AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report Mar 29, 2018

3968_10-k_2018-03-29_703372ed-6859-480b-b868-c222fb3614fb.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Jaarverslag van KBC Groep over 2017

Verdeling nettoresultaat per divisie (2017, in miljoenen euro)

2016 2017

Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded)

Paspoort van de KBC-groep

Ons werkgebied

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar en we focussen op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Bulgarije, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië. We zijn ook in beperkte mate aanwezig in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.

Onze klanten, medewerkers en netwerk

Klanten 11 miljoen
Medewerkers 42 000
Bankkantoren 1 521
Verzekeringsnetwerk 404 agentschappen in België, diverse
distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa

Onze langetermijnkredietratings, 15-03-2018

Fitch Moody's Standard & Poor's
KBC Bank NV A A1 A
KBC Verzekeringen NV A
KBC Groep NV A Baa1 BBB+

Onze vaste aandeelhouders

KBC Ancora 18,5%
Cera 2,7%
MRBB 11,4%
Andere vaste aandeelhouders 7,4%

Gegevens van 31 december 2017, tenzij anders vermeld. Voor definities verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag. De outlook/watch/review bij onze kredietratings vindt u verder in dit verslag.

2017 2016 2015 2014 2013
Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro)
Balanstotaal 292 342 275 200 252 356 245 174 238 686
Leningen en voorschotten aan klanten 141 502 133 231 128 223 124 551 120 371
Effecten 67 743 73 262 72 623 70 359 64 904
Deposito's van klanten en schuldpapier 193 968 177 730 170 109 161 783 161 135
Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verze
keringen 32 193 32 310 31 919 31 487 30 488
Totaal eigen vermogen 18 803 17 357 15 811 16 521 14 514
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro)
Totale opbrengsten 7 700 7 211 7 148 6 720 7 448
Exploitatiekosten -4 074 -3 948 -3 890 -3 818 -3 843
Waardeverminderingen 30 -201 -747 -506 -1 927
Nettoresultaat, groepsaandeel 2 575 2 427 2 639 1 762 1 015
België 1 575 1 432 1 564 1 516
Tsjechië 702 596 542 528
Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) 444 428 245 -182
Groepscenter -146 -29 287 -100
Milieu, duurzaamheid en genderdiversiteit
Eigen broeikasgasemissie (in ton CO2
per vte)
2,5 2,9 3,3
Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan energiesector (%) 41% 42%
Volume duurzame fondsen (in miljarden euro) 7,1 2,8
Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen 57% 56% 56% 57% 57%
Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen 31% 31% 25% 22% 15%
KBC-aandeel
Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) 418,6 418,4 418,1 417,8 417,4
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode
(in euro) 41,6 38,1 34,5 31,4 28,3
Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) 66,5 51,0 56,8 43,1 32,8
Slotkoers boekjaar (in euro) 71,1 58,8 57,7 46,5 41,3
Brutodividend per aandeel (in euro) 3,00 2,80 0,00 2,00 0,00
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) 6,03 5,68 3,80 3,32 1,03
Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) 29,8 24,6 24,1 19,4 17,2
Financiële ratio's
Rendement op eigen vermogen 17% 18% 22% 14% 9%
Kosten-inkomstenratio, bankieren 54% 55% 55% 58% 52%
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen 88% 93% 91% 94% 94%
Kredietkostenratio, bankieren -0,06% 0,09% 0,23% 0,42% 1,21%
Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) 16,3% 15,8% 14,9% 14,3% 12,8%

Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Dividendvoorstel voor 2017 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

Totale opbrengsten
Doel:
CAGR 2016-2020 ≥ 2,25%
Kosten-inkomstenratio
Doel: ≤ 47% (excl. bankentaks)
in 2020 en ≤ 54% (incl.
bankentaks) in 2020
Gecombineerde ratio
Doel: ≤ 94% in 2020
Dividenduitkering
Doel: ≥ 50%
Digitale interactie
Doel: ≥ 80% in 2020
Bankverzekeringsklanten
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2%
in België, ≥ 15% in Tsjechië,
≥ 10% in Internationale
Markten
Stabiele
bankverzekeringsklanten
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in
België, ≥ 15% in Tsjechië, ≥ 15%
in Internationale Markten
Reputatie
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Klantervaring
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Innovatie
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Governance
Doel: gelijke of hogere score
dan peergroepgemiddelde
Stakeholderinteractie
Doel: formeel
stakeholderinteractieproces in
elk kernland
Eigen interne
kapitaaldoelstelling
Doel: 14% fully loaded
common equity ratio in
2018
Referentiekapitaal
positie
Doel: 16% fully loaded
common equity ratio in
2018
Positie duurzame
fondsen
Doel: 10 miljard euro eind
2020
Kredieten hernieuwbare
energie
Doel: aandeel hernieuwbare
energiebronnen en biobrand
stoffen in kredietportefeuille
aan de energiesector ≥ 50% in
2030
Eigen broeikasgasemissies
Doel: reductie van minimaal
20% tussen 2015 en 2020

De definities van de KPI's en de tot nu toe bereikte scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste regulatoire kapitaal- en liquiditeitsratio's (common equity ratio, MREL, NSFR en LCR) vindt u in datzelfde hoofdstuk.

Inhoud Verslag van de Raad van Bestuur

  • KBC in een oogopslag
  • Voorwoord
  • Ons bedrijfsmodel
  • Onze strategie
  • Ons financieel rapport
  • Onze divisies
  • Hoe beheren we onze risico's?
  • Hoe beheren we ons kapitaal?
  • Verklaring inzake deugdelijk bestuur
  • Verklaring over niet-financiële informatie

Geconsolideerde jaarrekening

  • Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
  • Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
  • Geconsolideerde balans
  • Geconsolideerde vermogensmutaties
  • Geconsolideerd kasstroomoverzicht

1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

  • Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming
  • Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving
  • Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen

2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie

  • Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur
  • Toelichting 2.2: Resultaten per segment
  • Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment

3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

  • Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten
  • Toelichting 3.2: Dividendinkomsten
  • Toelichting 3.3 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa
  • Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten
  • Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten
  • Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten
  • Toelichting 3.8: Exploitatiekosten
  • Toelichting 3.9: Personeel
  • Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen – winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • Toelichting 3.12: Belastingen
  • Toelichting 3.13: Winst per aandeel
  • 4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans
  • Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
  • Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit
  • Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting

Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

  • 234 Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking
  • 236 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening
  • 238 Glossarium van financiële ratio's en termen
  • 244 Verklaring van verantwoordelijke personen
  • 244 Contactadressen
  • 244 Financiële kalender 2018

194 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

  • 196 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
  • 198 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2
  • 199 Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3
  • 200 Toelichting 4.8: Wijzigingen in eigen kredietrisico
  • 200 Toelichting 4.9: Herclassificatie van financiële instrumenten
  • 201 Toelichting 4.10: Derivaten

203 5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans

  • 203 Toelichting 5.1: Overige activa
  • 203 Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen
  • 204 Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • 205 Toelichting 5.4: Materiële vaste activa inclusief vastgoedbeleggingen
  • 205 Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
  • 207 Toelichting 5.6: Technische voorzieningen verzekeringen
  • 208 Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten
  • 210 Toelichting 5.8: Overige verplichtingen
  • 210 Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
  • 214 Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten
  • 214 Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten

215 6.0 Andere toelichtingen

  • 215 Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties
  • 216 Toelichting 6.2: Leasing
  • 217 Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen
  • 218 Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris
  • 218 Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
  • 221 Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
  • 223 Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid
  • 223 Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum
  • 224 Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap
  • 225 Verslag van de commissaris

Welkom

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste minimale inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. We combineren bovendien het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.

Verklaring over de bekendmaking van niet-financiële informatie: in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze niet-financiële informatie geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag. Het hoofdstuk Verklaring over niet-financiële informatie bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De vereiste informatie over diversiteit vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.

Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn officieuze vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dat verslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.

Glossarium: achteraan in dit verslag vindt u een overzicht van de belangrijkste gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).

Verslag van de Raad van Bestuur

KBC in een oogopslag

Wie zijn we?

Ontstaan in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen)

Hoofdactiviteit: geïntegreerd bankverzekeren (bankieren, verzekeren en assetmanagement)

Ca. 11 miljoen klanten

Ca. 42 000 medewerkers

Belangrijkste merknamen:

  • België: KBC, KBC Brussels, CBC
  • Bulgarije: UBB (incl. CIBANK), DZI
  • Hongarije: K&H
  • Ierland: KBC Bank Ireland
  • Slowakije: Cˇ SOB
  • Tsjechië: Cˇ SOB

1 521 bankkantoren, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, diverse mobiele en onlinekanalen

Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag?

We baseren ons onder meer op de wetgeving ter zake en de International Financial Reporting Standards, en we houden in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index vindt u terug in het Duurzaamheidsverslag dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.

Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, vragen we hen zelf om input. We bespreken de resultaten daarvan verderop, onder Onze stakeholdersbevraging. Op welke plaats we die onderwerpen bespreken, vindt u in een referentielijst in datzelfde hoofdstuk.

Uitleg over de gebruikte consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze niet-financiële data via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat voor minimaal alle KBC-entiteiten met meer dan 100 vte's (en voor sommige domeinen betreft het de volledige consolidatiekring).

Voorwoord

De digitale transformatie staat volop in de belangstelling. Hoe staat KBC daartegenover?

Thomas Leysen: Je mag het belang van de digitale transformatie niet onderschatten. We hebben dat dan ook verweven in onze geüpdatete strategie, die we midden 2017 hebben toegelicht. De essentie van onze strategie en ons bedrijfsmodel wijzigt niet. We blijven immers de focus leggen op het bereiken van een hoge klanttevredenheid met een naadloze distributie via diverse kanalen, op het versterken van ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel in onze zes kernlanden, en op duurzame en rendabele groei binnen een strikt risicokader.

We worden uiteraard geconfronteerd met de wijzigende verwachtingen van onze klanten, nieuwe technologieën en een uitdagende macro-economische omgeving. Daarom veranderen we de manier waarop we onze strategie implementeren, met bijzondere aandacht voor het digitale. We vatten dat samen in denken zoals de klant en ontwerpen voor een digitale wereld. Dat gaat verder dan onze front-endtoepassingen, zoals onze succesvolle smartphone- en tablet-apps, het betreft immers ook onze volledige back-officesystemen en -procedures, dus hoe we producten ontwikkelen en ervoor zorgen dat we vlot bereikbaar zijn voor onze klanten.

Uiteraard kunnen onze klanten blijven kiezen voor het kanaal dat hun het best bevalt: het kantoor of het agentschap, hun smartphone, de website, het contactcenter, apps, enz. Het menselijke contact blijft dus een cruciale rol spelen, maar zal versterkt worden door digitale mogelijkheden. Voor die digitale transformatie zijn we van plan tussen 2017 en eind 2020 bijkomend ruwweg 1,5 miljard euro te investeren. Om het belang van innovatie en digitalisering in onze groep te onderstrepen, hebben we bovendien het directiecomité uitgebreid met een Chief Innovation Officer, die zich specifiek bekommert om de innovatie- en digitaliseringsagenda van onze groep.

Welke gebeurtenissen onthoudt u van 2017?

Johan Thijs: Uiteraard onze overname van United Bulgarian Bank in Bulgarije. Dat is een erg belangrijke stap in onze expansie in Centraal- en Oost-Europa, waarmee we bijna twintig jaar geleden begonnen zijn. Samen met onze al bestaande bank- en verzekeringsaanwezigheid worden we daardoor de belangrijkste bankverzekeringsgroep in Bulgarije, een land dat we zien als een aantrekkelijke groeimarkt voor onze groep. We zullen er onze knowhow en ervaring op het vlak van bankverzekeren, leasing, assetmanagement en factoring kunnen delen, wat zal leiden tot heel wat synergieën en dus waardecreatie voor onze stakeholders. We bevestigden bovendien ons engagement ten aanzien van Ierland, waar we al bijna 40 jaar aanwezig zijn, en definieerden Ierland als een volwaardige kernmarkt van onze groep, naast België, Tsjechië, Bulgarije, Slowakije en Hongarije. Het is de bedoeling dat onze bank in Ierland zich specifiek ontwikkelt tot een digital first klantgerichte bank en ideeën deelt met de rest van onze groep.

Duurzaamheid blijft een belangrijk aspect in KBC's strategie. Wat zijn daarbij de kernboodschappen?

Thomas Leysen: Voor ons betekent duurzaam zijn dat we kunnen beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders. Dat doen we elke dag via onze kernactiviteiten. We helpen mensen hun dromen en projecten waar te maken aan de hand van onze kredieten, depositoproducten en assetmanagementactiviteiten en we beschermen die dromen en projecten met onze verzekeringen. We willen bovendien ook onze positieve impact op de samenleving vergroten, en we leggen daarbij de nadruk op een aantal domeinen waarin we als bank-verzekeraar een verschil kunnen maken, namelijk financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, het stimuleren van ondernemerschap en, ten slotte, vergrijzing en gezondheid. Initiatieven zoals Start it @kbc, een incubator voor start-up bedrijven, of Get-a-teacher, waarbij we scholen de

mogelijkheid geven een lesgever bij KBC te bestellen, zijn daar maar een paar voorbeelden van. We willen ook onze mogelijke nadelige impact zo veel mogelijk beperken. Daarbij hebben we het niet alleen over het verkleinen van onze eigen milieuvoetafdruk, maar bijvoorbeeld ook over de onrechtstreekse impact die we hebben via onze kredietverlening en beleggingen. Last but not least willen we verantwoord gedrag bij al onze medewerkers stimuleren. Dat is immers het fundament voor duurzaamheid en een absolute noodzaak om een geloofwaardige duurzaamheidsstrategie te implementeren.

De nettowinst van 2017 bedroeg bijna 2,6 miljard euro. Wat zijn de belangrijkste elementen daarin?

Johan Thijs: Ook op financieel gebied was 2017 een sterk jaar, met een nettowinst van 2 575 miljoen euro, nog 6% meer dan in 2016. Dat was onder meer te danken aan onze gestegen nettoprovisie-inkomsten (door de sterke bijdrage van onze assetmanagementactiviteiten), een hogere bijdrage van onze verzekeringsactiviteiten en een sterk tradingresultaat. Daarenboven bleef de daling van onze nettorente-inkomsten relatief beperkt, wat in een context van lage rente toch een zeer goede prestatie is. We hielden bovendien onze kosten goed onder controle, en daardoor kwam onze kosteninkomstenratio uit op een uitstekende 54%. De kwaliteit van onze kredietportefeuille verbeterde verder, en we konden per saldo bovendien zelfs een deel van vroeger aangelegde kredietvoorzieningen terugnemen, vooral dankzij onze Ierse portefeuille. Samen met enkele eenmalige elementen brengt dat onze nettowinst voor 2017 in totaal op 2 575 miljoen euro. Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, keren we in totaal ruwweg 1,26 miljard euro daarvan uit aan onze aandeelhouders. Dat komt neer op een totaal brutodividend van 3 euro per aandeel, waarvan we in november 2017 al 1 euro als interimdividend uitkeerden. We stellen bovendien voor om 2,7 miljoen eigen aandelen in te kopen.

Wat verwacht u voor de toekomst?

Thomas Leysen: 2017 was een jaar van gezonde economische groei, ondanks heel wat politieke turbulenties, waarbij we dan denken aan verschillende verkiezingen in de eurozone, de Catalaanse kwestie en de aanslepende brexit-onderhandelingen. Voor 2018 verwachten we een verdere economische expansie, die gepaard gaat met een beperkte stijging van de inflatie. De ECB zal mogelijk haar aankoopbeleid in september 2018 volledig stopzetten, maar haar beleidsrente zal ze waarschijnlijk gedurende heel 2018 ongewijzigd laten. Daardoor zullen ook de Europese overheidsrentes waarschijnlijk maar in beperkte mate stijgen. Wereldwijde geopolitieke risico's zijn en blijven de belangrijkste factoren die stokken in het Europese conjunctuurwiel kunnen steken.

Johan Thijs: Dankzij onze niet-aflatende inspanningen in de afgelopen jaren vertrekt KBC in dat economische speelveld vanuit een stevige positie. Dat wordt onder meer geïllustreerd door de World's Best Bank Transformation Award 2017 die we van Euromoney mochten ontvangen en die aantoont dat de hertekening en herpositionering van onze groep in de afgelopen jaren internationaal wordt gewaardeerd. Twintig jaar na de creatie van onze groep in 1998 staan we er, meer dan ooit, dankzij onze klanten, medewerkers en alle andere stakeholders. We danken hen oprecht voor dat vertrouwen.

Johan Thijs Thomas Leysen Chief Executive Officer voorzitter van

de Raad van Bestuur

Ons bedrijfsmodel

Hier beschrijven we hoe we duurzame waarde creëren, wat de kenmerken zijn van ons model, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen en welke middelen we daarvoor inzetten. In het deel over onze strategie bespreken we de principes die we hanteren om ons doel te bereiken, namelijk dé referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel, en hij kan daarbij rekenen op de expertise van onze medewerkers. Met het geld uit de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden. We wenden dat geld dus productief aan in de samenleving. Als kredietverlener zorgen we er bijvoorbeeld voor dat mensen een huis kunnen bouwen of een auto kunnen kopen, en dat bedrijven kunnen worden opgestart of kunnen groeien.

We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Naast kredieten aan particulieren en bedrijven, financieren we ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector, infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling en groeneenergieprojecten.

Uiteindelijk nemen we, doordat we deposito-ontvanger én kredietverlener zijn, risico's over van onze klanten. Die risico's managen we dankzij ons sterk uitgebouwde risico- en kapitaalbeheer.

Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering tegen een correcte prijs aan te bieden en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling, want dat blijft de lakmoesproef van elke schadeverzekering. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.

We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate

finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.

Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het economische en sociale weefsel van die landen. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dan ook dat we een belangrijke rechtstreekse impact hebben op het leven van onze mensen. We bieden hun een faire vergoeding voor hun werk en dragen zo bij tot de welvaart van de landen waarin we opereren. We bieden hun ook ontplooiingsmogelijkheden en middelen om hun werkthuisbalans zo evenwichtig mogelijk te maken.

We willen in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders in onze kernlanden en er onze verplichtingen nakomen. Dat doen we zoals gezegd eerst en vooral via onze kernactiviteiten. Onze klanten kunnen bij ons terecht om hun dromen en projecten waar te maken via onze kredietverlening, depositoproducten en vermogensbeheerdiensten, en om die dromen en projecten met onze verzekeringen te beschermen. We willen bovendien onze positieve impact op de samenleving vergroten (met focus op financiële vorming, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek), onze nadelige impact op de samenleving beperken (waaronder onze directe en indirecte impact op het milieu) en verantwoord gedrag bij al onze medewerkers stimuleren.

Om onze activiteiten te kunnen uitvoeren, maken we gebruik van verschillende soorten werkmiddelen of kapitalen.

  • • Financieel kapitaal is het geld dat we ontvangen van verschillende kapitaalverschaffers om onze activiteiten te ondersteunen en verder te investeren in onze bedrijfsstrategie. Het bestaat uit het kapitaal dat onze aandeelhouders ter beschikking stellen en overgedragen winsten die voortvloeien uit onze activiteiten.
  • • Menselijk en intellectueel kapitaal (medewerkers en merk) verwijst naar het aanwerven, het managen en het ontwikkelen van onze medewerkers, zodat zij hun talenten en ervaring optimaal kunnen gebruiken om onze dienstverlening verder te verbeteren en oplossingen voor onze klanten te ontwikkelen. Intellectueel kapitaal verwijst onder meer naar de kennis en creativiteit van onze medewerkers en onze intellectuele eigendomsrechten en merknaam.
  • • Maatschappelijk en relationeel kapitaal (klanten en andere stakeholders) omvat alle relaties met en onze reputatie bij onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten onze activiteiten uit te voeren.
  • • Logistiek kapitaal (infrastructuur) is een verzamelnaam voor alle vormen van infrastructuur die we gebruiken bij het uitvoeren van onze activiteiten. Het omvat onder meer onze gebouwen, kantoren en agentschappen, onze elektronische en andere netwerken, en onze ICT-platformen.
  • • Natuurlijk kapitaal (milieu en maatschappij) verwijst naar de natuurlijke grondstoffen die we gebruiken. Voor een financiële instelling is het directe gebruik van natuurlijke grondstoffen minder belangrijk, maar onze indirecte invloed is aanzienlijker, onder meer via onze krediet- en beleggingsportefeuilles.

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Bovendien moedigen we al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen. We volgen uiteraard op hoe die cultuur bij onze medewerkers ingebed is. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers

doordrongen zijn van die waarden, stelden we zelfs een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert.

Daarnaast onderscheiden we ons ook van onze concurrenten door enkele bijzondere kenmerken, zoals ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel en onze focus op een aantal specifieke landen. In de tabellen gaan we daar dieper op in.

Wat ons onderscheidt van onze concurrenten

Ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Onze sterke geografische focus

We concentreren ons op onze kernmarkten België, Bulgarije, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië. Daardoor werken we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, vooral om de activiteiten in de kernmarkten te ondersteunen.

Onze focus op local responsiveness

In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale particuliere klanten, kmo's en midcaps opbouwen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat betekent dat we onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en diensten en producten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn (zie hierna).

Onze duurzaamheidsaanpak

Duurzaamheid is bij ons geen apart beleid. Duurzaamheid maakt integraal deel uit van onze algemene bedrijfsstrategie die verankerd is in onze dagelijkse activiteiten. Onze duurzaamheidsstrategie heeft drie hoekstenen: onze positieve impact op de samenleving vergroten, onze nadelige impact op de samenleving beperken en verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren.

Onze aandeelhoudersstructuur

Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2017 samen ruwweg 40% van onze aandelen in handen hielden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.

Onze sterktes
Goed ontwikkelde
multikanaal bank
verzekerings- en digitale
strategie, waardoor we
direct kunnen inspelen op
de behoeften van onze
klanten
Sterke
commerciële
bank- en
verzekerings
franchises
Turn-around
bewerkstelligd in de
divisie Interna
tionale Markten en
positie in Bulgarije
aanzienlijk versterkt
Succesvolle
historiek inzake
onderliggende
bedrijfs
resultaten
Solide
kapitaalpositie
en sterke
liquiditeit
Sterke
inbedding in
de lokale
economieën
van onze
kernlanden
Onze uitdagingen
Macro-economische
omgeving gekenmerkt door
lage rentes, vergrijzing,
meer nervositeit op de
financiële markten en
geopolitieke en klimaat
gerelateerde uitdagingen
Strengere
regelgeving
omtrent klanten
bescherming,
solvabiliteit, enz.
Concurrentie,
nieuwe spelers op
de markt en
veranderend
klantengedrag
Nieuwe
technologieën
en cyber
criminaliteit

Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Informatie over onze cultuur en waarden vindt u op www.kbc.com > Over ons.

We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. In het schema geven we een indicatie van het belang van elke divisie. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.

De belangrijkste onderwerpen die in de Raad van Bestuur in 2017 werden besproken, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In datzelfde hoofdstuk weiden we ook uit over ons vergoedingsbeleid voor het management. We gaan in dat vergoedingsbeleid – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een begrensde variabele vergoeding.

* Een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties. We wijzen bovendien een deel van het kapitaal en de opbrengsten toe aan het Groepscenter (zie verder). Het aan een divisie toegewezen kapitaal is gebaseerd op de risicogewogen activa voor de bankactiviteiten en op de risicogewogen activa-equivalenten voor de verzekeringsactiviteiten (zie Glossarium).

Raad van Bestuur Leden 16
Mannen/vrouwen 11/5
Belangrijkste diploma's economie, rechten, actuariële wetenschappen,
management, wiskunde, fiscaliteit, filosofie, enz.
Nationaliteiten Belgisch (14), Hongaars (1), Tsjechisch (1)
Onafhankelijke
bestuurders
3
Aanwezigheden Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Directiecomité Leden 7
Mannen/vrouwen 6/1
Belangrijkste diploma's rechten, economie, actuariële wetenschappen,
wiskunde, internationale betrekkingen, pedagogie
Nationaliteiten Belgisch (6), Brits (1)

Samenstelling Raad van Bestuur en Directiecomité, eind 2017

Uitgebreide informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.

Procentuele verdeling mannen/vrouwen in de Raad van Bestuur

Diploma's van de leden van de Raad van Bestuur eind 2017

Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).

Onze belangrijkste uitdagingen Hoe gaan we daarmee om?

De wereldeconomie, geopolitieke uitdagingen, milieu

De wereldeconomie, de financiële markten en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Het betreft dan zaken zoals groei, niveau en volatiliteit van de interestvoeten, inflatie, werkgelegenheid,

bevolkingssamenstelling, faillissementen, gezinsinkomen, liquiditeit van de financiële markten,

wisselkoersschommelingen, beschikbaarheid van financiering, beleggers- en consumentenvertrouwen, credit spreads en asset bubbles.

De laatste jaren is de aanhoudend lage rente een belangrijk gegeven geworden. Dat zorgt voor significante druk op de inkomsten van banken en verzekeraars. Ook de vergrijzing is een uitdaging, onder meer voor onze

levensverzekeringsactiviteiten, waar ze kan leiden tot een veranderend productaanbod, door de gewijzigde samenstelling van de verzekerde populatie en omdat ze de vraag naar renteproducten met langere looptijden doet toenemen. Er is bovendien een risico op marktcorrecties in markten waar zich mogelijk een onevenwicht heeft opgebouwd (asset bubbles).

Ook geopolitieke ontwikkelingen (zoals de brexit, politieke spanningen of militaire dreigingen) kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de economie en dus onze resultaten. Dat geldt evenzeer voor de klimaatverandering en de transitie naar een CO2 -arme samenleving.

Concurrentie en technologische veranderingen

In onze activiteiten hebben we te maken met een sterke concurrentie. Die concurrentie wordt ook beïnvloed door technologische veranderingen en het veranderende gedrag van klanten. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de enorme groei van de online-dienstverlening. Naast de traditionele spelers neemt dus ook de concurrentie toe van internetbanken, fintechs en van e-commerce in het algemeen. De toenemende concurrentie beïnvloedt klantenverwachtingen, zorgt voor potentiële druk op crosssellingmogelijkheden, verhoogt het belang van digitalisering en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie. We willen en moeten mee zijn en ons bedrijfsmodel dus continu challengen met betrekking tot technologische ontwikkelingen en de nieuwe behoeften van een veranderende samenleving. Deze veranderingen leiden tot noodzakelijke aanpassingen aan onze processen en systemen.

  • We zorgen er in onze langetermijnplanning en -scenario voor dat onze kapitaal- en onze liquiditeitspositie een negatief scenario kunnen weerstaan.
  • We nemen proactief maatregelen. Voorbeelden zijn het afstemmen van ons aanbod op de toenemende vergrijzing (meer verzekeringen gerelateerd aan gezondheidszorg, beleggingsproducten die gelinkt zijn aan financiële planning, enz.).
  • We zorgen voor een sterke eigen kapitaalpositie om financiële stabiliteit te waarborgen.
  • We berekenen de mogelijke impact van wijzigingen in de belangrijke parameters en schatten de invloed van significante gebeurtenissen zo goed mogelijk in.
  • We willen onze inkomsten verder diversifiëren naar meer fee business, onder andere, naast interestinkomsten.
  • Het beperken van onze negatieve invloed op het milieu (zowel direct als indirect) is een belangrijk onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie.

  • Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen is de creatieve input en de opleiding van onze medewerkers bijzonder belangrijk.

  • Als geïntegreerde financiële instelling hebben we een grote hoeveelheid gegevens ter beschikking. Dat stelt ons in staat beter te begrijpen wat klanten echt willen. Ons geïntegreerde model stelt ons bovendien in staat completere oplossingen aan te bieden dan pure banken of verzekeraars.
  • We hebben een specifiek proces om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren, waarbij ook de risico's grondig bekeken worden. We herzien regelmatig alle bestaande producten om ze aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften of omstandigheden.
  • In verschillende vennootschappen van de groep worden activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling verricht die kaderen binnen een programma dat tot doel heeft om nieuwe en innovatieve financiële producten en diensten te ontwikkelen. We lanceerden in de afgelopen jaren tal van succesvolle mobiele en andere innovatieve toepassingen. Voorbeelden vindt u in het hoofdstuk Onze Divisies.
  • We staan open voor samenwerking met fintechbedrijven of zelfs branchegenoten.
  • In Ierland gaan we voor een Digital first-strategie. Om de digitalisering en innovatie er sneller te laten verlopen, wordt de samenwerking met de andere entiteiten van de groep opgevoerd.
  • Naast digitalisering zetten we ook in op vereenvoudiging van producten en processen.
  • We zijn van plan tussen 2017 en eind 2020 groepswijd 1,5 miljard euro te investeren in digitale transformatie.

Onze belangrijkste uitdagingen Hoe gaan we daarmee om?

Regelgeving

De toenemende regelgeving is een gegeven voor de hele financiële sector. Voor de komende jaren gaat het onder meer over:

  • • General Data Protection Regulation (GDPR), die regels oplegt inzake het verwerken van persoonlijke gegevens. Dat kan een significante invloed hebben op diverse activiteiten, waaronder marketing, databases, verzekeringen, enz.
  • • Markets in Financial Instruments Directive II (MiFID II en MiFIR), met als doel het efficiënter en transparanter maken van de Europese financiële markten en een betere bescherming van de belegger, met impact op alle gebieden in verband met beleggingsproducten en -processen.
  • • Payment Services Directive II (PSD2) gaat onder meer over het voor derde partijen openstellen van rekeninginformatie, zodat die de markt gemakkelijker kunnen betreden, wat een directe impact kan hebben op traditionele bedrijfsmodellen van financiële instellingen.
  • Daarnaast denken we ook aan de verwachte ePrivacy Regulation, over de bescherming van elektronische communicatie, PRIIPS (Packaged Retail Investment and Insurance-based Products) om de informatie voor dergelijke producten meer te standaardiseren en de Insurance Distribution Directive, die voorziet in de bescherming van de belangen van de klant, producttoezicht en -governance.
  • Op het gebied van solvabiliteit zijn er momenteel vooral aan bankzijde verschillende initiatieven gaande. De voornaamste initiatieven situeren zich op het vlak van de berekeningsmethode voor de risicogewogen activa (Basel IV) en de verdere stroomlijning van de wetgeving die ervoor moeten zorgen dat de aandeelhouders en schuldeisers, en niet de overheid, verliezen bij banken opvangen.
  • Daarnaast zijn er nog de toekomstige nieuwe IFRSvoorschriften, zoals IFRS 17, dat specifiek geldt voor verzekeringsactiviteiten en ingaat vanaf 2021 (na EU goedkeuring), en vooral IFRS 9, dat van toepassing is vanaf 2018 en onder meer een nieuwe classificatie van financiële instrumenten en nieuwe regels voor waardeverminderingen oplegt (zie Toelichting 1.0 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
  • We verwachten in de toekomst ook hogere transparantieeisen over de risico's en opportuniteiten in verband met klimaatverandering.

Cyberrisico / Information Security

In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade. We focussen op een optimale bescherming zowel van onze klanten als van onze groep zelf.

  • We bereiden ons degelijk voor op nieuwe regelgeving: gespecialiseerde teams (bv. group legal, capital management, group risk en compliance) volgen de regelgeving op de voet en stellen acties voor, onder meer met betrekking tot de kapitaalplanning van de groep.
  • Voor regelgeving met een grote invloed, zoals IFRS 9, hebben we bovendien interne programma's en werkgroepen in het leven geroepen, waarin medewerkers uit alle betrokken geledingen samenwerken.
  • Een speciaal team bekommert zich om de contacten met de overheden en de toezichthouders.
  • We nemen deel aan werkgroepen in belangenverenigingen, waar we ontwerpteksten analyseren.
  • We bereiden nota's voor en geven opleidingen voor de business.

  • We maken onze medewerkers bewust van cyberrisico's, door opleidingen waarbij we aandacht besteden aan zaken zoals phishing, vishing en fraude in het algemeen.

  • We werken aan sterk beveiligde en betrouwbare ICT-systemen en degelijke databeschermingsprocedures en monitoren onze systemen en de omgeving continu.
  • We analyseren cyberrisco's vanuit IT- en businessperspectief om een maximale weerstand te kunnen bieden en aanvallen snel en efficiënt te kunnen remediëren. We evalueren onze actieplannen regelmatig en sturen ze bij aan de hand van nieuwe interne en externe informatie.
  • Een gecertificeerd Cyber Expertise & Response Team focust op cybercrime, informeert en assisteert de lokale entiteiten, test de verdedigingssystemen van KBC en zorgt voor training en cyberawareness in de groep. Een groepswijd competentiecentrum voor Information Risk Management focust op de risico's verbonden aan gegevensbeveiliging, cybercrime en operationele IT-risico's.
  • We zijn lid van de Belgische Cyber Risk Coalitie, een kennis- en overlegplatform van zo'n vijftig overheids- en privébedrijven en academici.
  • We laten de cyberrisico's en de verdedigingsmechanismen van onze entiteiten jaarlijks evalueren door een internationaal team van interne gegevensbeveiligingsexperts.

België

Marktomgeving

  • De groei werd gedragen door de binnenlandse vraag en nettouitvoer, dankzij banencreatie en verbeterde concurrentiekracht.
  • De inflatie lag opnieuw hoger dan elders in de EMU.
  • Met groeivoeten van ruim 5%, lag de groei van zowel woningkredieten als bedrijfskredieten boven het gemiddelde van de eurozone. De groei van gezins- en bedrijfsdeposito's vertraagde wat doorheen het jaar, maar bleef toch behoorlijk.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 1,9%.

KBC in België

  • Belangrijkste merken: KBC, KBC Brussels en CBC
  • 659 bankkantoren1 , 404 verzekeringsagentschappen, elektronische kanalen
  • 20% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 33% voor beleggingsfondsen, 14% voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen
  • 3,5 miljoen klanten
  • 98 miljard euro kredieten2 , 133 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 1 575 miljoen euro nettoresultaat
  • 1 Exclusief de automatenkantoren en de elf buitenlandse kantoren van KBC Bank in de VS, Azië en Europa.

2 Inclusief de buitenlandse kantoren van KBC Bank.

Tsjechië

Marktomgeving

  • De groei trok fors aan in 2017 en behoorde tot de sterkste groeiers in de EU.
  • De gezinsconsumptie werd ondersteund door loonstijgingen en banencreatie.
  • De inflatie liep fors op tot boven het gemiddelde van de EMU.
  • De groei van zowel kredieten als klantendeposito's was zeer stevig.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 3,0%.

KBC in Tsjechië

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 270 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 20% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 22% voor beleggingsfondsen, 8% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • 3,7 miljoen klanten
  • 24 miljard euro kredieten, 30 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 702 miljoen euro nettoresultaat

Slowakije

Marktomgeving

  • De robuuste groei in 2017 lag in het verlengde van die van 2016 en lag ruim boven die van de EMU.
  • Slowakije liet in 2017 de negatieve inflatie achter zich. De jaargemiddelde prijsstijging van de consumptieprijzen lag net onder het EMU-gemiddelde.
  • De kredietverlening, in het bijzonder woningkredieten, steeg zeer sterk. De depositogroei was stevig, maar minder sterk dan de kredietgroei.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 3,8%.

KBC in Slowakije

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 122 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 11% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 7% voor beleggingsfondsen, 4% voor levensverzekeringen en 3% voor schadeverzekeringen
  • 0,6 miljoen klanten
  • 7 miljard euro kredieten, 6 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 79 miljoen euro nettoresultaat

De wereldeconomie in 2017

Voor de wereldeconomie was 2017 een jaar vol positieve verrassingen. De aantrekkende vraag in de wereldeconomie werd weerspiegeld in sterke binnenlandse consumptie en stevige internationale handel. Bovendien waren er signalen dat er eindelijk een investeringscyclus op gang komt. In 2017 waren er echter ook politieke turbulenties. Maar zelfs grote geopolitieke conflicten, zoals de militaire confrontaties in het Midden-Oosten of de Noord-Koreaanse crisis, hebben het rooskleurige economische plaatje niet kunnen vertroebelen.

Ondanks de sterke economische groei bleef de inflatie in de eurozone hardnekkig laag. Dat inspireerde de ECB om haar beleid van kwantitatieve versoepeling te verlengen tot september 2018. Datzelfde beleid blijft op de rentevoeten wegen, in het bijzonder op de langere looptijden. Het drukte ook de renteverschillen binnen de EMU.

Voor de VS-economie was 2017 opnieuw een jaar van stevige economische groei. De huidige expansie kan zelfs nog wat versterken, onder meer onder impuls van de aankomende belastingverlagingen. Ook het monetaire beleid blijft stimulerend. Gezien de sterke groeiprestaties van de VS-economie heeft de Fed haar beleidsrente in 2017 drie keer verhoogd. Zoals aangekondigd, begon de Fed in oktober 2017 bovendien met de geplande afbouw van haar balans.

Hongarije

Marktomgeving

  • De reële bbp-groei herstelde fors ten opzichte van 2016, tot ver boven het EMU-gemiddelde.
  • De inflatie veerde op tot 2,4%.
  • Het monetaire beleid werd verder versoepeld.
  • Na jaren van dalende kredietvolumes was de kredietgroei weer fors positief. In het spoor daarvan trok ook de depositogroei fors aan.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 3,8%.

KBC in Hongarije

  • Belangrijkste merk: K&H
  • 207 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 11% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 13% voor beleggingsfondsen, 3% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • 1,8 miljoen klanten
  • 5 miljard euro kredieten, 7 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 146 miljoen euro nettoresultaat

Bulgarije

Marktomgeving

  • De groei in 2017 viel lichtjes terug ten opzichte van het vorige jaar, maar behoorde met 3,9% tot de hoogste in de EU.
  • De inflatie werd in 2017 opnieuw positief met gemiddeld 1,3%.
  • Zowel de krediet- als de depositogroei waren stevig.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 3,9%.

KBC in Bulgarije

  • Belangrijkste merken: UBB (incl. CIBANK) en DZI Insurance.
  • 236 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 10% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 13% voor beleggingsfondsen, 21% voor levensverzekeringen en 11% voor schadeverzekeringen
  • 1,4 miljoen klanten
  • 3 miljard euro kredieten, 4 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 50 miljoen euro nettoresultaat

Ierland

Marktomgeving

  • Ierland behoorde met een groei van 6,5% ook in 2017 tot de sterkste groeiers in de EU.
  • De inflatie bleef opmerkelijk matig, ver onder het EMU-gemiddelde.
  • De schuldgraad daalde verder dankzij de sterke groei.
  • Per saldo stabiliseerden de uitstaande kredietbedragen, terwijl de stevige depositogroei van de voorgaande jaren in 2017 werd bestendigd.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2018: 3,5%.

KBC in Ierland

  • Belangrijkste merk: KBC Bank Ireland
  • 16 bankkantoren (hubs), elektronische kanalen
  • 8% geschat marktaandeel voor retailbankieren
  • 0,3 miljoen klanten
  • 12 miljard euro kredieten, 5 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 167 miljoen euro nettoresultaat

Onze medewerkers zijn onze belangrijkste kracht. Ze staan in rechtstreeks contact met onze klanten en bepalen hoe die klanten KBC zien. We zijn ons ervan bewust dat we vooral dankzij de betrokkenheid en de inspanningen van onze medewerkers sterke resultaten kunnen boeken en onze strategie kunnen realiseren.

Als financiële groep doen we een beroep op verschillende werkmiddelen. Dat zijn onze medewerkers en onze kapitaalbasis, maar ook onze merken, onze reputatie, onze innovatiecapaciteit, onze relaties met alle stakeholders, onze bakstenen en elektronische netwerken en onze ICTinfrastructuur.

Onze medewerkers

Ons HR-beleid steunt op onze PEARL-bedrijfscultuur. Onze medewerkers maken dat elke dag tastbaar, in alle kernlanden van onze groep. De E uit PEARL staat voor Empowerment van onze medewerkers, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien. Zo geven we onze medewerkers de ruimte en mogelijkheden om een innoverend concept concreet uit te werken. Ook in 2017 werden tal van dergelijke initiatieven vertaald in daadwerkelijke verwezenlijkingen in onze groep.

We stimuleren ook het groepsdenken bij onze medewerkers. Onze groep telt vele entiteiten met verschillende, lokaal zeer herkenbare namen, maar tegelijkertijd maken alle medewerkers deel uit van één groot team: Team Blue. Team Blue staat symbool voor samenwerking over de grenzen en de divisies van de groep heen: we kopiëren slim van elkaar en maken gebruik van elkaars ervaring. In de huidige sterk veranderende digitale wereld is het een bijzonder voordeel om over de groepsentiteiten heen te kunnen samenwerken.

We creëren een motiverende werkomgeving waarin onze medewerkers de mogelijkheid krijgen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. Niet alleen door te leren, maar ook door hun ideeën kenbaar te maken en hun verantwoordelijkheid te nemen. We zien zelfontplooiing als de sleutel om te kunnen meegroeien in de toekomst, samen met KBC. Onze medewerkers kunnen kiezen uit een ruim aanbod aan e-learningpakketten, online leerreizen met o.a. learning

nuggets, Skype-sessies, coaching op de werkvloer en andere ontwikkelingsmogelijkheden. De nieuwe leercultuur maakt volop gebruik van digitale mogelijkheden, maar blijft ook inzetten op klassikale opleidingen waar dat de meest optimale leervorm is.

Hoewel elke medewerker in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de uitbouw van zijn loopbaan, reikt KBC heel wat ondersteuning aan. Bovendien is er een ruim gamma aan interessante opdrachten en geven we volop kansen om intern van job te veranderen via de interne arbeidsmarkt of om te groeien in de huidige omgeving. Medewerkers werken meer en meer samen in multidisciplinaire teams, soms voor lange projecten, soms voor korte opdrachten. Dat stimuleert om creatief te denken en nieuwe rollen op te nemen. Het opent perspectieven voor een rijker loopbaantraject dat aansluit bij de individuele talenten van de medewerker en bij de doelen van KBC. We beseffen goed dat het dankzij die wendbare aanpak van medewerkers zelf is dat wij als organisatie proactief kunnen inspelen op wensen van de consument en op onze digitale leefomgeving.

Tegelijkertijd schenken we bijzondere aandacht aan langere loopbanen. Zo zetten we met Minerva – ons HR-traject voor oudere medewerkers – stappen naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers in België. Op die manier komen we tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden we de mensen voor op langer werken.

We zijn ons ervan bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om bij medewerkers het beste in zichzelf naar boven te laten komen. Daarom hebben we intensieve leiderschapstrajecten op verschillende niveaus. Daarin gaan leidinggevenden aan de slag rond lead yourself, lead your business en lead your people. Leidinggevenden krijgen meer

en meer de rol van coach, die de strategie vertaalt naar de werkvloer, medewerkers motiveert en ruimte geeft om resultaten neer te zetten. Ondertussen loopt ook KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma voor senior managers uit de hele KBC-groep, met verschillende sprekers en modules rond bankverzekeren, leiderschap en de klant centraal. Daarnaast maakt KBC actief werk van een apart beleid voor top talent management, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen.

We nemen het welzijn van onze medewerkers ter harte. Die visie is al langer ingebed in onze organisatie. Een gezonde medewerker voelt zich goed in zijn vel en heeft de kracht om vanuit zijn creativiteit naar klantgerichte oplossingen te zoeken. Daarom hanteren we een aanpak om medewerkers op lange termijn fit en inzetbaar te houden, zowel fysiek als mentaal. Op de werkvloer krijgen medewerkers het aanbod om samen met hun collega's en leidinggevenden actief aan de slag te gaan rond hun wel zijn. Geestelijke gezondheid krijgt daarbij expliciete aandacht. In België bijvoorbeeld werd in 2017 een welzijnsproject opgestart met concrete preventieinitiatieven, gaande van voordrachten over burn-out tot getuigenissen en interactieve sessies met leidinggevenden, zodat zij stress en burn-out bespreekbaar maken in de teams.

Geografische samenstelling van het personeel

In onze HR-beleidslijnen, rekruterings- en promotiebeleid en loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Die gelijke behandeling van werknemers hebben we ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die we hebben ondertekend. We willen als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier. Daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol. Daarnaast verhogen we ook intern het bewustzijn rond diversiteit bij onze medewerkers. Iedereen heeft immers een eigen unieke combinatie van zichtbare en minder zichtbare eigenschappen. In België lanceerden we daarom in 2017 de actie Diversity Rocks.

Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk framework de belangrijke risico's in het human resourcesproces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het HR-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA-richtlijnen voor het loonbeleid (inclusief variabel loon), de privacywetgeving General Data Protection Regulation en de re-integratie van langdurig zieken. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het risicobewustzijn van onze medewerkers.

Zonder de juiste medewerkers zouden we niet in staat zijn om met KBC een referentie te blijven in de Europese financiële sector. Ook dat is een operationeel risico. Daarom rekruteren we erg gericht en motiveren we onze medewerkers om zich continu bij te scholen.

We volgen de toepassing van ons HR-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met HR-data. Daarmee brengen we bijvoorbeeld informatie over rewardcomponenten, opleidingsuren of absenteïsmedagen in kaart. We toetsen ons beleid voortdurend af aan de marktindicatoren. We monitoren de personeelsaantallen groepswijd en per land. Die cijfers worden elk kwartaal voorgelegd aan het directiecomité.

KBC investeert in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema's aan bod, zoals loon- en arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Dat heeft ook in 2017 geleid tot het sluiten van

collectieve akkoorden in de diverse landen. Daarnaast is er op groepsniveau al meer dan twintig jaar jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Daar ontmoeten werknemersvertegenwoordigers uit de verschillende landen, de KBC-directie en een uitgebreide, internationale HRdelegatie elkaar. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken.

We volgen de personeelstevredenheid en -betrokkenheid nauw op en bevragen jaarlijks onze medewerkers via de Group Employee Survey. Met een responsgraad van 87% zitten we 2% hoger dan voor 2016. Meer dan 32 000 medewerkers namen effectief de tijd om hun mening te delen. Uit de bevraging blijkt dat voor de hele groep de betrokkenheid stijgt ten opzichte van het vorige jaar en zo 1% hoger ligt dan die van de financiële sector in Europa. De betrokkenheidsindex steeg in Tsjechië, Hongarije en Ierland. In Slowakije en Bulgarije daalde de index beperkt ten opzichte van het vorige jaar. In België bleef de index stabiel, maar hij overstijgt er wel de landgebonden benchmarkindex met 4%.

Personeelsbestand van de KBC-groep 31-12-20171 31-12-2016
In aantallen 41 876 38 356
In aantallen vte's 38 459 36 315
In procent (gebaseerd op vte's)
België 40% 44%
Centraal- en Oost-Europa 56% 52%
Rest van de wereld 4% 4%
Divisie België 31% 34%
Divisie Tsjechië 22% 23%
Divisie Internationale Markten 33% 29%
Groepsfuncties en Groepscenter 14% 14%
Mannen 43% 44%
Vrouwen 57% 56%
Voltijders 83% 82%
Deeltijders 17% 18%
Gemiddelde leeftijd (in jaren) 42 42
Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 13 13
Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker 8 8
Werknemersverloop (in % van totaal personeel) 12% 10%
Interne arbeidsmobiliteit (in % van totaal personeel) 18% 18%
Aantal opleidingsdagen per medewerker2 4,7 3,4

over diversiteit in onze Raad van Bestuur en ons Directiecomité vindt u in het hoofdstuk Corporate governance van dit jaarverslag.

1 De toename in 2017 heeft grotendeels te maken met de overname van United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije midden 2017. Vanaf 2017 nemen we ook de flexibele DPP- en DPC-contracten in Tsjechië en Slowakije op in de totalen (maar niet in de diverse verdelingen in de tabel). DPP en DPC staan voor Dohoda o vykonaní práce / Dohoda o brigádnickej práci študenta en Dohoda o pracovnej cˇinnosti.

2 Voor 2016 exclusief opleidingen in CˇSOB Bank in Tsjechië.

Ons kapitaal

Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2017 bedroeg ons totale eigen vermogen 18,8 miljard euro en bestond het vooral uit het eigenlijke aandelenkapitaal, uitgiftepremies, reserves en bepaalde Additional tier 1-instrumenten. Eind 2017 werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 418 597 567 aandelen, een kleine toename van 225 485 aandelen tegenover het vorige jaar als gevolg van de gebruikelijke jaarlijkse kapitaalverhoging voor het personeel in december.

Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. Een specifieke groep aandeelhouders, bestaande uit MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de vaste aandeelhouders van onze groep. Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de Algemene Vergadering van KBC Groep en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur. De huidige overeenkomst werd aangegaan voor een periode van tien jaar met ingang van 1 december 2014. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen 40% van onze aandelen.

Het is onze bedoeling (onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering) minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst uit te keren als dividend (dividenden op aandelen en coupons op de AT1-instrumenten samen). Tenzij er zich uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden voordoen, zullen we, als voorschot op het

  • Institutionele aandeelhouders, België
  • Institutionele aandeelhouders, overige continentaal Europa
  • Institutionele aandeelhouders, VK & Ierland
  • Institutionele aandeelhouders, Noord-Amerika
  • Institutionele aandeelhouders, rest
  • Overige (retail aandeelhouders, niet-geïdentificeerd, enz.)

totale dividend, elk jaar in november een interimdividend voor het lopende boekjaar uitkeren van 1 euro per aandeel, en daarnaast een slotdividend na de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering.

Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering bedraagt het brutodividend over 2017 in totaal 3 euro per aandeel. Hiervan werd al 1 euro uitbetaald als interimdividend in november 2017. Bovendien stellen we een inkoop van 2,7 miljoen aandelen voor (om de verwatering veroorzaakt door de kapitaalverhogingen voor het personeel, te compenseren).

2017
419 40% 71,1 29,8 3,0
miljoen aandelen in handen van vaste
aandeelhouders
euro
slotkoers
miljard euro
beurskapitalisatie
euro per aandeel*
dividend
waarvan al 1,00 euro
betaald als interim
dividend

* Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering

KBC-aandeel 2017 2016
Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 418,6 418,4
Koersontwikkeling in het boekjaar*
Hoogste koers (in euro) 72,5 61,3
Laagste koers (in euro) 57,0 39,8
Gemiddelde koers (in euro) 66,5 51,0
Slotkoers (in euro) 71,1 58,8
Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar +21% +2%
Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 29,8 24,6
Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Bloomberg)
Aantal aandelen in miljoenen 0,8 1,0
In miljoenen euro 50 51
Eigen vermogen per aandeel (in euro) 41,6 38,1

* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV, 31 december 2017* Aantal aan
delen op het
moment van
kennisgeving
Percentage
van het
huidige aantal
aandelen
KBC Ancora 77 516 380 18,5%
Cera 11 127 166 2,7%
MRBB 47 887 696 11,4%
Andere vaste aandeelhouders 31 109 379 7,4%
Subtotaal vaste aandeelhouders 167 640 621 40,0%
Free float 250 956 946 60,0%
Totaal 418 597 567 100,0%

* Het overzicht is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie. Informatie over transparantiemeldingen vindt u in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

Koersontwikkeling van het KBC-aandeel over 1 jaar

(31 december 2016 = 100%, eindeweekgegevens)

Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten.

Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke

grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.

Kredietratings*, 15-03-2018 Langetermijnrating Outlook/watch/review Kortetermijnrating

Fitch
KBC Bank NV A (Positieve outlook) F1
KBC Groep NV A (Stabiele outlook) F1
Moody's
KBC Bank NV A1 (Stabiele outlook) P-1
KBC Groep NV Baa1 (Stabiele outlook) P-2
Standard & Poor's
KBC Bank NV A (Positieve outlook) A-1
KBC Verzekeringen NV A- (Stabiele outlook)
KBC Groep NV BBB+ (Stabiele outlook) A-2

* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Voor KBC Verzekeringen gaat het over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.

Ons netwerk en onze relaties

Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2017.

Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten om maatschappelijk relevant te blijven en te handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze Meer weten? rol in de samenleving.

U vindt meer informatie over onze aandeelhoudersstructuur in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Meer over onze kredietratings vindt u op www.kbc.com > Investor Relations > Kredietratings. Details over onze schulduitgiften vindt u in de Debt investor presentation op www.kbc.com > Investor Relations > Presentaties.

Onze strategie

Onze strategie steunt op vier principes:

  • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
  • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
  • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame en rendabele groei realiseren.
  • We nemen onze verantwoordelijkheid in de samenleving en de lokale economieën.

We voeren die strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.

Duurzaamheid is verweven in onze strategie. Dat betekent voor ons in eerste instantie dat we in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders en dat we onze verplichtingen kunnen nakomen, niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Onze duurzaamheidsstrategie heeft drie hoekstenen:

  • onze positieve impact op de samenleving vergroten,
  • onze mogelijke negatieve impact beperken,
  • verantwoord gedrag stimuleren bij al onze medewerkers.

We bereiden ons grondig voor op de toekomst. We zijn actief in een erg veranderlijke omgeving, waar we geconfronteerd worden met het wijzigende gedrag en de veranderende verwachtingen van onze klanten, nieuwe technologieën en een uitdagende macro-economische omgeving, toenemende concurrentie, enz. Ook in die digitalere wereld bieden we een geïntegreerd antwoord op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klant met een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod.

Eigenlijk willen onze klanten vandaag nog altijd hetzelfde als gisteren: een bankier en verzekeraar die ze kunnen vertrouwen en die hun de juiste oplossingen aanreikt. Alleen willen ze dat vandaag via verschillende kanalen en op het moment dat hun het best uitkomt: mobiel betalen op restaurant, online bankieren thuis, advies inwinnen bij een verzekeringsagent of een beleggingsdeskundige in een kantoor of via een regionaal adviescentrum op afstand.

We verfijnen daarom onze klantgerichtheid naar denken zoals de klant en ontwerpen voor een digitale wereld. Klanten kunnen blijven kiezen voor het kanaal dat hun het best bevalt: het bakstenen kantoor of agentschap, hun smartphone, de website, het contactcenter of apps. Menselijk contact zal daarbij nog altijd een cruciale rol spelen, maar versterkt worden door digitale mogelijkheden, zoals face-to-facecontact ondersteund door robotadvies of chatbots zoals in de K'Chingapp in België.

Die benadering vereist ook een verdere interne vereenvoudiging van processen, systemen en producten om een veilige en betrouwbare partner te blijven voor onze klanten die op zoek zijn naar comfort en gebruiksgemak, hier en nu, waar en wanneer dan ook. Daarom zullen we de efficiëntie en effectiviteit van onze processen en ons databeheer verder opdrijven om onze klanten een comfortabele en aangename ervaring te bieden, snel en gedecideerd.

We zijn van plan tussen 2017 en eind 2020 groepswijd 1,5 miljard euro te investeren in digitale transformatie.

We zorgen ervoor dat we binnen onze groep ideeën uitwisselen en toepassingen zoveel mogelijk kopiëren en hergebruiken in andere entiteiten van de groep. Zo creëren we verdere synergieën en oefenen we een hefboomwerking uit op het talent, het ondernemerschap en de middelen die

aanwezig zijn in de groep. Ierland bekleedt daarin een voortrekkersrol in onze groep, met zijn Digital First-strategie.

De digitalisering biedt ons ook een veelheid aan gegevens. Dankzij die gegevens leren we onze klanten beter kennen en kunnen we ze beter adviseren. Uiteraard vinden klanten het pas goed dat we hun gegevens analyseren als ze ons al vertrouwen. Dat vangen we op door een uitstekend privacybeleid, waarbij de klant de grens bepaalt. Privacy is immers niet alleen een objectief, in wetten vastgelegd begrip, maar ook een erg subjectief gegeven. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen. Een slimme data-analyse gekoppeld aan een goede privacybescherming beschouwen we als dé kans om het vertrouwen van onze klanten te verdiepen.

Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie. Als bank-verzekeraar nemen we ook hier onze verantwoordelijkheid: we zetten in op financiële geletterdheid en door degelijk en transparant advies willen we onze klanten helpen bij het nemen van de juiste beslissing. In het deel Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving sommen we diverse voorbeelden op van onze initiatieven op gebied van het stimuleren van financiële geletterdheid.

Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We verzamelen informatie over de ervaringen van onze klanten en verbeteren op basis daarvan onze diensten en producten.

We volgen ook onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen. De doelstellingen en resultaten voor klantervaring en reputatie vindt u hierna.

In de beoordeling vergelijken we de score van de belangrijkste KBC-entiteit(en) in elk kernland met de gemiddelde score van de sector (peergroep) per land. Vanaf 5 procentpunt verschil met het peergroepgemiddelde noemen we een score hoger of lager.

KPI Wat Doel en resultaat*
Reputatie-index De index toont de algemene attitude van het
publiek t.o.v. het bedrijf en wordt beïnvloed
door de performance van 7 beheersbare
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land
reputation drivers die ook gemeten worden in
de studie. De bevraging wordt uitgevoerd
door Ipsos.
Resultaat in 2017: K&H in Hongarije en KBC Bank Ireland
halen een hogere score dan het peergroepgemiddelde.
De scores van de andere entiteiten (KBC in België, Cˇ SOB
in Tsjechië, Cˇ SOB in Slowakije en UBB/DZI in Bulgarije)
liggen in lijn met die van het gemiddelde van de
peergroep in hun land.
Klantervaring Klantervaring wordt gemeten aan de hand
van de antwoorden bij de stellingen 'biedt
kwaliteitsdiensten en -producten aan', 'biedt
transparante diensten en producten aan', 'is
gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede
prijs-kwaliteitverhouding' en 'begrijpt wat de
klant nodig heeft'. De bevraging wordt
uitgevoerd door Ipsos.
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land
Resultaat in 2017: KBC Bank Ireland haalt een hogere
score dan het peergroepgemiddelde. De scores van de
andere entiteiten (KBC in België, K&H in Hongarije, Cˇ SOB
in Tsjechië, Cˇ SOB in Slowakije en UBB/DZI in Bulgarije)
liggen in lijn met het gemiddelde van de peergroep in
hun land.

* De financiële benchmarks zijn in België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, Ethias, AG Insurance, Belfius, Baloise; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna, Fio banka, Cˇeská pošta, Unicredit Bank; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest Bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VÚB Banka, Tatra banka, Prima banka, Poštová Banka, Unicredit Bank, Allianz; in Ierland: Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB, EBS; in Bulgarije. UniCredit Bulbank, Société Générale Expressbank, Allianz Bank, Central Cooperative Bank, Bulstrad Vienna Insurance, Armeec, Piraeus bank, Allianz Insurance. De scores slaan op de merken KBC (Bank en Verzekeringen) in België, CˇSOB (Bank) in Tsjechië, CˇSOB (Bank) in Slowakije, K&H (Bank) in Hongarije, KBC in Ierland en UBB en DZI in Bulgarije. We hebben de methodologie tegenover het vorige jaarverslag vereenvoudigd.

We spelen op een geïntegreerde wijze in op alle bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten en we positioneren ons ook in onze organisatie als geïntegreerde bankverzekeraar.

Als bank-verzekeraar kunnen we de behoefte van onze klant centraal stellen door een geïntegreerd productaanbod aan te bieden en de klanten te adviseren op basis van behoeften die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals gezin, wonen, mobiliteit, enz. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Zoals al vermeld doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service. De optimale kanalenmix wordt lokaal bepaald op basis van de behoeften van de klant en hangt ook af van de maturiteitsgraad van onze bank en verzekeraar in elk land.

We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. De uitrol van het model verschilt van land tot land.

In België staan we op dat vlak het verst. Daar treedt ons bankverzekeringsbedrijf op als één operationele eenheid die zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een belangrijk kenmerk van ons model in België is trouwens de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.

In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we zo snel mogelijk een geïntegreerd distributiemodel creëren dat synergieën mogelijk maakt. In Ierland focussen we op samenwerking met externe partijen.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we ook verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2017 bij meer dan zeven op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij acht tot negen op de tien een woningverzekering. Bij Cˇ SOB in Tsjechië namen meer dan zes van de tien klanten die in 2017 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in België heeft ongeveer de helft van de gezinnen die bankieren bij KBC Bank, minimaal ook een product van KBC Verzekeringen. Ruwweg een op vijf van die gezinnen heeft zelfs minimaal drie bankproducten en drie verzekeringsproducten van KBC. Het aantal klanten dat zowel bank- als verzekeringsklanten van onze groep bezit, nam toe in 2017. De cijfers per divisie vindt u in de tabellen hierna.

We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties en digitalisering op aan de hand van een aantal nieuwe

kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat
CAGR bank Samengestelde jaarlijkse groeivoet van
aantal klanten met minimaal 1 bank- en 1
verzekeringsproduct van de groep1
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in België, ≥ 15% in Tsjechië,
≥ 10% in Internationale Markten
verzekerings
klanten
Resultaat 2016-2017: +1% in België, +13% in Tsjechië en
+13% in Internationale Markten
CAGR stabiele Samengestelde jaarlijkse groeivoet van
aantal klanten met minimaal 2 bank- en 2
verzekeringsproducten van de groep (voor
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in België, ≥ 15% in Tsjechië,
≥ 15% in Internationale Markten
bankverzekerings
klanten
België 3 en 3)1 Resultaat 2016-2017: +1% in België, +21% in Tsjechië en
+23% in Internationale Markten
Aandeel van klanten dat met KBC
interageert door middel van minstens een
Doel: ≥ 80% in 2020
Digitale
interactie
van de niet-fysieke kanalen (digitaal of
remote adviescenter)2
Resultaat 2017: 74%

1 Gebaseerd op een lijst met vooraf bepaalde producten.

2 Exclusief Bulgarije en Postal Savings Bank (Tsjechië). Exclusief slapende klanten. Inclusief klanten die, naast de niet-fysieke kanalen, ook via de kantoren in contact staan met KBC. Gewogen op basis van aantal actieve klanten per land.

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

Duurzaam groeien kan maar als we onze belangen en noden afstemmen op die van onze stakeholders. Het is daarom belangrijk voor ons om te weten te komen wat belangrijk is voor onze stakeholders. We voeren regelmatig gesprekken met onze klanten en hebben ook een klantenpanel waarmee we afstemmen over nieuwe producten, diensten en initiatieven. Verder organiseren we face-to-facedialogen met ngo's en houden we ieder jaar opnieuw een dialoog met onze stakeholders.

Het uitbouwen van langetermijnrelaties met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken dan ook niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.

Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten en dat we maar in zeer beperkte mate investeren in projecten buiten die kernmarkten. Onze geografische voetafdruk blijft onveranderd gefocust op onze kernlanden. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn. We willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria. De overname van United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije in juni 2017 past daar perfect in (zie verder in het hoofdstuk Onze divisies).

Begin 2017 beslisten we bovendien om ook Ierland als volwaardig kernland te definiëren, waar we met een Digital First-strategie volop gaan voor een uitmuntende klantervaring. Kernland betekent ook dat we ernaar streven om minimaal 10% marktaandeel te halen bij de retail- en micro-kmosegmenten en dat we, zoals in de andere kernlanden, volop

gaan voor bankverzekeren. De verzekeringsproducten bieden we er aan via partnerships en samenwerkingsverbanden. De focus op onze zes kernmarkten wordt ook geïllustreerd door de verkoop van onze asset manager KBC TFI in Polen, aangezien dat land niet tot ons geografische kerngebied hoort.

Streven naar duurzame en rendabele groei betekent ook dat we zorgen voor een gediversifieerde inkomstenbasis. Daarom willen we meer inkomsten genereren uit fee business en verzekeringsactiviteiten, naast onze rente-inkomsten. We mikken daarom op een verdere uitbouw van onze verzekeringsactiviteiten en onze assetmanagementdiensten in de kernlanden. We willen ook ons one stop shop-aanbod voor onze klanten verder uitbreiden via partnerships met fintechbedrijven of zelfs branchegenoten en ook diensten aanbieden die samenhangen met bankverzekeren, zoals adviesverlening.

Last but not least is, om duurzaamheid te kunnen waarborgen, een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer.

We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat
CAGR totale
opbrengsten
Samengestelde jaarlijkse groei van totale
opbrengsten. De berekening is exclusief
de waardeschommeling van de ALM
derivaten gebruikt voor balansbeheer.
Doel: CAGR totale opbrengsten 2016-2020 ≥ 2,25%
Resultaat 2016-2017: +5,6% (exclusief UBB/Interlease)
Kosten
inkomstenratio
[Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] /
[totale opbrengsten van de bankactiviteiten].
De ratio wordt berekend inclusief en exclusief
de speciale bankentaksen.
Doel: kosten-inkomstenratio (excl./incl. bankentaks):
≤ 47%/≤ 54% in 2020
Resultaat 2017 (excl./incl. bankentaks): 48%/54%
Gecombineerde
ratio
[Verzekeringstechnische lasten, inclusief
interne schaderegelingskosten / verdiende
verzekeringspremies] + [bedrijfskosten /
geboekte verzekeringspremies] (voor
schadeverzekeringen, en gegevens na
herverzekering)
Doel: gecombineerde ratio: ≤ 94% in 2020
Resultaat 2017: 88%
Innovatie Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve
diensten/producten sneller dan de
concurrentie', 'Innoveert continu om de
klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de
verwachtingen van de klant', 'Gebruikt
geavanceerde technologieën'. De bevraging
wordt uitgevoerd door Ipsos.
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land*
Resultaat in 2017: KBC in België, K&H in Hongarije en
KBC Bank Ireland halen een hogere score inzake
innovatie dan het peergroepgemiddelde. De scores van
Cˇ SOB in Slowakije en UBB/DZI in Bulgarije liggen in lijn
met het marktgemiddelde en de score van Cˇ SOB in
Tsjechië ligt lager dan het peergroepgemiddelde in dat
land.

* De lijst van benchmarks en uitleg bij de methodologie vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Meer informatie over onze financiële prestaties vindt u in het hoofdstuk Ons financieel rapport.

Duurzaamheid is bij ons geen apart beleid. Duurzaamheid maakt integraal deel uit van onze algemene strategie die verankerd is in onze dagelijkse activiteiten. Duurzaamheid betekent voor ons in eerste instantie dat we in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders en dat we onze verplichtingen kunnen nakomen. Dat doen we elke dag via onze kernactiviteiten. We helpen mensen hun dromen en projecten waar te maken a.d.h.v. onze kredieten, depositoproducten en assetmanagementactiviteiten en we beschermen die dromen en projecten met onze verzekeringen.

Onze duurzaamheidsstrategie heeft drie hoekstenen, die we verderop bespreken:

  • verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren;
  • onze positieve impact op de samenleving vergroten;
  • onze nadelige impact op de samenleving beperken.

We willen verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren

Als we het vertrouwen van onze stakeholders willen behouden en doen groeien, is het uiterst belangrijk dat we ons verantwoordelijk gedragen in alles wat we doen. Dat betekent dat het voor KBC-medewerkers niet volstaat alleen maar te voldoen aan de regelgeving, maar dat onze ambitie op dit vlak verder gaat. De basis van verantwoordelijk gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn.

Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar op een nadrukkelijke manier tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding en bewustzijn. We hebben een intern programma uitgewerkt dat onder meer ingaat op professionele integriteit, gepaste adviesverlening aan de klant en omgaan met dilemma's. Verantwoord gedrag is ook een onderdeel van KBC University, het opleidingsprogramma voor directieleden. Via de dilemma-aanpak kwam verantwoord gedrag al op 14 sessies aan bod als essentieel thema voor het management.

In al onze activiteiten respecteren we alle regels en voorschriften met betrekking tot een ethische bedrijfsvoering en het specifieke beleid en de richtlijnen van KBC-groep op dat vlak. De basisprincipes van verantwoord gedrag zijn verwerkt in ons groepswijde integriteitsbeleid dat hoge ethische normen omvat. Klanten moeten altijd op een redelijke, eerlijke en professionele wijze worden behandeld. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze terug op de corporate website www.kbc.com/nl/beleidslijnen. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u terug in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten

Door onze kernactiviteiten – bankieren en verzekeren – dragen we bij aan de reële economie in al onze kernmarkten. Maar we willen verder gaan en onze positieve impact vergroten op die domeinen waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken. We hebben ons gebaseerd op de UN Sustainable Development Goals – dit zijn de wereldwijde

duurzaamheidsdoelstellingen – om die focusdomeinen te bepalen. Rekening houdend met de context in onze verschillende thuismarkten definieerden we de volgende focusdomeinen voor duurzaamheid: financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en vergrijzing en/of gezondheid. In al onze kernlanden willen we voor elk van deze domeinen innovatieve financiële en verzekeringsoplossingen ontwikkelen.

Onze focus
domeinen
Wat? Hoe? Enkele recente voorbeelden:
Financiële
geletterdheid
• Klanten helpen de juiste keuzes te maken
door goede en transparante adviesverlening
en duidelijke communicatie;
• Verbeteren van de kennis bij het brede
publiek van financiële concepten en
producten.
• Lancering van initiatieven rond financiële educatie in
alle landen, o.a. seminaries, verschillende
masterprogramma's, aanbod van digitale leerpakketten
en stageprogramma's;
• Ongeveer 200 lessen over financiële onderwerpen
gegeven door Cˇ SOB-medewerkers in 50 verschillende
scholen;
• Lancering van een beleggersclub speciaal voor de
jongere generatie door K&H in Hongarije, om hen
meer te leren over beleggingen, financiële markten,
enz.;
• Start van het KBC-Ontdekgesprek in België, waarin
klanten kennis kunnen maken met het digitale aanbod;
• Lancering van Get-a-teacher door KBC België, dat
scholen de mogelijkheid geeft de financiële kennis uit
te breiden door een lesgever te bestellen bij KBC.
Onze focus
domeinen
Wat? Hoe? Enkele recente voorbeelden:
Milieu
bewustzijn
• Verkleinen van onze ecologische voetafdruk
via uiteenlopende initiatieven en
doelstellingen;
• Ontwikkelen van diensten en producten die
een positieve bijdrage kunnen leveren aan
het milieu.
• Focus op multimobiliteit bij KBC Autolease, met onder
meer de ontwikkeling van fietsleasing;
• Ondertekening van de Green Deal Circulair Aankopen,
om bij te dragen aan de realisatie van een meer
circulaire economie in Vlaanderen;
• Score Leadership A- in het 2017 Carbon Disclosure
Project Climate Change Program.
Ondernemer
schap
• Door innovatieve ideeën en projecten te
ondersteunen, bijdragen tot economische
groei.
• E-stores-programma opgezet in Bulgarije;
• Uitbreiding van Start it @kbc van België naar andere
kernlanden;
• KBC Match'it, een digitaal platform voor
bedrijfsoverdrachten;
• Kapitaal voor start-ups via het KBC Start it Fund;
• Ondersteunen van lokale initiatieven via het Bolero
crowdfundingplatform;
• Klanten aanmoedigen de stap naar e-commerce te
zetten via Storesquare, FarmCafe en dergelijke;
• Realisatie van verschillende Europese programma's ter
ondersteuning van microbedrijven en kmo's;
• Lancering van de KBC-verenigingsservice ter
stimulering van het verenigingsleven in België.
Vergrijzing en
gezondheid
• In België en Tsjechië kozen we Vergrijzing
als vierde pijler. Dat houdt in dat we ons
beleid en ons aanbod van diensten en
producten aanpassen aan het feit dat
mensen langer leven en dat we positief
bijdragen aan de problematiek rond
vergrijzing door vanuit onze kernactiviteiten
specifieke oplossingen en diensten aan te
bieden.
• In Bulgarije, Slowakije, Hongarije en Ierland
kozen we Gezondheid als vierde pijler. Die
kernlanden zullen diensten, producten en
projecten ontwikkelen die erop gericht zijn
de algemene gezondheid, de
gezondheidszorg en de levenskwaliteit te
verbeteren.
• Digitaliseringslessen voor 55-plussers in België;
• Financiële en materiële hulp aan zieke kinderen met
het K&H MediMagic-programma in Hongarije;
• Samenwerking van Cˇ SOB met het Centre of Health
Economy aan de faculteit Sociale wetenschappen van
de Karelsuniversiteit Praag;
• Lancering door Cˇ SOB in Tsjechië van het onlineportaal
Find your way through senior age in samenwerking
met het Sue Ryder Home-adviescentrum.

We willen onze nadelige impact op de samenleving beperken

We willen de nadelige directe en indirecte impact van onze activiteiten op de samenleving zo veel mogelijk beperken.

Om onze directe impact op de opwarming van het klimaat te beperken, hebben we een groepswijd programma opgestart om onze eigen milieuvoetafdruk te verkleinen. Het omvat onder meer:

  • doelstellingen inzake emissie van broeikasgassen: de groep wil zijn eigen emissies van broeikasgassen tegen 2020 (zowel absoluut als per vte) reduceren met minstens 20% (ten opzichte van 2015 en uitgezonderd woonwerkverplaatsingen). Die doelstelling hebben we in elk kernland omgezet in actieplannen. Verderop vindt u waar we momenteel al staan.
  • de ambitie om in al onze kernlanden het ISO 14001-certificaat te behalen tegen eind 2017. Die externe certificaten bevestigen de kwaliteit van ons milieumanagementsysteem.
  • een HR-beleid dat bijdraagt tot de overgang naar een CO2 -arme economie, bijvoorbeeld via het verminderen van woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen, het bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets, het aanpassen van ons wagenreglement, enz.

De achterliggende data en berekeningen van de broeikasgasuitstoot van de KBC-groep werden voor het tweede jaar op rij geverifieerd door een externe partij (Vinçotte), conform ISO 14064-3. Meer gedetailleerde informatie over onze milieuvoetafdruk vindt u in het duurzaamheidsverslag.

2017
632 347 372 3 644 94
duizend
GJ
elektriciteitsverbruik
duizend
GJ gas- en
stookolieverbruik
miljoen km woon
werkverkeer en
dienstverplaatsingen
ton
papierverbruik
duizend
ton CO2
e-emissies
Eigen milieuvoetafdruk (broeikasgasemissies, in ton CO2e), KBC-groep* 2017 2016
Scope 1- emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik en emissies van dienstverplaatsingen en woon
werkverkeer met de eigen vloot
41 730 42 554
Scope 2- emissies omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stadswarmte, koeling en stoom) 27 551 41 867
Scope 3- emissies omvatten emissies van dienstverplaatsingen en woon-werkverkeer
(met uitzondering van de emissies van de eigen vloot die omvat zijn in de scope 1-emissies),
emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwerking
24 903 25 964
Totaal 94 183 110 385
Totaal per vte 2,5 2,9
Gevat door de reductiedoelstelling (exclusief woon-werkverkeer) 73 029 88 019
Gevat door de reductiedoelstelling (exclusief woon-werkverkeer) per vte 1,9 2,3
ISO 14001 in elk kernland België, Tsjechië,
Slowakije,
Hongarije,
Bulgarije,
Ierland
België,
Slowakije,
Hongarije,
Bulgarije

* Details over de gebruikte methodologie en de herberekening van de referentiecijfers : zie Duurzaamheidsverslag.

Als bank-verzekeraar is onze indirecte impact op het milieu en de samenleving – onder meer via onze kredietverlening, onze beleggingen en ons fondsenaanbod – heel wat groter dan onze directe impact.

In dat kader willen we inzake milieu positief bijdragen aan de transitie naar een koolstofarme economie en vanuit onze kernactiviteiten oplossingen aanbieden waarmee een CO2 -arme en circulaire economie wordt bevorderd.

  • We willen actief energie-efficiëntie ondersteunen, duurzame hernieuwbare energie promoten, duurzame veilige mobiliteit ondersteunen en de circulaire economie aanmoedigen. Zo hebben we bijvoorbeeld midden 2017 de Green Deal Circulair Aankopen ondertekend, waarbij we ons engageren om twee circulaire aankooptrajecten op te starten in 2018.
  • We hebben ons ertoe geëngageerd om het aandeel van de financiering van hernieuwbare energiebronnen te verhogen. Tegen 2030 moet het aandeel hernieuwbare energiebronnen en biobrandstof in de totale kredietverlening aan de energiesector minimaal 50% bedragen (verderop vindt u waar we momenteel al staan). Het beleid inzake kredietverlening in de energiesector stelt duidelijke krijtlijnen voor het behalen van deze doelstelling.
  • De opvolging van onze acties en doelen gebeurt onder meer via een rapportering die wordt voorgelegd aan onze Raad van Bestuur.

We blijven ook inzetten op duurzame beleggingen, maar het is aan de klant om te beslissen of hij wil beleggen in traditionele of duurzame fondsen. We bieden onze klanten een veelzijdig

aanbod van duurzame beleggingsfondsen, variërend van traditionele Best-in-Class-fondsen en fondsen met duurzaamheidsthema's tot de meer recente Impact Investingfondsen. We voeren een diepgaande doorlichting door om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor duurzame en verantwoorde beleggingsoplossingen. We screenen ook continu onze duurzaamheidscriteria. Zo worden bijvoorbeeld sinds november 2017 bedrijven die actief zijn op het vlak van ontginning of verwerking van fossiele brandstoffen, volledig geweerd uit het aanbod van duurzame beleggingsfondsen.

Duurzaam en verantwoord beleggen staat of valt met geloofwaardigheid. Om die reden staan het duurzaamheidsbeleid en de duurzaamheidcriteria onder toezicht van de SRI-adviesraad, een adviescommissie die volledig onafhankelijk werkt en bestaat uit vooraanstaande academici uit diverse universiteiten, die experts zijn in gebieden zoals de mensenrechten, zakelijke deontologie, biologie en ecologie (zie verder). Zij beslissen welke doorlichtingsmethoden wij moeten gebruiken, en stellen de criteria op voor het beoordelen van ondernemingen. Ze zien er ook op toe dat onze doorlichtingen volledig, grondig en accuraat verlopen.

We hebben een doel bepaald voor duurzame fondsen. Dat bedroeg oorspronkelijk 5 miljard euro voor 2018, maar gezien we dat doel al midden 2017 gehaald hebben, beslisten we om onze doelstelling te verhogen tot 10 miljard euro duurzame beleggingen (onder management) tegen 2020. Verderop vindt u waar we momenteel al staan.

Op het vlak van milieu in het algemeen en van klimaatverandering in het bijzonder zullen onder meer de aanbevelingen van de FSB Task Force on Climate-related Financial Disclosures en die van de EU High-Level Expert Group on Sustainable Finance een grote invloed hebben op alle financiële instellingen. We hebben in onze groep dan ook een project opgestart om in de loop van 2018 zowel de invloed als de implementatie van die richtlijnen in kaart te brengen.

We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. In de tabel vindt u een overzicht van de belangrijkste duurzaamheidsbeleidslijnen. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen we naar www.kbc.com, onder Duurzaam Ondernemen.

Belangrijke KBC-duurzaamheidsbeleidslijnen Van toepassing op

Blacklist van
bedrijven en
activiteiten
Het gaat over bedrijven die te maken hebben met controversiële
wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN
Global Compact. Geen enkele entiteit van onze groep mag met die bedrijven
zaken doen. Voor KBC Groep staan ook speculatieve transacties met agrarische
grondstoffen op de blacklist.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers
Rechten van de
mens
We hebben ons beleid inzake mensenrechten aangepast aan de VN
beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de principes van de UN
Global Compact.
Zie verder in een aparte paragraaf hierna.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers, personeel
Controversiële
regimes
We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële
regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die
elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen.
We maken wel een uitzondering voor humanitaire goederen. Op basis van
erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden
opgenomen in de lijst van controversiële regimes.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers
Sustainable &
responsible bank
and insurance
policy
We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening en het verzekeren
van controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals
de energiesector, projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens,
plantenteelt voor de productie van bedwelmende middelen, gokken, bont,
palmolieproductie, mijnbouw, ontbossing, grondverwerving en onvrijwillige
verhuizing van inheemse bevolking, en prostitutie.
Kredietverlening,
verzekeringen
KBC Asset
Management
uitsluitingen voor
duurzame
beleggingen
Voor de traditionele fondsen passen we de minimale uitsluitingen toe op basis
van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met controversiële
wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN
Global Compact, het beleid inzake mensenrechten en het beleid inzake
controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd
zijn op de speculatie op de voedselprijzen, volledig uitgesloten. Voor de
duurzame fondsen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van
omstreden activiteiten zoals gokken, tabak, ruimtevaart en defensie, bont, enz.
Duurzame fondsen

Mensenrechten

We hebben ons beleid inzake mensenrechten aangepast aan de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de tien principes van de UN Global Compact. We respecteren de grondprincipes van de Universele Rechten van de Mens en hebben ze in de volledige groep geïmplementeerd via de KBC Human Rights Policy. Bepaalde onderdelen van de UN Global Compact-principes (zoals bijvoorbeeld milieu) worden dan weer verbijzonderd door andere KBC-beleidslijnen zoals de KBC Energy Credit Policy, de KBC Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending Policies, de KBC Policy on Sustainable and Responsible Insurance en de KBC Policy on Controversial Regimes.

Als financiële instelling heeft KBC een directe en indirecte impact op de toepassing van de Rechten van de Mens. Daarom hebben we het KBC Human Right-beleid geïmplementeerd voor de relatie met onze stakeholders, waaronder onze klanten, onze leveranciers en onze medewerkers.

We verwachten als minimale norm dat onze klanten de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Onze afdeling Compliance controleert of die regels in al onze thuismarkten worden nageleefd en commerciële relaties met bedrijven die niet voldoen aan de lokale en internationale regelgeving zijn niet toegelaten. Via onze blacklists sluiten we bedrijven of landen uit die op een ernstige manier betrokken zijn bij een of andere vorm van schending van de mensenrechten. Waar relevant vragen we bovendien aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde industriestandaarden (UN Global Compact, Extractive Industries Transparency Initiative, Roundtable on Sustainable Palm Oil, enz.). Voor internationale projectfinancieringen passen we de Equator Principles toe. We rapporteren over de toepassing van de Equator Principles in ons duurzaamheidsverslag.

We zetten ons er ten volle voor in dat de mensenrechten van onze medewerkers gerespecteerd en gehandhaafd worden. Ook van de medewerkers verwachten we dat ze in hun werk de mensenrechten respecteren en zich houden aan wat beschreven staat in de KBC-Gedragslijn voor de groep (beschikbaar op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor het beschermen van de mensenrechten. We hebben in november 2017 ons engagement naar de UK Modern Slavery Act 2015 bevestigd voor al onze activiteiten.

Leveranciers behoren ook tot onze stakeholders. We willen dan ook dat ze in hun inkoop-, verkoop- en uitbestedingsbeleid criteria opnemen die hun maatschappelijke, ethische en ecologische engagement weerspiegelen, zoals weergegeven in onze KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers. Voor belangrijke leveranciers is een duurzaamheidsenquête onderdeel van de selectieprocedure. Alle belangrijke leveranciers worden gescreend op Worldcheck en op de KBC-blacklists.

We controleren de correcte naleving van al onze duurzaamheidsbeleidslijnen door een interne screening van onze krediet- verzekerings- en beleggingsactiviteiten. Alle nieuwe producten of aanpassingen van bestaande diensten en producten worden bijvoorbeeld gescreend via het NAPP (New and Active Products Process), waarin de risico's en de impact beoordeeld worden. Enkel na een positieve screening kan het product gelanceerd worden. We baseren ons ook op algemene duurzaamheidsassessments door gespecialiseerde externe partners. We hebben ook procedures geïmplementeerd voor het geval dat inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exitstrategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen.

Door die strikte toepassing van bovenvermelde duurzaamheidregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controversies in onze kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Bedrijfs- en strategisch risico.

Onze duurzaamheidsgovernance

We hebben duurzaamheid verankerd op de verschillende niveaus binnen onze groep. Dat garandeert dat duurzaamheid zowel de aandacht krijgt van de hoogste beslissingsorganen, als breed geïntegreerd wordt in onze activiteiten.

Het directiecomité van de groep rapporteert aan de Raad van Bestuur over het duurzaamheidsbeleid.

Het directiecomité is het hoogste echelon dat rechtstreeks verantwoordelijk is voor duurzaamheid.

De directie Corporate Sustainability is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de duurzaamheidstrategie en de toepassing ervan in de hele groep. Het team bewaakt de implementatie van de strategie en informeert het Directiecomité en de Raad van Bestuur over de vooruitgang.

De Interne Duurzaamheidsraad (Internal Sustainability Board) wordt voorgezeten door de CEO en is samengesteld uit de senior managers van alle divisies en kernlanden en de directeur Corporate Sustainability. De uitvoering, implementatie en bewustmaking van de duurzaamheidsstrategie worden georganiseerd onder leiding van deze Interne Duurzaamheidsraad.

Lokale Duurzaamheidsdiensten in alle kernlanden ondersteunen de senior managers van de Interne Duurzaamheidsraad bij het integreren van de duurzaamheidsstrategie en bij het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. CSR-comités per land leveren en valideren niet-financiële informatie.

Divisies en landen: Duurzaamheid is verankerd in de kernactiviteiten.

Naast onze interne organisatie hebben we externe adviesraden opgericht met experts die KBC adviseren over uiteenlopende aspecten van duurzaamheid. Ze bestaan uit experts uit de academische wereld:

  • Een Externe Duurzaamheidsraad adviseert de directie Corporate Sustainability over de duurzaamheidsbeleidslijnen van KBC.
  • Een SRI-adviesraad treedt op als onafhankelijk orgaan voor de SRI-fondsen en ziet toe op de screening van het maatschappelijk verantwoord karakter van de SRI-fondsen aangeboden door KBC Asset Management.

Of we voldoende focussen op maatschappelijk relevante thema's en of we de verwachtingen van stakeholders inlossen, volgen we ook op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat
Heeft de entiteit een formeel proces voor
interactie met haar stakeholders?
Doel: stakeholderinteractieproces in elk kernland
Formeel
stakeholderproces
Resultaat in 2017: OK
Governance gaat over: 'gedraagt zich
ethisch correct', 'is open en transparant',
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land1
Governance 'gedraagt zich als een bedrijf dat zijn
verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in
op wat er leeft', 'leeft de wetgeving,
reglementen en richtlijnen voor de sector
na'. De bevraging wordt uitgevoerd door
Ipsos.
Resultaat in 2017: K&H in Hongarije en KBC Bank Ireland
halen een hogere score inzake governance dan het
peergroepgemiddelde. De scores van Cˇ SOB in Slowakije,
Cˇ SOB in Tsjechië en UBB/DZI liggen in lijn met het
marktgemiddelde in die landen. De score van KBC in België
ligt onder het peergroepgemiddelde.
Reductie eigen
CO2
-uitstoot
Reductie eigen emissies van broeikasgassen,
zowel absoluut als per vte; ten opzichte van
2015 en uitgezonderd woon
werkverplaatsingen.
Doel: reductie van ≥ 20% tussen 2015 en 2020
Resultaat 2015-2017: -29% (absoluut) en -28% (per vte)
Positie in
duurzame
fondsen
Volume duurzame fondsen van KBC Asset
Management
Doel: 10 miljard euro eind 2020
Resultaat 2017: 7,1 miljard euro.
Kredieten [Uitstaand bedrag van kredieten aan
bedrijven in de sector van hernieuwbare
energiebronnen en biobrandstoffen] /
Doel: ≥ 50% tegen 2030
Resultaat 2017: 41%
hernieuwbare
energie
[totale uitstaande kredietportefeuille in de
energiesector]
Dividend [(Brutodividend x aantal
dividendgerechtigde aandelen) + (coupon
op uitstaande AT1-effecten)] /
Doel: ≥ 50%2
Resultaat 2017: 51%/59%3
uitkeringsratio [geconsolideerd nettoresultaat]

1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de methodologie vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

2 Zie ook bijkomende uitleg met betrekking tot de referentiekapitaalpositie verder in dit verslag.

3 Rekening houdend met het effect van de aangekondigde inkoop van eigen aandelen (benaderend).

Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.

  • We voeren risicoscans uit om alle toprisico's te identificeren.
  • We bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat.
  • We vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie.
  • We bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een New and Active Product Process.
  • We onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests.
  • In alle relevante delen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico's, marktrisico's, verzekeringstechnische risico's, liquiditeitsrisico's, solvabiliteitsrisico's en niet financiële risico's, waaronder operationele risico's. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel hiernaast.

Ons Three Lines of Defense-model*

1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's.
2 De risicofunctie en Compliance, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken en
Informatierisicobeveiliging, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie.
3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het Directiecomité, het Auditcomité en het
Risico- en Compliancecomité bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en
risicobeheersysteem.

* Meer uitleg bij het Three Lines of Defense-model vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Typische risico's voor de sector Hoe gaan we daarmee om?
Kredietrisico
Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte
waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de
wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van
het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die
partij, of van bepaalde maatregelen van politieke of monetaire
autoriteiten in een bepaald land.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Boeken van waardeverminderingen, nemen van
risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het
algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stress
testing, enz.;
• Limietsystemen om concentratierisico binnen de
kredietportfolio te beheersen.
Marktrisico van tradingactiviteiten
Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een
financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen van de rente,
wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Historical VaR-methode, rentegevoeligheid, greeks
voor producten met opties, stresstests, enz.
Operationeel risico en andere niet-financiële risico's
Operationeel risico is de kans op schade als gevolg van
ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en
systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met
een menselijke of natuurlijke oorzaak. Andere niet-financiële risico's
omvatten het reputatierisico, het bedrijfsrisico en strategische
risico's, inclusief risico's verbonden aan klimaatverandering.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators
(KRI), enz.
Marktrisico van niet-tradingactiviteiten
Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico,
vastgoedrisico, spreadrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico.
Structurele risico's zijn risico's die inherent deel uitmaken van de
commerciële activiteit of de langetermijnposities.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de Net
Interest Income, sensitiviteit per risicotype, stresstests,
limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz.
Liquiditeitsrisico
Risico dat KBC niet in staat is om zijn verplichtingen tijdig na te
komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Opstellen en testen van noodplannen voor het
beheersen van een liquiditeitscrisis;
• Liquiditeitsstresstests, beheer van
financieringsstructuur, enz.
Verzekeringstechnische risico's
Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en
de omvang van verzekerde schadegevallen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-,
herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz.
Solvabiliteitsrisico
Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar niveau valt.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Minimale solvabiliteitsratio's, actief
kapitaalmanagement, enz.

Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal regulatoire ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

Regulatoire
ratio's
Wat? Doel en resultaat
Common equity [Common equity tier 1-kapitaal] / [totaal
gewogen risicovolume]. De hier getoonde
berekening is fully loaded en gebaseerd op
Doel: ≥ 10,6% excl. Pillar 2 guidance en ≥ 11,6% incl.
Pillar 2 guidance, in 2019
ratio de Deense compromismethode. Resultaat in 2017: 16,3%
[Eigen middelen en in aanmerking komende
passiva] / [Risicogewogen activa]*
Doel: ≥ 26,25% in 2020
MREL-ratio Resultaat in 2017: 24,0%
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] /
[vereist bedrag stabiele financiering]
Doel: ≥ 100%
Netto stabiele
financieringsratio,
NSFR
Resultaat in 2017: 134%
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal
nettokasuitstroom voor de volgende dertig
Doel: ≥ 100%
Liquiditeits
dekkingsratio,
LCR
kalenderdagen] Resultaat in 2017: 139%

* De SRB heeft de formele MREL-doelstelling nog niet doorgegeven. Het opgegeven cijfer is gebaseerd op de mechanische berekeningswijze zoals gepubliceerd door de SRB op 28 november 2016.

We streven ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van een groep van Europese banken actief in de segmenten Retail, Kmo's en Corporate. We positioneren onszelf op de mediaan van de fully loaded common equity ratio's van die groep. We vatten dat kapitaalbeleid samen in een eigen interne kapitaaldoelstelling die voor 2018 14% bedraagt. Bovendien willen we een bijkomende soepele buffer tot 2% common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames om onze marktposities in onze kernlanden te versterken. Die buffer komt boven op de eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep, waardoor we tot een Referentiekapitaalpositie van 16% komen in 2018.

Ons dividendbeleid blijft ongewijzigd: we streven naar een uitkeringsratio (d.w.z. dividend + coupon betaald op uitstaande Additional Tier 1-instrumenten) van minstens 50% van de geconsolideerde winst, waarbij elk boekjaar in november een jaarlijks interimdividend van 1 euro per aandeel betaald zal worden als voorschot op het totale dividend. Bovenop die uitkeringsratio van 50% van de geconsolideerde winst zal de Raad van Bestuur elk jaar naar eigen inzicht een beslissing nemen over de verdeling van het kapitaal boven de referentiekapitaalpositie.

KPI Wat? Doel en resultaat
[Fully loaded Common equity tier 1-ratio
van de peergroep]
Doel: 14% in 2018
Eigen interne
kapitaal
doelstelling
Resultaat in 2017: 16,3%
[Eigen interne kapitaaldoelstelling (zie
hierboven)] + [buffer voor fusies en
Doel: 16% in 2018
Referentie
kapitaalpositie
overnames] Resultaat in 2017: 16,3%

In het kader van de vereisten van de Single Resolution Board (SRB), die resolutieplannen voor de grote banken in het eurogebied opstelt, moet een keuze gemaakt worden tussen een enkele afwikkelingsautoriteit die de groep als geheel opheft (Single Point of Entry of SPE), of verschillende autoriteiten die delen van de groep afwikkelen die onder hun jurisdictie vallen. KBC verkiest een SPE-strategie met bail-in als primair resolutie-instrument (herkapitalisatie en stabilisatie van de bank), omdat het KBC-bedrijfsmodel sterk afhankelijk is van integratie, zowel commercieel als organisatorisch. Deze aanpak houdt de groep in afwikkeling intact en beschermt ook de continuïteit van het bankverzekeringsmodel.

Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?

Onze stakeholdersbevraging

Om te bouwen aan een duurzame toekomst moeten we onze activiteiten kunnen afstemmen op de noden van onze stakeholders. Het is voor ons dus bijzonder belangrijk om te weten te komen wat belangrijk is voor die stakeholders. We bevragen daarom om de twee jaar zowel het brede publiek in al onze kernlanden als KBC zelf (Raad van Bestuur, Directiecomité en topmanagement). De meest recente bevraging dateert van 2016, in 2018 wordt een nieuwe bevraging uitgevoerd.

  • 1 Kwaliteit van diensten en producten
  • 2 Navolging van wetten en regelgeving
  • 3 Prijs van diensten en producten
  • 4 Financiële prestatie
  • 5 Risicobeheer
  • 6 Langetermijnstrategie
  • 7 Bescherming van de consument
  • 8 Innovatieve diensten en producten
  • 9 Mensen helpen om verstandige financiële beslissingen te nemen
  • 10 Transparante communicatie

  • 11 Gebruiksvriendelijkheid van diensten en producten

  • 12 Toegankelijkheid van diensten en producten
  • 13 Privacy en gegevensbescherming
  • 14 Betrokkenheid bij de lokale gemeenschap
  • 15 Screening van leveranciers op milieu- en sociale aspecten
  • 16 Onze directe ecologische voetafdruk
  • 17 Onze negatieve impact beperken via duurzame beleidslijnen

18 Financieren en verzekeren van de lokale economie en stimuleren van ondernemerschap

belangrijkheid volgens KBC zelf.

  • 19 Financiële oplossingen met een focus op gezondheid en vergrijzing ontwikkelen en lanceren
  • 20 Duurzame diensten en producten aanbieden
  • 21 Verantwoordelijk advies en verkoop
  • 22 Integriteit
  • 23 Bedrijfsethiek
  • 24 Financiële oplossingen met aandacht voor het milieu ontwikkelen en lanceren

  • 26 Gelijke kansen voor alle medewerkers

  • 27 Loonbeleid

Op basis van verschillende dialogen met zowel interne als externe stakeholders, met input van marktspecialisten en duurzaamheidsexperts en rekening houdend met globale

onderwerpen opgesteld. We hebben aan de externe en interne doelgroep gevraagd om die onderwerpen te beoordelen op belangrijkheid. De resultaten van de bevraging vindt u terug in de matrix. Die geeft op de verticale as de belangrijkheid van een onderwerp voor de externe stakeholders weer en op de horizontale as de

trends, hebben we een lijst van 27 belangrijke

Over het algemeen kunnen we stellen dat de scores van de externe stakeholders grotendeels overeenstemmen met die van KBC. Dat is voor ons geruststellend. Het betekent immers dat we focussen op die domeinen die zowel voor de samenleving belangrijk zijn als voor het voortbestaan van onze groep.

We vinden het belangrijk dat we in dit jaarverslag rapporteren over die onderwerpen die zowel intern als extern het belangrijkst gevonden worden (met andere woorden de bovenste rij en de rechterkolom in de matrix). Waar we die onderwerpen in dit verslag bespreken, vindt u in de onderstaande tabel.

Belangrijke elementen Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's
Integriteit • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
• KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Navolging van wetten en regelgeving • Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Hoe beheren we ons kapitaal?
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• KPI Governance: Onze Strategie, onder Onze rol in de samenleving
• KPI's inzake kapitaal en liquiditeit: hoofdstuk Onze strategie
Privacy en gegevensbescherming • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• Cyberrisico: Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
Financiële prestatie • Ons Financieel rapport
• Onze divisies
• Geconsolideerde jaarrekening
• Financiële KPI's: Onze strategie
Prijs van diensten en producten • KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
• Ons bedrijfsmodel, onder Hoe creëren we duurzame waarde?
Kwaliteit van diensten en producten • Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en We
bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring
• Nieuwe diensten en producten: Onze Divisies
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
Gebruiksvriendelijkheid van diensten en
producten
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en We
bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring
• Nieuwe diensten en producten: Onze Divisies
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
Mensen helpen om verstandige financiële
beslissingen te nemen
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Bescherming van de consument • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
• Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
Belangrijke elementen Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's
Verantwoordelijk advies en verkoop • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
Risicobeheer • Onze strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt
risicobeheer
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• Hoe beheren we onze risico's?
Bedrijfsethiek • PEARL-bedrijfscultuur: Ons bedrijfsmodel, onder Wat maakt ons tot wie we
zijn?
• Onze strategie onder Onze rol in de samenleving
• KPI Reputatie-index: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
Langetermijnstrategie • Onze strategie
Innovatieve diensten en producten • Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Nieuwe diensten en producten: Onze divisies
• KPI Innovatie: Onze strategie, onder We focussen op duurzame en rendabele
groei
Transparante communicatie • Onze strategie onder Onze rol in de samenleving
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
• KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Financieren en verzekeren van de lokale
economie en ondersteunen van
ondernemerschap
• Ons bedrijfsmodel
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Toegankelijkheid van diensten en producten • Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
Gelijke kansen voor alle medewerkers • Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Diversiteitsbeleid
Loonbeleid • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Remuneratieverslag over het
boekjaar 2017
Onze negatieve impact beperken via
duurzame beleidslijnen
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving

Ons financieel rapport

  • Geconsolideerde nettowinst van 2 575 miljoen euro in 2017
  • Licht dalende nettorente-inkomsten
  • Sterke bijdrage van de technische verzekeringsresultaten
  • Sterke stijging van de nettoprovisie-inkomsten
  • Hoger trading- en reëlewaarderesultaat
  • Overige netto-inkomsten negatief beïnvloed door voorziening met betrekking tot het onderzoek naar Ierse trackerhypotheken
  • Groei van kredieten en deposito's in alle divisies
  • Stijging van de verkoop van schadeverzekeringen, daling van levensverzekeringen
  • Zeer goede gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen (88%) en kosten-inkomstenratio voor de bankactiviteiten (54%)
  • Netto-terugname van waardeverminderingen voor kredieten, vooral dankzij Ierland
  • Eenmalig negatieve invloed van de wijziging van de vennootschapsbelasting in België
  • Stevige solvabiliteit met een fully loaded common equity ratio van 16,3%
Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 2017 2016
Nettorente-inkomsten 4 121 4 258
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 706 628
Verdiende premies 1 491 1 410
Technische lasten -785 -782
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)* -58 -152
Verdiende premies 1 271 1 577
Technische lasten -1 330 -1 728
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -8 -38
Dividendinkomsten 63 77
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
856 540
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 199 189
Nettoprovisie-inkomsten 1 707 1 450
Overige netto-inkomsten 114 258
Totale opbrengsten 7 700 7 211
Exploitatiekosten -4 074 -3 948
Bijzondere waardeverminderingen 30 -201
waarvan: op leningen en vorderingen 87 -126
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen 11 27
Resultaat vóór belastingen 3 667 3 090
Belastingen -1 093 -662
Resultaat na belastingen 2 575 2 428
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
(nettoresultaat)
2 575 2 427
Rendement op eigen vermogen 17% 18%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 54% 55%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 88% 93%
Kredietkostenratio, bankieren -0,06% 0,09%

* Bevat niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,9 miljard euro premies in 2017, 0,8 miljard euro in 2016).

Kerncijfers* geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) 2017 2016
Balanstotaal 292 342 275 200
Leningen en voorschotten aan klanten 141 502 133 231
Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 67 743 73 262
Deposito's van klanten en schuldpapier 193 968 177 730
Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 32 193 32 310
Risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) 92 410 87 782
Totaal eigen vermogen 18 803 17 357
Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded 16,3% 15,8%
Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded 6,1% 6,1%
Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) 24,0% 21,0%
Liquidity coverage ratio (LCR) 139% 139%
Net stable funding ratio (NSFR) 134% 125%

* Definitie van de ratio's: zie Glossarium.

Midden 2017 nam KBC United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije over. De resultaten van UBB en Interlease zitten vervat in de groepsresultaten vanaf de tweede jaarhelft, dus voor 6 maanden. De bijdrage aan de nettowinst van de groep in 2017 van UBB en Interlease bedroeg 27 miljoen euro (voor

zes maanden). Meer details vindt u in Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Cijfers over de volumegroei van deposito's en leningen zijn altijd na uitsluiting van wisselkoersinvloeden.

Analyse van het resultaat in 2017

Nettorente-inkomsten 1 Onze nettorente-inkomsten bedroegen 4 121 miljoen euro in 2017, 3% lager dan in 2016. Daarbij spelen een aantal negatieve elementen mee, waaronder vooral de negatieve bijdrage tot de rente-inkomsten van de dealingrooms (weliswaar meer dan gecompenseerd door een stijging van het trading- en reëlewaarderesultaat, zie verder), en ook de lage herbeleggingsrentes, een lager bedrag aan vervroegdeterugbetalingsrente voor woningkredieten in België, lagere rente-inkomsten uit de obligatieportefeuille van de verzekeringsactiviteiten en algemene druk op de kredietmarges. Die negatieve elementen werden gedeeltelijk gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de significant lagere financieringskosten, de inclusie van UBB en Interlease vanaf midden 2017 (55 miljoen euro) en de groei van het kredietvolume. Zonder de invloed van de dealingroom en van UBB/Interlease zouden de nettorente-inkomsten ongeveer stabiel gebleven zijn.

Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) bedroegen 141 miljard euro en groeiden in 2017 aan met 5%. Er was een toename van 3% in divisie België, 8% in divisie Tsjechië en 13% (4% zonder UBB/Interlease) in divisie Internationale Markten, met groei in alle landen met uitzondering van Ierland, waar de afbouw van de bedrijfskredietportefeuille meespeelt. Ons totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's, 194 miljard euro) steeg met 8% in 2017, met een groei van 6% in divisie België, 9% in divisie Tsjechië en 24% (7% zonder UBB/Interlease) in divisie Internationale Markten, met groei in alle landen.

De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam daardoor uit op 1,85%, 7 basispunten lager dan in 2016. De nettorentemarge bedroeg 1,57% in België, 2,99% in Tsjechië en 2,77% in de divisie Internationale Markten.

Nettoprovisie-inkomsten 2

Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 707 miljoen euro in 2017, een sterke stijging met 18% ten opzichte van het jaar daarvoor. De groei situeerde zich voor het grootste deel in België en was vooral te danken aan de stijging van toetredings- en managementfees van onze vermogensbeheeractiviteiten en, in mindere mate, ook aan hogere effecten- en betalingsverkeergerelateerde commissie-inkomsten en de opname van UBB/Interlease (23 miljoen euro).

Eind 2017 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 219 miljard euro. Dat is 3% meer dan eind 2016, in essentie dankzij een positieve prijs-performance. Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen van eind 2017 heeft betrekking op de divisies België (205 miljard euro) en Tsjechië (10 miljard euro).

Verzekeringspremies en technische lasten 3

Ons verzekeringstechnische resultaat (de verdiende premies min de technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 640 miljoen euro.

De schadeverzekeringen droegen 697 miljoen bij tot dat verzekeringstechnische resultaat. Dat is 18% meer dan het jaar daarvoor, dankzij een groei van de premie-inkomsten (+6%, met een stijging in alle landen), een hoger

herverzekeringsresultaat en ruwweg stabiele technische lasten (in 2017 waren ze voor 26 miljoen euro positief beïnvloed door een eenmalige terugname van de indexatievoorziening in België). Op groepsniveau verbeterde de gecombineerde ratio daardoor van 93% naar 88%.

De levensverzekeringen tekenden voor -57 miljoen euro in het verzekeringstechnische resultaat, ten opzichte van -153 miljoen euro het jaar voordien. Dat resultaat was eveneens positief beïnvloed door de terugname van bepaalde reserves in België in 2017 (23 miljoen euro in het derde kwartaal). In de cijfers van premies en technische lasten van levensverzekeringen zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,9 miljard euro, 11% minder dan in 2016. In onze belangrijkste markt, België, was er een daling van 12%, waarbij de daling bij de levensverzekeringen met rentegarantie (-23%) slechts voor een deel kon worden gecompenseerd door hogere verkopen van

levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (+12%). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie in 2017 iets meer dan 54% van de

levensverzekeringspremie-inkomsten uit en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen bijna 46% voor hun rekening.

Andere inkomsten 4

De andere inkomsten bedroegen samen 1 232 miljoen euro, tegenover 1 065 miljoen euro in 2016. Dat cijfer omvat onder meer 63 miljoen euro ontvangen dividenden en 199 miljoen euro meerwaarde gerealiseerd op de verkoop van voor verkoop beschikbare effecten. Het omvat ook 856 miljoen euro nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat. Dat is 316 miljoen euro meer dan in 2016, vooral dankzij hogere dealingroomresultaten in België en Tsjechië en in mindere mate de positieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen (MVA, CVA, FVA). De andere inkomsten bevatten ten slotte ook nog 114 miljoen euro overige netto-inkomsten. Dat is 144 miljoen euro lager dan in 2016, door de boeking in 2017 van een bedrag van -116 miljoen euro met betrekking tot een sectorwijde herziening van de hypotheekleningen met trackerrente die voor 2009 in Ierland werden afgesloten. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 3.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Exploitatiekosten 5

Onze kosten bedroegen 4 074 miljoen euro in 2017, een stijging van 3% ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder hogere uitgaven met betrekking tot investeringen in digitalisering en de opname van UBB/Interlease (40 miljoen euro). De exploitatiekosten omvatten ook de speciale bankentaksen voor in totaal 439 miljoen euro, ruwweg vergelijkbaar met het jaar voordien.

De verhouding kosten tot inkomsten van onze bankactiviteiten bedroeg daardoor 54%, tegenover 55% in 2016. Een aantal niet-operationele en uitzonderlijke elementen beïnvloedden die ratio, zoals de marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten, het effect van de liquidatie van groepsmaatschappijen, enz. (meer uitleg in het Glossarium, achteraan in dit jaarverslag). Zonder die specifieke elementen bedroeg de kosten-inkomstenratio 55%, tegenover 57% in 2016. Voor divisie België bedroeg de ratio 52% (53% zonder specifieke elementen), voor divisie Tsjechië 42% (43% zonder specifieke elementen) en voor divisie Internationale Markten 72% (idem zonder specifieke elementen).

Waardeverminderingen 6

In 2017 boekten we een netto-terugname van waardeverminderingen op leningen en voorschotten van 87 miljoen euro (met positieve invloed op het resultaat), tegenover een netto-toename van 126 miljoen euro in 2016 (met negatieve invloed op het resultaat).

De nettoterugname in 2017 is voor een groot deel toe te schrijven aan de terugname van 215 miljoen euro in Ierland, wat op zijn beurt onder meer te maken had met de stijging van de index van de huizenprijzen op negen maanden in dat land en een verbetering van de portefeuille probleemkredieten. Ook in Hongarije was er een nettoterugname (11 miljoen euro) en in alle andere kernmarkten van de groep bleef de aanleg van waardeverminderingen per saldo beperkt: 87 miljoen euro in België, 5 miljoen euro in Tsjechië, 11 miljoen euro in Slowakije, 17 miljoen euro in Bulgarije (waarvan 12 miljoen voor UBB) en 18 miljoen euro voor Groepscenter. Per saldo bedroeg onze kredietkostenratio daardoor -6 basispunten in 2017. Dat was 9 basispunten voor België, 2 basispunten in Tsjechië, -170 basispunten in Ierland, 16 basispunten in Slowakije, -22 basispunten in Hongarije, 83 basispunten in Bulgarije en 40 basispunten in het Groepscenter. Een negatief cijfer duidt op een positieve invloed op het resultaat. Zonder Ierland zou de kredietkostenratio in 2017 zijn uitgekomen op 0,09%. Onze kredietkwaliteit verbeterde verder. Op 31 december 2017 vertegenwoordigden de impaired kredieten (zie Glossarium) nog 6,0% van onze kredietportefeuille, tegenover 7,2% in 2016. Dat was 2,8% in België, 2,4% in Tsjechië en 19,7% in Internationale Markten. Het relatief hoge cijfer voor de divisie Internationale Markten heeft vooral met Ierland te maken, met een ratio van 35% als gevolg van de immobiliëncrisis in de voorbije jaren. Het aandeel van de impaired kredieten van de groep die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 3,4%, tegenover 3,9% in 2016. De totale impaired kredieten waren eind 2017 voor 44% gedekt door de opgebouwde specifieke waardeverminderingen. We geven meer informatie over de samenstelling van de

kredietportefeuille in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

De andere waardeverminderingen bedroegen in 2017 samen 57 miljoen euro en hadden vooral betrekking op voor verkoop beschikbare effecten en verschillende andere kleinere elementen. In 2016 was dat 75 miljoen euro (het betrof toen vooral voor verkoop beschikbare effecten).

Belastingen 7

De belastingen bedroegen 1 093 miljoen euro in 2017, tegen 662 miljoen euro het jaar voordien. Die stijging heeft, naast de hogere belastbare grondslag (het resultaat vóór belastingen steeg met 578 miljoen euro), ook te maken met het feit dat het bedrag van 2017 een eenmalig negatief effect van 211 miljoen euro omvat in België, gerelateerd aan de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting (vooral het effect van het aangekondigde lagere tarief van de vennootschapsbelasting op de uitgestelde belastingen die op de balans zijn uitgedrukt). We verwachten dat die gewijzigde vennootschapsbelasting in de volgende jaren een positieve invloed zal hebben op ons resultaat en dat dat eenmalige negatieve effect in 2017 in 2 tot 3 jaar tijd gecompenseerd zal zijn. U vindt meer informatie in Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde financiële staten.

Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bankentaksen. Die bedroegen 439 miljoen euro in 2017 en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten.

Nettoresultaat per divisie 8

Ons nettoresultaat in 2017 is als volgt verdeeld:

  • België: 1 575 miljoen euro (1 432 miljoen euro in 2016),
  • Tsjechië: 702 miljoen euro (596 miljoen euro in 2016),
  • Internationale Markten: 444 miljoen euro (428 miljoen euro in 2016),
  • Groepscenter: -146 miljoen euro (-29 miljoen euro in 2016).

Een gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in het betreffende hoofdstuk van dit verslag.

