Annual Report • Mar 31, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Jaarverslag van KBC Groep over 2016
KBC Financial Holding Inc. Invloed van afboeking goodwill op enkele participaties
We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar en we focussen op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. We zijn ook in beperkte mate aanwezig in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.
| Klanten (schatting) | >10 miljoen |
|---|---|
| Medewerkers | 38 356 |
| Bankkantoren | 1 456 |
| Verzekeringsnetwerk | 427 agentschappen in België, diverse |
| distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa |
| Fitch | Moody's | Standard & Poor's | |
|---|---|---|---|
| KBC Bank NV | A | A1 | A |
| KBC Verzekeringen NV | – | – | A |
| KBC Groep NV | A | Baa1 | BBB+ |
| 18,5% |
|---|
| 2,7% |
| 11,4% |
| 7,6% |
Gegevens van 31 december 2016, tenzij anders vermeld. Voor definities verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag. De outlook/watch/review bij onze kredietratings vindt u verder in dit verslag.
| 2016 | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro) | |||||
| Balanstotaal | 275 200 | 252 356 | 245 174 | 238 686 | 256 928 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 133 231 | 128 223 | 124 551 | 120 371 | 128 492 |
| Effecten | 73 262 | 72 623 | 70 359 | 64 904 | 67 295 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 177 730 | 170 109 | 161 783 | 161 135 | 159 632 |
| Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, | |||||
| verzekeringen | 32 310 | 31 919 | 31 487 | 30 488 | 30 058 |
| Totaal eigen vermogen | 17 357 | 15 811 | 16 521 | 14 514 | 15 879 |
| Risicogewogen activa (Basel II tot en met 2012, Basel III vanaf 2013, | |||||
| fully loaded) | 87 782 | 89 067 | 91 236 | 91 216 | 102 148 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||||
| Totale opbrengsten | 7 211 | 7 148 | 6 720 | 7 448 | 7 733 |
| Exploitatiekosten | -3 948 | -3 890 | -3 818 | -3 843 | -4 248 |
| Waardeverminderingen | -201 | -747 | -506 | -1 927 | -2 511 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 2 427 | 2 639 | 1 762 | 1 015 | 612 |
| België | 1 432 | 1 564 | 1 516 | – | – |
| Tsjechië | 596 | 542 | 528 | – | – |
| Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) | 428 | 245 | -182 | – | – |
| Groepscenter | -29 | 287 | -100 | – | – |
| Genderdiversiteit | |||||
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen | 56% | 56% | 57% | 57% | 58% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen | 31% | 25% | 22% | 15% | 10% |
| Milieuefficiëntie (per vte) | |||||
| Elektriciteitsverbruik (in GJ) | 17,6 | 18,5 | – | – | – |
| waarvan koolstofarme elektriciteit (in % van het elektriciteitsverbruik) | 66% | 48% | – | – | – |
| Verbruik gas en stookolie (in GJ) | 9,8 | 9,9 | – | – | – |
| Overig energieverbruik (in GJ) | 2,6 | 2,8 | – | – | – |
| Woon-werkverkeer en dienstritten (in km) | 8 839 | 8 909 | – | – | – |
| Papierverbruik (in ton) | 0,11 | 0,12 | – | – | – |
| Waterverbruik (drinkwater in m³) | 10,5 | 12,4 | – | – | – |
| Broeikasgasemissie (in ton CO2e) | 2,6 | 2,9 | – | – | – |
| KBC-aandeel | |||||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) | 418,4 | 418,1 | 417,8 | 417,4 | 417,0 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode | |||||
| (in euro) | 38,1 | 34,5 | 31,4 | 28,3 | 29,0 |
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) | 51,0 | 56,8 | 43,1 | 32,8 | 17,3 |
| Slotkoers boekjaar (in euro) | 58,8 | 57,7 | 46,5 | 41,3 | 26,2 |
| Brutodividend per aandeel (in euro) | 2,80 | 0,00 | 2,00 | 0,00 | 1,00 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | 5,68 | 3,80 | 3,32 | 1,03 | -1,09 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 24,6 | 24,1 | 19,4 | 17,2 | 10,9 |
| Financiële ratio's | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 18% | 22% | 14% | 9% | 1% |
| Kosten-inkomstenratio, bankieren | 55% | 55% | 58% | 52% | 64% |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | 93% | 91% | 94% | 94% | 95% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,09% | 0,23% | 0,42% | 1,21% | 0,71% |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 15,8% | 14,9% | 14,3% | 12,8% | – |
| Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 20,0% | 19,0% | 18,3% | 17,8% | – |
| Net stable funding ratio (NSFR) | 125% | 121% | 123% | 111% | 105% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 139% | 127% | 120% | 131% | 107% |
Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Dividendvoorstel voor 2016 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
| Groei totale opbrengsten Doel: CAGR 2013-2017 ≥ 2,25% |
Groei bruto bankverzekerings opbrengsten Doel: CAGR 2013-2017 ≥ 5% |
Kosten-inkomstenratio Doel: in 2017 ≤ 53% |
Gecombineerde ratio Doel: in 2017 ≤ 94% |
Dividend Doel: dividenduitkeringsratio ≥ 50% |
|---|---|---|---|---|
| Common equity kapitaalratio Doel: fully-loaded ≥ 10,4% in 2019 |
Totale kapitaalratio Doel: fully loaded ≥ 17% in 2017 |
NSFR liquiditeitsratio Doel: ≥ 105% |
LCR liquiditeitsratio Doel: ≥ 105% |
Reputatie Doel: hogere score en/of meer vooruitgang dan sectorgemiddelde |
| Klantervaring Doel: hogere score en/of meer vooruitgang dan sectorgemiddelde |
Innovatie Doel: hogere score en/of meer vooruitgang dan sectorgemiddelde |
Governance Doel: hogere score en/of meer vooruitgang dan sectorgemiddelde |
Stakeholderinteractie Doel: formeel stakeholderinteractie proces |
Positie duurzame fondsen Doel: marktleiderschap in België |
* Het grootste deel daarvan werd gedefinieerd in 2014.
191 Toelichting 5.1: Overige activa
189 Toelichting 4.10: Derivaten
niveau 1 en 2
182 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen
184 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie 186 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen
Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3 Toelichting 4.8: Wijzigingen in eigen kredietrisico Toelichting 4.9: Herclassificatie van financiële instrumenten
Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste minimale inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. We combineren bovendien het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.
Integrated reporting: we hebben ervoor gekozen om ons jaarverslag – meer bepaald de delen over ons bedrijfsmodel en onze strategie – zo geïntegreerd mogelijk op te stellen, en daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de richtlijnen van de IIRC. We zien geïntegreerd rapporteren als een einddoel, waar we elk jaar wat dichter bij komen.
Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.
Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn officieuze vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
De op 30 december 2016 aangekondigde overname van United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije: we gaan ervan uit dat de transactie ten laatste afgerond zal worden in het tweede kwartaal van 2017. Tenzij expliciet anders vermeld, betreffen de geconsolideerde gegevens in dit jaarverslag dus de situatie zonder het effect van die aangekondigde overname.
Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dat verslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.
Verslag van de Raad van Bestuur
| Wie zijn we? | |
|---|---|
| Ontstaan in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen) |
|
| Hoofdactiviteit: geïntegreerd bankverzekeren (bankieren, verzekeren en assetmanagement) |
|
| > 10 miljoen klanten | |
| > 38 000 medewerkers | |
| Belangrijkste merknamen en geschat marktaandeel: • België: KBC, KBC Brussels en CBC (21% in bankieren, 13% in levensverzekeringen, 9% in schadeverzekeringen) • Tsjechië: Cˇ SOB (20% in bankieren, 7% in levensverzekeringen, 7% in schadeverzekeringen) • Slowakije: Cˇ SOB (11% in bankieren, 4% in levensverzekeringen, 3% in schadeverzekeringen) • Hongarije: K&H (10% in bankieren, 4% in levensverzekeringen, 6% in schadeverzekeringen) • Bulgarije*: CIBANK en DZI (3% in bankieren, 11% in levensverzekeringen, 10% in schadeverzekeringen) • Ierland: KBC Bank Ireland (7% in retailbankieren) |
|
| 1 456 bankkantoren, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, diverse mobiele en online kanalen |
|
| * Exclusief het effect van de eind 2016 aangekondigde overname van United Bulgarian Bank (met 8% marktaandeel |
in bankieren) en Interlease in Bulgarije.
• het stimuleren van verantwoord gedrag bij onze medewerkers.
We baseren ons onder meer op de wetgeving ter zake en de International Financial Reporting Standards, en we houden in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council. Voor de toepassing van de GRI Standards verwijzen we naar ons Duurzaamheidsverslag.
Die rapporteringskaders leggen de nadruk op het principe van belangrijkheid/relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, vroegen we onze stakeholders zelf om input. We bespreken de resultaten daarvan verderop in dit verslag, onder Onze stakeholdersbevraging. Op welke plaats we in dit jaarverslag die onderwerpen bespreken, vindt u in een referentielijst in datzelfde hoofdstuk.
Uitleg over de gebruikte consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. Het verzamelen van onze niet-financiële data gebeurt via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie. In 2016 zijn we overgeschakeld naar een groepswijde webtool voor een efficiëntere gegevensverzameling en consolidatie van niet-financiële gegevens. Minimaal alle KBC-entiteiten met meer dan 100 vte's rapporteren over de verschillende niet-financiële domeinen (en voor sommige domeinen betreft het de volledige consolidatiekring).
Johan Thijs: Wel, om te beginnen is het zo dat we duurzaamheid voor een financiële instelling veel ruimer zien dan de traditionele invalshoek, die meestal vanuit milieu, filantropie of corporate governance vertrekt.
Duurzaamheid betekent voor ons dat we in staat moeten zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders, niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst, en dat uiteraard zonder externe hulp. We werkten daarvoor een groepswijd duurzaamheidskader uit met duidelijke beleidslijnen en visies, dat de duurzame ruggengraat vormt van onze activiteiten.
Kort samengevat is onze duurzaamheidsaanpak gebaseerd op drie hoekstenen. Ten eerste willen we onze positieve impact op de samenleving vergroten. We kozen daarvoor een aantal focusdomeinen uit waarin we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, namelijk financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, het stimuleren van ondernemerschap en, ten slotte, vergrijzing en gezondheid. Ten tweede willen we onze mogelijke nadelige impact zo veel mogelijk inperken. Dat doen we met name door onze eigen milieuvoetafdruk te verkleinen en door middel van geactualiseerde beleidslijnen, onder meer inzake kredietverlening aan de energiesector. We leggen ook nog meer de nadruk op duurzame beleggingsfondsen. Last but not least willen we verantwoord gedrag bij al onze medewerkers stimuleren.
Onder duurzaamheid verstaan we ook dat we transparant rapporteren, met oog voor alle stakeholders. We werken dus verder aan een geïntegreerde rapportering van financiële én niet-financiële informatie en hechten daarbij veel aandacht aan het principe van materialiteit en beknoptheid.
Thomas Leysen: Uiteraard de eind 2016 aangekondigde overname van United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije. Dat is een logische en belangrijke stap voor onze expansie in Centraal- en Oost-Europa, waarmee we bijna twintig jaar geleden begonnen zijn. Samen met onze bestaande aanwezigheid via CIBANK en DZI Insurance klimmen we daardoor op tot nummer drie inzake bankieren en kunnen we ook in Bulgarije – een aantrekkelijke groeimarkt – de referentie worden inzake bankverzekeren. We zullen er onze knowhow en uitgebreide ervaring op het vlak van bankverzekeren,
leasing, assetmanagement en factoring kunnen delen, wat zal leiden tot heel wat synergieën en dus waardecreatie voor onze aandeelhouders. We verwachten dat de overname afgerond zal zijn in het tweede kwartaal van 2017.
Verder onthoud ik ook de EBA-stresstest van eind juli. Daaruit leerden we dat we, zelfs in een ongunstig scenario, voldoende gekapitaliseerd blijven. Goed nieuws dus voor al onze stakeholders.
We introduceerden ook een interimdividendbeleid, dat erop neerkomt dat we voortaan in november een interimdividend uitbetalen van 1 euro cash per jaar, als voorschot op het finale dividend. Op die manier zorgen we voor een beter gespreide cashflow naar de aandeelhouders.
Johan Thijs: Vooreerst dit: als we onze resultaten vergelijken met die van het jaar voordien, moeten we er rekening mee houden dat de resultaten van 2015 begunstigd werden door de liquidatie van een groepsmaatschappij, wat ons toen netto 765 miljoen euro opleverde, en dat we aanzienlijke waardeverminderingen op uitstaande goodwill boekten in dat jaar. Laten we dat buiten beschouwing, dan steeg onze nettowinst tegenover 2015 met 9%, en dat in toch wel uitdagende marktomstandigheden. Onze nettorenteinkomsten bijvoorbeeld vertoonden een daling van slechts 1%, en dat ondanks de negatieve invloed van het lagerenteklimaat. Onze verzekeringsactiviteiten presteerden sterk: de premies stegen met 14% en de gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringen kwam uit op een zeer goede 93%. Onze nettoprovisie-inkomsten daalden met 14%, vooral door lagere inkomsten uit onze assetmanagementactiviteiten. Door de onzekerheid op de markten waren de beleggers immers nogal terughoudend. De kwaliteit van onze kredietportefeuille verbeterde verder, met bijzonder lage kredietvoorzieningen tot gevolg, onder meer dankzij Ierland, waar we zelfs per saldo kredietvoorzieningen konden terugnemen. We gaan er wel van uit dat we dat bijzonder lage niveau van kredietvoorzieningen niet kunnen aanhouden in de komende jaren. We hielden ook onze kosten goed onder controle, waardoor onze kosten-inkomstenratio uitkwam op een uitstekende 55%. Dat brengt onze nettowinst voor 2016 dus in totaal op 2,4 miljard euro. Een uitstekend resultaat waar we trots op zijn, en waarvoor we onze klanten en onze medewerkers bijzonder dankbaar zijn.
Thomas Leysen: Digitalisatie is een middel, niet het doel. Ons credo is en blijft dat we uitgaan van de behoeften van de klant. Dat betekent dat we voortdurend bekijken hoe we ons kunnen aanpassen om te kunnen inspelen op de veranderende noden van onze klanten. We focussen daarbij op een omnikanaalbenadering, waarbij we op een toegankelijke manier oplossingen aanreiken waar en wanneer de klant ze nodig heeft. We hechten bijzonder veel belang aan het feilloos en naadloos interageren van onze bankkantoren, verzekeringsagentschappen, adviescentra, websites en mobiele toepassingen, zodat we de klant een optimale bankverzekeringservaring kunnen bieden en hem zoveel mogelijk waardevolle tijd kunnen besparen.
Johan Thijs: Die klant vraagt vandaag uiteraard een andere manier van bankieren en verzekeren dan pakweg tien jaar geleden. Dat leidt ook bij ons tot een verschuiving tussen die verschillende distributiekanalen, meer bepaald een toename van het belang van de digitale kanalen. Daar zetten we dan ook volop op in. Het succes van onze mobiele toepassingen is daar een bewijs van. Maar we verwaarlozen ook onze andere kanalen niet en werken bijvoorbeeld volop aan innoverende kantoorconcepten. We zijn trouwens al lang met de digitale transformatie bezig, dat komt niet ineens uit de lucht vallen. We kiezen immers al jaren voor de weg van de geleidelijkheid, in het tempo van de klant en met respect voor onze medewerkers, aandeelhouders en andere stakeholders. Ook dat is duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Thomas Leysen: Het voorbije jaar was op zijn zachtst gezegd een woelig jaar. Daarbij denk ik uiteraard aan de brexit en de verkiezingen in de Verenigde Staten, zaken die hun invloed zullen hebben op de economische en politieke ontwikkelingen in 2017. Voor 2017 verwachten we een voortzetting van de gestage economische groei van 2016. We gaan uit van een verdere stijging van de inflatie, al blijft de toename van de onderliggende kerninflatie waarschijnlijk beperkt. Het soepele monetaire beleid van de ECB zal de Europese overheidsrentes waarschijnlijk laag houden. De verkiezingen in een aantal Europese landen kunnen evenwel voor extra volatiliteit zorgen.
Johan Thijs: We tekenden een akkoord voor een belangrijke overname in Bulgarije, die perfect past binnen onze strategie. Bovendien definieerden we begin 2017 Ierland als kernland. We stelden onze duurzaamheidsstrategie scherp en we zijn volop bezig met de digitale transformatie, om onze klanten nog beter te bedienen. Dat plaatst ons in een uitstekende positie om 2017 vol vertrouwen tegemoet te zien en samen te gaan voor een duurzame toekomst. Daarbij blijven we – in alles wat we doen – de klant centraal stellen.
We wensen u veel genoegen bij het lezen van ons jaarverslag.
Johan Thijs Thomas Leysen Chief Executive Officer voorzitter van de Raad
van Bestuur
Hier beschrijven we hoe we waarde creëren, wat de kenmerken zijn van ons model, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen en welke middelen we daarvoor inzetten. In het deel over onze strategie bespreken we de principes die we hanteren om ons doel te bereiken, namelijk dé referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel, en hij kan daarbij rekenen op de expertise van onze medewerkers. We willen ook bijdragen tot de algemene financiële vorming en nemen diverse initiatieven op dat gebied, waarover verder meer.
Met het geld uit de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden. We wenden dat geld dus productief aan in de samenleving. Als kredietverlener zorgen we er bijvoorbeeld voor dat mensen een huis kunnen bouwen of een auto kopen, en dat bedrijven kunnen worden opgestart of kunnen groeien.
We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Naast kredieten aan particulieren en bedrijven, financieren we ook specifieke sectoren en doelgroepen, zoals de socialprofitsector, infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de
binnenlandse economische ontwikkeling en groeneenergieprojecten.
Uiteindelijk nemen we, doordat we deposito-ontvanger én kredietverlener zijn, risico's over van onze klanten. Die risico's managen we dankzij ons sterk uitgebouwde risico- en kapitaalbeheer.
Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering tegen een correcte prijs aan te bieden en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling, want dat blijft de lakmoesproef van elke schadeverzekering. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.
We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
In al onze kernmarkten dragen we in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid. We beseffen dat we een belangrijke rechtstreekse impact hebben op het leven van onze mensen. We bieden hun een faire vergoeding voor hun werk en dragen zo bij tot de welvaart van de landen waarin we opereren. We bieden hun ook ontplooiingsmogelijkheden en middelen om hun werk-thuisbalans zo evenwichtig mogelijk te maken.
Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het economische en sociale weefsel van die landen. We houden daar rekening mee in onze activiteiten en we nemen diverse initiatieven om lokale gemeenschappen te ondersteunen.
Om onze activiteiten te kunnen uitvoeren, maken we gebruik van verschillende soorten werkmiddelen of kapitalen:
miljard euro beheerd vermogen, 32 miljard euro verzekerings-
reserves • Belastingen en bankentaksen samen 1,1 miljard euro
• …
• …
Jaarverslag KBC 2016 13
We vatten onze bedrijfscultuur en onze waarden samen in het letterwoord PEARL. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Bovendien moedigen we al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In de tekening leggen we uit wat we daarmee bedoelen. We volgen uiteraard op hoe die cultuur bij onze medewerkers ingebed is. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we zelfs een specifieke PEARL-manager aan die regelmatig aan
onze CEO rapporteert. Die PEARL-manager zorgt ervoor dat het topmanagement voeling houdt met de mate waarin PEARL bekend, gedragen en ingebed is in onze groep.
Behalve met onze specifieke cultuur en onze waarden onderscheiden we ons ook van onze concurrenten door enkele bijzondere kenmerken, zoals ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel en onze focus op een aantal specifieke landen. In de tabellen gaan we daar dieper op in.
We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.
We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Bulgarije en Ierland. Daardoor werken we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, vooral om de activiteiten in de kernmarkten te ondersteunen.
In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale particuliere klanten, kmo's en midcaps opbouwen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat betekent dat we onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en diensten en producten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn.
Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2016 samen zo'n 40% van onze aandelen in handen hielden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit en de verdere ontwikkeling van onze groep.
Goed ontwikkelde bankverzekeringsstrategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten
Sterke en fijngemaasde commerciële banken verzekeringsfranchises in België en Tsjechië
Turn-around bewerkstelligd in de divisie Internationale Markten
Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten Solide kapitaalpositie en sterke liquiditeit
Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden
Macroeconomische omgeving gekenmerkt door lage rentes, vergrijzing, meer nervositeit en onzekerheid en geopolitieke uitdagingen
Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, enz.
Concurrentie, nieuwe spelers op de markt, nieuwe technologieën en veranderend klantengedrag
Cybercriminaliteit Imago van de
financiële sector bij het brede publiek
Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Informatie over onze cultuur en waarden vindt u op www.kbc.com > Over ons.
We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten.
In het schema geven we een indicatie van het belang van de verschillende divisies. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO) en de chief risk officer (CRO) van de groep, en de CEO's van de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten.
De belangrijkste onderwerpen die in de Raad van Bestuur in 2016 werden besproken, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In datzelfde hoofdstuk weiden we ook uit over ons vergoedingsbeleid voor het management. We gaan in dat vergoedingsbeleid – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een (begrensde) variabele vergoeding.
* Een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties. We wijzen bovendien een deel van het kapitaal en de opbrengsten toe aan het Groepscenter (zie verder).
| Raad van Bestuur | Leden | 16 |
|---|---|---|
| Mannen/vrouwen | 11/5 | |
| Belangrijkste diploma's2 | economie, rechten, actuariële wetenschappen, management, wiskunde, fiscaliteit, filosofie, enz. |
|
| Nationaliteiten | Belgisch (14), Hongaars (1), Tsjechisch (1) | |
| Onafhankelijke bestuurders |
3 | |
| Aanwezigheden | Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur | |
| Directiecomité | Leden | 6 |
| Mannen/vrouwen | 5/1 | |
| Belangrijkste diploma's2 | rechten, economie, actuariële wetenschappen, wiskunde, internationale betrekkingen |
|
| Nationaliteiten | Belgisch (5), Brits (1) |
1 Wijzigingen na de Algemene Vergadering in mei 2017: zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
2 Op basis van alle diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma).
Uitgebreide informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.
Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).
De wereldeconomie, de financiële markten en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Het betreft dan zaken zoals groei, niveau en volatiliteit van de interestvoeten, inflatie, werkgelegenheid,
bevolkingssamenstelling, faillissementen, gezinsinkomen, liquiditeit van de financiële markten, wisselkoersschommelingen, beschikbaarheid van financiering, beleggers- en consumentenvertrouwen en credit spreads.
De laatste jaren is het risico van een aanhoudend lage rente belangrijk geworden. Dat zorgt voor significante druk op de inkomsten van banken en verzekeraars. Ook de vergrijzing is een uitdaging, onder meer voor onze levensverzekeringsactiviteiten, waar ze kan leiden tot een veranderend productaanbod, door de gewijzigde samenstelling van de verzekerde populatie en omdat ze de vraag naar renteproducten met langere looptijden doet toenemen.
Voor 2016 vermelden we ook specifiek de mogelijke gevolgen van de brexit (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?).
In onze activiteiten hebben we te maken met een sterke concurrentie. Die concurrentie wordt ook beïnvloed door technologische veranderingen en het veranderende gedrag van klanten. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de enorme groei van de online-dienstverlening. Naast de traditionele spelers neemt dus ook de concurrentie toe van internetbanken en van e-commerce in het algemeen. De toenemende concurrentie beïnvloedt klantenverwachtingen, zorgt voor potentiële druk op crosssellingmogelijkheden, verhoogt het belang van digitalisering en noodzaakt een wendbare, snelle organisatie. We willen en moeten mee zijn en ons bedrijfsmodel dus continu challengen met betrekking tot technologische ontwikkelingen en de nieuwe behoeften van een veranderende samenleving.
We berekenen de mogelijke impact van wijzigingen in de belangrijke parameters en schatten de invloed van significante gebeurtenissen zo goed mogelijk in.
Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen is de creatieve input van onze medewerkers bijzonder belangrijk. We doen er alles aan om getalenteerde medewerkers aan te trekken en te stimuleren.
De toenemende regelgeving is een gegeven voor de hele financiële sector. Daarbij gaat het onder meer over gedragsregels om de klant te beschermen tegen oneerlijke of ongepaste praktijken, zoals de Markets in Financial Instruments Directive en Regulation en de Insurance Distribution Directive. Verder is er het nieuwe Europese marktmisbruikregime, dat een uitbreiding van het toepassingsgebied, verfijning van bestaande regels en de invoering van nieuwe regels inzake marktpeilingen (market soundings) met zich meebrengt. De Auditverordening voert bijzondere regels in, onder meer m.b.t. de benoeming en de verplichte rotatie van de commissaris, de beperking van de niet-controlediensten die de commissaris mag verstrekken, en de rol van het auditcomité in dit verband. Op het gebied van solvabiliteit zijn er momenteel vooral aan bankzijde verschillende initiatieven gaande. De voornaamste initiatieven situeren zich op het vlak van de berekeningsmethode voor de risicogewogen activa en de verdere stroomlijning van de wetgeving die ervoor moeten zorgen dat de aandeelhouders en schuldeisers, en niet de overheid, verliezen bij banken opvangen. Aan verzekeringszijde werd de Solvency II-richtlijn omgezet in de Belgische wet op het statuut van en toezicht op (her)verzekeringsondernemingen. Ten slotte zijn er nog de toekomstige nieuwe IFRS-voorschriften, zoals IFRS 17, dat specifiek geldt voor verzekeringsactiviteiten, en vooral IFRS 9, dat onder meer een nieuwe classificatie van financiële instrumenten en nieuwe regels voor waardeverminderingen oplegt.
In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade. We focussen op een optimale bescherming zowel van onze klanten als van onze groep zelf.
We bereiden nota's voor en geven opleidingen voor de business.
We maken onze medewerkers bewust van cyberrisico's, door opleidingen waarbij we aandacht besteden aan zaken zoals phishing, vishing en fraude in het algemeen.
De wereldeconomie in 2016
We kunnen het economische klimaat in 2016 indelen in twee periodes. De eerste jaarhelft werd gekenmerkt door een verslechtering van de sentimentsindicatoren, voornamelijk in de verwerkende nijverheid. Toegenomen zorgen over de opkomende economieën, en meer specifiek de vrees voor een harde landing in China, deden ook de financiële markten kelderen bij de start van het jaar. Een algemene verbetering van het economische groeiklimaat volgde tijdens de tweede jaarhelft. De private consumptie had daarbij een voortrekkersrol. De gevreesde negatieve economische impact van politieke gebeurtenissen bleek uiteindelijk mee te vallen. De financiële markten herstelden snel na de initiële paniekreactie volgend op de beslissing van de Britten om uit de EU te stappen en de Britse economie bleef beter presteren dan verwacht. Ook de verkiezing van de nieuwe president van de VS bleek geen bedreiging voor het heersende economische optimisme. Toch vormen beide gebeurtenissen een risico voor de verdere economische groei.
Meer weten? Meer informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
Ierland
Eind 2016 bereikten we een akkoord inzake de overname van United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease in Bulgarije. We verwachten dat die overname afgerond wordt in het tweede kwartaal van 2017. UBB heeft ruwweg 0,9 miljoen klanten, 190 bankkantoren en een geschat marktaandeel van 8% gebaseerd op activa.
De wereldeconomie in 2016 (vervolg)
De reële economische ontwikkelingen vonden plaats tegen de achtergrond van lage inflatie. De energie- en grondstoffenprijzen bereikten begin 2016 hun dieptepunt. Sindsdien was er een geleidelijke stijging waardoor de opwaartse druk op de inflatie toenam. Toch blijft de onderliggende kerninflatie vooral in de eurozone zwak. De ECB besliste in december dan ook om haar aankoopprogramma te verlengen tot einde 2017, weliswaar in een trager tempo. De Amerikaanse centrale bank koos in 2016 voor een status quo en ging pas eind 2016 over tot een verdere renteverhoging, exact een jaar na de vorige. In die context bleven de overheidsrentes laag. Toch lijkt er het laatste kwartaal een opwaartse trend ingezet te zijn, versneld door de gestegen inflatieverwachtingen anticiperend op een expansief budgettair beleid in de VS.
Als financiële groep doen we een beroep op verschillende werkmiddelen. Dat zijn onze medewerkers en onze kapitaalbasis, maar ook onze merken, onze reputatie, onze innovatiecapaciteit, onze relaties met alle stakeholders, onze bakstenen en elektronische netwerken en onze ICTinfrastructuur.
Ons HR-beleid steunt op onze PEARL-bedrijfscultuur. Onze medewerkers maken dat beleid tastbaar. In al de kernlanden volgen we van nabij hoe die bedrijfscultuur toegepast wordt.
We creëren een stimulerende werkomgeving waarin medewerkers de mogelijkheid krijgen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. Niet alleen door te leren, maar ook door hun ideeën kenbaar te maken en verantwoordelijkheid te nemen. We zien zelfontplooiing als de sleutel tot loopbaanlange inzetbaarheid. Daarom bieden we onze medewerkers een ruim aanbod aan klassieke opleidingen, e-learning, Skype-sessies, coaching op de werkvloer en andere ontwikkelingsmogelijkheden.
Hoewel elke medewerker in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de uitbouw van zijn loopbaan, reikt KBC heel wat ondersteuning aan. Bovendien is er een ruim gamma aan interessante functies en geven we volop kansen om intern van job te veranderen of te groeien in de huidige functie. Tegelijk schenken we bijzondere aandacht aan langere loopbanen. Zo zetten we met Minerva – ons HR-traject voor oudere medewerkers – stappen naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers in België. Op die manier komen we tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden we de mensen voor op langer werken.
We zijn ons ervan bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om bij medewerkers het beste in zichzelf naar boven te laten komen. Daarom hebben we intensieve leiderschapstrajecten op verschillende niveaus. Daarin gaan leidinggevenden aan de slag rond lead yourself, lead your business en lead your people. Ondertussen loopt ook KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma voor senior managers uit de hele KBC-groep, met verschillende sprekers en modules rond bankverzekeren, leiderschap en de klant centraal.
Geografische samenstelling van het personeel (eind 2016)
In onze HR-beleidslijnen, rekruterings- en promotiebeleid en loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Die gelijke behandeling van werknemers hebben we ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die we hebben ondertekend. We willen als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier. Daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol.
We volgen de personeelstevredenheid en -betrokkenheid nauw op en bevragen jaarlijks onze medewerkers via de Group Employee Survey. Met een responsgraad van 85% zitten we in 2016 5% hoger dan voor 2015. Meer dan 30 000 medewerkers namen effectief de tijd om hun mening te delen. Uit de bevraging blijkt dat voor de hele groep de betrokkenheid zich op hetzelfde niveau bevindt als die van de hele financiële sector in Europa. De betrokkenheidsindex steeg in België, Ierland en Slowakije. In Tsjechië, Hongarije en Bulgarije daalde de index beperkt ten opzichte van het vorige jaar. In België en Slowakije overstijgt de index ook de landgebonden benchmark.
| Personeelsbestand van de KBC-groep | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| In aantallen | 38 356 | 38 450 |
| In aantallen vte's | 36 315 | 36 411 |
| In procent (gebaseerd op vte's) | ||
| België | 44% | 44% |
| Centraal- en Oost-Europa | 52% | 52% |
| Rest van de wereld | 4% | 4% |
| Divisie België | 34% | 34% |
| Divisie Tsjechië | 23% | 23% |
| Divisie Internationale Markten | 29% | 30% |
| Groepsfuncties en Groepscenter | 14% | 13% |
| Mannen | 44% | 44% |
| Vrouwen | 56% | 56% |
| Voltijders | 82% | 82% |
| Deeltijders | 18% | 18% |
| Gemiddelde leeftijd (in jaren) | 42 | 42 |
| Gemiddelde anciënniteit (in jaren) | 13 | 13 |
| Aantal dagen afwezigheid door ziekte per vte | 8 | 7 |
U vindt meer informatie over hoe we met onze medewerkers omgaan op www.kbc.com > Werken bij KBC en in ons Duurzaamheidsrapport.
Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2016 bedroeg ons totale eigen vermogen 17,4 miljard euro en het bestond vooral uit het eigenlijke aandelenkapitaal, uitgiftepremies, reserves en bepaalde Additional tier 1-instrumenten. Eind 2016 was ons kapitaal vertegenwoordigd door 418 372 082 aandelen, een kleine toename van 285 024 aandelen tegenover het vorige jaar als gevolg van de gebruikelijke kapitaalverhoging voor het personeel in december.
Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. Een specifieke groep aandeelhouders, bestaande uit MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de vaste aandeelhouders van onze groep. Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep en om
het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de Algemene Vergadering van KBC Groep en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van KBC Groep. De huidige overeenkomst werd aangegaan voor een periode van tien jaar met ingang van 1 december 2014. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen ongeveer 40% van onze aandelen.
Het is onze bedoeling (onder voorbehoud van goedkeuring door die Algemene Vergadering) minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst uit te keren als dividend (dividenden op aandelen en coupons op de AT1-instrumenten samen). Vanaf 2016, en tenzij er zich uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden voordoen, zullen we, als voorschot op het totale dividend, elk jaar in november een interimdividend voor het lopende boekjaar uitkeren van 1 euro per aandeel, en daarnaast een slotdividend na de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering.
| KBC-aandeel | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 418,4 | 418,1 |
| Koersontwikkeling in het boekjaar* | ||
| Hoogste koers (in euro) | 61,3 | 65,3 |
| Laagste koers (in euro) | 39,8 | 44,3 |
| Gemiddelde koers (in euro) | 51,0 | 56,8 |
| Slotkoers (in euro) | 58,8 | 57,7 |
| Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | +2% | +24% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 24,6 | 24,1 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op NYSE Euronext Brussels (bron: Bloomberg) | ||
| Aantal aandelen in miljoenen | 1,02 | 0,86 |
| In miljoenen euro | 51,2 | 48,2 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 38,1 | 34,5 |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.
| Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV, 31 december 2016* | Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het huidige aantal aan delen |
|---|---|---|
| KBC Ancora | 77 516 380 | 18,5% |
| Cera | 11 127 166 | 2,7% |
| MRBB | 47 889 864 | 11,4% |
| Andere vaste aandeelhouders | 31 675 955 | 7,6% |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 168 209 365 | 40,2% |
| Free float | 250 162 717 | 59,8% |
| Totaal | 418 372 082 | 100,0% |
* Het overzicht is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie. Informatie over transparantiemeldingen vindt u in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
(31 december 2015 = 100%, eindeweekgegevens)
Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.
| Langetermijnrating | review | Kortetermijnrating |
|---|---|---|
| A | (Stabiele outlook) | F1 |
| A | (Stabiele outlook) | F1 |
| A1 | (Stabiele outlook) | P-1 |
| Baa1 | (Stabiele outlook) | P-2 |
| A | (Stabiele outlook) | A-1 |
| A- | (Stabiele outlook) | – |
| BBB+ | (Stabiele outlook) | A-2 |
| Outlook/watch/ |
* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Voor KBC Verzekeringen gaat het over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.
Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze belangrijkste landen in 2016.
Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten om maatschappelijk relevant te blijven en te handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving.
U vindt meer informatie over onze aandeelhoudersstructuur in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Meer over onze kredietratings vindt u op www.kbc.com > Investor Relations > Kredietratings.
Onze strategie steunt op vier principes:
We voeren die strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.
Duurzaamheid is verweven in onze strategie. Dat betekent voor ons in eerste instantie dat we in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders en dat we onze verplichtingen kunnen nakomen, niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Onze duurzaamheidsstrategie heeft drie hoekstenen:
Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader
We bereiden ons grondig voor op de toekomst. Veranderend klantengedrag en technologische ontwikkelingen bepalen mee de weg die we inslaan. Onze klanten bepalen zelf wanneer en via welke mogelijke toepassing ze geholpen willen worden. Daarom heeft KBC gekozen voor een omnikanaalstrategie. We willen ervoor zorgen dat alle kanalen en toepassingen interactief en realtime met elkaar verbonden zijn. Zo is KBC er wanneer en waar de klant zijn bank-verzekeraar nodig heeft.
We moeten elke dag het vertrouwen van onze klanten verdienen. We streven ernaar hun complete, toegankelijke en relevante oplossingen aan te bieden tegen een faire prijs en stellen alles in het werk voor een optimale klantervaring. We starten dan ook vanuit hun behoeften, en niet vanuit onze bank- en verzekeringsproducten.
Eigenlijk willen onze klanten vandaag nog altijd hetzelfde als gisteren: een bankier en verzekeraar die ze kunnen vertrouwen en die hun de juiste oplossingen aanreikt. Alleen willen ze dat vandaag via verschillende kanalen en op het moment dat hun het beste uitkomt: mobiel betalen op restaurant, online bankieren thuis, advies inwinnen bij een verzekeringsagent of een beleggingsdeskundige in een kantoor of via een regionaal adviescentrum op afstand. Elke klant maakt zijn eigen keuze, en wij zorgen voor een aangename klantervaring en optimaal gebruiksgemak door onze kantoren, agentschappen, adviescentra en digitale kanalen zoveel mogelijk naadloos met elkaar te laten communiceren. Dat moet ervoor zorgen dat we onze klant overal herkennen en hem niet nogmaals dezelfde gegevens hoeven te vragen. Omdat we een bank en een verzekeraar zijn met een ruim gamma distributiekanalen, kennen we onze klanten bovendien zeer goed. Op die manier verbeteren we ons inzicht in de behoeften en verwachtingen van de klanten en kunnen we hen verrassen met snelle, inventieve voorstellen op hun maat.
Uiteraard vinden klanten het pas goed dat we hun gegevens analyseren als ze ons al vertrouwen. Dat vangen we op door een uitstekend privacybeleid, waarbij de klant de grens bepaalt. Privacy is immers niet alleen een objectief, in wetten vastgelegd begrip, maar ook een erg subjectief gegeven. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen. Een slimme data-analyse gekoppeld aan een goede privacybescherming beschouwen we als dé kans om het vertrouwen van onze klanten te verdiepen.
Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We verzamelen informatie over de ervaringen van onze klanten en verbeteren op basis daarvan onze diensten en producten. We volgen ook onze reputatie nauwlettend op. Verschillende factoren beïnvloeden die reputatie (zie tekening). We berekenen niet alleen onze totaalscore inzake reputatie, maar ook die van de onderliggende elementen en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen zodat die het nodige kunnen doen.
Door doelstellingen voor klantervaring en reputatie te bepalen, willen we ernaar streven dat de tevredenheid van onze klanten toeneemt. Die doelstellingen en resultaten voor klantervaring en reputatie vindt u in de tabel.
* De financiële benchmarks zijn in België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, AXA, Ethias, AG Insurance, Belfius, Baloise; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna, Fio banka, Cˇeská pošta, Unicredit Bank; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest Bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VUB Banka, Tatra banka, Prima banka, Sberbank Slovensko, Unicredit Bank, Allianz; in Ierland: Zurich Ireland, Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB, EBS, Credit Union; in Bulgarije. UniCredit Bulbank, Société Générale Expressbank, Allianz Bank, Central Cooperative Bank, Bulstrad Vienna Insurance, Armeec, Piraeus bank, Allianz Insurance.
De scores slaan op de merken KBC in België, CˇSOB in Tsjechië, CˇSOB in Slowakije, K&H in Hongarije, KBC in Ierland en DZI en CIBANK in Bulgarije.
In de schema's vergelijken we:
Bijvoorbeeld: wanneer de score van een KBC-entiteit in een land significant boven het gemiddelde van de sector ligt, en de vooruitgang tegenover vorig jaar significant lager is dan de gemiddelde vooruitgang van de sector, zetten we die KBC-entiteit in het vak bovenaan links. Significant betekent vanaf 5 procentpunt verschil.
We spelen op een geïntegreerde wijze in op alle bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten en we positioneren ons ook in onze organisatie als geïntegreerde bankverzekeraar. Voor de klant biedt dat geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.
Als geïntegreerde bank-verzekeraar kunnen we de behoefte van onze klant centraal stellen door een geïntegreerd productaanbod aan te bieden en de klanten te adviseren op basis van behoeften die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals gezin, wonen, mobiliteit, enz.
Zoals al vermeld doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service. De optimale kanalenmix wordt lokaal bepaald op basis van de behoeften van de klant en hangt ook af van de maturiteitsgraad van onze bank en verzekeraar in elk land.
We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. De uitrol van het model verschilt van markt tot markt.
In België staan we op dat vlak het verst. Daar treedt ons bankverzekeringsbedrijf al op als één operationele eenheid die zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een belangrijk kenmerk van ons model in België is trouwens de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.
In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we zo snel mogelijk een geïntegreerd distributiemodel creëren dat synergieën mogelijk maakt.
Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we ook verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2016 bij ruwweg zeven op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij acht tot negen op de tien een woningverzekering. Bij Cˇ SOB in Tsjechië namen tussen zes en zeven van de tien klanten die in 2016 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in België heeft ongeveer de helft van de gezinnen die bankieren bij KBC Bank minimaal ook een product van KBC Verzekeringen. Ruwweg
Onze klanten dromen niet van bankproducten of verzekeringen, maar van een huis, een reis, een auto, een eigen zaak. Zaken waarvoor ze geld nodig hebben. En als ze die zaken hebben, willen ze de zekerheid dat hun investering niet verloren gaat. Dan kijken ze uit naar een verzekering. Door ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel kunnen we hun proactief een compleet gamma bank- en verzekeringsproducten aanbieden.
een op vijf van die gezinnen heeft zelfs minimaal drie bankproducten en drie verzekeringsproducten van KBC.
In al onze markten nemen we initiatieven om ons bankverzekeringsmodel nog verder te optimaliseren. Voorbeelden daarvan en uitleg bij onze
KPI Wat Doel en resultaat1 CAGR brutobankverzekeringsinkomsten Samengestelde jaarlijkse groeivoet van: [provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar] + [verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden] + [bij de assetmanager geboekte beheersvergoeding voor tak 23-verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden]
bankverzekeringsprestaties in elk land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste indicator vindt u in de tabel.
| BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Doel GAGR 2013-2017 |
≥ 5% | ≥ 15% | ≥ 10% | ≥ 20% | ≥ 5% | – | ≥ 5% |
| CAGR 2013-2016 |
-0,7% 13,2%2 | 2,6% | 5,6%2 | 8,5% | – | 0,0% |
1 De CAGR van de brutobankverzekeringsinkomsten in 2013-2016 leed onder het lagerenteklimaat, dat een invloed had op de verkoop van levensverzekeringen (vooral in België).
2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.
Met onze vernieuwde duurzaamheidsstrategie willen we duurzaamheid integreren in de strategische beslissingsprocessen en de kernactiviteiten van de hele groep. De duurzaamheidsorganisatiestructuur is nu verankerd op de verschillende niveaus binnen onze groep (Raad van Bestuur, topmanagement, groepsniveau en de verschillende divisies en landen). Dat garandeert dat duurzaamheid zowel de aandacht krijgt van de hoogste beslissingsorganen, als breed geïntegreerd wordt in de activiteiten.
Om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen, bouwen we langetermijnrelaties met onze klanten uit. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar we kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn. We kozen er bijvoorbeeld voor geen doelstelling voor Rendement op Eigen Vermogen (ROE) te definiëren, omdat we niet willen meegezogen worden in het kortetermijndenken waarbij elk kwartaal opnieuw gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke ROE.
Om duurzaamheid te kunnen waarborgen, is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer.
Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten en dat we maar in zeer beperkte mate investeren in projecten buiten die markten.
In onze kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn. We willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria. De eind 2016
aangekondigde overname van United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije past daar perfect in (zie verder in het hoofdstuk Onze divisies). Begin 2017 beslisten we trouwens om duidelijkheid te scheppen over onze aanwezigheid in Ierland: we definieerden Ierland als volwaardig kernland, waar we met een Digital First-strategie volop gaan voor een uitmuntende klantervaring. Kernland betekent ook dat we ernaar streven om minimaal 10% marktaandeel te halen bij de segmenten Retail en Micro-kmo's en dat we, zoals in de andere kernlanden, volop gaan voor bankverzekeren. De verzekeringsproducten zullen we er aanbieden via partnerships en samenwerkingsverbanden.
Duurzaam langetermijndenken betekent bovendien dat we concrete duurzaamheidsinitiatieven nemen in de gemeenschappen waar we actief zijn. Mooie voorbeelden daarvan zijn het Start it-project in België en de Het Gat in de Markt-campagne in Hongarije, waarover meer in het hoofdstuk Onze divisies en in de volgende paragraaf, Onze rol in de samenleving.
We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel en resultaat1 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Samengestelde jaarlijkse groei van totale opbrengsten. De berekening is gebaseerd |
BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | ||
| CAGR totale | op de aangepaste resultaten van 2013, en | Doel CAGR 2013-2017 |
≥ 2% | ≥ 3% | ≥ 3% | ≥ 4% | ≥ 3% | ≥ 25% ≥ 2,25% | |
| opbrengsten | zonder de waardeschommeling van de ALM-derivaten gebruikt voor balansbeheer. |
CAGR 2013-2016 |
-0,3% | 2,5%2 | 3,1% | -0,5%2 | 4,3% | 25,3% | 1,3% |
| [Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | ||
| Kosten | [totale opbrengsten van de bankactiviteiten] | Doel 2017 | ≤ 50% | ≤ 45% | ≤ 58% | ≤ 62% | ≤ 67% | ≤ 50% | ≤ 53% |
| inkomstenratio | Resultaat 2016 | 54% | 45% | 60% | 67% | 61% | 63% | 55% | |
| [Verzekeringstechnische lasten, inclusief | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | ||
| Gecombineerde | interne schaderegelingskosten / verdiende | Doel 2017 | ≤ 94% | ≤ 94% | ≤ 94% | ≤ 96% | ≤ 96% | – | ≤ 94% |
| ratio | verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en gegevens na herverzekering) |
92% | 96% | 89% | 93% | 97% | – | 93% | |
| Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve diensten/producten sneller dan de Innovatie concurrentie', 'Innoveert continu om de |
We willen in elk land een hogere absolute score dan Doel het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan dan het gemiddelde van de sector |
||||||||
| klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de | Innovatie | Ontwikkeling ten opzichte van de peergroep, per land |
|||||||
| verwachtingen van de klant', 'Gebruikt geavanceerde technologieën'. De bevraging wordt uitgevoerd door Ipsos. |
Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
||||||
| Betere prestatie |
KBCI (Ierland) K&H (Hongarije) Cˇ SOB (Slowakije) |
KBC (België) | |||||||
| Prestatie Resultaat 2016 |
Zelfde prestatie |
||||||||
| ten opzichte van de peergroep, per land Minder goede prestatie |
DZI & CIBANK (Bulgarije) Cˇ SOB (Tsjechië) |
||||||||
| Marktaandeel in duurzame | BEL | ||||||||
| beleggingsfondsen | Doel | Marktleiderschap | |||||||
| Positie in duurzame fondsen |
Resultaat 2016 (sept.) |
32% marktaandeel |
1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.
Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Meer informatie over onze financiële prestaties vindt u in het hoofdstuk Ons financieel rapport.
We zijn pas echt duurzaam als we ook het vertrouwen behouden van de samenleving en als bedrijf onze verantwoordelijkheid in die samenleving opnemen. Dat doen we door ons bewust te zijn van de impact van onze activiteiten op de maatschappij en door te beantwoorden aan de noden en verwachtingen van de samenleving, op een evenwichtige, relevante en transparante manier.
Als we het vertrouwen van onze stakeholders willen behouden en doen groeien, is het uiterst belangrijk dat we ons verantwoordelijk gedragen in alles wat we doen. Dat betekent dat het voor KBC-medewerkers niet volstaat alleen maar te voldoen aan de regelgeving, maar dat onze ambitie op dit vlak verder gaat. De basis van verantwoordelijk gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn.
Verantwoord gedrag komt voor een bank-verzekeraar op een nadrukkelijke manier tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding en bewustzijn. We werken aan een intern programma dat onder meer ingaat op professionele integriteit, gepaste adviesverlening aan de klant en omgaan met dilemma's.
We willen met ons duurzaamheidsbeleid verder gaan dan filantropie en sponsoring. Hoewel die aspecten belangrijk blijven, willen we focussen op een aantal maatschappelijke behoeften in domeinen waar een bank-verzekeraar echt het verschil kan maken. Rekening houdend met de context in onze verschillende thuismarkten definieerden we de volgende focusdomeinen voor duurzaamheid: Financiële geletterdheid, Milieubewustzijn, Ondernemerschap en Vergrijzing en gezondheid. In de tabel vindt u daar voorbeelden van.
| Onze focus domeinen |
Wat? | Enkele voorbeelden: |
|---|---|---|
| Financiële geletterdheid |
• Klanten helpen de juiste keuzes te maken door goede en transparante adviesverlening en duidelijke communicatie • Gebruik maken van analyses om het gedrag van de klant te begrijpen en er beter op in te spelen • Verbeteren van de kennis bij het brede publiek van financiële concepten en producten |
• Cˇ SOB Education Programme, het Education Fund en Blue Life Academy in Tsjechië • Promotie van financiële educatie in Hongarije via de nationale wedstrijd K&H Ready, Steady, Money, waarin scholieren worden getest op hun financiële kennis • Initiatieven rond financiële educatie in alle landen, o.a. seminaries, verschillende masterprogramma's, aanbod van digitale leerpakketten en stageprogramma's |
| Milieu - bewustzijn |
• Verkleinen van onze ecologische voetafdruk via uiteenlopende initiatieven en doelstellingen • Ontwikkelen van diensten en producten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu |
• KBC-Renovatiekrediet voor verenigingen van mede eigenaars om meer flexibiliteit te bieden bij de financiering van energiebesparende maatregelen in appartementsgebouwen • Nadruk op digitalisering om het papierverbruik te verminderen • Toetreden van KBC Verzekeringen en KBC Autolease tot een duurzaam reparatienetwerk • Oprichting van KBC Mobility, dat werkt aan duurzame en kwaliteitsvolle mobiliteitsoplossingen in België • Oprichting van een CSR-comité door CIBANK en DZI in Bulgarije, dat workshops voor het personeel organiseert rond verantwoordelijke productverkoop en voorbereidend werk deed voor het verkrijgen van het ISO-14001-milieucertificaat |
| Onze focus domeinen |
Wat? | Enkele voorbeelden: |
|---|---|---|
| Ondernemer schap |
• Door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen, bijdragen tot economische groei |
• Het Gat in de Markt-campagne in Hongarije • Start it @kbc, een belangrijke incubator voor start-ups in België en KBC Match'it, een digitaal platform voor bedrijfsoverdrachten. • Kapitaal voor start-ups via het KBC Start it Fund • Ondersteunen van lokale initiatieven via het Bolero crowdfundingplatform • Klanten aanmoedigen de stap naar e-commerce te zetten via Storesquare, FarmCafe en dergelijke • Realisatie van verschillende Europese programma's ter ondersteuning van micro- en kleine bedrijven en kmo's • Versterking van onze partnership met de Belgische Raiffeisenstichting voor het promoten van microfinanciering en microverzekeren in ontwikkelingslanden |
| Vergrijzing en gezondheid |
• In België en Tsjechië kozen we Vergrijzing als vierde pijler. Dat houdt in dat we ons beleid en ons aanbod van diensten en producten aanpassen aan het feit dat mensen langer leven en dat we positief bijdragen aan de problematiek rond vergrijzing door vanuit onze kernactiviteiten specifieke oplossingen en diensten aan te bieden. • In Bulgarije, Slowakije, Hongarije en Ierland kozen we Gezondheid als vierde pijler. Die kernlanden zullen diensten, producten en projecten ontwikkelen die erop gericht zijn de algemene gezondheid, de gezondheidszorg en de levenskwaliteit te verbeteren. |
• Samenwerking van Cˇ SOB met het Centre of Health Economy aan de faculteit Sociale wetenschappen van de Karelsuniversiteit Praag • Start van Happy@Home, een samenwerking tussen KBC, dienstenleverancier ONS en softwarebedrijf CUBIGO om hulp (huishoudhulp, klusjes en andere diensten) heel toegankelijk te maken • Financiële en materiële hulp aan zieke kinderen met het K&H MediMagic-programma in Hongarije • Lancering van bewustmakingscampagnes in verschillende landen rond sport, gezondheid en welzijn, verkeersveiligheid, kinderbescherming, enz., en ontwikkeling van verzekeringsproducten rond gezondheid en individuele risico's |
We willen ook de mogelijk nadelige impact van onze activiteiten op de samenleving zo veel mogelijk beperken.
We willen bijvoorbeeld bijdragen tot de overgang naar een CO2 -arme economie en we hebben een groepswijd programma opgestart om onze eigen ecologische voetafdruk te verkleinen. We hebben ons ertoe geëngageerd onze eigen emissies van broeikasgassen tegen 2020 te reduceren met minstens 20% ten opzichte van 2015. We hebben ons beleid inzake kredieten aan de energiesector scherper gesteld en we nemen initiatieven inzake bevordering van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, duurzame mobiliteit en circulaire economie. Meer informatie over onze ecologische voetafdruk vindt u op onze website, onder Duurzaam ondernemen.
We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. De recent geactualiseerde en nieuwe KBC-duurzaamheidsregels vindt u in de tabel. De volledige lijst van beleidslijnen en bijkomende kadering vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.
We hebben een uitgebreid aanbod van duurzame beleggingen. Aangezien we in onze bedrijfsstrategie de klant centraal stellen, is het uiteindelijk aan onze klanten om al dan niet voor duurzame beleggingen te kiezen, maar we zien het ook als onze taak om meer de aandacht te vestigen op duurzame beleggingen, bijvoorbeeld door een verbeterde opleiding over duurzaam beleggen voor de relatiebeheerders in de verschillende verkoopnetwerken.
| Blacklist van bedrijven en activiteiten |
Het gaat over bedrijven die te maken hebben met controversiële wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact. Geen enkele entiteit van onze groep mag met die bedrijven zaken doen. |
|---|---|
| Rechten van de mens | We hebben ons beleid inzake mensenrechten aangepast aan de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de principes van de UN Global Compact. |
| Controversiële regimes | We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen. We maken wel een uitzondering voor humanitaire goederen. Op basis van erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden opgenomen in de lijst van controversiële regimes. |
| Energie | We willen bijdragen tot een CO2 -arme samenleving, onder meer door het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in onze totale kredietverlening aan de energiesector ten laatste tegen 2030 op te voeren tot ten minste 50%, te stoppen met het financieren van nieuwe elektriciteitsopwekking op basis van steenkool en van steenkoolontginning (met uitzondering voor lokale elektriciteitsopwekking op basis van steenkool en steenkoolontginning in Tsjechië, weliswaar onder strikte voorwaarden), erg strikte voorwaarden op te leggen bij de financiering van elektriciteitsopwekking uit kernenergie, enz. |
| Activiteiten in verband met wapens |
We zijn erg terughoudend bij het financieren van activiteiten die te maken hebben met wapens, maar de wapenindustrie blijft wel een relevante factor voor de veiligheid. Daarom is bij ons financiering alleen mogelijk aan bedrijven die aan strikte voorwaarden voldoen. |
| Projectfinancieringen | We bieden geen financiering of adviesverlening aan projecten waarbij de klant niet voldoet aan de Equator Principles*. |
| Andere maatschappelijk gevoelige sectoren |
We hebben restricties vastgelegd voor andere maatschappelijk gevoelige sectoren zoals: plantenteelt voor de productie van bedwelmende middelen, gokken, bont, palmolieproductie, mijnbouw, ontbossing, grondverwerving en onvrijwillige verhuizing van inheemse bevolking, en prostitutie. |
* U vindt meer informatie op www.kbc.com, onder Duurzaam Ondernemen.
Of we voldoende focussen op maatschappelijk relevante thema's en of we de verwachtingen van stakeholders inlossen, volgen we ook op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel en resultaat* | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Heeft de entiteit een formeel proces voor | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | |||||||||
| interactie met haar stakeholders? | Doel | Bestaan van formeel stakeholderinteractieproces | |||||||||||||
| Formeel stakeholderproces |
Resultaat 2016 | ok | ok | ok | ok | ok | ok | ||||||||
| Governance | Governance gaat over: 'gedraagt zich ethisch correct', 'is open en transparant', 'gedraagt zich als een bedrijf dat zijn |
We willen in elk land een hogere absolute score dan Doel het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan dan het gemiddelde van de sector |
|||||||||||||
| verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in | Governance | Ontwikkeling | |||||||||||||
| op wat er leeft', 'leeft de wetgeving, | ten opzichte van de peergroep, per land | ||||||||||||||
| reglementen en richtlijnen voor de sector na'. De bevraging wordt uitgevoerd door |
Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
||||||||||||
| Ipsos. | Betere prestatie |
K&H (Hongarije) | |||||||||||||
| Resultaat 2016 |
ten opzichte van de peergroep, per land Prestatie |
Zelfde prestatie |
Cˇ SOB (Slowakije) KBCI (Ierland) |
Cˇ SOB (Tsjechië) | KBC (België) | ||||||||||
| Minder goede prestatie |
DZI & CIBANK (Bulgarije) |
||||||||||||||
| [(Brutodividend x aantal | Doel | ≥ 50% vanaf boekjaar 2016 | |||||||||||||
| Dividend uitkeringsratio |
dividendgerechtigde aandelen) + (coupon op uitstaande AT1-effecten)] / [geconsolideerd nettoresultaat] |
Resultaat 2016 | 50% m.b.t. 2016 |
* De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.
Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan met die algemene risico's verbonden typische risico's voor de sector zoals kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen en operationele risico's. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel.
| 1 | De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's. |
|---|---|
| 2 | De risicofunctie en Compliance, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisicobeveiliging, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie. |
| 3 | Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het Directiecomité, het Auditcomité en het Risico- en Compliancecomité bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem. |
* Meer uitleg bij het Three Lines of Defense-model vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
| Typische risico's voor de sector | Hoe gaan we daarmee om? |
|---|---|
| Kredietrisico Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die partij, of van bepaalde situaties of maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, enz. |
| Marktrisico van tradingactiviteiten Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen van de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, rentegevoeligheid, greeks voor producten met opties, stresstests, enz. |
| Operationeel risico en andere niet-financiële risico's Operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en (ICT-) systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Andere niet-financiële risico's omvatten het reputatierisico, bedrijfsrisico en strategische risico's. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators (KRI), enz. |
| Marktrisico van niet-tradingactiviteiten Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico. Structurele risico's zijn risico's die inherent deel uitmaken van de commerciële activiteit of de langetermijnposities. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Basis-Point-Value (BPV), nominale bedragen, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. |
| Liquiditeitsrisico Risico dat KBC niet in staat is om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. |
| Verzekeringstechnische risico's Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en de omvang van verzekerde schadegevallen. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. |
| Solvabiliteitsrisico Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar niveau valt. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Minimale solvabiliteitsratio's, actief kapitaalmanagement, enz. |
Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| [Common equity tier 1-kapitaal] / [totaal | Doel | ≥10,4% (fully loaded) vanaf 2019, op groepsniveau1 | |||||
| gewogen risicovolume]. De hier getoonde | Resultaat 2016 | 15,8% | |||||
| Common equity ratio |
berekening is fully loaded en gebaseerd op de Deense compromismethode. We verwijzen voor meer uitleg bij de gewijzigde doelstelling naar het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? |
1 Met een bijkomende guidance van 1%. Zie verder in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? |
|||||
| [Totaal reglementair eigen vermogen] / | Doel | ≥ 17% (fully loaded) vanaf 2017, op groepsniveau | |||||
| Totale kapitaalratio |
[totaal gewogen risicovolume]. De hier getoonde berekening is fully loaded en gebaseerd op de Deense compromismethode. |
Resultaat 2016 | 20,0% | ||||
| [Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / | Doel | ≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau | |||||
| Netto stabiele financieringsratio, NSFR |
[vereist bedrag stabiele financiering] | Resultaat 2016 | 125% | ||||
| [Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal | Doel | ≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau | |||||
| Liquiditeits dekkingsratio, LCR |
nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] |
Resultaat 2016 | 139% |
Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?
Om te bouwen aan een duurzame toekomst moeten we in staat zijn om onze activiteiten af te stemmen op de belangen en noden van onze stakeholders. Het is voor ons dus noodzakelijk om te weten te komen wat belangrijk is voor die stakeholders. We hebben in 2016 een externe bevraging uitgevoerd bij het brede publiek in al onze kernlanden en een interne bevraging bij KBC zelf (Raad van Bestuur, Directiecomité en topmanagement).
Op basis van verschillende dialogen met zowel interne al externe stakeholders, met input van marktspecialisten en duurzaamheidsexperts en rekening houdend met globale trends, hebben we een lijst van 27 belangrijke onderwerpen opgesteld. We hebben aan de externe en interne doelgroep gevraagd om die onderwerpen te beoordelen op belangrijkheid. De resultaten van de bevraging vindt u terug in de matrix. Die geeft op de verticale as de belangrijkheid van een onderwerp voor de externe stakeholders en op de horizontale as de belangrijkheid volgens KBC zelf weer.
11 Gebruiksvriendelijkheid van diensten en producten
12 Toegankelijkheid van diensten en producten
18 Financieren en verzekeren van de lokale economie en stimuleren van ondernemerschap
19 Financiële oplossingen met een focus op gezondheid en vergrijzing ontwikkelen en lanceren
Over het algemeen kunnen we stellen dat de scores van de externe stakeholders grotendeels overeenstemmen met die van KBC. Dat is voor ons geruststellend. Het betekent immers dat we focussen op die domeinen die zowel voor de samenleving belangrijk zijn als voor het voortbestaan van onze groep.
We vinden het belangrijk dat we in dit jaarverslag rapporteren over die onderwerpen die zowel intern als extern het belangrijkst gevonden worden (met andere woorden de bovenste rij en de rechterkolom in de matrix). Waar in dit verslag we die onderwerpen bespreken, vindt u in de tabel.
| Belangrijke elementen | Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's |
|---|---|
| Integriteit | • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving • KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving |
| Navolging van wetten en regelgeving |
• Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? • Hoe beheren we ons kapitaal? • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • KPI Governance: Onze Strategie, onder Onze rol in de samenleving • KPI's inzake kapitaal en liquiditeit: hoofdstuk Onze strategie |
| Privacy en gegevensbescherming | • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • Cyberrisico: Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? • Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Financiële prestatie | • Ons Financieel rapport • Onze divisies, onder Hoe dragen de divisies bij tot het groepsresultaat? • Geconsolideerde jaarrekening • Financiële KPI's: Onze strategie |
| Prijs van diensten en producten | • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur • Ons bedrijfsmodel, onder Hoe creëren we waarde? |
| Kwaliteit van diensten en producten |
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring • Nieuwe diensten en producten: Onze divisies • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Gebruiksvriendelijkheid van diensten en producten |
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring • Nieuwe diensten en producten: Onze divisies • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Mensen helpen om verstandige financiële beslissingen te nemen |
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving |
| Belangrijke elementen | Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's |
|---|---|
| Bescherming van de consument | • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur • Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? |
| Verantwoordelijk advies en verkoop |
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Risicobeheer | • Onze strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen • Hoe beheren we onze risico's? |
| Bedrijfsethiek | • PEARL-bedrijfscultuur: Ons bedrijfsmodel, onder Wat maakt ons tot wie we zijn? • Onze strategie onder Onze rol in de samenleving • KPI Reputatie-index: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Langetermijnstrategie | • Onze strategie |
| Innovatieve diensten en producten | • Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? • Nieuwe diensten en producten: Onze divisies • KPI Innovatie: Onze strategie, onder We focussen op duurzame en rendabele groei |
| Transparante communicatie | • Onze strategie onder Onze rol in de samenleving • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur • KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving |
| Financieren en verzekeren van de lokale economie en ondersteunen van ondernemerschap |
• Ons bedrijfsmodel • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving |
| Toegankelijkheid van diensten en producten |
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur |
| Gelijke kansen voor alle medewerkers |
• Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties |
| Loonbeleid | • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Remuneratieverslag over het boekjaar 2016 |
| Onze negatieve impact beperken via duurzame beleidslijnen |
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving |
| Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 4 258 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 6 642 | 7 150 |
| Rentelasten | -2 384 | -2 839 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 628 | 611 |
| Verdiende premies | 1 410 | 1 319 |
| Technische lasten | -782 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)* | -152 | -201 |
| Verdiende premies | 1 577 | 1 301 |
| Technische lasten | -1 728 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -38 | -29 |
| Dividendinkomsten | 77 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
540 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 189 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 450 | 1 678 |
| Provisie-inkomsten | 2 101 | 2 348 |
| Provisielasten | -651 | -670 |
| Overige netto-inkomsten | 258 | 297 |
| Totale opbrengsten | 7 211 | 7 148 |
| Exploitatiekosten | -3 948 | -3 890 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -201 | -747 |
| op leningen en vorderingen | -126 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -55 | -45 |
| op goodwill | 0 | -344 |
| op overige | -20 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 27 | 24 |
| Resultaat vóór belastingen | 3 090 | 2 535 |
| Belastingen | -662 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 2 428 | 2 639 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) |
2 427 | 2 639 |
| Rendement op eigen vermogen | 18% | 22% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 55% | 55% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 93% | 91% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,09% | 0,23% |
* Bevat niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,8 miljard euro premies in 2016, 0,7 miljard euro in 2015).
| Kerncijfers* geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Balanstotaal | 275 200 | 252 356 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 133 231 | 128 223 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 73 262 | 72 623 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 177 730 | 170 109 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 32 310 | 31 919 |
| Risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) | 87 782 | 89 067 |
| Totaal eigen vermogen | 17 357 | 15 811 |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded | 15,8% | 14,9% |
| Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded | 20,0% | 19,0% |
| Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded | 6,1% | 6,3% |
| Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL, zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) | 21,0% | 18,3% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 139% | 127% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | 125% | 121% |
* Definitie van de ratio's: zie Glossarium.
Totstandkoming van het nettoresultaat 2016 (in miljoenen euro)
Onze nettorente-inkomsten bedroegen 4 258 miljoen euro in 2016, slechts 1% lager dan in 2015 ondanks de omgeving van lage rente en de daarmee gerelateerde lage herbeleggingsopbrengsten, de lagere rente-inkomsten van de dealingrooms en een lager bedrag aan vervroegdeterugbetalingsrente (door een lager niveau van herfinancieringen van woningkredieten in België). Die negatieve elementen werden immers grotendeels gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de verlaging van de rente op spaarrekeningen in enkele landen, lagere financieringskosten in het algemeen en hogere rente-inkomsten op leningen door gestegen volumes. Op vergelijkbare basis zagen we onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's; 133 miljard euro) aangroeien met 4% in 2016, met een toename van 4% in divisie België, 9% in divisie Tsjechië en 2% in divisie Internationale Markten (groei in alle landen met uitzondering van Ierland) en een daling bij Groepscenter. Ons totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier,
zonder repo's, 177 miljard euro) steeg met 10% in 2016, met een groei van 13% in divisie België, 9% in divisie Tsjechië en 7% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen, met uitzondering van Ierland) en een daling bij Groepscenter. De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam daardoor uit op 1,92%, 10 basispunten lager dan in 2015. De rentemarge voor 2016 bedroeg 1,80% in België, 2,94% in Tsjechië en 2,55% in de divisie Internationale Markten.
Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 450 miljoen euro in 2016, een daling met 14% ten opzichte van het jaar daarvoor, die zich voor het grootste deel in België situeert en vooral te maken heeft met de gedaalde toetredings- en managementfees van onze vermogensbeheeractiviteiten (verkoop van fondsen e.d., uiteraard vanwege het onzekere beleggingsklimaat) en, in mindere mate, ook met lagere effectengerelateerde commissie-inkomsten.
Eind 2016 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 213 miljard euro. Dat is nog altijd 2% meer dan eind 2015,
door de combinatie van een licht negatief volume-effect (-1%) en een positieve prijs-performance (+3%). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen van eind 2016 heeft betrekking op de divisies België (199 miljard euro) en Tsjechië (9 miljard euro).
Ons verzekeringstechnische resultaat (de verdiende premies min de technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 438 miljoen euro, 15% meer dan in 2015.
De verdiende premies van onze schadeverzekeringen bedroegen 1 410 miljoen euro, 7% meer dan in 2015. De groei in België bedroeg 2% (of 5% uitgezuiverd voor een technisch element), in Tsjechië 8% en in de drie andere Centraal- en Oost-Europese markten samen 17% (vooral dankzij groei in Hongarije). De verzekeringstechnische lasten stegen echter ook, met 10% in 2016. In België waren ze negatief beïnvloed door de aanleg van 16 miljoen euro in verband met de gevolgen van de aanslagen in Brussel en verhoogde claims door de gevolgen van de barre weersomstandigheden (stormen). Op groepsniveau verslechterde de gecombineerde ratio lichtjes van 91% naar 93%.
Onze verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 1 577 miljoen euro in 2016. Daarbij zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 2,1 miljard euro, 18% meer dan in 2015. In onze belangrijkste markt, België, was er zelfs een stijging van 21%, met groei bij zowel de levensverzekeringen met rentegarantie (+24%) als de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (+14%). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie in 2016 iets meer dan 60% van de levensverzekeringspremie-inkomsten uit en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen bijna 40% voor hun rekening. Op 31 december 2016 bedroegen de opgebouwde Levenreserves 26,9 miljard euro voor divisie België, 1,0 miljard euro voor Tsjechië en 0,6 miljard euro voor de drie andere Centraal- en Oost-Europese kernmarkten samen.
Ons nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening, of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat, bedroeg 540 miljoen euro. Dat is 326 miljoen euro meer dan in 2015, deels een gevolg van de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. in dat jaar, met een invloed van -156 miljoen euro. Zonder dat element was er nog een stijging van 170 miljoen euro, vooral dankzij hogere dealingroomresultaten en de positieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen (MVA, CVA, FVA). De andere inkomsten (dividenden, gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van effecten en overige netto-inkomsten) bedroegen samen 524 miljoen euro, tegenover 562 miljoen euro in 2015. Ze bevatten in 2016 onder meer de meerwaarde op de verkoop van Visa Europe-aandelen in het tweede kwartaal van 2016 (99 miljoen euro vóór belastingen).
Onze kosten bedroegen 3 948 miljoen euro in 2016, een beperkte stijging van 1% ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder iets hogere speciale bankentaksen (in totaal 437 miljoen euro, tegenover 417 miljoen euro in 2015), hogere ICT-uitgaven en, in mindere mate, hogere kosten in verband met marketing, personeel (inclusief een eenmalige kost van 33 miljoen euro voor een vrijwillig vervroegde uitdiensttreding), enigszins gecompenseerd door lagere facilitaire kosten en afschrijvingen.
De verhouding kosten tot inkomsten van onze bankactiviteiten bedroeg daardoor 55%, hetzelfde niveau als in 2015. Een aantal niet-operationele en uitzonderlijke elementen beïnvloedden die ratio (bijvoorbeeld de marked-tomarketwaarderingen voor ALM-derivaten, de invloed van de vereffening van KBC Financial Holding Inc. in 2015, enz. – meer uitleg in het Glossarium, achteraan in dit jaarverslag). Zonder die specifieke elementen bedroeg de kosteninkomstenratio 57%, tegenover 55% in 2015. Voor divisie België bedroeg de ratio 54% (55% zonder specifieke elementen), voor divisie Tsjechië 45% (46% zonder specifieke elementen) en voor divisie Internationale Markten 64% (66% zonder specifieke elementen).
De totale waardeverminderingen in 2016 bedroegen 201 miljoen euro. Daarvan waren de waardeverminderingen op leningen en voorschotten goed voor 126 miljoen euro, tegenover 323 miljoen euro in 2015. Die verbetering is voor het grootste deel toe te schrijven aan de verbeterde toestand in Ierland, waar er in 2016 zelfs een netto-terugname van waardeverminderingen was van 45 miljoen euro (tegenover
een netto-aanleg van 48 miljoen euro in 2015), en aan België (van 177 miljoen euro naar 113 miljoen euro). Per saldo verbeterde onze kredietkostenratio daardoor verder van een al lage 23 basispunten in 2015 naar een onhoudbaar lage 9 basispunten in 2016. Per divisie was dat 12 basispunten voor België, 11 basispunten in Tsjechië en -16 basispunten in Internationale Markten (Ierland: -33 basispunten; Slowakije: 24 basispunten; Hongarije: -33 basispunten; Bulgarije: 32 basispunten). Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname, met bijgevolg een positieve invloed op het resultaat.
Op 31 december 2016 vertegenwoordigden de impaired kredieten (zie ook Glossarium) 7,2% van onze kredietportefeuille, een verbetering tegenover de 8,6% in 2015. Dat was 3,3% in België, 2,8% in Tsjechië en 25,4% in Internationale Markten (dat relatief hoge cijfer heeft vooral met Ierland te maken, met een ratio van 43% als gevolg van de immobiliëncrisis in de voorbije jaren). Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 3,9%, tegenover 4,8% in 2015. De totale impaired kredieten waren eind 2016 voor 46% gedekt door de opgebouwde specifieke waardeverminderingen. We geven meer informatie over de samenstelling van de
kredietportefeuille in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
De andere waardeverminderingen bedroegen in 2016 samen 75 miljoen euro en hadden vooral betrekking op voor verkoop beschikbare effecten (55 miljoen euro). In 2015 bedroegen de andere waardeverminderingen 423 miljoen euro, en betrof het vooral waardeverminderingen op goodwill met betrekking tot enkele groepsmaatschappijen (344 miljoen euro).
Onze belastingen bedroegen 662 miljoen euro in 2016. Het jaar voordien leverden ze een positieve bijdrage van 104 miljoen euro dankzij de invloed (921 miljoen euro) van een uitgestelde belastingvordering met betrekking tot de liquidatie van een groepsmaatschappij (KBC Financial Holding Inc.). Naast die belastingen betaalden we ook nog de speciale bankentaksen (437 miljoen euro in 2016, inbegrepen bij de post Exploitatiekosten).
Ons nettoresultaat in 2016 is als volgt verdeeld: België 1 432 miljoen euro (daling met 132 miljoen euro tegenover 2015, waarbij lagere nettorente- en nettocommissie-inkomsten, lagere gerealiseerde meerwaarden op effecten en hogere bankentaksen slechts gedeeltelijk konden worden gecompenseerd door lagere kredietverliezen, een hoger technisch verzekeringsresultaat en hogere trading- en fair value-inkomsten), Tsjechië 596 miljoen euro (stijging met 54 miljoen euro, onder meer door hogere trading- en fair value-inkomsten en gerealiseerde meerwaarden op effecten, iets lagere kosten en waardeverminderingen), Internationale Markten 428 miljoen euro (verbetering met 183 miljoen euro, vooral door lagere kredietvoorzieningen en hogere nettorenteinkomsten in Ierland) en Groepscenter -29 miljoen euro (verslechtering met 316 miljoen euro, door twee belangrijke elementen in 2015 (boeking van de uitgestelde belastingvordering met betrekking tot KBC Financial Holding Inc. en waardeverminderingen op goodwill voor enkele groepsmaatschappijen).
Een meer gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in het betreffende hoofdstuk van dit verslag.
Eind 2016 bedroeg ons geconsolideerde balanstotaal 275 miljard euro, 9% meer dan eind 2015. De risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) daalden echter met 1% tot 88 miljard euro, waarbij de gestegen volumes ruimschoots werden goedgemaakt door de effecten van modelwijzigingen, een betere gemiddelde kredietkwaliteit, lagere risicogewogen activa voor uitgestelde belastingvorderingen en lagere marktrisico's, en enkele andere elementen. In het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? vindt u daarover meer informatie.
De kernactiviteit van ons bankbedrijf is deposito's aantrekken en daarmee kredieten verstrekken. Dat verklaart uiteraard het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 133 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2016. Op vergelijkbare basis stegen die leningen en voorschotten aan klanten met 4% voor de hele groep, met een groei van 4% in divisie België, 9% groei in divisie Tsjechië, en 2% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen, met uitzondering van Ierland, waar de afbouw van de bedrijfskredieten en impaired woningkredieten per saldo hoger blijft dan de nieuwe productie van woningkredieten). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 59 miljard euro en de woningkredieten met 57 miljard euro. Die laatste groeiden in 2016 aan met 4%, vooral dankzij Tsjechië, Slowakije en België.
Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 10%, tot 177 miljard euro. De deposito's groeiden in divisie België aan met 13%, in divisie Tsjechië met 9% en in divisie Internationale Markten met 7% (met stijgingen in alle landen, uitgezonderd Ierland, waar meer een beroep werd gedaan op TLTROfinanciering binnen de groep). De voornaamste depositoproducten op groepsniveau (cijfers inclusief repo's) blijven de termijndeposito's met 22 miljard euro, de zichtdeposito's met 63 miljard euro en de spaarrekeningen met 53 miljard euro (dat laatste is een groei van 6% in vergelijking met eind 2015, onder meer door het parkeren van fondsen uit vervallen termijndeposito's, in het licht van het volatiele beleggingsklimaat).
We houden ook een portefeuille met waardepapier aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de verzekeringen, vooral Leven). Eind 2016 bedroeg die effectenportefeuille ruwweg 73 miljard euro. Daarvan is ca. 30% gerelateerd aan de verzekeringsactiviteiten en ca. 70% aan de bankactiviteiten. De totale effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Die laatste stegen in 2016 met bijna 1 miljard euro. Eind 2016 had iets meer dan drie vierde van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Spanje, Slowakije, Hongarije en Italië. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (17 miljard euro, 28% stijging jaar-op-jaar onder meer door hogere reverse repo's), Derivaten (9 miljard euro positieve marktwaarde, voornamelijk rentecontracten, nagenoeg ongewijzigd jaar-op-jaar), de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (14 miljard euro, 3% stijging jaar-op-jaar) en geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (20 miljard euro, 13 miljard euro meer dan eind 2015, door het plaatsen van excessliquiditeit bij de centrale bank).
Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de Technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 32 miljard euro, ruwweg status quo jaar-op-jaar), Derivaten (9 miljard euro negatieve marktwaarde, hoofdzakelijk rentecontracten, 7% daling jaar-op-jaar) en de Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen (32 miljard euro, 13 miljard euro meer jaar-op-jaar, vooral gerelateerd aan repo's en TLTRO II-financiering).
Op 31 december 2016 bedroeg ons totale eigen vermogen 17,4 miljard euro. Dat bestond uit 16,0 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2016 met 1,5 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de opname van de jaarwinst (+2,4 miljard euro), de uitkering van een interimdividend in november 2016 (-0,4 miljard euro, als voorschot op het totale dividend voor 2016), wijzigingen van de cashflowreserves (-0,2 miljard euro), wijzigingen in de toegezegdpensioenregelingen (-0,2 miljard euro) en enkele kleinere elementen.
Onze solvabiliteit bleef bijgevolg sterk, met een common equity ratio van 15,8% (fully loaded), volgens de Deense compromismethode. Volgens de FICOD-methode was dat 14,5% (fully loaded). Onze leverage ratio bedroeg een uitstekende 6,1%. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 139% en een NSFR-ratio van 125% eind 2016.
We bouwden onze groep op rond drie divisies: België, Tsjechië en de divisie Internationale Markten. Die laatste omvat de andere landen in Centraal- en Oost-Europa waar we actief zijn (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en Ierland.
KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities.
De CˇSOB-groep (onder de merknamen CˇSOB Bank, Era, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka, CˇMSS en Patria), de verzekeraar CˇSOB Pojišt'ovna en CˇSOB Asset Management.
CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇ a in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije, CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, en KBC Bank Ireland in Ierland.
Eind 2016 kondigden we de overname aan van United Bulgarian Bank in Bulgarije (afronding verwacht in tweede kwartaal van 2017).
Het gematigde economische herstel dat in het voorjaar van 2013 aanvatte, hield ook in 2016 aan. Net als in 2015 was de reële bbp-groei doorheen het jaar volatiel. Na een zwak eerste kwartaal volgde een sterk tweede. Het derde kwartaal stelde opnieuw teleur, maar naar het jaareinde toe werd het conjunctuurbeeld alweer rooskleuriger. Die wisselvalligheid toont aan dat het herstel het moeilijk bleef hebben om aan kracht te winnen. Per saldo kwam de reële bbp-groei in 2016 uit op 1,2%. Het was het tweede jaar op rij dat België inzake economische groei lager scoorde dan de eurozone als geheel. Zoals in 2015 kwam dat onder meer doordat enkele voormalige probleemlanden in de eurozone, in het bijzonder Spanje en Ierland, aan een groeispurt bezig waren.
De verdere herleving van de Belgische conjunctuur in 2016 werd gedragen door de binnenlandse vraag en de nettouitvoer. Wijzigingen in de voorraadvorming trokken de groei wel fel naar beneden. De uitvoer bleef het gunstige effect ondervinden van de verbeterde concurrentiekracht van de Belgische bedrijven. In het binnenland werd de consumptie van de gezinnen ondersteund door de aangehouden verbetering van de arbeidsmarkt. Doorheen het jaar werden zo'n 50 000 nieuwe banen gecreëerd. Het verdere herstel van de investeringen bleef erg gematigd. Dat belette niet dat de uitstaande bedrijfskredieten bij banken tegen een stevig tempo toenamen. Ook de woningkredieten bleven fors groeien, met dank aan onder meer de lage rente en de verbeterende arbeidsmarkt.
