AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report Mar 31, 2016

3968_10-k_2016-03-31_0fc1692d-5abb-4431-8dee-c87f25aabb8d.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Klaar voor de toekomst

Jaarverslag over 2015

Paspoort van de KBC-groep

Invloed van afboeking goodwill op enkele participaties

Verdeling nettoresultaat per divisie (2015, in miljoenen euro)

Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, Deense compromismethode)

Ons werkgebied

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar en we focussen op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. We zijn ook aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.

Onze klanten, medewerkers en netwerk

Klanten (schatting) 10 miljoen
Medewerkers 38 450 (36 411 vte's)
Bankkantoren 1 560
Verzekeringsnetwerk 441 agentschappen in België, diverse
distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa

Onze langetermijnkredietratings, 17-03-2016

Fitch Moody's Standard & Poor's
KBC Bank NV A- A1 A
KBC Verzekeringen NV A A
KBC Groep NV A- Baa1 BBB+

Onze vaste aandeelhouders

KBC Ancora 18,5%
Cera 2,7%
MRBB 11,5%
Andere vaste aandeelhouders 7,6%

Gegevens van 31 december 2015, tenzij anders vermeld. Voor definities verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag. De outlook/watch/review bij onze kredietratings vindt u verder in dit verslag. Voor KBC Verzekeringen betreft het de financial strength rating.

Onze groep in cijfers

2011 2012 2013 2014 2015
Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro)
Balanstotaal 285 382 256 928 238 686 245 174 252 356
Leningen en voorschotten aan klanten 138 284 128 492 120 371 124 551 128 223
Effecten 65 036 67 295 64 904 70 359 72 623
Deposito's van klanten en schuldpapier 165 226 159 632 161 135 161 783 170 109
Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten,
verzekeringen 26 928 30 058 30 488 31 487 31 919
Totaal eigen vermogen 16 772 15 879 14 514 16 521 15 811
Risicogewogen activa (Basel II tot en met 2012, Basel III vanaf 2013) 126 333 102 148 91 216 91 236 89 067
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro)
Totale opbrengsten 7 310 7 733 7 448 6 720 7 148
Exploitatiekosten -4 344 -4 248 -3 843 -3 818 -3 890
Waardeverminderingen -2 123 -2 511 -1 927 -506 -747
Nettoresultaat, groepsaandeel 13 612 1 015 1 762 2 639
België 1 516 1 564
Tsjechië 528 542
Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) -182 245
Groepscenter -100 287
Genderdiversiteit
Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen 59% 58% 57% 57% 56%
Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen 4% 10% 15% 22% 25%
Milieuefficiëntie*
Elektriciteitsverbruik (in GJ per vte; België) 22,5 21,8 22,4 22,2 21,0
Verbruik gas en stookolie (in GJ per vte; België) 13,3 13,2 16,8 13,3 14,3
Woon-werkverkeer en dienstritten (in km per vte; België) 15 394 15 151 14 334 14 141 13 632
Papierverbruik (in ton per vte; België) 0,15 0,13 0,13 0,11 0,12
Waterverbruik (in m3
per vte; België)
8,7 9,0 9,5 9,5 9,8
Broeikasgasemissie (in ton per vte; België) 2,3 1,9 2,6 2,3 2,1
KBC-aandeel
Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) 358,0 417,0 417,4 417,8 418,1
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in
euro) 28,7 29,0 28,3 31,4 34,5
Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) 22,3 17,3 32,8 43,1 56,8
Slotkoers boekjaar (in euro) 9,7 26,2 41,3 46,5 57,7
Brutodividend per aandeel (in euro) 0,01 1,00 0,00 2,00 0,00
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) -1,93 -1,09 1,03 3,32 3,80
Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) 3,5 10,9 17,2 19,4 24,1
Financiële ratio's
Rendement op eigen vermogen -6% 1% 9% 14% 22%
Kosten-inkomstenratio, bankieren 61% 64% 52% 58% 55%
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen 92% 95% 94% 94% 91%
Kredietkostenratio, bankieren 0,82% 0,71% 1,21% 0,42% 0,23%
Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode,
phased-in/fully loaded) 13,3%/12,8% 14,4%/14,3% 15,2%/14,9%
Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode,
phased-in/fully loaded) 18,4%/17,8% 18,9%/18,3% 19,8%/19,0%
Net stable funding ratio (NSFR) 105% 111% 123% 121%
Liquidity coverage ratio (LCR) 107% 131% 120% 127%
Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) 12,5% 13,9%

Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Dividendvoorstel voor 2015 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

* We pasten de referentiecijfers van de milieu-indicatoren licht aan als gevolg van een gewijzigde berekening van het aantal vte's.

Inhoud Verslag van de Raad van Bestuur

  • KBC in een oogopslag
  • Voorwoord
  • Ons bedrijfsmodel en onze strategie
  • Geconsolideerd resultaat in 2015
  • Onze divisies
  • Risicobeheer
  • Kapitaaltoereikendheid
  • Verklaring inzake deugdelijk bestuur

Geconsolideerde jaarrekening

  • Verslag van de commissaris
  • Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
  • Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
  • Geconsolideerde balans
  • Geconsolideerde vermogensmutaties
  • Geconsolideerd kasstroomoverzicht
  • Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving
  • Toelichting 1a: Verklaring van overeenstemming
  • Toelichting 1b: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving
  • Toelichtingen in verband met segmentinformatie
  • Toelichting 2: Segmentering volgens de managementstructuur
  • Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3: Nettorente-inkomsten
  • Toelichting 4: Dividendinkomsten
  • Toelichting 5: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 6: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa
  • Toelichting 7: Nettoprovisie-inkomsten
  • Toelichting 8: Overige netto-inkomsten
  • Toelichting 9: Verzekeringsresultaten
  • Toelichting 10: Verdiende levensverzekeringspremies
  • Toelichting 11: Verzekeringen Niet-Leven per tak
  • Toelichting 12: Exploitatiekosten
  • Toelichting 13: Personeel
  • Toelichting 14: Bijzondere waardeverminderingen – winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 15: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • Toelichting 16: Belastingen
  • Toelichting 17: Winst per aandeel
  • Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans
  • Toelichting 18: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
  • Toelichting 19: Financiële instrumenten volgens portefeuille en land
  • Toelichting 20: Financiële instrumenten volgens portefeuille en restlooptijd

Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

  • 224 Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking
  • 226 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening
  • 229 Kapitaalgarantieverrichtingen met de overheid in 2008 en 2009
  • 229 Glossarium van ratio's en termen
  • 235 Verklaring van verantwoordelijke personen
  • 235 Contactadressen en financiële kalender

181 Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

  • 183 Toelichting 22: Maximaal kredietrisico en offsetting
  • 185 Toelichting 23: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen
  • 187 Toelichting 24: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
  • 189 Toelichting 25: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2
  • 190 Toelichting 26: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3
  • 192 Toelichting 27: Wijzigingen in eigen kredietrisico
  • 193 Toelichting 28: Herclassificatie van financiële instrumenten
  • 194 Toelichting 29: Derivaten
  • 197 Toelichtingen bij de andere posten op de balans
  • 197 Toelichting 30: Overige activa
  • 197 Toelichting 31: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen
  • 198 Toelichting 32: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • 199 Toelichting 33: Materiële vaste activa inclusief vastgoedbeleggingen
  • 200 Toelichting 34: Goodwill en andere immateriële vaste activa
  • 202 Toelichting 35: Technische voorzieningen verzekeringen
  • 203 Toelichting 36: Voorzieningen voor risico's en kosten
  • 205 Toelichting 37: Overige verplichtingen
  • 206 Toelichting 38: Pensioenverplichtingen
  • 210 Toelichting 39: Eigen vermogen van de aandeelhouders, niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten, AT1-instrumenten
  • 211 Andere toelichtingen
  • 211 Toelichting 40: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties
  • 212 Toelichting 41: Leasing
  • 213 Toelichting 42: Transacties met verbonden partijen
  • 214 Toelichting 43: Bezoldiging van de commissaris
  • 214 Toelichting 44: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
  • 220 Toelichting 45: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
  • 221 Toelichting 46: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5)
  • 221 Toelichting 47: Risicobeheer
  • 221 Toelichting 48: Gebeurtenissen na balansdatum
  • 221 Toelichting 49: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste minimale inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. We combineren bovendien het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.

Integrated reporting: we hebben ervoor gekozen ons jaarverslag – meer bepaald het deel over ons bedrijfsmodel en onze strategie – zo geïntegreerd mogelijk op te stellen, en daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de richtlijnen van de IIRC. We zien geïntegreerd rapporteren als een einddoel, waar we elk jaar wat dichter bij komen.

Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.

Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn officieuze vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Disclaimer: de in dit jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dit jaarverslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.

Verslag van de Raad van Bestuur

KBC in een oogopslag

Ontstaan in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen)

Hoofdactiviteit: geïntegreerd bankverzekeren

Circa 10 miljoen klanten

Circa 38 000 medewerkers

Kernmarkten: België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In de rest van de wereld aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen.

Belangrijkste merknamen en geschat marktaandeel:

  • België: KBC en CBC (21% in bankieren, 13% in levensverzekeringen, 9% in schadeverzekeringen)
  • Tsjechië: Cˇ SOB (19% in bankieren, 7% in levensverzekeringen, 7% in schadeverzekeringen)
  • Slowakije: Cˇ SOB (11% in bankieren, 4% in levensverzekeringen, 3% in schadeverzekeringen)
  • Hongarije: K&H (10% in bankieren, 4% in levensverzekeringen, 5% in schadeverzekeringen)
  • Bulgarije: CIBANK en DZI (3% in bankieren, 12% in levensverzekeringen, 10% in schadeverzekeringen)
  • Ierland: KBC Bank Ireland (6% in retaildeposito's, 11% in retailwoningkredieten)

Circa 1 560 bankkantoren, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, daarnaast diverse elektronische kanalen

Onze visie en strategie

Onze visie: de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Onze strategie steunt op vier principes die elkaar versterken:

  • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
  • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
  • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en willen op die manier een duurzame en rendabele groei realiseren.
  • We nemen onze verantwoordelijkheid tegenover de samenleving en de lokale economieën.

We voeren onze strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.

2015 2016 december januari februari • Lancering van de vernieuwde bedrijfswebsite www.kbc.com • Terugbetaling van de laatste nog uitstaande schijf van 2 miljard euro overheidssteun plus 50% premie aan de Vlaamse overheid. KBC houdt ook na de terugbetaling nog altijd een solide buffer aan bovenop de door de regelgevers bepaalde minimumkapitaalvereisten. • Bekendmaking dat de solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen, berekend volgens het nieuwe Solvency II-raamwerk, op een comfortabel niveau ligt

  • Aankondiging dat KBC overgaat tot vereffening van KBC Financial Holding Inc., wat onder meer aanleiding geeft tot de boeking van een uitgestelde belastingvordering en per saldo leidt tot een positieve resultaatsimpact van 765 miljoen euro
  • Bekendmaking van de nieuwe minimale kapitaalvereisten van de ECB voor 2016: een common equity ratio van minstens 9,75%, phased-in volgens de Deense compromismethode. Daarbovenop komt de door de Nationale Bank van België bepaalde kapitaalbuffer voor systeembanken: een bijkomende 0,5% common equity voor 2016, over een periode van 3 jaar lineair opgebouwd tot 1,5% in 2018.
  • Publicatie van de resultaten van het derde kwartaal, met een nettowinst van 600 miljoen euro

• Publicatie van de resultaten van het vierde kwartaal met een nettowinst van 862 miljoen euro, inclusief het effect van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.

2016

november

Voorwoord Johan Thijs

Was 2015 een goed jaar voor KBC?

Thomas Leysen: Het was zeker een goed jaar. Meer nog, het was het eerste jaar waarin we opnieuw onze volle aandacht konden richten op onze kernactiviteiten, terwijl we in de voorgaande jaren een aanzienlijk deel van onze tijd moesten besteden aan het desinvesteringsplan dat met Europa was overeengekomen. Uiteraard blijven we de lessen uit de financiële crisis ter harte nemen. We zijn afgeslankt, we hebben ons risicoprofiel aanzienlijk verbeterd in de afgelopen jaren en vooral: we zijn teruggekeerd naar de essentie van ons metier, bankverzekeren in een weloverwogen selectie van Europese landen. Onze resultaten bewijzen dat dat werkt. We staan opnieuw een stap dichter bij de realisatie van ons doel om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten. We zijn, met andere woorden, klaar voor de toekomst.

De nettowinst bedroeg 2,6 miljard euro. Wat zijn de belangrijkste elementen daarin?

Johan Thijs: We zagen onze inkomsten stijgen met een mooie 6%. Die groei werd geschraagd door zowat alle activiteiten in onze bankverzekeringsgroep. De nettorente-inkomsten bleven, ondanks het lagerenteklimaat, op het niveau van het vorige jaar. Onze nettoprovisie-inkomsten daarentegen kenden een mooie groei van 7%, met dank vooral aan onze assetmanagementactiviteiten. Ook de verzekeringsactiviteiten presteerden sterk: de premies stegen met 4% en de gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 91%. Alle andere inkomstenposten samen stegen per saldo met bijna de helft tegenover 2014. De kwaliteit van onze kredietportefeuille verbeterde opnieuw. De aanleg van waardeverminderingen op onze kredietportefeuille was veel lager dan in 2014, onder meer dankzij een significante verbetering in Ierland. We boekten bovendien ook de goodwill op enkele participaties af. Onze kosten bleven in 2015 goed onder controle, waardoor de kosten-inkomstenratio uitkwam op een uitstekende 55%. Daarbovenop komt nog de positieve invloed van de liquidatie van een groepsvennootschap van per saldo 765 miljoen euro. Dat brengt onze nettowinst voor 2015 dus in totaal op 2,6 miljard euro. Een uitstekend resultaat waar we trots op zijn en waarvoor we onze klanten en onze medewerkers van harte willen bedanken.

De staatssteun is nu volledig terugbetaald, vroeger dan oorspronkelijk overeengekomen.

Thomas Leysen: Inderdaad. Eind 2015 betaalden we de volledige resterende uitstaande staatssteun van 2 miljard euro, vermeerderd met een premie van 50%, terug aan de Vlaamse overheid. We deden dat aanzienlijk vroeger dan oorspronkelijk overeengekomen met Europa. We zijn blijvend dankbaar voor de steun die we ontvangen hebben toen onze groep het moeilijk had en voor het vertrouwen van de overheden in onze veerkracht. Tegelijk is het ook zo dat de overheid – de maatschappij dus – uiteindelijk een mooie meerwaarde heeft geboekt door die steunoperaties. Ook na de terugbetaling van de staatsteun blijft onze solvabiliteitspositie trouwens bijzonder sterk. Eind 2015 bedroeg onze common equity-kapitaalratio volgens Basel III immers ongeveer 15%, volgens de Deense compromismethode. Daarmee ligt die ratio nog altijd ruim boven de door de regelgever opgelegde doelstelling.

Komt er nu opnieuw een fase van overnames?

Johan Thijs: Onze focus ligt duidelijk op onze huidige kernlanden, waar we onze positie verder willen optimaliseren. We gaan onze huidige geografische aanwezigheid dus niet uitbreiden. In onze kernlanden gaat onze aandacht in eerste instantie uit naar organische groei. Concreet betekent dat dat we in die landen al onze kernactiviteiten, zeg maar bankieren, verzekeren, leasen, vermogensbeheer, enzovoort, op een rendabele wijze willen laten groeien. Voor België betekent dat onder meer dat we van start gingen met KBC Brussels en verder werkten aan de uitrol van de groeistrategie van CBC in Wallonië. Als er zich in onze kernlanden overnameopportuniteiten aandienen, zullen we die zeker bekijken. Maar alleen als ze passen in onze strategie én voldoen aan duidelijke en strikte financiële criteria, worden ze een optie. Een goed voorbeeld daarvan is onze overname van Volksbank Leasing Slovakia, waardoor we in Slowakije onze positie op de leasingmarkt konden versterken.

De marktomstandigheden blijven uitdagend?

Thomas Leysen: De concurrentie is en blijft snoeihard, niet alleen van de traditionele spelers, maar ook van internetbanken en e-commerce in het algemeen. We blijven dus inzetten op nieuwe producten en diensten, om onze klanten innovatieve oplossingen aan te kunnen bieden. Ook het lagerenteklimaat heeft invloed op onze huidige en toekomstige rente-inkomsten. We hebben daarop geanticipeerd, maar de mogelijkheden zijn niet eindeloos. Om onze afhankelijkheid van rentemarges te verminderen, blijven we werken aan de diversificatie van onze inkomsten, onder meer met onze fondsen en beleggingsverzekeringen. We waken er bovendien over dat onze kosten onder controle blijven en werken verder aan vereenvoudiging in alle lagen van de organisatie.

Wat betekent duurzaam ondernemen voor u?

Thomas Leysen: Duurzaamheid betekent voor ons dat we de focus leggen op onze prestaties op lange termijn, dat we het belang van de klant centraal stellen, dat we onze bedrijfsvoering kaderen in een strikt risicomanagement en dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en de dialoog met onze stakeholders aangaan.

Onder duurzaamheid verstaan we ook dat we transparant rapporteren, met oog voor alle stakeholders. We gaan dus verder op de weg die we vorig jaar zijn ingeslagen, dat wil zeggen dat we op een pragmatische manier werken aan een geïntegreerde rapportering van financiële én niet-financiële informatie. We hechten daarbij veel aandacht aan het principe van beknoptheid. We gaan er immers van uit dat een te gedetailleerd rapport door bijna niemand gelezen wordt en dus zijn doel eigenlijk voorbijschiet.

Digitalisering wordt steeds belangrijker?

Johan Thijs: Ons credo is het centraal stellen van de klant. Concreet betekent dat dat we op een proactieve manier de noden van onze klanten inzake financiële producten trachten in te vullen. Ook de manier waarop we onze klanten willen bedienen, wordt bepaald door hun voorkeur en gedrag. Onze verschillende distributiekanalen, onze kantoren, ons callcenter, onze internettoepassingen en onze mobiele applicaties

worden op een naadloze manier geïntegreerd. Dat geeft onze klanten de mogelijkheid zelf de manier te kiezen waarmee ze met KBC in contact treden, en dat zonder extra moeite voor hen. Naast ons uitgebreide netwerk van bankkantoren en verzekeringsagentschappen, zetten we volop in op digitalisering. Dankzij de digitalisering van onze producten en processen kunnen we de klant een groter gebruiksgemak én een groter gebruiksbereik bieden, 7 dagen op 7, de klok rond. De wereld waarin wij allemaal leven, verandert door de digitalisering zeer snel. Die transformatie is ook aan de gang in het financiële landschap. We bereiden ons vandaag volop voor op die nieuwe toekomst.

Hoe deed de economie het in 2015 en wat verwacht u voor 2016?

Thomas Leysen: De wereldconjunctuur werd in 2015 gekenmerkt door een tweedeling tussen ontwikkelde economieën en opkomende markten. In de eurozone werd de groei aangedreven door de particuliere consumptie, vooral dankzij lagere energie- en grondstoffenprijzen en een verdere verbetering op de arbeidsmarkt. Ook het soepelere budgettaire beleid, de bijkomende monetaire versoepeling door de ECB en de zwakkere euro droegen hun steentje bij. De opkomende economieën leden onder de lage grondstoffenprijzen en het vooruitzicht van een eerste renteverhoging in de VS, die in december effectief werd doorgevoerd. Voor 2016 verwachten we een voortzetting van die trend. We verwachten ook dat de groei van de wereldeconomie in 2016 per saldo nog licht zal aantrekken. We kijken dus de toekomst met vertrouwen tegemoet. We stelden onze strategie scherp, bepaalden onze langetermijndoelen en focussen nu volledig op de verdere uitbouw van onze bankverzekeringsgroep. Daarbij stellen we resoluut de klant centraal.

We wensen u veel genoegen bij het lezen van ons jaarverslag.

Johan Thijs Thomas Leysen

Chief Executive Officer voorzitter van de Raad van Bestuur

Hoe creëren we waarde?

Ons bedrijfsmodel en onze strategie

In het deel over ons bedrijfsmodel beschrijven we hoe we waarde creëren, wat de specifieke kenmerken zijn van ons model, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen, welke middelen we daarvoor inzetten en welk resultaat we daarmee bereiken. In het deel over onze strategie bespreken we de principes die we hanteren om ons doel te bereiken, namelijk dé referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Deel 1: Ons bedrijfsmodel

Hoe creëren we waarde?

Als bankier zorgen we er met onze spaarrekeningen en andere spaar- en beleggingsproducten voor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel. Hij kan daarbij rekenen op de expertise van onze medewerkers. We zien het ook als onze taak bij te dragen tot de algemene financiële vorming en nemen diverse initiatieven op dat gebied.

Met het geld uit onze depositowerving verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden. We wenden dat geld dus productief aan in de samenleving. Als kredietverlener zorgen we er bijvoorbeeld voor dat mensen een huis kunnen bouwen of een auto kopen, en dat bedrijven kunnen worden opgestart of kunnen groeien. Ook via onze beleggingsportefeuille investeren we onrechtstreeks in de economie. Naast kredieten aan particulieren en bedrijven, financieren we ook specifieke sectoren en doelgroepen, zoals de socialprofitsector. We financieren ook infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling en we dragen bij aan de ontwikkeling van groene-energieprojecten.

Uiteindelijk nemen we in onze intermediërende rol tussen depositoontvanger en kredietverlener risico's over van onze klanten. Die risico's managen we dankzij ons sterk uitgebouwd risico- en kapitaalbeheer.

Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken.

Onze klanten kunnen bij ons terecht voor het realiseren van hun dromen en projecten via onze kredietverlening, depositoproducten en vermogensbeheerdiensten, en voor de bescherming van die dromen en projecten via onze verzekeringen.

De maatschappelijke relevantie van verzekeringen voor economie en maatschappij behoeft weinig commentaar. Het is het instrument bij uitstek om de risico's te dekken van activiteiten die levensnoodzakelijk zijn: zonder de autoverzekering geen verkeer en transport, zonder aansprakelijkheidsverzekeringen geen exploitatie van bedrijven, zonder brandverzekeringen geen beveiliging van het opgebouwde patrimonium, zonder arbeidsongevallenverzekeringen geen bescherming van de werknemers, zonder inkomens- en gezondheidsverzekeringen geen betaalbare gezondheidszorg.

We hebben bovendien een jarenlange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers en we trekken als verzekeraar resoluut de kaart van preventie. Het voorkomen van menselijk leed en aandacht voor waarden als veiligheid, gezondheid en zorg voor slachtoffers zijn maar enkele van onze maatschappelijke doelstellingen, die onder meer in onze sensibiliseringscampagnes tot uiting komen.

We bieden onze klanten daarnaast ook verschillende andere financiële diensten aan die onontbeerlijk zijn in het dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enzovoort. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.

In al onze kernmarkten dragen we significant bij tot de werkgelegenheid. We beseffen dat we een belangrijke rechtstreekse impact hebben op het leven van onze mensen. We bieden hun een faire vergoeding voor het geleverde werk, en dragen zo bij tot de welvaart van de landen waarin we opereren. We bieden hun ook ontplooiingsmogelijkheden en middelen om hun werk-thuis-balans zo evenwichtig mogelijk te maken. Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het economisch en sociaal weefsel van die landen. We houden daar rekening mee in onze activiteiten en we nemen diverse initiatieven om lokale gemeenschappen te ondersteunen.

Om onze activiteiten te kunnen uitvoeren, maken we gebruik van verschillende soorten werkmiddelen of kapitalen.

• Financieel kapitaal is het geld dat we ontvangen van verschillende kapitaalverschaffers om onze activiteiten te ondersteunen en verder te investeren in onze bedrijfsstrategie. Het bestaat uit het kapitaal dat onze aandeelhouders ter beschikking stellen, de (eind 2015 al volledig terugbetaalde) overheidssteun en overgedragen winsten die voortvloeien uit onze activiteiten.

$$
\begin{pmatrix}\n\circ \
\circ \
\circ\n\end{pmatrix}
$$

• Menselijk en intellectueel kapitaal verwijst naar het aanwerven, het managen en het ontwikkelen van onze medewerkers zodat zij hun talenten en ervaring optimaal kunnen gebruiken om onze dienstverlening verder te verbeteren en oplossingen voor onze klanten te ontwikkelen. Intellectueel kapitaal verwijst onder meer naar de kennis en creativiteit van onze medewerkers en onze intellectuele eigendomsrechten en merknaam.

• Maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met en onze reputatie bij onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten onze activiteiten uit te voeren.

• Logistiek kapitaal is een verzamelnaam voor alle vormen van infrastructuur die we gebruiken bij het uitvoeren van onze activiteiten. Het omvat onder meer onze gebouwen, kantoren en agentschappen, onze elektronische en andere netwerken, en onze ICT-platformen.

• Natuurlijk kapitaal verwijst naar de natuurlijke grondstoffen die we gebruiken bij onze activiteiten. Voor een financiële instelling is het gebruik van natuurlijke grondstoffen minder belangrijk dan voor de meeste industriële sectoren, maar als verantwoord bedrijf willen we toch voldoende aandacht besteden aan onze impact op het milieu, en ook dat aspect integreren in onze activiteiten.

Hoe creëren we waarde met onze activiteiten? Rekening houdend met de kenmerken van ons bedrijfsmodel en onze waarden, voeren we onze activiteiten uit binnen de

Rekening houdend met de kenmerken van ons bedrijfsmodel en onze waarden, voeren we onze activiteiten uit binnen de economische en sociale context van elk land. economische en sociale context van elk land.

Terugbetaling van de steun gekregen van Terugbetaling van de steun gekregen van de overheid (voltooid eind 2015)

Wat maakt ons tot wie we zijn?

Onze bedrijfscultuur en onze waarden zijn bepalend voor de manier waarop we werken om de referentie als bank-verzekeraar te worden en om positief bij te dragen aan de samenleving. Onze bedrijfscultuur vatten we samen in het letterwoord PEARL. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Bovendien moedigen we al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema hiernaast leggen we uit wat we daarmee bedoelen.

We volgen uiteraard op hoe onze cultuur en waarden bij onze medewerkers ingebed zijn. Om te verzekeren dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die op regelmatige basis aan onze groeps-CEO rapporteert. De PEARL-manager zorgt er dus voor dat het topmanagement voeling houdt met de mate waarin PEARL bekend, gedragen en ingebed is in onze groep.

Naast onze cultuur en onze waarden, wordt ons bedrijfsmodel ook gekenmerkt door een aantal heel specifieke elementen die ons van onze concurrenten onderscheiden, bijvoorbeeld ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel en onze focus op een aantal specifieke landen. In de tabel op pagina 16 gaan we daar dieper op in.

Performance

(performantie) We streven naar uitstekende resultaten en

doen wat we beloven.

We behandelen mensen als onze gelijke, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn.

Respectvol

Local Embeddedness

(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef.

Resultaatgericht

We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.

(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.

Responsiveness (ontvankelijkheid)

We anticiperen en spelen in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.

We anticiperen en reageren spontaan en op een positieve manier op suggesties en vragen.

Responsive

Accountability

(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.

Specifieke kenmerken van ons bedrijfsmodel

Wat ons onderscheidt van onze concurrenten

Ons geïntegreerd bankverzekeringsmodel

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op overkoepelend niveau, en we sturen de groep geïntegreerd aan. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Onze sterke geografische focus

We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Daardoor opereren we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In Ierland focussen we op een verhoging van de rentabiliteit door er onze retailactiviteiten uit te bouwen. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig om de activiteiten in de kernmarkten te ondersteunen.

Onze focus op local responsiveness

In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale particuliere klanten, kmo's en midcaps opbouwen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat betekent dat we onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en producten en diensten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van de markten en gemeenschappen waarbinnen we actief zijn.

Onze aandeelhoudersstructuur

Bijzonder aan ons aandeelhouderschap is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, dat eind 2015 iets meer dan 40% van onze aandelen in handen hield. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit en de verdere ontwikkeling van onze groep.

Onze sterktes

Goed ontwikkelde
bankverzekerings
strategie, wat ons
toelaat direct in te
spelen op de
behoeften van
onze klanten

Sterke en fijngemaasde commerciële banken verzekeringsfranchises in België en Tsjechië, met solide returns

Verder turnaroundpotentieel van de divisie Internationale Markten

Succesvolle track record inzake onderliggende bedrijfsresultaten Solide kapitaalpositie en historisch sterke liquiditeit

Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden

Onze uitdagingen

Macro
economische
omgeving
gekenmerkt door
lage rentes,
vergrijzing en
meer nervositeit

Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, enz.

Concurrentie, nieuwe spelers op de markt, nieuwe technologieën en veranderend klantengedrag

Toenemende cybercriminaliteit Imago van de financiële sector bij het brede publiek

Meer weten?

Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Informatie over onze cultuur en waarden vindt u op www.kbc.com/Over ons.

KBC Groep

* Een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties. We wijzen bovendien een deel van het kapitaal en de opbrengsten toe aan het Groepscenter (zie verder).

We hebben de manier waarop we onze groep aansturen afgestemd op onze strategische keuzes en ons bedrijfsmodel en ervoor gezorgd dat onze structuur een effectieve besluitvorming en individuele verantwoordelijkheid ondersteunt.

Onze groep is daarom opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die divisies zijn België, Tsjechië en Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland). Het belang van de verschillende divisies wordt weergegeven in het schema hierboven. Een uitgebreide omschrijving van elke divisie (en van Groepscenter) vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Ik weet de empowerment bij K&H echt te waarderen. Het is een van de kernwaarden van PEARL. Je merkt dat duidelijk aan de houding van onze managers. Ze ondersteunen ons in alles wat we doen en tonen dat ze in ons geloven. Ik ga dan ook op dezelfde manier om met mijn team. Ik ben mijn mensen ook echt dankbaar.

András Árva, hoofd Private Individuals bij K&H (Hongarije)

In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat de Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliance Comité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op de rol en de activiteiten van die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Het Directiecomité is belast met het operationele bestuur van de groep, binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Gezien zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot financieel beleid en risicobeheer omvat het Directiecomité ook een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO).

De belangrijkste onderwerpen die de Raad van Bestuur in 2015 besprak, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Ook over ons vergoedingsbeleid voor het management vindt u uitgebreide informatie in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, meer bepaald in het deel Remuneratieverslag. We gaan in dat vergoedingsbeleid voor het management – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een (begrensde) variabele vergoeding.

Raad van Bestuur Aantal leden 16
Mannen/vrouwen 12/4
Belangrijkste diploma's* economie, rechten, actuariële wetenschappen,
wiskunde, management, filosofie, literatuur, enz.
Nationaliteiten Belgisch (14), Hongaars (1), Tsjechisch (1)
Onafhankelijke
bestuurders
3
Aanwezigheden Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Directiecomité Aantal leden 6
Mannen/vrouwen 5/1
Belangrijkste diploma's* rechten, economie, actuariële wetenschappen,
wiskunde, internationale betrekkingen
Nationaliteiten Belgisch (5), Brits (1)

Samenstelling Raad van Bestuur en Directiecomité, eind 2015

* Op basis van alle diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma).

Percentage vrouwen in de Raad van Bestuur

Diploma's van de leden van de Raad van Bestuur eind 2015

Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).

Uitgebreide informatie over onze divisies vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Uitgebreide informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.

In welke omgeving zijn we actief?

De wereldeconomie, de financiële markten en andere macro-economische en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Dat geldt ook voor technologische veranderingen en de toenemende en veranderende concurrentie. Bovendien blijft de regelgeving toenemen en strenger worden, wat zijn invloed heeft op onze activiteiten en kapitaalbeheer. In een steeds meer gedigitaliseerde wereld is ook het cyberrisico bijzonder belangrijk geworden. We bespreken elk van die uitdagingen in het hiernavolgende overzicht.

De specifieke risico's verbonden aan onze kernactiviteit van bank-verzekeraar, zoals het kredietrisico, het marktrisico en het verzekeringstechnische risico, bespreken we kort in het deel Onze Strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer, en uitgebreider in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.

De wereldeconomie in 2015

De economische groei werd in 2015 gekenmerkt door een bevredigende groei in de ontwikkelde landen en sputterende economieën in de opkomende landen. Dalende olie- en grondstoffenprijzen betekenden een koopkrachtinjectie voor de consument in de eerste groep, maar inkomensverlies voor de producerende landen. Ook de onzekerheid over de duurzaamheid van het Chinese groeimodel speelde een belangrijke rol. In de eurozone zijn Spanje en Ierland bezig aan een fors herstel en kwam de financiële stabiliteit nauwelijks in gevaar, ook niet toen Griekenland in de zomer op de drempel van een grexit stond. Over het algemeen bleef de zwakke investeringsgroei in de eurozone de achilleshiel van de groei. Lage inflatie en nerveuze financiële markten zorgden voor wisselende verwachtingen omtrent de eerste renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank, die er pas op het einde van het jaar kwam. Tegen de achtergrond van sluimerende vrees voor deflatie in de eurozone ging de ECB daarentegen in maart een stap verder in de versoepeling van haar beleid met een nieuw aankoopprogramma van vooral overheidsobligaties. Daarop anticiperend daalde de Duitse tienjaarsoverheidsrente tijdelijk tot net boven het nulpunt. Nadien volgde een correctie, maar nog verdere versoepeling in december deed de Duitse langetermijnrente weer dalen tot circa 0,5%. Het aankoopprogramma van de ECB deed de renteverschillen op overheidsobligaties in de eurozone verder dalen.

De economie

De wereldeconomie (zie apart kader op de vorige pagina), de financiële markten en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Het betreft dan zaken zoals het niveau en de volatiliteit van de interestvoeten, inflatie, werkgelegenheid, faillissementen, beschikbaar gezinsinkomen, liquiditeit van de financiële markten, wisselkoersschommelingen, beschikbaarheid van financiering, beleggers- en consumentenvertrouwen en credit spreads.

De laatste jaren is het risico van een aanhoudend lage rente belangrijk geworden. Dat zorgt voor significante druk op de inkomsten van banken en verzekeraars. Ook de vergrijzing is een uitdaging, onder meer voor onze levensverzekeringsactiviteiten, waar het kan leiden tot een veranderend productaanbod, door de gewijzigde samenstelling van de verzekerde populatie en omdat het de vraag naar renteproducten met langere looptijden doet toenemen.

Concurrentie en technologische veranderingen

Bij de meeste van onze activiteiten hebben we af te rekenen met een sterke concurrentie. Naast de traditionele spelers neemt ook de concurrentie toe van kleinere bankspelers en internetbanken en van e-commerce in het algemeen.

De concurrentie wordt ook beïnvloed door technologische veranderingen en het veranderende gedrag van klanten. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de enorme groei van de onlinedienstverlening. We willen en moeten mee zijn met de technologische ontwikkelingen en de nieuwe behoeften van een veranderende samenleving.

Belangrijkste uitdagingen Hoe gaan we daar mee om?

  • We zorgen er in onze langetermijnplanning ook voor dat onze kapitaal- en onze liquiditeitspositie een negatief scenario kunnen weerstaan.
  • We nemen proactief maatregelen. Voorbeelden zijn het afstemmen van ons aanbod op de toenemende vergrijzing (meer verzekeringen gerelateerd aan gezondheidszorg, beleggingsproducten die gelinkt zijn aan financiële planning, enz.), het versterken van onze eigen kapitaalpositie om financiële stabiliteit te waarborgen en het blijven investeren in beleggingsoplossingen die bescherming bieden tegen beursschokken.

  • Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen is de creatieve input van onze medewerkers bijzonder belangrijk. We doen er alles aan om getalenteerde medewerkers aan te trekken en te stimuleren.

  • Als bank-verzekeraar hebben we een grote hoeveelheid gegevens ter beschikking. Dat stelt ons in staat beter te begrijpen wat klanten echt willen. Ons geïntegreerde model stelt ons in staat onze klanten completere oplossingen aan te bieden dan pure banken of verzekeraars.
  • We hebben een specifiek proces om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte en snelle manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren, waarbij ook de risico's grondig bekeken worden. We herzien ook regelmatig alle bestaande producten om ze, als dat nodig is, aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften of marktomstandigheden.
  • We besteden bijzondere aandacht aan de digitalisering en investeren daarvoor tussen 2014 en 2020 ongeveer 0,5 miljard euro.

Toenemende regelgeving

De toenemende regelgeving is een gegeven voor de hele financiële sector. Daarbij gaat het onder meer over gedragsregels om de klant te beschermen tegen oneerlijke of ongepaste praktijken, zoals de Markets in Financial Instruments Directive en Regulation en de Insurance Distribution Directive. Andere regelgeving betreft de pijlers van de Europese Bankenunie: het eengemaakte toezicht door de Europese Centrale Bank op de belangrijkste banken van de Eurozone (Single Supervisory Mechanism) en het eengemaakte afwikkelingsregime in de Eurozone (Single Resolution Mechanism). In België werd de Bankenwet van kracht. Die zet onder meer de bepalingen uit de Capital Requirements Directive om in Belgisch recht en legt beperkingen op voor bepaalde activiteiten. Op het gebied van solvabiliteit zijn er momenteel diverse nieuwe initiatieven gaande, onder andere de recente ontwikkelingen in de Baselreglementering voor banken en de introductie van de Solvency II-richtlijn voor verzekeraars vanaf 2016. Ook belangrijk is de Bank Recovery and Resolution Directive met daarin de introductie van afwikkelingsinstrumenten zoals bail-in en de daaraan gekoppelde MREL-vereiste, die ervoor moeten zorgen dat de beleggers, en niet de overheid, verliezen bij banken opvangen. Ten slotte zijn er nog de toekomstige nieuwe IFRS-voorschriften, zoals IFRS 4, dat specifiek geldt voor verzekeringsactiviteiten en vooral IFRS 9, dat onder meer een nieuwe classificatie van financiële instrumenten en nieuwe regels voor waardeverminderingen oplegt.

Belangrijkste uitdagingen Hoe gaan we daar mee om?

  • We bereiden ons degelijk voor op nieuwe regelgeving: gespecialiseerde teams (bv. group legal, capital management, group risk en compliance) volgen de regelgeving op de voet en stellen acties voor (bijvoorbeeld in de kapitaalplanning van de groep).
  • Voor regelgeving met een grote invloed (bijvoorbeeld Solvency II of IFRS 9) worden bovendien interne programma's en werkgroepen in het leven geroepen, waarin medewerkers uit alle betrokken geledingen samenwerken.
  • Een speciaal team bekommert zich om de contacten met de overheden en de toezichthouders.
  • We nemen deel aan werkgroepen in de belangenverenigingen, zoals Febelfin en Assuralia, waar we ontwerpteksten analyseren.
  • Er worden nota's voorbereid en opleidingen gegeven ten behoeve van de business, zodat er bewustzijn in de business wordt gecreëerd.

Cyberrisico

In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade.

  • We maken onze medewerkers bewust van het cyberrisico, door regelmatige opleidingen waarbij aandacht wordt besteed aan zaken zoals phishing, vishing en fraude in het algemeen.
  • We hebben betrouwbare ICT-systemen en degelijke databeschermingsprocedures en monitoren onze systemen en de omgeving continu (o.a. Security Incident and Event Monitoring). We ondernemen actie waar nodig.
  • We wisselen ook informatie uit over cyberrisico's en challengen onszelf op regelmatige basis.

België

Marktomgeving

  • Het gematigde herstel zette zich voort in 2015, de inflatie liep op
  • Beperkte groei van bedrijfskredieten, in overeenstemming met het bescheiden herstel van de investeringen
  • De groei bij woningkredieten was dynamischer dan verwacht als gevolg van de lage rente
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 1,4%

Tsjechië

Marktomgeving

  • Best presterende economie in de EU in 2015 na Ierland
  • De forse groei van de bedrijfsinvesteringen gaf een krachtige impuls aan de bedrijfskredieten
  • Significante daling van de werkloosheidsgraad, inflatie net boven 0%
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 2,5%

Slowakije

Marktomgeving

  • Economische groei in 2015 ruim boven het EU-gemiddelde
  • Stevige binnenlandse vraag, gepaard met sterke groei van de kredietverlening
  • Dalende energieprijzen zorgden voor negatieve inflatie
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 3,3%

KBC in België1

  • Belangrijkste merken: KBC, KBC Brussels en CBC
  • 783 bankkantoren, 441 verzekeringsagentschappen, elektronische kanalen
  • 21% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 40% voor beleggingsfondsen, 13%2 voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen
  • 3,5 miljoen klanten
  • 93 miljard euro kredieten, 111 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 1 564 miljoen euro nettoresultaat
  • 1 Inclusief het tiental buitenlandse kantoren van KBC Bank in de VS, Azië en Europa (5 miljard euro kredietportefeuille).
  • 2 17% exclusief groepsverzekeringen.

KBC in Tsjechië

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 316 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 19% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 26% voor beleggingsfondsen, 7% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • 4 miljoen klanten
  • 20 miljard euro kredieten, 24 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 542 miljoen euro nettoresultaat

KBC in Slowakije

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 125 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 11% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 7% voor beleggingsfondsen, 4% voor levensverzekeringen en 3% voor schadeverzekeringen
  • 0,6 miljoen klanten
  • 6,0 miljard euro kredieten, 5,3 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 82 miljoen euro nettoresultaat

U vindt meer informatie over de marktomstandigheden en de positie van KBC in elk land in het hoofdstuk Onze divisies.

Hongarije

Marktomgeving

  • Economische groei in 2015 ruim boven het EU-gemiddelde
  • Nieuw groeiondersteuningsprogramma om kredietverlening aan kmo's te stimuleren
  • Inflatie rond 0%
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 2,4%

Marktomgeving

  • Economische groei in 2015 ruim boven het EU-gemiddelde
  • De groei werd vooral aangedreven door netto-uitvoer
  • De groei van de kredietverlening bleef erg zwak
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 2,5%

Ierland

Marktomgeving

  • Sterkste groeier van alle ontwikkelde landen in 2015
  • Groei-impuls van zowel binnenlandse vraag als uitvoer
  • Verdere schuldafbouw deed de uitstaande kredietvolumes verder dalen
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2016: 4,5%

KBC in Hongarije

  • Belangrijkste merk: K&H
  • 209 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 10% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 18% voor beleggingsfondsen, 4% voor levensverzekeringen en 5% voor schadeverzekeringen
  • 1,6 miljoen klanten
  • 4,5 miljard euro kredieten, 5,9 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 131 miljoen euro nettoresultaat

KBC in Bulgarije

  • Belangrijkste merken: CIBANK en DZI Insurance
  • 100 bankkantoren, diverse distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 3% marktaandeel voor traditionele bankproducten, 12% voor levensverzekeringen en 10% voor schadeverzekeringen
  • 0,6 miljoen klanten
  • 0,9 miljard euro kredieten, 0,7 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 18 miljoen euro nettoresultaat

KBC in Ierland

  • Belangrijkste merk: KBC Bank Ireland
  • 17 bankkantoren (hubs), elektronische kanalen
  • 11% marktaandeel voor retail woningkredieten, 6% voor retaildeposito's
  • 0,2 miljoen klanten
  • 13,9 miljard euro kredieten, 5,3 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 13 miljoen euro nettoresultaat

Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties

Onze medewerkers zijn zonder twijfel onze belangrijkste kracht. Ze staan in rechtstreeks contact met onze klanten en bepalen hoe die klanten KBC zien. We zijn ons ervan bewust dat we vooral dankzij de betrokkenheid en de inspanningen van onze medewerkers sterke resultaten kunnen boeken en onze strategie kunnen realiseren.

Als financiële groep doen we een beroep op verschillende werkmiddelen. In eerste instantie zijn dat onze medewerkers en onze kapitaalbasis. Daarnaast zijn ook onze merken, reputatie en innovatiecapaciteit, onze relaties met alle stakeholders, ons bakstenen en elektronische netwerk en onze ICTinfrastructuur belangrijke elementen om onze activiteiten te kunnen ontplooien. We doen ten slotte ook een beroep op diverse natuurlijke grondstoffen, maar dat is, zeker in vergelijking met industriële bedrijven, minder belangrijk.

Ons HR-beleid is ingebed in onze PEARL-bedrijfscultuur, waarin de begrippen Performance, Empowerment, Accountability en Responsiveness cruciaal zijn, samen met een regionale aanpak in elk van onze kernlanden (Local embeddedness). Onze medewerkers maken dat beleid tastbaar. De manier waarop ze dat doen, straalt de drie kernwaarden van KBC uit: resultaatgericht, respectvol en responsive. In al onze kernlanden volgen we van nabij hoe de PEARL-bedrijfscultuur begrepen wordt. We gaan ervan uit dat onze sterke PEARL-cultuur uiteindelijk leidt tot meer tevreden stakeholders en een sterke economische performance.

Om de bedrijfscultuur te verankeren, pasten we ook onze HR-tools aan. In 2015 lanceerden we vernieuwde loopbaanonderzoeken, gelijklopend voor alle kernlanden. Zo verzekeren we dat we de juiste sollicitanten aanwerven en dat nieuwe KBC'ers aan het juiste profiel beantwoorden. Ook bij de doorgroei naar hogere functieniveaus garanderen de nieuwe loopbaanonderzoeken kansen voor eigen medewerkers.

We creëren een stimulerende werkomgeving waarin medewerkers de mogelijkheid krijgen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. Niet alleen door te leren, maar ook door hun ideeën kenbaar te maken en verantwoordelijkheid te nemen. We zien zelfontplooiing als de sleutel tot loopbaanlange inzetbaarheid. Daarom bieden we onze medewerkers een ruim aanbod aan klassieke opleidingen, e-learning, Skype-sessions, coaching op de werkvloer en andere ontwikkelingsmogelijkheden. Hoewel elke medewerker in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de uitbouw van zijn loopbaan, reikt KBC heel wat ondersteuning aan. Bovendien is er een ruim gamma aan interessante functies en geven we volop kansen om intern van job te veranderen of te groeien in zijn huidige functie. Tegelijk schenken we bijzondere aandacht aan loopbaanlange inzetbaarheid. Met Minerva, ons HR-traject voor oudere medewerkers in België, stappen we naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers. We komen daarmee tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden de mensen voor op langer werken.

Leiderschap gaat niet zozeer meer over delegeren en opvolgen, maar over enthousiasmeren en inspireren en mensen in beweging brengen. We zijn er ons van bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om bij medewerkers het beste in zichzelf naar boven te laten komen. Daarom hebben we intensieve leiderschapstrajecten op verschillende niveaus. Daarin gaan leidinggevenden aan de slag rond lead yourself, lead your business en lead your people. In 2015 ging ook KBC University van start, een ambitieus ontwikkelingsprogramma voor senior managers uit de hele KBC-groep, met verschillende sprekers en modules rond bankverzekeren, leiderschap en de klant

centraal. Daarnaast lanceerden we ook het open intranetportaal leadership@kbc, waar iedereen terecht kan om gedachten uit te wisselen.

KBC beloont zijn medewerkers op een faire manier, met een competitief loonpakket dat het verschil in functieverantwoordelijkheden weerspiegelt. We differentiëren voor individuele en teamprestaties door middel van het variabele loon. Naast die loonelementen bevat het totale remuneratiepakket een mooi aanbod aan extralegale voordelen, zoals de opbouw van pensioenkapitaal en gratis verzekeringen. Naast de financiële beloning hechten we ook veel belang aan het erkennen van medewerkers die bijvoorbeeld voor een project een bijzondere prestatie leverden.

We bieden onze medewerkers ruimte voor ondernemerschap en moedigen samenwerking aan, we investeren in zelfsturende teams en zetten internationale samenwerkingsprojecten op. In 2015 ging bijzondere aandacht naar het reduceren van complexiteit in onze producten, processen en tools en onze concrete manier van werken.

In 2015 startte KBC ook met de uitrol van eenzelfde informaticaplatform voor de soft HR-processen. Om de talenten van onze medewerkers maximaal tot hun recht te laten komen, zijn er transparante HR-processen nodig en intuïtieve tools die die processen ondersteunen. Het voordeel van een geïntegreerd informaticaplatform is dat de HR-gegevens vergelijkbaar zijn over de verschillende landen heen. In Tsjechië wordt het nieuwe systeem al gebruikt voor prestatiemanagement en rekrutering. België volgt met de interne arbeidsmarkt, rekrutering en opvolgingsmanagement.

In onze HR-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid qua geslacht, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Gelijke behandeling van werknemers staat ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die KBC heeft ondertekend. KBC wil als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier en daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol.

Gezien het belang van de medewerkers voor onze groep, hechten we bijzonder belang aan het opvolgen van de personeelstevredenheid en -betrokkenheid en houden we regelmatig bevragingen bij onze medewerkers. In 2015 bevroegen we voor het eerst de volledige groep, waarbij een uitzonderlijk hoge 80% van de medewerkers effectief antwoordde. Uit de bevraging blijkt voor de hele groep een betrokkenheid die boven het gemiddelde van de financiële sector in Europa ligt. De betrokkenheidsindex steeg in België en Bulgarije. In Tsjechië daalde de index tegenover het zeer hoge niveau van vorig jaar, maar blijft hij ruim boven de benchmark. Ook in Hongarije blijft de index op zijn traditioneel hoge niveau. In Slowakije en Ierland ligt de betrokkenheidsindex iets onder de benchmark voor het land.

Personeelsbestand van de KBC-groep 31-12-2014 31-12-2015
In vte's 36 187 36 411
In procent
België 45% 44%
Centraal- en Oost-Europa 51% 52%
Rest van de wereld 4% 4%
Divisie België 35% 34%
Divisie Tsjechië 23% 23%
Divisie Internationale Markten 29% 30%
Groepsfuncties en Groepscenter 13% 13%
Mannen 43% 44%
Vrouwen 57% 56%
Voltijders 81% 82%
Deeltijders 19% 18%
Gemiddelde leeftijd (in jaren) 42 42
Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 14 13
Aantal dagen opleiding per vte 9 7

U vindt meer informatie over hoe we met onze medewerkers omgaan op www.kbc.com/Werken bij KBC.

Onze activiteiten zijn uiteraard alleen maar mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2015 bedroeg ons totale eigen vermogen 15,8 miljard euro. Dat bestond vooral uit het eigenlijke aandelenkapitaal, uitgiftepremies, diverse opgebouwde reserves en bepaalde AT1-instrumenten. Een gedetailleerd overzicht van de samenstelling van ons eigen vermogen vindt u in de tabel over de Geconsolideerde vermogensmutaties, in het deel Geconsolideerde jaarrekening. De belangrijkste wijzigingen in ons eigen vermogen in 2015 waren de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro) en de finale terugbetaling van de overheidssteun (-3 miljard euro). Eind 2015 was ons kapitaal vertegenwoordigd door 418 087 058 aandelen, dat is een kleine toename van 306 400 aandelen tegenover het jaar voordien, als gevolg van de traditionele kapitaalverhoging voor het personeel in december.

Ons aandeel is genoteerd op Euronext Brussels. De slotkoers van ons aandeel op 31 december 2015 bedroeg 57,67 euro, een stijging van 24% in een jaar tijd. Daardoor bedroeg de waarde van ons bedrijf op de beurs eind 2015 ruwweg 24 miljard euro.

Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders, verspreid over verschillende landen. Een groep aandeelhouders, bestaande uit MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de zogenaamde vaste aandeelhouders van de groep. Zij sloten een aandeelhoudersovereenkomst om het algemene beleid van onze groep te ondersteunen en te coördineren en om toe te zien op de toepassing van dat beleid. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat en bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht. De huidige overeenkomst werd aangegaan voor een periode van tien jaar met ingang van 1 december 2014. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen ongeveer 40% van onze aandelen.

De algemene vergadering van aandeelhouders beslist elk jaar over het te betalen dividend. De intenties van de groep inzake dividend vindt u in de tabel.

KBC-aandeel 2014 2015
Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 417,8 418,1
Koersontwikkeling*
Hoogste koers van het boekjaar (in euro) 46,9 65,3
Laagste koers van het boekjaar (in euro) 38,0 44,3
Gemiddelde koers van het boekjaar (in euro) 43,1 56,8
Slotkoers van het boekjaar (in euro) 46,5 57,7
Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar +13% +24%
Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 19,4 24,1
Gemiddelde dagelijkse omzet op NYSE Euronext Brussels (bron: Bloomberg)
Aantal aandelen in miljoenen 1,03 0,86
In miljoenen euro 44,2 48,2
Eigen vermogen per aandeel (in euro) 31,4 34,5

* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV* Aantal aan
delen op het
moment van
kennisgeving
Percentage van
het huidige
aantal aan
delen
KBC Ancora 77 516 380 18,5%
Cera 11 127 166 2,7%
MRBB 47 889 864 11,5%
Andere vaste aandeelhouders 31 768 376 7,6%
Subtotaal vaste aandeelhouders 168 301 786 40,3%
Free float 249 785 272 59,7%
Totaal 418 087 058 100,0%

* Het overzicht in de tabel is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie. Informatie over transparantiemeldingen vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

Intentie* inzake dividenduitkering

Over boekjaar 2015 Geen dividend
Over boekjaar 2016 en volgende Uitkering van minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst (onder de
vorm van dividenden en coupons op de AT1-instrumenten samen)

* Telkens onder voorbehoud van goedkeuring door de betreffende Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de toezichthouders.

In 2008 en 2009 ontvingen we steun van de Belgische en Vlaamse overheden om ons kapitaal aan te sterken. Die overheidssteun bedroeg bij aanvang 7 miljard euro en hebben we, na een laatste terugbetaling van 2 miljard euro plus 50% premie eind 2015, volledig terugbetaald. In 2009 ondertekenden we ook een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van onze portefeuille gestructureerde kredieten (CDO's). Door de afbouw van de CDO-blootstelling kon ook die waarborgregeling ondertussen worden beëindigd.

Onze activiteiten zijn mogelijk dankzij onze sterke kapitaalbasis. Die activiteiten bestaan voor een groot deel in het transformeren van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via depositowerving en de uitgifte van schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis van particulieren en midcaps

opgebouwd in onze kernmarkten. We zijn ook een regelmatige emittent van schuldinstrumenten en we geven gewone en achtergestelde obligaties uit in verschillende munten, onder meer door uitgiften in het kader van de wholesale- en retailprogramma's van KBC Ifima.

In de tabel vermelden we de langetermijn- en kortetermijnkredietratings van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. De rating van KBC Groep NV werd in juni 2015 door Moody's verlaagd van A3 naar Baa2. De rating van KBC Verzekeringen werd begin december 2015 door Standard & Poor's verlaagd van A naar A-. In januari 2016 verhoogde Fitch de financial strength rating van KBC Verzekeringen van A- naar A, verlaagde Standard & Poor's de rating van KBC Groep van A- naar BBB+ en verhoogde Moody's de rating van KBC Bank van A2 naar A1 en van KBC Groep van Baa2 naar Baa1.

Outlook/watch/
review Kortetermijnrating
A- (Stabiele outlook) F1
A (Stabiele outlook)
A- (Stabiele outlook) F1
A1 (Stabiele outlook) P-1
Baa1 (Stabiele outlook) P-2
A (Negatieve outlook) A-1
A- (Stabiele outlook)
BBB+ (Stabiele outlook) A-2
Langetermijnrating

* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Voor KBC Verzekeringen gaat het over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen (schulden).

Naast onze medewerkers en ons kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties uiterst belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze belangrijkste landen in 2015. Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten om maatschappelijk relevant te blijven en te fungeren als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, met name in de paragraaf Onze rol in de samenleving: we houden rekening met de maatschappelijke verwachtingen en gaan de dialoog aan met onze stakeholders.

U vindt meer informatie over onze aandeelhoudersstructuur in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007. Meer over onze kredietratings vindt u op www.kbc.com/Investor Relations/Kredietratings, en informatie over onze financieringsbronnen vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder

Liquiditeitsrisico.

(1 januari 2015 = 100%, eindeweekgegevens)

Het staat buiten kijf dat winstgevendheid – ingebed in een duurzaam kader (zie verder) – belangrijk is voor gelijk welke onderneming. Aan het begin van dit jaarverslag, onder Kerncijfers, geven we een overzicht van de belangrijkste financiële gegevens en de

ontwikkeling ervan in de voorbije vijf jaar. In die periode voerden we vanwege de ontvangen overheidssteun een zwaar

desinvesteringsprogramma uit, wat tot uiting komt in de daling van ons balanstotaal in de eerste jaren. Dat desinvesteringsprogramma en

Een afgeslankte groep …

met opnieuw sterke resultaten …

de uitlopers van de financiële crisis hadden uiteraard ook een invloed op onze nettowinst in die jaren. Niettemin bleef in die periode ons bedrijfsmodel rendabel en efficiënt, wat onder meer blijkt uit de ontwikkeling van onze aangepaste nettowinst (vereenvoudigd gesteld, de nettowinst gecorrigeerd voor de invloed van desinvesteringen en CDO's) en onze kosteninkomstenratio (zie grafiek). Dat we die periode nu achter ons laten, wordt treffend geïllustreerd in de grafiek van onze nettowinst, die een gestage stijging vertoont. We staan er dus weer en zijn, met andere woorden, volledig klaar voor de toekomst.

