -752 | 522 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | 46 | -457 | -333 |
| Betaalde belastingen | -407 | ||
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 16 | -372 |
| Investeringsactiviteiten Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten 18 -3 892 -1 929 Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag 18 1 277 1 012 Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) Volgende tabel 0 0 Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) Volgende tabel -260 559 Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 0 0 Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 0 0 Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 -41 -30 Aankoop van vastgoedbeleggingen 33 -21 -19 Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 33 36 53 Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 34 -116 -153 Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 34 24 28 Aankoop van materiële vaste activa 33 -452 -441 Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 33 197 304 Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten -3 248 -615 Financieringsactiviteiten Geconsol. vermogens Inkoop of verkoop van eigen aandelen mut. 0 0 Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 18 1 113 -4 148 Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 18 -184 -2 396 Kapitaalaflossingen van financiële leasing – 0 0 Geconsol. vermogens Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal mut. 16 19 Geconsol. vermogens Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten mut. -1 750 -500 Geconsol. vermogens Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen mut. 0 1 042 Geconsol. vermogens Uitgekeerde dividenden mut. -961 -39 Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten -1 766 -6 023 Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten – 8 163 -2 088 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar – 948 8 691 Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten – -420 -84 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode – 8 691 6 518 Overige informatie Betaalde rente2 3 -4 266 -3 586 Ontvangen rente2 3 8 343 7 893 Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 4, 32 47 56 Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Geconsol. balans 4 294 5 771 Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden 18 8 094 4 287 Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 18 -3 307 -3 539 46 -391 0 Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten Totaal – 8 691 6 518 Waarvan niet beschikbaar – 0 0 |
(in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer belangrijke administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
activiteiten toe. Alle belangrijke overnames en verkopen van groepsondernemingen of activiteiten werden in geld voldaan.
• Hierna lichten we de belangrijkste al gerealiseerde overnames en vervreemdingen van geconsolideerde dochterondernemingen en
| Jaar | 2013 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Absolut Bank |
KBC Banka |
KBC Bank Deutschland |
| Aankoop of verkoop | Verkoop | Verkoop | Verkoop |
| Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar | 100% | 100% | 100% |
| Totaal percentage aandelen aan het einde van het betrokken jaar | 0% | 0% | 0% |
| Betreffende divisie/segment | Groepscenter | Groepscenter | Groepscenter |
| Datum sluiting transactie, maand en jaar | mei 2013 | december 2013 |
september 2014 |
| Resultaten van betreffende maatschappij opgenomen in resultaat van de groep tot en met: | 31 maart 2013 |
31 december 2013 |
30 september 2014 |
| Aankoopprijs of verkoopprijs | 295 | 12 | 90 |
| Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten | -245 | -15 | 559 |
| Activa en verplichtingen gekocht of verkocht | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | 237 | 25 | 12 |
| Financiële activa | 2 276 | 37 | 2 230 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 47 | 0 | 19 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
0 | 0 | 0 |
| Voor verkoop beschikbaar | 169 | 0 | 163 |
| Leningen en vorderingen | 2 061 | 37 | 1 985 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 0 | 0 | 64 |
| Afdekkingsderivaten | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | 540 | 26 | 14 |
| Financiële verplichtingen | 2 063 | 47 | 1 781 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 | 0 | 9 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
0 | 0 | 0 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 2 061 | 47 | 1 772 |
| Afdekkingsderivaten | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | 0 | 0 | 483 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 |
De Raad van Bestuur van KBC Groep NV keurde de geconsolideerde jaarrekening, inclusief alle toelichtingen, op 19 maart 2015 goed voor publicatie. De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental.
De volgende IFRS-normen werden van kracht op 1 januari 2014 en KBC paste ze toe in deze rapportering.
• IFRS 10, 11 en 12 (nieuwe consolidatienormen). IFRS 10 bepaalt een nieuwe definitie van controle met eventuele wijzigingen van de consolidatiekring tot gevolg (maar niet bij KBC). Onder IFRS 11 mogen gemeenschappelijke ondernemingen niet meer worden geconsolideerd volgens de proportionele methode, maar alleen volgens de vermogensmutatiemethode. IFRS 12 bundelt alle toelichtingsvereisten inzake dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen, alsook inzake structured entities (de nieuwe naam voor Special Purpose Entities). De belangrijkste wijziging voor KBC is de toepassing van de vermogensmutatiemethode in plaats van de proportionele methode voor Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS, een gemeenschappelijke dochteronderneming van Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s.). Die wijziging heeft geen invloed op het resultaat na belastingen of op het eigen vermogen van de
aandeelhouders, maar wel op verschillende posten van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans. In Toelichting 32 vindt u meer informatie.
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar waren voor de KBC-groep nog niet van kracht op 31 december 2014. KBC zal die normen toepassen zodra dat voor de KBC-groep verplicht wordt.
In juli 2014 publiceerde de IASB IFRS 9 (Financiële instrumenten) met betrekking tot de classificatie en de waardering van financiële instrumenten ter vervanging van de desbetreffende vereisten in de huidige IAS 39 (Financiële instrumenten: opname en waardering). De ingangsdatum van de volledige IFRS 9-norm is 1 januari 2018. De impactstudie maakt deel uit van het momenteel lopende IFRS 9-programma in KBC.
In mei 2014 publiceerde de IASB IFRS 15 (Omzet van klantencontracten) met betrekking tot de erkenning van omzet. De standaard zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2017. De eventuele impact ervan wordt momenteel geanalyseerd.
De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle (zoals door IFRS 10 gedefinieerd) uitoefent.
(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11).
De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) investeringen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent). Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden investeringen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening). Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.
Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum.
Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat.
De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum.
Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald.
Omrekeningsverschillen worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd.
In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.
De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.
De verschillen die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.
Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.
Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.
IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:
• Voor verkoop beschikbare financiële activa: alle niet-afgeleide financiële activa die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die activa worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
• Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: schulden aangehouden met het oog op terugkoop op korte termijn. Alle derivaten met een negatieve vervangingswaarde worden beschouwd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Deze verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.
KBC past de volgende algemene regels toe:
bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde.
Voor buitenbalansverplichtingen (verbinteniskredieten) die geklasseerd worden als onzeker of oninbaar en dubieus, worden voorzieningen opgenomen als aan de algemene voorwaarden van IAS 37 is voldaan en als aan het meer dan waarschijnlijk-criterium is voldaan. Die voorzieningen worden erkend tegen hun actuele waarde.
Rente op kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden toegepast, wordt berekend aan de hand van de contractuele rentevoet die werd gebruikt om de waardevermindering te berekenen.
• Effecten: naargelang ze al dan niet worden verhandeld op een actieve markt en afhankelijk van de intentie bij verwerving, worden effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen, Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, RW-activa of als Voor verkoop beschikbare financiële activa.
Effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen of Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt over de resterende looptijd van de effecten als rente in het resultaat opgenomen. De opname gebeurt op actuariële basis, uitgaande van de effectieve rentevoet bij aankoop. Individuele bijzondere waardeverminderingen van effecten die geklasseerd zijn als Leningen en vorderingen of als Tot einde looptijd aangehouden effecten worden – volgens dezelfde methode als voor de bovenvermelde vorderingen – opgenomen als er bewijs is van de bijzondere waardevermindering op de balansdatum.
Effecten geklasseerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde (exclusief transactiekosten) en daarna tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
Effecten geklasseerd als RW die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden op dezelfde wijze gewaardeerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Effecten geklasseerd als Voor verkoop beschikbare financiële activa worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten en worden daarna gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen tot de verkoop van de effecten of tot het moment dat ze een bijzondere waardevermindering ondergaan. In dat geval wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als daarvoor een indicatie bestaat. Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een indicatie van bijzondere waardevermindering bepaald aan de hand van een aanzienlijke (meer dan 30%) of langdurige (meer dan een jaar) daling van de reële waarde. Voor vastrentende effecten wordt de bijzondere waardevermindering bepaald op basis van de recupereerbaarheid van de aanschaffingswaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar. Voor aandelen en andere niet-vastrentende effecten gebeuren terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen via een aparte post van het eigen vermogen. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.
• Derivaten: alle derivaten worden geklasseerd als Financiële activa of verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden met een positieve vervangingswaarde worden aan de actiefzijde van de balans getoond, die met een negatieve vervangingswaarde aan de passiefzijde.
van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een niet-effectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-en-verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend.
Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd. Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.
Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en wordt gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill. Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.
Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.
Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop achter de rug zijn.
Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.
Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere.
In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend.
Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen
Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd.
Daarbij geldt het volgende:
inzichten.
Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.
Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die
IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.
Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.
Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden.
Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.
In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als Niet-leven.
Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.
Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.
De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat gerelateerd is aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die gebaseerd is op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting. Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f
Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.
De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten.
Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in activa of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).
Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen. Actuele belastingverplichtingen worden bepaald aan de hand van het verwachte te betalen bedrag, berekend op basis van de belastingvoeten die geldig zijn op de balansdatum.
Latente belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden berekend aan de hand van de belastingvoeten die geldig zijn op het moment van realisatie van de activa of de verplichtingen waarop ze betrekking hebben. Latente belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:
Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:
Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Het verschil tussen beide wordt ofwel als een actief erkend (goodwill) ofwel opgenomen in de winst-enverliesrekening (negatieve goodwill).
| Wisselkoers op 31-12-2014 | Wisselkoersgemiddelde in 2014 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1 EUR = … … vreemde munt |
Wijziging ten opzichte van 31-12-2013 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
1 EUR = … … vreemde munt |
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2013 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
|
| CZK | 27,735 | -1% | 27,539 | -6% |
| GBP | 0,7789 | 7% | 0,8054 | 5% |
| HUF | 315,54 | -6% | 309,21 | -4% |
| USD | 1,2141 | 14% | 1,3280 | 0% |
188 Jaarverslag KBC 2014
* Afgeronde cijfers.
Met uitzondering van de in Toelichting 1a vermelde aanpassingen met betrekking tot IFRS 10 en 11 waren er in 2014 geen belangrijke wijzigingen in de waarderingsregels.
Begin 2013 heeft KBC een nieuwe managementstructuur ingevoerd die de vernieuwde strategie van de groep weerspiegelt. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Die structuur vormt de basis van de presentatie van KBC's financiële segmentrapportering.
In het rapporteringsoverzicht zijn de segmenten (vereenvoudigd):
Een uitgebreidere definitie vindt u in de hoofdstukken die aan de afzonderlijke divisies zijn gewijd.
De gegevens van de segmentrapportering werden opgesteld volgens de algemene KBC-boekhoudmethodologie (zie Toelichting 1) en zijn dus in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS). Naast de cijfers volgens IFRS verschaft KBC ook cijfers die meer inzicht verschaffen in de bedrijfsresultaten. Dat betekent dat we, naast de winst-en-verliesrekening volgens IFRS, een aangepaste winst-enverliesrekening geven waarin enkele niet-operationele elementen niet zijn opgenomen, maar worden samengevat in drie regels onderaan in het overzicht. Dat overzicht noemen we de aangepaste winst-enverliesrekening en het resultaat zonder de niet-operationele elementen noemen we het aangepaste nettoresultaat.
De gesegmenteerde informatie is gebaseerd op dat herwerkte overzicht.
De niet-operationele elementen zijn:
In de gesegmenteerde informatie zijn die elementen toegewezen aan Groepscenter.
Daarnaast worden de tradingresultaten, die in het overzicht volgens IFRS zijn opgenomen in diverse posten, verplaatst naar de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. Gezien het belang ervan gebeurt dat alleen voor KBC Bank België (Divisie België).
We bespreken de resultaten per divisie in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| Elementen die uit het aangepaste nettoresultaat worden gehaald (in miljoenen euro) |
Belangrijkste betrokken post(en) in de winst-en verliesrekening |
2013 | 2014 |
|---|---|---|---|
| Legacy-activiteiten: winsten/verliezen gerelateerd aan CDO's, inclusief vergoeding voor de CDO-garantieregeling |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Belastingen |
446 | 16 |
| Legacy-activiteiten: desinvesteringen | Overige netto-inkomsten, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa, Bijzondere waardeverminderingen, Belastingen |
-348 | 116 |
| Eigen kredietrisico: reëlewaardeveranderingen van eigen schuld instrumenten |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Belastingen |
-43 | 2 |
| Divisie | Divisie | Divisie Interna tionale |
Groeps center (excl. elimina ties tussen segmen |
Elimina ties tussen segmen |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten Waarvan: | Hongarije Slowakije | Bulgarije | Ierland | ten) | ten KBC-groep | ||
| AANGEPASTE WINST-EN-VERLIESREKENING 2013 | ||||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 648 | 906 | 632 | 269 | 200 | 40 | 123 | -194 | -2 | 3 990 |
| Verzekeringen Niet-leven | ||||||||||
| (vóór herverzekering) | 409 | 62 | 80 | 26 | 22 | 31 | 0 | 5 | -20 | 536 |
| Verdiende premies | 955 | 170 | 155 | 59 | 26 | 70 | 0 | -1 | -21 | 1 259 |
| Technische lasten | -546 | -108 | -75 | -32 | -3 | -40 | 0 | 6 | 0 | -723 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -274 | 25 | 4 | -10 | 10 | 3 | 0 | 5 | -2 | -242 |
| Verdiende premies | 831 | 199 | 83 | 14 | 54 | 15 | 0 | 21 | -2 | 1 132 |
| Technische lasten | -1 105 | -173 | -79 | -24 | -44 | -11 | 0 | -16 | 0 | -1 373 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -6 | 4 | -9 | -3 | -2 | -4 | 0 | 6 | 0 | -5 |
| Dividendinkomsten Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
40 544 |
0 82 |
0 90 |
0 77 |
0 19 |
0 1 |
0 -7 |
0 62 |
0 0 |
41 779 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor | ||||||||||
| verkoop beschikbare financiële activa | 171 | 16 | 13 | 7 | 3 | 3 | 1 | 13 | 0 | 213 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 061 | 185 | 204 | 159 | 43 | 1 | -4 | 19 | 5 | 1 473 |
| Overige netto-inkomsten | 292 | 9 | 20 | 11 | 10 | -1 | 0 | 15 | 7 | 343 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 885 | 1 290 | 1 034 | 536 | 305 | 74 | 114 | -69 | -13 | 7 127 |
| Exploitatiekostena | -2 249 | -622 | -715 | -379 | -180 | -52 | -102 | -225 | 13 | -3 798 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -363 | -50 | -1 189 | -78 | -30 | -22 | -1 059 | -122 | 0 | -1 723 |
| op leningen en vorderingen | -328 | -46 | -1 171 | -76 | -27 | -9 | -1 059 | -87 | 0 | -1 632 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa |
-7 | 0 | -10 | 0 | 0 | -10 | 0 | -4 | 0 | -20 |
| op goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -7 | 0 | -7 |
| op overige | -28 | -3 | -8 | -2 | -3 | -3 | 0 | -25 | 0 | -64 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
0 | 29 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 273 | 648 | -869 | 81 | 95 | 1 | -1 047 | -417 | 0 | 1 636 |
| Belastingen | -703 | -93 | 15 | -15 | -25 | 1 | 55 | 120 | 0 | -662 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| AANGEPAST NETTORESULTAAT | 1 570 | 554 | -853 | 66 | 70 | 2 | -992 | -297 | 0 | 974 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 | 0 | 14 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1 570 | 554 | -853 | 66 | 70 | 2 | -992 | -311 | 0 | 960 |
| Netto-impact legacy-activiteiten CDO's | – | – | – | – | – | – | – | 446 | – | 446 |
| Netto-impact legacy-activiteiten desinvesteringen |
– | – | – | – | – | – | – | -348 | – | -348 |
| Netto-impact eigen kredietrisico | – | – | – | – | – | – | – | -43 | – | -43 |
| NETTORESULTAAT Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1 570 | 554 | -853 | 66 | 70 | 2 | -992 | -256 | 0 | 1 015 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -66 | -40 | -49 | -27 | -14 | -4 | -4 | -153 | 0 | -309 |
| Afschrijvingen vaste activa | -59 | -34 | -47 | -27 | -12 | -4 | -4 | -165 | 0 | -304 |
| Overige | -7 | -6 | -2 | 0 | -2 | 0 | 0 | 11 | 0 | -5 |
| Aanschaffing vaste activa* | 337 | 56 | 79 | 25 | 22 | 3 | 29 | 97 | 0 | 569 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
| Divisie | Divisie | Divisie Interna tionale |
Groeps center (excl. elimi naties tussen seg |
Elimi naties tussen seg |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten Waarvan: | menten) | menten KBC-groep | |||||
| Hongarije Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||||
| AANGEPASTE WINST-EN-VERLIESREKENING 2014 | ||||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 877 | 860 | 677 | 274 | 210 | 43 | 149 | -150 | 4 | 4 268 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) |
374 | 75 | 68 | 27 | 20 | 21 | 0 | 13 | -19 | 512 |
| Verdiende premies | 964 | 165 | 153 | 55 | 27 | 71 | 0 | 3 | -19 | 1 266 |
| Technische lasten | -590 | -89 | -86 | -29 | -7 | -50 | 0 | 10 | 1 | -754 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -252 | 24 | 12 | -1 | 10 | 4 | 0 | 2 | -2 | -216 |
| Verdiende premies | 1 004 | 160 | 84 | 15 | 53 | 16 | 0 | 2 | -2 | 1 247 |
| Technische lasten | -1 256 | -136 | -71 | -16 | -43 | -12 | 0 | 0 | 0 | -1 463 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 19 | -7 | 2 | -2 | -2 | 6 | 0 | 2 | 0 | 16 |
| Dividendinkomsten | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 47 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en |
||||||||||
| verliesrekening | 86 | 62 | 73 | 62 | 15 | 2 | -7 | 12 | 0 | 233 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
109 | 9 | 16 | 14 | 2 | 0 | 0 | 11 | 0 | 144 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 160 | 194 | 208 | 160 | 46 | 1 | -3 | 22 | -3 | 1 580 |
