AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Annual Report (ESEF) Apr 4, 2022

Preview not available for this file type.

Download Source File

213800X3Q9LSAKRUWY91-2021-12-31-nl.xhtml 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 kbc:InAccordanceWithInternationalAccountingStandard39Member 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 kbc:InAccordanceWithIFRS9WithoutOverlayMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:EffectOfOverlayApproachReclassificationMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:IssuedCapitalMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:IssuedCapitalMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:IssuedCapitalMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:IssuedCapitalMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:IssuedCapitalMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:SharePremiumMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:SharePremiumMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:SharePremiumMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:SharePremiumMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:SharePremiumMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:TreasurySharesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:TreasurySharesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:TreasurySharesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:TreasurySharesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:TreasurySharesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:RetainedEarningsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:RetainedEarningsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:RetainedEarningsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:RetainedEarningsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:RetainedEarningsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:RevaluationSurplusMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:RevaluationSurplusMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:RevaluationSurplusMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:RevaluationSurplusMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:RevaluationSurplusMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 kbc:AdditionalTier1InstrumentsIncludedInEquityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 kbc:AdditionalTier1InstrumentsIncludedInEquityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 kbc:AdditionalTier1InstrumentsIncludedInEquityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 kbc:AdditionalTier1InstrumentsIncludedInEquityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 kbc:AdditionalTier1InstrumentsIncludedInEquityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-01-01 2020-12-31 ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 kbc:ReserveOfGainsAndLossesOnRemeasuringDebtInstrumentsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfOverlayApproachMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesFromInvestmentsInEquityInstrumentsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 kbc:ReserveOfHedgeOfNetInvestmentsInForeignOperationsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-12-31 ifrs-full:ReserveOfChangeInFairValueOfFinancialLiabilityAttributableToChangeInCreditRiskOfLiabilityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 kbc:ReserveOfGainsAndLossesOnRemeasuringDebtInstrumentsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfOverlayApproachMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesFromInvestmentsInEquityInstrumentsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 kbc:ReserveOfHedgeOfNetInvestmentsInForeignOperationsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2020-12-31 ifrs-full:ReserveOfChangeInFairValueOfFinancialLiabilityAttributableToChangeInCreditRiskOfLiabilityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 kbc:ReserveOfGainsAndLossesOnRemeasuringDebtInstrumentsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfOverlayApproachMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesFromInvestmentsInEquityInstrumentsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 kbc:ReserveOfHedgeOfNetInvestmentsInForeignOperationsMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2019-12-31 ifrs-full:ReserveOfChangeInFairValueOfFinancialLiabilityAttributableToChangeInCreditRiskOfLiabilityMember 213800X3Q9LSAKRUWY91 2021-01-01 2021-12-31 kbc:NNsBulgarianPensionAndLifeInsuranceBusinessMember iso4217:EUR iso4217:EUR xbrli:shares 2021 Jaarverslag van KBC Groep www.kbc.com Jaarverslag van KBC Groep 2021 0,3 miljoen klanten 1 100 medewerkers 12 bankkantoren 11 miljard euro kredieten 5 miljard euro deposito’s Voor de Ierse activiteiten werden verkoopovereen- komsten gesloten 3,8 miljoen klanten 14 400 medewerkers 439 bankkantoren 119 miljard euro kredieten 130 miljard euro deposito’s 4,2 miljoen klanten 10 000 medewerkers 208 bankkantoren 35 miljard euro kredieten 45 miljard euro deposito’s 0,8 miljoen klanten 3 400 medewerkers 123 bankkantoren 10 miljard euro kredieten 8 miljard euro deposito’s 1,6 miljoen klanten 3 700 medewerkers 198 bankkantoren 7 miljard euro kredieten 10 miljard euro deposito’s 1,5 miljoen klanten 4 300 medewerkers 168 bankkantoren 4 miljard euro kredieten 6 miljard euro deposito’s België Tsjechië Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Klanten: schattingen; kredieten: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?; deposito’s: deposito’s van klanten zonder schuldpapier en repo’s (incl.Ierland). Gegevens voor België inclusief het beperkte net van buitenlandse kantoren van KBC Bank. Medewerkers uitgedrukt in vte. KBC Groep in 2021 2,6 miljard euro nettowinst Akkoord over verkoop Ierse activiteiten (deels nog te finaliseren) Digitale strategie verdere uitbouw van Kate, de digitale assistent Sterke progressie inzake klimaat- gerelateerde doelstellingen Focus op gezondheid van klanten en medewerkers tijdens coronacrisis, in combinatie met continuïteit van dienstverlening Significante terugname waarde- verminderingen voor coronacrisis Hogere schade-uitkering als gevolg van extreme weersomstandig- heden in enkele kernlanden Akkoord over overname Bulgaarse activiteiten van Raiffeisen Bank International (nog te finaliseren) Overname Bulgaarse pensioen- en levens- verzekerings- activiteiten van NN 2 5752 570 2 489 1 440 2 614 Ontwikkeling van het nettoresultaat (in miljoenen euro) 20212020201920182017 1 997 697 127 -207 Verdeling van het nettoresultaat per divisie (2021, in miljoenen euro) Groeps- center Divisie Interna- tionale Markten Divisie Tsjechië Divisie België Ons werkgebied We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo’s en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig. Ons doel en onze ambitie Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen. Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten. Onze klanten, medewerkers en netwerk, 31-12-2021 Klanten 12 miljoen Medewerkers 40 000 Bankkantoren 1 159 Verzekeringsnetwerk 310 agentschappen in België, diverse distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa Onze ratings, 17-03-2022 Debt ratings op lange termijn Fitch Moody’s S&P’s KBC Bank NV A+ A2 A+ KBC Verzekeringen NV – – A KBC Groep NV A Baa1 A- Duurzaam heids- ratings CDP Sus tain - alytics S&P Global MSCI ISS ESG FTSE 4good KBC Groep A- low risk 74/100 AAA C prime 4,3/5 Paspoort van de KBC-groep Naast ons jaarverslag vindt u diepgaandere informatie in aparte rapporten op www.kbc.com. Jaarverslag Duurzaamheidsverslag Risicoverslag Verslag aan de samenleving • Verschaft informatie over bedrijfsmodel, strategie, duurzaamheid, governance, financiële prestaties, risico’s en kapitaal. We passen in de mate van het mogelijke de principes van Integrated Reporting toe. • www.kbc.com / investor relations / rapporten / jaarverslagen • Focust op onze duurzaam- heidsstrategie. Het bevat gedetailleerde niet-financiële gegevens en is opgemaakt rekening houdend met de GRI Standards (core option) en SASB standards. • www.kbc.com / duurzaam ondernemen / rapportering • Gaat dieper in op het risico- en het kapitaalbeheer van de groep. • www.kbc.com / investor relations / rapporten / risicorapporten • Wordt opgemaakt voor elk kernland en gaat dieper in op hoe KBC zijn rol opneemt in de samenleving. • Via www.kbc.com / duurzaam ondernemen Kerncijfers 2021 2020 2019 2018 2017 Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro) Balanstotaal 340 346 320 743 290 591 283 808 292 342 Leningen en voorschotten aan klanten (excl. rev. repo’s) 159 728 159 621 155 816 147 052 140 999 Effecten 67 794 71 784 65 633 62 708 67 743 Deposito’s van klanten (excl. schuldpapier en repo’s) 199 476 190 553 173 184 159 644 152 479 Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 32 571 31 442 32 170 31 273 32 193 Totaal eigen vermogen 23 077 21 530 20 222 19 633 18 803 Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) Totale opbrengsten 7 558 7 195 7 629 7 512 7 700 Exploitatiekosten -4 396 -4 156 -4 303 -4 234 -4 074 Waardeverminderingen 261 -1 182 -217 17 30 Nettoresultaat, groepsaandeel 2 614 1 440 2 489 2 570 2 575 België 1 997 1 001 1 344 1 450 1 575 Tsjechië 697 375 789 654 702 Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) 127 199 379 533 444 Groepscenter -207 -135 -23 -67 -146 Duurzaamheid en genderdiversiteit Eigen broeikasgasemissie (in ton CO 2 per vte) 1,0 1,5 2,0 2,3 2,5 Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan de energiesector (%) 63% 61% 57% 44% 41% Volume maatschappelijk verantwoorde fondsen (in miljarden euro) 32 17 12 9 7 Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen 56% 56% 57% 57% 57% Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen 33% 38% 31% 31% 31% KBC-aandeel Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) 416,9 416,7 416,4 416,2 418,6 Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in euro) 51,8 48,1 45,0 41,4 41,6 Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) 68,3 52,8 60,8 67,4 66,5 Slotkoers boekjaar (in euro) 75,5 57,3 67,1 56,7 71,1 Brutodividend per aandeel (in euro) 8,6 2,44 1,00 3,50 3,00 Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) 6,15 3,34 5,85 5,98 6,03 Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) 31,5 23,9 27,9 23,6 29,8 Financiële ratio's Rendement op eigen vermogen 13% 8% 14% 16% 17% Kosten-inkomstenratio, groep 58% 58% 56% 56% 53% Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen 89% 85% 90% 88% 88% Kredietkostenratio, bankieren -0,18% 0,60% 0,12% -0,04% -0,06% Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) 15,5% 17,6% 17,1% 16,0% 16,3% Voor definities en toelichtingen: zie de analyses en het glossarium verder in dit verslag. * Van het in november 2021 uitbetaalde interimdividend van 3 euro per dividendgerechtigd aandeel wijzen we 2 euro toe aan boekjaar 2020 en 1 euro aan boekjaar 2021. Dividend 2021 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. Onze belangrijkste ambities voor de toekomst NPS-score klanten Doel: top 2-ranking op groepsniveau eind 2023 Digitale verkopen Doel: aandeel digitale verkopen ≥ 40% voor bankproducten en ≥ 25% voor verzekeringsproducten eind 2023 Straight-through processing Doel: aandeel straight- through processes (STP) ≥ 60% en STP-potentieel ≥ 80% tegen eind 2023 Bankverzekerings- klanten Doel: 85% van de actieve klanten tegen eind 2023 Stabiele bankverzekerings- klanten Doel: 27% van de actieve klanten tegen eind 2023 Maatschappelijk verantwoorde fondsen (SRI) Doel: totaal SRI-fondsen ≥30 miljard euro eind 2025 en nieuwe productie SRI-fondsen ≥50% van de totale jaarlijkse fondsenproductie vanaf 2021 Kredieten hernieuwbare energie Doel: aandeel hernieuwbare energiebronnen en biobrandstoffen in de portefeuille kredieten aan de energiesector ≥ 65% in 2030 Rechtstreekse steenkoolgerelateerde financiering Doel: afbouw tegen eind 2021 Eigen CO 2 e-emissies Doel: -80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van volledige klimaatneutraliteit voor onze directe voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen Doel: 100% groene elektriciteit tegen 2030 Totale opbrengsten Doel: CAGR 2021-2024: ± 4,5% Exploitatiekosten zonder bankenheffing Doel: CAGR 2021-2024: ± 1,5% Kredietkostenratio Doel: 25-30 basispunten through-the-cycle Gecombineerde ratio Doel: ≤ 92% Dividenduitkeringsratio Doel: ≥ 50% (zie hoofdstuk Onze strategie) Surplus capital Doel: >15% (Raad Van Bestuur beslist over uitbetaling van deel > 15% common equity ratio, zie verder) De definities van de KPI’s en de scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste regulatoire kapitaal- en liquiditeitsratio’s vindt u in datzelfde hoofdstuk. strategisch ESG financieel 2 Jaarverslag KBC 2021 Inhoud Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast ook niet-verplichte informatie bevat. We combineren het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag. Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus de vennootschap KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap. Glossarium: achteraan vindt u de belangrijkste in dit verslag gebruikte financiële ratio’s en termen (inclusief de alternative performance measures). Verklaring over de bekendmaking van niet-financiële informatie: in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze niet-financiële informatie (inclusief EU-taxonomie) geïntegreerd in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Het hoofdstuk Verklaring over niet-financiële informatie bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De informatie over diversiteit vindt u in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Specifieke informatie in verband met het klimaat vindt u onder meer in de hoofdstukken Focus op het klimaat, Onze rol in de samenleving en Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s’. Vertaling en versies: het jaarverslag is verkrijgbaar in een Nederlandse en Engelse ESEF-versie (European Single Electronic Format) en een Nederlandse, Engelse en Franse PDF-versie. De Nederlandse ESEF-versie is de originele versie en de andere versies zijn officieuze versies. We hebben alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk is om verschillen tussen de verschillende taal- en format-versies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft die Nederlandse ESEF-versie voorrang. Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag? We baseren ons op de wetgeving en de International Financial Reporting Standards, en we houden in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council, die ook de inspiratie vormen voor onze informatie over waardecreatie. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index met de GRI indicatoren die het meest van belang zijn voor onze onderneming vindt u in het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We brengen onze relevante onderwerpen ook in kaart volgens de normen van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) en nemen relevante SASB-normen op in de GRI/ SASB Content Index. Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, voeren we onder meer een materialiteitsanalyse uit (zie Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse). De resultaten van de materialiteitsanalyse werden gevalideerd door het Directiecomité en bezorgd aan de Raad van Bestuur. Uitleg over de consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze duurzaamheidsgegevens via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat minimaal voor alle KBC-entiteiten uit de kernlanden. Voor meer informatie over de verzameling van duurzaamheidsdata verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag op kbc.com. We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we terminologie zoals ‘groen’ en ‘duurzaam’ gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat we beschrijven al (volledig) is afgestemd op de EU-taxonomie. Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op onze veronderstellingen en inschattingen bij het opmaken van dat verslag begin maart 2022. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren, waaronder in het bijzonder de coronacrisis (COVID-19-crisis) en de situatie in Oekraïne, kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen. Verslag van de Raad van Bestuur 6 Voorwoord 8 Ons bedrijfsmodel 30 Onze strategie 70 Ons financieel rapport 78 Onze divisies 94 Hoe beheren we onze risico’s? 145 Hoe beheren we ons kapitaal? 152 Verklaring inzake deugdelijk bestuur 186 Verklaring over niet-financiële informatie Geconsolideerde jaarrekening 189 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 191 Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 193 Geconsolideerde balans 194 Geconsolideerde vermogensmutaties 195 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 197 1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving 197 Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming 197 Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving 215 Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen 215 Toelichting 1.4: Invloed van de coronacrisis 220 2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie 220 Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur 221 Toelichting 2.2: Resultaten per segment 223 Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment 224 3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening 224 Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten 224 Toelichting 3.2: Dividendinkomsten 225 Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 226 Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI 226 Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten 227 Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten 227 Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten 231 Toelichting 3.8: Exploitatiekosten 231 Toelichting 3.9: Personeel 232 Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen – winst-en-verliesrekening 234 Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 234 Toelichting 3.12: Belastingen 236 Toelichting 3.13: Winst per aandeel 237 4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans 237 Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product 240 Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit 244 Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting 3Jaarverslag KBC 2021 247 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen 248 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie 251 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2 251 Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3 252 Toelichting 4.8: Derivaten 256 5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans 256 Toelichting 5.1: Overige activa 256 Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen 257 Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 258 Toelichting 5.4: Materiële vaste activa inclusief vastgoedbeleggingen 259 Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa 261 Toelichting 5.6: Technische voorzieningen – verzekeringen 263 Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico’s en kosten 265 Toelichting 5.8: Overige verplichtingen 266 Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen 269 Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten 269 Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (IFRS 5) Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie 290 Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking 292 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening 295 Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse 297 Glossarium van financiële ratio’s en termen 302 Verklaring van verantwoordelijke personen 302 Contactadressen en kalender 270 6.0 Andere toelichtingen 270 Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans 271 Toelichting 6.2: Leasing 272 Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen 273 Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris 273 Toelichting 6.5: Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen 275 Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring 278 Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid 279 Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum 279 Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap 281 Verslag van de commissaris Verslag van de Raad van Bestuur 6 Jaarverslag KBC 2021 Een jaar waarin corona nog steeds centraal stond Johan Thijs: “2021 zal de geschiedenis ingaan als het jaar van de grote vaccinatie. Dankzij die campagnes kon in vele landen alvast initieel het coronavirus worden bedwongen. Maar vooral het ontstaan van een nieuwe virusvariant zorgde in het najaar voor een nieuwe coronaopstoot. Door de vooruitgang in boostervaccinaties en antivirusbehandelingen in veel landen kan de extreme overbelasting van de gezondheidsstelsels worden verlicht, waardoor langdurige lockdowns waarschijnlijk vermeden kunnen worden. Maar gezond blijven en het evenwicht vinden tussen enerzijds het vermijden van contact en anderzijds het genieten van de sociale interactie die we allemaal nodig hebben, blijft sowieso een belangrijke zorg, ook in de komende maanden. Als werkgever en dienstverlener hebben we tijdens heel de crisis voorrang gegeven aan het zoveel mogelijk vrijwaren van de gezondheid van ons personeel en onze klanten, en tegelijk aan het blijven garanderen van onze dienstverlening. We zetten maximaal in op telewerken, en dat leidde ook tot vernieuwende inzichten voor onze werkorganisatie na de crisis. We slaagden er ook in om onze klanten in al onze thuismarkten een hoog niveau van dienstverlening te blijven bieden, dankzij de expertise en de inzet van onze medewerkers in al onze thuismarkten en de inspanningen en investeringen die we de afgelopen jaren hebben gedaan op het vlak van digitale transformatie.” De extreme weeromstandigheden in onze thuismarkten onderstreepten het belang van klimaatverantwoordelijkheid en duurzaamheid in het algemeen Koenraad Debackere: “Naast corona zullen we ons 2021 ook herinneren als een jaar waarin het effect van de klimaatverandering wel heel dichtbij kwam. Enkele van onze thuismarkten werden getroffen door extreme weersomstandigheden, met verschrikkelijke gevolgen op menselijk vlak. Een deel van Tsjechië werd in juni getroffen door een zware tornado, en enkele provincies in België werden overspoeld door zware overstromingen in de zomer. We willen nogmaals ons oprecht medeleven betuigen aan iedereen die getroffen werd, en onze grote waardering uitspreken voor alle hulpverleners en vrijwilligers die zich onvermoeibaar voor de slachtoffers hebben ingezet. De maanden volgend op de overstromingen hebben we al onze kennis en expertise ingezet om ervoor te zorgen dat de schadeclaims van de getroffen klanten snel en correct werden afgehandeld. Meer dan ooit geloven we dat de wereld na deze crisissen duurzamer moet zijn. We zetten ons ten volle in om bij te dragen aan die verduurzaming. We engageerden ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid en we werken onverminderd aan het bereiken van onze doelstellingen in dat verband. We blijven ons inspannen om investeringen in duurzame-energie- infrastructuur te ondersteunen. We zijn er ook, na de geleidelijke vermindering van onze directe blootstelling aan de steenkoolsector sinds 2016, in geslaagd om onze resterende directe blootstelling aan steenkool in juni 2021 helemaal af te bouwen, ruim zes maanden eerder dan ons eigen tijdschema vooropstelde. En in het najaar bevestigden we de strenge beperkingen waaraan de financiering van fossiele brandstoffen al langer onderworpen is. Bovendien beslisten we de financiering van exploratie en ontginning van nieuwe olie- en gasvelden stop te zetten. Digitalisering op volle toeren Johan Thijs: “De coronacrisis heeft de digitalisering van de maatschappij – inclusief de bank- en verzekeringsdiensten – nog verder versneld. In onze strategie “Differently: the Next Level” schakelden we onze digitale strategie bovendien nog een versnelling hoger, door het gebruik van artificiële intelligentie en data-analyse. Dat laat ons oplossingsgericht werken om op die manier onze klanten proactief te ontzorgen. Voor onze klanten werd dat het meest zichtbaar door de lancering van de persoonlijke, volledig digitale assistent Kate, die we in 2021 nog verder hebben uitgebouwd en die steeds meer klanten weet te overtuigen en ondersteunen. Het einddoel daarbij is en blijft het financieel ontzorgen van onze klanten. We zijn uiteraard bijzonder blij dat ook de buitenwereld onze inspanningen op dit gebied erkent. Daarbij verwijs ik bijvoorbeeld naar de studie van het onderzoeksbureau Sia Partners, waarin KBC Mobile werd uitgeroepen tot beste mobilebankingapp wereldwijd. Dat is een duidelijke erkenning van tien jaar innoveren, ontwikkelen en aandachtig luisteren naar onze klanten. Ook de nieuwe strategie “Differently: the Next Level”, die we meer dan een jaar geleden lanceerden, werpt al duidelijk zijn vruchten af en toont de innovatiekracht waarop we als groep kunnen bouwen, met als uiteindelijke doel het leven van onze klanten gemakkelijker te maken.” Voorwoord 7Jaarverslag KBC 2021 Verdere geografische focus Koenraad Debackere: “Focus blijft voor ons een belangrijk aspect van onze strategie. Ons kernmetier is en blijft bankverzekeren voor retailklanten in een duidelijke selectie van kernmarkten. In die landen trachten we, waar mogelijk, opportuun en interessant, onze positie nog verder te versterken. Zo namen we in juli 2021 de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN over. En in november tekenden we een akkoord voor een tweede overname in Bulgarije, namelijk die van Raiffeisenbank Bulgaria, de op dat moment zesde bank van het land. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouders. Dankzij die transacties kunnen we onze belangrijke positie in onze Bulgaarse kernmarkt verder versterken. Eind augustus 2021 bereikten we een akkoord over de verkoop van nagenoeg de volledige portefeuille non- performing hypothecaire kredieten van KBC Bank Ireland en in oktober 2021 sloten we ook een overeenkomst over de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Die laatste transactie moet nog worden goedgekeurd door de betrokken instanties. De afronding ervan zal uiteindelijk leiden tot onze terugtrekking uit de Ierse markt. Terwijl de geplande overname van de Bulgaarse activiteiten van Raiffeisenbank, bij afronding, een negatieve impact op onze common equity ratio zal veroorzaken van naar schatting 1 procentpunt, leiden de verkopen in Ierland bij afronding tot een positieve impact van ruwweg 0,9 procentpunten.” De nettowinst veerde opnieuw op Johan Thijs: “Terwijl onze resultaten van 2020 sterk negatief waren beïnvloed door de aanleg van een aanzienlijk bedrag aan waardeverminderingen om de toekomstige gevolgen van de coronacrisis op te vangen, konden we in 2021 daarvan al een belangrijk deel terugnemen, met uiteraard een positieve invloed op onze resultaten. We houden echter nog een significant bedrag – zo’n 0,3 miljard euro – achter de hand voor de onzekerheid met betrekking tot het verdere verloop van de pandemie. In combinatie met gestegen opbrengsten en een volgehouden kostenefficiëntie, bracht dat onze nettowinst voor 2021 in totaal op 2,6 miljard euro, behoorlijk meer dan de 1,4 miljard euro het jaar voordien en zelfs iets boven het niveau van de jaren vóór de coronacrisis, en dat ondanks de eenmalige negatieve impact van bijna 0,4 miljard euro in 2021 met betrekking tot de Ierse verkooptransacties. We vertalen die uitstekende resultaten ook in een extra winstpremie voor al onze medewerkers. We stellen bovendien aan de Algemene Vergadering een brutoslotdividend voor van 7,6 euro per aandeel, wat het totale brutodividend op 10,6 euro per aandeel brengt. Dat omvat een dividend van 2 euro per aandeel gerelateerd aan het boekjaar 2020 (al betaald in november 2021), een gewoon dividend van 4 euro per aandeel voor het boekjaar 2021 (waarvan al een interimdividend van 1 euro werd betaald in november 2021 en 3 euro per aandeel nog te betalen is in mei 2022) en een buitengewoon dividend van 4,6 euro per aandeel (te betalen in mei 2022). Dat leidt tot een fully loaded common equity ratio van 15,5%, in lijn met ons kapitaalaanwendingsplan voor 2021. De economische omgeving in 2021 en daarna Koenraad Debackere: 2021 was het jaar van een fors economisch herstel na de historisch zware coronaschok van 2020. 2021 was echter ook een jaar met vele gezichten. Vooral in Europa begon het jaar moeilijk tijdens de tweede coronagolf, ging dan, vooral dankzij de vorderende vaccinatiecampagne, optimistischer verder, maar eindigde opnieuw in mineur door de vierde pandemiegolf en de opmars van de omikronvariant. Dankzij de toegenomen veerkracht van de economie zal dat het verdere economische herstel in 2022 waarschijnlijk niet in de weg staan. De oorlog in Oekraïne zal echter, boven op al het menselijk leed, in 2022 ook op de economische groei wegen. We zien met verbijstering wat er zich afspeelt in Oekraïne en we betuigen uitdrukkelijk onze solidariteit met het Oekraïense volk. We hopen dat rede en redelijkheid snel de bovenhand krijgen met een respectvolle, vreedzame en duurzame diplomatieke oplossing als resultaat. De voorbije twee jaren hebben bewezen dat we ook in uitdagende omstandigheden kunnen voortbouwen op onze sterke fundamenten en vroeger genomen beleidskeuzes. Dat alles is echter alleen maar mogelijk dankzij het vertrouwen dat u, beste klant, medewerker, aandeelhouder of andere stakeholder, in ons stelt. Voor dat vertrouwen dank ik u oprecht.” Johan Thijs Koenraad Debackere Chief Executive Officer voorzitter van de Raad van Bestuur Johan Thijs Koenraad Debackere 8 Jaarverslag KBC 2021 Hier beschrijven we hoe we duurzame waarde creëren, wat de kenmerken van ons model zijn, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen en welke middelen we daarvoor inzetten. Hoe creëren we duurzame waarde? Ons bedrijfsmodel Onze waardecreatie Ons model Onze omgeving Onze werkmiddelen Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien volgens zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op onze expertise. Met het geld uit de deposito’s die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden, en houden op die manier de economie draaiende, ook in moeilijkere omstandigheden, zoals tijdens de coronacrisis. We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bovendien financieren we ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling. Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico’s te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers. We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk. Bij al die activiteiten trachten we rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, en we vertalen dat ook in concrete doelstellingen. We kiezen er ook bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. In onze bedrijfsvoering besteden we ook terdege aandacht aan zaken zoals cyberrisico, anticorruptiemaatregelen en klimaatveranderingsrisico’s. Wat dat laatste betreft, hebben we als bank-verzekeraar op een rechtstreekse manier invloed op de klimaatverandering door ons eigen energieverbruik. Belangrijker is echter de onrechtstreekse invloed, via kredietverlening, het aanhouden van een beleggingsportefeuille, het aanbieden van beleggingen aan klanten en het verzekeren van tegenpartijen 9Jaarverslag KBC 2021 die een belangrijke invloed op het klimaat kunnen hebben. We ondervinden bovendien zelf de invloed van klimaatverandering. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan hogere schadeclaims bij onze verzekeringen als gevolg van extreme weersomstandigheden of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO 2 -armere samenleving. We houden daar terdege rekening mee, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om actief bij te dragen door bijvoorbeeld duurzame producten en diensten te lanceren. We volgen onze prestaties op dat gebied van nabij en hanteren daarvoor specifieke doelen. Het besef dat duurzaamheid in de wereld na corona nog aan belang zal winnen, heeft ons er trouwens toe gebracht onze bestaande doelstellingen ter zake nog verder te verstrengen. Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk. Zo dragen we bij tot hun koopkracht en tot de welvaart van de landen waarin we actief zijn. De coronacrisis heeft ons bedrijfsmodel niet wezenlijk gewijzigd, maar de uitvoering ervan in een stroomversnelling doen belanden. Dankzij onze al vroeger ingezette focus op digitale oplossingen konden we tijdens de crisis naadloos voortwerken en onze klanten een gelijkaardig niveau van service aanbieden. De klanten zelf schakelden tijdens de crisis massaal over naar onze digitale oplossingen. Persoonlijke contacten bleven uiteraard belangrijk, maar werden tijdelijk ingepast in een veiligere context. Ons credo ‘de klant centraal’ betekent ook dat we hem steunden tijdens de crisis en dat we hem volgen in zijn gewijzigde voorkeuren tijdens en na de crisis. Doordat we al lang en intens bezig waren met digitale oplossingen, en onze strategie daaraan hebben aangepast, betekent dit dus voor ons een bevestiging van de weg die we zijn ingeslagen en een voortzetting van ons bestaande beleid en bedrijfsmodel. We bespreken de belangrijkste gevolgen van de coronacrisis in Toelichting 1.4 van het hoofdstuk Geconsolideerde jaarrekening. We willen onze klanten proactief financieel ontzorgen, via ons oplossingsgerichte bankverzekeringsmodel, en gaan daarbij zelfs verder dan pure bank- of verzekeringsproducten. 10 Jaarverslag KBC 2021 duurzame rendabele groei bankverzekeren + klant centraal rol in de samenleving Hoe creëren we waarde? Grondstoffen Activiteiten Output en resultaten (selectie, 2021) Doelen en termijn (resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie) Financieel kapitaal 23 miljard euro totaal eigen vermogen 226 miljard euro deposito’s en schuldpapier • 2,6 miljard euro nettowinst • Sterke kapitaal- en liquiditeitsratio’s • 58% kosten-inkomstenratio en 89% gecombineerde ratio • 5% autonome groei leningen en voorschotten • 12% groei beheerd vermogen • Groei totale opbrengsten (’24) • Groei exploitatiekosten zonder bankenheffing (’24) • Gecombineerde ratio Medewerkers en merk Ca. 40 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner Innovatiecapaciteit • 2,5 miljard euro verloning van onze medewerkers • Toekenning bijzondere covidbonus in 2021 • Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+ • ca. 135 000 geregistreerde opleidingsdagen • Interne arbeidsmobiliteit 24% • Diversiteit: 41% vrouwen in junior en middle management, 24% in senior management • Bevragingen over werknemersbetrokkenheid (’21) Infrastructuur Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen 1 159 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen • Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Uitbouw digitale assistent Kate • Diverse externe erkenningen, zoals beste mobilebankingapp wereldwijd (Sia Partners) • Focus op simplificatie en straight-through processen • 1,4 miljard euro investeringen in ‘digital first’ ’22-‘24 • Aandeel digitale verkoop (’23) • Straight-through processing score (’23) Klanten en andere stakeholders 12 miljoen klanten in 6 kernlanden Leveranciers, overheden, regelgevers en andere stakeholders • Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en banktaksen 1,3 miljard euro • Focus op initiatieven inzake financiële geletterd- heid en stimuleren van ondernemerschap • Dividenduitkeringsratio (’21) • NPS-ranking klanten (’23) • Aandeel bankverzekeringsklanten (’23) Milieu en maatschappij Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz. • Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek • 32 miljard euro in maatschappelijk verantwoorde fondsen • Volledige afbouw van rechtstreekse steenkoolfinanciering • Hernieuwbare energie: 63% van de kredietverlening aan de energiesector • Eigen CO 2 -emissies, -71% t.o.v. 2015 • Afbouw van rechtstreekse steenkoolfinanciering (’21) • Volume maatschappelijk verantwoorde fondsen (’25) • Reductie van eigen CO 2 -emissie (’30) • Aandeel hernieuwbare- energiekredieten (’30) • Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (’30) Doel en ambitie Proactief en datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden Kernactiviteiten Kredieten Deposito’s Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten Meest relevante SDG’s voor de groep 11Jaarverslag KBC 2021 duurzame rendabele groei bankverzekeren + klant centraal rol in de samenleving Grondstoffen Activiteiten Output en resultaten (selectie, 2021) Doelen en termijn (resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie) Financieel kapitaal 23 miljard euro totaal eigen vermogen 226 miljard euro deposito’s en schuldpapier • 2,6 miljard euro nettowinst • Sterke kapitaal- en liquiditeitsratio’s • 58% kosten-inkomstenratio en 89% gecombineerde ratio • 5% autonome groei leningen en voorschotten • 12% groei beheerd vermogen • Groei totale opbrengsten (’24) • Groei exploitatiekosten zonder bankenheffing (’24) • Gecombineerde ratio Medewerkers en merk Ca. 40 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner Innovatiecapaciteit • 2,5 miljard euro verloning van onze medewerkers • Toekenning bijzondere covidbonus in 2021 • Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+ • ca. 135 000 geregistreerde opleidingsdagen • Interne arbeidsmobiliteit 24% • Diversiteit: 41% vrouwen in junior en middle management, 24% in senior management • Bevragingen over werknemersbetrokkenheid (’21) Infrastructuur Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen 1 159 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen • Innovatieve digitale AI- en datagedreven aanpak • Uitbouw digitale assistent Kate • Diverse externe erkenningen, zoals beste mobilebankingapp wereldwijd (Sia Partners) • Focus op simplificatie en straight-through processen • 1,4 miljard euro investeringen in ‘digital first’ ’22-‘24 • Aandeel digitale verkoop (’23) • Straight-through processing score (’23) Klanten en andere stakeholders 12 miljoen klanten in 6 kernlanden Leveranciers, overheden, regelgevers en andere stakeholders • Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en banktaksen 1,3 miljard euro • Focus op initiatieven inzake financiële geletterd- heid en stimuleren van ondernemerschap • Dividenduitkeringsratio (’21) • NPS-ranking klanten (’23) • Aandeel bankverzekeringsklanten (’23) Milieu en maatschappij Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz. • Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek • 32 miljard euro in maatschappelijk verantwoorde fondsen • Volledige afbouw van rechtstreekse steenkoolfinanciering • Hernieuwbare energie: 63% van de kredietverlening aan de energiesector • Eigen CO 2 -emissies, -71% t.o.v. 2015 • Afbouw van rechtstreekse steenkoolfinanciering (’21) • Volume maatschappelijk verantwoorde fondsen (’25) • Reductie van eigen CO 2 -emissie (’30) • Aandeel hernieuwbare- energiekredieten (’30) • Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (’30) Doel en ambitie Proactief en datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden Kernactiviteiten Kredieten Deposito’s Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten Meest relevante SDG’s voor de groep 12 Jaarverslag KBC 2021 Onze waardecreatie Ons model Onze omgeving Onze werkmiddelen Resultaatgericht We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier. Local Embeddedness (lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten. Responsive We anticiperen en reageren spontaan en op een positieve manier op suggesties en vragen. Respectvol We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn. Performance (performantie) We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven. Empowerment (ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien. Accountability (individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega’s, aandeelhouders en de maatschappij. Responsiveness (ontvankelijkheid) We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden. We focussen op gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven, ideeën binnen de groep Wat maakt ons tot wie we zijn? We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL+. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. We moedigen al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen. Het plusteken in PEARL+ symboliseert onze focus op gezamenlijke ontwikkeling en ‘smart copy’ van oplossingen, initiatieven en ideeën zodat ze overal in de groep gemakkelijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Daardoor kunnen we efficiënter werken, sneller schakelen en lokale talenten groepswijd benutten. PEARL+ is een mindset, een werkcultuur van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vormgeven en andere collega’s daarin voorthelpen. 13Jaarverslag KBC 2021 Wat ons onderscheidt van onze concurrenten Ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op een overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide relevante en gepersonaliseerde one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod, dat zelfs het pure bankverzekeren overstijgt. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën, en verhoogde interactiemogelijkheden met en een vollediger inzicht in onze klanten. Onze digitale aanpak In onze strategie vormt digitale interactie met de klanten de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Naast een digitaal productaanbod bieden we dus ook digitaal advies aan onze klanten én ontwikkelen we alle processen en producten alsof ze digitaal verkocht moeten worden. Bij digitale verkoop en advies zullen artificiële intelligentie en data-analyse een belangrijke rol spelen. Kate, onze persoonlijke digitale assistent, speelt daarbij een essentiële rol. We hebben bijzondere aandacht voor de snelheid en de eenvoud waarmee we onze klanten kunnen bedienen en houden bij de hertekening van onze interne processen daarmee rekening. Onze sterke geografische focus We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland (voor Ierland werden verkoopovereenkomsten gesloten, zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). Daardoor werken we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, onder meer om de activiteiten van onze bedrijfsklanten in de kernmarkten te ondersteunen. Onze focus op local responsiveness In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken we tussen onze kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden. Onze duurzaamheidsaanpak Als financiële instelling zijn we een belangrijke drijvende kracht achter de reële economie en hebben we een belangrijke directe en indirecte impact op de samenleving. KBC wil de transitie naar een duurzamere en klimaatbestendigere samenleving ondersteunen. Daarom is duurzaamheid een integraal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie en verankerd in onze dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de producten en diensten die we aanbieden. Onze duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en de drie hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken. Onze aandeelhoudersstructuur Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2021 samen ruwweg 40% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep. Onze sterktes Uniek bankverzekeringsmodel en innovatieve datagedreven digitale strategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten Sterke commerciële bank- en verzekerings franchises in al onze divisies Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten Solide kapitaal- positie en sterke liquiditeit Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden Onze uitdagingen Macro-economische omgeving gekenmerkt door gevolgen van de coronacrisis, lage maar recent stijgende rentes, momenteel hoge inflatie, vergrijzing, en geopolitieke uitdagingen (onder meer naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne) Invloed van de klimaat- verande ring op onze activiteiten en die van onze klanten, en vice versa, en benutten van opportu niteiten gerelateerd aan de overgang naar een groenere economie Strengere regelgeving omtrent klantenbescher- ming, solvabiliteit, milieu, enz. Veranderend klanten gedrag, concurrentie en nieuwe spelers op de markt Nieuwe technologieën en cyber- criminaliteit Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. 14 Jaarverslag KBC 2021 We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. In het schema geven we een indicatie van het belang van elke divisie. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico’s. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO’s van de drie divisies. De belangrijkste onderwerpen die in 2021 in de Raad werden besproken, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In dat hoofdstuk weiden we ook uit over ons vergoedingsbeleid voor het management. We gaan in dat vergoedingsbeleid – net zoals voor alle medewerkers – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een begrensde variabele vergoeding als deel van een aantrekkelijk en evenwichtig verloningsbeleid. KBC Groep Corporate staff CFO-diensten Innovation and digital transformation CRO-diensten Divisie België (bankverzekeren in België) Divisie Tsjechië (bankverzekeren in Tsjechië) Divisie Internationale Markten (bankverzekeren in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland) Medewerkers (eind 2021) Divisie België 30%14% 24% 33% Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige Klanten (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 31% 34% 35% 0% Opbrengsten (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 63% 19% 20% -2% Nettowinst (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 76% 5% 27% -8% * Ierland behoort tot eind 2021 tot de Divisie Internationale Markten, en wordt daarna – vanwege de verkoopovereenkomsten – overgeheveld naar het Groepscenter. ‘Overige’ in de grafieken: een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties; we wijzen bovendien een deel van het kapitaal en het resultaat toe aan het Groepscenter (zie verder). 15Jaarverslag KBC 2021 Samenstelling Directiecomité, eind 2021 Leden 7 Mannen/vrouwen 6/1 Nationaliteiten Belgisch (5), Brits (1), Bulgaars (1) Voorzitter Johan Thijs Belangrijkste diploma’s rechten, economie, actuariële wetenschappen, wiskunde, pedagogie, enz. Informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com. Samenstelling Raad van Bestuur, eind 2021 Leden 15 Mannen/vrouwen 10/5 Nationaliteiten Belgisch (14), Tsjechisch (1) Onafhankelijke bestuurders 2 Voorzitter Koenraad Debackere Aanwezigheden Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur Belangrijkste diploma’s economie, rechten, actuariële wetenschappen, management, wiskunde, fiscaliteit, enz. * Júlia Király nam ontslag als bestuurder met ingang van 1 december 2021. Onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder zal aan de algemene vergadering worden voorgesteld om een nieuwe vrouwelijke onafhankelijke bestuurder te benoemen. Diploma’s van de leden van de Raad van Bestuur (eind 2021) rechten economie/financiën MBA actuariële wetenschappen/verzekeringen andere 26% 30% 15% 22% 7% Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma’s (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma). Diploma’s van de leden van het Directiecomité (eind 2021) rechten economie/financiën MBA actuariële wetenschappen/verzekeringen andere 27% 27% 9% 27% 9% Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma’s (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma). 16 Jaarverslag KBC 2021 In welke omgeving zijn we actief? Onze waardecreatie Ons model Onze omgeving Onze werkmiddelen 2021 was het jaar van het verdere herstel van de wereldeconomie na de pandemieschok van 2020. De economische activiteit in de VS bereikte in het tweede kwartaal van 2021 opnieuw haar peil van vóór de pandemie. Ook de eurozone bereikte eind 2021 opnieuw het productieniveau van vóór de pandemie. Dankzij budgettaire en monetaire steunmaatregelen bleef het aantal bedrijfsfaillissementen in 2021 beperkt en daalde per saldo ook de werkloosheidsgraad in de VS en de eurozone in vergelijking met eind 2020. Het herstel werd gedragen door een sterk opverende vraag, die af te rekenen kreeg met belemmeringen aan de aanbodzijde van de economie. Die waren het gevolg van flessenhalzen in internationale toeleveringsketens en productiebeperkingen door onder meer een tekort aan personeel. Naast transportprijzen stegen ook de energieprijzen in 2021 fors. Dat was vooral het gevolg van de perfecte energiestorm als gevolg van de sterke inhaalvraag geleid door de Aziatische economieën, een tijdelijk lagere productie van hernieuwbare windenergie in Europa en geopolitieke spanningen. Het resultaat was een fors oplopende inflatie in 2021. De inflatie in de VS steeg in november 2021 tot het hoogste peil sinds het begin van de jaren 80, terwijl de inflatie in de eurozone het hoogste peil sinds het bestaan van de euro bereikte. Statistische basiseffecten speelden hierbij een rol, maar er was in de loop van 2021 ook een brede oplopende inflatiedynamiek gestuwd door effecten van de heropstart en een sterke vraag. Voor het eerst in vele jaren werden de belangrijke centrale banken in 2021 opnieuw geconfronteerd met een (te) hoge inflatie, en met de vraag hoe tijdelijk die zal zijn. Als reactie daarop gooide de Fed eind 2021 het roer om. Hij begon in november 2021 met de vermindering (‘tapering’) van zijn nettoaankopen van overheidsobligaties en hypotheekgerelateerde financiële activa. In januari 2022 kondigde hij aan dat hij die nettoaankopen allicht begin maart 2022 zal stopzetten. Er wordt verwacht dat de Fed vrij snel daarna zal beginnen met het optrekken van zijn beleidsrente. Voor 2022 verwachten we vijf renteverhogingen van elk 25 basispunten. In tegenstelling tot de Fed bleef de ECB in 2021 aan de zijlijn. Ze hield haar depositorente ongewijzigd op -50 basispunten en zette haar aankoopprogramma’s voort (vooral het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP)). In 2022 zal de ECB echter allicht ook van koers veranderen. In december 2021 kondigde de ECB aan dat ze de nettoaankopen vermindert en dat ze het PEPP-programma tegen einde maart 2022 zou stopzetten. Het uitdoven van het PEPP zou wel tijdelijk en gedeeltelijk gecompenseerd worden door verhoogde aankopen in het kader van het algemene Asset Purchase Programme (APP). Bovendien verlengde de ECB de periode waarin ze onder PEPP aangekochte obligaties op eindvervaldag herinvesteert, tot minstens eind 2024. Die herinvesteringen krijgen bovendien een grotere flexibiliteit, zowel wat betreft de keuze van het tijdstip, de activaklasse en de specifieke nationale markt. Vooral tegen de achtergrond van de fors oplopende inflatie is een eerste renteverhoging door de ECB tegen het einde van 2022 waarschijnlijk. 2021 was voor de ECB ook het jaar van de actualisering van haar monetaire strategie. Een belangrijke wijziging is het voortaan symmetrische en vooruitkijkende karakter van haar inflatiedoelstelling van 2%. Tegen deze achtergrond stegen in 2021 zowel de Amerikaanse als de Duitse tienjaarse overheidsrentes. Het renteverschil 17Jaarverslag KBC 2021 tussen de VS en Duitsland was volatiel doorheen het jaar en liep naar het jaareinde op. Dat was vooral het gevolg van de meer afwachtende houding van de ECB in vergelijking met de Fed. Dat renteverschil kwam ook tot uiting in de reële tienjaarse obligatierentes, die nominale rentes corrigeert voor inflatieverwachtingen. In de VS bleef die in 2021 per saldo vrijwel ongewijzigd (circa -1,25%), terwijl ze in Duitsland daalde tot historische dieptepunten (circa -2,25%). Dat droeg bij tot de tijdelijke eurozwakte ten opzichte van de Amerikaanse dollar aan het einde van 2021. Vermits het renteverschil allicht aan het uitbodemen is, kan de euro in de loop van 2022 opnieuw wat terrein winnen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ondanks het verdere herstel blijven er ook in 2022 belangrijke uitdagingen voor de wereldeconomie. De belangrijkste factor op dit moment zijn de directe en indirecte gevolgen van de Russisch-Oekraïense oorlog. Daarnaast herinnert de omikronvariant eraan dat de pandemie ook in 2022 nog niet volledig voorbij zal zijn. Beleidsmaatregelen om nieuwe besmettingsgolven te beheersen blijven een risico en kunnen blijven wegen op de economie. Er is ook onzekerheid over de verdere ontwikkeling van de flessenhalzen in productie- en aanvoerketens en meer bepaald de timing van de geleidelijke vermindering van die aanbodproblemen. Voorts is er het gevaar dat de actueel hoge inflatie leidt tot een loon- prijsspiraal, met het risico van forser dan verwachte verkrappingen van het monetaire beleid door de Fed en de ECB. Ten slotte is ook de wereldwijde schuldproblematiek meer dan ooit actueel, zeker wanneer de financierings- voorwaarden minder ondersteund worden door het monetaire beleid. 18 Jaarverslag KBC 2021 Onze belangrijkste uitdagingen Wijzigend klantengedrag en concurrentie We hebben te maken met sterke concurrentie, technologische veranderingen en wijzigend klantengedrag. Naast de traditionele spelers neemt de concurrentie toe van internet- banken, fintechs, bigtechs en van e-commerce in het algemeen. Dat zorgt voor potentiële druk op crosssellingmogelijkheden en beïnvloedt de verwachtingen van klanten inzake snelheid, digitale interactie, proactiviteit, personalisatie en relevantie. Dat alles verhoogt het belang van digitalisering en innovatie in onze groep en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie die in staat is continu aanpassingen te doen aan processen en systemen. Hoe gaan we daarmee om? • Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen zijn de creatieve input en de diversiteit qua opleiding en achtergrond van onze medewerkers bijzonder belangrijk. • We hebben een grote hoeveelheid gegevens ter beschikking, wat ons in staat stelt beter te begrijpen wat klanten echt willen. Ons geïntegreerde model stelt ons in staat betere inzichten te verwerven en completere oplossingen aan te bieden dan pure banken of verzekeraars. We staan bovendien dichter bij onze klanten dan bijvoorbeeld de bigtechbedrijven. • We hebben een proces om ervoor te zorgen dat de business op een efficiënte manier een beslissing verkrijgt om een nieuw product te lanceren, waarbij ook de risico’s grondig bekeken worden. We herzien regelmatig alle bestaande producten om ze aan te passen aan gewijzigde klantenbehoeften of omstandigheden. • In verschillende vennootschappen van de groep worden activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling verricht die kaderen binnen een programma dat tot doel heeft om nieuwe en innovatieve financiële producten en diensten te ontwikkelen. We lanceerden in de afgelopen jaren tal van succesvolle innovatieve toepassingen (zie hoofdstuk Onze Divisies). • Toepassingen worden waar mogelijk gekopieerd in verschillende thuismarkten van de groep. We staan ook open voor samenwerking met fintechbedrijven en branchegenoten. • Naast innovatie en digitalisering zetten we ook in op vereenvoudiging van producten en processen (straight- through processing). Topics uit onze materialiteitsanalyse • Bruikbaarheid van bank- en verzekeringsproducten en -diensten • Informatiebeveiliging en gegevensbescherming • Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie aan klanten • Inclusieve bedrijfscultuur • Talentvolle medewerkers aantrekken en behouden • Weerbaarheid van ons bedrijfsmodel op lange termijn • Toegankelijke financiering Klimaatverandering, wereldwijde gezondheidsrisico’s, geopolitieke uitdagingen De coronacrisis en de recente extreme weersomstandig heden toonden dat klimaatverandering en gezondheids risico’s harde realiteit zijn en overal voelbaar. Ook geopolitieke ontwikkelingen, waaronder de oorlog in Oekraïne, kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de economie en dus onze resultaten. Uiteraard beïnvloeden ook de wereldeconomie in het algemeen, de financiële markten en demografische ontwikkelingen ons resultaat. Hoe gaan we daarmee om? • We zorgen er in onze langetermijnplanning en ons langetermijnscenario voor dat onze kapitaal- en liquiditeitspositie een negatief scenario kunnen doorstaan. • We berekenen de impact van wijzigingen in de belangrijke parameters en schatten de invloed van significante gebeurtenissen zo goed mogelijk in. • Specifiek m.b.t. corona namen we de nodige maatregelen inzake toegankelijkheid en business continuity, waardoor we een niveau van dienstverlening konden bieden dat vergelijkbaar was met dat van voor de crisis. De belangrijkste overheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis waaraan we meewerkten in elk van onze kernlanden vindt u in Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening in de jaarverslagen over 2020 en 2021. • Milieu en klimaatverandering blijven een belangrijk onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie. We vertalen ze in concrete doelstellingen. Als bank-verzekeraar nemen we onze verantwoordelijkheid en ondersteunen en ontzorgen we onze klanten die getroffen zijn door de extreme weersomstandigheden. • We engageren ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid. • We passen ons aanbod aan producten en diensten voortdurend aan, bijvoorbeeld door in te spelen op de vraag naar duurzame producten zoals Green Bonds, Sustainability Linked Loans en duurzaam pensioensparen. • We streven ernaar onze inkomsten te diversifiëren, onder andere door meer fee business, naast interestinkomsten. • Oekraïne: zie Toelichting 6.8 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Topics uit onze materialiteitsanalyse • Weerbaarheid van ons bedrijfsmodel op lange termijn • Duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten • Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen • Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst • Rechtstreekse ecologische voetafdruk van onze bedrijfsvoering • Corporate citizenship 19Jaarverslag KBC 2021 Regelgeving De komende periode zullen de volgende trends en regelgevingen een belangrijke impact hebben: • Duurzaamheid: EU-maatregelen om financiële middelen te mobiliseren voor duurzame groei; • Digitaliteit: EU-initiatieven rond de impact van nieuwe technolo gieën op de financiële dienstensector en verantwoordelijk heden voor digitale dienstverleners; mogelijke regelgeving in afwachting van de MiCA- verordening (Markets in Crypto-Assets Regulations) o.a. rond het gebruik van virtuele valuta; • Privacy: voorstel voor een Verordening die onder meer strikte voorwaarden zal opleggen voor het gebruik van elektronische communicatiegegevens; • Prudentieel toezicht: verdere implementatie van de wijzigingen aan de Richtlijn herstel- en resolutieplanning (BRRD2), de Verordening en richtlijn kapitaalvereisten (CRR2 en CRD5) en de Basel IV-wetgeving zowel op EU- als op nationaal niveau; nieuwe IFRS-voorschriften, zoals IFRS 17, dat geldt voor verzekeringsactiviteiten en ingaat binnen een aantal jaren; herziening van de Solvency II-Richtlijn; volledige hervorming van het regelgevend kader voor beleggings- onder nemingen, waaronder beursvennootschappen; • Financiële markten en producten: hervorming van de Veror de- ning Europese marktinfrastructuur (EMIR), die een operationele impact heeft op derivatenactiviteiten; verdere implementatie van de Benchmarkverordening, die leidt tot een grondige hervorming van de rentebenchmarks die worden gebruikt bij diverse transacties en producten; nieuwe verplichtingen naar aanleiding van de Crowdfundingverordening. Hoe gaan we daarmee om? • We bereiden ons degelijk voor op nieuwe regelgeving: nieuwe regelgeving wordt bijgehouden in een database. gespecialiseerde teams volgen de trends en regelgeving op de voet en stellen acties voor, onder meer met betrekking tot de kapitaalplanning van de groep. • We nemen deel aan werkgroepen in belangenverenigingen, waar we ontwerpteksten analyseren. • Een speciaal team bekommert zich om de contacten met de overheden en de toezichthouders. • We bereiden nota’s voor en geven opleidingen voor de business. • We bekijken de impact van de regelgeving op het klantengedrag en passen onze producten en processen desgevallend aan het wijzigende klantengedrag aan. Topics uit onze materialiteitsanalyse • Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie naar klanten • Weerbaarheid van ons bedrijfsmodel op lange termijn • Ethische bedrijfsvoering en Verantwoord gedrag • Duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten • Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen • Informatiebeveiliging en gegevensbescherming Cyberrisico en gegevensbeveiliging In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn degelijke ICT-systemen uiterst belangrijk en zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade. We focussen op een optimale bescherming zowel van onze klanten als van onze groep zelf. Hoe gaan we daarmee om? • We maken onze medewerkers bewust van cyberrisico’s door digitale opleidingen waarbij we aandacht besteden aan zaken zoals phishing, smishing (sms phishing), vishing (voice phishing) en cyberfraude in het algemeen. • Telewerken is al lang ingeburgerd bij KBC maar werd de norm als gevolg van de coronacrisis. Om onze medewerkers op een veilige manier vanop afstand toegang te verlenen tot onze kritieke systemen en data, hebben we nog sterker ingezet op cyber security en IT en hebben we bijkomende richtlijnen gegeven. • We werken aan sterk beveiligde en betrouwbare ICT- systemen en degelijke databeschermingsprocedures en monitoren onze systemen en de omgeving continu. • We analyseren cyberrisco’s vanuit IT- en businessperspectief om een maximale weerstand te kunnen bieden en aanvallen snel en efficiënt te kunnen remediëren. We evalueren onze actieplannen regelmatig en sturen ze bij. • Het groepswijde competentiecentrum voor Information Risk Management en Business Continuity volgt alle risico’s op die gerelateerd zijn aan gegevensbeveiliging, cybercrime en operationele IT. Het team informeert en assisteert de lokale entiteiten, test de verdedigingssystemen van KBC en zorgt voor training, cyber awareness en rapportering in de groep. • We zijn lid van de Belgische Cyber Security Coalition, een kennis- en overlegplatform van zo’n vijftig overheids- en privébedrijven en academici. • We laten de cyberrisico’s en de verdedigingsmechanismen van onze entiteiten jaarlijks evalueren door interne en externe beveiligingsexperts. • Zie ook Hoe beheren we onze risico’s, onder Niet-financiële risico’s en De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur, onder Privacy, databescherming, communicatie en inclusie en in ons Duurzaamheidsrapport, op www.kbc.com. Topics uit onze materialiteitsanalyse • Informatiebeveiliging en gegevensbescherming * Zie Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. 