AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report Apr 2, 2015

3968_10-k_2015-04-02_157001b8-9e45-484f-8ce1-a2f461e25efe.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Paspoort van de KBC-groep

Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)

Ons werkgebied

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar voor hoofdzakelijk retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. We zijn ook aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.

Onze klanten, medewerkers en netwerk1

Klanten (schatting) 10 miljoen
Medewerkers (vte's) 36 187
Bankkantoren 1 601
Verzekeringsnetwerk 459 agentschappen in België, diverse
distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa

Onze langetermijnkredietratings2, 19-03-2015

Fitch Moody's Standard & Poor's
KBC Bank NV A- A2 A
KBC Verzekeringen NV A- A
KBC Groep NV A- A3 A

Onze vaste aandeelhouders

KBC Ancora 18,6%
Cera 2,7%
MRBB 11,5%
Andere vaste aandeelhouders 7,7%

Meer informatie

Website www.kbc.com
KBC-Telecenter [email protected]

Gegevens van 31 december 2014, tenzij anders vermeld. Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag.

1 Klanten: schatting voor de vijf kernmarkten en Ierland; bankkantoren: idem, aangevuld met internationale

bedrijvenkantoren van de groep.

2 De eventuele outlook/watch/review bij deze ratings vindt u verder in dit verslag.

Kerncijfers

2010 2011 2012 2013 2014
Geconsolideerde balans en beheerd vermogen (op einde periode, in miljoenen euro)
Balanstotaal 320 823 285 382 256 928 238 686 245 174
Leningen en voorschotten aan klanten 150 666 138 284 128 492 120 371 124 551
Effecten 89 395 65 036 67 295 64 904 70 359
Deposito's van klanten en schuldpapier 197 870 165 226 159 632 161 135 161 783
Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 29 948 26 928 30 058 30 488 31 487
Totaal eigen vermogen 18 674 16 772 15 879 14 514 16 521
Risicogewogen activa (Basel II tot en met 2012, Basel III vanaf 2013) 132 034 126 333 102 148 91 216 91 236
Beheerd vermogen 208 813 192 795 155 216 162 977 185 704
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro)
Totale opbrengsten 8 378 7 310 7 733 7 448 6 720
Exploitatiekosten -4 436 -4 344 -4 248 -3 843 -3 818
Bijzondere waardeverminderingen -1 656 -2 123 -2 511 -1 927 -506
Nettoresultaat, groepsaandeel 1 860 13 612 1 015 1 762
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) 3,72 -1,93 -1,09 1,03 3,32
Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro) 3,72 -1,93 -1,09 1,03 3,32
Aangepast nettoresultaat, groepsaandeel 1 496 960 1 629
België 1 360 1 570 1 516
Tsjechië 581 554 528
Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) -260 -853 -182
Groepscenter -185 -311 -234
Genderdiversiteit
Genderdiversiteit volledig personeelsbestand (percentage vrouwen) 60% 59% 58% 57% 57%
Genderdiversiteit Raad van Bestuur (percentage vrouwen) 4% 4% 10% 15% 22%
Milieuefficiëntiegegevens voor de KBC-groep in België (per vte)
Elektriciteitsverbruik (in GJ) 24,3 21,3 20,8 21,3 21,2
Verbruik gas en stookolie (in GJ) 15,0 12,6 12,6 16,0 12,7
Vervoer (in km, woon-werkverkeer en dienstritten) 14 836 14 563 14 440 13 646 13 524
Papierverbruik (in ton) 0,17 0,14 0,13 0,12 0,11
Waterverbruik (in m3
)
9,3 8,2 8,5 9,0 9,1
Broeikasgasemissie (in ton) 2,4 2,2 1,8 2,5 2,2
KBC-aandeel
Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in duizenden) 357 938 357 980 416 967 417 364 417 781
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in euro) 32,8 28,7 29,0 28,3 31,4
Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) 32,6 22,3 17,3 32,8 43,1
Slotkoers boekjaar (in euro) 25,5 9,7 26,2 41,3 46,5
Brutodividend per aandeel (in euro) 0,75 0,01 1,00 0,00 2,00
Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) 9,1 3,5 10,9 17,2 19,4
Financiële ratio's
Rendement op eigen vermogen 12% -6% 1% 9% 14%
Rendement op eigen vermogen, gebaseerd op aangepast resultaat* 11% 5% 9% 9% 13%
Kosten-inkomstenratio, bankieren, gebaseerd op aangepast resultaat* 56% 60% 57% 52% 57%
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen 100% 92% 95% 94% 94%
Kredietkostenratio, bankieren 0,91% 0,82% 0,71% 1,21% 0,42%
Common equity ratio, groep (CET1; Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) 10,5% 12,8% 14,3%
Net stable funding ratio (NSFR) 105% 111% 110%
Liquidity coverage ratio (LCR) 107% 131% 120%

Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen, analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Een omschrijving van de aangepaste resultaten vindt u in het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014. Dividendvoorstel voor 2014 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. We pasten enkele gegevens voor 2013 vanwege de retroactieve toepassing van IFRS 11 (zie verder).

* Tot en met 2011: gebaseerd op onderliggend resultaat (definitie: zie jaarverslag over 2012).

Verslag van de Raad van Bestuur

6 Korte voorstelling van onze groep
10 Voorwoord
14 Ons bedrijfsmodel en onze strategie
54 Geconsolideerd resultaat in 2014
64 Informatie voor aandeel- en obligatiehouders
68 Overzicht van onze divisies
69 België
78 Tsjechië
86 Internationale Markten
96 Groepscenter
98 Risicobeheer
132 Kapitaaltoereikendheid
142 Verklaring inzake deugdelijk bestuur

Opmerkingen voor de lezer

Naam van de vennootschap: waar we in dit verslag spreken van KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Waar sprake is van KBC Groep NV bedoelen we de niet-geconsolideerde entiteit.

Vertaling: Dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels, waarbij de Nederlandse versie de originele is en de andere versies officieuze vertalingen zijn. KBC verzekert dat al het redelijkerwijs mogelijke werd gedaan om inhoudelijke verschillen tussen de taalversies te vermijden. Mochten er toch zulke verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Disclaimer: de in dit jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dit jaarverslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.

Onder meer de artikelen 96 en 119 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen leggen vast wat de minimale inhoud is van de door de wet vereiste jaarverslagen over de vennootschappelijke en de geconsolideerde jaarrekening. De betreffende informatie is verwerkt in de diverse hoofdstukken van het hierna volgende Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. In bepaalde gevallen wordt in dat deel, om herhaling van informatie te vermijden, verwezen naar informatie die al in de andere delen van deze brochure wordt vermeld. Overeenkomstig artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen combineert KBC Groep NV het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Het Risk Report, het CSR Report en de websites waarnaar wordt verwezen, maken geen deel uit van het jaarverslag.

Geconsolideerde jaarrekening

174 Verslag van de commissaris
176 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
177 Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten
178 Geconsolideerde balans
179 Geconsolideerde vermogensmutaties
180 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
182 Toelichtingen in verband met de grondslagen
voor financiële verslaggeving
182 Toelichting 1a: Verklaring van overeenstemming
183 Toelichting 1b: Belangrijkste grondslagen voor financiële
verslaggeving
189 Toelichtingen in verband met segmentinformatie
189 Toelichting 2: Segmentering volgens de
managementstructuur
194 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening
194 Toelichting 3: Nettorente-inkomsten
194 Toelichting 4: Dividendinkomsten
195 Toelichting 5: Nettoresultaat uit financiële instrumenten
tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
196 Toelichting 6: Netto gerealiseerd resultaat uit voor
verkoop beschikbare financiële activa
196 Toelichting 7: Nettoprovisie-inkomsten
197 Toelichting 8: Overige netto-inkomsten
198 Toelichting 9: Verzekeringsresultaten
199 Toelichting 10: Verdiende levensverzekeringspremies
200 Toelichting 11: Verzekeringen Niet-Leven per tak
201 Toelichting 12: Exploitatiekosten
201 Toelichting 13: Personeel
202 Toelichting 14: Bijzondere waardeverminderingen
– winst-en-verliesrekening
203 Toelichting 15: Aandeel in het resultaat van
geassocieerde ondernemingen en joint ventures
203 Toelichting 16: Belastingen
204 Toelichting 17: Winst per aandeel
205 Toelichtingen bij de financiële instrumenten
op de balans
206 Toelichting 18: Financiële instrumenten volgens
portefeuille en product
208 Toelichting 19: Financiële instrumenten volgens
portefeuille en land
209 Toelichting 20: Financiële instrumenten volgens
portefeuille en restlooptijd
209 Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en

kwaliteit

211 Toelichting 22: Maximaal kredietrisico en offsetting
213 Toelichting 23: Reële waarde van financiële
instrumenten – algemeen
215 Toelichting 24: Financiële instrumenten die tegen reële
waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
217 Toelichting 25: Financiële instrumenten die tegen reële
waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen
niveau 1 en 2
218 Toelichting 26: Financiële instrumenten die tegen reële
waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3
220 Toelichting 27: Wijzigingen in eigen kredietrisico
221 Toelichting 28: Herclassificatie van financiële
instrumenten
222 Toelichting 29: Derivaten
225 Toelichtingen bij de andere posten op de balans
225 Toelichting 30: Overige activa
225 Toelichting 31: Belastingvorderingen en
belastingverplichtingen
226 Toelichting 32: Investeringen in geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
227 Toelichting 33: Materiële vaste activa, inclusief
vastgoedbeleggingen
228 Toelichting 34: Goodwill en andere immateriële vaste activa
230 Toelichting 35: Technische voorzieningen –
verzekeringen
231 Toelichting 36: Voorzieningen voor risico's en kosten
234 Toelichting 37: Overige verplichtingen
234 Toelichting 38: Pensioenverplichtingen
238 Toelichting 39: Eigen vermogen van de
aandeelhouders, niet-stemrechtverlenende

kernkapitaaleffecten en AT1-instrumenten 239 Andere toelichtingen

  • 239 Toelichting 40: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties
  • 240 Toelichting 41: Leasing
  • 241 Toelichting 42: Transacties met verbonden partijen
  • 242 Toelichting 43: Bezoldiging van de commissaris
  • 242 Toelichting 44: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
  • 249 Toelichting 45: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
  • 249 Toelichting 46: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5)
  • 250 Toelichting 47: Risicobeheer
  • 250 Toelichting 48: Gebeurtenissen na balansdatum
  • 251 Toelichting 49: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

Vennootschappelijke jaarrekening

255 Balans, resultaten en resultaatsverwerking
257 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening
Overige informatie
  • 262 Kapitaal- en garantieverrichtingen met de overheid in 2008 en 2009 263 Glossarium van ratio's
  • 264 Verklaring van verantwoordelijke personen
  • 264 Contactadressen en financiële kalender

Mensen zijn geen solitaire wezens: we leven samen in familieverband, maken vrienden, bouwen netwerken uit. In een globaliserende wereld kunnen onze netwerken ons ver brengen, of juist verrassend dichtbij.

Het internationale netwerk van Stefan en Katka

Door dit verslag heen volgen we het spoor van KBC'ers Stefan Garaleas en Katka Hamersky. Hij heeft Griekse roots, zij is Tsjechische. De vonk sprong over in Brussel, waar Katka bij KBC een opleiding volgde. Zij kozen ervoor om in België te wonen, trouwden en kregen twee kinderen, Alexander en Sofia.

Stefan en Katka zijn allebei actief in de basketwereld, hebben veel interesses en een brede kennissenkring. Hun internationale relaties brengen ons van Tsjechië, Hongarije en Slowakije naar Ierland, en weer terug.

In onze muziek draait het om samenspel Orsi Horvath

Orsi Horvath, buur van de ouders van Stefan en violiste uit Hongarije.

Verslag van de Raad van Bestuur

Korte voorstelling van onze groep

KBC in een oogopslag

Wie zijn we?

Ontstaan: in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen)

Kernmarkten: België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In de rest van de wereld aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen.

Medewerkers: circa 36 000 vte's wereldwijd, waarvan 45% in België en 51% in Centraalen Oost-Europa

Hoofdactiviteit:

geïntegreerd bankverzekeren

Aantal klanten:

circa 10 miljoen klanten wereldwijd

Belangrijkste merknamen en geschat marktaandeel in de kernmarkten en Ierland:

  • België: KBC en CBC (20% in bankieren, 17% in levensverzekeringen, 9% in schadeverzekeringen)
  • Tsjechië: Cˇ SOB (20% in bankieren, 6% in levensverzekeringen, 7% in schadeverzekeringen)
  • Slowakije: Cˇ SOB (10% in bankieren, 5% in levensverzekeringen, 3% in schadeverzekeringen)
  • Hongarije: K&H (9% in bankieren, 3% in levensverzekeringen, 5% in schadeverzekeringen)
  • Bulgarije: CIBANK en DZI (3% in bankieren, 10% in levensverzekeringen, 10% in schadeverzekeringen)
  • Ierland: KBC Bank Ireland (5% in retaildeposito's, 10% in retailkredieten)

Netwerk: circa 1 600 bankkantoren wereldwijd, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, daarnaast diverse elektronische kanalen

Balanstotaal: 245 miljard euro, waarvan totaal eigen vermogen van 16,5 miljard euro

Onze visie en strategie

Onze visie: de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten

Onze strategie: we willen een van de meest performante retailgerichte financiële instellingen van Europa zijn, door:

  • ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel voor retail-, kmo- en midcap-klanten in onze kernmarkten verder te versterken, op een zeer kostenefficiënte manier;
  • ons te concentreren op duurzame en rendabele groei binnen het kader van een solide risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer;
  • een uitmuntende klanttevredenheid te creëren met een naadloze, klantgerichte distributie via diverse kanalen.

Gegevens op 31 december 2014. Voor definiëring en opmerkingen verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag.

• Terugbetaling van 0,33 miljard euro overheidssteun en 50% premie aan de Vlaamse overheid

• Plaatsing van CRD IV-conform AT1-instrument voor 1,4 miljard euro

tier 1-effecten

April

4

• KBC stimuleert ondernemerschap in België met de campagne Alles kan beter

• Verdere vereenvoudiging van de managementstructuur van de groep en wijzigingen in het Directiecomité

• Publicatie van de resultaten voor het eerste kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 397 miljoen euro. Aangepaste nettowinst (zonder invloed van legacy-activiteiten en waardering van het eigen kredietrisico) van 387 miljoen euro

• Aankondiging op een Investor Day van de geüpdate strategie en introductie van nieuwe financiële doelstellingen voor de groep en alle divisies

• Publicatie van de resultaten voor het tweede kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 317 miljoen euro, aangepaste nettowinst van 287 miljoen euro; negatieve invloed van nieuwe Hongaarse wetgeving over retailkredieten

9 September

  • Lancering van gebruiksvriendelijk en overzichtelijk online bankieren en verzekeringen beheren via KBC-Touch
  • Beslissing om de activiteiten van Antwerpse Diamantbank geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen, aangezien de vroeger aangekondigde verkoop niet doorgaat
  • Aankondiging van de verlenging van de verankeringsafspraken tussen Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders met betrekking tot KBC Groep

portefeuille

• Ontmanteling van de laatste twee CDO's in

  • Afronding van de verkoop van KBC Bank Deutschland en daardoor ook beëindiging van het desinvesteringsprogramma
  • Bekendmaking van de resultaten van de Europese AQR- en stresstests, waaruit blijkt dat KBC de drempels van de asset quality review en de stresstests met een ruime marge overtreft
  • Publicatie van de resultaten voor het derde kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 591 miljoen euro, aangepaste nettowinst van 477 miljoen euro

November

11

• Uitgifte van tier 2-instrumenten voor 750 miljoen euro

12 December

• Lancering van een crowdfundingplatform waar ondernemers en investeerders elkaar kunnen vinden

• Aankondiging van een aantal maatregelen om de kapitaalstructuur van KBC Verzekeringen en KBC Groep verder te optimaliseren, waaronder inkoop van eigen aandelen door KBC Verzekeringen en het aangaan door KBC Verzekeringen van een tier 2-lening bij KBC Groep, ter vervanging van aandeelhouderskapitaal.

Begin 2015

• Februari 2015: publicatie van de resultaten voor het vierde kwartaal van 2014: geconsolideerde nettowinst van 457 miljoen euro, aangepaste nettowinst van 477 miljoen euro. De volledige jaarwinst komt uit op 1 762 miljoen euro, of 1 629 miljoen euro op aangepaste basis.

• Maart 2015: publicatie van de nieuwe kapitaalen liquiditeitsvereisten van de ECB. KBC overtreft ruim die nieuwe vereisten.

Meer weten? Uitgebreidere

informatie over de hierboven opgesomde gebeurtenissen vindt u in de volgende hoofdstukken.

In 2014 sloegen we een bladzijde om in het verhaal van KBC. We hebben lessen getrokken uit de ergste financiële crisis van de laatste decennia. We hebben het desinvesteringsprogramma volledig afgerond en onze CDO-portefeuille tot nul herleid. Onze kapitaalpositie, liquiditeit en winstgevendheid staan op een stevig niveau. We kunnen ons nu voor de volle 100% toeleggen op de toekomst, met als doel in al onze kernmarkten de referentie te worden voor bankverzekeren. Thomas Leysen, voorzitter van de Raad van Bestuur, en Johan Thijs, CEO, becommentariëren hierna de voornaamste gebeurtenissen van het afgelopen jaar.

In juni lichtte KBC zijn vernieuwde strategie en doelstellingen toe op een Investor Day. Waarom op dat moment en wat zijn de kernboodschappen?

Thomas Leysen: Het tijdstip om de bladzijde om te slaan was aangebroken. We hebben onze groep afgeslankt en fit gemaakt, ons desinvesteringsplan rigoureus uitgevoerd, de staatsteun voor het grootste deel al terugbetaald en ook de belangrijkste erfenis uit het verleden – onze CDO-blootstelling – volledig afgebouwd. Bovendien raakt geleidelijk aan heel wat onzekerheid over nieuwe regelgeving weggewerkt. We denken daarbij aan Basel III, de Europese bankenunie, enz.

Johan Thijs: Onze kernboodschap is dat we een van de meest performante retailgerichte financiële instellingen in Europa willen worden, niet meer en niet minder. Dat willen we bereiken door verder in te zetten op ons succesvolle bankverzekeringsmodel in onze kernmarkten, op een kostenefficiënte manier. We concentreren ons op duurzame en rendabele groei binnen het kader van een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer en we willen een uitmuntende klanttevredenheid bereiken met een naadloze,

klantgerichte distributieaanpak via diverse kanalen. We willen de klant de contactmogelijkheden bieden waaraan hij zelf de voorkeur geeft. Ons uitgebreide netwerk van bankkantoren en verzekeringsagentschappen blijft uiterst belangrijk omdat we daar rechtstreeks een gesprek kunnen aangaan. Maar in onze nieuwe strategie zetten we daarnaast ook volop in op de digitale systemen.

Het geconsolideerde nettoresultaat voor 2014 bedroeg ongeveer 1,8 miljard euro, 74% meer dan in 2013. Bent u tevreden? Thomas Leysen: Ons nettoresultaat voor 2014 is inderdaad stevig. Het bevestigt de blijvende sterkte van ons bedrijfsmodel. Bovendien combineren we onze stevige rendabiliteit en efficiëntie met een stevige solvabiliteit en liquiditeit, waarover verder meer. Dat past volledig in onze strategie van rendabele groei, ingebed in een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer.

Johan Thijs: Ons nettoresultaat is met 747 miljoen euro gestegen tegenover vorig jaar, tot 1 762 miljoen euro. Zonder de niet-operationele elementen, zoals de waardering van CDO's en

Thomas Leysen en Johan Thijs

resultaten in verband met de desinvesteringen, bedroeg ons aangepaste resultaat 1 629 miljoen euro, een bijzonder mooie stijging tegenover 960 miljoen euro in 2013. En dat ondanks enkele negatieve elementen, zoals de voorzieningen van 183 miljoen euro na belastingen die we als gevolg van een nieuwe strenge Hongaarse wetgeving in verband met retailkredieten aanlegden en de 135 miljoen euro negatieve invloed na belastingen met betrekking tot waardeveranderingen van derivaten gebruikt voor balansbeheer. Het goede eindresultaat danken we aan onze sterke commerciële prestaties, vooral in onze twee belangrijkste markten, België en Tsjechië, en het minder negatieve resultaat in Ierland, na de belangrijke bijkomende aanleg van kredietprovisies op het einde van 2013.

Rendabiliteit moet in een duurzaam kader ingebed zijn. Wat betekent dat voor u? Thomas Leysen: Het staat buiten kijf dat winstgevendheid belangrijk is voor gelijk welke onderneming. Duurzame winstgevendheid betekent echter dat we vooral focussen op onze prestaties op lange termijn. Bovendien betekent duurzaam ondernemen voor ons dat we het

belang van de klant centraal stellen in alles wat we doen, dat we onze bedrijfsvoering kaderen in een stringent risicomanagement, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en de dialoog met onze stakeholders aangaan. We beseffen maar al te goed dat onze reputatie een broos bezit is en dat ze wordt bepaald door ons hele doen en laten.

Johan Thijs: Duurzaam ondernemen betekent ook transparant rapporteren, met oog voor alle stakeholders, en dus breder dan puur financiële rapportering. In 2014 zijn we dan ook gestart met de voorbereiding van een consistente geïntegreerde rapportering van financiële én niet-financiële informatie. We vinden goede communicatie trouwens in het algemeen uiterst belangrijk. Het doet ons dan ook veel plezier dat we, na de prijs voor de Beste Financiële Informatie van de Belgische Vereniging voor Financiële Analisten in 2013, in 2014 ook de prijs voor de beste Investor Relations in België in ontvangst mochten nemen van IR Magazine.

Is de fase van afbouw en desinvesteringen nu volledig afgerond?

Johan Thijs: In 2014 hebben we inderdaad de fase van de desinvesteringen afgesloten. We finaliseerden de al vroeger getekende overeenkomst over de verkoop van KBC Bank Deutschland. Voor Antwerpse Diamantbank kon de oorspronkelijk geplande verkoop niet doorgaan en beslisten we de kredietdossiers en activiteiten geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen. Daarnaast hebben we in 2014 ook het hoofdstuk van de CDO's afgesloten. Begin oktober hebben we namelijk de laatste twee CDO's uit onze portefeuille ontmanteld. Nu zijn we afgeslankt en fit: onze focus en ons werkgebied zijn scherp afgelijnd, onze doelstellingen zijn bepaald en onze structuur is geoptimaliseerd.

Thomas Leysen: We zijn niet van plan onze geografische focus te verbreden of significant te wijzigen. We willen alleen onze huidige geografische aanwezigheid optimaliseren, met als doel een referentie in bankverzekeren te worden in elk van onze kernlanden: België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Als dat nodig of opportuun is, zullen we dus in die kernlanden onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante add-on overnames, maar alleen als dat past binnen onze strategie en volgens duidelijke en strikte financiële criteria.

KBC heeft ondertussen al 5 van de 7 miljard euro staatssteun terugbetaald.

Thomas Leysen: Eind 2014 is de situatie als volgt: we hebben al de volledige 3,5 miljard euro steun van de Belgische overheid en 1,5 miljard van de 3,5 miljard euro steun van de Vlaamse

overheid terugbetaald, telkens met een premie daarbovenop. Dat betekent dat er momenteel nog 2 miljard euro staatssteun openstaat, met daarbovenop een te betalen premie van 50%. De overheid heeft dus, door die premie en de rente die we betaald hebben, uiteindelijk goed verdiend aan die steunoperatie. De resterende staatsteun willen we ten laatste eind 2017 volledig terugbetaald hebben. Dat is trouwens aanzienlijk vroeger dan aanvankelijk met Europa overeengekomen.

Johan Thijs: Ook na de uitgevoerde terugbetalingen van die staatsteun is onze solvabiliteitspositie verder verstevigd. Eind 2014 bedroeg onze common equity kapitaalratio volgens Basel III 14,3%, fully loaded en volgens de Deense compromismethode. Daarmee ligt die ratio ruim boven onze eigen, in 2014 nog verstrengde doelstelling van 10,5%. Ook onze liquiditeitspositie blijft zoals altijd uitstekend, wat wordt bewezen door onze LCR- en NSFRratio's, die eind 2014 respectievelijk 120% en 110% bedroegen. Ook het resultaat van de uitgebreide beoordeling door de ECB in oktober toont aan dat we, zelfs in negatieve scenario's, beantwoorden aan strenge solvabiliteitsvereisten.

Hoe was de economische omgeving in 2014 en hoe ziet u de toekomst?

Johan Thijs: In het voor ons belangrijkste gebied, de eurozone, zagen we voor 2014 een beperkte reële groei van 0,8%. Elementen als een groeivriendelijker begrotingsbeleid, een zwakkere euro en een geleidelijke verbetering van de arbeidsmarkt ondersteunden die groei. Anderzijds wogen geopolitieke spanningen op het sentiment tot in de zomer van 2014. Vanaf het derde kwartaal trok de groei in de eurozone opnieuw licht aan. Opvallend trouwens is de relatief goede economische prestatie in 2014 van Centraal-Europese economieën als Tsjechië, Hongarije en Bulgarije in vergelijking met het gemiddelde van de eurozone. Net zoals de andere energie-invoerende economieën ondervond de eurozone ook de voordelen van de forse daling van de olieprijs sinds midden 2014, die ook in 2015 de economische groei bijkomend zou moeten stimuleren, niet in het minst in België. Ook voor onze Centraal-Europese kernmarkten blijven de vooruitzichten boven het gemiddelde van de eurozone. Net zoals in de tweede helft van 2014 zullen de lagere energieprijzen nog een tijdje voor lage inflatie en lage rentevoeten zorgen.

Thomas Leysen: Bij KBC kijken we de toekomst dus met vertrouwen tegemoet. We stelden onze strategie scherp, bepaalden onze langetermijndoelen en focussen ons nu volledig op de verdere uitbouw van onze bankverzekeringsgroep. Daarbij stellen we resoluut de klant centraal. We willen trouwens nogmaals onze dank uitspreken aan de Belgische en Vlaamse overheid, die ons in de voorbije jaren door een moeilijke periode hebben geholpen. Maar het feit dat we er nu weer staan is evengoed te danken aan de niet aflatende steun en het vertrouwen van al onze belanghebbenden, waaronder in de eerste plaats onze klanten, onze medewerkers en onze aandeelhouders. We blijven ons volledig inzetten om dat vertrouwen te behouden.

Johan Thijs Thomas Leysen

Chief Executive Officer voorzitter van de Raad van Bestuur

Ons bedrijfsmodel en onze strategie

Deel 1: Ons bedrijfsmodel

Hoe

creëren we waarde voor alle belang hebbenden?

In juni 2014 maakten we op een Investor Day onze vernieuwde strategie en de doelstellingen voor onze groep bekend: we willen een van Europa's meest performante retailgerichte financiële instellingen worden. Daarbij zullen we ons concentreren op een duurzame, kostenefficiënte en rendabele groei, die we kaderen in een sterk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer. Centraal in ons model staat de tevredenheid van de klant, die we willen bereiken door een naadloze, klantgerichte distributie via diverse kanalen.

In wat volgt beschrijven we ons huidige bedrijfsmodel en de strategie van onze groep op een samenvattende en geïntegreerde wijze. Als u over een bepaald aspect meer wilt weten, verwijzen we u graag naar de andere hoofdstukken in dit jaarverslag en andere publicaties van onze groep.

Onze waardecreatie als bank en verzekeraar, in het kort

Als belangrijke speler in onze kernmarkten spelen we een cruciale rol in het economische en sociale systeem van de betrokken landen, waarbij we op diverse manieren waarde creëren voor verschillende partijen, als bank en verzekeraar.

Als bankier zorgen we er met onze spaarrekeningen voor dat onze klanten op een veilige manier kunnen sparen. We bieden daarnaast uiteraard ook een breed en gediversifieerd gamma van andere spaar- en beleggingsproducten aan voor spaarders en beleggers, inclusief producten met kapitaalbescherming. Op die manier kan iedere spaarder of belegger zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel. Hij kan daarbij rekenen op de expertise en het advies van onze medewerkers via onze verschillende distributiekanalen.

Met het geld uit onze depositowerving verlenen we kredieten aan particulieren en ondernemingen, waardoor dat geld opnieuw productief in de samenleving aangewend wordt. Onze kredietportefeuille omvat niet alleen kredieten aan particulieren en bedrijven, maar ook aan specifieke sectoren en doelgroepen, zoals de socialprofitsector (ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen, onderwijs, lokale overheden, enz.). We financieren ook infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling (publiek-private samenwerking, PPS, voor de financiering van sporthallen in Vlaanderen, financiering van wegenprojecten, enz.) en dragen bij aan de ontwikkeling van groene-energieprojecten (bijvoorbeeld door de financiering van diverse onshore windprojecten).

In de paragraaf over onze positie in de voornaamste markten vindt u een overzicht van onze kredietportefeuille en depositobasis per land.

Naast deposito-, beleggings- en kredietproducten, bieden we onze klanten ook verschillende andere bankdiensten aan, zoals betalingsverkeer, geld- en kapitaalmarktactiviteiten, brokerage en corporate finance, handelsfinanciering, cashmanagement en leasing. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.

Met andere woorden, we brengen beleggers, investeerders, particulieren en ondernemingen samen om met onze ruime waaier aan financiële producten en diensten tegemoet te

komen aan hun noden en behoeften. Daardoor zijn we ook een motor voor de reële lokale economieën van onze kernmarkten.

Als grote verzekeraar in België en in de meeste van onze Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. De maatschappelijke relevantie van verzekeringen voor economie en maatschappij behoeft weinig commentaar. Het is het instrument bij uitstek om de risico's te dekken van activiteiten die levensnoodzakelijk zijn: zonder de autoverzekering geen verkeer en transport, zonder aansprakelijkheidsverzekeringen geen exploitatie van bedrijven, zonder brandverzekeringen geen beveiliging van het opgebouwde patrimonium, zonder arbeidsongevallenverzekeringen geen doeltreffende bescherming van de werknemers, zonder inkomens- en gezondheidsverzekeringen geen betaalbare gezondheidszorg. In dat kader hebben we een jarenlange traditie van samenwerking met tal van organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers. We trekken als verzekeraar dan ook resoluut de kaart van preventie, meer nog: preventie zit in ons DNA. Het voorkomen van menselijk leed en aandacht voor waarden als veiligheid, gezondheid en zorg voor slachtoffers zijn maar enkele van onze maatschappelijke doelstellingen, die onder meer in onze sensibiliseringscampagnes (zoals Moeders Preventiewinkel) tot uiting komen.

Kort samengevat kan de klant bij ons terecht voor depositoproducten en assetmanagementdiensten om zijn vermogen te laten aangroeien, kredieten om zijn dromen en projecten te realiseren en verzekeringen om die dromen en projecten te beschermen. Zo creëren we op verschillende domeinen meerwaarde voor onze stakeholders en voor de maatschappij als geheel.

In al onze kernmarkten zijn we bovendien ook een grote werkgever. Ook op die manier dragen we bij tot de lokale welvaart.

Wie zijn we? De specifieke kenmerken van ons bedrijfsmodel

Focus van de groep Wat ons onderscheidt van onze peers

Werkgebied Klanten Activiteiten
• Kernlanden: België,
Tsjechië, Slowakije,
Hongarije, Bulgarije
• Aanwezigheid
in Ierland
• In de rest van de
wereld: beperkte
aanwezigheid ter
ondersteuning van
activiteiten in de
kernmarkten
• Particulieren
• Kmo's
• Midcaps
• Geïntegreerd
bankverzekeren
• Geïntegreerd bankverzekeringsmodel
Waarom? Geoptimaliseerd one stop-aanbod voor
klanten, geïntegreerde aansturing van de groep, betere
diversificatie en risicospreiding.
• Local responsiveness
Waarom? Aanbod van producten en diensten op maat
van de lokale klant in elke markt, focus op duurzame
ontwikkeling van de groep en de gemeenschappen
waarbinnen we actief zijn, affiniteit met lokale klanten.
• Geografische focus
Waarom? Mix van mature en groeimarkten, groei- en
inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening in
Centraal- en Oost-Europa.
• Vast aandeelhouderssyndicaat
Waarom? Draagt bij tot stabiliteit, continuïteit en
langetermijndenken van onze groep.
10
miljoen
klanten
36 000
mede
werkers (vte)
5
kernlanden
245
miljard euro
balanstotaal

Onze basisactiviteiten zijn bankieren en verzekeren, inclusief assetmanagement. Maar we zijn meer dan een bank en een verzekeraar: we zijn een bank-verzekeraar en willen op die manier proactief en geïntegreerd inspelen op alle financiële behoeften van de klant, in de ruimste zin. Ook in onze organisatie positioneren we ons als geïntegreerde bankverzekeraar, wat betekent dat, met uitzondering van de pure bancaire en verzekeringsproductfabrieken, nagenoeg alle diensten op overkoepelend niveau werken, en dat de groep ook geïntegreerd aangestuurd wordt.

Voor de klant biedt ons bankverzekeringsconcept onder meer het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij zowel bankzaken als vermogensbeheer en verzekeringen aan bod komen. De klant kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd product- en dienstenaanbod. Zo zal hij gemakkelijker de voor hem optimale productmix vinden. Daarnaast biedt de bankverzekeringssamenwerking voor de groep belangrijke voordelen inzake diversificatie van de inkomsten, betere risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de

hefboomwerking van onze uitgebreide bank- en verzekeringsdistributiekanalen, en belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Geografisch concentreren we ons op een strikte selectie van kernmarkten in België en Centraalen Oost-Europa. Die kernmarkten zijn de landen waarin we met bank- en verzekeringsbedrijven aanwezig zijn, namelijk België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. De keuze van die landen is historisch gegroeid, vanuit België als land van origine. Geleidelijk aan bouwden we onze aanwezigheid uit in Centraal- en Oost-Europa, meer specifiek in markten waar de betrokken bedrijven sterk lokaal ingebed zijn. Op die manier opereren we in een mix van mature en groeimarkten, waarbij we bovendien rekenen op het bijkomende groei- en inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening in Centraal- en Oost-Europa. Alle andere activiteiten die niet tot de ondersteuning van klantrelaties in die kernmarkten bijdragen, worden in principe stopgezet. Ierland blijft een uitzondering: de komende jaren zal onze werking in Ierland erop gericht zijn de rentabiliteit te verhogen door de uitbouw van de retailactiviteiten.

In de kernlanden waar we aanwezig zijn, willen we duurzame klantrelaties met de lokale particulieren, kmo's en midcaps opbouwen en verdiepen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat houdt in dat we die lokale klanten beter begrijpen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en producten en diensten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van die markten en gemeenschappen waarbinnen we actief zijn.

▲ KBC'ers Stefan Garaleas en Katka Hamersky.

Bijzonder aan ons aandeelhouderschap is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders. Dat syndicaat hield eind 2014 iets meer dan 40% van onze aandelen in handen. In 2014 verlengden die vaste aandeelhouders de verankeringsafspraken met betrekking tot KBC Groep, waarbij ze bevestigden dat ze ook de volgende tien jaar in onderling overleg willen blijven optreden met betrekking tot KBC Groep. Op die manier verzekeren ze de aandeelhoudersstabiliteit en ondersteunen ze de verdere ontwikkeling van onze groep.

Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.

Wie zijn we? Onze cultuur en waarden

In onze bedrijfscultuur staat een duurzame en langetermijnbankverzekeringsrelatie met onze klanten centraal.

Die bedrijfscultuur hebben we geconcretiseerd met het letterwoord PEARL (parel).

Die letters staan voor Performance (we streven naar uitstekende resultaten in alles wat we doen, naar voortdurende verbetering van de kwaliteit van onze producten en diensten), Empowerment (we geven onze medewerkers de ruimte om hun professionele vaardigheden te ontplooien), Accountability (we aanvaarden onze individuele verantwoordelijkheid en communiceren duidelijk over onze resultaten), Responsiveness (we anticiperen en spelen in op vragen en suggesties van klanten en medewerkers) en Local Embeddedness (we begrijpen en spelen in op de verscheidenheid van onze klanten in onze kernmarkten).

Daarnaast schuiven we drie waarden naar voren voor onze medewerkers: respectful (we tonen respect voor onze interne en externe klant), responsive (we luisteren naar klanten en collega's en proberen een oplossing te vinden voor hun noden) en result-driven (we leveren wat we beloven).

Wie zijn we? Ons bestuur

We hebben de manier waarop we onze groep aansturen afgestemd op onze strategische keuzes en ons bedrijfsmodel en ervoor gezorgd dat die structuur effectieve besluitvorming en individuele verantwoordelijkheid ondersteunt.

Een vereenvoudigd overzicht van de managementstructuur vindt u in het schema. In essentie is de structuur van onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die divisies zijn België, Tsjechië en Internationale Markten (de activiteiten in de andere kernlanden in Centraalen Oost-Europa – Slowakije, Hongarije en Bulgarije – en de activiteiten in Ierland).

Een indicatie van het belang van de verschillende divisies en landen vindt u in de grafieken.

Informatie over Groepscenter vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.

Meer weten? Uitgebreide informatie over onze divisies vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.

In onze groep tekent de Raad van Bestuur de strategie en het algemene beleid uit. De Raad beslist onder meer over het niveau van te nemen risico's. Het Directiecomité is belast met het operationele bestuur van de groep, binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Om zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het

Directiecomité in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

In de tabel vindt u informatie over de samenstelling en de diversiteit binnen onze Raad van Bestuur en ons Directiecomité.

Percentage vrouwen in de Raad van Bestuur

Mannen/vrouwen 78%/22% Belangrijkste diploma's* economie/handel/financiën, rechten, actuariële wetenschappen, andere (wiskunde, biologie, filosofie, enz.) Nationaliteiten Belgisch, Hongaars, Tsjechisch Onafhankelijke bestuurders 4 Directiecomité Aantal leden 6 Mannen/vrouwen 83%/17% Belangrijkste diploma's* rechten, economie, actuariële wetenschappen, andere (wiskunde, internationale betrekkingen) Nationaliteiten Belgisch, Brits

* Op basis van alle diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma).

Samenstelling Raad van Bestuur en Directiecomité, eind 2014 Raad van Bestuur Aantal leden 18

De belangrijkste onderwerpen die de Raad van Bestuur in 2014 besprak sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Ook over ons vergoedingsbeleid voor het management vindt u uitgebreide informatie in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, meer bepaald in het deel Remuneratieverslag.

We gaan in dat vergoedingsbeleid voor het management – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed – ook onze directieleden. De vergoedingen die KBC betaalt aan zijn topmanagement situeren zich zeker niet boven het gemiddelde van andere Europese financiële instellingen. De vergoeding

van onze CEO zit zelfs duidelijk onder dat gemiddelde. Dat geldt overigens ook ten opzichte van CEO's van andere BEL 20-bedrijven. Na een herschikking van het totale vergoedingspakket van de CEO en de leden van het Directiecomité in 2013 bedraagt het aandeel van het variabele gedeelte van de totale vergoeding nog maximaal 30%. De Raad van Bestuur bepaalt op advies van het Remuneratiecomité de omvang ervan na de evaluatie van een aantal collectieve en individuele doelstellingen die zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. Daarbij komt dat de betaling van 50% van de variabele vergoeding gespreid wordt over drie jaar.

Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur verder in dit verslag en het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.

Wie zijn we? Onze kijk op duurzaam ondernemen

Bij duurzaam ondernemen (Corporate Sustainability and Responsibility of CSR) gaat de eerste gedachte vaak naar rechtstreekse milieu-impact. Daar maken we zeker werk van: we leveren immers continu inspanningen om onze ecologische voetafdruk te verkleinen, waarbij de aandacht uitgaat naar zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse impact op het milieu. Het milieu heeft bovendien invloed op onze activiteiten. Om maar een voorbeeld te geven: de klimaatverandering (meer extreme weersomstandigheden) kan rechtstreeks, door hogere schadeclaims, onze verzekeringsresultaten negatief beïnvloeden. Voor verschillende aspecten van de milieustrategie werkt KBC in België samen met de nonprofitorganisatie ARGUS.

Selectie van niet-financiële gegevens Scope 2013 2014

CO2

Elektriciteitsverbruik België en Tsjechië 480 774 GJ 480 382 GJ Waterverbruik België en Tsjechië 302 708 m3 302 173 m3

-emissies België en Tsjechië 56 244 ton 56 107 ton Sponsoringbudget liefdadigheid Volledige groep 4,1 miljoen euro 4,2 miljoen euro

Ook de sociale impact wordt spontaan met duurzaam ondernemen geassocieerd. We blijven uiteraard oog hebben voor de sociale impact die we hebben op onze omgeving, in het bijzonder in de steden waar we gevestigd zijn, en doen actief aan mecenaat. Elke divisie van de groep zet zich in voor lokale maatschappelijke projecten, waarbij de focus afhangt van de lokale prioriteiten en cultuur.

De onderstaande tabel geeft een summier beeld van de impact van onze groep op milieu en maatschappij.

Meer weten?

Verder in dit jaarverslag vindt u verschillende tabellen met milieuefficiëntiegegevens.

Duurzaamheid zien we echter veel ruimer dan milieu- of sociale impact. Duurzaam ondernemen en maatschappelijke verantwoordelijkheid betekenen voor ons vooral dat we, in alles wat we doen, het belang van de klant centraal stellen, dat we focussen op onze langetermijnprestaties, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en dat we dat allemaal inbedden in een stringent risicomanagement.

Al die elementen zitten verweven in onze strategie voor de toekomst, waarover we het uitgebreid hebben in het hoofdstuk Onze Strategie.

Aangezien het duurzaamheidsbeleid integraal deel uitmaakt van de strategie van de groep hebben we besloten van start te gaan met integrated reporting. Het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie is een eerste aanzet daartoe. We hebben dus bewust geen apart hoofdstuk over CSR meer, maar integreren die informatie in de beschrijving van ons model en onze strategie. We focussen daarbij ook op een selectie van financiële en niet-financiële data, die we het meest relevant vinden. We houden het bewust beknopt, zodat u niet wordt overspoeld met massa's informatie. Als u meer

Meer weten?

Informatie over duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op onze website www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.

details over een bepaald onderwerp wenst, verwijzen we daarvoor naar de andere hoofdstukken van dit jaarverslag, naar andere rapporten van de groep en naar www.kbc.com. In de tabel hieronder vindt u een overzicht van belangrijke realisaties van onze groep inzake duurzaam ondernemen in de afgelopen jaren. Ons duurzaam denken is bovendien ingebed in onze gedragslijnen, waarvan we de belangrijkste ook opsommen. U vindt die gedragslijnen integraal terug op www.kbc.com, onder Duurzaam Ondernemen.

Belangrijke CSR-verwezenlijkingen in de afgelopen jaren

Stakeholder interaction-programma In 2013 organiseerden we voor de eerste keer een
gestructureerde bevraging van onze stakeholders
(belanghebbenden) in België. In 2014 hebben we de
bevraging uitgebreid naar de divisie Tsjechië. In mei
hielden we ook een uitgebreid stakeholderdebat, waarbij
we ons derde Verslag aan de Samenleving voorstelden.
Oprichting van een
Externe Adviesraad voor
duurzaamheidsanalyse en een
Duurzaamheidsraad (CSR Board)
In 2004 richtten we een Externe Adviesraad op om onze
assetmanager te ondersteunen bij de ontwikkeling van
duurzame fondsen. In 2014 richtten we de CSR Board op,
een internationale groep van experts die het management
van de KBC-groep ondersteunt en adviseert.
Aparte CSR-dienst en
CSR-comités in elk land
In 2012 beslisten we om een apart CSR-departement op
te richten dat rechtstreeks aan de CEO rapporteert en
instaat voor het uitwerken en implementeren van een
groepswijde duurzaamheidsstrategie. In 2014 richtten we
in onze kernlanden en Ierland CSR-comités op, die instaan
voor de rapportering daarover en het uitvoeren van de
lokale en groepswijde CSR-beleidslijnen.
Aanbod van duurzame producten Sinds lang bieden we een gamma duurzame fondsen aan,
waaronder de Eco-fondsen en Impact Investing-fondsen
(waarbij klanten investeren met een meetbare sociale en
milieu-impact en tegelijk een financieel rendement
genereren). Daarnaast biedt de groep nog diverse andere
duurzame producten aan, zoals IBRD Green Bonds,
groene leningen in Hongarije (bedoeld voor milieu
efficiënte verbouwingen), de KBC milieupolis in België
(verzekering van kmo's voor bodemsanering),
microfinanciering en -verzekering voor projecten in het
Zuiden (via BRS), enz.
Continue milieu-inspanningen In de voorbije jaren namen we diverse initiatieven om
onze milieu-voetafdruk te verlichten. Voorbeelden
daarvan zijn:
• Inspanningen in verband met ons kantorennet en
hoofdkantoren: oprichting van diverse energie
efficiënte kantoren in België (de Bamboo-kantoren),
bouw van milieu-efficiënte hoofdkantoren in Tsjechië,
Hongarije, België (Gent), enz.
• Koppeling van het niet-recurrente deel van de variabele
vergoeding van de medewerkers in België aan
milieudoelstellingen.
• Actieve deelname aan diverse milieu-initiatieven zoals
Leuven Klimaatneutraal 2030 en Stadslab 2050 in
Antwerpen (initiatieven om steden klimaatneutraal te
maken) en de oprichting van een Green Team in
Ierland, dat tot doel heeft het milieubewustzijn te
verhogen en de ecologische voetafdruk te verkleinen.
• Verschillende initiatieven in alle kernlanden om het
verbruik van water, energie en papier terug te dringen.
• Diverse milieucertificaten en prijzen: Emas-certificatie
voor de ondersteunende diensten van ons Belgische
hoofdkantoor, ISO 14001-certificatie voor
ondersteunende diensten in België, aanvraag voor ISO
14001-certificatie door KBC Ireland, LEED-certificatie
voor de hoofdkantoren in Tsjechië en Hongarije (LEED
staat voor Leadership in Energy and Environmental
Design), enz.
Opmaak van gedragslijnen rond
maatschappelijk relevante thema's
We stelden gedragslijnen op rond de belangrijkste
thema's, zoals:
• Ethisch en fraudebeleid
• Beleid voor de bescherming van klokkenluiders
• Antiwitwasbeleid
• Anticorruptiebeleid
• Beleidsverklaring met betrekking tot omkoping
• Beleid ten aanzien van controversiële wapens (inclusief
een blacklist)
• Algemeen beleggingsbeleid
• Beleid inzake voedselgrondstoffen
• Beleid met betrekking tot onze rol ten aanzien van de
gemeenschap
• Mensenrechtenverklaring
• Milieubeleidsverklaring
• Beleid inzake Investor relations
• Klantenbeleid
• Leveranciersbeleid
• Medewerkersbeleid
• Verantwoordelijke fiscale strategie
• Gedragslijn voor medewerkers

Wie zijn we? Onze positie in de voornaamste markten

Hieronder vindt u een samenvatting van onze marktpositie en de economische context in de belangrijkste landen. Definities en meer uitleg bij de gegevens vindt u in de hoofdstukken per divisie, verder in dit jaarverslag.

België

  • Belangrijkste merken: KBC en CBC
  • 818 bankkantoren, 459 verzekeringsagentschappen, elektronische kanalen
  • 20% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 37% voor beleggingsfondsen, 17% voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen
  • 3,5 miljoen klanten
  • 89 miljard euro kredietportefeuille, 106 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: 1 516 miljoen euro

Marktomgeving in België in 2014

  • 1,0% reële bbp-groei, dankzij gezinsconsumptie, investeringen en uitvoer
  • Verdere daling van langetermijnrente en inflatie, stabilisatie van de werkloosheid
  • Zwakke kredietvraag bij bedrijven, groei van de vraag naar hypothecaire kredieten door de aankondiging van een minder gunstig fiscaal regime vanaf 2015. Sterke groei van bedrijfsdeposito's, groeivertraging gezinsdeposito's ten voordele van beleggingsfondsen
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 1,3%

Tsjechië

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 319 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 20% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 27% voor beleggingsfondsen, 6% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • 4 miljoen klanten
  • 19 miljard euro kredietportefeuille, 22 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: 528 miljoen euro

Marktomgeving in Tsjechië in 2014

  • 2,0% reële bbp-groei, vooral dankzij investeringen, particuliere consumptie en uitvoer
  • Verdere daling van inflatie en verbetering van de arbeidsmarkt
  • Beperkte groei bedrijfskredieten, behoorlijke groei woningkredieten, versnelling van depositogroei.
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 2,0%

Slowakije

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB • 129 bankkantoren, diverse
  • distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 10% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 6% voor beleggingsfondsen, 5% voor levensverzekeringen en 3% voor schadeverzekeringen • 0,6 miljoen klanten
  • 5,1 miljard euro kredietportefeuille, 4,9 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: 75 miljoen euro

Marktomgeving in Slowakije in 2014

  • 2,4% reële bbp-groei, vooral door particuliere consumptie en investeringen
  • Gedaalde, maar nog altijd hoge werkloosheidsgraad, inflatie rond 0%
  • Sterke groei van woningkredieten en consumptiekredieten, zwakke ontwikkeling van bedrijfskredieten, groeivertraging van deposito's
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 2,4%

Hongarije

  • Belangrijkste merk: K&H
  • 210 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 9% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 16% voor beleggingsfondsen, 3% voor levensverzekeringen en 5% voor schadeverzekeringen
  • 1,5 miljoen klanten • 5,1 miljard euro kredietportefeuille, 5,2 miljard euro
  • deposito's en schuldpapier • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: -94 miljoen euro

Marktomgeving in Hongarije in 2014

  • 3,3% reële bbp-groei, vooral dankzij (overheids)investeringen en particuliere consumptie
  • Daling van werkloosheid en inflatie
  • Herstel kredietverlening aan bedrijven gesteund door het Funding for growth-programma van de centrale bank, verdere afbouw woningkredieten in vreemde valuta enigszins gecompenseerd door groei van woningkredieten in lokale munt in eerste jaarhelft, beperkt groeiherstel van deposito's
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 2,4%

Bulgarije

  • Belangrijkste merken: CIBANK en DZI Insurance
  • 103 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 3% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 10% voor levensverzekeringen en 10% voor schadeverzekeringen
  • 0,5 miljoen klanten
  • 0,8 miljard euro kredietportefeuille, 0,6 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: 15 miljoen euro

Marktomgeving in Bulgarije in 2014

  • 1,5% reële bbp-groei, vooral dankzij particuliere consumptie en overheidsuitgaven
  • Gedaalde, maar nog altijd hoge werkloosheidsgraad, negatieve inflatie
  • Groei van bedrijfskredieten, zwakke particuliere kredietverlening en vertraging van depositogroei
  • • Bankrun op twee banken midden 2014, maar systeemcrisis afgewend, onder meer door Europese steun
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 1,5%

Ierland

  • Belangrijkste merk: KBC Bank Ireland
  • 12 bankkantoren, elektronische kanalen
  • 10% marktaandeel voor hypothecaire retailkredieten, 5% voor retaildeposito's
  • 0,2 miljoen klanten
  • 14,5 miljard euro kredietportefeuille, 4,2 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Bijdrage in de aangepaste nettowinst 2014: -179 miljoen euro

Marktomgeving in Ierland in 2014

  • 5,0% reële bbp-groei, dankzij binnenlandse vraag en nettouitvoer
  • Daling van de werkloosheidsgraad, zeer lage inflatie, forse daling van de overheidsrente
  • Zwakke kredietontwikkeling en stevige depositogroei
  • Verwachte groei reëel bbp in 2015: 3,5%

Wie zijn we? Onze financiële prestaties

Aan het begin van dit jaarverslag, onder Kerncijfers, geven we een overzicht van de belangrijkste financiële gegevens (balans, resultaten, het aandeel, financiële ratio's) en de ontwikkeling ervan in de voorbije vijf jaar. In die periode voerden we een zwaar desinvesteringsprogramma uit, wat zich reflecteert in de gestage daling van ons balanstotaal. Dat programma is nu voltooid.

Ondanks de toch moeilijke marktomstandigheden in die jaren bleef ons bedrijfsmodel rendabel en efficiënt, wat zich onder meer uit in de ontwikkeling van onze aangepaste nettowinst (vereenvoudigd gesteld, de nettowinst gecorrigeerd voor de invloed van de desinvesteringen en de CDO-invloed) en onze kosten-inkomstenratio, en behielden we een sterke kapitaalbasis. In het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014 gaan we dieper in op de financiële resultaten van 2014.

Een afgeslankte groep …

met sterke bedrijfsresultaten …

Nettowinst (aangepaste winst, in miljoenen euro)

Selectie van financiële gegevens*
(volledige KBC-groep) 2013 2014 verschil
Balanstotaal miljoenen euro 238 686 245 174 +3%
Leningen en vorderingen aan klanten miljoenen euro 120 371 124 551 +3%
Deposito's van klanten en schuldpapier miljoenen euro 161 135 161 783 +0%
Technische reserves verzekeringen, incl. tak 23 miljoenen euro 30 488 31 487 +3%
Totaal eigen vermogen miljoenen euro 14 514 16 521 +14%
Risicogewogen activa
(Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)
miljoenen euro 91 216 91 236 +0%
Nettoresultaat miljoenen euro 1 015 1 762 +74%
Aangepast nettoresultaat miljoenen euro 960 1 629 +70%
Totale opbrengsten (aangepast resultaat) miljoenen euro 7 127 6 647 -7%
Koers KBC-aandeel (slotkoers, in euro) euro 41,3 46,5 +13%
Brutodividend per aandeel (voorstel, in euro) euro 0,00 2,00
Nettorentemarge % 1,90% 2,08% +0,18%-pt
Kosten-inkomstenratio, bankieren (gebaseerd op aangepast resultaat) % 52% 57% +5%-pt
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen % 94% 94% +0,8%-pt
Kredietkostenratio % 1,21% 0,42% -0,79%-pt
LCR % 131% 120% -11%-pt
NSFR % 111% 110% -1%-pt
Common equity ratio
(Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)
% 12,8% 14,3% +1,5%-pt

* De ontwikkeling van verschillende cijfers en ratio's is beïnvloed door diverse eenmalige factoren. Voor meer informatie, definities en uitleg: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.

en oog voor efficiëntie …

Kosten-inkomstenratio (gebaseerd op aangepaste resultaten)

met een sterke kapitaalbasis

Meer weten?

Gedetailleerde informatie over onze financiële prestaties vindt u in onze presentaties en verslagen op www.kbc.com.

Wie zijn we? Belangrijke verwezenlijkingen in de afgelopen vijf jaar

De afgelopen jaren waren voor de wereldeconomie en de financiële sector in het bijzonder zeer woelige en uitdagende jaren. Net als vele sectorgenoten leden ook wij onder de financiële crisis en moesten we ons aanpassen aan de veranderde wereld.

Een groot deel van onze inspanningen ging dus naar maatregelen in verband met het uitbetalen van de ontvangen staatssteun en het daaraan gerelateerde desinvesteringsplan. Maar tegelijk herdefinieerden we onze strategie, dachten we na over duurzaamheid en ontwikkelden we tal van nieuwe producten en diensten. Hierna vindt u een overzicht van wat we in die jaren hebben gerealiseerd en waardoor we vandaag zijn wie we zijn.

Belangrijkste
verwezenlijkingen in de
afgelopen jaren
Toelichting Meer informatie in
dit verslag
Sterkere positionering van CSR
binnen de organisatie
Hiervoor verwijzen we naar de tabel Belangrijke
CSR-verwezenlijkingen in de afgelopen jaren in dit
hoofdstuk.
Hoofdstuk
Ons bedrijfsmodel en onze
strategie
Opmaak en uitrol van een
vernieuwde strategie
We herdefinieerden ons bedrijfsmodel en onze
strategie. Met onze focus op bankverzekeren in vijf
kernlanden willen we een van Europa's meest
performante retailgerichte financiële instellingen zijn.
Hoofdstuk
Ons bedrijfsmodel en onze
strategie
Uitrol van een businessgedreven
managementstructuur en
aanpassing van de hoogste
bestuursorganen
We introduceerden een managementstructuur
opgebouwd rond drie divisies die focussen op de
lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame
winst en groei: België, Tsjechië en Internationale
Markten.
In de afgelopen vijf jaar reduceerden we het aantal
leden van onze Raad van Bestuur en ons
Directiecomité, en namen we initiatieven om de
diversiteit (gender, achtergrond, nationaliteit, ) te
verhogen.
Hoofdstuk
Ons bedrijfsmodel en onze
strategie en hoofdstuk
Verklaring inzake deugdelijk
bestuur

28 Jaarverslag KBC 2014

Belangrijkste verwezenlijkingen in de afgelopen jaren Toelichting

afgelopen jaren Toelichting dit verslag
Belangrijke productvernieuwingen We ontwikkelden diverse nieuwe producten en
diensten, waaronder tal van innoverende
beleggingsfondsen in verschillende landen, een
innovatieve uitvaartverzekering en zorgverzekering in
België, het Bolero-crowdfundingplatform, enz. Op het
gebied van elektronisch en mobiel bankieren en
verzekeren zetten we grote stappen, met onder meer
de lancering van diverse mobiele apps in verschillende
landen, KBC-Touch in België, e-volmachtenbeheer,
Start it@kbc (een platform voor startende
ondernemingen), verschillende nieuwe websites, enz.
Hoofdstuk
Overzicht van onze divisies
Vergevorderde terugbetaling van de
overheidssteun en volledige
realisatie van het door Europa
opgelegde desinvesteringsplan
In 2008 en 2009 ontvingen we voor 7 miljard euro
steun vanwege de Belgische en Vlaamse overheden.
Eind 2014 was daarvan al 5 miljard euro terugbetaald
en we willen alles hebben terugbetaald tegen eind
2017.
Vanwege de ontvangen overheidssteun waren we
verplicht een aantal groepsmaatschappijen en
activiteiten te desinvesteren. Eind 2014 was het
desinvesteringsplan volledig uitgevoerd. U vindt de lijst
van de verkochte groepsondernemingen in het
hoofdstuk Groepscenter.
Deel Overige informatie en
hoofdstuk Overzicht van onze
Divisies, onder Groepscenter
Volledige afbouw van de CDO
portefeuille en significante daling
van GIIPS-overheidsobligaties;
diverse kapitaalversterkende
maatregelen
Onder de voornaamste initiatieven inzake verlaging
van ons risicoprofiel behoren de volledige afbouw van
onze CDO-blootstelling (van oorspronkelijk 25 miljard
euro) en de sterke inkrimping van onze portefeuille
overheidsobligaties van GIIPS-landen (van 16 miljard
euro tot minder dan 5 miljard euro).
We versterkten onze kapitaalbasis, naast de
gereserveerde winst, onder meer door middel van een
kapitaalverhoging in 2012, de verkoop van eigen
aandelen in 2013 en de uitgifte van loss-absorbing
AT1-instrumenten in 2014.
Hoofdstuk
Risicobeheer
en hoofdstuk
Kapitaaltoereikendheid

Meer informatie in

Ons bedrijfsmodel en onze strategie

Onze strategie Deel 2:

We willen de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

De kern van onze strategie voor de toekomst

We willen voortbouwen op de sterke fundamenten van ons bedrijfsmodel en een van Europa's meest performante retailgerichte financiële instellingen zijn, door:

  • ons succesvol geïntegreerde bankverzekeringsmodel voor retail-, kmo- en midcap-klanten in onze kernmarkten verder te versterken, op een zeer kostenefficiënte manier;
  • ons te concentreren op duurzame en rendabele groei binnen het kader van een solide risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer;
  • een uitmuntende klanttevredenheid te creëren met een naadloze, klantgerichte distributie via diverse kanalen.

Dat alles integreren we in een duurzame aanpak. Daarbij hebben we, in alles wat we doen, aandacht voor het volgende:

  • centraal stellen van het belang van de klant;
  • focus op langetermijnprestaties;
  • tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen;
  • strikt risicobeheer.

Duurzaamheid

de klant centraal

tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen focus op langetermijnprestaties

strikt risicobeheer

Ons doel: we willen dat de klant centraal staat in onze bedrijfscultuur

Duurzaamheid

de klant centraal

tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen

We willen een meerwaarde creëren voor onze klanten door op de juiste manier in te spelen op de invulling van hun behoefte aan financiële producten. Bij KBC start alles dan ook vanuit de behoeften van de klant, en niet vanuit onze bank- of verzekeringsproducten en -diensten. Daartoe analyseren we de vele gegevens uit onze bestanden. We willen klanten zelf laten kiezen of ze al dan niet een meer gepersonaliseerde benadering en bijhorende aanbiedingen willen. Klanten die dat wensen, kunnen dan op elk ogenblik hun privacyafbakening aanpassen. Het is ook de klant die kiest hoe, wanneer en via

welk distributiekanaal hij zal worden bediend.

focus op langetermijnprestaties

strikt risicobeheer

Daarom zijn bij KBC de verschillende distributiekanalen gelijkwaardig en moeten ze elkaar naadloos aanvullen en versterken. Met het oog daarop zijn we van plan tussen 2014 en 2020 ongeveer 0,5 miljard euro te investeren.

Aangezien elk van onze kernmarkten lokale behoeften en accenten heeft, zal elk land op zijn manier en in zijn tempo de nodige veranderingen aanbrengen en investeringen doen om een dynamisch en klantgericht distributiemodel te creëren. Het personeel zal zo optimaal ingezet kunnen worden en investeringen kunnen efficiënt aangewend worden, daar waar de klant dat het meest nodig heeft.

We willen niet alleen inspelen op de behoeften van de klant, we willen onze klanten ook beschermen tegen bepaalde risico's. Als bank werken we bijvoorbeeld in elk van onze kernmarkten aan oplossingen voor klanten die een moeilijke financiële periode moeten overbruggen (met uitstel van betaling, aanpassing van de kredietvoorwaarden, schuldaflossingsplan, enz.). Als verzekeraar focussen we dan weer sterk op preventie, gezondheid en veiligheid en lanceren we gedurende het jaar diverse preventiecampagnes.

Aangezien het centraal stellen van de klant de hoeksteen van onze strategie is, willen we dat ook grondig kunnen opvolgen. Daarom verzamelen we in onze verschillende markten informatie over de ervaringen van onze klanten om op basis daarvan onze diensten en producten te verbeteren.

In 2014 lieten we een externe partij een reputatiemeting uitvoeren in al onze kernlanden. De reputatie van een bedrijf wordt beïnvloed door verschillende factoren (zie tekening op pagina 33). Een groepswijde reputatiemeting geeft ons een beeld van de perceptie van ons bedrijf als bank-verzekeraar en biedt ons de mogelijkheid onze werkpunten te definiëren. Algemeen is uit de meting gebleken dat het vertrouwen in de economische situatie en in de financiële sector in onze kernlanden nog altijd vrij laag is. Op basis van de individuele scores zullen we per land initiatieven kunnen nemen om de resultaten te verbeteren.

Maar dat is voor ons niet voldoende: we bekijken en meten ook de klantervaring. Daarbij bekijken we antwoorden bij stellingen zoals: 'biedt kwaliteitsproducten en -diensten aan', 'biedt transparante producten en diensten aan', 'is gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding', 'begrijpt wat de klant nodig heeft'. Daarnaast gaan ook mystery

shoppers na of onze klanten een kwaliteitsvol advies krijgen dat bij hun profiel past.

Sinds 2014 doen we bovendien een beroep op net promotor scores, die op basis van de vraag 'hoe waarschijnlijk zou u KBC aanbevelen aan een vriend of collega?' weergeven hoe klanten in onze kernmarkten tegenover KBC staan. De NPS wordt berekend door het percentage van de respondenten met een score van 6 of minder af te trekken van het percentage van de respondenten met een score 9 of 10. De opvolging daarvan wordt verder verfijnd in 2015.

Door interne doelstellingen te bepalen, willen we er uiteraard voor zorgen dat de algemene klanttevredenheid toeneemt, maar tegelijkertijd willen we ook dat iedereen in de groep zich op die manier bewust wordt van onze klantenbenadering. De klant centraal stellen moet in ons DNA zitten en moet deel uitmaken van onze dagelijkse routine.

De belangrijkste key performance indicators (KPI's) die te maken hebben met reputatie en de klanttevredenheid vindt u in de volgende tabel.

KPI Wat Doel Resultaat 2014
Reputatie-index Geeft een algemeen beeld van hoe de referentie zijn
gepercipieerd wordt bij de cruciale
stakeholdergroepen, in het bijzonder bij het brede
publiek. De index toont de algemene attitude van het
publiek t.o.v. het bedrijf en wordt beïnvloed door de
performance van 7 beheersbare reputation drivers die
ook gemeten worden in deze jaarlijkse strategische
studie.
De bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de
externe firma Ipsos.
Bij de
topperformers
van de
financiële
benchmarks*,
in elk land
België:
vooruitgang
Tsjechië:
bereikt
Slowakije: vooruitgang
Hongarije: bereikt
Bulgarije:
bereikt
Ierland:
vooruitgang
Klantervaring De klantervaring wordt gemeten aan de hand van de
antwoorden bij de stellingen 'biedt
kwaliteitsproducten en -diensten aan', 'biedt
transparante producten en diensten aan', 'is
gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede
prijs-kwaliteitverhouding' en 'begrijpt wat de klant
nodig heeft'. De bevraging wordt uitgevoerd en
opgevolgd door de externe firma Ipsos.
Bij de
topperformers
van de
financiële
benchmarks*, in
elk land
België:
vooruitgang
Tsjechië:
vooruitgang
Slowakije: vooruitgang
Hongarije: bereikt
Bulgarije:
bereikt
Ierland:
vooruitgang

* In België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, AXA, Ethias; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VUB Banka, Tatra banka, Prima banka, Sberbank Slovensko; in Bulgarije: CCB Bank, Allianz Bank Bulgaria, Piraeus Bank Bulgaria, Alpha Bank Bulgaria, Bulstrad, Armeec; in Ierland: Credit Union, Zurich Ireland, Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB. In eerste instantie slaan de scores voor België alleen op Vlaanderen, voor Tsjechië betreft het alleen CˇSOB Bank en voor Bulgarije alleen CIBANK.

Ons doel: we willen focussen op duurzame langetermijnprestaties

Duurzaamheid

de klant centraal

focus op langetermijnprestaties

tegemoetkomen aan maatschappelijke verwachtingen

Onze financiële prestaties zijn belangrijk, maar moeten vooral ook duurzaam zijn. Dat betekent dat we ons niet blind staren op rendementen op korte termijn, maar dat we de focus leggen op langetermijnprestaties die bijdragen tot een duurzame groei.

In die optiek hebben we er bijvoorbeeld bewust voor gekozen geen doelstelling voor Rendement op Eigen Vermogen (return on equity, of ROE) te definiëren. We willen immers duurzaam rendabel zijn en niet meegezogen worden in het kortetermijndenken waarbij elk kwartaal opnieuw gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke ROE. Tegelijk hebben we de meeste van onze financiële doelstellingen een tijdshorizon tot 2017 meegegeven en ze ingebed in een strikt risicobeheerkader, waarover later meer.