De inflatie bereikte in juli een piek van 2,3% en nam daarna af tot 2% in december. De kentering in de inflatie na de zomer is vooral te verklaren doordat het effect van de btw-verhoging op elektriciteit en de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs, beide in het najaar van 2015, was uitgewerkt. De rentespread van de Belgische 10-jaarse OLO met de overeenstemmende Duitse Bund klom naar het jaareinde toe kortstondig boven 50 basispunten. De reden was de toegenomen onzekerheid in de eurozone in de aanloop naar het referendum in Italië over politieke hervormingen. Onzekerheden en risico's lokten het spaargeld vooral naar bankdeposito's, ondanks de extreem lage rente. Na de remonte in 2015 taande de belangstelling voor beleggingsfondsen enigszins in 2016.
We verwachten dat de reële bbp-groei in 2017 zal uitkomen op 1,3%. Daarbij voegen zich enkele onzekerheden die de economische activiteit in België voor de komende jaren
kunnen hypothekeren. Dat zijn de brexit, de verwachte beleidsverandering na de presidentsverkiezingen in de VS en de verdere gezondmaking van de Belgische overheidsfinanciën. De doorgevoerde sociaal-economische hervormingen zullen anderzijds de groei ondersteunen.
Met 2,4% lag de reële bbp-groei in Tsjechië nog altijd ruim hoger dan die voor de gehele EU-28 (1,9%), maar bedroeg hij wel nog maar iets meer dan de helft van die van 2015. De economische groeiverzwakking was grotendeels te wijten aan het wegvallen van de positieve impuls van de Europese cohesiefondsen. In 2015 hadden die de overheidsinvesteringen een forse duw in de rug gegeven. De zwakkere investeringen in 2016 verlaagden de invoergroei, waardoor de netto-uitvoer een sterke groeibijdrage leverde. De groei van de gezinsconsumptie viel in beperkte mate terug en werd nog altijd ondersteund door reële loonstijgingen en banencreatie. In de kredietverlening kwam die groeivertraging niet tot uiting. De groei van het bedrijfskrediet fluctueerde op een stevig niveau, terwijl de groei van de woningkredieten nog lichtjes versnelde. Ook de depositovorming trok verder aan.
De aanhoudend relatief gunstige conjunctuur ging gepaard met een verdere daling van de werkloosheidsgraad. Eind 2016 bedroeg die nog maar 3,5% van de beroepsbevolking, komende van een piek van 7,7% begin 2010. De inflatie bleef laag, maar liep naar het jaareinde toe niettemin op richting 1%. Het monetaire beleid bleef expansief teneinde de inflatie naar de doelstelling van 2% te doen terugkeren.
We verwachten dat de Tsjechische reële bbp-groei in 2017 nog wat verder zal verzwakken tot ongeveer 2,3%. Onderliggend blijft de binnenlandse vraag gezond. Vanwege een wat geringere werkgelegenheidsgroei zal de gezinsconsumptie wel iets minder tot de groei bijdragen.
Net als in Tsjechië had de investeringsgroei ook in de meeste andere Centraal-Europese landen in 2016 te lijden onder het tijdelijk wegvallen van financiering in het kader van het EU-cohesiebeleid. In Slowakije en Bulgarije bleef de daardoor veroorzaakte terugval in de reële bbp-groei beperkt. De economische groei lag er in 2016 met 3,3% in beide landen nog altijd ruim boven die in de gehele EU-28. De Hongaarse groei bleef daar met 2,0% maar net boven, te wijten aan de relatief zwaar negatieve investeringsgroei. De groei van de binnenlandse vraag bleef er niettemin positief dankzij de
robuuste gezinsconsumptie, die op haar beurt werd ondersteund door de sterke toename van de lonen en de werkgelegenheid.
Ook in Slowakije en Bulgarije bleef de consumptievraag erg dynamisch, eveneens toe te schrijven aan loongroei en banencreatie. Hoewel de bbp-groei in 2016 voornamelijk te danken was aan de binnenlandse vraag, droeg in de drie Centraal-Europese landen ook de netto-uitvoer ertoe bij. De werkloosheidsgraad lag eind 2016 respectievelijk 6,1 (Slowakije), 7,0 (Hongarije) en 6,2 (Bulgarije) procentpunten onder de piek die was bereikt tijdens de voorbije financieeleconomische crisis. In de gehele EU-28 was dat maar 2,8 procentpunten onder de piek.
De inflatie bleef in de drie landen in 2016 grotendeels negatief (Slowakije en Bulgarije) of rond 0% (Hongarije). Naar het jaareinde toe nam de inflatie evenwel overal toe door een geringere jaar-op-jaardaling van de brandstofprijzen. In Hongarije steeg de inflatie eind 2016 zelfs tot rond 1%. Met een inflatie nog altijd ver verwijderd van de 3%-doelstelling, bleef het monetaire beleid in Hongarije in 2016 expansief. Zo werd onder meer de beleidsrente verder verlaagd.
Enkel in Slowakije was er sprake van een stevige kredietgroei, in het bijzonder bij de woningkredieten. Een nieuwe wettelijke beperking van de wederbeleggingsvergoeding bij de herfinanciering van woningkredieten gaf de herfinancieringen een krachtige impuls en deed de commerciële marges krimpen. In Bulgarije stagneerden de uitstaande bedrijfskredieten en was er bij de kredieten aan gezinnen
sprake van een licht herstel. In Hongarije duurde de afbouw voort. De deposito's groeiden in de drie landen tegen een bevredigend tempo van 6 à 7%.
We verwachten dat de reële bbp-groei in Slowakije en Bulgarije in 2017 nog wat verder zal vertragen, tot respectievelijk 3,0% en 3,2%. Hongarije zal het meest profiteren van de geleidelijke terugkeer van de EUcohesiefondsen en zal zijn groei in 2017 daardoor opnieuw zien versnellen tot naar raming 3,4%.
Hoewel de bbp-groei vertraagde, behoorde Ierland met 4,0% ook in 2016 tot de landen met de sterkste economische groei binnen de EU-28. De groei van de binnenlandse vraag trok opnieuw sterk aan. Door de stevige invoergroei bleef de groeibijdrage van de netto-uitvoer negatief. De economische groei ondersteunde een matige expansie van de deposito's, maar de uitstaande kredieten van gezinnen en bedrijven bij de binnenlandse banken nam nog steeds af, zij het trager dan de vorige jaren. De Ierse inflatie lag in 2016 nagenoeg voortdurend onder nul. De sterke economische groei zorgde ervoor dat de Ierse overheidsschuld verder daalde tot 75% van het bbp, of zo'n 45 procentpunten lager dan de piek tijdens de financiële crisis. In 2017 zal de economische groei in Ierland weliswaar verder vertragen, maar met naar raming 3% nog altijd dubbel zo hoog liggen dan in de eurozone als geheel.
We zijn voor alle landen uitgegaan van prognoses van begin 2017. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.
| Marktpositie in 20161 | België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije2 | Ierland |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Belangrijkste merken | KBC CBC KBC Brussels |
CˇSOB | CˇSOB | K&H | CIBANK DZI |
KBC Bank Ireland |
| Netwerk | 716 bankkantoren |
287 bankkantoren3 |
125 bankkantoren |
207 bankkantoren |
96 bankkantoren |
15 bankkantoren |
| 427 verzekerings agentschappen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via partnerships |
|
| Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
|
| Klanten (miljoenen, schatting) | 3,5 | 4,0 | 0,5 | 1,7 | 0,6 | 0,2 |
| Kredietportefeuille (miljarden euro) | 95,6 | 21,9 | 6,8 | 4,6 | 0,9 | 13,1 |
| Deposito's en schuldpapier (miljarden euro) |
125,1 | 26,2 | 5,7 | 6,8 | 0,8 | 5,0 |
| Marktaandelen - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen - schadeverzekeringen |
21% 33% 13% 9% |
20% 23% 7% 7% |
11% 7% 4% 3% |
10% 15% 4% 6% |
3% – 11% 10% |
7%4 – – – |
| Voornaamste activiteiten en doelgroepen |
finance. In Bulgarije boden we voorlopig nog geen assetmanagementproducten aan. |
In bijna al onze landen bieden we een brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings- en andere financiële producten aan. Daarbij ligt de focus op privépersonen, kmo's en vermogende klanten. De dienstverlening aan bedrijven omvat bovendien nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate |
||||
| Macro-economische indicatoren voor 20165 |
||||||
| - Groei van het bbp (reëel) - Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de |
1,2% | 2,4% | 3,3% | 2,0% | 3,3% | 4,0% |
| consumptieprijzen) - Werkloosheidsgraad (% v/d beroepsbevolking, jaareinde, |
2,0% | 0,6% | -0,5% | 0,5% | -1,3% | -0,1% |
| Eurostat-definitie) - Financieringssaldo overheid |
7,6% | 3,5% | 8,8% | 4,5% | 7,1% | 7,1% |
| (% v/h bbp) - Overheidsschuld (% v/h bbp) |
-2,9% 106,8% |
0,3% 37,8% |
-2,2% 52,1% |
-1,8% 73,5% |
-0,4% 29,0% |
-0,9% 75,1% |
1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen hielden we rekening met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende maatschappijen van de groep in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen is het marktaandeel in levensverzekeringen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. In het aantal bankkantoren zijn de automatenkantoren niet meegerekend. Tot divisie België behoort ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC (10 kantoren; totale kredietportefeuille circa 6 miljard euro). In Tsjechië werkt de groep via verschillende merken waaronder CˇSOB, Era, PSB, CˇMSS en Hypotecˇní banka. Marktaandelen zijn in de meeste gevallen gebaseerd op gegevens van eind september 2016.
2 Eind 2016 kondigden we de overname aan van United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease in Bulgarije (afronding verwacht in het tweede kwartaal van 2017). Het geschatte marktaandeel van UBB bedraagt 8% (gebaseerd op activa) en de bank heeft ruwweg 0,9 miljoen klanten en 190 bankkantoren. UBB noch Interlease zijn inbegrepen in de in de tabel vermelde gegevens. 3 CˇSOB Bank en Era.
4 Retailsegment.
5 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin 2017.
Met Start it @kbc willen we, samen met een aantal partners, startende ondernemingen helpen bij verschillende
A NETWORK OF PEOPLE LIVING THE STARTUP DREAM aspecten van het ondernemerschap. Vandaag heeft Start it @kbc vestigingen in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Leuven en Kortrijk. Start it @kbc is met bijna 450 start-ups de grootste start-upcommunity in België. Dankzij de talrijke partners kunnen de start-ups in de community rekenen op een uitgebreide expertise en een ruim netwerk, internationale contacten, huisvesting, mentorship en de meest volledige Start-up Academy in België.
We bekijken voortdurend hoe we nieuwe technologieën kunnen aanwenden om onze klanten nog beter te bedienen. Voorbeelden daarvan zijn de nieuwe mogelijkheden die we creëerden in KBC Touch, zoals een overzicht en details van verzekeringspolissen klant centraal bankverzekeren
verkrijgen, online bepaalde soorten leningen afsluiten, een medische vragenlijst invullen voor schuldsaldoverzekeringen, rechtstreeks afspraken maken met een adviseur, enz. We lanceerden bovendien ook KBC Touch voor ondernemers, KBC Touch voor blinden en slechtzienden en KBC Sign, en bouwden verder aan KBC Mobile en KBC Invest. Dat laatste is een app om beleggingsportefeuilles en spaarplannen op te volgen. Met de app KBC Assist maken we het mogelijk een ongeval of schadegeval aan de auto of woning digitaal aan te geven. In totaal gebruiken al ongeveer 1,3 miljoen klanten onze digitale systemen.
Samen met onder meer IT-specialist Cegeka testten we als eerste in de markt met succes Digital Trade Chain uit, een blockchainoplossing waarmee kmo's op een veilige manier internationale handelsverrichtingen kunnen doen. We investeren samen met ING en Belfius in de betaaloplossing Payconiq met het geïntegreerde klantengetrouwheidsprogramma joyn, dat betalingen zonder betaalkaart of cash mogelijk maakt. Speciaal voor jongeren lanceerden we KBC K'Ching, een gratis smartphone-app waarmee ze financiële verrichtingen kunnen uitvoeren. KBC K'Ching combineert dat met een funfactor en een aantrekkelijk, fris design.
We ontwikkelden het aparte merk KBC Brussels, met een grootstedelijk, innovatief imago en een aangepast netwerk. KBC Brussels beschikt over een eigen managementteam dat opereert vanuit de Europese wijk in Brussel. We bouwen verder
aan de naambekendheid via promotiecampagnes en verschillende lokale evenementen in Brussel. We gaan verder met onze groeistrategie in Wallonië. We openden er drie nieuwe bankkantoren en zullen er nog eens drie openen in 2017. We beslisten elf bestaande bankkantoren naar betere locaties te verhuizen en startten de werken aan het nieuwe hoofdkantoor in Namen.
Ons bankverzekeringsconcept bleef succesvol: eind 2016 had de helft van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank minstens een product van KBC Verzekeringen; ruwweg een vijfde van de gezinnen had zelfs minstens drie
bankproducten én drie verzekeringsproducten van KBC. Nog een voorbeeld: tussen acht en negen op de tien KBC Bankklanten met een woningkrediet nam ook een KBC-Woningpolis.
Dankzij onze omnikanaalaanpak kunnen we onze klanten oplossingen aanreiken wanneer de klant dat wil en hem een unieke bankverzekeringservaring bieden. De klant kan niet alleen terecht bij onze medewerkers in de bankkantoren en verzekeringsagentschappen – we blijven investeren in nieuwe kantoorconcepten die maximaal inspelen op een omnikanaalbeleving – maar ook telefonisch en via (video)chat bij onze adviseurs in de regionale adviescentra. Daarnaast zijn er ook nog onze talrijke digitale toepassingen.
Onze bredere rol in de maatschappij maken we concreet met initiatieven rond ondernemerschap, milieubewustzijn, financiële geletterdheid en de vergrijzingsproblematiek. Mooie initiatieven rond ondernemerschap zijn de verdere
uitbreiding van Start it @kbc (zie kader) en FarmCafe, het platform dat ondernemers uit de land- en tuinbouwsector inspiratie geeft om verder te groeien. Inzake milieubewustzijn vermelden we graag ons renovatiekrediet voor verenigingen van mede-eigenaars, om duurzame en energie-efficiënte verbeteringen aan appartementsgebouwen gemakkelijker te maken. Een ander mooi initiatief is het pilootproject rond Happy@Home. Dat is een samenwerking tussen KBC, dienstenleverancier ONS en softwarebedrijf CUBIGO om hulp (huishoudhulp, klusjes en andere diensten) heel toegankelijk te maken. KBC Securities lanceerde in het najaar KBC Match'it, een digitaal platform waar kandidaat-kopers en bedrijven op zoek naar een overnemer elkaar kunnen vinden. We zijn de eerste financiële instelling in Europa die zo'n platform aanbiedt.
Daarnaast hebben we oog voor de andere uitdagingen van de hedendaagse maatschappij. We nemen actief deel aan het mobiliteitsdebat. Zo zetten we het KBC Mobility-programma op, waarin KBC Verzekeringen, KBC Autolease en VAB hun krachten bundelen om de referentie te worden inzake duurzame en kwalitatieve mobiliteitsoplossingen in België. In dat verband lanceerden we alvast de app DriveSafe, waarmee we beginnende chauffeurs veiliger op weg zetten.
Met onze app CˇSOB NaNákupy (CˇSOB ForShopping) lanceerden we als eerste op de Tsjechische markt mobiel betalen via NFC (Near Field Communication). Die service werd positief onthaald door het publiek en van Visa en MasterCard kreeg hij de bekroning Czech Issuing Innovation 2016, een opsteker voor ons innovatieve imago. De app is een universele shoppingtool. In 2017 zal hij de volgende functionaliteiten hebben: e-commercebetalingen, smartcardbeheer, virtualiseren van getrouwheidskaarten, delen van boodschappenlijstjes, enz.
We lanceerden opnieuw verschillende nieuwe producten en diensten, die inspelen op de veranderende behoeften van onze klanten. In juni 2016 kondigden we bijvoorbeeld aan dat de klanten van Cˇ SOB en Era Poštovní sporˇitelna (Postal Savings klant centraal bankverzekeren
Bank) hun aankopen zouden kunnen betalen met hun smartphone, dankzij de nieuwe app Cˇ SOB NaNákupy. We lanceerden ook een nieuw en innovatief beleggersportaal, investice.csob.cz. Bij de niet-financiële diensten vermelden we het getrouwheidsprogramma Sveˇt odmeˇn. We breidden ook contactloze betaalmogelijkheden gevoelig uit aan de geldautomaten en we verhoogden het gebruiksgemak van onze klanten door in al onze kantoren digitale ondertekeningsmogelijkheden aan te bieden voor de meeste documenten. Onze verzekeraar Cˇ SOB Pojišt'ovna lanceerde bovendien een unieke onlinerisicoverzekering. We werkten aan de vereenvoudiging van ons bedrijfsmodel, met initiatieven inzake governance, organisatie van ons netwerk en verschillende proces- en productvereenvoudigingen, waaronder een sterk vereenvoudigde website. Om de klantervaring nog beter te begrijpen en te verbeteren, gebruiken we, naast traditionele klanttevredenheidsonderzoeken, nu ook Customer Journey Mapping, waarbij in samenwerking met klanten alle stappen, van de eerste gedachte aan een financiële dienst, over aankoop en gebruik tot zelfs de verbreking van een contract, worden onderzocht.
We realiseerden een behoorlijke groei in de domeinen waarin we willen groeien, zoals consumentenkredieten (+19% in 2016, onder meer dankzij succesvolle marketingcampagnes en de lancering van nieuwe producten). Maar ook in gebieden
waar we traditioneel al sterk stonden gaan we vooruit: zo steeg het volume aan woningkredieten met niet minder dan 12% in 2016. Globaal steeg onze kredietverlening met 9% in 2016 en plaatsten klanten ook 9% meer deposito's bij onze groep.
We namen nieuwe initiatieven inzake bankverzekeren, waaronder het verder uitbreiden van het aantal verzekeringsspecialisten in het bankkantorennetwerk (een verdrievoudiging sinds 2014), en de lancering van nieuwe producten zoals een
reisverzekering gelinkt aan een betaalkaart. Na een stijging met 18% in 2015 namen onze bruto bank-verzekeringsopbrengsten opnieuw toe met 12% in 2016. In 2016 namen ongeveer twee derde van de klanten van Cˇ SOB die in 2016 een hypothecaire lening aangingen bij de bank, ook een woningverzekering van de groep. Ongeveer de helft van de klanten die in 2016 een hypothecaire lening aangingen bij de bank, nam ook een levensverzekering van de groep.
We namen diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid, en leggen de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.
Zo blijkt onze continue aandacht voor het milieu niet alleen uit initiatieven om onze eigen ecologische voetafdruk te verminderen, maar is het ook de bedoeling nieuwe producten en diensten te ontwikkelen die een positieve impact op het milieu hebben. We behaalden het Cˇ SN EN ISO 50001:2012-certificaat voor Power Management. Bovendien lanceerden we nieuwe richtlijnen voor kredieten aan de energiesector. We zien het stimuleren van ondernemerschap als een belangrijk deel van onze duurzaamheidsstrategie en een manier om ons te differentiëren van onze concurrenten. Aan ondernemers waarvan we denken dat ze zelf sterk focussen op duurzaamheid, bieden we bijvoorbeeld financiële steun, professionele counseling en workshops aan. We willen onze klanten bijstaan gedurende hun volledige leven en hebben dus ook speciale aandacht voor senioren. Voorbeelden zijn de samenwerking met seniorenclubs, het online ter beschikking stellen van hulplijsten (bv. wat te onthouden bij een ziekenhuisopname) en onze samenwerking met het Centre of Health Economy aan de faculteit Sociale wetenschappen van de Karelsuniversiteit Praag. We willen ten slotte ook de financiële geletterdheid verhogen door lokale initiatieven in de regio's waar we actief zijn. We lanceerden onder meer het Cˇ SOB Education Programme, het Education Fund en Blue Life Academy.
overname van United Bulgarian Bank (zie kader). Eind 2016 bereikten we met de National Bank of Greece een akkoord over de overname door KBC van 99,9% van United Bulgarian Bank (UBB) en 100% van Interlease. UBB is inzake activa de op drie na grootste bank van Bulgarije en Interlease is de op twee na grootste aanbieder van leasingdiensten. KBC was al aanwezig in Bulgarije via CIBANK en DZI Insurance. Door die overname worden we de grootste bankverzekeringsgroep in Bulgarije, een land met sterke macro-economische fundamentals en nog veel potentieel op het vlak van financiële diensten ten opzichte van de mature West-Europese markten. De totale overnameprijs bedraagt 610 miljoen euro. De invloed op onze kapitaalpositie is beperkt.
De deal werd gesloten onder voorbehoud van goedkeuring door de betrokken centrale banken, toezichthouders en mededingingsautoriteiten. We gaan ervan uit dat de transactie ten laatste afgerond zal worden in het tweede kwartaal van 2017.
Net zoals in België en Tsjechië bekijken we voortdurend hoe we nieuwe technologieën kunnen aanwenden om onze dienstverlening nog beter af te stemmen op de behoeften van onze klanten in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. Een voorbeeld voor klant centraal bankverzekeren
Ierland is het digitale partnership dat we in Ierland aangingen met MyHome.ie, dat mensen op huizenjacht virtuele rondleidingen in te koop staande huizen aanbiedt. We zijn daarmee de eerste bank op de Ierse huizenmarkt die kandidaat-kopers de kans biedt vanop hun eigen toestel rond te kijken in een huis dat ze willen kopen. In Slowakije kunnen klanten zich nu in hun Cˇ SOB SmartBanking-app aanmelden met hun vingerafdruk dankzij de Touch ID-functie, een moderne, erg praktische en veilige manier om zich als gebruiker te identificeren. Cˇ SOB Bank in Slowakije is bovendien ook pionier in het online regelen van hypothecaire kredieten. Klanten kunnen er hun aanvraag online indienen en online een kredietvoorstel krijgen. We hebben oog voor vereenvoudiging: zo wordt in alle landen van de divisie de volledige retailkredietverlening nu vanuit één departement aangestuurd.
Met uitzondering van Ierland groeiden in alle landen van de divisie onze deposito's verder aan. Hetzelfde geldt voor de kredieten, waar bovendien ook de kwaliteit verder verbetert, met onder meer een afname van het aandeel impaired kredieten in de
portefeuille. Dankzij verschillende initiatieven kenden ook onze schadeverzekeringen een mooie groei. We troffen bovendien voorbereidingen om in de toekomst sterker te kunnen inzetten op verzekeringen voor kmo's. Voor levensverzekeringen blijft de bank het belangrijkste kanaal. Specifiek in Bulgarije namen we een grote sprong voorwaarts met de aangekondigde overname van United Bulgarian Bank (zie kader). Eind 2016 bereikten we met de National Bank of Greece een akkoord over de overname door KBC van
In 2016 namen de bruto bankverzekeringsopbrengsten voor de drie Centraal-Europese landen van de divisie toe met 15% in Slowakije, 6% in Hongarije en 4% in Bulgarije, een bewijs dat het succes van ons bankverzekeringsmodel bij onze klanten
verder toeneemt. We noteerden in elk van de drie Centraal-Europese landen zowel voor schadeverzekeringen als voor levensverzekeringen met periodieke premiebetalingen een sterk groeipercentage van het via de bank verkochte premievolume, en globaal gesproken een sterke toename van het aantal klanten met minstens twee bancaire en twee verzekeringsproducten. We realiseren bovendien tal van commerciële synergieën. Zo verkopen we in Bulgarije en Slowakije bij ongeveer 90%, en in Hongarije bij 70% van onze nieuwe hypothecaire kredieten ook een brandverzekering van de groep.
Ons maatschappelijke engagement maakten we concreet met diverse initiatieven. Zo biedt K&H in Hongarije financiële en materiële hulp aan zieke kinderen met zijn K&H MediMagic-programma en sponsort K&H het Paralympisch Comité. K&H promoot
ook financiële educatie via zijn nationale wedstrijd K&H Ready, Steady, Money, waarin scholieren worden getest op hun financiële kennis. K&H lanceerde ook een Het Gat in de Markt-campagne, waarbij op zoek wordt gegaan naar beroepen, diensten of winkels die ontbreken in een dorp of stad, met als doel op die manier het ondernemerschap te stimuleren. In Bulgarije richtten CIBANK en DZI een CSRcomité op, dat onder meer workshops voor het personeel organiseerde rond verantwoordelijke productverkoop en voorbereidend werk deed voor het verkrijgen van het ISO-14001-milieucertificaat. En met zijn Jobs for the Youthprogramma ondersteunt CIBANK de jeugdtewerkstelling.
In 2016 haalde onze divisie België een nettoresultaat van 1 432 miljoen euro, tegenover 1 564 miljoen euro het jaar daarvoor.
De belangrijkste inkomstenpost, de nettorente-inkomsten (2 701 miljoen euro), daalde slechts met 4%, ondanks de lage rente en dus lage herbeleggingsopbrengsten, een lagere bijdrage van de dealingrooms aan de rente-inkomsten, minder vervroegdeterugbetalingsrente door een kleiner bedrag aan vervroegd terugbetaalde woningkredieten en lagere interestinkomsten op de obligatieportefeuille van de verzekeraar. Die negatieve elementen werden voor een deel gecompenseerd door de positieve invloed van lagere financieringskosten en hogere interestinkomsten uit kredietverlening (deels door volumegroei – zie verder). Onze nettorentemarge in België daalde daardoor verder van 1,91% in 2015 naar 1,80% in 2016. Ons volume aan leningen en voorschotten aan klanten (92 miljard euro, zonder reverse repo's) nam toe met 4% en de deposito's van klanten en schuldpapier (125 miljard euro, zonder repo's) namen toe met 13%.
Onze nettoprovisie-inkomsten (1 070 miljoen euro) daalden met 16%. Dat had vooral te maken met lagere fee-inkomsten uit onze assetmanagementactiviteiten (instap- en beheersvergoedingen op fondsen, enz., die leden onder het volatiele beursklimaat), en, in mindere mate, lagere
effectengerelateerde commissies. Ons totale beheerde vermogen in België steeg met bijna 3% tot 199 miljard euro, nagenoeg uitsluitend als gevolg van de waardestijging van de activa zelf (+3%).
Onze verzekeringsactiviteiten in België genereerden 2 229 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 1 217 miljoen euro voor levensverzekeringen en 1 012 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij die laatste was er een groei van de premie-inkomsten met 2% (of 5% uitgezuiverd voor een technisch element; stijging vooral bij de brand- en autoverzekeringen), maar ook een stijging van de schadelasten met 8%, onder meer door de weersomstandigheden (stormen) en door de impact van de aanslagen in Brussel in maart (16 miljoen euro). De technische rendabiliteit van onze schadeverzekeringsactiviteiten – uitgedrukt als de gecombineerde ratio – kwam bijgevolg uit op een nog steeds zeer goede 92%, weliswaar iets minder goed dan het jaar voordien (90%). De verkoop van onze levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten) bereikte 1,7 miljard euro, een groei van 21%, vooral door de gestegen verkoop van producten met rentegarantie in 2016 (+24%) en in mindere mate ook de tak 23-producten (+14%). Eind 2016 bedroegen onze uitstaande reserves voor de tak Leven 26,9 miljard euro, 1% meer dan eind 2015.
De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van aandelen en obligaties (90 miljoen euro, en begunstigd door een meerwaarde van 20 miljoen euro uit de verkoop van onze Visa Europe-aandelen), de dividenden die we ontvingen op de effecten in onze portefeuilles (61 miljoen euro), onze tradingen reëlewaarde-inkomsten (329 miljoen euro, significant beter dan in 2015, vooral door een hoger dealingroomresultaat en een positief effect van diverse marktwaardeaanpassingen) en de overige inkomsten (208 miljoen euro). Die laatste post omvat vooral de gebruikelijke posten (de resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.), en daarnaast ook diverse kleinere eenmalige zaken.
Onze kosten in België stegen in 2016 met 3% tot 2 432 miljoen euro. Daarbij spelen verschillende elementen mee, waarvan de speciale bankentaks de belangrijkste is (verhoging van 222 miljoen euro tot 273 miljoen euro). Zonder de speciale bankentaksen is de kostenstijging nagenoeg nihil (kostenstijgingen voor ICT, facilitaire diensten vervroegde pensionering, en professionele fees, gedaalde kosten voor onder meer personeel en marketing). De verhouding van onze kosten ten opzichte van onze opbrengsten (de kosteninkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg 54%, tegenover 50% in 2015.
Net als in 2015 moesten we slechts een beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken (113 miljoen euro, nog 64 miljoen euro minder dan in 2015, vooral dankzij de retailportefeuille). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen die kredietvoorzieningen bijgevolg maar 12 basispunten, tegenover 19 basispunten het jaar voordien. Eind 2016 was ongeveer 3,3% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 3,8% eind 2015. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,7% uit van de kredietportefeuille (2,2% in 2015).
In 2016 behaalde onze divisie Tsjechië een nettowinst van 596 miljoen euro, tegenover 542 miljoen euro het jaar daarvoor.
Zoals overal leden ook in Tsjechië onze belangrijkste opbrengsten, de nettorente-inkomsten, onder het lagerenteklimaat en de daarmee verbonden lagere herbeleggingsopbrengsten, en een lagere bijdrage van de dealingroom. Niettemin bleven ze met 849 miljoen euro op hetzelfde niveau als het jaar voordien, vooral dankzij het positieve effect van de verlaging van de rente op spaarrekeningen en de sterke volumegroei in kredieten. Wat dat laatste betreft: onze leningen en voorschotten aan klanten (20 miljard euro, zonder reverse repo's) stegen met 9% in 2016 (onder meer dankzij sterke groei in woningkredieten). De deposito's van klanten en schuldpapier (26 miljard euro, zonder repo's) groeiden ook aan met 9% in een jaar tijd. De nettorentemarge in Tsjechië daalde van 3,03% in 2015 naar 2,94% in 2016.
Onze nettoprovisie-inkomsten (191 miljoen euro) daalden met 5%, vooral door lagere toetredingsvergoedingen voor fondsen en per saldo lagere provisies voor verschillende bankdiensten. Het totale beheerde vermogen in Tsjechië daalde in 2016 met 3% tot bijna 8,5 miljard euro.
Onze verzekeringsactiviteiten genereerden in totaal 461 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 271 miljoen euro voor levensverzekeringen en 190 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij die laatste was er een groei van de premie-inkomsten met 8%, maar ook een stijging van de schadeclaims met 16% door verschillende grotere claims. De gecombineerde ratio van onze Tsjechische schadeverzekeringsactiviteiten kwam daardoor uit op 96%, tegenover 94% het jaar voordien. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 0,3 miljard euro, 12% hoger dan in 2015 dankzij een sterkere verkoop van tak 23-producten. Eind 2016 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van divisie Tsjechië 1,0 miljard euro, ongeveer 4% meer dan eind 2015.
De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (48 miljoen euro voor verkochte Visa Europeaandelen), trading- en reëlewaarde-inkomsten (117 miljoen euro in 2016, tegenover 98 miljoen euro in 2015, onder meer door de hogere dealingroominkomsten en diverse marktwaarde-aanpassingen) en overige inkomsten (18 miljoen euro).
De kosten daalden in 2016 met 1% tot 608 miljoen euro, onder meer door een iets lagere bankentaks en diverse kleinere elementen. De verhouding van onze kosten ten opzichte van onze opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg daardoor een zeer goede 45%, tegenover 48% in 2015.
Ook in 2016 moesten we maar een beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken (23 miljoen euro, nog 13 miljoen euro minder dan in 2015, vooral dankzij de retailportefeuille). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen dus maar 11 basispunten voor 2016, tegen 18 basispunten in 2015. Eind 2016 was ongeveer 2,8% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 3,4% eind 2015. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,9% uit van de kredietportefeuille (2,5% in 2015).
In 2016 bedroeg het nettoresultaat van onze divisie Internationale Markten 428 miljoen euro, tegenover 245 miljoen euro het jaar daarvoor. Dat was 130 miljoen euro voor Hongarije, 92 miljoen euro voor Slowakije, 22 miljoen euro voor Bulgarije en 184 miljoen euro voor Ierland.
De nettorente-inkomsten van de volledige divisie bedroegen 740 miljoen euro in 2016, 4% meer dan in 2015. Dat is vooral te danken aan de lagere financierings- en liquiditeitskosten in Ierland. Wat volumes betreft: de leningen en voorschotten aan klanten van de volledige divisie (21 miljard euro, zonder reverse repo's) stegen met 2% in 2016. Daarbij werd de daling in Ierland (-5%, waar de verdere afbouw van de bedrijfskredieten en vervallen hypothecaire kredieten niet volledig werd gecompenseerd door de nieuwe productie) meer dan goedgemaakt door stijgingen in Slowakije (+12%, vooral dankzij de woningkredieten), Hongarije (+5%) en Bulgarije (+15%). De deposito's van klanten en schuldpapier (18 miljard euro, zonder repo's) stegen met bijna 7%. In Ierland was er een daling (-5%, wegens meer gebruikmaking van intragroep TLTRO II-gerelateerde financiering), maar de deposito's groeiden aan in alle andere landen (Slowakije +9%, Bulgarije +15% en Hongarije +14%). De gemiddelde nettorentemarge van de divisie bleef ongeveer gelijk, op 2,55%.
Bij de nettoprovisie-inkomsten (201 miljoen euro) noteerden we slechts een kleine daling van 3%.
De verzekeringsactiviteiten van de divisie hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Die genereerden in totaal 287 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 89 miljoen euro voor levensverzekeringen en 198 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een sterke groei van de premieinkomsten met 17% (groei in alle landen, maar het sterkst in
Hongarije), maar ook van de schadelasten met 21% (idem). De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg daardoor een goede 94%, iets beter dan het jaar voordien (95%). De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) kwam uit op 132 miljoen euro, vergelijkbaar met 2015, met een lichte groei bij de tak 23-producten en een lichte daling bij de tak 21-producten. Eind 2016 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van de divisie 0,6 miljard euro, 8% meer dan eind 2015.
De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (38 miljoen euro, een sterke stijging door de meerwaarde van 31 miljoen uit de verkoop van Visa Europeaandelen), trading- en reëlewaarde-inkomsten (89 miljoen euro) en de overige inkomsten (-1 miljoen euro).
De kosten bleven in 2016 ruwweg op het niveau van een jaar eerder (750 miljoen euro). Daarbij spelen verschillende elementen mee, waaronder enerzijds lagere bankentaksen (vooral in Hongarije) en anderzijds wat hogere algemene kosten in Slowakije en Hongarije. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten van de bankactiviteiten van de divisie bedroeg daardoor 64%, tegenover 66% in 2015.
Bij de kredietvoorzieningen was er een netto-terugname (met positieve invloed op het resultaat) van 42 miljoen euro in 2016, tegenover een netto-aanleg van 82 miljoen euro in 2015. Die verbetering is voor het grootste deel te danken aan Ierland (van een netto-aangroei van 48 miljoen euro in 2015 naar een netto-terugname van 45 miljoen euro in 2016, onder meer dankzij de verbeterde huizenprijzen, een verbetering van de probleemkredietenportefeuille en de algemeen betere macro-economische toestand in dat land). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen van de hele divisie -16 basispunten (een negatief cijfer duidt op een netto-terugname van impairments, dus met positieve invloed op het resultaat), tegenover 32 basispunten het jaar voordien. Per land was dat: -33 basispunten voor Ierland, -33 basispunten voor Hongarije, 24 basispunten voor Slowakije en 32 basispunten voor Bulgarije. Eind 2016 was ongeveer 25% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 30% eind 2015. Dat nog steeds relatief hoge cijfer heeft vooral te maken met het hoge (maar dalende) cijfer in Ierland (eind 2016 maakten impaired kredieten daar 43% uit, een jaar voordien was dat nog 47%). Impaired kredieten met meer dan 90
dagen achterstalligheid maakten 13% van de kredietportefeuille uit (16% in 2015).
Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies een Groepscenter. In 2016 was dat goed voor een nettoresultaat van -29 miljoen euro, tegenover 287 miljoen euro in het jaar daarvoor. Het omvat:
| Resultaten per divisie (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Internationale Markten |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | |
| Nettorente-inkomsten | 2 701 | 2 819 | 849 | 845 | 740 | 711 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 440 | 460 | 78 | 80 | 91 | 81 |
| Verdiende premies | 1 012 | 989 | 190 | 177 | 198 | 169 |
| Technische lasten | -572 | -530 | -112 | -96 | -107 | -88 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -208 | -243 | 36 | 26 | 20 | 16 |
| Verdiende premies | 1 217 | 969 | 271 | 243 | 89 | 90 |
| Technische lasten | -1 425 | -1 212 | -234 | -216 | -69 | -73 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -12 | -20 | -4 | -8 | -6 | -6 |
| Dividendinkomsten | 61 | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
329 | 162 | 117 | 98 | 89 | 76 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 90 | 149 | 48 | 12 | 38 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 070 | 1 280 | 191 | 201 | 201 | 206 |
| Overige netto-inkomsten | 208 | 207 | 18 | 23 | -1 | 50 |
| Totale opbrengsten | 4 680 | 4 878 | 1 333 | 1 277 | 1 173 | 1 141 |
| Exploitatiekosten | -2 432 | -2 373 | -608 | -617 | -750 | -752 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -179 | -222 | -24 | -42 | 34 | -84 |
| Op leningen en vorderingen | -113 | -177 | -23 | -36 | 42 | -82 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | -58 | -38 | 3 | -4 | 0 | 0 |
| Op goodwill | 0 | 0 | 0 | -2 | 0 | 0 |
| Op overige | -8 | -7 | -4 | 0 | -7 | -2 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 0 | -1 | 23 | 23 | 0 | 0 |
| Resultaat vóór belastingen | 2 070 | 2 282 | 724 | 640 | 457 | 305 |
| Belastingen | -637 | -717 | -128 | -98 | -29 | -60 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 1 433 | 1 565 | 596 | 542 | 428 | 245 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) |
1 432 | 1 564 | 596 | 542 | 428 | 245 |
| Bankactiviteiten | 1 180 | 1 230 | 564 | 516 | 406 | 225 |
| Verzekeringsactiviteiten | 252 | 334 | 32 | 26 | 22 | 20 |
| Holdingactiviteiten | – | – | – | – | – | – |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 42 566 | 42 157 | 13 664 | 12 919 | 17 163 | 19 424 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I in 2015, Solvency II in 2016) |
1 611 | 891 | 103 | 72 | 95 | 48 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 5 974 | 5 985 | 1 504 | 1 482 | 1 854 | 2 123 |
| Rendement op toegewezen kapitaal | 24% | 26% | 41% | 37% | 22% | 12% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 54% | 50% | 45% | 48% | 64% | 66% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen | 92% | 90% | 96% | 94% | 94% | 95% |
| Waarvan | Groepscenter | Totale groep | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||||
| 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 |
| 231 | 248 | 216 | 214 | 48 | 47 | 244 | 202 | -32 | -63 | 4 258 | 4 311 |
| 33 | 27 | 21 | 20 | 37 | 35 | 0 | 0 | 18 | -10 | 628 | 611 |
| 82 | 65 | 32 | 29 | 83 | 76 | 0 | 0 | 10 | -16 | 1 410 | 1 319 |
| -49 | -38 | -12 | -9 | -46 | -41 | 0 | 0 | 8 | 6 | -782 | -708 |
| 4 | 2 | 12 | 10 | 4 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | -152 | |
| 16 | 15 | 51 | 52 | 22 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 577 | 1 301 |
| -12 | -13 | -39 | -41 | -18 | -20 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 728 | -1 502 |
| -2 | -3 | -1 | -1 | -3 | -2 | 0 | 0 | -17 | 6 | -38 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15 | 10 | 77 | |
| 66 | 60 | 15 | 16 | 2 | 2 | 6 | -2 | 6 | -121 | 540 | |
| 19 | 3 | 16 | 2 | 4 | 0 | 0 | 1 | 13 | 23 | 189 | |
| 157 | 160 | 45 | 47 | -4 | -2 | -1 | -3 | -11 | -9 | 1 450 | |
| 2 | 42 | 6 | 9 | -5 | 0 | -4 | 0 | 33 | 17 | 258 | |
| 509 | 539 | 330 | 317 | 84 | 83 | 246 | 198 | 25 | -148 | 7 211 | |
| -338 | -353 | -199 | -190 | -56 | -56 | -154 | -149 | -158 | -149 | -3 948 | |
| 12 | -8 | -16 | -18 | -6 | -10 | 44 | -48 | -32 | -399 | -201 | |
| 15 | -6 | -15 | -18 | -3 | -10 | 45 | -48 | -32 | -28 | -126 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3 | -55 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -342 | 0 | |
| -3 | -2 | 0 | 0 | -3 | 0 | -1 | 0 | 0 | -25 | -20 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 3 | 27 | |
| 183 | 179 | 115 | 108 | 22 | 17 | 136 | 1 | -161 | -693 | 3 090 | |
| -54 | -47 | -23 | -26 | 0 | 2 | 49 | 12 | 132 | 980 | -662 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 130 | 131 | 92 | 82 | 22 | 18 | 184 | 13 | -29 | 287 | 2 428 | |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| 130 | 131 | 92 | 82 | 22 | 18 | 184 | 13 | -29 | 287 | 2 427 | |
| 120 | 125 | 83 | 74 | 18 | 12 | 184 | 13 | 17 | 432 | 2 167 | |
| 9 | 6 | 9 | 8 | 4 | 6 | 0 | 0 | 7 | -26 | 314 | |
| – | – | – | – | – | – | – | – | -53 | -119 | -53 | |
| 5 199 | 6 858 | 4 635 | 4 350 | 839 | 750 | 6 477 | 7 449 | 4 352 | 5 433 | – | |
| 33 | 16 | 23 | 15 | 39 | 16 | – | 0 | -18 | 0 | – | |
| 566 | 749 | 499 | 483 | 125 | 108 | 664 | 782 | 428 | 571 | – | |
| 22% | 17% | 19% | 18% | 16% | 18% | 25% | 2% | – | – | – | |
| 67% | 65% | 60% | 60% | 61% | 65% | 63% | 75% | – | – | 55% | |
| 93% | 97% | 89% | 88% | 97% | 97% | – | – | – | – | 93% |
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, enz.