Analyse van de balans in 2017

Balanstotaal 1

Eind 2017 bedroeg ons geconsolideerde balanstotaal 292 miljard euro, 6% meer dan eind 2016. De risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) stegen met 5% (4,6 miljard euro) tot 92 miljard euro, onder meer door de invloed van de consolidatie van UBB en Interlease. In het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? vindt u daarover meer informatie.

Kredieten en deposito's 2

De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart uiteraard het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 141 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2017. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen met 5% voor de hele groep, met een groei van 3% in divisie België, 8% in divisie Tsjechië en 13% (of 4% zonder UBB/Interlease) in divisie Internationale Markten, met groei in alle landen, met uitzondering van Ierland door de afbouw van de bedrijfskredieten. De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 62 miljard euro en de woningkredieten met 61 miljard euro. Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 8% tot 194 miljard euro. De deposito's groeiden in divisie België aan met 6%, in divisie Tsjechië met 9% en in divisie Internationale Markten met 24% (7% zonder UBB/Interlease), met groei in alle landen. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau (cijfers inclusief repo's) blijven de zichtdeposito's met 74 miljard euro en de spaarrekeningen met 57 miljard euro. Dat is, zonder UBB/Interlease, een aangroei van respectievelijk 14% en 5% in vergelijking met eind 2016.

Effecten 3

We houden ook een portefeuille met waardepapier aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de verzekeringen, vooral Leven). Eind 2017 bedroeg die effectenportefeuille ruwweg 68 miljard euro. Daarvan is ca. 30% gerelateerd aan de verzekeringsactiviteiten en ca. 70% aan de bankactiviteiten. De totale effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Die laatste daalden (zonder UBB/Interlease) in 2017 met iets meer dan 6 miljard euro. Eind 2017 had ruwweg 80% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Spanje, Slowakije, Hongarije en

Samenstelling van de balans eind 2017

  • Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo's
  • Effecten
  • Overige activa
  • Deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's
  • Overige verplichtingen
  • Eigen vermogen

Italië. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Overige activa en overige verplichtingen 4

De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (24 miljard euro, bijna 8 miljard euro meer jaar-op-jaar, voornamelijk door hogere reverse repo's), Derivaten (6 miljard euro positieve marktwaarde, voor het grootste deel rentecontracten, bijna 3 miljard euro minder dan het jaar voordien), de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (14 miljard euro, minder dan 1 miljard euro stijging jaar-op-jaar) en Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen (30 miljard euro, 9 miljard euro meer dan eind 2016, door het plaatsen van excessliquiditeit bij de centrale banken). Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de Technische voorzieningen en de Schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de

verzekeraar (samen 32 miljard euro, ruwweg vergelijkbaar met het jaar voordien), Derivaten (7 miljard euro negatieve marktwaarde, hoofdzakelijk rentecontracten, 2 miljard euro minder jaar-op-jaar) en de Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (33 miljard euro, 1 miljard euro meer jaar-op-jaar).

Eigen vermogen 5

Op 31 december 2017 bedroeg ons totale eigen vermogen 18,8 miljard euro. Dat bestond uit 17,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2017 met 1,4 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro),

de uitkering van een finaal dividend over 2016 in mei 2017 (-0,8 miljard euro) en een interimdividend in november 2017 (-0,4 miljard euro, als voorschot op het totale dividend over 2017) en wijzigingen in de toegezegdpensioenregelingen (+0,1 miljard euro).

Onze solvabiliteit bleef bijgevolg sterk, met een common equity ratio van 16,3% (fully loaded), volgens de Deense compromismethode. Volgens de FICOD-methode was dat 15,1% (fully loaded). Onze leverage ratio bedroeg een uitstekende 6,1%. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 139% en een NSFR-ratio van 134%.

Bijkomende informatie en verwachtingen

  • In dit hoofdstuk bespraken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de niet-geconsolideerde resultaten en de balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • De totale invloed van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten op het nettoresultaat was per saldo zeer beperkt.
  • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in Toelichtingen 1.2, 3.3 en 4.1 t.e.m. 4.10, en in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
  • Informatie over de verwachte economische groei in onze kernlanden vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
  • Voor 2018 gaan we uit van een solide prestatie van alle divisies. We verwachten ook een recurrente positieve resultaatsinvloed van de geplande wijzigingen in het Belgische vennootschapsbelastingsregime vanaf 2018, en lagere financieringskosten door het callen van de Contingent Capital Note van 1 miljard USD in januari 2018. Voor Ierland in het bijzonder verwachten we een nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten van 100 tot 150 miljoen euro in 2018.

  • We schatten dat de eerste toepassing van IFRS (vanaf 1 januari 2018) op onze fully loaded common equity ratio tot een daling van ongeveer 41 basispunten zal leiden, hoofdzakelijk omwille van herclassificaties van de bankportefeuille. Meer informatie over de eerste toepassing van IFRS 9: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 1.0.

  • We verwachten dat Basel IV onze risicogewogen activa doet toenemen met ruwweg 8 miljard euro (een negatieve invloed op de common equity ratio van ruwweg 1,3%), gebaseerd op onze huidige interpretatie van Basel IV, een statische balans en economische omgeving per eind 2017, en zonder rekening te houden met mogelijke managementacties. Met de volgende elementen is geen rekening gehouden: de Targeted Review of Internal Models (TRIM)-oefening, de potentiële impact van de EBAherziening met betrekking tot de IRB-methodologie en het effect van de Pillar 2-vereisten.
  • Dividendpolitiek: zie hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties.
  • Informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden: zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 6.8.

Onze divisies

KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun

We bouwden onze groep op rond drie divisies: België, Tsjechië en de divisie Internationale Markten. Die laatste omvat de andere landen in Centraal- en Oost-Europa waar we actief zijn (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en Ierland.

Divisie Tsjechië

De CˇSOB-groep (onder de merknamen CˇSOB Bank, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka, CˇMSS en Patria), de verzekeraar CˇSOB Pojišt'ovna en CˇSOB Asset Management.

België Tsjechië Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Divisie Internationale Markten CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇ a in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije, UBB (inclusief CIBANK) en DZI Insurance in Bulgarije, en KBC Bank Ireland in Ierland. Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities.

Divisie België

Waar staan we in elk van onze landen?

Marktpositie in 20171 België Tsjechië Slowakije Hongarije Bulgarije Ierland
Belangrijkste merken KBC
CBC
KBC Brussels
CˇSOB CˇSOB K&H UBB (incl.
CIBANK)
DZI
KBC Bank
Ireland
Netwerk 659
bankkantoren
270
bankkantoren2
122
bankkantoren
207
bankkantoren
236
bankkantoren
16
bankkantoren
404
verzekerings
agentschappen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via partnerships
Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen
Klanten (miljoenen, schatting) 3,5 3,7 0,6 1,8 1,4 0,3
Kredietportefeuille (miljarden euro) 97,8 24,3 7,3 5,0 3,3 12,1
Deposito's en schuldpapier
(miljarden euro)
132,9 30,2 6,1 7,3 3,9 5,4
Marktaandelen (schatting)
- bankproducten
- beleggingsfondsen
- levensverzekeringen
- schadeverzekeringen
20%
33%
14%
9%
20%
22%
8%
7%
11%
7%
4%
3%
11%
13%
3%
7%
10%
13%
21%
11%
8%3


Voornaamste activiteiten en
doelgroepen
In bijna al onze landen bieden we een brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings
en andere financiële producten aan. Daarbij ligt de focus op privépersonen, kmo's en vermogende klanten.
De dienstverlening aan bedrijven omvat bovendien nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer,
handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate
finance.
Macro-economische indicatoren
voor 20174
- Groei van het bbp (reëel)
- Inflatie (gemiddelde jaarstijging
1,7% 4,4% 3,4% 3,9% 3,9% 6,5%
van de consumptieprijzen)
- Werkloosheidsgraad
(% v/d beroepsbevolking,
2,2% 2,5% 1,4% 2,4% 1,3% 0,3%
jaareinde, Eurostat-definitie)
- Financieringssaldo overheid
6,6% 2,3% 7,4% 3,8% 6,6% 6,2%
(% v/h bbp)
- Overheidsschuld (% v/h bbp)
-1,1%
103,2%
0,3%
34,7%
-1,4%
51,0%
-2,1%
72,4%
0,8%
25,0%
-0,3%
68,0%

1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen hielden we rekening met een geschatte overlapping tussen de verschillende maatschappijen van de groep in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Marktaandeel levensverzekeringen in Bulgarije inclusief UBB-MetLife Insurance Company. De berekeningsmethodologie voor het aantal klanten van Tsjechië houdt nu beter rekening met (de uitsluiting van) dubbeltellingen van klanten die bij meerdere groepsmaatschappijen klant zijn. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. In het aantal bankkantoren zijn de automatenkantoren niet meegerekend. Tot divisie België behoort ook het beperkte netwerk van 11 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC (niet meegeteld in het aantal kantoren in de tabel). Marktaandelen zijn meestal gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2017).

2 CˇSOB-bankkantoren, Postal Savings Bank financial centres of Era-kantoren.

3 Retailsegment (woningkredieten en deposito's aan particulieren, zonder zichtdeposito's).

4 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin 2018.

België

De macro-economische context in België

De Belgische economie hield ook in 2017 het pad van gestage maar gematigde groei aan. Na een sterk jaarbegin zwakte de economische dynamiek tijdens het tweede en derde kwartaal af tegen de achtergrond van een afbrokkelend vertrouwen van bedrijven, maar naar het jaareinde toe werd het conjunctuurbeeld opnieuw rooskleuriger. Per saldo kwam de reële bbp-groei in 2017 uit op 1,7%, een lichte versteviging tegenover de 1,5% groei het jaar voordien. Het was wel het derde jaar op rij dat België inzake economische groei lager scoorde dan de eurozone. Die kloof wordt deels verklaard door de groeispurt van landen die tijdens de voorbije crisis het meest werden getroffen, waardoor de gemiddelde groei in de eurozone naar boven werd getrokken.

De al bij al gunstige Belgische conjunctuur in 2017 werd gevoed door de lage rente en de stevige dynamiek van de economie in de eurozone. In het binnenland speelde de verbeterde concurrentiekracht van de Belgische bedrijven, gedreven door het loonmatigingsbeleid dat de voorbije jaren is gevoerd. Samen met werkgelegenheidsmaatregelen die de regionale overheden de voorbije jaren namen, bevorderde de loonmatiging ook de banencreatie, met een netto-aangroei van zo'n 65 000 banen in 2017. Het geheel van gunstige factoren zorgde ervoor dat de gezinsconsumptie, de investeringen en de netto-uitvoer positief tot de bbp-groei hebben bijgedragen.

Eind 2017 was de Belgische werkloosheidsgraad gezakt tot 6,6%, ruim 2 procentpunten lager dan de piek in het voorjaar van 2015. De inflatie nam in 2017 toe tot gemiddeld 2,2%, vooral onder invloed van hogere energieprijzen. De positieve inflatiekloof met de eurozone bleef overeind (0,7 procentpunt), maar verkleinde wel fors tegenover 2016. Op de vastgoedmarkt trokken de woningprijzen opnieuw sterker aan: op basis van de geharmoniseerde index van Eurostat bedroeg de prijsstijging van Belgische woningen in 2017 4,0%. Zowel het absolute peil van de Belgische 10-jaarse OLO-rente als de rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund namen in 2017 af. In het voorjaar schurkte de rente een tijdlang tegen 1% aan, maar naar het jaareinde toe bedroeg ze ca. 0,5%. De spread kalfde af van meer dan 50 basispunten begin 2017 tot rond 20 basispunten eind 2017.

We verwachten dat de bbp-groei in 2018 verder zal versnellen tot 1,9%. De gunstige omgevingsfactoren die de groei in 2017 dreven, zullen het verdere herstel blijven ondersteunen. De inflatie zal waarschijnlijk aanzienlijk vertragen tot een verwacht gemiddelde van 1,5% in 2018. Dit is vooral een gevolg van het verdwijnen van een belasting op het elektriciteitsverbruik (de bijdrage Energiefonds) in het Vlaamse Gewest.

Specifieke doelstellingen

  • We focussen op een omnikanaalbenadering en investeren in een naadloze integratie van onze verschillende distributiekanalen (kantoren, agentschappen, adviescentra, websites en mobiele toepassingen). We investeren in de verdere digitale ontwikkeling van onze bank- en verzekeringsdiensten. Waar nodig werken we samen met partners via zogenaamde ecosystemen om onze klanten complete oplossingen te kunnen aanbieden.
  • We mikken op een efficiëntere benutting van ons potentieel in Brussel via het aparte merk KBC Brussels, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt.
  • We streven naar een verdere groei van CBC op het vlak van bankverzekeren in bepaalde marktsegmenten en naar een uitbreiding van onze aanwezigheid en toegankelijkheid in Wallonië.
  • We werken continu aan de verdere optimalisatie van ons bankverzekeringsmodel in België.
  • We gaan verder in onze ambitie om de referentiebankier te worden van kmo's en midcap-ondernemingen op basis van onze doorgedreven kennis van de klant en onze persoonlijke aanpak.
  • We vertalen onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving in initiatieven op het gebied van, onder meer, milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en de vergrijzingsproblematiek en nemen actief deel aan het mobiliteitsdebat.

  • Best Bank in Belgium (Euromoney)

  • World's Best Bank Transformation en Best Bank Transformation in Western Europe (Euromoney)
  • Best Trade Finance Provider 2017 in België (Global Finance)
  • Best Innovation in Retail Banking Belgium (International Banker)
  • KBC behoort opnieuw bij de Best workplaces in België (Great Place to Work®)
  • Eerste plaats in België voor de corporate website van KBC Groep, www.kbc.com, bij Webranking by Comprend
  • enz.

Enkele realisaties in 2017

De afgelopen jaren hebben we volop geïnvesteerd in het aanbieden van onze expertise via meerdere contactpunten voor de klant, waaronder kantoren en verzekeringsagentschappen, chat en videochat via KBC Live, websites en mobiele

applicaties. Om die omnikanaalaanpak nog te versterken hebben we bijvoorbeeld KBC Live, onze regionale contactcentra, verder uitgebreid met verbeterde (video) chatmogelijkheden en meer personeel, en hebben we die succesvolle service uitgebreid voor ondernemers, zelfstandigen en vrije beroepen. We werkten ook aan de verdere uitbouw en verbetering van onze digitale systemen, zoals KBC Touch, KBC Sign, KBC Mobile, KBC Invest, KBC Assist en K'Ching. We bieden ook talrijke innovaties die het leven van onze klanten makkelijker maken en bijvoorbeeld het wooncomfort verhogen. Voorbeelden daarvan zijn de lancering van KBC SmartHome (waarmee de gebruiker bijvoorbeeld via een app een waarschuwing ontvangt in geval van rook of een waterlek in zijn woning), de KBC-Bijstand aan huis (een polis die voor een erkend vakman zorgt bij bepaalde onverwachte problemen in uw woning) en de KBC Verzekeringscheck (waarbij de klant vlot kan controleren of hij nog goed verzekerd is).

De digitale kanalen winnen voortdurend aan belang: zo ondertekenden in januari 2018 niet minder dan twee derden van de KBC-klanten in Vlaanderen hun woningkrediet digitaal. Sinds midden 2017 is het bovendien mogelijk via de website (en KBC Mobile) een woningpolis af te sluiten. We zien het bovendien ook als onze taak om klanten te begeleiden bij de digitalisering. Zo kunnen klanten die de eerste stappen richting digitaal bankieren willen zetten, sinds april 2017 bij ons terecht voor het KBC-Ontdekgesprek en organiseren we bovendien DIGIwijs-infosessies.

In Brussel werken we sinds een paar jaar via een apart merk KBC Brussels, met een grootstedelijk, innovatief imago en een aangepast netwerk. In 2017 brachten we alle betreffende klanten over naar een eigen KBC Brussels-platform en werkten we verder

aan de uitbouw van het kantoren- en agentennetwerk. Ook de dienstverlening van KBC Brussels Live werd zeer gesmaakt door onze klanten in Brussel. Dit en diverse andere initiatieven en acties zorgden ervoor dat KBC Brussels in 2017 meer dan 10 000 nieuwe klanten kon aantrekken. We gaan ook verder met onze groeistrategie in Wallonië. In de eerste jaarhelft van 2018 plannen we de opening van het nieuwe hoofdkantoor in Namen. Ten slotte openden we midden 2017 ook een nieuw buitenlands kantoor van KBC Bank in Italië, ter ondersteuning van bedrijven die klant zijn in onze thuismarkten.

Ons bankverzekeringsconcept bleef bijzonder succesvol: zo had eind 2017 ruwweg de helft van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank, minstens een product van KBC Verzekeringen. Een vijfde van de gezinnen had zelfs minstens drie

bankproducten én drie verzekeringsproducten van KBC. Nog een voorbeeld: tussen acht en negen op de tien KBC Bankklanten met een woningkrediet nam ook een woningpolis van onze groep.

Onze bredere rol in de maatschappij maken we concreet met initiatieven rond ondernemerschap, milieubewustzijn, financiële geletterdheid en de vergrijzingsproblematiek. Ter stimulering van het verenigingsleven

lanceerden we de KBC-Verenigingsservice. Dat is een platform dat toegankelijk is via de site van KBC en dat informatie en tools bundelt die verenigingen op weg en onderweg helpt. Het platform is een ecosysteem tussen KBC en vier partners die samen een brede waaier aan informatie en services aanbieden om een vereniging efficiënt te beheren. Werknemers en bedrijven zoeken vandaag naar oplossingen om hun mobiliteitsbeheer efficiënt in te vullen. Er wordt daarbij volop gefocust op multimobiliteit. In dat kader evolueert KBC Autolease steeds nadrukkelijker van een leasemaatschappij naar een mobiliteitsprovider door in te zetten op verschillende vervoersmogelijkheden, waaronder ook fietsen met KBC Fietslease, en verder te werken aan de vergroening van het wagenpark.

Een mooi voorbeeld op het gebied van financiële geletterdheid is het Get-a-Teacher-initiatief in het Nederlandstalige landsgedeelte. Dat is een initiatief om de financiële kennis, vooral bij jongeren, verder te verbeteren. Via Get-a-Teacher hebben scholen de mogelijkheid om een lesgever te bestellen bij KBC. Die lesgever is een KBC-medewerker die daarvoor werd gescreend en geselecteerd. Het is een gratis, compleet vrijblijvend aanbod voor KBC-klanten én niet-klanten en is gescheiden van de commerciële communicatie van de groep.

Bijdrage van de divisie België tot het groepsresultaat

jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment. * Verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering

In 2017 haalde de divisie België een nettoresultaat van 1 575 miljoen euro, tegenover 1 432 miljoen euro het jaar daarvoor. De nettorente-inkomsten (2 394 miljoen euro) daalden met 11%. Daarbij spelen een aantal negatieve elementen mee, zoals de lage herbeleggingsrentes, de lagere bijdrage tot de rente-inkomsten van de dealingrooms, een lager bedrag aan vervroegdeterugbetalingsrente voor woningkredieten, lagere rente-inkomsten uit de obligatieportefeuille van de verzekeringsactiviteiten en druk op kredietmarges. Die negatieve elementen werden voor een deel gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de significant lagere financieringskosten en de groei van het kredietvolume. Onze nettorentemarge in België daalde verder van 1,80% in 2016 naar 1,57% in 2017. Het volume aan leningen en voorschotten aan klanten (94 miljard euro, zonder reverse repo's) nam toe met 3% en de deposito's van klanten en schuldpapier (133 miljard euro, zonder repo's) namen toe met 6%. Onze nettoprovisie-inkomsten (1 290 miljoen euro) stegen met 21%. Dat had vooral te maken met toegenomen feeinkomsten uit onze assetmanagementactiviteiten en, in mindere mate, hogere effectengerelateerde commissies. Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in België bedroeg 379 miljoen euro. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten (in bijna alle klassen) met 3%, in combinatie met een daling van de schadelasten met 10% (2016 werd beïnvloed door de weersomstandigheden en door de aanslagen in Brussel in maart; 2017 werd begunstigd door de eenmalige terugname van de indexatievoorziening met 26 miljoen euro). De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam bijgevolg uit op een zeer goede 86%. De verkoop van onze levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) bereikte 1,5 miljard euro, 12% minder dan het jaar voordien, waarbij de lagere verkoop van producten met

rentegarantie (-23%) slechts voor een deel kon worden gecompenseerd door een gestegen verkoop van tak 23-producten (+12%). Ook bij de levensverzekeringen was er een terugname van bepaalde voorzieningen (de knipperlichtreserve, 23 miljoen euro in het derde kwartaal). De andere inkomstenposten bestonden uit de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van aandelen en obligaties (123 miljoen euro), de dividenden die we ontvingen op de effecten in onze portefeuilles (52 miljoen euro), onze trading- en reëlewaarde-inkomsten (539 miljoen euro; significant hoger dan in 2016 dankzij sterkere dealingroomresultaten) en de overige inkomsten (174 miljoen euro). Die laatste post omvat vooral de gebruikelijke posten (de resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.) en daarnaast ook diverse, meestal kleinere eenmalige zaken. Onze kosten in België stegen in 2017 met 1% tot 2 452 miljoen euro. Daarbij spelen verschillende elementen mee, met als belangrijkste hogere kosten voor personeel (onder meer pensioenkosten) en voor ICT. De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten bedroeg 52%, tegenover 54% in 2016. Net als in 2016 moesten we slechts een relatief beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken (87 miljoen euro, nog 25 miljoen euro minder dan in 2016). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen die kredietvoorzieningen 9 basispunten, tegenover 12 basispunten het jaar voordien. De kredietkwaliteit verbeterde opnieuw: eind 2017 was nog ongeveer 2,8% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 3,3% eind 2016. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,4% uit van de kredietportefeuille, tegenover 1,7% in 2016. De belastingen in België werden negatief beïnvloed door het upfront-effect van de toekomstige verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting (85 miljoen euro; zie ook bij Groepscenter).

Tsjechië

De macro-economische context in Tsjechië

2017 was een zeer succesvol jaar voor de Tsjechische economie. De reële bbp-groei bedroeg 4,4%, de werkloosheidsgraad bereikte eind 2017 een nieuw dieptepunt van 2,3% (in vergelijking met 3,5% eind 2016) en de inflatie bleef met een jaargemiddelde van 2,5% boven de doelstelling van 2% van de centrale bank (CNB).

Dit feit op zich stelde de CNB in staat om de wisselkoers van de Tsjechische munt in april (na drieënhalf jaar interventiebeleid) vrij te laten en haar beleidsrente in de loop van het jaar tweemaal te verhogen. De repo-rente van de CNB met een looptijd van twee weken bereikte daarmee 0,50% eind 2017. De stopzetting van het wisselkoersbeleid verliep zonder grote schokken en de Tsjechische munt is de daaropvolgende twee kwartalen met ongeveer 6% gestegen ten opzichte van de euro.

Aan de vraagzijde werd de economische groei in Tsjechië ondersteund door zowel consumptie, investeringen als buitenlandse handel. De aanbodzijde werd gedomineerd door de verwerkende nijverheid, maar alle sectoren, met inbegrip van de banksector, vertoonden positieve resultaten.

Voor 2018 verwachten we dat de economische groei wat zal matigen tot 3%, wat nog altijd boven het EU-gemiddelde zal liggen. De werkloosheidsgraad zal in die context laag blijven rond 2,3% eind 2018. De inflatie zal allicht met een jaargemiddelde van 2,2% nog altijd boven de inflatiedoelstelling van de CNB liggen. Bijgevolg verwachten we dat de Tsjechische centrale bank in 2018 nog een aantal keer haar beleidsrente zal verhogen, tot 1,25% op het einde van het jaar.

Specifieke doelstellingen

  • We willen overstappen van hoofdzakelijk kanaalgerichte naar klantgerichte oplossingen, gebaseerd op een geïntegreerd model dat klanten, derde partijen en onze bank-verzekeraar samenbrengt.
  • We mikken ook op het aanbieden van nieuwe innovatieve diensten en producten, daarbij gebruikmakend van digitale opportuniteiten en rekening houdend met nieuwe trends, veranderend klantengedrag en nieuwe regelgeving.
  • We concentreren ons verder op het vereenvoudigen van producten, IT, onze organisatie, ons bankdistributienetwerk, ons hoofdkantoor en de branding, om nog kostenefficiënter te worden.
  • We willen onze bankverzekeringsactiviteiten opvoeren door onder meer een vooruitstrevend en flexibel prijsmodel te introduceren, gecombineerde bank- en verzekeringsproducten te ontwikkelen en de verkoopteams voor verzekeringen te versterken.
  • We willen blijven groeien in onze traditioneel sterke domeinen, zoals kredieten aan bedrijven en woningkredieten. We zetten ook stappen voorwaarts in gebieden waarin we nog niet ons volledige potentieel aangeboord hebben, zoals kredieten aan kmo's en consumentenkredieten.
  • Onze maatschappelijke betrokkenheid komt tot uiting in onze focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.

  • (The Banker, Hospodárˇské noviny)

  • CˇSOB Best Private Bank van Tsjechië (Euromoney, International Banker)
  • CˇSOB bij de beste werkgevers in Tsjechië (Sodexo)
  • Goud voor CˇSOB in de categorie Top Responsible Large Company (Business for Society)
  • Good Company-prijs (Via Foundation)
  • CˇSOB Best Trade Finance Provider en Best FX Provider in Tsjechië (Global Finance)
  • CˇSOB Pojišt'ovna Best life insurance company (Hospodárˇské noviny)
  • enz.

Enkele realisaties in 2017

We lanceerden opnieuw verschillende nieuwe diensten en producten, die inspelen op de veranderende behoeften van onze klanten. Enkele voorbeelden: we werkten aan een nieuwe internetbanking-ervaring voor onze retailklanten en lanceerden een

nieuw elektronisch bankplatform voor bedrijven en kmo's, met vereenvoudigde en intuïtieve interactiemogelijkheden. Met de nieuwe mobiele toepassing Patria Mobile Trader kunnen klanten overal en altijd beleggingstransacties uitvoeren. Het aangeven en opvolgen van verzekeringsclaims kan nu ook online via de app Klientská zóna van Cˇ SOB Pojišt'ovna. En de klanten van de Postal Savings Bank kunnen nu ook een consumentenkrediet online aanvragen en binnen de 15 minuten beschikken over het bedrag.

Om de klantervaring nog beter te begrijpen, gebruiken we, naast traditionele klanttevredenheidsonderzoeken, ook Customer Journey Mapping, waarbij in samenwerking met klanten alle stappen, van de eerste gedachte aan een financiële dienst, over aankoop en gebruik tot zelfs de verbreking van een contract, worden onderzocht. Op basis daarvan verbeteren en vereenvoudigen we onze processen en ons productaanbod.

We realiseerden opnieuw een behoorlijke groei in de domeinen waarin we willen groeien, zoals consumentenkredieten (+16% in 2017) en kmo-kredieten (+5%). Maar ook in gebieden waar we traditioneel al sterk stonden, gaan we vooruit: zo steeg het

volume aan woningkredieten met niet minder dan 11% in 2017. Globaal steeg onze kredietverlening met 8% in 2017 en plaatsten klanten ook 9% meer deposito's bij onze groep. Cˇeská pošta en Cˇ SOB sloten in 2017 een overeenkomst voor 10 jaar over de samenwerking voor bank- en verzekeringsdiensten en breien dus een vervolg aan een kwarteeuw onderlinge samenwerking onder de merknaam Poštovní sporˇitelna (Postal Savings Bank). De overeenkomst trad in werking op 1 januari 2018 en vanaf dan werd Cˇ SOB de enige partner voor de levering van financiële en verzekeringsdiensten.

In 2017 namen ongeveer zes op tien klanten van Cˇ SOB die in 2017 een hypothecaire lening aangingen bij de bank ook een woningverzekering van de groep. Ongeveer de helft van de klanten die in 2017 een hypothecaire lening aangingen bij de bank,

nam ook een levensverzekering van de groep. Het aantal bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal één bank- en verzekeringsproduct van onze groep in portefeuille hebben) groeide aan met 13% in 2017. Stabiele bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groep in portefeuille hebben) groeiden zelfs aan met meer dan 20%.

We namen diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid, en leggen de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.

In 2017 zonden we meer dan 200 Cˇ SOBambassadeurs naar 50 lagere en middelbare scholen, om er

interactieve en onderhoudende lessen te geven over onderwerpen in de sfeer van financiële geletterdheid. Via ons Education Fund steunen we trouwens sinds jaren studenten die het moeilijk hebben. We zien het stimuleren van ondernemerschap als een belangrijk deel van onze duurzaamheidsstrategie. Zo helpen we ondernemingen opstarten en steunen we co-working centres en development hubs waar startende ondernemingen in ideale omstandigheden kunnen werken en contacten leggen. Via ons InnovFin programma bieden we ook financiële ondersteuning aan de meest veelbelovende start-ups. We willen onze klanten bijstaan gedurende hun volledige leven en hebben dus ook speciale aandacht voor senioren. In samenwerking met het adviescentrum Sue Ryder Home lanceerden we het onlineportaal Find your way through senior age, met heel wat praktische informatie voor senioren op het gebied van wetgeving, palliatieve zorgen, subsidies en begeleiding. Milieubewustzijn blijft uiteraard ook een topprioriteit: in de laatste zes jaar hebben we ons energieverbruik met meer dan 20%kunnen verminderen. Ons hoofdkantoor in Praag verkreeg trouwens een LEED-certificaat (Leadership in Energy and Environmental Design). Vrijwilligerswerk en samenwerking met ngo's ten slotte blijft zeer belangrijk in onze groep: meer dan 1 100 collega's hielpen in 2017 een werkdag lang diverse ngo's, niet alleen bij

het uitvoeren van hun werk maar ook door het delen van

kennis en ervaring.

Bijdrage van de divisie Tsjechië tot het groepsresultaat

In 2017 behaalde de divisie Tsjechië een nettowinst van 702 miljoen euro, tegenover 596 miljoen euro het jaar daarvoor. De gestegen gemiddelde wisselkoers (+3%) van de Tsjechische kroon was goed voor ongeveer 18 van de 106 miljoen euro stijging.

De nettorente-inkomsten in Tsjechië (888 miljoen euro) stegen per saldo met 5% omdat de negatieve impact van de aanhoudend lage herbeleggingsopbrengsten en margedruk gecompenseerd werd door het positieve effect van de wisselkoersstijging, een hogere bijdrage van de dealingroom en volumegroei in kredieten. Wat dat laatste betreft: onze leningen en voorschotten aan klanten (22 miljard euro, zonder reverse repo's) stegen met 8% in 2017, onder meer dankzij een sterke groei in de woningkredieten. De deposito's van klanten en schuldpapier (30 miljard euro, zonder repo's) groeiden in een jaar tijd aan met 9%. De nettorentemarge in Tsjechië steeg licht van 2,94% in 2016 naar 2,99% in 2017.

Onze nettoprovisie-inkomsten (192 miljoen euro) stegen licht met 1%, vooral door hogere commissies voor assetmanagementdiensten en de wisselkoersimpact, weliswaar deels tenietgedaan door lagere effectengerelateerde vergoedingen.

Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in Tsjechië bedroeg 130 miljoen euro. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 14%, maar ook een stijging van de technische lasten met 17%. De gecombineerde ratio van onze Tsjechische schadeverzekeringsactiviteiten kwam daardoor uit op 97%. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 0,3 miljard euro, 4% lager dan in 2016, door een gedaalde verkoop van tak 23-producten.

De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (17 miljoen euro), trading- en reëlewaardeinkomsten (222 miljoen euro in 2017, tegenover 117 miljoen euro in 2016, vooral door zeer sterke dealingroomresultaten) en overige inkomsten (40 miljoen euro, begunstigd door de vereffening van een oud juridisch dossier).

De kosten stegen in 2017 met 6% tot 646 miljoen euro, onder meer door de wisselkoersstijging en diverse andere elementen (onder meer hogere personeels- en ICT-kosten). De verhouding van onze kosten ten opzichte van onze opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg daardoor een zeer goede 42%, tegenover 45% in 2016.

Ook in 2017 moesten we maar een zeer beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken van 5 miljoen euro, nog 18 miljoen euro minder dan in 2016. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen dus maar 2 basispunten voor 2017, tegenover 11 basispunten in 2016. De kredietkwaliteit verbeterde opnieuw: eind 2017 was ongeveer 2,4% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 2,8% eind 2016. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,6% uit van de kredietportefeuille (1,9% in 2016).

Internationale markten

De macro-economische context in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland

Slowakije en Bulgarije kenden in 2017 een lichte groeivertraging. De economische groei lag in 2017 met respectievelijk 3,4% en 3,9% in beide landen wel nog altijd ruim boven die in de gehele eurozone. Zoals in de meeste economieën in de regio werd de groei vooral gedreven door de binnenlandse vraag (consumptie en investeringen). Na een veeleer matige groei in 2016 veerde de Hongaarse groei in 2017 op tot 3,9%. Ook in Hongarije was de binnenlandse vraag (consumptie en investeringen) de belangrijkste groeimotor. De forse economische groei vertaalde zich ook in een gunstige ontwikkeling van de loongroei en de werkgelegenheid. Bijgevolg lag de werkloosheidsgraad eind 2017 1,5 (Slowakije), 0,5 (Hongarije) en 0,6 (Bulgarije) procentpunten onder het peil van eind 2016.

De inflatie in de drie landen liet de negatieve zone in 2017 achter zich. In 2017 bedroeg de jaargemiddelde stijging van de consumptieprijzen in Slowakije en Bulgarije respectievelijk 1,4% en 1,3%. De inflatie in Hongarije veerde op tot 2,4%, wel nog altijd lager dan de inflatiedoelstelling van de Hongaarse Nationale Bank. De centrale bank hield er haar beleid in 2017 dan ook zeer expansief en versoepelde het zelfs nog verder.

We verwachten voor 2018 dat de reële bbp-groei in Slowakije licht zal versnellen tot 3,8%. In Bulgarije zal de reële bbp-groei fors blijven met 3,9%. In lijn met de sterke regionale groeiprestatie zal ook de Hongaarse economie in 2018 allicht groeien met 3,8%.

Met een groei van 6,5% behoorde ook de Ierse economie in 2017 tot de sterkste groeiers binnen de eurozone. De Ierse inflatie steeg in 2017 weliswaar opnieuw boven 0%, maar bedroeg jaargemiddeld niettemin slechts 0,3%. De aanhoudend sterke economische groei zorgde ervoor dat de Ierse overheidsschuldratio in 2017 verder daalde tot 68% van het bbp. We verwachten dat de economische groei in Ierland in 2018 zal vertragen tot 3,5%, nog steeds een ruim procentpunt hoger dan de verwachte groei voor de eurozone.

In juni 2017 organiseerden we een Investor Visit in Dublin. De deelnemers kregen een demonstratie van een mobiele app in Ierland met een nieuw onboardingproces, waarbij het aantal stappen die een nieuwe klant moet doorlopen om klant te worden, werd teruggebracht van 26 naar slechts 5. Ze zagen hoe DZI Insurance in Bulgarije momenteel actief gebruik maakt van drones om schadeclaims in de landbouw te beoordelen. In een aparte Innovatiezone presenteerde KBC ook een aantal andere klantgerichte innovatieve oplossingen, waaronder de unieke factuurscanner in Slowakije, waarmee facturen automatisch omgezet worden in een betaalopdracht, en een Mobile Token (identificatie en autorisatie) in Hongarije.

Specifieke doelstellingen

  • In de Centraal-Europese landen willen we overschakelen van een kantoorgericht naar een omnikanaal distributiemodel. In Ierland gaan we volop voor Digital First (zie verder).
  • In Hongarije mikken we op inkomstengroei, via een sterke klantenwerving in alle banksegmenten en via intensievere crossselling, om ons marktaandeel en onze winstgevendheid te verhogen. We ambiëren ook een stevige groei van onze verzekeringsactiviteiten, vooral door verkoop in de bankkantoren en, voor niet-levensverzekeringen, via (internet-) makelaars en agenten. Ook vereenvoudiging van producten en processen staat centraal.
  • In Slowakije mikken we op een verderzetting van de sterke groei in strategische producten (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering, leasing, verzekeringen), onder meer via crossselling aan bestaande klanten van de Cˇ SOB-groep. Net zoals in Hongarije staat ook vereenvoudiging van producten en processen centraal.
  • In Bulgarije mikken we aan de bankzijde op een sterke toename van het marktaandeel in leningen, in alle segmenten. Dat gebeurt binnen een robuust risicokader. De overname van United Bulgarian Bank in juni 2017, waardoor ons marktaandeel nu 10% bedraagt, moet die groei verder ondersteunen. Onze verzekeraar DZI heeft al een belangrijk marktaandeel en het blijft de bedoeling sterker te groeien dan de markt, zowel in levens- als niet-levensverzekeringen, zowel via het bankkanaal (dat nu met UBB heel wat groter is geworden) als via andere kanalen. In dat kader bereikte KBC eind 2017 trouwens een overeenkomst waarbij de groep het resterende MetLife-belang van 40% verwerft in UBB-MetLife Insurance Company AD, en daardoor zijn marktaandeel in levensverzekeringen ongeveer verdubbelt.
  • In Ierland, dat in 2017 een volwaardig kernland werd, gaan we met een Digital First-strategie volop voor een uitmuntende klantervaring. We willen ons differentiëren door het instant en proactief aanbieden van diensten en producten en door een hoge toegankelijkheid (onder meer via mobile en contact center). Kernland betekent ook dat we ernaar streven om minimaal 10% marktaandeel te halen in de segmenten Retail en Micro-kmo's en dat we, zoals in de andere kernlanden, volop kiezen voor bankverzekeren. De verzekeringsproducten bieden we er aan via partnerships en samenwerkingsverbanden.
  • We streven naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak in alle landen. Onze focusdomeinen zijn milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en gezondheid.

Enkele realisaties in 2017

Net zoals in België en Tsjechië bekijken we voortdurend hoe we nieuwe technologieën kunnen aanwenden om onze dienstverlening nog beter af te stemmen op de behoeften van onze klanten in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. Zo was in Ierland KBC

Bank de eerste bank die zowel Apple Pay als Android Pay ter beschikking stelde van haar klanten. In Bulgarije hebben MasterCard en CIBANK de handen in elkaar geslagen om de eerste geldautomaat op de markt te brengen die kaarten en toestellen voor contactloos betalen aanvaardt. En in Hongarije kunnen klanten dankzij de Mobile Wallet betalingen uitvoeren via hun mobiele toestel.

De klant centraal stellen was ook het uitgangspunt van de nieuwe digitale strategie van KBC Bank Ireland. In het kader van zijn klantgerichte Digital First-strategie zal KBC Bank Ireland zijn inspanningen en investeringen in expertise en middelen opvoeren om zich voluit te ontwikkelen tot een Digital First klantgerichte bank en tegelijk zal het zijn legacyportefeuille voorzichtig en efficiënt blijven beheren. Op het vlak van distributie en dienstverlening zal de bank zijn motto Alle dagen bereikbaar, de klok rond mogelijk maken. Om de digitalisering en innovatie sneller te laten verlopen, zal de bank zijn samenwerking opvoeren met de andere entiteiten van de KBC-groep en gebruikmaken van innovatie en kennis die in andere kernmarkten van KBC hun nut bewezen hebben. Bovendien zal het nieuwe core banking-systeem met een open architectuur KBC Bank Ireland de mogelijkheid bieden samen te werken met fintechbedrijven en diensten te verlenen van en aan andere marktspelers.

Om de commerciële slagkracht en toekomstbestendigheid te verhogen, en als driver voor kostenbeheersing, efficiëntie- en effectiviteitsverbetering, hebben alle banken in de divisie Internationale Markten een programma gestart om te migreren naar een gemeenschappelijk core banking-platform. Twee van de vier landen gebruiken reeds een belangrijk deel van de architectuur.

In alle Centraal-Europese kernlanden groeiden onze deposito's verder aan. Hetzelfde geldt voor de kredieten, waar bovendien ook de kwaliteit verder verbetert, met onder meer een afname van het aandeel impaired kredieten in de portefeuille.

Specifiek in Bulgarije namen we een grote sprong voorwaarts met de overname van United Bulgarian Bank en Interlease midden 2017 en het akkoord over de overname van het resterende deel in de levensverzekeraar UBB-MetLife Insurance Company eind 2017. Door die overnames willen we de

referentie worden in bankverzekeren in Bulgarije, een land met sterke macro-economische fundamentals en aantrekkelijke mogelijkheden voor de verdere uitbouw van financiële dienstverlening. KBC wordt met deze overname ook actief in leasing, assetmanagement en factoring in Bulgarije en kan dus zijn klanten daar een volledig gamma van financiële diensten aanbieden. De totale overnameprijs voor UBB en Interlease bedroeg 0,6 miljard euro. We verkochten ook onze beperkte assetmanagementactiviteiten in Polen (KBC TFI), omdat dat land niet tot ons geografische kerngebied hoort.

Voor de divisie als geheel groeide het aantal bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal één bank- en verzekeringsproductvan onze groep in

portefeuille hebben) aan met 13% in 2017.

Het aantal stabiele bankverzekeringsklanten (met minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten) nam zelfs toe met 23%. We realiseren bovendien tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in Bulgarije en Slowakije bij meer dan negen op tien, en in Hongarije bij meer dan zeven

op tien van onze nieuwe hypothecaire kredieten ook een

brandverzekering van de groep.

We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Zo ondersteunt K&H in Hongarije al 14 jaar het K&H MediMagic programme, dat financiële

en materiële hulp biedt aan zieke kinderen. Dit jaar lag de focus daar op medische apparatuur voor de behandeling van kinderen tussen 8 en 11 jaar. Verder zet K&H in op financiële geletterdheid via de wedstrijd Ready, Steady, Money en de investor club voor jonge beleggers. In Slowakije streeft de SOB Foundation naar een betere levenskwaliteit en focust daarbij vooral op veiligheid en gezondheid van kinderen. Cˇ SOB biedt ook groene leningen aan voor gezinnen die energieefficiënte aanpassingen doen in hun huizen. In Bulgarije lanceerde CIBANK in samenwerking met andere partners eStore Solutions, een programma voor de ontwikkeling van webshops voor kmo's en grote bedrijven. Via My Finances zet CIBANK in op financiële geletterdheid. KBC Bank Ierland sponsorde opnieuw de KBC Bank Ireland Bright Ideas, een uniek platform waar mensen ideeën kunnen aanbrengen om hun buurt te verbeteren. Dit jaar lanceerde KBC Bank Ierland ook KBC Bank Ireland Bright Business Ideas voor de belangrijkste sociale vernieuwers en ondernemers.

Bijdrage van de divisie Internationale markten tot het groepsresultaat

Betreft 2017; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2016. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

* Verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering

  • CˇSOB in Slowakije en K&H Bank in Hongarije: Best Trade Finance Provider 2017 (Global Finance)
  • CˇSOB Poist'ovnˇa tweede plaats bij Insurance Company of the year (Trend)
  • K&H Bank in Hongarije: Socially Responsible bank of the year (Mastercards awards), Bank of the Year (The Banker)
  • Banking transaction of the year: prijs voor de overname van UBB (Bank of the Year Association in Bulgarije)
  • KBC Bank Ireland: ontving in 2017 de prijs voor Best Value Current Account, Best Value First-time Buyers Mortgage en Best Value Switcher Mortgage (Bonkers.ie Awards)
  • KBC Bank Ierland ontving ook een prijs voor Best use of app for mobile (Accenture Digital Media Award)
  • enz.

In 2017 bedroeg het nettoresultaat van onze divisie Internationale Markten 444 miljoen euro, tegenover 428 miljoen euro het jaar daarvoor. Dat was 146 miljoen euro voor Hongarije, 79 miljoen euro voor Slowakije, 50 miljoen euro voor Bulgarije en 167 miljoen euro voor Ierland. De resultaten van de divisie en Bulgarije bevatten ook de resultaten van United Bulgarian Bank en Interlease voor de tweede jaarhelft van 2017. Wanneer in de tekst op vergelijkbare basis staat, bedoelen we zonder het effect van deze overname.

De nettorente-inkomsten van de volledige divisie bedroegen 837 miljoen euro in 2017, 13% meer dan in 2016. Dat is +6% op vergelijkbare basis, vooral toe te schrijven aan lagere financierings- en liquiditeitskosten in Ierland. Wat volumes betreft: de leningen en voorschotten aan klanten van de volledige divisie (24 miljard euro, zonder reverse repo's) stegen met 13% in 2017, of 4% op vergelijkbare basis. Daarbij werd de daling in Ierland (-1%, vooral door de verdere afbouw van de bedrijfskredieten) meer dan goedgemaakt door stijgingen in Slowakije (+8%, onder meer dankzij de woningkredieten), Hongarije (+11%) en Bulgarije (maal drie door de opname van UBB, of +11% op vergelijkbare basis). De deposito's van klanten en schuldpapier van de divisie (23 miljard euro, zonder repo's) stegen met bijna 24%, of 7% op vergelijkbare basis. De deposito's groeiden aan in alle landen: Ierland (+8%), Slowakije (+6%), Hongarije (+7%) en Bulgarije (maal vijf door de opname van UBB, of +14% op vergelijkbare basis). De gemiddelde nettorentemarge van de divisie steeg van 2,55% naar 2,77%.

Bij de nettoprovisie-inkomsten (232 miljoen euro) noteerden we een stijging van 15%, of 4% op vergelijkbare basis. De stijging situeert zich vooral bij de fees in verband met betalingsverkeer.

De verzekeringsactiviteiten van de divisie hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije (in Ierland werken we via partnerships). Het technische resultaat van die verzekeringsactiviteiten bedroeg 117 miljoen euro in 2017. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 13% (met groei in alle landen), een stijging van de schadelasten met 32% (vooral in Hongarije en Bulgarije) en een verbetering van het resultaat uit afgestane herverzekering (in Bulgarije). De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg daardoor 93% voor de divisie. De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) kwam uit op 120 miljoen euro, iets lager dan in 2016, vooral door een gedaalde verkoop van tak 23-producten in Hongarije.

De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (3 miljoen euro), trading- en reëlewaarde-inkomsten (95 miljoen euro) en de overige inkomsten (-112 miljoen euro). Dat laatste is significant lager dan in 2016, omdat het in 2017 negatief werd beïnvloed door de aanleg van 116 miljoen euro in verband met een sectorwijde herziening van trackerhypotheken (tracker mortgages) die voor 2009 in Ierland werden afgesloten (zie Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

De kosten stegen in 2017 met 12% tot 837 miljoen euro. Dat is +6% op vergelijkbare basis, en is vooral gesitueerd in Ierland (hogere bankentaksen, gestegen kosten voor ICT, professionele vergoedingen en personeel, dat laatste gedreven door de sterke expansie). De verhouding van de kosten ten

opzichte van de opbrengsten van de bankactiviteiten van de divisie bedroeg daardoor 72%, tegenover 64% in 2016.

Bij de kredietvoorzieningen was er een nettoterugname (met positieve invloed op het resultaat) van 197 miljoen euro in 2017, tegenover een eveneens nettoterugname van 42 miljoen euro in 2016. De gunstige ontwikkeling in 2017 is vooral te danken aan Ierland, met een nettoterugname van 215 miljoen euro in 2017, vooral gerelateerd aan de stijging van de index van de gemiddelde huizenprijzen op negen maanden, een verbetering van de portefeuille probleemkredieten en modelwijzigingen. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen van de hele divisie -74 basispunten, tegenover -16 basispunten het jaar voordien (een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van impairments, dus met positieve invloed op het resultaat). Per land was dat: -170 basispunten voor Ierland, -22 basispunten voor Hongarije, 16 basispunten voor Slowakije en 83 basispunten voor Bulgarije. De kredietkwaliteit verbeterde opnieuw: eind 2017 was ongeveer 20% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 25% eind 2016. Dat nog steeds relatief hoge cijfer heeft vooral te maken met het hoge (maar al significant gedaalde) cijfer in Ierland. Eind 2017 maakten impaired kredieten daar 35% uit, een jaar voordien was dat nog 43%. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 11% van de kredietportefeuille van de divisie uit, tegenover 13% in 2016.

Groepscenter

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. In 2017 tekende het Groepscenter voor een nettoresultaat van -146 miljoen euro, tegenover -29 miljoen euro in het jaar daarvoor. Het omvat:

  • de traditionele elementen zoals de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie en (financierings-) kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties: -91 miljoen euro in 2017, -135 miljoen euro in 2016;
  • de resultaten van de af te bouwen ondernemingen waaronder de vroegere Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz.: 91 miljoen euro in 2017, 33 miljoen euro in 2016. Noteer dat het cijfer voor 2017 positief werd beïnvloed door de boeking van 66 miljoen euro uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot de vereffening van IIB Finance;
  • overige elementen: -147 miljoen euro in 2017, 74 miljoen euro in 2016. Het cijfer voor 2017 omvat -126 miljoen euro gerelateerd aan de wijziging van de vennootschapsbelasting in België, vooral het upfront-effect van het aangekondigde lagere tarief van de vennootschapsbelasting op de uitgestelde belastingen die op de balans zijn uitgedrukt (zie Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Het deel dat met legacy-activiteiten te maken heeft, wordt aan Groepscenter toegerekend).

U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

Hoe beheren we onze risico's?

KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, enz.

In dit hoofdstuk concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen. De algemene risico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

  • Risicobeleid;
  • Kredietrisico: de inleiding, Kredietrisicobeheer op transactieniveau, Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau, de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten, Kredietherstructureringen, de tabel Andere kredietrisico's bankactiviteiten, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep en de tabel Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse;
  • Marktrisico van tradingactiviteiten: de inleiding, Beheer van het marktrisico en Risicoanalyse en -kwantificering;
  • Marktrisico van niet-tradingactiviteiten: de inleiding, de delen Beheer van het marktrisico van niet-tradingactiviteiten, Renterisico (met uitzondering van de tabellen Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve met 10 basispunten voor de KBC-groep en Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten), de tabel Blootstelling aan overheidsobligaties en Wisselkoersrisico;
  • Liquiditeitsrisico: de inleiding, Beheer van het liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse;
  • Verzekeringstechnisch risico.

Risicobeleid

De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn:

  • de Raad van Bestuur, bijgestaan door het Risico- en Compliancecomité (RCC), die jaarlijks beslist over en toezicht houdt op de risicobereidheid en de risicostrategie. De Raad zorgt ook voor de ontwikkeling van een gezonde en consistente groepswijde risicocultuur, gestoeld op een volledig begrip van de risico's die de groep loopt en hoe ze worden beheerd, rekening houdend met de risicobereidheid van de groep.
  • een geïntegreerde aanpak geconcentreerd rond het Directiecomité die risicobereidheid, strategie en het bepalen van performancedoelstellingen aan elkaar koppelt;
  • het Risicobeheercomité en activiteitgebonden risicocomités gemandateerd door het Directiecomité;
  • risicobewuste commerciële managers die optreden als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer binnen de groep;
  • één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (groeps-CRO), lokale CRO's en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (een deel van) de tweede verdedigingslinie en Interne Audit vormt de derde verdedigingslinie.

Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:

  • Directiecomité:
  • doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over de risico- en kapitaalstrategie, de risicobereidheid en het algemene concept van het risicobeheerkader;
  • beslist over de geïntegreerde en voor specifieke risicotypes opgestelde risicobeheerkaders en ziet toe op de implementatie ervan in de hele groep;
  • wijst kapitaal toe aan activiteiten om het risicogewogen rendement te maximaliseren;
  • treedt op als het belangrijkste risicocomité en behandelt essentiële onderwerpen die de specifieke risicocomités of het Groepscomité Assets & Liabilities (Groeps-ALCO) doorsturen;
  • bewaakt de voornaamste risicoblootstelling van de groep zodat die blijft overeenstemmen met de risicobereidheid.
  • Groeps-ALCO:
  • is een businesscomité dat het Directiecomité bijstaat op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het comité behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico.

  • Risicocomités:

  • Het Risicobeheercomité helpt het Directiecomité te beoordelen of het risicobeheerkader van KBC volstaat en nageleefd wordt, en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-diensten van de KBCgroep.
  • De activiteitgebonden Groepsrisicocomités (respectievelijk voor kredietverlening, markten en verzekeringen) ondersteunen het Directiecomité bij het vaststellen en bewaken van limieten voor die activiteiten op groepsniveau. Liquiditeits- en ALM-kwesties met betrekking tot die activiteiten worden behandeld door het Groeps-ALCO.
  • Het Groepscomité Interne Controle (GICC) ondersteunt het Directiecomité bij het bewaken en verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC.
  • Om de risicofunctie een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet volgens een logische segmentatie op basis van entiteit en/of divisie. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd, omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces en hun vetorecht kunnen uitoefenen als dat nodig is. De onafhankelijkheid van de CRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO.
  • Risico Groep en Kredietrisico Groep (samen de groepsrisicofunctie) hebben een aantal taken, waaronder de bewaking van risico's op overkoepelend groepsniveau, de ontwikkeling van risico- en kapitaalmodellen (terwijl de businessmodellen doorgaans worden ontwikkeld door de business), onafhankelijke waarderingen van alle risico- en kapitaalmodellen, de ontwikkeling van risicokaders en advies geven en rapporteren over kwesties die worden behandeld door het Groepsdirectiecomité en de risicocomités. Waar nodig worden speciale werkgroepen opgericht met vertegenwoordigers uit de risicofunctie en de business om opkomende risico's of onverwachte ontwikkelingen op geïntegreerde wijze (met aandacht voor alle risicotypes) aan te pakken.

Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).

Hierboven vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.

Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations > Rapporten > Risicorapporten.

Risicobereidheid

De algemene verantwoordelijkheid van het management van een financiële instelling kan worden omschreven als het beheer van kapitaal, liquiditeit, rendement (inkomsten tegenover kosten) en risico's, die vooral ontstaan uit de bijzondere situatie van banken en verzekeraars als risico-omzetters. Het nemen en omzetten van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen om waarde te creëren).

Hoeveel risico KBC bereid is te nemen en zijn risicotolerantie zitten vervat in het begrip risicobereidheid. Het is een belangrijk instrument in het algemene (risico)beheer van de KBCgroep. Want uitdrukkelijk uitspreken hoeveel en welke risico's – zowel kwalitatief als kwantitatief – we willen nemen, helpt ons de risico's beter te begrijpen en te beheren.

KBC omschrijft risicobereidheid als hoeveel en welk type risico het kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven.

De mogelijkheid om risico te aanvaarden (ook de risicodragende capaciteit genoemd) wordt beperkt door zowel financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal, liquiditeitsprofiel, enz.) als niet-financiële verplichtingen (reglementen, wetten, enz.), terwijl de bereidheid om risico te aanvaarden afhankelijk is van de belangen van de verschillende stakeholders (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers, management,

toezichthouders, klanten, enz.). Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat de organisatie haar belangrijkste stakeholders en hun verwachtingen kent.

De risicobereidheid van KBC wordt beschreven in een risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement, RAS), die wordt opgesteld op groeps- en lokaal niveau. De risicobereidheidsverklaring weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over risico's nemen in het algemeen, en over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement. De verklaring is gebaseerd op risicobereidheidsdoelstellingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de bedrijfsstrategie en geeft een kwalitatieve beschrijving van het speelveld van de KBC-groep. Die overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen worden verder gespecificeerd in kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen voor de verschillende risicotypes. De risicobereidheid op lange termijn wordt ingedeeld als Hoog (H), Medium (M) of Laag (L) op basis van de metrics en drempels die worden bepaald in de risicobereidheidsondersteunende oefening die wordt uitgevoerd voor de belangrijkste risicotypes. De bepaling van de risicobereidheid en de daarmee samenhangende drempels per metric bepalen de langetermijnbovengrens voor KBC. De specifieke limieten per risicotype voor 2018 komen overeen met de

langetermijnbovengrens, maar kunnen worden verlaagd. De limieten worden naar de lagere echelons uitgewaaierd via (primaire) limieten die aan de entiteiten worden opgelegd.