Duurzaam en langetermijndenken betekent ook dat we onze focus leggen op de lokale reële economieën van onze kernmarkten en dat we in principe ook niet investeren in exotische projecten ver buiten die markten. Ook speculatieve tradingactiviteiten worden beperkt: hoewel de nieuwe bankenwet van 25 april 2014 m.b.t. speculatieve tradingactiviteiten maar van

toepassing werd in 2015, zaten we eind 2014 al ver onder de gestelde normen.

strikt risicobeheer

In al onze kernlanden (België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije) zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn.

Bovendien zijn we niet van plan onze geografische voetafdruk te vergroten of significant te wijzigen. We willen onze huidige geografische aanwezigheid verder optimaliseren om een referentie in bankverzekeren te worden in elk kernland. In die kernlanden zullen we onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria, en streven we naar marktleiderschap tegen 2020 (top 3 inzake bankactiviteiten, top 4 inzake verzekeringsactiviteiten). In Ierland is het de bedoeling opnieuw winstgevend te worden vanaf 2016. Daarna zullen alle opties worden overwogen (organisch uitgroeien tot een winstgevende bank, een aantrekkelijke bankverzekeringsgroep uitbouwen of een winstgevende bank verkopen).

Hierna vindt u, samengevat, enkele van de belangrijkste strategische initiatieven voor de komende jaren, per land.

Divisie Strategische initiatieven voor de komende jaren
België • Naadloze integratie van het kantorennetwerk via nieuwe toegankelijke en klantgerichte technologieën.
• Efficiëntere benutting van het potentieel van Brussel via de lancering van een apart merk, KBC Brussels.
• Groei in Wallonië in selecte marktsegmenten.
• Verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel, door toepassing van digitale oplossingen en
specifieke initiatieven.
Tsjechië • Overstappen van kanaalgerichte naar meer klantgerichte aanpak.
• Uitbreiden van het aanbod aan niet-financiële producten.
• Verder werken aan vereenvoudiging van processen.
• Opvoeren van de bankverzekeringsactiviteiten.
• Groei in geselecteerde gebieden, zoals kredieten aan kmo's en consumer finance.
Slowakije,
Hongarije,
Bulgarije,
Ierland
• Transformatie van kantoorgericht naar hybride distributiemodel, focus op groei in belangrijke
segmenten, vooruitgang inzake efficiëntie en groei van de bankverzekeringsactiviteiten in Slowakije,
Hongarije en Bulgarije.
• Overgang van digitale monoliner naar volwaardige retailbank in Ierland.

In al onze kernmarkten willen we ons bankverzekeringsmodel geleidelijk verder versterken op een kostenefficiënte manier.

De uitrol van dat model bevindt zich in de verschillende kernmarkten in verschillende fasen. In België treedt het bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën

Bankverzekeringsopbrengsten (bruto) (in miljarden euro*)

* De provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar plus de verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden.

realiseert. In onze andere kernlanden (Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije) willen we tegen ten laatste 2017 een geïntegreerd distributiemodel creëren dat commerciële synergieën mogelijk maakt.

Dat bank- en verzekeringsactiviteiten verenigd zijn in één groep biedt een meerwaarde voor zowel klanten als voor KBC (zie Ons bedrijfsmodel). In 2014 zorgde de kruisverkoop van bank- en verzekeringsproducten in de kernlanden voor ongeveer 0,4 miljard euro opbrengsten.

Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we verder gaan dan pure financiële activiteiten en de lokale economieën waar we actief zijn ook blijvend ondersteunen met concrete initiatieven.

Een mooi voorbeeld daarvan is het Start-itproject in België. Omdat het aantal startende ondernemingen in Vlaanderen daalt en de reden daarvoor vaak de opstartkosten en -moeilijkheden blijken te zijn, lanceerden we in 2013 Start it @kbc. Daarmee wil KBC, samen met een aantal partners, starters helpen bij

verschillende aspecten van het ondernemerschap, zoals contacten leggen en een netwerk uitbouwen. KBC stelt bovendien gratis ruimte ter beschikking in de KBC-Toren in Antwerpen. Het project mikt vooral op ondernemingen die innoverend te werk gaan en bijdragen tot een duurzame lokale economie. Het Start-it-project werd ondertussen uitgebreid naar Hasselt, Gent

en Leuven. In 2014 namen 118 bedrijven deel aan het initiatief.

We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel Resultaat 20141
Groei en efficiëntie
CAGR totale
opbrengsten
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van totale
opbrengsten. De berekening is gebaseerd op de
aangepaste resultaten, zonder de
waardeschommeling van de ALM-derivaten
gebruikt voor balansbeheer.
2013-2017
Groep:
≥ 2,25%
België:
≥ 2%
Tsjechië:
≥ 3%
Slowakije: ≥ 3%
Hongarije: ≥ 4%
Bulgarije:
≥ 3%
Ierland:
≥ 25%
2013-2014
Groep:
0%
België:
+5%
Tsjechië:
+3%1
Slowakije: +1%
Hongarije: -40%1
/ +3%1, 2
Bulgarije: +4%
Ierland:
+20%
CAGR bruto
bankverzeke
ringsinkomsten
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van: [provisie
inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte
verzekeraar] + [verzekeringsinkomsten van de
verzekeringsproducten die door de bankkantoren
verkocht worden]
2013-2017
Groep:
≥ 5%
België:
≥ 5%
Tsjechië:
≥ 15%
Slowakije: ≥ 10%
Hongarije: ≥ 20%
Bulgarije:
≥ 5%
2013-2014
Groep:
-2%
België:
-3%
Tsjechië:
+12%1
Slowakije: -5%
Hongarije: +12%1
Bulgarije: -14%
Kosten
inkomstenratio
[Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / [totale
opbrengsten van de bankactiviteiten]. De
berekening is gebaseerd op de aangepaste
resultaten.
Tegen 2017
Groep:
≤ 53%
België:
≤ 50%
Tsjechië:
≤ 45%
Slowakije: ≤ 58%
Hongarije: ≤ 62%
Bulgarije:
≤ 67%
Ierland:
≤ 50%
2014
Groep:
57%
België:
50%
Tsjechië:
48%
Slowakije: 62%
Hongarije: 125% / 69%2
Bulgarije: 63%
Ierland:
96%
Gecombineerde
ratio
[Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne
schaderegelingskosten / verdiende
verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte
verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en
gegevens na herverzekering)
Tegen 2017
Groep:
≤ 94%
België:
≤ 94%
Tsjechië:
≤ 94%
Slowakije: ≤ 94%
Hongarije: ≤ 96%
Bulgarije:
≤ 96%
2014
Groep:
94%
België:
94%
Tsjechië:
94%
Slowakije: 83%
Hongarije: 96%
Bulgarije: 101%
KPI Wat Doel Resultaat 20141
Focus op duurzaamheid
Innovatie Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve
producten/diensten sneller dan de concurrentie',
'Innoveert continu om de klantervaring te
verbeteren', 'Overtreft de verwachtingen van de
klant', 'Gebruikt geavanceerde technologieën'. De
bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de
externe firma Ipsos.
Bij de
topperformers
van de financiële
benchmarks3
,
in elk land
België:
vooruitgang
Tsjechië:
vooruitgang
Slowakije: bereikt
Hongarije: bereikt
Bulgarije:
bereikt
Ierland:
bereikt
Positie in
duurzame
fondsen
Marktaandeel in duurzame beleggingsfondsen
(gebaseerd op eigen KBC-berekeningen)
Marktleiderschap in
België
bereikt
(49% marktaandeel eind
september 2014)

1 Voor Tsjechië en Hongarije: CAGR-ratio's berekend in lokale munt.

2 Zonder effect van de aanleg van voorzieningen in verband met de nieuwe wetgeving inzake retailkredieten in Hongarije.

3 Zie lijst van benchmarks onder de KPI-tabel bij 'Ons doel: we willen dat de klant centraal staat in onze bedrijfscultuur'

Meer weten? Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies.

Ons doel: we willen rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en de dialoog aangaan met onze stakeholders

De manier waarop de maatschappij, en in het bijzonder de consumenten, naar de financiële sector kijken, verandert. Consumenten belonen meer en meer die merken die naar hen luisteren en beoordelen ze op voor hen relevante aspecten, zoals het leveren van goede kwaliteit, het lanceren van innovatieve producten tegen faire prijzen, de focus leggen op zaken die hun leven gelukkiger, gemakkelijker en gezonder maken en die de economie, het milieu en de gemeenschap vooruithelpen. Waarde wordt niet alleen meer gemeten in termen van monetaire waarde, maar ook op basis van emotionele parameters zoals vertrouwen en fierheid.

Tegelijkertijd is het wantrouwen in bedrijven, en zeker in de financiële sector, nooit groter geweest en worden bedrijven ook afgerekend op zaken zoals fair trade, milieu-impact en een verantwoordelijk gedrag, ook op lokaal vlak. Zeker na de financiële crisis, ligt de lat hoog voor de financiële wereld en is vertrouwen de license to operate. In die nieuwe wereld een verantwoordelijke en gerespecteerde speler zijn, betekent dus vooral werken aan (het herstel van) het vertrouwen.

We willen dan ook weten wat belangrijk is voor onze stakeholders (belanghebbenden). Daarom zijn we al in 2013 gestart met een uitgebreide stakeholderbevraging, die we in 2014 nog verder hebben uitgewerkt. We nodigden in België 5 stakeholdergoepen uit om deel te nemen aan onze online-enquête om zo te ontdekken waar we volgens hen op moeten focussen: medewerkers, klanten, leveranciers, de raad van bestuur en vertegenwoordigers van de overheden. Daarnaast hebben we ook in Tsjechië onze stakeholders bevraagd. Daar hebben vergelijkbare stakeholdergroepen deelgenomen aan dezelfde online-enquête, zodat we de resultaten onderling kunnen vergelijken. Op pagina 42 vindt u een schematisch overzicht van de matrix.

We vroegen niet alleen om bepaalde thema's naar belangrijkheid in te delen, maar ook om KBC te beoordelen op die thema's. De resultaten leveren een matrix op, waarbij men de verschillende thema's in vier groepen kan onderverdelen:

  • Te verbeteren: thema's die belangrijk zijn voor de belanghebbenden, maar waarvoor KBC een lagere score krijgt;
  • Te koesteren: thema's die belangrijk zijn voor de belanghebbenden en waarvoor KBC een hoge score krijgt;
  • Op te volgen: thema's die minder belangrijk zijn voor de belanghebbenden en waarvoor KBC een lagere score krijgt;
  • Te behouden: thema's die minder belangrijk zijn voor de belanghebbenden, maar waarvoor KBC wel een hoge score krijgt.

Als we de globale resultaten bekijken komen we tot de conclusie dat onze nieuwe strategie en ons risicobeleid ervoor gezorgd hebben dat onze stakeholders overtuigd zijn van onze aanpak.

De items die als belangrijk worden aangeduid en waarop we hoog scoren (te koesteren) zijn:

  • kwaliteit van aangeboden producten en diensten,
  • financiële stabiliteit,
  • verantwoord risicobeleid,
  • strijd tegen corruptie,
  • bankverzekeren met respect voor alle belanghebbenden.

Maar we beseffen uiteraard dat we ook nog werkpunten hebben (de te verbeteren items). Zo blijven de prijs-kwaliteitverhouding en de transparantie van de aangeboden producten en diensten de twee belangrijkste aandachtspunten.

Wat de stakeholders belangrijk vinden, komt bovendien grotendeels overeen met wat KBC zelf belangrijk vindt. Het is met andere woorden duidelijk dat KBC op dezelfde lijn zit als zijn belanghebbenden, wat ons toelaat samen met hen te werken aan een duurzame toekomst.

In verschillende andere paragrafen van dit verslag gaan we in op onze relatie met onze klanten, die centraal staan in alles wat we doen. Hierna belichten we onze relatie met twee stakeholdersgroepen die nog niet expliciet aan bod kwamen, namelijk onze medewerkers en de overheid.

De relatie met onze medewerkers

Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent uiteraard ook op een verantwoorde manier omgaan met onze medewerkers. We zijn ons ervan bewust dat we vooral dankzij hun betrokkenheid en inspanningen sterke onderliggende resultaten kunnen boeken en onze strategie kunnen realiseren.

De resultaten van de stakeholdersbevraging van België en Tsjechië

Mening van de stakeholders

Als we de resultaten van de vijf groepen belanghebbenden vergelijken, merken we dat onze inspanningen geleid hebben tot deze resultaten.

Te koesteren:

  • 02 Kwaliteit van de aangeboden producten en diensten
  • 15 Financiële stabiliteit van KBC
  • 22 Een verantwoord risicobeleid
  • 19 De strijd tegen corruptie, fraude en witwassen
  • 13 Bankverzekeren met respect voor alle belanghebbenden

Te behouden:

  • 25 Financieren en verzekeren van de (lokale) economie
  • 18 Het aanbod van producten afgestemd op risicoprofiel 14 De rendabiliteit van KBC/CˇSOB
  • 26 Financieren en verzekeren van de socialprofitsector
  • 05 Toegang tot financiële diensten voor iedereen
  • 24 Relatie met de overheid
  • 10 De opleidingskansen bij KBC
  • 17 Het aanbod van duurzame
  • beleggingsproducten 23 Aandacht voor het milieu

Op te volgen:

  • 20 Het nemen van maatregelen in het kader van de vergrijzing
  • 27 De steun aan initiatieven
  • ten voordele van armoedebestrijding
  • 09 Het loonbeleid
  • 11 Het bonussenbeleid
  • 28 De steun aan goede doelen
  • 07 De internationale
  • aanwezigheid

Te verbeteren:

  • 01 Transparantie van aangeboden producten en diensten
  • 03 De prijs-kwaliteitverhouding
  • 04 Bescherming van de consument
  • 08 Gelijke kansen voor alle medewerkers
  • 16 De korte- en
  • langetermijnstrategie
  • 21 Aanbod producten aangepast aan elke levensfase

Te verbeteren

Dit zijn thema's die onze belanghebbenden als belangrijk beschouwen en waarvoor KBC een minder hoge score krijgt.

Te koesteren

Dit zijn de thema's die onze belanghebbenden belangrijk vinden en waarvoor KBC een positieve evaluatie krijgt.

Op te volgen

Dit zijn thema's die minder belangrijk zijn voor onze belanghebbenden en KBC krijgt daarvoor ook geen hoge score.

Te behouden

Dit zijn de thema's waar KBC goed op scoort, maar die voor onze belanghebbenden minder belangrijk zijn.

tevredenheid over KBC

In onze personeelsbeleidslijnen, in ons rekrutering- en promotiebeleid en in onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, godsdienst, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Gelijke behandeling van werknemers staat ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die KBC heeft ondertekend. KBC wil als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier en daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol.

In Tsjechië bijvoorbeeld is diversiteit een van de belangrijkste focusgebieden. Cˇ SOB werkt er aan initiatieven voor drie specifieke werknemersdoelgroepen, namelijk vrouwelijke medewerkers, mensen met een beperking en 55-plussers. Het gaat onder meer over kinderopvang, ondersteuning voor vrouwelijke directieleden en flexibele werkregelingen.

Zoals al vermeld, vatten we onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL (performance, empowerment, accountability, responsiveness, en local embeddedness). Om die waarden bij onze medewerkers te promoten, kiezen we voor een bottom-up-aanpak, waarbij we bouwen op de initiatieven en de kracht van de medewerkers zelf. Tegelijk willen we dat ons management een inspirerende rol speelt en leggen we daarbij de nadruk op coachen, goed communiceren en de richting aangeven. In al onze kernlanden volgen we nauw op hoe de nieuwe bedrijfscultuur PEARL begrepen wordt en of de PEARL-waarden zijn doorgedrongen bij onze werknemers.

In ons HR-beleid willen we talent stimuleren. Met het oog daarop hebben we bijvoorbeeld onze Groeps-HR-systemen en -processen aangepast aan onze kernwaarden. Voorbeelden die dat illustreren zijn ons Reward4Worksysteem (een motiverend loonpakket dat bestaat uit vaste en variabele elementen, inclusief Cafetariaplan), het nieuwe competentiemodel (met een duidelijke focus op autonomie, resultaatgerichtheid en initiatief bij de medewerkers) en de voortdurende aandacht voor de opleiding van onze medewerkers, wat op zijn beurt bijdraagt tot werknemerstevredenheid en -betrokkenheid. We schenken bijzondere aandacht aan levenslange inzetbaarheid van onze medewerkers door hun meer opleidings- en ontplooiingskansen te bieden. Met Minerva, ons personeelstraject voor oudere medewerkers in België, hebben we een radicale stap gezet van een uniforme benadering naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers. We komen daarmee tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden de mensen zo ook voor op langer werken.

Om nog beter te kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten en tegelijkertijd de creativiteit van onze medewerkers optimaal te benutten, nemen we initiatieven om die creativiteit te stimuleren. Een van die initiatieven is The Pitch, een wedstrijd die de medewerkers in verschillende landen de kans geeft in groepen innovatieve ideeën uit te werken die daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd. Het groepsdirectiecomité beloont effectief de beste ideeën. Zo won het Bulgaarse team in de editie van 2013-2014 de Country Challenge-prijs met het idee smart card en werd de Global Challenge-prijs toegekend aan een multinationaal team van medewerkers uit België, Bulgarije, Tsjechië en Hongarije voor hun gamification-idee, dat op een speelse manier onlinebanking in de kijker wil zetten.

In de onderstaande tabel vindt u de verdeling van het totale personeelsbestand van de groep volgens diverse criteria.

Personeelsbestand van de KBC-groep

(exclusief entiteiten die op de respectievelijke
rapporteringsdatum onder IFRS 5 vielen) 31-12-2013 31-12-2014
In vte's 36 177 36 187
In procenten
België 45% 45%
Centraal- en Oost-Europa 51% 51%
Rest van de wereld 4% 4%
Divisie België 35% 35%
Divisie Tsjechië 23% 23%
Divisie Internationale Markten* 30% 29%
Groepsfuncties en Groepscenter 12% 13%
Mannen 43% 43%
Vrouwen 57% 57%
Voltijders 81% 81%
Deeltijders 19% 19%
Gemiddelde leeftijd (in jaren) 42 42
Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 13,6 13,6
Gemiddeld aantal dagen ziekteverzuim/vte 2,7 2,8
Aantal dagen opleiding/vte 10 9

* Voor 2013 inclusief de divisie Internationale Productfabrieken.

We hebben in 2014 tevredenheidsenquêtes gehouden bij onze medewerkers in de verschillende kernlanden. De resultaten waren globaal gezien positief en bevestigden in de meeste gevallen de positieve en stijgende trend inzake personeelstevredenheid en -betrokkenheid in de groep. In België steeg de personeelstevredenheid in 2014 zelfs tot het hoogste resultaat sinds het begin van de metingen. Vergeleken met de markt bevestigde de betrokkenheidsindex in Tsjechië het hoge niveau van appreciatie van de medewerkers voor Cˇ SOB. Ook in Slowakije steeg de tevredenheid tegenover 2013, terwijl in Hongarije de betrokkenheidsindex zijn traditioneel hoge niveau boven de benchmark behield. In Bulgarije en Ierland bleef de personeelstevredenheid op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van

andere spelers op de markt. Globaal gezien behouden de personeelsleden in 2014 bijgevolg een positief beeld over de groep en werpen de inspanningen die KBC levert op het vlak van personeelsbeleid dus vruchten af. Personeelsbetrokkenheid blijft ook de komende

jaren een van de topprioriteiten bij KBC.

De relatie met de overheid

Rekening houden met de prioriteiten van de overheid is des te belangrijker voor ons omdat we in 2008 en 2009 rechtstreekse steun van de Belgische en Vlaamse overheden – en dus van de belastingbetalers – ontvingen. Die overheidssteun bedroeg bij aanvang 7 miljard euro, en daarvan betaalden we in de voorbije jaren al 5 miljard euro terug, plus premies. We hebben de intentie om de terugbetaling van de 2 miljard euro (+ 50% premie) resterende staatssteun aan de Vlaamse overheid te versnellen en het laatste deel terug te betalen tegen uiterlijk eind 2017.

In 2009 ondertekenden we ook een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van onze portefeuille gestructureerde kredieten (CDO's). Dat plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro, maar door de volledige afbouw van de CDOblootstelling kon die waarborgregeling ondertussen worden beëindigd. Onze relatie met de overheid is vanzelfsprekend niet beperkt tot de staatssteun. We betalen zoals elke winstgevende onderneming de verschuldigde belastingen op onze winst en we zijn in verschillende landen onderworpen aan zogenaamde bijkomende bankenheffingen, die winstonafhankelijk zijn. Het totale bedrag van al die belastingen, heffingen en dergelijke kwam in 2014 op 949 miljoen euro, tegenover 892 miljoen euro in 2013. Naast de kredietverlening aan particulieren en bedrijven financieren we de economie ook door onze directe en indirecte kredietverlening aan de overheden. Eind 2014 belegden we bijvoorbeeld ruwweg 25 miljard euro in Belgisch overheidspapier. KBC is bovendien al jarenlang betrokken bij het verzekeren van diverse instellingen van de Vlaamse overheid en werkt in publiek-private samenwerkingen (PPS) mee aan het realiseren van belangrijke maatschappelijke projecten.

Kernkapitaaleffecten waarop de Belgische en de Vlaamse overheid hebben ingetekend (in miljarden euro)

Andrea Blomme en haar man Hans leerden Stefan en Katka kennen bij KBC. Collega's werden vrienden.

"Hans en ik werkten voor hetzelfde bedrijf in Ierland, daar sloeg Cupido toe. Onze carrière bracht ons naar de uithoeken van Europa: Polen, Slowakije, Zweden. Toen solliciteerde Hans bij KBC. Met zijn ervaring in Centraal- en Oost-Europa paste zijn profiel perfect. En het mijne ook, zeker omdat ik ook nog Slowaaks en Tsjechisch spreek. Nu zijn we dus weer collega's."

Zoals al vermeld, hebben we de intentie om de resterende overheidssteun ten laatste eind 2017 terug te betalen. Naar schatting een derde van het kapitaaloverschot dat tussen midden 2014 en 2017 beschikbaar zal zijn, zullen we daarvoor aanwenden. Eveneens ongeveer een derde van het kapitaaloverschot willen we gebruiken voor autonome groei en/of overnames en om het hoofd te bieden aan (regelgevende of andere) onzekere situaties. Een laatste derde zullen we aanwenden om vanaf 2016 minstens 50% van onze jaarlijkse winst uit te keren als dividend

(inclusief de coupon op de overheidssteun en uitstaande additional tier 1-instrumenten) aan onze aandeelhouders, de overheid en de AT1-beleggers.

We volgen onze focus op maatschappelijk relevante thema's en onze prestaties inzake het inlossen van de verwachtingen van stakeholders ook op via een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel Resultaat 2014
Formeel
stakeholders
proces
Heeft de entiteit een formeel proces voor interactie
met haar stakeholders? (materialiteitsmatrix,
GRI-methodologie)
Bestaan van
formeel proces,
in elk land
België:
ja
Tsjechië:
ja
Slowakije: gedeeltelijk
Hongarije: gedeeltelijk
Bulgarije: gedeeltelijk
Ierland:
gedeeltelijk
Governance Governance gaat over: 'gedraagt zich ethisch
correct', 'is open en transparant', 'gedraagt zich als
een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid opneemt',
'speelt in op wat er leeft', 'leeft de wetgeving,
reglementen en richtlijnen voor de sector na'. De
bevraging wordt uitgevoerd en opgevolgd door de
externe firma Ipsos.
Bij de
topperformers
van de financiële
benchmarks*,
in elk land
België:
vooruitgang
Tsjechië:
vooruitgang
Slowakije: vooruitgang
Hongarije: bereikt
Bulgarije: vooruitgang
Ierland:
vooruitgang
Terugbetaling
resterende
overheidssteun
Oorspronkelijk 7 miljard euro aan niet
stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten verkocht
aan de Belgische en Vlaamse overheden in 2008 en
2009. Na diverse terugbetalingen eind 2014
verminderd tot 2 miljard euro (aan de Vlaamse
overheid).
Volledige
terugbetaling
uiterlijk eind 2017
Al 5 van 7 miljard euro
terugbetaald.
Dividend
uitkeringsratio
[(Bruto-dividend x aantal dividendgerechtigde
aandelen) + (eventuele coupon op resterende
staatssteun en op uitstaande AT1-effecten)] /
[geconsolideerd nettoresultaat]
≥ 50% vanaf
boekjaar 2016

* Zie lijst onder de KPI-tabel bij Ons doel: we willen dat de klant centraal staat in onze bedrijfscultuur.

Ons doel: we willen onze ambities kaderen binnen een strikt risicobeheer

  • we bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat;
  • we vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie;
  • we bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een New and Active Product Process;
  • we onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests.

In alle relevante geledingen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers met time-outrecht.

Ons risicobeheer is gebaseerd op een model met drie verdedigingslinies (Three Lines of Defensemodel), waarmee we ons wapenen tegen risico's die het behalen van onze doelstellingen in het gedrang kunnen brengen (zie tabel).

Ons Three Lines of Defense-verdedigingsmodel

1
De business zelf
De business moet zelf de risico's van zijn activiteitsdomein kennen en zorgen voor
effectieve controles. Het gaat daarbij om alle risicotypes, inclusief fraude en de naleving
van de reglementaire of wettelijke voorschriften. De business kan een beroep doen op
eigen ondersteunende diensten en op de adviesverlening van de onafhankelijke
tweedelijnsfuncties.
2
De risicofunctie, Compliance, en
(voor bepaalde zaken) Boekhouding,
Juridische en Fiscale Zaken en
Informatierisicobeveiliging
Onafhankelijk van de business hebben de tweedelijnscontrolefuncties als doel een
groepswijd kader uit te tekenen voor alle relevante risicotypes. Ze ondersteunen de
implementatie van dat raamwerk en zien toe op het gebruik ervan. Daarnaast verlenen
ze assistentie aan het businessmanagement bij het gebruik van instrumenten en
technieken voor risico- en kapitaalbeheer.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie, die als doel heeft te voorkomen dat
KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt als gevolg van het niet-naleven van de
toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels. In dat kader besteedt ze bijzondere
aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
3
Interne audit
Als onafhankelijke derdelijnscontrole ondersteunt Interne Audit het Directiecomité, het
Auditcomité en het Risico- en Compliancecomité bij de bewaking van de effectiviteit en
efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem. Interne Audit gaat na of de
risico's op een adequate manier worden beheerst en waar mogelijk worden beperkt of
geëlimineerd. Het ziet er ook op toe dat de bedrijfsprocessen op een efficiënte en
doelmatige manier verlopen en dat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep inherent zijn blootgesteld aan diverse risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen en prioriteiten voor onze groep. Die bespreken we hierna.

In het algemeen kunnen de wereldeconomie, de toestand op de financiële markten en macroeconomische ontwikkelingen ons resultaat sterk

beïnvloeden. Voor ons gaat het dan vooral over België, Ierland en Centraal- en Oost-Europa. Over de economische context en verwachtingen per land geven we op diverse plaatsen in dit verslag meer uitleg. We houden in onze langetermijnplanning trouwens rekening met het risico van een verslechterende macroeconomische omgeving: naast een neutraal scenario hanteren we immers ook nog een pessimistisch scenario.

In dit verslag geven we in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies een aantal voorbeelden van recente productontwikkelingen.

Bij de meeste van onze activiteiten hebben we bovendien af te rekenen met een sterke concurrentie. Naast de traditionele spelers in elk van onze kernlanden neemt ook de concurrentie toe van kleinere bankspelers en internetbanken en van e-commerce in het algemeen. De concurrentie wordt vanzelfsprekend ook beïnvloed door technologische veranderingen. Innovatie is bijgevolg bijzonder belangrijk om onze marktpositie te behouden of nog te versterken. Om de ontwikkeling van nieuwe producten te ondersteunen, hebben we een specifiek proces (het New and Active Product Process) om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren. Tegelijkertijd gebeurt er een grondige analyse van alle betrokken risico's, en worden er acties opgezet om die risico's te beheersen. Bovendien herzien we ook regelmatig alle bestaande producten om ze, als dat nodig blijkt, aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften en/of marktomstandigheden.

In de tekening vindt u de specifieke prioriteiten die we in de komende jaren inzake risicobeheer vooropstellen.

  • De voornaamste prioriteit is ook bij het risicobeheer bij te dragen tot het centraal stellen van de klant. Dat betekent dat risicobeheer de business ondersteunt om gepaste, faire en duurzame producten en diensten aan te bieden.
  • Een belangrijk onderdeel daarin is het beschermen van die klant tegen onfaire of ongepaste praktijken. Klantenbescherming wordt in toenemende mate ook vastgelegd in regelgeving, zoals de Markets in Financial Instruments Directive en Regulation (MiFID/ MiFIR) en de Insurance Mediation Directive (IMD), en verschillende initiatieven van de European Securities and Markets Authority (ESMA).

Ik kan nog veel kanten uit Joaquin Heye

  • Toenemende regelgeving in het algemeen is een toprisico voor ons, net zoals voor de hele financiële sector. Daarbij gaat veel aandacht naar de pijlers van de Bankenunie: enerzijds het eengemaakte toezicht door de Europese Centrale Bank op de belangrijkste banken van de Eurozone (Single Supervisory Mechanism, SSM), voorafgegaan door een gezondheidscheck in de vorm van een kwaliteitsonderzoek van bankactiva (Asset Quality Review, AQR) en een stresstest, en anderzijds het eengemaakte afwikkelingsregime (Single Resolution Mechanism) dat geldt voor diezelfde banken, op basis van de regels van de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD), die voor de hele EU gelden. Op nationaal vlak betekent in België de nieuwe bankenwet een belangrijke evolutie inzake prudentiële wetgeving en crisismanagement. Voor de verzekeringssector legt Solvency II (SII) nieuwe solvabiliteitsregels op vanaf 2016.
  • • Cyber risk, waaronder hacking, schatten we ook in als een van de belangrijkste risico's. In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk belangrijke financiële en reputatieschade.
  • • Business risk ontstaat wanneer wijzigingen in externe factoren de vraag naar onze producten en diensten, of hun winstgevendheid, dreigen aan te tasten. Belangrijke oorzaken daarvan zijn wijzigingen in de concurrentieomgeving of het veranderende gedrag van klanten.

Naast die algemene risico's zijn we als bankverzekeraar inherent blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico,

Joaquin Heye, peter van Alexander, het zoontje van Katka en Stefan

"Ik zit nu in het laatste jaar economie-moderne talen, ik kan dus nog veel kanten uit. Na school houd ik me vooral bezig met muziek, rugby, voetbal en scouts. Volgend jaar wil ik in de leiding, we gaan op buitenlands groepskamp. Staat er nog genoeg op mijn spaarrekening?"

liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen en operationele risico's. Hierna vindt u een samenvattend overzicht van de belangrijkste typische bank- en verzekeringsrisico's.

risico's voor de
sector*
Toelichting Beheer
Kredietrisico Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de
verwachte waarde van een financieel instrument
voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door
een contractpartij als gevolg van het onvermogen of
de onwil tot betaling of prestatie door die partij, of als
gevolg van bepaalde situaties of maatregelen van
politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Boeken van waardeverminderingen, nemen
van risicobeperkende maatregelen,
optimalisering van het algemene
kredietrisicoprofiel, …
Marktrisico van
niet
tradingactiviteiten
Structurele marktrisico's, zoals het renterisico,
aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en
inflatierisico. Structurele risico's zijn risico's die inherent
deel uitmaken van de commerciële activiteit of de
langetermijnposities.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• ALM-VaR-limieten op groepsniveau, per
risicosoort en entiteit; aanvulling met
andere risicomeetmethodes, zoals
Basis-Point-Value (BPV), nominale
bedragen, limietopvolging voor cruciale
indicatoren, …
Liquiditeitsrisico Risico dat KBC niet in staat is om zijn
betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder
onaanvaardbare verliezen te lijden.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Liquiditeitsstresstests, beheer van
financieringsstructuur, …
Marktrisico van
tradingactiviteiten
Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte
waarde van een financieel instrument veroorzaakt
door wijzigingen van de rente, wisselkoersen,
aandelen- of grondstoffenprijzen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Historical VaR-methode,
rentegevoeligheid, 'greeks' voor producten
met opties, stresstests, …
Verzekerings
technische risico's
Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de
frequentie en de omvang van verzekerde
schadegevallen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Acceptatie-, tariferings-,
schadereserverings-, herverzekerings- en
schaderegelingsbeleid, …
Operationeel risico
en andere niet
financiële risico's
De kans op schade als gevolg van ontoereikendheden
of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen,
menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen
met een menselijke of natuurlijke oorzaak.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Group key controls, Loss Event Databases,
Risicoscans (bottom-up en top-down),
Case-Study Assessments), Key Risk
Indicators (KRI), …
Solvabiliteitsrisico Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar
niveau valt.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Wettelijke en in-house minimale
solvabiliteitsratio's, actief
kapitaalmanagement, …

* Gedetailleerde uitleg vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.

Typische

Naast de uitgebreide opvolging van diverse risico-indicatoren (zie hoofdstuk Risicobeheer), volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal key performance indicators (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel Resultaat 2014
Common equity
ratio
[Common Equity Tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen
risicovolume]. De berekening houdt in de teller rekening
met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid
waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft
voorzien. De hier getoonde berekening is fully loaded en
gebaseerd op de Deense compromismethode.
≥ 10,5%
in 2014,
op groepsniveau
14,3%
Totale
kapitaalratio
[Totaal reglementair eigen vermogen] / [totaal gewogen
risicovolume]. De berekening houdt in de teller rekening
met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid
waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft
voorzien (grandfathered). De hier getoonde berekening is
fully loaded en gebaseerd op de Deense
compromismethode.
≥ 17%
in 2017,
op groepsniveau
18,3%
Netto stabiele
financieringsratio,
NSFR
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [Vereist
bedrag stabiele financiering]
≥ 105%
in 2014,
op groepsniveau
110%
Liquiditeits
dekkingsratio,
LCR
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal
nettokasuitstroom voor de volgende dertig
kalenderdagen]
≥ 105%
in 2014,
op groepsniveau
120%

Meer weten? Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid verder in dit verslag.

Geconsolideerd resultaat in 2014

Ons financieel rapport

  • Nettowinst van 1 762 miljoen euro en aangepaste nettowinst van 1 629 miljoen euro.
  • Groei van de nettorente-inkomsten en nettoprovisie-inkomsten.
  • Stijging van kredieten en deposito's in bijna alle kernmarkten.
  • Goede gecombineerde ratio schadeverzekeringen van 94%.
  • Stijging van de verkoop van levensverzekeringen.
  • Kosten stabiel op vergelijkbare basis.
  • Sterke daling van de waardeverminderingen voor kredieten, vooral in Ierland.
  • Negatieve impact van de nieuwe wetgeving over retailkredieten in Hongarije en de waardering van derivaten gebruikt voor balansbeheer.
  • Sterke solvabiliteit met een fully loaded common equity ratio van 14,3%.
Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (in miljoenen euro)1 IFRS Aangepast resultaat
2013 2014 2013 2014
Nettorente-inkomsten 4 077 4 308 3 990 4 268
Rente-inkomsten 8 343 7 893
Rentelasten -4 266 -3 586
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 536 512 536 512
Verdiende premies 1 259 1 266 1 259 1 266
Technische lasten -723 -754 -723 -754
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)2 -242 -216 -242 -216
Verdiende premies 1 132 1 247 1 132 1 247
Technische lasten -1 373 -1 463 -1 373 -1 463
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -5 16 -5 16
Dividendinkomsten 47 56 41 47
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking
van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
1 191 227 779 233
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 252 150 213 144
Nettoprovisie-inkomsten 1 469 1 573 1 473 1 580
Provisie-inkomsten 2 268 2 245
Provisielasten -798 -672
Overige netto-inkomsten 122 94 343 62
Totale opbrengsten 7 448 6 720 7 127 6 647
Exploitatiekosten -3 843 -3 818 -3 798 -3 775
Bijzondere waardeverminderingen -1 927 -506 -1 723 -615
op leningen en vorderingen -1 714 -587 -1 632 -554
op voor verkoop beschikbare financiële activa -34 -29 -20 -29
op goodwill -7 0 -7 0
op overige -173 109 -64 -33
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 30 25 30 25
Resultaat vóór belastingen 1 708 2 420 1 636 2 281
Belastingen -678 -657 -662 -652
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0
Resultaat na belastingen 1 029 1 763 974 1 629
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen 14 0 14 0
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij (nettoresultaat)
1 015 1 762 960 1 629
Aangepast nettoresultaat per divisie
België 1 570 1 516
Tsjechië 554 528
Internationale Markten -853 -182
Groepscenter -311 -234
Rendement op eigen vermogen 9% 13%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 52% 57%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 94% 94%
Kredietkostenratio, bankieren 1,21% 0,42%

– Niet beschikbaar aangezien de analyse van deze resultaatscomponenten op nettobasis gebeurt in de groep.

1 Definitie van de ratio's: zie Glossarium. Omschrijving van het aangepaste resultaat: zie verder in dit hoofdstuk. De referentiecijfers voor 2013 zijn licht aangepast ten gevolge van de toepassing van de nieuwe IFRS 11-norm (zie verder onder Bijkomende informatie).

2 Cijfers m.b.t. de verdiende premies (en technische lasten) bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,9 miljard euro premies in 2013, 0,8 miljard euro in 2014).

In dit hoofdstuk bespreken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de nietgeconsolideerde resultaten en balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.

Berekening van het aangepaste resultaat

Om meer inzicht te verschaffen in de bedrijfsresultaten geven we naast de winst-enverliesrekening volgens IFRS een aangepaste voorstelling van de winst-en-verliesrekening (kolommen aangepast resultaat in de tabel op de vorige pagina), waarin we een beperkt aantal niet-operationele elementen niet opnemen in de gebruikelijke posten.

Die elementen en hun invloed in 2014 zijn:

  • • Legacy-CDO-activiteiten: de waardeveranderingen van de CDO's in onze portefeuille, de vergoeding voor de CDOgarantieregeling met de Belgische overheid, de kosten en baten gerelateerd aan de afbouw van het CDO-risico en de invloed van de dekking voor MBIA. In totaal had dat voor 2014 een positieve invloed van 16 miljoen euro na belastingen. Begin oktober werden de laatste twee CDO's gecollapsed, waardoor de volledige blootstelling aan CDO's op 5 jaar tijd volledig is afgebouwd. Voor de volledigheid vermelden we dat er bij beleggers nog 0,3 miljard euro aan CDO-notes uitstaan tot eind 2017, waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is (en waarvoor we bijgevolg risicodekking gekocht hebben). Daardoor kunnen er in de nabije toekomst nog wel kleine schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt.
  • • Legacy-desinvesteringsactiviteiten: de meeren minderwaarden en waardeverminderingen in verband met groepsondernemingen die op de desinvesteringslijst staan. In 2014 betreft het vooral de positieve impact van het terugdraaien van vroeger geboekte waardeverminderingen op Antwerpse Diamantbank aangezien de geplande verkoop niet doorging en werd vervangen door een afbouwscenario. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk Groepscenter. Samen met enkele kleinere elementen leidde dat in 2014 per saldo tot een positieve invloed van 116 miljoen euro na belastingen.

• Waardering van eigen kredietrisico: de invloed van reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten ten gevolge van eigen kredietrisico. In 2014 had dat een verwaarloosbaar effect van 2 miljoen euro na belastingen.

Daarnaast verplaatsen we de tradingresultaten, die in het IFRS-overzicht zijn opgenomen in verschillende posten, in het aangepaste resultatenoverzicht naar de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. Vanwege het belang ervan gebeurt dat alleen voor KBC Bank België (Divisie België). De invloed van die verschuivingen op het nettoresultaat is per saldo uiteraard nihil.

Het nettoresultaat zonder de drie bovenvermelde elementen en na de vermelde verschuiving noemen we het aangepaste nettoresultaat.

De resultaatsinformatie per segment (of divisie) is gebaseerd op het aangepaste overzicht, en de uitgesloten elementen (legacy-CDO- en desinvesteringsactiviteiten en waardering van eigen kredietrisico) wijzen we integraal toe aan Groepscenter.

Het aangepaste resultaatsoverzicht is als segmentrapportering ook in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen en is dus conform IFRS 8. IFRS 8 verplicht ons af te wijken van de IFRS-principes als daarmee de management view wordt weergegeven. Dat is het geval aangezien de betreffende resultaten een belangrijk element zijn bij de beoordeling en sturing van de divisies. De commissaris heeft de segmentrapportering, als onderdeel van de geconsolideerde financiële staten, geauditeerd.

Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit

Geselecteerde balans- en solvabiliteitsinformatie, KBC-groep
(in miljoenen euro) 2013* 2014
Balanstotaal 238 696 245 174
Leningen en voorschotten aan klanten 120 371 124 551
Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 64 904 70 359
Deposito's van klanten en schuldpapier 161 135 161 783
Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscon
tracten, verzekeringen
30 488 31 487
Risicogewogen activa 91 216 91 236
Totaal eigen vermogen 14 514 16 521
Common equity ratio (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode) 12,8% 14,3%
Liquidity coverage ratio (LCR) 131% 120%
Net stable funding ratio (NSFR) 111% 110%

* Een aantal gegevens is gewijzigd (met retroactieve toepassing); zie onder Bijkomende informatie.

Bijkomende informatie

  • Het (nu afgeronde) desinvesteringsprogramma beïnvloedt uiteraard nog de resultaatsvergelijking tussen 2013 en 2014:
  • De door de verkochte groepsmaatschappijen geboekte resultaten zitten in principe tot op het moment van de verkoop in de groepsresultaten vervat. In het deel Geconsolideerde jaarrekening, in de tabel over de belangrijkste overnames en vervreemdingen (op de pagina na het geconsolideerde kasstroomoverzicht), vindt u voor de belangrijkste desinvesteringen de periode waarvoor hun resultaten in het groepsresultaat zijn opgenomen. In de analyse op de volgende pagina's geven we, waar relevant, de veranderingspercentages ook weer zonder de belangrijkste consolidatiekringschommelingen (zie op vergelijkbare basis). Dat betekent dat Absoluut Bank, KBC Bank Deutschland en een pensioenfonds (Transformation Fund) van Cˇ SOB uit de cijfers van beide jaren zijn gefilterd.
  • Uiteraard komen de activa en verplichtingen van gedeconsolideerde maatschappijen niet meer voor in de balans. Eind 2013 viel Antwerpse Diamantbank (ADB) nog onder IFRS 5. Dat betekent dat de activa en verplichtingen van ADB op de balans werden gebundeld onder Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten. Doordat de verkoop van ADB niet kon doorgaan, besliste KBC de activiteiten van die maatschappij geleidelijk en geordend af te bouwen, wat betekent dat ADB niet meer onder IFRS 5 valt. Om te kunnen vergelijken, hebben we in Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening bij 2013 een kolom toegevoegd waarbij de consolidatiekring constant is gehouden (d.w.z. met toevoeging van ADB en aftrek van het Transformation Fund van Cˇ SOB).
  • We hebben de referentiecijfers van 2013 retroactief aangepast om rekening te houden met a) de nieuwe IFRS 11-norm, die bepaalt dat joint ventures worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en niet meer volgens de proportionele methode. Het gaat daarbij over CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Die wijziging heeft geen gevolgen voor het nettoresultaat, maar beïnvloedt wel verschillende posten van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans; b) de overgang van Basel II naar Basel III, die onder meer de cijfers over de risicogewogen activa en de daarmee samenhangende ratio's beïnvloedt en c) een verbeterde definitie van de nettorentemarge, met als bedoeling het duidelijker zichtbaar maken van de marge gegenereerd door de kernactiviteiten van KBC (uitsluiting van volatiele activa die verband houden met algemeen liquiditeitsbeheer of derivaten, en de ondernemingen die nog gedesinvesteerd moe(s)ten worden).
  • Daarnaast zijn de cijfers over de risicogewogen activa ook anders doordat er geen nulweging meer kan worden toegekend aan binnenlandse overheidsobligaties (België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije). De cijfers over (rendement op) toegewezen kapitaal van de divisies houden rekening met de strengere kapitaaldoelstelling van de groep (we passen een factor van 10,5% toe op de risicogewogen activa, in plaats van 10%). Beide veranderingen gelden vanaf 2014. De cijfers voor 2013 hebben we niet herrekend.
  • De totale invloed op het nettoresultaat van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten samen was beperkt (in de orde van grootte van -30 miljoen euro).
  • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in de Toelichtingen 1b, 5 en 18–29, en in het hoofdstuk Risicobeheer.

Ann Wauters, topsporter, kent Stefan uit de basketbalwereld.

"Toen ik als 18-jarige profspeler werd in de Franse competitie, werd ik ook klant bij KBC. Ik kreeg advies over financiële planning en beheer. Gelukkig maar, want ik was te jong om het belang daarvan in te zien. Dankzij mijn internationale carrière heb ik met mijn gezin heel wat van de wereld gezien en verschillende culturen leren kennen en appreciëren."

Bespreking van de voornaamste resultaats- en balansposten

De bespreking en de grafieken hierna betreffen het aangepaste resultaat, dus na uitsluiting van de invloed van de legacyactiviteiten en de waardering van eigen kredietrisico. Die elementen bespraken we hiervoor al in een aparte paragraaf.

Nettorente-inkomsten

De nettorente-inkomsten bedroegen 4 268 miljoen euro in 2014, 7% meer dan in 2013. Op vergelijkbare basis (zonder consolidatiekringschommelingen) ligt dat 9% boven het niveau van 2013, ondanks de algemeen lagere herbeleggingsrentes. De groei is onder meer te danken aan de gezonde commerciële marges, de verlaging van de rente op depositoboekjes, lagere wholesale financieringskosten, het positieve effect van vervroegdeterugbetalingsrente door de vele herfinancieringen van woningkredieten in België en hogere krediet- en depositovolumes. Op vergelijkbare basis stegen de leningen en voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (123 miljard euro eind 2014) per saldo met 3% in de loop van 2014, met een groei van 4% in Divisie België en 5% in Divisie Tsjechië en een daling van 1% in Divisie Internationale Markten (groei in Slowakije, Hongarije en Bulgarije, maar daling in Ierland). Het totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's, 154 miljard euro eind 2014) steeg met 3% in 2014, op vergelijkbare basis, met een groei van 9% in Divisie België, 8% in Divisie Tsjechië en 5% in Divisie Internationale Markten (met opnieuw een aanzienlijke groei in Ierland, dankzij het succes van de retaildepositowervingscampagnes in dat land) en een daling bij Groepscenter.

De nettorentemarge van de bankactiviteiten bedroeg daardoor 2,08% in 2014 (2,01% in België, 3,18% in Tsjechië, 2,41% in de Internationale Markten), 18 basispunten hoger dan in 2013.

Verzekeringspremies en technische lasten

In 2014 bedroegen de verdiende premies van schadeverzekeringen 1 266 miljoen euro, dat is 1% meer dan het jaar daarvoor, op vergelijkbare basis. De verandering in België bedroeg 1%, in Tsjechië -3% (+3% zonder wisselkoerseffect) en in de drie andere Centraal- en Oost-Europese markten samen -1%. De verzekeringstechnische lasten stegen met 4% in 2014 op vergelijkbare basis, vooral door België (hagelstormen in het tweede kwartaal) en Bulgarije (in beide gevallen voor een groot deel gecompenseerd via herverzekering). Op groepsniveau bleef de gecombineerde ratio ongeveer stabiel, op een goede 94%.

De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 1 247 miljoen euro in 2014. Daarbij zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premieinkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,9 miljard euro, 3% meer dan in 2013. In de belangrijkste markt, België, was er een aangroei van 7%, dankzij de levensverzekeringen met rentegarantie (tak 21-producten). In totaal maakten in 2014 de producten met rentegarantie ongeveer 59% uit van de levensverzekeringspremieinkomsten en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 41% voor hun rekening. Op 31 december 2014 bedroegen de Levenreserves 26,5 miljard euro voor Divisie België, 1,0 miljard euro voor Tsjechië en 0,5 miljard euro voor de drie andere Centraal- en Oost-Europese kernmarkten samen.

Nettoprovisie-inkomsten

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 580 miljoen euro in 2014, een stijging met 7% ten opzichte van het jaar daarvoor, of zelfs 8% op vergelijkbare basis. De stijging situeert zich voor het grootste deel in België en heeft vooral te maken met de groei van de instapen beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen en hoge kredietgerelateerde provisie-inkomsten.

Eind 2014 bedroeg het totale beheerde vermogen van de groep (beleggingsfondsen en vermogensbeheer voor particuliere en institutionele beleggers) ongeveer 186 miljard euro, 14% meer dan eind 2013, door een positief prijsén volume-effect (8% en 6%, respectievelijk). Het grootste deel van het eind 2014 beheerde vermogen heeft betrekking tot de divisies België (172 miljard euro, 14% groei) en Tsjechië (7 miljard euro, 20% groei).

(in miljoenen euro) 1 580 1 473 2013 2014

Nettoprovisie-inkomsten

Andere inkomsten

Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat, bedroeg in 2014 233 miljoen euro, tegenover 779 miljoen euro het jaar daarvoor. We herhalen dat een aantal elementen uit deze post zijn uitgesloten (invloed van de legacy-CDO-portefeuille en van de waardering van het eigen kredietrisico) en dat de tradinggerelateerde inkomsten uit Divisie België, die volgens IFRS onder andere opbrengstenposten vallen, bij dat trading- en reëlewaarderesultaat geteld zijn. Per saldo bevat die resultaatspost dus nog vooral het resultaat van de dealingrooms, maar ook de marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer. Dat laatste was zeer negatief in 2014 (-201 miljoen euro) en zeer positief in 2013 (+279 miljoen euro), wat dus het grootste deel van de verandering in deze resultaatspost verklaart.

De andere inkomsten (dividenden, gerealiseerde meerwaarden en overige netto-inkomsten) bedroegen samen 253 miljoen euro in 2014, tegenover 597 miljoen euro in 2013. Dat negatieve verschil is onder meer het gevolg van de lagere overige nettoinkomsten, omdat de post Overige netto-inkomsten in 2014 zwaar beïnvloed werd door de aanleg van voorzieningen in verband met de nieuwe wet op retailleningen in Hongarije (-231 miljoen euro vóór belastingen; zie verder bij Divisie Internationale Markten).

Exploitatiekosten

De exploitatiekosten bedroegen 3 775 miljoen euro in 2014. Dat is een lichte daling van 1% ten opzichte van het jaar daarvoor. Op vergelijkbare basis zijn de kosten ruwweg gelijk gebleven. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder de hogere kosten in Ierland (meer personeel, onder meer in de afdeling achterstallen en in verband met de retailcampagne) en in België (iets hogere personeelskosten, marketing- en communicatiekosten, hogere speciale bankentaks, maar lagere pensioenkosten, ICT- en facilitaire kosten), een positief wisselkoerseffect en lagere kosten in Groepscenter.

De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten van de groep bedroeg in 2014 ongeveer 57%, tegenover 52% in 2013. De ratio werd negatief beïnvloed door enkele nietoperationele elementen, zoals de sterk negatieve marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten en de invloed van de Hongaarse wet op particuliere kredieten in vreemde valuta. Na aanpassing voor die specifieke items bedroeg de ratio een goede 54% in 2014, tegenover 55% in 2013. Voor Divisie België bedroeg de kosten-inkomstenratio 50% (49% na uitsluiting van specifieke elementen), voor Divisie Tsjechië 48% en voor Divisie Internationale Markten 92% (69% na uitsluiting van specifieke elementen).

Waardeverminderingen

De waardeverminderingen op leningen en vorderingen of kredietvoorzieningen, bedroegen 554 miljoen euro in 2014, tegenover 1 632 miljoen euro in 2013. Die verbetering van 1 078 miljoen euro is voor een zeer belangrijk deel op het conto van Ierland te schrijven, waar in het vierde kwartaal van 2013 een groot bedrag aan bijkomende kredietvoorzieningen was aangelegd, waardoor de kredietvoorzieningen voor dat land voor het volledige boekjaar 2013 uitkwamen op 1 059 miljoen euro. In 2014 zakte dat tot 198 miljoen euro. Voor de andere landen waren de kredietvoorzieningen in 2014 als volgt: 205 miljoen euro in België (123 miljoen minder dan in 2013), 47 miljoen euro in Hongarije (28 miljoen minder dan in 2013, toen op het einde van het jaar bijkomende waardeverminderingen waren aangelegd voor geherstructureerde kredieten), 34 miljoen euro in Tsjechië (13 miljoen minder dan in 2013) en 69 miljoen euro voor de rest. Per saldo verbeterde de kredietkostenratio van de groep daardoor van 121 basispunten in 2013 naar 42 basispunten in 2014. Dat was 23 basispunten in Divisie België, 18 basispunten in Divisie Tsjechië en 106 basispunten in Divisie Internationale Markten (Ierland: 133 basispunten, Slowakije: 36 basispunten, Hongarije: 94 basispunten en Bulgarije: 130 basispunten). Op 31 december 2014 bedroeg het aandeel van de impaired kredieten (definitie: zie Glossarium) in de totale kredietportefeuille 9,9%, tegenover 10,2% in 2013. Dat was 4,3% in België, 3,8% in Tsjechië en 34,1% in Internationale Markten (vooral door Ierland, met een ratio van 52% voor impaired kredieten). Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (wat we in vroegere rapporten de non-performing kredieten noemden) bedroeg 5,5% in 2014, tegenover 6,0% in 2013. De impaired kredieten waren eind 2014 voor 42% gedekt door specifieke waardeverminderingen. U vindt meer informatie over de samenstelling van de kredietportefeuille in het hoofdstuk Risicobeheer.

De andere waardeverminderingen bedroegen in 2014 samen 62 miljoen euro en hadden onder meer betrekking op voor verkoop beschikbare effecten (aandelen) en op materiële en immateriële vaste activa.

Nettoresultaat per divisie

Per divisie is het aangepaste nettoresultaat van de groep in 2014 als volgt verdeeld: België 1 516 miljoen euro (daling met 54 miljoen euro tegenover 2013, vooral wegens de sterk negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer, die het positieve effect van gestegen nettorente- en nettoprovisie-inkomsten en gedaalde kredietvoorzieningen volledig teniet doet), Tsjechië 528 miljoen euro (daling met 26 miljoen euro tegenover 2013, volledig door de lagere koers van de Tsjechische kroon; zonder wisselkoerseffecten was er zelfs een stijging van 7 miljoen euro), Internationale Markten -182 miljoen euro (verbetering met 671 miljoen euro tegenover 2013, door significant lagere kredietvoorzieningen in Ierland, maar deels gecompenseerd door het boeken van een voorziening van 183 miljoen euro na belastingen in verband met de nieuwe Hongaarse wet inzake retailkredieten) en Groepscenter -234 miljoen euro (verbetering met 77 miljoen euro tegenover 2013, onder meer door lagere kosten voor achtergestelde leningen en gedaalde financieringskosten van participaties).

Een meer gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in de betreffende hoofdstukken van dit verslag.

Andere waardeverminderingen (in miljoenen euro)

Balans, solvabiliteit, liquiditeit

Eind 2014 bedroeg het geconsolideerde balanstotaal van de groep 245 miljard euro, 3% meer dan eind 2013. De risicogewogen activa (Basel III) bleven ruwweg gelijk, op 91 miljard euro, ondanks enkele methodologische wijzigingen (vooral het afschaffen van de nulweging voor binnenlandse overheidsobligaties).

De belangrijkste producten aan de actiefzijde van de balans blijven de Leningen en voorschotten aan klanten (kredieten) met 123 miljard euro eind 2014 (zonder reverse repo's). Op vergelijkbare basis stegen de Leningen en voorschotten aan klanten in totaal met 3% (4% groei in Divisie België, 5% groei in Divisie Tsjechië en 1% daling bij Internationale Markten, door Ierland). De belangrijkste kredietproducten (cijfers inclusief reverse repo's) blijven de termijnkredieten met 57 miljard euro en de woningkredieten met 53 miljard euro. De effecten bedroegen 70 miljard euro eind 2014 en bestonden voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties (die laatste groeiden met 6 miljard euro aan in 2014, op vergelijkbare basis). Andere belangrijke posten op de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (13 miljard euro, daling jaar-op-jaar door lagere reverse repo's), Derivaten (10 miljard euro positieve marktwaarde, stijging jaar-op-jaar) en de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (13 miljard euro, stijging jaar-op-jaar). Op vergelijkbare basis stegen de totale klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 3%, tot 154 miljard euro. De deposito's groeiden aan in Divisie België met 9%, in Divisie Tsjechië met 8%, in Divisie Internationale Markten met 5% (vooral dankzij de retaildepositocampagne in Ierland), maar daalden met 35% in Groepscenter. De voornaamste depositoproducten (cijfers inclusief repo's) blijven de termijndeposito's met 50 miljard euro, de zichtdeposito's met 47 miljard euro en de depositoboekjes met 37 miljard euro (dat laatste is een groei van 6% in vergelijking met eind 2013).

Bij de andere belangrijke posten op de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 31 miljard euro, stijging jaar-op-jaar), derivaten (11 miljard euro negatieve marktwaarde, stijging jaar-op-jaar) en de deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (18 miljard euro, stijging jaar-opjaar).

Op 31 december 2014 bedroeg het totale eigen vermogen van de groep 16,5 miljard euro. Dat bestond uit 13,1 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders, 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten en de overblijvende 2 miljard euro niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten onderschreven door de Vlaamse overheid. Het totale eigen vermogen groeide in 2014 per saldo aan met 2 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de opname van de in maart 2014 uitgegeven 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten, de verdere gedeeltelijke terugbetaling van de Vlaamse overheidssteun (-0,5 miljard euro inclusief de 50% premie), de opname van de jaarwinst (+1,8 miljard euro), de wijziging van de AFS- en cashflowreserves (samen -0,2 miljard euro) en de inkoop van Funding Trust securities (-0,4 miljard euro in belangen van derden).

Eind 2014 bedroeg de common equity ratio volgens Basel III, fully loaded, Deense compromismethode, inclusief de nog overblijvende staatssteun en de herwaarderingsreserve van voor verkoop beschikbare activa, 14,3%, comfortabel boven de interne doelstelling van 10,5%.

De liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 120% en een NSFR-ratio van 110% eind 2014.

Informatie voor aandeelen obligatiehouders

KBC op de financiële markt

In 2014 steeg onze beurskoers met bijna 13%. Op 31 december 2014 bereikte onze marktkapitalisatie daardoor 19,4 miljard euro. Onze langetermijnkredietratings werden in maart en mei 2014 door respectievelijk Standard & Poor's en Moody's verhoogd. We lanceerden een AT1-instrument, gaven tier 2-instrumenten uit en oefenden een call uit voor verschillende klassieke tier 1-instrumenten. We gaven opnieuw verschillende emissies van gedekte obligaties uit. Over 2014 stellen we voor 2 euro brutodividend per dividendgerechtigd aandeel uit te keren.

Alekos Garaleas, Stefans vader, kwam in België terecht via zijn werk voor de Griekse ambassade en leerde hier zijn vrouw Denise kennen. Alekos volgde zijn hart en koos voor een vaste baan in België. Op de foto ook de ouders van Katka, Eva Hamerska en Jaroslav Hamersky, die in Tsjechië wonen.

Het KBC-aandeel in 2014

De slotkoers van ons aandeel op 31-12-2014 bedroeg 46,5 euro, een stijging van bijna 13% in een jaar tijd (na de stijging van 58% in 2013). Daardoor bedroeg onze marktkapitalisatie eind 2014 19,4 miljard euro.

Er was een kleine toename met 416 300 aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voor het personeel in december 2014. Daardoor bedroeg op 31 december 2014 het totale aantal aandelen 417 780 658. U vindt meer informatie in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.

Gezien het onbelangrijke volume op de Luxemburgse beurs werd beslist de notering op die beurs te schrappen. Het KBC-aandeel is vanaf eind september 2014 alleen nog op Euronext Brussels genoteerd.

KBC-aandeel 2013 2014
Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 417,4 417,8
Koersontwikkeling*
Hoogste koers van het boekjaar (in euro) 42,0 46,9
Laagste koers van het boekjaar (in euro) 25,8 38,0
Gemiddelde koers van het boekjaar (in euro) 32,8 43,1
Slotkoers van het boekjaar (in euro) 41,3 46,5
Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar +58% +13%
Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 17,2 19,4
Gemiddelde dagelijkse omzet op NYSE Euronext Brussels (bron: Bloomberg)
Aantal aandelen in miljoenen 1,14 1,03
In miljoenen euro 36,1 44,2
Eigen vermogen per aandeel (in euro) 28,3 31,4

* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

Aandeelhoudersstructuur

Het overzicht in de tabel is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie.

Aandeelhouders KBC Groep NV, volgens kennisgevingen Aantal aan
delen op het
moment van
kennisgeving
Percentage van
het huidige
aantal aan
delen
KBC Ancora (december 2014) 77 516 380 18,6%
Cera (december 2014) 11 127 166 2,7%
MRBB (december 2014) 47 889 864 11,5%
Andere vaste aandeelhouders (december 2014) 32 020 498 7,7%
Subtotaal vaste aandeelhouders 168 553 908 40,3%
Free float* 249 226 750 59,7%
Totaal 417 780 658 100,0%

* Informatie over notificaties van aandeelhouders die hieronder vallen, vindt u in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening.

Een overzicht van de ontvangen transparantiemeldingen en informatie over eigen aandelen bij groepsmaatschappijen vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.

MRBB, Cera, Ancora en de andere vaste aandeelhouders sloten in 2004 een syndicaatsovereenkomst met een initiële duur van 10 jaar. Die afspraken werden in 2014, in geactualiseerde vorm, verlengd voor een nieuwe periode van 10 jaar. In dat kader treden Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders met al hun aandelen toe tot de aandeelhoudersovereenkomst.

Dividend op aandelen en coupon op kernkapitaaleffecten

Intentie* inzake dividenduitkering

Over boekjaar 2014 Brutodividend van 2 euro per aandeel
(bijgevolg ook uitkering van een coupon op de resterende overheidssteun – in
totaal 171 miljoen euro)
Over boekjaar 2015 Geen dividend
(bijgevolg ook geen uitkering van een coupon op de resterende overheidssteun)
Over boekjaar 2016 en volgende Uitkering van minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst (onder
de vorm van dividenden, coupons op de staatssteun en op de AT1-instrumenten
samen)
(plus coupon op het uitstaande saldo van de overheidssteun)

* Telkens onder voorbehoud van goedkeuring door de betreffende Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de toezichthouders (het dividendvoorstel voor 2014 werd al goedgekeurd door de toezichthouder, de ECB).

Bijzondere emissies en gedekte obligaties

De KBC-groep is een regelmatige emittent van schuldinstrumenten en geeft gewone en achtergestelde obligaties uit in verschillende munten, onder meer door uitgiften in het kader van de wholesale- en retailprogramma's van KBC Ifima.

In november 2012 kondigden we een programma aan voor de uitgifte van Belgische obligaties, gedekt door Belgische hypotheekleningen (pandbrieven of covered bonds) van 10 miljard euro, een kans om onze beleggersbasis en de fundingmix en -bronnen op lange termijn verder te diversifiëren met gedekte obligaties. In december 2012 lanceerden we met veel succes een eerste uitgifte van gedekte obligaties, voor een bedrag van 1,25 miljard euro, met vijf jaar looptijd. In

2013 en 2014 volgden een aantal nieuwe emissies (in totaal 2,7 miljard euro in 2013 en 0,9 miljard euro in 2014), met verschillende looptijden.

Recent lanceerde de groep daarenboven nog enkele bijzondere emissies, zoals:

  • januari 2013: plaatsing van 1 miljard USD tier 2-contingent capital notes
  • maart 2014: plaatsing van 1,4 miljard euro CRD IV-conforme AT1-instrumenten. Voor vijf lopende klassieke tier 1-instrumenten werd nadien een call uitgeoefend.
  • november 2014: plaatsing van 750 miljoen euro aan CRD IV-conforme tier 2-instrumenten

U vindt meer informatie over de financiering van de groep in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Liquiditeitsrisico.

Kredietratings

In de tabel vermelden we de langetermijn- en kortetermijnkredietratings van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. De

ratings werden in maart 2014 verhoogd door Standard & Poor's en in mei 2014 door Moody's.

Outlook/watch/
Kredietratings*,19-03-2015 Langetermijnrating review Kortetermijnrating
Fitch
KBC Bank NV A- (Stabiele outlook) F1
KBC Verzekeringen NV A- (Stabiele outlook)
KBC Groep NV A- (Stabiele outlook) F1
Moody's
KBC Bank NV A2 (Under review
for possible upgrade)
P-1
KBC Groep NV A3 (Under review
for possible
downgrade)
P-2
Standard & Poor's
KBC Bank NV A (Negatieve outlook) A-1
KBC Verzekeringen NV A (Negatieve outlook)
KBC Groep NV A- (Negatieve outlook) A-2

Zie www.kbc.com, onder Investor Relations, Kredietratings.

* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen.

Overzicht van onze divisies

Onze divisies

De managementstructuur van onze groep is opgebouwd rond drie divisies, die, elk voor hun landen, focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die drie divisies zijn België, Tsjechië en de divisie Internationale Markten. Die laatste omvat de activiteiten in de andere kernlanden in Centraal- en Oost-Europa (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en in Ierland. De managementstructuur vormt de basis voor onze financiële rapportering. Daar vullen we de divisies aan met een Groepscenter. Dat omvat de resultaten van de holdingactiviteiten, enkele elementen die niet aan de divisies werden toegewezen, de resultaten van de nog te desinvesteren maatschappijen en de invloed van de legacy-activiteiten en het eigen kredietrisico.

Divisie België omvat de activiteiten van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en van hun Belgische dochtervennootschappen, met als belangrijkste CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep (België), KBC Securities en KBC Group Re.

De economische context in België

Het conjunctuurherstel dat in de lente van 2013 in België inzette, hield ook in 2014 stand, zij het met vallen en opstaan. Na een sterk jaarbegin was er in het voorjaar sprake van een bijna-stagnatie, maar vanaf de zomer trok de groei weer aan. Per saldo kwam de jaargroei van het Belgische reële bbp uit op 1%, iets hoger dan het gemiddelde van de eurozone.

De gezinsconsumptie bleef een sterkhouder, ondanks het negatieve verloop van het consumentenvertrouwen, dat zich op het einde van het jaar opnieuw ver onder het langjarige gemiddelde bevond. Dat hield allicht verband met de aankondiging van besparingen en hervormingen door de regering. Anderzijds bood de olieprijsdaling de gezinnen sinds het begin van de zomer extra bestedingsruimte en bleef de arbeidsmarkt verbeteren. Onder meer door de terugloop van de faillissementscijfers nam het aantal werklozen op jaarbasis vanaf het late najaar niet meer toe. Meer nog dan de consumptie leverden de investeringen in 2014 een positieve bijdrage tot de groei. Na de scherpe daling in de vorige jaren was er opnieuw een positieve reële groei van de investeringen in woningen. Ook de bedrijfsinvesteringen veerden fors op. Het internationale conjunctuurherstel en de goedkopere euro gaven steun aan de uitvoer.