In het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015 gaan we dieper in op onze financiële resultaten voor 2015. De belangrijkste elementen daarbij waren:

  • nettowinst van 2 639 miljoen euro;
  • ruwweg gelijkblijvende nettorente-inkomsten, groei van de nettoprovisie-inkomsten;
  • positieve impact van de waardering van derivaten gebruikt voor balansbeheer;

en blijvend oog voor efficiëntie …

Kosten-inkomstenratio

  • stijging van de meeste andere opbrengstenposten;
  • groei van kredieten en deposito's in bijna alle kernmarkten;
  • stijging van de verkoop van schadeverzekeringen, daling bij levensverzekeringen;
  • zeer goede gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen van 91%, kosteninkomstenratio voor de bankactiviteiten van 55%;
  • daling van de waardeverminderingen voor kredieten, stijging van de waardeverminderingen op goodwill;
  • sterke solvabiliteit: common equity ratio van 15,2% (phased-in) of 14,9% (fully loaded) na terugbetaling van de resterende overheidssteun;
  • de liquidatie van een groepsvennootschap die leidde tot een bijkomende positieve invloed van 765 miljoen na belastingen, vooral als gevolg van de boeking van een uitgestelde belastingvordering.

met een sterke kapitaalbasis

Selectie van financiële gegevens, KBC-groep1 2014 2015 verschil KPI3
Balanstotaal miljoenen euro 245 174 252 356 +3%
Leningen en vorderingen aan klanten miljoenen euro 124 551 128 223 +3%
Deposito's van klanten en schuldpapier miljoenen euro 161 783 170 109 +5%
Technische reserves verzekeringen, incl. tak 23 miljoenen euro 31 487 31 919 +1%
Totaal eigen vermogen miljoenen euro 16 521 15 811 -4%
Risicogewogen activa (Basel III, Deense compromismethode, fully
loaded)
miljoenen euro 91 236 89 067 -2%
Nettoresultaat miljoenen euro 1 762 2 639 +50%
Totale opbrengsten miljoenen euro 6 720 7 148 +6% n
Brutobankverzekeringsopbrengsten miljoenen euro 500 507 +1% n
Kosten-inkomstenratio, bankieren % 58% 55% -3%-pt n
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen % 94% 91% -3%-pt n
LCR % 120% 127% –1 n
NSFR % 123% 121% -2%-pt n
Common equity ratio2 % 14,4%/14,3% 15,2%/14,9% +0,8%-pt/+0,5%-pt n
Totale kapitaalratio2 % 18,9%/18,3% 19,8%/19,0% +0,9%-pt/+0,7%-pt n
Dividenduitkeringsratio % 59% n

1 De ontwikkeling van verschillende gegevens is beïnvloed door diverse eenmalige factoren of definitiewijzigingen. Voor meer informatie: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015 en het glossarium.

2 Volgens Basel III, Deense compromismethode, phased-in/fully loaded.

3 Zie hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Zoals al vermeld, vinden we het belangrijk dat onze winstgevendheid ingebed is in een streven naar duurzaamheid.

Bij duurzaam ondernemen (Corporate Sustainability and Responsibility of CSR) denken we meestal spontaan aan milieu-impact of sociale impact, maar duurzaamheid gaat voor ons heel wat verder.

Het betekent dat we, in alles wat we doen, het belang van de klant centraal stellen, dat we focussen op onze langetermijnprestaties, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en dat we dat alles inbedden in een degelijk risicobeheer. Al die elementen zitten verweven in onze strategie voor de toekomst, waarover we het uitgebreid hebben in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de specifieke impact op milieu en samenleving voor ons geen belang zou hebben. Ook al is de milieu-impact

van een financiële instelling traditioneel veel minder groot dan die van een industrieel bedrijf, toch leveren we continu inspanningen om onze ecologische voetafdruk verder te verkleinen. Het milieu heeft bovendien ook een rechtstreekse invloed op onze activiteiten. Om maar een voorbeeld te geven: de klimaatverandering (meer extreme weersomstandigheden) kan rechtstreeks, door hogere schadeclaims, onze verzekeringsresultaten negatief beïnvloeden. We blijven uiteraard ook oog hebben voor de sociale impact die we hebben op onze omgeving, in het bijzonder in de steden waar we gevestigd zijn, en doen ook actief aan mecenaat. Elke divisie van onze groep zet zich in voor lokale maatschappelijke projecten, waarbij de focus afhangt van de lokale prioriteiten en cultuur.

In samenspraak met onze Internal Sustainability Board (zie verder) beslisten we een aantal focusdomeinen te definiëren met betrekking tot duurzaam ondernemen. Op groepsniveau zullen we focussen op de volgende domeinen:

Deyan Avramov, directeur Schadeverzekeringen bij DZI (Bulgarije)

Ik ben fier bij de KBC-groep te horen en ik vind het geweldig dat de duurzame waarden van onze PEARL-cultuur ook te vinden zijn in onze verzekeringsactiviteiten. In de samenleving van vandaag spelen verzekeringen een vitale rol. Deel mogen uitmaken van dit fantastische team geeft me echt voldoening, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak.

financiële geletterdheid, ondernemerschap en verantwoordelijkheid voor het milieu. Voor het vierde domein kunnen alle entiteiten boven op hun bestaande initiatieven kiezen tussen gezondheid en vergrijzingsproblematiek.

Hierna vindt u een selectie van gegevens die te maken hebben met onze inspanningen voor het milieu. In 2015 breidden we de scope uit naar de volledige KBC-groep. Ter vergelijking geven we ook de relevante cijfers van 2014 en 2015 voor België en Tsjechië alleen.

2014 2015 2015
Selectie van niet-financiële gegevens België en Tsjechië België en Tsjechië Volledige groep
Elektriciteitsverbruik 480 382 GJ 448 479 GJ 558 864 GJ
Waterverbruik 302 173 m3 268 266 m3 402 039 m3
CO2
-emissies
56 107 ton 54 905 ton 68 395 ton*
Afval 6 476 ton

* Zonder Bulgarije.

Ons CSR-beleid is geen afzonderlijk beleid, maar maakt integraal deel uit van de groepswijde strategie. We hebben wel een afzonderlijke CSR-dienst, die rechtstreeks aan de CEO rapporteert, en we hebben bovendien specifieke CSR-comités in al onze kernmarkten en in Ierland, die niet-financiële gegevens aanleveren en valideren, en lokale initiatieven organiseren en erover communiceren. Duurzaam ondernemen moet echter gedragen worden door alle medewerkers van de groep. Daarom hebben we, naast onze Sustainability Advisory Board met externe experts, ook een Internal Sustainability Board opgericht, waarin afgevaardigden van de verschillende businessunits samen met de CEO en de directeur CSR een platform creëren voor interne bewustmaking en communicatie.

Aangezien het duurzaamheidsbeleid integraal deel uitmaakt van de strategie van de groep, rapporteren we waar mogelijk op een geïntegreerde manier. We hebben dus geen apart hoofdstuk over CSR meer, maar integreren die informatie in de beschrijving van ons model en onze strategie.

Om duurzaamheid effectief in te bedden in onze dagdagelijkse activiteiten, hebben we verschillende beleidslijnen ontwikkeld. De belangrijkste daarvan vindt u hierna. De gedragslijnen zelf vindt u integraal op www.kbc.com.

Belangrijke onderwerpen waarvoor gedrags- en beleidslijnen bestaan

  • Ethiek en fraude
  • Klokkenluiders
  • Witwaspraktijken
  • Corruptie
  • Omkoping
  • Controversiële wapens
  • Beleggingen
  • Voedingsgrondstoffen
  • Rol in de samenleving

  • Mensenrechten

  • Milieu
  • • Investor relations
  • Klanten
  • Leveranciers
  • Medewerkers
  • Fiscaliteit
  • Duurzaam ondernemen
  • • Global Compact

Onze duurzame beleggingsproducten

Sinds KBC Asset Management in 1992 duurzame fondsen op de markt bracht, zijn we op dat vlak pionier in onze kernmarkten. De eerste generatie fondsen ging uit van uitsluiting, wat betekende dat die fondsen niet belegden in bedrijven uit sectoren die morele vragen opriepen. De tweede generatie spitste zich toe op positieve criteria, dus op bedrijven met een positieve impact op de samenleving, meestal met een ecologische focus. De huidige generatie duurzame fondsen bekijkt niet alleen ecologische criteria, maar ook de sociale impact en deugdelijk bestuur, en houdt rekening met de verschillende stakeholders. De fondsen beleggen alleen in bedrijven die op het vlak van duurzaamheid tot de beste in hun sector behoren. De nieuwste trend in duurzaam beleggen is impact investing. Die vorm van beleggen legt de brug tussen traditionele beleggingen, die focussen op financieel rendement, en filantropie, waar geen financieel rendement verwacht wordt. Met het eerste impact investing-beleggingsfonds in België wil KBC Asset Management zijn pioniersrol in duurzaam beleggen in zijn thuismarkten voortzetten.

Meer informatie over onze duurzame beleggingen: https://kbcam.kbc.be/nl/duurzame-beleggingsproducten.

U vindt gedetailleerde financiële informatie in onze presentaties en verslagen op www.kbc.com. U vindt ook uitgebreide informatie over CSR op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen en in het hoofdstuk Onze divisies.

Deel 2: Onze strategie

De kern van onze strategie voor de toekomst

Onze strategie steunt op vier principes die elkaar versterken:

  • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
  • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
  • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame en rendabele groei realiseren.
  • We nemen onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de samenleving en de lokale economieën.

We voeren die strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.

Ons einddoel is dé referentie voor bankverzekeren te zijn in al onze kernmarkten. We zijn ervan overtuigd dat onze strategie ons helpt om elke dag het vertrouwen in ons te vergroten en ons dus op weg zet naar dat einddoel.

Pijlers van onze strategie De klant centraal stellen bank-verzekeringservaring Een unieke bankverzekeringservaring bieden Duurzame en rendabele duurzame groei groei nastreven maatschappelijke verwachtingen Onze rol in de samenleving opnemen Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur

Om de referentie te worden, moeten we dag na dag het vertrouwen van onze klanten verdienen en behouden. Daarom stellen we onze klanten centraal in alles wat we doen. We bieden hun complete, toegankelijke en relevante oplossingen en een optimale klantervaring. Bij alles wat we doen laten we ons leiden door vertrouwen, gebruiksgemak en proactiviteit.

Hoe zetten we de klant centraal in alles wat we doen?

  • We willen een meerwaarde creëren voor onze klanten door op de juiste manier in te spelen op de invulling van hun behoefte aan financiële producten. Bij KBC start alles dan ook vanuit de behoeften van de klant, en niet vanuit onze bank- of verzekeringsproducten. Het is ook de klant die kiest hoe, wanneer en via welk kanaal hij zal worden bediend. Daarom zijn bij KBC de verschillende distributiekanalen gelijkwaardig en moeten ze elkaar naadloos aanvullen en versterken.
  • Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn (zie volgende paragraaf), met een ruim gamma distributiekanalen, kennen we onze klanten zeer goed. Op die manier kunnen we ons inzicht in de behoeften en verwachtingen van de klanten verbeteren en hun meer complete en relevante oplossingen aanbieden. Zo helpen we onze klanten meer te halen uit hun klantrelatie met ons.
  • We willen niet alleen inspelen op de behoeften van onze klanten, we willen hen ook beschermen tegen bepaalde risico's. Als bank werken we bijvoorbeeld in elk van onze kernmarkten aan oplossingen voor klanten die een moeilijke financiële periode moeten overbruggen. Als verzekeraar focussen we dan weer sterk op preventie, gezondheid en veiligheid en lanceren we gedurende het jaar diverse preventiecampagnes.

  • Aangezien het centraal stellen van de klant de hoeksteen van onze strategie is, willen we dat ook grondig opvolgen. Daarom verzamelen we in onze verschillende markten informatie over de ervaringen van onze klanten en verbeteren we op basis daarvan onze diensten en producten. We volgen ook onze reputatie nauwlettend op. Verschillende factoren beïnvloeden die reputatie (zie tekening). We berekenen dus niet alleen onze score inzake reputatie in het algemeen, maar ook die van de onderliggende elementen. Die analyse delen we met alle betrokken diensten en personen opdat die het nodige kunnen doen. In 2015 lag de nadruk op acties inzake Governance, Citizenship en Customer centricity.

  • Door doelstellingen voor klantervaring en reputatie te bepalen, willen we ervoor zorgen dat de algemene klanttevredenheid toeneemt. Maar we willen ook dat iedereen in de groep zich op die manier bewust wordt van onze klantenbenadering. De klant centraal stellen moet in ons DNA zitten en moet deel uitmaken van onze dagelijkse routine.
  • De doelstellingen en resultaten voor klantervaring en reputatie vindt u in de tabel op de volgende pagina.

Ik ben heel fier op de manier waarop we met onze klanten omgaan. Ze kiezen voor KBC vanwege onze expertise, maar vooral omdat wij de mens achter onze klant zien. Omdat we hen warm en oprecht benaderen. Dat is voor mij de klant centraal stellen.

Kristof Claessens, Relatiebeheerder en adviseur bij KBC België

KPI Wat Doel en resultaat in 20151
Reputatie-index De index toont de algemene attitude van
het publiek t.o.v. het bedrijf en wordt
Doel dan het gemiddelde van de sector We willen in elk land een hogere absolute score dan
het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan
beïnvloed door de performance van 7
beheersbare reputation drivers die ook
gemeten worden in deze jaarlijkse
strategische studie. De bevraging wordt
uitgevoerd door de externe firma Ipsos.
Reputatie Vooruitgang
ten opzichte van de peergroep, per land
Minder
vooruitgang
Zelfde
vooruitgang
Meer
vooruitgang
Betere
prestatie
Cˇ SOB (Tsjechië)
K&H (Hongarije)
KBCI (Ierland)
Cˇ SOB
(Slowakije)
Resultaat
2015
Prestatie Zelfde
prestatie
KBC
(België)
ten opzichte van de peergroep, per land Minder
goede
prestatie
Klantervaring wordt gemeten aan de hand
van de antwoorden bij de stellingen 'biedt
Doel We willen in elk land een hogere absolute score dan
het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan
dan het gemiddelde van de sector
Klantervaring kwaliteitsproducten en -diensten aan',
'biedt transparante producten en diensten
Klantervaring Vooruitgang
ten opzichte van de peergroep, per land
aan', 'is gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt
een goede prijs-kwaliteitverhouding' en
Minder
vooruitgang
Zelfde
vooruitgang
Meer
vooruitgang
'begrijpt wat de klant nodig heeft'. De
bevraging wordt uitgevoerd door de
Betere
prestatie
K&H (Hongarije)
Cˇ SOB (Slowakije)
externe firma Ipsos. Resultaat
2015
ten opzichte van de peergroep, per land
Prestatie
Zelfde
prestatie
Cˇ SOB (Tsjechië)
KBCI (Ierland)
KBC
(België)
Minder
goede
prestatie

1 De financiële benchmarks zijn in België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, AXA, Ethias, AG Insurance, Deutsche Bank, Rabobank, bpost bank, Belfius, BKCP; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna, Fio banka, Cˇeská pošta, Unicredit Bank; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest Bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VUB Banka, Tatra banka, Prima banka, Sberbank Slovensko, Unicredit Bank; in Ierland: Credit Union, Zurich Ireland, Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB. In eerste instantie slaan de scores voor Tsjechië op CˇSOB Bank. Voor Bulgarije wordt de methodologie nog verfijnd en zijn er nog geen definitieve resultaten beschikbaar.

In de tekeningen vergelijken we:

a) de score van de KBC-entiteit met de gemiddelde score van de sector (per land);

b) de vooruitgang van de KBC-entiteit met de gemiddelde vooruitgang van de sector (per land).

Bijvoorbeeld: wanneer de score van een KBC-entiteit in een land significant boven het gemiddelde van de sector ligt, en de vooruitgang tegenover vorig jaar significant lager is dan de gemiddelde vooruitgang van de sector, zetten we die KBC-entiteit in het linkerbovenvak. Voor de meeste indicatoren betekent significant vanaf 5% verschil.

We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring

Een van de fundamenten van ons bedrijfsmodel is dat we aan geïntegreerd bankverzekeren doen. Dat betekent dat we geïntegreerd inspelen op alle bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten en ons ook in onze organisatie positioneren als geïntegreerde bank-verzekeraar. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Hoe bieden we als bank-verzekeraar onze klanten een unieke ervaring?

• Als geïntegreerde bank-verzekeraar kunnen we de behoefte van onze klant centraal stellen door hem een geïntegreerd productaanbod

aan te bieden en hem te adviseren op basis van behoeftenbundels die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals betaalcomfort, wonen, mobiliteit en gezin.

  • Onze klanten verwachten een naadloze service. Daarom doen we er alles aan om onze kanalen te integreren (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps). Doordat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service. De optimale kanalenmix – voor zowel bankieren als verzekeren – wordt lokaal bepaald op basis van de behoeften van de klant en hangt af van de maturiteitsgraad van bank en verzekeraar samen. Het tempo van de integratie-inspanningen wordt daarom lokaal bepaald.
  • We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. De

Ik geloof echt in bankverzekeren. We kunnen klanten oplossingen aanbieden om hen te helpen hun dromen waar te maken in elke situatie. Het doel is niet een huis of een auto te bezitten, maar te wonen, te reizen, van het leven te genieten. Dat maken we mogelijk met onze geïntegreerde bankverzekeringsoplossingen.

Martin Renner, specialist Bankverzekeren & Directe kanalen bij CˇSOB (Slowakije)

uitrol van het model verschilt van markt tot markt.

• In België staan we het verst, en treedt ons bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een

Bankverzekeringsopbrengsten (bruto) (in miljoenen euro*)

belangrijk kenmerk van ons model in België is trouwens de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.

  • In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we tegen ten laatste 2017 een geïntegreerd distributiemodel creëren dat commerciële synergieën mogelijk maakt.
  • We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste indicator vindt u in de tabel.
KPI Wat Doel en resultaat 20151
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van: BEL TSJ SLO HON BUL IER Groep
CAGR bruto
bankverzeke
ringsinkomsten
[provisie-inkomsten ontvangen door de
bank van de gelinkte verzekeraar] +
Doel CAGR
2013-2017
≥ 5% ≥ 15% ≥ 10% ≥ 20% ≥ 5% ≥ 5%
[verzekeringsinkomsten van de
verzekeringsproducten die door de
bankkantoren verkocht worden] +
[bij de assetmanager geboekte
beheersvergoeding voor tak-23
CAGR
2013-2015
0% 14%2 -3% 5%2 11% 0%
verzekeringsproducten die door de
bankkantoren verkocht worden]1

1 We hebben de berekening van de CAGR van de brutobankverzekeringsinkomsten verfijnd in 2015, en retroactief toegepast voor 2014. Zie Glossarium.

2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.

• Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we ook verschillende commerciële synergieën. In België, bijvoorbeeld, namen onze klanten in 2015 bij ruwweg zeven op de tien woningkredieten van onze bank ook een schuldsaldoverzekering bij onze verzekeraar en bij acht à negen op de tien een woningverzekering. Bij Cˇ SOB in Tsjechië

namen ongeveer zes op tien klanten die in 2015 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in België heeft ongeveer een vijfde van de gezinnen die bankieren bij KBC Bank, minimaal drie bankproducten en drie verzekeringsproducten van KBC in portefeuille.

We focussen op duurzame en rendabele groei

Om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen, bouwen we langetermijnrelaties met onze klanten uit. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar we kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.

Hoe zorgen we voor een duurzame en winstgevende groei?

• Onze financiële prestaties zijn belangrijk, maar moeten vooral duurzaam zijn. Dat betekent dat we ons niet blind staren op rendementen op korte termijn, maar dat we de focus leggen op langetermijnprestaties die bijdragen tot een duurzame groei. We hebben er bijvoorbeeld bewust voor gekozen geen doelstelling voor Rendement op Eigen Vermogen (ROE) te definiëren. We willen immers duurzaam rendabel zijn en niet meegezogen worden in het kortetermijndenken waarbij elk kwartaal

opnieuw gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke ROE.

  • We nemen degelijke risico-, kapitaal- en liquiditeitsnormen in acht. Om die duurzaamheid te kunnen waarborgen is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer.
  • Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we onze focus leggen op de lokale economieën van onze kernmarkten en dat we slechts in zeer beperkte mate investeren in projecten ver buiten die markten.
  • Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we verder gaan dan pure financiële activiteiten en de lokale economieën waar we actief zijn, ook blijvend ondersteunen met concrete initiatieven. Een mooi voorbeeld daarvan is het Start-it-project in België. Omdat het aantal startende ondernemingen in Vlaanderen daalt en de reden daarvoor vaak de opstartkosten en -moeilijkheden blijken te

Ik ben er fier op dat we ons niet louter beperken tot het invullen van de financiële behoeften van onze klanten. We bevorderen ook de cohesie tussen de generaties en leren families bewust om te gaan met hun financiën. Met onze pensioenspaarplannen voor kinderen bijvoorbeeld helpen we ouders de financiële toekomst van hun kinderen veilig te stellen. Zo helpen we hen ook rekening te houden met de verre toekomst en doen we aan financiële vorming. Ook dat is een deel van duurzaam ondernemen.

Patrik Madle, specialist Marketingcommunicatie bij CˇSOB (Tsjechië)

zijn, lanceerden we enkele jaren gelden Start it @kbc. Daarmee wil KBC, samen met een aantal partners, starters helpen bij verschillende aspecten van het ondernemerschap, zoals contacten leggen en een netwerk uitbouwen. Momenteel hebben we al vijf Start it @kbc-centra in de belangrijkste steden in Vlaanderen en Brussel en ondersteunen we 240 startende ondernemingen.

• We definieerden België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije als onze kernlanden en verkochten in de laatste jaren het grootste deel van onze aanwezigheid daarbuiten. De aangekondigde verkoop van Union KBC Asset Management in India en de acquisitie van Volksbank Leasing Slovakia, beide in 2015, kaderen trouwens in die strategie. In al onze kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn. We zijn niet van plan onze geografische voetafdruk significant te wijzigen. We willen onze huidige geografische aanwezigheid verder

optimaliseren om de referentie in bankverzekeren te worden in elk kernland. In die kernlanden zullen we onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke strategische en financiële criteria en streven we naar marktleiderschap tegen 2020 (top 3 inzake bankactiviteiten, top 4 inzake verzekeringsactiviteiten). In Ierland werken we verder aan de winstgevendheid. Daarna zullen alle opties worden overwogen (verder organisch uitgroeien tot een winstgevende bank, een aantrekkelijke bankverzekeringsgroep uitbouwen of een winstgevende bank verkopen).

• We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat 20151
Samengestelde jaarlijkse groei van totale BEL TSJ SLO HON BUL IER Groep
CAGR totale opbrengsten. De berekening is gebaseerd
op de aangepaste resultaten van 2013, en
Doel CAGR
2013-2017
≥ 2% ≥ 3% ≥ 3% ≥ 4% ≥ 3% ≥ 25% ≥ 2,25%
opbrengsten zonder de waardeschommeling van de
ALM-derivaten gebruikt voor
balansbeheer.
CAGR
2013-2015
1,6% 1,8%2 2,4% 1,0%2 5,8% 28,5% 2,6%3
[Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / BEL TSJ SLO HON BUL IER Groep
[totale opbrengsten van de bankactiviteiten] Doel 2017 ≤ 50% ≤ 45% ≤ 58% ≤ 62% ≤ 67% ≤ 50% ≤ 53%
Kosten
inkomstenratio
Resultaat 2015 50% 48% 60% 65% 65% 75% 55%
[Verzekeringstechnische lasten, inclusief BEL TSJ SLO HON BUL IER Groep
interne schaderegelingskosten / verdiende Doel 2017 ≤ 94% ≤ 94% ≤ 94% ≤ 96% ≤ 96% ≤ 94%
Gecombineerde
ratio
verzekeringspremies] + [bedrijfskosten /
geboekte verzekeringspremies] (voor
schadeverzekeringen, en gegevens na
herverzekering)
Resultaat 2015 90% 94% 88% 97% 97% 91%
Innovatie Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve
producten/diensten sneller dan de
concurrentie', 'Innoveert continu om de
We willen in elk land een hogere absolute score dan
Doel
het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan
dan het gemiddelde van de sector
klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de
verwachtingen van de klant', 'Gebruikt
Innovatie Vooruitgang
geavanceerde technologieën'. De bevraging ten opzichte van de peergroep, per land
wordt uitgevoerd door de externe firma Minder
vooruitgang
Zelfde
vooruitgang
Meer
vooruitgang
Ipsos. Prestatie
Resultaat
Betere
prestatie
K&H (Hongarije)
KBCI (Ierland)
Cˇ SOB (Slowakije)
ten opzichte van de peergroep, per land
2015
prestatie Zelfde KBC
(België)
Minder
goede
prestatie
Cˇ SOB
(Tsjechië)
Marktaandeel in duurzame BEL
beleggingsfondsen Doel Marktleiderschap
Positie in
duurzame
fondsen
(gebaseerd op eigen
KBC-berekeningen)
Resultaat 2015
(september)
52%

1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur op pagina 40.

2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.

3 Na eliminatie van het effect van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.

Samenvatting van de belangrijkste strategische initiatieven voor de komende jaren:

België

  • Naadloze integratie van het kantorennetwerk via nieuwe toegankelijke en klantgerichte technologieën;
  • Efficiëntere benutting van het potentieel van Brussel via de lancering van een apart merk, KBC Brussels;
  • Groei van CBC in Wallonië in geselecteerde marktsegmenten;
  • Verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel, door toepassing van digitale oplossingen en specifieke initiatieven.

Tsjechië

  • Overstappen van een kanaalgerichte naar een meer klantgerichte aanpak;
  • Uitbreiden van het aanbod aan niet-financiële producten;
  • Doorwerken aan vereenvoudiging van processen;
  • Opvoeren van de bankverzekeringsactiviteiten;
  • Groei in geselecteerde gebieden, zoals kredieten aan kmo's en consumer finance.

Internationale markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland)

  • Transformatie van kantoorgericht naar hybride distributiemodel, focus op groei in belangrijke segmenten, vooruitgang inzake efficiëntie en groei van de bankverzekeringsactiviteiten in Slowakije, Hongarije en Bulgarije;
  • Verdere overgang van directe monoliner naar volwaardige retailbank in Ierland.

Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Onze rol in de samenleving: we houden rekening met de maatschappelijke verwachtingen en gaan de dialoog aan met onze stakeholders

We bouwen niet alleen aan vertrouwen door financiële duurzaamheid te creëren, maar ook door tegemoet te komen aan de verwachtingen van onze klanten, onze medewerkers, onze aandeelhouders en de maatschappij. We moeten immers de loyaliteit en voorkeur van onze stakeholders voortdurend blijven verdienen. Daarom werken we met volharding aan het engagement van onze medewerkers en bewijzen we dag na dag hoe we positief bijdragen tot de maatschappij: we stimuleren de lokale economie in al onze kernmarkten, we werken aan innovatieve oplossingen voor de problemen van vandaag en morgen, en we communiceren zo transparant mogelijk over maatschappelijke thema's.

Hoe houden we rekening met de verwachtingen van de samenleving?

  • We beseffen dat de manier waarop de maatschappij naar de financiële sector kijkt, verandert. Consumenten belonen meer en meer die merken die naar hen luisteren en beoordelen ze op voor hen relevante aspecten, zoals het leveren van goede kwaliteit, het lanceren van innovatieve producten tegen faire prijzen, de focus leggen op zaken die hun leven gelukkiger, gemakkelijker en gezonder maken en die de economie, het milieu en de gemeenschap vooruithelpen. Waarde wordt niet alleen meer gemeten in termen van monetaire waarde, maar ook op basis van emotionele parameters zoals vertrouwen en fierheid.
  • Tegelijkertijd is het wantrouwen in bedrijven, zeker in de financiële sector, nog altijd groot en worden bedrijven ook afgerekend op zaken zoals fair trade, milieu-impact en een verantwoordelijk gedrag. Zeker na de

financiële crisis ligt de lat hoog voor de financiële wereld en is vertrouwen de license to operate. In die nieuwe wereld een verantwoordelijke en gerespecteerde speler zijn, betekent dus dat we vooral voortwerken aan het herstel van het vertrouwen.

• Of we voldoende focussen op maatschappelijk relevante thema's en of we de verwachtingen van stakeholders inlossen, volgen we ook op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat 20151
Formeel Heeft de entiteit een formeel proces voor
interactie met haar stakeholders?
Doel BEL TSJ
SLO
Bestaan van formeel stakeholderinteractieproces
HON BUL IER
stakeholderproces Resultaat 2015 ok ok
ok
ok ok ok
Governance Governance gaat over: 'gedraagt zich
ethisch correct', 'is open en transparant',
'gedraagt zich als een bedrijf dat zijn
Doel We willen in elk land een hogere absolute score dan
het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan
dan het gemiddelde van de sector
verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in Governance Vooruitgang
op wat er leeft', 'leeft de wetgeving, ten opzichte van de peergroep, per land
reglementen en richtlijnen voor de sector Minder
vooruitgang
Zelfde
vooruitgang
Meer
vooruitgang
na'. De bevraging wordt uitgevoerd door de
externe firma Ipsos.
Prestatie ten opzichte van de peergroep, per land Betere
prestatie
Cˇ SOB
(Slowakije)
Resultaat
2015
Zelfde
prestatie
Cˇ SOB (Tsjechië)
K&H (Hongarije)
KBCI (Ierland)
Minder
goede
prestatie
KBC
(België)
Oorspronkelijk 7 miljard euro aan niet Doel Volledige terugbetaling uiterlijk eind 2017
Terugbetaling van
overheidssteun
stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten
verkocht aan de Belgische en Vlaamse
overheden in 2008 en 2009.
Resultaat 2015 Eind 2015 al volledig terugbetaald
[(Brutodividend x aantal Doel ≥ 50% vanaf boekjaar 2016
Dividend
uitkeringsratio
dividendgerechtigde aandelen) + (coupon
op uitstaande AT1-effecten (en, tot eind
2015, op resterende
staatsteun)] / [geconsolideerd
nettoresultaat]
Resultaat 2015 Nog niet relevant voor 2015

1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur op pagina 40.

Empathie is in onze job onontbeerlijk. Onze drive vinden we in de ondersteuning aan slachtoffers die zich in uiterst moeilijke omstandigheden bevinden. Daarmee nemen we effectief onze rol in de samenleving op. Een flinke dosis ervaring en mensenkennis is in onze job handig meegenomen.

Beatrijs Fabry, schadebeheerder-adviseur bij KBC België

  • We willen weten wat belangrijk is voor onze stakeholders. Daarom houden we jaarlijks een uitgebreide stakeholderbevraging. Vorig jaar beperkten we ons met de bevraging nog tot België en Tsjechië, maar dit jaar hebben we onze dialoog uitgebreid naar al onze kernmarkten en Ierland. We bevroegen zowel klanten als niet-klanten in verschillende leeftijdsgroepen. De bevraging maakt deel uit van de globale internationale reputatiemeting. De deelnemende stakeholders werd gevraagd 16 items in te delen naar belangrijkheid en KBC te beoordelen op die items.
  • Hierna geven we als illustratie het volledige overzicht voor België. De matrix geeft de belangrijkheid van een duurzaamheidsaspect voor de stakeholders (verticale as) en de

prestaties van KBC op dat domein (horizontale as) weer. De prestaties van KBC worden weergegeven als de gemiddelde score die KBC gekregen heeft van alle deelnemende stakeholders op elk van de 16 duurzaamheidsaspecten. De bevraagden hebben de duurzaamheidprestaties van KBC beoordeeld op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 'helemaal niet akkoord' en 5 'helemaal akkoord' voorstelt. De resultaten op de matrix tonen ons dat KBC op elk van deze duurzaamheidsaspecten goed scoort, aangezien we voor bijna alle items boven 3 (= neutraal) scoren. In ons Verslag aan de samenleving vindt u nog bijkomende informatie daarover.

Stakeholderbevraging 2015

Klantenervaring

  • 1 Biedt kwalitatieve producten en diensten
  • 2 Biedt transparante producten en diensten
  • 3 Begrijpt de behoeften van de klant
  • 4 Beschermt de klant tegen onfaire of ongepaste praktijken

Innovatie

5 Ontwikkelt producten en diensten voor de problemen van morgen

Werkgever en werkplek

  • 6 Behandelt zijn werknemers fair en ethisch
  • 7 Biedt werkzekerheid

Bestuur

  • 8 Handelt ethisch
  • 9 Is open en transparant

De samenleving en duurzaamheid

  • 10 Heeft aandacht voor het milieu en de klimaatsverandering
  • 11 Steunt goede doelen om zo een positieve impact op de lokale gemeenschap te creëren
  • 12 Steunt personen en organisaties die bezorgd zijn om de samenleving
  • 13 Heeft een langetermijnvisie en streeft naar een positieve impact op de lokale economie
  • 14 Biedt duurzame beleggingsproducten aan

CEO en leiderschap

15 Heeft een verantwoord risicobeheer dat de belangen van alle stakeholders op lange termijn beschermt

Financiële prestaties

16 Is een stabiele onderneming met goede financiële resultaten

Jaarverslag KBC 2015 51

We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer

Onze duurzame en rendabele prestaties komen tot stand binnen een degelijk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer.

We hebben ons risicobeheer al volledig ingebed in onze strategie en ons besluitvormingsproces. Enkele voorbeelden:

  • We voeren risicoscans uit om alle toprisico's te identificeren.
  • We bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat.
  • We vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie.
  • We bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een New and Active Product Process.
  • We onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests.
  • In alle relevante geledingen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers met time-outrecht.

Ons risicobeheer is gebaseerd op een model met drie verdedigingslinies (Three Lines of Defensemodel), waarmee we ons wapenen tegen risico's die het behalen van onze doelstellingen in het gedrang kunnen brengen (zie tabel).

Ons Three Lines of Defense-verdedigingsmodel

1
De business zelf
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en dient
te zorgen voor effectieve controles.
De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er
voldoende kwaliteit schuilt in zelfbeoordelingen van de eigen business en er voldoende
risicobewustzijn aanwezig is en voldoende prioriteit/capaciteit toegewezen wordt aan risico
onderwerpen.
2
De Risicofunctie,
Compliance, en (voor
bepaalde zaken)
Finance, Juridische en
Fiscale Zaken en
Informatierisico
beveiliging
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen
mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de
tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn
risico's onder controle heeft, dit evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van
de eerste lijn. Hiervoor dienen de tweedelijnsfuncties risico's te identificeren, te meten en te
rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft deze een vetorecht.
De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van
het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de Groep. Ze zien bovendien toe op de
toepassing ervan.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie, die als doel heeft te voorkomen dat KBC een
compliancerisico loopt of schade lijdt als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten,
regelgeving of interne regels. In dat kader besteedt ze bijzondere aandacht aan de naleving van het
integriteitsbeleid.
3
Interne audit
Als onafhankelijke derdelijnscontrole is Interne Audit verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van
de bestaande bedrijfsprocessen. Zij voeren risico-gebaseerde en algemene audits uit om de
effectiviteit en efficiëntie te verzekeren van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief
het Risicobeleid, en dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast
worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep inherent zijn blootgesteld aan diverse risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen en prioriteiten voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Het betreft:

  • de wereldwijde economische toestand;
  • de toegenomen concurrentie en nieuwe technologieën (nieuwe spelers, digitalisering, enz.) en daardoor veranderend consumentengedrag;

  • de toenemende regelgeving, onder meer inzake klantenbescherming en kapitaalvereisten;

  • het cyberrisico.

Naast die algemene risico's zijn we als bankverzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen en operationele risico's. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel en gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.

Typische risico's voor de sector Hoe gaan we daarmee om?
Kredietrisico
Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte
waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de
wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van
het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die
partij, of van bepaalde situaties of maatregelen van politieke of
monetaire autoriteiten in een bepaald land. Vooral eventuele
concentraties in de kredietportefeuille kunnen een belangrijke
invloed hebben.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Boeken van waardeverminderingen, nemen van
risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het
algemene kredietrisicoprofiel, enz.
Marktrisico van niet-tradingactiviteiten
Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico,
vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico. Structurele risico's
zijn risico's die inherent deel uitmaken van de commerciële activiteit
of de langetermijnposities.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• ALM-VaR-limieten op groepsniveau, per risicosoort
en entiteit; aanvulling met andere
risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV),
nominale bedragen, limietopvolging voor cruciale
indicatoren, enz.
Liquiditeitsrisico
Risico dat KBC niet in staat is om zijn betalingsverplichtingen tijdig
na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Liquiditeitsstresstests, beheer van
financieringsstructuur, enz.
Marktrisico van tradingactiviteiten
Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een
financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen van de rente,
wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Historical VaR-methode, rentegevoeligheid, greeks
voor producten met opties, stresstests, enz.
Verzekeringstechnische risico's
Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en
de omvang van verzekerde schadegevallen. Naast de lage rentes is
ook de vergrijzingsproblematiek hier een focuspunt.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-,
herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz.
• Ontwikkelen nieuwe producten
Operationeel risico en andere niet-financiële risico's
De kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of
tekortkomingen in de werkwijzen en (ICT-) systemen, menselijke
fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of
natuurlijke oorzaak.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Group key controls, Loss Event Databases, Risicoscans
(bottom-up en top-down), Case-Study Assessments,
Key Risk Indicators (KRI), enz.
Solvabiliteitsrisico
Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar niveau valt.
• Bestaan van een degelijk beheerskader
• Wettelijke en in-house minimale solvabiliteitsratio's,
actief kapitaalmanagement, enz.

Naast de uitgebreide opvolging van Risico-indicatoren (zie hoofdstuk Risicobeheer), volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel en resultaat 2015
Common equity
ratio
[Common Equity tier 1-kapitaal] / [totaal
gewogen risicovolume]. De hier getoonde
berekening is phased-in en gebaseerd op de
Deense compromismethode.
≥ 10,25% (phased-in) vanaf 2016, op groepsniveau
Doel
Resultaat 2015
15,2%
Dit minimum stijgt in 2017 met 0,5 procentpunt en in 2018 opnieuw met 0,5
procentpunt, in lijn met de stijgende buffer voor nationaal relevante instellingen
opgelegd door de Nationale Bank van België.
Totale
kapitaalratio
[Totaal reglementair eigen vermogen] /
[totaal gewogen risicovolume]. De hier
getoonde berekening is fully loaded en
gebaseerd op de Deense
compromismethode.
Doel
Resultaat 2015
≥ 17% (fully loaded) vanaf 2017, op groepsniveau
19,0%
Netto stabiele
financieringsratio,
NSFR
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] /
[Vereist bedrag stabiele financiering]
Doel
Resultaat 2015
≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau
121%
Liquiditeits
dekkingsratio,
LCR
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal
nettokasuitstroom voor de volgende dertig
kalenderdagen]
Doel
Resultaat 2015
≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau
127%

* We pasten de doelstelling aan aan de nieuwe vereisten van de NBB en de ECB ter zake.

Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid verder in dit verslag.

Ons financieel rapport

Geconsolideerd resultaat in 2015

  • Nettowinst van 2 639 miljoen euro
  • Ruwweg gelijk blijvende nettorente-inkomsten
  • Groei van de nettoprovisie-inkomsten
  • Positieve impact van de waardering van derivaten gebruikt voor balansbeheer
  • Stijging van de meeste andere opbrengstenposten
  • Groei van kredieten en deposito's in bijna alle kernmarkten
  • Stijging van de verkoop van schadeverzekeringen, daling bij levensverzekeringen
  • Zeer goede gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen van 91% en kosten-inkomstenratio voor de bankactiviteiten van 55%
  • Daling van de waardeverminderingen voor kredieten, stijging van de waardeverminderingen op goodwill
  • Sterke solvabiliteit met een common equity ratio van 15,2% (phased-in) of 14,9% (fully loaded)
  • Liquidatie van een groepsvennootschap met een bijkomende positieve invloed van 765 miljoen na belastingen, vooral als gevolg van de boeking van een uitgestelde belastingvordering
Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (in miljoenen euro)1 2014 2015
Nettorente-inkomsten 4 308 4 311
Rente-inkomsten 7 893 7 150
Rentelasten -3 586 -2 839
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 512 611
Verdiende premies 1 266 1 319
Technische lasten -754 -708
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)2 -216 -201
Verdiende premies 1 247 1 301
Technische lasten -1 463 -1 502
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 16 -29
Dividendinkomsten 56 75
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
227 214
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 150 190
Nettoprovisie-inkomsten 1 573 1 678
Provisie-inkomsten 2 245 2 348
Provisielasten -672 -670
Overige netto-inkomsten 94 297
Totale opbrengsten 6 720 7 148
Exploitatiekosten -3 818 -3 890
Bijzondere waardeverminderingen -506 -747
op leningen en vorderingen -587 -323
op voor verkoop beschikbare financiële activa -29 -45
op goodwill 0 -344
op overige 109 -34
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 25 24
Resultaat vóór belastingen 2 420 2 535
Belastingen -657 104
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Resultaat na belastingen 1 763 2 639
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
(nettoresultaat)
1 762 2 639
Nettoresultaat per divisie
België 1 516 1 564
Tsjechië 528 542
Internationale Markten -182 245
Groepscenter -100 287
Rendement op eigen vermogen 14% 22%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 58% 55%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 94% 91%
Kredietkostenratio, bankieren 0,42% 0,23%

1 Definitie van de ratio's: zie Glossarium.

2 Cijfers m.b.t. de verdiende premies (en technische lasten) bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,8 miljard euro premies in 2014, 0,7 miljard euro in 2015).

Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) 2014 2015
Balanstotaal 245 174 252 356
Leningen en voorschotten aan klanten 124 551 128 223
Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 70 359 72 623
Deposito's van klanten en schuldpapier 161 783 170 109
Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 31 487 31 919
Risicogewogen activa 91 236 89 067
Totaal eigen vermogen 16 521 15 811
Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode): phased-in/fully loaded 14,4%/14,3% 15,2%/14,9%
Common equity ratio (FICOD-methode): phased-in/fully loaded 14,6%/14,6% 14,9%/14,6%
Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode): phased-in/fully loaded 18,9%/18,3% 19,8%/19,0%
Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded 6,4% 6,3%
Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) 12,5% 13,9%
Liquidity coverage ratio (LCR) 120% 127%
Net stable funding ratio (NSFR) 123% 121%

Analyse van het resultaat in 2015

KBC Financial Holding Inc.

Invloed van afboeking goodwill op enkele participaties

Nettorente-inkomsten 1

De nettorente-inkomsten bedroegen 4 311 miljoen euro in 2015. Ze bleven dus op hetzelfde niveau als in 2014 en waren zelfs 1% beter als er geen rekening gehouden wordt met consolidatiekringschommelingen. En dat ondanks de omgeving van lage rente en de daarmee gerelateerde lage herbeleggingsopbrengsten. Die werden gecompenseerd door het positieve effect van de verlaging van de rente op onder meer spaarrekeningen, lagere financieringskosten en hogere volumes (zie verder). Bovendien leidde in België het hoge niveau van herfinancieringen van woningkredieten in de eerste jaarhelft van 2015, net zoals in de tweede helft van 2014, tot een hoog bedrag aan ontvangen vervroegdeterugbetalingsrente. Maar dat werd gecompenseerd door het daaraan gerelateerde negatieve hedgingeffect (pro rata financieringsverliezen), dat trouwens nog blijft spelen in de komende jaren. Wat volumes betreft: op vergelijkbare basis stegen de leningen en voorschotten aan klanten zonder reverse repo's (128 miljard euro eind 2015) met 3% in 2015, met een groei van 3% in Divisie België en 8% in Divisie Tsjechië, een status quo in Divisie Internationale Markten (groei in Slowakije en Bulgarije, maar daling in Ierland en Hongarije) en een daling bij Groepscenter. Het totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's, 162 miljard euro eind 2015) steeg met 5% in 2015, met een groei van 5% in Divisie België, 6% in Divisie Tsjechië en 15% in Divisie Internationale Markten (met groei in alle landen) en een daling bij Groepscenter.

De nettorentemarge van de bankactiviteiten bedroeg daardoor 2,02% in 2015, 6 basispunten lager dan in 2014. De rentemarge voor 2015 bedroeg 1,91% in België, 3,03% in Tsjechië en 2,55% in de Divisie Internationale Markten.

Nettoprovisie-inkomsten 2

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 678 miljoen euro in 2015, een stijging met 7% ten opzichte van het jaar daarvoor. De stijging situeert zich voor het grootste deel in België in de eerste jaarhelft en heeft vooral te maken met de groei van het beheerde vermogen (beleggingsfondsen, discretionair en adviserend vermogensbeheer, enz.). Eind 2015 bedroeg dat totale beheerde vermogen van de groep ongeveer 209 miljard euro. Dat is 12% meer dan eind 2014, door een positief volume-effect (8%) en een per saldo ook positief prijseffect

(4%). Het grootste deel van het totale beheerde vermogen van eind 2015 heeft betrekking tot de divisies België (194 miljard euro, 13% groei) en Tsjechië (9 miljard euro, 19% groei).

Verzekeringspremies en technische lasten 3

Het verzekeringstechnische resultaat (verdiende premies min technische lasten plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 381 miljoen euro in 2015. De verdiende premies van schadeverzekeringen bedroegen 1 319 miljoen euro, 4% meer dan het jaar daarvoor. De verandering in België bedroeg 3%, in Tsjechië 7% en in de drie andere Centraal- en Oost-Europese markten samen 11%. De verzekeringstechnische lasten daalden met 6% in 2015, vooral door België, waar 2014 negatief was beïnvloed door hagelstormen. Op groepsniveau verbeterde de gecombineerde ratio van 94% naar 91%.

De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 1 301 miljoen euro in 2015. Daarbij zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,8 miljard euro, 5% minder dan in 2014. In de belangrijkste markt, België, was er een daling van 12%, zowel bij de levensverzekeringen met rentegarantie (-4%) als bij de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (-26%, onder meer als gevolg van minder commerciële campagnes en een verschuiving naar beleggingsfondsen). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie in 2015 ongeveer 60% uit van de levensverzekeringspremie-inkomsten en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 40% voor hun rekening. Op 31 december 2015 bedroegen de Levenreserves 26,7 miljard euro voor Divisie België, 1,0 miljard euro voor Tsjechië en 0,6 miljard euro voor de drie andere Centraal- en Oost-Europese kernmarkten samen.

Andere inkomsten 4

Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat, bedroeg in 2015 214 miljoen euro. Dat cijfer bevat ook -156 miljoen euro invloed (vóór belastingen) verbonden aan de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. (het betreft het wisselkoersverlies op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar aanleiding van de liquidatie ervan, zie Toelichting 5; zie bovendien ook de invloed bij de post Belastingen). Zonder dat element zou die post 370 miljoen euro hebben bedragen in 2015, 63% meer dan in 2014. Die stijging heeft vooral te maken met de marked-tomarketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer, die zeer negatief was in 2014 (-201 miljoen euro) en positief in 2015 (+101 miljoen euro), en die de lagere dealingroomresultaten in België en de negatieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen (MVA, CVA, FVA) meer dan compenseert.

De andere inkomsten (dividenden, gerealiseerde meerwaarden en overige netto-inkomsten) bedroegen samen 562 miljoen euro in 2015, tegenover 300 miljoen euro in 2014. Dat verschil is voor het grootste deel toewijsbaar aan de hogere Overige netto-inkomsten, die in 2014 zwaar beïnvloed werden door de aanleg van voorzieningen in verband met een wet inzake retailkredieten in Hongarije (-231 miljoen euro vóór belastingen; in 2015 konden we een deel – 34 miljoen euro – hiervan terugboeken; zie verder bij Divisie Internationale Markten).

Exploitatiekosten 5

De exploitatiekosten bedroegen 3 890 miljoen euro in 2015. Dat is een beperkte stijging van 2% ten opzichte van het jaar daarvoor, of 3% zonder consolidatiekringschommelingen. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder hogere speciale bankentaksen (in totaal 417 miljoen euro, stijging onder meer door de bijdrage in verband met het European Resolution Fund), ICT-kosten (onder meer verband houdend met digitalisatie) en pensioenkosten, deels gecompenseerd door onder meer lagere marketingkosten en lagere kosten met betrekking tot de activiteiten van de voormalige Antwerpse Diamantbank (cf. herstructureringskosten in 2014). De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten van de groep bedroeg daardoor in 2015 ongeveer 55%, tegenover 58% in 2014. Die ratio wordt uiteraard ook door nietoperationele en uitzonderlijke elementen beïnvloed (bijvoorbeeld de marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten, de invloed van de Hongaarse wet op particuliere kredieten in vreemde valuta, de invloed van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.). Zonder die (en

enkele minder belangrijke) specifieke elementen bedroeg de kosten-inkomstenratio ook 55% in 2015, tegenover 54% in 2014. Voor Divisie België bedroeg de kosten-inkomstenratio 50% (53% zonder specifieke elementen), voor Divisie Tsjechië 48% (ook 48% zonder specifieke elementen) en voor Divisie Internationale Markten 66% (ook 66% zonder specifieke elementen).

Waardeverminderingen 6

De totale waardeverminderingen in 2015 bedroegen 747 miljoen euro. De waardeverminderingen op leningen en vorderingen of kredietvoorzieningen bedroegen 323 miljoen euro in 2015, tegenover 587 miljoen euro in 2014. Die significante verbetering is voor een zeer belangrijk deel toe te schrijven aan Ierland, waar de kredietvoorzieningen daalden van 198 miljoen euro naar 48 miljoen euro in 2015. Voor 2016 verwachten we dat de kredietvoorzieningen er tussen 50 miljoen en 100 miljoen euro zullen bedragen (waarschijnlijk dichter bij de 50 miljoen dan bij de 100 miljoen). Voor de andere landen waren de kredietvoorzieningen in 2015 als volgt: 177 miljoen euro in België (28 miljoen minder dan in 2014), 6 miljoen euro in Hongarije (41 miljoen minder dan in 2014), 36 miljoen euro in Tsjechië (2 miljoen meer dan in 2014) en 56 miljoen euro voor de rest (46 miljoen minder dan in 2014, vooral dankzij de lagere aanleg in Groepscenter). Per saldo verbeterde de kredietkostenratio van de groep daardoor van 42 basispunten in 2014 naar een zeer gunstige 23 basispunten in 2015. Dat was 19 basispunten in Divisie België, 18 basispunten in Divisie Tsjechië en 32 basispunten in Divisie Internationale Markten (Ierland: 34 basispunten, Slowakije: 32 basispunten, Hongarije: 12 basispunten en Bulgarije: 121 basispunten).

Op 31 december 2015 bedroeg het aandeel van de impaired kredieten (definitie: zie Glossarium) in de totale kredietportefeuille 8,6%, tegenover 9,9% in 2014. Dat was 3,8% in België, 3,4% in Tsjechië en 30% in Internationale Markten (vooral door Ierland, met een ratio van 47%). Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 4,8% in 2015, tegenover 5,5% in 2014. De impaired kredieten waren eind 2015 voor 45% gedekt door specifieke waardeverminderingen. U vindt meer informatie over de samenstelling van de kredietportefeuille in het hoofdstuk Risicobeheer.

De andere waardeverminderingen bedroegen in 2015 samen 423 miljoen euro en hadden onder meer betrekking op voor

verkoop beschikbare effecten (45 miljoen euro), goodwill (344 miljoen euro, vooral met betrekking tot CIBANK in Bulgarije en Cˇ SOB in Slowakije, zie Toelichting 14 in de geconsolideerde jaarrekening) en overige (34 miljoen euro).

Belastingen 7

De post Belastingen droeg in 2015 positief bij: 104 miljoen euro, tegenover een negatieve 657 miljoen in 2014. Dat is het gevolg van het feit dat die post in 2015 voor 921 miljoen euro werd begunstigd door boeking van een uitgestelde belastingvordering met betrekking tot de liquidatie van KBC Financial Holding Inc., een uitloper van het desinvesteringsprogramma dat KBC in 2009 met de Europese Commissie overeenkwam (het vermelde bedrag bevat ook de belastinginvloed van het wisselkoersverschil vermeld onder het punt Andere inkomsten). U vindt meer informatie daarover in Toelichting 16 van de geconsolideerde jaarrekening.

euro tegenover 2014, vooral wegens hogere nettocommissieinkomsten, technische verzekeringsinkomsten en trading- en fair value-inkomsten en lagere kredietverliezen, en ondanks iets lagere nettorente-inkomsten en hogere kosten en enkele eenmalige elementen), Tsjechië 542 miljoen euro (stijging met 14 miljoen euro tegenover 2014, onder meer door hogere trading- en fair value-inkomsten en ondanks iets hogere kosten), Internationale Markten 245 miljoen euro (verbetering met 427 miljoen euro tegenover 2014, vooral door lagere kredietvoorzieningen in Ierland in 2015, terwijl 2014 negatief was beïnvloed door het boeken van een voorziening van 183 miljoen euro na belastingen in verband met de Hongaarse wet inzake retailkredieten) en Groepscenter 287 miljoen euro (verbetering met 387 miljoen euro tegenover 2014, vooral door de boeking van de uitgestelde belastingvordering met betrekking tot KBC Financial Holding Inc.).

Nettoresultaat per divisie 8

Per divisie is het nettoresultaat van de groep in 2015 als volgt verdeeld: België 1 564 miljoen euro (stijging met 48 miljoen

Een meer gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in de betreffende hoofdstukken van dit verslag.

Analyse van de balans in 2015

Samenstelling van de balans eind 2015

Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo's

  • Effecten
  • Overige activa
  • Deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's
  • Overige verplichtingen
  • Eigen vermogen

Balanstotaal 1

Eind 2015 bedroeg het geconsolideerde balanstotaal van de groep 252 miljard euro, 3% meer dan eind 2014. De risicogewogen activa (Basel III) daalden echter met 2% tot 89 miljard euro, wat onder meer deels te danken was aan het wegvallen van bepaalde toeslagen (add-ons) die tot dan golden voor onze IRB advanced-modellen, de verdere daling van de resterende activiteiten in afbouw (bij het Groepscenter) en enkele andere elementen. U vindt meer informatie in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.

Kredieten en deposito's 2

De kernactiviteit van het bankbedrijf van de groep is het aantrekken van deposito's en het verstrekken van kredieten. Dat reflecteert zich uiteraard in het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) aan de actiefzijde van de balans, met 128 miljard euro eind 2015. Op vergelijkbare basis stegen die leningen en voorschotten aan klanten in totaal met 3% (3% groei in Divisie België, 8% groei in Divisie Tsjechië, en ruwweg status quo bij Internationale Markten, met groei in Slowakije en Bulgarije en een daling in Hongarije en Ierland). De belangrijkste producten (cijfers inclusief reverse repo's) blijven de termijnkredieten met 57 miljard euro en de woningkredieten met 55 miljard euro. Aan de passiefzijde stegen de klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 5%, tot 162 miljard euro. De deposito's groeiden aan in Divisie België met 5%, in Divisie Tsjechië met 6% en in Divisie Internationale Markten met 15% (met stijgingen in alle landen), maar daalden met 17% in Groepscenter. De voornaamste depositoproducten (cijfers inclusief repo's) blijven de termijndeposito's met 37 miljard euro, de zichtdeposito's met 55 miljard euro en de spaarrekeningen met 50 miljard euro (dat laatste is een groei van 6% in vergelijking met eind 2014).

Effecten 3

De groep houdt bovendien een portefeuille waardepapier aan, zowel bij de bank als bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de verzekeringen, vooral Leven). Eind 2015 bedroeg de totale effectenportefeuille van de groep ruwweg 73 miljard euro. Van de totale effectenportefeuille is ruwweg 30% gerelateerd aan de verzekeringsactiviteiten van de groep en 70% aan de bankactiviteiten. De totale

effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Die laatste groeiden in 2015 aan met bijna 2 miljard euro. Eind 2015 had ruwweg drie vierde van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Spanje, Slowakije en Italië. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Risicobeheer.

Overige activa en overige verplichtingen 4

Andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (14 miljard euro, 8% stijging jaar-op-jaar onder meer door hogere reverse repo's), Derivaten (9 miljard euro positieve marktwaarde, 12% daling jaar-opjaar) en de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (13 miljard euro, nagenoeg onveranderd jaar-op-jaar). Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 32 miljard euro, ruwweg status quo jaar-op-jaar), derivaten (10 miljard euro negatieve marktwaarde, 14% daling jaar-op-jaar) en de deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (19 miljard euro, 7% stijging jaar-op-jaar).