20 Jaarverslag KBC 2021 De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2021 België Tsjechië Slowakije Hongarije Bulgarije Ierland 5 Marktomgeving in 2021 1 Wijziging van het bbp (reëel) 6,1% 3,3% 3,0% 7,1% 4,0% 13,5% Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen) 3,2% 3,3% 2,8% 5,2% 2,9% 2,4% Werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat-definitie (uitgez. Ierland)) 5,7% 2,1% 6,4% 3,7% 4,8% 7,5% Financieringssaldo overheid (% van het bbp) -6,2% -7,0% -6,5% -7,2% -3,2% -1,8% Overheidsschuld (% van het bbp) 108,6% 42,0% 62,0% 78,2% 26,2% 54,0% Geschatte verwachte groei van het reële bbp in de komende jaren 2022 2,1% 2,7% 3,4% 5,0% 2,8% 5,0% 2023 1,4% 3,4% 3,9% 3,8% 3,5% 4,0% Positie van KBC in elk kernland 2 Belangrijkste merken KBC & CBC & KBC Brussels C ˇ SOB C ˇ SOB K&H UBB & DZI KBC Bank Ireland 5 Netwerk 439 bankkantoren 208 bankkantoren 123 bankkantoren 198 bankkantoren 168 bankkantoren 12 bankkantoren 310 verzekerings- agentschappen Verzekeringen via verschillende kanalen Verzekeringen via verschillende kanalen Verzekeringen via verschillende kanalen Verzekeringen via verschillende kanalen Verzekeringen via verschillende kanalen onlinekanalen onlinekanalen onlinekanalen onlinekanalen onlinekanalen onlinekanalen Recente overnames of verkopen 3 (2019-2020-2021) – Overname resterend 45%-belang in C ˇ MSS (2019) Overname OTP Banka Slovensko (2020) – Overname Bulgaarse pensioen- en levensverzeke- ringsactiviteiten van NN (2021). Nog lopende overname Raiffeisenbank Bulgaria Verkoop non- performing kredieten (2022) en nog lopende verkoop van de performing kredieten en deposito’s van KBC Bank Ireland. Klanten (miljoenen, schatting) 3,8 4,2 0,8 1,6 1,5 0,3 Kredietportefeuille (miljarden euro) 119 35 10 7 4 11 Deposito’s (excl. schuldpapier) (miljarden euro) 130 45 8 10 6 5 Marktaandelen (schatting) - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen - schadeverzekeringen 19% 28% 13% 9% 20% 23% 8% 9% 11% 7% 3% 5% 11% 12% 3% 7% 11% 10% 22% 12% 9% 4 – – – Nettowinstbijdrage in 2021 (in miljoenen euro) 1 997 697 85 226 114 -298 1 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin maart 2022 en dus afwijkend van gegevens m.b.t. eind 2021 in Toelichting 1.4. van de geconsolideerde jaarrekening. Werkloosheidsgraad in Ierland: cijfer volgens de wegens corona aangepaste nationale definitie. 2 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van marktaandelen in kredieten en in deposito’s. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? Deposito’s: deposito’s van klanten, zonder repo’s. Het aantal bankkantoren is zonder de automatenkantoren en het netwerk van 11 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. De marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2021). 3 Meer gedetailleerde uitleg: zie Toelichting 6.6 in de Geconsolideerde jaarrekening. 4 Retailsegment (woningkredieten en deposito’s aan particulieren, zonder zichtdeposito’s). 5 Ierland behoort tot eind 2021 tot de divisie Internationale Markten, maar wordt daarna – vanwege de verkoopovereenkomsten – opgenomen in het Groepscenter. Informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. 21Jaarverslag KBC 2021 Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties Onze waardecreatie Ons model Onze omgeving Onze werkmiddelen Belangrijke uitdagingen • Aandacht hebben voor gezondheid en welzijn van onze medewerkers, een prioriteit tijdens de coronacrisis • De wendbaarheid en inzetbaarheid van onze medewerkers in een snel veranderende omgeving verhogen • Investeren in de juiste skills en een cultuur van continu leren • Inzetten op coachend en inspirerend leiderschap • Gericht op zoek gaan naar gespecialiseerde profielen 22 Jaarverslag KBC 2021 In elk land krijgt ons hr-beleid aparte accenten, zodat we optimaal kunnen inspelen op de lokale arbeidsmarkt. Onze waarden zijn echter groepswijd dezelfde en steunen op onze bedrijfscultuur PEARL+. Onze medewerkers maken dat elke dag tastbaar, in alle kernlanden van onze groep. De E uit PEARL+ staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien en om die in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. Niet alleen door te leren, maar ook door ideeën kenbaar te maken en verantwoordelijkheid te nemen. De + in PEARL+ staat voor co-creëren over de landsgrenzen heen en slim kopiëren van elkaar. Zo halen we meer voordeel uit de rijkheid en verscheidenheid van onze groep. We stimuleren die cultuur bij onze medewerkers op een actieve manier. Met de verschillende Team Blue-initiatieven bijvoorbeeld wil KBC alle collega’s uit de verschillende landen verenigen, zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf en gebruikmaken van elkaars ervaring. Een voorbeeld daarvan zijn de Group Inspiration Days, live en interactieve evenementen waarop alle medewerkers digitaal kunnen intekenen. In 2021 toonden innovatieleiders uit de kernlanden hoe zij ‘Digital first with a Human touch’ in de praktijk brengen. Ook Team Blue United, een virtueel eindejaarsevent, verhoogde de internationale verbondenheid. Het blijft de vaste ambitie om onze organisatie en medewerkers futureproof te maken en medewerkers zoveel mogelijk aan boord te houden en te laten meegroeien met KBC. We zetten in op een leercultuur waarbij leren integraal deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten. Ons bedrijf is in volle transformatie, denk maar aan de introductie van Kate (zie verder bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur) en heeft andere skills nodig. Daarom vragen we medewerkers om flexibel te zijn en te focussen op die skills die ertoe doen. Om dat op een slimme manier mogelijk te maken werken we met een AI-gestuurd leer- en talentenplatform. Dankzij dat intelligente platform, dat de naam StiPPLE draagt, reiken we medewerkers de juiste HR-info aan om hun loopbaan naar een hoger niveau te tillen. Ze krijgen leerinhoud op maat, niet alleen voor de relevante skills, maar ook voor het juiste level van skills. Een digitale butler helpt hen te focussen op de juiste output- en ontwikkelingsdoelen. In juni 2021 lanceerden we in StiPPLE een geïntegreerde marktplaats voor interne vacatures, waarbij de technologie openstaande jobs en interne talenten tracht te matchen. Voor medewerkers is het duidelijk met welke vacatures hun profiel een hoge match vertoont en leidinggevenden krijgen te zien welke profielen de gezochte skills bezitten. Dat maakt de weg vrij voor meer transparantie en voor nieuwe loopbaanopportuniteiten. Het digitale leer- en talentenplatform is uitgerold in België, deels in Tsjechië, en andere groepsentiteiten zullen in de toekomst volgen. Die slimme en levende leerorganisatie is een van de redenen waarom we het internationaal erkende label Top Employer kregen. Beste interne communicatie- strategie De campagne Working Apart Together, waarmee we collega’s tijdens de tweede lockdown virtueel wat dichter bij elkaar brachten, werd bekroond met de European Grand Prix award voor Best Overall Internal Communication Strategy. We nemen de gezondheid en het welzijn van onze medewerkers ter harte. In 2021 werden we net als in 2020 geconfronteerd met de coronapandemie, met zelfs een derde en een vierde golf. Preventie kreeg absolute voorrang. We pasten de situatie voortdurend aan om de gezondheidsrisico’s maximaal te beperken. Elk kernland nam bijkomende beslissingen naargelang de lokale situatie. De codewoorden bleven gereorganiseerde werkplekken, thuiswerk waar mogelijk (tijdens piekmomenten in 2021 werkten iets meer dan de helft van de medewerkers van thuis uit), handhygiëne en voortdurende communicatie via corona-updates. Een speciaal Group Crisis Committee volgde de situatie op de voet. Waar mogelijk, zoals bij UBB in Bulgarije, werden medewerkers uitgenodigd voor vaccinatie op kantoor. Er ging in alle landen veel aandacht naar welbevinden, met onder andere tips en tricks voor welzijn, inclusief het belang van pauzes, beweging en gezonde voeding. Leidinggevenden kregen de opdracht om extra alert te zijn voor stressklachten en te blijven connecteren met het team. Waardevolle initiatieven werden een blijver, zoals regelmatige digitale huddles ter vervanging van ‘het koffiemoment’ onder collega’s en digitale beweeg- of ontspanningsactiviteiten. Wanneer de besmettingsgraad het toeliet, werd opnieuw meer op kantoor gewerkt, vooral in de commerciële netten maar ook in de Onze medewerkers 23Jaarverslag KBC 2021 hoofdkantoren. We introduceerden daarvoor een nieuw concept, in België onder de naam ‘Working the Next Level’. Daarbij staat de teamwerking centraal, in een combinatie van teamdagen en thuiswerk. De volle toepassing daarvan is uiteraard afhankelijk van het opheffen van de coronagerelateerde maatregelen. Het jaar 2021 werd ook gekenmerkt door verschillende natuurrampen in onze kernmarkten (overstromingen in België, tornado in Tsjechië, enz.), waarover elders meer in dit verslag. Dat had uiteraard ook gevolgen voor onze medewerkers. Om maar een voorbeeld te noemen: in Tsjechië stond C ˇ SOB in nauw contact met de medewerkers die door de tornado werden getroffen en bood hun de mogelijkheid om vijf extra vrije dagen (‘care days’) te gebruiken om, naast coronagerelateerde doeleinden, ook de werkzaamheden in hun huizen aan te pakken. Onze medewerkers kunnen rekenen op een marktconform en fair loon, aangevuld met extralegale voordelen. We beslisten om in 2021 groepswijd een financiële extra, een coronapremie, te geven om mensen te bedanken voor hun inzet en veerkracht die tot de sterke resultaten hebben geleid ondanks de moeilijke omstandigheden. We zijn ons ervan bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om het beste in onze medewerkers naar boven te halen en om onze strategie succesvol te implementeren. We investeren in de opleiding van alle leidinggevenden via leiderschapstrajecten. Omdat leidinggeven sinds de coronacrisis een andere dimensie gekregen heeft, introduceren we Leading the Next Level. Leidinggevenden krijgen gedragsankers, een zelfscan en teamscan aangeboden zodat ze inzicht krijgen en effectiever aan de slag gaan met hun team. Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen, nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University, een ambitieus ontwikkelings programma. In 2021 was er een module over het klimaat, klimaatverandering en de impact ervan op KBC als financiële instelling. Daarnaast maken we actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen. Het thema gender krijgt hierin speciale aandacht. We volgen de mening van onze medewerkers nauw op. In 2021 organiseerden we twee bevragingen over medewerkersbetrokkenheid tijdens het jaar. In België bedroeg de antwoordratio 69% in maart en 64% in september. Zo’n 68% van de medewerkers voelt zich betrokken bij KBC. Dat is, ondanks de daling van 4% ten opzichte van de vorige enquête, een goed cijfer, zeker rekening houdend met de context van de coronacrisis. Betrokkenheid is gebaseerd op trots zijn, motivatie in de functie en verbondenheid met KBC. Trots is er, bijvoorbeeld, over de innovatieve digitale strategie van KBC. Voor Tsjechië leren we uit de bevraging in de eerste jaarhelft dat meer dan zeven op tien respondenten trots is op C ˇ SOB, gemotiveerd is in de job en zichzelf de volgende drie jaar bij C ˇ SOB ziet werken. Voor de andere landen schommelt het betrokkenheids percentage tussen de 55% en 71%. De bevraging werd afhankelijk van de lokale noden ingebed in een ruimere enquête. Voor België werd ze bijvoorbeeld geïntegreerd in de Shape Your Future-enquête. Behalve betrokkenheid peilen we daarin naar de impact van de vernieuwde strategie. Uit de bevraging blijkt onder meer dat 68% van de medewerkers ziet hoe hun job helpt om de KBC-strategie in de praktijk om te zetten, een percentage dat ruwweg stabiel blijft. Iets meer dan de helft van de medewerkers geeft aan over de nodige autonomie te beschikken om hun job goed te kunnen doen. De bevragingen leidden ook tot een aantal acties, zoals initiatieven om managers te ondersteunen in hun coachingrol. De managers zelf hebben toegang tot hun resultaten en nemen specifieke actie waar gewenst. Geografische samenstelling van het personeel (eind 2021) België Tsjechië Slowakije Hongarije Bulgarije Ierland Overige 1% 39% 11% 27% 3% 10% 9% 24 Jaarverslag KBC 2021 In onze hr-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, leeftijd, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. In 2021 maakten we die benadering van diversiteit en inclusie concreter. De beleidsvisie met algemene principes wordt gepubliceerd op www.kbc.com en we doen mee aan de Bloomberg Gender Equality Index. Intern zijn er meer concrete richtlijnen. We hebben twee specifieke focuspunten: gender en mensen met een fysieke beperking. Elke entiteit werkt een plan met concrete verbeteracties uit rond diversiteit en inclusie en kijkt bij de samenstelling van teams niet alleen naar skills maar ook naar Personeelsbestand van de KBC-groep 31-12-2021 31-12-2020 Totaal personeelsbestand In aantallen 40 428 40 863 In vte’s 37 207 37 696 Onderverdelingen, in procent (gebaseerd op vte’s) België 39% 39% Centraal- en Oost-Europa 57% 57% Rest van de wereld 4% 4% Divisie België 30% 30% Divisie Tsjechië 24% 24% Divisie Internationale Markten 33% 35% Groepsfuncties en Groepscenter 14% 11% Genderdiversiteit (aandeel vrouwen, gebaseerd op aantallen) In totaal personeelsbestand 56% 56% In middle & junior management 41% 41% In senior management (top 300) 24% 22% In Directiecomité 14% 14% In Raad van Bestuur 33% 38% In het aantal promoties per jaar 71% 59% Naar leeftijd < 30 jaar 14% 15% 30-50 jaar 57% 57% > 50 jaar 29% 28% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 43 43 Overige informatie Aandeel deeltijders (in % van het totale personeelsbestand) 17% 17% Gemiddelde anciënniteit (in jaren) 13 13 Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker 8,0 7,5 Werknemersverloop (in % van het totale personeelsbestand) 14% 12% Interne arbeidsmobiliteit (in % van het totale personeelsbestand) 24% 22% Aantal (geregistreerde) opleidingsdagen (in duizenden) 135 135 Aantal opleidingsdagen per medewerker 4,0 3,6 Nieuwe aanwervingen (in aantallen) 3 799 3 590 Werknemers die onder een CAO vallen (in % van het totale personeelsbestand) 82% 81% * Noteer dat we hier ook de flexibele DPP- en DPC-contracten (tijdelijke contracten vooral voor studenten) in Tsjechië en Slowakije opnemen in de totalen (maar niet bij de andere onderverdelingen en informatie). De gegevens vanaf Genderdiversiteit betreffen de periode 1 oktober [t-1] – 30 september [t]. Meer details vindt u in het Duurzaamheidsverslag. factoren als geslacht, leeftijd, introvert versus extravert, enz. Omdat we dit thema belangrijk vinden hanteren we een nultolerantie ten aanzien van flagrant respectloos gedrag. We verhogen ook het bewustzijn rond diversiteit bij onze medewerkers. In 2021 werd bijvoorbeeld de nieuwe opleiding over unconscious bias in alle kernlanden uitgerold. Voor leidinggevenden is dat een verplichte e-learning. In KBC België voerden we een studie uit om na te gaan welke rol geslacht, in vergelijking met andere factoren, speelt bij beslissingen in verband met verloning. De resultaten daarvan vindt u in ons Duurzaamheidsverslag. 25Jaarverslag KBC 2021 We investeren in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema’s aan bod, zoals loon- en arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Dat heeft ook in 2021 geleid tot het sluiten van collectieve akkoorden in diverse landen. Daarnaast is er op groepsniveau al 25 jaar jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken. De acquisities en desinvestering van KBC Groep in 2021 hebben uiteraard ook gevolgen op personeelsvlak. We besteedden veel aandacht aan de technische hr-details in voorbereiding van de officiële overname van OTP Bank Slovensko, en dezelfde hr-oefening staat ook op het programma bij de overnames van NN en Raiffeisenbank in Bulgarije. In Ierland – waarvoor verkoopovereenkomsten werden getekend – (zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening) ondersteunden we de medewerkers maximaal en blijven we inzetten op leren en ontwikkeling. KBC Bank Ireland blijft zich bovendien sterk bewust van de noodzaak om open te blijven communiceren met zijn medewerkers en zoveel mogelijk zekerheid te bieden in het kader van de lopende verkooptransacties. In dat verband heeft KBC Bank Ireland onlangs met zijn Employee Council overlegd over een ontslagregeling. Dat heeft geleid tot binnen de sector zeer gunstige voorwaarden, die weerspiegelen hoe groot de waardering van de bank is voor het werk van haar medewerkers. We volgen de toepassing van ons hr-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met hr-data. Het Beehive dashboard, bijvoorbeeld, geeft in een oogopslag weer wat belangrijke parameters zijn voor ons senior management. Daarmee brengen we bijvoorbeeld vte- ontwikkelingen, performantie- en progressiecijfers, evoluties over skills en rewardbudgettering in kaart. Ook andere dashboards en diverse ad hoc people analytics stellen ons in staat inzichten te halen uit hr-data en daar de juiste acties aan te koppelen. Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk framework de belangrijke risico’s in het humanresourcesproces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het hr-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA- richtlijnen voor outsourcing, diverse wetgeving inzake het loonbeleid (inclusief variabel loon) en de privacywetgeving (General Data Protection Regulation). Zaken waar we extra op focussen in deze context zijn Schrems2 (dataverwerking buiten de Europese Economische Ruimte) en data loss prevention. In de verschillende landen waar we actief zijn, zorgen we dat alle medewerkers in orde zijn met alle wettelijke opleidingsvereisten, bijvoorbeeld voor de distributie van verzekeringen, kredieten of beleggingsproducten. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het algemene risicobewustzijn van onze medewerkers. Een belangrijk operationeel risico voor human resources is ‘people risk’. We volgen in samenwerking met onze risicoafdeling de diverse risico’s op de voet. In de zeer snel veranderende financiële sector zou KBC zonder de juiste medewerkers met de juiste competenties niet in staat zijn een referentie te blijven in de Europese financiële sector. Meer gedetailleerde informatie over ons personeel vindt u in ons Duurzaamheidsrapport. 26 Jaarverslag KBC 2021 KBC-aandeel 2021 2020 Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) 416,9 416,7 Koersontwikkeling in het boekjaar Hoogste koers (in euro) 85,9 73,3 Laagste koers (in euro) 55,9 38,0 Gemiddelde koers (in euro) 68,3 52,8 Slotkoers (in euro) 75,5 57,3 Verschil tussen slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar +32% -15% Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december 31,5 23,9 Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Bloomberg) In miljoenen aandelen 0,5 0,8 In miljoenen euro 36 44 Eigen vermogen per aandeel (in euro) 51,8 48,1 * Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma. Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV, 31 december 2021 Aantal aan- delen op het moment van kennisgeving Percentage van het huidige aantal aan- delen KBC Ancora 77 516 380 18,6% Cera 11 127 166 2,7% MRBB 47 887 696 11,5% Andere vaste aandeelhouders 30554 535 7,3% Subtotaal vaste aandeelhouders 167085 777 40,1% Free float 249797 815 59,9% Totaal 416883 592 100,0% * Gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere informatie. Ons kapitaal Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2021 bedroeg ons totale eigen vermogen 23,1 miljard euro en werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 416883592 aandelen. Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in verschillende landen. MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de groep van onze vaste aandeelhouders. U leest daar meer over in het hoofdstuk Deugdelijk bestuur. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen 40% van onze aandelen. 27Jaarverslag KBC 2021 Dividendpolitiek: zie onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. We stellen aan de Algemene Vergadering een brutoslotdividend voor van 7,6 euro per aandeel, wat het totale brutodividend op 10,6 euro per aandeel brengt. Dat is de som van een dividend van 2 euro per aandeel gerelateerd aan het boekjaar 2020 (al betaald in november 2021), een gewoon dividend van 4 euro per aandeel voor het boekjaar 2021 (waarvan al een interimdividend van 1 euro werd betaald in november 2021 en 3 euro per aandeel nog te betalen in mei 2022) en een buitengewoon dividend van 4,6 euro per aandeel (te betalen in mei 2022). 1 jan 2021 1 jan 2022 1 jul 2021 1 maa 2021 1 mei 2021 1 sep 2021 1 nov 2021 75% 80% 85% 90% 95% 100% 105% 110% 115% 120% 125% 130% 135% 140% 145% 150% DJ EURO STOXX Banks KBC Groep NV Koersontwikkeling van het KBC-aandeel over 1 jaar (31 december 2020 = 100%, eindeweekgegevens) Geografische samenstelling van de aandeelhouders (september 2021, eigen KBC-schattingen) Vaste aandeelhouders, België Institutionele aandeelhouders, België Institutionele aandeelhouders, overig continentaal Europa Institutionele aandeelhouders, VK & Ierland Institutionele aandeelhouders, Noord-Amerika Institutionele aandeelhouders, rest Overige (particuliere aandeelhouders, niet-geïdentificeerd, enz.) 40% 13% 9% 14% 3% 19% 2% Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito’s en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito’s en schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf. 28 Jaarverslag KBC 2021 Duurzaamheidsratings KBC-groep Score CDP A- Sustainalytics 13,1/100 (Low risk) S&P Global ESG score 74/100 MSCI AAA ISS ESG C (Prime) FTSE4Good 4,3/5 1 Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Wat betreft de financiële ratings gaat het voor KBC Verzekeringen over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen. 2 Long term deposit rating is A1. Ratings, 17-03-2022 Financiële ratings KBC-groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen 1 Long term debt rating Outlook/watch/ review Short term debt rating Fitch KBC Bank NV A+ (Stabiele outlook) F1 KBC Groep NV A (Stabiele outlook) F1 Moody's KBC Bank NV 2 A2 (Stabiele outlook) P-1 KBC Groep NV Baa1 (Stabiele outlook) P-2 Standard & Poor's KBC Bank NV A+ (Stabiele outlook) A-1 KBC Verzekeringen NV A (Stabiele outlook) – KBC Groep NV A- (Stabiele outlook) A-2 Duurzaamheidsratings, 17-03-2022 Rating agency D- A A- Servere Risk High Risk Medium Risk Low Risk Negligible Risk 13,1 0 100 74 C B BB BBB A AA AAA AAA C prime D- D D+ C- C C+ ... 4,3 0 1 2 3 4 5 29Jaarverslag KBC 2021 Investor Relations 2021 Aantal (virtuele) roadshows 44 Aantal (virtuele) internationale conferenties 10 Aantal sell-side-analisten dat KBC opvolgt (eind 2021) 23 Aanbevelingen van de sell-side-analisten m.b.t. het KBC-aandeel (op 31-12-2021) “Buy”/”Outperform” 30% “Hold”/”Neutral” 52% “Sell”/”Underperform” 17% * De lijst van die analisten vindt u op www.kbc.com. Websites van de belangrijkste groepsmaatschappijen Groep www.kbc.com België www.kbc.be; www.cbc.be; www.kbcbrussels.be Tsjechië www.csob.cz Slowakije www.csob.sk Hongarije www.kh.hu Bulgarije www.ubb.bg; www.dzi.bg Ierland www.kbc.ie Informatie over onze kredietratings en schulduitgiften vindt u op www.kbc.com > Investor Relations. Ons netwerk en onze relaties Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2021. Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden, waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving. Investor relations De missie van ons Investor Relations Office is het verstrekken van tijdige, transparante, consistente en relevante informatie met betrekking tot de bedrijfsstrategie, trends en financiële gegevens aan analisten, investeerders, ratingagentschappen, enz. Die informatie wordt wijd verspreid en alle betrokken partijen hebben toegang tot die informatie. Investor Relations heeft een directe lijn met en staat in dagelijks contact met het topmanagement van de groep. Het geeft aanbevelingen over de informatie die aan de markt wordt gegeven, verzamelt informatie over de markt zelf (waaronder de meningen van de analisten over KBC en de samenstelling van de aandeelhouders van KBC) en is betrokken bij het briefen van het senior management inzake contacten met analisten en investeerders. In 2020 en 2021 zorgde de onzekerheid en volatiliteit als gevolg van de coronacrisis voor bijzonder veel ad hoc (virtuele) contacten met investeerders. 30 Jaarverslag KBC 2021 Onze strategie Onze strategie steunt op de volgende principes: • Onze klanten staan centraal in alles wat we doen. • We willen onze klanten een unieke bankverzekeringservaring bezorgen. • We bekijken de ontwikkeling van onze groep op lange termijn en we willen duurzame en rendabele groei realiseren. • We nemen onze verantwoordelijkheid in de samenleving en de lokale economieën. • We voeren onze strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico’s, kapitaal en liquiditeit. In het kader van onze bedrijfscultuur PEARL+ focussen we daarbij op de gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. meer informatie over PEARL+: zie Ons bedrijfsmodel. bankverzekeren + duurzame rendabele groei klant centraal rol in de samenleving 31Jaarverslag KBC 2021 De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur PEARL+: gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader Belangrijke uitdagingen • De veiligheid van klanten waarborgen bij gezondheidsrisico’s zoals corona • Klantenbeleving centraal stellen en focussen op operationele efficiëntie • Proactieve klantvriendelijke oplossingen aanbieden, dankzij artificiële intelligentie en kwalitatieve data • Bijzondere aandacht voor databescherming en privacy, en voor transparante klantencommunicatie 32 Jaarverslag KBC 2021 Vanwege het coronavirus beslisten we om vanaf midden maart 2020 onze kantoren in België uitsluitend op afspraak toegankelijk te maken en we namen tegelijk een uitgebreide reeks fysieke voorzorgsmaatregelen (plexiglas, mondmaskers, handgels, signalisatie, enz.). Sinds eind augustus 2021 is het merendeel van de kantoren weer gewoon toegankelijk, uiteraard met behoud van de voorzorgsmaatregelen. In een aantal andere kernlanden werd ervoor gekozen de kantoren van in het begin open te houden, maar uiteraard ook strikte maatregelen toe te passen. Op die manier konden we, rekening houdend met de situatie in elk land, een maximale service aan de klanten verzoenen met noodzakelijke preventiemaatregelen om coronabesmetting bij klanten en medewerkers te vermijden. Er werd een adequate communicatie opgezet en live events en meetings werden vervangen door digitale events en meetings. Andere landspecifieke maatregelen waren het stimuleren van elektronische betalingen en het verhogen van de limieten voor contactloze betaalkaarten, coronagerelateerde aanpassingen aan bepaalde levensverzekeringen, de oprichting van speciale teams om klanten te helpen enzovoort. Sinds het begin van de coronacrisis werken we bovendien intensief samen met overheidsinstellingen om klanten te ondersteunen die door het coronavirus worden getroffen, onder meer door uitstel van kredietbetalingen onder de diverse coronagerelateerde moratoria. Voor onze kernlanden samen bedroeg eind 2021 het volume van de leningen waarvoor in het kader van de verschillende steunregelingen betalingsvrijstellingen werden verleend ruwweg 10 miljard euro (inclusief de EBA-conforme moratoria en de niet langer EBA-conforme regeling in Hongarije, maar exclusief Ierland, dat onder IFRS 5 valt wegens de deels nog lopende verkoopovereenkomsten). Zo goed als alle EBA-conforme moratoria waren vervallen tegen eind december 2021. Voor 96,5% van de leningen waarvoor de EBA-conforme moratoria intussen zijn verstreken, werden de betalingen volledig hervat. Daarnaast hebben we voor ongeveer 0,8 miljard euro aan leningen verstrekt die vallen onder de verschillende coronagerelateerde overheidsgarantieregelingen in onze thuismarkten. Meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 1.4 van dit jaarverslag en het jaarverslag over 2020. In 2021 werd een aantal van onze kernlanden bovendien getroffen door extreme weersomstandigheden. Zo raasde in juni 2021 een tornado door een deel van Tsjechië. We reageerden onmiddellijk om onze klanten te helpen. Als verzekeraar stuurden we een team experts naar het getroffen gebied en startten we bijvoorbeeld nagenoeg onmiddellijk met voorschotbetalingen van aangegeven schade. In juli 2021 werden diverse provincies van België getroffen door zware overstromingen. We waren van bij het begin vastbesloten om met een open blik, soepelheid, solidariteit en creativiteit te bekijken hoe we, via onze verzekeringen en financiële diensten, de slachtoffers kunnen helpen. Het akkoord dat bereikt werd na de onderhandelingen tussen Assuralia (de federatie van de Belgische verzekeringssector) en de overheid, bracht meer zekerheid voor alle slachtoffers. In de maanden na de overstromingen hebben we, via ons brede netwerk van verzekeringsagenten, experts en herstellers, al onze kennis en expertise ingezet om voor onze getroffen klanten een snelle en correcte schaderegeling op te zetten. De impact van de hogere schadelasten op onze resultaten vindt u in het deel Ons financieel rapport. Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie. Als bank-verzekeraar nemen we ook hier onze verantwoordelijkheid: we zetten in op financiële geletterdheid en door degelijk en transparant advies willen we onze klanten helpen de juiste beslissingen te nemen. Tijdens de coronacrisis beseften we meer dan ooit hoe belangrijk digitale geletterdheid is en we lanceerden bijvoorbeeld verschillende initiatieven en gidsen die beginnende gebruikers hielpen om zich vertrouwd te maken met onze mobiele apps. Aandacht voor fysiek en financieel welzijn van onze klanten 33Jaarverslag KBC 2021 De verwachtingen van onze klanten zijn de laatste jaren sterk geëvolueerd: snelle, eenvoudige, proactieve en persoonlijke diensten en producten zijn de standaard geworden, en technologie maakt dat steeds meer mogelijk. We zijn dan ook al enkele jaren bezig met het digitaliseren van processen die ervoor zorgen dat eenvoudige en kwalitatieve producten op een snelle en vlotte manier tot bij de klanten gebracht kunnen worden. We gaan nu nog een stap verder en ontwikkelen producten, diensten en processen vanuit de invalshoek digital first. Dat impliceert dat ze kunnen worden bijgestuurd of aangepast zodat ze eenvoudiger en gebruiksvriendelijker worden, schaalbaar zijn en toelaten om snel en gepast antwoorden te geven op vragen en verwachtingen van onze klanten. Voor klanten die dat wensen, gaan we de beschikbare data op een slimme en correcte manier gebruiken. Als gevolg van de verschillende lockdowns wegens corona kreeg de samenleving een verregaande digitale boost. Met onze in 2020 gelanceerde strategie Differently, the next level, willen we de interactie met onze klanten nog meer futureproof en intelligenter (d.w.z. versterkt door artificiële intelligentie) maken en evolueren van een omnikanaaldistributiemodel naar een digital first distributiemodel. In beide modellen blijft de menselijke factor belangrijk en staan onze medewerkers en kantoren volledig ter beschikking van de klanten. Zoals steeds bepaalt de klant zelf via welk distributiekanaal, digitaal of fysiek, het contact met KBC verloopt. Bij een digital first distributiemodel vormt digitale interactie met de klanten de startbasis. We zullen dan ook op termijn alle relevante oplossingen via mobiele applicaties aanbieden. Naast een digitaal productaanbod zullen we onze klanten digitaal advies aanbieden én alle Digital first De investeringen in digitale transformatie die we de afgelopen jaren maakten, wierpen duidelijk hun vruchten af en zorgden ervoor dat we ook tijdens de lockdown- periodes onze klanten een hoog niveau van dienstverlening konden blijven aanbieden. Beste mobile- banking app wereldwijd In september 2021 riep het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners KBC Mobile uit tot beste mobilebankingapp ter wereld, een duidelijke erkenning van 10 jaar innoveren, ontwikkelen en aandachtig luisteren naar onze klanten. 34 Jaarverslag KBC 2021 processen en producten ontwikkelen alsof ze digitaal verkocht worden. We plannen ongeveer 1,4 miljard euro aan investeringen in onze digital first-strategie in de periode 2022-2024. Voor klanten die dat wensen, speelt Kate – de nieuwe persoonlijke, digitale assistent – een belangrijke rol in de digitale verkoop en adviesverlening door proactief gepersonaliseerde en relevante oplossingen te bieden. De klant kan zelf vragen met betrekking tot zijn financiële basistransacties aan Kate stellen. Hij zal ook in zijn mobiele app regelmatig discreet en proactief voorstellen krijgen en daardoor maximaal ontzorgd worden. Het staat de klant helemaal vrij om daar al dan niet op in te gaan. Wanneer hij erop ingaat, zal de oplossing volledig digitaal aangeboden en verwerkt worden. In een eerste fase focust Kate op de mobiele applicatie voor particulieren in België en Tsjechië, de uitrol in de andere landen is in de loop van 2022 voorzien. Op die manier kan Kate snel leren, kan KBC feedback capteren en ook bijsturen waar nodig. Kate voor bedrijven (met focus op kmo’s) werd vanaf 2021 uitgerold. Digitaliteit in de praktijk (2021) • 39% van de bankproducten en 19% van de verzekeringsproducten wordt digitaal verkocht. • Bijna 75% van de actieve klanten is Mobile-gebruiker. • Bijna 1,8 miljoen klanten in België en Tsjechië klikten al op Kate. Het aantal ‘use cases’ groeide aan tot meer dan 170. • Bijna 8 miljoen gestarte klantenconversaties met Kate geregistreerd in België en Tsjechië. • Meer dan 1 miljoen proactieve berichten door Kate naar klanten gestuurd. * Een actieve bankklant is minstens in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening (salaris, pensioen, geldovermakingen ...). De medewerkers in het kantorennetwerk en in de contactcenters blijven als vertrouwensbaken voor onze klanten functioneren. Ze zullen ook het gebruik van digitale processen ondersteunen, stimuleren en opvolgen en worden hierbij geholpen door artificiële intelligentie, data en data-analyse. Voor kmo’s en bedrijvenklanten blijft de menselijke factor – in de vorm van relatiebeheerders – sowieso een cruciale rol vervullen, met data en technologie als belangrijkste hefbomen om full service te kunnen bieden. Om onze klanten maximaal gebruiksgemak te kunnen bieden, het werken met Kate probleemloos te laten verlopen en steeds meer mogelijkheden via Kate te kunnen aanbieden veranderen we ook onze interne processen, de manier waarop we producten en diensten aanbieden en de manier waarop we ons intern organiseren, wat tegelijkertijd een verdere mentaliteitsverandering (Pearl+) en bijscholing van onze medewerkers vereist. Het succes van producten en diensten wordt opgevolgd om zo een feedback-lus te creëren en de machine te voeden, wat op zijn beurt Kate toelaat verder te groeien. Privacy, databescherming, communicatie en inclusie Digitalisering biedt ons de mogelijkheid om steeds meer gegevens te verzamelen. Daardoor kennen we onze klanten beter, kunnen we hen effectiever adviseren en kunnen we hun bankverzekeringservaring naar een nog hoger niveau tillen. Dat brengt echter ook de plicht met zich mee om de beschikbare gegevens op een verantwoorde manier te gebruiken. We besteden er dan ook continu aandacht aan dat we gegevens verwerken in overeenstemming met de GDPR en alle privacyregels, en dat er processen worden opgezet om dat ook te garanderen voor elke nieuwe dienst die we 35Jaarverslag KBC 2021 lanceren. We houden daarbij rekening met de belangrijke gegevensbeschermingsprincipes van purpose limitation (gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld), data minimisation (niet meer gegevens verzamelen dan nodig is voor het beoogde doel) en transparancy (transparant zijn over de verzamelde en gebruikte gegevens). Dat laatste gaat hand in hand met het privacybeleid dat we hebben opgesteld en dat door elke entiteit van onze groep via de gepaste kanalen (bv. websites en mobiele applicaties) werd gepubliceerd om ervoor te zorgen dat alle personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, goed geïnformeerd zijn. We doen er alles aan om gegevens te beveiligen en te beschermen tegen ongewenste of ongeoorloofde toegang, verlies of beschadiging, geen persoonsgegevens te bewaren zodra die niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verzameld en de persoonsgegevens accuraat en up-to-date te houden. We hebben alle rechten van de betrokkene vastgelegd en waken tegen elke inbreuk op de fundamentele mensenrechten door onze toegang tot gegevens. Privacy en gegevensbescherming zijn niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen en wat Kate met hun data kan doen. Daarbij willen we transparant communiceren en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen. U vindt informatie over onze data governance in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. We verwachten dat onze medewerkers op een toegankelijke, duidelijke, begrijpelijke en transparante manier communiceren met onze klanten. Dat is niet eenvoudig, denk maar aan de verplichtingen die de wetgever ons oplegt, zoals brieven rond risico’s, kosten en provisies. Enkele jaren geleden zijn we daarom in België gestart met een project om onze klantencommunicatie te vereenvoudigen en te verbeteren. Verder zorgen we dat onze commerciële medewerkers zich permanent bijscholen en laten vormen, zodat ze voldoende aandacht hebben voor risico-evaluatie van de verschillende producten en diensten. Opvolging Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo’s en organiseren jaarlijks een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen. Voorbeelden van acties die we ondernemen met als doel om te gaan met de veranderende klantenverwachtingen, concurrentie en technologische uitdagingen vindt u in het hoofdstuk Onze belangrijkste uitdagingen. De doelstellingen en resultaten voor tevredenheid van klanten en digitale verkoop vindt u hierna. 36 Jaarverslag KBC 2021 KPI Wat? Doel en resultaat Klanten- NPS-score Op basis van de Net Promoter Scores wordt per kernland een ranking opgemaakt. De rankings worden geaggregeerd op groepsniveau op basis van actieve klantenaantallen Doel: top 2-ranking eind 2023. Resultaat in 2021: top 3. (gebaseerd op recentst beschikbare informatie) doel '2320212020 Top 2T op 2 Top 3 NPS-ranking klantentevredenheid Digitale verkoop Digitale verkoop als percentage van de totale verkoop, gebaseerd op het gewogen gemiddelde van een selectie van kernproducten. Doel: ≥ 40% voor bankieren in 2023 en ≥ 25% voor verzekeringen in 2023 Resultaat in 2021: 39% voor bankieren 19% voor verzekeringen doel '23 Verz. 2021 Verz. 2020 doel '23 Bank 2021 Bank 2020 15% 19% 25% 32% 39% 40% Digitale verkoop Straight- through processing (STP) De STP-score is gebaseerd op de analyse van commerciële kernproducten. De STP-ratio meet hoeveel diensten die digitaal kunnen worden aangeboden, verwerkt worden zonder menselijke tussenkomst, en dat vanaf het moment van de interactie met de klant tot het verstrekken van het finale akkoord door KBC. Het STP-potentieel meet wat de STP-ratio zou zijn als KBC voor een specifiek proces of product louter het digitale kanaal zou gebruiken in de interactie met de klant. Doel: STP-ratio ≥ 60% in 2023 STP-potentieel ≥ 80% in 2023 Resultaat in 2021: STP: 33% STP potentieel: 49% doel '23 STP potent. 2021 STP potent. 2020 doel '23 STP 2021 STP 2020 41% 49% 80% 25% 33% 60% STP-score (straight-through processing) * Zie verder bij de KPI Aandeel bankverzekeringsklanten. 37Jaarverslag KBC 2021 We bieden onze klanten een unieke bankverzekeringservaring PEARL+: gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader Belangrijke uitdagingen • Naadloze samenwerking tussen data-, communicatie- en verkoopkanalen • Opereren als één bedrijf en streven naar een digital first, lead-gedreven en AI-gestuurde aanpak als bankverzekeraar • Bankverzekeren+: uitbreiding van het aanbod naar bredere economische dienstverlening • Opdrijven van commerciële synergieën en het aantal bank-verzekeringsklanten 38 Jaarverslag KBC 2021 Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd product- en dienstenaanbod. We adviseren op basis van behoeften die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals gezin, wonen, mobiliteit, enz. We zijn zo georganiseerd dat we de klant aanspreken en hem zowel verzekeringsoplossingen als bancaire oplossingen aanbieden op maat van zijn behoefte. Onze klanten dromen immers niet van kredieten of verzekeringen, maar wel van een auto, een huis, een reis, een eigen zaak. Zaken waarvoor ze geld nodig hebben. En als ze die zaken hebben, willen ze die beschermen. Dan kijken ze uit naar een verzekering. Dankzij ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel kunnen wij hun een antwoord bieden op elk van die bekommernissen. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide, relevante en gepersonaliseerde one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen, synergieën en verhoogde interactie-mogelijkheden met en een meer volledig inzicht in onze klanten. Zoals al vermeld, doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service. De optimale kanalenmix wordt lokaal bepaald op basis van de behoeften van de klant en hangt ook af van de digitale maturiteitsgraad van het land. We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. Dat model gaat veel verder dan een bank die verzekeringsproducten verkoopt. Het gaat immers om een volledige integratie van backoffices. Dat levert operationele en commerciële optimalisaties op voor zowel de klant als KBC zelf. In onze werking volstaat bijvoorbeeld één communicatieafdeling, één marketingafdeling enzovoort. Enkel de achterliggende productfabrieken werken afzonderlijk, omdat het om specifieke metiers gaat. Naast het operationeel werken als één bedrijf streven we naar een ‘digital first’, lead-gedreven en AI-gestuurde organisatie. Dat impliceert volledig geïntegreerde front- en back-end- toepassingen ontworpen volgens het principe ‘digital first’. In al onze kernlanden wordt er volop op ingezet om – op eigen ritme – data- en AI-gestuurd te worden. Kate (zie vorig hoofdstuk) is het kernelement van een dergelijke data-gestuurde organisatie. Vroeger boden we in onze mobiele apps enkel onze eigen bank- en verzekeringsproducten en -diensten aan. Ondertussen is Open Banking & Insurance een feit. We gaan op die ingeslagen weg voort en zullen in al onze kernlanden ook niet-financiële oplossingen aanbieden, naast de traditionele bankverzekeringsoplossingen. We noemen dat bankverzekeren+. Om de referentie te zijn, volstaat het immers niet langer om klanten en prospects enkel bank- en verzekeringsproducten aan te bieden. Het gaat daarbij om oplossingen die het onze klanten mogelijk maken geld te besparen (bijvoorbeeld een voorstel om naar een goedkopere energieleverancier over te schakelen), geld te verdienen (denk bijvoorbeeld aan de kortingen van KBC Deals in België), dagelijkse betalingen te vergemakkelijken (zoals automatisch betalen van een parkeersessie) of bedrijfsactiviteiten te ondersteunen (zoals de rapporteringstool van BrightAnalytics). Voor deze oplossingen werken we samen met derde partijen. Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2021 bij ongeveer acht op de tien 39Jaarverslag KBC 2021 woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij negen op de tien een woningverzekering. Bij de C ˇ SOB-groep in Tsjechië namen meer dan vijf van de tien klanten die in 2021 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in de hele groep bezat eind 2021 zo’n 78% van de actieve klanten minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep; ruwweg 23% heeft zelfs minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten (3-3 in België). Het aantal dergelijke bankverzekeringsklanten groeide in 2021 met respectievelijk 4% (1-1) en 7% (2-2, en 3-3 in België). We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI’s). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel. KPI Wat? Doel en resultaat Aandeel bank- verzeke- rings- klanten Aandeel van bank- verzekeringsklanten (met min. 1 bank- + 1 verzekeringsproduct van de groep) en stabiele bankverzekeringsklanten (met min. 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep (3-3 voor België)), in totaal aantal actieve bankklanten. Doel: ≥ 85% bankverzekeringsklanten en ≥ 27% stabiele bankverzekeringsklanten tegen 2023 Resultaat 2021: 78% bankverzekeringsklanten 23% stabiele bankverzekeringsklanten doel '23 Stabie- le BV 2021 Stabie- le BV 2020 doel '23 BV 2021 BV 2020 22% 23% 27% 78% 78% 85% Bankverzekeringsklanten (BV) * Een actieve bankklant is minstens in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening (salaris, pensioen, geldovermakingen ...). 40 Jaarverslag KBC 2021 We focussen op duurzame en rendabele groei PEARL+: gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader Belangrijke uitdagingen • Langetermijnrelaties uitbouwen met klanten • Aanwezigheid in kernlanden verder optimaliseren en overgenomen activiteiten integreren • Inkomstenbasis diversifiëren • Relevante partnerships en samenwerkingsverbanden opzetten 41Jaarverslag KBC 2021 Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken dan ook niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn. Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten. Onze geografische voetafdruk blijft gefocust op een selectie van kernlanden. Het betreft België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland (voor de Ierse activiteiten werden verkoopovereenkomsten getekend, zie verder). In onze kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria. Geografische focus betekent ook dat we, waar mogelijk en opportuun, niet-kernactiviteiten afstoten. Als gevolg van de (mogelijke) terugtrekking uit Ierland, kunnen fusie- en overnamemogelijkheden buiten onze kernmarkten worden onderzocht (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur), rekening houdend met zeer strikte strategische, financiële, operationele en risicocriteria. Recente voorbeelden (meer informatie in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde Jaarrekening): • Eind mei 2020 verkochten we onze deelneming van 50% in de Sloveense levensverzekeraar NLB Vita, waardoor we ons volledig terugtrokken uit Slovenië, dat geen kernland van onze groep is. • Eind november 2020 rondden we de overeenkomst af voor de overname van 99,44% van OTP Banka Slovensko (in 2021 verhoogd naar 100%). Dat zorgt ervoor dat we onze positie op de Slowaakse bankenmarkt verder versterkten. Op 1 oktober 2021 fuseerde OPT Banka Slovensko met C ˇ SOB in Slowakije. • In juli 2021 rondden we de overname van de Bulgaarse pensioen- en levensverzekerings activiteiten van NN af. Die overname laat UBB en DZI toe om hun crosssellingpotentieel verder te vergroten via hun reeds gevestigde bankverzekeringsaanwezigheid op de Bulgaarse markt, om meer klanten te bedienen en te profiteren van schaalvoordelen en een grotere zichtbaarheid. • Eind augustus bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten en in oktober 2021 bevestigde het dat er een juridisch bindende overeenkomst werd gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille. Daarnaast zal als onderdeel van de transactie Bank of We willen voor al onze producten en diensten in staat zijn topklasse af te leveren. Wat onze kernactiviteiten betreft, houden we de productie ervan in eigen hand. Maar voor de randactiviteiten kijken we in de meeste gevallen naar uitbesteding of samenwerkings verbanden met (of in sommige gevallen overname van) specialisten, waaronder bijvoorbeeld fintechs. Zo werken we bijvoorbeeld in België samen met een fintech die voor onze klanten energieprijsvergelijkingen maakt. Dat laatste is natuurlijk niet onze corebusiness, maar het gaat – naast het bevorderen van de algemene klanttevredenheid – om de daaruit resulterende financiële transacties van onze klanten, wat wel onze corebusiness is. Als we toegang hebben tot de gegevens van die transacties, kunnen we toegevoegde waarde genereren voor onze klanten door op basis van analyse betere oplossingen voor te stellen en hun op die manier geld te besparen of hen te ontzorgen. Bovendien is, om duurzaamheid te kunnen waarborgen, een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI’s). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel. Ireland ook een kleine portefeuille van non-performing hypotheekleningen verwerven. De transactie van oktober moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouder en de Ierse mededingingsautoriteiten De succesvolle voltooiing van die transactie zal uiteindelijk resulteren in onze terugtrekking uit de Ierse markt. • Midden november 2021 bereikte KBC een akkoord met Raiffeisen Bank International over de overname van Raiffeisenbank (Bulgaria), een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijvenklanten. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouders en zal waarschijnlijk worden afgerond tegen medio 2022. Het is de bedoeling om, na goedkeuring door de toezichthouder, over te gaan tot een fusie met UBB. De pro forma gecombineerde entiteit zou wat activa betreft een marktaandeel van naar schatting 18% behalen, waardoor we onze positie als leidende financiële groep in Bulgarije nog verder uitbouwen. Bovendien creëert deze overname bijkomende mogelijkheden voor kruisverkoop met DZI op het vlak van verzekeringen. 42 Jaarverslag KBC 2021 KPI Wat? Doel en resultaat CAGR totale opbreng- sten Samengestelde jaarlijkse groei van totale opbrengsten Doel: CAGR 2021-2024 ±4,5% (doel geactualiseerd in februari 2022) Resultaat 2020-2021: +5% doel CAGR '21-'24groei '20-'21 5,0% 4,5% CAGR totale opbrengsten CAGR exploitatie- kosten zonder banken- heffing Samengestelde jaarlijkse groei van totale exploitatiekosten, exclusief de speciale bankenheffingen Doel: CAGR 2021-2024 ±1,5% (doel geactualiseerd in februari 2022) Resultaat 2020-2021: +6% (+1,5% zonder uitzonderlijke en niet-operationele elementen, zie Ons financieel rapport) doel CAGR '21-'24groei '20-'21 6,0% 1,5% CAGR exploitatiekosten (zonder bankenheffingen) Gecombi- neerde ratio [Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en gegevens na herverzekering) Doel: ≤ 92% (doel geactualiseerd in februari 2022) Resultaat 2021: 89% doel202120202019 90% 85% 89% 92% Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen) Krediet- kosten ratio [Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico’s] / [Gemiddelde kredietportefeuille]. Een negatieve waarde duidt op een nettoterugname van waardeverminderingen, dus een positieve resultaatsimpact. Doel: 25-30 basispunten ‘through-the-cycle’ Resultaat 2021: -0,18% doel (through- the-cycle) 202120202019 12 60 -18 25-30 Kredietkostenratio (bankieren, in basispunten) Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Duurzame en rendabele groei betekent ook dat we zorgen voor een gediversifieerde inkomstenbasis. Daarom willen we, naast onze rente-inkomsten, meer inkomsten genereren uit fee business en uit onze verzekeringsactiviteiten. 43Jaarverslag KBC 2021 Onze rol in de samenleving PEARL+: gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader Belangrijke uitdagingen • Duurzaamheid integreren in de belangrijkste processen en bedrijfsactiviteiten • Aanbevelingen en regelgeving van TCFD, EU Action plan on Sustainable Finance, enz. implementeren en erover rapporteren • Wijzigende trends rond duurzaam ondernemen opvolgen en er inzicht in krijgen • Blijven inzetten op verantwoord gedrag in alle lagen van onze onderneming 44 Jaarverslag KBC 2021 We bieden waar mogelijk financiële oplossingen aan die een positieve impact hebben op de samenleving en de lokale economie. Daarnaast hebben we aandacht voor het beperken van onze nadelige impact op de samenleving en stimuleren we verantwoord gedrag bij onze medewerkers. Duurzaamheid is dan ook geïntegreerd in onze hele bedrijfsvoering en wordt uitgedragen door al onze medewerkers. Duurzaam ondernemen betekent ten slotte ook dat we beschikken over voldoende financiële veerkracht en onze risico’s strikt beheersen. We zoeken daarom steeds een evenwicht tussen gezonde rendabiliteit en het waarmaken van onze rol als maatschappelijk verantwoordelijke onderneming. Uitgebreidere informatie over onze rol in de samenleving vindt u in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com. Meer informatie over hoe we stakeholders betrekken en op welke wijze we de onderwerpen selecteren waarover we rapporteren, vindt u in dit jaarverslag, onder Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse. Duurzame ontwikkelingsdoelen In 2015 stelden de Verenigde Naties een ontwikkelingsplan op met 17 ambitieuze doelstellingen voor 2030. De Sustainable Development Goals (SDG’s) bepalen de mondiale agenda voor regeringen, bedrijven en de maatschappij voor het aanpakken van de grote uitdagingen op het gebied van duurzame ontwikkeling, zoals het beëindigen van de armoede, het beschermen van de planeet en het waarborgen van de welvaart voor iedereen. Als financiële instelling hebben we een cruciale rol te spelen bij de verwezenlijking van die doelstellingen. Hoewel de 17 SDG's allemaal met elkaar verbonden en relevant zijn, en we er via ons duurzaamheidsbeleid voor zorgen dat we aan al die doelstellingen werken, hebben we ervoor gekozen om ons meer te focussen op vijf doelstellingen waarvan we geloven dat KBC daarmee de grootste impact kan hebben en de grootste bijdrage kan leveren. Die doelstellingen zijn het duidelijkst verbonden met onze bedrijfs- en duurzaamheidsstrategie (zie tekening). 