Earnings Release • Feb 11, 2021
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer
Brussel, 11 februari 2021 (07u00 CET)
| Overzicht KBC-groep (geconsolideerd, IFRS) | 4KW2020 | 3KW2020 | 4KW2019 | FY2020 | FY2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 538 | 697 | 702 | 1 440 | 2 489 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,26 | 1,64 | 1,66 | 3,34 | 5,85 |
| Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
| België | 396 | 486 | 412 | 1 001 | 1 344 |
| Tsjechië | 94 | 116 | 205 | 375 | 789 |
| Internationale Markten | 86 | 123 | 119 | 199 | 379 |
| Groepscenter | -38 | -28 | -33 | -135 | -23 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) |
48,1 | 46,2 | 45,0 | 48,1 | 45,0 |
In 2020 werden we geconfronteerd met de uitbraak en de uitdagingen van de pandemie, die over de hele wereld menselijk leed veroorzaakt en leidt tot een ongeziene economische onrust. Onlangs is een aantal landen begonnen met de uitrol van een vaccinatieprogramma dat in de toekomst enige verlichting zou kunnen brengen. Ook wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen om de gezondheid van ons personeel en onze klanten te vrijwaren en tegelijk hebben we ervoor gezorgd dat de dienstverlening gegarandeerd bleef. We hebben nauw samengewerkt met overheidsinstellingen om alle klanten te ondersteunen die door het coronavirus zijn getroffen, door op efficiënte wijze diverse steunmaatregelen aan te bieden, waaronder uitstel van kredietbetalingen. In onze zes kernlanden samen hadden we eind december 2020 in totaal voor 13,4 miljard euro uitstel van kredietbetalingen verleend (volgens de EBA-definitie) en hadden we ook 0,8 miljard euro aan leningen toegekend in het kader van de overheidsgarantieregelingen die als reactie op de pandemie zijn ingevoerd. Als gevolg van de lockdowns, die tot een verregaande digitale boost hebben geleid, is onze digitale verkoop aanzienlijk gestegen. In dat opzicht werpen de aanzienlijke investeringen die we de afgelopen jaren deden in digitale transformatie duidelijk vruchten af. Met onze vernieuwde strategie 'Differently, the next level' - waarin Kate, onze nieuwe persoonlijke digitale assistent op basis van AI een belangrijke rol speelt - gaan we nu nog een stap verder en maken we de interactie met onze klanten nog proactiever en toekomstbestendiger door gebruik te maken van data en artificiële intelligentie. We zijn van plan in de periode 2021-2023 nog eens 1,4 miljard euro te investeren in digitalisering.
Wat onze financiële resultaten betreft, hebben we in het laatste kwartaal van 2020 een nettowinst van 538 miljoen euro gerealiseerd. In dat laatste kwartaal daalden onze nettorente-inkomsten, terwijl ons trading- en reëlewaarderesultaat het goed deed. In het huidige klimaat van rentevoeten die langere tijd laag zullen blijven, heeft dit kwartaalresultaat ook duidelijk geprofiteerd van de diversificatie die het gevolg is van het geïntegreerde bankverzekeringsmodel van KBC. Dat was te zien in de hogere nettoprovisie-inkomsten en een mooi resultaat in schadeverzekeringen (knappe premiegroei en een uitstekende gecombineerde ratio van 85% voor het hele jaar). De kosten werden strak in de hand gehouden. Op jaarbasis zijn de exploitatiekosten exclusief bankenheffing met 4,2% gedaald ten opzichte van vorig jaar, voornamelijk dankzij de aangekondigde kostenbesparingen naar aanleiding van de pandemie. Als we het resultaat van dit kwartaal optellen bij dat van de eerste negen maanden van het jaar, komt ons nettoresultaat over heel 2020 uit op 1 440 miljoen euro.
Onze solvabiliteit bleef heel sterk, met een common equity ratio van 17,6%. In overeenstemming met de aanbeveling van de ECB van 15 december 2020 die de dividenduitkeringen beperkt, zullen we op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei van dit jaar een (bruto)dividend van 0,44 euro per aandeel voorstellen voor het boekjaar 2020, betaalbaar in mei 2021. Daarnaast is de Raad van Bestuur van plan om in het vierde kwartaal van 2021 een extra brutodividend van 2 euro per aandeel uit te keren over het boekjaar 2020. Wat dat laatste betreft, is de uiteindelijke beslissing van de Raad van Bestuur afhankelijk van de opheffing van dividendrestricties door de ECB.
Daarenboven, vanaf 2021 houdt ons dividendbeleid een uitkeringsratio in van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar, waarvan een interim-dividend van 1 euro per aandeel dat in november wordt uitgekeerd. Bovenop de uitkeringsratio van ten minste 50% van de geconsolideerde winst zal al het kapitaal dat de referentiekapitaalpositie (een pre-Basel IV fully loaded common equity ratio van 14,5%) plus de managementbuffer van 1% overschrijdt, in aanmerking komen voor uitkering aan de aandeelhouders. Elk jaar zal de Raad van Bestuur die beslissing naar eigen goeddunken nemen bij de bekendmaking van de resultaten over het hele jaar.