Eigen vermogen 5

Op 31 december 2015 bedroeg het totale eigen vermogen van de groep 15,8 miljard euro. Dat bestond uit 14,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde in 2015 per saldo met 0,7 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de terugbetaling van de resterende Vlaamse overheidssteun (-3,0 miljard euro inclusief de 50% premie), de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro), de betaling van het dividend en de coupon op de overheidssteun met betrekking tot 2014 (samen -1,0 miljard euro) en een aantal kleinere overige elementen (wijzigingen van de AFS- en cashflowreserves, van de toegezegdpensioenregelingen en van de omrekeningsverschillen, samen +0,7 miljard euro). Eind 2015 bedroeg de common equity ratio 15,2% (phased-in) of 14,9% (fully loaded), volgens de Deense compromismethode. Volgens de FICOD-methode was dat 14,9% (phased-in) of 14,6% (fully loaded). Onze leverage ratio

bedroeg eind 2015 eveneens een uitstekende 6,3% en de MREL eindigde op 13,9%. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.

Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 127% en een NSFR-ratio van 121% eind 2015.

Bijkomende informatie

  • In dit hoofdstuk bespraken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de niet-geconsolideerde resultaten en de balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • De overnames (Volksbank Leasing Slovakia) in 2015 waren relatief beperkt en hadden op het niveau van de groep geen noemenswaardige invloed op het resultaat, de balans of de kapitaalpositie.
  • De totale invloed op het nettoresultaat van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten samen was verwaarloosbaar.
  • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in Toelichtingen 1b, 5 en 18–29, en in het hoofdstuk Risicobeheer.
  • Om meer inzicht te verschaffen in de bedrijfsresultaten gaven we in vorige jaarverslagen, naast de winst-enverliesrekening volgens IFRS, ook een aangepaste

voorstelling van de winst-en-verliesrekening. Daarin namen we een beperkt aantal niet-operationele elementen (invloed van legacy-activiteiten in verband met desinvesteringen en CDO's, en van de waardering van het eigen kredietrisico) niet op in de gebruikelijke posten. Ook herschikten we in die aangepaste versie bepaalde marktactiviteitgebonden resultaten in de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. U vindt daarover meer informatie in onze vorige jaarverslagen. Aangezien de invloed van de legacy-activiteiten (na de voltooiing van het desinvesteringsplan en de afbouw van de CDO-portefeuille) onbelangrijk is geworden, en om onze rapportering te vereenvoudigen, hebben we die aangepaste resultaten afgeschaft en bespreken we vanaf nu alleen nog de IFRS-resultaten. Dat geldt ook voor de segmentinformatie (Toelichting 2 bij de Geconsolideerde jaarrekening), waarvoor we ook retroactief aangepaste IFRS-cijfers van 2014 hebben toegevoegd.

Focus op de divisies

Onze divisies

Divisie Internationale Markten omvat de activiteiten in de andere Centraal- en Oost-Europese kernlanden, met name CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇ a in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije en CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, en ook de activiteiten van KBC Bank Ireland in Ierland.

De managementstructuur van onze groep hebben we opgebouwd rond drie divisies: België, Tsjechië en Internationale Markten. Die laatste omvat de andere kernlanden in Centraalen Oost-Europa (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en Ierland.

Divisie België omvat de activiteiten van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en van hun Belgische dochtervennootschappen, met als belangrijkste CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep, KBC Securities en KBC Group Re.

De economische context

België

Na een behoorlijke eerste jaarhelft deed een tanend vertrouwen van gezinnen en bedrijven de groei tijdens de zomer wat terugvallen, maar naar het jaareinde toe klaarde de conjunctuur weer op. Per saldo bedroeg de groei 1,4%, voor het eerst sinds 2006 beneden het gemiddelde van de eurozone. Meer nog dan in de voorgaande jaren droeg vooral de gezinsconsumptie positief bij tot de groei. Het herstel van de bedrijfsinvesteringen bleef evenwel bescheiden. Dat kwam ook tot uiting in een zwakke ontwikkeling van de bedrijfskredieten. Pas in de tweede jaarhelft werd daarin een herleving zichtbaar. De woningbouw ontwikkelde zich zwak en de secundaire woningmarkt zette een zachte landing in. Toch was de groei van de woningkredieten dynamischer dan verwacht, omdat veel gezinnen gebruik bleven maken van de lage rente. Dat zorgde voor een groeivertraging bij de uitstaande deposito's. Daarnaast waren beleggingsfondsen erg in trek. De Belgische concurrentiekracht evolueerde gunstig, onder andere dankzij de volgehouden loonmatiging. Samen met werkgelegenheidsmaatregelen van de regionale overheden bevorderde die ook de jobcreatie. De inflatie liep op, van -0,7% in januari tot 1,5% in december. Dat hield verband met prijsaanpassingen op initiatief van de overheid, zoals het wegvallen van het effect van de btw-verlaging op elektriciteit in april 2014, de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs en een nieuwe btw-verhoging op elektriciteit naar het jaareinde toe. De onzekerheid over een mogelijke grexit deed de rentespread van de Belgische 10-jaarse OLO ten opzichte van de overeenstemmende Duitse staatsobligaties begin juli kortstondig toenemen tot boven

50 basispunten, maar voor het overige schommelde die meestal rond 30 basispunten. We verwachten dat de reële bbp-groei in 2016 ongeveer 1,4% bedraagt.

Tsjechië

Na Ierland was Tsjechië in 2015 de best presterende economie in de Europese Unie. Dankzij de binnenlandse vraag verdubbelde de reële bbp-groei tot 4,3%, meer dan twee keer zo sterk als in het geheel van de EU. De gezinsconsumptie kreeg steun van reële loonstijgingen en banencreatie, terwijl een inhaalbeweging in de benutting van de Europese cohesiefondsen de overheidsinvesteringen een belangrijke impuls gaf. Ook de bedrijfsinvesteringen groeiden behoorlijk fors. Toch droegen ze niet bij tot de bbp-groei, omdat er voornamelijk voor werd ingevoerd. Ze gaven wel een krachtige impuls aan het bankkrediet aan bedrijven. Historisch lage interestvoeten en een verbeterende arbeidsmarkt zorgden voor nog een versnelling van de groei van de woningkredieten.

De relatief gunstige conjunctuur ging gepaard met sterke werkgelegenheidsgroei en een significante daling van de werkloosheidsgraad. Eind 2015 bedroeg die nog maar 4,5% van de beroepsbevolking, tegenover een piek van 7,8% begin 2010. De inflatie bleef heel het jaar net boven 0% schommelen, dus ver beneden de doelstelling van de centrale bank van 2%. Het monetaire beleid bleef dan ook expansief. De lage rente belette niet dat de depositogroei stevig bleef, maar ook beleggingsfondsen en aandelen waren erg in trek.

We verwachten dat de reële bbp-groei in 2016 zal verzwakken tot naar raming 2,5%, doordat de impuls van Europese fondsen voor overheidsinvesteringen zal wegvallen.

Onderliggend blijft de binnenlandse vraag evenwel gezond, met een aangehouden groei van de gezinsconsumptie.

Internationale Markten

Net als in Tsjechië profiteerde de investeringsgroei ook in andere Centraal-Europese landen van de inhaalbeweging in de benutting van de Europese cohesiefondsen. Ook in Slowakije, Hongarije en Bulgarije lag de reële bbp-groei daardoor ruim boven het EUgemiddelde, namelijk respectievelijk 3,5%, 2,8% en 2,7%. In Bulgarije werd de groei vooral gedreven door de netto-uitvoer, terwijl in Slowakije en Hongarije de binnenlandse vraag de voornaamste groeimotor was. Sterke reële loonstijgingen en een forse daling van de werkloosheid ondersteunden er de gezinsconsumptie. Dalende energieprijzen deden de inflatie in Hongarije heel het jaar rond 0% schommelen en zorgden in Slowakije en Bulgarije zelfs voor negatieve inflatie. Net als elders namen de rentespreads van Slowakije, Hongarije en Bulgarije ten opzichte van Duitsland tijdens de Griekse crisis tijdelijk lichtjes toe.

In Slowakije ging de stevige binnenlandse vraag gepaard met een aanhoudend sterke groei van de kredietverlening aan gezinnen en een herleving van het bedrijfskrediet. In Bulgarije bleef de groei van de kredietverlening echter zwak en Hongarije geraakte nog niet uit de greep van de schuldafbouw, ondanks het stimuleringsprogramma van de centrale bank. Die lanceerde in november een nieuw groeisteunprogramma om de kredietverstrekking aan kmo's verder te stimuleren. De Hongaarse centrale bank gaf ook te kennen de beleidsrente wellicht tot het najaar van 2017 ongewijzigd te

zullen laten. Daaruit blijkt haar bezorgdheid over het verdere conjunctuurverloop. We verwachten dat de reële bbp-groei in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in 2016 door het wegvallen van de inhaalbeweging van financiering uit de Europese cohesiefondsen wat zal vertragen tot respectievelijk 3,3%, 2,4% en 2,5%.

Van alle industrielanden realiseerde Ierland de sterkste economische groei in 2015 (7,2%). De groei van de uitvoer bleef robuust en de binnenlandse vraag trok sterk aan. Groeibevorderende elementen waren de daling van de olieprijs, de ruilvoetverbetering, de lage inflatie, de stevige werkgelegenheidscreatie, het soepeler begrotingsbeleid en de inhaalvraag na de diepe crisis. De sterke economische groei helpt bij de vermindering van de schuld, die niettemin nog altijd hoog is. Verdere schuldafbouw deed de uitstaande kredietvolumes bij de banken dan ook verder dalen, terwijl gezins- en bedrijfsdeposito's in een stevig tempo groeiden. In 2016 zal de economische groei weliswaar vertragen, maar nog altijd zeer stevig blijven.

We zijn voor alle landen uitgegaan van prognoses van begin 2016. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.

Macro-economische België Tsjechië Hongarije
Slowakije
Bulgarije Ierland
indicatoren* 2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014 2015
Groei van het bbp (reëel) 1,3% 1,4% 2,0% 4,3% 3,7% 2,8% 2,5% 3,5% 1,5% 2,7% 5,2% 7,2%
Inflatie (gemiddelde
jaarstijging van de
consumptieprijzen in %)
0,5% 0,6% 0,4% 0,3% 0,0% -0,1% -0,1% -0,3% -1,6% -1,0% 0,3% -0,1%
Werkloosheidsgraad (in %
van de beroepsbevolking,
jaareinde, Eurostat
definitie)
8,6% 7,9% 5,8% 4,5% 7,3% 6,3% 12,4% 10,6% 10,2% 8,8% 10,2% 9,0%
Financieringssaldo overheid
(in % van het bbp)
-3,1% -2,8% -1,9% -1,9% -2,5% -2,3% -2,8% -2,7% -5,8% -2,8% -3,9% -1,5%
Overheidsschuld (in % van
het bbp)
106,7% 106,5% 42,7% 41,0% 76,2% 75,8% 53,5% 52,7% 27,0% 31,8% 107,5% 96,0%

* Gegevens voor 2015 zijn gebaseerd op schattingen van begin 2016.

Waar staan we in elk van onze landen?

De onderstaande tabel geeft een indicatie van onze aanwezigheid (merken, netwerk) en ons belang (klanten, kredietportefeuille, deposito's, marktaandelen) per land.

Marktpositie, 20151 België Tsjechië Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
Belangrijkste merken KBC, CBC, KBC
Brussels
CˇSOB K&H CˇSOB CIBANK, DZI KBC Bank Ireland
Netwerk 783
bankkantoren
316
bankkantoren2
209
bankkantoren
125
bankkantoren
100
bankkantoren
17 bankkantoren
441
verzekerings
agentschappen
Verzekeren via
verschillende
kanalen
Verzekeren via
verschillende
kanalen
Verzekeren via
verschillende
kanalen
Verzekeren via
verschillende
kanalen
Diverse online
kanalen
Diverse online
kanalen
Diverse online
kanalen
Diverse online
kanalen
Diverse online
kanalen
Diverse online
kanalen
Klanten
(miljoenen, schatting)
3,5 4,0 1,6 0,6 0,6 0,2
Kredietportefeuille (miljarden euro) 93 20 4,5 6,0 0,9 13,9
Deposito's en schuldpapier
(miljarden euro)
111 24 5,9 5,3 0,7 5,3
Marktaandelen
- bankproducten
- beleggingsfondsen
- levensverzekeringen
21%
40%
13%
19%
26%
7%
10%
18%
4%
11%
7%
4%
3%

12%
–3

- schadeverzekeringen 9% 7% 5% 3% 10%

1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende maatschappijen van de groep in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België bedraagt het marktaandeel voor retail (exclusief groepsverzekeringen) 17%, gebaseerd op reserves; voor de andere landen is het marktaandeel in levensverzekeringen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. Tot Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC (10 kantoren; totale kredietportefeuille circa 5 miljard euro). In Tsjechië werkt de groep via verschillende merken waaronder CˇSOB, Era, PSB, CˇMSS en Hypotecˇní banka. 2 CˇSOB Bank en Era.

3 Retailmarktaandeel: 11% voor woningkredieten, 6% voor deposito's.

In bijna al onze landen bieden we een brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings- en andere financiële producten aan. Daarbij ligt de focus op privépersonen, kmo's en vermogende klanten. De dienstverlening aan bedrijven omvat bovendien nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate finance. In Bulgarije bieden we voorlopig nog geen assetmanagementproducten aan en in Ierland hebben we alleen een bancaire dochtermaatschappij.

In alle landen, met uitzondering van Ierland, positioneren we ons bovendien als bankverzekeraar, maar de uitrol van ons bankverzekeringsconcept verschilt van markt tot markt.

In België treedt ons bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een belangrijk kenmerk van ons model in België is de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.

In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we ten laatste in 2017 een geïntegreerd distributiemodel creëren dat commerciële synergieën mogelijk maakt.

Waar willen we naartoe en wat realiseerden we in 2015?

In 2014 maakten we tijdens een Investor Day onze toekomstplannen en vernieuwde strategie bekend. We definieerden ook verschillende financiële en niet-financiële doelstellingen per land. U vindt daarover meer in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

Hierna geven we een selectie van specifieke initiatieven en realisaties per divisie.

België

  • We blijven inzetten op onze omnikanaalstrategie, wat betekent dat we blijven investeren in ons kantorennet, onze regionale adviescentra, onze websites en mobiele apps. Om de toegankelijkheid voor onze klanten verder te verhogen, willen we de beleving in het fysieke bankkantoor en de onlinebeleving naadloos op elkaar laten aansluiten. Op die manier staan we dicht bij onze klanten in België, altijd en overal.
  • Het potentieel van Brussel willen we efficiënter benutten via het aparte merk KBC Brussels, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt.
  • We willen met CBC het groeipotentieel op het vlak van bankverzekeren in specifieke marktsegmenten verder aanboren en onze aanwezigheid in Wallonië, evenals onze toegankelijkheid en dienstverlening uitbreiden door nieuwe verzekeringsagentschappen en bankkantoren te openen en bestaande bankkantoren te verplaatsen.

  • Dat alles komt boven op de verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel in België. We mikken voor de komende jaren op een toename van onze bankverzekeringsopbrengsten met gemiddeld minimaal 5% per jaar, onder meer door het aanbieden van digitale oplossingen en specifieke bankverzekeringsinitiatieven voor bepaalde doelgroepen.

  • Onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving overstijgt het aanbieden van gepaste producten en diensten. Ze uit zich ook in de diverse initiatieven die we nemen op het gebied van, onder meer, milieubescherming, financiële geletterdheid, ondernemerschap en de vergrijzingsproblematiek.

Enkele realisaties in 2015

  • We openden 5 regionale adviescentra verspreid over de 5 Vlaamse provincies, die, met uitgebreide openingsuren en vanop afstand, advies op maat aanbieden.
  • We lanceerden KBC Touch voor online bankverzekeren voor particulieren en voor ondernemers, dat tot stand kwam na intens overleg met klanten. We introduceerden eenvoudige rekeningpakketten, contactloze debetkaarten, de beleggers-app KBC Invest, de Bolero-app voor iPhone, een app voor Apple Watch, enz.
  • We openden FarmCafe, een digitaal platform voor land- en tuinbouwers, en we stelden 100 relatiebeheerders aan speciaal voor medische vrije beroepen.
  • We zijn gestart met KBC Brussels. We werkten aan een supportteam in de Europese wijk en organiseerden diverse klantenevenementen. De bestaande KBC- en CBC-kantoren in Brussel worden geherpositioneerd.
  • We rolden de groeistrategie in Wallonië uit: we openden zes nieuwe bankkantoren, verhuisden tien bestaande bankkantoren naar betere locaties, openden acht verzekeringsagentschappen, lanceerden een eerste virtueel kantoor en startten de werken aan het nieuwe hoofdkantoor in Namen.
  • We namen verschillende initiatieven voor startende ondernemingen en groeiers: we lanceerden de KBC Clickshop, waarmee klanten zelf een webwinkel kunnen bouwen, en KBC Paypage, om betalingen in de webwinkel te beheren, we bouwden Start it @kbc verder uit, waarmee KBC en een aantal partners startende ondernemingen in Vlaanderen helpen, we zijn gestart met het Bolero-crowdfundingplatform (een platform waar investeerders startende ondernemers financieel kunnen steunen), we lanceerden de PopUpWebShop-campagne om lokale ondernemers te ondersteunen, enz.
  • Ons bankverzekeringsconcept bleef succesvol: eind 2015 had al een vijfde van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank minstens drie bankproducten én drie verzekeringsproducten van KBC. Nog een voorbeeld: tussen 8 en 9 op de 10 klanten met een woningkrediet heeft ook een KBC-Woningpolis. Na een lichte daling in 2014 groeiden onze brutobankverzekeringsopbrengsten opnieuw aan in 2015.
  • We namen diverse initiatieven op het gebied van milieubescherming, preventie, bestrijding van kansarmoede en ontwikkeling van de lokale markt, zoals onze deelname aan de Week van de mobiliteit, onze steun aan Kom op tegen Kanker, de samenwerking met Close The Gap en de koppeling van het niet-recurrente resultaatsgebonden voordeel voor de medewerkers aan het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen. We organiseerden opnieuw een stakeholdersdebat, waar we ons Verslag aan de samenleving voorstelden en ingingen op vragen van onze stakeholders.

Prijzen

Bij de Beste werkgevers in België (Great Place to Work®) – Goud voor de campagne Alles kan beter in de categorie Geïntegreerde communicatie en zilver in de rubriek B2B (Best of Activation Awards) – Best new product or Service Innovation voor Bolero Crowdfunding (Efma Awards) – Best Private Bank van België (Private Wealth Magazine en Euromoney) – Social Media Insurance Award en Social Media Insurance Event Award (Financelab) – enz.

Tsjechië

  • We willen meerwaarde voor onze klanten creëren door over te stappen van hoofdzakelijk kanaalgerichte naar meer klantgerichte oplossingen, gebaseerd op een geïntegreerd model dat klanten, derde partijen en onze bank-verzekeraar samenbrengt.
  • We zullen ook nieuwe niet-financiële producten en diensten aanbieden om de klanten een meerwaarde te bieden en de klanttevredenheid verder te verhogen.
  • Onze Tsjechische groepsmaatschappijen zullen zich nog meer concentreren op het vereenvoudigen van producten, IT, de organisatie, het bankdistributienetwerk, het hoofdkantoor en de branding, om nog kostenefficiënter te worden.
  • We willen ook onze bankverzekeringsactiviteiten opvoeren door onder meer een vooruitstrevend en flexibel prijsmodel te introduceren, gecombineerde bank- en verzekeringsproducten te ontwikkelen en de verkoopteams voor verzekeringen te versterken.
  • We willen blijven groeien in de domeinen waarin we traditioneel sterk zijn, zoals kredieten aan bedrijven en woningkredieten. In gebieden waarin we nog niet ons volledige potentieel aangeboord hebben, willen we stappen voorwaarts zetten. Daarbij denken we aan de aantrekkelijke markt van kredieten aan kmo's en aan consumentenkredieten.
  • Onze maatschappelijke betrokkenheid in de Tsjechische samenleving overstijgt het aanbieden van gepaste producten en diensten. Ze uit zich ook in de diverse initiatieven die we nemen op het gebied van verantwoord ondernemen, scholing, verscheidenheid en milieubescherming.

Enkele realisaties in 2015

  • We lanceerden verschillende nieuwe producten en diensten, waaronder een nieuwe toepassing voor mobiele telefoons (Smart OTP), een prepaid kaart (COOL karta), een aantal flexibele fondsen (Cˇ SOB Flexibilní portfolio en Cˇ SOB Flexibilní plán), nieuwe levensverzekeringsproducten (Cˇ SOB Kvarteto) en een moderne allesomvattende woningverzekering (Our Home) en we introduceerden digitale klantendocumenten en biometrische handtekeningen. We lanceerden ook de campagne Het Gat in de Markt, die bewoners en ondernemers samenbrengt en informeert over initiatieven die in hun buurt ontbreken en er een meerwaarde zouden kunnen bieden.
  • We werkten aan de vereenvoudiging van ons bedrijfsmodel, met initiatieven inzake governance, organisatie en procesvereenvoudigingen. Bovendien lanceerden we een nieuwe website, die een eenvoudige en comfortabele navigatie biedt, gebaseerd op situaties uit het dagelijkse leven van de klant.
  • We namen nieuwe initiatieven inzake bankverzekeren, waaronder het aanbieden van verzekeringsproducten via smartbanking, het verder uitbreiden van het aantal verzekeringsspecialisten in het bankkantorennetwerk en in het callcenter en de lancering van nieuwe schadeverzekeringsproducten, onder meer bij CˇMSS. Na een stijging met 10% in 2014 namen onze brutobankverzekeringsopbrengsten toe met 18% in 2015.
  • We realiseerden een behoorlijke groei in de domeinen waarin we willen groeien, zoals consumentenkredieten (+5% in 2015) en kmo-kredieten (+4% in 2015).
  • We namen diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid. Zo blijkt onze continue aandacht voor het milieu uit het gebruik van hernieuwbare energie in ons hoofdkantoor. De strijd tegen uitsluiting wordt concreet door onze rolstoelvriendelijke kantoren, geldautomaten die zijn aangepast voor mensen met een visuele handicap, de eScribe-transition service voor mensen met gehoormoeilijkheden, financiële educatie via het Cˇ SOB Education Programme, het Education Fund en Blue Life Academy. In 2015 organiseerde Cˇ SOB bovendien een uitgebreid stakeholdersdebat, waar het zijn duurzaamheidsaanpak besprak met de verschillende belanghebbenden.

Prijzen

Cˇ SOB bij de Beste werkgevers in Tsjechië (Sodexo) – Cˇ SOB beste bank in Tsjechië (Euromoney, The Banker, Global Finance, Hospodárˇské noviny) – Cˇ SOB Best Private Bank van Tsjechië (Euromoney, Professional Wealth Management / The Banker) – Cˇ SOB Golden Certificate for Responsible Reporting (TOP Responsible Company 2015) – enz.

Internationale markten

  • In Hongarije en Slowakije willen we gaan van een kantoorgericht naar een hybride distributiemodel. Dat is ook het geval voor Bulgarije, zij het in een trager tempo. In Ierland positioneren we ons als koploper op het vlak van hybride distributie.
  • K&H in Hongarije zal met zijn liquiditeitssurplus de lokale economie blijven ondersteunen, zijn marktaandeel in belangrijke segmenten verhogen en zijn efficiëntie en winstgevendheid verder verbeteren. Voor de bankactviteiten blijven klantenwerving, share of wallet-acties en kostenbeheersing de prioriteit. De groei van de verzekeringsactiviteiten zal vooral komen van de verkoop in de bankkantoren, en voor Niet-leven via (internet-) makelaars en agenten.
  • In Slowakije willen we de inkomsten aanzienlijk zien stijgen, vooral in de retailactivaklassen (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering en leasing), wat, samen met kostenbeheersing, voor een positieve trend in de kosteninkomstenratio moet zorgen.
  • In Bulgarije concentreert CIBANK zich op specifieke klantensegmenten binnen een robuust risicokader. DZI concentreert zich op producten met hoge marges, operationele efficiëntie, vereenvoudiging en uitmuntende dienstverlening aan de klant. De samenwerking tussen DZI en CIBANK wordt verder uitgebreid door producten (onder meer Unit-Linked) en distributiekanalen verder te ontwikkelen.

  • In Ierland evolueren we naar een retailbank met een volledig productaanbod. De distributie moet meer en meer via eigen kanalen verlopen, inclusief online, mobiel en via een contactcenter, ondersteund door een flexibele fysieke aanwezigheid (hubs, mobiele banken en adviseurs) in belangrijke stedelijke gebieden. We willen sterk groeien in nieuwe particuliere hypotheekleningen, het aanbod van retailproducten uitbreiden en de lokale depositowerving verder uitbouwen. De bestaande portefeuille van kredieten aan bedrijven en kmo's wordt verder ingekrompen.

  • In alle landen streeft KBC naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak. Dat uit zich in onze omgang met personeel en klanten en ons engagement tegenover de maatschappij.

Bulgarije

Ierland

Enkele realisaties in 2015

  • In alle landen van de divisie haalden we in 2015 een duidelijk hoger resultaat dan in 2014.
  • In Slowakije versterkten we onze positie door de overname van Volksbank Leasing Slovakia, een universele leasingmaatschappij met een marktaandeel van ongeveer 6% op de Slowaakse leasingmarkt.
  • In Ierland openden we nieuwe retailhubs en breidden we het team van mobile advisors uit. We lanceerden een nieuwe website en een verbeterde mobiele app en breidden ons productaanbod uit met assetmanagementproducten en autoverzekeringen (in partnership). Het aantal klanten en het aantal producten per klant nam toe.
  • In Hongarije is de conversie van de hypotheken in vreemde munten naar forint achter de rug. We realiseerden een sterke groei in de verkoop van verzekeringen via ons bankkanaal en een groei van onze marktaandelen, met een sterke positie in nieuwe hypotheekproductie en verzekeringen van rollend materieel.
  • In Bulgarije nam ons aandeel in de bancaire markt toe en verbeterde de technische performance van de verzekeringsactiviteiten bij een stijgend marktaandeel.
  • We maakten ons maatschappelijke engagement concreet met diverse initiatieven. Zo biedt K&H in Hongarije financiële en materiële hulp voor zieke kinderen met zijn K&H MediMagicprogramma en ondersteunt het met K&H for the underprivileged de meest benadeelde microregio's. K&H promoot financiële educatie met zijn nationale wedstrijd K&H Ready, Steady, Money. Financiële educatie is ook de focus van het Cˇ SOB Head and Heel Programme in Slowakije, waarbij scholieren worden aangemoedigd een creatieve aanpak te vinden voor een financieel onderwerp. Cˇ SOB in Slowakije organiseert ook de Cˇ SOB Bratislava Marathon, waaraan diverse liefdadigheidsprojecten zijn verbonden, en steunt met zijn Employee Grant Programme ook diverse ngo's. In Bulgarije vierde CIBANK zijn 20-jarige bestaan door 20 kleine lokale gemeenschappen te ondersteunen met duurzame initiatieven. KBC Bank Ireland ondersteunt de projecten Barretstown en Barnardos, die focussen op het welzijn van kinderen.

Prijzen

KBC Bank Ireland werd uitgeroepen tot bank met de Best Corporate Reputation (Rep Track) en beloond met de Product Innovation Award (Temenos Community Forum Istanbul) – Cˇ SOB is Best Trade Finance Bank in Slowakije (Global Finance Magazine) – Cˇ SOB Poist'ovnˇ a is Insurer of the Year in Slowakije (Trend) – K&H is een van de National Champions in de categorie Customer Focus bij de European Business Awards en ontving de MAF Award voor zijn initiatief Ready, Steady, Money – enz.

Hoe dragen de divisies bij tot het groepsresultaat?

België

In 2015 haalde de divisie België een nettoresultaat van 1 564 miljoen euro, tegenover 1 516 miljoen euro het jaar daarvoor.

De belangrijkste inkomstenpost, de nettorente-inkomsten, bedroeg 2 819 miljoen euro in 2015. Dat is een daling van 3%, maar gezien de context van lage rente – en dus lage herbeleggingsopbrengsten – blijft het toch een behoorlijke prestatie. Dat was mogelijk dankzij lagere financieringskosten, de verlaging van de rente op spaarrekeningen en hogere kredietgerelateerde rente-inkomsten (onder meer dankzij woningkredieten). Bovendien leidde het hoge niveau van herfinancieringen van woningkredieten in de eerste jaarhelft van 2015, net zoals in de tweede helft van 2014, tot een hoog bedrag aan ontvangen vervroegdeterugbetalingsrente, maar ook tot een daaraan gerelateerd negatief hedgingeffect (pro rata financieringsverliezen). Qua volume stegen onze leningen en voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (88 miljard euro eind 2015), met 3% en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (111 miljard euro eind 2015),

groeiden aan met 5%. De gemiddelde nettorentemarge daalde van 2,01% in 2014 naar 1,91% in 2015. De nettoprovisie-inkomsten (1 280 miljoen euro) stegen sterk, met 11%. Dat was vooral te danken aan de sterke prestaties van onze assetmanagementactiviteiten, die resulteerden in een flinke groei van de inkomsten uit beleggingsfondsen (vooral de beheersvergoedingen). Het totale beheerde vermogen in België steeg met niet minder dan 13% tot 194 miljard euro, door een combinatie van een nettovolumetoename (+8%) en de waardestijging van de activa zelf (+4%). Onze verzekeringsactiviteiten genereerden 1 958 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 969 miljoen euro voor levensverzekeringen en 989 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 3% (vooral in de takken Motorrijtuigen en Brand en andere schade aan goederen) en een daling van de schadeclaims met 10% (in 2014 was er een sterk negatieve invloed van stormen, weliswaar grotendeels gecompenseerd door herverzekeringen). De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam bijgevolg

uit op een zeer goede 90%, beter dan het jaar voordien (94%). De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten) bereikte 1,4 miljard euro. Die daling met 12% is vooral een gevolg van lagere verkopen van tak 23-producten in 2015 (-26%). Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven 26,7 miljard euro, 1% meer dan eind 2014. De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (149 miljoen euro, iets meer dan in 2014, en vooral op aandelen), de ontvangen dividenden op de effecten in onze portefeuilles (65 miljoen euro, ook iets beter dan in 2014), de trading- en reëlewaarde-inkomsten (162 miljoen euro, significant beter dan in 2014, vooral door de positieve impact van de waardestijging van de derivaten gebruikt voor balansbeheer, die het lagere dealingroomresultaat en diverse negatieve marktwaardeaanpassingen meer dan compenseert) en de overige inkomsten (207 miljoen euro, iets lager dan in 2014). Die laatste post omvat, naast de gebruikelijke posten (resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.), ook diverse eenmalige zaken.

Onze kosten stegen in 2015 met 4% tot 2 373 miljoen euro. Daarbij spelen verschillende elementen mee, onder andere hogere speciale bankentaksen (onder meer door de bijdrage aan het European Resolution Fund), hogere pensioenkosten en lagere marketing- en communicatiekosten. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosteninkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg nog altijd een uitstekende 50%, ruwweg hetzelfde niveau als in 2014. Zonder éénmalige zaken was dat 53%, tegenover 49% in 2014.

De kredietvoorzieningen waren relatief beperkt in 2015. Ze bedroegen 177 miljoen euro, 14% minder dan in 2014. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen bijgevolg maar 19 basispunten in 2015, tegenover 23 basispunten het jaar voordien. Eind 2015 was ongeveer 3,8% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,3% eind 2014. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 2,2% uit van de kredietportefeuille (net als in 2014).

Tsjechië

In 2015 behaalde de divisie Tsjechië een nettowinst van 542 miljoen euro, tegenover 528 miljoen euro in 2014.

Ondanks lage rentes en rentemargevernauwing stegen onze totale opbrengsten. De belangrijkste opbrengstenpost, de nettorente-inkomsten, leed onder het lagerenteklimaat en de daarmee verbonden lagere herbeleggingsopbrengsten, maar kon de daling beperken tot 2%, tot 845 miljoen euro, en zelfs tot minder dan 1% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder wisselkoersimpact. De belangrijkste positieve elementen daarbij waren de verlaging van de rente op spaarrekeningen en de sterke volumegroei, zowel voor kredietverlening als voor depositowerving. Wat dat laatste betreft: onze leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (18 miljard euro eind 2015) stegen met 8% in 2015 en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (24 miljard euro eind 2015) groeiden aan met 6% in een jaar tijd. De gemiddelde nettorentemarge daalde van 3,18% in 2014 naar 3,03% in 2015. De nettoprovisie-inkomsten (201 miljoen euro) bleven een sterkhouder in 2015, met een verdere groei van 4%. Dat was vooral te danken aan de sterke prestaties van de assetmanagementactiviteiten in 2015, die resulteerden in een flinke groei van de beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen, onder meer dankzij de groei van het beheerde vermogen. Dat totale beheerde vermogen in Tsjechië steeg in 2015 met 19% tot bijna 9 miljard euro, door een combinatie van een nettovolumetoename (+12%) en de waardestijging van de activa zelf (+7%).

Onze verzekeringsactiviteiten in Tsjechië genereerden in totaal 420 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 243 miljoen euro voor levensverzekeringen en 177 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 7% (vooral in de takken Motorrijtuigen en Brand en andere schade aan goederen) en een stijging van de schadeclaims met 8%. De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam daardoor uit op een goede 94%, hetzelfde niveau als het jaar voordien. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 0,2 miljard euro, de helft hoger dan in 2014 dankzij een hoger aantal uitgiften van Maximal Invest-producten. Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van Divisie Tsjechië 1,0 miljard euro, ongeveer op hetzelfde niveau als eind 2014.

De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (12 miljoen euro), trading- en reëlewaardeinkomsten (98 miljoen euro in 2015, tegenover 62 miljoen euro in 2014, onder meer door de positieve impact van de waardestijging van de derivaten gebruikt voor balansbeheer, en hogere dealingroominkomsten) en overige inkomsten (23 miljoen euro).

De kosten in Tsjechië stegen in 2015 met 4% tot 617 miljoen euro (3% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder wisselkoersimpact). Daarbij spelen verschillende elementen mee, onder andere hogere kosten voor ICT, facilitaire diensten en andere administratieve kosten, die de iets lagere personeelskosten en afschrijvingen meer dan compenseerden. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg daardoor nog altijd een goede 48%, ongeveer hetzelfde niveau als in 2014.

De kredietvoorzieningen bleven beperkt in 2015. Ze bedroegen 36 miljoen euro, slechts 2 miljoen euro meer dan het lage niveau van 2014, ondanks enkele modelaanpassingen met negatief effect. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen dus maar 18 basispunten voor 2015, ongeveer hetzelfde niveau als het jaar voordien. Eind 2015 was ongeveer 3,4% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 3,8% eind 2014. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 2,5% uit van de kredietportefeuille (2,9% in 2014).

Internationale markten

In 2015 bedroeg het nettoresultaat van de divisie Internationale Markten 245 miljoen euro, tegenover -182 miljoen euro het jaar daarvoor. Die verbetering heeft voor een groot deel te maken met Hongarije (in 2014 moesten we daar voor een aanzienlijk bedrag voorzieningen aanleggen in verband met nieuwe wetgeving op retailkredieten) en Ierland (sterke daling van de aanleg van kredietvoorzieningen). Per land bedroeg het nettoresultaat 131 miljoen euro voor Hongarije, 82 miljoen euro voor Slowakije, 18 miljoen euro voor Bulgarije en 13 miljoen euro voor Ierland.

De nettorente-inkomsten van de divisie bedroegen 711 miljoen euro in 2015. Dat is 5% meer dan in 2014 en vooral te danken aan de lagere financierings- en liquiditeitskosten in Ierland en in mindere mate aan volumegroei in onder meer Slowakije. Wat het laatste betreft: de leningen in voorschotten aan klanten van de volledige divisie, zonder reverse repo's (21 miljard euro), bleven ruwweg gelijk in 2015. Daarbij werden de stijgingen in Slowakije (+16%, vooral dankzij de woningkredieten) en Bulgarije (+9%) tenietgedaan door een daling in Ierland (-4%, onder meer door de afbouw van bedrijfskredieten) en Hongarije (-7%). De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (17 miljard euro eind 2015), stegen met 15%. Dat is voor het grootste deel te danken aan de depositocampagne in Ierland (+26%). De deposito's groeiden ook aan in Slowakije (+8%), Bulgarije (+15%) en Hongarije (+12%). De gemiddelde nettorentemarge steeg van 2,41% in 2014 naar 2,55% in 2015. Bij de nettoprovisie-inkomsten (206 miljoen euro) noteren we een kleine daling van 1%, vooral op het conto van Bulgarije, terwijl de nettoprovisie-inkomsten in de andere landen stabiel bleven of licht vooruit gingen. De verzekeringsactiviteiten van de divisie hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Die

genereerden in totaal 259 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 90 miljoen euro voor levensverzekeringen en 169 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premieinkomsten met 11% (groei in alle landen) en namen de schadeclaims maar met 3% toe. De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg bijgevolg een goede 95%, iets beter dan het jaar voordien (96%). De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten) klokte af op 0,1 miljard euro, 17% hoger dan in 2014, vooral door hogere verkopen van tak 23-producten in Hongarije in 2015. Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van de divisie 0,6 miljard euro, 8% meer dan eind 2014, vooral door de toename in Hongarije.

De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (6 miljoen euro), trading- en reëlewaarde-inkomsten (76 miljoen euro) en de overige inkomsten (50 miljoen euro). Die laatste zijn beduidend beter dan in 2014 (een negatieve 227 miljoen euro),

toen die post werd beïnvloed door de aanleg van een voorziening van 231 miljoen euro om de gevolgen van de nieuwe Hongaarse wet over particuliere kredieten op te vangen (de Curia-voorziening; zie Toelichting 8 van de Geconsolideerde jaarrekening). Van die voorziening kon bovendien in 2015 ongeveer 34 miljoen worden teruggedraaid.

De kosten stegen in 2015 met een bescheiden 2% tot 752 miljoen euro. Het grootste deel van die stijging is gesitueerd in Ierland en heeft vooral te maken met de uitrol van de retailstrategie. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) van de divisie bedroeg daardoor 66%, ten opzichte van 92% in 2014. Dat laatste was uiteraard beïnvloed door de aanleg van de Curia-voorziening in Hongarije.

De kredietvoorzieningen bedroegen 82 miljoen euro in 2015, 191 miljoen euro minder dan in 2014, vooral dankzij de verbetering in Ierland (van 198 naar 48 miljoen euro). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen van de hele divisie 32 basispunten in 2015, tegenover 106 basispunten het jaar voordien. Per land was dat: 34 basispunten voor Ierland (tegenover 133 basispunten het jaar voordien), 12 basispunten voor Hongarije, 32 basispunten voor Slowakije en 121 basispunten voor Bulgarije. Eind 2015 was ongeveer 30% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 34% eind 2014. Dat hoge cijfer heeft vooral te maken met Ierland (eind 2015 maakten impaired kredieten daar 47% uit). Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 16% van de kredietportefeuille uit (19% in 2014).

Groepscenter

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies een Groepscenter. Dat bevat de resultaten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde aan kapitaal- en liquiditeitsbeheer gerelateerde kosten, kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties en de resultaten van de overblijvende maatschappijen en activiteiten die afgebouwd worden. Het Groepscenter bevat de resultaten van de legacy-activiteiten (CDO's en desinvesteringen) tot en met 2014 (daarna onbeduidend) en de waardering van het eigen kredietrisico.

In 2015 was het Groepscenter goed voor een nettoresultaat van 287 miljoen euro, tegenover -100 miljoen euro in het jaar daarvoor. Het omvat:

  • de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep (-96 miljoen euro tegenover -74 miljoen euro in 2014);
  • bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie (voor het bereiken van liquiditeits- en solvabiliteitsdoelstellingen op het niveau van de groep, o.a. de achterstellingskosten van de achtergestelde leningen – 12 miljoen euro tegenover -45 miljoen euro in 2014, vooral door lagere achterstellingskosten);
  • kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties (vooral financieringskosten – -76 miljoen euro tegenover -99 miljoen euro in 2014);
  • de resultaten van de af te bouwen ondernemingen (Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz. – 753 miljoen euro tegenover 110 miljoen euro in 2014). Dat kadert in het in 2009 door Europa goedgekeurde herstructureringsplan, dat een opsomming bevatte van de activiteiten die we moesten desinvesteren en eind 2014 al volledig uitgevoerd was (een lijst daarvan vindt u in het jaarverslag over 2014). Noteer:
  • Voor het dossier Antwerpse Diamantbank (ADB) kon de vroeger aangekondigde verkoop aan Yinren Group niet succesvol worden afgerond en beslisten we om de kredietdossiers en activiteiten van ADB geleidelijk en op geordende wijze af te bouwen. De afbouw gebeurde door een fusie door opslorping waarbij ADB opgenomen werd in KBC Bank NV. Dat gebeurde op 1 juli 2015, maar boekhoudkundig met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.
  • Het grote bedrag voor 2015 bevat ook 765 miljoen euro met betrekking tot de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. U vindt meer informatie daarover in Toelichtingen 5 en 16 van de Geconsolideerde jaarrekening.
  • -306 miljoen euro overige elementen. Die hebben vooral te maken met waardeverminderingen op goodwill met betrekking tot CIBANK (117 miljoen euro), DZI Insurance (34 miljoen euro) en Cˇ SOB in Slowakije (191 miljoen euro, met betrekking tot de vroegere acquisitie van Istrobanka). Zie verder in Toelichting 14 van de Geconsolideerde jaarrekening.
Resultaten per Divisie* (in miljoenen euro) België Tsjechië Internationale Markten
2014 2015 2014 2015 2014 2015
Nettorente-inkomsten 2 917 2 819 860 845 677 711
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 374 460 75 80 68 81
Verdiende premies 964 989 165 177 153 169
Technische lasten -590 -530 -89 -96 -86 -88
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -252 -243 24 26 12 16
Verdiende premies 1 004 969 160 243 84 90
Technische lasten -1 256 -1 212 -136 -216 -71 -73
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 19 -20 -7 -8 2 -6
Dividendinkomsten 49 65 0 0 0 0
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
44 162 62 98 73 76
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 115 149 9 12 16 6
Nettoprovisie-inkomsten 1 152 1 280 194 201 208 206
Overige netto-inkomsten 269 207 18 23 -227 50
Totale opbrengsten 4 688 4 878 1 235 1 277 828 1 141
Exploitatiekosten -2 282 -2 373 -594 -617 -740 -752
Bijzondere waardeverminderingen -251 -222 -36 -42 -284 -84
Op leningen en vorderingen -205 -177 -34 -36 -273 -82
Op voor verkoop beschikbare financiële activa -27 -38 0 -4 0 0
Op goodwill 0 0 0 -2 0 0
Op overige -19 -7 -3 0 -11 -2
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen -1 -1 23 23 0 0
Resultaat vóór belastingen 2 154 2 282 628 640 -196 305
Belastingen -638 -717 -100 -98 14 -60
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0
Resultaat na belastingen 1 517 1 565 528 542 -182 245
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij (nettoresultaat) 1 516 1 564 528 542 -182 245
Bankactiviteiten 1 205 1 230 501 516 -204 225
Verzekeringsactiviteiten 311 334 27 26 23 20
Holdingactiviteiten
Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) 42 919 42 157 12 345 12 919 18 425 19 424
Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) 868 891 67 72 44 48
Toegewezen kapitaal op einde periode 6 026 5 985 1 414 1 482 2 011 2 123
Rendement op toegewezen kapitaal 26% 26% 37% 37% -9% 12%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 50% 50% 48% 48% 92% 66%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringen 94% 90% 94% 94% 96% 95%

* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2014: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015.

Totale groep Groepscenter Waarvan
Ierland Bulgarije Slowakije Hongarije
2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014 2015 2014
4 308
4 311
-63 -146 202 149 47 43 214 210 248 274
512 -10 -6 0 0 35 21 20 20 27 27
1 266
1 319
-16 -16 0 0 76 71 29 27 65 55
-754 6 10 0 0 -41 -50 -9 -7 -38 -29
-216 0 -1 0 0 4 4 10 10 2 -1
1 247
1 301
0 0 0 0 23 16 52 53 15 15
-1 463
-1 502
0 0 0 0 -20 -12 -41 -43 -13 -16
16 6 2 0 0 -2 6 -1 -2 -3 -2
56 10 7 0 0 0 0 0 0 0 0
227 -121 49 -2 -7 2 2 16 15 60 62
150 23 10 1 0 0 0 2 2 3 14
1 573
1 678
-9 19 -3 -3 -2 1 47 46 160 160
94 17 34 0 -2 0 0 9 0 42 -225
6 720
7 148
-148 -31 198 138 83 77 317 301 539 307
-3 818
-3 890
-149 -203 -149 -132 -56 -52 -190 -185 -353 -368
-506 -399 65 -48 -207 -10 -10 -18 -18 -8 -49
-587 -28 -75 -48 -198 -10 -10 -18 -17 -6 -47
-29 -3 -1 0 0 0 0 0 0 0 0
0 -342 0 0 0 0 0 0 0 0 0
109 -25 142 0 -9 0 0 0 0 -2 -1
25 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0
2 420 -693 -166 1 -202 17 15 108 98 179 -109
-657 980 65 12 23 2 0 -26 -24 -47 15
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 763 287 -100 13 -179 18 15 82 75 131 -94
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 762
2 639
287 -100 13 -179 18 15 82 75 131 -94
1 470
2 403
432 -31 13 -179 12 11 74 65 125 -102
391 -26 30 0 0 6 5 8 10 6 8
-99 -119 -99
5 433 6 650 7 449 6 931 750 671 4 350 3 815 6 858 6 996
0 1 0 0 16 15 15 15 16 14
571 701 782 728 108 96 483 426 749 759
2% -28% 18% 16% 18% 18% 17% -12%
58% 75% 96% 65% 63% 60% 62% 65% 125%
94% 97% 101% 88% 83% 97% 96%

Hoe beheren we onze risico's?

Risicobeheer

KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, enz.

In dit hoofdstuk van het jaarverslag concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen. De algemene risico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRSjaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

  • Risicobeleid;
  • Kredietrisico: de inleiding, Kredietrisicobeheer op transactieniveau, Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau, de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten (geauditeerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij de tabel), de tabel Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland, Kredietherstructureringen, de tabel Andere kredietrisico's bankactiviteiten, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBCgroep, de tabel Kredietrisico op

(her)verzekeraars, per risicoklasse en de tabel Blootstelling aan overheidsobligaties;

  • Marktrisico in niet-tradingactiviteiten: de inleiding, de delen Beheer van het marktrisico in niet-tradingactiviteiten, Renterisico (met uitzondering van de tabellen Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep en Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten) en Wisselkoersrisico;
  • Liquiditeitsrisico: de inleiding, Beheer van het liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse;
  • Marktrisico in tradingactiviteiten: de inleiding, Beheer van het marktrisico en Risicoanalyse en -kwantificering;
  • Verzekeringstechnisch risico.

Risicobeleid

De belangrijkste kenmerken van ons risicobeleidsmodel zijn:

  • de Raad van Bestuur, bijgestaan door het Groepscomité Risico en Compliance (RCC), die jaarlijks de risicobereidheid en risicostrategie bepaalt en bewaakt. De Raad is ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een sterke en consequente groepswijde risicocultuur, gebaseerd op een volledig begrip van de risico's die de groep loopt en hoe die worden beheerd, rekening houdend met de risicobereidheid van de groep.
  • een geïntegreerde architectuur rond het Directiecomité die risicobereidheid, strategie en het bepalen van performancedoelstellingen aan elkaar koppelt;
  • het Risicobeheercomité en activiteitgebonden risicocomités gemandateerd door het Groepsdirectiecomité;
  • risicobewuste commerciële managers die optreden als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer binnen de groep;

• één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (CRO), lokale CRO's en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (samen met Compliance) de tweede verdedigingslinie en Interne Audit vormt de derde verdedigingslinie.

Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:

  • Groepsdirectiecomité:
  • doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over de risico- en kapitaalstrategie, de risicobereidheid en het algemene concept van het risicobeheerskader;
  • beslist over de niet-strategiegebonden bouwstenen van het risicobeheerskader en ziet toe op de implementatie ervan in de hele groep;
  • wijst kapitaal toe aan activiteiten om het risicogewogen rendement te maximaliseren;
  • treedt op als het belangrijkste risicocomité

Raad van Bestuur

en behandelt essentiële onderwerpen die de specifieke risicocomités of het Groeps-ALCO doorsturen;

  • bewaakt de voornaamste risicoblootstelling van de groep zodat die blijft overeenstemmen met de risicobereidheid.
  • Groeps-ALCO:
  • is een businesscomité dat het Groepsdirectiecomité bijstaat op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het comité behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico.
  • Risicocomités:
  • Het Risicobeheercomité helpt het Groepsdirectiecomité te beoordelen of het risicobeheerskader van KBC volstaat en nageleefd wordt, en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-Diensten van de KBC-groep.
  • Het Groepscomité Kredietverlening (GLC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en opvolgen van limieten voor kredietverlening (financierings-, liquiditeits- en ALM-kwesties met betrekking tot kredietverlening blijven de verantwoordelijkheid van het Groeps-DC/Groeps-ALCO).
  • Het Groepscomité Markten (GMC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en opvolgen van limieten met betrekking tot marktactiviteiten (tradingactiviteiten, met daarin niet alleen het marktrisico, maar ook het operationele en tegenpartijrisico).
  • Het Groepscomité Verzekeringen (GIC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het vaststellen, bewaken en

opvolgen van limieten met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten op groepsniveau.

  • Het Groepscomité Interne Controle (GICC) ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het bewaken en verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC.
  • In de hele groep zijn lokale chief risk officers (LCRO's) aanwezig volgens een logische segmentatie op basis van entiteit en/of divisie. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces. De onafhankelijkheid van de LCRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO.
  • Risico-integratie en -ondersteuning Groep en Kredietrisico Groep (samen de groepsrisicofunctie) hebben een aantal taken, waaronder de bewaking van risico's op overkoepelend groepsniveau, de ontwikkeling van risico- en kapitaalmodellen (terwijl de businessmodellen worden ontwikkeld door de business), onafhankelijke waarderingen van alle risico- en kapitaalmodellen, de ontwikkeling van risicokaders en advies geven en rapporteren over kwesties die worden behandeld door het Groepsdirectiecomité en de risicocomités.

Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Hierboven vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.

Risicocultuur

KBC wil een sterke risicocultuur bevorderen in zijn organisatie. De risicofunctie streeft ernaar dat risico een aandachtspunt van iedereen wordt, met als bedoeling de groep te helpen om een duurzame groei te creëren en het vertrouwen van de klanten te verdienen. De risicofunctie heeft als opdracht de business te inspireren, uit te dagen en van de nodige middelen te voorzien om zo het evenwicht tussen risico en rendement van zijn activiteiten uitmuntend te beheren, binnen het speelveld dat wordt bepaald door de risicobereidheid.

We zijn ervan overtuigd dat voor effectief en efficiënt risicobeheer een sterke risicocultuur erg belangrijk is. Ze bevordert bij alle medewerkers het besef dat risicobeheer een prioriteit is. Daar hoort ook bij dat duidelijk moet zijn welke risicogebonden praktijken en gedragingen verwacht, gewaardeerd en aangemoedigd worden.

Om te beoordelen of we op dat vlak vooruitgang boeken, stellen we onszelf de volgende vragen:

  • Wordt risicobeheer gewaardeerd binnen de organisatie?
  • Worden risico's proactief vastgesteld en doeltreffend aangepakt?
  • Worden risico's en inbreuken op het risicobeleid genegeerd, geminimaliseerd of door de vingers gezien?

Kredietrisico

Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij (bijvoorbeeld een kredietnemer), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar

• Is de directe leidinggevende een effectief rolmodel voor wenselijk risicogedrag?

In heel de groep hebben afzonderlijke entiteiten en diensten belangrijke stappen gezet om de risicocultuur in te voeren in hun respectieve organisaties. Met de bovenstaande vragen voor ogen zijn er allerlei lokale initiatieven opgestart om het risicobewustzijn te versterken. Het onderwerp stond ook boven aan de agenda van KBC's CRO Community, waar inzichten, best practices en ideeën gedeeld kunnen worden.

In 2015 waren er ook heel wat initiatieven in andere domeinen om de kwaliteit en de doeltreffendheid van de internecontroleomgeving verder te verbeteren. We herbekeken en vereenvoudigden onze overkoepelende risicobeheerskaders (RMF's) om te komen tot een beter en meer geconcentreerd risicobeheer. In het bijzonder hebben we het Three Lines of Defence-model van KBC grondig herzien. We zetten daarmee een belangrijke stap om duidelijke verantwoordelijkheid (accountability) te stimuleren voor het nemen van risico's, het verzekeren van toezicht en het creëren van onafhankelijke opinies die bijdragen tot de nodige zekerheid.

prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.

Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations/Rapporten/ Risicorapporten.

We beheren het kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het maximaal toegestane kredietrisico en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen, te bepalen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's, het nemen van risicobeperkende maatregelen en de optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel.

Kredietrisicobeheer op transactieniveau

We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.

Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een meer geïntegreerd acceptatieproces waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.

Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.

Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interne ratingschaal.

De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is, in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de status non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet impaired.

Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle beschikbare nieuwe informatie (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie, beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen voor de klant.

Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere

waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.

Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau

We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten, maar ook op de volledige kredietrisicoscope.

Terwijl sommige limieten zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default ) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2015 hadden de belangrijkste groepsentiteiten (behalve CIBANK in Bulgarije en Cˇ SOB in Slowakije) en enkele kleinere entiteiten de IRB Advancedbenadering ingevoerd. Andere entiteiten zullen in de komende jaren, na goedkeuring door de toezichthouder, overstappen naar de IRB Advanced-benadering. De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.

Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

In de volgende delen gaan we dieper in op de kredietrisico's van de entiteiten van de KBC-groep.

Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde) bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten, garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.

De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het glossarium van ratio's en termen.

Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-2014 31-12-2015
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro)
Toegestaan bedrag 166 174
Uitstaand bedrag 139 143
Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)
België 64% 65%
Tsjechië 14% 14%
Internationale Markten 18% 18%
Groepscenter 4% 3%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1
Particulieren 42% 42%
Financiële en verzekeringsdiensten 6% 6%
Overheden 4% 3%
Bedrijven 49% 49%
Diensten 11% 11%
Distributie 8% 8%
Vastgoed 7% 7%
Bouw 4% 4%
Landbouw, veeteelt en visserij 3% 3%
Auto-industrie 2% 2%
Overige2 14% 14%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 6
West-Europa 75% 74%
Centraal- en Oost-Europa 21% 22%
Noord-Amerika 1% 1%
Overige 2% 3%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3
PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 30% 31%
PD 2 (0,10% – 0,20%) 11% 11%
PD 3 (0,20% – 0,40%) 13% 14%
PD 4 (0,40% – 0,80%) 15% 15%
PD 5 (0,80% – 1,60%) 11% 11%
PD 6 (1,60% – 3,20%) 10% 9%
PD 7 (3,20% – 6,40%) 5% 4%
PD 8 (6,40% – 12,80%) 2% 2%
PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 2% 2%
Totaal 100% 100%
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-2014 31-12-2015
Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten5 13 692 12 305
Bijzondere waardeverminderingen 5 709 5 517
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) 215 229
Kredietkostenratio
Divisie België 0,23% 0,19%
Divisie Tsjechië 0,18% 0,18%
Divisie Internationale Markten 1,06% 0,32%
Ierland 1,33% 0,34%
Slowakije 0,36% 0,32%
Hongarije 0,94% 0,12%
Bulgarije 1,30% 1,21%
Groepscenter 1,17% 0,54%
Totaal 0,42% 0,23%
Ratio van impaired kredieten
Divisie België 4,3% 3,8%
Divisie Tsjechië 3,8% 3,4%
Divisie Internationale Markten 34,1% 29,8%
Groepscenter 8,6% 10,0%
Totaal 9,9% 8,6%
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 7 676 6 936
Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 4 384 4 183
Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn
Divisie België 2,2% 2,2%
Divisie Tsjechië 2,9% 2,5%
Divisie Internationale Markten 19,0% 16,0%
Groepscenter 6,3% 6,1%
Totaal 5,5% 4,8%
Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten]
Totaal 42% 45%
Totaal (exclusief hypothecaire leningen) 51% 53%

Tot Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van tien buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. Die kantoren focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC en hebben een totale kredietportefeuille van circa 5 miljard euro.

1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris.

2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.

3 Interneratingschaal.

4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 21 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.

5 Aansluiting van eindejaarcijfers: het verschil van 1 386 miljoen euro tussen de cijfers van 2014 en 2015 is het gevolg van een daling van 277 miljoen euro in Divisie België, van 5 miljoen euro in Divisie Tsjechië, van 6 miljoen euro in Groepscenter en van 1 099 miljoen euro in Divisie Internationale Markten (waarvan 962 miljoen euro in Ierland).

6 Een meer gedetailleerd overzicht per land vindt u in het Extended Quarterly Report van KBC over het vierde kwartaal van 2015 op www.kbc.com.

Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland geven we de volgende bijkomende informatie, gezien de specifieke situatie op die markt.

Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland1 31-12-2014 31-12-2015
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 14 14
Verdeling per krediettype
Woningkredieten 82% 84%
Kmo- en bedrijfskredieten 9% 8%
Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling 9% 8%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 48% 53%
Impaired, PD 10 25% 24%
Impaired, PD 11 + 12 27% 24%
Kredietkostenratio2 1,33% 0,34%
Dekkingsratio 37% 41%

1 Een definitie vindt u in Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).

2 Niet geauditeerd door de commissaris.

Kredietherstructureringen

Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert, uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen.

Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht.

Dat kan betekenen dat:

  • rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld;
  • de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen;
  • achterstallen worden gekapitaliseerd;
  • een uitstel van betaling wordt toegestaan (tijdelijke vrijstelling van kapitaal- en/of rentebetaling);
  • de schulden worden kwijtgescholden.

Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd met het oog op identificatie, controle en rapportering.

Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen.

Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend

op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant opnieuw de status normaal heeft gekregen, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.).

Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (een impairment trigger) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.

Eind 2015 maakten geherstructureerde kredieten 5% van de totale kredietportefeuille uit. De onderstaande tabellen geven meer details over de ontwikkeling in geherstructureerde kredieten en de waardeverminderingen daarop tussen eind 2014 en eind 2015 en een verdeling per PD-klasse. Ten opzichte van eind 2014 was er een daling van de blootstelling aan geherstructureerde kredieten met 1,3%. De lichte stijging als gevolg van het nieuwe beleid op basis van de EBA-richtlijnen (minstens 2 jaar etiket geherstructureerd) werd namelijk meer dan gecompenseerd door de daling als gevolg van terugbetalingen, normaliseringen en afschrijvingen en – met name in Hongarije ingevolge de Curia-wet – de invloed op hypotheekleningen van de afwikkeling en omzetting naar forint van leningen in vreemde munten.

On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen – Ontwikkelingen tussen openings- en slotbalans in 2015 (in miljoenen euro)

Brutoboekwaarde Openings
balans 2015
Ontwikkelingen
Kredieten
waaraan
een herstruc
turering is
toegekend
Kredieten die
niet langer
als geher
structureerd
worden
beschouwd
Terug
betalingen
Afschrij
vingen
Overige1
Totaal 7 897 2 099 -1 443 -671 -105 16 7 794
Waarvan
KBC Bank Ireland 5 703 541 -377 -426 -75 17 5 383
K&H Bank 197 91 -3 -138 -24 4 128
Waardeverminderingen Openings
balans 2015
Ontwikkelingen Slotbalans
2015
Bestaande
waardever
minderingen
op kredieten
waaraan
een herstruc
turering is
toegekend
Daling van
waardever
minderin
gen omdat
kredieten niet
langer geher
structureerd
zijn
Stijging van
waardever
minderingen
op geher
structureerde
kredieten
Daling van
waardever
minderingen
op geher
structureerde
kredieten
Overige2
Totaal 2 108 586 -304 209 -378 -19 2 203
Waarvan
KBC Bank Ireland 1 664 228 -160 176 -300 0 1 607
K&H Bank 72 19 -1 5 -49 -1 46

1 Omvat onder meer wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, en stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten.

2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen.

Geherstructureerde kredieten In % van
de uitstaande
Verdeling per PD-klasse
(in % van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit)
portefeuille PD 1-8 PD 9 PD 10 PD 11-12
(impaired, minder
dan 90 dagen
achterstallig)
(impaired,
90 dagen of meer
achterstallig)
31-12-2014
Totaal 6% 6% 7% 58% 29%
Waarvan
KBC Bank Ireland 39% 1% 6% 61% 32%
K&H Bank 4% 1% 5% 55% 39%
Per klantensegment
Particulieren1 8% 6% 7% 62% 25%
Kmo's 1% 21% 16% 40% 23%
Bedrijven2 5% 4% 5% 54% 37%
31-12-2015
Totaal 5% 8% 11% 53% 28%
Waarvan
KBC Bank Ireland 38% 1% 11% 59% 29%
K&H Bank 3% 2% 8% 70% 21%
Per klantensegment
Particulieren1 8% 9% 13% 59% 19%
Kmo's 1% 28% 12% 35% 25%
Bedrijven2 5% 3% 6% 46% 45%

1 In 2015 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2014 was dat 99%).

2 In 2015 had 53% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2014 was dat 55%).

Andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

De belangrijkste bronnen van andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten zijn:

Commerciële transacties op korte termijn. Dit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt alleen risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.

Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het

emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.

Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.

Andere kredietrisico's, bankactiviteiten

(in miljarden euro) 31-12-2014 31-12-2015
Commerciële transacties op korte termijn 4,4 2,9
Emittentenrisico1 0,2 0,1
Tegenpartijrisico van professionele transacties2 10,1 9,6

1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken. 2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.

Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.

Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep
(in miljoenen euro, marktwaarde)1 31-12-2014 31-12-2015
Per balanspost
Effecten 21 282 22 048
Obligaties en soortgelijke effecten 19 935 20 490
Tot einde looptijd aangehouden 6 982 6 629
Voor verkoop beschikbaar 12 952 13 813
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
1 1
Als leningen en vorderingen 0 46
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten 1 345 1 555
Voor verkoop beschikbaar 1 340 1 551
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
5 3
Overige 3 3
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 373 341
Beleggingscontracten, tak 232 13 425 13 330
Overige 1 074 1 485
Totaal 36 155 37 204
Details over obligaties en soortgelijke effecten
Per externe rating3
Investment grade 96% 95%
Non-investment grade 2% 3%
Zonder rating 2% 2%
Per sector3
Overheden 65% 59%
Financieel4 13% 26%
Overige 22% 15%
Per restlooptijd3
Maximaal 1 jaar 12% 12%
Tussen 1 en 3 jaar 18% 21%
Tussen 3 en 5 jaar 20% 18%
Tussen 5 en 10 jaar 30% 26%
Meer dan 10 jaar 20% 22%

1 De totale boekwaarde bedroeg 35 847 miljoen euro eind 2015 en 34 716 miljoen euro eind 2014.

2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.

3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.

4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.

We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte

verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.

Een uitmuntende dienstverlening betekent bij ons actief luisteren naar de klant en onze belofte waarmaken dat de klant altijd kan rekenen op het beste. Meteen met de juiste oplossing komen, dat is telkens weer mijn streefdoel, en op die manier blijven onze klanten tevreden.

Colin Rockett, kredietadviseur bij KBC Bank Ireland

Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1
:
Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2
(in miljoenen euro)
EAD
2014
EL
2014
EAD
2015
EL
2015
AAA tot en met A- 190 0,06 236 0,10
BBB+ tot en met BB- 123 0,12 27 0,03
Lager dan BB- 0 0 0 0
Zonder rating 28 0,65 4 0,09
Totaal 341 0,83 267 0,22

1 Op basis van interne ratings.

2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Positie in overheidsobligaties (bank- en verzekeringsportefeuille samen)

We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van

verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In de volgende tabel geven we een uitsplitsing per land.

Blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2015, boekwaarde1 (in miljoenen euro) Totaal, per portefeuille

Totale nomi
nale waarde
19 070 29 566 110 22 1 187 49 956 48 646
Totale
boekwaarde
21 892 31 353 120 22 1 408 54 796 53 298
Overige2 1 703 1 894 10 0 121 3 727 3 643 -233
Nederland 102 410 1 0 3 516 905 -32
Oostenrijk 312 473 21 0 11 817 1 182 -56
Duitsland 317 482 0 0 4 803 861 -47
Polen 902 148 12 0 6 1 068 624 -52
Frankrijk 2 248 3 147 0 0 117 5 512 4 214 -471
Andere landen
Bulgarije 375 15 0 0 0 390 279 -25
Slowakije 1 533 1 380 0 0 2 2 915 2 792 -181
Hongarije 578 1 450 0 5 128 2 161 2 073 -77
Tsjechië 1 841 5 147 0 18 491 7 496 7 587 -438
België 5 845 15 844 77 0 510 22 276 24 545 -1 206
KBC-kernlanden
Ierland 489 546 0 0 3 1 038 775 -52
Italië 2 615 116 0 0 8 2 739 2 123 -175
Spanje 2 685 263 0 0 3 2 951 1 609 -195
Portugal 348 36 0 0 1 385 83 -27
Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0
Zuid-Europa en Ierland
beschikbaar aangehouden liesrekening vorderingen doeleinden Totaal einde 2014 punten3
Voor verkoop Tot einde
looptijd
ingen in de
winst-en-ver
Leningen en houden voor
handels
Ter vergelij
king: totaal
invloed van
+ 100 basis
verminder Aange Economische
van waarde
verwerking
tegen reële
waarde met
Gewaardeerd

1 Met uitsluiting van blootstelling aan supranationale entiteiten van geselecteerde landen. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.

2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2015.

3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben alleen betrekking op de blootstelling van de bankportefeuille (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was heel beperkt en bedroeg -27 miljoen euro op het einde van 2015).

Belangrijkste veranderingen in 2015:

• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties steeg met 1,5 miljard euro. Dat komt voornamelijk door de grotere posities in Spaanse, Franse, Italiaanse, Poolse en Portugese overheidsobligaties (respectievelijk +1,3 miljard euro, +1,3 miljard euro, +0,6 miljard euro, +0,4 miljard euro en +0,3 miljard euro). De stijging werd wel deels gecompenseerd door een kleinere positie in Belgische overheidsobligaties (-2,3 miljard euro). Herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2015:

  • Op 31 december 2015 omvatte de boekwaarde van de totale portefeuille voor verkoop beschikbare overheidsobligaties een herwaarderingsreserve van 1,6 miljard euro vóór belastingen (waarvan 0,8 miljard euro bij KBC Bank).
  • Die bevatte 602 miljoen euro voor België, 216 miljoen euro voor Italië, 127 miljoen euro voor Frankrijk, 84 miljoen euro voor Tsjechië en 529 miljoen euro voor de andere landen samen.

KBC ziet geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid (estimation uncertainty) die een ernstig risico inhouden dat er in het boekjaar 2016 een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van overheidsobligaties nodig zou zijn.

Portefeuille Belgische overheidsobligaties:

  • Belgische overheidsobligaties waren eind 2015 goed voor 41% van de totale overheidsobligatieportefeuille. Dat geeft aan hoe belangrijk België voor KBC is als voornaamste kernmarkt van de groep. Het belang van België in het algemeen blijkt ook in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille aan het begin van dit hoofdstuk, in de bijdrage van België aan de groepswinst (zie hoofdstuk België) en in de diverse resultaatscomponenten (zie Toelichtingen in verband met segmentinformatie in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
  • Eind 2015 had België bij de drie grootste internationale ratingbureaus de volgende kredietratings: Aa3 bij Moody's, AA bij Standard & Poor's en AA bij Fitch. Meer informatie over de macro-economische prestatie van België vindt u in het aparte hoofdstuk over België. Voor meer informatie verwijzen we naar de websites van de ratingbureaus.
  • Het grootste risico voor onze positie in Belgische overheidsobligaties is een verbreding van de credit spread. De mogelijke gevolgen van een stijging van de spread met 100 basispunten (voor 31 december 2015) zijn:
  • theoretische volledige economische invloed (zie vorige tabel): de invloed op de resultaten volgens IFRS is heel beperkt omdat het overgrote deel van de portefeuille Belgische overheidsobligaties geklasseerd was als Voor verkoop beschikbaar (26%) en Tot einde looptijd aangehouden (71%). De invloed op de niet-gerealiseerde meerwaarden van voor verkoop beschikbare activa

volgens IFRS bedraagt -205 miljoen euro (na belastingen).

  • invloed op de liquiditeit: een verbreding van de credit spread beïnvloedt de liquidity coverage ratio (LCR), maar de groep beschikt over een voldoende grote liquiditeitsbuffer.

Positie in gestructureerde kredieten (bank- en verzekeringsportefeuille)

De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten (voornamelijk Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en)) bedroeg 1,6 miljard euro. Dat is een daling met 0,1 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2014. De terugbetalingen lagen namelijk 0,1 miljard euro hoger dan de nieuwe beleggingen. In 2013 besliste KBC om het strikte verbod op beleggingen in ABS'en op te heffen en thesauriebeleggingen toe te staan in liquide niet-synthetische Europese ABS'en van hoge kwaliteit, die ook aanvaard worden als zekerheden die in aanmerking komen voor de Europese Centrale Bank (ECB). Dat maakt een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuilles mogelijk. Het verbod op beleggingen in synthetische securitisaties en hersecuritisaties blijft bestaan.

In september 2014 ontmantelden we de laatste twee CDO's uitgegeven door KBC Financial Products. Zo konden we onze CDO-portefeuille volledig afbouwen. In 2008 bedroeg die nog meer dan 25 miljard euro. Door de ontmanteling van de CDO's verviel de waarborgregeling met de Belgische federale overheid en verdween de blootstelling van de groep aan MBIA volledig. Voor de volledigheid vermelden we dat er bij derde beleggers nog 0,2 miljard euro aan CDO-notes, uitgegeven door KBC Financial Products, uitstaan tot november 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is.

Marktrisico in niet-tradingactiviteiten

Het beheersproces van structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.

Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:

  • onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening);
  • onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Niet-levenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles;
  • de risico's verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen;
  • de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta's, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar).

Beheer van het marktrisico in niet-tradingactiviteiten

De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen KBC zijn:

  • een brede waaier van risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), gapanalyses en economische gevoeligheden;
  • simulaties van nettorente-inkomsten volgens verschillende marktscenario's. Binnen de budgetterings- en risicoprocessen worden simulaties over een periode van meerdere jaren gebruikt;
  • kapitaalgevoeligheden die ontstaan uit posities in de bankportefeuille die invloed hebben op het beschikbare reglementaire kapitaal (bv. voor verkoop beschikbare obligaties);
  • • Value-at-Risk (VaR), die het maximale verlies meet dat kan optreden over een tijdshorizon van een jaar met een bepaald betrouwbaarheidsniveau als gevolg van rentebewegingen en andere schommelingen in marktrisicofactoren.

Marktrisico in niet-tradingactiviteiten van de KBC-groep (VaR 99,93%, 1 jaar tijdshorizon) (in miljarden euro)* 31-12-2014 31-12-2015 Totaal 4,89 5,46

* Exclusief een aantal kleine groepsmaatschappijen. Er is geen rekening gehouden met cyclische voorafbetalingsopties ingebed in hypothecaire kredieten. De VaR wordt berekend op basis van de VaR-CoVaR-benadering. De stijging in 2015 was vooral toe te schrijven aan het spreadrisico, als gevolg van een stijging van het obligatievolume.

Renterisico

De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de

waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken, zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als wat netto-inkomsten betreft).

Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep Invloed op de waarde*
(in miljoenen euro) 2014 2015
Bankactiviteiten -57 -25
Verzekeringsactiviteiten 16 17
Totaal -41 -8

* Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.

We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).

De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.

BPV (10 basispunten) van het ALM-boek, bankactiviteiten*

(in miljoenen euro)
2014
2015
Gemiddelde 1e kwartaal
-55
-60
Gemiddelde 2e kwartaal
-61
-40
Gemiddelde 3e kwartaal
-71
-28
Gemiddelde 4e kwartaal
-57
-25
Op 31 december
-57
-25
Maximum in jaar
-71
-60
Minimum in jaar
-55
-25

* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.

Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 9,5% van het totale eigen vermogen op 31 december 2015. Dat is ruim onder de drempel van 20% waar de Nationale Bank van België op toeziet.

De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.

Renterisicogap ALM-boek (inclusief derivaten), bankactiviteiten (in miljoenen euro)

3-12 Niet-rente
≤ 1 maand 1-3 maanden maanden 1-5 jaar 5-10 jaar 10 jaar dragend Totaal
31-12-2014 -13 126 -2 961 5 099 20 560 9 205 -2 172 -16 606 0
31-12-2015 -20 413 300 13 132 15 847 8 163 -4 006 -13 024 0

De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.

Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.

De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te

bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt

gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.

In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen.

Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf

(in miljoenen euro) 0-5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar 20 jaar Totaal
31-12-2014
Vastrentende activa 10 466 4 639 2 332 865 1 050 19 351
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 10 282 3 303 1 994 1 402 1 986 18 967
Verschil in verwachte kasstromen 184 1 336 338 -537 -936 384
Gemiddelde duration van activa 5,85 jaar
Gemiddelde duration van passiva 6,72 jaar
31-12-2015
Vastrentende activa 10 309 4 368 2 469 1 259 1 264 19 671
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 9 860 3 371 2 292 1 769 2 802 20 094
Verschil in verwachte kasstromen 449 997 177 -509 -1 538 -423
Gemiddelde duration van activa 5,94 jaar
Gemiddelde duration van passiva 7,29 jaar

Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de

risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.

5,00 en hoger*
3%
3%
Meer dan 4,25% tot en met 4,99%
11%
10%
Meer dan 3,50% tot en met 4,25%
5%
5%
Meer dan 3,00% tot en met 3,50%
22%
21%
Meer dan 2,50% tot en met 3,00%
22%
20%
2,50% en lager
35%
40%
0,00%
2%
2%
Totaal
100%
100%
Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2014 31-12-2015

* Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.

Creditspreadrisico

We beheren het creditspreadrisico van de portefeuille door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. In het deel Kredietrisico geven we een overzicht van de economische gevoeligheid van de belangrijkste posities in overheidsobligaties ten aanzien van veranderingen in de spreads.

Aandelenrisico

Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC. In 2015 heeft KBC Verzekeringen een afdekkingsstrategie opgesteld om het neerwaartse aandelenrisico te beperken.

Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep
(naar sector, in procenten) 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015
Financiële sectoren 68% 71% 18% 19% 23% 24%
Niet-cyclische consumentensectoren 1% 0% 10% 14% 9% 12%
Communicatie 0% 1% 2% 3% 2% 3%
Energie 0% 0% 5% 5% 4% 5%
Industriële sectoren 17% 25% 40% 36% 37% 35%
Nutsbedrijven 0% 0% 2% 4% 2% 3%
Cyclische consumentensectoren 0% 1% 12% 13% 11% 12%
Basismaterialen 0% 0% 8% 5% 7% 5%
Overige en niet bepaald 13% 2%1 4% 1% 5% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
(in miljarden euro) 0,2 0,25 1,3 1,6 1,5 1,82
Waarvan niet-genoteerd 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1

1 Daling als gevolg van herclassificatie.

2 De belangrijkste verschillen tussen de 1,8 miljard euro in deze tabel en de 2,5 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 18 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:

(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,4 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 18.

(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).

(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd zijn als aandelen.

Invloed van een 12,5%-daling van de aandelenkoersen Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2014 2015
Bankactiviteiten -20 -30
Verzekeringsactiviteiten -166 -199
Totaal -186 -229
Niet-tradingaandelenpositie
(in miljoenen euro)
Netto gerealiseerde winst
(in winst-en-verliesrekening)
Netto niet-gerealiseerde winst
op posities op het einde van het
jaar (in eigen vermogen)
31-12-2014 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015
Bankactiviteiten 2 31 108 238
Verzekeringsactiviteiten 84 105 261 320
Totaal* 86 136 385 573

* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities rechtstreeks toe te schrijven aan de KBC-groep. Winsten uit gezamenlijke deelnemingen met bank- en verzekeringsentiteiten van de KBC-groep zijn uitgesloten, omdat die deelnemingen op groepsniveau geconsolideerd worden.

Vastgoedrisico

De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als

een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.

Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5% Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2014 2015
Bankportefeuilles -51 -48
Verzekeringsportefeuilles -30 -30
Totaal -81 -77

Wisselkoersrisico

Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille,

van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.

Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.

De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige

omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en zijn omgezet in Europese wetgeving met CRD IV/CRR.

Beheer van het liquiditeitsrisico

Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerskader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.

Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.

Ons liquiditeitsrisicobeheerskader steunt op de volgende pijlers:

• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot

liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.

• Structureel liquiditeitsrisico. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie voor de komende jaren erop gericht een voldoende buffer op te bouwen voor de LCR en NSFR. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn.

Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hiernaast activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (tot contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. Eind 2015 had KBC bruto voor 28 miljard euro financiering aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.

• Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.

Looptijdanalyse

Liquiditeitsrisico (exclusief intercompanytransacties)* (in miljarden euro) ≤ 1 maand 1–3 maanden 3–12 maanden 1–5 jaar 5–10 jaar > 10 jaar Op vraag Niet bepaald Totaal 31-12-2014 Totale instroom 16 8 16 55 45 33 3 35 211 Totale uitstroom 35 9 15 31 8 1 84 27 211 Professionele financiering 15 3 1 5 0 0 0 0 26 Klantenfinanciering 17 5 9 11 4 0 84 0 130 Schuldbewijzen 0 2 4 14 4 1 0 0 26 Overige 2 – – – – – – 27 30 Liquiditeitsgap (exclusief nietopgenomen verbintenissen) -19 -1 2 24 37 32 -81 7 0 Niet-opgenomen verbintenissen – – – – – – – -32 – Financiële garanties – – – – – – – -10 – Nettofinancieringsgap (inclusief nietopgenomen verbintenissen) -19 -1 2 24 37 32 -81 -34 -42 31-12-2015 Totale instroom 17 11 15 56 48 34 4 34 218 Totale uitstroom 34 14 10 28 12 1 93 26 218 Professionele financiering 15 4 1 6 1 0 0 0 28 Klantenfinanciering 17 10 6 9 3 0 93 0 138 Schuldbewijzen 0 0 3 13 8 1 0 0 24 Overige 2 – – – – – – 26 28 Liquiditeitsgap (exclusief nietopgenomen verbintenissen) -17 -3 6 28 36 33 -90 8 0 Niet-opgenomen verbintenissen – – – – – – – -37 – Financiële garanties – – – – – – – -9 – Nettofinancieringsgap (inclusief nietopgenomen verbintenissen) -17 -3 6 28 36 33 -90 -38 -46

* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.

Typisch voor een bankgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als KBC niet in staat zou zijn om zijn kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.

Liquiditeitsbuffer

KBC heeft een stevige liquiditeitspositie en heeft altijd al een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen gehad. Eind 2015 had de KBC-groep voor 59 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 43 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (74%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (10%) en verpandbare kredietvorderingen (10%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten).

De niet-bezwaarde liquide middelen waren meer dan drie keer zo groot als het nettogebruik van wholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.

Informatie over financiering (funding)

KBC heeft een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in zijn kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.

We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep (op 31 december 2015) opsplitsen als volgt:

• Financiering van klanten (ongeveer 140 miljard euro, 73% van het totale cijfer), bestaande uit zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk. Ongeveer 58% van de financiering van klanten is afkomstig van particulieren en kmo's.

  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers (16 miljard euro, 8% van het totaal), voornamelijk bestaande uit Ifima-obligaties (5 miljard euro), gedekte obligaties (7 miljard euro), de contingent capital notes uitgegeven in januari 2013 (0,75 miljard euro) en de tier 2-uitgiften (1,65 miljard euro);
  • Netto ongedekte interbancaire financiering (9 miljard euro, 5% van het totaal);
  • Netto gedekte financiering (repofinanciering; 4 miljard euro, 2% van het totaal) en depositocertificaten (6 miljard euro, 3% van het totaal);
  • Totaal eigen vermogen (16 miljard euro, 8% van het totaal, inclusief een additional tier 1-uitgifte van 1,4 miljard euro).

Opmerking:

• In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen, voor een bedrag van 10 miljard euro. Dat programma geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur

  • Financiering van klanten
  • Depositocertificaten
  • Totaal eigen vermogen
  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers
  • Netto gedekte financiering
  • Netto ongedekte interbancaire financiering

kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. Begin december 2012 lanceerden we een eerste uitgifte van gedekte obligaties voor een bedrag van 1,25 miljard euro. In 2013 volgden er nog meer uitgiftes voor een totaal van 2,7 miljard euro, in 2014 voor een totaal van 0,9 miljard euro en in 2015 voor een totaal van 2 miljard euro.

• In 2014 leenden we 2,8 miljard euro van de ECB via de gerichte langetermijnfinancieringen (TLTRO's).

LCR en NSFR

Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het glossarium van ratio's en termen. Eind 2015 bedroeg onze NSFR 121% en onze LCR 127%. De LCR voor 2015 werd berekend op basis van de definitie van de LCR in de Delegated Act, vanaf oktober 2015 de bindende Europese definitie. Onze NSFR en LCR liggen beide ruim boven de minimale reglementaire vereisten en de interne drempel van 105%.

Marktrisico in tradingactiviteiten

Het marktrisico is de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.

Het doel van marktrisicobeheer bestaat erin het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's.

We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. De klassieke dealingrooms, waarbij de dealingroom in België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.

Het marktrisico en reglementaire kapitaal van de vier legacybedrijfsactiviteiten van KBC Investments Limited (het vroegere KBC Financial Products), namelijk de CDO-activiteiten,

fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, zijn de voorbije jaren afgebouwd tot bijna nul. Dat geldt vooral voor de fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, waar het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico maar 1% van het totaal vertegenwoordigt (in december 2015 werden de omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten overgedragen aan KBC Bank NV als gevolg van de sluiting van bepaalde dochtermaatschappijen). Speciale teams houden zich verder bezig met de afbouw van die legacy-bedrijfsactiviteiten.

Zoals eerder vermeld in dit verslag, heeft KBC zijn CDOportefeuille nu volledig afgebouwd. De positie met betrekking tot de 0,2 miljard euro aan CDO-notes die nog uitstaan bij beleggers is opgenomen in de tradingportefeuille van KBC Investments Limited. Het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die positie is opgenomen in de kolom Hersecuritisatie van de tabel Vereisten inzake reglementair kapitaal trading (15 miljoen euro).

Beheer van het marktrisico

Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode

(HVaR), conform de CRD IV-normen ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen, waarvoor we – na analyse – kiezen om te werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen). Dat betekent dat de HVaR die wordt gebruikt voor het beheer van het marktrisico, dezelfde houdperiode en hetzelfde betrouwbaarheidsniveau hanteert als de HVaR die wordt gebruikt voor de drie goedgekeurde interne modellen vermeld onder Reglementair kapitaal verder in dit hoofdstuk. De HVaR-methodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.

Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. De belangrijkste ontwikkeling in 2015 betrof de aanpassing van het model om het risico verbonden aan rentederivaten in negatieve renteomgevingen juist te vatten.

Complexe en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaRmodel passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.

Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).

Naast de dagelijkse HVaR-berekeningen voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het

marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. In 2015 zijn we gestart met een volledige en grondige herziening van alle scenario's en berekeningsmethodes voor historische en hypothetische stresstestscenario's. Als rechtstreeks gevolg daarvan heeft het Groepscomité Markten opnieuw afgestemde hypothetische rentestresstestscenario's goedgekeurd die in het eerste kwartaal van 2016 worden ingevoerd. Later dit jaar komen er nog opnieuw afgestemde stresstests voor andere risicofactoren. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met closeoutkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-tomodelwaarderingen, tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico en exploitatiekosten.

Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.

Risicoanalyse en -kwantificering

De tabel toont het Historical Value-at-Risk-model van de KBC-groep (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) dat wordt gebruikt voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep (inclusief KBC Securities).

Marktrisico (VaR) (in miljoenen euro)

Houdperiode: 10 dagen 2014 2015
Gemiddelde 1e kwartaal 24 14
Gemiddelde 2e kwartaal 19 15
Gemiddelde 3e kwartaal 15 15
Gemiddelde 4e kwartaal 15 16
Op 31 december 15 18
Maximum in jaar 29 21
Minimum in jaar 11 12

In de tabel hieronder vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van de KBC- groep. Het aandelenrisico is afkomstig van de handel in Europese aandelen en van KBC Securities.

Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (in miljoenen euro)
voor 2014
Renterisico
18,7
Wisselkoersrisico
2,3
Gemiddelde Gemiddelde
voor 2015
14,7
2,6
Valutaoptierisico
1,8
2,2
Aandelenrisico
1,4
1,8
Invloed van diversificatie
-6,2
-6,1
Totale HVaR
18,1
15,1

De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met de no-action P&L (dat wil zeggen dat de posities ongewijzigd blijven, maar de marktgegevens veranderen in die van de volgende dag). Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks.

Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 29.

Reglementair kapitaal

KBC Groep NV en KBC Investments Limited hebben de toestemming gekregen van de Belgische regelgever om hun respectieve VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de vereisten inzake reglementair kapitaal voor een deel van hun marktactiviteiten. Cˇ SOB (Tsjechië) heeft ook de goedkeuring gekregen van de lokale regelgever om zijn VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de kapitaalvereisten. Die modellen worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de

normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode is gebaseerd op het recente verleden en wordt regelmatig aangepast.

De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's vindt u in de tabel hieronder. De vereisten inzake reglementair kapitaal voor de tradingrisico's van lokale KBC-entiteiten die van hun respectieve toezichthouder geen goedkeuring hebben gekregen om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken, en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de HVaR-berekeningen, worden gemeten volgens de standaardbenadering. Die benadering bepaalt algemene en specifieke risicowegingen per type van marktrisico (renterisico, aandelenrisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico). Zoals eerder al vermeld in dit hoofdstuk, is het reglementaire kapitaal voor hersecuritisatie voor 2015 (15 miljoen euro) afkomstig van de tegenpositie voor de 0,2 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers (de tegenpositie bevindt zich in de handelsportefeuilles van KBC Investments Limited).

Vereisten inzake reglementair kapitaal
trading, per risicotype Aandelen Wissel Grondstof Hersecuriti
(in miljoenen euro) Renterisico risico koersrisico fenrisico satie Totaal
31-12-2014
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR 38 2 11
SVaR 56 3 17
126
Marktrisico's ingeschat door de standaardbena
dering 27 4 14 3 19 68
Totaal 120 9 43 3 19 194
31-12-2015
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR 68 3 9
SVaR 84 2 26 192
Marktrisico's ingeschat door de standaardbena
dering 18 5 16 2 15 56
Totaal 171 10 50 2 15 248

Verzekeringstechnisch risico

Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.

Beheer van het verzekeringstechnische risico

De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.

Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:

  • de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringrisico's door onder andere de analyse van nieuw opduikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen;
  • gepaste risicomaatstaven en het gebruik ervan om toepassingen te ontwikkelen die het bedrijf moeten helpen

om maximale aandeelhouderswaarde te creëren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate-waarderingen van verzekeringsverplichtingen, ex-postwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste economisch kapitaal;

• het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.

Gebruik van risicomodellen

We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, te weten (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het economisch kapitaal te berekenen, beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen,

Voor mij is ons unieke bankverzekeringsmodel het beste voorbeeld van de klant centraal stellen. Het is een totaal andere benadering van bankieren en verzekeren waardoor we onze klanten een totaaladvies kunnen geven op één plaats, op een manier die het voor de klant gemakkelijk en aangenaam maakt.

Martina Kucˇerová, verzekeringsadviseur bij CˇSOB (Tsjechië)

de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de economischkapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.

Herverzekering

De verzekeringsportefeuilles worden door herverzekering beschermd tegen de invloed van zware schadegevallen of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.

Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel zware schadegevallen of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's. Die aanpak leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder voor zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's, maar ook voor andere branches.

Toereikendheid van de technische voorzieningen

In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn.

Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2015 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgezet binnen de KBC-groep.

De tabel hieronder toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI Insurance (sinds boekjaar 2008), K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2015 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen voorzieningen zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen.

De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2015.

Schadeafwikke
lingsdriehoeken, Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals Voorvals
KBC Verzekeringen jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
(in miljoenen euro) 2006 2007 2008* 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Raming aan het
einde van het voor
valsjaar 631 687 794 825 868 805 845 906 996 949
1 jaar later 537 620 756 723 769 710 738 760 885
2 jaar later 510 587 726 668 719 654 702 694
3 jaar later 499 565 714 651 716 635 677
4 jaar later 485 561 709 634 710 623
5 jaar later 478 556 701 626 701
6 jaar later 463 549 676 619
7 jaar later 457 549 672
8 jaar later 455 548
9 jaar later 453
Huidige raming 453 548 672 619 701 623 677 694 885 949
Cumulatieve
betalingen
405 475 600 530 602 518 521 526 591 349
Huidige
voorzieningen
48 73 72 89 99 105 156 167 293 601

* Sinds boekjaar 2008 worden de cijfers van DZI Insurance (Bulgarije) opgenomen. Exclusief die gegevens verkrijgen we de volgende bedragen voor boekjaar 2008 (bedrag en voorvalsjaar): 500 voor 2006 en 586 voor 2007.

De juiste oplossingen aanbieden, een excellente klantervaring, voor blijven op de concurrentie. Daarvoor moeten we goed begrijpen wat onze klanten willen en hoe ze het liefst hun bank- en verzekeringszaken regelen. De klant centraal stellen is inderdaad de goede aanpak. We merken dan ook dat de klanttevredenheid en het klantenbehoud op lange termijn blijven toenemen.

Nina Velikova, kantoordirecteur bij CIBANK (Bulgarije)

Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 9, 10, 11 en 35. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten naar divisie vindt u in de Toelichtingen in verband met segmentinformatie.

Operationeel risico en andere niet-financiële risico's

Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken geen deel uit van de operationele risico's.

Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 36.

Beheer van het operationeel risico

We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau.

De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's in de hele KBC-groep. De ontwikkeling en implementatie van dat kader worden ondersteund door een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.

De Groepsrisicofunctie creëert een omgeving waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Ze wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.

Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer

Om operationele risico's te beheren, gebruiken we een aantal bouwstenen die alle aspecten van het operationeelrisicobeheer dekken.

Tussen 2011 en 2015 schonken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls), die de voormalige Groepsstandaarden geleidelijk hebben vervangen. Group Key Controls zijn opgelegde controledoelstellingen die worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten, te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerskader en van het internecontrolesysteem. Onze Group Key Controls dekken nu alle 45 processen in de KBC-groep. Er zijn structurele, risicogebaseerde herzieningscycli om alle processen te beheren, leemtes op te vullen, overlappingen weg te werken en groepswijde risico's en controles te optimaliseren.

De business en (lokale) controlefuncties beoordelen de Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groepsrisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. KBC creëerde zo een objectief beheersinstrument om zijn internecontroleomgeving te evalueren en de aanpak in alle entiteiten af te toetsen. Elk jaar rapporteren we de resultaten van de beoordelingen aan de Nationale Bank van België en aan de Europese Centrale Bank in onze Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).

Naast de Group Key Controls zijn er nog een aantal andere bouwstenen:

  • • de Loss Event Database: alle operationele verliezen van 1 000 euro en meer worden sinds 2004 geregistreerd in een centrale gegevensbank. Die gegevensbank omvat ook alle juridische vorderingen ingesteld tegen vennootschappen van de groep. Op regelmatige basis wordt een rapport over de geconsolideerde schade voorgelegd aan het Groepscomité Interne Controle, het Groepsdirectiecomité en het RCC.
  • • risicoscans (bottom-up en top-down): deze interne beoordelingen zijn gericht op de identificatie van belangrijke operationele risico's op kritieke punten in het proces of de organisatie die nog niet volledig zijn verholpen, en op de nieuwe of opduikende operationele risico's die relevant zijn op het (sub)niveau van de groep.
  • • risicosignalen en beoordeling aan de hand van praktijkgevallen (Case-Study Assessments): die worden gebruikt om de effectiviteit te testen van de bescherming die bestaande controles verlenen tegen grote operationele risico's die elders in de financiële sector daadwerkelijk tot verliesgebeurtenissen hebben geleid.
  • • belangrijkste risico-indicatoren (Key Risk Indicators, KRI): een beperkte reeks KRI's wordt gebruikt om de blootstelling aan bepaalde operationele risico's te bewaken en het bestaan en de effectiviteit van de interne controles te onderzoeken.
  • • een maturiteitsmodel (Maturity Model): in 2014 heeft de operationeelrisicofunctie een maturiteitsmodel ontwikkeld om KBC-entiteiten te ondersteunen in de opbouw van een volwaardige controleomgeving waarin procesverbeteringen, controle en herstelacties nog sterker zijn ingebed in de dagelijkse praktijk.

De kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling die aan de hand van de bouwstenen wordt geïdentificeerd, beoordeeld en beheerd, worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België en de FSMA via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Informatie over de systemen voor interne controle en risicobeheer vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Het is echt belangrijk dat we een positieve bijdrage leveren voor onze klanten, onze aandeelhouders, onze medewerkers én onze samenleving. Dat maken we waar door onze klanten een moderne bankervaring te bieden, veilig en comfortabel, en aangepast aan de veranderende behoeften en levensstijl van onze klanten en van de samenleving in het algemeen.

Sarah Ridge, hub manager bij KBC Bank Ireland

Operationeel risico en vereisten inzake reglementair kapitaal

KBC berekent het operationeelrisicokapitaal in het kader van Basel II volgens de Standaardbenadering. Eind 2015 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Bank op geconsolideerd niveau 822 miljoen euro, tegenover 849 miljoen euro eind 2014.

Andere niet-financiële risico's

Reputatierisico

Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed heeft op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt). Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.

We hebben het reputatierisicobeheerskader in 2015 bijgewerkt in overeenstemming met het risicobeheerskader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep en Compliance Groep).

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaaltoereikendheid wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico). Het wordt ook gedekt door het kapitaal dat is gereserveerd voor bedrijfsrisico's.

Bedrijfsrisico

KBC omschrijft het bedrijfsrisico als het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macroeconomische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze producten en diensten beïnvloeden.

Het bedrijfsrisico beoordelen we met behulp van gestructureerde risicoscans, maar we melden risicosignalen ook doorlopend aan het topmanagement.

Hoe beheren we ons kapitaal?

Kapitaaltoereikendheid

Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt. In de praktijk wordt dat vertaald in een toetsing van de solvabiliteit aan de minimale reglementaire en interne solvabiliteitsdoelstellingen. Daarom benaderen we kapitaaltoereikendheid zowel vanuit reglementair oogpunt als vanuit intern oogpunt.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de tabel Solvabiliteit op groepsniveau (de gecontroleerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij de tabel), ICAAP en ORSA, en Stresstests.

Solvabiliteit op KBC-groepsniveau

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.

Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij, na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.

De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/ CRD IV moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6,0% voor de tier 1-kapitaalratio en 8,0% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1). Naar aanleiding van zijn Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling (SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten), omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de

reglementaire pijler 1-berekeningen. Bovendien moeten er bijkomende buffers worden aangelegd, waaronder een kapitaalinstandhoudingsbuffer van 2,5% (die stapsgewijs zal worden ingevoerd tussen 2016 en 2019), een buffer voor systeemrelevante banken (te bepalen door de toezichthouder) en een anticyclische kapitaalbuffer in periodes van kredietgroei (tussen 0% en 2,5%, eveneens te bepalen door de toezichthouder). Die buffers moeten worden opgebouwd met CET1-kapitaal, de sterkste kapitaalvorm.

De ECB heeft KBC opgelegd in 2016 een CET1-ratio van minstens 9,75% te handhaven (phased-in, volgens de Deense compromismethode). Die omvat de CRR/CRD IV-minimumvereiste (4,5%), de kapitaalinstandhoudingsbuffer (0,625%) en de pijler 2-toeslag (4,625%). Daarnaast verplicht de Nationale Bank van België (NBB) KBC – als systeemrelevante Belgische bank – om een bijkomende buffer van 0,5% CET1-kapitaal te handhaven (phased-in, volgens de Deense compromismethode) in 2016, 1,0% in 2017 en 1,5% in 2018.

KBC overtreft ruim die vereisten van de ECB (9,75%) en de NBB (0,5% in 2016), samen 10,25% voor 2016. Eind 2015 bedroeg de phased-in CET1-ratio 15,2%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 4 289 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,25%. De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden ook ruim overtroffen gedurende het volledige boekjaar.

Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRD IV, moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die als zodanig worden aangemerkt in de desbetreffende sectorale voorschriften, namelijk CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency I voor het verzekeringsbedrijf (Solvency II vanaf 2016). Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogen-activabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency I tot eind 2015 en van Solvency II vanaf 2016) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogen-activa-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de participaties werd toegekend bij de Deense compromismethode). Eind 2015 bedroeg de common equity ratio (phased-in, volgens de FICOD-methode) 14,9%.

Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode en een beknopte berekening volgens de FICOD-methode.

Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens Basel III, Deense compromismethode, fully loaded:

  • Eigen vermogen van aandeelhouders: zie deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
  • • Additional tier 1-instrumenten die voldoen aan CRR: omvat een CRR-conform additional tier 1-instrument geplaatst in 2014 voor 1,4 miljard euro.
  • Totaal gewogen risicovolume: sinds de invoering in 2008 heeft KBC voornamelijk de Internal Rating Based (IRB)-benadering gebruikt om zijn risicogewogen activa te berekenen. Die wordt, bij een volledige toepassing van alle CRR/CRD IV-regels, gebruikt voor ongeveer 84% van de gewogen kredietrisico's, waarvan ongeveer 78% wordt berekend volgens de Advanced-benadering en ongeveer 6% volgens de Foundationbenadering. De overige gewogen kredietrisico's (ongeveer 16%) worden berekend volgens de standaardbenadering. De daling van de gewogen risico's in 2015 was grotendeels te danken aan de afschaffing van door de regelgever opgelegde add-ons voor IRB Advanced-modellen (-3,8 miljard euro in risicogewogen activa), de kapitaalverlaging met 500 miljoen euro bij KBC Verzekeringen (-1,85 miljard euro in risicogewogen activa) en een verdere afbouw van het volume bij ondernemingen in run-off, wat de stijging van de risicogewogen activa door volumegroei in onze kernmarkten en door een aantal modelgerelateerde aanpassingen meer dan compenseerde.
Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR (Basel III), Deense 31-12-2014 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2015
compromismethode) (in miljoenen euro) Phased-in Fully loaded Phased-in Fully loaded
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 16 723 16 688 17 305 16 936
Tier 1-kapitaal 14 136 14 476 14 691 14 647
Kernkapitaal (common equity)1 12 684 13 076 13 242 13 247
Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) 12 592 12 592 14 075 14 075
Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht 2 000 2 000 0 0
Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -334 -334 -366 -366
Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -769 -769 -482 -482
Belangen van derden -3 -3 0 0
Voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves (-)2 -679 -466
Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 1 391 1 391 1 163 1 163
Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) -21 -21 -20 -20
Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 -43 -92 -53 -94
Egalisatiereserve (-) 0 0 0 0
Dividenduitkering -836 -836 0 0
Vergoeding van overheidseffecten (-) -171 -171 0 0
Vergoeding van AT1-instrumenten (-) -2 -2 -2 -2
Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -159 -159 -91 -91
IRB-voorzieningstekort (-) -225 -225 -171 -171
Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -59 -297 -345 -765
Aanvullend going concern-kapitaal 1 452 1 400 1 450 1 400
Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten 52 0 50 0
Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 0 0 0
AT1-instrumenten die voldoen aan CRR 1 400 1 400 1 400 1400
Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0 0 0
Tier 2-kapitaal 2 587 2 212 2 614 2 289
IRB-voorzieningsoverschot (+) 357 375 359 369
Achtergestelde schulden 2 230 1 837 2 255 1 920
Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) 0 0 0 0
Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0 0 0
Totaal gewogen risicovolume 88 382 91 236 87 343 89 067
Bankactiviteiten 77 379 80 232 78 034 79 758
Verzekeringsactiviteiten 10 897 10 897 9 133 9 133
Holdingactiviteiten 191 191 208 208
Eliminatie van intercompanytransacties -85 -85 -33 -33
Solvabiliteitsratio's
Common equity ratio 14,4% 14,3% 15,2% 14,9%
Tier 1-ratio 16,0% 15,9% 16,8% 16,4%
Totale kapitaalratio 18,9% 18,3% 19,8% 19,0%

1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering).

2 Heeft betrekking op de prudentiële filter voor positieve herwaarderingsreserves in het eigen vermogen.

3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen) moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode)

31-12-2014 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2015
(in miljoenen euro of in procenten)* Phased-in Fully loaded Phased-in Fully loaded
Kernkapitaal (common equity) 13 136 13 528 13 503 13 508
Totaal gewogen risicovolume 89 742 92 596 90 841 92 565
Common equity ratio 14,6% 14,6% 14,9% 14,6%

* Meer details vindt u in de uitgebreide kwartaalrapporten van KBC (beschikbaar op www.kbc.com).

Eind 2015 bedroeg de fully loaded Basel III leverage ratio – op basis van de huidige CRR-wetgeving – 6,3% voor de KBCgroep op geconsolideerd niveau (zie tabel). De verschillen ten

opzichte van eind 2014 waren beperkt, waarbij een hoger tier 1-kapitaal werd gecompenseerd door een hogere totale exposure.

Tier 1-kapitaal
14 476
14 647
Totale exposure
226 669
233 675
Balanstotaal
245 174
252 355
Deconsolidatie van KBC Verzekeringen
-27 708
-31 545
Aanpassing voor derivaten
-3 246
-3 282
Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van Basel III tier 1-kapitaal
-1 559
-806
Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties
266
1 057
Off-balance sheet exposure
13 742
15 897
Leverage ratio
6,4%
6,3%

Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

De ECB en NBB houden toezicht op KBC op going concernbasis, maar daarnaast zal KBC ook moeten voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt resolutieplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de resolutieautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk resolutie-instrument is de bail-in, waarbij de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door

bepaalde ongedekte schulden af te schrijven en nieuwe aandelen uit te geven aan vroegere schuldeisers ter compensatie. Naargelang van de omvang van de verliezen, zou de bail-in kunnen volstaan om weer een voldoende kapitaalniveau te bereiken zodat het vertrouwen van de markt herstelt, en om stabiliteit te creëren waarna bijkomende maatregelen kunnen worden genomen. De aandacht gaat daarom in de eerste plaats naar de beschikbaarheid van een gepaste hoeveelheid schulden die in aanmerking komen voor bail-in. Die wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL), die de SRB zal bepalen. Eind 2015 bedroeg de MREL 13,9% voor de KBC-groep.

Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk

De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV. De solvabiliteit van KBC Verzekeringen werd tot eind 2015 berekend op basis van de Solvency I-regels, maar die berekening zal gebeuren volgens de Solvency II-regels zodra die van kracht worden op 1 januari 2016.

In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

Solvabiliteit, KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk
(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
KBC Bank (geconsolideerd, CRR/CRD IV, fully loaded)
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 14 154 16 045
Tier 1-kapitaal 11 132 12 346
Waarvan kernkapitaal (common equity) 9 727 10 941
Tier 2-kapitaal 3 021 3 699
Totaal gewogen risico's 80 232 79 758
Common equity ratio 12,1% 13,7%
Tier 1-ratio 13,9% 15,5%
Totale kapitaalratio 17,6% 20,1%
KBC Verzekeringen (geconsolideerd, Solvency I)
Beschikbaar kapitaal 3 166 2 922
Vereiste solvabiliteitsmarge 981 1 011
Solvabiliteitsratio, in procenten 323% 289%
Solvabiliteitssurplus 2 185 1 911

Solvency II is het nieuwe regelgevingskader voor verzekeraars in Europa. Terwijl de Solvency I-vereisten gebaseerd waren op volumes, gaat Solvency II uit van de risico's. Het wil solvabiliteitsvereisten invoeren die de risico's van ondernemingen beter weerspiegelen en een toezichtsysteem introduceren dat voor alle EU-lidstaten consistent is. KBC moet de Solvency II-regels naleven voor al zijn verzekeringsdochtermaatschappijen. Het nam in 2015 met succes deel aan de voorbereidende reglementaire verslaggeving voor Solvency II. Vanaf 2016 worden de Solvency II-resultaten op kwartaalbasis gerapporteerd aan de toezichthouders en in de financiële staten.

Op 31 december 2015 bedroeg de Solvency II-ratio voor KBC Verzekeringen op groepsniveau 231% (zie tabel hierna). Daarmee behoort KBC Verzekeringen duidelijk tot de beter gekapitaliseerde maatschappijen van de verzekeringssector. Deze sterke ratio is het resultaat van een sterke eigenvermogensbasis ten opzichte van het vereiste kapitaal. Om het vereiste kapitaal onder Pijler 1 te berekenen, koos KBC voor de Standaardformuleberekening, die als meer behoudend wordt beschouwd, en niet voor interne modellen. Gezien zijn comfortabele kapitalisatieniveau besliste KBC ook geen overgangsmaatregelen toe te passen. Om overdreven schommelingen in de Solvency II-ratio te vermijden, gebruikt het wel de volatiliteitsaanpassing voor al zijn dochterondernemingen.

31-12-2015
3 683
3 180
2 815
-71
-123
416
195
-53
503
503
1 592
231%
2 091

Solvabiliteit, KBC Verzekeringen volgens Solvency II

ICAAP en ORSA

Het ICAAP van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en te verzekeren dat KBC altijd voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikt KBC over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. KBC heeft zijn economischkapitaalmodel vervangen door een nieuw model om de interne kapitaaltoereikendheid te meten, dat niet alleen beter is afgestemd op de wijzigende reglementaire vereisten, maar ook meer geschikt is voor bv. het meten van risicogewogen prestaties en het ondersteunen van risicolimieten, naast de kapitaaltoereikendheidsbeoordeling. Het nieuwe interne kapitaalmodel wordt aangevuld met een kader voor winstbeoordeling dat de kwetsbaarheden van het KBC-businessmodel moet blootleggen met betrekking tot de duurzaamheid op langere termijn.

De eindverantwoordelijkheid voor het ICAAP ligt bij de Raad van Bestuur, die advies krijgt van het RCC.

Een heel belangrijk element in het ICAAP van KBC is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasuryen risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op entiteitsniveau te bepalen. De APC gaat niet alleen over planning, maar ook over het nauwgezet opvolgen dat alle aspecten van het plan worden uitgevoerd (winst-en-verliesrekening, risicogewogen activa, liquiditeit). De verschillende groepsfuncties stellen daarover specifieke rapporten op.

Sinds 2014 voeren de KBC-verzekeringsgroep en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Net zoals bij het ICAAP is het doel van de ORSA erop toe te zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBC-verzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC, bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Waar nodig worden die processen aangepast om rekening te houden met de specifieke aard van de (her)verzekeringsactiviteiten en te voldoen aan de Solvency II-vereisten.

Stresstests

Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer (risico's vaststellen, risicobereidheid en -begrenzing bepalen, enz.). Stresstests maken daarom integraal deel uit van het risicobeheerskader van KBC en van onderliggende specifieke risicokaders, en zijn een belangrijk onderdeel van het ICAAP-proces en de ORSA.

Voor KBC is stresstesting een proces dat managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen als gevolg van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk.

Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of KBC over voldoende kapitaal beschikt om de risico's die het loopt, te dekken. Daarom omvat de APC ook scenario's waarbij wordt uitgegaan van stresssituaties. De stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat:

  • de beslissingen over de financiële planning en de risicobereidheid en -begrenzing niet alleen gebaseerd zijn op een basisscenario, maar ook rekening houden met de invloed van moeilijkere macro-economische en financiële marktscenario's;
  • het kapitaal en de liquiditeit op groepsniveau ook in moeilijke omstandigheden op een aanvaardbaar niveau blijven.

De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en externe kapitaaldoelstellingen. Er wordt nagegaan in welke mate eventuele tekortkomingen kunnen worden verholpen door risicobeheersmaatregelen te nemen.

In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaalvereisten niet gehaald worden en het herstelplan in werking treedt. Zo geven ze een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep. Om te vermijden dat KBC in een herstelsituatie terechtkomt als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen, stelt het management risicoverminderende maatregelen voor.

KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaaltoereikendheid van de groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van sensitiviteiten in de APC-planning.

Hoe besturen we onze groep?

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De voornaamste aspecten van het beleid van de vennootschap op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). KBC Groep NV gebruikt daarbij de Belgische Corporate Governance Code 2009 (hierna de Code genoemd) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2015.

In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt. Raad van bestuur: Raad; Directiecomité: DC; Auditcomité: AC; Risico- en Compliancecomité: RCC.

Samenstelling van de Raad en zijn comités

In de tabel hiernaast geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2015. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.

15
e Raad in 20
Periode in d
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Professor aan de International Business School van Boedapest
Volledig jaar
Burgemeester van Lo-Reninge en voorzitter Raad van Bestuur Cera
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Volledig jaar
Advocaat en ondervoorzitter Raad van Bestuur Cera Beheers
Volledig jaar
Volledig jaar
(tot 30 november 2015: Voorzitter Boerenbond en MRBB CVBA)
Volledig jaar

Marc De Ceuster nam deel aan 11 vergaderingen van de Raad en aan 10 vergaderingen van het RCC. Koen Algoed nam deel aan 4 vergaderingen van de Raad, aan 2 vergaderingen van het AC en aan 1 vergadering van het Benoemingscomité.

Wijzigingen in de Raad in 2015

  • Jo Cornu, onafhankelijk bestuurder, nam wegens het bereiken van de leeftijdsgrens ontslag uit de Raad na afloop van de Algemene Vergadering van 7 mei 2015.
  • Thomas Leysen, onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en in de Code, werd door de Algemene Vergadering herbenoemd voor een nieuw mandaat van vier jaar in dezelfde hoedanigheid.
  • Alain Bostoen, niet-uitvoerend bestuurder, werd door de Algemene Vergadering benoemd voor een mandaat van vier jaar.
  • Franky Depickere, Luc Discry, Frank Donck en Luc Popelier werden door de Algemene Vergadering herbenoemd voor een nieuw mandaat van 4 jaar.
  • Koen Algoed werd door de Algemene Vergadering benoemd voor een mandaat van vier jaar, onder voorbehoud van goedkeuring van de ECB. Ingevolge die goedkeuring ging zijn mandaat in op 2 juli 2015. Als bestuurder vertegenwoordigde hij de Vlaamse overheid.
  • Koen Algoed en Marc de Ceuster namen ontslag als bestuurder met ingang van 28 december 2015 als gevolg van de volledige terugbetaling van de Vlaamse overheidssteun.

Wijzigingen in de comités van de Raad in 2015

  • Jo Cornu nam, ingevolge zijn ontslag als bestuurder, ontslag als lid van het Remuneratiecomité en het Benoemingscomité.
  • Thomas Leysen, onafhankelijk bestuurder, werd lid van het Remuneratiecomité en fungeert als voorzitter.
  • Koen Algoed werd lid van het AC en het Benoemingscomité met ingang van 2 juli 2015. Aan dat lidmaatschap kwam op 28 december 2015 een einde als gevolg van zijn ontslag als bestuurder.
  • Het lidmaatschap van Marc De Ceuster in het RCC en zijn statuut als waarnemer bij het Remuneratiecomité eindigden op 28 december ingevolge zijn ontslag als bestuurder.

Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 4 mei 2016

• Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en in de Code, wordt door de Raad, op advies van het

Benoemingscomité, voorgedragen voor herbenoeming voor een nieuwe termijn van vier jaar in dezelfde hoedanigheid.

  • Theo Roussis, Lode Morlion en Ghislaine Van Kerckhove, niet-uitvoerende bestuurders, worden door de Raad, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor herbenoeming als bestuurder voor een nieuwe termijn van vier jaar.
  • Johan Thijs, gedelegeerd bestuurder, wordt door de Raad, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor herbenoeming als bestuurder voor een nieuwe termijn van vier jaar.
  • Sonja De Becker wordt door de Raad, op advies van het Benoemingscomité, voorgedragen voor benoeming als bestuurder voor een termijn van vier jaar. Ze volgt Piet Vanthemsche op die ontslag neemt met ingang van haar definitieve benoeming als bestuurder. De Raad dankt Piet Vanthemsche voor zijn jarenlange inzet als bestuurder van KBC Groep.

Voorstel tot benoeming van de commissaris

PricewaterhouseCoopers (PwC) wordt door de Raad, op voordracht van het AC, voorgedragen voor benoeming als commissaris voor een termijn van drie jaar. Die voordracht gebeurt met de goedkeuring van de toezichthouder. De commissaris zal vertegenwoordigd worden door Roland Jeanquart en Tom Meuleman. Het honorarium van de commissaris bedraagt 145 000 euro voor het boekjaar 2016 en 152 000 euro per jaar voor de boekjaren 2017 en 2018, desgevallend (niet automatisch) te indexeren of aan te passen ten gevolge van belangrijke wijzigingen in de activiteiten van de vennootschap door acquisities of het opstarten van nieuwe productlijnen.

Curriculum vitae van de voorgedragen bestuurder

Sonja De Becker is geboren in Erps-Kwerps in 1967. Ze studeerde af aan de KU Leuven (1990) en startte haar loopbaan als juridisch adviseur bij de Boerenbond (1990- 1997). Ze werd vervolgens diensthoofd Milieuconsulting SBB Bedrijfsdiensten Leuven (1997-1999), adjunct-algemeen secretaris van de Boerenbond (1999-2001), algemeen secretaris van de Boerenbond (2001-2013) en ondervoorzitter van de Boerenbond (2013-2015). Met ingang van 1 december 2015 is ze voorzitter van de Boerenbond.