In 2014 koelde de inflatie verder fors af, onder meer door de stevige prijsdalingen op de grondstoffenmarkten. De Belgische OLO-rente op 10 jaar viel terug van 2,5% eind 2013 naar 0,8% eind 2014. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund daalde in dezelfde periode van 60 naar ongeveer 30 basispunten. De overheidsfinanciën sloten 2014 af met een verwacht tekort van 3,2% van het bbp en een schuldratio van 106,6% van het bbp. De aangekondigde besparingsmaatregelen moeten het begrotingstekort tegen 2018 wegwerken. Ook de naar verwachting opnieuw wat

aantrekkende economische groei in de komende jaren zal daartoe een bijdrage leveren.

Ondanks de lage rente, een versoepeling van de kredietvoorwaarden door de banken en een (weliswaar haperend) conjunctuurherstel, was de groei van de kredietverlening aan de bedrijven door in België gevestigde banken gedurende het grootste deel van het jaar licht negatief. De kredietvraag bleef zwak, onder meer omdat bedrijven dankzij hoge liquiditeitsbuffers in belangrijke mate zelf voor hun financieringsnoden instaan. Tijdens de eerste maanden van het jaar werden er ook wat minder hypothecaire kredieten verleend. De lage rente en het vooruitzicht van een minder gunstig fiscaal regime voor de aftrek van hypothecaire kredieten vanaf 2015 zorgde in de loop van de tweede jaarhelft evenwel voor een nieuwe opflakkering.

De grote liquiditeitsbuffers bij de bedrijven zorgden voor een groei van de bedrijfsdeposito's bij de banken. De groei van de gezinsdeposito's bij de banken vertraagde echter. Tegen de achtergrond van de extreem lage rente werden termijndeposito's afgebouwd en vertraagde de groei van de – in omvang veel belangrijkere – markt van gereglementeerde spaardeposito's. De groeivertraging van de depositomarkt kwam vooral de markt voor beleggingsfondsen ten goede, die een nieuwe instroom van spaargeld kende.

Voor 2015 verwachten we een groei van het reële bbp van 1,3%. De loonmatiging, de goedkope euro en de dalende grondstofprijzen geven de bedrijven wind in de rug.

We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.

Macro-economische indicatoren voor België 2013 2014*
Groei van het bbp (reëel) 0,3% 1,0%
Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) 1,1% 0,3%
Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, op het einde van het jaar,
Eurostat-definitie)
8,4% 8,4%
Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) -2,9% -3,2%
Overheidsschuld (in % van het bbp) 104,5% 106,6%
* Schatting van begin 2015

Onze activiteiten in België

Positie op de Belgische markt, 2014*

  • Belangrijkste merken: KBC, CBC
  • Netwerk: 818 bankkantoren en 459 verzekeringsagentschappen
  • Elektronische kanalen: KBC/CBC-Mobile Banking, KBC/CBC-Online, KBC/CBC-Touch
  • Marktaandeel: 20% voor traditionele bankproducten, 37% voor beleggingsfondsen, 17% voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen
  • Circa 3,5 miljoen klanten
  • 89 miljard euro kredietportefeuille, 106 miljard euro deposito's en schuldpapier

• Producten en diensten: brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings- en andere financiële producten voor privépersonen, kmo's, vermogende klanten en grotere bedrijven. De dienstverlening aan bedrijven omvat daarenboven nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate finance.

* Marktaandelen en aantal klanten: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel traditionele bankproducten: gemiddelde van geschat marktaandeel in kredieten en in deposito's. Marktaandeel levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. Tot de Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van tien kantoren van KBC Bank in het buitenland, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC.

Daniel Falque, CEO Divisie België

Een belangrijk kenmerk van onze positie in België is de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Het bankkantoor focust op bankproducten en standaardverzekeringen en verwijst voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Het verzekeringsagentschap verkoopt alle verzekeringsproducten en behandelt alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht. Die samenwerking stelt ons in staat aan onze klanten een uitgebreid productaanbod te leveren dat op hun behoeften is afgestemd. Enkele cijfers om het succes van ons model te illustreren: eind 2014 had bijna de helft van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank minstens een bankproduct én een verzekeringsproduct van KBC. Nog een voorbeeld: bij ca. 85% van de verkochte woningkredieten verkochten we ook een KBC-Woningpolis.

We willen dicht bij onze klanten staan, via ons bakstenen netwerk, een uitgebouwd telecenter, een slimme en eenvoudigere website, mobiele apps en de automaten. Technologie is een middel, de klant centraal is het doel. In die filosofie lanceerden KBC en CBC in 2014 de nieuwe applicatie Touch, de opvolger van KBC-Online die niet alleen op pc maar ook op tablet beschikbaar is. Voor de mobiele

gebruikers werden een aantal bijkomende services geïmplementeerd zoals betalingen uitvoeren, facturen betalen via ZoomIt en het lezen en versturen van berichten op een smartphone.

Ook inzake klassieke bank- en verzekeringsproducten screenen we regelmatig ons aanbod en passen dat aan waar nodig. Zo lanceerden we bijvoorbeeld het KBC-Zorgplan, een Europese primeur. In essentie gaat het om een beleggingsverzekering met een levenslange uitkering om de kosten van zware en permanente zorgbehoevendheid te verlichten. Bolero, de onlinemakelaar van KBC Securities, lanceerde het Bolero-crowdfundingplatform om ondernemers en investeerders samen te brengen. Startende ondernemers kunnen er een oproep voor financiering lanceren en geïnteresseerde investeerders kunnen hen dan met relatief kleine bedragen steunen om hun zaak uit te bouwen.

Gezien het belang van klanttevredenheid bij relatiebankverzekeren volgen we de tevredenheid van onze klanten op de voet. Ook de tevredenheid van de KBC-medewerkers volgen we nauw op. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving overstijgt trouwens het aanbieden van gepaste producten en diensten en uit zich ook in de verschillende initiatieven die we nemen op het gebied van milieu, preventie, bestrijding van kansarmoede en ontwikkeling van de lokale markt. Enkele voorbeelden:

  • Een tijdje geleden lanceerden we Start it @kbc. Daarmee willen we samen met een aantal partners startende ondernemingen in Vlaanderen helpen bij verschillende aspecten van het ondernemerschap. We stellen bovendien ruimte gratis ter beschikking in de KBC-Toren in Antwerpen. De uitgekozen starters ontwikkelen ideeën rond hightech, e-platforms, duurzaamheid en mobiliteit. Het was een groot succes en daarom besloten we in 2014 om het lopende initiatief uit te breiden naar andere belangrijke steden in België, waaronder Leuven, Gent en Hasselt.
  • Met de in 2014 gelanceerde campagne Alles kan beter gaven we zelfstandigen, vrije beroepers en bedrijfsleiders de kans om hun ideeën voor te leggen aan het grote publiek. Zo tonen we onze betrokkenheid bij ondernemend Vlaanderen en helpen we ondernemers om alsmaar beter te worden in wat ze doen.
  • Met onze maatschappelijke sponsoring kiezen we voor projecten die inzetten op gezondheid en verkeersveiligheid, met de nadruk op preventie. We zijn al jaren partner van de verkeersveiligheidscampagnes van Levenslijn en Mobiel 21. We organiseren op regelmatige basis bloedinzamelingen in de hoofdkantoren in samenwerking met het Rode Kruis en werken ook al jarenlang samen met Kom Op Tegen Kanker. We zijn ook sponsor van talrijke culturele en sportevenementen zoals de

Ronde van Vlaanderen, de KBC-Nacht van de Atletiek en een aantal zomerfestivals.

  • Met onze campagne De Wonderjaren spelen we in op de zorgen van actieve senioren. Met het KBC-Zorgplan kunnen senioren die zorgbehoevend worden de inkomenskloof overbruggen.
  • We streven er continu naar onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Zo zetten we in 2014 een nieuwe stap in lage-energiebouwen met de start van de renovatie van ons datacentergebouw in Mechelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van maximaal energiebesparende maatregelen. Als partner van Leuven Klimaatneutraal, een vzw die ernaar streeft de stad Leuven tegen 2030 klimaatneutraal te maken, namen we in augustus deel aan het Klimaatweekend. We blijven bijzondere aandacht besteden aan mobiliteit: telewerken is ondertussen stevig ingeburgerd in de bedrijfscultuur en het woon-werkverkeer van KBC België is in 2014 met een kleine 5 miljoen kilometers gedaald.
  • Milieubewustzijn is trouwens een zaak van alle KBC-medewerkers: in dat kader maken we bij KBC in België sinds een drietal jaar het niet-recurrente resultaatsgebonden voordeel (NRRV) van de medewerkers afhankelijk van het bereiken van groene, duurzame doelstellingen met betrekking tot elektriciteitsverbruik, CO2 -uitstoot van het KBC-wagenpark, gereden kilometers en papierverbruik. In de tabel vindt u enkele milieuefficiëntiegegevens voor de KBC-groep in België.
Milieuefficiëntiegegevens van de KBC-groep in België, per vte 2013* 2014
Energieverbruik (in GJ)* Elektriciteit 21,3 21,2
Waarvan elektriciteit afkomstig van groene
energiebronnen
100% 100%
Fossiele brandstoffen (gas en stookolie) 16,0 12,7
Vervoer (in km) Woon-werkverkeer 8 288 8 068
Dienstritten 5 358 5 456
Papier- en waterverbruik, afval Papier (in ton) 0,12 0,11
Water (in m3
)
9,0 9,1
Afval (in ton) 0,19 0,15
Emissie van broeikasgassen (in ton)* 2,5 2,2

* De relatief hoge waarden in 2013 hebben deels met de weersomstandigheden (strenge winter) te maken, deels met een lagere bezetting van onze gebouwen en met methodologische verfijningen.

Net zoals vorige jaren mochten we in België verschillende prijzen in ontvangst nemen die niet alleen onze financiële prestaties, maar ook onze maatschappelijke betrokkenheid belonen. Enkele voorbeelden:

  • KBC werd in 2014 opnieuw verkozen in de Great Place to Work ®-enquête als een van de beste werkgevers van België. Bij de bedrijven met meer dan 500 werknemers behaalden we de zesde plaats.
  • KBC ontving vier prijzen in de Marketing and Interactive Excellence Awards van IAB Belgium en Best of Publishing.
  • Professional Wealth Management (Financial Times Group) riep KBC uit tot Best Private Bank in België. Dat was ook het geval bij Euromoney.
  • International Banker bekroonde KBC tweemaal: enerzijds als Best Private Bank Belgium en anderzijds voor Best at Innovation in Retail Banking Belgium.

Focus op de toekomst: toegankelijke klantgerichte oplossingen, een eigen merk KBC Brussels en een versnelling in Wallonië

In ons streven naar toegankelijke klantgerichte oplossingen zullen we gebruik maken van de nieuwe technologische ontwikkelingen door ons dichte kantorennet naadloos te integreren met onze andere kanalen, contactcentra om te vormen tot adviescentra, verder te bouwen aan een intelligente en eenvoudige website, mobiele apps en geldautomaten. Op die manier willen we dicht bij onze klanten in België staan, altijd en overal.

We lanceerden al een groot aantal initiatieven in dat verband. Zo startten we in het najaar het

eerste regionale adviescentrum op, waar onze klanten terecht kunnen voor toegankelijke en persoonlijke service en advies, en lanceerden we – zoals we al vermeldden – een nieuw gebruiksvriendelijk bankverzekeringsplatform (KBC-Touch) voor pc en tablet.

Het is ook onze bedoeling meer te focussen op de deelmarkten in België waar we nog niet behoren tot de marktleiders, meer bepaald Brussel en Wallonië.

In Brussel bouwden we tot nu toe op de sterktes van KBC en CBC in respectievelijk Vlaanderen en

Wallonië. We beslisten om het potentieel van Brussel in de toekomst efficiënter te benutten en kondigden in 2014 een nieuw, apart merk KBC Brussels aan, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt. Retail- en kmo-klanten krijgen één geïntegreerd bankverzekeringsproducten- en dienstenaanbod, de bestaande KBC/CBC-kantoren in Brussel worden geherpositioneerd en we zullen er innovatieve nieuwe kantoorconcepten introduceren. De benoeming van de CEO Damien Van Renterghem was een belangrijke stap in het opstarten van KBC Brussels. In Wallonië is CBC sterk verweven met de lokale economie en tekent het jaar op jaar een sterke en constante brutowinstgroei op. We willen met CBC het groeipotentieel op het vlak van bankverzekeren in specifieke marktsegmenten verder aanboren. Die ambitie werd in 2014 al tot uitdrukking gebracht in de nieuwe imagocampagne CBC. Décider d'avancer. Vanaf 2015 willen we onze aanwezigheid in Wallonië en onze toegankelijkheid en dienstverlening

uitbreiden door acht nieuwe verzekeringsagentschappen en acht bankkantoren te openen en vijftien bestaande bankkantoren te verplaatsen.

Dat alles komt boven op de verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel in België. We verwachten er in de komende jaren een toename van onze bankverzekeringsopbrengsten met meer dan 5% per jaar, onder meer door het aanbieden van digitale oplossingen en specifieke bankverzekeringsinitiatieven voor bepaalde deelgroepen.

Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen voor de divisie België. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Bijdrage van België tot het groepsresultaat

In 2014 genereerden onze activiteiten in België een nettoresultaat van 1 516 miljoen euro, tegenover 1 570 miljoen euro het jaar daarvoor.

De nettorente-inkomsten van de divisie België bedroegen 2 877 miljoen euro, 9% meer dan in 2013, vooral dankzij de kredietverlening (hogere volumes en marges), de lagere financieringskosten van termijndeposito's, de hogere volumes van en lagere rente op spaarrekeningen, een positief effect van een hoog niveau van herfinancieringen van woningkredieten en een grotere obligatieportefeuille. De gemiddelde nettorentemarge steeg van 1,80% in 2013 naar 2,01% in 2014.

De leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (84 miljard euro eind 2014) stegen met 4% in 2014 en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (106 miljard euro eind 2014) groeiden aan met 9% in een jaar tijd.

De verdiende verzekeringspremies bedroegen 1 968 miljoen euro, waarvan 1 004 miljoen euro voor levensverzekeringen en 964 miljoen euro voor schadeverzekeringen.

De schadeverzekeringspremies stegen met ruwweg 1%, vooral dankzij de tak Brand en andere schade aan goederen. Het schadeniveau was 8% hoger dan in 2013, onder meer als gevolg van de hagelstormen in het tweede kwartaal. Toch bedroeg de gecombineerde ratio nog altijd een goede 94% in 2014, tegenover 93% in 2013.

De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten), klokte af op 1,6 miljard euro, iets hoger dan de 1,5 miljard euro in 2013. Terwijl de verkoop van tak 23-producten met 10% afnam tot 0,6 miljard euro, steeg de verkoop van producten met rentegarantie in

dezelfde periode sterk, met 21% tot 1 miljard euro. Eind 2014 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van Divisie België 26,5 miljard euro, 4% meer dan eind 2013.

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 160 miljoen euro, 9% meer dan in 2013, vooral dankzij de assetmanagementactiviteiten (groei van instap- en beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen) en in mindere mate kredietgerelateerde provisie-inkomsten, voor een deel tenietgedaan door lagere provisieinkomsten in verband met tak 23-verzekeringsproducten (de marge op die producten wordt onder nettoprovisie-inkomsten geboekt). Het door deze divisie beheerde vermogen steeg op jaarbasis met 14% tot 172 miljard euro, door een combinatie van een positief volume-effect (+5%) en een positief prijseffect (+8%).

Aangepast nettoresultaat per divisie (2014, in miljoenen euro)

De andere inkomstenposten waren als volgt: het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 109 miljoen euro en betrof voor 80% aandelen en voor 20% obligaties. De dividendinkomsten bedroegen 45 miljoen euro. Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde bedroeg 86 miljoen euro, heel wat lager dan in 2013 (544 miljoen euro) door de sterk negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014 (-196 miljoen euro), tegenover een positief cijfer het jaar voordien (+250 miljoen euro). De overige netto-inkomsten bedroegen 269 miljoen euro, en omvatten, naast de gebruikelijke posten (resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.), onder meer de positieve uitkomst van een juridische zaak in het Londense filiaal, terwijl het cijfer voor 2013 begunstigd was door onder meer moratoriuminteresten in verband met succesvol afgesloten geschillen en meerwaarden bij de verkoop van vastgoed.

In 2014 bedroegen de exploitatiekosten van de divisie België 2 282 miljoen euro. Dat is 1% meer dan het jaar daarvoor, waarbij diverse elementen meespelen (licht hogere gewone personeelskosten, maar lagere pensioenkosten, iets lagere kosten voor ICT en facilitaire diensten, maar hogere marketing- en communicatiekosten en hogere speciale banktaksen). De kosteninkomstenratio van de bankactiviteiten bedroeg daardoor nog altijd een goede 50%, maar wel iets minder goed dan in 2013 (47%). Die relatieve verslechtering heeft echter voor het grootste deel te maken met de negatieve waardering van de ALM-derivaten. Zonder dat element (en nog enkele andere kleinere uitzonderlijke elementen) bedroeg de ratio net geen 49%, tegenover 51% in 2013.

De waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 205 miljoen euro in 2014, 123 miljoen euro minder dan in 2013 (daling voor het grootste deel gesitueerd bij de bedrijfskredieten). Dat mondt uit in een gunstige kredietkostenratio van 23 basispunten in 2014, tegen 37 basispunten het jaar voordien. Eind 2014 was ongeveer 4,3% van de kredietportefeuille van Divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,7% eind 2013. Impaired kredieten die meer dan 90 dagen

achterstallig waren, maakten 2,2% uit (2,5% in 2013).

De 46 miljoen euro overige waarde-

verminderingen hebben grotendeels betrekking op voor verkoop beschikbare effecten (aandelen) en andere activa.

Resultaten Divisie België* (in miljoenen euro) 2013 2014
Nettorente-inkomsten 2 648 2 877
Verzekeringen niet-leven (vóór herverzekering) 409 374
Verdiende premies 955 964
Technische lasten -546 -590
Verzekeringen leven (vóór herverzekering) -274 -252
Verdiende premies 831 1 004
Technische lasten -1 105 -1 256
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -6 19
Dividendinkomsten 40 45
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
544 86
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 171 109
Nettoprovisie-inkomsten 1 061 1 160
Overige netto-inkomsten 292 269
Totale opbrengsten 4 885 4 688
Exploitatiekosten -2 249 -2 282
Bijzondere waardeverminderingen -363 -251
Op leningen en vorderingen -328 -205
Op voor verkoop beschikbare financiële activa -7 -27
Op goodwill 0 0
Op overige -28 -19
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 0 -1
Resultaat vóór belastingen 2 273 2 154
Belastingen -703 -638
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Resultaat na belastingen 1 570 1 517
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) 1 570 1 516
Bankactiviteiten 1 255 1 205
Verzekeringsactiviteiten 315 311
Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) 40 307 42 919
Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) 850 868
Toegewezen kapitaal op einde periode 5 518 6 026
Rendement op toegewezen kapitaal 28% 26%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 47% 50%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 93% 94%

* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.

Divisie Tsjechië omvat alle activiteiten van KBC in Tsjechië. Dat zijn vooral de activiteiten van de CˇSOB-groep (via de merknamen CˇSOB Bank, Era, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka en CˇMSS), de verzekeraar CˇSOB Pojišt'ovna, CˇSOB Asset Management en Patria.

De economische context in Tsjechië

De Tsjechische economie zette in 2014 haar herstel voort, vooral dankzij de investeringen en de particuliere consumptie, maar ook de netto-uitvoer en de overheidsbestedingen droegen bij tot de groei. Het economische herstel is des te opmerkelijker omdat het plaatshad in de context van een zwakke conjunctuur in de eurozone en een escalerend geopolitiek conflict in Oekraïne.

De groei van de particuliere consumptie werd in 2014 ondersteund door de groei van het reële beschikbare gezinsinkomen, onder meer dankzij de lage inflatie en de verbetering van de Tsjechische arbeidsmarkt, met een daling van de werkloosheidgraad. Het herstel van de investeringscyclus sinds midden 2013 zette zich voort. Dat was vooral te danken aan de verbeterende binnenlandse vraag, een herleving van de buitenlandse industriële bestellingen en een toename van de activiteit in de bouwsector. Ook de overheidsinvesteringen droegen bij tot de economische groei. De netto-uitvoer droeg eveneens positief bij tot de groei, onder meer ondersteund door de zwakke Tsjechische kroon als gevolg van het wisselkoersbeleid om de te lage inflatie te bestrijden. De beleidsrente van de Tsjechische Nationale Bank staat op 0,05%. Een verdere verlaging als beleidsmaatregel is dus nauwelijks meer mogelijk.

In 2014 woog het budgettaire beleid minder op de binnenlandse vraag dan in 2013. De lichte toename van het begrotingstekort tot een geschatte 1,3% van het bbp was vooral het gevolg van een toename van de overheidsconsumptie en een hervatting van de overheidsinvesteringen. De marktgroei van de bedrijfskredieten bleef tegen de achtergrond van het krachtige conjunctuurherstel al bij al beperkt. De kredietgroei was zeer volatiel. Het toenemende gebruik van kapitaalmarktfinanciering en de intern beschikbare bedrijfsmiddelen temperden de vraag naar bankkredieten, ondanks een versoepeling van de kredietvoorwaarden van de banken. De woningkredieten bleven in een behoorlijk tempo groeien. Bij het begin van het jaar zorgde juridische onzekerheid door de invoering van een nieuw burgerlijk wetboek voor wat aarzeling, maar de aantrekkende woningbouw en gunstige vooruitzichten voor de residentiële vastgoedmarkt onderhielden doorheen het jaar de stevige groei van de woningleningen. In lijn met het economische herstel versnelde de groei van de deposito's, die het belangrijkste spaarinstrument van de gezinnen bleven.

Ondanks risico's zoals de verdere economische ontwikkeling in de eurozone en het conflict in het nabije Oekraïne verwachten we dat het conjunctuurherstel zich in 2015 zal voortzetten, vooral dankzij de binnenlandse vraag. De centrale bank zal in 2015 allicht haar monetaire beleid aanhouden. Samen met een verdere daling van de werkloosheidsgraad zal dat in 2015 waarschijnlijk leiden tot een geleidelijk oplopen van de lage inflatie. We verwachten ook een groeivriendelijk budgettair beleid in 2015. Het begrotingstekort zal allicht wat oplopen, maar duidelijk onder de 3%-grens blijven. We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.

Macro-economische indicatoren Tsjechië 2013 2014*
Groei van het bbp (reëel) -0,7% 2,0%
Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) 1,4% 0,4%
Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, op het einde van het jaar,
Eurostat-definitie)
6,7% 5,8%
Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) -1,3% -1,3%
Overheidsschuld (in % van het bbp) 45,7% 44,1%

* Schatting begin 2015.

Onze activiteiten in Tsjechië

Positie op de Tsjechische markt, 20141

  • Belangrijkste merken; Cˇ SOB, Era, PSB, Cˇ SOB Pojišt'ovna, CˇMSS, Hypotecˇní Banka
  • Netwerk: 319 bankkantoren2 , verzekeringsnetwerk bestaande uit onder meer exclusieve Cˇ SOB-verzekeringsagentschappen, multi-agenten, kantoren en brokers

  • Elektronische kanalen: Cˇ SOB InternetBanking, Cˇ SOB BusinessBanking en Cˇ SOB SmartBanking

  • Marktaandeel: 20% voor traditionele bankproducten, 27% voor beleggingsfondsen, 6% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • Circa 4 miljoen klanten
  • 19 miljard euro kredietportefeuille, 22 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • Producten en diensten: ruim gamma van bankproducten (zoals kredieten, deposito's, verschillende gespecialiseerde financiële diensten), verzekeringsproducten (Leven en Schade) en assetmanagementproducten. Focus op retail/kmo's.

1 Marktaandelen en aantal klanten: gebaseerd op eigen schattingen (voor het klantenaantal werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende groepsmaatschappijen). Marktaandeel traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Marktaandeel levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's.

2 Cˇ SOB Bank en Era.

Net zoals in België bezit KBC in Tsjechië zowel een bank als een verzekeringsmaatschappij, die nauw samenwerken. Wat bankieren betreft, werken we via de bankkantoren van Cˇ SOB en Era, de vestigingen van andere dochtermaatschappijen (CˇMSS, Hypotecˇní banka, Cˇ SOB Leasing) en ook via de PSB-vestigingen in het netwerk van de Tsjechische post. Ook de verkoop van verzekeringen gebeurt via verschillende distributiekanalen, waaronder een netwerk van exclusieve Cˇ SOBverzekeringsagenten, kantoren van Cˇ SOB Pojišt'ovna, de Cˇ SOB-bankkantoren en multiagenten en individuele brokers.

In Tsjechië bieden we, net zoals in België, een ruim gamma van bank-, verzekerings- en assetmanagementproducten aan en passen we dat aanbod continu aan de veranderende behoeften van de klanten, nieuwe wetgeving en maatschappelijke trends aan. Zo zetten we in 2014 opnieuw belangrijke stappen op het gebied van elektronisch en internetbankverzekeren, onder meer met de lancering van contactless payment cards, een bankapp voor smartphones en tablets met alsmaar meer functies (betalen aan mobiele operators, reisverzekeringen afsluiten, enz.), de mogelijkheid om via de website of een callcenter leningen aan te vragen, betalingen via QRcodes, enz. We lanceerden ook talrijke nieuwe

producten, waaronder diverse fondsen en een innovatieve cash loan, waarbij in de tweede helft van de aflossingsperiode een zero interestvoet geldt.

Een van de belangrijkste doelstellingen van onze strategie is de klant centraal stellen in alles wat we doen, en dat in al onze kernmarkten. Vandaar dat we ook in Tsjechië de tevredenheid van de klanten op de voet volgen. Dat gebeurt via regelmatige onderzoeken en op basis daarvan nemen we de nodige acties. De algemene meting van de klanttevredenheid inzake merk en productaanbod vullen we trouwens aan met specifieke, actieve en directe enquêtes bij de klanten, onder meer onmiddellijk na een kantoorbezoek.

We zijn bovendien een grote werkgever in Tsjechië en besteden in die hoedanigheid bijzonder veel aandacht aan personeelstevredenheid en -betrokkenheid. We nemen bijvoorbeeld diverse initiatieven om onze werknemers een betere werk-levenbalans te verschaffen door flexibele werktijden, thuiswerk en dergelijke. De tevredenheid van de Cˇ SOBmedewerkers staat op een hoog niveau en is in 2014 zelfs nog licht gestegen. Ook de Net Promotor score – de bereidheid van medewerkers om Cˇ SOB als een werkgever aan te bevelen – is verder gestegen in 2014.

U vindt meer informatie over klanttevredenheid en werknemerstevredenheid in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Onze maatschappelijke betrokkenheid in Tsjechië uit zich ook in de initiatieven die onze groepsmaatschappijen in dat gebied nemen. De focus ligt op verantwoord ondernemen, scholing, verscheidenheid en milieu (zie logo). Zo bevordert Cˇ SOB bijvoorbeeld via zijn Cˇ SOB Education Programme en het Education Fund onderwijs en financiële geletterdheid en ondersteunt Cˇ SOB de opleiding en ontwikkeling van ngo's en sociaal ondernemerschap. De groep schenkt bovendien bijzondere aandacht aan de strijd tegen uitsluiting, met onder meer kantoren die rolstoelvriendelijk zijn, geldautomaten die zijn aangepast voor mensen met een visuele handicap, eScribe-transition service voor mensen met gehoormoeilijkheden, enz. In 2014 haalde Cˇ SOB dan ook een tweede plaats in Bank without Barriers, waarbij wordt

onderzocht hoe toegankelijk bankkantoren zijn voor mensen met een fysieke handicap. Cˇ SOB lanceerde ook de Cˇ SOB Private Banking Good Will Card. 0,6% van elke betaling met die kaart wordt aan een goed doel geschonken. Verder onderhoudt Cˇ SOB strategische partnerships met verschillende ngo's die focussen op de ondersteuning van kansarmen, ouderen, kinderen en mensen met een handicap.

De maatschappijen van de KBC-groep hebben ook aandacht voor hun ecologische voetafdruk en nemen diverse initiatieven om die voetafdruk te verkleinen. In dat kader is het hoofdkantoor in Tsjechië een voorbeeld van ecologisch en duurzaam bouwen.

Hieronder vindt u een tabel met een selectie van milieuefficiëntie-informatie voor Cˇ SOB in Tsjechië.

Milieuefficiëntiegegevens van de KBC-groep (CˇSOB) in Tsjechië, per vte 2013 2014
Energieverbruik (in GJ) Elektriciteit 16,0 15,4
Fossiele brandstoffen (gas en stookolie) 6,3 5,3
Papier- en waterverbruik, afval Papier (in ton) 0,14 0,13
Water (in m3
)
15,7 14,8
Afval (in ton) 0,25 0,22

Net zoals vorige jaren mochten we in Tsjechië verschillende prijzen in ontvangst nemen. De prijzen belonen niet alleen onze financiële prestaties, maar ook onze maatschappelijke betrokkenheid. Enkele voorbeelden:

  • Cˇ SOB werd door Global Finance Magazine en door Euromoney uitgeroepen tot beste bank in Tsjechië.
  • Cˇ SOB won de Internet Effectiveness Award in het domein non-profit, mensenrechten en milieu voor het pilootprogramma Era Helps the Regions. Dat heeft tot doel een aantal non-profit- en hulporganisaties te steunen in negen regio's. Door het succes van het pilootprogramma werd Era Helps the Regions in 2014 uitgebreid tot heel het land.

  • Cˇ SOB kwam ook op de shortlist van Ashoka Changemakers – Ashoka Social and Business Co-Creation Competition voor ERA eScribe, een spraaktranscriptiedienst waarvan slecht horende klanten gebruik kunnen maken in de Era Financial Centres. De dienst eScribe is sinds kort beschikbaar aan alle gespecialiseerde loketten van de Tsjechische post in de regio Zuid-Bohemen.

  • Cˇ SOB ontving de prijs voor Best Private Bank in the Czech Republic van Professional Wealth Management / The Banker, en Patria ontving de prijs voor Investment Bank of the Year van Acquisition International.

Focus op de toekomst: van kanaalgerichte naar klantgerichte oplossingen en vereenvoudiging om kostenefficiëntie te genereren

Onze ambitie in Tsjechië bestaat erin een meerwaarde voor de klant te creëren door over te stappen van hoofdzakelijk kanaalgerichte naar meer klantgerichte oplossingen, gebaseerd op een geïntegreerd model dat klanten, derde partijen en onze bank-verzekeraar samenbrengt.

We zullen ook nieuwe niet-financiële producten en diensten (zoals document management) aanbieden om de klanten een meerwaarde te bieden en de klanttevredenheid nog verder te verhogen.

Onze Tsjechische groepsmaatschappijen zullen zich bovendien nog meer concentreren op vereenvoudiging (van producten, IT, organisatie, bankdistributienetwerk, hoofdkantoor en branding) om kostenefficiënter te worden. Anderzijds wil KBC in Tsjechië de bankverzekeringsactiviteiten opvoeren en versnellen door onder meer een vooruitstrevend en flexibel prijsmodel te introduceren, gecombineerde bank- en verzekeringsproducten te ontwikkelen en de verkoopteams van verzekeringen te versterken.

We streven er ten slotte ook naar de groei te behouden in de domeinen waarin we in Tsjechië traditioneel sterk zijn, zoals kredieten aan bedrijven en hypothecaire kredieten. In gebieden waarin we nog niet ons volledige potentieel aangeboord hebben, willen we vooruitgaan. Daarbij denken we aan de aantrekkelijke markt van kredieten aan kmo's en aan consumentenkredieten.

Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen voor de divisie Tsjechië. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Bijdrage van Tsjechië tot het groepsresultaat

In 2014 behaalde Tsjechië een nettowinst van 528 miljoen euro, ten opzichte van 554 miljoen euro in 2013. Op vergelijkbare basis (d.w.z. na uitzuivering van wisselkoersschommelingen – de Tsjechische kroon deprecieerde gemiddeld 6% in 2014 – en enkele kleinere aanpassingen aan de consolidatiekring) is dat een stijging met iets meer dan 1%.

In 2014 bedroegen de nettorente-inkomsten 860 miljoen euro, een daling van 5% ten opzichte van 2013. Op vergelijkbare basis is dat echter een kleine stijging van 2%. Daarbij werd de negatieve impact van het lage herbeleggingsklimaat gecompenseerd door gestegen interestinkomsten uit kredietverlening (vooral dankzij volumegroei) en dalingen van de externe rente op spaarrekeningen. De leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (16 miljard euro) groeiden in 2014 aan met 5% op vergelijkbare basis, onder meer dankzij een aanhoudend sterke groei van de woningkredieten. De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (22 miljard euro eind

2014), stegen met 8% in 2014. De gemiddelde nettorentemarge bedroeg 3,18% in 2014, ten opzichte van 3,25% in 2013.

De verdiende verzekeringspremies bedroegen 325 miljoen euro, waarvan 160 miljoen euro voor levensverzekeringen en 165 miljoen euro voor schadeverzekeringen.

Uitgezuiverd voor wisselkoerseffecten stegen de schadeverzekeringspremies met 3% in 2014 en de technische lasten daalden met 12% tegenover 2013 (het cijfer voor dat jaar was beïnvloed door de overstromingen in Tsjechië). De gecombineerde ratio verbeterde bijgevolg van 96% in 2013 naar 94% in 2014. De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 0,2 miljard euro in 2014, 14% lager

dan in 2013, uitgezuiverd voor wisselkoerseffecten. De daling deed zich voor zowel bij tak 23-producten (van Maximal Invest) als bij de producten met rentegarantie. Globaal waren de tak 23-producten in 2014 goed voor twee derde van de totale verkoop van levensverzekeringen en de producten met rentegarantie voor een derde. De uitstaande reserves voor de tak Leven bedroegen eind 2014 ongeveer 1 miljard euro.

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 194 miljoen euro in 2014. Dat is een stijging van 5%, of 6% op vergelijkbare basis, tegenover het jaar daarvoor, die onder meer te maken heeft met een groei van de fees in verband met beleggingsfondsen. Het beheerde vermogen van de divisie bedroeg eind 2014 ongeveer 7 miljard euro, een stijging met zo'n 20% in een jaar (14% door volumegroei, 5% prijseffect).

De andere inkomstenposten waren als volgt: het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 9 miljoen euro (tegenover 16 miljoen euro in 2013), het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen

Aangepast nettoresultaat per divisie (2014, in miljoenen euro)

John Hollows, CEO Divisie Tsjechië

reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening bedroeg 62 miljoen euro (25% lager dan het jaar voordien, vooral door de negatieve marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014) en de overige nettoinkomsten bedroegen 18 miljoen euro.

De exploitatiekosten bedroegen 594 miljoen euro in 2014. Dat is 5% minder dan in 2013, maar een stijging van 1% op vergelijkbare basis. Daarbij spelen diverse elementen mee, onder meer hogere ICT- en personeelskosten, gedeeltelijk gecompenseerd door lagere kosten voor marketing en facilitaire diensten. De kosten-inkomstenratio van de Tsjechische bankactiviteiten bedroeg een zeer goede 48% in 2014, in lijn met de 47% van het jaar daarvoor.

In 2014 bedroegen de waardeverminderingen op leningen en vorderingen 34 miljoen euro, een verdere daling ten opzichte van de erg lage 46 miljoen euro in 2013 die grotendeels gesitueerd was in de retailkredietportefeuille. De kredietkostenratio van de divisie bedroeg daardoor een bijzonder gunstige 18 basispunten in 2014, tegenover 26 basispunten in 2013. Eind 2014 was ongeveer 3,8% van de Tsjechische kredietportefeuille geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,3% eind 2013. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig waren, maakten daarvan 2,9% uit (3,1% in 2013). De andere waardeverminderingen bedroegen samen 3 miljoen euro.

Resultaten Divisie Tsjechië* (in miljoenen euro) 2013 2014
Nettorente-inkomsten 906 860
Verzekeringen niet-leven (vóór herverzekering) 62 75
Verdiende premies 170 165
Technische lasten -108 -89
Verzekeringen leven (vóór herverzekering) 25 24
Verdiende premies 199 160
Technische lasten -173 -136
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 4 -7
Dividendinkomsten 0 0
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
82 62
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 16 9
Nettoprovisie-inkomsten 185 194
Overige netto-inkomsten 9 18
Totale opbrengsten 1 290 1 235
Exploitatiekosten -622 -594
Bijzondere waardeverminderingen -50 -36
Op leningen en vorderingen -46 -34
Op voor verkoop beschikbare financiële activa 0 0
Op goodwill 0 0
Op overige -3 -3
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 29 23
Resultaat vóór belastingen 648 628
Belastingen -93 -100
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Resultaat na belastingen 554 528
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) 554 528
Bankactiviteiten 529 501
Verzekeringsactiviteiten 26 27
Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) 12 563 12 345
Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) 69 67
Toegewezen kapitaal op einde periode 1 378 1 414
Rendement op toegewezen kapitaal 40% 37%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 47% 48%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 96% 94%

* Aanpassing van de referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.

Divisie Internationale Markten omvat de activiteiten in de andere Centraal- en Oost-Europese kernlanden, meer bepaald CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇa in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije en CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, en ook de activiteiten van KBC Bank Ireland in Ierland.

De economische context in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland

In 2014 kende de Slowaakse economie een robuust herstel met een groeitempo dat duidelijk boven het gemiddelde van de eurozone lag. Dat was vooral dankzij de particuliere consumptie en de investeringen. In 2014 was er een geleidelijke daling van de werkloosheidsgraad, die wel nog altijd hoog blijft. De kredietgroei profiteerde aanvankelijk van het economische herstel: vooral in de eerste jaarhelft herstelde de groei van de bedrijfskredieten, na de inzinking in 2013. Aan het jaareinde was er een nieuwe terugval. De groei van woningkredieten en consumptiekredieten verstevigde verder. De combinatie van hoge werkloosheid en dalende energieprijzen zorgde ervoor dat de inflatie in 2014 rond nul procent schommelde of zelfs licht negatief was. Het budgettaire beleid werd in 2014 tijdelijk wat versoepeld, waardoor het begrotingstekort opliep tot circa 3%. We verwachten echter dat er in 2015 opnieuw werk zal worden gemaakt van verdere budgettaire consolidatie. We gaan er ook van uit dat de daling van de werkloosheidsgraad de groei van de particuliere consumptie zal ondersteunen en dat de Slowaakse netto-uitvoer vanaf 2015 opnieuw een positieve groeibijdrage zal leveren. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 2,4%.

De Hongaarse economie groeide fors in de eerste twee kwartalen van 2014 en nam daarna wat gas terug. Tegelijk bleef ze in de greep van de schuldafbouw, met een blijvende krimp van de bankkredieten als gevolg. Dankzij het programma Funding for Growth van de Centrale bank kwam de kredietverlening aan bedrijven weer op gang. Over het algemeen werd de sterke economische groei wel vooral gedreven door (overheids)investeringen. Ook de particuliere

consumptie leverde een belangrijke groeibijdrage in 2014. Het beschikbare gezinsinkomen werd bijkomend ondersteund door de compensaties die banken moeten betalen aan gezinnen in het kader van het opdoeken van bestaande leningen uitgedrukt in buitenlandse deviezen. De robuuste groei zorgde ook voor een daling van de werkloosheidsgraad. De inflatie daalde in 2014 vooral als gevolg van ingrepen in gereglementeerde prijzen en dalende energieprijzen en werd aan het eind van 2014 zelfs negatief. Het overheidstekort bleef onder 3%. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 2,4%.

De Bulgaarse economie en overheidsfinanciën zagen er ook in 2014 gezond uit. Bulgarije bleef echter lijden onder politieke en institutionele instabiliteit. De groeidynamiek won gedurende 2014 geleidelijk aan kracht en ook de groei van de kredieten aan bedrijven versnelde. De groeiversnelling zorgde samen met de krimpende beroepsbevolking voor een daling van de werkloosheidsgraad, die toch nog hoog blijft. Onder meer door dalende energieprijzen en verlagingen van gereglementeerde prijzen was er in 2014 een negatieve inflatie. De kredietverlening aan gezinnen bleef zwak en de depositogroei vertraagde, mede als gevolg van de deflatie. Die deflatie ondersteunde anderzijds wel de reële inkomensgroei van de gezinnen, wat leidde tot een positieve groeibijdrage van de particuliere consumptie. Ook de overheidsuitgaven droegen bij tot de groei. Het begrotingstekort lag beduidend boven 3%. In juni 2014 werd het vertrouwen in de banksector op de proef gesteld door een bankrun op twee Bulgaarse banken. Toen bekend raakte dat er sprake was van onregelmatigheden bij die banken, deed de Nationale Bank

Luc Gijsens, CEO Divisie Internationale Markten

van Bulgarije een aanvraag om zich onder de paraplu van de ECB als toezichthouder te plaatsen. Dat stond alvast een sterke economische groei in het derde kwartaal niet in de weg. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 1,5%.

De Ierse economie was de sterkste groeier in de eurozone en steunde daarbij in gelijke mate op de binnenlandse vraag en de netto-uitvoer. Als gevolg van die robuuste groei daalde de werkloosheidsgraad, wat op zijn beurt opnieuw de groei van de particuliere consumptie aanzwengelde. Er was bovendien een positieve impact op de overheidsfinanciën, waardoor het tekort in 2014 met 1,7 procentpunten daalde.

De stevige groei kwam nog niet volledig tot uiting in de kredietgroei, maar de versteviging van de depositogroei droeg wel bij tot een gunstiger financieringsprofiel van de bankensector. De forse verbetering van de Ierse economie kwam ook tot uiting in de cijfers voor de financiële markten met een forse daling van de tienjaarsrente en een verhoging van de kredietwaardigheidsrating in december door Standard & Poor's. Voor 2015 verwachten we een reële bbp-groei van ongeveer 3,5%.

We zijn uitgegaan van prognoses van begin 2015. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.

indicatoren Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
2013 2014* 2013 2014* 2013 2014* 2013 2014*
Groei van het bbp (reëel) 1,5% 3,3% 1,4% 2,4% 1,1% 1,5% 0,2% 5,0%
Inflatie (gemiddelde
jaarstijging van de
consumptieprijzen in %)
1,7% 0,0% 1,5% -0,1% 0,4% -1,6% 0,5% 0,3%
Werkloosheidsgraad (in %
van de beroepsbevolking,
jaareinde, Eurostat-definitie)
8,7% 7,3% 14,0% 12,5% 12,8% 10,8% 12,1% 10,5%
Financieringssaldo overheid
(in % van het bbp)
-2,4% -2,6% -2,6% -3,0% -1,2% -3,4% -5,7% -4,0%
Overheidsschuld
(in % van het bbp)
77,3% 77,7% 54,6% 53,6% 18,3% 27,0% 123,3% 110,8%

* Schatting begin 2015.

Macro-economische

Marktpositie, 20141 Ierland Slowakije
Hongarije
Bulgarije
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
Belangrijkste merken K&H Cˇ SOB CIBANK, DZI KBC Bank Ireland
Netwerk 210 bankkantoren 129 bankkantoren 103 bankkantoren 12 bankkantoren
Verzekeren via
verschillende
kanalen
Verzekeren via
verschillende kanalen
Verzekeren via
verschillende kanalen
Klanten (miljoenen) 1,5 0,6 0,5 0,2
Kredietportefeuille (miljarden euro) 5,1 5,1 0,8 14,5
Deposito's en schuldpapier (miljarden euro) 5,2 4,9 0,6 4,2
Marktaandelen
- bankproducten 9% 10% 3% –2
- beleggingsfondsen 16% 6%
- levensverzekeringen 3% 5% 10%
- schadeverzekeringen 5% 3% 10%

Onze activiteiten in Hongarije, Slowakije, Bulgarije en Ierland

1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende groepsmaatschappijen in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's.

2 Retailmarktaandeel: 10% voor hypothecaire kredieten, 5% voor deposito's.

Producten en diensten: onze maatschappijen in elk van de Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bieden een ruim gamma aan van kredieten, deposito's, verschillende gespecialiseerde financiële diensten, verzekeringsproducten (Leven en Schade) en assetmanagementproducten (die laatste niet in Bulgarije). In de meeste markten bezitten we een ruim en algemeen productaanbod en sterke marktaandelen, maar in sommige markten focussen we op bepaalde deelmarkten en/of producten. In Ierland hebben we alleen een bancaire dochtermaatschappij.

De divisie Internationale Markten omvat de activiteiten van KBC in Hongarije, Slowakije, Bulgarije en Ierland. In elk van de vermelde Centraal- en Oost-Europese kernmarkten bezitten we een bank en een verzekeringsmaatschappij, die nauw samenwerken. In Ierland hebben we alleen een bank, die sinds kort ook verzekeringsproducten aanbiedt.

Net zoals in België en Tsjechië streeft KBC ook in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak. Dat uit zich in onze omgang met personeel en klanten, en in ons engagement tegenover de maatschappij als geheel.

Gezien het belang van klanttevredenheid bij relatiebankverzekeren volgen we de tevredenheid van onze klanten op de voet. Ook de tevredenheid van de KBC-medewerkers volgen we nauw op. U vindt meer informatie in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Als belangrijke financiële speler in al die landen behartigen we ook onze rol in de lokale samenlevingen.

• Zo komt ons ruimere maatschappelijke engagement in Hongarije o.a. tot uiting in het K&H MediMagic-programma, dat financiële en materiële hulp voor zieke kinderen biedt. K&H organiseerde in 2014 ook de zevende editie van ART for a better and more meaningful world, dat jonge kunstenaars de kans biedt om een beurs te winnen. K&H steunt met zijn programma K&H for the underprivileged de 47 meest benadeelde microregio's op het vlak van gezondheidszorg voor kinderen, uitvoerende kunsten, opleiding voor jongvolwassenen en sport. Ook promoot K&H financiële educatie door de organisatie van de nationale wedstrijd K&H Ready, Steady,

Money, waarin studenten worden getest op hun financiële kennis.

  • Financiële educatie is ook de focus van het Cˇ SOB Head and Heel Programme in Slowakije, waarbij universiteitsstudenten worden aangemoedigd een creatieve aanpak te vinden voor een financieel onderwerp. In 2014 werd de doelgroep uitgebreid tot studenten van het secundair onderwijs. Cˇ SOB in Slowakije organiseert ook de Cˇ SOB Bratislava Marathon, waaraan diverse liefdadigheidsprojecten zijn verbonden, en steunt met zijn Employee Grant Programme ook diverse ngo's die een actieve en gezonde levensstijl, opleiding en gezondheid van kinderen bevorderen.
  • In Bulgarije maakt CIBANK met zijn initiatief Blue Summer vakantie mogelijk voor weeskinderen. Dit jaar organiseerde het Blue Summer-project ook verschillende workshops in de kantoren en hoofdkantoren van CIBANK samen met de kinderen van CIBANKmedewerkers. CIBANK lanceerde eveneens het 2e KBC Economic Forum over de rol die financiële instellingen kunnen spelen om kmo's te ondersteunen. Ook in Bulgarije nam DZI extra maatregelen voor klanten die het slachtoffer werden van de hagelstorm in juli. DZI en CIBANK lanceerden ten slotte ook een gezamenlijke campagne rond veilig verkeer.
  • In het kader van MARS (Mortgage Arrears Resolution Strategy) biedt KBC Ireland aangepaste oplossingen op korte of lange termijn voor klanten met financiële moeilijkheden bij woningkredieten. KBC Ireland ondersteunt ook zoals de voorbij jaren de projecten Barretstown en Barnardos, die focussen op het welzijn van kinderen.

Ook in 2014 sleepten de maatschappijen van de divisie diverse prijzen in de wacht. Enkele voorbeelden:

  • K&H Bank werd door de Hongaarse overheid ook uitgeroepen tot beste Family Friendly Workplace. Die prijs wordt uitgereikt aan de tien bedrijven die hun medewerkers het best helpen gezin en werk op een goede manier te combineren.
  • K&H nam met MediMagic Storytelling Doctors deel aan de wedstrijd Golden World Award van de IPRA en werd door de jury in Amsterdam uitgeroepen tot winnaar in de categorie Gezondheidszorg. Een bijzondere prestatie, want het ging om 415 deelnemers van over de hele wereld, waarvan er 9 op de shortlist voor de categorie Gezondheidszorg terechtkwamen.
  • K&H werd opnieuw door Biztositas.hu uitgeroepen tot Insurer of the year en haalde de tweede prijs als Consumer-friendly Company. Bij zowel Euromoney als The Banker werd K&H uitgeroepen tot de beste bank in Hongarije.
  • In Bulgarije won het project Blue Summer van CIBANK in de Business Leaders Forum's annual ranking of responsible businesses de Engage 2013 award voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  • In Ierland won KBC Ireland de prestigieuze PIBA Award Mortgage Lending Accolade voor zijn excellente dienstverlening bij woningkredieten.

Focus op de toekomst: duidelijke focus op een hybride distributiemodel

In de divisie Internationale Markten willen we K&H in Hongarije en Cˇ SOB in Slovakije transformeren van een kantoorgericht naar een hybride distributiemodel.

Het is de bedoeling dat K&H met zijn liquiditeitssurplus de locale economie blijft ondersteunen, zijn marktaandeel in alle belangrijke segmenten verhoogt en zijn efficiëntie en winstgevendheid blijft verbeteren. Voor de Hongaarse bankactviteiten blijven klantenwerving en share of wallet-acties bij retailklanten, kmo's en andere bedrijven topprioriteit. Ook kostenbeheersing is belangrijk, maar de kosten blijven uiteraard de negatieve invloed ondergaan van de hoge belastingen die de overheid in dat land oplegt. De groei van

onze Hongaarse verzekeringsactiviteiten zal voornamelijk moeten komen van de verkoop in de bankkantoren.

In Slowakije verwachten we dat de inkomsten aanzienlijk meer zullen stijgen dan de markt verwacht, vooral in de retailactivaklassen (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering en lease), wat, samen met kostenbeheersing, voor een positieve trend in de kosten-inkomstenratio zou moeten zorgen.

We gaan ervan uit dat CIBANK en DZI in Bulgarije in dezelfde richting zullen evolueren als K&H en Cˇ SOB, maar wel in een trager tempo gezien de minder ontwikkelde markt. CIBANK groeit merkbaar sinds 2012 en concentreert zich

op specifieke klantensegmenten binnen een gecontroleerd en robuust risicokader. DZI concentreert zich op operationele efficiëntie, vereenvoudiging en uitmuntende dienstverlening aan de klant. De samenwerking op het vlak van bankverzekering tussen DZI en CIBANK is de voorbije jaren sterk gegroeid en we willen die samenwerking nog uitbreiden door verder producten te ontwikkelen en distributiekanalen te installeren.

De belangrijkste strategische doelstelling van onze dochtermaatschappij in Ierland is de overgang van een voornamelijk digitale monoliner (hypothecaire kredieten en deposito's) naar een volwaardige retailbank met een volledig retailproductenaanbod met een beperkt aantal kantoren. Het is de bedoeling dat de distributie via verschillende kanalen verloopt, maar vooral online, mobiel en via een contactcenter, ondersteund door een flexibele

fysieke aanwezigheid (hubs, mobiele banken en adviseurs) in de belangrijke stedelijke gebieden. We hebben de ambitie om sterk te groeien in nieuwe retailhypotheekleningen en we willen het aanbod van retailproducten uitbreiden, maar tegelijk ook de bestaande portefeuille van kredieten aan bedrijven en kmo's verder inkrimpen. Kostencontrole is primordiaal gezien de belangrijke investering in personeel, IT en marketing om de retailstrategie te kunnen uitvoeren. Onze Ierse activiteiten zullen naar verwachting in 2016 opnieuw winstgevend zijn.

Op basis van de macro-economische verwachtingen en met blijvende aandacht voor kostenefficiëntie en risicobeheersing vertaalden we die nieuwe strategie in een aantal financiële doelstellingen per land. Die vindt u, samen met de niet-financiële doelstellingen, in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Bijdrage van de divisie Internationale Markten tot het groepsresultaat

In 2014 bedroeg het nettoresultaat van Divisie Internationale Markten -182 miljoen euro, tegenover -853 miljoen euro in het jaar daarvoor. Dat heeft nagenoeg volledig te maken met de significant lagere aanleg van kredietvoorzieningen in Ierland, deels gecompenseerd door de negatieve impact van nieuwe wetgeving in Hongarije (zie verder). Per land bedroeg het nettoresultaat -94 miljoen euro voor Hongarije (66 miljoen euro in 2013), 75 miljoen euro voor Slowakije (70 miljoen euro in 2013), 15 miljoen euro voor Bulgarije (2 miljoen euro in 2013) en -179 miljoen euro voor Ierland (-992 miljoen euro in 2013).

De nettorente-inkomsten van de divisie bedroegen 677 miljoen euro in 2014, wat 7% meer is dan in het jaar daarvoor, met stijgingen in alle landen. De grootste stijging was er in Ierland (toe te schrijven aan diverse elementen, waaronder lagere financieringskosten). De leningen in voorschotten aan klanten van de divisie, zonder reverse repo's (21 miljard euro), daalden met 1% in 2014. Daarbij werden de stijgingen in Slowakije (+8%), Hongarije (+5%) en Bulgarije (+9%) tenietgedaan door een daling in Ierland (-6%). De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (15 miljard euro eind 2014), stegen met 5% in 2014. Dat is voor het grootste deel te danken aan de succesvolle retaildepositocampagne in Ierland (+21%). De deposito's groeiden ook aan in Slowakije (+6%) en Bulgarije (+10%), maar daalden in Hongarije (-7%). De gemiddelde nettorentemarge steeg van 2,10% in 2013 naar 2,41% in 2014.

De verdiende verzekeringspremies hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije (we hebben geen eigen verzekeringsactiviteiten in Ierland, maar verkopen wel producten van derden). Ze bedroegen 237 miljoen euro, waarvan 84 miljoen euro voor levensverzekeringen en 153 miljoen euro voor schadeverzekeringen. De schadeverzekeringspremies daalden met ruwweg 1% (door Hongarije). Het schadeniveau lag bovendien 14% hoger dan het jaar voordien (gerelateerd aan weersomstandigheden en natuurrampen in Bulgarije en Slowakije). De gecombineerde ratio voor de drie Centraal- en Oost-Europese landen samen verslechterde licht van 95% in 2013 tot 96% in 2014. De verkoop van levensverzekeringen, inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, bereikte 0,1 miljard euro, ruwweg 5% meer dan in 2013. De producten met rentegarantie waren goed voor 44% van de levensverzekeringsverkopen in 2014 en de

producten gekoppeld aan beleggingsfondsen voor 56%. Eind 2014 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van deze divisie 0,5 miljard euro.

Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening bedroeg 73 miljoen euro in 2014, ongeveer 20% minder dan in 2013, onder meer door de negatievere marked-to-marketwaardering van bepaalde derivaten die gebruikt worden voor balansbeheer in 2014. De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 208 miljoen euro, wat een stijging is van 2%, vooral dankzij de groei in Slowakije (onder meer bij de kredietgerelateerde commissies). Het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare activa bedroeg 16 miljoen euro. De overige netto-inkomsten bedroegen een negatieve 227 miljoen euro in 2014 (tegenover een positieve 20 miljoen euro het jaar voordien), wat grotendeels te maken heeft met de nieuwe Hongaarse wet over particuliere kredieten (de wet over de Regeling van vragen met betrekking tot de uniformiteitsbeslissing van het Hooggerechtshof – de Curia – over kredieten aan particulieren verleend door financiële instellingen). Die wet verbiedt het gebruik van wisselkoersmarges en voorziet in een retroactieve correctie van de bied-laatspreads die op die kredieten werden toegepast. Voor alle kredieten aan particulieren maakt de wet alle unilaterale wijzigingen van rentevoeten en commissies door de banken ongedaan. De nieuwe wet heeft tot gevolg dat KBC voor zijn Hongaarse portefeuille een voorziening van 231 miljoen euro aanlegde voor de correctie van bied-laatspreads en unilaterale rentewijzigingen.

De exploitatiekosten bedroegen 740 miljoen euro, 4% meer dan in 2013. Dat is vooral toe te schrijven aan Ierland (onder meer door hogere

Close the Gap haalt gebruikte computers op bij bedrijven om die dan een tweede leven te geven in ontwikkelingslanden. KBC is al jaren strategische partner van Close the Gap en zal de ngo ook in de toekomst blijven ondersteunen.

kosten verbonden met de personeelsstijging en met de lopende retailcampagne). De kosteninkomstenratio van deze divisie bedroeg een hoge 92% in 2014, maar de noemer van die ratio is uiteraard beïnvloed door de aangelegde voorzieningen in verband met de nieuwe Hongaarse wetgeving met betrekking tot retailkredieten. Zonder dat element (en enkele andere kleine uitzonderlijke elementen) bedraagt de ratio 69%, tegenover 68% voor 2013.

De waardeverminderingen op leningen en vorderingen (kredietvoorzieningen) bedroegen 273 miljoen euro in 2014, heel wat lager dan de 1 171 miljoen euro in 2013. Die daling is vooral toe te schrijven aan Ierland, waar in 2013 voor 1 059 miljoen euro kredietvoorzieningen werden aangelegd, terwijl dat in 2014 nog maar 198 miljoen euro was. Die Ierse portefeuille bedroeg eind 2014 nog ongeveer 14,5 miljard euro, waarvan ongeveer vier vijfde bestond uit hypothecaire kredieten. Voor de drie Centraalen Oost-Europese landen samen werden in 2014 voor 74 miljoen euro kredietvoorzieningen aangelegd, tegenover 112 miljoen euro in 2013 (met dalingen in Hongarije en Slowakije). Op het niveau van de divisie bedroeg de kredietkostenratio daardoor 106 basispunten voor 2014, tegenover 448 basispunten in 2013. Per land was dat: 133 basispunten voor Ierland, 94 basispunten voor Hongarije, 36 basispunten voor Slowakije en 130 basispunten voor Bulgarije. Op 31 december 2014 was ongeveer 34% van de kredietportefeuille van de divisie impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 33% het jaar daarvoor. Per land is dat: 52% in Ierland, 14% in Hongarije, 4% in Slowakije en 28% in Bulgarije. Impaired leningen met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 19,0% van de portefeuille uit (19,2% in 2013). Per land is dat: 27% in Ierland, 11% in Hongarije, 3% in Slowakije en 25% in Bulgarije.

De andere waardeverminderingen van de divisie bedroegen 11 miljoen euro.

Resultaten Divisie Internationale Markten* (in miljoenen euro) Totaal Waarvan:

2013 2014
Nettorente-inkomsten 632 677
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 80 68
Verdiende premies 155 153
Technische lasten -75 -86
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 4 12
Verdiende premies 83 84
Technische lasten -79 -71
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -9 2
Dividendinkomsten 0 0
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 90 73
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 13 16
Nettoprovisie-inkomsten 204 208
Overige netto-inkomsten 20 -227
Totale opbrengsten 1 034 828
Exploitatiekosten -715 -740
Bijzondere waardeverminderingen -1 189 -284
Op leningen en vorderingen -1 171 -273
Op voor verkoop beschikbare financiële activa -10 0
Op goodwill 0 0
Op overige -8 -11
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 1 0
Resultaat vóór belastingen -869 -196
Belastingen 15 14
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Resultaat na belastingen -853 -182
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) -853 -182
Bankactiviteiten -863 -204
Verzekeringsactiviteiten 10 23
Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) 16 247 18 425
Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) 44 44
Toegewezen kapitaal op einde periode 1 702 2 011
Rendement op toegewezen kapitaal -49% -9%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 69% 92%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringen 95% 96%

* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014. De stijging van de risicogewogen activa in Hongarije heeft vooral te maken met de afschaffing van de nulweging voor binnenlandse overheidsobligaties.

Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
2013 2014 2013 2014 2013 2014 2013 2014
269 274 200 210 40 43 123 149
26 27 22 20 31 21 0 0
59 55 26 27 70 71 0 0
-32 -29 -3 -7 -40 -50 0 0
-10 -1 10 10 3 4 0 0
14 15 54 53 15 16 0
-24 -16 -44 -43 -11 -12 0
-3 -2 -2 -2 -4 6 0
0 0 0 0 0 0 0
77 62 19 15 1 2 -7
7 14 3 2 3 0 1
159 160 43 46 1 1 -4
11 -225 10 0 -1 0 0
536 307 305 301 74 77 114
-379 -368 -180 -185 -52 -52 -102
-78 -49 -30 -18 -22 -10 -1 059
-76 -47 -27 -17 -9 -10 -1 059
0 0 0 0 -10 0 0
0 0 0 0 0 0 0
-2 -1 -3 0 -3 0 0
1 0 0 0 0 0 0
81 -109 95 98 1 15 -1 047
-15 15 -25 -24 1 0 55
0 0 0 0 0 0 0
66 -94 70 75 2 15 -992
0 0 0 0 0 0 0
66 -94 70 75 2 15 -992
58 -102 60 65 10 11 -992 -179
8 8 10 10 -8 5 0
4 434 6 996 3 776 3 815 668 671 7 357 6 931
14 14 15 15 15 15 0
469 759 404 426 93 96 736
13% -12% 17% 18% 2% 16% -134% -28%
71% 125% 59% 62% 61% 63% 90% 96%
97% 96% 76% 83% 101% 101%

Resultaten Divisie Internationale Markten* (in miljoenen euro) Totaal Waarvan:

Groepscenter bevat de operationele resultaten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde aan kapitaal- en liquiditeitsbeheer gerelateerde kosten, kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties en de resultaten van de overblijvende te desinvesteren maatschappijen en activiteiten die in afbouw zijn. Groepscenter bevat daarnaast ook de resultaten van de legacy-activiteiten (CDO's en desinvesteringen) en de waardering van het eigen kredietrisico. Die elementen vermelden we apart om een beter inzicht te geven in de operationele versus niet-operationele resultaten.

Desinvesteringsplan voltooid

Ons in 2009 door Europa goedgekeurde herstructureringsplan bevatte een opsomming van de activiteiten die we moesten desinvesteren. Eind 2014 was het volledig uitgevoerd.

De belangrijkste desinvesteringen die we in de afgelopen jaren realiseerden, zijn KBC Peel Hunt, verschillende gespecialiseerde merchantbankactiviteiten van KBC Financial Products, Secura, de Britse en Ierse activiteiten van KBC Asset Management, KBC Securities Baltic Investment Company, KBC Business Capital, Centea, KBC Concord Asset Management, de Servische en Roemeense activiteiten van KBC Securities, Fidea, KBL EPB, KBC Goldstate, WARTA, Z˙agiel, Kredyt Bank, KBC Autolease Polska, KBC Lease Deutschland, participaties van KBC Private Equity, Absolut Bank, het minderheidsbelang in NLB, KBC Banka en KBC Bank Deutschland.

Voor Antwerpse Diamantbank (ADB) kon de vroeger aangekondigde verkoop aan Yinren Group niet succesvol worden afgerond en beslisten we om de kredietdossiers en activiteiten van ADB geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen. ADB zal geen nieuwe kredieten meer verstrekken noch andere activiteiten ontwikkelen. De afbouw gebeurt door een fusie door opslorping waarbij ADB opgenomen wordt in KBC Bank NV. Als gevolg van de geldende IFRSboekhoudregels draaiden we in 2014 de in 2012 en 2013 geboekte waardeverminderingen op de verkoop van ADB terug, wat leidde tot een positieve impact op het resultaat van ongeveer 0,1 miljard euro. Anderzijds zullen er tijdens de afbouwperiode nog bijkomende kredietafschrijvingen volgen, waardoor het gecombineerde effect op het nettoresultaat van de KBC-groep uiteindelijk licht negatief zal zijn.

Bijdrage van Groepscenter tot het groepsresultaat

In 2014 tekende Groepscenter voor een nettoresultaat van -100 miljoen euro, tegenover -256 miljoen euro in het jaar daarvoor. Als we de resultaten in verband met legacyactiviteiten (desinvesteringen en CDO's) en in verband met de waardering van het eigen kredietrisico uitsluiten, bedraagt het aangepaste nettoresultaat -234 miljoen euro, tegenover -311 miljoen euro het jaar voordien.

De invloed van de legacy-activiteiten en het eigen kredietrisico lichten we toe in het hoofdstuk Geconsolideerd Resultaat in 2014.

Na uitsluiting van die elementen bedroeg het aangepaste nettoresultaat van Groepscenter, zoals vermeld, -234 miljoen euro. Dat bestond uit de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep (-74 miljoen euro, tegenover -93 miljoen euro in 2013), bepaalde kapitaal- en liquiditeitsbeheergerelateerde kosten (voor het bereiken van liquiditeits- en solvabiliteitsdoelstellingen op het niveau van de groep, o.a. de achterstellingskosten van de achtergestelde leningen; -45 miljoen euro, een sterke verbetering tegenover de -120 miljoen euro in 2013, vooral dankzij lagere achterstellingskosten), kosten gerelateerd aan het aanhouden

van participaties (vooral financieringskosten; -99 miljoen euro, tegenover -106 miljoen euro in 2013), de resultaten van de overblijvende nog te desinvesteren of af te bouwen

ondernemingen (Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz.; -22 miljoen euro, tegenover -27 miljoen euro in 2013) en 7 miljoen euro overige elementen.

Resultaten Groepscenter* (in miljoenen euro) 2013 2014
Aangepast nettoresultaat (d.w.z. exclusief invloed van legacy-activiteiten en waardering eigen kredietrisico)
Nettorente-inkomsten -197 -145
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) -15 -6
Verdiende premies -21 -16
Technische lasten 6 10
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 3 -1
Verdiende premies 19 0
Technische lasten -16 0
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 6 2
Dividendinkomsten 0 1
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
62 12
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 13 11
Nettoprovisie-inkomsten 23 19
Overige netto-inkomsten 22 2
Totale opbrengsten -82 -104
Exploitatiekosten -212 -160
Bijzondere waardeverminderingen -122 -44
Op leningen en vorderingen -87 -42
Op voor verkoop beschikbare financiële activa -4 -1
Op goodwill -7 0
Op overige -25 0
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 0 3
Resultaat vóór belastingen -417 -305
Belastingen 120 71
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Resultaat na belastingen -297 -234
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 14 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij -311 -234
Bankactiviteiten -137 -126
Verzekeringsactiviteiten -21 -9
Holding -153 -99
Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) 11 031 6 650
Risicogewogen activa op einde periode, verzekeringen (Basel III, Deense Compromismethode) 11 068 10 897
Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) 4 1
Toegewezen kapitaal op einde periode 1 111 701
Legacy-activiteiten en waardering eigen kredietrisico
Legacy – CDO's 446 16
Legacy – desinvesteringen -348 116
Waardering eigen kredietrisico -43 2
Nettoresultaat
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij -256 -100

* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2013: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014.

Risicobeheer

Hoe beheren we onze risico's?

KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's en onzekerheden voor de sector, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, risico ten aanzien van opkomende markten, wijzigingen in regelgeving, betwistingen van klanten en de economie in het algemeen.

