Quarterly Report • Aug 6, 2020
Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Samenvatting 3 Financiële hoofdlijnen 4 Overzicht van resultaten en balans 5 Analyse van het kwartaal 6 Analyse van de year-to-date periode 9 Risicoverklaring, economische visie en verwachtingen 10
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 13 Vereenvoudigd geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income) 15 Geconsolideerde balans 16 Geconsolideerde vermogensmutaties 17 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 20 Toelichting bij de grondslagen voor financiële verslaggeving 22 Toelichting bij de segmentinformatie 29 Overige toelichtingen 30 Additionele informatie Details van ratio's en termen 42
U vindt bijkomende detailinformatie (onder meer over kredietrisico, solvabiliteit en divisies) in het Engelstalig Quarterly Report, dat ook beschikbaar is op www.kbc.com
De in dit verslag geformuleerde verwachtingen, prognoses en uitspraken over de toekomstige ontwikkelingen zijn vanzelfsprekend gebaseerd op veronderstellingen en zijn afhankelijk van een aantal toekomstige factoren. Het is dan ook mogelijk dat de werkelijkheid hier (sterk) van afwijkt.
[email protected] KBC Groep NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België
Dit verslag bevat informatie die is onderworpen aan de transparantievoorschriften voor beursgenoteerde vennootschappen. Publicatiedatum: 6 augustus 2020
'Ik, Rik Scheerlinck, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar hierbij namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de verkorte financiële overzichten die zijn opgenomen in het kwartaalverslag zijn gebaseerd op de relevante boekhoudkundige normen en in alle wezenlijke opzichten de financiële toestand en resultaten van KBC Groep NV, met inbegrip van zijn geconsolideerde dochtermaatschappijen, correct weergeven en dat het kwartaalverslag een getrouw overzicht geeft van de belangrijke gebeurtenissen en de belangrijkste transacties met verbonden partijen tijdens de verslagperiode en het effect daarvan op de verkorte financiële overzichten, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden voor de resterende maanden van het lopende jaar.'
| Overzicht KBC-groep (geconsolideerd, IFRS) | 2KW2020 | 1KW2020 | 2KW2019 | 1H2020 | 1H2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 210 | -5 | 745 | 205 | 1 175 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 0,47 | -0,04 | 1,76 | 0,43 | 2,75 |
| Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
| België | 204 | -86 | 388 | 119 | 564 |
| Tsjechië | 77 | 88 | 248 | 165 | 425 |
| Internationale Markten | -45 | 35 | 104 | -11 | 175 |
| Groepscenter | -26 | -43 | 4 | -68 | 11 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) |
44,9 | 43,8 | 42,8 | 44,9 | 42,8 |
Het tweede kwartaal begon met de lockdown van de samenleving als gevolg van de coronacrisis. Naast het menselijke leed dat de pandemie zelf heeft veroorzaakt, bracht dat ook ongekende economische gevolgen met zich mee. Hoewel de samenleving nu geleidelijk aan weer opent, is het duidelijk dat de impact van de coronacrisis significant zal zijn, zeker in bepaalde sectoren. De verschillende steunmaatregelen die werden genomen in onze thuismarkten, kunnen evenwel helpen om de totale impact te beperken. Het is duidelijk dat de langetermijngevolgen voor de economie ook afhangen van nieuwe uitbraken van het virus en de intensiteit ervan, nu en in de komende maanden.
Sinds het begin van de coronacrisis werken we intensief samen met overheidsinstellingen om alle klanten te ondersteunen die door het coronavirus worden getroffen, door op efficiënte wijze steunmaatregelen aan te bieden – waaronder uitstel van kredietbetalingen – en die maatregelen waar nodig aan te passen of uit te breiden. In deze moeilijke tijden zijn we er ook in geslaagd om onze klanten in al onze thuismarkten een hoog niveau van dienstverlening te blijven bieden, vooral dankzij de inspanningen en investeringen die we de afgelopen jaren hebben gedaan op het vlak van digitale transformatie, in combinatie met de expertise en de inzet van onze medewerkers in al onze thuismarkten. Ondertussen blijven we werken aan oplossingen om het leven van onze klanten proactief te vergemakkelijken. De interactie tussen mens en machine, tussen kantoor en digitale app, ondersteund door artificiële intelligentie en data-analyse, speelt daarbij een prominente rol. Daarover en over andere onderwerpen zullen we uitvoeriger communiceren tijdens een strategie-update op 12 november.
We geloven dat de wereld na de coronacrisis duurzamer zal moeten zijn en we werken onverminderd verder om bij te dragen aan dat scenario. Met dat in het achterhoofd hebben we in juni met succes onze tweede groene obligatielening uitgegeven voor een bedrag van 500 miljoen euro. Door de uitgifte van groene obligaties willen we een nauwere band creëren met duurzame beleggers, financiering bieden aan klanten die direct betrokken zijn bij duurzame projecten en bijdragen aan de ontwikkeling van een liquide en efficiënte markt voor groene obligaties, wat de overgang naar een koolstofarme economie kan helpen te financieren.
Wat onze financiële resultaten betreft, hebben we in het tweede kwartaal van 2020 een nettowinst van 210 miljoen euro gerealiseerd. Het resultaat werd aanzienlijk beïnvloed door de boeking van 845 miljoen euro aan waardeverminderingen op kredieten, waarvan het grootste deel betrekking had op de mogelijke economische gevolgen van de coronacrisis. In dat verband herhalen we onze guidance voor het boekjaar 2020, namelijk een geschatte 1,1 miljard euro aan waardeverminderingen op kredieten. Zoals verwacht daalden de nettorente-inkomsten en de nettoprovisie-inkomsten in het tweede kwartaal, terwijl in dat kwartaal ons resultaat uit schadeverzekeringen daarentegen heel solide was en we een sterke verkoop zagen in onze levensverzekeringsactiviteiten. Bovendien heeft ons trading- en reëlewaarderesultaat, dat in het eerste kwartaal van het jaar een zware klap kreeg, zich in het tweede kwartaal voor een groot deel hersteld. Last but not least hebben onze strenge kostenbeheersingsmaatregelen, samen met de extra kostenbesparingen die bij de publicatie van de eerstekwartaalresultaten werden aangekondigd, bijgedragen tot een verlaging van onze exploitatiekosten (exclusief bankenheffingen) met 6% tegenover het vorige kwartaal en met 8% jaar-op-jaar.
Onze solvabiliteitspositie bleef heel sterk, met een fully loaded common equity ratio van 16,6%, ruim boven de huidige minimumkapitaalvereiste van 7,95%. Ook onze liquiditeitspositie bleef stevig, met een LCR van 136% en een NSFR van 142% eind
juni 2020. Als gevolg daarvan stellen onze huidige kapitaal- en liquiditeitsbuffers ons in staat om de uitdagingen van vandaag met vertrouwen tegemoet te treden. Noteer dat we, in lijn met de recente aanbeveling van de ECB, ons gebruikelijke dividendbeleid niet kunnen uitvoeren. Dat betekent dat er in november 2020 geen interim-dividend zal worden uitgekeerd.
Tot slot wil ik alle stakeholders uitdrukkelijk bedanken voor het vertrouwen dat ze ons blijven schenken. Ik kan u verzekeren dat we er in deze uitdagende tijden voluit voor blijven gaan om onze positie als referentie in bankverzekeren in al onze thuismarkten te handhaven.
Johan Thijs, Chief Executive Officer
Onze strategie steunt op vier principes:
• Onze klanten staan centraal in alles wat we doen.
• We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen. • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame
en rendabele groei realiseren.
• We nemen onze verantwoordelijkheid in de samenleving en de lokale economieën.
Het resultaat van het tweede kwartaal van 2020 werd aanzienlijk beïnvloed door de boeking van waardeverminderingen op kredieten die verband hielden met de pandemie.
Daarnaast werden de kosten aanzienlijk verlaagd, was het resultaat uit schadeverzekeringen uitstekend en herstelde het trading- en reëlewaarderesultaat zich na de eerdere daling in het eerste kwartaal. De nettorente-inkomsten en de nettoprovisie-inkomsten daalden ten opzichte van het vorige kwartaal.
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS KBC-groep (in miljoenen euro) |
2KW2020 | 1KW2020 | 4KW2019 | 3KW2019 | 2KW2019 | 1H2020 | 1H2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 1 083 | 1 195 | 1 182 | 1 174 | 1 132 | 2 278 | 2 261 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 255 | 185 | 229 | 192 | 174 | 440 | 335 |
| Verdiende premies | 435 | 443 | 441 | 440 | 425 | 879 | 840 |
| Technische lasten | -180 | -258 | -212 | -248 | -251 | -439 | -505 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 6 | 0 | 2 | -5 | 1 | 6 | -2 |
| Verdiende premies | 276 | 297 | 364 | 291 | 317 | 574 | 668 |
| Technische lasten | -271 | -297 | -363 | -297 | -316 | -568 | -669 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -13 | -7 | -11 | -9 | 1 | -21 | -5 |
| Dividendinkomsten Nettoresultaat uit fin.instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening1 |
17 253 |
12 -385 |
17 130 |
14 -46 |
39 -2 |
30 -132 |
51 97 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income |
2 | 0 | 0 | 5 | 0 | 3 | 2 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 388 | 429 | 445 | 444 | 435 | 816 | 845 |
| Overige netto-inkomsten | 53 | 50 | 47 | 43 | 133 | 102 | 192 |
| Totale opbrengsten | 2 043 | 1 479 | 2 041 | 1 813 | 1 913 | 3 522 | 3 775 |
| Exploitatiekosten | -904 | -1 338 | -1 045 | -975 | -988 | -2 242 | -2 283 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -857 | -141 | -82 | -26 | -40 | -997 | -109 |
| Waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income 2 |
-845 | -121 | -75 | -25 | -36 | -966 | -103 |
| Aandeel in het resultaat van geassoc. ondernemingen en joint ventures |
-3 | -3 | -1 | 0 | 4 | -7 | 8 |
| Resultaat vóór belastingen | 279 | -3 | 912 | 812 | 889 | 276 | 1 392 |
| Belastingen | -69 | -2 | -210 | -200 | -144 | -71 | -217 |
| Resultaat na belastingen | 210 | -5 | 702 | 612 | 745 | 205 | 1 175 |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| toerekenbaar aan de aandeelhouders v/d moedermaatschappij |
210 | -5 | 702 | 612 | 745 | 205 | 1 175 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) Verwaterde winst per aandeel (in euro) |
0,47 0,47 |
-0.04 -0.04 |
1.66 1.66 |
1.44 1.44 |
1.76 1.76 |
0,43 0,43 |
2.75 2.74 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS KBC-groep (in miljoenen euro) |
30-06-2020 | 31-03-2020 | 31-12-2019 | 30-09-2019 | 30-06-2019 | ||
| Balanstotaal | 317 388 | 301 451 | 290 735 | 294 830 | 289 548 | ||
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. reverse repo's) | 157 563 | 158 364 | 155 816 | 154 863 | 154 169 | ||
| Effecten (eigenvermogens- en schuldinstrumenten) | 72 131 | 67 176 | 65 633 | 65 122 | 63 746 | ||
| Deposito's van klanten en schuldpapier (excl. repo's) | 210 811 | 208 293 | 203 369 | 205 270 | 199 138 | ||
| Technische voorzieningen, vóór herverzekering | 18 775 | 18 816 | 18 560 | 18 549 | 18 652 | ||
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 12 505 | 11 979 | 13 610 | 13 456 | 13 381 | ||
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 18 710 | 18 220 | 18 865 | 18 086 | 17 799 | ||
| Selectie van ratio's KBC-groep (geconsolideerd) |
1H2020 | FY2019 | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 2%3 | 14% | |||||
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten (exclusief bepaalde niet-operationele posten en bij een gelijkmatige |
66% (59%) |
58% (58%) |
|||||
| spreiding van de bankenheffing) Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen |
83% | 90% | |||||
| Common equity ratio, Basel III, Danish Compromise, fully loaded [transitioneel] | 16,6% [16,6%] | 17,1% | |||||
| Common equity ratio FICOD, fully loaded [transitioneel] | 15,4% [15,5%] | 15,8% | |||||
| Leverage ratio, Basel III, fully loaded [transitioneel] | 6,0% [6,0%] | 6,8% | |||||
| Kredietkostenratio | 0,64% | 0,12% | |||||
| Ratio impaired kredieten waarvan impaired kredieten die > 90 dagen achterstallig zijn |
3,4% 1,9% |
3,5% 1,9% |
|||||
| Net stable funding ratio (NSFR) | 142% | 136% | |||||
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 136% | 138% |
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd. 3 4% als de bankentaksen gelijkmatig over het jaar gespreid worden.
In het deel 'Geconsolideerde financiële staten' van het kwartaalverslag vindt u een overzicht van onze geconsolideerde winst-enverliesrekening en balans volgens IFRS. In datzelfde deel vindt u ook een vereenvoudigd overzicht van de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, van de eigenvermogensmutaties, en verschillende toelichtingen bij de rekeningen. Wat betreft de (wijzigingen in) de definities van de ratio's: zie Details van ratio's en termen in het kwartaalverslag.
2 043 miljoen euro
Totale opbrengsten De totale opbrengsten stegen met 38% tegenover het vorige kwartaal, bijna volledig dankzij het herstel van ons trading- en reëlewaarderesultaat na de enorme daling in het vorige kwartaal, die werd veroorzaakt door de aanvankelijke onrust op de financiële markten na de uitbraak van de pandemie. Alle andere inkomstenposten samen daalden licht ten opzichte van het vorige kwartaal, waarbij de daling van de nettorente-inkomsten en van de nettoprovisie-inkomsten deels werd gecompenseerd door hogere technische verzekeringsinkomsten en seizoensgebonden hogere dividendinkomsten.
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 083 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2020. Dat is 9% minder dan in het vorige kwartaal en 4% minder dan een jaar geleden. In beide gevallen hield de daling vooral verband met het effect van de renteverlaging door de CNB in Tsjechië, de depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro, de lage herbeleggingsrentes in het algemeen, de lagere marges op de kredietportefeuille in de meeste kernlanden (behalve België), het lagere positieve netto-effect van ALM FX-swaps en het feit dat in het vorige kwartaal een positieve eenmalige post was opgenomen. In de vergelijking met hetzelfde kwartaal van vorig jaar werden die negatieve effecten deels gecompenseerd door een goede groei van het kredietvolume (zie volgende paragraaf), het gunstige effect van de ECB-tiering, lagere financieringskosten, een grotere obligatieportefeuille (ook tegenover vorig kwartaal) en de volledige consolidatie van ČMSS sinds juni 2019 (ČMSS werd geconsolideerd voor de volledige drie maanden in het tweede kwartaal van 2020, maar voor slechts één maand in het tweede kwartaal van 2019 - verder aangeduid als het 'ČMSS-effect').
Het totale volume van de kredietverlening aan klanten (158 miljard euro) bleef min of meer stabiel tegenover het vorige kwartaal, maar steeg met 4% jaar-op-jaar, met een jaar-op-jaar groei in alle divisies. De klantendeposito's inclusief schuldpapier (211 miljard euro) stegen met 1% tegenover het vorige kwartaal en met 7% jaar-op-jaar, opnieuw met een jaar-op-jaar groei in alle divisies. Exclusief schuldpapier stegen de deposito's zelfs met 5% tegenover het vorige kwartaal en met 11% jaar-op-jaar. De nettorentemarge voor het tweede kwartaal van 2020 bedroeg 1,82%, 15 basispunten lager dan het vorige kwartaal en 12 basispunten lager dan een jaar geleden.
