AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report Mar 29, 2019

3968_10-k_2019-03-29_e2843ced-11ae-4255-9e6f-4c56db0c5d99.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded)

Paspoort van de KBC-groep

Ons werkgebied

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar en we focussen op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. We zijn ook in beperkte mate aanwezig in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.

Onze klanten, medewerkers en netwerk

Klanten 11 miljoen
Medewerkers 42 000
Bankkantoren 1 389
Verzekeringsnetwerk 374 agentschappen in België, diverse
distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa

Onze langetermijn debt ratings, 14-03-2019

Fitch Moody's Standard & Poor's
KBC Bank NV A+ A1 A+
KBC Verzekeringen NV A
KBC Groep NV A Baa1 A

Onze vaste aandeelhouders

KBC Ancora 18,6%
Cera 2,7%
MRBB 11,5%
Andere vaste
aandeelhouders
7,3%

Gegevens van 31 december 2018, tenzij anders vermeld. De outlook/watch/review bij onze kredietratings vindt u verder in dit verslag.

2018
2017
2016
2015
2014
Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro)*
Balanstotaal
283 808
292 342
275 200
252 356
245 174
Leningen en voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's)
147 052
140 999
132 855
127 721
123 162
Effecten
62 708
67 743
73 262
72 623
70 359
Deposito's van klanten en schuldpapier (excl. repo's)
194 291
193 708
177 421
161 542
153 979
Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten,
verzekeringen
31 273
32 193
32 310
31 919
31 487
Totaal eigen vermogen
19 633
18 803
17 357
15 811
16 521
Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro)*
Totale opbrengsten
7 512
7 700
7 211
7 148
6 720
Exploitatiekosten
-4 234
-4 074
-3 948
-3 890
-3 818
Waardeverminderingen
17
30
-201
-747
-506
Nettoresultaat, groepsaandeel
2 570
2 575
2 427
2 639
1 762
België
1 450
1 575
1 432
1 564
1 516
Tsjechië
654
702
596
542
528
Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland)
533
444
428
245
-182
Groepscenter
-67
-146
-29
287
-100
Milieu, duurzaamheid en genderdiversiteit
Eigen broeikasgasemissie (in ton CO2
per vte)
2,3
2,5
2,9
3,3
Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan energiesector (%)
44%
41%
42%

Volume duurzame fondsen (in miljarden euro)
9,0
7,1
2,8

Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen
57%
57%
56%
56%
57%
Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen
31%
31%
31%
25%
22%
KBC-aandeel
Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen)
416,2
418,6
418,4
418,1
417,8
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in
41,4
41,6
38,1
34,5
euro)
31,4
Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro)
67,4
66,5
51,0
56,8
43,1
Slotkoers boekjaar (in euro)
56,7
71,1
58,8
57,7
46,5
Brutodividend per aandeel (in euro)
3,50
3,00
2,80
0,00
2,00
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro)
5,98
6,03
5,68
3,80
3,32
Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro)
23,6
29,8
24,6
24,1
19,4
Financiële ratio's*
Rendement op eigen vermogen
16%
17%
18%
22%
14%
Kosten-inkomstenratio, bankieren
57,5%
54,2%
55%
55%
58%
Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen
88%
88%
93%
91%
94%
Kredietkostenratio, bankieren
-0,04%
-0,06%
0,09%
0,23%
0,42%
Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded)
16,0%
16,3%
15,8%
14,9%
14,3%

Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Dividendvoorstel voor 2018 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

* Vanaf 2018 passen we IFRS 9 toe; daardoor is de vergelijkbaarheid met de vorige jaren niet perfect.

Onze belangrijkste ambities op groepsniveau
Totale opbrengsten
Doel:
CAGR 2016-2020 ≥ 2,25%
Kosten-inkomstenratio
Doel: ≤ 47% (excl. bankentaks)
in 2020 en ≤ 54% (incl.
bankentaks) in 2020
Gecombineerde ratio
Doel: ≤ 94% in 2020
Dividenduitkering
Doel: ≥ 50%
Digitale interactie
Doel: ≥ 80% in 2020
Bankverzekeringsklanten
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2%
in België, ≥ 15% in Tsjechië,
≥ 10% in Internationale
Markten
Stabiele
bankverzekeringsklanten
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in
België, ≥ 15% in Tsjechië, ≥ 15%
in Internationale Markten
Reputatie
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Klantervaring
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Innovatie
Doel: gelijke of hogere
score dan
peergroepgemiddelde
Governance
Doel: gelijke of hogere score
dan peergroepgemiddelde
Stakeholderinteractie
Doel: een formeel
stakeholderinteractieproces
Eigen interne
kapitaaldoelstelling
Doel: 14% fully loaded
common equity ratio
(wordt elk jaar
geactualiseerd)
Referentiekapitaal
positie
Doel: 16% fully loaded
common equity ratio
(wordt elk jaar
geactualiseerd)
Positie duurzame
fondsen
Doel: 10 miljard euro eind
2020
Kredieten hernieuwbare
energie
Doel: aandeel hernieuwbare
energiebronnen en
biobrandstoffen in
kredietportefeuille aan de
energiesector ≥ 50% in 2030
Eigen broeikasgasemissies
Doel: reductie van minimaal
25% tussen 2015 en 2020, en
minimaal 50% tussen 2015 en
2030

De definities van de KPI's en de tot nu toe bereikte scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste regulatoire kapitaal- en liquiditeitsratio's (common equity ratio, MREL, NSFR en LCR) vindt u in datzelfde hoofdstuk.

Inhoud Verslag van de Raad van Bestuur

  • KBC in een oogopslag
  • Voorwoord
  • Ons bedrijfsmodel
  • Onze strategie
  • Ons financieel rapport
  • Onze divisies
  • Hoe beheren we onze risico's?
  • Hoe beheren we ons kapitaal?
  • Verklaring inzake deugdelijk bestuur
  • Verklaring over niet-financiële informatie

Geconsolideerde jaarrekening

  • Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
  • Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
  • Geconsolideerde balans
  • Geconsolideerde vermogensmutaties
  • Geconsolideerd kasstroomoverzicht

1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

  • Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming
  • Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving
  • Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen
  • Toelichting 1.4: Informatie over de overgang naar IFRS 9

2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie

  • Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur
  • Toelichting 2.2: Resultaten per segment
  • Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment
  • 3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten
  • Toelichting 3.2: Dividendinkomsten
  • Toelichting 3.3 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa
  • Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten
  • Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten
  • Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten
  • Toelichting 3.8: Exploitatiekosten
  • Toelichting 3.9: Personeel
  • Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen – winst-en-verliesrekening
  • Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • Toelichting 3.12: Belastingen
  • Toelichting 3.13: Winst per aandeel
  • 4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans
  • Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product
  • Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit

Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

  • 262 Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking
  • 264 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening
  • 267 Glossarium van financiële ratio's en termen
  • 274 Verklaring van verantwoordelijke personen
  • 274 Contactadressen en kalender

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste minimale inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. We combineren bovendien het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.

Verklaring over de bekendmaking van niet-financiële informatie: in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze niet-financiële informatie geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van het verslag van de Raad van Bestuur. Het hoofdstuk Verklaring over niet-financiële informatie bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De vereiste informatie over diversiteit vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.

Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn officieuze vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dat verslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen. Wat macroeconomische vooruitzichten betreft, gaan we in ons basisscenario uit van een zachte, maar niet rimpelloze brexit, met als eindresultaat van de onderhandelingen een akkoord dat aanvaardbaar is voor zowel het VK als de EU en dat de economie niet doet ontsporen.

Glossarium: achteraan in dit verslag vindt u een overzicht van de belangrijkste gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).

  • 219 Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting
  • 221 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen
  • 222 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie
  • 224 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2
  • 225 Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3
  • 226 Toelichting 4.8: Derivaten
  • 230 5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans
  • 230 Toelichting 5.1: Overige activa
  • 230 Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen
  • 231 Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
  • 232 Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
  • 232 Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa
  • 234 Toelichting 5.6: Technische voorzieningen verzekeringen
  • 235 Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten
  • 237 Toelichting 5.8: Overige verplichtingen
  • 238 Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen
  • 241 Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten
  • 241 Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten

242 6.0 Andere toelichtingen

  • 242 Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans
  • 243 Toelichting 6.2: Leasing
  • 244 Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen
  • 245 Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris
  • 245 Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen
  • 248 Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring
  • 250 Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid
  • 250 Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum
  • 251 Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap
  • 252 Verslag van de commissaris

VERSLAG VAN

KBC in een oogopslag

Naast ons jaarverslag vindt u diepgaandere informatie over onze duurzaamheidsbenadering, ons risicobeheer en onze positie in de samenleving in aparte rapporten op www.kbc.com.

• Verschaft informatie (inclusief de wettelijk verplichte meldingen) over bedrijfsmodel, strategie, duurzaamheid, governance, financiële prestaties, risico's en kapitaal. Het is bedoeld voor investeerders, klanten, medewerkers en de samenleving als geheel. We passen in de mate van het mogelijke de principes van Integrated Reporting toe. • Focust op onze duurzaam-

• www.kbc.com / investor relations / rapporten / jaarverslagen

KBC GROUP SUSTAIN-ABILITY REPORT for 2018

heidsstrategie. Het bevat gedetailleerde niet-financiële gegevens en is bedoeld voor duurzaamheidsexperts, investeerders, medewerkers, business partners, klanten en non-profitorganisaties. Het is opgemaakt rekening houdend met de GRI Standards (core option) en bevat de GRI content index. Het rapport wordt na het jaarverslag gepubliceerd.

• www.kbc.com / duurzaam ondernemen /

rapportering

  • Gaat dieper in op het risico- en het kapitaalbeheer van de groep. Het rapport is gebaseerd op de derde pijler van Basel III en de Capital Requirements Regulation. Het rapport wordt tegelijk met het jaarverslag gepubliceerd.
  • www.kbc.com / investor relations / rapporten / risicorapporten

Jaarverslag Duurzaamheidsverslag Risicoverslag Verslag aan de samenleving

  • Gaat dieper in op hoe KBC zijn rol opneemt in de samenleving. Het is vooral bedoeld voor klanten, medewerkers en de samenleving als geheel. Het rapport wordt tegelijk met het jaarverslag gepubliceerd.
  • www.kbc.com / duurzaam ondernemen / rapportering

Ons doel en onze ambitie

Doel We willen met onze activiteiten onze klanten bijstaan in het realiseren van hun dromen en projecten
en hen helpen om die dromen en projecten te beschermen.
Ambitie We willen de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
Strategie Onze strategie steunt op vier principes:
• Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
• We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
• We focussen op duurzame en rendabele groei.
• We nemen onze verantwoordelijkheid tegenover de samenleving en de lokale economieën.
We voeren onze strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.
Duurzaamheid Duurzaam ondernemen betekent voor ons in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al
onze stakeholders en dat we al onze verplichtingen nakomen, niet alleen nu maar ook in de toekomst.
Onze duurzaamheidsstrategie, uitgedragen en gerealiseerd door al onze medewerkers en afgestemd
op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en de 3 hoekstenen:
• verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren;
• onze positieve impact op de samenleving vergroten;
• onze nadelige impact op de samenleving beperken.

Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag?

We baseren ons onder meer op de wetgeving ter zake en de International Financial Reporting Standards, en we houden in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index vindt u terug in het Duurzaamheidsverslag dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.

Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, voeren we onder meer een materialiteitsanalyse uit (zie onder Onze materialiteitsanalyse). Op welke plaats we die onderwerpen bespreken, vindt u in een referentielijst in datzelfde hoofdstuk.

Uitleg over de gebruikte consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze niet-financiële data via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat voor minimaal alle KBC-entiteiten met meer dan 100 vte's (en voor sommige domeinen betreft het de volledige consolidatiekring).

Voorwoord

In 2018 vierde KBC zijn twintigste verjaardag

Johan Thijs: In 1998 fuseerden Kredietbank, Cera en ABB tot een grote bankverzekeringsgroep. De wortels van ons bestaan liggen dus met die bedrijven eigenlijk nog veel verder in het verleden, maar de naam KBC dateert van 20 jaar geleden. Ik was er van in het begin bij en kijk met fierheid terug op die voorbije twintig jaar. We bouwden een nieuwe financiële instelling op de grondvesten van drie gevestigde waarden. De daaropvolgende jaren waren gekenmerkt door expansie en groei, vooral in Centraal- en Oost-Europa en de creatie van een uniek en succesvol geïntegreerd bankverzekeringsconcept. In 2008 en 2009 werden ook wij getroffen door de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis, maar we veerden weer op, betaalden sneller dan verwacht de ontvangen staatssteun terug, en focusten ons consequent op onze kernactiviteiten en kernlanden, met succes. Ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel werkt, en onze strategie, die in de eerste plaats uitgaat van wat de klant wil, levert aanhoudend sterke resultaten, met dank aan de niet aflatende inspanningen van onze medewerkers in al onze kernlanden.

De digitale transformatie is volop aan de gang

Johan Thijs: Als er iets gewijzigd is in de afgelopen twintig jaar, is het de overweldigende opkomst van de digitale dimensie. We omarmen die digitale toekomst, en kijken daarbij vooral naar wat de klant wil en we combineren in ons aanbod advies 'van mens tot mens' met digitale middelen en artificiële intelligentie.

Digitalisatie is trouwens geen doel op zich. Onze focus ligt op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen die zorgen voor meer gebruiksgemak. Zo waren we bijvoorbeeld de eerste bank in België die multibankingmogelijkheden toevoegde aan zijn mobiele app, en we integreerden ook verschillende niet-bancaire toepassingen in die app. Die focus op digitaal gebruiksgemak geldt trouwens voor al onze kernlanden. We kopiëren trouwens, waar mogelijk, toepassingen uit één land naar andere landen, denk maar aan het aanbieden van multibankmogelijkheden bij internetbankieren in Tsjechië, waar we bovendien de prijs wonnen van "Beste internetbank". Een ander voorbeeld van digitale innovatie: in Ierland, waar we resoluut voor een Digital First-aanpak gaan, kunnen onze klanten bij verlies of diefstal van een bankkaart dat registreren in de app en een digitale vervangkaart ontvangen. KBC Bank Ierland was ook de eerste om Garmin Pay aan te bieden aan zijn klanten, naast Apple Pay, Google Pay en FitBit Pay.

Duurzaamheid is sterk ingebed in het bedrijfsmodel van KBC

Thomas Leysen: Duurzaamheid maakt een onlosmakelijk deel uit van onze strategie. Om te kunnen inspelen op wijzigende percepties en verwachtingen van de samenleving, betrekken we onze stakeholders in een open dialoog en zorgen we voor transparante communicatie. Dat zorgt voor een duidelijk beeld van wat onze stakeholders belangrijk vinden en maakt het mogelijk daar met onze huidige en toekomstige projecten en initiatieven beter en proactiever op in te spelen. Zo hebben we bijvoorbeeld in 2018 onze beleidslijnen voor duurzaam bankieren verder verstrengd, onder meer wat steenkoolfinanciering betreft. We lanceerden ook nieuwe producten die positief bijdragen tot de maatschappij, waaronder een door KBC Asset Management beheerd duurzaam pensioenspaarfonds en een eerste groene obligatielening. We ondersteunen ook de nieuwe internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid. We zijn bijvoorbeeld supporting company van de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures en we zijn sinds begin januari 2018 lid van het UN Environment Program Finance Initiative.

Andere belangrijke gebeurtenissen in 2018

Thomas Leysen: Na de overname van United Bulgarian Bank en Interlease midden 2017, verhoogden we in 2018 ons aandeel in de joint venture tussen United Bulgarian Bank en Metlife, van 60% tot 100%. Die levensverzekeringsmaatschappij is nu een deel van DZI, onze verzekeraar in Bulgarije. Dankzij deze overeenkomst zullen we, naast kostenbesparingen en synergieën, nog meer dan vroeger levens- en schadeverzekeringsproducten van DZI kunnen verkopen via de kantoren van UBB en op die manier ons bankverzekeringsmodel verder uitrollen in de Bulgaarse markt, een van de kernmarkten van onze groep.

Andere markante gebeurtenissen waren onze inkoop van 2,7 miljoen eigen aandelen, die we midden 2018 met succes hebben afgerond, voor een totaal bedrag van 181 miljoen euro. En eind 2018 konden we een deel van onze legacy-

portefeuille in Ierland verkopen, waardoor onze nonperforming ratio in dat land significant daalde.

De nettowinst van 2018 bedroeg bijna 2,6 miljard euro

Johan Thijs: Ook op financieel gebied was 2018 opnieuw een sterk jaar. Onze opbrengsten profiteerden onder meer van de groei van de nettorente-inkomsten en een hogere bijdrage van onze verzekeringsactiviteiten, die de daling in enkele andere inkomstenposten voor een groot deel goedmaakte. We hielden opnieuw onze kosten goed onder controle, ondanks looninflatie en hogere aan regelgeving gerelateerde kosten en banktaksen. De kwaliteit van onze kredietportefeuille verbeterde verder, en we konden, net als het jaar voordien, per saldo zelfs een deel van vroeger aangelegde kredietvoorzieningen terugnemen, vooral dankzij onze Ierse hypotheekportefeuille. Samen met enkele eenmalige elementen brengt dat onze nettowinst voor 2018 in totaal op 2 570 miljoen euro. Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, keren we in totaal ruwweg 59% daarvan uit. Dat komt neer op een totaal brutodividend van 3,50 euro per aandeel, waarvan we in november 2018 al 1 euro als interimdividend uitkeerden.

Verwachtingen voor de toekomst

Johan Thijs: De Europese economische groei in 2018 bleef robuust maar vertraagde wel ten opzichte van het jaar voordien. Verschillende aanhoudende risico's en onzekerheden, waaronder de aanslepende brexitonderhandelingen, de verslechtering van het internationale handelsklimaat en de perikelen rond de Italiaanse begrotingsonderhandelingen, wogen op het economische sentiment. Voor 2019 verwachten we een verdere groeivertraging, samen met een nog steeds relatief beperkte inflatie. Risico's op vlak van geopolitiek en internationale handel zijn en blijven de belangrijkste factoren die stokken in het Europese conjunctuurwiel zullen steken. Ook de risico's

verbonden aan de laat-cyclische VS-economie kunnen doorsijpelen naar de Europese economie.

Thomas Leysen: Als er één ding duidelijk is, dan is het dat – in welke economische omgeving dan ook – ons bestaan en onze toekomst in de eerste plaats afhangen van het vertrouwen dat onze klanten, medewerkers en aandeelhouders in ons stellen. Voor dat vertrouwen zijn we oprecht dankbaar en we zullen er alles aan doen om dat te blijven verdienen in de toekomst.

Johan Thijs Thomas Leysen Chief Executive Officer voorzitter van de

Raad van Bestuur

Ons bedrijfsmodel

Hier beschrijven we hoe we duurzame waarde creëren, wat de kenmerken zijn van ons model, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen en welke middelen we daarvoor inzetten. In het deel over onze strategie bespreken we de principes die we hanteren om ons doel te bereiken, namelijk dé referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Hoe creëren we duurzame waarde?

We willen in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders in onze kernlanden en er onze verplichtingen nakomen. Het integreren van duurzaamheid in onze dagelijkse activiteiten is voor ons de beste garantie om langetermijnwaarde voor al onze stakeholders te creëren.

Als bankier zorgen we er bijvoorbeeld voor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op de expertise van onze medewerkers. Met het geld uit de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden. We wenden dat geld dus productief aan in de lokale samenleving en de economie. Als kredietverlener zorgen we er bijvoorbeeld voor dat mensen een huis kunnen bouwen of een auto kunnen kopen, en dat bedrijven kunnen worden opgestart of kunnen groeien. We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bij al die activiteiten trachten we ook rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, wat we vertalen in doelstellingen inzake duurzame fondsen, kredietverlening aan hernieuwbare energie en dergelijke meer. Bovendien financieren we, naast particulieren en bedrijven, ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling. Uiteindelijk nemen we, doordat we deposito-ontvanger én kredietverlener zijn, risico's over van onze klanten. Die risico's managen we dankzij ons sterk uitgebouwde risico- en kapitaalbeheer.

Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling, want dat blijft de lakmoesproef van elke schadeverzekering. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.

We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.

We kiezen er ook bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bankverzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële vorming, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. Verder ondersteunen we maatschappelijke projecten die nauw aansluiten bij onze bedrijfsvoering en waarbij we onze rol in de samenleving kunnen opnemen.

Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel.

Financieel kapitaal

Is het geld dat we ontvangen van verschillende kapitaalverschaffers om onze activiteiten te ondersteunen en verder te investeren. Het bestaat uit het kapitaal dat onze aandeelhouders ter beschikking stellen en overgedragen winsten die voortvloeien uit onze activiteiten.

Menselijk en intellectueel kapitaal

verwijst naar het aanwerven, managen en ontwikkelen van onze medewerkers, zodat zij met hun talenten en ervaring onze dienstverlening verder kunnen verbeteren. Intellectueel kapitaal betreft de kennis en creativiteit van medewerkers, intellectuele eigendomsrechten en

onze merknamen.

Logistiek kapitaal

is een verzamelnaam voor alle vormen van infrastructuur die we gebruiken bij het uitvoeren van onze activiteiten. Het omvat onder meer onze gebouwen, kantoren en agentschappen, onze elektronische en andere netwerken, en onze ICT-platformen.

Maatschappelijk en relationeel kapitaal

omvat alle relaties met en onze reputatie bij onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten onze activiteiten uit te voeren.

Natuurlijk kapitaal

verwijst naar de natuurlijke grondstoffen die we gebruiken. Voor een financiële instelling is het directe gebruik van natuurlijke grondstoffen minder belangrijk, maar onze indirecte invloed is aanzienlijker, onder meer via onze kredieten beleggingsportefeuilles.

Zo dragen we in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke rechtstreekse impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers, en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk en dragen zo bij tot hun koopkracht en tot de

welvaart van de landen waarin we opereren. We bieden hun ook ontplooiingsmogelijkheden en middelen om hun werkthuisbalans zo evenwichtig mogelijk te maken.

Om onze activiteiten te kunnen uitvoeren, maken we gebruik van verschillende soorten werkmiddelen of kapitalen.

  • We bieden onze klanten een brede waaier van beleggingsproducten aan, inclusief duurzame producten, en adviseren hen bij het beheer van hun vermogen. We beleggen een deel van onze middelen in waardepapieren.
  • We beschermen onze klanten tegen risico's met een ruim aanbod aan verzekeringen en vergoeden hen voor verzekerde schade.
  • We ondersteunen onze klanten door diensten aan te bieden in verband met betalingsverkeer, effecten, toegang tot de financiële markten en afgeleide producten, leasing, vastgoedactiviteiten, enz.
  • We investeren in onze medewerkers om een naadloze dienstverlening aan onze klanten te garanderen en stimuleren verantwoord gedrag.
  • We investeren in onze infrastructuur en ICT om onze efficiëntie te verbeteren en onze klanten nog beter te bedienen.
  • We leveren een bijdrage aan de maatschappij door de inkomstenbelastingen en speciale bankentaksen die we betalen en we nemen initiatieven in gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieu, ondernemerschap, vergrijzing en gezondheid.

Doel: de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.

Wat maakt ons tot wie we zijn?

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Bovendien moedigen we al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen.

PEARL is een mindset, een werkcultuur, van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vorm geven en andere collega's daarin voorthelpen.

Daarnaast onderscheiden we ons ook van onze concurrenten door enkele bijzondere kenmerken, zoals ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel en onze focus op een aantal specifieke landen. In de tabellen gaan we daar dieper op in.

Wat ons onderscheidt van onze concurrenten

Ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Onze sterke geografische focus

We concentreren ons op onze kernmarkten België, Bulgarije, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië. Daardoor werken we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, vooral om de activiteiten in de kernmarkten te ondersteunen.

Onze focus op local responsiveness

In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale particuliere klanten, kmo's en midcaps opbouwen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat betekent dat we onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat van die lokale behoeften aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken we tussen de kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden.

Onze duurzaamheidsaanpak

Duurzaamheid is bij ons geen apart beleid. Duurzaamheid maakt integraal deel uit van onze algemene bedrijfsstrategie die verankerd is in onze dagelijkse activiteiten. Onze duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en de 3 hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken.

Onze aandeelhoudersstructuur

Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2018 samen ruwweg 40% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.

Onze sterktes
Goed ontwikkelde
multikanaal
bankverzekerings- en digitale
strategie, waardoor we direct
kunnen inspelen op de
behoeften van onze klanten
Sterke
commerciële
bank- en
verzekerings
franchises
Turnaround
bewerkstelligd in de
divisie Internationale
Markten en positie
in Bulgarije
aanzienlijk versterkt
Succesvolle
historiek inzake
onderliggende
bedrijfs
resultaten
Solide kapitaal
positie en
sterke liquiditeit
Sterke inbedding
in de lokale
economieën van
onze kernlanden
Onze uitdagingen
Macro-economische
omgeving gekenmerkt door
lage rentes, vergrijzing, meer
nervositeit op de financiële
markten en geopolitieke en
klimaatgerelateerde
uitdagingen
Strengere
regelgeving
omtrent
klanten
bescherming,
solvabiliteit,
enz.
Veranderend
klantengedrag,
concurrentie en
nieuwe spelers op
de markt
Nieuwe
technologieën
en cyber
criminaliteit

Meer weten?

Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Informatie over onze cultuur en waarden vindt u op www.kbc.com > Over ons.

We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. In het schema geven we een indicatie van het belang van elke divisie. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.

De belangrijkste onderwerpen die in de Raad van Bestuur in 2018 werden besproken, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In datzelfde hoofdstuk weiden we ook uit over ons vergoedingsbeleid voor het management. We gaan in dat vergoedingsbeleid – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een begrensde variabele vergoeding.

* Cijfers over 2018. Een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties. We wijzen bovendien een deel van het kapitaal en de opbrengsten toe aan het Groepscenter (zie verder). Het aan een divisie toegewezen kapitaal is gebaseerd op de risicogewogen activa voor de bankactiviteiten en op de risicogewogen activa-equivalenten voor de verzekeringsactiviteiten.

Samenstelling Raad van Bestuur, eind 2018

Leden 16 Diploma's van de leden van de Raad van Bestuur
(eind 2018)
Mannen/vrouwen 11/5 24%
Nationaliteiten Belgisch (14), Hongaars (1), Tsjechisch (1) 31%
Onafhankelijke
bestuurders
3 10%
Voorzitter Thomas Leysen 14%
21%
Aanwezigheden Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk
bestuur
rechten
economie/financiën
MBA
Belangrijkste
diploma's
economie, rechten, actuariële wetenschappen,
management, wiskunde, fiscaliteit, filosofie,
enz.
actuariële wetenschappen/verzekeringen
andere
Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's
(meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).

Samenstelling Directiecomité, eind 2018

Leden 7 Diploma's van de leden van het Directiecomité
(eind 2018)
Mannen/vrouwen 6/1 27%
27%
Nationaliteiten Belgisch (6), Brits (1)
Voorzitter Johan Thijs 9%
Belangrijkste
diploma's
rechten, economie, actuariële wetenschappen,
wiskunde, internationale betrekkingen,
pedagogie
9%
27%
rechten
economie/financiën
MBA
actuariële wetenschappen/verzekeringen
andere
Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's
(meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).

Uitgebreide informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.

In welke omgeving zijn we actief?

De wereldeconomie

Ten opzichte van de erg sterke economische resultaten in 2017 kreeg de wereldeconomie het in 2018 wat moeilijker. Het protectionistische Amerikaanse handelsbeleid zorgde voor handelsconflicten en zette een domper op het wereldwijde economische sentiment. Ook de aanslepende brexitonderhandelingen met bijbehorende onzekerheden zetten een rem op de economische groei in het VK en in Europa. Anderzijds leverde de binnenlandse consumptie in de meeste regio's wel nog altijd een sterke groeibijdrage. Dat was voornamelijk te danken aan verbeterende arbeidsmarkten en een gezond consumentenvertrouwen.

De inflatie in de eurozone steeg in 2018, voornamelijk door volatiele componenten zoals de olieprijs. De onderliggende inflatie bleef evenwel beperkt. Toch besliste de ECB om haar beleid van kwantitatieve versoepeling af te bouwen en in

december 2018 volledig stop te zetten. De rentevoeten, in het bijzonder op de langere looptijden, en de renteverschillen binnen de EMU bleven daarbij erg laag. De bovengenoemde risico's en onzekerheden zorgden immers voor een vlucht van de beleggers naar schuldpapier van 'veilige havens'. Daardoor ging de rente van tienjaars Duits en Amerikaans overheidspapier weer naar beneden aan het einde van 2018, na de voorzichtige stijging een paar maanden eerder. De Amerikaanse economie vormde de grootste uitzondering op wereldwijde tendensen in 2018. Gedreven door de stimulerende overheidsmaatregelen en een belastinghervorming, legde de Amerikaanse economie erg sterke groeicijfers neer. Het monetaire beleid werd ondertussen verder verstrakt met vier beleidsrenteverhogingen door de Fed. De Fed ging daarbij zoals gepland verder met de afbouw van zijn balans.

Onze belangrijkste uitdagingen

De wereldeconomie, geopolitieke uitdagingen, milieu

De wereldeconomie, de financiële markten en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Het betreft dan zaken zoals groei, interestvoeten, inflatie, werkgelegenheid, bevolkingssamenstelling, faillissementen, gezinsinkomen, liquiditeit van de financiële markten, wisselkoersschommelingen, beschikbaarheid van financiering, beleggers- en consumentenvertrouwen, credit spreads en asset bubbles. Specifiek de laatste jaren is de aanhoudend lage rente een belangrijk gegeven geworden. Dat zorgt voor significante druk op de inkomsten van banken en verzekeraars en een 'search for yield'. Ook de vergrijzing is een uitdaging, onder meer voor onze levensverzekeringsactiviteiten, waar ze kan leiden tot een veranderend productaanbod, door de gewijzigde samenstelling van de verzekerde populatie en omdat ze de vraag naar renteproducten met langere looptijden doet toenemen. Er bestaat bovendien een risico op marktcorrecties in markten waar zich mogelijk een onevenwicht heeft opgebouwd (asset bubbles). Ook recente geopolitieke ontwikkelingen (zoals de brexit, politieke spanningen of militaire dreigingen) kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de economie en dus onze resultaten. Dat geldt evenzeer voor de klimaatverandering en de transitie naar een CO2 -arme samenleving.

Hoe gaan we daarmee om?

  • We zorgen er in onze langetermijnplanning en ons langetermijnscenario voor dat onze kapitaal- en liquiditeitspositie een negatief scenario kunnen weerstaan.
  • We nemen proactief maatregelen. Voorbeelden zijn het afstemmen van ons aanbod op de toenemende vergrijzing (meer verzekeringen gerelateerd aan gezondheidszorg, beleggingsproducten die gelinkt zijn aan financiële planning, enz.) en op de vraag naar duurzame producten zoals Green Bonds en duurzaam pensioensparen (zie elders in dit verslag).
  • We berekenen de mogelijke impact van wijzigingen in de belangrijke parameters en schatten de invloed van significante gebeurtenissen zo goed mogelijk in.
  • We willen onze inkomsten verder diversifiëren, onder andere naar meer fee business, naast interestinkomsten.
  • Het beperken van onze negatieve invloed op het milieu (zowel direct als indirect) is een belangrijk onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie.

Wijzigend klantengedrag en concurrentie

In onze activiteiten hebben we te maken met een sterke concurrentie. Die concurrentie wordt ook beïnvloed door technologische veranderingen (bv. online dienstverlening, artificiële intelligentie) en het veranderende gedrag van klanten. Naast de traditionele spelers neemt de concurrentie toe van internetbanken, fintechs en van e-commerce in het algemeen. Die toenemende concurrentie en technologische veranderingen zorgen voor potentiële druk op crosssellingmogelijkheden en beïnvloeden de klantenverwachtingen. Meer en meer klanten hechten bijvoorbeeld belang aan snelheid, de mogelijkheid tot digitale interactie en eenvoudige oplossingen. Dat alles verhoogt het belang van digitalisering en een goede kadering ervan, en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie die in staat is continu aanpassingen te doen aan processen en systemen.

Hoe gaan we daarmee om?

  • Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen is de creatieve input en de opleiding van onze medewerkers bijzonder belangrijk.
  • Als geïntegreerde financiële instelling hebben we een grote hoeveelheid gegevens ter beschikking. Dat stelt ons in staat beter te begrijpen wat klanten echt willen. Ons geïntegreerde model stelt ons bovendien in staat completere oplossingen aan te bieden dan pure banken of verzekeraars.
  • We hebben een specifiek proces om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren, waarbij ook de risico's grondig bekeken worden. We herzien regelmatig alle bestaande producten om ze aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften of omstandigheden.
  • In verschillende vennootschappen van de groep worden activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling verricht die kaderen binnen een programma dat tot doel heeft om nieuwe en innovatieve financiële producten en diensten te ontwikkelen. We lanceerden in de afgelopen jaren tal van succesvolle mobiele en andere innovatieve toepassingen. Voorbeelden vindt u in het hoofdstuk Onze Divisies.
  • We staan open voor samenwerking met fintechbedrijven of zelfs branchegenoten.
  • In Ierland gaan we voor een Digital first-strategie. Om de digitalisering en innovatie er sneller te laten verlopen, wordt de samenwerking met de andere entiteiten van de groep opgevoerd.
  • Naast digitalisering zetten we ook in op vereenvoudiging van producten en processen.
  • We investeren tussen 2017 en eind 2020 groepswijd 1,5 miljard euro in digitale transformatie.

Toenemende regelgeving is een gegeven voor de hele financiële sector. Naast de al in voege zijnde General Data Protection Regulation (GDPR), Markets in Financial Instruments Directive II (MiFID II en MiFIR) en Payment Services Directive II (PSD2) gaat het de volgende jaren onder meer over:

  • EU-maatregelen om financiële middelen te mobiliseren voor duurzame groei (onder meer openbaarmakingsverplichtingen met betrekking tot milieu-, sociale en governance (ESG) factoren).
  • De richtlijn ter bevordering van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders ("SRD II"), die onder meer een impact zal hebben op de manier waarop banken als bewaarnemer van effecten bepaalde informatie communiceren aan hun beleggingsklanten.
  • Geplande hervormingen aan de Verordening Europese marktinfrastructuur ("EMIR") om de werking van de derivatenmarkt in de EU te verbeteren, de nieuwe Prospectusverordening ("PR3") en de nieuwe Securitisatieverordening voor simpele, transparante en gestandaardiseerde ("STS") effectiseringsoperaties. We verwachten ook een Europese Verordening inzake crowdfunding.
  • De ePrivacy-verordening ("ePR"), die als aanvulling op de GDPR de privacy bij elektronische communicatie wil verbeteren.
  • De ECB werkt aan een regelgevend kader op het vlak van uitbesteding van activiteiten en diensten door banken met nadruk op interne governance, risicobeheer en rapportering.
  • Initiatieven inzake solvabiliteit, waaronder de berekening van risicogewogen activa (Basel IV) en de verdere stroomlijning van de wetgeving om ervoor te zorgen dat de aandeelhouders en schuldeisers, en niet de overheid, verliezen bij banken opvangen (bail-in en MREL).
  • Nieuwe IFRS-voorschriften, zoals IFRS 17, dat geldt voor verzekeringsactiviteiten en waarschijnlijk ingaat vanaf 2022.

Hoe gaan we daar mee om?

  • We bereiden ons degelijk voor op nieuwe regelgeving: gespecialiseerde teams (bv. group legal, capital management, group risk en compliance) volgen de regelgeving op de voet en stellen acties voor, onder meer met betrekking tot de kapitaalplanning van de groep.
  • We bekijken de impact van de regelgeving (bijvoorbeeld PSD2 of MiFid) op het klantengedrag en passen onze producten en processen desgevallend aan in functie van het wijzigend klantengedrag.
  • We nemen deel aan werkgroepen in belangenverenigingen, waar we ontwerpteksten analyseren.
  • Een speciaal team bekommert zich om de contacten met de overheden en de toezichthouders.
  • We bereiden nota's voor en geven opleidingen voor de business.

In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn degelijke ICT-systemen uiterst belangrijk en zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade. We focussen op een optimale bescherming zowel van onze klanten als van onze groep zelf.

Hoe gaan we daarmee om?

  • We maken onze medewerkers bewust van cyberrisico's, door opleidingen waarbij we aandacht besteden aan zaken zoals phishing, vishing en fraude in het algemeen.
  • We werken aan sterk beveiligde en betrouwbare ICT-systemen en degelijke databeschermingsprocedures en monitoren onze systemen en de omgeving continu.
  • We analyseren cyberrisico's vanuit IT- en businessperspectief om een maximale weerstand te kunnen bieden en aanvallen snel en efficiënt te kunnen remediëren. We evalueren onze actieplannen regelmatig en sturen ze bij aan de hand van nieuwe interne en externe informatie.
  • Een gecertificeerd Cyber Expertise & Response Team focust op cybercrime, informeert en assisteert de lokale entiteiten, test de verdedigingssystemen van KBC en zorgt voor training en cyber-awareness in de groep. Een groepswijd competentiecentrum voor Information Risk Management focust op de risico's verbonden aan gegevensbeveiliging, cybercrime en operationele IT-risico's.
  • We zijn lid van de Belgische Cyber Security Coalition, een kennis- en overlegplatform van zo'n vijftig overheids- en privébedrijven en academici.
  • We laten de cyberrisico's en de verdedigings mechanismen van onze entiteiten jaarlijks evalueren door een internationaal team van interne gegevensbeveiligingsexperts.

Marktomgeving

  • De Belgische economie hield het pad van gestage maar erg gematigde groei aan, met een bbp-groei van 1,4%.
  • De al bij al nog gunstige Belgische conjunctuur werd zowel door de binnenlandse vraag als door de netto-uitvoer ondersteund.
  • De woningkredieten bleven fors groeien; de groei van het bankkrediet aan ondernemingen trok fors aan tot een piek in mei, waarna hij vertraagde maar toch stevig bleef. De depositogroei bleef op een gezond niveau.
  • De inflatie lag met 2,3% iets hoger dan in 2017.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 1,2%

KBC in België

  • Belangrijkste merken: KBC, KBC Brussels en CBC
  • 585 bankkantoren1 , 374 verzekeringsagentschappen, elektronische kanalen
  • 20% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 32% voor beleggingsfondsen, 13% voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen
  • 3,5 miljoen klanten
  • 108 miljard euro kredieten2 , 131 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 1 450 miljoen euro nettoresultaat

Marktomgeving

  • De reële bbp-groei vertraagde naar 2,9%
  • De gezinsconsumptie werd ondersteund door loonstijgingen en banencreatie.
  • De centrale bank verstrakte haar monetaire beleid, met een stijging van de beleidsrente van 0,50% einde 2017 naar 1,75% einde 2018.
  • De gemiddelde inflatie bedroeg 2,0%
  • De groei van de kredieten aan bedrijven was erg volatiel met een dip in april-mei en een piek in oktober; de groei van andere kredieten bleef stevig. De groei van klantendeposito's vertraagde ten opzichte van 2017, maar bleef op een gezond niveau.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 2,6%

KBC in Tsjechië

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 235 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 19% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 23% voor beleggingsfondsen, 8% voor levensverzekeringen en 8% voor schadeverzekeringen
  • 3,6 miljoen klanten
  • 26 miljard euro kredieten, 32 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 654 miljoen euro nettoresultaat

Marktomgeving

  • De bbp-groei bedroeg 4,1%, een groeiversnelling tegenover 2017 en ruim boven die van de EMU.
  • De Slowaakse inflatie nam verder toe. De jaargemiddelde prijsstijging van de consumptieprijzen bedroeg 2,5%.
  • De groei van de kredietverlening vertraagde tegenover 2017 maar bleef wel sterk. Ook de
  • depositogroei kende een sterk jaar. • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 3,7%

KBC in Slowakije

  • Belangrijkste merk: Cˇ SOB
  • 122 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 10% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 7% voor beleggingsfondsen, 4% voor levensverzekeringen en 3% voor schadeverzekeringen
  • 0,6 miljoen klanten
  • 8 miljard euro kredieten, 6 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 82 miljoen euro nettoresultaat

1 Exclusief de automatenkantoren en de elf buitenlandse kantoren van KBC Bank in de VS, Azië en Europa.

2 Inclusief de buitenlandse kantoren van KBC Bank. Bedrag kredieten (voor alle landen): zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Marktomgeving

• De reële bbp-groei versnelde licht tot 4,5%, aanzienlijk boven het EMU-gemiddelde.

Hongarije

  • De inflatie steeg verder naar 2,9%, vrijwel in het midden van de symmetrische band van een procentpunt rond 3% die de Hongaarse Nationale Bank nastreeft. Het monetaire beleid bleef soepel.
  • De kredietgroei voor zowel bedrijven als woningkredieten versnelde fors. Ook de depositogroei trok sterk aan.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 3,5%

KBC in Hongarije

  • Belangrijkste merk: K&H
  • 206 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 11% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 13% voor beleggingsfondsen, 3% voor levensverzekeringen en 7% voor schadeverzekeringen
  • 1,6 miljoen klanten
  • 5 miljard euro kredieten, 8 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 196 miljoen euro nettoresultaat

Marktomgeving

• De Bulgaarse reële bbp-groei vertraagde tot 3,5%, maar bleef ruim boven het gemiddelde van de eurozone.

Bulgarije

  • De gemiddelde stijging op jaarbasis van de consumptieprijzen in Bulgarije nam fors toe tot 2,6%, mede door de sterke loongroei als gevolg van een toenemende krapte op de arbeidsmarkt.
  • De kredietgroei versnelde verder en de depositogroei nam toe.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 3,4%

KBC in Bulgarije

  • Belangrijkste merken: UBB en DZI Insurance.
  • 214 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen, elektronische kanalen
  • 10% geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 14% voor beleggingsfondsen, 24% voor levensverzekeringen en 11% voor schadeverzekeringen
  • 1,3 miljoen klanten
  • 3 miljard euro kredieten, 4 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 96 miljoen euro nettoresultaat

Ierland

Marktomgeving

  • Met een reële bbp-groei van 7,0%, behoorde de Ierse economie opnieuw tot de sterkste groeiers binnen de eurozone.
  • Net zoals in het vorige jaar bleef de inflatie erg beperkt (0,7%) en duidelijk onder het EMUgemiddelde.
  • De sterke economische groei zorgde mee voor een verdere daling van de Ierse overheidsschuldratio.
  • De groei van woningkredieten werd opnieuw positief. De depositogroei bleef op een gezond niveau.
  • Verwachte groei van het reële bbp in 2019: 3,5%

KBC in Ierland

  • Belangrijkste merk: KBC Bank Ireland
  • 16 bankkantoren (hubs), elektronische kanalen
  • 9% geschat marktaandeel voor retailbankieren
  • 0,3 miljoen klanten
  • 11 miljard euro kredieten, 5 miljard euro deposito's en schuldpapier
  • 155 miljoen euro nettoresultaat

Meer informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.

Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties

Als financiële groep doen we een beroep op verschillende werkmiddelen. Dat zijn onze medewerkers en onze kapitaalbasis, maar ook onze merken, onze reputatie, onze innovatiecapaciteit, onze relaties met alle stakeholders, onze kantoren, agentschappen en elektronische netwerken en onze ICT-infrastructuur.

Onze medewerkers

Ons HR-beleid steunt op onze PEARL-bedrijfscultuur. Onze medewerkers maken dat elke dag tastbaar, in alle kernlanden van onze groep. De E uit PEARL staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien. Dat is de basis om successen te boeken en innoverende concepten uit te werken.

We creëren een motiverende werkomgeving waarin onze medewerkers de mogelijkheid krijgen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen en om ze in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. Niet alleen door te leren, maar ook door hun ideeën kenbaar te maken en hun verantwoordelijkheid te nemen. We zien zelfontplooiing als de sleutel om te kunnen meegroeien in de toekomst, samen met KBC. Onze medewerkers kunnen kiezen uit een ruim aanbod aan leervormen, met onder andere e-learning, coaching op de werkvloer en klassikale opleidingen. K&H in Hongarije, bijvoorbeeld, maakte in 2018 de nieuwe leercultuur met digitale mogelijkheden tastbaar in de Retail Network Starter Course. Toekomstige commerciële medewerkers maken er een online leerreis met video's, Skype-trainings en gamification om kennis over hun job te verwerven en te leren toepassen in de praktijk.

Medewerkers werken meer en meer samen in multidisciplinaire teams, soms voor lange projecten, soms voor korte opdrachten. Dat stimuleert om creatief te denken en nieuwe rollen op te nemen. Het opent perspectieven voor een rijker loopbaantraject dat aansluit bij de individuele talenten van de medewerker en bij de doelen van KBC. We beseffen goed dat het dankzij die wendbaarheid van medewerkers zelf is dat wij als organisatie proactief kunnen inspelen op de wensen van de klant. De toenemende digitaliteit heeft trouwens een grote impact op de jobs bij KBC. Die transformatie pakken we zo aan dat medewerkers mee kunnen evolueren. We kiezen ervoor om te blijven investeren in levenslang leren, interne herinzet en omscholing.

Geografische samenstelling van het personeel (eind 2018)

2018

We zijn ons ervan bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om bij medewerkers het beste in zichzelf naar boven te laten komen. Daarom zetten we in op intensieve leiderschapstrajecten. In Tsjechië bijvoorbeeld bundelen we die activiteiten in het programma Leaders World, dat tot doel heeft om leidinggevenden op alle vlakken te laten groeien.

In elk land krijgt het HR-beleid aparte accenten, zodat we optimaal kunnen inspelen op de lokale arbeidsmarkt. Enkele voorbeelden: om de uitdaging van de stijgende pensioenleeftijd in België aan te pakken, hebben we een vernieuwd leeftijdsonafhankelijk loonbeleid geïmplementeerd en voeren we een innovatief eindeloopbaanbeleid (Minerva) waarin medewerkers de laatste jaren van hun loopbaan aan de slag kunnen bij een externe, maatschappelijk relevante organisatie. Bij UBB in Bulgarije lag de focus in 2018 na de fusie van CIBANK en UBB op een harmonieuze teamwerking om optimaal in te spelen op de klantenbehoeften. We realiseerden er ook een eengemaakt loon- en benefitpakket.

We nemen het welzijn van onze medewerkers ter harte. Die visie is al langer ingebed in onze organisatie. Een gezonde medewerker voelt zich goed in zijn vel en heeft de kracht om vanuit zijn creativiteit naar klantgerichte oplossingen te zoeken. Daarom hanteren we een aanpak om medewerkers op lange termijn fit en inzetbaar te houden, zowel mentaal als fysiek. Zo loopt bijvoorbeeld in Slowakije een intensief welzijnsproject met concrete preventie-initiatieven, waar medewerkers – naast een driejaarlijks medisch onderzoek – regelmatig naar een 'Health Day' kunnen voor een snelle medische check. In België krijgt geestelijke gezondheid expliciete aandacht, met onder andere voordrachten en interactieve sessies met leidinggevenden, zodat zij stress en burn-out bespreekbaar maken in hun teams.

In onze HR-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Die gelijke behandeling van werknemers hebben we ook opgenomen in de KBC-Gedragslijn en in de verschillende manifesten en charters die we hebben ondertekend. We willen als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier. Daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol. Daarnaast verhogen we ook het bewustzijn rond diversiteit bij onze medewerkers.

We stimuleren het groepsdenken bij onze medewerkers. Met Team Blue wil KBC alle collega's uit de verschillende landen en afdelingen verenigen zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf, zodat ze gebruikmaken van elkaars ervaring en slim

kopiëren van elkaar. We stimuleren dit groepsdenken ook op een ludieke manier, onder meer via de Team Blue-uitdagingen. Het bedrijf krijgt dan van de groeps-CEO een uitdaging en gaat die aan. Het afgelopen jaar braken we zo onder meer het wereldrecord van de grootste online quiz. Een andere uitdaging die Team Blue aanging was al sportend samen met collega's, vrienden en familie kilometers te verzamelen. Dat resulteerde in meer dan 770 000 kilometers en in 500 000 euro voor het goede doel.

Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University. Dat is een ambitieus ontwikkelingsprogramma met verschillende sprekers en modules rond bankverzekeren, leiderschap en de klant centraal. Daarnaast maakt KBC actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen.

Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk framework de belangrijke risico's in het humanresourcesproces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het HR-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA-richtlijnen voor het loonbeleid (inclusief variabel loon) en de privacywetgeving General Data Protection Regulation. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het risicobewustzijn van onze medewerkers. Per land leggen we de nodige eigen accenten en nemen we verschillende initiatieven. Bij KBC Ierland, bijvoorbeeld, namen 800 medewerkers verplicht deel aan het programma 'Regulatory Fitness and Probity', dat focust op de lokale richtlijnen van de Ierse wetgever.

Zonder de juiste medewerkers zouden we niet in staat zijn om met KBC een referentie te blijven in de Europese financiële sector. Ook dat is een operationeel risico. Daarom rekruteren we erg gericht en motiveren we onze medewerkers om zich continu bij te scholen.

We volgen de toepassing van ons HR-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met HR-data. Daarmee brengen we bijvoorbeeld informatie over rewardcomponenten, opleidingsuren of absenteïsmedagen in kaart. We toetsen ons beleid voortdurend af aan de marktindicatoren. We monitoren de personeelsaantallen groepswijd en per land. Die cijfers worden elk kwartaal voorgelegd aan het directiecomité.

KBC investeert in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema's aan bod, zoals loon- en

arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Dat heeft ook in 2018 geleid tot het sluiten van collectieve akkoorden in de diverse landen. Daarnaast is er op groepsniveau al meer dan twintig jaar jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Daar ontmoeten werknemersvertegenwoordigers uit de verschillende landen, de KBC-directie en een uitgebreide, internationale HR-delegatie elkaar. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum

is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken.

We volgen de personeelstevredenheid en -betrokkenheid nauw op en bevragen tweejaarlijks onze medewerkers via de Group Employee Survey. De recentste bevraging vond plaats in 2017. De responsgraad bedroeg ruim 87%. Uit de bevraging blijkt dat voor de hele groep de betrokkenheid steeg ten opzichte van het jaar voordien en nu zo'n 1% hoger ligt dan die van de financiële sector in Europa. De betrokkenheidsindex steeg in Tsjechië, Hongarije en Ierland. In Slowakije en Bulgarije daalde de index beperkt ten opzichte van het vorige jaar. In België bleef de index stabiel, maar hij oversteeg er wel de landgebonden benchmarkindex met 4%.

Personeelsbestand van de KBC-groep 31-12-2018 31-12-2017
Totaal personeelsbestand*
In aantallen 41 622 41 876
In vte's 38 368 38 459
Onderverdelingen, in procent (gebaseerd op vte's)*
België 40% 40%
Centraal- en Oost-Europa 55% 56%
Rest van de wereld 5% 4%
Divisie België 31% 31%
Divisie Tsjechië 24% 22%
Divisie Internationale Markten 34% 33%
Groepsfuncties en Groepscenter 11% 14%
Genderdiversiteit (aandeel vrouwen, gebaseerd op aantallen)
In totaal personeelsbestand 57% 57%
In middle & junior management 42% 43%
In senior management (top 300) 16% 16%
In Directiecomité 14% 14%
In Raad van Bestuur 31% 31%
Group employee survey (om de 2 jaar)
Responsgraad (in % van totaal) 87%
Betrokkenheid (score) 56%
Overige informatie
Aandeel deeltijders (in % van totaal personeel) 17% 17%
Gemiddelde leeftijd (in jaren) 42 42
Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 13 13
Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker 9 8
Werknemersverloop (in % van totaal personeel) 13% 12%
Interne arbeidsmobiliteit (in % van totaal personeel) 22% 18%
Aantal opleidingsdagen per medewerker 4,2 4,7

over diversiteit in onze Raad van Bestuur en ons Directiecomité vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur van dit jaarverslag.

* Noteer dat we ook de flexibele DPP- en DPC-contracten (tijdelijke contracten vooral voor studenten) in Tsjechië en Slowakije opnemen in de totalen (maar niet in de andere verdelingen in de tabel).

Ons kapitaal

Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2018 bedroeg ons totale eigen vermogen 19,6 miljard euro en bestond het vooral uit het eigenlijke aandelenkapitaal, uitgiftepremies, reserves en Additional tier 1-instrumenten. Eind 2018 werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 416 155 676 aandelen, een afname van 2 441 891 aandelen tegenover het vorige jaar als gevolg van het inkoopprogramma voor eigen aandelen (-2,7 miljoen aandelen), deels gecompenseerd door de jaarlijkse kapitaalverhoging voor het personeel in december (+258 109 aandelen).

Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. Een groep aandeelhouders, bestaande uit MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de vaste aandeelhouders van onze groep. Tussen die kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de Algemene Vergadering en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur. De huidige overeenkomst werd aangegaan voor een periode van tien jaar met ingang van 1 december 2014. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen 40% van onze aandelen.

Het is onze bedoeling (onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering) minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst uit te keren als dividend

Geografische samenstelling van aandeelhouders (midden 2018, eigen KBC-schattingen)

(dividenden op aandelen en coupons op de AT1-instrumenten samen). Tenzij er zich uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden voordoen, zullen we, als voorschot op het totale dividend, elk jaar in november een interimdividend voor het lopende boekjaar uitkeren van 1 euro per aandeel, en daarnaast een slotdividend na de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. Zie ook de informatie over de referentiekapitaalpositie in We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering bedraagt het brutodividend over 2018 in totaal

3,50 euro per aandeel (een uitkeringsratio van 59%). Hiervan werd al 1 euro uitbetaald als interimdividend in november 2018.

Tussen 22 mei en 3 juli 2018 heeft KBC Groep NV 2,7 miljoen eigen aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van 180 549 108 euro. De gemiddelde prijs bedroeg 66,87 euro

per aandeel, de fractiewaarde van een aandeel bedroeg 3,48 euro en de ingekochte aandelen vertegenwoordigden 0,65% van het gestorte kapitaal. De inkoop van eigen aandelen gebeurde om de verwatering veroorzaakt door de kapitaalverhogingen voor het personeel uit vorige jaren te compenseren. Op 8 augustus 2018 werden de betrokken aandelen vernietigd.

KBC-aandeel 2018 2017
Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 416,2 418,6
Koersontwikkeling in het boekjaar*
Hoogste koers (in euro) 77,8 72,5
Laagste koers (in euro) 55,3 57,0
Gemiddelde koers (in euro) 67,4 66,5
Slotkoers (in euro) 56,7 71,1
Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar -20% +21%
Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 23,6 29,8
Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Bloomberg)
In miljoenen aandelen 0,7 0,8
In miljoenen euro 49 50
Eigen vermogen per aandeel (in euro) 41,4 41,6

* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV, 31 december 2018* Aantal aan
delen op het
moment van
kennisgeving
Percentage van
het huidige
aantal
aandelen
KBC Ancora 77 516 380 18,6%
Cera 11 127 166 2,7%
MRBB 47 887 696 11,5%
Andere vaste aandeelhouders 30 304 101 7,3%
Subtotaal vaste aandeelhouders 166 835 343 40,1%
Free float 249 320 333 59,9%
Totaal 416 155 676 100,0%

* Het overzicht is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie.

Koersontwikkeling van het KBC-aandeel over 1 jaar

(31 december 2017 = 100%, eindeweekgegevens)

Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke

depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.

Outlook/watch/ Short term debt
Ratings1
, 14-03-2019
Long term debt rating review rating
Fitch
KBC Bank NV A+ (Stabiele outlook) F1
KBC Groep NV A (Stabiele outlook) F1
Moody's
KBC Bank NV2 A1 (Positieve outlook) P-1
KBC Groep NV Baa1 (Positieve outlook) P-2
Standard & Poor's
KBC Bank NV A+ (Stabiele outlook) A-1
KBC Verzekeringen NV A (Stabiele outlook)
KBC Groep NV A- (Stabiele outlook) A-2

1 Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Voor KBC Verzekeringen gaat het over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.

2 Long term deposit rating is Aa3 (positive outlook)

Ons netwerk en onze relaties

Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2018.

Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving.

Investor relations

De missie van ons Investor Relations Office is het verstrekken van tijdige, transparante, consistente en relevante informatie met betrekking tot de bedrijfsstrategie, trends en financiële gegevens aan analisten, investeerders,

ratingagentschappen, enz. Die informatie wordt wijd verspreid en alle betrokken partijen hebben toegang tot die informatie. Investor Relations heeft een directe lijn met en staat in dagelijks contact met het topmanagement van de groep. Het geeft aanbevelingen over de informatie die aan de markt wordt gegeven, verzamelt informatie over de markt zelf (waaronder de meningen van de analisten over KBC en de samenstelling van de aandeelhouders van KBC) en is betrokken bij het briefen van het senior management inzake contacten met analisten en investeerders.

In 2018 organiseerde Investor Relations 52 road shows (de meeste daarvan in Londen en New York) en 18 reverse road shows (in het hoofdkantoor van KBC) en participeerde in 6 internationale conferenties, in het overgrote deel ervan samen met leden van KBC's topmanagement (meestal CEO of CFO). Ongeveer 27 sellside-analisten zorgen voor een continue coverage van onze groep. De lijst van

Meer over onze kredietratings vindt u op www.kbc.com > Investor Relations > Kredietratings. Details over onze schulduitgiften vindt u in de Debt investor presentation op www.kbc.com > Investor Relations > Presentaties.

deze analisten vindt u op www.kbc.com. U vindt een samenvatting van hun aanbeveling m.b.t. het KBC-aandeel (op eind 2018) in de tabel.

Investor Relations 2018
Aantal road shows 52
Aantal reverse road shows 18
Aantal internationale conferenties 6
Aantal sellside-analisten dat KBC opvolgt 27
Aanbevelingen van de sellside analisten m.b.t. het KBC-aandeel (op 31-12-2018)
"Buy"/"Outperform" 70%
"Hold"/"Neutral" 26%
"Sell"/"Underperform" 4%
KBC Investor Relations app

Onze strategie

Onze strategie steunt op vier principes:

  • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
  • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen.
  • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame en rendabele groei realiseren.
  • We nemen onze verantwoordelijkheid in de samenleving en de lokale economieën.

We voeren die strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.

Duurzaam ondernemen betekent voor ons in staat zijn te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders en dat we al onze verplichtingen nakomen, niet alleen nu maar ook in de toekomst. Onze duurzaamheidsstrategie bestaat uit financiële veerkracht en de 3 hoekstenen:

  • verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren;
  • onze positieve impact op de samenleving vergroten;
  • onze nadelige impact op de samenleving beperken.

De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur

We moeten elke dag het vertrouwen van onze klanten blijven verdienen. We streven ernaar hun complete, toegankelijke en relevante oplossingen aan te bieden tegen een faire prijs en stellen alles in het werk voor een optimale klantervaring. We starten dan ook vanuit hun behoeften, en niet vanuit onze bank- en verzekeringsproducten.

We moeten ons daarbij continu aanpassen aan de erg veranderlijke omgeving, het wijzigende gedrag en de veranderde verwachtingen van onze klanten en nieuwe technologieën. We luisteren daarom continu naar onze klanten en houden de vinger aan de pols bij de lancering van nieuwe producten. Maar ook tijdens de ontwikkeling ervan hebben we de klant al graag mee aan boord. Maar daarnaast hebben we ook oog voor wat er leeft en evolueert in onze maatschappij. De inzichten die we verkrijgen zijn cruciaal om mee te groeien met onze klanten en onze maatschappij.

Iedereen weet dat in de afgelopen jaren de digitale dimensie van overweldigend belang is geworden in de financiële wereld. Dat heeft een sterke invloed op het gedrag van klanten. Die verwachten vandaag nog meer dan vroeger een snelle of zelfs onmiddellijke dienstverlening. Ze houden niet van complexiteit, wensen zo veel mogelijk gebruiksgemak en zijn veel meer dan vroeger experts op verschillende gebieden dankzij het internet, waarop ze op eenvoudige wijze verschillende aanbieders kunnen vergelijken. Het is dus essentieel het klantenvertrouwen telkens weer te blijven verdienen.

Ook in die digitalere wereld willen we een geïntegreerd antwoord bieden op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klant met een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder,

complementair en geoptimaliseerd aanbod. We investeren tussen 2017 en eind 2020 zo'n 1,5 miljard euro in die digitale transformatie.

Digitaliteit is echter een middel, geen doel. Het is onze ambitie om onze menselijke aanpak nog te versterken door een gepaste inzet van digitaliteit en artificiële intelligentie. Elke klant bepaalt daarbij zelf zijn digitaliseringsgraad en zijn privacygrenzen. Menselijk contact zal daarbij nog altijd een cruciale rol spelen, maar versterkt worden door digitale mogelijkheden, zoals face-to-facecontact ondersteund door robotadvies of chatbots zoals in de K'Ching-app in België. In het hoofdstuk Onze divisies geven we verschillende voorbeelden van nieuwe digitale producten en diensten in onze kernlanden.

Die manier van werken vereist ook een verdere interne vereenvoudiging van processen, systemen en producten. Daarom zullen we de efficiëntie en effectiviteit van onze processen en ons databeheer verder opdrijven om onze klanten een comfortabele en aangename ervaring te bieden, snel en gedecideerd.

En we zorgen er bovendien voor dat we binnen onze groep ideeën uitwisselen en toepassingen zoveel mogelijk kopiëren en hergebruiken in andere kernlanden van de groep. Zo creëren we verdere synergieën en oefenen we een hefboomwerking uit op het talent, het ondernemerschap en de middelen die aanwezig zijn in de groep.

Privacy en databescherming zijn onlosmakelijk verbonden met ons metier als bank-verzekeraar en dus van het grootste belang voor zowel onze interne als externe stakeholders. De digitalisering biedt ons een veelheid aan gegevens, waardoor we onze klanten beter kennen en ze beter kunnen adviseren.

Maar uiteraard vinden klanten het pas goed dat we hun gegevens analyseren als ze ons al vertrouwen, en daarvoor hebben we een weloverwogen privacybeleid opgesteld. Privacy en databescherming zijn immers niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief.

We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen. Een slimme data-analyse gekoppeld aan een goede privacybescherming beschouwen we als dé kans om het vertrouwen van onze klanten te verdiepen.

We verwachten dat onze medewerkers op een toegankelijke, duidelijke, begrijpelijke en transparante manier communiceren met onze klanten. Dat is niet eenvoudig, denk maar aan de verplichtingen die de wetgever ons oplegt, zoals brieven rond risico's, kosten en provisies. Enkele jaren geleden zijn we daarom in België gestart met een project rond vereenvoudigen en verbeteren van onze klantencommunicatie.

Verder zorgen we dat onze commerciële medewerkers zich permanent bijscholen en laten vormen zodat ze voldoende aandacht hebben voor risico-evaluatie van de verschillende producten en diensten.

Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie. Als bank-verzekeraar nemen we ook hier onze verantwoordelijkheid: we zetten in op financiële geletterdheid en door degelijk en transparant advies willen we onze klanten helpen bij het nemen van de juiste beslissing. In het deel Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving sommen we diverse voorbeelden op van onze initiatieven om financiële geletterdheid te stimuleren.

Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo's, en organiseren jaarlijks een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen.

De doelstellingen en resultaten voor klantervaring en reputatie vindt u hierna.

In de beoordeling vergelijken we de score van de belangrijkste KBC-entiteit(en) in elk kernland met de gemiddelde score van de sector (peergroep) per land. Vanaf 5 procentpunt verschil met het peergroepgemiddelde noemen we een score hoger of lager.

KPI Wat? Doel en resultaat
Reputatie-index De index toont de algemene attitude van het
publiek t.o.v. het bedrijf en wordt beïnvloed
door de performance van 7 beheersbare
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde1
per land
reputation drivers die ook gemeten worden in
de studie. De bevraging wordt uitgevoerd
door Ipsos.
Resultaat in 2018: de scores van KBC in België, Cˇ SOB in
Tsjechië, Cˇ SOB in Slowakije, K&H in Hongarije, UBB/DZI in
Bulgarije en KBC Bank Ireland in Ierland liggen in de lijn
van het gemiddelde van de peergroep in hun land.
Klantervaring Klantervaring wordt gemeten aan de hand
van de antwoorden bij de stellingen 'biedt
kwaliteitsdiensten en -producten aan', 'biedt
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde1
per land
transparante diensten en producten aan', 'is
gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede
prijs-kwaliteitverhouding' en 'begrijpt wat de
klant nodig heeft'. De bevraging wordt
uitgevoerd door Ipsos.
Resultaat in 2018: de scores van KBC in België, Cˇ SOB in
Tsjechië, Cˇ SOB in Slowakije, K&H in Hongarije, UBB/DZI in
Bulgarije en KBC Bank Ireland in Ierland liggen in de lijn
van het gemiddelde van de peergroep in hun land.
Digitale
interactie
Aandeel van klanten dat met KBC interageert
door middel van minstens een van de
Doel: ≥ 80% in 2020
niet-fysieke kanalen (digitaal of adviescenter
op afstand)2
Resultaat 2018: 78%

1 De financiële benchmarks zijn in België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, Ethias, AG Insurance, Belfius, Baloise; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna, Fio banka, Cˇeská pošta, Unicredit Bank; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest Bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VÚB Banka, Tatra banka, Prima banka, Poštová Banka, Unicredit Bank, Allianz; in Ierland: Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB, EBS; in Bulgarije. UniCredit Bulbank, DSK Bank, Allianz Bank, Central Cooperative Bank, Bulstrad Vienna Insurance, Armeec, Piraeus bank, Allianz Insurance. De scores slaan op de merken KBC (Bank en Verzekeringen) in België, CˇSOB (Bank) in Tsjechië, CˇSOB (Bank) in Slowakije, K&H (Bank) in Hongarije, KBC in Ierland en UBB en DZI in Bulgarije.

2 Exclusief Bulgarije en Postal Savings Bank (Tsjechië). Exclusief niet-actieve klanten. Inclusief klanten die, naast de niet-fysieke kanalen ook via de kantoren in contact staan met KBC. Gewogen op basis van het aantal actieve klanten per land.

We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring

Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd productaanbod. We adviseren op basis van behoeften die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals gezin, wonen, mobiliteit, enz. Onze klanten dromen immers niet van kredieten of verzekeringen, maar wel van een auto, een huis, een reis, een eigen zaak. Zaken waarvoor ze geld nodig hebben. En als ze die zaken hebben, willen ze die beschermen. Dan kijken ze uit naar een verzekering. Dankzij ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel kunnen wij hun proactief een compleet gamma bank- en verzekeringsproducten aanbieden.

Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod.

Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.

Zoals al vermeld doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service. De optimale kanalenmix wordt lokaal bepaald op basis van de behoeften van de klant en hangt ook af van de maturiteitsgraad van onze bank en verzekeraar in elk land.

We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. De uitrol van het model verschilt van land tot land.

In België staan we op dat vlak het verst. Daar treedt ons bankverzekeringsbedrijf op als één operationele eenheid die zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een belangrijk kenmerk van ons model in België is trouwens de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.

In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we zo snel mogelijk een geïntegreerd distributiemodel creëren dat synergieën mogelijk maakt. In Ierland focussen we op samenwerking met externe partijen.

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we ook verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2018 bij ongeveer acht op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij acht tot negen op de tien een woningverzekering. Bij Cˇ SOB in Tsjechië namen zes van de tien klanten die in 2018 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep.

Nog een ander voorbeeld: in België heeft ongeveer de helft van de gezinnen die bankieren bij KBC Bank, minimaal ook een product van KBC Verzekeringen. Ruwweg een op vijf van die gezinnen heeft zelfs minimaal drie bankproducten en drie verzekeringsproducten van KBC. Het aantal klanten dat zowel bank- als verzekeringsklanten van onze groep bezit, nam

opnieuw toe in 2018. De cijfers per divisie vindt u in de tabellen hierna.