In dit hoofdstuk van het jaarverslag concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen, namelijk het kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico, verzekeringstechnisch risico en operationeel risico. De algemene risico's (macro-economisch klimaat, concurrentie, reglementering, enz.) beschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Christine Van Rijsseghem, Chief Risk Officer

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

  • Risicobeleid: volledig;
  • Kredietrisico: de inleiding, Kredietrisicobeheer op transactieniveau, Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau, de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten (geauditeerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij de tabel), de tabellen betreffende de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland en K&H Bank, de tabel Andere kredietrisico's bankactiviteiten, Kredietherstructureringen, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep, de tabel Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse en de tabel Overzicht blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2014, boekwaarde;
  • Marktrisico in niet-tradingactiviteiten: de inleiding, de delen Beheer van het marktrisico in niet-tradingactiviteiten, Renterisico (met uitzondering van de tabellen Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep en Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten) en Wisselkoersrisico;
  • Liquiditeitsrisico: de inleiding, Beheer van het liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse;
  • Marktrisico in tradingactiviteiten: de inleiding, Beheer van het marktrisico en Risicoanalyse en -kwantificering;
  • Verzekeringstechnisch risico: volledig.

Let wel:

  • KBC Bank Deutschland werd volgens IFRS 5 opgenomen in Groepen activa die worden afgestoten in 2013. In de verschillende tabellen van dit hoofdstuk is KBC Bank Deutschland niet opgenomen in de cijfers voor 2013. Waar dat relevant is, geven we voor die entiteit afzonderlijk beknopte informatie in de voetnoten bij die tabellen. KBC Bank Deutschland werd in 2014 verkocht.
  • Antwerpse Diamantbank werd in 2013 aanvankelijk volgens IFRS 5 opgenomen in Groepen activa die worden afgestoten, maar werd in 2014 terug in de consolidatie opgenomen (de verkoop ging niet door en werd vervangen door een afbouw van de activiteiten). Antwerpse Diamantbank is bijgevolg opgenomen in de cijfers voor 2013 en 2014 in de verschillende tabellen.
  • Door de toepassing van IFRS 11 in 2014 zijn de referentiecijfers voor 2013 retroactief aangepast. Die norm bepaalt dat gemeenschappelijke ondernemingen worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en niet meer volgens de proportionele methode. Voor KBC geldt dat alleen voor Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS), een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië.

Risicobeleid

De belangrijkste kenmerken van ons risicobeleidsmodel zijn:

  • de Raad van Bestuur bijgestaan door het Groepscomité Risico en Compliance (RCC) – die jaarlijks de risicobereidheid bepaalt, de risico's bewaakt en indien nodig acties voorstelt;
  • een geïntegreerde architectuur rond het Directiecomité die risicobereidheid, strategie en het bepalen van performancedoelstellingen aan elkaar koppelt;
  • het Managementcomité CRO-Diensten en activiteitgebonden risicocomités gemandateerd door het Groepsdirectiecomité;
  • risicobewuste commerciële managers die optreden als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer binnen de groep;
  • één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (CRO), lokale CRO's en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (samen met Compliance) de tweede verdedigingslinie en Interne Audit vormt de derde verdedigingslinie.

Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:

  • Groepsdirectiecomité:
  • doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over de risico- en kapitaalstrategie, de risicobereidheid en het algemene concept van het risicobeheerskader van KBC;
  • beslist over de niet-strategiegebonden bouwstenen van het risicobeheerskader van KBC en ziet toe op de implementatie ervan in de hele groep;
  • wijst kapitaal toe aan activiteiten om het risicogewogen rendement te maximaliseren;
  • treedt op als het belangrijkste risicocomité en behandelt essentiële onderwerpen die de specifieke risicocomités of het Groeps-Asset/Liability Management Committee (Groeps-ALCO) doorsturen;
  • bewaakt de voornaamste risicoblootstelling van de groep zodat die blijft overeenstemmen met de risicobereidheid.
  • Groeps-ALCO:
  • is een businesscomité dat het Groepsdirectiecomité bijstaat op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het comité behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico.
  • Risicocomités:
  • Het Managementcomité CRO-Diensten helpt het Groepsdirectiecomité te beoordelen of het

risicobeheerskader van KBC volstaat en nageleefd wordt en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-Diensten van de KBC-groep.

  • Het Groepscomité Kredietverlening (GLC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en opvolgen van limieten voor kredietverlening (financierings-, liquiditeits- en ALM-kwesties met betrekking tot kredietverlening blijven de verantwoordelijkheid van het Groeps-DC/Groeps-ALCO).
  • Het Groepscomité Markten (GMC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en opvolgen van limieten met betrekking tot marktactiviteiten (tradingactiviteiten, met daarin niet alleen het marktrisico maar ook het operationele en tegenpartijrisico).
  • Het Groepscomité Verzekeringen (GIC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en opvolgen van limieten met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten op groepsniveau.
  • Het Groepscomité Interne Controle (GICC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité op het vlak van bewaking en versterking van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC.
  • In de hele groep zijn lokale chief risk officers (LCRO's) aanwezig volgens een logische segmentatie op basis van entiteit en/of divisie. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces. De onafhankelijkheid van de LCRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO.
  • Risico-integratie en -ondersteuning Groep en Kredietrisico Groep (samen de groepsrisicofunctie) hebben een aantal taken, waaronder de bewaking van risico's op overkoepelend groepsniveau, de ontwikkeling van risico- en kapitaalmodellen (terwijl de businessmodellen worden ontwikkeld door de business), onafhankelijke waarderingen van alle risico- en kapitaalmodellen, de ontwikkeling van risicokaders en advies geven en rapporteren over kwesties die worden behandeld door het Groepsdirectiecomité en de risicocomités.

Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).

Hieronder vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.

Raad van Bestuur

Kredietrisico

Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contracterende partij (bijvoorbeeld een kredietnemer, garantieverstrekker, verzekeraar of herverzekeraar, tegenpartij in een professionele transactie of emittent van een schuldinstrument), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico).

Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.

We beheren het kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het

U vindt meer informatie over risicobeheer in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations, Risicorapporten.

maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's, het nemen van risicobeperkende maatregelen en de optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel.

Kredietrisicobeheer op transactieniveau

We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.

Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een meer geïntegreerd acceptatieproces waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.

Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.

Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren,

enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.

De resultaten van die modellen gebruiken we om de normale kredietportefeuille in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren voor wie er reden is om te geloven dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. Kredieten met PD-klasse 10, 11 of 12 noemen we impaired kredieten. Dat is hetzelfde als non-performing kredieten volgens de (nieuwe) definitie van de Europese Bankenautoriteit (EBA).

Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle nieuwe informatie die ter beschikking is (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie, beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen tegenover de klant.

Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advancedmodellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.

Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau

We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten (zoals hypothecaire leningen), maar ook op de volledige kredietrisicoscope.

Terwijl sommige limieten nog zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Na de goedkeuring door de toezichthouders in 2012 hebben de belangrijkste groepsentiteiten de IRB Advanced-benadering toegepast. Een aantal kleinere entiteiten volgden hun voorbeeld in 2013 en 2014. Andere entiteiten zullen in 2015 overstappen naar de IRB Advancedof Foundation-benadering. De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.

Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. In aparte delen verderop gaan we dieper in op de kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, de beleggingen van KBC in gestructureerde kredietproducten en overheidsobligaties en de Ierse en Hongaarse portefeuilles van KBC.

Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde) bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten, garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.

De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening. Die post omvat bijvoorbeeld niet de leningen en voorschotten aan banken, de garantiekredieten en kredietderivaten of de bedrijfs- en bankobligaties, maar bevat wel repotransacties met niet-banken en is na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

In dit verslag is de terminologie betreffende probleemkredieten wat veranderd. Vanaf nu rapporteren we over:

  • • impaired kredieten (PD 10, 11 en 12). Dit valt samen met de nieuwe definitie van non-performing kredieten die de EBA gebruikt.
  • • impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 en 12). Dit valt samen met de vroegere definitie van non-performing kredieten die we in de vorige jaarverslagen gebruikten.
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-20136 31-12-2014
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro)
Toegestaan bedrag 161 166
Uitstaand bedrag 135 139
Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)
België 64% 64%
Tsjechië 13% 14%
Internationale Markten 19% 18%
Groepscenter 4% 4%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1
Particulieren 42% 42%
Financiële en verzekeringsdiensten 5% 6%
Overheden 4% 4%
Bedrijven 49% 49%
Niet-financiële diensten 11% 11%
Klein- en groothandel 8% 8%
Vastgoed (risico) 8% 7%
Bouw 4% 4%
Landbouw, veeteelt en visserij 3% 3%
Auto-industrie 2% 2%
Overige2 14% 14%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1
West-Europa 75% 75%
Centraal- en Oost-Europa 21% 21%
Noord-Amerika 2% 1%
Overige 2% 2%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3
PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 29% 30%
PD 2 (0,10% – 0,20%) 11% 11%
PD 3 (0,20% – 0,40%) 12% 13%
PD 4 (0,40% – 0,80%) 16% 15%
PD 5 (0,80% – 1,60%) 14% 11%
PD 6 (1,60% – 3,20%) 8% 10%
PD 7 (3,20% – 6,40%) 5% 5%
PD 8 (6,40% – 12,80%) 2% 2%
PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 3% 2%
Totaal 100% 100%
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-20136 31-12-2014
Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten5 13 871 13 692
Bijzondere waardeverminderingen 5 521 5 709
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) 284 215
Kredietkostenratio
Divisie België 0,37% 0,23%
Divisie Tsjechië 0,26% 0,18%
Divisie Internationale Markten 4,48% 1,06%
Ierland 6,72% 1,33%
Slowakije 0,60% 0,36%
Hongarije 1,50% 0,94%
Bulgarije 1,19% 1,30%
Groepscenter 2,40% 1,17%
Totaal 1,21% 0,41%
Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) 1,21% 0,42%
Ratio van impaired kredieten
Divisie België 4,7% 4,3%
Divisie Tsjechië 4,3% 3,8%
Divisie Internationale Markten 33,0% 34,1%
Groepscenter 10,6% 8,6%
Totaal 10,2% 9,9%
Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) 10,2% 9,9%
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 8 086 7 676
Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 4 046 4 384
Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn
Divisie België 2,5% 2,2%
Divisie Tsjechië 3,1% 2,9%
Divisie Internationale Markten 19,2% 19,0%
Groepscenter 8,5% 6,3%
Totaal 6,0% 5,5%
Totaal (inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten) 6,0% 5,5%
Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten]
Totaal 40% 42%
Totaal (exclusief hypothecaire leningen) 47% 51%

Voor een definitie van de ratio's zie het Glossarium van gebruikte ratio's.

1 Cijfers geauditeerd door de commissaris.

2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.

3 Interneratingschaal.

4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 21 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.

5 Impaired kredieten omvat ook geherstructureerde kredieten (waarbij de kredietnemer PD-klasse 10 of hoger wordt toegekend). Aansluiting van eindejaarcijfers: het verschil van 179 miljoen euro tussen de cijfers van 2013 en 2014 is het gevolg van een daling van 246 miljoen euro in Divisie België, van 49 miljoen euro in Divisie Tsjechië en van 23 miljoen euro in Groepscenter, en een stijging van 139 miljoen euro in Divisie Internationale Markten (waarvan 239 miljoen euro in Ierland).

6 Exclusief KBC Bank Deutschland (in 2013 volgens IFRS 5 ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten, verkocht in 2014). In 2013 was KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) goed voor 3,3 miljard euro aan toegestane kredieten, waarvan 2,3 miljard euro uitstaand.

Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland en Hongarije geven we de volgende bijkomende informatie, gezien de specifieke situatie op die markten.

Details over de Ierse en Hongaarse portefeuilles 31-12-2013 31-12-2014
KBC Bank Ireland (Ierland) – krediet- en beleggingsportefeuille1
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 15 14
Verdeling per krediettype
Woningkredieten 79% 82%
Kmo- en bedrijfskredieten 10% 9%
Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling 11% 9%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 52% 48%
Impaired, PD 10 22% 25%
Impaired, PD 11 + 12 26% 27%
Kredietkostenratio2 6,72% 1,33%
Dekkingsratio 35% 37%
K&H Bank (Hongarije) – krediet- en beleggingsportefeuille1
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 5 5
Verdeling per krediettype
Retailkredieten 47% 47%
Hypothecaire kredieten in vreemde valuta 28% 25%
Kmo- en bedrijfskredieten 53% 53%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 85% 86%
Impaired, PD 10 3% 3%
Impaired, PD 11 + 12 12% 11%
Kredietkostenratio2 1,50% 0,94%
Dekkingsratio 50% 56%

1 Een definitie vindt u in Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).

2 Niet geauditeerd door de commissaris.

Kredietherstructureringen (forbearance measures)

Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen om zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen. Die interne beleidslijnen zijn in 2014 aangepast in overeenstemming met de nieuwe (ontwerp-) richtlijnen voor geherstructureerde en non-performing kredieten van de Europese Bankenautoriteit (EBA).

Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht.

Dat kan betekenen dat:

  • een uitstel van betaling wordt toegestaan (tijdelijke vrijstelling van kapitaal- en/of rentebetaling);
  • rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld;
  • de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen;
  • achterstallen worden gekapitaliseerd;
  • de schulden worden kwijtgescholden.

Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, moeten de gewijzigde voorwaarden schriftelijk worden bevestigd. Met het oog op identificatie, controle en rapportering wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd.

Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen.

Als de klant nog niet in gebreke was en er na toekenning van de kredietherstructurering – op basis van de beoordeling door de bank van de gewijzigde financiële prognoses/ herstructureringsplannen van de klant – een redelijke kans bestaat dat de debiteur de gewijzigde voorwaarden van het krediet zal kunnen nakomen, en het verwachte verlies (in ruime zin) voor de bank na de herschikking lager is dan het zou zijn geweest zonder herschikking, kan de PD-klasse die door het model wordt toegekend worden toegepast of bijgesteld in overeenstemming met de bestaande beleidslijnen. Maar als de PD wordt bijgesteld, zou de toegekende PD hoger moeten zijn dan die voor debiteuren/dossiers met vergelijkbare kredieten maar zonder kredietherstructurering, waaruit het hogere risico op wanbetaling van het geherstructureerde krediet blijkt.

Als het geherstructureerde krediet niet in gebreke was vóór de herstructurering, maar in de status wanbetaling komt als gevolg van de herstructurering, moet PD-klasse 10 worden toegekend. Als het krediet al in gebreke was vóór de herstructurering, moet aan het krediet / de klant minstens PD 10 (weinig kans op betaling) of hoger (PD 11 als ook andere kredieten meer dan 90 dagen achterstallig zijn en de status wanbetaling wordt toegekend op klantniveau) worden toegekend nadat de herstructurering is toegestaan.

Pas na minstens een jaar en op voorwaarde dat er, na de herstructurering, geen achterstallige bedragen meer zijn of geen bezorgdheid over de volledige terugbetaling van het krediet volgens de voorwaarden na de herstructurering, kan de klant opnieuw de status normaal krijgen. Het etiket geherstructureerd blijft evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant opnieuw de status normaal heeft, en kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Als aan het einde van de proefperiode niet aan de voorwaarden is voldaan, blijft het krediet gemerkt als geherstructureerd op proef (d.i. het etiket geherstructureerd) tot aan alle voorwaarden is voldaan.

De voorwaarden worden minstens om de drie maanden beoordeeld.

Als een klant een herstructurering krijgt en niet in gebreke blijft, krijgt hij altijd de status wanbetaling zodra het geherstructureerde krediet meer dan 30 dagen achterstallig is of wanneer een bijkomende herstructurering (vanaf de tweede herstructurering) wordt toegestaan tijdens de proefperiode.

Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest. Dat betekent dat als een herstructurering wordt toegestaan, altijd moet worden nagegaan of die schadegebeurtenis een invloed heeft op de geschatte toekomstige kasstromen van de financiële activa, en of er dus een bijzondere waardevermindering moet worden geboekt.

Zodra een debiteur volgens de KBC-regels moet worden geclassificeerd als in gebreke en er moet worden nagegaan of er voorzieningen moeten worden aangelegd, is de kans heel groot dat een waardevermindering zal worden geboekt.

Eind 2014 maakten geherstructureerde kredieten 6% van de totale kredietportefeuille uit. Een uitsplitsing vindt u hieronder. De schommelingen in het aantal geherstructureerde kredieten zijn voornamelijk het gevolg van de toepassing in 2014 van het nieuwe beleid inzake kredietherstructureringen op basis van de richtlijnen van de EBA. Daarnaast is er:

  • in Ierland: een aanzienlijke hoeveelheid geherstructureerde kredieten in de totale blootstelling. De verdere stijging daarvan in 2014 is te wijten aan het feit dat de economische en financiële crisis blijft doorwerken. Die heeft Ierland zwaar getroffen, met een groot aantal kredietherstructureringen (in het kader van het MARS-programma) tot gevolg.
  • in Hongarije: een daling in 2014 dankzij de beslissing van het Hongaarse gerecht over een schuldverlichting. Die leidde tot een opvallende daling van het aantal herstructureringen.
  • in Bulgarije: het risico op geherstructureerde kredieten (die een belangrijk deel uitmaken van de totale portefeuille) is sterk geconcentreerd in de legacy-(bedrijfs)portefeuille. Beide hebben betrekking op klanten die in gebreke zijn. De legacy-portefeuille wordt afgebouwd.
Geherstructureerde kredieten
(in miljoenen euro)
Totaal
uitstaande
porte
feuille1 Geherstructureerde kredieten
Totaal (% van
uitstaande
porte
feuille)
Verdeling per PD-klasse Specifieke
waarde
verminde
ringen
PD 1-8 PD 9 PD 10
(impaired,
minder dan
90 dagen
achterstal
lig)
PD 11-12
(impaired,
90 dagen
of meer
achterstal
lig)
31-12-2103
Totaal 135 364 7 429 5% 581 830 4 307 1 711 1 744
Naar divisie
Divisie België 86 913 2 207 3% 377 446 1 074 311 381
Divisie Tsjechië 17 716 359 2% 129 25 126 79 77
Divisie Internationale Markten 25 894 4 845 19% 75 360 3 108 1 303 1 280
Ierland 15 280 3 999 26% 28 281 2 903 787 1 000
Slowakije 4 635 105 2% 23 9 23 49 30
Hongarije 5 080 507 10% 9 57 161 281 164
Bulgarije 747 234 31% 15 13 21 185 86
Groepscenter 4 840 18 0% 0 0 0 18 8
Naar klantensegment
Particulieren2 56 583 3 616 6% 278 320 2 312 705 786
Kmo's 32 029 474 1% 107 166 102 100 78
Bedrijven3 46 752 3 339 7% 196 344 1 893 905 881
31-12-2014
Totaal 138 931 7 928 6% 470 551 4 608 2 299 2 095
Naar divisie
Divisie België 89 060 1 288 1% 336 91 783 77 188
Divisie Tsjechië 18 775 241 1% 36 38 111 56 53
Divisie Internationale Markten 25 446 6 209 24% 70 378 3 635 2 126 1 817
Ierland 14 498 5 682 39% 33 354 3 453 1 842 1 638
Slowakije 5 065 102 2% 24 8 44 25 25
Hongarije 5 089 209 4% 3 10 115 81 73
Bulgarije 794 217 27% 10 7 23 178 82
Groepscenter 5 650 190 3% 28 44 78 40 37
Naar klantensegment
Particulieren2 58 192 4 907 8% 290 360 3 027 1 230 1 040
Kmo's 32 089 349 1% 73 57 138 82 69
Bedrijven3 48 649 2 671 5% 108 134 1 442 987 986

1 Brutobedragen, vóór bijzondere waardeverminderingen (bijgevolg verschillen die bedragen van de boekhoudkundige bedragen in andere hoofdstukken).

2 In 2013 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen; ook in 2014 was dat 99%.

3 In 2013 had 49% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen, in 2014 was dat 55%.

Andere kredietrisico's

Naast de kredietrisico's verbonden aan de krediet- en beleggingsportefeuille zijn er ook kredietrisico's verbonden aan andere bankactiviteiten. De belangrijkste zijn:

Commerciële transacties op korte termijn. Deze activiteit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt alleen risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.

Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse. De blootstelling aan

effecten met activa als onderpand (Asset Backed Securities) en CDO's (Collateralised Debt Obligations) in de tradingportefeuille is niet opgenomen in de cijfers in de tabel, maar wordt afzonderlijk gerapporteerd (zie Positie in gestructureerde kredieten).

Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal (Basel III).

Andere kredietrisico's, bankactiviteiten
(in miljarden euro) 31-12-2013 31-12-2014
Commerciële transacties op korte termijn 4,2 4,4
Emittentenrisico1 0,2 0,2
Tegenpartijrisico van professionele transacties2 8,2 10,1

1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.

2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.

Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.

Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep

(in miljoenen euro, marktwaarde)1 31-12-2013 31-12-2014
Per balanspost
Effecten 19 284 21 282
Obligaties en soortgelijke effecten 18 003 19 935
Tot einde looptijd aangehouden 6 731 6 982
Voor verkoop beschikbaar 11 266 12 952
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
1 1
Als leningen en vorderingen 5 0
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten 1 262 1 345
Voor verkoop beschikbaar 1 260 1 340
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
3 5
Overige 19 3
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 354 373
Beleggingscontracten, tak 232 12 745 13 425
Overige 701 1 074
Totaal 33 084 36 155
Details over obligaties en soortgelijke effecten
Per rating3, 4
Investment grade 96% 96%
Non-investment grade 3% 2%
Zonder rating 1% 2%
Per sector3
Overheden 64% 65%
Financieel5 21% 13%
Overige 15% 22%
Per munt3
Euro 94% 95%
Andere Europese munten 6% 5%
Amerikaanse dollar 0% 0%
Per restlooptijd3
Maximaal 1 jaar 15% 12%
Tussen 1 en 3 jaar 20% 18%
Tussen 3 en 5 jaar 19% 20%
Tussen 5 en 10 jaar 29% 30%
Meer dan 10 jaar 18% 20%

1 De totale boekwaarde bedroeg 32 576 miljoen euro eind 2013 en 34 716 miljoen euro eind 2014.

2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.

3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.

4 Externeratingschaal.

5 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.

We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte

verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.

Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1
:
EAD EL EAD EL
Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2
(in miljoenen euro)
2013 2013 2014 2014
AAA tot en met A- 141 0,05 190 0,06
BBB+ tot en met BB- 147 0,13 123 0,12
Lager dan BB- 0 0 0 0
Zonder rating 3 0,07 6 0,65
Totaal 291 0,24 341 0,83

1 Op basis van interne ratings.

2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Positie in overheidsobligaties (bank- en verzekeringsportefeuille samen)

We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van

verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In de volgende tabel geven we een uitsplitsing per land.

Overzicht blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2014, boekwaarde1 (in miljoenen euro) Totaal, per portefeuille

Voor verkoop
beschikbaar
Tot einde
looptijd
aangehouden
Gewaardeerd
tegen reële
waarde met
verwerking
van waarde
verminde
ringen in de
winst-en-ver
liesrekening
Leningen en
vorderingen
Aangehou
den voor
handels
doeleinden
Totaal Ter vergelij
king: totaal
einde 2013
Economische
invloed van
+100 basis
punten3
Zuid-Europa en Ierland
Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0
Portugal 46 36 0 0 1 83 77 -6
Spanje 1 606 0 0 0 3 1 609 348 -92
Italië 2 018 93 0 0 11 2 123 865 -123
Ierland 465 308 0 0 2 775 462 -42
KBC-kernlanden
België 7 123 16 535 93 0 794 24 545 24 586 -1 343
Tsjechië 1 390 5 305 0 23 869 7 587 8 970 -455
Hongarije 464 1 431 0 8 171 2 073 2 267 -68
Slowakije 1 448 1 274 0 0 69 2 792 2 395 -163
Bulgarije 263 15 0 0 0 279 16 -9
Andere landen
Frankrijk 1 634 2 460 0 0 120 4 214 3 312 -342
Polen 522 55 12 0 36 624 398 -29
Duitsland 356 482 0 0 23 861 942 -57
Oostenrijk 407 396 379 0 0 1 182 894 -67
Nederland 182 422 265 0 36 905 797 -38
Overige2 1 543 1 528 315 0 257 3 643 4 400 -221
Totale
boek
waarde
19 469 30 342 1 063 31 2 391 53 298 50 876
Totale
nominale
waarde 16 807 28 562 933 31 2 314 48 646 47 978

1 Inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij Groepen activa die worden afgestoten (samen goed voor 0,2 miljard euro op het einde van 2013 en 0,0 miljard euro op het einde van 2014). Met uitsluiting van blootstelling aan supranationale entiteiten van geselecteerde landen. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.

2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2014.

3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben enkel betrekking op de blootstelling van de bankportefeuille (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille is heel beperkt en bedroeg -36 miljoen euro op het einde van 2014).

Belangrijkste veranderingen in 2014:

• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties steeg licht met 2,4 miljard euro. Dat komt voornamelijk door de grotere posities in Spaanse, Italiaanse en Franse overheidsobligaties (respectievelijk +1,3 miljard euro, +1,3 miljard euro en +0,9 miljard euro). De stijging werd wel deels gecompenseerd door een kleinere positie in Tsjechische overheidsobligaties (-1,4 miljard euro).

Herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2014:

• Op 31 december 2014 omvatte de boekwaarde van de totale portefeuille voor verkoop beschikbare overheidsobligaties een herwaarderingsreserve van 1,8 miljard euro vóór belastingen. Die bevatte 731 miljoen euro voor België, 83 miljoen euro voor Tsjechië, 200 miljoen euro voor Italië, 157 miljoen euro voor Frankrijk, 109 miljoen euro voor Slowakije, 111 miljoen euro voor Spanje, 51 miljoen euro voor Luxemburg, 48 miljoen euro voor Duitsland, 38 miljoen euro voor Hongarije, 30 miljoen euro voor Ierland, 23 miljoen euro voor Nederland en 175 miljoen euro voor de andere landen samen.

KBC ziet geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid (estimation uncertainty) die een ernstig risico inhouden dat er in het boekjaar 2015 een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van overheidsobligaties nodig zou zijn.

Portefeuille Belgische overheidsobligaties:

  • Belgische overheidsobligaties waren eind 2014 goed voor 46% van de totale overheidsobligatieportefeuille. Dat geeft aan hoe belangrijk België voor KBC is als voornaamste kernmarkt van de groep. Het belang van België in het algemeen blijkt ook in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille aan het begin van dit hoofdstuk, in de bijdrage van België aan de groepswinst (zie hoofdstuk België) en in de diverse resultaatscomponenten (zie Toelichtingen in verband met segmentinformatie in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
  • Eind 2014 had België bij de drie grootste internationale ratingbureaus de volgende kredietratings: Aa3 bij Moody's, AA bij Standard & Poor's en AA bij Fitch. Meer informatie over de macro-economische prestatie van België vindt u in

het aparte hoofdstuk over België. Voor meer informatie over de ratings, updates en outlooks verwijzen we naar de websites van de ratingbureaus.

  • Het grootste risico voor onze positie in Belgische overheidsobligaties is een verbreding van de credit spread. De mogelijke gevolgen van een stijging van de spread met 100 basispunten (voor 31-12-2014) zijn:
  • theoretische volledige economische invloed: zie tabel
  • ° waarvan invloed op de resultaten volgens IFRS: die was heel beperkt omdat het overgrote deel van de portefeuille Belgische overheidsobligaties geklasseerd was als Voor verkoop beschikbaar (29%) en Tot einde looptijd aangehouden (67%).
  • ° waarvan invloed op de niet-gerealiseerde meerwaarden van voor verkoop beschikbare activa volgens IFRS: -213 miljoen euro na belastingen.
  • invloed op de liquiditeit: een verbreding van de credit spread beïnvloedt de liquidity coverage ratio (LCR), maar de groep beschikt over een voldoende grote liquiditeitsbuffer.

Overheidsobligaties van Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje (in miljarden euro, boekwaarde)

Positie in gestructureerde kredieten (banken verzekeringsportefeuille)

De voorbije jaren heeft KBC zijn CDO-portefeuille geleidelijk afgebouwd. In september 2014 hebben we de laatste twee CDO's in onze portefeuille ontmanteld (collapsed). Door die ontmanteling vervalt ook de CDO-waarborgregeling met de Belgische federale overheid (zie Overige informatie, onder Kapitaal- en garantieoperaties met de overheid in 2008 en 2009) en verdwijnt de blootstelling van de groep aan MBIA volledig. In 2008 hadden we nog voor 25 miljard euro CDO's in portefeuille, maar op vijf jaar tijd hebben we die portefeuille volledig afgebouwd. KBC heeft wel nog voor 0,3 miljard euro CDO-notes uitstaan bij beleggers tot eind 2017, waarvan het zelf tegenpartij en emittent is. Dat betekent eigenlijk dat KBC nu een nettokoper is van kredietrisicobescherming, en die bescherming wordt gewaardeerd tegen reële waarde. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de verlies-en-winstrekening van KBC, afhankelijk van de waardeveranderingen van die CDOnotes (voornamelijk bepaald door de credit spreads op de onderliggende portefeuille en de dalende tijdswaarde).

In 2013 hebben we beslist het strikte verbod op beleggingen in ABS'en op te heffen en thesauriebeleggingen (Risico ten aanzien van treasury-ABS'en in de tabel) toe te staan in liquide niet-synthetische Europese ABS'en van hoge kwaliteit, die ook aanvaard worden als zekerheden die in aanmerking komen voor de ECB. Dat maakt een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuilles mogelijk. Het verbod op nieuwe CDO's en synthetische securitisaties blijft wel bestaan.

Beleggingen van KBC in gestructureerde kredietproducten (CDO's en ABS'en)

(in miljarden euro) 31-12-2013 31-12-2014 Totale nettopositie1 7,5 1,7 Legacy-CDO-risico gedekt door MBIA 5,3 0,0 Risico ten aanzien van andere legacy-CDO's 1,1 0,1 Risico ten aanzien van legacy-ABS'en 1,2 0,7 Risico ten aanzien van treasury-ABS'en 0,0 1,0 Cumulatieve waardeaanpassingen op legacy-beleggingen (medio 2007 tot nu)2 -0,4 -0,1 Waardeaanpassingen -0,3 -0,1 Voor risico ten aanzien van legacy-CDO's -0,2 0,0 Voor risico ten aanzien van legacy-ABS'en -0,1 -0,1 Waardeaanpassingen m.b.t. dekking MBIA (voor risico ten aanzien van legacy-CDO's)2 -0,1 0,0 Cumulatieve waardeaanpassingen op treasury-ABS'en 0,0 0,0

1 Het CDO- en ABS-risico is weergegeven als nettopositie. Bijgevolg zijn alle gevorderde en afgewikkelde kredietgebeurtenissen en alle posities waarvan de risico's zijn afgebouwd (derisked) niet langer opgenomen in de CDO-cijfers.

2 De waardeaanpassingen op de CDO's van KBC worden verwerkt via de winst-en-verliesrekening in plaats van rechtstreeks via het eigen vermogen, omdat de CDO's van de groep grotendeels synthetisch van aard zijn (dat betekent dat de onderliggende activa afgeleide producten zijn, zoals credit default swaps op bedrijven). Het synthetische karakter is ook de reden waarom de CDO's van KBC niet in aanmerking komen voor boekhoudkundige herklassering volgens IFRS om hun invloed op de resultaten te neutraliseren.

Zoals hierboven vermeld, heeft KBC met de ontmanteling van de twee resterende CDO's in 2014 de bladzijde van het CDO-risico van KBC Financial Products omgeslagen. De netto-legacy-ABS-portefeuille daalde met 0,5 miljard euro

door de transfer van 0,3 miljard euro aan activa naar de treasury-ABS-portefeuille en door aflossingen. In de treasuryportefeuille van KBC werd voor 0,7 miljard euro belegd in kwaliteitsvolle RMBS en andere ABS-activa.

Marktrisico in niet-tradingactiviteiten

Het beheersproces van structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.

Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:

  • onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening);
  • onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Niet-levenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles;
  • de risico's verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen;
  • de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta's, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar).

Beheer van het marktrisico in niettradingactiviteiten

De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen KBC zijn:

  • de focus op economische waarde als hoeksteen van het ALM-beleid, met daarnaast aandacht voor maatstaven als inkomsten, solvabiliteit en liquiditeit;
  • het gebruik van een uniforme ALM-methodologie voor bank- en verzekeringsactiviteiten in de hele groep, gebaseerd op reëlewaardemodellen die een raming bieden van de waarde van een productgroep in verschillende marktscenario's en die worden vertaald in replicating portfolios (combinaties van marktinstrumenten die het mogelijk maken de betrokken productgroepen af te dekken met het minste risico);
  • het gebruik van een Value-at-Risk (VaR)-meetmethode voor de verschillende risicocategorieën binnen de hele groep in het kader van de risicobudgettering en -begrenzing. Die VaR meet het maximale verlies dat kan optreden over een tijdshorizon van een jaar met een bepaald betrouwbaarheidsniveau als gevolg van rentebewegingen en andere marktwaardeschommelingen;
  • de bepaling van een ALM-VaR-limiet op groepsniveau en de verdeling van die limiet in verschillende risicosoorten en entiteiten;
  • het gebruik van de VaR, die berekend wordt op basis van reëlewaardemodellen voor niet-looptijdgebonden producten, rekening houdend met verschillende in de portefeuille ingebedde opties en garanties;
  • VaR wordt aangevuld met andere risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), nominale bedragen, enz.

Marktrisico in niet-tradingactiviteiten van de KBC-groep (VaR 99,93%, 1 jaar tijdshorizon) (in miljarden euro)* 31-12-2013 31-12-2014

(in miljarden euro)* 31-12-2013 31-12-2014
Totaal 3,84 4,89

* Exclusief een aantal kleine groepsmaatschappijen. Er is geen rekening gehouden met cyclische voorafbetalingsopties ingebed in hypothecaire kredieten. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 0,7 miljoen euro. De VaR wordt berekend op basis van de VaR-CoVaR-benadering. De stijging in 2014 is voornamelijk te wijten aan een hoger creditspreadrisico door bijkomende investeringen in (voornamelijk Italiaanse, Spaanse en Franse) overheidsobligaties.

Renterisico

We hanteren twee hoofdtechnieken om renterisico's te meten, namelijk 10 BPV en de al vermelde VaR. De 10 BPV geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). We bepalen 10 BPV-limieten

zodat de renteposities samen met de overige structurele risico's (aandelen, vastgoed, enz.) binnen de totale VaRlimieten blijven. Daarnaast hanteren we ook technieken zoals rentevoetgevoeligheidsanalyse (gap analysis), durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat economische waarde betreft als qua inkomsten).

Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep1 Invloed op de waarde2
(in miljoenen euro) 2013 2014
Bankactiviteiten -22 -57
Verzekeringsactiviteiten 10 16
Totaal -11 -41

1 In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 0,8 miljoen euro.

2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.

We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek, op dynamische basis herzien, voor de nietlooptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).

De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.

BPV (10 basispunten) van het ALM-boek, bankactiviteiten*

(in miljoenen euro) 2013 2014
Gemiddelde 1e kwartaal -33 -55
Gemiddelde 2e kwartaal -28 -61
Gemiddelde 3e kwartaal -21 -71
Gemiddelde 4e kwartaal -22 -57
Op 31 december -22 -57
Maximum in jaar -41 -71
Minimum in jaar -21 -55

* Eind 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van -0,1 miljoen euro. De jaar-op-jaarstijging in de BPV is deels het gevolg van de wijziging in de modellering van deposito's zonder looptijd. Niet geauditeerd, met uitzondering van de regel Op 31 december.

Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 14,9% van het totale eigen vermogen op 31 december 2014. Dat is ruim onder de drempel van 20%, vanaf waar een bank wordt beschouwd als outlier bank, met een hoger reglementair kapitaalbeslag als mogelijk gevolg.

De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.

Renterisicogap ALM-boek (inclusief derivaten), bankactiviteiten* (in miljoenen euro)

≤ 1 1-3 3-12 1-5 5-10 > 10 Niet-rente
maand maanden maanden jaar jaar jaar dragend Totaal
31-12-2013 13 787 78 -1 641 -3 170 6 852 766 -16 672 0
31-12-2014 -13 126 -2 961 5 099 20 560 9 205 -2 172 -16 606 0
* In 2014 leidde een wijziging in de modellering van deposito's zonder looptijd tot een andere verdeling van de kasstromen in de tijd. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking
daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van
31-12-2013 5 126 60 6 0 0 -198 0

De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.

Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte

uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.

De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te

bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via een politiek van cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.

In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld volgens het verwachte tijdstip van de kasstromen.

Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf

(in miljoenen euro) 0-5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar > 20 jaar Totaal
31-12-2013
Vastrentende activa 10 725 4 098 2 310 626 765 18 525
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 10 086 3 123 1 844 1 311 1 779 18 142
Verschil in verwachte kasstromen 640 975 466 -685 -1 014 383
Gemiddelde duration van activa 4,90 jaar
Gemiddelde duration van passiva 6,03 jaar
31-12-2014
Vastrentende activa 10 466 4 639 2 332 865 1 050 19 351
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 10 282 3 303 1 994 1 402 1 986 18 967
Verschil in verwachte kasstromen 184 1 336 338 -537 -936 384
Gemiddelde duration van activa 5,85 jaar
Gemiddelde duration van passiva 6,72 jaar

Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de

risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.

Indeling van de reserves voor tak 21 volgens rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2013 31-12-2014
5,00% en hoger* 3% 3%
Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 10% 11%
Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 4% 5%
Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 27% 22%
Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 22% 22%
2,50% en lager 32% 35%
0,00% 2% 2%
Totaal 100% 100%

* Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.

Creditspreadrisico

We beheren het creditspreadrisico van de portefeuille door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. In het deel Kredietrisico geven we een overzicht van de economische gevoeligheid van de belangrijkste posities in overheidsobligaties ten aanzien van veranderingen in de spreads.

Aandelenrisico

Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC.

Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep
(naar sector, in procenten) 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014
Financiële instellingen 60% 68% 20% 18% 25% 23%
Niet-cyclische consumentensectoren 1% 1% 10% 10% 8% 9%
Communicatie 0% 0% 0% 2% 0% 2%
Energie 0% 0% 7% 5% 6% 4%
Industriële sectoren 27% 17% 38% 40% 37% 37%
Nutsbedrijven 0% 0% 3% 2% 3% 2%
Cyclische consumentensectoren 1% 0% 15% 12% 13% 11%
Basismaterialen 0% 0% 5% 8% 4% 7%
Overige en niet bepaald 12% 13% 3% 4% 4% 5%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
In miljarden euro 0,2 0,2 1,3 1,3 1,4 1,5*
Waarvan niet-genoteerd 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1

* De belangrijkste verschillen tussen de 1,5 miljard euro in deze tabel en de 2,1 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 18 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:

(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,3 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 18.

(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).

(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd zijn als aandelen.

Invloed van een 12,5%-daling van de aandelenkoersen Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2013 2014
Bankactiviteiten -21 -20
Verzekeringsactiviteiten -158 -166
Totaal -179 -186
Niet-tradingaandelenpositie
(in miljoenen euro)
Netto gerealiseerde winst
(in winst-en-verliesrekening)
Netto niet-gerealiseerde winst
op posities op het einde van
het jaar (in eigen vermogen)
31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014
Bankactiviteiten 85 2 73 108
Verzekeringsactiviteiten 44 84 252 261
Totaal* 130 86 335 385

* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities rechtstreeks toe te schrijven aan de KBC-groep. Winsten uit gezamenlijke deelnemingen met bank- en verzekeringsentiteiten van de KBC-groep zijn uitgesloten, omdat die deelnemingen op groepsniveau geconsolideerd worden.

Vastgoedrisico

De vastgoedactiviteiten van de groep omvatten een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan, als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een

langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.

Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5%* Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2013 2014
Bankportefeuilles -59 -51
Verzekeringsportefeuilles -28 -30
Totaal -86 -81

* De cijfers voor 2013 werden aangepast. Sommige gebouwen die KBC Verzekeringen gebruikt voor zijn eigen activiteiten werden voor de berekening van het vastgoedrisico buiten beschouwing gelaten. De invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5% daalde daardoor met 12 miljoen euro.

Wisselkoersrisico

Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille,

van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.

Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.

De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en omgezet in Europese wetgeving met CRD IV/ CRR voor de liquiditeitsdekkingsratio. We verwerken die ideeën in onze liquiditeits- en financieringskaders en in onze financiële planning.

Beheer van het liquiditeitsrisico

Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerskader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.

Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.

Ons liquiditeitsrisicobeheerskader steunt op de volgende pijlers:

• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van

Wij geloven in de toekomst Claire Noonan

ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.

  • • Structureel liquiditeitsrisico. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie voor de komende jaren erop gericht een voldoende buffer op te bouwen met betrekking tot de LCR- en NSFR-vereisten in het kader van Basel III. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn.
  • Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hieronder activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (tot contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. Eind 2014 had KBC bruto voor 26 miljard euro financiering aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.
  • • Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en

Claire Noonan werkte samen met Andrea Blomme in Ierland

"Toen we op zoek gingen naar een woningkrediet, was dat niet gemakkelijk omdat mijn man kanker gehad heeft. KBC zorgde voor een oplossing. Gelukkig hebben we niet erg geleden onder de crisis in Ierland: we betalen intussen ons krediet sneller terug dan gepland."

is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.

Looptijdanalyse

Liquiditeitsrisico
(exclusief intercompanytransacties)* ≤ 1 1-3 3-12 1-5 5-10 > 10 Op Niet
(in miljarden euro) maand maanden maanden jaar jaar jaar vraag bepaald Totaal
31-12-2013
Totale instroom 18 10 18 52 41 33 4 31 206
Totale uitstroom 27 12 20 29 7 2 81 28 206
Professionele financiering 18 2 2 1 0 0 1 1 25
Klantenfinanciering 7 6 12 13 3 1 80 0 123
Schuldcertificaten 0 4 6 15 3 1 0 0 29
Overige 2 0 0 0 0 0 0 27 29
Liquiditeitsgap (exclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-10 -2 -2 23 35 31 -77 2 0
Niet-opgenomen verbintenissen -25
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-10 -2 -2 23 35 31 -77 -33 -35
31-12-2014
Totale instroom 16 8 16 55 45 33 3 35 211
Totale uitstroom 35 9 15 31 8 1 84 27 211
Professionele financiering 15 3 1 5 0 0 0 0 26
Klantenfinanciering 17 5 9 11 4 0 84 0 130
Schuldcertificaten 0 2 4 14 4 1 0 0 26
Overige 2 27 30
Liquiditeitsgap (exclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-19 -1 2 24 37 32 -81 7 0
Niet-opgenomen verbintenissen -32
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-19 -1 2 24 37 32 -81 -34 -42

* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. In 2013 had KBC Bank Deutschland (zie de opmerking daarover in het begin van dit hoofdstuk) een invloed van 1,9 miljard euro. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.

Typisch voor een bankgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als KBC niet in staat zou zijn om zijn kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.

Liquiditeitsbuffer

De KBC-groep heeft een stevige liquiditeitspositie en heeft altijd al een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen gehad. Eind 2014 had de KBC-groep voor 62 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 41 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (67%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (10%) en verpandbare kredietvorderingen (12%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten).

De niet-bezwaarde liquide middelen waren meer dan drie keer zo groot als het nettogebruik van wholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten. De grafiek toont de liquiditeitsbuffer op het einde van het jaar.

Informatie over financiering (funding)

KBC heeft een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in zijn kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.

We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep opsplitsen als volgt (cijfers van 31 december 2014):

  • Financiering van klanten (ongeveer 130 miljard euro, 73% van het totale cijfer), bestaande uit zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk. Ongeveer 62% van de financiering van klanten is afkomstig van particulieren en kmo's.
  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers (14 miljard euro, 8% van het totaal), voornamelijk bestaande uit Ifima-obligaties (6 miljard euro), gedekte obligaties (5 miljard euro), de contingent capital notes uitgegeven in januari 2013 (0,75 miljard euro), de additional tier 1-schuldinstrumenten (1,4 miljard euro) en tier 2-schuldinstrumenten (0,9 miljard euro).

  • Financiering van klanten

  • Depositocertificaten
  • Totaal eigen vermogen
  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers
  • Netto gedekte financiering
  • Netto ongedekte interbancaire financiering

  • Netto ongedekte interbancaire financiering (7 miljard euro, 4% van het totaal).

  • Netto gedekte financiering (repofinanciering; 4 miljard euro, 2% van het totaal) en depositocertificaten (6 miljard euro, 3% van het totaal).
  • Totaal eigen vermogen (16,5 miljard euro, 9% van het totaal).

Opmerking:

  • In 2014 maakte KBC Bank gebruik van het EMTN-programma om 0,3 miljard euro financiering op lange termijn op te halen.
  • In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen. Dat programma – ter waarde van tien miljard euro – kwam er na de inwerkingtreding van de wet van 3 augustus 2012, die een regelgevend kader creëerde voor Belgische gedekte obligaties. Het obligatieprogramma geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. Begin december 2012 lanceerden we een eerste uitgifte van gedekte obligaties voor een bedrag van 1,25 miljard euro. In 2013

volgden er nog meer uitgiftes voor een totaal van 2,7 miljard euro en in 2014 voor een totaal van 0,9 miljard euro.

  • In 2014 leenden we ook 2,8 miljard euro van de ECB via de gerichte langetermijnfinancieringen (TLTRO's). De looptijd van de TLTRO hangt af van de toekomstige kredietgroei, die niet van tevoren kan worden bepaald.
  • In 2014 gaven we met succes een additional tier 1-instrument uit voor een totaalbedrag van 1,4 miljard euro en tier 2-instrumenten voor 0,9 miljard euro (waarvan 0,75 miljard euro in november 2014). Daartegenover kochten we de innovatieve en niet-innovatieve tier 1-schuldinstrumenten (voor een totaal van 2,3 miljard euro) terug in mei en juni 2014.

LCR en NSFR

Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het Glossarium van gebruikte ratio's. Eind 2014 bedroeg onze NSFR 110% en onze LCR 120%. De LCR werd berekend op basis van onze interpretatie van CRD IV/CRR. Dat is ruim boven de minimale reglementaire vereisten en de interne drempel van 105% voor beide ratio's.

Marktrisico in tradingactiviteiten

Het marktrisico is de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. Het risico van prijsschommelingen van verhandelbare effecten als gevolg van kredietrisico, landenrisico en liquiditeitsrisico maakt eveneens deel uit van het marktrisico. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.

Het doel van marktrisicobeheer is het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's.

We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. De klassieke dealingrooms, waarbij de dealingroom in België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.

Er is ook een beperkt marktrisico verbonden aan de vier legacy-bedrijfsactiviteiten van KBC Investments Limited (het vroegere KBC Financial Products), namelijk de CDO-

activiteiten, fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten.

Zoals eerder vermeld in dit verslag, heeft KBC zijn CDOportefeuille nu volledig afgebouwd. De positie met betrekking tot de resterende 0,3 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers is evenwel opgenomen in de tradingportefeuille van KBC Investments Limited. Bijgevolg is het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die positie opgenomen in de kolom Hersecuritisatie van de tabel Vereisten inzake reglementair kapitaal trading (19 miljoen euro).

Speciale teams houden zich verder bezig met de afbouw van de overige drie legacy-bedrijfsactiviteiten, die minder dan 2% van het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico in tradingactiviteiten vertegenwoordigen. De belangrijkste vooruitgang in 2014 binnen die overige legacybedrijfsactiviteiten werd geboekt in de fondsderivaten. Die portefeuille werd in juni grotendeels verkocht, waardoor de boekwaarde ervan nu nog ongeveer 1 miljoen euro bedraagt.

Beheer van het marktrisico

Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode (HVaR), conform de Basel II-standaarden ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen), en werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen. De HVaRmethodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.

Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. De belangrijkste verbetering in 2014 was het gebruik van OIS (Overnight Index Swap)-curves voor de verdiscontering van toekomstige kasstromen voor derivatentransacties, aangezien dat wordt beschouwd als de norm op de markt.

Complexe en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaRmodel passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.

Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).

Naast de dagelijkse HVaR-berekeningen voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen.

Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met close-outkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-to-modelwaarderingen, tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico en exploitatiekosten. Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.

Risicoanalyse en -kwantificering

De tabel geeft de Historical Value-at-Risk (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep (inclusief KBC Securities

vanaf april 2013). Om een vergelijking met het voorgaande jaar mogelijk te maken, tonen we ook de HVaR voor KBC Investments Limited (die betrekking heeft op de beëindigde CDO-activiteiten van KBC).

Marktrisico (VaR) 10 dagen HVaR voor de KBC-groep 10 dagen HVAR voor KBC Investments
Limited
(in miljoenen euro) 2013 2014 2013 2014
Houdperiode: 10 dagen
Gemiddelde 1e kwartaal 37 24 1
Gemiddelde 2e kwartaal 37 19 1
Gemiddelde 3e kwartaal 34 15 1
Gemiddelde 4e kwartaal 29 15
Op 31 december 28 15
Maximum in jaar 50 29 5
Minimum in jaar 26 11 0

In de tabel hieronder vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van de KBC-groep. Het aandelenrisico is afkomstig uit de handel in Europese aandelen en uit KBC Securities (vanaf april 2013).

Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR (in miljoenen euro) Gemiddelde
voor 2013
Gemiddelde
voor 2014
Renterisico 33,3 18,7
Wisselkoersrisico 2,9 2,3
Valutaoptierisico 1,8 1,8
Aandelenrisico 1,9 1,4
Invloed van diversificatie -5,6 -6,2
Totale HVaR 34,3 18,1

De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met de no-action P&L (dat wil zeggen dat de posities ongewijzigd blijven, maar de marktgegevens veranderen in die van de volgende dag). Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks.

Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 29.

Reglementair kapitaal

KBC Bank en KBC Investments hebben de toestemming gekregen van de Belgische regelgever om hun respectieve VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de vereisten inzake reglementair kapitaal voor een deel van hun marktactiviteiten. Cˇ SOB (Tsjechië) heeft ook de goedkeuring gekregen van de lokale regelgever om zijn VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de kapitaalvereisten. Die modellen worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode is gebaseerd op het recente verleden en wordt regelmatig aangepast.

De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's vindt u in de tabel hieronder. De vereisten inzake reglementair kapitaal voor de tradingrisico's van lokale KBC-entiteiten die van hun respectieve toezichthouder geen goedkeuring hebben gekregen om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken, en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de HVaR-berekeningen worden gemeten volgens de standaardbenadering. Die benadering bepaalt

algemene en specifieke risicowegingen per type van marktrisico (renterisico, aandelenrisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico). Zoals eerder al vermeld in dit hoofdstuk is het reglementair kapitaal voor hersecuritisatie voor 2014 (19 miljoen euro) afkomstig van de tegenpositie voor de 0,3 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers (de tegenpositie bevindt zich in de handelsportefeuilles van KBC Investments Limited).

Vereisten inzake reglementair kapitaal trading,
per risicotype (in miljoenen euro)
Renterisico Aandelen
risico
Wissel
koersrisico
Grondstof
fenrisico
Her
securiti
satie
Totaal
31-12-2013
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
83
100
2
6
13
22

226
Marktrisico's ingeschat door de
standaardbenadering
39 7 12 2 59 119
Totaal 222 15 47 2 59 345
31-12-2014
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
38
56
2
3
11
17

126
Marktrisico's ingeschat door de
standaardbenadering
27 4 14 3 19 68
Totaal 120 9 43 3 19 194

Verzekeringstechnisch risico

Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en

schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.

Beheer van het verzekeringstechnische risico

De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.

Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:

  • de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringrisico's door, onder andere, de analyse van nieuw opduikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen;
  • gepaste risicomaatstaven en het gebruik ervan om toepassingen te ontwikkelen die het bedrijf moeten helpen om maximale aandeelhouderswaarde te creëren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate-waarderingen van verzekeringsverplichtingen, ex-postwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste economisch kapitaal;
  • het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.

Risicomodellering

We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, met name (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het economisch kapitaal te berekenen, beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen, de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de economischkapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.

Herverzekering

De verzekeringsportefeuilles worden via herverzekering beschermd tegen de invloed van zware schadegevallen of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.

Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel zware schadegevallen of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's, vooral vanuit het oogpunt van de creatie van aandeelhouderswaarde. Die benadering leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder met betrekking tot zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's. Om de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening te verlagen, heeft KBC Verzekeringen België een meerjarige multiline herverzekeringsovereenkomst gesloten die gedurende drie jaar de belangrijkste schadeverzekeringsactiviteiten dekt.

Toereikendheid van de technische voorzieningen

In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. De toereikendheid wordt gecontroleerd per productgroep op het niveau van de groepsmaatschappij en de algemene toereikendheid wordt beoordeeld op het niveau van de groepsmaatschappij voor alle productgroepen samen.

Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2014 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgelegd binnen de KBC-groep.

De tabel toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI Insurance (sinds boekjaar 2008), K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2014 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen cijfers zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen.

De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2014.

Schadeafwikkelings
driehoeken, KBC
Verzekeringen
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
(in miljoenen euro) 2005 2006 2007 2008* 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Raming aan het einde
van het voorvalsjaar
578 631 686 793 824 871 806 849 917 996
1 jaar later 506 537 621 757 724 773 714 743 770
2 jaar later 484 511 588 728 668 725 656 707
3 jaar later 483 500 567 714 652 720 638
4 jaar later 474 486 561 710 635 715
5 jaar later 461 478 557 702 627
6 jaar later 462 464 550 677
7 jaar later 458 458 550
8 jaar later 454 455
9 jaar later 446
Huidige raming 446 455 550 677 627 715 638 707 770 996
Cumulatieve betalingen 382 403 470 596 524 601 511 511 507 420
Huidige voorzieningen 64 52 79 80 103 114 127 196 263 576

* Sinds boekjaar 2008 worden de cijfers van DZI Insurance (Bulgarije) opgenomen. Exclusief die gegevens verkrijgen we de volgende bedragen voor boekjaar 2008 (bedrag en voorvalsjaar): 475 voor 2005, 501 voor 2006 en 587 voor 2007.

Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 9, 10, 11 en 35. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten naar divisie vindt u in de toelichtingen met betrekking tot de gesegmenteerde informatie.

Operationeel risico en andere niet-financiële risico's

Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken geen deel uit van de operationele risico's.

Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 36.

Beheer van het operationeel risico

We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau. Dat bestaat uit een uniform taalgebruik ingebed in controlemechanismen voor de hele groep, één methodologie, één pakket centraal ontwikkelde ICT-applicaties, en centrale en decentrale rapportering.

De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's in de hele KBC-groep. De ontwikkeling en de implementatie van dat kader worden ondersteund door

een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.

De Groepsrisicofunctie creëert een omgeving waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Ze wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.

Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer

Om operationele risico's te beheren, gebruiken we een aantal bouwstenen die alle aspecten van het operationeelrisicobeheer dekken.

Tussen 2011 en 2015 schenken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls), die de voormalige Groepsstandaarden geleidelijk vervangen. Group Key Controls zijn opgelegde controledoelstellingen die worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerskader en van het internecontrolesysteem.

  • Een eerste reeks Group Key Controls werd in 2011 goedgekeurd voor de processen van Kredieten, Leven, Niet-leven, Persoonlijk Financieel Advies, Juridische Zaken, Fiscale Zaken, Bedrijfscontinuïteitsbeheer en Risico- en Kapitaalbeheer.
  • Een tweede reeks werd goedgekeurd in 2012 voor de processen Cash, Zichtrekeningen, Spaarrekeningen, Lease, Trading en Verkoop (deel 1), Portefeuillebeheer, Klantenadministratie, Personeel, Bedrijfscommunicatie en Boekhouding en Externe Financiële Rapportering.
  • Een derde reeks werd goedgekeurd in 2013 voor de processen Balansbeheer, Inningen (Cheque en Domiciliëringen), Corporate Governance, Bewaargeving, Verdeling van informatie aan klanten, Fondsenoverdracht,

Informatiebeveiliging, Marketing: Commerciële communicatie, Marketing: New and Active Product Process, Herverzekering, Spaarproducten met een vaste looptijd, Retail Brokerage en Informatietechnologie.

  • Een vierde reeks werd goedgekeurd in 2014 voor de processen Clearing & Settlement voor effecten en derivaten, Collateralmanagementdiensten voor derden, Schulduitgiften voor eigen rekening, Obligatie- en Aandelenmarktenactiviteiten, Facilitair Beheer, Zelfstandige tussenpersonen, Aankoop en Buitenlandse Handel.
  • De laatste reeks procesgestuurde Group Key Controls zal in 2015 worden opgemaakt en goedgekeurd.

De business en (lokale) controlefuncties beoordelen die Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groeprisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. KBC creëerde zo een objectief beheersinstrument om zijn internecontroleomgeving te evalueren en de aanpak in alle entiteiten af te toetsen. Elk jaar rapporteren we de resultaten van de beoordelingen aan de Nationale Bank van België in onze Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).

Naast de Group Key Controls zijn er nog een aantal andere bouwstenen:

  • • de Loss Event Database: alle operationele verliezen van 1 000 euro en meer worden sinds 2004 geregistreerd in een centrale gegevensbank. Die gegevensbank omvat ook alle juridische vorderingen ingesteld tegen vennootschappen van de groep. Op regelmatige basis wordt een rapport over de geconsolideerde schade voorgelegd aan het Groepscomité Interne Controle, het Groepsdirectiecomité en het RCC.
  • • risicoscans (bottom-up en top-down): deze interne beoordelingen zijn gericht op de identificatie van belangrijke operationele risico's op kritieke punten in het proces of de organisatie die nog niet volledig zijn verholpen, en op de nieuwe of opduikende operationele risico's die relevant zijn op het (sub)niveau van de groep.
  • Beoordeling aan de hand van Praktijkgevallen (Case-Study Assessments): die wordt gebruikt om de effectiviteit te testen van de bescherming die bestaande controles verlenen

tegen grote operationele risico's die elders in de financiële sector daadwerkelijk tot verliesgebeurtenissen hebben geleid. Praktijkgevallen worden driemaandelijks besproken in het Groepscomité Interne Controle.

  • • Belangrijkste Risico-indicatoren (Key Risk Indicators, KRI): een beperkte reeks KRI's wordt gebruikt om de blootstelling aan bepaalde operationele risico's te bewaken en het bestaan en de effectiviteit van de interne controles te onderzoeken.
  • • een maturiteitsmodel (Maturity Model): in 2014 heeft de operationeelrisicofunctie een maturiteitsmodel ontwikkeld om KBC-entiteiten te ondersteunen in de opbouw van een volwaardige controleomgeving waarin procesverbeteringen, controle en herstelacties nog sterker zijn ingebed in de dagelijkse praktijk.

De kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling die aan de hand van de bouwstenen wordt geïdentificeerd, beoordeeld en beheerd, worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België en de FSMA via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Informatie over de systemen voor interne controle en risicobeheer vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Operationeel risico en vereisten inzake reglementair kapitaal

KBC berekent het operationeelrisicokapitaal in het kader van Basel II volgens de Standaardbenadering. Eind 2014 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Bank op geconsolideerd niveau 849 miljoen euro, tegenover 847 miljoen euro eind 2013.

Andere niet-financiële risico's Reputatierisico

Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed kan hebben op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt). Het reputatierisico is een secundair of afgeleid risico omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.

We hebben het reputatierisicobeheerskader in 2012 herschreven in overeenstemming met het risicobeheerskader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (Communicatie Groep, Investor Relations, enz.).

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaaltoereikendheid wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico). Het wordt ook gedekt door het kapitaal dat is gereserveerd voor bedrijfsrisico's.

Bedrijfsrisico

KBC omschrijft het bedrijfsrisico als het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macroeconomische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze producten en diensten beïnvloeden.

Het bedrijfsrisico beoordelen we met behulp van gestructureerde risicoscans, maar we melden risicosignalen ook doorlopend aan het topmanagement.

KBC reserveert een pijler 2-kapitaalbeslag speciaal voor bedrijfsrisico's. Het bedrijfsrisicokapitaal is afhankelijk van de exploitatiekosten van de verschillende KBC-groepsentiteiten. Het deel van de exploitatiekosten dat moet worden gereserveerd als economisch kapitaal voor bedrijfsrisico's varieert naargelang van het risiconiveau van de activiteiten van elke entiteit. Dat niveau bepalen we op basis van kwantitatieve en kwalitatieve beoordelingen van de activiteiten van alle KBC-groepsentiteiten.

Kapitaaltoereikendheid

Hoe beheren we ons kapitaal?

Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt. In de praktijk wordt dat vertaald in een toetsing van de solvabiliteit aan de minimale reglementaire en interne solvabiliteitsratio's. We benaderen kapitaaltoereikendheid dus zowel vanuit de regelgeving als vanuit intern (economisch) oogpunt.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de volgende delen: Beheer van onze solvabiliteit (behalve de grafiek), de tabel onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau (gecontroleerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij die tabellen), en Economisch kapitaal en ICAAP.

Beheer van onze solvabiliteit

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens Basel III en de in overeenstemming daarmee opgestelde Europese regelgeving en richtlijn (CRR/CRD IV). Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.

Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij, na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.

De wettelijke minimale tier 1-ratio volgens CRR/ CRD IV is 6%. De common equity tier 1-ratio moet minstens 4,5% bedragen. De minimumvereiste voor dat kernkapitaal wordt bovendien nog uitgebreid met een aantal buffers, waaronder een capital conservation

buffer van 2,5%, een countercyclical buffer in periodes van kredietgroei (tussen 0% en 2,5%, te bepalen door de toezichthouder) en een systemic risk buffer (ook te bepalen door de toezichthouder). De NBB heeft bevestigd dat de staatssteun (de niet-stemgerechtigde kernkapitaaleffecten) volledig is toegelaten (grandfathered) als kernkapitaal onder CRR.

KBC blijft een minimale common equity ratio van 10,5% vooropstellen volgens de Deense compromismethode, en een totale kapitaalratio van 17% (beide fully loaded, d.w.z. dat ervan wordt uitgegaan dat alle CRR/CRD IV-regels volledig van toepassing zijn, en inclusief de resterende Vlaamse overheidssteun tot 2018).

De toezichthouders (met de Nationale Bank van België als consoliderende toezichthouder) hebben bovendien eind 2013 gevraagd een permanente minimale fully loaded common equity ratio, exclusief latente winsten, van 9,25% aan te houden. Volgens die laatste berekening bedroeg de fully loaded common equity ratio (Deense compromismethode) exclusief latente winsten 13,6% op het einde van 2014, wat een kapitaalbuffer van 4,0 miljard euro betekent tegenover de 9,25%-doelstelling.

De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden in 2014 ruim overtroffen, niet alleen op het einde van het jaar maar ook gedurende het volledige boekjaar.

Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, fully loaded, Deense compromismethode)

Midden maart 2015 ontvingen we een nieuwe kapitaaldoelstelling vanwege de ECB, die sinds november 2014 het toezicht over KBC van de NBB heeft overgenomen in het kader van het Single Supervisory Mechanism (SSM). KBC Groep moet een minimale fully loaded common equity ratio (CET1), inclusief latente winsten op voor verkoop beschikbare effecten, van 10,5% aanhouden. Op 31 december 2014 bedroeg de common equity ratio (fully loaded, Deense compromismethode) 14,3%, wat een kapitaalbuffer van 3,5 miljard euro tegenover de 10,5%-doelstelling impliceert. Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRR/CRD IV moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Voordien viel KBC Groep NV – als een financiële holding – niet onder die richtlijn, maar rapporteerde het op vraag van de NBB één solvabiliteitsberekening op groepsniveau, de building block-methode. KBC zal aan deze verplichting voldoen door de building block-methode in overeenstemming te

brengen met methode 1 (accounting consolidation method) van de FICOD-richtlijn. Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRR/ CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency I voor het verzekeringsbedrijf. Tot op heden werd in de building block-methode het beschikbare eigen vermogen uitsluitend bepaald op basis van de bancaire kapitaalregels. Aan de berekening van de risicogewogen activa wijzigt er niets. Dat wil zeggen dat de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf op basis van Solvency I wordt vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogen-activa-equivalent te verkrijgen. Op 31 december 2014 bedroeg de common equity ratio (fully loaded, FICOD-methode) 14,6%, wat een kapitaalbuffer van 3,8 miljard euro tegenover de 10,5%-doelstelling impliceert. Meer informatie vindt u in het gerelateerde persbericht, op www.kbc.com.

Solvabiliteit op KBC-groepsniveau

Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode, fully loaded. Alternatieve berekeningen (op basis van de gefaseerde toepassing) krijgt u in de daaropvolgende tabel.

Solvabiliteit op groepsniveau
(geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR (Basel III), Deense compromismethode) 31-12-2013 31-12-2014
(in miljoenen euro) Fully loaded Fully loaded
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 16 258 16 688
Tier 1-kapitaal
Kernkapitaal (common equity)1
11 711
11 711
14 476
13 076
Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie KBC Verzekeringen) 11 361 12 592
Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 2 333 2 000
Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -341 -334
Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -950 -769
Belangen van derden -3 -3
Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 497 1 391
Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) -6 -21
Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)2 0 -92
Egalisatiereserve (-) -131 0
Dividenduitkering (-) 0 -836
Vergoeding van overheidseffecten (-) 0 -171
Vergoeding van AT1-instrumenten (-) 0 -2
Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -176 -159
IRB-voorzieningstekort (-) -225 -225
Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -648 -297
Aanvullend going concern-kapitaal1 0 1 400
Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 0
Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 0
AT1-instrumenten die voldoen aan CRR 0 1 400
Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0
Tier 2-kapitaal 4 547 2 212
IRB-voorzieningsoverschot (+) 342 375
Achtergestelde schulden 4 206 1 837
Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) 0 0
Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0
Totaal gewogen risicovolume 91 216 91 236
Bankactiviteiten 80 189 80 232
Verzekeringsactiviteiten 11 068 10 897
Holdingactiviteiten 72 191
Eliminatie van intercompanytransacties -113 -85
Solvabiliteitsratio's
Common equity ratio 12,8% 14,3%
Tier 1-ratio 12,8% 15,9%
Totale kapitaalratio 17,8% 18,3%

1 Cijfers geauditeerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering.

2 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen) moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van het common equity.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR
(Basel III), alternatieve berekeningswijzen
(in miljoenen euro of in procenten)
31-12-2013
Fully loaded
31-12-2013
Gefaseerd
31-12-2014
Fully loaded
31-12-2014
Gefaseerd
Deense compromismethode
Kernkapitaal (common equity) 11 711 12 095 13 076 12 684
Totaal gewogen risicovolume 91 216 91 216 91 236 88 382
Common equity ratio 12,8% 13,3% 14,3% 14,4%
Tier 1-ratio 12,8% 15,3% 15,9% 16,0%
Totale kapitaalratio 17,8% 18,4% 18,3% 18,9%

Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens Basel III, Deense compromismethode, fully loaded:

  • Eigen vermogen van de aandeelhouders: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
  • Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten: zie Overige Informatie, Kapitaal- en garantieverrichtingen met de overheid in 2008 en 2009.
  • • Additional tier 1-instrumenten die voldoen aan CRR: de stijging in 2014 was het gevolg van de plaatsing in maart 2014 van een CRR-conform additional tier 1-instrument voor 1,4 miljard euro.
  • Totaal gewogen risicovolume: sinds de invoering in 2008 is de Internal Rating Based (IRB)-benadering de voornaamste benadering om de risicogewogen activa van KBC te berekenen. Die wordt, bij een volledige toepassing van alle CRR/CRD IV-regels, gebruikt voor ongeveer 80% van de gewogen kredietrisico's, waarvan ongeveer 68% wordt berekend volgens de Advanced-benadering en ongeveer 12% volgens de Foundationbenadering. De overige gewogen

kredietrisico's (ongeveer 20%) worden berekend volgens de standaardbenadering. De referentiecijfers van 2013 voor het totale gewogen risicovolume zijn herberekend rekening houdend met de veranderde verwerking van de joint venture CˇMSS in de divisie Tsjechië (van de methode van de proportionele consolidatie naar de vermogensmutatiemethode, meer informatie daarover vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 1a). De stijging van de gewogen risico's in 2014 was grotendeels het gevolg van een gewijzigde methodologie, waarbij de carve-out van overheidsobligaties van de thuislanden (waarvan het risico werd gewogen tegen 0%) werd afgeschaft. Door die wijziging stegen de risicogewogen activa met ongeveer 4,4 miljard euro, berekend op basis van de posities op het einde van 2013.