De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) droegen 247 miljoen euro bij aan de totale opbrengsten. Dat is een stijging van 43% ten opzichte van het voorgaande kwartaal en van 40% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was vooral te danken aan lagere technische lasten (in het verslagkwartaal was het positieve effect van de lockdown op de schadegevallen opgenomen, terwijl het vorige kwartaal de aanzienlijke impact van de stormen in België bevatte), die de lichte daling van de verdiende premies ruimschoots compenseerden. De stijging ten opzichte van een jaar geleden was vooral te danken aan een combinatie van lagere lasten (een gevolg van de lockdown in het verslagkwartaal, terwijl het referentiekwartaal negatief werd beïnvloed door stormschadeclaims en een herinschatting van de schadevoorzieningen) en een lichte stijging van de premie-inkomsten, ondanks een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering. In totaal kwam de gecombineerde ratio voor het eerste halfjaar van 2020 uit op een uitstekende 83%, tegenover 90% voor het boekjaar 2019.
De technische inkomsten uit onze levensverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroegen 1 miljoen euro, tegenover 4 miljoen euro in het vorige kwartaal en 0 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De verkoop van levensverzekeringsproducten in het verslagkwartaal (561 miljoen euro) steeg met 32% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 22% tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar (dankzij een hogere verkoop van tak 23-producten in België door de lancering van nieuwe producten), waardoor de lagere verkoop van producten met rentegarantie (tak 21) meer dan gecompenseerd werd. In totaal steeg het aandeel van tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen naar 58% in het tweede kwartaal van 2020. De overige 42% bestond uit tak 21-producten.
In het tweede kwartaal van 2020 bedroegen de nettoprovisie-inkomsten 388 miljoen euro. In vergelijking met het vorige kwartaal en hetzelfde kwartaal een jaar eerder was dat een aanzienlijke daling van respectievelijk 10% en 11%. In beide gevallen werd de daling voornamelijk veroorzaakt door de effecten van de coronaviruspandemie op de vergoedingen uit vermogensbeheer (lagere instapvergoedingen door een daling van de verkoop en de marges, lagere beheersvergoedingen als gevolg van een lager gemiddeld beheerd vermogen in combinatie met lagere marges). Bovendien daalden ook de vergoedingen voor bankdiensten (de vergoedingen voor betalingsdiensten zijn bijvoorbeeld gedaald, onder meer door een algemeen lagere activiteit als gevolg van de lockdown). Die negatieve elementen werden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de lagere betaalde distributievergoedingen (tegenover het vorige kwartaal) en het ČMSS-effect (jaar-op-jaar). Eind juni 2020 bedroeg ons totale beheerde vermogen 202 miljard euro, een stijging van 4% tegenover het vorige kwartaal maar een daling van 4% jaar-op-jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was het gevolg van een herstel van de activaprijzen (+5%) in het tweede kwartaal, in combinatie met een beperkte netto-uitstroom van activa (-1%). De daling tegenover een jaar geleden was het gevolg van lagere activaprijzen (-1%) en een netto-uitstroom (-3%).
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg een positieve 253 miljoen euro, tegenover -385 miljoen euro in het vorige kwartaal (dat werd beïnvloed door de aanvankelijke onrust op de markten na de uitbraak van de coronacrisis) en -2 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het trading- en reëlewaarderesultaat voor het verslagkwartaal herstelde zich voor een groot deel ten opzichte van het vorige kwartaal, doordat het positief beïnvloed werd door de stijgende beurzen, de dalende creditspreads van tegenpartijen en lagere fundingspread van KBC, deels tenietgedaan door lagere langetermijnrentes.
De andere inkomsten omvatten 17 miljoen euro dividendinkomsten, een stijging ten opzichte van het vorige kwartaal (omdat in het tweede kwartaal van het jaar traditioneel het grootste deel van de dividenden wordt ontvangen), maar minder dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar als gevolg van de over het algemeen lagere dividendbetalingen door de coronacrisis. De andere inkomsten bevatten ook 53 miljoen euro aan overige netto-inkomsten. Dat is in overeenstemming met de normale run rate voor deze post, maar lager dan het cijfer dat in hetzelfde kwartaal van vorig jaar werd geboekt, dat profiteerde van een herwaarderingsmeerwaarde van 82 miljoen euro op het belang in ČMSS (door de overname in dat kwartaal van het resterende belang in dat bedrijf).
904 miljoen euro
Exploitatiekosten Zonder de bankenheffing daalden de exploitatiekosten in het tweede kwartaal met 6% tegenover het vorige kwartaal, dankzij een strikte kostenbeheersing. De kosteninkomstenratio voor het eerste halfjaar van 2020 bedroeg 66%, of 59% wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bankenheffing gelijk gespreid zou worden over het jaar.
De exploitatiekosten bedroegen in het tweede kwartaal van 2020 904 miljoen euro. De vergelijking met het vorige kwartaal wordt vertekend doordat het grootste deel van de bankenheffing voor het hele jaar op voorhand wordt geboekt in het eerste kwartaal (27 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2020, 407 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2020, 30 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2019). Laten we die bankenheffing buiten beschouwing, dan daalden de kosten met 6% tegenover het vorige kwartaal en met 8% jaar-op-jaar, voornamelijk dankzij de aangekondigde kostenbesparingen, die onder meer hebben geleid tot een daling van de accruals voor variabele vergoedingen, minder vte's, lagere marketing-, reis-, facilitaire en eventkosten (deze vier kostenposten hielden rechtstreeks verband met de effecten van de lockdown), en daarenboven ook dankzij de depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro. Die elementen compenseerden grotendeels het negatieve effect van factoren zoals loondrift en het ČMSS-effect (jaar-op-jaar).
De kosten-inkomstenratio van onze bankactiviteiten kwam uit op 66% voor het eerste halfjaar van 2020, maar werd vertekend doordat het grootste deel van de bankenheffing in het eerste kwartaal werd geboekt. Als we bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing laten en de bankenheffing gelijkmatig over het jaar zouden spreiden, bedroeg de ratio 59%, tegenover 58% voor heel 2019.
We boekten een nettowaardevermindering op kredieten van 845 miljoen euro, een stijging ten opzichte van de 121 miljoen euro die in het vorige kwartaal werd geboekt. Bijna 90% van de waardeverminderingen op kredieten in het tweede kwartaal had betrekking op collectieve waardeverminderingen voor de effecten van de coronacrisis. De kredietkostenratio voor het eerste halfjaar is gestegen tot 0,64%. 845 miljoen euro
In het tweede kwartaal van 2020 boekten we 845 miljoen euro nettowaardeverminderingen op kredieten, tegenover een nettowaardevermindering van 121 miljoen euro in het vorige kwartaal en 36 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2019. Zo'n 746 miljoen euro van die 845 miljoen euro had betrekking op collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis. Van dat bedrag had 596 miljoen euro betrekking op een expertgebaseerde berekening ('management overlay' op basis van bepaalde stressveronderstellingen afhankelijk van land, segment, sector en probability-gewogen macro-economische scenario's) en 150 miljoen euro via de ECL-modellen als gevolg van geactualiseerde macro-economische variabelen. Een gedetailleerde berekening en achtergrondinformatie over deze berekening vindt u in toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag. De volledige collectieve verwachte kredietverliezen voor de coronacrisis – gebaseerd op de veronderstellingen op het einde van het tweede kwartaal - werden al geboekt in het eerste halfjaar van 2020.
Uitgesplitst per land bedroegen de waardeverminderingen op kredieten in het tweede kwartaal van 2020 458 miljoen euro in België, 170 miljoen euro in Tsjechië, 41 miljoen euro in Slowakije, 55 miljoen euro in Hongarije, 23 miljoen euro in Bulgarije en 97 miljoen euro in Ierland. Voor de hele groep is de kredietkostenratio gestegen tot 0,64% voor het eerste halfjaar van 2020 (0,20% exclusief het bedrag voor de coronaviruspandemie), tegenover 0,12% voor heel 2019.
De ratio van impaired kredieten lag iets lager dan aan het begin van het jaar. Eind juni 2020 stond ongeveer 3,4% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 3,5% eind 2019. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,9% van de kredietportefeuille, vergelijkbaar met het cijfer van eind 2019.
Voor een indicatie van de verwachte invloed van de waardeverminderingen op kredieten voor heel 2020, zie 'Verwachtingen' op pagina 11 van dit verslag.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 12 miljoen euro, tegenover 20 miljoen euro in het vorige kwartaal en 4 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2019. De cijfers voor het beschouwde kwartaal en het vorige kwartaal hebben hoofdzakelijk betrekking op de boekhoudkundige verwerking van de diverse betalingsmoratoria in onze kernlanden.
| Nettoresulaat | België | Tsjechië | Internationale Markten |
Groepscenter |
|---|---|---|---|---|
| per divisie | 204 | 77 | -45 | -26 |
| miljoen euro | miljoen euro | miljoen euro | miljoen euro |
België: het nettoresultaat (204 miljoen euro) steeg met 290 miljoen euro tegenover het vorige kwartaal. Exclusief de bankenheffing (waarvan het grootste deel in het eerste kwartaal wordt geboekt, wat dus een vertekend beeld geeft van de vergelijking met het vorige kwartaal), steeg het nettoresultaat nog met 75 miljoen euro (58%), omdat de sterke heropleving van het trading- en reëlewaarderesultaat (na de enorme daling in het eerste kwartaal van het jaar), het hogere technische resultaat uit schadeverzekeringen (lagere claims) en de lagere kosten de negatieve impact van de aanzienlijke toename van de waardeverminderingen op kredieten (die grotendeels verband hielden met de impact van de coronacrisis) en de lagere nettoprovisie-inkomsten en nettorente-inkomsten ruimschoots compenseerden.
Tsjechië: het nettoresultaat (77 miljoen euro) daalde met 12% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Exclusief de bankenheffing (waarvan het grootste deel in het eerste kwartaal wordt geboekt) en het effect van de depreciatie van de Tsjechische kroon ten opzichte van de euro, daalde het nettoresultaat met 32% tegenover het vorige kwartaal, omdat de beduidend hogere waardeverminderingen op kredieten (die voornamelijk te maken hebben met de impact van de coronacrisis) en de lagere nettorente-inkomsten (onder meer als gevolg van de rate cuts door de CNB) de heropleving van het trading- en reëlewaarderesultaat (na de daling in het eerste kwartaal) en de daling van de kosten meer dan tenietdeden.
Internationale Markten: het nettoresultaat van -45 miljoen euro is als volgt samengesteld: -6 miljoen euro in Slowakije, 16 miljoen euro in Hongarije, 14 miljoen euro in Bulgarije en -70 miljoen euro in Ierland. Voor de hele divisie daalde het nettoresultaat met 80 miljoen euro tegenover het vorige kwartaal, of 127 miljoen euro als we de bankenheffing buiten beschouwing laten. Die daling is vooral het gevolg van hogere waardeverminderingen op kredieten (in alle landen; grotendeels in verband met de impact van de coronacrisis), die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door het hogere trading- en reëlewaarderesultaat en lagere kosten.
Groepscenter: het nettoresultaat (-26 miljoen euro) steeg met 17 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk dankzij een hoger trading- en reëlewaarderesultaat en hogere nettorente-inkomsten, die de afwezigheid van terugnames van waardeverminderingen op kredieten in het betreffende kwartaal en het lagere resultaat uit afgestane herverzekering ruimschoots compenseerden.
| België | Tsjechië | Internationale Markten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Selectie van ratio's per divisie | 1H2020 | FY2019 | 1H2020 | FY2019 | 1H2020 | FY2019 |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten exclusief bepaalde niet operationele elementen en bij een gelijkmatige spreiding van de bankenheffing over het jaar |
58% | 60% | 48% | 47% | 68% | 68% |
| Gecombineerde ratio niet-levenverzekeringen | 85% | 89% | 86% | 94% | 78% | 88% |
| Kredietkostenratio* | 0,63% | 0,22% | 0,62% | 0,04% | 0,82% | -0,07% |
| Ratio impaired kredieten | 2,4% | 2,4% | 2,2% | 2,3% | 7,8% | 8,5% |
* Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed). Zie Details van ratio's en termen in het kwartaalverslag
In het deel Additional information van het Engelstalig Quarterly report vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
| Eigen vermogen, | Totaal | Common equity | Liquidity coverage | Net stable funding |
|---|---|---|---|---|
| solvabiliteit en | eigen vermogen | ratio (fully loaded) | ratio | ratio |
| liquiditeit | 20,2 miljard euro | 16,6% | 136% | 142% |
Eind juni 2020 bedroeg ons totale eigen vermogen 20,2 miljard euro, bestaande uit 18,7 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde met 0,2 miljard euro ten opzichte van eind 2019, door de combinatie van een aantal factoren, waaronder de winst over het eerste halfjaar (+0,2 miljard euro), een daling van de herwaarderingsreserves voor eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij (de zogenaamde 'insurance overlay approach'; -0,1 miljard euro), omrekeningsverschillen (-0,3 miljard euro, grotendeels door de depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint in de verslagperiode) en een aantal andere minder belangrijke posten. We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag (onder Geconsolideerde vermogensmutaties).
Op 30 juni 2020 bedroeg onze fully loaded common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) een solide 16,6%, tegenover 16,3% op 31 maart 2020 en 17,1% eind 2019. Onze leverage ratio (Basel III, fully loaded) bedroeg 6,0%, tegenover 6,8% eind 2019. De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 198% eind juni 2020, tegenover 202% eind 2019.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 136% en een NSFR-ratio van 142% aan het eind van het tweede kwartaal (tegen respectievelijk 138% en 136% eind 2019).
Hoofdlijnen (ten opzichte van het eerste halfjaar van 2019):
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Die hebben vooral te maken met de impact van de coronacrisis op de wereldeconomie en in het bijzonder op de financiële sector (inclusief krediet-, markt- en liquiditeitsrisico's en de invloed van de aanhoudend lage rentevoeten op onze resultaten). Die risico's komen boven op de risico's die verband houden met macro-economische en politieke ontwikkelingen, zoals de Brexit en handelsconflicten, die allemaal gevolgen hebben voor de mondiale en Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (waaronder de antiwitwasregelgeving en GDPR) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaatgerelateerde risico's steeds belangrijker worden. Ten slotte is het cyberrisico de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel.
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
De wereldwijde economische groei leed in het tweede kwartaal onder de coronaviruspandemie (Covid-19), die leidde tot een ongeziene daling van de bbp-groei voor het kwartaal in de eurozone en de VS. België volgde de algemene trend in de eurozone, terwijl Ierland het relatief gezien beter deed dan de eurozone. Ook de Centraal- en Oost-Europese landen werden zwaar getroffen. In de loop van het tweede kwartaal gingen de meeste ontwikkelde economieën evenwel weer open na een strenge lockdownperiode, waardoor een sterk herstel op gang kwam. Die opleving was in alle grote economieën zichtbaar, met China dat het voortouw nam en in het tweede kwartaal opnieuw een positieve groei neerzette. De sentimentsindicatoren en andere gegevens wijzen op een vergelijkbaar sterk herstel in de eurozone en de VS. Toch is voorzichtigheid geboden, want het herstelpad zou wel eens lang en hobbelig kunnen zijn en zal sterk afhangen van hoe de situatie met het Covid-19-virus zich ontwikkelt. Nieuwe uitbraken van het virus zullen het herstel ongetwijfeld vertragen. De andere belangrijke risicofactoren zijn een heropleving van het handels- en economische conflict tussen de VS en China en de lopende Brexitonderhandelingen. Ons basisscenario gaat uit van een gestaag maar geleidelijk herstel in zowel Europa als de VS. Voor de Europese en Amerikaanse economie voorspellen we een sterk herstel in het derde en vierde kwartaal van 2020 en een verder herstel in 2021. Er zijn evenwel nog veel neerwaartse risico's. Nieuwe uitbraken van Covid-19, gevolgd door gedeeltelijke of volledige lockdowns, kunnen het verloop van het herstel tijdelijk verstoren. We verwachten dat het reële bbp in de eurozone ten vroegste eind 2023 opnieuw het niveau zal hebben bereikt van vóór de coronacrisis.
Ondanks het verwachte herstel zal de economische schade als gevolg van de pandemie substantieel zijn. Sommige negatieve effecten zijn echter uitgesteld dankzij de tijdelijke werkloosheidsregelingen en tijdelijke betalingsmoratoria voor kredieten die de initiële gevolgen van de Covid-19-crisis hebben verzacht. We verwachten dat de Europese werkloosheidscijfers in de tweede helft van 2020 en in 2021 zullen stijgen. Bovendien verwachten we dat het aantal faillissementen onder Europese bedrijven zal toenemen, maar dat effect zal over een aantal jaren worden gespreid. De non-performing kredietratio's zullen bijgevolg geleidelijk aan stijgen.