In dit hoofdstuk concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen. De algemene risico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de volgende delen:
De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn:
Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:
is een businesscomité dat het Directiecomité bijstaat op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het comité behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico.
Risicocomités:
beslissingsproces en hun vetorecht kunnen uitoefenen als dat nodig is. De onafhankelijkheid van de CRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO.
• Risico Groep en Kredietrisico Groep (samen de groepsrisicofunctie) hebben een aantal taken, waaronder de bewaking van risico's op overkoepelend groepsniveau, de ontwikkeling van risico- en kapitaalmodellen (terwijl de businessmodellen worden ontwikkeld door de business), onafhankelijke waarderingen van alle risico- en kapitaalmodellen, de ontwikkeling van risicokaders en advies geven en rapporteren over kwesties die worden behandeld door het Groepsdirectiecomité en de risicocomités. Waar nodig worden speciale werkgroepen opgericht met vertegenwoordigers uit de risicofunctie en de business om opkomende risico's of onverwachte ontwikkelingen op geïntegreerde wijze (met aandacht voor alle risicotypes) aan te pakken. Een voorbeeld in 2016 was het brexitreferendum (zie verder).
Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
Hierboven vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.
Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations > Rapporten > Risicorapporten.
De algemene verantwoordelijkheid van het management van een financiële instelling kan worden omschreven als het beheer van kapitaal, liquiditeit, rendement (inkomsten tegenover kosten) en risico's, die vooral ontstaan uit de bijzondere situatie van banken en verzekeraars als risicoomzetters. Het nemen en omzetten van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen om waarde te creëren).
Hoeveel risico KBC bereid is te nemen en zijn risicotolerantie zitten vervat in het begrip risicobereidheid. Het is een belangrijk instrument in het algemene (risico)beheer van de KBC-groep. Want uitdrukkelijk uitspreken hoeveel en welke risico's – zowel kwalitatief als kwantitatief – we willen nemen, helpt ons risico's beter te begrijpen en te beheren.
KBC omschrijft risicobereidheid als hoeveel en welk type risico het kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven.
De mogelijkheid om risico te aanvaarden (ook de risicodragende capaciteit genoemd) wordt beperkt door zowel financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal, liquiditeitsprofiel, enz.) als niet-financiële verplichtingen (reglementen, wetten, enz.), terwijl de bereidheid om risico te aanvaarden afhankelijk is van de belangen van de verschillende stakeholders (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers, management, toezichthouders, klanten, enz.). Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat de organisatie haar belangrijkste stakeholders en hun verwachtingen kent. Het doel van de risicobereidheid is de juiste balans te vinden inzake tevredenheid voor alle stakeholders.
De risicobereidheid wordt van bovenaf bepaald en weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het Directiecomité over risico's nemen in het algemeen, en het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's in het bijzonder. Tegelijk verzekert ze dat de risico's coherent zijn met het gewenste rendement.
De risicobereidheid van KBC wordt beschreven in een risicobereidheidsverklaring (risk appetite statement), die wordt opgesteld op groeps- en lokaal niveau. In die verklaring wordt de risicobereidheid in verschillende aspecten opgedeeld. De aspecten van risicobereidheid zijn Kapitaaltoereikendheid,
Prestatie en Belangrijke risicotypes (zoals bepaald in de KBC Risk Map).
De opbouw van de risicobereidheidsverklaring ziet er als volgt uit:
De verklaring is gebaseerd op risicobereidheidsdoelstellingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de bedrijfsstrategie en een kwalitatieve beschrijving geven van het speelveld van de KBC-groep. Die overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen worden dan gespecificeerd voor de verschillende risicotypes. De risicobereidheid voor 2017-2019 wordt per risicotype ingedeeld als Hoog (H), Medium (M) of Laag (L) op basis van key metrics en vooraf bepaalde drempels per metric. De bepaling van de risicobereidheid en de daarmee
samenhangende drempels per metric voor 2017-2019 bepalen de langetermijnbovengrens van KBC voor de volledige planningscyclus. De specifieke limieten per risicotype voor 2017 komen overeen met de langetermijnbovengrens, maar kunnen worden verlaagd. De limieten worden naar de lagere echelons uitgewaaierd via (primaire) limieten die KBC Groep aan de entiteiten oplegt. Meer informatie daarover vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij (bijvoorbeeld een kredietnemer), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.
We beheren ons kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's en het nemen van risicobeperkende maatregelen.
We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.
Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een acceptatieproces, waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.
Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle beschikbare nieuwe informatie (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie, beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen voor de klant.
We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten, maar ook op de volledige kredietrisicoscope.
Terwijl sommige limieten zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven
(Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2016 hadden de belangrijkste groepsentiteiten (behalve CIBANK in Bulgarije en Cˇ SOB in Slowakije) en enkele kleinere entiteiten de IRB Advancedbenadering ingevoerd. De andere kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.
Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.
Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interne ratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de status non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet impaired.
Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de IRB Advanced-modellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.
In de volgende delen gaan we dieper in op de kredietrisico's van de entiteiten van de KBC-groep.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde)
bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten,
garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van ratio's en termen.
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Toegestaan bedrag | 181 | 174 |
| Uitstaand bedrag | 148 | 143 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1 | ||
| België | 65% | 65% |
| Tsjechië | 15% | 14% |
| Internationale Markten | 17% | 18% |
| Groepscenter | 3% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1 | ||
| Particulieren | 42% | 42% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 6% | 6% |
| Overheden | 3% | 3% |
| Bedrijven | 49% | 49% |
| Diensten | 12% | 11% |
| Distributie | 8% | 8% |
| Vastgoed | 7% | 7% |
| Bouw | 4% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 2% | 2% |
| Overige2 | 14% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 6 | ||
| West-Europa | 73% | 74% |
| Centraal- en Oost-Europa | 23% | 22% |
| Noord-Amerika | 2% | 1% |
| Overige | 2% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3 | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 30% | 31% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 9% | 11% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 17% | 14% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 14% | 15% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 12% | 11% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 9% | 9% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 5% | 4% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 2% | 2% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten5 | 10 583 | 12 305 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 4 874 | 5 517 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) | 288 | 229 |
| Kredietkostenratio1 | ||
| Divisie België | 0,12% | 0,19% |
| Divisie Tsjechië | 0,11% | 0,18% |
| Divisie Internationale Markten | -0,16% | 0,32% |
| Ierland | -0,33% | 0,34% |
| Slowakije | 0,24% | 0,32% |
| Hongarije | -0,33% | 0,12% |
| Bulgarije | 0,32% | 1,21% |
| Groepscenter | 0,67% | 0,54% |
| Totaal | 0,09% | 0,23% |
| Ratio van impaired kredieten1 | ||
| Divisie België | 3,3% | 3,8% |
| Divisie Tsjechië | 2,8% | 3,4% |
| Divisie Internationale Markten | 25,4% | 29,8% |
| Groepscenter | 8,8% | 10,0% |
| Totaal | 7,2% | 8,6% |
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 5 711 | 6 936 |
| Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 3 603 | 4 183 |
| Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn1 | ||
| Divisie België | 1,7% | 2,2% |
| Divisie Tsjechië | 1,9% | 2,5% |
| Divisie Internationale Markten | 13,4% | 16,0% |
| Groepscenter | 5,8% | 6,1% |
| Totaal | 3,9% | 4,8% |
| Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten] | ||
| Totaal | 46% | 45% |
| Totaal (exclusief hypothecaire leningen) | 54% | 53% |
Tot divisie België behoort ook het beperkte netwerk van tien buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. Die kantoren focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC en hebben een totale kredietportefeuille van ca. 6 miljard euro.
1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.
2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.
3 Interneratingschaal.
4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.
5 Aansluiting van eindejaarcijfers: het verschil van 1 722 miljoen euro tussen de cijfers van 2016 en 2015 is het gevolg van een daling van 438 miljoen euro in divisie België, van 85 miljoen euro in divisie Tsjechië, van 81 miljoen euro in Groepscenter en van 1 118 miljoen euro in divisie Internationale Markten (waarvan 899 miljoen euro in Ierland).
6 Een meer gedetaillleerde verdeling per land is opgenomen in het Extended Quarterly Report van KBC over het vierde kwartaal van 2016 op www.kbc.com.
Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland geven we de volgende bijkomende informatie, gezien de specifieke situatie op die markt.
| Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland* | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 13 | 14 |
| Verdeling per krediettype | ||
| Woningkredieten | 86% | 84% |
| Kmo- en bedrijfskredieten | 7% | 8% |
| Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling | 7% | 8% |
| Verdeling per risicoklasse | ||
| Normaal, PD 1 - 9 | 57% | 53% |
| Impaired, PD 10 | 22% | 24% |
| Impaired, PD 11 + 12 | 21% | 24% |
| Kredietkostenratio | -0,33% | 0,34% |
| Dekkingsratio | 43% | 41% |
* Een definitie vindt u in Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).
Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert, uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen.
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat:
Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd met het oog op identificatie, controle en rapportering.
Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen.
Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.).
Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.
Eind 2016 maakten geherstructureerde kredieten 5% van onze totale kredietportefeuille uit. De onderstaande tabellen geven meer details over de ontwikkeling in geherstructureerde kredieten en de waardeverminderingen daarop tussen eind 2015 en eind 2016 en een verdeling per PD-klasse. Ten opzichte van eind 2015 was er een daling van de blootstelling aan geherstructureerde kredieten met 9%, voornamelijk als gevolg van terugbetalingen en normaliseringen, en in mindere mate door afschrijvingen. In Ierland daalde de blootstelling met 6%.
| Brutoboekwaarde | Openings balans |
Ontwikkelingen | Slotbalans | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kredieten waaraan een herstruc turering is toegekend |
Kredieten die niet langer als geher structureerd worden beschouwd |
Terug betalingen |
Afschrij vingen |
Overige1 | |||
| 2016 | |||||||
| Totaal | 7 794 | 1 379 | -1 054 | -861 | -192 | 17 | 7 083 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 5 383 | 320 | -201 | -296 | -123 | 0 | 5 083 |
| 2015 | |||||||
| Totaal | 7 897 | 2 099 | -1 443 | -671 | -105 | 16 | 7 794 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 5 703 | 541 | -377 | -426 | -75 | 17 | 5 383 |
| Bijzondere waardeverminderingen | Openings balans |
Slotbalans | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bestaande waardever minderingen op kredieten waaraan een herstruc turering is toegekend |
Daling van waardever minderin gen omdat kredieten niet langer geherstruc tureerd zijn |
Stijging van waardever minderingen op geher structureerde kredieten |
Daling van waardever minderingen op geher structureerde kredieten |
Overige2 | |||
| 2016 | |||||||
| Totaal | 2 203 | 213 | -427 | 292 | -276 | -38 | 1 967 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 1 607 | 0 | -134 | 228 | -190 | 0 | 1 511 |
| 2015 | |||||||
| Totaal | 2 108 | 586 | -304 | 209 | -378 | -19 | 2 203 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 1 664 | 228 | -160 | 176 | -300 | 0 | 1 607 |
1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, en stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten.
2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen.
| Geherstructureerde kredieten | In procenten van de uitstaande portefeuille |
Verdeling per PD-klasse (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PD 1-8 PD 9 PD 10 PD 11-12 |
|||||||
| (impaired, minder dan 90 dagen achterstallig) |
(impaired, 90 dagen of meer achterstallig) |
||||||
| 31-12-2016 | |||||||
| Totaal | 5% | 9% | 13% | 52% | 26% | ||
| Waarvan KBC Bank Ireland | 39% | 1% | 16% | 56% | 27% | ||
| Per klantensegment1 | |||||||
| Particulieren2 | 8% | 9% | 18% | 54% | 19% | ||
| Kmo's | 1% | 32% | 10% | 36% | 21% | ||
| Bedrijven3 | 4% | 4% | 5% | 50% | 41% | ||
| 31-12-2015 | |||||||
| Totaal | 5% | 8% | 11% | 53% | 28% | ||
| Waarvan KBC Bank Ireland | 38% | 1% | 11% | 59% | 29% | ||
| Per klantensegment1 | |||||||
| Particulieren2 | 8% | 9% | 13% | 59% | 19% | ||
| Kmo's | 1% | 28% | 12% | 35% | 25% | ||
| Bedrijven3 | 5% | 3% | 6% | 46% | 45% |
1 Niet gecontroleerd door de commissaris.
2 In 2016 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2015 was dat ook 99%).
3 In 2016 had 47% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2015 was dat 53%).
De belangrijkste bronnen van andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten zijn:
Commerciële transacties op korte termijn. Dit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt voornamelijk risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.
Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.
| (in miljarden euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Commerciële transacties op korte termijn | 3,3 | 2,9 |
| Emittentenrisico1 | 0,1 | 0,1 |
| Tegenpartijrisico van professionele transacties2 | 9,6 | 9,6 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.
| Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro, marktwaarde)1 | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| Per balanspost | ||
| Effecten | 22 211 | 22 048 |
| Obligaties en soortgelijke effecten | 20 890 | 20 490 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 6 550 | 6 629 |
| Voor verkoop beschikbaar | 14 286 | 13 813 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
5 | 1 |
| Als leningen en vorderingen | 48 | 46 |
| Aandelen en andere niet-vastrentende effecten | 1 321 | 1 555 |
| Voor verkoop beschikbaar | 1 317 | 1 551 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
3 | 3 |
| Overige | 0 | 3 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 332 | 341 |
| Beleggingscontracten, tak 232 | 13 693 | 13 330 |
| Overige | 1 831 | 1 485 |
| Totaal | 38 066 | 37 204 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per externe rating3 | ||
| Investment grade | 96% | 95% |
| Non-investment grade | 4% | 3% |
| Zonder rating | 0% | 2% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 61% | 59% |
| Financieel4 | 25% | 26% |
| Overige | 14% | 15% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 12% | 12% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 19% | 21% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 15% | 18% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 31% | 26% |
| Meer dan 10 jaar | 23% | 22% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 36 619 miljoen euro eind 2016 en 35 847 miljoen euro eind 2015.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
In 2016 kocht KBC Verzekeringen een portefeuille nieuw uitgegeven hypotheekleningen ter waarde van 333 miljoen euro van KBC Bank, waarmee het zijn beleggingen verder diversifieerde. KBC Bank selecteerde die leningen volgens een lijst met geschiktheidscriteria die KBC Verzekeringen vooraf had opgesteld. Hoewel dit een volledige verkoop betreft, blijft KBC Bank de dienstverlening verzorgen.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen
blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2 (in miljoenen euro) |
EAD 2016 |
EL 2016 |
EAD 2015 |
EL 2015 |
|---|---|---|---|---|
| AAA tot en met A- | 186 | 0,08 | 236 | 0,10 |
| BBB+ tot en met BB- | 12 | 0,02 | 27 | 0,03 |
| Lager dan BB- | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zonder rating | 2 | 0,04 | 4 | 0,09 |
| Totaal | 200 | 0,13 | 267 | 0,22 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.
We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In het deel Marktrisico van niet-tradingactiviteiten onder
Creditspreadrisico geven we een uitsplitsing per land, samen met de economische invloed van een stijging van de spread met 100 basispunten (voor 31-12-2016).
De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten (voornamelijk Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en)) bedroeg 1,4 miljard euro. Dat is een daling met 0,2 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2015. De terugbetalingen lagen namelijk hoger dan de nieuwe beleggingen. In 2013 besliste KBC om het strikte verbod op beleggingen in ABS'en op te heffen en thesauriebeleggingen toe te staan in liquide
niet-synthetische Europese ABS'en van hoge kwaliteit, die ook aanvaard worden als zekerheden die in aanmerking komen voor de Europese Centrale Bank (ECB). Dat maakt een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuilles mogelijk. Het verbod op beleggingen in synthetische securitisaties en hersecuritisaties blijft bestaan.
De reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico stegen van 5 917 miljoen euro eind 2015 tot 5 944 miljoen euro eind 2016, volgens de phased-in-methode. Volgens de fully loadedmethode daalden de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico van 6 055 miljoen euro eind 2015 tot 6 017 miljoen euro eind 2016. Die daling van de gewogen kredietrisico's in 2016 had te maken met volumestijgingen, die meer dan gecompenseerd werden door het effect van modelaanpassingen en een verbeterde kwaliteit van de kredietportefeuille. Meer details vindt u in het hoofdstuk Credit Risk van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
We definiëren marktrisico als de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.
Het doel van ons marktrisicobeheer is het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's.
We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. De klassieke dealingrooms, waarbij de dealingroom in België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.
Het marktrisico en reglementaire kapitaal van de vier legacybedrijfsactiviteiten van KBC Investments Limited, namelijk de CDO-activiteiten, fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, zijn de voorbije jaren afgebouwd tot bijna nul. Dat geldt vooral voor de fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, waar het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico maar ongeveer 1% van het totaal vertegenwoordigt. Speciale teams houden zich verder bezig met de afbouw van die legacybedrijfsactiviteiten.
De resterende, geringe posities in de CDO-activiteiten zullen voor eind augustus 2017 vervallen. Die posities hebben betrekking op de 0,15 miljard euro aan CDO-notes die nog uitstaan bij beleggers en zijn opgenomen in de tradingportefeuille van KBC Investments Limited. Het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die positie is opgenomen in de kolom Hersecuritisatie van de tabel
Vereisten inzake reglementair kapitaal trading. Dat reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die legacy-activiteit (minder dan 1 miljoen euro) is gelijk aan het maximale verlies dat geleden kan worden.
Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode (HVaR), conform de CRD IV-normen ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen, waarvoor we – na analyse – kiezen om te werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen). Dat betekent dat de HVaR die wordt gebruikt voor het beheer van het marktrisico, dezelfde houdperiode en hetzelfde betrouwbaarheidsniveau hanteert als de HVaR die wordt gebruikt voor de drie goedgekeurde interne modellen vermeld onder Reglementair kapitaal verder in dit hoofdstuk. De HVaR-methodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.
Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. Naast de invoering van enkele kleine verbeteringen in 2016, hebben we ook aandacht besteed aan de voorbereiding op de toekomstige reglementaire vereisten en kwaliteitsnormen die noodzakelijk zullen zijn zodra de
regels van de Fundamental Review of the Trading Book in werking treden.
Bepaalde samengestelde en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaR-model passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.
Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).
Naast de dagelijkse HVaR-berekeningen voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. In 2016 hebben we een volledige en grondige herziening uitgevoerd van alle scenario's en berekeningsmethodes voor historische en hypothetische stresstestscenario's. De focus lag daarbij vooral op intuïtieve en bruikbare rapporten (in plaats van een black box-stresstestresultaat af te leveren). Wanneer opnieuw afgestemde stresstests de oude volledig vervangen en in werking treden, worden ze in detail uitgelegd aan het
Groepscomité Markten, zodat de leden de rapporten begrijpen en kunnen interpreteren en daarmee potentiële zwakheden in de posities van de KBC-groep kunnen inschatten. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met closeoutkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-tomodelwaarderingen, tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico en exploitatiekosten.
Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.
De tabel toont het Historical Value-at-Risk-model van KBC (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) dat wordt gebruikt voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep.
| Marktrisico (VaR) (in miljoenen euro) | ||
|---|---|---|
| -- | -- | --------------------------------------- |
| Houdperiode: 10 dagen | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | 16 | 14 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | 15 | 15 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | 15 | 15 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | 14 | 16 |
| Op 31 december | 20 | 18 |
| Maximum in jaar | 20 | 21 |
| Minimum in jaar | 11 | 12 |
In de tabel hierna vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van KBC. Het aandelenrisico is afkomstig van de handel in Europese aandelenderivaten en van KBC Securities.
| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (in miljoenen euro) | Gemiddelde voor 2016 Gemiddelde voor 2015 | |
|---|---|---|
| Renterisico | 15,2 | 14,7 |
| Wisselkoersrisico | 2,0 | 2,6 |
| Valutaoptierisico | 1,1 | 2,2 |
| Aandelenrisico | 1,9 | 1,8 |
| Invloed van diversificatie | -4,8 | -6,1 |
| Totale HVaR | 15,3 | 15,1 |
De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met dagelijkse cijfers van de winst-enverliesrekening. Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks. Meer details over de backtests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 4.10.
KBC Bank NV en KBC Investments Limited hebben de toestemming gekregen van de Belgische toezichthouder om hun respectieve VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de vereisten inzake reglementair kapitaal voor de meeste van hun marktactiviteiten. Ook Cˇ SOB (Tsjechië) heeft de goedkeuring gekregen van de lokale toezichthouder om zijn VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de kapitaalvereisten. Die (goedgekeurde interne) modellen worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de normale VaRberekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode wordt minstens een keer per jaar
aangepast door te bepalen welke periode van 250 dagen tussen 2006 en dat ogenblik de zwaarste verliezen heeft geproduceerd voor de relevante posities.
De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's op het einde van 2015 en 2016 vindt u in de tabel hieronder. De vereisten inzake reglementair kapitaal voor de tradingrisico's van lokale KBC-entiteiten die van hun respectieve toezichthouder geen goedkeuring hebben gekregen om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken, en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de HVaRberekeningen, worden gemeten volgens de standaardbenadering. Die benadering bepaalt algemene en specifieke risicowegingen per type van marktrisico (renterisico, aandelenrisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico). We wijzen erop dat de vereisten inzake reglementair kapitaal trading ingeschat door het interne model (opgenomen in de tabel hieronder) zijn afgeleid van de reglementaire kapitaalvereisten berekend volgens de drie goedgekeurde interne modellen vermeld in de vorige alinea. Maar omdat Europese aandelenderivaten de enige niet-legacy-bedrijfsactiviteit van KBC Investments Limited is (en de enige activiteit in zijn goedgekeurde interne model) – en die wordt beheerd als onderdeel van de Brusselse dealingroom – heeft KBC ernaar gestreefd die activiteit op te nemen in het goedgekeurde interne model van KBC Bank NV, zodat de scope van het management beter aansluit bij die van de toezichthouder. Dat zou resulteren in twee goedgekeurde interne modellen in plaats van drie, en dus een kostenbesparing en minder complexiteit betekenen.
| Vereisten inzake reglementair kapitaal trading, per risicotype (in miljoenen euro) |
Renterisico | Aandelen risico |
Wissel koersrisico |
Grondstof fenrisico |
Hersecuri tisatie |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2016 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR SVaR |
57 74 |
2 2 |
7 14 |
– – |
– | 156 |
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering | 18 | 4 | 13 | 0 | 1 | 37 | |
| Totaal | 150 | 8 | 34 | 0 | 1 | 193 | |
| 31-12-2015 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR SVaR |
68 84 |
3 2 |
9 26 |
– – |
– | 192 |
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering | 18 | 5 | 16 | 2 | 15 | 56 | |
| Totaal | 171 | 10 | 50 | 2 | 15 | 248 |
Zoals blijkt uit de tabel lagen de totale kapitaalvereisten eind 2016 55 miljoen euro lager dan het jaar voordien. 36 miljoen euro daarvan was het gevolg van een daling van de op het interne model gebaseerde kapitaalvereisten en 19 miljoen euro aan een daling van de kapitaalvereisten ingeschat door de standaardbenadering. De daling van de kapitaalvereisten volgens het interne model had bijna volledig te maken met een daling van de reglementaire multipliers gebruikt voor de HVaR en SVaR bij de berekening van de kapitaalvereisten in de interne modellen van zowel KBC Bank NV als Cˇ SOB (Tsjechië) (van respectievelijk 3,65 en 3,85 tot de bodem voor beide
modellen, nl. 3,00). De daling van de multipliers had te maken met het feit dat er minder overschrijdingen waren in de reglementaire backtests in 2016 (de plusfactor voor een multiplier wordt bepaald door het aantal overschrijdingen). Meer details vindt u in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. De daling van de kapitaalvereisten ingeschat door de standaardbenadering was vooral een gevolg van de daling van de hersecuritisatievereiste met 14 miljoen euro, omdat de geringe resterende posities in de legacy-CDOactiviteiten zijn vervallen of afgebouwd.
Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Operationele risico's omvatten niet-financiële risico's, zoals informatie- en compliancerisico's, maar bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken er geen deel van uit.
We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau.
De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's. De ontwikkeling en implementatie van dat kader worden ondersteund door een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.
Na een herziening van het Three Lines of Defense-model werd begin 2016 een nieuw competentiecentrum voor operationeel risico opgericht. Het bepaalt de normen voor het beheer en de bewaking van operationele risico's in de groep en omvat ook het competentiecentrum voor informatierisicobeheer, dat onder meer cyberrisico aanpakt.
De belangrijkste opdrachten van het competentiecentrum voor operationeel risico zijn:
boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Het wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.
Sinds 2011 schenken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls). Group Key Controls zijn opgelegde controledoelstellingen die worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerskader en van het internecontrolesysteem. Onze Group Key Controls dekken nu alle processen van de groep (68 KBC-groepsprocessen). Er zijn structurele, risicogebaseerde herzieningscycli om alle processen te beheren, leemtes op te vullen, overlappingen weg te werken en groepswijde risico's en controles te optimaliseren.
De business en (lokale) controlefuncties beoordelen die Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groeprisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. In 2016 implementeerde KBC een beheersinstrument om zijn internecontroleomgeving te evalueren en de aanpak in alle entiteiten te vergelijken. Daarbij wordt informatie over operationeel risico samengebracht vanuit de business, de risico-, audit- en compliancefuncties.
Om operationele risico's te beheren, gebruiken we net zoals bij de andere risicotypes een aantal bouwstenen die alle aspecten van het operationeelrisicobeheer dekken.
We gebruiken de standaardbenadering voor operationeel risico volgens Basel III. Eind 2015 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Groep 822 miljoen euro. Eind 2016 was dat 812 miljoen euro.
Het competentiecentrum voor informatierisicobeheer (IRM) concentreert zich op informatiebeveiligings- en IT-gerelateerde risico's, in het bijzonder risico's als gevolg van cybercrime. Eind 2015 werd beslist een aantal wijzigingen door te voeren met betrekking tot informatierisicobeheer. Ten eerste werd de groeps-CRO verantwoordelijk voor de entiteiten onder CFO-diensten en Corporate Staff, inclusief IT (de eerste lijn). Alle belangrijke beslissingen binnen die entiteiten worden nu voorgelegd aan het Groepsdirectiecomité, waarin de groeps-CRO zetelt. Daarnaast werd de voormalige Informatierisicobeheerfunctie omgedoopt tot het Groepscompetentiecentrum voor informatierisicobeheer in de nieuwe operationeelrisicocel van de groep, onder de algemeen directeur Risico Groep (de tweede lijn). Die cel is een onafhankelijke garantieverlener en risicoambassadeur onder leiding van de information security officer van de groep. Ze concentreert zich op informatierisico's, zoals informatiebeveiliging, cybercrime, operationele risico's voor IT, verkopers en derden, de cloud, enz. Ze geeft vorm aan het informatierisicokader, oefent toezicht uit, maakt risicobeleid mogelijk en helpt de groepsentiteiten hun risicocapaciteiten te versterken door:
Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed kan hebben op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt).
Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.
We hebben het reputatierisicobeheerskader in 2016 bijgewerkt in overeenstemming met het risicobeheerskader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin
bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep en Compliance Groep).
Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico).
Bedrijfsrisico is het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macroeconomische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze producten en diensten beïnvloeden. Strategisch risico is het risico dat ontstaat door geen strategische beslissing te nemen, door een strategische beslissing te nemen die niet het gewenste effect heeft of door een strategische beslissing niet te implementeren zoals het hoort.
Het bedrijfs- en strategisch risico wordt beoordeeld als onderdeel van het strategische planningsproces. Daarbij wordt vertrokken van een gestructureerde risicoscan die de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's blootlegt. De blootstelling aan de vastgestelde bedrijfs- en strategische risico's wordt doorlopend bewaakt. Naast de risicoscan worden de bedrijfs- en strategische risico's ook doorlopend bewaakt door risicosignalen te melden aan het
topmanagement. De bedrijfs- en strategische risico's worden bovendien ook besproken tijdens het planningsproces en gekwantificeerd als onderdeel van diverse stresstestscenario's en resultaatsberekeningen op lange termijn.
Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt bedrijfsrisico opgenomen door een stresstest met een tijdshorizon van een jaar uit te voeren op de winst-en-verliesrekening.
Meer weten? Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 5.7.
Het beheersproces van onze structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:
Bij KBC behoort het beheer van de ALM-risicostrategie tot de verantwoordelijkheid van het Groepsdirectiecomité, bijgestaan door het Groeps-ALCO, waarin vertegenwoordigers zitten van zowel de business als de risicofunctie.
Het dagelijkse beheer van het ALM-risico begint met risicobewustzijn bij Treasury Groep en de lokale treasuryfuncties. De treasurydiensten meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid begrensd speelveld. Ze houden rekening met de meting van het risico van vervroegde aflossing en andere optierisico's in de bankportefeuille van KBC, en beheren een evenwichtige beleggingsportefeuille. De ALM-limieten van KBC worden op twee niveaus goedgekeurd. De primaire limieten voor renterisico, aandelenrisico en vastgoedrisico voor de geconsolideerde entiteiten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De secundaire limieten voor renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico en wisselkoersrisico worden voor elke entiteit goedgekeurd door het Directiecomité. Samen vormt dat het speelveld van de stevige eerste verdedigingslinie van KBC voor ALM-risico.
Risico Groep en de lokale risicoafdelingen zijn verantwoordelijk voor de tweede verdedigingslinie. Hun belangrijkste taak is het ALM-risico te meten en de huidige en toekomstige risicoposities te signaleren. Een gemeenschappelijk reglement en een gedeelde meetinfrastructuur verzekeren dat die risico's in de hele groep op dezelfde manier worden gemeten. Risico Groep heeft het ALM-risicoreglement opgesteld.
De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen KBC zijn:
De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de
waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als netto-inkomsten betreft).
| Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve1 met 10 basispunten voor de KBC-groep |
Invloed op de waarde2 | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 | ||
| Bankactiviteiten | -83 | -30 | ||
| Verzekeringsactiviteiten | 5 | 10 | ||
| Totaal | -79 | -20 |
1 Vanaf 2016 – en in overeenstemming met de wijzigende marktnormen – zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).
2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).
De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | -24 | -63 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | -35 | -46 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | -50 | -33 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | -83 | -30 |
| Op 31 december | -83 | -30 |
| Maximum in jaar | -83 | -63 |
| Minimum in jaar | -24 | -30 |
* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.
Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 5,95% van het totale eigen vermogen op 31 december 2016. Dat is ruim onder de drempel van 20% waar de Nationale Bank van België op toeziet.
De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.
| 3-12 | Niet-rente | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ≤ 1 maand | 1-3 maanden | maanden | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | dragend | Totaal | |
| 31-12-2016 | -3 218 | -2 698 | 7 941 | 6 631 | 7 421 | 2 780 | -18 856 | 0 |
| 31-12-2015 | -20 413 | 300 | 13 132 | 15 847 | 8 163 | -4 006 | -13 024 | 0 |
De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.
Er wordt een analyse van de nettorente-inkomsten uitgevoerd door de invloed te meten van een renteschok met +1% op een jaar, uitgaande van een constante balans. Voor de bankactiviteiten toont de analyse dat de nettorente-inkomsten het volgende jaar onder druk zouden blijven staan door het lagerenteklimaat. Als de rente met 1% zou stijgen, verwachten we dat de nettorente-inkomsten tussen 1% en 1,5% stijgen.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte
uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses. De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen.
| Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf (in miljoenen euro) |
0-5 jaar | 5-10 jaar | 10-15 jaar | 15-20 jaar | > 20 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2016 | ||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
9 248 | 5 097 | 2 340 | 1 560 | 1 147 | 19 391 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 8 832 | 3 836 | 2 316 | 1 767 | 2 818 | 19 570 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 416 | 1 260 | 24 | -207 | -1 672 | -179 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,50 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,90 jaar | |||||
| 31-12-2015 | ||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
10 309 | 4 368 | 2 469 | 1 259 | 1 264 | 19 671 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 9 860 | 3 371 | 2 292 | 1 769 | 2 802 | 20 094 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 449 | 997 | 177 | -509 | -1 538 | -423 |
| Gemiddelde duration van activa | 5,94 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,29 jaar |
Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de
risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| 5,00% en hoger1 | 2% | 3% |
| Meer dan 4,25% tot en met 4,99% | 9% | 10% |
| Meer dan 3,50% tot en met 4,25% | 5% | 5% |
| Meer dan 3,00% tot en met 3,50% | 9% | 21% |
| Meer dan 2,50% tot en met 3,00% | 19% | 20% |
| 2,50% en lager2 | 52% | 40% |
| 0,00% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
1 Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.
2 Vanaf 2016 worden toekomstige rendementen op bepaalde verzekeringsovereenkomsten naar Belgisch recht geïndexeerd overeenkomstig de markt (met een drempel van 1,75%).
We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de
credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. De volgende tabel toont die economische gevoeligheid en geeft een uitsplitsing per land.
| Voor verkoop beschikbaar |
Tot einde looptijd aange houden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Leningen en vorderingen |
Aange houden voor handels doeleinden |
Totaal | Ter vergelij king: totaal einde 2015 |
Economische invloed van +100 basis punten3 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KBC-kernlanden | ||||||||
| België | 5 496 | 15 231 | 28 | 0 | 130 | 20 886 | 22 276 | -1 110 |
| Tsjechië | 2 341 | 5 022 | 0 | 12 | 168 | 7 543 | 7 496 | -414 |
| Hongarije | 721 | 1 458 | 0 | 4 | 176 | 2 358 | 2 161 | -96 |
| Slowakije | 1 362 | 1 590 | 0 | 0 | 1 | 2 953 | 2 915 | -182 |
| Bulgarije | 471 | 15 | 0 | 0 | 1 | 487 | 390 | -31 |
| Ierland | 433 | 774 | 0 | 0 | 1 | 1 207 | 1 038 | -65 |
| Zuid-Europa | ||||||||
| Griekenland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Portugal | 323 | 36 | 0 | 0 | 0 | 359 | 385 | -22 |
| Spanje | 2 760 | 256 | 0 | 0 | 1 | 3 017 | 2 951 | -182 |
| Italië | 2 132 | 115 | 0 | 0 | 3 | 2 250 | 2 739 | -141 |
| Andere landen | ||||||||
| Frankrijk | 2 944 | 3 843 | 0 | 0 | 137 | 6 924 | 5 512 | -558 |
| Polen | 1 229 | 270 | 12 | 0 | 4 | 1 515 | 1 068 | -86 |
| Duitsland | 326 | 523 | 0 | 0 | 2 | 850 | 803 | -41 |
| Oostenrijk | 308 | 489 | 0 | 0 | 0 | 796 | 817 | -53 |
| Nederland | 102 | 399 | 0 | 0 | 1 | 502 | 516 | -31 |
| Overige2 | 2 035 | 2 112 | 7 | 0 | 88 | 4 243 | 3 727 | -186 |
| Totale boekwaarde | 22 982 | 32 131 | 47 | 16 | 713 | 55 889 | 54 796 | – |
| Totale nominale waarde | 20 005 | 30 413 | 43 | 16 | 572 | 51 048 | 49 956 | – |
1 De boekwaarde verwijst naar het bedrag dat het bedrijf in zijn boeken heeft voor een actief of passief. Dat is de reële waarde voor posities voor verkoop beschikbaar, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden, en de geamortiseerde kostprijs voor de tot einde looptijd aangehouden posities. In de tabel is de blootstelling aan supranationale entiteiten van de geselecteerde landen uitgesloten. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.
2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2016.
3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben alleen betrekking op de blootstelling van de bankportefeuille (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was heel beperkt en bedroeg -8 miljoen euro op het einde van 2016).
• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties steeg met 1,1 miljard euro. Er was een forse stijging van de posities in obligaties uitgegeven door Frankrijk (+1,4 miljard euro), Polen (+0,4 miljard euro) en Hongarije (+0,2 miljard euro), maar een daling van de posities in Belgische (-1,4 miljard euro) en Italiaanse overheidsobligaties (-0,5 miljard euro).
Herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2016:
• De boekwaarde van de totale portefeuille voor verkoop beschikbare overheidsobligaties omvatte een
herwaarderingsreserve van 1,8 miljard euro vóór belastingen (waarvan 0,2 miljard euro bij KBC Bank).
• Die bevatte 630 miljoen euro voor België, 214 miljoen euro voor Italië, 203 miljoen euro voor Frankrijk, 179 miljoen euro voor Spanje en 530 miljoen euro voor de andere landen samen.
Portefeuille Belgische overheidsobligaties:
• Belgische overheidsobligaties waren eind 2016 goed voor 37% van onze totale overheidsobligatieportefeuille. Dat geeft aan hoe belangrijk België voor KBC is als voornaamste kernmarkt van de groep. Het belang van België in het algemeen blijkt ook uit de tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille in het begin van het deel Kredietrisico, uit de bijdrage van België aan de groepswinst en uit de diverse resultaatscomponenten (zie Toelichtingen in verband met segmentinformatie in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (per sector, in procenten) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| Financiële sectoren | 60% | 71% | 21% | 19% | 28% | 24% |
| Niet-cyclische consumentensectoren | 0% | 0% | 13% | 14% | 11% | 12% |
| Communicatie | 0% | 1% | 2% | 3% | 1% | 3% |
| Energie | 0% | 0% | 7% | 5% | 6% | 5% |
| Industriële sectoren | 26% | 25% | 34% | 36% | 33% | 35% |
| Nutsbedrijven | 0% | 0% | 2% | 4% | 2% | 3% |
| Cyclische consumentensectoren | 5% | 1% | 15% | 13% | 13% | 12% |
| Basismaterialen | 0% | 0% | 6% | 5% | 5% | 5% |
| Overige en niet bepaald | 9% | 2% | 1% | 1% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
| (in miljarden euro) | 0,26 | 0,25 | 1,35 | 1,6 | 1,6* | 1,8 |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 |
* De belangrijkste verschillen tussen de 1,6 miljard euro in deze tabel en de 2,2 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn de volgende:
(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,4 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.
(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd als
aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn). (c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende
instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd zijn als aandelen.
| Invloed van een 25%-daling van de aandelenkoersen | Invloed op de waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 | ||
| Bankactiviteiten | -64 | -61 | ||
| Verzekeringsactiviteiten | -329 | -397 | ||
| Totaal | -393 | -458 |
| Niet-tradingaandelenpositie (in miljoenen euro) |
Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 | ||
| Bankactiviteiten | 113 | 31 | 123 | 238 | |
| Verzekeringsactiviteiten | 53 | 105 | 375 | 320 | |
| Totaal* | 165 | 136 | 503 | 573 |
* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities rechtstreeks toe te schrijven aan de KBC-groep. Winsten uit gezamenlijke deelnemingen met bank- en verzekeringsentiteiten van de KBC-groep zijn uitgesloten, omdat die deelnemingen op groepsniveau geconsolideerd worden.