Eind 2014 bedroeg de fully loaded Basel III-hefboomratio, op basis van de huidige CRR-wetgeving, 6,4% voor de KBC-groep op geconsolideerd niveau. Dat cijfer omvat de resterende overheidssteun van 2 miljard euro zoals overeengekomen met de toezichthouder en de vereisten voor voorzichtige waardering.

U vindt meer informatie over risicobeheer in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations, Risicorapporten.

Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk

De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV.

De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van de Solvency I-regels. Solvency II is het nieuwe gereguleerde solvabiliteitsregime voor alle verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen van de EU. Terwijl de huidige solvabiliteitsvereisten voor verzekeringen (Solvency I) gebaseerd zijn op volumes, gaat Solvency II uit van de risico's. Het wil solvabiliteitsvereisten invoeren die de risico's van ondernemingen beter weerspiegelen en een toezichtsysteem

introduceren dat voor alle EU-lidstaten consistent is. Solvency II zal officieel in werking treden in januari 2016. Op basis van de meest recente versie van de Solvency II-voorschriften ligt de Solvency II-ratio van de KBC-verzekeringsgroep in 2014 ruim boven de minimumvereiste.

In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

Solvabiliteit, KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk
31-12-2013
(in miljoenen euro)
KBC Bank (geconsolideerd, CRR/CRD IV, fully loaded)
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 14 400 14 154
Tier 1-kapitaal 9 602 11 132
Waarvan kernkapitaal 9 602 9 727
Tier 2-kapitaal 4 797 3 021
Totaal gewogen risico's 79 822 80 232
Common equity ratio (fully loaded) 12,0% 12,1%
Tier 1-ratio (fully loaded) 12,0% 13,9%
Totale kapitaalratio (fully loaded) 18,0% 17,6%
KBC Verzekeringen (geconsolideerd, Solvency I)
Beschikbaar kapitaal 2 721 3 166
Vereiste solvabiliteitsmarge 968 981
Solvabiliteitsratio, in procenten 281% 323%
Solvabiliteitssurplus 1 753 2 185

In december 2014 kondigde de groep een aantal maatregelen aan om zijn kapitaalstructuur verder te optimaliseren. Het betrof de inkoop door KBC Verzekeringen van eigen aandelen ten bedrage van 203 miljoen euro van KBC Groep NV vóór het einde van 2014 en een vervanging van aandeelhoudersvermogen van KBC Verzekeringen door een tier

2-intragroepslening voor een bedrag van 500 miljoen euro waarop KBC Groep NV in het eerste kwartaal van 2015 zal intekenen. Als gevolg van die transacties zal de solvabiliteits-/ CET1-ratio van KBC Groep NV verbeteren, terwijl de solvabiliteit van KBC Verzekeringen NV uitzonderlijk stevig blijft.

Uitgebreide beoordeling door de Europese Centrale Bank

Eind oktober 2014 maakten de Europese Centrale Bank (ECB) en de Nationale Bank van België (NBB) de resultaten bekend van de uitgebreide beoordeling door de ECB.

De oefening bestond uit een doorlichting van de boeken tot 31 december 2013 (een onderzoek van de activakwaliteit – asset quality review of AQR) en een stresstest met een horizon van drie jaar (2014-2016). De stresstest vertrok van de balans na AQR-correctie vanaf eind 2013 en bevatte dus conservatieve aanpassingen.

De AQR moest de transparantie van de bankbalansen verhogen door de kwaliteit van de activa te beoordelen en na te gaan of de activa, de waarborgen en de ermee verbonden voorzieningen juist gewaardeerd zijn.

Voor de stresstest is nauw samengewerkt met de EBA en werden de gebruikelijke methodes gevolgd. De test onderzocht het incasseringsvermogen van de bankbalansen en de winstcapaciteit in stressscenario's. De stresstest bekeek de gesimuleerde impact over een periode van drie jaar van twee scenario's: een baselinescenario en een negatief scenario. Beide scenario's gingen uit van een aantal aannames (bv. een stabiele balans) en waren dus hypothetisch. Maar dat is eigen aan elke

stresstest. Hoewel de KBC-groep het voorwerp van de uitgebreide beoordeling was, werden alleen de geconsolideerde rekeningen van KBC Bank doorgelicht (AQR). Hetzelfde gold voor de stresstest: alleen de impact van de scenario's op de bankactiviteiten (niet de verzekeringsactiviteiten) werd berekend. De kapitaalpositie (CET1-ratio) werd evenwel gemeten op het

niveau van de KBC-groep.

De impact van de pure stresstest volgens het negatieve scenario leidde tot een daling van de common equity tier 1-ratio (CET1-ratio) in 2016 met 2,6 procentpunten. De invloed van de AQR was beperkt, met een daling van de CET1-ratio met 0,6 procentpunten.

De gezamenlijke invloed van de terugbetaling van de staatssteun die werd overeengekomen met de Europese Commissie, over de horizon van drie jaar van de stresstest (1,8 miljard euro, inclusief premies en coupon), de AQR en de pure stresstest, leidde tot een CET1-ratio van 8,3%. Dat is dus een aanzienlijke buffer van 2,8 procentpunten (2,8 miljard euro) boven de drempel van 5,5% die de ECB oplegt en toont de robuustheid van KBC aan.

Indien en waar relevant heeft het management van KBC de AQR-aanpassingen en aanbevelingen in aanmerking genomen in de jaarrekening van 2014, rekening houdend met de IFRS-waarderingsregels voor KBC. In de loop van 2014 werden de belangrijkste aanbevelingen proactief aangepakt en de impact ervan werd verwerkt in het resultaat van 2014:

• Uit onze analyse blijkt dat de AQRaanpassingen met betrekking tot de onderzochte kredietdossiers in de geselecteerde portefeuilles grotendeels zijn opgenomen in 2014 en dit als onderdeel van het normale kredietproces. De bijkomende waardeverminderingen die in 2014 werden aangelegd voor de onderzochte dossiers zijn voornamelijk een gevolg van de volledige toepassing van de nieuwe kredietherstructureringsregels vanaf het derde kwartaal van 2014 en van nieuwe feiten en/of informatie over de specifieke dossiers die in 2014 beschikbaar waren.

Meer weten?

Meer informatie over de uitgebreide risicobeoordeling vindt u in het persbericht van 26 oktober 2014 op www.kbc.com.

  • De AQR-aanpassingen met betrekking tot de collectieve waardeverminderingen (voor KBC Ireland) en de aanbevelingen met betrekking tot parameters en aannames in het model zijn in aanmerking genomen en opgenomen in de jaarrekening van 2014 als dat bepaald is in IFRS.
  • KBC heeft een nieuw kredietwaardeaanpassingsmodel (credit value adjustment of CVA) ontwikkeld waarin de AQR-aanbevelingen zijn verwerkt. Dat model is in het vierde kwartaal van 2014 ingevoerd en dus is de impact van de AQR-aanpassing op de CVA correct weerspiegeld in de jaarrekening van 2014.

In 2014 nam KBC ook deel aan de Europese stresstest voor verzekeraars, uitgevoerd door EIOPA. Het doel van die test was na te gaan hoe veerkrachtig de verzekeringssector is en zijn belangrijkste zwakheden te identificeren. De kernmodule van de EIOPA-stresstest bevatte negatieve marktscenario's die werden aangevuld met een reeks onafhankelijke verzekeringsspecifieke schokken met betrekking tot sterfte, vergrijzing, onvoldoende reserves en rampen.

Economisch kapitaal en ICAAP

We gebruiken een economischkapitaalmodel om het totale risico te berekenen dat KBC loopt als gevolg van zijn verschillende activiteiten, rekening houdend met de verschillende risicofactoren. De ramingen van dat economischkapitaalmodel bezorgen we elk kwartaal aan het Groepsdirectiecomité, het Groepscomité Risico en Compliance en de Raad van Bestuur.

We definiëren economisch kapitaal als het vereiste kapitaal om heel zware verliezen op te vangen, uitgedrukt in de potentiële daling van de economische waarde van de groep (d.w.z. het verschil tussen de huidige economische waarde en de ongunstigste economische waarde over een tijdshorizon van één jaar en met een bepaald betrouwbaarheidsniveau), in overeenstemming met de risicobereidheid die de Raad van Bestuur heeft bepaald. We berekenen het economisch kapitaal per risicocategorie volgens een gemeenschappelijke noemer (dezelfde tijdshorizon van één jaar en hetzelfde betrouwbaarheidsinterval) en tellen die dan bijeen. Omdat het uiterst onwaarschijnlijk is dat alle risico's zich gelijktijdig voordoen, houden we rekening met diversificatievoordelen bij het optellen van de individuele risico's.

Het economisch kapitaal vormt een belangrijke bouwsteen van het Internal Capital Adequacy Assessment Process (ICAAP). Bovendien biedt het essentiële input voor het meten van risicogewogen prestaties (zie verder).

Nieuwe richtlijnen kunnen aanleiding geven tot een herziening van het economischkapitaalmodel en het ICAAP.

In overeenstemming met Basel, pijler 2, ontwikkelde KBC een ICAAP. Naast de vereisten inzake reglementair kapitaal maakt dat proces gebruik van een economischkapitaalmodel om de kapitaalvereisten te meten op basis van alle groepswijde risico's en om die vereisten te vergelijken met het voor risicodekking beschikbare kapitaal. Het ICAAP beoordeelt zowel de huidige als de toekomstige kapitaaltoestand. Voor die laatste beoordeling wordt een driejarenraming opgesteld van vereist en beschikbaar kapitaal, zowel reglementair als economisch, volgens een basisscenario dat rekening houdt met de verwachte interne en externe groei, en volgens verschillende alternatieve scenario's en een recessiescenario.

Risicogewogen prestatiebeoordeling

In 2011 ontwikkelde KBC een beleid voor de risicogewogen prestatiebeoordeling (Risk-Adjusted Performance Measurement (RAPM)). Daarbij werden gegevens over de risicogewogen prestaties (voor risico aangepaste winst, rendement op kapitaal, economic value added van de groep) gebruikt voor de toewijzing van kapitaal en de bepaling van de variabele vergoeding. Het onderdeel kapitaaltoewijzing in dat beleid zit vervat in het strategische planningproces. Het vergoedingsbeleid bevat ook risicogewogen elementen op basis van RAPM-cijfers. Die risicomaatstaven worden elk kwartaal berekend en gerapporteerd.

Risicogewogen maatstaven berekenen de winstgevendheid met behulp van verwachte verliezen, d.w.z. de verliezen die men verwacht rekening houdend met het risicoprofiel van de portefeuille. Het gebruik van verwachte verliezen en dus een langeretermijnvisie voor de winstgevendheid van de portefeuille garandeert niet alleen dat het management zich bewust is van de risico's wanneer het goed gaat, maar vermijdt ook onevenredige beslissingen en acties in periodes dat het economisch minder goed gaat.

Het basisidee achter de risicocorrectie van de kapitaalbasis bij RAPM is dat het reglementaire kapitaal een beperkte dekking heeft in termen van risicotypes en maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC weerspiegelt. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van het risicoprofiel van KBC.

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

Hoe besturen we onze groep?

KBC Groep NV gebruikt de Belgische Corporate Governance Code 2009 (Code) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. De Code streeft naar transparantie op het gebied van corporate governance door informatie in het Corporate Governance Charter (Charter) en de Verklaring inzake deugdelijk bestuur of de Corporategovernanceverklaring (Verklaring) in het jaarverslag bekend te maken.

Thomas Leysen, voorzitter van de raad van bestuur van KBC Groep

Het Charter licht de voornaamste aspecten van het beleid van de vennootschap op het vlak van corporate governance toe, zoals de bestuursstructuur, de interne reglementen van de Raad van Bestuur, zijn comités en het Directiecomité, en andere belangrijke onderwerpen. U vindt het Charter op www.kbc.com. De Verklaring wordt in het jaarverslag opgenomen en bevat meer feitelijke informatie over de corporate governance van de vennootschap, zoals een beschrijving van de samenstelling en de werking van de Raad van Bestuur, relevante gebeurtenissen tijdens het boekjaar, eventuele afwijkingen van de Code, het remuneratieverslag en een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen.

Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2014. In de Verklaring zijn ook enkele andere wettelijke bepalingen opgenomen.

In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt:

  • Raad van bestuur van KBC Groep NV: Raad;
  • Directiecomité van KBC Groep NV: DC;
  • Auditcomité van KBC Groep NV: AC;
  • Risico- en Compliancecomité van KBC Groep NV: RCC;
  • Audit-, Risico- en Compliancecomité van KBC Groep NV: ARCC.

Samenstelling van de Raad en zijn comités

In de tabel vindt u een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2014. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.

3 (v)
3
3
3
2
AC
5 (v)
5
5
5
5
5
5
ARCC
n(v)
DC
n
n
estuurders
Overheidsb
n
s
bestuurder
n
n
n
n
jke
Onafhankeli
houders
kernaandeel
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
oordigers
Vertegenw
s
bestuurder
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
ende
Niet-uitvoer
eringen
raadsvergad
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
6
9
6
8
Bijgewoond
e
2015
2016
2015
2016
2018
2015
2015
2015
2018
2016
2016
2015
2016
2016
2018
2018
2018
2017
huidig man
daat
Einde
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
12 nov – 31 dec
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
1 jan – 1 mei
Vanaf 1 mei
14
e Raad in 20
Periode in d
Advocaat en ondervoorzitter Raad van Bestuur Cera Beheersmaatschappij NV
Gedelegeerd bestuurder Cera Beheersmaatschappij NV en Almancora
Beheersmaatschappij NV, lid Comité van Dagelijks Bestuur Cera CVBA
Beheersmaatschappij NV, voorzitter Comité van Dagelijks Bestuur Cera
Gedelegeerd bestuurder Cera Beheersmaatschappij NV en Almancora
Burgemeester van Lo-Reninge en voorzitter Raad van Bestuur Cera
Hoogleraar Departement Accounting en Financiering Universiteit
Departementshoofd aan de International Business School van
Senior Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP
Voorzitter DC en gedelegeerd bestuurder
Voorzitter Boerenbond en MRBB CVBA
Gedelegeerd bestuurder MRBB CVBA
Voorzitter Directiecomité NMBS
Gedelegeerd bestuurder 3D NV
Ondervoorzitter van de Raad
Beheersmaatschappij NV
Gedelegeerd bestuurder
Gedelegeerd bestuurder
CEO Ravago Plastics NV
Voorzitter van de Raad
CEO Christeyns groep
CEO Vlerick Group
Antwerpen
Boedapest
CVBA
e
Hoofdfuncti
Benoemings
comité
RCC
6
3
6 (v) 4 5 3 6
3 (v)
2 3 6 3
Samenstelling van de Raad op 31-12-2014* Aantal vergaderingen in 2014 Ghislaine Van Kerckhove Christine Van Rijsseghem

* Alain Tytgadt was lid tot 19 augustus 2014 (6 bijgewoonde vergaderingen). Tom Dechaene was lid tot 23 december 2014 (9 bijgewoonde vergaderingen); hij was als overheidsbestuurder ook lid van het ARCC, AC en Benoemingscomité.

Wijzigingen in de Raad in 2014

  • Júlia Király, onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code, werd door de Algemene Vergadering benoemd in die hoedanigheid voor een periode van vier jaar.
  • Marc De Ceuster, Piet Vanthemsche en Marc Wittemans, niet-uitvoerende bestuurders, werden herbenoemd voor een nieuw mandaat van vier jaar.
  • Christine Van Rijsseghem werd benoemd als bestuurder voor een periode van vier jaar. Zij werd lid van het DC en verkreeg de hoedanigheid van gedelegeerd bestuurder, in vervanging van John Hollows die ontslag nam als bestuurder.
  • Het mandaat van Alain Bostoen werd niet hernieuwd op de Algemene Vergadering van 30 april 2014. Hij werd op voorstel van het Benoemingscomité gecoöpteerd door de Raad op zijn vergadering van 12 november 2014.
  • Thomas Leysen werd voor de resterende duur van zijn mandaat, d.w.z. tot na afloop van de jaarvergadering van 2015, de hoedanigheid toegekend van onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
  • Alain Tytgadt nam ontslag met ingang van 19 augustus 2014.
  • Tom Dechaene nam ontslag met ingang van 23 december 2014.

Wijzigingen in de comités van de Raad in 2014

  • Op grond van de nieuwe bankenwet die de kredietinstellingen verplicht tot de oprichting van een auditcomité en een risk & compliancecomité, werd ervoor geopteerd ook het ARCC van KBC Groep op te splitsen in een AC en een RCC. Op 31 december 2014 bestond het AC uit Marc Wittemans (voorzitter), Frank Donck, Júlia Király en Vladimira Papirnik. Tom Dechaene (vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid) was eveneens lid tot 22 december 2014. Het RCC bestaat uit Franky Depickere (voorzitter), Frank Donck, Marc Wittemans, Vladimira Papirnik en Marc De Ceuster.
  • De samenstelling van het Benoemingscomité en van het Remuneratiecomité werd eveneens gewijzigd. Op 31 december 2014 bestond het Benoemingscomité uit Thomas Leysen (voorzitter en onafhankelijk bestuurder), Jo Cornu (onafhankelijk bestuurder), Franky Depickere, Philippe Vlerick en Piet Vanthemsche. Tom Dechaene (vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid) was lid tot 22 december 2014. Het Remuneratiecomité bestaat uit Jo Cornu (voorzitter en onafhankelijk bestuurder), Júlia Király (onafhankelijk bestuurder) en Philippe Vlerick. Marc De Ceuster fungeert, in overleg met de Vlaamse overheid, als waarnemer in dit comité.
  • De comités fungeren in hun gewijzigde samenstelling vanaf juni 2014.

Meer weten?

U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance.

Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 7 mei 2015

  • De heer Jo Cornu, onafhankelijk bestuurder, neemt wegens het bereiken van de leeftijdsgrens ontslag uit de Raad na afloop van de algemene vergadering van 7 mei 2015. Hij wordt niet vervangen. De Raad dankt hem van harte voor zijn jarenlange inzet als onafhankelijk bestuurder voor de KBC-groep.
  • Thomas Leysen, onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code, wordt door de Raad, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor herbenoeming voor een termijn van vier jaar in dezelfde hoedanigheid.
  • Alain Bostoen, niet-uitvoerend bestuurder, wordt door de Raad, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor een benoeming voor een mandaat van vier jaar.
  • Franky Depickere, Luc Discry, Frank Donck en Luc Popelier worden door de Raad van Bestuur, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor een herbenoeming voor een nieuw mandaat van 4 jaar.
  • Koen Algoed wordt, op advies van het Benoemingscomité, door de raad voorgedragen voor een benoeming voor een mandaat van vier jaar. Als bestuurder vertegenwoordigt hij de Vlaamse overheid. Die voordracht gebeurt onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB.

Curriculum vitae van nieuwe bestuurders

Koen Algoed, geboren in Kortrijk in 1965, behaalde een masterdiploma Economie aan de KU Leuven (1988) en een masterdiploma Science in Econometrics & Mathematical Economics aan de London School of Economics (1991). In 1995 behaalde hij een Ph.D in Economie aan de KU Leuven met de doctoraatsthesis Essays on insurance: a view from a dynamic perspective. Koen Algoed is professor Economie aan de KU Leuven, waar hij in de periode 2008–2009 directeur van het onderzoekscentrum Vives KU Leuven was. Hij is ook lid van de onderzoekseenheid Centre for Research on Economic Markets and their Environments (KU Leuven, Campus Brussel).

Agenda van de Algemene Vergadering van 7 mei 2015

U vindt de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com.

* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)

Op 1 mei 2014 werd de organisatiestructuur van KBC vereenvoudigd en aangepast aan de kleinere omvang van de groep, waarbij de divisies Internationale Markten en Internationale Productfabrieken fuseerden tot één divisie Internationale Markten en Corporate Change & Support ophield te bestaan en de entiteiten ervan werden geïntegreerd in de bestaande organisatie.

Als gevolg daarvan veranderde ook de samenstelling van het DC. Het DC telt vanaf 1 mei 2014 zes in plaats van acht leden, die worden opgesomd in het diagram.

waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.

Activiteitsverslag van de Raad en zijn comités

Samenstelling,
vergaderingen,
aanwezigheden
Zie tabel vooraan in dit hoofdstuk
Raad Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het
vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het ARCC (tot juni),
het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van
de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
• de strategie van de KBC-groep
• de strategie van KBC in Wallonië en Brussel
• de activiteiten van KBC in Ierland en Slowakije
• Antwerpse Diamantbank (ADB)
• de terugbetaling van 500 miljoen euro aan de Vlaamse overheid
• Corporate Sustainability and Responsibility (CSR)
• Consumer Finance
• het Integrated Risk Report (maandelijks)
• de Asset Quality Review en de ECB-stresstest
• de verslaggeving van de effectieve leiding inzake beoordeling van het interne controlesysteem
• de Risk Appetite Statement
• het Recovery Plan
• cyber security
• het beleggingsbeleid
• het Jaarverslag van Compliance
• het HR-beleid
• het vergoedingsbeleid
Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken
bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de
specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.
ARCC tot juni
2014
Tot juni 2014: ARCC
AC en RCC vanaf
juni 2014
Het ARCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de
interne auditor en de compliance officer. Ook de erkende revisoren woonden de vergaderingen bij.
Het verslag van de interne auditor, het verslag van de compliance officer en het verslag van de risicofunctie
vormden vaste agendapunten. De periodieke rapportering van de risicofunctie omvatte voornamelijk een
toelichting over de ontwikkeling op het gebied van het ALM- en liquiditeitsrisico, marktrisico, kredietrisico,
operationeel risico, verzekeringsrisico en de kapitaalvereisten van de KBC-groep. Het verslag van de interne
auditor verstrekte telkens een overzicht van de recente auditverslagen, inclusief de belangrijkste
auditverslagen van de onderliggende groepsentiteiten. Het ARCC nam ook kennis van de uitvoering van de
auditplanning voor 2014. Het ARCC werd periodiek geïnformeerd over de voortgang van de implementatie
van de auditaanbevelingen. De periodieke rapportering van de compliancefunctie informeerde de ARCC
leden onder meer over de voornaamste ontwikkelingen in de wet- en regelgeving alsook over de
belangrijkste vaststellingen en projecten op het gebied van compliance. Het ARCC nam ook kennis van de
uitvoering van de complianceplanning voor 2014. Het ARCC nam kennis van de rapportering inzake
belangenconflicten.

Activiteitsverslag van de Raad en zijn comités in 2014

Activiteitsverslag van de Raad en zijn comités in 2014

Op 12 februari 2014 nam het ARCC kennis van de inhoud van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2013 en keurde het persbericht goed. De revisor verstrekte toelichting bij zijn belangrijkste controlebevindingen. Op 14 mei lichtten de revisoren hun belangrijkste bevindingen toe naar aanleiding van hun controle van de kwartaalafsluiting op 31 maart. Het ARCC keurde ook het betreffende persbericht goed.

Belangrijkste behandelde bijzondere rapporteringen:

  • Verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle in toepassing van de circulaire NBB 2011_9 en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeiden
  • Jaarverslag waarde- en risicobeheer
  • Jaarverslag Anti-Money Laundering
  • ICAAP rapport 2014
  • • ORSA policy
  • • Risk Appetite Statement
  • • KBC Recovery Plan 2014

Vanaf juni 2014: opsplitsing in AC en RCC

In toepassing van artikel 29 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (de Bankenwet) werd het ARCC opgesplitst in een Auditcomité (AC) en een Risico- en Compliancecomité (RCC).

Het AC heeft de opdracht om de Raad te adviseren inzake de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.

Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie. Het staat het wettelijke bestuursorgaan bij in de uitoefening van het toezicht op de tenuitvoerlegging van deze strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt, gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's, inzonderheid reputatierisico's, die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden. Het RCC overwaakt de risico- en de compliancefuncties. Het AC vergaderde drie maal in zijn nieuwe opstelling in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Het AC keurde zijn charter goed op 6 augustus 2014. Naast de kennisname van de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen (zie hiervoor) van de interne auditor besproken.

Het RCC vergaderde drie maal in zijn nieuwe opstelling in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Het RCC keurde zijn charter goed op 6 augustus 2014. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten. Naast deze reguliere rapporteringen werden de volgende bijzondere rapporteringen behandeld:

  • Compliance jaarverslag aan de Raad
  • • Risk Appetite Statement
  • Resultaten van de door de ECB uitgevoerde Comprehensive assessment
  • • Information Security and Cyber risk

Activiteitsverslag van de Raad en zijn comités in 2014

Benoemings
comité
Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC
Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
• de samenstelling van het Directiecomité van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen
• benoemingen en herbenoemingen in de Raad
• de samenstelling van de Raad van Bestuur van KBC Bank NV en van de adviserende comités van KBC
Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, in het bijzonder naar aanleiding van de
inwerkingtreding van de nieuwe bankenwet
• de toepassing van de circulaire van de NBB over de standaarden van deskundigheid en professionele
betrouwbaarheid door leden van het directiecomité, bestuurders, verantwoordelijken van individuele
controlefuncties en effectieve leiders van financiële instellingen
Remuneratie
comité
Het Remuneratiecomité vergaderde veelal in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad, de voorzitter van
het DC en de vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC
Groep NV vervult die rol ook ten aanzien van KBC Verzekeringen en KBC Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
• aanpassingen aan de Remuneration Policy
• vergoedingsstatuut van nieuw DC-lid
• afscheidsregeling voor Danny De Raymaeker
• evaluatie van beoordelingscriteria van het DC over 2013
• beoordelingscriteria van het DC voor 2014
• jaarlijkse Remuneration Review
• vergoeding van de voorzitters van AC en RCC en buitenlandse bestuurders
• KBC-pensioenplannen en -fondsen
Meer informatie Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van
het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.

AC: toepassing van artikel 96 § 1 9° van het Wetboek van Vennootschappen

Op 31 december 2014 zetelen in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code:

  • Vladimira Papirnik: onafhankelijk bestuurder, doctor juris (Northwestern University, USA, 1982), is senior partner bij het advocatenkantoor Squire Sanders en werkt zowel in Praag als in Chicago. Ze is gespecialiseerd in internationaal bankrecht, projectfinanciering en vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance).
  • Júlia Király: onafhankelijk bestuurder, studeerde af aan de University of Economics van Boedapest (1980) en behaalde een Ph.D in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was gedurende 15 jaar professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest.

Op basis van voorgaande gegevens kan worden besloten dat deze onafhankelijke bestuurders als lid van het AC voldoen aan de in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen gestelde voorwaarden van onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit.

De andere leden van het AC zijn:

  • Marc Wittemans: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen, graduaat in de Fiscale Wetenschappen en in de Actuariële Wetenschappen. Hij is gedelegeerd bestuurder van MRBB CVBA, holdingmaatschappij van de Boerenbond, en voorzitter van het AC.
  • Frank Donck: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (RUG) en licentiaat Financiële Wetenschappen (Vlerick School voor Management Gent). Hij heeft verschillende mandaten uitgeoefend als bestuurder (o.m. als onafhankelijk bestuurder) in diverse vennootschappen. Momenteel is hij gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Groep NV en van Tele Columbus AG.

Tot en met 22 december 2014 maakte ook Tom Dechaene deel uit van het AC. Hij was niet-uitvoerend bestuurder en vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Hij is licentiaat in de Rechten (Centrale Examencommissie), licentiaat in de Toegepaste Wetenschappen (Universiteit Antwerpen) en houder van een MBA (Insead, Fontainebleau). Aan Insead studeerde hij ook Bank Risk Management. Hij heeft mandaten uitgeoefend als bestuurder (onder meer als onafhankelijk bestuurder) in diverse vennootschappen.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.

RCC: toepassing van 6.3.6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV

Op 31 december 2014 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Corporate Governance Code (zie hierna).

Het RCC is samengesteld uit:

  • Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor in CERA Bank en heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Hij is thans gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.
  • Frank Donck (cv: zie hierboven)
  • Marc Wittemans (cv: zie hierboven)

  • Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder (cv: zie hierboven).

  • Marc De Ceuster: niet-uitvoerend bestuurder, vertegenwoordiger van de Vlaamse regering, doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen (Universiteit Antwerpen, 1992) en master in de Rechten (UFSIA – UIA, 1987). Hij is professor Financiën (UA) en Academic Director van de masteropleidingen Real Estate Management, Personal Financial Planning en Financiën van de Antwerp Management School.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.

Beleid inzake transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders die niet onder de wettelijke belangenconflicten vallen

De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV.

Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik

De Raad heeft een Dealing Code opgesteld die onder meer voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende

verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen. De principes van die Dealing Code zijn opgenomen als bijlage bij het Corporate Governance Charter. Het reglement trad in werking op 10 mei 2006. De Raad keurde een bijgewerkte versie goed op 8 augustus 2011.

Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden

De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.

Op initiatief van de voorzitter heeft in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele

beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.

De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.

Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.

Op initiatief van de voorzitter van het DC gaat het voltallige DC eens per jaar over tot het bespreken van zijn doelstellingen en het beoordelen van zijn prestaties. Jaarlijks gaat de voorzitter van het DC over tot de individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.

Remuneratieverslag over het boekjaar 2014

Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC

Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC stoelt op de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Vergoedingscomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Vergoedingscomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De Raad kan ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC het Vergoedingscomité opdracht geven mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te

onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

Raad: op advies van het Vergoedingscomité beslist de Raad over het vergoedingsregime van de leden van de Raad. Als dat nodig is, vraagt de Raad ook een beslissing van de Algemene Vergadering.

DC: op advies van het Vergoedingscomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert hij ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.

Verklaring over het tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde vergoedingsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad en van het DC

Het Vergoedingscomité verklaart het volgende:

Principes van het vergoedingsbeleid met inachtneming van de relatie tussen vergoeding en prestaties

Zowel voor niet-uitvoerende bestuurders als voor uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt als basisbeginsel dat ze recht hebben op een billijke vergoeding die in verhouding staat tot de door hen geleverde bijdrage aan het beleid en de groei van de groep.

Voor niet-uitvoerende bestuurders geldt:

  • Hun vergoeding bestaat uitsluitend uit een jaarlijkse, vaste vergoeding die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering. Het zwaartepunt van de vergoeding ligt bij de presentiegelden. Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die Raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding.
  • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Vergoedingscomité en goedgekeurd door de Raad.
  • De bestuurders die in het AC of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vergoeding (presentiegeld) voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor vergaderingen die samen met het AR of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, het presentiegeld maar eenmaal wordt uitgekeerd aan de bestuurders die in verschillende comités zitting hebben. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een extra vaste vergoeding. Bestuurders die in het Benoemingscomité

of het Vergoedingscomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.

  • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen vanaf 2014 een extra vergoeding (presentiegeld) toegekend per bijgewoonde vergadering.
  • KBC Groep NV verleent noch kredieten noch waarborgen aan bestuurders. Dergelijke kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de bankenwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.

Voor de uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt het volgende:

  • De Raad bepaalt hun vergoeding op basis van het advies van het Vergoedingscomité en van de voorzitter van het DC (voor de voorzitter van het DC op advies van het Vergoedingscomité).
  • In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de KBC-groep is de individuele vergoeding van de leden van het DC samengesteld uit de volgende componenten:
  • een vaste maandvergoeding,
  • een jaarlijkse prestatiegebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling (geëvalueerd op basis van vooraf afgesproken criteria),
  • een jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk,
  • de eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk).
  • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de zogenaamde risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door

de Raad. Als (een van) de opgelegde parameters niet wordt (worden) bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.

  • De Raad bepaalt op advies van het Vergoedingscomité de prestatiegebonden variabele vergoeding aan de hand van de evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria. Voor 2015, onder meer:
  • de implementatie van de strategie;
  • de financiële planning uitvoeren (inclusief rentabiliteits-, kapitaals- en liquiditeitsplanning);
  • het versterken van de risicocontrole-omgeving (onder meer risicolimieten en audit- en complianceaanbevelingen);
  • het verder verbeteren van de tevredenheid van personeel, klanten en andere stakeholders.

Het Remuneratiecomité evalueert de uitvoering van die criteria, formuleert op basis daarvan en binnen de limieten van het contractueel afgesproken stelsel een voorstel voor de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding en geeft daarover een advies aan de Raad, die ten slotte een beslissing neemt. Het Remuneratiecomité geeft ook een advies aan de Raad over de omvang van de individuele variabele vergoeding op basis van een evaluatie van de prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk. Het Remuneratiecomité houdt daarbij rekening met de evaluatie door de voorzitter van het DC.

• De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgenoot achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.

Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding

In 2013 besliste de Raad van Bestuur het vergoedingsregime van de voorzitter en de leden van het DC te herschikken door de vaste component van de vergoeding in twee fasen op te trekken en het relatieve belang van de variabele vergoeding te verminderen. De variabele component van de vergoeding werd opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele

vergoeding zich tussen 0 en 300 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 100 000 euro. Voor de leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 200 000 en maximaal 70 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Vergoedingscomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar, waarbij de uitvoering van het Europese herstructureringsplan primordiaal is. Het aandeel van de variabele vergoeding in het totale vergoedingspakket is in elk geval lager dan 30%.

De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven

De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over vier jaar: 50% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaren. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met Virtual Investment Certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van vier jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die hierna beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.

Informatie over het vergoedingsbeleid voor de komende twee boekjaren

Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. Wat de vergoeding van de leden van het DC betreft, wordt momenteel een vergelijkende studie uitgevoerd met betrekking tot de omvang van hun bijkomend pensioen. Afhankelijk van het resultaat

daarvan zal mogelijk een aanpassing aan het bijkomend pensioenplan voor de leden van het DC voorgesteld worden.

Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. Dit zijn de belangrijkste:

  • Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel (waarvan ten minste 10% gebaseerd is op de resultaten van de KBC-groep) en een prestatiegebonden deel.
  • Ten minste 50% van het variabele loon voor het topmanagement, de Key Identified Staff (KIS), wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over drie jaar.
  • Voor de KIS wordt de helft van de totale variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten.
  • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdbackmogelijkheid voorzien.
  • De verhouding tussen vast en variabel loon wordt bepaald op maximaal één op een half.
  • Voor het variabele loon geldt een plafond van nominaal 750 000 euro.

Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding voor de prestaties vanaf boekjaar 2012 werd naast de risk gateway een Risk-Adjusted Performance Measurement Framework geïntroduceerd. Het basisidee van dat beleid, dat gebruikt wordt voor de toewijzing van kapitaal, is dat noch het economische kapitaal, noch het reglementaire kapitaal geschikt is als de enige drijfveer voor kapitaaltoewijzing. Reglementair kapitaal heeft een beperkte dekking in termen van risicotypes en weerspiegelt maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van KBC van zijn risicoprofiel, maar is momenteel niet op hetzelfde gedetailleerde niveau beschikbaar. Gezien die beperkingen werd gekozen om kapitaal toe te wijzen op basis van een RWA-coëfficiënt (RWA staat voor risicogewogen activa) die de inzichten van economisch kapitaal reflecteert.

Dat beleid introduceert het begrip RAP (Risk-Adjusted Profit) als (absolute) maatstaf van de winstgevendheid van een bedrijf, maar met een intrinsieke correctie voor kapitaal- en risico-elementen. Voor bepaalde categorieën van key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.

Terugvorderingsbepalingen

Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.

In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):

  • Er is een bewijs van wangedrag of grove fout van de medewerker (bijvoorbeeld schending van de gedragscode en andere interne regels, in het bijzonder met betrekking tot risico's).
  • In geval van een daling met ten minste 50% van ofwel het nettoresultaat exclusief de niet-recurrente winst ofwel de (onderliggende) winst aangepast voor risico van de KBC-groep en/of de onderliggende KBC-entiteit in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving ten opzichte van het jaar van toekenning, zal een malus worden toegepast op de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die betrekking hebben op het jaar van toekenning, tenzij het Vergoedingscomité van de KBC-groep een gemotiveerd advies geeft aan de Raad waarin het voorstelt geen malus toe te passen om welbepaalde redenen. Het Vergoedingscomité van de KBC-groep zal ook een advies geven over de malusgraad (het toe te passen percentage). De eindbeslissing ligt bij de Raad.

• In het geval dat het nettoresultaat exclusief de nietrecurrente winst of de voor risico aangepaste winst van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn. De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Vergoedingscomité.

In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):

  • bewijs van fraude,
  • (gebruik van) misleidende informatie.

Vergoedingen op individuele basis die aan de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend

Overeenkomstig het geldende remuneratiesysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders een vaste vergoeding en presentiegeld in verhouding tot het aantal door hen bijgewoonde vergaderingen van de Raad van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland. Zoals hierboven al vermeld, ontving de voorzitter van de Raad alleen een bijzondere vaste vergoeding. De voorzitters van het AC en het RCC ontvingen een bijkomende vaste vergoeding. Ook de ondervoorzitter van de Raad ontving een bijkomende vaste vergoeding.

Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde basis, in euro)

Vergoeding
(m.b.t. boekjaar 2014)
Vergoeding AC en RCC
(m.b.t. boekjaar 2014)
Presentiegeld
(m.b.t. boekjaar 2014)
Thomas Leysen 500 000 0 0
Alain Bostoen 20 000 0 55 000
Jo Cornu 20 000 0 55 000
Marc De Ceuster 20 000 40 000 55 000
Tom Dechaene 20 000 40 000 55 000
Franky Depickere 65 000 140 000 62 500
Luc Discry 40 000 0 55 000
Frank Donck 40 000 35 000 55 000
Júlia Király 20 000 40 000 82 500
Lode Morlion 40 000 0 55 000
Vladimira Papirnik 20 000 40 000 82 500
Theodoros Roussis 40 000 0 55 000
Alain Tytgadt 25 315 0 35 000
Ghislaine Van Kerckhove 40 000 0 50 000
Piet Vanthemsche 40 000 0 45 000
Philippe Vlerick 70 000 0 55 000
Marc Wittemans 40 000 52 500 55 000

Informatie over het bedrag van de vergoeding die leden van het DC van KBC Groep NV die ook lid zijn van de Raad in die hoedanigheid zouden hebben ontvangen

Er werd noch een vaste vergoeding noch presentiegeld uitgekeerd aan de leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad.

Evaluatiecriteria gebaseerd op de prestaties van KBC Groep NV en/of van de betrokkene(n) bij de toekenning van variabele vergoedingen

De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van enkele vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Het resultaat van die evaluaties is een percentage tussen 0% en 100% dat toegepast wordt op het maximale bedrag van de variabele vergoeding. Voor het jaar 2014 besliste de Raad, op advies van het

Vergoedingscomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 93,75%.

In 2014 besliste de Raad om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 83%, maar niet uit te betalen zolang KBC voldoet aan de omschrijving van een instelling met uitzonderlijke overheidssteun zoals die in het ontwerp van bankenwet is opgenomen. De Raad is van oordeel dat KBC niet langer aan die specifieke omschrijving voldoet en stemde er derhalve mee in de variabele vergoeding over 2013 uit te betalen overeenkomstig de modaliteiten opgenomen in de Remuneration Policy.

Vergoeding van de voorzitter en de andere leden van het DC van KBC Groep NV

Het DC van KBC Groep NV is een collegiaal en solidair orgaan waarvan de voorzitter primus inter pares is en geen CEO in de zin van enige operationele en verantwoordelijke vertegenwoordiger van het bedrijf. Niettemin worden in de tabel, ter uitvoering van de vennootschapswetgeving en de Code, de vergoedingen van de voorzitter van het DC individueel weergegeven.

In de tabel worden bovendien de gezamenlijke vergoedingen vermeld die KBC Groep NV en zijn directe en indirecte dochtervennootschappen voor het boekjaar 2014 uitkeerden aan andere leden van het DC van KBC Groep NV. Sinds 1 mei 2014 bestaat het DC uit 6 leden (inclusief de voorzitter). Voordien bestond het tot 1 maart 2014 uit 8 leden en van 1 maart tot 1 mei 2014 uit 7 leden.

Vergoeding van het DC van KBC Groep NV Voorzitter:
Johan Thijs
Andere leden van het DC
(samen)
(uitbetaald bedrag in euro) 2013 2014 2013 2014
Statuut zelfstandige zelfstandige zelfstandigen zelfstandigen
Vaste basisvergoeding 879 005 1 040 000 4 403 393 3 936 202
Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar1 0 21 667 0 75 526
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar1 0 70 312 0 264 965
Resultaatgebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 28 800 72 447 118 258 341 189
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 19 676 35 743 82 286 140 183
Totaal 927 481 1 240 169 4 603 937 4 758 065
Pensioen3
Aanvullend pensioenplan type vaste prestaties (service cost) 94 106 116 343 651 468 820 318
Aanvullend pensioenplan met vaste bijdragen (aan het pensioenfonds
overgemaakte toelage)
25 373 44 060 98 935 88 120
Andere voordelen4 16 218 14 853 201 955 122 248

1 De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in de vorm van phantom stocks en de uitbetaling van de variabele vergoeding wordt gespreid over vier jaar (het eerste jaar 50% en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaar). Het hier weergegeven bedrag betreft dan ook alleen het in 2015 in cash uitbetaalbare gedeelte van de totale variabele vergoeding (25% van het totale toegekende bedrag).

2 Aangezien er voor 2011 geen enkele variabele vergoeding werd toegekend, gaat het hier om een uitgesteld gedeelte van de variabele vergoeding voor de jaren 2012 en 2013. Voor 2012 gaat het om 16,66% van het cashgedeelte van de totale vergoeding. Voor de variabele vergoeding van 2013 gaat het om de eerste betaling (van de helft van het cashgedeelte van de totale vergoeding). In maart 2014 besliste de Raad van Bestuur immers om over het boekjaar 2013 wel een variabele vergoeding toe te kennen, maar de betaling ervan uit te stellen tot ten vroegste januari 2015.

3 Het pensioenstelsel van de leden van het DC (behalve John Hollows) bestaat uit twee delen: een klein gedeelte in de vorm van het type vaste bijdragen en het belangrijkste gedeelte in de vorm van het type vaste prestaties. Het vastebijdragenplan is van toepassing op alle leden van het DC vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de betrokkene gedurende drie jaar deel uitmaakt van het DC. Dat plan wordt door KBC gefinancierd d.m.v. een jaarlijkse toelage (aan het pensioenfonds van KBC) waarvan de omvang uitgedrukt wordt als een percentage van de geconsolideerde nettowinst van KBC Groep. Dat percentage is afhankelijk van de ontwikkeling van de winst per aandeel. Het vasteprestatiesplan is van toepassing voor elk lid van het DC vanaf het ogenblik van opname in het DC. Een volledig aanvullend rustpensioen wordt verworven na 25 jaar dienst in de KBC-groep, waarvan minstens zes jaar als lid van het DC. Elk aanvullend pensioen (tenzij het werd opgebouwd met persoonlijke bijdragen) dat in welke hoedanigheid ook (zelfstandige of werknemer) elders in de groep werd verworven, wordt bij de berekening van dat rustpensioen in rekening gebracht. Cumuleren is dus niet mogelijk. John Hollows is in Tsjechië aangesloten bij een vastebijdragenplan.

4 Elk lid van het DC ontvangt een maandelijkse representatievergoeding van 400 euro. Aangezien het hier om een forfaitaire terugbetaling van kosten gaat, werd dat bedrag niet in de tabel opgenomen. Elk lid van het DC heeft ook een bedrijfswagen. Op het privégebruik worden de leden van het DC belast op basis van een forfait van 7 500 km per jaar. Voordelen die de leden van het DC verder nog genieten, zijn onder meer een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering.

Betaalde langetermijncashbonus

Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijncashbonus.

Aandelen, aandelenopties en andere rechten om aandelen van KBC Groep NV te verwerven, toegekend in de loop van het boekjaar, op individuele basis

Zoals hierboven beschreven, wordt de helft van de totale jaarlijkse variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. Over 2014 worden de volgende bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (het aantal phantom stocks wordt bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van het jaar van toekenning).

Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) totaal Vesting
2015
Vesting
2016
Vesting
2017
Vesting
2018
Johan Thijs 183 958 91 979 31 273 31 273 29 433
Luc Popelier 124 083 62 042 21 094 21 094 19 853
John Hollows1 123 500 61 750 20 720 20 720 20 310
Luc Gijsens 121 167 60 583 20 598 20 598 19 388
Daniel Falque 117 667 58 833 20 003 20 003 18 828
Christine Van Rijsseghem 81 167 40 583 13 798 13 798 12 988
Marko Voljcˇ 39 611 19 805 6 734 6 734 6 338
Danny De Raymaeker 20 194 10 097 3 433 3 433 3 231
Pavel Kavánek2 53 593 26 797 8 932 8 932 8 932

1 Gedeeltelijk phantom stocks en gedeeltelijk VIC's (Virtual Investment Certificates).

2 VIC's (i.p.v. phantom stocks).

Zoals hoger vermeld, werd de uitkering van de variabele vergoeding die voor 2013 werd toegekend uitgesteld. Dat had ook als gevolg dat er in 2014 nog geen phantom stocks werden toegekend. Aangezien de Raad besliste om ook de

variabele vergoeding voor 2013 uit te betalen, worden ook volgende aantallen aan phantom stocks toegekend (aantallen bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van 2014).

Vesting Vesting Vesting Vesting
Aantallen toegekend in de vorm van phantom stocks totaal 2015 2016 2017 2018
Johan Thijs 3 769 1 884 641 641 603
Luc Popelier 2 516 1 258 428 428 402
John Hollows 2 469 1 235 420 420 394
Luc Gijsens 2 414 1 207 410 410 387
Daniel Falque 2 414 1 207 410 410 387
Marko Voljcˇ 2 469 1 235 420 420 394
Danny De Raymaeker 2 359 1 180 401 401 377
Pavel Kavánek (bedragen)* 178 843 89 422 29 807 29 807 29 807

* Geen phantom stocks maar bedragen ter waarde waarvan VIC's worden toegekend.

Andere aandelen, aandelenopties of rechten om aandelen te verwerven, werden niet toegekend.

Aandelen, aandelenopties en andere rechten om aandelen van KBC Groep NV te verwerven, uitgeoefend of vervallen in de loop van het boekjaar, op individuele basis

Een gedeelte van de phantom stocks die in 2011 voor het boekjaar 2010 werden toegekend, en van de phantom stocks die in 2013 voor het boekjaar 2012 werden toegekend, werd in april 2014 omgezet in cash tegen een koers van 44,53 euro. De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):

Johan Thijs 153 139
Danny De Raymaeker 142 407
Luc Popelier 130 161
John Hollows 130 161
Marko Voljcˇ 117 292
Luc Gijsens 78 640
Daniel Falque 46 267

Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV op individuele basis

Als gevolg van de door de federale en de Vlaamse overheid bedongen voorwaarden naar aanleiding van de

kernkapitaaltransacties in 2008 en 2009 werd de vertrekvergoeding (betaalbaar bij vertrek op initiatief van het bedrijf) voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC vanaf eind oktober 2008 beperkt tot 12 maanden vaste vergoeding. Ten gevolge van de nieuwe bankenwet van 25 april 2014 werd dat vanaf 7 mei 2014 teruggebracht tot 9 maanden vaste vergoeding. Door de bijzondere bepaling in artikel 14 van de bijlage 2 van voornoemde bankenwet is het op 18 november 2014 opnieuw 12 maanden vaste vergoeding geworden.

Ten gevolge van de reorganisatie van de structuur van de groep werd met ingang van 1 maart 2014 het mandaat van Danny De Raymaeker als lid van het DC beëindigd. Op voorstel van het Remuneratiecomité heeft de Raad beslist dat hij op grond van de voormelde bepalingen in aanmerking kwam voor een vertrekvergoeding van 12 maanden vaste vergoeding (720 000 euro).

Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controleen risicobeheersystemen

Hierna geven we in toepassing van bepalingen in het Wetboek van Vennootschappen en de Belgische Corporate Governance Code een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC (Deel 1 in het algemeen, Deel 2 toegespitst op het financiële rapporteringsproces).

Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC

1 Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering

We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie van dit jaarverslag.

KBC wil een efficiënte bank-verzekeraar en

vermogensbeheerder zijn met een sterke affiniteit met zijn klanten en ruime aandacht voor zijn medewerkers. KBC focust op particulieren, zelfstandigen, vrije beroepen, kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps in geselecteerde Europese landen. De groep streeft daarbij door efficiëntie, klantgerichtheid, werknemerstevredenheid en gezond risicobeheer verantwoorde rendementsdoelstellingen na. KBC probeert ook zich te identificeren met de verschillende gemeenschappen waarin het bedrijf werkzaam is door lokale bedrijfsmerken te hanteren, lokaal management in dienst te nemen en aan te sluiten bij het sociaal verantwoord ondernemen volgens de normen van de betreffende landen.

De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:

  • De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem krachtens het Wetboek van Vennootschappen zijn voorbehouden. De Raad beslist, op voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite).
  • Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

Het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van deze Verklaring.

2 Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid

KBC oefent zijn activiteiten uit met respect voor de geldende wetten en reglementen en past die zowel naar de letter als naar de geest toe. KBC houdt daarbij ook rekening met het evoluerende normbesef van de maatschappij en wil met zijn activiteiten bijdragen tot de economische, sociale en ecologische vooruitgang van zijn werkgebieden. KBC schenkt in de eerste plaats aandacht aan de behoeften en de belangen van zijn klanten, aandeelhouders, personeel en

maatschappelijke omgeving. In zijn relatie met hen legt KBC zichzelf regels op inzake billijkheid en redelijkheid, openheid en transparantie, discretie en zorg voor privacy.

Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. De belangrijkste richtlijnen en beleidsnota's in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.

Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:

  • bestrijding van witwassen en van financiering van terrorisme en naleven van embargo's;
  • fiscaal preventiebeleid waaronder de bijzondere mechanismen van belastingontduiking;
  • bescherming van de belegger inclusief voorkoming van belangenconflicten (MiFID);
  • gedragsregels voor beleggingsdiensten en distributie van financiële instrumenten;
  • marktmisbruik, waaronder misbruik van voorkennis;
  • bescherming van het privéleven, vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht;
  • bescherming van kredietnemers in consumentenkredieten en hypotheekleningen;
  • naleving van de antidiscriminatiewet;
  • regels betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.

Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:

  • De deontologie van de medewerker zit verweven in de gedragslijn en diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven.
  • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor externe productgerelateerde fraude ligt het hoofdaccent bij de business. Voor fraude en deontologische inbreuken door personeelsleden voeren onafhankelijke diensten die los van de business staan, controles en onderzoeken uit. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het

onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.

  • Het Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te goeder trouw tekenen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren.
  • Het Anticorruptiebeleid bevestigt de houding van KBC in de strijd tegen en de voorkoming van corruptie bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en bevat een omschrijving van de daartoe genomen en te nemen maatregelen. Een onderdeel daarvan is het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag.

De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau.

Het document KBC-Principes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen beschrijft de visie van KBC inzake Corporate Social Responsibility en is beschikbaar op www.kbc.com.

3 Het Three Lines of Defense-model wapent KBC tegen risico's die het behalen van de doelstellingen in het gedrang kunnen brengen

Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.

3.1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's

De business moet in eerste instantie zelf de risico's van zijn activiteitsdomein kennen en zorgen voor aangepaste en effectieve controles. Het gaat daarbij om alle risicotypes, inclusief fraude en de naleving van de reglementaire of wettelijke voorschriften. De business kan daarbij een beroep doen op eigen ondersteunende diensten. Voorbeelden van die ondersteunende diensten zijn Inspectie, Personeel en Boekhouding. Naast die eerstelijnsexpertise kan de business ook een beroep doen op de adviesverlening van de onafhankelijke tweedelijnsfuncties.

3.2 De risicofunctie, Compliance, en voor bepaalde zaken Boekhouding, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisicobeveiliging, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie

Onafhankelijk van de business en conform specifieke regelgeving en geavanceerde industriestandaarden hebben de tweedelijnscontrolefuncties als doel een groepswijd kader uit te tekenen voor alle relevante risicotypes. De functies ondersteunen elk voor hun werkdomein de implementatie van dat raamwerk en zien toe op het gebruik ervan. Naast die ondersteunende en toezichtfunctie hebben de tweedelijnsfuncties ook een adviserende functie als ze assistentie verlenen aan het businessmanagement bij het gebruik van waarde-, risico- en kapitaalbeheerinstrumenten en -technieken. Meer informatie over risicobeheer vindt u in het betreffende hoofdstuk van dit jaarverslag.

De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het Directiecomité haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.

3.3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het DC, het AC en het RCC bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem

Interne Audit gaat na of de risico's in de KBC-groep op een adequate manier worden beheerst, en waar mogelijk worden beperkt of geëlimineerd. Interne Audit ziet er ook op toe dat de bedrijfsprocessen op een efficiënte en doelmatige manier verlopen, en dat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is. Het werkgebied van Interne Audit bestrijkt alle wettelijke entiteiten, activiteiten en divisies binnen de KBC-groep, inclusief de verschillende controlefuncties.

Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Dat charter beantwoordt aan de bepalingen van de Circulaire D1 97/4 (banken) en PPB-2006-8-CPA (verzekeringen) van de CBFA (de huidige FSMA) en aan de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014.

Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.

4 Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem

Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.

Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.

Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.

Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving

Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond.

De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).

De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.

De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de algemeen directeur van Finance Groep, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.

Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.

De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.

De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.

Het Reporting Framework (2011) en het Challenger Framework (2012) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.

Jaarlijks (sinds 2012) moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk assessment tool van de risicofunctie. Het omvat naast een ingevulde CFO-vragenlijst ook een opsomming van

alle verantwoordelijkheden (Entity Accountability Excel) voor accounting en voor externe financiële rapportering samen met de onderliggende Departmental Reference Documents (RACI's) die onderbouwd aantonen hoe de verantwoordelijkheden worden opgenomen. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-toendproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die

bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.

Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.

Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de tweede paragraaf onder punt 4 van Deel 1.

Afwijkingen van de Code

De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet eveneens een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Hierna volgt dat overzicht:

Bepaling 2.1 van de Belgische Corporate Governance Code (Code) stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit. Zie verder in de paragraaf over Genderdiversiteit.

Bepaling 5.2/1 van Bijlage C bij de Code schrijft voor dat de Raad een Auditcomité opricht dat uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Bepaling 5.2/4 van dezelfde Bijlage C stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van dat comité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.

Op 31 december 2014 was het AC samengesteld uit 4 niet-uitvoerende bestuurders, van wie 2 onafhankelijke en 2 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Tot en met 22 december 2014 maakte ook de bestuurder die door de Vlaamse overheid was aangewezen deel uit van het AC. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC. Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit 5 bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en 3 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Tot en met 22 december 2014 maakte ook de bestuurder die door de Vlaamse overheid was aangewezen deel uit van het Benoemingscomité. De onafhankelijke bestuurders vormden in dat comité dus niet de meerderheid.

De bestuurders die door de overheid werden aangewezen, zorgen mee voor een onafhankelijke kijk op de activiteiten van KBC.

Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, en met het recht op deelname van een door de overheid aangewezen bestuurder. Op die manier wordt een evenwicht in stand gehouden dat heilzaam is voor de stabiliteit en de continuïteit van de groep. Bovendien kunnen de kernaandeelhouders door de aanwezigheid van hun vertegenwoordigers in de comités van de Raad de operationele verslaggeving (AC) en de rekruterings- en benoemingsdossiers (Benoemingscomité) met kennis van zaken volgen. Dat komt evenwicht, kwaliteit en efficiëntie van het beslissingsproces binnen de Raad ten goede.

Genderdiversiteit

Sinds 2011 bevat de vennootschapswetgeving een bepaling waardoor de Raad op termijn ten minste een derde leden moet bevatten van een ander geslacht dan dat van de overige leden. Bepaling 2.1 van de Code stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit.

Als gevolg van de benoeming van Christine Van Rijsseghem tot gedelegeerd bestuurder, telde de Raad op 31 december 2014 4 vrouwen en 14 mannen. De Raad streeft een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in zijn midden na. Er zullen in de volgende jaren verdere stappen worden gezet om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen en ten laatste in 2017 het vereiste quotum te behalen. Met ingang van de Algemene Vergadering van 7 mei 2015 zal de Raad 4 vrouwen en 14 mannen tellen.

Belangenconflicten die onder artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vallen

In de loop van het boekjaar 2014 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.

Commissaris

De Algemene Vergadering van KBC Groep NV van 2 mei 2013 hernieuwde het mandaat van de commissaris Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA voor een periode van drie jaar, met als vertegenwoordigers Christel Weymeersch en/of Jean-François Hubin.

De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 43 (volledige groep – geconsolideerde cijfers) en in het deel Vennootschappelijke jaarrekening, in Toelichting 6 (KBC Groep NV).

Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

1 Kapitaalstructuur op 31 december 2014

Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 780 658 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.

2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten

Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de in de

uitgiftevoorwaarden bepaalde referentiekoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 12 november 2014 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 15 december 2016.

De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil.

4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.

5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht

De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2014 betrof het 488 aandelen (0,00% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).

De stemrechten verbonden aan de aandelen aan toonder die op 31 december 2014 nog niet waren aangeboden, zijn ingevolge de dematerialisatie van de aandelen aan toonder geschorst. Op 31 december 2014 betrof het 202 789 aandelen (0,0485% van het aantal aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).

6 Aan KBC Groep NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht

Een groep rechtspersonen en natuurlijke personen treden in onderling overleg op en vormen de vaste aandeelhouderskern van KBC Groep NV. Volgens de door hen ingestuurde kennisgeving beschikken ze over de volgende aantallen stemrechten in onderling overleg:

  • KBC Ancora Comm.VA: 77 516 380
  • Cera CVBA: 11 127 166
  • MRBB CVBA: 47 889 864
  • Andere vaste aandeelhouders: 32 020 498.

In totaal zijn dat 168 553 908 stemrechten of 40,35% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2014.

Tussen die partijen werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren, en op de toepassing van dat beleid toe te zien. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht binnen het kader van het syndicaat.

De aandeelhoudersovereenkomst werd aangegaan voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.

In het kader van de kernkapitaaluitgifte van 3,5 miljard euro door KBC Groep NV waarop midden juli 2009 door het Vlaams Gewest werd ingeschreven (en waarvan eind 2014 nog 2 miljard euro uitstaat), zijn de kernaandeelhouders van KBC Groep NV onder meer de volgende formele verbintenis aangegaan. Zij zullen hun aandelen niet aanbieden in geval van een vrijwillig of verplicht openbaar overnamebod op alle KBC-aandelen of, naargelang het geval, geen KBC-aandelen in die mate verkopen dat daardoor een verplicht bod zou ontstaan of, naargelang het geval, hun aandelen vóór de

aanvang, gedurende of na afloop van een openbaar overnamebod niet overdragen aan (een) (aanstaande) bieder(s) of een verwante partij noch enig recht daartoe verlenen, zonder de formele verbintenis van de (aanstaande) bieder(s) dat die na afloop van het bod KBC zal (zullen) verplichten alle uitstaande kernkapitaaleffecten terug te betalen (onder voorbehoud van goedkeuring door de NBB) of zelf alle uitstaande kernkapitaaleffecten zal (zullen) inkopen, in beide gevallen tegen een prijs gelijk aan 44,25 euro per effect.

7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV

Benoeming en vervanging van leden van de Raad:

De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad na advies van de toezichthouder ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen

vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen.

De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters.

Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat

mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.

Wijziging van de statuten:

Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en besluiten, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig. De nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit dan op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).

Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).

8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen

De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 21 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte zowel van aandelen als van al dan niet achtergestelde, converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.

Op 12 november 2014 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 34,35 euro en een maximum van 101 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 17 december 2014 verhoogd met 1 448 724 euro, vertegenwoordigd door 416 300 nieuwe aandelen.

Als gevolg daarvan bedroeg op 31 december 2014 het toegestane kapitaal nog 697 169 705,56 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2014 – nog maximaal 200 336 122 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,95% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.

De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.

De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn tot 29 mei 2015 gemachtigd om eigen aandelen van KBC Groep NV te verkrijgen of te vervreemden als de verkrijging of de vervreemding ervan noodzakelijk is om te voorkomen dat KBC Groep NV een dreigend, ernstig nadeel zou lijden.

Deze raden zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2014 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen 486 aandelen van KBC Groep NV in bezit.

9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.

10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer naar aanleiding van een openbaar overnamebod de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.

Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2014

Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:

  • naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007 (zie A hierna);
  • naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen (zie B hierna);
  • op vrijwillige basis.

In het hoofdstuk Informatie voor aandeel- en obligatiehouders vindt u een synthese met de meest recente meldingen.

We wijzen erop dat de hierna onder A) en B) vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

A) Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de onderstaande tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2014,

resulterend uit alle kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2014. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2014 (en de twee eerste maanden van 2015).

Adres Aantal KBC-aandelen
(tegenover het huidige aantal
aandelen)
De kennisgeving betreft
de situatie op
Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België 77 516 380 (18,55%) 1 december 2014
Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België 11 127 166 (2,66%) 1 december 2014
Diestsevest 40, 3000 Leuven, België 47 889 864 (11,46%) 1 december 2014
P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2,
8510 Bellegem, België
32 020 498 (7,66%) 1 december 2014
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 300 (0,00%) 16 oktober 2012
Throgmorton Avenue 12, EC2N 2DL Londen,
Verenigd Koninkrijk
20 932 157 (5,01%) 5 juni 2014
Summer Street 245, Boston, Massachusetts
02210, Verenigde Staten
12 308 475 (2,95%) 17 oktober 2014*
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen,
Verenigd Koninkrijk
12 900 729 (3,09%) 30 december 2014

Aandeelhouderschap op 31-12-2014, volgens de meest recente kennisgevingen overeenkomstig de Wet van 2 mei 2007

* Begin 2015 werden nieuwe kennisgevingen ontvangen (zie deel Vennootschappelijke jaarrekening).

B) Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 1 december 2014 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.

A Mededelingen door

a rechtspersonen, b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1

Participatie, Participatie, In
Aandeelhouder aantal In procenten2 Aandeelhouder aantal procenten2
KBC Ancora Comm.Va 77 516 380 18,55% Sereno SA 321 401 0,08%
MRBB CVBA 47 889 864 11,46% Rodep Comm. Va 300 000 0,07%
Cera CVBA 11 127 166 2,66% Colver NV 271 784 0,07%
SAK AGEV 8 978 885 2,15% Efiga Invest SPRL 230 806 0,06%
Plastiche NV 3 855 915 0,92% Gavel Comm. Va 200 000 0,05%
VIM CVBA 3 834 500 0,92% Ibervest 190 000 0,05%
3D NV 2 491 893 0,60% Promark International NV 189 000 0,05%
De Berk BVBA 1 318 208 0,32% Niramore International SA 150 700 0,04%
Algimo NV 1 040 901 0,25% SAK Iberanfra 120 107 0,03%
Rainyve SA 941 958 0,23% Edilu NV 64 800 0,02%
SAK PULA 933 798 0,22% Isarick NV 45 056 0,01%
Stichting Amici Almae Matris 912 731 0,22% Agrobos 42 500 0,01%
Cecan NV 871 002 0,21% Wilig NV 40 446 0,01%
Ceco c.v.a 568 849 0,14% Filax Stichting 38 529 0,01%
Van Holsbeeck NV 502 822 0,12% I.B.P Ravaga Pensioenfonds 34 833 0,01%
Cecan Invest NV 397 563 0,10% Lycol NV 30 806 0,01%
Bareldam SA 387 544 0,09% Hendrik Van Houtte CVA 25 920 0,01%
Dufinco BVBA 357 002 0,09% Asphalia NV 14 241 0,00%
Robor NV 352 667 0,08% Vobis Finance NV 685 0,00%

B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden

(deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)
Participatie, Participatie, Participatie, Participatie,
aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2
477 395 0,11% 159 100 0,04% 80 000 0,02% 20 836 0,00%
285 000 0,07% 125 900 0,03% 50 664 0,01% 19 522 0,00%
285 000 0,07% 107 744 0,03% 41 500 0,01% 3 431 0,00%
166 200 0,04% 105 000 0,03% 32 554 0,01% 2 800 0,00%

1 Er werden geen dergelijke mededelingen ontvangen.

2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2014.

We hebben maar één aarde Jesse Sels

Geconsolideerde jaarrekening

"We verhuren kunststofpaletten die lang meegaan. Ze worden ingezet in 27 landen. Als huisbankier heeft KBC ons duurzame verhaal van in het begin ondersteund."

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

Nettorente-inkomsten
3
4 077
4 308
Rente-inkomsten
3
8 343
7 893
Rentelasten
3
-4 266
-3 586
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering)
9, 11
536
512
Verdiende premies
9 ,11
1 259
1 266
Technische lasten
9, 11
-723
-754
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)
9, 10
-242
-216
Verdiende premies
9, 10
1 132
1 247
Technische lasten
9, 10
-1 373
-1 463
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
9
-5
16
Dividendinkomsten
4
47
56
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
5
1 191
227
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa
6
252
150
Nettoprovisie-inkomsten
7
1 469
1 573
Provisie-inkomsten
7
2 268
2 245
Provisielasten
7
-798
-672
Overige netto-inkomsten
8
122
94
TOTALE OPBRENGSTEN
7 448
6 720
Exploitatiekosten
12
-3 843
-3 818
Personeelskosten
12
-2 312
-2 248
Algemene beheerskosten
12
-1 262
-1 303
Afschrijvingen vaste activa
12
-269
-266
Bijzondere waardeverminderingen
14
-1 927
-506
op leningen en vorderingen
14
-1 714
-587
op voor verkoop beschikbare financiële activa
14
-34
-29
op goodwill
14
-7
0
op overige
14
-173
109
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
15
30
25
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
1 708
2 420
Belastingen
16
-678
-657
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
46
0
0
RESULTAAT NA BELASTINGEN
1 029
1 763
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
14
0
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten
0
0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
1 015
1 762
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten
0
0
Winst per aandeel (in euro)
Gewoon
17
1,03
3,32
Verwaterd
17
1,03
3,32
(in miljoenen euro) Toelichting 2013 2014

• Retroactieve aanpassingen op grond van IFRS 11: zie Toelichting 1a.

• Dividendvoorstel over het boekjaar 2014: onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering betaalt de groep een brutodividend van 2 euro per aandeel (totaal dividend 836 miljoen euro) uit over het boekjaar 2014. Aangezien de uitbetaling van een coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de Vlaamse overheid (zie deel Overige informatie) is verbonden aan de uitkering van een dividend op aandelen, wordt ook daar in een coupon

voorzien (171 miljoen euro). Merk op dat een eventuele coupon in rekening wordt gebracht bij de berekening van de winst per aandeel (Toelichting 17).