Het herstel wordt sterk ondersteund door monetaire en fiscale stimuli. We verwachten dat de ECB - en de Tsjechische en Hongaarse nationale banken - de beleidsrente in de komende jaren ongewijzigd zullen laten. Bijkomende monetaire stimuli van de ECB zijn waarschijnlijk, in de vorm van bijkomende kwantitatieve versoepeling, met name een verlenging van het Pandemic Emergency Purchase Programme. Die marktinterventies zullen de komende jaren ook zorgen voor een lage rente op langere termijn en beperkte intra-EMU-spreads, ondanks de risico's in bepaalde landen (met name in Zuid-Europa) en een structurele stijging van de overheidstekorten en de overheidsschuldratio's in heel Europa. Bovendien zal de ECB de Europese financiële instellingen blijven steunen via de TLTRO's en het tiered deposit rate instrument. De afgelopen maanden zijn de fiscale stimuli aanzienlijk uitgebreid, zowel op EU-niveau als door de EU-lidstaten zelf. Het "Next Generation EU"-programma, in het leven geroepen door de Europese Commissie en goedgekeurd door de Europese Raad, creëert een instrument voor financiële solidariteit binnen de EU en is er duidelijk in geslaagd de financiële markten tot rust te brengen. Daarnaast blijven het aantal en de reikwijdte van de fiscale stimuli die de nationale EU-regeringen aanbieden, toenemen. Een combinatie van monetaire en fiscale stimuli zal het herstel in Europa ondersteunen, vergelijkbaar met de beleidsinitiatieven die in de VS zijn genomen.
Het recente herstel van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar moet worden gezien als optimisme van de markt ten aanzien van het economische herstel in Europa en de beleidsinitiatieven om die trend te ondersteunen. We verwachten dat de euro geleidelijk zal blijven stijgen ten opzichte van de dollar, hoewel de mate van appreciatie kan vertragen. De Centraal-Europese munten hebben zich ook hersteld van hun Covid-19-crisisdip. We verwachten met name dat de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint de komende tijd relatief stabiel zullen blijven rond hun huidige niveau. De toetreding van Bulgarije tot het wisselkoersmechanisme ERM-II is een welkome en verwachte stap richting lidmaatschap van de eurozone, al wordt dat nog niet verwacht in de volgende drie jaar.
| Verwach | • Verwachtingen voor het volledige boekjaar 2020: |
|---|---|
| tingen | ▪ Nettorente-inkomsten: ongeveer 4,4 miljard euro (een stijging t.o.v. de 4,3 miljard euro vermeld in het vorige verslag); |
| ▪ Exploitatiekosten exclusief bankenheffing: daling van ongeveer 3,5% jaar-op-jaar; |
|
| ▪ Waardeverminderingen op kredieten: ongeveer 1,1 miljard euro. Afhankelijk van een aantal gebeurtenissen, zoals de duur en diepte van de economische neergang, het aanzienlijke aantal overheidsmaatregelen in elk van onze kernlanden en het onbekende aantal klanten dat een beroep zal doen op die steunmaatregelen, schatten we dat de waardeverminderingen op kredieten voor het boekjaar 2020 zullen liggen tussen ongeveer 0,8 miljard euro (optimistisch scenario) en ongeveer 1,6 miljard euro (pessimistisch scenario). |
|
| • Het effect van de coronalockdown op de digitale verkoop, diensten en digitale ondertekening is tot nu toe zeer positief geweest. KBC profiteert duidelijk van de inspanningen die het tot nu toe heeft geleverd op het vlak van digitale transformatie. |
|
| • Basel IV is met een jaar uitgesteld (vanaf 1 januari 2023 in plaats van 2022). | |
| • In overeenstemming met de recente aanbeveling van de ECB kunnen we ons gebruikelijke dividendbeleid niet uitvoeren. Dat betekent dat er in november 2020 geen interim-dividend zal worden uitgekeerd. |
|
| • Samen met de resultaten voor het derde kwartaal van 2020 zullen we een strategie-update geven. Wanneer we de resultaten over het boekjaar 2020 publiceren, zullen we ook een update geven van onze guidance op lange termijn en ons kapitaalaanwendingsplan. |
| Agenda | 3KW2020 resultaten en strategie-update: 12 november 2020 4KW2020 resultaten en update van langetermijnguidance en kapitaal- aanwendingsplan: 11 februari 2021 |
|---|---|
| Meer informatie over 2KW2020 |
Kwartaalrapport: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties |
| Gedetaileerde impact van de coronavirus crisis |
Kwartaalrapport, toelichting 1.4 in 'Geconsolideerde financiële staten volgens IFRS' Bedrijfspresentatie, section 2 m.b.t. 'Covid-19' |
| Definitie van ratio's | Details van ratio's en termen in het laatste deel van het kwartaalrapport |
KBC Groep I Kwartaalverslag – 2KW2020 I p.11
KBC Groep I Kwartaalverslag – 2KW2020 I p.12
•
Geconsolideerde financiële staten volgens IFRS
Dit deel werd nagezien door de Commissaris
AC: Geamortiseerde kostprijs
AFS: Voor verkoop beschikbaar (IAS 39)
ALM: Asset Liability Management
ECL: Verwachte kredietverlies
FA: Financiële Activa
FV: Reële waarde
FVA: Funding Value Adjustment
FVOCI: waardering tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via OCI
FVPL: reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
FVPL – overlay: reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening overlaybenadering
GCA: Bruto-boekwaarde
HFT: Aangehouden voor handelsdoeleinden
MFVPL: Verplicht aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening
OCI: Wijzigingen in de reële waarde van activa en verplichtingen opgenomen in het eigen vermogen
POCI: Aangekochte of uitgegeven activa met verminderde kredietwaardigheid
SPPI: Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen
SRB: Single Resolution Board
R/E: Overgedragen resultaat
w&v: winst- en verliesrekening
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 1H 2020 | 1H 2019 | 2KW 2020 | 1KW 2020 | 2KW 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 3.1 | 2 2 7 8 | 2 2 6 1 | 1 0 8 3 | 1 1 9 5 | 1 1 3 2 |
| Rente-inkomsten | 3.1 | 3 3 3 2 | 3629 | 1497 | 1835 | 1807 |
| Rentelasten | 3.1 | $-1054$ | $-1367$ | $-415$ | $-640$ | 675 ÷, |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 3.7 | 440 | 335 | 255 | 185 | 174 |
| Verdiende premies | 3.7 | 879 | 840 | 435 | 443 | 425 |
| Technische lasten | 3.7 | $-439$ | 505 $\overline{\phantom{a}}$ |
180 | 258 | 251 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 3.7 | 6 | $-2$ | 6 | 0 | $\mathbf{1}$ |
| Verdiende premies | 3.7 | 574 | 668 | 276 | 297 | 317 |
| Technische lasten | 3.7 | - 568 | 669 $\overline{\phantom{0}}$ |
$-271$ | - 297 | 316 $\blacksquare$ |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 3.7 | 21 $\blacksquare$ |
- 5 | $-13$ | $-7$ | $\mathbf 1$ |
| Dividendinkomsten | 30 | 51 | 17 | 12 | 39 | |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde via w&v | 3.3 | 132 | 97 | 253 | 385 $\blacksquare$ |
$-2$ |
| Waarvan resultaat op aandelen (overlaybenadering) | 51 ۰ |
48 | 31 | - 82 | 19 | |
| Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstr. tegen reële waarde via OCI | 3 | 2 | $\overline{2}$ | 0 | $\mathbf 0$ | |
| Nettoprovisie-inkomsten | 3.5 | 816 | 845 | 388 | 429 | 435 |
| Provisie-inkomsten | 3.5 | 1 1 8 8 | 1 203 | 559 | 628 | 616 |
| Provisielasten | 3.5 | $-371$ | - 358 | 172 | 199 $\blacksquare$ |
180 |
| Overige netto-inkomsten | 3.6 | 102 | 192 | 53 | 50 | 133 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 3 5 2 2 | 3775 | 2 0 4 3 | 1479 | 1913 | |
| Exploitatiekosten | 3.8 | $-2242$ | $-2283$ | $-904$ | $-1338$ | 988 $\sim$ |
| Personeelskosten | 3.8 | $-1139$ | $-1170$ | $-545$ | 594 $\overline{\phantom{0}}$ |
603 $\overline{a}$ |
| Algemene beheerskosten | 3.8 | $-925$ | - 944 | $-270$ | 654 $\blacksquare$ |
298 |
| Afschrijvingen vaste activa | 3.8 | - 178 | - 169 | 89 $\overline{\phantom{a}}$ |
89 $\overline{\phantom{a}}$ |
$-87$ |
| Bijzondere waardeverminderingen | 3.10 | - 997 | $-109$ | $-857$ | 141 $\sim$ |
- 40 |
| op financiële activa tegen AC en tegen reële waarde via OCI | 3.10 | - 966 | - 103 | - 845 | 121 $\sim$ |
$-36$ |
| op goodwill | 3.10 | 0 | 0 | $\boldsymbol{0}$ | 0 | 0 |
| op overige | 3.10 | 32 $\overline{\phantom{0}}$ |
6 $\overline{\phantom{a}}$ |
12 $\overline{\phantom{a}}$ |
20 $\overline{\phantom{a}}$ |
$-4$ |
| Aandeel in het resultaat van geass. ondernemingen en joint ventures | - 7 | 8 | $-3$ | - 3 | 4 | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 276 | 1 3 9 2 | 279 | $-3$ | 889 | |
| Belastingen | 3.12 | - 71 | $-217$ | - 69 | $-2$ | 144 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | $\mathbf 0$ | |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 205 | 1 1 7 5 | 210 | $-5$ | 745 | |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | $\mathbf 0$ | 0 | $\pmb{0}$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 205 | 1 1 7 5 | 210 | - 5 | 745 | |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst per aandeel (in euro) | ||||||
| Gewoon | 0,43 | 2,75 | 0,47 | $-0,04$ | 1,76 | |
| Verwaterd | 0,43 | 2,74 | 0,47 | $-0,04$ | 1,76 |
Op de aandelen aangehouden door de verzekeringsondernemingen in de groep wordt de overlaybenadering toegepast. Die aandelen, die volgens IAS 39 voornamelijk werden geclassificeerd als Voor verkoop beschikbaar, zouden volgens IFRS 9 worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Zolang IFRS 17 niet is ingevoerd, d.w.z. tot 31 december 2022, herclassificeert de overlaybenadering de extra volatiliteit die resulteert uit de toepassing van IFRS 9 van de winst-en-verliesrekening naar OCI (onderhevig aan EU goedkeuring).
De extra volatiliteit als gevolg van IFRS 9, die wordt geherclassificeerd van het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening naar de herwaarderingsreserve van aandelen (overlaybenadering), verwijst naar de niet-gerealiseerde reëlewaardeschommelingen voor een bedrag van -87 miljoen euro in 1H 2020. Ze kan worden samengevat als het verschil tussen
| (in miljoenen euro) | 1H 2020 | 1H 20192KW 20201KW 20202KW 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 205 | 1 1 7 5 | 210 | - 5 | 745 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | $\Omega$ | 0 | $\Omega$ | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 205 | 1 1 7 5 | 210 | - 5 | 745 |
| OCI DIE NAAR DE W&V KAN WORDEN OVERGEBOEKT | $-339$ | 467 | 406 | $-745$ | 222 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten | 10 | 419 | 192 | $-182$ | 226 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen - overlay | $-87$ | 139 | 138 | $-225$ | 17 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | 19 ÷. |
100 ٠ |
5 | $-24$ | $-35$ |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | $-309$ | - 6 | 86 | $-395$ | 2 |
| Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten | 65 | 11 | $-15$ | 80 | 8 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 2 | $\Omega$ | 4 | ||
| Overige mutaties | $\Omega$ | 2 | 0 | ||
| OCI DIE NIET NAAR DE W&V ZAL WORDEN OVERGEBOEKT | 3 | $-4$ | $-110$ | 113 | $-37$ |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI aandelen | ÷. | 11 | 3 | $-4$ | 4 |
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | $-13$ | - 98 | 100 | $-43$ | |
| Nettowijziging van het eigen kredietrisico | $-2$ | $-13$ | 17 | 0 | |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | $-2$ | $\Omega$ | $-2$ | 0 | |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | $-131$ | 1637 | 506 | - 637 | 930 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | $\Omega$ | $\Omega$ | 0 | |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | $-131$ | 1637 | 506 | $-637$ | 930 |
De belangrijkste bewegingen in OCI (1H 2020 tegenover 1H 2019):
| (in miljoenen euro) | Toelichting 30-06-2020 31-12-2019 | ||
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | 23 578 | 8 3 5 6 | |
| Financiële activa | 4.0 | 283 188 | 273 399 |
| Geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 238 198 | 230 639 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde via OCI | 4.0 | 19 288 | 19 037 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening | 4.0 | 25 4 93 | 23 563 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 10 321 | 7 2 6 6 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 210 | 158 |
| Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen | 133 | 121 | |
| Reëlewaardeveranderingen m.b.t. reëlewaardeafdekking van het renterisico van een portefeuille | 1623 | 478 | |
| Belastingvorderingen | 1656 | 1 3 9 6 | |
| Actuele belastingvorderingen | 136 | 96 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1 5 2 0 | 1 300 | |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 17 | 29 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 22 | 25 | |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 3653 | 3818 | |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 1666 | 1640 | |
| Overige activa | 1852 | 1474 | |
| TOTAAL ACTIVA | 317 388 | 290 735 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | |||
| Financiële verplichtingen | 4.0 | 274 512 | 248 400 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 252 119 | 224 093 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening | 4.0 | 20 968 | 23 137 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 6429 | 6988 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 1424 | 1 1 7 1 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 18775 | 18 560 | |
| Winst/verlies op afgedekte posities in portfolio hedge voor renterisico | 293 | $-122$ | |
| Belastingverplichtingen | 443 | 478 | |
| Actuele belastingverplichtingen | 57 | 98 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 386 | 380 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 209 | 227 | |
| Overige verplichtingen | 2946 | 2827 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 297 178 | 270 371 | |
| Totaal eigen vermogen | 5.10 | 20 210 | 20 365 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 5.10 | 18710 | 18 865 |
| Additionele tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen | 5.10 | 1 500 | 1500 |
| Minderheidsbelangen | $\overline{0}$ | $\Omega$ | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | 317 388 | 290 735 |
| (in miljoenen euro) | Geplaatst en volgestort aandelen- kapitaal |
Uitgifte- premie |
Eigen aandelen |
Overgedragen resultaat |
Totaal herwaar- derings- reserves |
Eigen vermogen van aandeel- houders |
Additionele tier 1- instrumenten in eigen vermogen |
Minder- heids- belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 30-06-2020 | |||||||||
| Saldo aan het einde van het vorige jaar | 1458 | 5498 | $-2$ | 11 875 | 37 | 18 8 65 | 1 500 | $\overline{0}$ | 20 365 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | $\bf{0}$ | $\bf{0}$ | 205 | $\bf{0}$ | 205 | $\Omega$ | $\Omega$ | 205 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | -0 | $\mathbf 0$ | $\bf{0}$ | $\mathbf 1$ | $-337$ | 336 $\overline{\phantom{0}}$ |
$\Omega$ | $\Omega$ | $-336$ |
| Subtotaal | $\Omega$ | $\mathbf{0}$ | $\mathbf{0}$ | 206 | $-337$ | $-131$ | $\Omega$ | $\overline{0}$ | $-131$ |
| Dividenden | $\bf{0}$ | $\bf{0}$ | 0 | $\bf{0}$ | $\Omega$ | $\Omega$ | $\mathbf{0}$ | ||
| Coupon op AT1 | $\Omega$ | 25 | 25 | $\Omega$ | $-25$ | ||||
| Overboeking van reserve naar ingehouden resultaat bij realisatie | $\Omega$ | $\Omega$ | $\Omega$ | ||||||
| Inkoop/verkoop van eigen aandelen | $\Omega$ | $\Omega$ | |||||||
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | $\Omega$ | 0 | n | ||||||
| Totaal wijzigingen | $\bf{0}$ | 183 | $-338$ | - 154 | $\Omega$ | $\Omega$ | $-154$ | ||
| Saldo aan het einde van het jaar | 1458 | 5498 | $-1$ | 12 058 | $-302$ | 18710 | 1 500 | -0 | 20 210 |
| Waarvan gerelateerd aan de vermogensmutatiemethode | 0 | $\boldsymbol{0}$ | $\mathcal{O}$ | $\mathcal O$ | $\mathfrak{o}$ | ||||
| 2019 | |||||||||
| Saldo aan het einde van het vorige jaar | 1 4 5 7 | 5482 | $-3$ | 10 901 | 605 | 17 233 | 2 4 0 0 | $\mathbf 0$ | 19 633 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | $\Omega$ | 2 4 8 9 | 0 | 2 4 8 9 | $\Omega$ | $\Omega$ | 2 4 8 9 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | $\mathbf{0}$ | $-3$ | 640 | 637 | $\mathbf 0$ | $\mathbf{0}$ | 637 |
| Subtotaal | $\Omega$ | $\bf{0}$ | $\bf{0}$ | 2 4 8 6 | 640 | 3 1 2 6 | $\Omega$ | $\mathbf 0$ | 3 1 2 6 |
| Dividenden | 0 | 0 | $\bf{0}$ | $-1457$ | $\mathbf{0}$ | $-1457$ | $\Omega$ | $\mathbf 0$ | $-1457$ |
| Coupon op AT1 | o | $-52$ | 0 | -52 | $\Omega$ | $\Omega$ | $-52$ | ||
| Uitgifte/terugkoop van AT1 opgenomen in eigen vermogen | 0 | 2 | ŋ | $\overline{\mathbf{2}}$ $\blacksquare$ |
900 $\blacksquare$ |
ŋ | 902 | ||
| Kapitaalverhoging | 15 | 0 | 16 | $\Omega$ | 16 | ||||
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie | O | ||||||||
| Inkoop/verkoop van eigen aandelen | o | ||||||||
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | O | n | O | ∩ | O | ||||
| Totaal wijzigingen | 15 | O | 974 | 641 | 1632 | $-900$ | $\Omega$ | 732 | |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1458 | 5498 | $-2$ | 11 875 | 37 | 18 8 65 | 1500 | $\mathbf 0$ | 20 365 |
| Waarvan gerelateerd aan de vermogensmutatiemethode | ۰ | $\overline{\phantom{a}}$ | $\overline{a}$ | $\overline{2}$ | $\overline{2}$ | $\mathcal{O}$ | $\mathcal{O}$ | $\overline{2}$ |