Tenslotte hebben we ook onze verwachtingen op lange termijn bijgewerkt. Tussen 2020 en 2023 streven we naar een samengestelde jaarlijkse groeivoet van ongeveer 2% voor de totale opbrengsten en ongeveer 1% voor de exploitatiekosten (exclusief bankenheffing). Daarnaast willen we tegen 2023 ook een gecombineerde ratio van 92% of lager bereiken.
Tot slot wil ik alle stakeholders die ons hun vertrouwen blijven schenken uitdrukkelijk bedanken. Ik wil ook mijn grootste waardering uitspreken voor al onze medewerkers, die van thuis uit en op andere locaties onze klanten zijn blijven bedienen en de goede werking van onze groep zijn blijven ondersteunen.
Johan Thijs Chief Executive Officer
De deposito's - exclusief schuldbewijzen - stegen met 2% op kwartaalbasis en met 11% op jaarbasis, met een groei op jaarbasis in alle divisies. Deze cijfers zijn berekend op basis van een vergelijkbare scope.
Het trading- en reëlewaarderesultaat bedroeg 80 miljoen euro, dat is 6% minder dan in het vorige kwartaal en 39% minder dan een jaar geleden. Over het geheel genomen is de sterke daling van het trading- en reëlewaarderesultaat in het eerste kwartaal van het jaar meer dan gecompenseerd door het positieve trading- en reëlewaarderesultaat van de drie daaropvolgende kwartalen.
Alle andere inkomstenposten samen lagen 6% lager dan in het vorige kwartaal en 27% lager dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar, vooral omdat in het afgelopen kwartaal een negatieve eenmalige post werd opgenomen in verband met een juridisch dossier uit het verleden in Tsjechië en er een bijkomend effect was in verband met de herziening van trackerhypotheken in Ierland.
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS KBC-groep (in miljoenen euro) |
4KW2020 | 3KW2020 | 2KW2020 | 1KW2020 | 4KW2019 | FY2020 | FY2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 1 067 | 1 122 | 1 083 | 1 195 | 1 182 | 4 467 | 4 618 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 192 | 233 | 255 | 185 | 229 | 865 | 756 |
| Verdiende premies | 450 | 448 | 435 | 443 | 441 | 1 777 | 1 721 |
| Technische lasten | -258 | -215 | -180 | -258 | -212 | -912 | -966 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 4 | 1 | 6 | 0 | 2 | 10 | -6 |
| Verdiende premies | 382 | 267 | 276 | 297 | 364 | 1 223 | 1 323 |
| Technische lasten | -378 | -266 | -271 | -297 | -363 | -1 213 | -1 329 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 10 | -9 | -13 | -7 | -11 | -20 | -25 |
| Dividendinkomsten Nettoresultaat uit fin.instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en |
11 80 |
12 85 |
17 253 |
12 -385 |
17 130 |
53 33 |
82 181 |
| verliesrekening1 Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income |
-1 | 1 | 2 | 0 | 0 | 2 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 403 | 390 | 388 | 429 | 445 | 1 609 | 1 734 |
| Overige netto-inkomsten | 37 | 37 | 53 | 50 | 47 | 176 | 282 |
| Totale opbrengsten | 1 802 | 1 872 | 2 043 | 1 479 | 2 041 | 7 195 | 7 629 |
| Exploitatiekosten | -988 | -926 | -904 | -1 338 | -1 045 | -4 156 | -4 303 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -122 | -63 | -857 | -141 | -82 | -1 182 | -217 |
| Waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income 2 |
-57 | -52 | -845 | -121 | -75 | -1 074 | -203 |
| Aandeel in het resultaat van geassoc. ondernemingen en joint ventures |
-2 | -2 | -3 | -3 | -1 | -11 | 7 |
| Resultaat vóór belastingen | 690 | 881 | 279 | -3 | 912 | 1 847 | 3 116 |
| Belastingen | -152 | -184 | -69 | -2 | -210 | -407 | -627 |
| Resultaat na belastingen | 538 | 697 | 210 | -5 | 702 | 1 440 | 2 489 |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| toerekenbaar aan de aandeelhouders v/d moedermaatschappij |
538 | 697 | 210 | -5 | 702 | 1 440 | 2 489 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) Verwaterde winst per aandeel (in euro) |
1,26 1,26 |
1,64 1,64 |
0,47 0,47 |
-0,04 -0,04 |
1,66 1,66 |
3,34 3,34 |
5,85 5,85 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS KBC-groep (in miljoenen euro) |
31-12-2020 | 30-09-2020 | 30-06-2020 | 31-03-2020 | 31-12-2019 | ||
| Balanstotaal3 | 320 743 | 321 053 | 317 246 | 301 311 | 290 591 | ||
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. reverse repo's) | 159 621 | 157 773 | 157 563 | 158 364 | 155 816 | ||
| Effecten (eigenvermogens- en schuldinstrumenten) | 71 784 | 71 310 | 72 131 | 67 176 | 65 633 | ||
| Deposito's van klanten en schuldpapier (excl. repo's) | 215 430 | 211 672 | 210 811 | 208 293 | 203 369 | ||
| Technische voorzieningen, vóór herverzekering | 18 718 | 18 613 | 18 775 | 18 816 | 18 560 | ||
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 12 724 | 12 482 | 12 505 | 11 979 | 13 610 | ||
| Eigen vermogen van de aandeelhouders3 | 20 030 | 19 244 | 18 570 | 18 080 | 18 722 | ||
| Selectie van ratio's KBC-groep (geconsolideerd) |
FY2020 | FY2019 | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 8% | 14% | |||||
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 60% | 58% | |||||
| (exclusief bepaalde niet-operationele posten) Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen |
(59%) 85% |
(58%) 90% |
|||||
| Common equity ratio, Basel III, Danish Compromise, fully loaded [transitioneel] Common equity ratio FICOD, fully loaded [transitioneel] |
17,6% [18,1%] 16,4% [16,9%] |
17,1% 15,8% |
|||||
| Leverage ratio, Basel III, fully loaded | 6,4% | 6,8% | |||||
| Kredietkostenratio | 0,60% | 0,12% | |||||
| Ratio impaired kredieten | 3,3% | 3,5% | |||||
| waarvan impaired kredieten die > 90 dagen achterstallig zijn | 1,8% | 1,9% | |||||
| Net stable funding ratio (NSFR) | 146% | 136% | |||||
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 147% | 138% |
1 Ook wel Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 Vanaf 2019 zijn de totale activa en het eigen vermogen van de aandeelhouders aangepast om rekening te houden met de wijziging in het kapitalisatiebeleid voor software (zie toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming van het Engelstalige kwartaalverslag).