• We lichten de belangrijkste bestanddelen van de resultatenrekening toe in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2014 en de hoofdstukken over de divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income)

(in miljoenen euro) 2013 2014
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 029 1 763
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 14 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 015 1 762
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN ERKEND IN EIGEN VERMOGEN
Verwerkt in de winst-en-verliesrekening
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen 117 47
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 171 119
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -6 -4
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -48 -68
Bijzondere waardeverminderingen 4 8
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -54 -76
Uitgestelde belastingen 2 0
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties -287 675
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -328 1 006
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 107 -334
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -66 2
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -121 -34
Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare
financiële activa naar aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd
aangehouden financiële activa 24 38
Uitgestelde belastingen 31 -2
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa 0 0
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 338 -871
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 533 -1 287
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -185 440
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -11 -25
Brutobedrag -13 -28
Uitgestelde belastingen 3 3
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen -116 79
Brutobedrag 0 9
Uitgestelde belastingen -116 70
Overige mutaties 0 1
Niet verwerkt in de winst-en-verliesrekening
Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen 136 -198
Wijzigingen, IAS 19 206 -281
Uitgestelde belastingen op wijzigingen, IAS 19 -69 83
TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 1 218 1 495
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 14 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 203 1 494

Geconsolideerde balans

ACTIVA (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2013 31-12-2014
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 4 294 5 771
Financiële activa 18–29 222 887 231 421
Aangehouden voor handelsdoeleinden 18–29 16 885 12 182
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 18–29 16 441 18 163
Voor verkoop beschikbaar 18–29 27 307 32 390
Leningen en vorderingen 18–29 130 153 135 784
Tot einde looptijd aangehouden 18–29 31 323 31 799
Afdekkingsderivaten 18–29 777 1 104
Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen 35 146 194
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille
120 168
Belastingvorderingen 31 1 723 1 814
Actuele belastingvorderingen 31 242 88
Uitgestelde belastingvorderingen 31 1 481 1 726
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 46 3 769 18
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 182 204
Vastgoedbeleggingen 33 598 568
Materiële vaste activa 33 2 457 2 278
Goodwill en andere immateriële vaste activa 34 1 277 1 258
Overige activa 30 1 233 1 480
TOTAAL ACTIVA 238 686 245 174
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2013 31-12-2014
Financiële verplichtingen 18–29 199 421 205 644
Aangehouden voor handelsdoeleinden 18–29 13 119 8 449
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 18–29 24 931 23 908
Tegen geamortiseerde kostprijs 18–29 159 693 169 796
Afdekkingsderivaten 18–29 1 678 3 491
Technische voorzieningen vóór herverzekering 35 18 701 18 934
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille
-2 189
Belastingverplichtingen 31 518 697
Actuele belastingverplichtingen 31 109 98
Uitgestelde belastingverplichtingen 31 409 599
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 46 2 027 0
Voorziening voor risico's en kosten 36 523 560
Overige verplichtingen 37 2 983 2 629
TOTAAL VERPLICHTINGEN 224 172 228 652
Totaal eigen vermogen 39 14 514 16 521
Eigen vermogen van de aandeelhouders 39 11 826 13 125
Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 39 2 333 2 000
AT1(additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen 39 0 1 400
Belangen van derden 39 354 -3
TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 238 686 245 174

• Retroactieve aanpassingen op grond van IFRS 11: zie Toelichting 1a.

m
ns
ge
mo
ver
de
deer
nsoli
eco
G
aties
ut
Geplaatst
gestort
en vol
aandelen
Uitgifte- Eigen ringsreserve
(voor verkoop
Herwaarde
beschikbare fi
reserve
Afdekkings
(kasstroom
afdekkin
Wijziging in
toegezegd
pensioen
Omreke-
ningsver-
Eigen
gen van
vermo
aandeel
verlenende
Niet
stemrecht
kernkapi
menten
in eigen
AT1-
instru
Belangen
van
Totaal
eigen
(in miljoenen euro) kapitaal premie aandelen nanciële activa) gen) regelingen Reserves schillen houders taaleffecten vermogen derden vermogen
2013
Saldo aan het begin van het jaar 1 450 5 388 -1 1 263 -834 0 5 192 -360 12 099 3 500 0 362 15 961
Eerste toepassing IAS 19 gereviseerd 0 0 0 0 0 -71 -11 0 -82 0 0 0 -82
Aangepast saldo aan het begin van het jaar 1 450 5 388 -1 1 263 -834 -71 5 182 -360 12 017 3 500 0 362 15 879
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 1 015 0 1 015 0 0 14 1 029
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 1 0 -170 338 136 -1 -116 189 0 0 0 189
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 1 0 -170 338 136 1 014 -116 1 203 0 0 14 1 218
Dividenden 0 0 0 0 0 0 -961 0 -961 0 0 0 -961
Kapitaalverhoging 1 15 0 0 0 0 0 0 16 0 0 0 16
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 0 0 0 0 0 0 -583 0 -583 -1 167 0 0 -1 750
Verkoop van eigen aandelen 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1
Invloed van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 -3 0 -3 0 0 0 -3
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -18 -18
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 136 136 0 0 -4 132
Totaal wijzigingen 1 16 1 -170 338 136 -533 20 -191 -1 167 0 -8 -1 365
Saldo aan het einde van de periode 1 452 5 404 0 1 094 -497 65 4 648 -340 11 826 2 333 0 354 14 514
Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen 323
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 771
Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
4 1 0 0 -3 1 1
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogens
mutatiemethode
7 0 0 0 3 10 10
2014
Saldo aan het begin van het jaar 1 452 5 404 0 1 094 -497 65 4 648 -340 11 826 2 333 0 354 14 514
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 1 762 0 1 762 0 0 0 1 763
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 0 0 722 -871 -198 1 79 -268 0 0 0 -268
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 0 0 722 -871 -198 1 763 79 1 494 0 0 0 1 495
Dividenden 0 0 0 0 0 0 -39 0 -39 0 0 0 -39
Kapitaalverhoging 1 17 0 0 0 0 0 0 19 0 0 0 19
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 0 0 0 0 0 0 -167 0 -167 -333 0 0 -500
Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 -6 0 -6 0 1 400 0 1 394
Invloed van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 -2 0 -2 0 0 0 -2
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -358 -358
Totaal wijzigingen 1 17 0 722 -871 -198 1 548 79 1 298 -333 1 400 -358 2 007
Saldo aan het einde van de periode 1 453 5 421 0 1 815 -1 368 -133 6 197 -261 13 125 2 000 1 400 -3 16 521
Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen 370
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 445
Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu
tatiemethode
23 0 0 0 0 23 23
  • Kapitaalverhogingen, niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten (de kapitaalversterkende transacties afgesloten met de Belgische en de Vlaamse overheid), AT1-instrumenten en aantal aandelen: zie Toelichting 39. Bijkomende informatie over de nietstemrechtverlenende kernkapitaaleffecten vindt u in het deel Overige informatie. De transactiekosten met betrekking tot de uitgifte van de AT1-instrumenten in 2014 werden afgetrokken van de reserves (-10 miljoen euro; -6 miljoen euro na belastingen).
  • Structuur van het aandeelhouderschap: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening, onder Toelichting 3, en deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Eigen aandelen: eind 2014 had de KBC-groep 488 eigen aandelen in bezit.
  • Dividend: de post Dividenden in 2014 omvat noch de uitbetaling van een dividend noch de uitbetaling van een couponbetaling op de overheidssteun met betrekking tot boekjaar 2013. De post Dividend in 2014 bevat wel de coupon op AT1-instrumenten ter waarde van

39 miljoen euro. Voor het boekjaar 2014 (uitbetaling in 2015) zal KBC – mits goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders – een brutodividend van 2 euro per dividendgerechtigd aandeel betalen, evenals een coupon op de resterende overheidssteun.

  • Belangen van derden: de sterke daling in 2014 heeft te maken met het uitoefenen van een call op de trust preferred securities in 2014, met een invloed van -358 miljoen euro in Belangen van derden. Meer uitleg over de trust preferred securities vindt u in Toelichting 39.
  • De herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa) nam gedurende 2014 toe met 722 miljoen euro. Het ging vooral om obligaties (toename met 675 miljoen euro), voornamelijk als gevolg van de gedaalde interestvoeten, en in mindere mate ook om aandelen (toename met 47 miljoen euro). De afdekkingsreserve voor kasstroomdekkingen daalde met 871 miljoen euro in 2014, ook voornamelijk door de gedaalde interestvoeten.

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Bedrijfsactiviteiten
Resultaat vóór belastingen
Gecons. w-&-v- rekening
Aanpassingen voor
Resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten
Gecons. w-&-v- rekening
Bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen
en effecten
Winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen
Wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten
Wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering
Wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen
Wijzigingen in overige voorzieningen
Overige niet-gerealiseerde winst of verlies
Opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen
Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten)
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
1 708 2 420
0 0
21, 33, 34 508 213
32 -25
14 1 714 587
35 28 143
35 -11 -48
36 15 -37
187 967
15 -30 -25
4 150 4 195
12 070 -11 151
18 5 574 -248
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
18 -904 -686
Voor verkoop beschikbare financiële activa 18 2 866 -4 561
Leningen en vorderingen 18 3 280 -5 037
Afdekkingsderivaten 18 844 -325
Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa 46 411 -294
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -2 671 11 913
Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs 18 3 046 12 076
In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs 18 -3 625 3 218
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 18 -6 241 -4 682
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
18 5 357 1 112
Afdekkingsderivaten 18 -752 522
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen 46 -457 -333
Betaalde belastingen -407
Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten 16 -372

Geconsolideerd kasstroomoverzicht (vervolg)

Investeringsactiviteiten
Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten
18
-3 892
-1 929
Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag
18
1 277
1 012
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen
(inclusief stijgingen in participatiepercentages)
Volgende tabel
0
0
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten
geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages)
Volgende tabel
-260
559
Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
32
0
0
Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
32
0
0
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
32
-41
-30
Aankoop van vastgoedbeleggingen
33
-21
-19
Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen
33
36
53
Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill)
34
-116
-153
Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill)
34
24
28
Aankoop van materiële vaste activa
33
-452
-441
Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa
33
197
304
Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten
-3 248
-615
Financieringsactiviteiten
Geconsol. vermogens
Inkoop of verkoop van eigen aandelen
mut.
0
0
Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen
18
1 113
-4 148
Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden
18
-184
-2 396
Kapitaalaflossingen van financiële leasing

0
0
Geconsol. vermogens
Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal
mut.
16
19
Geconsol. vermogens
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten
mut.
-1 750
-500
Geconsol. vermogens
Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen
mut.
0
1 042
Geconsol. vermogens
Uitgekeerde dividenden
mut.
-961
-39
Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten
-1 766
-6 023
Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten

8 163
-2 088
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar

948
8 691
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten

-420
-84
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode

8 691
6 518
Overige informatie
Betaalde rente2
3
-4 266
-3 586
Ontvangen rente2
3
8 343
7 893
Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode)
4, 32
47
56
Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
Geconsol. balans
4 294
5 771
Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder
dan drie maanden
18
8 094
4 287
Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar
18
-3 307
-3 539
46
-391
0
Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten
Totaal

8 691
6 518
Waarvan niet beschikbaar

0
0
(in miljoenen euro) Verwijzing1 2013 2014

1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.

2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer belangrijke administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.

• KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.

activiteiten toe. Alle belangrijke overnames en verkopen van groepsondernemingen of activiteiten werden in geld voldaan.

• Hierna lichten we de belangrijkste al gerealiseerde overnames en vervreemdingen van geconsolideerde dochterondernemingen en

Jaar 2013 2013 2014
(in miljoenen euro) Absolut
Bank
KBC
Banka
KBC Bank
Deutschland
Aankoop of verkoop Verkoop Verkoop Verkoop
Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar 100% 100% 100%
Totaal percentage aandelen aan het einde van het betrokken jaar 0% 0% 0%
Betreffende divisie/segment Groepscenter Groepscenter Groepscenter
Datum sluiting transactie, maand en jaar mei 2013 december
2013
september
2014
Resultaten van betreffende maatschappij opgenomen in resultaat van de groep tot en met: 31 maart
2013
31 december
2013
30 september
2014
Aankoopprijs of verkoopprijs 295 12 90
Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten -245 -15 559
Activa en verplichtingen gekocht of verkocht
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 237 25 12
Financiële activa 2 276 37 2 230
Aangehouden voor handelsdoeleinden 47 0 19
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
0 0 0
Voor verkoop beschikbaar 169 0 163
Leningen en vorderingen 2 061 37 1 985
Tot einde looptijd aangehouden 0 0 64
Afdekkingsderivaten 0 0 0
Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 540 26 14
Financiële verplichtingen 2 063 47 1 781
Aangehouden voor handelsdoeleinden 1 0 9
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
0 0 0
Tegen geamortiseerde kostprijs 2 061 47 1 772
Afdekkingsderivaten 0 0 0
Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 0 0 483
Technische voorzieningen vóór herverzekering 0 0 0

Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

Toelichting 1a: Verklaring van overeenstemming

De Raad van Bestuur van KBC Groep NV keurde de geconsolideerde jaarrekening, inclusief alle toelichtingen, op 19 maart 2015 goed voor publicatie. De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental.

De volgende IFRS-normen werden van kracht op 1 januari 2014 en KBC paste ze toe in deze rapportering.

• IFRS 10, 11 en 12 (nieuwe consolidatienormen). IFRS 10 bepaalt een nieuwe definitie van controle met eventuele wijzigingen van de consolidatiekring tot gevolg (maar niet bij KBC). Onder IFRS 11 mogen gemeenschappelijke ondernemingen niet meer worden geconsolideerd volgens de proportionele methode, maar alleen volgens de vermogensmutatiemethode. IFRS 12 bundelt alle toelichtingsvereisten inzake dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen, alsook inzake structured entities (de nieuwe naam voor Special Purpose Entities). De belangrijkste wijziging voor KBC is de toepassing van de vermogensmutatiemethode in plaats van de proportionele methode voor Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS, een gemeenschappelijke dochteronderneming van Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s.). Die wijziging heeft geen invloed op het resultaat na belastingen of op het eigen vermogen van de

aandeelhouders, maar wel op verschillende posten van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans. In Toelichting 32 vindt u meer informatie.

De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar waren voor de KBC-groep nog niet van kracht op 31 december 2014. KBC zal die normen toepassen zodra dat voor de KBC-groep verplicht wordt.

  • IFRIC 21 (heffingen) werd in juni 2014 goedgekeurd door de EU met 1 januari 2015 als datum van toepassing en met retroactieve toepassing. Daardoor zal KBC genoodzaakt zijn om de vergelijkbare kwartaalcijfers voor 2014 te herwerken. Dat impliceert alleen verschuivingen tussen kwartalen zonder invloed op de jaarcijfers. Voor de vier opeenvolgende kwartalen gaat het om respectievelijk -76 miljoen euro (-51 miljoen euro na belastingen), +26 miljoen euro (+17 miljoen euro na belastingen), +26 miljoen euro (+17 miljoen euro na belastingen) en +25 miljoen euro (+16 miljoen euro na belastingen). Het belangrijkste gevolg van IFRIC 21 in 2015 is dat bepaalde heffingen of voorhand geboekt moeten worden, wat een negatief effect zal hebben op de eerstekwartaalresultaten van 2015.
  • In juli 2014 publiceerde de IASB IFRS 9 (Financiële instrumenten) met betrekking tot de classificatie en de waardering van financiële instrumenten ter vervanging van de desbetreffende vereisten in de huidige IAS 39 (Financiële instrumenten: opname en waardering). De ingangsdatum van de volledige IFRS 9-norm is 1 januari 2018. De impactstudie maakt deel uit van het momenteel lopende IFRS 9-programma in KBC.

  • In mei 2014 publiceerde de IASB IFRS 15 (Omzet van klantencontracten) met betrekking tot de erkenning van omzet. De standaard zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2017. De eventuele impact ervan wordt momenteel geanalyseerd.

  • In de loop van 2014 heeft de IASB verder nog IFRS 14, Regulatory Deferral Accounts, gepubliceerd, alsook enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS'en. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar hun impact wordt momenteel als verwaarloosbaar ingeschat.

Toelichting 1b: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving

a Criteria voor consolidatie en voor opname in de geconsolideerde rekeningen volgens de vermogensmutatiemethode

De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle (zoals door IFRS 10 gedefinieerd) uitoefent.

(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11).

De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) investeringen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent). Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden investeringen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening). Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.

b Effecten van wijzigingen in wisselkoersen

Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum.

Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat.

De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum.

Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald.

Omrekeningsverschillen worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd.

In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.

De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.

De verschillen die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.

c Financiële activa en verplichtingen (IAS 39)

Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.

Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.

IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:

  • • Leningen en vorderingen: alle niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd zijn op een actieve markt.
  • • Tot einde looptijd aangehouden beleggingen: alle niet-afgeleide financiële activa met een vaste eindvervaldag en vaste of bepaalbare betalingen, waarbij KBC stellig van plan en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd.
  • • Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening: de financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden én andere financiële activa die vanaf hun eerste opname aangemerkt zijn als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW). Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële activa die worden aangehouden om ze op korte termijn te verkopen of die deel uitmaken van een portefeuille van dergelijke activa. Alle derivaten met een positieve vervangingswaarde worden beschouwd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsinstrumenten. RW-activa worden op dezelfde manier gewaardeerd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. KBC kan de optie van de reële waarde toepassen als dat meer relevante informatie oplevert. Dat kan immers de waarderings- of opname-inconsistentie (soms ook boekhoudkundige mismatch genoemd) elimineren of aanzienlijk beperken die anders zou ontstaan bij het waarderen op verschillende basis van activa of verplichtingen of bij het opnemen van de winsten of verliezen erop. De optie van de reële waarde kan ook worden toegepast op financiële activa met besloten derivaten.
  • • Voor verkoop beschikbare financiële activa: alle niet-afgeleide financiële activa die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die activa worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten opgenomen in het resultaat van het boekjaar.

  • • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: schulden aangehouden met het oog op terugkoop op korte termijn. Alle derivaten met een negatieve vervangingswaarde worden beschouwd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Deze verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

  • • Financiële verplichtingen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW): deze financiële verplichtingen worden op dezelfde manier gewaardeerd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden. De optie van de reële waarde kan onder dezelfde omstandigheden worden gebruikt als bij de RW-activa. Bovendien kan die categorie worden gebruikt voor de boekhoudkundige verwerking van (afgesplitste) depositocomponenten (dat wil zeggen financiële verplichtingen zonder discretionaire winstdeling) zoals bepaald in IFRS 4.
  • • Andere financiële verplichtingen: dat zijn alle andere niet-afgeleide financiële schulden die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
  • • Afdekkingsderivaten: dat zijn derivaten gebruikt als afdekkingsinstrument.

Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.

KBC past de volgende algemene regels toe:

  • • Vorderingen die werden geklasseerd als Leningen en vorderingen worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten. Leningen met een vaste vervaldag worden daarna gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentevoet; dat is de rentevoet die exact alle toekomstige verwachte kasstromen van de vordering verdisconteert tot de nettoboekwaarde. Die rentevoet houdt rekening met alle gerelateerde vergoedingen en transactiekosten. Leningen zonder vaste vervaldag worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen voor vorderingen waarvoor – hetzij individueel, hetzij op portefeuillebasis – een indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat op de balansdatum. Die indicatie wordt bepaald aan de hand van de Probability of Default (PD). Die PD hangt af van bepaalde kenmerken van de betrokken kredieten zoals het type krediet, de bedrijfstak waartoe de kredietnemer behoort, de geografische locatie van de kredietnemer en andere aspecten die belangrijk zijn voor het risicoprofiel van een kredietnemer. Kredieten die dezelfde PD hebben, hebben bijgevolg een gelijksoortig kredietrisicoprofiel.
  • Leningen en vorderingen met een PD van 12 (individuele probleemkredieten met de hoogste PD) worden individueel getest op een waardevermindering (en eventueel individueel afgeschreven). Het bedrag van de waardevermindering wordt

bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde.

  • Leningen en vorderingen met een PD van 10 of 11 worden ook als individuele probleemkredieten beschouwd. Belangrijke leningen worden individueel getest. Het bedrag van de waardevermindering wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde. Minder belangrijke leningen worden getest op statistische basis. Het bedrag van de waardevermindering volgens de statistische methode is gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD).
  • Leningen en vorderingen met een PD lager dan 10 worden beschouwd als normale kredieten. IBNR-verliezen (IBNR staat voor Incurred but not reported) worden opgenomen voor kredieten met een PD van 1 tot en met 9. Die IBNR-verliezen zijn voornamelijk gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD) met correcties van alle parameters om het point in time-karakter van de IBNR-verliezen te weerspiegelen. De voornaamste correctie heeft betrekking op de PD: de tijdshorizon van de PD wordt ingekort op basis van de emergenceperiode. De emergenceperiode voor retailportefeuilles bedraagt 1 tot 12 maanden, voor bedrijvenportefeuilles zijn de grenzen respectievelijk 1 en 11 maanden. Gemiddeld genomen zijn de emergenceperiodes voor bedrijvenportefeuilles korter dan voor retailportefeuilles.
  • In geval van een waardevermindering wordt de boekwaarde van de lening verminderd via een specifieke rekening voor waardeverminderingen en het verlies wordt opgenomen in de winst-enverliesrekening. Als in een daaropvolgende periode het bedrag aan geschatte waardeverminderingen stijgt of daalt door een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan nadat de bijzondere waardevermindering was erkend, dan wordt de voorheen geboekte waardevermindering verhoogd of verlaagd door aanpassing van de specifieke rekening voor waardeverminderingen. Leningen en de gerelateerde bedragen opgenomen op de specifieke rekeningen voor waardeverminderingen worden afgeschreven als er geen realistisch vooruitzicht op toekomstige recuperatie bestaat of als de lening wordt kwijtgescholden. Een gehernegotieerde lening blijft getest worden op bijzondere waardeverminderingen, berekend op basis van de originele effectieve rentevoet van de lening.

Voor buitenbalansverplichtingen (verbinteniskredieten) die geklasseerd worden als onzeker of oninbaar en dubieus, worden voorzieningen opgenomen als aan de algemene voorwaarden van IAS 37 is voldaan en als aan het meer dan waarschijnlijk-criterium is voldaan. Die voorzieningen worden erkend tegen hun actuele waarde.

Rente op kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden toegepast, wordt berekend aan de hand van de contractuele rentevoet die werd gebruikt om de waardevermindering te berekenen.

• Effecten: naargelang ze al dan niet worden verhandeld op een actieve markt en afhankelijk van de intentie bij verwerving, worden effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen, Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, RW-activa of als Voor verkoop beschikbare financiële activa.

Effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen of Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt over de resterende looptijd van de effecten als rente in het resultaat opgenomen. De opname gebeurt op actuariële basis, uitgaande van de effectieve rentevoet bij aankoop. Individuele bijzondere waardeverminderingen van effecten die geklasseerd zijn als Leningen en vorderingen of als Tot einde looptijd aangehouden effecten worden – volgens dezelfde methode als voor de bovenvermelde vorderingen – opgenomen als er bewijs is van de bijzondere waardevermindering op de balansdatum.

Effecten geklasseerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde (exclusief transactiekosten) en daarna tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.

Effecten geklasseerd als RW die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden op dezelfde wijze gewaardeerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Effecten geklasseerd als Voor verkoop beschikbare financiële activa worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten en worden daarna gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen tot de verkoop van de effecten of tot het moment dat ze een bijzondere waardevermindering ondergaan. In dat geval wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als daarvoor een indicatie bestaat. Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een indicatie van bijzondere waardevermindering bepaald aan de hand van een aanzienlijke (meer dan 30%) of langdurige (meer dan een jaar) daling van de reële waarde. Voor vastrentende effecten wordt de bijzondere waardevermindering bepaald op basis van de recupereerbaarheid van de aanschaffingswaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar. Voor aandelen en andere niet-vastrentende effecten gebeuren terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen via een aparte post van het eigen vermogen. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.

• Derivaten: alle derivaten worden geklasseerd als Financiële activa of verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden met een positieve vervangingswaarde worden aan de actiefzijde van de balans getoond, die met een negatieve vervangingswaarde aan de passiefzijde.

  • • Verschuldigde bedragen: schulden uit ontvangen voorschotten of gelddeposito's worden in de balans opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de ter beschikking gestelde gelden en de nominale waarde wordt pro rata temporis verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De opname gebeurt op geactualiseerde basis, rekening houdend met het reële rentepercentage.
  • • In contracten besloten derivaten: in contracten besloten derivaten die op een pro-ratabasis worden gewaardeerd (Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Leningen en vorderingen, Andere financiële verplichtingen) of die tegen reële waarde worden gewaardeerd met schommelingen van de reële waarde in het eigen vermogen (Voor verkoop beschikbare financiële activa), worden afgescheiden van het contract en tegen reële waarde gewaardeerd (waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen) als op het moment dat KBC het contract verwerft, geoordeeld wordt dat het risico van het besloten derivaat niet nauw verbonden is met het risico van het basiscontract. Achteraf mag er geen herbeoordeling gebeuren van het risico, behalve bij gewijzigde contractvoorwaarden die een substantiële invloed hebben op de kasstromen van het contract. Contracten met besloten derivaten worden evenwel voornamelijk geklasseerd als RW, zodat een afscheiding van het besloten derivaat onnodig wordt, omdat het volledige financiële instrument tegen reële waarde wordt gewaardeerd, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen.
  • • Afdekkingstransacties (hedge accounting): KBC maakt gebruik van afdekkingstransacties als aan alle daartoe vereiste voorwaarden is voldaan (volgens de vereisten voor hedge accounting die niet zijn geschrapt in de versie van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU, de carve-outversie). Die voorwaarden zijn de aanwezigheid van formele documentatie van de afdekkingsrelatie aan het begin van de afdekking, de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn, de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden zowel de derivaten ter afdekking van het risico als de afgedekte posities gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) op een pro-ratabasis in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot de eindvervaldag. KBC maakt gebruik van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille om het renterisico van een portefeuille leningen en spaardeposito's af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van die renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde

van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een niet-effectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-en-verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend.

Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd. Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.

  • • Financiëlegarantiecontract: financiëlegarantiecontracten verplichten de emittent bepaalde betalingen te verrichten om de houder te compenseren voor een door hem geleden verlies omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldbewijs niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt initieel gewaardeerd tegen reële waarde; daarna wordt het gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen:
  • 1 het bedrag dat overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa is bepaald, en
  • 2 het bedrag dat oorspronkelijk werd opgenomen, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die is opgenomen in overeenstemming met IAS 18 Opbrengsten.
  • • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments): aanpassingen van de reële waarde worden opgenomen op alle financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Die aanpassingen van de reële waarde bevatten alle afwikkelingskosten, correcties voor minder liquide instrumenten of markten, correcties verbonden aan mark-to-modelwaarderingen en correcties voor tegenpartijrisico.

d Goodwill en andere immateriële vaste activa

Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en wordt gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill. Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.

e Materiële vaste activa (inclusief vastgoedbeleggingen)

Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.

Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop achter de rug zijn.

f Technische voorzieningen

Voorziening voor niet verdiende premies en lopende risico's

Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.

Voorziening voor verzekeringen Leven

Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere.

In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend.

Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen

Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd.

Daarbij geldt het volgende:

inzichten.

  • • Waardering volgens de prospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorzieningen van klassieke tak 21-levensverzekeringen, moderne tak 21-levensverzekeringen met gegarandeerde rente op toekomstige premies en voor de voorziening voor aanvullende voordelen voor personeelsleden wat de geldende rente betreft. De berekening volgens prospectieve actuariële formules steunt op de technische bepalingen van de contracten.
  • • Waardering volgens de retrospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorziening voor moderne tak 21-levensverzekeringen en voor de voorziening voor aanvullende personeelsvoordelen om nieuwe aanvullende premies te betalen. De berekeningen volgens retrospectieve actuariële formules steunen op de technische bepalingen van de contracten, zij het dan zonder rekening te houden met toekomstige stortingen.

Voorziening voor te betalen schade

Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.

Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die

IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.

Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.

Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden.

Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.

Voorziening voor winstdeling en restorno's

In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als Niet-leven.

Toereikendheidstoets met betrekking tot verplichtingen

Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.

Afgestane herverzekering en retrocessie

Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.

g Verzekeringscontracten gewaardeerd volgens IFRS 4 – fase 1

De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat gerelateerd is aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die gebaseerd is op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting. Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f

Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.

h Pensioenverplichtingen

De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten.

Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in activa of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).

i Belastingverplichtingen

Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen. Actuele belastingverplichtingen worden bepaald aan de hand van het verwachte te betalen bedrag, berekend op basis van de belastingvoeten die geldig zijn op de balansdatum.

Latente belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden berekend aan de hand van de belastingvoeten die geldig zijn op het moment van realisatie van de activa of de verplichtingen waarop ze betrekking hebben. Latente belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt.

j Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:

  • er een (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting bestaat op de balansdatum, als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; en
  • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichtingen af te wikkelen; en
  • het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

k Eigen vermogen

Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:

  • De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (ook Yield Enhanced Securities of YES'en genaamd) waarop werd ingetekend door de overheden, worden beschouwd als eigenvermogensinstrumenten waarbij de coupon rechtstreeks in het eigen vermogen wordt verwerkt. Aangezien de uitbetaling van de coupon op de YES'en afhankelijk is van het uitkeren van een dividend op gewone aandelen, worden de coupons op hetzelfde tijdstip geboekt als het dividend op gewone aandelen (dus geen proratering van de coupon in het eigen vermogen).
  • De aanschaffingskosten van de eigen aandelen van KBC Groep NV worden afgetrokken van het eigen vermogen. Resultaten van verkoop, uitgifte of vernietiging van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.
  • Transacties met derivaten van KBC-aandelen worden eveneens gerapporteerd in het eigen vermogen, tenzij ze netto werden afgewikkeld in geldmiddelen.
  • Aandelenopties op KBC-aandelen die onder het toepassingsgebied van IFRS 2 vallen, worden gewaardeerd tegen reële waarde op de toekenningsdatum. Die reële waarde wordt gespreid over de dienstprestatieperiode in de winst-en-verliesrekening opgenomen als personeelskosten met als tegenpost een aparte post van het eigen vermogen. De aandelenoptieplannen van 2000-2002 vallen buiten het toepassingsgebied van IFRS 2.
  • De herwaarderingsresultaten op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen tot de verkoop van de activa of tot wanneer zich een bijzondere waardevermindering voordoet. Dan wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt naar het resultaat van het boekjaar.

Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Het verschil tussen beide wordt ofwel als een actief erkend (goodwill) ofwel opgenomen in de winst-enverliesrekening (negatieve goodwill).

l Gebruikte wisselkoersen*

Wisselkoers op 31-12-2014 Wisselkoersgemiddelde in 2014
1 EUR = …
… vreemde munt
Wijziging ten opzichte van 31-12-2013
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
1 EUR = …
… vreemde munt
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2013
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
CZK 27,735 -1% 27,539 -6%
GBP 0,7789 7% 0,8054 5%
HUF 315,54 -6% 309,21 -4%
USD 1,2141 14% 1,3280 0%

188 Jaarverslag KBC 2014

* Afgeronde cijfers.

m Wijzigingen in de waarderingsregels in de loop van 2014

Met uitzondering van de in Toelichting 1a vermelde aanpassingen met betrekking tot IFRS 10 en 11 waren er in 2014 geen belangrijke wijzigingen in de waarderingsregels.

Toelichtingen in verband met segmentinformatie

Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur

De segmenten of divisies van de groep

Begin 2013 heeft KBC een nieuwe managementstructuur ingevoerd die de vernieuwde strategie van de groep weerspiegelt. Meer informatie daarover vindt u in het hoofdstuk Overzicht van onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Die structuur vormt de basis van de presentatie van KBC's financiële segmentrapportering.

In het rapporteringsoverzicht zijn de segmenten (vereenvoudigd):

  • Divisie België (alle activiteiten in België)
  • Divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië)
  • Divisie Internationale Markten (activiteiten in Ierland, Hongarije, Slowakije en Bulgarije)
  • Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen en de invloed van legacy en eigen kredietrisico (zie verder)).

Een uitgebreidere definitie vindt u in de hoofdstukken die aan de afzonderlijke divisies zijn gewijd.

Segmentrapportering gebaseerd op het aangepaste nettoresultaat

De gegevens van de segmentrapportering werden opgesteld volgens de algemene KBC-boekhoudmethodologie (zie Toelichting 1) en zijn dus in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS). Naast de cijfers volgens IFRS verschaft KBC ook cijfers die meer inzicht verschaffen in de bedrijfsresultaten. Dat betekent dat we, naast de winst-en-verliesrekening volgens IFRS, een aangepaste winst-enverliesrekening geven waarin enkele niet-operationele elementen niet zijn opgenomen, maar worden samengevat in drie regels onderaan in het overzicht. Dat overzicht noemen we de aangepaste winst-enverliesrekening en het resultaat zonder de niet-operationele elementen noemen we het aangepaste nettoresultaat.

De gesegmenteerde informatie is gebaseerd op dat herwerkte overzicht.

De niet-operationele elementen zijn:

  • • Legacy-CDO-activiteiten (voornamelijk veranderingen in de waardering van CDO's en vergoedingen voor de CDOgarantieregeling),
  • • Legacy-desinvesteringsactiviteiten (waardeverminderingen en meer-/ minderwaarden op desinvesteringen),
  • de invloed van reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten ten gevolge van eigen kredietrisico.

In de gesegmenteerde informatie zijn die elementen toegewezen aan Groepscenter.

Daarnaast worden de tradingresultaten, die in het overzicht volgens IFRS zijn opgenomen in diverse posten, verplaatst naar de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. Gezien het belang ervan gebeurt dat alleen voor KBC Bank België (Divisie België).

Noteer:

  • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment (zie Toelichting 44). Belangrijke uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
  • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
  • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
  • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorenteinkomsten.
  • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep, opmaken.

We bespreken de resultaten per divisie in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

Uitleg bij de afzonderlijk vermelde elementen

Elementen die uit het aangepaste nettoresultaat worden
gehaald (in miljoenen euro)
Belangrijkste betrokken post(en) in de winst-en
verliesrekening
2013 2014
Legacy-activiteiten: winsten/verliezen gerelateerd aan CDO's,
inclusief vergoeding voor de CDO-garantieregeling
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde, Belastingen
446 16
Legacy-activiteiten: desinvesteringen Overige netto-inkomsten, Netto gerealiseerd resultaat uit
voor verkoop beschikbare financiële activa, Bijzondere
waardeverminderingen, Belastingen
-348 116
Eigen kredietrisico: reëlewaardeveranderingen van eigen schuld
instrumenten
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde, Belastingen
-43 2
  • Winsten/verliezen gerelateerd aan CDO's, inclusief vergoeding voor de CDO-garantieregeling: zowel in 2013 als in 2014 verbeterde de marktprijs voor bedrijfskredieten, wat zich weerspiegelt in een vernauwde credit default swap spread en zorgde voor een positieve waardeaanpassing van de CDO-risico's van KBC. De bedragen bevatten ook de invloed van de overheidsgarantieregeling en de daaraan gerelateerde vergoedingen, de winsten of verliezen gerelateerd aan de-risking van CDO's en de dekking van het CDO-gerelateerde tegenpartijrisico met betrekking tot MBIA, de Amerikaanse monolineverzekeraar (die dekking werd in 2013 verlaagd van 80% naar 60%). In 2014 ontmantelde KBC de laatste twee CDO's in portefeuille. Door die transacties werd 0,3 miljard euro kapitaal vrijgegeven, nam de solvabiliteit van KBC toe met 0,4% en was er een negatieve impact op de winst-en-verliesrekening van iets meer dan 20 miljoen euro. Door de laatste twee CDO's te ontmantelen kon ook de waarborgregeling (zie Deel Overige informatie) voor CDO's die werd afgesloten met de federale overheid worden vrijgegeven en verdwijnt de blootstelling aan MBIA volledig. Voor de volledigheid vermelden we dat er nog voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan tot eind 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening van KBC, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt (voornamelijk bepaald door de credit spreads op de onderliggende portefeuille).
  • Desinvesteringen: in 2013 hadden de verkoop van KBC Banka (Servië), de verkoop van Absolut Bank (Rusland), de verkoop van het minderheidsbelang in NLB (Slovenië), de verkoop van aandeelhoudersleningen, de voorziening van de achtergestelde lening op NLB en de waardevermindering op Antwerpse Diamantbank een negatieve impact, terwijl de plaatsing via een secundair aanbod van het minderheidsbelang in Bank Zachodni (Polen) resulteerde in een positieve impact. In totaal tekenden die elementen, samen met enkele kleinere dossiers, voor een resultaatsimpact van -348 miljoen euro na belastingen. In 2014 gaat het vooral over de terugdraaiing van de waardeverminderingen op Antwerpse Diamantbank omdat de vroeger aangekondigde verkoop niet doorging en werd vervangen door een geordende afbouw van activiteiten. Inclusief enkele kleinere elementen tekende dat voor een resultaatsimpact van 116 miljoen euro na belastingen.
  • Reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten: de negatieve resultaatsimpact van 2013 wordt verklaard door afgenomen senior en achtergestelde credit spreads van KBC over de periode, wat zich uit in een hogere marktwaardering van het schuldpapier in de Financiële verplichtingen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. In 2014 was er per saldo een verwaarloosbare invloed van 2 miljoen euro.
Divisie Divisie Divisie
Interna
tionale
Groeps
center
(excl.
elimina
ties tussen
segmen
Elimina
ties tussen
segmen
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Waarvan: Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland ten) ten KBC-groep
AANGEPASTE WINST-EN-VERLIESREKENING 2013
Nettorente-inkomsten 2 648 906 632 269 200 40 123 -194 -2 3 990
Verzekeringen Niet-leven
(vóór herverzekering) 409 62 80 26 22 31 0 5 -20 536
Verdiende premies 955 170 155 59 26 70 0 -1 -21 1 259
Technische lasten -546 -108 -75 -32 -3 -40 0 6 0 -723
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -274 25 4 -10 10 3 0 5 -2 -242
Verdiende premies 831 199 83 14 54 15 0 21 -2 1 132
Technische lasten -1 105 -173 -79 -24 -44 -11 0 -16 0 -1 373
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -6 4 -9 -3 -2 -4 0 6 0 -5
Dividendinkomsten
Nettoresultaat uit financiële instrumenten
tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
40
544
0
82
0
90
0
77
0
19
0
1
0
-7
0
62
0
0
41
779
Netto gerealiseerd resultaat uit voor
verkoop beschikbare financiële activa 171 16 13 7 3 3 1 13 0 213
Nettoprovisie-inkomsten 1 061 185 204 159 43 1 -4 19 5 1 473
Overige netto-inkomsten 292 9 20 11 10 -1 0 15 7 343
TOTALE OPBRENGSTEN 4 885 1 290 1 034 536 305 74 114 -69 -13 7 127
Exploitatiekostena -2 249 -622 -715 -379 -180 -52 -102 -225 13 -3 798
Bijzondere waardeverminderingen -363 -50 -1 189 -78 -30 -22 -1 059 -122 0 -1 723
op leningen en vorderingen -328 -46 -1 171 -76 -27 -9 -1 059 -87 0 -1 632
op voor verkoop beschikbare financiële
activa
-7 0 -10 0 0 -10 0 -4 0 -20
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 -7 0 -7
op overige -28 -3 -8 -2 -3 -3 0 -25 0 -64
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
0 29 1 1 0 0 0 0 0 30
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 273 648 -869 81 95 1 -1 047 -417 0 1 636
Belastingen -703 -93 15 -15 -25 1 55 120 0 -662
Nettoresultaat na belastingen uit
beëindigde bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
AANGEPAST NETTORESULTAAT 1 570 554 -853 66 70 2 -992 -297 0 974
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 14 0 14
Toerekenbaar aan de aandeelhouders
van de moedermaatschappij
1 570 554 -853 66 70 2 -992 -311 0 960
Netto-impact legacy-activiteiten CDO's 446 446
Netto-impact legacy-activiteiten
desinvesteringen
-348 -348
Netto-impact eigen kredietrisico -43 -43
NETTORESULTAAT
Toerekenbaar aan de aandeelhouders
van de moedermaatschappij
1 570 554 -853 66 70 2 -992 -256 0 1 015
a Waarvan niet-kaskosten -66 -40 -49 -27 -14 -4 -4 -153 0 -309
Afschrijvingen vaste activa -59 -34 -47 -27 -12 -4 -4 -165 0 -304
Overige -7 -6 -2 0 -2 0 0 11 0 -5
Aanschaffing vaste activa* 337 56 79 25 22 3 29 97 0 569

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

Divisie Divisie Divisie
Interna
tionale
Groeps
center
(excl.
elimi
naties
tussen
seg
Elimi
naties
tussen
seg
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Waarvan: menten) menten KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
AANGEPASTE WINST-EN-VERLIESREKENING 2014
Nettorente-inkomsten 2 877 860 677 274 210 43 149 -150 4 4 268
Verzekeringen Niet-leven (vóór
herverzekering)
374 75 68 27 20 21 0 13 -19 512
Verdiende premies 964 165 153 55 27 71 0 3 -19 1 266
Technische lasten -590 -89 -86 -29 -7 -50 0 10 1 -754
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -252 24 12 -1 10 4 0 2 -2 -216
Verdiende premies 1 004 160 84 15 53 16 0 2 -2 1 247
Technische lasten -1 256 -136 -71 -16 -43 -12 0 0 0 -1 463
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 19 -7 2 -2 -2 6 0 2 0 16
Dividendinkomsten 45 0 0 0 0 0 0 1 0 47
Nettoresultaat uit financiële instrumenten
tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening 86 62 73 62 15 2 -7 12 0 233
Netto gerealiseerd resultaat uit voor
verkoop beschikbare financiële activa
109 9 16 14 2 0 0 11 0 144
Nettoprovisie-inkomsten 1 160 194 208 160 46 1 -3 22 -3 1 580
Overige netto-inkomsten 269 18 -227 -225 0 0 -2 -3 5 62
TOTALE OPBRENGSTEN 4 688 1 235 828 307 301 77 138 -90 -14 6 647
Exploitatiekostena -2 282 -594 -740 -368 -185 -52 -132 -174 14 -3 775
Bijzondere waardeverminderingen -251 -36 -284 -49 -18 -10 -207 -44 0 -615
op leningen en vorderingen -205 -34 -273 -47 -17 -10 -198 -42 0 -554
op voor verkoop beschikbare financiële
activa
-27 0 0 0 0 0 0 -1 0 -29
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -19 -3 -11 -1 0 0 -9 0 0 -33
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
-1 23 0 0 0 0 0 3 0 25
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 154 628 -196 -109 98 15 -202 -305 0 2 281
Belastingen -638 -100 14 15 -24 0 23 71 0 -652
Nettoresultaat na belastingen uit
beëindigde bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
AANGEPAST NETTORESULTAAT 1 517 528 -182 -94 75 15 -179 -234 0 1 629
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders
van de moedermaatschappij
1 516 528 -182 -94 75 15 -179 -234 0 1 629
Netto-impact legacy-activiteiten CDO's 16 16
Netto-impact legacy-activiteiten
desinvesteringen
116 116
Netto-impact eigen kredietrisico 2 2
NETTORESULTAAT
Toerekenbaar aan de aandeelhouders
van de moedermaatschappij
1 516 528 -182 -94 75 15 -179 -100 0 1 762
a Waarvan niet-kaskosten -61 -28 -48 -26 -11 -3 -7 -124 0 -260
Afschrijvingen vaste activa -59 -31 -49 -27 -11 -3 -7 -129 0 -268
Overige -1 4 1 1 0 0 0 4 0 7
Aanschaffing vaste activa* 346 39 89 21 29 6 33 121 0 594

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.

(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten Waarvan:
Groeps
center
KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
BALANS 31-12-2013
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
97 051 21 834 14 472 5 878 4 583 544 3 466 17 123 150 480
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
81 673 15 684 21 261 3 864 4 248 612 12 537 1 080 119 698
Termijnkredieten exclusief
reverse repo's
40 566 6 279 5 612 1 772 1 488 242 2 111 1 048 53 506
Hypotheekleningen 31 146 6 522 13 925 1 548 1 722 236 10 419 24 51 617
Voorschotten in rekening
courant
1 847 19 586 262 324 0 0 0 2 451
Financiële leasing 3 200 359 484 92 385 0 7 0 4 044
Afbetalingskredieten 1 251 1 538 533 112 287 134 0 0 3 322
Overige leningen en
voorschotten
3 663 967 121 80 41 0 0 8 4 758
BALANS 31-12-2014
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
105 885 22 047 14 860 5 220 4 856 600 4 185 11 187 153 979
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
84 165 16 216 20 790 3 771 4 578 666 11 776 1 990 123 161
Termijnkredieten exclusief
reverse repo's
41 926 6 360 5 289 1 915 1 527 284 1 562 1 792 55 366
Hypotheekleningen 32 318 7 251 13 561 1 320 1 807 239 10 195 26 53 156
Voorschotten in rekening
courant
2 318 922 653 312 329 0 12 161 4 054
Financiële leasing 3 172 442 523 92 425 0 6 0 4 138
Afbetalingskredieten 1 088 1 028 654 59 452 142 0 0 2 770
Overige leningen en
voorschotten
3 343 213 111 72 38 0 0 12 3 678

Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

Toelichting 3: Nettorente-inkomsten

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 4 077 4 308
Rente-inkomsten 8 343 7 893
Voor verkoop beschikbare activa 830 763
Leningen en vorderingen 4 882 4 510
Tot einde looptijd aangehouden activa 1 054 1 006
Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde 14 22
Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
6 781 6 301
Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd 123 119
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden 916 926
Afdekkingsderivaten 467 459
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 179 208
Rentelasten -4 266 -3 586
Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -2 257 -1 691
Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde -5 -4
Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde,
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-2 262 -1 695
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden -1 097 -1 093
Afdekkingsderivaten -679 -639
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen
in de winst-en-verliesrekening
-217 -151
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen -12 -7

Toelichting 4: Dividendinkomsten

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 47 56
Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 6 7
Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening 4 2
Voor verkoop beschikbare aandelen 37 46

Toelichting 5: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 1 191 227
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange
houden voor handelsdoeleinden)
962 144
Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in de winst-en-verliesrekening
-236 -37
Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico -62 -2
Wisselbedrijf 462 110
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties 3 10
Microhedging -2 10
Reëlewaardeafdekkingen -1 4
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten 92 -465
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging -93 469
Kasstroomafdekkingen -1 6
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel -1 6
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel 0 0
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 0 0
Reëlewaardeafdekkingen van renterisico 0 0
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -78 18
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging 78 -19
Kasstroomafdekkingen van renterisico 0 0
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel 0 0
Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking 5 0

• Waardeveranderingen van CDO's: het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde bevat ook de invloed van de waardeveranderingen van CDO's in portefeuille. In 2013 verbeterde de marktprijs voor bedrijfskredieten, was er een effect gerelateerd aan de de-risking en verlaagden we de voorziening voor tegenpartijrisico op MBIA van 80% naar 60% gebaseerd op een interne fundamentele analyse. Dat zorgde per saldo voor een positieve aanpassing van ongeveer 0,6 miljard euro. In 2014 verbeterde de marktprijs voor bedrijfskredieten, weerspiegeld in de credit default swap spreads, en hebben we ook de resterende CDO's in onze portefeuille ontmanteld. Op de winst-en-verliesrekening van KBC had de ontmanteling van de laatste twee CDO's in het derde kwartaal van 2014 een negatieve invloed van iets meer dan 20 miljoen euro. Voor de volledigheid vermelden we dat er nog voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan tot eind 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening van KBC, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt. Per saldo tekenden

waardeveranderingen in de CDO-blootstelling voor een invloed van 0,04 miljard euro in 2014.

• De invloed van de CDO-garantieregeling en de daaraan gerelateerde vergoeding wordt eveneens in deze post geboekt. In mei 2009 tekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Details daarover vindt u in het deel Overige informatie. Initieel bedroeg de totale door KBC aan de Belgische staat te betalen garantieprovisie voor de derde schijf (cashgarantie) ongeveer 1,1 miljard euro (actuele waarde bij de start van de garantieregeling; in 2009 upfront geboekt). Er was eveneens een positief effect op de mark-to-market van de gegarandeerde posities. Daarnaast betaalt KBC een bereidstellingsprovisie van ongeveer 60 miljoen euro per halfjaar voor de tweede schijf (equitygarantie). Het contract, inclusief de te betalen provisie, wordt tegen zijn reële waarde opgenomen in het resultaat. Door de laatste twee CDO's te ontmantelen (zie vorig punt) kon de CDO-garantieregeling met de Belgische staat worden vrijgegeven en verdwijnt ook de blootstelling aan MBIA volledig.

Invloed op de winst-en-verliesrekening van de kostprijs van de CDO-garantieregeling met de Belgische staat,

in miljoenen euro, vóór belastingen 2013 2014
Cashgarantie (voor de derde schijf) – reëlewaardeverandering 85 0
Equitygarantie (voor de tweede schijf) -92 -16
Totaal in winst-en-verliesrekening -6 -17
  • Resultaten van Wisselbedrijf: dit zijn de totale wisselkoersverschillen, behalve de wisselkoersverschillen geboekt op financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
  • Invloed van wijzigingen in eigen kredietrisico: zie Toelichting 27.
  • ALM-derivaten: het rentegedeelte van de ALM-derivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van de ALM-derivaten, met uitzondering van diegene waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële

instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft.

  • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
  • Voor microhedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaarde-

schommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar moeten compenseren binnen een marge van 80%–125%. Dat is momenteel het geval.

  • Voor microhedge-kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt prospectief (via BPV-meting) en retrospectief (via vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80%–125% bevinden. Dat is momenteel het geval.
  • Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve out). IFRS staat niet toe om nettoposities aan te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen.
  • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. De invloed daarvan is voor KBC evenwel verwaarloosbaar.
  • Reëlewaardeveranderingen (als gevolg van marking-to-market) van een groot deel van de ALM-afdekkingsinstrumenten (die als tradinginstrumenten worden behandeld) worden ook vermeld onder nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt. Het nettoresultaat van deze financiële instrumenten bedroeg een negatieve 201 miljoen euro voor belastingen in 2014 en een positieve 279 miljoen euro in 2013.

Toelichting 6: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 252 150
Vastrentende effecten 126 64
Aandelen 126 86

Toelichting 7: Nettoprovisie-inkomsten

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal
1 469
1 573
Ontvangen provisies
2 268
2 245
Effecten en assetmanagement
1 090
1 179
Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (deposit accounting) 103 89
Verbinteniskredieten 243 245
Betalingsverkeer 539 522
Overige 293 209
Betaalde provisies -798 -672
Provisies betaald aan tussenpersonen -303 -295
Overige -496 -377

• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening

is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.

Toelichting 8: Overige netto-inkomsten

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 122 94
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
verkoop van leningen en vorderingen -157 3
verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa 8 1
terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -1 0
andere, waaronder: 272 90
inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep 93 87
inkomsten van Groep VAB 65 69
meer- of minderwaarden bij desinvesteringen -78 21
moratoriuminteresten 71 15
aanleg van provisie ten gevolge van de nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren 0 -231
schikking van oud kredietdossier (Bell Group) 0 31
  • Verkoop van leningen en vorderingen: bevat in 2013 onder meer de negatieve invloed van het herfinancieren van 0,3 miljard euro aan leningen aan aandeelhouders via een derde partij en de terugbetaling van aandeelhoudersleningen door Cera en KBC Ancora zelf, en de negatieve invloed van de verkoop van leningen en vorderingen als deel van het desinvesteringsproces van KBC Banka.
  • Meer- of minderwaarden bij desinvesteringen: betreft in 2013 vooral de verkoop van Absolut Bank (-91 miljoen euro). In 2014 ging het om diverse kleinere verkoopdossiers. Informatie over de recentste desinvesteringen vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Groepscenter. De commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd.
  • Moratoriuminteresten: in 2013 was er een positieve invloed van ontvangen verschuldigde moratoriuminteresten van 71 miljoen euro voor belastingen.
  • Nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren: op 4 juli heeft het Hongaarse parlement een nieuwe wetgeving goedgekeurd die van toepassing is voor de hele Hongaarse banksector (de wet over de regeling van vragen met betrekking tot de uniformiteitsbeslissing van het Hooggerechtshof (de Curia) over kredieten aan particulieren verleend door financiële instellingen). De wet heeft betrekking op kredieten aan particulieren, zowel in vreemde valuta als in Hongaarse forint. In het geval van kredieten aan particulieren in vreemde valuta verbiedt de wet het gebruik van wisselkoersmarges en moeten de bied-laatspreads die op die kredieten werden toegepast retroactief gecorrigeerd worden. Met betrekking tot alle kredieten aan particulieren maakt de wet alle unilaterale wijzigingen van rentevoeten en commissies door de banken ongedaan. De nieuwe wet heeft tot gevolg dat KBC in het tweede kwartaal van 2014 een bijkomende eenmalige nettoprovisie van 231 miljoen euro aanlegde (vóór belastingen) voor de correctie van bied-laatspreads en de unilaterale rentewijzigingen.

Toelichting 9: Verzekeringsresultaten

Niet-technische
(in miljoenen euro) Leven Niet-leven rekening Totaal
2013
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 134 1 279 0 2 413
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 373 -723 0 -2 096
Nettoprovisie-inkomsten 12 -229 0 -217
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 -3 0 -5
Algemene beheerskosten -128 -242 0 -370
Interne schaderegelingskosten -8 -59 0 -67
Indirecte acquisitiekosten -30 -76 0 -106
Administratiekosten -91 -107 0 -198
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 0 0
Technisch resultaat -357 81 0 -276
Nettorente-inkomsten 703 703
Netto dividendinkomsten 29 29
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
308 308
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 53 53
Overige netto-inkomsten -46 -46
Bijzondere waardeverminderingen -81 -81
Toewijzing aan de technische rekeningen 627 99 -726 0
Technisch-financieel resultaat 270 180 240 690
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 270 180 240 690
Belastingen -227
RESULTAAT NA BELASTINGEN 463
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 462
2014
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 249 1 286 0 2 535
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 463 -755 0 -2 218
Nettoprovisie-inkomsten -13 -234 0 -247
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 18 0 16
Algemene beheerskosten -121 -240 -1 -362
Interne schaderegelingskosten -7 -58 0 -66
Indirecte acquisitiekosten -30 -79 0 -109
Administratiekosten -84 -103 0 -187
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -1 -1
Technisch resultaat -350 74 -1 -276
Nettorente-inkomsten 675 675
Nettodividendinkomsten 40 40
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
42 42
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 96 96
Overige netto-inkomsten 2 2
Bijzondere waardeverminderingen -34 -34
Toewijzing aan de technische rekeningen 620 101 -721 0
Technisch-financieel resultaat 270 176 99 544
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3 3
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 270 176 102 547
Belastingen -156
RESULTAAT NA BELASTINGEN 392
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 391
  • Cijfers over de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten.
  • Als gevolg van een wijziging in presentatie verschoven we in het overzicht voor 2013 75 miljoen euro nettoprovisie-inkomsten vanuit de Niet-technische rekening naar Leven.
  • Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Toelichting 9 geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart. De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringen die werden

gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 10, 11, 35 en 44 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Risicobeheer (Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).

Toelichting 10: Verdiende levensverzekeringspremies

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 1 134 1 249
Opdeling per IFRS-categorie
Verzekeringscontracten 776 765
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 357 485
Opdeling per type
Aangenomen herverzekering 1 0
Rechtstreekse zaken 1 133 1 249
Opdeling van de rechtstreekse zaken
Individuele premies 876 984
Koopsommen 285 364
Periodieke premies 592 619
Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten 257 265
Koopsommen 46 50
Periodieke premies 210 215
Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
Tak 23 887 785
Tak 21 957 1 107

• Conform IFRS passen we voor beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten (en technische lasten) van die contracten niet tonen onder de post Verdiende verzekeringspremies (en Technische lasten) vóór herverzekering, maar dat we de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met

tak 23-contracten die goed waren voor een premie-inkomen van 0,9 miljard euro in 2013 en 0,8 miljard euro in 2014.

• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.

Toelichting 11: Verzekeringen Niet-Leven per tak

Verdiende Schade Bedrijfs
premies (vóór (vóór kosten (vóór Afgestane
(in miljoenen euro) herver
zekering)
herver
zekering)
herver
zekering)
herver
zekering
Totaal
2013
Totaal 1 279 -723 -472 -3 81
Aangenomen herverzekering 25 -10 -5 1 11
Rechtstreekse zaken 1 254 -713 -467 -4 70
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 118 -61 -39 0 18
Arbeidsongevallen, tak 1 75 -90 -19 -1 -35
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 341 -188 -120 -2 31
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 182 -105 -72 -1 4
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 3 -1 -1 -1 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 379 -166 -153 0 61
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 86 -59 -35 -1 -9
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 1 0 0 0 1
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 9 -12 -3 1 -5
Rechtsbijstand, tak 17 43 -25 -18 0 0
Hulpverlening, tak 18 15 -6 -7 0 3
2014
Totaal 1 286 -755 -474 18 74
Aangenomen herverzekering 21 22 -6 -38 -2
Rechtstreekse zaken 1 265 -777 -468 56 76
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 115 -64 -38 0 13
Arbeidsongevallen, tak 1 72 -63 -19 -1 -12
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 342 -211 -122 -2 7
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 182 -130 -67 25 10
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 4 -1 -1 0 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 391 -239 -155 37 34
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 86 -43 -37 -1 5
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 1 0 -1 0 0
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 9 -1 -3 -2 4
Rechtsbijstand, tak 17 45 -19 -19 0 8
Hulpverlening, tak 18 17 -4 -6 0 6

• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.

Toelichting 12: Exploitatiekosten

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal -3 843 -3 818
Personeelskosten -2 312 -2 248
Algemene beheerskosten -1 262 -1 303
Waarvan bankenheffingen -327 -335
Afschrijvingen van vaste activa -269 -266
  • Algemene beheerskosten: omvatten herstel- en onderhoudskosten, reclamekosten, huur, professionele vergoedingen, verschillende (niet-inkomsten)belastingen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Het omvat ook de kosten gerelateerd aan de bijzondere bankenheffing voor financiële instellingen in verschillende landen, in totaal 327 miljoen euro in 2013 en 335 miljoen euro in 2014. Dat laatste is als volgt samengesteld: 150 miljoen euro in Divisie België, 34 miljoen euro in Divisie Tsjechië, 19 miljoen euro in Slowakije, 3 miljoen euro in Bulgarije, 125 miljoen euro in Hongarije en 4 miljoen euro in Groepscenter.
  • Op eigen aandelen gebaseerde personeelsvoordelen zijn opgenomen onder Personeelskosten.
  • Informatie over de belangrijkste overeenkomsten afgewikkeld met eigen aandelen:

Sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet. De aandelenopties werden toegekend aan alle of bepaalde personeelsleden van de vennootschap en diverse dochterondernemingen. De aandelenopties werden gratis toegekend aan het personeel, dat alleen op het moment van de toekenning de belastingen op de gratis verstrekking moest betalen. De aandelenopties hebben een looptijd van zeven tot tien jaar na de datum van uitgifte en kunnen, in de jaren waarin ze uitoefenbaar zijn, alleen in juni, september en december worden uitgeoefend. De aandelenopties kunnen ook gedeeltelijk worden uitgeoefend. Een personeelslid kan bij het uitoefenen ofwel de aandelen bewaren op zijn effectenrekening, ofwel ze onmiddellijk verkopen op NYSE Euronext Brussels. IFRS 2 werd niet toegepast op de met eigen aandelen afgewikkelde optieplannen die dateren van vóór 7 november 2002, aangezien die buiten het toepassingsgebied van IFRS 2 vallen. De optieplannen die dateren van na 7 november 2002 waren beperkt in omvang. De grootste aandelenoptieplannen zijn ondertussen verlopen. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel geven we in de tabel.

2013 2014
Opties Aantal opties1 Gemiddelde
uitoefenprijs
Aantal opties1 Gemiddelde
uitoefenprijs
Uitstaand aan het begin van de periode 184 326 72,53 183 526 72,69
Toegekend tijdens de periode 0 0
Uitgeoefend tijdens de periode -800 34,91 -1 566 37,50
Vervallen tijdens de periode 0 -7 300 97,94
Uitstaand aan het einde van de periode2 183 526 72,69 174 660 71,95
Uitoefenbaar aan het einde van de periode 176 226 72,60 174 660 71,95

1 In equivalenten van aandelen.

2 2013: uitoefenprijzen tussen 46,45 en 97,94 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 20 maanden.

2014: uitoefenprijzen tussen 37,50 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 33 maanden.

• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening. Dat leidde in 2014 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (4 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de

Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Informatie voor aandeel- en obligatiehouders.

• Belangrijkste overeenkomsten op basis van eigen aandelen afgewikkeld met geldmiddelen: de personeelskosten over 2013 omvatten kosten van 5 miljoen euro voor een fantoomaandelenplan; voor 2014 was dat 4 miljoen euro.

Toelichting 13: Personeel

(in aantal)
2013
2014
Gemiddeld personeelsbestand, in vte
37 887
36 258
Indeling volgens juridische structuur
KBC Bank
27 684
26 941
KBC Verzekeringen
4 638
4 147
KBC Groep NV (de holding)
5 565
5 170
Indeling volgens statuut
Arbeiders
437
361
Bedienden
37 159
35 612
Directieleden (senior management)
291
285

• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders in dit jaarverslag vermelden (die eindejaarscijfers zijn

daarenboven exclusief maatschappijen die op het jaareinde onder IFRS 5 vielen, en zonder medewerkers met zwangerschapsverlof, nietactieven, enz.).

Toelichting 14: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro)
2013
2014
Totaal
-1 927
-506
Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen
-1 714
-587
Indeling naar type
Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans
-1 673
-676
Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans
1
19
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen
-42
70
Indeling naar divisie
België
-328
-205
Tsjechië
-46
-34
Internationale Markten
-1 171
-273
Groepscenter
-169
-75
Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa
-34
-29
Indeling naar type
Aandelen
-24
-29
Andere
-10
0
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill
-7
0
Bijzondere waardeverminderingen op overige
-173
109
Immateriële vaste activa (zonder goodwill)
-2
-23
Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen
-39
-8
Tot einde looptijd aangehouden financiële activa
0
1
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures
0
0
Overige
-132
139
  • Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen: betreffen vooral leningen en voorschotten aan klanten. De bijzondere waardeverminderingen in Divisie Internationale Markten omvatten onder andere de waardeverminderingen voor kredieten in Ierland (als gevolg van de economische toestand aldaar en meer in het bijzonder de vastgoedmarkt; 1 059 miljoen euro in 2013, 198 miljoen euro in 2014, zie aparte paragraaf), voor Hongarije (76 miljoen euro in 2013, 47 miljoen euro in 2014), voor Slowakije (27 miljoen euro in 2013, 17 miljoen euro in 2014) en voor Bulgarije (9 miljoen euro in 2013, 10 miljoen euro in 2014). De bijzondere waardeverminderingen in Groepscenter omvatten in 2013 onder meer 75 miljoen euro met betrekking tot een achtergestelde lening aan NLB, 32 miljoen euro bij KBC Bank Deutschland en 39 miljoen euro bij KBC Finance Ireland, en in 2014 onder meer 30 miljoen euro bij Antwerpse Diamantbank, 20 miljoen euro bij KBC Finance Ireland en 14 miljoen euro bij KBC Bank Deutschland.
  • KBC Bank Ireland: in Ierland leed de kredietportefeuille de laatste jaren onder de gevolgen van de vastgoedcrisis, gezien de relatief grote portefeuille aan woning- en vastgoedkredieten. De Ierse kredietportefeuille bedroeg eind 2014 ongeveer 14,5 miljard euro, waarvan vier vijfde slaat op hypothecaire kredieten. De rest is ongeveer gelijk verdeeld tussen kmo- en bedrijfskredieten enerzijds en leningen aan vastgoedmaatschappijen en projectontwikkelaars anderzijds. In 2013 legde de groep voor 1,1 miljard euro kredietvoorzieningen aan voor zijn Ierse portefeuille. Een groot deel daarvan situeerde zich in het vierde kwartaal en resulteerde uit een analyse van de kredietportefeuille. In 2014 daalde de aanleg van kredietvoorzieningen tot 198 miljoen euro.
  • In het derde kwartaal van 2014 pasten we het model voor de berekeningen van de waardeverminderingen voor hypotheekleningen in Ierland aan. Rekening houdend met de effecten eigen aan het

derde kwartaal is de invloed van die aanpassing beperkt. Het model werd aangepast omdat een belangrijk deel van die hypotheekleningen een langetermijnherstructurering heeft ondergaan, wat aanleiding geeft tot veranderende kasstroomprofielen.

  • Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa: in 2013 bevatte deze post vooral de waardevermindering op aandelen (24 miljoen euro) en op obligaties (10 miljoen euro). In 2014 bevatte die post nagenoeg uitsluitend waardeverminderingen op aandelen.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en op overige: in 2013 bevatte deze post onder meer 29 miljoen euro met betrekking tot de verkoopovereenkomst voor KBC Banka en 69 miljoen euro in verband met het desinvesteringsdossier van Antwerpse Diamantbank. In 2014 bevatte dat onder meer de terugdraaiing van de vroeger geboekte waardeverminderingen op Antwerpse Diamantbank, omdat de geplande verkoop uiteindelijk niet doorging en KBC besliste over te gaan tot een geordende afbouw van de activiteiten van Antwerpse Diamantbank (zie verder in toelichting 46). De waardevermindering weerspiegelt het verschil tussen de boekwaarde vóór de bijzondere waardevermindering en de gebruikswaarde, met uitzondering van de maatschappijen die onder IFRS 5 vielen (daar: geschatte verkoopwaarde min kosten). Meer informatie over goodwill: zie Toelichting 34.
  • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op balans: zie Toelichting 21.
  • Uitleg over de uitgebreide beoordeling (comprehensive assessment) door de ECB: zie specifieke paragraaf in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid. De commissaris heeft die paragraaf niet geauditeerd.

Toelichting 15: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal 30 25
Waarvan CˇMSS 29 23
  • Als gevolg van de retroactieve toepassing van de nieuwe IFRS 11-norm, die bepaalt dat gemeenschappelijke ondernemingen (joint ventures) worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en niet meer volgens de proportionele methode, bestaat de post Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures nu vooral uit CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Meer informatie vindt u in Toelichting 32.
  • Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 14). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.

Toelichting 16: Belastingen

(in miljoenen euro) 2013 2014
Totaal -678 -657
Indeling naar type
Actuele belastingen -372 -407
Uitgestelde belastingen -306 -250
Componenten van de belastingberekening
Resultaat vóór belastingen 1 708 2 420
Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 33,99% 33,99%
Berekende winstbelastingen -580 -823
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
Verschillen in belastingtarieven, België-buitenland -31 126
Belastingvrije winst 182 140
Aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren 17 17
Aanpassingen beginsaldo uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief -1 0
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te
verminderen
59 3
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te
verminderen
1 1
Terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen 0 -14
Overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven -325 -108
Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso
cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen*
201 207

* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is).

• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 31.