Meer weten? U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance. De agenda van de Algemene Vergadering van 4 mei 2016 vindt u op www.kbc.com.

Christine Van Rijsseghem

°1962 Belg Licentiaat in de Rechten (UGent) In dienst sinds* 1987 CRO (chief risk officer)

Luc Popelier

°1964 Belg Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) In dienst sinds* 1988 CFO (chief financial officer)

Johan Thijs

°1965

Belg Licentiaat Wetenschappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Wetenschappen (KU Leuven)

In dienst sinds* 1988 Groeps-CEO (chief executive officer)

Daniel Falque

°1963 Belg Licentiaat in Internationale Betrekkingen (UCL) In dienst sinds* 2009 CEO Divisie België

eind 2015 Samenstelling van het DC

John Hollows °1956

Brit Licentiaat Rechten en Economie (Universiteit Cambridge) In dienst sinds* 1996 CEO Divisie Tsjechië

Luc Gijsens °1953 Belg Licentiaat in de Rechten (KU Leuven) In dienst sinds* 1977 CEO Divisie Internationale

Markten

* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)

Meer informatie, waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.

Activiteitenverslag van de Raad en zijn comités in 2015

Raad van Bestuur (Raad)

Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:

  • • Corporate Sustainability and Responsibility,
  • de verzekeringsactiviteiten van de KBC-groep,
  • activiteiten van de divisie België (in het bijzonder distributie en kredieten aan kmo's en grote bedrijven),
  • activiteiten van de divisie Internationale Markten (in het bijzonder KBC Asset Management, Consumer Finance en Markten, Hongarije en Bulgarije),
  • de implementatie van het HR-beleid,
  • de ICT-strategie,
  • het Integrated Risk Report (maandelijks),
  • de aanpak van cyberrisico's,
  • het ICAAP-ILAAP-rapport 2015,
  • het KBC Group Recovery Plan 2015,
  • het Resolution Plan,
  • het jaarverslag van Group Compliance,
  • de benoeming van de nieuwe commissaris,
  • de terugbetaling van de Vlaamse overheid.

Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.

Auditcomité (AC)

Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.

Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken.

Het AC besprak bovendien:

  • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die er uit voortvloeien,
  • het Risk Appetite Statement,
  • het Three Lines of Defense-model,
  • het proces tot en het voorstel voor benoeming van de nieuwe commissaris.

Risico- en compliancecomité (RCC)

Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties.

Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer (inclusief de jaarverslagen) werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.

Daarnaast werden de volgende bijzondere rapporteringen behandeld:

  • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die er uit voortvloeien,
  • het Risk Appetite Statement,
  • het ICAAP/ILAAP-rapport 2015,
  • het KBC Group Recovery Plan,
  • het Resolution Plan,
  • • Information Security and Cyber risk,
  • de risicogerelateerde elementen van het beloningsbeleid en de prijszetting van de aan het cliënteel aangeboden producten,
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen.

Benoemingscomité

Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • de samenstelling van de raden van bestuur en van de adviserende comités,
  • benoemingen en herbenoemingen in de raden van bestuur,

• het vereiste profiel van de onafhankelijke bestuurder van KBC Bank,

• de aanpak van het successiemanagement van de KBC-groep.

Remuneratiecomité

Het Remuneratiecomité vergaderde meestal in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het DC en de vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook ten aanzien van KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • aanpassingen aan de Remuneration Policy,
  • evaluatie van de beoordelingscriteria van het DC over 2014,
  • beoordelingscriteria van het DC voor 2015,
  • jaarlijkse Remuneration Review,
  • nieuw pensioenplan (inclusief invaliditeits- en overlijdensdekking) voor de leden van het DC,
  • vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders in het Related Party Lending Committee.

Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstuk 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.

AC: toepassing van artikel 96 § 1 9° van het Wetboek van Vennootschappen

Op 31 december 2015 zetelen in het AC 2 onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:

  • Vladimira Papirnik: onafhankelijk bestuurder, doctor juris (Northwestern University, USA, 1982), is senior partner bij het advocatenkantoor Squire Patton Boggs en werkt zowel in Praag als in Chicago. Ze is gespecialiseerd in internationaal bankrecht, projectfinanciering en vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance).
  • Júlia Király: onafhankelijk bestuurder, studeerde af aan de University of Economics van Boedapest (1980) en behaalde

een Ph.D in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was 15 jaar lang professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences.

De andere leden van het AC zijn:

  • Marc Wittemans: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen, graduaat in de Fiscale Wetenschappen en in de Actuariële Wetenschappen. Hij is gedelegeerd bestuurder van MRBB CVBA, holdingmaatschappij van de Boerenbond en voorzitter van het AC.
  • Frank Donck: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (RUG) en licentiaat Financiële Wetenschappen (Vlerick School voor Management Gent). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en van Tele Columbus AG, en onafhankelijke bestuurder bij Barco NV en Elia System Operator NV.

Koen Algoed was als niet-uitvoerend bestuurder lid van het AC van 2 juli tot 28 december 2015. Hij behaalde een master in Science in Econometrics & Mathematical Economics (London School of Economics) en een Ph.D in economie (KU Leuven). Hij is professor Economie aan de KU Leuven en lid van de onderzoekseenheid Centre for Research on Economic Markets and their Environments (KU Leuven, Campus Brussel). Hij is kabinetschef bij de Vlaamse Minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC samengesteld is overeenkomstig de vereisten van het Charter en van artikel 526bis § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.

RCC: toepassing van punt 6.3.6 van het Charter

Op 31 december 2015 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code.

Het RCC is samengesteld uit:

  • Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Hij is thans gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.
  • Frank Donck (cv: zie hierboven)
  • Marc Wittemans (cv: zie hierboven)
  • Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder (cv: zie hierboven).

Marc De Ceuster was als niet-uitvoerend bestuurder lid van het RCC tot 28 december 2015. Hij is doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen (Universiteit Antwerpen, 1992) en master in de Rechten (UFSIA – UIA, 1987). Hij is professor Financiën (UA) en Academic Director van de masteropleidingen Real Estate Management, Personal Financial Planning en Financiën van de Antwerp Management School.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.

Beleid inzake transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen

De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Charter.

Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik

De Raad heeft een Dealing Code opgesteld die onder meer voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van

verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen. De principes van die Dealing Code zijn opgenomen als bijlage bij het Charter.

Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden

De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.

Op initiatief van de voorzitter vindt in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.

De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.

Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.

Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.

Remuneratieverslag over het boekjaar 2015

Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC

Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC stoelt op de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De Raad kan ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC het Remuneratiecomité opdracht geven

mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

Raad: op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over het vergoedingsregime van de leden van de Raad. Als dat nodig is, vraagt de Raad ook een beslissing van de Algemene Vergadering.

DC: op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.

Verklaring over het tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde vergoedingsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad en van het DC

Het Remuneratiecomité verklaart het volgende:

Principes van het vergoedingsbeleid met inachtneming van de relatie tussen vergoeding en prestaties

Zowel voor niet-uitvoerende bestuurders als voor uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt als basisbeginsel dat ze recht hebben op een billijke vergoeding die in verhouding staat tot de door hen geleverde bijdrage aan het beleid en de groei van de groep.

Voor niet-uitvoerende bestuurders geldt het volgende:

  • Hun vergoeding bestaat uitsluitend uit een jaarlijkse, vaste vergoeding die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering. Het zwaartepunt van de vergoeding ligt bij de presentiegelden. Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die Raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding.
  • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep, geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad.
  • De bestuurders die in het AC of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vergoeding (presentiegeld) voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor vergaderingen die samen met het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, het presentiegeld maar eenmaal wordt uitgekeerd aan de bestuurders die in verschillende comités zitting hebben. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een extra vaste vergoeding. Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.

  • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen een extra vergoeding (presentiegeld) toegekend per bijgewoonde vergadering.

  • KBC Groep NV verleent noch kredieten noch waarborgen aan bestuurders. Dergelijke kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.

Voor de uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt het volgende:

  • De Raad bepaalt hun vergoeding op basis van het advies van het Remuneratiecomité en van de voorzitter van het DC (voor de voorzitter van het DC op advies van het Remuneratiecomité).
  • In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de KBC-groep is de individuele vergoeding van de leden van het DC samengesteld uit de volgende componenten: - een vaste maandvergoeding;

  • een jaarlijkse prestatiegebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling (geëvalueerd op basis van vooraf afgesproken criteria);

  • een jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk;
  • de eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk).
  • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de zogenaamde risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als (een van) de opgelegde parameters niet worden (wordt) bereikt, wordt er niet alleen geen variabele

vergoeding toegekend, maar vervalt ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.

  • De Raad bepaalt op advies van het Remuneratiecomité de prestatiegebonden variabele vergoeding aan de hand van de evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria. Voor 2016 gaat het onder meer over:
  • de implementatie van de strategie,
  • de verdere implementatie van het duurzaamheidsbeleid,
  • het aanpakken van de digitale transformatie,
  • het uitvoeren van de financiële planning (inclusief rendabiliteits-, kapitaal- en liquiditeitsplanning),
  • het versterken van de risicocontroleomgeving (onder meer risicolimieten, tijdige uitvoering van auditaanbevelingen en aanbevelingen van de toezichthouder),
  • het verder verbeteren van tevredenheid van personeel, klanten en andere stakeholders.

Het Remuneratiecomité evalueert de uitvoering van die criteria, formuleert op basis daarvan en binnen de limieten van het contractueel afgesproken stelsel een voorstel voor de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding en geeft daarover een advies aan de Raad, die ten slotte een beslissing neemt. Het Remuneratiecomité geeft ook een advies aan de Raad over de omvang van de individuele variabele vergoeding op basis van een evaluatie van de prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk. Het Remuneratiecomité houdt daarbij rekening met de evaluatie door de voorzitter van het DC.

• De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.

Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding

De variabele component van de vergoeding wordt opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele vergoeding zich tussen 0 en 300 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 100 000 euro. Voor de leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 200 000 en

maximaal 70 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar. Het aandeel van de variabele vergoeding in het totale vergoedingspakket is in elk geval lager dan 30%.

De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven

De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over vier jaar: 50% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaren. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met virtual investment certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van vier jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die hierna beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.

Informatie over het vergoedingsbeleid voor de komende twee boekjaren

Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. Wel zal het Remuneratiecomité een mogelijke omvorming van de zitpenningen voor de leden van het AC en het RCC naar een vaste vergoeding overwegen.

In 2015 voerden we in samenwerking met een extern onderzoeksbureau een studie uit over het bijkomende pensioen van de leden en de voorzitter van het DC. Daaruit bleek dat het pensioen waarin in het huidige bijkomendpensioenplan wordt voorzien, niet marktconform is. Het situeert zich beneden de marktmediaan van de BEL 20-bedrijven. Hoewel erg moeilijk, vergeleken we het ook met de bijkomende pensioenvoorzieningen van leden van het DC van een internationale peergroup van bedrijven uit de financiële sector. Het beeld dat daaruit naar voren kwam, is gelijklopend met de vergelijking met de BEL20. Bovendien bleek ook het merendeel van de benchmark niet langer met een vasteprestatieplan (defined benefit) te werken. Een laatste belangrijk verschil met het bestaande pensioenplan was dat het pensioenkapitaal in de overgrote meerderheid van de pensioenplannen een band heeft met de werkelijke vergoeding (en dus voor de CEO verschilt van dat van de andere leden van het DC).

Daarom startten we op 1 januari 2016 met een nieuw pensioenplan. Het betreft een vastebijdragenplan (defined contribution) dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan hielden we er rekening mee dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsnee werknemer. Daarom werd in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. Het onderzoek toonde ook aan dat de overlijdensdekking eerder laag was tegenover de benchmark. Daarom werd in het nieuwe plan het overlijdenskapitaal opgetrokken. Het plan is van toepassing voor eenieder die vanaf 1 januari 2016 toetreedt tot het DC (voor zover in België gedomicilieerd). Aan de leden van het DC op 31 december 2015 werd de keuze geboden tussen het behoud van het bestaande plan en de overstap naar het nieuwe plan. Op één na koos iedereen voor de overstap naar het nieuwe plan. Voor hen werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves overgeboekt naar het nieuwe plan.

Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. De belangrijkste zijn:

• Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel (waarvan ten minste 10% gebaseerd is op de resultaten van de KBC-groep) en een prestatiegebonden deel.

  • Ten minste 40% van het variabele loon voor het topmanagement, de Key Identified Staff (KIS), wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over drie jaar.
  • Voor de KIS wordt de helft van de totale variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten.
  • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdbackmogelijkheid voorzien.
  • De verhouding tussen vast en variabel loon wordt bepaald op maximaal 1/2.
  • Voor het variabele loon geldt een plafond van nominaal 750 000 euro.
  • Vanaf 2016 wordt 10% van het variabele loon van het topmanagement ook afhankelijk gemaakt van het behalen van een vooraf afgesproken individuele doelstelling die gerelateerd is aan duurzaamheid. Voor de leden van het DC was dat ook al in 2015 het geval.

Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding voor de prestaties vanaf boekjaar 2012 werd naast de risk gateway een Risk-Adjusted Performance Measurement Framework geïntroduceerd. Het basisidee van dat beleid, dat gebruikt wordt voor de toewijzing van kapitaal, is dat noch het economische kapitaal, noch het reglementaire kapitaal geschikt is als de enige drijfveer voor kapitaaltoewijzing. Reglementair kapitaal heeft een beperkte dekking in termen van risicotypes en weerspiegelt maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van KBC van zijn risicoprofiel, maar is momenteel niet op hetzelfde gedetailleerde niveau beschikbaar. Gezien die beperkingen werd ervoor gekozen kapitaal toe te wijzen op basis van een RWA-coëfficiënt (RWA staat voor risicogewogen activa) die de inzichten van economisch kapitaal reflecteert. Dat beleid introduceert het begrip RAP (Risk-Adjusted Profit) als (absolute) maatstaf van de winstgevendheid van een bedrijf, maar met een intrinsieke correctie voor kapitaal- en

risico-elementen. Voor bepaalde categorieën van key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.

Terugvorderingsbepalingen

Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.

In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):

  • Er is een bewijs van wangedrag of grove fout van de medewerker (bijvoorbeeld schending van de gedragscode en andere interne regels, in het bijzonder met betrekking tot risico's).
  • In geval van een daling met ten minste 50% van ofwel het nettoresultaat exclusief de niet-recurrente winst ofwel de (onderliggende) winst aangepast voor risico van de KBC-groep en/of de onderliggende KBC-entiteit in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving ten opzichte van het jaar van toekenning, zal een malus worden toegepast op de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die betrekking hebben op het jaar van toekenning, tenzij het Remuneratiecomité van de KBC-groep een gemotiveerd

advies geeft aan de Raad waarin het voorstelt geen malus toe te passen om welbepaalde redenen. Het Remuneratiecomité van de KBC-groep zal ook een advies geven over de malusgraad (het toe te passen percentage). De eindbeslissing ligt bij de Raad.

• In het geval dat het nettoresultaat exclusief de nietrecurrente winst of de voor risico aangepaste winst van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn.

De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.

In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):

  • bewijs van fraude,
  • (gebruik van) misleidende informatie.

Vergoedingen op individuele basis die aan de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend

Overeenkomstig het geldende remuneratiesysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders een vaste vergoeding en presentiegeld in verhouding tot het aantal door hen bijgewoonde vergaderingen van de Raad van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland. Zoals hierboven al vermeld, ontving de voorzitter van de Raad alleen een bijzondere vaste vergoeding. De voorzitters van het AC en RCC ontvingen een bijkomende vaste vergoeding. Ook de ondervoorzitter van de Raad ontving een bijkomende vaste vergoeding.

Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde basis, in euro)

Vergoeding Vergoeding AC en RCC Presentiegeld
(m.b.t. boekjaar 2015) (m.b.t. boekjaar 2015) (m.b.t. boekjaar 2015)
Thomas Leysen 500 000 0 0
Koen Algoed 10 000 5 000 20 000
Alain Bostoen 33 333 0 55 000
Jo Cornu 6 667 0 20 000
Marc De Ceuster 20 000 30 000 55 000
Franky Depickere 65 000 130 000 60 000
Luc Discry 40 000 0 55 000
Frank Donck 33 333 25 000 55 000
Júlia Király 20 000 30 000 82 500
Lode Morlion 40 000 0 55 000
Vladimira Papirnik 20 000 30 000 82 500
Theodoros Roussis 40 000 0 55 000
Ghislaine Van Kerckhove 40 000 0 50 000
Piet Vanthemsche 40 000 0 40 000
Philippe Vlerick 63 333 0 50 000
Marc Wittemans 40 000 65 000 55 000

Informatie over het bedrag van de vergoeding die leden van het DC van KBC Groep NV die ook lid zijn van de Raad in die hoedanigheid zouden hebben ontvangen

Er werd noch een vaste vergoeding noch presentiegeld uitgekeerd aan de leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad.

Evaluatiecriteria gebaseerd op de prestaties van KBC Groep NV en/of van de betrokkene(n) bij de toekenning van variabele vergoedingen

De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van enkele vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Het resultaat van die evaluaties is een percentage tussen 0% en 100% dat toegepast wordt op het maximale bedrag van de variabele vergoeding. Voor het

jaar 2015 besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 96,88%.

Vergoeding van de voorzitter en de andere leden van het DC van KBC Groep NV

Het DC van KBC Groep NV is een collegiaal en solidair orgaan waarvan de voorzitter primus inter pares is en niet de enige operationele en verantwoordelijke vertegenwoordiger van het bedrijf. Niettemin worden in de tabel, ter uitvoering van de vennootschapswetgeving en de Code, de vergoedingen van de voorzitter van het DC (de CEO) individueel weergegeven. In de tabel worden bovendien de gezamenlijke vergoedingen vermeld die KBC Groep NV en zijn directe en indirecte dochtervennootschappen voor het boekjaar 2015 uitkeerden aan andere leden van het DC van KBC Groep NV. Het DC bestaat uit 6 leden (inclusief de voorzitter).

CEO:
Vergoeding van het DC van KBC Groep NV Johan Thijs Andere leden van het DC (samen)
(uitbetaald bedrag in euro) 2014 2015 2014 2015
Statuut zelfstandige zelfstandige zelfstandigen zelfstandigen
Vaste basisvergoeding 1 040 000 1 090 000 3 936 202 3 850 000
Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar1 21 667 21 667 75 526 70 292
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar1 70 312 72 656 264 965 242 188
Resultaatgebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 72 447 54 384 341 189 155 781
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 35 743 28 521 140 183 77 242
Totaal 1 240 169 1 267 228 4 758 065 4 395 503
Pensioen3
Aanvullend pensioenplan type vaste prestaties (service cost) 116 343 100 297 820 318 778 964
Aanvullend pensioenplan met vaste bijdragen (aan het pensioenfonds
overgemaakte toelage)
44 060 39 579 88 120 118 738
Andere voordelen4 14 853 14 298 122 248 87 277

1 De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in de vorm van phantom stocks en de uitbetaling van de variabele vergoeding wordt gespreid over vier jaar (het eerste jaar 50% en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaar). Het hier weergegeven bedrag betreft dan ook alleen het in 2016 in cash uitbetaalbare gedeelte van de totale variabele vergoeding (25% van het totale toegekende bedrag).

2 Het gaat hier telkens om 16,66% van het cashgedeelte van de variabele vergoeding voor de jaren 2012, 2013 en 2014.

3 Tot 31 december 2015 bestond het pensioenstelsel van de leden van het DC (behalve John Hollows) uit twee delen: een klein gedeelte in de vorm van het type vaste bijdragen en het belangrijkste gedeelte in de vorm van het type vaste prestaties. Het vastebijdragenplan is van toepassing op alle leden van het DC vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de betrokkene gedurende drie jaar deel uitmaakt van het DC. Dat plan wordt door KBC gefinancierd d.m.v. een jaarlijkse toelage (aan het pensioenfonds van KBC) waarvan de omvang uitgedrukt wordt als een percentage van de geconsolideerde nettowinst van KBC Groep. Dat percentage is afhankelijk van de ontwikkeling van de winst per aandeel. Het vasteprestatiesplan is van toepassing voor elk lid van het DC vanaf het ogenblik van opname in het DC. Een volledig aanvullend rustpensioen wordt verworven na 25 jaar dienst in de KBC-groep, waarvan minstens zes jaar als lid van het DC. Elk aanvullend pensioen (tenzij het werd opgebouwd met persoonlijke bijdragen) dat in welke hoedanigheid ook (zelfstandige of werknemer) elders in de groep werd verworven, wordt bij de berekening van dat rustpensioen in rekening gebracht. Cumuleren is dus niet mogelijk. John Hollows is in Tsjechië aangesloten bij een vastebijdragenplan. Zoals hiervoor uiteengezet, werd met ingang van 2016 een nieuw pensioenplan ingevoerd van het type vaste bijdragen.

4 Elk lid van het DC ontvangt een maandelijkse representatievergoeding van 400 euro. Aangezien het hier om een forfaitaire terugbetaling van kosten gaat, werd dat bedrag niet in de tabel opgenomen. Elk lid van het DC heeft ook een bedrijfswagen. Op het privégebruik worden de leden van het DC belast op basis van een forfait van 7 500 km per jaar. Voordelen die de leden van het DC verder nog genieten, zijn onder meer een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering.

Betaalde langetermijncashbonus

Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijncashbonus.

Aandelen, aandelenopties en andere rechten om aandelen van KBC Groep NV te verwerven, toegekend in de loop van het boekjaar, op individuele basis

Zoals hierboven beschreven, wordt de helft van de totale jaarlijkse variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. Over 2015 worden de volgende bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (het aantal phantom stocks wordt bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van het jaar van toekenning).

totaal Vesting 2016 Vesting 2017 Vesting 2018 Vesting 2019
188 646 94 323 32 070 32 070 30 183
125 458 62 729 21 328 21 328 20 073
126 042 63 021 21 427 21 427 20 167
124 292 62 146 21 130 21 130 19 887
123 708 61 854 21 030 21 030 19 793
125 458 62 729 21 328 21 328 20 073

Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks

* VIC's (Virtual Investment Certificates) i.p.v. phantom stocks.

Andere aandelen, aandelenopties of rechten om aandelen te verwerven, werden niet toegekend.

Aandelen, aandelenopties en andere rechten om aandelen van KBC Groep NV te verwerven, uitgeoefend of vervallen in de loop van het boekjaar, op individuele basis

Een gedeelte van de phantom stocks die in 2011 voor het boekjaar 2010 werden toegekend, en van de phantom stocks die in 2013 voor het boekjaar 2012 werden toegekend, werden in april 2015 omgezet in cash tegen een koers van 51,61 euro. De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):

• Johan Thijs 87 117
• Luc Popelier 78 034
• John Hollows 78 034
  • Luc Gijsens 30 966
  • Daniel Falque 18 218

Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV op individuele basis

Aangezien KBC in december 2015 het resterende gedeelte van de Vlaamse overheidssteun terugbetaalde, zijn de bijzondere voorwaarden met betrekking tot de vertrekvergoedingen die met de Vlaamse overheid in 2009 werden afgesproken, niet langer van toepassing. Conform het Wetboek van Vennootschappen en de bankenwet en op gemotiveerd advies van het Remuneratiecomité, besliste de Raad om de vertrekvergoeding voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC vanaf 1 januari 2016 aan te passen. Voor een lid van het DC met een anciënniteit in KBC Groep van 6 jaar of minder wordt de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor iemand met een anciënniteit in de groep van 6 t.e.m. 9 jaar wordt het 15 maanden en met een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt de vergoeding gelijk aan 18 maanden beloning. Beloning dient in deze context begrepen te worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.

Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controleen risicobeheersystemen

Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC

1 Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering

We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie van dit jaarverslag.

De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:

  • De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem krachtens het Wetboek van Vennootschappen zijn voorbehouden. De Raad beslist, op voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite).
  • Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van dit hoofdstuk.

2 Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid

Deontologie en integriteit worden beschouwd als essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid en integriteit maken deel uit van de hoge ethische normen die KBC hanteert – zowel naar de geest als naar de letter van de toepasselijke regelgeving. Daarom behandelen we onze klanten op een redelijke, eerlijke en professionele wijze.

Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. De belangrijkste richtlijnen en beleidsnota's in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.

Het Integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico (conduct risk), een relatief recent begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste levering van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet met preventie, monitoring en rapportering. Een uitgebreide groepswijde communicatiecampagne zorgt voor de nodige bewustmaking rond dit thema.

Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:

  • bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering en het naleven van embargo's;
  • fiscaal preventiebeleid, waaronder de bijzondere mechanismen van belastingontduiking;
  • bescherming van de belegger inclusief voorkoming van belangenconflicten (MiFID);
  • gedragsregels voor beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten;
  • marktmisbruik, waaronder misbruik van voorkennis;
  • bescherming van het privéleven, vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht;
  • regels betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.

Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:

  • De deontologie van de medewerker zit verweven in de gedragslijn en diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven.
  • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of

coördineert Compliance Groep het onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.

  • Het Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te goeder trouw tekenen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren.
  • Het Anticorruptiebeleid bevestigt de houding van KBC in de strijd tegen en de voorkoming van corruptie bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en bevat een omschrijving van de daartoe genomen en te nemen maatregelen. Een onderdeel daarvan is het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag.

De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau.

Het document KBC-principes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen beschrijft de visie van KBC inzake Corporate Social Responsibility en is beschikbaar op www.kbc.com.

3 Het Three Lines of Defense-model wapent KBC tegen risico's die het behalen van de doelstellingen in het gedrang kunnen brengen

Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.

3.1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's

De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor

effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.

3.2 De risicofunctie, Compliance, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisicobeveiliging, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie

Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisicoen controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft ze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de Groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.

De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het Directiecomité haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.

3.3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het DC, het AC en het RCC bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem

Interne Audit is verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de bestaande bedrijfsprocessen. Als onafhankelijke derdelijnscontrole voert het risicogebaseerde en algemene audits uit om de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief het Risicobeleid, te verzekeren. Het ziet er ook op toe dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.

Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Dat charter beantwoordt aan de bepalingen van het NBB-reglement van 19 mei 2015 – goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 5 juli 2015 – betreffende de interne controle en de interne auditfunctie, de uitvoeringscirculaire 2015_21 van 13 juli 2015 en de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014.

Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.

4 Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem

Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.

Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een

correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.

Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.

Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving

Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond.

De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).

De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.

De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Financial Insight and Communication en van Group Finance, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.

Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.

De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.

De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.

Het Reporting Framework (2011) en het Challenger Framework (2012) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de

inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.

Jaarlijks (sinds 2012) moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Het omvat naast een ingevulde CFO-vragenlijst ook een opsomming van alle verantwoordelijkheden (Entity Accountability Excel) voor accounting en voor externe financiële rapportering samen met de onderliggende Departmental Reference Documents (RACI's) die onderbouwd aantonen hoe de verantwoordelijkheden worden opgenomen. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-toendproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.

Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.

Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de tweede paragraaf onder punt 4 van Deel 1.

Afwijkingen van de Code

De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explainprincipe). Hierna volgt dat overzicht:

Bepaling 2.1 van de Belgische Corporate Governance Code (Code) stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit. Zie verder in de paragraaf over Genderdiversiteit.

Bepaling 5.2/1 van Bijlage C bij de Code schrijft voor dat de Raad een Auditcomité opricht dat uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Bepaling 5.2/4 van dezelfde Bijlage C stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van dat comité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.

Op 31 december 2015 was het AC samengesteld uit 4 niet-uitvoerende bestuurders, van wie 2 onafhankelijke bestuurders en 2 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC. Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit 4 bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, en 3 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders vormden in dat comité dus niet de meerderheid.

Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die zich ingeschreven hebben in het perspectief van een aandeelhouderschap op lange termijn. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun engagement, via hun vertegenwoordigers in de Raad op een gepaste en evenwichtige wijze te betrekken bij de werkzaamheden van de comités.

De samenstelling van deze comités hield tot 28 december 2015 ook rekening met het recht op deelname van een door de overheid aangewezen bestuurder.

Genderdiversiteit

Uiterlijk op 1 januari 2017 moet ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht zijn dan dat van de overige leden.

De Raad telde op 31 december 2015 4 vrouwen en 12 mannen. Vanaf de definitieve benoeming van Sonja De Becker zal de Raad 5 vrouwen en 11 mannen tellen, en wordt dus aan de bepalingen van de wet voldaan.

Belangenconflicten die onder artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vallen

In de loop van het boekjaar 2015 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.

Commissaris

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA fungeert tot de algemene vergadering als commissaris van de vennootschap, met als vertegenwoordigers Christel Weymeersch en/of Jean-François Hubin. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 43.

Voor het voorstel tot benoeming van PwC als commissaris met ingang van de jaarvergadering, zie Voorstel tot benoeming van de commissaris.

Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

1 Kapitaalstructuur op 31 december 2015

Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 418 087 058 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten

Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de slotkoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 13 november 2015 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 17 december 2017. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2014 zijn nog geblokkeerd (tot 15 december 2016).

De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers

werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden

Nihil.

4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.

5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht

De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2015 betrof het 2 aandelen (0,00% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).

6 Aan KBC Groep NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht

Een groep rechtspersonen en natuurlijke personen treden in onderling overleg op en vormen de vaste aandeelhouderskern van KBC Groep NV. Volgens de door hen ingestuurde kennisgeving beschikken ze over de volgende aantallen stemrechten in onderling overleg:

  • KBC Ancora Comm.VA: 77 516 380
  • Cera CVBA: 11 127 166
  • MRBB CVBA: 47 889 864
  • Andere vaste aandeelhouders: 31 768 376.

In totaal zijn dat 168 301 786 stemrechten of 40,26% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2015.

Tussen die partijen werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren, en op de toepassing van dat beleid toe te zien. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht binnen het kader van het syndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst werd aangegaan voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.

7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV

Benoeming en vervanging van leden van de Raad:

De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité.

Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen.

De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.

Wijziging van de statuten:

Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en besluiten, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).

Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag

uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).

8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen

De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 20 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meer keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal binnen het bovengenoemde bedrag van 700 miljoen euro. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.

Op 13 november 2015 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 46,67 euro en een maximum van 74 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 23 december 2015 verhoogd met 1 066 272 euro, vertegenwoordigd door 306 400 nieuwe aandelen.

Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2015 nog 696 103 433,56 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2015 – nog maximaal 200 029 722 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,84% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.

De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.

De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2015 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen geen aandelen van KBC Groep NV in bezit.

9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.

10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.

Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2015

Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:

  • naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007 (zie A hierna),
  • naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen (zie B hierna),
  • op vrijwillige basis.

In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.

We wijzen erop dat de hierna onder A) en B) vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2015, resulterend uit alle

kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2015. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2015 (en de eerste twee maanden van 2016).

Aandeelhouderschap op 31-12-
2015, volgens de meest recente
kennisgevingen overeenkomstig
de wet van 2 mei 2007
Adres Aantal KBC-aandelen/stem
rechten (tegenover het huidige
aantal aandelen/stemrechten)
De kennisgeving betreft
de situatie op
KBC Ancora Comm.VA Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België 77 516 380 (18,54%) 1 december 2014
Cera CVBA Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België 11 127 166 (2,66%) 1 december 2014
MRBB CVBA Diestsevest 40, 3000 Leuven, België 47 889 864 (11,45%) 1 december 2014
Andere vaste aandeelhouders P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2,
8510 Bellegem, België
32 020 498 (7,66%) 1 december 2014
Vennootschappen behorend tot de
KBC-groep
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 300 (0,00%) 16 oktober 2012
Blackrock Inc. Throgmorton Avenue 12, EC2N 2DL Londen,
Verenigd Koninkrijk
20 934 882 (5,01%) 4 december 2015
FMR LLC (Fidelity) Summer Street 245, Boston, Massachusetts
02210, Verenigde Staten
12 312 076 (2,94%) 4 mei 2015
Parvus Asset Management Europe
Ltd.
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen,
Verenigd Koninkrijk
12 341 146 (2,95%) 13 februari 2015

Begin 2016 werden nieuwe kennisgevingen ontvangen (zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie).

Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 20 augustus 2015 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.

A Mededelingen door

a rechtspersonen,

b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1

Participatie, In Participatie, In
Aandeelhouder aantal procenten2 Aandeelhouder aantal procenten2
KBC Ancora Comm. Va 77 516 380 18,54 Bareldam SA 387 544 0,09
MRBB CVBA 47 889 864 11,45 Robor NV 359 606 0,09
CERA CVBA 11 127 166 2,66 Dufinco BVBA 357 002 0,09
SAK AGEV 6 461 885 1,55 Sereno SA 321 408 0,08
Ravago Finance NV 3 855 915 0,92 Rodep Comm. Va 304 181 0,07
VIM CVBA 3 834 500 0,92 Efiga Invest SPRL 230 806 0,06
3D NV 2 491 893 0,60 Gavel Comm. Va 220 024 0,05
Almafin SA 1 285 997 0,31 Ibervest 190 000 0,05
De Berk BVBA 1 138 208 0,27 Promark International NV 189 008 0,05
Algimo NV 1 040 901 0,25 Niramore International SA 150 700 0,04
SAK PULA 981 450 0,23 SAK Iberanfra 120 107 0,03
Rainyve SA 941 958 0,23 Isarick NV 45 056 0,01
Alia SA 937 705 0,22 Agrobos 45 000 0,01
Stichting Amici Almae Matris 912 731 0,22 Filax Stichting 38 529 0,01
Ceco c.v.a 568 849 0,14 I.B.P Ravaga Pensioenfonds 34 833 0,01
Van Holsbeeck NV 502 822 0,12 Hendrik Van Houtte CVA 25 920 0,01
Nascar Finance SA 485 620 0,12 Asphalia NV 14 241 0,00
Cecan NV 466 002 0,11 Vobis Finance NV 685 0,00
Cecan Invest NV 397 563 0,10

B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)

Participatie, In Participatie, In Participatie, Participatie, In
aantal procenten2 aantal procenten2 aantal In procenten2 aantal procenten2
861 395 0,21 182 826 0,04 80 500 0,02 20 836 0,00
285 000 0,07 159 100 0,04 46 821 0,01 19 522 0,00
285 000 0,07 107 744 0,03 41 500 0,01 3 431 0,00
193 200 0,05 107 498 0,03 32 554 0,01 2 800 0,00

1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.

2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2015.

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) Toelichting 2014 2015
Nettorente-inkomsten 3 4 308 4 311
Rente-inkomsten 3 7 893 7 150
Rentelasten 3 -3 586 -2 839
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 9, 11 512 611
Verdiende premies 9 ,11 1 266 1 319
Technische lasten 9, 11 -754 -708
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 9, 10 -216 -201
Verdiende premies 9, 10 1 247 1 301
Technische lasten 9, 10 -1 463 -1 502
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 9 16 -29
Dividendinkomsten 4 56 75
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
5 227 214
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 6 150 190
Nettoprovisie-inkomsten 7 1 573 1 678
Provisie-inkomsten 7 2 245 2 348
Provisielasten 7 -672 -670
Overige netto-inkomsten 8 94 297
TOTALE OPBRENGSTEN 6 720 7 148
Exploitatiekosten 12 -3 818 -3 890
Personeelskosten 12 -2 248 -2 245
Algemene beheerskosten 12 -1 303 -1 392
Afschrijvingen vaste activa 12 -266 -253
Bijzondere waardeverminderingen 14 -506 -747
op leningen en vorderingen 14 -587 -323
op voor verkoop beschikbare financiële activa 14 -29 -45
op goodwill 14 0 -344
op overige 14 109 -34
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 15 25 24
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 420 2 535
Belastingen 16 -657 104
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 763 2 639
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 762 2 639
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Winst per aandeel (in euro)
Gewoon 17 3,32 3,80
Verwaterd 17 3,32 3,80

• We lichten de belangrijkste bestanddelen van de resultatenrekening toe in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Geconsolideerd resultaat in 2015 en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income)

(in miljoenen euro) 2014 2015
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 763 2 639
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 762 2 639
NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN ERKEND IN EIGEN VERMOGEN
Verwerkt in de winst-en-verliesrekening
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen 47 176
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 119 259
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -4 -11
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -68 -72
Bijzondere waardeverminderingen 8 7
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -76 -79
Uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties 675 -210
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 1 006 -258
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -334 91
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 2 -44
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -34 -57
Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa naar
aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden financiële activa
38 -3
Uitgestelde belastingen -2 16
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa 0 0
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) -871 222
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -1 287 302
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 440 -110
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -25 29
Brutobedrag -28 39
Uitgestelde belastingen 3 -9
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen 79 272
Brutobedrag 9 169
Uitgestelde belastingen 70 103
Overige mutaties 1 2
Niet verwerkt in de winst-en-verliesrekening
Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen -198 226
Wijzigingen, IAS 19 -281 323
Uitgestelde belastingen op wijzigingen, IAS 19 83 -97
TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 1 495 3 327
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 494 3 326

Geconsolideerde balans

Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken

5 771
7 038
Financiële activa
18–29
231 421
237 346
Aangehouden voor handelsdoeleinden
18–29
12 182
10 385
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
18–29
18 163
16 514
Voor verkoop beschikbaar
18–29
32 390
35 670
Leningen en vorderingen
18–29
135 784
141 305
Tot einde looptijd aangehouden
18–29
31 799
32 958
Afdekkingsderivaten
18–29
1 104
514
Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen
35
194
127
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille

168
105
Belastingvorderingen
31
1 814
2 336
Actuele belastingvorderingen
31
88
107
Uitgestelde belastingvorderingen
31
1 726
2 228
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten

18
15
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
32
204
207
Vastgoedbeleggingen
33
568
438
Materiële vaste activa
33
2 278
2 299
34
Goodwill en andere immateriële vaste activa
1 258
959
Overige activa
30
1 480
1 487
TOTAAL ACTIVA
245 174
252 356
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro)
Toelichting
31-12-2014
31-12-2015
Financiële verplichtingen
18–29
205 644
213 333
Aangehouden voor handelsdoeleinden
18–29
8 449
8 334
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
18–29
23 908
24 426
Tegen geamortiseerde kostprijs
18–29
169 796
178 383
Afdekkingsderivaten
18–29
3 491
2 191
Technische voorzieningen vóór herverzekering
35
18 934
19 532
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille

189
171
Belastingverplichtingen
31
697
658
Actuele belastingverplichtingen
31
98
109
Uitgestelde belastingverplichtingen
31
599
549
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten

0
0
Voorziening voor risico's en kosten
36
560
310
Overige verplichtingen
37
2 629
2 541
TOTAAL VERPLICHTINGEN
228 652
236 545
Totaal eigen vermogen
39
16 521
15 811
Eigen vermogen van de aandeelhouders
39
13 125
14 411
Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten
39
2 000
0
AT1 (additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen
39
1 400
1 400
ACTIVA (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2014 31-12-2015
Belangen van derden 39 -3 0
TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN
245 174
252 356
Geplaatst ringsreserve
Herwaarde
Afdekkings Eigen Niet
gestort
en vol
aandelen
Uitgifte- Eigen (voor verkoop
beschikbare
financiële
reserve
(kasstroom
afdekkin
Wijziging in
toegezegd
pensioen
Reserves
gedragen
en over
Omreke
ningsver
gen van
vermo
aandeel
verlenende
stemrecht
kernkapi
menten
ineigen
AT1-instru
Belangen
van der
Totaal
eigen ver
(in miljoenen euro) kapitaal premie aandelen activa) gen) regelingen resultaat schillen houders taaleffecten vermogen den mogen
2014
Saldo aan het begin van het jaar 1 452 5 404 0 1 094 -497 65 4 648 -340 11 826 2 333 0 354 14 514
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 1 762 0 1 762 0 0 0 1763
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 0 0 722 -871 -198 1 79 -268 0 0 0 -268
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 0 0 722 -871 -198 1 763 79 1 494 0 0 0 1 495
Dividenden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Coupon op de niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 -39 0 -39 0 0 0 -39
Kapitaalverhoging 1 17 0 0 0 0 0 0 19 0 0 0 19
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaalef
fecten
0 0 0 0 0 0 -167 0 -167 -333 0 0 -500
Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 -6 0 -6 0 1 400 0 1 394
Invloed van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 -2 0 -2 0 0 0 -2
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -358 -358
Totaal wijzigingen 1 17 0 722 -871 -198 1 548 79 1 298 -333 1 400 -358 2 007
Saldo aan het einde van de periode 1 453 5 421 0 1 815 -1 368 -133 6 197 -261 13 125 2 000 1 400 -3 16 521
Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen 370
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 445
Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu
tatiemethode
23 0 0 0 0 23 23
2015
Saldo aan het begin van het jaar 1 453 5 421 0 1 815 -1 368 -133 6 197 -261 13 125 2 000 1 400 -3 16 521
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 2 639 0 2 639 0 0 0 2 639
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 0 0 -34 222 226 2 272 688 0 0 0 688
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 0 0 -34 222 226 2 640 272 3 326 0 0 0 3 327
Dividenden 0 0 0 0 0 0 -836 0 -836 0 0 0 -836
Coupon op de niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 0 0 0 0 0 0 -171 0 -171 0 0 0 -171
Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 -52 0 -52 0 0 0 -52
Kapitaalverhoging 1 16 0 0 0 0 0 0 17 0 0 0 17
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaalef
fecten 0 0 0 0 0 0 -1 000 0 -1 000 -2 000 0 0 -3 000
Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Invloed van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 3 4
Totaal wijzigingen 1 16 0 -33 222 226 582 272 1 286 -2 000 0 3 -710
Saldo aan het einde van de periode 1 454 5 437 0 1 782 -1 146 94 6 779 11 14 411 0 1 400 0 15 811
Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen 547
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 235
Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
-3 -3 -3
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu
tatiemethode 22 0 0 0 7 28 28

Geconsolideerde vermogensmutaties

  • Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten (verkocht aan de Belgische en de Vlaamse overheid): eind 2015 betaalde KBC de resterende overheidssteun (2 miljard euro plus 50% premie, aan de Vlaamse Overheid) volledig terug. Meer informatie: zie Toelichting 39.
  • Informatie over kapitaalverhogingen, AT1-instrumenten en aantal aandelen: zie Toelichting 39.
  • Structuur van het aandeelhouderschap: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie, onder Toelichting 3, en deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Dividend: bevat in 2015 de uitbetaling van een dividend van 2 euro per dividendgerechtigd aandeel voor boekjaar 2014 (in totaal 836 miljoen euro). Daarmee gerelateerd bevat de post Coupon op de nietstemrechtverlenende kernkapitaaleffecten de uitbetaling van een couponbetaling op de overheidssteun van 171 miljoen euro. Over het boekjaar 2015 plant KBC – mits goedkeuring door de Algemene

Vergadering van Aandeelhouders – geen dividend (noch coupon op de overheidssteun).

  • De herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa) nam in 2015 af met 33 miljoen euro. Het ging vooral om obligaties (afname met 210 miljoen euro) en om aandelen (toename met 177 miljoen euro; bevat onder meer 69 miljoen euro op aandelen van Visa Europe Limited naar aanleiding van het publieke bod van Visa Inc.). De afdekkingsreserve voor kasstroomdekkingen steeg met 222 miljoen euro in 2015.
  • Omrekeningsverschillen: de omrekeningsverschillen veranderden in 2015 met 272 miljoen euro, onder meer als gevolg van de vereffening van KBC Financial Holding Inc. (het wisselkoersverlies op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. werd overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat; netto-invloed van 145 miljoen na belastingen, inclusief het afdekkingseffect).

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2014 2015
Bedrijfsactiviteiten
Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v- rekening 2 420 2 535
Aanpassingen voor
resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v- rekening 0 0
bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen
en effecten
21, 33, 34 213 698
winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen -25 -24
wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 14 587 323
wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering 35 143 429
wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen 35 -48 69
wijzigingen in overige voorzieningen 36 -37 -224
overige niet-gerealiseerde winst of verlies 967 147
opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 15 -25 -24
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en
-verplichtingen
4 195 3 927
Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -11 151 -2 897
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 18 -248 1 656
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
18 -686 2 066
Voor verkoop beschikbare financiële activa 18 -4 561 -3 324
Leningen en vorderingen 18 -5 037 -3 866
Afdekkingsderivaten 18 -325 590
Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa -294 -20
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) 11 913 10 032
Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs 18 12 076 9 464
In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs 18 3 218 255
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 18 -4 682 172
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
18 1 112 1 226
Afdekkingsderivaten 18 522 -998
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen -333 -88
Betaalde belastingen 16 -407 -457
Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten 4 550 10 604

Geconsolideerd kasstroomoverzicht (vervolg)

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2014 2015
Investeringsactiviteiten
Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten 18 -1 929 -3 202
Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag 18 1 012 2 029
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen
(inclusief stijgingen in participatiepercentages)
0 200
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten
geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages)
Volgende tabel 559 0
Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 0 0
Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 0 0
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 -30 23
Aankoop van vastgoedbeleggingen 33 -19 -5
Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 33 53 15
Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 34 -153 -158
Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 34 28 39
Aankoop van materiële vaste activa 33 -441 -558
Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 33 304 233
Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten -615 -1 385
Financieringsactiviteiten
Inkoop of verkoop van eigen aandelen Geconsol. vermogens
mut.
0 0
Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 18 -4 148 -537
Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 18 -2 396 -277
Kapitaalaflossingen van financiële leasing 0 0
Geconsol. vermogens
Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal mut. 19 17
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten Geconsol. vermogens
mut.
-500 -3 000
Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen Geconsol. vermogens
mut.
1 042 0
Uitgekeerde dividenden Geconsol. vermogens
mut.
-39 -1 058
Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten -6 023 -4 855
Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten -2 088 4 364
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar 8 691 6 518
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -84 104
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode 6 518 10 987
Overige informatie
Betaalde rente2 3 -3 586 -2 839
Ontvangen rente2 3 7 893 7 150
Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 4, 32 56 98
Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Geconsol. balans 5 771 7 038
Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder
dan drie maanden
18 4 287 6 541
Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 18 -3 539 -2 593
Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten 0 0
Totaal 6 518 10 987
Waarvan niet beschikbaar 0 0

1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.

2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer belangrijke administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.

  • KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
  • Hierna lichten we de belangrijkste al gerealiseerde overnames en vervreemdingen van geconsolideerde dochterondernemingen en activiteiten toe. Alle belangrijke overnames en verkopen van groepsondernemingen of activiteiten werden in geld voldaan.
  • In 2015 deed KBC een aantal beperkte acquisities die per saldo een positieve impact hadden op de kasstromen uit investeringsactiviteiten voor 0,2 miljard euro: het betreft onder meer de acquisitie van VB Leasing SK, spol. s.r.o. (samen met VB Leasing Sprostredkovatel'ská s.r.o.). Gezien de beperkte omvang worden ze niet opgenomen in de volgende tabel.
Jaar 2014
(in miljoenen euro) KBC Bank Deutschland
Aankoop of verkoop Verkoop
Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar 100%
Totaal percentage aandelen aan het einde van het betrokken jaar 0%
Betreffende divisie/segment Groepscenter
Datum sluiting transactie, maand en jaar september 2014
Resultaten van betreffende maatschappij opgenomen in resultaat van de groep tot en met: 30 september 2014
Aankoopprijs of verkoopprijs 90
Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten 559
Activa en verplichtingen gekocht of verkocht
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 12
Financiële activa 2 230
Aangehouden voor handelsdoeleinden 19
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
0
Voor verkoop beschikbaar 163
Leningen en vorderingen 1 985
Tot einde looptijd aangehouden 64
Afdekkingsderivaten 0
Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 14
Financiële verplichtingen 1 781
Aangehouden voor handelsdoeleinden 9
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
0
Tegen geamortiseerde kostprijs 1 772
Afdekkingsderivaten 0
Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 483
Technische voorzieningen vóór herverzekering 0

Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving Toelichting 1a: Verklaring van overeenstemming

De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening, inclusief alle toelichtingen, op 17 maart 2016 goed voor publicatie. Die jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental.

De volgende IFRS werden van kracht op 1 januari 2015 en KBC paste ze toe in deze rapportering.

• IFRIC 21 (heffingen) werd in juni 2014 goedgekeurd door de EU met 1 januari 2015 als datum van toepassing en met retroactieve toepassing. Het belangrijkste gevolg van IFRIC 21 in 2015 was dat bepaalde heffingen op voorhand geboekt moesten worden, wat een effect had op de kwartaalresultaten van 2015. Op het jaarresultaat van 2015 was er echter geen effect.

De volgende (wijzigingen aan) IFRS werden gepubliceerd, maar de toepassing ervan was nog niet verplicht op 31 december 2015. KBC heeft ervoor gekozen deze normen vanaf 2016 toe te passen:

• De wijziging aan IAS 1 (presentatie van de geconsolideerde jaarrekening) vereist dat het geaggregeerde aandeel in het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures apart wordt weergegeven. Dit aandeel moet ook opgesplitst worden naargelang het al dan niet verwerkt wordt in de winst-en-verliesrekening. De in de overige componenten weergegeven bedragen van het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen zijn dus exclusief het aandeel van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.

De volgende IFRS werden gepubliceerd, maar waren nog niet van kracht op 31 december 2015. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.

  • In juli 2014 publiceerde de IASB IFRS 9 (Financiële instrumenten) met betrekking tot de classificatie en de waardering van financiële instrumenten ter vervanging van de desbetreffende vereisten in de huidige IAS 39 (Financiële instrumenten: opname en waardering). De ingangsdatum van de volledige IFRS 9-norm is 1 januari 2018. In KBC liep al enige tijd een project met betrekking tot IFRS 9, maar in 2015 nam het een hogere vlucht. Het project wordt aangestuurd door Finance (samen met Credit Risk voor fase 2) en betrekt alle entiteiten die ermee te maken hebben. Het omvat een groepscomponent en ook een lokale component met betrekking tot de implementatie in de verschillende groepsentiteiten. IFRS 9 omvat drie fases:
  • Fase 1: Classificatie en waardering, die een gewijzigde classificatie en waardering invoert voor financiële activa en passiva op de balans;
  • Fase 2: Behandelt de waardeverminderingen op financiële activa en betekent de omschakeling van een model op basis van gerealiseerd verlies naar een model op basis van verwacht verlies;
  • Fase 3: Introductie van een nieuw model van microindekkingstransacties.

De drie fasen van IFRS 9 bepalen de structuur van het IFRS 9-project. Een overkoepelend onderdeel van het project behartigt de impact op de rapportering en de toelichtingen.

De complexiteit en de voornaamste implementatiekosten situeren zich in Fase 2. In Fase 2 worden financiële activa die onderhevig zijn aan waardeverminderingen in drie categorieën geclassificeerd:

  • Stap 1: Performing;
  • Stap 2: Under-performing, waarbij kredietverliezen dienen berekend te worden rekening houdend met de volledige levensduur;
  • Stap 3: Non-performing of impaired.
  • Specifiek voor Fase 2 worden volgende aspecten uitgewerkt:
  • Ontwikkeling van IFRS 9-kredietmodellen die verliezen berekenen over de volledige looptijd van het krediet en de vooruitzichten van macro-economische factoren in rekening brengen;
  • Definiëren van het IFRS 9-beleid voor waardeverminderingen, met inbegrip van de criteria voor bewegingen tussen de drie stappen;
  • Implementatie van software die de kredietverliezen berekent en de corresponderende toelichtingen oplevert;
  • Wijziging van de governance om tegemoet te komen aan de IFRS 9-standaard en om in lijn te zijn met de Baselrichtlijn Guidance on credit risk and accounting for expected credit losses.

De implementatie van het IFRS 9-project zit volledig op schema. KBC heeft in 2015 een highlevelimpactstudie uitgevoerd voor IFRS 9 en een aantal pilootmodellen ontwikkeld voor de berekening van bijzondere waardeverminderingen. Die impactstudie is gebaseerd op de huidige beschikbare informatie en kan nog veranderen op grond van verdere gedetailleerde analyses of bijkomende informatie waarover KBC in de toekomst zou kunnen beschikken. KBC verwacht momenteel geen significante impact op de balans of het eigen vermogen naar aanleiding van de wijzigingen in classificatie en waardering. Met betrekking tot het effect van het toepassen van de nieuwe waardeverminderingsvereisten onder IFRS 9 verwacht KBC momenteel een hogere aanleg van voorzieningen voor waardeverminderingen, die het eigen vermogen negatief zal beïnvloeden. In 2015 werd ook een voorlopig IFRS 9-beleid (ontwerp) uitgewerkt voor waardeverminderingen en kwamen er voorlopige richtlijnen voor modelontwikkelingen volgens IFRS 9. Daarnaast werd er gestart met de voorbereiding van de nodige ICT-implementatie. KBC zal in 2016 deelnemen aan de eerste EBA impactstudie. KBC verwacht momenteel stabiele impactinschattingen te kunnen bekendmaken in de tweede helft van 2017.

  • In mei 2014 publiceerde de IASB IFRS 15 (Omzet van klantencontracten) met betrekking tot de erkenning van omzet. In 2015 heeft de IASB voorgesteld de inwerkingtreding uit te stellen tot 1 januari 2018 en bovendien enkele verduidelijkingen toegevoegd. De eventuele impact ervan wordt momenteel geanalyseerd.
  • In de loop van 2015 heeft de IASB enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar hun impact wordt momenteel als verwaarloosbaar ingeschat.

Toelichting 1b: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving

a Criteria voor consolidatie en voor opname in de geconsolideerde rekeningen volgens de vermogensmutatiemethode

De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle (zoals door IFRS 10 gedefinieerd) uitoefent.

(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11).

De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) deelnemingen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent).

Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden deelnemingen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening).

Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.

b Effecten van wijzigingen in wisselkoersen

Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum.

Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat.

De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum.

Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald.

Omrekeningsverschillen worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd.

In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.

De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.

De verschillen die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds, worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.

c Financiële activa en verplichtingen (IAS 39)

Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.

Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.

IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:

  • • Leningen en vorderingen: alle niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd zijn op een actieve markt.
  • • Tot einde looptijd aangehouden beleggingen: alle niet-afgeleide financiële activa met een vaste eindvervaldag en vaste of bepaalbare betalingen, waarbij KBC vast van plan en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd.
  • • Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (in diverse toelichtingen afgekort tot Gewaardeerd tegen reële waarde): de financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden én andere financiële activa die vanaf hun eerste opname aangemerkt zijn als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW). Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële activa die worden aangehouden om ze op korte termijn te verkopen of die deel uitmaken van een portefeuille van dergelijke activa. Alle derivaten met een positieve vervangingswaarde worden beschouwd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsinstrumenten. RWactiva worden op dezelfde manier gewaardeerd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. KBC kan de optie van de reële waarde toepassen als dat meer relevante informatie oplevert. Dat kan immers de waarderings- of opname-inconsistentie (soms ook boekhoudkundige mismatch genoemd) elimineren of aanzienlijk beperken die anders zou ontstaan bij het waarderen op verschillende basis van activa of verplichtingen of bij het opnemen van de winsten of verliezen erop. De optie van de reële waarde kan ook worden toegepast op financiële activa met besloten derivaten.
  • • Voor verkoop beschikbare financiële activa: alle niet-afgeleide financiële activa die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die activa worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
  • • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: schulden aangehouden met het oog op terugkoop op korte termijn. Alle derivaten met een negatieve vervangingswaarde worden beschouwd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Deze verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
  • • Financiële verplichtingen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW): deze financiële verplichtingen worden op dezelfde manier gewaardeerd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden. De optie van de reële waarde kan onder dezelfde omstandigheden worden gebruikt als bij de RW-activa. Bovendien kan die categorie worden gebruikt voor de boekhoudkundige verwerking van (afgesplitste)

depositocomponenten (dat wil zeggen financiële verplichtingen zonder discretionaire winstdeling) zoals bepaald in IFRS 4.

  • • Andere financiële verplichtingen: dat zijn alle andere niet-afgeleide financiële schulden die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
  • • Afdekkingsderivaten: dat zijn derivaten gebruikt als afdekkingsinstrument.

Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.

KBC past de volgende algemene regels toe:

• Vorderingen die werden geklasseerd als Leningen en vorderingen worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten. Leningen met een vaste vervaldag worden daarna gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentevoet. Dat is de rentevoet die exact alle toekomstige verwachte kasstromen van de vordering verdisconteert tot de nettoboekwaarde. Die rentevoet houdt rekening met alle gerelateerde vergoedingen en transactiekosten. Leningen zonder vaste vervaldag worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen voor vorderingen waarvoor – hetzij individueel, hetzij op portefeuillebasis – een indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat op de balansdatum. Die indicatie wordt bepaald aan de hand van de Probability of Default (PD). Die PD hangt af van bepaalde kenmerken van de betrokken kredieten zoals het type krediet, de bedrijfstak waartoe de kredietnemer behoort, de geografische locatie van de kredietnemer en andere aspecten die belangrijk zijn voor het risicoprofiel van een kredietnemer. Kredieten die dezelfde PD hebben, hebben bijgevolg een gelijksoortig kredietrisicoprofiel.