Langetermijnplanning & bepaling risicobereidheid

Kredietrisico

Wat is het?

Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij (bijvoorbeeld een kredietnemer), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.

We beheren ons kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's en het nemen van risicobeperkende maatregelen.

We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.

Kredietrisicobeheer op transactieniveau

Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een acceptatieproces, waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.

Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle beschikbare nieuwe informatie (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie of een beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen voor de klant.

Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau

We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten, maar ook op de volledige kredietrisicoscope.

Terwijl sommige limieten zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven

(Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2017 hadden de belangrijkste groepsentiteiten en enkele kleinere entiteiten de IRB Advanced-benadering ingevoerd, behalve CIBANK/United Bulgarian Bank in Bulgarije (standaardbenadering) en Cˇ SOB in Slowakije (IRB Foundation-benadering). De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.

Gebruik van risicomodellen

Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.

Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.

De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de

kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de status non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet impaired.

Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de IRB Advanced-modellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.

Vanaf 2018 zullen bijzondere waardeverminderingen opgenomen worden volgens de IFRS 9-normen (berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss) voor debiteuren in gebreke en op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden of over de volledige resterende looptijd voor debiteuren die niet in gebreke zijn, afhankelijk van het feit of het kredietrisico is toegenomen en er daardoor is overgegaan van stage 1 naar stage 2). Daarvoor zullen we specifieke IFRS 9-modellen gebruiken.

Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

In de volgende delen gaan we dieper in op de kredietrisico's van de entiteiten van de KBC-groep.

Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde)

bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten,

garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.

De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.

Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-2017 31-12-2016
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro)
Toegestaan bedrag 191 181
Uitstaand bedrag 154 148
Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1
België 63% 65%
Tsjechië 16% 15%
Internationale Markten 18% 17%
Groepscenter 3% 3%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1
Particulieren 42% 42%
Financiële en verzekeringsdiensten 5% 6%
Overheden 3% 3%
Bedrijven 50% 49%
Diensten 12% 12%
Distributie 8% 8%
Vastgoed 7% 7%
Bouw 4% 4%
Landbouw, veeteelt en visserij 3% 3%
Auto-industrie 2% 2%
Overige2 14% 14%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 6
West-Europa 71% 73%
Centraal- en Oost-Europa 26% 23%
Noord-Amerika 1% 2%
Overige 2% 2%
Totaal 100% 100%
Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3
PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 29% 30%
PD 2 (0,10% – 0,20%) 9% 9%
PD 3 (0,20% – 0,40%) 18% 17%
PD 4 (0,40% – 0,80%) 15% 14%
PD 5 (0,80% – 1,60%) 12% 12%
PD 6 (1,60% – 3,20%) 8% 9%
PD 7 (3,20% – 6,40%) 4% 5%
PD 8 (6,40% – 12,80%) 2% 2%
PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 2% 2%
Totaal 100% 100%
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 31-12-2017 31-12-2016
Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten5 9 186 10 583
Bijzondere waardeverminderingen 4 039 4 874
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) 237 288
Kredietkostenratio
Divisie België 0,09% 0,12%
Divisie Tsjechië 0,02% 0,11%
Divisie Internationale Markten -0,74% -0,16%
Ierland -1,70% -0,33%
Slowakije 0,16% 0,24%
Hongarije -0,22% -0,33%
Bulgarije 0,83% 0,32%
Groepscenter 0,40% 0,67%
Totaal -0,06% 0,09%
Ratio van impaired kredieten
Divisie België 2,8% 3,3%
Divisie Tsjechië 2,4% 2,8%
Divisie Internationale Markten 19,7% 25,4%
Groepscenter 9,8% 8,8%
Totaal 6,0% 7,2%
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 5 242 5 711
Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 3 361 3 603
Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn
Divisie België 1,4% 1,7%
Divisie Tsjechië 1,6% 1,9%
Divisie Internationale Markten 11,3% 13,4%
Groepscenter 7,3% 5,8%
Totaal 3,4% 3,9%
Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten]
Totaal 44% 46%
Totaal (exclusief hypothecaire leningen) 54% 54%

Tot divisie België behoort ook het beperkte netwerk van elf buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. Die kantoren focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC en hebben een totale kredietportefeuille van ca. 6 miljard euro.

1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.

2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.

3 Interneratingschaal.

4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.

5 Verdeling van de eindejaarcijfers: de daling van 1 397 miljoen euro tussen 2016 en 2017 was het gevolg van een daling van deze categorie kredieten met 393 miljoen euro in divisie België, 41 miljoen euro in divisie Tsjechië en 982 miljoen euro in divisie Internationale Markten (waarvan 1 433 miljoen euro in Ierland), en van een stijging met 19 miljoen euro in Groepscenter. 6 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in het Quarterly Report van KBC over het vierde kwartaal van 2017 op www.kbc.com.

Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland en Bulgarije geven we de volgende bijkomende informatie.

Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland* 31-12-2017 31-12-2016
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 12 13
Verdeling per krediettype
Woningkredieten en overige kredieten aan particulieren 90% 86%
Kmo- en bedrijfskredieten 5% 7%
Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling 5% 7%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 65% 57%
Impaired, PD 10 18% 22%
Impaired, PD 11 + 12 17% 21%
Kredietkostenratio -1,70% -0,33%
Dekkingsratio 36% 43%
Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van United Bulgarian Bank (vanaf 2017) en CIBANK* 31-12-2017 31-12-2016
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 3,3 0,9
Verdeling per krediettype
Woningkredieten en overige kredieten aan particulieren 39% 38%
Kmo- en bedrijfskredieten 55% 54%
Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling 6% 8%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 78% 84%
Impaired, PD 10 3% 3%
Impaired, PD 11 + 12 19% 13%
Kredietkostenratio 0,83% 0,32%
Dekkingsratio 57% 41%

* Een definitie vindt u in Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).

Kredietherstructureringen

Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert, uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen.

Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat:

  • rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld;
  • de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen;
  • achterstallen worden gekapitaliseerd;
  • een uitstel van betaling wordt toegestaan (tijdelijke vrijstelling van kapitaal- en/of rentebetaling);
  • de schulden worden kwijtgescholden.

Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd met het oog op identificatie, controle en rapportering.

Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen. In overeenstemming met de IFRS 9-normen zal met ingang van 1 januari 2018 een krediet met de status foreborne altijd aan stage 2 worden toegewezen (dit geldt alleen voor klanten die niet in wanbetaling zijn, omdat klanten in wanbetaling altijd worden ondergebracht in stage 3).

Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status

wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.).

Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.

Eind 2017 maakten geherstructureerde kredieten 4% van onze totale kredietportefeuille uit. Ten opzichte van eind 2016 was er een daling van de blootstelling aan geherstructureerde kredieten met 17,5%, voornamelijk als gevolg van normaliseringen, en in mindere mate door terugbetalingen en afschrijvingen. In Ierland daalde die blootstelling met 24,8%.

Brutoboekwaarde Openings
balans
Ontwikkelingen
Kredieten
waar
aan een
herstructu
rering is
toegekend
Kredieten
die niet
langer als
geher
structureerd
worden
beschouwd
Terug
betalingen
Af
schrijvingen
Overige1 Slotbalans
2017
Totaal 7 083 954 -1 677 -375 -478 335 5 841
Waarvan KBC Bank Ireland 5 083 167 -787 -220 -419 0 3 824
2016
Totaal 7 794 1 379 -1 054 -861 -192 17 7 083
Waarvan KBC Bank Ireland 5 383 320 -201 -296 -123 0 5 083
Bijzondere waardeverminderingen Openings
balans
Ontwikkelingen Slotbalans
Bestaande
waardever
minde
ringen op
kredieten
waar
aan een
herstructu
rering is
toegekend
Daling van
waardever
minderin
gen omdat
kredieten
niet langer
geherstruc
tureerd zijn
Stijging van
waardever
minde
ringen op
geherstruc
tureerde
kredieten
Daling van
waardever
minde
ringen op
geherstruc
tureerde
kredieten
Overige2
2017
Totaal 1 967 75 -586 222 -284 28 1 422
Waarvan KBC Bank Ireland 1 511 0 -537 92 -227 0 838
2016
Totaal 2 203 213 -427 292 -276 -38 1 967
Waarvan KBC Bank Ireland 1 607 0 -134 228 -190 0 1 511

On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen (in miljoenen euro) – Ontwikkelingen tussen openings- en slotbalans

1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.

2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.

Geherstructureerde kredieten In procenten van
de uitstaande
Verdeling per PD-klasse
portefeuille (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit)
PD 1-8 PD 9 PD 10 PD 11-12
(impaired, minder
dan 90 dagen
achterstallig)
(impaired, 90
dagen of meer
achterstallig)
31-12-2017
Totaal 4% 9% 13% 49% 28%
Waarvan KBC Bank Ireland 32% 0% 18% 55% 27%
Per klantensegment1
Particulieren2 6% 8% 18% 53% 21%
Kmo's 1% 25% 11% 32% 32%
Bedrijven3 3% 8% 4% 47% 42%
31-12-2016
Totaal 5% 9% 13% 52% 26%
Waarvan KBC Bank Ireland 39% 1% 16% 56% 27%
Per klantensegment1
Particulieren2 8% 9% 18% 54% 19%
Kmo's 1% 32% 10% 36% 21%
Bedrijven3 4% 4% 5% 50% 41%

1 Niet geauditeerd door de commissaris.

2 In 2017 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2016 was dat 99%).

3 In 2017 had 47% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2016 was dat 47%).

Andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

De belangrijkste bronnen van andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten zijn:

Commerciële transacties op korte termijn. Dit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt voornamelijk risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.

Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het

emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.

Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.

Andere kredietrisico's, bankactiviteiten

(in miljarden euro) 31-12-2017 31-12-2016
Commerciële transacties op korte termijn 3,0 3,3
Emittentenrisico1 0,2 0,1
Tegenpartijrisico van professionele transacties2 8,3 9,6

1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.

2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België, Frankrijk en Tsjechië). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.

Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.

Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep

(in miljoenen euro, marktwaarde)1 31-12-2017 31-12-2016
Per balanspost
Effecten 20 697 22 211
Obligaties en soortgelijke effecten 19 259 20 890
Tot einde looptijd aangehouden 6 140 6 550
Voor verkoop beschikbaar 13 064 14 286
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
2 5
Als leningen en vorderingen 53 48
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten 1 437 1 321
Voor verkoop beschikbaar 1 434 1 317
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden
voor handelsdoeleinden
4 3
Overige 0 0
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 352 332
Beleggingscontracten, tak 232 14 421 13 693
Overige 2 246 1 831
Totaal 37 715 38 066
Details over obligaties en soortgelijke effecten
Per externe rating3
Investment grade 98% 96%
Non-investment grade 2% 4%
Zonder rating 0% 0%
Per sector3
Overheden 63% 61%
Financieel4 23% 25%
Overige 14% 14%
Per restlooptijd3
Maximaal 1 jaar 11% 12%
Tussen 1 en 3 jaar 19% 19%
Tussen 3 en 5 jaar 14% 15%
Tussen 5 en 10 jaar 31% 31%
Meer dan 10 jaar 25% 23%

1 De totale boekwaarde bedroeg 36 540 miljoen euro eind 2017 en 36 619 miljoen euro eind 2016.

2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.

3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.

4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.

We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte

verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.

Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1
:
Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2
(in miljoenen euro)
EAD
2017
EL
2017
EAD
2016
EL
2016
AAA tot en met A- 191 0,08 186 0,08
BBB+ tot en met BB- 14 0,02 12 0,02
Lager dan BB- 0 0 0 0
Zonder rating 2 0,04 2 0,04
Totaal 206 0,13 200 0,13

1 Op basis van interne ratings.

2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Positie in overheidsobligaties (bank- en verzekeringsportefeuille samen)

We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In het deel Marktrisico van niet-tradingactiviteiten onder Creditspreadrisico geven we een uitsplitsing per land, samen met de economische invloed van een stijging van de spread met 100 basispunten.

Positie in gestructureerde kredieten (bank- en verzekeringsportefeuille)

De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten (voornamelijk Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en)) bedroeg 1,0 miljard euro. Dat is een daling met 0,4 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2016 als gevolg van terugbetalingen. Er werden in 2017 geen nieuwe beleggingen gedaan.

Reglementair kapitaal

De reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico stegen van 5 944 miljoen euro eind 2016 tot 6 213 miljoen euro eind 2017, volgens de phased-in-methode. Volgens de fully loaded-methode stegen de reglementaire kapitaalvereisten van 6 017 miljoen euro eind 2016 tot 6 248 miljoen euro eind 2017. Die stijging van de gewogen kredietrisico's in 2017 was voornamelijk toe te schrijven aan de overname van United Bulgarian Bank. Meer details vindt u in het hoofdstuk Credit Risk van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisico van tradingactiviteiten

Wat is het?

We definiëren marktrisico als de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.

We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Er worden ook beperkte tradingactiviteiten uitgevoerd bij het recent overgenomen United Bulgarian Bank (UBB) in Bulgarije (het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico bedroeg 6 miljoen euro eind 2017). De dealingrooms, waarbij België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.

De resterende geringe posities in de legacy-CDO-activiteiten werden in april 2017 volledig geliquideerd, waardoor die bedrijfsactiviteit definitief en volledig werd afgesloten. De legacy-bedrijfsactiviteiten in omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten werden overgedragen van KBC Investments Limited naar KBC Bank NV, omdat er maar een kleine hoeveelheid contracten overblijft (goed voor ongeveer 1% van het totale reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico vermeld in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk). De legacy-bedrijfsactiviteit in fondsderivaten is bijna volledig afgebouwd, wat betekent dat KBC Investments Limited op korte termijn zal worden ontbonden.

Beheer van het marktrisico

Het doel van ons marktrisicobeheer is het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's, om te verzekeren dat de activiteiten overeenstemmen met de risicobereidheid van de groep. Deze functie omvat proactieve

en reactieve aspecten. In zijn proactieve rol analyseert de risicofunctie de resultaten van waarde- en risicoberekeningen, marktontwikkelingen, sectortrends, nieuwe modelvormingsinzichten, wijzigingen in regelgeving, enz., en stelt ze een advies op voor het Groepscomité Markten (GMC) met de bedoeling meetmethoden, limieten, afdekkingsmethoden of -posities aan te passen of te verfijnen. De reactieve rol houdt in dat de risicofunctie de nodige externe en interne rapporten opstelt, advies geeft over businessvoorstellen en de risico's verbonden aan de posities bewaakt en er advies over geeft.

We bewaken en beheren de risico's van de posities via:

  • een risicolimietenraamwerk dat bestaat uit een hiërarchie van limieten en vroege waarschuwingssignalen;
  • een uitgebreid stresstestkader;
  • dag-tot-dag en maand-tot-dag stop-losslimieten op desk- en traderniveau;
  • interne beoordelingen;
  • een brede waaier van controles (inclusief parameterherzieningen, dagelijkse aansluitingsprocedures en analyses van de materiële impact van proxies).

Wat het risicokader betreft, is het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode (HVaR), conform de CRD IV-normen ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen, waarvoor we – na analyse – kiezen om te werken

met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen). Dat betekent dat de HVaR die wordt gebruikt voor het beheer van het marktrisico, dezelfde houdperiode en hetzelfde betrouwbaarheidsniveau hanteert als de HVaR die wordt gebruikt voor de goedgekeurde interne modellen vermeld onder Reglementair kapitaal verder in dit hoofdstuk. De HVaR-methodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.

Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. In 2017 werden verscheidene kleine verbeteringen aangebracht om de nauwkeurigheid van de berekeningen volgens het HVaR-model te verhogen, maar de invloed ervan op het HVaR-resultaat was beperkt. De dienst die de modellen opstelt, besteedde ook aandacht aan de voorbereiding op de toekomstige reglementaire vereisten en kwaliteitsnormen die noodzakelijk zullen zijn zodra de regels van de Fundamental Review of the Trading Book in werking treden.

Bepaalde samengestelde en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaR-model passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.

Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).

Naast het risicolimietenraamwerk voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. In 2017 keurde het Groepscomité Markten (GMC) de

toevoeging goed van een rentevolatiliteitsfactor aan de bestaande hypothetische rentestresstestscenario's, en van nieuwe hypothetische valutastresstests om een beter inzicht te krijgen in scenario's waarbij een munt van een andere munt wordt losgekoppeld. Die stresstests werden toegevoegd aan de GMC-rapportering en worden besproken – samen met de andere stresstests – op GMC-vergaderingen, zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met closeoutkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-tomodelwaarderingen, tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico.

Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.

Risicoanalyse en -kwantificering

De tabel toont het Historical Value-at-Risk-model van KBC (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) dat wordt gebruikt voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep.

Marktrisico (HVaR) (in miljoenen euro)

Houdperiode: 10 dagen 2017 2016
Gemiddelde 1e kwartaal 19 16
Gemiddelde 2e kwartaal 26 15
Gemiddelde 3e kwartaal 27 15
Gemiddelde 4e kwartaal 22 14
Op 31 december 18 20
Maximum in jaar 31 20
Minimum in jaar 15 11

In de tabel hierna vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van KBC. Het aandelenrisico is afkomstig van de handel in Europese aandelenderivaten en van KBC Securities.

Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (in miljoenen euro) Gemiddelde voor 2017 Gemiddelde voor 2016
Renterisico 23,8 15,2
Wisselkoersrisico 2,2 2,0
Valutaoptierisico 0,9 1,1
Aandelenrisico 1,0 1,9
Invloed van diversificatie -4,2 -4,8
Totale HVaR 23,6 15,3

De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met dagelijkse cijfers van de winst-enverliesrekening. Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks. Meer details over de backtests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 4.10.

Reglementair kapitaal

Zoals in de tabel is aangegeven, wordt ongeveer 90% van de reglementaire kapitaalvereisten berekend met behulp van goedgekeurde interne modellen (Approved Internal Models, AIM's). In de vorige jaren was dat de som van de reglementaire kapitaalvereisten berekend met de AIM's van KBC Bank NV, KBC Investments Limited – beide modellen werden goedgekeurd door de Belgische toezichthouder – en Cˇ SOB in Tsjechië, waarvan het model werd goedgekeurd door de Tsjechische toezichthouder. In juni 2017 keurde de ECB de integratie goed van de tradingactiviteiten in Europese aandelenderivaten (de enige tradingactiviteit in het AIM van KBC Investments Limited) in het AIM van KBC Bank. Daardoor zijn er nog maar twee AIM's in plaats van drie, wat een kostenbesparing en minder complexiteit betekent. De twee AIM's worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode wordt minstens een keer per jaar aangepast door te bepalen welke periode van 250 dagen tussen 2006 en dat ogenblik de zwaarste verliezen heeft geproduceerd voor de relevante posities.

De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's op het einde van 2016 en 2017 vindt u in de tabel hieronder. Die toont de reglementaire kapitaalvereisten per risicotype, zoals ingeschat door het interne model. De reglementaire kapitaalvereisten voor het tradingrisico's van lokale KBCentiteiten (waar – vanwege het belang ervan – geen goedkeuring aan de toezichthouder werd gevraagd om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken) en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de VaRberekeningen, worden gemeten volgens de standaardbenadering en ook getoond per risicotype.

Vereisten inzake reglementair kapitaal trading,
per risicotype (in miljoenen euro)
Renterisico Aandelen
risico
Wissel
koersrisico
Grondstof
fenrisico
Hersecuriti
satie
Totaal
31-12-2017
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
77
129
3
7
5
14

235
Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering 18 6 9 0 0 33
Totaal 225 16 28 0 0 269
31-12-2016
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
57
74
2
2
7
14

156
Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering 18 4 13 0 1 37
Totaal 150 8 34 0 1 193

De totale kapitaalvereisten lagen eind 2017 76 miljoen euro hoger dan het jaar voordien. Die stijging was bijna volledig het gevolg van hogere op het interne model gebaseerde kapitaalvereisten voor Cˇ SOB. Ze was niet zozeer te wijten aan positieverhogingen, maar grotendeels het gevolg van volatielere scenario's in de HVaR- en SVaR-vensters die worden gebruikt voor de berekening van de vereisten voor risicogewogen activa. De kapitaalvereisten die volgens de

standaardbenadering werden ingeschat, waren stabieler. Het wisselkoersrisico nam af als gevolg van de verfijning van het HVaR-model in 2017, waardoor alle risico's van vreemde munten in de handelsportefeuille en valutaoptierisico's in het HVaR-model konden worden opgenomen. Meer details vindt u in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Niet-financiële risico's

Operationeel risico

Wat is het?

Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Operationele risico's omvatten niet-financiële risico's, zoals informatie- en compliancerisico's, maar bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken er geen deel van uit.

Beheer van het operationeel risico

We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau.

De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's. De ontwikkeling en implementatie van dat kader worden ondersteund door een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.

De belangrijkste opdrachten van het competentiecentrum voor operationeel risico zijn:

• de interne controles op onafhankelijke wijze testen in opdracht van het senior management;

  • toezicht houden op en redelijke zekerheid bieden over de doeltreffendheid van de uitgevoerde controles om het operationeel risico te beperken;
  • het senior management en de toezichtcomités inlichten over het operationeelrisicoprofiel;
  • het kader en de aanpak voor het beheer van operationele risico's uitwerken voor de groep;
  • een omgeving creëren waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Het wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.

Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer

Sinds 2011 schenken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls) en nultoleranties (die niet bespreekbaar zijn). Die opgelegde controledoelstellingen worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten, te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerkader en van het internecontrolesysteem. De huidige Group Key Controls dekken alle processen van de groep. Er zijn structurele, risicogebaseerde herzieningscycli om alle processen te beheren, leemtes op te vullen, overlappingen weg te werken en groepswijde risico's en controles te optimaliseren. Naast die minimale controlemechanismen worden er bijkomende controlemechanismen gehanteerd in de entiteiten om andere lokale risico's te beheren of de controleomgeving te versterken.

De business en (lokale) controlefuncties beoordelen de Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groeprisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. Er is een groepswijde tool ingevoerd om de internecontroleomgeving in alle belangrijke entiteiten en processen te documenteren, te beoordelen en erover te rapporteren, en te benchmarken voor alle entiteiten. Die omvat alle operationeelrisico-informatie van alle business-, risico-, compliance- en auditfuncties.

Om operationele risico's correct te beheren, hebben we net zoals bij de andere risicotypes een aantal groepswijde bouwstenen bepaald.

  • Risico-identificatie: om operationele risico's te identificeren, maken we gebruik van de wetgeving, het New and Active Product Process, risicoscans, belangrijke risico-indicatoren (Key Risk Indicators), grondige onderzoeken (deep dives) en risicosignalen.
  • Risicometing: omdat operationeel risico in alle facetten van de organisatie aanwezig is, zijn er meetstandaarden op groepsniveau beschikbaar die helpen om het risicoprofiel te bepalen van een entiteit, een proces en individuele operationele risico's in het proces. Er wordt een groepswijde uniforme schaal gebruikt om de mate van implementatie van individuele operationele controles te beoordelen. Enkelvoudige of samengevoegde schadegebeurtenissen worden geregistreerd en beoordeeld op eventuele falende of niet-bestaande controles.

  • De risicobereidheid bepalen en naar de lagere echelons uitwaaieren: de risicobereidheid wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in ons overkoepelende risicobeheerkader.

  • Rapportering: de kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België en de FSMA via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
  • Risicoreactie en -opvolging: er is een uniforme aanpak, sterk gebaseerd op de verantwoordelijkheid van de eerste verdedigingslinie en challenges door de tweede en derde verdedigingslinie, met een risicogeoriënteerde opvolging op zowel lokaal als groepsniveau.
  • Stresstesten: elk jaar wordt een stresstest uitgevoerd om na te gaan of het operationeelrisicokapitaal volgens pijler 1 volstaat.

Vereisten inzake reglementair kapitaal

We gebruiken de standaardbenadering voor operationeel risico volgens Basel III. Eind 2016 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Groep 812 miljoen euro. Eind 2017 was dat 876 miljoen euro. De stijging was voornamelijk het gevolg van de overname van United Bulgarian Bank.

Focus op informatierisicobeheer

Het competentiecentrum voor informatierisicobeheer (IRM) concentreert zich op informatiebeveiligings- en IT-gerelateerde risico's, in het bijzonder risico's als gevolg van cybercrime.

Informatierisicobeheer, inclusief de functie van information security officer van de groep, is volledig opgenomen in het Groepscompetentiecentrum, onder de algemeen directeur Risico Groep (de tweede lijn). Daardoor zijn onafhankelijke tests en opinies verzekerd. Het concentreert zich op informatierisico's, zoals informatiebeveiliging, cybercrime, operationele risico's voor IT, verkopers en derden, de cloud, enz. Het geeft vorm aan het informatierisicokader, oefent toezicht uit, maakt risicobeleid mogelijk en helpt de groepsentiteiten hun risicocapaciteiten te versterken.

Reputatierisico

Wat is het?

Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed kan hebben op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt).

Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.

Het reputatierisicobeheerkader is in overeenstemming met het overkoepelende risicobeheerkader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat

gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep en Compliance Groep).

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico).

Bedrijfs- en strategisch risico

Wat is het?

Bedrijfsrisico is het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macro-economische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze diensten en producten beïnvloeden. Strategisch risico is het risico dat ontstaat door geen strategische beslissing te nemen, door een strategische beslissing te nemen die niet het gewenste effect heeft, of door een strategische beslissing niet te implementeren zoals het hoort.

De wereld is voortdurend in verandering. KBC streeft marktopportuniteiten na en dus moet het ook voorbereid zijn op mogelijke risico's die het gevolg zijn van wijzigend klantengedrag, het snel veranderende concurrentielandschap, klimaatverandering en een algemenere uitputting van natuurlijk kapitaal. Van die laatste factoren wordt verwacht dat ze game changers zijn, niet alleen voor banken, maar ook voor hun klanten. Bijgevolg worden opkomende businessrisico's regelmatig gescreend en nieuwe risico's actief gescand en geanalyseerd.

Het bedrijfs- en strategisch risico wordt beoordeeld als onderdeel van het strategische planningproces. Daarbij wordt vertrokken van een gestructureerde risicoscan die de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's blootlegt. De blootstelling aan de vastgestelde bedrijfs- en strategische risico's wordt doorlopend bewaakt. Naast de risicoscan worden de bedrijfs- en strategische risico's ook doorlopend bewaakt door risicosignalen te melden aan het topmanagement. De bedrijfs- en strategische risico's worden bovendien ook besproken tijdens het afgestemde

planningsproces en gekwantificeerd als onderdeel van diverse stresstestscenario's en resultaatsberekeningen op lange termijn.

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt bedrijfsrisico opgenomen door een stresstest met een tijdshorizon van een jaar uit te voeren op de winst-en-verliesrekening.

Wat de opkomende klimaatgerelateerde risico's betreft, is KBC actief bezig met de overgang naar een CO2 -arme economie. Enkele van de klimaatgerelateerde risico's voor een bankverzekeraar zijn het vermogen om tegemoet te komen aan wijzigende productvoorkeuren van klanten, de druk van

verslaglegging en stakeholders, de blootstelling aan rechtszaken, de impact van extremere weersomstandigheden op de verzekeringsactiviteiten en wijzigende wetgeving.

We rapporteren al over klimaatgerelateerde onderwerpen via het Carbon Disclosure Project en hebben een goed zicht op de invloed van onze eigen activiteiten op het klimaat. We hebben strikte beleidslijnen met betrekking tot de milieu-impact van onze kredieten, beleggingen en verzekeringen. Het project rond sustainable finance dat in 2018 werd gelanceerd, zal ons een nog beter begrip geven van onze blootstelling aan klimaatgerelateerde risico's.

Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 5.7.

Marktrisico van niet-tradingactiviteiten

Wat is het?

Het beheersproces van onze structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.

Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:

  • onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening);
  • onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Nietlevenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles;
  • de risico's verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen (de zogenaamde strategische positie);
  • de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta's, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar).

Beheer van het marktrisico van niettradingactiviteiten

Bij KBC behoort het beheer van de ALM-risicostrategie tot de verantwoordelijkheid van het Groepsdirectiecomité, bijgestaan door het Groeps-ALCO, waarin vertegenwoordigers zitten van zowel de business als de risicofunctie.

Het dagelijkse beheer van het ALM-risico begint met risicobewustzijn bij Treasury Groep en de lokale treasuryfuncties. De treasurydiensten meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid begrensd speelveld. Ze houden rekening met de meting van het risico van vervroegde aflossing en andere optierisico's in de bankportefeuille van KBC, en beheren een evenwichtige beleggingsportefeuille. De ALM-limieten van KBC worden op twee niveaus goedgekeurd. De primaire limieten voor renterisico, aandelenrisico en vastgoedrisico voor de geconsolideerde entiteiten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De secundaire limieten voor renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico en wisselkoersrisico worden voor elke entiteit goedgekeurd door het Directiecomité. Samen vormt dat het speelveld van de stevige eerste verdedigingslinie van KBC voor ALM-risico.

Risico Groep en de lokale risicoafdelingen zijn verantwoordelijk voor de tweede verdedigingslinie. Hun belangrijkste taak is het ALM-risico te meten en de huidige en toekomstige risicoposities te signaleren. Een gemeenschappelijk reglement en een gedeelde meetinfrastructuur verzekeren dat die risico's in de hele groep op dezelfde manier worden gemeten. Risico Groep heeft het ALM-risicoreglement opgesteld.

De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerkader binnen KBC zijn:

  • een brede waaier van risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), gapanalyses en economische gevoeligheden;
  • simulaties van nettorente-inkomsten volgens verschillende marktscenario's. Binnen de budgetterings- en risicoprocessen worden simulaties over een periode van meerdere jaren gebruikt;
  • kapitaalgevoeligheden die ontstaan uit posities in de bankportefeuille die invloed hebben op het beschikbare reglementaire kapitaal (bv. voor verkoop beschikbare obligaties);
  • stresstesting en gevoeligheidsanalyses.

Renterisico

De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien

basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als netto-inkomsten betreft).

Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve1
met 10 basispunten voor de KBC-groep
Invloed op de waarde2
(in miljoenen euro) 2017 2016
Bankactiviteiten -76 -83
Verzekeringsactiviteiten 12 5
Totaal -64 -79

1 In overeenstemming met de wijzigende marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).

2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.

We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).

De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.

Swap-BPV (10 basispunten) van de ALM-portefeuille, bankactiviteiten*

(in miljoenen euro) 2017 2016
Gemiddelde 1e kwartaal -79 -24
Gemiddelde 2e kwartaal -74 -35
Gemiddelde 3e kwartaal -73 -50
Gemiddelde 4e kwartaal -76 -83
Op 31 december -76 -83
Maximum in jaar -79 -83
Minimum in jaar -73 -24

* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.

Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 1,97% van het totale eigen vermogen op 31 december 2017. Dat is ruim onder de drempel van 20% waar de Nationale Bank van België op toeziet.

De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.

Renterisicogap ALM-portefeuille (inclusief derivaten), bankactiviteiten (in miljoenen euro)

3-12 Niet-rente
≤ 1 maand 1-3 maanden maanden 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar dragend Totaal
31-12-2017 -624 -7 114 4 165 5 656 4 540 2 120 -8 743 0
31-12-2016 -3 218 -2 698 7 941 6 631 7 421 2 780 -18 856 0

De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.

Er wordt een analyse van de nettorente-inkomsten uitgevoerd door de invloed te meten van een renteschok met +1% op een jaar, uitgaande van een constante balans. Voor de bankactiviteiten toont de analyse dat de nettorente-inkomsten het volgende jaar onder druk zouden blijven staan door het lagerenteklimaat. Als de rente met 1% zou stijgen, verwachten we dat de nettorente-inkomsten tussen 1,5% en 2% stijgen.

Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.

De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.

In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen.

Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf
(in miljoenen euro) 0-5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar > 20 jaar Totaal
31-12-2017
Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met
rentegarantie
8 118 4 943 2 548 1 766 1 079 18 453
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 7 675 3 800 2 385 1 799 2 841 18 500
Verschil in verwachte kasstromen 443 1 143 163 -33 -1 763 -47
Gemiddelde duration van activa 6,57 jaar
Gemiddelde duration van passiva 7,92 jaar
31-12-2016
Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met
rentegarantie
9 248 5 097 2 340 1 560 1 147 19 391
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 8 832 3 836 2 316 1 767 2 818 19 570
Verschil in verwachte kasstromen 416 1 260 24 -207 -1 672 -179
Gemiddelde duration van activa 6,50 jaar
Gemiddelde duration van passiva 7,90 jaar

Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de

risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.

Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2017 31-12-2016
5,00% en hoger1 3% 2%
Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 9% 9%
Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 5% 5%
Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 10% 9%
Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 10% 19%
2,50% en lager2 60% 52%
0,00% 2% 2%
Totaal 100% 100%

1 Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.

2 Vanaf 2016 worden toekomstige rendementen op bepaalde verzekeringsovereenkomsten naar Belgisch recht geïndexeerd overeenkomstig de markt (met een drempel van 1,75%).

Creditspreadrisico

We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de

credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. De onderstaande tabel toont die economische gevoeligheid en geeft een uitsplitsing per land.

Blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2017, boekwaarde1 (in miljoenen euro)

Totaal, per portefeuille

Gewaar Aangehou Economische
Voor Tot einde deerd den voor Ter vergelij invloed van
verkoop looptijd aan tegen reële Leningen en handelsdoel king: totaal +100 basis
beschikbaar gehouden waarde vorderingen einden Totaal einde 2016 punten3
KBC-kernlanden
België 5 227 11 889 0 0 357 17 474 20 886 -935
Tsjechië 1 992 4 697 0 6 42 6 737 7 543 -354
Hongarije 752 1 415 0 46 193 2 406 2 358 -97
Slowakije 1 239 1 643 0 0 0 2 881 2 953 -178
Bulgarije 782 117 0 0 260 1 159 487 -72
Ierland 448 838 0 0 0 1 286 1 207 -62
Zuid-Europa
Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0
Portugal 360 36 0 0 0 396 359 -22
Spanje 2 708 249 0 0 0 2 957 3 017 -157
Italië 2 066 111 0 0 1 2 178 2 250 -116
Andere landen
Frankrijk 2 500 3 779 0 0 0 6 280 6 924 -471
Polen 1 290 407 0 0 10 1 707 1 515 -82
Duitsland 352 584 0 0 1 936 850 -47
Oostenrijk 342 460 0 0 0 803 796 -51
Nederland 116 371 0 0 1 488 502 -27
VS 0 976 0 0 0 976 772 -40
Overige2 2 133 1 523 0 0 90 3 746 3 470 -94
Totale boekwaarde 22 307 29 096 0 52 955 52 410 55 889
Totale nominale waarde 19 633 27 625 0 52 913 48 223 51 048

1 De boekwaarde verwijst naar het bedrag dat het bedrijf in zijn boeken heeft voor een actief of passief. Dat is de reële waarde voor de posities voor verkoop beschikbaar, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden, en de geamortiseerde kostprijs voor de tot einde looptijd aangehouden posities. In de tabel is de blootstelling aan supranationale entiteiten van de geselecteerde landen uitgesloten. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.

2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2017.

3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was heel beperkt en bedroeg -10 miljoen euro op het einde van 2017).

Belangrijkste veranderingen in 2017:

• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties daalde met 3,5 miljard euro. Er was een forse verhoging van de positie in obligaties uitgegeven door Bulgarije (+0,7 miljard euro), maar een daling van de posities in België (-3,4 miljard euro), Tsjechië (-0,8 miljard euro) en Frankrijk (-0,6 miljard euro).

Herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2017:

• De boekwaarde van de totale portefeuille voor verkoop beschikbare overheidsobligaties omvatte een herwaarderingsreserve van 1,5 miljard euro, vóór belastingen (424 miljoen euro voor België, 180 miljoen euro voor Italië, 167 miljoen euro voor Spanje, 163 miljoen euro voor Frankrijk en 582 miljoen euro voor de andere landen samen).

Portefeuille Belgische overheidsobligaties:

• Belgische overheidsobligaties waren eind 2017 goed voor 33% van onze totale overheidsobligatieportefeuille. Dat geeft aan hoe belangrijk België voor KBC is als voornaamste kernmarkt van de groep. Het belang van België in het algemeen blijkt ook uit de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille in het begin van het deel Kredietrisico, uit de bijdrage van België aan de groepswinst en uit de diverse resultaatscomponenten (zie Toelichtingen in verband met segmentinformatie in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

  • Eind 2017 had België bij de drie grootste internationale ratingbureaus de volgende kredietratings: Aa3 bij Moody's, AA bij Standard & Poor's en AA- bij Fitch. Meer informatie over de macro-economische prestatie van België vindt u in het aparte hoofdstuk over België. Voor meer informatie verwijzen we naar de websites van de ratingbureaus.
  • Naast het renterisico is het grootste risico voor onze positie in Belgische overheidsobligaties een verbreding van de credit spread. De mogelijke gevolgen van een stijging van de spread met 100 basispunten (voor 31-12-2017) zijn:
  • theoretische volledige economische invloed (zie vorige tabel): de invloed op de resultaten volgens IFRS is heel beperkt, omdat het overgrote deel van de portefeuille Belgische overheidsobligaties geklasseerd was als Voor verkoop beschikbaar (30%, alleen invloed bij realisatie) en Tot einde looptijd aangehouden (68%, geen invloed op winst-en-verliesrekening). De invloed op de nietgerealiseerde meerwaarden van voor verkoop beschikbare activa volgens IFRS bedraagt -207 miljoen euro (na belastingen) bij een stijging met 100 basispunten.
  • invloed op de liquiditeit: een verbreding van de credit spread beïnvloedt de liquidity coverage ratio (LCR), maar de groep beschikt over een voldoende grote liquiditeitsbuffer.

Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft de KBC-groep een portefeuille niet-overheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). De gevoeligheid van de waarde van die portefeuille voor een wijziging van de credit spread met 100 basispunten wordt weergegeven in de volgende tabel.

Blootstelling aan niet-overheidsobligaties op het einde van 2017, per rating: economische invloed van

+100 basispunten (in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Obligaties met rating AAA -158 -191
Obligaties met rating AA+, AA, AA- -161 -196
Obligaties met rating A+, A, A- -140 -156
Obligaties met rating BBB+, BBB, BBB- -80 -100
Obligaties met rating Non-investment grade en zonder rating -82 -53
Totale boekwaarde 13 168 15 220
Totale nominale waarde 12 921 14 582

Aandelenrisico

Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de

discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC.

Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep
(per sector, in procenten) 31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016
Financiële sectoren 47% 60% 24% 21% 27% 28%
Niet-cyclische consumentensectoren 0% 0% 8% 13% 7% 11%
Communicatie 0% 0% 2% 2% 2% 1%
Energie 0% 0% 6% 7% 5% 6%
Industriële sectoren 37% 26% 39% 34% 38% 33%
Nutsbedrijven 0% 0% 1% 2% 1% 2%
Cyclische consumentensectoren 8% 5% 15% 15% 14% 13%
Basismaterialen 0% 0% 6% 6% 5% 5%
Overige en niet bepaald 8% 9% 0% 1% 1% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
(in miljarden euro) 0,25 0,26 1,47 1,35 1,72* 1,6
Waarvan niet-genoteerd 0,2 0,1 0,0 0,0 0,2 0,1

* De belangrijkste verschillen tussen de 1,72 miljard euro in deze tabel en de 2,2 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:

(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,5 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.

(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).

(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd zijn als aandelen.

Invloed van een 25%-daling van de aandelenkoersen Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2017 2016
Bankactiviteiten -69 -64
Verzekeringsactiviteiten -366 -329
Totaal -436 -393
Niet-tradingaandelenpositie
(in miljoenen euro)
Netto gerealiseerde winst
(in winst-en-verliesrekening)
Netto niet-gerealiseerde winst
op posities op het einde van het
jaar (in eigen vermogen)
31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016
Bankactiviteiten 89 113 60 123
Verzekeringsactiviteiten 81 53 401 375
Totaal* 170 165 468 503

* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de KBC-groep.

Vastgoedrisico

De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als

een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.

Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 25% Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2017 2016
Bankportefeuilles -100 -92
Verzekeringsportefeuilles -67 -55
Totaal -167 -146

Inflatierisico

Als econometrische parameter heeft inflatie in veel opzichten indirect invloed op bedrijven, net als andere parameters (bijvoorbeeld de economische groei of het werkloosheidspercentage). Als concept van marktrisico is het niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. Bij KBC is ze specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties, zodat een eventuele stijging van de verplichtingen als gevolg van de oplopende inflatie wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligaties. Die verplichtingen zijn echter langlopend en overschrijden aanzienlijk de beleggingshorizon van zulke indexgerelateerde obligaties. Daarom vult KBC Verzekeringen zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.

In 2017 werd de niet-gedisconteerde waarde van de inflatiegevoelige kasstromen geschat op 607 miljoen euro. Daartegenover werd een portefeuille van 401 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties aangehouden. In de komende jaren zullen de beleggingen in inflatiegerelateerde obligaties nog verhoogd worden. De bankactiviteiten zijn niet blootgesteld aan een hoog inflatierisico.

Wisselkoersrisico

Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille, van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille, hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.

De wereld is voortdurend in verandering. Bijgevolg worden risico's regelmatig gescreend en de nieuwe risico's actief gescand en geanalyseerd. Van de klimaatgerelateerde risico's wordt verwacht dat ze belangrijke game changers zullen worden, niet alleen voor banken, maar ook voor hun klanten. Het spreekt voor zich dat KBC zijn verantwoordelijkheid zal nemen om die uitdagingen aan te gaan.

Invloed van een daling van de valutawaarde met 10% Invloed op de waarde
Bankactiviteiten
Invloed op de waarde
Verzekeringsactiviteiten
(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016
USD -0,63 -1,37 -30,35 -33,39
GBP 0,14 -0,01 -14,52 -14,42
CZK -0,96 -0,68 0,21 0,30
CHF 0,02 0,01 -6,46 -7,87
DKK -0,01 -0,00 -1,17 -0,95
RON -5,13 -2,08 0,00 -0,00
SEK 0,00 0,03 -2,23 -1,83

Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op één sectoractiviteit meer dan 0,5 miljoen euro bedraagt.

Kapitaalgevoeligheid voor marktbewegingen

Het beschikbare kapitaal wordt beïnvloed wanneer de markt onder stress staat. Stress kan een gevolg zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.

Het common equity tier 1-kapitaal (CET1) is het gevoeligst voor een parallelle stijging van de obligatiespreads. Die gevoeligheid wordt veroorzaakt door beleggingen in overheids- en bedrijfsobligaties waarvan de spreadcomponent niet is afgedekt. Het verlies aan beschikbaar kapitaal in geval van een daling van de aandelenkoersen wordt voornamelijk veroorzaakt door posities in pensioenfondsen die door een dergelijke schok getroffen zouden worden.

CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep

(in procenten van CET1)
IFRS-invloed veroorzaakt door 31-12-2017 31-12-2016
een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten -0,2% -0,2%
een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten -0,7% -0,9%
een daling van de aandelenkoersen met -25% -0,2% -0,3%
Gezamenlijk scenario -1,2% -1,3%

Liquiditeitsrisico

Wat is het?

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.

De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en zijn omgezet in Europese wetgeving met CRR/ CRD IV.

Beheer van het liquiditeitsrisico

Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerkader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.

Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.

Ons liquiditeitsrisicobeheerkader steunt op de volgende pijlers:

• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.

• Structureel liquiditeitsrisico. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie erop gericht voldoende hoge buffers aan te houden voor de LCR en NSFR. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn.

Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hiernaast activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (tot contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. Eind 2017 had KBC bruto voor 34 miljard euro financiering

aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.

• Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en

financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.

Looptijdanalyse

Liquiditeitsrisico

(exclusief intercompanytransacties)* ≤ 1 1-3 3-12 1-5 5-10 > 10 Niet
(in miljarden euro) maand maanden maanden jaar jaar jaar Op vraag bepaald Totaal
31-12-2017
Totale instroom 34 13 17 65 46 32 28 22 256
Totale uitstroom 45 18 8 41 7 1 112 25 256
Professionele financiering 18 8 1 5 0 0 1 0 34
Klantenfinanciering 21 9 4 8 1 0 111 0 153
Schuldbewijzen 3 1 3 28 6 1 0 0 41
Overige 3 25 28
Liquiditeitsgap (exclusief
niet-opgenomen verbintenissen)
-12 -5 10 24 39 31 -84 -3 0
Niet-opgenomen verbintenissen -36
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief
niet-opgenomen verbintenissen)
-12 -5 10 24 39 31 -84 -50 -46
31-12-2016
Totale instroom 22 8 19 56 50 33 19 32 239
Totale uitstroom 39 12 14 31 14 1 103 26 239
Professionele financiering 17 7 1 6 1 0 0 0 32
Klantenfinanciering 19 5 6 9 1 0 102 0 143
Schuldbewijzen 1 0 6 16 11 1 0 0 36
Overige 3 26 29
Liquiditeitsgap (exclusief
niet-opgenomen verbintenissen)
-18 -4 5 26 37 32 -84 7 0
Niet-opgenomen verbintenissen -34
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief
niet-opgenomen verbintenissen)
-18 -4 5 26 37 32 -84 -38 -44

* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.

Typisch voor de bankactiviteiten van een

bankverzekeringsgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de

korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als we niet in staat zouden zijn onze kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.

Liquiditeitsbuffer

We hebben een stevige liquiditeitspositie. Eind 2017 had de KBC-groep voor 64 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 54 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (84%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (15%) en verpandbare kredietvorderingen (1%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten). De beschikbare liquide middelen waren bijna drie keer zo groot als het bedrag van de nettowholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.

Informatie over financiering (funding)

We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.

We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep (op 31 december 2017) opsplitsen als volgt:

  • Financiering van klanten (ongeveer 156 miljard euro, 70% van het totale cijfer), bestaande uit zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk. Ongeveer 59% van de financiering van klanten is afkomstig van particulieren en kmo's.
  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers (15 miljard euro, 7% van het totaal), voornamelijk bestaande uit Ifima-obligaties (2,3 miljard euro), gedekte obligaties (6,6 miljard euro), de contingent capital note uitgegeven in januari 2013 (1 miljard Amerikaanse dollar), de tier 2-uitgiften (2 miljard euro) en senior schulden van KBC Groep NV (3,5 miljard euro).
  • Netto ongedekte interbancaire financiering (22,8 miljard euro, 10% van het totaal).
  • Netto gedekte financiering (repofinanciering; -14,3 miljard euro, -6% van het totaal) en depositocertificaten (22,6 miljard euro, 10% van het totaal). De netto gedekte financiering was negatief op het einde van 2017, omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.
  • Totaal eigen vermogen (18,8 miljard euro, 9% van het totaal, inclusief een additional tier 1-uitgifte van 1,4 miljard euro).

Opmerking:

  • In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen, voor een bedrag van 10 miljard euro. Dat programma geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. Sindsdien hebben we elk jaar gedekte obligaties uitgegeven (in 2017 voor 0,5 miljard euro).
  • In 2016 en 2017 ontleenden we respectievelijk 4,2 miljard euro en 2,3 miljard euro van de ECB via de gerichte langetermijnfinancieringen (TLTRO II).

• De contingent capital note (uitgegeven in januari 2013 en met als oorspronkelijke vervaldag 25 januari 2023) is nog altijd opgenomen in de cijfers van eind 2017, maar werd op 25 januari 2018 gecalled.

LCR en NSFR

Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het Glossarium van financiële ratio's en termen. Eind 2017 bedroeg onze NSFR 134%, terwijl onze gemiddelde LCR voor 2017 139% bedroeg. De LCR wordt berekend volgens de regels van de Delegated Act. Vanaf 31 december 2017 zal KBC zijn gemiddelde LCR over 12 maanden bekendmaken in overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit betreffende openbaarmaking van de LCR. De NSFR wordt berekend op basis van het meest recente voorstel van verordening tot wijziging van de CRR (Verordening (EU) Nr. 575/2013).

Verzekeringstechnisch risico

Wat is het?

Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.

Beheer van het verzekeringstechnische risico

De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.

Het verzekeringsrisicobeheerkader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:

  • de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringsrisico's door onder andere de analyse van nieuw opduikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen;
  • gepaste risicomaatstaven en het gebruik ervan om toepassingen te ontwikkelen die het bedrijf moeten helpen om maximale aandeelhouderswaarde te creëren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate-waarderingen van verzekeringsverplichtingen, expostwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste interne kapitaal;
  • het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.

Gebruik van risicomodellen

We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, namelijk (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het

herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het interne kapitaal te berekenen (ICM-model), beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen, de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de internekapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.

Herverzekering

De verzekeringsportefeuilles worden door herverzekering beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.

Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel grote schadeclaims of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's. Die aanpak leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder voor zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's, maar ook voor andere branches.

Toereikendheid van de technische voorzieningen

In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de

groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2017 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgezet binnen de KBC-groep.

De tabel toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI

Insurance, K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2017 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen voorzieningscijfers zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen. De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2017.

Schadeafwikke
lingsdriehoeken,
KBC Verzekeringen
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
(in miljoenen euro) 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Raming aan het
einde van het
voorvalsjaar 800 830 879 816 856 923 1 001 957 1 056 1 010
1 jaar later 761 726 781 716 748 777 890 810 921
2 jaar later 731 674 729 660 712 706 835 763
3 jaar later 718 656 726 641 687 683 815
4 jaar later 713 639 720 629 673 679
5 jaar later 706 631 711 622 667
6 jaar later 680 624 705 619
7 jaar later 676 621 705
8 jaar later 669 613
9 jaar later 660
Huidige raming 660 613 705 619 667 679 815 763 921 1 010
Cumulatieve
betalingen
613 544 624 537 551 569 656 553 564 384
Huidige
voorzieningen
47 69 81 82 116 110 159 210 356 627

De actuariële functie

De actuariële functie is een van de essentiële controlefuncties in het Solvency II-regelgevingskader. Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de

verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht. Dat doet ze bijvoorbeeld door:

• advies te geven over de berekening van de technische voorzieningen (inclusief de geschiktheid van methodes, de geschiktheid en kwaliteit van de gebruikte gegevens, en ervaringsanalyse);

  • een oordeel te geven over het algemene acceptatiebeleid;
  • een oordeel te geven over de toereikendheid van herverzekeringsafspraken;
  • mee te werken aan de effectieve implementatie van het risicobeheersysteem (risicomodellering van berekeningen van de onderliggende solvabiliteitskapitaalvereiste, helpen met het interne model, bijdragen aan de ORSA);
  • te rapporteren en aanbevelingen te doen aan het controleorgaan van de entiteit.

Solvency II-resultaten

Voor de Solvency II-resultaten verwijzen we naar het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Daar vindt u meer details over de evolutie van alle ratio's in 2017.

Brexit

De eerste ronde van de onderhandelingen tussen het VK en zijn EU-partners werd onlangs afgerond zonder dat er belangrijke beslissingen werden genomen over de voorwaarden voor het VK om de EU te verlaten. Het risico blijft bestaan dat de Europese economie op langere termijn de gevolgen van de brexit zal ondervinden. Voor de belangrijkste risicotypes van KBC (nl. kredietrisico en ALM-risico) bleven de gevolgen minimaal in 2017. We verwachten hetzelfde voor 2018.

Er blijft grote onzekerheid bestaan over de precieze aard van de toekomstige relatie tussen het VK en de EU en dus is het nagenoeg onmogelijk om de exacte gevolgen van de brexit voor Ierland te voorspellen. Maar door de open aard van de Ierse economie en haar nauwe banden met het VK is de consensus dat de gevolgen per saldo wellicht negatief zullen zijn. De gevolgen voor de hele economie kunnen uiteenlopen: mogelijke positieve en negatieve gevolgen als gevolg van de brexit zijn onzeker en ongelijk verdeeld over de verschillende sectoren en geografische regio's van Ierland. Tot op heden heeft KBC Ireland echter nog geen wezenlijke impact ervaren op zijn activiteiten.

KBC heeft de portefeuilles van zijn corporatebankingentiteiten (groepswijd) al gescreend om de secundaire effecten te beoordelen op niet-VK-bedrijven die sterk afhankelijk zijn van import of export uit het VK. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de bedrijvenportefeuille van KBC slechts in zeer beperkte mate is blootgesteld.

KBC heeft van de prudentieel toezichthouder (PRA) eind 2017 de nodige richtlijnen gekregen voor zijn activiteiten in het VK. Het kantoor van KBC Bank London zal wellicht veranderen van een Passported Incoming European Economic Area Branch naar een Third Country Branch, met rechtstreekse goedkeuring van de PRA en de financieel toezichthouder, vergelijkbaar met de regeling voor kantoren van Amerikaanse of Aziatische banken die actief zijn in het VK.

Elk kwartaal wordt aan het Directiecomité een update verstrekt over de gevolgen van de brexit, via het Integrated Risk Report.

Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.7 en 5.6. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten per divisie vindt u in de toelichtingen in verband met segmentinformatie.

Hoe beheren we ons kapitaal?

Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt.

Solvabiliteit op KBC-groepsniveau

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.

De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD IV moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1).

Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten), omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de reglementaire pijler 1-berekeningen. Na de SREP voor 2017 stelde de ECB KBC formeel in kennis van haar beslissing (van kracht vanaf 1 januari 2018) om de pijler 2-vereiste (P2R) te behouden op 1,75% CET1 en de pijler 2-vereiste (P2R) op 1% CET1.

De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De beslissing van de betreffende Tsjechische en Slowaakse autoriteiten om de anticyclische kapitaalbuffer geleidelijk op te trekken tot 1,25%, komt overeen met een aanvullende CET1-kapitaalvereiste van 0,2% op KBC-groepsniveau (waardoor de anticyclische buffer op KBC-groepsniveau op ongeveer 0,35% komt).

Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% CET1 voor 2018. Ten slotte bedraagt de kapitaalinstandhoudingsbuffer momenteel 1,875% voor 2018, en die zal stijgen tot 2,5% in 2019.

In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,6% (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 2,5% (instandhoudingsbuffer) + 1,5% (systemische buffer) + 0,35% (anticyclische buffer)), met een bijkomende P2G van 1%. KBC overtreft ruim die vereiste: eind 2017 bedroeg de fully loaded CET1-ratio 16,3%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 5 309 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,6%. En omdat een deel van de kapitaalvereisten geleidelijk zal worden opgebouwd tegen 2019, bedraagt de betreffende vereiste (volgens de Deense compromismethode) voor 2018 op een phased-in basis 9,875% van het CET1 (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 1,875% (instandhoudingsbuffer) + 1,5% (systemische buffer) + 0,25% (anticyclische buffer)). De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden ook ruim overtroffen gedurende het volledige boekjaar.

Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij (= 2 469 miljoen euro), na KBC

Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.

Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRD IV, moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de participatie in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode). Eind 2017 bedroeg de common equity ratio (phased-in, volgens de FICOD-methode) 15,2%.

KBC streeft ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van

een peergroep van Europese banken die actief zijn in de segmenten Retail, Kmo's en Bedrijven, en positioneren we ons vervolgens op de mediaan van de fully loaded CET1-ratio's van die peergroep. We vatten dat kapitaalbeleid samen in een eigen interne kapitaaldoelstelling, die 14% van het common equity bedraagt. Daarbovenop wil KBC een bijkomende flexibele buffer tot 2% van het common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames in onze kernmarkten. Elke opportuniteit op dat vlak zal onderworpen worden aan erg strikte financiële en strategische criteria. Die buffer komt boven op de eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep. Samen vormen ze de referentiekapitaalpositie, die momenteel 16% bedraagt.

Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode en een beknopte berekening volgens de FICOD- en de deductiemethode.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV,
Deense compromismethode) 31-12-2017 31-12-2017 31-12-2016 31-12-2016
(in miljoenen euro) Phased-in Fully loaded Phased-in Fully loaded
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 18 725 18 706 17 887 17 571
Tier 1-kapitaal 16 549 16 504 15 473 15 286
Kernkapitaal (common equity)1 15 131 15 104 14 033 13 886
Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) 16 841 16 841 15 500 15 500
Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -475 -475 -400 -400
Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -604 -604 -483 -483
Belangen van derden 0 0 0 0
Voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves (-)2 -117 -206
Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 1 339 1 339 1 356 1 356
Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) -1 -1 -18 -18
Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 -111 -124 -109 -140
Dividenduitkering (-) -837 -837 -753 -753
Vergoeding van AT1-instrumenten (-) -2 -2 -2 -2
Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -91 -91 -91 -91
IRB-voorzieningstekort (-) -268 -268 -203 -203
Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -542 -672 -557 -879
Aanvullend going concern-kapitaal 1 418 1 400 1 440 1 400
Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten 18 0 40 0
Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 0 0 0
AT1-instrumenten die voldoen aan CRR 1 400 1 400 1 400 1 400
Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0 0 0
Tier 2-kapitaal 2 176 2 202 2 414 2 285
IRB-voorzieningsoverschot (+) 316 316 362 367
Achtergestelde schulden 1 860 1 886 2 053 1 918
Achtergestelde leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) 0 0 0 0
Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0 0 0
Totaal gewogen risicovolume 91 972 92 410 86 878 87 782
Bankactiviteiten 82 679 83 117 77 579 78 482
Verzekeringsactiviteiten 9 133 9 133 9 133 9 133
Holdingactiviteiten 202 202 198 198
Eliminatie van intercompanytransacties -43 -43 -32 -32
Solvabiliteitsratio's
Common equity ratio 16,5% 16,3% 16,2% 15,8%
Tier 1-ratio 18,0% 17,9% 17,8% 17,4%
Totale kapitaalratio 20,4% 20,2% 20,6% 20,0%

1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering).

2 Heeft betrekking op de prudentiële filter voor positieve herwaarderingsreserves in het eigen vermogen.

3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode)
(in miljoenen euro)
31-12-2017
Phased-in
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2016
Phased-in
31-12-2016
Fully loaded
Kernkapitaal (common equity) 16 015 15 988 14 794 14 647
Totaal gewogen risicovolume 105 625 106 062 100 136 101 039
Common equity ratio 15,2% 15,1% 14,8% 14,5%
Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, CRR/CRD IV,
deductiemethode) (in miljoenen euro)
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2016
Fully loaded
Kernkapitaal (common equity) 14 146 12 806
Totaal gewogen risicovolume 87 052 82 120
Common equity ratio 16,3% 15,6%

Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode, fully loaded:

  • Eigen vermogen van aandeelhouders: zie deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
  • De eerste toepassing van IFRS 9: zie Toelichting 1.1 in het hoofdstuk Geconsolideerde jaarrekening.
  • • Additional tier 1-instrumenten die voldoen aan CRR: omvatten een CRR-conform additional tier 1-instrument geplaatst in 2014 voor 1,4 miljard euro.
  • De contingent capital note (CoCo) van 1 miljard Amerikaanse dollar werd gecalled in januari 2018. Bijgevolg is de kapitaalwaarde van de CoCo al uit het tier 2-kapitaal gehaald. De invloed van de call van de CoCo werd grotendeels gecompenseerd door de geslaagde uitgifte van een tier 2-benchmark van 500 miljoen euro in september 2017.
  • Totaal gewogen risicovolume: sinds de invoering in 2008 heeft KBC voornamelijk de Internal Rating Based (IRB) benadering gebruikt om zijn risicogewogen activa te

berekenen. Die wordt, bij een volledige toepassing van alle CRR/CRD IV-regels, gebruikt voor ongeveer 92% van de gewogen kredietrisico's, waarvan ongeveer 86% wordt berekend volgens de Advanced-benadering en ongeveer 6% volgens de Foundation-benadering. De overige gewogen kredietrisico's (ongeveer 8%) worden berekend volgens de standaardbenadering. De stijging van de gewogen risico's in 2017 was voornamelijk toe te schrijven aan het feit dat United Bulgarian Bank en Interlease voor de eerste keer geconsolideerd werden en aan volumestijgingen in andere kernlanden.

Eind 2017 bedroeg de fully loaded leverage ratio op KBCgroepsniveau 6,1% (zie tabel). Dat is hetzelfde cijfer als het jaar voordien, omdat de hogere totale exposure volledig werd gecompenseerd door een hoger tier 1-kapitaal. Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

Leverage ratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode)
(in miljoenen euro)
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2016
Fully loaded
Tier 1-kapitaal 16 504 15 286
Totale exposure 272 373 251 891
Balanstotaal 292 342 275 200
Deconsolidatie van KBC Verzekeringen -32 802 -32 678
Aanpassing voor derivaten -3 908 -5 784
Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal -2 235 -2 197
Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties 816 1 094
Off-balance sheet exposure 18 160 16 256
Leverage ratio 6,1% 6,1%

De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de afwikkelingsautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk kenmerk van het afwikkelingsplan is dat het bepaalt op welk niveau de bevoegde afwikkelingsautoriteiten zullen optreden. Er moet gekozen worden tussen een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit die de groep in zijn geheel afwikkelt (Single Point of Entry of SPE) of verschillende autoriteiten die afzonderlijk die delen van de groep afwikkelen die binnen hun jurisdictie vallen (Multiple Point of Entry of MPE).

KBC heeft zijn voorkeur uitgesproken voor een SPE-aanpak op groepsniveau met de bail-in als het voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven en nieuwe aandelen uit te geven aan vroegere schuldeisers ter compensatie. Wij geven de voorkeur aan een SPE-aanpak op groepsniveau, omdat ons businessmodel sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als organisatorisch (risico, financiën, treasury, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in zullen worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.

Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). Eind 2017 bedroeg de MREL-ratio op basis van instrumenten uitgegeven door KBC Groep NV, 24% van de risicogewogen activa (point-of-entrystandpunt).

MREL: op basis van instrumenten uitgegeven door KBC Groep NV 31-12-2017 31-12-2016
(in miljoenen euro) Fully loaded Fully loaded
Eigen middelen en in aanmerking komende passiva 22 207 18 467
CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 15 104 13 886
AT1-instrumenten 1 400 1 400
T2-instrumenten (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 2 182 1 681
Senior schulden (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 3 521 1 500
Risicogewogen activa (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 92 410 87 782
MREL-ratio 24,0% 21,0%

De benadering hierboven is strenger dan de MREL-definitie die de SRB momenteel toepast, die ook bepaalde andere

instrumenten uitgegeven door lagere niveaus in de groep opneemt (geconsolideerd overzicht).

Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk

In de volgende tabel vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV. De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II.

Solvabiliteit, KBC Bank (CRR/CRD IV, fully loaded)

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 15 756 16 229
Tier 1-kapitaal 13 484 12 625
Waarvan kernkapitaal (common equity) 12 077 11 219
Tier 2-kapitaal 2 273 3 604
Totaal gewogen risico's 83 117 78 482
Common equity ratio 14,5% 14,3%
Tier 1-ratio 16,2% 16,1%
Totale kapitaalratio 19,0% 20,7%

Solvabiliteit, KBC Verzekeringen (incl. volatiliteitsaanpassing)

(Solvency II, in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Eigen vermogen 3 865 3 637
Tier 1 3 365 3 137
Eigen vermogen van de aandeelhouders volgens IFRS 3 051 2 936
Dividenduitkering -8 -103
Aftrek van immateriële vaste activa en goodwill (na belastingen) -128 -123
Waarderingsverschillen (na belastingen) 403 349
Volatiliteitsaanpassing 43 120
Overige 3 -42
Tier 2 500 500
Achtergestelde schulden 500 500
Solvabiliteitskapitaalvereiste (SCR) 1 823 1 791
Solvency II-ratio 212% 203%
Solvabiliteitssurplus boven SCR 2 042 1 846

ICAAP en ORSA

Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en ervoor te zorgen dat we altijd voldoende gekapitaliseerd zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikken we ook over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. Dat model wordt bijvoorbeeld gebruikt om de risicogewogen prestaties te meten, risicolimieten te onderbouwen en te bepalen, en de kapitaaltoereikendheid te beoordelen. Het wordt aangevuld met een kader voor winstbeoordeling, dat de kwetsbaarheden moet blootleggen met betrekking tot de duurzaamheid van ons businessmodel op langere termijn.

Een heel belangrijk element in ons ICAAP is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasury- en risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op entiteitsniveau te bepalen.

De APC gaat niet alleen over planning, maar ook over het nauwgezet bewaken dat alle aspecten van het plan worden uitgevoerd (winst-en-verliesrekening, risicogewogen activa, liquiditeit). De verschillende groepsfuncties stellen daarover specifieke rapporten op.

Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Net zoals bij het ICAAP is het doel van de ORSA erop toe te zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBCverzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening

Stresstests

Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer (risico's vaststellen, risicobereidheid en -begrenzing bepalen, enz.). Stresstests maken daarom integraal deel uit van ons risicobeheerkader en zijn een belangrijk onderdeel van ons ICAAP en onze ORSA.

Voor ons is stresstesting een proces dat

managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk.

Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of we over voldoende kapitaal beschikken om de risico's die we lopen, te dekken. Daarom bevat de APC ook gevoeligheden voor kritieke veronderstellingen die worden gebruikt in het basisscenario. Daarnaast wordt de APC aangevuld met een speciale geïntegreerde stresstest die gelijktijdig wordt uitgevoerd. De gevoeligheden en stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat:

• de beslissingen over de financiële planning en de risicobereidheid en -begrenzing niet alleen gebaseerd zijn op een basisscenario, maar ook rekening houden met de invloed van moeilijkere macro-economische en financiële marktscenario's;

houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC, bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Waar nodig worden die processen aangepast om rekening te houden met de specifieke aard van de (her)verzekeringsactiviteiten en te voldoen aan de Solvency II-vereisten.

• het kapitaal en de liquiditeit op groepsniveau ook in moeilijke omstandigheden op een aanvaardbaar niveau blijven.

De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en reglementaire kapitaaldoelstellingen.

In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaalvereisten niet gehaald worden. Op die manier geeft het herstelplan een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep en in de risicoverminderende maatregelen die het management kan nemen als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen.

KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaaltoereikendheid van de groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van gevoeligheden in de APC-planning.

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken daarbij de Belgische Corporate Governance Code 2009 (hierna de Code genoemd) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2017.

In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt. Raad van Bestuur: Raad; Directiecomité: DC; Auditcomité: AC; Risico- en Compliancecomité: RCC.

Samenstelling van de Raad en zijn comités

In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2017*. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.

e 17
e Raad in 20
daat eringen
e
urders
ende bestu
houders
oordigers
jke bestuur
ders
e
Naam Hoofdfuncti Periode in d huidig man
Einde
raadsvergad
Bijgewoond
Niet-uitvoer kernaandeel
Vertegenw
Onafhankeli AC
DC
RCC comité
Benoemings
comité
Remunerati
Aantal vergaderingen in 2017 10 6 9 3 4
Thomas Leysen Voorzitter van de Raad Volledig jaar 2019 10 n n 3 (v) 4 (v)
Philippe Vlerick Ondervoorzitter van de Raad
CEO Vlerick Group
Volledig jaar 2021 10 n n 2 4
Johan Thijs Voorzitter DC en gedelegeerd bestuurder KBC Volledig jaar 2020 10 n (v)
Alain Bostoen CEO Christeyns Groep Volledig jaar 2019 9 n n
Katelijn Callewaert Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora Volledig jaar 2021 10 n n
Sonja De Becker Voorzitter MRBB Volledig jaar 2020 9 n n 3
Franky Depickere Gedelegeerd bestuurder / CEO van Cera en KBC Ancora Volledig jaar 2019 10 n n 9 (v) 3
Frank Donck Gedelegeerd bestuurder 3D Volledig jaar 2019 9 n n 5 8
Júlia Király Professor aan de International Business School van Boedapest Volledig jaar 2018 10 n n 6 4
Walter Nonneman Emeritus professor economie aan de Universiteit Antwerpen, Bestuurder
Cera
Volledig jaar 2021 10 n n
Vladimira Papirnik Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Volledig jaar 2020 10 n n 6 9 3
Theodoros Roussis CEO Ravago Groep Volledig jaar 2020 8 n n
Hendrik (Rik) Scheerlinck Gedelegeerd bestuurder KBC Vanaf 5 mei
2017
2021 6 n
Christine Van Rijsseghem Gedelegeerd bestuurder KBC Volledig jaar 2018 10 n
Matthieu Vanhove Bestuurder-directeur Cera Volledig jaar 2021 10 n n
Marc Wittemans Gedelegeerd bestuurder / CEO van MRBB Volledig jaar 2018 10 n n 6 (v) 9
Commissaris: PricewaterhouseCoopers (PwC), vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman.

Secretaris van de Raad: Johan Tyteca.

(v) Voorzitter van dit comité.

* Luc Popelier was gedelegeerd bestuurder tot en met 4 mei 2017. Hij nam deel aan vier vergaderingen.

Wijzigingen in de Raad in 2017

• Op de algemene vergadering van 4 mei 2017 werd Philippe Vlerick herbenoemd als bestuurder voor een nieuw mandaat van 4 jaar, werden Katelijn Callewaert, Walter Nonneman en Matthieu Vanhove definitief benoemd als bestuurder voor een mandaat van 4 jaar, en werd Hendrik Scheerlinck benoemd als bestuurder voor een mandaat van vier jaar. (Ingevolge zijn benoeming als lid van het DC werd hij uitvoerend bestuurder. Hij verving Luc Popelier, die ontslag nam als bestuurder.)

Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 3 mei 2018

• Op advies van het Benoemingscomité wordt Júlia Király door de Raad voorgedragen voor een herbenoeming als onafhankelijk bestuurder voor een nieuw mandaat van 4 jaar en worden Marc Wittemans en Christine Van Rijsseghem voorgedragen voor een herbenoeming als bestuurder.

Meer weten?

U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance. De agenda van de Algemene Vergadering van 3 mei 2018 vindt u op www.kbc.com.

Het directiecomité van de groep

Samenstelling van het DC eind 2017
Johan
Thijs
Daniel
Falque
John
Hollows
Erik
Luts
Luc
Popelier
Hendrik
Scheerlinck
Christine
Van Rijsseghem
°1965
Belg
°1963
Belg
°1956
Brit
°1960
Belg
°1964
Belg
°1956
Belg
°1962
Belg
Licentiaat
Wetenschappen
(Toegepaste
Wiskunde)
en Actuariële
Wetenschappen
(KU Leuven)
Licentiaat in
Internationale
Betrekkingen
(UCL)
Licentiaat Rechten
en Economie
(Universiteit
Cambridge)
Licentiaat
Pedagogische
Wetenschappen
(KU Leuven)
Licentiaat
Toegepaste
Economische
Wetenschappen
(UFSIA)
Licentiaat
in de rechten
(KU Leuven)
Licentiaat in de
Rechten
(UGent)
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
2009
In dienst sinds*
1996
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
1984
In dienst sinds*
1987
Groeps-CEO (chief
executive officer)
CEO Divisie België CEO Divisie Tsjechië CIO (chief
innovation officer)
CEO Divisie
Internationale
Markten
CFO (chief
financial officer)
CRO (chief
risk officer)

* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)

Volgende wijzigingen traden op in het DC vanaf 5 mei 2017:

  • Luc Gijsens nam ontslag als lid van het DC en Hendrik Scheerlinck en Erik Luts werden door de Raad benoemd tot lid van het DC.
  • Met betrekking tot de samenstelling werden volgende wijzigingen doorgevoerd: Hendrik Scheerlinck werd CFO, Erik Luts werd Chief Innovation Officer en Luc Popelier werd CEO Divisie Internationale Markten.

Diversiteitsbeleid

De Raad van Bestuur heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en het DC. Dat beleid wil in eerste instantie de diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat zowel de Raad als het DC een brede basis van relevante competenties en knowhow kan aanspreken en dat ze voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en inputs ontvangen.

Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij in zijn geheel beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.

Verder bepaalt het beleid dat:

  • ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden;
  • de Raad leden moet hebben van verschillende nationaliteiten, met name rekening houdend met de verschillende geografische gebieden waar KBC actief is;

  • ten minste drie bestuurders onafhankelijk moeten zijn in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen;

  • drie leden van het DC ook lid moeten zijn van de Raad van Bestuur (overeenkomstig de Belgische wet betreffende het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen).

Bij de samenstelling van de Raad wordt rekening gehouden met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders.

Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het als geheel beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector, en meer bepaald de vereiste algemene knowhow in alle domeinen waar KBC actief is.

Verder bepaalt het beleid dat:

• ten minste een lid van het DC van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden;

Samenstelling van de Raad van Bestuur

  • het DC streeft naar een gediversifieerde samenstelling op het vlak van nationaliteit en leeftijd;
  • alle leden van het DC moeten beschikken over de nodige financiële kennis, professionele integriteit en managementervaring, maar een verschillend carrièreverloop moeten hebben.

De Raad zal, op advies van het Benoemingscomité, toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC als er een vacature is, en wanneer hij voorstellen doet voor een benoeming in de Raad.

Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2017 effectief werd toegepast. Wat de samenstelling van het DC betreft, zal er de volgende jaren naar gestreefd worden om de diversiteit verder te verhogen. Wat de Raad betreft, moet worden opgemerkt dat de Raad van Bestuur van KBC Groep regelmatig samenkomt met de Raad van Bestuur van KBC Bank en die van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende

5

onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.

Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management. In het hoofdstuk Ons Bedrijfsmodel geven we een grafisch overzicht van de diploma's van de leden van de Raad.

De volgende nationaliteiten, andere dan de Belgische, zijn vertegenwoordigd in de Raden van Bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen: Hongaars, Tsjechisch/ Amerikaans, Iers, Brits, Zweeds, Deens en Frans.

AC: toepassing van artikel 96 § 1 9° van het Wetboek van Vennootschappen

Op 31 december 2017 zetelen in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:

  • Vladimira Papirnik: onafhankelijk bestuurder, doctor juris (Northwestern University, USA, 1982), was senior partner bij het advocatenkantoor Squire Patton Boggs (zowel in Praag als in Chicago) tot juni 2017 en werkt nog verder aan projecten voor de firma en haar klanten. Ze is gespecialiseerd in internationaal bankrecht, projectfinanciering en vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance).
  • Júlia Király: onafhankelijk bestuurder, studeerde af aan de University of Economics van Boedapest (1980) en behaalde een Ph.D in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was 15 jaar lang professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences.

De andere leden van het AC zijn:

  • Marc Wittemans: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen, graduaat in de Fiscale Wetenschappen en in de Actuariële Wetenschappen. Hij is gedelegeerd bestuurder van MRBB CVBA, holdingmaatschappij van de Boerenbond, en voorzitter van het AC.
  • Frank Donck: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (UGent) en licentiaat Financiële Wetenschappen (Vlerick School voor Management Gent). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en van Tele Columbus AG, en onafhankelijk bestuurder bij Barco NV en Elia System Operator NV.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en van artikel 526bis § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.

RCC: toepassing van punt 6.3.6 van het Charter

Op 31 december 2017 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:

• Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven).

De andere leden van het RCC zijn:

• Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en

heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Hij is thans gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.

  • Frank Donck (cv: zie hierboven)
  • Marc Wittemans (cv: zie hierboven)

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.

Afwijkingen van de Code

De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explainprincipe). Hierna volgt dat overzicht:

Bepaling 5.2/4 van Bijlage C bij de Code stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van het Auditcomité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke nietuitvoerende bestuurders.

Op 31 december 2017 was het AC samengesteld uit vier niet-uitvoerende bestuurders, van wie twee onafhankelijke bestuurders en twee vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC.

Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt nu twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn 3 onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité.

Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement, via hun vertegenwoordigers in de Raad op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van de comités.

Commissaris

De commissaris, PricewaterhouseCoopers (PwC), wordt vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman.

De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.

Activiteitenverslag van de Raad en zijn comités in 2017

Raad van Bestuur (Raad)

Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:

  • de KBC-strategie,
  • de strategie voor Ierland,
  • de verzekeringsstrategie,
  • de strategie en de activiteiten in Tsjechië, België en Slowakije,
  • de impact van de digitalisering,
  • het HR-beleid,
  • het ICAAP-ILAAP-rapport 2017,
  • het Risk Appetite Statement,

  • de Risk Reports,

  • het KBC Group Recovery Plan 2017,
  • het jaarverslag van Group Compliance.

Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.

De implementatie van de Duurzaam KBC-strategie wordt opgevolgd via de KBC-Duurzaamheidsboordtabel. In die boordtabel zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen KBC Groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters.

Auditcomité (AC)

Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.

Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken.

Het AC besprak bovendien:

  • de Verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien,
  • de intragroup belangenconflicten,
  • de KBC Outsourcing policy,
  • de implementatie van IFRS 9,
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen.

Risico- en Compliancecomité (RCC)

Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties.

Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer (inclusief de jaarverslagen) werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.

Daarnaast behandelde het RCC de volgende bijzondere rapporteringen:

  • de Verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien,
  • het KBC ICAAP/ILAAP-rapport 2017,
  • het KBC ORSA-rapport 2017,
  • het KBC Recovery Plan 2017,
  • het Risk Appetite Statement,
  • de Anti-Money-Laundering Risk Appetite,
  • het Information Security and Cyber risk,
  • de implementatie van GDPR,
  • de risicogerelateerde elementen van het beloningsbeleid en van de prijszetting van de aan het cliënteel aangeboden producten,
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen.

Benoemingscomité

Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • de benoemingen en herbenoemingen in de Raad,
  • de samenstelling van de Raad en de adviserende comités,
  • het diversiteitsbeleid.

Remuneratiecomité

Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en dikwijls ook van de voorzitter van het DC. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • evaluatie van de beoordelingscriteria van het DC over 2016,
  • beoordelingscriteria van het DC over 2017,
  • jaarlijkse Remuneration Review,
  • vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders in het Related Party Lending Committee,
  • pensioen van Luc Gijsens en financieel statuut van nieuwe leden van het DC,
  • enkele individuele vertrek- en/of retentievergoedingen,
  • vergoeding van de leden van het DC.

Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstuk 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.

Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden

De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.

Op initiatief van de voorzitter vindt in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele

beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.

De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.

Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.

Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.

Beleid inzake transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen

De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Charter. In de loop van het boekjaar 2017 kwamen geen transacties voor die een toepassing van deze regeling vereisten.

Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik

De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en

Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.

Belangenconflicten die onder artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vallen

In de loop van het boekjaar 2017 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.

Het comité van drie onafhankelijke bestuurders heeft in januari een beslissing genomen in toepassing van de kaderbeslissing die werd genomen door de Raad op 24 november 2005, met naleving van de integrale procedure van art. 524 W. Venn., waarbij machtiging werd gegeven aan dit comité om iedere toekomstige, op geconsolideerd niveau (vermogensrechtelijk)

neutrale verrichting tussen met KBC Groep NV verbonden vennootschappen a priori te onderzoeken en te oordelen of het wel noodzakelijk is om de procedure van art. 524 W. Venn. opnieuw toe te passen. Het comité heeft in het bijzonder de verrichting beoordeeld waarbij CBC Banque SA een deel van een roerende leasingportefeuille zou overnemen van KBC Lease Belgium NV. Het comité was van mening dat de

waarderingsmethode marktconform was en dat de verrichting geen nadelige gevolgen had voor KBC Groep NV. Het comité besloot dat het niet nodig was om de procedure van art. 524 W. Venn. opnieuw toe te passen en dat een eenvoudige kennisgeving van de verrichting aan de Raad kon volstaan. De Raad heeft hiervan kennis genomen op zijn vergadering van 19 januari 2017.

Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen

Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC

Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering

We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.

De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:

  • De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem krachtens het Wetboek van Vennootschappen zijn voorbehouden. De Raad beslist, op voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite).
  • Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van dit hoofdstuk.

Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid

Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van verantwoord ondernemen. Eerlijkheid, correctheid, transparantie en confidentialiteit maken samen met een

doordachte risicobeheersing deel uit van de hoge ethische normen die KBC hanteert – zowel naar de geest als naar de letter van de toepasselijke regelgeving. Daarom behandelen we onze klanten op een redelijke, eerlijke en professionele wijze.

Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. Ze maken ook deel uit van specifieke trainingen en campagnes voor het personeel. We communiceren volledig transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. Die vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.

Het Integriteitsbeleid omvat o.a. ook het gedragsrisico (conduct risk), een recent begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste levering van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet met preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en dilemma-trainingen zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. Het integriteitsbeleid werd in 2017 geactualiseerd, om het in lijn te brengen met nieuwe reglementaire ontwikkelingen (witwassen, bescherming van gegevens), nieuwe ontwikkelingen in de digitale wereld en met een focus op de waarden, inclusief het centraal stellen van de klant.

Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:

  • bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering en het naleven van embargo's;
  • fiscaal preventiebeleid, waaronder de bijzondere mechanismen van belastingontduiking;
  • bescherming van de belegger inclusief het naleven van de toepasselijke gedragsregels voor beleggingsdiensten en de distributie van financiële diensten, voorkoming van

belangenconflicten (MiFID) en marktmisbruik, waaronder misbruik van voorkennis;

  • gegevensbescherming (privacy), vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht;
  • bescherming van de verzekeringspolishouder;
  • regels betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming;
  • governanceaspecten van CRD IV, Solvency II en/of plaatselijke wetgeving, inclusief onverenigbaarheid van mandaten, beloningsbeleid, Fit & Proper-vereisten, belangenconflicten en verstrekken van advies m.b.t. uitbesteding.

Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:

  • Via doelgerichte campagnes en trainingen neemt KBC initiatief om deze deontologische houding in het DNA van elke medewerker te verankeren. Details van dat beleid zitten verweven in de gedragslijn en in de diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven.
  • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
  • Het Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te goeder trouw tekenen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren (zie verder).
  • In lijn met de UK Modern Slavery Act publiceert KBC een Modern Slavery Act Statement, waarin KBC de strijd tegen iedere vorm van moderne slavernij in haar activiteiten onderschrijft.

De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en trainingen.

Bestrijding van corruptie en omkoping

Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt de houding van KBC in de strijd tegen en de voorkoming van corruptie bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en bevat een omschrijving van de daartoe genomen en te nemen maatregelen. Het is van toepassing op alle KBC-medewerkers, entiteiten, activiteiten, verrichtingen, tegenpartijen en leveranciers van KBC en heeft bijgevolg betrekking op alle verrichtingen van het personeel van KBC alsook op alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid.

De voornaamste risico's verbonden aan corruptie en omkoping, zijn mogelijke beïnvloeding, belangenconflicten, niet-objectieve prijszetting, het subjectief toewijzen van contracten, enz. Gezien die mogelijke gevolgen en in het bijzonder de invloed op de reputatie van de groep, past KBC een nultolerantie toe met betrekking tot fraude en ernstige wanpraktijken.

Bestrijding van corruptie en vermijden van belangenconflicten in het algemeen, maken onderdeel uit van een ex cathedraopleiding, waaraan in 2017 in België 338 medewerkers hebben deelgenomen. Daarnaast maakt deze topic ook deel uit van een e-learning, die in 2017 door meer dan 1 000 medewerkers in België werd gevolgd. In de Centraal-Europese entiteiten van de groep is de opleiding over anti-corruptie en omkoping een deel van de compliance training. Die opleiding gebeurt ofwel face to face ofwel via e-learning. In drie banken is het een verplichting voor alle medewerkers (Cˇ SOB Bank in Tsjechië, met meer dan 7 000 gevolgde e-learningopleidingen, Cˇ SOB Bank in Slowakije met participatie van meer dan 2 000 medewerkers en K&H Bank in Hongarije, met participatie van ongeveer 4 000 medewerkers). In CIBANK/UBB worden opleidingen gegeven aan nieuwe en bestaande medewerkers. In Ierland maakte deze opleiding deel uit van de compliance ethics e-learning, die jaarlijks wordt uitgerold. Bijna 1 200 medewerkers hebben die opleiding gevolgd.

Het Anticorruptiebeleid bevat ook het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Dit beleid impliceert dat geschenken, giften of uitnodigingen, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten worden gemeld en worden goedgekeurd door het management. In 2017 werden in België in dit verband 16 meldingen geregistreerd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld (58 meldingen in Tsjechië, 8 in Hongarije, en geen meldingen in Slowakije en Bulgarije).

KBC heeft een beleid inzake klokkenluiders. KBC verwacht van zijn medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften en andere wanpraktijken door personeel of

klanten. Elke medewerker heeft de elementaire morele plicht om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden. KBC moedigt elke medewerker aan om de gebruikelijke rapporteringslijnen te gebruiken en alle specifieke bekommernissen eerst met het lijnmanagement te bespreken. Als dat niet mogelijk is, kunnen de medewerkers terugvallen op de rapporteringsmogelijkheden die opgenomen zijn in het beleid voor de bescherming van klokkenluiders. In overeenstemming met dat beleid garandeert KBC de identiteit van klokkenluiders te beschermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden op de manier zoals voorzien in de interne reglementen. Overeenkomstig deze principes beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Group Compliance ziet toe op de werking van deze policy. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de centraliserende entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek en Fraude van Compliance Groep. Het klokkenluidersbeleid moet intern en extern worden gepubliceerd. U vindt het document Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in KBC Groep op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.

Het Three Lines of Defense-model wapent KBC tegen risico's die het behalen van de doelstellingen in het gedrang kunnen brengen

Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.

1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's

De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.

2 De risicofunctie en Compliance, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisicobeveiliging, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie

Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisicoen controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft ze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.

De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.

3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het DC, het AC en het RCC bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem

Interne Audit is verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de bestaande interne controleprocessen. Als onafhankelijke derdelijnscontrole voert het risicogebaseerde en algemene audits uit om de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem te verzekeren, inclusief Corporate Governance en het Risicobeleid. Het ziet er ook op toe dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.

Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden

beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.

Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.

Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem

Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.

Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.

Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.

Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving

Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De

periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).

De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.

De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Financial Insight and Communication en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.

Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.

De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.

De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van

verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.

Het Challenger Framework (2012) en het Data Management Framework (2015) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.

Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruik

makend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)) aangevuld met een ingevulde CFO-vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.

Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.

Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de voorgaande paragrafen.

Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

1 Kapitaalstructuur op 31 december 2017

Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 418 597 567 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten

Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de slotkoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 15 november 2017 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 19 december 2019. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2016 zijn nog geblokkeerd (tot 19 december 2018).

De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Uitleg bij de aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 3.8 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil.

4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.

5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht

De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2017 betrof het 64 847 aandelen.

6 Aan KBC Groep NV bekende

aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht

De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora Comm.VA, haar moederonderneming Cera CVBA, MRBB CVBA en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.

Uit de meest recente kennisgevingen van deze kernaandeelhouders blijkt volgend aandelenbezit:

• KBC Ancora Comm.VA: 77 516 380
• Cera CVBA: 11 127 166
• MRBB CVBA: 47 887 696
• Andere vaste aandeelhouders: 31 109 379

In totaal bezitten de kernaandeelhouders dus 167 640 621 aandelen van KBC Groep NV, die eenzelfde aantal stemrechten vertegenwoordigen. Dat komt overeen met 40,05% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2017.

Tussen deze kernaandeelhouders werd een

aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van KBC Groep NV en om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep NV en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van KBC Groep NV.

De aandeelhoudersovereenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen, beslist de syndicaatsvergadering als er geen consensus bestaat met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de

aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.

7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV

Benoeming en vervanging van leden van de Raad:

De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering.

In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen. De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.

Wijziging van de statuten:

Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping

nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).

Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).

8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen

De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 20 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meer keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal binnen het bovengenoemde bedrag van 700 miljoen euro. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.

Op 15 november 2017 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 59,60 euro en een maximum van 58 aandelen per

personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 21 december 2017 verhoogd met 784 687,80 euro, vertegenwoordigd door 225 485 nieuwe aandelen. De gevolgen van de uitsluiting van het voorkeurrecht vindt u in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening.

Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2017 nog 694 326 862,24 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2017 – nog maximaal 199 519 213 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,66% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.

De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.

De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2017 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen 64 847 aandelen van KBC Groep NV in bezit.

9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.

10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.

Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2017

Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:

  • naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007,
  • naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen,
  • op vrijwillige basis.

In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.

We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2017, resulterend uit alle kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2017. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2017 (en de eerste twee maanden van 2018).

Aandeelhouderschap op
31-12-2017, volgens de meest
recente kennisgevingen overeen
Aantal KBC-aandelen/
stemrechten (tegenover het
huidige aantal aandelen/
De kennisgeving betreft de
komstig de wet van 2 mei 2007 Adres stemrechten) situatie op
KBC Ancora Comm.VA Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 77 516 380 (18,52%) 1 december 2014
Cera CVBA Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 11 127 166 (2,66%) 1 december 2014
MRBB CVBA Diestsevest 40, 3000 Leuven, België 47 889 864 (11,44%) 1 december 2014
Andere vaste aandeelhouders P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2,
8510 Bellegem, België
32 020 498 (7,65%) 1 december 2014
Vennootschappen behorend tot de
KBC-groep
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 300 (0,00%) 16 oktober 2012
Blackrock Inc.* 55 East 52nd Street, New York, NY 10055,
Verenigde Staten
20 982 248 (5,01%) 28 november 2017
Parvus Asset Management Europe
Ltd.
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen,
Verenigd Koninkrijk
12 341 146 (2,95%) 13 februari 2015

* Zonder de in deel B van de transparantiekennisgeving (beschikbaar op www.kbc.com) vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised.

Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 28 augustus 2017 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.

A Mededelingen door

a rechtspersonen,

b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1

Participatie, Participatie,
Aandeelhouder aantal In procenten2 Aandeelhouder aantal In procenten2
KBC Ancora Comm.Va 77 516 380 18,52 Beluval NV 420 558 0,10
MRBB CVBA 47 887 696 11,44 Dufinco BVBA 400 002 0,10
CERA CVBA 11 127 166 2,66 Cecan Invest NV 397 563 0,09
Ravago Finance NV 4 380 500 1,05 Robor NV 359 606 0,09
SAK AGEV 4 282 454 1,02 Sereno SA 321 408 0,08
VIM CVBA 3 884 500 0,93 Rodep Comm.Va 304 181 0,07
3D NV 2 491 893 0,60 Bareldam SA 260 544 0,06
Almafin SA 1 621 589 0,39 Efiga Invest SPRL 230 806 0,06
De Berk BVBA 1 138 208 0,27 Gavel Comm.VA 220 024 0,05
Algimo NV 1 040 901 0,25 Promark international NV 199 008 0,05
SAK PULA 981 450 0,23 Ibervest 190 000 0,05
Rainyve SA 941 958 0,23 SAK Iberanfra 120 107 0,03
Alia SA 937 705 0,22 Agrobos 45 000 0,01
Stichting Amici Almae Matris 912 731 0,22 Willig 41 646 0,01
Ceco c.v.a 591 249 0,14 Filax stichting 38 529 0,01
Niramore International SA 544 131 0,13 Hendrik Van Houtte CVA 25 920 0,01
Van Holsbeeck NV 502 822 0,12 Isarick NV 8 885 0,00
Nascar Finance SA 485 620 0,12 Vobis Finance NV 685 0,00
Cecan NV 466 002 0,11

B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden

(deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)

Participatie, Participatie, Participatie, Participatie,
aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2
861 395 0,21 159 100 0,04 89 562 0,02 40 000 0,01
285 000 0,07 107 744 0,03 89 562 0,02 20 836 0,00
182 826 0,04 107 498 0,03 70 500 0,02 3 431 0,00
166 200 0,04 91 000 0,02 46 540 0,01

1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.

2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2017.

Remuneratieverslag over het boekjaar 2017

Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC

Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. De vele wettelijke en regulatoire bepalingen die aan de financiële instellingen worden opgelegd, scheppen een erg strikt kader dat maar een beperkte ruimte laat voor een eigen beleid ter zake. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De volledige verslagen van het Remuneratiecomité worden bezorgd aan de Raad ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicomanagement en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.

Raad: op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

DC: op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.

Algemeen kader

Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management (Raad, DC, directieleden en risk takers) wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. De belangrijkste luiden als volgt:

  • Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel, waarvan ten minste 10% gebaseerd is op de resultaten van de KBC-groep (gelet op een uitdrukkelijk verbod van de Tsjechische Nationale Bank, geldt dit niet voor de medewerkers van Cˇ SOB in Tsjechië), en een prestatiegebonden deel.
  • Ten minste 40% van het variabele loon voor het topmanagement, de Key Identified Staff (KIS), wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over drie jaar. Voor de leden van het DC en de algemeen directeuren gaat het over 50% (of indien de variabele vergoeding meer bedraagt dan 200 000 euro zelfs 60%), waarvan de betaling gespreid wordt over vijf jaren.
  • Voor de KIS wordt de helft van de totale variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten (phantom stocks) om zo ook de langetermijngevolgen van het beleid op de waarde van KBC Groep te laten inwerken op de variabele vergoeding.
  • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdbackmogelijkheid voorzien.
  • Het variabele loon kan nooit meer bedragen dan de helft van het vaste loon.
  • Voor het variabele loon geldt een plafond van nominaal 750 000 euro.
  • De criteria voor de beoordeling van de prestaties van het lid van het DC verantwoordelijk voor de risicofunctie bevatten geen enkele verwijzing naar de resultaten van KBC Groep.
  • Ten minste één van de criteria voor de beoordeling van de prestaties van het topmanagement is altijd risicogerelateerd.
  • Ten minste 10% van het variabele loon van het topmanagement is ook afhankelijk van het behalen van een vooraf afgesproken individuele doelstelling die gerelateerd is aan het duurzaamheidsbeleid van de groep.

Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding wordt een risicogecorrigeerde maatstaf van de winstgevendheid van het bedrijf gebruikt (Risk-Adjusted Profit of RAP). Voor bepaalde categorieën van de key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.

Terugvorderingsbepalingen

Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (dat wil zeggen: ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.

In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):

  • Er is een bewijs van wangedrag of grove fout van de medewerker (bijvoorbeeld schending van de gedragscode en andere interne regels, in het bijzonder met betrekking tot risico's).
  • In geval van een daling met ten minste 50% van ofwel het nettoresultaat exclusief de niet-recurrente winst ofwel de (onderliggende) winst aangepast voor risico van de KBC-groep en/of de onderliggende KBC-entiteit in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving ten opzichte van het jaar van toekenning, zal een malus worden toegepast op de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die betrekking hebben op het jaar van toekenning, tenzij het Remuneratiecomité van de KBC-groep een gemotiveerd advies geeft aan de Raad waarin het voorstelt geen malus toe te passen om welbepaalde redenen. Het Remuneratiecomité van de KBC-groep zal ook een advies geven over de malusgraad (het toe te passen percentage). De eindbeslissing ligt bij de Raad.
  • In het geval dat het nettoresultaat exclusief de nietrecurrente winst of de voor risico aangepaste winst van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn.

De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.

In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):

  • bewijs van fraude,
  • (gebruik van) misleidende informatie.

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders

  • De vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een jaarlijkse, vaste vergoeding die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering. Het zwaartepunt van de vergoeding ligt bij de presentiegelden. Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding.
  • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep, geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad.
  • De bestuurders die in het AC of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vaste vergoeding voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor leden die ook zitting hebben in het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen, de vergoeding maar eenmaal wordt uitgekeerd voor gezamenlijke vergaderingen. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een verhoogde vaste vergoeding. Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.
  • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen een extra vergoeding (presentiegeld) toegekend per bijgewoonde vergadering.
  • KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.

Vergoedingen op individuele basis die aan de nietuitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend

Overeenkomstig het hierboven uitgelegde vergoedingssysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland de bedragen die in onderstaande tabel zijn vermeld. De leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad, ontvingen in die hoedanigheid noch een vaste vergoeding noch presentiegeld.

Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde basis, in euro)

Vergoeding Vergoeding AC en RCC Presentiegeld
(m.b.t. boekjaar 2017) (m.b.t. boekjaar 2017) (m.b.t. boekjaar 2017)
Thomas Leysen 500 000
Alain Bostoen 30 000 45 000
Katelijn Callewaert 40 000 50 000
Sonja De Becker 40 000 45 000
Franky Depickere 65 000 130 000 56 250
Frank Donck 30 000 30 000 45 000
Júlia Király 20 000 30 000 75 000
Walter Nonneman 40 000 50 000
Vladimira Papirnik 20 000 30 000 75 000
Theodoros Roussis 30 000 40 000
Matthieu Vanhove 40 000 50 000
Philippe Vlerick 60 000 50 000
Marc Wittemans 40 000 60 000 50 000

Vergoedingsbeleid voor de komende twee boekjaren

Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. In 2016 werd opnieuw een vergelijking gemaakt met zowel de BEL 20 ondernemingen als met een uitgebreid staal van continentaal Europese financiële instellingen. Daaruit is gebleken dat een aanpassing van het niveau van de vergoeding niet aan de orde was.

De vergoeding van de voorzitter en de leden van het DC

  • In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de KBC-groep is de individuele vergoeding van de leden van het DC samengesteld uit de volgende componenten:
  • een vaste maandvergoeding;
  • een jaarlijkse prestatiegebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling (geëvalueerd op basis van vooraf afgesproken criteria);
  • een jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties en de naleving van de voorbeeldfunctie in verband met de groepswaarden van elk lid van het DC afzonderlijk;
  • de eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk).

  • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de zogenaamde risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als (een van) de opgelegde parameters niet worden (wordt) bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.

  • De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De Raad geeft op advies van het Remuneratiecomité (die daarbij rekening houdt met de evaluatie door de voorzitter van het DC) elk lid van het DC een score op elk van de vijf elementen van onze bedrijfscultuur (PEARL: Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local embeddness) en het element Respectvol. De totaalscore op deze zes elementen bepaalt uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding.
  • De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking

hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en ten slotte tevredenheid van alle stakeholders (personeel, klanten, Raad van Bestuur en maatschappij). De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding.

  • Wat de implementatie van de strategie betreft, ligt de nadruk, naast eventuele specifieke doelstellingen, vooral op implementatie van client centricity, op duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord gedrag en op innovatie (de voorbereiding van de digitale omwenteling).
  • De criteria voor de beoordeling van de realisatie van de financiële planning bestaan uit een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, kredietkost), maar ook uit een evaluatie van de vooruitgang die geboekt wordt op het vlak van de verdere implementatie van het bankverzekeringsmodel en de diversificatie van de inkomsten.
  • De versterking van de risico-omgeving wordt beoordeeld aan de hand van de vooropgestelde liquiditeits-, kapitaalsen fundingcriteria, de uitvoering van de aanbevelingen van audit en de toezichthouder en ten slotte de mate van verbetering van de datakwaliteit.
  • De tevredenheid van de stakeholders wordt beoordeeld op basis van de resultaten van klanten- en personeelstevredenheidsenquêtes en de vooruitgang die geboekt wordt op het vlak van duurzaamheid.

Het resultaat van de evaluatie op al deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de prestatiegebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een erg klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Risicobeheersing,

stakeholdermanagement en duurzaamheid zijn hierbij minstens even belangrijk.

  • Bij de bepaling van de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties die gerelateerd zijn aan het behalen van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.
  • Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijnbonus.
  • De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend

ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.

Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV op individuele basis

Voor een lid van het DC met een anciënniteit in KBC Groep van 6 jaar of minder wordt de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor iemand met een anciënniteit in de groep van 6 t.e.m. 9 jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt de vergoeding gelijk aan 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.

Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding

De variabele component van de vergoeding wordt opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele vergoeding zich tussen 0 en 420 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 140 000 euro. Voor de andere leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 245 000 en maximaal 85 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt, zoals hiervoor uiteengezet, bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar.

De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven

De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt sinds 1 januari 2017 gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaren. De uitbetaling van die uitgestelde bedragen is onderhevig aan de hiervoor geschetste

terugvorderingsbepalingen. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met virtual investment certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan

gespreid over een periode van zes jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.

Pensioen, overlijdens- en invaliditeitsdekking

Voor de leden van het DC is er een apart vastebijdragenplan dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan werd rekening gehouden met het feit dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsneewerknemer. Daarom werd in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. De toelage van KBC aan het pensioenplan bedraagt 32% van de vaste vergoeding gedurende de eerste 10 jaar (40% voor de CEO), 7% de volgende 5 jaar (3% voor de CEO) en 3% vanaf het 16de jaar van aansluiting. Op de toelagen wordt een minimaal rendement gegarandeerd van 0% en het toegekende rendement wordt afgetopt op 8,25%. Gelet op de specifieke opbouw van dit nieuwe pensioenplan is de financiering ervan niet gelijkmatig gespreid over de ganse loopbaan. Gedurende de eerste 10 jaar is het niveau van de toelagen aan het pensioenfonds behoorlijk hoog, maar vanaf het elfde jaar en zeker vanaf het 16de jaar valt de financieringslast ervan terug tot een fractie van de jaren daarvoor.

Het plan is van toepassing voor elk in België gedomicilieerd lid van het DC. Voor de leden van het DC die voor 1 januari 2016 reeds lid waren van het DC, werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves (in het vroegere pensioenplan) overgeboekt naar het nieuwe plan. Conform het pensioenreglement werd in 2017 voor Johan Thijs een toelage aan het pensioenfonds overgemaakt van 484 416 euro. Voor de andere leden van het DC werd in 2017 een toelage van 1 436 559 euro overgemaakt.

Het pensioenplan bevat ook een overlijdensdekking. Deze bedraagt viermaal de vaste vergoeding (of, indien hoger, de op het ogenblik van overlijden opgebouwde reserves). Er is ook voorzien in een vergoeding voor eventuele wezen. Deze bestaat uit een eenmalig kapitaal van 185 000 euro en rente van 6 000 euro per jaar.

De invaliditeitsvoorziening die in het plan voorzien is, bedraagt ca. 700 000 euro.

Vaste vergoeding 2017

De vaste vergoeding van de CEO (Johan Thijs) over 2017 bedraagt 1 160 000 euro. De vaste vergoeding van de andere leden van het DC bedraagt 815 000 euro.

Variabele vergoeding 2017

De variabele vergoeding van de leden van het DC wordt vastgesteld zoals hiervoor uiteengezet. Voor het jaar 2017 besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 96,46%. Hetzelfde percentage geldt ook voor de CRO.

Variabele vergoeding Johan Thijs: Conform de hiervoor uiteengezette vergoedingssystematiek wordt over 2017 aan Johan Thijs een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 405 132 euro en een individuele variabele vergoeding van 133 000 euro. De helft van die vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cash gedeelte wordt 40% (107 626 euro) in 2018 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren (32 288 euro per jaar van 2019 t.e.m. 2023).

Variabele vergoeding van de overige leden van het DC: Conform de hiervoor uiteengezette vergoedingssystematiek wordt over 2017 aan elk van de overige leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 236 327 euro (voor Erik Luts en Hendrik Scheerlinck wordt die uiteraard berekend in functie van de periode sinds hun benoeming in het DC.) De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC bedraagt 72 250 euro voor Daniel Falque en Luc Popelier, 75 081 euro voor Christine Van Rijsseghem en John Hollows, 46 280 euro voor Erik Luts en 44 387 euro voor Hendrik Scheerlinck. De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cash gedeelte wordt 40% in 2018 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren (van 2019 t.e.m. 2023). Die cijfers bevatten de variabele vergoeding over gans 2017 voor 5 leden van het DC en de variabele vergoeding voor de periode van mei t.e.m. december voor de twee leden van het DC die sinds mei 2017 in het DC zetelen. Die cijfers zijn dan ook niet vergelijkbaar met degene die in het jaarverslag 2016 werden opgenomen

Phantom stocks 2017: Het aantal stocks wordt berekend op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel

gedurende het eerste kwartaal van 2018. Ook daarvan wordt 40% in 2018 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren. Gelet op de retentieperiode van één jaar die geldt voor de phantom stocks, worden deze telkens één jaar na toekenning uitbetaald in

cash. Dit betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2019 t.e.m. 2024. De bedragen waarvoor op die manier over 2017 phantom stocks worden toegekend, worden in onderstaande tabel weergegeven:

Bedragen toegekend in de vorm van Toekenning Toekenning Toekenning Toekenning Toekenning Toekenning
phantom stocks (in euro) Totaal 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Johan Thijs 269 066 107 626 32 288 32 288 32 288 32 288 32 288
Daniel Falque 154 289 61 715 18 515 18 515 18 515 18 515 18 515
John Hollows* 155 704 62 282 18 684 18 684 18 684 18 684 18 684
Erik Luts 101 916 40 766 12 230 12 230 12 230 12 230 12 230
Luc Popelier 154 289 61 715 18 515 18 515 18 515 18 515 18 515
Hendrik Scheerlinck 100 969 40 388 12 116 12 116 12 116 12 116 12 116
Christine Van Rijsseghem 155 704 62 282 18 684 18 684 18 684 18 684 18 684

* VIC's (Virtual Investment Certificates) i.p.v. phantom stocks.

Variabele vergoeding over de voorbije jaren

Van de variabele vergoeding die over de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016 aan Johan Thijs werd toegekend, wordt in 2018 een bedrag uitbetaald van 86 046 euro als resultaatsgebonden variabele vergoeding en een bedrag van 27 367 euro als individuele variabele vergoeding. Voor de andere leden van het DC gaat het respectievelijk om 57 364 euro en 16 112 euro voor Daniel Falque, 57 364 euro en 20 860 euro voor John Hollows, 57 364 euro en 18 301 euro voor Luc Popelier en 38 322 euro en 11 585 euro voor Christine Van Rijsseghem.

Een gedeelte van de phantom stocks die in 2012, 2013, 2014 en 2015 werden toegekend, werd in april 2017 omgezet in cash tegen een koers van 60,47 euro.

De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):

  • Johan Thijs: 240 126
  • Luc Popelier: 166 897
  • John Hollows: 160 465 (deels VIC's)
  • Daniel Falque: 143 677
  • Christine Van Rijsseghem: 92 519

Andere voordelen

Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast overeenkomstig de geldende reglementering. Verder genieten de leden van het DC ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen kan voor Johan Thijs geraamd worden op 15 556 euro en voor de andere leden van het DC samen op 68 764 euro. De forfaitaire kostenvergoeding van 400 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.

Vergoeding van het DC van KBC Groep NV, 2017 CEO Johan Thijs Andere leden van het DC (samen)
toegekend uitbetaald toegekend uitbetaald
Statuut zelfstandige zelfstandigen
Vaste basisvergoeding 1 160 000 1 160 000 4 346 667 4 346 667
Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar – cash 66 500 26 600 192 664 77 066
Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar – phantom stocks 66 500 0 192 664 0
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar – cash 202 566 81 026 630 205 252 082
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar –
phantom stocks
202 566 0 630 205 0
Individuele variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren 27 367 66 858
Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren 86 046 210 415
Phantom stocks voorbije boekjaren 240 126 563 558
Totaal 1 698 132 1 621 165 5 992 405 5 516 645
Andere voordelen 15 556 68 764
Pensioentoelage type vaste bijdragen 484 416 1 436 559

Vergoedingsbeleid voor de komende twee boekjaren

Rekening houdend met de inflatie en de sterke individuele en collectieve prestaties van het DC en na inzage van het resultaat van de studie die jaarlijks gemaakt wordt van de vergoeding van het topmanagement van de BEL 20-bedrijven en van een uitgebreide groep van continentaal Europese financiële instellingen, besliste de Raad op advies van het vergoedingscomité om met ingang van 1 januari 2018: • de vaste vergoeding van Johan Thijs op te trekken tot

1 220 000 euro per jaar en de maximale variabele

vergoeding tot 610 000 euro (450 000 euro prestatiegebonden en 160 000 euro individueel);

• de vaste vergoeding van de andere leden van het DC op te trekken tot 835 000 euro per jaar en de maximale variabele vergoeding tot 375 000 euro (275 000 euro

prestatiegebonden en 100 000 euro individueel). Conform de nieuwe fiscale reglementering werd de forfaitaire onkostenvergoeding met ingang van 1 januari 2018 teruggebracht van 400 euro per maand naar 335 euro per maand.

Verklaring over niet-financiële informatie

In lijn met ons streven naar integrated reporting hebben we onze niet-financiële informatie geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag.

De door de wet vereiste informatie inzake niet-financiële informatie vindt u in:

  • Bedrijfsmodel: hoofdstuk Ons bedrijfsmodel;
  • Medewerkers: hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties;
  • Milieu, mensenrechten, andere sociale aangelegenheden: hoofdstuk Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en Onze rol in de samenleving. Het hoofdstuk Onze rol in de samenleving bevat ook de andere aspecten van onze duurzaamheidsaanpak en maakt dus integraal deel uit van de Verklaring over niet-financiële informatie.
  • Bestrijding van corruptie en omkoping: hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Bestrijding van corruptie en omkoping en Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid.

We houden hierbij in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze niet-financiële verklaring op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) Toelichting 2017 2016
Nettorente-inkomsten 3.1 4 121 4 258
Rente-inkomsten 3.1 6 337 6 642
Rentelasten 3.1 -2 216 -2 384
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 3.7 706 628
Verdiende premies 3.7 1 491 1 410
Technische lasten 3.7 -785 -782
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 3.7 -58 -152
Verdiende premies 3.7 1 271 1 577
Technische lasten 3.7 -1 330 -1 728
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 3.7 -8 -38
Dividendinkomsten 3.2 63 77
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
3.3 856 540
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 3.4 199 189
Nettoprovisie-inkomsten 3.5 1 707 1 450
Provisie-inkomsten 3.5 2 615 2 101
Provisielasten 3.5 -908 -651
Overige netto-inkomsten 3.6 114 258
TOTALE OPBRENGSTEN 7 700 7 211
Exploitatiekosten 3.8 -4 074 -3 948
Personeelskosten 3.8 -2 303 -2 252
Algemene beheerskosten 3.8 -1 505 -1 449
Afschrijvingen vaste activa 3.8 -266 -246
Bijzondere waardeverminderingen 3.10 30 -201
op leningen en vorderingen 3.10 87 -126
op voor verkoop beschikbare financiële activa 3.10 -12 -55
op goodwill 3.10 0 0
op overige 3.10 -45 -20
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 11 27
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 3 667 3 090
Belastingen 3.12 -1 093 -662
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 2 575 2 428
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 575 2 427
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Winst per aandeel (in euro)
Gewoon 3.13 6,03 5,68
Verwaterd 3.13 6,03 5,68

• We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.

• De resultaten van de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank en Interlease zitten vervat in de 2017-resultaten van de groep vanaf de tweede jaarhelft (bijdrage aan de nettowinst voor die periode: 27 miljoen euro). Voor meer informatie verwijzen we naar Toelichting 6.6 verder in dit rapport.

Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income)

(in miljoenen euro) 2017 2016
RESULTAAT NA BELASTINGEN 2 575 2 428
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 575 2 427
NIET GEREALISEERDE RESULTATEN, VERWERKT IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING 4 -196
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen -31 -57
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 108 83
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 5 1
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -145 -141
Bijzondere waardeverminderingen 11 31
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -155 -185
Uitgestelde belastingen 0 14
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties 38 26
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -56 102
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 158 -30
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -64 -46
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -36 -30
Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa naar
aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden financiële activa -50 -40
Uitgestelde belastingen 22 24
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa 0 0
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 0
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0
Bijzondere waardeverminderingen 0 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 8 -201
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 220 -379
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -245 122
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 33 56
Brutobedrag 51 80
Uitgestelde belastingen -18 -24
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen -7 20
Brutobedrag 87 -16
Uitgestelde belastingen -93 36
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures -3 4
Brutobedrag -5 5
Uitgestelde belastingen 2 -1
Overige mutaties -2 11
NIET GEREALISEERDE RESULTATEN, NIET VERWERKT IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING 80 -231
Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen 86 -231
Wijzigingen 118 -336
Uitgestelde belastingen op wijzigingen -32 104
Nettowijziging van het eigen kredietrisico -6 0
Wijzigingen (Kredietrisico) -8 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 3 0
Transfer naar overgedragen resultaat: brutobedrag 0 0
Transfer naar overgedragen resultaat: uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Wijzigingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 0 0
TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 2 658 2 000
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 658 2 000

Geconsolideerde balans

ACTIVA (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2017 31-12-2016
Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen 29 727 20 686
Financiële activa 4.0 254 753 246 298
Aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 7 431 9 683
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
4.0 14 484 14 184
Voor verkoop beschikbaar 4.0 34 156 36 708
Leningen en vorderingen 4.0 167 458 151 615
Tot einde looptijd aangehouden 4.0 30 979 33 697
Afdekkingsderivaten 4.0 245 410
Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen 5.6 131 110
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een
portefeuille
-78 202
Belastingvorderingen 5.2 1 625 2 312
Actuele belastingvorderingen 5.2 82 66
Uitgestelde belastingvorderingen 5.2 1 543 2 246
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 5.11 21 8
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 5.3 240 212
Vastgoedbeleggingen 5.4 485 426
Materiële vaste activa 5.4 2 721 2 451
Goodwill en andere immateriële vaste activa 5.5 1 205 999
Overige activa 5.1 1 512 1 496
TOTAAL ACTIVA 292 342 275 200
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2017 31-12-2016
Financiële verplichtingen 4.0 251 260 234 300
Aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 6 998 8 559
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
4.0 15 034 16 553
Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 227 944 207 485
Afdekkingsderivaten 4.0 1 284 1 704
Technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 18 641 19 657
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een
portefeuille
-86 204
Belastingverplichtingen 5.2 582 681
Actuele belastingverplichtingen 5.2 148 188
Uitgestelde belastingverplichtingen 5.2 434 493
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 5.11 0 0
Voorziening voor risico's en kosten 5.7 399 238
Overige verplichtingen 5.8 2 743 2 763
TOTAAL VERPLICHTINGEN 273 540 257 843
Totaal eigen vermogen 5.10 18 803 17 357
Eigen vermogen van de aandeelhouders 5.10 17 403 15 957
AT1 (additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen 5.10 1 400 1 400
Belangen van derden 0 0
TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 292 342 275 200

• Wijziging aan de presentatie van de balans: zie Toelichting 1.1.

• De balans per 31 december 2017 bevat de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank en Interlease. Voor meer informatie verwijzen we naar Toelichting 6.6 verder in dit rapport.

deringsre
Geplaatst
en vol
serve (voor
verkoop
reserve
Afdekkings
Wijziging
in toe
Reserves Eigen AT1-instru
gestort beschikbare (kasstroom gezegd Eigen en over- Omreke- vermogen
van
menten Belangen Totaal
aandelen Uitgifte- Eigen financiële afdekkin pensioen krediet- gedragen ningsver- aandeel in eigen van eigen
(in miljoenen euro) kapitaal premie aandelen activa) gen) regelingen risico resultaat schillen houders vermogen derden vermogen
2017
Saldo aan het begin van het jaar 1 455 5 453 0 1 756 -1 347 -138 -4 8 751 31 15 957 1 400 0 17 357
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 0 2 575 0 2 575 0 0 2 575
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 0 0 -5 8 86 -6 -2 2 84 0 0 84
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 0 0 -5 8 86 -6 2 573 2 2 658 0 0 2 658
Dividenden 0 0 0 0 0 0 0 -1 171 0 -1 171 0 0 -1 171
Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 0 -52 0 -52 0 0 -52
Kapitaalverhoging 1 15 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 15
Inkoop van eigen aandelen 0 0 -5 0 0 0 0 0 0 -5 0 0 -5
Verkoop van eigen aandelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 1 15 -5 -5 8 86 -6 1 350 2 1 446 0 0 1 446
Saldo aan het einde van het jaar 1 456 5 467 -5 1 751 -1 339 -52 -10 10 101 33 17 403 1 400 0 18 803
voor eigenvermogensinstrumenten
Waarvan herwaarderingsreserve
460
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 292
Waarvan gerelateerd aan de toepassing
van de vermogensmutatiemethode
14 0 0 0 0 16 30 30
2016
Saldo aan het begin van het jaar 1 454 5 437 0 1 782 -1 146 94 6 779 11 14 411 1 400 0 15 811
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 0 0 0 2 427 0 2 427 0 0 2 428
Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen 0 0 0 -26 -201 -231 11 20 -427 0 0 -427
Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 0 0 0 -26 -201 -231 2 439 20 2 000 0 0 2 000
Dividenden 0 0 0 0 0 0 -418 0 -418 0 0 -418
Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 0 0 0 -52 0 -52 0 0 -52
Kapitaalverhoging 1 15 0 0 0 0 0 0 16 0 0 16
Inkoop van eigen aandelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verkoop van eigen aandelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in belangen van derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 1 15 0 -26 -201 -231 1 969 20 1 546 0 0 1 546
Saldo aan het einde van het jaar 1 455 5 453 0 1 756 -1 347 -138 8 747 31 15 957 1 400 0 17 357
Waarvan herwaarderingsreserve
voor eigenvermogensinstrumenten 490
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 266
Waarvan gerelateerd aan de toepassing
van de vermogensmutatiemethode
26 0 0 0 7 32 32

Herwaar-

Geconsolideerde vermogensmutaties

  • Structuur van het aandeelhouderschap: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie, onder Toelichting 3, en deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Informatie over kapitaalverhogingen, AT1-instrumenten en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10.
  • De post Dividenden in 2017 (1 171 miljoen euro) bevat het slotdividend van 1,80 euro per aandeel voor 2016 (betaald in mei 2017) en een interimdividend van 1 euro per aandeel als voorschot op het finale dividend voor 2017 (dat in 2018 wordt uitbetaald). De post Dividenden in 2016 (418 miljoen euro) bevat alleen een interimdividend van 1 euro per aandeel (418 miljoen euro) als voorschot op het totale dividend voor 2016. Ter informatie: mits goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bedraagt het totale dividend voor 2017 3 euro per aandeel (waarvan dus al 1 euro per aandeel als interimdividend werd uitgekeerd), vóór roerende voorheffing. Bovendien wordt ook aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorgesteld om 2,7 miljoen eigen aandelen in te kopen (ruwweg 0,2 miljard euro).
  • Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor eigenvermogensinstrumenten: de daling van 31 miljoen euro in 2017

kan voor een groot deel verklaard worden door de overboeking naar het nettoresultaat (meerwaarden bij verkoop), deels gecompenseerd door positieve marktwaardeschommelingen; de daling van 57 miljoen euro in 2016 kan voor een groot deel verklaard worden door de verkoop van de Visa Europe-aandelen naar aanleiding van het publieke bod van Visa Inc.

• In 2017 had vooral de aangekondigde verlaagde belastingvoet in België (zie Toelichting 3.12), in combinatie met het compenserende effect van de stijging van de langetermijnrente, de volgende invloed: nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties: +26 miljoen euro, nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen): +8 miljoen euro en nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen: +86 miljoen euro (die tevens positief geïmpacteerd werd door het hogere feitelijke rendement op de fondsbeleggingen in vergelijking met het verwachte rendement). In 2016 had de daling van de langetermijnrente de volgende invloed: nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties: +31 miljoen euro, nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen): -201 miljoen euro en nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen: -231 miljoen euro.

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2017 2016
Bedrijfsactiviteiten
Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v- rekening 3 667 3 090
Aanpassingen voor
resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v- rekening 0 0
bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen
en effecten
3.10, 4.2, 5.4, 5.5 340 341
winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen -16 -11
wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3.10 -87 126
wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 -149 391
wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen 5.6 -18 17
wijzigingen in overige voorzieningen 5.7 121 -7
overige niet-gerealiseerde winst of verlies -621 -104
opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 -11 -27
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en
-verplichtingen
3 227 3 815
Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) 694 -3 676
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 2 751 707
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
4.1 -299 657
Voor verkoop beschikbare financiële activa 4.1 2 927 -909
Leningen en vorderingen 4.1 -4 854 -4 226
Afdekkingsderivaten 4.1 165 104
Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa 4 -9
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) 9 464 18 345
Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 7 468 15 044
In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 5 874 11 728
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 -1 345 175
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
4.1 -1 543 -7 355
Afdekkingsderivaten 4.1 -200 -867
Technische voorzieningen vóór herverzekering2 5.6 -867 -267
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen 78 -114
Betaalde belastingen 3.12 -523 -470
Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten 12 863 18 014

Geconsolideerd kasstroomoverzicht (vervolg)

Investeringsactiviteiten
Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten
4.1
-2 096
-2 365
Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag
4.1
4 685
1 683
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen
(inclusief stijgingen in participatiepercentages)
6.6
185
0
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten
geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages)

7
0
Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

0
0
Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

0
0
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

26
26
Aankoop van vastgoedbeleggingen
5.4
-37
-35
Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen
5.4
19
32
Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill)
5.5
-206
-158
Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill)
5.5
6
9
Aankoop van materiële vaste activa
5.4
-793
-713
Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa
5.4
152
269
Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten
1 947
-1 252
Financieringsactiviteiten
Inkoop of verkoop van eigen aandelen
Geconsol. vermogensmut.
-5
0
Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen
4.1
-657
-140
Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden
4.1
120
-428
Kapitaalaflossingen van financiële leasing

0
0
Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal
Geconsol. vermogensmut.
15
16
Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten
Geconsol. vermogensmut.
0
0
Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen
Geconsol. vermogensmut.
0
0
Uitgekeerde dividenden
Geconsol. vermogensmut.
-1 223
-470
Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten
-1 750
-1 022
Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten

13 060
15 741
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar

26 747
10 987
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten

606
19
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode

40 413
26 747
Overige informatie
Betaalde rente3
3.1
-2 216
-2 384
Ontvangen rente3
3.1
6 337
6 642
Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode)
3.2, 5.3
89
103
Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
Geconsol. balans
29 727
20 148
Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder
dan drie maanden
4.1
20 118
11 622
Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar
4.1
-9 431
-5 023

Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten
0
0
Totaal

40 413
26 747
Waarvan niet beschikbaar

0
0
(in miljoenen euro) Verwijzing1 2017 2016

1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.

2 Aangepaste voorstellingswijze: vanaf 2017 worden de kasstroombewegingen in de Technische voorzieningen vóór herverzekering afgezonderd bij de Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (voorheen opgenomen in Aanpassingen voor overige niet gerealiseerde winst of verlies). De cijfers over 2016 werden aangepast aan deze nieuwe voorstellingswijze.

3 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.

  • KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
  • De geldmiddelen en kasequivalenten stegen substantieel in 2017, grotendeels door een hoger bedrag aan reverse repo's en tegoeden bij centrale banken. Dit werd gefinancierd vanuit de nettokasstromen bij bedrijfsactiviteiten dankzij hogere deposito's.
  • Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen: in 2017 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB (Tsjechië) en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2017 heeft vooral te maken met 2,6 miljard euro uitgiften en 3,0 miljard euro terugbetalingen bij deze vennootschappen. Ook in 2016 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB Bank (Tsjechië) en KBC

Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2016 had vooral te maken met 2,9 miljard euro uitgiften en 3 miljard euro terugbetalingen bij deze vennootschappen.

• Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden: in 2017 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB Bank (Tsjechië) en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2017 heeft voornamelijk te maken met 0,5 miljard euro uitgiften en 0,3 miljard euro terugbetalingen. Ook in 2016 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB Bank (Tsjechië) en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2016 had voornamelijk te maken met terugbetalingen.

  • KBC betaalde in januari 2018 de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note (CoCo) voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar terug. De kapitaalwaarde van de CoCo werd al uit het Tier 2-kapitaal van 31-12-2017 gehaald. De invloed van de terugbetaling van de CoCo werd grotendeels gecompenseerd door de succesvolle uitgifte van een tier 2-benchmark van 500 miljoen euro in september 2017.
  • In 2016 waren er geen belangrijke overnames of verkopen van groepsondernemingen of activiteiten. In 2017 namen we 99,9% van

United Bulgarian Bank (UBB) en 100% van Interlease over (zie Toelichting 6.6). De gerelateerde impact op de cashflow met betrekking tot investeringsactiviteiten van de aanschaffingsprijs die volledig met geldmiddelen werd betaald, bedraagt -0,6 miljard euro. Na aftrek van de verworven geldmiddelen en kasequivalenten is dat netto +0,2 miljard euro. Op 12 december 2017 rondde PKO Bank Polski Group de overname af van 100 procent van de aandelen van KBC TFI in Polen. De invloed daarvan op het resultaat en de cashflow van KBC is echter verwaarloosbaar.

1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming

De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 15 maart 2018 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental (tenzij anders vermeld).

De volgende aangepaste IFRS werden van kracht op 1 januari 2017, maar hadden geen invloed op de jaarrekening van KBC:

  • IFRS 12 (Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten): verduidelijking van de reikwijdte van informatieverplichtingen in IFRS 12 uit de jaarlijkse verbeteringen, cyclus 2014-2016;
  • IAS 12 (Inkomstenbelastingen): opname van uitgestelde belastingvorderingen voor niet-gerealiseerde verliezen.

De volgende aangepaste IFRS werden van kracht op 1 januari 2017 en hadden een invloed op de jaarrekening van KBC:

• IAS 7 (Kasstroomoverzicht): het toelichtingeninitiatief (Disclosure Initiative) werd van kracht in 2017. Bijgevolg werd de toelichting bij de kasstromentabel uitgebreid met informatie over belangrijke wijzigingen in financiële verplichtingen met betrekking tot financieringsactiviteiten.

De volgende wijzigingen in de voorstelling en de grondslagen van de financiële verslaggeving werden toegepast in 2017:

  • Voor financiële verplichtingen wijzigt IFRS 9 de voorstelling van winsten en verliezen als gevolg van eigen kredietrisico voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. KBC paste IFRS 9 voor dit deel vervroegd toe vanaf 1 januari 2017 en de winsten en verliezen uit eigen kredietrisico worden nu opgenomen in Nietgerealiseerde resultaten. De invloed van die vervroegde toepassing is minimaal, gezien de beperkte invloed van het eigen kredietrisico.
  • De voorstelling van Nettoprovisie-inkomsten werd gewijzigd. Om een meer transparante uitsplitsing te krijgen van de Nettoprovisieinkomsten, wordt die post vanaf 2017 uitgesplitst als volgt (referentiecijfers zijn overeenkomstig aangepast): (i) vermogensbeheerdiensten: omvat de opbrengsten en kosten met betrekking tot instap- en beheersvergoedingen, (ii) bankdiensten: omvat de opbrengsten en kosten die verband houden met krediet- of

garantiegebonden vergoedingen, vergoedingen voor betaaldiensten en effectenvergoedingen en (iii) distributie: omvat de opbrengsten en kosten met betrekking tot de distributie van gemeenschappelijke beleggingsfondsen, bank- en verzekeringsproducten.

  • Met het oog op een alignering met het kader voor geconsolideerde financiële verslaggeving (FINREP) van de Europese Bankautoriteit, hebben we de voorstelling van de balans licht aangepast. Vanaf 2017 omvat Geldmiddelen en tegoeden ook de overige zichtdeposito's bij kredietinstellingen en daarom is de naam gewijzigd in Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen. De referentiecijfers werden herberekend (wat heeft geleid tot een verschuiving van 538 miljoen euro, voornamelijk uit Leningen en vorderingen). De aanpassingen betreffen de balans en de gerelateerde toelichtingen in 4.0.
  • Als gevolg van een wijziging in waarderingsregels werd beslist om de indexeringsvoorziening in schadeverzekeringen vrij te geven. De Raad van Bestuur heeft die wijziging goedgekeurd in augustus 2017. De jaarrekening werd niet retroactief aangepast volgens IAS 8, omdat de invloed erop als onbelangrijk wordt beschouwd (een eenmalige invloed van +26 miljoen euro vóór belastingen).

De volgende IFRS werden gepubliceerd, maar waren nog niet van kracht op 31 december 2017. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.

  • IFRS 9
  • In juli 2014 publiceerde de IASB IFRS 9 (Financiële instrumenten) met betrekking tot de classificatie en de waardering van financiële instrumenten ter vervanging van de desbetreffende vereisten in de huidige IAS 39 (Financiële instrumenten: opname en waardering). De ingangsdatum van de IFRS 9-norm is 1 januari 2018. Binnen KBC liep al enige tijd een project met betrekking tot IFRS 9 en de implementatie van de systemen en processen werd grotendeels afgerond in 2017. KBC zal IFRS 9 ook toepassen op zijn verzekeringsentiteiten en dus geen gebruik maken van de mogelijkheid die de IAS Board biedt om de invoering van IFRS 9 tijdelijk uit te stellen. KBC zal wel gebruikmaken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie op de datum van eerste toepassing.
  • Classificatie en waardering: voor financiële activa is de classificatie en waardering volgens IFRS 9 afhankelijk van het specifieke bedrijfsmodel en de kenmerken van de contractuele kasstromen van het instrument. De impact van de eerste toepassing is

hoofdzakelijk toe te schrijven aan een verschuiving binnen de treasuryportefeuille (van Voor verkoop beschikbaar naar Geamortiseerde kostprijs), de opname van niet-gerealiseerde winsten en verliezen op enkele beperkte beleggingen die de test betreffende de kenmerken van de contractuele kasstromen niet doorstaan, en de terugname van bevroren voor verkoop beschikbare reserves. Die bevroren voor verkoop beschikbare reserves bestonden onder IAS 39 door historische herclassificaties van Voor verkoop beschikbaar naar Tot einde looptijd aangehouden of Leningen en vorderingen, maar moeten worden teruggedraaid bij de overgang naar IFRS 9. Voor niet voor handelsdoeleinden bestemde eigenvermogensinstrumenten, die hoofdzakelijk voorkomen in onze verzekeringsactiviteiten, zal KBC de overlaybenadering toepassen voor in aanmerking komende eigenvermogensinstrumenten en bijgevolg de IAS 39-behandeling op een transparante manier voortzetten. De IASB stelt de overlaybenadering voor om tijdens de overgangsperiode tussen de invoering van IFRS 9 en die van IFRS 17 te verzekeren dat er een level playing field is met andere verzekeraars en bank-verzekeraars.

  • Waardeverminderingen op financiële instrumenten: financiële instrumenten die onderhevig zijn aan waardeverminderingen, worden ingedeeld in drie categorieën, namelijk: Stage (of stap) 1: performing; Stage 2: underperforming (waarbij verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd berekend moeten worden) en Stage 3: non-performing of impaired. KBC heeft gedragslijnen en procedures opgemaakt om op het einde van elke verslagperiode te beoordelen of het kredietrisico aanzienlijk is gestegen en of daarom staging nodig is, d.i. overgaan van een stage (stap) naar een andere. Voor de kredietportefeuille gebeurt die overgang naar een volgende stage volgens een meervoudige benadering op basis van een interne kredietrating, kredietherstructureringsmaatregelen, collectieve beoordeling en dagen achterstalligheid. Voor de beleggingsportefeuille zal een gelijkaardige meervoudige benadering worden gebruikt, behalve dat KBC gebruik zal maken van de vrijstelling met betrekking tot laag kredietrisico. Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat alle obligaties met investment grade-rating in stage 1 zitten, tenzij een van de andere factoren iets anders aangeeft. Voor de stages 1 en 2 boekt KBC op grond van IAS 39 al incurred but not reported (IBNR)-waardeverminderingen, die worden beïnvloed door emergenceperiodes. Onder IFRS 9 zullen de waardeverminderingen op financiële activa worden berekend op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden voor stage 1 en op basis van het verwachte kredietverlies over de resterende looptijd voor stage 2. Als gevolg daarvan zullen de waardeverminderingen naar verwachting stijgen. Bij zowel de criteria voor de bepaling van de stages als de meting van het verwachte kredietverlies wordt rekening gehouden met toekomstgerichte informatie. Diverse macro-economische factoren worden in overweging genomen en KBC gebruikt drie scenario's om een reeks van mogelijke uitkomsten te beoordelen. De impact van de eerste toepassing werd positief beïnvloed door het huidige gunstige macroeconomische klimaat. De waardeverminderingen volgens IFRS 9 zullen verschillen van de huidige prudentiële vereisten om de volgende redenen: i) toepassing van een through-the-cyclebeoordeling voor prudentiële doeleinden tegenover een point-intime-beoordeling onder IFRS 9; ii) toepassing van een 12 maands-PD voor prudentiële doeleinden tegenover een lifetime-PD onder

IFRS 9 (voor stages 2 en 3); en iii) toevoeging van prudentiële floors en neerwaartse aanpassingen in de PD, EAD en LGD-schattingen voor prudentiële doeleinden.

  • Afdekkingstransacties: KBC zal de optie gebruiken om afdekkingstransacties volgens IAS 39 te blijven toepassen en zal de verdere ontwikkelingen betreffende macrohedging bij de IASB afwachten.
  • KBC zal geen overgangsmaatregelen toepassen voor de invloed van IFRS 9 op het kapitaal. Bijgevolg zal de volledige invloed van IFRS 9 zichtbaar zijn in het eigen vermogen, het kapitaal en de leverage ratio.
  • In totaal zal de eerste toepassing van IFRS 9 een geschatte negatieve invloed hebben van ongeveer 41 basispunten op het common equity tier 1-kapitaal, vooral door herklassificaties van een deel van de treasury-obligatieportefeuille. In overeenstemming met IFRS zal KBC de transitiedisclosures geven in het eerstekwartaalverslag van 2018.

• IFRS 15:

  • In mei 2014 publiceerde de IASB IFRS 15 (Opbrengsten van contracten met klanten) met betrekking tot de opname van opbrengsten. IFRS 15 trad in werking op 1 januari 2018. In 2017 werd de impactanalyse uitgevoerd. KBC heeft de betreffende contracten geïdentificeerd en ze beoordeeld tegenover het nieuwe model voor de opname van opbrengsten volgens de aanpak in vijf stappen. De focus lag vooral op (i) de vaststelling van de prestatieverplichtingen en (ii) de variabele vergoeding van enkele vermogensbeheerovereenkomsten. Maar zoals verwacht, werden er geen belangrijke effecten vastgesteld.

• IFRS 16:

  • In januari 2016 publiceerde de IASB IFRS 16 (Leases), die in werking treedt op 1 januari 2019. De nieuwe standaard verandert niet veel aan de boekhoudkundige verwerking van leasing voor leaseverstrekkers en dus zullen de boekhoudkundige gevolgen naar verwachting beperkt zijn voor KBC (gezien KBC voornamelijk leaseverstrekker is en niet leasingnemer). De impactanalyse loopt nog.

• IFRS 17

  • In mei 2017 publiceerde de IASB IFRS 17 (Verzekeringscontracten), een omvattende nieuwe boekhoudnorm voor verzekeringscontracten die de grondslagen bevat voor opname en waardering, voorstelling en informatieverschaffing. Zodra IFRS 17 van kracht is, zal hij IFRS 4 (Verzekeringscontracten) vervangen, die werd gepubliceerd in 2005. IFRS 17 geldt voor alle types verzekeringscontracten (leven, schade, directe verzekering, herverzekering), ongeacht het type entiteiten waardoor ze worden uitgegeven, en voor bepaalde garanties en financiële instrumenten met discretionaire winstdeling. Daarop zullen enkele uitzonderingen gelden. De algemene doelstelling van IFRS 17 is een boekhoudkundig model voor verzekeringscontracten te bieden dat nuttiger en consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de verplichtingen van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd zijn op grandfathering van de vroegere lokale grondslagen van de financiële verslaggeving, biedt IFRS 17 een compleet model voor verzekeringscontracten dat alle relevante boekhoudkundige aspecten omvat. De kern van IFRS 17 is het algemene model,

aangevuld met een specifieke aanpassing voor contracten met directe winstdeling (de variabelevergoedingsaanpak) en een vereenvoudigde aanpak (de premie-allocatieaanpak), vooral voor contracten met een korte looptijd. IFRS 17 zal gelden voor de verslagperiodes die beginnen op of na 1 januari 2021 (onder voorbehoud van goedkeuring door de EU), en vergelijkende cijfers zijn vereist. Een impactstudie maakt deel uit van het IFRS 17-project dat momenteel loopt binnen KBC.

  • Overige:
  • In de loop van 2017 heeft de IASB enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar hun impact wordt momenteel als verwaarloosbaar ingeschat.

Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving

a Criteria voor consolidatie en voor opname in de geconsolideerde rekeningen volgens de vermogensmutatiemethode

De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle uitoefent (zoals gedefinieerd door IFRS 10).

(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11). De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) deelnemingen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent). Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden deelnemingen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening). Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.

b Effecten van wijzigingen in wisselkoersen

Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat. De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen

worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd. In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.

De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum. De verschillen die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds, worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.

c Financiële activa en verplichtingen (IAS 39)

Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.

Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.

IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:

  • • Leningen en vorderingen: alle niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd zijn op een actieve markt.
  • • Tot einde looptijd aangehouden beleggingen: alle niet-afgeleide financiële activa met een vaste eindvervaldag en vaste of bepaalbare betalingen, waarbij KBC vast van plan en in staat is ze aan te houden tot het einde van de looptijd.
  • • Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening: de financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden én andere financiële activa die vanaf hun eerste opname aangemerkt zijn als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW; in diverse toelichtingen afgekort tot Gewaardeerd tegen reële waarde). Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële activa die worden aangehouden om ze op korte termijn te verkopen of die deel uitmaken van een portefeuille van dergelijke activa. Alle derivaten met een positieve vervangingswaarde worden beschouwd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsinstrumenten. RW-

activa worden op dezelfde manier gewaardeerd als financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. KBC kan de optie van de reële waarde toepassen als dat meer relevante informatie oplevert. Dat kan immers de waarderings- of opname-inconsistentie (soms ook boekhoudkundige mismatch genoemd) elimineren of aanzienlijk beperken die anders zou ontstaan bij het waarderen op verschillende basis van activa of verplichtingen of bij het opnemen van de winsten of verliezen erop. De optie van de reële waarde kan ook worden toegepast op financiële activa met besloten derivaten.

  • • Voor verkoop beschikbare financiële activa: alle niet-afgeleide financiële activa die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die activa worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen tot realisatie van de activa of tot het moment dat zich een bijzondere waardevermindering voordoet. In dat geval worden de cumulatieve herwaarderingsresultaten opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
  • • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: schulden aangehouden met het oog op terugkoop op korte termijn. Alle derivaten met een negatieve vervangingswaarde worden beschouwd als verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Deze verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
  • • Financiële verplichtingen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (RW): deze financiële verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van de winsten en verliezen uit eigen kredietrisico die worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen. De optie van de reële waarde kan onder dezelfde omstandigheden worden gebruikt als bij de RW-activa. Bovendien kan die categorie worden gebruikt voor de boekhoudkundige verwerking van (afgesplitste) depositocomponenten (dat wil zeggen financiële verplichtingen zonder discretionaire winstdeling) zoals bepaald in IFRS 4.
  • • Andere financiële verplichtingen: dat zijn alle andere niet-afgeleide financiële schulden die niet onder een van de vorige categorieën thuishoren. Die verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
  • • Afdekkingsderivaten: dat zijn derivaten gebruikt als afdekkingsinstrument.

Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.

KBC past de volgende algemene regels toe:

• Vorderingen die werden geklasseerd als Leningen en vorderingen worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten. Leningen met een vaste vervaldag worden daarna gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentevoet. Dat is de rentevoet die exact alle toekomstige verwachte kasstromen van de vordering verdisconteert tot de nettoboekwaarde. Die rentevoet houdt rekening met alle gerelateerde vergoedingen en transactiekosten. Leningen zonder vaste vervaldag worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen voor vorderingen waarvoor – hetzij individueel, hetzij op portefeuillebasis – een indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat op de balansdatum. Die indicatie wordt bepaald aan de hand van de Probability of Default (PD). Die PD hangt af van bepaalde kenmerken van de betrokken kredieten zoals het type krediet, de bedrijfstak waartoe de kredietnemer behoort, de geografische locatie van de kredietnemer en andere aspecten die belangrijk zijn voor het risicoprofiel van een kredietnemer. Kredieten die dezelfde PD hebben, hebben bijgevolg een gelijksoortig kredietrisicoprofiel.

  • Leningen en vorderingen met een PD van 12 (individuele probleemkredieten met de hoogste PD) worden individueel getest op een waardevermindering (en eventueel individueel afgeschreven). Het bedrag van de waardevermindering wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele nettowaarde.
  • Leningen en vorderingen met een PD van 10 of 11 worden ook als individuele probleemkredieten beschouwd. Belangrijke leningen worden individueel getest. Het bedrag van de waardevermindering wordt bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en hun actuele waarde. Minder belangrijke leningen worden getest op statistische basis. Het bedrag van de waardevermindering volgens de statistische methode is gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD).
  • Leningen en vorderingen met een PD lager dan 10 worden beschouwd als normale kredieten. IBNR-verliezen (IBNR staat voor Incurred but not reported) worden opgenomen voor kredieten met een PD van 1 tot en met 9. Die IBNR-verliezen zijn voornamelijk gebaseerd op de IRB Advanced-modellen (PD x LGD x EAD) met correcties van alle parameters om het point in time-karakter van de IBNR-verliezen te weerspiegelen. De voornaamste correctie heeft betrekking op de PD: de tijdshorizon van de PD wordt ingekort op basis van de emergenceperiode. De emergenceperiode is de periode tussen het moment waarop er iets gebeurt dat zal leiden tot een waardevermindering, en het moment dat KBC die gebeurtenis ontdekt, en is afhankelijk van de reviewfrequentie, de locatie en de betrokkenheid met de tegenpartijen. De emergenceperiode voor retailportefeuilles bedraagt 1 tot 12 maanden, voor bedrijvenportefeuilles zijn de grenzen respectievelijk 1 en 11 maanden. Gemiddeld genomen zijn de emergenceperiodes voor bedrijvenportefeuilles korter dan voor retailportefeuilles.

• In geval van een waardevermindering wordt de boekwaarde van de lening verminderd via een specifieke rekening voor waardeverminderingen en het verlies wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als in een daaropvolgende periode het bedrag aan geschatte waardeverminderingen stijgt of daalt door een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan nadat de bijzondere waardevermindering was erkend, dan wordt de voorheen geboekte waardevermindering verhoogd of verlaagd door aanpassing van de specifieke rekening voor waardeverminderingen. Leningen en de gerelateerde bedragen opgenomen op de specifieke rekeningen voor waardeverminderingen worden afgeschreven als er geen realistisch vooruitzicht op toekomstige recuperatie bestaat of als de lening wordt kwijtgescholden. Een gehernegotieerde lening blijft getest worden op bijzondere waardeverminderingen, berekend op basis van de originele effectieve rentevoet van de lening.

Voor buitenbalansverplichtingen (verbinteniskredieten) die geklasseerd worden als onzeker of oninbaar en dubieus, worden voorzieningen opgenomen als aan de algemene voorwaarden van IAS 37 is voldaan en als aan het meer dan waarschijnlijk-criterium is voldaan. Die voorzieningen worden erkend tegen hun actuele nettowaarde. Rente op kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden toegepast, wordt berekend aan de hand van de contractuele rentevoet die werd gebruikt om de waardevermindering te berekenen.

  • • Effecten: naargelang ze al dan niet worden verhandeld op een actieve markt en afhankelijk van de intentie bij verwerving, worden effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen, Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, RW-activa of Voor verkoop beschikbare financiële activa.
  • Effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen of Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt over de resterende looptijd van de effecten als rente in het resultaat opgenomen. De opname gebeurt op actuariële basis, uitgaande van de effectieve rentevoet bij aankoop. Individuele bijzondere waardeverminderingen van effecten die geklasseerd zijn als Leningen en vorderingen of als Tot einde looptijd aangehouden effecten, worden – volgens dezelfde methode als voor de bovenvermelde vorderingen – opgenomen als er bewijs is van de bijzondere waardevermindering op de balansdatum.
  • Effecten geklasseerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde exclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
  • Effecten geklasseerd als RW die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden.
  • Effecten geklasseerd als Voor verkoop beschikbare financiële

activa, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen tot de verkoop van de effecten of tot het moment dat ze een bijzondere waardevermindering ondergaan. In dat geval wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als daarvoor een indicatie bestaat. Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een indicatie van bijzondere waardevermindering bepaald aan de hand van een aanzienlijke (meer dan 30%) of langdurige (meer dan een jaar) daling van de reële waarde. Voor vastrentende effecten wordt de bijzondere waardevermindering bepaald op basis van de recupereerbaarheid van de aanschaffingswaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar. Voor aandelen en andere niet-vastrentende effecten gebeuren terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen via een aparte post van het eigen vermogen. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.

  • • Derivaten: alle derivaten worden geklasseerd als Financiële activa of verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden, tenzij ze werden aangemerkt als effectieve afdekkingsderivaten. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen. Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden met een positieve vervangingswaarde worden aan de actiefzijde van de balans getoond, die met een negatieve vervangingswaarde, aan de passiefzijde.
  • • Verschuldigde bedragen: schulden uit ontvangen voorschotten of gelddeposito's worden in de balans opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de ter beschikking gestelde gelden en de nominale waarde wordt pro rata temporis verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De opname gebeurt op geactualiseerde basis, rekening houdend met het reële rentepercentage.
  • • In contracten besloten derivaten: in contracten besloten derivaten die op een pro-ratabasis worden gewaardeerd (Tot einde looptijd aangehouden beleggingen, Leningen en vorderingen, Andere

financiële verplichtingen) of die tegen reële waarde worden gewaardeerd met schommelingen van de reële waarde in het eigen vermogen (Voor verkoop beschikbare financiële activa), worden afgescheiden van het contract en tegen reële waarde gewaardeerd (waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen) als op het moment dat KBC het contract verwerft, geoordeeld wordt dat het risico van het besloten derivaat niet nauw verbonden is met het risico van het basiscontract. Achteraf mag er geen herbeoordeling gebeuren van het risico, behalve bij gewijzigde contractvoorwaarden die een substantiële invloed hebben op de kasstromen van het contract. Contracten met besloten derivaten worden evenwel voornamelijk geklasseerd als RW, zodat een afscheiding van het besloten derivaat onnodig wordt, omdat het volledige financiële instrument tegen reële waarde wordt gewaardeerd, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen.

• Afdekkingstransacties (hedge accounting): KBC maakt gebruik van afdekkingstransacties als aan alle daartoe vereiste voorwaarden is voldaan (volgens de vereisten voor hedge accounting die niet zijn geschrapt in de versie van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU, de carve-outversie). Die voorwaarden zijn de aanwezigheid van formele documentatie van de afdekkingsrelatie aan het begin van de afdekking, de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn, de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden zowel de derivaten ter afdekking van het risico als de afgedekte posities gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) op een pro-ratabasis in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot de eindvervaldag.

KBC maakt gebruik van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille om het renterisico van een portefeuille leningen en spaardeposito's af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van die renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een niet-effectieve afdekking zal de cumulatieve

reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-en-verliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend. Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking, worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd.

Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.

  • • Financiëlegarantiecontract: financiëlegarantiecontracten verplichten de emittent bepaalde betalingen te verrichten om de houder te compenseren voor een door hem geleden verlies, omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldbewijs niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Daarna wordt het gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen:
  • het bedrag dat is bepaald overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa, en
  • het bedrag dat oorspronkelijk werd opgenomen, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die is opgenomen in overeenstemming met IAS 18 Opbrengsten.
  • • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments): aanpassingen van de reële waarde worden opgenomen op alle financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Die aanpassingen van de reële waarde bevatten alle afwikkelingskosten, correcties voor minder liquide instrumenten of markten, correcties verbonden aan mark-to-modelwaarderingen, correcties voor tegenpartijrisico en correcties voor financieringskosten.

d Goodwill en andere immateriële vaste activa

Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel

vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort, hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill.

Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en die van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.

e Materiële vaste activa (inclusief vastgoedbeleggingen)

Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer er indicaties voor bijzondere waardevermindering zijn en als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.

Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er

financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, achter de rug zijn.

f Technische voorzieningen

Voorziening voor niet verdiende premies en lopende risico's Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.

Voorziening voor verzekeringen Leven

Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere. In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend. Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzichten.

Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd. Daarbij geldt het volgende:

  • • Waardering volgens de prospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorzieningen voor klassieke tak 21-levensverzekeringen en moderne tak 21-levensverzekeringen met gegarandeerde rente op toekomstige premies en voor de voorziening voor aanvullende voordelen voor personeelsleden wat de geldende rente betreft. De berekening volgens prospectieve actuariële formules steunt op de technische bepalingen van de contracten.
  • • Waardering volgens de retrospectieve methode: die methode wordt toegepast voor de voorziening voor moderne tak 21-levensverzekeringen en voor de voorziening voor aanvullende personeelsvoordelen om nieuwe aanvullende premies te betalen. De berekeningen volgens retrospectieve actuariële formules steunen op de technische bepalingen van de contracten, zij het dan zonder rekening te houden met toekomstige stortingen.

Voorziening voor te betalen schade

Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding

in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.

Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.

Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum, wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.

Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden. Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.

Voorziening voor winstdeling en restorno's

In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als voor Niet-leven.

Toereikendheidstoets met betrekking tot verplichtingen

Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.

Afgestane herverzekering en retrocessie

Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.

g Verzekeringscontracten gewaardeerd volgens IFRS 4 – fase 1

De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat is gerelateerd aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening

opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die is gebaseerd op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting.

Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.

h Pensioenverplichtingen

De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten. Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in nettoactiva of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).

i Belastingverplichtingen

Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen:

  • Actuele belastingverplichtingen worden bepaald aan de hand van het verwachte te betalen bedrag, berekend op basis van de belastingvoeten die geldig zijn op de balansdatum.
  • Latente belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden berekend aan de hand van

de belastingvoeten die geldig zijn op het moment van realisatie van de activa of de verplichtingen waarop ze betrekking hebben en die de belastinggevolgen reflecteren van de manier waarop de entiteit verwacht de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen terug te krijgen of af te wikkelen op de balansdatum. Latente belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt.

j Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:

  • er een (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting bestaat op de balansdatum, als gevolg van een gebeurtenis in het verleden; en
  • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichtingen af te wikkelen; en
  • het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

k Eigen vermogen

l Gebruikte wisselkoersen*

Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:

• De aanschaffingskosten van de eigen aandelen van KBC Groep NV worden afgetrokken van het eigen vermogen. Resultaten van verkoop, uitgifte of vernietiging van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.

  • Transacties met derivaten van KBC-aandelen worden eveneens gerapporteerd in het eigen vermogen, tenzij ze netto werden afgewikkeld in geldmiddelen.
  • Aandelenopties op KBC-aandelen die onder het toepassingsgebied van IFRS 2 vallen, worden gewaardeerd tegen reële waarde op de toekenningsdatum. Die reële waarde wordt, gespreid over de dienstprestatieperiode, in de winst-en-verliesrekening opgenomen als personeelskosten met als tegenpost een aparte post van het eigen vermogen.
  • De herwaarderingsresultaten op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen tot de verkoop van de activa of tot wanneer zich een bijzondere waardevermindering voordoet. Dan wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt naar het resultaat van het boekjaar.

Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Wanneer het aandeel in het eigen vermogen aangehouden door minderheidsbelangen verandert, past KBC de boekwaarde van de meerderheids- en minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen weer te geven. KBC boekt elk verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen zijn gewijzigd en de reële waarde van de betaalde of gekregen vergoeding in eigen vermogen, en wijst het toe aan de meerderheidsbelanghouder.

Wisselkoers op 31-12-2017 Wisselkoersgemiddelde in 2017
1 EUR = …
… vreemde munt
Wijziging ten opzichte van 31-12-2016
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
1 EUR = …
… vreemde munt
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2016
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
BGN 1,95580 0% 1,95580 0%
CZK 25,535 6% 26,351 3%
GBP 0,88723 -3% 0,87443 -6%
HUF 310,33 0% 309,29 1%
USD 1,1993 -12% 1,1310 -2%

* Afgeronde cijfers.

Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen

Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBC-management

erop vertrouwt dat deze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.

Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin die worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 3.3, 3.7, 3.10, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.7, 5.2, 5.4 t.e.m. 5.7 en 5.9.

2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie

Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur

U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). In lijn met IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan deze beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.

De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):

  • Divisie België (alle activiteiten in België),
  • Divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië),
  • Divisie Internationale Markten (activiteiten in Ierland, Hongarije, Slowakije en Bulgarije), samen gerapporteerd in overeenstemming met IFRS 8.16.

Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen).

Segmentrapportering

  • De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd, zonder aanpassingen.
  • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment/divisie. Uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
  • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
  • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
  • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorenteinkomsten.
  • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van diensten of producten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep, opmaken.
  • Voor de invloed van de midden 2017 verworven United Bulgarian Bank en Interlease (Bulgarije): zie Toelichting 6.6.
(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten
Waarvan: Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Groeps center KBC-groep
WINST-EN-VERLIESREKENING 2017
Nettorente-inkomsten 2 394 888 837 244 211 104 278 1 4 121
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 526 86 83 35 25 23 0 11 706
Verdiende premies 1 043 216 224 100 36 88 0 8 1 491
Technische lasten -516 -130 -141 -64 -12 -65 0 3 -785
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -132 48 25 7 12 5 0 1 -58
Verdiende premies 927 260 85 16 49 20 0 0 1 271
Technische lasten -1 059 -212 -60 -9 -36 -15 0 1 -1 330
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -15 -4 9 -1 -2 12 0 1 -8
Dividendinkomsten 52 0 1 0 0 0 0 10 63
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
539 222 95 62 15 13 5 -1 856
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare
financiële activa
123 17 3 2 0 1 0 56 199
Nettoprovisie-inkomsten 1 290 192 232 161 51 18 -1 -6 1 707
Overige netto-inkomsten 174 40 -112 3 8 -4 -116 11 114
TOTALE OPBRENGSTEN 4 953 1 490 1 173 514 320 172 167 84 7 700
Exploitatiekostena -2 452 -646 -837 -346 -204 -96 -188 -140 -4 074
Bijzondere waardeverminderingen -116 -24 190 8 -13 -20 215 -20 30
op leningen en vorderingen -87 -5 197 11 -11 -17 215 -18 87
op voor verkoop beschikbare financiële activa -11 -1 -1 0 0 -1 0 0 -12
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -18 -18 -7 -3 -1 -2 0 -2 -45
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
-13 21 4 0 0 0 0 0 11
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 372 842 529 176 103 56 193 -75 3 667
Belastingen -797 -140 -85 -29 -24 -6 -26 -71 -1 093
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 575 702 444 146 79 50 167 -146 2 575
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij 1 575 702 444 146 79 50 167 -146 2 575
a Waarvan niet-kaskosten -58 -54 -68 -29 -14 -10 -15 -91 -271
Afschrijvingen vaste activa -57 -54 -65 -29 -15 -7 -15 -90 -266
Overige
Aanschaffing vaste activa*
-1
488
1
213
-3
219
0
48
0
114
-4
27
0
30
-1
116
-5
1 036

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten Waarvan: Groeps center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
WINST-EN-VERLIESREKENING 2016
Nettorente-inkomsten 2 701 849 740 231 216 48 244 -32 4 258
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 440 78 91 33 21 37 0 18 628
Verdiende premies 1 012 190 198 82 32 83 0 10 1 410
Technische lasten -572 -112 -107 -49 -12 -46 0 8 -782
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -208 36 20 4 12 4 0 0 -152
Verdiende premies 1 217 271 89 16 51 22 0 0 1 577
Technische lasten -1 425 -234 -69 -12 -39 -18 0 0 -1 728
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -12 -4 -6 -2 -1 -3 0 -17 -38
Dividendinkomsten 61 0 0 0 0 0 0 15 77
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
329 117 89 66 15 2 6 6 540
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare
financiële activa
90 48 38 19 16 4 0 13 189
Nettoprovisie-inkomsten 1 070 191 201 157 45 -4 -1 -11 1 450
Overige netto-inkomsten 208 18 -1 2 6 -5 -4 33 258
TOTALE OPBRENGSTEN 4 680 1 333 1 173 509 330 84 246 25 7 211
Exploitatiekostena -2 432 -608 -750 -338 -199 -56 -154 -158 -3 948
Bijzondere waardeverminderingen -179 -24 34 12 -16 -6 44 -32 -201
op leningen en vorderingen -113 -23 42 15 -15 -3 45 -32 -126
op voor verkoop beschikbare financiële activa -58 3 0 0 0 0 0 0 -55
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -8 -4 -7 -3 0 -3 -1 0 -20
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
0 23 0 0 0 0 0 4 27
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 070 724 457 183 115 22 136 -161 3 090
Belastingen -637 -128 -29 -54 -23 0 49 132 -662
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 433 596 428 130 92 22 184 -29 2 428
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij
1 432 596 428 130 92 22 184 -29 2 427
a Waarvan niet-kaskosten -62 -48 -55 -27 -12 -3 -12 -81 -246
Afschrijvingen vaste activa -57 -49 -56 -27 -13 -3 -12 -85 -246
Overige -5 1 0 0 0 0 0 4 1
Aanschaffing vaste activa* 448 260 132 36 37 38 21 102 942

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.

(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten Waarvan:
Groeps
center
KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
BALANS 31-12-2017
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
132 881 30 246 22 663 7 302 6 066 3 903 5 392 7 918 193 708
Zichtdeposito's 42 757 19 582 11 267 5 484 3 058 1 920 805 0 73 606
Spaarrekeningen 44 416 7 668 4 609 942 1 227 837 1 603 0 56 692
Termijndeposito's 12 493 712 6 192 844 1 379 1 105 2 864 0 19 397
Schuldpapier 31 186 1 792 331 31 178 0 121 7 918 41 227
Overige 2 028 492 264 0 223 41 0 0 2 784
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
94 495 22 303 24 201 4 217 6 574 2 716 10 694 0 140 999
Termijnkredieten 48 325 8 104 5 411 1 936 2 158 568 749 0 61 839
Hypotheekleningen 34 468 10 653 15 503 1 556 2 943 1 100 9 905 0 60 625
Overige 11 701 3 546 3 287 726 1 473 1 049 40 0 18 535
BALANS 31-12-2016
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
125 074 26 183 18 344 6 814 5 739 792 4 999 7 820 177 421
Zichtdeposito's 38 953 16 214 8 260 4 438 2 916 358 549 0 63 427
Spaarrekeningen 42 289 7 222 3 817 944 1 195 113 1 565 0 53 328
Termijndeposito's 15 505 672 5 759 1 404 1 215 322 2 819 0 21 936
Schuldpapier 26 338 1 625 289 29 194 0 67 7 793 36 044
Overige 1 989 450 219 0 219 0 0 27 2 686
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
91 804 19 552 21 496 3 802 6 094 835 10 765 4 132 856
Termijnkredieten 46 130 7 375 5 203 1 762 2 124 273 1 043 0 58 707
Hypotheekleningen 34 265 9 077 13 993 1 451 2 608 234 9 700 0 57 335
Overige 11 408 3 100 2 300 588 1 363 328 22 4 16 813

3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 4 121 4 258
Rente-inkomsten 6 337 6 642
Voor verkoop beschikbare activa 650 703
Leningen en vorderingen 3 819 3 805
Tot einde looptijd aangehouden activa 853 981
Overige activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde 166 79
Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
5 488 5 568
Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd 22 64
Activa aangehouden voor handelsdoeleinden 570 661
Afdekkingsderivaten 274 288
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 5 124
Rentelasten -2 216 -2 384
Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -955 -870
Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde -102 -33
Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde,
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-1 057 -903
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden -643 -771
Afdekkingsderivaten -479 -564
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen
in de winst-en-verliesrekening
-29 -139
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen -8 -6

Toelichting 3.2: Dividendinkomsten

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 63 77
Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 11 12
Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
0 1
Voor verkoop beschikbare aandelen 53 63

Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 856 540
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange
houden voor handelsdoeleinden)
336 687
Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in de winst-en-verliesrekening
10 -6
Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico 8
Wisselbedrijf 589 -94
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties -79 -47
Opdeling afdekkingstransacties
Microhedge-reëlewaardeafdekkingen -5 -5
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -49 295
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging 44 -300
Kasstroomafdekkingen 1 -2
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel 1 -2
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel 0 0
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 8 -2
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -102 101
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging 110 -104
Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking -17 0
Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking -65 -37
  • Resultaten van Wisselbedrijf: dit zijn de totale wisselkoersverschillen, behalve de wisselkoersverschillen geboekt op financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
  • Invloed van wijzigingen in eigen kredietrisico: zie Toelichtingen 1.1 en 4.8.
  • ALM-derivaten: het rentegedeelte van de ALM-derivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van de ALM-derivaten, met uitzondering van diegene waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft.
  • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
  • Voor microhedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar compenseren binnen een marge van 80%-125%.
  • Voor kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt prospectief (via BPV-meting) en retrospectief (via vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van

80%-125% bevinden.

  • Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen.
  • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. De invloed daarvan is voor KBC verwaarloosbaar.
  • Reëlewaardeveranderingen (als gevolg van marked-to-market) van een groot deel van de ALM-afdekkingsinstrumenten (die als tradinginstrumenten worden behandeld) worden ook vermeld onder nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt.

• Belangrijkste fluctuaties tussen 2016 en 2017: de stijging van het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening heeft vooral te maken met het substantieel hogere niveau van de

inkomsten uit de dealingroomactiviteiten, vooral in België en in Tsjechië, en een positievere invloed van diverse marktwaardeaanpassingen.

Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 199 189
Vastrentende effecten 29 24
Aandelen 170 165

• In 2016 bevat het netto gerealiseerd resultaat onder meer de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van Visa Europe-aandelen (naar aanleiding van het publieke bod op Visa Europe) van 99 miljoen euro (84 miljoen euro na belastingen).

Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 1 707 1 450
Ontvangen provisies 2 615 2 101
Betaalde provisies -908 -651
Indeling naar type
Vermogensbeheerdiensten 1 232 1 013
Ontvangen provisies 1 289 1 050
Betaalde provisies -57 -37
Bankdiensten 764 718
Ontvangen provisies 1 267 998
Betaalde provisies -502 -280
Distributie -290 -281
Ontvangen provisies 59 54
Betaalde provisies -349 -335

• Presentatiewijziging: zie Toelichting 1.1. • Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.

Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 114 258
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
verkoop van leningen en vorderingen 3 2
verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa 3 4
terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 -7
andere, waaronder: 109 259
inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep 73 78
inkomsten van Groep VAB 64 69
impact afkoop herverzekerd contract 1 25
vereffening oud juridisch dossier (Tsjechië) 14 0
voorziening voor tracker mortgage review -116 -4

• Impact afkoop herverzekerd contract in 2016: bij de afkoop van een groot herverzekerd spaarcontract werden meerwaarden gerealiseerd op de beleggingen (vervat onder overige netto-inkomsten). Deze meerwaarden werden volledig overgedragen aan de klant via technische lasten Leven en hadden bijgevolg geen impact op het nettoresultaat.

• Voorziening voor tracker mortgage review in 2017: Net zoals alle grote kredietverleners in Ierland heeft KBC Ireland trackerhypotheken (tracker mortgages) aangeboden (tussen 2003 en 2008). In december 2015 heeft de Ierse centrale bank (CBI) de Ierse banksector, inclusief KBC Bank Ireland, gevraagd een breed opgezet onderzoek te voeren naar problemen met betrekking tot trackerhypotheken. Het doel van dat onderzoek (de tracker mortgage review) bestond erin gevallen te identificeren waarin de contractuele rechten van de klanten ingevolge hun hypotheekovereenkomst niet volledig waren nagekomen en/of waarin de kredietverleners de verschillende voorwaarden en normen

inzake informatieverschaffing en transparantie ten aanzien van de klant niet volledig hadden nageleefd. In de gevallen waarin uit het onderzoek een nadeel voor de klant is gebleken, moest KBC Bank Ireland een gepaste schadeloosstelling en compensatie aanbieden in overeenstemming met de beginselen voor schadeloosstelling van de CBI (Principles for Redress). In 2016 boekte de bank een voorziening van 4 miljoen euro voor schadeloosstelling en compensatie van de geïdentificeerde klanten die geïmpacteerd waren. Na bijkomend onderzoek en afspraken met de CBI in 2017 identificeerde de bank nog meer getroffen klanten waarvoor schadeloosstelling en compensatie nodig was. Daarom boekte ze in 2017 een bijkomende voorziening van 116 miljoen euro (waarvan 54 miljoen euro in het derde kwartaal en 62 miljoen euro in het vierde kwartaal), gebaseerd op de beste raming van de mogelijke verplichtingen op 31 december 2017. De uitkering van de schadeloosstellingen en vergoedingen aan alle getroffen klanten wordt verwacht in de loop van 2018.

Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten

  • Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Deze toelichting geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart.
  • De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten.
  • Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 3.7, 5.6 en 6.5 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico van de verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).

Toelichting 3.7.1: Overzicht

Niet-technische
(in miljoenen euro) Leven Niet-leven rekening Totaal
2017
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 273 1 510 2 784
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 331 -785 -2 116
Nettoprovisie-inkomsten -20 -292 -312
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 1 -9 -8
Algemene beheerskosten -140 -247 -3 -389
Interne schaderegelingskosten -8 -56 -65
Indirecte acquisitiekosten -31 -73 -103
Administratiekosten -100 -118 -218
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -3 -3
Technisch resultaat -216 178 -3 -41
Nettorente-inkomsten 564 564
Netto dividendinkomsten 39 39
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
-2 -2
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 84 84
Overige netto-inkomsten -10 -10
Bijzondere waardeverminderingen -12 -12
Toewijzing aan de technische rekeningen 537 87 -624 0
Technisch-financieel resultaat 320 265 35 621
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 4 4
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 320 265 39 624
Belastingen -187
RESULTAAT NA BELASTINGEN 438
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 438
2016
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 579 1 428 3 007
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 728 -784 -2 512
Nettoprovisie-inkomsten -29 -272 -301
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -1 -37 -38
Algemene beheerskosten -135 -242 -3 -380
Interne schaderegelingskosten -8 -54 -62
Indirecte acquisitiekosten -32 -80 -112
Administratiekosten -95 -108 -203
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -3 -3
Technisch resultaat -315 94 -3 -224
Nettorente-inkomsten 614 614
Nettodividendinkomsten 45 45
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -10 -10
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 56 56
Overige netto-inkomsten 18 18
Bijzondere waardeverminderingen -55 -55
Toewijzing aan de technische rekeningen 558 73 -631 0
Technisch-financieel resultaat 242 167 35 445
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 4 4
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 242 167 39 449
Belastingen -135
RESULTAAT NA BELASTINGEN 314
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 314

• Cijfers over de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten. De marge op die producten zit vervat bij de Nettoprovisie-inkomsten.

• De technische lasten niet-leven bevatten in 2017 de vrijval van de indexatievoorziening van 26 miljoen euro (voor meer informatie, zie Toelichting 1.1). Het technische resultaat Niet-Leven werd in 2016 per saldo voor 16 miljoen euro negatief beïnvloed door de aanslagen in Brussel.

• De technische lasten Leven in 2017 zijn positief beïnvloed door een gedeeltelijke vrijval van een specifieke voorziening Leven (de

knipperlichtreserve in België) voor een bedrag van 23 miljoen euro in het derde kwartaal van 2017. Die voorziening was aangelegd om het interestrisico in te dekken, met name het verschil tussen de gegarandeerde interestvoet en een voorgeschreven rente, die gebaseerd is op een 5-jaarsgemiddelde van de 10-jaarse OLO-rente. Omdat de contracten met hoog gegarandeerde interestvoeten op eindvervaldag komen, daalt ook de nood tot indekking van het interestrisico en bouwen we die voorziening af in lijn met het op eindvervaldag komen van die contracten.