45Jaarverslag KBC 2021 onze NEGATIEVE IMPACT op de samenleving BEPERKEN onze POSITIEVE IMPACT op de samenleving VERGROTEN VERANTWOORD GEDRAG bij alle medewerkers STIMULEREN onze medewerkers lokale samenleving en economie financiële veerkracht Goede gezondheid en welzijn We willen bank- en verzekeringsproducten ontwikkelen gericht op gezondheid, gezondheidszorg en het verbeteren van de levenskwaliteit. Met onze maatschappelijke projecten en preventiecampagnes focussen we onder andere op gezondheid en verkeersveiligheid en trachten we zo nog meer impact te realiseren. We promoten een goede werk-levensbalans bij onze werknemers. Betaalbare en duurzame energie We dragen actief bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix. We investeren in initiatieven op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie via onze bank- en verzekeringsactiviteiten en we hebben een geleidelijk exitprogramma uitgewerkt voor de financiering van niet- duurzame energieoplossingen zoals thermische steenkool, olie en gas. Eerlijk werk en economische groei Via onze bank- en verzekeringsactiviteiten ondersteunen we ondernemerschap en de creatie van jobs en dragen we bij tot duurzame economische groei. We ondersteunen startende ondernemers en investeren in innovatie en technologie door samenwerkingsverbanden met start-ups en fintechs. We hebben een belangrijke rol bij de bescherming van de fundamentele arbeidsrechten, eerlijke verloning, gelijke kansen en opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor al onze medewerkers. Via onze microfinancierings- en microverzekerings- activiteiten, in samenwerking met BRS, bieden we locale rurale ondernemers en landbouwers in het Zuiden toegang tot financiële diensten, vergemakkelijken we duurzame lokale ontwikkeling en dragen we bij tot financiële inclusie. Verantwoorde consumptie en productie We ondersteunen de overgang naar een CO 2 -arme en circulaire economie. We ontwikkelen duurzame bank- en verzekeringsproducten en -diensten die tegemoet komen aan sociale en ecologische uitdagingen. We adviseren maatschappelijk verantwoorde fondsen aan al onze klanten. We streven ernaar onze eigen negatieve impact te verminderen door duurzaam om te gaan met energie, papier, water, mobiliteit en afval en door onze broeikasgasemissies te reduceren. Klimaatactie We passen een strikt milieubeleid toe op onze krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. Een belangrijk onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie is onze focus op duurzame beleggingen. We houden rekening met de klimaatprestaties van onze beleggingen en werken actief samen met de bedrijven waarin we beleggen. We ontwikkelen bedrijfsoplossingen die klanten helpen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de overgang naar een koolstofarme economie te verwezenlijken. We beperken onze eigen milieu-impact en communiceren daarover. We trachten klimaatgerelateerde risico’s aan te pakken en richten ons ook op klimaatgerelateerde opportuniteiten. 45Jaarverslag KBC 2021 46 Jaarverslag KBC 2021 We willen verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren Het vertrouwen van onze stakeholders staat of valt met verantwoord gedrag van elke medewerker. We verwachten dan ook van al onze medewerkers dat ze zich verantwoord gedragen. Dat onderwerp staat dan ook elk jaar hoog op onze agenda. De basis van verantwoord gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Aangezien verantwoord gedrag moeilijk te definiëren is, hebben we gekozen om richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is en hebben we principes weergegeven. Die principes zijn gebundeld in ‘Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag’. Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar nadrukkelijk tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding (inclusief testen) en bewustzijn. We hebben een e-learning ontwikkeld om het belang van verantwoord gedrag duidelijk te maken en bovendien een kader aan te reiken dat onze medewerkers helpt bij het nemen van moeilijke beslissingen en bij het omgaan met dilemma’s. Dat is een verplichte opleiding voor elke medewerker. We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze op www.kbc.com. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten en leggen daarbij de focus op de domeinen waar wij als bank- verzekeraar toegevoegde waarde kunnen creëren: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid. Daarbij houden we rekening met de lokale context in onze verschillende thuismarkten. Daarnaast ondersteunen we maatschappelijke projecten die nauw aansluiten bij ons beleid en waarbij we onze rol in de samenleving kunnen opnemen. De focusdomeinen zijn een vertaling van de SDG’s naar onze duurzaamheidsstrategie en onze dagelijkse activiteiten. U vindt meer informatie en voorbeelden in de tekening hierna, en in het hoofdstuk Onze Divisies We willen onze nadelige impact op de samenleving beperken We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema’s. Gezien de steeds wijzigende maatschappelijke verwachtingen en bekommernissen herbekijken en actualiseren we minimaal om de twee jaar onze duurzaamheidsbeleidslijnen. In de tabel vindt u een overzicht van de belangrijkste duurzaamheidsbeleidslijnen. Verderop in dit hoofdstuk gaan we dieper in op onze specifieke aanpak inzake klimaat en mensenrechten. Voor een volledig overzicht van onze duurzaamheidsbeleidslijnen verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag. 47Jaarverslag KBC 2021 Financiële geletterdheid • Klanten helpen de juiste keuzes te maken door goede en transparante adviesverlening en duidelijke communicatie. • De kennis van financiële concepten en producten bij het brede publiek verruimen. Voorbeelden • Lancering in Tsjechië van C ˇ SOB FILIP, een app die kinderen in staat stelt om hun financiële en digitale kennis op een educatieve manier te verbeteren • Educatieve programma’s in scholen in onder meer België en Tsjechië om de financiële geletterdheid van jongeren te vergroten (verschillende lessen werden uitgesteld of geannuleerd wegens corona) • Kredietverlening aan onderwijssector: 1 miljard euro Ondernemerschap • Door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen bijdragen tot economische groei. Voorbeelden • Partnership met BRS, dat microfinance- en micro-insurancebedrijven in het Zuiden steunt • Actieve inzet van Start it @KBC op vrouwelijk ondernemerschap in het start-up landschap • Start it X: innovatieprogramma specifiek op maat van grote bedrijven en organisaties die inzetten op open en duurzame innovatie en hun medewerkers de ruimte willen geven om hun eigen ideeën verder uit te werken. Ze krijgen de kans om hun ideeën te ontwikkelen, om samen te werken met start-ups en scale-ups, kunnen deelnemen aan workshops en events • Lancering van de website ‘The Family Business Knowledge Centre’ om de NextGens van Hongaarse familiebedrijven bij te staan bij het duurzaam runnen van een bedrijf Vergrijzing en gezondheid • In België en Tsjechië kozen we voor vergrijzing als vierde pijler. Dat houdt in dat we ons beleid en ons aanbod van diensten en producten aanpassen aan het feit dat mensen langer leven en dat we positief bijdragen aan de problematiek rond vergrijzing door vanuit onze kernactiviteiten specifieke oplossingen en diensten aan te bieden. • In Bulgarije, Slowakije, Hongarije en Ierland kozen we gezondheid als vierde pijler. Die kernlanden zullen diensten, producten en projecten ontwikkelen die erop gericht zijn de algemene gezondheid, de gezondheidszorg en de levenskwaliteit te verbeteren. Voorbeelden • Toegang voor KBC Mobile-klanten in België tot Helena, een beveiligde omgeving voor alle medische documenten • Geldautomaten met spraaktechnologie voor slechtziende klanten en eScribe voor klanten met gehoorproblemen in Tsjechië • Financiële en materiële hulp aan zieke kinderen met het K&H MediMagic-programma in Hongarije • Kredietverlening aan ouderenzorg en gezondheidssector: 6 miljard euro Milieubewustzijn • Onze milieuvoetafdruk verkleinen via uiteenlopende initiatieven en doelstellingen • Diensten en producten ontwikkelen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het milieu Voorbeelden • Uitgifte van Green bonds • Aangescherpt beleid inzake financieringen die rechtstreeks verband houden met de exploratie van nieuwe olie- en gasvelden • Aanbod in Tsjechië van een specifieke hypothecaire lening om een energiezuinig huis te kopen of een woning energiezuiniger te maken • Lancering van de MoveSmart-app door KBC Autolease, waarmee gebruikers gemakkelijk deelfietsen, auto’s en openbaar vervoer kunnen gebruiken • Samenwerking tussen KBC België en Encon om bedrijven op weg te zetten naar een duurzaamheidstransitie • Zie verder onder Focus op het klimaat 47Jaarverslag KBC 2021 48 Jaarverslag KBC 2021 Belangrijke KBC-duurzaamheidsrichtlijnen Van toepassing op Blacklist van bedrijven en activiteiten We leggen strenge ethische beperkingen op aan bedrijven die betrokken zijn bij controversiële wapensystemen (inclusief nucleaire en wittefosforwapens) en aan bedrijven die beschouwd worden als ‘zware’ overtreders van de UN Global Compact Principles (UNGC) Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, maatschappelijk verantwoorde en conventionele fondsen, leveranciers Rechten van de mens Ons beleid inzake mensenrechten is gebaseerd op de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de principes van de UN Global Compact. Zie verder in een aparte paragraaf hierna. Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, maatschappelijk verantwoorde en conventionele fondsen, leveranciers, personeel Controversiële regimes We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen. We maken wel een uitzondering voor strikt humanitaire goederen. Op basis van erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden opgenomen in de lijst van controversiële regimes. Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, maatschappelijk verantwoorde en conventionele fondsen, leveranciers Sustainable & responsible bank, advisory and insurance policy We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening, de adviesverlening en het verzekeren van controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals de energiesector, projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens, tabak, gokken, sectoren met een grote impact op de biodiversiteit (palmolieproductie, mijnbouw, ontbossing, enz.), grondverwerving en onvrijwillige verhuizing van inheemse bevolking, dierenwelzijn (o.m. bont) en prostitutie. Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening KBC Asset Management, uitsluiting uit traditionele fondsen Voor de conventionele (traditionele) fondsen passen we de minimale uitsluitingen toe op basis van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met controversiële wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact en het beleid inzake controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd zijn op speculatie op voedselprijzen volledig uitgesloten. Verder hebben we beslist om de tabaksindustrie uit de beleggingsfondsen van KBC Asset Management en de eigen beleggingsportefeuille van KBC te weren en zijn mijnbouwbedrijven die steenkool ontginnen net zoals nutsbedrijven die hun energieproductie uit steenkool halen uitgesloten uit alle beleggingsfondsen Conventionele fondsen KBC Asset Management- uitsluitingen voor maat- schappelijk verant woorde beleggingen Voor de maatschappelijk verantwoorde fondsen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van omstreden activiteiten zoals alle fossiele brandstoffen, gokken, defensie, bont, enz. Maatschappelijk verantwoorde fondsen 49Jaarverslag KBC 2021 Omdat de verwachtingen van de samenleving op het vlak van duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid evolueren, werken we voortdurend aan het verscherpen van onze duurzaamheidsdoelstellingen en beleidslijnen. Zo beslisten we in de laatste jaren om het toepassingsgebied uit te breiden naar eigen investeringen (bv. overnames) en naar adviesdiensten. Specifieke beleidslijnen in verband met steenkool: KBC wenst in de volgende omstandigheden geen zaken te doen met energieproducenten: • Als het gaat om bestaande klanten met > 25% productiecapaciteit op basis van steenkool. • Als het gaat om bedrijven die nog geen klant zijn, mogen die geen enkele productiecapaciteit op basis van steenkool hebben. • In 2030 zakt die grens naar nul voor alle klanten. • Wel blijven beperkte uitzonderingen ad hoc mogelijk voor o.m. investeringen in het kader van de energietransitie (alle landen) en voor sociale doeleinden (enkel Tsjechië). • Vanaf april 2021 werd het beleid nog verder verstrengd en verplichten we bestaande klanten (a) om een plan voor te leggen voor de gefaseerde afbouw van steenkool tegen 2030 en (b) om zich ertoe te verbinden geen nieuwe kolenprojecten op te zetten of de capaciteit van bestaande kolenprojecten te verhogen. Wanneer een tegenpartij niet voldoet aan een van die voorwaarden, staan wij geen nieuwe transacties toe en beëindigen de relatie na de contractuele termijn. Specifieke beleidslijnen in verband met olie en gas: • Vanaf november 2021 zijn alle financierings-, verzekerings- of adviesdiensten die rechtstreeks verband houden met de exploratie van nieuwe olie- en gasvelden uitgesloten. • Verder legt KBC beperkingen op bij het verstrekken van financierings- en adviesdiensten aan verticaal geïntegreerde olie- en gasbedrijven: - de looptijd van alle nieuwe financieringen aan verticaal geïntegreerde olie- en gasbedrijven is beperkt tot uiterlijk 2030, tenzij het betrokken bedrijf zich publiekelijk heeft geëngageerd om geen nieuwe olie- of gasvelden meer te gaan exploiteren; - vanaf 1 januari 2022 zal KBC ervoor zorgen dat alle nieuwe financierings- en adviescontracten met dergelijke grote verticaal geïntegreerde olie- en gasbedrijven een contractuele clausule bevatten waarin de klant zich ertoe verbindt dat de door KBC verstrekte financiering niet zal worden gebruikt voor de exploratie van nieuwe olie- en gasvelden. We controleren de naleving van ons duurzaamheidsbeleid onder meer door: • een actieve interne screening van de toepassing van ons duurzaamheidsbeleid op onze krediet-, verzekerings- en beleggingsactiviteiten; • een algemene ESG-beoordeling van de duurzaamheidsprestaties van de betrokken bedrijven door externe partijen, met de nadruk op de duurzaamheidsstrategie en het publieke duurzaamheidsbeleid van de ondernemingen en op eventuele recente controverses waarbij ze betrokken zijn geweest. Voorbeelden van maatregelen wanneer inbreuken worden vastgesteld: • nultolerantie voor bedrijven op de blacklist in al onze bedrijfsactiviteiten; • uitsluiting van ondernemingen die niet voldoen aan de UN Global Compact Principles, zoals beoordeeld door een externe ESG-beoordelaar, voor leningen, verzekeringen en eigen activa; • toepassing, in samenspraak met de betrokken partijen, van een exitstrategie of specifieke voorwaarden op bestaande krediet- of verzekeringsrelaties en adviesdiensten, en afwijzing van nieuwe aanvragen. Onze duurzaamheidsgovernance We hebben duurzaamheid verankerd op de verschillende niveaus binnen onze groep. Dat garandeert dat duurzaamheid zowel de aandacht krijgt van de hoogste beslissingsorganen als breed geïntegreerd wordt in onze activiteiten. Hieronder vindt u een vereenvoudigd overzicht (meer details in het Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com). Verderop vindt u meer uitleg over de specifieke governance in verband met klimaatverandering. 50 Jaarverslag KBC 2021 Duurzaamheidsgovernance De Raad van Bestuur wordt geïnformeerd door het Directiecomité over de duurzaamheidsstrategie, inclusief het beleid over klimaatverandering maar ook andere relevante duurzaamheidsthema’s zoals genderdiversiteit. Aangezien klimaatgerelateerde risico’s zijn aangemerkt als een top risk, volgt het Risico- en Compliancecomité duurzaamheidsgerelateerde risicos van nabij op. De Raad beoordeelt de implementatie van de duurzaamheidsstrategie door middel van een Sustainability Dashboard en spreekt zich uit over belangrijke wijzigingen aan duurzaamheidsbeleidslijnen. Het Directiecomité is het hoogste niveau met directe verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, met inbegrip van het beleid over klimaatverandering. Het bekrachtigt de beslissingen van de Interne Duurzaamheidsraad en het Sustainable Finance Steering Committee. De Interne Duurzaamheidsraad (ISB) wordt voorgezeten door de CEO en bestaat uit senior managers van alle bedrijfsonderdelen en kernlanden, de CFO en de manager van de dienst Corporate Sustainability. Het is het belangrijkste platform voor het aansturen van duurzaamheid op groepsniveau en neemt beslissingen over elke kwestie die verband houdt met duurzaamheid. De dienst Corporate Sustainability heeft een rechtstreekse lijn met de CEO en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van de duurzaamheidsstrategie en het toezicht daarop. Het team rapporteert aan de ISB over de implementatie van de strategie en stelt het Sustainability Dashboard op. Het Sustainable Finance Steering Committee houdt toezicht op het Sustainable Finance Programme en wordt voorgezeten door de CFO. Het rapporteert aan het Directiecomité en de Raad en staat in contact met de ISB. Het Core Team Sustainable Finance Programme wordt geleid door een programmamanager van de dienst Corporate Sustainability en bestaat uit specialisten van Finance, Credit Risk, Risk en duurzaam heids- deskundigen. Het integreert de klimaataanpak binnen de groep en ondersteunt de business bij de ontwikkeling van de klimaatbestendigheid in overeen stemming met de TCFD en het actieplan van de EU. De Corporate Sustainability Coordinators van elk kernland zijn verantwoordelijk voor de integratie van de beslissingen van de ISB en de doelstellingen van het Sustainable Finance Programme. Op die manier zijn alle kernlanden voldoende betrokken bij zowel de strategische besprekingen als de uitvoering van het groepswijde duurzaamheidsbeleid. De Sustainability-afdelingen en de CSR-comités in elk van onze kernlanden zijn zo georganiseerd dat ze hun senior managers, die zitting hebben in de Interne Sustainability Board, en de Corporate Sustainability Coordinator per land ondersteunen bij het integreren van onze duurzaamheidsstrategie en het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. De verantwoordelijke medewerkers en comités leveren en valideren onder meer ook niet-financiële informatie. De externe adviesorganen adviseren KBC over verschillende aspecten van duurzaamheid en bestaan uit deskundigen uit de academische wereld. Een Externe Duurzaamheidsraad adviseert de dienst Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie. Een SRI Advisory Board houdt toezicht op de screening van het maatschappelijk verantwoorde karakter van de maatschappelijk verantwoorde fondsen van KBC Asset Management. 50 Jaarverslag KBC 2021 51Jaarverslag KBC 2021 Focus op het klimaat Het aspect klimaat in ons bedrijfsmodel Als bank-verzekeraar hebben we zelf op twee manieren een invloed op de klimaatverandering. Vooreerst door onder meer ons eigen energieverbruik. Onze afhankelijkheid van natuurlijke grondstoffen is relatief beperkt, maar we beheren niettemin onze rechtstreekse broeikasgasemissies met als doel die voortdurend te verminderen in overeenstemming met de vooropgestelde doelstellingen. Belangrijker is de onrechtstreekse invloed, die we hebben door kredieten te verlenen, een beleggingsportefeuille aan te houden, beleggingen aan te bieden aan klanten en tegenpartijen te verzekeren die een belangrijke (nadelige of positieve) invloed op het klimaat (kunnen) hebben. We beperken de indirecte negatieve impact via duidelijke beleidslijnen die ook restricties inhouden voor de meest vervuilende activiteiten, en we vergroten de positieve impact door acties met betrekking tot de meest klimaatgevoelige sectorportefeuilles door de dialoog over duurzaamheid aan te gaan met onze klanten, door bedrijven te ondersteunen die bij hun investeringsbeslissingen rekening houden met milieu-, sociale en bestuursaspecten, en door in al onze kernlanden nieuwe innovatieve bedrijfsoplossingen te ontwikkelen om een koolstofarme en circulaire economie te stimuleren. Als bank-verzekeraar ondervinden we ook zelf de invloed van de klimaatverandering. Daarbij denken we aan mogelijke risico’s als gevolg van acute of chronisch veranderende weerpatronen die kunnen leiden tot hogere schadeclaims bij onze verzekeringen (bijvoorbeeld de zware overstromingen in België in de zomer van 2021), of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO 2 -armere samenleving (wat kan leiden tot terugbetalingsproblemen). Het gaat ook over de invloed die we ondervinden van mogelijke wijzigingen in de wetgeving en kapitaalvereisten ter zake, rechtsgeschillen, veranderend klantengedrag (inclusief het risico van gemiste opportuniteiten), de impact van stijgende marktprijzen voor de emissies van broeikasgassen en technologische vernieuwingen. We passen ons bedrijfsmodel actief aan, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden (cf. onze doelen ter zake), maar ook om onze bijdrage te leveren om de klimaatopwarming te beperken binnen de doelen die bepaald zijn door het Akkoord van Parijs. Daarnaast willen we uiteraard ook inspelen op de vele opportuniteiten die de transitie naar een meer duurzame en groene economie met zich meebrengt. Dat gaat dan zowel over het verder uitbouwen van het aanbod duurzame producten en diensten op het gebied van beleggingen, verzekeringen, leasing, enz. als over het actief bijstaan van klanten in hun transitie naar activiteiten met minder CO 2 -uitstoot. Het is de bedoeling om op termijn de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel in kaart te brengen, rekening houdend met verschillende klimaatscenario’s en tijdshorizonten. Dat moet gebeuren met geavanceerde meet- en rapporteringsinstrumenten, waarvoor we in pilootprojecten samenwerken met externe partijen (zie verder). Klimaatgovernance Klimaatgovernance is een deel van onze algemene duurzaamheidsgoverance (zie Onze duurzaamheidsgovernance). Als deel van het duurzaamheidsbeleid bestaat er binnen de groep een Sustainable Finance-programma, dat focust op de integratie van de klimaataanpak in de groep. Het programma begeleidt en ondersteunt de business bij de ontwikkeling van klimaatbestendigheid, in overeenstemming met de TCFD-aanbevelingen, de verwachtingen van de ECB en andere regulators hieromtrent en het actieplan van de EU. De Interne Duurzaamheidsraad (ISB), voorgezeten door de CEO, is het belangrijkste platform voor het aansturen van het duurzaamheidsbeleid op groepsniveau, inclusief onze klimaataanpak. De vertegenwoordigers van de kernlanden in de ISB hebben een duidelijke verantwoordelijkheid voor duurzaamheid en klimaat. Elk lid van de ISB dat een kernland vertegenwoordigt, wordt lokaal ondersteund door een Corporate Sustainability Coordinator, die een mandaat heeft om 52 Jaarverslag KBC 2021 Een stuurgroep ziet toe op de voortgang en de praktische implementatie van de diverse acties in het programma. De stuurgroep wordt voorgezeten door de CFO, die ook lid is van de ISB, met permanente vertegenwoordigers van de finance-, risico- en duurzaamheidsdiensten. Alle beslissingen over beleidsgerelateerde onderwerpen, de klimaatgerelateerde strategie en de globale prioriteiten worden genomen binnen de ISB. Onder meer via het KBC Sustainability Dashboard wordt de voortgang van het programma regelmatig besproken in het Directiecomité en de Raad van Bestuur. Die laatste evalueert jaarlijks het statusrapport van het programma. De stand van zaken wordt bovendien jaarlijks besproken in de supervisory boards van de belangrijkste groepsmaatschappijen in de verschillende kernlanden van de groep. Een externe Sustainability Board adviseert Group Corporate Sustainability over alle duurzaamheids- thema’s, inclusief alle aspecten van ons klimaatbeleid. De milieu- en klimaataspecten van ons duurzaamheidsbeleid Een overzicht van onze belangrijke KBC- duurzaamheidsbeleidslijnen is opgenomen in het hoofdstuk Onze rol in de samenleving. Belangrijke elementen uit ons klimaat- en milieubeleid zijn: • het toepassen en regelmatig herzien van een strikt beleid om de negatieve milieu-impact van onze activiteiten te beperken, onder meer via onze specifieke beleidslijnen met betrekking tot energie en andere maatschappelijk gevoelige sectoren, (zoals palmolie en soja, mijnbouw en ontbossing), het volgen van de Equator Principles bij projectfinancieringen en de KBC-Blacklist; de business in het betreffende land aan te sturen in overeenstemming met de beslissingen van de ISB. Dat moet zorgen voor een snelle en groepswijde implementatie van centraal bepaalde duurzaamheids- en klimaatthema’s. Het Sustainable finance-programma wordt aangestuurd door een programmamanager die deel uitmaakt van de directie Corporate Sustainability, samen met een kernteam Sustainable Finance. In 2020 werd dit kernteam met specialisten van Group Corporate Sustainability, Group Risk en Credit Risk uitgebreid met experts van Group Finance. Het kernteam staat in contact met alle relevante afdelingen van de groep. Ook werd in de schoot van het Sustainable Finance programma een apart project opgestart met als opdracht het verzamelen van klimaatgerelateerde gegevens en het opmaken van de diverse rapporten te stroomlijnen. Het project wordt geleid door Group Finance, met nauwe betrokkenheid van het Data Management team en alle rapporteringsverantwoordelijken in de kernlanden. Het kernteam Sustainable Finance werkt ook nauw samen met de lokale duurzaamheidscoördinatoren. We zetten ons in om de directe en indirecte milieu-impact van onze activiteiten op een verantwoorde manier te beheren. Daarbij willen we waar mogelijk onze positieve impact vergroten en onze negatieve impact beperken en op die manier de overgang naar een duurzame, koolstofneutrale economie ondersteunen. • de ontwikkeling van specifieke bank-, verzekerings- en beleggingsproducten en -diensten die een duurzame, CO 2 -arme en klimaatbestendige samenleving ondersteunen (voorbeelden: zie tabel); • het creëren van bewustzijn van milieuverantwoordelijkheid bij onze interne (medewerkers) en externe (klanten, leveranciers, enz.) stakeholders; 53Jaarverslag KBC 2021 • het ondersteunen van onze klanten in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel, onder andere via partnerships die hun advies verlenen en effectief begeleiden om energie-performanter te worden. • de aanpassing van onze activiteiten om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken in overeenstemming met het Klimaatverdrag van Parijs en onze toetreding tot de Collective Commitment to Climate Action van de VN; • het opvolgen van de aanbevelingen van de TCFD: we brengen onze klimaatrisico’s in kaart en spelen tegelijk in op kansen die de groene transitie biedt. We dragen bij aan de ontwikkeling van methodologieën die de impact van het klimaat op ons bedrijfsmodel meten met het oog op het vaststellen van onderbouwde doelstellingen. We rapporteren hierover op een transparante manier (zie ook ons Duurzaamheidsrapport). Een belangrijke uitdaging is het integreren van klimaatgerelateerde risico's, opportuniteiten en doelstellingen in onze sectorbenadering. • In een eerste fase zijn we gestart met het analyseren van onze kredietportefeuille, en ondertussen zijn ook onze verzekeringsportefeuilles opgenomen in de analyses. Op basis van een materialiteitsbeoordeling, zoals bepaald in de TCFD, hebben we ons gericht op de sectoren die meer dan 5% van het klimaatgevoelige en CO 2 -intensieve deel van de industriële kredietportefeuille vertegenwoordigen. Die analyses vormen de basis om een strategie en doelstellingen te bepalen die onze klimaatverbintenis in het kader van het Akkoord van Parijs de facto moeten helpen waarmaken. Omdat we die oefening zijn gestart met een open geest en een blanco blad noemden we ze 'white papers'. • Vertrekkend vanuit de grondige analyse van de situatie in een kernland, werden de resultaten daarvan vervolgens in de andere landen vertaald rekening houdend met de lokale context, om vervolgens de eerste beleidsbeslissingen te nemen voor de volledige portefeuille van de groep. • We hebben white papers uitgewerkt voor de sectoren energie, commercieel vastgoed, landbouw, voedselproductie, bouw & constructie, chemie, transport en metalen en voor drie productlijnen voor particulieren: woningkredieten, autoleningen en autoleasing. • In 2021 werden de oefeningen verder geactualiseerd voor de white papers van energie, commercieel vastgoed en woningkredieten, landbouw en voedselproductie, transport, autoleningen en autoleasing. Via deze updates zal KBC voor een aantal sectoren ook concrete klimaatdoelen voor 2030 en 2050 beslissen, inclusief de bijhorende beleidsbeslissingen om die doelen te realiseren. We rapporteren over onze aanpak, vooruitgang en uitdagingen op milieugebied, onder meer in ons duurzaamheidsverslag, in dit jaarverslag en met duurzaamheidsvragenlijsten (waaronder CDP, S&P, Sustainalytics, Vigeo). We verscherpen regelmatig onze aanpak, rekening houdend met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, maatschappelijke trends en de veranderende opvattingen van onze stakeholders en laten ons ook op geregelde tijdstippen challengen door onze Externe Duurzaamheidsraad. Doorheen onze upstream- en downstreamwaardeketen treden we ook in dialoog met verschillende stakeholders. Zo gaan we actief in gesprek met onze klanten om hen bewust te maken en hun engagement met betrekking tot de klimaatverandering te vergroten. We richten ons ook op het ontwikkelen van bedrijfsoplossingen die een positieve invloed hebben op het milieu en gaan ook hierover in interactie met onze klanten. In de tabel vindt u enkele voorbeelden van recente milieugerelateerde producten, diensten en initiatieven. 54 Jaarverslag KBC 2021 Enkele voorbeelden van recente producten en initiatieven die met duurzaamheid te maken hebben bij KBC-groep Derde groene obligatielening – november 2021 Het betreft een uitgifte van 750 miljoen euro met een looptijd van 5,25 jaar. Met de opbrengsten zullen leningen voor duurzame investeringen, zoals woningkredieten en hernieuwbare-energieprojecten, worden gefinancierd. De vermeden jaarlijkse CO 2 e-emissies van deze uitgifte bedragen ruw geschat 138000 ton per jaar. Maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen Veelzijdig aanbod van maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen, variërend van Best-in-Class-fondsen en fondsen met duurzaamheidsthema's tot een meer recent Impact Investing-fonds. We doen een diepgaande doorlichting om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor maatschappelijk verantwoorde beleggingsoplossingen. Daarnaast worden alle bedrijven die gelinkt kunnen worden aan fossiele brandstoffen uitgesloten uit al onze duurzame beleggingsfondsen. Projectfinanciering We zijn actief betrokken bij de financiering van hernieuwbare-energieprojecten in alle kernlanden. In België bijvoorbeeld sloten we in 2021 een belangrijke, nieuwe projectfinancierings- transactie af voor het eerste Belgische subsidievrije windmolenpark in Gent. In Hongarije financierden we de bouw van 39 nieuwe fotovoltaïsche centrales met een totaal geïnstalleerd vermogen van bijna 20 MWp. Het hele project werd ontwikkeld door Slowaakse investeerders en vormt een mooi voorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking tussen KBC-entiteiten op het gebied van de financiering van hernieuwbare energiebronnen. In Bulgarije heeft UBB in 2021 nieuwe projecten voor hernieuwbare energie gefinancierd voor meer dan 40 MW, waardoor meer dan 30 ton nieuwe CO 2 -emissies worden vermeden. Verduurzaming van woningen Sinds januari 2021 biedt KBC Bank aan klanten de Vlaamse 0%-lening aan. Als een klant een energie-inefficiënte woning of appartement koopt in Vlaanderen (EPC-label E of F), kan hij/zij een speciale 0%-renovatielening afsluiten voor maximaal 60000 euro om het gebouw binnen vijf jaar energie-efficiënt te maken (EPC-label A, B of C). De jaarlijkse interesten die de klant op die lening betaalt, worden terugbetaald door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap. Ook C ˇ SOB in Tsjechië ondersteunde in 2021 de overgang naar energie-efficiënte woningen door het aanbieden groene hypothecaire leningen. In Hongarije was K&H bij de eersten om in oktober 2021 de door de staat gefinancierde groene hypotheek te lanceren die een zeer gunstige rentevoet aanbiedt als de woning minstens EPC BB of een verbruik van niet meer dan 90 KWh/m ² /jaar heeft. Verduurzaming van transport Bij KBC Bank in België bieden we een consumentenkrediet met een gunstige rentevoet aan om particuliere klanten te helpen investeren in verduurzaming van mobiliteit via de aanschaf van elektrische en plug-in hybride wagens en fietsen. Het fietsleasepark van KBC Autolease bedraagt inmiddels meer dan 20000 leasefietsen. In Bulgarije heeft UBB Interlease in zijn COSME-programma een specifiek leaseproduct opgenomen dat de financiering mogelijk maakt van elektrische en hybride voertuigen en van alle apparatuur die verband houdt met hernieuwbare energie. Ook in Slowakije promoot C ˇ SOB Leasing actief emissievrije en emissiearme voertuigen, in samenwerking met andere partners. 55Jaarverslag KBC 2021 Enkele voorbeelden van recente producten en initiatieven die met duurzaamheid te maken hebben bij KBC-groep Schadeverzekeringen – productkenmerken die verband houden met klimaat In 2021 pasten we in België de autoverzekering aan aan de elektrificatietrend en boden we een uitgebreide dekking en adequate hulp aan voor elektrische en hybride auto's. Voor klanten die zelf een laadpaal installeren, is dat standaard meeverzekerd in de Woningpolis, waarin ook een aantal andere groene investeringen zoals zonnepanelen en thuisbatterijen worden afgedekt. Nog in 2021 werd een eigen multiklimaatrisicoverzekering voor landbouwers ontwikkeld, die steeds meer en meer te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Landbouwers met open teelten, zoals fruittelers of akkerbouwers, kunnen zich verzekeren tegen schade aan gewassen als gevolg van extreme en ongunstige weersomstandigheden zoals storm, hagel, vorst, ijs, neerslag en droogte. Proxy voting door KBC Asset Management KBC Asset Management neemt via proxy voting zijn verantwoordelijkheid om onze klanten, die via onze aandelenfondsen investeren in bedrijven, te vertegenwoordigen op de aandeelhoudersvergaderingen. Groene leningen en groene obligaties voor bedrijfsklanten KBC promoot duurzame financieringsoplossingen bij zijn bedrijfsklanten, waaronder groene en duurzame obligaties en groene en duurzaamheidsgerelateerde leningen. Die worden gestructureerd volgens de ICMA Green/Sustainability Bond Principles of de LMA Green/ Sustainability-linked Loan Principles. Specifiek in 2021 trad KBC Bank bijvoorbeeld op als arranger onder meer van de duurzame lening voor Euronav en van een nieuwe duurzame bond voor VPG. C ˇ SOB in Tsjechië rondde in 2021 met succes zijn eerste euro-bedrijfsobligatiemandaat af voor CTP. Carbon footprint tool In België startten we een proefproject op waarbij KBC voor corporateklanten hun CO 2 - voetafdruk berekent. Het pilootproject werd ondertussen uitgebreid naar kmo’s en we zijn van plan om de ‘carbon footprint calculator’ uit te rollen in al onze kernlanden. * Het gebruik van terminologie zoals ‘groen’ of ‘duurzaam’ hier en elders in dit rapport betekent geenszins dat wat wordt beschreven al volledig in overeenstemming is met de EU-taxonomie. 56 Jaarverslag KBC 2021 We willen voor onze klanten een partner zijn in hun transformatie naar een duurzamere toekomst. In 2019 hebben we in België een project opgestart om bedrijven te ondersteunen bij hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel. Ondertussen is die aanpak ook in al onze andere thuislanden uitgerold en zijn er al meer dan duizend gesprekken in die context met bedrijfsklanten gevoerd. Die aanpak richt zich in een eerste fase op opleiding van de relatiebeheerders inzake duurzaamheid en klimaatproblematiek. Vervolgens worden de eerste gesprekken met klanten gevoerd. De gesprekken met klanten zijn gericht op de strategische duurzaamheidsaanpak en op specifieke thema's zoals de impact van de richtlijn inzake niet-financiële rapportering, de EU-taxonomie, groene leningen, enz. Bovendien worden er in de opvolggesprekken ook concrete acties afgesproken. Gezien het succes van die aanpak, wordt verder ingezet op duurzaamheidsdialogen met de klanten. Ook onze leveranciers zijn belangrijke stakeholders en wij wensen dat zij sociale, ethische en milieucriteria integreren. Voor informatie over onze gedragslijn voor leveranciers en onze interne procedure bij de screening van leveranciers verwijzen we naar het hoofdstuk Focus op mensenrechten. In het proces zijn ook milieuvereisten voor producten ingebed, onder andere door de verplichting om KBC te informeren over nieuwe milieuvriendelijke producten en het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. We betrekken onze leveranciers ook bij het opzetten van circulaire inkoopmodellen. Een van de pijlers van ons duurzaamheids- en klimaatbeleid is onze focus op duurzaam beleggen. Onze medewerkers bieden naast de traditionele beleggingen ook maatschappelijk verantwoorde beleggingen aan, waardoor de bewustwording van onze klanten wordt vergroot en de klant een weloverwogen keuze kan maken. Alle maatschappelijk verantwoorde KBC-beleggingsfondsen voldoen aan de 'Towards Sustainability'-kwaliteitsstandaard die werd ontwikkeld op initiatief van Febelfin en onder toezicht staat van het Central Labelling Agency of the Belgian SRI Label. In overeenstemming met onze duurzaamheidsstrategie en acties, nemen we onze verantwoordelijkheid in verschillende internationale organisaties en initiatieven en rapporteren daarover onder meer in ons duurzaamheidsverslag. • We onderschreven in december 2017 de TCFD- aanbevelingen. • We volgen en implementeren de verschillende acties die voortvloeien uit het EU-Actieplan voor Duurzame Financiering om particulier kapitaal te mobiliseren ter ondersteuning van een veerkrachtig, koolstofarm, hulpbronnenefficiënt en inclusief Europa. • We zijn lid van het UN Environment Program Finance Initiative (UNEP FI) en een Founding Signatory van de UNEP FI Principles on Responsible Banking (PRB’s). We onderschreven daarnaast de Collective Commitment to Climate Action (CCCA). We zijn gestart met de eerste pilootprojecten om gezamenlijke methodologieën verder te ontwikkelen om de impact van de klimaatverandering in kaart te brengen (zie elders in dit hoofdstuk). • We onderschreven tevens de UNEP FI Principles for Responsible Insurance en de Principles for Responsible Investment. • Als bestuurslid van de International Capital Markets Association (ICMA) werken we mee aan de ontwikkeling van groene obligaties in de EU. • We zijn sinds 2004 lid van de Equator Principles en hebben die principes geïntegreerd in ons algemene kredietbeleid. Onze maatstaven en doelen Om de transitie naar een koolstofarme samenleving te ondersteunen hebben we diverse doelstellingen gedefinieerd op het gebied van duurzaamheid en klimaat. Het betreft zowel doelen om onze eigen directe milieu-impact te beperken als doelen die gaan over onze indirecte impact. 57Jaarverslag KBC 2021 KPI Wat? Doel en resultaat Maatschap pe- lijk verant- woorde fondsen Volume maatschappelijk verantwoorde fondsen Doel 1 : in totaal 30 miljard euro tegen eind 2025 (en nieuwe productie van duurzame fondsen ≥ 50% totale jaarlijkse productie vanaf 2021) Resultaat 2021: In totaal 32 miljard euro 2 55% in nieuwe productie doel '25202120202019 32 12 17 30 Maatschappelijk verantwoorde fondsen (in miljarden euro) Kredieten voor hernieuw bare energie [Bedrag van kredieten aan bedrijven in de sector van hernieuwbare energiebronnen en biobrandstoffen] / [totale kredietportefeuille in de energiesector] Doel: ≥ 65% tegen 2030 Resultaat 2021: 63% doel '30202120202019 63% 57% 61% 65% Kredieten voor hernieuwbare energie (in % van het totale volume aan kredieten aan de energiesector) Recht streekse financiering van steenkool- gerelateerde activiteiten Kredieten aan steenkoolgerelateerde activiteiten Doel: afbouw van rechtstreekse steenkoolfinanciering tegen eind 2021 met ondersteuning voor het transitieproces van bestaande klanten Resultaat 2021: volledig afgebouwd doel '21202120202019 0 36 11 volle- dige exit Rechtstreekse steenkoolfinanciering (in miljoenen euro) Eigen CO 2 -emissies Reductie van eigen emissies van broeikasgassen, ten opzichte van 2015 Doel: afbouw met 80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van volledige klimaatneutraliteit voor onze eigen voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren. Resultaat 2015-2021: -71% incl. woon-werkverkeer 3 -76% excl. woon-werkverkeer Eind 2021 bereikten we netto klimaatneutraliteit door onze resterende directe emissies te compenseren. doel '30202120202019 71% 80% 42% 56% Reductie eigen GHG-emissies (in %, t.o.v. 2015, incl. woon-werkverkeer) Eigen stroom- verbruik uit hernieuw bare bronnen [Stroom uit hernieuwbare bronnen] / [totaal elektriciteitsverbruik] Doel: 100% groen tegen 2030 Resultaat 2021: 100% 3 doel '30202120202019 87% 83% 100% 100% Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen (in % van eigen elektriciteitsverbruik) 1 Het huidige kader voor duurzaam beleggen is een intern KBC-raamwerk dat zijn deugdelijkheid heeft bewezen en extern is getoetst. KBC Asset Management stemt dit kader verder af op nieuwe EU-regelgeving zoals de SFDR en MIFID en gaat er momenteel van uit dat alle Maatschappelijk verantwoorde fondsen (SRI-fondsen) ofwel artikel 8- ofwel artikel 9-fondsen zijn onder SFDR. 2 Omvat eind 2021 ook de Belgische KBC-pensioenfondsen (omgezet in maatschappelijk verantwoorde fondsen; 6 miljard euro). 3 De belangrijkste bronnen van onze directe CO 2 -uitstoot zijn ons directe energieverbruik en transport. Naast onze eigen inspanningen om onze milieuvoetafdruk te verminderen zoals bijvoorbeeld de overstap naar 100% elektriciteit uit hernieuwbare bronnen en het plaatsen van fotovoltaïsche panelen op eigen gebouwen, hadden vanzelfsprekend ook de lockdownperiodes als gevolg van de coronacrisis in 2020 en 2021 een positief effect op onder meer emissies door woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen. U vindt meer informatie in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com. 58 Jaarverslag KBC 2021 Om onze ambities te realiseren, is het cruciaal om over de juiste meetinstrumenten en definities te beschikken die door alle banken op uniforme wijze worden gehanteerd. Vandaag staan heel wat methodologieën nog niet helemaal op punt: niet alle benaderingen zijn even geschikt voor alle sectoren, productiewijzen of technologieën, sommige klantensegmenten beschikken niet over de middelen of mogelijkheden om alle gevraagde data consistent en systematisch op te leveren, enz. Daarom neemt KBC deel aan pilootprojecten voor de implementatie van nieuwe meetinstrumenten zoals PACTA (‘Paris Agreement Capital Transition Assessment’), UNEP FI’s TCFD Banking Pilot en PCAF (‘Partnership for Carbon Accounting Financials’). Die laatste testten we uit op een groeiend aantal deelgebieden van onze kredietportefeuille. We gebruikten ook PACTA als methodologie om de klimaatimpact van bepaalde sectoren en de transitie in de kredietportefeuille beter in kaart te brengen. KBC Asset Management test ook voor het tweede jaar een methodiek om de klimaatimpact van alle beleggingsfondsen in zijn portfolio in kaart te brengen. Die analyse, gebaseerd op TRUCOST-data en -methodologie, werd in 2021 ook voor de eerste keer toegepast op de eigen investeringsportefeuille van KBC Verzekeringen en op de investeringen van het KBC Pensioenfonds. Het specifieke Data & Metrics Project dat in 2021 is opgestart (als onderdeel van het Sustainable Finance Programme) zet ook sterk in op het verzamelen van alle klimaatgerelateerde gegevens, het opmaken van de nodige rapporten hieromtrent en ook op het samenbrengen van alle methodologieën tot een consistent zicht op de klimaatimpact van onze portefeuilles. In ons Duurzaamheidsrapport vindt u de eerste resultaten van die diverse methodieken. De tabel hieronder geeft een overzicht van de kredietportefeuille van de belangrijkste klimaatgevoelige sectoren. Meer informatie vindt u in ons duurzaamheidsrapport. Belangrijkste klimaatgevoelige sectoren * , uitstaand bedrag van kredieten, in miljarden euro, KBC Groep 31-12-2021 31-12-2020 Vastgoed 11,5 11,3 Bouw en constructie 7,8 7,0 Landbouw, veeteelt en visserij 5,2 5,0 Auto-industrie 4,6 4,5 Energie 4,1 3,8 Voedsel- en drankproducenten 4,1 3,9 Metaal 2,6 2,5 Chemie 2,5 2,5 Totaal 42,3 40,4 * Alleen sectoren die eind 2021 meer dan 5% van de geïdentificeerde klimaatgevoelige industriële kredieten vertegenwoordigen. Hoewel de gevolgen van klimaatverandering potentieel effect hebben op alle industrieën en sectoren, gebeurde de selectie van klimaatgevoelige sectoren aan de hand van o.a. de TCFD- aanbevelingen (2017), in afwachting van meer gestandaardiseerde kaders en analyse (zie verder in het Duurzaamheidsrapport). De vermelde bedragen omvatten het volledige uitstaande bedrag op de sector (dus ook dossiers die bijvoorbeeld een uiterst beperkte voetafdruk hebben zoals bijvoorbeeld wind en zonne-energie bij de energiesector). In 2021 rapporteren we voor het eerst over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met onze kredietverlening. We hanteerden hiervoor de berekeningsmethode die aangereikt wordt door het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF), een wereldwijde standaard om op geharmoniseerde wijze gefinancierde emissies te berekenen. De tabel hierna geeft een overzicht van de resultaten. We verwijzen ook naar ons duurzaamheidsverslag, waarin uitgebreid toelichting gegeven wordt over de PCAF- berekeningsmethode, onze berekeningsaanpak en de begrenzingen waarmee rekening moet worden gehouden bij het interpreteren van de resultaten. Ook vindt u er informatie over hoe wij door het verzamelen van meer adequate en granulaire data onze rapportering over deze emissies gradueel willen verbeteren. 59Jaarverslag KBC 2021 Geschatte broeikasgasemissies geassocieerd met onze kredietverlening (in miljoen ton CO 2 e, 31-12-2021) 31-12-2021 ‘White paper’ sectoren en producten 37,7 Landbouw, veeteelt en visserij 9,5 Vastgoed en woningkredieten 6,9 Energie 5,9 Bouw en constructie 4,0 Voedsel- en drankproducenten 3,3 Auto-industrie en voertuigfinanciering 3,2 Metaal 2,8 Chemie 2,1 Overige sectoren 19,3 Totaal 57,0 Onze eigen milieuvoetafdruk Hierna vindt u gegevens met betrekking tot onze eigen milieuvoetafdruk. De data en berekeningen van de broeikasgasemissies werden geverifieerd door Vinçotte conform ISO 14064-3. Meer informatie over onze milieuvoetafdruk inclusief verdere detaillering, methodologie en scope van de berekeningen vindt u in het duurzaamheidsverslag. Eigen milieuvoetafdruk, KBC-groep 1 2021 2020 Elektriciteitsverbruik (in duizend KWh) 124 027 140 913 Gas- en stookolieverbruik (in duizend KWh) 69 879 73 409 Woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen (in miljoen km) 162 267 Papierverbruik (in ton) 2 017 2 234 CO 2 e-emissies (in duizend ton, zie tabel hierna) 2 37 56 Eigen milieuvoetafdruk: broeikasgasemissies, in ton CO 2 , KBC-groep 1 Scope 1-emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik, emissies van koelvloeistoffen en emissies van dienstverplaatsingen en woon-werkverkeer met de eigen vloot 19 511 25 200 Scope 2-emissies (market-based) omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stadswarmte, koeling en stoom). 3 857 11 748 Scope 3-emissies zoals hier vermeld omvatten alleen emissies van dienstverplaatsingen en woon- werkverkeer (met uitzondering van de emissies van de eigen vloot die vervat zijn in de scope 1-emissies), emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwerking. 13 473 18 903 Totaal 36 841 55 850 Totaal per vte 1,0 1,5 1 Details over de gebruikte methodologie: zie Duurzaamheidsverslag. De gegevens betreffen de periode 1 oktober [t-1] – 30 september [t]. De lockdownperiodes als gevolg van de coronacrisis hadden in 2020 en 2021 een positief effect op onder meer (emissies als gevolg van) het woon-werkverkeer en dienstreizen. 2 De CO 2 e-emissies in 2021 zijn als volgt verdeeld (in duizenden ton): 13,9 in België, 10,6 in Tsjechië, 3,6 in Slowakije, 4,5 in Hongarije, 3,5 in Bulgarije, 0,4 in Ierland en 0,4 in de rest van de wereld. Duurzaamheid geïntegreerd in ons verloningsbeleid Duurzaamheid, met inbegrip van klimaat en de doelstellingen ter zake, is geïntegreerd in de verloningssystemen van onze medewerkers en van het topmanagement in het bijzonder. • Voor de variabele vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt onder meer rekening gehouden met het behalen van een aantal collectieve doelstellingen. Een van die doelstellingen is specifiek gerelateerd aan de vooruitgang op het vlak van duurzaamheid, die wordt beoordeeld via de halfjaarlijkse rapportering van het KBC Sustainability Dashboard. De Raad van Bestuur beoordeelt, via het Remuneratiecomité, de criteria voor de evaluatie van de leden van het Directiecomité in dit verband. Meer 60 Jaarverslag KBC 2021 info vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, in het remuneratieverslag. • Duurzaamheid is ook geïntegreerd in de variabele beloning van de directie. Ten minste 10% van de variabele beloning van het senior management is afhankelijk van het behalen van individuele doelstellingen die vooraf zijn overeengekomen in het kader van het duurzaamheidsbeleid van de groep, waaronder het klimaatbeleid. • De niet-recurrente resultaatsgebonden vergoeding van de medewerkers in België is gedeeltelijk gekoppeld aan duurzaamheidsdoelstellingen (bijvoorbeeld de vermindering van het papierverbruik). Ons klimaatrisicomanagement In het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s vindt u meer informatie over hoe we omgaan met klimaatgerelateerde risico’s. EU-taxonomie De Taxonomieverordening legt een EU-breed kader vast aan de hand waarvan investeerders en bedrijven kunnen beoordelen of bepaalde economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn. Om een economische activiteit als ecologisch duurzaam te bestempelen, worden vier controles uitgevoerd. De activiteit moet: • een relevante activiteit zijn, d.w.z. dat de activiteit is opgenomen in de lijst van activiteiten die als het meest relevant worden beschouwd voor het bereiken van de door Europa vastgestelde ecologische doelstellingen. De relevante activiteiten worden voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten genoemd (verder ‘taxonomy-eligible’) en worden beschreven in Gedelegeerde Verordeningen; • substantieel bijdragen tot ten minste één van de milieudoelstellingen en voldoen aan de technische screeningcriteria voor substantiële bijdrage, zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen; • geen ernstige afbreuk doen aan een van de andere milieudoelstellingen en voldoen aan de technische screeningcriteria voor "geen ernstige afbreuk doen aan", zoals beschreven in de Gedelegeerde Verordeningen; • worden uitgevoerd met inachtneming van minimale sociale en governance-waarborgen. Een economische activiteit die voldoet aan die vier controles, wordt een op de taxonomie afgestemde activiteit genoemd (verder ‘taxonomy-aligned’). In de Taxonomieverordening zijn zes milieudoelstellingen vastgelegd: • mitigatie van klimaatverandering (climate change mitigation, verder CCM); • adaptatie aan klimaatverandering (climate change adaptation, verder CCA); • duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen; • transitie naar een circulaire economie; • preventie en bestrijding van verontreiniging; • bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. De Europese Commissie heeft zich in eerste instantie geconcentreerd op CCM en CCA. De regels voor de andere doelstellingen worden in de toekomst goedgekeurd. Artikel 8 van de Taxonomieverordening schrijft voor dat financiële en niet-financiële ondernemingen die onder de Niet-financiële Rapporteringsrichtlijn (NFRD) vallen, in hun niet-financiële verklaring informatie opnemen over de wijze waarop en de mate waarin hun activiteiten verband houden met ecologisch duurzame economische activiteiten. De Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering (Disclosure Delegated Act) specificeert de inhoud en de presentatie van te rapporteren informatie. De Disclosure Delegated Act voert een gefaseerde aanpak in. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 rapporteren financiële ondernemingen alleen over taxonomy eligibility met betrekking tot CCM en CCA; vanaf 1 januari 2024 dienen kritische prestatie-indicatoren gerapporteerd te worden met betrekking tot de taxonomy alignment voor alle milieudoelstellingen. KBC Groep is een grote onderneming die krachtens de NFRD niet-financiële informatie moet publiceren, en is als dusdanig ook onderworpen aan de rapporteringsverplichtingen uit de Disclosure Delegated Act. Als financiële groep oefent KBC activiteiten uit van een kredietinstelling, een (her-) verzekeringsonderneming, een vermogensbeheerder en een beleggingsonderneming. Dat brengt de verplichting mee om voor die activiteiten de vereiste 61Jaarverslag KBC 2021 informatie bekend te maken zoals beschreven in de Disclosure Delegated Act. Noteer: • De Disclosure Delegated Act moet nog verder verduidelijkt worden. Dat wil onder andere zeggen dat er niet altijd definities gegeven worden, dat er niet wordt gespecificeerd hoe moet worden omgegaan met de rapportering voor een groep die verschillende soorten financiële ondernemingen omvat, en dat er geen specifieke sjablonen bestaan voor de eligibility-rapportering. Daarom moesten we een aantal interpretaties en assumpties maken. In voorkomend geval rapporteren we transparant over die assumpties in wat volgt. • In deze eerste rapportering is de beschikbaarheid van gegevens een uitdaging. Artikel 8.4 van de Disclosure Delegated Act stelt dat financiële ondernemingen de meest recent beschikbare gegevens van hun tegenpartijen moeten gebruiken. Op dit moment hebben onze (bedrijven-) tegenpartijen die gegevens echter nog niet bekendgemaakt, aangezien hun rapporteringsverplichting tegelijk met die voor financiële ondernemingen in werking treedt. Dat betekent dat het verplichte eligibility-percentage van KBC als kredietinstelling, (her)verzekeringsinstelling, vermogensbeheerder en beleggingsonderneming 0% bedraagt voor die tegenpartijen. Alleen de huishoudens en de kritische prestatie-indicator van de (her)verzekeraar met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten hangen niet af van de informatie van de tegenpartij en zijn dus hoger dan 0% (zie verder). Zoals voorgesteld door het Platform on Sustainable Finance, kiest KBC er echter voor om vrijwillige eligibility-percentages te rapporteren, die voor de bedrijven-tegenpartijen gebaseerd zijn op benaderingen en informatie die binnen de Groep beschikbaar is. Waar nodig lichten we die benaderingen op transparante wijze toe. De aanzienlijke moeilijkheden bij het beoordelen van compliance met de taxonomie worden door de wetgever erkend, en zijn een van de redenen waarom een gefaseerde aanpak inzake rapportering werd ingevoerd. Bovendien kan de taxonomie-gerelateerde rapportering als gevolg van de Disclosure Delegated Act niet worden beschouwd als een op zichzelf staande rapportering, maar past ze in bredere nog lopende Europese initiatieven inzake duurzame financiering (zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)). Voor al die doeleinden zullen ondernemingen geleidelijk aan een samenhangende en relevante reeks duurzaamheidsgegevens moeten opbouwen. Zodra informatie van onze tegenpartijen beschikbaar komt, zal KBC die inlassen in zijn verplichte eligibility- percentages, en boven op deze verplichte percentages zullen vrijwillige eligibility-percentages worden bekendgemaakt. Die vrijwillige percentages bevatten tegenpartijen die hun informatie nog niet hebben bekendgemaakt of bevestigd, en waarvoor KBC benaderingen gebruikt. We monitoren voortdurend de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens en we doen het nodige om op dit vlak vooruitgang te boeken (zie de initiatieven beschreven in het KBC Duurzaamheidsverslag 2021, in de sectie over Sustainable Finance). Hieronder verstrekken we informatie met betrekking tot KBC als kredietinstelling, als (her-) verzekeringsinstelling, als vermogensbeheerder en als beleggingsonderneming afzonderlijk. Aangezien de wetgeving geen toelichting bevat over hoe moet worden omgegaan met een groep die bestaat uit verschillende soorten financiële ondernemingen, en gezien de verschillen inzake vereiste informatie voor elk soort financiële onderneming, kunnen we geen geconsolideerd overzicht geven. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat als wij elders in dit jaarverslag terminologie als "groen" en "duurzaam" gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat wij beschrijven al (volledig) is afgestemd op deze EU-taxonomie. KBC als kredietinstelling In deze rubriek worden alle activa in aanmerking genomen van de kredietinstellingen in de Groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (prudentiële vereisten voor kredietinstellingen). Zoals gedefinieerd in Bijlage V, 1.1.1 van de Disclosure Delegated Act, moet de rapportering gebaseerd zijn op de prudentiële consolidatiescope van KBC Groep. Merk op dat deze scope licht verschilt van de boekhoudkundige scope (zoals beschreven in Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening). 62 Jaarverslag KBC 2021 Verplichte rapportering m.b.t de EU-taxonomie voor KBC Groep – activiteiten als kredietinstelling (in % van totale activa, 31-12-2021) Totaal (in miljoenen euro) CCM eligible (in %) CCA eligible (in %) Totale activa 305 575 20,29% 0% Waarvan derivaten 0,09% – – Waarvan centrale overheden en centrale banken 24,08% – – Waarvan niet aan NFRD-rapporteringsverplichtingen onderworpen niet-financiële ondernemingen 23,35% – – Waarvan handelsportefeuille 2,90% – – Waarvan opeisbare interbancaire leningen 12,91% – – Het vrijwillige eligibility-percentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 20,33% voor CCM en 0,08% voor CCA. Voor de berekening van deze vrijwillige percentages maakten we de volgende assumpties: • De volgende tegenpartijen zijn inbegrepen: financiële ondernemingen, aan NFRD- rapporteringsverplichtingen onderworpen niet- financiële ondernemingen, huishoudens en lokale overheden. • Om te bepalen of een exposure al dan niet taxonomy-eligible is, kijken we naar de hoofd- NACE-code van de tegenpartij. Als die NACE-code in de Gedelegeerde Klimaatverordening wordt beschreven, wordt de exposure geacht taxonomy- eligible te zijn. Als de NACE-code niet beschikbaar is of niet op het vereiste niveau, dan wordt de exposure als niet-eligible beschouwd. • Om te bepalen of een tegenpartij al dan niet onder de NFRD-rapporteringsverplichtingen valt, kijken we naar criteria zoals gedefinieerd in de NFRD: aantal vte’s, balanstotaal en omzet van de tegenpartij. KBC als (her)verzekeringsonderneming Dit deel omvat alle activiteiten van de verzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (1), van Richtlijn 2009/138/EC, en van de herverzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (4), van diezelfde richtlijn. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op KBC’s verzekeringsconsolidatiekring. Voor (her)verzekeringsactiviteiten zijn twee kritische prestatie-indicatoren vereist: een met betrekking tot beleggingen en een met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. Het verplichte eligibility-percentage met betrekking tot beleggingen is 2,59% voor CCM en 0% voor CCA. Dat omvat alleen de hypothecaire kredieten aan huishoudens. De tabel hierna geeft meer details met betrekking tot de verplichte eligibility-percentages ten opzichte van de totale beleggingen, en de opsplitsing van de totale beleggingen zoals vereist door de Disclosure Delegated Act. Het verplichte eligibility-percentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 20,29% voor CCM en 0% voor CCA. Het CCM-percentage omvat enkel hypothecaire kredieten aan huishoudens. De tabel hierna geeft meer details met betrekking tot de verplichte eligibility-percentages ten opzichte van de totale exposures, en de opsplitsing van de totale activa zoals vereist door de Disclosure Delegated Act. Verplichte rapportering m.b.t. de EU-taxonomie voor KBC Groep – activiteiten als (her)verzekeraar, beleggingen (in % van totale beleggingen, 31-12-2021) Totaal (in miljoenen euro) CCM eligible (in %) CCA eligible (in %) Totale beleggingen 37 495 2,59% 0% Waarvan derivaten 0,06% – – Waarvan centrale overheden en centrale banken 28,95% – – Waarvan niet aan NFRD-rapporteringsverplichtingen onderworpen niet-financiële ondernemingen 44,19% – – 63Jaarverslag KBC 2021 onze tegenpartijen moeten ontvangen, maar kan volledig worden bepaald op basis van de gedekte gevaren, zoals voorgeschreven in de Gedelegeerde Klimaatverordening. De tabel hierna geeft meer details met betrekking tot het verplichte eligibility-percentage ten opzichte van de geboekte brutopremies voor de niet-levensverzekerings activiteiten. Verplichte rapportering m.b.t. de EU-taxonomie voor KBC Groep – activiteiten als (her)verzekeraar, verzekeringsactiviteiten niet-leven (31-12-2021) Totaal (in miljoenen euro) CCA eligible (in %) Totale geboekte brutopremies 1 984 47,71% KBC als vermogensbeheerder In deze rubriek komen alle activiteiten van de vermogensbeheerders in de Groep aan bod. De vrijwillige eligibility-percentages, gebaseerd op eigen informatie en assumpties zijn 6,42% voor CCM en 8,12% voor CCA. We gebruikten dezelfde assumpties als voor kredietinstellingen. Merk op dat het verplichte eligibility-percentage met betrekking tot de activa voor KBC als vermogensbeheerder 0% is (zowel voor CCM als voor CCA), aangezien onze NFRD-tegenpartijen hun eligibility-percentages nog niet gepubliceerd hebben. De tabel hierna geeft meer details met betrekking tot de verplichte eligibility-percentages en de opsplitsing van de totale activa zoals vereist door de Disclosure Delegated Act. Verplichte rapportering m.b.t. de EU-taxonomie voor KBC Groep – activiteiten als vermogensbeheerder (in percentage van de totale activa, 31-12-2021) Totaal (in %) CCM eligible (in %) CCA eligible (in %) Totale activa 100% 0% 0% Waarvan derivaten 0,65% – – Waarvan centrale overheden en centrale banken 27,56% – – Waarvan niet aan NFRD-rapporteringsverplichtingen onderworpen niet-financiële ondernemingen 28,64% – – KBC als beleggingsonderneming In deze rubriek worden alle activiteiten van de beleggingsondernemingen in de groep in aanmerking genomen, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (2), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad. Voor deze eerste eligibility-rapportering richtten we ons op de activa die verband houden met onze activiteiten ‘handelen voor eigen rekening’, en nog niet op de inkomsten die verband houden met activiteiten die geen handelen voor eigen rekening zijn. De relevantie van de activa die verband houden met handelen voor eigen rekening is echter zeer laag. Daarom beschouwen wij een eligibility-percentage (zowel verplicht als vrijwillig) voor dit deel van de activa als niet representatief voor de beleggingsactiviteiten van de groep en rapporteren we geen eligibility- percentage. KBC’s vrijwillige eligibility-percentages met betrekking tot beleggingen, op basis van eigen informatie en assumpties, zijn 4,65% voor CCM en 2,93% voor CCA. We gebruikten dezelfde assumpties als voor kredietinstellingen. Het verplichte eligibility-percentage voor verzekerings- activiteiten bedraagt 47,71% (alleen voor CCA). Dat percentage hangt niet af van de informatie die we van 64 Jaarverslag KBC 2021 Focus op mensenrechten We nemen onze verantwoordelijkheid om mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en rechten in verband met werk in de hele groep te respecteren. We verbinden ons tot het naleven van de letter en de geest van: (i) de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; (ii) de principes inzake fundamentele rechten vastgelegd in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en uiteengezet in de Verklaring inzake de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk, (iii) de VN-Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren, (iv) de OESO- Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en (v) de Britse Wet op Moderne Slavernij, waarvoor KBC sinds 2017 een verklaring over moderne slavernij publiceert. Daarnaast zijn we lid van de UN Global Compact en hebben we de tien principes inzake mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie opgenomen in onze beleidslijnen, zodat ze toegepast worden in al onze activiteiten. Sinds 2006 publiceren we jaarlijks onze vorderingen in het UN Global Compact Statement of Continued Support. Vanzelfsprekend houden we ons aan de lokale wetten, regels en voorschriften die gelden in de landen waar we actief zijn en aan internationale en regionale mensenrechtenverdragen die internationaal erkende normen bevatten waaraan het bedrijfsleven zich moet houden. Om ons mensenrechtenbeleid, zoals omschreven in de KBC Group Policy on Human Rights, op te volgen gebruiken we het UN Guiding Principles Reporting Framework van de VN. Ons mensenrechtenbeleid is van toepassing op onze activiteiten (klanten en leveranciers) en ook op onze eigen bedrijfsvoering (medewerkers). KBC beschouwt voor zijn medewerkers het recht op vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling, het recht op een gezonde en veilige werkplek en het recht op vrijwaring van discriminatie als fundamenteel. We zetten ons dan ook ten volle in om de mensenrechten van onze medewerkers te respecteren en te handhaven. Daarnaast verwachten we ook van onze medewerkers dat ze in hun werk de mensenrechten toepassen en respecteren. Die principes lichten we toe in de KBC-Gedragslijn voor de groep (op www.kbc.com). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor de bescherming van de mensenrechten. We verwachten van onze medewerkers dat ze handelen volgens de regelgeving en dat ze zich verantwoord gedragen in alles wat ze doen. We hebben bovendien specifieke procedures om de naleving te waarborgen en om klachten te behandelen, waaronder het beleid voor de bescherming van klokkenluiders. U vindt diverse gegevens met betrekking tot onze medewerkers (inclusief diverse KPI’s in verband met gender, betrokkenheid, ziekteverzuim en werknemersverloop, opleiding, enz.) in het hoofdstuk Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties. Onze leveranciers zijn een belangrijke stakeholder in onze waardeketen. We werken dan ook nauw samen met hen. Onze strikte regels en kaders rond inkoop-, verkoop- en uitbestedingsactiviteiten bij leveranciers zijn samengevat in de KBC Code of Conduct for Suppliers en zijn van toepassing in al onze kernlanden. Die Code of Conduct geeft onze leveranciers een duidelijk beeld van onze verwachtingen inzake duurzaamheid. We hebben onze gedragslijn voor leveranciers vertaald naar een interne procedure in de vorm van een stappenplan, waarmee onze aankoopafdeling aan de slag kan. Leveranciers waarmee we samenwerken worden gescreend aan de hand van de KBC-Blacklist, de lijst met controversiële bedrijven waarmee KBC geen zaken wil doen. Verder doen we een beroep op Worldcheck en een gestandaardiseerde vragenlijst (over mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding) voor het screenen van onze belangrijkste leveranciers. Leveranciers die aan onze verwachtingen voldoen, krijgen een positieve evaluatie en ondertekenen de KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers. Als er tijdens de contractuele periode inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een redelijke termijn fundamenteel kunnen worden opgelost, beëindigen we de overeenkomst. Van onze klanten verwachten we als minimale norm dat ze de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Dat wordt gecontroleerd door onze afdeling Compliance. Verder passen we in al onze dagelijkse activiteiten de KBC Group Policy on 65Jaarverslag KBC 2021 Blacklisted Companies, de KBC Group Human Rights Policy en de KBC Group Policy on Controversial regimes toe. Het betreft bedrijven en landen die worden uitgesloten op basis van betrokkenheid bij onder meer een ernstige vorm van schending van de mensenrechten en de betrokkenheid bij controversiële wapensystemen. We besteden ook veel aandacht aan privacy en gegevensbescherming (zie De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur) en volgen de naleving ervan nauw op. Waar relevant vragen we aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde beleidslijnen en industriestandaarden, waarbij respect voor mensenrechten een belangrijk aspect is. We hebben een specifiek duediligenceproces ontwikkeld voor kredieten, verzekeringsactiviteiten en adviesdiensten. Dat omvat ook procedures voor het geval dat er inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exit-strategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen. In geval van twijfel wordt er advies van de directie Corporate Sustainability ingewonnen. Ook onze investeringsactiviteiten (vermogensbeheer en eigen beleggingen) ondergaan een interne screening. Maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen worden bovendien onderworpen aan een bijkomende controle. Voor internationale projectfinancieringen gelden de Equator Principles. De deelnemende financiële instellingen bepalen, beoordelen en beheren daarmee de ecologische en sociale risico’s bij projectfinanciering. Door die strikte toepassing van de bovenvermelde duurzaamheidregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controversiële kwesties in onze kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?, onder Bedrijfs- en strategisch risico. U vindt onze richtlijnen met betrekking tot mensen rechten, blacklists en dergelijke op www.kbc.com. Indicatoren in verband met mensenrechten, KBC-groep 2021 2020 Klanten Projectfinancieringen (en projectgerelateerde bedrijfsleningen) onderworpen aan de Equator Principles (categorie A/B/C) 0/5/12 0/7/15 Aantal adviezen van de afdeling Corporate Sustainability over ESG-dossiers (positief advies, positief onder strikte voorwaarden of negatief advies) 177/36/38 158/22/41 Leveranciers Aantal leveranciers die de Code of Conduct for Suppliers hebben ondertekend 3 200 2 553 * categorie A: projecten met potentieel significante negatieve milieu- en sociale effecten en/of ernstige gevolgen; categorie B: projecten met potentieel beperkte negatieve milieu- en sociale effecten en/of gevolgen die minder ernstig zijn; categorie C: risico's die als minimaal worden beschouwd en projecten die in het land van uitvoering aan de wettelijke voorschriften voldoen. . 66 Jaarverslag KBC 2021 Het beheren van risico’s maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces. • We voeren risicoscans uit om alle toprisico’s te identificeren. • We bepalen duidelijk tot waar onze risicobereidheid gaat. • We vertalen dat naar een strikte limietopvolging per activiteit en per divisie. We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer PEARL+: gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep. Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico’s die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico’s voor de sector zoals kredietrisico’s, marktrisico’s van zowel trading- als niet-tradingactiviteiten, verzekeringstechnische risico’s, liquiditeitsrisico’s, solvabiliteitsrisico’s, operationele, compliance- en reputatierisico’s, bedrijfs- en strategische risico’s en klimaat- en andere ESG-risico’s. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel. De omschrijving van elke risicosoort vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? • We bewaken het risicoprofiel van bestaande en nieuwe producten door een product approval process. • We onderwerpen het periodieke planningsproces aan stresstests. • In alle relevante delen van onze organisatie hebben we onafhankelijke chief risk officers. 67Jaarverslag KBC 2021 Typische risico’s voor de sector Hoe gaan we daarmee om? Kredietrisico • Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stresstesting, enz. • Limietsystemen om concentratierisico binnen de kredietportefeuille te beheersen, enz. Marktrisico in niet-tradingactiviteiten • Bestaan van een degelijk beheerskader • Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de nettorente-inkomsten, sensitiviteit per risicotype, stresstests, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. Niet-financiële risico’s (operationeel risico, compliancerisico, reputatierisico, bedrijfsrisico, strategisch risico) • Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, risicoscans, Key Risk Indicators, enz. • Risicoscans en opvolging van risicosignalen • Strikt acceptatiebeleid, stresstests, monitoring, enz. Marktrisico in tradingactiviteiten • Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, BPV- en basisrisicolimieten, greeks en scenariolimieten voor producten met opties, stresstests, enz. Liquiditeitsrisico • Bestaan van een degelijk beheerskader • Opstellen en testen van noodplannen voor het beheersen van een liquiditeitscrisis • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. Verzekeringstechnische risico’s • Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. Klimaat- en andere ESG-risico’s • Graduele integratie in bestaande beheerskaders • Lopende initiatieven binnen het Sustainable Finance Programme • Risicobeperkende maatregelen, inclusief beleidslijnen voor kredietverlening en investeringsportefeuille • Inschatting van korte- en langetermijnrisico’s aan de hand van scenario- en gevoeligheidsanalyses, stresstests, enz. Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit aan de hand van een aantal ratio’s. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel verderop. Dividendbeleid We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te behoren, en onze dividendpolitiek is daarop gebaseerd. Elk jaar beslist de Raad van Bestuur naar eigen discretie over het totale dividend, gebaseerd op een risicoassessment, de toekomstige winstgevendheid en strategische opportuniteiten. Ons dividendbeleid houdt in: • een uitkeringsratio (d.w.z. dividend + AT1-coupon) van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar • een interimdividend van 1 euro per aandeel (betaalbaar in november van het boekjaar) als voorschot op het totale dividend van het boekjaar Vanaf 2022 geldt bovendien: boven op de uitkeringsratio van 50% van de geconsolideerde winst, neemt de Raad van Bestuur elk jaar (bij de bekendmaking van de jaarresultaten) naar eigen discretie een beslissing over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het ‘surpluskapitaal’). Dat kan in de vorm van een cashdividend, een aandeleninkoop of een combinatie van beide. 68 Jaarverslag KBC 2021 Regulatoire en eigen ratio’s Wat? Doel en resultaat Common equity ratio [Common equity tier 1- kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is fully loaded en volgens de Deense compromismethode. Zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Tijdelijk reglementair minimum: 8,31% en Overall capital requirement: 10,81% (2022) (zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?) (nieuw vanaf 2022) Elk jaar beslist de Raad van Bestuur over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het surpluskapitaal) Resultaat in 2021: 15,5% (fully loaded) voor bepaling surplus- kapitaal OCRregl. minimum 202120202019 17,6% 15,5% 17,1% 15,0% Common equity ratio (fully loaded, Deense Compomismethode) 8,31% 10,81% MREL-ratio [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Totale risicogewogen activa (RWA)] en [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Leverage ratio exposure amount (LRE)] Reglementair minimum: 25,98% van RWA (2022) en 7,34% van LRE (2022) Resultaat in 2021: 27,7% van RWA en 9,9% van LRE Regl. mini- mum '22 202120202019Regl. mini- mum '22 202120202019 27,9% 27,7% in % van RWA in % van LRE 26,0% 26,2% MREL-ratio 9,5% 9,3% 9,9% 7,3% Netto stabiele finan cie- rings ratio, NSFR [Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [vereist bedrag stabiele financiering] Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2021: 148% Reglementair minimum 202120202019 148% 100% 136% 146% NSFR Liquiditeits- dekkings- ratio, LCR [Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2021: 167% Reglementair minimum 202120202019 167% 100% 138% 147% LCR Dividend- uitkerings- ratio [Uit te keren dividend en coupon op AT1-instrumenten in eigen vermogen] / [totaal geconsolideerd resultaat] Doel: ≥ 50% Resultaat in 2021: 66% (gebaseerd op het gewone dividend voor 2021) en 139% gebaseerd op het gewone en uitzonderlijke dividend voor 2021) In de berekening wijzen we van het in november 2021 uitbetaalde interim- dividend (3 euro per dividend gerechtigd aandeel) 2 euro toe aan boekjaar 2020. Zie verder in het Glossarium. Uitzonderlijk Gewoon Doel202120202019 66% 73% 139% 50% 19% 74% Dividenduitkeringsratio * Bovenop de uitkeringsratio van 50% van de geconsolideerde winst, neemt de Raad van Bestuur elk jaar (bij de bekendmaking van de jaarresultaten) naar eigen discretie een beslissing over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een 15% fully loaded common equity ratio overstijgt. 69Jaarverslag KBC 2021 Om te voldoen aan de achterstellingsvereiste met betrekking tot MREL (zoals bepaald door de Single Resolution Board en van toepassing vanaf januari 2024), zal KBC Groep NV worden omgevormd tot een clean holding company, die hoofdzakelijk financieringsactiviteiten en groepswijde controleactiviteiten en -functies uitvoert. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico’s? en Hoe beheren we ons kapitaal? 70 Jaarverslag KBC 2021 Ons financieel rapport • Geconsolideerde nettowinst: 2,6 miljard euro in 2021. • Nettoterugname van vroeger aangelegde waardeverminderingen voor de coronacrisis. • Eenmalige negatieve invloed van de (nog lopende) verkoop van de Ierse activiteiten. • Lager schadeverzekeringsresultaat door de zware overstromingen in België in de zomer. • Ruwweg stabiele nettorente-inkomsten; hogere nettoprovisie-inkomsten, trading- en reëlewaarderesultaat en overige netto-inkomsten. • Autonome groei van kredieten en deposito’s, gestegen verkoop van schadeverzekeringen en lichte daling van levensverzekeringen. • Kostenstijging nagenoeg volledig door uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. • Behoud van stevige solvabiliteit en liquiditeit. 71Jaarverslag KBC 2021 Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 2021 2020 Nettorente-inkomsten 4 451 4 467 Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 782 865 Verdiende premies 1 885 1 777 Technische lasten -1 103 -912 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 45 10 Verdiende premies 1 196 1 223 Technische lasten -1 150 -1 213 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 25 -20 Dividendinkomsten 45 53 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 1 145 33 Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income 6 2 Nettoprovisie-inkomsten 1 836 1 609 Overige netto-inkomsten 223 176 Totale opbrengsten 7 558 7 195 Exploitatiekosten -4 396 -4 156 Bijzondere waardeverminderingen 261 -1 182 Waarvan op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income 2 334 - 1 074 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures -5 -11 Resultaat vóór belastingen 3 418 1 847 Belastingen -804 -407 Resultaat na belastingen 2 614 1 440 Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 Resultaat na belastingen, groepsaandeel 2 614 1 440 Rendement op eigen vermogen 13% 3 8% Resultaat na belastingen op gemiddeld balanstotaal 0,8% 0,5% Kosten-inkomstenratio groep 58% 58% Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten 89% 85% Kredietkostenratio, bankieren -0,18% 0,60% 1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd. 2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd. 3 Zonder de negatieve eenmalige impact van de lopende verkoopovereenkomsten voor Ierland is het rendement op eigen vermogen 15% Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) 2021 2020 Balanstotaal 340 346 320 743 Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo’s) 159 728 159 621 Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) 67 794 71784 Deposito's van klanten (zonder schuldpapier en repo’s) 199 476 190 553 Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 32 571 31 442 Totaal eigen vermogen 23 077 21 530 Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) 15,5% 17,6% Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) 5,4% 6,4% Liquiditeitsdekkingsratio (LCR) 167% 147% Netto stabiele financieringsratio (NSFR) 148% 146% 72 Jaarverslag KBC 2021 Totstandkoming van het nettoresultaat 2021 (in miljoenen euro) 419 2 614 4 451 852 261 -4 396 -5 -804 1 836 Netto- resul- taat Belas- tingen OverigeWaarde- vermin- deringen Exploi- tatie- kosten Andere in- komsten Verzeke- rings- technisch resultaat Netto- provi- sie in- komsten Netto- rente- inkom- sten 1 2 3 4 5 6 7 Opbrengsten Herverderling Nettoresultaat Ons financieel resultaat Nettorente-inkomsten 1 Onze nettorente-inkomsten bedroegen 4451 miljoen euro in 2021, min of meer hetzelfde niveau als het jaar voordien. Daarbij werd de negatieve impact van een aantal factoren, waaronder lagere herbeleggingsrentes in de eurolanden, druk op de marges van de kredietportefeuilles in bijna alle landen en lagere rente-inkomsten uit de obligatieportefeuille van de verzekeraar (deels als gevolg van een positief eenmalig element in de referentieperiode), nagenoeg volledig gecompenseerd door lagere financieringskosten (met Cijfers over de volumegroei van leningen en deposito’s zijn altijd na uitsluiting van wisselkoersinvloeden. Met “gelijkblijvende scope” bedoelen we zonder rekening te houden met belangrijke wijzigingen in de consolidatiekring, in dit geval vooral de overname van de Slowaakse bank OTP Banka Slovensko eind november 2020, de overname van de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsverzekeringsactiviteiten van NN eind juli 2021 en de verkoop van de kredieten en deposito’s van KBC Bank Ireland (die initieel een verschuiving van balansposten veroorzaakt). Meer informatie vindt u in Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. In Toelichting 1.4 van het deel Geconsolideerde jaarrekening vindt u een schematisch overzicht van de invloed van de coronacrisis op onze resultaten in 2020 en 2021. inbegrip van het effect van TLTRO III en ECB-tiering), een grotere kredietportefeuille (zie verder), de consolidatie van OTP Banka Slovensko, de ruimere toepassing van negatieve rentetarieven op bepaalde zichtrekeningen van bedrijven en kmo's, het hogere positieve effect van ALM-forexswaps en het wisselkoerseffect. Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo’s) bedroegen 160 miljard euro en daalden op het eerste gezicht met ongeveer 1% in 2021. Bij 73Jaarverslag KBC 2021 gelijkblijvende scope was dat echter een groei van 5%, met een toename van 5% in divisie België, 6% in divisie Tsjechië en 5% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). Voor onze kernlanden samen bedroeg eind 2021 het volume van de leningen waarvoor in het kader van de verschillende coronagerelateerde steunregelingen betalingsvrijstellingen werden verleend 10 miljard euro (inclusief de EBA-conforme moratoria en de niet langer EBA-conforme regeling in Hongarije, maar exclusief Ierland, dat onder IFRS 5 valt wegens de verkoopovereenkomsten). Zo goed als alle EBA- conforme moratoria waren vervallen tegen eind december 2021. Voor 96,5% van de leningen waarvoor de EBA-conforme moratoria intussen zijn verstreken, werden de betalingen volledig hervat. Daarnaast hebben we voor ongeveer 0,8 miljard euro aan leningen verstrekt die vallen onder de verschillende coronagerelateerde overheidsgarantieregelingen in onze thuismarkten. Voor meer uitleg: zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Ons totale depositovolume (deposito’s van klanten zonder schuldpapier en repo’s) bedroeg 199 miljard euro en steeg met 5% in 2021. Bij gelijkblijvende scope was dat 6%, met een groei van 6% in divisie België, 6% in divisie Tsjechië en 3% in divisie Internationale Markten (met groei in Hongarije en Bulgarije, en een daling in Slowakije en Ierland). De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 1,81%, tegen 1,84% het jaar voordien. De nettorentemarge bedroeg 1,61% in België, 2,08% in Tsjechië en 2,61% in divisie Internationale Markten. Nettoprovisie-inkomsten 2 Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1836 miljoen euro in 2021, een sterke groei van 14% ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan de groei van de vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten (nagenoeg volledig door hogere beheersvergoedingen) en, in iets mindere mate, een stijging van de vergoedingen voor bankdiensten (met vooral een sterke stijging bij de vergoedingen voor betalingstransacties), en voor een klein deel tenietgedaan door hogere betaalde distributievergoedingen, vooral voor verzekeringsproducten. Eind 2021 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 236 miljard euro. Dat is 12% meer dan een jaar eerder, vooral te danken aan hogere activaprijzen (11%), in combinatie met een beperkte netto-instroom (1%). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen van eind 2021 heeft betrekking op de divisies België (216 miljard euro) en Tsjechië (14 miljard euro). Verzekeringspremies en technische lasten 3 Ons verzekeringstechnische resultaat (de verdiende premies min de technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 852 miljoen euro. De schadeverzekeringen droegen 809 miljoen bij tot dat verzekeringstechnische resultaat. Dat is 4% minder dan het jaar daarvoor, omdat het positieve effect van de aangroei van de premie-inkomsten (+6%) en het hogere herverzekeringsresultaat (zie verder) teniet werd gedaan door de significant hogere technische lasten (+21%). Dat laatste was uiteraard beïnvloed door de gevolgen van de extreme weeromstandigheden in onder meer Tsjechië (tornado in juni) en vooral in België, met de bijzonder zware overstromingen in de zomer. De bruto-impact van de aan die overstromingen gerelateerde schadeclaims bedroeg 110 miljoen euro in 2021; netto (na herverzekering) is dat 87 miljoen euro, waarvan 45 miljoen euro boven de wettelijke limiet, dat is het plafond dat in de Belgische wetgeving is ingevoerd voor de tussenkomst van verzekeraars in geval van zeer grote overstromingen. Bovendien waren de schadeclaims in de referentieperiode veeleer gunstig beïnvloed door lagere claims tijdens de lockdownperiodes. Op groepsniveau bedroeg de gecombineerde ratio een niettemin nog excellente 89%, tegenover 85% het jaar voordien. De levensverzekeringen waren goed voor 43 miljoen euro in het verzekeringstechnische resultaat, ten opzichte van 8 miljoen euro het jaar voordien. In de cijfers van premies en technische lasten van levensverzekeringen zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen 1964 miljoen euro, dat is 1% minder dan in 2020. Die lichte daling komt vooral op het conto van de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 74 Jaarverslag KBC 2021 (tak 23) in België en Tsjechië, deels gecompenseerd door Bulgarije (dankzij de consolidatie van de levensverzekeringsactiviteiten van NN). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie 52% van de levensverzekeringspremie-inkomsten uit in 2021 en de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 48%. Andere inkomsten 4 De andere inkomsten bedroegen samen 419 miljoen euro, ruim boven de 264 miljoen euro in het jaar voordien. Het cijfer voor 2021 omvat 145 miljoen euro trading- en reëlewaarderesultaat. Dat is een sterke stijging tegenover de 33 miljoen euro van het jaar voordien, dat in het eerste kwartaal zeer negatief was beïnvloed door het uitbreken van de coronacrisis (die initieel leidde tot sterk gedaalde aandelenmarkten, toegenomen creditspreads en een lagere langetermijnrente). De andere inkomsten omvatten daarnaast ook 45 miljoen euro ontvangen dividenden, 6 miljoen euro netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income en 223 miljoen euro overige netto-inkomsten. Dat laatste is 47 miljoen euro meer dan het jaar voordien, onder meer dankzij een hoger bedrag aan eenmalige elementen. Voor 2021 zijn de belangrijkste positieve eenmalige elementen in de overige netto-inkomsten de badwill met betrekking tot de acquisitie van OTP Banka Slovensko en meerwaarde op de verkoop van de KBC-toren in Antwerpen; het belangrijkste negatieve element zijn de bijkomende kosten in verband met de tracker mortgage review in Ierland. Exploitatiekosten 5 Onze kosten bedroegen 4396 miljoen euro in 2021. Zonder bankbelasting is dat 3870 miljoen euro, op het eerste gezicht een stijging van 6% of 218 miljoen euro ten opzichte van het jaar daarvoor. Het overgrote deel van die stijging heeft echter te maken met uitzonderlijke/niet-operationele elementen. Het gaat daarbij vooral om de eenmalige kosten in verband met de (deels nog lopende) verkooptransacties in Ierland (97 miljoen euro) en consolidatiekringwijzigingen (48 miljoen impact van OTP Banka Slovensko), en, in mindere mate, de uitkering van een uitzonderlijke covidbonus voor het personeel en het positieve effect van de terugname van een kostenvoorziening in verband met de verkoop van de KBC-toren in Antwerpen. Zonder die elementen stegen de kosten met ongeveer 1,5%, of 1% als ook het wisselkoerseffect buiten beschouwing wordt gelaten (met daarin diverse elementen, zoals looninflatie, hogere variabele vergoedingen ten opzichte van het lage bedrag in 2020, lagere vte-aantallen in diverse kernlanden, hogere ICT kosten, enz.). De kosten-inkomstenratio bedroeg 58% in 2021, ruwweg hetzelfde niveau als het jaar voordien. Als we de uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (meer uitleg in het Glossarium, achteraan in dit jaarverslag) uit de berekening halen, bedraagt de ratio 55%, tegenover 57% het jaar voordien. Wanneer de bankenheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedraagt de kosten-inkomstenratio voor 2021 slechts 51%, hetzelfde niveau als het jaar voordien. Waardeverminderingen 6 In 2021 boekten we een nettoterugname van waardeverminderingen voor kredieten van 334 miljoen euro, tegenover een nettotoename van 1074 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2020 bestond voor het grootste deel uit de initiële aanleg van collectieve waardeverminderingen voor de gevolgen van de coronacrisis. Het betrof 783 miljoen euro, berekend als de som van 672 miljoen euro als gevolg van een expertgebaseerde berekening ('management overlay') en 111 miljoen euro via de ECL-modellen als gevolg van geactualiseerde macro-economische variabelen. In 2021 konden we daarvan 494 miljoen euro terugnemen. Als gevolg daarvan daalde het nog uitstaande bedrag van collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis tot 289 miljoen euro eind 2021. Meer uitleg vindt u in Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Daarnaast was er in 2021 ook een eenmalige negatieve impact van 178 miljoen euro als gevolg van de verkooptransacties in Ierland en per saldo 18 miljoen euro nettoterugname van individuele waardeverminderingen voor andere kredieten. De totale nettoterugname van 334 miljoen euro in 2021 bedraagt per land: 309 miljoen euro voor België, 142 miljoen euro voor Tsjechië, 16 miljoen euro voor Slowakije, 22 miljoen euro voor Hongarije en 2 miljoen euro voor Bulgarije, waarbij alleen voor Ierland (als gevolg van de deels nog lopende verkooptransacties) en het Groepscenter een nettotoename van 75Jaarverslag KBC 2021 waardeverminderingen voor kredieten werd geboekt, van respectievelijk 149 miljoen euro en 7 miljoen euro. De kredietkostenratio van de groep bedroeg daardoor -18 basispunten in 2021 (zonder de collectieve waardeverminderingen vanwege de coronacrisis was dat 9 basispunten), tegenover 60 basispunten het jaar voordien (16 basispunten zonder de collectieve waardeverminderingen vanwege de coronacrisis). Een negatieve ratio duidt op een positieve resultaatsimpact. Op 31 december 2021 vertegenwoordigden de (stage 3) impaired kredieten (zie Glossarium) 2,9% van onze kredietportefeuille, tegenover 3,3% het jaar voordien. Dat was 2,2% in België, 1,8% in Tsjechië en 5,7% in Internationale Markten. Het aandeel van de impaired kredieten van de volledige groep die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 1,5%, tegenover 1,8% het jaar voordien. De andere waardeverminderingen bedroegen in 2021 samen 73 miljoen euro, tegenover 108 miljoen euro. Het cijfer voor 2020 had vooral te maken met waardeverminderingen op software en de boekhoudkundige verwerking van de diverse betalingsmoratoria gerelateerd aan de coronacrisis in onze kernlanden (‘modificatieverliezen’; zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening), terwijl het cijfer voor 2021 vooral betrekking heeft op waardeverminderingen voor materiële en immateriële activa (vooral in verband met de verkooptransacties in Ierland), en, in minder mate, bijkomende modificatieverliezen. Belastingen 7 De belastingen bedroegen 804 miljoen euro in 2021, tegenover 407 miljoen euro het jaar voordien. Die stijging heeft vooral te maken met het hogere resultaat vóór belastingen en een eenmalig bedrag in verband met de verkooptransacties in Ierland (derecognition van uitgestelde belastingvorderingen). Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bankenheffingen. Die bedroegen 525 miljoen euro, tegenover 503 miljoen euro in 2020, en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten. Onze balans Balanstotaal 1 Eind 2021 bedroeg ons geconsolideerde balanstotaal 340 miljard euro, 6% meer dan een jaar eerder. De risicogewogen activa (Basel III, fully loaded) stegen met 2% tot 105 miljard euro. In het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? vindt u daarover meer details. Kredieten en deposito’s 2 De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito’s aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart uiteraard het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 160 miljard euro (zonder reverse repo’s) eind 2021. Die leningen en voorschotten aan klanten daalden op het eerste gezicht met ongeveer 1% voor de hele groep. Bij gelijkblijvende scope was dat echter een groei van 5%, met een groei van 5% in divisie België, 6% in divisie Tsjechië en 5% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 73 Samenstelling van de balans eind 2021 Verplichtingen en eigen vermogen Activa Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo’s Effecten Overige activa Deposito’s van klanten en schuldpapier, zonder repo’s Overige verplichtingen Eigen vermogen 33% 340 miljard euro 7% 27% 66% 20% 47% 2 3 4 1 2 4 5 76 Jaarverslag KBC 2021 miljard euro en de woningkredieten met 68 miljard euro. Voor informatie over betalingsuitstel als gevolg van de coronacrisis: zie de bespreking van de nettorente-inkomsten. Voor de (deels nog lopende) verkooptransacties in Ierland, zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito’s (deposito’s van klanten, zonder schuldpapier en repo’s) met 5% tot 199 miljard euro. Bij gelijkblijvende scope was dat 6%, met een groei van 6% in divisie België, 6% in divisie Tsjechië en 3% in divisie Internationale Markten. Uitgegeven schuldpapier was goed voor 27 miljard euro, 7% meer dan een jaar voordien. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito’s met 112 miljard euro en de spaarrekeningen met 75 miljard euro. Effecten 3 We houden ook een portefeuille met waardepapieren aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de levensverzekeringen). Eind 2021 bedroeg die effectenportefeuille ruwweg 68 miljard euro, en bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Eind 2021 had 83% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Slowakije, Hongarije en Spanje. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? Overige activa en overige verplichtingen 4 De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (8 miljard euro, 25% hoger dan het jaar voordien), reverse repo’s (25 miljard euro, 10% lager dan het jaar voordien), derivaten (6 miljard euro positieve marktwaarde, voor het grootste deel rentecontracten, ruwweg hetzelfde niveau als het jaar voordien), beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (15 miljard euro, 6% hoger jaar-op-jaar) en geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito’s bij kredietinstellingen (41 miljard euro, 65% meer dan het jaar voordien, vooral door hogere saldi bij de NBB en ECB). Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 33 miljard euro, ruwweg 4% meer dan het jaar voordien), derivaten (7 miljard euro negatieve marktwaarde, voor het grootste deel rentecontracten, hetzelfde niveau als het jaar voordien) en deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (38 miljard euro, 11% meer jaar-op-jaar). De belangrijke bedragen op de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten (10 miljard euro op 31 december 2021) en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (4 miljard euro op 31 december 2021) hebben te maken met de verkooptransacties van de Ierse krediet- en depositoportefeuilles. Eigen vermogen 5 Op 31 december 2021 bedroeg ons totale eigen vermogen 23,1 miljard euro. Dat bestond uit 21,6 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg in 2021 met 1,5 miljard euro, met als belangrijkste elementen daarbij de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro), een stijging van de herwaarderingsreserves (+0,4 miljard euro, meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties), de dividendenduitkering in mei en november 2021 (in totaal -1,4 miljard euro) en enkele kleinere elementen. Op 31 december 2021 bedroeg onze common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 15,5% (fully loaded, zie de paragraaf over het voorgestelde dividend in het hoofdstuk Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties), tegenover 17,6% het jaar voordien. Noteer dat de afronding van de lopende Ierse verkooptransacties uiteindelijk zal leiden tot een positief effect op de common equity ratio van naar schatting 0,9 procentpunten, en de afronding van de overname van Raiffeisen (Bulgarije) een negatief effect van 1 procentpunt. Onze leverage ratio bedroeg 5,4% (fully loaded). Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 167% en een NSFR-ratio van 148%. 77Jaarverslag KBC 2021 Bijkomende informatie en verwachtingen • In dit hoofdstuk bespraken we de geconsolideerde resultaten. Een bespreking van de niet- geconsolideerde resultaten en de balans vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. • De totale invloed van wisselkoersverschillen van de belangrijkste niet-euromunten op het nettoresultaat was per saldo beperkt tot een positieve 17 miljoen euro (vooral door de appreciatie van de Tsjechische kroon, en deels tenietgedaan door de depreciatie van de Hongaarse forint). • Informatie over het gebruik van financiële instrumenten en hedge accounting vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder meer in Toelichtingen 1.2, 3.3 en 4.1 t.e.m. 4.8, en in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? • Dividendpolitiek: zie hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties. • Informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden: zie Geconsolideerde jaarrekening, Toelichting 6.8. • Guidance voor 2022 (zie algemene disclaimer vooraan in het jaarverslag): - Totale opbrengsten: ongeveer 8,2 miljard euro (inclusief een positief effect van 0,2 miljard euro bij afronding van de nog lopende Ierse verkooptransactie), waarvan ongeveer 4,55 miljard euro nettorente-inkomsten. - Exploitatiekosten zonder bankenheffing: ongeveer 3,9 miljard euro (zonder eenmalige elementen) en 4,0 miljard euro (inclusief additionele eenmalige elementen in Ierland en eenmalige integratie-/ herstructureringskosten voor Raiffeisenbank Bulgaria). - Kredietkostenratio: ongeveer 10 basispunten (inclusief terugnames van coronareserves in 2022). • Rentegevoeligheid: we schatten de invloed van een onmiddellijke parallelle interestschok van +100 basispunten (over alle munten) op de nettorente- inkomsten van de groep op +4% nettorente- inkomsten in het eerste jaar, +12% in het tweede jaar en +18% in het derde jaar (gebaseerd op een statische balans en een conservatief ingeschatte pass-through rate). • Bazel IV-impact (uitgaande van een statische balans eind 2021): geraamd op ruwweg 8 miljard euro hogere risicogewogen activa, fully loaded (impact tussen 2025 en 2033). Dat komt overeen met een inflatie van de risicogewogen activa van 7% en een invloed van -1,1 procentpunt op de common equity ratio eind 2021. De impact van Bazel IV wordt gefaseerd ingevoerd, bijgevolg zal de invloed van de eerste toepassing op de risicogewogen activa in 2025 slechts ongeveer 2 miljard euro bedragen. 78 Jaarverslag KBC 2021 België Tsjechië Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Onze divisies Divisie Internationale Markten C ˇ SOB Bank en C ˇ SOB Poist'ovnˇ a in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije, UBB en DZI Insurance in Bulgarije. KBC Bank Ireland in Ierland behoorde in 2021 ook tot de divisie, maar wordt wegens verkoopovereenkomsten vanaf 2022 verschoven naar het Groepscenter. Divisie België KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en hun Belgische dochtervennootschappen, zoals CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep en KBC Securities. Divisie Tsjechië De C ˇ SOB-groep (onder de merknamen C ˇ SOB Bank, Postal Savings Bank, Hypotecˇní banka, C ˇ SOB Stavební sporˇitelna en Patria Finance) en de verzekeraar C ˇ SOB Pojišt’ovna. Medewerkers (eind 2021) Divisie België 30%14% 24% 33% Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige Klanten (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 31% 34% 35% 0% Opbrengsten (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 63% 19% 20% -2% Nettowinst (eind 2021) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Overige 76% 5% 27% -8% 79Jaarverslag KBC 2021 België Macro-economische context De Belgische economie liet in 2021 een stevig herstel optekenen van 6,1%. De economische activiteit overschreed al in het derde kwartaal opnieuw het niveau van vóór de coronacrisis, wat sneller was dan in de eurozone. De particuliere consumptie was de voornaamste drijvende kracht achter de groei, ondersteund door de verbetering van de situatie van de coronapandemie en de versoepeling van de beperkende maatregelen doorheen het jaar. In de tweede jaarhelft werd de groei in toenemende mate gehinderd door knelpunten aan de aanbodzijde van de economie. Zowel bevoorradingsproblemen als tekorten inzake arbeidskrachten speelden de bedrijven alsmaar meer parten. De vierde coronagolf dwong de overheid bovendien tot een nieuwe verstrenging van de coronamaatregelen naar het jaareinde toe. De arbeidsmarkt heeft de coronacrisis verrassend goed doorstaan. Dankzij het snelle herstel van de economische activiteit lag de werkgelegenheid eind 2021 2,2% hoger dan een jaar eerder, een toename met 108 000 personen. De sterke vraag naar arbeidskrachten zette de krapte op de arbeidsmarkt opnieuw op scherp. De werkloosheidsgraad (Eurostat-definitie) bleef eind 2021, ondanks een recordhoge vacaturegraad met 5,7% wel boven het cijfer van voor de crisis van 4,9%, wat erop duidt dat de mismatch op de Belgische arbeidsmarkt tijdens de crisis is toegenomen. Stijgende energieprijzen en door corona veroorzaakte knelpunten in de bevoorradingsketen dreven de Belgische inflatie volgens de Europese geharmoniseerde consumptieprijsindex eind 2021 in de richting van 7%. Begin 2022 steeg de inflatie zelfs verder tot bijna 10%. Het gemiddelde inflatiecijfer voor heel 2021 lag met 3,2% ruim hoger dan in 2020. De Belgische OLO-rente op 10 jaar veerde per saldo op van circa -0,4% begin 2021 tot 0,2% eind 2021. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund steeg van beneden 20 basispunten bij het jaarbegin tot 40 basispunten bij het jaareinde. Verwachte bbp-groei in 2022 en 2023: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden. Specifieke doelstellingen • Top Employer Belgium (Top Employers Institute) • Beste bank in België (Euromoney) • Beste bank en beste digitale bank (Spaargids.be) • Beste private bank in België (Euromoney en the Banker) • KBC Mobile beste mobilebankingapp wereldwijd (Sia Partners) • Beste beleggingsbank voor Bolero, het online beleggingsplatform van KBC (Spaargids.be) • KBC Autolease: Most Appreciated Leaseco 2021 (Link2Fleet-awards) • Best Financial Services Brand in België (Best Brand Awards) • We zetten de klant centraal in alles wat we ontwikkelen en doen. We focussen daarbij op een digital first-benadering met een human touch en investeren in een naadloze integratie van onze verschillende distributiekanalen. We zetten in op de verdere digitale ontwikkeling van onze bank-, verzekerings- en assetmanagementdiensten en benutten nieuwe technologieën en data om onze klanten meer persoonlijke en proactieve oplossingen aan te reiken. Met onze digitale assistent Kate brengen we dit naar the next level. • Om dat te ondersteunen werken we ook volop aan het end-to-end straight-through maken van al onze commerciële processen, gebruik makend van alle technologische mogelijkheden zoals artificiële intelligentie. • We breiden onze dienstverlening uit via eigen en andere kanalen. Daarvoor werken we samen met partners via ecosystemen om onze klanten complete oplossingen te kunnen aanbieden. We integreren een aanbod van bepaalde partners in onze eigen mobiele app en zijn ook met onze producten en diensten aanwezig in de distributiekanalen van bepaalde derde partijen. 80 Jaarverslag KBC 2021 • We mikken op een efficiëntere benutting van ons potentieel in Brussel via het aparte merk KBC Brussels, dat het specifieke kosmopolitische karakter van Brussel weerspiegelt en beter aan de noden van zijn bevolking beantwoordt. • We streven naar een verdere groei van CBC op het vlak van bankverzekeren in bepaalde marktsegmenten en naar een uitbreiding van onze toegankelijkheid in Wallonië. • We werken continu aan de verdere optimalisatie van ons bankverzekeringsmodel in België. • We gaan verder in onze ambitie om de referentiebankier te worden van kmo’s en midcap- ondernemingen in België op basis van onze doorgedreven kennis van de klant en onze persoonlijke aanpak. • We vertalen onze maatschappelijke betrokkenheid in de Belgische samenleving door een voortrekkersrol op te nemen in de duurzame revolutie. We verduurzamen onze bank-, verzekerings- en assetmanagementproducten zodat we mee een financiële hefboom vormen in de realisatie van de wereldwijde klimaatambities. Ook ‘beyond bankinsurance’ willen we een partner in klimaattransitie zijn, en daarom bouwen we samen met partners aan proposities inzake wonen, mobiliteit en energie. Daarnaast blijven we aandacht hebben voor financiële geletterdheid, ondernemerschap en de vergrijzingsproblematiek. Ontwikkelingen in 2021 We betuigen ons medeleven aan de slachtoffers van de zware overstromingen in juli en hun nabestaanden en we drukken onze sterke waardering uit voor al de hulpverleners en vrijwilligers die zich onvoorwaardelijk ingezet hebben voor de slachtoffers. In juli 2021 werden verschillende gebieden in België getroffen door zware overstromingen. De verzekerde schade overtrof onze vergoedingslimieten die in de wet vastliggen. We hebben samen met Assuralia (de federatie van de Belgische verzekeringssector) en de overheden een akkoord bereikt zodat voor de verzekerden hun schade vergoed wordt. De afgelopen maanden hebben we, via ons brede netwerk van verzekeringsagenten, experts en herstellers, al onze kennis en expertise ingezet om ervoor te zorgen dat de schadeclaims van de getroffen klanten snel en correct worden afgehandeld. Daarnaast bleef ook in 2021 het coronavirus hoog op de agenda. Het blijft de bedoeling een maximale service aan de klanten te verzoenen met de noodzakelijke preventiemaatregelen om de gezondheid van klanten en medewerkers te beschermen (mondmaskers, handgels, social distancing, enz.). Sinds het uitbreken van de coronacrisis werkten we intensief samen met overheidsinstellingen om alle door het coronavirus getroffen klanten te ondersteunen, onder meer door uitstel van kredietbetalingen (zie elders). De coronacrisis heeft daarnaast ook het gebruik van onze digitale systemen en apps nog verder versterkt, waardoor steeds meer klanten nieuwe manieren 81Jaarverslag KBC 2021 ontdekten om, veilig en vanop afstand, gebruik te maken van financiële diensten, wat zich vertaalde in een opvallend sterke toename van digitale contacten. We investeerden opnieuw sterk in de verdere uitbouw van die digitale systemen en leggen daarbij de nadruk op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken. Het belangrijkste wapenfeit was daarbij de verdere ontwikkeling van Kate, onze digitale assistent. U vindt daarover meer in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Daarnaast breidden we ook onze bancaire en verzekeringstoepassingen verder uit met bijvoorbeeld de lancering van de Instant Card Service, waardoor een klant die een nieuwe debetkaart aanvraagt of een bestaande kaart vervangt, meteen digitaal over zijn nieuwe kaart in KBC/CBC Mobile kan beschikken. We voegden in de laatste jaren ook talrijke niet-bancaire toepassingen toe aan ons aanbod. Voorbeelden daarvan zijn de mogelijkheid om een parkeerplaats of tickets voor openbaar vervoer te betalen, deelfietsen te bestellen, via nummerplaatherkenning en automatische betaling vlot in en uit bepaalde parkeergarages te rijden, filmtickets te bestellen, het covidticket toe te voegen enz. In het kader van een optimale dienstverlening en bereikbaarheid werken we samen met nog enkele andere grootbanken in de komende jaren aan een geïntegreerd ATM-platform met een optimale bereikbaarheid. Om nog beter te kunnen inspelen op de sterk wijzigende gewoonten en behoeften van de klanten die steeds meer kiezen voor het digitale, en tegelijk te focussen op een goed bereikbaar en volwaardig fysiek netwerk met maximale dienstverlening en gespecialiseerd advies voor alle klanten, blijft ons kantorennet een belangrijke rol spelen naast het bankieren-op-afstand (KBC Live) en de digitale kanalen, en beslisten we om een aantal kleinere kantoren slechts deeltijds te heropenen en een beperkt aantal kleine kantoren definitief te sluiten. Globaal stegen onze deposito’s (exclusief schuldpapier) voor de divisie als geheel verder met 6% in 2021. De kredietverlening steeg met 5%, onder meer dankzij de toename van het volume hypothecaire kredieten met 7%. Het beheerde vermogen groeide aan met 11% (mede dankzij hogere activaprijzen) en de levenreserves met 3%. In Brussel werken we sinds een paar jaar via een apart merk, KBC Brussels, met een grootstedelijk, innovatief imago en een aangepast netwerk. In 2021 werkten we verder aan de modernisering van het kantorennetwerk en de versterking van de adviesverlening op afstand via KBC Brussels Live. Die dienstverlening werd zeer gesmaakt door onze klanten in Brussel vanwege de laagdrempeligheid en uitgebreide bereikbaarheid. Dat en diverse andere initiatieven en acties zorgden ervoor dat KBC Brussels in 2021 meer dan 6 000 nieuwe klanten (netto) kon aantrekken. Ook in Wallonië hebben we weer belangrijke stappen voorwaarts gezet in onze groeistrategie, wat ook daar resulteert in meer dan 22 000 nieuwe klanten (netto) en een groei inzake onder meer woningkredieten en verzekeringen, die die van de Waalse markt overstijgt. Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In 2021 namen onze klanten bijvoorbeeld bij ongeveer negen op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een woningverzekering bij KBC Verzekeringen en bij acht op de tien een schuldsaldoverzekering. Het aantal actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) dat minstens 1 KBC-bankproduct en 1 KBC-verzekeringsproduct bezit steeg verder met 3% in 2021; het aantal actieve klanten dat minimaal 3 bank- en 3 verzekeringsproducten van KBC bezit steeg met 4,5%. Eind 2021 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 84% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten (3-3) maken 31% van de actieve klanten uit. Om ondernemerschap te stimuleren namen we opnieuw diverse initiatieven. Een van de belangrijkste voorbeelden daarvan blijft Start it @KBC, de grootste accelerator voor start-upbedrijven in België, met momenteel meer dan 1000 start-ups onder zijn vleugels. Verder bouwend op de ervaring met Start it @KBC, werd een paar jaar 82 Jaarverslag KBC 2021 geleden Start it X in het leven geroepen. Dat pogramma werd specifiek ontwikkeld op maat van grote bedrijven en organisaties die inzetten op open en duurzame innovatie en hun medewerkers de ruimte willen geven om hun eigen ideeën verder uit te werken. Ze krijgen de kans om hun ideeën te ontwikkelen, om samen te werken met start-ups en scale-ups, kunnen deelnemen aan workshops en events. Start it X brengt de bedrijven via ‘matchmaking’ ook in contact met internationale innovatieve spelers en technologieën. Start it @KBC heeft zich de voorbije vier jaar ook actief ingezet voor vrouwelijk ondernemerschap in het start-uplandschap. Vanaf 2022 zal het ook aanwezig zijn in Wallonië met Start it @CBC. Wat betreft milieubewustzijn, werken we niet alleen aan de reductie van onze eigen voetafdruk, maar we willen ook onze klanten actief bijstaan in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel. Het partnership dat KBC en Encon aangingen, zorgt ervoor dat de ondernemingen als klant van KBC kunnen rekenen op volledig geïndividualiseerd professioneel duurzaamheidsadvies op maat van hun specifieke bedrijfsprocessen en -behoeften, en daarvoor ook de geschikte financieringsmogelijkheden aangereikt krijgen. Op die manier groeit de verduurzaming vanuit de onderneming zelf, met KBC en Encon als katalysator en facilitator in hun transitie naar een duurzamere bedrijfsvoering. Verder blijven we werken aan de overgang naar multimobiliteit. De invoering van telewerk heeft geleid tot een ander gebruik van vervoermiddelen en een andere kijk op mobiliteit. Om met dat gewijzigde gedrag efficiënt om te gaan, ontwikkelde KBC Autolease de app MoveSmart. De gebruiker is multimobiel en kan gemakkelijker deelfietsen en -auto’s en openbaar vervoer gebruiken. In 2021 werden we ook de exclusieve hoofdpartner van De Warmste Week, een solidariteitsactie van de VRT en engageerden we ons om de komende drie jaar De Warmste Week te ondersteunen en mee verder uit te bouwen. De VRT laat een nieuwe wind waaien doorheen de gekende formule van De Warmste Week, de solidariteitsactie die traditioneel elk jaareinde wordt georganiseerd. Met #DWW21 lanceerde de VRT de zoektocht naar 21 jongeren die heel Vlaanderen op sleeptouw willen nemen rond één maatschappelijk thema waar jongeren van wakker liggen: kunnen zijn wie je bent. Bijdrage van de divisie tot het groepsresultaat Nettowinst 1 997 miljoen euro (+99%) Nettorente-inkomsten 2 533 miljoen euro (-2%) Verzekeringstechnisch resultaat 441 miljoen euro (-9%) Nettoprovisie-inkomsten 1 320 miljoen euro (+16%) Exploitatiekosten 2 436 miljoen euro (+2%) Waardeverminderingen op kredieten 309 miljoen euro terugname (654 miljoen toename) Kosten-inkomstenratio 51% (54%) Gecombineerde ratio 90% (84%) Kredietkostenratio -0,26% (0,57%) Ratio van impaired kredieten 2,2% (2,3%) Betreft 2021; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2020. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment. Nettowinst 1 997 miljoen euro (+99%) Nettorente-inkomsten 2 533 miljoen euro (-2%) Verzekeringstechnisch resultaat 441 miljoen euro (-9%) Nettoprovisie-inkomsten 1 320 miljoen euro (+16%) Exploitatiekosten 2 436 miljoen euro (+2%) Waardeverminderingen op kredieten 309 miljoen euro terugname (654 miljoen toename) Kosten-inkomstenratio 51% (54%) Gecombineerde ratio 90% (84%) Kredietkostenratio -0,26% (0,57%) Ratio van impaired kredieten 2,2% (2,3%) 83Jaarverslag KBC 2021 In 2021 haalde de divisie België een nettoresultaat van 1997 miljoen euro, een verdubbeling tegenover de 1001 miljoen euro het jaar daarvoor. De nettorente-inkomsten (2533 miljoen euro) daalden met 2%, als gevolg van een aantal factoren, waaronder lagere herbeleggingsrentes in het algemeen en lagere rente- inkomsten uit de obligatieportefeuille van de verzekeraar (deels als gevolg van een eenmalige post in de referentieperiode). Die elementen werden slechts voor een deel gecompenseerd door het positieve effect van onder meer de lagere financieringskosten (met inbegrip van het effect van TLTRO III), ECB tiering, een grotere kredietportefeuille (zie verder) en de ruimere toepassing van negatieve rentetarieven op bepaalde zichtrekeningen van bedrijven en kmo's. De nettorentemarge in België daalde licht van 1,63% in 2020 naar 1,61% in 2021. Het volume aan leningen en voorschotten aan klanten (108 miljard euro, zonder reverse repo’s) nam toe met 5% en de deposito’s van klanten (130 miljard euro, zonder schuldpapier en repo’s) stegen met 6%. Voor informatie over kredieten met uitstel van betaling onder de verschillende steunregelingen naar aanleiding van de coronacrisis verwijzen we naar Toelichting 1.4 van de Geconsolideerde jaarrekening. Onze nettoprovisie-inkomsten (1320 miljoen euro) stegen met 16% tegenover het jaar voordien. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan een groei van de vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten (dankzij gestegen beheersvergoedingen) en, in mindere mate, een stijging van de vergoedingen voor bankdiensten (vooral voor betalingstransacties), deels tenietgedaan door hogere distribitievergoedingen voor fondsen en verzekeringsproducten. Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in België bedroeg 441 miljoen euro. Bij de schadeverzekeringen werd het positieve effect van de groei van de premie- inkomsten en het hogere resultaat uit herverzekering meer dan tenietgedaan door de significante toename van de schadelasten. Dat laatste had onder meer te maken met gevolgen van de zware overstromingen vooral in Wallonië in de zomer (waarover meer informatie in het hoofdstuk Ons financieel rapport). Het jaar voordien was het schadeniveau bovendien relatief laag als gevolg van de lockdowns. De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam uit op 90%. De verkoop van onze levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) bereikte 1626 miljoen euro, 2% minder dan het jaar voordien, vooral door een lichte daling bij de verkoop van levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (tak 23-producten). De andere inkomstenposten bestonden vooral uit de dividenden die we ontvingen op de effecten in onze portefeuilles (38 miljoen euro), de trading- en reëlewaarde- inkomsten (224 miljoen euro, sterke groei ten opzichte van het jaar voordien) en de overige inkomsten (195 miljoen euro, omvat vooral de resultaten van KBC Autolease en VAB, resultaten op de verkoop van bepaalde obligaties, en diverse kleinere eenmalige zaken, zoals de meerwaarde op de verkoop van de KBC-toren in Antwerpen). Onze kosten in België stegen met 2% tot 2436 miljoen euro. Een deel van het verschil heeft echter te maken met uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen, zoals hogere bankenheffingen, de uitkering van een uitzonderlijke covidbonus voor het personeel en de terugname van een kostenvoorziening in verband met de verkoop van de KBC- toren in Antwerpen. Zonder die elementen is er nauwelijks een stijging van de kosten in 2021. De kosten-inkomstenratio bedroeg daardoor 51%, tegenover 54% het jaar voordien. We boekten een nettoterugname van 309 miljoen euro aan waardeverminderingen op kredieten, tegenover een nettotoename van 654 miljoen euro in 2020. Het hoge cijfer voor 2020 had vooral te maken met de initiële aanleg van collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis (413 miljoen euro). In 2021 konden we hiervan een deel terugnemen (313 miljoen euro; zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de waardeverminderingen -26 basispunten, tegenover 57 basispunten het jaar voordien (een negatieve ratio duidt op een positieve invloed op het resultaat). Eind 2021 was ongeveer 2,2% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 2,3% het jaar voordien. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 1,0% uit van de kredietportefeuille, tegenover 1,1% het jaar voordien. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 6 miljoen euro. Het jaar voordien was dat 41 miljoen euro, wat vooral te maken had met software en de boekhoudkundige impact van de betalingsmoratoria als gevolg van de coronacrisis. 84 Jaarverslag KBC 2021 Tsjechië Macro-economische context In de loop van 2021 kende Tsjechië twee pandemiegolven. De krimp van de Tsjechische economie in het eerste kwartaal was het gevolg van de lockdownmaatregelen tegen de besmettingsgolven. Die troffen vooral de dienstensector, met name handel en toerisme. De gunstige ontwikkeling van de industriële productie in de eerste helft van 2021 voorkwam een zwaardere economische impact. De industriële sector werd echter geconfronteerd met toenemende problemen met toeleveringsketens, internationaal vervoer dat steeds meer vertraging opliep en duurder werd, en de sterke stijging van de grondstof- en energieprijzen. Die flessenhalzen bereikten in het derde kwartaal hun hoogtepunt met als gevolg een aanzienlijke daling van de productie in de auto-industrie, nog steeds goed voor ongeveer 10% van de totale productie. De krimp van de Tsjechische economie in het eerste kwartaal was echter slechts van voorbijgaande aard en had geen noemenswaardige impact op de voorheen al krappe arbeidsmarkt. Omdat de krimp beperkt bleef tot een relatief klein deel van de economie, konden werknemers immers overstappen naar groeiende sectoren en begon het aantal werklozen opnieuw af te nemen. De combinatie van de daling van de werkloosheid en de toename van het aantal vacatures zorgde voor een sterkere groei van de arbeidskosten voor binnenlandse bedrijven. Die stijging van de loonkosten leidde tot een lichte verslechtering van de concurrentiekracht, die desondanks nog steeds zeer sterk blijft. Het economische herstel in 2021 ging echter gepaard met een toenemende inflatiedruk, waardoor de Tsjechische Nationale Bank (CNB) besliste om in te grijpen. Reeds eind juni verhoogde de CNB haar beleidsrente met 25 basispunten tot 0,50%. Ze bleef op elke daaropvolgende beleidsvergadering verkrappen. Eind december bedroeg de tweewekelijkse repo-rente 3,75%. Niettemin bleef de inflatiedruk toenemen, zodat de jaar-op-jaarstijging van de consumentenprijzen in december opliep tot 5,4%. In februari 2022 verhoogde de CNB haar beleidsrente verder met 75 basispunten tot 4,50%. Allicht zal de CNB in deze verkrappingscyclus nog eenmaal haar beleidsrente verhogen tot 4,75%. Het grotere renteverschil ten opzichte van de euro ondersteunde de Tsjechische kroon, die eind 2021 opnieuw in de buurt van 25 kroon per euro noteerde. Vooral onder druk van de internationale risicoaversie na het uitbreken van de Russisch- Oekraïense oorlog verzwakte de Tsjechische kroon ten opzichte van de euro. Dankzij de rentesteun en mogelijke interventies van de CNB op de wisselkoersmarkt zal de kroon echter in de loop van 2022 allicht geleidelijk opnieuw appreciëren. Verwachte bbp-groei in 2022 en 2023: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden. Specifieke doelstellingen • • Beste Bank in Tsjechië (Global finance) • Beste private bank in Tsjechië (Euromoney, the Banker) • Beste kmo-bank en Beste Trade Finance Provider in Tsjechië (Global Finance) • Outstanding leader in sustainability transparency in CEE, Financial Leader in Sustaining Communities in CEE and Outstanding Leader in Resource Management in CEE (Global Finance) • TOP Responsible Large Company en TOP Responsible Company friendly to women (Business for Society) • Award for exceptional integration of the disabled (Kolib rˇ ík Award) • We willen onze referentiepositie in bankverzekeren behouden door een zero-hassle, no-frills klantenervaring voor onze retailklanten, kmo’s en midcaps. • We gebruiken data en AI om op een proactieve wijze relevante en gepersonaliseerde klantgerichte oplossingen aan te bieden, onder meer via Kate, onze gepersonaliseerde digitale assistent. • We gaan door met het verder digitaliseren van diensten en het introduceren van nieuwe innovatieve producten en diensten, waaronder open bankverzekeringsoplossingen gericht op het financiële welzijn van onze klanten. 85Jaarverslag KBC 2021 beleggen te starten, vooral bedoeld voor beginnende investeerders die weinig complexiteit wensen. De variant NaMíru Zodpoveˇ dneˇ is vooral bedoeld voor klanten die focussen op duurzaamheid. Ondertussen is ook de vorig jaar gelanceerde cyberriskverzekering in onze smartphone-app bijzonder succesvol, met bijvoorbeeld 100 000 nieuwe verzekeringsklanten. Ook Tsjechië werd in 2021 getroffen door uitzonderlijke weersomstandigheden. Eind juni trof een tornado dorpen in Zuid-Moravië. We reageerden onmiddellijk om onze klanten te helpen. Als verzekeraar stuurden we een team experts naar het getroffen gebied en startten we bijvoorbeeld nagenoeg onmiddellijk met voorschotbetalingen van aangegeven schade. Getroffen klanten konden ook uitstel vragen voor de afbetaling van leningen tot zes maanden. We lanceerden ook een publieke liefdadigheidsinzamelingsactie voor de slachtoffers, in het kader van het programma ‘C ˇ SOB helps the regions’. Het overgrote deel van de schadeclaims was eind 2021 al afgewikkeld. We realiseerden opnieuw een behoorlijke kredietgroei in 2021. Globaal steeg onze kredietverlening met 6% in 2021, onder meer door de groei inzake woningkredieten (+7%). Ook onze deposito’s (zonder schuldpapier) stegen met 6%. In deze groeicijfers is geen rekening gehouden met de wisselkoersimpact. Het beheerde vermogen groeide aan met 23% (dankzij hogere activaprijzen en een netto-instroom) en de levenreserves daalden met 4%. In 2019 namen we het resterende deel van de bouwspaarbank C ˇ MSS over, waardoor C ˇ SOB zijn positie als toonaangevende instelling op de woningkredietmarkt consolideerde. In de loop van 2021 werd C ˇ MSS omgedoopt tot C ˇ SOB Stavební spoˇritelna. Op die manier vinden klanten nu diverse diensten met betrekking tot huisvesting onder één dak en één merk. Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2021 namen bijvoorbeeld ongeveer vijf op tien klanten van de C ˇ SOB-groep die een hypothecaire lening aangingen bij • We concentreren ons op het straight-through maken van processen en het verder vereenvoudigen van producten, ons hoofdkantoor, ons distributiemodel en branding, om nog kostenefficiënter te worden. • We mikken op het ontsluiten van zakelijk potentieel door een geavanceerd gebruik van gegevens en digitaal lead management, de hefboomwerking van onze positie als marktleider inzake woningfinanciering en nog meer focus op volumegroei en winstgevendheid van onze verzekeringen. • We willen onze bedrijfscultuur versterken om nog flexibeler, wendbaarder en diverser te worden. • We brengen onze maatschappelijke betrokkenheid tot uitdrukking door te focussen op milieubewustzijn, financiële kennis, ondernemerschap en vergrijzing van de bevolking. Ontwikkelingen in 2021 We namen verschillende maatregelen om onze klanten en medewerkers zo goed mogelijk te beschermen tijdens de coronacrisis en tegelijk de dienstverlening te garanderen. Bijna alle kantoren bleven ook tijdens de moeilijkste periodes open. Thuiswerken en hybride vergaderingen werden uiteraard waar mogelijk aanbevolen. Medewerkers konden bovendien zorgdagen gebruiken om zich te laten vaccineren. Sinds het begin van de coronacrisis werken we intensief samen met overheidsinstellingen om door het coronavirus getroffen klanten te ondersteunen, onder meer door uitstel van kredietbetalingen (zie elders). Mede door de voorbije lockdowns zagen we een nog snellere groei van de digitale kanalen, vooral mobiel bankieren. We breidden bovendien het aantal diensten in onze smartphone-app verder uit met bijvoorbeeld een parkeerservice, de mogelijkheid te betalen voor openbaar vervoer, directe betaalmogelijkheid bij bepaalde tankstations en de mogelijkheid om van Kate, onze digitale en gepersonaliseerde assistent, gebruik te maken (zie voor meer informatie het hoofdstuk 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur'). Het aantal actieve gebruikers van onze digitale kanalen is in het laatste jaar met ongeveer 9% gestegen, tot 1,3 miljoen, en we lanceerden diverse nieuwe producten, zoals NaMíru Investments, een gemakkelijke manier om met online 86 Jaarverslag KBC 2021 Bijdrage van de divisie tot het groepsresultaat Nettowinst 697 miljoen euro (+86%) Nettorente-inkomsten 972 miljoen euro (-4%) Verzekeringstechnisch resultaat 220 miljoen euro (+17%) Nettoprovisie-inkomsten 214 miljoen euro (+6%) Exploitatiekosten 803 miljoen euro (+7%) Waardeverminderingen op kredieten 142 miljoen euro terugname (210 miljoen toename) Kosten-inkomstenratio 53% (53%) Gecombineerde ratio 87% (87%) Kredietkostenratio -0,42% (0,67%) Ratio van impaired kredieten 1,8% (2,3%) Betreft 2021; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2020. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment. de bank ook een woningverzekering van de groep. Het aantal actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) die minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep bezitten, steeg verder met ruwweg 8% in 2021; het aantal actieve klanten die minstens 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep bezitten, steeg zelfs met 13%. Eind 2021 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 85% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten (2-2) maakten 19% van de actieve klanten uit. We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing. Inzake milieu was een van de doelen om tegen eind 2021 een volledige stopzetting van de directe financiering van thermische steenkoolactiviteiten te realiseren. Dat doel werd al midden 2021 bereikt. In 2021 finaliseerden we met succes een eerste bedrijfsobligatiemandaat (ter waarde van 1 miljard euro) voor CTP, in overeenstemming met de ICMA Green Bond Standards. CTP is een toonaangevende eigenaar en ontwikkelaar van logistiek vastgoed in Centraal-Europa. Als koploper in de sector op het gebied van duurzame financiering gebruikt CTP alle opbrengsten van zijn obligatietransacties voor gebouwen met een zeer goed of uitmuntend extern duurzaamheidscertificaat. Inzake initiatieven om ondernemerschap te stimuleren blijft Start it@C ˇ SOB het belangrijkst. In 2021 steunden we bijvoorbeeld 19 start-ups via Start it en stimuleerden we ondernemerschap bij jongeren door mee te werken aan het project ‘Compete and Become an entrepreneur’ (Souteˇ ž a podnikej). Voor senioren en hun familieleden bestaat er sinds enkele jaren een portaalsite ‘don’t get lost in old age’ (www. neztratitsevestari.cz) waarop ze zowel juridische informatie vinden als antwoorden over sociale aangelegenheden. Verder werd er een specifieke hulplijn opgericht voor 70-plussers en een e-book gepubliceerd waarin zowel bank- en verzekeringszaken als financiële planning aan bod komen. Daarnaast blijven we inzetten op de toegankelijkheid van onze diensten, in dat kader werd C ˇ OSB in 2021 uitgeroepen tot ‘Bank without Barriers’. 87Jaarverslag KBC 2021 In 2021 behaalde de divisie Tsjechië een nettowinst van 697 miljoen euro, tegenover 375 miljoen euro het jaar daarvoor. De gemiddelde wisselkoers van de Tsjechische kroon ten opzichte van de euro steeg met 3% tegenover het jaar voordien. De nettorente-inkomsten in Tsjechië (972 miljoen euro) daalden met 4%. De nettorentemarge in Tsjechië daalde van 2,31% in 2020 naar 2,08% in 2021 door de lagere herbeleggingsrentes en druk op de marges van de kredietportefeuille (vooral bij de hypothecaire kredieten). De deposito’s van klanten (45 miljard euro, zonder schuldpapier en repo’s) groeiden in een jaar tijd aan met 6% en leningen en voorschotten aan klanten (33 miljard euro, zonder reverse repo’s) stegen eveneens met 6% (groeipercentages exclusief wisselkoersimpact en eventuele kringschommelingen). Voor informatie over kredieten met uitstel van betaling onder de verschillende steunregelingen naar aanleiding van de coronacrisis verwijzen we naar Toelichting 1.4 van de Geconsolideerde jaarrekening. Onze nettoprovisie-inkomsten (214 miljoen euro) stegen met 6%, vooral dankzij hogere vergoedingen voor assetmanagementdiensten en voor bankdiensten (zoals voor betalingsverkeer) en het positieve wisselkoerseffect. Het technische resultaat van onze verzekeringsactiviteiten in Tsjechië bedroeg 220 miljoen euro, 17% meer dan het jaar voordien. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie- inkomsten en het resultaat uit herverzekering, maar ook een stijging van de technische lasten, deels door de gevolgen van de extreme weersomstandigheden (tornado in juni); terwijl er in het vorige jaar relatief lage schadeclaims waren als gevolg van de lockdowns. De gecombineerde ratio van onze Tsjechische schadeverzekeringsactiviteiten kwam uit op 87%. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 182 miljoen euro, 12% minder dan het jaar voordien, vooral door een lagere verkoop van levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen. De andere inkomstenposten bestonden vooral uit trading- en reëlewaarde-inkomsten (95 miljoen euro, sterke groei ten opzichte van het jaar voordien) en overige netto-inkomsten (8 miljoen euro). De kosten stegen met 7% of 51 miljoen euro tot 803 miljoen euro. Het grootste deel van die stijging heeft echter te maken uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen, zoals hogere bankenheffingen, de uitkering van een uitzonderlijke covidbonus voor het personeel en het wisselkoerseffect. Zonder deze elementen stegen de kosten slechts ongeveer 2%. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten bedroeg daardoor 53%, hetzelfde niveau als het jaar voordien. In 2021 boekten we een nettoterugname van 142 miljoen euro waardeverminderingen op kredieten, tegen een nettotoename van 210 miljoen euro het jaar voordien. Het relatief hoge cijfer voor 2020 had vooral te maken met de initiële aanleg van collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis (162 miljoen euro). Daarvan konden we in 2021 93 miljoen euro terugboeken (zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de waardeverminderingen op kredieten -42 basispunten, tegenover 67 basispunten het jaar voordien (een negatieve ratio duidt op een positieve invloed op het resultaat). Eind 2021 was ongeveer 1,8% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 2,3% het jaar voordien. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 0,8% uit van de kredietportefeuille, tegen 1,0% het jaar voordien. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 16 miljoen euro, hetzelfde niveau als het jaar voordien. 88 Jaarverslag KBC 2021 Internationale markten Macro-economische context in Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland In 2021 was het herstel van de economie na de coronaschok van 2020 de belangrijkste bepalende factor voor Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In lijn met de ontwikkeling in de eurozone begon het eerste kwartaal van 2021 moeilijk in de tweede pandemiegolf. Zowel de Slowaakse als de Bulgaarse economie kromp in het eerste kwartaal. De Hongaarse economie was daarop een uitzondering met positieve groei. In het tweede en derde kwartaal volgden voor de Centraal- Europese thuismarkten positieve kwartaalgroeicijfers in lijn met de ontwikkeling in de eurozone, gevolgd door een opnieuw zwakker vierde kwartaal als gevolg van de vierde coronagolf en de omikronvariant. De specialisatie in sectoren als de auto-industrie maakt de thuismarkten in de regio extra kwetsbaar voor belemmeringen in internationale toeleveringsketens. De Russisch-Oekraïense oorlog heeft een belangrijke impact op de thuismarkten en zal naar verwachting in 2022 op de groei wegen. De inflatieopstoot in 2021 was over het algemeen forser in de Centraal-Europese economieën dan in de eurozone. De krappe arbeidsmarkt in de regio droeg daar via relatief sterke loonstijgingen toe bij. De Nationale Bank van Hongarije (NBH) reageerde dan ook snel en doortastend. Sinds eind juni 2021 verhoogde de NBH haar basisrente (Base Rate) cumulatief van 0,60% tot 2,40%. In januari verhoogde de NBH haar basisrente verder tot 2,90% en in februari tot 3,40%. Wellicht zal ze daarna pauzeren om de impact op de inflatie te evalueren. De ontwikkeling van de wisselkoers van de Hongaarse forint ten opzichte van de euro speelt daarbij een belangrijke rol. In 2021 deprecieerde de Hongaarse forint per saldo weliswaar maar matig tegenover de euro, maar de volatiliteit doorheen 2021 was groot. De uitgesproken depreciatie in de periode tussen september en het jaareinde was vooral het gevolg van het reëlerenteverschil met de eurozone. De forint deprecieerde fors door de algemene risicoaversie op de financiële markten na het uitbreken van de Russisch-Oekraïense oorlog, maar zal daarna allicht stabiliseren en zijn trendmatige depreciatie voortzetten. Ook de Bulgaarse economische groei kende in 2021 een fors herstel na de pandemieschok van 2020. De jaargemiddelde inflatie liep op in 2021, maar in mindere mate dan in de overige Centraal-Europese thuismarkten. De Bulgaarse economie kampt met de impact van het conflict in Oekraïne en een lage vaccinatiegraad, die Bulgarije extra kwetsbaar maakt voor de vierde coronagolf en de omikronvariant. Daarnaast was er sinds midden 2021 politieke onzekerheid, en kon pas na de nieuwe parlementsverkiezingen van november een nieuwe regering worden gevormd. Met een reële bbp-groei van 13,5% was Ierland de positieve uitschieter in 2021. Een belangrijke nuancering daarbij is dat de Ierse bbp-cijfers sterk verstoord worden door de activiteiten van grote multinationals, bijvoorbeeld in de farmaceutische sector. Zoals ook in de andere thuismarkten veerde de jaargemiddelde inflatie op van -0,5% in 2020 tot 2,4% in 2021. Verwachte bbp-groei in 2022 en 2023: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden. Specifieke doelstellingen • C ˇ SOB, K&H Bank, UBB: Best Trade Finance Provider in respectievelijk Slowakije, Hongarije en Bulgarije (Global Finance) • C ˇ SOB: Best Sub-custodian Bank in Slowakije (Global Finance) • UBB: Safest Bank in Bulgarije (Global Finance) • DZI: Non-Life Insurer of the Year in Bulgarije (Association of Bulgarian Insurers) • K&H: Financial enterprise of the year in Hongarije (Figyelo TOP200) • KBC Bank Ireland: Best banking website (Vega Awards) • De vernieuwde groepsstrategie brengt een aantal uitdagingen met zich mee voor alle landen van de divisie: - de ontwikkeling van nieuwe unieke ‘bankverzekeren+’- proposities; - het verder digitaal upgraden van ons distibutiemodel; - het opdrijven van straight-through en scalable processen; - het vergroten van de capaciteit inzake data & AI, om proactief relevante en gepersonaliseerde oplossingen aan te bieden; 89Jaarverslag KBC 2021 - het selectief uitbreiden van onze activiteiten om tot de top 3 inzake bankieren en de top 4 inzake verzekeren te behoren; - het blijven streven naar een maatschappelijk verantwoorde aanpak in alle landen. Onze focusdomeinen zijn milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en gezondheid. • Specifiek per land: - In Hongarije willen we de onbetwiste leider zijn op het gebied van innovatie. Om de winstgevendheid te verhogen, mikken we er op inkomstengroei via een sterke klantenwerving in alle banksegmenten en via intensievere crossselling. We ambiëren ook een stevige groei van onze verzekeringsactiviteiten, vooral door verkoop in de bankkantoren en, voor niet- levensverzekeringen, via (internet)makelaars en agenten. - In Slowakije mikken we op een voortzetting van de sterke groei in strategische producten (woningkredieten, consumentenkredieten, kmo-financiering, leasing, verzekeringen), onder meer via crossselling aan bestaande klanten van de groep en via digitale kanalen. Andere prioriteiten zijn de verkoop van fondsen en het verhogen van de fee-opbrengsten. - In Bulgarije mikken we aan de bankzijde op een toename van het marktaandeel in leningen in alle segmenten, binnen een robuust risicokader (cf. de overname van Raiffeisenbank Bulgaria verderop). Ook voor onze verzekeraar DZI blijft het de bedoeling sterker te groeien dan de markt, zowel in levens- als in niet-levensverzekeringen, zowel via het bankkanaal als via andere kanalen. - Ierland behoorde tot eind 2021 tot de divisie Internationale Markten maar wordt daarna – gezien de lopende verkoopovereenkomsten – overgeheveld naar het Groepscenter. Zie verder bij Ontwikkelingen in 2021. Ontwikkelingen in 2021 Tijdens de coronacrisis werkten heel wat medewerkers in de divisie Internationale Markten uit de hoofdkantoren van thuis uit en/of in opgedeelde teams, maar bleven de bankkantoren grotendeels open. Ook werden de werklocaties snel aangepast aan de opgelegde gezondheids- en veiligheidsvereisten. Er werd een adequate communicatie opgezet naar zowel medewerkers als klanten. Live events en meetings werden vervangen door digitale events en meetings. Tegelijk werd intensief samengewerkt met overheidsinstellingen in de diverse landen om alle door het coronavirus getroffen klanten te ondersteunen, onder meer door uitstel van kredietbetalingen (zie elders). De coronacrisis gaf bovendien een boost aan het gebruik van onze digitale kanalen: om maar enkele voorbeelden te noemen: het aantal gebruikers van de mobilebankingapp groeide in 2021 verder aan met ongeveer 30% in Hongarije en Bulgarije, en met 15% in Slowakije. We ontwikkelden ook diverse nieuwe producten en diensten, waarbij de focus vanzelfsprekend op het digitale lag. Daarbij denken we bijvoorbeeld – afhankelijk van het land – aan volledig digitale onboarding van nieuwe klanten, digitale De overname van Raiffeisenbank Bulgaria biedt ons de opportuniteit een deel van ons kapitaal in te zetten voor een franchiseversterkende, synergetische en waarde- verhogende investering in een markt die de groep goed kent. 90 Jaarverslag KBC 2021 We werkten ook verder aan het scherpstellen van de geografische focus van de groep. In juli 2021 rondden we de overname van de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN af. Die transactie past volledig in onze strategie en maakt het UBB en DZI mogelijk hun crosssellingpotentieel verder te vergroten via hun reeds gevestigde bankverzekeringsaanwezigheid op de Bulgaarse markt, om meer klanten te bedienen en te profiteren van schaalvoordelen en een grotere zichtbaarheid. In november bereikten we een akkoord over een tweede transactie in Bulgarije, namelijk de overname van Raiffeisenbank (Bulgaria). Dat is een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijven. Na finalisatie (vermoedelijk medio 2022) van de transactie – die nog moet worden goedgekeurd door de toezichthouders – is het de bedoeling om over te gaan tot een fusie van Raiffeisenbank (Bulgaria) en UBB. De gecombineerde entiteit zal wat activa betreft een marktaandeel van naar schatting 18% behalen en de overname zal ook ruime mogelijkheden creëren voor crossselling met DZI op het vlak van verzekeringen. Eind augustus bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van ruwweg 1,1 miljard euro in een transactie die wordt gefinancierd via fondsen die worden beheerd door CarVal Investors. Die deal werd begin februari 2022 gefinaliseerd. In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland dat het een juridisch bindende overeenkomst heeft gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast zal als onderdeel van de transactie Bank of Ireland Group ook een kleine portefeuille van non- performing hypotheekleningen verwerven. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouder en de Ierse mededingingsautoriteiten. De finalisatie van beide transacties zal uiteindelijk leiden tot de terugtrekking van KBC uit de Ierse markt. Op 1 oktober 2021 ten slotte, fuseerde het eind 2020 overgenomen OTP Banka Slovensko met C ˇ SOB Bank in Slowakije. U vindt meer informatie (inclusief de verwachte impact op de kapitaalratio van de groep) over alle bovenvermelde overnames en verkopen in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening. Door onze focus op bankverzekeren realiseren we tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in Bulgarije en Slowakije bij meer dan negen op tien, en in Hongarije bij meer dan zeven op tien van onze nieuwe hypothecaire kredieten ook een brandverzekering van de groep. Voor de divisie als geheel steeg het aantal actieve klanten (klanten met een zichtrekening waarop regelmatig inkomen overgemaakt wordt) dat minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep bezit licht met 1% in 2021; het aantal actieve klanten dat minstens 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep bezit, steeg met 6%. Eind 2021 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 64% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bank- verzekeringsklanten (2-2) tekenden voor 18% van de actieve klanten. consumentenkredieten en bepaalde verzekeringen, beleggingsplannen via smartphone-app enzovoorts. Ook AI is niet meer weg te denken: in Slowakije, Bulgarije en Hongarije lanceerden we bijvoorbeeld het Optimum Fund Enhanced Intelligence, een fonds voor privatebankingklanten dat een beroep doet op artificiële intelligentie. En net zoals dat in België en Tsjechië het geval is, breiden we de smartphone-apps in de verschillende landen uit met toepassingen die het strikte bankverzekeren overstijgen, zoals het kopen van bustickets, enz. In Ierland werd een volledig nieuwe website uitgerold, die bij de Vega Digital Awards werd uitgeroepen tot ‘best banking website’. Voor de divisie als geheel namen de deposito’s (zonder schuldpapier) en de kredietverlening verder toe in 2021, met respectievelijk 3% en 5%. De kredietverlening groeide aan in alle landen van de divisie, terwijl de deposito’s alleen stegen in Hongarije en Bulgarije. Deze gegevens maken abstractie van wisselkoersimpact en gaan uit van dezelfde consolidatiekring. Wanneer we alleen de drie Centraal- en Oost-Europese landen in aanmerking nemen, bedroeg de groei van kredietverlening 8%. 91Jaarverslag KBC 2021 We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Enkele voorbeelden: We zijn actief betrokken bij de financiering van hernieuwbare-energieprojecten in alle kernlanden. In Hongarije financierden we de bouw van 39 nieuwe fotovoltaïsche centrales met een totaal geïnstalleerd vermogen van bijna 20 MWp. Het hele project werd ontwikkeld door Slowaakse investeerders en vormt een mooi voorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking tussen KBC- entiteiten op het gebied van de financiering van hernieuwbare energiebronnen. In Bulgarije heeft UBB in 2021 nieuwe projecten voor hernieuwbare energie gefinancierd voor meer dan 40 MW, waardoor meer dan 30 ton nieuwe CO 2 -emissies worden vermeden. In Hongarije, waar zo’n 70% van de bedrijven door families wordt geleid, zet K&H vooral in op de Bijdrage van de divisie tot het groepsresultaat Nettowinst 127 miljoen euro (-36%) Slowakije 85 miljoen euro (+52%) Hongarije 226 miljoen euro (+98%) Bulgarije 114 miljoen euro (+51%) Ierland -298 miljoen euro (250 miljoen euro lager) Nettorente-inkomsten 962 miljoen euro (+8%) Verzekeringstechnisch resultaat 183 miljoen euro (+7%) Nettoprovisie-inkomsten 305 miljoen euro (+12%) Exploitatiekosten 1048 miljoen euro (+17%) Waardeverminderingen op kredieten 110 miljoen euro toename (217 miljoen toename) Kosten-inkomstenratio 71% (64%) Gecombineerde ratio 86% (84%) Kredietkostenratio 0,36% (0,78%) Ratio van impaired kredieten 5,7% (6,9%) Betreft 2021; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2020. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment. begeleiding van de zogenaamde NextGens. De website ‘The Family Business Knowledge Centre’ biedt hun advies over verschillende aspecten van het runnen van een familiebedrijf, zoals duurzaamheid , successieplanning enz. De Business Expectation Index van C ˇ SOB peilt bij Slowaakse ondernemers naar de mogelijkheden om hun bedrijf uit te breiden en hun investeringen te plannen, en ook naar de verwachtingen ten aanzien van de behoeften van hun klanten en de belangrijkste risico’s. KBC Ireland werkt nauw samen met de Irish Banking Culture Board en bekijkt hoe het op een duidelijke en eenvoudige manier schriftelijk kan communiceren met zijn klanten. En UBB Interlease in Bulgarije heeft in zijn COSME- programma een specifiek leaseproduct opgenomen dat de financiering mogelijk maakt van elektrische en hybride voertuigen en van alle apparatuur die verband houdt met hernieuwbare energie. 92 Jaarverslag KBC 2021 In 2021 bedroeg het nettoresultaat van onze divisie Internationale Markten 127 miljoen euro, tegenover 199 miljoen euro het jaar daarvoor. Dat was 226 miljoen euro voor Hongarije, 85 miljoen euro voor Slowakije, 114 miljoen euro voor Bulgarije en -298 miljoen euro voor Ierland (negatief resultaat door de eenmalige impact van de lopende verkooptransacties in 2021). Uitleg over de impact van de recente overnames (OPT Banka Slovensko en de pensioen- en levensverzekeringen van NN in Bulgarije, en de verkooptransacties in Ierland) vindt u in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening. De nettorente-inkomsten van de volledige divisie bedroegen 962 miljoen euro in 2021, 8% meer dan het jaar voordien, vooral dankzij Slowakije (grotendeels door de consolidatie van OTP Banka Slovensko) en Hongarije (onder meer dankzij de kredietgroei, en een sterke toename van de herbeleggingsrente in de tweede jaarhelft). De gemiddelde nettorentemarge van de divisie steeg licht van 2,60% naar 2,61%. De deposito’s van klanten van de divisie bedroegen 24 miljard euro (zonder schuldpapier en repo’s). Op autonome basis (zonder wisselkoersinvloeden en bij gelijke consolidatiekring) is dat een groei van 3%, te danken aan Hongarije en Bulgarije. De leningen en voorschotten aan klanten van de volledige divisie (19 miljard euro, zonder reverse repo’s) stegen op autonome basis met 5% tegenover het jaar voordien, met groei in alle landen. Wanneer we alleen de drie Centraal- en Oost-Europese landen in aanmerking nemen, bedroeg de groei van kredietverlening 8%. Voor informatie over kredieten met uitstel van betaling onder de diverse steunregelingen naar aanleiding van de coronacrisis verwijzen we naar Toelichting 1.4 van de Geconsolideerde jaarrekening. Bij de nettoprovisie-inkomsten (305 miljoen euro) noteerden we een stijging van 12%. Die is vooral toe te schrijven aan hogere vergoedingen voor bankdiensten in bijna alle landen, inclusief het effect van de consolidatiekringwijzigingen. De technische verzekeringsresultaten van de divisie bedroegen 183 miljoen euro, 7% meer dan het jaar voordien. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten in combinatie met een lichte stijging van de schadelasten (deels gerelateerd aan lagere claims tijdens de lockdownperiodes in het vorige jaar) en een lager resultaat uit herverzekering. De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg een uitstekende 86% voor de divisie als geheel. De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling) kwam uit op 156 miljoen euro, 22% hoger dan het vorige jaar, vooral dankzij Bulgarije (deels door de consolidatie van de Bulgaarse levensverzekeringsactiviteiten van NN). De andere inkomstenposten bestonden vooral uit trading- en reëlewaarde-inkomsten (23 miljoen euro) en de overige inkomsten (een negatieve 7 miljoen euro; omvat onder meer bijkomende kosten in verband met de tracker mortgage review in Ireland). De kosten stegen in 2021 op het eerste gezicht met 17% of 153 miljoen euro tot 1048 miljoen euro. Het grootste deel van die stijging heeft echter te maken met uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen, zoals de eenmalige kosten in verband met de verkooptransacties in Ierland (97 miljoen euro), en daarnaast de wijzigingen in de consolidatiekring, de uitkering van een uitzonderlijke covidbonus voor het personeel, deels gecompenseerd door de positieve impact van wisselkoerswijzigingen en lagere bankenheffingen. Worden al deze elementen buiten beschouwing gelaten, dan stegen de kosten met slechts ruwweg 2%. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten van de divisie bedroeg 71%, tegenover 64% in 2020. Voor de drie Centraal- en Oost-Europese landen samen (dus zonder Ierland) bedroeg de kosten-inkomstenratio 60% in 2021, tegenover 59% het jaar voordien. Bij de waardeverminderingen op kredieten was er een nettotoename van 110 miljoen euro in 2021, tegenover een nettotoename van 217 miljoen euro in 2020. Het relatief hoge cijfer voor 2020 had vooral te maken met de initiële aanleg van collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis (208 miljoen euro), waarvan we in 2021 88 miljoen konden terugboeken (zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening). Dat laatste werd echter meer dan tenietgedaan door de eenmalige negatieve impact van de verkooptransacties in Ierland (178 miljoen euro). Opgedeeld per land noteerden we een nettotoename van waardeverminderingen op kredieten in Ierland (149 miljoen euro, cf. het eenmalige effect van de nog lopende verkoopovereenkomsten) en nettoterugnames (met 93Jaarverslag KBC 2021 positieve impact) van 22 miljoen euro in Hongarije, 16 miljoen euro in Slowakije en 2 miljoen euro in Bulgarije. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedroegen de waardeverminderingen op kredieten van de hele divisie 36 basispunten, tegenover 78 basispunten het jaar voordien. Per land was dat 143 basispunten voor Ierland, -34 basispunten voor Hongarije, -16 basispunten voor Slowakije en -6 basispunten voor Bulgarije. Voor de drie Centraal- en Oost-Europese landen samen (dus zonder Ierland) bedroeg de kredietkostenratio -0,19% (een negatieve ratio duidt op een positieve invloed op het resultaat). Eind 2021 was ongeveer 5,7% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 6,9% het jaar voordien (zonder Ierland 2,5% in 2021). Kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 3,3% van de kredietportefeuille van de hele divisie uit, tegenover 4,2% het jaar voordien. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen in 2021 samen 50 miljoen euro, tegenover 33 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2020 had vooral te maken met waardeverminderingen op software en de boekhoudkundige verwerking van de diverse betalingsmoratoria gerelateerd aan de coronacrisis in onze kernlanden (‘modificatieverliezen’; zie Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening), terwijl het cijfer voor 2021 vooral te maken had met waardeverminderingen voor materiële en immateriële activa in verband met de verkooptransacties in Ierland, en in mindere mate met modificatieverliezen. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2. Groepscenter Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. In 2021 tekende het Groepscenter voor een nettoresultaat van -207 miljoen euro, tegenover -135 miljoen euro in het jaar daarvoor. Het omvat: • de traditionele elementen zoals de operationele kosten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde kosten in verband met kapitaalbeheer en thesaurie en (financierings-)kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties: -67 miljoen euro in 2021, -118 miljoen euro in 2020. 2021 omvat onder meer ook een positieve 28 miljoen euro badwill in verband met OTP Banka Slovensko. • de resultaten van af te bouwen ondernemingen, waaronder de portefeuille van de vroegere Antwerpse Diamantbank, KBC Finance Ireland, enz.: -5 miljoen euro in 2021, -1 miljoen euro in 2020. • overige elementen: -135 miljoen euro in 2021, -16 miljoen euro in 2020, onder meer door de lagere waarde van de afgeleide instrumenten gebruikt voor balansbeheer. 94 Jaarverslag KBC 2021 De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen: • Risicobeleid; • Kredietrisico: Kredietrisicobeheer, Bouwstenen voor het kredietrisicobeheer, een deel van de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille bankactiviteiten, Kredietherstructureringen, de tabel Andere kredietrisico’s bankactiviteiten, de tabel Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep en de tabel Kredietrisico op (her) verzekeraars, per risicoklasse; • Marktrisico in niet-tradingactiviteiten: Beheer van het marktrisico in niet-tradingactiviteiten, Bouwstenen voor het beheer van marktrisico in niet-tradingactiviteiten en de tabel Blootstelling aan overheidsobligaties; • Marktrisico in tradingactiviteiten: Beheer van het marktrisico, Bouwstenen voor het beheer van marktrisico en Risicoanalyse en kwantificering; • Liquiditeitsrisico: Beheer van het liquiditeitsrisico, Bouwstenen voor het beheer van liquiditeitsrisico en Looptijdanalyse; • Verzekeringstechnisch risico. Hoe beheren we onze risico's? KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor de sector, zoals kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico’s. In dit hoofdstuk concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste risico’s die we lopen. Dat onze focus op innovatie en transformatie in opleiding en bedrijfscultuur een succes is, blijkt uit verscheidene succesvolle innovatieprojecten binnen de groep die werden opgestart door risicomedewerkers. 95Jaarverslag KBC 2021 Belangrijke gebeurtenissen of trends die – op het vlak van risicobeheer – 2021 hebben gekenmerkt, waren de aanhoudende onzekerheid rond de coronacrisis (zie hieronder en in elk hoofdstuk), het toenemende belang van klimaat-, milieu-, sociale en governancerisico's (ESG) (zie Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's) en de constante stroom van cybersecuritydreigingen (zie Informatierisico in Niet-financiële risico's). Om die uitdagingen het hoofd te bieden, voeren we onze inspanningen verder op om Hoewel de vaccinatiecampagnes in de hele wereld in een stroomversnelling komen, blijft de coronacrisis haar schaduw over ons allemaal werpen. Het aantal besmettingen met het coronavirus blijft hoog en zet de capaciteit van de intensive care en de medische sector in zijn geheel nog altijd onder druk. Die onzekerheden zullen hun weerslag blijven hebben op de wereldeconomie en op de uitdagingen waarvoor wij als financiële instelling staan. Momenteel blijft het effect op KBC vanuit het oogpunt van operationeel en kredietrisico beperkt: • Vanuit een operationeelrisicoperspectief hadden de verschillende golven geen gevolgen voor de dienstverlening aan onze klanten en voor de continuïteit van onze klantenservice. Dat is een bewijs van de robuuste operationele veerkracht van KBC. • De coronapandemie heeft uitdagingen met zich meegebracht op het gebied van ICT en wereldwijd geleid tot een toenemende bedreiging van de cyberveiligheid, omdat cybercriminelen probeerden voordeel te halen uit de pandemie. De massale verschuiving naar telewerk onderstreepte het belang van een degelijke ICT-infrastructuur en een gelaagde bescherming tegen cyberaanvallen. De blijvende doeltreffendheid ervan werd aangetoond in 2021, een jaar zonder significante problemen voor KBC op het vlak van IT of bedrijfscontinuïteit. • Wat het kredietrisicobeheer betreft, was er toch al enige versoepeling mogelijk van de aanvankelijke groepswijd ingevoerde beperkende maatregelen en beleidslijnen (bv. minder kredietacceptatiebeperkingen voor sectoren die kwetsbaar zijn voor corona). In alle landen wordt echter nog altijd intensief toezicht gehouden, waarbij de nadruk ligt op verschillende aspecten, afhankelijk van de portefeuille en de lokale regelgevende maatregelen. Als de coronacrisis verergert en er opnieuw meer beperkingen voor specifieke sectoren komen, zullen soortgelijke maatregelen als in vorige golven worden besproken en zo nodig opnieuw worden ingevoerd. Hoewel ons nettoresultaat in 2021 sterk is hersteld en onze kapitaalpositie en liquiditeitspositie tijdens de crisis zeer solide zijn gebleven, kunnen de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande risico's dus een invloed blijven hebben op de rentabiliteit en de prestaties van onze groep. Coronacrisis de strategische datatransformatiedoelstellingen van KBC te realiseren (zie hieronder). Deze gebeurtenissen hebben bepaalde tendensen in een stroomversnelling gebracht en komen ook tot uiting in de wijze waarop we onze risico's beheren. Met betrekking tot de situatie in Oekraïne: zie Toelichting 6.8 (Gebeurtenissen na balansdatum) in het deel Geconsolideerde jaarrekening. 96 Jaarverslag KBC 2021 Met zijn datagedreven en digitale strategie speelt KBC in op het snel veranderende gedrag van zijn klanten en de concurrentieomgeving. Die strategie leidt ook tot nieuwe uitdagingen en risico's voor KBC. Daarom evolueert de risicofunctie mee met de algemene transformatie van KBC en met de veranderende omgeving, zodat ze risico's proactiever en dynamischer kan identificeren om ervoor te zorgen dat het risicoprofiel van KBC in overeenstemming blijft met de algemene risicobereidheid. De risicofunctie past het risicobeheerkader van KBC en de onderliggende risicobeheerprocessen voortdurend aan en versterkt ze verder. Zo kunnen we de risico's in verband met nieuwe technologieën, producten en diensten correct en proactief inschatten en beperken (onder meer via een sterk productgoedkeuringsproces). Daarnaast gebruiken we nieuwe technologieën om onze risicobeheertoolkit uit te breiden en de efficiëntie van onze risicobeheerprocessen te verbeteren, met bijzondere aandacht voor straight-through processing (STP). Het doel is om snel, efficiënt en zonder aan kwaliteit in te boeten een volledig beeld te krijgen van de risico's voor de hele groep en de afzonderlijke entiteiten. Daarom hebben we ons de afgelopen jaren toegelegd op de invoering van groepswijde tools, procesvereenvoudigingen en automatisering in alle risicodomeinen. Voor die STP-initiatieven zijn nieuwe technologieën en oplossingen nodig, en een nauwe samenwerking met andere diensten. Zo is er een groepswijde tool uitgerold ter ondersteuning van het productgoedkeuringsproces, wat heeft geleid tot een algemene verbetering van de efficiëntie en transparantie van het proces en een beter risicobeheer, met inbegrip van een meer gedigitaliseerd toezicht en een efficiëntere aggregatie en rapportering van risicogegevens. Daar komt nog bij dat de risicofunctie ook haar inspanningen versnelt om de beschikbare data in de risicotools en bedrijfsprocessen te benutten om het risicobeheer verder te verbeteren en de efficiëntie te verhogen. Er werd een groepswijd initiatief opgestart om mogelijkheden met data-analyse, machine learning en AI te onderzoeken om het risicobeheer voor de verschillende risicotypes te moderniseren en de overstap naar een meer proactief, continu en dynamisch risicobeheer te ondersteunen. Dit is een meerjarenprogramma, waarbij er een nauwe samenwerking is tussen verschillende functies en landen, toegepaste data-analyse en IT. Het project leidt stapsgewijs tot een transformatie naar een overwegend datagestuurde risicofunctie. Het stelt ons in staat nog bedrevener te zijn in het beheer van opkomende risico's en nauwkeuriger te anticiperen op de risico's die samenhangen met een snel veranderende omgeving. Ten slotte verhogen we ook structureel het bewustzijn inzake innovatie en bouwen we expertise op in nieuwe trends en technologieën. Die kennis bundelen we in opleidingen voor onze medewerkers, zoals cursussen over artificiële intelligentie en robotgestuurde procesautomatisering. Werknemers met een actieve interesse kunnen oefenen met analytische hulpmiddelen om te experimenteren en nieuwe inzichten of voorspellende risicosignalen in onze data te vinden. We blijven investeren in kennisdeling over innovatie, technologie en trends om onze risicobeheerpraktijken verder te versterken en te verzekeren dat onze risicobeheermedewerkers de relevante digitale vaardigheden verwerven om deskundig risicoadvies te kunnen blijven verstrekken. Alle medewerkers worden actief aangemoedigd om deel te nemen aan het KBC- ondernemerschaps-/intrapreneurschapstraject en aan silo-overschrijdende innovatieprogramma's die groepswijd worden georganiseerd. Verscheidene succesvolle innovatieprojecten binnen de groep werden opgestart door risicomedewerkers. Dat is het resultaat van onze focus op innovatie en transformatie en de bijbehorende opleiding. De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn: • de Raad van Bestuur, bijgestaan door het Risico- en Compliancecomité (RCC), die jaarlijks beslist over de risicobereidheid en de risicostrategie bepaalt, en toezicht houdt op de risicoblootstelling in verhouding tot de risicostrategie. De Raad staat ook in voor het bevorderen van een gezonde en consistente groepswijde risicocultuur, gestoeld op een volledig begrip van de risico's die de groep loopt en hoe ze worden beheerd, en van de risicobereidheid van de groep; • het Directiecomité, ondersteund door activiteitgebonden risicocomités, dat als managementcomité risicobeheer Risicobeleid Risico-innovatie, -transformatie en straight-through processing 97Jaarverslag KBC 2021 • Risicocomités: - Het Managementcomité CRO-diensten helpt het Directiecomité te beoordelen of het risicobeheerkader van KBC volstaat en nageleefd wordt, en bepaalt en implementeert de visie, missie en strategie voor de CRO-diensten van de KBC-groep. - De activiteitgebonden Groepsrisicocomités (respectievelijk voor kredietverlening (GLC), markten (GMC) en verzekeringen (GIC)) ondersteunen het Directiecomité bij de geïntegreerde risicobewaking voor die activiteiten op groepsniveau. Liquiditeits- en ALM-kwesties met betrekking tot die activiteiten worden behandeld door het Groeps-ALCO. - Het Groepscomité Interne Controle (GICC) ondersteunt het Directiecomité bij het bewaken en verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC. • Businesscomités: - Het Groeps-ALCO behandelt onderwerpen die betrekking hebben op ALM en liquiditeitsrisico. - Het Global IT Committee behandelt onderwerpen die betrekking hebben op informatietechnologie en informatiebeveiligingsrisico's. - De Interne Duurzaamheidsraad behandelt onderwerpen met betrekking tot milieu-, sociale en bestuurlijke (ESG) risico's. Om de risicofunctie een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd, omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces en hun vetorecht kunnen uitoefenen als dat nodig is. De onafhankelijkheid van de CRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO. Voor elk belangrijk risicotype is op groepsniveau een risicocompetentiecentrum aangesteld. De meeste van die competentiecentra zijn uitgebreide virtuele teams die bestaan uit zowel groeps- als lokale experts die samenwerken. verbindt met risicobereidheid, strategie en het bepalen van performancedoelstellingen; • het Managementcomité CRO-diensten (MC CRO-diensten) en activiteitgebonden risicocomités gemandateerd door het Directiecomité; • risicobewuste commerciële managers die optreden als eerste verdedigingslinie voor een gezond risicobeheer. Dat houdt in dat aan risico-onderwerpen voldoende prioriteit en capaciteit moet worden toegekend, dat de kwaliteit van zelfbeoordelingen toereikend moet zijn, en dat de juiste controles op de juiste manier moeten worden uitgevoerd; • één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (groeps-CRO), lokale CRO’s en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (een deel van) de tweede verdedigingslinie. Met inachtneming van strenge normen ontwikkelt de risicofunctie een risicobeheerkader, legt ze het op en bewaakt ze de consequente uitvoering ervan. In dat kader beschrijft ze de processen, methodes en tools om risico's te identificeren, te meten en erover te rapporteren. De derde verdedigingslinie (interne audit) verschaft de Raad van Bestuur redelijke zekerheid dat de algemene internecontroleomgeving doeltreffend is en dat doeltreffende beleidslijnen en processen aanwezig zijn en consequent worden toegepast in de hele groep. Relevante risicobeheerorganen: • Directiecomité: - doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over de risicobereidheid, inclusief de risicostrategie, en het bedrijfsrisicobeheerkader; - beslist over de voor specifieke risicotypes opgestelde risicobeheerkaders en ziet toe op de implementatie ervan in de hele groep; - treedt op als het belangrijkste risicocomité en behandelt essentiële onderwerpen die zijn ondersteunende comités doorsturen; - bewaakt de voornaamste risicoblootstelling van de groep zodat die blijft overeenstemmen met de risicobereidheid. Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. 98 Jaarverslag KBC 2021 groep kunnen geen producten, processen en/of diensten worden gecreëerd, gekocht, gewijzigd of verkocht zonder goedkeuring in overeenstemming met het NAPP-beleid. De risicoafdeling beoordeelt ook periodiek de impact van het verruimde en/of geactualiseerde aanbod van producten en diensten op het risicoprofiel van de groep. In 2021 werd het proces verbeterd, wat resulteerde in een volledigere risicobeoordeling en meer aandacht voor het feit of nieuwe producten en diensten passen bij de strategie. In alle belangrijke entiteiten van de groep is een workflowtool uitgerold die het hele proces, tot en met het toezicht en de rapportering ondersteunt. De bijkomende risicogegevens die nu in de tool zijn opgenomen, maken een meer datagestuurde en frequentere bewaking en analyse van de ontwikkeling van het risicoprofiel mogelijk. Zowel de interne als de externe omgeving wordt voortdurend en met behulp van alle mogelijke informatiebronnen gescand op gebeurtenissen of veranderingen die een rechtstreekse of onrechtstreekse impact kunnen of zullen hebben op de KBC-groep. Risicosignalen worden verzameld op alle niveaus van de organisatie (op groepsniveau en lokaal) en geven een overzicht van de geïdentificeerde risico's en de mogelijke gevolgen voor KBC en stellen, waar mogelijk, herstelacties voor. Het Groepsdirectiecomité en het Risico- en Compliancecomité/de Raad van Bestuur worden via een duidelijke en uitgebreide interne risicorapportering (o.a. het Integrated Risk Report (IRR)) periodiek op de hoogte gehouden van risicosignalen die als belangrijk worden beschouwd, zodat ze indien nodig tijdig de juiste maatregelen kunnen nemen. Risicometing Risicometing heeft tot doel de verschillende risico's waaraan we zijn blootgesteld te meten. Zodra de risico's in kaart zijn gebracht, kunnen met behulp van risicomaatstaven bepaalde kenmerken worden beoordeeld, zoals de impact, de waarschijnlijkheid dat ze zich voordoen, de omvang van de blootstelling, enz. Elk risicobeheerkader voor een specifiek risicotype geeft een overzicht van de (zowel reglementaire als intern bepaalde) risicomaatstaven die binnen de groep worden gebruikt. De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren De risicotolerantie van KBC zit vervat in het begrip risicobereidheid. Dat helpt ons risico's beter te begrijpen en te beheren door uitdrukkelijk uit te spreken hoeveel en welke risico's we willen nemen – zowel kwalitatief als kwantitatief. Onderdelen van een gezond risicobeheer Risicobeheer verwijst naar het gecoördineerde geheel van activiteiten om de vele risico's die de groep kunnen treffen in zijn vermogen om zijn doelstellingen te bereiken proactief te identificeren en te beheren, en om de verwezenlijking van de groepsstrategie te ondersteunen. Het risicobeheerkader (RBK) van KBC bepaalt een strikte governance en duidelijke regels en procedures voor de manier waarop risicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd. Het verwijst ook naar een reeks minimumnormen en risicomethoden, -processen en -tools die alle entiteiten en risicospecifieke RBK's moeten naleven en waarvoor de groepsrisicofunctie in de eerste plaats verantwoordelijk is. In het risicobeheerproces volgen de processtappen elkaar niet strikt op en werken ze op elkaar in. De algemene stappen van het risicobeheersproces worden in de hoofdstukken hieronder voor elk risicotype afzonderlijk nader besproken. Risico-identificatie Risico-identificatie is het systematisch en proactief ontdekken, herkennen, beoordelen en beschrijven van risico's, zowel binnen als buiten KBC, die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de strategische doelstellingen van de groep, vandaag en in de toekomst. Het identificeert niet alleen mogelijke risicobronnen, maar ook de mogelijke gevolgen en de belangrijkheid ervan voor KBC. Risico-identificatie zorgt ervoor dat het risicobeheer van KBC alle belangrijke risico's dekt waaraan de onderneming is blootgesteld. Daarom zijn er, voor een risico-identificatie vanuit verschillende invalshoeken, krachtige processen opgezet, waaronder de risicoscan, het New and Active Products Process (NAPP) en risicosignalen. De risicoscan is een strategische groepswijde oefening bedoeld om financiële en niet-financiële top risks aan het licht te brengen en te beoordelen, d.w.z. risico's waar managers 'van wakker van liggen ’s nachts' en die een aanzienlijke impact kunnen hebben op het bedrijfsmodel van KBC. De geïdentificeerde top risks worden gebruikt als input voor het jaarlijkse financiëleplanningsproces en voor verschillende risicobeheeroefeningen, zoals het bepalen van de risicobereidheid en stresstests. Het NAPP is een groepswijd, uiterst formeel proces om alle risico's in verband met nieuwe en bestaande producten en diensten, die een negatieve impact kunnen hebben op de klant en/of KBC, te identificeren en te beperken. Binnen de 99Jaarverslag KBC 2021 De mogelijkheid om risico te aanvaarden (de risicodragende capaciteit) wordt beperkt door financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal, liquiditeit, leencapaciteit, mogelijke winstgeneratie, enz.), niet-financiële beperkingen (strategisch vermogen, vaardigheden, juridische verplichtingen, enz.) en wettelijke bepalingen (bv. wettelijke minima voor kapitaal- en liquiditeitsratio's). De bereidheid om risico te aanvaarden is dan weer afhankelijk van de belangen van de verschillende stakeholders. Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat de organisatie haar belangrijkste stakeholders en hun verwachtingen kent. De risicobereidheid wordt expliciet beschreven in de risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement - RAS) en bepaald op groeps- en lokaal niveau. De RAS weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over risico's nemen in het algemeen, en over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement. De verklaring is gebaseerd op risicobereidheidsdoelstellingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de bedrijfsstrategie en geeft een kwalitatieve beschrijving van het speelveld van KBC. In 2021 werd de doelstelling om klimaat- en milieueffecten te verankeren in de besluitvorming van KBC expliciet aan dat speelveld toegevoegd. De overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen worden verder gespecificeerd in een reeks kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen voor de verschillende risicotypes. De risicobereidheid op lange termijn wordt ingedeeld als Hoog, Medium of Laag op basis van de maatstaven en drempels die worden beschreven in de risicobereidheidsondersteunende oefening die wordt uitgevoerd voor de belangrijkste risicotypes. Tot slot wordt de risicobereidheid vertaald in risicospecifieke groepslimieten/- doelstellingen, die naar de lagere entiteiten worden uitgewaaierd. Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: Risicoanalyse en -rapportering zijn bedoeld om het management transparantie te verschaffen over de risico's die het neemt door te zorgen voor een allesomvattend, toekomstgericht en ex-postbeeld van het wijzigende risicoprofiel en de context waarin de groep actief is. Naast de interne rapportering worden er ook externe rapporten opgesteld voor de verschillende stakeholders. Omdat van het management wordt verwacht dat het op basis van de risicoanalyse en -rapportering relevante acties onderneemt, moet de output volledig, evenwichtig en gemakkelijk te begrijpen zijn en gericht zijn op kernboodschappen/voorgestelde acties. Het is essentieel dat de voorgestelde acties zijn afgestemd op de betrokken stakeholders. Stresstesting Stresstesting is een proces dat de besluitvorming ondersteunt en waarbij allerlei technieken worden gebruikt om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot uitzonderlijk of zelfs extreem. Kredietrisico Kredietrisicobeheer Het kredietrisico wordt in de hele groep beheerd op basis van strikte governanceregels en -procedures die zijn vastgelegd in het KBC-Kredietrisicobeheerkader. Het Competentiecentrum Kredietrisico binnen de afdeling Kredietrisico Groep (GCRD) stelt het Kredietrisicobeheerkader (CRMF) en de onderliggende bouwstenen ervan op. GCRD waarborgt de geschiktheid van het CRMF, alsook de naleving van de wettelijke en reglementaire vereisten via groepswijde kredietrisiconormen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de lokale CRO's en risicoafdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de lokale toepassing van het CRMF. Bedrijfsentiteiten worden geraadpleegd voor die onderdelen van het CRMF die gevolgen hebben voor de bedrijfsprocessen en/of governance. Het CRMF wordt jaarlijks herzien om te verzekeren dat het relevant en doeltreffend blijft in de toekomst. Het bevat een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden, zowel op Kredietrisico is het risico dat betrekking heeft op de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van de insolvabiliteit of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land. 100 Jaarverslag KBC 2021 lokaal als op groepsniveau, tussen de business in de eerste lijn (inclusief de kredietafdelingen), de kredietrisicodiensten en interne audit. Kredietbeslissingen worden genomen na onafhankelijk advies en op basis van acceptatie- en beoordelingsprocessen, waarbij rekening wordt gehouden met de kennis van de klant en de resultaten van modellen. Belangrijke kredietbeslissingen worden geadviseerd en genomen op groepsniveau binnen de GCRD. Bouwstenen voor het kredietrisicobeheer We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om het kredietrisico correct te beheren: • Risico-identificatie: een essentieel onderdeel van het identificatieproces van kredietrisico is het opvangen van kredietrisicosignalen, zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Zowel de interne als de externe omgeving wordt gescand op gebeurtenissen of ontwikkelingen die al hebben plaatsgevonden of zouden kunnen plaatsvinden en die rechtstreeks of onrechtstreeks een aanzienlijke impact hebben of zouden kunnen hebben op de kredietkwaliteit. Risicosignalen geven een overzicht van het geïdentificeerde risico en schetsen de mogelijke impact voor KBC en stellen, indien mogelijk, herstelacties voor. De bevoegde risicobeheercomités worden periodiek op de hoogte gebracht van relevante signalen of waarnemingen. Risicosignalen die als belangrijk worden beschouwd, worden aan het Directiecomité gemeld. Daarnaast worden thematische en sectorspecifieke deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het kredietrisico. Nieuwe en komende prudentiële regelgeving inzake (aanzienlijke) kredietrisico's, product- of klantspecifieke regelgeving en wetgeving worden op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat gewijzigde of nieuwe regelgeving snel in beleid en instructies worden opgenomen. Voorlopende indicatoren vormen een specifiek risico- identificatieproces, ontworpen om opkomende kredietrisico's op te sporen die tot waardeverminderingen zouden kunnen leiden. Het hoofddoel is in een vroeg stadium een betrouwbare raming te hebben van de waardeverminderingen voor het lopende kwartaal en zo verrassingen te vermijden. Het maakt deel uit van de kwartaalrapportering over waardeverminderingen op leningen en obligaties. • Risicometing: kredietrisicometing is het toepassen van een model of methodologie om een kwantitatieve uitdrukking te krijgen van het kredietrisico van een portefeuille van instrumenten/posities. Er is een minimale set kredietrisicometingen voor de hele groep vastgesteld, die kan worden aangevuld met lokale metingen. Centraal daarin staat de risicoklasse, waarbij een classificatie wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft. Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo’s, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal. De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10 tot PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de statussen non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet- impaired. Bijzondere waardeverminderingen worden aangelegd volgens de IFRS 9-normen. Voor debiteuren in gebreke worden ze berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss). Voor debiteuren die niet in gebreke zijn, is dat op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden of over de volledige resterende looptijd als het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en de debiteur verschuift van stage 1 naar stage 2. Daarvoor gebruiken we specifieke collectieve IFRS 9-berekeningsmodellen, behalve voor belangrijke debiteuren die in gebreke zijn gebleven, waarvoor er een individuele inschatting van de verwachte kredietverliezen wordt gemaakt. 101Jaarverslag KBC 2021 Samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default) vormen concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default) de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft gekozen voor de Internal Rating Based (IRB)- benadering. Eind 2021 hadden de belangrijkste groepsentiteiten en enkele kleinere entiteiten de IRB Advanced-benadering ingevoerd, behalve United Bulgarian Bank (UBB) in Bulgarije (standaardbenadering) en C ˇ SOB in Slowakije (IRB Foundation-benadering). De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de KBC-risicobereidheidsverklaring vermeldt expliciet hoeveel kredietrisico KBC kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven. Het is de verantwoordelijkheid van het Competentiecentrum Kredietrisico om de doelstellingen voor de kredietrisicobereidheid voor te stellen in overeenstemming met de bedrijfsstrategie, de onderliggende methodologie en het kredietrisicoprofiel. De kredietrisicobereidheid wordt concreet gemaakt door kredietrisicolimieten en vroege waarschuwingsniveaus toe te kennen aan een beperkte reeks kredietrisico-indicatoren die één jaar geldig zijn. Primaire kredietrisicolimieten worden bepaald door de Raad van Bestuur of het Directiecomité. Ze omvatten limieten voor het verwachte verlies (EL), verlies in stressomstandigheden, kredietrisicogewogen activa (RWA) en – voor de productie van nieuwe woningkredieten – de Loan-to-Value (LTV) en de verhouding schuld/inkomen (Debt Service-To-Income, DSTI). Die limieten worden aangevuld met een portefeuillelimietsysteem (PLS) om het concentratierisico op groepen tegenpartijen of overheden te beperken, en met andere kredietrisicolimieten op groeps- of lokaal niveau die limieten voor sectoren en activiteiten omvatten, evenals limieten voor risico's zoals het kredietrisico van tegenpartijen voor professionele transacties of het emittentenrisico. Door een veiligheidsmarge in te bouwen bij het bepalen van deze limieten en door duidelijke escalatieregels in te voeren in geval van overschrijding van de limieten, ondersteunen ze de business om op veilige afstand te blijven van posities die KBC in een situatie van herstel of zelfs afwikkeling kunnen brengen. Naast de in de Risicobereidheidsverklaring bepaalde limieten wordt het risicospeelveld ook bepaald door groepswijde risicogrenzen die zijn vastgelegd in kredietrisiconormen. Die normen hebben tot doel het risicobeheer van specifieke kredietrisicogerelateerde onderwerpen in de hele groep op één lijn te brengen door beperkingen en/of aanbevelingen te definiëren. • Risicoanalyse, -bewaking, -rapportering en -opvolging: de kredietportefeuille wordt voortdurend geanalyseerd. Naast de portefeuilleanalyses die de business uitvoert, analyseren ook de kredietrisicoafdelingen op lokaal en groepsniveau het kredietrisicoprofiel van de kredietportefeuille om een onafhankelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van het kredietrisico. De resultaten van de analyses worden gerapporteerd aan de bevoegde risicocomités. Zodra kredietrisico's zijn geïdentificeerd, gemeten, bewaakt en gerapporteerd, is het de verantwoordelijkheid van zowel het lijnmanagement als de risicocomités om erop te reageren, d.w.z. de risico's in overeenstemming te houden of te brengen met de risicobereidheid. Corrigerende actieplannen kunnen worden uitgevoerd om (verder) kredietrisico te vermijden, het te verminderen (beperken), het risico over te dragen of het te aanvaarden. • Stresstests: stresstests zijn een essentieel onderdeel van een gezond kredietrisicobeheer en worden op lokaal en groepsniveau uitgevoerd. Gevolgen van de coronacrisis voor het kredietrisico Sinds de uitbraak van de coronaviruspandemie in maart 2020 zijn in de hele groep specifieke acties ondernomen om de daaruit voortvloeiende risico's te beheren, in het bijzonder met betrekking tot kredietrisicobeheer. Naarmate de crisis evolueerde, zijn die acties in 2021 bijgesteld en voortgezet. Ten eerste werd in 2021 op regelmatige basis een bijkomende ad-hockredietrisicorapportering voorgelegd aan het Groepsdirectiecomité. Die rapportering had betrekking op de toegestane betalingsuitstellen (al dan niet in het kader van officiële moratoria) en de terugbetalingsprestaties na afloop ervan (bv. kredieten die achterstallig werden of een andere vorm van herstructurering kregen). Ook de veranderingen in kredietrisicomaatstaven zoals achterstallen, non-performing kredieten en gemiddelde PD's werden nauwlettend opgevolgd voor de verschillende portefeuilles van de kernlanden. Eind 2021 bleek uit de prestatiegegevens na afloop van de moratoria en de data over de ontwikkeling van de portefeuilles geen aanzienlijke verslechtering van de kredietrisicocijfers en waren er geen andere tekenen van duidelijke moeilijkheden in de portefeuilles of activiteiten. Dat bewijst zowel de veerkracht van de portefeuille, de doeltreffendheid van de steunmaatregelen van de overheden in de verschillende kernlanden als de toereikendheid van de door de bank verleende betalingsfaciliteiten. Uiteraard blijven we die prestatiegegevens verder opvolgen naarmate de coronacrisis 102 Jaarverslag KBC 2021 evolueert. Meer informatie over de betalingsuitstellen vindt u in Toelichting 1.4 van de Geconsolideerde jaarrekening. Ten tweede hebben we, omdat de coronacrisis de economische bedrijvigheid in de verschillende industriële sectoren op ongelijke en niet-traditionele wijze beïnvloedt, onze beoordeling van de kwetsbaarheid van sectoren in de loop van het jaar voortgezet. Bijgevolg hanteerden we een gedifferentieerde restrictieve risicobereidheid voor specifieke (sub)sectoren die volgens ons minder of meer risico liepen door de gevolgen van de pandemie in vergelijking met een eerdere beoordeling, met dienovereenkomstige gevolgen voor de sectoriële acceptatiebereidheid. De meest kwetsbare (sub-) sectoren, waaronder horeca, entertainment en vrije tijd, retailmode en luchtvaart vertegenwoordigen in totaal nog altijd minder dan 5% van de industriële portefeuille. Gezien de bovenvermelde veerkracht van de portefeuille en de doeltreffendheid van de overheidsmaatregelen, zijn de aanbevelingen voor de risicobereidheid en de beperkingen voor nieuwe productie minder restrictief geworden en is de aandacht verschoven van een totale sector- of subsectorbenadering naar afzonderlijke bedrijven met aanhoudende betalingsproblemen binnen die sectoren. Voorts is een deel van de portefeuille volledig overgegaan naar stage 2 (significante toename van het kredietrisico) als gevolg van de mogelijke toekomstige gevolgen van de pandemie. Het gaat om blootstellingen aan bedrijfs- en kmo-klanten die actief zijn in de meest kwetsbare sectoren en aan particuliere en niet-particuliere klanten met een nog lopend betalingsuitstel. Er zal een regelmatige herbeoordeling van die collectieve staging worden uitgevoerd. Als derde reeks initiatieven hebben we ook het effect geëvalueerd van de economische steunmaatregelen die tijdens de coronacrisis van kracht waren, op de identificatie van in moeilijkheden verkerende kredietnemers. Aangezien de daarvoor gebruikelijke risicosignalen in deze specifieke omstandigheden geen relevante informatie opleverden, werden bijkomende stappen ondernomen. In moeilijkheden verkerende kredietnemers werden geïdentificeerd door een combinatie van regelmatige controles en ad- hocportefeuillescreenings, op basis van zowel datagedreven risicosignalen (bv. data over inkomsten op de lopende rekening) als menselijke beoordeling. Ten slotte bleven we ook in 2021 ramingen verstrekken van de verwachte kredietverliezen in de bestaande kredietportefeuille die niet door de gebruikelijke modellen kunnen worden gecapteerd, gezien de ontwikkelingen in de macro- economische variabelen als gevolg van de coronascenario's niet vervat zitten in die modellen. Die ramingen (management overlay) zijn gebaseerd op een gevalideerde stresstestmethode en maken gebruik van een gelaagde classificatie van de sectorkwetsbaarheid. Ze zijn in de loop van het jaar geactualiseerd en afgebouwd om rekening te houden met veranderingen in de portefeuille en macro-economische veranderingen en om voortschrijdend inzicht in de gevolgen van de pandemie voor het sectorrisico en het bijkomende wanbetalingsrisico te weerspiegelen. Die management overlay is het belangrijkste financiële gevolg van de coronacrisis in de waardeverminderingscijfers voor 2021. Meer informatie vindt u in Toelichting 1.4 van de Geconsolideerde jaarrekening. Kredietrisico’s verbonden aan de bankactiviteiten als gevolg van kredietverlening en beleggingen Kredietrisico’s doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden niet in de beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de handelsportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart. De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio’s en termen. 103Jaarverslag KBC 2021 Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten A: Totale kredietportefeuille 31-12-2021 31-12-2020 Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) Uitstaand en niet-opgenomen bedrag 237 225 Uitstaand bedrag 188 181 Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille) 1 België 2 63% 64% Tsjechië 19% 18% Internationale Markten 17% 17% Groepscenter 1% 2% Totaal 100% 100% Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille) 1 Particulieren 44% 43% Financiële en verzekeringsdiensten 6% 8% Overheden 3% 3% Bedrijven 47% 46% Diensten 10% 11% Distributie 8% 7% Vastgoed 6% 6% Bouw en constructie 4% 4% Landbouw, veeteelt en visserij 3% 3% Auto-industrie 2% 2% Overige (sectoren < 2%) 14% 13% Totaal 100% 100% land België Tsjechië Ierland Slowakije Hongarije Bulgarije Rest van West-Europa Rest 4% 54% 2% 18% 7% 4% 6% 6% ECL-stage stage 1 stage 2 stage 3 14% 83% 3% sector particulieren financieel overheden diensten distributie vastgoed rest 44% 23% 10% 6%3% 6% 8% Samenstelling krediet- en beleggingsportefeuille, 31-12-2021 104 Jaarverslag KBC 2021 Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille) 1,3 Kernlanden 89% 87% België 54% 53% Tsjechië 18% 17% Ierland 6% 6% Slowakije 6% 6% Hongarije 4% 3% Bulgarije 2% 2% Rest van West-Europa 7% 9% Rest van Centraal- en Oost-Europa 0% 0% Noord-Amerika 1% 1% Azië 1% 1% Overige 1% 2% Totaal 100% 100% Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille) 1 Unimpaired PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) 25% 26% PD 2 (0,10% – 0,20%) 13% 12% PD 3 (0,20% – 0,40%) 17% 15% PD 4 (0,40% – 0,80%) 13% 13% PD 5 (0,80% – 1,60%) 13% 13% PD 6 (1,60% – 3,20%) 8% 9% PD 7 (3,20% – 6,40%) 4% 5% PD 8 (6,40% – 12,80%) 2% 2% PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) 1% 1% Zonder rating 1% 1% Impaired PD 10 1,4% 1,5% PD 11 0,6% 0,6% PD 12 1,0% 1,2% Totaal 100% 100% Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage 4 (in procenten van de uitstaande portefeuille) 1,7 Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) 83% 85% Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - niet credit impaired) incl . POCI 5 14% 12% Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - credit impaired) incl. POCI 5 3% 3% Totaal 100% 100% B: Portefeuille impaired kredieten 31-12-2021 31-12-2020 Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) Impaired kredieten 6 5 454 5 902 Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 2 884 3 220 Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten) 1 België 2 48% 45% Tsjechië 12% 12% Internationale Markten 32% 35% Ierland 23% 24% Slowakije 3% 4% Hongarije 3% 2% Bulgarije 4% 5% Groepscenter 8% 8% Totaal 100% 100% 105Jaarverslag KBC 2021 B: Portefeuille impaired kredieten 31-12-2021 31-12-2020 Impaired kredieten per sector (in procenten van de portefeuille impaired kredieten) 1 Particulieren 34% 35% Distributie 16% 18% Diensten 11% 10% Vastgoed 9% 9% Bouw en constructie 5% 4% Auto-industrie 4% 3% Landbouw, veeteelt en visserij 3% 2% Machines en zware uitrusting 3% 2% Overige (sectoren < 2%) 15% 17% Totaal 100% 100% Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro) Waardevermindering voor stage 1-portefeuille 127 191 Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI 5 (hersteld) 559 998 Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI 5 (nog altijd impaired) 2 569 2 638 Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn 1 905 2 044 Kredietkostenratio Divisie België 2 -0,26% 0,57% Divisie Tsjechië -0,42% 0,67% Divisie Internationale Markten 0,36% 0,78% Ierland 1,43% 0,88% Slowakije -0,16% 0,50% Hongarije -0,34% 1,05% Bulgarije -0,06% 0,73% Groepscenter 0,28% -0,23% Totaal -0,18% 0,60% Ratio van impaired kredieten Divisie België 2 2,2% 2,3% Divisie Tsjechië 1,8% 2,3% Divisie Internationale Markten 5,7% 6,9% Ierland 12,0% 13,9% Slowakije 1,6% 2,3% Hongarije 2,1% 1,9% Bulgarije 5,3% 7,7% Groepscenter 21,5% 13,9% Totaal 2,9% 3,3% Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 1,5% 1,8% Dekkingsratio Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten 47% 45% Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 66% 64% Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) 51% 52% Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig 73% 75% 1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris. 2 Omvat ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in de rest van Europa, de VS en Zuidoost-Azië (met een totale uitstaande portefeuille van 7 miljard euro op 31 december 2021). 3 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com. 4 Zie Toelichting 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages. 5 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking. 6 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 448 miljoen euro tussen eind 2020 en eind 2021 is als volgt verdeeld: 62 miljoen euro bij divisie België, 73 miljoen euro bij divisie Tsjechië, 285 miljoen euro bij divisie Internationale Markten (waarvan ongeveer de helft in Ierland) en 28 miljoen euro bij het Groepscenter. 7 Cijfers vóór het effect van de overlaybenadering (zie Toelichting 4.2.1 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie). 106 Jaarverslag KBC 2021 De delen Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage (in procenten van de uitstaande portefeuille) en Geboekte waardevermindering op kredieten in de bovenstaande tabel worden hieronder verder uitgesplitst. Uitsplitsing kredietportefeuille volgens ECL-stage 31-12-2021 31-12-2020 Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Kredietportefeuille per land/divisie België 51,1% 10,9% 1,4% 63,4% 53,5% 9,1% 1,5% 64,0% Tsjechië 17,0% 1,5% 0,3% 18,8% 15,9% 1,3% 0,4% 17,6% Internationale Markten 14,6% 1,2% 0,9% 16,8% 14,3% 1,1% 1,1% 16,6% Ierland 4,6% 0,3% 0,7% 5,6% 4,6% 0,4% 0,8% 5,7% Slowakije 4,8% 0,5% 0,1% 5,4% 4,9% 0,4% 0,1% 5,5% Hongarije 3,3% 0,2% 0,1% 3,5% 3,0% 0,2% 0,1% 3,2% Bulgarije 2,0% 0,2% 0,1% 2,3% 1,8% 0,2% 0,2% 2,2% Groepscenter 0,8% 0,0% 0,2% 1,0% 1,5% 0,0% 0,2% 1,8% Totaal 83,5% 13,6% 2,9% 100,0% 85,2% 11,5% 3,3% 100,0% Kredietportefeuille per sector Particulieren 40,1% 3,3% 1,0% 44,4% 38,9% 2,9% 1,2% 43,0% Financiële en verzekerings - diensten 5,8% 0,2% 0,0% 6,0% 7,7% 0,2% 0,0% 8,0% Overheden 2,7% 0,1% 0,0% 2,8% 2,9% 0,0% 0,0% 2,9% Bedrijven 34,9% 10,0% 1,9% 46,8% 35,7% 8,3% 2,1% 46,1% Totaal 83,5% 13,6% 2,9% 100,0% 85,2% 11,5% 3,3% 100,0% Kredietportefeuille per risicoklasse PD 1-4 62,3% 5,1% – 67,4% 62,5% 3,6% – 66,1% PD 5-9 21,2% 8,5% – 29,7% 22,7% 7,9% – 30,6% PD 10-12 – – 2,9% 2,9% – – 3,3% 3,3% Totaal 83,5% 13,6% 2,9% 100,0% 85,2% 11,5% 3,3% 100,0% Totaal, in miljoenen euro 157 264 25 683 5 454 188 400 154 137 20 852 5 902 180 891 Uitsplitsing waardeverminderingen volgens IFRS 9 ECL-stage 31-12-2021 31-12-2020 Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal Waardeverminderingen per land/divisie België 1,7% 8,5% 34,0% 44,2% 2,6% 14,0% 31,7% 48,3% Tsjechië 1,1% 3,9% 9,8% 14,8% 0,9% 6,0% 9,2% 16,1% Internationale Markten 1,1% 4,7% 23,9% 29,7% 1,5% 6,0% 18,7% 26,1% Ierland 0,1% 1,0% 16,7% 17,8% 0,3% 1,7% 9,8% 11,8% Slowakije 0,5% 1,9% 3,0% 5,4% 0,5% 2,2% 4,2% 6,9% Hongarije 0,3% 1,4% 1,6% 3,3% 0,4% 1,6% 1,5% 3,5% Bulgarije 0,2% 0,5% 2,6% 3,2% 0,2% 0,5% 3,2% 3,9% Groepscenter 0,0% 0,1% 11,2% 11,3% 0,0% 0,0% 9,4% 9,5% Totaal 3,9% 17,2% 78,9% 100,0% 5,0% 26,1% 68,9% 100,0% Waardeverminderingen per sector Particulieren 0,8% 4,5% 23,5% 28,8% 0,9% 6,3% 17,3% 24,4% Financiële en verzekerings - diensten 0,1% 0,1% 1,1% 1,3% 0,1% 0,9% 1,4% 2,4% Overheden 0,0% 0,0% 0,2% 0,3% 0,0% 0,0% 0,2% 0,3% Bedrijven 2,9% 12,6% 54,1% 69,5% 4,0% 18,9% 50,1% 72,9% Totaal 3,9% 17,2% 78,9% 100,0% 5,0% 26,1% 68,9% 100,0% Waardeverminderingen per risicoklasse PD 1-4 0,7% 1,8% – 2,6% 1,0% 3,4% – 4,4% PD 5-9 3,2% 15,4% – 18,5% 4,0% 22,7% – 26,6% PD 10-12 – – 78,9% 78,9% – – 68,9% 68,9% Totaal 3,9% 17,2% 78,9% 100,0% 5,0% 26,1% 68,9% 100,0% Totaal, in miljoenen euro 127 559 2 569 3 255 191 998 2 638 3 827 107Jaarverslag KBC 2021 Verkoop van de Ierse portefeuilles In 2021 bereikte KBC Bank Ireland een akkoord om een portefeuille non-performing hypothecaire leningen te desinvesteren en sloot het een juridisch bindende overeenkomst over de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de resterende portefeuille non-performing hypothecaire leningen van KBC Bank Ireland. De afronding van deze transacties zal uiteindelijk resulteren in de verkoop van de volledige portefeuille en onze terugtrekking uit de Ierse markt. Meer informatie vindt u in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening. De onderstaande tabel geeft de (pro forma) invloed van deze verkoop op een aantal kredietrisico-indicatoren. Krediet- en beleggingsportefeuille op 31-12-2021, inclusief en exclusief KBC Bank Ireland Inclusief KBC Bank Ireland Exclusief KBC Bank Ireland Totale kredietportefeuille (uitstaand bedrag, in miljarden euro) 1 188 178 Uitsplitsing per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille) Particulieren 44% 41% Waarvan hypothecaire leningen 41% 38% Waarvan consumentenkredieten 3% 3% Kmo's 22% 23% Bedrijven 34% 36% Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro) 5 454 4 198 Kredietkostenratio -0,18% -0,27% Ratio van impaired kredieten 2,9% 2,4% Dekkingsratio 47% 48% 1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris. Kredietherstructureringen Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld, de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen, achterstallen worden gekapitaliseerd, een uitstel van betaling wordt toegestaan (tijdelijke vrijstelling van kapitaal- en/of rentebetaling) of de schulden worden kwijtgescholden. Een klant met een als geherstructureerd (forborne) aangemerkt krediet krijgt doorgaans een slechtere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, gezien het hogere risico van wanbetaling. Wanneer dat het geval is, wordt ook beoordeeld hoe onwaarschijnlijkheid het is dat de klant zal betalen (volgens specifieke 'unlikely to pay'-criteria). In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt een krediet met de status forborne toegewezen aan stage 2 (als de klant/ het krediet niet in wanbetaling is) of aan stage 3 (als de klant/ het krediet in wanbetaling is). De criteria die KBC toepast om de status van geherstructureerde kredieten te veranderen van wanbetaling naar normaal of om de status forborne te verwijderen, zijn in overeenstemming met de betreffende EBA-normen. Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest. 108 Jaarverslag KBC 2021 On-balance-sheet exposures met kre- dietherstructureringen: brutoboekwaarde (in miljoenen euro) Openings- balans Kredieten waaraan een herstructure - ring is toege- kend Kredieten die niet langer als geherstruc- tureerd worden beschouwd Terug- betalingen Afschrijvin- gen Overige 1 Slotbalans 2021 Totaal 4 158 1 692 -371 -670 -28 -1 100 3 681 Waarvan KBC Bank Ireland 1 417 76 0 -251 0 -1 226 16 2020 Totaal 3 075 1 912 -535 -355 -31 92 4 158 Waarvan KBC Bank Ireland 1 668 92 -222 -128 -0 7 1 417 On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bijzondere waardeverminderingen (in miljoenen euro) Openings- balans Bestaande waarde - verminde- ringen op kredieten waar- aan een herstruc- turering is toegekend Daling van waardever- minderin- gen omdat kredieten niet langer geherstruc- tureerd zijn Stijging van waarde- verminde- ringen op geherstruc- tureerde kredieten Daling van waarde- verminde- ringen op geherstruc- tureerde kredieten Overige 2 Slotbalans 2021 Totaal 645 154 -68 266 -164 -388 445 Waarvan KBC Bank Ireland 251 23 0 170 -69 -360 15 2020 Totaal 516 156 -95 169 -82 -18 645 Waarvan KBC Bank Ireland 224 13 -30 66 -20 -2 251 1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties. Voor Ierland: de geplande verkoop van kredieten bij KBC Bank Ireland resulteerde in een verschuiving naar de balanspost Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, omdat we ervan uitgaan dat aan alle IFRS 5-voorwaarden is voldaan. 2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties. Geherstructureerde kredieten In procenten van de uitstaande portefeuille Verdeling per PD-klasse (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) PD 1-8 PD 9 PD 10 (impaired, minder dan 90 da - gen achterstallig) PD 11-12 (impaired, 90 dagen of meer achterstallig) 31-12-2021 Totaal 3% 39% 12% 33% 16% Waarvan KBC Bank Ireland 12% 0% 25% 41% 34% Per klantensegment 1 Particulieren 2 2% 21% 18% 35% 25% Kmo’s 3% 57% 8% 27% 8% Bedrijven 3 3% 44% 9% 35% 13% 31-12-2020 Totaal 2% 32% 13% 38% 18% Waarvan KBC Bank Ireland 14% 0% 25% 43% 32% Per klantensegment 1 Particulieren 2 2% 13% 20% 39% 28% Kmo’s 3% 54% 9% 28% 10% Bedrijven 3 2% 39% 6% 45% 10% 1 Niet gecontroleerd door de commissaris. 2 In 2021 had 95% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2020 was dat 97%). 3 In 2021 had 27% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2020 was dat 22%). 109Jaarverslag KBC 2021 Andere kredietrisico’s verbonden aan de bankactiviteiten Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als de emittent in wanbetaling blijft). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse. Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden. We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop. Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de onderstaande tabel zijn de presettlementrisico's van de groep die worden gemeten met de internemodelmethode voor rente- en valutaderivaten in divisie België. Voor inflatie, aandelen- en grondstoffenderivaten worden de presettlementrisico’s berekend als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). Die berekening wordt ook gebruikt om de presettlementrisico's te meten van rente- en valutaderivaten in de andere divisies. De risico’s worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal. Andere kredietrisico’s, bankactiviteiten (in miljarden euro) 31-12-2021 31-12-2020 Emittentenrisico 1 0,02 0,02 Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties 2 4,4 5,0 1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken. 2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting. 110 Jaarverslag KBC 2021 Kredietrisico’s verbonden aan de verzekeringsactiviteiten Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over de obligaties en andere vastrentende effecten in die portefeuille. Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep (in miljoenen euro, marktwaarde) 1 31-12-2021 31-12-2020 Per activatype (Solvency II) Effecten 20 102 20 466 Obligaties en dergelijke 18 791 19 230 Aandelen 1 290 1 231 Derivaten 21 5 Leningen en hypotheken 2 806 3 074 Leningen en hypotheken aan klanten 2 299 2 506 Leningen aan banken 507 568 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 305 315 Tak 23-beleggingen 2 14 620 13 831 Investeringen in geassocieerde ondernemingen 292 242 Overige beleggingen 12 12 Totaal 38 137 37 939 Details over obligaties en soortgelijke effecten Per externe rating 3 Investment grade 99% 99% Non-investment grade 1% 1% Zonder rating 0% 0% Per sector 3 Overheden 66% 65% Financieel 4 23% 23% Overige 11% 13% Per restlooptijd 3 Maximaal 1 jaar 8% 8% Tussen 1 en 3 jaar 18% 16% Tussen 3 en 5 jaar 15% 16% Tussen 5 en 10 jaar 29% 30% Meer dan 10 jaar 29% 30% 1 De totale boekwaarde bedroeg 36 317 miljoen euro eind 2020 en 37 018 miljoen euro eind 2021. Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de rapportering per activaklasse volgens Solvency II. 2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen. 3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen. 4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn. We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte verlies (EL). Er gelden naamconcentratielimieten. De kans op een in gebreke blijven (PD) en het verwachte verlies worden berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default (EAD) bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%. 111Jaarverslag KBC 2021 Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse 1 : EAD en EL 2 (in miljoenen euro) EAD 2021 EL 2021 EAD 2020 EL 2020 AAA tot en met A- 196 0,1 232 0,1 BBB+ tot en met BB- 9 0,0 21 0,0 Lager dan BB- 0 0,0 0 0,0 Zonder rating 0 0,0 0 0,0 Totaal 205 0,1 253 0,1 1 Op basis van interne ratings. 2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd. Positie in gestructureerde kredieten (bank- en verzekeringsportefeuille) De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten bedroeg eind 2021 0,2 miljard euro en bestond voornamelijk uit Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en). Dat is een daling met 0,1 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2020 als gevolg van terugbetalingen. Er werden in 2021 geen nieuwe beleggingen gedaan. Reglementair kapitaal De reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico stegen van 7036 miljoen euro eind 2020 tot 7213 miljoen euro eind 2021, voornamelijk als gevolg van volumegroei en veranderingen in de activakwaliteit van portefeuilles in de kernlanden. Meer details vindt u in het hoofdstuk Credit Risk van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. 112 Jaarverslag KBC 2021 Marktrisico is het risico dat verband houdt met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van marktprijzen. Het beheersproces van onze structurele marktrisico's in niet-tradingactiviteiten omvat het renterisico, het gaprisico, het basisrisico, het optierisico (zoals het risico van vervroegde aflossing), het muntrisico, het aandelenkoersrisico, het vastgoedprijsrisico, het creditspreadrisico en het inflatierisico. Met structurele risico’s worden alle risico’s bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. Dit proces wordt ook Asset-Liability Management (ALM) genoemd. Marktrisico in niet-tradingactiviteiten Beheer van het marktrisico in niet- tradingactiviteiten Bij KBC behoort het beheer van het ALM-risico tot de verantwoordelijkheid van het Directiecomité, ondersteund door het Managementcomité CRO-diensten en het Groepscomité Assets & Liabilities (Groeps-ALCO). Het Directiecomité beslist over het kader voor marktrisico in niet-tradingactiviteiten, dat de specifieke risicorichtlijnen vastlegt. Met de risicofunctie wil de ALM-raad – voorgezeten door de CRO Treasury – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het marktrisico in niet-tradingactiviteiten tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen. De raad treedt op als een managementvergadering van het groepswijde Uitgebreide Competentiecentrum ALM en Liquiditeitsrisico. Bouwstenen voor het beheer van marktrisico in niet-tradingactiviteiten We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om het marktrisico in niet-tradingactiviteiten correct te beheren: • Risico-identificatie: marktrisico's die verband houden met niet-tradingposities vloeien voort uit: - onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening); - onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Niet-levenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles; - de risico’s verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen (de zogenaamde strategische positie); - de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta’s, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar). De volgende instrumenten worden gebruikt in het risico- identificatieproces voor het marktrisico in niet- tradingactiviteiten: het New and Active Products Process (NAPP), de risicoscan, het risicosignaal- en vroegewaarschuwingsproces, de parameterherzieningen en materialiteitsbeoordelingen op basis van diepgaande analyse en deep dives. • Risicometingen: Risico Groep en de lokale risicoafdelingen meten het ALM-risico en signaleren de huidige en toekomstige risicoposities. Een gemeenschappelijk reglement, dat het kader aanvult voor technische aspecten, en een gedeelde meetinfrastructuur verzekeren dat die risico's in de hele groep op dezelfde manier worden gemeten. Dat omvat een brede waaier van risicomeetmethodes, zoals: - Basis-Point-Value (BPV) voor renterisico; - gapanalyse voor renterisico, gaprisico en inflatierisico; - economische gevoeligheden voor muntrisico, aandelenkoersrisico en vastgoedprijsrisico; - simulaties van nettorente-inkomsten over een periode van meerdere jaren die binnen de budgetterings- en risicoprocessen worden gebruikt. • Bepaling van de risicobereidheid: limieten gelden voor alle belangrijke risico's die de ALM-functie loopt: het renterisico, het aandelenrisico, het vastgoedrisico en het wisselkoersrisico voor de geconsolideerde entiteiten worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur en de limieten voor elke lokale entiteit worden goedgekeurd door het Directiecomité. De treasurydiensten, die optreden als eerste verdedigingslinie, meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid en de limieten begrensd speelveld. Ze houden rekening met de meting van het risico van vervroegde aflossing en andere optierisico's in de bankportefeuille en beheren een evenwichtige beleggingsportefeuille. Het beheer van de posities impliceert dat de treasuryfunctie gebruikmaakt van derivaten om zich in te dekken tegen onevenwichtigheden als gevolg van rente- en valutarisico's. Om de volatiliteit van winst en verlies als gevolg van de verschillende boekhoudkundige verwerking van beleggingsposten op de balans en derivaten te vermijden, worden op grote schaal afdekkingstechnieken toegepast. 113Jaarverslag KBC 2021 • Risicoanalyse, -reactie en -opvolging: naast de wettelijk verplichte rapportering is er een structurele rapportering aan het ALCO. Het rapporteringsproces omvat een aftekeningsproces om de nauwkeurigheid van de gegevens te waarborgen. • Stresstests: jaarlijks wordt een evenwichtig stresstestprogramma opgesteld, waarover op kwartaalbasis wordt gerapporteerd. Dat omvat: - de backtesting van vervroegde aflossingen; - simulaties van de nettorente-inkomsten volgens verschillende marktscenario's voor het renterisico. Het effect op de nettorente-inkomsten en de gevoeligheden worden ook gebruikt om het basisrisico te meten; - kapitaalgevoeligheden die ontstaan uit posities in de bankportefeuille die invloed hebben op het beschikbare reglementaire kapitaal (bv. reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income) worden gebruikt voor spreadrisico, renterisico en aandelenrisico. Gevolgen van de coronacrisis voor het marktrisico in niet-tradingactiviteiten Door de aanhoudende coronacrisis hield het 'low-for-longer'- sentiment aan, wat betekent dat ervan werd uitgegaan dat de rentevoeten nog langer laag zouden blijven. De hogere inflatie leidde tot grotere onzekerheid op de markten en effende het pad voor hogere rentevoeten. In zijn geheel vormde dat een zeer uitdagende omgeving voor de niet-tradingactiviteiten. Door de evenwichtige structuur van de bankportefeuilles en de maatregelen van de treasurydiensten en van de ECB bleef de impact op het marktrisico in niet-tradingactiviteiten evenwel beperkt. Hieronder vindt u de verschillende subrisicotypes, met meer details en cijfers. Renterisico en gaprisico De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als netto-inkomsten betreft). Invloed van een parallelle stijging van de swapcurve 1 met 10 basispunten voor de KBC-groep, invloed op de waarde 2 (in miljoenen euro) 2021 2020 Bankactiviteiten -69 -64 Verzekeringsactiviteiten 24 29 Totaal -45 -35 1 In overeenstemming met de marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve). 2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels. We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfolio- techniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen). De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van rente- inkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV. Swap-BPV (10 basispunten) van de ALM-portefeuille, bankactiviteiten (in miljoenen euro) 2021 2020 Gemiddelde 1e kwartaal -65 -77 Gemiddelde 2e kwartaal -64 -72 Gemiddelde 3e kwartaal -60 -76 Gemiddelde 4e kwartaal -69 -64 Op 31 december -69 -64 Maximum in jaar -69 -77 Minimum in jaar -60 -64 * Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december. In overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit voeren we regelmatig een outlier-stresstest uit door zes verschillende scenario's toe te passen op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Het worst case scenario wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 114 Jaarverslag KBC 2021 -7,77% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2021. Dat is ruim onder de drempel van 15% waar de Europese Centrale Bank op toeziet. De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALM- bankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum. Renterisicogap ALM-portefeuille (inclusief derivaten), bankactiviteiten (in miljoenen euro) ≤ 1 maand 1-3 maanden 3-12 maanden 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Niet-rente- dragend Totaal 31-12-2021 1 745 -12 310 -8 919 5 529 5 687 1 104 7 164 0 31-12-2020 17 408 -26 418 -668 3 781 4 692 1 003 201 0 De tak21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico’s waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling voor klanten te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico’s met zich meebrengt voor KBC. In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen. De renterisicogap toont onze globale positie in het renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale (oplopende) rentecurve. De economische waarde van de KBC Bank-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve. Er wordt een analyse van de nettorente-inkomsten uitgevoerd door de invloed te meten van verschillende rentescenario's over een periode van drie jaar. Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses. Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf (in miljoenen euro) 0-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar > 5 jaar Totaal 31-12-2021 Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie 1 371 1 281 1 385 847 1 044 8 856 14 784 Aandelen 987 Eigendom 171 Overige (geen vervaldag) 152 Verplichtingen volgend uit rentegarantie 1 758 748 1 223 840 895 9 859 15 323 Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen - 387 534 162 7 148 -1 003 -539 Gemiddelde duration van activa 6,97 jaar Gemiddelde duration van passiva 9,93 jaar 31-12-2020 Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie 1 384 1 010 1 488 1 370 820 8 674 14 746 Aandelen 915 Eigendom 177 Overige (geen vervaldag) 52 Verplichtingen volgend uit rentegarantie 1 732 905 759 1 242 853 10 067 15 559 Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen - 349 105 728 128 - 33 -1 392 -813 Gemiddelde duration van activa 7,71 jaar Gemiddelde duration van passiva 10,33 jaar * De tijdsperiodes zijn gewijzigd ten opzichte van het vorige verslag (ook de cijfers voor 2020 zijn aangepast), vooruitlopend op IFRS 17. 115Jaarverslag KBC 2021 Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op. Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten 31-12-2021 31-12-2020 5,00% en hoger 3% 3% Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 7% 8% Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 4% 4% Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 9% 10% Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 3% 3% 2,50% en lager 71% 70% 0,00% 2% 2% Totaal 100% 100% Creditspreadrisico We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de creditspreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. De onderstaande tabel toont die economische gevoeligheid. Blootstelling aan overheidsobligaties op jaareinde 2021, boekwaarde 1 (in miljoenen euro) Tegen ge - amortiseerde kostprijs Tegen reële waarde met verwerking van waarde- veranderin- gen in other comprehensive income (FVOCI) Aangehou- den voor handels- doel einden Totaal Ter vergelij- king: totaal einde 2020 Economische invloed van +100 basispun- ten 3 KBC-kernlanden België 9 921 2 693 406 13 020 15 599 -643 Tsjechië 9 411 1 199 1 872 12 481 11 041 -683 Hongarije 2 779 261 45 3 085 3 399 -136 Slowakije 3 260 387 42 3 689 3 736 -209 Bulgarije 1 149 549 24 1 722 1 524 -93 Ierland 1 141 215 0 1 356 1 379 -70 Overige landen Frankrijk 4 678 1 854 14 6 546 6 630 -364 Spanje 2 050 667 0 2 717 2 661 -119 Polen 1 084 237 14 1 335 1 604 -37 Italië 268 1 018 0 1 286 1 779 -52 VS 1 319 0 0 1 319 1 038 -57 Overige 2 4 416 1 435 99 5 951 6 821 -270 Totale boekwaarde 41 475 10 514 2 517 54 507 57 212 – Totale nominale waarde 40 758 9 517 2 521 52 796 53 721 – 1 In de tabel is geen rekening gehouden met de blootstelling aan sommige supranationale entiteiten die niet als overheden worden beschouwd, zoals de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille. 2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 1 miljard euro op het einde van 2021. 3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur. Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling aan de tradingportefeuille was vrij beperkt en bedroeg -5,9 miljoen euro, inclusief supranationale obligaties, op het einde van 2021). 116 Jaarverslag KBC 2021 Op 31 december 2021 omvatte de boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI) een herwaarderingsreserve van 0,7 miljard euro, vóór belastingen (281 miljoen euro voor België, 165 miljoen euro voor Frankrijk, 87 miljoen euro voor Italië en 213 miljoen euro voor de andere landen samen). Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft de KBC-groep een portefeuille niet-overheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten). De gevoeligheid van de waarde van die bankportefeuille voor een wijziging van de creditspread met 100 basispunten wordt weergegeven in de volgende tabel. Aandelenrisico Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risico- rendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden als een Blootstelling aan niet-overheidsobligaties op jaareinde, per rating: economische invloed van +100 basispunten (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Obligaties met rating AAA -125 -204 Obligaties met rating AA+, AA, AA- -133 -155 Obligaties met rating A+, A, A- -126 -112 Obligaties met rating BBB+, BBB, BBB- -46 -61 Obligaties met rating Non-investment grade en zonder rating -31 -40 Totale boekwaarde (exclusief tradingportefeuille) 10 703 12 440 economische afdekking van langlopende verplichtingen. Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. Hieronder vindt u meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities. Overheidsobligaties per land (boekwaarde op 31-12-2021) België Tsjechië Frankrijk Slowakije Hongarije Spanje Bulgarije rest 24% 7% 21% 12% 23% 3% 5% 6% 117Jaarverslag KBC 2021 Aandelenportefeuille KBC-groep Bankactiviteiten Verzekeringsactiviteiten Groep (per sector, in procenten) 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 Financiële sectoren 68% 56% 17% 16% 25% 23% Niet-cyclische consumentensectoren 0% 1% 11% 12% 10% 10% Communicatie 0% 0% 2% 4% 1% 3% Energie 0% 0% 0% 1% 0% 1% Industriële sectoren 10% 5% 41% 37% 36% 32% Nutsbedrijven 0% 0% 0% 2% 0% 2% Cyclische consumentensectoren 4% 4% 25% 19% 22% 16% Basismaterialen 0% 0% 2% 4% 2% 3% Overige en niet bepaald 17% 34% 1% 6% 3% 11% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% (in miljarden euro) 0,26 0,27 1,46 1,32 1,72 1,58 Waarvan niet-genoteerd 0,26 0,22 0,15 0,05 0,41 0,27 * De belangrijkste reden voor het verschil met de 2,1 miljard euro voor Aandelen in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening, is dat de aandelen in de tradingportefeuille (0,45 miljard euro) hierboven zijn uitgesloten, maar wel zijn opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1. Invloed van een 25%-daling van de aandelenkoersen, invloed op de waarde (in miljoenen euro) 2021 2020 Bankactiviteiten -64 -66 Verzekeringsactiviteiten -366 -329 Totaal -429 -395 Niet-tradingaandelenpositie Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 Bankactiviteiten – – 29 12 Verzekeringsactiviteiten 123 116 555 337 Totaal 123 116 584 349 Vastgoedrisico De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een langetermijnafdekking van inflatierisico’s en als een manier om het risico-rendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten. Invloed van een 25%-daling van de vastgoedprijzen (in miljoenen euro) 2021 2020 Bankportefeuilles -97 -98 Verzekeringsportefeuilles -94 -93 Totaal -191 -191 118 Jaarverslag KBC 2021 Inflatierisico Inflatie kan een financiële instelling op vele manieren indirect beïnvloeden, bijvoorbeeld via wijzigingen van de rentetarieven of de operationele kosten. Als concept van marktrisico is inflatie in het algemeen daarom niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. KBC Bank gebruikt geïndexeerde obligaties om zijn activaportefeuille te diversifiëren. Bij KBC Verzekeringen is ze specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente- uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties, zodat een eventuele stijging van de verplichtingen als gevolg van de oplopende inflatie wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligaties. Die verplichtingen zijn echter langlopend en overschrijden aanzienlijk de beleggingshorizon van zulke indexgerelateerde obligaties. Daarom vult KBC Verzekeringen zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben. De bankactiviteiten houden een portefeuille van 255 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties aan. Afgezien daarvan zijn we niet meetbaar blootgesteld aan inflatierisico. Voor de verzekeringsactiviteiten werd de niet-gedisconteerde waarde van de inflatiegevoelige kasstromen geschat op -563 miljoen euro. Daartegenover werd een portefeuille van 361 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties en een portefeuille van 26,3 miljoen euro in direct en indirect vastgoed aangehouden. Wisselkoersrisico Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid. De belangrijke wisselposities in de ALM- boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden via interne transacties overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille, en van verzekerings- en andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die zijn opgenomen in de beleggingsportefeuille hoeven evenwel niet te worden afgedekt, omdat de volatiliteit van de wisselkoersen wordt gezien als deel van de beleggingsopbrengst. KBC concentreert zich op de stabilisatie van de common equity ratio voor wisselkoersschommelingen, wat zijn capaciteit om externe schokken op te vangen verbetert en gunstig is voor alle belanghebbenden. Dat houdt een vermindering van de afdekking van participaties in. Met het oog op de consistentie tussen bank- en verzekeringsentiteiten worden de strategische verzekeringsparticipaties ook niet meer afgedekt, aangezien ze geen invloed hebben op de common equity ratio van KBC Groep volgens de Deense compromismethode. Invloed van een daling van de valutawaarde met 10% Bankactivi- teiten Verzekerings- activiteiten (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 CZK -243 -232 -30 -18 HUF -107 -95 -5 -5 BGN -42 -41 -19 -10 USD 3 -2 -56 -36 * Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 10 miljoen euro bedraagt. Hedge accounting Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen. KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Wanneer aan de noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening. 119Jaarverslag KBC 2021 Risicocategorieën waarvoor hedge accounting van toepassing is Rentevoeten Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedge-accountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost. Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als: • afdekkingen van de reële waarde van activa of passiva. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als reëlewaardeafdekkingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, samen met de veranderingen in de reële waarde van het afgedekte actief of passief die toe te schrijven zijn aan het afgedekte risico. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt eveneens opgenomen in de winst-en-verliesrekening. • afdekkingen van de kasstroom van opgenomen activa en passiva die ofwel zekere, ofwel zeer waarschijnlijke verwachte transacties zijn. Het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als kasstroomafdekkingen, wordt opgenomen in de afdekkingsreserve van kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt rechtstreeks opgenomen in de winst-en-verliesrekening. KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de één-op-één-relatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten. Macrostrategieën kunnen dynamisch zijn en frequent veranderen, onder meer op basis van een balancering van de portefeuille (open portfolio hedge). Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn of specifieke langetermijnfaciliteiten aangeboden door een centrale bank. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen. Valuta KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt deels in de lokale munt gefinancierd met deposito's en valutaderivaten om de stabiliteit van de CET1-ratio te verzekeren. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde). Afdekkingseffectiviteit De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie blijft bestaan tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument. Effectiviteitscontrole Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedge- accountingstrategie. Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse ( waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of op volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald). Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van de afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke afdekkingsstrategie wordt een afdekkingsratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille met derivaten wordt afgedekt. De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende 120 Jaarverslag KBC 2021 posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het beoogde afdekkingsbedrag van de strategische deelnemingen. Bronnen van niet-effectieve afdekking Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van: • verschillen in relevante aspecten tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument (kan verschillen in rentecurves en periodiciteit omvatten); • een daling van het volume van de afgedekte positie tot onder het volume van de afdekkingsinstrumenten voor een tijdskorf; • de aanpassing van de kredietwaardering van de renteswap die niet wordt gecompenseerd door de lening. De afdekkingsswaps worden echter volledig gedekt door een onderpand of verhandeld via clearinginstellingen en de aanpassing van de kredietwaardering is beperkt. Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn. Stopzetting van hedge accounting Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontrole niet doorstaan, worden stopgezet. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge- accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd. Elke eventuele invloed op de winst-en-verliesrekening die voortvloeit uit niet-effectieve afdekking en stopzetting wordt gerapporteerd aan het ALCO. Rentevoetbenchmarks Op 1 januari 2022 werd de overgang van de rentevoetbenchmark in de hele KBC-groep geïmplementeerd. KBC Bank en zijn bankentiteiten zijn volledig in staat tot een prijsstelling op basis van de risicovrije rentevoeten, zowel op forward-looking als backward-looking basis. Sinds het tweede kwartaal van 2021 heeft KBC de prijzen van alle nieuwe activiteiten in GBP vastgesteld op basis van de Sterling Overnight Index Average (SONIA)-rente en die van nieuwe activiteiten in USD op basis van de Secured Overnight Financing Rate (SOFR). De blootstelling aan risicovrije rentevoeten in andere valuta is niet belangrijk, maar vergt enig operationeel en juridisch werk, dat momenteel aan de gang is. De prijsstelling en verdiscontering voor marktactiviteiten is volledig in overeenstemming met de risicovrije rentevoeten en er wordt verder gewerkt om de Credit Support Annexes aan te passen aan de risicovrijerenteomgeving. Aan LIBOR gekoppelde contracten uit het verleden worden tijdig en op geordende wijze omgezet naar een risicovrije rentevoet en er wordt daarbij gebruikgemaakt van terugvalbepalingen. De besprekingen met klanten verlopen via de relatiebeheerders op een vlotte en ordelijke manier naarmate de transacties op vervaldag komen. Het grootste deel van de blootstelling is toe te schrijven aan gesyndiceerde leningen waarin KBC participeert. Die blootstelling zal worden omgezet vóór het einde van de IBOR-publicatie. De onzekerheid die eind 2020 bestond over de ontwikkeling van de IBOR-overgangen is in de loop van 2021 grotendeels opgehelderd. Het grootste deel van de blootstelling van KBC aan IBOR is toe te schrijven aan EURIBOR. EURIBOR blijft voldoen aan de EU-benchmarkverordening. De tabel toont de resterende volumes die eind 2021 gekoppeld waren aan benchmarks die door de hervorming worden beïnvloed. Gekoppeld aan IBOR (volumes waarvoor de prijzen nog altijd gekoppeld zijn aan de IBOR, alle looptijden, in miljoenen euro) Niet-afgeleide financiële activa Niet-afgeleide financiële verplichtingen Derivaten Waarvan: USD (LIBOR) 2 143 18 13 766 Waarvan: GBP (LIBOR) 217 0 1 032 Waarvan: EUR (LIBOR) 9 1 – Waarvan: YEN (TIBOR), CHF (LIBOR) 1 0 2 826 Totaal 2 371 19 17 624 121Jaarverslag KBC 2021 Kapitaalgevoeligheid voor marktbewegingen Het beschikbare kapitaal wordt beïnvloed wanneer de markt onder stress staat. Stress kan een gevolg zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten. Het common equity tier 1-kapitaal (CET1) is gevoelig voor een parallelle stijging van de obligatiespreads. Die gevoeligheid wordt veroorzaakt door beleggingen in overheids- en bedrijfsobligaties waarvan de spreadcomponent niet is afgedekt. Het verlies aan beschikbaar kapitaal in geval van een daling van de aandelenkoersen wordt voornamelijk veroorzaakt door posities in pensioenfondsen die door een dergelijke schok getroffen zouden worden. CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep (in procentpunten van CET1-ratio), IFRS-invloed veroorzaakt door: 31-12-2021 31-12-2020 een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten 0,3% 0,3% een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten -0,2% -0,2% een daling van de aandelenkoersen met -25% -0,3% -0,3% Reglementair kapitaal Het reglementaire kapitaal voor niet-tradingactiviteiten op de markt bedroeg 18 miljoen euro. Het wordt enkel gebruikt om wisselposities te dekken, aangezien KBC geen grondstoffenposities aanhoudt. In overeenstemming met de regelgeving worden andere types niet-tradingrisico's gedekt via pijler 2-beoordelingen. 122 Jaarverslag KBC 2021 Beheer van het operationeel risico Het Uitgebreide Competentiecentrum voor Operationeel Risico, dat bestaat uit risico-experts op groeps- en lokaal niveau, werkt samen met andere expertfuncties voor de negen operationele subrisicotypes: informatietechnologierisico, informatiebeveiligingsrisico, bedrijfscontinuïteitsrisico, procesrisico, uitbestedings- en derdenrisico, modelrisico, juridisch risico, frauderisico en persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico. Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om de operationele risico's adequaat te beheren: • Risico-identificatie: om operationele risico's te identificeren, volgen we de wetgeving op, maken we gebruik van het New and Active Products Process (NAPP), voeren we risicoscans uit om risico's te identificeren en analyseren, analyseren we belangrijke risico-indicatoren (Key Risk Indicators), voeren we onafhankelijke controlebewakingsactiviteiten uit en een root cause analyses van near misses en verliezen en andere risicogebeurtenissen. Er bestaat een gestructureerde set van toprisico's (Group Key Risks) en daarmee samenhangende minimale controledoelstellingen op groepsniveau (Group Key Control Objectives, GKC's) om top-down minimumstandaarden te bepalen voor de risico- en controleomgeving. De zelfbeoordelingen worden uitgevoerd door de eerste verdedigingslinie. De GKC's dekken alle processen van de groep en zijn bedoeld om de belangrijke operationele risico's te beheren. Er worden regelmatig herzieningen uitgevoerd om de set aan te passen aan nieuwe of opduikende operationele risico's. De entiteiten vertalen die groepscontroledoelstellingen naar hun operationele procesomgeving en versterken ze zo nodig met aanvullende, lokale operationele controles. Er zijn dynamische trigger- based risicobeoordelingen ingevoerd, die gebaseerd zijn op de voortdurende screening van zowel interne als externe risicogebeurtenissen. • Risicometing: omdat operationeel risico in alle facetten van de organisatie aanwezig is, zijn er uniforme metrics en schalen op groepsniveau beschikbaar die helpen om niet alleen het risicoprofiel van een entiteit, maar ook de individuele operationeelrisiconiveaus van de processen te bepalen en ondersteunen. Ook de maturiteitsstatus van individuelecontroledoelstellingen om die risico's in de processen te beperken, wordt voor de hele groep op uniforme wijze bepaald. Daarnaast wordt een groepswijde uniforme schaal gebruikt om de algemene internecontrolestatus van elk proces in elke belangrijke entiteit en de algemene internecontrolestatus van de entiteit uit te drukken. De drie verdedigingslinies gebruiken groepswijde tools om de kernactiviteiten van operationeelrisicobeheer te ondersteunen. Er is een gestandaardiseerd proces voor het verzamelen van gegevens over near misses en verliezen, met inbegrip van root cause analyses en passende reacties. Elk jaar wordt een stresstest uitgevoerd om na te gaan of het operationeelrisicokapitaal volgens pijler 1 volstaat. Voor de Internal Control Statement is een geautomatiseerde datagestuurde aanpak uitgewerkt. Die aanpak is gebaseerd op algemeen gebruikte maatstaven voor operationeel risico. Daardoor is hij uniform toepasbaar binnen de KBC-groep, wat leidt tot een verhoogde objectiviteit, transparantie en vergelijkbaarheid. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid voor operationele risico's in het algemeen en voor de negen subtypes van operationeel risico afzonderlijk wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in het overkoepelende risicobeheerkader. • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: er is een uniforme aanpak, sterk gebaseerd op de verantwoordelijkheid van de eerste verdedigingslinie (business), challenges door de tweede verdedigingslinie (Risico, Fraude, Juridische Zaken en andere experts) en voldoende zekerheid door de derde verdedigingslinie (Interne Audit), met een risicogeoriënteerde opvolging op zowel lokaal als groepsniveau. Er zijn minimumnormen bepaald voor het rapporteringsproces voor operationeelrisicobeheer. Naast de wettelijk verplichte rapportering is er elk kwartaal een structurele rapportering aan het Groepscomité Interne Controle (GICC). Een regelmatige rapportering en opvolging gebeurt in het Integrated Risk Report (IRR) en in andere specifieke Niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of van plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. 123Jaarverslag KBC 2021 risicorapporten aan het Directiecomité, het Risico- en Compliancecomité en de Raad van Bestuur. Indien nodig (bv. naar aanleiding van specifieke ontwikkelingen of bezorgdheden, op vraag van het (senior) management, enz.) kan de rapportering aan die comités ook op ad-hocbasis gebeuren. De kwaliteit van de internecontroleomgeving en het daarmee samenhangende risicoprofiel worden gemeld aan het senior management van KBC en aan de NBB, de FSMA en de ECB via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). • Stresstests: operationeelrisicoscenario's of mogelijke gebeurtenissen worden in overweging genomen in het kader van risicotypespecifieke of geïntegreerde stresstests. Het brede spectrum van operationele risico's is onderverdeeld in een aantal subrisicotypes, in overeenstemming met de Baselvereisten en de praktijken in de sector. In 2021 werd specifieke aandacht besteed aan de hieronder vermelde belangrijkste subrisicotypes. Informatierisicobeheer Informatierisico's omvatten informatiebeveiliging, IT- gerelateerde risico's en bedrijfscontinuïteitsbeheer, inclusief crisismanagement. Het informatiebeveiligingsrisico, in het bijzonder 'fraude door cybercriminaliteit', is een van de belangrijkste risico's waarmee financiële instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd. De missie van het competentiecentrum voor informatierisicobeheer (IRM) van KBC is KBC te beschermen tegen bedreigingen met betrekking tot gegevens en informatie, zoals verlies van integriteit, verlies van vertrouwelijkheid en onbedoelde beschikbaarheid. Het competentiecentrum heeft ook een Group Cyber Expertise & Response Team (CERT), dat internationaal erkend en gecertifieerd is. Het Global IT Committee (GITCO) fungeert als bestuursstructuur om de informatiebeveiligings- en IT-strategie binnen de KBC-groep op één lijn te brengen. Informatiebeveiligings- en IT-risico's worden structureel gerapporteerd aan het Groepscomité Interne Controle (GICC), dat het Groepsdirectiecomité ondersteunt bij het verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC. De bouwstenen voor het beheer van informatiebeveiligings- en IT-risico's worden beschreven in de Informatiebeveiligingsstrategie van KBC Groep, die u vindt op www.kbc.com. We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om de informatierisico's in de hele groep adequaat te beheren: • Risico-identificatie: omvat de regelmatige opvolging en analyse van de toepasselijke wetten en regelgeving, alsook het beheer van het beleids- en controlekader voor informatierisicobeheer van de KBC-groep. Bovendien wordt regelmatig proactief een scan van de omgeving uitgevoerd om externe of interne gebeurtenissen op te sporen die een directe of indirecte negatieve invloed op ons bedrijf kunnen hebben. Die worden ook wel risicosignalen genoemd. Ze 124 Jaarverslag KBC 2021 worden gerapporteerd aan het Risico- en Compliancecomité (RCC), dat de Raad van Bestuur (RvB) op de hoogte stelt, via het Integrated Risk Report en aan het Groepscomité Interne Controle (GICC) via het Operational Core and Compliance Report. In het kader van het New and Active Products Process (NAPP) moeten alle informatiebeveiligings- en IT-risico's worden geïdentificeerd en geanalyseerd door de eerste verdedigingslinie, geadviseerd door de tweede verdedigingslinie en besproken als onderdeel van de NAPP-goedkeuring. • Risicometing: de risicoprofielen van de entiteiten en hun Internal Control Statement (ICS)-scores voor de processen Informatiebeveiliging, Informatietechnologie en Bedrijfscontinuïteitsbeheer worden bepaald op basis van de volgende indicatoren: - De 'maturiteitsindicator' meet de doeltreffendheid van onze Group Key Controls. - De 'risico-indicator' meet de tijdige mitigatie van uitstaande risico's die door de eerste, tweede en derde verdedigingslinie (three lines of defence) zijn vastgesteld en die het gevolg zijn van tekortkomingen in onze controleomgeving. - Voor het informatiebeveiligingsproces is ook een 'nieuwe vereisten'-indicator toegevoegd, die de implementatie van bijkomende controles meet die nodig zijn om te anticiperen op toekomstige risico's. Voorts zijn op het niveau van de Group Key Controls verscheidene metrics bepaald om de doeltreffendheid van de controles te onderbouwen met feiten en cijfers. Enkele voorbeelden: de clickratio van werknemers bij phishing, de volledigheid van de ICT-inventarissen, het aantal KBC- websites met (kritieke) kwetsbaarheden, de snelheid waarmee die kwetsbaarheden worden verholpen, enz. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid wordt vastgelegd in de Risicobereidheidsverklaring van de KBC-groep, die voor elk risicotype een specifiek hoog-gemiddeld-laag risiconiveau bepaalt en metrics en drempels bevat (onderdeel van de risicobereidheid voor operationeel risico, zie Bouwstenen voor het operationeelrisicobeheer). De risicobereidheidsdoelstelling, het risiconiveau dat KBC bereid is te nemen, is vastgesteld op 'laag risico' voor Informatietechnologie en op de 'ondergrens van gemiddeld' voor Informatiebeveiliging tegen eind 2023, dit gezien de grote onzekerheid in dat domein en de snelle evolutie van het digitale landschap. • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: informatiebeveiligings- en IT-gerelateerde risico's worden beoordeeld en bewaakt via een groepswijde gedetailleerde risicobeoordelingstool. Over de toestand van het informatierisicobeheer wordt regelmatig verslag uitgebracht aan zowel interne als externe stakeholders. Enkele belangrijke rapporten zijn: - een verslag over de processen Informatiebeveiliging, Informatietechnologie en Bedrijfscontinuïteitsbeheer, als onderdeel van de Internal Control Statement; - de jaarlijkse IT-risicovragenlijst van de ECB; - het dashboard Informatierisicobeheer, dat elk kwartaal aan het Groepscomité Interne Controle een overzicht op KBC-groepsniveau geeft van het informatierisico. Het Directiecomité en het Risico- en Compliancecomité worden tweemaal per jaar op de hoogte gebracht; - het cyberrisicorapport, een tactisch verslag dat tot doel heeft opduikende hiaten in onze cyberverdediging te dichten en dat maandelijks wordt afgeleverd aan het Global IT Committee (GITCO). Het bevat een overzicht van cyberincidenten en -dreigingen en de maatregelen die zijn genomen om de daaruit voortvloeiende risico's te beperken. • Dankzij stresstests kunnen KBC-entiteiten lokale cybercrises het hoofd bieden en grote incidenten aanpakken. Om ervoor te zorgen dat de informatiebeveiligings- en IT-risico's effectief worden beheerst, wordt in de hele groep regelmatig een aantal tests uitgevoerd, zoals ethische hackingoefeningen, technische Cyber Resilience and Readiness-tests, gedetailleerde onderzoeken, phishingtests voor werknemers, crisissimulaties en andere incidentoefeningen. Uitbestedingsrisicobeheer Meer samenwerking met derden enerzijds en strategische nearshoring binnen de KBC-groep anderzijds, hebben de focus op het uitbestedingsrisico verhoogd. Vanuit het standpunt van de toezichthouder wordt nearshoring volledig gelijkgesteld aan outsourcing. Om het uitbestedingsrisico te beheren, heeft KBC een groepsbeleid om ervoor te zorgen dat het risico in alle entiteiten correct wordt beheerd, in overeenstemming met de EBA-richtlijnen voor uitbesteding. Er zijn belangrijke controledoelstellingen gedefinieerd voor het beheer van zowel interne als externe uitbestedingsrisico's tijdens de volledige levenscyclus. Er zijn verschillende initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de algemene governance en het beheer van de uitbestede activiteiten wordt gewaarborgd. Er is een groepswijd uitbestedingsregister voor de hele groep, dat actief wordt beheerd. 125Jaarverslag KBC 2021 Modelrisicobeheer Het toenemende gebruik van geavanceerde modellen in de financiële sector en ook bij KBC, verhoogt het modelrisico. Complexe (AI-) modellen worden gebruikt in de meeste, zo niet alle bedrijfsdomeinen. De standaard voor modelrisicobeheer wordt toegepast in alle domeinen (bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten) en voor de verschillende soorten modelvormingstechnieken (regressie, machine learning, expertgebaseerd, enz.). We beschikken daarom over een modelinventaris, die een volledig overzicht geeft van alle gebruikte modellen, inclusief de betreffende risico's. Om het modelrisico te bepalen, houden we rekening met de intrinsieke modelonzekerheid, de materialiteit, het gebruik en de maturiteit van de governance die van toepassing is op een model. Dat vormt de basis voor het bepalen van prioriteiten en van specifieke actieplannen per domein en per land. Bedrijfscontinuïteitsbeheer, inclusief crisisbeheer Om te garanderen dat kritieke diensten beschikbaar blijven, beschikt KBC over een incidentbeheerproces. Dat zorgt ervoor dat er regelmatig een businessimpactanalyse wordt uitgevoerd en dat er hersteltijddoelstellingen worden bepaald en toegepast. Het bedrijfscontinuïteitsbeheerproces kan worden beschouwd als een matuur proces binnen de groep, waarbij de nadruk ligt op zowel preventie als respons. Crisispreventie is erop gericht de kans op een crisis te verkleinen, terwijl crisisrespons is gericht op het effectief en efficiënt afhandelen van een crisis als die zich voordoet. Daartoe zijn of worden beproefde en ingeoefende crisisbeheersingscapaciteiten ingezet, in de vorm van praktische scenario's die de impact van de crisis beperken en een adequaat herstel mogelijk maken. Het betreft de volgende scenario's: • het 'ransomware'-scenario, een stappenplan dat bepaalt wat er moet worden gedaan, wie moet worden verwittigd, enz. ingeval een van onze entiteiten het doelwit wordt van een cyberaanval met ransomware; • het scenario 'Stop betalingen', een noodprocedure om uitgaande betalingen stop te zetten. Het kan worden beschouwd als een noodknop, d.w.z. dat al het uitgaande betalingsverkeer van de bank die de knop heeft geactiveerd, zal worden stopgezet; • het 'IT bypass'-scenario, dat informatie bevat over wat moet worden gedaan om de onbeschikbaarheid van datacenterparen (primair en back-up) in één land te overleven. Het is een uitbreiding van de IT-rampenplannen en kan bijvoorbeeld worden gebruikt wanneer de datacenters van één land (tijdelijk) onbeschikbaar worden door een grootschalige cyberaanval. Er is een dashboard om de crisisparaatheid in elk van onze kernlanden te volgen. Operationeelrisicobeheer in de specifieke context van de coronaviruspandemie Aangezien de coronapandemie ook in 2021 voortduurde, bleven alle in 2020 genomen maatregelen van kracht. Daardoor was er verhoogde aandacht voor operationele risico's, vooral voor het te allen tijde garanderen van de operationele continuïteit en de veiligheid van onze klanten en ons personeel. Als reactie op de pandemie werden de maatregelen om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen verlengd, zoals (gedeeltelijk) telewerken en op afstand bankieren en verzekeringsdiensten verlenen aan onze klanten. Wijzigingen aan processen en procedures (waaronder de steunmaatregelen van de overheid) zijn op een risicobewuste wijze uitgevoerd. Voor alle deelgebieden van operationeel risico werd een regelmatige crisisbewaking ingevoerd. Dat omvatte: • bewaking van de werking van IT-systemen en de gezondheid van werknemers om de operationele continuïteit van kritische diensten te waarborgen; • verscherpte aandacht voor coronagerelateerde fraude en cyberincidenten om te voorkomen dat cybercriminelen en andere fraudeurs misbruik kunnen maken van de crisis en zich richten op werknemers en klanten, bijvoorbeeld via phishing/sms-phishing (smishing), of via kwaadwillige coronawebsites; • bewaking van de uitvoering van uitbestede activiteiten om te voorkomen dat KBC negatieve gevolgen ondervindt van coronagerelateerde incidenten bij derden; • bewaking van de risico- en controleomgeving met specifieke aandacht voor procesveranderingen (bv. implementatie van betalingsuitstel en steunmaatregelen); • frequente opvolging van schaderegistraties en -trends. We blijven de operationele risico's in de context van de coronacrisis van nabij opvolgen. Op de datum van dit verslag zijn er geen grote problemen of incidenten gemeld en blijven de operationele verliezen goed onder controle, dankzij de gepaste maatregelen in alle operationeelrisicodomeinen, waaronder een intensievere bewaking en beheer van cyberaanvallen. 126 Jaarverslag KBC 2021 Compliancerisico learning kan daarmee onder andere ongewoon gedrag beter worden opgespoord. In België werden de middelen verdubbeld, waardoor het Compliance Monitoring-programma aanzienlijk kon worden versterkt. De coördinatie van het Groepskader voor fraudebeheer is opgezet en zal naar verwachting tegen 2023 op volle toeren draaien. Tegelijkertijd zal men ook kunnen profiteren van de ontwikkelingen op het vlak van artificiële intelligentie. De waarden die de Groep verdedigt en de belangrijkste vereisten worden verder uitgewerkt in het Integriteitsbeleid. Ze worden aangevuld met een inhoudelijke strategie en met backward- en forward-looking kwalitatieve en kwantitatieve Key Risk Indicators en prestatie-indicatoren, om het risicoprofiel van de organisatie beter te onderbouwen en om het uiteindelijke doel van conformiteit met de letter en de geest van de wet te weerspiegelen. De voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, inclusief embargo's, was de afgelopen drie jaar een topprioriteit voor de compliancefunctie en zal ook in 2022 een prioriteit blijven. Het is een domein waar kennis van de klant (Know Your Customer, KYC), het updaten van hun profiel en het opvolgen van transacties (Know Your Transaction, KYT) essentieel zijn. Er worden ononderbroken inspanningen geleverd om de organisatie aan te passen aan een voortdurend veranderende regelgeving, in het bijzonder ten aanzien van klanten die een verhoogd risico vormen en voor wie aanvullende informatie nodig is. In 2021 liep er een groepswijd project om de centralisatie en de degelijkheid van de eerste verdedigingslinie te verbeteren op het vlak van KYC, KYT, procedures en controles. Ook de afbakening van taken en verantwoordelijkheden tussen de eerste en de tweede linie is verfijnd. De volledige implementatie is gepland in 2022. De recente ontwikkelingen met betrekking tot KYC utilities (KUBE - KYC Utilities for Banks and Enterprises), een initiatief van de sector dat grote banken de mogelijkheid moet bieden om Compliancerisico is het risico van niet-conformiteit of sancties als gevolg van het niet-naleven van wetten en regelgeving die verband houden met integriteit en van de interne beleidslijnen en gedragscodes die de eigen waarden van de instelling weerspiegelen, zoals bepaald in het Group Compliance Framework (Charter, Integriteitsbeleid, Group Compliance Rules, Compliance Monitoring- programma). Het omvat het gedragsrisico, d.w.z. het huidige of toekomstige risico van schade als gevolg van de ongepaste levering van producten en diensten, met inbegrip van gevallen van opzettelijk of nalatig wangedrag. De compliancefunctie vervult een tweeledige rol: enerzijds geeft ze advies vanuit een onafhankelijke invalshoek over de interpretatie van wet- en regelgeving die betrekking heeft op de domeinen waarin ze actief is. Vanuit die preventieve rol heeft ze Group Compliance Rules uitgevaardigd, die minimumvereisten definiëren voor de hele groep, stelt ze procedures en instructies en opleidingen op maat op, geeft ze dagelijkse adviezen en onafhankelijke opinies in het New and Active Products Process, levert ze informatie aan de governanceorganen over nieuwe regelgevende ontwikkelingen en ondersteunt ze de groepsstrategie en de implementatie van de wettelijke en regelgevende vereisten door de verschillende betrokken businesses. Anderzijds voert de compliancefunctie als tweede verdedigingslinie een risicogebaseerde controle uit om de toereikendheid van het internecontrolesysteem te waarborgen. Meer specifiek laat de controle toe om na te gaan of de wettelijke en reglementaire vereisten correct worden nageleefd in de compliancedomeinen. Het heeft ook tot doel de doeltreffendheid en efficiëntie te waarborgen van de controles die de eerste verdedigingslinie uitvoert. Bovendien worden in de belangrijkste entiteiten van de groep kwaliteitscontroles uitgevoerd om de Raad van Bestuur ervan te verzekeren dat het compliancerisico naar behoren wordt beoordeeld. Sinds 2020 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de compliancefunctie schaalbaar en futureproof te maken. Dat werd bereikt door meer processen te vereenvoudigen, de samenwerking tussen teams in de hele groep te bevorderen en door automatisering en artificiële intelligentie. Daarom is als eerste stap een gemeenschappelijk geïntegreerd platform ontwikkeld om het beheer van het witwasrisico te verbeteren – zowel wat de 'Know Your Customer' als de transacties betreft – dat zal worden uitgerold in België en de Centraal- Europese entiteiten. Op basis van modellen en machine 127Jaarverslag KBC 2021 geharmoniseerde KYC-gegevens over bedrijven te delen, zijn veelbelovend en hadden het client onboarding-proces tegen eind 2021 kunnen vergemakkelijken, maar de oplevering laat langer op zich wachten dan gepland. Vergelijkbare mogelijkheden worden onderzocht met betrekking tot natuurlijke personen die de Belgische digitale identificatie-app Itsme gebruiken. Het spreekt voor zich dat het belang van de klant primeert. Daarom zorgen de controlefuncties er in het kader van het New and Active Products Process voor dat de lancering van nieuwe producten in overeenstemming is met de vele wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals MiFID II, de Verzekeringsdistributierichtlijn (IDD) en andere lokale en EU-regelgeving, en ook met de waarden van KBC. In 2022 zal er bijzondere aandacht worden besteed aan duurzame beleggingen/ESG-kenmerken (milieu, maatschappij en governance) in MiFID en IDD, en aan de strategie inzake duurzame financiering. Gegevensbeschermingsaspecten blijven centraal staan om te verzekeren dat de GDPR maximaal wordt nageleefd. Sinds 2020 is Kate, de spraakgestuurde persoonlijke assistent, slimmer geworden en slaagt ze er almaar beter in het dagelijkse leven van onze klanten gemakkelijker te maken. In 2021 ging de meeste aandacht naar cloudontwikkelingen, waarbij rekening werd gehouden met de gevolgen van Schrems II (doorgifte van gegevens aan derde landen) en tegelijkertijd het juiste evenwicht moest worden bewaard tussen de geldende wettelijke voorschriften en de technologische ontwikkelingen die inherent zijn aan een datagedreven strategie, nu en in de toekomst. Vereisten inzake reglementair kapitaal Voor de berekening van het operationeelrisicokapitaal (inclusief compliancerisico) gebruiken we de standaardbenadering volgens Basel III. Eind 2021 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Groep 920 miljoen euro. Eind 2020 was dat 914 miljoen euro. Die geringe stijging is het resultaat van iets lagere gemiddelde opbrengsten, die meer dan gecompenseerd werden door enkele veranderingen in de inkomsten van bedrijfsactiviteiten met een lage bèta (zoals bepaald volgens Basel III) naar bedrijfsactiviteiten met een hogere bèta. Reputatierisico Reputatierisico ontstaat uit het verlies van vertrouwen van of een negatieve perceptie bij stakeholders (zoals KBC-medewerkers en -vertegenwoordigers, klanten en niet-klanten, aandeelhouders, beleggers, financieel analisten, ratingbureaus, de lokale gemeenschap waarin het actief is, enz.) – al dan niet correct – die een nadelige invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om bestaande zakelijke of klantenrelaties te onderhouden of nieuwe relaties op te bouwen en om blijvend toegang te hebben tot financieringsbronnen. Reputatie is een waardevol goed in het bedrijfsleven en dat geldt zeker voor de financiëledienstensector, die in hoge mate drijft op vertrouwen. Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico. Om het reputatierisico te beheren, blijven we ons richten op duurzame en rendabele groei en bevorderen we een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. We voeren klantgerichtheid hoog in het vaandel en bevorderen het vertrouwen door de klant eerlijk en oprecht te behandelen. Het reputatierisicobeheerkader beschrijft de bestaande processen voor het beheer van reputatierisico's. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep, Investor Relations en Compliance Groep). 128 Jaarverslag KBC 2021 Bedrijfsomgevings- en strategisch risico financiële en operationele gevolgen van de crisis om te gaan, bijvoorbeeld door tijdens de lockdowns over te schakelen op een volledig digitale dienstverlening aan onze klanten. Bedrijfsomgevingsrisico's worden beoordeeld als onderdeel van het strategische planningproces. Daarbij wordt vertrokken van een gestructureerde risicoscan die de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's blootlegt. Die risico's worden gekwantificeerd in zowel waarschijnlijke scenario's als in verschillende stressscenario's. De blootstelling aan de vastgestelde bedrijfsomgevingsrisico's wordt ook doorlopend bewaakt aan de hand van risicosignalen die aan het topmanagement worden gerapporteerd. De algemene bedrijfsomgevingsrisico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we ook in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel. Bedrijfsomgevingsrisico is het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (de macro-economische omgeving, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, de sociodemografische omgeving, het klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze diensten en producten beïnvloeden. Strategisch risico is het risico dat ontstaat door geen strategische beslissing te nemen, door een strategische beslissing te nemen die niet het gewenste effect heeft, of door een strategische beslissing niet te implementeren zoals het hoort. Om ons voor te bereiden op en gepast om te gaan met veranderingen in de externe omgeving en het strategische risico te beheren, beschikken we over sterke en doeltreffende strategische processen om zowel risico's (bv. door de risicoscan) als kansen (bv. door een trendboek op te stellen) te identificeren en die te vertalen naar de KBC-strategie en -innovatieroadmaps die regelmatig worden herzien. De bedrijfsstrategie ‘Differently: the next level’ is het strategische antwoord van KBC om zijn sterktes en opportuniteiten uit te spelen en om te gaan met veranderingen in de bedrijfsomgeving, zoals veranderend klantengedrag, het wegvallen van financiële intermediatie, toenemende digitalisering en klimaatverandering. De geüpdatete strategie moet KBC naar een hoger niveau tillen op het vlak van digitalisering en klantbeleving. De coronacrisis heeft aangetoond dat KBC wendbaar genoeg is om met de 129Jaarverslag KBC 2021 Marktrisico in tradingactiviteiten Beheer van het marktrisico Het competentiecentrum voor marktrisico's in tradingactiviteiten is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het opstellen van het beheerskader voor marktrisico's in tradingactiviteiten. Dat kader bevat specifieke passende maatregelen, methoden en instrumenten, alsook de toe te passen controleprocessen, organisatorische aspecten, IT-systemen, alles wat informatie/communicatie betreft en de bijbehorende governance voor marktrisico's in de tradingportefeuilles van de groep. Onze tradingactiviteiten zijn vooral gericht op rente-instrumenten, terwijl de activiteit op de valutamarkten en met betrekking tot aandelen van oudsher beperkt is. Deze activiteiten worden uitgevoerd door onze dealingrooms in België, Tsjechië, Hongarije, Bulgarije en Slowakije en via een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Waar dat mogelijk en praktisch haalbaar is, worden de resterende tradingposities van onze buitenlandse entiteiten systematisch overgedragen aan KBC Bank NV, in het kader van het centrale beheer van de tradingactiviteiten van de groep, zowel vanuit businessperspectief als vanuit het oogpunt van risicobeheer). Als gevolg daarvan tekent KBC Bank NV voor ongeveer 98% van het aan de tradingportefeuille gerelateerde reglementaire kapitaal van KBC Groep NV. Bouwstenen voor het marktrisicobeheer We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om het marktrisico correct te beheren: • Risico-identificatie: de risicofunctie analyseert de resultaten van waarde- en risicoberekeningen, marktontwikkelingen, sectortrends, nieuwe modelvormingsinzichten, wijzigingen in regelgeving, enz., en stelt een advies op voor het Groepscomité Markten (GMC) met de bedoeling meetmethoden, limieten, afdekkingsmethoden of -posities aan te passen of te verfijnen. Voorts onderzoekt de risicofunctie, vooraleer een nieuw of gewijzigd dealingroomproduct of -activiteit kan worden gelanceerd, of de risicoaspecten correct en voldoende zijn afgedekt en verstrekt ze een risicoadvies dat vetobevoegdheden omvat en deel uitmaakt van het NAPP. • Risicometing: de verantwoordelijkheid voor de definities die worden gebruikt voor de groepswijde meting van het marktrisico in tradingactiviteiten ligt bij de risicofunctie. We meten het risico aan de hand van een aantal parameters, waaronder nominale posities, concentraties, BPV, de zogenaamde greeks en scenarioanalyse. Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico’s in de tradingportefeuille is evenwel de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. We gebruiken de historische simulatiemethode, die geen veronderstellingen maakt wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar uitgaat van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. Ons HVaR-model wordt gebruikt voor zowel Management HVaR als voor de berekening van het reglementaire kapitaal. De Reglementaire HVaR wordt berekend conform de CRD IV-normen ter zake (eenzijdig betrouwbaarheidsinterval van 99%, houdperiode van tien dagen). Voor de Management HVaR worden dezelfde normen gehanteerd, behalve dat een houdperiode van één dag wordt gebruikt, omdat dat intuïtiever is voor het senior management en ook overeenstemt met de winst-en- verliesrapportering, het dagelijkse bestuur, stop losses en backtesting. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid voor het marktrisico in tradingactiviteiten wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in ons overkoepelende risicobeheerskader. Ze wordt door het GMC bewaakt via een risicolimietenraamwerk dat bestaat uit een hiërarchie van limieten en vroege waarschuwingssignalen. Deze zijn bepaald tot op deskniveau en omvatten, naast de HVaR, een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten Marktrisico is de eventuele negatieve afwijking ten aanzien van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door veranderingen in of de volatiliteit van rentevoeten, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De marktrisico's verbonden aan de handelsactiviteiten van KBC vloeien voort uit het onevenwicht tussen de portefeuille van verrichtingen die ontstaat door in te spelen op specifieke behoeften van klanten enerzijds, en de indekking daarvan met meer gangbare financiële instrumenten die afgesloten worden op de financiële markten anderzijds. 130 Jaarverslag KBC 2021 voor aandelen en valuta’s en Basis-Point-Value- limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. • Risicoanalyse, -bewaking, -rapportering en -opvolging: naast de meer proactieve elementen die we onder Risico-identificatie hebben beschreven, betreft dit het opstellen van de nodige externe en interne rapporten, het geven van advies over businessvoorstellen en het bewaken van en verstrekken van advies over de risico's die aan de posities verbonden zijn. We volgen de risico's verbonden aan de posities dagelijks op met behulp van het risicolimietenraamwerk. Een ander belangrijk aspect van deze bouwsteen is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met afwikkelingskosten, waardeaanpassingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico. We bewaken de risico's ook via interne beoordelingen en een brede waaier van controles, waaronder parameterherzieningen, dagelijkse aansluitingsprocedures, analyses van de materiële impact van proxies en andere periodieke controles om een goed risicobeheer te garanderen. Het GMC, dat om de vier weken bijeenkomt, ontvangt een uitgebreid kernverslag en periodieke en ad-hocmemo's en -rapporten. Het GMC ontvangt ook een tweewekelijks dashboard. De frequentie daarvan wordt verhoogd (tot dagelijks als dat nodig is) naar gelang van de marktomstandigheden Het Directiecomité bekrachtigt de notulen van de GMC-vergaderingen en ontvangt ook informatie over het marktrisico en risicosignalen in zijn maandelijkse Integrated Risk Report. • Stresstests: naast het risicolimietenraamwerk voeren we wekelijks uitgebreide stresstests op onze posities uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario’s omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. De stresstests worden besproken op GMC-vergaderingen, zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep. Naar aanleiding van onze herziening van de stresstests in 2021 (betreffende de mix en de controle of ze up-to-date en relevant blijven) hebben we de stresstest voor de posities in overheidsobligaties verfijnd. Andere wijzigingen werden niet nodig geacht. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. Gevolgen van de coronacrisis voor het marktrisico in tradingactiviteiten De winst-en-verliesrekening van onze dealingrooms wordt voornamelijk bepaald door de salesactiviteiten en de efficiëntie van de (macro)indekking in de financiële markten van de posities die uit deze activiteiten voortvloeien (dit leidt tot de zogenaamde restposities). Deze restposities zijn onderhevig aan marktrisico's die voortkomen uit ontwikkelingen met betrekking tot de coronacrisis. Het beheer van die risico's wordt dan ook samen met de andere marktrisico's meegenomen in alle bouwstenen van ons marktrisicobeheer. Merk op dat de risicobereidheid van KBC voor marktrisico's laag is. De dynamische activiteit die gepaard gaat met een dealingroom bepaalt bovendien dat de restposities snel kunnen veranderen (d.w.z. dat men long of short kan komen te staan in een instrument of een groep instrumenten), vermits onze dealingrooms geen structurele, directionele posities aanhouden zoals dat het geval kan zijn in andere bedrijfsactiviteiten. Risicoanalyse en -kwantificering De tabel geeft de Management HVaR (99% betrouwbaarheidsinterval, houdperiode van 1 dag, historische simulatie) voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities in alle dealingrooms van de KBC-groep die met HVaR kunnen worden gemodelleerd. 131Jaarverslag KBC 2021 Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) 2021 2020 Gemiddelde 1e kwartaal 8 6 Gemiddelde 2e kwartaal 8 9 Gemiddelde 3e kwartaal 7 9 Gemiddelde 4e kwartaal 7 9 Op 31 december 7 8 Maximum in jaar 11 11 Minimum in jaar 4 4 In de tabel hierna vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddelde over het volledige jaar) in het HVaR-model van KBC. Het aandelenrisico is afkomstig van de equity desk en van KBC Securities. Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (Management HVaR; in miljoenen euro) Gemiddelde voor 2021 Gemiddelde voor 2020 Renterisico 7,6 7,9 Wisselkoersrisico 1,1 1,1 Valutaoptierisico 0,2 0,7 Aandelenrisico 0,9 1,0 Invloed van diversificatie -2,3 -2,5 Totale HVaR 7,5 8,2 De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met dagelijkse cijfers van de winst-en- verliesrekening. Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten, desks en zelfs trader accounts. Meer details over de backtests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 4.8. Reglementair kapitaal Onze lage risicobereidheid voor marktrisico's in tradingactiviteiten blijkt uit het feit dat de risicogewogen activa voor marktrisico in 2021 minder dan 3% van de totale risicogewogen activa van de KBC-groep bedroegen. Het overgrote deel van de reglementaire kapitaalvereisten wordt berekend met behulp van ons goedgekeurde interne model, dat naast HVaR ook SVaR gebruikt, een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode wordt minstens een keer per jaar aangepast (maandelijks gecontroleerd om te verzekeren dat de periode nog geldig is) door te bepalen welke periode van 250 dagen tussen 2006 en dat ogenblik de zwaarste verliezen heeft geproduceerd voor de relevante posities. De bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de internemodelberekeningen worden gemeten volgens de standaardbenadering. Voor meer details over het reglementaire kapitaal en de ontwikkeling ervan tussen 2020 en 2021, verwijzen we naar het KBC Risk Report (beschikbaar op www.kbc.com), dat een uitsplitsing bevat van de reglementaire kapitaalvereisten voor het marktrisico van KBC Groep per risicotype. 132 Jaarverslag KBC 2021 Beheer van het liquiditeitsrisico De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. De voornaamste subtypes van liquiditeitsrisico zijn: • dag-tot-dag liquiditeitsrisico: het risico dat er niet op elk ogenblik een voldoende grote buffer aan liquide activa beschikbaar is om het hoofd te kunnen bieden aan uitzonderlijke liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is; • liquiditeitscontingencyrisico: het risico dat KBC mogelijk niet in staat is om extra middelen aan te trekken of passiva die op eindvervaldag komen te vervangen wanneer de markt onder stress staat; • structureel liquiditeitsrisico (gewoonlijk financieringsrisico genoemd): het risico dat de langlopende activa en passiva van KBC niet op tijd ge(her)financierd kunnen worden of alleen tegen hoger dan verwacht kosten geherfinancierd kunnen worden. Treasury Groep en de lokale treasuryfunctie treden op als eerste verdedigingslinie en zijn verantwoordelijk voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van KBC. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau. De risicofunctie is de tweede verdedigingslinie. Gezien de specifieke kenmerken van het Treasury-domein en ter ondersteuning van de groeps-CRO, werd een CRO Treasury aangesteld die specifiek verantwoordelijk is voor de Treasury- activiteiten. Het groepswijde Uitgebreide Competentiecentrum ALM en Liquiditeitsrisico is op zijn beurt verantwoordelijk voor de invoering van de principes voor liquiditeitsrisicobeheer, die zijn vastgelegd in een liquiditeitsrisicobeheerskader op groepsniveau dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent. Bouwstenen voor het liquiditeitsrisicobeheer We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om het liquiditeitsrisico correct te beheren. • Risico-identificatie: het NAPP-proces, de risicoscan, stresstests en materialiteitsbeoordelingen zijn belangrijke instrumenten voor de identificatie van risico's. Jaarlijks wordt ook een beoordeling gemaakt van de belangrijkste risicofactoren die de liquiditeit beïnvloeden. Risicosignalen worden, als ze relevant zijn, meegedeeld in Treasury Risk Reports en Integrated Risk Reports. • Risicometing: vastgestelde liquiditeitsrisico's worden gemeten aan de hand van zowel reglementaire maatstaven zoals de Liquidity Coverage Ratio (LCR) en de Net Stable Funding Ratio (NSFR), als interne maatstaven voor bijvoorbeeld de financieringsmix en -concentratie, de samenstelling van de liquiditeitsbuffer en de termijnstructuur van de liquiditeitsgap. In de tabel hieronder betreffende de looptijdanalyse wordt het structurele liquiditeitsrisico van KBC geïllustreerd door de activa en passiva te groeperen volgens restlooptijd (op basis van de contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de Raad van Bestuur bepaalt de algemene risicobereidheidsdoelstelling inzake liquiditeit in nauwe samenwerking met het Directiecomité. Vervolgens vertaalt het Groepscomité Assets & Liabilities (GALCO) die liquiditeitsrisicobereidheid in liquiditeitsrisicomaatstaven en stelt het de limieten daarvoor vast. • Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: om het dag-tot- dag liquiditeitsrisico te beperken, worden de groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften voortdurend gevolgd door Treasury Groep. Treasury Groep heeft een liquiditeitscontingencyplan opgesteld om het hoofd te bieden aan een mogelijke liquiditeitscrisis, dat minstens een keer per jaar wordt getest. • Stresstests: liquiditeitsstresstests beoordelen het liquiditeitscontingencyrisico van KBC door te meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. Die buffer is gebaseerd op veronderstellingen betreffende liquiditeitsuitstroom en -instroom als gevolg van Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden. 133Jaarverslag KBC 2021 Looptijdanalyse Liquiditeitsrisico (exclusief intercompanytrans- acties) (in miljarden euro) <= 1 maand 1-3 maanden 3-12 maanden 1-5 jaar > 5 jaar Op vraag Niet bepaald Totaal 31-12-2021 Totale instroom 7 10 23 75 101 43 44 303 Totale uitstroom 20 19 10 41 4 178 31 303 Professionele financiering 7 1 3 24 0 6 0 41 Klantenfinanciering 5 11 3 10 2 172 0 203 Schuldbewijzen 4 7 4 6 2 0 0 24 Overige 4 0 0 0 0 0 31 35 Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbinte - nissen) -13 -9 13 34 96 -135 13 0 Niet-opgenomen verbintenissen – – – – – – -43 -43 Financiële garanties – – – – – – -10 -10 Nettofinancieringsgap (inclusief niet-opgenomen verbintenissen) -13 -9 13 34 96 -135 -41 -54 31-12-2020 Totale instroom 38 9 22 75 95 8 38 284 Totale uitstroom 44 16 10 23 5 161 25 284 Professionele financiering 28 3 3 1 0 3 0 38 Klantenfinanciering 6 8 5 12 2 158 0 192 Schuldbewijzen 6 5 3 9 3 0 0 26 Overige 4 0 0 0 0 0 25 29 Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbin - tenissen) -6 -7 12 52 90 -153 13 0 Niet-opgenomen verbintenissen – – – – – – -40 -40 Financiële garanties – – – – – – -10 -10 Nettofinancieringsgap (inclusief niet-opgenomen verbintenissen) -6 -7 12 52 90 -153 -37 -50 * Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico’s en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen. De cijfers in de geconsolideerde balans verschillen van de cijfers in deze tabel. Dat komt omdat de geplande verkoop van de activiteiten van KBC Bank Ireland heeft geleid tot een verschuiving naar de balansposten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten, omdat we ervan uitgaan dat aan alle IFRS 5-voorwaarden is voldaan, terwijl de financieringsmix de economische posities weergeeft, inclusief KBC Ireland op het einde van het jaar. liquiditeitsverhogende acties. De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Die informatie wordt verwerkt in het liquiditeitscontingencyplan. Daarnaast heeft KBC ook een Internal Liquidity Adequacy Assessment Process (ILAAP) om ervoor te zorgen dat het beschikt over robuuste strategieën, beleidslijnen, processen en systemen voor het identificeren, meten, beheren en bewaken van het liquiditeitsrisico en financieringsposities over alle passende tijdshorizonten, om voldoende hoge liquiditeitsbuffers aan te houden. Gevolgen van de coronacrisis voor het liquiditeitsrisico Extreme marktomstandigheden of markten onder stress kunnen worden veroorzaakt door een crisis als de coronapandemie. De liquiditeitspositie van KBC heeft de stress van de coronacrisis weerstaan en blijft erg solide. Een coronastresstest toont aan dat een langdurige stressperiode kan worden overwonnen. In 2020 en 2021 nam KBC deel aan de doelgerichte herfinancieringsoperatie op langere termijn (TLTRO) voor een totaalbedrag van 24,5 miljard euro, wat zijn LCR en NSFR bijkomend heeft ondersteund. 134 Jaarverslag KBC 2021 Typisch voor de bankactiviteiten van een bankverzekeringsgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als we niet in staat zijn onze kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft. Informatie over financiering (funding) We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten. Financieringsmix Informatie 31-12-2021 5 31-12-2020 Financiering van klanten 1 Zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk 78% 80% Schulduitgiften geplaatst bij institutio - nele beleggers Waaronder gedekte obligaties 3 , tier 2-uitgiften, senior schulden van KBC Groep NV 7% 7% Netto ongedekte interbancaire finan - ciering Inclusief TLTRO 4 12% 12% Netto gedekte financiering 2 Repofinanciering -8% -10% Depositocertificaten – 2% 2% Totaal eigen vermogen Inclusief AT1-uitgiften 9% 9% Totaal 100% 100% (in miljarden euro) 258 241 1 Ongeveer 83% van deze financiering heeft betrekking op particulieren en kmo's (eind 2021). 2 Negatief omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties. 3 In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen, voor een bedrag van 10 miljard euro. In 2020 werd dat programma uitgebreid tot 17,5 miljard euro. Het geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. 4 In 2019 namen we deel aan TLTRO III voor 2,5 miljard euro. In 2020 verhoogden we de deelname aan TLTRO III met bijna 19,5 miljard euro en in 2021 met 2,5 miljard euro, tot 24,5 miljard euro. 5 De cijfers in de geconsolideerde balans verschillen van de cijfers in deze tabel. Dat komt omdat de geplande verkoop van de activiteiten van KBC Bank Ireland heeft geleid tot een verschuiving naar de balansposten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten, omdat we ervan uitgaan dat aan alle IFRS 5-voorwaarden is voldaan, terwijl de financieringsmix de economische posities weergeeft, inclusief KBC Ireland op het einde van het jaar. Liquiditeitsbuffer Eind 2021 had de KBC-groep voor 55 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 50 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (92%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (5%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in de munten van onze thuismarkten. De beschikbare liquide middelen waren ongeveer elf keer zo groot als het bedrag van de nettowholesalefinanciering op korte termijn. Ze verbeterden aanzienlijk dankzij hogere posities van KBC op rekeningen bij de centrale bank. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten. LCR en NSFR Twee van de belangrijkste maatstaven voor reglementaire liquiditeit zijn de Liquidity Coverage Ratio (LCR) en de Net Stable Funding Ratio (NSFR). Beide worden omschreven in het Glossarium van financiële ratio's en termen. Eind 2021 bedroeg onze NSFR 148%, terwijl onze LCR 167% bedroeg. 135Jaarverslag KBC 2021 Verzekeringstechnisch risico Beheer van het verzekeringstechnische risico Het competentiecentrum voor verzekeringsrisico zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico’s. Het is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen. Het risico-identificatieproces bestaat deels uit een betrouwbare classificatie van alle verzekeringsrisico's waartoe (her)verzekeringscontracten aanleiding kunnen geven. Ingevolge de Solvency II-richtlijn worden de verzekeringsactiviteiten opgesplitst in drie hoofdcategorieën, namelijk Leven, Niet-leven en Gezondheid, met telkens een onderverdeling in catastroferisico's en niet-catastroferisico's. De bouwstenen voor het beheer van het verzekeringstechnische risico We hebben een aantal groepswijde bouwstenen bepaald om het verzekeringstechnische risico correct te beheren: • Risico-identificatie: de identificatie en analyse van belangrijke verzekeringsrisico’s door onder andere de analyse van nieuw opduikende risico’s, concentratie- of accumulatierisico’s, NAPP-analyse en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen. Daarnaast worden deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in technische verzekeringen en in allerlei onderwerpen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de toereikendheid van de technische voorzieningen (zie verder). • Risicometing: het verzekeringstechnische risico wordt gemeten aan de hand van zowel reglementaire maatstaven zoals de solvabiliteitskapitaalvereiste (SCR) en de Best Estimate-waardering van verzekeringsverplichtingen, als interne maatstaven voor bijvoorbeeld de economische winstgevendheid van verzekeringsportefeuilles en kapitaalvereisten voor Niet-leven op basis van interne stochastische modellen. Deze maatstaven voor het verzekeringsrisico worden in de hele groep consequent gebruikt. • De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de risicobereidheid voor verzekeringstechnisch risico wordt bepaald in overeenstemming met de algemene vereisten die zijn opgenomen in ons overkoepelende risicobeheerkader, staat onder toezicht van het Groepscomité Verzekeringen (GIC) en wordt goedgekeurd door het Directiecomité en de Raad van Bestuur. In het GIC worden de vastgestelde limieten herzien en gerapporteerd. De verzekeringsrisicolimieten worden bepaald en vastgelegd op groepsniveau en vervolgens uitgewaaierd naar de lokale entiteiten. De nodige nalevingscontroles worden uitgevoerd. • Risicoanalyse, -bewaking, -rapportering en -opvolging: als het risicoprofiel niet overeenstemt met de risicobereidheid, moet de reden daarvoor worden vastgesteld en geanalyseerd (bv. welke bedrijfstakken dragen bij tot het afwijkende risicoprofiel) en moeten het resultaat en de corrigerende maatregelen worden besproken in het GIC. Inbreuken op groepsniveau moeten worden goedgekeurd door het Directiecomité/de Raad van Bestuur. Een regelmatige rapportering en opvolging van de risicometingen gebeurt in het geïntegreerde verzekeringsrisicorapport (IIRR), dat elk kwartaal wordt voorgelegd aan het Groepscomité Verzekeringen. Daarnaast worden relevante risicosignalen regelmatig gerapporteerd aan het Risico- en Compliancecomité (RCC) en de Raad van Bestuur als onderdeel van het Group Integrated Risk Report. • Stresstests: er worden interne en externe stresstests en gevoeligheidsanalyses uitgevoerd en de resultaten van die tests worden gerapporteerd in het jaarlijkse verslag over de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA). De Solvency II-ratio bleef in 2021 ver boven de reglementaire drempel van 100% in zowel de EIOPA- als de NBB-stresstest. Beide beoordeelden het effect van een verlengd coronascenario in een klimaat van lage rente. Herverzekering De verzekeringsportefeuilles worden beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen door: • limieten per polis; • spreiding van de portefeuille over productlijnen en geografische regio's; • herverzekering. Verzekeringstechnische risico’s vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie en de ernst van schadegevallen. Al die risico’s worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds. 136 Jaarverslag KBC 2021 Herverzekeringsprogramma's kunnen worden onderverdeeld in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen. Het overgrote deel van de herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van grote schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is de opdracht van de onafhankelijke verzekeringsrisicofunctie om: • te adviseren over de hervorming van het herverzekeringsprogramma tijdens de jaarlijkse onderhandelingen; • het management elk kwartaal te informeren over de belangrijkste schadeclaims door natuurrampen en de wijze waarop deze zijn beheerd en beperkt; • ad-hocanalyses/deep dives uit te voeren naar aanleiding van risicosignalen of verzoeken van het management om mogelijke trends in natuurrampen te analyseren. Gevolgen van de coronacrisis voor het verzekeringstechnische risico Het aantal schadegevallen in het segment Leven (o.a. overlijden, medische kosten, gewaarborgd inkomen) bleef beperkt. We stellen geen belangrijke invloed vast op onze winstgevendheid. Gevolgen van natuurrampen voor het verzekeringstechnische risico Voor sommige soorten natuurrampen (zoals tornado's en overstromingen) wordt de laatste jaren een stijgende tendens in hun waarschijnlijkheid vastgesteld. Dat kwam het afgelopen jaar tot uiting in verscheidene verwoestende natuurrampen in onze kernlanden: • In juni verwoestte de zwaarste tornado ooit geregistreerd in Tsjechië verschillende dorpen, wat leidde tot een geraamde impact van 24 miljoen euro vóór belastingen en vóór herverzekering op het einde van het tweede kwartaal van 2021. • In juli werd West-Europa zwaar getroffen door uitzonderlijke regenval die overstromingen veroorzaakte, met zware gevolgen in België en andere landen. Het brutoverlies op het einde van 2021 bedraagt voor KBC Verzekeringen NV 110 miljoen euro vóór belastingen en vóór herverzekering. We verwijzen naar Toelichting 3.7 Verzekeringsresultaten voor de netto-invloed van deze gebeurtenissen op het technische resultaat voor schadeverzekeringen en naar het hoofdstuk Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s. Het zich in korte tijd voordoen van meerdere natuurrampen doet vragen rijzen over de uitzonderlijkheid ervan en of hun waarschijnlijkheid zal toenemen onder invloed van de klimaatverandering. Toereikendheid van de technische voorzieningen In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico’s voert de groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande analyses en onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen voor Leven en Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn. Eerst worden toereikendheidstoetsen uitgevoerd die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten voor technische voorzieningen. De berekeningen zijn gebaseerd op het best estimate-model en houden rekening met een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen. Ten tweede worden schadeafwikkelingsdriehoeken ontwikkeld die de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven tonen over de laatste jaren: • In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER)- voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. • Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2021 zijn opgenomen en zijn vóór herverzekering, gezuiverd voor intercompanybedragen met betrekking tot KBC Group Re, de eigen herverzekeringsmaatschappij van de KBC-groep. Dat maakt het mogelijk om de herverzekeringsrisico's eerst intern te poolen en vervolgens, in een volgende fase, naar de herverzekeringsmarkt te gaan. De schadeafwikkelingsdriehoeken vindt u in de tabel hieronder. De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2021. 137Jaarverslag KBC 2021 De actuariële functie Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep naast de risicofunctie ook een actuariële functie wordt opgericht. Een actuariëlefunctiehouder wordt aangesteld om de activiteiten van de actuariële functie op zich te nemen. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht. De hoofdtaken van de actuariële functie zijn: • de berekening van de technische voorzieningen coördineren; • ervoor zorgen dat de gebruikte methoden en onderliggende modellen en de bij de berekening van de technische voorzieningen gehanteerde aannames juist zijn; • de toereikendheid en kwaliteit van de bij de berekening van de technische voorzieningen gebruikte gegevens beoordelen; • best estimates vergelijken met ervaring; • het bestuur, het management of de toezichthouder in kennis te stellen van de betrouwbaarheid en toereikendheid van de berekening van de technische voorzieningen; • toezicht houden op de berekening van de technische voorzieningen als er onvoldoende gegevens van voldoende kwaliteit zijn om een betrouwbare actuariële methode toe te passen; • een oordeel geven over het algemene acceptatiebeleid; • een oordeel geven over de toereikendheid van herverzekeringsafspraken; en • meewerken aan de effectieve implementatie van het risicobeheersysteem, met name met betrekking tot de risicomodellering die ten grondslag ligt aan de berekening van de kapitaalvereisten. Reglementair kapitaal Solvency II bepaalt de reglementaire kapitaalvereisten voor de verzekeringsmaatschappijen. De solvabiliteitskapitaalvereiste bedroeg eind 2020 1 744 miljoen euro en steeg tot 2029 miljoen euro eind 2021. Die stijging is vooral toe te schrijven aan de gestegen aandelenmarkten en de portefeuillegroei in het schadeverzekeringsbedrijf. De Solvency II-resultaten en meer details over de ratio's vindt u in ons Solvency & Financial Condition Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com. Schadeafwikke- lingsdriehoeken, KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) Voorvals- jaar 2012 Voorvals- jaar 2013 Voorvals- jaar 2014 Voorvals- jaar 2015 Voorvals- jaar 2016 Voorvals- jaar 2017 Voorvals- jaar 2018 Voorvals- jaar 2019 Voorvals- jaar 2020 Voorvals- jaar 2021 Raming aan het einde van het voor - valsjaar 791 914 990 940 1 024 1 000 1 072 1 149 1 018 1 260 1 jaar later 692 769 879 796 888 882 939 1 019 896 – 2 jaar later 670 699 825 750 825 849 894 989 – – 3 jaar later 645 677 804 719 810 833 877 – – – 4 jaar later 631 673 788 708 806 816 – – – – 5 jaar later 625 664 780 697 787 – – – – – 6 jaar later 619 662 779 689 – – – – – – 7 jaar later 606 659 769 – – – – – – – 8 jaar later 601 658 – – – – – – – – 9 jaar later 612 – – – – – – – – – Huidige raming 612 658 769 689 787 816 877 989 896 1 260 Cumulatieve betalingen 527 588 685 581 636 645 680 726 599 539 Huidige voorzieningen 85 69 85 109 151 171 196 262 297 721 Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.7 en 5.6. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten per divisie vindt u in de toelichtingen in verband met segmentinformatie. 138 Jaarverslag KBC 2021 Milieu-, sociale en governancerisico's (Environmental, Social and Governance, ESG) worden geleidelijk ingebed in het KBC-risicobeheerkader en in onze risicobeheerprocessen. ESG-risico's zijn opgenomen in onze risicotaxonomie, maar niet gedefinieerd als een afzonderlijk risicotype. Ze spelen een belangrijke rol in de externe omgeving en manifesteren zich via (alle) andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, marktrisico en verzekeringstechnisch risico. Binnen de sector zijn de risicobeoordelingsmethodologieën voor klimaatrisico's verder gevorderd dan voor de andere ESG-risicodomeinen. Ook bij KBC gaat onze aandacht in de eerste plaats naar de integratie van klimaatrisico in alle risicobeheerkaders en -processen. We hebben de ambitie om onze klimaatrisicobenadering verder uit te breiden naar de andere ESG-domeinen. Daarvoor hebben we al belangrijke stappen gezet (bv. de implementatie van ons biodiversiteitsbeleid en de toenemende aandacht voor het beheer van cyberdreigingen). Klimaatrisico werd opnieuw aangemerkt als een top risk voor KBC. Rekening houdend met de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD), maken we een onderscheid tussen: • transitierisico's: risico's die voortvloeien uit verstoringen en verschuivingen die gepaard gaan met de overgang naar een koolstofarme, klimaatbestendige of milieuduurzame economie, waaronder beleidsveranderingen, juridische veranderingen, technologische veranderingen/voortgang of gedragsveranderingen; • fysieke risico's: risico's in verband met mogelijke financiële gevolgen van fysieke verschijnselen die gepaard gaan met zowel klimaattrends (chronisch) zoals veranderende weerspatronen, een stijging van de zeespiegel, stijgende temperaturen, chronische hittegolven, enz. als extreme weersomstandigheden (acuut) zoals stormen, overstromingen, branden, hittegolven of droogteperioden die activiteiten, waardeketens of eigendommen kunnen verstoren. KBC benadert klimaatrisico vanuit een dubbel materialiteitsperspectief: • financiële materialiteit (outside-in view), waarbij wordt gekeken naar het effect van klimaatverandering op onze activiteiten. Zo kunnen transitierisico's leiden tot een plotselinge herwaardering van activa, marktvolatiliteit en kredietverliezen als gevolg van de financiering van verouderde (bruine) technologie of infrastructuur, met gevolgen voor de krediet- en beleggingsportefeuilles, terwijl fysieke risico's het aantal schadeclaims in onze verzekeringsbusiness kunnen doen stijgen, of de waarde van onze activa of zekerheden kunnen aantasten; • milieu- en sociale materialiteit (inside-out view), waarbij wordt gekeken naar het effect van onze activiteiten op het klimaat. In dat verband hebben we, door in 2019 de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) te ondertekenen, publiekelijk verklaard dat we een voortrekkersrol willen spelen en een belangrijke hefboom willen zijn in het overgangsproces naar een duurzamere samenleving en een koolstofarme economie, onder meer door ons ertoe te verbinden onze portefeuilles en bedrijfsstrategie af te stemmen op het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde onder de 2 °C te houden en te streven naar 1,5 °C. Beleid De manier waarop KBC risicobeheer benadert, wordt ondersteund door een sterk risicobeleid: Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's ESG-risico's zijn de risico's van (huidige of toekomstige) milieu-, sociale of governancefactoren die een invloed hebben op KBC, rechtstreeks of via zijn tegenpartijen en blootstellingen. - Milieurisico is het risico dat voortvloeit uit klimaatverandering of uit andere aantastingen van het milieu (zoals verlies van biodiversiteit, waterstress, vervuiling en afval). - Sociaal risico is het risico dat voortvloeit uit veranderende verwachtingen inzake relaties met werknemers, leveranciers, klanten en de samenleving als geheel. - Governancerisico is het risico dat voortvloeit uit veranderende verwachtingen inzake corporate governance (bedrijfsbeleid, gedragscodes, enz.). 