De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als
een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.
Invloed op de waarde
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| Bankportefeuilles | -92 | -95 |
| Verzekeringsportefeuilles | -55 | -60 |
| Totaal | -146 | -155 |
Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille, van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.
Het beschikbare kapitaal wordt beïnvloed wanneer de markt onder stress staat. Stress kan een gevolg zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.
Het common equity tier 1-kapitaal (CET1) is het gevoeligst voor een parallelle stijging van de obligatiespreads. Die gevoeligheid wordt veroorzaakt door beleggingen in overheids- en bedrijfsobligaties waarvan de spreadcomponent niet is afgedekt. Het verlies aan beschikbaar kapitaal in geval van een daling van de aandelenkoersen wordt voornamelijk veroorzaakt door posities in pensioenfondsen die door een dergelijke schok getroffen zouden worden.
(in procenten van CET1) IFRS-invloed veroorzaakt door 31-12-2016 31-12-2015 een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten -0,2% -0,04% een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten -0,9% -0,8% een daling van de aandelenkoersen met -25% -0,3% -0,2% Gezamenlijk scenario -1,3% -1,1%
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.
De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en zijn omgezet in Europese wetgeving met CRR/ CRD IV.
Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerskader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.
Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.
Ons liquiditeitsrisicobeheerskader steunt op de volgende pijlers:
• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het
belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.
• Structureel liquiditeitsrisico. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningsproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie voor de komende jaren erop gericht een voldoende buffer op te bouwen voor de LCR en NSFR. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn.
Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hieronder activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (tot contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. Eind 2016 had KBC bruto voor 32 miljard euro financiering
aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.
• Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en
financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.
| (exclusief intercompanytransacties)* | ≤ | 1-3 | 3-12 | 1-5 | 5-10 | > 10 | Op | Niet | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljarden euro) | 1 maand | maanden | maanden | jaar | jaar | jaar | vraag | bepaald | Totaal |
| 31-12-2016 | |||||||||
| Totale instroom | 22 | 8 | 19 | 56 | 50 | 33 | 19 | 32 | 239 |
| Totale uitstroom | 39 | 12 | 14 | 31 | 14 | 1 | 103 | 26 | 239 |
| Professionele financiering | 17 | 7 | 1 | 6 | 1 | 0 | 0 | 0 | 32 |
| Klantenfinanciering | 19 | 5 | 6 | 9 | 1 | 0 | 102 | 0 | 143 |
| Schuldbewijzen | 1 | 0 | 6 | 16 | 11 | 1 | 0 | 0 | 36 |
| Overige | 3 | – | – | – | – | – | – | 26 | 29 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-18 | -4 | 5 | 26 | 37 | 32 | -84 | 7 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | – | -34 | – |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | – | -10 | – |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-18 | -4 | 5 | 26 | 37 | 32 | -84 | -38 | -44 |
| 31-12-2015 | |||||||||
| Totale instroom | 17 | 11 | 15 | 56 | 48 | 34 | 4 | 34 | 218 |
| Totale uitstroom | 34 | 14 | 10 | 28 | 12 | 1 | 93 | 26 | 218 |
| Professionele financiering | 15 | 4 | 1 | 6 | 1 | 0 | 0 | 0 | 28 |
| Klantenfinanciering | 17 | 10 | 6 | 9 | 3 | 0 | 93 | 0 | 138 |
| Schuldbewijzen | 0 | 0 | 3 | 13 | 8 | 1 | 0 | 0 | 24 |
| Overige | 2 | – | – | – | – | – | – | 26 | 28 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-17 | -3 | 6 | 28 | 36 | 33 | -90 | 8 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | – | -37 | – |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | – | -9 | – |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-17 | -3 | 6 | 28 | 36 | 33 | -90 | -38 | -46 |
* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
Typisch voor een bankgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als we niet in staat zouden zijn onze kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.
Naast de voorbeeldrol van het management, zorgt een goede risicocultuur ervoor dat risicobeheer in de hele organisatie wordt gewaardeerd. Een mooi voorbeeld daarvan is het jaarlijkse planning cycle-proces (APC). De bespreking van risico's en risicobereidheid maken intussen integraal deel uit van dat proces in de hele KBC-groep.
We hebben een stevige liquiditeitspositie. Eind 2016 had de KBC-groep voor 60 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 45 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (75%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (10%) en verpandbare kredietvorderingen (4%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten). De niet-bezwaarde liquide middelen waren drie keer zo groot als het nettogebruik van wholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.
We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep (op 31 december 2016) opsplitsen als volgt:
Ongedekte kortetermijnfinanciering
Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het Glossarium van ratio's en termen. Eind 2016 bedroeg onze NSFR 125% en onze LCR 139%. Onze NSFR en LCR liggen beide ruim boven de minimale reglementaire vereisten en de interne drempel van 105%.
Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.
De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.
Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:
We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, te weten (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het interne kapitaal te berekenen (ICM-model), beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen, de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de internekapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.
De verzekeringsportefeuilles worden door herverzekering beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.
Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel grote schadeclaims of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's. Die aanpak leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder voor zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's, maar ook voor andere branches.
In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2016 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgezet binnen de KBC-groep.
De tabel hieronder toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI Insurance (sinds boekjaar 2008), K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2016 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen voorzieningscijfers zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen. De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2016.
| Schadeafwikke lingsdriehoeken, KBC Verzekeringen |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
Voorvals jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2007 | 2008* | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
| Raming aan het einde van het voor |
||||||||||
| valsjaar | 687 | 792 | 824 | 871 | 810 | 849 | 916 | 994 | 948 | 1 049 |
| 1 jaar later | 621 | 755 | 720 | 774 | 711 | 742 | 770 | 883 | 802 | – |
| 2 jaar later | 587 | 726 | 668 | 723 | 655 | 706 | 700 | 828 | – | – |
| 3 jaar later | 565 | 713 | 650 | 719 | 636 | 682 | 677 | – | – | – |
| 4 jaar later | 561 | 708 | 633 | 714 | 624 | 668 | – | – | – | – |
| 5 jaar later | 556 | 701 | 626 | 705 | 617 | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | 549 | 675 | 619 | 699 | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | 549 | 671 | 616 | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | 548 | 664 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | 548 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Huidige raming | 548 | 664 | 616 | 699 | 617 | 668 | 677 | 828 | 802 | 1049 |
| Cumulatieve betalingen |
480 | 604 | 535 | 612 | 526 | 535 | 552 | 631 | 512 | 381 |
| Huidige voorzieningen |
66 | 60 | 81 | 87 | 91 | 132 | 125 | 197 | 291 | 668 |
* De cijfers van DZI Insurance (Bulgarije) worden opgenomen sinds boekjaar 2008. Exclusief die gegevens verkrijgen we het volgende bedrag voor boekjaar 2008 (bedrag en voorvalsjaar): 586 voor 2007.
De actuariële functie is een van de essentiële controlefuncties in het Solvency II-regelgevingskader. Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de
verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht. Dat doet ze bijvoorbeeld door:
• advies te geven over de berekening van de technische voorzieningen (inclusief de geschiktheid van methodes, de geschiktheid en kwaliteit van de gebruikte gegevens, en ervaringsanalyse);
Voor de Solvency II-resultaten verwijzen we naar het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Daar vindt u meer details over de evolutie van alle ratio's in 2016.
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.7 en 5.6. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten per divisie vindt u in de toelichtingen in verband met segmentinformatie.
Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening geauditeerd. Het betreft de tabel Solvabiliteit op groepsniveau (de gecontroleerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij de tabel), ICAAP en ORSA, en Stresstests.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.
De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD IV moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6,0% voor de tier 1-kapitaalratio en 8,0% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1).
Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten) omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de reglementaire pijler 1-berekeningen.
Na de SREP voor 2016 stelde de ECB KBC formeel in kennis van haar beslissing (van kracht vanaf 1 januari 2017) om:
De beslissing van de ECB voor een CET1 van 2,75% is gelijk aan de vorige kapitaalvereiste, maar toen werd die niet opgesplitst in de P2R (die winstuitkering verplicht beperkt en bijgevolg relevant is voor additional tier 1-beleggers) en de P2G (die invloed kan hebben op het dividendbeleid en dus relevant is voor aandeelhouders). Dat de kapitaalvereiste niet is veranderd, is een teken dat KBC een laag risicoprofiel heeft en bestand is tegen ongunstige economische omstandigheden. Dat bleek ook uit de stresstests, waarvan de resultaten werden bekendgemaakt op 29 juli 2016.
De kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. Zo komt de beslissing van de betreffende Tsjechische en Slowaakse autoriteiten om een anticyclische kapitaalbuffer van 0,5% op te leggen in respectievelijk het eerste en derde kwartaal van 2017, overeen met een aanvullende CET1-kapitaalvereiste van 0,15% op KBC-groepsniveau. Het doel van een anticyclische kapitaalbuffer is de gevolgen van de conjunctuurcyclus op de kredietverlening van banken te neutraliseren. Voor België hield de Nationale Bank (NBB) de anticyclische kapitaalbuffer op 0%. Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar kapitaalbuffers al bekend in 2015. Voor KBC betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,0% CET1 voor 2017, die wordt opgetrokken tot 1,5% in 2018. Ten slotte bedraagt de
kapitaalinstandhoudingsbuffer momenteel 1,25% voor 2017, en die zal stijgen tot 2,50% in 2019.
In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,40% (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 2,5% (instandhoudingsbuffer) + 1,5% (systemische buffer) + 0,15% (anticyclische buffer)), met een bijkomende P2G van 1%. KBC overtreft ruim die vereiste: eind 2016 bedroeg de fully loaded CET1-ratio 15,8%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 4 757 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,40%. En omdat een deel van de kapitaalvereisten geleidelijk zal worden opgebouwd tegen 2019, is de betreffende vereiste (volgens de Deense compromismethode) voor 2017 op een phased-in basis gedaald tot 8,65% van het CET1 (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 1,25% (instandhoudingsbuffer) + 1% (systemische buffer) + 0,15% (anticyclische buffer)).
De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden ook ruim overtroffen gedurende het volledige boekjaar.
Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij, na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRD IV, moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die als zodanig worden aangemerkt in de desbetreffende sectorale voorschriften, namelijk CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf (Solvency I tot eind 2015). Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency I tot eind 2015 en van Solvency II vanaf 2016) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactivaequivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van
370% die aan de participatie in de verzekeringsmaatschappij werd toegekend bij de Deense compromismethode). Eind 2016 bedroeg de common equity ratio (phased-in, volgens de FICOD-methode) 14,8%.
Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode en een beknopte berekening volgens de FICOD- en de deductiemethode.
Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode, fully loaded:
Eind 2016 bedroeg de fully loaded leverage ratio op KBCgroepsniveau 6,1% (zie tabel). Ten opzichte van vorig jaar daalde de ratio met 0,2 procentpunten, vooral door de hogere totale exposure, die maar gedeeltelijk werd gecompenseerd door een hoger tier 1-kapitaal. Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
| Deense compromismethode) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2015 | |
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Fully loaded | |||
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 16 936 | |||
| Tier 1-kapitaal 1 |
31-12-2016 Phased-in Fully loaded Phased-in 17 571 17 887 17 305 15 473 15 286 14 691 13 886 14 033 13 242 15 500 15 500 14 075 -400 -400 -366 -483 -483 -482 0 0 0 -206 – -466 1 356 1 356 1 163 -18 -18 -20 -109 -140 -53 -753 -753 0 -2 -2 -2 -91 -91 -91 -203 -203 -171 -557 -879 -345 1 440 1 400 1 450 40 0 50 0 0 0 1 400 1 400 1 400 0 0 0 2 414 2 285 2 614 362 367 359 2 053 1 918 2 255 0 0 0 0 0 0 86 878 87 782 87 343 77 579 78 482 78 034 9 133 9 133 9 133 198 198 208 -32 -32 -33 16,2% 15,8% 15,2% 17,8% 17,4% 16,8% |
14 647 | ||
| Kernkapitaal (common equity) | 13 247 | |||
| Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) | 14 075 | |||
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -366 | |||
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -482 | |||
| Belangen van derden | 0 | |||
| Voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves (-)2 | – | |||
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 1 163 | |||
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) | -20 | |||
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 | -94 | |||
| Dividenduitkering (-) | 0 | |||
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | -2 | |||
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -91 | |||
| IRB-voorzieningstekort (-) | -171 | |||
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -765 | |||
| Aanvullend going concern-kapitaal | 1 400 | |||
| Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 0 | |||
| Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 0 | |||
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 1400 | |||
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | |||
| Tier 2-kapitaal | 2 289 | |||
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 369 | |||
| Achtergestelde schulden | 1 920 | |||
| Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) | 0 | |||
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | |||
| Totaal gewogen risicovolume | 89 067 | |||
| Bankactiviteiten | 79 758 | |||
| Verzekeringsactiviteiten | 9 133 | |||
| Holdingactiviteiten | 208 | |||
| Eliminatie van intercompanytransacties | -33 | |||
| Solvabiliteitsratio's | ||||
| Common equity ratio | 14,9% | |||
| Tier 1-ratio | 16,4% | |||
| Totale kapitaalratio | 20,6% | 20,0% | 19,8% | 19,0% |
Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV,
1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering).
2 Heeft betrekking op de prudentiële filter voor positieve herwaarderingsreserves in het eigen vermogen.
3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen) moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode)* (in miljoenen euro) |
31-12-2016 Phased-in |
31-12-2016 Fully loaded |
31-12-2015 Phased-in |
31-12-2015 Fully loaded |
|---|---|---|---|---|
| Kernkapitaal (common equity) | 14 794 | 14 647 | 14 014 | 14 019 |
| Totaal gewogen risicovolume | 100 136 | 101 039 | 98 107 | 99 831 |
| Common equity ratio | 14,8% | 14,5% | 14,3% | 14,0% |
* Meer details vindt u in de Extended Quarterly Reports van KBC (beschikbaar op www.kbc.com). De cijfers op 31-12-2015 volgens de FICOD-methode werden aangepast om de overgang van Solvency I naar Solvency II voor KBC Verzekeringen weer te geven.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, CRR/CRD IV, deductiemethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2016 Fully loaded |
31-12-2015 Fully loaded |
|---|---|---|
| Kernkapitaal (common equity) | 12 806 | 12 103 |
| Totaal gewogen risicovolume | 82 120 | 83 245 |
| Common equity ratio | 15,6% | 14,5% |
| Leverage ratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2016 Fully loaded |
31-12-2015 Fully loaded |
|
|---|---|---|---|
| Tier 1-kapitaal | 15 286 | 14 647 | |
| Totale exposure | 251 891 | 233 675 | |
| Balanstotaal | 275 200 | 252 355 | |
| Deconsolidatie van KBC Verzekeringen | -32 678 | -31 545 | |
| Aanpassing voor derivaten | -5 784 | -3 282 | |
| Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal | -2 197 | -806 | |
| Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties | 1 094 | 1 057 | |
| Off-balance sheet exposure | 16 256 | 15 897 | |
| Leverage ratio | 6,1% | 6,3% |
De ECB en NBB houden toezicht op KBC op going concernbasis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de afwikkelingsautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk kenmerk van het afwikkelingsplan is dat het bepaalt op welk niveau de bevoegde afwikkelingsautoriteiten zullen optreden. Er moet gekozen worden tussen een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit die de groep in zijn geheel afwikkelt (Single Point of Entry of SPE) of verschillende autoriteiten die afzonderlijk die delen van de groep afwikkelen die binnen hun jurisdictie vallen (Multiple Point of Entry of MPE). In januari 2016 gaf KBC te kennen de voorkeur te geven aan een
SPE-aanpak op groepsniveau. Ons businessmodel steunt immers sterk op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als organisatorisch (risico, financiën, treasury, enz.).
Een belangrijk afwikkelingsinstrument is de bail-in, waarbij de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven en nieuwe aandelen uit te geven aan vroegere schuldeisers ter compensatie. Naargelang van de omvang van de verliezen, zou de bail-in kunnen volstaan om weer een voldoende kapitaalniveau te bereiken zodat het vertrouwen van de markt herstelt, en om stabiliteit te creëren waarna bijkomende maatregelen kunnen worden genomen. Wanneer een bail-in wordt voorgesteld als het voornaamste afwikkelingsinstrument, is het belangrijk dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in
aanmerking komende passiva (MREL), waarvoor we verwachten dat de SRB een officiële doelstelling zal bepalen in de loop van 2017.
Gezien onze voorkeur voor een SPE-aanpak op groepsniveau, zullen de schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in uitgegeven worden door KBC Groep. Die aanpak houdt de
groep intact en beschermt ook het bankverzekeringsmodel tijdens de afwikkeling. Eind 2016 bedroeg de op die manier berekende MREL-ratio van de KBC-groep 21,0% (in procent van de risicogewogen activa). Deze benadering is strenger dan de MREL-definitie in de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD), die ook instrumenten opneemt die zijn uitgegeven op lagere niveaus in de groep.
| MREL: op basis van instrumenten uitgegeven door KBC Groep NV (in miljoenen euro) |
31-12-2016 Fully loaded |
31-12-2015 Fully loaded |
|---|---|---|
| Eigen middelen en in aanmerking komende passiva | 18 467 | 16 327 |
| CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) | 13 886 | 13 247 |
| AT1-instrumenten | 1 400 | 1 400 |
| T2-instrumenten (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) | 1 681 | 1 680 |
| Senior schulden (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) | 1 500 | 0 |
| Risicogewogen activa (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) | 87 782 | 89 067 |
| MREL-ratio | 21,0% | 18,3% |
In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV.
| Solvabiliteit, KBC Bank (CRR/CRD IV, fully loaded) | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 16 229 | 16 045 |
| Tier 1-kapitaal | 12 625 | 12 346 |
| Waarvan kernkapitaal (common equity) | 11 219 | 10 941 |
| Tier 2-kapitaal | 3 604 | 3 699 |
| Totaal gewogen risico's | 78 482 | 79 758 |
| Common equity ratio | 14,3% | 13,7% |
| Tier 1-ratio | 16,1% | 15,5% |
| Totale kapitaalratio | 20,7% | 20,1% |
De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II, het nieuwe regelgevingskader voor verzekeraars in Europa dat van kracht is sinds 1 januari 2016. Terwijl de Solvency I-vereisten gebaseerd waren op volumes, gaat Solvency II uit van de risico's. Het wil
solvabiliteitsvereisten invoeren die de risico's van ondernemingen beter weerspiegelen en een toezichtsysteem introduceren dat voor alle EU-lidstaten consistent is. KBC valt onder het Solvency II-stelsel voor al zijn verzekeringsdochters.
| (Solvency II, in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen | 3 637 | 3 683 |
| Tier 1 | 3 137 | 3 180 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders volgens IFRS | 2 936 | 2 815 |
| Dividenduitkering | -103 | -71 |
| Aftrek van immateriële vaste activa en goodwill (na belastingen) | -123 | -123 |
| Waarderingsverschillen (na belastingen) | 349 | 416 |
| Volatiliteitsaanpassing | 120 | 195 |
| Overige | -42 | -53 |
| Tier 2 | 500 | 503 |
| Achtergestelde schulden | 500 | 503 |
| Solvabiliteitskapitaalvereiste (SCR) | 1 791 | 1 592 |
| Solvency II-ratio | 203% | 231% |
| Solvabiliteitssurplus boven SCR | 1 846 | 2 091 |
* Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris
De daling van de Solvency II-ratio (inclusief volatiliteitsaanpassing) tegenover eind 2015 is voornamelijk te wijten aan:
van ongeveer -10% op de Solvency II-ratio) en de herziening van de volatiliteitsaanpassing die EIOPA oplegt (invloed van ongeveer -5% op de Solvency II-ratio).
• dalende rentevoeten, die een negatieve invloed hebben op de Solvency II-ratio, aangezien de gemiddelde looptijd van de activa lager ligt dan die van de passiva. Het beschikbare kapitaal in Solvency II is gebaseerd op de volledige reële waarde van balansposten. Lagere rentevoeten verhogen de reële waarde van technische verplichtingen, maar dat wordt slechts deels gecompenseerd aan de actiefzijde en dus daalt het beschikbare kapitaal. De Belgische regelgeving over de aanpassing voor uitgestelde belastingen versterkt die invloed door een hogere kapitaalvereiste op te leggen. De negatieve invloed van dalende rentevoeten wordt evenwel geneutraliseerd door de jaarlijkse actuariële aanpassing van de kasstroommodellen voor passiva.
Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en ervoor te zorgen dat we altijd voldoende gekapitaliseerd zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikken we ook over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. Dat model wordt bijvoorbeeld gebruikt om de risicogewogen prestaties te meten, risicolimieten te onderbouwen en te bepalen, en de kapitaaltoereikendheid te beoordelen. Het wordt aangevuld met een kader voor winstbeoordeling, dat de kwetsbaarheden moet blootleggen met betrekking tot de duurzaamheid van ons businessmodel op langere termijn.
Een heel belangrijk element in ons ICAAP is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasury- en risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op entiteitsniveau te bepalen.
De APC gaat niet alleen over planning, maar ook over het nauwgezet bewaken dat alle aspecten van het plan worden uitgevoerd (winst-en-verliesrekening, risicogewogen activa, liquiditeit). De verschillende groepsfuncties stellen daarover specifieke rapporten op.
Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Net zoals bij het ICAAP is het doel van de ORSA erop toe te zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBCverzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC, bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Waar nodig worden die processen aangepast om rekening te houden met de specifieke aard van de (her)verzekeringsactiviteiten en te voldoen aan de Solvency II-vereisten.
Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer (risico's vaststellen, risicobereidheid en -begrenzing bepalen, enz.). Stresstests maken daarom integraal deel uit van ons risicobeheerskader en zijn een belangrijk onderdeel van ons ICAAP en onze ORSA.
managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk.
Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of we over voldoende kapitaal beschikken om de risico's die we lopen te dekken. Daarom bevat de APC ook gevoeligheden voor kritieke veronderstellingen die worden gebruikt in het
basisscenario. Daarnaast wordt de APC aangevuld met een speciale geïntegreerde stresstest die gelijktijdig wordt uitgevoerd. De gevoeligheden en stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat:
De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en reglementaire kapitaaldoelstellingen.
In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaalvereisten niet gehaald worden. Op die manier geeft het herstelplan een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep en in de risicoverminderende maatregelen die het management kan nemen als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen.
KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaaltoereikendheid van de
Volgens de resultaten van de Europese stresstest van de EBA, die eind juli 2016 werden bekendgemaakt, bleven we ook in 2016 goed gekapitaliseerd. De impact van de stresstest op onze fully loaded common equity ratio (14,9% eind 2015) verhoogde die ratio met 1,3 procentpunten tot 16,2% in het basisscenario (+1,0 procentpunt op overgangsbasis). In het ongunstige scenario zou onze fully loaded common equity
groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van gevoeligheden in de APC-planning.
ratio 3,6 procentpunten dalen tot 11,3% (-3,9 procentpunten op overgangsbasis, eveneens met een daling tot 11,3%). Zelfs in een ongunstig scenario blijven we dus goed gekapitaliseerd. Onze leverage ratio, die eind 2015 6,3% bedroeg, zou in het basisscenario stijgen tot 7,4%, en in het ongunstige scenario dalen tot 5,7%.
De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken daarbij de Belgische Corporate Governance Code 2009 (hierna de Code genoemd) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2016.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt. Raad van Bestuur: Raad; Directiecomité: DC; Auditcomité: AC; Risico- en Compliancecomité: RCC.
In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2016. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.
| 5 (v) 5 5 5 5 (v) 4 5 5 5 10 (v) 10 10 10 9 6 (v) 6 5 6 6 n (v) n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n 10 0 6 10 10 0 9 9 0 11 11 11 11 11 11 11 11 2019 2017 2020 2019 2017 2020 2019 2019 2018 2017 2020 2019 2020 2018 2017 2018 Vanaf Vanaf Vanaf Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 16 december 2016 Vanaf 4 mei 2016 Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 16 december 2016 Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 16 december 2016 Volledig jaar Professor aan de International Business School van Boedapest Emeritus professor economie aan de Universiteit Antwerpen, Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora Senior Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Voorzitter DC en gedelegeerd bestuurder Gedelegeerd bestuurder MRBB Ondervoorzitter van de Raad Gedelegeerd bestuurder 3D Bestuurder-directeur Cera Gedelegeerd bestuurder Voorzitster Boerenbond Gedelegeerd bestuurder Voorzitter van de Raad CEO Christeyns Groep CEO Ravago Groep CEO Vlerick Group Bestuurder Cera Aantal vergaderingen in 2016 Christine Van Rijsseghem Katelijn Callewaert Theodoros Roussis Matthieu Vanhove Walter Nonneman Vladimira Papirnik Franky Depickere Marc Wittemans Sonja De Becker Philippe Vlerick Thomas Leysen Alain Bostoen Frank Donck Luc Popelier Johan Thijs Júlia Király |
Naam | e Hoofdfuncti |
16 e Raad in 20 Periode in d |
g mandaat Einde huidi |
aderingen e raadsverg Bijgewoond |
urders ende bestu Niet-uitvoer |
houders kernaandeel oordigers Vertegenw |
jke bestuur ders Onafhankeli |
AC DC |
RCC | Benoemings comité |
ecomité Remunerati |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Secretaris van de Raad: Johan Tyteca.
(v) Voorzitter van dit comité.
Luc Discry, Lode Morlion en Ghislaine Van Kerckhove waren niet-uitvoerend bestuurder tot en met 15 december 2016. Zij namen respectievelijk deel aan 10, 11 en 11 vergaderingen van de Raad. Piet Vanthemsche was niet-uitvoerend bestuurder tot en met 4 mei 2016: hij nam deel aan 4 vergaderingen van de Raad en aan 1 vergadering van het Benoemingscomité.
• Sonja De Becker werd lid van het Benoemingscomité met ingang van 4 mei 2016, ter vervanging van Piet Vanthemsche.
U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance. De agenda van de Algemene Vergadering van 4 mei 2017 vindt u op www.kbc.com.
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)
Meer informatie, waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.
Het DC telt met ingang van 5 mei 2017 zeven leden. Met betrekking tot de samenstelling worden volgende wijzigingen doorgevoerd:
Ingevolge deze benoemingen en wijzigingen zal de samenstelling van het DC er als volgt uitzien:
Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.
Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.
Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken.
Het AC besprak bovendien:
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties.
Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer (inclusief de jaarverslagen) werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.
Daarnaast behandelde het RCC de volgende bijzondere rapporteringen:
• de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen.
Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en dikwijls ook van de voorzitter van het DC. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstuk 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.
Op 31 december 2016 zetelen in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:
het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences.
De andere leden van het AC zijn:
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC samengesteld is overeenkomstig de vereisten van het Charter en van artikel 526bis § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2016 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:
• Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven).
De andere leden van het RCC zijn:
• Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en
heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Hij is thans gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.
De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Charter. In de loop van het boekjaar 2016 kwamen geen transacties voor die een toepassing van deze regeling vereisten.
De Raad heeft de Dealing Code aangepast aan de nieuwe reglementering ter zake. De Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor
Financiële Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.
De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het
DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.
Op initiatief van de voorzitter vindt in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt
gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.
De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders. Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.
Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC
Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De volledige verslagen van het Remuneratiecomité worden bezorgd aan de Raad ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC opdracht geven mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Raad: op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over het vergoedingsregime van de leden van de Raad. Als dat nodig is, vraagt de Raad ook een beslissing van de Algemene Vergadering.
DC: op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. De belangrijkste zijn:
Met ingang van 1 januari 2017 werd de Remuneration Policy aangepast aan de nieuwe EBA-richtsnoeren betreffende een beheerst beloningsbeleid en de concrete vertaling daarvan door de Nationale Bank van België. De belangrijkste aanpassingen zijn:
Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding voor de prestaties vanaf boekjaar 2012 werd naast de risk gateway een risicogecorrigeerde maatstaf van de winstgevendheid van het bedrijf gebruikt (Risk-Adjusted Profit of RAP). Voor bepaalde categorieën van de key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.
Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (dat wil zeggen dat ze pas worden verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.
In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):
• Er is een bewijs van wangedrag of grove fout van de medewerker (bijvoorbeeld schending van de gedragscode en andere interne regels, in het bijzonder met betrekking tot risico's).
De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.
In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back): • bewijs van fraude,
• (gebruik van) misleidende informatie.
vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad.
• KBC Groep NV verleent noch kredieten noch waarborgen aan bestuurders. Dergelijke kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.
Overeenkomstig het hierboven uitgelegde vergoedingssysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland de bedragen die in onderstaande tabel zijn vermeld. De leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad, ontvingen in die hoedanigheid noch een vaste vergoeding noch presentiegeld.
| Vergoeding (m.b.t. boekjaar 2016) |
Vergoeding AC en RCC (m.b.t. boekjaar 2016) |
Presentiegeld (m.b.t. boekjaar 2016) |
|
|---|---|---|---|
| Thomas Leysen | 500 000 | 0 | 0 |
| Alain Bostoen | 30 000 | 0 | 50 000 |
| Sonja De Becker | 26 667 | 0 | 30 000 |
| Franky Depickere | 65 000 | 130 000 | 61 250 |
| Luc Discry | 40 000 | 0 | 50 000 |
| Frank Donck | 30 000 | 30 000 | 50 000 |
| Júlia Király | 20 000 | 30 000 | 75 000 |
| Lode Morlion | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Vladimira Papirnik | 20 000 | 30 000 | 82 500 |
| Theodoros Roussis | 30 000 | 0 | 45 000 |
| Ghislaine Van Kerckhove | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Philippe Vlerick | 60 000 | 0 | 55 000 |
| Piet Vanthemsche | 13 333 | 0 | 20 000 |
| Marc Wittemans | 40 000 | 60 000 | 55 000 |
Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. Naar aanleiding van de vervanging van de presentiegelden van de leden van het AC en het RCC door een vaste vergoeding, werd opnieuw een
vergelijking gemaakt met zowel de BEL 20-ondernemingen als met een uitgebreid staal van continentaal Europese financiële instellingen. Daaruit is gebleken dat een aanpassing van het niveau van de vergoeding niet aan de orde was.
Voor een lid van het DC met een anciënniteit in KBC Groep van 6 jaar of minder wordt de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor iemand met een anciënniteit in de groep van 6 t.e.m. 9 jaar wordt het 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt de vergoeding gelijk aan 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.
De variabele component van de vergoeding wordt opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele vergoeding zich tussen 0 en 300 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 100 000 euro. Voor de leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 200 000 en maximaal 70 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar.
De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt vanaf 1 januari 2017 gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaren. De uitbetaling van die uitgestelde bedragen is onderhevig aan de hiervoor geschetste terugvorderingsbepalingen. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met virtual investment certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van zes jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later
worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.
Tot begin 2016 werd voor de leden van het DC, naast een zeer beperkt plan van het type vaste bijdragen (defined contributions) voorzien in een bijkomend pensioenplan van het type vaste prestaties (defined benefits). In dat plan werd geen onderscheid gemaakt tussen de CEO en de andere leden van het DC en werd de pensioenberekening gebaseerd op een berekeningsbasis die geen verband hield met de werkelijke vergoeding. Uit een onderzoek dat samen met een extern onderzoeksbureau werd uitgevoerd, bleek bovendien dat het niveau van zowel het bijkomend rustpensioen als de overlijdensdekking niet marktconform was. Datzelfde onderzoek toonde ook aan dat de trend om over te stappen van vasteprestatieplannen naar vastebijdragenplannen zich ook heeft doorgezet in de pensioenvoorzieningen voor het topmanagement. Daarom zijn we, zoals vorig jaar aangekondigd, op 1 januari 2016 gestart met een nieuw pensioenplan voor de leden van het DC. Het betreft een vastebijdragenplan dat, net zoals voorheen, volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan hielden we er rekening mee dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsnee werknemer. Daarom werd in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. De toelage van KBC aan het pensioenplan bedraagt 32% van de vaste vergoeding gedurende de eerste 10 jaar (40% voor de CEO), 7% de volgende 5 jaar (3% voor de CEO) en 3% vanaf het 16e jaar van aansluiting. Op de toelagen wordt een minimaal rendement gegarandeerd van 0% en het toegekende rendement wordt afgetopt op 8,25%. Gelet op de specifieke opbouw van dit nieuwe pensioenplan is de financiering ervan niet gelijkmatig gespreid over de ganse loopbaan. Gedurende de eerste 10 jaar is het niveau van de toelagen aan het pensioenfonds behoorlijk hoog, maar vanaf het elfde jaar en zeker vanaf het 16e jaar valt de financieringslast ervan terug tot een fractie van de jaren daarvoor.
Het plan is van toepassing voor eenieder die vanaf 1 januari 2016 toetreedt tot het DC (voor zover in België gedomicilieerd). Aan de leden van het DC op 31 december 2015 werd de keuze geboden tussen het behoud van het
bestaande plan of het nieuwe plan. Behalve Luc Gijsens koos iedereen voor de overstap naar het nieuwe plan. Voor hen werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves overgeboekt naar het nieuwe plan. Conform het pensioenreglement werd in 2016 voor Johan Thijs een toelage aan het pensioenfonds overgemaakt van 511 121 euro. Voor de andere leden van het DC (behalve Luc Gijsens) werd in 2016 een toelage van 1 174 937 euro overgemaakt. De service cost van de financiering van het oude plan voor Luc Gijsens bedroeg 147 380 euro. Aangezien het nieuwe plan van een ander type is dan het oude en ook de financieringscurve heel anders is opgebouwd dan voorheen, zijn de hiervoor vermelde toelagen van een heel ander type dan de bedragen die voorheen voor het oude plan in het jaarverslag werden opgenomen. Deze bedragen zijn dan ook geenszins vergelijkbaar.
Het onderzoek toonde ook aan dat de overlijdensdekking eerder laag was tegenover de benchmark. Daarom werd in het nieuwe plan het overlijdenskapitaal opgetrokken tot viermaal de vaste vergoeding (of, indien hoger, de op het ogenblik van overlijden opgebouwde reserves). De vergoeding voor eventuele wezen werd ongeveer op het bestaande niveau behouden (kapitaal van 185 000 euro en rente van 6 000 euro per jaar).
De invaliditeitsvoorziening is voor alle leden van het DC op het oude niveau behouden (ca. 700 000 euro).
De vaste vergoeding van de CEO (Johan Thijs) over 2016 bedraagt 1 125 000 euro. Aan de andere leden van het DC samen werd in 2016 een vaste vergoeding uitgekeerd van 3 962 500 euro.
De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Die evaluatie gebeurt aan de hand van de vijf elementen van onze bedrijfscultuur (PEARL) alsook het element respectvol. De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van enkele in het begin van 2016 afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Die criteria zijn geconcentreerd rond het implementeren van de strategie (inclusief het duurzaamheidsbeleid), de realisatie van de financiële planning, het versterken van de risico-omgeving en de tevredenheid van alle stakeholders (personeel, klanten en maatschappij). Ook in dit laatste blok is duurzaamheid een
belangrijke factor. Aldus is minder dan 7% van de totale vergoeding gerelateerd aan het behalen van financiële resultaten. Bij de bepaling van de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties die gerelateerd zijn aan de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld. Het resultaat van die evaluaties is een percentage tussen 0% en 100% dat toegepast wordt op het maximale bedrag van de variabele vergoeding. Voor het jaar 2016 besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 98%. Hetzelfde percentage geldt ook voor de CRO.
Variabele vergoeding Johan Thijs: Conform de hiervoor uiteengezette vergoedingssystematiek wordt over 2016 aan Johan Thijs een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 294 000 euro en een individuele variabele vergoeding van 95 000 euro. De helft van die vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cash gedeelte wordt 40% (77 800 euro) in 2017 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren (23 340 euro per jaar van 2018 t.e.m. 2022).
Variabele vergoeding van de overige leden van het DC: Conform de hiervoor uiteengezette vergoedingssystematiek wordt over 2016 aan de vijf leden van het DC samen een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 980 000 euro en een individuele variabele vergoeding van 303 333 euro. De helft van die vergoeding wordt uitbetaald in cash, de ander helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cash gedeelte wordt 40% (256 667 euro) in 2017 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren (77 000 euro per jaar van 2018 t.e.m. 2022).
Phantom stocks 2016: Het aantal stocks wordt berekend op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel gedurende het eerste kwartaal van 2017. Ook daarvan wordt 40% in 2017 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren. Gelet op de retentieperiode van één jaar die geldt voor de phantom stocks, worden deze telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dit betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2018 t.e.m. 2023. De bedragen waarvoor op die manier over 2016 phantom stocks worden toegekend, worden in onderstaande tabel weergegeven:
| Bedragen toegekend in de vorm van phantom | Toekenning | Toekenning | Toekenning | Toekenning | Toekenning | Toekenning | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| stocks (in euro) | Totaal | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
| Johan Thijs | 194 500 | 77 800 | 23 340 | 23 340 | 23 340 | 23 340 | 23 340 |
| Luc Popelier | 128 333 | 51 333 | 15 400 | 15 400 | 15 400 | 15 400 | 15 400 |
| John Hollows* | 128 917 | 51 567 | 15 470 | 15 470 | 15 470 | 15 470 | 15 470 |
| Luc Gijsens | 127 750 | 51 100 | 15 330 | 15 330 | 15 330 | 15 330 | 15 330 |
| Daniel Falque | 127 750 | 51 100 | 15 330 | 15 330 | 15 330 | 15 330 | 15 330 |
| Christine Van Rijsseghem | 128 917 | 51 567 | 15 470 | 15 470 | 15 470 | 15 470 | 15 470 |
* VIC's (Virtual Investment Certificates) i.p.v. phantom stocks.
Van de variabele vergoeding die over de jaren 2013, 2014 en 2015 aan Johan Thijs werd toegekend, wordt in 2017 een bedrag uitbetaald van 68 406 euro als resultaatsgebonden variabele vergoeding en een bedrag van 21 666 euro als individuele variabele vergoeding. Voor de andere leden van het DC samen gaat het respectievelijk om 208 979 euro en 62 611 euro.
Een gedeelte van de phantom stocks die in 2013, 2014 en 2015 werden toegekend, werd in april 2016 omgezet in cash tegen een koers van 49,68 euro. De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):
| • Johan Thijs | 225 696 |
|---|---|
| • Luc Popelier | 157 038 |
| • John Hollows | 161 121 (deels VIC's) |
| • Luc Gijsens | 148 096 |
| • Daniel Falque | 134 136 |
| • Christine Van Rijsseghem | 56 635 |
Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast overeenkomstig de geldende reglementering. Verder genieten de leden van het DC ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van
deze voordelen kan voor Johan Thijs geraamd worden op 15 881 euro en voor de andere leden van het DC samen op 62 393 euro. De forfaitaire kostenvergoeding van 400 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.
| Vergoeding van het DC van KBC Groep NV, 2016 | CEO Johan Thijs | Andere leden van het DC (samen) | ||
|---|---|---|---|---|
| Toegekend | Uitbetaald | Toegekend | Uitbetaald | |
| Statuut | Zelfstandige | Zelfstandigen | ||
| Vaste basisvergoeding | 1 125 000 | 1 125 000 | 3 962 500 | 3 962 500 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar – cash | 47 500 | 19 000 | 151 667 | 60 667 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar – phantom stocks | 47 500 | 0 | 151 667 | 0 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar – cash | 147 000 | 58 800 | 490 000 | 196 000 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar – phantom stocks | 147 000 | 0 | 490 000 | 0 |
| Individuele variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren | – | 21 666 | – | 62 611 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren | – | 68 406 | – | 208 979 |
| Phantom stocks voorbije boekjaren | – | 225 696 | – | 657 026 |
| Totaal | 1 514 000 | 1 518 568 | 5 245 834 | 5 147 783 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen | 511 121 | 1 174 937 | ||
| Service cost pensioenplan type vaste prestaties | 0 | 147 380 | ||
| Andere voordelen | 15 881 | 62 393 |
In 2016 werd de vergoeding van de leden van het DC vergeleken met die van het topmanagement van de BEL 20-bedrijven en van een uitgebreide groep van continentaal Europese financiële instellingen. Daaruit bleek opnieuw dat het totale vergoedingsniveau bij KBC zich eerder aan de lage kant van het spectrum situeerde (beneden de mediaan) en derhalve niet in verhouding was met de omvang en complexiteit van KBC-groep. Daarom besliste de Raad op advies van het Remuneratiecomité om de vaste vergoeding
van de CEO en de leden van het DC met ingang van 1 juli 2016 op te trekken met zo'n 6% en de maximale variabele vergoeding met ingang van het boekjaar 2017 met ongeveer 20%, samen een verhoging van de maximale totale vergoeding met ongeveer 10%. Aangezien de positie van de vergoeding van de CEO in die vergelijking nog beduidend minder gunstig was dan die van de leden van het DC, werd zijn maximale variabele vergoeding opgetrokken met 40%.
Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:
Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van dit hoofdstuk.
Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van verantwoord ondernemen. Eerlijkheid, correctheid, transparantie en confidentialiteit maken samen met een doordachte risicobeheersing deel uit van de hoge ethische normen die KBC hanteert – zowel naar de geest als naar de letter van de toepasselijke regelgeving. Daarom behandelen we onze klanten op een redelijke, eerlijke en professionele wijze.
Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. Ze
maken ook deel uit van specifieke trainingen en campagnes voor het personeel. De belangrijkste richtlijnen en beleidsnota's in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.
Het Integriteitsbeleid omvat o.a. ook het gedragsrisico (conduct risk), een recent begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste levering van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet met preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en dilemma-trainingen zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema.
Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:
Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
Het Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te goeder trouw tekenen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren.
De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor
bewustmakingscampagnes en trainingen.
Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.
controlefuncties de tweede verdedigingslinie
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisicoen controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft ze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de Groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Interne Audit is verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de bestaande bedrijfsprocessen. Als onafhankelijke derdelijnscontrole voert het risicogebaseerde en algemene audits uit om de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief het Risicobeleid, te verzekeren. Het ziet er ook op toe dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.
Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Dat charter beantwoordt aan de bepalingen van het
NBB-reglement van 19 mei 2015 – goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 5 juli 2015 – betreffende de interne controle en de interne auditfunctie, de uitvoeringscirculaire 2015_21 van 13 juli 2015, de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 en de Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen van 13 maart 2016.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.
Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.
Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.
De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Financial Insight and Communication en van Group Finance, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.
Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te
beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Reporting Framework (2011) en het Challenger Framework (2012) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Het omvat naast een
ingevulde CFO-vragenlijst ook een opsomming van alle verantwoordelijkheden (Entity Accountability Excel) voor accounting en voor externe financiële rapportering samen met de onderliggende Departmental Reference Documents (RACI's) die onderbouwd aantonen hoe de verantwoordelijkheden worden opgenomen. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de tweede paragraaf onder punt 4 van Deel 1.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explainprincipe). Hierna volgt dat overzicht:
Bepaling 5.2/1 van Bijlage C bij de Code schrijft voor dat de Raad een Auditcomité opricht dat uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Bepaling 5.2/4 van dezelfde Bijlage C stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van dat comité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Op 31 december 2016 was het AC samengesteld uit vier niet-uitvoerende bestuurders, van wie twee onafhankelijke bestuurders en twee vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC. Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit vier bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders vormden in dat comité dus niet de meerderheid. Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder, werd benoemd tot bijkomend lid van het Benoemingscomité met ingang van 1 januari 2017. Dat comité telt nu twee onafhankelijke bestuurders.
Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun engagement, via hun vertegenwoordigers in de Raad op een gepaste en evenwichtige wijze te betrekken bij de werkzaamheden van de comités.
Uiterlijk op 1 januari 2017 moest ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht zijn dan de overige leden.
De Raad telde op 1 januari 2017 vijf vrouwen en elf mannen, waardoor aan de bepalingen van de wet is voldaan.
In de loop van het boekjaar 2016 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.
De algemene vergadering van 4 mei 2016 heeft PricewaterhouseCoopers (PwC) benoemd als commissaris voor een termijn van drie jaar. De commissaris wordt vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman. Tot die algemene vergadering fungeerde Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA als commissaris van de vennootschap, met als vertegenwoordigers Christel Weymeersch en/of Jean-François Hubin.
De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.
Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 418 372 082 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de slotkoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging
waartoe de Raad van Bestuur op 16 november 2016 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 19 december 2018. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2015 zijn nog geblokkeerd (tot 17 december 2017).
De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Uitleg bij de aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 3.8 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2016 betrof het twee aandelen (0,00% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).
De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora Comm.VA, haar moederonderneming Cera CVBA, MRBB CVBA en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.
| • KBC Ancora Comm.VA: | 77 516 380 |
|---|---|
| • Cera CVBA: | 11 127 166 |
| • MRBB CVBA: | 47 889 864 |
| • Andere vaste aandeelhouders: 31 675 955 |
In totaal bezitten de kernaandeelhouders dus 168 209 365 aandelen van KBC Groep NV, die eenzelfde aantal stemrechten vertegenwoordigen. Dat komt overeen met 40,21% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2016 (418 372 082).
aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van KBC Groep NV en om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep NV en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van KBC Groep NV.
De aandeelhoudersovereenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de
gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen, beslist de syndicaatsvergadering als er geen consensus bestaat met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.
De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering.
In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen. De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar.
Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat
mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.
Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 20 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte van aandelen. De Raad is
bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meer keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal binnen het bovengenoemde bedrag van 700 miljoen euro. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.
Op 16 november 2016 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 48,65 euro en een maximum van 71 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 23 december 2016 verhoogd met 991 883,52 euro, vertegenwoordigd door 285 024 nieuwe aandelen. De gevolgen van de uitsluiting van het voorkeurrecht vindt u in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening.
Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2016 nog 695 111 550,04 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2016 – nog maximaal 199 744 698 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,74% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.
De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.
De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2016 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen geen aandelen van KBC Groep NV in bezit.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:
In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.
We wijzen erop dat de hierna onder A) en B) vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2016, resulterend uit alle
kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2016. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2016 (en de eerste twee maanden van 2017).
| Aandeelhouderschap op 31-12-2016, volgens de meest recente kennisgevingen overeen komstig de wet van 2 mei 2007 |
Adres | Aantal KBC-aandelen/ stemrechten (tegenover het huidige aantal aandelen/ stemrechten) |
De kennisgeving betreft de situatie op |
|---|---|---|---|
| KBC Ancora Comm.VA | Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 77 516 380 (18,53%) | 1 december 2014 |
| Cera CVBA | Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 11 127 166 (2,66%) | 1 december 2014 |
| MRBB CVBA | Diestsevest 40, 3000 Leuven, België | 47 889 864 (11,45%) | 1 december 2014 |
| Andere vaste aandeelhouders | P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
32 020 498 (7,65%) | 1 december 2014 |
| Vennootschappen behorend tot de KBC-groep |
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 300 (0,00%) | 16 oktober 2012 |
| FMR LLC (Fidelity) | The Corporation Trust Center, 1209 Orange Street, Wilmington, New Castle County, Delaware 19801, Verenigde Staten |
12 628 843 (3,02%) | 18 november 2016 |
| Blackrock Inc. | 55 East 52nd Street, New York, NY 10055, Verenigde Staten |
20 650 780 (4,94%) | 9 februari 2016 |
| Parvus Asset Management Europe Ltd. |
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen, Verenigd Koninkrijk |
12 341 146 (2,95%) | 13 februari 2015 |
In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 30 augustus 2016 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
a rechtspersonen,
b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1
| Participatie, | Participatie, | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | aantal | In procenten2 Aandeelhouder | aantal | In procenten2 | |
| KBC Ancora Comm.Va | 77 516 380 | 18,53 Bareldam SA | 387 544 | 0,09 | |
| MRBB CVBA | 47 889 864 | 11,45 Robor NV | 359 606 | 0,09 | |
| CERA CVBA | 11 127 166 | 2,66 Dufinco BVBA | 357 002 | 0,09 | |
| SAK AGEV | 6 461 885 | 1,54 Sereno SA | 321 408 | 0,08 | |
| Ravago Finance NV | 3 855 915 | 0,92 Rodep Comm.Va | 304 181 | 0,07 | |
| VIM CVBA | 3 834 500 | 0,92 Efiga Invest SPRL | 230 806 | 0,06 | |
| 3D NV | 2 491 893 | 0,60 Gavel Comm.Va | 220 024 | 0,05 | |
| Almafin SA | 1 285 997 | 0,31 Ibervest | 190 000 | 0,05 | |
| De Berk BVBA | 1 138 208 | 0,27 Promark International NV | 189 008 | 0,05 | |
| Algimo NV | 1 040 901 | 0,25 Niramore International SA | 150 700 | 0,04 | |
| SAK PULA | 981 450 | 0,23 SAK Iberanfra | 120 107 | 0,03 | |
| Rainyve SA | 941 958 | 0,23 Isarick NV | 45 056 | 0,01 | |
| Alia SA | 937 705 | 0,22 Agrobos | 45 000 | 0,01 | |
| Stichting Amici Almae Matris | 912 731 | 0,22 Filax Stichting | 38 529 | 0,01 | |
| Ceco c.v.a. | 568 849 | 0,14 I.B.P Ravago Pensioenfonds | 34 833 | 0,01 | |
| Van Holsbeeck NV | 502 822 | 0,12 Hendrik Van Houtte CVA | 25 920 | 0,01 | |
| Nascar Finance SA | 485 620 | 0,12 Asphalia NV | 14 241 | 0,00 | |
| Cecan NV | 466 002 | 0,11 Vobis Finance NV | 685 | 0,00 | |
| Cecan Invest NV | 397 563 | 0,10 |
| (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen). | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Participatie, | Participatie, | Participatie, | Participatie, | ||||
| aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 | aantal | In procenten2 |
| 861 395 | 0,21 | 182 826 | 0,04 | 80 500 | 0,02 | 19 522 | 0,00 |
| 285 000 | 0,07 | 159 100 | 0,04 | 41 500 | 0,01 | 3 431 | 0,00 |
| 239 400 | 0,06 | 107 744 | 0,03 | 32 554 | 0,01 | 2 800 | 0,00 |
| 193 200 | 0,05 | 107 498 | 0,03 | 20 836 | 0,00 |
1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.
2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2016.
Geconsolideerde jaarrekening
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 3.1 | 4 258 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 3.1 | 6 642 | 7 150 |
| Rentelasten | 3.1 | -2 384 | -2 839 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 3.7 | 628 | 611 |
| Verdiende premies | 3.7 | 1 410 | 1 319 |
| Technische lasten | 3.7 | -782 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 3.7 | -152 | -201 |
| Verdiende premies | 3.7 | 1 577 | 1 301 |
| Technische lasten | 3.7 | -1 728 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 3.7 | -38 | -29 |
| Dividendinkomsten | 3.2 | 77 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
3.3 | 540 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 3.4 | 189 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 3.5 | 1 450 | 1 678 |
| Provisie-inkomsten | 3.5 | 2 101 | 2 348 |
| Provisielasten | 3.5 | -651 | -670 |
| Overige netto-inkomsten | 3.6 | 258 | 297 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 7 211 | 7 148 | |
| Exploitatiekosten | 3.8 | -3 948 | -3 890 |
| Personeelskosten | 3.8 | -2 252 | -2 245 |
| Algemene beheerskosten | 3.8 | -1 449 | -1 392 |
| Afschrijvingen vaste activa | 3.8 | -246 | -253 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 3.10 | -201 | -747 |
| op leningen en vorderingen | 3.10 | -126 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | 3.10 | -55 | -45 |
| op goodwill | 3.10 | 0 | -344 |
| op overige | 3.10 | -20 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.11 | 27 | 24 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 3 090 | 2 535 | |
| Belastingen | 3.12 | -662 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 2 428 | 2 639 | |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | 0 | 0 |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | 2 427 | 2 639 |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| Winst per aandeel (in euro) | |||
| Gewoon | 3.13 | 5,68 | 3,80 |
| Verwaterd | 3.13 | 5,68 | 3,80 |
• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons
financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 2 428 | 2 639 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 2 427 | 2 639 |
| NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN ERKEND IN EIGEN VERMOGEN | ||
| Verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen | -57 | 176 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 83 | 260 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 1 | -11 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -141 | -72 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 31 | 7 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -185 | -79 |
| Uitgestelde belastingen | 14 | 0 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties | 26 | -209 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 102 | -256 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -30 | 91 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -46 | -44 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -30 | -57 |
| Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa naar aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden financiële activa |
-40 | -3 |
| Uitgestelde belastingen | 24 | 16 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa | 0 | 0 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | -201 | 222 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -379 | 302 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 122 | -110 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 56 | 29 |
| Brutobedrag | 80 | 39 |
| Uitgestelde belastingen | -24 | -9 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | 20 | 264 |
| Brutobedrag | -16 | 162 |
| Uitgestelde belastingen | 36 | 103 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 4 | 6 |
| Brutobedrag | 5 | 5 |
| Uitgestelde belastingen | -1 | 0 |
| Overige mutaties | 11 | 2 |
| Niet verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | -231 | 226 |
| Wijzigingen | -336 | 323 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 104 | -97 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Wijzigingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 0 | 0 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 2 000 | 3 327 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 2 000 | 3 326 |
• Wijziging aan de presentatie van deze tabel: zie Toelichting 1.1.
| ACTIVA (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|---|
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | – | 20 148 | 7 038 |
| Financiële activa | 4.0 | 246 836 | 237 346 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 9 683 | 10 385 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.0 | 14 185 | 16 514 |
| Voor verkoop beschikbaar | 4.0 | 36 708 | 35 670 |
| Leningen en vorderingen | 4.0 | 152 152 | 141 305 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 4.0 | 33 697 | 32 958 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 410 | 514 |
| Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen | 5.6 | 110 | 127 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een portefeuille |
– | 202 | 105 |
| Belastingvorderingen | 5.2 | 2 312 | 2 336 |
| Actuele belastingvorderingen | 5.2 | 66 | 107 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.2 | 2 246 | 2 228 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 8 | 15 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 5.3 | 212 | 207 |
| Vastgoedbeleggingen | 5.4 | 426 | 438 |
| Materiële vaste activa | 5.4 | 2 451 | 2 299 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 5.5 | 999 | 959 |
| Overige activa | 5.1 | 1 496 | 1 487 |
| TOTAAL ACTIVA | 275 200 | 252 356 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| Financiële verplichtingen | 4.0 | 234 300 | 213 333 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 8 559 | 8 334 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.0 | 16 553 | 24 426 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 207 485 | 178 383 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 1 704 | 2 191 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 5.6 | 19 657 | 19 532 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een portefeuille |
– | 204 | 171 |
| Belastingverplichtingen | 5.2 | 681 | 658 |
| Actuele belastingverplichtingen | 5.2 | 188 | 109 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.2 | 493 | 549 |
| Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 0 | 0 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 5.7 | 238 | 310 |
| Overige verplichtingen | 5.8 | 2 763 | 2 541 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 257 843 | 236 545 | |
| Totaal eigen vermogen | 5.10 | 17 357 | 15 811 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 5.10 | 15 957 | 14 411 |
| AT1 (additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen | 5.10 | 1 400 | 1 400 |
| Belangen van derden | – | 0 | 0 |
| Herwaarde | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geplaatst en vol |
ringsreserve (voor verkoop |
reserve Afdekkings |
Wijziging in | Reserves | Eigen vermo |
Niet stemrecht |
AT1-instru | ||||||
| gestort aandelen |
Uitgifte- | Eigen | beschikbare financiële |
(kasstroom afdekkin |
toegezegd pensioen |
gedragen en over |
Omreke ningsver |
gen van aandeel |
verlenende kernkapi |
menten in eigen |
Belangen van |
Totaal eigen |
|
| (in miljoenen euro) | kapitaal | premie | aandelen | activa) | gen) | regelingen | resultaat | schillen | houders | taaleffecten | vermogen | derden | vemogen |
| 2016 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 454 | 5 437 | 0 | 1 782 | -1 146 | 94 | 6 779 | 11 | 14 411 | 0 | 1 400 | 0 | 15 811 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 427 | 0 | 2 427 | 0 | 0 | 0 | 2 428 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | -26 | -201 | -231 | 11 | 20 | -427 | 0 | 0 | 0 | -427 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 0 | 0 | -26 | -201 | -231 | 2 439 | 20 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 2 000 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -418 | 0 | -418 | 0 | 0 | 0 | -418 |
| Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -52 | 0 | -52 | 0 | 0 | 0 | -52 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 16 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 15 | 0 | -26 | -201 | -231 | 1 969 | 20 | 1 546 | 0 | 0 | 0 | 1 546 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 455 | 5 453 | 0 | 1 756 | -1 347 | -138 | 8 747 | 31 | 15 957 | 0 | 1 400 | 0 | 17 357 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor eigenvermogens instrumenten |
– | – | – | 490 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 1 266 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
– | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogens | |||||||||||||
| mutatiemethode | – | – | – | 26 | 0 | 0 | 0 | 7 | 32 | – | – | – | 32 |
| 2015 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 453 | 5 421 | 0 | 1 815 | -1 368 | -133 | 6 197 | -261 | 13 125 | 2 000 | 1 400 | -3 | 16 521 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 639 | 0 | 2 639 | 0 | 0 | 0 | 2 639 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | -34 | 222 | 226 | 2 | 272 | 688 | 0 | 0 | 0 | 688 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 0 | 0 | -34 | 222 | 226 | 2 640 | 272 | 3 326 | 0 | 0 | 0 | 3 327 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -836 | 0 | -836 | 0 | 0 | 0 | -836 |
| Coupon op de niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -171 | 0 | -171 | 0 | 0 | 0 | -171 |
| Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -52 | 0 | -52 | 0 | 0 | 0 | -52 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17 | 0 | 0 | 0 | 17 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaal effecten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 000 | 0 | -1 000 | -2 000 | 0 | 0 | -3 000 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 3 | 4 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 16 | 0 | -33 | 222 | 226 | 582 | 272 | 1 286 | -2 000 | 0 | 3 | -710 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 454 | 5 437 | 0 | 1 782 | -1 146 | 94 | 6 779 | 11 | 14 411 | 0 | 1 400 | 0 | 15 811 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor eigenvermogens instrumenten |
– | – | – | 547 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 1 235 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
– | – | – | – | – | – | – | -3 | -3 | – | – | – | -3 |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogens | |||||||||||||
| mutatiemethode | – | – | – | 22 | 0 | 0 | 0 | 7 | 28 | – | – | – | 28 |
Geconsolideerde vermogensmutaties
verkoop van Visa Europe-aandelen naar aanleiding van het publieke bod van Visa Inc.). De afdekkingsreserve voor kasstroomdekkingen daalde met 201 miljoen euro (vooral door de daling van de langetermijnrente). De post Wijziging in
toegezegdpensioenregelingen daalde in 2016 met 231 miljoen euro (vooral door de daling van de disconteringsvoet). In 2015 nam de herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa) af met 33 miljoen euro. Het ging vooral om obligaties (afname met 210 miljoen euro) en om aandelen (toename met 177 miljoen euro; bevat onder meer 69 miljoen euro op aandelen van Visa Europe Limited naar aanleiding van het publieke bod van Visa Inc.). De afdekkingsreserve voor kasstroomdekkingen steeg in 2015 met 222 miljoen euro.
• Omrekeningsverschillen: de omrekeningsverschillen stegen in 2016 met 20 miljoen euro. De omrekeningsverschillen veranderden in 2015 met 272 miljoen euro, onder meer als gevolg van de vereffening van KBC Financial Holding Inc. (het wisselkoersverlies op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. werd overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat; netto-invloed van 145 miljoen na belastingen, inclusief het afdekkingseffect).
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Resultaat vóór belastingen | Gecons. w-&-v- rekening | 3 090 | 2 535 |
| Aanpassingen voor | |||
| resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | Gecons. w-&-v- rekening | 0 | 0 |
| bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen en effecten |
3.10, 4.2, 5.4, 5.5 | 341 | 698 |
| winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen | – | -11 | -24 |
| wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3.10 | 126 | 323 |
| wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering | 5.6 | 391 | 429 |
| wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen | 5.6 | 17 | 69 |
| wijzigingen in overige voorzieningen | 5.7 | -7 | -224 |
| overige niet-gerealiseerde winst of verlies | – | -371 | 147 |
| opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.11 | -27 | -24 |
| Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen |
– | 3 548 | 3 927 |
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -3 676 | -2 897 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | 707 | 1 656 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst en-verliesrekening |
4.1 | 657 | 2 066 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 4.1 | -909 | -3 324 |
| Leningen en vorderingen | 4.1 | -4 226 | -3 866 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | 104 | 590 |
| Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa | – | -9 | -20 |
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | 18 611 | 10 032 |
| Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 15 044 | 9 464 |
| In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 11 728 | 255 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | 175 | 172 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
4.1 | -7 355 | 1 226 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | -867 | -998 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | – | -114 | -88 |
| Betaalde belastingen | 3.12 | -470 | -457 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 18 014 | 10 604 |
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Investeringsactiviteiten | |||
| Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten | 4.1 | -2 365 | -3 202 |
| Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag | 4.1 | 1 683 | 2 029 |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) |
– | 0 | 200 |
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) |
– | 0 | 0 |
| Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 26 | 23 |
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | -35 | -5 |
| Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | 32 | 15 |
| Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | -158 | -158 |
| Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | 9 | 39 |
| Aankoop van materiële vaste activa | 5.4 | -713 | -558 |
| Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa | 5.4 | 269 | 233 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | -1 252 | -1 385 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Geconsol. vermogens | |||
|---|---|---|---|
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | mut. | 0 | 0 |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 4.1 | -140 | -537 |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 4.1 | -428 | -277 |
| Kapitaalaflossingen van financiële leasing | – | 0 | 0 |
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | Geconsol. vermogens mut. |
16 | 17 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | Geconsol. vermogens mut. |
0 | -3 000 |
| Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen | Geconsol. vermogens mut. |
0 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | Geconsol. vermogens mut. |
-470 | -1 058 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | -1 022 | -4 855 | |
| Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten | – | 15 741 | 4 364 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | – | 10 987 | 6 518 |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | – | 19 | 104 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | – | 26 747 | 10 987 |
| Overige informatie | |||
| Betaalde rente2 | 3.1 | -2 384 | -2 839 |
| Ontvangen rente2 | 3.1 | 6 642 | 7 150 |
| Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) | 3.2, 5.3 | 103 | 98 |
| Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | Geconsol. balans | 20 148 | 7 038 |
| Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden |
4.1 | 11 622 | 6 541 |
| Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4.1 | -5 023 | -2 593 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Totaal | – | 26 747 | 10 987 |
| Waarvan niet beschikbaar | – | 0 | 0 |
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer belangrijke administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
al aanwezig in de Bulgaarse banksector sinds 2007 via CIBANK. De combinatie van UBB en CIBANK zal resulteren in de op twee na grootste bankgroep in Bulgarije wat betreft activa. Samen met onze verzekeringsdochter DZI Insurance worden we daardoor de grootste bankverzekeringsgroep in Bulgarije. De afronding van de overname wordt pas verwacht in het tweede kwartaal van 2017. De gerelateerde verwachte impact op de cashflow met betrekking tot investeringsactiviteiten van de aanschaffingsprijs die volledig met geldmiddelen wordt betaald, bedraagt -0,6 miljard euro.
De Raad van Bestuur keurde deze geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 16 maart 2017 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental.
De volgende wijzigingen aan IFRS (met invloed op KBC) werden van kracht op 1 januari 2016 en we pasten ze toe in deze rapportering.
• Wijzigingen aan IAS 1 (presentatie van de geconsolideerde jaarrekening) met betrekking tot het Toelichtingeninitiatief (Disclosure Initiative): geeft meer uitleg over hoe financiële staten moeten worden opgemaakt, met als doel het focussen op belangrijke elementen en dus het weglaten van overtollige informatie die de verstaanbaarheid tegengaat. Zie verder in deze paragraaf. Bovendien wordt vereist dat het geaggregeerde aandeel in het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures apart wordt weergegeven. Dit aandeel moet ook opgesplitst worden naargelang het al dan niet verwerkt wordt in de winst-en-verliesrekening. De in de overige componenten weergegeven bedragen van het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen, zijn dus exclusief het aandeel van geassocieerde ondernemingen en joint ventures. We pasten ook de referentiecijfers voor 2015 aan.
De volgende IFRS werden gepubliceerd, maar waren nog niet van kracht op 31 december 2016. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.
(Verzekeringscontracten)). KBC verwacht momenteel gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie op de datum van eerste toepassing, maar zal waarschijnlijk een aantal pro forma vergelijkende cijfers voorleggen voor belangrijke elementen.
eigenvermogeninstrumenten, die hoofdzakelijk voorkomen in onze verzekeringsactiviteiten, wil KBC de overlaybenadering toepassen (onder voorbehoud van goedkeuring door de EU) voor de meeste in aanmerking komende eigenvermogeninstrumenten en bijgevolg de IAS 39-behandeling op een transparante manier voortzetten. De IASB stelt de overlaybenadering voor tijdens de
overgangsperiode tussen de invoering van IFRS 9 en die van IFRS 17, om te verzekeren dat er een level playing field is met andere verzekeraars en bank-verzekeraars.
Voor financiële verplichtingen wijzigt IFRS 9 de voorstelling van winsten en verliezen als gevolg van eigen kredietrisico voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening. KBC zal IFRS 9 voor dit deel vervroegd toepassen vanaf 1 januari 2017 en vanaf dan zullen de winsten en verliezen uit eigen kredietrisico worden opgenomen in Niet-gerealiseerde resultaten. Gezien de huidige beperkte invloed van het eigen kredietrisico (zie Toelichting 4.8) zal de invloed van die vervroegde toepassing naar verwachting minimaal zijn.
Financiële activa die onderhevig zijn aan waardeverminderingen, worden ingedeeld in drie categorieën:
KBC heeft gedragslijnen en procedures opgemaakt om op het einde van elke verslagperiode te beoordelen of het kredietrisico aanzienlijk is gestegen en of daarom staging nodig is (overgaan van een stap naar een andere). Voor de kredietportefeuille gebeurt die overgang naar een volgende stap volgens een meervoudige benadering op basis van een interne kredietrating, kredietherstructureringen, collectieve beoordeling en dagen achterstalligheid. Voor de beleggingsportefeuille zal een gelijkaardige meervoudige benadering worden gebruikt, behalve dat KBC gebruik wil maken van de vrijstelling met betrekking tot laag kredietrisico. Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat alle obligaties met een PD 1 tot 3 in stap 1 zitten, tenzij een van de andere factoren iets anders aangeeft.
Voor de stappen 1 en 2 boekt KBC op grond van IAS 39 al incurred but not reported (IBNR)-waardeverminderingen, die worden beïnvloed door emergenceperiodes. Onder IFRS 9 zullen de waardeverminderingen op financiële activa worden berekend op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden voor stap 1 en op basis van het verwachte kredietverlies over de resterende looptijd voor stap 2. Als gevolg daarvan zullen de waardeverminderingen naar verwachting stijgen. Voor stap 3 verwachten we geen grote invloed.
Bij zowel de criteria voor de bepaling van de stappen als de meting van het verwachte kredietverlies wordt rekening gehouden met toekomstgerichte informatie. Diverse macro-economische factoren worden in overweging genomen en om een reeks van mogelijke uitkomsten te beoordelen, overweegt KBC momenteel het gebruik van drie scenario's.
KBC verwacht dat het impactinschattingen zal kunnen meedelen bij de halfjaarresultaten van 2017. De impact van de eerste toepassing is afhankelijk van de regelgeving en de economische omstandigheden op dat ogenblik en van de samenstelling van de portefeuilles.
De waardeverminderingen volgens IFRS 9 zullen verschillen van de huidige prudentiële vereisten om de volgende redenen:
impactanalyse wordt binnenkort afgerond. KBC heeft de betreffende contracten geïdentificeerd en ze beoordeeld op basis van het nieuwe model voor de opname van opbrengsten volgens de aanpak in vijf stappen. De focus lag vooral op de vaststelling van de prestatieverplichtingen en de variabele vergoeding van enkele vermogensbeheerovereenkomsten. Maar zoals verwacht, werden er geen grote effecten vastgesteld.
We hebben bovendien ook de presentatie van onze jaarrekening lichtjes gewijzigd door:
Daarenboven laat het disclosure initiative met betrekking tot IAS 1 toe informatie die de onderneming als onbelangrijk aanziet, weg te laten uit de jaarrekening. Onder meer rekening houdend met de ervaringen van onze dienst Investor Relations (over welke elementen regelmatig vragen gesteld worden door analisten en beleggers) hebben we een aantal (delen van) toelichtingstabellen als onbelangrijk aangemerkt, en de betreffende informatie weggelaten of samengevat. De belangrijkste vereenvoudigingen zijn:
• de vervanging van de volledige consolidatielijst in Toelichting 6.5 (vroeger 44) door een lijst met de belangrijkste dochtermaatschappijen. De volledige lijst blijft integraal beschikbaar op www.kbc.com.
De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle uitoefent (zoals gedefinieerd door IFRS 10).
(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11). De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) deelnemingen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent). Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden deelnemingen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening). Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.
Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat. De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd. In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.
De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum. De verschillen
die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds, worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.
Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.
Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.
IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:
waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.
KBC past de volgende algemene regels toe:
• Vorderingen die werden geklasseerd als Leningen en vorderingen worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten. Leningen met een vaste vervaldag worden daarna gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentevoet. Dat is de rentevoet die exact alle toekomstige verwachte kasstromen van de vordering verdisconteert tot de nettoboekwaarde. Die rentevoet houdt rekening met alle gerelateerde vergoedingen en transactiekosten. Leningen zonder vaste vervaldag worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen voor vorderingen waarvoor – hetzij individueel, hetzij op portefeuillebasis – een indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat op de balansdatum. Die indicatie wordt bepaald aan de hand van de Probability of Default (PD). Die PD hangt af van bepaalde kenmerken van de betrokken kredieten zoals het type krediet, de bedrijfstak waartoe de kredietnemer behoort, de geografische locatie van de kredietnemer en andere aspecten die belangrijk zijn voor het risicoprofiel van een kredietnemer. Kredieten die dezelfde PD hebben, hebben bijgevolg een gelijksoortig kredietrisicoprofiel.
Voor buitenbalansverplichtingen (verbinteniskredieten) die geklasseerd worden als onzeker of oninbaar en dubieus, worden voorzieningen opgenomen als aan de algemene voorwaarden van IAS 37 is voldaan en als aan het meer dan waarschijnlijk-criterium is voldaan. Die voorzieningen worden erkend tegen hun actuele nettowaarde. Rente op kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden toegepast, wordt berekend aan de hand van de contractuele rentevoet die werd gebruikt om de waardevermindering te berekenen.
waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het
resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.
afdekking, de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn, de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden zowel de derivaten ter afdekking van het risico als de afgedekte posities gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) op een pro-ratabasis in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot de eindvervaldag.
KBC maakt gebruik van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille om het renterisico van een portefeuille leningen en spaardeposito's af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van die renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een niet-effectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-en-verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend. Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking, worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd.
Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.
Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort, hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill.
Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en die van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van
overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.
Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer er indicaties voor bijzondere waardevermindering zijn en als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min de verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.
Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, achter de rug zijn.
Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.
Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere. In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend. Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzichten.
Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd. Daarbij geldt het volgende:
Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.
Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.
Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum, wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.
Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden. Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.
In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten
van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als voor Niet-leven.
Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.
Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.
De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat gerelateerd is aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die gebaseerd is op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting.
Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.
De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten. Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende
activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in nettoactiva of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).
Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen:
Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:
Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:
verkoop, uitgifte of vernietiging van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.
Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Wanneer het aandeel in het eigen vermogen aangehouden door minderheidsbelangen verandert, past KBC de boekwaarde van de meerderheids- en minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen weer te geven. KBC boekt elk verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen zijn gewijzigd en de reële waarde van de betaalde of gekregen vergoeding in eigen vermogen, en wijst het toe aan de meerderheidsbelanghouder.
| Wisselkoers op 31-12-2016 | Wisselkoersgemiddelde in 2016 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1 EUR = … … vreemde munt |
Wijziging ten opzichte van 31-12-2015 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
1 EUR = … … vreemde munt |
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2015 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
|
| CZK | 27,021 | 0% | 27,042 | 1% |
| GBP | 0,85618 | -14% | 0,81760 | -11% |
| HUF | 309,83 | 2% | 312,17 | -1% |
| USD | 1,0541 | 3% | 1,1046 | 0% |
* Afgeronde cijfers.
Er waren in 2016 geen belangrijke wijzigingen in de waarderingsregels.
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBC-management
vertrouwen heeft dat deze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.
Bijsturing van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin die worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening vindt u onder meer in Toelichtingen 3.3, 3.7, 3.10, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.7, 5.4 t.e.m. 5.7 en 5.9.
U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). In lijn met IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan deze beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.
De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):
Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen).
• De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd, zonder aanpassingen.
We bespreken de resultaten per divisie in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Divisie Interna tionale |
Markten Waarvan: | Groeps | center KBC-groep | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije Slowakije | Bulgarije | Ierland | |||||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2016 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 701 | 849 | 740 | 231 | 216 | 48 | 244 | -32 | 4 258 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 440 | 78 | 91 | 33 | 21 | 37 | 0 | 18 | 628 |
| Verdiende premies | 1 012 | 190 | 198 | 82 | 32 | 83 | 0 | 10 | 1 410 |
| Technische lasten | -572 | -112 | -107 | -49 | -12 | -46 | 0 | 8 | -782 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -208 | 36 | 20 | 4 | 12 | 4 | 0 | 0 | -152 |
| Verdiende premies | 1 217 | 271 | 89 | 16 | 51 | 22 | 0 | 0 | 1 577 |
| Technische lasten | -1 425 | -234 | -69 | -12 | -39 | -18 | 0 | 0 | -1 728 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -12 | -4 | -6 | -2 | -1 | -3 | 0 | -17 | -38 |
| Dividendinkomsten | 61 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15 | 77 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
329 | 117 | 89 | 66 | 15 | 2 | 6 | 6 | 540 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
90 | 48 | 38 | 19 | 16 | 4 | 0 | 13 | 189 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 070 | 191 | 201 | 157 | 45 | -4 | -1 | -11 | 1 450 |
| Overige netto-inkomsten | 208 | 18 | -1 | 2 | 6 | -5 | -4 | 33 | 258 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 680 | 1 333 | 1 173 | 509 | 330 | 84 | 246 | 25 | 7 211 |
| Exploitatiekostena | -2 432 | -608 | -750 | -338 | -199 | -56 | -154 | -158 | -3 948 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -179 | -24 | 34 | 12 | -16 | -6 | 44 | -32 | -201 |
| op leningen en vorderingen | -113 | -23 | 42 | 15 | -15 | -3 | 45 | -32 | -126 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -58 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -55 |
| op goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| op overige | -8 | -4 | -7 | -3 | 0 | -3 | -1 | 0 | -20 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
0 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 27 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 070 | 724 | 457 | 183 | 115 | 22 | 136 | -161 | 3 090 |
| Belastingen | -637 | -128 | -29 | -54 | -23 | 0 | 49 | 132 | -662 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 433 | 596 | 428 | 130 | 92 | 22 | 184 | -29 | 2 428 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de | |||||||||
| moedermaatschappij | 1 432 | 596 | 428 | 130 | 92 | 22 | 184 | -29 | 2 427 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -62 | -48 | -55 | -27 | -12 | -3 | -12 | -81 | -246 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -49 | -56 | -27 | -13 | -3 | -12 | -85 | -246 |
| Overige | -5 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 1 |
| Aanschaffing vaste activa* | 448 | 260 | 132 | 36 | 37 | 38 | 21 | 102 | 942 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
| Divisie | Divisie | Divisie Interna tionale |
Groeps | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten Waarvan: | Ierland | center KBC-groep | ||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2015 | Hongarije Slowakije | Bulgarije | |||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 819 | 845 | 711 | 248 | 214 | 47 | 202 | -63 | 4 311 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 460 | 80 | 81 | 27 | 20 | 35 | 0 | -10 | 611 |
| Verdiende premies | 989 | 177 | 169 | 65 | 29 | 76 | 0 | -16 | 1 319 |
| Technische lasten | -530 | -96 | -88 | -38 | -9 | -41 | 0 | 6 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -243 | 26 | 16 | 2 | 10 | 4 | 0 | 0 | -201 |
| Verdiende premies | 969 | 243 | 90 | 15 | 52 | 23 | 0 | 0 | 1 301 |
| Technische lasten | -1 212 | -216 | -73 | -13 | -41 | -20 | 0 | 0 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -20 | -8 | -6 | -3 | -1 | -2 | 0 | 6 | -29 |
| Dividendinkomsten | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
162 | 98 | 76 | 60 | 16 | 2 | -2 | -121 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
149 | 12 | 6 | 3 | 2 | 0 | 1 | 23 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 280 | 201 | 206 | 160 | 47 | -2 | -3 | -9 | 1 678 |
| Overige netto-inkomsten | 207 | 23 | 50 | 42 | 9 | 0 | 0 | 17 | 297 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 878 | 1 277 | 1 141 | 539 | 317 | 83 | 198 | -148 | 7 148 |
| Exploitatiekostena | -2 373 | -617 | -752 | -353 | -190 | -56 | -149 | -149 | -3 890 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -222 | -42 | -84 | -8 | -18 | -10 | -48 | -399 | -747 |
| op leningen en vorderingen | -177 | -36 | -82 | -6 | -18 | -10 | -48 | -28 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -38 | -4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3 | -45 |
| op goodwill | 0 | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -342 | -344 |
| op overige | -7 | 0 | -2 | -2 | 0 | 0 | 0 | -25 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
-1 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 24 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 282 | 640 | 305 | 179 | 108 | 17 | 1 | -693 | 2 535 |
| Belastingen | -717 | -98 | -60 | -47 | -26 | 2 | 12 | 980 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 565 | 542 | 245 | 131 | 82 | 18 | 13 | 287 | 2 639 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de | |||||||||
| moedermaatschappij | 1 564 | 542 | 245 | 131 | 82 | 18 | 13 | 287 | 2 639 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -55 | -18 | -56 | -24 | -13 | -3 | -16 | -102 | -231 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -24 | -61 | -25 | -12 | -3 | -21 | -111 | -253 |
| Overige | 2 | 7 | 5 | 1 | -1 | 0 | 5 | 9 | 22 |
| Aanschaffing vaste activa* | 406 | 82 | 93 | 27 | 29 | 9 | 28 | 142 | 722 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Divisie Interna tionale Markten Waarvan: |
Groeps center |
KBC-groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||
| BALANS 31-12-2016 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
125 074 | 26 183 | 18 344 | 6 814 | 5 739 | 792 | 4 999 | 7 820 | 177 421 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
91 804 | 19 552 | 21 496 | 3 802 | 6 094 | 835 | 10 765 | 4 | 132 856 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
46 130 | 7 375 | 5 203 | 1 762 | 2 124 | 273 | 1 043 | 0 | 58 707 |
| Hypotheekleningen | 34 265 | 9 077 | 13 993 | 1 451 | 2 608 | 234 | 9 700 | 0 | 57 335 |
| Voorschotten in rekening courant |
2 751 | 995 | 894 | 299 | 411 | 176 | 9 | 0 | 4 640 |
| Financiële leasing | 3 615 | 570 | 731 | 142 | 589 | 0 | 0 | 0 | 4 916 |
| Afbetalingskredieten | 1 314 | 1 260 | 606 | 80 | 362 | 152 | 13 | 0 | 3 180 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 728 | 275 | 69 | 67 | 1 | 0 | 0 | 4 | 4 076 |
| BALANS 31-12-2015 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
111 136 | 24 075 | 17 089 | 5 862 | 5 263 | 692 | 5 272 | 9 241 | 161 542 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
88 017 | 18 005 | 21 035 | 3 552 | 5 462 | 725 | 11 295 | 664 | 127 721 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
43 969 | 7 137 | 5 106 | 1 647 | 1 944 | 204 | 1 311 | 649 | 56 860 |
| Hypotheekleningen | 33 341 | 8 079 | 13 657 | 1 369 | 2 072 | 242 | 9 975 | 0 | 55 078 |
| Voorschotten in rekening courant |
2 271 | 954 | 800 | 284 | 374 | 139 | 4 | 0 | 4 026 |
| Financiële leasing | 3 303 | 527 | 683 | 117 | 566 | 0 | 0 | 0 | 4 512 |
| Afbetalingskredieten | 1 174 | 1 067 | 687 | 67 | 474 | 140 | 5 | 0 | 2 928 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 958 | 241 | 102 | 69 | 33 | 0 | 0 | 15 | 4 316 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 4 258 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 6 642 | 7 150 |
| Voor verkoop beschikbare activa | 703 | 717 |
| Leningen en vorderingen | 3 805 | 4 085 |
| Tot einde looptijd aangehouden activa | 981 | 1 013 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | 79 | 41 |
| Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
5 568 | 5 857 |
| Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd | 64 | 94 |
| Activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 661 | 807 |
| Afdekkingsderivaten | 288 | 360 |
| Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 124 | 127 |
| Rentelasten | -2 384 | -2 839 |
| Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -870 | -1 202 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | -33 | -8 |
| Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-903 | -1 210 |
| Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -771 | -926 |
| Afdekkingsderivaten | -564 | -590 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingenin de winst-en-verliesrekening | -139 | -103 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | -6 | -10 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 77 | 75 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 12 | 9 |
| Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
1 | 2 |
| Voor verkoop beschikbare aandelen | 63 | 65 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 540 | 214 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden) |
687 | 211 |
| Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-6 | 71 |
| Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico | 8 | 17 |
| Wisselbedrijf | -94 | -31 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | -47 | -37 |
| Microhedge-reëlewaardeafdekkingen | -5 | -1 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 295 | -30 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | -300 | 29 |
| Kasstroomafdekkingen | -2 | 2 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel | -2 | 2 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | -2 | 1 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 101 | -54 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | -104 | 55 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking | 0 | 0 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | -37 | -38 |
kasstromen. Die vergelijking gebeurt prospectief (via BPV-meting) en retrospectief (via vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80%-125% bevinden. Dat is momenteel het geval.
nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt.