In het deel Geconsolideerde jaarrekening van het Engelstalige kwartaalverslag vindt u een volledig overzicht van onze geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans volgens IFRS. In datzelfde deel vindt u ook een vereenvoudigd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, van de eigenvermogensmutaties, evenals verschillende toelichtingen bij de rekeningen. Voor (wijzigingen in) de definitie van ratio's verwijzen we naar het Glossarium van ratio's en termen in het Engelstalige kwartaalverslag.
Totale opbrengsten • De totale opbrengsten daalden met 4% ten opzichte van het vorige kwartaal.
• De netto rente-inkomsten, technische verzekeringsinkomsten en het trading- en
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 067 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2020. Dat is 5% minder dan in het vorige kwartaal en 10% minder dan een jaar geleden. De daling op kwartaalbasis was voornamelijk te wijten aan het negatieve effect van lagere herbeleggingsrentes en een lagere eenmalige meevaller in verband met inflatiegerelateerde obligaties (verzekeringen). Die posten deden het positieve effect van de hogere marges op de nieuwe productie van woningkredieten meer dan teniet. Die marges waren hoger dan de marges op de uitstaande portefeuilles in België, Tsjechië en Slowakije. De daling ten opzichte van een jaar geleden hield voornamelijk verband met het negatieve effect van eerdere renteverlagingen door de CNB in Tsjechië, de waardevermindering op jaarbasis van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro en het negatieve effect van de lagere herbeleggingsrentes. Dat alles werd slechts voor een deel gecompenseerd door het positieve effect van TLTRO III en de depositotiering door de ECB, de ruimere toepassing van negatieve rentetarieven op bepaalde zichtrekeningen van bedrijven en kmo's en een grotere portefeuille aan kredieten en overheidsobligaties.
Het totale volume van de kredietverlening aan klanten (160 miljard euro) steeg licht (0,5%) ten opzichte van het vorige kwartaal en met 3% op jaarbasis, met een groei op jaarbasis in alle divisies. Bij een gelijkblijvende scope (d.w.z. zonder rekening te houden met de effecten van wijzigingen in de scope, zoals de volledige consolidatie van OTP Slovakia in december 2020) bleef het totale volume van de kredietverlening aan klanten vrij stabiel op kwartaalbasis. Het volume van verstrekte kredieten met uitstel van betaling onder de verschillende steunregelingen bedroeg eind december 2020 13,4 miljard euro volgens de EBAdefinitie (gelijkmatig verdeeld over woningkredieten, kmo-kredieten en kredieten aan bedrijven). Dat betalingsuitstel was eind december 2020 al verstreken voor ongeveer 8,7 miljard euro van dat bedrag (voor 96% van dat bedrag werden de betalingen hervat). Daarnaast hebben we voor ongeveer 0,8 miljard euro aan leningen verstrekt die vallen onder de verschillende coronagerelateerde overheidsgarantieregelingen in onze thuismarkten.
De klantendeposito's inclusief schuldpapier (215 miljard euro) stegen met 1% op kwartaalbasis en met 7% op jaarbasis, met een groei op jaarbasis in alle divisies. Bij een vergelijkbare scope bedroeg de groei op jaarbasis 6%. Exclusief schuldpapier stegen de deposito's met maar liefst 11% op jaarbasis. Alle vermelde groeicijfers houden geen rekening met valutaschommelingen.
De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2020 bedroeg 1,75%, 6 basispunten lager dan het vorige kwartaal en 19 basispunten lager dan een jaar geleden.