We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties en digitalisering op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat Doel en resultaat
CAGR bank
verzekerings
klanten
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van aantal
klanten met minimaal 1 bank- en 1
verzekeringsproduct van de groep1
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in België, ≥ 15% in
Tsjechië, ≥ 10% in Internationale Markten
Resultaat CAGR 2016-2018: +1% in België, +12% in
Tsjechië en +31%2
in Internationale Markten
CAGR stabiele
bank
verzekerings
Samengestelde jaarlijkse groeivoet van aantal
klanten met minimaal 2 bank- en 2
verzekeringsproducten van de groep (voor
Doel: CAGR 2016-2020 ≥ 2% in België, ≥ 15% in
Tsjechië, ≥ 15% in Internationale Markten
klanten België 3 en 3)1 Resultaat GAGR 2016-2018: +1% in België, +19% in
Tsjechië en +33%2 in Internationale Markten

1 Gebaseerd op een lijst met vooraf bepaalde producten.

2 Aangroei vooral door de opname van UBB Life in de cijfers (zie We focussen op duurzame en rendabele groei).

We focussen op duurzame en rendabele groei

Het uitbouwen van langetermijnrelaties met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken dan ook niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.

Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten en dat we maar in zeer beperkte mate investeren in projecten buiten die kernmarkten. Onze geografische voetafdruk blijft onveranderd gefocust op onze kernlanden. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn. We willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria.

In 2018 waren onze overnameactiviteiten beperkt. In Bulgarije namen we het resterende belang van 40% over in de joint venture UBB Life, de levensverzekeringsmaatschappij van onze dochtermaatschappij United Bulgarian Bank. We integreerden UBB Life in DZI. Dankzij deze overeenkomst zal KBC levens- en schadeverzekeringsproducten van DZI kunnen verdelen via de kantoren van UBB. Zo kan het zijn bankverzekeringsmodel helemaal uitrollen in de Bulgaarse markt, een van de

kernmarkten van KBC. DZI en UBB Life hebben daardoor nu een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 20% in de Bulgaarse levensverzekeringsmarkt.

Streven naar duurzame en rendabele groei betekent ook dat we zorgen voor een gediversifieerde inkomstenbasis. Daarom willen we meer inkomsten genereren uit fee business (provisieinkomsten, onder meer uit onze assetmanagementactiviteiten) en verzekeringsactiviteiten (verdiende premies), naast onze rente-inkomsten. We willen ook ons one stop shop-aanbod voor onze klanten verder uitbreiden via partnerships met fintechbedrijven of zelfs branchegenoten en ook diensten aanbieden die samenhangen met bankverzekeren, zoals adviesverlening.

Bovendien is, om duurzaamheid te kunnen waarborgen, een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer.

We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel en resultaat
CAGR totale
opbrengsten
Samengestelde jaarlijkse groei van totale
opbrengsten. De berekening is exclusief
de waardeschommeling van de ALM
derivaten gebruikt voor balansbeheer.
Doel: CAGR totale opbrengsten 2016-2020 ≥ 2,25%
Resultaat 2016-2018: +2,5%
Kosten
inkomstenratio
[Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] /
[totale opbrengsten van de bankactiviteiten].
De ratio wordt berekend inclusief en exclusief
de speciale bankentaksen.
Doel: kosten-inkomstenratio (excl./incl. bankentaks):
≤ 47%/≤ 54% in 2020
Resultaat 2018 (excl./incl. bankentaks): 51%/57,5%
Gecombineerde
ratio
[Verzekeringstechnische lasten, inclusief
interne schaderegelingskosten / verdiende
verzekeringspremies] + [bedrijfskosten /
geboekte verzekeringspremies] (voor
schadeverzekeringen, en gegevens na
herverzekering)
Doel: gecombineerde ratio: ≤ 94% in 2020
Resultaat 2018: 88%
Innovatie Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve
diensten/producten sneller dan de
concurrentie', 'Innoveert continu om de
klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de
verwachtingen van de klant', 'Gebruikt
geavanceerde technologieën'. De bevraging
wordt uitgevoerd door Ipsos.
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land*
Resultaat in 2018: KBC in België en KBC Bank Ireland in
Ierland halen een hogere score dan het
peergroepgemiddelde. De scores van Cˇ SOB in Slowakije
en K&H in Hongarije liggen in de lijn van het gemiddelde
van de peergroep in hun land. Cˇ SOB in Tsjechië en
UBB/DZI in Bulgarije scoren beneden het gemiddelde van
de peergroep in die landen.

* De lijst van benchmarks en uitleg bij de methodologie vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Meer informatie over onze financiële prestaties vindt u in het hoofdstuk Ons financieel rapport.

Onze rol in de samenleving

Als duurzame bank-verzekeraar willen we in de eerste plaats in staat zijn om te beantwoorden aan de verwachtingen van al onze stakeholders. Daarnaast willen we onze verplichtingen nakomen om zo een duurzame dienstverlening niet enkel vandaag maar ook in de toekomst te kunnen garanderen. Bij het uitoefenen van die kernactiviteiten houden we terdege rekening met de ethische, sociale en milieuaspecten ervan, omdat we ervan overtuigd zijn dat dat de beste garantie is op het creëren van langetermijnwaarde voor alle stakeholders.

We geloven dat we door een steeds verdere verduurzaming van onze kernactiviteiten een wezenlijk verschil kunnen maken voor de lokale economie en de samenleving. We vinden het ook heel belangrijk dat duurzaamheid geïntegreerd wordt in de hele bedrijfsvoering en uitgedragen wordt door alle medewerkers. Dat kunnen we alleen als we over voldoende financiële veerkracht beschikken. Daarom zoeken we steeds een evenwicht tussen gezonde rendabiliteit en het waarmaken van onze rol als maatschappelijk verantwoordelijke onderneming. We focussen daarbij op het stimuleren van verantwoord gedrag bij onze medewerkers, het vergroten van onze positieve impact op de samenleving en het beperken van onze nadelige impact op de samenleving

Duurzame ontwikkelingsdoelen

In 2015 ondertekenden de VN-lidstaten een ontwikkelingsplan om de wereld tegen 2030 te verbeteren. Dat ambitieuze actieplan omvat 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals of SDG's). De SDG's vragen inspanningen van alle actoren in de samenleving, dus ook van de bedrijfswereld.

Als financiële instelling wil KBC bijdragen aan het economische welzijn van bedrijven, particulieren en overheden en hen ondersteunen om betere maatschappelijke resultaten te behalen. We ontwikkelen duurzame bank- en verzekeringsproducten en diensten die tegemoetkomen aan sociale en milieu-uitdagingen. We hebben dan ook onze duurzaamheidsstrategie geënt op de SDG's. Hoewel er een onderlinge samenhang is tussen de 17 SDG's en ze allemaal relevant zijn, hebben we een selectie gemaakt van de doelen waarop we, via onze kernactiviteiten, de grootste impact kunnen hebben. In de tekening vindt u de samenhang tussen onze duurzaamheidsstrategie en de SDG's.

Goede gezondheid en welzijn

We willen bank- en verzekeringsproducten ontwikkelen gericht op gezondheid, gezondheidszorg en het verbeteren van de levenskwaliteit. Met onze maatschappelijke projecten focussen we onder andere op gezondheid en verkeersveiligheid. We promoten een goede werk-levensbalans bij onze werknemers.

Betaalbare en duurzame energie

We dragen actief bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix. We investeren in initiatieven op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie via onze bank- en verzekeringsactiviteiten en we hebben een exit-programma uitgewerkt voor de financiering van niet-duurzame energieoplossingen.

Eerlijk werk en economische groei

Via onze bank- en verzekeringsactiviteiten ondersteunen we ondernemerschap en de creatie van jobs en dragen we bij tot duurzame economische groei. We ondersteunen startende ondernemers en investeren in innovatie en technologie door samenwerkingsverbanden met start-ups en fintechs. We hebben een belangrijke rol bij de bescherming van de fundamentele arbeidsrechten, eerlijke verloning, gelijke kansen en opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor al onze medewerkers.

Verantwoorde consumptie en productie

We ondersteunen de overgang naar een koolstofarme- en circulaire economie. We ontwikkelen duurzame banken verzekeringsproducten en diensten die tegemoetkomen aan sociale en milieu-uitdagingen. We bieden duurzame investeringen aan als een evenwaardig alternatief voor conventionele fondsen. We willen onze eigen negatieve impact verminderen door duurzaam om te gaan met energie, papier, water, mobiliteit en afval en door onze broeikasgasemissies te reduceren.

Klimaatactie

We passen een strikt milieubeleid toe op onze krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. We ontwikkelen bedrijfsoplossingen die klanten helpen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de overgang naar een koolstofarme economie te verwezenlijken. We beperken onze eigen milieu-impact en communiceren daarover. We willen de klimaatgerelateerde risico's aanpakken en inzetten op eraan gerelateerde opportuniteiten.

We willen verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren

Als we het vertrouwen van onze stakeholders willen behouden en doen groeien, is het uiterst belangrijk dat we ons verantwoordelijk gedragen in alles wat we doen. Dat onderwerp staat daarom hoog op onze agenda. Ook in 2018 werd veel werk geleverd rond verantwoord gedrag, meer bepaald rond de mindset van verantwoord gedrag. Verantwoord gedrag is namelijk meer dan regelgeving en compliance. Het is een attitude. Het is een taak van iedereen in de organisatie, in elke laag van de organisatie elke dag opnieuw.

Verantwoord gedrag is moeilijk te definiëren. We hebben dan ook bewust gekozen om geen gedetailleerde richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is, maar we geven principes mee. Die principes zijn gebundeld in 'Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag'. Het is geen alomvattend document waarin alle situaties vermeld staan waarmee medewerkers in hun professionele dagdagelijkse taken worden geconfronteerd, omdat er ruimte moet zijn voor gezond verstand en professioneel multidimensionaal inzicht dat verder reikt dan cijfers. De basis van verantwoordelijk gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor

medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar op een nadrukkelijke manier tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding en bewustzijn. Zo is verantwoord gedrag ook een onderdeel van de KBC University, het opleidingsprogramma voor directieleden. De theorie wordt er toegelicht en ingeoefend aan de hand van concrete situaties. De bedoeling is dat directieleden dat verder uitdragen in de hele organisatie. Daarnaast lanceren we in België bijvoorbeeld elke maand een dilemma op intranet. Collega's worden op die manier uitgenodigd om het dilemma in groep te bespreken en vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.

We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze terug op www.kbc.com/nl/ beleidslijnen. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten

Naast onze bijdrage aan de reële economie willen we ook onze positieve impact op de samenleving vergroten. Door innovatieve financiële- en verzekeringsoplossingen te ontwikkelen als antwoord op lokale maatschappelijke thema's willen we mondiale uitdagingen aangaan. Rekening houdend met de lokale context van onze verschillende thuismarkten hebben we de volgende focusdomeinen vooropgesteld: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid. De focusdomeinen zijn een vertaalslag van de SDG's naar onze duurzaamheidsstrategie en onze dagelijkse activiteiten.

We zijn ervan overtuigd dat we, door actief bij te dragen aan de verduurzaming van de financiële markten, een hefboomeffect kunnen creëren in de transitie naar een koolstofarme economie. Daarom brachten we in juni – als eerste Belgische financiële instelling – onze eerste groene obligatielening (Green Bond) uit: het betrof een uitgifte van 500 miljoen euro met een looptijd van 5 jaar, voorbehouden aan institutionele en professionele beleggers. Een groene obligatielening is een obligatielening die beantwoordt aan de Green Bond Principles. Die richtlijnen van de International Capital Markets Association bepalen dat de financiële middelen die door deze obligatie worden opgehaald enkel

gebruikt mogen worden voor de financiering en herfinanciering van duurzame projecten.

We blijven ook inzetten op duurzame beleggingsfondsen: we bieden onze klanten een veelzijdig aanbod van duurzame beleggingsfondsen, variërend van traditionele Best-in-Classfondsen en fondsen met duurzaamheidsthema's tot de meer recente Impact Investing-fondsen. We voeren een diepgaande doorlichting door om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor duurzame en verantwoorde beleggingsoplossingen. We hebben een doel bepaald voor duurzame fondsen. Dat bedraagt 10 miljard euro in duurzame beleggingen (onder management) tegen 2020. Verderop vindt u waar we momenteel al staan.

In mei 2018 startte KBC – als promotor – als eerste op de Belgische markt met een door KBC Asset Management beheerd duurzaam pensioenspaarfonds dat volledig beantwoordt aan de BEAMA-vereisten inzake duurzaamheid. Pricos SRI, dat geen eindvervaldag heeft en geen kapitaalbescherming biedt, is een actief beheerd pensioenspaarfonds dat enkel belegt in bedrijven en emittenten die de toets van de duurzaamheidsscreening van KBC Asset Management, als beheerder, doorstaan. Dat betekent dat die bedrijven hoog moeten scoren op het vlak van milieu, sociaal beleid en behoorlijk ondernemingsbestuur.

Focus Wat? Hoe? Enkele recente voorbeelden:
Financiële
geletterdheid
• Klanten helpen de juiste keuzes te maken
door goede en transparante adviesverlening
en duidelijke communicatie;
• Verbeteren van de kennis bij het brede
publiek van financiële concepten en
producten.
• Lancering van initiatieven rond financiële educatie in
alle landen, o.a. seminaries, verschillende
masterprogramma's, aanbod van digitale leerpakketten
en stageprogramma's;
• Sinds 2016 wordt door Cˇ SOB-collega's in verschillende
scholen in Tsjechië les gegeven over financiële
onderwerpen;
• Projecten rond vereenvoudiging en verbeteren van
onze klantencommunicatie;
• Get-a-teacher in KBC België, dat scholen de
mogelijkheid geeft de financiële kennis uit te breiden
door een lesgever te bestellen bij KBC.
Milieu
bewustzijn
• Verkleinen van onze milieuvoetafdruk via
uiteenlopende initiatieven en doelstellingen;
• Ontwikkelen van diensten en producten die
een positieve bijdrage kunnen leveren aan
het milieu.
• Uitgifte van de eerste Green bond en een duurzaam
pensioenspaarfonds in België;
• Uitbreiding van multimobiliteit bij KBC Autolease, met
onder meer de ontwikkeling van fietsleasing voor
bedrijven;
• Energie- en renovatiecheck in België: online tool die je
een overzicht geeft van alle energiebesparende
maatregelen die zinvol zijn voor je huis;
• Samenwerking tussen verzekeraar DZI in Bulgarije en
SPARK, het eerste autodeelbedrijf met elektrische
wagens in Sofia.
Ondernemer
schap
• Door innovatieve ideeën en projecten te
ondersteunen, bijdragen tot economische
groei.
• Oprichting van KBC Trade Club: een matchmaking
community en bibliotheek met marktinformatie voor
ondernemers, met toegang tot duizenden bedrijven in
verschillende landen via de Trade Club Alliance;
• Uitbreiding van Start it @KBC met focus op diversiteit
(vrouwelijke oprichters), corporate ventures en
internationalisering;
• Oprichting van Start it @K&H in Hongarije;
• Ondersteunen van lokale initiatieven via het Bolero
crowdfundingplatform;
• Klanten aanmoedigen de stap naar e-commerce te
zetten via Storesquare, FarmCafe en dergelijke.
Vergrijzing en
gezondheid
• In België en Tsjechië kozen we Vergrijzing
als vierde pijler. Dat houdt in dat we ons
beleid en ons aanbod van diensten en
producten aanpassen aan het feit dat
mensen langer leven en dat we positief
bijdragen aan de problematiek rond
vergrijzing door vanuit onze kernactiviteiten
specifieke oplossingen en diensten aan te
bieden.
• In Bulgarije, Slowakije, Hongarije en Ierland
kozen we Gezondheid als vierde pijler. Die
kernlanden zullen diensten, producten en
projecten ontwikkelen die erop gericht zijn
de algemene gezondheid, de
gezondheidszorg en de levenskwaliteit te
verbeteren.
• Digi-Dinsdag: aanbod van gratis opleidingen die
klanten vertrouwd maken met de digitale evolutie en
de mogelijkheden en het gebruiksgemak die dat voor
hen biedt;
• Lancering door Cˇ SOB in Tsjechië van het onlineportaal
Don't get lost in old age in samenwerking met het Sue
Ryder Home-adviescentrum;
• FitBit Pay in Ierland: Een betaaloplossing voor
gezondheidsbewuste klanten die connectie maakt met
o.a. fitnessapparaten;
• Financiële en materiële hulp aan zieke kinderen met
het K&H MediMagic-programma in Hongarije.

We willen onze nadelige impact op de samenleving beperken

De klimaatverandering is wereldwijd een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw. KBC heeft zich geëngageerd om bij te dragen aan de overgang naar een CO2 -arme(re) economie en samenleving. Dat doen we op drie manieren: door meer te investeren in hernieuwbare energie en minder in fossiele brandstoffen, door energiebesparing te stimuleren en door de eigen milieuvoetafdruk te beperken.

Onze directe impact:

Onze eigen milieuvoetafdruk beperken we door:

• doelstellingen op te leggen inzake onze CO2 -uitstoot. Tegen 2030 willen we 50% minder broeikasgassen uitstoten dan in 2015;

  • in de KBC-gebouwen het aandeel groene stroom op te drijven en te streven naar energie-efficiëntie;
  • in alle kernlanden het ISO 14001-certificaat te behalen;
  • ook in ons HR-beleid te streven naar een CO2 -arme(re) samenleving. We trachten het woon-werkverkeer en de dienstverplaatsingen te verminderen via telewerken en skypevergaderingen, het openbaar vervoer te promoten, fietsleasing aan te bieden en autoleasers een groen duwtje in de rug te geven.

De data en berekeningen van de CO2 -emissies werden geverifieerd door Vinçotte conform ISO 14064-3. Meer gedetailleerde informatie over onze milieuvoetafdruk vindt u in het duurzaamheidsverslag.

Eigen milieuvoetafdruk (broeikasgasemissies, in ton CO2
e), KBC-groep*
2018 2017
Scope 1-emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik en emissies van dienstverplaatsingen en woon
werkverkeer met de eigen vloot.
37 629 41 730
Scope 2-emissies omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stadswarmte, koeling en stoom). 22 955 27 551
Scope 3-emissies omvatten emissies van dienstverplaatsingen en woon-werkverkeer (met uitzondering van de emis
sies van de eigen vloot die vervat zijn in de scope 1-emissies), emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwer
king.
25 004 24 903
Totaal 85 588 94 183
Totaal per vte 2,3 2,5
Gevat door de reductiedoelstelling 64 101 73 029
Gevat door de reductiedoelstelling, per vte 1,7 1,9
ISO 14001 in elk kernland

* Details over de gebruikte methodologie: zie Duurzaamheidsverslag.

Onze indirecte impact:

Als bank-verzekeraar hebben we een indirecte impact op het milieu en de samenleving – onder meer via onze kredietverlening, onze beleggingen en ons fondsenaanbod – die heel wat groter is dan onze directe impact.

Die indirecte impact beperken we onder meer door energiebesparing te stimuleren. KBC biedt zijn klanten volop mogelijkheden aan om zelf een bijdrage te leveren tot een CO2 -armere samenleving. Zo bieden we tal van financieringsen verzekeringsproducten en -diensten aan en werken we nauw samen met verschillende partners. In 2018 bracht KBC als eerste Belgische financiële instelling ook een groene obligatielening uit voor institutionele investeerders. We investeren in hernieuwbare energie en minder in fossiele brandstoffen. KBC bouwt al jaren de financiering van milieubelastende energiebronnen af en sluit de financiering van grootschalige biomassa-activiteiten, extractie van olie en gas, elektriciteitsontwikkeling uit olie- en uit steenkoolontginning uit. Enkel Tsjechië vormt hierop een uitzondering. In 2018 pasten we onze politiek aan, en bepaalden we dat Cˇ SOB in Tsjechië zal uitstappen uit de steenkoolsector en dat de huidige blootstelling aan steenkoolgebaseerde elektriciteitsproductie uiterlijk in 2023 tot nul herleid moet zijn. Dat betekent vanaf midden 2018 geen financiering van nieuwe en bestaande steenkoolcentrales en steenkoolmijnen (met 1 uitzondering: tot 2035 kunnen

bestaande steenkoolcentrales voor centraal aangestuurde verwarming nog steeds gefinancierd worden om verdere ecologische verbeteringen aan deze bestaande centrales aan te brengen). Eind 2018 bedraagt de steenkoolfinanciering van KBC/Cˇ SOB nog minder dan 40 miljoen euro, ten opzichte van 256 miljoen euro twee jaar eerder. Voor milieubelastende energiebedrijven zetten we niet alleen de financiering stop, maar ook de verzekeringen. Tegen 2030 wil KBC dat 50% van zijn energiekredieten naar hernieuwbare energie gaat (verderop vindt u waar we momenteel al staan). Vandaag heeft KBC al een belangrijk aandeel in de financiering van windenergie in Vlaanderen, zowel op land als op zee. Verder ondertekende KBC de Green Deal Circulaire Aankopen. Met deze ondertekening wil KBC een bijdrage leveren aan de realisatie van een meer circulaire economie in Vlaanderen.

We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. In de tabel vindt u een overzicht van de belangrijkste recent geactualiseerde duurzaamheidsbeleidslijnen.

In het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's, onder Nieuwe ontwikkelingen, vindt u meer informatie over klimaatgerelateerde risico's en hoe we daarmee omgaan.

Belangrijke KBC-duurzaamheidsbeleidslijnen Van toepassing op

Blacklist van
bedrijven en
activiteiten
Het gaat over bedrijven die te maken hebben met controversiële
wapensystemen (vanaf 2018 met inbegrip van nucleaire wapens) of zware
inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact. Geen enkele
entiteit van onze groep mag met die bedrijven zaken doen. Voor KBC Groep
staan ook speculatieve transacties met agrarische grondstoffen op de blacklist.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers
Rechten van de
mens
We hebben ons beleid inzake mensenrechten aangepast aan de VN
beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de principes van de UN
Global Compact.
Zie verder in een aparte paragraaf hierna.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers, personeel
Controversiële
regimes
We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële
regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die
elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen.
We maken wel een uitzondering voor humanitaire goederen. Op basis van
erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden
opgenomen in de lijst van controversiële regimes.
Kredietverlening,
verzekeringen, eigen
beleggingen, duurzame
en traditionele fondsen,
leveranciers
Sustainable &
responsible bank
and insurance
policy
We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening en het verzekeren
van controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals
de energiesector, projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens,
plantenteelt voor de productie van bedwelmende middelen, gokken, bont,
palmolieproductie, mijnbouw, ontbossing, grondverwerving en onvrijwillige
verhuizing van inheemse bevolking, en prostitutie. We hebben recent de Energy
Credit & Insurance Policy voor steenkoolfinanciering in Tsjechië, de Policy on
Arms-related activities en de policy voor de tabaksindustrie geactualiseerd en
een nieuwe Mining Policy en Animal Welfare Statement geïntroduceerd.
Kredietverlening,
verzekeringen
KBC Asset
Management
uitsluitingen voor
duurzame
beleggingen
Voor de traditionele fondsen passen we de minimale uitsluitingen toe op basis
van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met controversiële
wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN
Global Compact, het beleid inzake mensenrechten en het beleid inzake
controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd
zijn op speculatie op voedselprijzen volledig uitgesloten. Voor de duurzame
fondsen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van omstreden
activiteiten zoals gokken, tabak, ruimtevaart en defensie, bont, enz.
Duurzame fondsen

KBC en de TCFD-aanbevelingen

Klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen waarmee de wereld vandaag wordt geconfronteerd. We erkennen onze verantwoordelijkheid om de overgang naar een koolstofarme economie en samenleving mogelijk te maken en we willen onze rol actief opnemen en verandering ondersteunen.

We zijn ons bewust van de financiële en andere risico's die klimaatverandering met zich meebrengt. De beoordeling en het beheer van deze risico's is geïntegreerd in ons algemene kader voor risicobeheer. We zijn ervan overtuigd dat een transparante communicatie over klimaatgerelateerde impact een gelijk speelveld zal creëren en de vooruitgang zal stimuleren die nodig is om de opwarming van de aarde te beperken. Daarom hebben we in december 2017 de aanbevelingen van de TCFD (Task Force on Climate-related Financial Disclosures) onderschreven.

Onze aanpak vandaag

52 Jaarverslag KBC 2018

Voor zowel onze duurzaamheidsaanpak als ons risicobeheer hebben we een sterk governancemodel. Onze Raad van Bestuur en het Directiecomité vormen daarbij het hoogste niveau (zie Onze duurzaamheidsgovernance).

De voorbije jaren hebben we verschillende stappen gezet inzake het managen van klimaatgerelateerde risico's en opportuniteiten en het verankeren van duurzaamheid in onze kernstrategie en activiteiten.

Onze klimaatstrategie heeft twee dimensies: onze negatieve impact beperken en onze positieve impact vergroten. Gezien de grote invloed van energieverbruik op klimaatverandering, focussen we in eerste instantie op het verminderen van onze blootstelling aan steenkool en andere fossiele brandstoffen, op het vergroten van onze blootstelling aan projecten voor

hernieuwbare energie en op het ondersteunen van investeringen in energie-efficiëntie door onze klanten. Klimaat-gerelateerde risico's i.c. de mogelijke impact van acute natuurrampen, zijn volledig ingebed in het risicobeheer van onze verzekeringsactiviteiten. Op groepsniveau hebben we in 2018 klimaatverandering expliciet als risico gedefinieerd en geïntegreerd als specifiek bedrijfs- en strategisch risico. Klimaatverandering wordt erkend als een toprisico in de recentste risicoscan die is goedgekeurd door de Raad van Bestuur en het Directiecomité en werd geïntegreerd in de financiële planningsoefening. In overeenstemming met onze duurzaamheidsstrategie hebben we al een aantal indicatoren en doelen gedefinieerd die verband houden met klimaatverandering. Die worden in andere delen van dit hoofdstuk beschreven.

  • Mensenrechten

De weg vooruit

Een meer structurele aanpak voor het beheer en de rapportering van klimaatgerelateerde risico's en -opportuniteiten wordt verder ontwikkeld. Vanaf januari 2018 is er een interne werkgroep actief met leden uit alle betrokken afdelingen, die de acties definieert die moeten worden ondernomen. De werkgroep rapporteert aan een stuurgroep onder voorzitterschap van de CRO. De business zal vanaf 2019 betrokken worden. De stuurgroep beslist over de kortetermijnacties die moeten worden ondernomen en bereidt een meerjarig actieplan voor dat tot doel heeft onze klimaatstrategie en rapporteringen geleidelijk in overeenstemming te brengen met de TCFD-aanbevelingen en met de aankomende EU-reglementering inzake duurzame financiering.

Mensenrechten

We doen er alles aan om onze verantwoordelijkheid na te komen om de mensenrechten binnen de hele groep te respecteren. We houden ons vanzelfsprekend aan de wetten, regels en voorschriften van elk land waarin onze groep actief is. Meer specifiek inzake mensenrechten passen we de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten toe (het Protect, Respect and Remedy-kader van de VN). Dat is de wereldwijde norm voor het voorkomen en aanpakken van het risico van negatieve gevolgen van bedrijfsactiviteiten voor de mensenrechten. We verbinden ons in het bijzonder tot het respecteren van de letter en de geest van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties; de principes betreffende de fundamentele rechten in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie zoals uiteengezet in de Verklaring inzake de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk; de VN-Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren; de Moderne Slavernijwet van het Verenigd Koninkrijk en andere internationale en regionale mensenrechtenverdragen die internationaal erkende normen bevatten waaraan het bedrijfsleven zich moet houden. We zijn ook ondertekenaar van de UN Global Compact-principes, en implementeren die in ons beleid om ervoor te zorgen dat ze toegepast worden in al onze activiteiten.

KBC erkent dat financiële instellingen, net als alle andere ondernemingen, te maken kunnen hebben met praktijken die de mensenrechten schaden. Wij erkennen dat bedrijven, met inbegrip van financiële dienstverleners, op drie manieren in verband kunnen worden gebracht met negatieve gevolgen voor de mensenrechten. Zoals uiteengezet in het UNGP Framework kunnen bedrijven: (i) een negatief effect hebben; (ii) bijdragen aan een negatief effect; of (iii) kunnen hun activiteiten rechtstreeks verband houden met een negatief effect door een bedrijf waarmee ze een zakelijke relatie hebben.

Daarom hebben we het KBC Human Rights-beleid geïmplementeerd voor de relatie met onze stakeholders, waaronder onze klanten, onze leveranciers en onze medewerkers.

Van onze klanten verwachten we als minimale norm dat ze de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Dat wordt gecontroleerd door onze Complianceafdeling. Verder passen we in al onze dagelijke activiteiten de KBC Group Policy on Blacklisted Companies en de KBC Group Policy on Controversial regimes toe. Het betreft bedrijven en landen die

worden uitgesloten op basis van betrokkenheid bij een ernstige vorm van schending van de mensenrechten. Voor internationale projectfinancieringen gelden de Equator Principles. Waar relevant vragen we aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde industriestandaarden. We hebben een specifiek due diligence-proces ontwikkeld voor kredieten en verzekeringsactiviteiten (Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending en de KBC Sustainable and Responsible Insurance Policy). Dat omvat ook procedures voor het geval dat er inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exitstrategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen. Ook onze investeringsactiviteiten (assetmanagement en eigen beleggingen) ondergaan een interne screening. SRIbeleggingsfondsen worden daarenboven onderworpen aan een bijkomende controle (KBC Asset Management Exclusions List for Sustainable Investments).

We zetten ons ten volle in om de mensenrechten van onze medewerkers te respecteren en te handhaven. U vindt meer daarover (inclusief diverse KPI's in verband met gender, betrokkenheid, ziekteverzuim en werknemersverloop, opleiding etc.) in het hoofdstuk Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties. Daarnaast verwachten we ook van onze medewerkers dat ze in hun werk de mensenrechten toepassen en respecteren. Die principes lichten we toe in de KBC-Gedragslijn voor de groep (beschikbaar op www.kbc.com). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor de bescherming van de mensenrechten. We verwachten van onze medewerkers dat ze handelen volgens de regelgeving en dat ze zich verantwoordelijk gedragen in alles wat ze doen (zie paragraaf We willen verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren). Er bestaan bovendien specifieke procedures om de naleving te waarborgen en om klachten te behandelen, waaronder het beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de groep.

Als bank-verzekeraar werken we ook nauw samen met externe partners, zoals leveranciers. Er gelden dan ook strikte regels en kaders wat betreft inkoop-, verkoop- en uitbestedingsactiviteiten en we evalueren de daaraan verbonden ecologische, maatschappelijke en ethische aspecten, inbegrepen het respecteren van de mensenrechten. Alle leveranciers waarmee we samenwerken, worden gescreend op de KBC-blacklist. Bedrijven die op de backlist

staan sluiten we uit. Hits op Worldcheck worden door onze afdelingen Compliance en Corporate Sustainability grondig onderzocht. We hanteren ook een gestandaardiseerde vragenlijst bij de screening van onze belangrijke leveranciers. Leveranciers die na de screening een positieve evaluatie krijgen, moeten de KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers ondertekenen. Als er inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een passende termijn fundamenteel opgelost kunnen worden, beëindigen we de zakelijke relatie.

Door die strikte toepassing van de bovenvermelde duurzaamheidregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controverses in onze

kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Bedrijfs- en strategisch risico.

U vindt onze richtlijnen met betrekking tot mensenrechten, blacklists en dergelijke op www.kbc.com. We rapporteren over de toepassing van de Equator Principles in ons duurzaamheidsverslag.

Onze duurzaamheidsgovernance

We hebben duurzaamheid verankerd op de verschillende niveaus binnen onze groep. Dat garandeert dat duurzaamheid zowel de aandacht krijgt van de hoogste beslissingsorganen, als breed geïntegreerd wordt in onze activiteiten.

Het directiecomité van de groep rapporteert aan de Raad van Bestuur over het duurzaamheidsbeleid.

Het directiecomité is het hoogste echelon dat rechtstreeks verantwoordelijk is voor duurzaamheid.

De directie Corporate Sustainability is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de duurzaamheidstrategie en de toepassing ervan in de hele groep. Het team bewaakt de implementatie van de strategie en informeert het Directiecomité en de Raad van Bestuur twee maal per jaar over de vooruitgang via het KBC Sustainability Dashboard.

De Interne Duurzaamheidsraad (Internal Sustainability Board) wordt voorgezeten door de CEO en is samengesteld uit de senior managers van alle divisies en kernlanden en de directeur Corporate Sustainability. De uitvoering, implementatie en bewustmaking van de duurzaamheidsstrategie worden georganiseerd onder leiding van deze Interne Duurzaamheidsraad.

Lokale Duurzaamheidsdiensten in alle kernlanden ondersteunen de senior managers van de Interne Duurzaamheidsraad bij het integreren van de duurzaamheidsstrategie en bij het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. CSR-comités per land leveren en valideren niet-financiële informatie.

Divisies en landen: Duurzaamheid is verankerd in de kernactiviteiten.

Naast onze interne organisatie hebben we externe adviesraden opgericht met experts die KBC adviseren over uiteenlopende aspecten van duurzaamheid. Ze bestaan uit experts uit de academische wereld:

  • Een Externe Duurzaamheidsraad adviseert de directie Corporate Sustainability over de duurzaamheidsbeleidslijnen van KBC.
  • Een SRI-adviesraad treedt op als onafhankelijk orgaan voor de SRI-fondsen en ziet toe op de screening van het maatschappelijk verantwoorde karakter van de SRI-fondsen aangeboden door KBC Asset Management.

Of we voldoende focussen op maatschappelijk relevante thema's en of we de verwachtingen van stakeholders inlossen, volgen we ook op via kernindicatoren (KPI's), waarvan er een aantal zijn opgenomen in het KBC Sustainability Dashboard. De belangrijkste vindt u in de tabel.

KPI Wat? Doel en resultaat
Formeel
stakeholder
Heeft de groep een formeel proces voor
interactie met haar stakeholders?
Doel: bestaan van stakeholderinteractieproces
proces Resultaat in 2018: OK
Governance Governance gaat over: 'gedraagt zich ethisch
correct', 'is open en transparant', 'gedraagt
zich als een bedrijf dat zijn
Doel: score gelijk aan of hoger dan het
peergroepgemiddelde per land1
verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in op
wat er leeft', 'leeft de wetgeving, reglementen
en richtlijnen voor de sector na'. De bevraging
wordt uitgevoerd door Ipsos.
Resultaat in 2018: De scores van Cˇ SOB in Slowakije, K&H
in Hongarije, UBB/DZI in Bulgarije en KBC Bank Ireland in
Ierland liggen in de lijn van het gemiddelde van de
peergroep in hun land. KBC in België en Cˇ SOB in Tsjechië
scoren beneden het gemiddelde van de peergroep in die
landen.
Reductie van
eigen CO2-
uitstoot
Reductie van eigen emissies van
broeikasgassen, zowel absoluut als per vte;
ten opzichte van 2015 en uitgezonderd
Doel: reductie van ≥ 25% tussen 2015 en 2020 en ≥ 50%
tussen 2015 en 2030
woon-werkverplaatsingen. Het doel werd
verstrengd in 2018.
Resultaat 2015-2018: -38% (absoluut) en -37% (per vte)
Positie in
duurzame
Volume duurzame fondsen van KBC Asset
Management
Doel: 10 miljard euro eind 2020
fondsen Resultaat 2018: 9,0 miljard euro2
Kredieten voor
hernieuwbare
[Uitstaand bedrag van kredieten aan bedrijven
in de sector van hernieuwbare
Doel: ≥ 50% tegen 2030
energie energiebronnen en biobrandstoffen] / [totale
uitstaande kredietportefeuille in de
energiesector]
Resultaat 2018: 44%
Dividend
uitkeringsratio
[(Brutodividend x aantal dividendgerechtigde
aandelen) + (coupon op uitstaande AT1-
Doel: ≥ 50%
effecten)] / [geconsolideerd nettoresultaat] Resultaat 2018: 59%

1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de methodologie vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

2 Exclusief 0,8 miljard euro bij KBC-pensioenfondsen.

We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer

Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.

  • We voeren risicoscans uit om alle toprisico's te identificeren.
  • We bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat.
  • We vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie.
  • We bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een New and Active Product Process.
  • We onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests.
  • In alle relevante delen van onze organisatie hebben we onafhankelijke Chief Risk Officers.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico's, marktrisico's, verzekeringstechnische risico's, liquiditeitsrisico's, solvabiliteitsrisico's en niet financiële risico's, waaronder operationele risico's. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel.

Ons Three Lines of Defense-model*

1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's.
2 De second line of defence omvat de controlefuncties, d.w.z. de risicofunctie en Compliance, die ervoor
zorgen dat risico's geïdentificeerd en gemanaged worden door de business.
3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het Directiecomité, de Raad van Bestuur,
het Auditcomité en het Risico- en Compliancecomité bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van
het interne controle- en risicobeheersysteem.
Typische risico's voor de sector Hoe gaan we daarmee om?
Kredietrisico
Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte
waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de
wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van
het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die partij,
of van bepaalde maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten
in een bepaald land.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Boeken van waardeverminderingen, nemen van
risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het
algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stress
testing, enz.;
• Limietsystemen om concentratierisico binnen de
kredietportfolio te beheersen.
Marktrisico van tradingactiviteiten
Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een
financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen in het niveau of
de volatiliteit van marktprijzen zoals rente, wisselkoersen, aandelen
en grondstoffenprijzen.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Historical VaR-methode, BPV en basis risk limieten,
greeks en scenariolimieten voor producten met
opties, stresstests, enz.
Operationeel risico en andere niet-financiële risico's
Operationeel risico is de kans op schade als gevolg van
ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en
systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met
een menselijke of natuurlijke oorzaak. Andere niet-financiële risico's
omvatten het reputatierisico, het bedrijfsrisico en strategische
risico's, inclusief risico's verbonden aan klimaatverandering.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators
(KRI), enz.

* Meer uitleg bij het Three Lines of Defense-model vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Typische risico's voor de sector
Ons Three Lines of Defense-model*
Hoe gaan we daarmee om?
Marktrisico van niet-tradingactiviteiten • Bestaan van een degelijk beheerskader;
Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico, • Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de
vastgoedrisico, spreadrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico. nettorente-inkomsten, sensitiviteit per risicotype,
Structurele risico's zijn risico's die inherent deel uitmaken van de stresstests, limietopvolging voor cruciale indicatoren,
commerciële activiteit of de langetermijnposities. enz.
Liquiditeitsrisico
Risico dat een organisatie niet in staat is om zijn verplichtingen tijdig
na te komen zonder hoger dan verwachte kosten te maken.
• Bestaan van een degelijk beheerskader;
• Opstellen en testen van noodplannen voor het
beheersen van een liquiditeitscrisis;
• Liquiditeitsstresstests, beheer van
financieringsstructuur, enz.
Verzekeringstechnische risico's • Bestaan van een degelijk beheerskader;
Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en de • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-,
omvang van verzekerde schadegevallen. herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz.

Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?

Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.

Regulatoire
ratio's
Wat? Doel en resultaat
Common equity
ratio
[Common equity tier 1-kapitaal] / [totaal
gewogen risicovolume]. De hier getoonde
berekening is fully loaded en gebaseerd op de
Doel: ≥ 10,7% excl. Pillar 2 guidance en ≥ 11,7% incl.
Pillar 2 guidance, in 2019
Deense compromismethode. Resultaat in 2018: 16,0%
MREL-ratio [Eigen middelen en in aanmerking komende
passiva] / [Risicogewogen activa]*,
Doel: ≥ 25,9% in 2019
geconsolideerde view Resultaat in 2018: 26,0%
Netto stabiele
financierings
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] /
[vereist bedrag stabiele financiering]
Doel: ≥ 100%
ratio, NSFR Resultaat in 2018: 136%
Liquiditeits
dekkingsratio,
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal
nettokasuitstroom voor de volgende dertig
Doel: ≥ 100%
LCR kalenderdagen] Resultaat in 2018: 139%

* Uitgedrukt in % van Total Liabilities and Own Funds (TLOF), bedraagt het doel 9,76% en het resultaat 10,1%.

We streven ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van een groep van Europese banken actief in de segmenten Retail, Kmo's en Corporate. We positioneren onszelf op de mediaan van de fully loaded common equity ratio's van die groep. We vatten dat kapitaalbeleid samen in een eigen interne kapitaaldoelstelling, die voor 2018 14% bedroeg (jaarlijks geactualiseerd; de update voor 2019 wordt in de eerste jaarhelft 2019 meegedeeld). Bovendien willen we een bijkomende soepele buffer tot 2% common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames om onze marktposities in onze kernlanden te versterken. Die buffer komt boven op de

.

eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep, waardoor we tot een Referentiekapitaalpositie van 16% komen in 2018.

Ons dividendbeleid blijft ongewijzigd: we streven naar een uitkeringsratio (d.w.z. dividend + coupon betaald op uitstaande Additional tier 1-instrumenten) van minstens 50% van de geconsolideerde winst, waarbij elk boekjaar in november een jaarlijks interimdividend van 1 euro per aandeel betaald zal worden als voorschot op het totale dividend. Boven op die uitkeringsratio van 50% van de geconsolideerde winst zal de Raad van Bestuur elk jaar naar eigen inzicht een beslissing nemen over de verdeling van het kapitaal boven de referentiekapitaalpositie.

KPI Wat? Doel en resultaat
Eigen interne
kapitaal
doelstelling en
Referentie
[Fully loaded Common equity tier 1-ratio van
de peergroep]. Voor de
referentiekapitaalpositie verhoogd met een
buffer voor fusies en overnames
Doel: eigen interne kapitaaldoelstelling van 14% en
referentiekapitaalpositie van 16% in 2018 (jaarlijks
geactualiseerd)
kapitaalpositie Resultaat in 2018: 16,0%

Onze materialiteitsanalyse

In navolging van de materialiteitsanalyse van 2016, onderzochten we ook in 2018 aan welke thema's onze stakeholders het meeste belang hechten, welke prioriteit zij daaraan geven en hoeveel impact de thema's hebben op de prestatie en reputatie van KBC.

De materialiteitsanalyse vertrok vanuit 30 topics die geselecteerd werden op basis van big data research en ESGframeworks door een externe partij. De 12 thema's die het meeste impact hebben op KBC en waarvan het belang voor onze stakeholders het grootst is, geven we weer in de onderstaande grafiek (een uitvergroting van de rechterbovenhoek van de volledige materialiteitsmatrix). Het belang van deze thema's werd bepaald door middel van verschillende bevragingsmethodes (surveys, interviews en desk research) bij onze belangrijkste stakeholders (klanten, werknemers, ngo's, beleidsmakers, investeerders en handelsorganisaties). De impact van de thema's werd bepaald tijdens interne workshops met het management.

Waar we die 12 onderwerpen in dit verslag bespreken, vindt u in de tabel.

De materialiteitsanalyse toont aan dat de meest relevante thema's voor KBC de volgende zijn: bedrijfsethiek, financiële veerkracht, eerlijke en transparante communicatie over producten en diensten, databeveiliging en bescherming van de consument en digitalisering. In vergelijking met de vorige materialiteitsoefening merken we op dat het thema klimaatverandering en milieu aan belang heeft gewonnen en dat we nog meer moeten inzetten op onze medewerkers als drijvende kracht achter onze onderneming en strategie.

Belangrijke elementen Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's
Bedrijfsethiek • Ons bedrijfsmodel, onder Wat maakt ons tot wie we zijn?
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
• KPI Reputatie-index: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
• KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Financiële veerkracht • Ons Financieel rapport
• Onze strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt
risicobeheer en We focussen op duurzame en rendabele groei
• Onze divisies
• Geconsolideerde jaarrekening
• Financiële KPI's: Onze strategie
Databeveiliging en bescherming van de
consument
• Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
Eerlijke en transparante communicatie over
producten en diensten
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
• KPI Governance: Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Digitalisering • Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Onze strategie; onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur
• Onze divisies
• KPI Innovatie: Onze strategie, onder We focussen op duurzame en rendabele
groei
• KPI Digitale Interactie: Onze strategie, onder We bieden onze klanten een
unieke bankverzekeringservaring
Belangrijke elementen Informatie in dit rapport en/of relatie met KPI's
Klantenbetrokkenheid en -tevredenheid • Ons bedrijfsmodel, onder Wat maakt ons tot wie we zijn?
• Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en We
bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring
• KPI Klantervaring: Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze
bedrijfscultuur
• KPI Innovatie: Onze strategie, onder We focussen op duurzame en rendabele
groei
Bedrijfscultuur • Ons bedrijfsmodel, onder Wat maakt ons tot wie we zijn? en Ons
bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving en We willen onze ambities
waarmaken binnen een strikt risicobeheer
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Belangrijkste kenmerken van de
interne controle- en risicobeheersystemen
Lokale samenleving en economie • Ons bedrijfsmodel
• Onze strategie, onder We focussen op duurzame en rendabele groei en Onze
rol in de samenleving
• Onze divisies
Verantwoord beleggen en financieren • Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
Aantrekken en behouden van talentvolle
medewerkers
• Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties
Klimaatverandering en de impact van onze
activiteiten op het milieu
• Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
• Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving
• Onze divisies
• Hoe beheren we onze risico's, onder Niet-financiële risico's
Diversiteit en inclusie op de werkvloer • Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Diversiteitsbeleid

Ons financieel rapport

  • Geconsolideerde nettowinst van 2 570 miljoen euro in 2018
  • Gestegen nettorente-inkomsten, op vergelijkbare basis
  • Sterkere bijdrage van de technische verzekeringsresultaten
  • Lagere nettoprovisie-inkomsten, op vergelijkbare basis
  • Lager trading- en reëlewaarderesultaat, op vergelijkbare basis
  • Overige inkomsten per saldo gestegen
  • Groei van kredieten en deposito's, stijging van de verkoop van schadeverzekeringen, daling van levensverzekeringen
  • Gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen van 88%; kosteninkomstenratio voor de bankactiviteiten van 57,5%
  • Nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten, onder meer door terugnames in Ierland
  • Stevige solvabiliteit met een common equity ratio van 16,0%

Vanaf 2018 passen we IFRS 9 toe. Dat betekent dat de classificatie van financiële activa en verplichtingen en de methodologie inzake waardeverminderingen aanzienlijk zijn gewijzigd. Bijgevolg zijn sommige cijfers van de winst-enverliesrekening en de balans niet volledig vergelijkbaar met de referentiecijfers voor 2017 (die nog altijd op IAS 39 zijn gebaseerd, aangezien KBC gebruikmaakt van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende gegevens). Om de transparantie te vergroten, hebben we in overeenstemming met IFRS 9 ook de geprorateerde rente voor valutaderivaten in de bankportefeuille verplaatst van het Trading- en reëlewaarderesultaat naar de Nettorente-inkomsten. We

hebben ook de netwerkinkomsten (inkomsten uit marges verdiend op valutatransacties die het netwerk voor onze klanten uitvoert) verplaatst van Trading- en reëlewaarderesultaat naar Nettoprovisie-inkomsten. Achteraan dit hoofdstuk geven we een beknopt overzicht. Uitgebreidere informatie vindt u in Toelichting 1.1 van de geconsolideerde jaarrekening. Omwille van de vergelijkbaarheid hebben we in de onderstaande analyse bepaalde vergelijkingen met pro-forma- (herberekende) cijfers voor 2017 toegevoegd (niet-geauditeerd). Dat duiden we aan met "op vergelijkbare basis".

Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 2018
IFRS 9
2017
IAS 39
Nettorente-inkomsten 4 543 4 121
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 760 706
Verdiende premies 1 582 1 491
Technische lasten -822 -785
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)1 -18 -58
Verdiende premies 1 359 1 271
Technische lasten -1 377 -1 330
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -41 -8
Dividendinkomsten 82 63
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening2
231 856
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 199
Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen via other comprehensive income
9
Nettoprovisie-inkomsten 1 719 1 707
Overige netto-inkomsten 226 114
Totale opbrengsten 7 512 7 700
Exploitatiekosten -4 234 -4 074
Bijzondere waardeverminderingen 17 30
waarvan: op leningen en vorderingen3 87
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive
income3
62
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en jointventures 16 11
Resultaat vóór belastingen 3 310 3 667
Belastingen -740 -1 093
Resultaat na belastingen 2 570 2 575
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
(nettoresultaat)
2 570 2 575
Rendement op eigen vermogen 16% 17%
Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten 57,5% 54,2%
Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 88% 88%
Kredietkostenratio, bankieren -0,04% -0,06%

1 Bevat niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,7 miljard euro premies in 2018, 0,9 miljard euro in 2017).

2 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.

3 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.

2018 2017
Kerncijfers* geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) IFRS 9 IAS 39
Balanstotaal 283 808 292 342
Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) 147 052 140 999
Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 62 708 67 743
Deposito's van klanten en schuldpapier (zonder repo's) 194 291 193 708
Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 31 273 32 193
Risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) 94 875 92 410
Totaal eigen vermogen 19 633 18 803
Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded 16,0% 16,3%
Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded 6,1% 6,1%
Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL, consolidated view) 26,0% 26,3%
Liquidity coverage ratio (LCR) 139% 139%
Net stable funding ratio (NSFR) 136% 134%

* Definitie van de ratio's: zie Glossarium.

Midden 2017 nam KBC United Bulgarian Bank en Interlease in Bulgarije over. Hun resultaten zitten vervat in de groepsresultaten vanaf de tweede jaarhelft van 2017 (dus voor 6 maanden in 2017) en voor het volledige jaar 2018. De bijdrage aan de nettowinst van de groep in 2017 van UBB en Interlease bedroeg 27 miljoen euro (voor zes maanden). Meer

details vindt u in Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Cijfers over de volumegroei van deposito's en leningen zijn altijd na uitsluiting van wisselkoersinvloeden.

Ons financieel resultaat in 2018

Nettorente-inkomsten 1

Onze nettorente-inkomsten bedroegen 4 543 miljoen euro in 2018, 3% hoger dan in 2017 op vergelijkbare basis. Daarbij werd de druk op de commerciële kredietmarges in de meeste kernlanden, het negatieve effect van de lage herbeleggingsrente in onze kernlanden in de eurozone en het lagere netto positief effect van ALM forex swaps meer dan goedgemaakt door onder meer de groei van het kredietvolume (zie verder), lagere financieringskosten, hogere rentes in Tsjechië en de volledige opname van UBB en Interlease in de cijfers (tegenover slechts 6 maanden in 2017). Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) bedroegen 147 miljard euro en groeiden in 2018 aan met 5%. Er was een toename van 5% in divisie België en 6% in divisie Tsjechië en status quo in divisie Internationale Markten, met groei in alle landen met uitzondering van Ierland, waar de verkoop van een deel van de legacyportefeuille meespeelt (als we die verkoop buiten

beschouwing laten is er een groei van 4% in de divisie Internationale markten). Ons totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) bedroeg 194 miljard euro en steeg met 1% in 2018, met een daling van 1% in divisie België en een groei van 8% in divisie Tsjechië en 2% in divisie Internationale Markten, met groei in alle landen met uitzondering van Ierland. Als we schuldpapier buiten beschouwing laten (gedaald door lagere depositocertificaten, terugbetaling van de contingent capital note, enz.), groeide ons totale depositovolume zelfs aan met 5% (+5% in divisie België, +7% in divisie Tsjechië en +2% in divisie Internationale Markten).

De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 2,00%, 5 basispunten hoger dan in 2017. De nettorentemarge bedroeg 1,72% in België, 3,07% in Tsjechië en 2,80% in de divisie Internationale Markten.

Totstandkoming van het nettoresultaat 2018 (in miljoenen euro)

Nettoprovisie-inkomsten 2

Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 719 miljoen euro in 2018, een daling met 5% ten opzichte van het jaar daarvoor op vergelijkbare basis. De daling had vooral te maken met lagere ontvangen toetredings- en managementfees gerelateerd aan onze vermogensbeheeractiviteiten (onder meer door het onzekerdere beleggingsklimaat), in beperkte mate gecompenseerd door licht hogere vergoedingen voor bankdiensten (vooral voor betaalverkeer), lagere distributievergoedingen en het positieve effect van de volledige opname van UBB/Interlease.

Eind 2018 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 200 miljard euro. Dat is bijna 8% minder dan eind 2017, hoofdzakelijk door prijsdalingen. Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen van eind 2018 heeft betrekking op de divisies België (186 miljard euro) en Tsjechië (9 miljard euro).

Verzekeringspremies en technische lasten 3

Ons verzekeringstechnische resultaat (de verdiende premies min de technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 701 miljoen euro.

De schadeverzekeringen droegen 721 miljoen euro bij tot dat verzekeringstechnische resultaat. Dat is 3% meer dan het jaar daarvoor, aangezien de aangroei van de premie-inkomsten (+6%) het lagere herverzekeringsresultaat en de stijging van de technische lasten (in 2017 waren ze voor 26 miljoen euro positief beïnvloed door een eenmalige terugname van de indexatievoorziening in België) meer dan compenseerde. Op groepsniveau bedroeg de gecombineerde ratio een uitstekende 88%, ongeveer hetzelfde niveau als in 2017. De levensverzekeringen waren goed voor -20 miljoen euro in het verzekeringstechnische resultaat, ten opzichte van -57 miljoen euro het jaar voordien. Het resultaat in 2017 was ook positief beïnvloed door de terugname van bepaalde reserves in België in 2017 (23 miljoen euro in het derde kwartaal van

2017). In de cijfers van premies en technische lasten van levensverzekeringen zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,8 miljard euro, 3% minder dan in 2017. In onze belangrijkste markt, België, was er een daling van 6%, waarbij de groei bij de levensverzekeringen met rentegarantie (+8%) werd tenietgedaan door de daling van de verkoop van levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (-27%). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie in 2018 61% van de levensverzekeringspremieinkomsten uit en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 39% voor hun rekening.

Andere inkomsten 4

De andere inkomsten bedroegen samen 548 miljoen euro, tegenover 729 miljoen euro in 2017 op vergelijkbare basis. Het cijfer voor 2018 omvat onder meer 82 miljoen euro ontvangen dividenden en 9 miljoen euro Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income. Het omvat daarnaast ook 231 miljoen euro trading- en reëlewaarderesultaat. Dat laatste is, op vergelijkbare basis, 291 miljoen euro minder dan in 2017, vooral door een daling van de dealingroomresultaten (vooral in België en Tsjechië), een daling van de waarde van de afgeleide instrumenten gebruikt voor balansbeheer en de negatieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen. De andere inkomsten bevatten ten slotte ook nog 226 miljoen euro overige netto-inkomsten. Dat is 112 miljoen euro meer dan in 2017, toen een bedrag van -116 miljoen euro moest worden geboekt met betrekking tot een sectorwijde herziening van de hypotheekleningen met trackerrente die voor 2009 in Ierland werden afgesloten. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 3.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Exploitatiekosten 5

Onze kosten bedroegen 4 234 miljoen euro in 2018, een stijging van 4% ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder hogere uitgaven met betrekking tot ICT, hogere personeelskosten (onder meer door looninflatie), speciale bankentaksen, professionele vergoedingen en afschrijvingen, enkele eenmalige elementen en de volledige opname van UBB/Interlease in 2018 (tegenover 6 maanden in 2017). Als we abstractie maken van UBB/

Interlease, banktaksen, wisselkoerseffecten en eenmalige elementen, bedraagt de kostenstijging ongeveer 1,7%. De verhouding kosten tot inkomsten van onze bankactiviteiten bedroeg daardoor 57,5%, tegenover 54,2% in 2017. Voor divisie België bedroeg de ratio 58%, voor divisie Tsjechië 47% en voor divisie Internationale Markten 65%. Een aantal niet-operationele en uitzonderlijke elementen beïnvloedden die ratio, zoals de marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten, het effect van de liquidatie van groepsmaatschappijen, enz. (meer uitleg in het Glossarium, achteraan in dit jaarverslag). Zonder die specifieke elementen bedroeg de kosten-inkomstenratio 57,4%, tegenover 54,9% in 2017.

Waardeverminderingen 6

In 2018 boekten we een netto-terugname van waardeverminderingen voor kredieten van 62 miljoen euro, tegenover een netto-terugname van 87 miljoen euro in 2017. Net zoals het jaar voordien is de nettoterugname in 2018 voor een groot deel op het conto van Ierland te schrijven (112 miljoen euro terugname in 2018, 215 miljoen euro in 2017, in beide gevallen onder meer dankzij de positieve invloed van de stijging van de huizenprijzen op de woningkredietportefeuille in dat land). Bovendien was er ook een kleinere nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten in Bulgarije (10 miljoen euro), in Hongarije (9 miljoen euro) en het Groepscenter (35 miljoen euro), terwijl de nettotoename in de andere landen relatief beperkt bleef (Slowakije: 4 miljoen euro, Tsjechië: 8 miljoen euro en België: 91 miljoen euro). Per saldo bedroeg onze kredietkostenratio van de groep daardoor -4 basispunten in 2018, tegen -6 basispunten in 2017. Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname en dus een positieve invloed op het resultaat.

Onze kredietkwaliteit verbeterde verder. Op 31 december 2018 vertegenwoordigden de impaired kredieten (zie Glossarium) nog 4,3% van onze kredietportefeuille, tegenover 6,0% in 2017. Dat was 2,6% in België, 2,4% in Tsjechië en 12,2% in Internationale Markten. Het relatief hoge cijfer voor de divisie Internationale Markten heeft vooral met Ierland te maken, met een ratio van 23% als gevolg van de immobiliëncrisis in de voorbije jaren. De ratio in Ierland werd in 2018 positief beïnvloed door de verkoop van een portefeuille van grotendeels impaired kredieten (ongeveer 1,9 miljard euro) eind november 2018, waardoor de ratio voor impaired kredieten van Ierland met ruwweg 10 procentpunten daalde. Het aandeel van de impaired kredieten van de volledige groep die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 2,5%, tegenover 3,4% in 2017. De totale impaired kredieten waren

eind 2018 voor 45% gedekt door de opgebouwde specifieke waardeverminderingen. We geven meer informatie over de samenstelling van de kredietportefeuille in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

De andere waardeverminderingen bedroegen in 2018 samen 45 miljoen euro en hadden betrekking op de impact van de herziening van restwaarden van financiële

autoleaseovereenkomsten in Tsjechië en verschillende andere kleinere elementen. In 2017 was dat 57 miljoen euro. Het betrof toen vooral voor verkoop beschikbare effecten en diverse kleinere elementen.

Belastingen 7

De belastingen bedroegen 740 miljoen euro in 2018, tegen 1 093 miljoen euro het jaar voordien. Die daling heeft onder meer te maken met de daling van de Belgische vennootschapsbelasting (inclusief het eenmalige negatieve effect van 211 miljoen euro in 2017 gerelateerd aan het effect op de uitgestelde belastingen in de balans). U vindt meer

informatie in Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde financiële staten.

Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bankentaksen. Die bedroegen 462 miljoen euro in 2018 en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten.

Nettoresultaat per divisie 8

Ons nettoresultaat in 2018 is als volgt verdeeld:

  • België 1 450 miljoen euro (1 575 miljoen euro in 2017),
  • Tsjechië 654 miljoen euro (702 miljoen euro in 2017),
  • Internationale Markten 533 miljoen euro (444 miljoen euro in 2017),
  • Groepscenter -67 miljoen euro (-146 miljoen euro in 2017).

Een gedetailleerde analyse van de resultaten per divisie vindt u in het betreffende hoofdstuk van dit verslag.

Analyse van de balans in 2018

Balanstotaal 1

Eind 2018 bedroeg ons geconsolideerde balanstotaal 284 miljard euro, 3% minder dan eind 2017. De risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) stegen met 3% tot 95 miljard euro. In het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? vindt u daarover meer informatie.

Kredieten en deposito's 2

De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart uiteraard het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 147 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2018. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen met 5% voor de hele groep, met een groei van 5% in divisie België, 6% in divisie Tsjechië en status quo in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen, met uitzondering van Ierland door de verkoop van een deel van de legacy-portefeuille). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 66 miljard euro en de woningkredieten met 61 miljard euro.

Samenstelling van de balans eind 2018

Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo's

  • Effecten
  • Overige activa
  • Deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's
  • Overige verplichtingen
  • Eigen vermogen

Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 1% tot 194 miljard euro. De deposito's daalden in divisie België met 1%, en stegen in divisie Tsjechië met 8% en in divisie Internationale Markten met 2%. Als we schuldpapier buiten beschouwing laten (gedaald door lagere depositocertificaten, terugbetaling van de contingent capital note, enz.) groeide ons totale depositovolume zelfs aan met 5% voor de groep en 5% voor divisie België. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito's met 80 miljard euro en de spaarrekeningen met 60 miljard euro.

Effecten 3

We houden ook een portefeuille met waardepapier aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de verzekeringen, vooral Leven). Eind 2018 bedroeg die effectenportefeuille ruwweg 63 miljard euro. Daarvan is ca. 30% gerelateerd aan de verzekeringsactiviteiten en ca. 70% aan de bankactiviteiten. De totale effectenportefeuille bestond voor 4% uit aandelen en voor 96% uit obligaties. Die laatste daalden in 2018 met iets meer dan 5 miljard euro. Eind 2018 had ruwweg 80% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Slowakije, Hongarije, Spanje, en Italië. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Overige activa en overige verplichtingen 4

De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (5 miljard euro, bijna hetzelfde als het jaar voordien), Reverse repo's (21 miljard euro, 1 miljard euro lager dan het jaar voordien), Derivaten (5 miljard euro positieve marktwaarde, voor het grootste deel rentecontracten, bijna 1 miljard euro minder dan het jaar voordien), de Beleggingscontracten van (tak 23-)verzekeringen (14 miljard euro, bijna 1 miljard euro daling jaar-op-jaar) en Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen (19 miljard euro, 11 miljard euro minder dan eind 2017).

Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de Technische voorzieningen en de Schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 31 miljard euro, ruwweg 1 miljard euro minder in vergelijking met het jaar voordien), Derivaten (6 miljard euro negatieve marktwaarde, hoofdzakelijk rentecontracten, iets meer dan 1 miljard euro minder jaar-opjaar) en de Deposito's van kredietinstellingen en

beleggingsondernemingen (24 miljard euro, 4 miljard euro minder jaar-op-jaar).

Eigen vermogen 5

Op 31 december 2018 bedroeg ons totale eigen vermogen 19,6 miljard euro. Dat bestond uit 17,2 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2018 met 0,8 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de first-time application van IFRS9 (-0,7 miljard euro, zie Toelichting 1.4) de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro), de uitgifte van een nieuw additional tier 1-instrument in april 2018 (+1 miljard euro), de uitkering van een finaal dividend over 2017 in mei 2018 (-0,8 miljard euro) en een interimdividend in november 2018 (-0,4 miljard euro, als voorschot op het totale dividend over 2018), wijzigingen in de herwaarderingsreserves (-0,5 miljard euro), de invloed van de inkoop van 2,7 miljoen eigen aandelen (-0,2 miljard euro) en verschillende kleinere elementen. Op 31 december 2018 zou onze fully loaded common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 16,22% hebben bedragen, maar conform ons kapitaaluitkeringsbeleid, besliste de Raad van Bestuur dat voor het jaar 2018 het kapitaal boven de referentiekapitaalpositie (16%) zal worden uitbetaald (onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering), wat de common equity ratio op 16,0% bracht aan het einde van het boekjaar 2018.

Onze leverage ratio bedroeg een uitstekende 6,1%. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 139% en een NSFR-ratio van 136%.

Bijkomende informatie en verwachtingen

  • In dit hoofdstuk bespraken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de niet-geconsolideerde resultaten en de balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • De totale invloed van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten op het nettoresultaat was per saldo zeer beperkt.
  • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in Toelichtingen 1.2, 3.3 en 4.1 t.e.m. 4.8, en in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
  • Informatie over de verwachte economische groei in onze kernlanden vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
  • Voor 2019 gaan we uit van een solide prestatie van alle divisies.
  • Voor België heeft de recente hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting een recurrent positief effect op ons

resultaat in de komende jaren. Het negatieve upfront-effect dat we in het laatste kwartaal van 2017 boekten, zou in ongeveer drie jaar volledig moeten zijn gerecupereerd.

  • We verwachten dat de invloed van IFRS 16 (vanaf 2019) ongeveer -6 basispunten op de common equity ratio zal zijn.
  • We verwachten dat Basel IV (vanaf 2022) onze risicogewogen activa zal doen toenemen met ruwweg 8 miljard euro (een negatieve invloed op de common equity ratio van ruwweg 1,3%), fully loaded op basis van eind 2018.
  • Dividendpolitiek: zie hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties.
  • Informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden: zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 6.8.
  • Pro-formaherberekening van de referentiecijfers voor de belangrijkste inkomstenlijnen: zie tabel.

Pro-formaherberekening van de referentiecijfers voor de belangrijkste inkomstenlijnen, KBC Groep

(in miljoenen euro, niet- geauditeerde cijfers) 2018 2017
Nettorente-inkomsten 4 543 4 121
+ geprorateerde rente valutaderivaten +305
= pro-formareferentiecijfer (gebruikt bij de analyse van de resultaten) = 4 426
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening (FIFV)
231 856
- geprorateerde rente valutaderivaten -305
- netwerkinkomsten -99
+ resultaat uit eigenvermogensinstrumenten ('overlaybenadering') +70
= pro-formareferentiecijfer (gebruikt bij de analyse van de resultaten) = 522
Nettoprovisie-inkomsten 1 719 1 707
+ netwerkinkomsten +99
= pro-formareferentiecijfer (gebruikt bij de analyse van de resultaten) = 1 806

Geprorateerde rente op valutaderivaten: verplaatst van FIFV naar Nettorente-inkomsten (conform de overgang naar IFRS9).

Netwerkinkomsten (inkomsten uit marges verdiend op valutatransacties uitgevoerd door het netwerk voor klanten): verplaatst van FIFV naar Nettoprovisie-inkomsten.

Resultaat uit eigenvermogensinstrumenten: in overeenstemming met de overlaybenadering volgens IFRS 9 zijn gerealiseerde winsten en verliezen en bijzondere waardeverminderingen op (voorheen) voor verkoop beschikbare aandelen in de verzekeringsportefeuille verplaatst van Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare fin. activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa naar FIFV. Noteer dat in overeenstemming met IFRS 9 gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op (voorheen) voor verkoop beschikbare aandelen in de bankportefeuille opgenomen worden in het eigen vermogen (en niet in het nettoresultaat).

Onze divisies

We bouwden onze groep op rond drie divisies: België, Tsjechië en de divisie Internationale Markten. Die laatste omvat de andere landen in Centraal- en Oost-Europa waar we actief zijn (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en Ierland.

Divisie België

KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities

Divisie Tsjechië

De CˇSOB-groep (onder de merknamen CˇSOB Bank, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka, CˇMSS en Patria), de verzekeraar CˇSOB Pojišt'ovna en CˇSOB Asset Management

Waar staan we in elk van onze landen?

Marktpositie in 20181 België Tsjechië Slowakije Hongarije Bulgarije Ierland
Belangrijkste merken KBC
CBC
KBC Brussels
CˇSOB CˇSOB K&H UBB
DZI
KBC Bank
Ireland
Netwerk 585
bankkantoren
235
bankkantoren2
122
bankkantoren
206
bankkantoren
214
bankkantoren
16
bankkantoren
374
verzekerings
agentschappen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via verschillende
kanalen
Verzekeringen
via partnerships
Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen Onlinekanalen
Klanten (miljoenen, schatting) 3,5 3,6 0,6 1,6 1,3 0,3
Kredietportefeuille (miljarden euro) 108 26 8 5 3 11
Deposito's en schuldpapier
(miljarden euro)
131 32 6 8 4 5
Marktaandelen (schatting)
- bankproducten
- beleggingsfondsen
- levensverzekeringen
- schadeverzekeringen
20%
32%
13%
9%
19%
23%
8%
8%
10%
7%
4%
3%
11%
13%
3%
7%
10%
14%
24%
11%
9%3


Voornaamste activiteiten en
doelgroepen
finance. In nagenoeg al onze landen bieden we een brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-,
verzekerings- en andere financiële producten aan. Daarbij ligt de focus op privépersonen, kmo's en vermogende
klanten. De dienstverlening aan bedrijven omvat bovendien nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer,
handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate
Macro-economische indicatoren
voor 20184
- Groei van het bbp (reëel)
- Inflatie (gemiddelde jaarstijging
van de consumptieprijzen)
1,4%
2,3%
2,9%
2,0%
4,1%
2,5%
4,5%
2,9%
3,5%
2,6%
7,0%
0,7%
- Werkloosheidsgraad (% v.d.
beroepsbevolking, jaareinde,
Eurostat-definitie)
- Financieringssaldo overheid
5,5% 2,0% 6,1% 3,6% 4,8% 5,3%
(% v.h. bbp)
- Overheidsschuld (% v.h. bbp)
-0,8%
102,3%
0,7%
32,2%
-0,7%
49,0%
-2,4%
72,2%
0,2%
22,0%
-0,4%
64,0%

1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen hielden we rekening met een geschatte overlapping tussen de verschillende maatschappijen van de groep in elk land; deze berekening werd in 2018 verder verfijnd voor enkele landen). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. In het aantal bankkantoren zijn de automatenkantoren niet meegerekend. Tot divisie België behoort ook het beperkte netwerk van 11 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC (niet meegeteld in het aantal kantoren in de tabel). Marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2018).