• Belangrijkste fluctuaties tussen 2015 en 2016: de stijging van het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening heeft, naast de impact van de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. in 2015 (zie hierboven), vooral te maken met sterkere dealingroomactiviteiten en een positievere invloed van diverse marktwaardeaanpassingen (vooral CVA en FVA).
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 189 | 190 |
| Vastrentende effecten | 24 | 54 |
| Aandelen | 165 | 136 |
• Het netto gerealiseerd resultaat op aandelen bevat in 2016 de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van Visa Europe-aandelen (naar aanleiding van het publieke bod op Visa Europe) van 99 miljoen euro (84 miljoen euro na belastingen).
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 450 | 1 678 |
| Ontvangen provisies | 2 101 | 2 348 |
| Effecten en assetmanagement | 1 107 | 1 289 |
| Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (deposit accounting) | 48 | 81 |
| Verbinteniskredieten | 254 | 266 |
| Betalingsverkeer | 566 | 535 |
| Overige | 127 | 178 |
| Betaalde provisies | -651 | -670 |
| Provisies betaald aan tussenpersonen | -335 | -309 |
| Overige | -316 | -362 |
• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 258 | 297 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van leningen en vorderingen | 2 | 3 |
| verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa | 4 | 6 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -7 | -9 |
| andere, waaronder: | 259 | 297 |
| inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep | 78 | 81 |
| inkomsten van Groep VAB | 69 | 59 |
| meer- of minderwaarden bij desinvesteringen | 3 | 11 |
| impact afkoop herverzekerd contract | 25 | 0 |
| provisie ten gevolge van de Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren | 0 | 34 |
| deconsolidatie immobiliënvennootschappen | 0 | 18 |
• Impact afkoop herverzekerd contract in 2016: bij de afkoop van een groot herverzekerd spaarcontract werden meerwaarden gerealiseerd op de beleggingen (vervat onder overige netto-
• Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van inkomsten). Deze meerwaarden werden volledig overgedragen aan de klant via technische lasten Leven en hadden bijgevolg geen impact op het netto-resultaat.
KBC Bank en KBC Verzekeringen. Deze toelichting geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart.
• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende
verzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten.
• Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 3.7.2, 3.7.3, 5.6 en 6.5 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico van de verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).
| Niet-technische | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Niet-leven | rekening | Totaal |
| 2016 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 579 | 1 428 | – | 3 007 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 728 | -784 | – | -2 512 |
| Nettoprovisie-inkomsten | -29 | -272 | – | -301 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -1 | -37 | – | -38 |
| Algemene beheerskosten | -135 | -242 | -3 | -380 |
| Interne schaderegelingskosten | -8 | -54 | – | -62 |
| Indirecte acquisitiekosten | -32 | -80 | – | -112 |
| Administratiekosten | -95 | -108 | – | -203 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | -3 | -3 |
| Technisch resultaat | -315 | 94 | -3 | -224 |
| Nettorente-inkomsten | – | – | 614 | 614 |
| Nettodividendinkomsten | – | – | 45 | 45 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
– | – | -10 | -10 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | – | – | 56 | 56 |
| Overige netto-inkomsten | – | – | 18 | 18 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -55 | -55 |
| Toewijzing aan de technische rekeningen | 558 | 73 | -631 | 0 |
| Technisch-financieel resultaat | 242 | 167 | 35 | 445 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | – | 4 | 4 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 242 | 167 | 39 | 449 |
| Belastingen | – | – | – | -135 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | – | – | 314 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | – | – | |
| 0 | ||||
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 314 |
| 2015 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 303 | 1 338 | – | 2 642 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 502 | -708 | – | -2 210 |
| Nettoprovisie-inkomsten | -15 | -247 | – | -262 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -2 | -27 | – | -29 |
| Algemene beheerskosten | -119 | -231 | -3 | -353 |
| Interne schaderegelingskosten | -7 | -53 | – | -60 |
| Indirecte acquisitiekosten | -29 | -77 | – | -107 |
| Administratiekosten | -82 | -101 | – | -183 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | -3 | -3 |
| Technisch resultaat | -334 | 125 | -3 | -212 |
| Nettorente-inkomsten | – | – | 636 | 636 |
| Nettodividendinkomsten Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde |
– | – | 53 | 53 |
| met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | – | – | -9 | -9 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | – | – | 108 | 108 |
| Overige netto-inkomsten | – | – | -6 | -6 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -69 | -69 |
| Toewijzing aan de technische rekeningen | 574 | 104 | -678 | 0 |
| Technisch-financieel resultaat | 240 | 228 | 31 | 499 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | – | 3 | 3 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 240 | 228 | 34 | 502 |
| Belastingen | – | – | – | -148 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | – | – | 355 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | – | – | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 354 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Verzekeringen Niet-Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies | ||
| In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 1 410 | 1 319 |
| Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar | 19 | 20 |
| In Toelichting 3.7.1 | 1 428 | 1 338 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies | ||
| In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 1 577 | 1 301 |
| Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar | 2 | 2 |
| In Toelichting 3.7.1 | 1 579 | 1 303 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 579 | 1 303 |
| Opdeling per IFRS-categorie | ||
| Verzekeringscontracten | 920 | 897 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 659 | 406 |
| Opdeling per type | ||
| Aangenomen herverzekering | 5 | 0 |
| Rechtstreekse zaken | 1 574 | 1 303 |
| Opdeling van de rechtstreekse zaken | ||
| Individuele premies | 1 265 | 1 024 |
| Koopsommen | 624 | 393 |
| Periodieke premies | 642 | 631 |
| Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten | 309 | 279 |
| Koopsommen | 48 | 49 |
| Periodieke premies | 261 | 230 |
| Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling | ||
| Tak 23 | 820 | 722 |
| Tak 21 | 1 295 | 1 071 |
| Totaal | 2 114 | 1 793 |
• Conform IFRS passen we voor een aantal beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten en technische lasten van die contracten niet tonen onder de posten Verdiende verzekeringspremies en Technische lasten, maar de marge erop
vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten die tekenden voor een premie-inkomen van 0,8 miljard euro in 2016 en 0,7 miljard euro in 2015.
| (in miljoenen euro) | Verdiende premies (vóór her verzekering) |
Schade (vóór her verzekering) |
Bedrijfskosten (vóór her verzekering) |
Afgestane her verzekering |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | |||||
| Totaal | 1 428 | -784 | -514 | -37 | 94 |
| Aangenomen herverzekering | 36 | -2 | -14 | -15 | 6 |
| Rechtstreekse zaken | 1 392 | -782 | -500 | -22 | 89 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 110 | -53 | -38 | -1 | 19 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 72 | -79 | -18 | -1 | -26 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 382 | -243 | -124 | -1 | 15 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 211 | -121 | -75 | 0 | 14 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 3 | -2 | -1 | 0 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 425 | -185 | -165 | -20 | 55 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 97 | -64 | -39 | 1 | -6 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 2 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 14 | -9 | -6 | 0 | -1 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 51 | -18 | -19 | 0 | 14 |
| Hulpverlening, tak 18 | 25 | -8 | -13 | 0 | 4 |
| 2015 | |||||
| Totaal | 1 338 | -708 | -479 | -27 | 125 |
| Aangenomen herverzekering | 32 | -2 | -8 | 0 | 22 |
| Rechtstreekse zaken | 1 306 | -707 | -470 | -27 | 102 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 110 | -50 | -36 | 0 | 24 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 72 | -42 | -18 | -1 | 10 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 359 | -240 | -122 | -1 | -5 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 193 | -110 | -70 | 1 | 15 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 3 | -1 | -1 | -1 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 403 | -152 | -153 | -21 | 77 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 87 | -67 | -38 | -3 | -20 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 1 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 10 | -5 | -4 | 0 | 1 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 48 | -32 | -19 | 0 | -3 |
| Hulpverlening, tak 18 | 20 | -7 | -9 | 0 | 4 |
| (in miljoenen euro) | 2015 | ||
|---|---|---|---|
| Totaal | -3 948 | -3 890 | |
| Personeelskosten | -2 252 | -2 245 | |
| Algemene beheerskosten | -1 449 | -1 392 | |
| Waarvan bankenheffingen | -437 | -417 | |
| Afschrijvingen van vaste activa | -246 | -253 |
Sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet. De aandelenopties werden toegekend aan alle of bepaalde personeelsleden van de vennootschap en diverse dochterondernemingen. De aandelenopties werden gratis toegekend aan het personeel, dat alleen op het moment van de toekenning de belastingen op de gratis verstrekking moest betalen. De
aandelenopties hebben een looptijd van zeven tot tien jaar na de
datum van uitgifte (deels verlengd tot 12 jaar) en kunnen, in de jaren waarin ze uitoefenbaar zijn, alleen in juni, september en december worden uitgeoefend. De aandelenopties kunnen ook gedeeltelijk worden uitgeoefend. Een personeelslid kan bij het uitoefenen ofwel de aandelen bewaren op zijn effectenrekening, ofwel ze onmiddellijk verkopen op NYSE Euronext Brussels. Het resterende aantal uitstaande opties was eind 2016 zeer beperkt (145 380 opties, gemiddelde uitoefenprijs 75,73 euro). De wijzigingen in 2016 betroffen vervallen opties (-6 700 opties).
| (in aantal) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte's | 36 030 | 36 199 |
| Indeling volgens juridische structuur | ||
| KBC Bank | 27 910 | 27 033 |
| KBC Verzekeringen | 4 100 | 4 074 |
| KBC Groep NV (de holding) | 4 020 | 5 092 |
| Indeling volgens statuut | ||
| Arbeiders | 367 | 366 |
| Bedienden | 35 393 | 35 560 |
| Directieleden (senior management) | 270 | 273 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | -201 | -747 |
| Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen | -126 | -323 |
| Indeling naar type | ||
| Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans | -75 | -322 |
| Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans | 8 | 9 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen | -58 | -10 |
| Indeling naar divisie | ||
| België | -113 | -177 |
| Tsjechië | -23 | -36 |
| Internationale Markten | 42 | -82 |
| Groepscenter | -32 | -28 |
| Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa | -55 | -45 |
| Aandelen | -58 | -43 |
| Andere | 3 | -3 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | 0 | -344 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | -20 | -34 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | -11 | -7 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | -7 | -27 |
| Tot einde looptijd aangehouden financiële activa | -1 | 0 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Overige | -1 | 0 |
KBC Bank Ireland: in Ierland leed de kredietportefeuille de laatste jaren onder de gevolgen van de vastgoedcrisis, gezien de relatief grote portefeuille aan woning- en vastgoedkredieten. De Ierse kredietportefeuille bedroeg eind 2016 ongeveer 13 miljard euro, waarvan 86% slaat op hypothecaire kredieten. De rest is ongeveer gelijk verdeeld tussen kmo- en bedrijfskredieten enerzijds en leningen aan vastgoedmaatschappijen en projectontwikkelaars anderzijds. In 2016 kon de groep per saldo 45 miljoen euro kredietvoorzieningen terugnemen voor zijn Ierse portefeuille, in 2015 was er nog een aanleg van 48 miljoen euro.
Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa: voor 2016 en 2015 bevat deze post vooral waardeverminderingen op aandelen.
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 27 | 24 |
| Waarvan CˇMSS | 23 | 23 |
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | -662 | 104 |
| Indeling naar type | ||
| Actuele belastingen | -470 | -457 |
| Uitgestelde belastingen | -192 | 562 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 3 090 | 2 535 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 33,99% | 33,99% |
| Berekende winstbelastingen | -1 050 | -861 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | 251 | 220 |
| belastingvrije winst | 125 | 143 |
| aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | 11 | -10 |
| aanpassingen beginsaldo uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | -8 | 0 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
31 | 10 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
110 | 1 |
| terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | -20 | 0 |
| liquidatie KBC Financial Holding Inc. | 0 | 910 |
| overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven | -112 | -310 |
| Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen* |
358 | 314 |
* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is).
liquidatie, en niet op het moment dat de verliezen effectief werden geleden (meer bepaald 2008 en 2009). De volledige impact op het resultaat van 2015 bedroeg per saldo 765 miljoen euro (910 miljoen euro uitgestelde belastingvordering met betrekking tot fiscaal overgedragen verliezen, deels gecompenseerd door -156 miljoen euro (-145 miljoen euro na belastingen) overboeking van wisselkoersverschillen op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar het resultaat).
• De post Belastingen werd in 2016 per saldo 103 miljoen euro positief beïnvloed door uitgestelde belastingvorderingen bij KBC Credit Investments (+65 miljoen euro), KBC Securities (-20 miljoen euro), KBC Bank Ireland (+66 miljoen euro) en K&H Bank (-8 miljoen euro).
| (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 2 427 | 2 639 |
| Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid | 0 | -1 000 |
| Coupon op AT1-instrumenten | -52 | -52 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel | 2 375 | 1 587 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) | 418 | 418 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 5,68 | 3,80 |
• De verwaterde winst per aandeel is momenteel gelijk aan de gewone winst per aandeel.
Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor han delsdoel einden |
Gewaar deerd te gen reële waarde1 |
Voor verkoop beschik baar |
Lenin gen en vorderin gen |
Tot einde looptijd aange houden |
Afdek kings derivaten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 6 | 1 | 0 | 17 459 | – | – | 17 466c |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 1 | 77 | 0 | 133 154 | – | – | 133 231 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 3 549 | – | – | 3 549 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 3 180 | – | – | 3 180 |
| Hypotheekleningen | 0 | 29 | 0 | 57 307 | – | – | 57 335 |
| Termijnkredieten | 0 | 49 | 0 | 59 035 | – | – | 59 083 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 916 | – | – | 4 916 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 640 | – | – | 4 640 |
| Overige | 1 | 0 | 0 | 527 | – | – | 528 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 427 | 2 | 1 723 | – | – | – | 2 153 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 13 693 | – | – | – | – | 13 693 |
| Schuldinstrumenten | 1 001 | 411 | 34 985 | 1 015 | 33 697 | – | 71 109 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 713 | 47 | 22 982 | 16 | 32 131 | – | 55 889 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 127 | 174 | 5 032 | 140 | 948 | – | 6 421 |
| Van ondernemingen | 161 | 190 | 6 970 | 859 | 618 | – | 8 799 |
| Derivaten | 8 249 | – | – | – | – | 410 | 8 659 |
| Overige3 | 0 | 0 | 0 | 524 | 0 | 0 | 525 |
| Totaal | 9 683 | 14 185 | 36 708 | 152 152 | 33 697 | 410 | 246 836 |
| a Waarvan reverse repo's2 | 11 776 | ||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | 376 | ||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden |
11 622 | ||||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 0 | 2 107 | 0 | 11 524 | – | – | 13 631c |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 0 | 394 | 0 | 127 829 | – | – | 128 223 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 3 729 | – | – | 3 729 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 2 928 | – | – | 2 928 |
| Hypotheekleningen | 0 | 28 | 0 | 55 050 | – | – | 55 078 |
| Termijnkredieten | 0 | 366 | 0 | 56 997 | – | – | 57 363 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 512 | – | – | 4 512 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 026 | – | – | 4 026 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 587 | – | – | 587 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 411 | 2 | 2 071 | – | – | – | 2 485 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 13 330 | – | – | – | – | 13 330 |
| Schuldinstrumenten | 1 785 | 681 | 33 598 | 1 117 | 32 958 | – | 70 138 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 1 408 | 120 | 21 892 | 22 | 31 353 | – | 54 796 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 192 | 104 | 4 893 | 158 | 984 | – | 6 330 |
| Van ondernemingen | 184 | 456 | 6 813 | 937 | 622 | – | 9 013 |
| Derivaten | 8 188 | – | – | – | – | 514 | 8 702 |
| Overige3 | 1 | – | – | 835 | 0 | 0 | 836 |
| Totaal | 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | 237 346 |
| a Waarvan reverse repo's2 | 5 012 | ||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | |||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en | 502 |
termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 6 541
1 De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het maximale kredietrisico.
2 Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.
| Aange houden |
Gewaar | Tegen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| voor han | deerd te | Afdek | geamor | ||
| delsdoel | gen reële | kings | tiseerde | ||
| (in miljoenen euro) | einden | waarde | derivaten | kostprijs | Totaal |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 5 | 1 766 | – | 30 248 | 32 020c |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 541 | 2 134 | – | 175 055 | 177 730 |
| Zichtdeposito's | 0 | 0 | – | 63 427 | 63 427 |
| Termijndeposito's | 117 | 1 100 | – | 21 027 | 22 245 |
| Spaarrekeningen | 0 | 0 | – | 53 328 | 53 328 |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | 2 056 | 2 056 |
| Overige deposito's | 0 | 0 | – | 630 | 630 |
| Depositocertificaten | 0 | 14 | – | 16 629 | 16 643 |
| Kasbons | 0 | 0 | – | 1 959 | 1 959 |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare obligaties | 424 | 744 | – | 12 889 | 14 057 |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 276 | – | 3 109 | 3 385 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 12 653 | – | 0 | 12 653 |
| Derivaten | 7 334 | 0 | 1 704 | – | 9 037 |
| Baisseposities | 665 | 0 | – | – | 665 |
| In eigenvermogensinstrumenten | 36 | 0 | – | – | 36 |
| In schuldinstrumenten | 629 | 0 | – | – | 629 |
| Overige2 | 13 | 0 | – | 2 182 | 2 195 |
| Totaal | 8 559 | 16 553 | 1 704 | 207 485 | 234 300 |
| a Waarvan repo's1 | 9 420 | ||||
| b Waarvan repo's1 | 309 | ||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 5 023 | ||||
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 1 | 1 123 | – | 17 828 | 18 953c |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 431 | 10 916 | – | 158 762 | 170 109 |
| Zichtdeposito's | 0 | 0 | – | 55 148 | 55 148 |
| Termijndeposito's | 57 | 9 360 | – | 27 724 | 37 141 |
| Spaarrekeningen | 0 | 0 | – | 50 075 | 50 075 |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | 1 983 | 1 983 |
| Overige deposito's | 0 | 0 | – | 484 | 484 |
| Depositocertificaten | 0 | 10 | – | 6 159 | 6 168 |
| Kasbons | 0 | 0 | – | 1 092 | 1 092 |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare obligaties | 374 | 1 253 | – | 12 576 | 14 203 |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 293 | – | 3 522 | 3 815 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 12 387 | – | 0 | 12 387 |
| Derivaten | 7 487 | 0 | 2 191 | – | 9 677 |
| Baisseposities | 415 | 0 | – | – | 415 |
| In eigenvermogensinstrumenten | 58 | 0 | – | – | 58 |
| In schuldinstrumenten | 357 | 0 | – | – | 357 |
| Overige2 | 0 | 0 | – | 1 792 | 1 792 |
| Totaal | 8 334 | 24 426 | 2 191 | 178 383 | 213 333 |
| a Waarvan repo's1 | 1 128 | ||||
| b Waarvan repo's1 | 8 567 | ||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 2 593 | ||||
1 Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa.
2 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor handels doeleinden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschikbaar |
Leningen en vorderingen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdekkings derivaten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderin gen zijn geboekt (unimpaired) |
9 683 | 14 185 | 36 400 | 146 995 | 33 696 | 410 | 241 370 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 463 | 10 251 | 7 | – | 10 720 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -155 | -5 094 | -6 | – | -5 255 |
| Totaal | 9 683 | 14 185 | 36 708 | 152 152 | 33 697 | 410 | 246 836 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderin gen zijn geboekt (unimpaired) |
10 385 | 16 514 | 35 454 | 134 905 | 32 957 | 514 | 230 728 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 356 | 12 023 | 6 | – | 12 386 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -140 | -5 623 | -5 | – | -5 768 |
| Totaal | 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | 237 346 |
• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat. Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toe door middel van een formule die rekening houdt met de expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based)
Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).
• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Kredietrisico.
| (in miljoenen euro) | Voor verkoop beschikbaar | Tot einde looptijd aangehouden |
Leningen en vorderingen | Voorzie ningen voor verbintenissen en financiële garanties* |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vastrentende activa |
Aandelen | Vastrentende activa |
Met individu ele bijzondere waarde vermindering |
Met op porte feuillebasis berekende bijzondere waardever mindering |
||
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2016 | ||||||
| Beginsaldo | 3 | 137 | 5 | 5 410 | 213 | 125 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 0 | 58 | 1 | 582 | 106 | 41 |
| Teruggenomen | -3 | 0 | 0 | -507 | -55 | -42 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -2 | 0 | -635 | 0 | -11 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | -40 | 0 | -22 | 1 | -38 |
| Eindsaldo | 0 | 155 | 6 | 4 829 | 265 | 76 |
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2015 | ||||||
| Beginsaldo | 0 | 124 | 5 | 5 600 | 201 | 158 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 3 | 43 | 0 | 826 | 86 | 44 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | -1 | -504 | -78 | -52 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -10 | 0 | -494 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | -20 | 1 | -18 | 3 | -25 |
| Eindsaldo | 3 | 137 | 5 | 5 410 | 213 | 125 |
* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.
• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.10.
• Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Kredietrisico.
| stallig | dan 90 dagen achterstallig |
|---|---|
| 2 208 | 419 |
| 0 | 0 |
| 0 | 0 |
| 2 208 | 419 |
| 2 076 | 417 |
| 0 | 0 |
| 0 | 0 |
| 2 076 | 417 |
• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als
achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.
• Zie Toelichtingen 4.3 en 6.1.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto | Ontvangen waarborgen/ collateral |
Netto | Bruto | Ontvangen waarborgen/ collateral |
Netto | |
| Maximaal kredietrisico | ||||||
| Eigenvermogensinstrumenten | 2 153 | 0 | 2 153 | 2 485 | 0 | 2 485 |
| Schuldinstrumenten | 71 109 | 68 | 71 041 | 70 138 | 61 | 70 078 |
| Leningen en voorschotten | 150 698 | 78 038 | 72 660 | 141 854 | 70 285 | 71 570 |
| Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde | 79 | 39 | 40 | 2 501 | 1 028 | 1 473 |
| Derivaten | 8 659 | 3 875 | 4 784 | 8 702 | 3 605 | 5 097 |
| Overige | 32 586 | 3 816 | 28 769 | 29 686 | 4 205 | 25 481 |
| Totaal | 265 204 | 85 797 | 179 407 | 252 866 | 78 156 | 174 710 |
samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
• Ontvangen waarborgen (collateral): worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.
| Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare netting-raamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten |
Brutobedrag van erkende financiële in strumenten |
Brutobe dragen van erkende financiële in strumenten die verre kend worden (netting) |
Nettobe dragen van financiële in strumenten gepresen teerd op de balans |
Bedragen die niet verrekend worden op | de balans (netting) | Nettobedrag | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële instru |
Kaswaar | Effecten waar |
|||||
| (in miljoenen euro) | menten | borgen | borgen | ||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016 | |||||||
| Derivaten | 12 543 | 3 884 | 8 659 | 4 931 | 2 160 | 0 | 1 568 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 8 650 | 0 | 8 650 | 4 931 | 2 160 | 0 | 1 559 |
| Derivaten met central clearing houses* Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke |
3 893 | 3 884 | 9 | 0 | 0 | 0 | 9 |
| overeenkomsten | 18 407 | 6 255 | 12 152 | 31 | 0 | 12 109 | 12 |
| Reverse repo's | 18 407 | 6 255 | 12 152 | 31 | 0 | 12 109 | 12 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 30 950 | 10 139 | 20 811 | 4 962 | 2 160 | 12 109 | 1 580 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | |||||||
| Derivaten | 11 238 | 2 536 | 8 702 | 4 659 | 2 213 | 0 | 1 831 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 8 695 | 0 | 8 695 | 4 659 | 2 213 | 0 | 1 824 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 543 | 2 536 | 7 | 0 | 0 | 0 | 7 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
8 035 | 2 521 | 5 514 | 340 | 0 | 5 141 | 33 |
| Reverse repo's | 8 035 | 2 521 | 5 514 | 340 | 0 | 5 141 | 33 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 19 273 | 5 057 | 14 216 | 4 999 | 2 213 | 5 141 | 1 863 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016 | |||||||
| Derivaten | 12 922 | 3 884 | 9 037 | 4 931 | 2 543 | 0 | 1 563 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 017 | 0 | 9 017 | 4 931 | 2 543 | 0 | 1 543 |
| Derivaten met central clearing houses* | 3 905 | 3 884 | 20 | 0 | 0 | 0 | 20 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
15 984 | 6 255 | 9 729 | 31 | 0 | 9 692 | 6 |
| Repo's | 15 984 | 6 255 | 9 729 | 31 | 0 | 9 692 | 6 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 28 905 | 10 139 | 18 766 | 4 962 | 2 543 | 9 692 | 1 569 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | |||||||
| Derivaten | 12 213 | 2 536 | 9 677 | 4 659 | 3 630 | 0 | 1 389 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 666 | 0 | 9 666 | 4 659 | 3 630 | 0 | 1 378 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 547 | 2 536 | 11 | 0 | 0 | 0 | 11 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten |
12 216 | 2 521 | 9 694 | 340 | 0 | 9 332 | 22 |
| Repo's | 12 216 | 2 521 | 9 694 | 340 | 0 | 9 332 | 22 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 24 429 | 5 057 | 19 372 | 4 999 | 3 630 | 9 332 | 1 411 |
* Kaswaarborgen, rekening bij centrale clearinghuizen inbegrepen in het brutobedrag
kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.
Adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om bij de waardering van dergelijke instrumenten rekening te houden met de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Daarbij wordt zowel met de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als met de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract rekening gehouden. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen |
Leningen en vorderingen | Financiële activa tot einde looptijd aangehouden |
tegen geamortiseerde kostprijs | Financiële verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
17 459 | 17 447 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 133 154 | 134 292 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 015 | 1 033 | 33 697 | 37 502 | – | – |
| Overige | 524 | 529 | – | – | – | – |
| Totaal | 152 152 | 153 301 | 33 697 | 37 502 | – | – |
| Niveau 1 | – | 110 | – | 36 032 | – | – |
| Niveau 2 | – | 27 403 | – | 986 | – | – |
| Niveau 3 | – | 125 789 | – | 484 | – | – |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
11 524 | 11 438 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 127 829 | 128 859 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 117 | 1 136 | 32 958 | 36 693 | – | – |
| Overige | 835 | 836 | – | – | – | – |
| Totaal | 141 305 | 142 268 | 32 958 | 36 693 | – | – |
| Niveau 1 | – | 231 | – | 35 468 | – | – |
| Niveau 2 | – | 21 350 | – | 794 | – | – |
| Niveau 3 | – | 120 687 | – | 431 | – | – |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggings ondernemingen |
– | – | – | – | 30 248 | 30 309 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 175 055 | 175 284 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 2 182 | 2 181 |
| Totaal | – | – | – | – | 207 485 | 207 774 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 70 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 102 028 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 105 676 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggings ondernemingen |
– | – | – | – | 17 828 | 17 842 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 158 762 | 159 367 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 1 792 | 1 743 |
| Totaal | – | – | – | – | 178 383 | 178 952 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 75 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 83 804 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 95 073 |
| Waarderingshiërarchie Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde Aangehouden voor handelsdoeleinden Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings ondernemingen 0 6 0 6 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan klanten 0 1 0 1 0 0 0 0 Eigenvermogensinstrumenten 302 125 0 427 256 155 0 411 Schuldinstrumenten 731 62 208 1 001 1 254 244 287 1 785 Waarvan overheidsobligaties 653 29 31 713 1 157 209 42 1 408 Derivaten 0 6 392 1 856 8 249 0 6 133 2 055 8 188 Overige 0 0 0 0 0 1 0 1 Gewaardeerd tegen reële waarde Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings ondernemingen 0 1 0 1 0 2 107 0 2 107 Leningen en voorschotten aan klanten 0 77 0 77 0 366 28 394 Eigenvermogensinstrumenten 2 0 0 2 2 0 0 2 Beleggingscontracten, verzekeringen 13 331 362 0 13 693 13 046 284 0 13 330 Schuldinstrumenten 44 177 190 411 257 41 383 681 Waarvan overheidsobligaties 42 5 0 47 80 40 0 120 Voor verkoop beschikbaar Eigenvermogensinstrumenten 1 368 18 338 1 723 1 641 19 411 2 071 Schuldinstrumenten 30 059 3 699 1 227 34 985 28 814 3 486 1 298 33 598 Waarvan overheidsobligaties 21 248 1 417 317 22 982 20 761 687 444 21 892 Afdekkingsderivaten Derivaten 0 410 0 410 0 514 0 514 Totaal 45 838 11 329 3 820 60 987 45 271 13 348 4 462 63 082 Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde Aangehouden voor handelsdoeleinden Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 5 0 5 0 1 0 1 Deposito's van klanten en schuldpapier 0 541 0 541 0 429 2 431 Derivaten 0 5 100 2 234 7 334 0 5 428 2 058 7 487 Baisseposities 665 0 0 665 415 0 0 415 Overige 0 13 0 13 0 0 0 0 Gewaardeerd tegen reële waarde Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 1 766 0 1 766 0 1 123 0 1 123 Deposito's van klanten en schuldpapier 0 1 577 557 2 134 0 10 321 594 10 916 Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 652 0 0 12 653 12 386 0 0 12 387 Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 Afdekkingsderivaten Derivaten 0 1 704 0 1 704 0 2 191 0 2 191 Totaal 13 318 10 707 2 791 26 815 12 801 19 495 2 654 34 950 |
(in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | ||
|---|---|---|---|---|---|
Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument.
| Soort instrument | Producten | Type waardering | |
|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn |
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten |
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt) |
| (Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps, commodity swaps, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
||
| Plain vanilla / liquide derivaten | Caps en floors, renteopties, Europese en Amerikaanse aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, constant maturity swaps (CMS), European cancelable IRS, compound options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
|
| Credit default swaps (CDS) | CDS-model op basis van credit spreads | ||
| Niveau 2 | Lineaire financiële activa (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
| Asset Backed Securities | Halfliquide asset backed securities | Prijsstelling door derden (bv. leadmanager); prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva), hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
|
| Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) | Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|
| Niveau 3 | Exotische derivaten | Target profit forwards, target strike forwards, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, Aziatische aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, double average rate options, inflatieopties, cancelable reverse floaters, American and Bermudan cancelable IRS, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, outperformance options, autocallable options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet waarneembare parameters (bv. correlatie) |
| Illiquide instrumenten met kredietkoppeling | Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
|
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de EVCA (European Private Equity & Venture Capital Association) |
|
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide (hypotheek-)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
Prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk ten gevolge van gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet-observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
Overdrachten in 2015: KBC herklasseerde voor 273 miljoen euro aan instrumenten (vooral geklasseerd als Voor verkoop beschikbaar) van niveau 1 naar niveau 2, wegens een afname van marktactiviteit. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 317 miljoen euro aan schuldinstrumenten van niveau 2 naar niveau 1, omdat de markt voor die instrumenten actiever werd in 2015.
In 2016 waren er de volgende belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie:
| Eigen schulduitgiften gewaardeerd tegen reële waarde | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening | 8 | 17 |
| Totale gecumuleerde invloed op balansdatum | -6 | -14 |
• De reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening houdt rekening met het eigen kredietrisico. Een belangrijk deel van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening betreft KBC Ifima-uitgiften. Voor de waardering van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening houden we rekening met het eigen kredietrisico door het gebruik van de effectieve financieringsspread van KBC. De totale reële waarde van
KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening bedroeg ongeveer 0,7 miljard euro op 31 december 2016, rekening houdend met het eigen kredietrisico van KBC.
• Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,1 miljard euro).
| (in miljoenen euro) | |||
|---|---|---|---|
| Boekwaarde | 570 | ||
| Reële waarde | 588 | ||
| Na | |||
| Indien niet geherklasseerd (voor verkoop beschikbaar) |
herclassificatie (leningen en vorderingen) |
Invloed | |
| Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa), | |||
| vóór belastingen | -49 | -67 | -18 |
| Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen | 0 | 1 | 1 |
• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa de komende tijd of tot op de vervaldag aan te houden. KBC heeft ervoor gekozen die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. De bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 18 miljoen
euro op het eigen vermogen en in een beperkt effect op de winsten-verliesrekening.
| Voor handelsdoeleinden | Reëlewaardeafdekkingen | Kasstroomafdekkingen2 | Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdek- | king van het renterisico van een portefeuille | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen |
|||||||||
| (in miljoenen euro)1 | Activa | Verplich- tingen |
kocht Aange- |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht |
| 31-12-2016 | ||||||||||||||||
| Totaal | 8 249 | 7 334 | 390 342 | 393 830 | 99 | 528 | 34 636 | 34 636 | 265 | 1 147 | 26 046 | 26 042 | 46 | 29 | 9 143 | 8 945 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 4 135 | 3 682 | 202 117 | 204 823 | 99 | 528 | 34 636 | 34 636 | 256 | 1 142 | 25 940 | 25 940 | 46 | 29 | 9 143 | 8 945 |
| Waarvan renteswaps | 3 285 | 3 294 | 160 501 | 160 741 | 99 | 528 | 34 636 | 34 636 | 256 | 1 142 | 25 940 | 25 940 | 38 | 29 | 7 397 | 7 157 |
| Waarvan opties | 849 | 388 | 39 563 | 36 802 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 | 0 | 1 746 | 1 788 |
| Valutacontracten | 2 486 | 2 012 | 154 899 | 156 160 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9 | 5 | 106 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan valutatermijn contracten |
317 | 326 | 24 024 | 24 006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan valuta- en renteswaps |
2 007 | 1 578 | 121 996 | 121 596 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9 | 5 | 106 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan opties | 162 | 108 | 8 784 | 10 464 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 1 563 | 1 613 | 32 627 | 32 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan aandelenswaps | 1 278 | 1 295 | 29 731 | 29 731 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan opties | 285 | 318 | 2 869 | 2 690 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 38 | 0 | 311 | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan creditdefault swaps |
38 | 0 | 311 | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
28 | 27 | 389 | 390 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 31-12-2015 | ||||||||||||||||
| Totaal | 8 188 | 7 487 | 374 627 | 376 167 | 127 | 469 | 31 073 | 31 065 | 356 | 1 708 | 26 724 | 26 718 | 31 | 13 | 7 809 | 7 569 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 4 458 | 4 283 | 207 334 | 206 585 | 127 | 469 | 31 065 | 31 065 | 346 | 1 703 | 26 607 | 26 607 | 31 | 13 | 7 809 | 7 569 |
| Waarvan renteswaps | 3 546 | 3 854 | 155 102 | 155 321 | 127 | 469 | 31 065 | 31 065 | 346 | 1 703 | 26 607 | 26 607 | 31 | 13 | 6 765 | 6 524 |
| Waarvan opties | 912 | 425 | 44 637 | 41 063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 045 | 1 045 |
| Valutacontracten | 1 814 | 1 340 | 133 090 | 136 179 | 0 | 0 | 8 | 0 | 10 | 5 | 117 | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan valutatermijn contracten |
149 | 192 | 18 381 | 18 409 | 0 | 0 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan valuta- en renteswaps |
1 434 | 1 032 | 104 376 | 104 146 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 5 | 117 | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan opties | 231 | 117 | 10 266 | 13 557 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 1 717 | 1 721 | 32 141 | 31 842 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan aandelenswaps | 1 409 | 1 422 | 28 961 | 28 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan opties | 308 | 299 | 3 154 | 2 880 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 66 | 8 | 916 | 413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan creditdefault swaps |
66 | 8 | 916 | 413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
133 | 134 | 1 147 | 1 148 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 1 |
2 Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.
naar de gewenste vaste looptijden. Met die techniek kan de marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 21 | -16 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 23 | -47 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 77 | -99 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 115 | -293 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 273 | -826 |
| Meer dan 5 jaar | 895 | -1 838 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 496 | 1 487 |
| Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen | 403 | 376 |
| Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen | 16 | 17 |
| Deposito's bij cederende ondernemingen | 158 | 216 |
| Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) | 43 | 26 |
| Overige | 877 | 852 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 66 | 107 |
| Actuele belastingverplichtingen | 188 | 109 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 1 753 | 1 680 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 2 743 | 2 829 |
| Personeelsbeloningen | 219 | 191 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 1 069 | 1 146 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 28 | 32 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 21 | 38 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 248 | 218 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
140 | 244 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
944 | 828 |
| Technische voorzieningen | 24 | 29 |
| Overige | 49 | 103 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 990 | 1 150 |
| Personeelsbeloningen | 15 | 91 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 102 | 103 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 0 | 1 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 6 | 8 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
60 | 45 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
644 | 665 |
| Technische voorzieningen | 97 | 134 |
| Overige | 65 | 102 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 2 246 | 2 228 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 493 | 549 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden | 450 | 492 |
De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+73 miljoen euro in 2016) is als volgt verdeeld:
Afname van uitgestelde belastingvorderingen: -87 miljoen euro;
Toename van uitgestelde belastingvorderingen door de wijzigingen van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: +88 miljoen euro;
Toename van uitgestelde belastingvorderingen door de wijzigingen in de herwaarderingsreserve voor afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten: +36 miljoen euro;
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 212 | 207 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| CˇMSS | 178 | 179 |
| Overige | 34 | 28 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 212 | 207 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
• Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 2 299 | ||||
| Vastgoedbeleggingen | |||||
| Huurinkomsten | |||||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 12 | 15 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 1 | 0 | |||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT-apparatuur | Overige uitrusting |
Totaal materiële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2016 | |||||
| Beginsaldo | 1 161 | 96 | 1 041 | 2 299 | 438 |
| Aanschaffingen | 81 | 55 | 578 | 713 | 35 |
| Vervreemdingen | -18 | -25 | -224 | -267 | -25 |
| Afschrijvingen | -71 | -46 | -29 | -145 | -20 |
| Overige mutaties | -4 | 21 | -166 | -150 | -2 |
| Eindsaldo | 1 149 | 101 | 1 200 | 2 451 | 426 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 206 | 385 | 655 | 2 247 | 240 |
| Reële waarde 31-12-2016 | – | – | – | – | 610 |
| 2015 | |||||
| Beginsaldo | 1 202 | 111 | 965 | 2 278 | 568 |
| Aanschaffingen | 108 | 53 | 397 | 558 | 5 |
| Vervreemdingen | -68 | -2 | -150 | -221 | -5 |
| Afschrijvingen | -70 | -54 | -29 | -153 | -21 |
| Overige mutaties | -10 | -12 | -142 | -165 | -110 |
| Eindsaldo | 1 161 | 96 | 1 041 | 2 299 | 438 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 1 159 | 373 | 653 | 2 186 | 229 |
| Reële waarde 31-12-2015 | – | – | – | – | 609 |
die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).
• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.
| (in miljoenen euro) | Goodwill | Intern ontwikkelde software |
Extern ontwikkelde software |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | |||||
| Beginsaldo | 594 | 176 | 181 | 9 | 959 |
| Aanschaffingen | 0 | 94 | 56 | 8 | 158 |
| Vervreemdingen | 0 | -2 | -3 | -5 | -9 |
| Afschrijvingen | 0 | -58 | -42 | -1 | -102 |
| Overige mutaties | 2 | -6 | -2 | 0 | -6 |
| Eindsaldo | 597 | 203 | 189 | 10 | 999 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 287 | 555 | 643 | 45 | 1 531 |
| 2015 | |||||
| Beginsaldo | 933 | 165 | 153 | 7 | 1 258 |
| Aanschaffingen | 0 | 71 | 78 | 9 | 158 |
| Vervreemdingen | 0 | -28 | -5 | -6 | -39 |
| Afschrijvingen | 0 | -53 | -48 | -1 | -103 |
| Overige mutaties | -338 | 21 | 3 | 0 | -315 |
| Eindsaldo | 594 | 176 | 181 | 9 | 959 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 829 | 495 | 594 | 54 | 1 971 |
methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal 16 jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.
| Discontovoeten over de expliciete periode van kasstroomprognose heen |
||||
|---|---|---|---|---|
| Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
| K&H Bank | 223 | 220 | 12,8%-10,5% | 13,6%-10,7% |
| Cˇ SOB (Tsjechië) | 233 | 233 | 10,1%-9,5% | 9,9%-9,7% |
| DZI Insurance | 74 | 74 | 9,6%-7,7% | 9,2%-7,6% |
| Rest | 68 | 68 | – | – |
| Totaal | 597 | 594 | – | – |
| Verandering in hoofdparameters1 | Toename in discontovoet2 |
Afname in terminale groeivoet3 |
Toename in beoogde solvabiliteits ratio4 |
Daling in jaarlijkse nettowinst |
Stijging van de jaarlijkse waardever minderingen |
|---|---|---|---|---|---|
| K&H Bank | 2,83% | – | 3,91% | 19,5% | 113,3% |
1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.