| (in miljoenen euro) | Geplaatst en volgestort aandelen- kapitaal |
Uitgifte- premie |
Eigen aandelen |
Overgedragen resultaat |
Totaal herwaar- derings- reserves |
Eigen vermogen van aandeel- houders |
Additionele tier $1-$ instrumenten in eigen vermogen |
Minder- heids- belangen |
Totaal eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 30-06-2019 | |||||||||
| Saldo aan het einde van het vorige jaar | 457 | 5482 | $-3$ | 10 901 | $-605$ | 17 233 | 2 4 0 0 | $\Omega$ | 19633 |
| Nettoresultaat over de periode | 1 1 7 5 | 0 | 1 1 7 5 | 1 1 7 5 | |||||
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 461 | 463 | $\Omega$ | $\Omega$ | 463 | ||
| Subtotaal | $\mathbf{0}$ | $\bf{0}$ | 1 1 7 6 | 461 | 1637 | 0 | 0 | 1637 | |
| Dividenden | n | $\Omega$ | $-1040$ | 0 | $-1040$ | $\Omega$ | $\Omega$ | $-1040$ | |
| Coupon op AT1 | $-29$ | 0 | $-29$ | $-29$ | |||||
| Uitgifte/terugkoop van AT1 opgenomen in eigen vermogen | $\blacksquare$ | 0 | $-2$ | 900 $\sim$ |
$-902$ | ||||
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie | |||||||||
| Inkoop/verkoop van eigen aandelen | |||||||||
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | |||||||||
| Totaal wijzigingen | 104 | 461 | 566 | 900 $\sim 10^{-1}$ |
0 | $-334$ | |||
| Saldo aan het einde van het jaar | 1457 | 5482 | $-2$ | 11 005 | - 144 | 17 799 | 1 500 | $\Omega$ | 19 299 |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmutatiemethod | $\overline{a}$ | 9 | q | 0 | n |
Volledig in overeenstemming met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank, heeft de Raad van Bestuur van KBC besloten om :
De post 'Dividenden' in 1H 2019 :
• een slotdividend van 2.50 euro per aandeel voor 2018 (in totaal werd 1 040 miljoen euro worden afgetrokken van de ingehouden winst in het tweede kwartaal van 2019). Het slotdividend werd betaald op 9 mei 2019.
De post "Uitgifte of Terugkoop van additioneel tier-1 instrument opgenomen in eigen vermogen" in 1H 2019 bevat :
| (in miljoenen euro) | 30-06-2020 | 31-12-2019 | 30-06-2019 |
|---|---|---|---|
| Herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten | 1 0 0 1 | 992 | 1 0 0 8 |
| Herwaarderingsreserve FVPL aandelen - overlay | 263 | 350 | 298 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI aandelen | 29 | 32 | 34 |
| Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen | $-1350$ | $-1331$ | -363 Contract Contract |
| Omrekeningsverschillen | $-401$ | 92 $\sim$ |
- 79 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | 154 | 89 | 97 |
| Wijziging in toegezegdpensioenregelingen | 132 ÷. |
||
| Eigen kredietrisico via eigen vermogen | - 4 | $-6$ | |
| Totaal herwaarderingsreserves | -302 | 37 | 144 |
| (in miljoenen euro) | Toelichting (1) | 1H 2020 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Geconsolideerde winst- | |||
| Resultaat vóór belastingen | en verliesrekening | 276 | |
| Aanpassingen voor non-cash items in winst-en-verlies | 1 2 1 3 | ||
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | $-10236$ | ||
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | 27 161 | ||
| Betaalde belastingen | $-303$ | ||
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 18 112 | $-4877$ | |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Aankoop en opbrengst van schuldpapier gewaardeerd tegen AC | 4.1 | $-4958$ | |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de | |||
| overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) | $\mathbf 0$ | ||
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel | |||
| zonder de afgestoten geldmiddelen (incl. dalingen in participatiepercentages) | 28 | ||
| Aankoop en opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) |
- 152 | ||
| Aankoop en opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa (exclusief | |||
| goodwill) | 25 | ||
| Overige | 43 | ||
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | $-5014$ | 848 | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Geconsol. | |||
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | vermogensmut. | $\mathbf{1}$ | |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 4.1 | 576 | |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 4.1 | - 65 | |
| Kapitaalaflossingen van financiële leasing | $\mathbf 0$ | ||
| Geconsol. | |||
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | vermogensmut. | $\mathbf 0$ | |
| Geconsol. | |||
| Uitgifte van additionele tier 1-instrumenten | vermogensmut. | $\Omega$ | |
| Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen | Geconsol. vermogensmut. |
$\Omega$ | |
| Geconsol. | |||
| Uitgekeerde dividenden | vermogensmut. | $\mathbf 0$ | |
| Geconsol. | |||
| Coupon op additionele tier 1-instrumenten | vermogensmut. | - 25 | |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | 486 | $-685$ |
| (in miljoenen euro) | Toelichting (1) | 1H 2020 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|
| MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kaseguivalenten | 13 5 84 | $-4715$ | |
| Geldmiddelen en kaseguivalenten aan het begin van het boekjaar | 29 118 | 34 354 | |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kaseguivalenten | $-1330$ | 222 | |
| Geldmiddelen en kaseguivalenten aan het einde van de periode | 41 372 | 29 860 | |
| COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen |
Geconsol, Balans | 23 578 | 8046 |
| Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, excl. reverse repo's Reverse repo's met kredietinstel. & beleggingsondernemingen in minder dan drie |
4.1 | 1667 | 696 |
| maanden | 4.1 | 22 307 | 26 781 |
| Bankdeposito's terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4.1 | - 6 180 | $-5662$ |
| Geldmiddelen en kaseguivalenten in groepen activa die worden afgestoten | $\Omega$ | ||
| Totaal | 41 372 | 29 860 | |
| Waarvan niet beschikbaar | 0 |
Sedert 2020 voorzien we extra details in het kasstroomoverzicht in het interimrapport (niet retroactief).
De nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten in 1H 2020 (+18 112 miljoen euro) wordt grotendeels verklaard door +19,5 miljard euro TLTRO III funding. De negatieve nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten (-4 877 miljoen euro) in het eerste halfjaar van 2019 omvatten voornamelijk hogere termijn- en hypotheekleningen, deels gecompenseerd door het gerealiseerde resultaat.
De nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten in 1H 2020 (-5 014 miljoen euro) wordt grotendeels verklaard door bijkomende investeringen in schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten in het eerste halfjaar van 2019 (+848 miljoen euro) omvatten +439 miljoen euro afkomstig van de overname van het resterende 45% belang in ČMSS (de aanschaffingsprijs van 240 miljoen euro wordt meer dan gecompenseerd door de beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten op de balans van ČMSS) en +409 miljoen euro investeringen in schuldpapier dat de vervaldag bereikte.
De nettokasstromen uit financieringsactiviteiten in 1H 2020 (+486 miljoen euro) omvat vooral de uitgifte van Senior Holdco instrumenten voor 1 miljard euro (inclusief de uitgifte van een groene obligatielening ('green bond') voor 500 miljoen euro), gedeeltelijk gecompenseerd door terugbetalingen. De covered bond positie van 1 miljard euro, die op vervaldag kwam in mei, werd volledig hernieuwd in juni.
De nettokasstromen uit financieringsactiviteiten in 1H 2019 omvatten :
Het verkorte tussentijdse financiële verslag van de KBC-groep over de periode die eindigde op 30 juni 2020 is opgesteld in overeenstemming met IAS 34, 'Tussentijdse financiële verslaggeving'. Het verkorte tussentijdse financiële verslag moet worden gelezen samen met de jaarrekening voor het boekjaar dat eindigde op 31 december 2019, die is opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS).
De volgende IFRS-normen werden van kracht op 1 januari 2020 en werden toegepast in deze rapportering:
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2020. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt:
Een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving wordt gegeven in het jaarverslag van de KBCgroep op 31 december 2019.
Gebruikte wisselkoersen: tijdens 1H 2020 daalden de wisselkoersen van de CZK en de HUF in belangrijke mate te opzichte van de EUR, met een negatieve impact op het balanstotaal en het resultaat.
De toenemende wereldwijde volksgezondheidscrisis heeft de financiële markten in zijn greep door de vrees dat de wereldeconomie, en de economieën van de EU in het bijzonder, over het hele jaar 2020 sterk zullen krimpen. De coronaviruspandemie heeft een opeenvolging van gebeurtenissen in de markten op gang gebracht die heeft geleid tot een sterke toename van de volatiliteit.
De aanzienlijke verslechtering van de economische vooruitzichten heeft geleid tot een ongekende beleidsreactie van de centrale banken en regeringen over de hele wereld.
Laatste overzicht van de verschillende overheids- en sectormaatregelen in elk van onze kernlanden:
| België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije | Ierland | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Betalingsuitstel | • Opt-in: 3 maanden voor consumentenfinanciering, 6-9 maanden voor hypotheken en niet-particuliere kredieten, (maximaal tot 31 oktober 2020, kan worden verlengd tot 31 december 2020) • Voor particulieren: uitstel van betaling van kapitaal en rente, terwijl voor niet-particuliere klanten alleen uitstel van betaling van kapitaal geldt • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode, behalve voor gezinnen met een netto inkomen van minder dan 1 700 euro. Voor die laatste groep resulteert dat in een modification verlies voor de bank. (-11 miljoen euro in het tweede kwartaal. Zie toelichting 3.10) |
• Opt-in: 3 of 6 maanden. • Van toepassing op particuliere en niet-particuliere klanten • Voor particulieren en ondernemers: uitstel van betaling van kapitaal en rente, terwijl voor niet-particuliere klanten alleen uitstel van betaling van kapitaal geldt • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode, maar moet in de laatste schijf worden terugbetaald, wat resulteert in een modification verlies voor de bank (-5 miljoen euro in het tweede kwartaal. Zie toelichting 3.10). • Voor consumentenkredieten mag de rente tijdens de uitstelperiode niet hoger zijn dan de reporente op 2 weken + 8% |
• Opt-in: 9 maanden of 6 maanden (voor huurcontracten) • Van toepassing op particuliere klanten, kmo's en ondernemers • Uitstel van betaling van kapitaal en rente • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode, maar de klant heeft de keuze om na het uitstel alle rente in één keer of lineair terug te betalen. Deze laatste optie zou leiden tot een immaterieel modification verlies voor de bank |
• Opt-out: een algemeen uitstel tot 31 december 2020 • Van toepassing op particuliere en niet-particuliere klanten • Uitstel van betaling van kapitaal en rente • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode, maar niet-betaalde rente kan niet worden gekapitaliseerd en moet lineair worden geïnd gedurende de resterende (verlengde) looptijd. Dat resulteert in een modification verlies voor de bank (-18 miljoen euro in het eerste kwartaal; herzien naar -11 miljoen euro in het tweede kwartaal op basis van de werkelijke opt-out ratio. Zie toelichting 3.10) |
• Opt-in: 6 maanden (maximaal tot 31 maart 2021) • Van toepassing op particuliere en niet-particuliere klanten • Uitstel van betaling van kapitaal en rente • In het geval van kapitaalsuitstel, wordt de looptijd verlengt met 6 maanden • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode en is terug betaalbaar in 12 maanden (consumten financieringen en niet particuliere klanten) of 60 maanden (hypotheken) in gelijke aflossingen |
• Opt-in: 3 tot 6 maanden. • Van toepassing op hypothecaire leningen, consumentenkredieten en zakelijke bankkredieten met aflossingsschema • Uitstel van betaling van kapitaal en rente voor maximaal 6 maanden (met herziening na 3 maanden) voor hypothecaire en consumentenkredieten en 3 maanden voor bedrijfs financieringen • Optie voor klanten om hun krediettermijn met maximaal 6 maanden te verlengen, overeenkomstig de betalings onderbrekingstermijn • De rente wordt opgebouwd over de uitstelperiode |
| Garantieregeling en Liquiditeitssteun |
• Een overheidsgarantieregeling tot 40 miljard euro om de verliezen te dekken op toekomstige niet-particuliere kredieten die vóór 30 september 2020 worden verstrekt aan levensvatbare bedrijven, met een looptijd van maximaal 12 maanden. De garantie dekt 50% van de verliezen boven 3% van de totale kredietverliezen en 80% van de verliezen boven 5%. De maximale rente bedraagt 1,25% Vanaf het derde kwartaal is een • aangepaste overheidsgarantieregeling tot 10 miljard euro uitgegeven om de verliezen te dekken op toekomstige kmo-kredieten die vóór 31 december 2020 worden verstrekt, met een looptijd van 1 tot 3 jaar. De garantie dekt 80% van alle verliezen. De maximale rente bedraagt 2% |
• De Tsjechisch-Moravische garantie- en ontwikkelingsbank heeft verschillende garantie plannen opgestart (COVID II, COVID II Praag, COVID III) voor werkkapitaalkredieten van commerciële banken aan niet particuliere-klanten. Het kredietbedrag is gegarandeerd tot 80% of 90% (afhankelijk van het programma en de omvang van de onderneming). De interest op deze kredieten is gesubsidieerd tot 25% • De Export garantie en verzekering coöperatie onder zijn COVID Plus programma biedt garanties aan op leningen van commerciële banken. De garantie dekt 70% tot 80% van de lening, afhankelijk van de kredietscore van de ontlener. Het programma is gericht op bedrijven waarvan de export meer dan 20% van hun 2019 omzet bedroeg |
• Anti-Corona garantie programma aangeboden door de Slovaakse Investeringsholding, gericht op KMO's, bestaat uit 2 componenten: (i) een 80% staatsgarantie met een 50% portefeuille limiet en (ii) de interesten zijn gesubsidieerd tot 4% per jaar • Bijkomend is er financiële steun in de vorm van staatsgaranties met subsidie van de garantievergoeding, aangeboden door: (i) Export Import Bank van Slowakije, gegarandeerd tot 80% en voor kredieten minder dan 2 miljoen euro en (ii) Slovaakse Investerings holding voor kredieten tussen 2 en 20 miljoen euro, gegarandeerd tot 90% zonder portefeuille limiet |
• Een garantieschema wordt aangeboden door Garantiqa en de Hongaarse Ontwikkelingsbank. Deze garanties kunnen tot 90% van het krediet met een max. looptijd van 6 jaar • Verder heeft de Nationale Bank van Hongarije een Financiering voor groei-programma opgericht met een raambedrag van 4,2 miljard euro voor kmo's die leningen kunnen krijgen voor een krediet op max 20 jaar tegen een rente van max. 2,5%. • De jaarlijkse rente op persoonlijke leningen verstrekt door commerciële banken mag niet meer dan 5 procentpunten hoger zijn dan de basisrentevoet van de centrale bank |
• 0,4 miljard euro aan overheidsgaranties van de Bulgaarse Ontwikkelingsbank aan commerciële banken. Van dat bedrag wordt 0,1 miljard euro gebruikt voor een garantie van 100% op consumentenkredieten, terwijl 0,3 miljard euro bedoeld is voor een garantie van 80% op niet-particulieren kredieten |
• De Ierse autoriteiten hebben substantiële maatregelen genomen, onder andere via de SBCI. KBC Bank Ierland is voornamelijk gefocust op individuele klanten, daarom zijn de maatregelen voor niet particuliere kredieten minder relevant |
Belangrijkste coronagerelateerde elementen die invloed hebben op de resultaten van het eerste jaarhelft van 2020 en op de herwaarderingsreserves:
Net als in het eerste kwartaal zijn onze ECL-modellen niet in staat om alle specificiteiten van de COVID-19-crisis adequaat weer te geven, noch de verschillende overheidsmaatregelen die in de verschillende landen zijn genomen om gezinnen, kmo's en bedrijven door deze crisis heen te helpen. Daarom hebben we een expertgebaseerde berekening op portefeuilleniveau uitgevoerd die rekening houdt met de macro-economische omstandigheden en de verschillende overheidsmaatregelen via een management overlay. In het eerste kwartaal werd die oefening gemaakt voor een aantal (sub)sectoren. De belangrijkste reden om de reikwijdte van de oefening te beperken, was de grote onzekerheid over hoe het virus zich zou verspreiden, de omvang van de daaruit voortvloeiende lockdowns en de reactie van de overheden op de economische instabiliteit. De afgelopen maanden zijn de lockdowns geleidelijk aan enigszins versoepeld. De overheden, in de eerste plaats in de EU, en de centrale banken hebben maatregelen aangekondigd om het herstel te ondersteunen. De grote onzekerheid is er nog altijd, vooral rond de mogelijkheid en het tijdstip van een heropflakkering van het virus of zelfs meerdere heropflakkeringen, maar de verstrekkende omvang van de economische crisis is duidelijker geworden. Daarom hebben we in de benadering voor dit kwartaal de scope van de management overlay uitgebreid naar alle sectoren van onze bedrijven- en kmo-portefeuille en naar onze retail portefeuille.