De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) droegen 203 miljoen euro bij aan de totale opbrengsten. Dat is een daling van 10% ten opzichte van het voorgaande kwartaal en 7% minder dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Ondanks de hogere verdiende premies en een hoger resultaat uit afgestane herverzekering was de daling van de technische inkomsten uit schadeverzekeringen, zowel op kwartaalbasis als op jaarbasis, volledig te wijten aan hogere technische lasten (claims die geleidelijk terugkeren naar een normaler niveau na het uitzonderlijk lage niveau in het tweede kwartaal als gevolg van de volledige lockdown, en het effect van grote schadeclaims, stormschade en een verhoging van de vergrijzingsreserves (met 21 miljoen euro) in het vierde kwartaal). In totaal kwam de gecombineerde ratio voor het boekjaar 2020 uit op een uitstekende 85%, tegenover 90% voor het boekjaar 2019.
De technische inkomsten uit onze levensverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroegen 3 miljoen euro, tegenover 0 miljoen euro in het vorige kwartaal en 1 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De verkoop van levensverzekeringsproducten in het vierde kwartaal van 2020 (582 miljoen euro) steeg met 39% ten opzichte van het vorige kwartaal, dankzij een hogere verkoop van tak 21-producten in België (vooral door de traditioneel hogere volumes van fiscaal geïnspireerde pensioenspaarproducten in het vierde kwartaal van 2020) en een hogere verkoop van tak 23-producten in België en Tsjechië. De verkoop steeg met 23% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar, vooral dankzij de hogere verkoop van tak 23-producten in België (door commerciële campagnes gericht op retail-/kmo-klanten). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen 56% in het vierde kwartaal van 2020. De overige 44% bestond uit tak 23-producten.
In het afgelopen kwartaal bedroegen de nettoprovisie-inkomsten 403 miljoen euro, 3% meer dan in het vorige kwartaal. Ten opzichte van het vorige kwartaal profiteerden de nettoprovisie-inkomsten van een stijging van de vergoedingen voor onze vermogensbeheerdiensten (hogere beheersvergoedingen, deels gecompenseerd door lagere instapvergoedingen) en van de vergoedingen voor bankdiensten (voornamelijk effectenvergoedingen en vergoedingen voor kredietdossiers en bankgaranties), terwijl de distributievergoedingen stegen door hogere betaalde provisies voor bankproducten en een stijging van de verkoop van levensverzekeringsproducten. In vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar daalden de nettoprovisie-inkomsten met 10% als gevolg van een combinatie van lagere vergoedingen uit vermogensbeheer, lagere vergoedingen voor bankdiensten (met name voor betalingsdiensten), stabiele betaalde distributievergoedingen en de waardevermindering van de Tsjechische kroon
en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro in vergelijking met een jaar geleden. Eind december 2020 bedroeg ons totale beheerde vermogen 212 miljard euro, een stijging van 4% op kwartaalbasis en een daling van 2% op jaarbasis. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was volledig toe te schrijven aan een verder herstel van de activaprijzen (+4%). De daling ten opzichte van vorig jaar was voornamelijk het gevolg van een beperkte netto-uitstroom in het segment "beleggingsadvies".
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg 80 miljoen euro, een lichte daling met 5 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal (vooral door een daling van de waarde van afgeleide instrumenten gebruikt voor balansbeheer, lagere marktwaardeaanpassingen, deels gecompenseerd door een hoger resultaat van de aandelenportefeuille van KBC Verzekeringen en hogere dealingroom- en overige inkomsten) en een daling met 50 miljoen euro ten opzichte van een jaar geleden (vooral door een daling van de waarde van de afgeleide instrumenten gebruikt voor balansbeheer).
De resterende overige inkomsten omvatten 11 miljoen euro dividendinkomsten, iets minder dan in het vorige kwartaal en ook minder dan een jaar geleden. In de resterende overige inkomsten is ook 37 miljoen euro aan overige netto-inkomsten opgenomen, iets onder de normale run rate voor deze post, omdat er een eenmalige tegenvaller van -6 miljoen euro is opgenomen voor een juridisch dossier uit het verleden in Tsjechië en -3 miljoen euro voor de herziening van trackerhypotheken in Ierland.
| Exploitatiekosten | • | Strikte kostenbeheersing. De exploitatiekosten exclusief bankenheffing stegen met 4% op kwartaalbasis, maar daalden met 6% op jaarbasis. |
|---|---|---|
| 988 miljoen euro |
• | De kosten-inkomstenratio voor het boekjaar 2020 bedroeg 59% (wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten). |
De exploitatiekosten bedroegen in het vierde kwartaal van 2020 988 miljoen euro. Zonder de bankenheffing betekent dat een stijging van 4% op kwartaalbasis. Dat was het gevolg van een aantal factoren, waaronder hogere personeelskosten (grotendeels door een stijging van de voorzieningen voor variabele vergoedingen en looninflatie in de meeste landen), hogere ICT- en marketingkosten en hogere professionele vergoedingen. Die factoren werden deels gecompenseerd door een eenmalige meevaller van 10 miljoen euro als gevolg van het bijgewerkte kapitalisatiebeleid voor software en lagere facilitaire uitgaven.
Op jaarbasis zijn de kosten exclusief bankenheffing met 6% gedaald, voornamelijk dankzij de aangekondigde kostenbesparingen naar aanleiding van de coronacrisis (lagere kosten voor facilitaire diensten, marketing en professionele vergoedingen), een eenmalige meevaller van 10 miljoen euro als gevolg van het bijgewerkte kapitalisatiebeleid voor software en de waardevermindering van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro in vergelijking met een jaar geleden. Die posten maakten het negatieve effect van de hogere ICT-kosten meer dan goed.