| Overige netto-inkomsten | 269 | 18 | -227 | -225 | 0 | 0 | -2 | -3 | 5 | 62 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 688 | 1 235 | 828 | 307 | 301 | 77 | 138 | -90 | -14 | 6 647 |
| Exploitatiekostena | -2 282 | -594 | -740 | -368 | -185 | -52 | -132 | -174 | 14 | -3 775 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -251 | -36 | -284 | -49 | -18 | -10 | -207 | -44 | 0 | -615 |
| op leningen en vorderingen | -205 | -34 | -273 | -47 | -17 | -10 | -198 | -42 | 0 | -554 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa |
-27 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 | -29 |
| op goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| op overige | -19 | -3 | -11 | -1 | 0 | 0 | -9 | 0 | 0 | -33 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
-1 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 0 | 25 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 154 | 628 | -196 | -109 | 98 | 15 | -202 | -305 | 0 | 2 281 |
| Belastingen | -638 | -100 | 14 | 15 | -24 | 0 | 23 | 71 | 0 | -652 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| AANGEPAST NETTORESULTAAT | 1 517 | 528 | -182 | -94 | 75 | 15 | -179 | -234 | 0 | 1 629 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1 516 | 528 | -182 | -94 | 75 | 15 | -179 | -234 | 0 | 1 629 |
| Netto-impact legacy-activiteiten CDO's | – | – | – | – | – | – | – | 16 | – | 16 |
| Netto-impact legacy-activiteiten desinvesteringen |
– | – | – | – | – | – | – | 116 | – | 116 |
| Netto-impact eigen kredietrisico | – | – | – | – | – | – | – | 2 | – | 2 |
| NETTORESULTAAT Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1 516 | 528 | -182 | -94 | 75 | 15 | -179 | -100 | 0 | 1 762 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -61 | -28 | -48 | -26 | -11 | -3 | -7 | -124 | 0 | -260 |
| Afschrijvingen vaste activa | -59 | -31 | -49 | -27 | -11 | -3 | -7 | -129 | 0 | -268 |
| Overige | -1 | 4 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 4 | 0 | 7 |
| Aanschaffing vaste activa* | 346 | 39 | 89 | 21 | 29 | 6 | 33 | 121 | 0 | 594 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Divisie Interna tionale Markten Waarvan: |
Groeps center |
KBC-groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||
| BALANS 31-12-2013 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
97 051 | 21 834 | 14 472 | 5 878 | 4 583 | 544 | 3 466 | 17 123 | 150 480 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
81 673 | 15 684 | 21 261 | 3 864 | 4 248 | 612 | 12 537 | 1 080 | 119 698 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
40 566 | 6 279 | 5 612 | 1 772 | 1 488 | 242 | 2 111 | 1 048 | 53 506 |
| Hypotheekleningen | 31 146 | 6 522 | 13 925 | 1 548 | 1 722 | 236 | 10 419 | 24 | 51 617 |
| Voorschotten in rekening courant |
1 847 | 19 | 586 | 262 | 324 | 0 | 0 | 0 | 2 451 |
| Financiële leasing | 3 200 | 359 | 484 | 92 | 385 | 0 | 7 | 0 | 4 044 |
| Afbetalingskredieten | 1 251 | 1 538 | 533 | 112 | 287 | 134 | 0 | 0 | 3 322 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 663 | 967 | 121 | 80 | 41 | 0 | 0 | 8 | 4 758 |
| BALANS 31-12-2014 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
105 885 | 22 047 | 14 860 | 5 220 | 4 856 | 600 | 4 185 | 11 187 | 153 979 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
84 165 | 16 216 | 20 790 | 3 771 | 4 578 | 666 | 11 776 | 1 990 | 123 161 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
41 926 | 6 360 | 5 289 | 1 915 | 1 527 | 284 | 1 562 | 1 792 | 55 366 |
| Hypotheekleningen | 32 318 | 7 251 | 13 561 | 1 320 | 1 807 | 239 | 10 195 | 26 | 53 156 |
| Voorschotten in rekening courant |
2 318 | 922 | 653 | 312 | 329 | 0 | 12 | 161 | 4 054 |
| Financiële leasing | 3 172 | 442 | 523 | 92 | 425 | 0 | 6 | 0 | 4 138 |
| Afbetalingskredieten | 1 088 | 1 028 | 654 | 59 | 452 | 142 | 0 | 0 | 2 770 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 343 | 213 | 111 | 72 | 38 | 0 | 0 | 12 | 3 678 |
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 4 077 | 4 308 |
| Rente-inkomsten | 8 343 | 7 893 |
| Voor verkoop beschikbare activa | 830 | 763 |
| Leningen en vorderingen | 4 882 | 4 510 |
| Tot einde looptijd aangehouden activa | 1 054 | 1 006 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | 14 | 22 |
| Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
6 781 | 6 301 |
| Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd | 123 | 119 |
| Activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 916 | 926 |
| Afdekkingsderivaten | 467 | 459 |
| Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 179 | 208 |
| Rentelasten | -4 266 | -3 586 |
| Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -2 257 | -1 691 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | -5 | -4 |
| Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-2 262 | -1 695 |
| Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -1 097 | -1 093 |
| Afdekkingsderivaten | -679 | -639 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-217 | -151 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | -12 | -7 |
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 47 | 56 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 6 | 7 |
| Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de | ||
| winst-en-verliesrekening | 4 | 2 |
| Voor verkoop beschikbare aandelen | 37 | 46 |
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 191 | 227 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange houden voor handelsdoeleinden) |
962 | 144 |
| Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-236 | -37 |
| Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico | -62 | -2 |
| Wisselbedrijf | 462 | 110 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | 3 | 10 |
| Microhedging | -2 | 10 |
| Reëlewaardeafdekkingen | -1 | 4 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 92 | -465 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | -93 | 469 |
| Kasstroomafdekkingen | -1 | 6 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel | -1 | 6 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingen van renterisico | 0 | 0 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | -78 | 18 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | 78 | -19 |
| Kasstroomafdekkingen van renterisico | 0 | 0 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel | 0 | 0 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | 5 | 0 |
• Waardeveranderingen van CDO's: het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde bevat ook de invloed van de waardeveranderingen van CDO's in portefeuille. In 2013 verbeterde de marktprijs voor bedrijfskredieten, was er een effect gerelateerd aan de de-risking en verlaagden we de voorziening voor tegenpartijrisico op MBIA van 80% naar 60% gebaseerd op een interne fundamentele analyse. Dat zorgde per saldo voor een positieve aanpassing van ongeveer 0,6 miljard euro. In 2014 verbeterde de marktprijs voor bedrijfskredieten, weerspiegeld in de credit default swap spreads, en hebben we ook de resterende CDO's in onze portefeuille ontmanteld. Op de winst-en-verliesrekening van KBC had de ontmanteling van de laatste twee CDO's in het derde kwartaal van 2014 een negatieve invloed van iets meer dan 20 miljoen euro. Voor de volledigheid vermelden we dat er nog voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan tot eind 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening van KBC, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt. Per saldo tekenden
waardeveranderingen in de CDO-blootstelling voor een invloed van 0,04 miljard euro in 2014.
• De invloed van de CDO-garantieregeling en de daaraan gerelateerde vergoeding wordt eveneens in deze post geboekt. In mei 2009 tekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Details daarover vindt u in het deel Overige informatie. Initieel bedroeg de totale door KBC aan de Belgische staat te betalen garantieprovisie voor de derde schijf (cashgarantie) ongeveer 1,1 miljard euro (actuele waarde bij de start van de garantieregeling; in 2009 upfront geboekt). Er was eveneens een positief effect op de mark-to-market van de gegarandeerde posities. Daarnaast betaalt KBC een bereidstellingsprovisie van ongeveer 60 miljoen euro per halfjaar voor de tweede schijf (equitygarantie). Het contract, inclusief de te betalen provisie, wordt tegen zijn reële waarde opgenomen in het resultaat. Door de laatste twee CDO's te ontmantelen (zie vorig punt) kon de CDO-garantieregeling met de Belgische staat worden vrijgegeven en verdwijnt ook de blootstelling aan MBIA volledig.
| in miljoenen euro, vóór belastingen | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Cashgarantie (voor de derde schijf) – reëlewaardeverandering | 85 | 0 |
| Equitygarantie (voor de tweede schijf) | -92 | -16 |
| Totaal in winst-en-verliesrekening | -6 | -17 |
instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft.
schommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar moeten compenseren binnen een marge van 80%–125%. Dat is momenteel het geval.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 252 | 150 |
| Vastrentende effecten | 126 | 64 |
| Aandelen | 126 | 86 |
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal 1 469 |
1 573 | |
| Ontvangen provisies 2 268 |
2 245 | |
| Effecten en assetmanagement 1 090 |
1 179 | |
| Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (deposit accounting) | 103 | 89 |
| Verbinteniskredieten | 243 | 245 |
| Betalingsverkeer | 539 | 522 |
| Overige | 293 | 209 |
| Betaalde provisies | -798 | -672 |
| Provisies betaald aan tussenpersonen | -303 | -295 |
| Overige | -496 | -377 |
• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening
is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 122 | 94 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van leningen en vorderingen | -157 | 3 |
| verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa | 8 | 1 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -1 | 0 |
| andere, waaronder: | 272 | 90 |
| inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep | 93 | 87 |
| inkomsten van Groep VAB | 65 | 69 |
| meer- of minderwaarden bij desinvesteringen | -78 | 21 |
| moratoriuminteresten | 71 | 15 |
| aanleg van provisie ten gevolge van de nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren | 0 | -231 |
| schikking van oud kredietdossier (Bell Group) | 0 | 31 |
| Niet-technische | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Niet-leven | rekening | Totaal |
| 2013 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 134 | 1 279 | 0 | 2 413 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 373 | -723 | 0 | -2 096 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 12 | -229 | 0 | -217 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -2 | -3 | 0 | -5 |
| Algemene beheerskosten | -128 | -242 | 0 | -370 |
| Interne schaderegelingskosten | -8 | -59 | 0 | -67 |
| Indirecte acquisitiekosten | -30 | -76 | 0 | -106 |
| Administratiekosten | -91 | -107 | 0 | -198 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Technisch resultaat | -357 | 81 | 0 | -276 |
| Nettorente-inkomsten | – | – | 703 | 703 |
| Netto dividendinkomsten | – | – | 29 | 29 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
– | – | 308 | 308 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | – | – | 53 | 53 |
| Overige netto-inkomsten | – | – | -46 | -46 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -81 | -81 |
| Toewijzing aan de technische rekeningen | 627 | 99 | -726 | 0 |
| Technisch-financieel resultaat | 270 | 180 | 240 | 690 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | – | 0 | 0 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 270 | 180 | 240 | 690 |
| Belastingen | – | – | – | -227 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | – | – | 463 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | – | – | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 462 |
| 2014 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 249 | 1 286 | 0 | 2 535 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 463 | -755 | 0 | -2 218 |
| Nettoprovisie-inkomsten | -13 | -234 | 0 | -247 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -2 | 18 | 0 | 16 |
| Algemene beheerskosten | -121 | -240 | -1 | -362 |
| Interne schaderegelingskosten | -7 | -58 | 0 | -66 |
| Indirecte acquisitiekosten | -30 | -79 | 0 | -109 |
| Administratiekosten | -84 | -103 | 0 | -187 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | -1 | -1 |
| Technisch resultaat | -350 | 74 | -1 | -276 |
| Nettorente-inkomsten | – | – | 675 | 675 |
| Nettodividendinkomsten | – | – | 40 | 40 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
– | – | 42 | 42 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | – | – | 96 | 96 |
| Overige netto-inkomsten | – | – | 2 | 2 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -34 | -34 |
| Toewijzing aan de technische rekeningen | 620 | 101 | -721 | 0 |
| Technisch-financieel resultaat | 270 | 176 | 99 | 544 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | – | 3 | 3 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 270 | 176 | 102 | 547 |
| Belastingen | – | – | – | -156 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | – | – | 392 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | – | – | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 391 |
gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 10, 11, 35 en 44 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Risicobeheer (Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 134 | 1 249 |
| Opdeling per IFRS-categorie | ||
| Verzekeringscontracten | 776 | 765 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 357 | 485 |
| Opdeling per type | ||
| Aangenomen herverzekering | 1 | 0 |
| Rechtstreekse zaken | 1 133 | 1 249 |
| Opdeling van de rechtstreekse zaken | ||
| Individuele premies | 876 | 984 |
| Koopsommen | 285 | 364 |
| Periodieke premies | 592 | 619 |
| Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten | 257 | 265 |
| Koopsommen | 46 | 50 |
| Periodieke premies | 210 | 215 |
| Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling | ||
| Tak 23 | 887 | 785 |
| Tak 21 | 957 | 1 107 |
• Conform IFRS passen we voor beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten (en technische lasten) van die contracten niet tonen onder de post Verdiende verzekeringspremies (en Technische lasten) vóór herverzekering, maar dat we de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met
tak 23-contracten die goed waren voor een premie-inkomen van 0,9 miljard euro in 2013 en 0,8 miljard euro in 2014.
• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.
| Verdiende | Schade | Bedrijfs | |||
|---|---|---|---|---|---|
| premies (vóór | (vóór | kosten (vóór | Afgestane | ||
| (in miljoenen euro) | herver zekering) |
herver zekering) |
herver zekering) |
herver zekering |
Totaal |
| 2013 | |||||
| Totaal | 1 279 | -723 | -472 | -3 | 81 |
| Aangenomen herverzekering | 25 | -10 | -5 | 1 | 11 |
| Rechtstreekse zaken | 1 254 | -713 | -467 | -4 | 70 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 118 | -61 | -39 | 0 | 18 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 75 | -90 | -19 | -1 | -35 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 341 | -188 | -120 | -2 | 31 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 182 | -105 | -72 | -1 | 4 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 3 | -1 | -1 | -1 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 379 | -166 | -153 | 0 | 61 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 86 | -59 | -35 | -1 | -9 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 9 | -12 | -3 | 1 | -5 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 43 | -25 | -18 | 0 | 0 |
| Hulpverlening, tak 18 | 15 | -6 | -7 | 0 | 3 |
| 2014 | |||||
| Totaal | 1 286 | -755 | -474 | 18 | 74 |
| Aangenomen herverzekering | 21 | 22 | -6 | -38 | -2 |
| Rechtstreekse zaken | 1 265 | -777 | -468 | 56 | 76 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 115 | -64 | -38 | 0 | 13 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 72 | -63 | -19 | -1 | -12 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 342 | -211 | -122 | -2 | 7 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 182 | -130 | -67 | 25 | 10 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 4 | -1 | -1 | 0 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 391 | -239 | -155 | 37 | 34 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 86 | -43 | -37 | -1 | 5 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 1 | 0 | -1 | 0 | 0 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 9 | -1 | -3 | -2 | 4 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 45 | -19 | -19 | 0 | 8 |
| Hulpverlening, tak 18 | 17 | -4 | -6 | 0 | 6 |
• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | -3 843 | -3 818 |
| Personeelskosten | -2 312 | -2 248 |
| Algemene beheerskosten | -1 262 | -1 303 |
| Waarvan bankenheffingen | -327 | -335 |
| Afschrijvingen van vaste activa | -269 | -266 |
Sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet. De aandelenopties werden toegekend aan alle of bepaalde personeelsleden van de vennootschap en diverse dochterondernemingen. De aandelenopties werden gratis toegekend aan het personeel, dat alleen op het moment van de toekenning de belastingen op de gratis verstrekking moest betalen. De aandelenopties hebben een looptijd van zeven tot tien jaar na de datum van uitgifte en kunnen, in de jaren waarin ze uitoefenbaar zijn, alleen in juni, september en december worden uitgeoefend. De aandelenopties kunnen ook gedeeltelijk worden uitgeoefend. Een personeelslid kan bij het uitoefenen ofwel de aandelen bewaren op zijn effectenrekening, ofwel ze onmiddellijk verkopen op NYSE Euronext Brussels. IFRS 2 werd niet toegepast op de met eigen aandelen afgewikkelde optieplannen die dateren van vóór 7 november 2002, aangezien die buiten het toepassingsgebied van IFRS 2 vallen. De optieplannen die dateren van na 7 november 2002 waren beperkt in omvang. De grootste aandelenoptieplannen zijn ondertussen verlopen. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel geven we in de tabel.
| 2013 | 2014 | |||
|---|---|---|---|---|
| Opties | Aantal opties1 | Gemiddelde uitoefenprijs |
Aantal opties1 | Gemiddelde uitoefenprijs |
| Uitstaand aan het begin van de periode | 184 326 | 72,53 | 183 526 | 72,69 |
| Toegekend tijdens de periode | 0 | – | 0 | – |
| Uitgeoefend tijdens de periode | -800 | 34,91 | -1 566 | 37,50 |
| Vervallen tijdens de periode | 0 | – | -7 300 | 97,94 |
| Uitstaand aan het einde van de periode2 | 183 526 | 72,69 | 174 660 | 71,95 |
| Uitoefenbaar aan het einde van de periode | 176 226 | 72,60 | 174 660 | 71,95 |
1 In equivalenten van aandelen.
2 2013: uitoefenprijzen tussen 46,45 en 97,94 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 20 maanden.
2014: uitoefenprijzen tussen 37,50 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 33 maanden.
• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening. Dat leidde in 2014 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (4 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de
Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Informatie voor aandeel- en obligatiehouders.
• Belangrijkste overeenkomsten op basis van eigen aandelen afgewikkeld met geldmiddelen: de personeelskosten over 2013 omvatten kosten van 5 miljoen euro voor een fantoomaandelenplan; voor 2014 was dat 4 miljoen euro.
| (in aantal) 2013 |
2014 |
|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte 37 887 |
36 258 |
| Indeling volgens juridische structuur | |
| KBC Bank 27 684 |
26 941 |
| KBC Verzekeringen 4 638 |
4 147 |
| KBC Groep NV (de holding) 5 565 |
5 170 |
| Indeling volgens statuut | |
| Arbeiders 437 |
361 |
| Bedienden 37 159 |
35 612 |
| Directieleden (senior management) 291 |
285 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders in dit jaarverslag vermelden (die eindejaarscijfers zijn
daarenboven exclusief maatschappijen die op het jaareinde onder IFRS 5 vielen, en zonder medewerkers met zwangerschapsverlof, nietactieven, enz.).
| (in miljoenen euro) 2013 |
2014 |
|---|---|
| Totaal -1 927 |
-506 |
| Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen -1 714 |
-587 |
| Indeling naar type | |
| Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans -1 673 |
-676 |
| Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans 1 |
19 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen -42 |
70 |
| Indeling naar divisie | |
| België -328 |
-205 |
| Tsjechië -46 |
-34 |
| Internationale Markten -1 171 |
-273 |
| Groepscenter -169 |
-75 |
| Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa -34 |
-29 |
| Indeling naar type | |
| Aandelen -24 |
-29 |
| Andere -10 |
0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill -7 |
0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige -173 |
109 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -2 |
-23 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -39 |
-8 |
| Tot einde looptijd aangehouden financiële activa 0 |
1 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 |
0 |
| Overige -132 |
139 |
derde kwartaal is de invloed van die aanpassing beperkt. Het model werd aangepast omdat een belangrijk deel van die hypotheekleningen een langetermijnherstructurering heeft ondergaan, wat aanleiding geeft tot veranderende kasstroomprofielen.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 30 | 25 |
| Waarvan CˇMSS | 29 | 23 |
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal | -678 | -657 |
| Indeling naar type | ||
| Actuele belastingen | -372 | -407 |
| Uitgestelde belastingen | -306 | -250 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 1 708 | 2 420 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 33,99% | 33,99% |
| Berekende winstbelastingen | -580 | -823 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| Verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | -31 | 126 |
| Belastingvrije winst | 182 | 140 |
| Aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | 17 | 17 |
| Aanpassingen beginsaldo uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | -1 | 0 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
59 | 3 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
1 | 1 |
| Terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | 0 | -14 |
| Overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven | -325 | -108 |
| Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen* |
201 | 207 |
* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is).
• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 31.
| (in miljoenen euro) | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Gewone winst per aandeel | ||
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 015 | 1 762 |
| Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid | -583 | -337 |
| Coupon op AT1-instrumenten1 | 0 | -41 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel | 432 | 1 384 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in duizenden eenheden) | 417 017 | 417 416 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,03 | 3,32 |
| Verwaterde winst per aandeel | ||
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 015 | 1 762 |
| Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid | -583 | -337 |
| Coupon op AT1-instrumenten1 | 0 | -41 |
| Nettoresultaat voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel | 432 | 1 384 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in duizenden eenheden) | 417 017 | 417 416 |
| Potentieel aantal aandelen die tot verwatering kunnen leiden (in duizenden eenheden)2 | 1 | 0 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen voor verwaterde winst (in duizenden eenheden) | 417 017 | 417 416 |
| Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 1,03 | 3,32 |
1 De 41 miljoen euro in 2014 omvat de 39 miljoen euro zoals vermeld in de tabel Geconsolideerde vermogensmutaties en 2 miljoen euro proratering voor de laatste 2 weken van het boekjaar.
2 Er wordt alleen rekening gehouden met de nog uitstaande personeelsopties die een verwaterende invloed kunnen hebben (waarbij de uitoefenprijs onder de marktprijs ligt en als daarvoor eigen aandelen werden aangekocht (800 eind 2013 en 486 eind 2014)).
• Definitie van gewone winst per aandeel en verwaterde winst per aandeel: zie Glossarium.
We delen financiële instrumenten op in categorieën of portefeuilles. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1b, onder Financiële activa en verplichtingen (IAS 39). Als er in dit deel sprake is van de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde, dan bedoelen we daarmee Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (reëlewaardeoptie).
| Aange | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| houden | Gewaar | Voor | Lenin | Tot einde | Tegen | ||||
| voor han | deerd te | verkoop | gen en | looptijd | Afdek | geamor | |||
| (in miljoenen euro) | delsdoel einden |
gen reële waarde1 |
beschik baar |
vorderin gen |
aange houden |
kings derivaten |
tiseerde kostprijs |
Totaal | Pro-forma totaal5 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | |||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en | |||||||||
| beleggingsondernemingena | 5 100 | 1 596 | 0 | 9 571 | – | – | – | 16 267c | 16 294 |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 706 | 774 | 0 | 118 892 | – | – | – | 120 371 | 121 534 |
| Disconto- en acceptkredieten | 0 | 0 | 0 | 605 | – | – | – | 605 | 605 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 3 322 | – | – | – | 3 322 | 3 322 |
| Hypotheekleningen | 0 | 34 | 0 | 51 583 | – | – | – | 51 617 | 51 617 |
| Termijnkredieten | 696 | 697 | 0 | 52 786 | – | – | – | 54 179 | 55 125 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 044 | – | – | – | 4 044 | 4 044 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 2 451 | – | – | – | 2 451 | 2 667 |
| Overige | 10 | 43 | 0 | 4 101 | – | – | – | 4 154 | 4 154 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 283 | 8 | 1 579 | – | – | – | – | 1 870 | 1 868 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 12 745 | – | – | – | – | – | 12 745 | 12 745 |
| Schuldinstrumenten | 2 974 | 1 319 | 25 728 | 1 690 | 31 323 | – | – | 63 034 | 62 168 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 2 385 | 771 | 17 337 | 118 | 29 630 | – | – | 50 240 | 49 409 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 268 | 195 | 3 289 | 154 | 1 040 | – | – | 4 946 | 4 911 |
| Van ondernemingen | 321 | 353 | 5 102 | 1 418 | 654 | – | – | 7 848 | 7 848 |
| Derivaten | 7 823 | – | – | – | – | 777 | – | 8 600 | 8 603 |
| Overige4 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Totaal | 16 885 | 16 441 | 27 307 | 130 153 | 31 323 | 777 | – | 222 887 | 223 212 |
| a Waarvan reverse repo's2 | 8 483 | – | |||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | 673 | – | |||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden | 8 094 | – | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | |||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingena |
141 | 1 636 | 0 | 10 812 | – | – | – | 12 590c | – |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 27 | 1 335 | 0 | 123 189 | – | – | – | 124 551 | – |
| Handelsvorderingen3 | 0 | 0 | 0 | 3 291 | – | – | – | 3 291 | – |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 2 770 | – | – | – | 2 770 | – |
| Hypotheekleningen | 0 | 33 | 0 | 53 123 | – | – | – | 53 156 | – |
| Termijnkredieten | 7 | 1 303 | 0 | 55 446 | – | – | – | 56 755 | – |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 138 | – | – | – | 4 138 | – |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 054 | – | – | – | 4 054 | – |
| Overige3 | 20 | 0 | 0 | 367 | – | – | – | 387 | – |
| Eigenvermogensinstrumenten | 303 | 3 | 1 826 | – | – | – | – | 2 132 | – |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 13 425 | – | – | – | – | – | 13 425 | – |
| Schuldinstrumenten | 2 894 | 1 763 | 30 564 | 1 207 | 31 799 | – | – | 68 227 | – |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 2 391 | 1 063 | 19 469 | 31 | 30 342 | – | – | 53 296 | – |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 297 | 293 | 4 427 | 159 | 859 | – | – | 6 035 | – |
| Van ondernemingen | 206 | 407 | 6 667 | 1 018 | 598 | – | – | 8 896 | – |
| Derivaten | 8 814 | – | – | – | – | 1 104 | – | 9 918 | – |
| Overige4 | 3 | – | – | 576 | 0 | 0 | – | 579 | |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 | – |
| a Waarvan reverse repo's2 | 3 319 | – | |||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | 1 389 | – | |||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden | 4 287 | – | |||||||
De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het maximale kredietrisico.
Een reverserepotransactie is een transactie waarbij een partij (KBC) effecten koopt van een andere partij en zich ertoe verbindt om die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de reverserepoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde reverserepotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk ontlenen van obligaties. Bij die ontlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij de tegenpartij. Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
Geïnspireerd op de nieuwe regels voor rapportering aan de ECB (Finrep) tellen we vanaf 2014 factoring (2,4 miljard euro op eind 2014, 2,2 miljard euro op eind 2013) niet meer bij Overige (in Leningen en voorschotten aan klanten), maar we tellen ze samen met de disconto- en acceptkredieten in Handelsvorderingen. Dat doen we met het oog op een transparantere productindeling. De referentiecijfers pasten we niet aan, om de aansluiting met het jaarverslag over 2013 te behouden.
Het betreft financiële activa die (vanaf 2014) doelbewust niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten om die post niet te flatteren met posten die geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.
ADB (Antwerpse Diamantbank) viel in 2013 onder IFRS 5 (en is dus niet opgenomen in de posten vermeld in deze toelichting), maar viel eind 2014 niet meer onder IFRS 5 (de geplande verkoop werd gewijzigd in een gecontroleerde afbouw). Om te kunnen vergelijken, geven we daarom in de pro-formakolom ook de cijfers voor 2013 inclusief ADB. Tegelijk halen we in die kolom ook het Transformation fund (pensioenfonds) in Tsjechië uit de pro-formacijfers omdat die entiteit in 2014 niet meer geconsolideerd wordt.
| Aange | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| houden | Gewaar | Voor | Lenin | Tot einde | Tegen | ||||
| voor han | deerd te | verkoop | gen en | looptijd | Afdek | geamor | |||
| (in miljoenen euro) | delsdoel einden |
gen reële waarde |
beschik baar |
vorderin gen |
aange houden |
kings derivaten |
tiseerde kostprijs |
Totaal | Pro-forma totaal3 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013 | |||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder | |||||||||
| nemingena | 939 | 896 | – | – | – | – | 12 884 | 14 719c | 14 733 |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 3 634 | 12 248 | – | – | – | – | 145 253 | 161 135 | 160 182 |
| Zichtdeposito's | 0 | 50 | – | – | – | – | 38 999 | 39 049 | 39 277 |
| Termijndeposito's | 3 347 | 7 786 | – | – | – | – | 43 837 | 54 970 | 54 973 |
| Depositoboekjes | 0 | 0 | – | – | – | – | 34 990 | 34 990 | 34 990 |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 335 | 1 335 | 1 335 |
| Overige deposito's | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 378 | 1 378 | 195 |
| Depositocertificaten | 0 | 6 | – | – | – | – | 3 540 | 3 546 | 3 546 |
| Kasbons | 0 | 0 | – | – | – | – | 473 | 473 | 473 |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare obligaties | 286 | 3 763 | – | – | – | – | 14 869 | 18 919 | 18 919 |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 643 | – | – | – | – | 5 832 | 6 475 | 6 475 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 11 787 | – | – | – | – | 0 | 11 787 | 11 787 |
| Derivaten | 8 161 | – | – | – | – | 1 678 | – | 9 838 | 9 844 |
| Baisseposities | 386 | – | – | – | – | – | – | 386 | 386 |
| In eigenvermogensinstrumenten | 40 | – | – | – | – | – | – | 40 | 40 |
| In schuldinstrumenten | 345 | – | – | – | – | – | – | 345 | 345 |
| Overige2 | – | – | – | – | – | – | 1 556 | 1 556 | 1 556 |
| Totaal | 13 119 | 24 931 | – | – | – | 1 678 | 159 693 | 199 421 | 198 488 |
| a Waarvan repo's1 | 1 672 | – | |||||||
| b Waarvan repo's1 | 10 655 | – | |||||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 3 307 | – | |||||||
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | |||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder nemingena |
60 | 1 004 | – | – | – | – | 16 628 | 17 692c | – |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 367 | 10 352 | – | – | – | – | 151 064 | 161 783 | – |
| Zichtdeposito's | 0 | 35 | – | – | – | – | 47 020 | 47 055 | – |
| Termijndeposito's | 69 | 8 028 | – | – | – | – | 41 638 | 49 735 | – |
| Depositoboekjes | 0 | 0 | – | – | – | – | 37 163 | 37 163 | – |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 715 | 1 715 | – |
| Overige deposito's | 0 | 14 | – | – | – | – | 555 | 569 | – |
| Depositocertificaten | 9 | 3 | – | – | – | – | 5 922 | 5 935 | – |
| Kasbons | 0 | 0 | – | – | – | – | 762 | 762 | – |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 | – |
| Niet-converteerbare obligaties | 289 | 1 732 | – | – | – | – | 12 741 | 14 761 | – |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 | – |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 540 | – | – | – | – | 3 549 | 4 088 | – |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 12 553 | – | – | – | – | 0 | 12 553 | – |
| Derivaten | 7 697 | – | – | – | – | 3 491 | – | 11 188 | – |
| Baisseposities | 325 | – | – | – | – | – | – | 325 | – |
| In eigenvermogensinstrumenten | 71 | – | – | – | – | – | – | 71 | – |
| In schuldinstrumenten | 254 | – | – | – | – | – | – | 254 | – |
| Overige2 | – | – | – | – | – | – | 2 103 | 2 104 | – |
| Totaal | 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 | – |
| a Waarvan repo's1 | 1 315 | – | |||||||
| b Waarvan repo's1 | 7 804 | – | |||||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 3 539 | – | |||||||
Een repotransactie is een transactie waarbij een partij effecten koopt van een andere partij (KBC) en zich ertoe verbindt om die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de repoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde repotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk uitlenen van obligaties. Bij die uitlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij KBC. Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa.
Het betreft financiële verplichtingen die doelbewust niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten om die post niet te flatteren met posten die geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
ADB (Antwerpse Diamantbank) viel in 2013 onder IFRS 5 (en is dus niet opgenomen in de posten vermeld in deze toelichting), maar viel eind 2014 niet meer onder IFRS 5 (de geplande verkoop werd gewijzigd in een gecontroleerde afbouw). Om te kunnen vergelijken, geven we daarom in de pro-formakolom ook de cijfers voor 2013 inclusief ADB. Tegelijk halen we in die kolom ook het Transformation fund (pensioenfonds) in Tsjechië uit de pro-formacijfers omdat die entiteit in 2014 niet meer geconsolideerd wordt.
Herclassificaties: zie Toelichting 28.
handelsdoeleinden 280 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 764 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 454 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 4 378 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 5 673 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 277 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 769 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 470 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 157 miljoen euro). Eind 2013 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties met een boekwaarde van 7 086 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 630 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 101 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 1 911 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 4 445 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 6 864 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 569 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 103 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 1 889 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 304 miljoen euro). Noteer: KBC had eind 2013 en eind 2014 minder getransfereerde effecten op zijn balans dan uitstaande repotransacties. De reden is dat uit reverse repo's verkregen effecten vaak gebruikt worden voor repotransacties. Die effecten staan niet op de balans en vallen dus ook niet in de scope van de in deze paragraaf vermelde disclosure.
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor han delsdoel einden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Leningen en vorde ringen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kingsderi vaten |
Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | ||||||||
| België | 2 143 | 1 027 | 8 584 | 74 759 | 15 445 | 45 | – | 102 004 |
| Centraal- en Oost-Europa | 7 907 | 646 | 6 510 | 27 960 | 8 774 | 293 | – | 52 089 |
| Rest | 6 835 | 14 768 | 12 213 | 27 434 | 7 104 | 439 | – | 68 794 |
| Totaal | 16 885 | 16 441 | 27 307 | 130 153 | 31 323 | 777 | – | 222 887 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||||
| België | 2 543 | 1 104 | 8 804 | 78 358 | 16 744 | 87 | – | 107 641 |
| Centraal- en Oost-Europa | 2 221 | 491 | 5 290 | 28 286 | 8 183 | 112 | – | 44 584 |
| Rest | 7 418 | 16 567 | 18 295 | 29 139 | 6 872 | 905 | – | 79 197 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013 | ||||||||
| België | 1 815 | 11 979 | – | – | – | 94 | 86 316 | 100 204 |
| Centraal- en Oost-Europa | 5 141 | 942 | – | – | – | 464 | 35 451 | 41 999 |
| Rest | 6 163 | 12 010 | – | – | – | 1 119 | 37 926 | 57 218 |
| Totaal | 13 119 | 24 931 | – | – | – | 1 678 | 159 693 | 199 421 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||||
| België | 1 436 | 12 635 | – | – | – | 231 | 92 010 | 106 313 |
| Centraal- en Oost-Europa | 1 033 | 838 | – | – | – | 81 | 35 597 | 37 549 |
| Rest | 5 979 | 10 435 | – | – | – | 3 179 | 42 189 | 61 782 |
| Totaal | 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 |
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor han delsdoel einden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Leningen en vorde ringen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kings derivaten |
Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 7 368 | 2 525 | 6 214 | 43 158 | 1 662 | – | – | 60 927 |
| Meer dan 1 jaar | 1 412 | 7 839 | 19 381 | 78 504 | 29 662 | – | – | 136 797 |
| Niet bepaald* | 8 105 | 6 077 | 1 713 | 8 491 | 0 | 777 | – | 25 163 |
| Totaal | 16 885 | 16 441 | 27 307 | 130 153 | 31 323 | 777 | – | 222 887 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 1 322 | 3 146 | 3 647 | 47 279 | 2 213 | – | – | 57 608 |
| Meer dan 1 jaar | 1 593 | 8 760 | 26 826 | 81 592 | 29 586 | – | – | 148 357 |
| Niet bepaald* | 9 267 | 6 257 | 1 916 | 6 912 | 0 | 1 104 | – | 25 456 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 4 803 | 10 784 | – | – | – | – | 92 520 | 108 107 |
| Meer dan 1 jaar | 119 | 9 649 | – | – | – | – | 29 856 | 39 624 |
| Niet bepaald* | 8 197 | 4 498 | – | – | – | 1 678 | 37 317 | 51 689 |
| Totaal | 13 119 | 24 931 | – | – | – | 1 678 | 159 693 | 199 421 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 517 | 9 480 | – | – | – | – | 99 643 | 109 639 |
| Meer dan 1 jaar | 158 | 9 576 | – | – | – | – | 31 306 | 41 040 |
| Niet bepaald* | 7 774 | 4 853 | – | – | – | 3 491 | 38 847 | 54 965 |
| Totaal | 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 |
* Met Niet bepaald bedoelen we dat de vervaldag onbepaald is of dat het niet zinvol is het financiële instrument volgens vervaldag te klasseren. De financiële activa met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten en tradingaandelen (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden), een groot deel van de beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde), aandelen voor verkoop beschikbaar (kolom Voor verkoop beschikbaar) en voorschotten in rekening-courant en oninbare/dubieuze vorderingen (kolom Leningen en vorderingen). De financiële verplichtingen met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de depositoboekjes (kolom Tegen geamortiseerde kostprijs), de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden) en een groot deel van de schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde).
• Het verschil tussen de financiële activa op korte termijn en de financiële verplichtingen op korte termijn is onder meer een weerspiegeling van de basisactiviteit van een bank, namelijk het omzetten van deposito's op kortere termijn in kredieten op langere termijn. Dat leidt tot een groter volume van deposito's op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële verplichtingen) dan kredieten op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële activa). Die verhouding geeft aanleiding tot een liquiditeitsrisico. Meer informatie over het liquiditeitsrisico en de bewaking ervan vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor handels doeleinden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Lenin gen en vorderin gen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kingsderi vaten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (unimpaired) |
16 885 | 16 441 | 27 094 | 122 503 | 31 322 | 777 | 215 022 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 331 | 13 230 | 9 | – | 13 570 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -117 | -5 580 | -8 | – | -5 705 |
| Totaal | 16 885 | 16 441 | 27 307 | 130 153 | 31 323 | 777 | 222 887 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (unimpaired) |
12 182 | 18 163 | 32 153 | 128 330 | 31 798 | 1 104 | 223 730 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 361 | 13 255 | 6 | – | 13 621 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -124 | -5 801 | -5 | – | -5 930 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | 231 421 |
• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat.
Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast worden voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op
portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toegepast door middel van een formule die rekening houdt met de expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).
• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om
de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.
| (in miljoenen euro) | Voor verkoop beschikbaar | Tot einde looptijd aangehouden |
Leningen en vorderingen | Voorzieningen voor verbin teniskredieten buiten balans* |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vastrentende activa |
Aandelen | Vastrentende activa |
Met individu ele bijzondere waardever mindering |
Met op porte feuillebasis berekende bijzondere waardever mindering |
||
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2013 | ||||||
| Beginsaldo | 0 | 148 | 8 | 4 488 | 227 | 92 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 10 | 24 | 0 | 2 311 | 144 | 63 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | -638 | -108 | -59 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -6 | 0 | -601 | 0 | -9 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -10 | -40 | 0 | -16 | 1 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | -10 | 0 | -226 | -3 | 25 |
| Eindsaldo | 0 | 117 | 8 | 5 319 | 261 | 114 |
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2014 | ||||||
| Beginsaldo | 0 | 117 | 8 | 5 319 | 261 | 114 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 0 | 30 | 0 | 1 295 | 64 | 32 |
| Teruggenomen | 0 | -2 | -1 | -620 | -130 | -55 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -16 | 0 | -439 | 0 | -3 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | -5 | 0 | -34 | 1 | 9 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 174 | 5 | 0 |
| Overige | 0 | -1 | -3 | -96 | 0 | 61 |
| Eindsaldo | 0 | 124 | 5 | 5 600 | 201 | 158 |
* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.
• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 14.
• Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.
| (in miljoenen euro) 31-12-2013 |
Minder dan 30 dagen achter stallig |
30 of meer, maar minder dan 90 dagen achterstallig |
|---|---|---|
| Leningen en voorschotten | 3 099 | 1 171 |
| Schuldinstrumenten | 0 | 0 |
| Derivaten | 0 | 0 |
| Totaal | 3 099 | 1 171 |
| 31-12-2014 | ||
| Leningen en voorschotten | 2 173 | 603 |
| Schuldinstrumenten | 0 | 0 |
| Derivaten | 0 | 0 |
| Totaal | 2 173 | 603 |
• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als
achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.
• Zie Toelichtingen 22 en 40.
• Zie hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto | Ontvangen waarborgen/ collateral |
Netto | Bruto | Ontvangen waarborgen/ collateral |
Netto | |
| Maximaal kredietrisico | ||||||
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 870 | 0 | 1 870 | 2 132 | 0 | 2 132 |
| Schuldinstrumenten | 63 034 | 76 | 62 957 | 68 227 | 59 | 68 167 |
| Leningen en voorschotten | 136 638 | 74 239 | 62 399 | 137 140 | 69 842 | 67 298 |
| Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde | 2 369 | 2 238 | 131 | 2 971 | 2 588 | 384 |
| Derivaten | 8 600 | 2 027 | 6 573 | 9 918 | 3 253 | 6 664 |
| Overige (inclusief geprorateerde rente) | 26 545 | 4 246 | 22 299 | 28 271 | 4 246 | 24 025 |
| Totaal | 236 687 | 80 589 | 156 099 | 245 687 | 77 401 | 168 286 |
• Maximaal kredietrisico van een financieel actief: meestal de brutoboekwaarde na aftrek van de bijzondere waardeverminderingen. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. Die zijn opgenomen onder de post Overige in de tabel.
| Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare netting-raamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten |
Brutobedrag van erkende financiële in strumenten |
bedragen van erkende financiële instru menten die verrekend worden (netting) |
Nettobe dragen van financiële in strumenten gepresen teerd op de balans |
Bedragen die niet verrekend worden op de balans (netting) |
Nettobedrag | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Financiële instrumen ten |
Kaswaar borgen |
Effecten waarborgen |
||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | |||||||
| Derivaten | 9 054 | 454 | 8 600 | 4 992 | 1 813 | 0 | 1 795 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 8 597 | 0 | 8 597 | 4 992 | 1 813 | 0 | 1 792 |
| Derivaten met central clearing houses | 457 | 454 | 3 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
9 156 | 0 | 9 156 | 539 | 0 | 8 608 | 8 |
| Reverse repo's | 9 156 | 0 | 9 156 | 539 | 0 | 8 608 | 8 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 18 210 | 454 | 17 756 | 5 531 | 1 813 | 8 608 | 1 804 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | |||||||
| Derivaten | 12 390 | 2 473 | 9 918 | 5 190 | 2 505 | 0 | 2 223 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 910 | 0 | 9 910 | 5 190 | 2 505 | 0 | 2 215 |
| Derivaten met central clearing houses | 2 481 | 2 473 | 8 | 0 | 0 | 0 | 8 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
6 415 | 1 707 | 4 708 | 645 | 0 | 4 047 | 15 |
| Reverse repo's | 6 415 | 1 707 | 4 708 | 645 | 0 | 4 047 | 15 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 18 805 | 4 180 | 14 626 | 5 835 | 2 505 | 4 047 | 2 238 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013 | |||||||
| Derivaten | 10 293 | 454 | 9 838 | 4 992 | 2 626 | 0 | 2 220 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 834 | 0 | 9 834 | 4 992 | 2 626 | 0 | 2 216 |
| Derivaten met central clearing houses | 459 | 454 | 4 | 0 | 0 | 0 | 4 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
12 327 | 0 | 12 327 | 539 | 0 | 11 778 | 9 |
| Repo's | 12 327 | 0 | 12 327 | 539 | 0 | 11 778 | 9 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 22 619 | 454 | 22 165 | 5 531 | 2 626 | 11 778 | 2 230 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | |||||||
| Derivaten | 13 660 | 2 473 | 11 188 | 5 190 | 3 871 | 0 | 2 127 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 11 184 | 0 | 11 184 | 5 190 | 3 871 | 0 | 2 124 |
| Derivaten met central clearing houses | 2 476 | 2 473 | 3 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
10 827 | 1 707 | 9 120 | 645 | 0 | 8 470 | 4 |
| Repo's | 10 827 | 1 707 | 9 120 | 645 | 0 | 8 470 | 4 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 24 487 | 4 180 | 20 307 | 5 835 | 3 871 | 8 471 | 2 131 |
Bruto-
niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.
kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread of, in afwezigheid daarvan, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten gelijkaardige karakteristieken vertonen met de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Mede als gevolg van de Asset Quality Review werd in het vierde kwartaal van 2014 het CVA-model aangepast volgens de hierboven beschreven methode, met een beperkte positieve invloed op het resultaat. Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (in miljoenen euro) |
Leningen en vorderingen | Financiële activa tot einde looptijd aangehouden |
tegen geamortiseerde kostprijs | Financiële verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
9 571 | 9 814 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 118 892 | 120 501 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 690 | 1 646 | 31 323 | 32 657 | – | – |
| Totaal | 130 153 | 131 961 | 31 323 | 32 657 | – | – |
| Niveau 1 | – | 1 416 | – | 30 193 | – | – |
| Niveau 2 | – | 25 692 | – | 1 789 | – | – |
| Niveau 3 | – | 104 853 | – | 675 | – | – |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
11 388 | 11 529 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 123 189 | 126 392 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 207 | 1 400 | 31 799 | 36 001 | – | – |
| Totaal | 135 784 | 139 322 | 31 799 | 36 001 | – | – |
| Niveau 1 | – | 929 | – | 34 848 | – | – |
| Niveau 2 | – | 19 992 | – | 984 | – | – |
| Niveau 3 | – | 118 401 | – | 169 | – | – |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
– | – | – | – | 12 884 | 14 175 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 145 253 | 148 049 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 1 556 | 1 570 |
| Totaal | – | – | – | – | 159 693 | 163 794 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 1 122 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 85 104 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 77 569 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
– | – | – | – | 16 628 | 17 887 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 151 064 | 153 732 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 2 103 | 1 981 |
| Totaal | – | – | – | – | 169 796 | 173 601 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 1 052 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 78 637 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 93 911 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarderingshiërarchie | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings ondernemingen |
0 | 5 100 | 0 | 5 100 | 0 | 141 | 0 | 141 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 0 | 706 | 0 | 706 | 0 | 27 | 0 | 27 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 265 | 18 | 1 | 283 | 294 | 8 | 0 | 303 |
| Schuldinstrumenten | 2 290 | 341 | 342 | 2 974 | 1 998 | 634 | 262 | 2 894 |
| Waarvan overheidsobligaties | 2 068 | 261 | 55 | 2 385 | 1 872 | 487 | 32 | 2 391 |
| Derivaten | 1 | 5 681 | 2 141 | 7 823 | 1 | 6 492 | 2 321 | 8 814 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 0 | 3 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings ondernemingen |
0 | 1 595 | 0 | 1 596 | 0 | 1 636 | 0 | 1 636 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 0 | 749 | 24 | 774 | 0 | 1 309 | 26 | 1 335 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 2 | 0 | 5 | 8 | 3 | 0 | 0 | 3 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 12 605 | 140 | 0 | 12 745 | 13 270 | 156 | 0 | 13 425 |
| Schuldinstrumenten | 836 | 131 | 352 | 1 319 | 1 278 | 149 | 337 | 1 763 |
| Waarvan overheidsobligaties | 716 | 23 | 32 | 771 | 1 034 | 29 | 0 | 1 063 |
| Voor verkoop beschikbaar | ||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 226 | 53 | 300 | 1 579 | 1 432 | 0 | 393 | 1 826 |
| Schuldinstrumenten | 20 218 | 4 038 | 1 472 | 25 728 | 26 349 | 3 051 | 1 163 | 30 564 |
| Waarvan overheidsobligaties | 14 874 | 1 999 | 465 | 17 337 | 18 331 | 982 | 156 | 19 469 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 777 | 0 | 777 | 0 | 1 104 | 0 | 1 104 |
| Totaal | 37 444 | 19 330 | 4 637 | 61 411 | 44 624 | 14 711 | 4 503 | 63 839 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 0 | 939 | 0 | 939 | 0 | 60 | 0 | 60 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 0 | 3 532 | 102 | 3 634 | 0 | 326 | 41 | 367 |
| Derivaten | 1 | 5 617 | 2 542 | 8 161 | 2 | 5 359 | 2 335 | 7 697 |
| Baisseposities | 373 | 0 | 13 | 386 | 325 | 0 | 0 | 325 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 0 | 896 | 0 | 896 | 0 | 1 004 | 0 | 1 004 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 0 | 11 704 | 543 | 12 248 | 0 | 9 928 | 424 | 10 352 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 11 787 | 0 | 0 | 11 787 | 12 552 | 1 | 0 | 12 553 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 1 678 | 0 | 1 678 | 0 | 3 491 | 0 | 3 491 |
| Totaal | 12 161 | 24 365 | 3 201 | 39 728 | 12 879 | 20 170 | 2 800 | 35 848 |
• De IAS 39-waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus. De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1.
Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn op een eenvoudige wijze en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. Het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten die beschikken over gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, is gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in beschouwing zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Daarnaast weerspiegelen waarneembare parameters een actieve markt. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: de verdiscontering van toekomstige kasstromen, de vergelijking met de huidige of recente
reële waarde van een ander soortgelijk instrument, en prijsstelling door derden, op voorwaarde dat die prijs in de lijn ligt van alternatieve observeerbare marktgegevens.
Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
| Soort instrument | Producten | Type waardering | |
|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn |
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten |
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt) |
| (Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps, commodity swaps, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
||
| Plain vanilla / liquide derivaten | Caps en floors, renteopties, Europese en Amerikaanse aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, constant maturity swaps (CMS), European cancelable IRS, compound options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
|
| Credit default swaps (CDS) | CDS-model op basis van credit spreads | ||
| Niveau 2 | Lineaire financiële activa (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
| Asset Backed Securities | Halfliquide asset backed securities | Prijsstelling door derden (bv. leadmanager); prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva), hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
|
| Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) | Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|
| Exotische derivaten | Target profit forwards, target strike forwards, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, Aziatische aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, double average rate options, inflatieopties, cancelable reverse floaters, American and Bermudan cancelable IRS, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, outperformance options, autocallable options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet waarneembare parameters (bv. correlatie) |
|
| Niveau 3 | Illiquide instrumenten met kredietkoppeling | Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de EVCA (European Private Equity & Venture Capital Association) |
|
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
Prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk ten gevolge van gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet-observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2013 (in miljoenen euro)
| Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3 | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Voor verkoop beschikbaar |
Afdek kings - derivaten |
|||||||||
| voorschotten Leningen en |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Derivaten | voorschotten Leningen en |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Eigenvermogens instrumenten |
Schuldinstrumenten | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 197 | 0 | 523 | 3 041 | 27 | 50 | 0 | 269 | 1 117 | 1 660 | 0 |
| Winsten en verliezen | 0 | -7 | 0 | 31 | -186 | 3 | -11 | 0 | 161 | 8 | -100 | 0 |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | -7 | 0 | 31 | -186 | 3 | -11 | 0 | 161 | 3 | 1 | 0 |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | -101 | 0 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 | 183 | 287 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 | 743 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -219 | -21 | 0 | -7 | 0 | -49 | -840 | -179 | 0 |
| Afwikkelingen | 0 | -170 | 0 | -19 | -664 | -4 | 0 | 0 | 0 | 0 | -498 | 0 |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 25 | 102 | 0 | 0 | 0 | 23 | 3 | 107 | 0 |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | -153 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -223 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -26 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | -1 | 0 | -16 | -13 | -1 | -1 | 0 | -14 | -1 | -15 | 0 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | -19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | -13 | -406 | 0 | 0 | 0 | -38 | 0 | -24 | 0 |
| Eindsaldo | 0 | 1 | 0 | 342 | 2 141 | 24 | 5 | 0 | 352 | 300 | 1 472 | 0 |
| Totale winsten (positieve cijfers) en verliezen (negatieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor activa aan het einde van de periode |
0 | 0 | 0 | 37 | -205 | 3 | -10 | 0 | 157 | 0 | 37 | 0 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3 | ||||||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Afdekkings derivaten |
||||||||||
| kredietinstellingen Deposito's van |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
beleggingscontracten Schulden m.b.t. |
Derivaten | Baisseposities | Overige | Deposito's van | Deposito's van klan kredietinstellingen |
ten en schuldpapier | beleggingscontracten Schulden m.b.t. |
Overige | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 181 | 0 | 4 979 | 0 | 0 | 0 1 366 |
0 | 44 | 0 | ||
| Winsten en verliezen | 0 | 36 | 0 | -1 267 | 0 | 0 | 0 41 |
0 | 0 | 0 | ||
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 36 | 0 | -1 267 | 0 | 0 | 0 41 |
0 | 0 | 0 | ||
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Uitgiften | 0 | 0 | 0 | 250 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Terugkopen | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Afwikkelingen | 0 | -97 | 0 | -829 | 0 | 0 | 0 -368 |
0 | -44 | 0 | ||
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht van/naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0 | -5 | 0 | -23 | 0 | 0 | 0 | -8 | 0 | 0 | 0 | |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige 0 -13 0 -567 0 0 0 -488 0 0 0 Eindsaldo 0 102 0 2 542 13 0 0 543 0 0 0 Totale winsten (negatieve cijfers) en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies-
rekening voor verplichtingen aan het einde van de periode 0 34 0 -1 214 0 0 0 39 0 0 0
* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Voor verkoop beschikbaar |
Afdek kings - derivaten |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| voorschotten Leningen en |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Derivaten | voorschotten Leningen en |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Eigenvermogens instrumenten |
Schuldinstrumenten | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 1 | 0 | 342 | 2 141 | 24 | 5 | 0 | 352 | 300 | 1 472 | 0 |
| Winsten en verliezen | 0 | 0 | 0 | 17 | 253 | 1 | 0 | 0 | 0 | 41 | -11 | 0 |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 0 | 0 | 17 | 253 | 1 | 0 | 0 | 0 | 4 | -24 | 0 |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 37 | 13 | 0 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 | 2 | 305 | 0 | 0 | 0 | 18 | 23 | 835 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -20 | -77 | 0 | -5 | 0 | -2 | -6 | -74 | 0 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 | 0 | -61 | -312 | -3 | 0 | 0 | -16 | -1 | -464 | 0 |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 110 | 0 |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | -31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -687 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 14 | 11 | 3 | 0 | 0 | 36 | 0 | 1 | 0 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -22 | -3 | -20 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -29 | 39 | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 0 | 0 | 0 | 263 | 2 321 | 26 | 0 | 0 | 337 | 393 | 1 163 | 0 |
| Totale winsten (positieve cijfers) en verliezen (negatieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor activa aan het einde van de periode Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3 |
0 | 0 | 0 | 22 | 304 | 1 | 1 | 0 | 10 | -1 | 6 | 0 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Afdekkings derivaten |
||||||||||
| Deposito's van kre dietinstellingen |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
beleggingscontracten Schulden m.b.t. |
Derivaten | Baisseposities | Overige | kredietinstellingen Deposito's van |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
Schulden m.b.t. be | leggingscontracten | Overige | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 102 | 0 | 2 542 | 13 | 0 | 0 | 543 | 0 | 0 | 0 | |
| Winsten en verliezen | 0 | 1 | 0 | -58 | 0 | 0 | 0 | -25 | 0 | 0 | 0 | |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 1 | 0 | -58 | 0 | 0 | 0 | -25 | 0 | 0 | 0 | |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Uitgiften | 0 | 0 | 0 | 293 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Terugkopen | 0 | -5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -119 | 0 | 0 | 0 | |
| Afwikkelingen | 0 | -66 | 0 | -452 | -13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht van/naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 7 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 23 | 0 | 0 | 0 | |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Eindsaldo | 0 | 41 | 0 | 2 335 | 0 | 0 | 0 | 424 | 0 | 0 | 0 | |
| Totale winsten (negatieve cijfers) |
en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verliesrekening voor verplichtingen aan
het einde van de periode 0 0 0 329 0 0 0 -8 0 0 0
* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.
naar een verwaarloosbaar bedrag op 31 december 2014. De overblijvende kleine waardeschommelingen zijn toe te schrijven aan het feit dat er nog tot november 2017 voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Die CDO-notes kunnen nog in waarde schommelen, vooral door de ontwikkeling van de credit spreads op de onderliggende portefeuille.
| (in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening* | -62 | -2 |
| Totale gecumuleerde invloed op balansdatum | -32 | -31 |
* Verschilt licht van de in Toelichting 2 vermelde bedragen omdat in die toelichting de groepsvennootschappen met zeer beperkte bedragen niet zijn opgenomen.