Reconciliatie tussen verdiende premies zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en
in Toelichting 3.7.1 (in miljoenen euro) 2017 2016
Verzekeringen Niet-Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies
In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 1 491 1 410
Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 20 19
In Toelichting 3.7.1 1 510 1 428
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies
In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 1 271 1 577
Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 2 2
In Toelichting 3.7.1 1 273 1 579

Toelichting 3.7.2: Levensverzekeringen

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 1 273 1 579
Opdeling per IFRS-categorie
Verzekeringscontracten 893 920
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 380 659
Opdeling per type
Aangenomen herverzekering 12 5
Rechtstreekse zaken 1 261 1 574
Opdeling van de rechtstreekse zaken
Individuele premies 950 1 265
Koopsommen 285 624
Periodieke premies 665 642
Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten 312 309
Koopsommen 60 48
Periodieke premies 252 261
Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
Tak 23 856 820
Tak 21 1 025 1 295
Totaal 1 881 2 114

• Conform IFRS passen we voor een aantal beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten en technische lasten van die contracten niet tonen onder de posten Verdiende verzekeringspremies en Technische lasten, maar de marge erop

vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten die tekenden voor een premie-inkomen van 0,9 miljard euro in 2017 en 0,8 miljard euro in 2016.

Toelichting 3.7.3: Niet-levensverzekeringen

(in miljoenen euro) Verdiende
premies
(vóór her
verzekering)
Schade
(vóór her
verzekering)
Bedrijfskosten
(vóór her
verzekering)
Afgestane
her
verzekering
Totaal
2017
Totaal 1 510 -785 -539 -9 178
Aangenomen herverzekering 39 -5 -16 -23 -4
Rechtstreekse zaken 1 472 -781 -523 14 182
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 112 -54 -40 0 19
Arbeidsongevallen, tak 1 73 -39 -18 0 16
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 407 -268 -128 1 11
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 229 -135 -82 0 14
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 4 -2 -2 0 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 449 -166 -174 6 116
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 98 -81 -40 6 -17
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 0 0 0 0 0
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 16 -7 -7 1 3
Rechtsbijstand, tak 17 53 -16 -19 0 18
Hulpverlening, tak 18 29 -12 -15 0 2
2016
Totaal 1 428 -784 -514 -37 94
Aangenomen herverzekering 36 -2 -14 -15 6
Rechtstreekse zaken 1 392 -782 -500 -22 89
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 110 -53 -38 -1 19
Arbeidsongevallen, tak 1 72 -79 -18 -1 -26
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 382 -243 -124 -1 15
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 211 -121 -75 0 14
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 3 -2 -1 0 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 425 -185 -165 -20 55
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 97 -64 -39 1 -6
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 2 0 0 0 1
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 14 -9 -6 0 -1
Rechtsbijstand, tak 17 51 -18 -19 0 14
Hulpverlening, tak 18 25 -8 -13 0 4

Toelichting 3.8: Exploitatiekosten

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal -4 074 -3 948
Personeelskosten -2 303 -2 252
Algemene beheerskosten -1 505 -1 449
Waarvan bankenheffingen -439 -437
Afschrijvingen van vaste activa -266 -246
  • Algemene beheerskosten: omvatten herstel- en onderhoudskosten, reclamekosten, huur, professionele vergoedingen, verschillende (niet-inkomsten)belastingen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Het omvat ook de kosten gerelateerd aan de bijzondere bankenheffing voor financiële instellingen in verschillende landen, in totaal 437 miljoen euro in 2016 en 439 miljoen euro in 2017. Dat laatste is als volgt samengesteld: 264 miljoen euro in divisie België, 27 miljoen euro in divisie Tsjechië, 19 miljoen euro in Slowakije, 4 miljoen euro in Bulgarije, 107 miljoen euro in Hongarije en 18 miljoen euro in Ierland.
  • Op eigen aandelen gebaseerde personeelsvoordelen zijn opgenomen onder Personeelskosten.

Informatie over de belangrijkste overeenkomsten afgewikkeld met eigen aandelen: sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet voor zijn personeel. Het resterende aantal uitstaande opties was eind 2017 zeer beperkt (63 730 opties, gemiddelde uitoefenprijs 89,21 euro). De wijzigingen in 2017 betroffen uitgeoefende opties (-81 650 opties).

  • Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2017 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (2 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
  • Overeenkomsten op basis van eigen aandelen afgewikkeld met geldmiddelen: de personeelskosten omvatten ook de kosten gerelateerd aan het fantoomaandelenplan. Voor 2017 en 2016 waren die verwaarloosbaar.

Toelichting 3.9: Personeel

(in aantal) 2017 2016
Gemiddeld personeelsbestand, in vte's 37 130 36 030
Indeling volgens juridische structuur
KBC Bank 29 079 27 910
KBC Verzekeringen 4 167 4 100
KBC Groep NV (de holding) 3 884 4 020
Indeling volgens statuut
Arbeiders 374 367
Bedienden 36 488 35 393
Directieleden (senior management) 268 270

• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.

• Aangezien United Bulgarian Bank en Interlease pas midden 2017 werden overgenomen, worden ze slechts voor de helft meegeteld (voor 1 156 vte's in 2017).

Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 30 -201
Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen 87 -126
Indeling naar type
Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans 86 -75
Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans -59 8
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen 60 -58
Indeling naar divisie
België -87 -113
Tsjechië -5 -23
Internationale Markten 197 42
Groepscenter -18 -32
Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa -12 -55
Aandelen -12 -58
Andere 0 3
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill 0 0
Bijzondere waardeverminderingen op overige -45 -20
Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -13 -11
Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -28 -7
Tot einde looptijd aangehouden financiële activa -1 -1
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Overige -4 -1
  • De bijzondere waardeverminderingen in de divisie Internationale Markten omvatten onder andere de waardeverminderingen voor kredieten in Ierland (een nettoterugname van 215 miljoen euro in 2017 en 45 miljoen euro in 2016, zie aparte paragraaf), in Hongarije (een nettoterugname van 11 miljoen euro in 2017 en 15 miljoen euro in 2016), in Slowakije (nettotoename van 11 miljoen euro in 2017 en 15 miljoen euro in 2016) en in Bulgarije (nettotoename van 17 miljoen euro in 2017, waarvan 12 miljoen euro voor de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank en Interlease, en 3 miljoen euro in 2016). Het grootste deel van de bijzondere waardeverminderingen in Groepscenter in 2017 en 2016 betreft de voormalige Antwerpse Diamantbank (Bedrijvencentrum Diamant na de fusie met KBC Bank).
  • KBC Bank Ireland: in Ierland leed de kredietportefeuille in de voorbije jaren onder de gevolgen van de vastgoedcrisis, gezien de relatief grote portefeuille aan woning- en vastgoedkredieten. De Ierse kredietportefeuille bedroeg eind 2017 ongeveer 12 miljard euro, waarvan iets meer dan 90% slaat op hypothecaire kredieten. In 2017 kon de groep per saldo 215 miljoen euro kredietvoorzieningen terugnemen voor zijn Ierse portefeuille, in 2016 bedroeg de nettoterugname 45 miljoen euro. De nettoterugname in 2017 was vooral te danken aan de stijging van de index van de gemiddelde huizenprijzen op negen maanden, modelgerelateerde aanpassingen en een verbetering van de portefeuille probleemkredieten.
  • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.

Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal 11 27
waarvan
CˇMSS 21 23
Joyn International NV -5 0
Payconiq Holding B.V. -6 0
NLB Vita 4 4

• De post Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures bevat vooral CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Meer informatie vindt u in Toelichting 5.3.

• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.10). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.

Toelichting 3.12: Belastingen

(in miljoenen euro) 2017 2016
Totaal -1 093 -662
Indeling naar type
Actuele belastingen -523 -470
Uitgestelde belastingen -570 -192
Componenten van de belastingberekening
Resultaat vóór belastingen 3 667 3 090
Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 33,99% 33,99%
Berekende winstbelastingen -1 247 -1 050
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 303 251
belastingvrije winst 205 125
aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren 0 11
aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief -243 -8
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te
verminderen
23 31
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te
verminderen
16 110
terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen 0 -20
overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven -148 -112
Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso
cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen*
0 358

* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is). Vanaf 2018 zijn deze dividenden 100% definitief belast.

  • Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
  • De post Belastingen werd in 2017 positief beïnvloed door uitgestelde belastingvorderingen, waaronder 66 miljoen euro bij KBC Bank ten gevolge van de vereffening van IIB Finance Ireland (de Belgische fiscale wetgeving voorziet dat het verlies aan werkelijk gestort kapitaal dat KBC Bank lijdt naar aanleiding van de vereffening van IIB Finance Ireland, fiscaal aftrekbaar is voor de moedermaatschappij op het moment van de liquidatie, en niet op het moment dat de verliezen effectief werden geleden). In 2016 ging het om 103 miljoen euro: +65 miljoen euro bij KBC Credit Investments, -20 miljoen euro bij KBC Securities, +66 miljoen euro bij KBC Bank Ireland en -8 miljoen euro bij K&H Bank.
  • Aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief: de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting heeft op KBC vooral een impact door de geplande geleidelijke verlaging van de belastingvoet van 33,99% naar 29,58% (vanaf boekjaar 2018) en naar 25% (vanaf boekjaar 2020). Dat had eind 2017 al een licht positieve eenmalige impact (van ruwweg +0,1%) op onze common equity ratio (onder meer dankzij hogere voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves na belastingen en lagere risicogewogen activa als gevolg van de lagere uitstaande uitgestelde belastingvorderingen) en een eenmalig

negatief effect op de resultatenrekening eind 2017 (-243 miljoen euro ten gevolge van de verlaging van het bedrag van de uitgestelde belastingvorderingen). Daarnaast zorgde de verhoging van de belastingvrijstelling voor kwalificerende ontvangen dividenden van 95% naar 100% voor een positief effect van 32 miljoen euro. Beide effecten samen zorgen voor een negatief effect van 211 miljoen euro voor 2017. In de segmentrapportering (Toelichting 2.2) wordt het deel dat met legacy-activiteiten te maken heeft, toegerekend aan Groepscenter (126 miljoen euro) en de rest aan Divisie België. We verwachten dat dit vanaf 2018 ook een recurrente positieve invloed zal hebben op de resultatenrekening als gevolg van de lagere belastingvoet van de Belgische groepsmaatschappijen en de 100% belastingvrijstelling voor ontvangen dividenden, weliswaar gedeeltelijk gecompenseerd door andere maatregelen, zoals de hervorming van de notionele interestaftrek.

• De land-per-landrapportering (volgens het KB van 27/11/2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten op de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging) wordt opgemaakt op het geconsolideerde niveau van KBC Bank en vindt u terug onder Toelichting 3.11 van het jaarverslag van KBC Bank (beschikbaar op www.kbc.com).

Toelichting 3.13: Winst per aandeel

(in miljoenen euro) 2017 2016
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 575 2 427
Coupon op AT1-instrumenten -52 -52
Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 2 523 2 375
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 418 418
Gewone winst per aandeel (in euro) 6,03 5,68

• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.

4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans

Deze toelichtingen moeten samen gelezen worden met Toelichting 1.1.

Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product

Aange
houden
voor han
delsdoel
Gewaar
deerd
tegen
reële
Voor
verkoop
beschik
Lenin
gen en
vorderin
Tot einde
looptijd
aange
Afdek
kings
Pro forma:
totaal
exclusief
UBB en
(in miljoenen euro)
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017
einden waarde1 baar gen houden derivaten Totaal Interlease
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingena 3 0 0 24 448 24 450c 24 415
Leningen en voorschotten aan klantenb 0 38 0 141 464 141 502 139 707
Handelsvorderingen 0 0 0 3 986 3 986 3 986
Afbetalingskredieten 0 0 0 3 857 3 857 3 519
Hypotheekleningen 0 23 0 60 601 60 625 59 781
Termijnkredieten 0 15 0 62 328 62 343 62 078
Financiële leasing 0 0 0 5 308 5 308 5 149
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 4 728 4 728 4 537
Overige 0 0 0 656 656 656
Eigenvermogensinstrumenten 508 0 1 658 2 165 2 158
Beleggingscontracten, verzekeringen 14 421 14 421 14 421
Schuldinstrumenten 1 156 24 32 498 921 30 979 65 578 64 838
Van publiekrechtelijke emittenten 955 0 22 307 52 29 096 52 410 51 685
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 121 0 4 468 125 1 177 5 891 5 891
Van ondernemingen 80 24 5 723 744 706 7 277 7 263
Derivaten 5 765 245 6 010 6 010
Overige2 0 0 0 626 0 0 626 626
Totaal 7 431 14 484 34 156 167 458 30 979 245 254 753 252 174
a Waarvan reverse repo's3 19 572 19 572
b Waarvan reverse repo's3 504 498
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar
op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie
maanden
20 118 20 082
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingena
6 1 0 16 922 16 929c
Leningen en voorschotten aan klantenb 1 77 0 133 154 133 231
Handelsvorderingen 0 0 0 3 549 3 549
Afbetalingskredieten 0 0 0 3 180 3 180
Hypotheekleningen 0 29 0 57 307 57 335
Termijnkredieten 0 49 0 59 035 59 083
Financiële leasing 0 0 0 4 916 4 916
Voorschotten in rekening-courant 0 0 0 4 640 4 640
Overige 1 0 0 527 528
Eigenvermogensinstrumenten 427 2 1 723 2 153
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 693 13 693
Schuldinstrumenten 1 001 411 34 985 1 015 33 697 71 109
Van publiekrechtelijke emittenten 713 47 22 982 16 32 131 55 889
Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 127 174 5 032 140 948 6 421
Van ondernemingen 161 190 6 970 859 618 8 799
Derivaten 8 249 410 8 659
Overige2 0 0 0 524 0 0 525
Totaal 9 683 14 184 36 708 151 615 33 697 410 246 298
a Waarvan reverse repo's3 11 776
b Waarvan reverse repo's3 376
c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar
op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie
maanden
11 622

1 De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het maximale kredietrisico.

2 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.

3 Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.

Aange Gewaar Pro forma:
houden deerd Tegen totaal
voor han tegen Afdek geamor exclusief
delsdoel reële kings tiseerde UBB en
(in miljoenen euro) einden waarde derivaten kostprijs Totaal Interlease
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena 3 12 33 321 33 337c 33 326
Deposito's van klanten en schuldpapierb 219 1 470 192 279 193 968 190 968
Zichtdeposito's 0 0 73 606 73 606 72 173
Termijndeposito's 11 403 19 243 19 657 18 844
Spaarrekeningen 0 0 56 692 56 692 55 980
Deposito's van bijzondere aard 0 0 2 235 2 235 2 235
Overige deposito's 0 0 549 549 508
Depositocertificaten 0 14 22 579 22 593 22 593
Kasbons 0 0 1 721 1 721 1 721
Converteerbare obligaties 0 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 208 866 12 323 13 397 13 397
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 186 3 330 3 516 3 516
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 552 0 13 552 13 552
Derivaten 5 868 0 1 284 7 152 7 151
Baisseposities 905 0 905 905
In eigenvermogensinstrumenten 13 0 13 13
In schuldinstrumenten 892 0 892 892
Overige1 3 0 2 344 2 347 2 347
Totaal 6 998 15 034 1 284 227 944 251 260 248 249
a Waarvan repo's2 5 575 5 575
b Waarvan repo's2 260 260
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 9 431 9 425
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena 5 1 766 30 248 32 020c
Deposito's van klanten en schuldpapierb 541 2 134 175 055 177 730
Zichtdeposito's 0 0 63 427 63 427
Termijndeposito's 117 1 100 21 027 22 245
Spaarrekeningen 0 0 53 328 53 328
Deposito's van bijzondere aard 0 0 2 056 2 056
Overige deposito's 0 0 630 630
Depositocertificaten 0 14 16 629 16 643
Kasbons 0 0 1 959 1 959
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 424 744 12 889 14 057
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 0 276 3 109 3 385
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 653 0 12 653
Derivaten 7 334 0 1 704 9 037
Baisseposities 665 0 665
In eigenvermogensinstrumenten 36 0 36
In schuldinstrumenten 629 0 629
Overige1 13 0 2 182 2 195
Totaal 8 559 16 553 1 704 207 485 234 300
a Waarvan repo's2 9 420
b Waarvan repo's2 309
c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 5 023

1 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.

2 Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's).

  • We lichten de invloed van de overname van United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease toe in de pro-formakolom Totaal exclusief UBB en Interlease met het oog op een transparant beeld van de evolutie van de financiële activa en verplichtingen zonder deze overname. Voor meer informatie verwijzen we naar Toelichting 6.6.
  • Herclassificaties: zie Toelichting 4.9.
  • Niet-converteerbare obligaties: hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank, en in mindere mate van KBC Groep en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Geboekt tegen reële waarde (cf. waarderingsregels).
  • Niet-converteerbare achtergestelde schulden: bevatten onder meer de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note (CoCo) voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar. Die CoCo werd conform IAS 32 als een schuld geklasseerd, omdat ze een vaste looptijd heeft en de interestbetalingen onvermijdelijk zijn. KBC heeft die CoCo in januari 2018 terugbetaald.
  • Voor meer informatie over belangrijke nieuwe of terugbetaalde schulduitgiften: zie Geconsolideerd kasstroomoverzicht.
  • Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen: bevat onder meer de financiering van 6,5 miljard euro uit het TLTRO II-programma van de ECB. Het management van KBC is er redelijk zeker van dat KBC zal voldoen aan de gerelateerde voorwaarden en bijgevolg wordt de interest in overeenstemming daarmee geboekt.
  • Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere

financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash.

• Eind 2017 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 7 975 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 178 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 421 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 7 376 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 5 312 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 178 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 422 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 712 miljoen euro). Eind 2016 (aangepaste cijfers) had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 8 370 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 113 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 695 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 7 561 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 8 970 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 94 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 649 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 8 227 miljoen euro). Noteer: KBC had eind 2017 en eind 2016 minder getransfereerde effecten op zijn balans dan uitstaande repotransacties. De reden is dat uit reverse repo's verkregen effecten vaak gebruikt worden voor repotransacties. Die effecten staan niet op de balans en vallen dus ook niet in de scope van de in deze paragraaf vermelde disclosure.

Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt

(in miljoenen euro) Aange
houden voor
handels
doeleinden
Gewaar
deerd tegen
reële waarde
Voor
verkoop
beschikbaar
Leningen en
vorderingen
Tot einde
looptijd
aange
houden
Afdekkings
derivaten
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen
zijn geboekt (unimpaired)
7 431 14 484 33 865 162 673 30 979 245 249 677
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn
geboekt (impaired)
407 8 843 6 9 256
Bijzondere waardeverminderingen -117 -4 058 -6 -4 181
Totaal 7 431 14 484 34 156 167 458 30 979 245 254 753
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen
zijn geboekt (unimpaired)
9 683 14 184 36 400 146 458 33 696 410 240 832
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn
geboekt (impaired)
463 10 251 7 10 720
Bijzondere waardeverminderingen -155 -5 094 -6 -5 254
Totaal 9 683 14 184 36 708 151 615 33 697 410 246 298

• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat. Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toe door

middel van een formule die rekening houdt met het expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).

• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Kredietrisico.

(in miljoenen euro) Voor verkoop beschikbaar Tot einde
looptijd
aangehouden
Leningen en vorderingen Voorzie
ningen voor
verbintenissen
en financiële
garanties*
Vastrentende
activa
Aandelen Vastrentende
activa
Met individu
ele bijzondere
waardever
mindering
Met op por
tefeuillebasis
berekende
bijzondere
waardever
mindering
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2017
Beginsaldo 0 155 6 4 829 265 76
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 0 12 1 512 80 93
Teruggenomen 0 0 0 -599 -139 -35
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -1 0 -1 237 0 -4
Wijzigingen in de consolidatiekring 8 4 0 476 6 0
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver
koop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Overige 0 -61 -1 -139 3 2
Eindsaldo 8 109 6 3 843 215 133
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2016
Beginsaldo 3 137 5 5 410 213 125
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 0 58 1 582 106 41
Teruggenomen -3 0 0 -507 -55 -42
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -2 0 -635 0 -11
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 1 0 0 0 0
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver
koop en groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Overige 0 -40 0 -22 1 -38
Eindsaldo 0 155 6 4 829 265 76

* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.

• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.10.

• Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Kredietrisico.

Toelichting 4.2.3 Achterstallige activa die niet impaired zijn

(in miljoenen euro) Minder dan
30 dagen
achterstallig
30 of meer,
maar minder
dan 90 dagen
achterstallig
31-12-2017
Leningen en voorschotten 2 945 425
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 2 945 425
31-12-2016
Leningen en voorschotten 2 208 419
Schuldinstrumenten 0 0
Derivaten 0 0
Totaal 2 208 419

• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als

achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.

Toelichting 4.2.4 Ontvangen garanties

• Zie Toelichtingen 4.3 en 6.1.

Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Bruto Ontvangen
waarborgen/
collateral
Netto Bruto Ontvangen
waarborgen/
collateral
Netto
Maximaal kredietrisico
Eigenvermogensinstrumenten 2 165 0 2 165 2 153 0 2 153
Schuldinstrumenten 65 578 70 65 508 71 109 68 71 041
Leningen en voorschotten 165 953 90 068 75 885 150 160 78 038 72 122
Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde 38 11 27 78 39 39
Derivaten* 6 010 1 831 4 180 8 659 2 642 6 017
Overige 34 506 4 427 30 078 32 586 3 816 28 769
Totaal 274 212 96 396 177 816 264 667 84 564 180 102

* 2016: aangepaste cijfers.

  • Maximaal kredietrisico van een financieel actief: meestal de brutoboekwaarde na aftrek van de bijzondere waardeverminderingen. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. Die zijn opgenomen onder de post Overige in de tabel.
  • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
  • Ontvangen waarborgen (collateral): worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.
Financiële instrumenten onderhevig aan netting,
afdwingbare netting-raamovereenkomsten en
soortgelijke overeenkomsten
Brutobedrag
van erkende
financiële in
strumenten
Brutobe
dragen van
erkende
financiële
instrumen
ten die ver
rekend wor
den (netting)
Nettobe
dragen van
financiële in
strumenten
gepresen
teerd op de
balans
Bedragen die niet verrekend worden op
de balans (netting)
Nettobedrag
Financiële
(in miljoenen euro) instrumen
ten
Kaswaar
borgen
Effecten
waarborgen
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017
Derivaten 9 384 3 374 6 010 3 343 1 251 389 1 027
Derivaten, exclusief central clearing houses 6 000 0 6 000 3 343 1 251 389 1 017
Derivaten met central clearing houses1 3 384 3 374 10 0 0 0 10
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
31 361 11 285 20 076 0 0 20 073 3
Reverse repo's 31 361 11 285 20 076 0 0 20 073 3
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 40 745 14 659 26 086 3 343 1 251 20 462 1 030
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016
Derivaten2 12 543 3 884 8 659 4 931 1 768 390 1 571
Derivaten, exclusief central clearing houses2 8 650 0 8 650 4 931 1 768 390 1 562
Derivaten met central clearing houses1 3 893 3 884 9 0 0 0 9
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
18 407 6 255 12 152 31 0 12 109 12
Reverse repo's 18 407 6 255 12 152 31 0 12 109 12
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 30 950 10 139 20 811 4 962 1 768 12 498 1 583
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017
Derivaten 10 525 3 374 7 152 3 343 1 661 891 1 257
Derivaten, exclusief central clearing houses 7 141 0 7 141 3 343 1 661 891 1 247
Derivaten met central clearing houses1 3 384 3 374 10 0 0 0 10
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
17 120 11 285 5 836 151 0 5 684 1
Repo's 17 120 11 285 5 836 151 0 5 684 1
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 27 646 14 659 12 987 3 493 1 661 6 575 1 258
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016
Derivaten2 12 922 3 884 9 037 4 931 1 834 607 1 666
Derivaten, exclusief central clearing houses2 9 017 0 9 017 4 931 1 834 607 1 646
Derivaten met central clearing houses1 3 905 3 884 20 0 0 0 20
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
15 984 6 255 9 729 31 0 9 692 6
Repo's 15 984 6 255 9 729 31 0 9 692 6
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 28 905 10 139 18 766 4 962 1 834 10 299 1 672

1 Kaswaarborgen, rekening bij centrale clearinghuizen inbegrepen in het brutobedrag

2 2016: Aangepaste cijfers

  • De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financieel actief en het financieel passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen.
  • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar netting-raamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat

niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.

Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

  • Reële waarde: KBC definieert reële waarde als de prijs die zou worden verkregen voor de verkoop van een actief of die zou worden betaald voor de overdracht van een verplichting in een regelmatige transactie tussen marktpartijen op het tijdstip van de waardebepaling. Die definitie ligt in de lijn van de IFRS-definitie. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een verstoring van het evenwicht tussen vraag en aanbod (bijvoorbeeld minder kopers dan verkopers, waardoor de prijs moet zakken) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop. Gedwongen verkopen of onvrijwillige transacties zijn occasionele transacties als gevolg van bijvoorbeeld wijzigingen in de regelgeving of transacties die niet markt- maar ondernemingsgestuurd (klantgestuurd) zijn.
  • In KBC worden alle interne waarderingsmodellen door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC en zijn entiteiten voldoen aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de Group Valuation Policy, Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktdata, inputparameters) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Elk kwartaal worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Ten slotte neemt een speciaal daartoe samengesteld team reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.
  • Aanpassingen van de reële waarde (market value adjustments) worden geboekt op alle posten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd, waarbij wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Ze omvatten close-outkosten, aanpassingen voor minder liquide posities of markten, aanpassingen verbonden aan waarderingen gebaseerd op een waarderingsmodel, aanpassingen voor tegenpartijrisico en financieringskosten. CVA (Credit Value Adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van afgeleide

financiële instrumenten (derivaten) om bij de waardering van dergelijke instrumenten rekening te houden met de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Daarbij wordt zowel met de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als met de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract rekening gehouden. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.

  • Bij de bepaling van de reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde wordt rekening gehouden met de invloed van veranderingen in de eigen financieringsspreads.
  • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven, kredieten. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties.
  • De reële waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes (beide onmiddellijk opvraagbaar) wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
  • Het grootste deel van de wijzigingen in de marktwaarde van de leningen en voorschotten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde wordt verklaard door bewegingen van de rente. Het effect van veranderingen in kredietrisico is verwaarloosbaar.
Reële waarde van financiële instrumenten die niet
tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen
Leningen en vorderingen Financiële activa tot einde
looptijd aangehouden
Financiële verplichtingen tegen
geamortiseerde kostprijs
(in miljoenen euro) Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
24 448 24 596
Leningen en voorschotten aan klanten 141 464 141 180
Schuldinstrumenten 921 928 30 979 34 517
Overige 626 626
Totaal 167 458 167 330 30 979 34 517
Niveau 1 72 31 926
Niveau 2 37 510 2 033
Niveau 3 129 748 558
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2016
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
16 922 16 910
Leningen en voorschotten aan klanten 133 154 134 292
Schuldinstrumenten 1 015 1 033 33 697 37 502
Overige 524 529
Totaal 151 615 152 764 33 697 37 502
Niveau 1 110 36 032
Niveau 2 27 403 986
Niveau 3 125 252 484
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
33 321 33 246
Deposito's van klanten en schuldpapier 192 279 192 771
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 2 344 2 340
Totaal 227 944 228 358
Niveau 1 6
Niveau 2 118 800
Niveau 3 109 551
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2016
Deposito's van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
30 248 30 309
Deposito's van klanten en schuldpapier 175 055 175 284
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 2 182 2 181
Totaal 207 485 207 774
Niveau 1 70
Niveau 2 102 028
Niveau 3 105 676

Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Waarderingshiërarchie Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen
0 3 0 3 0 6 0 6
Leningen en voorschotten aan klanten 0 0 0 0 0 1 0 1
Eigenvermogensinstrumenten 502 5 0 508 302 125 0 427
Schuldinstrumenten 620 407 129 1 156 731 62 208 1 001
Waarvan overheidsobligaties 572 354 28 955 653 29 31 713
Derivaten 0 3 988 1 777 5 765 0 6 392 1 856 8 249
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Gewaardeerd tegen reële waarde
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen
0 0 0 0 0 1 0 1
Leningen en voorschotten aan klanten 0 38 0 38 0 77 0 77
Eigenvermogensinstrumenten 0 0 0 0 2 0 0 2
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 935 486 0 14 421 13 331 362 0 13 693
Schuldinstrumenten 14 0 10 24 44 177 190 411
Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 42 5 0 47
Voor verkoop beschikbaar
Eigenvermogensinstrumenten 1 336 24 297 1 658 1 368 18 338 1 723
Schuldinstrumenten 25 037 6 788 673 32 498 30 059 3 699 1 227 34 985
Waarvan overheidsobligaties 18 790 3 090 428 22 307 21 248 1 417 317 22 982
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 245 0 245 0 410 0 410
Totaal 41 445 11 984 2 887 56 316 45 838 11 328 3 820 60 986
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 3 0 3 0 5 0 5
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 219 0 219 0 541 0 541
Derivaten 4 3 646 2 218 5 868 0 5 100 2 234 7 334
Baisseposities 905 0 0 905 665 0 0 665
Overige 0 3 0 3 0 13 0 13
Gewaardeerd tegen reële waarde
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 0 12 0 12 0 1 766 0 1 766
Deposito's van klanten en schuldpapier 0 885 585 1 470 0 1 577 557 2 134
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 544 7 0 13 552 12 652 0 0 12 653
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 1 284 0 1 284 0 1 704 0 1 704
Totaal 14 453 6 060 2 803 23 316 13 318 10 707 2 791 26 815
  • De waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus.
  • De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1. Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn op een eenvoudige wijze en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
  • Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in overweging zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit.

Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument.

  • Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor nietwaarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
  • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen, in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
  • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. De tabel geeft een overzicht van het niveau waaronder financiële instrumenten doorgaans worden geklasseerd, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Met andere woorden: hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
  • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichting 4.6.
Soort instrument Producten Type waardering
Niveau 1 Liquide financiële instrumenten waarvoor
genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde
financiële futures, beursgenoteerde opties,
beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde
fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere
liquide obligaties, liquide asset backed securities op
actieve markten
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op
een actieve markt), voor obligaties: BVAL.
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps,
valutatermijncontracten, rentetermijncontracten
(FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures,
commodity swaps, reverse floaters, opties op
obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight
index swaps, FX reset
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Plain vanilla / liquide derivaten Caps en floors, renteopties, Europese en
Amerikaanse aandelenopties, Europese en
Amerikaanse valutaopties, forward start-opties,
digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige
opties, Europese swaptions, constant maturity
swaps (CMS), European cancelable IRS, compound
options, commodity options
Waarderingsmodel voor opties op basis van
waarneembare parameters (bv. volatiliteit)
Niveau 2 Lineaire financiële activa (zonder optionele
kenmerken) – cashinstrumenten
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in
het kader van repo's
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Halfliquide obligaties/ABS Halfliquide obligaties /asset backed securities BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager),
prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare
marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva),
hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis van
observeerbare parameters
Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Exotische derivaten Target profit forwards, Bermudan swaptions,
digitale renteopties, quanto-renteopties, digitale
aandelenopties, composite aandelenopties,
Aziatische aandelenopties, barrieropties op
aandelen, quanto digital FX options, FX Asian
options, FX European barrier options, FX
simple digital barrier options, FX touch rebate,
inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, CMS
spread options, CMS interest rate caps/floors,
(callable) range accruals, outperformance options,
autocallable options, lookback options
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet
waarneembare parameters (bv. correlatie)
Niveau 3 Illiquide instrumenten met kredietkoppeling Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de correlatie
tussen de respectieve defaultkansen van de
onderliggende activa
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de
EVCA (European Private Equity & Venture Capital
Association)
Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek-)obligaties / Asset backed
securities die indicatief worden geprijsd door één
prijsleverancier op een niet-actieve markt
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager),
geen prijscontrole mogelijk door gebrek
aan beschikbare/betrouwbare alternatieve
marktgegevens
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis
van niet-observeerbare parameters (indicatieve
prijsstelling door derden voor de derivaten)

Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2

• Overdrachten in 2017: KBC herklasseerde voor 2 983 miljoen euro aan schuldinstrumenten van niveau 1 naar niveau 2. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 176 miljoen euro aan obligaties van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die verschuivingen is te wijten aan een wijziging van de waarderingsmethodologie, gedreven door de implementatie van een geautomatiseerd proces dat gebruik maakt van de BVAL-waardering voor schuldinstrumenten in het derde kwartaal van 2017. BVAL is een volledig transparante service aangeboden door Bloomberg, die een prijs bepaalt op basis van

verschillende bronnen. Het gebruik van BVAL verandert het beslissingsproces van niveaus in de waarderingshiërarchie.

• Overdrachten in 2016: KBC herklasseerde voor 99 miljoen euro aan schuldinstrumenten van niveau 1 naar niveau 2. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 120 miljoen euro aan obligaties van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van covered bonds, bedrijfsobligaties en obligaties van regionale overheden.

Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3

  • In 2017 waren er de volgende belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie:
  • In de categorie Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden waren er de volgende belangrijke wijzigingen. De reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 80 miljoen euro, voornamelijk door de stopzetting van CDO-transacties en verkopen (105 miljoen euro), instrumenten die op vervaldag kwamen, en reëlewaardeveranderingen (11 miljoen euro), deels gecompenseerd door aankoop van investeringscertificaten (40 miljoen euro). De reële waarde van derivaten daalde met 79 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die op vervaldag kwamen (375 miljoen euro), deels gecompenseerd door nieuwe transacties (230 miljoen euro) en positieve reëlewaarderveranderingen (70 miljoen euro).
  • In de categorie Financiële activa aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening daalde de boekwaarde van schuldinstrumenten met 180 miljoen euro, voornamelijk door de stopzetting van CDO-transacties (162 miljoen euro), verschuivingen uit niveau 3 (14 miljoen euro) door wijzigingen in liquiditeit en reëlewaardeveranderingen. De resterende daling is te wijten aan een combinatie van aankopen en wisselkoerswijzigingen.
  • In de categorie Voor verkoop beschikbaar daalde de boekwaarde met 595 miljoen euro. De boekwaarde van obligaties daalde met 554 miljoen euro, voornamelijk door een nettoverschuiving uit niveau 3 door de implementatie van de BVAL-waardering (318 miljoen euro), verkopen (107 miljoen euro) en obligaties die op vervaldag kwamen (153 miljoen euro). Dit werd deels gecompenseerd met aankopen. De boekwaarde van nietgenoteerde aandelen daalde met 40 miljoen euro, voornamelijk door verkopen en wijzigingen in de consolidatiekring (78 miljoen euro), verschuivingen uit niveau 3 door wijzigingen in liquiditeit (49 miljoen euro), deels gecompenseerd door aankopen (76 miljoen euro) en positieve reëlewaardeveranderingen (9 miljoen euro).
  • In de categorie Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden daalde de totale reële waarde van derivaten met 16 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die op vervaldag kwamen en reëlewaardeveranderingen (304 miljoen euro), grotendeels gecompenseerd door nieuwe transacties (288 miljoen euro).
  • In de categorie Financiële verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening steeg de boekwaarde van schuldinstrumenten met 28 miljoen euro, voornamelijk door de uitgifte van schuldinstrumenten (263 miljoen euro) en reëlewaardeveranderingen (8 miljoen euro), gedeeltelijk gecompenseerd door het op vervaldag komen van eigen uitgegeven schuldinstrumenten en stopgezette CDO-transacties (243 miljoen euro).

  • In 2016 waren er de volgende belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie:

  • In de categorie Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden daalde de boekwaarde van de derivaten met 199 miljoen euro, voornamelijk door het beëindigen van de looptijd van deals (-558 miljoen euro), deels gecompenseerd door positieve reëlewaardeveranderingen (+246 miljoen euro, waarvan 140 miljoen euro afkomstig van activa die op het einde van het jaar nog altijd in ons bezit waren) en nieuwe aanschaffingen (+116 miljoen euro). Verder in de categorie Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden daalde de boekwaarde van obligaties met 79 miljoen euro, voornamelijk door verkopen (-111 miljoen euro), het beëindigen van de looptijd van deals (-35 miljoen euro) en verschuivingen uit niveau 3 (-30 miljoen euro), deels gecompenseerd door nieuwe aanschaffingen (+87 miljoen euro).
  • In de categorie Financiële activa aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening daalde de boekwaarde van obligaties met 192 miljoen euro, voornamelijk door het vervallen van een CDO note in januari 2016.
  • In de categorie Voor verkoop beschikbaar werd voor netto 153 miljoen euro obligaties verschoven uit niveau 3. De meerderheid van deze verschuivingen komt voort uit een gewijzigde liquiditeit van vooral bedrijfsobligaties en obligaties van regionale overheden. Dat werd deels gecompenseerd door een toename van de boekwaarde met 82 miljoen euro, hoofdzakelijk door de nettoimpact van aanschaffingen, verkopen en afwikkelingen van posities. Verder in de categorie Voor verkoop beschikbaar daalde de boekwaarde van niet-genoteerde aandelen met 73 miljoen euro, voornamelijk door verkopen.
  • In de categorie Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden steeg de boekwaarde van derivaten met 164 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe uitgiften (+160 miljoen euro) en positieve reëlewaardeveranderingen (+497 miljoen euro, waarvan +485 miljoen euro afkomstig van verplichtingen die op het einde van het jaar nog steeds op de balans genoteerd staan), deels gecompenseerd door het beëindigen van de looptijd van deals (-481 miljoen euro).
  • Sommige niveau 3-activa zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke niveau 3-verplichtingen, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers zou kunnen blijken. Het merendeel van de niveau 3-instrumenten wordt gewaardeerd aan de hand van prijsstelling door derden, waarbij KBC niet zelf de mogelijk niet-waarneembare parameters ontwikkelt. Daarom geeft KBC geen specifieke kwantitatieve informatie of sensitiviteitsanalyse weer met betrekking tot (wijzigingen in) niet-waarneembare parameters.
Eigen schulduitgiften gewaardeerd tegen reële waarde
(in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) 31-12-2017 31-12-2016
Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening 8
Totale gecumuleerde invloed op balansdatum -15 -6
  • Voor financiële verplichtingen wijzigt IFRS 9 de voorstelling van winsten en verliezen als gevolg van eigen kredietrisico voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. KBC paste IFRS 9 voor dit deel vervroegd toe vanaf 1 januari 2017 en neemt vanaf dan de winsten en verliezen uit eigen kredietrisico op in de nietgerealiseerde resultaten. Gezien de beperkte invloed van het eigen kredietrisico is de invloed van die vervroegde toepassing minimaal.
  • Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,1 miljard euro).

Toelichting 4.9: Herclassificatie van financiële instrumenten

Financiële activa beschikbaar voor verkoop geherklasseerd naar Leningen en vorderingen, situatie op 31 december 2017

(in miljoenen euro)
Boekwaarde 487
Reële waarde 515
Indien niet geherklasseerd
(voor verkoop beschikbaar)
Na herclassificatie
(leningen en vorderingen)
Invloed
Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa),
vóór belastingen
-26 -54 -28
Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen 0 0 0

• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa de komende tijd of tot op de vervaldag aan te houden. KBC heeft ervoor gekozen die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve

rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. De bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 28 miljoen euro op het eigen vermogen en in een beperkt effect op de winsten-verliesrekening.

  • Overige herclassificaties (niet inbegrepen in de tabel):
  • In 2015 en 2016 herklasseerden we voor in totaal 0,6 miljard euro schuldinstrumenten van Voor verkoop beschikbaar (AFS) naar Tot einde looptijd aangehouden (HTM).
  • Het gevolg van die herclassificaties is dat de betrokken AFS-reserve niet langer wordt blootgesteld aan de wijziging van de marktrente. Ze wordt bevroren en pro rata temporis afgeboekt. Aangezien ook het betrokken HTM-effect wordt afgeboekt, is er netto geen resultaatsimpact.
Voor handelsdoeleinden Reëlewaardeafdekkingen Kasstroomafdekkingen2 Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdek- king van het renterisico van een portefeuille
Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde Gecontracteerde
Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen Boekwaarde bedragen
(in miljoenen euro)1 Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
kocht
Aange-
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht
31-12-2017
Totaal 5 765 5 868 354 599 351 816 17 430 24 191 24 191 115 750 26 052 26 223 113 104 25 430 23 439
Indeling naar type
Rentecontracten 3 082 2 901 193 723 189 791 17 428 24 165 24 165 103 671 21 650 21 650 113 104 25 430 23 439
Waarvan renteswaps en
futures
2 468 2 697 167 168 175 947 17 428 24 165 24 165 103 671 21 650 21 650 113 91 23 439 23 439
Waarvan opties 614 203 26 554 13 844 0 0 0 0 0 0 0 0 0 13 1 991 0
Valutacontracten 1 385 1 552 132 681 133 643 0 2 26 26 12 79 4 401 4 573 0 0 0 0
renteswaps en futures
Waarvan valuta- en
1 298 1 477 126 675 126 971 0 2 26 26 12 79 4 401 4 573 0 0 0 0
Waarvan opties 87 75 6 005 6 672 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 1 285 1 403 27 838 28 029 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan aandelenswaps 1 204 1 242 25 917 25 880 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan opties 81 161 1 921 2 149 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan creditdefault
swaps
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
13 13 357 353 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
31-12-2016
Totaal 8 249 7 334 390 342 393 830 99 528 34 636 34 636 265 1 147 26 046 26 042 46 29 9 143 8 945
Indeling naar type
Rentecontracten 4 135 3 682 202 117 204 823 99 528 34 636 34 636 256 1 142 25 940 25 940 46 29 9 143 8 945
Waarvan renteswaps en
futures
3 285 3 294 160 501 160 741 99 528 34 636 34 636 256 1 142 25 940 25 940 38 29 7 397 7 157
Waarvan opties 849 388 39 563 36 802 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 1 746 1 788
Valutacontracten 2 486 2 012 154 899 156 160 0 0 0 0 9 5 106 102 0 0 0 0
renteswaps en futures
Waarvan valuta- en
2 007 1 578 121 996 121 596 0 0 0 0 9 5 106 102 0 0 0 0
Waarvan opties 162 108 8 784 10 464 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 1 563 1 613 32 627 32 421 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan aandelenswaps 1 278 1 295 29 731 29 731 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan opties 285 318 2 869 2 690 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 38 0 311 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan creditdefault
swaps
38 0 311 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere
contracten
28 27 389 390 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.

Toelichting 4.10: Derivaten

2 Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

  • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten.
  • De boekhoudkundige asymmetrische waardering van deze derivaten ten overstaan van de ingedekte activa en passiva creëert schommelingen in de winst-en-verliesrekening. Die schommelingen worden opgevangen met de verschillende technieken waarin IAS 39 voorziet in het kader van hedge accounting. KBC gebruikt de volgende technieken:
  • Fair value portfolio hedge of interest rate risk (reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille). Die techniek wenden we binnen het renterisicobeheer aan om een portefeuille van kredieten (termijnkredieten, woningkredieten, leningen op afbetaling, vaste voorschotten) in te dekken met renteswaps. De constructie wordt opgezet volgens de regels van de EU-carve-outversie van IAS 39. Die techniek maakt het mogelijk de marktwaardeschommelingen van de derivaten te compenseren met de
  • marktwaardeschommelingen van de ingedekte activa en passiva. - Verschillende indekkingstechnieken conform de principes van IAS 39 om de volatiliteit te beperken:
    • º Cash flow hedges (kasstroomafdekkingen): die hedges worden aangewend om activa en passiva met variabele rente te swappen

naar de gewenste vaste looptijden. Met die techniek kan de marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.

  • º Fair value hedges (reëlewaardeafdekkingen): worden toegepast in bepaalde assetswapconstructies. Daarbij wordt het renterisico van een obligatie ingedekt voor beleggingen die alleen gedaan werden met het oog op de credit spread. Die techniek wordt ook toegepast bij de uitgifte van bepaalde schuldbewijzen met vaste looptijden door de bank (senior debt issues).
  • º Indekking van het wisselrisico op het nettoactief van een buitenlandse investering: het wisselrisico verbonden aan de participaties in een vreemde munt dekken we af door financieringsmiddelen in die vreemde munt aan te trekken op het niveau van de entiteit die de participatie heeft. Die maakt het mogelijk om de omrekeningsverschillen op de indekking te boeken in het eigen vermogen.
  • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken.
  • Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties: zie Toelichting 3.3.
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom
Maximaal 3 maanden 19 -16
Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 27 -53
Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 80 -120
Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 120 -316
Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 340 -918
Meer dan 5 jaar 1 013 -2 006

5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans

Toelichting 5.1: Overige activa

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Totaal 1 512 1 496
Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen 347 403
Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen 12 16
Deposito's bij cederende ondernemingen 174 158
Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) 46 43
Overige 934 877

Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
ACTUELE BELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen 82 66
Actuele belastingverplichtingen 148 188
UITGESTELDE BELASTINGEN 1 109 1 753
Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 921 2 743
Personeelsbeloningen 149 219
Fiscaal overgedragen verliezen 776 1 069
Materiële en immateriële vaste activa 46 28
Voorziening voor risico's en kosten 18 21
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 168 248
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
97 140
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
572 944
Technische voorzieningen 6 24
Overige 88 49
Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 812 990
Personeelsbeloningen 18 15
Fiscaal overgedragen verliezen 0 0
Materiële en immateriële vaste activa 78 102
Voorziening voor risico's en kosten 7 0
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 2 6
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen
104 60
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen
van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
445 644
Technische voorzieningen 90 97
Overige 69 65
Netto opgenomen in de balans als volgt
Uitgestelde belastingvorderingen 1 543 2 246
Uitgestelde belastingverplichtingen 434 493
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 216 450
  • Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar).
  • Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.
  • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (-644 miljoen euro in 2017) is als volgt verdeeld:

  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen: -822 miljoen euro;

  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen: -178 miljoen euro.
  • De daling van de uitgestelde belastingen wordt versterkt door de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting (de geplande geleidelijke verlaging van de belastingvoet van 33,99% naar 29,58% vanaf boekjaar 2018 en naar 25% vanaf boekjaar 2020). Uitgestelde belastingen op tijdelijke verschillen zijn berekend op basis van zowel de nieuwe belastingtarieven als de timing van de verwachte terugnames. In dit opzicht heeft het management, wat de wijziging in de belastingsvoet in België betreft, zijn oordeel gebruikt bij de beslissing welke tijdelijke verschillen naar verwachting vóór 2020 zullen worden afgewikkeld, waarop het belastingtarief van 29,58% van toepassing is, en welke tijdelijke verschillen naar verwachting na

2020 zullen worden afgewikkeld, waarop het belastingtarief van 25% van toepassing is.

  • De wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat: -546 miljoen euro, hoofdzakelijk als volgt verklaard: fiscaal overgedragen verliezen -294 miljoen euro, bijzondere waardeverminderingen -90 miljoen euro, afdekking van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten -52 miljoen euro, wijzigingen op het vlak van toegezegd pensioenregelingen -41 miljoen euro, financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -39 miljoen euro, technische en andere voorzieningen -20 miljoen euro en overige -10 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen door de wijzigingen van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: -279 miljoen euro;
  • Overige (waaronder koersverschillen): +3 miljoen euro.
  • De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door de ontwikkeling van de marktwaarde van voor verkoop beschikbare effecten: -183 miljoen euro;
  • Overige (waaronder koersverschillen): +6 miljoen euro.
  • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank.

Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Totaal 240 212
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
CˇMSS 176 178
Overige 64 34
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Brutobedrag 0 0
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Indeling naar type
Niet-beursgenoteerd 240 212
Beursgenoteerd 0 0
Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
  • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarvoor KBC gezamenlijke controle uitoefent.
  • De post Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures bestaat voornamelijk uit CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Hieronder volgt samengevatte financiële informatie voor CˇMSS, op 55%-basis, 31-12-2017 (31-12- 2016), in miljoenen euro:
  • Balanstotaal: 3 209 (3 039)
  • Geldmiddelen en kasequivalenten: 482 (315)
  • Financiële activa: 2 693 (2 691)
  • Niet-financiële activa: 35 (33)
  • Financiële verplichtingen: 2 991 (2 818)

  • Niet-financiële verplichtingen: 42 (42)

  • Totaal eigen vermogen: 176 (178)
  • Totale opbrengsten: 57 (62)
  • Rente-inkomsten: 93 (99)
  • Rentelasten: -48 (-49)
  • Exploitatiekosten: -28 (-28)
  • Bijzondere waardeverminderingen: -4 (-5)
  • Belastingen: -4 (-5)
  • Resultaat na belastingen: 21 (23)
  • Andere niet-gerealiseerde resultaten: 0 (-1)
  • Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: 21 (22)
  • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).

Toelichting 5.4: Materiële vaste activa – inclusief vastgoedbeleggingen

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Materiële vaste activa
Vastgoedbeleggingen 485 426
Huurinkomsten 41 43
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 9 12
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 2 1
MUTATIETABEL Terreinen en
gebouwen
IT-apparatuur Overige
uitrusting
Totaal
materiële
vaste activa
Vastgoed
beleggingen
2017
Beginsaldo 1 149 101 1 200 2 451 426
Aanschaffingen 207 47 539 793 37
Vervreemdingen -40 -2 -242 -284 -15
Afschrijvingen -72 -51 -31 -153 -17
Overige mutaties -21 3 -68 -86 54
Eindsaldo 1 224 99 1 399 2 721 485
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 258 448 704 2 410 259
Reële waarde 31-12-2017 677
2016
Beginsaldo 1 161 96 1 041 2 299 438
Aanschaffingen 81 55 578 713 35
Vervreemdingen -18 -25 -224 -267 -25
Afschrijvingen -71 -46 -29 -145 -20
Overige mutaties -4 21 -166 -150 -2
Eindsaldo 1 149 101 1 200 2 451 426
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 206 385 655 2 247 240
Reële waarde 31-12-2016 610
  • Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
  • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,2 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
  • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in

die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).

• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.

Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa

(in miljoenen euro) Goodwill Intern
ontwikkelde
software
Extern
ontwikkelde
software
Overige Totaal
2017
Beginsaldo 597 203 189 10 999
Aanschaffingen 110 95 98 13 315
Vervreemdingen 0 0 -1 -5 -7
Afschrijvingen 0 -65 -45 -2 -112
Overige mutaties 13 -1 -3 1 9
Eindsaldo 719 232 237 16 1 205
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 242 607 726 47 1 622
2016
Beginsaldo 594 176 181 9 959
Aanschaffingen 0 94 56 8 158
Vervreemdingen 0 -2 -3 -5 -9
Afschrijvingen 0 -58 -42 -1 -102
Overige mutaties 2 -6 -2 0 -6
Eindsaldo 597 203 189 10 999
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 287 555 643 45 1 531
  • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
  • Goodwill met betrekking tot de recente overnames: zie Toelichting 6.6.
  • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 3.10). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit. Bovendien voeren we op kwartaalbasis een high level assessment uit om na te gaan of er een indicatie voor waardevermindering bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow)) en de reële waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
  • De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel. Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode (met uitzondering van de recent overgenomen entiteiten UBB/Interlease waarvoor nog geen DCF-waardering werd opgesteld, aangezien de goodwill nog

voorlopig is en er geen indicatie is van waardevermindering). Bij de DCF-methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal vijftien jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is, in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.

Discontovoeten over de
expliciete periode van
kasstroomprognose heen
Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016
K&H Bank 222 223 14,0%-11,0% 12,8%-10,5%
Cˇ SOB (Tsjechië) 245 233 10,7%-9,8% 10,1%-9,5%
United Bulgarian Bank 109
DZI Insurance 74 74 9,2%-8,1% 9,6%-7,7%
Rest 70 68
Totaal 719 597
  • De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen vijftien jaar. We gebruiken die langere periode om de verwachte economische convergentie te vatten van de Centraal- en Oost-Europese economieën naar een niveau van West-Europese economieën. Die belangrijke assumptie maakt deel uit van het model om het dynamisme te reflecteren van de Centraal- en Oost-Europese economieën.
  • Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na de periode van vijftien jaar is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2017 tussen 1,2% en 1,8% (in 2016 bedroeg de groeivoet 2%).
  • Per einde 2017 is het bedrag aan goodwill voor UBB voorlopig. Als gevolg hiervan wordt er op basis van IFRS 3.45 alleen een

impairmenttest uitgevoerd op de goodwill in het geval er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering. Eind december werd bevestigd dat er geen objectief bewijs was dat op een bijzondere waardevermindering duidde.

• We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor de entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor K&H Bank en DZI Insurance een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde de boekwaarde evenaart.

Verandering in hoofdparameters1 Toename in
discontovoet2
Afname in
terminale
groeivoet3
Toename
in beoogde
solvabiliteits
ratio4
Daling in
jaarlijkse
nettowinst
Stijging van
de jaarlijkse
waardevermin
deringen5
K&H Bank 1,9% 2,9% 15,7% 106,2%
DZI Insurance 0,6% 18,9% 8,9%

1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.

2 Gebaseerd op een parallelle shift en een absolute toename van de discontovoetcurve. De vork van discontovoeten wordt 15,9%-12,9% voor K&H Bank en 9,8%-8,7% voor DZI Insurance. 3 Niet relevant, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt.

4 Absolute toename van de Tier 1-kapitaalratio (K&H Bank) en de Solvency Capital Requirement (DZI Insurance).

5 Niet relevant voor DZI Insurance

Toelichting 5.6: Technische voorzieningen – verzekeringen

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) 18 641 19 657
Verzekeringscontracten 10 852 10 715
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 644 687
Voorziening voor Leven 7 118 6 961
Voorziening voor te betalen schade 2 632 2 524
Voorziening voor winstdeling en restorno's 20 19
Andere technische voorzieningen 437 524
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 7 790 8 942
Voorziening voor Leven 7 713 8 856
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 76 87
Aandeel herverzekeraar 131 110
Verzekeringscontracten 131 110
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 2 2
Voorziening voor Leven 4 3
Voorziening voor te betalen schade 126 105
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Andere technische voorzieningen 0 0
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 0 0
Voorziening voor Leven 0 0
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Bruto Herverzekeringen Bruto Herverzekeringen
MUTATIETABEL 2017 2017 2016 2016
VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN
Beginsaldo 7 460 3 7 170 3
Stortingen exclusief commissies 694 0 774 0
Uitbetaalde voorzieningen -571 0 -550 0
Gecrediteerde interest 176 0 185 0
Kosten van winstdeling 3 0 3 0
Wisselkoersverschillen 63 0 6 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties1 -270 3 -128 0
Eindsaldo 7 554 6 7 460 3
VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN
Beginsaldo 3 255 107 3 127 123
Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies 32 0 24 0
Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren -236 -10 -223 -5
Overschot en/of tekort voorziening voor
schadegevallen van vorige boekjaren
-90 -2 -135 -8
Voorziening voor nieuwe schadegevallen 322 26 406 32
Wisselkoersverschillen 14 1 2 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties 1 4 55 -36
Eindsaldo 3 297 125 3 255 107
BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN
Beginsaldo 8 942 0 9 235 0
Stortingen exclusief commissies 361 0 632 0
Uitbetaalde voorzieningen -1 004 0 -800 0
Gecrediteerde interest 168 0 214 0
Kosten van winstdeling 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 2 0 0 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties2 -679 0 -339 0
Eindsaldo 7 790 0 8 942 0

1 Bevat in 2016 onder meer de afkoop van een grote herverzekerde spaarpolis.

2 Bevat onder meer transfers naar tak 23.

  • Technische voorzieningen houden verband met verzekeringscontracten en met beleggingscontracten met een discretionaire winstdeling.
  • Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het gaat daarbij meestal om tak 23-contracten. Die nemen we op bij de financiële verplichtingen (zie Toelichting 4.1).
  • Technische voorzieningen voor verzekeringen Leven worden berekend op basis van verschillende assumpties, die op een oordeelkundige manier worden geschat. Daarbij gebruiken we diverse interne en externe informatiebronnen. Wat betreft de erkenning van technische voorzieningen verwijst IFRS 4 momenteel in grote mate naar de lokale boekhoudstandaarden. Technische voorzieningen worden vaak berekend op basis van de technische parameters geldend op het moment van initiatie van het contract en zijn onderhevig aan de toereikendheidstoets (liability adequacy test). De belangrijkste parameters zijn:
  • de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;

  • assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;

  • de discontovoet: die wordt doorgaans gelijkgesteld aan de technische rentevoet, blijft constant gedurende de looptijd van het contract en wordt in een aantal gevallen gecorrigeerd op grond van wettelijke bepalingen en interne beleidsbeslissingen.
  • Assumpties voor de technische voorzieningen voor te betalen schade: gebaseerd op opgedane ervaringen met betrekking tot het aantal schadegevallen, de schadevergoedingen en de schaderegelingskosten, en gecorrigeerd op basis van factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke beslissingen en wetgeving. De technische voorzieningen voor verzekeringen Niet-leven worden niet verdisconteerd, behalve in het geval van langetermijnverplichtingen en/of schadevergoedingen in de vorm van een periodieke betaling (rente-uitkeringen voor arbeidsongevallen, gewaarborgd inkomen en hospitalisatieverzekeringen).
  • Er waren in 2017 geen belangrijke veranderingen in assumpties die de waardering van de verzekeringsactiva en -verplichtingen in belangrijke mate wijzigen.
Voorzie
ningen voor
herstructu
Voorzie
ningen voor
belastingen
en lopende
rechtsgeschil
Voorzie
ningen voor
verbintenissen
en financiële
(in miljoenen euro) rering len Overige Subtotaal garanties Totaal
2017
Beginsaldo 3 105 53 162 76 238
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 6 125 8 140 93 233
Bedragen gebruikt -2 -16 -8 -27 -4 -30
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0 -2 -3 -5 -35 -40
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 0
Overige mutaties 0 -1 -3 -4 2 -2
Eindsaldo 8 211 47 266 133 399
2016
Beginsaldo 9 118 58 184 125 310
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 0 20 10 30 41 71
Bedragen gebruikt -2 -21 -13 -36 -11 -46
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0 -11 -2 -14 -42 -56
Overdracht van of naar verplichtingen
i.v.m. groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring -1 0 0 -1 0 -1
Overige mutaties -3 -1 1 -3 -38 -41
Eindsaldo 3 105 53 162 76 238

Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten

  • Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
  • Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
  • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting

mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (dat is als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen.