2 CˇSOB-bankkantoren en Postal Savings Bank financial centres.

3 Retailsegment (woningkredieten en deposito's aan particulieren, zonder zichtdeposito's).

4 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin 2019.

België

De macro-economische context in België

De Belgische economie hield ook in 2018 het pad van gestage maar erg gematigde groei aan. De kwartaal-op-kwartaalgroei van het reële bbp bleef doorheen het hele jaar stabiel op 0,3%. Indicatoren, waaronder de barometer van de Nationale Bank, lieten niettemin uitschijnen dat het conjunctuurbeeld doorheen het jaar versomberde. Op jaarbasis vertraagde de groei licht van 1,7% in 2017 tot 1,4% in 2018. Zoals de vier voorgaande jaren lag de Belgische groei onder die van de eurozone.

De al bij al nog gunstige Belgische conjunctuur in 2018 werd zowel door de finale binnenlandse vraag als door de nettouitvoer ondersteund. Wijzigingen in de voorraden droegen anderzijds negatief tot de bbp-groei bij. De groei van de binnenlandse vraag werd breed gedragen door zowel de consumptie van de gezinnen, de overheidsbestedingen als de investeringen. De gezinnen plukten de vruchten van opnieuw sterkere loonstijgingen maar vooral van de aanhoudend sterk presterende arbeidsmarkt. Sinds het economische herstel in 2013 startte, kwamen er in België netto zo'n 250 000 banen bij. Mede daardoor zakte de Belgische werkloosheidsgraad verder tot 5,5% eind 2018. De arbeidsintensieve economische groei zorgde tevens voor een recordaantal openstaande vacatures.

De inflatie lag met 2,3% iets hoger dan in 2017. De inflatie liep doorheen het jaar fel op tot een piek van 3,2% in november, vooral door sterke prijsstijgingen voor huisvesting, water en energie, maar zakte fors in de laatste maanden (tot 2,2% in december) parallel met de terugval van de olieprijs. Op de vastgoedmarkt nam de prijsdynamiek voor woningen af tegenover een jaar eerder: op basis van de geharmoniseerde index van Eurostat bedroeg de prijsstijging van Belgische woningen in 2018 3,0%, vergeleken met 3,6% in 2017. De Belgische 10-jaarse OLO-rente overschreed bij het begin van 2018 even de 1%-grens, maar bleef daarna in de rest van het jaar vrij stabiel rond 0,8%. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund liep op van circa 20 basispunten bij het jaarbegin tot om en bij 50 basispunten bij het jaareinde.

We verwachten dat de reële bbp-groei in 2019 verder zal vertragen tot 1,2% door de minder goede conjunctuur in de eurozone. De inflatie zal waarschijnlijk dalen tot 1,8%. Het positieve inflatieverschil met de eurozone blijft overeind maar zou wel verkleinen.

Specifieke doelstellingen

  • We focussen op een omnikanaalbenadering en investeren in een naadloze integratie van onze verschillende distributiekanalen (kantoren, agentschappen, adviescentra, websites en mobiele toepassingen). We investeren in de verdere digitale ontwikkeling van onze bank- en verzekeringsdiensten en benutten nieuwe technologieën om onze klanten meer gericht en proactief advies te geven.
  • Waar nodig werken we samen met partners via zogenaamde ecosystemen om onze klanten complete oplossingen te kunnen aanbieden.
  • We mikken op een efficiëntere benutting van ons potentieel in Brussel via het aparte merk KBC Brussels, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt.
  • We streven naar een verdere groei van CBC op het vlak van bankverzekeren in bepaalde marktsegmenten en naar een uitbreiding van onze aanwezigheid en toegankelijkheid in Wallonië.
  • We werken continu aan de verdere optimalisatie van ons bankverzekeringsmodel in België.
  • We gaan verder in onze ambitie om de referentiebankier te worden van kmo's en midcap-ondernemingen op basis van onze doorgedreven kennis van de klant en onze persoonlijke aanpak.
  • We vertalen onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving in initiatieven op het gebied van, onder meer, milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en de vergrijzingsproblematiek, nemen actief deel aan het mobiliteitsdebat en werken oplossingen uit.

  • Best Bank in Belgium (Euromoney)

  • Best private banker in België (Euromoney)
  • Best Trade Finance Provider in België (Global Finance)
  • Best Bank Governance in Europa (Capital Finance International)
  • KBC meest waardevolle merk in België (Brand Finance)
  • Beste Bank, Beste Broker, Beste App en Beste Persoonlijke Lening (Bankshopper.be)
  • Eerste plaats in België voor de corporate website van KBC Groep, www.kbc.com, bij Webranking by Comprend
  • Startup accelerator Award van de Europese Commissie als Erkenning voor de inzet voor start-ups via Start It @KBC
  • Beste financiële communicatie (Belgische Vereniging van Financiële Analisten)
  • enz.

Enkele realisaties in 2018

klant centraal

We kiezen bewust voor een omnikanaalstrategie, waarbij de klant zelf bepaalt via welk kanaal hij met ons in contact treedt. We merken een toenemend aantal

contacten via KBC Live (via telefoon, video of chat) en een stijgend gebruik van onze digitale systemen en apps. We investeren bijgevolg sterk in de verdere uitbouw en verbetering van die digitale systemen (KBC Touch, KBC Sign, KBC Mobile, KBC Invest, KBC Assist, K'Ching, Business Dashboard,...), met de nadruk op innovatieve oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken. Zo waren we de eerste bank in België die multibankingmogelijkheden toegevoegd heeft aan zijn mobiele app en we integreerden ook verschillende niet-bancaire toepassingen in die app, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk wordt een parkeerplaats of tickets voor openbaar vervoer te betalen en het saldo van maaltijdcheques rechtstreeks te checken. In oktober 2018 mochten we alvast de 1 miljoenste KBC/CBC/KBCBrussels Mobile-klant welkom heten. Speciaal voor onze ondernemers ontwikkelden we de KBC Trade Club. Dat is een platform voor bedrijven en ondernemers in verschillende thuismarkten van KBC dat toegang biedt tot talrijke bedrijven in verschillende landen via de Trade Club Alliance en focust op twee belangrijke diensten: een matchmaking community en een uitgebreide bibliotheek met onder meer marktinformatie. Ook bij KBC Live werd er geïnvesteerd om de dienstverlening fors uit te breiden. Ondernemers kunnen er nu ook terecht met heel wat vragen. We kiezen er bovendien voor om ook in ons kantorennetwerk blijvend te investeren en daar nog meer in te zetten op expertise, ruimere bereikbaarheid, uitstekende klantenbediening en beleving. We beslisten daarom om in 2018 onze bankkantoren in Vlaanderen verder te optimaliseren, met onder meer een toename van het aantal kantoren met een volledig producten- en dienstenaanbod en ruimere openingsuren, maar ook de omvorming van een aantal kantoren tot onbemande kantoren waar klanten het grootste deel van hun dagelijkse transacties kunnen blijven uitvoeren aan gebruiksvriendelijke automaten.

duurzame rendabele groei

In Brussel werken we sinds een paar jaar via een apart merk, KBC Brussels, met een grootstedelijk, innovatief imago en een aangepast netwerk. In 2018 moderniseerden

we verder het kantorennetwerk waarbij we tegelijk de adviesverlening vanop afstand versterkten via de verdere uitbouw van KBC Brussels Live. Die dienstverlening werd zeer gesmaakt door onze klanten in Brussel vanwege de laagdrempeligheid en uitgebreide bereikbaarheid. Dit en diverse andere initiatieven en acties zorgden ervoor dat KBC Brussels in 2018 meer dan 10 000 nieuwe klanten kon aantrekken. Ook in Wallonië hebben we een belangrijke stap voorwaarts gezet in onze groeistrategie, die ook voorziet in de opening van enkele nieuwe kantoren. Specifiek in 2018 namen we ook het nieuwe CBC-hoofdkantoor in Namen in gebruik.

bankverzekeren

Ons bankverzekeringsconcept bleef bijzonder succesvol: zo had eind 2018 ruwweg de helft van de gezinnen die klant zijn bij KBC Bank, minstens een product van KBC Verzekeringen.

Een vijfde van de gezinnen had zelfs minstens drie bankproducten én drie verzekeringsproducten van KBC. Nog een voorbeeld: tussen acht en negen op de tien KBC Bankklanten met een woningkrediet nam ook een woningpolis van onze groep in 2018. Ruwweg acht op tien van de klanten met een woningkrediet nam een schuldsaldoverzekering van KBC.

rol in de samenleving

Onze bredere rol in de maatschappij maken we concreet met initiatieven rond

ondernemerschap, milieubewustzijn, financiële geletterdheid en de vergrijzingsproblematiek.

Om ondernemerschap te stimuleren lanceerden we een aantal jaren geleden Start it @KBC. Dat is een incubator die beginnende start-ups niet alleen onderdak biedt, maar hen vooral ondersteunt en adviseert en daarvoor ook samenwerkt met externe partners. In 2018 lag het accent op vrouwelijke ondernemers, internationalisering en corporate ventures. Een mooi voorbeeld op het gebied van financiële geletterdheid is het Get-a-Teacher-initiatief, dat als bedoeling heeft de financiële kennis bij jongeren verder te verbeteren. Via Get-a-Teacher hebben scholen de mogelijkheid om een lesgever te bestellen bij KBC. Die lesgever is een KBCmedewerker die daarvoor werd gescreend en geselecteerd. Het is een gratis, compleet vrijblijvend aanbod en is gescheiden van de commerciële communicatie van de groep. We zien het ook als onze taak om klanten te begeleiden bij de digitalisatie, onder meer via ons DIGIwijs-aanbod met de DIGIdinsdag-sessies, modules over cybersecurity enzovoort. Inzake milieu en duurzaamheid in het algemeen verwijzen we naar de uitgifte van een Green bond en een duurzaam pensioenspaarfonds, waarover meer elders in dit jaarverslag. Met ons KBC Mobility-project willen we de overgang naar multimobiliteit ondersteunen. KBC Autolease bijvoorbeeld evolueert steeds nadrukkelijker naar een mobiliteitsprovider door in te zetten op verschillende vervoersmogelijkheden, waaronder ook fietsen met het succesvolle KBC Fietslease. Ook bieden we met onze Olympus-app aan onze klanten de mogelijkheid om naargelang van hun bestemming of het tijdstip te kiezen voor alternatieve vervoersmiddelen zoals trein, bus, tram, metro, fiets en deelauto.

Bijdrage van de divisie België tot het groepsresultaat

Betreft 2018; bedragen tussen haakjes: verschil met 2017. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

1 Op vergelijkbare basis (zie hoofdstuk Ons financieel rapport)

2 Verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering

In 2018 haalde de divisie België een nettoresultaat van 1 450 miljoen euro, tegenover 1 575 miljoen euro het jaar daarvoor.

De nettorente-inkomsten (2 576 miljoen euro) daalden met 5% op vergelijkbare basis. Daarbij spelen een aantal negatieve elementen mee, zoals de druk op de kredietmarges en lage herbeleggingsrentes, die echter voor een deel werden gecompenseerd door onder meer het positieve effect van de lagere financieringskosten en de groei van het kredietvolume. Onze nettorentemarge in België daalde licht van 1,75% in 2017 naar 1,72% in 2018. Het volume aan leningen en voorschotten aan klanten (100 miljard euro, zonder reverse repo's) nam toe met 5% en de deposito's van klanten en schuldpapier (131 miljard euro, zonder repo's) namen af met 1%. Abstractie makend van het schuldpapier stegen de deposito's met 5%.

Onze nettoprovisie-inkomsten (1 182 miljoen euro) daalden met 11% op vergelijkbare basis. Dat had vooral te maken met lagere fee-inkomsten (zowel toetredings- als managementfees) uit onze assetmanagementactiviteiten (door het onzekerdere beleggingsklimaat) en, in mindere mate, lagere effecten- en kredietgerelateerde commissie-inkomsten.

Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in België bedroeg 391 miljoen euro. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten (in bijna alle klassen) met 3%, in combinatie met een toename van de schadelasten met 5% (2017 werd begunstigd door de eenmalige terugname van de indexatievoorziening met 26 miljoen euro) en een daling van het resultaat uit herverzekering. De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam uit op een uitstekende 87%. De verkoop van onze levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) bereikte 1,4 miljard euro, 6% minder dan het jaar voordien. Die daling deed zich vooral voor bij levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (tak 23-producten), en deed de stijging bij de producten met rentegarantie volledig teniet.

De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de dividenden die we ontvingen op de effecten in onze portefeuilles (74 miljoen euro), trading- en reëlewaardeinkomsten (101 miljoen euro; lager dan in 2017 door lagere dealingroomresultaten, een daling van de waarde van de afgeleide instrumenten gebruikt voor balansbeheer en de negatieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen) en overige inkomsten (225 miljoen euro). Die laatste post omvat vooral de gebruikelijke posten (de resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.) en daarnaast ook diverse eenmalige zaken (in 2018 onder meer een positieve invloed van de afhandeling van oude juridische dossiers).

Onze kosten in België stegen in 2018 met 1% tot 2 484 miljoen euro. Daarbij spelen verschillende elementen mee, met als belangrijkste lagere kosten voor personeel en facilitaire uitgaven, en hogere kosten voor ICT, professionele vergoedingen, banktaksen en enkele eenmalige elementen. De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten bedroeg 58%, tegenover 52% in 2017.

Net als in 2017 moesten we opnieuw slechts een relatief beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken (91 miljoen euro, tegen 87 miljoen euro in 2017). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen die kredietvoorzieningen 9 basispunten, tegenover eveneens 9 basispunten het jaar voordien. De kredietkwaliteit verbeterde opnieuw: eind 2018 was nog ongeveer 2,6% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 2,8% eind 2017. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,2% uit van de kredietportefeuille, tegenover 1,4% in 2017.

De belastingen in België bedroegen 513 miljoen euro, tegenover 797 miljoen euro het jaar voordien. De daling heeft deels te maken met het lagere vennootschapsbelastingstarief sinds 2018 en het eenmalige negatieve upfront-effect van die tariefverlaging dat werd geboekt in 2017 (85 miljoen euro; zie ook bij Groepscenter).

Tsjechië

De macro-economische context in Tsjechië

In de lijn van de economische ontwikkelingen in de eurozone, kende de Tsjechische economie een groeivertraging in 2018 na de sterke groeiresultaten in het voorgaande jaar. Desondanks bleef de economische groei toch op een stevig niveau. De reële bbp-groei bedroeg 2,9%, waarbij vooral de binnenlandse vraag, waaronder private consumptie, overheidsbestedingen en investeringen, de groei dreven. Aan de aanbodzijde daalde de groeibijdrage van de verwerkende nijverheid aanzienlijk. Dat werd deels gecompenseerd door de sterke groei in de dienstensector en een grotere groeibijdrage van de bouwsector. De krapte op de Tsjechische arbeidsmarkt nam ondertussen toe, weerspiegeld in een lage werkloosheidsgraad (2.0% einde 2018) en stijgende loongroei. Om het toenemende tekort aan arbeidskrachten te compenseren, investeerden Tsjechische bedrijven meer om hun productiecapaciteit en productiviteit te verhogen.

De gemiddelde inflatie voor 2018 bleef met 2,0% licht onder het inflatiecijfer van 2017 maar toch rond de doelstelling van 2% van de centrale bank (CNB). Dat zette, in combinatie met de nog steeds goede macro-economische prestaties en de zwakker dan verwachte wisselkoers van de Tsjechische munt, de CNB aan om haar monetaire beleid verder te verstrakken. De repo-rente van de CNB met een looptijd van twee weken bereikte daardoor 1,75% einde 2018, tegen 0,50% einde 2017.

Voor 2019 verwachten we een verdere graduele afzwakking van de economische groei tot 2,6%, wat nog altijd boven het EU-gemiddelde zou liggen. De werkloosheidsgraad zal in die context waarschijnlijk ongeveer constant en erg laag blijven rond 2,0% eind 2019. De inflatie in 2019 zal met een jaargemiddelde van naar verwachting 2,1% licht boven de inflatiedoelstelling van de CNB liggen. We verwachten nog twee bijkomende verhogingen van de Tsjechische beleidsrente voor eind 2020.

Specifieke doelstellingen

  • We willen overstappen van hoofdzakelijk kanaalgerichte naar klantgerichte oplossingen, gebaseerd op een geïntegreerd model dat klanten, derde partijen en onze bank-verzekeraar samenbrengt.
  • We mikken ook op het aanbieden van nieuwe innovatieve diensten en producten, daarbij gebruikmakend van digitale opportuniteiten en rekening houdend met nieuwe trends, veranderend klantengedrag en nieuwe regelgeving. We gaan voor Digital with a human touch.
  • We concentreren ons verder op het vereenvoudigen van producten, IT, onze organisatie, ons bankdistributienetwerk, ons hoofdkantoor en de branding, om nog kostenefficiënter te worden.
  • We willen onze bankverzekeringsactiviteiten opvoeren door onder meer een vooruitstrevend en flexibel prijsmodel te introduceren, gecombineerde bank- en verzekeringsproducten te ontwikkelen en de verkoopteams voor verzekeringen te versterken.
  • We willen blijven groeien in onze traditioneel sterke domeinen, zoals kredieten aan bedrijven en woningkredieten. We zetten ook stappen voorwaarts in gebieden waarin we nog niet ons volledige potentieel aangeboord hebben, zoals kredieten aan kmo's en consumentenkredieten.
  • Onze maatschappelijke betrokkenheid komt tot uiting in onze focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.

• Beste bank in Tsjechië (Global Finance, the Banker, Euromoney)

  • Best Private Bank van Tsjechië (Euromoney)
  • Bij de beste werkgevers in Tsjechië (Sodexo) en Most Attractive Employer in Banking and Financial Services (Randstad)
  • Beste internetbank in Tsjechië (Capital Finance International)
  • Best Trade Finance Provider in Tsjechië (Global Finance)
  • enz.

Enkele realisaties in 2018

klant centraal

We lanceerden opnieuw verschillende nieuwe diensten en producten, die inspelen op de veranderende behoeften van onze klanten. Net zoals in België merken we algemeen gesproken

een stijgend gebruik van onze digitale kanalen waaronder vooral Cˇ SOB SmartBanking, en daarnaast Cˇ SOB Internet Banking, Cˇ SOB CEB, Cˇ SOB Investice, en de mobile wallet Cˇ SOB NaNákupy. Met die laatste toepassing kunnen klanten op een eenvoudige manier digitaal shoppen en betalen. Met de Cˇ SOB CEB-toepassingen kunnen bedrijven hun rekeningen en andere bancaire producten beheren en linken aan hun eigen boekhouding.

We gaan ook verder dan puur bancaire of verzekeringsgerelateerde toepassingen en kochten bijvoorbeeld recent de services comparator website "Ušetˇreno.cz", een comparator website waarmee klanten (kosten van) diensten kunnen vergelijken voor onder meer energie, telecommunicatie en financiële diensten. En net zoals in België voegden we diverse gebruiksvriendelijke toepassingen toe aan ons digitale aanbod, waaronder multibankingmogelijkheden voor ons internetbankieren. Eveneens naar analogie van wat in België al bestaat via KBC SmartHome, lanceerden we de app Cˇ SOB NaDoma, waarmee de gebruiker bijvoorbeeld via een app een waarschuwing ontvangt in geval van een waterlek in zijn woning.

duurzame rendabele groei

Net als het voorgaande jaar realiseerden we een behoorlijke groei in de domeinen waarin we willen groeien, zoals consumentenkredieten (+12% in 2018). Ook bij de kmo-kredieten was

er groei, maar wat lager (ongeveer 2%). Maar ook in gebieden waar we traditioneel al sterk stonden, gaan we vooruit: zo steeg het volume aan woningkredieten met niet minder dan 8% in 2018. Globaal steeg onze kredietverlening met 6% in 2018 en plaatsten klanten ook 8% meer deposito's bij onze groep in Tsjechië.

Cˇeská pošta en Cˇ SOB sloten een overeenkomst voor 10 jaar over de samenwerking voor bank- en verzekeringsdiensten en breien dus een vervolg aan een kwarteeuw onderlinge samenwerking onder de merknaam Poštovní sporˇitelna (Postal Savings Bank). De overeenkomst trad in werking op 1 januari 2018 en vanaf dan werd Cˇ SOB de enige partner voor de levering van financiële en verzekeringsdiensten. Tegen 2020 willen we trouwens Postal Savings Bank integreren onder de merknaam Cˇ SOB, wat de efficiëntie en de bereikbaarheid nog verder zal verhogen.

bankverzekeren

In 2018 namen ongeveer zes op tien klanten van Cˇ SOB die een hypothecaire lening aangingen bij de bank ook een woningverzekering van de groep. Ongeveer de

helft van de klanten die in 2018 een hypothecaire lening aangingen bij de bank, nam ook een levensverzekering van de groep. Het aantal bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal één bank- en één verzekeringsproduct van onze groep in portefeuille hebben) groeide aan met 12% in 2018. Stabiele bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal twee bank- en twee verzekeringsproducten van de groep in portefeuille hebben) groeiden zelfs aan met 15%.

rol in de samenleving

We namen diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid, en leggen de focus op milieubewustzijn, financiële

geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing. Inzake milieu beslisten we bijvoorbeeld dat we in Tsjechië zullen uitstappen uit de steenkoolsector en dat de huidige blootstelling aan elektriciteitsproductie op basis van steenkool uiterlijk in 2023 tot nul herleid moet zijn. Dat betekent vanaf midden 2018 geen financiering van nieuwe en bestaande steenkoolcentrales en steenkoolmijnen (met 1 uitzondering: tot 2035 kunnen bestaande steenkoolcentrales voor centraal aangestuurde verwarming - die verwarming bieden aan 40% van de Tsjechische bevolking - nog steeds gefinancierd worden om verdere ecologische verbeteringen aan deze bestaande centrales aan te brengen).

Wat financiële geletterdheid betreft, beschikt Cˇ SOB sinds een aantal jaar over meer dan 300 Cˇ SOB-ambassadeurs die worden uitgezonden naar scholen, om er interactieve en onderhoudende lessen te geven over financiële onderwerpen. Via ons Education Fund steunen we trouwens sinds jaren, in samenwerking met de Olga Havel Foundation, studenten die het moeilijk hebben. Verder blijft vrijwilligerswerk en samenwerking met ngo's in Tsjechië een groot succes. Zo boden in 2018 niet minder dan 1 586 collega's gedurende één dag hun kennis en vaardigheden aan bij een ngo. We willen onze klanten bijstaan gedurende hun volledige leven en hebben dus ook speciale aandacht voor senioren. In samenwerking met het adviescentrum Sue Ryder Home lanceerden we het onlineportaal Don't get lost in old age, met heel wat praktische informatie en professioneel advies voor senioren en hun familieleden.

Bijdrage van de divisie Tsjechië tot het groepsresultaat

Betreft 2018; bedragen tussen haakjes: verschil met 2017. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

1 Op vergelijkbare basis (zie hoofdstuk Ons financieel rapport)

2 Verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering

In 2018 behaalde de divisie Tsjechië een nettowinst van 654 miljoen euro, tegenover 702 miljoen euro het jaar daarvoor. De gemiddelde wisselkoers van de Tsjechische kroon steeg met 3% ten opzicht van de euro.

De nettorente-inkomsten in Tsjechië (1 043 miljoen euro) stegen per saldo met 17% op vergelijkbare basis omdat de druk op de commerciële marge gecompenseerd werd door een stijging van de rente, de volumegroei in kredieten en de wisselkoersimpact. Wat volumes betreft: onze leningen en voorschotten aan klanten (23 miljard euro, zonder reverse repo's) stegen met 6% in 2018, onder meer dankzij een sterke groei bij de woningkredieten. De deposito's van klanten en schuldpapier (32 miljard euro, zonder repo's) groeiden in een jaar tijd aan met 8%. De nettorentemarge in Tsjechië steeg van 2,91% in 2017 naar 3,07% in 2018.

Onze nettoprovisie-inkomsten (257 miljoen euro) stegen met 12% op vergelijkbare basis, vooral door lagere betaalde distributievergoedingen, hogere provisie-inkomsten voor assetmanagementdiensten en bankdiensten, eenmalige elementen en de wisselkoersimpact.

Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in Tsjechië bedroeg 153 miljoen euro in 2018, 18% meer dan het jaar voordien. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 15%, maar ook een stijging van de technische lasten met 11%. De gecombineerde ratio van onze Tsjechische schadeverzekeringsactiviteiten kwam uit op 97%. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 0,3 miljard euro, hetzelfde niveau als in 2017.

De andere inkomstenposten bestonden vooral uit trading- en reëlewaarde-inkomsten (72 miljoen euro in 2018, tegenover 184 miljoen euro in 2017 op vergelijkbare basis, aangezien de dealingroomresultaten in dat jaar bijzonder sterk waren) en overige inkomsten (14 miljoen euro, lager dan in 2017, dat begunstigd was door enkele positieve eenmalige elementen).

De kosten stegen in 2018 met 13% tot 729 miljoen euro, door hogere personeelskosten (onder meer gerelateerd aan looninflatie), hogere ICT-kosten, hogere afschrijvingen, de wisselkoersimpact en eenmalige elementen. De verhouding van onze kosten ten opzichte van onze opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg daardoor een nog steeds zeer goede 47%, tegenover 42% in 2017.

Ook in 2018 moesten we maar een beperkt bedrag aan kredietvoorzieningen boeken van 8 miljoen euro, tegen 5 miljoen euro in 2017. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen dus 3 basispunten voor 2018, tegenover 2 basispunten in 2017. De kredietkwaliteit bleef uitstekend: eind 2018 was ongeveer 2,4% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, hetzelfde niveau als eind 2017. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,3% uit van de kredietportefeuille (1,6% in 2017). We boekten in 2018 bovendien 34 miljoen euro aan andere waardeverminderingen, die voor het grootste deel te maken hadden met de herziening van restwaarden van financiële autoleaseovereenkomsten.

Internationale Markten

De macro-economische context in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland

Slowakije en Hongarije kenden in 2018 een groeiversnelling. De economische groei lag in 2018 met respectievelijk 4,1% en 4,5% ruim boven die van de eurozone. De Bulgaarse reële bbp-groei vertraagde licht in 2018 naar 3,5%. Zoals in de meeste economieën in de regio werd de groei in die landen voornamelijk gestimuleerd door de binnenlandse vraag (consumptie en investeringen). De forse economische groei vertaalde zich ook in een gunstige ontwikkeling van de loongroei en de werkgelegenheid. De werkloosheidsgraad bedroeg einde 2018 6,1% in Slowakije, 3,6% in Hongarije en 4,8% in Bulgarije, telkens een daling tegenover 2017.

De inflatie in de drie landen steeg verder in 2018. De gemiddelde stijging op jaarbasis van de consumptieprijzen in Slowakije en Bulgarije bedroeg respectievelijk 2,5% en 2,6%, aanzienlijk meer dan in 2017 (resp. 1,4% en 1,3%). De Hongaarse inflatie nam iets minder toe, van 2,4% in 2017 naar 2,9% in 2018. Daarmee bleef de gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen vrijwel in het midden van de symmetrische band van 1 procentpunt rond 3%, de inflatiedoelstelling van de Hongaarse Nationale Bank. Die hield haar beleid in 2018 dan ook zeer expansief en consistent met het beleid van de Europese Centrale Bank. Voor 2019 kondigt de Hongaarse Nationale Bank wel een wijziging van haar

beleid aan. Dat legt de basis voor een geleidelijke normalisering, waarbij ze zich aan de ECB oriënteert.

Voor 2019 verwachten we in de regio nog steeds goede economische groeicijfers van 3,7% voor Slowakije en 3,4% voor Bulgarije. Gezien de erg sterke groeiprestaties van de Hongaarse economie in 2018, verwachten we voor 2019 een groeivertraging naar 3,5%. De convergentietrend in Centraalen Oost-Europa, met groeicijfers die duidelijk boven de verwachtingen voor de eurozone liggen, blijft bijgevolg intact.

Met een reële bbp-groei van 7,0% in 2018, behoorde de Ierse economie opnieuw tot de sterkste groeiers binnen de eurozone. Een belangrijke nuancering hierbij is dat de Ierse bbp-cijfers sterk verstoord worden door de activiteiten van grote multinationals in het land en dat de onderliggende groei van de Ierse economie wellicht dus lager is. Andere economische indicatoren bevestigden evenwel het gunstige economische klimaat in Ierland. De Ierse inflatie nam toe tegenover 2017, maar bleef niettemin erg beperkt tot slechts 0,7% in 2018. Ook in 2018 zorgde de aanhoudend sterke economische groei ervoor dat de Ierse overheidsschuldratio verder daalde tot 64% van het bbp. Voor 2019 verwachten we een groeivertraging naar 3,5%, wat nog steeds ruim boven de verwachte groei voor de eurozone ligt.

  • Best Trade Finance Provider in Hongarije (K&H, 2018 en 2019), in Slowakije (CˇSOB, 2018) en Bulgarije (UBB, 2019) (Global Finance)
  • K&H (Hongarije): campagne Gat in de Markt wint zilveren medaille in de categorie Finance & Insurance (Data & Marketing Association's Echo Awards)
  • KBC Bank Ireland (Ierland): Goud voor Best in Financial Services (Digital Media Awards)
  • CˇSOB (Slowakije): Best private bank (Euromoney)
  • DZI Insurance (Bulgarije): insurer of the year in life insurance (VUZF University, Association of Bulgarian Insurers, ...)
  • K&H (Hongarije): Reliable Employer (German-Hungarian Chamber of Industry and Commerce)
  • K&H (Hongarije): Sustainable bank of the year (Mastercard).

  • Specifieke doelstellingen

  • In de Centraal-Europese landen gaan we voor een omnikanaaldistributiemodel, met bijzondere aandacht voor de digitale oplossingen. In Ierland gaan we volop voor Digital First (zie verder). We mikken ook op vereenvoudiging van producten en processen in alle landen.
  • In Hongarije mikken we op inkomstengroei, via een sterke klantenwerving in alle banksegmenten en via intensievere crossselling, om ons marktaandeel en onze winstgevendheid te verhogen. We ambiëren ook een stevige groei van onze verzekeringsactiviteiten, vooral door verkoop in de bankkantoren en, voor niet-levensverzekeringen, via (internet-) makelaars en agenten.
  • In Slowakije mikken we op een voortzetting van de sterke groei in strategische producten (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering, leasing, verzekeringen), onder meer via crossselling aan bestaande klanten van de Cˇ SOB-groep.
  • In Bulgarije mikken we aan de bankzijde op een toename van het marktaandeel in leningen, in alle segmenten. Dat gebeurt binnen een robuust risicokader. Ook voor onze verzekeraar DZI blijft het de bedoeling sterker te groeien dan de markt, zowel in levens- als in nietlevensverzekeringen, zowel via het bankkanaal als via andere kanalen.
  • In Ierland gaan we met een Digital First-strategie volop voor een uitmuntende klantervaring. We willen ons differentiëren door het instant en proactief aanbieden van diensten en producten en door een hoge toegankelijkheid (onder meer via mobile en contact center). We streven ernaar om minimaal 10% marktaandeel te halen in de segmenten Retail en Micro-kmo's en gaan, zoals in de andere kernlanden, volop voor bankverzekeren.
  • We streven naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak in alle landen. Onze focusdomeinen zijn milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en gezondheid.

Enkele realisaties in 2018

klant centraal

Net zoals in België en Tsjechië bekijken we voortdurend hoe we nieuwe technologieën kunnen aanwenden om onze dienstverlening

nog beter af te stemmen op de behoeften van onze klanten in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. Specifiek voor 2018 was KBC in Ierland bijvoorbeeld de eerste om Garmin Pay aan te bieden aan zijn klanten, naast Apple Pay, Google Pay en FitBit Pay (zie verder). Bovendien werd ook de mobiele app er uitgebreid met diverse nieuwe functies, waaronder de mogelijkheid om bankkaarten als gestolen op te geven en onmiddellijk een digitale vervangkaart te ontvangen. Ook in Bulgarije werd veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van mobiele toepassingen, onder meer dankzij gebruikmaking van de ervaring en kennis van andere entiteiten uit de groep. Met het nieuwe mobile banking dat in 2018 werd gelanceerd verbeterde de klantervaring aanzienlijk en werd UBB de referentie inzake mobile banking in Bulgarije. In Slowakije lanceerden we onder andere Cˇ SOB SmartPay, een nieuwe mobiele e-wallet-toepassing voor betalingen met Near Field Communication (NFC). En in Hongarije lanceerden we onder meer een volledig 'end-to-end' digitale oplossing, die het mogelijk maakt cash loans binnen dertig minuten toe te kennen, introduceerden we biometrische handtekeningen voor diverse banktransacties en introduceerden we een eenvoudig en gebruiksvriendelijk online aankoopproces voor woningverzekeringen.

Om de commerciële slagkracht en toekomstbestendigheid te verhogen, en om redenen van kostenbeheersing, efficiëntieen effectiviteitsverbetering, hebben alle banken in de divisie Internationale Markten een programma gestart om te migreren naar een gemeenschappelijk core banking-platform. Twee van de vier landen gebruiken al een belangrijk deel van de architectuur en twee landen zijn gestart met de eerste fase van de implementatie.

duurzame rendabele groei

In alle Centraal-Europese kernlanden groeiden onze deposito's verder aan. Hetzelfde geldt voor de kredieten, waar bovendien ook de kwaliteit verder verbeterde, met onder meer

een afname van het aandeel impaired kredieten in de portefeuille. Dat laatste gold ook voor Ierland, waar de verbetering van de ratio voor impaired kredieten bijkomend werd begunstigd door de verkoop van een deel van de legacy-kredietportefeuille van KBC Bank Ireland eind november. Als gevolg van die transactie, verlaagde de ratio voor impaired kredieten van KBC Bank Ireland significant (met ruwweg 10 procentpunten) tot ongeveer 23%. In Bulgarije is de integratie van CIBANK en de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank zo goed als voltooid. Daarnaast verhoogden we er in maart 2018 ons aandeel in de jointventure levensverzekeringsmaatschappij tussen UBB en Metlife van 60% naar 100%, waarna we deze maatschappij

tegen het jaareinde hebben geïntegreerd in DZI. Dankzij deze overeenkomst kunnen we levens- en

schadeverzekeringsproducten van DZI verdelen via de kantoren van UBB en ons bankverzekeringsmodel helemaal uitrollen in de Bulgaarse markt, een van de kernmarkten van KBC. De groep heeft daardoor gezamenlijk marktaandeel van meer dan 20% in de Bulgaarse levensverzekeringsmarkt.

bankverzekeren Voor de divisie als geheel groeide het aantal bankverzekeringsklanten (klanten die minimaal 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van onze groep in portefeuille hebben) aan met

ongeveer de helft in 2018. Dat geldt ook voor het aantal stabiele bankverzekeringsklanten (met minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten). Die stijgingen zijn grotendeels toe te schrijven aan het feit dat voor het eerst UBB Life (Bulgarije) in de berekening opgenomen werd, maar ook organisch kende de divisie een sterke aangroei.

We realiseren bovendien tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in Bulgarije en Slowakije bij meer dan negen op tien, en in Hongarije bij meer dan zeven op tien van onze nieuwe hypothecaire kredieten ook een brandverzekering van de groep.

rol in de samenleving

We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid,

milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Zo steunt K&H in Hongarije al

15 jaar lang het K&H MediMagic Program door financiële en materiële steun te bieden. Sinds de lancering werd er al voor meer dan 600 miljoen HUF aan materiaal aangekocht waarmee meer dan 400 000 patiënten werden verzorgd. Verder gaat er speciaal aandacht uit naar de behandeling van kinderen. Zo tracht K&H MediMagic Story-telling kinderen mentaal te ondersteunen tijdens hun herstel in het ziekenhuis of thuis. In Ierland werkt KBC samen met WellFest, het grootste gezondheids- en welzijnsfestival van Ierland, om mensen te inspireren en voorlichting te geven over voeding, fitness en mentaal welzijn. Verder heeft KBC Ierland als eerste bank in dat land FitBit Pay op de markt gebracht, een betaaloplossing voor gezondheidsbewuste klanten die een connectie kan maken met fitnessapparaten.

Een mooi voorbeeld op het gebied van milieu is de samenwerking van DZI met SPARK in Bulgarije, het eerste autodeelbedrijf van elektrische wagens in Sofia. En inzake het stimuleren van ondernemerschap vermelden we de lancering door K&H in Hongarije van Start it @K&H, ter ondersteuning van start-ups in dat land en de sponsoring door KBC Bank Ierland van de Irish Early Career Awards voor jonge getalenteerde ondernemers en de lancering van de KBC Early Career Bursary, een fonds ter ondersteuning van jonge ondernemers in Ierland.

Bijdrage van de divisie Internationale Markten tot het groepsresultaat

Betreft 2018; bedragen tussen haakjes: verschil met 2017. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

1 Op vergelijkbare basis (zie hoofdstuk Ons financieel rapport)

2 Verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering

In 2018 bedroeg het nettoresultaat van onze divisie Internationale Markten 533 miljoen euro, tegenover 444 miljoen euro het jaar daarvoor. Dat was 196 miljoen euro voor Hongarije, 82 miljoen euro voor Slowakije, 96 miljoen euro voor Bulgarije en 155 miljoen euro voor Ierland. De resultaten van de divisie en Bulgarije bevatten de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease voor een volledig jaar in 2018 en voor 6 maanden in 2017.

De nettorente-inkomsten van de volledige divisie bedroegen 896 miljoen euro in 2018, 7% meer dan in 2017 op vergelijkbare basis. Dat is vooral toe te schrijven aan Ierland en Bulgarije (UBB 12 maanden ten opzichte van 6 maanden ingeteld). Wat volumes betreft: de leningen en voorschotten aan klanten van de volledige divisie (24 miljard euro, zonder reverse repo's) bleven ruwweg op het niveau van het jaar voordien. Daarbij werd de daling in Ierland (-9%, vooral door de verkoop op het einde van het jaar van een portefeuille kredieten van oorspronkelijk 1,9 miljard euro) voor een groot deel goedgemaakt door stijgingen in Slowakije (+8%, onder meer dankzij de woningkredieten), Hongarije (+7%, idem) en Bulgarije (+3%). De deposito's van klanten en schuldpapier van de divisie (23 miljard euro, zonder repo's) stegen met 2%. De deposito's groeiden aan in Slowakije (+5%), Hongarije (+6%) en Bulgarije (+5%) en daalden in Ierland (-9%, vooral in het bedrijfssegment). De gemiddelde nettorentemarge van de divisie steeg van 2,77% naar 2,80%.

Bij de nettoprovisie-inkomsten (284 miljoen euro) noteerden we een stijging van 9% op vergelijkbare basis. De stijging is vooral toe te schrijven aan de ontvangen commissies in verband met betalingsverkeer in Slowakije en Hongarije, en daarnaast in Bulgarije (UBB 12 maanden ten opzichte van 6 maanden ingeteld).

De verzekeringsactiviteiten van de divisie hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije (in Ierland werken we via partnerships). Het technische resultaat van die verzekeringsactiviteiten bedroeg 140 miljoen euro in 2018. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premieinkomsten met 14% (met groei in alle landen), een daling van de schadelasten met 3% (vooral in Bulgarije) en een daling van het resultaat uit afgestane herverzekering (in Bulgarije). De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg 90% voor de divisie. De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) kwam uit op 141 miljoen euro, iets hoger dan in 2017, door een gestegen verkoop van zowel tak 23- als tak 21-producten in Bulgarije (onder meer dankzij de opname van UBB Life).

De andere inkomstenposten bestonden vooral uit trading- en reëlewaarde-inkomsten (74 miljoen euro) en de overige inkomsten (17 miljoen euro). Dat laatste is significant hoger dan in 2017, toen het negatief werd beïnvloed door de aanleg van 116 miljoen euro in verband met een sectorwijde herziening van trackerhypotheken (tracker mortgages) die voor 2009 in Ierland werden afgesloten (zie Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

De kosten stegen in 2018 met 9% tot 909 miljoen euro. Dat komt vooral door de personeelskosten (wage drift), ICT, professionele vergoedingen en afschrijvingen, en bijkomend door Bulgarije (UBB 12 maanden meegeteld ten opzichte van 6 maanden; zonder dat element bedroeg de kostenstijging ongeveer 3%). De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten van de bankactiviteiten van de divisie bedroeg daardoor 65%, tegenover 72% in 2017.

Bij de kredietvoorzieningen was er opnieuw een nettoterugname (met positieve invloed op het resultaat) van 127 miljoen euro in 2018, tegenover 197 miljoen euro in 2017. Die goede prestatie in 2018 is opnieuw in hoofdzaak te danken aan Ierland, met een nettoterugname van 112 miljoen

Groepscenter

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. In 2018 tekende het Groepscenter voor een nettoresultaat van -67 miljoen euro, tegenover -146 miljoen euro in het jaar daarvoor.

Het omvat:

  • de traditionele elementen zoals de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie en (financierings-) kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties: -68 miljoen euro in 2018, -91 miljoen euro in 2017;
  • de resultaten van af te bouwen ondernemingen waaronder de vroegere Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz.: 58 miljoen euro in 2018, 91 miljoen euro in 2017. Noteer dat het cijfer voor 2017 positief werd beïnvloed door de boeking van 66 miljoen euro uitgestelde

euro, vooral gerelateerd aan de positieve impact van de stijging van huizenprijzen op de woningkredietenportefeuille. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de kredietvoorzieningen van de hele divisie -46 basispunten, tegenover -74 basispunten het jaar voordien (een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van impairments, dus met positieve invloed op het resultaat). Per land was dat: -96 basispunten voor Ierland, -18 basispunten voor Hongarije, 6 basispunten voor Slowakije en -31 basispunten voor Bulgarije. De kredietkwaliteit verbeterde opnieuw: eind 2018 was ongeveer 12% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 20% eind 2017. Een deel van die verbetering heeft te maken met de verkoop van een portefeuille (vooral non-performing) legacy-kredieten in Ierland op het einde van het jaar. Daardoor daalde de ratio voor impaired kredieten in dat land met 10 basispunten. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 8% van de kredietportefeuille van de hele divisie uit, tegenover 11% in 2017.

belastingvorderingen met betrekking tot de vereffening van IIB Finance;

• overige elementen: -57 miljoen euro in 2018, -147 miljoen euro in 2017. Het cijfer voor 2018 bevat onder meer de negatieve impact van een juridisch dossier (-38 miljoen euro). Het cijfer voor 2017 omvat -126 miljoen euro gerelateerd aan de wijziging van de vennootschapsbelasting in België (vooral het upfront-effect van het aangekondigde lagere tarief van de vennootschapsbelasting op de uitgestelde belastingen die op de balans zijn uitgedrukt waarbij het deel dat met legacy-activiteiten te maken heeft aan het Groepscenter wordt toegerekend; zie Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 Resultaten per segment.

Hoe beheren we onze risico's?

KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico's.

In dit hoofdstuk concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen. De algemene risico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel.

De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

• Risicobeleid;

• Kredietrisico: de inleiding, Kredietrisicobeheer op transactieniveau, Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau, een deel van de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten, Kredietherstructureringen, de tabel Andere kredietrisico's bankactiviteiten, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep en de tabel Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse;

• Marktrisico van tradingactiviteiten: de inleiding, Beheer van het marktrisico en Risicoanalyse en -kwantificering;

• Marktrisico van niet-tradingactiviteiten: de inleiding, de delen Beheer van het marktrisico van niet-tradingactiviteiten, Renterisico (met uitzondering van de tabellen Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve met 10 basispunten voor de KBC-groep en Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten), de tabel Blootstelling aan overheidsobligaties en Wisselkoersrisico;

• Liquiditeitsrisico: de inleiding, Beheer van het liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse;

• Verzekeringstechnisch risico.

Risicobeleid

De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn:

  • de Raad van Bestuur, bijgestaan door het Risico- en Compliancecomité (RCC), die jaarlijks beslist over en toezicht houdt op de risicobereidheid en de risicostrategie. De Raad zorgt ook voor de ontwikkeling van een gezonde en consistente groepswijde risicocultuur, gestoeld op een volledig begrip van de risico's die de groep loopt en hoe ze worden beheerd, rekening houdend met de risicobereidheid van de groep;
  • Het Directiecomité, ondersteund door activiteitgebonden risicocomités, dat het geïntegreerde managementcomité voor risicobeheer is en dat risicobereidheid, strategie en het bepalen van performancedoelstellingen met elkaar verbindt;
  • het Risicobeheercomité en activiteitgebonden risicocomités gemandateerd door het Directiecomité;
  • risicobewuste commerciële managers die optreden als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer binnen de groep;
  • één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (groeps-CRO), lokale CRO's en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (een deel van) de tweede verdedigingslinie en Interne Audit vormt de derde verdedigingslinie.

Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:

  • Directiecomité:
  • doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over de risico- en kapitaalstrategie, de risicobereidheid en het algemene concept van het risicobeheerkader;
  • beslist over de geïntegreerde en voor specifieke risicotypes opgestelde risicobeheerkaders en ziet toe op de implementatie ervan in de hele groep;
  • wijst kapitaal toe aan activiteiten om het risicogewogen rendement te maximaliseren;
  • treedt op als het belangrijkste risicocomité en behandelt essentiële onderwerpen die de specifieke risicocomités of het Groepscomité Assets & Liabilities (Groeps-ALCO) doorsturen;
  • bewaakt de voornaamste risicoblootstelling van de groep zodat die blijft overeenstemmen met de risicobereidheid.
  • Groeps-ALCO:
  • is een businesscomité dat het Directiecomité bijstaat op het vlak van (geïntegreerd) balansbeheer op groepsniveau. Het comité behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico.

  • Risicocomités:

  • Het Risicobeheercomité helpt het Directiecomité te beoordelen of het risicobeheerkader van KBC volstaat en nageleefd wordt, en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-diensten van de KBCgroep.
  • De activiteitgebonden Groepsrisicocomités (respectievelijk voor kredietverlening, markten en verzekeringen) ondersteunen het Directiecomité bij het vaststellen en bewaken van limieten voor die activiteiten op groepsniveau. Liquiditeits- en ALM-kwesties met betrekking tot die activiteiten worden behandeld door het Groeps-ALCO.
  • Het Groepscomité Interne Controle (GICC) ondersteunt het Directiecomité bij het bewaken en verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC.
  • Om de risicofunctie een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet volgens een logische segmentatie op basis van entiteit en/of divisie. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd, omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces en hun vetorecht kunnen uitoefenen als dat nodig is. De onafhankelijkheid van de CRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO.
  • Risico Groep en Kredietrisico Groep (samen de groepsrisicofunctie) hebben een aantal taken, waaronder de bewaking van risico's op overkoepelend groepsniveau, de ontwikkeling van risico- en kapitaalmodellen (terwijl de businessmodellen doorgaans worden ontwikkeld door de business), onafhankelijke waarderingen van alle risico- en kapitaalmodellen, de ontwikkeling van risicokaders, advies geven en rapporteren over kwesties die worden behandeld door het Groepsdirectiecomité en de risicocomités en de business challengen/ondersteunen in het beheer van de risico's met betrekking tot de volledige levenscyclus van hun activiteiten en projecten.
  • Waar nodig worden speciale werkgroepen opgericht met vertegenwoordigers uit de risicofunctie en de business om opkomende risico's of onverwachte ontwikkelingen op geïntegreerde wijze (met aandacht voor alle risicotypes) aan te pakken.

Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).

Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations > Rapporten > Risicorapporten.

Risicobereidheid

De algemene verantwoordelijkheid van het management van een financiële instelling kan worden omschreven als het beheer van kapitaal, liquiditeit, rendement (inkomsten tegenover kosten) en risico's, die vooral ontstaan uit de bijzondere situatie van banken en verzekeraars als risico-omzetters. Het nemen en omzetten van risico's maakt integraal deel uit – en is dus een onvermijdelijk gevolg – van de activiteiten van een financiële instelling. Het is dan ook niet de bedoeling van KBC om alle betrokken risico's uit te sluiten (risicomijding), maar wel om ze te identificeren, controleren en beheren voor een optimaal gebruik van zijn beschikbare kapitaal (d.w.z. risico's nemen om waarde te creëren).

Hoeveel risico KBC bereid is te nemen en zijn risicotolerantie zitten vervat in het begrip risicobereidheid. Het is een belangrijk instrument in het algemene (risico)beheer van de KBCgroep. Want uitdrukkelijk uitspreken hoeveel en welke risico's – zowel kwalitatief als kwantitatief – we willen nemen, helpt ons de risico's beter te begrijpen en te beheren.

KBC omschrijft risicobereidheid als hoeveel en welk type risico het kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven.

De mogelijkheid om risico te aanvaarden (ook de risicodragende capaciteit genoemd) wordt beperkt door zowel financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal, liquiditeitsprofiel, enz.) als niet-financiële verplichtingen (reglementen, wetten, enz.), terwijl de bereidheid om risico te aanvaarden afhankelijk is van de belangen van de verschillende stakeholders (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers, management,

toezichthouders, klanten, enz.). Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat de organisatie haar belangrijkste stakeholders en hun verwachtingen kent.

De risicobereidheid van KBC wordt beschreven in een risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement, RAS), die wordt opgesteld op groeps- en lokaal niveau. De risicobereidheidsverklaring weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over risico's nemen in het algemeen, en over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement. De verklaring is gebaseerd op risicobereidheidsdoelstellingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de bedrijfsstrategie en geeft een kwalitatieve beschrijving van het speelveld van de KBC-groep. Die overkoepelende

risicobereidheidsdoelstellingen worden verder gespecificeerd in kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen voor de verschillende risicotypes. De risicobereidheid op lange termijn wordt ingedeeld als Hoog (H), Medium (M) of Laag (L) op basis van de metrics en drempels die worden bepaald in de risicobereidheidsondersteunende oefening die wordt uitgevoerd voor de belangrijkste risicotypes. De bepaling van de risicobereidheid en de daarmee samenhangende drempels per metric bepalen de langetermijnbovengrens voor KBC. De specifieke limieten per risicotype voor 2019 komen overeen met de langetermijnbovengrens, maar kunnen worden verlaagd. De limieten worden naar de lagere entiteiten uitgewaaierd.

daarover vindt u in het Risk Report van KBC op www.kbc.com.

Langetermijnplanning & bepaling risicobereidheid

Kredietrisico

Wat is het?

Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij (bijvoorbeeld een kredietnemer), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.

We beheren ons kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's en het nemen van risicobeperkende maatregelen.

We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.

Kredietrisicobeheer op transactieniveau

Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een acceptatieproces, waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.

Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren

worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle beschikbare nieuwe informatie (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie of een beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen voor de klant.

Kredietrisicobeheer op portefeuilleniveau

We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten, maar ook op de volledige kredietrisicoscope.

Terwijl sommige limieten zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2018 hadden de belangrijkste groepsentiteiten en enkele kleinere entiteiten de IRB Advanced-benadering ingevoerd, behalve United Bulgarian Bank in Bulgarije (standaardbenadering) en Cˇ SOB in Slowakije (IRB Foundation-benadering). De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.

Gebruik van risicomodellen

Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.

Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.

De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de status non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in

wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet impaired.

Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen toe.

Vanaf 2018 worden bijzondere waardeverminderingen opgenomen volgens de IFRS 9-normen (berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss) voor debiteuren in gebreke en op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden of over de volledige resterende looptijd voor debiteuren die niet in gebreke zijn, afhankelijk van het feit of het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en er daardoor is overgegaan van stage 1 naar stage 2). Daarvoor gebruiken we specifieke IFRS 9-modellen.

Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten als gevolg van kredietverlening en investeringen

In de volgende delen, gaan we dieper in op de kredietrisico's van de entiteiten van de KBC-groep. Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden daarom niet in de

beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de handelsportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart.

Vanaf 2018 hebben we de definitie van kredietportefeuille licht gewijzigd, waarbij het uitstaande bedrag niet langer de opgenomen hoofdsom is, maar wordt bepaald in overeenstemming met de nieuwe IFRS 9-definitie van de brutoboekwaarde, d.w.z. inclusief geprorateerde en gereserveerde rente. De bijkomende opname van gereserveerde rente heeft onder meer geleid tot een toename van het gerapporteerde bedrag aan impaired kredieten. Daarnaast hebben we de scope van de kredietportefeuille uitgebreid met de volgende vier elementen: (i) blootstelling aan banken (plaatsingen op de geldmarkt, documentaire kredieten, rekeningen), (ii) debiteurenrisico van KBC

Commercial Finance, (iii) niet-toegestane overschrijdingen op rekeningen en (iv) reverse repo's (excl. met centrale banken).

De cijfers voor 2017 in de onderstaande tabel zijn niet aangepast. Ter referentie: als we ze hadden aangepast, zou het totale uitstaande bedrag 162,0 miljard euro bedragen (in plaats van 154,2 miljard euro). Uitgesplitst per divisie zou dat zijn 104,1 miljard euro voor België (in plaats van 97,8 miljard euro), 25,1 miljard euro voor Tsjechië (in plaats van 24,3 miljard euro); 28,3 miljard euro voor Internationale Markten (in plaats van 27,7 miljard euro) en 4,4 miljard euro voor het Groepscenter (in plaats van 4,3 miljard euro).

De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.

Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten

Totale kredietportefeuille 31-12-2018 31-12-2017
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro)
Uitstaand en niet-opgenomen bedrag 205 191
Uitstaand bedrag 165 154
Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
België2 65,8% 63,4%
Tsjechië 15,6% 15,8%
Internationale markten 16,3% 18,0%
Groepscenter 2,3% 2,8%
Totaal 100,0% 100,0%
Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
Particulieren 39,9% 42,1%
Financiële en verzekeringsdiensten 7,4% 5,2%
Overheden 3,5% 2,8%
Bedrijven 49,2% 49,8%
Diensten 11,2% 11,6%
Distributie 7,5% 7,6%
Vastgoed 6,6% 7,0%
Bouw 4,1% 4,2%
Landbouw, veeteelt en visserij 2,7% 2,8%
Auto-industrie 2,5% 2,3%
Overige (sectoren < 3%) 14,5% 14,3%
Totaal 100,0% 100,0%
Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille)1,3
Kernlanden 86,6% 88,5%
België 55,0% 55,5%
Tsjechië 15,0% 14,8%
Ierland 6,5% 7,8%
Slowakije 5,0% 4,9%
Hongarije 3,2% 3,3%
Bulgarije 2,0% 2,1%
Rest van West-Europa 7,9% 7,4%
Rest van Centraal- en Oost-Europa 0,5% 0,4%
Noord-Amerika 1,4% 1,4%
Azië 1,6% 0,8%
Overige 1,9% 1,4%
Totaal 100,0% 100,0%
Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille, op basis van interneratingschaal)1
Unimpaired
PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 28,8% 27,3%
PD 2 (0,10% – 0,20%) 9,0% 8,4%
PD 3 (0,20% – 0,40%) 14,9% 16,7%
PD 4 (0,40% – 0,80%) 14,1% 14,5%
PD 5 (0,80% – 1,60%) 12,0% 11,5%
PD 6 (1,60% – 3,20%) 8,5% 7,9%
PD 7 (3,20% – 6,40%) 4,6% 3,9%
PD 8 (6,40% – 12,80%) 1,9% 1,8%
PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 1,8% 1,8%
Zonder rating
Impaired
0,1% 0,2%
PD 10
PD 11
1,9%
0,7%
2,6%
1,0%
PD 12
Totaal
1,8%
100,0%
2,4%
100,0%
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten
Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage4 (in procenten van de uitstaande portefeuille)1
Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) 83,9%
Waarvan PD 1 - 4 63,1%
Waarvan PD 5 - 9, (incl. zonder rating) 20,8%
Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname – niet credit impaired) incl. POCI5 11,8%
Waarvan PD 1 - 4 3,7%
Waarvan PD 5 - 9, (incl. zonder rating) 8,1%
Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname – credit impaired) incl. POCI5 4,3%
Waarvan PD 10 - 12 (impaired) 4,3%
Totaal 100,0%
Portefeuille impaired kredieten 31-12-2018 31-12-2017
Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten)
Impaired kredieten6 7 151 9 186
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 4 099 5 242
Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten)1
België2 38,9% 29,6%
Tsjechië 8,8% 6,3%
Internationale markten 45,9% 59,6%
Ierland 34,2% 46,3%
Slowakije 2,2% 2,1%
Hongarije 2,7% 3,5%
Bulgarije 6,8% 7,7%
Groepscenter 6,4% 4,6%
Totaal 100,0% 100,0%
Impaired kredieten per sector (in procenten van portefeuille impaired kredieten)1
Particulieren 43,0% 47,1%
Distributie 13,2% 8,7%
Vastgoed 9,1% 14,1%
Diensten 6,9% 7,4%
Bouw 6,8% 6,4%
Metalen 4,5% 1,6%
Elektriciteit 2,4% 1,1%
Overige (sectoren < 2%) 14,2% 13,6%
Totaal 100,0% 100,0%
Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro)
Op portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9, incl. zonder rating) 237
Waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 10 tot 12) 4 039
Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 3 361
Waardevermindering voor stage 1-portefeuille 130
Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI5
(hersteld)
321
Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI5
(nog altijd impaired)
3 203
Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 2 695
Kredietkostenratio
Divisie België2 0,09% 0,09%
Divisie Tsjechië 0,03% 0,02%
Divisie Internationale Markten -0,46% -0,74%
Ierland -0,96% -1,70%
Slowakije 0,06% 0,16%
Hongarije -0,18% -0,22%
Bulgarije -0,31% 0,83%

Groepscenter -0,83% 0,40% Totaal -0,04% -0,06%

Portefeuille impaired kredieten 31-12-2018 31-12-2017
Ratio van impaired kredieten
Divisie België2 2,6% 2,8%
Divisie Tsjechië 2,4% 2,4%
Divisie Internationale Markten 12,2% 19,7%
Ierland 23,0% 35,0%
Slowakije 2,0% 2,6%
Hongarije 3,8% 6,5%
Bulgarije 15,0% 21,6%
Groepscenter 12,0% 9,8%
Totaal 4,3% 6,0%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 2,5% 3,4%
Dekkingsratio
Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten 44,8% 44,0%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 65,7% 64,1%
Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) 49,3% 54,0%
Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 73,5% 73,4%

1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.

2 Omvat ook het beperkte netwerk van elf buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. Die kantoren focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC en hadden een totale uitstaande portefeuille van ca. 7,6 miljard euro op 31 december 2018.

3 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de Quarterly Reports van KBC op www.kbc.com.

4 Volgens IFRS 9 worden financiële instrumenten die onderhevig zijn aan waardeverminderingen ingedeeld in drie categorieën, namelijk: Stage 1: performing; Stage 2: underperforming (waarbij verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd berekend moeten worden) en Stage 3: non-performing of impaired. Zie Toelichtingen 1.1 en 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages.

5 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking.

6 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 2 035 miljoen euro tussen eind 2017 en eind 2018 is als volgt verdeeld: een stijging bij Divisie België (+66 miljoen euro), een stijging bij Divisie Tsjechië (+53 miljoen euro), een daling bij Divisie Internationale Markten (-2 191 miljoen euro, waarvan -1 805 miljoen euro is toe te schrijven aan Ierland) en een stijging bij het Groepscenter (+37 miljoen euro).

Eind november 2018 verkocht KBC Bank Ireland een deel van zijn legacy portefeuille bedrijfskredieten en buy-to-let hypothecaire kredieten aan entiteiten opgericht en gefinancierd door Goldman Sachs. De verkoop met een waarde van ongeveer 1,9 miljard euro bestond uit de nonperforming bedrijfskredietenportefeuille, non-performing Ierse buy-to-let hypothecaire kredieten en performing en non- performing Britse buy-to-let hypothecaire kredieten. Deze transactie heeft de afbouw van de non-performing portefeuille versneld en de ratio van impaired kredieten voor KBC Bank Ireland verlaagd met 10 procentpunten.

Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland* 31-12-2018 31-12-2017
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) 11 12
Verdeling per krediettype
Hypothecair aan particulieren 96% 90%
Niet-hypothecair aan particulieren 1% 0%
Bedrijven 3% 10%
Verdeling per risicoklasse
Normaal, PD 1 - 9 77% 65%
Impaired, PD 10 10% 18%
Impaired, PD 11 + 12 13% 17%
Kredietkostenratio -0,96% -1,70%
Dekkingsratio 39% 36%

* Een definitie vindt u in Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten als gevolg van kredietverlening en investeringen (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).

Kredietherstructureringen

Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert, uiteindelijk in gebreke blijft, kan beslist worden om zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen.

Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat:

  • rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld;
  • de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen;
  • achterstallen worden gekapitaliseerd;
  • een uitstel van betaling wordt toegestaan (tijdelijke vrijstelling van kapitaal- en/of rentebetaling);
  • de schulden worden kwijtgescholden.

Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd met het oog op identificatie, controle en rapportering.

Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen. In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt sinds 1 januari 2018 een krediet met de status foreborne altijd aan stage 2 toegewezen (dit geldt alleen voor klanten die niet in wanbetaling zijn, omdat klanten in wanbetaling altijd worden ondergebracht in stage 3).

Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.).

Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.

Eind 2018 maakten geherstructureerde kredieten 2% van onze totale kredietportefeuille uit. Ten opzichte van eind 2017 was er een daling van de blootstelling aan geherstructureerde kredieten met 2 procentpunten, voornamelijk als gevolg van de verkoop van een portefeuille met overwegend nonperforming kredieten in Ierland, en in mindere mate door normaliseringen, terugbetalingen en afschrijvingen. In Ierland daalde die blootstelling met 11 procentpunten.

On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen (in miljoenen euro) – Ontwikkelingen tussen openings- en slotbalans

Ontwikkelingen
Kredieten
waar
aan een
herstructu
Kredieten
die niet
langer als
geher
structureerd
Openings rering is worden Terug Afschrijvin
Brutoboekwaarde balans toegekend beschouwd betalingen gen Overige1 Slotbalans
2018
Totaal 5 841 423 -750 -240 -196 -1 187 3 890
Waarvan KBC Bank Ireland 3 824 97 -361 -7 -115 -1 243 2 195
2017
Totaal 7 083 954 -1 677 -375 -478 335 5 841
Waarvan KBC Bank Ireland 5 083 167 -787 -220 -419 3 824
Bijzondere waardeverminderingen Openings
balans
Bestaande
waardever
minde
ringen op
kredieten
waar
aan een
herstructu
rering is
toegekend
Daling van
waardever
minderin
gen omdat
kredieten
niet langer
geherstruc
tureerd zijn
Ontwikkelingen
Stijging van
waardever
minde
ringen op
geherstruc
tureerde
kredieten
Daling van
waardever
minde
ringen op
geherstruc
tureerde
kredieten
Overige2 Slotbalans
2018
Totaal 1 422 47 -298 217 -176 -557 655
Waarvan KBC Bank Ireland 838 0 -148 192 -34 -495 353
2017
Totaal 1 967 75 -586 222 -284 28 1 422
Waarvan KBC Bank Ireland 1 511 0 -537 92 -227 0 838

1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de

brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.

Geherstructureerde kredieten In procenten van
de uitstaande
portefeuille
(in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten Verdeling per PD-klasse
van de entiteit)
PD 1-8 PD 9 PD 10 PD 11-12
(impaired, minder
dan 90 dagen
achterstallig)
(impaired, 90
dagen of meer
achterstallig)
31-12-2018
Totaal 2% 11% 20% 46% 23%
Waarvan KBC Bank Ireland 21% 1% 28% 46% 25%
Per klantensegment1
Particulieren2 4% 9% 25% 41% 25%
Kmo's 1% 26% 12% 33% 29%
Bedrijven3 1% 8% 10% 65% 17%
31-12-2017
Totaal 4% 9% 13% 49% 28%
Waarvan KBC Bank Ireland 32% 0% 18% 55% 27%
Per klantensegment1
Particulieren2 6% 8% 18% 53% 21%
Kmo's 1% 25% 11% 32% 32%
Bedrijven3 3% 8% 4% 47% 42%

1 Niet geauditeerd door de commissaris.

2 In 2018 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2017 was dat 99%).

3 In 2018 had 33% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2017 was dat 47%).

Andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten

De belangrijkste bronnen van andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten zijn:

Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.

Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de tabel zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten met behulp van de internemodelmethode voor de rente- en valutaderivaten in Divisie België (vanaf 2018), en berekend als de som van de (positieve) actuele vervangingswaarde ('mark-to-market'-waarde) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on) voor de rente- en valutaderivaten van de andere divisies en voor inflatie-, aandelen- en grondstoffenderivaten. De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.

Andere kredietrisico's, bankactiviteiten

(in miljarden euro) 31-12-2018 31-12-2017
Emittentenrisico1 0,2 0,2
Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties2,3 4,0 8,3

1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.

2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.

3 De daling is voornamelijk het gevolg van de overdracht van plaatsingen op de geldmarkt naar de krediet- en beleggingsportefeuille vanaf 2018.

Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België, Frankrijk en Tsjechië). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.

Kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten

Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over het obligatiegedeelte van de portefeuille.

Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep

(in miljoenen euro, marktwaarde)1 31-12-2018 31-12-2017
Per activatype (Solvency II)
Effecten 19 249 20 686
Obligaties en dergelijke 18 036 19 329
Obligaties 17 970 19 285
Instellingen voor collectieve belegging 66 44
Aandelen 1 211 1 355
Derivaten 3 2
Leningen en hypotheken 3 131 2 758
Leningen en hypotheken aan klanten 2 479 2 025
Leningen aan banken 652 733
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 286 242
Tak 23-beleggingen2 13 685 14 354
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 271 280
Overige beleggingen 9 196
Totaal 36 632 38 517
Details over obligaties en soortgelijke effecten
Per externe rating3
Investment grade 99% 98%
Non-investment grade 1% 2%
Zonder rating 0% 0%
Per sector3
Overheden 63% 63%
Financieel4 23% 23%
Overige 14% 14%
Per restlooptijd3
Maximaal 1 jaar 11% 11%
Tussen 1 en 3 jaar 18% 19%
Tussen 3 en 5 jaar 15% 14%
Tussen 5 en 10 jaar 34% 31%
Meer dan 10 jaar 21% 25%

1 De totale boekwaarde bedroeg 35 275 miljoen euro eind 2018 en 37 164 miljoen euro eind 2017.

2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.

3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.

4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.

We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte

verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.

Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1
:
EAD EL EAD EL
Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2
(in miljoenen euro)
2018 2018 2017 2017
AAA tot en met A- 188 0,08 191 0,08
BBB+ tot en met BB- 11 0,01 14 0,02
Lager dan BB- 0 0 0 0
Zonder rating 1 0,02 2 0,04
Totaal 200 0,11 206 0,13

1 Op basis van interne ratings.

2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.

Positie in overheidsobligaties (bank- en verzekeringsportefeuille samen)

We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In het deel Marktrisico van niet-tradingactiviteiten onder Creditspreadrisico geven we een uitsplitsing per land, samen met de economische invloed van een stijging van de spread met 100 basispunten.