• De reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening houdt rekening met het eigen kredietrisico. Het grootste deel van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening betreft KBC Ifima-uitgiften. Voor de waardering van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening houden we rekening met het eigen kredietrisico door het gebruik van de
effectieve financieringsspread van KBC. De totale reële waarde van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening bedroeg ongeveer 2 miljard euro op 31 december 2014, rekening houdend met het eigen kredietrisico van KBC. Resultaten van gevoeligheidstoetsen op de totale reële waarde van KBC Ifimauitgiften waarbij de effectieve financieringsspread verschoven wordt, worden weergegeven in de onderstaande tabel.
| Spreads -50% |
Spreads -20% |
Spreads -10% |
Spreads +10% |
Spreads +20% |
Spreads +50% |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | -0,02 | -0,01 | -0,00 | +0,00 | +0,01 | +0,02 |
| 31-12-2014 | -0,01 | -0,00 | -0,00 | +0,00 | +0,00 | +0,01 |
• Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het eigen kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,1 miljard euro).
| (in miljoenen euro) | |||
|---|---|---|---|
| Boekwaarde | 890 | ||
| Reële waarde | 950 | ||
| Indien niet geherklasseerd (voor verkoop beschikbaar) |
Na herclassificatie (leningen en vorderingen) |
Invloed | |
| Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa), vóór belastingen |
-50 | -110 | -60 |
| Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen | 0 | 2 | 2 |
• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa aan te houden voor de voorzienbare toekomst of tot op de vervaldag. KBC heeft ervoor gekozen om die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. Bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 60 miljoen
euro op het eigen vermogen en in een positieve invloed van 2 miljoen euro op de winst-en-verliesrekening.
| Voor handelsdoeleinden | Microhedging: reëlewaardeafdekkingen | Microhedging: kasstroomafdekkingen* | Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een |
portefeuille | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
|||||||||
| (in miljoenen euro) | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
kocht Aange- |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht |
| 31-12-2013 | ||||||||||||||||
| Totaal | 7 823 | 8 161 | 373 075 | 358 437 | 218 | 239 | 19 286 | 19 286 | 553 | 1 303 | 26 234 | 26 189 | 6 | 136 | 2 782 | 2 782 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 4 734 | 4 912 | 226 742 | 215 826 | 218 | 239 | 19 286 | 19 286 | 532 | 1 238 | 25 962 | 25 962 | 6 | 136 | 2 782 | 2 782 |
| Renteswaps | 3 760 | 4 495 | 162 160 | 162 265 | 218 | 239 | 19 286 | 19 286 | 532 | 1 238 | 25 962 | 25 962 | 6 | 136 | 2 782 | 2 782 |
| Rentetermijncontracten | 1 | 0 | 2 202 | 2 717 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 2 | 2 | 10 948 | 5 410 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 970 | 414 | 51 432 | 45 433 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutacontracten | 930 | 667 | 96 048 | 97 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 | 64 | 271 | 226 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutatermijncontracten | 148 | 87 | 13 105 | 13 037 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valuta- en renteswaps | 698 | 517 | 75 200 | 75 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 | 64 | 271 | 226 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 190 | 190 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 84 | 63 | 7 553 | 8 626 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 1 763 | 1 895 | 32 755 | 31 857 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelenswaps | 1 420 | 1 439 | 29 180 | 29 176 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 344 | 456 | 3 575 | 2 681 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Warrants | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 365 | 657 | 16 961 | 13 084 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditdefaultswaps | 365 | 657 | 16 961 | 13 084 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditspreadopties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totalreturnswaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
30 | 30 | 570 | 568 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.
| Voor handelsdoeleinden | Microhedging: reëlewaardeafdekkingen | Microhedging: kasstroomafdekkingen* | Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een |
portefeuille | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde | |||||||||||||
| Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | |||||||||
| (in miljoenen euro) | Activa | Verplich tingen |
Aangekocht | Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aangekocht | Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aangekocht | Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aangekocht | Verkocht |
| 31-12-2014 | ||||||||||||||||
| Totaal | 8 814 | 7 697 | 380 492 | 377 541 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 650 | 2 610 | 25 711 | 25 647 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 5 304 | 4 596 | 217 557 | 214 711 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 642 | 2 600 | 25 525 | 25 525 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Renteswaps | 4 120 | 4 056 | 148 425 | 149 039 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 642 | 2 600 | 25 525 | 25 525 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Rentetermijncontracten | 0 | 3 | 1 880 | 2 385 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 3 | 3 | 12 879 | 13 727 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 1 181 | 534 | 54 374 | 49 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutacontracten | 1 339 | 982 | 125 336 | 126 203 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 | 10 | 186 | 122 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutatermijncontracten | 189 | 180 | 17 419 | 17 394 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 31 | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valuta- en renteswaps | 1 028 | 621 | 95 689 | 95 268 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 | 9 | 155 | 91 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 284 | 284 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 121 | 180 | 11 944 | 13 257 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 2 016 | 2 022 | 32 162 | 31 912 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelenswaps | 1 674 | 1 704 | 30 120 | 30 120 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 342 | 318 | 2 042 | 1 793 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Warrants | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 105 | 46 | 4 826 | 4 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditdefaultswaps | 105 | 46 | 4 826 | 4 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditspreadopties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totalreturnswaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
51 | 51 | 611 | 611 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.
marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 20 | -20 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 30 | -57 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 97 | -132 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 171 | -369 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 446 | -987 |
| Meer dan 5 jaar | 1 289 | -2 405 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 233 | 1 480 |
| Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen | 322 | 349 |
| Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen | 30 | 13 |
| Overige vorderingen en opgevraagd, niet-gestort kapitaal | 0 | 0 |
| Deposito's bij cederende ondernemingen | 13 | 13 |
| Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) | 370 | 281 |
| Overige | 498 | 824 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 242 | 88 |
| Actuele belastingverplichtingen | 109 | 98 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 1 072 | 1 127 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 1 856 | 2 279 |
| Personeelsbeloningen | 117 | 198 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 660 | 540 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 45 | 48 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 25 | 53 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 309 | 230 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
296 | 267 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
342 | 844 |
| Technische voorzieningen | 36 | 33 |
| Overige | 26 | 65 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 784 | 1 152 |
| Personeelsbeloningen | 6 | 2 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 103 | 101 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 0 | 1 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 17 | 7 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
45 | 48 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
454 | 776 |
| Technische voorzieningen | 87 | 126 |
| Overige | 72 | 89 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1 481 | 1 726 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 409 | 599 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden* | 1 204 | 1 283 |
* Aangepast cijfer voor 2013.
• Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.
euro;
financiële activa: -8 miljoen euro;
De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met:
Toename van de uitgestelde belastingverplichtingen via resultaat: +34 miljoen euro (hoofdzakelijk als gevolg van de toename in de uitgestelde belastingsverplichtingen voor technische voorzieningen: +38 miljoen euro);
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Totaal | 182 | 204 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| CˇMSS | 175 | 175 |
| Overige | 7 | 28 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 182 | 204 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| MUTATIETABEL | 2013 | 2014 |
| Beginsaldo, 1 januari | 212 | 182 |
| Overnames | 0 | 0 |
| Boekwaarde overboekingen | 0 | 0 |
| Aandeel in het resultaat voor de periode | 30 | 25 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | -41 | -30 |
| Aandeel in de winsten en verliezen niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening | -5 | 11 |
| Omrekeningsverschillen | -14 | 0 |
| Wijzigingen in goodwill | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 0 | 16 |
| Eindsaldo, 31 december | 182 | 204 |
Financiële activa: 3 089 (2 721)
Niet-financiële activa: 28 (464)
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 2 457 | 2 278 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 598 | 568 | |||
| Huurinkomsten | 74 | 66 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 39 | 18 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 1 | 1 | |||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT-apparatuur | Overige uitrusting |
Totaal materiële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2013 | |||||
| Beginsaldo | 1 454 | 151 | 965 | 2 571 | 638 |
| Aanschaffingen | 20 | 48 | 385 | 452 | 21 |
| Vervreemdingen | -5 | -1 | -162 | -168 | -18 |
| Afschrijvingen | -76 | -65 | -28 | -169 | -27 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -23 | 0 | 0 | -23 | -24 |
| Teruggenomen | 7 | 0 | 1 | 8 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden |
|||||
| afgestoten | -4 | 0 | 0 | -5 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -24 | 0 | -8 | -32 | -1 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 14 | 1 | 0 | 15 | -11 |
| Overige mutaties | -1 | -2 | -190 | -192 | 20 |
| Eindsaldo | 1 362 | 133 | 962 | 2 457 | 598 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 131 | 333 | 592 | 2 056 | 310 |
| Waarvan kosten van activa in opbouw | 25 | 8 | 22 | 55 | – |
| Waarvan financiële leasing als leasingnemer | 0 | 0 | 0 | 0 | – |
| Reële waarde 31-12-2013 | – | – | – | – | 711 |
| 2014 | |||||
| Beginsaldo | 1 362 | 133 | 962 | 2 457 | 598 |
| Aanschaffingen | 78 | 42 | 321 | 441 | 19 |
| Vervreemdingen | -152 | -1 | -126 | -279 | -49 |
| Afschrijvingen | -72 | -55 | -27 | -154 | -28 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -1 | -6 | -1 | -8 | 0 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden |
|||||
| afgestoten | -20 | 0 | 0 | -20 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -4 | -1 | -2 | -7 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 8 | 0 | 0 | 8 | 33 |
| Overige mutaties | 2 | -1 | -163 | -162 | -5 |
| Eindsaldo Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en |
1 202 | 111 | 965 | 2 278 | 568 |
| bijzondere waardeverminderingen | 1 142 | 338 | 624 | 2 104 | 328 |
| Waarvan kosten van activa in opbouw | 31 | 9 | 22 | 62 | – |
| Waarvan financiële leasing als leasingnemer | 0 | 0 | 0 | 0 | – |
| Reële waarde 31-12-2014 | – | – | – | – | 716 |
kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).
• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.
| Intern ontwikkelde |
Extern ontwikkelde |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Goodwill | software | software | Overige | Totaal |
| 2013 | |||||
| Beginsaldo | 987 | 191 | 117 | 27 | 1 322 |
| Aanschaffingen | 0 | 55 | 57 | 4 | 116 |
| Vervreemdingen | 0 | -17 | -5 | -1 | -24 |
| Wijzigingen uit latere identificaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen | 0 | -51 | -44 | -4 | -99 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -7 | 0 | 0 | -1 | -9 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor | |||||
| verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -24 | 0 | -1 | -1 | -26 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -6 | 2 | 14 | -14 | -4 |
| Eindsaldo | 950 | 180 | 138 | 9 | 1 276 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 1 202 | 420 | 571 | 52 | 2 245 |
| 2014 | |||||
| Beginsaldo | 950 | 180 | 138 | 9 | 1 276 |
| Aanschaffingen | 0 | 56 | 91 | 6 | 153 |
| Vervreemdingen Wijzigingen uit latere identificaties |
0 0 |
-16 0 |
-5 0 |
-7 0 |
-28 0 |
| Afschrijvingen | 0 | -59 | -50 | -1 | -110 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | 0 | -22 | -1 | 0 | -23 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor | |||||
| verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -16 | 0 | -2 | 0 | -18 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -8 | 0 | -8 |
| Overige mutaties | -1 | 26 | -8 | 0 | 17 |
| Eindsaldo | 933 | 165 | 153 | 7 | 1 258 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 1 202 | 497 | 567 | 52 | 2 318 |
langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal twintig jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macroeconomische omgeving. Voor de bepaling van de terminale groeivoet gebruiken we een langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet na belastingen toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC activiteiten uitoefent in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke Discounted Cash Flow-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen: de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.
• Multiple analyse: we berekenen het realiseerbare bedrag van een investering in verhouding tot de waarde van vergelijkbare bedrijven. Daarbij bepalen we de waarde op basis van relevante verhoudingen tussen de waarde van het vergelijkbare bedrijf en bijvoorbeeld de boekwaarde of de winst van dat bedrijf. Ter vergelijking wordt zowel rekening gehouden met beursgenoteerde bedrijven (waarbij de waarde wordt gelijkgesteld aan de marktkapitalisatie) als met
bedrijven betrokken in fusies of overnametransacties (waarbij de waarde wordt gelijkgesteld aan de verkoopwaarde).
• De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel (het betreft telkens de geconsolideerde entiteit, d.w.z. inclusief dochtermaatschappijen). Ze werden alle gewaardeerd op basis van de Discounted Cash Flowmethode.
| Discontovoeten over de expliciete periode van kasstroomprognose heen |
||||
|---|---|---|---|---|
| Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
| K&H Bank | 232 | 219 | 13,9%–10,2% | 11,6%–8,0% |
| Cˇ SOB (Tsjechië) | 232 | 229 | 8,9%–8,6% | 8,4%–7,8% |
| Cˇ SOB (Slowakije) | 191 | 191 | 9,9%–9,1% | 8,9%–8,1% |
| CIBANK | 117 | 117 | 11,1%–9,4% | 9,3%–7,7% |
| DZI Insurance | 108 | 108 | 10,6%–8,9% | 9,4%–8,1% |
| Rest | 70 | 69 | – | – |
| Totaal | 950 | 933 | – | – |
| Verandering in hoofdparameters1 | Toename in discontovoet 2 |
Afname in terminale groeivoet3 |
Toename in beoogde solva biliteitsratio4 |
Afname van de jaarlijkse nettowinst |
|---|---|---|---|---|
| Cˇ SOB (Slowakije) | 1,0% | 2,8% | 1,0% | 3,8% |
| CIBANK | 2,2% | – | 3,3% | 11,3% |
| DZI Insurance | 4,1% | 2,1% | 59,8% | 9,6% |
1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.
2 De discontovoet van het eerste jaar verhoogden we absoluut met het getoonde percentage. Volgend uit de manier waarop de (ontwikkeling van) discontovoeten (is) zijn gemodelleerd, dragen we de toename in de discontovoet van het eerste jaar gradueel afnemend over als (verhoogde) discontovoeten voor de komende jaren.
3 Absolute afname. Niet relevant voor CIBANK, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt. Noteer dat de waardering van de bancaire entiteiten minder gevoelig is voor wijzigingen in deze groeivoet dan die van verzekeringsinstellingen (het gewicht van de terminale groeivoet is minder bij het bankenmodel).
4 Voor de bancaire entiteiten voorgesteld als de absolute toename van de Tier 1-kapitaalratio; voor de verzekeringsentiteit als de relatieve toename van de intern beoogde solvabiliteitsratio.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 | ||
|---|---|---|---|---|
| Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) | 18 701 | 18 934 | ||
| Verzekeringscontracten | 9 183 | 9 757 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 561 | 603 | ||
| Voorziening voor Leven | 5 788 | 6 274 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 2 324 | 2 360 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 22 | 18 | ||
| Andere technische voorzieningen | 487 | 502 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 9 518 | 9 176 | ||
| Voorziening voor Leven | 9 421 | 9 080 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 97 | 96 | ||
| Aandeel herverzekeraar | 146 | 194 | ||
| Verzekeringscontracten | 146 | 194 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 1 | 2 | ||
| Voorziening voor Leven | 1 | 1 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 144 | 192 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| Andere technische voorzieningen | 0 | 0 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| MUTATIETABEL | Bruto 2013 |
Herverzekeringen 2013 |
Bruto 2014 |
Herverzekeringen 2014 |
| VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 6 177 | 2 | 6 261 | 2 |
| Stortingen exclusief commissies | 629 | 0 | 647 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -517 | 0 | -547 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 197 | 0 | 225 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 4 | 0 | 2 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | -109 | 0 | -27 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -120 | 0 | 193 | 0 |
| Eindsaldo | 6 261 | 2 | 6 754 | 2 |
| VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 2 633 | 135 | 2 922 | 144 |
| Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies | 200 | 0 | 33 | 0 |
| Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren | -214 | -10 | -216 | -9 |
| Overschot en/of tekort voorziening voor schadegevallen vorige boekjaren | -99 | -1 | -131 | -22 |
| Voorziening voor nieuwe schadegevallen | 325 | 9 | 370 | 100 |
| Wisselkoersverschillen | -16 | -1 | -7 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 94 | 13 | 32 | -21 |
| Eindsaldo | 2 922 | 144 | 3 004 | 192 |
| BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 10 394 | 0 | 9 518 | 0 |
| Stortingen exclusief commissies | 433 | 0 | 517 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -948 | 0 | -859 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 195 | 0 | 199 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | -4 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -551 | 0 | -199 | 0 |
| Eindsaldo | 9 518 | 0 | 9 176 | 0 |
de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;
assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;
| Voorzieningen voor herstruc |
Voorzienin gen voor belastingen en lopende rechts |
Voorzieningen voor verbintenis kredieten |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | turering | geschillen | Overige | Subtotaal | buiten balans | Totaal |
| 2013 | ||||||
| Beginsaldo | 23 | 305 | 105 | 433 | 92 | 525 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Bedragen aangelegd | 5 | 17 | 22 | 44 | 63 | 107 |
| Bedragen gebruikt | -9 | -13 | -2 | -24 | -9 | -33 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
0 | -2 | -4 | -7 | -59 | -66 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -6 | -7 | 0 | -6 |
| Overige mutaties | 1 | -14 | -17 | -31 | 25 | -5 |
| Eindsaldo | 19 | 292 | 98 | 409 | 114 | 523 |
| 2014 | ||||||
| Beginsaldo | 19 | 292 | 98 | 409 | 114 | 523 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Bedragen aangelegd | 24 | 12 | 235 | 271 | 32 | 304 |
| Bedragen gebruikt | -8 | -80 | -194 | -282 | -3 | -285 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
-2 | -3 | -11 | -16 | -55 | -71 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden |
||||||
| afgestoten | 2 | 0 | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -1 | 0 | 0 | 0 | 9 | 9 |
| Overige mutaties | -2 | 4 | 16 | 18 | 61 | 79 |
| Eindsaldo | 32 | 225 | 144 | 402 | 158 | 560 |
stukken en getuigenverklaringen uitgewisseld en nadien volgt de uitwisseling van deskundigenverslagen. Er is een zitting gepland op 22 mei 2015 om de procedure te regelen, waarna het eigenlijke proces volgt van 20 tot 24 juli 2015. Er werd een gepaste voorziening aangelegd voor dit risico.
uitspraak wordt verwacht op 31 maart 2015. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om de mogelijke invloed van eisen tot schadevergoeding in dat verband op te vangen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Desondanks is achteraf gebleken dat sommige kopers te kwader trouw handelden, aangezien ze helemaal niet investeerden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met die partijen stop te zetten. Een verwijzing naar de correctionele rechtbank houdt geen enkele veroordeling in van een KBC-entiteit en KBC voert ten volle zijn verdediging in die zaken, onder meer op grond van de wettelijke niet-strafbaarheid van de rechtspersoon in de betrokken periode van de feiten, maar vooral omdat ieder strafrechtelijk opzet door KBC volledig ontbrak.