  • Waarschijnlijk verlies (gerelateerd aan Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen):
  • Van eind 1995 tot begin 1997 waren KBC Bank en KB Consult

betrokken bij de overdracht van kasgeldvennootschappen. Een kasgeldvennootschap wordt gekenmerkt door het feit dat de actiefzijde van de balans hoofdzakelijk uit vorderingen en kasgelden bestaat, naast andere liquide activa. KB Consult trad in de periode 1995-1997 meermaals op als tussenpersoon tussen de verkopers en de kopers van dergelijke vennootschappen. De bank kon op verschillende manieren betrokken zijn, maar meestal betrof het betalingsverkeer of kredietverlening. KBC Bank en/of KB Consult zijn betrokken in meerdere burgerlijke procedures aanhangig voor de rechtbank. Daarnaast werd KB Consult in 2004 in verdenking gesteld door de onderzoeksrechter en samen met KBC Bank en KBC Groep NV opgeroepen voor de regeling van de procedure voor de Raadkamer in Brugge. Bij beschikking van de Raadkamer van 9 november 2011 werden KB Consult en KBC Bank naar de correctionele rechtbank van Brugge verwezen voor gebruik van valse stukken en werd KBC Groep NV buiten vervolging gesteld. De Belgische staat heeft beroep aangetekend tegen deze buitenvervolgingstelling. Op 27 oktober 2015 besliste de kamer van inbeschuldigingstelling dat de vervolging verjaard was en bevestigde ze de buitenvervolgingstelling. De zaak wordt ingevolge de verwijzing verder behandeld voor de correctionele rechtbank in Brugge in de loop van 2018. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om de mogelijke invloed van eisen tot schadevergoeding in dat verband op te vangen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Achteraf is echter gebleken dat sommige kopers te kwader trouw handelden, aangezien ze helemaal niet investeerden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met die partijen stop te zetten. Een verwijzing naar de correctionele rechtbank houdt geen enkele veroordeling in van een KBC-entiteit en KBC voert ten volle zijn verdediging in die zaken, onder meer op grond van de wettelijke niet-strafbaarheid van de rechtspersoon in de betrokken periode van de feiten, maar vooral

  • omdat ieder strafrechtelijk opzet door KBC volledig ontbrak. - In maart 2000 werden Rebeo en Trustimmo, twee dochtervennootschappen van Almafin (een dochtervennootschap van KBC Bank), samen met vier voormalige bestuursleden van Broeckdal Vastgoedmaatschappij voor de burgerlijke rechtbank in Brussel gedagvaard door het ministerie van Financiën met het oog op de betaling van 16,7 miljoen euro belastingen die ze verschuldigd waren. Broeckdal heeft die fiscale vorderingen evenwel betwist en is in december 2002 zelf gestart met een procedure tegen het ministerie van Financiën voor de burgerlijke rechtbank in Antwerpen. De burgerlijke rechtszaak hangende voor de Brusselse rechtbank werd geschorst totdat een einduitspraak wordt geveld in de fiscale procedure hangende voor de rechtbank in Antwerpen. Broeckdal werd bij vonnis van 2 november 2010 gerechtelijk ontbonden en de sluiting van de vereffening werd in een vonnis van 13 september 2011 uitgesproken. De Belgische Staat reactiveerde de fiscale procedure, waarna de rechtbank in Antwerpen op 9 mei 2014 een vonnis bij verstek wees en uit de sluiting van de vereffening een impliciete afstand van geding afleidde. Op 17 februari 2017 reactiveerde de Belgische Staat vervolgens de burgerlijke procedure in Brussel. Een vonnis wordt in het laatste kwartaal van 2018 verwacht. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om het mogelijke risico af te dekken. • Mogelijk verlies:
  • Irving H. Picard, trustee van Substantively Consolidated SIPA (Securities Investor Protection Corporation) Liquidation of Bernard L. Madoff Investments Securities LLC and Bernard L. Madoff, heeft op 6 oktober 2011 KBC Investments gedagvaard voor de faillissementsrechtbank in New York voor terugvordering van ca.

110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die KBC ontving van Harley International, een Madoff feeder-fonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vonden er briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden, zoals dat het geval is voor KBC. KBC had moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Zo wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog, bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland, zoals dat het geval is voor KBC Investments Ltd, niet toelaat. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen, aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten betreffen. In juni 2015 legde Irving Picard, de trustee, een verzoekschrift neer ter hervorming van de beslissing tot afwijzing op grond van extraterritorialiteit. In dat verzoekschrift wijzigde de trustee ook de oorspronkelijke vorderingen met inbegrip van het bedrag dat hij tracht te verhalen. Dat bedrag werd verhoogd tot 196 miljoen dollar. Op 22 november 2016 velde rechter Bernstein een tussenvonnis waarbij hij alvast zijn besluit meedeelde dat de vorderingen van de trustee Irving Picard met betrekking tot dergelijke buitenlandse transacties afgewezen moeten worden op grond van regels van internationale hoffelijkheid. De trustee tekende in december 2017 hoger beroep aan tegen het in 2017 verleende afwijzend vonnis en de zaak zal zes tot achttien maanden in beslag nemen voor een uitspraak zal volgen.

  • In het voorjaar van 2008 bracht KBC twee obligatieleningen op de markt (KBC Ifima 5-5-5 en KBC Groep 5-5-5) met een looptijd van 5 jaar en een brutocoupon van 5% (voor in totaal 0,66 miljard euro, zie ook Toelichting 8 in de jaarverslagen over 2011 en 2012). Die gestructureerde obligaties waren gekoppeld aan de overheidsschuld van 5 landen (België, Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland) gedurende de looptijd van het product. Ze voorzagen in een vervroegde terugbetaling van de restwaarde van de obligatie zodra er zich een kredietgebeurtenis voordoet met betrekking tot één van die landen. Op het moment van de lancering van de 5-5-5 werden landenrisico's algemeen als zeer laag ingeschat. Door de onverwachte ingrijpende wijzigingen van de marktomstandigheden in de loop van 2010 (de Griekse crisis) kregen deze obligaties een andere risico-inschatting dan initieel voorzien. Begin 2011 heeft KBC proactief beslist om aan alle houders van een 5-5-5-obligatie bijkomende zekerheden te bieden en hen daar schriftelijk over ingelicht: als er zich een kredietgebeurtenis zou voordoen, zouden de intekenaars alsnog hun ingelegde kapitaal terugkrijgen, verminderd met de al uitbetaalde coupons, voor kosten en taksen. Op 9 maart 2012 heeft zich in Griekenland effectief een kredietgebeurtenis voorgedaan. KBC is daarop zijn belofte nagekomen. Op 8 oktober 2012 werden door een aantal intekenaars op de 5-5-5-emissie van KBC Groep en een aantal intekenaars op de 5-5-5-emissie van KBC Ifima procedures aangespannen voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, omdat ze geen genoegen namen met de aangeboden regeling. In de procedure m.b.t. de emissie van KBC Groep heeft de rechtbank van eerste aanleg op 20 januari 2016

een vonnis uitgesproken waarin één eiser zijn vordering zag toegekend. KBC Bank en KBC Groep hebben hoger beroep aangetekend. De laatste besluiten werden neergelegd op 16 maart 2017. Een rechtsdag werd nog niet vastgelegd.

Toelichting 5.8: Overige verplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Totaal 2 743 2 763
Indeling naar type
Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 625 705
Deposito's van herverzekeraars 70 73
Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) 304 289
Overige 1 743 1 696

• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).

Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar 2 851 2 380
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 126 111
Rentekosten 40 54
Wijziging in de pensioenregeling 0 0
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -3 5
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -1 357
Ervaringsaanpassingen -39 1
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 2 -1
Betaalde uitkeringen -109 -93
Wisselkoersverschillen -8 -9
Inperkingen 0 1
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 6 0
Overige -3 45
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 861 2 851
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 336 2 165
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 112 160
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 33 48
Bijdragen van de werkgever 78 90
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 21 21
Betaalde uitkeringen -109 -93
Wisselkoersverschillen -5 -8
Afwikkelingen 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Overige 1 1
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 2 433 2 336
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 30 32
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 8 9
Financieringsstatus
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -428 -515
Restitutierecht 0 0
Begrenzing van het financieringsplafond -37 -28
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -466 -543
(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar -543 -221
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -116 -95
Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 118 -336
Bijdragen van de werkgever 78 90
Wisselkoersverschillen 3 1
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring -6 0
Overige 0 17
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar -466 -543
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 116 95
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 126 111
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 2 -1
Rentekosten 7 5
Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers -21 -21
Inperkingen 0 0
Afwikkelingen 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -118 336
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -3 5
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -1 357
Actuariële resultaten op fondsbeleggingen -80 -112
Ervaringsaanpassingen -39 1
Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond -4 24
Overige 9 60
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen 14 14

• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP

Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden, zoals de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen.

• KBC Bank Ireland was deelnemer van een toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en van de Dublin-branch van KBC Bank zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.

Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2017 2016 2015 2014 2013
Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 2 861 2 851 2 380 2 610 2 034
Reële waarde van fondsbeleggingen 2 433 2 336 2 165 2 103 1 818
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -466 -543 -220 -507 -216
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van planactiva en brutoverplichtingen
Invloed op planactiva 0 0 0 0 0
Invloed op brutoverplichtingen 4 147 24 -135 -85

Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN

KBC-Pensioenfonds Pensioenplan KBC Bank Ireland
Samenstelling op 31-12-2017
Aandelen 39% 38%
Obligaties 47% 40%
Vastgoed 9% 3%
Liquiditeiten 5% 1%
Beleggingsfondsen 0% 18%
Waarvan illiquide activa 9% 17%
Samenstelling op 31-12-2016
Aandelen 34% 41%
Obligaties 49% 35%
Vastgoed 13% 3%
Liquiditeiten 4% 0%
Beleggingsfondsen 0% 21%
Waarvan illiquide activa 8% 17%*
Verwachte bijdragen in 2018 (in miljoenen euro) 55 3
Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's
en worden omgezet in een pensioenreglement.
Jaarlijkse rapportering van de financierings
niveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/
NBB). In geval van onderfinanciering rappor
tering aan controleautoriteiten.
Gereguleerd door de Ierse Pensions Authority.
Jaarlijkse berekening van financieringsniveau,
driejaarlijkse certificatie van financieringsniveau.
In geval van onderfinanciering rapportering aan
Ierse Pensions Authority.
Risico's voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico Investeringsrisico
Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en
inflatierisico af d.m.v. renteswaps.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te
genereren.
Investeringen in leveraged LDI pooled-fondsen.
Planwijzigingen Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegde
bijdrageplan, gefinancierd met werkgevers
toelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf
2014 worden aangesloten op dat nieuwe
bijdrageplan, al wie op 31 december 2013 in
dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegd
pensioenregeling, tenzij hij heeft gekozen voor
overstap naar het nieuwe bijdragenplan.
Niet van toepassing.
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de BVAL-noteringen van
diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met
AA-rating. De verkregen yield-curve wordt
omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf
jaar 22 krijgen we een vlakke curve.
De Mercer-methode vertrekt van een eigen korf
van bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en A
ratings. Van de noteringen van bedrijfsobligaties
met een A-rating wordt een spread afgetrokken
om tot een soort equivalente bedrijfsobligatie
met AA-rating te komen. Na omzetting naar
zero coupon-formaat met extrapolatie voor lange
looptijden wordt finaal de equivalente verdiscon
teringsvoet bepaald.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 1,21% 2,30%
Verwachte salarisstijging 2,70% 2,75%
Verwachte inflatie 1,85% 1,75%
Verwachte stijging van de pensioenen 1,75%
Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 13,50 jaar 27 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2017 als gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet
1% stijging in de verwachte inflatie
1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven
Stijging van de levensverwachting met 1 jaar
14,40%
12,58%
16,24%
0,76%
31,96%
30,23%
6,35%

3,06%
De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: Impact van dalende sterftecijfers: het pensioen
fonds betaalt altijd een kapitaal uit, langleven
risico is verwaarloosbaar. Impact van perso
neelsverloop: het verwachte personeelsverloop
situeert zich op een zeer laag niveau.
Niet van toepassing.
٦
Verwachte bijdragen in 2018 (in miljoenen euro) 19
Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumren
dement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen.
Risico's voor KBC Investeringsrisico
Waardering De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op
rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd aan de
wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting.
KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemers
bijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van het toegezegde
bijdrageplan gebaseerd op werknemersbijdragen houdt rekening met de opgebouwde interest (aan
fondsrendement), maar houdt geen rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan niet als
backloaded wordt beschouwd.
De waardering van het toegezegdebijdrageplan gebaseerd op werkgeversbijdragen houdt in
de projectie wel rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan wel als backloaded wordt
beschouwd.
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn BVAL-noteringen van diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met AA-rating.
De verkregen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve.
Vanaf jaar 22 krijgen we een vlakke curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 0,96%
Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 10,64 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2017 als gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet 10,15%
pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven 0,35%

* Aangepast.

Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten

In aantal 31-12-2017 31-12-2016
Gewone aandelen 418 597 567 418 372 082
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 418 597 567 418 372 082
Waarvan eigen aandelen 64 847 2
Overige informatie
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,48 3,48
Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0
  • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er zijn geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn alleen genoteerd op Euronext Brussel.
  • Belangrijkste wijzigingen in 2016 en 2017: Kapitaalverhogingen: in december 2017 en december 2016 verhoogde het aantal aandelen van KBC Groep NV met respectievelijk 225 485 en 285 024 door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Eigen aandelen: op 31 december 2017 hadden de vennootschappen van de KBC-groep 64 847 KBC-aandelen in portefeuille. Daarvan zijn 64 845 eigen aandelen geboekt bij KBC Bank (Londen-branch) die dienen als indekking voor uitstaande derivaten op indexen/ aandelenkorven waarin aandelen van KBC Groep zijn opgenomen.

  • Aandelenoptieplannen: zie Toelichting 3.8. Voor informatie over de machtiging voor het toegestane kapitaal, zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

  • AT1-instrumenten: in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRR) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel, met een calloptie na 5 jaar en op elke interestvervaldag daarna, en bevat een loss absorption-mechanisme (tijdelijke afschrijving wanneer de CET1 onder 5,125% zou vallen). Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het volledig discretionaire en niet-cumulatieve karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit van de effecten) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal wordt uitbetaald, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen.

Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5)

In 2016 en 2017 vielen er geen belangrijke groepsmaatschappijen onder IFRS 5.

6.0 Andere toelichtingen

Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en garanties

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen
Verstrekt 36 078 34 027
Onherroepelijk 23 625 21 869
Herroepelijk 12 453 12 157
Ontvangen 35 31
Financiële garanties
Verstrekt 9 972 9 908
Ontvangen garanties en zekerheden 50 270 42 494
Voor impaired of achterstallige activa 1 960 3 795
Voor activa die noch impaired noch achterstallig zijn 48 310 38 699
Andere verbintenissen
Verstrekt 283 284
Onherroepelijk 283 284
Herroepelijk 0 0
Ontvangen 12 6
Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven
Voor verplichtingen* 36 621 36 517
Voor eventuele verplichtingen 2 007 2 339

* Eind 2017 waren ongeveer 11,0 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2016: 11,2 miljard euro).

  • Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
  • KBC Groep NV garandeert onherroepelijk en onvoorwaardelijk alle als verplichtingen getoonde bedragen in de vennootschappelijke financiële rekeningen van de volgende Ierse bedrijven met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2017, waardoor die bedrijven in aanmerking komen voor ontheffing van bepaalde publicatieverplichtingen zoals vermeld in Sectie 357 van de Ierse Companies Act 2014: KBC Fund Management Limited. Omdat die vennootschap in de consolidatie is opgenomen, betreft dat een intragroeptransactie en wordt die garantie niet in de bovenstaande tabel opgenomen.
  • Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.
Aangehouden waarborgen
(die mogen worden verkocht of doorverpand
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Reële waarde van ontvangen
Reële waarde van verkochte of
waarborgen
doorverpande waarborgen
31-12-2017 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2016
Financiële activa 21 241 13 529 8 527 7 859
Eigenvermogensinstrumenten 7 13 2 5
Schuldinstrumenten 20 973 13 309 8 526 7 854
Leningen en voorschotten 261 206 0 0
Liquiditeiten 0 0 0 0
Andere activa 0 0 0 0
Materiële vaste activa 0 0 0 0
Vastgoedbeleggingen 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0

• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 0,1 miljard euro in 2017 (0,3 miljard euro in 2016).

Toelichting 6.2: Leasing

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
--------------------- ------------ ------------
Vorderingen voor financiële leasing
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 5 855 5 453
Tot 1 jaar 1 360 1 323
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 3 171 2 836
Meer dan 5 jaar 1 324 1 294
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 497 530
Netto-investering in financiële leasing 5 308 4 916
Tot 1 jaar 1 258 1 212
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 894 2 601
Meer dan 5 jaar 1 156 1 103
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 33 21
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 88 67
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 93 93
Vorderingen voor operationele leasing
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 463 554
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 0

• Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.

  • Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.
  • Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het

kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.

• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.

2017 2016
Geas- Geas-
Dochter- socieerde Dochter- socieerde
Transacties met verbonden partijen, exclusief key management maat- maatschap- Joint maat- maatschap- Joint
(in miljoenen euro) schappijen pijen ventures Overige Totaal schappijen pijen ventures Overige Totaal
Activa 327 138 12 52 529 333 187 11 40 572
Leningen en voorschotten 144 44 2 45 234 104 46 2 31 182
Eigenvermogensinstrumenten 146 92 10 5 252 228 140 10 4 382
Overige 37 2 1 3 43 1 1 0 5 8
Verplichtingen 70 101 151 318 641 365 109 289 221 983
Deposito's 68 11 151 312 542 364 8 289 220 881
Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 2 90 0 6 99 1 101 0 1 102
Winst-en-verliesrekening 11 -7 -8 5 1 7 -1 -7 6 4
Nettorente-inkomsten 0 -1 -4 0 -5 -2 -1 -4 0 -6
Rente-inkomsten 0 1 0 0 2 1 1 0 0 2
Rentelasten -1 -1 -5 0 -7 -2 -2 -5 0 -8
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Technische verzekeringslasten vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividendinkomsten 4 0 0 8 12 2 9 0 3 15
Nettoprovisie-inkomsten 9 -1 -4 3 7 14 -1 -3 2 12
Provisie-inkomsten 9 1 0 3 13 14 0 1 2 17
Provisielasten 0 -1 -4 0 -6 0 -1 -4 0 -5
Overige netto-inkomsten -1 -2 0 0 -3 1 -5 0 4 1
Algemene beheerskosten 0 -4 0 -6 -10 -9 -3 0 -5 -17
Niet opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en
andere verbintenissen
Gegeven door de groep 39 7 0 137 183 10 6 0 151 167
Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen

Transacties met key management (leden Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* 2017 2016
Totaal* 11 10
Indeling naar type bezoldiging
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 9 9
Vergoedingen na uitdiensttreding 2 2
Toegezegdpensioenregelingen 0 0
Toegezegdebijdrageregelingen 2 2
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0
Vergoedingen bij uitdiensttreding 0 0
Betalingen in aandelen 0 0
Aandelenopties, in eenheden
Aan het begin van het jaar 0 0
Toegestaan 0 0
Uitgeoefend 0 0
Verandering van samenstelling 0 0
Aan het einde van het jaar 0 0
Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 2 2

* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.

  • Dochtermaatschappijen in de eerste tabel: omvat transacties met de niet-geconsolideerde dochtermaatschappijen (transacties met geconsolideerde dochtermaatschappijen zijn reeds geëlimineerd in de geconsolideerde financiële staten).
  • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
  • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.

• Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

• Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.

Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris

Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) 2017 2016
KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen
Standaardcontroleopdrachten 7 798 214 7 020 249
Overige diensten 2 385 559 1 153 589
Andere controleopdrachten 1 993 953 293 746
Belastingadviesopdrachten 274 679 42 379
Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten 116 927 817 463
KBC Groep NV alleen
Standaardcontroleopdrachten 229 445 145 000
Overige diensten 615 150 420 944

Toelichting 6.5: dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, 31-12-2017

De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.

In de tabel vindt u de belangrijkste groepsmaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over Ons > Onze Structuur.

100% KBC Bank NV

verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen

100% KBC Verzekeringen NV

verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen

KBC Groep: belangrijkste vennootschappen opgenomen in de consolidatie, 31-12-2017 Vennoot Gehouden
deel van het
kapitaal op
groeps
Naam Zetel schapsnummer niveau (%) Divisie* Activiteit
KBC Bank (groep)
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
CBC BANQUE SA Brussel – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling
CIBANK EAD Sofia – BG -- 100,00 IMA kredietinstelling
KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing
KBC Bank Ireland Plc. Dublin – IE -- 100,00 IMA kredietinstelling
KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring
KBC Credit Investments NV Brussel – BE 0887.849.512 100,00 BEL/GRP beleggingsmaatschappij
KBC Ifima SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP financiering
KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar
K&H Bank Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA kredietinstelling
Loan Invest NV Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel
United Bulgarian Bank Sofia – BG -- 99,91 IMA kredietinstelling
KBC Verzekeringen (groep)
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Group Re SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP herverzekeringsmaatschappij
CˇSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ -- 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij
CˇSOB Poist'ovnˇ a a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
DZI (groep) Sofia – BG -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 95,00 BEL rijschool/reisbijstand
K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
NLB Vita d.d. (vermogensmutatiemethode) Ljubljana – SI -- 50,00 GRP levensverzekeringen
KBC Groep
KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Bank (groep) Verschillende
locaties
-- 100,00 verschillende kredietinstelling
KBC Verzekeringen (groep) Verschillende
locaties
-- 100,00 verschillende verzekeringsmaatschappij

* BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.

  • Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in de consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden:
  • Het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro.
  • Het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro.
  • Het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro. Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
  • We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusief zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al

dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie (zie vorige paragraaf).

  • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12): - Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen:
  • º Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert, niet opgenomen in de consolidatiekring, omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).
  • º De gemeenschappelijke dochterondernemingen waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als gemeenschappelijke dochterondernemingen,

omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten.

  • Belangen in dochtermaatschappijen
  • º Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten.
  • º Voor bepaalde gestructureerde entiteiten die zijn opgenomen in de consolidatiekring, gelden er belangrijke beperkingen. In het verleden heeft KBC Groep een aantal CDO- en RMBS-notes uitgegeven, telkens via een gestructureerde entiteit die uitsluitend voor die betreffende transactie werd opgericht (gezamenlijk de vehikels en de transacties genoemd). Elk van de vehikels belegde de opbrengsten van zijn respectieve notesemissie om zijn verplichtingen met betrekking tot de notes en een portfolio credit default swaps te waarborgen. Alle aandelen in de vehikels zijn volledig in handen van een trust. Niettemin worden de vehikels geconsolideerd in KBC Groep volgens de vereisten van IFRS 10. Ingevolge de overeenkomsten waaraan de transacties onderworpen zijn, gelden er voor KBC Groep strenge beperkingen om toegang te krijgen tot de cash of andere activa van de vehikels of om die over te dragen of te gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen. Alle activa van de vehikels worden toegewezen aan de Security Trustee (voor zichzelf en als trustee voor de houders van de notes) als doorlopende zekerheid voor de betaling en vervulling van de verplichtingen van de vehikels op grond van de notes. Tenzij de overeenkomsten dat uitdrukkelijk toestaan of de Security Trustee daartoe voorafgaand schriftelijk toestemming geeft, hebben noch het vehikel noch KBC Bank als beheerder toegang tot de cash of andere activa van de vehikels en kunnen ze die ook niet overdragen of gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen.
  • º In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden.
  • º Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is.
  • Belangen in gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen
  • º Samengevatte financiële informatie voor CˇMSS: zie Toelichting 5.3.
  • º Voor entiteiten met een beperkte omvang wordt geen samengevatte financiële informatie gegeven, omdat die (zelfs samengevoegd) geen wezenlijk belang heeft.
  • Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten
  • º KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden

tussen 2006 en 2016 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 1963 to 2012) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan (zoals aandelengebonden swaps, rentegebonden swaps, total return swaps, repotransacties, enz.). Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd, omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2017 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 15,1 miljard euro.

  • º Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn.
  • º Op 31 december 2017 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding: 67 miljoen euro, bewaarloon: 1 miljoen euro, vergoeding als administratief agent: 1 miljoen euro, accounting fee: 1 miljoen euro.
  • º Op 31 december 2017 had KBC Groep notes in handen, uitgegeven door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten, voor een bedrag van 5,8 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 6,2 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (5,9 miljard euro).
  • º Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC.
  • º KBC Asset Management stelt een kredietlijn ter beschikking van ongeveer 19 miljoen euro voor de KBC-fondsen om (tijdelijke) tekorten die per einde maand en in het bijzonder per einde kwartaal ontstaan, op te vangen.
  • Eén dochtervennootschap is actief in de winningsindustrie, maar zij maakt geen deel uit van de consolidatiekring wegens van te verwaarlozen betekenis. Bovendien heeft deze dochtervennootschap geen betalingen aan overheden gedaan die de drempel van 100 000 euro bereiken. Bijgevolg werd geen geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden opgesteld (cf. art. 119/1 van het Wetboek van vennootschappen).

Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring

Onderneming Consolidatie
methode
Percentage aandeelhouderschap op
groepsniveau
Commentaar
31-12-2017 31-12-2016
Toevoegingen
United Bulgarian Bank AD Integraal 99,91 Overgenomen in 2e kwartaal van 2017
Interlease EAD Integraal 100,00 Overgenomen in 2e kwartaal van 2017
Afstotingen
KBC Towarzystwo Funduszy Inwestycyjnych a.s. (KBC TFI) Integraal 100,00 Verkocht in 4e kwartaal van 2017
Naamsveranderingen
Geen
Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies
Geen
  • United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease: op 13 juni 2017 finaliseerden we de overname van 99,91% van de aandelen van United Bulgarian Bank AD en 100% van Interlease EAD in Bulgarije voor een totaal bedrag van 609 miljoen euro, zonder enige voorwaardelijke vergoeding. Met deze transactie versterkt KBC zijn positie in Bulgarije aanzienlijk en worden we ook actief in leasing, assetmanagement en factoring in dat land, zodat we onze klanten een volledig gamma van financiële diensten kunnen aanbieden. KBC streeft via inkomsten en kostensynergieën naar een aanzienlijke waardecreatie voor de aandeelhouders. UBB en Interlease behoren tot het bedrijfssegment Internationale Markten, land Bulgarije (zie Toelichting 2). De transactie had maar een beperkte invloed van -0,5 procentpunt op de common equity ratio van KBC op 30 juni 2017.
  • De geconsolideerde cijfers in dit verslag bevatten de impact van de overname van UBB en Interlease vanaf 30 juni 2017.
  • KBC nam een goodwill van 109 miljoen euro op in zijn geconsolideerde jaarrekening (rekening houdend met specifieke negatieve aanpassingen van de reële waarde ten bedrage van 83 miljoen euro na belastingen die KBC tijdens het due diligenceproces vastgesteld heeft). IFRS 3 (Bedrijfscombinaties) laat toe om het goodwillbedrag aan te passen tijdens de periode van 12 maanden vanaf de overnamedatum. Daarom is het goodwillbedrag tijdelijk en aan wijzigingen onderhevig. De goodwill kan fiscaal niet

in mindering worden gebracht.

  • De invloed van de overname op de financiële activa en passiva volgens product geven we weer in Toelichting 4.1. Die toelichting bevat een bijkomende pro-formakolom Totaal exclusief UBB/ Interlease om inzicht te geven in de ontwikkeling van de financiële activa en passiva exclusief deze overname.
  • Onderstaande tabel geeft de voorlopige reële waardes weer van de belangrijkste activa en passiva die deel uitmaken van de overname van UBB/Interlease, en de invloed van UBB en Interlease (voor de periode juli tot en met december) op de resultatenrekening van de groep.
  • KBC TFI: op 12 december 2017 rondde PKO Bank Polski Group de overname af van 100 procent van de aandelen van KBC TFI in Polen. De invloed daarvan op de resultaten van KBC is echter verwaarloosbaar.
  • MetLife: op 29 december 2017 bereikten KBC en MetLife een overeenkomst waarbij KBC (via DZI) het resterende MetLife-belang van 40% verwerft in UBB-MetLife Life Insurance Company AD, een joint venture tussen UBB en MetLife voor levensverzekeringen. Eerder dit jaar verwierf KBC (via UBB) al 60% in deze joint venture als een onderdeel van de overname van UBB en Interlease. De financiële impact van deze transactie is verwaarloosbaar.
Algemene informatie
Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar 99,91% (UBB) en 100% (Interlease)
Betreffende divisie/segment Divisie Internationale Markten
Datum sluiting transactie, maand en jaar Juni 2017
Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: Juli 2017
Aankoopprijs of verkoopprijs 609
Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten 185
Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 693
Financiële activa 2 810
Aangehouden voor handelsdoeleinden 502
Voor verkoop beschikbaar 335
Leningen en vorderingen 1 973
Belastingvorderingen 12
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 17
Vastgoedbeleggingen 15
Materiële vaste activa 20
Goodwill en andere immateriële vaste activa 4
Overige activa 20
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) 801
Financiële verplichtingen 3 063
Tegen geamortiseerde kostprijs 3 062
Overige verplichtingen 20
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) 7
Bijdrage in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening (juli tot en met december 2017)
Nettorente-inkomsten 55
Dividendinkomsten 0
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in
de winst-en-verliesrekening
10
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 0
Nettoprovisie-inkomsten 23
Overige netto-inkomsten -5
TOTALE OPBRENGSTEN 83
Exploitatiekosten -40
Bijzondere waardeverminderingen -13
op leningen en vorderingen -12
op voor verkoop beschikbare financiële activa -1
op goodwill 0
op overige 0
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 30
Belastingen -3
RESULTAAT NA BELASTINGEN 27
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 27

Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid

Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur.

Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kost van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.).

Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en ervoor te zorgen dat we altijd voldoende gekapitaliseerd zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.

  • Voor KBC Groep en KBC Bank houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. KBC heeft van de toezichthouder toelating gekregen om op het niveau van KBC Groep een risicoweging toe te passen op de participatie in KBC Verzekeringen (Deense compromismethode). KBC Groep en KBC Bank zijn onderworpen aan minimale solvabiliteitsratio's. De belangrijkste maatstaf is de fully loaded common equity ratio, die volgens de reglementaire vereiste 10,6% moet bedragen. Die omvat het pijler 1-minimum (4,5%), de pijler 2-vereiste (1,75%, vereist door de ECB, naar aanleiding van haar Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling) en de vereiste buffers (4,35%, bepaald door de lokale bevoegde autoriteiten in de kernmarkten van KBC). Eind 2017 bedroeg de fully loaded common equity ratio 16,3%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 5 309 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,6%.
  • De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II; de reglementaire minimumvereiste is 100%. Eind 2017 bedroeg de Solvency II-ratio 212%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 2 042 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 100%.

Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen

(in miljoenen euro)1 KBC Groep
(geconsolideerd)
CRR/CRD IV
KBC Bank
(geconsolideerd)
CRR/CRD IV
KBC Verzekeringen
(geconsolideerd)
Solvency II
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2016
Fully loaded
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2016
Fully loaded
31-12-2017 31-12-2016
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 18 706 17 571 15 756 16 229 3 865 3 637
Tier 1-kapitaal 16 504 15 286 13 484 12 625 3 365 3 137
Common equity 15 104 13 886 12 077 11 219
Eigen vermogen van de aandeelhouders 17 403 15 957 14 083 12 568 3 051 2 936
Solvabiliteitsaanpassingen -2 299 -2 071 -2 006 -1 349 314 200
Aanvullend going concern-kapitaal 1 400 1 400 1 407 1 406
Tier 2-kapitaal 2 202 2 285 2 273 3 604 500 500
Totaal gewogen risicovolume (groep, bank)2 92 410 87 782 83 117 78 482
Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) 1 823 1 791
Common equity ratio (groep, bank) 16,3% 15,8% 14,5% 14,3%
Solvency II-ratio (verzekeringen) 212% 203%

1 U vindt meer gedetailleerde cijfers in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?

2 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de regelgevende normen.

U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?.

De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum

Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 15

maart 2018 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2017:

• Geen

Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

  • Naam: KBC Groep
  • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
  • Oprichtingsland: België
  • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
  • Btw: BE 0403.227.515
  • RPR: Brussel
  • Juridische vorm: naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen en als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank.
  • Duur: onbepaalde duur
  • Doel: de vennootschap heeft tot doel het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De vennootschap heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. Verder heeft de vennootschap tot doel de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van die middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede zin. Voorts kan de vennootschap fungeren als een intellectual property-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten, evenals voor de terbeschikkingstelling van die rechten en/of het verstrekken van gebruiksrechten over die rechten aan de begunstigden vermeld in de

tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijke doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).

  • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap liggen ter inzage bij de griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel van Brussel en worden bekendgemaakt op www.kbc.com. De jaarrekeningen en het jaarverslag worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in minstens een nationaal verspreid dagblad, in de media en op www.kbc.com.
  • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering, verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.

Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 3 mei 2018 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com.

De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.

De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.

Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking

Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Vaste activa 21 447 19 645
Immateriële vaste activa 212 176
Materiële vaste activa 87 97
Terreinen en gebouwen 27 29
Installaties, machines en uitrusting 46 54
Meubilair en rollend materieel 12 12
Overige materiële vaste activa 1 1
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 1 1
Financiële vaste activa 21 148 19 372
Verbonden ondernemingen 21 147 19 370
Deelnemingen 14 044 14 044
Vorderingen 7 103 5 327
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1
Deelnemingen 1 1
Vorderingen 0 0
Vlottende activa 193 135
Vorderingen op meer dan 1 jaar 0 0
Handelsvorderingen 0 0
Overige vorderingen 0 0
Voorraden en bestellingen in uitvoering 1 1
Voorraden 1 1
Handelsgoederen 1 1
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 58 36
Handelsvorderingen 45 22
Overige vorderingen 13 14
Geldbeleggingen 0 0
Eigen aandelen 0 0
Overige beleggingen 0 0
Liquide middelen 52 31
Overlopende rekeningen 82 67
Totaal activa 21 640 19 780
Eigen vermogen 13 468 13 683
Kapitaal 1 456 1 455
Geplaatst kapitaal 1 456 1 455
Uitgiftepremies 5 448 5 436
Reserves 1 467 1 466
Wettelijke reserves 146 146
Onbeschikbare reserves 1 1
Belastingvrije reserves 190 190
Beschikbare reserves 1 129 1 129
Overgedragen winst (verlies (-)) 5 098 5 326
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 17 16
Voorzieningen voor risico's en kosten 17 16
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 16 16
Overige risico's en kosten 0 0
Schulden 8 155 6 081
Schulden op meer dan 1 jaar 7 102 4 576
Financiële schulden 7 102 4 576
Achtergestelde leningen 3 580 3 081
Niet-achtergestelde obligatieleningen 3 522 1 496
Kredietinstellingen 0 0
Schulden op ten hoogste 1 jaar 983 1 450
Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 0 0
Financiële schulden 0 558
Kredietinstellingen 0 0
Overige leningen 0 558
Handelsschulden 34 31
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 0 1
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 81 79
Belastingen 15 10
Bezoldigingen en sociale lasten 65 69
Overige schulden 868 780
Overlopende rekeningen 70 55
Totaal passiva 21 640 19 780

Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Bedrijfsopbrengsten 905 928
Omzet 837 859
Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0
Geproduceerde vaste activa 52 53
Andere bedrijfsopbrengsten 15 16
Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 0 0
Bedrijfskosten 917 957
Diensten en diverse goederen 473 487
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 351 374
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 89 84
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen (-) 0 4
Andere bedrijfskosten 1 1
Niet-recurrente bedrijfskosten 3 8
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) -13 -29
Financiële opbrengsten 1 208 1 345
Recurrente financiële opbrengsten 1 208 1 345
Opbrengsten uit financiële vaste activa 1 048 1 204
Opbrengsten uit vlottende activa 2 0
Andere financiële opbrengsten 158 141
Niet-recurrente financiële opbrengsten 0 0
Financiële kosten 147 133
Recurrente financiële kosten 147 133
Kosten van schulden 145 129
Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) 0 0
Andere financiële kosten 2 4
Niet-recurrente financiële kosten 0 0
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 1 048 1 184
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 0 2
Overboeking naar de uitgestelde belastingen 3 0
Belastingen op het resultaat 7 4
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 1 038 1 182
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 038 1 182

Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2017 31-12-2016
Te bestemmen winst (verlies (-)) 6 364 6 508
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 038 1 182
Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 5 326 5 327
Toevoeging aan het eigen vermogen 0 0
Aan de wettelijke reserve 0 0
Aan de overige reserves 0 0
Over te dragen winst (verlies (-)) 5 098 5 326
Uit te keren winst 1 266 1 182
Vergoeding van het kapitaal 1 256 1 171
Bestuurders of zaakvoerders 0 0
Werknemers / andere rechthebbenden 11 11

We stellen aan de Algemene Vergadering voor om het te bestemmen winstsaldo voor 2017 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, bedraagt het totale brutodividend per dividendgerechtigd aandeel 3,0 euro. Daarvan werd als voorschot in november 2017 al een bruto interimdividend van 1,0 euro uitgekeerd. Het bruto slotdividend bedraagt dus 2,0 euro.

Voorgestelde inkoop van eigen aandelen: zie het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.

Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening

Toelichting 1: Financiële vaste activa (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) Deelnemingen
in verbonden
ondernemingen
Vorderingen
op verbonden
ondernemingen
Deelnemingen in
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
bestaat
Vorderingen op
ondernemingen
waarmee er een
deelnemingsverhouding
bestaat
Boekwaarde 31-12-2016 14 044 5 327 1 0
Aanschaffingen in 2017 0 2 025 0 0
Vervreemdingen in 2017 0 -250 0 0
Andere wijzigingen in 2017 0 0 0 0
Boekwaarde 31-12-2017 14 044 7 103 1 0

De deelnemingen in verbonden ondernemingen betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV. De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (1,4 miljard euro), tier 2-kapitaal (1,7 miljard

euro), tier 3-kapitaal (3,5 miljard euro) en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro. De belangrijkste wijzigingen in 2017 waren bijkomende leningen aan KBC Bank van het type tier 3 (2,0 miljard euro) en de terugbetaling van een achtergestelde perpetuele lening door KBC Bank (0,3 miljard euro).

Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal (B-GAAP, vennootschappelijk)

Kapitaalverhoging Resultaats
(in miljoenen euro) 31-12-2016 voor het personeel aanwending 31-12-2017
Kapitaal 1 455 1 0 1 456
Uitgiftepremies 5 436 13 0 5 448
Reserves 1 466 0 0 1 467
Overgedragen resultaat 5 326 0 -228 5 098
Eigen vermogen 13 683 13 -228 13 468

Op 31 december 2017 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 456 074 585,67 euro, verdeeld in 418 597 567 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 448 168 873,97 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.

Wijzigingen in 2017: door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 21 december 2017 waarop alleen personeelsleden van KBC Groep NV en zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 225 485 aandelen uitgegeven tegen 59,60 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de slotkoers van het KBC-aandeel op 13 november 2017. Het kapitaal verhoogde daardoor met 784 687,80 euro en de uitgiftepremies stegen met 12 654 218,20 euro. Met die

Toelichting 3: Aandeelhouders

Hierna vindt u een overzicht van de in 2017 en de eerste twee maanden van 2018 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren alle ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien

kapitaalverhoging wil de groep de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2017 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2017 (met uitzondering van het interimdividend van 1 euro per aandeel dat de vennootschap in november 2017 uitbetaalde).

De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 694 326 862,24 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 199 519 213 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.

een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2017, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.

Totaal stemrechten % van totale stemrechten
Kennisgevingen De kennisgeving betreft de situatie op: op de betrokken datum1 op de betrokken datum1
FMR LLC 21 maart 2017 –2 –2
FMR LLC 25 mei 2017 12 576 091 3,01%
BlackRock Inc. 4 juli 2017 20 885 696
(21 173 750)
4,99% (5,06%)
BlackRock Inc. 10 juli 2017 20 571 558
(20 822 413)
4,92% (4,98%)
BlackRock Inc. 11 juli 2017 20 742 056
(20 978 918)
4,96% (5,01%)
BlackRock Inc. 12 juli 2017 20 669 031
(20 901 721)
4,94% (5,00%)
FMR LLC 1 september 2017 12 526 452 2,99%
FMR LLC 5 september 2017 12 601 646 3,01%
FMR LLC 11 september 2017 –2 –2
BlackRock Inc. 24 oktober 2017 20 778 282
(20 936 793)
4,97% (5,00%)
BlackRock Inc. 25 oktober 2017 20 350 441 (20 506 931) 4,86% (4,90%)
BlackRock Inc. 6 november 2017 15 155 762 (20 966 045) 3,62% (5,01%)
BlackRock Inc. 7 november 2017 14 976 647
(20 731 688)
3,58% (4,96%)
BlackRock Inc. 22 november 2017 20 657 176
(21 098 547)
4,49% (5,04%)
BlackRock Inc. 28 november 2017 20 982 248
(21 138 393)
5,02% (5,05%)

1 Tussen haakjes: inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised.

2 Niet gecommuniceerd (onder de 3%-drempel)

Hierna volgt een overzicht van de eigen aandelen in het bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep. De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2017 bedroeg 3,48 euro.

Adres 31-12-2017 31-12-2016
Havenlaan 12, 1080 Brussel, België 2 2
Havenlaan 12, 1080 Brussel, België 64 845*
0,0% 0,0%

* Als indekking voor uitstaande derivaten op indexen/aandelenkorven waarin aandelen KBC Groep zijn opgenomen.

Toelichting 4: Balans

  • Op 31 december 2017 bedraagt het balanstotaal 21 640 miljoen euro, tegenover 19 780 miljoen euro het jaar voordien.
  • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1.
  • De vlottende activa bedragen 193 miljoen euro, tegenover 135 miljoen euro het jaar voordien. Die wijziging is voor een groot deel toe te schrijven aan hogere uitstaande handelsvorderingen op KBC-groepsvennootschappen.

Toelichting 5: Resultaten

  • In 2017 bedraagt de nettowinst van KBC Groep NV 1 038 miljoen euro, tegenover 1 182 miljoen euro het jaar voordien.
  • De bedrijfsopbrengsten daalden met 3% en de bedrijfskosten daalden met 4% ten opzichte van het jaar voordien. Dat is voornamelijk een gevolg van de overdracht van de activiteiten van

Toelichting 6: Vergoeding van de commissaris

Zie Toelichting 6.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Toelichting 7: Bijkantoren

KBC Groep NV had op 31 december 2017 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).

Toelichting 8: Overige informatie

KBC Groep NV maakt gebruik van financiële instrumenten voor de indekking van renterisico's. Op 31 december 2017 bedraagt het notioneel uitstaande bedrag aan renteswaps ter indekking van renterisico's 500 miljoen euro.

  • We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.
  • De schulden bedragen 8 155 miljoen euro, tegenover 6 081 miljoen euro het jaar voordien. Binnen de schulden zijn de belangrijkste wijzigingen: de uitgifte van niet-achtergestelde instrumenten (+2 miljard euro), de uitgifte van achtergestelde tier 2-instrumenten (+500 miljoen euro) en de afbouw van commercial paper (-558 miljoen euro).

bepaalde shared services naar andere ondernemingen van de KBC-groep.

• De belangrijkste wijziging in het financiële resultaat is de daling van de dividendontvangsten met 156 miljoen euro.

De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen die hierboven nog niet werd vermeld, inclusief de verklaring over niet-financiële informatie, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

Glossarium van financiële ratio's en termen

Common equity ratio

Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal). De hier vermelde ratio's zijn gebaseerd op de Deense compromismethode. De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode, wordt fully loaded genoemd.

Berekening 2017 2016
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren
we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau.
Phased-in 16,5% 16,2%
Fully loaded 16,3% 15,8%

Dekkingsratio

Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) is gedekt door waardeverminderingen. De teller en noemer in de formule betreffen alle impaired kredieten, maar kunnen ook worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid (de gegevens voor die specifieke berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten).

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Specifieke waardeverminderingen op kredieten (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
4 039 4 874
Uitstaande impaired kredieten (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
9 186 10 583
= (A) / (B) 44% 46%

Dividenduitkeringsratio

Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken. Meer informatie over de dividenduitkeringspolitiek van de groep vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Uit te keren dividendbedrag1
(inclusief het
interimdividend) (A)
Gecons. vermogensmutaties 1 256 1 171
+
Te betalen/betaalde coupon op de AT1-instrumenten in
het eigen vermogen (B)
Gecons. vermogensmutaties 52 52
/
Nettoresultaat, groepsaandeel (C) Gecons. w-&-v-rekening 2 575 2 427
= (A+B) / (C) 51%2 50%

1 Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

2 Indien rekening gehouden wordt met de aangekondigde inkoop van eigen aandelen (ongeveer 0,2 miljard euro), bedraagt de ratio bij benadering 59%.

Eigen interne kapitaaldoelstelling

We streven ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van een peergroep van Europese banken die actief zijn in de segmenten Retail, Kmo's en Bedrijven. We positioneren onszelf op de mediaan van de fully loaded common equity ratio's van de peergroep. In 2017 gingen we ervan uit dat, op basis van interne benchmarking, de impact van Basel IV voor KBC relatief groter was dan voor het sectorgemiddelde en hielden we daarom rekening met 1% bijkomende common equity impact. Na de bekendmaking van de nieuwe Basel IV-richtlijnen bleek in 2018 dat de impact veeleer in lijn van het peergroepgemiddelde lag en wordt dus geen add-on in rekening meer gebracht. We vatten dat kapitaalbeleid samen in een eigen interne kapitaaldoelstelling.

Berekening
(uitgedrukt als fully loaded common equity ratio) 2017 (doel) 2016 (doel)
Mediaan van de fully loaded common equity ratio's van
een peergroep van Europese banken (A)
14,0% 13,6%
+
Schatting bijkomende impact van Basel IV (t.o.v. het
sectorgemiddelde) (B)
1,0%
= (A) + (B) 14,0% 14,6%

Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel

Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.

Berekening (in miljoenen euro of aantallen) Verwijzing 2017 2016
Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) Geconsolideerde balans 17 403 15 957
/
Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (op einde
periode, in miljoenen) (B) Toelichting 5.10 418,5 418,4
= (A) / (B) (in euro) 41,6 38,1

Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen)

Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de

schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne
schaderegelingskosten (A)
Toelichting 3.7 813 839
/
Verdiende verzekeringspremies (B) Toelichting 3.7 1 465 1 387
+
Bedrijfskosten (C) Toelichting 3.7 482 460
/
Geboekte verzekeringspremies (D) Toelichting 3.7 1 493 1 406
= (A/B) + (C/D) 88% 93%

We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Impaired kredieten

Deze ratio geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, wat overeenkomt met de definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA). De teller in de formule kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). De betreffende gegevens voor die berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Uitstaand bedrag van impaired kredieten (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
9 186 10 583
Totale uitstaande kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
154 160 147 526
= (A) / (B) 6,0% 7,2%

We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Kosten-inkomstenratio

Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A)
/
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten 3 570 3 437
Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten 6 587 6 238
= (A) / (B) 54% 55%

We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (55% in 2017, 57% in 2016). De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure business-activiteiten. We sluiten daarbij de volgende zaken uit:

• de invloed van de marked-to-marketwaardering van ALM-derivaten (resp. 93 en 87 miljoen euro opbrengsten in 2017 en 2016);

• de invloed van de liquidatie of deconsolidatie van groepsmaatschappijen (in totaal resp. -16 en 16 miljoen euro opbrengsten in 2017 en 2016);

  • een aantal kleinere elementen (in totaal resp. 33 en 108 miljoen euro opbrengsten in 2017 en 2016 en in totaal resp. 16 en 18 miljoen euro
  • kosten in 2017 en 2016).

Kredietkostenratio

Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Nettowijziging in de waardeverminderingen voor
kredietrisico's (A)
/
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere
waardeverminderingen
-87 126
Gemiddelde uitstaande kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en
beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
151 681 146 257
= (A) / (B) -0,06% 0,09%

We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Kredietportefeuille

Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk pure, traditionele) kredietactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2017 2016
Leningen en voorschotten aan klanten (gerelateerd aan de
bankactiviteiten van de groep) (A)
Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan
klanten
139 044 131 415
-
Reverse repo's met klanten (B) Toelichting 4.1 -504 -376
+
Schuldinstrumenten van ondernemingen en van
kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
(gerelateerd aan de bankactiviteiten van de groep) (C)
Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder
nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
6 243 7 114
+
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankacti
viteiten van de groep, exclusief marktzaalactiviteiten) (D)
Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan
kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
881 952
+
Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) Toelichting 6.1: onderdeel van Verstrekte financiële garanties 8 235 8 279
+
Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) Toelichting 4.2: onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen 4 058 5 094
+
Overige (onder meer geprorateerde rente) (G) Onderdeel van Toelichting 4.1 -3 797 -4 952
= (A) - (B) + (C) + (D) + (E) + (F) + (G) 154 160 147 526

Leverageratio

Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Reglementair beschikbaar tier 1-kapitaal (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op
groepsniveau
16 504 15 286
Totale exposure measures (totaal van niet-risicogewogen
binnen- en buitenbalanselementen, met enkele
aanpassingen) (B)
Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op
groepsniveau
272 373 251 891
= (A) / (B) 6,1% 6,1%

Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)

Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Liquide activa van hoge kwaliteit (A)
/
Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR en de EBA-richtlijnen
voor LCR disclosure
79 850 65 400
Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig
kalenderdagen (B)
57 600 47 100
= (A) / (B) 139% 139%

Rekening houdend met de nieuwe richtlijnen betreft het vanaf 31-12-2017 gemiddelden van 12 eindemaands-LCR-cijfers. Tot en met 2016 betreft het nog point-in-time eindejaarsgegevens.

Marktkapitalisatie

Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.

Berekening (in euro of aantallen) Verwijzing 2017 2016
Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) 71,1 58,8
x
Aantal gewone aandelen, in miljoenen (B) Toelichting 5.10 418,6 418,4
= (A) x (B) (in miljarden euro) 29,8 24,6

Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL)

Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen.

Berekening (in miljoenen euro of %) 2017 2016
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren
we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op
KBC-groepsniveau. 24% 21%

Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)

Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) Basel Committee on Banking Supervision, tekst Basel III: the net
stable funding ratio van oktober 2014.
157 700 144 150
/
Vereist bedrag stabiele financiering (B) 117 300 114 950
= (A) / (B) 134% 125%

Nettorentemarge

Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten* (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten 3 513 3 602
/
Gemiddelde rentedragende activa van de
bankactiviteiten* (B) Gecons. balans: onderdeel van totale activa 187 216 184 117
= (A) / (B) x 360 / aantal kalenderdagen 1,85% 1,92%

* Na uitsluiting van alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer.

We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Referentiekapitaalpositie

Bovenop de Eigen interne kapitaaldoelstelling (zie definitie) willen we een bijkomende soepele buffer tot 2% common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames om onze marktposities in onze kernlanden te versterken. Elke opportuniteit op dat vlak zal onderworpen worden aan erg strikte financiële en strategische criteria. Die buffer komt boven op de eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep, waardoor we tot een Referentiekapitaalpositie komen.

Berekening

(uitgedrukt als fully loaded common equity ratio) 2017 (doel) 2016 (doel)
Eigen interne kapitaaldoelstelling (A) 14,0% 14,6%
+
Bijkomende soepele buffer voor fusies en overnames (B) 2,0% 2,0%
= (A) + (B) 16,0% 16,6%

Rendement op eigen vermogen

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.

Verwijzing 2017 2016
Gecons. w-&-v-rekening 2 575 2 427
Gecons. vermogensmutaties -52 -52
13 415
18%
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen Gecons. vermogensmutaties 14 926
17%

Rendement op toegewezen kapitaal van een divisie (ROAC)

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2017 2016
DIVISIE BELGIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 1 575 1 433
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B)
6 007 6 092
= (A) / (B) 26% 24%
DIVISIE TSJECHIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 702 596
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) 1 620 1 455
= (A) / (B) 43% 41%
DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 444 428
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) 2 054 1 959
= (A) / (B) 22% 22%

Solvabiliteitsratio van de verzekeringsactiviteiten

Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency II.

Berekening 2017 2016

Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren
we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en
KBC Verzekeringen afzonderlijk 212% 203%

Totaal beheerd vermogen

Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, Cˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail-, private-banking- en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.

Berekening (in miljarden euro) 2017 2016
Divisie België (A) 204,6 198,9
+
Divisie Tsjechië (B) 9,6 8,5
+
Divisie Internationale Markten (C) 5,0 5,7
(A) + (B) + (C) 219,2 213,1

Winst per aandeel, gewoon en verwaterd

Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2017 2016
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de
aandeelhouders van de moedermaatschappij (A)
Geconsolideerde w-&-v-rekening 2 575 2 427
-
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen
vermogen (B)
Gecons. eigenvermogensmutaties -52 -52
/
Gemiddelde aantal gewone aandelen min eigen aandelen
van de periode, in miljoenen (C)
Toelichting 5.10 418 418
of: Gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende
opties min eigen aandelen van de periode (D)
(idem) (idem)
Gewoon = (A-B) / (C) (in euro) 6,03 5,68
Verwaterd = (A-B) / (D) (in euro) 6,03 5,68

Verklaring van verantwoordelijke personen

"Ik, Rik Scheerlinck, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."

Contactadressen

Investor Relations Office
Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office)
[email protected]
KBC Groep NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Pers
Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster)
[email protected]
KBC Groep NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Duurzaam ondernemen
Vic Van de Moortel (directeur Duurzaam KBC)
[email protected]
KBC Groep NV, Duurzaam KBC, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België

Financiële kalender 2018

De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.

Publicatie Jaarverslag 2017 en Risk report 2017 29 maart 2018
Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 3 mei 2018
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2018 17 mei 2018
Publicatie resultaten 2e kwartaal 2018 9 augustus 2018
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2018 15 november 2018

Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.