Positie in gestructureerde kredieten (bank- en verzekeringsportefeuille)

De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten (voornamelijk Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en)) bedroeg 0,7 miljard euro. Dat is een daling met 0,3 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2017 als gevolg van terugbetalingen. Daarnaast is de oude Atomium US CDO- en RMBS-portefeuille, die eind 2017 59 miljoen euro bedroeg, verkocht. In 2018 werd één nieuwe investering van 25 miljoen euro in een RMBS met AAA-rating gedaan.

Reglementair kapitaal

De reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico stegen van 6 248 miljoen euro eind 2017 tot 6 447 miljoen euro eind 2018. Die toename van de gewogen kredietrisico's in 2018 was voornamelijk toe te schrijven aan nieuwe wettelijke vereisten en beperkingen opgelegd door toezichthouders en aan volumestijgingen in de kernlanden. Meer details vindt u in het hoofdstuk Credit Risk van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisico van tradingactiviteiten

Wat is het?

We definiëren marktrisico als de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.

We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Er worden ook beperkte tradingactiviteiten uitgevoerd bij het recent overgenomen United Bulgarian Bank (UBB) in Bulgarije (het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico bedroeg 3 miljoen euro eind 2018). Voor de volledigheid vermelden we dat, hoewel de resterende drie legacy-bedrijfsactiviteiten (d.w.z. omgekeerde hypotheken, verzekeringsderivaten en fondsderivaten) effectief zijn afgewikkeld, ze nog altijd enig kapitaalbeslag voor marktrisico aantrekken op grond van het huidige regelgevingskader (goed voor ongeveer 1% van het totale reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico vermeld in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk).

De dealingrooms, waarbij België het grootste deel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.

Beheer van het marktrisico

Het doel van ons marktrisicobeheer is het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's, om te verzekeren dat de activiteiten overeenstemmen met de risicobereidheid van de groep. Deze functie omvat proactieve en reactieve aspecten. In zijn proactieve rol analyseert de risicofunctie de resultaten van waarde- en risicoberekeningen, marktontwikkelingen, sectortrends, nieuwe modelvormingsinzichten, wijzigingen in regelgeving, enz., en

stelt ze een advies op voor het Groepscomité Markten (GMC) met de bedoeling meetmethoden, limieten, afdekkingsmethoden of -posities aan te passen of te verfijnen. De reactieve rol houdt in dat de risicofunctie de nodige externe en interne rapporten opstelt, advies geeft over businessvoorstellen en de risico's verbonden aan de posities bewaakt en er advies over geeft.

We bewaken en beheren de risico's van de posities via:

  • een risicolimietenraamwerk dat bestaat uit een hiërarchie van limieten en vroege waarschuwingssignalen;
  • een uitgebreid stresstestkader;
  • dag-tot-dag en maand-tot-dag stop-losslimieten op desk- en traderniveau;
  • interne beoordelingen;
  • een brede waaier van controles (inclusief parameterherzieningen, dagelijkse aansluitingsprocedures en analyses van de materiële impact van proxies).

Wat het risicokader betreft, is het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de handelsportefeuille de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR), waarbij bepaalde samengestelde en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaR-context kunnen worden gemodelleerd, onderworpen zijn aan nominale en/of scenariolimieten. VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. We gebruiken de historische simulatiemethode, die geen veronderstellingen maakt wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar uitgaat van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. Ons HVaR-model wordt gebruikt voor zowel Management HVaR als voor de berekening van het reglementaire kapitaal

(zie Reglementair kapitaal in dit hoofdstuk). Het gebruik van Management HVaR is ruimer dan het toepassingsgebied voor Reglementaire HVaR, aangezien het alle posities omvat die door HVaR kunnen worden gemodelleerd (d.w.z. inclusief de entiteiten waarvoor we vanwege hun belang geen toestemming van de lokale toezichthouder hebben gevraagd om het te gebruiken), en er limieten zijn vastgesteld op verschillende niveaus (d.w.z. op het niveau van de KBC-groep, op entiteitsniveau en op deskniveau). In het verleden werd zowel de Management HVaR als de Reglementaire HVaR berekend conform de CRD IV-normen ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen, waarvoor we – na analyse – kiezen om te werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen). In oktober 2018 besloot het GMC om de houdperiode voor de Management HVaR te wijzigen naar één dag, omdat die intuïtiever is voor het senior management en meer overeenstemt met de winst-en-verliesrapportering, het dagelijkse bestuur, stop losses en backtesting.

Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. De belangrijkste ontwikkeling voor het HVaR-model in 2018 was de verbetering van de prijsstelling van valutaopties om de verandering in de waarde van die opties nauwkeuriger te berekenen voor de verschillende scenario's die in de HVaR-berekeningen worden gebruikt. De totale impact van de invoering van die nieuwe risicofactoren op het HVaR-resultaat was echter beperkt.

Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren.

Naast het risicolimietenraamwerk voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. De stresstests worden besproken op GMC-vergaderingen,

zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep. In 2018 keurde het GMC een nieuw historisch stresstestkader goed, dat nu een volledige herwaardering gebruikt voor renterisico-, valutarisico- en aandelenrisicofactoren, evenals een geïntegreerd historisch stresstestresultaat, en scenario's bevat van het recentere verleden. Ook voor de aandelendesk werd een nieuw stresstestkader goedgekeurd. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met closeoutkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-tomodelwaarderingen, tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico.

Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.

Hoewel de tradingactiviteit van de groep centraal wordt beheerd, zowel vanuit een business- als vanuit een risicobeheerperspectief, worden de resterende tradingposities niet op een centrale locatie beheerd, maar worden ze aangehouden bij de afzonderlijke tradingentiteiten, die elk onderworpen zijn aan een lokale toezichthouder en eigen wettelijke kapitaalvereisten. Om die discrepantie recht te zetten, hebben we het Global Trading Project opgestart, dat – wanneer het voltooid is (verwacht tegen het einde van 2019) – alle resterende tradingposities bij KBC Bank NV waar nodig zal centraliseren, waardoor het toepassingsgebied van de regelgeving wordt afgestemd op het bestaande toepassingsgebied van de business en het risicobeheer. Deze centralisatie geniet niet alleen de voorkeur van de Europese toezichthouder, maar zal ook de kosten verlagen en de naleving van toekomstige regelgeving vereenvoudigen.

Risicoanalyse en -kwantificering

De tabel geeft de Management HVaR (99% betrouwbaarheidsinterval, 1 dag houdperiode, historische simulatie) voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities in alle dealingrooms van de KBC-groep die met HVaR kunnen worden gemodelleerd.

Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) 2018 2017
Gemiddelde 1e kwartaal 6 6
Gemiddelde 2e kwartaal 5 8
Gemiddelde 3e kwartaal 5 8
Gemiddelde 4e kwartaal 5 7
Op 31 december 6 6
Maximum in jaar 7 11
Minimum in jaar 4 5

In de tabel hierna vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddelde over het volledige jaar) in het HVaR-model van KBC. Het aandelenrisico is afkomstig van de equity desk en van KBC Securities.

Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep
(Management HVaR; in miljoenen euro)
Gemiddelde voor
2018
Gemiddelde voor
2017
Renterisico 5,2 7,5
Wisselkoersrisico 0,4 0,6
Valutaoptierisico 0,2 0,3
Aandelenrisico 0,6 0,4
Invloed van diversificatie -1,3 -1,3
Totale HVaR 5,1 7,5

De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met dagelijkse cijfers van de winst-enverliesrekening. Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten, desks en zelfs traderaccounts. Meer details over de backtests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 4.8.

Reglementair kapitaal

Zoals in de tabel is aangegeven, wordt ongeveer 80% van de reglementaire kapitaalvereisten berekend met behulp van goedgekeurde interne modellen (Approved Internal Models, AIM's). Dat percentage stijgt echter tot ongeveer 90% als de kapitaalvereisten voor valutarisico in de bankportefeuille worden uitgesloten (berekend volgens de standaardbenadering en opgenomen in deze tabel volgens de wettelijke vereisten, maar niet gerelateerd aan onze dealingroomactiviteiten). In 2018 bestonden de op AIM gebaseerde reglementaire kapitaalvereisten uit de som van de reglementaire kapitaalvereisten berekend met de AIM's van KBC Bank NV in België en Cˇ SOB in Tsjechië (goedgekeurd door hun respectieve toezichthouders). De twee AIM's worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaRmaatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode wordt minstens een keer per jaar aangepast (maandelijks gecontroleerd om te verzekeren dat de periode nog geldig is) door te bepalen welke periode van 250 dagen tussen 2006 en dat ogenblik de zwaarste verliezen heeft geproduceerd voor de relevante posities.

De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's op het einde van 2017 en 2018 vindt u in de tabel hieronder. Die toont de reglementaire kapitaalvereisten per risicotype, zoals ingeschat door het interne model. De reglementaire kapitaalvereisten voor het tradingrisico's van lokale KBCentiteiten (waar – vanwege het belang ervan – geen goedkeuring aan de toezichthouder werd gevraagd om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken) en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de VaRberekeningen, worden gemeten volgens de standaardbenadering en ook getoond per risicotype.

Vereisten inzake reglementair kapitaal trading, per risicotype
(in miljoenen euro)
Renterisico Aandelen
risico
Wissel
koersrisico
Grondstof
fenrisico
Totaal
31-12-2018
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
46
99
7
46
4
8

58
153
Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering 22 5 18 0 45
Totaal 167 58 30 0 256
31-12-2017
Marktrisico's ingeschat door intern model HVaR
SVaR
77
129
3
7
5
14

85
151
Marktrisico's ingeschat door de standaardbenadering 18 6 9 0 33
Totaal 225 16 28 0 269

De totale kapitaalvereisten lagen eind 2018 13 miljoen euro lager (163 miljoen euro in risicogewogen activa) dan het jaar daarvoor, voornamelijk door een daling van de HVaRcomponent, deels gecompenseerd door een stijging van de kapitaalvereisten volgens de standaardbenadering (hoewel die stijging vrijwel volledig afkomstig was van een stijging van het valutarisico in de bankportefeuille en dus niet gerelateerd is aan onze dealingroomactiviteiten). De SVaR-component was

vrij stabiel, aangezien de daling van het renterisico vrijwel gecompenseerd werd door een stijging van het aandelenrisico. De zeer grote verschuivingen in dividendrendementen voor sommige scenariodata tijdens de SVaR-periode (rond de tijd van de Lehman-crisis) betekenen dat zelfs relatief kleine posities in dividendaandelen bij de equity desk kunnen leiden tot hoge SVaR-cijfers.

Niet-financiële risico's

Operationeel risico

Wat is het?

Operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Operationele risico's omvatten niet-financiële risico's, zoals informatie- en compliancerisico's, maar bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken er geen deel van uit.

Beheer van het operationeel risico

We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau.

De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's. De ontwikkeling en implementatie van dat kader worden ondersteund door een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.

De belangrijkste opdrachten van het competentiecentrum voor operationeel risico zijn:

• het kader voor het beheer van operationele risico's en de minimumnormen voor de operationeelrisicobeheerprocessen uitwerken voor de groep;

  • het senior management en de toezichtcomités inlichten over het operationeelrisicoprofiel;
  • de internecontroleomgeving op onafhankelijke wijze onderwerpen aan risico-onderzoeken en testen;
  • toezicht houden op en advies geven over de doeltreffendheid van de uitgevoerde controles om het operationele risico te beperken;
  • een omgeving creëren waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Het competentiecentrum voor operationeel risico bestaat uit onafhankelijke risico-experts, zowel op groepsniveau als op lokaal niveau.

Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer

Sinds 2011 schenken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde, verplichte controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls). Die top-down controledoelstellingen worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten te beperken, en waar nodig acties te ondernemen. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerkader en van het internecontrolesysteem. De huidige Group Key Controls dekken alle processen van de groep. Er worden herzieningen uitgevoerd om alle processen te beheren, kritieke leemtes op te vullen en groepswijde risico's en basiscontroles te optimaliseren. Naast die minimale controlemechanismen beschikken de entiteiten over bijkomende controlemechanismen om lokale/specifieke risico's te beheren of hun controleomgeving te versterken.

De interne beoordelingen van risico's en controles door de business worden gerapporteerd aan en in vraag gesteld door de risicofunctie. Er is een groepswijde tool om de internecontroleomgeving te documenteren, te beoordelen en erover te rapporteren, en te benchmarken voor alle entiteiten. Die tool omvat de resultaten van tests en onderzoeken – en daarmee samenhangende acties – in alle belangrijke entiteiten en processen, en alle informatie over operationeel risico en controlebeoordeling van alle business-, risico-, compliance- en auditfuncties.

Om operationele risico's correct te beheren, hebben we net zoals bij de andere risicotypes een aantal groepswijde bouwstenen bepaald.

  • De risicobereidheid bepalen en naar de lagere echelons uitwaaieren: de risicobereidheid wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in ons overkoepelende risicobeheerkader.
  • Risico-identificatie: om operationele risico's te identificeren, volgen we de wetgeving op, maken we gebruik van het New and Active Product Process, analyseren we belangrijke risico-indicatoren (Key Risk Indicators), risicochallenges, grondige onderzoeken (deep dives), analyse van de hoofdoorzaak van verliezen en andere risicowaarnemingen.
  • Risico- en controlemeting: omdat operationeel risico in alle facetten van de organisatie aanwezig is, zijn er meetstandaarden op groepsniveau beschikbaar die helpen om het risicoprofiel van een entiteit, een proces en individuele operationele risico's en individuele controles in het proces te bepalen en ondersteunen. Daarnaast wordt

een groepswijde uniforme schaal gebruikt om de algemene internecontroletoestand van elk proces in elke belangrijke entiteit uit te drukken.

  • Risicoreactie en -opvolging: er is een uniforme aanpak, sterk gebaseerd op de verantwoordelijkheid van de eerste verdedigingslinie, challenge door de tweede verdedigingslinie en garantie door de derde verdedigingslinie, met een risicogeoriënteerde opvolging op zowel lokaal als groepsniveau.
  • Er is een gestandaardiseerd proces voor het verzamelen van verliesgegevens, met inbegrip van een analyse van de hoofdoorzaak en passende reacties.
  • Rapportering: er zijn minimumnormen bepaald voor het rapporteringsproces voor operationeelrisicobeheer. Naast de wettelijk verplichte rapportering is er elk kwartaal een structurele rapportering aan de groepsrisicocomités. De kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België, de FSMA en de ECB via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
  • Stresstests: elk jaar wordt een stresstest uitgevoerd om na te gaan of het operationeelrisicokapitaal volgens pijler 1 volstaat.

Vereisten inzake reglementair kapitaal

We gebruiken de standaardbenadering voor operationeel risico volgens Basel III. Eind 2017 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Groep 876 miljoen euro. Eind 2018 was dat 887 miljoen euro. De stijging was voornamelijk toe te schrijven aan de toegenomen activiteiten in Tsjechië en in vermogensbeheer.

Extra focus op informatierisicobeheer

Het competentiecentrum voor informatierisicobeheer (IRM) concentreert zich op informatiebeveiligings- en IT-gerelateerde risico's, in het bijzonder risico's als gevolg van cybercrime.

Informatierisicobeheer, inclusief de functie van information risk officer van de groep, is volledig opgenomen in het Groepscompetentiecentrum Operationeel Risico (de tweede lijn). Daardoor zijn onafhankelijke tests en opinies verzekerd. Het concentreert zich op informatierisico's, zoals informatiebeveiliging, cybercrime, operationele risico's voor IT, verkopers en derden, de cloud, enz. Het geeft vorm aan het informatierisicokader, oefent toezicht uit, maakt risicobeleid mogelijk en helpt de groepsentiteiten hun risicocapaciteiten te versterken.

Reputatierisico

Wat is het?

Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed kan hebben op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt).

Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.

Het reputatierisicobeheerkader is in overeenstemming met het overkoepelende risicobeheerkader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep

en Compliance Groep). Het reputatierisicobeheerkader zal worden aangepast aan de nieuwe KBC-methodologie voor de omgang met 'step-in' risico's, in overeenstemming met de nieuwe richtlijnen van het Baselcomité voor Bankentoezicht voor dit onderwerp.

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico).

Bedrijfs- en strategisch risico

Wat is het?

Bedrijfsrisico is het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (de macroeconomische omgeving, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, de sociodemografische omgeving, het klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze diensten en producten beïnvloeden. Strategisch risico is het risico dat ontstaat door geen strategische beslissing te nemen, door een strategische beslissing te nemen die niet het gewenste effect heeft, of door een strategische beslissing niet te implementeren zoals het hoort.

De wereld is voortdurend in verandering. KBC streeft marktopportuniteiten na en dus moet het ook voorbereid zijn op mogelijke risico's die het gevolg zijn van wijzigend klantengedrag, het snel veranderende concurrentielandschap, klimaatverandering en uitputting van natuurlijk kapitaal. Van die laatste factoren wordt verwacht dat ze game changers zijn, niet alleen voor banken en verzekeraars, maar ook voor hun klanten. Bijgevolg worden opkomende businessrisico's regelmatig gescreend en nieuwe risico's actief gescand en geanalyseerd.

Bedrijfs- en strategische risico's worden beoordeeld als onderdeel van het strategische planningproces. Daarbij wordt vertrokken van een gestructureerde risicoscan die de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's identificeert. De blootstelling aan die bedrijfs- en strategische risico's wordt doorlopend bewaakt. Naast de risicoscan worden de bedrijfsen strategische risico's ook doorlopend bewaakt door risicosignalen te melden aan het topmanagement. De bedrijfs- en strategische risico's worden bovendien ook besproken tijdens het planningsproces en gekwantificeerd als

onderdeel van diverse stresstestscenario's en resultaatsberekeningen op lange termijn.

Volgens de pijler 2-benadering van kapitaal wordt bedrijfsrisico opgenomen door een

stresstest met een tijdshorizon van een jaar uit te voeren op de winst-en-verliesrekening.

Marktrisico van niet-tradingactiviteiten

Wat is het?

Het beheersproces van onze structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:

  • onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening);
  • onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Nietlevenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles;
  • de risico's verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen (de zogenaamde strategische positie);
  • de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta's, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar).

Beheer van het marktrisico van niet-tradingactiviteiten

Bij KBC behoort het beheer van de ALM-risicostrategie tot de verantwoordelijkheid van het Groepsdirectiecomité, bijgestaan door het Groeps-ALCO, waarin vertegenwoordigers zitten van zowel de business als de risicofunctie.

Het dagelijkse beheer van het ALM-risico begint met risicobewustzijn bij Treasury Groep en de lokale treasuryfuncties. De treasurydiensten meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid begrensd speelveld. Ze houden rekening met de meting van het risico van vervroegde aflossing en andere optierisico's in de bankportefeuille van KBC, en beheren een evenwichtige beleggingsportefeuille. De ALM-limieten van KBC worden op twee niveaus goedgekeurd. De primaire limieten voor renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico en wisselkoersrisico voor de geconsolideerde entiteiten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De lokale limieten voor renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico en wisselkoersrisico worden voor elke entiteit goedgekeurd door het Directiecomité. Samen vormt dat het speelveld van de stevige eerste verdedigingslinie van KBC voor ALM-risico.

Risico Groep en de lokale risicoafdelingen zijn verantwoordelijk voor de tweede verdedigingslinie. Hun belangrijkste taak is het ALM-risico te meten en de huidige en toekomstige

risicoposities te signaleren. Een gemeenschappelijk reglement en een gedeelde meetinfrastructuur verzekeren dat die risico's in de hele groep op dezelfde manier worden gemeten. Risico Groep heeft het ALM-risicoreglement opgesteld.

De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerkader binnen KBC zijn:

  • een brede waaier van risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), gapanalyses en economische gevoeligheden;
  • simulaties van nettorente-inkomsten volgens verschillende marktscenario's. Binnen de budgetterings- en risicoprocessen worden simulaties over een periode van meerdere jaren gebruikt;
  • kapitaalgevoeligheden die ontstaan uit posities in de bankportefeuille die invloed hebben op het beschikbare reglementaire kapitaal (bv. reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income);
  • stresstesting en gevoeligheidsanalyses.

Het beheer van de posities houdt in dat de treasuryfunctie gebruikmaakt van derivaten om zich in te dekken tegen onevenwichtigheden, als gevolg van renterisico's en valutarisico's. Om de volatiliteit van winst en verlies als gevolg van de verschillende boekhoudkundige verwerking van beleggingsposten op de balans en derivaten te vermijden, worden op grote schaal afdekkingstechnieken toegepast.

Renterisico

De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien

basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als netto-inkomsten betreft).

Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve2
met 10 basispunten voor de KBC-groep
Invloed op de waarde1
(in miljoenen euro) 2018 2017
Bankactiviteiten -65 -76
Verzekeringsactiviteiten 16 12
Totaal -49 -64

1 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.

2 In overeenstemming met de wijzigende marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).

We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).

De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.

Swap-BPV (10 basispunten) van de ALM-portefeuille, bankactiviteiten*

(in miljoenen euro) 2018 2017
Gemiddelde 1e kwartaal -76 -79
Gemiddelde 2e kwartaal -64 -74
Gemiddelde 3e kwartaal -61 -73
Gemiddelde 4e kwartaal -65 -76
Op 31 december -65 -76
Maximum in jaar -76 -79
Minimum in jaar -61 -73

* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.

Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 2,9% van het totale eigen vermogen op 31 december 2018. Dat is ruim onder de drempel van 20% waar de Nationale Bank van België op toeziet.

De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.

Renterisicogap ALM-portefeuille (inclusief derivaten), bankactiviteiten (in miljoenen euro)

3-12 Niet-rente
≤ 1 maand 1-3 maanden maanden 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar dragend Totaal
31-12-2018 7 337 -5 922 763 3 558 5 561 1 512 -12 810 0
31-12-2017 -624 -7 114 4 165 5 656 4 540 2 120 -8 743 0

De renterisicogap toont dat we een algemene positie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorenteinkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.

Er wordt een analyse van de nettorente-inkomsten uitgevoerd door de invloed te meten van een renteschok met +1% op een jaar, uitgaande van een constante balans. Voor de bankactiviteiten toont de analyse dat de nettorente-inkomsten het volgende jaar onder druk zouden blijven staan door het lagerenteklimaat.

Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.

De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.

In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen.

Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf

(in miljoenen euro) 0-5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar > 20 jaar Totaal
31-12-2018
Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rente
garantie
6 978 4 388 1 679 1 597 799 15 442
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 5 513 3 923 2 338 2 008 2 606 16 389
Verschil in verwachte kasstromen 1 465 465 -659 -411 -1 807 -947
Gemiddelde duration van activa 6,55 jaar
Gemiddelde duration van passiva 9,20 jaar
31-12-2017
Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rente
garantie
8 118 4 943 2 548 1 766 1 079 18 453
Verplichtingen volgend uit rentegarantie 7 675 3 800 2 385 1 799 2 841 18 500
Verschil in verwachte kasstromen 443 1 143 163 -33 -1 763 -47
Gemiddelde duration van activa 6,57 jaar
Gemiddelde duration van passiva 7,92 jaar

Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de

risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.

Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2018 31-12-2017
5,00% en hoger1 3% 3%
Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 9% 9%
Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 5% 5%
Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 10% 10%
Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 6% 10%
2,50% en lager2 65% 60%
0,00% 2% 2%
Totaal 100% 100%

1 Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.

2 Vanaf 2016 worden toekomstige rendementen op bepaalde verzekeringsovereenkomsten naar Belgisch recht geïndexeerd overeenkomstig de markt (met een drempel van 1,75%).

Creditspreadrisico

We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de

credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. De onderstaande tabel toont die economische gevoeligheid en geeft een uitsplitsing per land.

Blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2018, boekwaarde1 (in miljoenen euro) Totaal, per portefeuille

Tegen geamor
tiseerde kost
prijs
Tegen reële
waarde met
verwerking
van waardever
anderingen in
other compre
hensive income
(FVOCI)
Aangehouden
voor handels
doeleinden
Totaal Ter vergelijking:
totaal
einde 2017
Economische
invloed van
+100
basispunten3
KBC-kernlanden
België 11 488 3 768 79 15 336 17 474 -796
Tsjechië 5 137 1 055 342 6 534 6 737 -325
Hongarije 2 004 393 82 2 479 2 406 -108
Slowakije 2 498 376 35 2 909 2 881 -166
Bulgarije 469 654 14 1 137 1 159 -63
Ierland 1 103 144 0 1 247 1 286 -55
Andere landen
Frankrijk 4 231 1 836 0 6 068 6 280 -420
Spanje 2 014 632 0 2 646 2 957 -129
Italië 854 1 120 0 1 974 2 178 -91
Polen 1 238 432 0 1 670 1 707 -68
VS 1 008 10 0 1 018 976 -39
Duitsland 685 103 0 788 936 -42
Oostenrijk 458 242 0 699 803 -44
Overige2 2 525 1 257 4 3 786 4 630 -139
Totale boekwaarde 35 710 12 025 557 48 292 52 410
Totale nominale waarde 34 092 10 882 542 45 516 48 223

1 De boekwaarde verwijst naar het bedrag dat het bedrijf in zijn boeken heeft voor een actief of passief. Dat is de reële waarde voor instrumenten geclassificeerd als 'tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in other comprehensive income' en 'aangehouden voor handelsdoeleinden', en de geamortiseerde kostprijs voor als dusdanig geclassificeerde instrumenten. In de tabel is de blootstelling aan supranationale entiteiten van de geselecteerde landen uitgesloten. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.

2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2018.

3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was heel beperkt en bedroeg -1,5 miljoen euro op het einde van 2018).

Belangrijkste veranderingen in 2018:

• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties daalde met 4,1 miljard euro. Er was een beperkte stijging van de posities in staatsobligaties van enkele van onze Centraal-Europese markten (Hongarije +73 miljoen euro en Slowakije +28 miljoen euro) en van de VS (+42 miljoen euro) en een algemene daling van de blootstelling aan obligaties van andere landen (waaronder België -2,1 miljard euro).

Herwaarderingsreserve tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income (FVOCI) op 31 december 2018:

• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties gewaardeerd tegen FVOCI omvatte een herwaarderingsreserve van 0,7 miljard euro, vóór belastingen (279 miljoen euro voor België, 109 miljoen euro voor Frankrijk, 41 miljoen euro voor Bulgarije, 38 miljoen euro voor Spanje en 208 miljoen euro voor de andere landen samen).

Portefeuille Belgische overheidsobligaties:

  • Ondanks de daling in 2018 waren Belgische overheidsobligaties eind 2018 goed voor 32% van onze totale overheidsobligatieportefeuille. Dat geeft aan hoe belangrijk België voor KBC is als voornaamste kernmarkt van de groep.
  • Eind 2018 had België bij de drie grootste internationale ratingbureaus de volgende kredietratings: Aa3 bij Moody's, AA bij Standard & Poor's en AA- bij Fitch. Meer informatie over de macro-economische prestatie van België vindt u in

het aparte hoofdstuk over België. Voor meer informatie verwijzen we naar de websites van de ratingbureaus.

  • Naast het renterisico is het grootste risico voor onze positie in Belgische overheidsobligaties een verbreding van de credit spread. Om de mogelijke gevolgen van een stijging van de spread met 100 basispunten (voor 31-12-2018) te beoordelen, passen we twee benaderingen toe:
  • de theoretische volledige economische invloed: Deze benadering gaat uit van een mogelijke volledige verkoop van de portefeuille tegen marktprijzen. De gevolgen van een stijging met 100 basispunten zou dan neerkomen op een waardeverandering van 796 miljoen euro (zie vorige tabel).
  • de IFRS-benadering: de invloed op de resultaten volgens IFRS is heel beperkt, omdat het overgrote deel van de portefeuille Belgische overheidsobligaties geklasseerd was als 'Tegen geamortiseerde kostprijs', wat betekent dat verkopen vóór de vervaldag onwaarschijnlijk zijn (74,9%; alleen invloed bij realisatie). Het resterende deel is geklasseerd als 'FVOCI' (24,6%; geen invloed op winst-en-verliesrekening). De invloed op de nietgerealiseerde meerwaarden van FVOCI-activa volgens IFRS bedraagt -155 miljoen euro (na belastingen) bij een stijging met 100 basispunten.

Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft de KBCgroep een portefeuille niet-overheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). De gevoeligheid van de waarde van die portefeuille voor een wijziging van de credit spread met 100 basispunten wordt weergegeven in de volgende tabel.

Blootstelling aan niet-overheidsobligaties op jaareinde, per rating:
economische invloed van +100 basispunten (in miljoenen euro)
31-12-2018 31-12-2017
Obligaties met rating AAA -146 -158
Obligaties met rating AA+, AA, AA- -141 -161
Obligaties met rating A+, A, A- -110 -140
Obligaties met rating BBB+, BBB, BBB- -52 -80
Obligaties met rating Non-investment grade en zonder rating -25 -82
Totale boekwaarde 12 145 13 168
Totale nominale waarde 12 082 12 921

Aandelenrisico

Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling (DPS) van verzekeringsverplichtingen (met name op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC.

Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep
(per sector, in procenten) 31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017
Financiële sectoren 46% 47% 24% 24% 27% 27%
Niet-cyclische consumentensectoren 1% 0% 10% 8% 9% 7%
Communicatie 0% 0% 3% 2% 2% 2%
Energie 0% 0% 6% 6% 5% 5%
Industriële sectoren 36% 37% 38% 39% 38% 38%
Nutsbedrijven 0% 0% 2% 1% 2% 1%
Cyclische consumentensectoren 7% 8% 12% 15% 11% 14%
Basismaterialen 0% 0% 5% 6% 4% 5%
Overige en niet bepaald 10% 8% 0% 0% 2% 1%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
(in miljarden euro) 0,26 0,25 1,33 1,47 1,59* 1,72
Waarvan niet-genoteerd 0,21 0,20 0,01 0,00 0,22 0,20

* De belangrijkste verschillen tussen de 1,59 miljard euro in deze tabel en de 2,27 miljard euro voor Aandelen in de tabel in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:

(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,76 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.

(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).

(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 4.1 geclassificeerd zijn als aandelen.

Invloed van een 25%-daling van de aandelenkoersen
(in miljoenen euro)
Invloed op de waarde
2017
Bankactiviteiten -65 -69
Verzekeringsactiviteiten -332 -366
Totaal -396 -436
Niet-tradingaandelenpositie
(in miljoenen euro)
Netto gerealiseerde winst
(in winst-en-verliesrekening)
Netto niet-gerealiseerde winst
op posities op het einde van het
jaar (in eigen vermogen)
31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017
Bankactiviteiten 89 16 60
Verzekeringsactiviteiten 110 81 173 401
Totaal* 110 170 189 468

* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de KBC-groep.

Vastgoedrisico

De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als

een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.

Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 25% Invloed op de waarde
(in miljoenen euro) 2018 2017
Bankportefeuilles -94 -100
Verzekeringsportefeuilles -81 -67
Totaal -175 -167

Inflatierisico

Als econometrische parameter heeft inflatie in veel opzichten indirect invloed op bedrijven, net als andere parameters (bijvoorbeeld de economische groei of het werkloosheidspercentage). Als concept van marktrisico is het niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. Bij KBC is ze specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties, zodat een eventuele stijging van de verplichtingen als gevolg van de oplopende inflatie wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligaties. Die verplichtingen zijn echter langlopend en overschrijden aanzienlijk de beleggingshorizon van zulke indexgerelateerde obligaties. Daarom vult KBC Verzekeringen zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.

In 2018 werd de niet-gedisconteerde waarde van de inflatiegevoelige kasstromen geschat op 608 miljoen euro. Daartegenover werd een portefeuille van 387 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties aangehouden. In de komende jaren zullen de beleggingen in inflatiegerelateerde obligaties nog verhoogd worden. De bankactiviteiten zijn niet blootgesteld aan een hoog inflatierisico.

Wisselkoersrisico

Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille, van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille, hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.

Invloed op de waarde Invloed op de waarde
Verzekeringsactiviteiten
Invloed van een daling van de valutawaarde met 10%* (in miljoenen euro) Bankactiviteiten
31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017
USD -0,64 -0,63 -29,66 -30,35
GBP 0,03 0,14 -16,16 -14,52
CHF 0,00 0,02 -7,72 -6,46
SEK 0,00 -0,00 -2,46 -2,23
RON -2,33 -5,13 0,00 -0,00
DKK 0,00 -0,01 -1,18 -1,17
CZK -0,67 -0,96 -0,10 0,21

* Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 0,5 miljoen euro bedraagt.

Kapitaalgevoeligheid voor marktbewegingen

Het beschikbare kapitaal wordt beïnvloed wanneer de markt onder stress staat. Stress kan een gevolg zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten.

Het common equity tier 1-kapitaal (CET1) is gevoelig voor een parallelle stijging van de obligatiespreads. Die gevoeligheid wordt veroorzaakt door beleggingen in overheids- en bedrijfsobligaties waarvan de spreadcomponent niet is afgedekt. Het verlies aan beschikbaar kapitaal in geval van een daling van de aandelenkoersen wordt voornamelijk veroorzaakt door posities in pensioenfondsen die door een dergelijke schok getroffen zouden worden.

CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep (in procentpunten van CET1-ratio)

IFRS-invloed veroorzaakt door 31-12-2018 31-12-2017
een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten -0,0% -0,2%
een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten -0,2% -0,7%
een daling van de aandelenkoersen met -25% -0,2% -0,2%
Gezamenlijk scenario -0,4% -1,2%

Hedge accounting

Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen.

KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Hedge accounting wordt geïmplementeerd op groeps- en lokaal niveau. Wanneer aan de noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de

Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Risicocategorieën waarvoor hedge accounting van toepassing is

Rentevoeten

Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedge-accountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost.

Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als:

• Afdekkingen van de reële waarde van activa of passiva. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als reëlewaardeafdekkingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, samen met de veranderingen in de reële waarde van het afgedekte actief of passief die toe te schrijven zijn aan het afgedekte risico. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt eveneens opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

• Afdekkingen van de kasstroom van activa of passiva die ofwel zekere, ofwel zeer waarschijnlijke verwachte transacties zijn. Het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als kasstroomafdekkingen wordt opgenomen in de afdekkingsreserve van kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt rechtstreeks opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de één-op-éénrelatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten.

Macroafdekkingsstrategieën kunnen dynamisch zijn en regelmatig worden aangepast, onder meer op basis van een evenwichtige samenstelling van de portefeuille ('open portfolio hedge').

Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn of specifieke langetermijnfaciliteiten aangeboden door een centrale bank. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen.

Valuta

KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt in de lokale munt gefinancierd door deposito's en valutaderivaten. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde).

Afdekkingseffectiviteit

De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument bestaat en blijft bestaan.

Effectiviteitscontrole

Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedgeaccountingstrategie.

Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse (waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald).

Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke afdekkingsstrategie wordt een hedgeratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille wordt afgedekt.

De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het nominale bedrag van de netto-inventariswaarde van de strategische deelnemingen.

Bronnen van niet-effectieve afdekking

Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van:

  • verschillen in relevante aspecten tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument (kan verschillen in rentecurves en periodiciteit omvatten);
  • een daling van het volume van de afgedekte positie tot onder het volume van de afdekkingsinstrumenten voor een tijdskorf;
  • de aanpassing van de kredietwaardering van de renteswap die niet wordt gecompenseerd door de lening. De afdekkingsswaps worden echter volledig gedekt door een onderpand of verhandeld via clearinginstellingen en de aanpassing van de kredietwaardering is beperkt.

Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn.

Stopzetting van hedge accounting

Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontroles niet doorstaan, worden stopgezet, wat een impact heeft op winst en verlies. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge-accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd.

Liquiditeitsrisico

Wat is het?

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.

De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en zijn omgezet in Europese wetgeving met CRR/ CRD IV.

Beheer van het liquiditeitsrisico

Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerkader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.

Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.

Ons liquiditeitsrisicobeheerkader steunt op de volgende pijlers:

• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit is het risico dat KBC mogelijk niet in staat is om extra middelen aan te trekken of verplichtingen die op eindvervaldag komen te vervangen wanneer de markt onder stress staat. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende

acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankverzekeringsgroep verstoren.

• Structureel liquiditeitsrisico.Dit is het risico dat de langlopende activa en passiva van KBC niet op tijd ge(her) financierd worden of alleen tegen hoger dan verwachte kosten geherfinancierd kunnen worden. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie erop gericht voldoende hoge buffers aan te houden voor de LCR en NSFR. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn. Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hieronder activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (op basis van de contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de

nettofinancieringsgap. Eind 2018 had KBC bruto voor 24 miljard euro financiering aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.

• Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften.

De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.

Looptijdanalyse

Liquiditeitsrisico

(exclusief intercompanytransacties)* ≤ 1 1-3 3-12 1-5 5-10 > 10 Niet
(in miljarden euro) maand maanden maanden jaar jaar jaar Op vraag bepaald Totaal
31-12-2018
Totale instroom 33 9 21 64 49 33 17 23 249
Totale uitstroom 38 13 9 35 5 1 122 25 249
Professionele financiering 14 3 2 5 0 0 0 0 24
Klantenfinanciering 19 8 4 6 2 0 122 0 161
Schuldbewijzen 1 2 3 24 3 1 0 0 34
Overige 5 25 30
Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgeno
men verbintenissen)
-5 -4 12 29 43 32 -105 -2 0
Niet-opgenomen verbintenissen -37
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-5 -4 12 29 43 32 -105 -49 -47
31-12-2017
Totale instroom 34 13 17 65 46 32 28 22 256
Totale uitstroom 45 18 8 41 7 1 112 25 256
Professionele financiering 18 8 1 5 0 0 1 0 34
Klantenfinanciering 21 9 4 8 1 0 111 0 153
Schuldbewijzen 3 1 3 28 6 1 0 0 41
Overige 3 25 28
Liquiditeitsgap (exclusief niet-op
genomen verbintenissen)
-12 -5 10 24 39 31 -84 -3 0
Niet-opgenomen verbintenissen -36
Financiële garanties -10
Nettofinancieringsgap (inclusief niet
opgenomen verbintenissen)
-12 -5 10 24 39 31 -84 -50 -46

* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.

Typisch voor de bankactiviteiten van een

bankverzekeringsgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de

korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in

de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als we niet in staat zouden zijn onze kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.

Liquiditeitsbuffer

We hebben een stevige liquiditeitspositie. Eind 2018 had de KBC-groep voor 62 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa (in vergelijking met het verslag van vorig jaar houden de cijfers over bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa rekening met de wettelijke kredietlimieten), waarvan 52 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (85%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (13%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten). De beschikbare liquide middelen waren bijna drie keer zo groot als het bedrag van de

nettowholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.

Informatie over financiering (funding)

We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.

We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep (op 31 december 2018) opsplitsen als volgt:

  • Financiering van klanten (ongeveer 163,8 miljard euro, 77% van het totale cijfer), bestaande uit zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk. Ongeveer 62% van de financiering van klanten is afkomstig van particulieren en kmo's.
  • Schulduitgiften geplaatst bij institutionele beleggers (14,9 miljard euro, 7% van het totaal), voornamelijk bestaande uit Ifima-obligaties (0,9 miljard euro), gedekte obligaties (7,9 miljard euro), de tier 2-uitgiften (2,0 miljard euro) en senior schulden van KBC Groep NV (4,0 miljard euro).
  • Netto ongedekte interbancaire financiering (18,6 miljard euro, 9% van het totaal).
  • Netto gedekte financiering (repofinanciering; -20,1 miljard euro, -9% van het totaal) en depositocertificaten (15,6 miljard euro, 7% van het totaal). De netto gedekte financiering was negatief op het einde van 2018, omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.
  • Totaal eigen vermogen (19,6 miljard euro, 9% van het totaal, inclusief additional tier 1-uitgiften van 1,4 miljard euro en 1,0 miljard euro).

Opmerking:

  • In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen, voor een bedrag van 10 miljard euro. Dat programma geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. Sindsdien hebben we elk jaar gedekte obligaties uitgegeven (in 2018 voor 1,0 miljard euro).
  • In 2016 en 2017 ontleenden we respectievelijk 4,2 miljard en 2,3 miljard euro van de ECB via de gerichte langetermijnfinancieringen (TLTRO II).
  • Het in 2014 voor 1,4 miljard euro uitgegeven additional tier 1-instrument is nog altijd opgenomen in de cijfers van eind 2018, maar de uitoefening van de call is gepland op 19 maart 2019 (zie verder).

LCR en NSFR

Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het Glossarium van financiële ratio's en termen. Eind 2018 bedroeg onze NSFR 136%, terwijl onze gemiddelde LCR over 12 maanden voor 2018 139% bedroeg.

Verzekeringstechnisch risico

Wat is het?

Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie en de ernst van schadegevallen. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.

Beheer van het verzekeringstechnische risico

De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.

Het verzekeringsrisicobeheerkader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:

  • de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringsrisico's door onder andere de analyse van nieuw opduikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen;
  • gepaste risicomaatstaven en het gebruik ervan om toepassingen te ontwikkelen die het bedrijf moeten helpen om maximale aandeelhouderswaarde te creëren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate-waarderingen van verzekeringsverplichtingen, expostwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste interne kapitaal;
  • het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.

Gebruik van risicomodellen

We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, namelijk (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het

herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het interne kapitaal te berekenen, beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen, de expostwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de internekapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.

Herverzekering

De verzekeringsportefeuilles worden door herverzekering beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.

Veranderingen in de storm- en neerslagpatronen en in de frequentie van overstromingen hebben ertoe geleid dat het aantal schadeafwikkelingen de afgelopen jaren schommelde, maar dat heeft nog niet geleid tot een structurele stijging van die schadeafwikkelingen en dus van de premies. Dit wordt bewaakt als onderdeel van het verzekeringsrisicobeheerkader en de daarbij relevante processen.

Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel grote schadeclaims of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's. Het management wordt elk kwartaal geïnformeerd over de belangrijkste schadeclaims door natuurrampen en de wijze waarop deze zijn beheerd en

beperkt. Daarnaast worden andere ad-hocstudies uitgevoerd naar aanleiding van risicosignalen of verzoeken van het management om mogelijke trends in natuurrampen te analyseren. Die aanpak leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder voor zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's, maar ook voor andere branches.

Toereikendheid van de technische voorzieningen

In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Leven en Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. Verschillende groepsmaatschappijen voeren voor de technische voorzieningen toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op het best estimate-model en houden rekening met een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macroeconomische toestand en regelgeving in acht zijn genomen.

De tabel toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2018 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen voorzieningscijfers zijn vóór herverzekering en zijn vanaf dit jaar gezuiverd voor intercompanybedragen met betrekking tot KBC Group Re. De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2018.

Schadeafwikke
lingsdriehoeken,
KBC Verzekeringen
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
Voorvals
jaar
(in miljoenen euro) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Raming aan het
einde van het voor
valsjaar 756 867 810 851 916 992 943 1 027 1 004 1 076
1 jaar later 656 769 712 745 772 884 802 893 886
2 jaar later 619 686 657 710 703 832 760 831
3 jaar later 600 682 639 685 680 811 729
4 jaar later 583 676 627 671 677 795
5 jaar later 575 667 620 665 668
6 jaar later 568 661 617 659
7 jaar later 566 661 611
8 jaar later 558 656
9 jaar later 559
Huidige raming 559 656 611 659 668 795 729 831 886 1 076
Cumulatieve
betalingen
495 584 540 557 575 668 567 601 570 436
Huidige
voorzieningen
65 72 71 102 92 127 162 230 315 640

De actuariële functie

De actuariële functie is een van de essentiële controlefuncties in het Solvency IIregelgevingskader. Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep een actuariële functie wordt opgericht. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht. De taken van de actuariële functie zijn:

  • de berekening van de technische voorzieningen coördineren;
  • ervoor zorgen dat de gebruikte methoden en onderliggende modellen en de bij de berekening van de technische voorzieningen gehanteerde aannames juist zijn;
  • de toereikendheid en kwaliteit van de bij de berekening van de technische voorzieningen gebruikte gegevens beoordelen;
  • best estimates vergelijken met ervaring;
  • het bestuur, het management of de toezichthouder in kennis te stellen van de betrouwbaarheid en toereikendheid van de berekening van de technische voorzieningen;

  • toezicht houden op de berekening van de technische voorzieningen in de gevallen waar er onvoldoende gegevens van voldoende kwaliteit zijn om een betrouwbare actuariële methode toe te passen;

  • een oordeel geven over het algemene acceptatiebeleid;
  • een oordeel geven over de toereikendheid van herverzekeringsafspraken; en
  • meewerken aan de effectieve implementatie van het risicobeheersysteem, met name met betrekking tot de risicomodellering die ten grondslag ligt aan de berekening van de kapitaalvereisten.

Solvency II-resultaten

Voor de Solvency II-resultaten verwijzen we naar het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Daar vindt u meer details over de evolutie van alle ratio's in 2018.

Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.7 en 5.6. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten per divisie vindt u in de toelichtingen in verband met segmentinformatie.

Nieuwe ontwikkelingen

Brexit

Op het moment dat dit verslag medio maart 2019 door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd, was de uitkomst van de brexitonderhandelingen nog onzeker. Ondanks het complexe politieke kluwen daarrond, gaan we ervan uit dat er voor of na de deadline van 29 maart een brexitdeal komt, d.w.z. een vrij zacht maar geen vlot brexitscenario. Dat betekent dat er een overgangsovereenkomst zou worden gesloten die tot eind 2020 zal gelden. De onderhandelingen over een definitieve overeenkomst in die periode zullen naar alle waarschijnlijkheid leiden tot een overeenkomst die de vrije handel van goederen, een brede overeenstemming van de regelgeving en geen harde grens op het Ierse eiland bevatten. Ook wordt aangenomen dat de details van die overeenkomst en de bredere opzet van de voorgestelde toekomstige relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU zullen verzekeren dat de brexit het verwachte groeiscenario voor de eurozone of het Verenigd Koninkrijk niet wezenlijk zal doen ontsporen. Afgezien van die veronderstelling volgt KBC alle mogelijke gevolgen van hardere scenario's op de voet, en ontwikkelde het daarvoor in 2018 strategische noodplannen.

Kantoor van KBC Bank in het VK

De prudentieel toezichthouder van de Bank of England heeft bevestigd dat KBC geen aparte aanvraag moet indienen om deel uit te maken van de tijdelijke Vergunningenregeling (Temporary Permissions Regime), omdat we onze aanvraag voor een directe vergunning als third-country branch al in april 2018 hebben ingediend. Op voorwaarde dat de ECB ook instemt met de aanvraag van KBC om als third-country branch in het Verenigd Koninkrijk op te treden, zullen de activiteiten van KBC in het Verenigd Koninkrijk gedurende een periode van drie jaar verzekerd zijn.

Clearing van derivaten door Britse spelers

Eind december 2018 heeft de EU ook noodmaatregelen genomen voor zaken die tot financiële ontwrichting of systeemrisico's kunnen leiden, zoals de clearing van derivaten in een hard brexitscenario. Dat heeft geleid tot overgangsmaatregelen voor banken en ondernemingen uit de EU, die in het VK gevestigde clearinginstellingen zouden mogen blijven gebruiken voor de verwerking van derivatentransacties als de brexitonderhandelingen mislukken, maar slechts voor een korte termijn (een jaar voor derivaten en twee jaar voor centrale effectenbewaarders). Omwille van die beperkte overgangsperiode is KBC al actief op een alternatief platform voor de clearing van derivaten op het Europese vasteland.

Domeinen waar de gevolgen van een brexit belangrijk zullen zijn:

  • KBC Bank Ireland: door de open aard van de Ierse economie en haar nauwe banden met het VK is de consensus dat de gevolgen van een harde brexit voor Ierland per saldo wellicht negatief zullen zijn. Beschikbare impactstudies geven aan dat een harde brexit de jaarlijkse reële groei van Ierland met 3-7% zou kunnen verlagen. Dat zou voornamelijk over een periode van drie tot vijf jaar voelbaar zijn. Die negatieve gevolgen zouden niettemin gecompenseerd kunnen worden door verschillende positieve effecten. Uit een ESRI-studie (Economic & Social Research Institute) blijkt bijvoorbeeld dat de verhuizing van in het VK gevestigde instellingen naar Ierland aanzienlijke voordelen zou kunnen opleveren. Zelfs op basis van redelijk conservatieve veronderstellingen zou die instroom het bbp tot 3% kunnen verhogen. Bovendien kunnen aanzienlijke desinflatoire impulsen worden verwacht die het concurrentievermogen zouden bevorderen en de koopkracht van de gezinnen ten goede zouden komen.
  • Exposure aan bedrijven en kmo's: de zwaarst getroffen exportsectoren zijn waarschijnlijk de landbouw en de agrovoedings- en textielindustrie, aangezien zij zullen lijden onder een verdere waardevermindering van het pond en hogere in- en uitvoerrechten.
  • Nettorente-inkomsten: een harde brexit kan de economische groei en de inflatie in de eurozone afremmen en zo bijdragen aan een lagere rente voor een langere periode.
  • Vermogensbeheeractiviteiten: we verwachten dat de fee business zal worden getroffen als er een aanzienlijke daling zou zijn van de Britse en Europese aandelenmarkten.

Rentevoetbenchmarks

Rentevoetbenchmarks spelen een sleutelrol in de goede werking van de financiële markt en worden veel gebruikt door banken en andere marktdeelnemers. Momenteel worden de rentebenchmarks grondig hervormd.

Na de schandalen rond de totstandkoming van LIBOR kondigde de financieel toezichthouder van het VK aan dat zij de banken vanaf eind 2020 niet langer zouden verplichten om bij te dragen aan het LIBOR-panel.

In de Europese Unie zijn in de benchmarkverordening (EU 2016/1011, "BMR" - die op 1 januari 2020 in werking treedt) herziene richtsnoeren en verordeningen opgenomen met betrekking tot de geschiktheid van een benchmarkberekeningsmethode om de focus te verleggen van een 'professionele beoordeling' naar een meer transactiegerichte methode. De European Security and Markets Association (ESMA) kreeg de rol van toezichthouder voor die transitie. De ECB heeft op dat vlak twee initiatieven gelanceerd: de ontwikkeling van een dagelijkse ongedekte overnight rentevoet in euro (ESTER) en de oprichting van een sectorwerkgroep, samen met andere Europese instellingen, die als opdracht heeft op zoek te gaan naar alternatieve risicovrije rentevoeten voor algemene toepassing. In die context heeft KBC een werkgroep opgericht om de risico's van die veranderingen te bepalen en een overgangsplan op te stellen. KBC volgt alle marktontwikkelingen op de voet en draagt bij aan de openbare raadplegingen voor de Werkgroep Risicovrije Rente van de ECB. KBC zal ook voorstudies opstarten en implementatieplannen opstellen voor ESTER.

Modelrisico

Gezien advanced-modellen steeds vaker wordt toegepast in verschillende businessfuncties, heeft het risicobeheercomité in oktober 2018 besloten een actieplan te implementeren om het modelrisicobeheer voor alle modellen in de KBC-groep te verbeteren. Het zal worden toegepast in alle domeinen (bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten) en voor verschillende soorten modelvormingstechnieken (regressie, machine learning, expertgebaseerd, enz.). KBC zal een modelinventaris maken die een volledig overzicht geeft van alle gebruikte modellen, inclusief het betreffende risico. Om het modelrisico te labelen, zal KBC rekening houden met de intrinsieke modelonzekerheid, de materialiteit, het gebruik en de maturiteit van de governance die van toepassing is op een model. Dat zal de basis vormen voor de vaststelling van prioriteiten en van specifieke actieplannen per domein en per land.

Digitale transformatie in risicobeheer

Digitalisering is een cruciale factor die de omgeving waarin KBC zich bevindt, beïnvloedt en verandert. Op het vlak van risicobeheer brengt die evolutie nieuwe uitdagingen met zich mee maar ook kansen. In 2018 investeerde de Risicofunctie nog meer in de afstemming met de frontofficefuncties van KBC inzake het interne gebruik van Robotic Process Automation, big data en artificiële intelligentie, en fintech-/ regtechoplossingen. Deze trends kunnen de interne efficiëntie van processen verbeteren en het risicobeheer nieuwe inzichten geven met betrekking tot specifieke risicotypes. Door samen te werken met katalysatoren van innovatie ontwikkelt de Risicofunctie nieuwe vaardigheden en kennis om de risico's verbonden aan de digitale trends die ons bedrijf beïnvloeden beter te begrijpen, maar ook om te leren hoe we die trends kunnen benutten om ons risicobeheer te verbeteren (toolset).

Klimaatverandering

Klimaatgerelateerde risico's en opportuniteiten blijven hoog op de agenda van de business en controlefuncties zoals Risico, Compliance en Juridische Zaken. Die risico's maken deel uit van de KBC-strategie voor duurzaam ondernemen, worden voortdurend bewaakt en, indien nodig, gerapporteerd in de vorm van risicosignalen aan het senior management. Om tegemoet te komen aan de groeiende verwachtingen van verschillende stakeholders, zoals institutionele beleggers, overheden en klanten, werd in 2018 een project rond duurzame financiering opgestart om de geleidelijke implementatie van klimaatgerelateerde risico's in het algemene risicobeheerkader van KBC op een meer gestructureerde wijze verder te ondersteunen.

De voorbije jaren heeft KBC al verschillende stappen gezet om klimaatgerelateerde risico's te beheersen en duurzaamheid te implementeren in zijn kernstrategie en business:

  • KBC ondersteunt sinds december 2017 de Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD).
  • KBC is al actief bezig met de overgang naar een koolstofarme economie en beheert die risico's door een streng beleid te voeren dat de milieu-impact van onze kernactiviteiten op het gebied van kredietverlening, beleggingen en verzekeringen beperkt.
  • Het Duurzaamheidskader van KBC Groep werd toegevoegd aan het New and Active Product Process-charter (NAPP). Bij de keuze van nieuwe producten moet rekening worden gehouden met duurzaamheid en klimaatbeleid.
  • KBC gaf in juni 2018 zijn eerste KBC Green Bond uit en blijft zich focussen op de ontwikkeling van SRI-producten.
  • De impact van extremere weersomstandigheden is verwerkt in het verzekeringsrisicobeheerkader. KBC gebruikt een aantal interne en externe maatstaven om de impact van acute natuurrampenrisico's te analyseren. Die risico's worden ook geanalyseerd via meerdere interne en externe stresstests en ad hoc deep dives naar aanleiding van risicosignalen of vragen van het management.
  • Tijdens de laatste risicoscanoefening werd klimaatverandering erkend als een top risk voor KBC, dat ook is opgenomen in het strategische APC-proces (Alignment of Planning Cycles).
  • We blijven rapporteren over klimaatgerelateerde onderwerpen in het kader van het Carbon Disclosure Project (waarvoor we een 'A-' leiderschapsscore hebben behaald, terwijl de gemiddelde score voor de sector 'B-' is, zowel in Europa als wereldwijd). Dat is de hoogste score die wordt toegekend, wat het bewustzijn van de klimaatproblematiek, de managementmethoden en de vooruitgang van KBC in de strijd tegen de klimaatverandering weerspiegelt.

Hoe beheren we ons kapitaal?

Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management.

Solvabiliteit op KBC-groepsniveau

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV, dat geleidelijk is ingevoerd sinds 2014 (phasing-in). Vanaf 1 januari 2018 is er geen verschil meer tussen de fully loaded en de phased-in cijfers die worden gerapporteerd op KBC-groepsniveau.

De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD IV moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1).

Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten), omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de reglementaire pijler 1-berekeningen. Na de SREP voor 2018 stelde de ECB KBC formeel in kennis van haar beslissing (van kracht vanaf 1 maart 2019) om de pijler 2-vereiste (P2R) te behouden op 1,75% CET1 en de pijler 2-aanbeveling (P2G) op 1% CET1.

De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De beslissing van de betreffende Tsjechische en Slowaakse autoriteiten om de anticyclische kapitaalbuffer verder op te trekken tot 1,5% in het derde kwartaal van 2019 en de invoering van een anticyclische kapitaalbuffer van 1% in Ierland, komen overeen met een aanvullende CET1-kapitaalvereiste van 0,10% op

KBC-groepsniveau (waardoor de anticyclische buffer op KBC-groepsniveau op ongeveer 0,45% komt).

Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% CET1 vanaf 2018. Ten slotte zal de kapitaalinstandhoudingsbuffer stijgen van 1,875% in 2018 tot 2,5% in 2019.

In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,7% (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 2,5% (instandhoudingsbuffer) + 1,5% (systemische buffer) + 0,45% (anticyclische buffer)), met een bijkomende pijler 2-aanbeveling (P2G) van 1%. KBC overtreft ruim die vereiste: eind 2018 bedroeg de fully loaded CET1-ratio 16,0%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 4 998 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,7%. En omdat een deel van de kapitaalvereisten geleidelijk zal worden opgebouwd tegen 2019, bedraagt de betreffende vereiste (volgens de Deense compromismethode) voor 2018 op een phased-in basis 9,875% van het CET1 (4,5% (pijler 1) + 1,75% (P2R) + 1,875% (instandhoudingsbuffer) + 1,5% (systemische buffer) + 0,25% (anticyclische buffer)). De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden ook ruim overtroffen gedurende het volledige boekjaar.

Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de

toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij (een historische boekwaarde van 2 469 miljoen euro), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.

Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRD IV, moet KBC – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen wordt berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de participatie in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense

compromismethode). Eind 2018 bedroeg de common equity ratio (volgens de FICOD-methode) 14,9%.

KBC streeft ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van een peergroep van Europese banken die actief zijn in de segmenten Retail, Kmo's en Bedrijven, en positioneren we ons vervolgens op de mediaan van de fully loaded CET1-ratio's van die peergroep. We vatten die ambitie samen in een interne kapitaaldoelstelling, die 14% van het common equity bedraagt. Daarbovenop wil KBC een bijkomende flexibele buffer tot 2% van het common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames in onze kernmarkten. Elke opportuniteit op dat vlak zal onderworpen worden aan erg strikte financiële en strategische criteria. Die buffer komt boven op de eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep. Samen vormen ze de referentiekapitaalpositie, die momenteel 16% bedraagt.

Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode en een beknopte berekening volgens de FICOD- en de deductiemethode.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV, 31-12-2018 31-12-2017 31-12-2017
Deense compromismethode) (in miljoenen euro) Fully loaded = Phased-in Phased-in Fully loaded
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 18 217 18 725 18 706
Tier 1-kapitaal 16 150 16 549 16 504
1
Kernkapitaal (common equity)
15 150 15 131 15 104
Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) 16 992 16 841 16 841
Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -584 -475 -475
Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -602 -604 -604
Belangen van derden 0 0 0
Voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves (-)3 -117
Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 1 263 1 339 1 339
Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen krediet
risico (-)
-14 -1 -1
Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)2 -63 -111 -124
Dividenduitkering (-) -1 040 -837 -837
Vergoeding van AT1-instrumenten (-) -7 -2 -2
Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -91 -91 -91
Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) -32
IRB-voorzieningstekort (-) -100 -268 -268
Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -571 -542 -672
Aanvullend going concern-kapitaal 1 000 1 418 1 400
Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 18 0
Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten 0 0 0
AT1-instrumenten die voldoen aan CRR4 1 000 1 400 1 400
Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0 0
Tier 2-kapitaal 2 067 2 176 2 202
IRB-voorzieningsoverschot (+) 204 316 316
Achtergestelde schulden 1 864 1 860 1 886
Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) 0 0 0
Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0 0
Totaal gewogen risicovolume 94 875 91 972 92 410
Bankactiviteiten 85 474 82 679 83 117
Verzekeringsactiviteiten 9 133 9 133 9 133
Holdingactiviteiten 302 202 202
Eliminatie van intercompanytransacties -34 -43 -43
Solvabiliteitsratio's
Common equity ratio 16,0% 16,5% 16,3%
Tier 1-ratio 17,0% 18,0% 17,9%
Totale kapitaalratio 19,2% 20,4% 20,2%

1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering).

2 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.

3 Heeft betrekking op de prudentiële filter voor positieve herwaarderingsreserves in het eigen vermogen.

4 Zie toelichting onder Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens CRR/CRD IV.

Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode)
(in miljoenen euro)
31-12-2018
Fully loaded
31-12-2017
Phased-in
31-12-2017
Fully loaded
Kernkapitaal (common equity) 15 885 16 015 15 988
Totaal gewogen risicovolume 106 380 105 625 106 062
Common equity ratio 14,9% 15,2% 15,1%
Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, CRR/CRD IV,
deductiemethode) 31-12-2018 31-12-2017
(in miljoenen euro) Fully loaded Fully loaded
Kernkapitaal (common equity) 14 199 14 146

Totaal gewogen risicovolume 89 537 87 052 Common equity ratio 15,9% 16,3%

Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode, fully loaded:

  • Eigen vermogen van aandeelhouders: zie deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
  • Inkoop van eigen aandelen: zie Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties onder het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
  • Eerste toepassing van IFRS 9: dit had een negatieve invloed van 0,4 procentpunten op de common equity ratio (zie ook Toelichtingen 1.1 en 1.4 in het hoofdstuk Geconsolideerde jaarrekening).
  • • Additional tier 1-instrumenten: op 17 april 2018 gaf KBC Groep NV voor 1 miljard euro aan AT1-effecten uit met een coupon van 4,25%. KBC kreeg toestemming van de ECB om op 19 maart 2019 (afroepdatum) een call uit te oefenen op het in 2014 uitgegeven AT1-instrument ter waarde van 1,4 miljard euro. Als gevolg daarvan is de betreffende 1,4 miljard euro niet meegenomen in de solvabiliteitscijfers van eind 2018. Er werd een nieuw additional tier 1-instrument uitgegeven in februari 2019: zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 6.8.
  • Totaal gewogen risicovolume: sinds de invoering in 2008 heeft KBC voornamelijk de Internal Rating Based (IRB) benadering gebruikt om zijn risicogewogen activa te berekenen. Die wordt gebruikt voor ongeveer 92% van de gewogen kredietrisico's, waarvan ongeveer 87% wordt berekend volgens de Advanced-benadering en ongeveer 5% volgens de Foundation-benadering. De overige gewogen kredietrisico's worden berekend volgens de standaardbenadering. De toename van de gewogen kredietrisico's in 2018 was voornamelijk toe te schrijven aan nieuwe wettelijke vereisten en beperkingen opgelegd door toezichthouders en onder meer aan volumestijgingen in verschillende kernlanden.

Eind 2018 bedroeg de fully loaded leverage ratio op KBCgroepsniveau 6,1% (zie tabel). Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).

Leverage ratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD IV, Deense compromismethode)
(in miljoenen euro)
31-12-2018
Fully loaded
31-12-2017
Fully loaded
Tier 1-kapitaal 16 150 16 504
Totale exposure 266 594 272 373
Balanstotaal 283 808 292 342
Deconsolidatie van KBC Verzekeringen -31 375 -32 802
Aanpassing voor derivaten -3 105 -3 908
Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal -2 043 -2 235
Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties 408 816
Off-balance sheet exposure 18 900 18 160
Leverage ratio 6,1% 6,1%

De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de afwikkelingsautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk kenmerk van het afwikkelingsplan is dat het bepaalt op welk niveau de bevoegde afwikkelingsautoriteiten zullen optreden. Er moet gekozen worden tussen een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit die de groep in zijn geheel afwikkelt (Single Point of Entry of SPE) of verschillende autoriteiten die afzonderlijk die delen van de groep afwikkelen die binnen hun jurisdictie vallen (Multiple Point of Entry of MPE).

Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de

bail-in als het voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven en nieuwe aandelen uit te geven aan vroegere schuldeisers ter compensatie. De SPE-aanpak op groepsniveau past in het businessmodel van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als organisatorisch (risico, financiën, treasury, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.

Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). Eind 2018 bedroeg de MREL-ratio op basis van instrumenten uitgegeven door KBC Groep NV, 25% van de risicogewogen activa (point-of-entrystandpunt).

MREL: point-of-entrystandpunt
(in miljoenen euro)
31-12-2018
Fully loaded
31-12-2017
Fully loaded
Eigen vermogen en in aanmerking komende passiva 23 752 22 207
CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 15 150 15 104
AT1-instrumenten (nominaal bedrag) 2 400 1 400
T2-instrumenten (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 2 182 2 182
Senior schulden (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 4 020 3 521
Risicogewogen activa (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 94 875 92 410
MREL-ratio 25,0% 24,0%

Op basis van de bredere SRB-definitie, die ook bepaalde senior/achtergestelde instrumenten opneemt die door lagere niveaus in de groep worden uitgegeven ('geconsolideerd overzicht'), bedroeg de MREL-ratio 26% van de risicogewogen activa. De SRB/NBB legt KBC Groep NV tegen 1 mei 2019 een MREL-ratio op van 9,76% van de totale verplichtingen en eigen vermogen (TLOF) - wat overeenkomt met 25,9% van de risicogewogen activa.

MREL: geconsolideerd overzicht

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen en in aanmerking komende passiva 24 711 24 330
CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 15 150 15 134
AT1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV) 1 000 1 418
T2-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD IV) 2 068 2 176
Achtergestelde schulden (niet opgenomen in AT1 & T2) 2 022 1 513
Senior schulden (nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 4 473 4 089
Risicogewogen activa (geconsolideerd, CRR/CRD IV, Deense compromismethode) 94 875 92 410
MREL-ratio als percentage van risicogewogen activa 26,0% 26,3%
Totale verplichtingen en eigen vermogen (TLOF) 245 225 251 364
MREL-ratio als percentage van TLOF 10,1% 9,7%

Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk

In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris). De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV. De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II.

Solvabiliteit, KBC Bank (CRR/CRD IV, fully loaded)

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 15 749 15 756
Tier 1-kapitaal 13 625 13 484
Waarvan kernkapitaal (common equity) 12 618 12 077
Tier 2-kapitaal 2 124 2 273
Totaal gewogen risico's 85 474 83 117
Common equity ratio 14,8% 14,5%
Tier 1-ratio 15,9% 16,2%
Totale kapitaalratio 18,4% 19,0%

Solvabiliteit, KBC Verzekeringen (incl. volatiliteitsaanpassing)

(Solvency II, in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen 3 590 3 865
Tier 1 3 090 3 365
Eigen vermogen van de aandeelhouders volgens IFRS 2 728 3 051
Dividenduitkering -132 -8
Aftrek van immateriële vaste activa en goodwill (na belastingen) -124 -128
Waarderingsverschillen (na belastingen) 341 403
Volatiliteitsaanpassing 313 43
Overige -35 3
Tier 2 500 500
Achtergestelde schulden 500 500
Solvabiliteitskapitaalvereiste (SCR) 1 651 1 823
Solvency II-ratio 217% 212%
Solvabiliteitssurplus boven SCR 1 939 2 042

ICAAP en ORSA

Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en ervoor te zorgen dat we altijd voldoende gekapitaliseerd zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikken we ook over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. Dat model wordt bijvoorbeeld gebruikt om de risicogewogen prestaties te meten, risicolimieten te onderbouwen en te bepalen, en de kapitaaltoereikendheid te beoordelen. Het wordt aangevuld met een kader voor winstbeoordeling, dat de kwetsbaarheden moet blootleggen met betrekking tot de duurzaamheid van ons businessmodel op langere termijn.

Een heel belangrijk element in ons ICAAP is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasury- en risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op groeps- en entiteitsniveau te bepalen. De APC gaat niet alleen over planning, maar ook over het nauwgezet bewaken dat alle aspecten van het plan worden uitgevoerd (winst-en-verliesrekening, risicogewogen activa, liquiditeit). De verschillende groepsfuncties stellen daarover specifieke rapporten op.

Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Net zoals bij het ICAAP is het doel van de ORSA erop toe te

zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBCverzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC,

Stresstests

Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer (risico's vaststellen, risicobereidheid en -begrenzing bepalen, enz.). Stresstests maken daarom integraal deel uit van ons risicobeheerkader en zijn een belangrijk onderdeel van ons ICAAP en onze ORSA.

Voor ons is stresstesting een proces dat

managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk.

Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of we over voldoende kapitaal beschikken om de risico's die we lopen, te dekken. Daarom bevat de APC ook gevoeligheden voor kritieke veronderstellingen die worden gebruikt in het basisscenario. Daarnaast wordt de APC aangevuld met een speciale geïntegreerde stresstest die gelijktijdig wordt uitgevoerd. De gevoeligheden en stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat:

• de beslissingen over de financiële planning en de risicobereidheid en -begrenzing niet alleen gebaseerd zijn op een basisscenario, maar ook rekening houden met de

bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Waar nodig worden die processen aangepast om rekening te houden met de specifieke aard van de (her)verzekeringsactiviteiten en te voldoen aan de Solvency II-vereisten.

invloed van moeilijkere macro-economische en financiële marktscenario's;

• het kapitaal en de liquiditeit op groepsniveau ook in moeilijke omstandigheden op een aanvaardbaar niveau blijven.

De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en reglementaire kapitaaldoelstellingen.

In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaalvereisten niet gehaald worden. Op die manier geeft het herstelplan een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep en in de risicoverminderende maatregelen die het management kan nemen als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen.

KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaaltoereikendheid van de groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van gevoeligheden in de APC-planning.

EBA-stresstest 2018

Volgens de resultaten van de Europese stresstest van de EBA, die in november 2018 werden bekendgemaakt, bleven we ook in 2018 adequaat gekapitaliseerd. Uitgangspunt voor die test was een fully loaded common equity ratio van 15,96% eind 2017, die werd herberekend om de eerste toepassing van

IFRS 9 op te nemen. In het basisscenario zou de common equity ratio met 260 basispunten stijgen tot 18,56%, terwijl in het ongunstige scenario onze fully loaded common equity ratio met 236 basispunten zou dalen tot 13,6%.

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken daarbij de Belgische Corporate Governance Code 2009 (hierna de Code genoemd) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op

www.corporategovernancecommittee.be.

Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2018.

In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt.

  • Raad van Bestuur: Raad
  • Directiecomité: DC
  • Auditcomité: AC
  • Risico- en Compliancecomité: RCC

Samenstelling van de Raad en zijn comités

In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2018. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.

ecomité
Remunerati
4 4 (v) 4 4
Benoemings
comité
4 4 (v) 4 4 4 4
RCC 9 9 (v) 9 9 9
AC 6 6 6 6 6 (v)
DC n (v) n n
jke bestuur
ders
Onafhankeli
n n n
houders
kernaandeel
oordigers
Vertegenw
n n n n n n n n n n
s
bestuurder
ende
Niet-uitvoer
n n n n n n n n n n n n n
eringen
raadsvergad
Bijgewoond
e
11 10 11 11 11 11 10 11 11 11 11 11 11 11 10 11 11
huidig man
daat
Einde
2019 2021 2020 2019 2021 2020 2019 2019 2022 2021 2020 2020 2021 2022 2021 2022
18
e Raad in 20
Periode in d
Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar
e
Hoofdfuncti
Voorzitter van de Raad Ondervoorzitter van de Raad
CEO Vlerick Group
Voorzitter DC en gedelegeerd bestuurder KBC CEO Christeyns Groep Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC
Ancora
Voorzitter MRBB Gedelegeerd bestuurder / CEO van Cera en KBC
Ancora
Gedelegeerd bestuurder 3D Professor aan de International Business School
van Boedapest
Emeritus professor economie aan de Universiteit
Antwerpen, Bestuurder Cera
Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP CEO Ravago Groep Gedelegeerd bestuurder KBC Gedelegeerd bestuurder KBC Bestuurder-directeur Cera Gedelegeerd bestuurder / CEO van MRBB Commissaris: PricewaterhouseCoopers (PwC), vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman.
Naam Aantal vergaderingen in 2018 Thomas Leysen Philippe Vlerick Johan Thijs Alain Bostoen Katelijn Callewaert Sonja De Becker Franky Depickere Frank Donck Júlia Király Walter Nonneman Vladimira Papirnik Theodoros Roussis Hendrik (Rik) Scheerlinck Christine Van Rijsseghem Matthieu Vanhove Marc Wittemans

Secretaris van de Raad: Johan Tyteca. (v) Voorzitter van dit comité.

Wijzigingen in de Raad in 2018

• Op de algemene vergadering van 3 mei 2018 werd Júlia Király herbenoemd als onafhankelijk bestuurder voor een nieuw mandaat van 4 jaar en werden Marc Wittemans en Christine Van Rijsseghem herbenoemd als bestuurder.

Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 2 mei 2019

  • Op advies van het Benoemingscomité wordt Thomas Leysen door de Raad voorgedragen voor een herbenoeming als onafhankelijk bestuurder voor een nieuw mandaat van 4 jaar en worden Alain Bostoen, Franky Depickere en Frank Donck voorgedragen voor een herbenoeming als bestuurder voor een nieuw mandaat van 4 jaar.
  • Op advies van het Benoemingscomité wordt Koenraad Debackere door de Raad voorgedragen voor benoeming als bestuurder voor een mandaat van 4 jaar. Walter Nonneman neemt ontslag als bestuurder na

afloop van de algemene vergadering wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. De Raad dankt hem voor zijn inzet als bestuurder.

Curriculum van de voorgedragen nieuwe bestuurder:

• Koenraad Debackere: Burgerlijk Werktuigkundig Elektrotechnisch Ingenieur, doctor in management, gewoon hoogleraar KU Leuven aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, hoogleraar aan de Vlerick Management School, Afgevaardigd Bestuurder van KU Leuven Research & Development en Algemeen Beheerder KU Leuven.

U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance. De agenda van de Algemene Vergadering van 2 mei 2019 vindt u op www.kbc.com.

Johan
Thijs
Daniel
Falque
John
Hollows
Erik
Luts
Luc
Popelier
Hendrik
Scheerlinck
Christine
Van Rijsseghem
°1965 °1963 °1956 °1960 °1964 °1956 °1962
Belg Belg Brit Belg Belg Belg Belg
Licentiaat
Wetenschappen
(Toegepaste
Wiskunde)
en Actuariële
Wetenschappen
(KU Leuven)
Licentiaat in
Internationale
Betrekkingen
(UCL)
Licentiaat Rechten
en Economie
(Universiteit
Cambridge)
Licentiaat
Pedagogische
Wetenschappen
(KU Leuven)
Licentiaat
Toegepaste
Economische
Wetenschappen
(UFSIA)
Licentiaat
in de Rechten
(KU Leuven)
Licentiaat
in de Rechten
(UGent)
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
2009
In dienst sinds*
1996
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
1988
In dienst sinds*
1984
In dienst sinds*
1987
Groeps-CEO (chief
executive officer)
CEO Divisie België CEO Divisie Tsjechië CIO (chief
innovation officer)
CEO Divisie
Internationale
Markten
CFO (chief
financial officer)
CRO (chief
risk officer)

Het directiecomité van de groep

* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)

Er traden geen wijzigingen op in de samenstelling van het DC in 2018.

Meer informatie, waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.

Bestuursmodel

De Raad van Bestuur van KBC Groep telt 16 leden:

  • de voorzitter, die onafhankelijk bestuurder is
  • 2 andere onafhankelijke bestuurders
  • 3 leden van het Directiecomité, namelijk de groeps-CEO, de groeps-CFO en de groeps-CRO
  • 10 vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders

Aangezien de Belgische wet van 25 april 2014 betreffende het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen bepaalt dat minstens 3 leden van het DC ook bestuurder zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder') is het wettelijk niet mogelijk om een duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad

(strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De groeps-CEO, de groeps-CFO en de groeps-CRO zijn uitvoerend bestuurder.

De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de langetermijnfocus van het management van KBC Groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad door 10 bestuurders.

Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau op het niveau van KBC Groep en op die van de raden van bestuur van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen hebben een hoge standing en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad.

De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad en een belangrijke vertegenwoordiging in de adviserende comités hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun

aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan, die tot doel heeft de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor duurzame waardecreatie en een voorzichtig risicobeheer.

Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking van het DC bespreekt in afwezigheid van de DC-leden.

Diversiteitsbeleid

De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en het DC. Dat beleid wil in eerste instantie de diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat zowel de Raad als het DC een brede basis van relevante competenties en knowhow kan aanspreken en dat ze voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en inputs ontvangen.

Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij in zijn geheel beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.

Verder bepaalt het beleid dat:

  • ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden;
  • de Raad leden moet hebben van verschillende nationaliteiten, met name rekening houdend met de verschillende geografische gebieden waar KBC actief is;
  • ten minste drie bestuurders onafhankelijk moeten zijn in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in

Samenstelling van de Raad van Bestuur

artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen;

• drie leden van het DC ook lid moeten zijn van de Raad (overeenkomstig de Belgische wet betreffende het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen).

Bij de samenstelling van de Raad wordt rekening gehouden met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders.

Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het als geheel beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector, en meer bepaald de vereiste algemene knowhow in alle domeinen waar KBC actief is.

Verder bepaalt het beleid dat:

  • ten minste een lid van het DC van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden;
  • het DC streeft naar een gediversifieerde samenstelling op het vlak van nationaliteit en leeftijd;
  • alle leden van het DC moeten beschikken over de nodige financiële kennis, professionele integriteit en managementervaring, maar een verschillend carrièreverloop moeten hebben.

De Raad zal, op advies van het Benoemingscomité, toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC als er een vacature is, en wanneer hij voorstellen doet voor een benoeming in de Raad.

Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2018 effectief werd toegepast. Wat de samenstelling van het DC betreft, zal er de volgende jaren naar worden gestreefd om de diversiteit verder te verhogen. Wat de Raad betreft, moet worden opgemerkt dat de Raad van Bestuur van KBC Groep regelmatig samenkomt met de Raad van Bestuur van KBC Bank en die van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.

Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management. In het hoofdstuk Ons Bedrijfsmodel geven we een grafisch overzicht van de diploma's van de leden van de Raad.

Naast de Belgische zijn de volgende nationaliteiten vertegenwoordigd in de Raden van Bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen: Hongaars, Tsjechisch/ Amerikaans, Iers, Brits, Zweeds, Deens en Frans.

Samenstelling van het Directiecomité

AC: toepassing van artikel 96 § 1 9° van het Wetboek van Vennootschappen

Op 31 december 2018 zetelen in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:

  • Vladimira Papirnik: onafhankelijk bestuurder, doctor juris (Northwestern University, USA, 1982), was senior partner bij het advocatenkantoor Squire Patton Boggs (zowel in Praag als in Chicago) tot juni 2017 en werkt nog verder aan projecten voor de firma en haar klanten. Ze is gespecialiseerd in internationaal bankrecht, projectfinanciering en vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance).
  • Júlia Király: onafhankelijk bestuurder, studeerde af aan de University of Economics van Boedapest (1980) en behaalde een Ph.D in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was 15 jaar lang professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences.

De andere leden van het AC zijn:

  • Marc Wittemans: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen, graduaat in de Fiscale Wetenschappen en in de Actuariële Wetenschappen. Hij is gedelegeerd bestuurder van MRBB CVBA, holdingmaatschappij van de Boerenbond, en voorzitter van het AC.
  • Frank Donck: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (UGent) en licentiaat Financiële Wetenschappen (Vlerick School voor Management Gent). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en van Tele Columbus AG, en onafhankelijk bestuurder bij Barco NV en Elia System Operator NV.

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en van artikel 526bis § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.

RCC: toepassing van punt 6.3.6 van het Charter

Op 31 december 2018 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:

• Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven).

De andere leden van het RCC zijn:

• Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en

heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Thans is hij gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC.

  • Frank Donck (cv: zie hierboven)
  • Marc Wittemans (cv: zie hierboven)

Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.

Afwijkingen van de Code

De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explainprincipe). Hierna volgt dat overzicht:

Bepaling 5.2/4 van Bijlage C bij de Code stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van het AC onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.

Op 31 december 2018 was het AC samengesteld uit vier niet-uitvoerende bestuurders, van wie twee onafhankelijke bestuurders en twee vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC.

Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt dus twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn 3 onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité.

Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement (zoals toegelicht in het Bestuursmodel), via hun vertegenwoordigers in de Raad op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van de comités.

Commissaris

De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren cvba (PwC), wordt vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman.

Aan de algemene vergadering wordt voorgesteld om het mandaat van PwC als commissaris te hernieuwen voor een nieuw mandaat van 3 jaar, dat afloopt op 2022.

De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.

Activiteitenverslag van de Raad en zijn comités in 2018

Raad van Bestuur (Raad)

Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:

  • de verzekeringsstrategie
  • de strategie en activiteiten van de divisies/landen Tsjechië, België, Hongarije en Ierland
  • de IT-strategie en de digitale transformatie
  • de marktactiviteiten en de assetmanagementactviteiten
  • het HR-diversiteitsbeleid
  • het ICAAP-ILAAP-rapport
  • de Risk Appetite statement
  • de Risk Reports
  • de Compliance Reports
  • het KBC Group Recovery Plan

Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.

De implementatie van de Duurzaam KBC-strategie wordt opgevolgd via de KBC-Duurzaamheidsboordtabel. In die boordtabel zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen KBC Groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters.

Auditcomité (AC)

Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.

Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken.

Het AC besprak bovendien:

  • de Verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien;
  • de (mogelijke) intra-groep belangenconflicten;
  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen;
  • het bijgewerkte Interne Audit Charter 2018.

Risico- en Compliancecomité (RCC)

Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties.

Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer (inclusief de jaarverslagen) werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.

Daarnaast behandelde het RCC de volgende bijzondere rapporteringen:

  • de Verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien;
  • het KBC ICAAP/ILAAP Report 2018;
  • het KBC Recovery Plan 2018;
  • de Risk Appetite Statement;
  • Information Security and Cyber Risk;
  • Anti-Money-Laundering;
  • de risicogerelateerde elementen van het beloningsbeleid en van de prijszetting van de aan het cliënteel aangeboden producten;

  • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen;

  • het bijgewerkte Compliance Charter 2018;
  • het bijgewerkte Integriteitsbeleid 2018;
  • het Compliance-Jaarverslag aan de Raad 2018.

Benoemingscomité

Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • de benoemingen en herbenoemingen in de Raad;
  • de samenstelling van de Raad en de adviserende comités;
  • het diversiteitsbeleid.

Remuneratiecomité

Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en dikwijls ook van de voorzitter

van het DC. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.

Belangrijkste behandelde onderwerpen:

  • evaluatie van de beoordelingscriteria van het DC over 2017;
  • beoordelingscriteria van het DC over 2018;
  • jaarlijkse remuneration review;
  • impact van een nieuwe tax ruling omtrent de forfaitaire kostenvergoeding;
  • vergoeding DC-leden;
  • Risk Adjusted Profit 2017;
  • enkele individuele vertrek- en retentievergoedingen;
  • nieuwe structuur verloning directieleden in België.

Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstuk 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.

Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden

De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.

Op initiatief van de voorzitter vindt in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele

beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.

De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.

Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.

Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.

Beleid inzake transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen

De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Charter. In de loop van het boekjaar 2018 kwamen geen transacties voor die een toepassing van deze regeling vereisten.

Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik

De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en

Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.

Belangenconflicten die onder artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vallen

In de loop van het boekjaar 2018 vereiste het voorstel tot goedkeuring van een vrijwaring ('Indemnification') de toepassing van art. 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen. Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.

Het voorstel m.b.t. de toekenning van een vrijwaring werd besproken op de vergadering van de Raad van 21 juni 2018. Het verslag luidt als volgt (vertaling):

"I.

Er wordt voorgesteld een vrijwaring in te voeren voor (i) de huidige en toekomstige leden van toezichthoudende organen (die tot taak hebben om de strategie te bepalen en om toezicht te houden op het operationele beheer) of uitvoerende organen (die verantwoordelijk zijn voor het operationele beheer) van tot de KBC-groep behorende juridische entiteiten, met uitzondering van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV, en (ii) alle andere personen die, nu of in de toekomst, op verzoek en voor rekening van een tot de KBC-groep behorende entiteit, een functie als lid van een

toezichthoudend of uitvoerend orgaan uitoefenen in een juridische entiteit buiten de KBC-groep.

In overeenstemming met art. 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, verklaren de volgende bestuurders dat ze een persoonlijk belang hebben en zich zullen onthouden van bespreking en besluitvorming: Franky Depickere, Marc Wittemans en Christine Van Rijsseghem. Ze verlaten de vergadering. Ook Luc Popelier, John Hollows, Daniel Falque en Erik Luts verlaten de vergadering.

De Raad van Bestuur van KBC Groep NV merkt op dat er een toenemende trend bestaat dat toezichthouders en autoriteiten handhavingsmaatregelen nemen tegen financiële instellingen in geval van vermeend wangedrag. De Raad is het erover eens dat deze trend leidt tot een verhoogd risico van persoonlijke aansprakelijkheid van de leden van de toezichthoudende en uitvoerende organen van de KBC-groep. De Raad is dan ook van mening dat het bedrijfsbelang van KBC Groep NV baat zou hebben bij een vrijwaringsovereenkomst ter aanvulling van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. De Raad erkent dat het moeilijk is om de mogelijke financiële impact van een dergelijke vrijwaring in te schatten. Die financiële

impact voor KBC Groep NV bestaat uit de betalingen die het mogelijk in de toekomst zal moeten doen in het kader van de vrijwaringsovereenkomst.

Voor het geval dat er een geschil zou ontstaan tussen een bestuurder en KBC met betrekking tot de vrijwaring, geeft de Raad er de voorkeur aan dat daarover scheidsrechterlijk beslist wordt.

De Raad van Bestuur komt overeen dat de vrijwaring wordt ingevoerd zoals voorgesteld.

II.

Verder wordt aan de Raad van Bestuur van KBC Groep NV voorgesteld om een vrijwaring in te voeren ten voordele van alle huidige en toekomstige leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV.

In overeenstemming met art. 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen melden alle bestuurders, met uitzondering van Vladimira Papirnik en Júlia Király, dat zij een persoonlijk belang hebben en zich zullen onthouden van bespreking en besluitvorming. Ze verlaten de vergadering. In overeenstemming met art. 16 § 1 van de statuten kan het besluit geldig worden genomen door een gezamenlijke beslissing van Vladimira Papirnik en Júlia Király.

Zij verwijzen naar de bespreking over de invoering van een vrijwaring voor de in het vorige besluit genoemde categorieën van bestuursleden. Ze zijn het erover eens dat de argumenten voor een dergelijke vrijwaringsovereenkomst ook gelden voor de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en ze besluiten unaniem dat de vrijwaring onder dezelfde voorwaarden wordt uitgebreid tot deze mandatarissen. Ze erkennen dat de mogelijke financiële impact van een dergelijke vrijwaring moeilijk in te schatten valt en dat die bestaat uit de betalingen die het bedrijf mogelijk in de toekomst zal moeten doen in het kader van de vrijwaringsovereenkomst."

Na afloop van het boekjaar 2018 werd vastgesteld dat Hendrik Scheerlinck op het ogenblik van deze beslissing van 21 juni 2018 een bestuursmandaat uitoefende in KBC Credit Investments NV, waardoor ook hij een persoonlijk belang had bij het punt I van deze beslissing. Daarom heeft de Raad van Bestuur van KBC Groep tijdens zijn vergadering van 14 maart 2019 dit onderdeel van de beslissing geratificeerd. Franky Depickere, Marc Wittemans, Hendrik Scheerlinck en Christine Van Rijsseghem hebben zich daarbij onthouden van de bespreking en besluitvorming. Ook Johan Thijs, Luc Popelier, John Hollows, Daniel Falque en Erik Luts hebben de vergadering verlaten.

Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen

Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC

Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering

We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.

De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:

  • De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem krachtens het Wetboek van Vennootschappen zijn voorbehouden. De Raad beslist, op voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico's (risk appetite).
  • Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.

Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van dit hoofdstuk.

Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid

Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid, integriteit, transparantie en confidentialiteit maken samen met een doordachte risicobeheersing deel uit van de hoge ethische normen die KBC hanteert – zowel naar de geest als naar de letter van de toepasselijke regelgeving. Daarom behandelen we onze klanten op een loyale, billijke en professionele wijze.

Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, procedures en gedragslijnen. Ze maken ook deel uit van specifieke opleidingen en campagnes voor het personeel. We communiceren volledig transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. Die vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen > Regels en beleidslijnen hanteren.

Het integriteitsbeleid omvat o.a. ook het gedragsrisico (conduct risk), een begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste verlening van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet met preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en dilemmaopleidingen zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. Het integriteitsbeleid werd in 2018 geactualiseerd, om het in overeenstemming te brengen en te houden met nieuwe reglementaire ontwikkelingen (antiwitwassen, bescherming van gegevens, …), nieuwe ontwikkelingen in de digitale wereld en met een focus op de waarden, inclusief het centraal stellen van de klant.

Het integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:

  • bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering, het naleven van embargo's en de preventie van financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens;
  • fiscaal preventiebeleid, waaronder de bijzondere mechanismen van belastingontduiking;
  • bescherming van de belegger inclusief het naleven van de toepasselijke gedragsregels voor beleggingsdiensten en de distributie van financiële diensten, voorkoming van

belangenconflicten (MiFID) en marktmisbruik, waaronder misbruik van voorkennis;

  • gegevensbescherming (privacy), bankgeheim, vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht;
  • deontologie en fraudebestrijding;
  • bescherming van de verzekeringspolishouder;
  • naleving van de wetgeving over antidiscriminatie;
  • regels betreffende oneerlijke handelspraktijken, consumentenbescherming en het opvolgen van klachten;
  • governanceaspecten van CRD IV, Solvency II en/of plaatselijke wetgeving, inclusief scheiding van taken tussen uitvoerend management en de toezichthoudende instanties, werking van comités, onverenigbaarheid van mandaten, beloningsbeleid, Fit & Proper-vereisten, belangenconflicten, leningen aan leden van het DC, bestuurders, aandeelhouders met een significante participatie en verstrekken van advies m.b.t. uitbesteding.

Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:

  • Via doelgerichte campagnes en opleidingen neemt KBC initiatief om deze deontologische houding in het DNA van elke medewerker te verankeren. Details van dat beleid zitten onder andere verweven in het ethische en fraudebeleid van de KBC-groep en in de diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven.
  • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
  • Het Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te goeder trouw tekenen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren (zie verder).
  • In lijn met de UK Modern Slavery Act publiceert KBC een Modern Slavery Act Statement, waarin KBC de strijd tegen iedere vorm van moderne slavernij in zijn activiteiten onderschrijft.

De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en opleidingen.

Bestrijding van corruptie en omkoping

Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt de houding van KBC in de strijd tegen en de voorkoming van corruptie bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en bevat een omschrijving van de daartoe genomen en te nemen maatregelen. Het is van toepassing op alle KBC-medewerkers, entiteiten, activiteiten, verrichtingen, tegenpartijen en leveranciers van KBC en heeft bijgevolg betrekking op alle verrichtingen van het personeel van KBC alsook op alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid.

De voornaamste risico's verbonden aan corruptie en omkoping zijn mogelijke ongewenste beïnvloeding, belangenconflicten, niet-objectieve prijszetting, het subjectief toewijzen van contracten, enz. Gezien die mogelijke gevolgen en in het bijzonder de invloed op de reputatie van de groep, past KBC een nultolerantie toe met betrekking tot fraude en ernstige wanpraktijken.

Bestrijding van corruptie en vermijden van belangenconflicten in het algemeen maken deel uit van een ex-cathedraopleiding. In België hebben 7 735 medewerkers van KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBC Asset Management, de verbonden verzekeringsagenten en hun medewerkers een specifieke opleiding gekregen over het vermijden van belangenconflicten en de bestrijding van corruptie. Ook alle medewerkers van Commercial Finance kregen hierover een opleiding. In de Centraal-Europese entiteiten van de groep is de opleiding over anticorruptie een deel van de compliance training. Die opleiding gebeurt ofwel face to face ofwel via e-learning. In Tsjechië hebben 10 740 personen deze opleiding gevolgd, in Slowakije zijn meer dan 2 800 medemerkers getraind en in Hongarije zijn er bijna 900 medewerkers opgeleid. In Bulgarije werd opleiding gegeven aan 2 071 medewerkers en verzekeringsagenten. In Ierland maakte deze opleiding deel uit van de Compliance ethics e-learning, die jaarlijks wordt uitgerold. Bijna 1 500 medewerkers hebben deze opleiding gevolgd.

Het anticorruptiebeleid bevat ook het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Dit beleid impliceert dat geschenken, giften of uitnodigingen, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten worden gemeld en worden goedgekeurd door het bevoegde directiecomité/management. In 2018

werden in België in dit verband 41 meldingen goedgekeurd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld (58 meldingen in Tsjechië, 0 in Hongarije, 24 geregistreerde meldingen in Slowakije en 0 in Bulgarije). In Ierland zijn er 3 meldingen goedgekeurd.

Antiwitwaspraktijken

Omdat KBC niet betrokken wil zijn bij activiteiten die beschouwd kunnen worden als het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, werd er op het niveau van de groep een antiwitwasbeleid uitgewerkt. Het doel van dat beleid bestaat erin om een algemeen kader voor de strijd tegen het witwassen van gelden en de financiering van terrorisme (met inbegrip van de financiering van en de verspreiding van massavernietigingswapens) vast te stellen. Elke entiteit binnen de groep heeft een eigen AML-programma ontwikkeld dat gebaseerd is op specifieke groepswijde complianceregels (o.a. Know Your Customer, Know Your Transactions, …), die de minimumregels omvatten maar waarbij ook in de nodige ruimte is voorzien om de lokale wetgeving te kunnen implementeren.

Om alle risico's goed in kaart te kunnen brengen vindt er een jaarlijkse risicobeoordeling plaats in alle entiteiten. Net omdat KBC niet betrokken wil worden bij dergelijke activiteiten, wordt er aan alle medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers op regelmatige tijdstippen opleiding gegeven. Daarnaast wordt van de medewerkers, de verbonden agenten en hun medewerkers verwacht dat ze strikt de uitgewerkte procedures en voorschriften opvolgen en de nodige waakzaamheid aan de dag leggen. Die is zowel vereist bij de identificatie van de klanten als bij het controleren van de transacties. Indien nodig wordt verwacht dat zij een melding aan de compliancefunctie doen.

Responsible tax payer

Het basisprincipe van de Fiscale Strategie van KBC is dat KBC Groep en al zijn entiteiten zich moeten gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers, door een professionele naleving van de belastingwetgeving, een legitieme fiscale planning ondersteund door geldige businessdoelstellingen die voorrang hebben op fiscale overwegingen. KBC neemt geen extreem agressieve fiscale standpunten in omdat het zijn reputatie als verantwoordelijke belastingbetaler wil vrijwaren, en het houdt zich aan een strikt fiscaal risicobeheer op basis van die principes. KBC-medewerkers mogen aan klanten geen advies geven dat hen zou kunnen aanzetten tot belastingfraude. Het verstrekte belastingadvies of de fiscale

informatie moet juridisch correct en duidelijk geformuleerd zijn. Alle belastingaangiften en -betalingen van KBC worden correct en op tijd ingediend. Bij belastingcontroles is volledige openheid in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving de algemene richtlijn. KBC reageert tijdig op alle wetswijzigingen door te investeren in de nodige IT-systemen en door zijn fiscale processen aan te passen aan de nieuwe regels. Er is een degelijke governance om de Fiscale Strategie van KBC op te volgen en te controleren.

Klokkenluidersbeleid

KBC heeft een beleid inzake klokkenluiders. KBC verwacht van zijn medewerkers, zijn verbonden agenten en hun medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften en andere wanpraktijken door personeel of klanten. Alle KBC-medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers hebben de elementaire morele plicht en de juridische mogelijkheid om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden.

KBC geeft er de voorkeur aan om de gebruikelijke rapporteringslijnen te gebruiken, zodanig dat specifieke bekommernissen met het lijnmanagement besproken kunnen worden. Indien dit niet mogelijk is, dan kan de betrokkene terugvallen op de rapporteringsmogelijkheden die opgenomen zijn in het beleid voor de bescherming van klokkenluiders. Specifiek voor de Belgische KBC-medewerkers, de verbonden agenten en hun medewerkers is er een nieuwe procedure uitgewerkt en gecommuniceerd. KBC kan op anonieme basis rechtstreeks rapporteren aan de respectievelijke toezichthouders in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn. KBC verbindt zich ertoe om de identiteit van de klokkenluiders af te schermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden op de manier zoals voorzien in de interne reglementen. Overeenkomstig deze principes beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Group Compliance ziet toe op de werking van deze policy. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de centraliserende entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek en Fraude van Compliance Groep. Het klokkenluidersbeleid moet intern en extern worden gepubliceerd. U vindt het document Beleid voor de bescherming van klokkenluiders in KBC Groep op www.kbc. com, onder Duurzaam ondernemen.

Het Three Lines of Defense-model wapent KBC tegen risico's die het behalen van de doelstellingen in het gedrang kunnen brengen

Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.

1 De business draagt de verantwoordelijkheid voor de beheersing van zijn risico's

De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.

2 De Risicofunctie en Compliance, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken, vormen als onafhankelijke controlefuncties de tweede verdedigingslinie

Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisicoen controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft ze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.

De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.

3 Interne Audit ondersteunt, als onafhankelijke derdelijnscontrole, het DC, het AC en RCC en de Raad bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem

Interne Audit verschaft behoorlijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief Corporate Governance en het Risicobeleid. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het hiertoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.

Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.

Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.

Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem

Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.

Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.

Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.

Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving

Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).

De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.

De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRSwaarderingsregels.

Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.

De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.

De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.

Het Challenger Framework (2012) en het Data Management Framework (2015) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële

verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.

Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruik makend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)) aangevuld met een ingevulde CFO-vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.

Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.

Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de voorgaande paragrafen.

Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

1 Kapitaalstructuur op 31 december 2018 Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 416 155 676 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten

Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de slotkoers,

kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 14 november 2018 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 19 december 2020. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2017 zijn nog geblokkeerd (tot 19 december 2019).

De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Uitleg bij de aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 3.8 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil.

4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.

5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht

De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2018 betrof het 50 284 aandelen.

6 Aan KBC Groep NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht

De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora Comm.VA, haar moederonderneming Cera CVBA, MRBB CVBA en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders.

Uit de meest recente kennisgevingen van deze kernaandeelhouders blijkt volgend aandelenbezit:

• KBC Ancora Comm.VA: 77 516 380
• Cera CVBA: 11 127 166
• MRBB CVBA: 47 887 696
• Andere vaste aandeelhouders: 30 304 101

In totaal bezitten de kernaandeelhouders dus 166 835 343 aandelen van KBC Groep NV, die eenzelfde aantal stemrechten vertegenwoordigen. Dat komt overeen met 40,09% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2018.

Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om te zorgen voor stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van KBC Groep NV en om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep NV en zijn ze vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van KBC Groep NV.

De aandeelhoudersovereenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen, beslist de syndicaatsvergadering als er geen consensus bestaat met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.

7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV

Benoeming en vervanging van leden van de Raad:

De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering.

In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen. De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.

Wijziging van de statuten:

Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).

Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die

verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfde van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).

8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen

De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 23 oktober 2023 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen, in geld of in natura, door uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meer keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging werd verleend ten belope van 291 000 000 euro waarbij de Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 409 000 000 euro waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken.

Op 14 november 2018 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 51,92 euro en een maximum van 67 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 21 december 2018 verhoogd met 905 962,59 euro, vertegenwoordigd door 258 109 nieuwe aandelen. De gevolgen van de uitsluiting van het voorkeurrecht vindt u in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening. Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2018 nog 699 094 037,41 euro, waarvan nog maximaal 290 094 037,41 met de mogelijkheid tot opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2018

– nog maximaal 199 172 090 nieuwe aandelen worden uitgegeven, waarvan nog 82 647 873 met opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Dat is 47,86% resp. 19,86% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.

De Buitengewone Algemene Vergadering van 3 mei 2018 heeft de Raad voor een periode van één jaar vanaf de datum van de Buitengewone Algemene Vergadering van 3 mei 2018 gemachtigd om op de beurs een maximum van 2 700 000 aandelen van de vennootschap te verwerven, tegen een prijs per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussel op de dag vóór de verkrijging vermeerderd met tien procent, en die niet lager mag zijn dan één euro. De Raad werd tevens gemachtigd om de verkregen eigen aandelen te vernietigen op de tijdstippen die hij geschikt acht. De Raad heeft van deze machtiging gebruik gemaakt en op 16 mei 2018 beslist tot inkoop van 2 700 000 aandelen. Het inkoopprogramma werd afgerond op 3 juli 2018. De aldus ingekochte aandelen werden ingevolge een besluit van de Raad op 8 augustus 2018 vernietigd. Voor meer informatie, zie Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties.

De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar, dit is tot en met 3 mei 2018, maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kon gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime

betekenis, op of buiten de beurs. Van deze machtiging werd geen gebruik gemaakt in 2018.

In toepassing van art. 627, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen heeft KBC Bank NV, in zijn hoedanigheid van professionele effectenhandelaar, in 2018 15 853 aandelen van KBC Groep NV verkocht en 1 290 aandelen van KBC Groep NV aangekocht.

Op 31 december 2018 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen geen aandelen van KBC Groep NV in bezit, behoudens 50 282 aandelen aangehouden door KBC Bank NV in zijn hoedanigheid van professionele effectenhandelaar. Deze aandelen hebben een fractiewaarde van 3,51 euro per aandeel en ze vertegenwoordigen 0,01% van het geplaatste kapitaal.

9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.

10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.

Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2018

Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:

  • naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007,
  • naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen,
  • op vrijwillige basis.

In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.

We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2018, resulterend uit alle kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2018. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie vindt u eveneens een update voor februari 2019.

Aandeelhouderschap op
31-12-2018, volgens de meest
recente kennisgevingen overeen
komstig de wet van 2 mei 2007
Adres Aantal KBC-aandelen/stem
rechten (tegenover het huidige
aantal aandelen/stemrechten)*
De kennisgeving
betreft de situatie op
KBC Ancora Comm.VA Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 77 516 380 / 18,63% 1 december 2014
Cera CVBA Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 11 127 166 / 2,67% 1 december 2014
MRBB CVBA Diestsevest 40, 3000 Leuven, België 47 889 864 / 11,51% 1 december 2014
Andere vaste aandeelhouders P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2,
8510 Bellegem, België
32 020 498 / 7,69% 1 december 2014
Vennootschappen behorend tot de
KBC-groep
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België 300 / 0,00% 16 oktober 2012
Blackrock Inc. 55 East 52nd Street, New York, NY 10055,
Verenigde Staten
16 474 105 / 3,96%
(20 778 528 / 4,99%)
31 oktober 2018
FMR LLC 1209 Orange Street, Wilmington, New Castle
County, Delaware 19801, Verenigde Staten
12 531 817 / 3,01%
(12 531 817 / 3,01%)
6 september 2018
Parvus Asset Management Europe
Ltd.
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen,
Verenigd Koninkrijk
12 341 146 / 2,97%
(12 341 146 / 2,97%)
13 februari 2015

* Tussen haakjes: inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised.

Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen

In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV eind augustus 2018 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.

A Mededeling door

a rechtspersonen b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1

Aandeelhouder Participatie,
aantal
In procenten2 Aandeelhouder Participatie,
aantal
In
procenten2
KBC Ancora Comm. Va 77 516 380 18,63 Cecan nv 466 002 0,11
MRBB cvba 47 887 696 11,51 Beluval 420 558 0,10
CERA cvba 11 127 166 2,67 Cecan Invest nv 397 563 0,10
Ravago Finance nv 4 380 500 1,05 Robor nv 359 606 0,09
SAK agev 4 282 454 1,03 Sereno sa 321 408 0,08
VIM cvba 4 012 141 0,96 Rodep Comm. va 304 181 0,07
3D nv 2 461 893 0,59 Bareldam sa 260 544 0,06
Almafin sa 1 623 127 0,39 Efiga Invest sprl 230 806 0,06
De Berk bvba 1 138 208 0,27 Gavel Comm. VA 202 900 0,05
Algimo nv 1 040 901 0,25 Ibervest 190 000 0,05
SAK pula 981 450 0,24 Promark international nv 166 008 0,04
Rainyve sa 950 000 0,23 SAK Iberanfra 120 107 0,03
Alia sa 937 702 0,23 Agrobos 50 000 0,01
Stichting Amici Almae Matris 912 731 0,22 Wilig 42 500 0,01
Ceco c.v.a 591 249 0,14 Filax stichting 38 529 0,01
Niramore International SA 544 131 0,13 Hendrik Van Houtte CVA 36 000 0,01
Van Holsbeeck nv 510 823 0,12 Isarick nv 8 885 0,00

B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden

(deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen).

Participatie, Participatie, Participatie, Participatie,
aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2 aantal In procenten2
861 395 0,21 159 100 0,04 89 562 0,02 40 000 0,01
285 000 0,07 107 744 0,03 89 562 0,02 20 836 0,01
182 826 0,04 107 498 0,03 70 500 0,02 3 431 0,00
166 200 0,04 91 000 0,02 46 540 0,01

1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.

2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2018.

Remuneratieverslag over het boekjaar 2018

Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC

Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. De vele wettelijke en regulatoire bepalingen die aan de financiële instellingen worden opgelegd, scheppen een erg strikt kader dat maar een beperkte ruimte laat voor een eigen beleid ter zake. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De volledige verslagen van het Remuneratiecomité worden bezorgd aan de Raad ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicomanagement en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.

Raad: op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

DC: op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.

Algemeen kader

Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management (Raad, DC, directieleden en risk takers) wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. De belangrijkste luiden als volgt:

  • Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel, waarvan ten minste 10% gebaseerd is op de resultaten van de KBC-groep (gelet op een uitdrukkelijk verbod van de Tsjechische Nationale Bank, geldt dit niet voor de medewerkers van Cˇ SOB in Tsjechië), en een prestatiegebonden deel.
  • Ten minste 40% van het variabele loon voor het topmanagement, de Key Identified Staff (KIS), wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over drie jaar. Voor de leden van het DC en de algemeen directeuren gaat het over 50% (of indien de variabele vergoeding meer bedraagt dan 200 000 euro zelfs 60%), waarvan de betaling gespreid wordt over vijf jaar.
  • Voor de KIS wordt de helft van de totale variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten (phantom stocks of een ander door een lokale toezichthouder opgelegd instrument) om zo ook de langetermijngevolgen van het beleid op de waarde van KBC Groep te laten inwerken op de variabele vergoeding.
  • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdbackmogelijkheid voorzien.
  • Het variabele loon kan nooit meer bedragen dan de helft van het vaste loon.
  • Voor het variabele loon geldt een plafond van nominaal 750 000 euro.
  • De criteria voor de beoordeling van de prestaties van het lid van het DC verantwoordelijk voor de risicofunctie bevatten geen enkele verwijzing naar de resultaten van KBC Groep.
  • Ten minste één van de criteria voor de beoordeling van de prestaties van het topmanagement is altijd risicogerelateerd.
  • Ten minste 10% van het variabele loon van het topmanagement is ook afhankelijk van het behalen van een vooraf afgesproken doelstelling die gerelateerd is aan het duurzaamheidsbeleid van de groep.

Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding wordt een risicogecorrigeerde maatstaf van de winstgevendheid van het bedrijf gebruikt (Risk-Adjusted Profit of RAP). Voor bepaalde categorieën van de key identified staff waarvoor de bevoegde controle-instantie van mening was dat de RAP als risicoaanpassingsmechanisme ontoereikend is, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.

Terugvorderingsbepalingen

Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (dat wil zeggen: ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.

In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):

  • Er is een bewijs van wangedrag of grove fout van de medewerker (bijvoorbeeld schending van de gedragscode en andere interne regels, in het bijzonder met betrekking tot risico's).
  • In geval van een daling met ten minste 50% van het nettoresultaat of de Risk Adjusted Profit (RAP) van de KBC-groep en/of de onderliggende KBC-entiteit in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving ten opzichte van het jaar van toekenning, zal een malus worden toegepast op de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die betrekking hebben op het jaar van toekenning, tenzij het Remuneratiecomité van de KBC-groep een gemotiveerd advies geeft aan de Raad waarin het voorstelt geen malus toe te passen om welbepaalde redenen. Het Remuneratiecomité van de KBC-groep zal ook een advies geven over de malusgraad (het toe te passen percentage). De eindbeslissing ligt bij de Raad.
  • In het geval dat het nettoresultaat of de Risk Adjusted Profit (RAP) van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het

negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn. De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.

In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):

  • bewijs van fraude,
  • (gebruik van) misleidende informatie.

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders

  • De vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een jaarlijkse, vaste vergoeding die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering. Het zwaartepunt van de vergoeding ligt bij de presentiegelden. Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding.
  • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep, geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad.
  • De bestuurders die in het AC of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vaste vergoeding voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor leden die ook zitting hebben in het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen, de vergoeding maar eenmaal wordt uitgekeerd voor gezamenlijke vergaderingen. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een verhoogde vaste vergoeding. Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.
  • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen een extra vergoeding (presentiegeld) toegekend per bijgewoonde vergadering.
  • KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.

Vergoedingen op individuele basis die aan de nietuitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend

Overeenkomstig het hierboven uitgelegde vergoedingssysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV

en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland de bedragen die in de onderstaande tabel zijn vermeld. De leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad, ontvingen in die hoedanigheid noch een vaste vergoeding noch presentiegeld.

Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde basis, in euro)

Vergoeding
(m.b.t. boekjaar 2018)
Vergoeding AC en RCC
(m.b.t. boekjaar 2018)
Presentiegeld
(m.b.t. boekjaar 2018)
Thomas Leysen 500 000
Alain Bostoen 30 000 50 000
Katelijn Callewaert 40 000 50 000
Sonja De Becker 40 000 45 000
Franky Depickere 65 000 130 000 56 250
Frank Donck 30 000 30 000 50 000
Júlia Király 20 000 30 000 75 000
Walter Nonneman 40 000 50 000
Vladimira Papirnik 20 000 30 000 75 000
Theodoros Roussis 30 000 50 000
Matthieu Vanhove 40 000 50 000
Philippe Vlerick 60 000 50 000
Marc Wittemans 40 000 60 000 50 000

De vergoeding van de voorzitter en de leden van het DC

  • In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de KBC-groep is de individuele vergoeding van de leden van het DC samengesteld uit de volgende componenten:
  • een vaste maandvergoeding;
  • een jaarlijkse prestatiegebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling (geëvalueerd op basis van vooraf afgesproken criteria);
  • een jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties en de naleving van de voorbeeldfunctie in verband met de groepswaarden van elk lid van het DC afzonderlijk;
  • de eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk).
  • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de zogenaamde risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als (een van) de opgelegde parameters niet

worden (wordt) bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.

  • De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De Raad geeft op advies van het Remuneratiecomité (dat daarbij rekening houdt met de evaluatie door de voorzitter van het DC) elk lid van het DC een score op elk van de vijf elementen van onze bedrijfscultuur (PEARL: Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local embeddness) en het element Respectvol. De totaalscore op deze zes elementen bepaalt uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding.
  • De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en ten slotte tevredenheid van alle stakeholders (personeel, klanten, Raad van Bestuur en

maatschappij). De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding.

  • Wat de implementatie van de strategie betreft, ligt de nadruk, naast eventuele specifieke doelstellingen, vooral op implementatie van client centricity, op duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord gedrag en op innovatie (de voorbereiding van de digitale omwenteling).
  • De criteria voor de beoordeling van de realisatie van de financiële planning bestaan uit een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, kredietkosten), maar ook uit een evaluatie van de vooruitgang die geboekt wordt op het vlak van de verdere implementatie van het bankverzekeringsmodel en de diversificatie van de inkomsten.
  • De versterking van de risico-omgeving wordt beoordeeld aan de hand van de vooropgestelde liquiditeits-, kapitaalsen fundingcriteria, de uitvoering van de aanbevelingen van audit en de toezichthouder en ten slotte de mate van verbetering van de datakwaliteit.
  • De tevredenheid van de stakeholders wordt beoordeeld op basis van de resultaten van klanten- en personeelstevredenheidsenquêtes en de vooruitgang die geboekt wordt op het vlak van duurzaamheid.
  • Het resultaat van de evaluatie op al deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de prestatiegebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een erg klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Risicobeheersing, stakeholdermanagement en duurzaamheid zijn hierbij minstens even belangrijk.
  • Bij de bepaling van de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties die gerelateerd zijn aan het behalen van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.
  • Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijnbonus.
  • De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.

Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV op individuele basis

Voor een lid van het DC met een anciënniteit in KBC Groep van 6 jaar of minder wordt de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor iemand met een anciënniteit in de groep van 6 t.e.m. 9 jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt de vergoeding gelijk aan 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.

Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding

De variabele component van de vergoeding voor 2018 wordt opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele vergoeding zich tussen 0 en 450 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 160 000 euro. Voor de andere leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 275 000 en maximaal 100 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt, zoals hiervoor uiteengezet, bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar.

De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven

De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt sinds 1 januari 2017 gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaren. De uitbetaling van die uitgestelde bedragen is onderhevig aan de hiervoor geschetste terugvorderingsbepalingen. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met virtual investment certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van zes jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel

over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.

Pensioen, overlijdens- en invaliditeitsdekking

Voor de leden van het DC is er een apart vastebijdragenplan dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan werd rekening gehouden met het feit dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsneewerknemer. Daarom wordt in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. De toelage van KBC aan het pensioenplan bedraagt 32% van de vaste vergoeding gedurende de eerste 10 jaar (40% voor de CEO), 7% de volgende 5 jaar (3% voor de CEO) en 3% vanaf het 16e jaar van aansluiting. Op de toelagen wordt een minimaal rendement gegarandeerd van 0% en het toegekende rendement wordt afgetopt op 8,25%. Gelet op de specifieke

opbouw van dit nieuwe pensioenplan is de financiering ervan niet gelijkmatig gespreid over de volledige loopbaan. Gedurende de eerste 10 jaar is het niveau van de toelagen aan het pensioenfonds behoorlijk hoog, maar vanaf het elfde jaar en zeker vanaf het 16e jaar valt de financieringslast ervan terug tot een fractie van de jaren daarvoor. Het plan is van toepassing voor elk in België gedomicilieerd lid

van het DC. Voor de leden van het DC die voor 1 januari 2016 al lid waren van het DC werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves (in het vroegere pensioenplan) overgeboekt naar het nieuwe plan. Het pensioenplan bevat ook een overlijdensdekking. Die bedraagt viermaal de vaste vergoeding (of, indien hoger, de op het ogenblik van overlijden opgebouwde reserves). Er is ook voorzien in een vergoeding voor eventuele wezen. Die bestaat uit een eenmalig kapitaal van 194 000 euro en rente van 6 300 euro per jaar.

De invaliditeitsvoorziening die in het plan voorzien is, bedraagt ca. 734 000 euro.

Vaste vergoeding 2018

De vaste vergoedingen vindt u in de tabel.

Variabele vergoeding 2018

De variabele vergoeding van de leden van het DC wordt vastgesteld zoals hiervoor uiteengezet.

Voor het jaar 2018 besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 94%. Voor de CRO bedraagt ze 96,5%. U vindt ze in de tabel.

Conform de hiervoor uiteengezette vergoedingssystematiek wordt over 2018 aan Johan Thijs een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 423 000 euro en een individuele variabele vergoeding van 152 000 euro. Aan elk van de overige leden van het DC wordt een prestatiegebonden variabele vergoeding toegekend van 258 500 euro (265 375 euro voor de CRO). De individuele

variabele vergoeding van de leden van het DC vindt u in de tabel. De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cashgedeelte wordt 40% in 2019 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren (van 2020 tot en met 2024).

Phantom stocks 2018: Het aantal phantom stocks wordt berekend op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel gedurende het eerste kwartaal van 2019. Ook daarvan wordt 40% in 2019 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daarop volgende jaren. Gelet op de retentieperiode van één jaar die geldt voor de phantom stocks, worden deze telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dit betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2020 t.e.m. 2025. De bedragen waarvoor op die manier over 2018 phantom stocks worden toegekend, worden in de onderstaande tabel weergegeven:

Bedragen toegekend in de vorm van phantom
stocks (in euro)
Totaal Toekenning
2019
Toekenning
2020
Toekenning
2021
Toekenning
2022
Toekenning
2023
Toekenning
2024
Johan Thijs 287 500 115 000 34 500 34 500 34 500 34 500 34 500
Daniel Falque 168 415 67 365 20 210 20 210 20 210 20 210 20 210
John Hollows* 170 915 68 365 20 510 20 510 20 510 20 510 20 510
Erik Luts 170 915 68 365 20 510 20 510 20 510 20 510 20 510
Luc Popelier 169 250 67 700 20 310 20 310 20 310 20 310 20 310
Hendrik Scheerlinck 168 415 67 365 20 210 20 210 20 210 20 210 20 210
Christine Van Rijsseghem 175 188 70 073 21 022 21 022 21 022 21 022 21 022

* VIC's (Virtual Investment Certificates) i.p.v. phantom stocks.

Variabele vergoeding over de voorbije jaren

Een deel van de (uitgestelde) variabele vergoeding die over de jaren 2015, 2016 en 2017 werd toegekend, wordt in 2019 uitbetaald. De uitbetaalde bedragen vindt u in de tabel. Een gedeelte van de phantom stocks die voor 2013, 2014, 2015 en 2016 werden toegekend, werd in april 2018 omgezet in cash tegen een koers van 74,28 euro. De uitbetaalde bedragen vindt u in de tabel.

Andere voordelen

Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast overeenkomstig de geldende reglementering. Verder genieten de leden van het DC ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.

Christine
Van Rijsseghem
uitbetaald zelfstandige 835 000 17 000 53 075 12 979
42 085
115 060
1 075 199
835 000 42 500 42 500 132 687 132 687 1 185 374 267 200 15 271
Hendrik Scheerlinck uitbetaald toegekend zelfstandige 835 000 15 666 51 700 2 663 9 453 0 914 482
835 000 39 165 39 165 129 250 129 250 1 171 830 267 200 12 498
Luc Popelier uitbetaald toegekend zelfstandige 835 000 16 000 51 700 12 739 42 085 157 102 1 114 626
835 000 40 000 40 000 129 250 129 250 1 173 500 267 200 16 117
Erik Luts uitbetaald toegekend zelfstandige 835 000 16 666 51 700 2 777 9 453 0 915 596
835 000 41 665 41 665 129 250 129 250 1 176 830 267 200 9 617
John Hollows uitbetaald toegekend zelfstandige 835 000 16 666 51 700 13 076 42 085 191 973 1 150 500
835 000 41 665 41 665 129 250 129 250 1 176 830 256 700 9 743
Daniel Falque uitbetaald toegekend zelfstandige 835 000 15 666 51 700 12 377 42 085 153 462 1 110 291
835 000 39 165 39 165 129 250 129 250 - - - 1 171 830 267 200 13 922
Johan Thijs (CEO) uitbetaald toegekend zelfstandige 1 220 000 30 400 84 600 20 902 66 167 236 136 1 658 205
toegekend 1 220 000 76 000 76 000 211 500 211 500 1 795 000 488 000 15 415
van KBC Groep NV, 2018
Vergoeding van het DC
Statuut Vaste basisvergoeding Individuele variabele vergoeding
voor het boekjaar - cash
voor het boekjaar - phantom stocks
Individuele variabele vergoeding
vergoeding voor het boekjaar - cash
Prestatiegebonden variabele
vergoeding voor het boekjaar –
Prestatiegebonden variabele
phantom stocks
Individuele variabele vergoeding
voor voorgaande boekjaren
vergoeding voor voorgaande
Prestatiegebonden variabele
boekjaren
Phantom stocks voorbije boekjaren Totaal Pensioentoelage type vaste
bijdragen
Andere voordelen

Vergoedingsbeleid voor de komende twee boekjaren

Het is op dit ogenblik niet de bedoeling iets te veranderen aan het vergoedingssysteem van de niet-uitvoerende bestuurders noch van de CEO en de overige leden van het DC.

Wel werd de vergoeding van de CEO en de leden van het DC met ingang van 1 januari 2019 aangepast aan de indexevolutie. De vaste vergoeding bedraagt met ingang van dat jaar dan ook 1 250 000 euro voor de CEO en 853 000 euro voor de leden DC. De maximale prestatiegebonden variabele vergoeding bedraagt respectievelijk 450 000 euro en 275 000 euro en de maximale individuele variabele vergoeding 175 000 euro en 108 000 euro.

Verklaring over niet-financiële informatie

In overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze geconsolideerde niet-financiële informatie (zoals vereist door art. 96 §4 en 119 §2 W. Venn.) geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag.

De door de wet vereiste informatie inzake niet-financiële informatie vindt u in:

  • Bedrijfsmodel: hoofdstuk Ons bedrijfsmodel;
  • Medewerkers: hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties;
  • Milieu, mensenrechten, andere sociale aangelegenheden: hoofdstuk Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en Onze rol in de samenleving. Het hoofdstuk Onze rol in de samenleving bevat ook de andere aspecten van onze duurzaamheidsaanpak en maakt dus integraal deel uit van de Verklaring over niet-financiële informatie.
  • Bestrijding van corruptie en omkoping: hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Bestrijding van corruptie en omkoping en Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid.

We houden hierbij in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze geconsolideerde niet-financiële verklaring op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.

GECONSOLIDEERDE

JAAR-REKENING

2 Geconsolideerde jaarrekening

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) Toelichting 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Nettorente-inkomsten 3.1 4 543 4 121
Rente-inkomsten 3.1 6 996 6 337
Rentelasten 3.1 -2 453 -2 216
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 3.7 760 706
Verdiende premies 3.7 1 582 1 491
Technische lasten 3.7 -822 -785
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 3.7 -18 -58
Verdiende premies 3.7 1 359 1 271
Technische lasten 3.7 -1 377 -1 330
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 3.7 -41 -8
Dividendinkomsten 3.2 82 63
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
3.3 231 856
Waarvan resultaat op aandelen (overlaybenadering) 3.3 51
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 3.4 199
Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI 9
Nettoprovisie-inkomsten 3.5 1 719 1 707
Provisie-inkomsten 3.5 2 456 2 615
Provisielasten 3.5 -737 -908
Overige netto-inkomsten 3.6 226 114
TOTALE OPBRENGSTEN 7 512 7 700
Exploitatiekosten 3.8 -4 234 -4 074
Personeelskosten 3.8 -2 343 -2 303
Algemene beheerskosten 3.8 -1 612 -1 505
Afschrijvingen vaste activa 3.8 -280 -266
Bijzondere waardeverminderingen 3.10 17 30
op leningen en vorderingen 3.10 87
op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI 3.10 62
op voor verkoop beschikbare financiële activa 3.10 -12
op goodwill 3.10 0 0
op overige 3.10 -45 -45
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 16 11
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 3 310 3 667
Belastingen 3.12 -740 -1 093
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 2 570 2 575
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 570 2 575
Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0
Winst per aandeel (in euro)
Gewoon 3.13 5,98 6,03
Verwaterd 3.13 5,98 6,03

Gebruikte afkortingen

  • AC (amortized cost): gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
  • OCI (other comprehensive income): wijzigingen in de reële waarde van activa en verplichtingen opgenomen in het eigen vermogen
  • FVOCI (fair value through other comprehensive income): gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via OCI
  • FVPL (fair value through profit or loss): gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Bestaat uit:
  • MFVPL (mandatorily at fair value through profit or loss): verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de

winst-en-verliesrekening (inclusief aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT))

  • FVO (fair value option): bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
  • FVPL overlay: gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlaybenadering.
  • POCI (purchased or originated credit impaired assets): verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid

  • Vanaf 2018 stellen we de financiële informatie op in overeenstemming met IFRS 9. Meer informatie daarover vindt u in toelichting 1.1. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie.

  • We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
  • De resultaten van de midden 2017 overgenomen United Bulgarian Bank en Interlease zitten vervat in de resultaten van de groep voor 2017 vanaf de tweede jaarhelft (bijdrage aan de nettowinst voor die periode: 27 miljoen euro). Voor meer informatie verwijzen we naar Toelichting 6.6 verder in dit rapport.
  • Overzicht van de Invloed van de 'overlay' op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening: op de aandelen die aangehouden worden door de verzekeringsondernemingen in de groep wordt de overlaybenadering toegepast. Deze aandelen werden volgens IAS 39 voornamelijk geclassificeerd als Voor verkoop beschikbaar, en zouden volgens IFRS 9 worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening. Zolang IFRS 17 niet is ingevoerd, d.w.z. tot 1 januari 2022 (onderhevig aan bekrachtiging door de EU), herclassificeert de

overlaybenadering de extra volatiliteit die resulteert uit de toepassing van IFRS 9 van de winst-en-verliesrekening naar OCI. De extra volatiliteit als gevolg van IFRS 9, die wordt geherclassificeerd van het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening naar de 'herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering', verwijst naar de niet-gerealiseerde reëlewaardeschommelingen voor een bedrag van -228 miljoen euro. Dat is het verschil tussen (°) het IFRS 9-resultaat zonder toepassing van de overlaybenadering, namelijk -177 miljoen euro aan gerealiseerde en niet-gerealiseerde reëlewaardeschommelingen opgenomen in Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, en (°) het IAS 39-resultaat, namelijk 51 miljoen euro, bestaande uit een netto gerealiseerd resultaat van 110 miljoen euro en een bijzondere waardevermindering van 58 miljoen euro. Meer informatie vindt u in Toelichting 1.2.

• De verdeling van de rente-inkomsten en -lasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet en op andere financiële instrumenten (niet berekend volgens de effectieve rentevoet) vindt u in Toelichting 3.1.

Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (totaalresultaat of comprehensive income)

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
RESULTAAT NA BELASTINGEN 2 570 2 575
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 570 2 575
OCI TE VERWERKEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING -425 4
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen -31
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 108
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 5
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -145
Bijzondere waardeverminderingen 11
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -155
Uitgestelde belastingen 0
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties 38
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -56
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 158
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -64
Bijzondere waardeverminderingen 0
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -36
Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa naar
aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden financiële activa -50
Uitgestelde belastingen 22
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten -246
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -312
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 74
Overboeking van reserve naar nettoresultaat -8
Bijzondere waardeverminderingen -3
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -7
Uitgestelde belastingen 2
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering -228
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -176
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde
Overboeking van reserve naar nettoresultaat
0
-51

Bijzondere waardeverminderingen 58
Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -110
Uitgestelde belastingen 0
Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 76 8
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 46 220
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -9 -245
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 39 33
Brutobedrag 60 51
Uitgestelde belastingen -21 -18
Nettowijziging van de omrekeningsverschillen -60 -99
Brutobedrag -60 -99
Uitgestelde belastingen 0 0
Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten 41 92
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 45 174
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -13 -89
Overboeking van reserve naar nettoresultaat 10 8
Brutobedrag 14 12
Uitgestelde belastingen -4 -4
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures -7 -3
Brutobedrag -8 -5
Uitgestelde belastingen 1 2
Overige mutaties -2 -2
OCI NIET TE VERWERKEN IN DE WINST-EN-VERLIESREKENING -66 80
Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI aandelen -6
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -17
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -1
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie 12
Brutobedrag 12
Uitgestelde belastingen 0
2018 2017
(in miljoenen euro) (IFRS 9) (IAS 39)
Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen -67 86
Wijzigingen -89 118
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 22 -32
Nettowijziging van het eigen kredietrisico 7 -6
Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 9 -8
Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -2 3
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie 0 0
Brutobedrag 0 0
Uitgestelde belastingen 0 0
Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Wijzigingen 0 0
Uitgestelde belastingen op wijzigingen 0 0
TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 2 079 2 658
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 079 2 658

• Vanaf 2018 stellen we de financiële informatie op in overeenstemming met IFRS 9. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1.1. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie.

Geconsolideerde balans

31-12-2018 31-12-2017
in miljoenen euro Toelichting (IFRS 9) (IAS 39)
ACTIVA
Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen 18 691 29 727
Financiële activa 4.0 256 916 254 753
Aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 7 431
Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
4.0 14 484
Voor verkoop beschikbaar 4.0 34 156
Leningen en vorderingen 4.0 167 458
Tot einde looptijd aangehouden 4.0 30 979
Geamortiseerde kostprijs 4.0 216 792
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.0 18 279
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 4.0 21 663
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 6 426
Afdekkingsderivaten 4.0 183 245
Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen 5.6 120 131
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille
64 -78
Belastingvorderingen 5.2 1 549 1 625
Actuele belastingvorderingen 5.2 92 82
Uitgestelde belastingvorderingen 5.2 1 457 1 543
Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 5.11 14 21
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 5.3 215 240
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 5.4 3 299 3 207
Goodwill en andere immateriële vaste activa 5.5 1 330 1 205
Overige activa 5.1 1 610 1 512
TOTAAL ACTIVA 283 808 292 342
VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN
Financiële verplichtingen 4.0 242 626 251 260
Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 220 671 227 944
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 4.0 20 844 22 032
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 5 834 6 998
Afdekkingsderivaten 4.0 1 111 1 284
Technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 18 324 18 641
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte
feuille
-79 -86
Belastingverplichtingen 5.2 380 582
Actuele belastingverplichtingen 5.2 133 148
Uitgestelde belastingverplichtingen 5.2 247 434
Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 5.11 0 0
Voorziening voor risico's en kosten 5.7 235 399
Overige verplichtingen 5.8 2 689 2 743
TOTAAL VERPLICHTINGEN 264 175 273 540
Totaal eigen vermogen 5.10 19 633 18 803
Eigen vermogen van de aandeelhouders 5.10 17 233 17 403
Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen 5.10 2 400 1 400
Minderheidsbelangen 0 0
TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 283 808 292 342
  • Verkoop van een portefeuille kredieten in Ierland: zie Toelichting 3.10
  • Vanaf 2018 stellen we de financiële informatie op in overeenstemming met IFRS 9. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1.1. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de

overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie. Hierna vindt u voor een selectie van balansposten ook de openingsbalans op 01-01-2018 volgens IFRS 9.

01-01-2018
Openingsbalans op 01-01-2018 onder IFRS 9, geselecteerde balansposten (in miljoenen euro) (IFRS 9)
Financiële activa 253 817
Geamortiseerde kostprijs 210 865
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 19 516
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 23 191
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 7 148
Afdekkingsderivaten 245
Financiële verplichtingen 251 260
Tegen geamortiseerde kostprijs 227 944
Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 22 032
Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 6 998
Afdekkingsderivaten 1 284
Eigen vermogen van de aandeelhouders 16 657
ge
mo
ver
de
deer
nsoli
eco
G
ut
m
ns
aties
plaatst
gestort
Ge
en vol
aan
delen
Uitgifte- Eigen
aan-
dragen
Overge
resul
reserve
voor
verkoop
nanciële
Her
waar
derings
beschik
bare fi
reserve
FVOCI
Her
waar
derings
schuld
instru
reserve
FVPL
len –
Her
waar
derings
aande
overlay
benade
reserve
FVOCI
Her
waar
derings
aan
reserve
Afdek
kings
kas
stroom
afdek
Om
reke
nings
ver
king
van een
ring
in een
landse
Afdek
netto
investe
buiten
ging in
Wijzi
toege
zegd
pen
sioen
rege
Eigen
risico
via
eigen
krediet
vermo
Totaal
her
waar
derings
Eigen
gen van
vermo
aandeel
nele tier
menten
in eigen
Additio
1-instru
vermo
Minder
heids
belan
Totaal
eigen
vermo-
(in miljoenen euro) kapitaal premie delen taat activa menten ring delen kingen schillen entiteit lingen gen reserves houders gen gen gen
2018 (IFRS 9)
Saldo aan het einde van het vorige jaar 1 456 5 467 -5 10 101 1 751 0 0 0 - 1 339 -11 45 -52 -10 383 17 403 1 400 0 18 803
Invloed gerelateerd aan de eerste toepassing van IFRS 9 0 0 0 -247 -1 751 837 387 29 0 0 0 0 0 -499 -746 0 0 -746
Saldo aan het begin van het jaar na invloed IFRS 9 1 456 5 467 -5 9 854 0 837 387 29 -1 339 -11 45 -52 -10 -116 16 657 1 400 0 18 057
Nettoresultaat over de periode 0 0 0 2 570 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 570 0 0 2 570
OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 -2 -251 -228 -6 76 -61 41 -67 7 -489 -491 0 0 -491
Subtotaal 0 0 0 2 568 -251 -228 -6 76 -61 41 -67 7 -489 2 079 0 0 2 079
Dividenden 0 0 0 -1 253 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -1 253 0 0 -1 253
Coupon op additionele tier 1-instrumenten 0 0 0 -70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -70 0 0 -70
Kapitaalverhoging 1 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16 0 0 16
Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij
realisatie
0 0 0 -12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -12 0 0 -12
Uitgifte Tier-1 instrumenten in eigen vermogen 0 0 0 -5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -5 1 000 0 995
Inkoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 -179 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -179 0 0 -179
Vernietiging eigen aandelen 0 0 181 -181 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 1 15 2 1 047 -251 -228 -6 76 -61 41 -67 7 -489 576 1 000 0 1 576
Saldo aan het einde van het jaar 1 457 5 482 -3 10 901 586 159 22 -1 263 -73 86 -119 -3 -605 17 233 2 400 0 19 633
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermo
gensmutatiemethode
- 5 0 1 0 14 0 0 0 20 20 0 20
2017 (IAS 39)
Saldo aan het einde van het vorige jaar 1 455 5 453 0 8 751 1 756 -1 347 78 -47 -138 -4 298 15 957 1 400 0 17 357
OCI erkend in eigen vermogen over de periode
Nettoresultaat over de periode
0
0
0
0
0
0
2 575
-2
-5
0
0
8
0
-90

92
0
86
0
-6
0
86
2 575
84
0
0
0
0
84
2 575
Subtotaal 0 0 0 2 573 -5


8 -90 92 86 -6 86 2 658 0 0 2 658
Dividenden 0 0 0 -1 171 0 0 0 0 0 0 -1 171 0 0 -1 171
Coupon op additionele tier 1-instrumenten 0 0 0 -52 0 0 0 0 0 0 -52 0 0 -52
Kapitaalverhoging 1 15 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 15
Inkoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 -5 0 0 0 0 0 0 0 -5 0 0 -5
Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wijzigingen in scope 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal wijzigingen 1 15 -5 1 350 -5 8 -90 92 86 -6 86 1 446 0 0 1 446
Saldo aan het einde van het jaar 1 456 5 467 -5 10 101 1 751 -1 339 -11 45 -52 -10 383 17 403 1 400 0 18 803
Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen 460
Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties 1 292
Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermo
gensmutatiemethode
14 0 16 0 0 0 30 30 30
  • Vanaf 2018 stellen we de financiële informatie op in overeenstemming met IFRS 9. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1.1. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie. Invloed gerelateerd aan IFRS 9: zie Toelichting 1.4.
  • Structuur van het aandeelhouderschap: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie, onder Toelichting 3, en deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Informatie over kapitaalverhogingen, additional tier 1-instrumenten, inkoop eigen aandelen en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10. en 6.8.
  • De post Dividenden in 2018 bevat het slotdividend van 2 euro per aandeel voor 2017 (betaald in mei 2018) en een interimdividend van 1 euro per aandeel als voorschot op het finale dividend voor 2018 (dat in 2019 wordt uitbetaald). De post Dividenden in 2017 (1 171 miljoen euro) bevat het slotdividend van 1,80 euro per aandeel voor 2016 (betaald in mei 2017) en een interimdividend van 1 euro per aandeel als voorschot op het finale dividend voor 2017 (dat in 2018 werd uitbetaald). Ter informatie: mits goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bedraagt het totale dividend voor 2018 3,50 euro per aandeel (waarvan dus al 1 euro per aandeel als interimdividend werd uitgekeerd), vóór roerende voorheffing.
  • Herwaarderingsreserves in 2018: Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering: de daling van 228 miljoen euro in 2018 kan voor het grootste deel verklaard worden door negatieve marktwaardeschommelingen en in mindere mate de overboeking naar het nettoresultaat (meerwaarden bij verkoop deels gecompenseerd door bijzondere waardeverminderingen). De herwaarderingsreserve FVOCI

schuldinstrumenten daalde in 2018 met 251 miljoen euro onder invloed van een stijging van de langetermijnrente (onder meer in Italië en in mindere mate ook België) en afwikkelingen (unwinding). Afwikkelingen verklaren ook de nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) van +76 miljoen euro. De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (-67 millioen euro) heeft voornamelijk verband met het negatieve rendement op de fondsbeleggingen (zwakke aandelenmarkten in het laatste kwartaal). De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-61 miljoen euro) wordt voornamelijk veroorzaakt door de verzwakking van de CZK en HUF. Dat werd grotendeels gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse activiteiten (+41 miljoen euro). Het netto-effect tussen deze twee posten kan voornamelijk worden verklaard door de asymmetrische behandeling van de uitgestelde belastingen (geen belasting op de nettowijziging van de omrekeningsverschillen, terwijl er wel een uitgestelde belasting op de afdekking wordt berekend).