KBC ontving van Harley International, een Madoff feederfonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vinden er momenteel briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden als KBC. KBC neemt deel aan deze briefing en heeft moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft al verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Aldus wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog, bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering niet toelaat van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland zoals dat het geval is voor KBC. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten viseren.
| (in miljoenen euro) 31-12-2013 |
31-12-2014 |
|---|---|
| Totaal 2 983 |
2 629 |
| Indeling naar type | |
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 397 |
657 |
| Deposito's van herverzekeraars 80 |
67 |
| Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) 395 |
254 |
| Overige 2 112 |
1 650 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 38 (noteer dat het in Toelichting 37 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope betreft dan de in Toelichting 38 opgenomen bedragen).
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar 2 191 2 034 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 108 98 Rentekosten 53 63 Wijziging in de pensioenregeling Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -93 26 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -110 500 Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren -2 -1 Betaalde uitkeringen -119 -128 Wisselkoersverschillen 0 7 Inperkingen 0 -2 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 16 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 Overige 5 -3 Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 034 2 610 Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 1 765 1 818 Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 60 283 43 57 Verwacht rendement op fondsbeleggingen 85 87 Bijdragen van de werkgever Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 23 22 Betaalde uitkeringen -119 -128 Wisselkoersverschillen 1 6 Afwikkelingen 1 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 14 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 Overige 1 1 Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 1 818 2 103 Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 10 25 Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 11 0 Financieringsstatus Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -216 -507 Restitutierecht 0 0 Begrenzing van het financieringsplafond 0 0 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -216 -507 Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar -425 -216 In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -94 -79 206 -281 Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen Bijdragen van de werkgever 85 87 Wisselkoersverschillen -1 -1 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 -2 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 Overige 14 -14 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar -216 -507 |
(in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 94 | 79 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 108 | 98 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | -3 | -1 |
| Rentekosten | 11 | 7 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | -22 | -22 |
| Inperkingen | 0 | -2 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -206 | 281 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | -93 | 26 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | -110 | 500 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | -17 | -227 |
| Ervaringsaanpassingen | -5 | -5 |
| Overige | 19 | -14 |
| Voornaamste gehanteerde actuariële veronderstellingen (gewogen gemiddelden) | ||
| Disconteringsvoet | 3,0% | 1,6% |
| Verwacht percentage van loonsverhoging | 3,1% | 3,0% |
| Verwacht inflatiepercentage | 2,0% | 2,0% |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | 1 | 5 |
• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management.
Bijkomend zijn er een aantal stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden. De belangrijkste daarvan is de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen (een toegezegdpensioenplan voor de periode van tewerkstelling tot 1 januari 2007).
• KBC Bank Ireland was deelnemer van een volledig gefinancierde toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en KBC Bank Dublin branch zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 1 645 | 1 823 | 2 191 | 2 034 | 2 610 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 1 439 | 1 557 | 1 765 | 1 818 | 2 103 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | -437 | -372 | -425 | -216 | -507 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen* |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen | -84 | -76 | 213 | -85 | -135 |
* Uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen. Plus bij een positieve invloed, min bij een negatieve invloed.
| Groepsverzekering KBC | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| KBC-Pensioenfonds | Verzekeringen | Pensioenplan KBC Bank Ireland | |||
| Samenstelling op 31-12-2013 | |||||
| aandelen | 40% | 10% | 57% | ||
| obligaties | 44% | 90% | 32% | ||
| vastgoed | 12% | 0% | 2% | ||
| liquiditeiten | 4% | 0% | 9% | ||
| Waarvan illiquide activa | 12% | 0% | 2% | ||
| Samenstelling op 31-12-2014 | |||||
| aandelen | 39% | 10% | 36% | ||
| obligaties | 51% | 89% | 42% | ||
| vastgoed | 9% | 0% | 3% | ||
| liquiditeiten | 1% | 1% | 1% | ||
| beleggingsfondsen | 0% | 0% | 18% | ||
| Waarvan illiquide activa | 3% | 0% | 0% | ||
| Verwachte bijdragen in 2015 (in miljoenen euro) | 70 | 2 | 3 | ||
| Aard van de voordelen van het pensioenplan | Kapitaal op pensioenleeftijd Overlijdenskapitaal ingevolge over lijden tijdens actieve dienst Maandelijkse rente-uitkering in gevolge arbeidsongeschiktheid. |
Kapitaal op pensioenleeftijd | Levenslange annuïteit op pensioen leeftijd. Pensioenfonds is afgesloten op 30 augustus 2012. Verworven prestaties worden dyna misch beheerd. |
||
| Wetgevend kader | Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan controleautoriteiten. |
Gereguleerd door Ierse Pensions Board. Jaarlijkse berekening van financieringsniveau, driejaarlijkse certificatie van financieringsniveau. In geval van onderfinanciering rap portering aan Ierse Pensions Board. |
|||
| Verantwoordelijkheden van KBC | Adequate bijdragen betalen conform financieringsovereenkomst van het plan. Verantwoordelijk voor de financiering van het pensioenplan. Jaarlijks pensioenfiche bezorgen aan aangeslotenen. Informatieverplichting naar aanleiding van uitdiensttreding. |
||||
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico | ||||
| Asset liability-beleid | Investeringsrisico en inflatierisico De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. rente swaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. |
||||
| Planwijzigingen | Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan, gefinancierd met werkgeverstoelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf 2014 worden aangesloten op dat nieuwe bijdrageplan, al wie op 31 december in dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegdpensioenregeling, tenzij hij heeft gekozen voor overstap naar het nieuwe bijdragenplan. |
aan aandelen. De beheerders beslisten de pen sioenprestaties van de aangesloten werknemers te verminderen met 0,75% voor 2014 ter verrekening van de heffing op de pensioenprestatie ingevoerd door de Ierse overheid. |
|||
| Financiering | Bijdragen aan het plan berekend volgens de Projected Unit-methode. | Bijdragen aan het plan worden berekend volgens de Projected Unit methode. Het pensioenfonds werd afgesloten op 30 augustus 2012. Geen verdere opbouw van toekom stige dienstjaren. |
|||
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. | De beheerders beslisten de pen sioenprestaties van de aangesloten werknemers te verminderen met 0,75% voor 2014 ter verrekening van de heffing op de pensioen prestatie ingevoerd door de Ierse overheid. |
|||
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn de Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfs obligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf jaar 20 krijgen we een vlakke curve. |
De Mercer-methode vertrekt van een eigen samengestelde korf van bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en A-ratings. Van de noteringen van bedrijfsobligaties met een A-rating wordt een spread afgetrokken om tot een soort equivalente bedrijfs obligatie met AA-rating te komen. Na omzetting naar zero coupon formaat met extrapolatie voor lange looptijden wordt finaal de equiva lente verdisconteringsvoet bepaald. |
| KBC-Pensioenfonds Verzekeringen Pensioenplan KBC Bank Ireland Voornaamste actuariële veronderstellingen Gemiddelde verdisconteringsvoet 1,61% 1,68% 2,35% Verwachte salarisstijging 3,00% 2,73% 2,50% Verwachte inflatie 2,00% 2,00% 1,50% Verwachte stijging van de pensioenen – 1,50% Gemiddelde looptijd van de verplichtingen 14,83 jaar 12,36 jaar 17 jaar Gewogen gemiddelde duration van de 12,96 jaar 12,97 jaar 27 jaar verplichtingen Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2014 als gevolg van: 1% daling in de verdisconteringsvoet 14,32% 12,30% 31,39% 1% stijging in de verwachte inflatie 11,81% 11,75% 23,58% 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op 15,14% 25,12% 8,44% inflatie Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven 2,23% 0,94% – Stijging van de levensverwachting met 1 jaar – – 2,98% De invloed van de volgende veronderstellingen werd Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt altijd Niet van toepassing. niet berekend: een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop: het verwachte personeelsverloop situeert zich op een zeer laag niveau. Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN KBC-Pensioenfonds Verwachte bijdragen in 2015 (in miljoenen euro) 20 Aard van de voordelen van het pensioenplan Kapitaal op pensioenleeftijd Bij overlijden worden de verworven rechten uitgekeerd. Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van 3,75% garanderen op werknemersbijdragen. Verantwoordelijkheden van KBC Informatieverplichting n.a.v. uittreding. Doorstorten van de persoonlijke bijdragen aan pensioeninstelling. Risico's voor KBC Investeringsrisico Financiering Bijdragen aan het plan berekend volgens Fixed Component Liability-methode. Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero-coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf 20 jaar krijgen we een vlakke curve. Voornaamste actuariële veronderstellingen Gemiddelde verdisconteringsvoet 1,46% Verwachte salarisstijging – Verwachte inflatie – Verwachte stijging van de pensioenen – Gemiddelde looptijd van de verplichtingen 11,42 jaar Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin 11,38 jaar gen Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2014 als gevolg van: 1% daling in de verdisconteringsvoet 10,15% 1% stijging in de verwachte inflatie – 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op – inflatie Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven 2,04% |
Groepsverzekering KBC | ||
|---|---|---|---|
| Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – |
| In aantal | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 417 364 358 | 417 780 658 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 417 364 358 | 417 780 658 |
| Waarvan eigen aandelen | 802 | 488 |
| Verplicht in aandelen terugbetaalbare obligaties | 0 | 0 |
| Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht | 79 096 044 | 67 796 608 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,48 | 3,48 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
| MUTATIETABEL, in aantal | Gewone aandelen | Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten |
| 2013 | ||
| Beginsaldo | 416 967 355 | 118 644 067 |
| Uitgifte van aandelen | 397 003 | – |
| Terugbetaling van kernkapitaaleffecten | – | -39 548 023 |
| Eindsaldo | 417 364 358 | 79 096 044 |
| 2014 | ||
| Beginsaldo | 417 364 358 | 79 096 044 |
| Uitgifte van aandelen | 416 300 | – |
| Terugbetaling van kernkapitaaleffecten | – | -11 299 436 |
| Eindsaldo | 417 780 658 | 67 796 608 |
aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2013). Op 8 januari 2014 betaalde KBC 0,33 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2014). KBC streeft ernaar om het resterende saldo van 2 miljard euro (+ premies) ten laatste eind 2017 terugbetaald te hebben (onderworpen aan de gebruikelijke goedkeuring van de toezichthouder).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen | ||
| Verstrekt | 24 463 | 31 520 |
| Onherroepelijk | 16 048 | 17 520 |
| Herroepelijk | 8 415 | 14 000 |
| Ontvangen | 91 | 33 |
| Financiële garanties | ||
| Verstrekt | 10 397 | 9 985 |
| Ontvangen garanties en zekerheden | 35 738 | 30 385 |
| Voor impaired of achterstallige activa | 2 774 | 1 741 |
| Voor activa die niet impaired noch achterstallig zijn | 32 964 | 28 644 |
| Andere verbintenissen | ||
| Verstrekt | 7 | 186 |
| Onherroepelijk | 7 | 186 |
| Herroepelijk | 0 | 0 |
| Ontvangen | 0 | 0 |
| Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven | ||
| Voor verplichtingen* | 25 655 | 30 841 |
| Voor eventuele verplichtingen | 2 657 | 3 969 |
* Eind 2014 waren ongeveer 9,2 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2013: 8,1 miljard euro). Meer informatie over covered bonds vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, bij Liquiditeitsrisico.
tabel opgenomen.
• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen kunnen worden opgeëist als kredieten worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 22.
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen waarborgen |
Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen |
||
|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | 31-12-2014 | 31-12-2013 | 31-12-2014 | |
| Financiële activa | 8 818 | 15 450 | 6 603 | 5 208 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 2 | 7 | 0 | 0 |
| Schuldinstrumenten | 8 630 | 15 297 | 6 603 | 5 208 |
| Leningen en voorschotten | 185 | 146 | 0 | 0 |
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere activa | 2 | 2 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 2 | 2 | 0 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarborgen in eigendom genomen (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 2 | 1 |
| Materiële vaste activa | 0 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 1 | 2 |
| Eigenvermogensinstrumenten en schuldpapier | 0 | 0 |
| Geldmiddelen | 173 | 89 |
| Overige | 25 | 26 |
| Totaal | 201 | 118 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 4 652 | 4 774 |
| Tot 1 jaar | 1 119 | 1 133 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 320 | 2 376 |
| Meer dan 5 jaar | 1 213 | 1 265 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 651 | 636 |
| Netto-investering in financiële leasing | 4 044 | 4 138 |
| Tot 1 jaar | 978 | 999 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 046 | 2 105 |
| Meer dan 5 jaar | 1 020 | 1 034 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 22 | 23 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 137 | 120 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 105 | 101 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 429 | 407 |
| Tot 1 jaar | 135 | 148 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 277 | 250 |
| Meer dan 5 jaar | 17 | 9 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 1 | 1 |
• Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
• Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.
• Financiële leasing: KBC verstrekt het merendeel van de financiële leasing via aparte maatschappijen die hoofdzakelijk in België en Centraal-Europa actief zijn. KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.
| 2013 | 2014 | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Transacties met verbonden partijen, exclusief key management (in miljoenen euro) |
tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
west Vlaams Ge |
Overige | Totaal | tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
west Vlaams Ge |
Overige | Totaal |
| Activa | 299 | 118 | 97 | 852 | 44 | 1 410 | 207 | 233 | 81 | 548 | 179 | 1 248 |
| Leningen en voorschotten | 85 | 55 | 87 | 0 | 41 | 268 | 70 | 159 | 64 | 0 | 175 | 467 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 145 | 145 |
| Termijnkredieten | 85 | 55 | 86 | 0 | 33 | 259 | 69 | 158 | 64 | 0 | 30 | 322 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Hypotheekleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 131 | 39 | 5 | 0 | 0 | 176 | 136 | 68 | 17 | 0 | 0 | 221 |
| Voor handelsdoeleinden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Voor beleggingsdoeleinden | 131 | 39 | 5 | 0 | 0 | 175 | 136 | 68 | 17 | 0 | 0 | 221 |
| Overige vorderingen | 83 | 24 | 5 | 852 | 3 | 967 | 2 | 6 | 0 | 548 | 4 | 560 |
| Verplichtingen | 535 | 124 | 878 | 0 | 146 | 1 683 | 547 | 123 | 782 | 0 | 184 | 1 636 |
| Deposito's | 531 | 14 | 823 | 0 | 142 | 1 509 | 543 | 15 | 782 | 0 | 181 | 1 522 |
| Deposito's | 528 | 14 | 823 | 0 | 142 | 1 507 | 543 | 15 | 782 | 0 | 181 | 1 522 |
| Overige | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 55 | 0 | 0 | 55 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Schuldbewijzen | 0 | 0 | 55 | 0 | 0 | 55 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Achtergestelde schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Share-based payments, toegestaan | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Share-based payments, uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige verplichtingen | 4 | 110 | 1 | 0 | 4 | 119 | 3 | 108 | 0 | 0 | 3 | 114 |
| Winst-en-verliesrekening | 11 | -4 | -7 | 25 | 26 | 50 | -3 | -1 | -10 | 24 | -6 | 3 |
| Nettorente-inkomsten | 5 | -1 | -9 | 25 | 31 | 50 | 3 | 0 | -8 | 24 | 0 | 20 |
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 0 | 2 | 6 | 0 | 0 | 8 | 1 | 5 | 0 | 0 | 2 | 8 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 2 | -1 | -4 | 0 | 0 | -2 | 0 | -1 | -3 | 0 | -2 | -6 |
| Overige netto-inkomsten | 22 | 0 | 0 | 0 | 0 | 22 | 3 | 1 | 0 | 0 | 1 | 5 |
| Algemene beheerskosten | -18 | -4 | 0 | 0 | -5 | -27 | -11 | -6 | 0 | 0 | -7 | -25 |
| Garanties | ||||||||||||
| Garanties gegeven door de groep | 0 | 0 | ||||||||||
| Garanties ontvangen door de groep | 0 | 0 | ||||||||||
| Transacties met key management (leden van Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* | 2013 | 2014 |
|---|---|---|
| Totaal* | 10 | 11 |
| Indeling naar type bezoldiging | ||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 9 | 9 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 1 | 2 |
| Toegezegdpensioenregelingen | 1 | 2 |
| Toegezegdebijdrageregelingen | 0 | 0 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 |
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 0 | 1 |
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 |
| Aandelenopties, in eenheden | ||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 |
| Toegestaan | 0 | 0 |
| Uitgeoefend | 0 | 0 |
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 |
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 |
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 3 | 3 |
* Bedragen van de bezoldiging van bestuurders of partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van aan gewezen bestuurders of zaakvoerders op die grond toegekende rustpensioenen.
KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen samen betaalden in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 9 621 322 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten (in 2013: 10 228 937 euro). Voor de overige diensten werd in 2014 een vergoeding betaald van 1 628 013 euro (in 2013: 1 108 435 euro), verdeeld als volgt: andere controleopdrachten 979 261 euro; belastingadviesopdrachten 92 868
euro; andere opdrachten buiten de revisoraatsopdrachten 555 884 (in 2013 respectievelijk 843 664, 50 994 en 213 777 euro). KBC Groep NV alleen betaalde in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 149 124 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten. Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 113 144 euro.