De kosten-inkomstenratio van onze bankactiviteiten kwam voor heel 2020 uit op 60%. Als we bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing laten, bedroeg de ratio 59%, min of meer hetzelfde als de 58% die voor heel 2020 werd geboekt.
De Raad van Bestuur van KBC keurde een wijziging in de grondslagen voor financiële verslaggeving goed waarbij intern ontwikkelde softwareactiva die onder een bepaalde materialiteitsdrempel blijven, niet langer zullen worden gekapitaliseerd (meer gedetailleerde informatie in toelichting 1.1 van het Engelstalige kwartaalverslag). De impact voor 2020 werd volledig opgenomen in de exploitatiekosten voor het vierde kwartaal en resulteerde in een eenmalig positief effect van 10 miljoen euro vóór belastingen.
| Waardeverminderingen op kredieten |
• De nettowaardeverminderingen op kredieten stegen licht ten opzichte van het vorige kwartaal. |
|---|---|
| 57 | • |
| miljoen euro | Kredietkostenratio voor heel 2020 op 0,60%. |
In het vierde kwartaal van 2020 boekten we 57 miljoen euro nettowaardeverminderingen op kredieten, tegenover een nettowaardevermindering van 52 miljoen euro in het vorige kwartaal en 75 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2019. Het grootste deel van de nettowaardevermindering in het verslagkwartaal had betrekking op enkele bedrijfskredieten in België en Tsjechië. In het vierde kwartaal werden de collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis licht aangepast (verminderd met 1 miljoen euro, na geactualiseerde macro-economische vooruitzichten en management overlay). Dat bracht die collectieve waardeverminderingen voor het volledige jaar op 783 miljoen euro. Van dat bedrag is 672 miljoen euro gebaseerd op een 'management overlay' en is 111 miljoen euro in de ECL-modellen opgenomen door middel van geactualiseerde macroeconomische variabelen. Een gedetailleerde berekening en achtergrondinformatie over de collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis vindt u in toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde financiële staten van het Engelstalige kwartaalverslag.
Uitgesplitst per land bedroegen de waardeverminderingen op kredieten in het vierde kwartaal van 2020 39 miljoen euro in België, 17 miljoen euro in Tsjechië en 8 miljoen euro in Hongarije, terwijl er een kleine nettoterugname van waardeverminderingen werd geboekt van 5 miljoen euro in Ierland en 1 miljoen euro in Slowakije, Bulgarije en het Groepscenter.
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,60% voor heel 2020 (0,16% exclusief het bedrag voor de coronacrisis), tegenover 0,12% voor heel 2019. De ratio van impaired kredieten daalde ten opzichte van het begin van het jaar: eind december 2020 stond ongeveer 3,3% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 3,5% eind 2019. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,8% van de kredietportefeuille, tegenover 1,9% eind 2019.
Voor een indicatie van de verwachte invloed van de waardeverminderingen op kredieten voor heel 2021, zie 'Guidance' op pagina 11 van dit verslag.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 66 miljoen euro, tegenover 11 miljoen euro in het vorige kwartaal en 7 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2019. Het cijfer voor het beschouwde kwartaal omvat een eenmalige waardevermindering op software van 59 miljoen euro, als gevolg van specifieke aanleidingen tot waardevermindering in verband met enkele afzonderlijke softwareprojecten.
| Nettoresultaat | België | Tsjechië | Internationale Markten |
Groepscenter |
|---|---|---|---|---|
| per divisie | 396 | 94 | 86 | -38 |
| miljoen euro | miljoen euro | miljoen euro | miljoen euro |
België: het nettoresultaat (396 miljoen euro) daalde met 90 miljoen euro op kwartaalbasis. Het resultaat over het vierde kwartaal omvatte lagere nettorente-inkomsten, hogere nettoprovisie-inkomsten, een lager trading- en reëlewaarderesultaat, hogere overige netto-inkomsten, lagere technische verzekeringsresultaten, hogere exploitatiekosten en hogere waardeverminderingen op andere activa dan kredieten (voornamelijk als gevolg van een eenmalige waardevermindering op software).
Tsjechië: het nettoresultaat (94 miljoen euro) daalde met 19% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Het resultaat over het vierde kwartaal omvatte lagere nettorente-inkomsten, lagere nettoprovisie-inkomsten, lagere overige netto-inkomsten (met betrekking tot een eenmalige tegenvaller van -6 miljoen euro voor een juridisch dossier uit het verleden), hogere exploitatiekosten en hogere waardeverminderingen (voornamelijk als gevolg van een eenmalige waardevermindering op software). Dit compenseerde ruimschoots de stijging ten opzichte van het vorige kwartaal van het trading- en reëlewaarderesultaat.
Internationale Markten: het nettoresultaat van 86 miljoen euro is als volgt samengesteld: 25 miljoen euro in Slowakije, 38 miljoen euro in Hongarije, 25 miljoen euro in Bulgarije en -3 miljoen euro in Ierland. Voor de hele divisie daalde het nettoresultaat met 37 miljoen euro op kwartaalbasis. Die daling was hoofdzakelijk het gevolg van hogere bankenheffingen (vooral in Ierland) en hogere waardeverminderingen. Dat deed de stijging ten opzichte van het vorige kwartaal van de nettorente-inkomsten, de nettoprovisieinkomsten en de overige netto-inkomsten meer dan teniet.