• Herwaarderingsreserves in 2017: Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen: de daling van 31 miljoen euro in 2017 kan voor een groot deel verklaard worden door de overboeking naar het nettoresultaat (meerwaarden bij verkoop), deels gecompenseerd door positieve marktwaardeschommelingen; In 2017 had vooral de aangekondigde verlaagde belastingvoet in België (zie Toelichting 3.12), in combinatie met het compenserende effect van de stijging van de langetermijnrente, de volgende invloed: nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties +26 miljoen euro, nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) +8 miljoen euro en nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen +86 miljoen euro (die tevens positief geïmpacteerd werd door het hogere feitelijke rendement op de fondsbeleggingen in vergelijking met het verwachte rendement).

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
BEDRIJFSACTIVITEITEN
Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v- rekening 3 310 3 667
Aanpassingen voor
resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v- rekening 0 0
bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen
en effecten
3.10, 4.2, 5.4, 5.5 414 340
winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen 19 -16
wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3.10 -59 -87
wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 -30 -149
wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen 5.6 10 -18
wijzigingen in overige voorzieningen 5.7 -58 121
overige niet-gerealiseerde winst of verlies 158 -621
opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 -16 -11
Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen 3 748 3 227
Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -5 141 694
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 2 751
Financiële activa vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
4.1 -299
Voor verkoop beschikbare financiële activa 4.1 2 927
Leningen en vorderingen 4.1 -4 854
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier 4.1 -7 363
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.1 911
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en
verliesrekening
4.1 1 350
Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 720
Afdekkingsderivaten 4.1 63 165
Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa -101 4
Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) -6 015 9 464
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -3 586 13 342

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Geconsolideerd kasstroomoverzicht (vervolg)

(in miljoenen euro) Verwijzing1 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
4.1 -1 871 -2 888
Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 -1 132 -1 345
Afdekkingsderivaten 4.1 -127 -200
Technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 -288 -867
Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen -143 78
Betaalde belastingen 3.12 -554 -523
Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten -7 962 12 863
INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten 4.1 -2 096
Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -2 609
Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten 4.1 4 685
Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 5 438
Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen
(inclusief stijgingen in participatiepercentages)
6.6 -19 185
Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten geld
middelen (inclusief dalingen in participatiepercentages)
0 7
Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures -10 0
Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 2 0
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 23 26
Aankoop van vastgoedbeleggingen 5.4 -74 -37
Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 5.4 29 19
Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 -260 -206
Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 8 6
Aankoop van materiële vaste activa 5.4 -668 -793
Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 5.4 237 152
Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten 2 098 1 947
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Inkoop of verkoop van eigen aandelen Geconsol. vermogensmut. -179 -5
Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 4.1 1 389 -657
Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 4.1 -928 120
Kapitaalaflossingen van financiële leasing 0 0
Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal Geconsol. vermogensmut. 16 15
Uitgifte van additional tier 1-instrumenten Geconsol. vermogensmut. 995 0
Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen Geconsol. vermogensmut. 0 0
Uitgekeerde dividenden Geconsol. vermogensmut. -1 253 -1 171
Coupon op additional tier 1-instrumenten Geconsol. vermogensmut. -70 -52
Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten -30 -1 750
MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten -5 894 13 060
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar 40 413 26 747
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -165 606
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode 34 354 40 413
OVERIGE INFORMATIE
Betaalde rente2 3.1 -2 453 - 2 216
Ontvangen rente2 3.1 6 996 6 337
Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 3.2, 5.3 105 89
COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen Geconsol. balans 18 691 29 727
Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's 4.1 674 643
Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden 4.1 20 955 19 475
Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4.1 -5 966 -9 431
Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten 0 0
Totaal 34 354 40 413
Waarvan niet beschikbaar 0 0

1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.

2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.

  • Vanaf 2018 stellen we de financiële informatie op in overeenstemming met IFRS 9. Meer informatie daarover vindt u in Toelichting 1.1. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie.
  • KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode.
  • De geldmiddelen en kasequivalenten daalden in 2018, grotendeels door een daling van tegoeden bij centrale banken. Die werd veroorzaakt door een daling van de nettokasstromen bij bedrijfsactiviteiten wegens een lagere repo-activiteit.
  • Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen: in 2018 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB (Tsjechië) en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2018 heeft vooral te maken met 2,3 miljard euro uitgiften en 1 miljard euro terugbetalingen bij deze vennootschappen. In 2017 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV, Cˇ SOB (Tsjechië) en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2017 heeft vooral te maken met 2,6 miljard euro uitgiften en 3,0 miljard euro terugbetalingen bij deze vennootschappen.
  • Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden: in 2018 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2018 heeft

voornamelijk te maken met terugbetalingen. Ook in 2017 tekenden KBC Ifima, KBC Groep NV en KBC Bank NV voor het grootste deel van het bedrag. De ontwikkeling in 2017 heeft voornamelijk te maken met 0,5 miljard euro uitgiften en 0,3 miljard euro terugbetalingen.

  • KBC betaalde in januari 2018 de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note (CoCo) voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar terug. De kapitaalwaarde van de CoCo werd al uit het tier 2-kapitaal van 31-12-2017 gehaald. De invloed van de terugbetaling van de CoCo werd grotendeels gecompenseerd door de succesvolle uitgifte van een tier 2-benchmark van 500 miljoen euro in september 2017.
  • In 2018 waren er geen belangrijke overnames of verkopen van groepsondernemingen of activiteiten. In 2017 namen we 99,9% van United Bulgarian Bank (UBB) en 100% van Interlease over (zie Toelichting 6.6). De gerelateerde impact op de cashflow met betrekking tot investeringsactiviteiten van de aanschaffingsprijs die volledig met geldmiddelen werd betaald, bedraagt -0,6 miljard euro. Na aftrek van de verworven geldmiddelen en kasequivalenten is dat netto +0,2 miljard euro.
  • Uitgifte van additional tier 1-instrumenten: zie Toelichting 5.10.

1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving

Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming

De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 14 maart 2019 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).

De volgende wijzigingen in de voorstelling en de grondslagen van de financiële verslaggeving werden toegepast in 2018:

• IFRS 9 (Financiële instrumenten) met betrekking tot de classificatie en de waardering van financiële instrumenten is van kracht sinds 1 januari 2018 en vervangt IAS 39 (Financiële instrumenten: opname en waardering). KBC past IFRS 9 ook toe op zijn verzekeringsentiteiten en maakt dus geen gebruik van de mogelijkheid die de IAS Board biedt om de invoering van IFRS 9 tijdelijk uit te stellen voor zijn verzekeringsentiteiten.

Classificatie en waardering: voor financiële activa is de classificatie en waardering volgens IFRS 9 afhankelijk van het specifieke bedrijfsmodel en de kenmerken van de contractuele kasstromen van het instrument. Voor niet voor handelsdoeleinden bestemde aandelen in onze verzekeringsactiviteiten, past KBC de overlaybenadering toe voor in aanmerking komende aandelen (hetgeen een consistente behandeling reflecteert zoals onder IAS 39). De IASB stelt de overlaybenadering ter beschikking om tijdens de overgangsperiode tussen de invoering van IFRS 9 en die van IFRS 17 te verzekeren dat er een level playing field is met andere verzekeraars en bank-verzekeraars.

Waardeverminderingen op financiële instrumenten: financiële instrumenten die onderhevig zijn aan waardeverminderingen worden ingedeeld in drie categorieën, namelijk Stage (categorie) 1 (waarbij

binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen berekend moeten worden), Stage 2 (waarbij verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd berekend moeten worden), en Stage 3, non-performing of impaired (met eveneens kredietverliezen over de volledige resterende looptijd). KBC heeft gedragslijnen en procedures opgemaakt om op het einde van elke verslagperiode te beoordelen of het kredietrisico aanzienlijk is gestegen en of daarom staging nodig is, d.w.z. overgaan van een stage naar een andere. Voor de kredietportefeuille gebeurt die overgang naar een volgende stage volgens een meervoudige benadering op basis van een interne kredietrating, kredietherstructureringsmaatregelen, collectieve beoordeling en dagen achterstalligheid. Voor de beleggingsportefeuille wordt een gelijkaardige meervoudige benadering gebruikt, behalve dat KBC gebruikmaakt van de vrijstelling met betrekking tot laag kredietrisico. Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat alle obligaties met investment graderating in stage 1 zitten, tenzij een van de andere factoren iets anders aangeeft. Voor de stages 1 en 2 boekte KBC op grond van IAS 39 al incurred but not reported (IBNR) waardeverminderingen, die worden beïnvloed door emergence periodes. Onder IFRS 9 worden de waardeverminderingen op financiële activa berekend op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden voor stage 1 en op basis van het verwachte kredietverlies over de resterende looptijd voor stage 2. Bij zowel de criteria voor de bepaling van de stages als de meting van het verwachte kredietverlies wordt rekening gehouden met toekomstgerichte informatie. Diverse macro-economische factoren worden in overweging genomen en KBC gebruikt drie scenario's om een reeks van mogelijke uitkomsten te beoordelen. De macro-economische variabelen omvatten groei van het bbp, de werkloosheidsgraad, de beleidsrente, de wisselkoers, de rente op overheidsobligaties, de huizenprijzen en de inflatie. Afdekkingstransacties: KBC gebruikt de optie om afdekkingstransacties volgens IAS 39 te blijven toepassen en wacht de verdere ontwikkelingen betreffende macro hedging bij de IASB af.

Door de toepassing van IFRS 9 zijn de winst-en-verliesrekening, de balans, het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en de vermogensmutaties, net zoals de toelichtingen aanzienlijk veranderd. KBC heeft ervoor gekozen gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie. De grondslagen van de financiële verslaggeving in Toelichting 1.2 zijn aangepast en IFRS 9 is erin opgenomen. Voor de grondslagen van de financiële verslaggeving die van toepassing zijn op de vergelijkende cijfers, verwijzen we naar de jaarrekening van de groep per 31 december 2017. De informatie over de overgang is opgenomen in Toelichting 1.4 en waar nodig wordt bijkomende uitleg gegeven in de toelichtingen.

Voor financiële verplichtingen werden de delen van IFRS 9 die betrekking hebben op de voorstelling van winsten en verliezen als gevolg van eigen kredietrisico voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening vervroegd toegepast met ingang van 1 januari 2017.

Gewijzigde voorstelling van geprorateerde rente voor valutaderivaten: werd verplaatst van Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening naar Nettorente-inkomsten. Die nieuwe voorstelling hangt samen met IFRS 9 als gevolg van een beslissing van het IFRIC (International Financial Reporting Interpretation Committee) van 20 november 2017. De nieuwe voorstelling vermijdt een vertekend beeld, omdat de geprorateerde rente van de onderliggende transactie ook wordt opgenomen onder Nettorenteinkomsten. De invloed ervan bedraagt 305 miljoen euro in 2017.

KBC past geen overgangsmaatregelen toe voor de invloed van IFRS 9 op het kapitaal, omdat het volledige transparantie wil bieden. Bijgevolg geven het eigen vermogen, het kapitaal en de leverage ratio de volledige invloed van IFRS 9 weer.

Gezien KBC voor 2017 gebruik maakt van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende gegevens en dus voor een aantal elementen geen vergelijkbare gegevens verstrekt of kan verstrekken, heeft dat ook invloed op de structuur van sommige tabellen. Hoewel we trachten waar mogelijk 2018 en 2017 in eenzelfde tabel te vatten, is dat voor sommige tabellen (vooral in deel 4.0) niet mogelijk en hebben we daar die tabellen ontdubbeld: voor 2018 wordt een nieuwe tabelstructuur gegeven die de vereisten van IFRS 9 reflecteert, terwijl we voor 2017 de structuur van de tabel behouden zoals die in het jaarverslag over 2017 werd gepubliceerd.

• IFRS 15 (Opbrengsten van contracten met klanten) geeft richtlijnen over de verantwoording van opbrengsten. KBC heeft de betreffende contracten geïdentificeerd en ze beoordeeld tegenover het nieuwe model voor de verantwoording van opbrengsten volgens het vijfstappenplan. De focus lag vooral op (i) de vaststelling van de prestatieverplichtingen en (ii) de variabele vergoeding van enkele vermogensbeheerovereenkomsten. De nieuwe vereisten hadden geen belangrijke invloed op de opbrengstenverantwoording van KBC.

Ook de volgende wijziging in de voorstelling en de grondslagen van financiële verslaggeving werd toegepast in 2018:

• Een gewijzigde voorstelling van Netwerkinkomsten: werd verplaatst van Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening naar Nettoprovisie-inkomsten. Netwerkinkomsten zijn inkomsten uit marges op valutatransacties (in verband met betalingen, kredieten, deposito's, beleggingen) die zijn uitgevoerd door het netwerk (kantoren, online) voor klanten. De nieuwe voorstelling geeft een betrouwbaarder beeld, omdat Netwerkinkomsten inkomsten uit marges weergeeft die kunnen worden beschouwd als een onderdeel van de beleggings- en betalingsactiviteit, waarvoor een vergoeding verschuldigd is. De jaarrekening werd niet retroactief aangepast volgens IAS 8, omdat de invloed erop als onbelangrijk wordt beschouwd (een eenmalige invloed van 99 miljoen euro vóór belastingen).

De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2018. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.

  • In januari 2016 publiceerde de IASB IFRS 16 (Leases), die in werking treedt op 1 januari 2019. De nieuwe standaard verandert niet veel aan de boekhoudkundige verwerking van leasing voor leaseverstrekkers en dus zullen de boekhoudkundige gevolgen naar verwachting beperkt zijn voor KBC (omdat KBC voornamelijk optreedt als leaseverstrekker en niet als leasingnemer). We gaan ervan uit dat de toekomstige impact van de eerste toepassing van IFRS 16 op de common equity ratio beperkt zal zijn tot circa -6 basispunten.
  • IFRS 17: In mei 2017 publiceerde de IASB IFRS 17 (Verzekeringscontracten), een omvattende nieuwe boekhoudnorm voor verzekeringscontracten die de grondslagen bevat voor opname en waardering, voorstelling en informatieverschaffing. Zodra IFRS 17 van kracht is, zal hij IFRS 4 (Verzekeringscontracten) vervangen, die werd gepubliceerd in 2005. IFRS 17 geldt voor alle types verzekeringscontracten (leven, schade, directe verzekering, herverzekering), ongeacht het type entiteiten waardoor ze worden uitgegeven, en voor bepaalde garanties en financiële instrumenten met discretionaire winstdeling. Daarop zullen enkele uitzonderingen gelden. De algemene doelstelling van IFRS 17 is een boekhoudkundig model voor verzekeringscontracten te bieden dat nuttiger en consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de verplichtingen van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd zijn op grandfathering van de vroegere lokale grondslagen van de financiële verslaggeving, biedt IFRS 17 een compleet model voor verzekeringscontracten dat alle relevante boekhoudkundige aspecten omvat. De kern van IFRS 17 is het algemene model, aangevuld met een specifieke aanpassing voor contracten met directe winstdeling (de variabelevergoedingsaanpak) en een vereenvoudigde aanpak (de premie-allocatieaanpak) vooral voor contracten met een korte looptijd. IFRS 17 zal gelden voor de verslagperiodes die beginnen op of na 1 januari 2022 (onder voorbehoud van goedkeuring door de EU), en waarvoor vergelijkende cijfers zijn vereist. KBC heeft in 2018 een groepswijd project opgestart om IFRS 17 te implementeren. Het

project is opgebouwd uit deelprojecten zoals data delivery, lokale rapportering, impact op businessmodel en strategische gevolgen, guidance en ondersteuning, geconsolideerde rapportering en IFRS17-berekeningstool. Het project wordt aangestuurd door de verzekeringsbusiness en Finance samen en betrekt alle afdelingen en entiteiten op groeps- en lokaal niveau die ermee te maken hebben, zoals onder meer actuarissen, Finance, IT en procesmanagers. In 2017 heeft de groep een 'high level impact study' van IFRS17 uitgevoerd en begin 2018 is de implementatie gestart. In het voorbije jaar lag de focus op de uitwerking van een eenduidige interpretatie van de IFRS17-standaard in KBC. Die interpretatie wordt gaandeweg bijgestuurd waar nodig als nieuwe informatie ter beschikking komt van externe bronnen (IASB, de markt) of intern (verdere detailanalyses). Daarnaast werd in het voorbije jaar veel energie besteed aan de selectie van een IFRS17-berekeningstool, het opzetten van dataflows om die tool te voeden en de impact van IFRS17 op de boekhouding. Die activiteiten zitten op schema en het is de bedoeling ze af te ronden tegen einde 2020.

• Overige: De IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen en IFRIC's gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar we gaan er momenteel van uit dat hun impact verwaarloosbaar zal zijn.

Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving

De belangrijkste grondslagen van de financiële verslaggeving werden aangepast om rekening te houden met IFRS 9.

Algemeen / Basisprincipe

De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk, ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.

Financiële activa

KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.

Financiële activa – in- en uitboekingen

Opname in de balans: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens

standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving ervan.

Verwijderen uit de balans en herziening: KBC verwijdert financiële activa uit de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen eruit aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit de financiële activa overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Bij wijziging van de voorwaarden tijdens de looptijd van een financieel actief beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als verwijdering van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en op basis van de gewijzigde voorwaarden een nieuw financieel actief wordt opgenomen. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief.

Classificatie van aandelen en schuldinstrumenten

Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Alle instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandelen te worden aangemerkt, worden door KBC geclassificeerd als schuldinstrument.

Classificatie en waardering – schuldinstrumenten

Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht:

  • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVPL)
  • verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (MFVPL); dit bevat ook aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT);
  • bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening (FVO);
  • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlaybenadering (FVPL - overlay) (alleen mogelijk voor schuldinstrumenten die worden aangehouden in het kader van een activiteit die verband houdt met de verzekeringsactiviteit en niet voldoen aan de SPPI-test).

  • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI (FVOCI)

  • gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC)

Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen.

Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO) als een dergelijke keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.

Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:

  • het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen; en
  • op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen.

Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan beide van volgende voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO:

  • het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen; en
  • op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen.

Een schuldinstrument wordt geclassificeerd als FVPL – overlay wanneer het wordt aangehouden in het kader van een bedrijfsactiviteit die verband houdt met contracten die onder het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen en als het op grond van IFRS 9 wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, maar krachtens IAS 39 niet integraal zou zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en het een instrument betreft waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'.

Businessmodelbeoordeling

De beoordeling van het bedrijfsmodel wordt gebruikt om na te gaan of schuldinstrumenten mogen worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij de beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling van het bedrijfsmodel door in het kader waarvan een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het bestuur wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:

  • het beleid en de doelstellingen die voor de portefeuille zijn vooropgesteld en hoe dat beleid in de praktijk wordt gebracht, en in het bijzonder of de strategie van het bestuur erop is gericht contractuele rente-inkomsten te verwerven, een bepaald renteprofiel in stand te houden, de rentegevoeligheid van de financiële activa in overeenstemming te houden met die van de verplichtingen waarmee die activa zijn gefinancierd of kasstromen te realiseren door de activa te verkopen;
  • hoe de prestatie van de portefeuille wordt beoordeeld en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur van KBC;
  • de risico's die van invloed zijn op de prestaties van het bedrijfsmodel (en van de binnen dat bedrijfsmodel aangehouden financiële activa) en de wijze waarop deze risico's worden beheerd;
  • hoe bestuurders van het bedrijf worden beloond bijvoorbeeld of de beloning is gebaseerd op de reële waarde van de beheerde activa, dan wel op de ontvangen contractuele kasstromen; en
  • de frequentie, het volume en het tijdstip van de verkopen in voorgaande perioden, de redenen voor die verkopen en de verwachtingen van KBC betreffende toekomstige verkoopactiviteiten. Informatie over de verkopen wordt evenwel niet afzonderlijk beschouwd, maar in aanmerking genomen in het kader van een globale beoordeling van de wijze waarop het doel dat KBC met het beheer van de financiële activa beoogt, wordt bereikt en van de wijze waarop kasstromen worden gerealiseerd.

Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL omdat zij noch worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.

Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen (SPPI)

In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), alsook een winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financieel actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of

het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:

  • onvoorziene gebeurtenissen die het tijdstip of het bedrag van de kasstromen kunnen wijzigen;
  • hefboomwerking;
  • voorwaarden voor vervroegde aflossing en verlenging;
  • voorwaarden die de vordering van KBC op kasstromen uit nader omschreven activa beperken (bv. overeenkomsten aangaande activa zonder verhaalrechten); en
  • kenmerken die de vergoeding voor de tijdswaarde van geld wijzigen (bv. periodieke herziening van de rente).

Reclassificaties

Financiële activa worden na eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode onmiddellijk na de wijziging.

Classificatie en waardering – aandelen

Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:

  • verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (MFVPL); dit bevat alleen de aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT)
  • aandelen waarvoor gekozen is voor waardering tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI (FVOCI)
  • aandelen die worden aangehouden in het kader van een activiteit die verband houdt met de verzekeringsactiviteit, die KBC waardeert tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlay (FVPL - overlay).

KBC kan aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit toewijzen aan de categorie FVPL - overlay tot de datum van inwerkingtreding van IFRS 17 (1 januari 2022). Elk aandeel dat de verzekeringsactiviteit van KBC classificeert als FVPL – overlay, moet aan beide onderstaande criteria voldoen:

  • het wordt op grond van IFRS 9 gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maar zou krachtens IAS 39 niet integraal zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening; en
  • het wordt niet aangehouden in het kader van een activiteit die geen verband houdt met een verzekeringscontract.

Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'. In de bankactiviteit geldt de weerlegbare veronderstelling dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3

van toepassing is. De keuze om aandelen op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in OCI en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de post 'Dividendinkomsten'.

Classificatie en waardering – derivaten (handelsdoeleinden en afdekkingsdoeleinden)

KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.

Derivaten voor handelsdoeleinden

Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:

  • Derivaten die worden aangehouden met het oog op afdekking maar waarvoor geen hedge accounting (kan) worden toegepast (economische afdekkingen): afdekkingsinstrumenten kunnen worden verworven om een externe blootstelling economisch af te dekken zonder toepassing van hedge accounting. De rentecomponent van die derivaten wordt opgenomen onder 'Nettorente-inkomsten', terwijl alle andere wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.
  • Derivaten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden aangehouden (derivaten voor handelsdoeleinden): operationele eenheden van KBC kunnen ook derivatencontracten aangaan die niet tot doel hebben een positie economisch af te dekken. Dat kan gebeuren in het kader van de nakende sluiting of verkoop van een externe positie of om op korte termijn winst te genereren. Alle wijzigingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.

Afdekkingsderivaten

Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangeduid als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in 'Hedge accounting'.

Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen

Definitie van default

KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, overeenkomstig de leidraden en standaarden van toezichthouders op de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan: • een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid;

  • het actief is aangeduid als actief dat geen rente meer opbouwt;
  • het actief is aangemerkt als een geherstructureerd actief in overeenstemming met het interne beleid inzake herstructurering;
  • KBC heeft de rechtbank verzocht de kredietnemer failliet te verklaren;
  • de tegenpartij heeft het faillissement of een gelijkaardige bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd;
  • de aan de klant verleende kredietopening wordt beëindigd.

KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.

Model van te verwachten kredietverliezen (ECL) – algemeen

Het model voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa heet 'het model van te verwachten kredietverliezen', behalve voor schuldinstrumenten en aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit, waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Het beleid inzake bijzondere waardeverminderingen voor deze instrumenten wordt besproken in 'Overlaybenadering'.

Het toepassingsgebied van het model van te verwachten kredietverliezen is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model van te verwachten kredietverliezen is van toepassing op de volgende financiële instrumenten:

  • schuldinstrumenten gewaardeerd tegen AC en FVOCI;
  • verplichtingen uit hoofde van leningen en financiële garantiecontracten;
  • vorderingen voor financiële leasing;
  • handels- en overige vorderingen.

Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.

Op financiële activa waarop het model van te verwachten kredietverliezen van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').

Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor indeling van financiële activa in stages of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3.

Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het

kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3. Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.

Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst-en-verliesrekening. Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de datum van verslaggeving. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en OCI.

Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname

In overeenstemming met het model van te verwachten kredietverliezen worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt; bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat 'een significante toename van het kredietrisico' uitmaakt hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en dienovereenkomstig heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld.

Benadering met meerdere niveau's - obligatieportefeuille Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveau's:

  • Uitzondering voor laag kredietrisico: obligaties worden altijd geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen als ze op de datum van verslaggeving een laag kredietrisico hebben (d.w.z. categorie 1). KBC gebruikt de uitzondering voor laag kredietrisico voor obligaties met een rating van beleggingskwaliteit.
  • Interne rating: [alleen van toepassing als niet aan het eerste niveau wordt voldaan] dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de datum van verslaggeving. KBC voert voor elke verslagperiode de beoordeling uit op het niveau van de faciliteit.
  • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau en op portefeuilleniveau.

Als geen van deze beoordelingen leidt tot een overheveling naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3 kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een latere datum van verslaggeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.

Kredietportefeuille

Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2 wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het financieel actief in categorie 1.

  • Interne rating: de interne rating wordt gebruikt als het voornaamste criterium om een toename van het kredietrisico te beoordelen. Dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de datum van verslaggeving. KBC voert voor elke verslagperiode de beoordeling uit op het niveau van de faciliteit.
  • Kredietherstructurering: geherstructureerde financiële activa worden altijd beschouwd als categorie 2, tenzij ze reeds aan de definitie van default voldoen. In dat geval worden ze overgeheveld naar categorie 3.
  • Aantal dagen betalingsachterstand: KBC gebruikt de 'backstop' zoals omschreven in de standaard. Een financieel actief met meer dan 30 dagen betalingsachterstand wordt overgeheveld naar categorie 2.
  • Interne rating als 'backstop': KBC gebruikt een absolute waarde van de kans op default als 'backstop' voor financiële activa die moeten worden overgeheveld naar categorie 2. Deze 'backstop' stemt overeen met de hoogste kans op default (d.w.z. PD9 op basis van de interne rating van KBC), vooraleer een financieel actief als default beschouwd wordt.
  • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau en op portefeuilleniveau.

Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3 kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op de datum van verslaggeving niet meer aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid, wordt voldaan.

Waardering van te verwachten kredietverliezen

De te verwachten kredietverliezen worden berekend als het product van probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD).

De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van: • een objectief en kansgewogen bedrag;

  • de tijdswaarde van geld; en
  • informatie over gebeurtenissen uit het verleden, de heersende omstandigheden en prognoses van economische omstandigheden.

De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet. De binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden die volgt op de datum van verslaggeving.

KBC gebruikt om de te verwachten kredietverliezen te berekenen specifieke IFRS 9-modellen voor probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (d.w.z. de Baselmodellen). KBC ziet er niettemin op toe dat de Basel-modellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9. Zo

  • maakt KBC geen gebruik van de voorzichtigheidsmarges die de toezichthouder voor de Basel-modellen voorschrijft;
  • brengt KBC aanpassingen aan om rekening te houden met de impact van macro-economische factoren op het resultaat om te garanderen dat de IFRS 9-modellen een raming op een bepaald tijdstip weerspiegelen (point-in-time) en geen raming over de cyclus als geheel (through-the-cycle), in tegenstelling tot de toezichthouder.
  • KBC maakt in de modellen gebruik van macro-economische prognoses.

KBC neemt bij de berekening van de te verwachten kredietverliezen ook drie verschillende macro-economische toekomstscenario's met verschillende wegingen in aanmerking. Het macro-economische basisscenario komt overeen met de meest waarschijnlijke ontwikkelingen volgens KBC en fungeert ook als primair uitgangspunt voor andere interne en externe doeleinden.

De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar niet-opgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode in verband met de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.

Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (Purchased or Originated Credit impaired, POCI)

KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op het ogenblik van creatie aan de definitie van default beantwoorden). POCI activa worden bij eerste opname erkend tegen een nettobedrag van waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In volgende periodes wordt elke wijziging in tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen erkend in de resultatenrekening. Gunstige wijzigingen worden erkend als terugname van waardevermindering, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachte kredietverliezen op rapporteringsdatum lager zijn dan deze op moment van uitgifte.

Belangrijke beoordelingen en onzekerheden

De berekening van de te verwachten kredietverliezen vereist een belangrijke oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macroeconomische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van verregaande oordeelsvorming.

Overlaybenadering

In overeenstemming met de wijziging van IFRS 4, die werd gepubliceerd in september 2016, gebruikt KBC de overlaybenadering om de tijdelijke gevolgen van het feit dat IFRS 9 en IFRS 17 (ter vervanging van IFRS 4) niet op dezelfde datum in werking treden, op te vangen. Dienovereenkomstig gebruikt KBC de overlaybenadering, waardoor de extra volatiliteit in verband met de toepassing van IFRS 9 wordt geherclassificeerd van de winst-en-verliesrekening naar de nietgerealiseerde resultaten. De geherclassificeerde bedragen worden opgenomen in de overlayreserve van OCI. De overlaybenadering wordt toegepast op de financiële activa uit de verzekeringsactiviteit van KBC die daarvoor in aanmerking komen. Dat wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

  • Activa die op grond van IFRS 9 worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, maar krachtens IAS 39 niet integraal zouden zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
  • Alle activa, uitgezonderd activa die worden aangehouden in het kader van een activiteit die geen verband houdt met contracten die binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen.

Op financiële activa kan de overlaybenadering worden toegepast tot:

  • het instrument niet langer wordt opgenomen in de balans;
  • het instrument niet langer wordt aangehouden in het kader van een activiteit die verband houdt met verzekeringscontracten;
  • KBC bij aanvang van een boekjaar beslist om op dat specifieke instrument de overlaybenadering niet toe te passen; of
  • de datum van inwerkingtreding van IFRS 17 (1 januari 2022, onderhevig aan EU-bekrachtiging).

Toepassing van de overlaybenadering vereist dat sommige grondslagen van de financiële verslaggeving voor financiële activa uit IAS 39 moeten worden behouden, namelijk:

  • Bijzondere waardevermindering van aandelen: aandelen aangehouden door de verzekeringsactiviteit van KBC werden uit hoofde van IAS 39 doorgaans geclassificeerd als voor verkoop beschikbaar, terwijl ze uit hoofde van IFRS 9 worden geclassificeerd als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer aandelen worden aangemerkt voor de overlaybenadering, moeten de regels inzake bijzondere waardevermindering van IAS 39 erop worden toegepast. Bij de overlaybenadering worden alle wijzigingen in de reële waarde opgenomen in de overlayreserve, maar wordt, wanneer de afname significant is in vergelijking met de aanschaffingskosten (meer dan 30%) of langdurig is (langer dan een jaar), het verlies aan reële waarde opgenomen in de winst-enverliesrekening. Elke latere afname wordt eveneens rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen, terwijl toenames worden opgenomen in de overlayreserve.
  • Opname van winsten en verliezen in de winst-en-verliesrekening bij het afstoten van aandelen: door de aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit van KBC bij verkoop aan te merken als onder de overlaybenadering vallend, wordt de in OCI opgebouwde overlayreserve overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zodat dezelfde resultaten worden bekomen als krachtens IAS 39.
  • Bijzondere waardevermindering op schuldinstrumenten: de methodologie van KBC voor het berekenen van geleden maar nog niet gerapporteerde bijzondere waardeverminderingen (IBNR) van tegen geamortiseerde kostprijs geboekte schuldinstrumenten waarbij geen sprake is van default (Tot einde looptijd aangehouden en Leningen en vorderingen) is gebaseerd op de geavanceerde Basel II-modellen van de IRB met een emergenceperiode van 1,5 maand (er wordt geen PIT-factor toegepast). Voor tegen reële waarde gewaardeerde schuldinstrumenten (beschikbaar voor verkoop) wordt geen geleden maar nog niet gerapporteerde bijzondere waardevermindering berekend.

Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen

Geldmiddelen omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken.

Financiële verplichtingen

Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:

  • KBC een contractuele verplichting heeft om aan de houder ervan geldmiddelen of een ander financieel actief te leveren of met de houder een ander financieel instrument te ruilen onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor KBC; of
  • KBC een contractuele verplichting heeft om het financiële instrument af te wikkelen in een variabel aantal van zijn eigen aandelen.

Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel indien aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals omschreven in 'Eigen vermogen'.

Financiële verplichtingen – in- en uitboeking

KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument, wat doorgaans de ontvangstdatum is van de ontvangen vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.

Financiële verplichtingen worden uit de balans verwijderd wanneer ze tenietgaan, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan ook een financiële verplichting uit de balans verwijderen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgever van de financiële verplichting waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of in geval van aanzienlijke wijziging van de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, verwijdert KBC de oorspronkelijke financiële verplichting uit de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting in de balans op. Indien een ruil van schuldinstrumenten of wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld.

Financiële verplichtingen – classificatie en waardering

KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9.

• Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor aanwijzingen bestaan van een recent patroon van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als

bij activa in de vorm van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-enverliesrekening.

  • Financiële verplichtingen bij eerste opname door de entiteit aangeduid als tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO). Krachtens IFRS 9 kan een financiële verplichting of groep van financiële verplichtingen bij eerste opname worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, behalve voor wijzigingen in de reële waarde die betrekking hebben op wijzigingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in OCI. KBC gebruikt de waardering tegen reële waarde om de volgende redenen:
  • beheerd op basis van de reële waarde: KBC waardeert een financiële verplichting of een groep van financiële verplichtingen tegen reële waarde wanneer die wordt beheerd en de prestaties ervan worden beoordeeld op basis van de reële waarde. Ze wordt gebruikt voor de administratieve verwerking van (ontbundelde) depositocomponenten (d.w.z. financiële verplichtingen die geen discretionaire winstdeling bevatten);
  • boekhoudkundige mismatch: waardering tegen reële waarde mag worden gebruikt wanneer dat een opname- of waarderingsinconsistentie voorkomt of aanzienlijk beperkt die anders zou zijn ontstaan indien de waardering van activa of verplichtingen of de opname van de winsten en verliezen hierop op basis van verschillende grondslagen had plaatsgevonden;
  • hybride instrumenten: een financieel instrument wordt als hybride beschouwd wanneer het een of meer besloten derivaten omvat die geen nauw verband vertonen met het basiscontract. Waardering tegen reële waarde kan worden gebruikt wanneer het niet mogelijk is om de in een contract besloten derivaten zonder nauw verband te scheiden van het basiscontract, in welk geval het volledige hybride instrument mag worden aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde. Dat betekent dat zowel de in het contract besloten derivaten als het basiscontract worden gewaardeerd tegen reële waarde. KBC gebruikt deze mogelijkheid wanneer gestructureerde producten besloten derivaten zonder nauw verband met het basiscontract omvatten. In dat geval worden zowel het basiscontract als de in het contract besloten derivaten gewaardeerd tegen reële waarde.
  • Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). KBC classificeert de meeste van zijn financiële verplichtingen in deze categorie, inclusief financiële verplichtingen die worden gebruikt om handelsactiviteiten te financieren maar zelf niet voor handelsdoeleinden bestemd zijn (bv. uitgegeven obligaties). Deze financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van de ontvangen vergoeding, inclusief transactiekosten. Later worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat overeenkomt met het bedrag waartegen de financieringsverplichting bij eerste opname

werd gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag. Het verschil tussen het ter beschikking gestelde bedrag en de nominale waarde wordt pro rata temporis opgenomen als een rentelast. De reeds opgelopen maar nog niet betaalde rentelasten worden geboekt op de overlopende rekeningen.

Financiële verplichtingen – eigen kredietrisico

Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere wijzigingen in reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, behalve voor wijzigingen die betrekking hebben op wijzigingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in OCI. Dienovereenkomstig worden mutaties in OCI op verschillende plaatsen gepresenteerd: wijzigingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere wijzigingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-enverliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening'. De in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet omgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting uit de balans wordt verwijderd en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar de overige reserves in het eigen vermogen wanneer de verplichting uit de balans wordt verwijderd. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dit kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle wijzigingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde in de winst-enverliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.

Financiële verplichtingen – Financiëlegarantiecontract

Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die zij lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie 'Financiële activa – Bijzondere waardevermindering') en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de

cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten is opgenomen.

Compensatie (offsetting)

KBC saldeert en presenteert in zijn balans voor een financieel actief en een financiële verplichting uitsluitend een nettobedrag indien (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.

Reële waarde

KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwichtigheid tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.

Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten:

  • Aanpassingen van kredietwaardering (CVA's) worden gebruikt bij het waarderen van derivaten om te garanderen dat hun marktwaarde wordt aangepast om het kredietrisico van de tegenpartij te weerspiegelen. Daarbij worden zowel de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract in rekening genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Een aanpassing van de schuldwaardering vindt plaats voor contracten waarbij de tegenpartij is blootgesteld aan KBC. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht.
  • Een FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet door waarborgen gedekte derivaten om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het aangaan en afdekken van dergelijke instrumenten.

Hedge accounting

KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de grondslagen van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanduiding van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen als zeer effectief kan worden aangemerkt of naar verwachting als zodanig zal kunnen worden aangemerkt, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte toekomstige transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-enverliesrekening.

KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: cashflow hedge, microhedge op basis van reële waarde, fair value hedges voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten.

Cashflow hedges: als een derivaat is aangeduid als

afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte toekomstige transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (cashflow hedge) van het eigen vermogen. Het niet-effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt geherclassificeerd naar de winst-enverliesrekening (als een herclassificatie-aanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-en-verliesrekening beïnvloeden) onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor cashflow hedge voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Een cumulatieve winst die of een cumulatief verlies dat op dat ogenblik deel uitmaakt van het eigen vermogen, blijft in het eigen vermogen en wordt opgenomen wanneer de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt

dat een verwachte transactie zich niet meer zal voordoen, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in het eigen vermogen was gerapporteerd, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.

Microhedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-enverliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorenteinkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.

Fair value hedges voor een portefeuille met renterisico (macrohedging): de uitzondering voor de EU inzake macrohedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangeduid, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de uitzondering voor de EU mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van een portefeuille van leningen en een portefeuille van deposito's van particulieren af met renteswaps. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-enverliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de

ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige leningen niet langer worden opgenomen.

Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangeduid als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in de niet-gerealiseerde resultaten van het eigen vermogen. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatie-aanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).

Verzekeringscontracten

Algemeen

De waarderingsregels van IFRS 4 'Verzekeringscontracten' zijn van toepassing op zowel de verzekeringscontracten (inclusief herverzekeringscontracten) die KBC als verzekeraar aangaat als op de herverzekeringscontracten die KBC als verzekeringnemer aangaat. Ze zijn ook van toepassing op financiële instrumenten met discretionaire winstdeling die KBC aanhoudt.

Een herverzekeringscontract is een vorm van verzekeringscontract, aangezien alle herverzekeringscontracten die het verzekeringsrisico overdragen op zich ook verzekeringscontracten zijn. Sommige overeenkomsten die krachtens de plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingsprincipes worden geboekt als verzekeringscontract, zullen krachtens de IFRS niet langer als verzekeringscontract worden beschouwd. Overeenkomsten die KBC niet blootstellen aan enig verzekeringsrisico (bv. zuivere belegging zonder bijkomende (verzekerings-) voordelen/dekking) worden verwerkt als financiële instrumenten, met of zonder discretionaire winstdeling. De financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten worden opgenomen volgens de beginselen van deposit accounting. Deposit accounting is van toepassing op de depositocomponent van aandelenverzekeringscontracten (de verzekeringscomponent wordt verwerkt conform IFRS 4 als een verzekeringscontract).

KBC ontbundelt de componenten als beide onderstaande voorwaarden zijn vervuld:

  • het is mogelijk de depositocomponent te waarderen (inclusief eventuele besloten afkoopopties), dat wil zeggen zonder rekening te houden met de verzekeringscomponent;
  • de grondslagen van de financiële verslaggeving vereisen niet dat alle verplichtingen en rechten die uit 'deposit accounting' voortvloeien, worden opgenomen.

Ontbundeling is niet toegestaan als de depositocomponent niet afzonderlijk kan worden gewaardeerd. Bij KBC worden verzekeringscontracten die geen aandelenverzekeringen zijn niet ontbundeld tot een depositocomponent en een verzekeringscomponent. De verzekeringscomponent van aandelenverzekeringen, ongeacht of dat verzekeringscontracten of beleggingsovereenkomsten zijn, wordt verwerkt als een verzekeringscontract. Tak 23-instrumenten zonder overlijdensprestatie of winstdeelneming worden in overeenstemming met IFRS 9 geclassificeerd als 'financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' en worden dienovereenkomstig gewaardeerd tegen reële waarde. Wijzigingen in de reële waarde (activa en verplichtingen), inclusief alle componenten die verband houden met wijzigingen in wisselkoersen, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening als 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De waarde van het deelbewijs wordt geacht de reële waarde te zijn.

Financiële instrumenten met discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-beleggingsovereenkomsten worden behandeld als verzekeringscontracten onder IFRS 4. Op balansdatum worden de verplichtingen die voortkomen uit deze financiële instrumenten of verzekeringscontracten onderworpen aan de 'liability adequacy test' om na te gaan of ze afdoende zijn. Als de boekwaarde van deze verplichtingen lager is dan hun geschatte toekomstige verdisconteerde kasstromen, zal het tekort erkend worden in de resultatenrekening ten opzichte van een toename van de verplichting.

Een actief in de vorm van een herverzekering ondergaat uitsluitend een bijzondere waardevermindering als:

  • er objectieve aanwijzingen zijn dat KBC, als gevolg van een gebeurtenis na de eerste opname van de herverzekering, mogelijk niet alle bedragen zal ontvangen die op grond van de voorwaarden van het contract zijn verschuldigd;
  • die gebeurtenis betrouwbaar te bepalen gevolgen heeft voor de bedragen die KBC van de herverzekeraar zal ontvangen. Als een herverzekering een bijzondere waardevermindering ondergaat, vermindert KBC de boekwaarde ervan evenredig en wordt het betreffende bijzondere waardeverminderingsverlies in de winst-enverliesrekening opgenomen.

Bij de invoering van IFRS 4 heeft KBC besloten om de toenmalige plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingprincipes te volgen en geen gebruik te maken van:

  • waardering van verzekeringsverplichtingen op niet-verdisconteerde basis;
  • niet-uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor de verzekeringscontracten van dochterondernemingen. Als die grondslagen voor financiële verslaggeving niet uniform zijn, mag een verzekeraar ze wijzigen indien de grondslagen voor financiële verslaggeving als gevolg van de wijziging niet verder uiteen gaan

lopen en voor zover aan de andere vereisten van IFRS 4 'Verzekeringscontracten' is voldaan.

KBC is van mening dat het voldoende voorzichtigheid aan de dag legt bij de waardering van zijn verzekeringscontracten. KBC neemt geen voorzieningen voor mogelijke toekomstige vorderingen tot schadevergoeding als een verplichting op als die vorderingen tot schadevergoeding voortvloeien uit verzekeringscontracten die op de datum van verslaggeving niet bestonden, zoals catastrofe- en egalisatievoorzieningen.

Een verzekeringsverplichting (of een deel van een verzekeringsverplichting) wordt door KBC uitsluitend uit de balans verwijderd als ze tenietgaat – dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt.

Herverzekeringsactiva en de daarmee verband houdende verzekeringsverplichtingen worden niet gesaldeerd, noch worden baten of lasten uit hoofde van herverzekeringscontracten en lasten of baten uit hoofde van de daarmee verband houdende verzekeringscontracten gesaldeerd.

Technische voorzieningen – verzekeringscontracten

De technische voorzieningen omvatten de ramingen op balansdatum van de verplichtingen van de vennootschap ten aanzien van verzekerden, begunstigden en verzekeringnemers, inclusief de omrekeningsverschillen op de technische voorzieningen in vreemde valuta'.

Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's (niet-leven)

Voorziening voor niet-verdiende premies (niet-leven)

Deze voorziening omvat het deel van de brutopremies dat moet worden toegewezen aan een latere periode om vorderingen tot schadevergoeding, administratieve kosten en beheerkosten van beleggingen die verband houden met de onderliggende polissen te dekken. Voor rechtstreekse zaken wordt de voorziening voor nietverdiende premies in principe voor elk contract afzonderlijk berekend op dagelijkse basis aan de hand van de brutopremies. Voor ontvangen herverzekeringen wordt de voorziening voor niet-verdiende premies voor elk contract afzonderlijk berekend. Deze is gebaseerd op informatie die wordt meegedeeld door de cederende onderneming, aangevuld met de eigen opgedane ervaring van de vennootschap met betrekking tot de ontwikkeling van risico's in de tijd.

Voorziening voor lopende risico's (niet-leven)

Deze post is een bijkomende voorziening als aanvulling op de voorziening voor niet-verdiende premies. Ze wordt aangelegd als het geraamde totale bedrag van de vorderingen tot schadevergoeding en de administratieve kosten met betrekking tot de lopende contracten in de volgende periode naar verwachting hoger zal zijn dan het totaal van de niet-verdiende premies en de te innen premies. Voor ontvangen

herverzekering worden contractuele stipulaties bekeken en indien nodig worden de onderliggende voorzieningen aangepast.

Voorzieningen voor levensverzekeringen

Deze voorziening heeft uitsluitend betrekking op

levensverzekeringsactiviteiten, uitgezonderd het tak 23-levenbedrijf. Ze omvat de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van KBC en de al toegekende winstdeling, verminderd met de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van de verzekeringnemers. De acquisitiekosten worden niet in mindering gebracht op de voorziening. Deze post omvat ook de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's, de voorziening voor veroudering, de voorzieningen voor te betalen maar nog niet verschuldigde renten (inclusief de interne schadeafwikkelingskosten) voor aanvullende levensverzekeringen en de voorzieningen voor rust- en overlevingsrenten.

Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op (i) de voorziening van conventionele niet-tak 23-levensverzekeringen, (ii) universele niet-tak 23-levensverzekeringspolissen die een gewaarborgde rente bieden op toekomstige premiebetalingen, en (iii) de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden ten aanzien van lopende renten.

Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op de voorzieningen van moderne niet-tak 23-universele levensverzekeringen en op de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden met betrekking tot nieuwe, aanvullende premiebetalingen. De voorziening wordt voor elk verzekeringscontract afzonderlijk berekend.

Voorziening voor uitstaande vorderingen tot schadevergoeding Voor de aangegeven schade wordt de voorziening per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het schadedossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Wanneer prestaties moeten worden uitbetaald in de vorm van een rente, worden de daartoe te reserveren bedragen berekend met behulp van erkende actuariële methodes.

Voor 'opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen' op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening ('incurred but not reported') aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen worden bijkomende bedragen toegevoegd aan de IBNR-voorziening.

Voor 'opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren' op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening ('incurred but not enough reserved') aangelegd als de toereikendheidstoets aantoont dat de overige voorzieningen voor schadegevallen niet volstaan om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Deze voorziening omvat bedragen voor schade die al is gemeld, maar die om technische redenen nog niet kon worden geregistreerd in het schadedossier.

Een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring.

Er worden ook bijkomende voorzieningen aangelegd conform de nationale wettelijke voorschriften, zoals een voorziening voor arbeidsongevallen in België.

Leasing

Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie uit hoofde van IAS 17 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (samen de nettoactiva) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen.

KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.

Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van de aandelen van KBC. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang.

Personeelsbeloningen

Personeelsbeloningen op korte termijn

Personeelsbeloningen op korte termijn - zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-enverliesrekening onder de post 'Exploitatiekosten' in de rubriek 'Personeelskosten'.

Vergoedingen na uitdiensttreding

KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdragenregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdragenregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen

na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer zelf betalen aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit de bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.

Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd. In België gaan toegezegdebijdragenregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen.

Verplichtingen in het kader van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post 'Overige verplichtingen' en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.

De pensioenverplichtingen jegens werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert.

De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden verdisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.

Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en worden geboekt in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).

Nettoprovisie-inkomsten

Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen verantwoord als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.

De opbrengsten die als Effecten en assetmanagement worden voorgesteld, vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten voordele van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC

ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component.

Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling. Dat wil zeggen dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken.

Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor verschillende transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal afgerond wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden verantwoord.

Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de subsidie zal worden ontvangen en dat aan de hieraan gekoppelde voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening op een systematische basis die strookt met de manier waarop KBC de kosten opneemt die de subsidies beogen te compenseren.

Heffingen

Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de tot een verplichting leidende gebeurtenis die opname van de verplichting teweegbrengt zich heeft voorgedaan zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op in de 'Exploitatiekosten'.

Winstbelasting

Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. Winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden omgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.

Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.

Actuele belastingvorderingen/-verplichtingen

Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan/ teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht zijn.

Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen

Uitgestelde belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de datum van verslaggeving wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop zij betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen. Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en de voorwaartse compensatie van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar. Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill. Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden uit de balans verwijderd na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige

economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van de verwijdering uit de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd.

Materiële vaste activa zijn onderhevig aan bijzondere

waardevermindering wanneer er een aanwijzing is dat het actief in bijzondere mate in waarde is gedaald.

Afschrijvingskosten, bijzondere waardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen in de post 'Exploitatiekosten' van de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-enverliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten).

Vastgoedbeleggingen

Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat door KBC wordt gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt

voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden. Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen initiële kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.

Immateriële activa

Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) worden verworven als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie 'Bedrijfscombinaties en goodwill' hierna), (ii) afzonderlijk worden verworven of (iii) intern worden ontwikkeld.

Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:

  • de technische haalbaarheid om het immateriële vermogensbestanddeel te voltooien;
  • de intentie om het immateriële vermogensbestanddeel te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
  • het vermogen om het immateriële vermogensbestanddeel te gebruiken of te verkopen;
  • de wijze waarop de immateriële activa toekomstige economische voordelen zullen genereren;
  • de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en de immateriële activa te gebruiken of te verkopen;

• de uitgaven die aan de immateriële activa kunnen worden toegerekend tijdens de ontwikkeling ervan kunnen op een betrouwbare wijze worden gewaardeerd.

Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.

Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met de handhaving van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan.

Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:

  • Systeemsoftware (oorspronkelijk aangekochte software die onlosmakelijk verbonden is met hardware) wordt afgeschreven tegen hetzelfde percentage als hardware.
  • Standaardsoftware en door een derde partij of intern ontwikkelde maatsoftware worden lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik.
  • Kernsystemen (doorgaans toepassingen voor de verwerking van depositorekeningen, leningen en kredieten, interfaces met het grootboek en tools voor rapportering) worden lineair afgeschreven over acht jaar.

Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa

Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet meer bedraagt dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.

Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief). Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de datum

van verslaggeving. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.

De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de gedisconteerde toekomstige kasstromen die naar verwachting een actief of een kasstroom genererende eenheid zal leveren.

Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroom genererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroom genererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames.

Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin zij zich voordoen.

Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de datum van verslaggeving als aan de volgende criteria is voldaan:

  • er is een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden,
  • het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en
  • het bedrag van de verplichting kan op betrouwbare wijze worden geschat.

Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.

Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het bestuur vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.

Geconsolideerde jaarrekening / tussentijdse jaarrekening

Alle materiële operationele eenheden (inclusief gestructureerde operationele eenheden) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode.

Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de nietgerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent), worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.

Geconsolideerde materialiteitscriteria: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:

  • Aandeel van de groep in het eigen vermogen: 2 500 000 euro;
  • Aandeel van de groep in het resultaat: 1 000 000 euro (absolute waarde);
  • Aandeel van de groep in het balanstotaal: 100 000 000 euro.

Om te vermijden dat te veel operationele eenheden worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten operationele eenheden niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.

Bedrijfscombinaties en goodwill

Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op datum van de overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de verworven entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de verworven entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.

Goodwill is het surplus van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie). Goodwill wordt gepresenteerd in de post 'Goodwill en andere immateriële activa' en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met

bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is.

Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroom genererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie in de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.

Effecten van wijzigingen in wisselkoersen

De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De nietmonetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.

Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de datum van verslaggeving (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.

Transacties met verbonden partijen

Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt:

  • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB;
  • managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de raad van bestuur en het directiecomité van KBC Groep NV).

Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel.

Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten

Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten

Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan de door KBC te realiseren boekwaarde afkomstig is uit een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet uit het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.

Beëindigde bedrijfsactiviteiten

Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:

  • een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied vertegenwoordigt; of
  • deel uitmaakt van een enkel gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied af te stoten; of
  • een dochteronderneming is die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht.

Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten en omvatten:

  • de winst of het verlies na belastingen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten; en
  • de winst na belastingen die of het verlies na belastingen dat wordt opgenomen bij de waardering tegen reële waarde verminderd met de kosten voor de verkoop of vervreemding van de activa of groep van activa.

Gebeurtenissen na de verslagperiode

Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum:

  • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die bestonden op de verslagdatum (gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening);
  • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die zijn ontstaan na de verslagdatum (gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening).

De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.

Gebruikte wisselkoersen*

Wisselkoers op 31-12-2018 Wisselkoersgemiddelde in 2018
Wijziging ten opzichte van 31-12-2017 Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2017
1 EUR =
… vreemde munt
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
1 EUR =
… vreemde munt
Positief: appreciatie tegenover EUR
Negatief: depreciatie tegenover EUR
BGN 1,9558 0% 1,9558 0%
CZK 25,724 -1% 25,671 3%
GBP 0,89453 -1% 0,88565 -1%
HUF 320,98 -3% 319,53 -3%
USD 1,1450 5% 1,1816 -4%

* Afgeronde cijfers.

Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen

Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBC-management erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.

Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin die worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 3.3, 3.7, 3.10, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.7, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1.

Toelichting 1.4: Informatie over de overgang naar IFRS 9

Vanaf 1 januari 2018 stellen we de geconsolideerde jaarrekening op conform IFRS 9. We kozen ervoor om gebruik te maken van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende informatie. De onderstaande tabellen tonen de invloed van de toepassing van IFRS 9 op het eigen vermogen. Er zijn geen specifieke verschuivingen gebeurd die bijkomende toelichting vereisen conform IFRS 9.

De totale invloed van de eerste toepassing van de overgang van IAS 39 naar IFRS 9 op 1 januari 2018, inclusief de invloed van financiële activa en provisies, is een daling van het eigen vermogen met -949 miljoen euro voor belastingen (-746 miljoen euro na belastingen), opgedeeld als volgt:

  • invloed door classificatie en waardering: daling van 661 miljoen euro voor belastingen, voornamelijk door een daling van de OCI-reserves
  • stijging van de bijzondere waardeverminderingen en provisies van 288 miljoen euro voor belastingen.

Informatie over financiële activa

De invloed van de eerste toepassing van IFRS 9 op 1 januari 2018 kan worden samengevat als volgt (zie uitgebreide tabel verderop):

Classificatie en waardering

  • De leningen en voorschotten aan kredietinstellingen, leningen en voorschotten aan klanten en het schuldpapier dat volgens IAS 39 is ondergebracht in Leningen en vorderingen verschuiven nagenoeg volledig naar Geamortiseerde kostprijs. De (netto negatieve) bevroren voor verkoop beschikbare (AFS) reserves op historisch overgedragen obligaties van Voor verkoop beschikbaar naar Leningen en vorderingen met betrekking tot sommige van die instrumenten, werden teruggedraaid, waardoor de OCI-reserves toenamen met +23 miljoen euro voor belastingen.
  • Het schuldpapier dat voorheen werd geclassificeerd als Tot einde looptijd aangehouden is voornamelijk verplaatst naar Geamortiseerde kostprijs. De (netto positieve) bevroren AFS-reserves op historisch overgedragen obligaties van Voor verkoop beschikbaar naar Tot einde looptijd aangehouden met betrekking tot die instrumenten, werden teruggedraaid, waardoor de OCI-reserves daalden met -187 miljoen euro voor belastingen.
  • Het schuldpapier dat voorheen werd geclassificeerd als Voor verkoop beschikbaar is voor een bedrag van 15 060 miljoen euro verplaatst

naar Geamortiseerde kostprijs. De AFS-reserves met betrekking tot dat schuldpapier werden teruggedraaid, waardoor de OCI-reserves daalden met -610 miljoen euro voor belastingen. Onder IFRS 9 wordt 19 239 miljoen euro aan schuldpapier geclassificeerd als FVOCI, terwijl onder IAS 39 17 407 miljoen euro daarvan werd geclassificeerd als Voor verkoop beschikbaar. Door de reëlewaardeimpact van voorheen tot einde looptijd aangehouden activa stegen de OCI-reserves met +143 miljoen euro voor belastingen.

  • Aandelen (met uitzondering van deelnemingen) die voorheen werden geclassificeerd als Voor verkoop beschikbaar, zijn geherclassificeerd naar FVOCI als ze eigendom waren van een van de bankentiteiten, of naar FVPL – Overlay als ze eigendom waren van een van de verzekeringsentiteiten. De verschuiving van ingehouden winst naar OCI-reserves, door de terugname van bijzondere waardeverminderingen, bedraagt 39 miljoen euro voor belastingen. 78 miljoen euro aan bijzondere waardeverminderingen blijft in ingehouden winst volgens de toepassing van de overlaybenadering.
  • Van de schuldinstrumenten die onder IAS 39 werden gewaardeerd tegen FVPL verschuift 24 miljoen euro naar MFVPL omdat ze de SPPI-test niet doorstaan, terwijl 39 miljoen euro FVO blijft als gevolg van een boekhoudkundige asymmetrische waardering. Geen van deze verschuivingen had gevolgen voor het eigen vermogen.
  • Leningen die voorheen geclassificeerd werden als Aangehouden voor handelsdoeleinden worden vanaf 1 januari 2018 gerapporteerd als FVOCI. Die verschuiving van 284 miljoen euro leidt alleen maar tot een verschuiving in de eigenvermogensbestanddelen: 18 miljoen euro is geherclassificeerd van Ingehouden winst naar OCI-reserves.
  • Beleggingscontracten (niet opgenomen in de tabel) voor een bedrag van 14 421 miljoen euro die voorheen onder IAS 39 werden gewaardeerd tegen FVPL verschuiven naar MFVPL in

overeenstemming met hun businessmodel 'beheerd op basis van de reële waarde' (geen invloed op eigen vermogen).

Bijzondere waardeverminderingen

• De toepassing van het model van te verwachten kredietverliezen (ECL) heeft geleid tot een stijging van de bijzondere waardeverminderingen op tegen AC en FVOCI gewaardeerde schuldinstrumenten met 282 miljoen euro voor belastingen vanaf 1 januari 2018, waardoor de ingehouden winst met hetzelfde bedrag daalde. Omdat bijzondere waardeverminderingen op FVOCIschuldinstrumenten de boekwaarde van de instrumenten niet verlagen, wordt 8 miljoen euro verplaatst naar OCI-reserves. De stijging van de waardeverminderingen is voornamelijk het gevolg van de in stage 2 verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd en ze bevinden zich vooral in Leningen en voorschotten (261 miljoen euro) (hypothecaire kredieten, termijnkredieten en zichtrekeningen).

Zie tabel verderop.

Informatie over financiële verplichtingen

De toepassing van IFRS 9 heeft niet geleid tot herclassificaties van financiële verplichtingen.

Informatie over provisies

IFRS 9 vereist dat de voorzieningen voor verbintenissen buiten balans het verwachte kredietverlies weerspiegelen. Bijgevolg stegen de voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties met ongeveer 4%, waardoor de ingehouden winst daalde met 6 miljoen euro vóór belastingen.

Voorzieningen (in miljoenen euro) Vóór toepassing van IFRS 9 Impact van IFRS 9
op overgedragen resultaat,
01-01-2018
Verplich
tingen uit
hoofde van
leningen
Financiële
garanties
Andere ver
bintenissen
Totaal Voor belasting Na belasting
Voorzieningen: totale boekwaarde voor toepassing van IFRS 9
(IFRS 7, 42(a))
113 19 1 133
Herwaardering 6 -1 0 6 -6 -5
Terugname specifieke waardeverminderingen -93 -18 0 -111
Terugname IBNR-voorziening -20 -2 0 -22
Overdracht naar ECL over de resterende looptijd 107 17 0 124
Overdracht naar ECL over 12 maanden 12 2 0 14
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 119 18 1 138
Financiële activa (in miljoenen euro) Classificatie vóór IFRS 9 Invloed van IFRS 9, 01-01-2018
Schuldinstrumenten3 Aandelen Totaal Overgedragen
resultaat
OCI reserve
Leningen en
vorderingen
Tot einde
looptijd
aange
houden
Voor
verkoop
baar
beschik
gen reële
Gewaar
deerd te
waarde
houden
Aange
voor han
delsdoel
einden
Voor
verkoop
beschik
baar
gen reële
Gewaar
deerd te
waarde
houden
Aange
voor han
delsdoel
einden
Voor
belasting
Na
belasting
Voor
belasting
Na
belasting
TOTALE BOEKWAARDE VOOR TOEPASSING VAN IFRS 9
FINANCIËLE ACTIVA 31-12-2017:
167 458 30 979 32 498 63 1 159 1 658 0 508 234 322 -288 -235 -644 -496
AC 210 865 -266 -222 -774 -594
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 167 289 29 560 15 060 0 0 211 910
Herwaardering -237 -190 -617 0 0 -1 045
Door herclassificatie: terugname herwaarderingsreserve (IAS39) 23 -187 -610 -774 -774 -594
Door herclassificatie: reëlewaardeafdekkingen portefuille (ver
schuivingen naar niet-financiële activa)
-4 -4
Invloed van bijzondere waardeverminderingen -261 -3 -2 0 0 -266 -266 -222
Gereserveerde interesten 688 0 0 0 0 688
Terugname van specifieke waardeverminderingen 3 840 4 8 3 853
Terugname van IBNR-voorziening 215 1 0 216
Overdracht naar ECL – stage 3 -4 549 -4 -8 0 0 -4 561
Overdracht naar ECL –stage 2 -357 -1 0 0 0 -358
Overdracht naar ECL –stage 1 -98 -4 -2 0 0 -104
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 167 052 29 370 14 443 0 0 210 865
FVOCI 19 516 14 17 125 91
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 0 1 410 17 407 0 284 277 0 0 19 378
Herwaardering 0 138 0 0 0 0 138
Door herclassificatie: terugname herwaarderingsreserve (IAS39) 0 -5 -908 -69 -982 -982 -763
Door herclassificatie: Invloed van herwaarderingsreserve (IAS39)
op OCI-reserve (IFRS 9)
908 69 977 977 760
Door herclassificatie: andere dan terugname herwaarderingsre
serve
0 143 8 0 0 -39 111 -18 -16 129 95
Invloed van bijzondere waardeverminderingen 0 0 -8 0 0 39 32 32 33
Terugname van specifieke waardeverminderingen 0 0 0 39 39
Terugname van IBNR-voorziening 0 0 0 0
Overdracht naar ECL – stage 3 0 0 0 0 0 0
Overdracht naar ECL – stage 2 0 0 -4 0 0 -4
Overdracht naar ECL – stage 1 0 0 -4 0 0 -4
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 0 1 548 17 407 0 284 277 0 0 19 516
HFT 1 383 0 0 0 0
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 0 0 0 0 875 0 0 508 1 383
Herwaardering 0 0 0 0 0
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 0 0 0 0 875 0 0 508 1 383
FVO
200
39 0 0 0 0
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 0 0 0 39 0 39
Herwaardering 0 0 0 0
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 0 0 0 39 0 39
FVPL - Overlay1 1 371 0 0 0 0
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 0 0 0 1 371 1 371
Herwaardering 0 0 0 0 0
Door herclassificatie: terugname herwaarderingsreserve (IAS39)
Jaarverslag KBC 2018
0 0 0 -390 -390 -390 -387
Door herclassificatie: invloed van herwaarderingsreserve (IAS39)
op OCI (IFRS 9)
0 0 0 390 390 390 387
Door herclassificatie: andere dan terugname herwaarderingsre
serve
0 0 0 -78 -78 -78 -78 0 0
Invloed van bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 78 78 78 78
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 0 0 0 1 371 1 371
MFVPL exclusief HFT2 213 -35 -29 6 7
Bedrag vóór toepassing van IFRS 9 169 9 31 24 0 10 0 0 242
Herwaardering -28 -2 0 0 0 -30
Door herclassificatie: terugname herwaarderingsreserve (IAS39) 12 0 1 -6 6 6 7
Door herclassificatie: invloed van herwaarderingsreserve (IAS39)
op ingehouden winst (IFRS 9)
-12 0 -1 6 -6 -6 -7
Door herclassificatie: andere dan terugname herwaarderingsre
serve
-31 -2 0 0 -33 -33 -25
Invloed van bijzondere waardeverminderingen 3 0 0 0 3 3 3
Waardering volgens IFRS 9 op 01-01-2018 141 7 31 24 0 10 0 0 213
TOTALE BOEKWAARDE VOLGENS IFRS 9
FINANCIËLE ACTIVA 01-01-2018:
167 193 30 926 31 881 63 1 159 1 658 0 508 233 386
Invloed op ingehouden winst, zonder toepassing van de vermo
gensmutatiemethode, 01-01-2018 (IFRS 9)
-235 -288 -235
Invloed op OCI-reserve, zonder toepassing van de vermogensmu
tatiemethode, 01-01-2018 (IFRS 9)
-496 -644 -496
Invloed op ingehouden winst, op basis van de vermogensmutatie
methode, 01-01-2018 (IFRS 9)
-4 -5 -4
Invloed op OCI-reserve, op basis van de vermogensmutatieme
thode, 01-01-2018 (IFRS 9)
-3 -3 -3
Invloed op de ingehouden winst, overige, 01-01-2018 (IFRS 9) -3 -3 -3
Totale invloed op ingehouden winst en OCI-reserve, 01-01-2018
(IFRS 9)
-740 -296 -241 -647 -499
Waarvan invloed fase 1 -14 -7 -647 -499
Waarvan invloed fase 2 -282 -235
1

Verzekeringsentiteiten kunnen ervoor kiezen om financiële instrumenten als FVPL te categoriseren en ze toch mee te nemen in de FVOCI tot IFRS 17 van kracht wordt.

Financiële activa die voorheen geclassificeerd werden als Leningen en vorderingen, tot einde looptijd aangehouden, of voor verkoop beschikbaar, en die geclassificeerd zijn als FVPL, hebben een ander businessmodel dan financiële activa die worden aangehouden om contractuele kasstromen in te vorderen (en te verkopen) of ze slagen niet voor de SPPI-test.

Schuldinstrumenten zijn onder meer leningen en vorderingen (inclusief financiëleleasingcontracten die niet onder IAS39/IFRS9 vallen), schuldpapier en overige financiële activa.

3

2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie

Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur

U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). In lijn met IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan deze beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.

De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):

  • Divisie België (alle activiteiten in België),
  • Divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië),
  • Divisie Internationale Markten (activiteiten in Ierland, Hongarije, Slowakije en Bulgarije), samen gerapporteerd in overeenstemming met IFRS 8.16.

Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen).

Segmentrapportering

• De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd, zonder aanpassingen.

  • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment/divisie. Uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter).
  • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter.
  • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm's length.
  • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorenteinkomsten.
  • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep, opmaken.
  • Voor de invloed van de midden 2017 verworven United Bulgarian Bank en Interlease (Bulgarije): zie Toelichting 6.6.
(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten
Waarvan: Groeps center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
WINST-EN-VERLIESREKENING 2018 (IFRS 9)
Nettorente-inkomsten 2 576 1 043 896 243 211 151 291 29 4 543
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 527 103 117 42 25 50 0 12 760
Verdiende premies 1 070 248 254 109 41 104 0 10 1 582
Technische lasten -543 -145 -137 -67 -16 -54 0 2 -822
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -110 58 34 10 13 12 0 -1 -18
Verdiende premies 998 260 101 17 53 32 0 0 1 359
Technische lasten -1 108 -202 -67 -6 -40 -20 0 0 -1 377
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -26 -8 -11 -3 -2 -6 0 4 -41
Dividendinkomsten 74 1 0 0 0 0 0 7 82
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
101 72 74 60 6 13 -5 -17 231
Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten
tegen reële waarde met verwerking via OCI
0 0 0 -1 0 1 0 9 9
Nettoprovisie-inkomsten 1 182 257 284 197 59 29 -1 -3 1 719
Overige netto-inkomsten 225 14 17 15 4 -1 -1 -30 226
TOTALE OPBRENGSTEN 4 549 1 540 1 412 565 316 248 284 11 7 512
Exploitatiekostena -2 484 -729 -909 -345 -205 -143 -216 -112 -4 234
Bijzondere waardeverminderingen -93 -42 118 9 -4 1 111 35 17
op financiële activa tegen AC en FVOCI -91 -8 127 9 -4 10 112 35 62
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -2 -34 -9 -1 0 -9 0 0 -45
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
-8 19 5 0 0 1 0 0 16
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 1 963 788 626 228 107 107 180 -67 3 310
Belastingen -513 -134 -93 -32 -25 -11 -24 0 -740
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 450 654 533 196 82 96 155 -67 2 570
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij
1 450 654 533 196 82 96 155 -67 2 570
a Waarvan niet-kaskosten -59 -62 -68 -30 -14 -7 -17 -90 -278
Afschrijvingen vaste activa -52 -59 -70 -30 -14 -9 -17 -98 -280
Overige -7 -3 2 0 0 2 0 8 1
Aanschaffing vaste activa* 497 127 201 50 48 75 28 176 1 001

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

(in miljoenen euro) Divisie
België
Divisie
Tsjechië
Divisie
Interna
tionale
Markten
Waarvan: Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Groeps center KBC-groep
WINST-EN-VERLIESREKENING 2017 (IAS 39)
Nettorente-inkomsten 2 394 888 837 244 211 104 278 1 4 121
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 526 86 83 35 25 23 0 11 706
Verdiende premies 1 043 216 224 100 36 88 0 8 1 491
Technische lasten -516 -130 -141 -64 -12 -65 0 3 -785
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -132 48 25 7 12 5 0 1 -58
Verdiende premies 927 260 85 16 49 20 0 0 1 271
Technische lasten -1 059 -212 -60 -9 -36 -15 0 1 -1 330
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -15 -4 9 -1 -2 12 0 1 -8
Dividendinkomsten 52 0 1 0 0 0 0 10 63
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
539 222 95 62 15 13 5 -1 856
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare
financiële activa
123 17 3 2 0 1 0 56 199
Nettoprovisie-inkomsten 1 290 192 232 161 51 18 -1 -6 1 707
Overige netto-inkomsten 174 40 -112 3 8 -4 -116 11 114
TOTALE OPBRENGSTEN 4 953 1 490 1 173 514 320 172 167 84 7 700
Exploitatiekostena -2 452 -646 -837 -346 -204 -96 -188 -140 -4 074
Bijzondere waardeverminderingen -116 -24 190 8 -13 -20 215 -20 30
op leningen en vorderingen -87 -5 197 11 -11 -17 215 -18 87
op voor verkoop beschikbare financiële activa -11 -1 -1 0 0 -1 0 0 -12
op goodwill 0 0 0 0 0 0 0 0 0
op overige -18 -18 -7 -3 -1 -2 0 -2 -45
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
-13 21 4 0 0 0 0 0 11
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 372 842 529 176 103 56 193 -75 3 667
Belastingen -797 -140 -85 -29 -24 -6 -26 -71 -1 093
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde
bedrijfsactiviteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0
RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 575 702 444 146 79 50 167 -146 2 575
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de
moedermaatschappij 1 575 702 444 146 79 50 167 -146 2 575
a Waarvan niet-kaskosten -58 -54 -68 -29 -14 -10 -15 -91 -271
Afschrijvingen vaste activa -57 -54 -65 -29 -15 -7 -15 -90 -266
Overige -1 1 -3 0 0 -4 0 -1 -5
Aanschaffing vaste activa* 488 213 219 48 114 27 30 116 1 036

* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.

Toelichting 2.3: balansinformatie per segment

De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.

Divisie In
Divisie Divisie ternationale Groeps
(in miljoenen euro) België Tsjechië Markten Waarvan: center KBC-groep
Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland
BALANS 31-12-2018 (IFRS 9)
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
131 442 32 394 22 897 7 503 6 348 4 116 4 930 7 558 194 291
Zichtdeposito's 46 908 20 825 12 160 5 746 3 456 2 217 742 0 79 893
Spaarrekeningen 47 789 7 536 4 743 944 1 293 810 1 696 0 60 067
Termijndeposito's 10 048 1 355 5 440 633 1 226 1 089 2 492 0 16 844
Schuldpapier 24 584 2 177 328 179 149 0 0 7 558 34 648
Overige 2 113 502 224 0 224 0 0 0 2 839
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
99 650 23 387 24 015 4 373 7 107 2 806 9 729 0 147 052
Termijnkredieten 51 766 8 304 5 675 1 969 2 314 1 039 353 0 65 744
Hypotheekleningen 35 049 11 317 14 471 1 260 3 248 642 9 320 0 60 837
Overige 12 835 3 766 3 870 1 144 1 545 1 125 55 0 20 471
BALANS 31-12-2017 (IAS 39)
Deposito's van klanten en schuldpapier,
exclusief repo's
132 881 30 246 22 663 7 302 6 066 3 903 5 392 7 918 193 708
Zichtdeposito's 42 757 19 582 11 267 5 484 3 058 1 920 805 0 73 606
Spaarrekeningen 44 416 7 668 4 609 942 1 227 837 1 603 0 56 692
Termijndeposito's 12 493 712 6 192 844 1 379 1 105 2 864 0 19 397
Schuldpapier 31 186 1 792 331 31 178 0 121 7 918 41 227
Overige 2 028 492 264 0 223 41 0 0 2 784
Leningen en voorschotten aan klanten,
exclusief reverse repo's
94 495 22 303 24 201 4 217 6 574 2 716 10 694 0 140 999
Termijnkredieten 48 325 8 104 5 411 1 936 2 158 568 749 0 61 839
Hypotheekleningen 34 468 10 653 15 503 1 556 2 943 1 100 9 905 0 60 625
Overige 11 701 3 546 3 287 726 1 473 1 049 40 0 18 535

3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening

Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten

(in miljoenen euro) 2018 (IFRS 9) 2017 (IAS 39)
Totaal 4 543 4 121
Rente-inkomsten 6 996 6 337
Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
Leningen en vorderingen 3 819
Tot einde looptijd aangehouden activa 853
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 5 229
Voor verkoop beschikbare activa 650
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 425
Afdekkingsderivaten 379 274
Overige activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde 73 165
Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten
Financiële activa verplicht aan reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 8 1
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 883 570
Waarvan economische afdekkingen 856 544
Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 0 5
Rentelasten -2 453 -2 216
Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -1 166 -955
Afdekkingsderivaten - 584 -479
Overige - 126 -102
Rentelasten op andere financiële instrumenten
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden - 543 -643
Waarvan economische afdekkingen - 516 -620
Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening - 29 -29
Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen - 6 -8

• Gewijzigde voorstelling van geprorateerde rente voor valutaderivaten: zie Toelichting 1.1.

Toelichting 3.2: Dividendinkomsten

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 82 63
Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 52
Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 17 11
Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
0
Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 13
Voor verkoop beschikbare aandelen 53

Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 231 856
Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay -589
Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange
houden voor handelsdoeleinden)
183 336
Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast 51
meer- of minderwaarden als gevolg van verkoop 110
bijzondere waardeverminderingen -58
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 635 10
Wisselbedrijf 46 589
Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties -96 -79
Opdeling afdekkingstransacties
Microhedge-reëlewaardeafdekkingen -14 -5
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -128 -49
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten 114 44
Kasstroomafdekkingen -2 1
Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel -2 1
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel 0 0
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille -14 8
Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten 144 -102
Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten -158 110
Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking -15 -17
Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking -51 -65
  • ALM-derivaten: het rentegedeelte van de ALM-derivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van de ALM-derivaten, met uitzondering van diegene waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft.
  • Reëlewaardeveranderingen (als gevolg van marked-to-market) van een groot deel van de ALM-afdekkingsinstrumenten (die als tradinginstrumenten worden behandeld) worden ook vermeld onder nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt.
  • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1-winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten

bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. De invloed daarvan is voor KBC verwaarloosbaar.

  • Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast: zie tekst onder de geconsolideerde winst-enverliesrekening.
  • Resultaten van Wisselbedrijf: dit zijn de totale wisselkoersverschillen, behalve de wisselkoersverschillen geboekt op financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
  • Beleggingscontracten (verzekeringen) zijn onder invloed van IFRS 9 verschoven naar Financiële activa verplicht tegen reële waarde, in overeenstemming met hun businessmodel 'beheerd op basis van de reële waarde', terwijl de schulden m.b.t. beleggingscontracten blijven opgenomen in Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dit geeft aanleiding tot compenserende bedragen in de bovenstaande tabel op de lijnen 'Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay' en 'Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' (respectievelijk -589 en +589 miljoen euro).
  • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:

  • Voor microhedge-reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffset-methode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar compenseren binnen een marge van 80%-125%.

  • Voor kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt prospectief (via BPV-meting) en retrospectief (via vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80%-125% bevinden.
  • Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk

looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen.

• Belangrijkste fluctuaties tussen 2017 en 2018: Het resultaat uit financiële instrumenten met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening in 2018 ligt 626 miljoen euro lager in vergelijking met 2017, wat deels te verklaren is door een gewijzigde voorstelling (verplaatsing van de geprorateerde rente voor valutaderivaten (305 miljoen euro in 2017) en netwerkinkomsten (99 miljoen euro in 2017), gedeeltelijk gecompenseerd door het mee opnemen van de resultaten van de overlaybenadering m.b.t. aandelen van de verzekeringsactiviteiten (70 miljoen euro in 2017). Laten we die posten buiten beschouwing, dan ligt het resultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening in 2018 291 miljoen euro lager dan in 2017. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan de lagere waarde van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer, lagere dealingroominkomsten in Tsjechië en in België en negatieve marktwaardeaanpassingen in 2018 tegenover positieve marktwaardeaanpassingen in 2017.

Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 199
Vastrentende effecten 29
Aandelen 170

Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten

(in miljoenen euro) 2018 2017
Totaal 1 719 1 707
Ontvangen provisies 2 456 2 615
Betaalde provisies -737 -908
Indeling naar type
Vermogensbeheerdiensten 1 110 1 232
Ontvangen provisies 1 168 1 289
Betaalde provisies -58 -57
Bankdiensten 883 764
Ontvangen provisies 1 226 1 267
Betaalde provisies -343 -502
Distributie -274 -290
Ontvangen provisies 62 59
Betaalde provisies -336 -349

• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.

nettoprovisie-inkomsten. De invloed van de toepassing van IFRS 15 is verwaarloosbaar.

  • Gewijzigde voorstelling van Netwerkinkomsten: zie Toelichting 1.1.
  • Vanaf 2018 wordt de financiële informatie opgesteld in overeenstemming met IFRS 9, maar heeft dat geen invloed op de

Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 226 114
Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van
verkoop van leningen en vorderingen 3
verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa 3
verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 15
terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 0
andere, waaronder: 212 109
inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep 69 73
inkomsten van Groep VAB 57 64
vereffening van juridische dossiers 18 14
voorziening voor tracker mortgage review 0 -116

• Voorziening voor tracker mortgage review: Net zoals alle grote kredietverleners in Ierland heeft KBC Ireland trackerhypotheken (tracker mortgages) aangeboden (tussen 2003 en 2008). In december 2015 heeft de Ierse centrale bank (CBI) de Ierse banksector, inclusief KBC Bank Ireland, gevraagd een breed opgezet onderzoek te voeren naar problemen met betrekking tot trackerhypotheken. Het doel van dat onderzoek (de tracker mortgage review) bestond erin gevallen te identificeren waarin de contractuele rechten van de klanten ingevolge hun hypotheekovereenkomst niet volledig waren nagekomen en/of waarin de kredietverleners de verschillende voorwaarden en normen inzake informatieverschaffing en transparantie ten aanzien van de klant niet volledig hadden nageleefd. In de gevallen waarin uit het onderzoek een nadeel voor de klant is gebleken, moest KBC Bank

Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten

  • Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Deze toelichting geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart.
  • De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om

Ireland een gepaste schadeloosstelling en compensatie aanbieden in overeenstemming met de beginselen voor schadeloosstelling van de CBI (Principles for Redress). In 2016 en 2017 boekte de bank een voorziening van respectievelijk 4 miljoen euro en 116 miljoen euro voor schadeloosstelling en compensatie van de geïdentificeerde klanten die geïmpacteerd waren. In 2018 werden aan het merendeel van die geïdentificeerde getroffen klanten schadeloosstellingen en vergoedingen uitgekeerd.

• Vereffening van juridische dossiers: betreft dossiers in Groepscenter (in het tweede en het derde kwartaal van 2018, respectievelijk -38 miljoen euro en 5 miljoen euro), België (in het eerste en het vierde kwartaal 2018, respectievelijk 18 miljoen euro en 33 miljoen euro) en Tsjechië (in het eerste kwartaal 2017, 14 miljoen euro).

een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. U vindt een reconciliatie tussen de verdiende premies zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en in Toelichting 3.7.1 in de tabel onder het overzicht.

• Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 3.7, 5.6 en 6.5 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico van de verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? (solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).

Toelichting 3.7.1: Overzicht

Niet-technische
(in miljoenen euro) Leven Niet-leven rekening Totaal
2018 (IFRS 9)
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 361 1 601 0 2 962
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 377 -824 0 -2 201
Nettoprovisie-inkomsten -29 -311 0 -339
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 -39 0 -41
Algemene beheerskosten -150 -251 -3 -404
Interne schaderegelingskosten -9 -59 0 -67
Indirecte acquisitiekosten -31 -70 0 -100
Administratiekosten -111 -123 0 -234
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -3 -3
Technisch resultaat -196 176 -3 -23
Nettorente-inkomsten 507 507
Nettodividendinkomsten 53 53
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardever
anderingen in de winst-en-verliesrekening
64 64
Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via
OCI
1 1
Overige netto-inkomsten 1 1
Bijzondere waardeverminderingen -2 -2
Toewijzing aan de technische rekeningen 506 79 -585 0
Technisch-financieel resultaat 310 255 36 601
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 4 4
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 310 255 40 605
Belastingen -146
RESULTAAT NA BELASTINGEN 459
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 459
2017 (IAS 39)
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 273 1 510 2 784
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 331 -785 -2 116
Nettoprovisie-inkomsten -20 -292 -312
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 1 -9 -8
Algemene beheerskosten -140 -247 -3 -389
Interne schaderegelingskosten -8 -56 -65
Indirecte acquisitiekosten -31 -73 -103
Administratiekosten -100 -118 -218
Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -3 -3
Technisch resultaat -216 178 -3 -41
Nettorente-inkomsten 564 564
Nettodividendinkomsten 39 39
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardever
anderingen in de winst-en-verliesrekening
-2 -2
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 84 84
Overige netto-inkomsten -10 -10
Bijzondere waardeverminderingen -12 -12
Toewijzing aan de technische rekeningen 537 87 -624 0
Technisch-financieel resultaat 320 265 35 621
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 4 4
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 320 265 39 624
Belastingen -187
RESULTAAT NA BELASTINGEN 438
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 438

• Cijfers over de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten. De marge op die producten zit vervat bij de Nettoprovisie-inkomsten.

• Vanaf 2018 wordt de financiële informatie opgesteld in overeenstemming met IFRS 9. Op de aandelen aangehouden door de verzekeringsondernemingen wordt de overlaybenadering toegepast. Meer informatie vindt u in Toelichting 1.2 en in de commentaar onder de winst-en-verliesrekening. Door de toepassing van de

overlaybenadering zal de invloed van aandelen op het nettoresultaat volgens IAS 39 of IFRS 9 dezelfde zijn. Volgens IAS 39 werden de opbrengsten uit verkoop evenwel opgenomen onder Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en de bijzondere waardeverminderingen op die aandelen werden opgenomen in Bijzondere waardeverminderingen. Volgens IFRS 9, met de overlaybenadering, worden die invloeden opgenomen in Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. • De technische lasten niet-leven bevatten in 2017 de vrijgekomen indexatievoorziening van 26 miljoen euro (voor meer informatie, zie Toelichting 1.1).

Reconciliatie tussen verdiende premies zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en in Toelichting 3.7.1 (in miljoenen euro) 2018 2017 Verzekeringen Niet-Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 1 582 1 491 Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 19 20 In Toelichting 3.7.1 1 601 1 510 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening 1 359 1 271 Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 2 2

In Toelichting 3.7.1 1 361 1 273

Toelichting 3.7.2: Levensverzekeringen

(in miljoenen euro) 2018 2017
Totaal 1 361 1 273
Per IFRS-categorie
Verzekeringscontracten 935 893
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 426 380
Per type
Aangenomen herverzekering 15 12
Rechtstreekse zaken 1 346 1 261
Opdeling van de rechtstreekse zaken
Individuele premies 1 015 950
Koopsommen 315 285
Periodieke premies 699 665
Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten 331 312
Koopsommen 61 60
Periodieke premies 270 252
Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
Tak 23 705 856
Tak 21 1 112 1 025
Totaal 1 817 1 881

• Conform IFRS passen we voor een aantal beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten en technische lasten van die contracten niet tonen onder de posten Verdiende verzekeringspremies en Technische lasten, maar de marge erop

vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten die goed waren voor een premie-inkomen van 0,9 miljard euro in 2017 en 0,7 miljard euro in 2018.

Toelichting 3.7.3: Niet-levensverzekeringen

Verdiende
premies (vóór Schade Bedrijfskosten Afgestane
(in miljoenen euro) herverzeke
ring)
(vóór herver
zekering)
(vóór herver
zekering)
herverzeker
ing
Totaal
2018
Totaal 1 601 -824 -562 -39 176
Aangenomen herverzekering 40 -8 -15 -11 6
Rechtstreekse zaken 1 561 -816 -547 -29 170
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 115 -56 -40 0 18
Arbeidsongevallen, tak 1 79 -53 -18 -1 6
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 436 -262 -138 -6 29
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 253 -146 -87 -1 19
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 4 -2 -2 0 - 1
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 459 -187 -178 -17 77
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 113 -64 -41 -2 6
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 0 0 0 0 0
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 18 -10 -8 0 0
Rechtsbijstand, tak 17 55 -22 -21 0 12
Hulpverlening, tak 18 30 -12 -15 0 4
2017
Totaal 1 510 -785 -539 -9 178
Aangenomen herverzekering 39 -5 -16 -23 -4
Rechtstreekse zaken 1 472 -781 -523 14 182
Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 112 -54 -40 0 19
Arbeidsongevallen, tak 1 73 -39 -18 0 16
Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 407 -268 -128 1 11
Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 229 -135 -82 0 14
Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 4 -2 -2 0 0
Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 449 -166 -174 6 116
Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 98 -81 -40 6 -17
Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 0 0 0 0 0
Diverse geldelijke verliezen, tak 16 16 -7 -7 1 3
Rechtsbijstand, tak 17 53 -16 -19 0 18
Hulpverlening, tak 18 29 -12 -15 0 2

Toelichting 3.8: Exploitatiekosten

(in miljoenen euro) 2017
Totaal -4 234 -4 074
Personeelskosten -2 343 -2 303
Algemene beheerskosten -1 612 -1 505
Waarvan bankenheffingen -462 -439
Afschrijvingen van vaste activa -280 -266
  • Algemene beheerskosten: omvat herstel- en onderhoudskosten, reclamekosten, huur, professionele vergoedingen, verschillende (niet-inkomsten)belastingen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Het omvat ook de kosten gerelateerd aan de bijzondere bankenheffing voor financiële instellingen in verschillende landen, in totaal 439 miljoen euro in 2017 en 462 miljoen euro in 2018. Dat laatste is als volgt samengesteld: 269 miljoen euro in divisie België, 30 miljoen euro in divisie Tsjechië, 20 miljoen euro in Slowakije, 14 miljoen euro in Bulgarije, 110 miljoen euro in Hongarije en 19 miljoen euro in Ierland.
  • Op eigen aandelen gebaseerde personeelsvoordelen zijn opgenomen onder Personeelskosten.
  • Informatie over de belangrijkste overeenkomsten afgewikkeld met eigen aandelen: sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet voor zijn personeel. Eind 2018 waren er geen uitstaande opties meer; de wijzigingen in 2018 betroffen het op vervaldag komen van de resterende opties (-63 730 opties).
  • Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2018 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (3 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

Toelichting 3.9: Personeel

(in aantal) 2017
Gemiddeld personeelsbestand, in vte's 38 064 37 130
Volgens juridische structuur
KBC Bank 29 937 29 079
KBC Verzekeringen 4 202 4 167
KBC Groep NV (de holding) 3 925 3 884
Volgens statuut
Arbeiders 355 374
Bedienden 37 434 36 488
Directieleden (senior management) 275 268

• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.

• Aangezien United Bulgarian Bank en Interlease pas midden 2017 werden overgenomen, worden ze in 2017 slechts voor de helft meegeteld (1 156 vte's). In 2018 worden ze voor 100% meegeteld.

Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 17 30
Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI* 62
Waarvan bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs (IFRS 9) en op leningen en
vorderingen (IAS 39)
59 87
Per product
Leningen en voorschotten 43 146
Schuldpapier 1
Verbintenissen en financiële garanties buiten balans 15 -59
Per type
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -21
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 37
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 56
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid -13
Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans 86
Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans -59
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen 60
Waarvan bijzondere waardeverminderingen op fin. activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in OCI (IFRS 9) en op voor verkoop beschikbare financiële activa (IAS 39)
3 -12
Aandelen -12
Schuldpapier 3 0
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 2
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 1
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill 0 0
Bijzondere waardeverminderingen op overige -45 -45
Immateriële vaste activa (zonder goodwill) 0 -13
Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -45 -28
Tot einde looptijd aangehouden financiële activa (IAS 39) -1
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
Overige 0 -4

* Modification winsten/verliezen worden ook opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen, maar waren beperkt in 2018.

• De bijzondere waardeverminderingen op financiële activa aan AC en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI noemen we ook Waardeverminderingen op kredieten. Voor 2018 zijn die als volgt verdeeld: een nettotoename van 91 miljoen euro voor Divisie België (87 miljoen euro het jaar voordien), een nettotoename van 8 miljoen euro voor divisie Tsjechië (5 miljoen euro het jaar voordien), een nettoterugname van 35 miljoen euro voor het Groepscenter (18 miljoen euro toename het jaar voordien) en een nettoterugname van 127 miljoen euro voor de divisie Internationale Markten (197 miljoen euro het jaar voordien). Dat laatste is voor 2018 als volgt verdeeld: een nettoterugname van 112 miljoen euro in 2018

in Ierland (nettoterugname van 215 miljoen euro in 2017), een nettoterugname van 9 miljoen euro in Hongarije (nettoterugname van 11 miljoen euro in 2017), een nettotoename van 4 miljoen euro in Slowakije (nettotoename van 11 miljoen euro in 2017) en een nettoterugname van 10 miljoen euro in Bulgarije (nettotoename van 17 miljoen euro in 2017).

• In Ierland leed de kredietportefeuille in de voorbije jaren onder de gevolgen van de vastgoedcrisis, gezien de relatief grote portefeuille aan woning- en vastgoedkredieten. De Ierse kredietportefeuille bedroeg eind 2018 ongeveer 11 miljard euro, waarvan 96% slaat op hypothecaire kredieten. In 2018 kon de groep per saldo 112 miljoen

euro kredietvoorzieningen terugnemen voor zijn Ierse portefeuille, in 2017 bedroeg de nettoterugname 215 miljoen euro. De nettoterugname in 2018 was onder meer te danken aan de stijging van de huizenprijzen in Ierland. Begin augustus 2018 bereikte KBC Bank Ireland bovendien een overeenkomst met Goldman Sachs over de verkoop van een deel (van oorspronkelijk 1,9 miljard euro) van zijn legacy-portefeuille, bestaande uit non-performing kredieten aan ondernemingen, non-performing Ierse buy-to-let woningkredieten (woningkredieten aangegaan voor verhuurpanden), en performing & non-performing UK buy-to-let woningkredieten. Als gevolg van die transactie, verlaagt de ratio impaired kredieten van KBC Bank Ireland in het laatste kwartaal met ruwweg 10 procentpunten tot ongeveer 23%. De transactie werd op 30 november 2018 afgerond.

  • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.
  • KBC Groep gebruikt drie verschillende toekomstgerichte macroeconomische scenario's met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de ECL, door de delta te berekenen tussen het scenario-gewogen resultaat (dat wordt geboekt) en het basisscenario, toont dat het scenario-gewogen ECL-resultaat per jaareinde 2018 tussen 0% en 0,3% hoger ligt dan in het basisscenario, afhankelijk van het specifieke land. Als we alleen de portefeuilles nemen waarvoor er statistische macro-economische variabelen in het model vervat zitten, stijgt de range tot 0,2%-2,6%.

Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 2018
(IFRS 9)
2017
(IAS 39)
Totaal 16 11
Waarvan
CˇMSS 19 21
Joyn International NV -6 -5
Bancontact Payconiq Company NV 0 -2
Payconiq International S.A. -7 -6
NLB Vita 4 4

• De post Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures bevat vooral CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Meer informatie vindt u in Toelichting 5.3.

• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.10). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.

Toelichting 3.12: Belastingen

2018 2017
(in miljoenen euro) (IFRS 9) (IAS 39)
Totaal -740 -1 093
Naar type
Actuele belastingen -554 -523
Uitgestelde belastingen -186 -570
Componenten van de belastingberekening
Resultaat vóór belastingen 3 310 3 667
Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 29,58% 33,99%
Berekende winstbelastingen -979 -1 247
Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan
verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 226 303
belastingvrije winst 101 205
aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren 10 0
aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief -22 -243
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te
verminderen
16 23
niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te
verminderen
0 16
terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen 0 0
overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven -92 -148
  • Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
  • De post Belastingen werd in 2017 positief beïnvloed door uitgestelde belastingvorderingen, waaronder 66 miljoen euro bij KBC Bank ten gevolge van de vereffening van IIB Finance Ireland (de Belgische fiscale wetgeving voorziet dat het verlies aan werkelijk gestort kapitaal dat KBC Bank lijdt naar aanleiding van de vereffening van IIB

Finance Ireland fiscaal aftrekbaar is voor de moedermaatschappij op het moment van de liquidatie, en niet op het moment dat de verliezen effectief werden geleden).

• Aanpassingen van uitgestelde belastingen toe te schrijven aan een wijziging van belastingtarief in 2017: de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting heeft op KBC vooral een invloed door de

geplande geleidelijke verlaging van de belastingvoet van 33,99% naar 29,58% (vanaf boekjaar 2018) en naar 25% (vanaf boekjaar 2020). Dat had eind 2017 al een licht positieve eenmalige invloed (van ruwweg +0,1%) op onze common equity ratio (onder meer dankzij hogere voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves na belastingen en lagere risicogewogen activa als gevolg van de lagere uitstaande uitgestelde belastingvorderingen) en een eenmalig negatief effect op de resultatenrekening eind 2017 (-243 miljoen euro ten gevolge van de verlaging van het bedrag van de uitgestelde belastingvorderingen). Daarnaast zorgde de verhoging van de belastingvrijstelling voor in aanmerking komende ontvangen dividenden van 95% naar 100% voor een positief effect van 32 miljoen euro. Beide effecten samen zorgen voor een negatief effect van 211 miljoen euro voor 2017. In de segmentrapportering (Toelichting 2.2) wordt het deel dat met legacy-activiteiten te maken heeft, toegerekend aan Groepscenter (126 miljoen euro) en de rest aan Divisie België.

  • De hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting heeft vanaf 2018 een recurrente positieve invloed op de resultatenrekening als gevolg van de lagere belastingvoet van de Belgische groepsmaatschappijen en de 100% belastingvrijstelling voor ontvangen dividenden, weliswaar gedeeltelijk gecompenseerd door andere maatregelen, zoals de hervorming van de notionele interestaftrek. De invloed ervan op 2018 was bijna +100 miljoen euro.
  • De land-per-landrapportering (volgens het KB van 27/11/2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten op de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging) wordt opgemaakt op het geconsolideerde niveau van KBC Bank en vindt u terug onder Toelichting 3.11 van het jaarverslag van KBC Bank (beschikbaar op www.kbc.com).

Toelichting 3.13: Winst per aandeel

(in miljoenen euro) 2017
(IAS 39)
Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 570 2 575
Coupon op AT1-instrumenten -76 -52
Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 2 494 2 523
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 417 418
Gewone winst per aandeel (in euro) 5,98 6,03

• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.

4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans

Deze toelichtingen moeten samen gelezen worden met Toelichting 1.1.

Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product

(in miljoenen euro) Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
(AC)
Tegen
reële
waarde
via OCI
(FVOCI)
Verplicht
tegen
reële
waarde
(niet
trading)
(MFVPL
excl HFT)
Aange
houden
voor
handels
doel
einden
(HFT)
Voor
verkoop
beschik
baar
Lenin
gen en
vorder
ingen
Tot
einde
looptijd
aange
houden
Gewaar
deerd
tegen
reële
waarde1
(FVO)
Afdek
kings
derivaten
Totaal
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2018 (IFRS 9)
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, excl. reverse repo'sa 5 069 0 0 0 0 0 5 070
Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse
repo's
146 954 0 85 0 13 0 147 052
Handelsvorderingen 4 197 0 0 0 0 0 4 197
Afbetalingskredieten 4 520 0 0 0 0 0 4 520
Hypotheekleningen 60 766 0 71 0 0 0 60 837
Termijnkredieten 65 717 0 14 0 13 0 65 744
Financiële leasing 5 618 0 0 0 0 0 5 618
Voorschotten in rekening-courant 5 527 0 0 0 0 0 5 527
Overige 609 0 0 0 0 0 609
Reverse repo's2 21 133 0 0 0 0 0 21 134
Met kredietinstell. & beleggingsondernemingen 20 976 0 0 0 0 0 20 977
Met klanten 157 0 0 0 0 0 157
Aandelen 0 258 1 249 763 0 0 2 271
Beleggingscontracten, verzekeringen 0 0 13 837 0 0 0 13 837
Schuldpapier 41 649 18 020 54 714 0 0 60 437
Van publiekrechtelijke emittenten 35 710 12 025 0 557 0 0 48 292
Van kredietinstell. & beleggingsondernemingen 3 032 2 579 0 76 0 0 5 687
Van ondernemingen 2 907 3 417 54 81 0 0 6 458
Derivaten 0 0 0 4 942 0 183 5 124
Overige3 1 986 0 0 6 0 0 1 992
Totaal 216 792 18 279 15 224 6 426 13 183 256 916
a Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 674
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017 (IAS 39)
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, excl. reverse repo'sa
1 0 4 877 0 0 0 4 878
Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief
reverse repo's 0 0 140 960 0 38 0 140 999
Handelsvorderingen 0 0 3 986 0 0 0 3 986
Afbetalingskredieten 0 0 3 857 0 0 0 3 857
Hypotheekleningen 0 0 60 601 0 23 0 60 625
Termijnkredieten 0 0 61 824 0 15 0 61 839
Financiële leasing 0 0 5 308 0 0 0 5 308
Voorschotten in rekening-courant 0 0 4 728 0 0 0 4 728
Overige 0 0 656 0 0 0 656
Reverse repo's2 2 0 20 074 0 0 0 20 076
Met kredietinstell. & beleggingsondernemingen 2 0 19 570 0 0 0 19 572
Met klanten 0 0 504 0 0 0 504
Aandelen 508 1 658 0 0 0 0 2 165
Beleggingscontracten, verzekeringen 0 0 0 0 14 421 0 14 421
Schuldpapier 1 156 32 498 921 30 979 24 0 65 578
Van publiekrechtelijke emittenten 955 22 307 52 29 096 0 0 52 410
Van kredietinstell. & beleggingsondernemingen 121 4 468 125 1 177 0 0 5 891
Van ondernemingen 80 5 723 744 706 24 0 7 277
Derivaten 5 765 0 0 0 0 245 6 010
Overige3 0 0 626 0 0 0 626
Totaal 7 431 34 156 167 458 30 979 14 484 245 254 753
a Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 643
Tegen
geamor
tiseerde
kostprijs
Aange
houden
voor han
delsdoel
einden
Gewaar
deerd
tegen reële
waarde
Afdek
kings
(in miljoenen euro) (AC) (HFT) (FVO) derivaten Totaal
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2018 (IFRS 9)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo'sa 23 684 0 0 23 684
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 192 004 226 2 061 194 291
Zichtdeposito's 79 893 0 0 79 893
Termijndeposito's 16 499 49 296 16 844
Spaarrekeningen 60 067 0 0 60 067
Deposito's van bijzondere aard 2 629 0 0 2 629
Overige deposito's 211 0 0 211
Depositocertificaten 15 575 0 8 15 583
Kasbons 1 700 0 0 1 700
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 13 029 176 1 572 14 777
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 2 402 0 186 2 588
Repo's4 1 001 0 0 1 001
Met kredietinstell. & beleggingsondernemingen 932 0 0 932
Met klanten 69 0 0 69
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 12 949 12 949
Derivaten 4 673 0 1 111 5 784
Baisseposities 935 0 935
In aandelen 16 0 16
In schuldpapier 919 0 919
Overige5 3 982 0 0 3 983
Totaal 220 671 5 834 15 010 1 111 242 626
a Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 5 966
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017 (IAS 39)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo'sa 27 746 3 12 27 761
Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's 192 019 219 1 470 193 708
Zichtdeposito's 73 606 0 0 73 606
Termijndeposito's 18 983 11 403 19 397
Spaarrekeningen 56 692 0 0 56 692
Deposito's van bijzondere aard 2 235 0 0 2 235
Overige deposito's 549 0 0 549
Depositocertificaten 22 579 0 14 22 593
Kasbons 1 721 0 0 1 721
Converteerbare obligaties 0 0 0 0
Niet-converteerbare obligaties 12 323 208 866 13 397
Converteerbare achtergestelde schulden 0 0 0 0
Niet-converteerbare achtergestelde schulden 3 330 0 186 3 516
Repo's4 5 835 0 0 5 836
Met kredietinstell. & beleggingsondernemingen 5 575 0 0 5 575
Met klanten 260 0 0 260
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 13 552 13 552
Derivaten 5 868 0 1 284 7 152
Baisseposities 905 0 905
In aandelen 13 0 13
In schuldpapier 892 0 892
Overige5 2 344 3 0 2 347
Totaal 227 944 6 998 15 034 1 284 251 260
a Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 9 431

1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.

2 Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.

3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.

4 Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's).

5 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.

  • Voor een transparanter zicht op de verschillende producten hebben we de voorstelling van Toelichting 4.1 licht aangepast: (reverse) repo's zijn vanaf 2018 niet meer opgenomen in leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en klanten of deposito's van kredietinstellingen en klanten, terwijl de (reverse) repo's nu afzonderlijk worden voorgesteld. De referentiecijfers werden overeenkomstig herberekend.
  • Niet-converteerbare obligaties: hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank, en in mindere mate van KBC Groep en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde (cf. waarderingsregels). Deze post bevat ook de uitgifte van een groene obligatielening ('green bond') op 20 juni 2018 (500 miljoen euro en een looptijd van 5 jaar), geboekt tegen geamortiseerde kostprijs.
  • Niet-converteerbare achtergestelde schulden: bevatten in 2017 onder meer de in januari 2013 uitgegeven contingent capital note (CoCo) voor een bedrag van 1 miljard Amerikaanse dollar. Die CoCo werd conform IAS 32 als een schuld geklasseerd, omdat ze een vaste looptijd heeft en de interestbetalingen onvermijdelijk zijn. KBC heeft die CoCo in januari 2018 terugbetaald.
  • De aandelen waarop de overlaybenadering wordt toegepast, zijn alle aandelen die worden gerapporteerd als Verplicht tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening (niet aangehouden voor handelsdoeleinden).
  • Voor meer informatie over belangrijke nieuwe of terugbetaalde schulduitgiften: zie Geconsolideerd kasstroomoverzicht.
  • Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen: bevat onder meer de financiering van 6,5 miljard euro uit het TLTRO II-programma van de ECB. Het management van KBC is er redelijk zeker van dat KBC zal voldoen aan de gerelateerde voorwaarden en bijgevolg wordt de interest in overeenstemming daarmee geboekt.
  • Met het oog op consistentie pasten we de definitie van hypotheekleningen aan: de cijfers voor 2018 zijn na uitsluiting van de leningen aangegaan door corporateklanten voor de aanschaf van een onroerend goed (geherclassificeerd naar termijnkredieten). Aangezien

het een beperkt bedrag betreft (0,5 miljard euro op 31-12-2017), pasten we de referentiecijfers voor 2017 niet aan.

  • Informatie over de verkoop van een deel van de legacy-portefeuille van KBC Bank Ireland: zie Toelichting 3.10.
  • Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash.
  • Eind 2018 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 3 412 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 113 miljoen euro en als Tegen geamortiseerde kostprijs 3 298 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 1 001 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 48 miljoen euro, Tegen geamortiseerde kostprijs 953 miljoen euro). Eind 2017 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 7 975 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 178 miljoen euro, als Voor verkoop beschikbaar 421 miljoen euro, als Tot einde looptijd aangehouden 7 376 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 5 312 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 178 miljoen euro, Voor verkoop beschikbaar 422 miljoen euro en Tot einde looptijd aangehouden 4 712 miljoen euro). Noteer: KBC had eind 2018 en eind 2017 minder getransfereerde effecten op zijn balans dan uitstaande repotransacties. De reden is dat uit reverse repo's verkregen effecten vaak gebruikt worden voor repotransacties. Die effecten staan niet op de balans en vallen dus ook niet in de scope van de in deze paragraaf vermelde disclosure.

Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt

31-12-2018 (IFRS 9)

(in miljoenen euro) Boekwaarde voor
bijzondere waarde
verminderingen
Bijzondere waarde
verminderingen
Boekwaarde na
bijzondere waarde
verminderingen
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
Leningen en voorschotten 176 680 -3 523 173 157
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 153 081 -113 152 969
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 16 983 -305 16 678
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 6 461 -3 062 3 399
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 154 -42 112
Schuldpapier 41 660 -11 41 649
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 41 409 -5 41 405
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 244 -1 243
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 7 -6 2
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0
Financiële activa tegen reële waarde via OCI
Schuldpapier 18 026 -6 18 020
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 17 585 -4 17 581
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 441 -2 439
Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0
Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0

31-12-2017 (IAS 39)

(in miljoenen euro) Aangehouden
voor handels
doeleinden
Voor verkoop
beschikbaar
Leningen en
vorderingen
Tot einde
looptijd aan
gehouden
Gewaardeerd
tegen reële
waarde
Afdekkings
derivaten
Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn
geboekt (unimpaired)
7 431 33 865 162 673 30 979 14 484 245
Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn ge
boekt (impaired)
407 8 843 6
Bijzondere waardeverminderingen -117 -4 058 -6
Totaal 7 431 34 156 167 458 30 979 14 484 245

• Verkoop van een deel van de portefeuille in Ierland: eind november 2018 verkocht KBC Bank Ireland een deel van zijn bestaande portefeuille van bedrijfskredieten en hypothecaire buy-to-letkredieten aan entiteiten die door Goldman Sachs zijn opgericht en gefinancierd. De verkoop met een waarde van oorspronkelijk ongeveer 1,9 miljard euro bestond uit non-performing bedrijfskredieten, non-performing Ierse hypothecaire buy-to-letkredieten en performing en non-performing Britse hypothecaire buy-to-let-kredieten. Deze transactie heeft de afbouw van de non-performing portefeuille versneld en de ratio voor impaired kredieten van KBC Bank Ireland met 10 procentpunt verlaagd.

• In 2018 zijn er financiële activa in categorie 2 en 3 met een nettoboekwaarde van 375 miljoen euro onderhevig geweest aan modificaties die niet resulteerden in derecognition. De brutoboekwaarde van financiële activa in categorie 1 die onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition bedroeg in 2018 746 miljoen euro. Modificatiewinsten/-verliezen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen, maar waren beperkt in 2018.

• In 2018 is een brutoboekwaarde van 245 miljoen euro aan financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs afgeschreven, maar nog steeds onderhevig aan enforcement-activiteiten.

Toelichting 4.2.2. Details over bijzondere waardeverminderingen

31-12-2018 (IFRS 9)

Categorie 1
Onderhevig
aan 12 maan
Categorie 2
Onderhevig
aan ECL over
resterende
Categorie 3
Onderhevig
aan ECL over
resterende
Onderhevig
aan ECL over res
terende looptijd
– voor verworven
of gecreëerde
activa met ver
minderde krediet
(in miljoenen euro) den ECL looptijd looptijd waardigheid Totaal
LENINGEN EN VOORSCHOTTEN TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS
Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2018 (IFRS 9) 97 357 4 495 58 5 006
Mutaties met resultaatsinvloed1 26 -42 44 -13 15
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -9 63 58 0 112
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 4 -89 49 0 -36
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 1 17 -76 -4 -62
Nieuwe financiële activa2 66 83 159 5 313
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -27 -99 124 3 1
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn -9 -14 -278 -18 -319
Andere 0 -1 7 0 6
Mutaties zonder resultaatsinvloed -10 -10 -1 476 -2 -1 499
Financiële activa die derecognized zijn (incl. verkopen, afchrijvingen en
terugbetalingen)
-9 -7 -1 454 -22 -1 492
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Andere -1 -3 -23 20 -7
Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2018 113 305 3 062 42 3 523
SCHULDPAPIER TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS
Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2018 (IFRS 9) 6 1 9 0 16
Mutaties met resultaatsinvloed1 -1 0 0 0 -1
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -1 1 0 0 0
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0
Nieuwe financiële activa2 0 0 0 0 0
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode 0 -1 0 0 -1
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0 0
Andere 0 0 0 0 0
Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 -4 0 -4
Financiële activa die derecognized zijn (incl. verkopen, afschrijvingen en
terugbetalingen)
0 0 -2 0 -2
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Andere 0 0 -1 0 -1
Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2018 5 1 6 0 11
SCHULDPAPIER GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN OCI
Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2018 (IFRS 9) 6 2 0 0 9
Mutaties met resultaatsinvloed1 -2 0 0 0 -3
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -2 2 0 0 0
Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 -1 0 0 -1
Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0
Nieuwe financiële activa2 0 0 0 0 0
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -1 -1 0 0 -2
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0 0
Andere 0 0 0 0 0
Mutaties zonder resultaatsinvloed
Financiële activa die derecognized zijn (incl. verkopen, afschrijvingen en
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
terugbetalingen)
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0
Andere 0 0 0 0 0
Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2018 4 2 0 0 6

1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt.

2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verstrekte verbintenissen en financiële garanties buiten balans.

31-12-2017 (IAS 39)

Bijzondere waardeverminderingen
(in miljoenen euro)
Voor verkoop
beschikbare
vastrentende
activa
Voor
verkoop
beschikbare
aandelen
Tot einde
looptijd aange
houden vastren
tende activa
Leningen en
vorderingen
met individu
ele bijzondere
waarde
vermindering
Leningen en vor
deringen met op
portefeuillebasis
berekende bijzon
dere waardever
mindering
Beginsaldo 0 155 6 4 829 265
Mutaties met resultaatsimpact
Aangelegd 0 12 1 512 80
Teruggenomen 0 0 0 -599 -139
Mutaties zonder resultaatsimpact
Afschrijvingen 0 -1 0 -1 237 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 8 4 0 476 6
Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen
activa die worden afgestoten
0 0 0 0 0
Overige 0 -61 -1 -139 3
Eindsaldo 8 109 6 3 843 215

• Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties: zie Toelichting 5.7.2

• Bijkomende informatie over de bijzondere waardeverminderingen i.v.m. de kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Kredietrisico.

• Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.10.

Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting

Ontvangen
Maximaal waarborgen en
andere credit en
(in miljoenen euro) kredietrisico (A) hancements (B) Netto (A-B)
31-12-2018 (IFRS 9)
Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 268 449 95 932 172 517
Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) 3 733 2 476 1 256
Schuldpapier 59 669 59 59 610
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 152 024 70 384 81 640
Reverse repo's 21 133 21 082 52
Overige financiële activa 1 986 0 1 986
Buitenbalansverplichtingen 33 637 4 407 29 230
Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 5 996 1 320 4 677
Schuldpapier 768 0 768
Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's 98 53 45
Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
13 13 0
Reverse repo's 0 0 0
Derivaten 5 124 1 266 3 858
Overige financiële activa 6 0 6
Buitenbalansverplichtingen 0 0 0
Totaal 274 445 97 251 177 194
31-12-2017 (IAS 39)
Schuldpapier 65 578 70 65 508
Leningen en voorschotten (inclusief reverse repo's) 165 953 90 068 75 885
Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde 38 11 27
Derivaten 6 010 1 831 4 180
Overige 34 506 4 427 30 078
Totaal 272 047 96 396 175 651

• Maximaal kredietrisico van een financieel actief is de netto boekwaarde. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen.

• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.

• Ontvangen waarborgen en credit enhancements: worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.

Financiële instrumenten onderhevig aan
netting, afdwingbare netting-raamovereen
komsten en soortgelijke overeenkomsten
Brutobedrag
van erkende
financiële
instrumenten
Brutobedragen
van erkende
financiële
instrumenten
die verrekend
worden
(netting)
Nettobe
dragen van
financiële
instrumenten
gepresen
teerd op de
balans
Bedragen die niet verrekend worden
op de balans (netting)
Netto
bedrag
(in miljoenen euro) Financiële
instrumenten
Kaswaar
borgen
Effecten-waar
borgen
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2018 (IFRS 9)
Derivaten 8 440 3 316 5 124 2 912 737 273 1 202
Derivaten, exclusief central clearing houses 5 113 0 5 113 2 912 737 273 1 191
Derivaten met central clearing houses* 3 327 3 316 11 0 0 0 11
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
30 785 9 651 21 134 0 0 21 131 3
Reverse repo's 30 785 9 651 21 134 0 0 21 131 3
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 39 225 12 967 26 258 2 912 737 21 404 1 205
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017 (IAS 39)
Derivaten 9 384 3 374 6 010 3 343 1 251 389 1 027
Derivaten, exclusief central clearing houses 6 000 0 6 000 3 343 1 251 389 1 017
Derivaten met central clearing houses* 3 384 3 374 10 0 0 0 10
Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
31 361 11 285 20 076 0 0 20 073 3
Reverse repo's 31 361 11 285 20 076 0 0 20 073 3
Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 40 745 14 659 26 086 3 343 1 251 20 462 1 030
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2018 (IFRS 9)
Derivaten 9 100 3 316 5 784 2 912 1 581 330 961
Derivaten, exclusief central clearing houses 5 770 0 5 770 2 912 1 581 330 947
Derivaten met central clearing houses* 3 330 3 316 14 0 0 0 14
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
10 653 9 651 1 001 0 0 943 58
Repo's 10 653 9 651 1 001 0 0 943 58
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 19 753 12 967 6 785 2 912 1 581 1 273 1 019
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017 (IAS 39)
Derivaten 10 525 3 374 7 152 3 343 1 661 891 1 257
Derivaten, exclusief central clearing houses 7 141 0 7 141 3 343 1 661 891 1 247
Derivaten met central clearing houses* 3 384 3 374 10 0 0 0 10
Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke
overeenkomsten
17 120 11 285 5 836 151 0 5 684 1
Repo's 17 120 11 285 5 836 151 0 5 684 1
Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0
Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 27 646 14 659 12 987 3 493 1 661 6 575 1 258

* Kaswaarborgen, rekening bij centrale clearinghuizen inbegrepen in het brutobedrag

• De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financieel actief en het financieel passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen.

• Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar netting-raamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat

niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.

Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen

• Bij KBC worden alle interne waarderingsmodellen door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC en zijn entiteiten voldoen aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de Group Valuation Policy, Group Market Value Adjustments Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden (inclusief, maar niet beperkt tot, modellen, marktdata, inputparameters) of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Elk kwartaal worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd

en gerapporteerd aan het GVC. Ten slotte neemt een speciaal daartoe samengesteld team reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel.

  • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde in de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven, kredieten. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties.
  • De reële waarde van zichtdeposito's en depositoboekjes (beide onmiddellijk opvraagbaar) wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde.
Financiële activa
tegen geamortiseerde
kostprijs
Leningen en vorde
ringen
Financiële activa
tot einde looptijd
aangehouden
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde
kostprijs
Reële waarde van financiële instrumenten die
niet tegen reële waarde op de balans zijn
opgenomen (in miljoenen euro)
Boek
waarde
Reële
waarde
Boek
waarde
Reële
waarde
Boek
waarde
Reële
waarde
Boek
waarde
Reële
waarde
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2018 (IFRS 9)
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, inclusief rev. repo's 26 046 26 223
Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse
repo's 147 111 146 186
Schuldpapier 41 649 44 301
Overige 1 986 1 986
Totaal 216 792 218 696
Niveau 1 39 041
Niveau 2 44 474
Niveau 3 135 180
FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2017 (IAS 39)
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen inclusief rev. repo's
24 448 24 596
Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse
repo's
141 464 141 180
Schuldpapier 921 928 30 979 34 517
Overige 626 626
Totaal 167 458 167 330 30 979 34 517
Niveau 1 72 31 926
Niveau 2 37 510 2 033
Niveau 3 129 748 558
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2018 (IFRS 9)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingen, inclusief repo's
24 616 24 230
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 192 073 191 824
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige
Totaal






3 982
220 671
3 988
220 042
Niveau 1 0
Niveau 2 98 222
Niveau 3 121 820
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2017 (IAS 39)
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder
nemingen, inclusief repo's 33 321 33 246
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 192 279 192 771
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 0 0
Overige 2 344 2 340
Totaal 227 944 228 358
Niveau 1 6
Niveau 2 118 800
Niveau 3 109 551

Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie

(in miljoenen euro) 31-12-2018 (IFRS 9) 31-12-2017 (IAS 39)
Waarderingshiërarchie Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal
FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen, incl. reverse repo's
0 0 0 0
Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 85 85
Aandelen 1 210 0 39 1 249
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 417 420 0 13 837
Schuldpapier 18 3 32 54
Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen, incl. reverse repo's 0 1 0 1 0 3 0 3
Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelen 564 200 0 763 502 5 0 508
Schuldpapier 455 182 77 714 620 407 129 1 156
Waarvan overheidsobligaties 398 127 33 557 572 354 28 955
Derivaten 0 4 023 918 4 942 0 3 988 1 777 5 765
Overige 0 6 0 6 0 0 0 0
Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO)
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings
ondernemingen, incl. reverse repo's
0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's 0 13 0 13 0 38 0 38
Aandelen 0 0 0 0
Beleggingscontracten, verzekeringen 13 935 486 0 14 421
Schuldpapier 0 0 0 0 14 0 10 24
Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 0 0 0 0
Tegen reële waarde via OCI
Aandelen 11 12 236 259
Schuldpapier 13 761 4 054 205 18 020
Waarvan overheidsobligaties 10 082 1 865 77 12 025
Voor verkoop beschikbaar
Aandelen 1 336 24 297 1 658
Schuldpapier 25 037 6 788 673 32 498
Waarvan overheidsobligaties 18 790 3 090 428 22 307
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 183 0 183 0 245 0 245
Totaal
Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde 29 436 9 096 1 593 40 125 41 445 11 984 2 887 56 316
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE
Aangehouden voor handelsdoeleinden
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
incl. repo's
0 0 0 0 0 3 0 3
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 49 176 226 0 219 0 219
Derivaten 0 3 304 1 369 4 673 4 3 646 2 218 5 868
Baisseposities 831 104 0 935 905 0 0 905
Overige 0 0 0 0 0 3 0 3
Gewaardeerd tegen reële waarde
Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
incl. repo's
0 0 0 0 0 12 0 12
Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's 0 838 1 223 2 061 0 885 585 1 470
Schulden m.b.t. beleggingscontracten 12 931 17 0 12 949 13 544 7 0 13 552
Overige 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdekkingsderivaten
Derivaten 0 1 111 0 1 111 0 1 284 0 1 284
Totaal
Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde 13 763 5 424 2 768 21 955 14 453 6 060 2 803 23 316
  • De waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus.
  • De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1. Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn eenvoudig en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
  • Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in overweging zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit.

Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument.

  • Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor nietwaarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
  • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie.
  • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. De tabel geeft een overzicht van het niveau waaronder financiële instrumenten doorgaans worden geklasseerd, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Met andere woorden: hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau.
  • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichting 4.6.
Soort instrument Producten Type waardering
Niveau 1 Liquide financiële instrumenten waarvoor
genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde
financiële futures, beursgenoteerde opties,
beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde
fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere
liquide obligaties, liquide asset backed securities op
actieve markten
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op
een actieve markt), voor obligaties: BVAL.
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps,
valutatermijncontracten, rentetermijncontracten
(FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures,
commodity swaps, reverse floaters, opties op
obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight
index swaps, FX reset
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Plain vanilla / liquide derivaten Caps en floors, renteopties, Europese en
Amerikaanse aandelenopties, Europese en
Amerikaanse valutaopties, forward start-opties,
digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige
opties, Europese swaptions, constant maturity
swaps (CMS), European cancelable IRS, compound
options, commodity options
Waarderingsmodel voor opties op basis van
waarneembare parameters (bv. volatiliteit)
Niveau 2 Lineaire financiële activa (zonder optionele
kenmerken) – cashinstrumenten
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in
het kader van repo's
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Halfliquide obligaties/ABS Halfliquide obligaties / asset backed securities BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager),
prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare
marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva),
hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis van
observeerbare parameters
Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige kasstromen op
basis van verdisconterings- en inschattingscurves
(op basis van gepubliceerde depositoquoteringen,
FX swaps en (CC)IRS)
Exotische derivaten Target profit forwards, Bermudan swaptions,
digitale renteopties, quanto-renteopties, digitale
aandelenopties, composite aandelenopties,
Aziatische aandelenopties, barrieropties op
aandelen, quanto digital FX options, FX Asian
options, FX European barrier options, FX
simple digital barrier options, FX touch rebate,
inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, CMS
spread options, CMS interest rate caps/floors,
(callable) range accruals, outperformance options,
autocallable options, lookback options
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet
waarneembare parameters (bv. correlatie)
Niveau 3 Illiquide instrumenten met kredietkoppeling Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de correlatie
tussen de respectieve defaultkansen van de
onderliggende activa
Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de
EVCA (European Private Equity & Venture Capital
Association)
Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek-)obligaties / Asset backed
securities die indicatief worden geprijsd door één
prijsleverancier op een niet-actieve markt
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager),
geen prijscontrole mogelijk door gebrek
aan beschikbare/betrouwbare alternatieve
marktgegevens
Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) Verdiscontering van toekomstige kasstromen en
waardering van gerelateerde derivaten op basis
van niet-observeerbare parameters (indicatieve
prijsstelling door derden voor de derivaten)

Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2

  • Overdrachten in 2018: KBC herklasseerde voor 740 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2. Het herklasseerde ook voor ongeveer 628 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.
  • Overdrachten in 2017: KBC herklasseerde voor 2 983 miljoen euro aan schuldinstrumenten van niveau 1 naar niveau 2. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 176 miljoen euro aan obligaties van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die verschuivingen is te

wijten aan een wijziging van de waarderingsmethodologie, gedreven door de implementatie van een geautomatiseerd proces dat gebruik maakt van de BVAL-waardering voor schuldinstrumenten in het derde kwartaal van 2017. BVAL is een volledig transparante service aangeboden door Bloomberg, die een prijs bepaalt op basis van verschillende bronnen. Het gebruik van BVAL verandert het beslissingsproces van niveaus in de waarderingshiërarchie.

Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3

  • De eerste toepassing van IFRS 9 resulteerde in een verhoging met 46 miljoen euro van financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde in niveau 3. De belangrijkse wijzigingen waren:
  • 99 miljoen euro schuldinstrumenten werden verplaatst van Voor verkoop beschikbaar naar Tegen geamortiseerde kostprijs; de rest is inbegrepen bij Tegen reële waarde via OCI;
  • 35 miljoen euro niet-genoteerde aandelen werden verplaatst van Voor verkoop beschikbaar naar Verplicht tegen reële waarde - niet trading (overlay); de rest is inbegrepen bij Tegen reële waarde via OCI;
  • 145 miljoen euro schuldinstrumenten en leningen en voorschotten werden verplaatst van Leningen en vorderingen naar Verplicht tegen reële waarde – niet trading, omdat ze niet voldoen aan SPPI (solely payment of principal and interest).
  • Belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2018:
  • Activa aangehouden voor handelsdoeleinden:
    • º De reële waarde van derivaten daalde met 859 miljoen euro, vooral door instrumenten die hun eindvervaldag bereikten en reëelewaardeveranderingen, deels gecompenseerd door nieuwe transacties. Schuldinstrumenten daalden met 52 miljoen euro, vooral door verkopen.
  • Activa tegen reële waarde via OCI (daling van de reële waarde met 371 miljoen euro):
    • º De reële waarde van schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI daalde met 369 miljoen euro. Dat kwam vooral door een verschuiving uit niveau 3 (netto 329 miljoen euro). De meerderheid daarvan heeft te maken met een gewijzigde liquiditeit van obligaties. De daling werd versterkt door instrumenten die hun eindvervaldag bereikten, verkopen en reëlewaardeveranderingen (-63 miljoen euro), deels gecompenseerd door aankopen (+29 miljoen euro)
    • º De reële waarde van aandelen tegen reële waarde via OCI daalde met 26 miljoen euro.
  • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (daling van de reële waarde met 673 miljoen euro) door de combinatie van een daling van de reële waarde van afgeleide producten en een toename van de uitgegeven schuldinstrumenten:
    • º De reële waarde van derivaten daalde met 849 miljoen euro, vooral door instrumenten die hun eindvervaldag bereikten en reëlewaardeveranderingen, deels gecompenseerd door nieuwe posities
    • º De reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten steeg met 176 miljoen euro, vooral door verschuivingen naar niveau 3
  • Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening
    • º De reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten steeg met 638 miljoen euro, vooral door nieuwe uitgiften en verschuivingen naar niveau 3, voor een groot deel gecompenseerd door instrumenten die hun eindvervaldag bereikten.
  • Belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2017:
  • Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden:

  • º De reële waarde van schuldinstrumenten daalde met 80 miljoen euro, voornamelijk door de stopzetting van CDO-transacties en verkopen (105 miljoen euro), instrumenten die op vervaldag kwamen, en reëlewaardeveranderingen (11 miljoen euro), deels gecompenseerd door aankoop van investeringscertificaten (40 miljoen euro).

  • º De reële waarde van derivaten daalde met 79 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die op vervaldag kwamen (375 miljoen euro), deels gecompenseerd door nieuwe transacties (230 miljoen euro) en positieve reëlewaardeveranderingen (70 miljoen euro).
  • Financiële activa aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening:
  • º De boekwaarde van schuldinstrumenten daalde met 180 miljoen euro, voornamelijk door de stopzetting van CDO-transacties (162 miljoen euro), verschuivingen uit niveau 3 (14 miljoen euro) door wijzigingen in liquiditeit en reëlewaardeveranderingen.
  • º De resterende daling is te wijten aan een combinatie van aankopen en wisselkoerswijzigingen.
  • Voor verkoop beschikbaar:
  • º De boekwaarde van obligaties daalde met 554 miljoen euro, voornamelijk door een nettoverschuiving uit niveau 3 door de implementatie van de BVAL-waardering (318 miljoen euro), verkopen (107 miljoen euro) en obligaties die op vervaldag kwamen (153 miljoen euro). Dit werd deels gecompenseerd met aankopen.
  • º De boekwaarde van niet-genoteerde aandelen daalde met 40 miljoen euro, voornamelijk door verkopen en wijzigingen in de consolidatiekring (78 miljoen euro), verschuivingen uit niveau 3 door wijzigingen in liquiditeit (49 miljoen euro), deels gecompenseerd door aankopen (76 miljoen euro) en positieve reëlewaardeveranderingen (9 miljoen euro).
  • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden:
  • º De totale reële waarde van derivaten daalde met 16 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die op vervaldag kwamen en reëlewaardeveranderingen (304 miljoen euro), grotendeels gecompenseerd door nieuwe transacties (288 miljoen euro).
  • Financiële verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening
  • º De boekwaarde van schuldinstrumenten steeg met 28 miljoen euro, voornamelijk door de uitgifte van schuldinstrumenten (263 miljoen euro) en reëlewaardeveranderingen (8 miljoen euro), gedeeltelijk gecompenseerd door het op vervaldag komen van eigen uitgegeven schuldinstrumenten en stopgezette CDOtransacties (243 miljoen euro).
  • Sommige activa van niveau 3 zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke verplichtingen van niveau 3, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers zou kunnen blijken. Het merendeel van de instrumenten van niveau 3 wordt gewaardeerd aan de hand van prijsstelling door derden, waarbij KBC niet zelf de mogelijk nietwaarneembare parameters ontwikkelt. Daarom geeft KBC geen specifieke kwantitatieve informatie of sensitiviteitsanalyse weer met betrekking tot (wijzigingen in) niet-waarneembare parameters.

Toelichting 4.8.1 Derivaten aangehouden voor

handelsdoeleinden

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen*
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen*
Verplichtin Verplichtin
Activa gen Aangekocht Verkocht Activa gen Aangekocht Verkocht
Totaal 4 942 4 673 363 587 361 349 5 765 5 868 354 599 351 816
Rentecontracten 2 833 2 701 180 540 178 417 3 082 2 901 193 723 189 791
Waarvan renteswaps en futures 2 289 2 537 156 934 165 170 2 468 2 697 167 168 175 947
Waarvan opties 544 165 23 605 13 247 614 203 26 554 13 844
Valutacontracten 1 365 1 166 156 415 157 137 1 385 1 552 132 681 133 643
Waarvan valuta- en renteswaps, termijn
wisselverrichtingen en futures
1 305 1 116 151 427 151 425 1 298 1 477 126 675 126 971
Waarvan opties 60 50 4 988 5 712 87 75 6 005 6 672
Aandelencontracten 724 785 26 296 25 462 1 285 1 403 27 838 28 029
Waarvan aandelenswaps 675 668 24 011 23 828 1 204 1 242 25 917 25 880
Waarvan opties 49 118 2 285 1 634 81 161 1 921 2 149
Kredietcontracten 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan credit default swaps 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere contracten 20 20 336 333 13 13 357 353

* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.

31-12-2018
(in miljoenen euro) Afdekkingsinstrument Afgedekt instrument Invloed op eigen vermogen
Gecontracteerde
bedragen1
Boekwaarde ten als basis voor de
berekening van het
niet-effectieve deel
Reëlewaardeveran-
deringen van de af-
dekkingsinstrumen-
van de periode2
Type Boekwaarde veranderingen
van de afgedekte
instrumenten
als basis voor de
berekening van het
niet-effectieve deel
Rëelewaarde-
van de periode2
Niet-effectief
nomen in
resultaat
deel opge-
Effectief deel
opgenomen
in OCI
Hedgingstrategie Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Totaal inclusief
reëlewaarde-
veranderingen
cumuleerde
singen van
de reële
Waarvan ge-
aanpas-
waarde
Microhegde-reëlewaardeafdekkingen
Renteswaps 23 298 23 298 19 365 114 Aangehouden schuldpapier aan AC 4 871 166 -25
Valuta- en renteswaps 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan AC 642 287 -40
Aangehouden schuldpapier aan FVOCI 3 410 77 -4
Uitgegeven schuldpapier aan AC 14 569 202 -59
Deposito's aan AC 1 891 6 1
Totaal 23 298 23 298 19 365 114 Totaal 25 382 737 -128 -14
Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille
Renteswaps 29 753 29 753 72 54 -151 Aangehouden schuldpapier aan AC 186 6 15
Valuta- en renteopties 2 417 0 0 19 -8 Leningen en voorschotten aan AC 24 621 12 137
Aangehouden schuldpapier aan FVOCI 183 3 -4
Uitgegeven schuldpapier aan AC 0 0 0
Deposito's aan AC 8 760 -72 -4
Totaal 32 170 29 753 72 74 -158 Totaal 33 751 -51 144 -14
Kasstroomafdekkingen (microhedge en ter afdekking van een portefeuille)
Renteswaps 22 539 22 539 68 661 76
Valuta- en renteswaps 72 68 5 3 12
Totaal 22 611 22 607 72 663 88 Totaal -90 -2 -1 445
Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit
Totaal 4 936 4 972 20 4173 61 Totaal -61 0 8
1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.

Ineffeciviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3

3 Betreft afdekkingsinstrumenten onder de vorm van deposito's in vreemde munt.

2

Toelichting 4.8.2 Afdekkingsderivaten

(in miljoenen euro)
Totaal
Reëlewaardeafdekkingen Kasstroomafdekkingen2 van het renterisico van een portefeuille
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen1
Boekwaarde Gecontracteerde
bedragen1
Boekwaarde Gecontracteerde bedragen
Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht Activa Verplich-
tingen
Aange-
kocht
Verkocht
17 430 24 191 24 191 115 750 26 052 26 223 113 104 25 430 23 439
Rentecontracten 17 428 24 165 24 165 103 671 21 650 21 650 113 104 25 430 23 439
Waarvan renteswaps en futures 17 428 24 165 24 165 103 671 21 650 21 650 113 91 23 439 23 439
Waarvan opties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 13 1 991 0
Valutacontracten 0 2 26 26 12 79 4 401 4 573 0 0 0 0
Waarvan valuta- en renteswaps en futures 0 2 26 26 12 79 4 401 4 573 0 0 0 0
Waarvan opties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aandelencontracten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan aandelenswaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan opties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kredietcontracten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan credit default swaps 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Grondstoffen- en andere contracten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 2 Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.

  • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten.
  • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico's afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken.
  • De resterende afdekkingsreserves van kasstroomafdekkingen van eventuele afdekkingsrelaties waarvoor hedge accounting niet langer wordt toegepast bedragen -236 miljoen euro. Het geaccumuleerde bedrag van reëlewaardeafdekkingsveranderingen dat nog resteert in de balans voor alle afgedekte instrumenten die niet meer worden aangepast voor het afdekken van winsten en verliezen bedragen -77 miljoen euro. Deze aanpassingen worden geamortiseerd naar winst of verlies.
  • Zie ook de paragraaf over Hedge accounting in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom
Maximaal 3 maanden 15 -15
Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 24 -49
Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 84 -122
Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 136 -314
Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 330 -898
Meer dan 5 jaar 963 -1 869

5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans

Toelichting 5.1: Overige activa

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Totaal 1 610 1 512
Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen 356 347
Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen 27 12
Deposito's bij cederende ondernemingen 9 174
Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) 44 46
Overige 1 174 934

Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
ACTUELE BELASTINGEN
Actuele belastingvorderingen 92 82
Actuele belastingverplichtingen 133 148
UITGESTELDE BELASTINGEN 1 211 1 109
Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 732 1 921
Personeelsbeloningen 176 149
Fiscaal overgedragen verliezen 604 776
Materiële en immateriële vaste activa 37 46
Voorziening voor risico's en kosten 8 18
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 183 168
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reële
waardeafdekkingen
115 97
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via
OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
516 572
Technische voorzieningen 7 6
Overige 85 88
Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 521 812
Personeelsbeloningen 19 18
Fiscaal overgedragen verliezen 0 0
Materiële en immateriële vaste activa 45 78
Voorziening voor risico's en kosten 8 7
Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3 2
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reële
waardeafdekkingen
103 104
Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via
OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten
220 445
Technische voorzieningen 86 90
Overige 38 69
Netto opgenomen in de balans als volgt
Uitgestelde belastingvorderingen 1 457 1 543
Uitgestelde belastingverplichtingen 247 434
Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 173 216
  • Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar).
  • Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer.
  • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+102 miljoen euro in 2018) is als volgt verdeeld:
  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen: -189 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen: -291 miljoen euro.