Toelichting 17: Winst per aandeel

(in miljoenen euro) 2013 2014
Gewone winst per aandeel
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 015 1 762
Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid -583 -337
Coupon op AT1-instrumenten1 0 -41
Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 432 1 384
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in duizenden eenheden) 417 017 417 416
Gewone winst per aandeel (in euro) 1,03 3,32
Verwaterde winst per aandeel
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 015 1 762
Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid -583 -337
Coupon op AT1-instrumenten1 0 -41
Nettoresultaat voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel 432 1 384
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in duizenden eenheden) 417 017 417 416
Potentieel aantal aandelen die tot verwatering kunnen leiden (in duizenden eenheden)2 1 0
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen voor verwaterde winst (in duizenden eenheden) 417 017 417 416
Verwaterde winst per aandeel (in euro) 1,03 3,32

1 De 41 miljoen euro in 2014 omvat de 39 miljoen euro zoals vermeld in de tabel Geconsolideerde vermogensmutaties en 2 miljoen euro proratering voor de laatste 2 weken van het boekjaar.

2 Er wordt alleen rekening gehouden met de nog uitstaande personeelsopties die een verwaterende invloed kunnen hebben (waarbij de uitoefenprijs onder de marktprijs ligt en als daarvoor eigen aandelen werden aangekocht (800 eind 2013 en 486 eind 2014)).

• Definitie van gewone winst per aandeel en verwaterde winst per aandeel: zie Glossarium.

Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans

We delen financiële instrumenten op in categorieën of portefeuilles. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1b, onder Financiële activa en verplichtingen (IAS 39). Als er in dit deel sprake is van de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde, dan bedoelen we daarmee Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (reëlewaardeoptie).

Toelichting 18: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product

Aange
houden Gewaar Voor Lenin Tot einde Tegen
voor han deerd te verkoop gen en looptijd Afdek geamor
(in miljoenen euro) delsdoel
einden
gen reële
waarde1
beschik
baar
vorderin
gen
aange
houden
kings
derivaten
tiseerde
kostprijs
Totaal Pro-forma
totaal5
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingena 5 100 1 596 0 9 571 16 267c 16 294
Leningen en voorschotten aan klantenb 706 774 0 118 892 120 371 121 534
Disconto- en acceptkredieten 0 0 0 605 605 605
Afbetalingskredieten 0 0 0 3 322 3 322 3 322
Hypotheekleningen 0 34 0 51 583 51 617 51 617
Termijnkredieten 696 697 0 52 786 54 179 55 125
Financiële leasing 0 0 0 4 044 4 044 4 044
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 2 451 2 451 2 667
Overige 10 43 0 4 101 4 154 4 154
Eigenvermogensinstrumenten 283 8 1 579 1 870 1 868
Beleggingscontracten, verzekeringen 12 745 12 745 12 745
Schuldinstrumenten 2 974 1 319 25 728 1 690 31 323 63 034 62 168
Van publiekrechtelijke emittenten 2 385 771 17 337 118 29 630 50 240 49 409
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 268 195 3 289 154 1 040 4 946 4 911
Van ondernemingen 321 353 5 102 1 418 654 7 848 7 848
Derivaten 7 823 777 8 600 8 603
Overige4
Totaal 16 885 16 441 27 307 130 153 31 323 777 222 887 223 212
a Waarvan reverse repo's2 8 483
b Waarvan reverse repo's2 673
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 8 094
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingena
141 1 636 0 10 812 12 590c
Leningen en voorschotten aan klantenb 27 1 335 0 123 189 124 551
Handelsvorderingen3 0 0 0 3 291 3 291
Afbetalingskredieten 0 0 0 2 770 2 770
Hypotheekleningen 0 33 0 53 123 53 156
Termijnkredieten 7 1 303 0 55 446 56 755
Financiële leasing 0 0 0 4 138 4 138
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 4 054 4 054
Overige3 20 0 0 367 387
Eigenvermogensinstrumenten 303 3 1 826 2 132
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 425 13 425
Schuldinstrumenten 2 894 1 763 30 564 1 207 31 799 68 227
Van publiekrechtelijke emittenten 2 391 1 063 19 469 31 30 342 53 296
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 297 293 4 427 159 859 6 035
Van ondernemingen 206 407 6 667 1 018 598 8 896
Derivaten 8 814 1 104 9 918
Overige4 3 576 0 0 579
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
a Waarvan reverse repo's2 3 319
b Waarvan reverse repo's2 1 389
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 4 287
  1. De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het maximale kredietrisico.

  2. Een reverserepotransactie is een transactie waarbij een partij (KBC) effecten koopt van een andere partij en zich ertoe verbindt om die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de reverserepoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde reverserepotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk ontlenen van obligaties. Bij die ontlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij de tegenpartij. Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.

  3. Geïnspireerd op de nieuwe regels voor rapportering aan de ECB (Finrep) tellen we vanaf 2014 factoring (2,4 miljard euro op eind 2014, 2,2 miljard euro op eind 2013) niet meer bij Overige (in Leningen en voorschotten aan klanten), maar we tellen ze samen met de disconto- en acceptkredieten in Handelsvorderingen. Dat doen we met het oog op een transparantere productindeling. De referentiecijfers pasten we niet aan, om de aansluiting met het jaarverslag over 2013 te behouden.

  4. Het betreft financiële activa die (vanaf 2014) doelbewust niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten om die post niet te flatteren met posten die geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.

  5. ADB (Antwerpse Diamantbank) viel in 2013 onder IFRS 5 (en is dus niet opgenomen in de posten vermeld in deze toelichting), maar viel eind 2014 niet meer onder IFRS 5 (de geplande verkoop werd gewijzigd in een gecontroleerde afbouw). Om te kunnen vergelijken, geven we daarom in de pro-formakolom ook de cijfers voor 2013 inclusief ADB. Tegelijk halen we in die kolom ook het Transformation fund (pensioenfonds) in Tsjechië uit de pro-formacijfers omdat die entiteit in 2014 niet meer geconsolideerd wordt.

Aange
houden Gewaar Voor Lenin Tot einde Tegen
voor han deerd te verkoop gen en looptijd Afdek geamor
(in miljoenen euro) delsdoel
einden
gen reële
waarde
beschik
baar
vorderin
gen
aange
houden
kings
derivaten
tiseerde
kostprijs
Totaal Pro-forma
totaal3
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingena 939 896 12 884 14 719c 14 733
Deposito's van klanten en schuldpapierb 3 634 12 248 145 253 161 135 160 182
Zichtdeposito's 0 50 38 999 39 049 39 277
Termijndeposito's 3 347 7 786 43 837 54 970 54 973
Depositoboekjes 0 0 34 990 34 990 34 990
Deposito's van bijzondere aard 0 0 1 335 1 335 1 335
Overige deposito's 0 0 1 378 1 378 195
Depositocertificaten 0 6 3 540 3 546 3 546
Kasbons 0 0 473 473 473
Converteerbare obligaties 0 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 286 3 763 14 869 18 919 18 919
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 643 5 832 6 475 6 475
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 11 787 0 11 787 11 787
Derivaten 8 161 1 678 9 838 9 844
Baisseposities 386 386 386
In eigenvermogensinstrumenten 40 40 40
In schuldinstrumenten 345 345 345
Overige2 1 556 1 556 1 556
Totaal 13 119 24 931 1 678 159 693 199 421 198 488
a Waarvan repo's1 1 672
b Waarvan repo's1 10 655
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 3 307
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingena
60 1 004 16 628 17 692c
Deposito's van klanten en schuldpapierb 367 10 352 151 064 161 783
Zichtdeposito's 0 35 47 020 47 055
Termijndeposito's 69 8 028 41 638 49 735
Depositoboekjes 0 0 37 163 37 163
Deposito's van bijzondere aard 0 0 1 715 1 715
Overige deposito's 0 14 555 569
Depositocertificaten 9 3 5 922 5 935
Kasbons 0 0 762 762
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 289 1 732 12 741 14 761
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 540 3 549 4 088
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 553 0 12 553
Derivaten 7 697 3 491 11 188
Baisseposities 325 325
In eigenvermogensinstrumenten 71 71
In schuldinstrumenten 254 254
Overige2 2 103 2 104
Totaal 8 449 23 908 3 491 169 796 205 644
a Waarvan repo's1 1 315
b Waarvan repo's1 7 804
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 3 539
  1. Een repotransactie is een transactie waarbij een partij effecten koopt van een andere partij (KBC) en zich ertoe verbindt om die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de repoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde repotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk uitlenen van obligaties. Bij die uitlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij KBC. Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa.

  2. Het betreft financiële verplichtingen die doelbewust niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten om die post niet te flatteren met posten die geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.

  3. ADB (Antwerpse Diamantbank) viel in 2013 onder IFRS 5 (en is dus niet opgenomen in de posten vermeld in deze toelichting), maar viel eind 2014 niet meer onder IFRS 5 (de geplande verkoop werd gewijzigd in een gecontroleerde afbouw). Om te kunnen vergelijken, geven we daarom in de pro-formakolom ook de cijfers voor 2013 inclusief ADB. Tegelijk halen we in die kolom ook het Transformation fund (pensioenfonds) in Tsjechië uit de pro-formacijfers omdat die entiteit in 2014 niet meer geconsolideerd wordt.

  4. Herclassificaties: zie Toelichting 28.

  5. Niet-converteerbare obligaties: hoofdzakelijk uitgiften van KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Geboekt tegen reële waarde (cf. waarderingsregels).
  6. Niet-converteerbare achtergestelde schulden: bevatten onder meer ook de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar. Die contingent capital note werd conform IAS 32 als een schuld geklasseerd omdat ze een vaste looptijd heeft en de interestbetalingen onvermijdelijk zijn.
  7. Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash.
  8. Eind 2014 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 5 876 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor

handelsdoeleinden 280 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 764 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 454 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 4 378 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 5 673 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 277 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 769 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 470 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 157 miljoen euro). Eind 2013 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties met een boekwaarde van 7 086 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 630 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 101 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 1 911 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 4 445 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 6 864 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 569 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 103 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 1 889 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 304 miljoen euro). Noteer: KBC had eind 2013 en eind 2014 minder getransfereerde effecten op zijn balans dan uitstaande repotransacties. De reden is dat uit reverse repo's verkregen effecten vaak gebruikt worden voor repotransacties. Die effecten staan niet op de balans en vallen dus ook niet in de scope van de in deze paragraaf vermelde disclosure.

Toelichting 19: Financiële instrumenten volgens portefeuille en land

(in miljoenen euro) Aange
houden
voor han
delsdoel
einden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Leningen
en vorde
ringen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kingsderi
vaten
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
België 2 143 1 027 8 584 74 759 15 445 45 102 004
Centraal- en Oost-Europa 7 907 646 6 510 27 960 8 774 293 52 089
Rest 6 835 14 768 12 213 27 434 7 104 439 68 794
Totaal 16 885 16 441 27 307 130 153 31 323 777 222 887
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
België 2 543 1 104 8 804 78 358 16 744 87 107 641
Centraal- en Oost-Europa 2 221 491 5 290 28 286 8 183 112 44 584
Rest 7 418 16 567 18 295 29 139 6 872 905 79 197
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013
België 1 815 11 979 94 86 316 100 204
Centraal- en Oost-Europa 5 141 942 464 35 451 41 999
Rest 6 163 12 010 1 119 37 926 57 218
Totaal 13 119 24 931 1 678 159 693 199 421
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
België 1 436 12 635 231 92 010 106 313
Centraal- en Oost-Europa 1 033 838 81 35 597 37 549
Rest 5 979 10 435 3 179 42 189 61 782
Totaal 8 449 23 908 3 491 169 796 205 644

Toelichting 20: Financiële instrumenten volgens portefeuille en restlooptijd

(in miljoenen euro) Aange
houden
voor han
delsdoel
einden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Leningen
en vorde
ringen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kings
derivaten
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
Tot 1 jaar 7 368 2 525 6 214 43 158 1 662 60 927
Meer dan 1 jaar 1 412 7 839 19 381 78 504 29 662 136 797
Niet bepaald* 8 105 6 077 1 713 8 491 0 777 25 163
Totaal 16 885 16 441 27 307 130 153 31 323 777 222 887
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Tot 1 jaar 1 322 3 146 3 647 47 279 2 213 57 608
Meer dan 1 jaar 1 593 8 760 26 826 81 592 29 586 148 357
Niet bepaald* 9 267 6 257 1 916 6 912 0 1 104 25 456
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013
Tot 1 jaar 4 803 10 784 92 520 108 107
Meer dan 1 jaar 119 9 649 29 856 39 624
Niet bepaald* 8 197 4 498 1 678 37 317 51 689
Totaal 13 119 24 931 1 678 159 693 199 421
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Tot 1 jaar 517 9 480 99 643 109 639
Meer dan 1 jaar 158 9 576 31 306 41 040
Niet bepaald* 7 774 4 853 3 491 38 847 54 965
Totaal 8 449 23 908 3 491 169 796 205 644

* Met Niet bepaald bedoelen we dat de vervaldag onbepaald is of dat het niet zinvol is het financiële instrument volgens vervaldag te klasseren. De financiële activa met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten en tradingaandelen (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden), een groot deel van de beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde), aandelen voor verkoop beschikbaar (kolom Voor verkoop beschikbaar) en voorschotten in rekening-courant en oninbare/dubieuze vorderingen (kolom Leningen en vorderingen). De financiële verplichtingen met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de depositoboekjes (kolom Tegen geamortiseerde kostprijs), de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden) en een groot deel van de schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde).

• Het verschil tussen de financiële activa op korte termijn en de financiële verplichtingen op korte termijn is onder meer een weerspiegeling van de basisactiviteit van een bank, namelijk het omzetten van deposito's op kortere termijn in kredieten op langere termijn. Dat leidt tot een groter volume van deposito's op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële verplichtingen) dan kredieten op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële activa). Die verhouding geeft aanleiding tot een liquiditeitsrisico. Meer informatie over het liquiditeitsrisico en de bewaking ervan vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.

Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt

(in miljoenen euro) Aange
houden
voor
handels
doeleinden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Lenin
gen en
vorderin
gen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kingsderi
vaten
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(unimpaired)
16 885 16 441 27 094 122 503 31 322 777 215 022
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(impaired)
331 13 230 9 13 570
Bijzondere waardeverminderingen -117 -5 580 -8 -5 705
Totaal 16 885 16 441 27 307 130 153 31 323 777 222 887
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(unimpaired)
12 182 18 163 32 153 128 330 31 798 1 104 223 730
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(impaired)
361 13 255 6 13 621
Bijzondere waardeverminderingen -124 -5 801 -5 -5 930
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421

• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat.

Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast worden voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op

portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toegepast door middel van een formule die rekening houdt met de expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).

• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om

Details over bijzondere waardeverminderingen

de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.

(in miljoenen euro) Voor verkoop beschikbaar Tot einde
looptijd
aangehouden
Leningen en vorderingen Voorzieningen
voor verbin
teniskredieten
buiten balans*
Vastrentende
activa
Aandelen Vastrentende
activa
Met individu
ele bijzondere
waardever
mindering
Met op porte
feuillebasis
berekende
bijzondere
waardever
mindering
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2013
Beginsaldo 0 148 8 4 488 227 92
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 10 24 0 2 311 144 63
Teruggenomen 0 0 0 -638 -108 -59
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -6 0 -601 0 -9
Wijzigingen in de consolidatiekring -10 -40 0 -16 1 0
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Overige 0 -10 0 -226 -3 25
Eindsaldo 0 117 8 5 319 261 114
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2014
Beginsaldo 0 117 8 5 319 261 114
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 0 30 0 1 295 64 32
Teruggenomen 0 -2 -1 -620 -130 -55
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -16 0 -439 0 -3
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 -5 0 -34 1 9
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 174 5 0
Overige 0 -1 -3 -96 0 61
Eindsaldo 0 124 5 5 600 201 158

* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.

• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 14.

• Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.

Achterstallige activa die niet impaired zijn

(in miljoenen euro)
31-12-2013
Minder dan 30
dagen achter
stallig
30 of meer,
maar minder
dan 90 dagen
achterstallig
Leningen en voorschotten 3 099 1 171
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 3 099 1 171
31-12-2014
Leningen en voorschotten 2 173 603
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 2 173 603

• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als

achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.

Ontvangen garanties

• Zie Toelichtingen 22 en 40.

Informatie over het risico van KBC inzake gestructureerde kredieten en overheidsobligaties

• Zie hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.

Toelichting 22: Maximaal kredietrisico en offsetting

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Bruto Ontvangen
waarborgen/
collateral
Netto Bruto Ontvangen
waarborgen/
collateral
Netto
Maximaal kredietrisico
Eigenvermogensinstrumenten 1 870 0 1 870 2 132 0 2 132
Schuldinstrumenten 63 034 76 62 957 68 227 59 68 167
Leningen en voorschotten 136 638 74 239 62 399 137 140 69 842 67 298
Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde 2 369 2 238 131 2 971 2 588 384
Derivaten 8 600 2 027 6 573 9 918 3 253 6 664
Overige (inclusief geprorateerde rente) 26 545 4 246 22 299 28 271 4 246 24 025
Totaal 236 687 80 589 156 099 245 687 77 401 168 286

• Maximaal kredietrisico van een financieel actief: meestal de brutoboekwaarde na aftrek van de bijzondere waardeverminderingen. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. Die zijn opgenomen onder de post Overige in de tabel.

  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Risicobeheer (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
  • Ontvangen waarborgen (collateral): worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.
Financiële instrumenten onderhevig aan netting,
afdwingbare netting-raamovereenkomsten en
soortgelijke overeenkomsten
Brutobedrag
van erkende
financiële in
strumenten
bedragen
van erkende
financiële
instru
menten die
verrekend
worden
(netting)
Nettobe
dragen van
financiële in
strumenten
gepresen
teerd op de
balans
Bedragen die niet verrekend worden op
de balans (netting)
Nettobedrag
(in miljoenen euro) Financiële
instrumen
ten
Kaswaar
borgen
Effecten
waarborgen
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
Derivaten 9 054 454 8 600 4 992 1 813 0 1 795
Derivaten, exclusief central clearing houses 8 597 0 8 597 4 992 1 813 0 1 792
Derivaten met central clearing houses 457 454 3 0 0 0 3
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
9 156 0 9 156 539 0 8 608 8
Reverse repo's 9 156 0 9 156 539 0 8 608 8
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 18 210 454 17 756 5 531 1 813 8 608 1 804
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Derivaten 12 390 2 473 9 918 5 190 2 505 0 2 223
Derivaten, exclusief central clearing houses 9 910 0 9 910 5 190 2 505 0 2 215
Derivaten met central clearing houses 2 481 2 473 8 0 0 0 8
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
6 415 1 707 4 708 645 0 4 047 15
Reverse repo's 6 415 1 707 4 708 645 0 4 047 15
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 18 805 4 180 14 626 5 835 2 505 4 047 2 238
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013
Derivaten 10 293 454 9 838 4 992 2 626 0 2 220
Derivaten, exclusief central clearing houses 9 834 0 9 834 4 992 2 626 0 2 216
Derivaten met central clearing houses 459 454 4 0 0 0 4
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
12 327 0 12 327 539 0 11 778 9
Repo's 12 327 0 12 327 539 0 11 778 9
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 22 619 454 22 165 5 531 2 626 11 778 2 230
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Derivaten 13 660 2 473 11 188 5 190 3 871 0 2 127
Derivaten, exclusief central clearing houses 11 184 0 11 184 5 190 3 871 0 2 124
Derivaten met central clearing houses 2 476 2 473 3 0 0 0 3
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
10 827 1 707 9 120 645 0 8 470 4
Repo's 10 827 1 707 9 120 645 0 8 470 4
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 24 487 4 180 20 307 5 835 3 871 8 471 2 131

Bruto-

  • De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financieel actief en het financieel passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen.
  • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar netting-raamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat

niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.

Toelichting 23: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

  • Reële waarde: KBC definieert reële waarde als de prijs die zou worden verkregen voor de verkoop van een actief of die zou worden betaald voor de overdracht van een verplichting in een regelmatige transactie tussen marktpartijen op het tijdstip van de waardebepaling. Die definitie ligt in de lijn van de IFRS-definitie. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een verstoring van het evenwicht tussen vraag en aanbod (bijvoorbeeld minder kopers dan verkopers, waardoor de prijs moet zakken) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop. Gedwongen verkopen of onvrijwillige transacties zijn occasionele transacties als gevolg van bijvoorbeeld wijzigingen in de regelgevende omgeving of transacties die niet markt- maar onderneminggestuurd (klantgestuurd) zijn.
  • In KBC worden alle interne waarderingsmodellen door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC en zijn entiteiten voldoen aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de CDO Valuation Policy, de Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktdata, inputparameters) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Elk kwartaal worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Ten slotte neemt een speciaal daartoe samengesteld team reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.
  • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments) worden geboekt op alle posten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd, waarbij wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Ze omvatten close-outkosten, aanpassingen voor minder liquide posities of markten, aanpassingen verbonden aan waarderingen gebaseerd op een waarderingsmode, aanpassingen voor tegenpartijrisico en financieringskosten. CVA (Credit Value Adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering van dergelijke instrumenten rekening te houden met de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Daarbij worden zowel de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract in rekening genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van de

kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread of, in afwezigheid daarvan, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten gelijkaardige karakteristieken vertonen met de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Mede als gevolg van de Asset Quality Review werd in het vierde kwartaal van 2014 het CVA-model aangepast volgens de hierboven beschreven methode, met een beperkte positieve invloed op het resultaat. Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.

  • Bij de bepaling van de reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde wordt rekening gehouden met de invloed van veranderingen in de eigen financieringsspreads.
  • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven, kredieten. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties.
  • De reële waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes (beide onmiddellijk opvraagbaar) wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
  • Het grootste deel van de wijzigingen in de marktwaarde van de leningen en voorschotten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde wordt verklaard door bewegingen van de rente. Het effect van veranderingen in kredietrisico is verwaarloosbaar.
  • Financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd behoren tot de volgende categorieën: Voor verkoop beschikbaar, Aangehouden voor handelsdoeleinden, Aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (Gewaardeerd tegen reële waarde in de tabellen) en Afdekkingsderivaten. De andere financiële activa en verplichtingen (leningen en vorderingen, financiële activa tot einde looptijd aangehouden, financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs) worden op de balans niet tegen reële waarde gewaardeerd, maar in de tabel vermelden we ter informatie hun reële waarde.
Reële waarde van financiële instrumenten die niet
tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen
(in miljoenen euro)
Leningen en vorderingen Financiële activa tot einde
looptijd aangehouden
tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen
Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2013
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
9 571 9 814
Leningen en voorschotten aan klanten 118 892 120 501
Schuldinstrumenten 1 690 1 646 31 323 32 657
Totaal 130 153 131 961 31 323 32 657
Niveau 1 1 416 30 193
Niveau 2 25 692 1 789
Niveau 3 104 853 675
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
11 388 11 529
Leningen en voorschotten aan klanten 123 189 126 392
Schuldinstrumenten 1 207 1 400 31 799 36 001
Totaal 135 784 139 322 31 799 36 001
Niveau 1 929 34 848
Niveau 2 19 992 984
Niveau 3 118 401 169
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2013
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
12 884 14 175
Deposito's van klanten en schuldpapier 145 253 148 049
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 1 556 1 570
Totaal 159 693 163 794
Niveau 1 1 122
Niveau 2 85 104
Niveau 3 77 569
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
16 628 17 887
Deposito's van klanten en schuldpapier 151 064 153 732
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 2 103 1 981
Totaal 169 796 173 601
Niveau 1 1 052
Niveau 2 78 637
Niveau 3 93 911

Toelichting 24: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Waarderingshiërarchie Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen
0 5 100 0 5 100 0 141 0 141
Leningen en voorschotten aan klanten 0 706 0 706 0 27 0 27
Eigenvermogensinstrumenten 265 18 1 283 294 8 0 303
Schuldinstrumenten 2 290 341 342 2 974 1 998 634 262 2 894
Waarvan overheidsobligaties 2 068 261 55 2 385 1 872 487 32 2 391
Derivaten 1 5 681 2 141 7 823 1 6 492 2 321 8 814
Overige 0 0 0 0 0 3 0 3
Gewaardeerd tegen reële waarde
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen
0 1 595 0 1 596 0 1 636 0 1 636
Leningen en voorschotten aan klanten 0 749 24 774 0 1 309 26 1 335
Eigenvermogensinstrumenten 2 0 5 8 3 0 0 3
Beleggingscontracten, verzekeringen 12 605 140 0 12 745 13 270 156 0 13 425
Schuldinstrumenten 836 131 352 1 319 1 278 149 337 1 763
Waarvan overheidsobligaties 716 23 32 771 1 034 29 0 1 063
Voor verkoop beschikbaar
Eigenvermogensinstrumenten 1 226 53 300 1 579 1 432 0 393 1 826
Schuldinstrumenten 20 218 4 038 1 472 25 728 26 349 3 051 1 163 30 564
Waarvan overheidsobligaties 14 874 1 999 465 17 337 18 331 982 156 19 469
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 777 0 777 0 1 104 0 1 104
Totaal 37 444 19 330 4 637 61 411 44 624 14 711 4 503 63 839
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 939 0 939 0 60 0 60
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 3 532 102 3 634 0 326 41 367
Derivaten 1 5 617 2 542 8 161 2 5 359 2 335 7 697
Baisseposities 373 0 13 386 325 0 0 325
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Gewaardeerd tegen reële waarde
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 896 0 896 0 1 004 0 1 004
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 11 704 543 12 248 0 9 928 424 10 352
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 11 787 0 0 11 787 12 552 1 0 12 553
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 1 678 0 1 678 0 3 491 0 3 491
Totaal 12 161 24 365 3 201 39 728 12 879 20 170 2 800 35 848

• De IAS 39-waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus. De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1.

Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn op een eenvoudige wijze en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. Het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten die beschikken over gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, is gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.

Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in beschouwing zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Daarnaast weerspiegelen waarneembare parameters een actieve markt. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: de verdiscontering van toekomstige kasstromen, de vergelijking met de huidige of recente

reële waarde van een ander soortgelijk instrument, en prijsstelling door derden, op voorwaarde dat die prijs in de lijn ligt van alternatieve observeerbare marktgegevens.

Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.

  • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
  • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. De tabel geeft een overzicht van het niveau waaronder financiële instrumenten doorgaans worden geklasseerd, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Met andere woorden: hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
  • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichting 25.
Soort instrument Producten Type waardering
Niveau 1 Liquide financiële instrumenten waarvoor
genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde
financiële futures, beursgenoteerde opties,
beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde
fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere
liquide obligaties, liquide asset backed securities op
actieve markten
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op
een actieve markt)
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps,
valutatermijncontracten, rentetermijncontracten
(FRA), inflatieswaps, dividendswaps, commodity
swaps, reverse floaters, opties op obligatiefutures,
opties op rentefutures, overnight index swaps, FX
reset
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Plain vanilla / liquide derivaten Caps en floors, renteopties, Europese en
Amerikaanse aandelenopties, Europese en
Amerikaanse valutaopties, forward start-opties,
digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige
opties, Europese swaptions, constant maturity
swaps (CMS), European cancelable IRS, compound
options
Waarderingsmodel voor opties op basis van
waarneembare parameters (bv. volatiliteit)
Credit default swaps (CDS) CDS-model op basis van credit spreads
Niveau 2 Lineaire financiële activa (zonder optionele
kenmerken) – cashinstrumenten
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in
het kader van repo's
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Asset Backed Securities Halfliquide asset backed securities Prijsstelling door derden (bv. leadmanager);
prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare
marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva),
hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis van
observeerbare parameters
Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Exotische derivaten Target profit forwards, target strike forwards,
Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto
renteopties, digitale aandelenopties, Aziatische
aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto
digital FX options, FX Asian options, FX European
barrier options, FX simple digital barrier options,
FX touch rebate, double average rate options,
inflatieopties, cancelable reverse floaters, American
and Bermudan cancelable IRS, CMS spread options,
CMS interest rate caps/floors, (callable) range
accruals, outperformance options, autocallable
options
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet
waarneembare parameters (bv. correlatie)
Niveau 3 Illiquide instrumenten met kredietkoppeling Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de correlatie
tussen de respectieve defaultkansen van de
onderliggende activa
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de
EVCA (European Private Equity & Venture Capital
Association)
Illiquide obligaties / ABS Illiquide obligaties / Asset backed securities die
indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier
op een niet-actieve markt
Prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen
prijscontrole mogelijk ten gevolge van gebrek
aan beschikbare/betrouwbare alternatieve
marktgegevens
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis
van niet-observeerbare parameters (indicatieve
prijsstelling door derden voor de derivaten)

Toelichting 25: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2

  • Overdrachten in 2014: KBC herklasseerde voor 0,3 miljard euro aan schuldinstrumenten (vooral geklasseerd als Voor verkoop beschikbaar) van niveau 1 naar niveau 2 wegens een afname in marktactiviteit voor verschillende types schuldinstrumenten. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 1,6 miljard euro aan obligaties van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel (ongeveer 1 miljard euro) daarvan betrof covered bonds. De herklassering gebeurde omdat de markt voor die instrumenten actiever werd in 2014.
  • Overdrachten in 2013: KBC herklasseerde voor 0,3 miljard euro aan schuldinstrumenten (vooral geklasseerd als Voor verkoop beschikbaar) van niveau 1 naar niveau 2, wegens een afname van marktactiviteit voor bepaalde obligaties. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 0,7 miljard euro aan schuldinstrumenten van niveau 2 naar niveau 1, omdat de markt voor die instrumenten actiever werd in 2013.

Toelichting 26: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3

Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2013 (in miljoenen euro)

Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3
Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Voor verkoop
beschikbaar
Afdek
kings -
derivaten
voorschotten
Leningen en
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Derivaten voorschotten
Leningen en
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Eigenvermogens
instrumenten
Schuldinstrumenten Derivaten
Beginsaldo 0 197 0 523 3 041 27 50 0 269 1 117 1 660 0
Winsten en verliezen 0 -7 0 31 -186 3 -11 0 161 8 -100 0
In winst-en-verliesrekening* 0 -7 0 31 -186 3 -11 0 161 3 1 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 -101 0
Aanschaffingen 0 0 0 183 287 0 0 0 0 14 743 0
Vervreemdingen 0 0 0 -219 -21 0 -7 0 -49 -840 -179 0
Afwikkelingen 0 -170 0 -19 -664 -4 0 0 0 0 -498 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 25 102 0 0 0 23 3 107 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 -153 0 0 0 0 0 0 -223 0
Overdracht van/naar vaste activa
aangehouden voor verkoop
0 0 0 0 0 0 -26 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 -1 0 -16 -13 -1 -1 0 -14 -1 -15 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 -19 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 -13 -406 0 0 0 -38 0 -24 0
Eindsaldo 0 1 0 342 2 141 24 5 0 352 300 1 472 0
Totale winsten (positieve cijfers)
en verliezen (negatieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor activa aan het einde
van de periode
0 0 0 37 -205 3 -10 0 157 0 37 0
Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3
Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkings
derivaten
kredietinstellingen
Deposito's van
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
beleggingscontracten
Schulden m.b.t.
Derivaten Baisseposities Overige Deposito's van Deposito's van klan
kredietinstellingen
ten en schuldpapier beleggingscontracten
Schulden m.b.t.
Overige Derivaten
Beginsaldo 0 181 0 4 979 0 0 0
1 366
0 44 0
Winsten en verliezen 0 36 0 -1 267 0 0 0
41
0 0 0
In winst-en-verliesrekening* 0 36 0 -1 267 0 0 0
41
0 0 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgiften 0 0 0 250 13 0 0 0 0 0 0
Terugkopen 0 0 0 -1 0 0 0 0 0 0 0
Afwikkelingen 0 -97 0 -829 0 0 0
-368
0 -44 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht van/naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 -5 0 -23 0 0 0 -8 0 0 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Overige 0 -13 0 -567 0 0 0 -488 0 0 0 Eindsaldo 0 102 0 2 542 13 0 0 543 0 0 0 Totale winsten (negatieve cijfers) en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies-

rekening voor verplichtingen aan het einde van de periode 0 34 0 -1 214 0 0 0 39 0 0 0

* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.

Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2014 (in miljoenen euro) Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3

Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Voor verkoop
beschikbaar
Afdek
kings -
derivaten
voorschotten
Leningen en
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Derivaten voorschotten
Leningen en
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Eigenvermogens
instrumenten
Schuldinstrumenten Derivaten
Beginsaldo 0 1 0 342 2 141 24 5 0 352 300 1 472 0
Winsten en verliezen 0 0 0 17 253 1 0 0 0 41 -11 0
In winst-en-verliesrekening* 0 0 0 17 253 1 0 0 0 4 -24 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 37 13 0
Aanschaffingen 0 0 0 2 305 0 0 0 18 23 835 0
Vervreemdingen 0 0 0 -20 -77 0 -5 0 -2 -6 -74 0
Afwikkelingen 0 0 0 -61 -312 -3 0 0 -16 -1 -464 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 110 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 -31 0 0 0 0 0 0 -687 0
Overdracht van/naar vaste activa
aangehouden voor verkoop
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 0 0 14 11 3 0 0 36 0 1 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 -22 -3 -20 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 -29 39 0 0
Eindsaldo 0 0 0 263 2 321 26 0 0 337 393 1 163 0
Totale winsten (positieve cijfers)
en verliezen (negatieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor activa aan het einde
van de periode
Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3
0 0 0 22 304 1 1 0 10 -1 6 0
Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkings
derivaten
Deposito's van kre
dietinstellingen
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
beleggingscontracten
Schulden m.b.t.
Derivaten Baisseposities Overige kredietinstellingen
Deposito's van
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
Schulden m.b.t. be leggingscontracten Overige Derivaten
Beginsaldo 0 102 0 2 542 13 0 0 543 0 0 0
Winsten en verliezen 0 1 0 -58 0 0 0 -25 0 0 0
In winst-en-verliesrekening* 0 1 0 -58 0 0 0 -25 0 0 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgiften 0 0 0 293 0 0 0 0 0 0 0
Terugkopen 0 -5 0 0 0 0 0 -119 0 0 0
Afwikkelingen 0 -66 0 -452 -13 0 0 0 0 0 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht van/naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 7 0 10 0 0 0 23 0 0 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Eindsaldo 0 41 0 2 335 0 0 0 424 0 0 0
Totale winsten (negatieve cijfers)

en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verliesrekening voor verplichtingen aan

het einde van de periode 0 0 0 329 0 0 0 -8 0 0 0

* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.

  • Sommige niveau 3-activa zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke niveau 3-verplichtingen, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers in de tabel zou kunnen blijken.
  • Dankzij het verder de-risken van de portefeuille legacy-CDO's in de loop van 2014 werd de gevoeligheid van die portefeuille in de winst-en-verliesrekening voor een stijging van de credit spreads van 50% teruggedrongen van -92 miljoen euro op 31 december 2013

naar een verwaarloosbaar bedrag op 31 december 2014. De overblijvende kleine waardeschommelingen zijn toe te schrijven aan het feit dat er nog tot november 2017 voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Die CDO-notes kunnen nog in waarde schommelen, vooral door de ontwikkeling van de credit spreads op de onderliggende portefeuille.

Toelichting 27: Wijzigingen in eigen kredietrisico

Eigen schulduitgiften gewaardeerd tegen reële waarde

(in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) 31-12-2013 31-12-2014
Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening* -62 -2
Totale gecumuleerde invloed op balansdatum -32 -31

* Verschilt licht van de in Toelichting 2 vermelde bedragen omdat in die toelichting de groepsvennootschappen met zeer beperkte bedragen niet zijn opgenomen.

• De reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening houdt rekening met het eigen kredietrisico. Het grootste deel van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening betreft KBC Ifima-uitgiften. Voor de waardering van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening houden we rekening met het eigen kredietrisico door het gebruik van de

effectieve financieringsspread van KBC. De totale reële waarde van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening bedroeg ongeveer 2 miljard euro op 31 december 2014, rekening houdend met het eigen kredietrisico van KBC. Resultaten van gevoeligheidstoetsen op de totale reële waarde van KBC Ifimauitgiften waarbij de effectieve financieringsspread verschoven wordt, worden weergegeven in de onderstaande tabel.

Winst-en-verliesgevoeligheid gebaseerd op een relatieve verschuiving van de financieringsspread (in miljarden euro)

Spreads
-50%
Spreads
-20%
Spreads
-10%
Spreads
+10%
Spreads
+20%
Spreads
+50%
31-12-2013 -0,02 -0,01 -0,00 +0,00 +0,01 +0,02
31-12-2014 -0,01 -0,00 -0,00 +0,00 +0,00 +0,01

• Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het eigen kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd

tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,1 miljard euro).

Financiële activa beschikbaar voor verkoop geherklasseerd naar Leningen en vorderingen, situatie op 31 december 2014

(in miljoenen euro)
Boekwaarde 890
Reële waarde 950
Indien niet geherklasseerd
(voor verkoop beschikbaar)
Na herclassificatie
(leningen en vorderingen)
Invloed
Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa),
vóór belastingen
-50 -110 -60
Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen 0 2 2

• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa aan te houden voor de voorzienbare toekomst of tot op de vervaldag. KBC heeft ervoor gekozen om die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. Bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 60 miljoen

euro op het eigen vermogen en in een positieve invloed van 2 miljoen euro op de winst-en-verliesrekening.

  • Overige herclassificaties (niet inbegrepen in de tabel):
  • In 2013 herklasseerden we voor 1,8 miljard euro schuldinstrumenten van Voor verkoop beschikbaar (AFS) naar Tot einde looptijd aangehouden (HTM).
  • In 2014 herklasseerden we geen schuldinstrumenten van Voor verkoop beschikbaar (AFS) naar Tot einde looptijd aangehouden (HTM).
  • Het gevolg van die herclassificaties is dat de betrokken AFS-reserve niet langer wordt blootgesteld aan de wijziging van de marktrente. Ze wordt bevroren en pro rata temporis afgeboekt. Aangezien ook het betrokken HTM-effect wordt afgeboekt, is er netto geen resultaatsimpact.
Voor handelsdoeleinden Microhedging: reëlewaardeafdekkingen Microhedging: kasstroomafdekkingen* Reëlewaardeafdekkingstransacties ter
afdekking van het renterisico van een
portefeuille
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen
(in miljoenen euro) Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
kocht
Aange-
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht
31-12-2013
Totaal 7 823 8 161 373 075 358 437 218 239 19 286 19 286 553 1 303 26 234 26 189 6 136 2 782 2 782
Indeling naar type
Rentecontracten 4 734 4 912 226 742 215 826 218 239 19 286 19 286 532 1 238 25 962 25 962 6 136 2 782 2 782
Renteswaps 3 760 4 495 162 160 162 265 218 239 19 286 19 286 532 1 238 25 962 25 962 6 136 2 782 2 782
Rentetermijncontracten 1 0 2 202 2 717 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 2 2 10 948 5 410 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 970 414 51 432 45 433 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valutacontracten 930 667 96 048 97 102 0 0 0 0 21 64 271 226 0 0 0 0
Valutatermijncontracten 148 87 13 105 13 037 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valuta- en renteswaps 698 517 75 200 75 250 0 0 0 0 21 64 271 226 0 0 0 0
Futures 0 0 190 190 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 84 63 7 553 8 626 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 1 763 1 895 32 755 31 857 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelenswaps 1 420 1 439 29 180 29 176 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 344 456 3 575 2 681 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Warrants 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 365 657 16 961 13 084 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditdefaultswaps 365 657 16 961 13 084 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditspreadopties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totalreturnswaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
30 30 570 568 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

Voor handelsdoeleinden Microhedging: reëlewaardeafdekkingen Microhedging: kasstroomafdekkingen* Reëlewaardeafdekkingstransacties ter
afdekking van het renterisico van een
portefeuille
Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde
Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen
(in miljoenen euro) Activa Verplich
tingen
Aangekocht Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aangekocht Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aangekocht Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aangekocht Verkocht
31-12-2014
Totaal 8 814 7 697 380 492 377 541 426 736 25 223 25 223 650 2 610 25 711 25 647 28 144 2 749 2 749
Indeling naar type
Rentecontracten 5 304 4 596 217 557 214 711 426 736 25 223 25 223 642 2 600 25 525 25 525 28 144 2 749 2 749
Renteswaps 4 120 4 056 148 425 149 039 426 736 25 223 25 223 642 2 600 25 525 25 525 28 144 2 749 2 749
Rentetermijncontracten 0 3 1 880 2 385 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 3 3 12 879 13 727 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 1 181 534 54 374 49 560 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valutacontracten 1 339 982 125 336 126 203 0 0 0 0 7 10 186 122 0 0 0 0
Valutatermijncontracten 189 180 17 419 17 394 0 0 0 0 0 1 31 31 0 0 0 0
Valuta- en renteswaps 1 028 621 95 689 95 268 0 0 0 0 7 9 155 91 0 0 0 0
Futures 0 0 284 284 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 121 180 11 944 13 257 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 2 016 2 022 32 162 31 912 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelenswaps 1 674 1 704 30 120 30 120 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 342 318 2 042 1 793 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Warrants 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 105 46 4 826 4 104 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditdefaultswaps 105 46 4 826 4 104 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditspreadopties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totalreturnswaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
51 51 611 611 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

  • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten.
  • De boekhoudkundige asymmetrische waardering van deze derivaten ten overstaan van de ingedekte activa en passiva creëert schommelingen in de winst-en-verliesrekening. Die schommelingen worden opgevangen met de verschillende technieken waarin IAS 39 voorziet in het kader van hedge accounting. KBC gebruikt de volgende technieken:
  • Fair value portfolio hedge of interest rate risk (reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille). Die techniek wenden we binnen het renterisicobeheer aan om een portefeuille van kredieten (termijnkredieten, woningkredieten, leningen op afbetaling, vaste voorschotten) in te dekken met renteswaps. De constructie wordt opgezet volgens de regels van de EU-carve-outversie van IAS 39. Die techniek maakt het mogelijk de marktwaardeschommelingen van de derivaten te compenseren met de marktwaardeschommelingen van de ingedekte activa en passiva.
  • Verschillende microhedge-indekkingstechnieken conform de principes van IAS 39 om de volatiliteit te beperken:
    • º Cash flow hedges (kasstroomafdekkingen): die hedges worden aangewend om activa en passiva met variabele rente te swappen naar de gewenste vaste looptijden. Met die techniek kan de

marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.

  • º Fair value hedges (reëlewaardeafdekkingen): worden toegepast in bepaalde assetswapconstructies. Daarbij wordt het renterisico van een obligatie ingedekt voor investeringen die louter gedaan werden omwille van de credit spread. Die techniek wordt ook toegepast bij de uitgifte van bepaalde schuldbewijzen met vaste looptijden door de bank (senior debt issues).
  • º Indekking van het wisselrisico op het nettoactief van een buitenlandse investering: het wisselrisico verbonden aan de participaties in vreemde munt dekken we af door financieringsmiddelen in vreemde munt aan te trekken op het niveau van de entiteit die de participatie heeft. Die maakt het mogelijk om de omrekeningsverschillen op de indekking te boeken in het eigen vermogen.
  • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken.
  • Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties: zie Toelichting 5.
  • De opdeling van verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf: zie tabel.
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom
Maximaal 3 maanden 20 -20
Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 30 -57
Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 97 -132
Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 171 -369
Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 446 -987
Meer dan 5 jaar 1 289 -2 405

Toelichtingen bij de andere posten op de balans

Toelichting 30: Overige activa

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Totaal 1 233 1 480
Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen 322 349
Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen 30 13
Overige vorderingen en opgevraagd, niet-gestort kapitaal 0 0
Deposito's bij cederende ondernemingen 13 13
Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) 370 281
Overige 498 824

Toelichting 31: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
ACTUELE BELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen 242 88
Actuele belastingverplichtingen 109 98
UITGESTELDE BELASTINGEN 1 072 1 127
Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 856 2 279
Personeelsbeloningen 117 198
Fiscaal overgedragen verliezen 660 540
Materiële en immateriële vaste activa 45 48
Voorziening voor risico's en kosten 25 53
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 309 230
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
296 267
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
342 844
Technische voorzieningen 36 33
Overige 26 65
Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 784 1 152
Personeelsbeloningen 6 2
Fiscaal overgedragen verliezen 0 0
Materiële en immateriële vaste activa 103 101
Voorziening voor risico's en kosten 0 1
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 17 7
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
45 48
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
454 776
Technische voorzieningen 87 126
Overige 72 89
Netto opgenomen in de balans als volgt
Uitgestelde belastingvorderingen 1 481 1 726
Uitgestelde belastingverplichtingen 409 599
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden* 1 204 1 283

* Aangepast cijfer voor 2013.

• Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.

  • Uitgestelde belastingvorderingen m.b.t. fiscaal overgedragen verliezen worden verantwoord door de aanwezigheid van voldoende belastbare winsten in een redelijk nabije toekomst gebaseerd op macro-economische voorspellingen en rekening houdend met conservatieve scenario's.
  • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+55 miljoen euro in 2014) is als volgt verdeeld:
  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen: +423 miljoen

euro;

  • Toename van uitgestelde belastingverplichtingen: +368 miljoen euro.
  • De wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat: -217 miljoen euro (hoofdzakelijk als volgt verklaard: fiscaal overgedragen verliezen -203 miljoen euro, bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten -20 miljoen euro, financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -15 miljoen euro, voorzieningen voor risico's en kosten +29 miljoen euro);
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare

financiële activa: -8 miljoen euro;

  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen door de wijzigingen van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: +455 miljoen euro;
  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot niet gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen gerelateerd tot wijzigingen van toegezegdpensioenregelingen: +84 miljoen euro;
  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten: +55 miljoen euro.
  • De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met:

  • Toename van de uitgestelde belastingverplichtingen via resultaat: +34 miljoen euro (hoofdzakelijk als gevolg van de toename in de uitgestelde belastingsverplichtingen voor technische voorzieningen: +38 miljoen euro);

  • Toename van uitgestelde belastingverplichtingen door de toename van de marktwaarde van voor verkoop beschikbare effecten: +333 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten: -17 miljoen euro.
  • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank.

Toelichting 32: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Totaal 182 204
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
CˇMSS 175 175
Overige 7 28
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Brutobedrag 0 0
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Indeling naar type
Niet-beursgenoteerd 182 204
Beursgenoteerd 0 0
Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
MUTATIETABEL 2013 2014
Beginsaldo, 1 januari 212 182
Overnames 0 0
Boekwaarde overboekingen 0 0
Aandeel in het resultaat voor de periode 30 25
Kapitaalverhoging 0 0
Uitgekeerde dividenden -41 -30
Aandeel in de winsten en verliezen niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening -5 11
Omrekeningsverschillen -14 0
Wijzigingen in goodwill 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 0 0
Overige mutaties 0 16
Eindsaldo, 31 december 182 204
  • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarvoor KBC gezamenlijke controle uitoefent.
  • Als gevolg van de retroactieve toepassing van de nieuwe IFRS 11-norm, die bepaalt dat gemeenschappelijke ondernemingen (joint ventures) worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en niet meer volgens de proportionele methode, bestaat de post Investeringen in geassocieerde ondernemingen nu vooral uit CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië.
  • Hieronder volgt samengevatte financiële informatie voor CˇMSS, op 100%-basis, 31-12-2014 (31-12-2013), in miljoenen euro:
  • Balanstotaal: 3 266 (3 269)
  • Geldmiddelen en kasequivalenten: 149 (84)
  • Financiële activa: 3 089 (2 721)

  • Niet-financiële activa: 28 (464)

  • Financiële verplichtingen: 3 044 (3 047)
  • Niet-financiële verplichtingen: 47 (48)
  • Totaal eigen vermogen: 175 (175)
  • Totale opbrengsten: 59 (69)
  • Rente-inkomsten: 113 (122)
  • Rentelasten: -68 (-65)
  • Exploitatiekosten: -25 (-28)
  • Bijzondere waardeverminderingen: -6 (-6)
  • Belastingen: -5 (-7)
  • Resultaat na belastingen: 23 (29)
  • Andere niet-gerealiseerde resultaten: 7 (-19)
  • Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: 31 (10)
  • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voerden een waardeverminderingstoets uit en boekten de vereiste bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).

Toelichting 33: Materiële vaste activa – inclusief vastgoedbeleggingen

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Materiële vaste activa 2 457 2 278
Vastgoedbeleggingen 598 568
Huurinkomsten 74 66
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 39 18
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 1 1
MUTATIETABEL Terreinen en
gebouwen
IT-apparatuur Overige
uitrusting
Totaal
materiële
vaste activa
Vastgoed
beleggingen
2013
Beginsaldo 1 454 151 965 2 571 638
Aanschaffingen 20 48 385 452 21
Vervreemdingen -5 -1 -162 -168 -18
Afschrijvingen -76 -65 -28 -169 -27
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -23 0 0 -23 -24
Teruggenomen 7 0 1 8 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden
voor verkoop en groepen activa die worden
afgestoten -4 0 0 -5 0
Omrekeningsverschillen -24 0 -8 -32 -1
Wijzigingen in de consolidatiekring 14 1 0 15 -11
Overige mutaties -1 -2 -190 -192 20
Eindsaldo 1 362 133 962 2 457 598
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen
1 131 333 592 2 056 310
Waarvan kosten van activa in opbouw 25 8 22 55
Waarvan financiële leasing als leasingnemer 0 0 0 0
Reële waarde 31-12-2013 711
2014
Beginsaldo 1 362 133 962 2 457 598
Aanschaffingen 78 42 321 441 19
Vervreemdingen -152 -1 -126 -279 -49
Afschrijvingen -72 -55 -27 -154 -28
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -1 -6 -1 -8 0
Teruggenomen 0 0 0 1 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden
voor verkoop en groepen activa die worden
afgestoten -20 0 0 -20 0
Omrekeningsverschillen -4 -1 -2 -7 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 8 0 0 8 33
Overige mutaties 2 -1 -163 -162 -5
Eindsaldo
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en
1 202 111 965 2 278 568
bijzondere waardeverminderingen 1 142 338 624 2 104 328
Waarvan kosten van activa in opbouw 31 9 22 62
Waarvan financiële leasing als leasingnemer 0 0 0 0
Reële waarde 31-12-2014 716
  • Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
  • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,2 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
  • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de

kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).

• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.

Toelichting 34: Goodwill en andere immateriële vaste activa

Intern
ontwikkelde
Extern
ontwikkelde
(in miljoenen euro) Goodwill software software Overige Totaal
2013
Beginsaldo 987 191 117 27 1 322
Aanschaffingen 0 55 57 4 116
Vervreemdingen 0 -17 -5 -1 -24
Wijzigingen uit latere identificaties 0 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 -51 -44 -4 -99
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -7 0 0 -1 -9
Teruggenomen 0 0 0 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen -24 0 -1 -1 -26
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0
Overige mutaties -6 2 14 -14 -4
Eindsaldo 950 180 138 9 1 276
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 202 420 571 52 2 245
2014
Beginsaldo 950 180 138 9 1 276
Aanschaffingen 0 56 91 6 153
Vervreemdingen
Wijzigingen uit latere identificaties
0
0
-16
0
-5
0
-7
0
-28
0
Afschrijvingen 0 -59 -50 -1 -110
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen 0 -22 -1 0 -23
Teruggenomen 0 0 0 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen -16 0 -2 0 -18
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 -8 0 -8
Overige mutaties -1 26 -8 0 17
Eindsaldo 933 165 153 7 1 258
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 202 497 567 52 2 318
  • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
  • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 14). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit, en op kwartaalbasis voor participaties waarvoor een indicatie van impairment bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op, als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de Discounted Cash Flowmethode) en de reële waarde (via multiple analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
  • • Discounted Cash Flow-methode: het realiseerbare bedrag van een investering wordt berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van

langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal twintig jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macroeconomische omgeving. Voor de bepaling van de terminale groeivoet gebruiken we een langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet na belastingen toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC activiteiten uitoefent in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke Discounted Cash Flow-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen: de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.

• Multiple analyse: we berekenen het realiseerbare bedrag van een investering in verhouding tot de waarde van vergelijkbare bedrijven. Daarbij bepalen we de waarde op basis van relevante verhoudingen tussen de waarde van het vergelijkbare bedrijf en bijvoorbeeld de boekwaarde of de winst van dat bedrijf. Ter vergelijking wordt zowel rekening gehouden met beursgenoteerde bedrijven (waarbij de waarde wordt gelijkgesteld aan de marktkapitalisatie) als met

bedrijven betrokken in fusies of overnametransacties (waarbij de waarde wordt gelijkgesteld aan de verkoopwaarde).

• De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel (het betreft telkens de geconsolideerde entiteit, d.w.z. inclusief dochtermaatschappijen). Ze werden alle gewaardeerd op basis van de Discounted Cash Flowmethode.

Discontovoeten over de
expliciete periode van
kasstroomprognose heen
Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014
K&H Bank 232 219 13,9%–10,2% 11,6%–8,0%
Cˇ SOB (Tsjechië) 232 229 8,9%–8,6% 8,4%–7,8%
Cˇ SOB (Slowakije) 191 191 9,9%–9,1% 8,9%–8,1%
CIBANK 117 117 11,1%–9,4% 9,3%–7,7%
DZI Insurance 108 108 10,6%–8,9% 9,4%–8,1%
Rest 70 69
Totaal 950 933
  • De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen twintig jaar. We gebruiken die langere periode om de verwachte economische convergentie te vatten van de Centraal- en Oost-Europese economieën naar een niveau van West-Europese economieën. Die belangrijke assumptie maakt deel uit van het model om het dynamisme te reflecteren van de Centraal- en Oost-Europese economieën.
  • Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na de periode van twintig jaar bedraagt 2%, wat gelijk is aan de op dat ogenblik verwachte inflatie. Dat percentage bleef ongewijzigd ten opzichte van 2013.
  • We voerden geen sensitiviteitsanalyse uit voor de entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor Cˇ SOB in Slowakije en voor CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat hun realiseerbare waarde hun boekwaarde evenaart.
Verandering in hoofdparameters1 Toename in
discontovoet 2
Afname in
terminale
groeivoet3
Toename
in beoogde
solva
biliteitsratio4
Afname van
de jaarlijkse
nettowinst
Cˇ SOB (Slowakije) 1,0% 2,8% 1,0% 3,8%
CIBANK 2,2% 3,3% 11,3%
DZI Insurance 4,1% 2,1% 59,8% 9,6%

1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.

2 De discontovoet van het eerste jaar verhoogden we absoluut met het getoonde percentage. Volgend uit de manier waarop de (ontwikkeling van) discontovoeten (is) zijn gemodelleerd, dragen we de toename in de discontovoet van het eerste jaar gradueel afnemend over als (verhoogde) discontovoeten voor de komende jaren.

3 Absolute afname. Niet relevant voor CIBANK, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt. Noteer dat de waardering van de bancaire entiteiten minder gevoelig is voor wijzigingen in deze groeivoet dan die van verzekeringsinstellingen (het gewicht van de terminale groeivoet is minder bij het bankenmodel).

4 Voor de bancaire entiteiten voorgesteld als de absolute toename van de Tier 1-kapitaalratio; voor de verzekeringsentiteit als de relatieve toename van de intern beoogde solvabiliteitsratio.

Toelichting 35: Technische voorzieningen – verzekeringen

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) 18 701 18 934
Verzekeringscontracten 9 183 9 757
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 561 603
Voorziening voor Leven 5 788 6 274
Voorziening voor te betalen schade 2 324 2 360
Voorziening voor winstdeling en restorno's 22 18
Andere technische voorzieningen 487 502
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 9 518 9 176
Voorziening voor Leven 9 421 9 080
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 97 96
Aandeel herverzekeraar 146 194
Verzekeringscontracten 146 194
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 1 2
Voorziening voor Leven 1 1
Voorziening voor te betalen schade 144 192
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Andere technische voorzieningen 0 0
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 0 0
Voorziening voor Leven 0 0
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
MUTATIETABEL Bruto
2013
Herverzekeringen
2013
Bruto
2014
Herverzekeringen
2014
VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN
Beginsaldo 6 177 2 6 261 2
Stortingen exclusief commissies 629 0 647 0
Uitbetaalde voorzieningen -517 0 -547 0
Gecrediteerde interest 197 0 225 0
Kosten van winstdeling 4 0 2 0
Wisselkoersverschillen -109 0 -27 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties -120 0 193 0
Eindsaldo 6 261 2 6 754 2
VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN
Beginsaldo 2 633 135 2 922 144
Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies 200 0 33 0
Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren -214 -10 -216 -9
Overschot en/of tekort voorziening voor schadegevallen vorige boekjaren -99 -1 -131 -22
Voorziening voor nieuwe schadegevallen 325 9 370 100
Wisselkoersverschillen -16 -1 -7 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties 94 13 32 -21
Eindsaldo 2 922 144 3 004 192
BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN
Beginsaldo 10 394 0 9 518 0
Stortingen exclusief commissies 433 0 517 0
Uitbetaalde voorzieningen -948 0 -859 0
Gecrediteerde interest 195 0 199 0
Kosten van winstdeling 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen -4 0 0 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties -551 0 -199 0
Eindsaldo 9 518 0 9 176 0
  • Technische voorzieningen houden verband met verzekeringscontracten en met beleggingscontracten met een discretionaire winstdeling.
  • Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het gaat daarbij meestal om tak 23-contracten. Die nemen we op bij de financiële verplichtingen (zie Toelichting 18).
  • Technische voorzieningen voor verzekeringen Leven worden berekend op basis van verschillende assumpties, die op een oordeelkundige manier worden geschat. Daarbij gebruiken we diverse interne en externe informatiebronnen. Wat betreft de erkenning van technische voorzieningen verwijst IFRS 4 momenteel in grote mate naar de lokale boekhoudstandaarden. Technische voorzieningen worden vaak berekend op basis van de technische parameters geldend op het moment van initiatie van het contract en zijn onderhevig aan de toereikendheidstoets (liability adequacy test). De belangrijkste parameters zijn:
  • de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;

  • assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;

  • de discontovoet: die wordt doorgaans gelijkgesteld aan de technische rentevoet, blijft constant gedurende de looptijd van het contract en wordt in een aantal gevallen gecorrigeerd op grond van wettelijke bepalingen en interne beleidsbeslissingen.
  • Assumpties voor de technische voorzieningen voor te betalen schade: gebaseerd op opgedane ervaringen (inclusief een aantal assumpties met betrekking tot het aantal schadegevallen, de schadevergoedingen, de schaderegelingskosten), gecorrigeerd op basis van factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke beslissingen en wetgeving. De technische voorzieningen voor verzekeringen Niet-leven worden niet verdisconteerd, behalve in het geval van langetermijnverplichtingen en/of schadevergoedingen in de vorm van een periodieke betaling (rente-uitkeringen voor arbeidsongevallen, gewaarborgd inkomen en hospitalisatieverzekeringen).
  • Er waren in 2014 geen belangrijke veranderingen in assumpties die de waardering van de verzekeringsactiva en -verplichtingen in belangrijke mate wijzigen.

Toelichting 36: Voorzieningen voor risico's en kosten

Voorzieningen
voor herstruc
Voorzienin
gen voor
belastingen
en lopende
rechts
Voorzieningen
voor
verbintenis
kredieten
(in miljoenen euro) turering geschillen Overige Subtotaal buiten balans Totaal
2013
Beginsaldo 23 305 105 433 92 525
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 5 17 22 44 63 107
Bedragen gebruikt -9 -13 -2 -24 -9 -33
Bedragen teruggenomen
wegens overtolligheid
0 -2 -4 -7 -59 -66
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten
0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 -6 -7 0 -6
Overige mutaties 1 -14 -17 -31 25 -5
Eindsaldo 19 292 98 409 114 523
2014
Beginsaldo 19 292 98 409 114 523
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 24 12 235 271 32 304
Bedragen gebruikt -8 -80 -194 -282 -3 -285
Bedragen teruggenomen
wegens overtolligheid
-2 -3 -11 -16 -55 -71
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten 2 0 0 2 0 2
Wijzigingen in de consolidatiekring -1 0 0 0 9 9
Overige mutaties -2 4 16 18 61 79
Eindsaldo 32 225 144 402 158 560
  • Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
  • Overige voorzieningen: omvatten voorzieningen voor diverse risico's en toekomstige uitgaven.
  • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (dat is als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen. • Waarschijnlijk verlies:
  • Bij het faillissement van Lehman Brothers in september 2008 had KBC Bank derivatentransacties uitstaan met Lehman Brothers Finance AG (LBF) onder een ISDA-kaderovereenkomst. Het faillissement gold als een wanprestatie en leidde tot de vervroegde beëindiging van alle uitstaande derivatentransacties. LBF betwist daarbij onder meer de waarderingsmethodologie die KBC Bank toepaste en beweert in een ingebrekestelling van 21 december 2012 dat het verschuldigde nettobedrag onder de ISDAkaderovereenkomst 58,2 miljoen dollar bedraagt, te betalen aan LBF, plus interest ten bedrage van 52,8 miljoen dollar vanaf september 2008. KBC Bank is van oordeel dat het over verschillende argumenten beschikt om de gehanteerde waarderingsmethode te verdedigen en betwist daarnaast met klem de door LBF gehanteerde interestvoet. Op 25 september 2013 werd KBC gedagvaard door LBF in Londen, waarbij LBF de vordering van 58,2 miljoen dollar instelde, verhoogd met 57 miljoen dollar interesten, zoals berekend tot eind maart 2013. Overeenkomstig de procedure in het VK werden er tussentijds

stukken en getuigenverklaringen uitgewisseld en nadien volgt de uitwisseling van deskundigenverslagen. Er is een zitting gepland op 22 mei 2015 om de procedure te regelen, waarna het eigenlijke proces volgt van 20 tot 24 juli 2015. Er werd een gepaste voorziening aangelegd voor dit risico.

  • In 2003 kwam een belangrijke fraudezaak bij K&H Equities Hongarije aan het licht. Tal van klanten leden aanzienlijke verliezen op hun effectenportefeuille als gevolg van niet-toegestane speculatie en mogelijk gepleegde verduisteringen. Opdrachten en portefeuilleoverzichten werden vervalst. In augustus 2008 werden strafrechtelijke veroordelingen uitgesproken. Als gevolg van een uitspraak van het hof van beroep op 27 mei 2010 wordt de procedure opnieuw gevoerd. Het eigenlijke strafproces hervatte in januari 2015. Alle schadevorderingen ten laste van K&H Equities, op één na, werden al geregeld, hetzij bij minnelijke schikking hetzij ingevolge scheidsrechterlijke uitspraak of vonnis. Voor de enige nog openstaande aansprakelijkheidsvordering is er een procedure lopende voor de burgerlijke rechtbank waarvoor een gepaste voorziening werd aangelegd, rekening houdend met de tussenkomst van een externe verzekeraar.
  • Van eind 1995 tot begin 1997 waren KBC Bank en KB Consult betrokken bij de overdracht van kasgeldvennootschappen. Een kasgeldvennootschap wordt gekenmerkt door het feit dat de actiefzijde van de balans hoofdzakelijk uit vorderingen en kasgelden bestaat naast andere liquide activa. KB Consult trad in de periode 1995-1997 meermaals op als tussenpersoon tussen de verkopers en de kopers van dergelijke vennootschappen. De bank kon op verschillende manieren betrokken zijn, maar meestal betrof het betalingsverkeer of kredietverlening. KBC Bank en/of KB Consult zijn betrokken in meerdere burgerlijke procedures aanhangig voor de rechtbank. Daarnaast werd KB Consult in 2004 in verdenking gesteld door de onderzoeksrechter, en samen met KBC Bank en KBC Groep NV opgeroepen voor de regeling van de procedure voor de Raadkamer in Brugge. Bij beschikking van de Raadkamer van 9 november 2011 werd KBC Groep NV buiten vervolging gesteld, maar werden KB Consult en KBC Bank verwezen naar de correctionele rechtbank voor gemeenrechtelijk en fiscaal gebruik van valse stukken. De Belgische staat heeft beroep aangetekend bij de kamer van inbeschuldigingstelling, waarvoor de pleidooien gehouden werden op 13 januari 2015. De

uitspraak wordt verwacht op 31 maart 2015. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om de mogelijke invloed van eisen tot schadevergoeding in dat verband op te vangen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Desondanks is achteraf gebleken dat sommige kopers te kwader trouw handelden, aangezien ze helemaal niet investeerden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met die partijen stop te zetten. Een verwijzing naar de correctionele rechtbank houdt geen enkele veroordeling in van een KBC-entiteit en KBC voert ten volle zijn verdediging in die zaken, onder meer op grond van de wettelijke niet-strafbaarheid van de rechtspersoon in de betrokken periode van de feiten, maar vooral omdat ieder strafrechtelijk opzet door KBC volledig ontbrak.

  • In maart 2000 werden Rebeo en Trustimmo, twee dochtervennootschappen van Almafin (een dochtervennootschap van KBC Bank), samen met vier voormalige bestuursleden van Broeckdal Vastgoedmaatschappij voor de burgerlijke rechtbank in Brussel gedagvaard door het ministerie van Financiën van de Belgische staat met het oog op de betaling van 16,7 miljoen euro belastingen die ze verschuldigd waren. Broeckdal heeft die fiscale vorderingen evenwel betwist en is in december 2002 zelf gestart met een procedure tegen het ministerie van Financiën van de Belgische staat voor de burgerlijke rechtbank in Antwerpen. De burgerlijke rechtszaak hangende voor de Brusselse rechtbank wordt geschorst totdat een einduitspraak wordt geveld in de fiscale procedure hangende voor de rechtbank in Antwerpen. Broeckdal werd bij vonnis van 2 november 2010 gerechtelijk ontbonden en de sluiting van de vereffening werd bij vonnis van 13 september 2011 uitgesproken. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om het mogelijke risico af te dekken.
  • Mogelijk verlies:
  • Irving H. Picard, trustee van Substantively Consolidated SIPA (Securities Investor Protection Corporation) Liquidation of Bernard L. Madoff Investments Securities LLC and Bernard L. Madoff, heeft op 6 oktober 2011 KBC Investments gedagvaard voor de faillissementsrechtbank in New York voor terugvordering van ca. 110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die

KBC ontving van Harley International, een Madoff feederfonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vinden er momenteel briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden als KBC. KBC neemt deel aan deze briefing en heeft moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft al verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Aldus wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog, bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering niet toelaat van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland zoals dat het geval is voor KBC. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten viseren.

  • In het kader van het desinvesteringsprogramma van KBC Groep werden diverse claims ontvangen die onder de respectievelijke overeenkomsten van de aandelenoverdracht ook voorzien waren als vergoedingen of waarborgen. Sommige daarvan worden niet betwist en zullen gehonoreerd worden, terwijl andere claims hetzij voorwerp van onderhandeling hetzij voorwerp van een geschillenprocedure zijn. Aangezien deze claims in totaal de drempel van 50 miljoen euro in beperkte mate overschrijden, wordt het bestaan ervan bekendgemaakt. Op basis van de risico-inschatting denken we er echter geen provisies voor te moeten aanleggen.

Toelichting 37: Overige verplichtingen

(in miljoenen euro)
31-12-2013
31-12-2014
Totaal
2 983
2 629
Indeling naar type
Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen
397
657
Deposito's van herverzekeraars
80
67
Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen)
395
254
Overige
2 112
1 650

• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 38 (noteer dat het in Toelichting 37 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope betreft dan de in Toelichting 38 opgenomen bedragen).