Groepscenter: het nettoresultaat (-38 miljoen euro) lag 10 miljoen euro lager dan in het vorige kwartaal, waarbij de stijging van de waardeverminderingen (op software), de hogere exploitatiekosten en het lagere technische verzekeringsresultaat gedeeltelijk werden gecompenseerd door een hoger trading- en reëlewaarderesultaat.
| België | Tsjechië | Internationale Markten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Selectie van ratio's per divisie | FY2020 | FY2019 | FY2020 | FY2019 | FY2020 | FY2019 |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten (exclusief bepaalde niet operationele elementen) |
57% | 60% | 53% | 47% | 65% | 68% |
| Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen | 84% | 89% | 87% | 94% | 84% | 88% |
| Kredietkostenratio* | 0,57% | 0,22% | 0,67% | 0,04% | 0,78% | -0,07% |
| Ratio impaired kredieten | 2,3% | 2,4% | 2,3% | 2,3% | 6,9% | 8,5% |
* Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van de voorziening voor waardeverminderingen (met een positieve invloed op de resultaten). Zie Glossarium van ratio's en termen in het Engelstalige kwartaalverslag.
In het deel Overige informatie van het Engelstalige kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
| Eigen vermogen, solvabiliteit en liquiditeit |
Totaal eigen vermogen |
Common equity ratio (fully loaded) |
Liquidity coverage ratio |
Net stable funding ratio |
|---|---|---|---|---|
| 21,5 miljard euro | 17,6% | 147% | 146% |
Eind december 2020 bedroeg ons totaal eigen vermogen 21,5 miljard euro, waarvan 20,0 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders was en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 6% ten opzichte van eind 20191 . Dat was het gevolg van een combinatie van een aantal factoren, waaronder de winst over het jaar (+1,4 miljard euro), een stijging van de herwaarderingsreserve voor obligaties (+0,1 miljard euro), negatieve omrekeningsverschillen (-0,2 miljard euro, als gevolg van de waardevermindering van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint in de verslagperiode) en een aantal kleinere posten. We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Geconsolideerde financiële staten van het Engelstalige kwartaalverslag, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
Op 31 december 2020 bedroeg onze fully loaded common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 17,6%. In overeenstemming met de aanbeveling van de ECB van 15 december 2020 die de dividenduitkeringen beperkt, zullen we op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei van dit jaar een (bruto)dividend van 0,44 euro per aandeel voorstellen voor het boekjaar 2020, betaalbaar in mei 2021. Daarnaast is de Raad van Bestuur van plan om in het vierde kwartaal van 2021 een extra brutodividend van 2 euro per aandeel2 uit te keren over het boekjaar 2020. Wat dat laatste betreft, is de uiteindelijke beslissing van de Raad van Bestuur afhankelijk van de opheffing van dividendrestricties door de ECB. Een indicatie van het dividendbeleid en het kapitaalaanwendingsplan vanaf 2021 vindt u onder 'Guidance' op pagina 11 van dit
verslag.
Onze leverage ratio (Basel III, fully loaded) bedroeg 6,4%, tegenover 6,8% eind 2019. De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg eind december 2020 222%, tegenover 202% eind 2019. Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 147% en een NSFR-ratio van 146% op het einde van het jaar (tegenover respectievelijk 138% en 136% eind 2019).
| Nettoresultaat | • Nettoresultaat met 42% gedaald ten opzichte van boekjaar 2019. |
|---|---|
| • Waardeverminderingen op kredieten aanzienlijk gestegen, aangezien ze 783 miljoen euro aan collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis omvatten. |
|
| 1 440 miljoen euro | • Nettorente-inkomsten, nettoprovisie-inkomsten, trading- en reëlewaarderesultaat, dividendinkomsten en overige netto-inkomsten gedaald. |
| • Strikte kostenbeheersing en een uitstekend schadeverzekeringsresultaat. |
• Iets lagere nettorente-inkomsten (daling van 3% tot 4 467 miljoen euro), omdat onder meer de renteverlagingen door de CNB in Tsjechië, de waardevermindering van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro en het negatieve effect van de lagere herbeleggingsrentes niet volledig konden worden gecompenseerd door het positieve effect van TLTRO III en de depositotiering door de ECB, een eenmalige meevaller in verband met inflatiegerelateerde obligaties (verzekeringen), hogere marges op nieuwe hypotheken dan de marges op de uitstaande portefeuilles in België, Tsjechië en Slowakije, en een grotere krediet- en overheidsobligatieportefeuille. Op basis van een vergelijkbare scope steeg het volume van deposito's en schuldbewijzen met 6% (of 11% exclusief schuldbewijzen) en het kredietvolume steeg
1 Het eigen vermogen van de aandeelhouders voor 2019 werd verminderd met -143 miljoen euro om rekening te houden met de wijziging in het kapitalisatiebeleid voor software.