  • Leningen en vorderingen met een PD van 12 (individuele probleemkredieten met de hoogste PD) worden individueel getest op een waardevermindering (en eventueel individueel afgeschreven). Het bedrag van de waardevermindering wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde.
  • Leningen en vorderingen met een PD van 10 of 11 worden ook als individuele probleemkredieten beschouwd. Belangrijke leningen worden individueel getest. Het bedrag van de waardevermindering wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde. Minder belangrijke leningen worden getest op statistische basis. Het bedrag van de waardevermindering volgens de statistische methode is gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD).
  • Leningen en vorderingen met een PD lager dan 10 worden beschouwd als normale kredieten. IBNR-verliezen (IBNR staat voor Incurred but not reported) worden opgenomen voor kredieten met een PD van 1 tot en met 9. Die IBNR-verliezen zijn voornamelijk gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD) met correcties van alle parameters om het point in time-karakter van de IBNR-verliezen te weerspiegelen. De voornaamste correctie heeft betrekking op de PD: de tijdshorizon van de PD wordt ingekort op basis van de emergenceperiode. De emergenceperiode is de

periode tussen het moment waarop er iets gebeurt dat zal leiden tot een waardevermindering en het moment dat KBC die gebeurtenis ontdekt, en is afhankelijk van de reviewfrequentie, de locatie en de betrokkenheid met de tegenpartijen. De emergenceperiode voor retailportefeuilles bedraagt 1 tot 12 maanden, voor bedrijvenportefeuilles zijn de grenzen respectievelijk 1 en 11 maanden. Gemiddeld genomen zijn de emergenceperiodes voor bedrijvenportefeuilles korter dan voor retailportefeuilles

  • In geval van een waardevermindering wordt de boekwaarde van de lening verminderd via een specifieke rekening voor waardeverminderingen en het verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als in een daaropvolgende periode het bedrag aan geschatte waardeverminderingen stijgt of daalt door een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan nadat de bijzondere waardevermindering was erkend, dan wordt de voorheen geboekte waardevermindering verhoogd of verlaagd door aanpassing van de specifieke rekening voor waardeverminderingen. Leningen en de gerelateerde bedragen opgenomen op de specifieke rekeningen voor waardeverminderingen worden afgeschreven als er geen realistisch vooruitzicht op toekomstige recuperatie bestaat of als de lening wordt kwijtgescholden. Een gehernegotieerde lening blijft getest worden op bijzondere waardeverminderingen, berekend op basis van de originele effectieve rentevoet van de lening. Voor buitenbalansverplichtingen (verbinteniskredieten) die geklasseerd worden als onzeker of oninbaar en dubieus, worden voorzieningen opgenomen als aan de algemene voorwaarden van IAS 37 is voldaan en als aan het meer dan waarschijnlijk-criterium is voldaan. Die voorzieningen worden erkend tegen hun actuele waarde. Rente op kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden toegepast, wordt berekend aan de hand van de contractuele rentevoet die werd gebruikt om de waardevermindering te berekenen.
  • • Effecten: naargelang ze al dan niet worden verhandeld op een actieve markt en afhankelijk van de intentie bij verwerving, worden effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen, Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, RW-activa of als Voor verkoop beschikbare financiële activa.

Effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen of Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt over de resterende looptijd van de effecten als rente in het resultaat opgenomen. De opname gebeurt op actuariële basis, uitgaande van de effectieve rentevoet bij aankoop. Individuele bijzondere waardeverminderingen van effecten die geklasseerd zijn als Leningen en vorderingen of als Tot einde looptijd aangehouden effecten, worden – volgens dezelfde methode als voor de bovenvermelde vorderingen – opgenomen als er bewijs is van de bijzondere waardevermindering op de balansdatum.

Effecten geklasseerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde exclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.

Effecten geklasseerd als RW die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Effecten geklasseerd als Voor verkoop beschikbare financiële activa, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen tot de verkoop van de effecten of tot het moment dat ze een bijzondere waardevermindering ondergaan. In dat geval wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als daarvoor een indicatie bestaat. Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een indicatie van bijzondere waardevermindering bepaald aan de hand van een aanzienlijke (meer dan 30%) of langdurige (meer dan een jaar) daling van de reële waarde. Voor vastrentende effecten wordt de bijzondere waardevermindering bepaald op basis van de recupereerbaarheid van de aanschaffingswaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar. Voor aandelen en andere niet-vastrentende effecten gebeuren terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen via een aparte post van het eigen vermogen. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.

  • • Derivaten: alle derivaten worden geklasseerd als Financiële activa of verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden met een positieve vervangingswaarde worden aan de actiefzijde van de balans getoond, die met een negatieve vervangingswaarde aan de passiefzijde.
  • • Verschuldigde bedragen: schulden uit ontvangen voorschotten of gelddeposito's worden in de balans opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de ter beschikking gestelde gelden en de nominale waarde wordt pro rata temporis verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De opname gebeurt op geactualiseerde basis, rekening houdend met het reële rentepercentage.
  • • In contracten besloten derivaten: in contracten besloten derivaten die op een pro-ratabasis worden gewaardeerd (Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Leningen en vorderingen, Andere financiële verplichtingen) of die tegen reële waarde worden gewaardeerd met schommelingen van de reële waarde in het eigen vermogen (Voor verkoop beschikbare financiële activa), worden afgescheiden van het contract en tegen reële waarde gewaardeerd

(waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen) als op het moment dat KBC het contract verwerft, geoordeeld wordt dat het risico van het besloten derivaat niet nauw verbonden is met het risico van het basiscontract. Achteraf mag er geen herbeoordeling gebeuren van het risico, behalve bij gewijzigde contractvoorwaarden die een substantiële invloed hebben op de kasstromen van het contract. Contracten met besloten derivaten worden evenwel voornamelijk geklasseerd als RW, zodat een afscheiding van het besloten derivaat onnodig wordt, omdat het volledige financiële instrument tegen reële waarde wordt gewaardeerd, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen.

• Afdekkingstransacties (hedge accounting): KBC maakt gebruik van afdekkingstransacties als aan alle daartoe vereiste voorwaarden is voldaan (volgens de vereisten voor hedge accounting die niet zijn geschrapt in de versie van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU, de carve-outversie). Die voorwaarden zijn de aanwezigheid van formele documentatie van de afdekkingsrelatie aan het begin van de afdekking, de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn, de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden zowel de derivaten ter afdekking van het risico als de afgedekte posities gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) op een pro-ratabasis in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot de eindvervaldag. KBC maakt gebruik van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille om het renterisico van een portefeuille leningen en spaardeposito's af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van die renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een nieteffectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-enverliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend.

Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking, worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel

van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd.

Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.

  • • Financiëlegarantiecontract: financiëlegarantiecontracten verplichten de emittent bepaalde betalingen te verrichten om de houder te compenseren voor een door hem geleden verlies omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldbewijs niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt initieel gewaardeerd tegen reële waarde; daarna wordt het gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen:
  • 1 het bedrag dat overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa is bepaald, en
  • 2 het bedrag dat oorspronkelijk werd opgenomen, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die is opgenomen in overeenstemming met IAS 18 Opbrengsten.
  • • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments): aanpassingen van de reële waarde worden opgenomen op alle financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Die aanpassingen van de reële waarde bevatten alle afwikkelingskosten, correcties voor minder liquide instrumenten of markten, correcties verbonden aan mark-to-modelwaarderingen, correcties voor tegenpartijrisico en correcties voor financieringskosten.

d Goodwill en andere immateriële vaste activa

Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort, hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill. Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde

partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.

e Materiële vaste activa (inclusief vastgoedbeleggingen)

Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-enverliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.

Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, achter de rug zijn.

f Technische voorzieningen

Voorziening voor niet verdiende premies en lopende risico's

Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.

Voorziening voor verzekeringen Leven

Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere.

In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend.

Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzichten.

Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd.

Daarbij geldt het volgende:

  • • Waardering volgens de prospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorzieningen van klassieke tak 21-levensverzekeringen, moderne tak 21-levensverzekeringen met gegarandeerde rente op toekomstige premies en voor de voorziening voor aanvullende voordelen voor personeelsleden wat de geldende rente betreft. De berekening volgens prospectieve actuariële formules steunt op de technische bepalingen van de contracten.
  • • Waardering volgens de retrospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorziening voor moderne

tak 21-levensverzekeringen en voor de voorziening voor aanvullende personeelsvoordelen om nieuwe aanvullende premies te betalen. De berekeningen volgens retrospectieve actuariële formules steunen op de technische bepalingen van de contracten, zij het dan zonder rekening te houden met toekomstige stortingen.

Voorziening voor te betalen schade

Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.

Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.

Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.

Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden.

Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.

Voorziening voor winstdeling en restorno's

In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten

van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als voor Niet-leven.

Toereikendheidstoets met betrekking tot verplichtingen

Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.

Afgestane herverzekering en retrocessie

Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.

g Verzekeringscontracten gewaardeerd volgens IFRS 4 – fase 1

De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat gerelateerd is aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die gebaseerd is op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting. Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.

h Pensioenverplichtingen

De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten.

Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de

Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in activa of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).

i Belastingverplichtingen

Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen. Actuele belastingverplichtingen worden bepaald aan de hand van het verwachte te betalen bedrag, berekend op basis van de belastingvoeten die geldig zijn op de balansdatum.

Latente belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden berekend aan de hand van de belastingvoeten die geldig zijn op het moment van realisatie van de activa of de verplichtingen waarop ze betrekking hebben. Latente belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt.

j Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:

  • er een (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting bestaat op de balansdatum, als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; en
  • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichtingen af te wikkelen; en
  • het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

k Eigen vermogen

Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:

  • De kernkapitaaleffecten zonder stemrecht (ook Yield Enhanced Securities of YES'en genaamd) waarop werd ingetekend door de overheden, worden beschouwd als eigenvermogensinstrumenten waarbij de coupon rechtstreeks in het eigen vermogen wordt verwerkt. Aangezien de uitbetaling van de coupon op de YES'en afhankelijk is van het uitkeren van een dividend op gewone aandelen, worden de coupons op hetzelfde tijdstip geboekt als het dividend op gewone aandelen (dus geen proratering van de coupon in het eigen vermogen).
  • De aanschaffingskosten van de eigen aandelen van KBC Groep NV worden afgetrokken van het eigen vermogen. Resultaten van verkoop, uitgifte of vernietiging van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.
  • Transacties met derivaten van KBC-aandelen worden eveneens gerapporteerd in het eigen vermogen, tenzij ze netto werden afgewikkeld in geldmiddelen.
  • Aandelenopties op KBC-aandelen die onder het toepassingsgebied van IFRS 2 vallen, worden gewaardeerd tegen reële waarde op de toekenningsdatum. Die reële waarde wordt gespreid over de dienstprestatieperiode in de winst-en-verliesrekening opgenomen als personeelskosten met als tegenpost een aparte post van het eigen vermogen.

• De herwaarderingsresultaten op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen tot de verkoop van de activa of tot wanneer zich een bijzondere waardevermindering voordoet. Dan wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt naar het resultaat van het boekjaar.

Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Het verschil tussen beide wordt ofwel als een actief erkend (goodwill) ofwel opgenomen in de winst-enverliesrekening (negatieve goodwill).

l Gebruikte wisselkoersen*

Wisselkoers op 31-12-2015 Wisselkoersgemiddelde in 2015
1 EUR = … Wijziging ten opzichte van 31-12-2014 1 EUR = … Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2014
… vreemde munt Positief: appreciatie tegenover EUR … vreemde munt Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR
CZK 27,023 3% 27,299 1%
GBP 0,7340 6% 0,7261 11%
HUF 315,98 0% 309,57 0%
USD 1,0887 12% 1,1098 20%

* Afgeronde cijfers.

m Wijzigingen in de waarderingsregels in de loop van 2015

Er waren in 2015 geen belangrijke wijzigingen in de waarderingsregels.

Toelichtingen in verband met segmentinformatie

Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur

De segmenten of divisies van de groep

U vindt informatie over de managementstructuur van de groep in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Die structuur vormt de basis van onze financiële segmentrapportering.

De segmenten zijn (vereenvoudigd):

  • Divisie België (alle activiteiten in België)
  • Divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië)
  • Divisie Internationale Markten (activiteiten in Ierland, Hongarije, Slowakije en Bulgarije)
  • Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen en de invloed van legacy en eigen kredietrisico (zie verder)).

Een uitgebreidere definitie vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Segmentrapportering

Tot eind 2014 verschaften we, naast de cijfers volgens IFRS, ook aangepaste cijfers, die meer inzicht verschaften in de bedrijfsresultaten. Dat betekent dat enkele niet-operationele elementen (legacy-CDOactiviteiten, legacy-desinvesteringsactiviteiten en de invloed van reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten ten gevolge van eigen kredietrisico) niet waren opgenomen bij de posten van de winst-en-verliesrekening, maar werden samengevat in drie regels onderaan in het overzicht, en dat de tradingresultaten van de Divisie België werden gebundeld in de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. De segmentrapportering was volledig gebaseerd op die aangepaste resultaten. U vindt een uitvoerige beschrijving van het concept aangepaste resultaten in ons jaarverslag over 2014.

Vanaf 2015, met retroactieve toepassing voor 2014 (met het oog op vergelijkbaarheid), schaften we de aangepaste resultaten af, omdat de niet-operationele elementen onbelangrijk zijn geworden (desinvesteringen zijn voltooid, CDO-blootstelling werd volledig afgebouwd) en omdat op die manier de financiële rapportering sterk wordt vereenvoudigd. De segmentgegevens zijn dus, vanaf dit rapport, volledig op IFRS-gegevens gebaseerd. Ook maken we niet langer de opsplitsing van Groepscenter in enerzijds Groepscenter (excl. eliminaties tussen segmenten) en anderzijds Eliminaties tussen segmenten, conform de interne rapportering aan het management (ook retroactief toegepast voor 2014).

Noteer:

  • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment (zie Toelichting 44). Belangrijke uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
  • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
  • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
  • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorente-inkomsten.
  • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep, opmaken.

We bespreken de resultaten per divisie in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

Divisie
Interna
Divisie Divisie tionale Groeps
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Waarvan: Ierland center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije
WINST-EN-VERLIESREKENING 2014
Nettorente-inkomsten 2 917 860 677 274 210 43 149 -146 4 308
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 374 75 68 27 20 21 0 -6 512
Verdiende premies 964 165 153 55 27 71 0 -16 1 266
Technische lasten -590 -89 -86 -29 -7 -50 0 10 -754
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -252 24 12 -1 10 4 0 -1 -216
Verdiende premies 1 004 160 84 15 53 16 0 0 1 247
Technische lasten -1 256 -136 -71 -16 -43 -12 0 0 -1 463
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 19 -7 2 -2 -2 6 0 2 16
Dividendinkomsten 49 0 0 0 0 0 0 7 56
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening 44 62 73 62 15 2 -7 49 227
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare
financiële activa
115 9 16 14 2 0 0 10 150
Nettoprovisie-inkomsten 1 152 194 208 160 46 1 -3 19 1 573
Overige netto-inkomsten 269 18 -227 -225 0 0 -2 34 94
TOTALE OPBRENGSTEN 4 688 1 235 828 307 301 77 138 -31 6 720
Exploitatiekostena -2 282 -594 -740 -368 -185 -52 -132 -203 -3 818
Bijzondere waardeverminderingen -251 -36 -284 -49 -18 -10 -207 65 -506
op leningen en vorderingen -205 -34 -273 -47 -17 -10 -198 -75 -587
op voor verkoop beschikbare financiële activa -27 0 0 0 0 0 0 -1 -29
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -19 -3 -11 -1 0 0 -9 142 109
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
-1 23 0 0 0 0 0 3 25
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 154 628 -196 -109 98 15 -202 -166 2 420
Belastingen -638 -100 14 15 -24 0 23 65 -657
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 517 528 -182 -94 75 15 -179 -100 1 763
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij 1 516 528 -182 -94 75 15 -179 -100 1 762
a Waarvan niet-kaskosten -61 -28 -48 -26 -11 -3 -7 -124 -260
Afschrijvingen vaste activa -59 -31 -49 -27 -11 -3 -7 -129 -268
Overige -1 4 1 1 0 0 0 4 7
Aanschaffing vaste activa* 346 39 89 21 29 6 33 121 594

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten Waarvan: Groeps center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
WINST-EN-VERLIESREKENING 2015
Nettorente-inkomsten 2 819 845 711 248 214 47 202 -63 4 311
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 460 80 81 27 20 35 0 -10 611
Verdiende premies 989 177 169 65 29 76 0 -16 1 319
Technische lasten -530 -96 -88 -38 -9 -41 0 6 -708
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -243 26 16 2 10 4 0 0 -201
Verdiende premies 969 243 90 15 52 23 0 0 1 301
Technische lasten -1 212 -216 -73 -13 -41 -20 0 0 -1 502
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -20 -8 -6 -3 -1 -2 0 6 -29
Dividendinkomsten 65 0 0 0 0 0 0 10 75
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
162 98 76 60 16 2 -2 -121 214
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare
financiële activa
149 12 6 3 2 0 1 23 190
Nettoprovisie-inkomsten 1 280 201 206 160 47 -2 -3 -9 1 678
Overige netto-inkomsten 207 23 50 42 9 0 0 17 297
TOTALE OPBRENGSTEN 4 878 1 277 1 141 539 317 83 198 -148 7 148
Exploitatiekostena -2 373 -617 -752 -353 -190 -56 -149 -149 -3 890
Bijzondere waardeverminderingen -222 -42 -84 -8 -18 -10 -48 -399 -747
op leningen en vorderingen -177 -36 -82 -6 -18 -10 -48 -28 -323
op voor verkoop beschikbare financiële activa -38 -4 0 0 0 0 0 -3 -45
op goodwill 0 -2 0 0 0 0 0 -342 -344
op overige -7 0 -2 -2 0 0 0 -25 -34
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemin
gen en joint ventures
-1 23 0 0 0 0 0 3 24
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 282 640 305 179 108 17 1 -693 2 535
Belastingen -717 -98 -60 -47 -26 2 12 980 104
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfs
activiteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 565 542 245 131 82 18 13 287 2 639
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij
1 564 542 245 131 82 18 13 287 2 639
a Waarvan niet-kaskosten -55 -18 -56 -24 -13 -3 -16 -102 -231
Afschrijvingen vaste activa -57 -24 -61 -25 -12 -3 -21 -111 -253
Overige 2 7 5 1 -1 0 5 9 22
Aanschaffing vaste activa* 406 82 93 27 29 9 28 142 722

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

Balansinformatie per segment (divisie)

De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.

Divisie In
Divisie Divisie ternationale Groeps
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Waarvan: center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
BALANS 31-12-2014
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
105 885 22 047 14 860 5 220 4 856 600 4 185 11 187 153 979
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
84 165 16 216 20 790 3 771 4 578 666 11 776 1 990 123 161
Termijnkredieten exclusief
reverse repo's
41 926 6 360 5 289 1 915 1 527 284 1 562 1 792 55 366
Hypotheekleningen 32 318 7 251 13 561 1 320 1 807 239 10 195 26 53 156
Voorschotten in rekening
courant
2 318 922 653 312 329 0 12 161 4 054
Financiële leasing 3 172 442 523 92 425 0 6 0 4 138
Afbetalingskredieten 1 088 1 028 654 59 452 142 0 0 2 770
Overige leningen en
voorschotten
3 343 213 111 72 38 0 0 12 3 678
BALANS 31-12-2015
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
111 136 24 075 17 089 5 862 5 263 692 5 272 9 241 161 542
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
88 017 18 005 21 035 3 552 5 462 725 11 295 664 127 721
Termijnkredieten exclusief
reverse repo's
43 969 7 137 5 106 1 647 1 944 204 1 311 649 56 860
Hypotheekleningen 33 341 8 079 13 657 1 369 2 072 242 9 975 0 55 078
Voorschotten in rekening
courant
2 271 954 800 284 374 139 4 0 4 026
Financiële leasing 3 303 527 683 117 566 0 0 0 4 512
Afbetalingskredieten 1 174 1 067 687 67 474 140 5 0 2 928
Overige leningen en
voorschotten
3 958 241 102 69 33 0 0 15 4 316

Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

Toelichting 3: Nettorente-inkomsten

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 4 308 4 311
Rente-inkomsten 7 893 7 150
Voor verkoop beschikbare activa 763 717
Leningen en vorderingen 4 510 4 085
Tot einde looptijd aangehouden activa 1 006 1 013
Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde 22 41
Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
6 301 5 857
Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd 119 94
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden 926 807
Afdekkingsderivaten 459 360
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 208 127
Rentelasten -3 586 -2 839
Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -1 691 -1 202
Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde -4 -8
Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde,
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-1 695 -1 210
Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden -1 093 -926
Afdekkingsderivaten -639 -590
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -151 -103
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen -7 -10

Toelichting 4: Dividendinkomsten

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 56 75
Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 7 9
Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening 2 2
Voor verkoop beschikbare aandelen 46 65

Toelichting 5: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 227 214
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange
houden voor handelsdoeleinden)
144 211
Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in de winst-en-verliesrekening
-37 71
Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico -2 17
Wisselbedrijf 110 -31
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties 10 -37
Microhedging 10 2
Reëlewaardeafdekkingen 4 -1
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -465 -30
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging 469 29
Kasstroomafdekkingen 6 3
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel 6 3
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel 0 0
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 0 -1
Reëlewaardeafdekkingen van renterisico 0 1
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten 18 -54
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging -19 55
Kasstroomafdekkingen van renterisico 0 -1
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel 0 -1
Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking 0 -38
  • Resultaten van Wisselbedrijf: dit zijn de totale wisselkoersverschillen, behalve de wisselkoersverschillen geboekt op financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Voor 2015 bevat deze post ook het wisselkoersverlies op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar aanleiding van de liquidatie ervan. Het werd overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat (-156 miljoen vóór belastingen, inclusief het afdekkingseffect).
  • Invloed van wijzigingen in eigen kredietrisico: zie Toelichting 27.
  • ALM-derivaten: het rentegedeelte van de ALM-derivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van de ALM-derivaten, met uitzondering van diegene waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft.
  • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
  • Voor microhedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar

moeten compenseren binnen een marge van 80%-125%. Dat is momenteel het geval.

  • Voor microhedge-kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt prospectief (via BPV-meting) en retrospectief (via vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80%-125% bevinden. Dat is momenteel het geval.
  • Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen.
  • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst)

opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. De invloed daarvan is voor KBC verwaarloosbaar.

• Reëlewaardeveranderingen (als gevolg van marking-to-market) van een groot deel van de ALM-afdekkingsinstrumenten (die als tradinginstrumenten worden behandeld) worden ook vermeld onder nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt. Het nettoresultaat van deze financiële instrumenten bedroeg een negatieve 201 miljoen euro vóór belastingen in 2014 en een positieve 101 miljoen euro in 2015.

Toelichting 6: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 150 190
Vastrentende effecten 64 54
Aandelen 86 136

Toelichting 7: Nettoprovisie-inkomsten

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 1 573 1 678
Ontvangen provisies 2 245 2 348
Effecten en assetmanagement 1 179 1 289
Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (deposit accounting) 89 81
Verbinteniskredieten 245 266
Betalingsverkeer 522 535
Overige 209 178
Betaalde provisies -672 -670
Provisies betaald aan tussenpersonen -295 -309
Overige -377 -362

• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.

Toelichting 8: Overige netto-inkomsten

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 94 297
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
verkoop van leningen en vorderingen 3 3
verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa 1 6
terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 -9
andere, waaronder: 90 297
inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep 87 81
inkomsten van Groep VAB 69 59
meer- of minderwaarden bij desinvesteringen 21 11
moratoriuminteresten 15 0
aanleg van provisie ten gevolge van de nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren -231 34
schikking van oud kredietdossier (Bell Group) 31 0
deconsolidatie immobiliënvenootschappen 0 18

• Nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren: op 4 juli 2014 heeft het Hongaarse parlement een nieuwe wetgeving goedgekeurd die van toepassing is voor de hele Hongaarse banksector (de wet over de regeling van vragen met betrekking tot de uniformiteitsbeslissing van het Hooggerechtshof (de Curia) over kredieten aan particulieren verleend door financiële instellingen). De wet heeft betrekking op kredieten aan particulieren, zowel in vreemde valuta als in Hongaarse forint. In het geval van kredieten aan particulieren in vreemde valuta verbiedt de wet het gebruik van

wisselkoersmarges en moeten de bied-laatspreads die op die kredieten werden toegepast, retroactief gecorrigeerd worden. Met betrekking tot alle kredieten aan particulieren maakt de wet alle unilaterale wijzigingen van rentevoeten en commissies door de banken ongedaan. De nieuwe wet heeft tot gevolg dat KBC in het tweede kwartaal van 2014 een bijkomende eenmalige nettoprovisie van 231 miljoen euro aanlegde (vóór belastingen) voor de correctie van bied-laatspreads en de unilaterale rentewijzigingen. In 2015 werd daarvan, als gevolg van een herinschatting van deze provisie, 34 miljoen euro teruggenomen.

Toelichting 9: Verzekeringsresultaten

(in miljoenen euro)
Leven
Niet-leven
rekening
Totaal
2014
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering
1 249
1 286

2 535
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering
-1 463
-755

-2 218
Nettoprovisie-inkomsten
-13
-234

-247
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
-2
18

16
Algemene beheerskosten
-121
-240

-362
Interne schaderegelingskosten
-7
-58

-66
Indirecte acquisitiekosten
-30
-79

-109
Administratiekosten
-84
-103

-187
Beheerskosten voor beleggingen
0
0

-1
Technisch resultaat
-350
74

-276
Nettorente-inkomsten


675
675
Netto dividendinkomsten


40
40
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening


42
42
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa


96
96
Overige netto-inkomsten


2
2
Bijzondere waardeverminderingen


-34
-34
Toewijzing aan de technische rekeningen
620
101
-721
0
Technisch-financieel resultaat
270
176
99
544
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures


3
3
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
270
176
102
547
Belastingen



-156
RESULTAAT NA BELASTINGEN



392
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen



0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij



391
2015
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering
1 303
1 338

2 642
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering
-1 502
-708

-2 210
Nettoprovisie-inkomsten
-15
-247

-262
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering
-2
-27

-29
Algemene beheerskosten
-119
-231
-3
-353
Interne schaderegelingskosten
-7
-53

-60
Indirecte acquisitiekosten
-29
-77

-107
Administratiekosten
-82
-101

-183
Beheerskosten voor beleggingen
0
0
-3
-3
Technisch resultaat
-334
125
-3
-212
Nettorente-inkomsten


636
636
Nettodividendinkomsten


53
53
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening


-9
-9
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa


108
108
Overige netto-inkomsten


-6
-6
Bijzondere waardeverminderingen


-69
-69
Toewijzing aan de technische rekeningen
574
104
-678
0
Technisch-financieel resultaat
240
228
31
499
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures


3
3
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN
240
228
34
502
Belastingen



-148
RESULTAAT NA BELASTINGEN



355
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen



0
Niet-technische
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 354

• Cijfers over de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten.

• Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Toelichting 9 geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart. De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 10, 11,

35 en 44 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Risicobeheer (Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).

Toelichting 10: Verdiende levensverzekeringspremies

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 1 249 1 303
Opdeling per IFRS-categorie
Verzekeringscontracten 765 897
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 485 406
Opdeling per type
Aangenomen herverzekering 0 0
Rechtstreekse zaken 1 249 1 303
Opdeling van de rechtstreekse zaken
Individuele premies 984 1 024
Koopsommen 364 393
Periodieke premies 619 631
Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten 265 279
Koopsommen 50 49
Periodieke premies 215 230
Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
Tak 23 785 722
Tak 21 1 107 1 071

• Conform IFRS passen we voor beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten (en technische lasten) van die contracten niet tonen onder de post Verdiende verzekeringspremies (en technische lasten) vóór herverzekering, maar de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten

zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten die goed waren voor een premie-inkomen van 0,8 miljard euro in 2014 en 0,7 miljard euro in 2015.

• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.

Toelichting 11: Verzekeringen Niet-Leven per tak

Verdiende
premies (vóór
herver
Schade
(vóór herver
Bedrijfskosten
(vóór herver
Afgestane
herver
(in miljoenen euro) zekering) zekering) zekering) zekering Totaal
2014
Totaal 1 286 -755 -474 18 74
Aangenomen herverzekering 21 22 -6 -38 -2
Rechtstreekse zaken 1 265 -777 -468 56 76
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 115 -64 -38 0 13
Arbeidsongevallen, tak 1 72 -63 -19 -1 -12
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 342 -211 -122 -2 7
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 182 -130 -67 25 10
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 4 -1 -1 0 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 391 -239 -155 37 34
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 86 -43 -37 -1 5
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 1 0 -1 0 0
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 9 -1 -3 -2 4
Rechtsbijstand, tak 17 45 -19 -19 0 8
Hulpverlening, tak 18 17 -4 -6 0 6
2015
Totaal 1 338 -708 -479 -27 125
Aangenomen herverzekering 32 -2 -8 0 22
Rechtstreekse zaken 1 306 -707 -470 -27 102
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 110 -50 -36 0 24
Arbeidsongevallen, tak 1 72 -42 -18 -1 10
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 359 -240 -122 -1 -5
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 193 -110 -70 1 15
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 3 -1 -1 -1 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 403 -152 -153 -21 77
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 87 -67 -38 -3 -20
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 1 -1 0 0 -1
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 10 -5 -4 0 1
Rechtsbijstand, tak 17 48 -32 -19 0 -3
Hulpverlening, tak 18 20 -7 -9 0 4

• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.

Toelichting 12: Exploitatiekosten

(in miljoenen euro)
2014
2015
Totaal
-3 818
-3 890
Personeelskosten
-2 248
-2 245
Algemene beheerskosten
-1 303
-1 392
Waarvan bankenheffingen
-339
-417
Afschrijvingen van vaste activa
-266
-253
  • Algemene beheerskosten: omvatten herstel- en onderhoudskosten, reclamekosten, huur, professionele vergoedingen, verschillende (niet-inkomsten)belastingen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Het omvat ook de kosten gerelateerd aan de bijzondere bankenheffing voor financiële instellingen in verschillende landen, in totaal 339 miljoen euro in 2014 en 417 miljoen euro in 2015. Dat laatste is als volgt samengesteld: 222 miljoen euro in Divisie België, 35 miljoen euro in Divisie Tsjechië, 18 miljoen euro in Slowakije, 4 miljoen euro in Bulgarije, 131 miljoen euro in Hongarije, 2 miljoen euro in Ierland en 6 miljoen euro in Groepscenter.
  • Op eigen aandelen gebaseerde personeelsvoordelen zijn opgenomen onder Personeelskosten.
  • Informatie over de belangrijkste overeenkomsten afgewikkeld met eigen aandelen:

• Sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet. De aandelenopties werden toegekend aan alle of bepaalde personeelsleden van de vennootschap en diverse dochterondernemingen. De aandelenopties werden gratis toegekend aan het personeel, dat alleen op het moment van de toekenning de belastingen op de gratis verstrekking moest betalen. De aandelenopties hebben een looptijd van zeven tot tien jaar na de datum van uitgifte (deels verlengd tot 12 jaar) en kunnen, in de jaren waarin ze uitoefenbaar zijn, alleen in juni, september en december worden uitgeoefend. De aandelenopties kunnen ook gedeeltelijk worden uitgeoefend. Een personeelslid kan bij het uitoefenen ofwel de aandelen bewaren op zijn effectenrekening, ofwel ze onmiddellijk verkopen op NYSE Euronext Brussels. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel geven we in de tabel.

2014 2015
Gemiddelde Gemiddelde
Opties Aantal opties1 uitoefenprijs Aantal opties1 uitoefenprijs
Uitstaand aan het begin van de periode 183 526 72,69 174 660 71,95
Toegekend tijdens de periode 0 0
Uitgeoefend tijdens de periode -1 566 37,50 -14 200 46,45
Vervallen tijdens de periode -7 300 97,94 -8 380 69,95
Uitstaand aan het einde van de periode2 174 660 71,95 152 080 74,44
Uitoefenbaar aan het einde van de periode 174 660 71,95 152 080 74,44

1 In equivalenten van aandelen.

2 2015: uitoefenprijzen tussen 46,45 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 24 maanden.

2014: uitoefenprijzen tussen 37,50 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 33 maanden.

• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2015 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (3 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

• Belangrijkste overeenkomsten op basis van eigen aandelen afgewikkeld met geldmiddelen: de personeelskosten over 2014 omvatten kosten van 4 miljoen euro voor een fantoomaandelenplan; voor 2015 was dat 5 miljoen euro.

Toelichting 13: Personeel

(in aantal)
2014
2015
Gemiddeld personeelsbestand, in vte
36 258
36 199
Indeling volgens juridische structuur
KBC Bank
26 941
27 033
KBC Verzekeringen
4 147
4 074
KBC Groep NV (de holding)
5 170
5 092
Indeling volgens statuut
Arbeiders
361
366
Bedienden
35 612
35 560
Directieleden (senior management)
285
273

• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders in dit jaarverslag vermelden.

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal -506 -747
Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen -587 -323
Indeling naar type
Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans -676 -322
Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans 19 9
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen 70 -10
Indeling naar divisie
België -205 -177
Tsjechië -34 -36
Internationale Markten -273 -82
Groepscenter -75 -28
Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa -29 -45
Indeling naar type
Aandelen -29 -43
Andere 0 -3
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill 0 -344
Bijzondere waardeverminderingen op overige 109 -34
Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -23 -7
Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -8 -27
Tot einde looptijd aangehouden financiële activa 1 0
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Overige 139 0

• Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen: betreffen vooral leningen en voorschotten aan klanten. De bijzondere waardeverminderingen in Divisie Internationale Markten omvatten onder andere de waardeverminderingen voor kredieten in Ierland (198 miljoen euro in 2014, 48 miljoen euro in 2015, zie aparte paragraaf), voor Hongarije (47 miljoen euro in 2014, 6 miljoen euro in 2015), voor Slowakije (17 miljoen euro in 2014, 18 miljoen euro in 2015) en voor Bulgarije (10 miljoen euro in 2014, 10 miljoen euro in 2015). De bijzondere waardeverminderingen in Groepscenter omvatten in 2014 onder meer 30 miljoen euro bij Antwerpse Diamantbank, 20 miljoen euro bij KBC Finance Ireland en 14 miljoen euro bij KBC Bank Deutschland, en in 2015 onder meer 21 miljoen euro bij de voormalige Antwerpse Diamantbank (Bedrijvencentrum Diamant na de fusie met KBC Bank).

  • KBC Bank Ireland: in Ierland leed de kredietportefeuille de laatste jaren onder de gevolgen van de vastgoedcrisis, gezien de relatief grote portefeuille aan woning- en vastgoedkredieten. De Ierse kredietportefeuille bedroeg eind 2015 ongeveer 13,9 miljard euro, waarvan 84% slaat op hypothecaire kredieten. De rest is ongeveer gelijk verdeeld tussen kmo- en bedrijfskredieten enerzijds en leningen aan vastgoedmaatschappijen en projectontwikkelaars anderzijds. In 2014 legde de groep voor 198 miljoen euro kredietvoorzieningen aan voor zijn Ierse portefeuille, in 2015 was dat 48 miljoen euro.
  • Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa: voor 2015 bevat deze post vooral de waardeverminderingen op aandelen (43 miljoen euro) en op

obligaties (3 miljoen euro). Voor 2014 bevatte deze post uitsluitend waardeverminderingen op aandelen.

  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en op overige: voor 2014 bevatte deze post onder meer de terugdraaiing van de vroeger geboekte waardeverminderingen op Antwerpse Diamantbank, omdat de geplande verkoop uiteindelijk niet plaatsvond en KBC besliste over te gaan tot een geordende afbouw van de activiteiten van Antwerpse Diamantbank. Voor 2015 bevat deze post vooral waardeverminderingen op goodwill (344 miljoen euro, waarvan 191 miljoen euro voor Cˇ SOB in Slowakije (met betrekking tot de vroegere acquisitie van Istrobanka), 117 miljoen euro voor CIBANK in Bulgarije en 34 miljoen euro voor DZI Insurance in Bulgarije). Die waardeverminderingen zijn vooral het gevolg van een lagere recoverable value (berekend aan de hand van de discounted cash flow-methode) die vooral te maken heeft met hogere doelstellingen voor solvabiliteit (die resulteren in een hoger vereist kapitaal, wat de vrije free cash flows die als dividend kunnen uitbetaald worden in het waarderingsmodel vermindert) en een hogere discontovoet (hogere bèta en marktrisicopremie). De waardevermindering op materiële vaste activa in 2015 bevat onder meer 20 miljoen euro met betrekking tot het Hongaarse Data Center van de groep, als gevolg van een structurele overcapaciteit. De waardeverminderingen weerspiegelen het verschil tussen de boekwaarde vóór de bijzondere waardevermindering en de gebruikswaarde.
  • Meer informatie over goodwill: zie Toelichting 34.
  • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 21.

Toelichting 15: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal 25 24
Waarvan CˇMSS 23 23
  • De post Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures bevat vooral CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Meer informatie vindt u in Toelichting 32.
  • Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 14). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.

Toelichting 16: Belastingen

(in miljoenen euro) 2014 2015
Totaal -657 104
Indeling naar type
Actuele belastingen -407 -457
Uitgestelde belastingen -250 562
Componenten van de belastingberekening
Resultaat vóór belastingen 2 420 2 535
Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 33,99% 33,99%
Berekende winstbelastingen -823 -861
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 126 220
belastingvrije winst 140 143
aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren 17 -10
aanpassingen beginsaldo uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief 0 0
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te
verminderen
3 10
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te
verminderen
1 1
terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen -14 0
liquidatie KBC Financial Holding Inc. 0 910
overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven -108 -310
Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso
cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen*
207 314

* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is).

  • Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 31.
  • De post Liquidatie KBC Financial Holding Inc. bevat de gevolgen van de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. (KBCFH). In de strategische heroriëntering die KBC in 2009 overeenkwam met de Europese Commissie, engageerde KBC zich ertoe de activiteiten van zijn dochtervennootschap KBCFH (in de VS) af te bouwen of te desinvesteren om zo het risicoprofiel van KBC te verminderen. Dat proces werd intussen afgerond. In september 2014 ontmantelde KBC de laatste twee CDO's in zijn portefeuille (zie persbericht van 1 oktober 2014). KBC vereffende ook – als een laatste stap – KBC Financial Holding Inc. De Belgische fiscale wetgeving voorziet dat het verlies aan werkelijk gestort kapitaal dat KBC Bank lijdt naar aanleiding van de vereffening van KBC Financial Holding Inc., fiscaal

aftrekbaar is voor de moedermaatschappij op het moment van liquidatie, en niet op het moment dat de verliezen effectief werden geleden (meer bepaald 2008 en 2009). Per saldo bedraagt de volledige impact op het resultaat 765 miljoen euro (910 miljoen euro uitgestelde belastingvordering met betrekking tot fiscaal overgedragen verliezen, deels gecompenseerd door -156 miljoen euro (-145 miljoen euro na belastingen) overboeking van wisselkoersverschillen op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar het resultaat). De boeking van deze uitgestelde belastingvordering heeft in 2015 slechts een beperkte positieve invloed op de solvabiliteit van KBC, ten belope van circa 0,2 procentpunt (fully loaded CET1-ratio berekend onder de Deense compromismethode).

(in miljoenen euro)
2014
2015
Gewone winst per aandeel
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
1 762
2 639
Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid
-337
-1 000
Coupon op AT1-instrumenten1
-41
-52
Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel
1 384
1 587
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden)
417
418
Gewone winst per aandeel (in euro)
3,32
3,80
Verwaterde winst per aandeel
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
1 762
2 639
Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid
-337
-1 000
Coupon op AT1-instrumenten1
-41
-52
Nettoresultaat voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel
1 384
1 587
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden)
417
418
Potentieel aantal aandelen die tot verwatering kunnen leiden (in miljoenen eenheden)2
0
0
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen voor verwaterde winst (in miljoenen eenheden)
417
418
Verwaterde winst per aandeel (in euro)
3,32
3,80

1 De 41 miljoen euro in 2014 omvat de 39 miljoen euro zoals vermeld in de tabel Geconsolideerde vermogensmutaties en 2 miljoen euro proratering voor de laatste 2 weken van het boekjaar.

2 Er wordt alleen rekening gehouden met de nog uitstaande personeelsopties die een verwaterende invloed kunnen hebben (waarbij de uitoefenprijs onder de marktprijs ligt en als daarvoor eigen aandelen werden aangekocht (0 eind 2015 en 486 eind 2014)).

Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans

Toelichting 18: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product

Aange
houden Gewaar Voor Lenin Tot einde Tegen
voor han deerd te verkoop gen en looptijd Afdek geamor
(in miljoenen euro) delsdoel
einden
gen reële
waarde1
beschik
baar
vorderin
gen
aange
houden
kings
derivaten
tiseerde
kostprijs
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingena 141 1 636 0 10 812 12 590c
Leningen en voorschotten aan klantenb 27 1 335 0 123 189 124 551
Handelsvorderingen 0 0 0 3 291 3 291
Afbetalingskredieten 0 0 0 2 770 2 770
Hypotheekleningen 0 33 0 53 123 53 156
Termijnkredieten 7 1 303 0 55 446 56 755
Financiële leasing 0 0 0 4 138 4 138
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 4 054 4 054
Overige3 20 0 0 367 387
Eigenvermogensinstrumenten 303 3 1 826 2 132
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 425 13 425
Schuldinstrumenten 2 894 1 763 30 564 1 207 31 799 68 227
Van publiekrechtelijke emittenten 2 391 1 063 19 469 31 30 342 53 296
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 297 293 4 427 159 859 6 035
Van ondernemingen 206 407 6 667 1 018 598 8 896
Derivaten 8 814 1 104 9 918
Overige3 3 576 0 0 579
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
a Waarvan reverse repo's2 3 319
b Waarvan reverse repo's2 1 389
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 4 287
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingena 0 2 107 0 11 524 13 631c
Leningen en voorschotten aan klantenb 0 394 0 127 829 128 223
Handelsvorderingen 0 0 0 3 729 3 729
Afbetalingskredieten 0 0 0 2 928 2 928
Hypotheekleningen 0 28 0 55 050 55 078
Termijnkredieten 0 366 0 56 997 57 363
Financiële leasing 0 0 0 4 512 4 512
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 4 026 4 026
Overige3 0 0 0 587 587
Eigenvermogensinstrumenten 411 2 2 071 2 485
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 330 13 330
Schuldinstrumenten 1 785 681 33 598 1 117 32 958 70 138
Van publiekrechtelijke emittenten 1 408 120 21 892 22 31 353 54 796
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 192 104 4 893 158 984 6 330
Van ondernemingen 184 456 6 813 937 622 9 013
Derivaten 8 188 514 8 702
Overige3 1 835 0 0 836
Totaal 10 385 16 514 35 670 141 305 32 958 514 237 346
a Waarvan reverse repo's2 5 012
b Waarvan reverse repo's2 502
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 6 541
1 De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het

maximale kredietrisico.

2 Een reverserepotransactie is een transactie waarbij een partij (KBC) effecten koopt van een andere partij en zich ertoe verbindt die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de reverserepoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde reverserepotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk ontlenen van obligaties. Bij die ontlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij de tegenpartij. Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.

3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.

Aange
houden Gewaar Voor Lenin Tot einde Tegen
voor han deerd te verkoop gen en looptijd Afdek geamor
(in miljoenen euro) delsdoel
einden
gen reële
waarde
beschik
baar
vorderin
gen
aange
houden
kings
derivaten
tiseerde
kostprijs
Totaal
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena 60 1 004 16 628 17 692c
Deposito's van klanten en schuldpapierb 367 10 352 151 064 161 783
Zichtdeposito's 0 35 47 011 47 046
Termijndeposito's 69 8 028 31 425 39 523
Spaarrekeningen 0 0 47 455 47 455
Deposito's van bijzondere aard 0 0 1 715 1 715
Overige deposito's 0 14 485 499
Depositocertificaten 9 3 5 922 5 935
Kasbons 0 0 762 762
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 289 1 732 12 741 14 761
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 540 3 549 4 088
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 553 0 12 553
Derivaten 7 697 3 491 11 188
Baisseposities 325 325
In eigenvermogensinstrumenten 71 71
In schuldinstrumenten 254 254
Overige2 2 103 2 104
Totaal 8 449 23 908 3 491 169 796 205 644
a Waarvan repo's1 1 315
b Waarvan repo's1 7 804
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 3 539
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena 1 1 123 17 828 18 953 c
Deposito's van klanten en schuldpapierb 431 10 916 158 762 170 109
Zichtdeposito's 0 0 55 148 55 148
Termijndeposito's 57 9 360 27 724 37 141
Spaarrekeningen 0 0 50 075 50 075
Deposito's van bijzondere aard 0 0 1 983 1 983
Overige deposito's 0 0 484 484
Depositocertificaten 0 10 6 159 6 168
Kasbons 0 0 1 092 1 092
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 374 1 253 12 576 14 203
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 293 3 522 3 815
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 387 0 12 387
Derivaten 7 487 0 2 191 9 677
Baisseposities 415 0 415
In eigenvermogensinstrumenten 58 0 58
In schuldinstrumenten 357 0 357
Overige2 0 0 1 792 1 792
Totaal
a Waarvan repo's1
8 334 24 426 2 191 178 383 213 333
1 128
b Waarvan repo's1 8 567
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 2 593

1 Een repotransactie is een transactie waarbij een partij effecten koopt van een andere partij (KBC) en zich ertoe verbindt die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de repoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde repotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk uitlenen van obligaties. Bij die uitlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij KBC. Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa.

2 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.

  • Herclassificaties: zie Toelichting 28.
  • Wijziging in definitie: om een transparantere productindeling te geven, hebben we de depositoboekjes hernoemd tot spaarrekeningen en de definitie uitgebreid (niet langer beperkt tot de Belgische gereguleerde spaardeposito's, maar ook inclusief gelijkaardige buitenlandse producten). We pasten ook de referentiecijfers aan, waarbij circa 10,3 miljard euro werd geherclasseerd naar spaarrekeningen, voornamelijk vanuit termijndeposito's.
  • Niet-converteerbare obligaties: hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Geboekt tegen reële waarde (cf. waarderingsregels).
  • Niet-converteerbare achtergestelde schulden: bevatten onder meer de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar. Die contingent capital note werd conform IAS 32 als een schuld geklasseerd omdat ze een vaste looptijd heeft en de interestbetalingen onvermijdelijk zijn.
  • Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash.
  • Eind 2015 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties met een boekwaarde van 8 277 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 176 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 17 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 1 838 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 6 246 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 8 921 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 178 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 17 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 1 825 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 6 900 miljoen euro). Eind 2014 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 5 876 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 280 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde 764 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 454 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 4 378 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 5 673 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 277 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde 769 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 470 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 157 miljoen euro). Noteer: KBC had eind 2015 en eind 2014 minder getransfereerde effecten op zijn balans dan uitstaande repotransacties. De reden is dat uit reverse repo's verkregen effecten vaak gebruikt worden voor repotransacties. Die effecten staan niet op de balans en vallen dus ook niet in de scope van de in deze paragraaf vermelde disclosure.

Toelichting 19: Financiële instrumenten volgens portefeuille en land

Aange
houden
voor han
delsdoel
einden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Leningen
en vorde
ringen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kings
derivaten
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Totaal
2 543 1 104 8 804 78 358 16 744 87 107 641
2 221 491 5 290 28 286 8 183 112 44 584
7 418 16 567 18 295 29 139 6 872 905 79 197
12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
2 119 546 7 000 80 760 16 053 14 106 492
1 344 474 6 552 33 276 8 348 86 50 080
6 922 15 494 22 118 27 269 8 557 413 80 774
10 385 16 514 35 670 141 305 32 958 514 237 346
1 436 12 635 231 92 010 106 313
1 033 838 81 35 597 37 549
5 979 10 435 3 179 42 189 61 782
8 449 23 908 3 491 169 796 205 644
1 293 12 503 95 98 443 112 334
1 049 779 135 37 780 39 744
5 991 11 144 1 960 42 159 61 255
8 334 24 426 2 191 178 383 213 333

Toelichting 20: Financiële instrumenten volgens portefeuille en restlooptijd

(in miljoenen euro) Aange
houden
voor han
delsdoel
einden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Leningen
en vorde
ringen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kings
derivaten
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Tot 1 jaar 1 322 3 146 3 647 47 279 2 213 57 608
Meer dan 1 jaar 1 593 8 760 26 826 81 592 29 586 148 357
Niet bepaald* 9 267 6 257 1 916 6 912 0 1 104 25 456
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015
Tot 1 jaar 468 3 251 3 434 48 161 1 967 57 282
Meer dan 1 jaar 1 317 6 625 30 090 89 924 30 991 158 947
Niet bepaald* 8 600 6 638 2 145 3 220 0 514 21 117
Totaal 10 385 16 514 35 670 141 305 32 958 514 237 346
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Tot 1 jaar 517 9 480 99 643 109 639
Meer dan 1 jaar 158 9 576 31 306 41 040
Niet bepaald* 7 774 4 853 3 491 38 847 54 965
Totaal 8 449 23 908 3 491 169 796 205 644
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015
Tot 1 jaar 571 10 747 98 462 109 781
Meer dan 1 jaar 225 8 108 28 287 36 620
Niet bepaald* 7 538 5 570 2 191 51 633 66 932
Totaal 8 334 24 426 2 191 178 383 213 333

* Met Niet bepaald bedoelen we dat de vervaldag onbepaald is of dat het niet zinvol is het financiële instrument volgens vervaldag te klasseren. De financiële activa met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten en tradingaandelen (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden), een groot deel van de beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde), aandelen voor verkoop beschikbaar (kolom Voor verkoop beschikbaar) en voorschotten in rekening-courant en oninbare/dubieuze vorderingen (kolom Leningen en vorderingen). De financiële verplichtingen met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de spaarrekeningen (kolom Tegen geamortiseerde kostprijs), de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden) en een groot deel van de schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde).

• Het verschil tussen de financiële activa op korte termijn en de financiële verplichtingen op korte termijn is onder meer een weerspiegeling van de basisactiviteit van een bank, namelijk het omzetten van deposito's op kortere termijn in kredieten op langere termijn. Dat leidt tot een groter volume deposito's op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële verplichtingen) dan kredieten op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële activa). Die verhouding geeft aanleiding tot een liquiditeitsrisico. Meer informatie over het liquiditeitsrisico vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.

Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt

(in miljoenen euro) Aange
houden
voor
handels
doeleinden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Voor
verkoop
beschik
baar
Lenin
gen en
vorderin
gen
Tot einde
looptijd
aangehou
den
Afdek
kings
derivaten
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(unimpaired)
12 182 18 163 32 153 128 330 31 798 1 104 223 730
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(impaired)
361 13 255 6 13 621
Bijzondere waardeverminderingen -124 -5 801 -5 -5 930
Totaal 12 182 18 163 32 390 135 784 31 799 1 104 231 421
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(unimpaired)
10 385 16 514 35 454 134 905 32 957 514 230 728
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
(impaired)
356 12 023 6 12 386
Bijzondere waardeverminderingen -140 -5 623 -5 -5 768
Totaal 10 385 16 514 35 670 141 305 32 958 514 237 346

• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat.

Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op

portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toe door middel van een formule die rekening houdt met de expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).

• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.

(in miljoenen euro) Voor verkoop beschikbaar Tot einde
looptijd
aangehouden
Leningen en vorderingen Voorzie
ningen voor
verbintenissen
en financiële
garanties*
Vastrentende
activa
Aandelen Vastrentende
activa
Met
individuele
bijzondere
waardever
mindering
Met op porte
feuillebasis
berekende
bijzondere
waardever
mindering
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2014
Beginsaldo 0 117 8 5 319 261 114
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 0 30 0 1 295 64 32
Teruggenomen 0 -2 -1 -620 -130 -55
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -16 0 -439 0 -3
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 -5 0 -34 1 9
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver
koop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 174 5 0
Overige 0 -1 -3 -96 0 61
Eindsaldo 0 124 5 5 600 201 158
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2015
Beginsaldo 0 124 5 5 600 201 158
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 3 43 0 826 86 44
Teruggenomen 0 0 -1 -504 -78 -52
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -10 0 -494 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver
koop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Overige 0 -20 1 -18 3 -25
Eindsaldo 3 137 5 5 410 213 125

* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.

  • Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 14.
  • Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.

Details over bijzondere waardeverminderingen

Achterstallige activa die niet impaired zijn

(in miljoenen euro)
31-12-2014
Minder dan
30 dagen
achterstallig
30 of meer,
maar minder
dan 90 dagen
achterstallig
Leningen en voorschotten 2 173 603
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 2 173 603
31-12-2015
Leningen en voorschotten 2 076 417
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 2 076 417

• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als

achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.

Ontvangen garanties

• Zie Toelichtingen 22 en 40.

Toelichting 22: Maximaal kredietrisico en offsetting

(in miljoenen euro) 31-12-2014
Bruto Ontvangen
waarborgen/
collateral
Netto Ontvangen
waarborgen/
Bruto
collateral
Maximaal kredietrisico
Eigenvermogensinstrumenten 2 132 0 2 132 2 485 0 2 485
Schuldinstrumenten 68 227 59 68 167 70 138 61 70 078
Leningen en voorschotten 137 140 69 842 67 298 141 854 70 285 71 570
Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde 2 971 2 588 384 2 501 1 028 1 473
Derivaten 9 918 3 253 6 664 8 702 3 605 5 097
Overige (inclusief geprorateerde rente) 28 271 4 246 24 025 29 686 4 205 25 481
Totaal 245 687 77 401 168 286 252 866 78 156 174 710

• Maximaal kredietrisico van een financieel actief: meestal de brutoboekwaarde na aftrek van de bijzondere

waardeverminderingen. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. Die zijn opgenomen onder de post Overige in de tabel.

• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in

het hoofdstuk Risicobeheer (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.

• Ontvangen waarborgen (collateral): worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.

Financiële instrumenten onderhevig aan netting,
afdwingbare netting-raamovereenkomsten en
soortgelijke overeenkomsten
Brutobedrag
van erkende
financiële in
strumenten
Brutobe
dragen van
erkende
financiële in
strumenten
die verre
kend wor
den (netting)
Nettobe
dragen van
financiële in
strumenten
gepresen
teerd op de
balans
Bedragen die niet verrekend worden op
de balans (netting)
Nettobedrag
Financiële Effecten
(in miljoenen euro) instru
menten
Kaswaar
borgen
waar
borgen
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Derivaten 12 390 2 473 9 918 5 190 2 505 0 2 223
Derivaten, exclusief central clearing houses 9 910 0 9 910 5 190 2 505 0 2 215
Derivaten met central clearing houses* 2 481 2 473 8 0 0 0 8
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeen
komsten 6 415 1 707 4 708 645 0 4 047 15
Reverse repo's 6 415 1 707 4 708 645 0 4 047 15
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 18 805 4 180 14 626 5 835 2 505 4 047 2 238
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015
Derivaten 11 238 2 536 8 702 4 659 2 213 0 1 831
Derivaten, exclusief central clearing houses 8 695 0 8 695 4 659 2 213 0 1 824
Derivaten met central clearing houses* 2 543 2 536 7 0 0 0 7
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeen
komsten
8 035 2 521 5 514 340 0 5 141 33
Reverse repo's 8 035 2 521 5 514 340 0 5 141 33
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 19 273 5 057 14 216 4 999 2 213 5 141 1 863
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Derivaten 13 660 2 473 11 188 5 190 3 871 0 2 127
Derivaten, exclusief central clearing houses 11 184 0 11 184 5 190 3 871 0 2 124
Derivaten met central clearing houses* 2 476 2 473 3 0 0 0 3
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkom
sten
10 827 1 707 9 120 645 0 8 470 4
Repo's 10 827 1 707 9 120 645 0 8 470 4
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 24 487 4 180 20 307 5 835 3 871 8 471 2 131
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015
Derivaten 12 231 2 536 9 695 4 659 3 630 0 1 407
Derivaten, exclusief central clearing houses 9 684 0 9 684 4 659 3 630 0 1 396
Derivaten met central clearing houses* 2 547 2 536 11 0 0 0 11
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkom
sten 12 216 2 521 9 694 340 0 9 332 22
Repo's 12 216 2 521 9 694 340 0 9 332 22
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 24 447 5 057 19 390 4 999 3 630 9 332 1 429

* Kaswaarborgen, rekening bij centrale clearinghuizen inbegrepen in het brutobedrag

  • De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financieel actief en het financieel passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen.
  • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar netting-raamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat

niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.