Voor de performing portefeuille op 30 juni werd een 3-stappenbenadering toegepast om de bijkomende COVID-19-impact voor de performing portefeuille in te schatten:
* Deze grafiek bevat geen transfers tussen categorieën die onderliggend vervat zijn in de ingeschatte collectieve Covid-19 ECL, die een netto staging van 5%-punten van de totale portefeuille van categorie 1 naar categorie 2 en van 1%-punt van categorie 1 & 2 naar categorie 3 bedragen.
Voor de non-performing portefeuille is op basis van een deskundig oordeel van de dienst Kredietrisicobeheer een bijkomende impactinschatting uitgevoerd op portefeuillebasis voor de gezamenlijke posities in categorie 3. Bijkomende waardeverminderingen als gevolg van COVID-19 op individueel beoordeelde dossiers in categorie 3 zijn al opgenomen in de specifieke voorziening van de positie (dus al opgenomen in de waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening) en worden dus niet in aanmerking genomen in de management overlay.
| Sector gedreven Covid-19 ECL (basis-scenario): | Collectieve Covid-19 ECL per land: | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| KBC Groep | Performing portefeuille | Performing portefeuille | ||||||||||||
| Hoog risico |
Medium risico |
Laag risico |
Hypotheek | in m Eur | Optimistisch 15% |
Basis 45% |
Pessimistisch 40% |
Toegewezen waarschijnlijkheid |
Non performing portefeuille |
Totaal 1H20 |
2KW20 1KW20 | |||
| sectoren | sectoren | sectoren | leningen & andere retail |
TOTAAL | KBC Groep | 484 | 611 | 870 | 696 | 93 | 789 | 746 | 43 | |
| in m Eur | 150% | 100% | 50% | Per land: | ||||||||||
| Basis-scenario | 175 | 244 | 68 | 124 | 611 | België | 285 | 355 | 478 | 393 | 20 | 413 | 378 | 35 |
| Optimistisch scenario | 146 | 200 | 52 | 86 | 484 | Tsjechië | 103 | 129 | 186 | 148 | 10 | 158 | 152 | 6 |
| Pessimistisch scenario | 248 | 337 | 96 | 189 | 870 | Slowakije | 30 | 34 | 50 | 40 | 0 | 40 | 39 | 1 |
| Hongarije | 37 | 48 | 69 | 55 | 0 | 55 | 54 | 1 | ||||||
| Bulgarije | 5 | 14 | 19 | 15 | 13 | 28 | 28 | n/a | ||||||
| Ierland | 24 | 32 | 68 | 45 | 50 | 95 | 95 | n/a |
De 3-stappenbenadering voor de performing portefeuille en de additionele impact inschatting van de non-performing portefeuille resulteerde in een gezamenlijk verwacht kredietverlies ingevolge COVID-19 van 789 miljoen euro (P&L kost in 1H20). In het tweede kwartaal van 2020 hebben de ECL-modellen 150 miljoen euro van die impact gecapteerd via de bijgewerkte macroeconomische variabelen die bij de berekening worden gebruikt (36% in categorie 1, 35% in categorie 2 en 29% in categorie 3). De totale COVID-19 management overlay in de boeken per 30-06-2020, bedraagt dus 639 miljoen euro, waarvan 43 miljoen euro werd verwerkt in het eerste kwartaal van 2020 en 596 miljoen euro in het huidige kwartaal. Net als in het vorige kwartaal is de management overlay volledig gepresenteerd in categorie 2, met uitzondering van de management overlay op de bestaande nonperforming portefeuille.
Inclusief het gezamenlijke verwachte kredietverlies ingevolge COVID-19 bedroeg de kredietkostenratio 0,64%.
| Kredietkost % | 2019 | 3M20 (geannualiseerd) |
1H 20 (geannualiseerd*) |
|---|---|---|---|
| Zonder collectieve COVID-19 ECL | 0.12% | 0.17% | 0.20% |
| Met collectieve COVID-19 ECL | 0.27% | 0.64% |
De hoofdeconoom van KBC Groep heeft drie verschillende prognoses geformuleerd die verschillen op het vlak van de ontwikkeling van het virus en de impact ervan op de lockdownmaatregelen in de verschillende kernlanden. We kunnen die drie scenario's kort samenvatten als volgt:
| OPTIMISTISCH SCENARIO |
BASIS SCENARIO |
PESSIMISTISCH SCENARIO |
|---|---|---|
| Virusverspreiding snel en permanent onder controle, zonder verder risico op toekomstige lockdowns, snelle daling van het aantal besmettingen |
Virusverspreiding en impact onder controle zonder extra uitgebreide lockdownmaatregelen |
Verspreiding gaat door tot vaccinatie beschikbaar is, met gedeeltelijke of volledige lockdowns |
| Steil en gestaag herstel vanaf het derde kwartaal van 2020 met een snelle terugkeer naar de activiteitsniveaus van vóór COVID-19 |
Een gematigder, maar nog altijd gestaag herstel vanaf het derde kwartaal van 2020 met een terugkeer naar de activiteitsniveaus van vóór COVID-19 tegen eind 2023 |
Langdurige stagnatie en negatieve groei, met een onstabiel herstelpad |
| Scherp, kort V-patroon | Uitgesproken V/U-patroon | Meer L-vormig patroon met rechterbeen licht stijgend |
Ondanks een geleidelijke opheffing van de lockdownmaatregelen in veel landen blijft er grote onzekerheid bestaan over de economische gevolgen van de preventieve lockdownmaatregelen en over de beleidsreacties om de gevolgen van de crisis te verzachten. Door die onzekerheid blijft de hoofdeconoom van KBC Groep werken met drie alternatieve scenario's: een basisscenario, een optimistischer scenario en een pessimistischer scenario. De definitie van elk scenario blijft ongeveer dezelfde als in het vorige kwartaal, maar de toegewezen waarschijnlijkheid is de volgende: 45% voor het basisscenario, 40% voor het pessimistische en 15% voor het optimistische scenario.
In de onderstaande tabel (in overeenstemming met de verwachtingen van juni 2020 van de hoofdeconoom van KBC Groep) geven we deze scenario's voor de drie belangrijkste indicatoren (bbp-groei, werkloosheidsgraad en huizenprijzenindex) voor elk van onze kernlanden voor de komende drie jaar. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar een steady state.
| Macroeconomisch basis scenario - indicatoren (juni 2020) |
2020 | 2021 | 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Scenario | Optimistisch | Basis | Pessimistisch | Optimistisch | Basis | Pessimistisch | Optimistisch | Basis | Pessimistisch |
| Reeele BBP groei | |||||||||
| Eurozone | $-6.0%$ | $-9.6%$ | $-14.0%$ | 6.5% | 6.2% | $-3.2%$ | 1.3% | 1.2% | 5.0% |
| België | $-5.0%$ | $-9.5%$ | $-13.2%$ | 6.0% | 5.7% | $-3,2%$ | 1.3% | 1.3% | 5.0% |
| Tsjechië | $-5.0%$ | $-10.0%$ | $-15.0%$ | 4.0% | 6.0% | 3,0% | 2.5% | 3.5% | 2.7% |
| Hongarije | $-3.0%$ | $-6.2%$ | $-10.0%$ | 4.0% | 5.0% | 4.0% | 3.5% | 3.5% | 3.5% |
| Slovakije | $-5.0%$ | $-10.0%$ | $-14.0%$ | 4.5% | 7.0% | 1.5% | 2.6% | 4.5% | 2,5% |
| Bulgarije | $-4.0%$ | $-8.0%$ | $-12.0%$ | 3.0% | 5.0% | 4.0% | 3,0% | 3,0% | 3.0% |
| lerland | $-2.0%$ | $-5.0%$ | $-10.0%$ | 2.0% | 4.0% | 1.0% | 2.6% | 3.5% | 2.5% |
| Werkloosheidsgraad | |||||||||
| België | 5.9% | 7.% | 10.0% | 5.8% | 7.6% | 12.0% | 5.6% | 6.9% | 9.5% |
| Tsjechië | 3.1% | 5.2% | 7.0% | 3.5% | 5.7% | 7.1% | 3.0% | 4.6% | 7.6% |
| Hongarije | 4.8% | 6.4% | 9.0% | 4.2% | 5.6% | 7,5% | 4.0% | 4.8% | 5,9% |
| Slovakije | 8.0% | 9.0% | 12.0% | 9.2% | 10.5% | 13.0% | 7,7% | 8,0% | 14.0% |
| Bulgarije | 6.0% | 8.0% | 11.0% | 4.1% | 10.0% | 13.0% | 4.2% | 7.0% | 12.0% |
| lerland | 8.2% | 11.0% | 20.0% | 6,1% | 7.0% | 16,0% | 5,1% | 6,0% | 10.0% |
| Huizenprijsindex | |||||||||
| België | $-1.0%$ | $-3.0%$ | $-6.0%$ | 0.0% | $-2.0%$ | $-4.0%$ | 1.5% | 1.0% | $-1.0%$ |
| Tsjechië | 0.0% | $-2.0%$ | $-4.0%$ | $-0.8%$ | $-3.5%$ | $-6,0%$ | 2.0% | 2.0% | 0.0% |
| Hongarije | $-1.0%$ | $-5.0%$ | $-7.5%$ | 0.0% | $-3.0%$ | $-5.0%$ | 2.5% | 2.0% | 1.0% |
| Slovakije | $-1.0%$ | $-5.0%$ | $-7.0%$ | 0.5% | $-2.0%$ | $-3.0%$ | 2.0% | 2.0% | 1.0% |
| Bulgarije | 0.5% | $-2.0%$ | $-4.0%$ | 1.0% | $-1.0%$ | $-3.0%$ | 3.0% | 3.0% | 0.0% |
| lerland | $-6.0%$ | $-12.0%$ | $-20.0%$ | 5.0% | 8.0% | $-5.0%$ | 4.0% | 5.0% | 3.0% |
De nettorente-inkomsten werden in de eerste helft van 2020 negatief beïnvloed door de meervoudige verlagingen van de reporente door de Tsjechische Nationale Bank.
De nettoprovisie-inkomsten werden negatief beïnvloed door de coronaviruspandemie voor vergoedingen uit vermogensbeheer (lagere instapvergoedingen door een daling van de verkoop en marges; lagere beheersvergoedingen als gevolg van een lager gemiddeld beheerd vermogen in combinatie met lagere marges). Bovendien daalden ook de vergoedingen voor bankdiensten (de vergoedingen voor betalingsdiensten zijn bijvoorbeeld gedaald, onder meer door een algemeen lagere activiteit als gevolg van de lockdown).
Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening werden negatief beïnvloed door de toegenomen volatiliteit op de financiële markten in de eerste helft van 2020, wat heeft geleid tot een nettoresultaat op financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening van -0,1 miljard euro in de eerste helft van 2020 (-0,4 miljard euro in het eerste kwartaal van 2020 als gevolg van de gedaalde aandelenmarkten, bredere creditspreads en een lagere langetermijnrente, waarvan in het tweede kwartaal van 2020 +0,3 miljard euro werd goedgemaakt). Voor meer informatie: zie toelichting 3.3 verderop in dit verslag.
Hoog technisch resultaat in Schade in het eerste halfjaar van 2020, ondersteund door een laag schadeniveau als gevolg van de lockdown. De context van COVID-19 is nog uitdagender voor de verkoop van levensverzekeringsproducten met rentegarantie.
De exploitatiekosten werden gunstig beïnvloed door de COVID-19-crisis, omdat er strikte kostenbesparende maatregelen werden ingevoerd, die onder meer hebben geleid tot een daling van de personeelskosten (waarvan lagere voorzieningen voor variabele vergoedingen en minder vte's), lagere marketing-, reis- en facilitaire kosten.
We hebben een ad-hocbeoordeling uitgevoerd van aanwijzingen van waardeverminderingen op goodwill. Het resultaat daarvan geeft geen aanwijzing van waardeverminderingen.
We hebben onderzocht of het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor de aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt op basis van ramingen voor een periode van acht tot tien jaar. De conclusie van dat onderzoek is dat er voldoende geschatte belastbare winsten beschikbaar zijn.
De impact van COVID-19 op de financiële markten komt ook tot uiting in een daling van de herwaarderingsreserves in OCI in het eerste halfjaar van 2020, meer bepaald van de herwaarderingsreserve (FVPL eigenvermogensinstrumenten) - overlaybenadering en de omrekeningsverschillen. Voor meer informatie, zie de tekst onder de tabel Niet-gerealiseerde resultaten.