2 Dat bedrag is niet afgetrokken van de solvabiliteitsratio's op jaareinde 2020
met 3%, met een groei in alle divisies. Alle vermelde groeicijfers houden geen rekening met valutaschommelingen. De nettorentemarge bedroeg in 2020 1,84%, een daling met 11 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Die hebben vooral te maken met de impact van de coronacrisis op de wereldeconomie en in het bijzonder op de financiële sector (inclusief krediet- en marktrisico's en de invloed van de aanhoudend lage rentevoeten op onze resultaten). Die risico's komen boven op de risico's die verband houden met macro-economische en politieke ontwikkelingen, die gevolgen hebben voor de mondiale en Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (waaronder de antiwitwasregelgeving en GDPR) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaatgerelateerde risico's hand over hand toenemen. Tenslotte is het cyberrisico de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel.
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Na een sterke opleving in het derde kwartaal was de Europese economische groei in het vierde kwartaal veel gematigder. De kwartaal-op-kwartaalgroei in de eurozone werd opnieuw negatief, terwijl de economische groei in België en Tsjechië licht positief bleef. De nieuwe pandemiemaatregelen, die werden getroffen omdat het aantal Covid-19-besmettingen weer de hoogte in ging, hebben daar een belangrijke rol in gespeeld. Het verschil tussen de zwakke dienstensector en de veerkrachtigere nijverheidssector was bijzonder opvallend. De nijverheidssector hield relatief goed stand, geholpen door zijn meer exportgerichte karakter, waardoor hij ook profiteerde van het sterkere economische herstel in China en de VS.
De tweede golf van de pandemie won aan kracht aan het einde van 2020. Toch lijkt er in het vierde kwartaal een positieve kentering te zijn gekomen. Met name de goedkeuring van verschillende vaccins en het begin van de vaccinatiecampagnes hebben de hoop doen toenemen dat de pandemie uiteindelijk van voorbijgaande aard zal zijn. Het akkoord tussen de EU en het VK van eind 2020 heeft ook de onzekerheid over de toekomstige handelsbetrekkingen verminderd, hoewel het akkoord nog verre van rond is. Door het resultaat van de Amerikaanse presidentsverkiezingen is nog een ander belangrijk politiek risico verdwenen. Begin 2021 lijkt het grootste economische risico een mogelijke derde pandemiegolf te zijn, samen met onverwachte hindernissen voor de vaccinatiecampagne.
2021 wordt een overgangsjaar. Het effect van de vaccinatieprogramma's op het economische herstel zal waarschijnlijk steeds duidelijker worden in de tweede helft van 2021. We verwachten een versneld herstel van de Europese economie vanaf de tweede helft van 2022.
Het monetaire en het begrotingsbeleid blijven de economieën van zowel de VS als de eurozone ondersteunen. We verwachten dat de Fed en de ECB hun beleidsrente de komende jaren ongewijzigd zullen laten. Bovendien doet de verlenging van de omvang en duur van het Pandemic Emergency Purchase Programme van de ECB in december vermoeden dat het klimaat van lage langetermijnrentes nog geruime tijd zal aanhouden. Ook verwachten we dat de intra-EMU-spreads - en de spreads op Bulgaarse overheidsobligaties - grosso modo op hun huidige beperkte niveau zullen blijven.
De wisselkoers van de Hongaarse forint ten opzichte van de euro schommelde in het vierde kwartaal vrij sterk en eindigde het kwartaal per saldo vrijwel ongewijzigd. We verwachten dat de Hongaarse forint in de eerste helft van 2021 iets in waarde zal toenemen ten opzichte van de euro, waardoor de Hongaarse centrale bank haar monetaire beleid weer zal kunnen versoepelen. De Tsjechische kroon apprecieerde in het vierde kwartaal al ten opzichte van de euro, geholpen door de ondersteuning van de langetermijnrente. We verwachten dat de Tsjechische nationale bank haar beleidsrente met 25 basispunten zal verhogen in de tweede helft van 2021.
De wisselkoers van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro is in het vierde kwartaal verder verzwakt, voornamelijk als gevolg van de zwakke ondersteuning van de reële rente. Een lichte verdere waardevermindering op korte termijn is mogelijk, maar we verwachten dat de dollar zich in 2021 grotendeels zal stabiliseren, voornamelijk als gevolg van de stijgende langetermijnrente in de VS.