Toelichting 23: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

  • Reële waarde: KBC definieert reële waarde als de prijs die zou worden verkregen voor de verkoop van een actief of die zou worden betaald voor de overdracht van een verplichting in een regelmatige transactie tussen marktpartijen op het tijdstip van de waardebepaling. Die definitie ligt in de lijn van de IFRS-definitie. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een verstoring van het evenwicht tussen vraag en aanbod (bijvoorbeeld minder kopers dan verkopers, waardoor de prijs moet zakken) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop. Gedwongen verkopen of onvrijwillige transacties zijn occasionele transacties als gevolg van bijvoorbeeld wijzigingen in de regelgeving of transacties die niet markt- maar ondernemingsgestuurd (klantgestuurd) zijn.
  • In KBC worden alle interne waarderingsmodellen door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC en zijn entiteiten voldoen aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de CDO Valuation Policy, de Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktdata, inputparameters) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Elk kwartaal worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Ten slotte neemt een speciaal daartoe samengesteld team reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.
  • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments) worden geboekt op alle posten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd, waarbij wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Ze omvatten close-outkosten, aanpassingen voor minder liquide posities of markten, aanpassingen verbonden aan waarderingen gebaseerd op een waarderingsmodel, aanpassingen voor tegenpartijrisico en financieringskosten. CVA (Credit Value Adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om bij de waardering van dergelijke instrumenten rekening te houden met de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Daarbij worden zowel de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract in rekening

genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.

  • Bij de bepaling van de reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde wordt rekening gehouden met de invloed van veranderingen in de eigen financieringsspreads.
  • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven, kredieten. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties.
  • De reële waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes (beide onmiddellijk opvraagbaar) wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
  • Het grootste deel van de wijzigingen in de marktwaarde van de leningen en voorschotten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde wordt verklaard door bewegingen van de rente. Het effect van veranderingen in kredietrisico is verwaarloosbaar.
  • Financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd behoren tot de volgende categorieën: voor verkoop beschikbaar, aangehouden voor handelsdoeleinden, aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (gewaardeerd tegen reële waarde in de tabellen) en afdekkingsderivaten. De andere financiële activa en verplichtingen (leningen en vorderingen, financiële activa tot einde looptijd aangehouden, financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs) worden op de balans niet tegen reële waarde gewaardeerd, maar in de tabel vermelden we ter informatie hun reële waarde.
Reële waarde van financiële instrumenten die niet
tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen
(in miljoenen euro)
Leningen en vorderingen Financiële activa tot einde
looptijd aangehouden
tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen
Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen 10 812 10 953
Leningen en voorschotten aan klanten 123 189 126 392
Schuldinstrumenten 1 207 1 400 31 799 36 001
Overige 576 576
Totaal 135 784 139 322 31 799 36 001
Niveau 1 929 34 848
Niveau 2 19 992 984
Niveau 3 118 401 169
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen 11 524 11 438
Leningen en voorschotten aan klanten 127 829 128 859
Schuldinstrumenten 1 117 1 136 32 958 36 693
Overige 835 836
Totaal 141 305 142 268 32 958 36 693
Niveau 1 231 35 468
Niveau 2 21 350 794
Niveau 3 120 687 431
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingen
16 628 17 887
Deposito's van klanten en schuldpapier 151 064 153 732
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 2 103 1 981
Totaal 169 796 173 601
Niveau 1 1 052
Niveau 2 78 637
Niveau 3 93 911
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingen 17 828 17 842
Deposito's van klanten en schuldpapier 158 762 159 367
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 1 792 1 743
Totaal 178 383 178 952
Niveau 1 75
Niveau 2 83 804
Niveau 3 95 073

Toelichting 24: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Waarderingshiërarchie Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan
kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen 0 141 0 141 0 0 0 0
Leningen en voorschotten aan klanten 0 27 0 27 0 0 0 0
Eigenvermogensinstrumenten 294 8 0 303 256 155 0 411
Schuldinstrumenten 1 998 634 262 2 894 1 254 244 287 1 785
Waarvan overheidsobligaties 1 872 487 32 2 391 1 157 209 42 1 408
Derivaten 1 6 492 2 321 8 814 0 6 133 2 055 8 188
Overige 0 3 0 3 0 1 0 1
Gewaardeerd tegen reële waarde
Leningen en voorschotten aan
kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen 0 1 636 0 1 636 0 2 107 0 2 107
Leningen en voorschotten aan klanten 0 1 309 26 1 335 0 366 28 394
Eigenvermogensinstrumenten 3 0 0 3 2 0 0 2
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 270 156 0 13 425 13 046 284 0 13 330
Schuldinstrumenten 1 278 149 337 1 763 257 41 383 681
Waarvan overheidsobligaties 1 034 29 0 1 063 80 40 0 120
Voor verkoop beschikbaar
Eigenvermogensinstrumenten 1 432 0 393 1 826 1 641 19 411 2 071
Schuldinstrumenten 26 349 3 051 1 163 30 564 28 814 3 486 1 298 33 598
Waarvan overheidsobligaties 18 331 982 156 19 469 20 761 687 444 21 892
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 1 104 0 1 104 0 514 0 514
Totaal 44 624 14 711 4 503 63 839 45 271 13 348 4 462 63 082
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen 0 60 0 60 0 1 0 1
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 326 41 367 0 429 2 431
Derivaten 2 5 359 2 335 7 697 0 5 428 2 058 7 487
Baisseposities 325 0 0 325 415 0 0 415
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Gewaardeerd tegen reële waarde
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
0 1 004 0 1 004 0 1 123 0 1 123
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 9 928 424 10 352 0 10 321 594 10 916
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 552 1 0 12 553 12 386 0 0 12 387
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 3 491 0 3 491 0 2 191 0 2 191
Totaal 12 879 20 170 2 800 35 848 12 801 19 495 2 654 34 950

• De IAS 39-waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus. De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1.

Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn op een eenvoudige wijze en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.

Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in beschouwing zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: de verdiscontering van

toekomstige kasstromen, de vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument. Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.

  • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
  • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. De tabel geeft een overzicht van het niveau waaronder financiële instrumenten doorgaans worden geklasseerd, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Met andere woorden: hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
  • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichting 25.
Soort instrument Producten Type waardering
Niveau 1 Liquide financiële instrumenten waarvoor
genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde
financiële futures, beursgenoteerde opties,
beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde
fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere
liquide obligaties, liquide asset backed securities op
actieve markten
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op
een actieve markt)
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps,
valutatermijncontracten, rentetermijncontracten
(FRA), inflatieswaps, dividendswaps, commodity
swaps, reverse floaters, opties op obligatiefutures,
opties op rentefutures, overnight index swaps, FX
reset
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Plain vanilla / liquide derivaten Caps en floors, renteopties, Europese en
Amerikaanse aandelenopties, Europese en
Amerikaanse valutaopties, forward start-opties,
digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige
opties, Europese swaptions, constant maturity
swaps (CMS), European cancelable IRS, compound
options
Waarderingsmodel voor opties op basis van
waarneembare parameters (bv. volatiliteit)
Credit default swaps (CDS) CDS-model op basis van credit spreads
Niveau 2 Lineaire financiële activa (zonder optionele
kenmerken) – cashinstrumenten
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in
het kader van repo's
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Asset Backed Securities Halfliquide asset backed securities Prijsstelling door derden (bv. leadmanager);
prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare
marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva),
hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis van
observeerbare parameters
Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Exotische derivaten Target profit forwards, target strike forwards,
Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto
renteopties, digitale aandelenopties, Aziatische
aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto
digital FX options, FX Asian options, FX European
barrier options, FX simple digital barrier options,
FX touch rebate, double average rate options,
inflatieopties, cancelable reverse floaters, American
and Bermudan cancelable IRS, CMS spread options,
CMS interest rate caps/floors, (callable) range
accruals, outperformance options, autocallable
options
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet
waarneembare parameters (bv. correlatie)
Niveau 3 Illiquide instrumenten met kredietkoppeling Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de correlatie
tussen de respectieve defaultkansen van de
onderliggende activa
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de
EVCA (European Private Equity & Venture Capital
Association)
Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek-)obligaties / Asset backed
securities die indicatief worden geprijsd door één
prijsleverancier op een niet-actieve markt
Prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen
prijscontrole mogelijk ten gevolge van gebrek
aan beschikbare/betrouwbare alternatieve
marktgegevens
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis
van niet-observeerbare parameters (indicatieve
prijsstelling door derden voor de derivaten)

Toelichting 25: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2

  • Overdrachten in 2014: KBC herklasseerde voor 0,3 miljard euro aan schuldinstrumenten (vooral geklasseerd als Voor verkoop beschikbaar) van niveau 1 naar niveau 2 wegens een afname in marktactiviteit voor verschillende types schuldinstrumenten. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 1,6 miljard euro aan obligaties van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel (ongeveer 1 miljard euro) daarvan betrof covered bonds. De herklassering gebeurde omdat de markt voor die instrumenten actiever werd in 2014.
  • Overdrachten in 2015: KBC herklasseerde voor 0,3 miljard euro aan instrumenten (vooral geklasseerd als Voor verkoop beschikbaar) van niveau 1 naar niveau 2, wegens een afname van marktactiviteit. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 0,3 miljard euro aan schuldinstrumenten van niveau 2 naar niveau 1, omdat de markt voor die instrumenten actiever werd in 2015.

Toelichting 26: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3

Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2014 (in miljoenen euro) Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3

Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Voor verkoop
beschikbaar
Afdek
kingsde
rivaten
Leningen en voor
schotten
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Derivaten Leningen en voor
schotten
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Eigenvermogens
instrumenten
Schuldinstrumenten Derivaten
Beginsaldo 0 1 0 342 2 141 24 5 0 352 300 1 472 0
Winsten en verliezen 0 0 0 17 253 1 0 0 0 41 -11 0
In winst-en-verliesrekening* 0 0 0 17 253 1 0 0 0 4 -24 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 37 13 0
Aanschaffingen 0 0 0 2 305 0 0 0 18 23 835 0
Vervreemdingen 0 0 0 -20 -77 0 -5 0 -2 -6 -74 0
Afwikkelingen 0 0 0 -61 -312 -3 0 0 -16 -1 -464 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 110 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 -31 0 0 0 0 0 0 -687 0
Overdracht van/naar vaste activa
aangehouden voor verkoop
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 0 0 14 11 3 0 0 36 0 1 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 -22 -3 -20 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 -29 39 0 0
Eindsaldo 0 0 0 263 2 321 26 0 0 337 393 1 163 0
Totale winsten (positieve cijfers)
en verliezen (negatieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor activa aan het einde
van de periode
0 0 0 22 304 1 1 0 10 -1 6 0
Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3 Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkings
derivaten
kredietinstellingen
Deposito's van
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
Schulden m.b.t. be
leggingscontracten
Derivaten Baisseposities Overige Deposito's van Deposito's van klan
kredietinstellingen
ten en schuldpapier Schulden m.b.t. be
leggingscontracten
Overige Derivaten
Beginsaldo 0 102 0 2 542 13 0 0
543
0 0 0
Winsten en verliezen 0 1 0 -58 0 0 0 -25 0 0 0
In winst-en-verliesrekening* 0 1 0 -58 0 0 0 -25 0 0 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgiften 0 0 0 293 0 0 0 0 0 0 0
Terugkopen 0 -5 0 0 0 0 0
-119
0 0 0
Afwikkelingen 0 -66 0 -452 -13 0 0 0 0 0 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht van/naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 7 0 10 0 0 0
23
0 0 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Eindsaldo 0 41 0 2 335 0 0 0
424
0 0 0
Totale winsten (negatieve cijfers)
en verliezen (positieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor verplichtingen aan
het einde van de periode 0 0 0 329 0 0 0 -8 0 0 0

* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.

Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2015 (in miljoenen euro) Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3

Voor verkoop Afdek
kingsde
Leningen en voor
schotten
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Derivaten Leningen en voor
schotten
Gewaardeerd tegen reële waarde
Eigenvermogens
instrumenten
Beleggingscontrac
ten, verzekeringen
Schuldinstrumenten Eigenvermogens
instrumenten
beschikbaar
Schuldinstrumenten
rivaten
Derivaten
Beginsaldo 0 0 0 263 2 321 26 0 0 337 393 1 163 0
Winsten en verliezen 0 0 0 2 -195 2 2 0 -42 73 30 0
In winst-en-verliesrekening* 0 0 0 2 -195 2 2 0 -42 -12 0 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 85 30 0
Aanschaffingen 0 0 0 78 372 0 0 0 70 3 546 0
Vervreemdingen 0 0 0 -57 -2 0 -2 0 -18 -20 -58 0
Afwikkelingen 0 0 0 -13 -446 0 0 0 0 0 -28 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14 211 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -44 -568 0
Overdracht van/naar vaste activa
aangehouden voor verkoop 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 0 0 15 5 0 0 0 35 -8 1 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -1 0 0
Eindsaldo 0 0 0 287 2 055 28 0 0 383 411 1 298 0
Totale winsten (positieve cijfers)
en verliezen (negatieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor activa aan het einde
van de periode
0 0 0 2 -57 2 0 0 -34 -3 0 0
Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3
Aangehouden voor handelsdoeleinden Gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkings
derivaten
kredietinstellingen
Deposito's van
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
Schulden m.b.t. be
leggingscontracten
Derivaten Baissepositie Overige kredietinstellingen
Deposito's van
Deposito's van klan
ten en schuldpapier
Schulden m.b.t. be leggingscontracten Overige Derivaten
Beginsaldo 0 41 0 2 335 0 0 0 424 0 0 0
Winsten en verliezen 0 0 0 -148 0 0 0 -79 0 0 0
In winst-en-verliesrekening* 0 0 0 -148 0 0 0 -79 0 0 0
In eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgiften 0 0 0 324 0 0 0 0 0 0 0
Terugkopen 0 0 0 -4 0 0 0 -165 0 0 0
Afwikkelingen 0 -43 0 -449 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht naar niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht vanuit niveau 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overdracht van/naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 0 4 0 0 0 0 0 21 0 0 0
Wijziging in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 394 0 0 0
Eindsaldo 0 2 0 2 058 0 0 0 594 0 0 0
Totale winsten (negatieve cijfers)
en verliezen (positieve cijfers)
opgenomen in winst-en-verlies
rekening voor verplichtingen aan
het einde van de periode
0 0 0 -57 0 0 0 -28 0 0 0

* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.

Jaarverslag KBC 2015 191

  • Sommige niveau 3-activa zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke niveau 3-verplichtingen, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers in de tabel zou kunnen blijken.
  • Dankzij het verder de-risken van de portefeuille legacy-CDO's in de loop van 2014 werd de gevoeligheid van die portefeuille in de winst-en-verliesrekening voor een stijging van de credit spreads met 50% teruggedrongen van -92 miljoen euro op 31 december 2013

naar een verwaarloosbaar bedrag op 31 december 2014 en op 31 december 2015. De overblijvende kleine waardeschommelingen zijn toe te schrijven aan het feit dat er nog tot 7 oktober 2017 voor 0,2 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Die CDO-notes kunnen nog in waarde schommelen, vooral door de ontwikkeling van de credit spreads op de onderliggende portefeuille.

Toelichting 27: Wijzigingen in eigen kredietrisico

Eigen schulduitgiften gewaardeerd tegen reële waarde
(in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) 31-12-2014 31-12-2015
Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening -2 17
Totale gecumuleerde invloed op balansdatum -31 -14

• De reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening houdt rekening met het eigen kredietrisico. Een belangrijk deel van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening betreft KBC Ifima-uitgiften. Voor de waardering van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening houden we rekening met het eigen kredietrisico door het gebruik van de

effectieve financieringsspread van KBC. De totale reële waarde van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening bedroeg ongeveer 1,3 miljard euro op 31 december 2015, rekening houdend met het eigen kredietrisico van KBC. Resultaten van gevoeligheidstoetsen op de totale reële waarde van KBC Ifimauitgiften waarbij de effectieve financieringsspread verschoven wordt, worden weergegeven in de onderstaande tabel.

Winst-en-verliesgevoeligheid gebaseerd op een relatieve verschuiving van de financieringsspread

(in miljarden euro)
Spreads
-50%
Spreads
-20%
Spreads
-10%
Spreads
+10%
Spreads
+20%
Spreads
+50%
31-12-2014 -0,01 -0,00 -0,00 +0,00 +0,00 +0,01
31-12-2015 -0,01 -0,00 -0,00 +0,00 +0,00 +0,01

• Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd

tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,2 miljard euro).

Financiële activa beschikbaar voor verkoop geherklasseerd naar Leningen en vorderingen, situatie op 31 december 2015

(in miljoenen euro)
Boekwaarde 711
Reële waarde 735
Indien niet geherklasseerd
(voor verkoop beschikbaar)
Na herclassificatie
(leningen en vorderingen)
Invloed
Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa),
vóór belastingen
-65 -90 -25
Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen 0 0 0

• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa aan te houden voor de voorzienbare toekomst of tot op de vervaldag. KBC heeft ervoor gekozen die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. De bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 25 miljoen euro op het eigen vermogen en in geen effect op winst-en-verliesrekening.

• Overige herclassificaties (niet inbegrepen in de tabel):

  • In 2014 herklasseerden we geen schuldinstrumenten van Voor verkoop beschikbaar (AFS) naar Tot einde looptijd aangehouden (HTM).
  • In 2015 herklasseerden we voor 0,5 miljard euro schuldinstrumenten van Voor verkoop beschikbaar (AFS) naar Tot einde looptijd aangehouden (HTM).
  • Het gevolg van die herclassificaties is dat de betrokken AFS-reserve niet langer wordt blootgesteld aan de wijziging van de marktrente. Ze wordt bevroren en pro rata temporis afgeboekt. Aangezien ook het betrokken HTM-effect wordt afgeboekt, is er netto geen resultaatsimpact.
Voor handelsdoeleinden Microhedging: reëlewaardeafdekkingen Microhedging: kasstroomafdekkingen* Reëlewaardeafdekkingstransacties ter af- dekking van het renterisico van een porte- feuille
Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde be-
Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde dragen
(in miljoenen euro) Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
kocht
Aange-
Verkocht Activa Verplich-
tingen
kocht
Aange-
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht
31-12-2014
Totaal 8 814 7 697 380 492 377 541 426 736 25 223 25 223 650 2 610 25 711 25 647 28 144 2 749 2 749
Indeling naar type
Rentecontracten 5 304 4 596 217 557 214 711 426 736 25 223 25 223 642 2 600 25 525 25 525 28 144 2 749 2 749
Renteswaps 4 120 4 056 148 425 149 039 426 736 25 223 25 223 642 2 600 25 525 25 525 28 144 2 749 2 749
Rentetermijncontracten 0 3 1 880 2 385 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 3 3 12 879 13 727 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 1 181 534 54 374 49 560 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valutacontracten 1 339 982 125 336 126 203 0 0 0 0 7 10 186 122 0 0 0 0
Valutatermijncontracten 189 180 17 419 17 394 0 0 0 0 0 1 31 31 0 0 0 0
Valuta- en renteswaps 1 028 621 95 689 95 268 0 0 0 0 7 9 155 91 0 0 0 0
Futures 0 0 284 284 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 121 180 11 944 13 257 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 2 016 2 022 32 162 31 912 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelenswaps 1 674 1 704 30 120 30 120 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 342 318 2 042 1 793 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Warrants 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 105 46 4 826 4 104 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditdefaultswaps 105 46 4 826 4 104 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditspreadopties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totalreturnswaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
51 51 611 611 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

Toelichting 29: Derivaten

Reëlewaardeafdekkingstransacties ter af
dekking van het renterisico van een porte
Voor handelsdoeleinden Microhedging: reëlewaardeafdekkingen Microhedging: kasstroomafdekkingen* feuille
Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde
Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen
(in miljoenen euro) Activa Verplich
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
kocht
Aange-
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht
31-12-2015
Totaal 8 188 7 487 374 627 376 167 127 469 31 073 31 065 356 1 708 26 724 26 718 31 13 7 809 7 569
Indeling naar type
Rentecontracten 4 458 4 283 207 334 206 585 127 469 31 065 31 065 346 1 703 26 607 26 607 31 13 7 809 7 569
Renteswaps 3 546 3 854 155 102 155 321 127 469 31 065 31 065 346 1 703 26 607 26 607 31 13 6 765 6 524
Rentetermijncontracten 0 3 1 525 2 062 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 0 0 6 066 8 135 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 912 425 44 637 41 063 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 045 1 045
Forwards 0 0 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valutacontracten 1 814 1 340 133 090 136 179 0 0 8 0 10 5 117 111 0 0 0 0
Valutatermijncontracten 149 192 18 381 18 409 0 0 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Valuta- en renteswaps 1 434 1 032 104 376 104 146 0 0 0 0 10 5 117 111 0 0 0 0
Futures 0 0 67 67 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 231 117 10 266 13 557 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 1 717 1 721 32 141 31 842 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelenswaps 1 409 1 422 28 961 28 962 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Forwards 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Futures 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opties 308 299 3 154 2 880 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Warrants 0 0 26 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 66 8 916 413 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditdefaultswaps 66 8 916 413 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Creditspreadopties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totalreturnswaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
133 134 1 147 1 148 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

  • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten.
  • De boekhoudkundige asymmetrische waardering van deze derivaten ten overstaan van de ingedekte activa en passiva creëert schommelingen in de winst-en-verliesrekening. Die schommelingen worden opgevangen met de verschillende technieken waarin IAS 39 voorziet in het kader van hedge accounting. KBC gebruikt de volgende technieken:
  • Fair value portfolio hedge of interest rate risk (reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille). Die techniek wenden we binnen het renterisicobeheer aan om een portefeuille van kredieten (termijnkredieten, woningkredieten, leningen op afbetaling, vaste voorschotten) in te dekken met renteswaps. De constructie wordt opgezet volgens de regels van de EU-carve-outversie van IAS 39. Die techniek maakt het mogelijk de marktwaardeschommelingen van de derivaten te compenseren met de

marktwaardeschommelingen van de ingedekte activa en passiva.

  • Verschillende microhedge-indekkingstechnieken conform de principes van IAS 39 om de volatiliteit te beperken:
  • º Cash flow hedges (kasstroomafdekkingen): die hedges worden aangewend om activa en passiva met variabele rente te swappen naar de gewenste vaste looptijden. Met die techniek kan de

marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.

  • º Fair value hedges (reëlewaardeafdekkingen): worden toegepast in bepaalde assetswapconstructies. Daarbij wordt het renterisico van een obligatie ingedekt voor beleggingen die alleen gedaan werden met het oog op de credit spread. Die techniek wordt ook toegepast bij de uitgifte van bepaalde schuldbewijzen met vaste looptijden door de bank (senior debt issues).
  • º Indekking van het wisselrisico op het nettoactief van een buitenlandse investering: het wisselrisico verbonden aan de participaties in een vreemde munt dekken we af door financieringsmiddelen in die vreemde munt aan te trekken op het niveau van de entiteit die de participatie heeft. Die maakt het mogelijk om de omrekeningsverschillen op de indekking te boeken in het eigen vermogen.
  • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken.
  • Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties: zie Toelichting 5.
  • De opdeling van verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf: zie tabel.
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom
Maximaal 3 maanden 11 -15
Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 20 -56
Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 44 -115
Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 102 -338
Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 340 -932
Meer dan 5 jaar 1 409 -2 139

Toelichtingen bij de andere posten op de balans

Toelichting 30: Overige activa

(in miljoenen euro)
31-12-2014
31-12-2015
Totaal
1 480
1 487
Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen
349
376
Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen
13
17
Overige vorderingen en opgevraagd, niet-gestort kapitaal
0
0
Deposito's bij cederende ondernemingen
13
216
Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa)
281
26
Overige
824
852

Toelichting 31: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
ACTUELE BELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen 88 107
Actuele belastingverplichtingen 98 109
UITGESTELDE BELASTINGEN 1 127 1 680
Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 2 279 2 829
Personeelsbeloningen 198 191
Fiscaal overgedragen verliezen 540 1 146
Materiële en immateriële vaste activa 48 32
Voorziening voor risico's en kosten 53 38
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 230 218
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
267 244
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
844 828
Technische voorzieningen 33 29
Overige 65 103
Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 1 152 1 150
Personeelsbeloningen 2 91
Fiscaal overgedragen verliezen 0 0
Materiële en immateriële vaste activa 101 103
Voorziening voor risico's en kosten 1 1
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 7 8
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
48 45
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
776 665
Technische voorzieningen 126 134
Overige 89 102
Netto opgenomen in de balans als volgt
Uitgestelde belastingvorderingen 1 726 2 228
Uitgestelde belastingverplichtingen 599 549
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 1 283 492
  • Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste nietgecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.
  • Uitgestelde belastingvorderingen m.b.t. fiscaal overgedragen verliezen worden verantwoord door de aanwezigheid van voldoende belastbare winsten in een redelijk nabije toekomst gebaseerd op macro-economische voorspellingen en rekening houdend met conservatieve scenario's.
  • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+553 miljoen euro in 2015) is als volgt verdeeld:

  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen: +550 miljoen euro;

  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen: -2 miljoen euro.
  • De wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat: + 596 miljoen euro, hoofdzakelijk als volgt verklaard: fiscaal overgedragen verliezen +605 miljoen euro (waarvan 910 miljoen euro naar aanleiding van de liquidiatie van KBC Financial Holding Inc., en deels gecompenseerd door de realisatie van belastbare winsten in 2015) en financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening -10 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen door de wijzigingen

van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: -126 miljoen euro;

  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot niet gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen gerelateerd tot wijzigingen van toegezegdpensioenregelingen: -6 miljoen euro;
  • Toename van uitgestelde belastingvorderingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten: +100 miljoen euro.
  • Overige (waaronder koersverschillen): -14 miljoen euro. • De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Toename van uitgestelde belastingverplichtingen via resultaat: +34 miljoen euro, hoofdzakelijk als gevolg van technische en andere voorzieningen: +20 miljoen euro, de toename in financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening: +7 miljoen euro en de toename met betrekking tot vaste activa:

+6 miljoen euro;

  • Toename van uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking

tot niet gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen gerelateerd aan wijzigingen van toegezegdpensioenregelingen: +88 miljoen euro;

  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door de toename van de marktwaarde van voor verkoop beschikbare effecten: -94 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door de wijziging van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: -8 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten: -2 miljoen euro.
  • Overige (waaronder koersverschillen): -16 miljoen euro.
  • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank.
  • De niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden dalen met 791 miljoen euro als gevolg van de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. in 2015 (zie ook Toelichting 16).

Toelichting 32: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Totaal 204 207
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
CˇMSS 175 179
Overige 28 28
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Brutobedrag 0 0
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Indeling naar type
Niet-beursgenoteerd 204 207
Beursgenoteerd 0 0
Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
MUTATIETABEL 2014 2015
Beginsaldo, 1 januari 182 204
Overnames 0 0
Boekwaarde overboekingen 0 0
Aandeel in het resultaat voor de periode 25 24
Kapitaalverhoging 0 0
Uitgekeerde dividenden -30 -23
Aandeel in de winsten en verliezen niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening 11 -2
Omrekeningsverschillen 0 7
Wijzigingen in goodwill 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 0 0
Overige mutaties 16 -4
Eindsaldo, 31 december 204 207
  • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarvoor KBC gezamenlijke controle uitoefent.
  • De post Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures bestaat voornamelijk uit CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Hieronder volgt samengevatte financiële informatie voor CˇMSS, op 55%-basis, 31-12-2015
  • (31-12-2014), in miljoenen euro:
  • Balanstotaal: 3 112 (3 266) - Geldmiddelen en kasequivalenten: 309 (149)
  • Financiële activa: 2 773 (3 089)

  • Niet-financiële activa: 30 (28)

  • Financiële verplichtingen: 2 890 (3 044)
  • Niet-financiële verplichtingen: 44 (47)
  • Totaal eigen vermogen: 179 (175)
  • Totale opbrengsten: 64 (59)
  • Rente-inkomsten: 109 (113)
  • Rentelasten: -57 (-68)
  • Exploitatiekosten: -25 (-25)
  • Bijzondere waardeverminderingen: -12 (-6)
  • Belastingen: -5 (-5)
  • Resultaat na belastingen: 23 (23)
  • Andere niet-gerealiseerde resultaten: 0 (7)
  • Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: 23 (31)

• Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We

Toelichting 33: Materiële vaste activa – inclusief vastgoedbeleggingen

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Materiële vaste activa 2 278 2 299
Vastgoedbeleggingen 568 438
Huurinkomsten 66 54
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 18 15
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 1 0
MUTATIETABEL Terreinen en
gebouwen
IT-apparatuur Overige uit
rusting
Totaal ma
teriële vaste
activa
Vastgoed
beleggingen
2014
Beginsaldo 1 362 133 962 2 457 598
Aanschaffingen 78 42 321 441 19
Vervreemdingen -152 -1 -126 -279 -49
Afschrijvingen -72 -55 -27 -154 -28
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -1 -6 -1 -8 0
Teruggenomen 0 0 0 1 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen
activa die worden afgestoten
-20 0 0 -20 0
Omrekeningsverschillen -4 -1 -2 -7 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 8 0 0 8 33
Overige mutaties 2 -1 -163 -162 -5
Eindsaldo 1 202 111 965 2 278 568
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen
1 142 338 624 2 104 328
Waarvan kosten van activa in opbouw 31 9 22 62
Waarvan financiële leasing als leasingnemer 0 0 0 0
Reële waarde 31-12-2014 716
2015
Beginsaldo 1 202 111 965 2 278 568
Aanschaffingen 108 53 397 558 5
Vervreemdingen -68 -2 -150 -221 -5
Afschrijvingen -70 -54 -29 -153 -21
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -7 -10 -10 -27 0
Teruggenomen 0 0 0 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen
activa die worden afgestoten
-4 0 -1 -4 -10
Omrekeningsverschillen 12 0 2 14 0
Wijzigingen in de consolidatiekring -1 -57 28 -30 -89
Overige mutaties -10 55 -162 -117 -10
Eindsaldo 1 161 96 1 041 2 299 438
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen
1 159 373 653 2 186 229
Waarvan kosten van activa in opbouw 32 5 17 55
Waarvan financiële leasing als leasingnemer 0 0 0 0
Reële waarde 31-12-2015 609
  • Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
  • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,1 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
  • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de

kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).

• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.

Toelichting 34: Goodwill en andere immateriële vaste activa

Intern
ontwikkelde
Extern
ontwikkelde
(in miljoenen euro) Goodwill software software Overige Totaal
2014
Beginsaldo 950 180 138 9 1 276
Aanschaffingen 0 56 91 6 153
Vervreemdingen 0 -16 -5 -7 -28
Wijzigingen uit latere identificaties 0 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 -59 -50 -1 -110
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen 0 -22 -1 0 -23
Teruggenomen 0 0 0 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen -16 0 -2 0 -18
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 -8 0 -8
Overige mutaties -1 26 -8 0 17
Eindsaldo 933 165 153 7 1 258
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 202 497 567 52 2 318
2015
Beginsaldo 933 165 153 7 1 258
Aanschaffingen 0 71 78 9 158
Vervreemdingen 0 -28 -5 -6 -39
Wijzigingen uit latere identificaties 0 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 -53 -48 -1 -103
Bijzondere waardeverminderingen
Opgenomen -344 -5 0 0 -350
Teruggenomen 0 0 0 0 0
Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor
verkoop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0
Omrekeningsverschillen 7 0 1 0 9
Wijzigingen in de consolidatiekring -1 -2 -1 0 -5
Overige mutaties 0 28 3 0 30
Eindsaldo 594 176 181 9 959
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 829 495 594 54 1 971
  • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
  • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 14). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit, en op kwartaalbasis voor participaties waarvoor een indicatie van impairment bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow) en de reële waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
  • De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel (het betreft telkens de

geconsolideerde entiteit, d.w.z. inclusief dochtermaatschappijen). Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij die methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal zeventien jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet na belastingen toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is, in rekening te brengen. Binnen

KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd

aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.

Discontovoeten over
de expliciete periode van
kasstroomprognose heen
Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015
K&H Bank 219 220 11,6%-8,0% 13,6%-10,7%
CˇSOB (Tsjechië) 229 233 8,4%-7,8% 9,9%-9,7%
CˇSOB (Slowakije) 191 0 8,9%-8,1% 10,0%-9,0%
CIBANK 117 0 9,3%-7,7% 11,1%-9,5%
DZI Insurance 108 74 9,4%-8,1% 9,2%-7,6%
Rest 69 68
Totaal 933 594
  • De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen zeventien jaar. We gebruiken die langere periode om de verwachte economische convergentie te vatten van de Centraal- en Oost-Europese economieën naar een niveau van West-Europese economieën. Die belangrijke assumptie maakt deel uit van het model om het dynamisme te reflecteren van de Centraal- en Oost-Europese economieën.
  • Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na de periode van zeventien jaar bedraagt 2%, wat gelijk is aan de op dat ogenblik verwachte inflatie. Dat percentage bleef ongewijzigd ten opzichte van 2014.
  • We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor de entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. Voor DZI Insurance werd evenmin een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd omdat de realiseerbare waarde gelijk is aan de boekwaarde en daardoor elke negatieve wijziging in de hoofdparameters aanleiding geeft tot een waardevermindering. In de tabel vindt u voor K&H Bank een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde de boekwaarde evenaart.
Toename
Toename in Afname in
terminale
in beoogde
solva
Afname van
de jaarlijkse
Verandering in hoofdparameters1 discontovoet2 groeivoet3 biliteitsratio4 nettowinst
K&H Bank 10,2% 1,7% 9,8%

1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.

2 De discontovoet van het eerste jaar verhoogden we met het getoonde percentage. Volgend uit de manier waarop de (ontwikkeling van) discontovoeten (is) zijn gemodelleerd, dragen we de toename in de discontovoet van het eerste jaar gradueel afnemend over als (verhoogde) discontovoeten voor de komende jaren.

3 Niet relevant voor K&H Bank, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt.

4 Absolute toename van de Tier 1-kapitaalratio.

Toelichting 35: Technische voorzieningen – verzekeringen

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) 18 934 19 532
Verzekeringscontracten 9 757 10 297
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 603 647
Voorziening voor Leven 6 274 6 677
Voorziening voor te betalen schade 2 360 2 436
Voorziening voor winstdeling en restorno's 18 18
Andere technische voorzieningen 502 519
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 9 176 9 235
Voorziening voor Leven 9 080 9 143
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 96 92
Aandeel herverzekeraar 194 127
Verzekeringscontracten 194 127
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 2 1
Voorziening voor Leven 1 2
Voorziening voor te betalen schade 192 123
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Andere technische voorzieningen 0 0
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 0 0
Voorziening voor Leven 0 0
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Bruto Herverzekeringen Bruto Herverzekeringen
MUTATIETABEL
VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN
2014 2014 2015 2015
Beginsaldo 6 261 2 6 754 2
Stortingen exclusief commissies 647 0 788 0
Uitbetaalde voorzieningen -547 0 -599 0
Gecrediteerde interest 225 0 234 0
Kosten van winstdeling 2 0 3 0
Wisselkoersverschillen -27 0 27 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring
Overige mutaties
0
193
0
0
0
-36
0
1
Eindsaldo 6 754 2 7 170 3
VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN
Beginsaldo 2 922 144 3 004 192
Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies 33 0 35 0
Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren -216 -9 -204 -7
Overschot en/of tekort voorziening voor
schadegevallen van vorige boekjaren
-131 -22 -129 8
Voorziening voor nieuwe schadegevallen 370 100 332 13
Wisselkoersverschillen -7 0 -5 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties 32 -21 93 -83
Eindsaldo 3 004 192 3 127 123
BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN
Beginsaldo 9 518 0 9 176 0
Stortingen exclusief commissies 517 0 378 0
Uitbetaalde voorzieningen -859 0 -606 0
Gecrediteerde interest 199 0 259 0
Kosten van winstdeling 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 0 0 1 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties -199 0 27 0
Eindsaldo 9 176 0 9 235 0
  • Technische voorzieningen houden verband met verzekeringscontracten en met beleggingscontracten met een discretionaire winstdeling.
  • Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het gaat daarbij meestal om tak 23-contracten. Die nemen we op bij de financiële verplichtingen (zie Toelichting 18).
  • Technische voorzieningen voor verzekeringen Leven worden berekend op basis van verschillende assumpties, die op een oordeelkundige manier worden geschat. Daarbij gebruiken we diverse interne en externe informatiebronnen. Wat betreft de erkenning van technische voorzieningen verwijst IFRS 4 momenteel in grote mate naar de lokale boekhoudstandaarden. Technische voorzieningen worden vaak berekend op basis van de technische parameters geldend op het moment van initiatie van het contract en zijn onderhevig aan de toereikendheidstoets (liability adequacy test). De belangrijkste parameters zijn:
  • de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;

  • assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;

  • de discontovoet: die wordt doorgaans gelijkgesteld aan de technische rentevoet, blijft constant gedurende de looptijd van het contract en wordt in een aantal gevallen gecorrigeerd op grond van wettelijke bepalingen en interne beleidsbeslissingen.
  • Assumpties voor de technische voorzieningen voor te betalen schade: gebaseerd op opgedane ervaringen (inclusief een aantal assumpties met betrekking tot het aantal schadegevallen, de schadevergoedingen, de schaderegelingskosten), gecorrigeerd op basis van factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke beslissingen en wetgeving. De technische voorzieningen voor verzekeringen Niet-leven worden niet verdisconteerd, behalve in het geval van langetermijnverplichtingen en/of schadevergoedingen in de vorm van een periodieke betaling (rente-uitkeringen voor arbeidsongevallen, gewaarborgd inkomen en hospitalisatieverzekeringen).
  • Er waren in 2015 geen belangrijke veranderingen in assumpties die de waardering van de verzekeringsactiva en -verplichtingen in belangrijke mate wijzigen.

Toelichting 36: Voorzieningen voor risico's en kosten

Voorzienin
gen voor Voorzienin
Voorzie belastingen gen voor
ningen voor en lopende verbintenissen
(in miljoenen euro) herstructu
rering
rechts
geschillen
Overige Subtotaal en financiële
garanties
Totaal
2014
Beginsaldo 19 292 98 409 114 523
Mutaties met resultaatsimpact 0
Bedragen aangelegd 24 12 235 271 32 304
Bedragen gebruikt -8 -80 -194 -282 -3 -285
Bedragen teruggenomen
wegens overtolligheid
-2 -3 -11 -16 -55 -71
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten 2 0 0 2 0 2
Wijzigingen in de consolidatiekring -1 0 0 0 9 9
Overige mutaties -2 4 16 18 61 79
Eindsaldo 32 225 144 402 158 560
2015
Beginsaldo 32 225 144 402 158 560
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 7 22 11 40 44 84
Bedragen gebruikt -31 -82 -80 -194 0 -194
Bedragen teruggenomen
wegens overtolligheid
0 -47 -19 -66 -52 -118
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden
afgestoten 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 -1 -1 0 -1
Overige mutaties 2 0 1 3 -25 -22
Eindsaldo 9 118 58 184 125 310
  • Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
  • Overige voorzieningen: omvatten voorzieningen voor diverse risico's en toekomstige uitgaven.
  • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (dat is als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen. • Waarschijnlijk verlies:
  • Bij het faillissement van Lehman Brothers in september 2008 had KBC Bank derivatentransacties uitstaan met Lehman Brothers Finance AG (LBF) onder een ISDA-kaderovereenkomst. Het faillissement gold als een wanprestatie en leidde tot de vervroegde beëindiging van alle uitstaande derivatentransacties. LBF betwistte daarbij onder meer de waarderingsmethodologie die KBC Bank toepaste en beweerde in een ingebrekestelling van 21 december 2012 dat het verschuldigde nettobedrag onder de ISDAkaderovereenkomst 58,2 miljoen dollar bedroeg, te betalen aan LBF, plus interest ten bedrage van 52,8 miljoen dollar vanaf september 2008. KBC Bank was van oordeel dat het over verschillende argumenten beschikte om de gehanteerde waarderingsmethode te verdedigen en betwistte daarnaast met klem de door LBF gehanteerde interestvoet. Op 25 september 2013 werd KBC gedagvaard door LBF in Londen, waarbij LBF de vordering van 58,2 miljoen dollar instelde, verhoogd met 57 miljoen dollar interesten, zoals berekend tot eind maart 2013. Op 8 oktober 2015 werd in Zürich een dading gesloten met de vereffenaars van LBF, zodat de zaak definitief is afgesloten.
  • In 2003 kwam een belangrijke fraudezaak bij K&H Equities Hongarije aan het licht. Tal van klanten leden aanzienlijke verliezen op hun effectenportefeuille als gevolg van niet-toegestane speculatie en mogelijk gepleegde verduisteringen. Opdrachten en portefeuilleoverzichten werden vervalst. In augustus 2008 werden strafrechtelijke veroordelingen uitgesproken. Als gevolg van een uitspraak van het hof van beroep op 27 mei 2010 werd de procedure opnieuw gevoerd. Alle schadevorderingen ten laste van K&H Equities werden geregeld, hetzij bij minnelijke schikking hetzij ingevolge scheidsrechterlijke uitspraak of vonnis. De belangrijkste aansprakelijkheidsvordering, waarvoor een gepaste voorziening was aangelegd, rekening houdend met de tussenkomst van een externe verzekeraar, werd in september 2015 minnelijk geregeld. Op 29 december 2015 werden in eerste aanleg tal van veroordelingen en ook een aantal vrijspraken uitgesproken. Inmiddels werd beroep aangetekend door het openbaar ministerie zodat het strafproces in beroep wordt voortgezet.
  • Van eind 1995 tot begin 1997 waren KBC Bank en KB Consult

betrokken bij de overdracht van kasgeldvennootschappen. Een kasgeldvennootschap wordt gekenmerkt door het feit dat de actiefzijde van de balans hoofdzakelijk uit vorderingen en kasgelden bestaat naast andere liquide activa. KB Consult trad in de periode 1995-1997 meermaals op als tussenpersoon tussen de verkopers en de kopers van dergelijke vennootschappen. De bank kon op verschillende manieren betrokken zijn, maar meestal betrof het betalingsverkeer of kredietverlening. KBC Bank en/of KB Consult zijn betrokken in meerdere burgerlijke procedures aanhangig voor de rechtbank. Daarnaast werd KB Consult in 2004 in verdenking gesteld door de onderzoeksrechter en samen met KBC Bank en KBC Groep NV opgeroepen voor de regeling van de procedure voor de Raadkamer in Brugge. Bij beschikking van de Raadkamer van 9 november 2011 werden KB Consult en KBC Bank naar de correctionele rechtbank van Brugge verwezen voor gebruik van valse stukken en werd KBC Groep NV buiten vervolging gesteld. De Belgische staat heeft beroep aangetekend tegen deze buitenvervolgingstelling. Op 27 oktober 2015 besliste de kamer van inbeschuldigingstelling dat de vervolging verjaard was en bevestigde ze de buitenvervolgingstelling. De zaak wordt ingevolge de verwijzing verder behandeld voor de correctionele rechtbank in Brugge in de loop van 2016. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om de mogelijke invloed van eisen tot schadevergoeding in dat verband op te vangen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Achteraf is echter gebleken dat sommige kopers te kwader trouw handelden, aangezien ze helemaal niet investeerden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met die partijen stop te zetten. Een verwijzing naar de correctionele rechtbank houdt geen enkele veroordeling in van een KBC-entiteit en KBC voert ten volle zijn verdediging in die zaken,

  • In maart 2000 werden Rebeo en Trustimmo, twee dochtervennootschappen van Almafin (een dochtervennootschap van KBC Bank), samen met vier voormalige bestuursleden van Broeckdal Vastgoedmaatschappij voor de burgerlijke rechtbank in Brussel gedagvaard door het ministerie van Financiën met het oog op de betaling van 16,7 miljoen euro belastingen die ze verschuldigd waren. Broeckdal heeft die fiscale vorderingen evenwel betwist en is in december 2002 zelf gestart met een procedure tegen het ministerie van Financiën voor de burgerlijke rechtbank in Antwerpen. De burgerlijke rechtszaak hangende voor de Brusselse rechtbank werd geschorst totdat een einduitspraak wordt geveld in de fiscale procedure hangende voor de rechtbank in Antwerpen. Broeckdal werd bij vonnis van 2 november 2010 gerechtelijk ontbonden en de sluiting van de vereffening werd in een vonnis van 13 september 2011 uitgesproken. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om het mogelijke risico af te dekken.

onder meer op grond van de wettelijke niet-strafbaarheid van de rechtspersoon in de betrokken periode van de feiten, maar vooral omdat ieder strafrechtelijk opzet door KBC volledig ontbrak.

  • Mogelijk verlies:
  • Irving H. Picard, trustee van Substantively Consolidated SIPA (Securities Investor Protection Corporation) Liquidation of Bernard L. Madoff Investments Securities LLC and Bernard L. Madoff, heeft op 6 oktober 2011 KBC Investments gedagvaard voor de faillissementsrechtbank in New York voor terugvordering van ca.

110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die KBC ontving van Harley International, een Madoff feeder-fonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vonden er briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden, zoals dat het geval is voor KBC. KBC had moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Zo wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland, zoals dat het geval is voor KBC Investments Ltd, niet toelaat. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten betreffen. In juni 2015 legde Irving Picard, de trustee, een verzoekschrift neer ter hervorming van de beslissing tot afwijzing op grond van extraterritorialiteit. In dat verzoekschrift wijzigde de trustee ook de oorspronkelijke vorderingen met inbegrip van het bedrag dat hij tracht te verhalen. Dat bedrag werd verhoogd tot 196 miljoen dollar.

- In het voorjaar van 2008 bracht KBC twee obligatieleningen op de markt (KBC Ifima 5-5-5 en KBC Groep 5-5-5) met een looptijd van 5 jaar en een brutocoupon van 5% (voor in totaal 0,66 miljard euro, zie ook Toelichting 8 in de jaarverslagen over 2011 en 2012). Die gestructureerde obligaties waren gekoppeld aan de overheidsschuld van 5 landen (België, Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland) gedurende de looptijd van het product. Ze voorzagen in een vervroegde terugbetaling van de restwaarde van de obligatie zodra er zich een kredietgebeurtenis voordoet met betrekking tot één van die landen. Op het moment van de lancering van de 5-5-5 werden landenrisico's algemeen als zeer laag ingeschat. Door de onverwachte ingrijpende wijzigingen van de marktomstandigheden in de loop van 2010 (de Griekse crisis) kregen deze obligaties een andere risico-inschatting dan initieel voorzien. Begin 2011 heeft KBC proactief beslist om aan alle houders van een 5-5-5-obligatie bijkomende zekerheden te bieden en hen daar schriftelijk over ingelicht: als er zich een kredietgebeurtenis zou voordoen, zouden de intekenaars alsnog hun ingelegde kapitaal terugkrijgen, verminderd met de al uitbetaalde coupons, voor kosten en taksen. Op 9 maart 2012 heeft zich in Griekenland effectief een kredietgebeurtenis voorgedaan. KBC is hierop zijn belofte nagekomen. Op 8 oktober 2012 werden door een aantal intekenaars op de 5-5-5-emissie van KBC Groep en een aantal intekenaars op de 5-5-5 emissie van KBC Ifima procedures ingespannen voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, omdat ze geen genoegen namen met de aangeboden regeling. In de procedure m.b.t. de emissie van KBC Groep heeft de rechtbank van eerste aanleg op 20 januari 2016 een vonnis uitgesproken waarin één eiser zijn vordering zag toegekend. KBC Bank en KBC Groep hebben het vonnis grondig bestudeerd en zijn van oordeel dat er afdoende gronden zijn om het vonnis te hervormen in beroep. KBC Bank en KBC Groep hebben dan ook beslist hoger beroep aan te tekenen.

Toelichting 37: Overige verplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Totaal 2 629 2 541
Indeling naar type
Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 657 371
Deposito's van herverzekeraars 67 77
Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) 254 244
Overige 1 650 1 849

• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 38 (noteer dat het in Toelichting 37 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 38 opgenomen bedragen).

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar 2 034 2 610
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 98 120
Rentekosten 63 45
Wijziging in de pensioenregeling
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 26 -9
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 500 -220
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren -1 0
Betaalde uitkeringen -128 -116
Wisselkoersverschillen 7 8
Inperkingen -2 -9
Overdracht i.v.m. IFRS 5 16 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Overige -3 -49
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 610 2 380
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 1 818 2 103
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 283 82
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 57 36
Bijdragen van de werkgever 87 65
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 22 21
Betaalde uitkeringen -128 -116
Wisselkoersverschillen 6 7
Afwikkelingen 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 14 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Overige 1 2
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 2 103 2 165
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 25 50
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 0 9
Financieringsstatus
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -507 -215
Restitutierecht 0 0
Begrenzing van het financieringsplafond 0 -4
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -507 -220
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar -216 -507
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -79 -103
Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -281 323
Bijdragen van de werkgever 87 65
Wisselkoersverschillen -1 -1
Overdracht i.v.m. IFRS 5 -2 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Overige -14 2
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar -507 -221
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 79 103
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 98 120
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren -1 0
Rentekosten 7 9
Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers -22 -21
Inperkingen -2 -5
Afwikkelingen 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 281 -323
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 26 -9
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 500 -220
Actuariële resultaten op fondsbeleggingen -227 -46
Ervaringsaanpassingen -5 -50
Overige -14 0
(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Voornaamste gehanteerde actuariële veronderstellingen (gewogen gemiddelden)
Disconteringsvoet 1,6% 2,1%
Verwacht percentage van loonsverhoging 3,0% 3,0%
Verwacht inflatiepercentage 2,0% 2,0%
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen 5 8

• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de

beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden. Een van de belangrijkste daarvan is de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen (een toegezegdpensioenregeling voor de periode van tewerkstelling tot 1 januari 2007).

• KBC Bank Ireland was deelnemer van een volledig gefinancierde toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en KBC Bank Dublin branch zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.

Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2011 2012 2013 2014 2015
Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 1 823 2 191 2 034 2 610 2 380
Reële waarde van fondsbeleggingen 1 557 1 765 1 818 2 103 2 165
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -372 -425 -216 -507 -220
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van planactiva en brutoverplichtingen*
Invloed op planactiva 0 0 0 0 0
Invloed op brutoverplichtingen -76 213 -85 -135 24

* Uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen. Plus bij een positieve invloed, min bij een negatieve invloed.

Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN

KBC-Pensioenfonds Groepsverzekering
KBC Verzekeringen
Pensioenplan KBC Bank Ireland
Samenstelling op 31-12-2015
Aandelen 38% 11% 41%
Obligaties 49% 89% 16%
Vastgoed 10% 0% 3%
Liquiditeiten 3% 0% 2%
Beleggingsfondsen 0% 0% 37%
Waarvan illiquide activa 4% 0% 0%
Samenstelling op 31-12-2014
Aandelen 39% 10% 36%
Obligaties 51% 89% 42%
Vastgoed 9% 0% 3%
Liquiditeiten 1% 1% 1%
Beleggingsfondsen 0% 0% 18%
Waarvan illiquide activa 3% 0% 0%
Verwachte bijdragen in 2016 (in miljoenen euro) 48 2 3
Aard van de voordelen van het pensioenplan Kapitaal op pensioenleeftijd.
Overlijdenskapitaal ingevolge
overlijden tijdens actieve dienst.
Wezenvoorziening ingevolge
overlijden tijdens actieve dienst.
Maandelijkse rente-uitkering
ingevolge arbeidsongeschiktheid
vanaf 13e maand ongeschikheid.
Kapitaal op pensioenleeftijd Levenslange annuïteit op
pensioenleeftijd.
Het pensioenfonds werd afgesloten
op 30 augustus 2012.
Verworven prestaties worden
dynamisch beheerd.
Wetgevend kader pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's en worden omgezet in een
de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering
rapportering aan controleautoriteiten.
Gereguleerd door de Ierse Pensions
Authority. Jaarlijkse berekening van
financieringsniveau, driejaarlijkse
certificatie van financieringsniveau.
In geval van onderfinanciering
rapportering aan Ierse Pensions
Authority.
Verantwoordelijkheden van KBC Adequate bijdragen betalen conform
financieringsovereenkomst van het
plan. Verantwoordelijk voor de
financiering van het pensioenplan.
Jaarlijks pensioenfiche bezorgen aan
aangeslotenen.
Informatieverplichting naar
aanleiding van uitdiensttreding
Adequate bijdragen betalen
conform de
financieringsovereenkomst van het
plan. Verantwoordelijk voor de
financiering van het pensioenplan.
Verzekeraar inlichten bij
uitdiensttreding.
Adequate bijdragen betalen
conform
financierings­
overeenkomst van het plan.
Risico's voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico Investeringsrisico
Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v.
renteswaps.
Investeringen in leveraged LDI
pooled-fondsen.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren.
Planwijzigingen Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan, gefinancierd met
werkgeverstoelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf 2014 worden
aangesloten op dat nieuwe bijdrageplan, al wie op 31 december 2013 in
dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegdpensioenregeling, tenzij hij
heeft gekozen voor overstap naar het nieuwe bijdragenplan.
De beheerders beslisten de pen
sioenprestaties van
de aangesloten werknemers te ver
minderen voor 2015 ter verrekening
van de heffing op de pensioen
prestatie ingevoerd door de Ierse
overheid.
Financiering Bijdragen aan het plan berekend volgens de Projected Unit Credit-methode. Bijdragen aan het plan worden
berekend volgens de Projected Unit
Credit-methode. Het pensioenfonds
werd afgesloten op 30 augustus
2012. Geen verdere opbouw van
toekomstige dienstjaren.
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. De beheerders beslisten de pensi
oenprestaties van de aangesloten
werknemers te verminderen voor
2015 ter verrekening van de heffing
op de pensioenprestatie ingevoerd
door de Ierse overheid.
Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfs
obligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot
een zero coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en
vanaf jaar 20 krijgen we een vlakke curve.
De Mercer-methode vertrekt van
een eigen korf van bedrijfsobligaties
met AAA-, AA- en A-ratings. Van
de noteringen van bedrijfsobligaties
met een A-rating wordt een spread
afgetrokken om tot een soort
equivalente bedrijfsobligatie met
AA-rating te komen. Na omzetting
naar zero coupon-formaat met
extrapolatie voor lange looptijden
wordt finaal de equivalente verdis
conteringsvoet bepaald.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
--------------------------------------------------------------------------------
KBC-Pensioenfonds Groepsverzekering
KBC Verzekeringen
Pensioenplan KBC Bank Ireland
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 2,13% 1,95% 2,80%
Verwachte salarisstijging 3,00% 2,83% 2,50%
Verwachte inflatie 2,00% 2,00% 1,50%
Verwachte stijging van de pensioenen 1,50%
Gemiddelde looptijd van de verplichtingen 13,82 jaar 11,83 jaar 17 jaar
Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin
gen
12,20 jaar 12,06 jaar 25 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2015 als gevolg
van:
1% daling in de verdisconteringsvoet 13,82% 11,88% 28,40%
1% stijging in de verwachte inflatie 11,03% 11,19% 28,10%
1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op
inflatie
14,17% 23,82% 8,15%
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven 1,76% 0,67%
Stijging van de levensverwachting met 1 jaar 2,71%
De invloed van de volgende veronderstellingen werd
niet berekend:
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt altijd een kapi taal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop:
het verwachte personeelsverloop situeert zich op een zeer laag niveau.
Niet van toepassing.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
KBC-Pensioenfonds
Verwachte bijdragen in 2016 (in miljoenen euro) 18
Aard van de voordelen van het pensioenplan Kapitaal op pensioenleeftijd
Bij overlijden worden de verworven rechten uitgekeerd.
Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van
3,75% garanderen op werknemersbijdragen.
Verantwoordelijkheden van KBC Informatieverplichting n.a.v. uittreding.
Doorstorten van de persoonlijke bijdragen aan pensioeninstelling.
Risico's voor KBC Investeringsrisico
Financiering Bijdragen aan het plan berekend volgens Fixed Component Liability-methode.
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating.
De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve.
Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf 20 jaar krijgen we een vlakke curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 2,00%
Verwachte salarisstijging
Verwachte inflatie
Verwachte stijging van de pensioenen
Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin
gen
11 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen
voor actuariële berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2015 als gevolg
van:
1% daling in de verdisconteringsvoet 4,46%
1% stijging in de verwachte inflatie
1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op
inflatie
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven -0,04%
Stijging van de levensverwachting met 1 jaar

Toelichting 39: Eigen vermogen van de aandeelhouders, niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten, AT1- instrumenten

In aantal 31-12-2014 31-12-2015
Gewone aandelen 417 780 658 418 087 058
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 417 780 658 418 087 058
Waarvan eigen aandelen 488 2
Verplicht in aandelen terugbetaalbare obligaties 0 0
Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht 67 796 608 0
Overige informatie
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,48 3,48
Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0
MUTATIETABEL, in aantal Gewone aandelen Niet-stemrechtverlenende
kernkapitaaleffecten
2014
Beginsaldo 417 364 358 79 096 044
Uitgifte van aandelen 416 300
Terugbetaling van kernkapitaaleffecten -11 299 436
Eindsaldo 417 780 658 67 796 608
2015
Beginsaldo 417 780 658 67 796 608
Uitgifte van aandelen 306 400
Terugbetaling van kernkapitaaleffecten -67 796 608
Eindsaldo 418 087 058 0
  • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er zijn geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn alleen genoteerd op NYSE Euronext Brussel.
  • Kapitaalverhogingen: in december 2014 en december 2015 verhoogde de groep zijn eigen vermogen met telkens 14 miljoen euro door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Eigen aandelen: op 31 december 2015 hadden de vennootschappen van de KBC-groep 2 KBC-aandelen in portefeuille.
  • Aandelenoptieplannen, zie Toelichting 12; voor informatie over de machtiging voor het toegestane kapitaal, zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Kernkapitaalinstrumenten: sinds eind 2008 gaf KBC Groep NV 7 miljard euro aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht uit waarop de Belgische en de Vlaamse overheid intekenden. Op 2 januari 2012 betaalde KBC 0,5 miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische overheid (op de balans op 31 december 2011). Op 17 december 2012 betaalde

KBC 3 miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische overheid (op de balans op 31 december 2012). Op 3 juli 2013 betaalde KBC 1,17 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2013). Op 8 januari 2014 betaalde KBC 0,33 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2014). Op 28 december 2015 betaalde KBC de resterende 2 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2015).