De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.
| Gehouden deel | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| van het kapitaal | |||||
| Naam | Zetel | Vennoot schapsnummer |
op groeps niveau (%) |
Divisie3 | Activiteit |
| KBC Bank: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| Almafin Real Estate NV | Brussel – BE | 0403.355.494 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Almafin Real Estate Services NV | Brussel – BE | 0416.030.525 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Immo Arenberg NV | Brussel – BE | 0471.901.337 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Antwerpse Diamantbank NV | Antwerpen – BE | 0404.465.551 | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| ADB Asia Pacific Limited | Singapore – SG | -- | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| Banque Diamantaire (Suisse) SA | Genève – CH | -- | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| Apitri NV | Brussel – BE | 0469.889.873 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| CBC BANQUE SA | Brussel – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Cˇ SOB Centrála, s.r.o. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | facilitaire en ondersteunende diensten |
| Cˇ SOB Factoring a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | factoring |
| Cˇ SOB Leasing a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Cˇ SOB Leasing Poist'ovaci Maklér s.r.o. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | ondersteuning leasing |
| Cˇ SOB Stavebná Sporitel'nˇ a a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | bouwspaardeposito's en -leningen |
| Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| Bankovní Informacˇní Technologie s.r.o. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | automatische gegevensverwerking |
| Centrum Radlická a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| Cˇ SOB Advisory a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | investeringsadministratie |
| Cˇ SOB Factoring a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | factoring |
| Cˇ SOB Leasing a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | leasing |
| Cˇ SOB Leasing Pojist'ovaci Maklér s.r.o. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | ondersteuning leasing |
| Cˇ SOB Penzijní spolecˇnost a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | pensioenverzekeringsfonds |
| Cˇ SOB Property Fund a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoedfonds |
| Merrion Properties a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| kredietinstelling - hypotheeklenin | |||||
| Hypotecˇní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | gen |
| Radlice Rozvojava a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| CIBANK EAD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Management of Assets for Sale - 2 EOOD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Katarino Spa Hotel EAD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| IIB Finance Ireland | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | holding |
| KBC Finance Ireland | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | kredietverlening |
| KBC Financial Services (Ireland) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | holding |
| Immo-Quinto NV | Brussel – BE | 0466.000.470 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Julienne Holdings S.à.r.l. | Luxemburg – LU | -- | 93,00 | BEL | holding |
| Julie LH BVBA | Brussel – BE | 0890.935.201 | 93,00 | BEL | vastgoed |
| Juliette FH BVBA | Brussel – BE | 0890.935.397 | 93,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Asset Management SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Fund Management Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta B | Luxemburg LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta C | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| Cˇ SOB Asset Management, a.s., Investicˇní Spolecˇnost | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Towarzystwo Funduszy Inwestycyjnych a.s. | Warschau – PL | -- | 100,00 | IMA | vermogensbeheer |
| KBC Bank Ireland Plc. | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Boar Lane Nominee (Number 1) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Boar Lane Nominee (Number 2) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Boar Lane Nominee (Number 3) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Danube Holdings Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Fermion Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | beheer van hypotheekleningen |
| Glare Nominee Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| IIB Finance Limited IIB Asset Finance Limited |
Dublin – IE Dublin – IE |
-- -- |
100,00 100,00 |
IMA IMA |
commerciële en financiële diensten leasing |
| IIB Commercial Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| IIB Leasing Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Lease Services Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| IIB Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| KBC Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| Gehouden deel | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| van het kapitaal | |||||
| Vennoot | op groeps | ||||
| Naam | Zetel | schapsnummer | niveau (%) | Divisie3 | Activiteit |
| Premier Homeloans Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | woningkredieten |
| Intercontinental Finance | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Irish Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| KBC ACS Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| KBC Mortgage Finance | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | hypotheekfinanciering |
| KBC Nominees Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Linkway Developments Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Commercial Leasing Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Merrion Equipment Finance Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Assets Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Finance Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Industrial Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Services Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Monastersky Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| Needwood Properties Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Phoenix Funding 2 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 3 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 4 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 5 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Rolata Limited | Douglas – IM | -- | 100,00 | IMA | beleggingen |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Credit Investments NV | Brussel – BE | 0887.849.512 | 100,00 | BEL/GRP | beleggingsmaatschappij |
| KBC Financial Products UK Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | (afgeleide) financiële producten |
| KBC Financial Products Hong Kong Limited | Hongkong – HK | -- | 100,00 | GRP | (afgeleide) financiële producten |
| KBC Financial Holding Inc. | Wilmington – US | -- | 100,00 | GRP | holding |
| KBC Financial Products (Cayman Islands) Limited "Cayman I" |
George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| Pacifica Group LLC | New York – US | -- | 100,00 | GRP | derivatenhandel |
| Midas Life Settlements LLC | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | life settlement dienstverlener |
| Reverse Mortgage Loan Trust 2008-1 | New York – US | -- | 100,00 | GRP | omgekeerde hypotheken |
| World Alliance Financial Corporation | New York – US | -- | 100,00 | GRP | omgekeerde hypotheken |
| KBC Financial Products International SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC Investments Hong Kong Limited | Hongkong – HK | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC Investments Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| 111 OBS (General Partner) Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | vastgoed |
| Baker Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Dorset Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Hanover Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| KBC AIM Feeder Fund | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| KBC AIM Master Fund | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| KBC Investments Cayman Islands V Limited | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| Pembridge Square Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Regent Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Sydney Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Lease Holding NV | Leuven – BE | 0403.272.253 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Lease (Luxembourg) SA | Bertrange – LU | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Bail Immobilier France sas | Lille – FR | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Immolease NV | Leuven – BE | 0444.058.872 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Lease Belgium NV | Leuven – BE | 0426.403.684 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Lease France SA | Lyon – FR | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Lease (UK) Limited | Surrey – GB | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| RSL Leasing IFN SA | Boekarest – RO | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| Kredietbank North American Finance Corp | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | uitgifte van obligaties |
| KBC Real Estate Luxembourg SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Vastgoedinvesteringen NV | Brussel – BE | 0455.916.925 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Vastgoedportefeuille België NV | Brussel – BE | 0438.007.854 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Apicinq NV | Brussel – BE | 0469.891.457 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Rusthuisvastgoed NV | Brussel – BE | 0864.798.253 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Gehouden deel van het kapitaal |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| Vennoot | op groeps | ||||
| Naam | Zetel | schapsnummer | niveau (%) | Divisie3 | Activiteit |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| Patria Online a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | onlinebeleggingsinformatie |
| Patria Finance a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | effectenhandel via internet |
| Patria Finance CF a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | agent- en consultingdiensten |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| K&H Befektetési Alapkezelo" Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | effectenmakelaar en fondsenbeheer |
| K&H Csoportszolgáltató Központ Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | boekhouding en belastinginning |
| K&H Equities Tanácsadó Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | business- en managementadvies |
| K&H Faktor Pénzügyi Szolgáltató Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | factoring |
| K&H Alkusz Biztosításközvetítö Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmakelaar |
| K&H Autópark Bérleti és Szolgáltató Kft | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | wagenparkbeheerder |
| K&H Eszközlizing Gép-és Tehergépjármo¨ Bérleti Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| K&H Ingatlanlizing Zrt | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Loan Invest NV "Institutionele VBS naar Belgisch recht" | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | BEL | effectiseringsvehikel |
| Mechelen City Center NV | Brussel – BE | 0471.562.332 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Old Broad Street Invest NV | Brussel – BE | 0871.247.565 | 100,00 | GRP | vastgoed |
| 111 OBS Limited Partnership | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | vastgoed |
| Poelaert Invest NV | Brussel – BE | 0478.381.531 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Bank: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden | |||||
| 111 OBS (Nominee) Limited1 | Londen – GB | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| 2 B Delighted Italia Srl1 | Torino – IT | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| 2 B Delighted NV1 | Roeselare – BE | 0891.731.886 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré NV1 | Roeselare – BE | 0412.881.191 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Asia Pacific Trading & Investment Co Limited1 | Hongkong – HK | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Dark NV1 | Roeselare – BE | 0472.730.389 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Limis Beyond Light NV1 | Roeselare – BE | 0806.059.310 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré BV1 | Den Haag – NL | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré GmbH1 | Herzogenrath – DE | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré Iluminación SL1 | Madrid – ES | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Almaloisir & Immobilier sas1 | Nice – FR | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Brussels North Distribution NV1 Cˇ SOB Nadácia1 |
Brussel – BE | 0476.212.887 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | vastgoed | |
| De Klinckaert NV2 | Brussel – BE | 0539.765.408 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Eurincasso s.r.o.1 | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | schuldinvordering |
| Fitraco NV1 | Leuven – BE | 0425.012.626 | 100,00 | BEL | leasing |
| Immo-Antares NV2 | Brussel – BE | 0456.398.361 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Basilix NV2 | Brussel – BE | 0453.348.801 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Beaulieu NV2 | Brussel – BE | 0450.193.133 | 50,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immobilière Distri-Land NV2 | Brussel – BE | 0436.440.909 | 87,52 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo Genk-Zuid NV2 | Brussel – BE | 0464.358.497 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immolease-Trust NV1 | Brussel – BE | 0406.403.076 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Immo Lux-Airport SA2 | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Marcel Thiry NV2 | Brussel – BE | 0450.997.441 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo NamOtt NV2 | Brussel – BE | 0840.412.849 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo NamOtt Tréfonds NV2 | Brussel – BE | 0840.620.014 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Zénobe Gramme NV2 | Brussel – BE | 0456.572.664 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| IP Exit, a.s.2 | Praag – CZ | -- | 71,30 | CZR | * |
| KB-Consult NV1 | Brussel – BE | 0437.623.220 | 100,00 | BEL | * |
| KBC Bail France II sas1 | Lyon – FR | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Clearing NV1 | Amsterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | clearing |
| KBC Lease (Nederland) BV1 | Almere – NL | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Private Equity NV1 | Brussel – BE | 0403.226.228 | 100,00 | GRP | beleggingsvennootschap |
| KBC Securities USA, Inc.1 | New York – US | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| Luxembourg North Distribution SA2 | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Motokov a.s.1 | Praag – CZ | -- | 70,09 | CZR | voertuigen |
| Newcourt Street Finance Limited1 | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Novoli Investors BV1 | Amsterdam – NL | -- | 83,33 | BEL | vastgoed |
| NV ACTIEF NV1 | Brussel – BE | 0824.213.750 | 57,14 | BEL | opleiding |
| Oxford Street Finance Limited1 | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Posselton limited1 | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | energie |
| Property LM s.r.o.1 | Bratislava – SK | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2014 | Gehouden deel van het kapitaal |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Vennoot | op groeps | ||||
| Naam | Zetel | schapsnummer | niveau (%) | Divisie3 | Activiteit |
| Quietas NV2 | Brussel – BE | 0539.764.121 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Rodenbach NV2 | Brussel – BE | 0539.765.012 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Ruscus sp. z o. o.1 | Warschau – PL | -- | 80,00 | BEL | vastgoedverhuur |
| Securitas sam1 | Monaco – MC | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| Sisyphus Holding Corporation1 | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | holding |
| Setanta Energy LLC1 | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | energie |
| Spanjeberg NV2 | Brussel – BE | 0539.764.814 | 100,00 | BEL | uitgifte van vastgoedcertificaten |
| TEE Square Limited1 | Road Town – VG | -- | 100,00 | CZR | * |
| Ter Bake NV2 | Brussel – BE | 0539.764.517 | 100,00 | BEL | uitgifte van vastgoedcertificaten |
| Transformation fund Stabilita1 | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | pensioenverzekering |
| Vastgoed Ruimte Noord NV1 | Brussel – BE | 0863.201.515 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Weyveld Vastgoedmaatschappij NV2 | Brussel – BE | 0425.517.818 | 100,00 | BEL | uitgifte van vastgoedcertficaten |
| Willowvale Company1 | Dublin – IE | -- | 99,99 | GRP | vastgoed |
| KBC Bank: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS) | Praag – CZ | -- | 55,00 | CZR | bouwsparen |
| Union KBC Asset Management Company Private Limited | Mumbai – IN | -- | 49,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Bank: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| Atrium Development SA | Luxemburg – LU | -- | 25,00 | BEL | vastgoed |
| Covent Garden Development NV | Brussel – BE | 0892.236.187 | 25,00 | BEL | vastgoed |
| Covent Garden Real Estate NV | Zaventem – BE | 0872.941.897 | 50,00 | BEL | vastgoed |
| Immobiliare Novoli SpA | Firenze – IT | -- | 45,00 | BEL | vastgoed |
| Immo VAC Gent NV | Brussel – BE | 50,00 | BEL | vastgoed | |
| Jesmond Amsterdam B.V. | Amsterdam – NL | -- | 50,00 | BEL | holding |
| Miedziana Sp z.o.o. | Warschau – PL | -- | 47,75 | BEL | vastgoed |
| Real Estate Participation NV | Zaventem – BE | 0473.018.817 | 50,00 | BEL | vastgoed |
| Sandonato Parcheggi Srl | Firenze – IT | -- | 44,98 | BEL | vastgoed |
| Sandonato Srl | Firenze – IT | -- | 44,98 | BEL | vastgoed |
| UNION KBC Trustee Company Private Limited | Mumbai – IN | -- | 49,00 | BEL | trustee |
| Xiongwei Lighting (Guangzhou) Co., Ltd | Guangzhou – CY | -- | 49,79 | GRP | verlichting |
| KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| HAGE Hajdúsági Agráripari Zrt. | Nádudvar – HU | -- | 25,00 | IMA | landbouw |
| KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| Bancontact-MisterCash NV | Brussel – BE | 0884.499.250 | 20,00 | BEL | kredietkaarten |
| Banking Funding Company NV | Brussel – BE | 0884.525.182 | 20,22 | BEL | betalingsverrichtingen |
| Bedrijvencentrum Regio Roeselare NV | Roeselare – BE | 0428.378.724 | 22,22 | BEL | bedrijvencenter |
| Brussels I3 Fund NV | Brussel – BE | 0477.925.433 | 36,37 | BEL | venturefondsen |
| Cofely Ren s.r.o. | Praag – CZ | -- | 42,82 | CZR | verhuur |
| Consorzio Sandonato Est | Firenze – IT | -- | 20,32 | BEL | vastgoed |
| Czech Banking Credit Bureau a.s. | Praag – CZ | -- | 20,00 | CZR | ICT |
| Etoiles d'Europe sas | Parijs – FR | -- | 45,00 | BEL | hotels |
| Gemma Frisius-Fonds K.U. Leuven | Leuven – BE | 0477.960.372 | 40,00 | BEL | risicokapitaal |
| Isabel NV | Brussel – BE | 0455.530.509 | 25,33 | BEL | ICT |
| Justinvest NV | Antwerpen – BE | 0476.658.097 | 33,33 | BEL | vastgoed |
| První Certifikacˇni Autorita a.s. | Praag – CZ | -- | 23,25 | CZR | certificatiediensten |
| Qbic Feeder Fund NV | Brussel – BE | 846.493.561 | 22,26 | BEL | risicokapitaal |
| Rabot Invest NV | Antwerpen – BE | 0479.758.733 | 25,00 | BEL | vastgoed |
| Xenarjo cvba | Mechelen – BE | 0899.749.531 | 22,75 | BEL | sociale sector |
| KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.350 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL/GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| Anglesea Financial Products Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | BEL | * |
| KBC Financial Indemnity Insurance SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | * |
| Cˇ SOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| Cˇ SOB Poist'ovña a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Double U Building BV | Rotterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| DZI Life Insurance Jsc | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | levensverzekeringen |
| DZI - GENERAL INSURANCE JSC | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | schadeverzekeringen |
| DZI - HEALTH INSURANCE AD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | ziekteverzekeringen |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.267.594 | 95,00 | BEL | holding |
| VAB Rijschool NV | Sint-Niklaas – BE | 0448.109.811 | 95,00 | BEL | rijschool |
| Gehouden deel van het kapitaal |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Zetel | Vennoot schapsnummer |
op groeps niveau (%) |
Divisie3 | Activiteit |
| VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0436.267.594 | 95,00 | BEL | reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Verzekeringen Vastgoed Nederland I BV | Rotterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1 | |||||
| Almarisk NV | Merelbeke – BE | 0420.104.030 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| Banden Peeters Overijse bvba | Overijse – BE | 0459.070.118 | 80,81 | BEL | voertuigen |
| Cˇ SOB Insurance Service Limited | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmakelaar |
| Depannage 2000 NV | Hoboken – BE | 0403.992.429 | 95,00 | BEL | voertuigen |
| Eeman P. BVBA | Sint-Niklaas – BE | 0411.530.319 | 95,00 | BEL | voertuigen |
| KBC Zakenkantoor NV | Leuven – BE | 0462.315.361 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| Maatschappij voor Brandherverzekering cvba | Leuven – BE | 0403.552.761 | 90,09 | BEL | herverzekeringen |
| Net Fund Administration Sp z.o.o. | Warschau – PL | -- | 100,00 | GRP | vermogensbeheer |
| Omnia NV | Leuven – BE | 0413.646.305 | 100,00 | BEL | reisagentschap |
| Probemo Dubbele Bedieningen NV | Sint-Niklaas – BE | 0435.357.180 | 95,00 | BEL | rijschool |
| PTE Warta SA | Warschau – PL | -- | 100,00 | GRP | pensioenfonds |
| Rijscholen Sanderus NV | Mechelen – BE | 0413.004.719 | 95,00 | BEL | rijschool |
| VAB Fleet Services NV | Zwijndrecht – BE | 0866.583.053 | 66,50 | BEL | voertuigen |
| VAB Fleet Services BV | Apeldoorn – NL | -- | 66,50 | BEL | voertuigen |
| 24+ NV | Zwijndrecht – BE | 0895.810.836 | 97,50 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Verzekeringen: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| NLB Vita d.d. | Ljubljana – SI | -- | 50,00 | GRP | levensverzekeringen |
| KBC Verzekeringen: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| Sepia NV | Brussel – BE | 0403.251.467 | 50,00 | BEL | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| – | |||||
| KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| AIA-Pool cvba | Brussel – BE | 0453.634.752 | 33,47 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| geïnformatiseerd derdebetalers | |||||
| AssurCard NV | Leuven – BE | 0475.433.127 | 33,33 | BEL | systeem |
| Optimobil Belgium NV | Brussel – BE | 0471.868.277 | 24,06 | BEL | voertuigen |
| Traject NV | Gent – BE | 0448.394.475 | 47,50 | BEL | mobiliteit |
| KBC Groep: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| Kredietcorp SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | beleggingsvennootschap |
| KBC Groep: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1 – |
|||||
| KBC Groep: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| – KBC Groep: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 |
|||||
| – | |||||
| KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
* niet actief
–
–
Reden voor uitsluiting:
1 te verwaarlozen betekenis
2 vastgoedcertificaten en maatschappijen waarbij de Groep niet blootgesteld is aan de variabiliteit van het resultaat
3 BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden:
het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro
het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro
Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
waaraan de transacties onderworpen zijn, gelden er voor KBC Groep strenge beperkingen om toegang te krijgen tot de cash of andere activa van de vehikels of om die over te dragen of te gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen. Alle activa van de vehikels worden toegewezen aan de Security Trustee (voor zichzelf en als trustee voor de houders van de notes) als doorlopende zekerheid voor de betaling en vervulling van de verplichtingen van de vehikels op grond van de notes. Tenzij de overeenkomsten dat uitdrukkelijk toestaan of de Security Trustee daartoe voorafgaand schriftelijk toestemming geeft, hebben noch het vehikel noch KBC Bank als beheerder toegang tot de cash of andere activa van de vehikels en kunnen ze die ook niet overdragen of gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen.
gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2014 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 17,2 miljard euro.
| Onderneming | Directe moeder maatschappij |
Consolidatie methode |
Percentage aandeelhouderschap op groepsniveau |
Commentaar | |
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2013 | 31-12-2014 | ||||
| Toevoegingen | |||||
| Geen | |||||
| Afstotingen | |||||
| Absolut Bank | KBC Bank | Integraal | – | – | Verkoop in 2e kwartaal van 2013 |
| KBC Banka A.D. | KBC Verzekeringen | Integraal | – | – | Verkoop in 4e kwartaal van 2013 |
| KBC Bank Deutschland AG | KBC Bank | Integraal | 100,00% | – | Verkoop in 3e kwartaal van 2014 |
| Transformation Fund Stabilita | Cˇ SOB | Integraal | 100,00% | – | Deconsolidatie in 3e kwartaal van 2014 |
| Naamsveranderingen | |||||
| Vroegere naam: KBC Internationale financierings |
|||||
| KBC Ifima SA | KBC Bank | Integraal | 100,00% | 100,00% | maatschappij NV |
| Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies | |||||
| KBC Consumer Finance NV | KBC Bank | Integraal | 100,00% | – | Fusie met KBC Bank op 1 januari 2014 |
worden, hebben we beslist om de kredietdossiers en activiteiten van ADB geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen, en geen nieuwe kredieten meer te verstrekken noch activiteiten te ontwikkelen. Het afbouwproces gebeurt via een fusie door opslorping waarbij ADB opgenomen wordt in KBC Bank NV. Als gevolg van de geldende IFRS-boekhoudregels draaiden we in 2014 de in 2012 en 2013 geboekte waardeverminderingen op de verkoop van ADB terug, wat voor 2014 leidde tot een positieve impact op het resultaat van KBC Groep in 2014 van ongeveer 0,1 miljard euro.