| Guidance | • Guidance voor het boekjaar 2021: |
|---|---|
| ▪ Nettorente-inkomsten: rond 4,3 miljard euro |
|
| ▪ Exploitatiekosten exclusief bankenheffing: stijging met ongeveer 2% jaar-op-jaar op vergelijkbare basis (exclusief het effect van de overname van OTP Slovakia), omdat sommige van de in 2020 aangekondigde kostenbesparingen (maatregelen die onmiddellijk na de eerste lockdown in maart 2020 zijn genomen) niet houdbaar zijn in 2021 en de kostenbesparingen als gevolg van onze digital first-strategie meer aan de back-end worden gerealiseerd |
|
| ▪ Kredietkostenratio: zullen naar verwachting overeenstemmen met de bovengrens van onze gemiddelde kredietkostenratio over de hele cyclus (van 30-40 basispunten) |
|
| • Basel IV-impact (vanaf 1 januari 2023) voor KBC Groep wordt geraamd op een toename van de risicogewogen activa met ongeveer 8 miljard euro (fully loaded) eind 2020, wat overeenkomt met een inflatie van de risicogewogen activa met 8% en een impact van -1,3 procentpunten op de common equity ratio |
|
| • Verwachtingen op lange termijn: | |
| ▪ CAGR totale inkomsten (2020-2023): ca. 2% tegen 2023 |
|
| ▪ CAGR OPEX excl. bankenheffingen (2020-2023): ca. 1% tegen 2023 |
|
| ▪ Gecombineerde ratio: < 92% tegen 2023 |
|
| ▪ Common equity ratio (fully loaded, Deense compromismethode): vanaf nu 14,5% met een managementbuffer van 1% erbovenop |
|
| • Dividendbeleid en kapitaalaanwendingsplan: | |
| • Voor 2019-2020: |
|
| ▪ De aanbeveling van de ECB van 15 december 2020 beperkt dividenduitkeringen over de winsten van 2019 en 2020 tot 15% van de gecumuleerde winsten van 2019-2020 of 20 basispunten van de risicogewogen activa, als dat lager is. |
|
| o Aangezien we in november 2019 een interim-dividend van 1 euro per aandeel hebben uitgekeerd dat meer dan 15% van de winst van 2019 vertegenwoordigde, beperkt de ECB-aanbeveling de huidige dividenduitkering tot 15% van de winst van 2020 alleen. Bijgevolg zal voor het boekjaar 2020 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een brutodividend van 0,44 euro per aandeel worden voorgesteld, dat in mei 2021 zal worden uitbetaald. |
|
| o Als gevolg van de ECB-aanbeveling ligt de uitkering voor 2019 en 2020 lager dan de uitkeringsratio van minstens 50% in ons dividendbeleid. De niet-uitgekeerde bedragen maken deel uit van het surpluskapitaal van KBC Groep. |
|
| ▪ Daarnaast is de Raad van Bestuur van KBC Groep van plan om in het vierde kwartaal van 2021 een extra brutodividend van 2 euro per aandeel uit te keren over het boekjaar 2020 (dat bedrag is niet afgetrokken van de solvabiliteitsratio's op jaareinde 2020). De uiteindelijke beslissing van de Raad van Bestuur is afhankelijk van de opheffing van dividendrestricties door de ECB. |
|
| • Vanaf 2021: |
|
| ▪ Het dividendbeleid houdt in: |
|
| o een uitkeringsratio (d.w.z. dividend + AT1-coupon) van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar; |
|
| o een interim-dividend van 1 euro per aandeel (betaalbaar in november van het boekjaar) als voorschot op het totale dividend van het boekjaar. |
|
| ▪ We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te zijn. Daarom streven we naar een (pre-Basel IV) fully loaded CET1-ratio van 14,5% (= referentiekapitaalpositie). Boven op de referentiekapitaalpositie zal een managementbuffer van 1% worden genomen. Wanneer die buffer is opgebruikt, zal de Raad van Bestuur naar eigen goeddunken beslissen over de aanvulling van de buffer op jaarbasis. |
|
| ▪ Boven op de uitkeringsratio van ten minste 50% van de geconsolideerde winst, zal al het kapitaal dat de referentiekapitaalpositie plus de managementbuffer van 1% overschrijdt, in aanmerking komen voor uitkering aan de aandeelhouders. Elk jaar zal de Raad van Bestuur die beslissing naar eigen goeddunken nemen bij de bekendmaking van de resultaten over het hele jaar. |
|
| ▪ Zodra Bazel IV van toepassing wordt, zal het kapitaalaanwendingsplan geüpdatet worden |
(ten vroegste vanaf 1 januari 2023).
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV/Reviseurs d'Entreprises srl, vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman, heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden ten gronde zijn uitgevoerd en tot op heden geen wezenlijke zaken aan het licht hebben gebracht waardoor aanpassingen nodig waren aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2020, het vereenvoudigde geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde vermogensmutaties en toelichtingen, inclusief een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen in deze persmededeling.
| Agenda | Jaarverslag: 1 april 2021 AVA: 6 mei 2021 Resultaten 1KW2021: 11 mei 2021 Dividend: ex-datum 17 mei 2021; boekingsdatum 18 mei 2021; betaaldatum 19 mei 2021 (op voorwaarde dat de AVA het goedkeurt) |
|---|---|
| Meer informatie over 4KW2020 |
Engelstalig kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties |
| Gedetailleerde impact van de coronacrisis |
Engelstalig kwartaalverslag, toelichting 1.4 in 'Geconsolideerde financiële staten volgens IFRS' Bedrijfspresentatie, deel 2 over 'Covid-19' |
| Definities van ratio's |
Glossarium van ratio's en termen in het laatste deel van het Engelstalig kwartaalverslag. |
Kurt De Baenst, directeur Investor Relations, KBC-groep Tel +32 2 429 35 73 - E-mail: [email protected]
Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: [email protected]
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.
| KBC-persberichten zijn beschikbaar op |
|---|
| www.kbc.com |
| Volg ons op www.twitter.com/kbc_group |
| Persdienst Tel. 02 429 65 01 Stef Leunens Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé E-mail: [email protected] |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.