• De wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen heeft voornamelijk te maken met:

  • Afname van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat: -248 miljoen euro, hoofdzakelijk als volgt verklaard: fiscaal overgedragen verliezen -164 miljoen euro, bijzondere waardeverminderingen -21 miljoen euro, voorzieningen voor risico's en kosten -9 miljoen euro, afname met betrekking tot vaste activa -9 miljoen euro, wijzigingen op het vlak van toegezegdpensioenregelingen -2 miljoen euro, en overige -43 miljoen euro;
  • Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten: -13 miljoen euro;
  • Toename van de uitgestelde belastingvorderingen door de eerste toepassing van IFRS 9 op het vlak van bijzondere waardeverminderingen +45 miljoen euro, en door reclassificatie naar voornamelijk financiële instrumenten tegen reële waarde met

verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening +10 miljoen euro;

  • Toename voornamelijk door wijzigingen op het vlak van toegezegdpensioenregelingen en wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI +24 miljoen euro;
  • Overige: -7 miljoen euro.
  • De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met:
  • Afname van de uitgestelde belastingverplichtingen door de eerste toepassing van IFRS 9 op financiële instrumenten door herclassificatie van voor verkoop beschikbare financiële instrumenten naar geamortiseerde kostprijs -148 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI -77 miljoen euro;
  • Afname van uitgestelde belastingverplichtingen via resultaat: -62 miljoen euro, hoofdzakelijk door de afname van materiële en immateriële activa -33 miljoen euro, de afname in financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -4 miljoen euro en overige -25 miljoen euro;
  • Overige: -5 miljoen euro.
  • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank.

Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Totaal 215 240
Overzicht van investeringen inclusief goodwill
CˇMSS 163 176
Overige 53 64
Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Brutobedrag 0 0
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0
Indeling naar type
Niet-beursgenoteerd 215 240
Beursgenoteerd 0 0
Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0
  • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarvoor KBC gezamenlijke controle uitoefent.
  • De post Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures bestaat voornamelijk uit CˇMSS, een gemeenschappelijke onderneming van Cˇ SOB in Tsjechië. Hieronder volgt samengevatte financiële informatie voor CˇMSS, op basis van een deelneming van 55% op 31-12-2018 (31-12-2017), in miljoenen euro:
  • Balanstotaal: 3 164 (3 209)
  • Geldmiddelen en kasequivalenten: 34 (482)
  • Financiële activa: 3 084 (2 693)
  • Niet-financiële activa: 47 (35)
  • Financiële verplichtingen: 2 959 (2 991)

  • Niet-financiële verplichtingen: 43 (42)

  • Totaal eigen vermogen: 163 (176)
  • Totale opbrengsten: 55 (57)
  • Rente-inkomsten: 91 (93)
  • Rentelasten: -47 (-48)
  • Exploitatiekosten: -28 (-28)
  • Bijzondere waardeverminderingen: -4 (-4)
  • Belastingen: -4 (-4)
  • Resultaat na belastingen: 19 (21)
  • Andere niet-gerealiseerde resultaten: -7 (0)
  • Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: 13 (21)
  • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).

Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Materiële vaste activa 2 737 2 721
Vastgoedbeleggingen 561 485
Huurinkomsten 60 41
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 14 9
Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 3 2
MUTATIETABEL Terreinen
en gebouwen
IT-apparatuur Overige
uitrusting
Totaal
materiële
vaste activa
Vastgoed
beleggingen
2018
Beginsaldo 1 224 99 1 399 2 721 485
Aanschaffingen 119 53 496 668 74
Vervreemdingen -14 -1 -249 -264 -28
Afschrijvingen -72 -51 -26 -149 -32
Overige mutaties -12 13 -239 -238 62
Eindsaldo 1 245 113 1 380 2 737 561
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 321 458 722 2 502 314
Reële waarde 31-12-2018 809
2017
Beginsaldo 1 149 101 1 200 2 450 426
Aanschaffingen 207 47 539 793 37
Vervreemdingen -40 -2 -242 -284 -15
Afschrijvingen -72 -51 -31 -153 -17
Overige mutaties -21 3 -68 -86 54
Eindsaldo 1 224 99 1 399 2 721 485
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 258 448 704 2 410 259
Reële waarde 31-12-2017 677
  • Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
  • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,2 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
  • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in

die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).

• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan, en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.

Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa

Intern
ontwikkelde
Extern
ontwikkelde
(in miljoenen euro) Goodwill software software Overige Totaal
2018
Beginsaldo 719 232 237 16 1 205
Aanschaffingen 8 123 128 9 268
Vervreemdingen 0 -1 -4 -3 - 8
Afschrijvingen 0 -64 -64 -3 -131
Overige mutaties -8 -1 -4 8 -4
Eindsaldo 719 289 295 27 1 330
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 242 665 718 35 1 660
2017
Beginsaldo 597 203 189 10 999
Aanschaffingen 110 95 98 13 315
Vervreemdingen 0 0 -1 -5 -7
Afschrijvingen 0 -65 -45 -2 -112
Overige mutaties 13 -1 -3 1 9
Eindsaldo 719 232 237 16 1 205
Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 242 607 726 47 1 622
  • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
  • Goodwill met betrekking tot de recente overnames: zie Toelichting 6.6.
  • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie Tabel en Toelichting 3.10). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit. Bovendien voeren we op kwartaalbasis een high level assessment uit om na te gaan of er een indicatie voor waardevermindering bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor.
  • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow)) en de reële waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten.
  • De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel. Ze werden allemaal

gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij de DCF-methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst, anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macroeconomische omgeving. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.

Discontovoeten over de
expliciete periode van
kasstroomprognose heen
Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017
K&H Bank 215 222 13,6%-12,0% 14,0%-11,0%
Cˇ SOB (Tsjechië) 243 245 11,4%-10,0% 10,7%-9,8%
United Bulgarian Bank 110 109 11,1%-10,2%
DZI Insurance 75 74 9,1%-8,3% 9,2%-8,1%
Rest 76 70
Totaal 719 719
  • De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen veertien jaar. We gebruiken die langere periode om de verwachte economische convergentie te vatten van de Centraal- en Oost-Europese economieën naar een niveau van West-Europese economieën. Die belangrijke assumptie maakt deel uit van het model om het dynamisme te reflecteren van de Centraal- en Oost-Europese economieën.
  • Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is

afhankelijk van het land en bedroeg in 2018 tussen 1,2% en 1,7% (2017: tussen 1,2% en 1,8%).

• We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor de entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor K&H Bank en United Bulgarian Bank een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde de boekwaarde evenaart.

Verandering in hoofdparameters1 Toename in
discontovoet2
Afname in
terminale
groeivoet3
Toename
in beoogde
solvabiliteits
ratio4
Daling in
jaarlijkse
nettowinst
Stijging van
de jaarlijkse
waardevermin
deringen
K&H Bank 2,2% 3,8% 15,7% 119,9%
United Bulgarian Bank 2,4% 4,4% 16,2% 100,5%

1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.

2 Gebaseerd op een parallelle shift en een absolute toename van de discontovoetcurve. De vork van discontovoeten wordt 14,1%-15,7% voor K&H Bank en 12,6%-13,4% voor United Bulgarian Bank. 3 Niet relevant, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt.

4 Absolute toename van de tier 1-kapitaalratio.

Toelichting 5.6: Technische voorzieningen – verzekeringen

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) 18 324 18 641
Verzekeringscontracten 11 018 10 852
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 700 644
Voorziening voor Leven 7 207 7 118
Voorziening voor te betalen schade 2 647 2 632
Voorziening voor winstdeling en restorno's 25 20
Andere technische voorzieningen 441 437
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 7 305 7 790
Voorziening voor Leven 7 233 7 713
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 72 76
Aandeel herverzekeraar 120 131
Verzekeringscontracten 120 131
Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's 2 2
Voorziening voor Leven 5 4
Voorziening voor te betalen schade 114 126
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Andere technische voorzieningen 0 0
Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 0 0
Voorziening voor Leven 0 0
Voorziening voor Niet-leven 0 0
Voorziening voor winstdeling en restorno's 0 0
Bruto Herverzekeringen Bruto Herverzekeringen
MUTATIETABEL 2018 2018 2017 2017
VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN
Beginsaldo 7 554 6 7 460 3
Stortingen exclusief commissies 715 0 694 0
Uitbetaalde voorzieningen -568 0 -571 0
Gecrediteerde interest 170 0 176 0
Kosten van winstdeling 3 0 3 0
Wisselkoersverschillen -11 0 63 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties -236 -1 -270 3
Eindsaldo 7 628 5 7 554 6
VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN
Beginsaldo 3 297 125 3 255 107
Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies 39 0 32 0
Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren -135 -9 -236 -10
Overschot en/of tekort voorziening voor schadegevallen van vorige boekjaren -200 -4 -90 -2
Voorziening voor nieuwe schadegevallen 306 17 322 26
Wisselkoersverschillen - 6 0 14 1
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties 89 -14 1 4
Eindsaldo 3 390 115 3 297 125
BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN
Beginsaldo 7 790 0 8 942 0
Stortingen exclusief commissies 407 0 361 0
Uitbetaalde voorzieningen -677 0 -1 004 0
Gecrediteerde interest 141 0 168 0
Kosten van winstdeling 0 0 0 0
Wisselkoersverschillen 0 0 2 0
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijziging in consolidatiekring 0 0 0 0
Overige mutaties1 -355 0 -679 0
Eindsaldo 7 305 0 7 790 0

1 Bevat onder meer transfers naar tak 23.

• Technische voorzieningen houden verband met verzekeringscontracten en met beleggingscontracten met een discretionaire winstdeling.

Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het gaat daarbij meestal om tak 23-contracten. Die nemen we op bij de financiële verplichtingen (zie Toelichting 4.1).

  • Technische voorzieningen voor verzekeringen Leven worden berekend op basis van verschillende assumpties, die oordeelkundig worden geschat. Daarbij gebruiken we diverse interne en externe informatiebronnen. Wat betreft de erkenning van technische voorzieningen verwijst IFRS 4 momenteel in grote mate naar de lokale boekhoudstandaarden. Technische voorzieningen worden vaak berekend op basis van de technische parameters geldend op het moment van initiatie van het contract en zijn onderhevig aan de toereikendheidstoets (liability adequacy test). De belangrijkste parameters zijn:
  • de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;
  • assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;
  • de discontovoet: die wordt doorgaans gelijkgesteld aan de technische rentevoet, blijft constant gedurende de looptijd van het

Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico's en kosten

Toelichting 5.7.1: Overzicht

contract en wordt in een aantal gevallen gecorrigeerd op grond van wettelijke bepalingen en interne beleidsbeslissingen.

  • Assumpties voor de technische voorzieningen voor te betalen schade: gebaseerd op opgedane ervaringen met betrekking tot het aantal schadegevallen, de schadevergoedingen en de schaderegelingskosten, en gecorrigeerd op basis van factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke beslissingen en wetgeving. De technische voorzieningen voor verzekeringen Niet-leven worden niet verdisconteerd, behalve in het geval van langetermijnverplichtingen en/of schadevergoedingen in de vorm van een periodieke betaling (rente-uitkeringen voor arbeidsongevallen, gewaarborgd inkomen en hospitalisatieverzekeringen).
  • Er waren in 2018 geen belangrijke veranderingen in assumpties die de waardering van de verzekeringsactiva en -verplichtingen in belangrijke mate wijzigen.
(in miljoenen euro) 31-12-2017
Totale voorzieningen voor risico's en kosten 235 399
Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans 129 133
Voorzieningen voor andere risico's en kosten 106 266
Voorzieningen voor herstructurering 6 8
Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen 50 211
Overige 50 47

Toelichting 5.7.2: Details van voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans

(in miljoenen euro) Onderhevig aan 12
maanden ECL
Onderhevig aan
Lifetime ECL
Onderhevig aan
Lifetime ECL
- non-performing
Totaal
31-12-2018 (IFRS 9)
Voorzieningen op 01-01-2018 (IFRS 9) 14 17 108 138
Mutaties met resultaatsinvloed
Overdracht van financiële activa
Categorie 1 (12 maanden ECL) -1 3 1 3
Categorie 2 (lifetime ECL) 0 -2 1 -1
Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) 0 0 -1 -1
Nieuwe financiële activa 4 2 8 14
Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -5 0 -20 -24
Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0
Financiële activa die derecognized zijn -2 -2 -3 -7
Andere 0 0 0 0
Mutaties zonder resultaatsimpact
Financiële activa die derecognized zijn (incl. verkopen, afschrijvingen en
terugbetalingen)
0 0 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0
Andere 2 -1 5 6
Voorzieningen op 31-12-2018 12 17 99 129
31-12-2017 (IAS 39)
Voorzieningen op 01-01-2017 (IAS 39) 76
Mutaties met resultaatsinvloed
Bedragen aangelegd 93
Bedragen gebruikt -4
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid -35
Mutaties zonder resultaatsimpact
Veranderingen in de consolidatiekring 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0
Andere 2
Voorzieningen op 31-12-2017 133

• Zie ook Toelichting 6.1

Toelichting 5.7.3: Details van de voorzieningen voor andere risico's en kosten

Voorzieningen voor
(in miljoenen euro) Voorzieningen voor
herstructurering
belastingen en lopende
rechtsgeschillen
Overige Totaal
2018
Beginsaldo 8 211 47 266
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 4 42 17 62
Bedragen gebruikt 0 -149 -10 -159
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid -2 -55 -5 -61
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
groepen activa die worden afgestoten
0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0
Andere -3 1 0 -2
Eindsaldo 6 50 50 106
2017
Beginsaldo 3 105 53 162
Mutaties met resultaatsimpact
Bedragen aangelegd 6 125 8 140
Bedragen gebruikt -2 -16 -8 -27
Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0 -2 -3 -5
Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m.
groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0
Wijzigingen in de consolidatiekring 0 0 0 0
Andere 0 -1 -3 -4
Eindsaldo 8 211 47 266
  • Voor het grootste deel van de aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
  • Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
  • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC-groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico-inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico-inschatting mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (d.w.z. als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen. • Mogelijk verlies:
  • Irving H. Picard, trustee van Substantively Consolidated SIPA (Securities Investor Protection Corporation) Liquidation of Bernard L. Madoff Investments Securities LLC and Bernard L. Madoff, heeft op 6 oktober 2011 KBC Investments gedagvaard voor de faillissementsrechtbank in New York voor terugvordering van ca. 110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die KBC ontving van Harley International, een Madoff feeder-fonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vonden er briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor

opeenvolgende begunstigden, zoals dat het geval is voor KBC. KBC had moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Zo wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog, bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland, zoals dat het geval is voor KBC Investments Ltd, niet toelaat. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen, aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten betreffen. In juni 2015 legde Irving Picard, de trustee, een verzoekschrift neer ter hervorming van de beslissing tot afwijzing op grond van extraterritorialiteit. In dat verzoekschrift wijzigde de trustee ook de oorspronkelijke vorderingen met inbegrip van het bedrag dat hij tracht te verhalen. Dat bedrag werd verhoogd tot 196 miljoen dollar. Op 21 november 2016 velde de faillissementsrechtbank een tussenvonnis waarbij ze alvast haar besluit meedeelde dat de vorderingen van de trustee Irving Picard met betrekking tot dergelijke buitenlandse transacties afgewezen moeten worden op grond van regels van internationale hoffelijkheid. Op 3 maart 2017 volgde dan een afwijzend vonnis, waartegen de trustee hoger beroep aantekende. De zaak werd gepleit voor het Hof van Beroep (Court of Appeals for Second Circuit) op 16 November 2018. De timing voor de uitspraak is onbepaald. Mocht de beslissing van de faillissementsrechtbank niet worden bevestigd, dan kan KBC Investments zijn verdediging verder blijven voeren op verschillende andere gronden die al voorwerp waren van eerdere uitspraken van rechter Rakoff.

Toelichting 5.8: Overige verplichtingen

(in milioenen euro)
(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Totaal 2 689
Indeling naar type
Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 630 625
Deposito's van herverzekeraars 79 70
Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) 321 304
Overige 1 659 1 743

• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).

Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar 2 861 2 851
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 126 126
Rentekosten 38 40
Wijziging in de pensioenregeling 0 0
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 1 -3
Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -36 -1
Ervaringsaanpassingen 27 -39
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 0 2
Betaalde uitkeringen -84 -109
Wisselkoersverschillen
Inperkingen
2
0
-8
0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 1 6
Overige 10 -3
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 2 945 2 861
Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 433 2 336
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen -73 112
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 32 33
Bijdragen van de werkgever 73 78
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 21 21
Betaalde uitkeringen -84 -109
Wisselkoersverschillen 1 -5
Afwikkelingen 0 0
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 0
Overige -2 1
Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 2 369 2 433
Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 27 30
Waarvan vastgoed in eigendom van KBC
Financieringsstatus
8 8
Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -576 -428
Restitutierecht 0 0
Begrenzing van het financieringsplafond -21 -37
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -598 -466
Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar -466 -543
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -111 -116
Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -89 118
Bijdragen van de werkgever 73 78
Wisselkoersverschillen 0 3
Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 0 -6
Overige -5 0
Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar -598 -466
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 111 116
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 126 126
Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren 0 2
Rentekosten
Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers
6
-21
7
-21
Inperkingen 0 0
Afwikkelingen 0 0
Veranderingen in de consolidatiekring 1 0
Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen 89 -118
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 1 -3
Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -36 -1
Actuariële resultaten op fondsbeleggingen 105 -80
Ervaringsaanpassingen 27 -39
Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond -16 -4
Overige 7 9
TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN
Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen 17 14

• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via het KBC-pensioenfonds. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurde tot en met 2018 voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen en werknemers die overgestapt zijn, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP

Pensioenfonds KBC (dat fuseerde met het voormalige OFP-Pensioenfonds Senior Management), dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden (een deel hiervan werd overgebracht naar het pensioenfonds in 2018).

• KBC Bank Ireland was deelnemer van een toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en van het filiaal van KBC Bank in Dublin zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.

2017 2016 2015 2014
2 945 2 861 2 851 2 380 2 610
2 369 2 433 2 336 2 165 2 103
-598 -466 -543 -220 -507
0 0 0 0 0
35 4 147 24 -135
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN
KBC-Pensioenfonds Pensioenplan KBC Bank Ireland
Samenstelling op 31-12-2018
Aandelen 39% 38%
Obligaties 48% 40%
Vastgoed 10% 3%
Liquiditeiten 3% 1%
Beleggingsfondsen 1% 18%
Waarvan illiquide activa 8% 25%
Samenstelling op 31-12-2017
Aandelen 39% 38%
Obligaties 47% 40%
Vastgoed 9% 3%
Liquiditeiten 5% 1%
Beleggingsfondsen 0% 18%
Waarvan illiquide activa 9% 17%
Verwachte bijdragen in 2019 (in miljoenen euro) 45 3
Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's
en worden omgezet in een pensioenreglement.
Jaarlijkse rapportering van de financierings
niveaus aan de controleautoriteiten
(FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering
rapportering aan controleautoriteiten.
Gereguleerd door de Ierse Pensions Authority.
Jaarlijkse berekening van financieringsniveau,
driejaarlijkse certificatie van financieringsniveau.
In geval van onderfinanciering rapportering aan
Ierse Pensions Authority.
Risico's voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico Investeringsrisico
Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en
inflatierisico af d.m.v. renteswaps.
De returnportefeuille beoogt extra opbrengst
te genereren.
Investeringen in leveraged LDI pooled-fondsen.
Planwijzigingen Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebij
drageplan, gefinancierd met werkgeverstoela
gen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf
2014 worden aangesloten op dat nieuwe
bijdrageplan, al wie op 31 december 2013 in
dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegd
pensioenregeling, tenzij hij bij het eenmalig
keuzemoment in 2018 heeft gekozen voor
overstap naar het nieuwe bijdragenplan
vanaf 2019.
Niet van toepassing.
Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. Niet van toepassing.
Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de BVAL-noteringen van
diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met
AA-rating. De verkregen yield-curve wordt
omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf
jaar 22 krijgen we een vlakke curve.
De Mercer-methode vertrekt van een eigen korf
van bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en A
ratings. Van de noteringen van bedrijfsobligaties
met een A-rating wordt een spread afgetrokken
om tot een soort equivalente bedrijfsobligatie
met AA-rating te komen. Na omzetting naar
zero coupon-formaat met extrapolatie voor
lange looptijden wordt finaal de equivalente
verdisconteringsvoet bepaald.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 1,32% 2,35%
Verwachte salarisstijging 2,23% 2,75%
Verwachte inflatie 1,85% 1,75%
Verwachte stijging van de pensioenen 1,75%
Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 12,69 jaar 27 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2018 als gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet 13,72% 30,25%
1% stijging in de verwachte inflatie 11,82% 29,14%
1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie 15,40% 5,43%
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven 0,90%
Stijging van de levensverwachting met 1 jaar 3,00%
De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: Impact van dalende sterftecijfers: het pensioen
fonds betaalt altijd een kapitaal uit, langleven
risico is verwaarloosbaar. Impact van perso
neelsverloop: het verwachte personeelsverloop
situeert zich op een zeer laag niveau.
Niet van toepassing.
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN KBC-Pensioenfonds
Verwachte bijdragen in 2019 (in miljoenen euro) 18
Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimum
rendement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen.
Risico's voor KBC Investeringsrisico
Waardering De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op
rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen
de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting.
KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemers
bijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van het toegezegde
bijdrageplan gebaseerd op werknemersbijdragen houdt rekening met de opgebouwde interest
(aan fondsrendement), maar houdt geen rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan niet
als backloaded wordt beschouwd.
De waardering van het toegezegdebijdrageplan gebaseerd op werkgeversbijdragen houdt in
de projectie wel rekening met toekomstige bijdragen, omdat dit plan wel als backloaded wordt
beschouwd.
Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn BVAL-noteringen van diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met AA-rating.
De verkregen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve.
Vanaf jaar 22 krijgen we een vlakke curve.
Voornaamste actuariële veronderstellingen
Gemiddelde verdisconteringsvoet 1,08%
Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 9,93 jaar
Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële
berekening van brutoverplichtingen
Stijging brutoverplichting op 31-12-2018 als gevolg van:
1% daling in de verdisconteringsvoet
Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven
9%
0,30%

Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten

In aantal 31-12-2018 31-12-2017
Gewone aandelen 416 155 676 418 597 567
Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 416 155 676 418 597 567
Waarvan eigen aandelen 50 284 64 847
Overige informatie
Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,51 3,48
Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0
  • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er werden geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn alleen genoteerd op Euronext Brussel.
  • Kapitaalverhogingen: in december 2018 en december 2017 verhoogde het aantal aandelen van KBC Groep NV met respectievelijk 258 109 en 225 485 door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
  • Eigen aandelen:
  • KBC Groep NV kondigde op 17 mei 2018 de start aan van een inkoopprogramma eigen aandelen, met het oog op vernietiging van de ingekochte aandelen. De inkoop van eigen aandelen gebeurde binnen de voorwaarden van de machtiging verleend door de Buitengewone Algemene Vergadering van 3 mei 2018. Er werden 2 700 000 eigen aandelen ingekocht, gespreid over verschillende transacties in de periode van 22 mei t.e.m. 3 juli 2018 voor een totaal bedrag van afgerond 181 miljoen euro. Ze werden vernietigd op 8 augustus waardoor het aantal aandelen verminderde met hetzelfde aantal.
  • op 31 december 2018 hadden de vennootschappen van de KBC-groep 50 284 KBC-aandelen in portefeuille. Daarvan zijn 50 282 eigen aandelen geboekt bij KBC Bank (filiaal Londen) die dienen als indekking voor uitstaande derivaten op indexen/ aandelenkorven waarin aandelen van KBC Groep zijn opgenomen.
  • Aandelenoptieplannen: zie Toelichting 3.8.
  • Machtiging voor het toegestane kapitaal en inkoop van eigen aandelen in 2018: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.

• AT1-instrumenten:

  • in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT 1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRR) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel, met een calloptie na 5 jaar en op elke interestvervaldag daarna, en bevat een loss absorption-mechanisme (tijdelijke afschrijving wanneer de CET1 onder 5,125% zou vallen). Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het volledig discretionaire en niet-cumulatieve karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit van de effecten) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal wordt uitbetaald, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen. KBC ontving de goedkeuring van de ECB voor de call van die additional tier 1-instrumenten op 19 maart 2019.
  • In april 2018 plaatste KBC CRD IV-conforme AT 1-effecten voor een bedrag van 1 miljard euro. Het gaat om een non-call perpetual AT1-instrument op 7 jaar met een tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125% en een initiële coupon van 4,25% p.a., halfjaarlijks te betalen. Deze effecten zijn geclassificeerd als eigenvermogensinstrumenten onder IAS 32 en de coupon wordt behandeld als dividend.
  • Nieuwe AT 1-effecten uitgegeven in februari 2019: zie Toelichting 6.8.

Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten (IFRS 5) In 2017 en 2018 vielen er geen belangrijke groepsmaatschappijen onder IFRS 5.

6.0 Andere toelichtingen

Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans

(in miljoenen euro) 31-12-2018 (IFRS 9) 31-12-2017 (IAS 39)
Nominaal
bedrag
Voorziening Netto-exposure Nominaal
bedrag
Voorziening Netto-exposure
Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen
Categorie 1 34 974 9 34 964
Categorie 2 1 400 8 1 392
Categorie 3 146 18 128
Totaal 36 520 35 36 484 36 078 113 35 965
Waarvan onherroepelijke kredietlijnen 23 498 31 23 467 23 625
Verstrekte financiële garanties
Categorie 1 8 497 3 8 495
Categorie 2 1 413 9 1 404
Categorie 3 230 81 149
Totaal 10 141 93 10 048 9 972 19 9 953
Andere versterkte verbintenissen
Totaal 463 0 463 283 1 282
Totaal
Verbintenissen en financiële garanties buiten
balans
47 124 129 46 995 46 333 133 46 201
  • Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
  • De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 32 573 miljoen euro voor verplichtingen en 1 862 miljoen euro voor eventuele verplichtingen (2017: 36 621 miljoen euro en 2 007 miljoen euro). Eind 2018 waren ongeveer 11,1 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2017: 11,0 miljard euro).
  • KBC Groep NV garandeert onherroepelijk en onvoorwaardelijk alle aangegane verbintenissen van de volgende Ierse bedrijven met betrekking tot het boekjaar eindigend op 31 december 2018, waardoor die bedrijven in aanmerking komen voor ontheffing van bepaalde publicatieverplichtingen zoals vermeld in Sectie 357 van de Ierse Companies Act 2014: KBC Fund Management Limited. Omdat

die vennootschap in de consolidatie is opgenomen, betreft dat een intragroeptransactie en wordt die garantie niet in de bovenstaande tabel opgenomen.

• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.

Aangehouden waarborgen
(die mogen worden verkocht of doorverpand
zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro)
Reële waarde van ontvangen
waarborgen
Reële waarde van verkochte of
doorverpande waarborgen
31-12-2018 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2017
Financiële activa 24 141 21 241 7 331 8 527
Aandelen 12 7 0 2
Schuldpapier 23 875 20 973 7 331 8 526
Leningen en voorschotten 254 261 0 0
Liquiditeiten 0 0 0 0
Andere activa 0 0 0 0
Materiële vaste activa 0 0 0 0
Vastgoedbeleggingen 0 0 0 0
Overige 0 0 0 0

• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 0,1 miljard euro in 2018 (0,1 miljard euro in 2017).

Toelichting 6.2: Leasing

(in miljoenen euro)
(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Vorderingen voor financiële leasing
Bruto-investering in financiële leasing, vordering 6 130 5 855
Tot 1 jaar 1 418 1 360
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 3 183 3 171
Meer dan 5 jaar 1 530 1 324
Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 479 497
Netto-investering in financiële leasing 5 618 5 308
Tot 1 jaar 1 307 1 258
Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 2 912 2 894
Meer dan 5 jaar 1 399 1 156
Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 39 33
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 78 88
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 93 93
Vorderingen voor operationele leasing
Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing 478 463
Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 1 1
  • Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
  • Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.
  • Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing.

Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.

• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.

2018 2017
Geas- Geas-
Dochter- socieerde Joint Dochter- socieerde Joint
Transacties met verbonden partijen, exclusief key management
(in miljoenen euro)
maatschap-
pijen
maatschap-
pijen
ventures Overige Totaal maatschap-
pijen
maatschap-
pijen
ventures Overige Totaal
Activa 227 135 253 100 714 327 138 252 52 769
Leningen en voorschotten 93 41 2 80 216 144 44 2 45 234
Aandelen (inclusief investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint
ventures)
133 93 228 14 469 146 92 250 5 493
Overige 1 1 23 5 30 37 2 1 3 43
Verplichtingen 60 98 168 303 629 70 101 151 318 641
Deposito's 60 13 167 300 540 68 11 151 312 542
Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige 0 85 1 4 89 2 90 0 6 99
Winst-en-verliesrekening 10 -4 -14 5 -3 11 -7 -8 5 1
Nettorente-inkomsten 0 -1 -9 0 -10 0 -1 -4 0 -5
Rente-inkomsten 0 0 0 0 1 0 1 0 0 2
Rentelasten 0 -1 -9 0 -10 -1 -1 -5 0 -7
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Technische verzekeringslasten vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividendinkomsten 3 0 0 7 10 4 0 0 8 12
Nettoprovisie-inkomsten 5 -2 -5 1 -1 9 -1 -4 3 7
Provisie-inkomsten 5 0 0 1 6 9 1 0 3 13
Provisielasten 0 -2 -5 0 -7 0 -1 -4 0 -6
Overige netto-inkomsten 3 1 0 1 4 -1 -2 0 0 -3
Algemene beheerskosten -1 -3 0 -3 -7 0 -4 0 -6 -10
Niet opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en
andere verbintenissen
Gegeven door de groep 0 5 0 154 159 39 7 0 137 183
Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen

Transacties met key management (leden Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* 2018 2017
Totaal* 12 11
Indeling naar type bezoldiging
Kortetermijnpersoneelsbeloningen 10 9
Vergoedingen na uitdiensttreding 2 2
Toegezegdpensioenregelingen 0 0
Toegezegdebijdrageregelingen 2 2
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0
Vergoedingen bij uitdiensttreding 0 0
Betalingen in aandelen 0 0
Aandelenopties, in eenheden
Aan het begin van het jaar 0 0
Toegestaan 0 0
Uitgeoefend 0 0
Verandering van samenstelling 0 0
Aan het einde van het jaar 0 0
Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 1 2

* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.

• Dochtermaatschappijen in de eerste tabel: omvat transacties met de

  • niet-geconsolideerde dochtermaatschappijen (transacties met geconsolideerde dochtermaatschappijen zijn reeds geëlimineerd in de geconsolideerde financiële staten).
  • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB.
  • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm's length.

Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris

  • • Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
  • Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen.
Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) 2018 2017
KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen
Standaardcontroleopdrachten 7 583 948 7 798 214
Overige diensten
Andere controleopdrachten 1 073 549 1 993 953
Belastingadviesopdrachten 5 000 274 679
Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten 53 378 116 927
KBC Groep NV alleen
Standaardcontroleopdrachten 231 918 229 445
Overige diensten 159 914 615 150

Toelichting 6.5: dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, 31-12-2018

De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.

In de tabel vindt u de belangrijkste groepsmaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over Ons > Onze Structuur.

KBC Groep NV

100% KBC Bank NV

verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen

100% KBC Verzekeringen NV

verschillende dochtermaatschappijen, joint ventures en geassocieerde maatschappijen

Naam Zetel Vennoot
schapsnummer
Gehouden
deel van het
kapitaal op
groeps
niveau (%)
Divisie* Activiteit
KBC Bank (groep)
KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling
CBC BANQUE SA Namen – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK 100,00 IMA kredietinstelling
Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. Praag – CZ 100,00 CZR kredietinstelling
KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer
KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing
KBC Bank Ireland Plc. Dublin – IE 100,00 IMA kredietinstelling
KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring
KBC Credit Investments NV Brussel – BE 0887.849.512 100,00 BEL/GRP beleggingsmaatschappij
KBC Ifima SA Luxemburg – LU 100,00 GRP financiering
KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar
K&H Bank Zrt. Budapest – HU 100,00 IMA kredietinstelling
Loan Invest NV Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel
United Bulgarian Bank AD Sofia – BG 99,91 IMA kredietinstelling
KBC Verzekeringen (groep)
KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij
ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar
KBC Group Re SA Luxemburg – LU 100,00 GRP herverzekeringsmaatschappij
CˇSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij
CˇSOB Poist'ovnˇ a a.s. Bratislava – SK 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
DZI (groep) Sofia – BG 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 95,00 BEL rijschool/reisbijstand
K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij
NLB Vita d.d. (vermogensmutatiemethode) Ljubljana – SI 50,00 IMA levensverzekeringen
KBC Groep
KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding
KBC Bank (groep) Verschillende
locaties
100,00 verschillende kredietinstelling
KBC Verzekeringen (groep) Verschillende
locaties
100,00 verschillende verzekeringsmaatschappij

* BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.

  • Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in de consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden: (1) Het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro, (2) Het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro en (3) Het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro. Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
  • We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusief zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie (zie vorige paragraaf).
  • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12):

  • Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen:

  • º Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert niet opgenomen in de consolidatiekring, omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden).

  • º De gemeenschappelijke dochterondernemingen waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als gemeenschappelijke dochterondernemingen, omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten.
  • Belangen in dochtermaatschappijen
  • º Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten.
  • º In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten

bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden.

  • º Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is.
  • Belangen in gemeenschappelijke en geaffilieerde ondernemingen
  • º Samengevatte financiële informatie voor CˇMSS: zie Toelichting 5.3.
  • º Voor entiteiten met een beperkte omvang wordt geen samengevatte financiële informatie gegeven, omdat die (zelfs samengevoegd) geen wezenlijk belang heeft.
  • Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten
  • º KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten. Die entiteiten werden tussen 2006 en 2016 overeenkomstig de Ierse vennootschapswet (Irish Companies Act 1963 to 2012) opgericht als een Ierse naamloze vennootschap (public limited company) of een Ierse besloten vennootschap (private limited company). Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan (zoals aandelengebonden swaps, rentegebonden swaps, total return swaps, repotransacties, enz.). Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd, omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie

(zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2018 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 13,2 miljard euro.

  • º Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn.
  • º Op 31 december 2018 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding: 69 miljoen euro, bewaarloon: 1 miljoen euro, vergoeding als administratief agent: 1 miljoen euro, accounting fee: 1 miljoen euro.
  • º Op 31 december 2018 had KBC Groep notes uitgegeven door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten in handen voor een bedrag van 5,2 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 6 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (5,8 miljard euro).
  • º Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC.
  • Eén dochtervennootschap was in de loop van 2018 actief in de winningsindustrie, maar omdat haar betekenis te verwaarlozen is, maakt ze geen deel uit van de consolidatiekring. Bovendien heeft deze dochtervennootschap geen betalingen aan overheden gedaan die de drempel van 100 000 euro bereiken. Bijgevolg werd geen geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden opgesteld (cf. art. 119/1 van het Wetboek van vennootschappen). De vennootschap werd in augustus 2018 geliquideerd.

Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring

Consolidatie
methode
Percentage aandeelhouderschap
op groepsniveau
Commentaar
31-12-2018 31-12-2017
Integraal 99,91% 99,91% Overgenomen in 2KW2017
integraal 100,00% 100,00% Overgenomen in 2KW2017,
naamsverandering in 1KW2018
Integraal 100,00% Verkocht in 4KW2017
integraal 100,00% Gedeconsolideerd in 1KW2018
Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies
van vermogens
mutatie naar
integraal
100,00% 59,95% Aankoop van resterende 40% en verschuiving van
UBB naar DZI in 1KW2018 en naamsverandering;
fusie met DZI Life Insurance Jsc in 4KW2018
integraal 100,00% Gefuseerd met UBB in 1KW2018
Verschuiving van KBC Groep NV naar KBC Group Re
in 3KW2018 en fusie met KBC Group Re SA
in 4KW2018
integraal 100,00%
  • United Bulgarian Bank (UBB) en Interlease: op 13 juni 2017 finaliseerden we de overname van 99,91% van de aandelen van United Bulgarian Bank AD en 100% van Interlease EAD in Bulgarije voor een totaal bedrag van 609 miljoen euro, zonder enige voorwaardelijke vergoeding. De geconsolideerde cijfers in dit verslag bevatten de impact van de overname van UBB en Interlease vanaf 30 juni 2017. Onderstaande tabel geeft de reële waardes weer van de belangrijkste activa en passiva die deel uitmaken van de overname van UBB/Interlease, en de invloed van UBB en Interlease (voor de periode juli tot en met december) op de resultatenrekening van de groep. In het eerste kwartaal van 2018 fusioneerden UBB en CIBANK.
  • KBC TFI: op 12 december 2017 rondde PKO Bank Polski Group de overname af van 100 procent van de aandelen van KBC TFI in Polen.

De invloed daarvan op de resultaten van KBC is echter verwaarloosbaar.

• MetLife: op 29 december 2017 bereikten KBC en MetLife een overeenkomst waarbij KBC (via DZI) het resterende MetLife-belang van 40% verwerft in UBB-MetLife Life Insurance Company AD, een joint venture tussen UBB en MetLife voor levensverzekeringen. Eerder verwierf KBC (via UBB) al 60% in deze joint venture als een onderdeel van de overname van UBB en Interlease. De financiële impact van deze transactie is verwaarloosbaar. De naam UBB-MetLife Life Insurance Company AD werd gewijzigd in UBB Zhivotozastrahovane EAD.

Invloed van de overname van United Bulgarian Bank en Interlease (in miljoenen euro) 2017
Algemene informatie
Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar 99,91% (UBB) en 100% (Interlease)
Betreffende divisie/segment Divisie Internationale Markten
Datum sluiting transactie, maand en jaar Juni 2017
Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: Juli 2017
Aankoopprijs of verkoopprijs 609
Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten 185
Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 693
Financiële activa 2 810
Aangehouden voor handelsdoeleinden 502
Voor verkoop beschikbaar 335
Leningen en vorderingen 1 973
Belastingvorderingen 12
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 17
Vastgoedbeleggingen 15
Materiële vaste activa 20
Goodwill en andere immateriële vaste activa 4
Overige activa 20
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) 801
Financiële verplichtingen 3 063
Tegen geamortiseerde kostprijs 3 062
Overige verplichtingen 20
Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) 7
Bijdrage in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening (juli tot en met december 2017)
Nettorente-inkomsten 55
Dividendinkomsten 0
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verlies
rekening
10
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa 0
Nettoprovisie-inkomsten 23
Overige netto-inkomsten -5
TOTALE OPBRENGSTEN 83
Exploitatiekosten -40
Bijzondere waardeverminderingen -13
op leningen en vorderingen -12
op voor verkoop beschikbare financiële activa -1

op goodwill 0 op overige 0 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 30 Belastingen -3 RESULTAAT NA BELASTINGEN 27 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 27

Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid

Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur.

Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kost van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.).

Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.

We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.

  • Voor KBC Groep en KBC Bank houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. KBC heeft van de toezichthouder toelating gekregen om op het niveau van KBC Groep een risicoweging toe te passen op de participatie in KBC Verzekeringen (Deense compromismethode). KBC Groep en KBC Bank zijn onderworpen aan minimale solvabiliteitsratio's. De belangrijkste maatstaf is de fully loaded common equity ratio, die volgens de reglementaire vereiste 10,7% moet bedragen. Die omvat het pijler 1-minimum (4,5%), de pijler 2-vereiste (1,75%, opgelegd door de ECB, naar aanleiding van haar Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling) en de vereiste buffers (4,45%, bepaald door de lokale bevoegde autoriteiten in de kernmarkten van KBC). Eind 2018 bedroeg de fully loaded common equity ratio 16,0%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 4 998 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,7%.
  • De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II; de reglementaire minimumvereiste is 100%. Eind 2018 bedroeg de Solvency II-ratio 217%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 1 939 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 100%.
(in miljoenen euro)1 KBC Groep
(geconsolideerd)
CRR/CRD IV
KBC Bank
(geconsolideerd)
CRR/CRD IV
KBC Verzekeringen
(geconsolideerd)
Solvency II
31-12-2018
Fully loaded
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2018
Fully loaded
31-12-2017
Fully loaded
31-12-2018 31-12-2017
Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 18 217 18 706 15 749 15 756 3 590 3 865
Tier 1-kapitaal 16 150 16 504 13 625 13 484 3 090 3 365
Common equity 15 150 15 104 12 618 12 077
Eigen vermogen van de aandeelhouders 17 233 17 403 14 150 14 083 2 728 3 051
Solvabiliteitsaanpassingen -2 083 -2 299 -1 532 -2 006 362 314
Aanvullend going concern-kapitaal 1 000 1 400 1 007 1 407
Tier 2-kapitaal 2 067 2 202 2 124 2 273 500 500
Totaal gewogen risicovolume (groep, bank)2 94 875 92 410 85 474 83 117
Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) 1 651 1 823
Common equity ratio (groep, bank) 16,0% 16,3% 14,8% 14,5%
Solvency II-ratio (verzekeringen) 217% 212%

Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen

1 U vindt meer gedetailleerde cijfers in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?

2 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de regelgevende normen.

U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?

De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?

Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum

Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 14 maart 2019 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2018:

• Aankondiging op 21 januari 2019: op 19 maart 2019 zal KBC de call uitoefenen voor zijn additional tier 1-instrument dat in 2014 is

uitgegeven. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft KBC toestemming gegeven om de call uit te oefenen voor dit instrument met een nominaal bedrag van 1,4 miljard euro en tegelijkertijd de call uit te oefenen voor de achtergestelde interne lening van KBC Groep NV aan KBC Bank NV voor hetzelfde bedrag.

• Uitgifte van een nieuw additional tier 1-instrument: op 26 februari 2019 plaatste KBC Groep voor 500 miljoen euro aan nietverwaterende additional tier 1-effecten. Het gaat om een non-call perpetual AT1-instrument op 5 jaar met een tijdelijke afschrijving

tegen 5,125% CET1 en een initiële coupon van 4,75% per jaar, halfjaarlijks te betalen. Het instrument werd geplaatst bij institutionele beleggers, verspreid over Europa en Azië.

Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap

  • Naam: KBC Groep
  • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005
  • Oprichtingsland: België
  • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
  • Btw: BE 0403.227.515
  • RPR: Brussel
  • Juridische vorm: naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen en als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank.
  • Duur: onbepaalde duur
  • Doel: de vennootschap heeft tot doel het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De vennootschap heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. Verder heeft de vennootschap tot doel de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van die middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede zin. Voorts kan de vennootschap fungeren als een intellectual property-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten, evenals voor de terbeschikkingstelling van die rechten en/of het verstrekken van gebruiksrechten over die rechten aan de begunstigden vermeld in de

tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijke doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen doen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).

  • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap liggen ter inzage bij de griffie van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank van Brussel en worden bekendgemaakt op www.kbc.com. De jaarrekeningen en het jaarverslag worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in minstens één nationaal verspreid dagblad, in de media en op www.kbc.com.
  • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering, verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.

We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 2 mei 2019 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com. De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven. De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.

VENNOOTSCHAPPELIJKE

JAARREKENING

EN OVERIGE INFORMATIE

Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking

Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Vaste activa 23 029 21 447
Immateriële vaste activa 293 212
Materiële vaste activa 95 87
Terreinen en gebouwen 26 27
Installaties, machines en uitrusting 56 46
Meubilair en rollend materieel 11 12
Overige materiële vaste activa 1 1
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 1 1
Financiële vaste activa 22 641 21 148
Verbonden ondernemingen 22 640 21 147
Deelnemingen 14 037 14 044
Vorderingen 8 603 7 103
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1
Deelnemingen 1 1
Vorderingen 0 0
Vlottende activa 319 193
Vorderingen op meer dan 1 jaar 1 0
Handelsvorderingen 0 0
Overige vorderingen 1 0
Voorraden en bestellingen in uitvoering 0 1
Voorraden 0 1
Handelsgoederen 0 1
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 53 58
Handelsvorderingen 39 45
Overige vorderingen 14 13
Geldbeleggingen 0 0
Eigen aandelen 0 0
Overige beleggingen 0 0
Liquide middelen 121 52
Overlopende rekeningen 144 82
Totaal activa 23 348 21 640
Eigen vermogen 13 411 13 468
Kapitaal 1 457 1 456
Geplaatst kapitaal 1 457 1 456
Uitgiftepremies 5 461 5 448
Reserves 1 286 1 467
Wettelijke reserves 146 146
Onbeschikbare reserves 1 1
Belastingvrije reserves 190 190
Beschikbare reserves 949 1 129
Overgedragen winst (verlies (-)) 5 207 5 098
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 13 17
Voorzieningen voor risico's en kosten 13 17
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 13 16
Overige risico's en kosten 0 0
Schulden 9 925 8 155
Schulden op meer dan 1 jaar 7 201 7 102
Financiële schulden 7 201 7 102
Achtergestelde leningen 3 181 3 580
Niet-achtergestelde obligatieleningen 4 020 3 522
Kredietinstellingen 0 0
Schulden op ten hoogste 1 jaar 2 617 983
Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 1 400 0
Financiële schulden 0 0
Kredietinstellingen 0 0
Overige leningen 0 0
Handelsschulden 69 34
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 0 0
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 69 81
Belastingen 15 15
Bezoldigingen en sociale lasten 54 65
Overige schulden 1 078 868
Overlopende rekeningen 107 70
Totaal passiva 23 348 21 640

Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Bedrijfsopbrengsten 962 905
Omzet 862 837
Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0
Geproduceerde vaste activa 83 52
Andere bedrijfsopbrengsten 17 15
Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 0 0
Bedrijfskosten 1 017 917
Diensten en diverse goederen 537 473
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 347 351
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 97 89
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen (-) -4 0
Andere bedrijfskosten 2 1
Niet-recurrente bedrijfskosten 38 3
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) -55 -13
Financiële opbrengsten 1 823 1 208
Recurrente financiële opbrengsten 1 812 1 208
Opbrengsten uit financiële vaste activa 1 615 1 048
Opbrengsten uit vlottende activa 3 2
Andere financiële opbrengsten 193 158
Niet-recurrente financiële opbrengsten 11 0
Financiële kosten 189 147
Recurrente financiële kosten 189 147
Kosten van schulden 186 145
Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) 0 0
Andere financiële kosten 3 2
Niet-recurrente financiële kosten 0 0
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 1 579 1 048
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 0 0
Overboeking naar de uitgestelde belastingen 0 3
Belastingen op het resultaat 3 7
Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 1 576 1 038
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 576 1 038

Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2018 31-12-2017
Te bestemmen winst (verlies (-)) 6 673 6 364
Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 1 576 1 038
Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 5 098 5 326
Toevoeging aan het eigen vermogen 0 0
Aan de wettelijke reserve 0 0
Aan de overige reserves 0 0
Over te dragen winst (verlies (-)) 5 207 5 098
Uit te keren winst 1 466 1 266
Vergoeding van het kapitaal 1 456 1 256
Bestuurders of zaakvoerders 0 0
Werknemers/andere rechthebbenden 10 11

We stellen aan de Algemene Vergadering voor om het te bestemmen winstsaldo voor 2018 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, bedraagt het totale brutodividend per dividendgerechtigd aandeel 3,50 euro. Daarvan werd als voorschot in november 2018 al een bruto interimdividend van 1,00 euro uitgekeerd. Het bruto slotdividend bedraagt dus 2,50 euro.

Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening

Toelichting 1: Financiële vaste activa (B-GAAP, vennootschappelijk)

Deelnemingen in
ondernemingen
Vorderingen op
ondernemingen
Deelnemingen
in verbonden
Vorderingen
op verbonden
waarmee er een
deelnemingsverhouding
waarmee er een
deelnemingsverhouding
(in miljoenen euro) ondernemingen ondernemingen bestaat bestaat
Boekwaarde 31-12-2017 14 044 7 103 1 0
Aanschaffingen in 2018 0 1 501 0 0
Vervreemdingen in 2018 -6 -1 0 0
Andere wijzigingen in 2018 0 0 0 0
Boekwaarde 31-12-2018 14 037 8 603 1 0

De deelnemingen in verbonden ondernemingen zijn voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV. De vorderingen op verbonden ondernemingen zijn leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (in totaal 2,4 miljard euro), tier 2-kapitaal (1,7 miljard euro),

tier 3-kapitaal (4,0 miljard euro) en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro. De belangrijkste wijzigingen in 2018 waren de uitgifte van een nieuwe additional tier 1-lening van 1 miljard euro en een Green Bond (tier 3-kapitaal) van 0,5 miljard euro.

Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal (B-GAAP, vennootschappelijk)

(in miljoenen euro) 31-12-2017 Kapitaalverhoging
voor het personeel
Resultaats
aanwending
Inkoop
eigen aandelen
31-12-2018
Kapitaal 1 456 1 0 0 1 457
Uitgiftepremies 5 448 12 0 0 5 461
Reserves 1 467 0 0 -181 1 286
Overgedragen resultaat 5 098 0 109 0 5 207
Eigen vermogen 13 468 13 109 -181 13 411

Op 31 december 2018 bedroeg het geplaatste maatschappelijke kapitaal van de vennootschap 1 456 980 548,26 euro, verdeeld in 416 155 676 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 460 663 930,66 euro. Het maatschappelijke kapitaal is volgestort.

Wijzigingen in 2018:

  • Tussen 22 mei 2018 en 3 juli 2018 heeft KBC Groep NV 2 700 000 aandelen ingekocht voor een totale prijs van 180 549 108 euro. Elk van die aandelen had een fractiewaarde van 3,48 euro. In totaal vertegenwoordigden zij (afgerond) 0,65% van het gestorte kapitaal (2 700 000/418 597 567). De ratio achter de inkoop van eigen aandelen is het compenseren van de verwatering van de aandeelhouders als gevolg van de jaarlijkse kapitaalverhogingen voor het personeel in voorgaande jaren. Op 8 augustus 2018 heeft KBC Groep NV deze 2 700 000 aandelen vernietigd.
  • Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 21 december 2018 waarop alleen personeelsleden van KBC Groep NV en zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 258 109 aandelen uitgegeven tegen 51,92 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de slotkoers van het KBC-aandeel op 15 november 2018. Het kapitaal verhoogde

daardoor met 905 962,59 euro en de uitgiftepremies stegen met 12 495 056,69 euro. Met die kapitaalverhoging wil de groep de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2018 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2018 (met uitzondering van het interimdividend van 1 euro per aandeel dat de vennootschap in november 2018 uitbetaalde).

De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 23 oktober 2023 worden gebruikt voor een bedrag van 699 094 037,41 euro, waarvan nog maximaal 290 094 037,41 euro met opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,51 euro per aandeel kunnen dus in het kader van de bovengenoemde machtiging nog maximaal 199 172 090 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven, waarvan nog maximaal 82 647 874 met mogelijkheid tot opheffing van het voorkeurrecht.

Toelichting 3: Aandeelhouders

Ontvangen kennisgevingen: we ontvingen in 2018 een groot aantal kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren al die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. Hierna vindt u een overzicht van de toestand op 31 december 2018 (resulterend uit de vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 ontvangen kennisgevingen) en een update van de toestand op 28 februari 2019

(resulterend uit de vanaf 1 januari 2019 tot en met 28 februari 2019 ontvangen kennisgevingen). We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.

Kennisgevingen Totaal stemrechten* % van totale stemrechten*
Toestand op 31 december 2018 (resulterend uit de ontvangen kennisgevingen tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018)
FMR LLC (laatste update: toestand op 6 september 2018) 12 531 817 (12 531 817) 3,01% (3,01%)
BlackRock Inc. (laatste update: toestand op 31 oktober 2018) 16 474 105 (20 778 528) 3,96% (5,00%)
Toestand op 28 februari 2019 (resulterend uit de ontvangen kennisgevingen tussen 1 januari 2019 en 28 februari 2019)
Geen

* Zoals vermeld in de transparantiekennisgeving. Getallen tussen haakjes zijn inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised.

Eigen aandelen: hierna volgt een overzicht van de eigen aandelen in het bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep op het einde

van het boekjaar. De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2018 bedroeg 3,51 euro.

KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen 31 december 2018 31 december 2017
Bij KBC Securities NV 2 2
Bij KBC Bank NV 50 282* 64 845*
Totaal, in procent van het totale aantal aandelen 0,0% 0,0%
* Als indekking voor uitstaande derivaten op indices/baskets waarin aandelen KBC Groep zijn opgenomen.

Toelichting 4: Balans

  • Op 31 december 2018 bedraagt het balanstotaal 23 348 miljoen euro, tegenover 21 640 miljoen euro het jaar voordien.
  • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1.
  • De vlottende activa bedragen 319 miljoen euro, tegenover 193 miljoen euro het jaar voordien. Die wijziging is voor een groot deel toe te schrijven aan meer liquide middelen op jaareinde en hogere over te dragen kosten.
  • We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2.

Toelichting 5: Resultaten

  • In 2018 bedraagt de nettowinst van KBC Groep NV 1 576 miljoen euro, tegenover 1 038 miljoen euro het jaar voordien.
  • De bedrijfsopbrengsten stegen met 6% en de bedrijfskosten stegen met 11% ten opzichte van het jaar voordien. Dat is voornamelijk een

Toelichting 6: Vergoeding van de commissaris

Zie Toelichting 6.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.

Toelichting 7: Bijkantoren

KBC Groep NV had op 31 december 2018 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).

• De schulden bedragen 9 925 miljoen euro, tegenover 8 155 miljoen euro het jaar voordien. Binnen de schulden zijn de belangrijkste wijzigingen: 2 nieuwe leningen, namelijk een tier 1-lening (1 miljard euro) en een tier 3-lening (Green Bond van 0,5 miljard euro). Ook de overige schulden stijgen met 0,2 miljard euro (hogere dividenduitkering t.o.v. vorig jaar).

gevolg van hogere ICT-kosten en van 38 miljoen euro kosten met betrekking tot een juridisch dossier.

• De belangrijkste wijziging in het financiële resultaat is de stijging van de ontvangen dividenden met 567 miljoen euro.

Toelichting 8: Overige informatie

KBC Groep NV maakt gebruik van financiële instrumenten voor de indekking van renterisico's. Op 31 december 2018 bedroeg het notioneel uitstaande bedrag aan renteswaps ter indekking van renterisico's 500 miljoen euro. KBC Groep maakt ook gebruik van valutaderivaten om het wisselrisico van het Hongaarse kantoor af te dekken (uitstaand bedrag ongeveer 3 miljoen euro).

KBC Groep heeft de intentie om de aandelen die hij aanhoudt in KBC Asset Management (48,14% van de uitstaande aandelen van KBC Asset Management) op 25 april 2019 over te dragen aan KBC Bank. Dat gebeurt onder de vorm van een aandelenverkoop, waarna KBC Groep een kapitaalverhoging zal doorvoeren bij KBC Bank. De overdracht kadert in een vereenvoudiging en optimalisatie van de aandeelhoudersstructuur van KBC Asset Management. Daardoor zal

KBC Bank alle aandelen van KBC Asset Management aanhouden (met uitzondering van één aandeel dat verder aangehouden wordt door KBC Verzekeringen). De herschikking is nog onder voorbehoud van goedkeuring door de FSMA als toezichthouder. Op deze verkoop zou KBC Groep een statutaire meerwaarde realiseren van 2 113 miljoen euro. Dit heeft geen impact op de geconsolideerde resultaten en solvabiliteit van KBC Groep.

De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen die hierboven nog niet werd vermeld, inclusief de verklaring over niet-financiële informatie, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.

Glossarium van financiële ratio's en termen

Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio's en termen gebruikt de groep ook eigen ratio's en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven (alternative performance measures, APM). We duiden die aan met APM in de titel.

Vanaf 2018 passen we IFRS 9 toe. Bijgevolg zijn sommige cijfers van de winst-en-verliesrekening en de balans – en de daarmee verband

houdende ratio's – niet volledig vergelijkbaar met de referentiecijfers voor 2017 (die nog altijd op IAS 39 zijn gebaseerd, aangezien KBC gebruikmaakt van de overgangsmaatregelen voor vergelijkende gegevens).

Common equity ratio

Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal). De hier vermelde ratio's zijn gebaseerd op de Deense compromismethode. De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode, wordt fully loaded genoemd. De invloed van IFRS 9 op deze ratio wordt beschreven in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?

Berekening 2018 2017
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren
we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau.
Phased-in 16,0% 16,5%
Fully loaded 16,0% 16,3%

Dekkingsratio (APM)

Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) is gedekt door specifieke waardeverminderingen. De teller en noemer in de formule betreffen alle impaired kredieten, maar kunnen ook worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid (de gegevens voor die specifieke berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten).

Opmerking: vanaf 2018 gebruiken we een licht aangepaste definitie van de kredietportefeuille (gebaseerd op gross carrying amount; zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?). Daarmee rekening houdend zou de dekkingsratio in 2017 48% geweest zijn.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Specifieke waardeverminderingen op kredieten (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg
gingsportefeuille, bankactiviteiten
3 203 4 039
Impaired kredieten (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg
gingsportefeuille, bankactiviteiten
7 151 9 186
= (A) / (B) 45% 44%

Dividenduitkeringsratio (APM)

Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken. Meer informatie over de dividenduitkeringspolitiek van de groep vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties. Het dividendbedrag voor 2018 is onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Uit te keren dividendbedrag (inclusief het interimdividend)
(A)
Gecons. vermogensmutaties 1 456 1 256
+
Te betalen/betaalde coupon op de AT1-instrumenten in
het eigen vermogen (B)
Gecons. vermogensmutaties 70 52
/
Nettoresultaat, groepsaandeel (C) Gecons. w-&-v-rekening 2 570 2 575
= (A+B) / (C) 59% 51%

Eigen interne kapitaaldoelstelling (APM)

We streven ernaar een van de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom vertrekken we vanuit onze jaarlijkse beoordeling van de common equity ratio's van een peergroep van Europese banken die actief zijn in de segmenten Retail, Kmo's en Bedrijven. We positioneren onszelf op de mediaan van de fully loaded common equity ratio's van de peergroep. We vatten dat kapitaalbeleid samen in een eigen interne kapitaaldoelstelling.

Berekening (uitgedrukt als fully loaded common
equity ratio) 2018 (doel) 2017 (doel)
Mediaan van de fully loaded common equity ratio's van
een peergroep van Europese banken 14,0% 14,0%

Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (APM)

Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.

Berekening (in miljoenen euro of aantallen) Verwijzing 2018 2017
Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) Geconsolideerde balans 17 233 17 403
/
Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (op einde
periode, in miljoenen) (B) Toelichting 5.10 416,1 418,5
= (A) / (B) (in euro) 41,4 41,6

Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (APM)

Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schade
regelingskosten (A)
/
Toelichting 3.7 878 813
Verdiende verzekeringspremies (B) Toelichting 3.7 1 553 1 465
+
Bedrijfskosten (C) Toelichting 3.7 505 482
/
Geboekte verzekeringspremies (D) Toelichting 3.7 1 597 1 493
= (A/B)+(C/D) 88% 88%

Impaired kredieten ratio (APM)

Geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12. De teller in de formule kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). De betreffende gegevens voor die berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Opmerking: vanaf 2018 gebruiken we een licht aangepaste definitie van de kredietportefeuille (gebaseerd op gross carrying amount; zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?). Daarmee rekening houdend zou de ratio voor impaired kredieten in 2017 6,1% bedragen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Bedrag van impaired kredieten (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg
gingsportefeuille, bankactiviteiten
7 151 9 186
Totale kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg
gingsportefeuille, bankactiviteiten
164 824 154 160
= (A) / (B) 4,3% 6,0%

Kosten-inkomstenratio (APM)

Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure business-activiteiten.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Kosten-inkomstenratio
Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten 3 714 3 570
/
Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten 6 459 6 587
= (A) / (B) 57,5% 54,2%
Kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen
Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten 3 714 3 570
Min: kleinere elementen (a1) -27 -16
/
Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten 6 459 6 587
Min: invloed van marked-to-marketwaardering van
ALM-derivaten (b1) -10 -93
Min: kleinere elementen (b2) -25 -17
= (A-a1) / (B-b1-b2) 57,4% 54,9%

Kredietkostenratio (APM)

Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille. Een negatieve ratio duidt op een nettoterugname van waardeverminderingen en dus een positieve invloed op het resultaat. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Nettowijziging in de waardeverminderingen voor
kredietrisico's (A)
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardevermin
deringen, Toelichting 3.10
-59 -87
/
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet- en beleg
Gemiddelde kredietportefeuille (B) gingsportefeuille, bankactiviteiten 163 393 151 681
= (A) / (B) -0,04% -0,06%

Kredietportefeuille (APM)

Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten. Vanaf 2018 hebben we de definitie licht aangepast. We schakelden over van uitstaand bedrag naar de nieuwe definitie van brutoboekwaarde (gross carrying amount; dat is inclusief gereserveerde en geprorateerde rente). We breidden ook de scope van de kredietportefeuille uit met de volgende elementen: andere blootstelling op kredietinstellingen (plaatsingen op de geldmarkt, documentaire kredieten, rekeningen), debiteurenrisico van KBC Commercial Finance, niettoegestane overschrijdingen op rekeningen en reverse repo's (excl. met centrale banken). Als daarmee rekening werd gehouden, zou de totale kredietportefeuille eind 2017 ruwweg 162 miljard euro hebben bedragen.

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2018 2017
Leningen en voorschotten aan klanten (A) Toelichting 4.1, Leningen en voorschotten aan klanten 147 052 140 999
+
Reverse repo's (niet op centrale banken) (B) Toelichting 4.1, onderdeel van Reverse repo's met kredietinstellin
gen en beleggingsondernemingen
538
+
Schuldinstrumenten van ondernemingen en van krediet
instellingen en beleggingsondernemingen (bank) (C)
Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder
nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen
5 750 6 243
+
Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen (bank, exclusief marktzaal
activiteiten) (D)
Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan
kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
881
+
Andere blootstelling op kredietinstellingen (E) - 4 603
+
Verstrekte financiële garanties aan klanten (F) Toelichting 6.1, onderdeel van Verstrekte financiële garanties 8 302 8 235
+
Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (G) Toelichting 4.2, onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen 3 534 4 058
-
Verzekeringsentiteiten (H) Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan
klanten
-2 296 -2 458
+
Niet-kredietgerelateerde vorderingen (I) - -517
+
Overige (J) Onderdeel van Toelichting 4.1 -2 142 -3 797
= (A)+(B)+(C)+(D)+(E)+(F)+(G)-(H)+(I)+(J) 164 824 154 160

Leverageratio

Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Reglementair beschikbaar tier 1-kapitaal (A)
/
Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op
groepsniveau
16 150 16 504
Totale exposure measures (totaal van niet-risicogewogen
binnen- en buitenbalanselementen, met enkele aan
passingen) (B)
Hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op
groepsniveau
266 594 272 373
= (A) / (B) 6,1% 6,1%

Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)

Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Liquide activa van hoge kwaliteit (A)
/
Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR en de EBA-richtlijnen
voor LCR disclosure
79 300 79 850
Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalen
derdagen (B)
57 200 57 600
= (A) / (B) 139% 139%

Marktkapitalisatie

Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.

Berekening (in euro of aantallen) Verwijzing 2018 2017
Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) 56,7 71,1
x
Aantal gewone aandelen, in miljoenen (B) Toelichting 5.10 416,2 418,6
= (A) x (B) (in miljarden euro) 23,6 29,8

Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL)

Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen.

Berekening (in miljoenen euro of %) 2018 2017
Point-of-entry view Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we
ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau.
De hier getoonde ratio's zijn uitgedrukt als % van
de risicogewogen activa.
25,0% 24,0%
Geconsolideerde view 26,0% 26,3%

Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)

Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A)
/
Basel Committee on Banking Supervision, tekst Basel III: the net
stable funding ratio van oktober 2014.
165 650 157 700
Vereist bedrag stabiele financiering (B) 122 150 117 300
= (A) / (B) 136% 134%

Nettorentemarge (APM)

Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Opmerking: vanaf 2018 namen we de dealingroomactiviteiten en de netto positieve invloed van ALM-valutaswaps en repo's niet op in de berekening. Op basis van die aangepaste definitie zou de nettorentemarge in 2017 1,95% hebben bedragen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten* (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten 3 813 3 513
/
Gemiddelde rentedragende activa van de bank
activiteiten* (B) Gecons. balans: onderdeel van totale activa 187 703 187 216
= (A) / (B) x 360 / aantal kalenderdagen 2,00% 1,85%

* Na uitsluiting van alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer.

Referentiekapitaalpositie (APM)

Boven op de Eigen interne kapitaaldoelstelling (zie definitie) willen we een bijkomende soepele buffer tot 2% common equity aanhouden voor eventuele fusies en overnames om onze marktposities in onze kernlanden te versterken. Elke opportuniteit op dat vlak zal onderworpen worden aan erg strikte financiële en strategische criteria. Die buffer komt boven op de eigen interne kapitaaldoelstelling van KBC Groep, waardoor we tot een Referentiekapitaalpositie komen.

Berekening (uitgedrukt als fully loaded common
equity ratio) 2018 (doel) 2017 (doel)
Eigen interne kapitaaldoelstelling (A) 14,0% 14,0%
+
Bijkomende soepele buffer voor fusies en overnames (B) 2,0% 2,0%
= (A) + (B) 16,0% 16,0%

Rendement op eigen vermogen (APM)

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel
houders van de moedermaatschappij (A)
Gecons. w-&-v-rekening 2 570 2 575
-
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen
vermogen (B)
Gecons. vermogensmutaties -76 -52
/
Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders,
exclusief de herwaarderingsreserve voor FVOCI en voor
FVPL-overlay (voor verkoop beschikbare financiële activa
in 2017) (C) Gecons. vermogensmutaties 15 935 14 926
= (A-B) / (C) 16% 17%

Rendement op toegewezen kapitaal van een divisie (ROAC)(APM)

Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.

Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2018 2017
DIVISIE BELGIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 1 450 1 575
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B)
6 496 6 007
= (A) / (B) 22% 26%
DIVISIE TSJECHIË
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 654 702
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B)
= (A) / (B)
1 696
39%
1 620
43%
DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN
Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden)
van de divisie (A)
Toelichting 2.2: resultaten per segment 533 444
/
Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd
op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens
Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verze
keringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) 2 204 2 054
= (A) / (B) 24% 22%

Solvabiliteitsratio van de verzekeringsactiviteiten

Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency II.

Berekening 2018 2017
Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren
we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit van KBC Bank en
KBC Verzekeringen afzonderlijk 217% 212%

Totaal beheerd vermogen (APM)

Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, Cˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail-, privatebanking- en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.

2018 2017*
186,4 202,1
9,5 9,6
4,4 5,0
200,3 216,7

* De cijfers voor 2017 werden aangepast (-2 miljard euro) ingevolge een correctie bij institutionele mandaten.

Winst per aandeel, gewoon en verwaterd

Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).

Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2018 2017
Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel
houders van de moedermaatschappij (A)
-
Geconsolideerde w-&-v-rekening 2 570 2 575
Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen
vermogen (B)
Gecons. eigenvermogensmutaties -76 -52
/
Gemiddeld aantal gewone aandelen min eigen aandelen
van de periode, in miljoenen (C)
Toelichting 5.10 417 418
of gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende
opties min eigen aandelen van de periode (D)
(idem) (idem)
Gewoon = (A-B) / (C) (in euro) 5,98 6,03
Verwaterd = (A-B) / (D) (in euro) 5,98 6,03

Verklaring van de verantwoordelijke personen

"Ik, Rik Scheerlinck, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."

Contactadressen en kalender

Investor Relations Office
Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office)
[email protected]
KBC Groep NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Pers
Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster)
[email protected]
KBC Groep NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Duurzaam ondernemen
Vic Van de Moortel (directeur Duurzaam KBC)
[email protected]
KBC Groep NV, Duurzaam KBC, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Kalender 2019
Publicatie Jaarverslag 2018 en Risk report 2018 29 maart 2019
Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 2 mei 2019
Publicatie resultaten 1e kwartaal 2019 16 mei 2019
Publicatie resultaten 2e kwartaal 2019 8 augustus 2019
Publicatie resultaten 3e kwartaal 2019 14 november 2019

De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.

Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verlopen 100% klimaatneutraal.

Lees ook onze andere verslagen:

www.kbc.com

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.