KBC heeft zijn sterke liquiditeitspositie gedurende de hele COVID-19-crisis behouden. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) van KBC Bank, die een idee geeft van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, bleef ongeveer stabiel in het eerste halfjaar van 2020 en bedroeg eind juni 136%. De Net Stable Funding Ratio (NSFR) van KBC Bank, die een idee geeft van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, bedroeg eind juni 2020 een hoge 142% (tegenover 136% eind december 2019).
De goedkeuringsprocedure is nog aan de gang.
Voor een beschrijving van de managementstructuur en gerelateerde rapporteringspresentatie verwijzen we naar toelichting 2.1 van de jaarrekening 2019.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Tsjechië | Divisie Divisie Intenationale Markten |
Waarvan: Hongarije Slowakije Bulgarije |
lerland | Groeps- center |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H 2020 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 1 2 7 5 | 587 | 438 | 127 | 100 | 72 | 140 | $-22$ | 2 2 7 8 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 278 | 69 | 85 | 32 | 15 | 38 | 0 | $\overline{7}$ | 440 |
| Verdiende premies | 564 | 148 | 161 | 73 | 25 | 62 | 0 | $\overline{7}$ | 879 |
| Technische lasten | 285 | $-79$ | - 76 | 42 | - 10 | 24 | 0 | $\mathbf{1}$ | - 439 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | $-37$ | 26 | 17 | 3 | 6 | 8 | $\overline{0}$ | $\mathbf 0$ | 6 |
| Verdiende premies | 424 | 97 | 53 | 17 | 17 | 19 | $\mathcal{O}$ | $-1$ | 574 |
| Technische lasten | $-461$ | $-70$ | $-36$ | $-13$ | $-12$ | $-11$ | $\Omega$ | $\mathbf 0$ | $-568$ |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | $-19$ | $\mathbf 0$ | $-6$ | $-2$ | $-1$ | $-3$ | 0 | $\overline{4}$ | $-21$ |
| Dividendinkomsten | 27 | 1 | $\mathbf 0$ | $\cal O$ | $\boldsymbol{0}$ | $\mathcal O$ | 0 | $\overline{2}$ | 30 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde via w&v | $-68$ | $-35$ | 9 | 12 | - 1 | 0 | - 2 | $-39$ | $-132$ |
| Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstr. tegen reële waarde via OCI | 1 | $\mathbf 0$ | $\overline{1}$ | $\boldsymbol{0}$ | $\mathbf{1}$ | $\mathcal{O}$ | $\mathcal O$ | $\mathbf 0$ | 3 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 579 | 106 | 135 | 95 | 29 | 12 | $-1$ | $-3$ | 816 |
| Overige netto-inkomsten | 79 | 12 | 11 | $\overline{c}$ | 5 | $\overline{c}$ | $\mathcal O$ | $\Omega$ | 102 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 2 1 1 4 | 766 | 692 | 270 | 154 | 129 | 137 | $-51$ | 3 5 2 2 |
| Exploitatiekosten | $-1349$ | $-385$ | $-463$ | $-170$ | $-110$ | $-76$ | $-107$ | $-45$ | $-2242$ |
| Bijzondere waardeverminderingen | $-586$ | $-184$ | $-236$ | $-66$ | $-48$ | $-28$ | $-95$ | 9 | $-997$ |
| op financiële activa tegen AC en FVOCI | $-574$ | 178 | $-222$ | $-54$ | $-48$ | $-26$ | $-95$ | 9 | $-966$ |
| op goodwill | $\overline{0}$ | $\mathbf 0$ | $\Omega$ | $\mathcal O$ | $\overline{0}$ | $\mathcal{O}$ | $\mathcal{O}$ | $\mathbf{0}$ | $\Omega$ |
| op overige | 6 ÷. |
$-14$ | $-12$ | 0 | $\overline{c}$ | 0 | $\pmb{0}$ | $-32$ | |
| $-11$ $-6$ |
$\sim$ $\overline{1}$ |
$\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | $-7$ | |
| Aandeel in het resultaat van geass. ondernemingen en joint ventures | 174 | 196 | $-8$ | 34 | $-4$ | 26 | $-66$ | $-86$ | 276 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | $-55$ | $-3$ | $\mathbf{1}$ | $-3$ | 18 | $-71$ | |||
| Belastingen | $\mathbf 0$ | $-30$ | $\mathbf{0}$ | $-9$ $\mathcal{O}$ |
$\Omega$ | $\mathcal{O}$ | 8 | $\mathbf 0$ | |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | $\mathbf 0$ | $\mathcal{O}$ | $\bf{0}$ | ||||||
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 119 | 165 | $-11$ | 25 | $-3$ | 24 | $-58$ | $-68$ $\mathbf 0$ |
205 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
$\mathbf 0$ 119 |
$\mathbf 0$ 165 |
$\mathbf 0$ $-11$ |
$\boldsymbol{0}$ 25 |
0 $\mathcal{S}$ |
0 24 |
0 - 58 |
$-68$ | 0 205 |
| 1H 2019 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 1 2 4 5 | 610 | 427 | 126 | 102 | 70 | 130 | $-21$ | 2 2 6 1 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 205 | 56 | 69 | 23 | 14 | 32 | 0 | 5 | 335 |
| Verdiende premies | 545 | 136 | 155 | 73 | 23 | 60 | 0 | 5 | 840 |
| Technische lasten | 340 | $-80$ | $-86$ | 49 | - 9 | 28 | 0 | 0 | 505 |
| $-49$ | 29 | 18 | $\overline{\bf 4}$ | 6 | 8 | 0 | $\mathbf 0$ | - 2 | |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 501 | 50 | 21 | 20 | 0 | $\mathbf 0$ | |||
| Verdiende premies | 117 | 8 | 668 | ||||||
| Technische lasten | 550 | - 88 | 32 | $\overline{4}$ | - 15 | 12 | 0 | 0 | 669 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 12 | - 4 | - 5 | $\mathcal I$ | $-1$ | $-3$ | 0 | - 8 | - 5 |
| Dividendinkomsten | 49 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | $\overline{2}$ | 51 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde via w&v | 97 | $-37$ | 20 | 18 | $-2$ | 8 | $-4$ | 17 | 97 |
| Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstr. tegen reële waarde via OCI | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\overline{1}$ | $\boldsymbol{0}$ | $\boldsymbol{\eta}$ | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | $\overline{2}$ |
| Nettoprovisie-inkomsten | 578 | 125 | 146 | 104 | 32 | 12 | $-2$ | - 3 | 845 |
| Overige netto-inkomsten | 95 | 97 | $\mathbf 0$ | 1 | 3 | 0 | $-4$ | $-1$ | 192 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 2 2 3 4 | 875 | 676 | 275 | 155 | 126 | 121 | $-10$ | 3775 |
| Exploitatiekosten | $-1383$ | 383 ÷. |
$-472$ | $-183$ | $-107$ | $-76$ | $-107$ | $-45$ | $-2283$ |
| Bijzondere waardeverminderingen | $-114$ | $-5$ | $\mathbf{1}$ | $\sqrt{3}$ | $-11$ | $-3$ | 12 | 10 | $-109$ |
| op financiële activa tegen AC en FVOCI | $-113$ | $-2$ | $\overline{2}$ | 3 | $-11$ | $-3$ | 12 | 10 | $-103$ |
| op goodwill | 0 | 0 | $\bf{0}$ | 0 | 0 | 0 | 0 | $\bf 0$ | 0 |
| op overige | $-2$ | 3 $\overline{\phantom{a}}$ |
$-1$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | - 6 |
| Aandeel in het resultaat van geass. ondernemingen en joint ventures | $-2$ | 9 | $\overline{2}$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 734 | 495 | 207 | 94 | 38 | 47 | 26 | $-45$ | 1 3 9 2 |
| Belastingen | $-170$ | $-70$ | $-32$ | $-15$ | $-9$ | $-5$ | $-3$ | 56 | $-217$ |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | $\mathbf 0$ | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathcal O$ | $\mathcal O$ | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 564 | 425 | 175 | 79 | 29 | 42 | 22 | 11 | 1 1 7 5 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenhaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschannij | 564 | 175 | 70 | 20 | $\Lambda$ | っっ | 11 | 1175 |
| (in miljoenen euro) | 1H 2020 | 1H 2019 2KW 2020 1KW 2020 2KW 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 2 7 8 | 2 2 6 1 | 1 0 8 3 | 1 1 9 5 | 1 1 3 2 |
| Rente-inkomsten | 3 3 3 2 | 3629 | 1497 | 1835 | 1807 |
| Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | |||||
| Financiële activa tegen AC | 2 5 6 8 | 2743 | 1 1 8 1 | 1 3 8 6 | 1 3 8 3 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde via OCI | 163 | 166 | 80 | 83 | 78 |
| Afdekkingsderivaten | 235 | 247 | 101 | 134 | 128 |
| Financiële verplichtlingen (negatieve rente) | 55 | 24 | 34 | 20 | 11 |
| Overige | 11 | 3 | 3 | 4 | |
| Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten | |||||
| Financiële activa verplicht aan reële waarde (niet voor handelsdoeleinden) | 5 | 3 | 3 | 3 | 1 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (*) | 300 | 434 | 95 | 206 | 201 |
| Waarvan economische afdekkingen (*) | 279 | 421 | 82 | 197 | 195 |
| Overige financiële activa tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening | $\Omega$ | 0 | $\Omega$ | 0 | 0 |
| Rentelasten | $-1054$ | $-1.367$ | $-415$ | $-640$ | $-675$ |
| Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | |||||
| Financiële verplichtingen tegen AC | $-455$ | $-671$ | $-171$ | $-284$ | $-332$ |
| Financiële activa (negatieve rente) | $-18$ | $-48$ | $-8$ | $-10$ | $-24$ |
| Afdekkingsderivaten | $-335$ | $-330$ | $-158$ | $-177$ | $-167$ |
| Overige | $-3$ | - 3 | $-1$ | $-2$ | $-2$ |
| Rentelasten op andere financiële instrumenten | |||||
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (*) | $-222$ | $-291$ | $-67$ | $-155$ | $-139$ |
| Waarvan economische afdekkingen (*) | $-205$ | $-274$ | $-60$ | $-145$ | $-130$ |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening | $-19$ | $-20$ | $-9$ | $-10$ | $-11$ |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | $-2$ | $-4$ | $-1$ | $-1$ | $-2$ |
(*) 1KW 2020 : gecorrigeerd cijfer zonder impact op de nettorente-inkomsten
De overgrote meerderheid van de negatieve rente op financiële verplichtingen en financiële activa heeft betrekking op transacties met centrale banken, interbancaire en professionele tegenpartijen, en de TLTRO.
Het resultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening in 2KW 2020 ligt 638 miljoen euro hoger dan in 1KW 2020. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal is toe te schrijven aan:
Het resultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening in 2KW 2020 lag 256 miljoen euro hoger dan in 2KW 2019, toe te schrijven aan:
Het resultaat uit financiële instrumenten met verwerking van waardeverminderingen in de winst- en verliesrekening in de eerste jaarhelft van 2020 ligt 229 miljoen euro lager in vergelijking met de eerste jaarhelft van 2019, wat grotendeels te verklaren is door:
• Zeer negatieve MTM ALM derivaten in 1H 2020 tegenover slechts licht negatieve MTM ALM derivaten in 1H 2019 slechts gedeeltelijk gecompenseerd door
• Hogere dealingroominkomsten in Tsjechië, deels gecompenseerd door lagere dealingroominkomsten in België
| (in miljoenen euro) | 1H 2020 | 1H 2019 2KW 2020 1KW 2020 2KW 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 816 | 845 | 388 | 429 | 435 |
| Ontvangen provisies | 1 1 8 8 | 1 2 0 3 | 559 | 628 | 616 |
| Betaalde provisies | $-371$ | $-358$ | $-172$ | $-199$ | $-180$ |
| Indeling naar type | |||||
| Vermogensbeheerdiensten | 507 | 534 | 237 | 270 | 270 |
| Ontvangen provisies | 535 | 562 | 250 | 285 | 285 |
| Betaalde provisies | $-28$ | $-28$ | $-13$ | $-15$ | $-14$ |
| Bankdiensten | 448 | 449 | 219 | 229 | 230 |
| Ontvangen provisies | 610 | 609 | 291 | 319 | 315 |
| Betaalde provisies | $-162$ | $-160$ | $-72$ | $-90$ | $-85$ |
| Distributie | $-138$ | $-138$ | $-68$ | $-71$ | $-65$ |
| Ontvangen provisies | 42 | 32 | 19 | 24 | 16 |
| Betaalde provisies | $-181$ | $-170$ | $-86$ | $-95$ | $-82$ |
| (in miljoenen euro) | 1H 2020 | 1H 2019 2KW 2020 1KW 2020 2KW 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 102 | 192 | 53 | 50 | 133 |
| waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | |||||
| verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | 10 1 | 4 | 8 | $\mathbf{0}$ | |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 0 | $\Omega$ | |||
| waarvan andere, waaronder: | 93 | 188 | 51 | 42 | 133 |
| inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep | 39 | 39 | 20 | 19 | 20 |
| inkomsten van Groep VAB | 25 | 22 | 13 | 12 | 11 |
| eenmalig effect 55% aandeel in CMSS | 82 | 0 | 82 | ||
| vereffening juridische dossiers | 6 | 0 | $\Omega$ | ||
| voorziening voor tracker mortgage review | - 4 |
Bemerking: in 1H 2019
| (in miljoenen euro) | Leven | Niet-leven | Niet- technische rekening |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 1H 2020 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 574 | 888 | 1461 | |
| waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremie | $-1$ | $-188$ | - 189 | |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | $-568$ | - 440 | $-1008$ | |
| Uitkeringen | $-570$ | $-416$ | - 986 | |
| Wijzigingen in technische voorzieningen | 16 | $\overline{7}$ | 24 | |
| Ander technisch resultaat | $-14$ | - 31 | $-45$ | |
| Nettoprovisie-inkomsten | $-1$ | - 171 | - 172 | |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | $-1$ | $-20$ | $-21$ | |
| Algemene beheerskosten | - 81 | - 127 | -1 | - 209 |
| Interne schaderegelingskosten | - 4 | $-31$ | $-35$ | |
| Indirecte acquisitiekosten | $-17$ | - 37 | $-54$ | |
| Administratiekosten | $-61$ | $-59$ | - 119 | |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | $\mathbf 0$ | $-1$ | - 1 |
| Technisch resultaat | $-77$ | 130 | - 1 | 52 |
| Beleggingsopbrengsten (*) | 142 | 25 | 22 | 190 |
| Technisch-financieel resultaat | 65 | 155 | 21 | 241 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | ||
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 65 | 155 | 21 | 241 |
| Belastingen | $-65$ | |||
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | ÷ | 176 | ||
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | г. | $\sim$ | $\mathbf 0$ | |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders | 176 | |||
| van de moedermaatschappij | ||||
| 1H 2019 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 668 | 851 | $\blacksquare$ | 1519 |
| waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremie | - 1 | - 201 | - 202 | |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | $-669$ | $-506$ | $-1176$ | |
| Uitkeringen | $-571$ | - 434 | $-1005$ | |
| Wijzigingen in technische voorzieningen | $-136$ | - 40 | - 176 | |
| Ander technisch resultaat | 38 | $-32$ | 6 | |
| Nettoprovisie-inkomsten | - 13 | $-163$ | - 176 | |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 1 | - 4 | ÷. | - 5 |
| Algemene beheerskosten | $-82$ | - 127 | -1 | - 211 |
| Interne schaderegelingskosten | - 4 | - 30 | - 35 | |
| Indirecte acquisitiekosten | - 15 | $-35$ | $-51$ | |
| Administratiekosten | - 63 | - 61 | $\blacksquare$ | $-124$ |
| Beheerskosten voor beleggingen | $-1$ | $-1$ | ||
| Technisch resultaat | - 98 | 50 | $-1$ | $-49$ |
| Beleggingsopbrengsten (*) | 249 | 43 | 23 | 315 |
| Technisch-financieel resultaat | 151 | 94 | 21 | 266 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | $\overline{\phantom{0}}$ | $\overline{2}$ | $\overline{2}$ | |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 151 | 94 | 23 | 268 |
| Belastingen | $\equiv$ | $\equiv$ | $\equiv$ | $-47$ |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | - | $\equiv$ | $\qquad \qquad$ | 221 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | ||||
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
221 |
(*) 1H 2020 bestaat uit (in miljoenen euro): Nettorente-inkomsten (218), Netto dividendinkomsten (17), Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen FV met verwerking van waardeveranderingen in w&v (-47), Overige netto-inkomsten (7) en Bijzondere waardeverminderingen (-6).