Toelichting 38: Pensioenverplichtingen

TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar
2 191
2 034
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
108
98
Rentekosten
53
63
Wijziging in de pensioenregeling
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen
-93
26
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen
-110
500
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren
-2
-1
Betaalde uitkeringen
-119
-128
Wisselkoersverschillen
0
7
Inperkingen
0
-2
Overdracht i.v.m. IFRS 5
0
16
Veranderingen in de consolidatiekring
0
0
Overige
5
-3
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar
2 034
2 610
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar
1 765
1 818
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen
60
283
43
57
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
85
87
Bijdragen van de werkgever
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling
23
22
Betaalde uitkeringen
-119
-128
Wisselkoersverschillen
1
6
Afwikkelingen
1
0
Overdracht i.v.m. IFRS 5
0
14
Veranderingen in de consolidatiekring
0
0
Overige
1
1
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar
1 818
2 103
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep
10
25
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC
11
0
Financieringsstatus
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
-216
-507
Restitutierecht
0
0
Begrenzing van het financieringsplafond
0
0
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten
-216
-507
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar
-425
-216
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen
-94
-79
206
-281
Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen
Bijdragen van de werkgever
85
87
Wisselkoersverschillen
-1
-1
Overdracht i.v.m. IFRS 5
0
-2
Veranderingen in de consolidatiekring
0
0
Overige
14
-14
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar
-216
-507
(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 94 79
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 108 98
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren -3 -1
Rentekosten 11 7
Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers -22 -22
Inperkingen 0 -2
Afwikkelingen 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -206 281
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -93 26
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -110 500
Actuariële resultaten op fondsbeleggingen -17 -227
Ervaringsaanpassingen -5 -5
Overige 19 -14
Voornaamste gehanteerde actuariële veronderstellingen (gewogen gemiddelden)
Disconteringsvoet 3,0% 1,6%
Verwacht percentage van loonsverhoging 3,1% 3,0%
Verwacht inflatiepercentage 2,0% 2,0%
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen 1 5

• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management.

Bijkomend zijn er een aantal stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden. De belangrijkste daarvan is de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen (een toegezegdpensioenplan voor de periode van tewerkstelling tot 1 januari 2007).

• KBC Bank Ireland was deelnemer van een volledig gefinancierde toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en KBC Bank Dublin branch zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.

Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2010 2011 2012 2013 2014
Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 1 645 1 823 2 191 2 034 2 610
Reële waarde van fondsbeleggingen 1 439 1 557 1 765 1 818 2 103
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -437 -372 -425 -216 -507
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van planactiva en brutoverplichtingen*
Invloed op planactiva 0 0 0 0 0
Invloed op brutoverplichtingen -84 -76 213 -85 -135

* Uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen. Plus bij een positieve invloed, min bij een negatieve invloed.

Bijkomende informatie pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN

Groepsverzekering KBC
KBC-Pensioenfonds Verzekeringen Pensioenplan KBC Bank Ireland
Samenstelling op 31-12-2013
aandelen 40% 10% 57%
obligaties 44% 90% 32%
vastgoed 12% 0% 2%
liquiditeiten 4% 0% 9%
Waarvan illiquide activa 12% 0% 2%
Samenstelling op 31-12-2014
aandelen 39% 10% 36%
obligaties 51% 89% 42%
vastgoed 9% 0% 3%
liquiditeiten 1% 1% 1%
beleggingsfondsen 0% 0% 18%
Waarvan illiquide activa 3% 0% 0%
Verwachte bijdragen in 2015 (in miljoenen euro) 70 2 3
Aard van de voordelen van het pensioenplan Kapitaal op pensioenleeftijd
Overlijdenskapitaal ingevolge over
lijden tijdens actieve dienst
Maandelijkse rente-uitkering in
gevolge arbeidsongeschiktheid.
Kapitaal op pensioenleeftijd Levenslange annuïteit op pensioen
leeftijd.
Pensioenfonds is afgesloten op 30
augustus 2012.
Verworven prestaties worden dyna
misch beheerd.
Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's en worden omgezet in een
pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan
de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering
rapportering aan controleautoriteiten.
Gereguleerd door Ierse Pensions
Board. Jaarlijkse berekening van
financieringsniveau, driejaarlijkse
certificatie van financieringsniveau.
In geval van onderfinanciering rap
portering aan Ierse Pensions Board.
Verantwoordelijkheden van KBC Adequate bijdragen betalen conform financieringsovereenkomst van het
plan. Verantwoordelijk voor de financiering van het pensioenplan. Jaarlijks
pensioenfiche bezorgen aan aangeslotenen.
Informatieverplichting naar aanleiding van uitdiensttreding.
Risico's voor KBC Investeringsrisico
Asset liability-beleid Investeringsrisico en inflatierisico
De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. rente
swaps.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren.
Planwijzigingen Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan, gefinancierd met
werkgeverstoelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf 2014 worden
aangesloten op dat nieuwe bijdrageplan, al wie op 31 december in dienst
was, blijft aangesloten bij de toegezegdpensioenregeling, tenzij hij heeft
gekozen voor overstap naar het nieuwe bijdragenplan.
aan aandelen.
De beheerders beslisten de pen
sioenprestaties van de aangesloten
werknemers te verminderen met
0,75% voor 2014 ter verrekening van
de heffing op de pensioenprestatie
ingevoerd door de Ierse overheid.
Financiering Bijdragen aan het plan berekend volgens de Projected Unit-methode. Bijdragen aan het plan worden
berekend volgens de Projected Unit
methode. Het pensioenfonds werd
afgesloten op 30 augustus 2012.
Geen verdere opbouw van toekom
stige dienstjaren.
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. De beheerders beslisten de pen
sioenprestaties van de aangesloten
werknemers te verminderen met
0,75% voor 2014 ter verrekening
van de heffing op de pensioen
prestatie ingevoerd door de Ierse
overheid.
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn de Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfs
obligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot
een zero coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en
vanaf jaar 20 krijgen we een vlakke curve.
De Mercer-methode vertrekt van
een eigen samengestelde korf van
bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en
A-ratings. Van de noteringen van
bedrijfsobligaties met een A-rating
wordt een spread afgetrokken om
tot een soort equivalente bedrijfs
obligatie met AA-rating te komen.
Na omzetting naar zero coupon
formaat met extrapolatie voor lange
looptijden wordt finaal de equiva
lente verdisconteringsvoet bepaald.

Bijkomende informatie pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN

KBC-Pensioenfonds
Verzekeringen
Pensioenplan KBC Bank Ireland
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet
1,61%
1,68%
2,35%
Verwachte salarisstijging
3,00%
2,73%
2,50%
Verwachte inflatie
2,00%
2,00%
1,50%
Verwachte stijging van de pensioenen

1,50%
Gemiddelde looptijd van de verplichtingen
14,83 jaar
12,36 jaar
17 jaar
Gewogen gemiddelde duration van de
12,96 jaar
12,97 jaar
27 jaar
verplichtingen
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2014 als
gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet
14,32%
12,30%
31,39%
1% stijging in de verwachte inflatie
11,81%
11,75%
23,58%
1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op
15,14%
25,12%
8,44%
inflatie
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven
2,23%
0,94%

Stijging van de levensverwachting met 1 jaar


2,98%
De invloed van de volgende veronderstellingen werd
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt altijd
Niet van toepassing.
niet berekend:
een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van
personeelsverloop: het verwachte personeelsverloop situeert zich op een
zeer laag niveau.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
KBC-Pensioenfonds
Verwachte bijdragen in 2015 (in miljoenen euro)
20
Aard van de voordelen van het pensioenplan
Kapitaal op pensioenleeftijd
Bij overlijden worden de verworven rechten uitgekeerd.
Wetgevend kader
Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van
3,75% garanderen op werknemersbijdragen.
Verantwoordelijkheden van KBC
Informatieverplichting n.a.v. uittreding.
Doorstorten van de persoonlijke bijdragen aan pensioeninstelling.
Risico's voor KBC
Investeringsrisico
Financiering
Bijdragen aan het plan berekend volgens Fixed Component Liability-methode.
Verdisconteringsmethodologie
Vertrekpunt zijn Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating.
De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero-coupon-curve.
Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf 20 jaar krijgen we een vlakke curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet
1,46%
Verwachte salarisstijging

Verwachte inflatie

Verwachte stijging van de pensioenen

Gemiddelde looptijd van de verplichtingen
11,42 jaar
Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin
11,38 jaar
gen
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2014 als
gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet
10,15%
1% stijging in de verwachte inflatie

1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op

inflatie
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven
2,04%
Groepsverzekering KBC
Stijging van de levensverwachting met 1 jaar

Toelichting 39: Eigen vermogen van de aandeelhouders, niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten, AT1-instrumenten

In aantal 31-12-2013 31-12-2014
Gewone aandelen 417 364 358 417 780 658
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 417 364 358 417 780 658
Waarvan eigen aandelen 802 488
Verplicht in aandelen terugbetaalbare obligaties 0 0
Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht 79 096 044 67 796 608
Overige informatie
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,48 3,48
Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0
MUTATIETABEL, in aantal Gewone aandelen Niet-stemrechtverlenende
kernkapitaaleffecten
2013
Beginsaldo 416 967 355 118 644 067
Uitgifte van aandelen 397 003
Terugbetaling van kernkapitaaleffecten -39 548 023
Eindsaldo 417 364 358 79 096 044
2014
Beginsaldo 417 364 358 79 096 044
Uitgifte van aandelen 416 300
Terugbetaling van kernkapitaaleffecten -11 299 436
Eindsaldo 417 780 658 67 796 608
  • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er zijn geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn alleen genoteerd op NYSE Euronext Brussel (gezien het onbelangrijke volume op de Luxemburgse beurs werd beslist de notering op die beurs eind september te schrappen).
  • Kapitaalverhogingen: in december 2013 en december 2014 verhoogde de groep zijn eigen vermogen met respectievelijk 13 miljoen euro en 14 miljoen euro door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening.
  • Eigen aandelen: op 31 december 2014 hadden de vennootschappen van de KBC-groep 488 KBC-aandelen in portefeuille.
  • Aandelenoptieplannen, zie Toelichting 12; voor informatie over de machtiging voor het toegestane kapitaal, zie deel Vennootschappelijke jaarrekening.
  • Kernkapitaalinstrumenten: sinds eind 2008 gaf KBC Groep NV 7 miljard euro aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uit waarop de Belgische en de Vlaamse overheid intekenden. De overige kenmerken van de transacties vindt u in het deel Overige informatie, onder Kapitaal- en garantieoperaties met de overheid in 2008 en 2009. Op 2 januari 2012 betaalde KBC 0,5 miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische overheid (op de balans op 31 december 2011). Op 17 december 2012 betaalde KBC 3 miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische overheid (op de balans op 31 december 2012). Op 3 juli 2013 betaalde KBC 1,17 miljard euro plus een premie van 50% terug

aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2013). Op 8 januari 2014 betaalde KBC 0,33 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2014). KBC streeft ernaar om het resterende saldo van 2 miljard euro (+ premies) ten laatste eind 2017 terugbetaald te hebben (onderworpen aan de gebruikelijke goedkeuring van de toezichthouder).

  • AT1-instrumenten: in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRD IV) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel met een calloptie vanaf het vijfde jaar. Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het discretionaire karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal uitbetaald wordt, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen.
  • • Trust preferred securities: 358 miljoen euro eind 2013 en 0 miljoen euro eind 2014. Het betreft in 1999 door KBC Funding Trust(s) uitgegeven trust preferred securities voor een initiële totale tegenwaarde van 1,5 miljard euro. Het betreft perpetuele hybride schuldinstrumenten die meetellen als innovatieve hybride tier 1-instrumenten. Een groot bedrag aan trust preferred securities werd in het verleden al ingekocht en in 2014 heeft KBC voor al zijn resterende trust preferred securities een call uitgeoefend voor een totaal bedrag van 0,4 miljard euro.

Andere toelichtingen

Toelichting 40: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen
Verstrekt 24 463 31 520
Onherroepelijk 16 048 17 520
Herroepelijk 8 415 14 000
Ontvangen 91 33
Financiële garanties
Verstrekt 10 397 9 985
Ontvangen garanties en zekerheden 35 738 30 385
Voor impaired of achterstallige activa 2 774 1 741
Voor activa die niet impaired noch achterstallig zijn 32 964 28 644
Andere verbintenissen
Verstrekt 7 186
Onherroepelijk 7 186
Herroepelijk 0 0
Ontvangen 0 0
Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven
Voor verplichtingen* 25 655 30 841
Voor eventuele verplichtingen 2 657 3 969

* Eind 2014 waren ongeveer 9,2 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2013: 8,1 miljard euro). Meer informatie over covered bonds vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, bij Liquiditeitsrisico.

  • Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde
  • KBC Groep NV garandeert onherroepelijk en onvoorwaardelijk alle op 31 december 2014 bestaande verplichtingen en schulden, zoals gedefinieerd in Sectie 5 (c) van de Ierse Companies (Amendment) Act, van de Ierse vennootschappen KBC Financial Services (Ireland) Limited en KBC Fund Management Limited. Door de garantie kunnen die vennootschappen in aanmerking komen voor ontheffing van bepaalde publicatieverplichtingen zoals vermeld in Sectie 17 van de Ierse Companies (Amendment) Act 1986. Omdat die vennootschappen in de consolidatie zijn opgenomen, betreft dat een intragroeptransactie en wordt die garantie niet in de bovenstaande

tabel opgenomen.

• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen kunnen worden opgeëist als kredieten worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 22.

Aangehouden waarborgen
(die mogen worden verkocht of doorverpand
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Reële waarde van ontvangen
waarborgen
Reële waarde van verkochte of
doorverpande waarborgen
31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014
Financiële activa 8 818 15 450 6 603 5 208
Eigenvermogensinstrumenten 2 7 0 0
Schuldinstrumenten 8 630 15 297 6 603 5 208
Leningen en voorschotten 185 146 0 0
Liquiditeiten 0 0 0 0
Andere activa 2 2 0 0
Materiële vaste activa 2 2 0 0
Vastgoedbeleggingen 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0
Waarborgen in eigendom genomen (in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Vaste activa aangehouden voor verkoop 2 1
Materiële vaste activa 0 0
Vastgoedbeleggingen 1 2
Eigenvermogensinstrumenten en schuldpapier 0 0
Geldmiddelen 173 89
Overige 25 26
Totaal 201 118

Toelichting 41: Leasing

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Vorderingen voor financiële leasing
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 4 652 4 774
Tot 1 jaar 1 119 1 133
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 320 2 376
Meer dan 5 jaar 1 213 1 265
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 651 636
Netto-investering in financiële leasing 4 044 4 138
Tot 1 jaar 978 999
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 046 2 105
Meer dan 5 jaar 1 020 1 034
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 22 23
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 137 120
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 105 101
Vorderingen voor operationele leasing
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 429 407
Tot 1 jaar 135 148
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 277 250
Meer dan 5 jaar 17 9
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 1

• Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.

• Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.

• Financiële leasing: KBC verstrekt het merendeel van de financiële leasing via aparte maatschappijen die hoofdzakelijk in België en Centraal-Europa actief zijn. KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.

• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.

Toelichting 42: Transacties met verbonden partijen

2013 2014
Transacties met verbonden partijen, exclusief key management
(in miljoenen euro)
tschappijen
Dochtermaa
appijen
de maatsch
Geassocieer
es
Joint ventur
west
Vlaams Ge
Overige Totaal tschappijen
Dochtermaa
appijen
de maatsch
Geassocieer
es
Joint ventur
west
Vlaams Ge
Overige Totaal
Activa 299 118 97 852 44 1 410 207 233 81 548 179 1 248
Leningen en voorschotten 85 55 87 0 41 268 70 159 64 0 175 467
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 0 8 8 0 0 0 0 145 145
Termijnkredieten 85 55 86 0 33 259 69 158 64 0 30 322
Financiële leasing 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Afbetalingskredieten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Hypotheekleningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Eigenvermogensinstrumenten 131 39 5 0 0 176 136 68 17 0 0 221
Voor handelsdoeleinden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voor beleggingsdoeleinden 131 39 5 0 0 175 136 68 17 0 0 221
Overige vorderingen 83 24 5 852 3 967 2 6 0 548 4 560
Verplichtingen 535 124 878 0 146 1 683 547 123 782 0 184 1 636
Deposito's 531 14 823 0 142 1 509 543 15 782 0 181 1 522
Deposito's 528 14 823 0 142 1 507 543 15 782 0 181 1 522
Overige 2 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0
Andere financiële verplichtingen 0 0 55 0 0 55 0 0 0 0 0 0
Schuldbewijzen 0 0 55 0 0 55 0 0 0 0 0 0
Achtergestelde schulden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Share-based payments, toegestaan 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Share-based payments, uitgeoefend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige verplichtingen 4 110 1 0 4 119 3 108 0 0 3 114
Winst-en-verliesrekening 11 -4 -7 25 26 50 -3 -1 -10 24 -6 3
Nettorente-inkomsten 5 -1 -9 25 31 50 3 0 -8 24 0 20
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividendinkomsten 0 2 6 0 0 8 1 5 0 0 2 8
Nettoprovisie-inkomsten 2 -1 -4 0 0 -2 0 -1 -3 0 -2 -6
Overige netto-inkomsten 22 0 0 0 0 22 3 1 0 0 1 5
Algemene beheerskosten -18 -4 0 0 -5 -27 -11 -6 0 0 -7 -25
Garanties
Garanties gegeven door de groep 0 0
Garanties ontvangen door de groep 0 0
Transacties met key management (leden van Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* 2013 2014
Totaal* 10 11
Indeling naar type bezoldiging
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 9 9
Vergoedingen na uitdiensttreding 1 2
Toegezegdpensioenregelingen 1 2
Toegezegdebijdrageregelingen 0 0
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0
Vergoedingen bij uitdiensttreding 0 1
Betalingen in aandelen 0 0
Aandelenopties, in eenheden
Aan het begin van het jaar 0 0
Toegestaan 0 0
Uitgeoefend 0 0
Verandering van samenstelling 0 0
Aan het einde van het jaar 0 0
Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 3 3

* Bedragen van de bezoldiging van bestuurders of partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van aan gewezen bestuurders of zaakvoerders op die grond toegekende rustpensioenen.

  • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
  • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.
  • Het Vlaams Gewest beschouwen we stricto sensu, m.a.w. exclusief ondernemingen gecontroleerd door die partij. Door de integrale terugbetaling in 2012 van de kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische staat beschouwen we de Belgische staat vanaf 2013 niet meer als verbonden partij.
  • Er waren geen belangrijke andere transacties met geassocieerde ondernemingen die niet in de tabel zijn opgenomen.

Toelichting 43: Bezoldiging van de commissaris

KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen samen betaalden in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 9 621 322 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten (in 2013: 10 228 937 euro). Voor de overige diensten werd in 2014 een vergoeding betaald van 1 628 013 euro (in 2013: 1 108 435 euro), verdeeld als volgt: andere controleopdrachten 979 261 euro; belastingadviesopdrachten 92 868

  • • Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Informatie over de kapitaal- en garantieverrichtingen met de Belgische en Vlaamse overheid: zie deel Overige informatie.
  • Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.

euro; andere opdrachten buiten de revisoraatsopdrachten 555 884 (in 2013 respectievelijk 843 664, 50 994 en 213 777 euro). KBC Groep NV alleen betaalde in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 149 124 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten. Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 113 144 euro.

Toelichting 44: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, 31-12-2014

De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.

KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2014

Gehouden deel
van het kapitaal
Naam Zetel Vennoot
schapsnummer
op groeps
niveau (%)
Divisie3 Activiteit
KBC Bank: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
Almafin Real Estate NV Brussel – BE 0403.355.494 100,00 BEL vastgoed
Almafin Real Estate Services NV Brussel – BE 0416.030.525 100,00 BEL vastgoed
Immo Arenberg NV Brussel – BE 0471.901.337 100,00 BEL vastgoed
Antwerpse Diamantbank NV Antwerpen – BE 0404.465.551 100,00 GRP kredietinstelling
ADB Asia Pacific Limited Singapore – SG -- 100,00 GRP kredietinstelling
Banque Diamantaire (Suisse) SA Genève – CH -- 100,00 GRP kredietinstelling
Apitri NV Brussel – BE 0469.889.873 100,00 BEL vastgoed
CBC BANQUE SA Brussel – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA kredietinstelling
Cˇ SOB Centrála, s.r.o. Bratislava – SK -- 100,00 IMA facilitaire en ondersteunende
diensten
Cˇ SOB Factoring a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA factoring
Cˇ SOB Leasing a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA leasing
Cˇ SOB Leasing Poist'ovaci Maklér s.r.o. Bratislava – SK -- 100,00 IMA ondersteuning leasing
Cˇ SOB Stavebná Sporitel'nˇ a a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA bouwspaardeposito's en -leningen
Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling
Bankovní Informacˇní Technologie s.r.o. Praag – CZ -- 100,00 CZR automatische gegevensverwerking
Centrum Radlická a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
Cˇ SOB Advisory a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR investeringsadministratie
Cˇ SOB Factoring a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR factoring
Cˇ SOB Leasing a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR leasing
Cˇ SOB Leasing Pojist'ovaci Maklér s.r.o. Praag – CZ -- 100,00 CZR ondersteuning leasing
Cˇ SOB Penzijní spolecˇnost a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR pensioenverzekeringsfonds
Cˇ SOB Property Fund a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoedfonds
Merrion Properties a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
kredietinstelling - hypotheeklenin
Hypotecˇní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR gen
Radlice Rozvojava a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
CIBANK EAD Sofia – BG -- 100,00 IMA kredietinstelling
Management of Assets for Sale - 2 EOOD Sofia – BG -- 100,00 IMA vastgoed
Katarino Spa Hotel EAD Sofia – BG -- 100,00 IMA vastgoed
IIB Finance Ireland Dublin – IE -- 100,00 GRP holding
KBC Finance Ireland Dublin – IE -- 100,00 GRP kredietverlening
KBC Financial Services (Ireland) Limited Dublin – IE -- 100,00 GRP holding
Immo-Quinto NV Brussel – BE 0466.000.470 100,00 BEL vastgoed
Julienne Holdings S.à.r.l. Luxemburg – LU -- 93,00 BEL holding
Julie LH BVBA Brussel – BE 0890.935.201 93,00 BEL vastgoed
Juliette FH BVBA Brussel – BE 0890.935.397 93,00 BEL vastgoed
KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Asset Management SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Fund Management Limited Dublin – IE -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Participations Renta B Luxemburg LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Participations Renta C Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
Cˇ SOB Asset Management, a.s., Investicˇní Spolecˇnost Praag – CZ -- 100,00 CZR vermogensbeheer
KBC Participations Renta SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Towarzystwo Funduszy Inwestycyjnych a.s. Warschau – PL -- 100,00 IMA vermogensbeheer
KBC Bank Ireland Plc. Dublin – IE -- 100,00 IMA kredietinstelling
Boar Lane Nominee (Number 1) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Boar Lane Nominee (Number 2) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Boar Lane Nominee (Number 3) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Danube Holdings Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
Fermion Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA beheer van hypotheekleningen
Glare Nominee Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
IIB Finance Limited
IIB Asset Finance Limited
Dublin – IE
Dublin – IE
--
--
100,00
100,00
IMA
IMA
commerciële en financiële diensten
leasing
IIB Commercial Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
IIB Leasing Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
Lease Services Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
IIB Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding
KBC Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding

KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2014

Gehouden deel
van het kapitaal
Vennoot op groeps
Naam Zetel schapsnummer niveau (%) Divisie3 Activiteit
Premier Homeloans Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA woningkredieten
Intercontinental Finance Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
Irish Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
KBC ACS Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
KBC Mortgage Finance Dublin – IE -- 100,00 IMA hypotheekfinanciering
KBC Nominees Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Linkway Developments Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Merrion Commercial Leasing Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA leasing
Merrion Equipment Finance Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Assets Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Finance Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Industrial Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Services Limited Surrey – GB -- 100,00 IMA leasing
Monastersky Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding
Needwood Properties Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
Phoenix Funding 2 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 3 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 4 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 5 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Rolata Limited Douglas – IM -- 100,00 IMA beleggingen
KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring
KBC Credit Investments NV Brussel – BE 0887.849.512 100,00 BEL/GRP beleggingsmaatschappij
KBC Financial Products UK Limited Londen – GB -- 100,00 GRP (afgeleide) financiële producten
KBC Financial Products Hong Kong Limited Hongkong – HK -- 100,00 GRP (afgeleide) financiële producten
KBC Financial Holding Inc. Wilmington – US -- 100,00 GRP holding
KBC Financial Products (Cayman Islands) Limited
"Cayman I"
George Town – KY -- 100,00 GRP beursmakelaar
Pacifica Group LLC New York – US -- 100,00 GRP derivatenhandel
Midas Life Settlements LLC Delaware – US -- 100,00 GRP life settlement dienstverlener
Reverse Mortgage Loan Trust 2008-1 New York – US -- 100,00 GRP omgekeerde hypotheken
World Alliance Financial Corporation New York – US -- 100,00 GRP omgekeerde hypotheken
KBC Financial Products International SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC Investments Hong Kong Limited Hongkong – HK -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC Investments Limited Londen – GB -- 100,00 GRP beursmakelaar
111 OBS (General Partner) Limited Londen – GB -- 100,00 GRP vastgoed
Baker Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Dorset Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Hanover Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
KBC AIM Feeder Fund George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
KBC AIM Master Fund George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
KBC Investments Cayman Islands V Limited George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
Pembridge Square Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Regent Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Sydney Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
KBC Ifima SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP financiering
KBC Lease Holding NV Leuven – BE 0403.272.253 100,00 BEL leasing
KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing
KBC Lease (Luxembourg) SA Bertrange – LU -- 100,00 BEL leasing
KBC Bail Immobilier France sas Lille – FR -- 100,00 BEL leasing
KBC Immolease NV Leuven – BE 0444.058.872 100,00 BEL leasing
KBC Lease Belgium NV Leuven – BE 0426.403.684 100,00 BEL leasing
KBC Lease France SA Lyon – FR -- 100,00 GRP leasing
KBC Lease (UK) Limited Surrey – GB -- 100,00 GRP leasing
RSL Leasing IFN SA Boekarest – RO -- 100,00 GRP leasing
Kredietbank North American Finance Corp Delaware – US -- 100,00 GRP uitgifte van obligaties
KBC Real Estate Luxembourg SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vastgoed
KBC Vastgoedinvesteringen NV Brussel – BE 0455.916.925 100,00 BEL vastgoed
KBC Vastgoedportefeuille België NV Brussel – BE 0438.007.854 100,00 BEL vastgoed
Apicinq NV Brussel – BE 0469.891.457 100,00 BEL vastgoed
KBC Rusthuisvastgoed NV Brussel – BE 0864.798.253 100,00 BEL vastgoed

KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2014

Gehouden deel
van het kapitaal
Vennoot op groeps
Naam Zetel schapsnummer niveau (%) Divisie3 Activiteit
KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar
Patria Online a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR onlinebeleggingsinformatie
Patria Finance a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR effectenhandel via internet
Patria Finance CF a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR agent- en consultingdiensten
K&H Bank Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA kredietinstelling
K&H Befektetési Alapkezelo" Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA effectenmakelaar en fondsenbeheer
K&H Csoportszolgáltató Központ Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA boekhouding en belastinginning
K&H Equities Tanácsadó Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA business- en managementadvies
K&H Faktor Pénzügyi Szolgáltató Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA factoring
K&H Alkusz Biztosításközvetítö Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmakelaar
K&H Autópark Bérleti és Szolgáltató Kft Budapest – HU -- 100,00 IMA wagenparkbeheerder
K&H Eszközlizing Gép-és Tehergépjármo¨ Bérleti Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA leasing
K&H Ingatlanlizing Zrt Budapest – HU -- 100,00 IMA leasing
Loan Invest NV "Institutionele VBS naar Belgisch recht" Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel
Mechelen City Center NV Brussel – BE 0471.562.332 100,00 BEL vastgoed
Old Broad Street Invest NV Brussel – BE 0871.247.565 100,00 GRP vastgoed
111 OBS Limited Partnership Londen – GB -- 100,00 GRP vastgoed
Poelaert Invest NV Brussel – BE 0478.381.531 100,00 BEL vastgoed
KBC Bank: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden
111 OBS (Nominee) Limited1 Londen – GB -- 100,00 BEL vastgoed
2 B Delighted Italia Srl1 Torino – IT -- 99,58 GRP verlichting
2 B Delighted NV1 Roeselare – BE 0891.731.886 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré NV1 Roeselare – BE 0412.881.191 99,58 GRP verlichting
Asia Pacific Trading & Investment Co Limited1 Hongkong – HK -- 99,58 GRP verlichting
Dark NV1 Roeselare – BE 0472.730.389 99,58 GRP verlichting
Limis Beyond Light NV1 Roeselare – BE 0806.059.310 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré BV1 Den Haag – NL -- 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré GmbH1 Herzogenrath – DE -- 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré Iluminación SL1 Madrid – ES -- 99,58 GRP verlichting
Almaloisir & Immobilier sas1 Nice – FR -- 100,00 BEL vastgoed
Brussels North Distribution NV1
Cˇ SOB Nadácia1
Brussel – BE 0476.212.887 100,00 BEL vastgoed
Bratislava – SK -- 100,00 IMA vastgoed
De Klinckaert NV2 Brussel – BE 0539.765.408 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Eurincasso s.r.o.1 Praag – CZ -- 100,00 CZR schuldinvordering
Fitraco NV1 Leuven – BE 0425.012.626 100,00 BEL leasing
Immo-Antares NV2 Brussel – BE 0456.398.361 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Basilix NV2 Brussel – BE 0453.348.801 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Beaulieu NV2 Brussel – BE 0450.193.133 50,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immobilière Distri-Land NV2 Brussel – BE 0436.440.909 87,52 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo Genk-Zuid NV2 Brussel – BE 0464.358.497 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immolease-Trust NV1 Brussel – BE 0406.403.076 100,00 BEL vastgoed
Immo Lux-Airport SA2 Luxemburg – LU -- 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Marcel Thiry NV2 Brussel – BE 0450.997.441 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo NamOtt NV2 Brussel – BE 0840.412.849 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo NamOtt Tréfonds NV2 Brussel – BE 0840.620.014 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Zénobe Gramme NV2 Brussel – BE 0456.572.664 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
IP Exit, a.s.2 Praag – CZ -- 71,30 CZR *
KB-Consult NV1 Brussel – BE 0437.623.220 100,00 BEL *
KBC Bail France II sas1 Lyon – FR -- 100,00 GRP leasing
KBC Clearing NV1 Amsterdam – NL -- 100,00 BEL clearing
KBC Lease (Nederland) BV1 Almere – NL -- 100,00 GRP leasing
KBC Private Equity NV1 Brussel – BE 0403.226.228 100,00 GRP beleggingsvennootschap
KBC Securities USA, Inc.1 New York – US -- 100,00 GRP beursmakelaar
Luxembourg North Distribution SA2 Luxemburg – LU -- 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Motokov a.s.1 Praag – CZ -- 70,09 CZR voertuigen
Newcourt Street Finance Limited1 Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Novoli Investors BV1 Amsterdam – NL -- 83,33 BEL vastgoed
NV ACTIEF NV1 Brussel – BE 0824.213.750 57,14 BEL opleiding
Oxford Street Finance Limited1 Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Posselton limited1 Dublin – IE -- 100,00 GRP energie
Property LM s.r.o.1 Bratislava – SK -- 100,00 CZR vastgoed
KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2014 Gehouden deel
van het kapitaal
Vennoot op groeps
Naam Zetel schapsnummer niveau (%) Divisie3 Activiteit
Quietas NV2 Brussel – BE 0539.764.121 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Rodenbach NV2 Brussel – BE 0539.765.012 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Ruscus sp. z o. o.1 Warschau – PL -- 80,00 BEL vastgoedverhuur
Securitas sam1 Monaco – MC -- 100,00 GRP leasing
Sisyphus Holding Corporation1 Delaware – US -- 100,00 GRP holding
Setanta Energy LLC1 Delaware – US -- 100,00 GRP energie
Spanjeberg NV2 Brussel – BE 0539.764.814 100,00 BEL uitgifte van vastgoedcertificaten
TEE Square Limited1 Road Town – VG -- 100,00 CZR *
Ter Bake NV2 Brussel – BE 0539.764.517 100,00 BEL uitgifte van vastgoedcertificaten
Transformation fund Stabilita1 Praag – CZ -- 100,00 CZR pensioenverzekering
Vastgoed Ruimte Noord NV1 Brussel – BE 0863.201.515 100,00 BEL vastgoed
Weyveld Vastgoedmaatschappij NV2 Brussel – BE 0425.517.818 100,00 BEL uitgifte van vastgoedcertficaten
Willowvale Company1 Dublin – IE -- 99,99 GRP vastgoed
KBC Bank: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS) Praag – CZ -- 55,00 CZR bouwsparen
Union KBC Asset Management Company Private Limited Mumbai – IN -- 49,00 BEL vermogensbeheer
KBC Bank: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Atrium Development SA Luxemburg – LU -- 25,00 BEL vastgoed
Covent Garden Development NV Brussel – BE 0892.236.187 25,00 BEL vastgoed
Covent Garden Real Estate NV Zaventem – BE 0872.941.897 50,00 BEL vastgoed
Immobiliare Novoli SpA Firenze – IT -- 45,00 BEL vastgoed
Immo VAC Gent NV Brussel – BE 50,00 BEL vastgoed
Jesmond Amsterdam B.V. Amsterdam – NL -- 50,00 BEL holding
Miedziana Sp z.o.o. Warschau – PL -- 47,75 BEL vastgoed
Real Estate Participation NV Zaventem – BE 0473.018.817 50,00 BEL vastgoed
Sandonato Parcheggi Srl Firenze – IT -- 44,98 BEL vastgoed
Sandonato Srl Firenze – IT -- 44,98 BEL vastgoed
UNION KBC Trustee Company Private Limited Mumbai – IN -- 49,00 BEL trustee
Xiongwei Lighting (Guangzhou) Co., Ltd Guangzhou – CY -- 49,79 GRP verlichting
KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
HAGE Hajdúsági Agráripari Zrt. Nádudvar – HU -- 25,00 IMA landbouw
KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Bancontact-MisterCash NV Brussel – BE 0884.499.250 20,00 BEL kredietkaarten
Banking Funding Company NV Brussel – BE 0884.525.182 20,22 BEL betalingsverrichtingen
Bedrijvencentrum Regio Roeselare NV Roeselare – BE 0428.378.724 22,22 BEL bedrijvencenter
Brussels I3 Fund NV Brussel – BE 0477.925.433 36,37 BEL venturefondsen
Cofely Ren s.r.o. Praag – CZ -- 42,82 CZR verhuur
Consorzio Sandonato Est Firenze – IT -- 20,32 BEL vastgoed
Czech Banking Credit Bureau a.s. Praag – CZ -- 20,00 CZR ICT
Etoiles d'Europe sas Parijs – FR -- 45,00 BEL hotels
Gemma Frisius-Fonds K.U. Leuven Leuven – BE 0477.960.372 40,00 BEL risicokapitaal
Isabel NV Brussel – BE 0455.530.509 25,33 BEL ICT
Justinvest NV Antwerpen – BE 0476.658.097 33,33 BEL vastgoed
První Certifikacˇni Autorita a.s. Praag – CZ -- 23,25 CZR certificatiediensten
Qbic Feeder Fund NV Brussel – BE 846.493.561 22,26 BEL risicokapitaal
Rabot Invest NV Antwerpen – BE 0479.758.733 25,00 BEL vastgoed
Xenarjo cvba Mechelen – BE 0899.749.531 22,75 BEL sociale sector
KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
ADD NV Heverlee – BE 0406.080.350 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Group Re SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL/GRP herverzekeringsmaatschappij
Anglesea Financial Products Limited Dublin – IE -- 100,00 BEL *
KBC Financial Indemnity Insurance SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL *
Cˇ SOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ -- 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij
Cˇ SOB Poist'ovña a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
Double U Building BV Rotterdam – NL -- 100,00 BEL vastgoed
DZI Life Insurance Jsc Sofia – BG -- 100,00 IMA levensverzekeringen
DZI - GENERAL INSURANCE JSC Sofia – BG -- 100,00 IMA schadeverzekeringen
DZI - HEALTH INSURANCE AD Sofia – BG -- 100,00 IMA ziekteverzekeringen
Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.267.594 95,00 BEL holding
VAB Rijschool NV Sint-Niklaas – BE 0448.109.811 95,00 BEL rijschool
Gehouden deel
van het kapitaal
Naam Zetel Vennoot
schapsnummer
op groeps
niveau (%)
Divisie3 Activiteit
VAB NV Zwijndrecht – BE 0436.267.594 95,00 BEL reisbijstand
K&H Biztosító Zrt Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
KBC Verzekeringen Vastgoed Nederland I BV Rotterdam – NL -- 100,00 BEL vastgoed
KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1
Almarisk NV Merelbeke – BE 0420.104.030 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
Banden Peeters Overijse bvba Overijse – BE 0459.070.118 80,81 BEL voertuigen
Cˇ SOB Insurance Service Limited Pardubice – CZ -- 100,00 IMA verzekeringsmakelaar
Depannage 2000 NV Hoboken – BE 0403.992.429 95,00 BEL voertuigen
Eeman P. BVBA Sint-Niklaas – BE 0411.530.319 95,00 BEL voertuigen
KBC Zakenkantoor NV Leuven – BE 0462.315.361 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
Maatschappij voor Brandherverzekering cvba Leuven – BE 0403.552.761 90,09 BEL herverzekeringen
Net Fund Administration Sp z.o.o. Warschau – PL -- 100,00 GRP vermogensbeheer
Omnia NV Leuven – BE 0413.646.305 100,00 BEL reisagentschap
Probemo Dubbele Bedieningen NV Sint-Niklaas – BE 0435.357.180 95,00 BEL rijschool
PTE Warta SA Warschau – PL -- 100,00 GRP pensioenfonds
Rijscholen Sanderus NV Mechelen – BE 0413.004.719 95,00 BEL rijschool
VAB Fleet Services NV Zwijndrecht – BE 0866.583.053 66,50 BEL voertuigen
VAB Fleet Services BV Apeldoorn – NL -- 66,50 BEL voertuigen
24+ NV Zwijndrecht – BE 0895.810.836 97,50 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Verzekeringen: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
NLB Vita d.d. Ljubljana – SI -- 50,00 GRP levensverzekeringen
KBC Verzekeringen: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Sepia NV Brussel – BE 0403.251.467 50,00 BEL verzekeringsmaatschappij
KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
AIA-Pool cvba Brussel – BE 0453.634.752 33,47 BEL verzekeringsmakelaar
geïnformatiseerd derdebetalers
AssurCard NV Leuven – BE 0475.433.127 33,33 BEL systeem
Optimobil Belgium NV Brussel – BE 0471.868.277 24,06 BEL voertuigen
Traject NV Gent – BE 0448.394.475 47,50 BEL mobiliteit
KBC Groep: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
Kredietcorp SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP beleggingsvennootschap
KBC Groep: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1
KBC Groep: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

KBC Groep: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1

* niet actief

Reden voor uitsluiting:

1 te verwaarlozen betekenis

2 vastgoedcertificaten en maatschappijen waarbij de Groep niet blootgesteld is aan de variabiliteit van het resultaat

3 BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.

Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden:

  • het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro

  • het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro

  • het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro

Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.

  • Zoals bepaald in de grondslagen voor financiële verslaggeving passen we de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusief zeggenschap uitoefent. Voor de beoordeling of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteert KBC de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteert KBC drempels voor opname in consolidatie (zie onder de tabel). Voor een aantal structured entities is maar een van die drie criteria overschreden, waardoor ze de facto niet worden geconsolideerd (zolang het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal). Het betreft voornamelijk structured entities opgericht in het kader van de resterende CDO-activiteiten. Die structured entities overschrijden maar één drempel (balanstotaal) aangezien ze altijd een zeer beperkt eigen vermogen en nettoresultaat hebben. De resterende CDOgerelateerde resultaten zitten bij de KBC Financial Products-groep, die uiteraard wel wordt geconsolideerd. Niet-consolidatie van die structured entities heeft dan ook alleen een invloed op de geconsolideerde balanspresentatie en niet op het eigen vermogen, het resultaat of de solvabiliteit.
  • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12):
  • Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen:
    • º Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert niet opgenomen in de consolidatiekring omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).
    • º De gemeenschappelijke dochterondernemingen waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als gemeenschappelijke dochterondernemingen omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten.
  • Belangen in dochtermaatschappijen
    • º Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten.
    • º Voor bepaalde gestructureerde entiteiten die zijn opgenomen in de consolidatiekring gelden er belangrijke beperkingen. In het verleden heeft KBC Groep een aantal CDO- en RMBS-notes uitgegeven, telkens via een gestructureerde entiteit die uitsluitend voor die betreffende transactie werd opgericht (gezamenlijk de vehikels en de transacties genoemd). Elk van de vehikels belegde de opbrengsten van zijn respectieve notesemissie om zijn verplichtingen met betrekking tot de notes en een portfolio credit default swap te waarborgen. Alle aandelen in de vehikels zijn volledig in handen van een trust. Niettemin worden de vehikels geconsolideerd in KBC Groep volgens de vereisten van IFRS 10. Ingevolge de overeenkomsten

waaraan de transacties onderworpen zijn, gelden er voor KBC Groep strenge beperkingen om toegang te krijgen tot de cash of andere activa van de vehikels of om die over te dragen of te gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen. Alle activa van de vehikels worden toegewezen aan de Security Trustee (voor zichzelf en als trustee voor de houders van de notes) als doorlopende zekerheid voor de betaling en vervulling van de verplichtingen van de vehikels op grond van de notes. Tenzij de overeenkomsten dat uitdrukkelijk toestaan of de Security Trustee daartoe voorafgaand schriftelijk toestemming geeft, hebben noch het vehikel noch KBC Bank als beheerder toegang tot de cash of andere activa van de vehikels en kunnen ze die ook niet overdragen of gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen.

  • º In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden.
  • º Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is.
  • Belangen in gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen º Samengevatte financiële informatie voor CˇMSS: zie Toelichting 32.
  • º Er wordt geen samengevatte financiële informatie, samengevoegd voor immateriële entiteiten, gegeven omdat die immateriëel is (zelfs samengevoegd).
  • Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten
  • º KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 27 niet-geconsolideerde, speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden tussen 2006 en 2010 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 1963 to 2012) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan (zoals aandelengebonden swaps, rentegebonden swaps, total return swaps, repotransacties, enz.). Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De

gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2014 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 17,2 miljard euro.

  • º Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn.
  • º Op 31 december 2014 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding: 66 miljoen euro, bewaarloon: 1 miljoen euro, vergoeding als administratief agent: 1 miljoen euro, accounting fee: 1 miljoen euro.
  • º Op 31 december 2014 had KBC Groep notes in handen, uitgegeven door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten, voor een bedrag van 6,7 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 6,5 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (5,6 miljard euro).
  • º Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC.

Toelichting 45: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring

Onderneming Directe moeder
maatschappij
Consolidatie
methode
Percentage aandeelhouderschap op
groepsniveau
Commentaar
31-12-2013 31-12-2014
Toevoegingen
Geen
Afstotingen
Absolut Bank KBC Bank Integraal Verkoop in 2e kwartaal van 2013
KBC Banka A.D. KBC Verzekeringen Integraal Verkoop in 4e kwartaal van 2013
KBC Bank Deutschland AG KBC Bank Integraal 100,00% Verkoop in 3e kwartaal van 2014
Transformation Fund Stabilita Cˇ SOB Integraal 100,00% Deconsolidatie in 3e kwartaal van 2014
Naamsveranderingen
Vroegere naam:
KBC Internationale financierings
KBC Ifima SA KBC Bank Integraal 100,00% 100,00% maatschappij NV
Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies
KBC Consumer Finance NV KBC Bank Integraal 100,00% Fusie met KBC Bank op 1 januari 2014

Toelichting 46: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5)

  • Belangrijkste maatschappijen die onder IFRS 5 vallen:
  • Op 31 december 2013: Antwerpse Diamantbank en KBC Bank Deutschland.
  • Op 31 december 2014: geen (verkoop van KBC Bank Deutschland werd afgerond; Antwerpse Diamantbank: zie verder)
  • Geen enkele van die entiteiten is als beëindigde bedrijfsactiviteit gekwalificeerd. Ze vertegenwoordigen immers geen afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of belangrijk geografisch bedrijfsgebied binnen het geheel van KBC.
  • Aangezien de vroeger aangekondigde verkoop van Antwerpse Diamantbank (ADB) aan Yinren Group niet succesvol afgerond kon

worden, hebben we beslist om de kredietdossiers en activiteiten van ADB geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen, en geen nieuwe kredieten meer te verstrekken noch activiteiten te ontwikkelen. Het afbouwproces gebeurt via een fusie door opslorping waarbij ADB opgenomen wordt in KBC Bank NV. Als gevolg van de geldende IFRS-boekhoudregels draaiden we in 2014 de in 2012 en 2013 geboekte waardeverminderingen op de verkoop van ADB terug, wat voor 2014 leidde tot een positieve impact op het resultaat van KBC Groep in 2014 van ongeveer 0,1 miljard euro.

• Hierna volgt informatie over de invloed van de onder IFRS 5 gekwalificeerde activiteiten.

Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten

31-12-2014
57 0
3 627 0
0 0
49 0
0 0
22 18
2 0
13 0
3 769 18
1 977 0
0 0
11 0
10 0
28 0
2 027 0
-3 0
0 0
0 0
0 0
-4 0
31-12-2013

Toelichting 47: Risicobeheer

De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) en kapitaal (IAS 1) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.

Toelichting 48: Gebeurtenissen na balansdatum

Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 19 maart 2015 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2014:

• Midden maart 2015 werd KBC op de hoogte gesteld door de ECB van nieuwe minimale kapitaalsvereisten. KBC voldoet daar ruimschoots aan. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.

Toelichting 49: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

  • Naam: KBC Groep
  • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
  • Oprichtingsland: België
  • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
  • Btw: BE 0403.227.515
  • RPR: Brussel
  • Juridische vorm: naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen en als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België.
  • Duur: onbepaalde duur
  • Doel: de vennootschap heeft tot doel het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De vennootschap heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. Verder heeft de vennootschap tot doel de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van die middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede zin. Voorts kan de vennootschap fungeren als een intellectual property-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van die rechten en/of het verstrekken van gebruiksrechten over die rechten aan de begunstigden vermeld in de

tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijk doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).

  • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap liggen ter inzage op de griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel van Brussel en worden bekendgemaakt op www.kbc.com. De jaarrekeningen en het jaarverslag worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in financiële dagbladen, in de media en op www.kbc.com.
  • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.

"Ons IT-consultancybedrijf heeft een aparte filosofie waarin er plaats is voor creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Het was voor ons dan ook een logische keuze om mee te stappen in het Start It-verhaal van KBC dat jonge ondernemers op weg helpt."

Vennootschappelijke jaarrekening

Vertrouwen verdienen Sven Van Cleemput

We stellen de vennootschappelijke (of enkelvoudige) jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 7 mei 2015 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

Conform de wettelijke voorschriften worden de vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Na de neerlegging zijn ze ook beschikbaar op www.kbc.com.

De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.

De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.

Balans, resultaten en resultaatsverwerking

Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Vaste activa 15 215 17 442
Immateriële vaste activa 230 226
Materiële vaste activa 152 138
Terreinen en gebouwen 34 32
Installaties, machines en uitrusting 94 82
Meubilair en rollend materieel 13 12
Overige materiële vaste activa 1 1
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 11 11
Financiële vaste activa 14 833 17 078
Verbonden ondernemingen 14 832 17 077
Deelnemingen 14 582 14 529
Vorderingen 250 2 547
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1
Deelnemingen 1 1
Vorderingen 0 0
Vlottende activa 221 524
Vorderingen op meer dan 1 jaar 2 1
Handelsvorderingen 2 0
Overige vorderingen 0 1
Voorraden en bestellingen in uitvoering 1 1
Voorraden 1 1
Handelsgoederen 1 1
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 68 69
Handelsvorderingen 33 33
Overige vorderingen 35 36
Geldbeleggingen 0 0
Eigen aandelen 0 0
Overige beleggingen 0 0
Liquide middelen 114 405
Overlopende rekeningen 36 49
Totaal activa 15 436 17 966
Eigen vermogen 11 241 11 486
Kapitaal 1 452 1 453
Geplaatst kapitaal 1 452 1 453
Uitgiftepremies 5 397 5 409
Reserves 1 466 1 466
Wettelijke reserves 145 145
Onbeschikbare reserves 1 1
Belastingvrije reserves 190 190
Beschikbare reserves 1 129 1 129
Overgedragen winst (verlies (-)) 2 927 3 158
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 20 20
Voorzieningen voor risico's en kosten 20 20
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 18 17
Overige risico's en kosten 3 3
Schulden 4 175 6 459
Schulden op meer dan 1 jaar 2 970 4 878
Financiële schulden 2 970 4 878
Achtergestelde leningen 2 333 4 297
Niet-achtergestelde obligatieleningen 581 581
Kredietinstellingen 56 0
Schulden op ten hoogste 1 jaar 1 157 1 363
Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 14 0
Financiële schulden 971 376
Kredietinstellingen 75 0
Overige leningen 896 376
Handelsschulden 34 39
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 81 80
Belastingen 2 3
Bezoldigingen en sociale lasten 80 77
Overige schulden 58 868
Overlopende rekeningen 48 219
Totaal passiva 15 436 17 966

Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Bedrijfsopbrengsten 1 093 1 082
Omzet 1 017 1 026
Voorraad goederen in bewerking, gerede producten en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0
Geproduceerde vaste activa 41 49
Andere bedrijfsopbrengsten 35 7
Bedrijfskosten 1 166 1 153
Diensten en diverse goederen 556 568
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 463 435
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 124 118
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen / bestedingen en terugnemingen (-) -2 1
Andere bedrijfskosten 25 31
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) -73 -71
Financiële opbrengsten 1 103 1 441
Opbrengsten uit financiële vaste activa 1 093 1 354
Opbrengsten uit vlottende activa 5 5
Andere financiële opbrengsten 5 82
Financiële kosten 614 444
Kosten van schulden 608 432
Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) 0 0
Andere financiële kosten 6 12
Winst (Verlies (-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting 416 926
Uitzonderlijke opbrengsten 0 158
Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 0 1
Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 0 157
Uitzonderlijke kosten 31 1
Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële activa en materiële activa 2 0
Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 1 0
Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 28 1
Andere uitzonderlijke kosten 0 0
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 385 1 083
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 3 1
Overboeking naar de uitgestelde belastingen 0 0
Belastingen op het resultaat 3 4
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 384 1 080
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 384 1 080
In dit schema worden kosten ook met een positief teken vermeld (in tegenstelling tot de voorstellingswijze van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening).

Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2013 31-12-2014
Te bestemmen winst (verlies (-)) 2 959 4 006
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 384 1 080
Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 2 575 2 927
Toevoeging aan het eigen vermogen 18 0
Aan de wettelijke reserve 18 0
Aan de overige reserves 0 0
Over te dragen winst (verlies (-)) 2 927 3 158
Uit te keren winst 14 849
Vergoeding van het kapitaal 0 836
Bestuurders of zaakvoerders 0 0
Andere rechthebbenden, werknemersparticipatie 14 13

Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het te bestemmen winstsaldo voor 2014 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt voor 2014 een brutodividend van 2 euro per dividendgerechtigd aandeel betaald.

Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening

Toelichting 1: Financiële vaste activa (B-GAAP, vennootschappelijk)

Deelnemingen
in verbonden
Vorderingen
op verbonden
Deelnemingen in
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
Vorderingen op
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
(in miljoenen euro) ondernemingen ondernemingen bestaat bestaat
Boekwaarde 31-12-2013 14 582 250 1 0
Aanschaffingen in 2014 0 0 0 0
Vervreemdingen in 2014 52 0 0 0
Andere wijzigingen in 2014 0 2 297 0 0
Boekwaarde 31-12-2014 14 530 2 547 1 0

De deelnemingen in verbonden ondernemingen van KBC Groep NV betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV.

De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen:

  • leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (1 400 miljoen euro) en tier 2-kapitaal (897 miljoen euro);
  • een achtergestelde perpetuele lening aan KBC Bank NV van 250 miljoen euro.

De voornaamste wijziging in 2014 is de inkoop van eigen aandelen door KBC Verzekeringen NV (in het kader van optimalisatie van de kapitaalstructuur, invloed -46 miljoen euro) en de vereffening van GEBEMA NV (invloed -6 miljoen euro).

Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2013 Kapitaalverhoging
voor het personeel
Resultaats
aanwending
31-12-2014
Kapitaal 1 452 1 0 1 453
Uitgiftepremies 5 397 13 0 5 409
Reserves 1 466 0 0 1 466
Overgedragen resultaat 2 927 0 231 3 158
Eigen vermogen 11 241 14 231 11 486

Op 31 december 2014 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 453 231 742,35 euro, verdeeld in 417 780 658 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 409 406 705,69 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.

Wijzigingen in 2014:

• door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 17 december 2014 waarop alleen de personeelsleden van KBC Groep NV en sommige van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 416 300 aandelen uitgegeven tegen 34,35 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers van het KBCaandeel op 11 november 2014. Het kapitaal verhoogde met 1 448 724,00 euro en de uitgiftepremies stegen met 12 851 181,00 euro. Met die kapitaalverhoging wil KBC Groep NV de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande

aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2014 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2014.

• Van de te bestemmen winst van 1 080 miljoen euro wordt 836 miljoen euro uitgekeerd als dividend en 13 miljoen euro onder de vorm van werknemersparticipatie. Het overgedragen resultaat is bijgevolg 231 miljoen euro.

De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 697 169 705,56 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 200 336 122 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.

Toelichting 3: Aandeelhouders

Ontvangen kennisgevingen

Hierna volgt een overzicht van de in 2014 en de eerste twee maanden van 2015 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com.

We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

De kennisgeving Aantal aangehouden
KBC-aandelen
(= stemrechten) op de
% van totale
stemrechten op
de betrokken
Kennisgevingen* betreft de situatie op: Toelichting betrokken datum datum*
BlackRock Inc. 7 januari 2014 Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel 20 885 509 5,00%
BlackRock Inc. 10 januari 2014 Daling tot onder de 5%-rapporteringsdrempel 20 700 804 4,96%
BlackRock Inc. 13 februari 2014 Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel 20 979 496 5,03%
BlackRock Inc. 21 mei 2014 Daling tot onder de 5%-rapporteringsdrempel 20 687 685 4,96%
BlackRock Inc. 5 juni 2014 Overschrijding van de 5%-rapporteringsdrempel 20 932 157 5,02%
Parvus Asset Management (UK)
LLP
17 september 2014 Overschrijding van de 3%-rapporteringsdrempel 12 609 529 3,02%
FMR LLC (Fidelity) 17 oktober 2014 Daling tot onder de 3%-rapporteringsdrempel 12 308 475 2,95%
Cera, KBC Ancora, MRBB en de
andere vaste aandeelhouders
(personen die in onderling
overleg handelen)
1 december 2014 Overschrijding van de 40%-rapporteringsdrempel 168 553 908 40,39%
Parvus Asset Management
Europe Ltd
30 december 2014 Transfer van beleggingsbeheeractiviteiten van Parvus Asset
Management (UK) LLP naar Parvus Asset Management
Europe Limited als gevolg van interne herstructurering
12 900 729 3,09%
FMR LLC (Fidelity) 12 januari 2015 Overschrijding van de 3%-rapporteringsdrempel 12 687 206 3,04%
Parvus Asset Management
Europe Ltd
13 februari 2015 Daling tot onder de 3%-rapporteringsdrempel 12 341 146 2,95%

* Details vindt u in de respectieve kennisgevingsformulieren op www.kbc.com. Opgelet: op andere plaatsen in dit verslag wordt het aantal aandelen/stemrechten van deze aandeelhouders afgezet tegen het totale aantal aandelen op 31 december 2014 (en niet tegen het totale aantal aandelen op de datum van de kennisgeving).

In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2014, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.

Eigen aandelen in bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep

KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen Adres 31 december
2013
31 december
2014
Bij KBC Securities NV Havenlaan 12, 1080 Brussel, België 2 2
Bij KBC Groep NV zelf Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 800 486
Totaal 802 488
In procent van het totale aantal aandelen 0,0% 0,0%

De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2014 bedroeg 3,48 euro. Eind 2013 kocht KBC 800 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 30 860 euro) die in 2014 werden geleverd aan personeelsleden die eind 2013 hun opties uitoefenden. Eind 2014 kocht KBC 486 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 22 524 euro) die in 2015 worden geleverd aan personeelsleden die eind 2014 hun opties uitoefenden. We vestigen er de aandacht op dat de in de tabel opgenomen aantallen aandelen kunnen afwijken van de aantallen die worden vermeld in de

kennisgevingen conform de Belgische Wet van 2 mei 2007 aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Toelichting 4: Balans

  • Op 31 december 2014 bedraagt het balanstotaal 17 966 miljoen euro, tegenover 15 436 miljoen euro het jaar voordien.
  • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1.
  • De vlottende activa bedragen 524 miljoen euro, tegenover 221 miljoen euro het jaar voordien. Die wijziging is voor een groot deel toe te schrijven aan een verbeterde liquiditeitspositie als gevolg van hogere ontvangen dividenden.

Toelichting 5: Resultaten

  • In 2014 bedraagt de nettowinst van KBC Groep NV 1 080 miljoen euro, tegenover een nettowinst van 384 miljoen het jaar voordien.
  • De bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten daalden allebei met 1% ten opzichte van 2013.
  • De rubriek Andere bedrijfsopbrengsten vertoont een aanzienlijke daling. Die is voornamelijk te wijten aan de lagere doorrekeningen aan gedesinvesteerde maatschappijen en derden.
  • De daling van de bedrijfskosten is te wijten aan de daling in de rubriek Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen als gevolg van een iets lager aantal vte's.

Toelichting 6: Vergoeding van de commissaris

KBC Groep NV betaalde in 2014 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 149 124 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten.

Toelichting 7: Bijkantoren

KBC Groep NV had op 31 december 2014 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).

Toelichting 8: Overige informatie

De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, die hierboven nog niet werd vermeld,

vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Dat Verslag omvat ook de vereiste Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

• We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.

  • De schulden bedragen 6 459 miljoen euro op 31 december 2014, tegenover 4 175 miljoen euro het jaar voordien. Binnen de schulden zijn de belangrijkste wijzigingen de uitgifte van additional tier 1- en tier 2-instrumenten (post Achtergestelde leningen) en de gedeeltelijke terugbetaling van de kernkapitaaleffecten aan de Vlaamse overheid (post Achtergestelde leningen).
  • De belangrijkste wijzigingen in financiële opbrengsten en kosten in 2014 waren:
  • de dividendontvangsten, die zijn gestegen met 262 miljoen euro;
  • de couponbetaling met betrekking tot de kernkapitaaleffecten van 171 miljoen euro;
  • de betaalde premie met betrekking tot de terugbetaling van kernkapitaaleffecten, die is gedaald met 417 miljoen euro.
  • De belangrijkste uitzonderlijke opbrengsten in 2014 betreffen:
  • de gerealiseerde meerwaarden in verband met de inkoop van eigen aandelen door KBC Verzekeringen NV van 157 miljoen euro.

Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 113 144 euro.

Team spirit, genieten van de sport en elkaar Katka Hamersky

Katka Hamersky gaat nog vaak naar Pardubice in Tsjechië, om er met haar jeugdvriendinnen te basketten.

"Vroeger speelden we in een hogere divisie, maar nu we allemaal een job en een gezin combineren, gaat het ons meer om de team spirit, genieten van de sport en elkaar."

260 Jaarverslag KBC 2014

Overige informatie

Kapitaal- en garantieverrichtingen met de overheid in 2008 en 2009

Kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische staat en het Vlaams Gewest

In 2008 en 2009 heeft KBC Groep NV in totaal voor 7 miljard euro uitgegeven aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, pari passu met gewone aandelen bij liquidatie, waarop werd ingetekend door de Belgische staat (Federale Participatieen Investeringsmaatschappij) en het Vlaams Gewest, elk voor 3,5 miljard euro.

Daarvan betaalde KBC al het volgende terug:

  • in 2012: 3,5 miljard euro plus een premie van 15% aan de Belgische federale overheid;
  • in 2013: 1,17 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid;
  • in 2014: 0,33 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid.

KBC streeft ernaar het nog uitstaande saldo van 2 miljard euro (plus premies) in schijven terug te betalen, met de laatste schijf in 2017.

De belangrijkste kenmerken van de overblijvende kernkapitaaleffecten zijn, vereenvoudigd:

  • uitgifteprijs: 29,50 euro per effect;
  • couponrente: hoogste van (i) 2,51 euro per effect (wat overeenstemt met een interest van 8,5%) en (ii) 125% van het uitgekeerde dividend op gewone aandelen; er is geen coupon verschuldigd als er geen dividend wordt uitgekeerd;
  • terugkoopoptie: KBC Groep NV heeft op ieder ogenblik het recht om alle of een deel van de effecten terug te kopen (onder voorbehoud van goedkeuring door de financiële toezichthouder) tegen 150% van de uitgifteprijs (44,25 euro), contant te betalen.

Garantieovereenkomst voor CDO- en MBIAgerelateerd risico

In 2009 ondertekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Het plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro. Meer informatie over de structuur van die transactie vindt u in de vorige jaarverslagen.

In de laatste jaren heeft KBC zijn CDO-blootstelling versneld afgebouwd. In 2014 heeft KBC de twee laatste CDO's in zijn portefeuille ontmanteld. Daarmee is de CDO-portefeuille van KBC, die in 2008 nog meer dan 25 miljard euro bedroeg, op 5 jaar tijd volledig afgebouwd en kon ook de garantieregeling voor CDO's worden beëindigd.

KBC moe(s)t voor die garantieregeling een premie betalen. Meer informatie over de invloed daarvan op de winst-en-verliesrekening vindt u in Toelichting 5 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Voor de volledigheid vermelden we dat er nog voor 0,3 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan tot eind 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Daardoor kunnen er in de komende kwartalen nog verwaarloosbare schommelingen optreden in de winst-en-verliesrekening van KBC, afhankelijk van hoe de waarde van die CDO-notes zich ontwikkelt.

Glossarium van ratio's

Bankverzekeringsopbrengsten (bruto)

[provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar] + [verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden].

CAGR

[compound annual growth rate]: samengestelde jaarlijkse groeivoet

Common equity ratio (CRR / CRD IV / Basel III)

[Common Equity Tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is gebaseerd op de door Europa goedgekeurde en gepubliceerde Capital Requirements Regulation (CRR) en Capital Requirements Directive (CRD IV) en houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien (grandfathered).

Dekkingsratio

[specifieke waardeverminderingen op kredieten] / [uitstaande impaired kredieten]. Voor een definitie van impaired, zie Impaired loans ratio. De teller en noemer kunnen in voorkomend geval worden beperkt tot de impaired loans met meer dan 90 dagen achterstalligheid.

Dividenduitkeringsratio

[uit te keren dividendbedrag plus te betalen coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid en de AT1-instrumenten in het eigen vermogen] / [geconsolideerde nettowinst]

Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel

[eigen vermogen van de aandeelhouders] / [aantal gewone aandelen min eigen aandelen (per einde periode)]

Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen)

[verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (telkens na herverzekering).

Impaired loans ratio

[uitstaand bedrag van impaired kredieten] / [totale uitstaande kredietportefeuille]. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald; het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, en dat komt overeen met de nieuwe definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA). De teller kan desgevallend worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12), wat overeenstemt met het concept van non-performing zoals gebruikt in vorige verslagen.

Kosten-inkomstenratio

[exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / [totale opbrengsten van de bankactiviteiten].

Kredietkostenratio

[nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico's] / [gemiddelde uitstaande kredietportefeuille]. De kredietportefeuille wordt gedefinieerd in het hoofdstuk Risicobeheer (overheidsobligaties zijn bijvoorbeeld niet inbegrepen).

Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)

[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen]

Marktkapitalisatie

[slotkoers KBC-aandeel] x [aantal gewone aandelen]

Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)

[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [Vereist bedrag stabiele financiering]

Nettorentemarge van de groep

[nettorente-inkomsten (aangepast resultaat) van de bankactiviteiten] / [gemiddelde rentedragende activa van de bankactiviteiten].

Rendement op eigen vermogen

[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa]. Als er een coupon wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, of op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt dat van de teller afgetrokken.

Rendement op toegewezen eigen vermogen van een divisie (ROAC)

[resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van een divisie] / [gemiddeld toegewezen eigen vermogen van de divisie]. Het resultaat van een divisie is de som van het nettoresultaat van alle ondernemingen toegewezen aan die divisie. Het aan een divisie toegewezen kapitaal is gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verzekeringsactiviteiten (volgens Solvency I).

Solvabiliteitsratio, verzekeringsactiviteiten

[beschikbaar solvabiliteitskapitaal] / [vereist solvabiliteitskapitaal].

Totale kapitaalratio (CRR / CRD IV / Basel III)

[Totaal reglementair eigen vermogen] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is gebaseerd op de door Europa goedgekeurde en gepubliceerde Capital Requirements Regulation (CRR) en Capital Requirements Directive (CRD IV) en houdt in de teller rekening met de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid waarbij de regelgever in uitzonderingsbepalingen heeft voorzien (grandfathered).

Winst per aandeel, gewoon

[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddelde van het aantal gewone aandelen min eigen aandelen]. Als er een coupon (en/of penaltypremie) wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, en/of een coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt die van de teller afgetrokken.

Winst per aandeel, verwaterd

[resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij] / [gemiddelde van het aantal gewone aandelen, plus verwaterende opties, min eigen aandelen]. Als er een coupon (en/ of penaltypremie) wordt betaald op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid, en/of een coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen, dan wordt die van de teller afgetrokken.

Verklaring van verantwoordelijke personen

"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."

Contactadressen en financiële kalender

Contactgegevens

KBC-Telecenter

(voor informatie over producten, diensten en publicaties van de KBC-groep; op werkdagen van 8 tot 22 uur, op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur)
+32 78 152 153 (Nederlands), +32 78 152 154 (Frans en Duits), + 32 16 43 29 15 (Engels)
[email protected]
Investor Relations Office
[email protected]
www.kbc.com / investor relations
KBC Groep NV, Investor Relations Office – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Pers
Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster)
[email protected]
www.kbc.com / pers & media
KBC Groep NV, Corporate Communicatie – GCM, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Vic Van de Moortel (directeur CSR )
[email protected]
www.kbc.com/duurzaamondernemen
KBC Groep NV, Corporate Sustainability and Responsibility – CSR, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België

Financiële kalender

De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.

Publicatie Jaarverslag 2014 en Risk Report 2014
2 april 2015
Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com)
7 mei 2015
Dividend
ex-date 11 mei 2015 / record date: 12 mei 2015 / pay date: 13 mei 2015
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2015
12 mei 2015
Publicatie resultaten 2e kwartaal 2015
6 augustus 2015
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2015
16 november 2015
Publicatie resultaten 4e kwartaal 2015
18 februari 2016
Publicatie resultaten 4e kwartaal 2014 en volledig jaar 2014 12 februari 2015

Hoofdredactie: Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: Marketing en Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België

Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.