• Hierna volgt informatie over de invloed van de onder IFRS 5 gekwalificeerde activiteiten.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten
| 31-12-2014 | |
|---|---|
| 57 | 0 |
| 3 627 | 0 |
| 0 | 0 |
| 49 | 0 |
| 0 | 0 |
| 22 | 18 |
| 2 | 0 |
| 13 | 0 |
| 3 769 | 18 |
| 1 977 | 0 |
| 0 | 0 |
| 11 | 0 |
| 10 | 0 |
| 28 | 0 |
| 2 027 | 0 |
| -3 | 0 |
| 0 | 0 |
| 0 | 0 |
| 0 | 0 |
| -4 | 0 |
| 31-12-2013 |
De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) en kapitaal (IAS 1) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 19 maart 2015 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2014:
• Midden maart 2015 werd KBC op de hoogte gesteld door de ECB van nieuwe minimale kapitaalsvereisten. KBC voldoet daar ruimschoots aan. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.
tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijk doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).
"Ons IT-consultancybedrijf heeft een aparte filosofie waarin er plaats is voor creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Het was voor ons dan ook een logische keuze om mee te stappen in het Start It-verhaal van KBC dat jonge ondernemers op weg helpt."
Vertrouwen verdienen Sven Van Cleemput
We stellen de vennootschappelijke (of enkelvoudige) jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 7 mei 2015 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
Conform de wettelijke voorschriften worden de vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Na de neerlegging zijn ze ook beschikbaar op www.kbc.com.
De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 15 215 | 17 442 |
| Immateriële vaste activa | 230 | 226 |
| Materiële vaste activa | 152 | 138 |
| Terreinen en gebouwen | 34 | 32 |
| Installaties, machines en uitrusting | 94 | 82 |
| Meubilair en rollend materieel | 13 | 12 |
| Overige materiële vaste activa | 1 | 1 |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 11 | 11 |
| Financiële vaste activa | 14 833 | 17 078 |
| Verbonden ondernemingen | 14 832 | 17 077 |
| Deelnemingen | 14 582 | 14 529 |
| Vorderingen | 250 | 2 547 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Vorderingen | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 221 | 524 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 2 | 1 |
| Handelsvorderingen | 2 | 0 |
| Overige vorderingen | 0 | 1 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 1 | 1 |
| Voorraden | 1 | 1 |
| Handelsgoederen | 1 | 1 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 68 | 69 |
| Handelsvorderingen | 33 | 33 |
| Overige vorderingen | 35 | 36 |
| Geldbeleggingen | 0 | 0 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 |
| Overige beleggingen | 0 | 0 |
| Liquide middelen | 114 | 405 |
| Overlopende rekeningen | 36 | 49 |
| Totaal activa | 15 436 | 17 966 |
| Eigen vermogen | 11 241 | 11 486 |
| Kapitaal | 1 452 | 1 453 |
| Geplaatst kapitaal | 1 452 | 1 453 |
| Uitgiftepremies | 5 397 | 5 409 |
| Reserves | 1 466 | 1 466 |
| Wettelijke reserves | 145 | 145 |
| Onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 1 129 | 1 129 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 2 927 | 3 158 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 20 | 20 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 20 | 20 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 18 | 17 |
| Overige risico's en kosten | 3 | 3 |
| Schulden | 4 175 | 6 459 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 2 970 | 4 878 |
| Financiële schulden | 2 970 | 4 878 |
| Achtergestelde leningen | 2 333 | 4 297 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 581 | 581 |
| Kredietinstellingen | 56 | 0 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 1 157 | 1 363 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 14 | 0 |
| Financiële schulden | 971 | 376 |
| Kredietinstellingen | 75 | 0 |
| Overige leningen | 896 | 376 |
| Handelsschulden | 34 | 39 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 81 | 80 |
| Belastingen | 2 | 3 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 80 | 77 |
| Overige schulden | 58 | 868 |
| Overlopende rekeningen | 48 | 219 |
| Totaal passiva | 15 436 | 17 966 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 1 093 | 1 082 |
| Omzet | 1 017 | 1 026 |
| Voorraad goederen in bewerking, gerede producten en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 41 | 49 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 35 | 7 |
| Bedrijfskosten | 1 166 | 1 153 |
| Diensten en diverse goederen | 556 | 568 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 463 | 435 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 124 | 118 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen / bestedingen en terugnemingen (-) | -2 | 1 |
| Andere bedrijfskosten | 25 | 31 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -73 | -71 |
| Financiële opbrengsten | 1 103 | 1 441 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 1 093 | 1 354 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 5 | 5 |
| Andere financiële opbrengsten | 5 | 82 |
| Financiële kosten | 614 | 444 |
| Kosten van schulden | 608 | 432 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 6 | 12 |
| Winst (Verlies (-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting | 416 | 926 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 158 |
| Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten | 0 | 1 |
| Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa | 0 | 157 |
| Uitzonderlijke kosten | 31 | 1 |
| Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële activa en materiële activa | 2 | 0 |
| Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten | 1 | 0 |
| Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa | 28 | 1 |
| Andere uitzonderlijke kosten | 0 | 0 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 385 | 1 083 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 3 | 1 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | 3 | 4 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 384 | 1 080 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 384 | 1 080 |
| In dit schema worden kosten ook met een positief teken vermeld (in tegenstelling tot de voorstellingswijze van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening). |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | 31-12-2014 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 2 959 | 4 006 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 384 | 1 080 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 2 575 | 2 927 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 18 | 0 |
| Aan de wettelijke reserve | 18 | 0 |
| Aan de overige reserves | 0 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 2 927 | 3 158 |
| Uit te keren winst | 14 | 849 |
| Vergoeding van het kapitaal | 0 | 836 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Andere rechthebbenden, werknemersparticipatie | 14 | 13 |
Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het te bestemmen winstsaldo voor 2014 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt voor 2014 een brutodividend van 2 euro per dividendgerechtigd aandeel betaald.
| Deelnemingen in verbonden |
Vorderingen op verbonden |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding |
Vorderingen op ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding |
|
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | ondernemingen | ondernemingen | bestaat | bestaat |
| Boekwaarde 31-12-2013 | 14 582 | 250 | 1 | 0 |
| Aanschaffingen in 2014 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen in 2014 | 52 | 0 | 0 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2014 | 0 | 2 297 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2014 | 14 530 | 2 547 | 1 | 0 |
De deelnemingen in verbonden ondernemingen van KBC Groep NV betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV.
De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen:
De voornaamste wijziging in 2014 is de inkoop van eigen aandelen door KBC Verzekeringen NV (in het kader van optimalisatie van de kapitaalstructuur, invloed -46 miljoen euro) en de vereffening van GEBEMA NV (invloed -6 miljoen euro).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2013 | Kapitaalverhoging voor het personeel |
Resultaats aanwending |
31-12-2014 |
|---|---|---|---|---|
| Kapitaal | 1 452 | 1 | 0 | 1 453 |
| Uitgiftepremies | 5 397 | 13 | 0 | 5 409 |
| Reserves | 1 466 | 0 | 0 | 1 466 |
| Overgedragen resultaat | 2 927 | 0 | 231 | 3 158 |
| Eigen vermogen | 11 241 | 14 | 231 | 11 486 |
Op 31 december 2014 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 453 231 742,35 euro, verdeeld in 417 780 658 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 409 406 705,69 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.
Wijzigingen in 2014:
• door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 17 december 2014 waarop alleen de personeelsleden van KBC Groep NV en sommige van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 416 300 aandelen uitgegeven tegen 34,35 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers van het KBCaandeel op 11 november 2014. Het kapitaal verhoogde met 1 448 724,00 euro en de uitgiftepremies stegen met 12 851 181,00 euro. Met die kapitaalverhoging wil KBC Groep NV de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande
aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2014 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2014.
• Van de te bestemmen winst van 1 080 miljoen euro wordt 836 miljoen euro uitgekeerd als dividend en 13 miljoen euro onder de vorm van werknemersparticipatie. Het overgedragen resultaat is bijgevolg 231 miljoen euro.
De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 697 169 705,56 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 200 336 122 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.
Hierna volgt een overzicht van de in 2014 en de eerste twee maanden van 2015 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com.
We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
| De kennisgeving | Aantal aangehouden KBC-aandelen (= stemrechten) op de |
% van totale stemrechten op de betrokken |
||
|---|---|---|---|---|
| Kennisgevingen* | betreft de situatie op: | Toelichting | betrokken datum | datum* |
| BlackRock Inc. | 7 januari 2014 | Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel | 20 885 509 | 5,00% |
| BlackRock Inc. | 10 januari 2014 | Daling tot onder de 5%-rapporteringsdrempel | 20 700 804 | 4,96% |
| BlackRock Inc. | 13 februari 2014 | Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel | 20 979 496 | 5,03% |
| BlackRock Inc. | 21 mei 2014 | Daling tot onder de 5%-rapporteringsdrempel | 20 687 685 | 4,96% |
| BlackRock Inc. | 5 juni 2014 | Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel | 20 932 157 | 5,02% |
| Parvus Asset Management (UK) LLP |
17 september 2014 | Overschrijding van de 3%-rapporteringsdrempel | 12 609 529 | 3,02% |
| FMR LLC (Fidelity) | 17 oktober 2014 | Daling tot onder de 3%-rapporteringsdrempel | 12 308 475 | 2,95% |
| Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders (personen die in onderling overleg handelen) |
1 december 2014 | Overschrijding van de 40%-rapporteringsdrempel | 168 553 908 | 40,39% |
| Parvus Asset Management Europe Ltd |
30 december 2014 | Transfer van beleggingsbeheeractiviteiten van Parvus Asset Management (UK) LLP naar Parvus Asset Management Europe Limited als gevolg van interne herstructurering |
12 900 729 | 3,09% |
| FMR LLC (Fidelity) | 12 januari 2015 | Overschrijding van de 3%-rapporteringsdrempel | 12 687 206 | 3,04% |
| Parvus Asset Management Europe Ltd |
13 februari 2015 | Daling tot onder de 3%-rapporteringsdrempel | 12 341 146 | 2,95% |
* Details vindt u in de respectieve kennisgevingsformulieren op www.kbc.com. Opgelet: op andere plaatsen in dit verslag wordt het aantal aandelen/stemrechten van deze aandeelhouders afgezet tegen het totale aantal aandelen op 31 december 2014 (en niet tegen het totale aantal aandelen op de datum van de kennisgeving).
In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2014, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.
| KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen | Adres | 31 december 2013 |
31 december 2014 |
|---|---|---|---|
| Bij KBC Securities NV | Havenlaan 12, 1080 Brussel, België | 2 | 2 |
| Bij KBC Groep NV zelf | Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 800 | 486 |
| Totaal | 802 | 488 | |
| In procent van het totale aantal aandelen | 0,0% | 0,0% |
De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2014 bedroeg 3,48 euro. Eind 2013 kocht KBC 800 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 30 860 euro) die in 2014 werden geleverd aan personeelsleden die eind 2013 hun opties uitoefenden. Eind 2014 kocht KBC 486 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 22 524 euro) die in 2015 worden geleverd aan personeelsleden die eind 2014 hun opties uitoefenden. We vestigen er de aandacht op dat de in de tabel opgenomen aantallen aandelen kunnen afwijken van de aantallen die worden vermeld in de
kennisgevingen conform de Belgische Wet van 2 mei 2007 aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
KBC Groep NV betaalde in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 149 124 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten.
KBC Groep NV had op 31 december 2014 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).
De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, die hierboven nog niet werd vermeld,
vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Dat Verslag omvat ook de vereiste Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
• We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.
Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 113 144 euro.
Team spirit, genieten van de sport en elkaar Katka Hamersky
Katka Hamersky gaat nog vaak naar Pardubice in Tsjechië, om er met haar jeugdvriendinnen te basketten.
"Vroeger speelden we in een hogere divisie, maar nu we allemaal een job en een gezin combineren, gaat het ons meer om de team spirit, genieten van de sport en elkaar."
260 Jaarverslag KBC 2014
In 2008 en 2009 heeft KBC Groep NV in totaal voor 7 miljard euro uitgegeven aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, pari passu met gewone aandelen bij liquidatie, waarop werd ingetekend door de Belgische staat (Federale Participatieen Investeringsmaatschappij) en het Vlaams Gewest, elk voor 3,5 miljard euro.
Daarvan betaalde KBC al het volgende terug:
KBC streeft ernaar het nog uitstaande saldo van 2 miljard euro (plus premies) in schijven terug te betalen, met de laatste schijf in 2017.
De belangrijkste kenmerken van de overblijvende kernkapitaaleffecten zijn, vereenvoudigd:
In 2009 ondertekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Het plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro. Meer informatie over de structuur van die transactie vindt u in de vorige jaarverslagen.
In de laatste jaren heeft KBC zijn CDO-blootstelling versneld afgebouwd. In 2014 heeft KBC de twee laatste CDO's in zijn portefeuille ontmanteld. Daarmee is de CDO-portefeuille van KBC, die in 2008 nog meer dan 25 miljard euro bedroeg, op 5 jaar tijd volledig afgebouwd en kon ook de garantieregeling voor CDO's worden beëindigd.
KBC moe(s)t voor die garantieregeling een premie betalen. Meer informatie over de invloed daarvan op de winst-en-verliesrekening vindt u in Toelichting 5 van de Geconsolideerde jaarrekening.
Voor de volledigheid vermelden we dat er nog voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan tot eind 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening van KBC, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt.
[provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar] + [verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden].
[compound annual growth rate]: samengestelde jaarlijkse groeivoet
[Common Equity Tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is gebaseerd op de door Europa goedgekeurde en gepubliceerde Capital Requirements Regulation (CRR) en Capital Requirements Directive (CRD IV) en houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien (grandfathered).
[specifieke waardeverminderingen op kredieten] / [uitstaande impaired kredieten]. Voor een definitie van impaired, zie Impaired loans ratio. De teller en noemer kunnen in voorkomend geval worden beperkt tot de impaired loans met meer dan 90 dagen achterstalligheid.
[uit te keren dividendbedrag plus te betalen coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid en de AT1-instrumenten in het eigen vermogen] / [geconsolideerde nettowinst]
[eigen vermogen van de aandeelhouders] / [aantal gewone aandelen min eigen aandelen (per einde periode)]
[verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (telkens na herverzekering).
[uitstaand bedrag van impaired kredieten] / [totale uitstaande kredietportefeuille]. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald; het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, en dat komt overeen met de nieuwe definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA). De teller kan desgevallend worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12), wat overeenstemt met het concept van non-performing zoals gebruikt in vorige verslagen.
[exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / [totale opbrengsten van de bankactiviteiten].
[nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico's] / [gemiddelde uitstaande kredietportefeuille]. De kredietportefeuille wordt gedefinieerd in het hoofdstuk Risicobeheer (overheidsobligaties zijn bijvoorbeeld niet inbegrepen).
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen]
[slotkoers KBC-aandeel] x [aantal gewone aandelen]
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [Vereist bedrag stabiele financiering]
[nettorente-inkomsten (aangepast resultaat) van de bankactiviteiten] / [gemiddelde rentedragende activa van de bankactiviteiten].
[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa]. Als er een coupon wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, of op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt dat van de teller afgetrokken.
[resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van een divisie] / [gemiddeld toegewezen eigen vermogen van de divisie]. Het resultaat van een divisie is de som van het nettoresultaat van alle ondernemingen toegewezen aan die divisie. Het aan een divisie toegewezen kapitaal is gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verzekeringsactiviteiten (volgens Solvency I).
[beschikbaar solvabiliteitskapitaal] / [vereist solvabiliteitskapitaal].
[Totaal reglementair eigen vermogen] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is gebaseerd op de door Europa goedgekeurde en gepubliceerde Capital Requirements Regulation (CRR) en Capital Requirements Directive (CRD IV) en houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien (grandfathered).
[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddelde van het aantal gewone aandelen min eigen aandelen]. Als er een coupon (en/of penaltypremie) wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, en/of een coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt die van de teller afgetrokken.
[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddelde van het aantal gewone aandelen, plus verwaterende opties, min eigen aandelen]. Als er een coupon (en/ of penaltypremie) wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, en/of een coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt die van de teller afgetrokken.
"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."
| (voor informatie over producten, diensten en publicaties van de KBC-groep; op werkdagen van 8 tot 22 uur, op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur) |
|---|
| +32 78 152 153 (Nederlands), +32 78 152 154 (Frans en Duits), + 32 16 43 29 15 (Engels) |
| [email protected] |
| Investor Relations Office |
| [email protected] |
| www.kbc.com / investor relations |
| KBC Groep NV, Investor Relations Office – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
| Pers |
| Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster) |
| [email protected] |
| www.kbc.com / pers & media |
| KBC Groep NV, Corporate Communicatie – GCM, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
| Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
| Vic Van de Moortel (directeur CSR ) |
| [email protected] |
| www.kbc.com/duurzaamondernemen |
| KBC Groep NV, Corporate Sustainability and Responsibility – CSR, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
| Publicatie Jaarverslag 2014 en Risk Report 2014 2 april 2015 Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 7 mei 2015 Dividend ex-date 11 mei 2015 / record date: 12 mei 2015 / pay date: 13 mei 2015 Publicatie resultaten 1e kwartaal 2015 12 mei 2015 Publicatie resultaten 2e kwartaal 2015 6 augustus 2015 Publicatie resultaten 3e kwartaal 2015 16 november 2015 Publicatie resultaten 4e kwartaal 2015 18 februari 2016 |
Publicatie resultaten 4e kwartaal 2014 en volledig jaar 2014 | 12 februari 2015 |
|---|---|---|
Hoofdredactie: Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: Marketing en Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.