1H 2019 bestaat uit (in miljoenen euro): Nettorente-inkomsten (232), Netto dividendinkomsten (31), Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen FV met verwerking van waardeveranderingen in w&v (53), Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI (1), Overige netto-inkomsten (0) en Bijzondere waardeverminderingen (-2). De niet-technische rekening omvat de resultaten van niet-verzekeraars zoals VAB Groep en ADD.
Opmerking: cijfers m.b.t. de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de 'unit-linked' producten. De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (meer informatie vindt u in het jaarverslag over 2019).
In 1H 2020 werd het technische resultaat schadeverzekeringen negatief beïnvloed door de stormen in België, Tsjechië en Hongarije in 1KW 2020 voor een bedrag van ongeveer -51 miljoen euro (vóór belasting en vóór invloed van herverzekering). Dit werd gecompenseerd door een laag schadeniveau grotendeels als gevolg van de lockdown in 2KW 2020.
In de eerste jaarhelft 2019 werd het technische resultaat schadeverzekeringen negatief beïnvloed door :
De exploitatiekosten voor 2KW 2020 bevatten 27 miljoen euro gerelateerd aan banken- en verzekeringsheffingen (407 miljoen euro in 1KW 2020, 30 miljoen euro in 2KW 2019), 434 miljoen euro in 1H 2020 en 413 miljoen euro in 1H2019). Het gevolg van de toepassing van IFRIC 21 (Heffingen) is dat bepaalde heffingen op voorhand geboekt worden in het eerste kwartaal van het jaar.
| (in miljoenen euro) | 1H 2020 | 1H 2019 2KW 2020 1KW 2020 2KW 2019 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | $-997$ | $-109$ | $-857$ | $-141$ | $-40$ |
| Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen AC en reële waarde via OCI | $-966$ | $-103$ | $-845$ | $-121$ | $-36$ |
| Waarvan bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen AC | $-962$ | $-103$ | $-842$ | $-120$ | $-35$ |
| Per product | |||||
| Leningen en voorschotten | $-948$ | - 95 | $-837$ | $-111$ | $-33$ |
| Schuldpapier | 0 | $\sim$ | 0 | $\Omega$ | |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans | $-14$ | - 7 | - 5 | - 9 | - 3 |
| Per type | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | $-60$ | $-17$ | $-52$ | - 8 | $-15$ |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | $-663$ | $-4$ | $-618$ | - 46 | $-11$ |
| Categorie 3 (non-performing; ECL over resterende looptijd) | $-236$ | $-88$ | $-171$ | $-65$ | $-18$ |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid | $-3$ | 6 | $-2$ | $-1$ | 9 |
| Waarvan bijz. waardeverminderingen op fin. activa tegen reële waarde via OCI | $-4$ | 0 | $-3$ | $-1$ | 0 |
| Schuldpapier | - 4 | $\Omega$ | - 3 | - 1 | $\Omega$ |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | - 1 | - 1 | 0 | 0 | |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 3 $\sim$ |
$-2$ | 0 | ||
| Categorie 3 (non-performing; ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | $\mathbf 0$ | 0 | $\mathbf{0}$ | $\mathbf{0}$ | $\mathbf 0$ |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | $-32$ | $-6$ | $-12$ | $-20$ | $-4$ |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | 2 ä, |
- 3 | $-2$ | 0 | - 3 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | 0 | ||||
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | ||
| Overige | $-29$ | Ξ. | - 9 | $-19$ | 0 |
De bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen AC omvatten -789 miljoen euro collectieve Covid-19 ECL (waarvan -43 miljoen euro in 1KW 2020 en -746 miljoen euro in 2KW 2020). Zie toelichting 1.4 van dit rapport voor meer informatie.
De categorie 3 in 1H 2020 en 1H 2019 betreft voornamelijk bijzondere waardeverminderingen in België gerelateerd aan een aantal bedrijfsdossiers.
Bijzondere waardeverminderingen op overige (Overige) omvat -27 miljoen euro in 1H 2020 (respectievelijk -18 en -9 miljoen euro in 1KW en 2KW 2020) gerelateerd aan modification verliezen in België, Tsjechië en Hongarije. Zie toelichting 1.4 van dit rapport voor meer informatie.
| MFVPL excl. HFT en |
Afdek- kings- deriva- |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | AC. | FVOCI overlay | Overlay | HFT | FVO | ten | Totaal | |
| FINANCIËLE ACTIVA, 30-06-2020 | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en | 6753 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf{1}$ | $\mathbf 0$ | 0 | 6754 |
| beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's waarvan terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen op minder dan drie maanden |
1667 | |||||||
| 157 277 | $\mathbf 0$ | 286 | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 157 563 | |
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. reverse repo's) | 1689 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 1689 |
| Handelsvorderingen | 5 300 | $\mathbf 0$ | 181 | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 5481 |
| Afbetalingskredieten Hypotheekleningen |
67835 | $\mathbf 0$ | 96 | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf{0}$ | 0 | 67931 |
| Termijnkredieten | 70 482 | $\mathbf 0$ | 9 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 70 491 |
| Financiële leasing | 5753 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 5753 |
| Voorschotten in rekening-courant | 5 1 5 8 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | 5 1 5 8 |
| Overige | 1 0 5 9 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 0 5 9 |
| Reverse repo's | 25 3 65 | $\mathbf 0$ | 0 | $\mathbf 0$ | 379 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 25744 |
| Met kredietinstell. & beleggingsondernemingen | 24 125 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 379 | $\mathbf 0$ | 0 | 24 504 |
| Met klanten | 1 2 4 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | 1 2 4 0 |
| Aandelen | $\mathbf 0$ | 257 | $\overline{7}$ | 1 1 7 1 | 430 | $\pmb{0}$ | $\mathbf 0$ | 1864 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 0 | $\mathbf 0$ | 13 655 | 0 | $\mathbf 0$ | $\mathbf{0}$ | $\mathbf 0$ | 13 655 |
| Schuldpapier | 47 510 | 19 031 | 53 | 0 | 3673 | $\mathbf 0$ | 0 | 70 267 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 41 136 | 12 9 29 | 0 | 0 | 3616 | 0 | 0 | 57 680 |
| Van kredietinstell. & beleggingsondernemingen | 3 7 5 4 | 2665 | $\mathbf 0$ | 0 | 18 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 6437 |
| Van ondernemingen | 2621 | 3 4 3 7 | 53 | 0 | 39 | 0 | 0 | 6 150 |
| Derivaten | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 5836 | $\mathbf 0$ | 210 | 6046 |
| Overige | 1 2 9 3 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | 3 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 1 2 9 6 |
| Totaal | 238 198 | 19 288 | 14 001 | 1 1 7 1 | 10 321 | $\mathbf 0$ | 210 | 283 188 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2019 | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (excl. reverse repo's) |
5 3 9 8 | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 0 | $\mathbf 1$ | 0 | 0 | 5 3 9 9 |
| waarvan terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen op minder dan drie maanden | 468 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. reverse repo's) | 155 598 | 0 | 218 | 0 | 0 | 0 | 0 | 155 816 |
| Handelsvorderingen | 1885 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1885 |
| Afbetalingskredieten | 5 3 8 3 | 0 | 122 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5505 |
| Hypotheekleningen | 67 711 | $\Omega$ | 85 | $\Omega$ | 0 | $\Omega$ | $\Omega$ | 67 796 |
| Termijnkredieten | 68 867 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 68 877 |
| Financiële leasing | 5926 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5926 |
| Voorschotten in rekening-courant | 4979 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4979 |
| Overige | 847 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 847 |
| Reverse repo's | 25 5 96 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 596 |
| Met kredietinstel.& beleggingsondernemingen | 25 4 4 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 4 45 |
| Met klanten | 151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 151 |
| Aandelen | 0 | 249 | 7 | 1431 | 833 | 0 | 0 | 2519 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 0 | 0 | 14 5 84 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 584 |
| Schuldpapier | 42 998 | 18788 | 58 | 0 | 1 2 6 9 | 0 | 0 | 63 114 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 37 024 | 12 370 | 0 | 0 | 1 1 4 9 | 0 | 0 | 50 542 |
| Van kredietinstel. & beleggingsondernemingen | 3632 | 2753 | 0 | 0 | 20 | 0 | 0 | 6405 |
| Van ondernemingen | 2 3 4 3 | 3666 | 58 | 0 | 99 | 0 | 0 | 6 1 6 7 |
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 1 6 3 | 0 | 158 | 5 3 2 2 |
| Overige | 1 0 4 9 | $\pmb{0}$ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 0 4 9 |
| Totaal | 230 639 | 19 037 | 14 867 | 1431 | 7 2 6 6 | 0 | 158 | 273 399 |
| Afdekkings- | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | AC | HFT | FVO | derivaten | Totaal |
| FINANCIELE VERPLICHTINGEN, 30-06-2020 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en | 37 401 | $\mathbf 0$ | $\overline{0}$ | 0 | 37 401 |
| beleggingsondernemingen (excl. repo's) | |||||
| waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 6 180 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier (excl. repo's) | 208 594 | 183 | 2 0 3 5 | 0 | 210 811 |
| Zichtdeposito's | 95 792 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 95 792 |
| Termijndeposito's | 14 341 | 29 | 173 | 0 | 14 543 |
| Spaarrekeningen | 71964 | 0 | 0 | 0 | 71964 |
| Deposito's van bijzondere aard | 2478 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 2478 |
| Overige deposito's | 250 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 250 |
| Depositocertificaten | 6 0 8 5 | $\mathbf 0$ | 6 | 0 | 6092 |
| Kasbons | 690 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 690 |
| Niet-converteerbare obligaties | 14 737 | 154 | 1 7 0 1 | 0 | 16 593 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 2 5 5 | $\mathbf 0$ | 153 | 0 | 2 4 0 8 |
| Repo's | 3 2 2 8 | $\overline{2}$ | $\mathbf 0$ | $\mathbf 0$ | 3 2 2 9 |
| Met kredietinstel.& beleggingsondernemingen | 2 3 4 8 | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 2 3 4 8 |
| Met klanten | 880 | $\mathbf{1}$ | $\overline{0}$ | 0 | 881 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | $\mathbf{0}$ | $\mathbf 0$ | 12 505 | $\Omega$ | 12 505 |
| Derivaten | $\mathbf 0$ | 5 2 3 8 | 0 | 1424 | 6662 |
| Baisseposities | 0 | 1 0 0 7 | 0 | 0 | 1 0 0 7 |
| In aandelen | 0 | 12 | 0 | 0 | 12 |
| In schuldpapier | 0 | 995 | 0 | 0 | 995 |
| Overige | 2897 | $\mathbf 0$ | $\overline{0}$ | 0 | 2897 |
| Totaal | 252 119 | 6429 | 14 539 | 1424 | 274 512 |
| FINANCIELE VERPLICHTINGEN, 31-12-2019 | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en | 18731 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 18731 |
| beleggingsondernemingen (excl. repo's) | |||||
| waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4669 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier (excl. repo's) | 200 607 | 223 | 2 5 3 9 | 0 | 203 369 |
| Zichtdeposito's | 85 626 | 0 | 0 | 0 | 85 626 |
| Termijndeposito's | 15 271 | 39 | 184 | 0 | 15 494 |
| Spaarrekeningen | 69 057 | 0 | 0 | 0 | 69 057 |
| Deposito's van bijzondere aard | 2465 | 0 | 0 | 0 | 2465 |
| Overige deposito's | 542 | 0 | 0 | 0 | 542 |
| Depositocertificaten | 10 538 | 0 | 8 | 0 | 10 546 |
| Kasbons | 1 0 2 5 | 0 | 0 | 0 | 1025 |
| Niet-converteerbare obligaties | 13756 | 183 | 2 2 0 0 | 0 | 16 139 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 3 2 7 | 0 | 147 | 0 | 2474 |
| Repo's | 2 5 6 5 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 2565 |
| Met kredietinstel.& beleggingsondernemingen | 2 262 | 0 | 0 | 0 | 2 262 |
| Met klanten | 302 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 303 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 0 | 0 | 13 6 10 | 0 | 13 610 |
| Derivaten | 0 | 5 0 5 7 | 0 | 1 1 7 1 | 6 2 2 7 |
| Baisseposities | 0 | 1708 | 0 | 0 | 1708 |
| In aandelen | 0 | 14 | 0 | 0 | 14 |
| In schuldpapier | 0 | 1693 | 0 | 0 | 1693 |
| Overige | 2 190 | 0 | $\mathbf 0$ | 0 | 2 190 |
| Totaal | 224 093 | 6988 | 16 149 | 1 1 7 1 | 248 400 |
Onder "deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen" valt ook financiering die wordt verkregen uit het TLTROprogramma van de ECB. In het tweede kwartaal van 2020 nam KBC deel aan TLTRO III voor een bedrag van 19,5 miljard euro.
| 30-06-2020 | 31-12-2019 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Boekwaarde voor bijzondere waarde- verminde- ringen |
waarde- verminde- ringen |
Boekwaarde Bijzondere na bijzondere waarde- verminde- ringen |
Boekwaarde voor bijzondere waarde- verminde- ringen |
waarde- verminde- ringen |
Boekwaarde Bijzondere na bijzondere waarde- verminde- ringen |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS | ||||||
| Leningen en voorschotten (*) | 193 064 | $-3669$ | 189 395 | 189 446 | $-2855$ | 186 592 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 168 977 | $-177$ | 168 800 | 165 326 | $-131$ | 165 195 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 18 7 34 | $-910$ | 17824 | 18 558 | $-254$ | 18 304 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 5 1 9 0 | $-2556$ | 2 6 3 4 | 5 3 8 1 | $-2444$ | 2937 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
163 | $-26$ | 137 | 182 | $-26$ | 155 |
| Schuldpapier | 47 522 | $-12$ | 47 510 | 43 010 | $-12$ | 42 998 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 47 484 | $-5$ | 47479 | 42 934 | - 5 | 42 930 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 31 | $-1$ | 30 | 69 | $-2$ | 67 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | $\overline{7}$ | $-6$ | 7 | - 6 | ||
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
$\mathbf{0}$ | $\mathbf 0$ | 0 | 0 | 0 | |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE VIA OCI | ||||||
| Schuldpapier | 19 040 | $-9$ | 19 0 31 | 18793 | $-5$ | 18788 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 18 903 | $-5$ | 18 897 | 18771 | $-4$ | 18767 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 137 | $-3$ | 134 | 22 | - 1 | 22 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De sterke toename van de bijzondere waardeverminderingen wordt voornamelijk verklaard door collectieve Covid-19 ECL. De tabel bevat geen stage transfers die onderliggend vervat zijn in de ingeschatte collectieve Covid-19 ECL. Voor meer informatie, zie toelichting 1.4 in dit rapport.