• AT1-instrumenten: in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRD IV) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel met een calloptie vanaf het vijfde jaar. Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het discretionaire karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal uitbetaald wordt, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen.

Andere toelichtingen

Toelichting 40: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen
Verstrekt 31 520 36 575
Onherroepelijk 17 520 19 266
Herroepelijk 14 000 17 309
Ontvangen 33 134
Financiële garanties
Verstrekt 9 985 9 364
Ontvangen garanties en zekerheden 30 385 34 477
Voor impaired of achterstallige activa 1 741 1 699
Voor activa die niet impaired noch achterstallig zijn 28 644 32 778
Andere verbintenissen
Verstrekt 186 220
Onherroepelijk 186 220
Herroepelijk 0 0
Ontvangen 0 0
Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven
Voor verplichtingen* 30 841 31 723
Voor eventuele verplichtingen 3 969 3 311

* Eind 2015 waren ongeveer 12,0 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2014: 9,2 miljard euro). Meer informatie over covered bonds vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, bij Liquiditeitsrisico.

  • Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde
  • KBC Groep NV garandeert onherroepelijk en onvoorwaardelijk alle als verplichtingen getoonde bedragen in de vennootschappelijke financiële rekeningen van de volgende Ierse bedrijven met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2015, waardoor die bedrijven in aanmerking komen voor ontheffing van bepaalde publicatieverplichtingen zoals vermeld in Sectie 357 van de Ierse Companies Act 2014: KBC Financial Services (Ireland) Limited en KBC Fund Management Limited. Omdat die vennootschappen in de consolidatie zijn opgenomen, betreft dat een intragroeptransactie en wordt die garantie niet in de bovenstaande tabel opgenomen.
  • Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen kunnen worden opgeëist als kredieten worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 22.
Aangehouden waarborgen
(die mogen worden verkocht of doorverpand
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Reële waarde van ontvangen
Reële waarde van verkochte of
waarborgen
doorverpande waarborgen
31-12-2014 31-12-2015 31-12-2014 31-12-2015
Financiële activa 15 450 12 666 5 208 6 881
Eigenvermogensinstrumenten 7 1 0 0
Schuldinstrumenten 15 297 12 499 5 208 6 881
Leningen en voorschotten 146 166 0 0
Liquiditeiten 0 0 0 0
Andere activa 2 0 0 0
Materiële vaste activa 2 0 0 0
Vastgoedbeleggingen 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0
Waarborgen in eigendom genomen (in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Vaste activa aangehouden voor verkoop 1 1
Materiële vaste activa 0 0
Vastgoedbeleggingen 2 3
Eigenvermogensinstrumenten en schuldpapier 0 0
Geldmiddelen 89 162
Overige 26 12
Totaal 118 177

Toelichting 41: Leasing

(in miljoenen euro)
(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Vorderingen voor financiële leasing
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 4 774 5 114
Tot 1 jaar 1 133 1 229
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 376 2 615
Meer dan 5 jaar 1 265 1 270
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 636 593
Netto-investering in financiële leasing 4 138 4 515
Tot 1 jaar 999 1 100
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 105 2 361
Meer dan 5 jaar 1 034 1 054
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 23 38
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 120 83
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 101 95
Vorderingen voor operationele leasing
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 407 434
Tot 1 jaar 148 173
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 250 255
Meer dan 5 jaar 9 6
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 0

• Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.

• Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.

• Financiële leasing: KBC verstrekt het merendeel van de financiële leasing via aparte maatschappijen die hoofdzakelijk in België en Centraal-Europa actief zijn. KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.

• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.

Toelichting 42: Transacties met verbonden partijen

2014 2015
Transacties met verbonden partijen, exclusief key management
(in miljoenen euro)
tschappijen
Dochtermaa
appijen
de maatsch
Geassocieer
es
Joint ventur
west
Vlaams Ge
Overige Totaal tschappijen
Dochtermaa
appijen
de maatsch
Geassocieer
es
Joint ventur
Overige Totaal
Activa 207 410 106 548 179 1 450 304 325 39 77 745
Leningen en voorschotten 70 159 64 0 175 467 133 55 2 34 223
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 0 145 145 1 0 0 4 4
Termijnkredieten 69 158 64 0 30 322 132 55 2 30 219
Financiële leasing 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Afbetalingskredieten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Hypotheekleningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Eigenvermogensinstrumenten 136 68 17 0 0 221 154 81 11 4 251
Voor handelsdoeleinden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voor beleggingsdoeleinden 136 68 17 0 0 221 154 81 11 4 251
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 177 25 0 0 202 0 179 27 0 205
Overige vorderingen 2 6 0 548 4 560 18 10 0 38 66
Verplichtingen 547 123 782 0 184 1 636 720 121 315 173 1 329
Deposito's 543 15 782 0 181 1 522 581 17 259 171 1 027
Deposito's 543 15 782 0 181 1 522 581 17 259 171 1 027
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 101 0 0 0 101
Schuldbewijzen 0 0 0 0 0 0 101 0 0 0 101
Achtergestelde schulden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Share-based payments, toegestaan 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Share-based payments, uitgeoefend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige verplichtingen 3 108 0 0 3 114 38 104 56 3 201
Winst-en-verliesrekening -3 -1 -10 24 -6 3 2 -3 -7 3 -5
Nettorente-inkomsten 3 0 -8 24 0 20 -1 -1 -5 1 -7
Rente-inkomsten 4 3 3 24 0 34 2 1 2 1 6
Rentelasten -1 -3 -10 0 0 -14 -4 -2 -8 0 -14
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Technische verzekeringslasten vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividendinkomsten 1 5 0 0 2 8 1 0 1 6 9
Nettoprovisie-inkomsten 0 -1 -3 0 -2 -6 14 -1 -3 2 11
Provisie-inkomsten 0 0 0 0 1 2 14 0 0 2 17
Provisielasten 0 -1 -3 0 -3 -7 0 -1 -3 0 -5
Overige netto-inkomsten 3 1 0 0 1 5 5 3 0 2 10
Algemene beheerskosten -11 -6 0 0 -7 -25 -17 -5 0 -6 -28
Niet opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbin
tenissen
Gegeven door de groep 35 101 3 0 390 528 138 6 1 185 329
Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Transacties met key management (leden van Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* 2014 2015
Totaal* 11 9
Indeling naar type bezoldiging
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 9 8
Vergoedingen na uitdiensttreding 2 1
Toegezegdpensioenregelingen 2 1
Toegezegdebijdrageregelingen 0 0
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0
Vergoedingen bij uitdiensttreding 1 0
Betalingen in aandelen 0 0
Aandelenopties, in eenheden
Aan het begin van het jaar 0 0
Toegestaan 0 0
Uitgeoefend 0 0
Verandering van samenstelling 0 0
Aan het einde van het jaar 0 0
Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 3 2

* Bedragen van de bezoldiging van key management of partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.

  • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
  • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.
  • Het Vlaams Gewest is niet langer een related party sinds de terugbetaling van de overheidssteun eind december 2015, en werd dus niet meer opgenomen in de tabel in 2015.
  • Er waren geen belangrijke andere transacties met geassocieerde ondernemingen die niet in de tabel zijn opgenomen.
  • • Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Informatie over de kapitaal- en garantieverrichtingen met de Belgische en Vlaamse overheid: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.
  • We hebben het overzicht van transacties met verbonden partijen in 2015 uitgebreid met de investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures (zoals ook gepresenteerd op de balans) om een vollediger beeld te geven. Om dezelfde reden hebben we ook de buitenbalanstransacties uitgebreid (nu bevat die ook het niet-opgenomen deel van kredietlijnen en andere verbintenissen, voorheen werden alleen de financiële garanties opgenomen). De cijfers over 2014 zijn retroactief aangepast.

Toelichting 43: Bezoldiging van de commissaris

KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen samen betaalden in 2015 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 8 992 752 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten (in 2014: 9 621 322 euro). Voor de overige diensten werd in 2015 een vergoeding betaald van 1 433 353 euro (in 2014: 1 628 013 euro), verdeeld als volgt: andere controleopdrachten 1 060 625 euro; belastingadviesopdrachten

125 667 euro; andere opdrachten buiten de revisoraatsopdrachten 247 061 (in 2014 respectievelijk 979 261, 92 868 en 555 884 euro).

KBC Groep NV alleen betaalde in 2015 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 148 100 euro (2014: 149 124 euro) in het kader van de standaardcontroleopdrachten. Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 58 468 euro (2014: 113 144 euro).

Toelichting 44: dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, 31-12-2015

De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.

KBC Groep: volledige lijst van vennootschappen opgenomen in of uitgesloten van de consolidatie, 31-12-2015

Gehouden deel
van het kapitaal
Vennoot op groeps
Naam Zetel schapsnummer niveau (%) Divisie3 Activiteit
KBC Bank: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
ADB Asia Pacific Limited Singapore – SG -- 100,00 GRP kredietinstelling
Almafin Real Estate NV Brussel – BE 0403.355.494 100,00 BEL vastgoed
Almafin Real Estate Services NV Brussel – BE 0416.030.525 100,00 BEL vastgoed
Immo Arenberg NV Brussel – BE 0471.901.337 100,00 BEL vastgoed
Apitri NV Brussel – BE 0469.889.873 100,00 BEL vastgoed
CBC BANQUE SA Brussel – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA kredietinstelling
CˇSOB Centrála s.r.o. Bratislava – SK -- 100,00 IMA facilitaire en ondersteunende
diensten
CˇSOB Factoring a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA factoring
CˇSOB Leasing a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA leasing
CˇSOB Leasing Poist'ovací Maklér s.r.o.
Bratislava – SK -- 100,00 IMA ondersteuning leasing
VB Leasing SK, spol. s.r.o. Bratislava – SK -- 100,00 IMA leasing
VB Leasing Sprostredkovatel'ská s.r.o. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmakelaar
CˇSOB Stavebná Sporitel'nˇ a a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA bouwspaardeposito's en -leningen
Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling
Bankovní Informacˇní Technologie s.r.o. Praag – CZ -- 100,00 CZR automatische gegevensverwerking
Centrum Radlická a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
CˇSOB Advisory a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR investeringsadministratie
CˇSOB Factoring a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR factoring
CˇSOB Leasing a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR leasing
CˇSOB Leasing Pojist'ovací Maklér s.r.o. Praag – CZ -- 100,00 CZR ondersteuning leasing
CˇSOB Penzijní spolecˇnost a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR pensioenverzekeringsfonds
CˇSOB Property Fund a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoedfonds
Merrion Properties a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
Hypotecˇní banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling – hypotheekleningen
Patria Online a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR onlinebeleggingsinformatie
Patria Finance a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR effectenhandel via internet
Patria Finance CF a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR agent- en consultingdiensten
Radlice Rozvojavá a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR vastgoed
CIBANK EAD Sofia – BG -- 100,00 IMA kredietinstelling
Management of Assets for Sale – 2 EOOD Sofia – BG -- 100,00 IMA vastgoed
Katarino Spa Hotel EAD Sofia – BG -- 100,00 IMA vastgoed
IIB Finance Ireland Dublin – IE -- 100,00 GRP holding
KBC Finance Ireland Dublin – IE -- 100,00 GRP kredietverlening
KBC Financial Services (Ireland) Limited Dublin – IE -- 100,00 GRP holding
Immo-Quinto NV Brussel – BE 0466.000.470 100,00 BEL vastgoed
Immo Senningerberg Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vastgoed
KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Asset Management SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Fund Management Limited Dublin – IE -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Participations Renta B Luxemburg LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Participations Renta C Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
CˇSOB Asset Management, a.s., Investicˇní Spolecˇnost Praag – CZ -- 100,00 CZR vermogensbeheer
KBC Participations Renta SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Towarzystwo Funduszy Inwestycyjnych a.s. Warschau – PL -- 100,00 IMA vermogensbeheer
KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing
KBC Lease (Luxembourg) SA Betrange – LU -- 100,00 BEL leasing
KBC Bail Immobilier France sas Paris – FR -- 100,00 BEL leasing
KBC Bank Ireland Plc. Dublin – IE -- 100,00 IMA kredietinstelling
Boar Lane Nominee (Number 1) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Boar Lane Nominee (Number 2) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Boar Lane Nominee (Number 3) Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Danube Holdings Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
Glare Nominee Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
IIB Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA commerciële en financiële diensten
IIB Asset Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
IIB Commercial Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
IIB Leasing Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
Lease Services Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
IIB Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding
KBC Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding
Premier Homeloans Limited Londen – GB -- 100,00 IMA woningkredieten
Irish Homeloans and Finance Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
KBC ACS Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
KBC Mortgage Finance Dublin – IE -- 100,00 IMA hypotheekfinanciering
KBC Nominees Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Fermion Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA beheer van hypotheekleningen
Intercontinental Finance Dublin – IE -- 100,00 IMA leasing
Linkway Developments Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA *
Merrion Commercial Leasing Limited Londen – GB -- 100,00 IMA leasing
Merrion Equipment Finance Limited Londen – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Assets Limited Londen – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Finance Limited Londen – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Industrial Limited Londen – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Limited Londen – GB -- 100,00 IMA *
Merrion Leasing Services Limited Londen – GB -- 100,00 IMA leasing
Monastersky Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA holding
Needwood Properties Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA vastgoed
Phoenix Funding 2 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 3 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 4 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Phoenix Funding 5 Limited Dublin – IE -- 100,00 IMA effectiseringsvehikel
Rolata Limited Douglas – IM -- 100,00 IMA beleggingen
KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring
KBC Credit Investments NV Brussel – BE 0887.849.512 100,00 BEL/GRP beleggingsmaatschappij
KBC Financial Products UK Limited Londen – GB -- 100,00 GRP (afgeleide) financiële producten
KBC Financial Products International SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC Ifima SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP financiering
KBC Immolease NV Leuven – BE 0444.058.872 100,00 BEL leasing
KBC Investments Hong Kong Limited Hongkong – HK -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC Investments Limited Londen – GB -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC AIM Feeder Fund George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
KBC AIM Master Fund George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
KBC Financial Products (Cayman Islands) Limited
"Cayman I"
George Town – KY -- 100,00 GRP beursmakelaar
KBC Investments Cayman Islands V Limited George Town – KY -- 100,00 GRP fonds
Hanover Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Baker Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Dorset Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Pembridge Square Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Regent Street Finance Limited Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
KBC Lease Belgium NV Leuven – BE 0426.403.684 100,00 BEL leasing
KBC Lease France SA Lyon – FR -- 100,00 GRP leasing
KBC Lease (UK) Limited Uxbridge – GB -- 100,00 GRP leasing
KBC Real Estate Luxembourg SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL vastgoed
KBC Vastgoedinvesteringen NV Brussel – BE 0455.916.925 100,00 BEL vastgoed
KBC Vastgoedportefeuille België NV Brussel – BE 0438.007.854 100,00 BEL vastgoed
Apicinq NV Brussel – BE 0469.891.457 100,00 BEL vastgoed
KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar
K&H Bank Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA kredietinstelling
K&H Befektetési Alapkezelö Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA effectenmakelaar en fondsenbeheer
K&H Csoportszolgáltató Központ Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA boekhouding en belastinginning
K&H Equities Tanácsadó Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA business- en managementadvies
K&H Faktor Pénzügyi Szolgáltató Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA factoring
K&H Alkusz Biztosításközvetítö Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmakelaar
K&H Autópark Bérleti és Szolgáltató Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA wagenparkbeheerder
K&H Eszközlizing Gép-és Tehergépjármü Bérleti Kft. Budapest – HU -- 100,00 IMA leasing
K&H Ingatlanlizing Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA leasing
Loan Invest NV "Institutionele VBS naar Belgisch recht" Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel
Old Broad Street Invest NV Brussel – BE 0871.247.565 100,00 GRP vastgoed
Poelaert Invest NV Brussel – BE 0478.381.531 100,00 BEL vastgoed
RSL Leasing IFN SA Boekarest – RO -- 100,00 GRP leasing
KBC Bank: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden
111 OBS (General Partner) Limited1 Londen – GB -- 100,00 GRP vastgoed
111 OBS Limited Partnership1 Londen – GB -- 100,00 GRP vastgoed
111 OBS (Nominee) Limited1 Londen – GB -- 100,00 BEL vastgoed
2 B Delighted Italia Srl1 Turijn – IT -- 99,58 GRP verlichting
2 B Delighted NV1 Roeselare – BE 0891.731.886 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré NV1 Roeselare – BE 0412.881.191 99,58 GRP verlichting
Asia Pacific Trading & Investment Company Limited1 Hongkong – HK -- 99,58 GRP verlichting
Dark NV1 Roeselare – BE 0472.730.389 99,58 GRP verlichting
Limis Beyond Light NV1 Roeselare – BE 0806.059.310 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré BV1 Den Haag – NL -- 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré GmbH1 Herzogenrath – DE -- 99,58 GRP verlichting
Wever & Ducré Iluminación SL1 Madrid – ES -- 99,58 GRP verlichting
Almaloisir & Immobilier sas1 Nice – FR -- 100,00 BEL vastgoed
Banque Diamantaire (Suisse) SA1 Genève – CH -- 100,00 GRP kredietinstelling
Belrom Cinci SRL1 Boekarest – RO -- 100,00 BEL leasing
Belrom Sapte SRL1 Boekarest – RO -- 100,00 BEL leasing
Brussels North Distribution NV1 Brussel – BE 0476.212.887 100,00 BEL vastgoed
CˇSOB Nadácia1 Bratislava – SK -- 100,00 IMA vastgoed
Eurincasso s.r.o.1 Praag – CZ -- 100,00 CZR schuldinvordering
Fitraco NV1 Leuven – BE 0425.012.626 100,00 BEL leasing
Immo-Antares NV² Brussel – BE 0456.398.361 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Basilix NV² Brussel – BE 0453.348.801 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Beaulieu NV² Brussel – BE 0450.193.133 50,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immobilière Distri-Land NV² Brussel – BE 0436.440.909 87,52 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo Genk-Zuid NV² Brussel – BE 0464.358.497 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immolease-Trust NV1 Brussel – BE 0406.403.076 100,00 BEL vastgoed
Immo Lux-Airport SA² Luxemburg – LU -- 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo NamOtt NV² Brussel – BE 0840.412.849 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo NamOtt Tréfonds NV² Brussel – BE 0840.620.014 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo-Zénobe Gramme NV² Brussel – BE 0456.572.664 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
IP Exit, a.s.² Praag – CZ -- 71,30 CZR *
Julienne Holdings S.à.r.l.1 Luxemburg – LU -- 93,00 BEL holding
Julie LH BVBA1 Brussel – BE 0890.935.201 93,00 BEL vastgoed
Juliette FH BVBA1 Zaventem – BE 0890.935.397 93,00 BEL vastgoed
KB Consult NV1 Brussel – BE 0437.623.220 100,00 BEL *
KBC Bail France II sas1
Lyon – FR -- 100,00 GRP leasing
KBC Clearing NV1 Amsterdam – NL -- 100,00 BEL clearing
KBC Lease (Nederland) BV1 Almere – NL -- 100,00 GRP leasing
KBC Private Equity NV1 Brussel – BE 0403.226.228 100,00 GRP beleggingsvennootschap
KBC Securities USA, Inc.1 New York – US -- 100,00 GRP beursmakelaar
Luxembourg North Distribution SA² Luxemburg – LU -- 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Immo Mechelen City Center NV2 Brussel – BE 0635.828.862 100,00 BEL uitgifte van vastgoedcertificaten
Midas Life Settlements LLC1 Delaware – US -- 100,00 GRP life settlement dienstverlener
Motokov a.s.1 Praag – CZ -- 70,09 CZR voertuigen
Newcourt Street Finance Limited1 Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
NV ACTIEF NV1 Brussel – BE 0824.213.750 57,14 BEL opleiding
Oxford Street Finance Limited1 Jersey – GB -- 100,00 GRP CDO-activiteiten
Posselton Limited1 Dublin – IE -- 100,00 GRP energie
Property LM s.r.o.1 Bratislava – SK -- 100,00 CZR vastgoed
Reverse Mortgage Loan Trust 2008-11 New York – US -- 100,00 GRP omgekeerde hypotheken
RHVG DK NV2 Brussel – BE 0539.765.408 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
RHVG QT NV2 Brussel – BE 0539.764.121 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
RHVG RB NV2 Brussel – BE 0539.765.012 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
RHVG SB NV2 Brussel – BE 0539.764.814 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
RHVG TB NV2 Brussel – BE 0539.764.517 100,00 BEL uitgifte vastgoedcertificaten
Securitas sam1 Monaco – MC -- 100,00 GRP leasing
Sisyphus Holding Corporation1 Delaware – US -- 100,00 GRP holding
Setanta Energy LLC1 Delaware – US -- 100,00 GRP energie
TEE Square Limited1 Road Town – VG -- 100,00 CZR *
Transformation Fund Stabilita1 Praag – CZ -- 100,00 CZR pensioenverzekering
Vastgoed Ruimte Noord NV1 Brussel – BE 0863.201.515 100,00 BEL vastgoed
Weyveld Vastgoedmaatschappij NV² Brussel – BE 0425.517.818 100,00 BEL uitgifte van vastgoedcertficaten
World Alliance Financial Corporation1 New York – US -- 100,00 GRP omgekeerde hypotheken
KBC Bank: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS) Praag – CZ -- 55,00 CZR bouwsparen
Union KBC Asset Management Company Private Limited Mumbai – IN -- 49,00 BEL vermogensbeheer
KBC Bank: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Atrium Development SA Luxemburg – LU -- 25,00 BEL vastgoed
Covent Garden Development NV Brussel – BE 0892.236.187 25,00 BEL vastgoed
Covent Garden Real Estate NV Zaventem – BE 0872.941.897 50,00 BEL vastgoed
Jesmond Amsterdam B.V. Amsterdam – NL -- 50,00 BEL holding
Miedziana Sp z.o.o. Warschau – PL -- 47,75 BEL vastgoed
Real Estate Participation NV Zaventem – BE 0473.018.817 50,00 BEL vastgoed
UNION KBC Trustee Company Private Limited Mumbai – IN -- 49,00 BEL trustee
Xiongwei Lighting (Guangzhou) Co., Ltd Guangzhou – CY -- 49,79 GRP verlichting
KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
HAGE Hajdúsági Agráripari Zrt. Nádudvar – HU -- 25,00 IMA landbouw
KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Bancontact-MisterCash NV Brussel – BE 0884.499.250 20,00 BEL kredietkaarten
Banking Funding Company NV Brussel – BE 0884.525.182 20,25 BEL betalingsverrichtingen
Bedrijvencentrum Regio Roeselare NV Roeselare – BE 0428.378.724 22,22 BEL bedrijvencenter
Brussels I3 Fund NV Brussel – BE 0477.925.433 36,37 BEL venturefondsen
Citylife Belgium NV Hasselt – BE 0578.946.577 33,33 BEL IT en consultancy
Cofely Ren s.r.o. Praag – CZ -- 42,82 CZR verhuur
Czech Banking Credit Bureau a.s. Praag – CZ -- 20,00 CZR ICT
Etoiles d'Europe sas Parijs – FR -- 45,00 BEL hotels
Gemma Frisius-fonds K.U. Leuven Leuven – BE 0477.960.372 40,00 BEL risicokapitaal
Isabel NV Brussel – BE 0455.530.509 25,33 BEL ICT
Justinvest NV Antwerpen – BE 0476.658.097 33,33 BEL vastgoed
První Certifikacˇni Autorita a.s. Praag – CZ -- 23,25 CZR certificatiediensten
Qbic Feeder Fund NV Gent – BE 0846.493.561 21,02 BEL risicokapitaal
Rabot Invest NV Antwerpen – BE 0479.758.733 25,00 BEL vastgoed
Thanksys NV Hasselt – BE 0553.877.423 22,22 BEL IT en consultancy
Xenarjo cvba Mechelen – BE 0899.749.531 22,39 BEL sociale sector
KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Group Re SA Luxemburg – LU -- 100,00 BEL/GRP herverzekeringsmaatschappij
CˇSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ -- 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij
CˇSOB Poist'ovnˇ a a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
Double U Building BV Rotterdam – NL -- 100,00 BEL vastgoed
DZI Life Insurance JSC Sofia – BG -- 100,00 IMA levensverzekeringen
DZI – GENERAL INSURANCE JSC Sofia – BG -- 100,00 IMA schadeverzekeringen
DZI – HEALTH INSURANCE AD Sofia – BG -- 100,00 IMA ziekteverzekeringen
Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 95,00 BEL holding
VAB Rijschool NV Sint-Niklaas – BE 0448.109.811 95,00 BEL rijschool
VAB NV Zwijndrecht – BE 0436.267.594 95,00 BEL reisbijstand
K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
KBC Verzekeringen Vastgoed Nederland I BV Rotterdam – NL -- 100,00 BEL vastgoed
KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1
Algemene Maatschappij voor Risicobeheer NV Merelbeke – BE 0420.104.030 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
CˇSOB Insurance Service Limited Pardubice – CZ -- 100,00 IMA verzekeringsmakelaar
Depannage 2000 NV Hoboken – BE 0403.992.429 95,00 BEL voertuigen
KBC Zakenkantoor NV Leuven – BE 0462.315.361 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
Maatschappij voor Brandherverzekering cvba Leuven – BE 0403.552.761 90,09 BEL herverzekeringen
Net Fund Administration Sp z.o.o. Warschau – PL -- 100,00 GRP vermogensbeheer
Omnia NV Leuven – BE 0413.646.305 100,00 BEL reisagentschap
Probemo Dubbele Bedieningen NV Sint-Niklaas – BE 0435.357.180 95,00 BEL rijschool
Rijscholen Sanderus NV Mechelen – BE 0413.004.719 95,00 BEL rijschool
VAB Banden Peeters NV Overijse – BE 0459.070.118 80,81 BEL voertuigen
VAB Fleet Services NV Zwijndrecht – BE 0866.583.053 66,50 BEL voertuigen
VAB Fleet Services BV Apeldoorn – NL -- 66,50 BEL voertuigen
24+ NV Zwijndrecht – BE 0895.810.836 97,50 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Verzekeringen: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
NLB Vita d.d. Ljubljana – SI -- 50,00 GRP levensverzekeringen
KBC Verzekeringen: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
AIA-Pool cvba Brussel – BE 0453.634.752 33,47 BEL verzekeringsmakelaar
geïnformatiseerd derdebetalers

AssurCard NV Leuven – BE 0475.433.127 33,33 BEL

systeem

Olympus Mobility NV Brussel – BE 0638.809.930 49,76 BEL computerprogrammeeractiviteiten
Optimobil Belgium NV Brussel – BE 0471.868.277 24,06 BEL voertuigen
Traject NV Gent – BE 0448.394.475 47,50 BEL mobiliteit
KBC Groep: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden
KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
Kredietcorp SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP beleggingsvennootschap
KBC Groep: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1
KBC Groep: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
KBC Groep: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1
Experience@work CVBA Mechelen – BE 0627.819.632 33,00 GRP consultancy

* niet actief

Reden voor uitsluiting:

1 te verwaarlozen betekenis

2 vastgoedcertificaten en maatschappijen waarbij de Groep niet blootgesteld is aan de variabiliteit van het resultaat

3 BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.

Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden:

• Het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro.

• Het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro.

• Het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro.

Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.

  • We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusief zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in consolidatie (zie onder de tabel). Voor een aantal structured entities is maar een van die drie criteria overschreden, waardoor ze niet worden geconsolideerd (zolang het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal). Het betreft voornamelijk structured entities opgericht in het kader van de resterende CDO-activiteiten. Die structured entities overschrijden maar één drempel (balanstotaal) aangezien ze altijd een zeer beperkt eigen vermogen en nettoresultaat hebben. De resterende CDOgerelateerde resultaten zitten bij de KBC Financial Products-groep, die uiteraard wel wordt geconsolideerd. Niet-consolidatie van die structured entities heeft dan ook alleen een invloed op de geconsolideerde balanspresentatie en niet op het eigen vermogen, het resultaat of de solvabiliteit.
  • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12): - Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen:
  • º Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert, niet opgenomen in de consolidatiekring omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).
  • º De gemeenschappelijke dochterondernemingen waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als gemeenschappelijke dochterondernemingen

omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten.

  • Belangen in dochtermaatschappijen:
  • º Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten.
  • º Voor bepaalde gestructureerde entiteiten die zijn opgenomen in de consolidatiekring, gelden er belangrijke beperkingen. In het verleden heeft KBC Groep een aantal CDO- en RMBS-notes uitgegeven, telkens via een gestructureerde entiteit die uitsluitend voor die betreffende transactie werd opgericht (gezamenlijk de vehikels en de transacties genoemd). Elk van de vehikels belegde de opbrengsten van zijn respectieve notesemissie om zijn verplichtingen met betrekking tot de notes en een portfolio credit default swaps te waarborgen. Alle aandelen in de vehikels zijn volledig in handen van een trust. Niettemin worden de vehikels geconsolideerd in KBC Groep volgens de vereisten van IFRS 10. Ingevolge de overeenkomsten waaraan de transacties onderworpen zijn, gelden er voor KBC Groep strenge beperkingen om toegang te krijgen tot de cash of andere activa van de vehikels of om die over te dragen of te gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen. Alle activa van de vehikels worden toegewezen aan de Security Trustee (voor zichzelf en als trustee voor de houders van de notes) als doorlopende zekerheid voor de betaling en vervulling van de verplichtingen van de vehikels op grond van de notes. Tenzij de overeenkomsten dat uitdrukkelijk toestaan of de Security Trustee daartoe voorafgaand schriftelijk toestemming geeft, hebben noch het vehikel noch KBC Bank als beheerder toegang tot de cash of andere activa van de vehikels en kunnen ze die ook niet

overdragen of gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen.

  • º In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden.
  • º Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is.
  • Belangen in gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen:
  • º Samengevatte financiële informatie voor CˇMSS: zie Toelichting 32.
  • º Voor entiteiten met een beperkte omvang wordt geen samengevatte financiële informatie gegeven omdat die (zelfs samengevoegd) geen wezenlijk belang heeft.
  • Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten:
  • º KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden tussen 2006 en 2010 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 1963 to 2012) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan (zoals aandelengebonden swaps, rentegebonden swaps, total return swaps, repotransacties, enz.). Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus

dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2015 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 16,2 miljard euro.

  • º Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn.
  • º Op 31 december 2015 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding: 64 miljoen euro, bewaarloon: 1 miljoen euro, vergoeding als administratief agent: 1 miljoen euro, accounting fee: 1 miljoen euro.
  • º Op 31 december 2015 had KBC Groep notes in handen, uitgegeven door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten, voor een bedrag van 5,6 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 5,9 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (5,3 miljard euro).
  • º Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC.
  • º KBC Asset Management stelt een kredietlijn ter beschikking van ongeveer 45 miljoen euro voor de KBC-fondsen om (tijdelijke) tekorten die per einde maand en in het bijzonder per einde kwartaal ontstaan, op te vangen.

Toelichting 45: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring

Onderneming Directe moeder
maatschappij
Consolidatie
methode
Percentage aandeelhouderschap op groepsniveau Commentaar
31-12-2014 31-12-2015
Toevoegingen
VB Leasing SK, spol. s.r.o. Cˇ SOB Leasing Integraal 100,0% Acquisitie door Cˇ SOB Leasing in 3e
kwartaal van 2015
VB Leasing Sprostredkovatel'ská
s.r.o.
Cˇ SOB Leasing Integraal 100,0% Acquisitie door Cˇ SOB Leasing in 3e
kwartaal van 2015
Afstotingen
KBC Bank Deutschland AG KBC Bank Integraal Verkoop in 3e kwartaal van 2014
Transformation Fund Stabilita Cˇ SOB Integraal Deconsolidatie in 3e kwartaal van 2014
KBC Financial Holding Inc. KBC Bank Integraal 100,0% Liquidatie in 4e kwartaal van 2015
Naamsveranderingen
Geen
Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies
Antwerpse Diamantbank NV KBC Bank Integraal 100,0% Fusie met KBC Bank in
3e kwartaal van 2015
KBC Lease Holding NV KBC Bank Integraal 100,0% Fusie met KBC Bank in
3e kwartaal van 2015

Toelichting 46: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5)

Aangezien er in 2014 en 2015 geen belangrijke maatschappijen onder IFRS 5 vielen, verstrekken we hier geen bijkomende informatie (meer).

Toelichting 47: Risicobeheer

De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) en kapitaal (IAS 1) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.

Toelichting 48: Gebeurtenissen na balansdatum

Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 17 maart 2016 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2015:

• 5-5-5-emissie van KBC Groep: zie Toelichting 36.

Toelichting 49: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

  • Naam: KBC Groep
  • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
  • Oprichtingsland: België
  • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
  • Btw: BE 0403.227.515
  • RPR: Brussel
  • Juridische vorm: naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen en als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank.
  • Duur: onbepaalde duur
  • Doel: de vennootschap heeft tot doel het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De vennootschap heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. Verder heeft de vennootschap tot doel de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van die middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede zin. Voorts kan de vennootschap fungeren als een intellectual property-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van die rechten en/of het verstrekken van gebruiksrechten over die rechten aan de begunstigden vermeld in de

tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijke doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).

  • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap liggen ter inzage bij de griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel van Brussel en worden bekendgemaakt op www.kbc.com. De jaarrekeningen en het jaarverslag worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in financiële dagbladen, in de media en op www.kbc.com.
  • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.

We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 4 mei 2016 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com.

De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.

De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.

Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking

Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Vaste activa 17 442 18 140
Immateriële vaste activa 226 160
Materiële vaste activa 138 105
Terreinen en gebouwen 32 31
Installaties, machines en uitrusting 82 60
Meubilair en rollend materieel 12 13
Overige materiële vaste activa 1 0
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 11 1
Financiële vaste activa 17 078 17 875
Verbonden ondernemingen 17 077 17 874
Deelnemingen 14 529 14 044
Vorderingen 2 547 3 830
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1
Deelnemingen 1 1
Vorderingen 0 0
Vlottende activa 524 261
Vorderingen op meer dan 1 jaar 1 0
Handelsvorderingen 0 0
Overige vorderingen 1 0
Voorraden en bestellingen in uitvoering 1 1
Voorraden 1 1
Handelsgoederen 1 1
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 69 10
Handelsvorderingen 33 6
Overige vorderingen 36 5
Geldbeleggingen 0 0
Eigen aandelen 0 0
Overige beleggingen 0 0
Liquide middelen 405 163
Overlopende rekeningen 49 87
Totaal activa 17 966 18 401
Eigen vermogen 11 486 13 670
Kapitaal 1 453 1 454
Geplaatst kapitaal 1 453 1 454
Uitgiftepremies 5 409 5 423
Reserves 1 466 1 466
Wettelijke reserves 145 145
Onbeschikbare reserves 1 1
Belastingvrije reserves 190 190
Beschikbare reserves 1 129 1 129
Overgedragen winst (verlies (-)) 3 158 5 327
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 20 13
Voorzieningen voor risico's en kosten 20 13
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 17 12
Overige risico's en kosten 3 1
Schulden 6 459 4 718
Schulden op meer dan 1 jaar 4 878 3 080
Financiële schulden 4 878 3 080
Achtergestelde leningen 4 297 3 080
Niet-achtergestelde obligatieleningen 581 0
Kredietinstellingen 0 0
Schulden op ten hoogste 1 jaar 1 363 1 583
Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 0 480
Financiële schulden 376 937
Kredietinstellingen 0 0
Overige leningen 376 937
Handelsschulden 39 33
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 80 78
Belastingen 3 7
Bezoldigingen en sociale lasten 77 71
Overige schulden 868 55
Overlopende rekeningen 219 55
Totaal passiva 17 966 18 401

Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Bedrijfsopbrengsten 1 082 1 060
Omzet 1 026 971
Voorraad goederen in bewerking, gerede producten en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0
Geproduceerde vaste activa 49 61
Andere bedrijfsopbrengsten 7 28
Bedrijfskosten 1 153 1 115
Diensten en diverse goederen 568 577
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 435 430
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 118 110
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen / bestedingen en terugnemingen (-) 1 -7
Andere bedrijfskosten 31 5
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) -71 -55
Financiële opbrengsten 1 441 3 366
Opbrengsten uit financiële vaste activa 1 354 3 224
Opbrengsten uit vlottende activa 5 0
Andere financiële opbrengsten 82 142
Financiële kosten 444 1 144
Kosten van schulden 432 1 128
Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) 0 0
Andere financiële kosten 12 16
Winst (Verlies (-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting 926 2 167
Uitzonderlijke opbrengsten 158 51
Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 1 0
Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 157 23
Andere uitzonderlijke opbrengsten 0 28
Uitzonderlijke kosten 1 27
Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële activa en materiële activa 0 26
Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 0 0
Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 1 0
Andere uitzonderlijke kosten 0 1
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 1 083 2 191
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 1 0
Overboeking naar de uitgestelde belastingen 0 4
Belastingen op het resultaat 4 6
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 1 080 2 181
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 080 2 181

In dit schema worden kosten ook met een positief teken vermeld (in tegenstelling tot de voorstellingswijze van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening).

Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2014 31-12-2015
Te bestemmen winst (verlies (-)) 4 006 5 338
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 080 2 181
Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 2 927 3 158
Toevoeging aan het eigen vermogen
0
0
Aan de wettelijke reserve 0 0
Aan de overige reserves 0 0
Over te dragen winst (verlies (-)) 3 158 5 327
Uit te keren winst 849 11
Vergoeding van het kapitaal 836 0
Bestuurders of zaakvoerders 0 0
Andere rechthebbenden, werknemersparticipatie 13 11

Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het te bestemmen winstsaldo voor 2015 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt over 2015 geen dividend betaald.

Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening

Toelichting 1: Financiële vaste activa (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) Deelnemingen
in verbonden
ondernemingen
Vorderingen
op verbonden
ondernemingen
Deelnemingen in
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
bestaat
Vorderingen op
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
bestaat
Boekwaarde 31-12-2014 14 529 2 547 1 0
Aanschaffingen in 2015 0 1 283 0 0
Vervreemdingen in 2015 -486 0 0 0
Andere wijzigingen in 2015 0 0 0 0
Boekwaarde 31-12-2015 14 044 3 830 1 0

De deelnemingen in verbonden ondernemingen van KBC Groep NV betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV. De voornaamste wijziging in 2015 is de kapitaalvermindering van KBC

Verzekeringen van 500 miljoen euro.

De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (1,4 miljard euro) en tier 2-kapitaal (1,7 miljard euro), een achtergestelde perpetuele lening aan KBC Bank NV van 0,25 miljard euro en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro.

Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2014 Kapitaalverhoging
voor het personeel
Resultaats
aanwending
31-12-2015
Kapitaal 1 453 1 0 1 454
Uitgiftepremies 5 409 13 0 5 423
Reserves 1 466 0 0 1 466
Overgedragen resultaat 3 158 0 2 169 5 327
Eigen vermogen 11 486 14 2 169 13 670

Op 31 december 2015 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 454 298 014,35 euro, verdeeld in 418 087 058 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 422 640 121,69 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.

Wijzigingen in 2015:

• Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 23 december 2015 waarop alleen de personeelsleden van KBC Groep NV en sommige van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 306 400 aandelen uitgegeven tegen 46,67 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers van het KBCaandeel op 11 november 2015. Het kapitaal verhoogde met 1 066 272,00 euro en de uitgiftepremies stegen met 13 233 416,00 euro. Met die kapitaalverhoging wil KBC Groep NV de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische

dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2015 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2015.

• Van de te bestemmen winst van 5 338 miljoen euro wordt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, geen dividend uitgekeerd, maar wel 11 miljoen euro onder de vorm van werknemersparticipatie. Het overgedragen resultaat is bijgevolg 5 327 miljoen euro.

De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 696 103 433,56 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 200 029 722 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.

Toelichting 3: Aandeelhouders

Ontvangen kennisgevingen

Hierna volgt een overzicht van de in 2015 en de eerste twee maanden van 2016 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com.

We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Aantal aangehouden % van totale
KBC-aandelen (= stem stemrechten op
De kennisgeving be rechten) op de betrokken de betrokken
Kennisgevingen* treft de situatie op: Toelichting datum datum*
FMR LLC (Fidelity) 12 januari 2015 Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 3% 12 687 206 3,04%
Parvus Asset Management
Europe Ltd 13 februari 2015 Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 3% 12 341 146 2,95%
FMR LLC (Fidelity) 4 mei 2015 Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 3% 12 312 076 2,95%
BlackRock Inc. 17 augustus 2015 Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% 20 886 993 4,9995%
BlackRock Inc. 19 augustus 2015 Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 5% 20 907 517 5,0044%
BlackRock Inc. 20 augustus 2015 Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% 20 881 252 4,9981%
BlackRock Inc. 4 december 2015 Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 5% 20 934 882 5,01%
BlackRock Inc. 9 februari 2016 Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% 20 650 780 4,94%

* Details vindt u in de respectieve kennisgevingsformulieren op www.kbc.com.

In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2015, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.

Eigen aandelen in bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep

31 december 31 december
KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen Adres 2014 2015
Bij KBC Securities NV Havenlaan 12, 1080 Brussel, België 2 2
Bij KBC Groep NV zelf Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 486 0
Totaal 488 2
In procent van het totale aantal aandelen 0,0% 0,0%

De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2015 bedroeg 3,48 euro. Eind 2014 kocht KBC 486 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 22 524 euro) die in 2015 werden geleverd aan personeelsleden die eind 2014 hun opties uitoefenden.

Toelichting 4: Balans

  • Op 31 december 2015 bedraagt het balanstotaal 18 401 miljoen euro, tegenover 17 966 miljoen euro het jaar voordien.
  • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1.
  • De vlottende activa bedragen 261 miljoen euro, tegenover 524 miljoen euro het jaar voordien. Die wijziging is voor een groot deel toe te schrijven aan de daling van de liquide middelen.
  • We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.
  • De schulden bedragen 4 718 miljoen euro, tegenover 6 459 miljoen euro het jaar voordien. Binnen de schulden zijn de belangrijkste wijzigingen de terugbetaling van de kernkapitaaleffecten aan de Vlaamse overheid (-2 miljard euro; post Achtergestelde leningen), een hoger bedrag aan tier 2-instrumenten (+783 miljoen euro; post Achtergestelde leningen), een hoger bedrag aan commercial paper (+561 miljoen euro; post Overige leningen) en het feit dat er over 2015 geen dividend wordt voorzien (post overige schulden).

Toelichting 5: Resultaten

  • In 2015 bedraagt de nettowinst van KBC Groep NV 2 181 miljoen euro, tegenover een nettowinst van 1 080 miljoen euro het jaar voordien.
  • De bedrijfsopbrengsten daalden met 2% en de bedrijfskosten daalden met 3% ten opzichte van 2014.
  • De belangrijkste wijzigingen in financiële opbrengsten en kosten in 2015 waren:
  • de dividendontvangsten, die zijn gestegen met 1,9 miljard euro;
  • geen couponbetaling met betrekking tot de kernkapitaaleffecten in 2015, tegenover 171 miljoen euro in 2014 (post Kosten van schulden);
  • de betaalde premie met betrekking tot de terugbetaling van

Toelichting 6: Vergoeding van de commissaris

Zie Toelichting 43 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Toelichting 7: Bijkantoren

KBC Groep NV had op 31 december 2015 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).

Toelichting 8: Overige informatie

De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, die hierboven nog niet werd vermeld, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

kernkapitaaleffecten, die is gestegen met 833 miljoen euro (167 miljoen euro in 2014 en 1 miljard euro in 2015; post Kosten van schulden).

  • De belangrijkste uitzonderlijke opbrengsten en kosten in 2015 betreffen:
  • een gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de ICTbedrijfstak van het buitenlandse kantoor in Tsjechië aan Cˇ SOB Bank (28 miljoen euro) en een correctie van de meerwaarden op de inkoop van aandelen door KBC Verzekeringen in 2014 (23 miljoen euro);
  • een uitzonderlijke afschrijving op activa in het buitenlandse kantoor in Hongarije (20 miljoen euro).

Kapitaalgarantieverrichtingen met de overheid in 2008 en 2009

In 2008 en 2009 heeft KBC Groep NV voor 7 miljard euro uitgegeven aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, pari passu met gewone aandelen bij liquidatie, waarop werd ingetekend door de Belgische staat (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij) en het Vlaams Gewest, elk voor 3,5 miljard euro.

KBC betaalde dat als volgt terug:

  • in 2012: 3,5 miljard euro plus een premie van 15% aan de Belgische federale overheid;
  • in 2013: 1,17 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid;
  • in 2014: 0,33 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid;

• in 2015: 2,00 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid.

In 2009 ondertekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Het plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro. Meer informatie over de structuur van die transactie vindt u in de vorige jaarverslagen. In de laatste jaren heeft KBC zijn CDO-blootstelling versneld afgebouwd. In 2014 heeft KBC de twee laatste CDO's in zijn portefeuille ontmanteld. Daarmee is de CDOportefeuille van KBC, die in 2008 nog meer dan 25 miljard euro bedroeg, op 5 jaar tijd volledig afgebouwd en kon ook de garantieregeling voor CDO's worden beëindigd.

Glossarium van ratio's en termen

Brutobankverzekeringsopbrengsten

Geeft een inzicht in de opbrengsten met betrekking tot de verkoop van verzekeringsproducten via het bankkanaal, en dus in het succes van het bankverzekeringsmodel.

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2014 2015
Provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de
gelinkte verzekeraar (A)
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten 151 146
+
Verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die
door de bankkantoren verkocht worden (B)
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten
(diverse lijnen)
295 298
+
Bij de assetmanager geboekte beheersvergoeding voor
tak 23-verzekeringsproducten die door de bankkantoren
verkocht worden (C) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten 54 63
= (A)+(B)+(C) 500 507

We hebben de berekening verfijnd in 2015 en retroactief toegepast voor 2014. Het betreft vooral de volledige opname van de managementfees verbonden aan tak 23-producten verkocht door de bankkantoren (vroeger slechts gedeeltelijk meegeteld) en enkele kleinere verfijningen (totale invloed op 2014: verhoging van ongeveer 64 miljoen euro).

Common equity ratio

Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal).

Berekening 2014 2015
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. De hier ver
melde ratio is gebaseerd op de Deense compromismethode.
Phased-in*
14,4% 15,2%
Fully loaded* 14,3% 14,9%

* De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode wordt fully loaded genoemd.

Dekkingsratio

Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) gedekt is door waardeverminderingen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Specifieke waardeverminderingen op kredieten
/
Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille,
bankactiviteiten
5 709 5 517
Uitstaande impaired kredieten Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille,
bankactiviteiten
13 692 12 305
= (A) / (B) 42% 45%

Teller en noemer in de formule kunnen in voorkomend geval worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid.

Dividenduitkeringsratio

Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert (en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken).

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Uit te keren dividendbedrag (A) Gecons. vermogensmutaties 836 *
+
Te betalen coupon op de staatssteun (B) Gecons. vermogensmutaties 171
+
Te betalen/betaalde coupon op de AT1-instrumenten in
het eigen vermogen (C)
Gecons. vermogensmutaties 41
/
Nettoresultaat, groepsaandeel (D) Gecons. w-&-v-rekening 1 762
= (A+B+C) / (D) 59%

* Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering wordt met betrekking tot 2015 geen dividend uitgekeerd.

Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel

Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.

Berekening (in miljoenen euro of aantallen) Verwijzing 2014 2015
Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) Geconsolideerde balans 13 125 14 411
/
Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (per einde
periode) (B) Toelichting 39 417 780 170 418 087 056
= (A) / (B) (in euro) 31,4 34,5

Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen)

Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schade
regelingskosten (A)
Toelichting 9 760 757
/
Verdiende verzekeringspremies (B) Toelichting 9 1 243 1 301
+
Bedrijfskosten (C) Toelichting 9 417 435
/
Geboekte verzekeringspremies (D) Toelichting 9 1 258 1 325
= (A/B)+(C/D) 94% 91%

Impaired kredieten

Deze ratio geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, wat overeenkomt met de nieuwe definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA).

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Uitstaand bedrag van impaired kredieten (A) Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille,
bankactiviteiten
13 692 12 305
/
Totale uitstaande kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille,
bankactiviteiten 138 931 143 400
= (A) / (B) 9,9% 8,6%

De teller kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12).

Kosten-inkomstenratio

Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten 3 315 3 391
/
Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten 5 739 6 144
= (A) / (B) 58% 55%

Na de afschaffing van het aangepaste resultatenschema in 2015 wordt deze ratio volledig op IFRS-gegevens gebaseerd (met retroactieve aanpassing van de referentiecijfers).

Kredietkostenratio

Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode (een jaar in dit geval), in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kre
dietrisico's (A)
/
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardevermin
deringen
587 323
Gemiddelde uitstaande kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille,
bankactiviteiten
139 178 141 951
= (A) / (B) 0,42% 0,23%

Kredietportefeuille

Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk pure, traditionele) kredietactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2014 2015
Leningen en voorschotten aan klanten (gerelateerd aan de
bankactiviteiten van de groep) (A)
Toelichting 18, onderdeel van Leningen en voorschotten aan
klanten
123 275 126 812
-
Reverse repo's aan klanten (B) Toelichting 18 -1 389 -502
+
Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietin
stellingen en beleggingsondernemingen (gerelateerd aan
de bankactiviteiten van de groep) (C)
Toelichting 18, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder
nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
6 860 7 118
+
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankac
tiviteiten van de groep, exclusief marktzaalactiviteiten) (D)
Toelichting 18, onderdeel van Leningen en voorschotten aan kre
dietinstellingen en beleggingsondernemingen
1 443 1 060
+
Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) Toelichting 40: onderdeel van Verstrekte financiële garanties 8 168 7 823
+
Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) Toelichting 21: onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen 5 801 5 623
+
Overige (onder meer geprorateerde rente) (G) Onderdeel van Toelichting 18 -5 227 -4 534
= (A)-(B)+(C)+(D)+(E)+(F)+(G) 138 931 143 400

Leverageratio

Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Reglementair beschikbaar tier 1-kapitaal (A) Hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid: tabel Solvabiliteit op groeps
niveau
14 476 14 647
/
Totale exposure measures (totaal van niet-risicogewogen
binnen- en buitenbalanselementen, met enkele aanpas
singen) (B) Gebaseerd op de Capital Requirements Regulation (CRR) 226 669 233 675
= (A) / (B) 6,4% 6,3%

Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)

Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Liquide activa van hoge kwaliteit (A) Voor 2015 gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR, voor 2014
gebaseerd op CRR, dus niet volledig vergelijkbaar.
37 700 47 300
/
Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalen
derdagen (B) 31 400 37 150
= (A) / (B) 120% 127%

Marktkapitalisatie

Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.

Berekening (in euro of aantallen) Verwijzing 2014 2015
Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) 46,5 57,7
X
Aantal gewone aandelen (B) Toelichting 39 417 780 658 418 087 058
= (A) X (B) (in miljarden euro) 19,4 24,1

Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL)

Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Eigen vermogen* en verplichtingen die voldoen aan de
vereisten van de BRRD, met uitzondering van specifiek
uitgesloten verplichtingen) (A)
/
Gebaseerd op BRRD 30 656 30 704
Eigen vermogen* en verplichtingen (B) Geconsolideerde balans 245 174 220 809
= (A) / (B) 12,5% 13,9%

* na deconsolidatie van KBC Verzekeringen

Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)

Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) 134 750 135 400
/
Vereist bedrag stabiele financiering (B) 109 500 111 800
= (A) / (B) 123% 121%

In 2014 pasten we de berekening aan naar aanleiding van KBC's interpretatie van de nieuwe Basel Committee guidance in oktober 2014. De cijfers van voor 2014 zijn dus niet volledig vergelijkbaar met die van 2014 en 2015.

Nettorentemarge

Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten* (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten 3 539 3 594
/
Gemiddelde rentedragende activa van de bankacti
viteiten* (B) Gecons. balans: onderdeel van totale activa 170 168 177 629
= (A) / (B) 2,08% 2,02%

* De definitie werd begin 2014 herwerkt (en retroactief toegepast) om alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer, uit te sluiten.

Rendement op eigen vermogen

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel
houders van de moedermaatschappij (A)
-
Gecons. w-&-v-rekening 1 762 2 639
Coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de
overheid (B)
-
Gecons. vermogensmutaties -171 -0
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen
vermogen (C)
/
Gecons. vermogensmutaties -41 -52
Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders,
exclusief de herwaarderingsreserve voor voor verkoop
beschikbare financiële activa (D)
Gecons. vermogensmutaties 11 021 11 969
= (A-B-C) / (D) 14% 22%

Rendement op toegewezen kapitaal van een divisie (ROAC)

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2014 2015
DIVISIE BELGIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur 1 516 1 564
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver
zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) Hoofdstuk Onze divisies 5 878 5 955
= (A) / (B) 26% 26%
DIVISIE TSJECHIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur 528 542
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver
zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) Hoofdstuk Onze divisies 1 441 1 474
= (A) / (B) 37% 37%
DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur -182 245
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver
zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) Hoofdstuk Onze divisies 1 949 2 028
= (A) / (B) -9% 12%

Solvabiliteitsratio van de verzekeringsactiviteiten

Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency I (tot en met 2015) of Solvency II (vanaf 2016).

Berekening 2014 2015
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen
afzonderlijk, volgens Solvency I 323% 289%
volgens Solvency II 231%

Totaal beheerd vermogen (total assets under management)

Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, Cˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, en activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail, private banking en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.

Berekening (in miljarden euro) Verwijzing 2014 2015
Divisie België (A) Jaarverslag KBC Asset Management 172,2 193,8
+
Divisie Tsjechië (B) 7,4 8,8
+
Divisie Internationale Markten (C) 6,1 6,2
(A)+(B)+(C) 185,7 208,8

Totale kapitaalratio

Een risicogewogen maatstaf voor de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het totale reglementaire eigen vermogen.

Berekening 2014 2015
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. De hier ver
melde ratio is gebaseerd op de Deense compromismethode.
Phased-in
18,9% 19,8%
Fully loaded 18,3% 19,0%

Winst per aandeel, gewoon en verwaterd

Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2014 2015
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel
houders van de moedermaatschappij (A)
Geconsolideerde w-&-v-rekening 1 762 2 639
-
Coupon (en/of penaltypremie) op de kernkapitaaleffecten
verkocht aan de overheid (B)
-
Gecons. eigenvermogensmutaties -337 -1 000
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen
vermogen (C)
/
Gecons. eigenvermogensmutaties -41 -52
Gemiddelde aantal gewone aandelen min eigen aandelen
van de periode, in miljoenen (D)
Toelichting 39 417 418
of: Gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende
opties min eigen aandelen van de periode (E)
(idem) (idem)
Gewoon = (A-B-C) / (D) (in euro) 3,32 3,80
Verwaterd = (A-B-C) / (E) (in euro) 3,32 3,80

Verklaring van verantwoordelijke personen

"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."

Contactadressen

Investor Relations Office
Wim Allegaert (directeur Financial Insight and Communication)
[email protected]
KBC Groep NV, Investor Relations Office – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Pers
Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster)
[email protected]
KBC Groep NV, Corporate Communicatie – GCM, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Vic Van de Moortel (directeur CSR)
[email protected]
KBC Groep NV, Corporate Sustainability and Responsibility – CSR, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België

Financiële kalender 2016

De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.

Publicatie resultaten 4e kwartaal 2015 en volledig jaar 2015 18 februari 2016
Publicatie Jaarverslag 2015 en Risk Report 2015 31 maart 2016
Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 4 mei 2016
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2016 12 mei 2016
Publicatie resultaten 2e kwartaal 2016 11 augustus 2016
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2016 17 november 2016

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.