2 Gebaseerd op een parallelle shift en een absolute toename van de discontovoetcurve. De vork van discontovoeten wordt 15,6%-13,4%.
3 Niet relevant voor K&H Bank, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt.
4 Absolute toename van de tier 1-kapitaalratio.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 | ||
|---|---|---|---|---|
| Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) | 19 657 | 19 532 | ||
| Verzekeringscontracten | 10 715 | 10 297 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 687 | 647 | ||
| Voorziening voor Leven | 6 961 | 6 677 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 2 524 | 2 436 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 19 | 18 | ||
| Andere technische voorzieningen | 524 | 519 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 8 942 | 9 235 | ||
| Voorziening voor Leven | 8 856 | 9 143 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 87 | 92 | ||
| Aandeel herverzekeraar | 110 | 127 | ||
| Verzekeringscontracten | 110 | 127 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 2 | 1 | ||
| Voorziening voor Leven | 3 | 2 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 105 | 123 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| Andere technische voorzieningen | 0 | 0 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| Bruto | Herverzekeringen | Bruto | Herverzekeringen | |
| MUTATIETABEL | 2016 | 2016 | 2015 | 2015 |
| VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 7 170 | 3 | 6 754 | 2 |
| Stortingen exclusief commissies | 774 | 0 | 788 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -550 | 0 | -599 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 185 | 0 | 234 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 3 | 0 | 3 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 6 | 0 | 27 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties1 | -128 | 0 | -36 | 1 |
| Eindsaldo | 7 460 | 3 | 7 170 | 3 |
| VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 3 127 | 123 | 3 004 | 192 |
| Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies | 24 | 0 | 35 | 0 |
| Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren | -223 | -5 | -204 | -7 |
| Overschot en/of tekort voorziening voor schadegevallen van vorige boekjaren | -135 | -8 | -129 | 8 |
| Voorziening voor nieuwe schadegevallen | 406 | 32 | 332 | 13 |
| Wisselkoersverschillen | 2 | 0 | -5 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 56 | -36 | 93 | -83 |
| Eindsaldo | 3 255 | 107 | 3 127 | 123 |
| BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 9 235 | 0 | 9 176 | 0 |
| Stortingen exclusief commissies | 632 | 0 | 378 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -800 | 0 | -606 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 214 | 0 | 259 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties2 | -339 | 0 | 27 | 0 |
| Eindsaldo | 8 942 | 0 | 9 235 | 0 |
1 Bevat in 2015 onder meer de overname van een levensverzekeringsportefeuille van een andere verzekeringsmaatschappij en in 2016 onder meer de afkoop van een grote herverzekerde spaarpolis.
2 Bevat onder meer transfers naar tak 23.
kostenniveaus en kostenopslagen;
| Voorzie ningen voor herstructu |
Voorzienin gen voor belastingen en lopende rechts |
Voorzie ningen voor verbintenissen en financiële |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | rering | geschillen | Overige | Subtotaal | garanties | Totaal |
| 2016 | ||||||
| Beginsaldo | 9 | 118 | 58 | 184 | 125 | 310 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Bedragen aangelegd | 0 | 20 | 10 | 30 | 41 | 71 |
| Bedragen gebruikt | -2 | -21 | -13 | -36 | -11 | -46 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
0 | -11 | -2 | -14 | -42 | -56 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -1 | 0 | 0 | -1 | 0 | -1 |
| Overige mutaties | -3 | -1 | 1 | -3 | -38 | -41 |
| Eindsaldo | 3 | 105 | 53 | 162 | 76 | 238 |
| 2015 | ||||||
| Beginsaldo | 32 | 225 | 144 | 402 | 158 | 560 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Bedragen aangelegd | 7 | 22 | 11 | 40 | 44 | 84 |
| Bedragen gebruikt | -31 | -82 | -80 | -194 | 0 | -194 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
0 | -47 | -19 | -66 | -52 | -118 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden |
||||||
| afgestoten | 2 | 0 | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -1 | -1 | 0 | -1 |
| Overige mutaties | 0 | 0 | 1 | 2 | -25 | -23 |
| Eindsaldo | 9 | 118 | 58 | 184 | 125 | 310 |
• Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (dat is als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen.
faillissementsrechtbank in New York voor terugvordering van ca. 110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die KBC ontving van Harley International, een Madoff feeder-fonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vonden er briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden, zoals dat het geval is voor KBC. KBC had moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Zo wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog, bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland, zoals dat het geval is voor KBC Investments Ltd, niet toelaat. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen, aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten betreffen. In juni 2015 legde Irving Picard, de trustee, een verzoekschrift neer ter hervorming van de beslissing tot afwijzing op grond van extraterritorialiteit. In dat verzoekschrift wijzigde de trustee ook de oorspronkelijke vorderingen met inbegrip van het bedrag dat hij tracht te verhalen. Dat bedrag werd verhoogd tot 196 miljoen dollar. Op 22 november 2016 velde rechter Bernstein een tussenvonnis waarbij hij alvast zijn besluit meedeelde dat de vorderingen van de trustee Irving Picard met betrekking tot dergelijke buitenlandse transacties afgewezen moeten worden op grond van regels van internationale hoffelijkheid. Het eindvonnis van afwijzing van deze vorderingen wordt in het eerste kwartaal van 2017 verwacht. De trustee beschikt dan nog over een beroepsmogelijkheid.
KBC Groep en een aantal intekenaars op de 5-5-5 emissie van KBC Ifima procedures aangespannen voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, omdat ze geen genoegen namen met de aangeboden regeling. In de procedure m.b.t. de emissie van KBC Groep heeft de rechtbank van eerste aanleg op 20 januari 2016
een vonnis uitgesproken waarin één eiser zijn vordering zag toegekend. KBC Bank en KBC Groep hebben hoger beroep aangetekend. De laatste besluiten worden neergelegd op 16 maart 2017. Een rechtsdag werd nog niet vastgelegd.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 763 | 2 541 |
| Indeling naar type | ||
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen | 705 | 371 |
| Deposito's van herverzekeraars | 73 | 77 |
| Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) | 289 | 244 |
| Overige | 1 696 | 1 849 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar 2 380 2 610 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 111 120 Rentekosten 54 45 Wijziging in de pensioenregeling 0 0 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 5 -9 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 357 -220 Ervaringsaanpassingen 1 -50 Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren -1 0 Betaalde uitkeringen -93 -116 Wisselkoersverschillen -9 8 Inperkingen 1 -9 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 Overige 45 0 Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 851 2 380 Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 165 2 103 Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 160 82 48 36 Verwacht rendement op fondsbeleggingen 90 65 Bijdragen van de werkgever Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 21 21 Betaalde uitkeringen -93 -116 Wisselkoersverschillen -8 7 Afwikkelingen 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 Overige 1 2 Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 2 336 2 165 Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 32 50 Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 9 9 Financieringsstatus Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -515 -215 Restitutierecht 0 0 Begrenzing van het financieringsplafond -28 -4 Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -543 -220 |
(in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief | ||
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar | -221 | -507 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -95 | -103 |
| Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -336 | 323 |
| Bijdragen van de werkgever | 90 | 65 |
| Wisselkoersverschillen | 1 | -1 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Overige | 17 | 2 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar | -543 | -221 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 95 | 103 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 111 | 120 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | -1 | 0 |
| Rentekosten | 5 | 9 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | -21 | -21 |
| Inperkingen | 0 | -5 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 336 | -323 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 5 | -9 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 357 | -220 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | -112 | -46 |
| Ervaringsaanpassingen | 1 | -50 |
| Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond | 24 | 0 |
| Overige | 60 | 0 |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | 14 | 8 |
• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP
Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden, zoals de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen.
• KBC Bank Ireland was deelnemer van een toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en KBC Bank Dublin branch zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2016 | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 2 851 | 2 380 | 2 610 | 2 034 | 2 191 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 2 336 | 2 165 | 2 103 | 1 818 | 1 765 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | -543 | -220 | -507 | -216 | -425 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen | 147 | 24 | -135 | -85 | 213 |
| KBC-Pensioenfonds | Pensioenplan KBC Bank Ireland | |
|---|---|---|
| Samenstelling op 31-12-2016 | ||
| Aandelen | 34% | 41% |
| Obligaties | 49% | 35% |
| Vastgoed | 13% | 3% |
| Liquiditeiten | 4% | 0% |
| Beleggingsfondsen | 0% | 21% |
| Waarvan illiquide activa | 8% | 0% |
| Samenstelling op 31-12-2015 | ||
| Aandelen | 38% | 41% |
| Obligaties | 49% | 16% |
| Vastgoed | 10% | 3% |
| Liquiditeiten | 3% | 2% |
| Beleggingsfondsen | 0% | 37% |
| Waarvan illiquide activa | 4% | 0% |
| Verwachte bijdragen in 2017 (in miljoenen euro) | 49 | 4 |
| Wetgevend kader | Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan controleautoriteiten. |
Gereguleerd door de Ierse Pensions Authority. Jaarlijkse berekening van financieringsniveau, driejaarlijkse certificatie van financieringsniveau. In geval van onderfinanciering rapportering aan Ierse Pensions Authority. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico en inflatierisico | Investeringsrisico |
| Asset liability-beleid | De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. |
Investeringen in leveraged LDI pooled fondsen. |
| Planwijzigingen | Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan, gefinancierd met werkgeverstoelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf 2014 worden aangesloten op dat nieuwe bijdrageplan, al wie op 31 december 2013 in dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegdpensioenregeling, tenzij hij heeft gekozen voor overstap naar het nieuwe bijdragenplan. |
Voor een aantal aangeslotenen (werknemers van KBC Finance Ireland) worden de uitkeringen gelinkt aan inflatie in plaats van aan toekomstige salarisstijgingen. |
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. | Voor een aantal aangeslotenen (werknemers van KBC Finance Ireland) worden de uitkeringen gelinkt aan inflatie in plaats van aan toekomstige salarisstijgingen |
| Verdisconteringsmethode | Vertrekpunt zijn de Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating. De verkregen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 14 wordt extrapolatie toegepast en vanaf jaar 18 krijgen we een vlakke curve. |
De Mercer-methode vertrekt van een eigen korf van bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en A ratings. Van de noteringen van bedrijfsobligaties met een A-rating wordt een spread afgetrokken om tot een soort equivalente bedrijfsobligatie met AA-rating te komen. Na omzetting naar zero coupon-formaat met extrapolatie voor lange looptijden wordt finaal de equivalente verdiscon teringsvoet bepaald. |
| KBC-Pensioenfonds | Pensioenplan KBC Bank Ireland | |
|---|---|---|
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 1,32% | 2,10% |
| Verwachte salarisstijging | 2,80% | 2,60% |
| Verwachte inflatie | 1,85% | 1,60% |
| Verwachte stijging van de pensioenen | – | 1,60% |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 13,23 jaar | 28 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen |
||
| Stijging brutoverplichting op 31-12-2016 als gevolg van: | ||
| 1% daling in de verdisconteringsvoet | 14,76% | 32,81% |
| 1% stijging in de verwachte inflatie | 12,33% | 32,51% |
| 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie | 15,96% | 6,76% |
| Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven | 1,56% | – |
| Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – | 2,95% |
| De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: | Impact van dalende sterftecijfers: het pensioen fonds betaalt altijd een kapitaal uit, langleven risico is verwaarloosbaar. Impact van perso neelsverloop: het verwachte personeelsverloop situeert zich op een zeer laag niveau. |
Niet van toepassing. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | KBC-Pensioenfonds | |
| Verwachte bijdragen in 2017 (in miljoenen euro) | 18 | |
| Wetgevend kader | Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumren | dement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico | |
| Waardering | De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd aan de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemers bijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van het toegezegde bijdrageplan gebaseerd op werknemersbijdragen houdt rekening met de opgebouwde interest (aan fondsrendement), maar houdt geen rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan niet als de projectie wel rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan wel als backloaded wordt |
backloaded wordt beschouwd. De waardering van het toegezegdebijdrageplan gebaseerd op werkgeversbijdragen houdt in beschouwd. |
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating. | De verkregen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 14 wordt extrapolatie toegepast en vanaf 18 jaar krijgen we een vlakke curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 1,07% | |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 11,20 jaar | |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen |
||
| Stijging brutoverplichting op 31-12-2016 als gevolg van: | ||
| 1% daling in de verdisconteringsvoet | 9,93% | |
| Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven | 0,55% |
| In aantal | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 418 372 082 | 418 087 058 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 418 372 082 | 418 087 058 |
| Waarvan eigen aandelen | 2 | 2 |
| Verplicht in aandelen terugbetaalbare obligaties | 0 | 0 |
| Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht | 0 | 0 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,48 | 3,48 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
overheid; op 17 december 2012: 3 miljard euro plus een premie van 15% aan de Belgische overheid; op 3 juli 2013 1,17 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid; op 8 januari 2014 0,33 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid en op 28 december 2015 de laatste 2 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid.
• AT1-instrumenten: in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRR) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel, met een calloptie na 5 jaar en op elke interestvervaldag daarna, en bevat een loss absorption-mechanisme (tijdelijke afschrijving wanneer de CET1 onder 5,125% zou vallen). Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het volledig discretionaire en niet-cumulatieve karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit van de effecten) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal uitbetaald wordt, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen.
In 2015 en 2016 vielen er geen belangrijke groepsmaatschappijen onder IFRS 5.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen | ||
| Verstrekt | 34 027 | 36 575 |
| Onherroepelijk | 21 869 | 19 266 |
| Herroepelijk | 12 157 | 17 309 |
| Ontvangen | 31 | 134 |
| Financiële garanties | ||
| Verstrekt | 9 908 | 9 364 |
| Ontvangen garanties en zekerheden | 42 494 | 34 477 |
| Voor impaired of achterstallige activa | 3 795 | 1 699 |
| Voor activa die noch impaired noch achterstallig zijn | 38 699 | 32 778 |
| Andere verbintenissen | ||
| Verstrekt | 284 | 220 |
| Onherroepelijk | 284 | 220 |
| Herroepelijk | 0 | 0 |
| Ontvangen | 6 | 0 |
| Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven | ||
| Voor verplichtingen* | 36 517 | 31 723 |
| Voor eventuele verplichtingen | 2 339 | 3 311 |
* Eind 2016 waren ongeveer 11,2 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2015: 12,0 miljard euro).
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen Reële waarde van verkochte of waarborgen doorverpande waarborgen |
|||
|---|---|---|---|---|
| 31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 | |
| Financiële activa | 13 529 | 12 666 | 7 859 | 6 881 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 13 | 1 | 5 | 0 |
| Schuldinstrumenten | 13 309 | 12 499 | 7 854 | 6 881 |
| Leningen en voorschotten | 206 | 166 | 0 | 0 |
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 |
• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 0,3 miljard euro in 2016 (0,2 miljard euro in 2015).
| (in miljoenen euro) | |
|---|---|
(in miljoenen euro) 31-12-2016 31-12-2015
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
|---|---|---|
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 5 453 | 5 114 |
| Tot 1 jaar | 1 323 | 1 229 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 836 | 2 615 |
| Meer dan 5 jaar | 1 294 | 1 270 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 530 | 593 |
| Netto-investering in financiële leasing | 4 916 | 4 512 |
| Tot 1 jaar | 1 212 | 1 100 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 601 | 2 358 |
| Meer dan 5 jaar | 1 103 | 1 054 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 21 | 38 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 67 | 83 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 93 | 95 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 554 | 434 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 |
aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.
| 2016 | 2015 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Transacties met verbonden partijen, exclusief key management (in miljoenen euro) |
tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
Overige | Totaal | tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
Overige | Totaal |
| Activa | 333 | 187 | 11 | 40 | 572 | 304 | 146 | 13 | 77 | 540 |
| Leningen en voorschotten | 104 | 46 | 2 | 31 | 182 | 133 | 55 | 2 | 34 | 223 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 228 | 140 | 10 | 4 | 382 | 154 | 81 | 11 | 4 | 251 |
| Overige | 1 | 1 | 0 | 5 | 8 | 18 | 10 | 0 | 38 | 66 |
| Verplichtingen | 365 | 109 | 289 | 221 | 983 | 720 | 121 | 315 | 173 | 1 329 |
| Deposito's | 364 | 8 | 289 | 220 | 881 | 581 | 17 | 259 | 171 | 1 027 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 | 0 | 0 | 0 | 101 |
| Overige | 1 | 101 | 0 | 1 | 102 | 38 | 104 | 56 | 3 | 201 |
| Winst-en-verliesrekening | 7 | -1 | -7 | 6 | 4 | 2 | -3 | -7 | 3 | -5 |
| Nettorente-inkomsten | -2 | -1 | -4 | 0 | -6 | -1 | -1 | -5 | 1 | -7 |
| Rente-inkomsten | 1 | 1 | 0 | 0 | 2 | 2 | 1 | 2 | 1 | 6 |
| Rentelasten | -2 | -2 | -5 | 0 | -8 | -4 | -2 | -8 | 0 | -14 |
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Technische verzekeringslasten vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 2 | 9 | 0 | 3 | 15 | 1 | 0 | 1 | 6 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 14 | -1 | -3 | 2 | 12 | 14 | -1 | -3 | 2 | 11 |
| Provisie-inkomsten | 14 | 0 | 1 | 2 | 17 | 14 | 0 | 0 | 2 | 17 |
| Provisielasten | 0 | -1 | -4 | 0 | -5 | 0 | -1 | -3 | 0 | -5 |
| Overige netto-inkomsten | 1 | -5 | 0 | 4 | 1 | 5 | 3 | 0 | 2 | 10 |
| Algemene beheerskosten | -9 | -3 | 0 | -5 | -17 | -17 | -5 | 0 | -6 | -28 |
| Niet opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbintenissen |
||||||||||
| Gegeven door de groep | 10 | 6 | 0 | 151 | 167 | 138 | 6 | 1 | 185 | 329 |
| Ontvangen door de groep | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Transacties met key management (leden van Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal* | 10 | 9 |
| Indeling naar type bezoldiging | ||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 9 | 8 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 2 | 1 |
| Toegezegdpensioenregelingen | 0 | 1 |
| Toegezegdebijdrageregelingen | 2 | 0 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 |
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 0 | 0 |
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 |
| Aandelenopties, in eenheden | ||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 |
| Toegestaan | 0 | 0 |
| Uitgeoefend | 0 | 0 |
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 |
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 |
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 2 | 2 |
* Bedragen van de bezoldiging van key management of partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.
• De algemene vergadering van 4 mei 2016 heeft PricewaterhouseCoopers (PwC) benoemd als commissaris voor een termijn van drie jaar. Tot deze algemene vergadering fungeerde
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA als commissaris van de vennootschap.
| Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) | 2016 |
|---|---|
| KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen | |
| Standaardcontroleopdrachten | 7 020 249 |
| Overige diensten | 1 153 589 |
| Andere controleopdrachten | 293 746 |
| Belastingadviesopdrachten | 42 379 |
| Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten | 817 463 |
| KBC Groep NV alleen | |
| Standaardcontroleopdrachten | 145 000 |
| Overige diensten | 420 944 |
De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.
In de tabel vindt u de belangrijkste groepsmaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over Ons > Onze Structuur.
verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen
100% KBC Verzekeringen NV
verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen
| Naam | Zetel | Vennoot schapsnummer |
Gehouden deel van het kapitaal op groeps niveau (%) |
Divisie* | Activiteit |
|---|---|---|---|---|---|
| KBC Bank (groep) | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| CBC BANQUE SA | Brussel – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| CIBANK EAD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Bank Ireland Plc. | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Credit Investments NV | Brussel – BE | 0887.849.512 | 100,00 | BEL/GRP | beleggingsmaatschappij |
| KBC Financial Products (groep) | Verschillende locaties |
-- | 100,00 | GRP | (afgeleide) financiële producten |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Loan Invest NV | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| KBC Verzekeringen (groep) | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.305 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| Cˇ SOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| Cˇ SOB Poist'ovnˇ a a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| DZI (groep) | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.920.676 | 95,00 | BEL | rijschool/reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| NLB Vita d.d. (vermogensmutatiemethode) | Ljubljana – SI | -- | 50,00 | GRP | levensverzekeringen |
| KBC Groep | |||||
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank (groep) | Verschillende locaties |
-- | 100,00 verschillende | kredietinstelling | |
| KBC Verzekeringen (groep) | Verschillende locaties |
-- | 100,00 verschillende | verzekeringsmaatschappij |
* BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in consolidatie (zie vorige paragraaf). Voor een aantal structured entities is maar een van die drie criteria overschreden, waardoor ze niet worden geconsolideerd (zolang het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal). Het betreft voornamelijk structured entities opgericht in het kader van de resterende CDO-activiteiten. Die structured entities overschrijden maar één drempel (balanstotaal), aangezien ze altijd een zeer beperkt eigen vermogen en nettoresultaat hebben. De resterende CDOgerelateerde resultaten zitten bij de KBC Financial Products-groep, die uiteraard wel wordt geconsolideerd. Niet-consolidatie van die
structured entities heeft dan ook alleen een invloed op de geconsolideerde balanspresentatie en niet op het eigen vermogen, het resultaat of de solvabiliteit.
Belangen in gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen: º Samengevatte financiële informatie voor CˇMSS: zie Toelichting 5.3.
Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten:
| Onderneming | Consolidatie methode |
Percentage aandeelhouderschap op groepsniveau |
Commentaar | |
|---|---|---|---|---|
| 31-12-2016 | 31-12-2015 | |||
| Toevoegingen | ||||
| VB Leasing SK, spol. s. r. o. | integraal | 100 | 100 | Overname door Cˇ SOB Leasing sinds 1 juli 2015 |
| VB Leasing Sprostredkovatel'ska s. r. o. | integraal | 100 | 100 | Overname door Cˇ SOB Leasing sinds 1 juli 2015 |
| Afstotingen | ||||
| KBC Financial Holding Inc. | integraal | – | – | Liquidatie in 4e kwartaal van 2015 |
| IIB Finance Ireland | integraal | – | 100 | Deconsolidatie in 2e kwartaal van 2016 |
| Naamsveranderingen | ||||
| Geen | – | – | – | – |
| Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies | ||||
| KBC Financial Products International S.A. | integraal | – | 100 Fusie met KBC Ifima SA in 3e kwartaal van 2016 |
De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) en kapitaal (IAS 1) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 16
en 100% van Interlease. De afronding van de overname wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2017.
delen van de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?
maart 2017 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2016:
• Geen
rechten aan de begunstigden vermeld in de tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijke doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).
We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 4 mei 2017 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com.
De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 19 645 | 18 140 |
| Immateriële vaste activa | 176 | 160 |
| Materiële vaste activa | 97 | 105 |
| Terreinen en gebouwen | 29 | 31 |
| Installaties, machines en uitrusting | 54 | 60 |
| Meubilair en rollend materieel | 12 | 13 |
| Overige materiële vaste activa | 1 | 0 |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 1 | 1 |
| Financiële vaste activa | 19 372 | 17 875 |
| Verbonden ondernemingen | 19 370 | 17 874 |
| Deelnemingen | 14 044 | 14 044 |
| Vorderingen | 5 327 | 3 830 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Vorderingen | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 135 | 261 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 0 | 0 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 0 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 1 | 1 |
| Voorraden | 1 | 1 |
| Handelsgoederen | 1 | 1 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 36 | 10 |
| Handelsvorderingen | 22 | 6 |
| Overige vorderingen | 14 | 5 |
| Geldbeleggingen | 0 | 0 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 |
| Overige beleggingen | 0 | 0 |
| Liquide middelen | 31 | 163 |
| Overlopende rekeningen | 67 | 87 |
| Totaal activa | 19 780 | 18 401 |
| Eigen vermogen | 13 683 | 13 670 |
| Kapitaal | 1 455 | 1 454 |
| Geplaatst kapitaal | 1 455 | 1 454 |
| Uitgiftepremies | 5 436 | 5 423 |
| Reserves | 1 466 | 1 466 |
| Wettelijke reserves | 146 | 145 |
| Onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 1 129 | 1 129 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 5 326 | 5 327 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 16 | 13 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 16 | 13 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 16 | 12 |
| Overige risico's en kosten | 0 | 1 |
| Schulden | 6 081 | 4 718 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 4 576 | 3 080 |
| Financiële schulden | 4 576 | 3 080 |
| Achtergestelde leningen | 3 081 | 3 080 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 1 496 | 0 |
| Kredietinstellingen | 0 | 0 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 1 450 | 1 583 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 480 |
| Financiële schulden | 558 | 937 |
| Kredietinstellingen | 0 | 0 |
| Overige leningen | 558 | 937 |
| Handelsschulden | 31 | 33 |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | 1 | 0 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 79 | 78 |
| Belastingen | 10 | 7 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 69 | 71 |
| Overige schulden | 780 | 55 |
| Overlopende rekeningen | 55 | 55 |
| Totaal passiva | 19 780 | 18 401 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 928 | 1 088 |
| Omzet | 859 | 971 |
| Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 53 | 61 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 16 | 28 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 0 | 28 |
| Bedrijfskosten | 957 | 1 142 |
| Diensten en diverse goederen | 487 | 577 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 374 | 430 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 84 | 110 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen (-) | 4 | -7 |
| Andere bedrijfskosten | 1 | 5 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 8 | 27 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -29 | -55 |
| Financiële opbrengsten | 1 345 | 3 389 |
| Recurrente financiële opbrengsten | 1 345 | 3 366 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 1 204 | 3 224 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 0 | 0 |
| Andere financiële opbrengsten | 141 | 142 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten | 0 | 23 |
| Financiële kosten | 133 | 1 144 |
| Recurrente financiële kosten | 133 | 1 144 |
| Kosten van schulden | 129 | 1 128 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 4 | 16 |
| Niet-recurrente financiële kosten | 0 | 0 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 1 184 | 2 191 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 2 | 0 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 4 |
| Belastingen op het resultaat | 4 | 6 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 1 182 | 2 181 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 1 182 | 2 181 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2016 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 6 508 | 5 338 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 1 182 | 2 181 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 5 327 | 3 158 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 0 | 0 |
| Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Aan de overige reserves | 0 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 5 326 | 5 327 |
| Uit te keren winst | 1 182 | 11 |
| Vergoeding van het kapitaal | 1 171 | 0 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Andere rechthebbenden, werknemersparticipatie | 11 | 11 |
We stellen aan de Algemene Vergadering voor om het te bestemmen winstsaldo voor 2016 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, bedraagt het totale brutodividend per dividendgerechtigd aandeel 2,80 euro. Daarvan werd als voorschot in november 2016 al een interimdividend van 1 euro uitgekeerd. Het slotdividend bedraagt dus 1,80 euro.
| (in miljoenen euro) | Deelnemingen in verbonden ondernemingen |
Vorderingen op verbonden ondernemingen |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
Vorderingen op ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde 31-12-2015 | 14 044 | 3 830 | 1 | 0 |
| Aanschaffingen in 2016 | 0 | 1 496 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen in 2016 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2016 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2016 | 14 044 | 5 327 | 1 | 0 |
De deelnemingen in verbonden ondernemingen betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV. De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen leningen aan KBC Bank van het type
additional tier 1-kapitaal (1,4 miljard euro), tier 2-kapitaal (1,7 miljard euro), tier 3-kapitaal (1,5 miljard euro), een achtergestelde perpetuele lening aan KBC Bank NV van 0,25 miljard euro en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro.
| Kapitaalverhoging | Resultaats | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2015 | voor het personeel | aanwending | 31-12-2016 |
| Kapitaal | 1 454 | 1 | 0 | 1 455 |
| Uitgiftepremies | 5 423 | 13 | 0 | 5 436 |
| Reserves | 1 466 | 0 | 0 | 1 466 |
| Overgedragen resultaat | 5 327 | 0 | -1 | 5 326 |
| Eigen vermogen | 13 670 | 14 | -1 | 13 683 |
Op 31 december 2016 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 455 289 897,87 euro, verdeeld in 418 372 082 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 435 514 655,77 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.
Wijzigingen in 2016:
• Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 23 december 2016 waarop alleen personeelsleden van KBC Groep NV en zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 285 024 aandelen uitgegeven tegen 48,65 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de slotkoers van het KBC-aandeel op 14 november 2016. Het kapitaal verhoogde daardoor met 991 883,52 euro en de uitgiftepremies stegen met
Hierna vindt u een overzicht van de in 2016 en de eerste twee maanden van 2017 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren alle ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien
12 874 534,08 euro. Met die kapitaalverhoging wil de groep de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2016 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2016 (met uitzondering van het interimdividend van 1 euro per aandeel dat de vennootschap op 18 november 2016 uitbetaalde).
De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 695 111 550,04 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 199 744 698 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.
een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2016, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.
| Aantal aangehouden | % van totale | |||
|---|---|---|---|---|
| KBC-aandelen | stemrechten op | |||
| De kennisgeving | (= stemrechten) op de | de betrokken | ||
| Kennisgevingen* | betreft de situatie op: | Toelichting | betrokken datum | datum* |
| BlackRock Inc. | 9 februari 2016 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% | 20 650 780 | 4,94% |
| FMR LLC | 18 november 2016 | Stijging tot boven de rapporteringsdrempel van 3% | 12 628 843 | 3,02% |
* Details vindt u op www.kbc.com.
Hierna volgt een overzicht van de eigen aandelen in bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep. De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2016 bedroeg 3,48 euro.
| 31 december | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen | Adres | 2016 | 2015 |
| Bij KBC Securities NV | Havenlaan 12, 1080 Brussel, België | 2 | 2 |
| In procent van het totale aantal aandelen | 0,0% | 0,0% |
Zie Toelichting 6.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
KBC Groep NV had op 31 december 2016 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).
De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, die hierboven nog niet werd vermeld, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
Geeft een inzicht in de opbrengsten met betrekking tot de verkoop van verzekeringsproducten via het bankkanaal, en dus in het succes van het bankverzekeringsmodel.
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar (A) |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten | 134 | 146 |
| + | |||
| Verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden (B) |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten (diverse lijnen) |
306 | 298 |
| + | |||
| Bij de assetmanager geboekte beheersvergoeding voor tak 23-verzekeringsproducten die door de bankkantoren |
|||
| verkocht worden (C) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten | 64 | 63 |
| = (A)+(B)+(C) | 504 | 507 |
Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal). De hier vermelde ratio's zijn gebaseerd op de Deense compromismethode.
| Berekening | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. | ||
| Phased-in* | 16,2% | 15,2% |
| Fully loaded* | 15,8% | 14,9% |
| * De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, |
wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode wordt fully loaded genoemd.
Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) gedekt is door waardeverminderingen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Specifieke waardeverminderingen op kredieten / |
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg gingsportefeuille, bankactiviteiten |
4 874 | 5 517 |
| Uitstaande impaired kredieten | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg gingsportefeuille, bankactiviteiten |
10 583 | 12 305 |
| = (A) / (B) | 46% | 45% |
Teller en noemer in de formule kunnen worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid. De betreffende gegevens vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten.
Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Uit te keren dividendbedrag* (inclusief het eventuele interimdividend) (A) |
Gecons. vermogensmutaties | 1 171 | – |
| + | |||
| Te betalen/betaalde coupon op de AT1-instrumenten in het eigen vermogen (B) |
Gecons. vermogensmutaties | 52 | |
| / | |||
| Nettoresultaat, groepsaandeel (C) | Gecons. w-&-v-rekening | 2 427 | |
| = (A+B) / (C) | 50% | – |
* Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. Noteer: met betrekking tot 2015 werd geen dividend uitgekeerd.
Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.
| Berekening (in miljoenen euro of aantallen) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) | Geconsolideerde balans | 15 957 | 14 411 |
| / | |||
| Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (op einde | |||
| periode, in miljoenen) (B) | Toelichting 5.10 | 418,4 | 418,1 |
| = (A) / (B) (in euro) | 38,1 | 34,5 |
Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schade regelingskosten (A) |
Toelichting 3.7 | 839 | 757 |
| / | |||
| Verdiende verzekeringspremies (B) | Toelichting 3.7 | 1 387 | 1 301 |
| + | |||
| Bedrijfskosten (C) | Toelichting 3.7 | 460 | 435 |
| / | |||
| Geboekte verzekeringspremies (D) | Toelichting 3.7 | 1 406 | 1 325 |
| = (A/B)+(C/D) | 93% | 91% |
Deze ratio geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, wat overeenkomt met de nieuwe definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA).
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Uitstaand bedrag van impaired kredieten (A) / |
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg gingsportefeuille, bankactiviteiten |
10 583 | 12 305 |
| Totale uitstaande kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg gingsportefeuille, bankactiviteiten |
147 526 | 143 400 |
| = (A) / (B) | 7,2% | 8,6% |
De teller kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). De betreffende gegevens vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten.
Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten | 3 437 | 3 391 |
| Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten | 6 238 | 6 144 |
| = (A) / (B) | 55% | 55% |
Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. We sluiten daarbij de volgende zaken uit: invloed van de marked-to-marketwaardering van ALM-derivaten (resp. 87 en 107 miljoen euro opbrengsten in 2016 en 2015), de marked-to-marketwaardering van eigen kredietrisico (resp. 8 en 17 miljoen euro opbrengsten in 2016 en 2015), de invloed van de liquidatie of deconsolidatie van groepsmaatschappijen (in totaal resp. 16 en -135 miljoen euro opbrengsten in 2016 en 2015) en een aantal kleinere elementen (in totaal resp. 100 en 38 miljoen euro opbrengsten in 2016 en 2015 en in totaal resp. 18 en 17 miljoen euro kosten in 2016 en 2015). De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure business-activiteiten.
Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettowijziging in de waardeverminderingen voor krediet risico's (A) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardevermin deringen |
126 | 323 |
| Gemiddelde uitstaande kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg gingsportefeuille, bankactiviteiten |
146 257 | 141 951 |
| = (A) / (B) | 0,09% | 0,23% |
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk pure, traditionele) kredietactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Leningen en voorschotten aan klanten (gerelateerd aan de bankactiviteiten van de groep) (A) |
Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan klanten |
131 415 | 126 812 |
| - | |||
| Reverse repo's met klanten (B) | Toelichting 4.1 | -376 | -502 |
| + | |||
| Schuldinstrumenten van ondernemingen en van krediet instellingen en beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankactiviteiten van de groep) (C) |
Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
7 114 | 7 118 |
| + | |||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankacti viteiten van de groep, exclusief marktzaalactiviteiten) (D) |
Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
952 | 1 060 |
| + | |||
| Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) | Toelichting 6.1: onderdeel van Verstrekte financiële garanties | 8 279 | 7 823 |
| + | |||
| Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) | Toelichting 4.2: onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen | 5 094 | 5 623 |
| + | |||
| Overige (onder meer geprorateerde rente) (G) | Onderdeel van Toelichting 4.1 | -4 952 | -4 534 |
| = (A)-(B)+(C)+(D)+(E)+(F)+(G) | 147 526 | 143 400 |
Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Reglementair beschikbaar tier 1-kapitaal (A) | Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op groepsniveau |
15 286 | 14 647 |
| / | |||
| Totale exposure measures (totaal van niet-risicogewogen binnen- en buitenbalanselementen, met enkele aanpas |
Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op | ||
| singen) (B) | groepsniveau | 251 891 | 233 675 |
| = (A) / (B) | 6,1% | 6,3% |
Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Liquide activa van hoge kwaliteit (A) | Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR. | 65 400 | 47 300 |
| / | |||
| Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalen | |||
| derdagen (B) | 47 100 | 37 150 | |
| = (A) / (B) | 139% | 127% |
Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.
| Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| – | 58,8 | 57,7 |
| Toelichting 5.10 | 418,4 | 418,1 |
| 24,6 | 24,1 | |
Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groeps |
|||
| niveau. | 21,0% | 18,3% |
Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) / |
Basel Committee on Banking Supervision, tekst Basel III: the net stable funding ratio van oktober 2014. |
144 150 | 135 400 |
| Vereist bedrag stabiele financiering (B) | 114 950 | 111 800 | |
| = (A) / (B) | 125% | 121% |
Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten* (A) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten | 3 602 | 3 644 |
| / | |||
| Gemiddelde rentedragende activa van de bankactivi | |||
| teiten* (B) | Gecons. balans: onderdeel van totale activa | 184 117 | 177 629 |
| = (A) / (B) x 360 / aantal kalenderdagen | 1,92% | 2,02% |
* Na uitsluiting van alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer.
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (A) |
Gecons. w-&-v-rekening | 2 427 | 2 639 |
| - | |||
| Coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid (B) |
Gecons. vermogensmutaties | – | -0 |
| - | |||
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (C) |
Gecons. vermogensmutaties | -52 | -52 |
| / | |||
| Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor voor verkoop |
|||
| beschikbare financiële activa (D) | Gecons. vermogensmutaties | 13 415 | 11 969 |
| = (A-B-C) / (D) | 18% | 22% |
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| DIVISIE BELGIË | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2.2: resultaten per segment | 1 433 | 1 565 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze keringsactiviteiten (volgens Solvency I of II*) (B) |
Hoofdstuk Onze divisies | 6 092 | 5 955 |
| = (A) / (B) | 24% | 26% | |
| DIVISIE TSJECHIË | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2.2: resultaten per segment | 596 | 542 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze |
|||
| keringsactiviteiten (volgens Solvency I of II) (B) | Hoofdstuk Onze divisies | 1 455 | 1 474 |
| = (A) / (B) | 41% | 37% | |
| DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2.2: resultaten per segment | 428 | 245 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze |
|||
| keringsactiviteiten (volgens Solvency I of II) (B) | Hoofdstuk Onze divisies | 1 959 | 2 028 |
| = (A) / (B) | 22% | 12% |
* 2015: Solvency I, 2016: Solvency II
Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency II (vanaf 2016).
| Berekening | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en |
||
| KBC Verzekeringen afzonderlijk | 203% | 231% |
Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, Cˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, en activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail, private banking en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.
| Berekening (in miljarden euro) | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Divisie België (A) | 198,9 | 193,8 |
| + | ||
| Divisie Tsjechië (B) | 8,5 | 8,8 |
| + | ||
| Divisie Internationale Markten (C) | 5,7 | 6,2 |
| (A)+(B)+(C) | 213,1 | 208,8 |
Een risicogewogen maatstaf voor de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het totale reglementaire eigen vermogen. De hier vermelde ratio is gebaseerd op de Deense compromismethode.
| Berekening | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. | ||
| Phased-in | 20,6% | 19,8% |
| Fully loaded | 20,0% | 19,0% |
Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (A) - |
Geconsolideerde w-&-v-rekening | 2 427 | 2 639 |
| Coupon (en/of penaltypremie) op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid (B) - |
Gecons. eigenvermogensmutaties | – | -1 000 |
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (C) / |
Gecons. eigenvermogensmutaties | -52 | -52 |
| Gemiddelde aantal gewone aandelen min eigen aandelen van de periode, in miljoenen (D) |
Toelichting 5.10 | 418 | 418 |
| of: Gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende opties min eigen aandelen van de periode (E) |
(idem) | (idem) | |
| Gewoon = (A-B-C) / (D) (in euro) | 5,68 | 3,80 | |
| Verwaterd = (A-B-C) / (E) (in euro) | 5,68 | 3,80 |
"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en
de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."
| Investor Relations Office |
|---|
| Wim Allegaert (directeur Financial Insight and Communication) |
| [email protected] |
| KBC Groep NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
| Pers |
| Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster) |
| [email protected] |
| KBC Groep NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
| Duurzaam ondernemen |
| Vic Van de Moortel (directeur Duurzaam KBC) |
| [email protected] |
| KBC Groep NV, Duurzaam KBC, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België |
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
| Publicatie Jaarverslag 2016 en Risk report 2016 | 31 maart 2017 |
|---|---|
| Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) | 4 mei 2017 |
| Publicatie resultaten 1e kwartaal 2017 | 11 mei 2017 |
| Publicatie resultaten 2e kwartaal 2017 | 10 augustus 2017 |
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2017 | 16 november 2017 |
Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.