Voor meer uitleg over hoe KBC (i) de reële waarde en de waarderingshiërarchie en (ii) niveau 3 waardering definieert en bepaalt, wordt verwezen naar toelichtingen 4.4 tot en met 4.7 in de jaarrekening 2019.
| (in miljoenen euro) | 30-06-2020 | 31-12-2019 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarderingshiërarchie | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden |
14 375 | 409 | 387 | 15 172 | 15 536 | 441 | 320 | 16 298 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 2 7 1 5 | 6 5 0 5 | 1 1 0 1 | 10 321 | 685 | 4 3 8 1 | 200 | 7 266 |
| Reële waarde optie | 0 | $\Omega$ | $\Omega$ | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Tegen reële waarde via OCI | 14 853 | 3859 | 576 | 19 288 | 14 945 | 3630 | 463 | 19 037 |
| Afdekkingsderivaten | $\mathbf 0$ | 210 | $\Omega$ | 210 | 0 | 158 | $\Omega$ | 158 |
| Totaal | 31 943 | 10 983 | 2 0 6 4 | 44 990 | 32 166 | 8611 | 1982 | 42759 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 1 0 0 9 | 4 1 4 6 | 1 2 7 5 | 6429 | 1 708 | 3 2 5 9 | 2021 | 6988 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | 12 504 | 598 | 1437 | 14 539 | 13 6 10 | 657 | 1883 | 16 149 |
| Afdekkingsderivaten | 0 | 1424 | $\mathbf{0}$ | 1424 | 0 | 1 1 7 1 | 0 | 1 1 7 1 |
| Totaal | 13 5 13 | 6 1 6 7 | 2 7 1 2 | 22 3 93 | 15 3 17 | 5087 | 3 9 0 3 | 24 308 |
In 1H 2020 herklasseerde KBC voor ongeveer 122 miljoen euro aan financiële instrumenten gewaardeerd tegen FV van niveau 1 naar 2. KBC herklasseerde ook voor ongeveer 323 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar 1. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde ten gevolge van een wjiziging in de liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.
In 1H 2020 waren er de volgende belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie:
Op 6 oktober 2011 heeft Irving H. Picard, curator (hierna "Trustee" genaamd) voor de vereffening van Bernard L. Madoff Investments Securities LLC (& Bernard L. Madoff), KBC Investments Ltd (een volledige dochteronderneming van KBC Bank) voor de faillissementsrechtbank in New York gedagvaard voor terugvordering van ongeveer 110 miljoen USD (claw-back) tengevolge van overdrachten van Madoff (via een feederfonds dat KBC had uitgeleend aan Harley) aan KBC-entiteiten. Deze vordering is één van een hele reeks vorderingen van de curator tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders (hierna de "gezamenlijke verdedigingsgroep" genaamd).
Er werd een langdurig proces gevoerd op basis van procedurele verweermiddelen met betrekking tot de toepasselijkheid van de 'veilige haven'- ("Safe Habor") en 'goede verdedigings'-regels ("Good defenses") van de faillissementswet op latere cessionarissen (zoals het geval is voor KBC Investments Ltd), zoals uiteengezet in de vorige bekendmakingen. In juni 2015 wijzigde de curator de oorspronkelijke vordering, wat leidde tot een verhoging van het gevorderde bedrag tot 196 miljoen USD.
Op 3 maart 2017 werd een gerechtelijke uitspraak gedaan waarbij de vordering van de Trustee werd afgewezen. De Trustee is in hoger beroep gegaan en de beroepsinstantie ("Court of Appeal") heeft de afwijzing op 28 februari 2019 teruggedraaid. Een op 30 augustus 2019 ingediend verzoekschrift ("Certioriari petition") is op 2 juni 2020 door het Amerikaanse Hooggerechtshof afgewezen. Als gevolg daarvan zal de zaak ten gronde worden behandeld door de faillissementsrechtbank.
KBC gelooft nog steeds dat er een sterke basis is om de vordering tegen KBC te laten afwijzen, aangezien er een aantal andere verdedigingsstellingen zijn die samen met de gezamenlijke verdedigingsgroep kunnen worden opgeworpen. De procedure kan nog enkele jaren duren.
| In aantal | 30-06-2020 | 31-12-2019 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 416 394 642 | 416 394 642 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 416 394 642 | 416 394 642 |
| Waarvan eigen aandelen | 24 817 | 38 607 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,51 | 3.51 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 |
De gewone aandelen van KBC Groep NV hebben geen nominale waarde en worden genoteerd op NYSE Euronext (Brussels). De eigen aandelen hebben bijna volledig betrekking op aandelen KBC Groep die dienen als indekking voor uitstaande derivaten op indexen/ aandelenkorven waarin aandelen van KBC Groep zijn opgenomen
Op 29 mei 2020 hebben KBC Verzekeringen en Nova Ljubljanska banka ('NLB') de transactie afgerond die op 27 december 2019 werd aangekondigd. In een gezamenlijk proces hebben zij hun respectieve belangen in de Sloveense 50/50 levensverzekeringsonderneming NLB Vita verkocht.
De transactie had een verwaarloosbare impact op de winst- en verliesrekening en de kapitaalratio van KBC Groep
Op 31 mei 2019 heeft ČSOB (het 45%-belang in ČMSS van Bausparkasse Schwäbisch Hall (BSH) verworven voor een totale vergoeding van 240 miljoen euro. Ten gevolge daarvan wordt ČMSS sinds 1 juni 2019 integraal geconsolideerd (voorheen vermogensmutatie).
Belangrijke non-adjusting gebeurtenissen tussen de balansdatum (30 juni 2020) en de publicatie van dit rapport (6 augustus 2020):
• Eind juli heeft de ECB haar aanbeveling verlengd om geen dividenden uit te betalen voor januari 2021.
Additionele Informatie 2KW 2020 en 1H 2020
Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het common equity tier 1-kapitaal. De hier vermelde ratio's zijn gebaseerd op de Deense compromismethode. De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode, wordt fully loaded genoemd.
Een gedetailleerde berekening is terug te vinden in het hoofdstuk 'Solvency' in het Engelstalig 'quarterly report'.
Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) is gedekt door specifieke waardeverminderingen. Waar van toepassing, kunnen teller en noemer in de formule worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Specifieke waardeverminderingen op kredieten (A) | 'Credit risk loan portfolio overview', tabel in de Credit risk sectie in het Engelstalig 'quarterly report' |
2 696 | 2 584 | 2 714 |
| / Impaired kredieten (B) |
'Credit risk loan portfolio overview', tabel in de Credit risk sectie in het Engelstalig 'quarterly report' |
6 024 | 6 160 | 6 437 |
| = (A) / (B) | 44,8% | 42,0% | 42,2% |
Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.
| Berekening (in miljoenen euro of aantallen) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) | Geconsolideerde balans | 18 710 | 18 865 | 17 799 |
| Aantal gewone aandelen min eigen aandelen | Toelichting 5.10 | 416 | 416 | 416 |
| (per einde periode) (B) | ||||
| $= (A) / (B)$ (in EUR) | 44.94 | 45.31 | 42.77 |
Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten (A) |
Toelichting 3.7.1 | 467 | 1 0 0 6 | 519 |
| Verdiende verzekeringspremies (B) | Toelichting 3.7.1 | 862 | 1693 | 828 |
| $+$ | ||||
| Bedrijfskosten (C) | Toelichting 3.7.1 | 274 | 526 | 269 |
| Geboekte verzekeringspremies (D) | Toelichting 3.7.1 | 962 | 1728 | 931 |
| $= (A/B)+(C/D)$ | 82,6% | 89,9% | 91,6% |
Deze ratio geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired kredieten zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, wat overeenkomt met de definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA).
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Bedrag van impaired kredieten (A) / |
'Credit risk loan portfolio overview', tabel in de Credit risk sectie in het Engelstalig 'quarterly report' |
6 024 | 6 160 | 6 437 |
| Totale kredietportefeuille (B) | 'Credit risk loan portfolio overview', tabel in de Credit risk sectie in het Engelstalig 'quarterly report' |
179 366 | 175 431 | 172 776 |
| = (A) / (B) | 3,4% | 3,5% | 3,7% |
Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten-inkomstenratio | ||||
| Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten |
2 0 0 2 | 3800 | 2036 |
| Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten |
3 0 3 5 | 6 5 6 3 | 3 2 5 5 |
| $= (A) / (B)$ | 66,0% | 57.9% | 62,6% |
Waar relevant berekeken we ook de kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure business-activiteiten. We sluiten daarbij de volgende zaken uit: invloed van de marked-to-marketwaardering van ALM-derivaten (volledig uitgesloten), bankentax (inclusief de bijdrage tot de 'European Resolution Fund') opgenomen pro-rata en gespreid over de kwartalen van het betrokken jaar in plaats van voorafname (als vereist door IFRIC 21) en uitzonderlijke items. De kosten-inkomstenratio gecorrigeerd voor deze specifieke elementen bedraagt 59% in 1H 2020 (versus 58% in 2019 en 59% in 1H 2019).
Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico's (A) (Geannualiseerd) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardeverminderingen |
961 | 204 | 102 |
| Gemiddelde kredietportefeuille (B) | Credit risk loan portfolio overview', tabel in de Credit risk sectie in het Engelstalig 'quarterly report' |
177 398 | 170 128 | 168 800 |
| = (A) (Geannualiseerd) / (B) | 0,64% | 0,12% | 0,12% |
De kredietkostenratio vanaf 1H 2020 omvat een collectief Covid-19 verwacht kredietverlies (ECL) van 789 miljoen euro: (i) een management overlay van 43 miljoen euro geboekt in 1KW 2020; (ii) een management overlay van 596 miljoen euro geboekt in 2KW 2020 en (iii) een impact van 150 miljoen euro vastgelegd door onze ECL modellen in 2KW 2020.
Bij de berekening van de kredietkostenratio wordt het effect van het Covid-19 ECL buiten beschouwing gelaten.
Zonder de impact van Covid-19 ECL bedraagt de kredietkostenratio 0,20%.
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk pure, traditionele) kredietactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Leningen en voorschotten aan klanten (A) $\ddot{}$ |
Toelichting 4.1, Leningen en voorschotten aan klanten |
157 563 | 155 816 | 154 169 |
| Reverse repo's (niet op centrale banken) (B) $\ddot{}$ |
Toelichting 4.1, onderdeel van Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
3 4 3 9 | 1559 | 1675 |
| Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (bank) (C) |
Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van ondernemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
6 2 3 5 | 5894 | 5 5 6 3 |
| $\ddot{}$ | ||||
| Andere blootstelling op kredietinstellingen (D) | 4 8 0 8 | 4629 | 4670 | |
| + | ||||
| Verstrekte financiële garanties aan klanten en andere verbintenissen (E) |
Toelichting 6.1, onderdeel van Verstrekte financiële garanties |
8 1 7 0 | 8 1 6 0 | 8066 |
| $\ddot{}$ | ||||
| Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) | Toelichting 4.2, onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen |
3680 | 2866 | 3 0 4 7 |
| $\ddot{}$ | ||||
| Verzekeringsentiteiten (G) | Toelichting 4.1, onderdeel van Leningen en voorschotten aan klanten |
$-2290$ | $-2288$ | $-2314$ |
| Niet-kredietgerelateerde vorderingen (H) | $-939$ | $-738$ | $-743$ | |
| $\ddot{}$ | ||||
| Overige (I) | Onderdeel van Toelichting 4.1 | $-1299$ | $-468$ | $-1356$ |
| Brutoboekwaarde = $(A)+(B)+(C)+(D)+(E)+(F)+(G)+(H)+(I)$ | 179 366 | 175 431 | 172 776 |
Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio. Een gedetailleerde berekening is terug te vinden in het hoofdstuk 'Solvency' in het Engelstalig 'quarterly report'.
Geeft een idee over de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Liquide activa van hoge kwaliteit (A) | Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR en de EBA-richtlijnen voor LCR disclosure |
74 512 | 74 884 | 78 050 |
| Totale nettokasuitstroom voor de | 54 705 | 54 4 1 5 | 55 800 | |
| volgende dertig kalenderdagen (B) | ||||
| $= (A) / (B)$ | 136% | 138% | 140% |
Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) | Basel III, net stable funding ratio (Basel Comité, October 2014) |
203 437 | 174 977 | 174 250 |
| Vereist bedrag stabiele financiering (B) | 143 056 | 128 845 | 130 850 | |
| $= (A) / (B)$ | 142.2% | 135.8% | 133,2% |
Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten (A) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten |
1917 | 3853 | 889 |
| Gemiddelde rentedragende activa van de bankactiviteiten (B) | Geconsolideerde balans: onderdeel van 'Totaal activa' |
201 557 | 194 731 | 191 578 |
| $=$ (A) (Geannualiseerd x360/aantal kalenderdagen) / (B) | 1.89% | 1.95% | l.96% |
Vanaf 1KW 2018 is de nettorentemarge definitie gewijzigd, het betreft nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten exclusief dealing room en de netto positieve impact van ALM FX swaps en repo's.
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders |
Gecons. w-&-v-rekening | 205 | 2489 | 1 1 7 5 |
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (B) |
Gecons. vermogensmutaties | $-25$ | - 56 | $-32$ |
| Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief Gecons. vermogensmutaties de herwaarderingsreserve voor FVOCI en voor FVPL-overlay (C) |
17454 | 16 978 | 16 459 | |
| $= (A-B)$ (Geannualiseerd) / (C) | 2.1% | 14.3% | 13.9% |
Het rendement op eigen vermogen in 1H 2020 rekening houdend met een gelijkmatige spreiding van de bankentaks over het jaar, bedraagt 4%.
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.
| Berekening (in miljoenen euro of aantallen) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| DIVISIE BELGIË | ||||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2.2: resultaten per segment | 119 | 1 3 4 4 | 564 |
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verzekeringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) |
6853 | 6764 | 6703 | |
| $=$ (A) (Geannualiseerd) / (B) | 3,5% | 19,9% | 16,8% | |
| DIVISIE TSJECHIË | ||||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van Toelichting 2.2: resultaten per segment de divisie (A) |
165 | 789 | 425 | |
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verzekeringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) |
1 7 1 4 | 1692 | 1671 | |
| $=$ (A) (Geannualiseerd) / (B) | 19,2% | 46,7% | 51.0% | |
| DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN | ||||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van Toelichting 2.2: resultaten per segment de divisie (A) |
11 ÷. |
379 | 175 | |
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor verzekeringsactiviteiten (volgens Solvency II) (B) |
2 3 2 8 | 2 3 5 4 | 2 3 4 4 | |
| $=$ (A) (Geannualiseerd) / (B) | $-0.9%$ | 16,1% | 14,9% |
Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency II.
Een gedetailleerde berekening is terug te vinden in het hoofdstuk 'Solvency' in het Engelstalig 'quarterly report'.
Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, ČSOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, en activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail, private banking en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.
| Berekening (in miljarden euro) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Divisie België (A) | Company presentatie op www.kbc.com | 185 | 200 | 195 |
| $\pm$ | ||||
| Divisie Tsjechië (B) | 11 | 11 | 11 | |
| $\pm$ | ||||
| Divisie Internationale Markten (C) | -5 | 5 | ||
| $A)+(B)+(C)$ | 202 | 216 | 210 |
Geeft een idee van de verkoop van levensverzekeringen inclusief de unit-linked produkten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Verzekeringen Leven - Verdiende premies vóór herverzekering (A) $\ddot{}$ |
Gecons. w-&-v-rekening | 574 | 1 3 2 3 | 668 |
| Verzekeringen Leven: verschil tussen uitgegeven en verdiende premies vóór herverzekering (B) |
||||
| Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (groot deel van unit-linked) – margin deposit accounting (C) |
413 | 525 | 307 | |
| Totale verkoop levensverzekeringen $(A)$ + $(B)$ + $(C)$ | 988 | 1849 | 975 |
Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 1H 2020 | 2019 | 1H 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (A) |
Geconsolideerde w-&-v-rekening | 205 | 2489 | 1 175 |
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten | Gecons. eigenvermogensmutaties | |||
| in het eigen vermogen (B) | $-25$ | - 56 | $-32$ | |
| Gemiddelde aantal gewone aandelen min eigen aandelen van de periode, in miljoenen (C) |
Toelichting 5.10 | 416 | 416 | 416 |
| of: | ||||
| Gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende opties min eigen aandelen van de periode (D) |
416 | 416 | 416 | |
| Gewoon = $(A-B) / (C)$ (in euro) | 0.43 | 5,85 | 2,75 | |
| Verwaterd = $(A-B) / (D)$ (in euro) | 0.43 | 5,85 | 2,74 |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.