139Jaarverslag KBC 2021 • Het beheer van klimaatgerelateerde risico's zit volledig vervat in ons bestaande risicobeheerbeleid. • Binnen ons auditkader worden ESG-risico's in meerdere audittrajecten behandeld. • De risicofunctie maakt deel uit van het kernteam van het Sustainable Finance-programma, dat focust op de integratie van klimaatgerelateerde onderwerpen in de groep. • De directeurs van Risico Groep en Kredietrisico Groep zijn lid van de stuurgroep van het Sustainable Finance-programma en van de stuurgroep Sustainable Finance Data & Metrics en een van hen zetelt ook in de Interne Duurzaamheidsraad. • De Raad van Bestuur, het Risico- en Compliancecomité en het Directiecomité zijn de belangrijkste bestemmelingen van de diverse output van de belangrijkste risicobeheerprocessen. • Duurzaamheid, met inbegrip van klimaat en de doelstellingen ter zake, is geïntegreerd in de verloningssystemen voor onze medewerkers en voor het topmanagement in het bijzonder. Meer details over duurzaamheidsgovernance vindt u in Onze rol in de samenleving en Focus op het klimaat in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Risico-identificatie Wij gebruiken verschillende benaderingen om ESG-risico's in kaart te brengen. We scannen de interne en externe omgeving voortdurend op nieuwe en opduikende risico's waaraan we zijn blootgesteld op korte termijn (1 tot 3 jaar), middellange (4 tot 10 jaar) en lange termijn (langer dan 10 jaar). We kijken daarbij ook vooruit. Om een proactieve identificatie van risico's te waarborgen, hebben we de volgende initiatieven genomen: • In 2020 en 2021 zijn strategische sectorprojecten (zogenaamde white papers) opgezet, met de nadruk op onze kredietactiviteiten, adviesverlening en verzekeringsactiviteiten, voor acht koolstofintensieve industriële sectoren en drie productlijnen (zie Focus op het klimaat in het deel Verslag van de Raad van Bestuur). De white papers maken een duidelijke analyse van de uitdagingen en technologische ontwikkelingen van elke sector en bedrijfsactiviteit, hun impact op de portefeuilles van KBC op het vlak van klimaatgerelateerde risico's en ze bevatten een eerste schets van mogelijke risicobeperkende maatregelen. • We houden rekening met de duurzaamheids- en klimaatbeleidslijnen bij de beslissing over nieuwe producten of diensten. Bijzondere aandacht gaat uit naar het correct toekennen van een 'groen' label aan nieuw ontwikkelde producten, in overeenstemming met regelgevingskaders zoals de EU-taxonomie en het ICMA-kader voor groene obligaties. • We hebben een milieu- en sociale (E&S) sectorheatmap ontwikkeld en ingevoerd in de kredietacceptatie- en -beoordelingsprocessen als screeninginstrument om de hotspots op het vlak van milieu- en sociale risico's in de portefeuille kredieten aan bedrijven en kmo's op te sporen. Op basis van die heatmap is een E&S-risicoportefeuilleopvolgings- verslag op sectorniveau opgesteld, dat het management inzicht verschaft in de algemene E&S-risico's van de industriële kredietportefeuille van KBC. Om de business, kredietadviseurs en beslissingsnemers ertoe aan te zetten tijdens de kredietacceptatie rekening te houden met milieu- en sociale risico's, heeft KBC bovendien de ESG Assessment Guide geïmplementeerd in het kredietacceptatie- en -beoordelingsproces. Zowel de heatmap als de Assessment Guide is niet alleen gericht op klimaatrisico (transitie- en fysiek risico), maar ook op de andere milieurisico's (water, vervuiling, afval en ecosystemen/biodiversiteit) en sociale risico's. • Gesprekken met klanten zijn een essentieel onderdeel van de aanpak van KBC om beter te begrijpen hoe bedrijfsklanten omgaan met duurzaamheidsuitdagingen en om hen te ondersteunen bij die transitie. • In 2021 hebben we de eerste stappen gezet in de ontwikkeling van een interne CO 2 -prijs. Internal Carbon Pricing (ICP) is een intern ontwikkelde geschatte kostprijs van CO 2 -emissies en wordt steeds vaker gebruikt als toekomstgericht instrument dat organisaties kan helpen klimaatgerelateerde transitierisico's te beheren. Onlangs is een eerste proefproject met ICP voor kredietverlening van start gegaan. • We hebben de kwetsbaarheid van de economieën van de KBC-kernlanden voor mogelijke fysieke 140 Jaarverslag KBC 2021 schade als gevolg van ongunstige klimaatveranderingen beoordeeld. Daarvoor hebben we gebruikgemaakt van Climada, een open source natuurrampmodel dat is ontwikkeld en wordt onderhouden door de ETH Zürich. Die specifieke analyse heeft aangetoond dat Hongarije, Ierland en Slowakije de meest kwetsbare kernlanden zijn in verhouding tot de omvang van hun economie. Meer details vindt u in ons Duurzaamheidsverslag. • We beoordelen extreme weersomstandigheden (zoals veranderingen in storm- en neerslagpatronen en veranderingen in de frequentie van overstromingen) met behulp van een aantal interne en externe maatstaven en stresstests om hun mogelijke invloed op onze schadeverzekeringsportefeuille te analyseren. Om dergelijke extreme gebeurtenissen te modelleren, gebruikt KBC Verzekeringen modellen van externe brokers en vendors. KBC dringt aan op een actieve dialoog om klimaatverandering op te nemen in de scenarioanalyse uitgevoerd door die partijen. Fysieke risico's in andere delen van de wereld worden ook nauwlettend opgevolgd, omdat ze invloed kunnen hebben op de wereldwijde herverzekeringsmarkt waarop KBC een beroep doet. Bovendien worden de inzichten van herverzekeringstegenpartijen over de KBC-portefeuilles met KBC gedeeld. • In 2021 is KBC begonnen met de ontwikkeling van een Climate Risk Impact Map. Dat instrument is bedoeld om voor verschillende tijdshorizonten en klimaatscenario's de belangrijkste klimaatrisicofactoren te identificeren die een invloed hebben op de activiteiten en portefeuilles van KBC. Voor meer details verwijzen we naar ons Risk Report. Vanaf 2022 zullen de conclusies van de Climate Risk Impact Map in onze risicobeheerprocessen worden opgenomen. • We hebben verschillende initiatieven genomen om het ESG-risicobewustzijn verder te vergroten. Zo hebben we de Sustainable Finance Legal Working Group opgericht om de nieuwe en veranderende regelgeving op te volgen, rapporteren we regelmatig over ESG-risicosignalen aan het senior management en organiseren we interne communicatiemomenten en opleidingen voor (risico)medewerkers en leidinggevenden. Risicometing We werken met externe partijen aan een reeks methodologieën om klimaatgerelateerde risico's voor onze kredietverlening en beleggingsactiviteiten beter te kunnen identificeren, meten en analyseren. Die geven meer inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering op ons bedrijfsmodel, maar ook in 141Jaarverslag KBC 2021 de gevolgen van onze activiteiten op het milieu. Door de integratie van die methodologieën zullen we ons kredietacceptatie- en beleggingsbeleid geleidelijk kunnen verbeteren, en ze zullen de nodige ondersteuning geven in de dialoog met onze klanten. • De PACTA-methodologie (Paris Agreement Capital Transition Assessment) helpt ons te bepalen of de bedrijven in onze kredietportefeuille zich in een transitie bevinden in overeenstemming met de doelstellingen die in verschillende klimaattransitiescenario's zijn vastgesteld. Het PACTA-instrument wordt gebruikt voor CO 2 - intensieve activiteiten in de staal-, automobiel-, scheepvaart-, luchtvaart-, energie-, olie- en gas-, kolen- en cementsector. De resultaten van de oefening over 2021 bevestigen dat KBC binnen zijn industriële kredietportefeuille slechts een beperkte blootstelling heeft aan bedrijven die het meest bijdragen tot de wereldwijde uitstoot van CO 2 in overeenstemming met de huidige scope van PACTA: De toegestane exposure van KBC die valt onder de scope van PACTA bedraagt 3,8% (4595 miljoen euro) van de totale industriële kredietportefeuille (exclusief kredieten aan kmo's, particulieren, financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen, overheden). Deze bevinding bevestigt de algemene risicobereidheid van KBC, aangezien onze kredietportefeuilles geen grote blootstellingen aan één bedrijf bevatten in activiteiten die het meest bijdragen tot de wereldwijde CO 2 -uitstoot. • KBC Asset Management beoordeelt de CO 2 - voetafdruk van de beleggingsproducten die het aanbiedt aan de hand van de gegevens en de methodologie van TRUCOST. Die methodologie wordt ook gebruikt om de beleggingsportefeuille van KBC Verzekeringen en de KBC-pensioenfondsen te analyseren. • In 2021 hebben we, na het proefproject in de metaalsector van vorig jaar, de UNEP FI- methodologie voor de beoordeling van transitierisico's uitgerold naar andere sectoren met een grote klimaatrelevantie, met een vergelijkbare scope als de whitepaperoefeningen. Binnen die scope hebben we een aantal segmenten geïdentificeerd die vergelijkbare kenmerken vertonen op het vlak van CO 2 -uitstootintensiteit en bijgevolg op vergelijkbare wijze worden beïnvloed door een transitie naar een CO 2 -arme economie. We hebben ook alle analyses op dat meer granulaire segmentniveau uitgevoerd. We hebben zes verschillende klimaatscenario's geselecteerd voor de impactbeoordeling, om te kunnen inschatten hoe het verwachte verlies (EL) van de portefeuilles zou kunnen veranderen als die scenario's werkelijkheid zouden worden. De scenario's verschillen in streeftemperatuur, timing van collectieve actie en de mate waarin verondersteld wordt dat CO 2 - verwijderingstechnologieën worden gebruikt. Als resultaat hebben we bijvoorbeeld vastgesteld dat de sector Chemie in zijn geheel, alsook het segment Veeteelt van de sector Landbouw en het segment Productie van voeding van dierlijke oorsprong van de sector Voedsel- en drankproducenten blootgesteld zijn aan hoge transitierisico's die nog niet zijn aangepakt. In vergelijking met de energiesector betekenen de relatief grotere verwachte veranderingen in EL in de sectoren Chemie, Landbouw en Voedsel- en drankproducenten niet noodzakelijkerwijs dat de inherente risico's groter zijn, maar veeleer dat de transitierisico's nog niet in dezelfde mate zijn geïntegreerd als in de energiesector. Uit de resultaten van de analyses blijkt dat er behoefte is aan interactie met de klant voor de (sub)sectoren die het kwetsbaarst worden geacht voor de overgang naar een CO 2 -arme economie, om te begrijpen hoe die (sub)sectoren de transitierisico's waaraan ze zijn blootgesteld kunnen beperken. • In 2021 hebben we voor het derde jaar op rij de gefinancierde uitstoot van een selectie van onze portefeuilles berekend volgens de Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) -methodologie. Dit jaar omvatte het toepassingsgebied: operationele autoleasing, leningen voor motorvoertuigen (met inbegrip van vrachtvervoer over de weg), hypotheken, mijnbouw en olie en gas en een raming voor alle andere sectoren. • Meer details over de bovengenoemde meetmethoden vindt u in ons Duurzaamheidsverslag, dat beschikbaar is op www.kbc.com. De resultaten en inzichten die deze methodologieën opleveren, zijn waardevol om hotspots in de kredietportefeuille van KBC op te sporen, als input voor het bepalen van doelstellingen en het uitvoeren 142 Jaarverslag KBC 2021 van stresstests voor klimaatrisico's, en om waar nodig het beleid aan te passen. Ze maken ook deel uit van de inspanningen van KBC om klimaatrisico verder te integreren in zijn kredietbeoordelingsprocessen en modellering (onder meer van verwachte kredietverliezen). Het management heeft wel altijd de mogelijkheid om de verwachte kredietverliezen aan te passen om zo rekening te houden met gebeurtenissen die geen deel uitmaken van de financiële beoordeling, zoals groeiende inzichten in ESG- en klimaatgerelateerde risico's. De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren De risicobereidheidsverklaring van KBC en het bijhorende proces liggen niet vast, maar evolueren mee met de veranderingen in de interne en externe context en de strategische ambities. De risicobereidheid van KBC dekt alle materiële risico's waaraan KBC is blootgesteld, met bijzondere aandacht voor risico's die de externe omgeving nu en in de toekomst beheersen. Gezien het toegenomen belang dat KBC toekent aan het klimaatrisico, werd een specifieke risicobereidheidsdoelstelling toegevoegd aan de KBC-risicobereidheidsverklaring, die beide invalshoeken van de 'dubbele materialiteit' dekt. KBC wil klimaat- en milieueffecten integreren in zijn besluitvorming, producten en processen om zo een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij en de duurzaamheid van KBC op lange termijn veilig te stellen. Andere doelstellingen hebben ook betrekking op andere ESG-thema's. Ze omvatten • het bevorderen van een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag aanmoedigt en wordt ondersteund door een promotie- en vergoedingsbeleid met een duurzame en langetermijnvisie; • het verzekeren van stabiele winst en gezonde financiële cijfers (kapitaal en liquiditeit); • het bevorderen van een sterk ondernemingsbestuur en risico- en compliancebeheer en rekening houden met de interne en externe context als belangrijke factoren om de veerkracht van de organisatie te vergroten en waarde te creëren. Om minder kwetsbaar te zijn voor veranderingen in de externe omgeving – inclusief klimaatverandering – streven we naar diversiteit en flexibiliteit in onze activiteitenmix, klantsegmenten, distributiekanalen en regio's, waarbij we ons niet concentreren op winst op korte termijn ten koste van stabiliteit op lange termijn. We beheren de volatiliteit van de nettoresultaten door een sterk risicobeheerkader en gezonde risicobereidheid te definiëren om de financiële en operationele veerkracht op korte, middellange en lange termijn te waarborgen. De high-level risicobereidheidsdoelstellingen worden voor een aantal risicotypes verder uitgewerkt: • Vanuit het oogpunt van kredietrisico streeft KBC ernaar de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu en de samenleving te beperken en een positieve impact te stimuleren, op basis van een cultuur van verantwoorde kredietverlening, waarvan de principes zijn vastgelegd in de Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending. • Alle beleggingsbeslissingen van Treasury worden genomen in overeenstemming met het enige bindende kader, waarin de screeningcriteria voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen zijn vastgelegd. • KBC heeft de ambitie om al zijn operationele, compliance- en gedragsrisico's laag te houden, wil goed voorbereid zijn op diverse crisissituaties (bv. om een verstoring van de dienstverlening te voorkomen), waaronder situaties waarbij klimaatverandering aan de basis ligt, en maximaal beschermd zijn tegen cybercriminaliteit. Integriteit, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van onze bedrijfsgegevens en de gegevens van onze klanten zijn van het allergrootste belang. • Om de reputatierisico's te beheren, bevordert KBC een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag in de hele organisatie aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. • Om de stabiliteit van de winst en het kapitaal van onze verzekeringsactiviteiten te versterken, worden de risico's op gepaste wijze beperkt door herverzekeringsprogramma's die bescherming bieden tegen de gevolgen van grote schadeclaims of een opeenstapeling van verliezen en door een gediversifieerde exposure aan alle kernmarkten. 143Jaarverslag KBC 2021 De risicobereidheid van KBC wordt ondersteund door beleidslijnen en duurzaamheidsdoelstellingen (zie Onze rol in de samenleving in het deel Verslag van de Raad van Bestuur). In ons beleid voor duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening en beleggingen identificeren we bijvoorbeeld controversiële activiteiten met betrekking tot het milieu (waaronder klimaat en biodiversiteit), mensenrechten, bedrijfsethiek en gevoelige/ controversiële maatschappelijke thema's. Dat zijn economische activiteiten die we niet willen financieren (zoals activiteiten in verband met thermische steenkool) of alleen onder strikte voorwaarden (zoals biomassatechnologieën, de productie van palmolie, enz.) Risicoanalyse, -rapportering en -opvolging: Indicatoren van klimaatgerelateerde risico's en opportuniteiten zijn opgenomen in het KBC Sustainability Dashboard, waardoor we de voortgang in de uitvoering van onze duurzaamheidsstrategie kunnen volgen en waar nodig kunnen bijsturen. Klimaatgerelateerde risico's zullen verder worden geïntegreerd in onze interne risicorapporten, ICAAP/ ORSA en externe rapporten, met bijzondere aandacht voor stresstests. De Raad van Bestuur, het Risico- en Compliancecomité en het Directiecomité zijn de voornaamste bestemmelingen van de belangrijkste risicobeheerrapporten (bv. ICAAP/ILAAP/ORSA, Integrated Risk Report, risicobereidheid, enz.). Aangezien klimaatrisico in alle risicoprocessen wordt geïntegreerd en bovendien als een top risk is aangemerkt, wordt in al die risicobeheerrapporten veel aandacht aan dat onderwerp besteed. De toenemende aandacht voor het beheer van milieu-, sociale en bestuurlijke (ESG) risico's komt ook tot uiting in diverse wetgevingsinitiatieven. Voor banken die onder het toezicht van de ECB vallen (zoals KBC), zijn er bijvoorbeeld toezichtvereisten geformuleerd in de ECB-gids inzake klimaat- en milieurisico's. In 2021 heeft KBC twee vragenlijsten van de ECB ingevuld over hoe we de in de gids beschreven verwachtingen aanpakken en wat onze uitvoeringsplannen zijn om die volledig na te leven. De ECB zal aan die vragenlijsten een vervolg geven met een thematische evaluatie dit jaar en zal daarbij gebruikmaken van deep dives in onze klimaatgerelateerde en milieurisicostrategieën, en in onze governance- en risicobeheerkaders en -processen. Daarnaast zal de ECB in 2022 een eerste stresstest voor klimaatrisico's uitvoeren. Met deze toezichtsoefening wil de ECB banken aansporen hun klimaatrisico's proactief te beheren en de klimaatgerelateerde gegevens aan te vullen. Het afgelopen jaar zijn er ook verschillende nieuwe ESG-rapporteringsverplichtingen geïntroduceerd (bv. de EU-taxonomieverordening, de pijler 3-vereisten van de EBA, de Corporate Sustainability Reporting Directive, de Sustainable Finance Disclosure Regulation), die in 2021 geleidelijk van kracht zijn geworden en de komende jaren aanzienlijk zullen worden uitgebreid. Omdat data een waardevol goed zijn om onze portefeuilles verder te bewaken en te beheren, om doelstellingen te bepalen en aan de verschillende wettelijke vereisten te kunnen voldoen, is het Data & Metrics-project binnen het Sustainable Finance-programma begonnen met de coördinatie van de gegevensverzameling in al onze kernlanden, zodat geaggregeerde rapporten kunnen worden opgesteld. Stresstesting Zowel transitierisico- als fysiekerisicofactoren zijn al in verscheidene interne stresstests geïntegreerd (bv. in reverse stresstests en de ICAAP/ORSA-stresstest). Uit de uitgevoerde stresstests kan worden besloten dat, hoewel klimaatrisico een steeds belangrijker risico is voor KBC en de economie in haar geheel, er geen onmiddellijke bedreiging is voor onze kapitaal- en liquiditeitsbuffers. Hoewel de zwaardere klimaatgerelateerde stresssituaties de winstgevendheid van KBC kunnen beïnvloeden, zullen ze die winstgevendheid niet onder een adequaat niveau laten zakken. Meer informatie over stresstests vindt u in ons Risk Report. Onze stresstests zullen geleidelijk worden geoptimaliseerd op basis van nieuwe inzichten uit bijvoorbeeld onze interne klimaatrisicokaart, of uit de toegepaste methodologiëen (zie Risicometing), om ons te helpen de impact van klimaatscenario's beter te vertalen naar financiële parameters zoals verwachte kredietverliezen of verzekeringsclaims. 144 Jaarverslag KBC 2021 De deelname van KBC aan de ECB-stresstest voor klimaatrisico's van 2022 is een belangrijke volgende stap naar een volledige integratie van de kwantitatieve effecten van klimaatrisico's in stresstests. In 2021 hebben we al aanzienlijke inspanningen geleverd om die oefening voor te bereiden (zoals het verzamelen van de vereiste gegevens en de ontwikkeling van berekeningsmethoden). De opgedane ervaring en de verzamelde gegevens zullen ook een aanzienlijke meerwaarde zijn voor de verdere ontwikkeling van onze interne geïntegreerde stresstests voor klimaatrisico's. Milieugegevens worden verstrekt op verschillende plaatsen in het hoofdstuk Onze strategie. Informatie over de EU-taxonomie wordt verstrekt onder Focus op het klimaat. 145Jaarverslag KBC 2021 Solvabiliteit op KBC-groepsniveau Solvabiliteitsrapportering We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD. De CRR/CRD geeft uitvoering aan de Bazelregels in Europa en wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer nieuwe voorschriften worden geïmplementeerd, kan een overgan gsperiode worden toegestaan waarin die voorschriften geleidelijk worden ingevoerd. Momenteel maakt KBC gebruik van de IFRS 9- overgangsmaatregelen (toegepast vanaf het tweede kwartaal van 2020). Die overgangsmaatregelen maken het mogelijk om gedurende een overgangsperiode van vijf jaar een deel van de toegenomen waardeverminderingen weer aan het common equity capital (CET1) toe te voegen, wanneer de voorzieningen onverwacht stijgen als gevolg van een verslechtering van de macro-economische vooruitzichten. Aanvankelijk liep de overgangsperiode van vijf jaar van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022. Naar aanleiding van de coronaviruspandemie en als gevolg van een BCBS-statement inzake een versoepeling van de regelgeving, is de overgangsperiode met twee jaar verlengd tot 31 december 2024. Op basis van het bankenreguleringspakket (CRR/CRD) kan de winst pas in het CET1-kapitaal worden opgenomen na beslissing over de winstverdeling door het uiteindelijke beslissingsorgaan (voor KBC Groep is dat de Algemene Vergadering). De ECB kan de opname van tussentijdse of jaarwinst in het CET1-kapitaal toestaan voordat de Algemene Vergadering daartoe heeft besloten. In dat geval moet het te verwachten dividend worden afgetrokken van de winst die in het CET1-kapitaal is opgenomen. Aangezien in ons dividendbeleid van 'minstens 50%' geen maximum is opgenomen, moeten we van de ECB een uitkeringsratio van 100% hanteren om het te verwachten dividend te bepalen. Bijgevolg vraagt KBC Groep niet langer de goedkeuring van de ECB om de tussentijdse of jaarwinst op te nemen in het CET1-kapitaal vóór de beslissing van de Algemene Vergadering. De jaarwinst van 2021 en het slotdividend over 2021 zullen worden opgenomen in het transitionele CET1 van het eerste kwartaal van 2022, dat zal worden bekendgemaakt na de Algemene Vergadering. Vanaf 31 december 2021 weerspiegelen de fully loaded-cijfers onmiddellijk de tussentijdse of jaarwinst, rekening houdend met ons dividendbeleid en/of een eventueel dividendvoorstel/-besluit van de Raad van Bestuur. Volgens CRR/CRD geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). Vanaf het vierde kwartaal van 2020 moet ingevolge de herziene CRR/CRD de vermogensmutatiemethode worden gebruikt, tenzij de bevoegde autoriteit de instellingen toestaat een andere methode toe te passen. KBC Groep heeft van de ECB de toelating gekregen om de historische boekwaarde (een historische boekwaarde van 2469 miljoen euro) te blijven gebruiken voor risicoweging (370%), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald. Solvabiliteitsvereisten De minimale solvabiliteitsratio’s die volgens CRR/CRD moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1). Bovendien eist CRR/CRD een conserveringsbuffer van 2,5%. Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management. Hoe beheren we ons kapitaal? 146 Jaarverslag KBC 2021 Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten), omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de reglementaire pijler 1-berekeningen. Na de SREP-cyclus voor 2021 heeft de ECB KBC formeel meegedeeld dat de pijler 2-vereiste (P2R) was vastgesteld op 1,86% (tegenover 1,75% voordien). De verhoging met 11 procentpunten heeft te maken met de verwachting van de ECB met betrekking tot de minimumvoorzieningen aan het einde van 2020 voor non- performing kredieten die vóór 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven (de zogenaamde 'NPL-backstop' of 'calendar provisioning') en houdt rekening met de overeenkomst tussen KBC Bank Ireland en CarVal Investors over de verkoop van non-performing kredieten. De pijler 2-aanbeveling (P2G) blijft ongewijzigd op 1% van het CET1. De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De percentages voor de contracyclische buffer die de landen waar de relevante kredietrisico's van KBC zich bevinden recent hebben aangekondigd, komen overeen met een contracyclische buffer op KBC-groepsniveau van 0,45%, tegenover 0,20% in 2020. Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% CET1. In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 10,81%, met een bijkomende pijler 2-aanbeveling (P2G) van 1%. De bovenstaande gegevens geven de situatie weer zoals die bekend was op 31 december 2021, zonder rekening te houden met eventuele wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld. Boven op de uitkeringsratio van ten minste 50% van de geconsolideerde winst, komt ook het kapitaal dat een common equity ratio van 15% overschrijdt in aanmerking voor uitkering aan de aandeelhouders. Elk jaar beslist de Raad van Bestuur naar eigen discretie daarover, bij de bekendmaking van de resultaten over het volledige boekjaar. 147Jaarverslag KBC 2021 Solvabiliteitscijfers volgens CRR/CRD Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) 31-12-2021 Fully loaded 31-12-2021 Transitioneel 31-12-2020 Fully loaded 31-12-2020 Transitioneel Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 1 19 445 20 733 21 627 21 856 Tier 1-kapitaal 17 724 18 998 19 448 19 941 Kernkapitaal (common equity) 2 16 224 17 498 17 948 18 441 Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) 20 049 17 708 18 688 18 688 Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) -539 -539 -568 -568 Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) -746 -746 -734 -734 Belangen van derden 0 0 0 0 Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) 1 108 1 108 1 294 1 294 Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) -16 -16 -13 -13 Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-) 3 -28 -28 -25 -25 Dividenduitkering (-) -3 168 0 -183 -183 Vergoeding van AT1-instrumenten (-) -12 -12 -12 -12 Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) -57 -57 -57 -57 Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) -72 -72 -58 -58 Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten (-) 4 -68 -68 -11 -11 IRB-voorzieningstekort (-) 0 -31 0 0 Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) -227 -227 -373 -373 Overgangsaanpassingen van CET1 0 478 0 493 Beperking van uitgestelde belastingvorderingen uit timingverschillen die afhangen van toekomstige winstgevendheid en belangrijke deelnemingen in financiële entiteiten (-) 0 0 0 0 Aanvullend going concern-kapitaal 1 500 1 500 1 500 1 500 AT1-instrumenten die voldoen aan CRR 1 500 1 500 1 500 1 500 Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal 0 0 0 0 Tier 2-kapitaal 1 721 1 735 2 178 1 914 IRB-voorzieningsoverschot (+) 224 493 427 427 Overgangsaanpassingen van tier 2-kapitaal 0 -493 0 -264 Achtergestelde schulden 1 497 1 735 1 751 1 751 Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) 0 0 0 0 Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal 0 0 0 0 Totaal gewogen risicovolume 104 646 104 362 102 111 101 843 Bankactiviteiten 95 120 94 836 92 903 92 635 Kredietrisico 80 971 80 687 78 785 78 518 IRB Advanced-benadering 67 321 67 321 63 339 63 339 IRB Foundation-benadering 2 561 2 561 2 681 2 681 Standaardbenadering 7 378 7 408 7 270 7 313 Kredietrisico van tegenpartijen (counterparty credit risk) 3 065 3 065 2 884 2 884 Andere activa 646 333 2 612 2 302 Marktrisico 5 2 665 2 665 2 716 2 716 Operationeel risico 11 484 11 484 11 401 11 401 Verzekeringsactiviteiten 9 133 9 133 9 133 9 133 Holdingactiviteiten en eliminatie van intercompanytransacties 392 392 75 75 Solvabiliteitsratio's Common equity ratio (of CET1-ratio) 15,5% 16,8% 17,6% 18,1% Tier 1-ratio 16,9% 18,2% 19,0% 19,6% Totale kapitaalratio 18,6% 19,9% 21,2% 21,5% 1 Het verschil tussen het fully loaded-cijfer en het transitioneel cijfer op 31-12-2021 wordt verklaard door het nettoresultaat voor 2021 (2 341 miljoen euro volgens de Deense Compromis- methode), het voorgestelde slotdividend (- 3 168 miljoen euro), de impact van de IFRS 9-overgangsmaatregelen en het IRB-overschot/tekort (-222 miljoen euro) en de toegelaten (grandfathered) tier 2 achtergestelde schuldinstrumenten (-239 miljoen euro). 2 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (behalve de lijnen IRB-voorzieningstekort, Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering en Aftrek m.b.t. backstops voor non- performing kredieten). 3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio. 4 Backstops voor non-performing kredieten verwijzen naar de minimale dekkingsvereisten voor non-performing kredieten voor kredieten die na 26 april 2019 zijn verstrekt (de CRR vereist dat ze worden afgetrokken van CET1) en de minimale dekkingsverwachtingen van de ECB voor non-performing kredieten, voor posities die na 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven maar vóór 26 april 2019 zijn aangegaan (KBC heeft besloten om eventuele tekorten ten opzichte van de verwachtingen van de toezichthouder vrijwillig van het CET1 af te trekken). 5 De multiplicator van HVAR en SVAR die voor de berekening van het marktrisico wordt gebruikt, is gelijk aan 3. 148 Jaarverslag KBC 2021 Beknopte solvabiliteitsberekeningen voor KBC Bank en KBC Verzekeringen vindt u in de Geconsolideerde Jaarrekening, onder Toelichting 6.7. Maximaal uitkeerbaar bedrag (Maximum Distributable Amount, MDA) De uit te keren bedragen (dividendbetalingen, betalingen in verband met additional tier 1-instrumenten of variabele beloning) zijn beperkt wanneer de hierboven beschreven gezamenlijke buffervereisten niet nageleefd worden. Die beperking wordt aangeduid als de drempels voor maximaal uitkeerbare bedragen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de buffers van KBC ten opzichte van die drempels, zowel op transitionele basis (d.w.z. transitionele cijfers ten opzichte van de reglementaire doelstellingen die van toepassing zijn op de verslagdatum) als fully loaded (d.w.z. fully loaded cijfers ten opzichte van de reglementaire doelstellingen die in de toekomst van toepassing zullen zijn). In overeenstemming met artikel 104a (4) van de CRD staat de ECB toe dat banken aan de P2R voldoen met additional tier 1- instrumenten (tot [1,5]/8) en tier 2-instrumenten (tot 2/8) op basis van dezelfde relatieve gewichten die zijn toegestaan om aan de pijler 1-vereiste van 8% te voldoen. KBC is momenteel niet van plan om additional tier 1- of tier 2-instrumenten uit te geven om aan de P2R te voldoen, maar kan dat overwegen om een inbreuk op de MDA te vermijden of te beperken. De invloed op de common equity ratio van de belangrijkste overnames en verkopen in 2020 en 2021 beschrijven we in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening. Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd; CRR/CRD, deductie- methode) (in miljoenen euro) 31-12-2021 Fully loaded 31-12-2021 Transitioneel 31-12-2020 Fully loaded 31-12-2020 Transitioneel Kernkapitaal (common equity) 15 392 16 745 17 282 17 775 Totaal gewogen risicovolume 99 603 99 518 97 481 97 214 Common equity ratio 15,5% 16,8% 17,7% 18,3% Buffer ten opzichte van de totale kapitaalvereiste (OCR) (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) 31-12-2021 Fully loaded 31-12-2021 Transitioneel 31-12-2020 Fully loaded 31-12-2020 Transitioneel CET1 Pijler 1-minimum 4,50% 4,50% 4,50% 4,50% Pijler 2-vereiste waaraan moet worden voldaan met CET1 1,05% 0,98% 0,98% 0,98% Conserveringsbuffer 2,50% 2,50% 2,50% 2,50% Buffer voor systeemrelevante instellingen (O-SII) 1,50% 1,50% 1,50% 1,50% Entiteitsspecifieke contracyclische buffer 0,45% 0,17% 0,20% 0,17% Totale kapitaalvereiste (OCR) – met P2R-opsplitsing, CRD artikel 104a (4) 10,00% 9,66% 9,68% 9,65% Pijler 2-vereiste waaraan kan worden voldaan met AT1 en T2 0,81% 0,77% 0,77% 0,77% Totale kapitaalvereiste (OCR) (A) 1 , geen P2R-opsplitsing 10,81% 10,42% 10,45% 10,42% CET1 gebruikt om tekort in AT1-korf op te vangen (B) 0,07% 0,06% 0,03% 0,03% CET1 gebruikt om tekort in T2-korf op te vangen (C) 2 0,36% 0,34% -0,13% 0,12% CET1-vereiste voor MDA (A+B+C) 11,23% 10,82% 10,35% 10,57% CET1-kapitaal (in miljoenen euro) 16 224 17 498 17 948 18 441 CET1-buffer (= buffer ten opzichte van MDA), in miljoenen euro 4 470 6 204 7 382 7 681 1 Situatie zoals bekend op 31 december 2021 (waarbij geen rekening is gehouden met wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld). 2 Het beschikbare tier 2-kapitaal is op 31-12-2020 hoger dan de pijler 1-minimumvereiste van 2% op fully loaded-basis. Het surplus wordt gebruikt om te voldoen aan een deel van de pijler 2-vereiste volgens de herziene CRR/CRD. Het fully loaded tier 2-kapitaal omvat niet de tier 2-instrumenten die zijn toegelaten (grandfathered) krachtens CRR2. Die instrumenten zijn opgenomen in het eigenlijke (transitionele) tier 2-kapitaal voor de periode waarvoor de toelating (grandfathering) geldt, in overeenstemming met CRR2 en het COREP 3.0-rapporteringskader (ingevoerd vanaf de rapportering over het tweede kwartaal van 2021). Solvabiliteitscijfers volgens FICOD KBC moet – als financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, berekend volgens de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Volgens die richtlijn wordt het beschikbare eigen vermogen berekend op basis van de geconsolideerde positie 149Jaarverslag KBC 2021 Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode) (in miljoenen euro) 31-12-2021 Fully loaded 31-12-2021 Transitioneel 31-12-2020 Fully loaded 31-12-2020 Transitioneel Kernkapitaal (common equity) 17 861 19 370 18 843 19 336 Totaal gewogen risicovolume 120 873 120 589 114 783 114 515 Common equity ratio 14,8% 16,1% 16,4% 16,9% Leverageratio Leverageratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) 31-12-2021 Fully loaded 31-12-2021 Transitioneel 31-12-2020 Fully loaded 31-12-2020 Transitioneel Tier 1-kapitaal 17 724 18 998 19 448 19 941 Totale exposure 326 792 292 365 303 069 303 696 Balanstotaal 340 346 340 346 320 743 320 743 Deconsolidatie van KBC Verzekeringen -34 026 -34 026 -32 972 -32 972 Overgangsaanpassing – 617 – 628 Aanpassing voor derivaten -1 656 -1 656 -4 158 -4 158 Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal -1 665 -1 696 -1 825 -1 825 Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties 1 016 1 016 830 830 Blootstelling aan centrale banken – -35 014 – – Off-balance sheet exposure 22 776 22 776 20 451 20 451 Leverageratio 5,4% 6,5% 6,4% 6,6% De hogere transitionele ratio (in vergelijking met de fully loaded ratio) weerspiegelt de uitsluiting van de blootstelling aan centrale banken (CRR artikel 500b, toegepast vanaf eind september 2021). Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris). Minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (Minimum requirement for own funds and eligible liabilities, MREL) De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de afwikkelingsautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk kenmerk van het afwikkelingsplan is dat het bepaalt op welk niveau de bevoegde afwikkelingsautoriteiten zullen optreden. Er moet gekozen worden tussen een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit die de groep in zijn geheel afwikkelt (Single Point of Entry of SPE) of verschillende autoriteiten die afzonderlijk die delen van de groep afwikkelen die binnen hun jurisdictie vallen (Multiple Point of Entry of MPE). Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD voor het bankbedrijf en Solvency II voor het verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de vermogenswaarde in de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode). 150 Jaarverslag KBC 2021 MREL (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Eigen middelen en in aanmerking komende passiva (op transitionele basis) 28 924 28 376 CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD, Deense compromismethode) 17 498 18 441 AT1-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) 1 500 1 500 T2-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) 1 735 1 914 Achtergestelde schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, maar niet opgenomen in AT1 en T2) 753 2 Senior schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) 7 437 6 519 Risicogewogen activa (RWA) 104 362 101 843 MREL als percentage van RWA 27,7% 27,9% Leverage ratio exposure amount (LRE) 292 365 303 696 MREL als percentage van LRE 9,9% 9,3% ICAAP en ORSA bail-in als voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven of ze om te zetten in aandelen. De SPE-aanpak op groepsniveau is een weerspiegeling van het businessmodel van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als operationeel (risico, financiën, treasury, ICT, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern. Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). De SRB bepaalt de minimum-MREL voor KBC. Hij heeft aan KBC MREL-doelstellingen meegedeeld, uitgedrukt als een percentage van de risicogewogen activa (RWA) en van de leverage ratio exposure amount (LRE): • 22,13% van de risicogewogen activa vanaf 1 januari 2024 met een tussentijdse doelstelling van 21,63% vanaf 1 januari 2022 (aan de gezamenlijke buffervereiste moet voldaan worden boven op de MREL-doelstelling en bedraagt 4,35% vanaf 2022 en 4,45% vanaf 2023); • 7,34% van de LRE vanaf 1 januari 2022. Naast een totaal MREL-bedrag vereist de BRRD2 ook dat KBC een bepaald deel van de MREL aanhoudt in achtergestelde vorm (d.w.z. instrumenten die achtergesteld zijn aan schulden en uitgesloten zijn van bail-in). De balans van de KBC-groep bevat een beperkt bedrag aan schulden die zijn uitgesloten van bail-in en die pari passu zijn met voor MREL in aanmerking komende schulden. Deze uitgesloten schulden houden voornamelijk verband met kritieke shared services (bv. IT). Dat betekent dat de senior schulden van de holdingmaatschappij mogelijk niet meer in aanmerking komen om door de SRB als achtergesteld te worden erkend. Om te verzekeren dat de senior schulden van de KBC-holdingmaatschappij in aanmerking komen voor de achtergestelde MREL-doelstelling (d.w.z. om te verzekeren dat er in KBC Groep NV geen uitgesloten schulden aanwezig zijn die pari passu of junior zijn met de senior schulden van de holding), zal KBC Groep NV worden omgevormd tot een Clean HoldCo met het oog op een afwikkeling. Na de implementatie van de Clean HoldCo (naar verwachting in 2022) zal de volledige MREL van KBC als achtergesteld worden beschouwd. Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en ervoor te zorgen dat we altijd voldoende gekapitaliseerd zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de maturiteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikken we ook over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. Dat model wordt bijvoorbeeld gebruikt om de risicogewogen prestaties te meten en de kapitaaltoereikendheid te beoordelen. Het wordt 151Jaarverslag KBC 2021 Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer. Stresstests maken daarom integraal deel uit van ons risicobeheerkader en zijn een belangrijk onderdeel van ons ICAAP en onze ORSA. Voor ons is stresstesting een proces dat managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk. Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of we over voldoende kapitaal beschikken om de risico's die we lopen te dekken. Daarom bevat de APC ook gevoeligheden voor kritieke veronderstellingen die worden gebruikt in het basisscenario. Daarnaast wordt de APC aangevuld met een speciale geïntegreerde stresstest die gelijktijdig wordt uitgevoerd. De gevoeligheden en stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat: • de beslissingen over de financiële planning en de risicobereidheid en -begrenzing niet alleen gebaseerd zijn op een basisscenario, maar ook rekening houden met de invloed van moeilijkere macro-economische en financiële marktscenario's; • het kapitaal en de liquiditeit op groepsniveau ook in moeilijke omstandigheden op een aanvaardbaar niveau blijven. De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en reglementaire kapitaaldoelstellingen. In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaal- of liquiditeitsvereisten niet gehaald worden. Op die manier geeft het herstelplan een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep en in de risicoverminderende maatregelen die het management kan nemen als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen. KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaal- of liquiditeitstoereikendheid van de groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van gevoeligheden in de APC-planning. aangevuld met een kader voor winstbeoordeling om de kwetsbaarheden bloot te leggen met betrekking tot de duurzaamheid van ons businessmodel op langere termijn. Een heel belangrijk element in ons ICAAP is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasury- en risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op groeps- en entiteitsniveau te bepalen. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen jaarlijks een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Het doel van de ORSA is erop toe te zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBC-verzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de maturiteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC, bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Eenmaal per jaar worden op basis van de ICAAP- en ORSA- processen uitgebreide verslagen opgesteld, die zowel aan het topmanagement als aan de toezichthouders worden bezorgd, voordat ze aan de ECB en de NBB worden voorgelegd. In de afgelopen twee jaar bevatten die verslagen een beoordeling van de impact van de coronacrisis op de kapitaaltoereikendheid van KBC, zowel onder waarschijnlijke als meer ongunstige aannames, en die onze solide kapitaalpositie bevestigden. Stresstests 152 Jaarverslag KBC 2021 Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2021. In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt. • Raad van Bestuur: Raad • Directiecomité: DC • Auditcomité: AC • Risico- en Compliancecomité: RCC • Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen: WVV • Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen: Bankwet Verklaring inzake deugdelijk bestuur De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken als referentie de Belgische Corporate Governance Code 2020 (hierna de Code 2020 genoemd). U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Samenstelling van de Raad en zijn comités In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31december2021. * De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen. Koenraad Debackere Philippe Vlerick Johan Thijs Alain Bostoen Katelijn Callewaert Erik Clinck Sonja De Becker Franky Depickere Frank Donck Liesbet Okkerse Vladimira Papirnik Luc Popelier Theodoros Roussis Christine Van Rijsseghem Marc Wittemans * Met ingang van 1 december 2021 nam Júlia Király, onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder, ontslag als lid van de Raad. In 2021 nam zij deel aan 12 vergaderingen van de Raad, aan 5 vergaderingen van het AC en aan 7 vergaderingen van het Remuneratiecomité. Het Benoemingscomité heeft onmiddellijk het proces gestart met het oog op haar vervanging. 153Jaarverslag KBC 2021 Naam Hoofdfunctie Periode in de Raad in 2021 Einde huidig mandaat Bijgewoonde Raadsvergaderingen Niet-uitvoerende bestuurders Vertegenwoordigers kernaandeelhouders Onafhankelijke bestuurders 1 DC AC RCC Benoemings- comité Remuneratie- comité Aantal vergaderingen in 2021 14 7 9 5 8 Koenraad Debackere Voorzitter van de Raad Volledig jaar 2023 14 n n 5 (v) 8 (v) Philippe Vlerick Ondervoorzitter van de Raad CEO Vlerick Group Volledig jaar 2025 14 n n 5 8 Johan Thijs Voorzitter DC en uitvoerend bestuurder KBC Volledig jaar 2024 14 n (v) Alain Bostoen CEO Christeyns Groep Volledig jaar 2023 14 n n Katelijn Callewaert Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora Volledig jaar 2025 14 n n Erik Clinck Uitvoerend beheerder van Enactus Belgium Volledig jaar 2024 14 n n Sonja De Becker Voorzitter MRBB Volledig jaar 2024 14 n n 5 Franky Depickere Gedelegeerd bestuurder / CEO van Cera en KBC Ancora Volledig jaar 2023 14 n n 9 (v) 5 Frank Donck Gedelegeerd bestuurder 3D Volledig jaar 2023 14 n n 6 2 8 Liesbet Okkerse Financieel directeur gemeente en OCMW Zoersel Volledig jaar 2024 14 n n Vladimira Papirnik Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Volledig jaar 2024 14 n n 7 9 5 Luc Popelier Uitvoerend bestuurder KBC 8 maanden 2025 14 3 n Theodoros Roussis CEO Ravago Groep Volledig jaar 2024 14 n n Christine Van Rijsseghem Uitvoerend bestuurder KBC Volledig jaar 2022 13 n Marc Wittemans Gedelegeerd Bestuurder / CEO van MRBB Volledig jaar 2022 14 n n 7 (v) 9 Commissaris: PricewaterhouseCoopers (PwC), vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman. Secretaris van de Raad: Wilfried Kupers. (v) Voorzitter van dit comité. 1 Met ingang van 1 december 2021 nam Júlia Király, onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder, ontslag als lid van de Raad. In 2021 nam zij deel aan 12 vergaderingen van de Raad, aan 5 vergaderingen van het AC en aan 7 vergaderingen van het Remuneratiecomité. Het Benoemingscomité heeft onmiddellijk het proces gestart met het oog op haar vervanging. 2 Frank Donck nam ontslag als lid van het AC met ingang van 31 december 2021. 3 Luc Popelier woonde als lid van het DC ook al de vergaderingen bij vóór zijn benoeming in de Raad. 154 Jaarverslag KBC 2021 Wijzigingen in de Raad in 2021 • Philippe Vlerick en Katelijn Callewaert werden herbenoemd als bestuurder voor een mandaat van vier jaar. • Luc Popelier werd benoemd als bestuurder voor een mandaat van vier jaar en werd, ingevolge zijn benoeming als lid van het DC, uitvoerend bestuurder. • Hendrik Scheerlinck beëindigde zijn mandaat wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. • Júlia Király nam met ingang van 1 december 2021 ontslag uit de Raad om persoonlijke redenen. Wijzigingen in de Raad, voorgesteld aan de Algemene Vergadering op 5 mei 2022 • Op advies van het Benoemingscomité, en onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder, wordt Alicia Reyes Revuelta door de Raad voorgedragen voor benoeming als onafhankelijk bestuurder, in de zin van en beantwoordend aan de wettelijke criteria en de Code 2020, voor een mandaat van vier jaar. Curriculum vitae van de voorgedragen nieuwe bestuurder(s) • Alicia Reyes Revuelta is geboren in Cartagena (Spanje) op 24 januari 1972. Ze heeft een dubbele graad in rechten, economie en bedrijfskunde (ICADE, Madrid) en een PhD in kwantitatieve methoden en financiële markten (ICADE, Madrid). Nadat ze als medewerkster in derivaten bij Deutsche Bank had gewerkt, werd ze CIO/CFO bij Telvent (een risico- kapitaal fonds gericht op TMT) en vervolgens country manager voor Spanje en Portugal bij Bear Stearns. Tussen 2006 en 2014 werkte ze voor Barclays Capital in verschillende leidinggevende functies. Alicia werd vervolgens partner bij Olympo Capital, een private-equitybedrijf, waarna ze in 2015 overstapte naar Wells Fargo Securities waar ze CEO voor EMEA werd (tot 2020). Momenteel is ze onafhankelijk bestuurder van Ferrovial en Banco Sabadell en is ze Fellow Professor in het Institute of Finance and Technology MSc- programma over digitaal bankieren aan de faculteit Civil Engineering (University College London). Ze is ook Trustee bij Fareshare (de grootste liefdadigheidsinstelling in het Verenigd Koninkrijk die honger bestrijdt) en medeoprichter van ‘10 Million Women’ (een sociale onderneming die kansarme vrouwen helpt toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt). . Meer weten? U vindt het Corporate Governance Charter, de cv’s van de leden van de Raad en de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com. 155Jaarverslag KBC 2021 Het directiecomité van de groep Johan Thijs °1965 Belg Licentiaat Wetenschappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Wetenschappen (KU Leuven) In dienst sinds 1988 Groeps-CEO (chief executive officer) John Hollows °1956 Brit Licentiaat Rechten en Economie (Universiteit Cambridge) In dienst sinds 1996 CEO Divisie Tsjechië Erik Luts °1960 Belg Licentiaat Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven) In dienst sinds 1988 CIO (chief innovation officer) Peter Andronov °1969 Bulgaars Licentiaat Finance (University of National and World Economy in Sofia) In dienst sinds 2007 CEO Divisie Internationale Markten David Moucheron °1973 Belg Licentiaat in de Rechten (UCL) In dienst sinds 2015 CEO Divisie België Luc Popelier °1964 Belg Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) In dienst sinds 1988 CFO (chief financial officer) Christine Van Rijsseghem °1962 Belg Licentiaat in de Rechten (UGent) In dienst sinds 1987 CRO (chief risk officer) * In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.) Wijzigingen in 2021: • Hendrik Scheerlinck en Daniel Falque namen, met ingang van 6 mei 2021, ontslag als lid van het DC. • Peter Andronov en David Moucheron werden lid van het DC met ingang van 6 mei 2021. Peter Andronov werd CEO Divisie Internationale Markten en David Moucheron werd CEO Divisie België. • Luc Popelier werd CFO (in plaats van CEO Divisie Internationale Markten). Wijzigingen vanaf 5 mei 2022: • John Hollows neemt met ingang van 5 mei 2022 ontslag als lid van het DC wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. De Raad dankt hem voor de bijdrage die hij gedurende vele jaren aan de KBC-groep heeft geleverd. • Aleš Blažek wordt, op advies van het Benoemingscomité en onder voorbehoud van goedkeuring door de toezicht- houder, met ingang van 5 mei 2022 door de Raad benoemd tot lid van het DC en wordt CEO van de Divisie Tsjechië. • Ingevolge deze wijziging zal de samenstelling van het DC er als volgt uitzien: Johan Thijs (Groeps-CEO; chief executive officer), Luc Popelier (CFO; chief financial officer), Christine Van Rijsseghem (CRO; chief risk officer), Peter Andronov (CEO Divisie Internationale Markten), Aleš Blažek (CEO Divisie Tsjechië), Erik Luts (CIO; chief innovation officer) en David Moucheron (CEO Divisie België). Curriculum vitae van het nieuwe lid van het DC: • Aleš Blažek is geboren in Ceské Budejovice op 8 maart 1972 en behaalde een master in de rechten aan de Charles University Law School in Praag. Aleš begon zijn loopbaan als medewerker bij het Praagse kantoor van White & Case, waar hij voornamelijk werkte op het gebied van fusies en overnames, bank- en financiewezen en herstructurering. Van 2000 tot 2003 werkte hij als Chief Legal Counsel voor Citibank Czech Republic. Daarna werd hij General Counsel voor Citigroup CEE Region, voordat hij benoemd werd tot Deputy General Counsel voor Citigroup EMEA in Londen, waar hij corporate- en investmentbankingactiviteiten in Europa, het Midden-Oosten en Afrika behandelde. In 2007 trad hij in dienst bij GE Capital Global Banking (Londen) om deel uit te maken van het senior executive team in de hoedanigheid van General Counsel voor GE Capital consumer businesses in Europa. In 2011 werd hij gepromoveerd tot General Counsel voor GE Capital International, Londen, met verantwoordelijkheid voor juridische diensten in alle GE Capital-entiteiten in Europa, het Midden-Oosten en Azië. Hij trad in 2014 in dienst bij C ˇ SOB in Praag in de Tsjechische divisie van KBC Groep als hoofd van de juridische afdeling. In april 2019 werd hij Head of Data and Strategy bij C ˇ SOB. In 2021 werd hij benoemd tot CEO van KBC Bank Ireland. 156 Jaarverslag KBC 2021 Bestuursmodel Op 31 december 2021 telde de Raad 15 leden (met één openstaande functie als onafhankelijk bestuurder; onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder zal aan de algemene vergadering worden voorgesteld om een nieuwe vrouwelijke onafhankelijke bestuurder te benoemen – zie vroeger in dit hoofdstuk): • de voorzitter, die onafhankelijk bestuurder is; • één andere onafhankelijke bestuurder; • drie leden van het Directiecomité (de groeps-CEO, de groeps-CFO en de groeps-CRO); • tien vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Aangezien de Belgische wet van 25 april 2014 betreffende het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen bepaalt dat minstens drie leden van het DC ook bestuurder zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder'), is het wettelijk niet mogelijk om een zuiver duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad (strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De groeps-CEO, de groeps-CFO en de groeps-CRO zijn uitvoerend bestuurder. De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een aandeelhouders overeenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeel houder schap en de langetermijnfocus van het management van KBC Groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en waren ze op 31 december 2021 vertegenwoordigd in de Raad door tien bestuurders. Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau zowel voor KBC Groep als voor de raden van bestuur van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen hebben een zeer goede reputatie en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad. Daar komt bij dat in de praktijk de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen steeds samen vergaderen. Vermits er in de raad van bestuur van zowel KBC Bank als KBC Verzekeringen ook telkens 2 onafhankelijke bestuurders zetelen, zijn er de facto 7 onafhankelijke bestuurders die aan de (gezamenlijke) vergaderingen van de Raad deelnemen. De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad en een belangrijke vertegenwoordiging in de adviserende comités hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan met het doel de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor waardecreatie, een sterke kapitaalbasis, voorzichtig risicobeheer en duurzaamheid. Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking en de remuneratie van de leden van het DC bespreekt. aantal jaar in de Raad 0-2 jaar 3-10 jaar meer dan 10 jaar 4 5 6 (gemiddeld: 10 jaar) geslacht vrouw man 5 10 Onder voorbehoud van goedkeuring door de toezicht- houder zal vanaf de jaarvergadering het aantal vrouwelijke bestuurders opnieuw toenemen tot 6 (op een totaal van 16 bestuurders) leeftijd 41-50 jaar 51-60 jaar meer dan 60 jaar 1 6 8 (gemiddeld: 59 jaar) Samenstelling van de Raad van Bestuur 157Jaarverslag KBC 2021 Diversiteitsbeleid De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en van het DC. Dat beleid wil diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat de Raad en het DC allebei een brede basis van relevante competenties en knowhow kunnen aanspreken en voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en input ontvangen. Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn. Verder bepaalt het beleid dat: • ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden; • de Raad leden moet hebben van verschillende nationaliteiten, daarbij voldoende rekening houdend met de verschillende geografische gebieden waar KBC actief is; • ten minste drie bestuurders onafhankelijk moeten zijn in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV; • drie leden van het DC ook lid moeten zijn van de Raad. De Raad vergadert in de regel samen met die van KBC Bank en van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit. Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector en de vereiste algemene knowhow van alle domeinen waarin KBC actief is. Verder bepaalt het beleid dat: • ten minste één lid van het DC van een ander geslacht moet zijn dan de overige leden; • het DC streeft naar een gediversifieerde samenstelling op het vlak van nationaliteit en leeftijd; • alle leden van het DC moeten beschikken over de nodige financiële kennis, professionele integriteit en managementervaring, maar een verschillend carrièreverloop. De Raad zal toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC. Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2021 effectief werd toegepast. De hierboven beschreven wijziging in de samenstelling van het DC draagt bij tot een verdere verhoging van de diversiteit, door een grotere aanwezigheid van Centraal-Europese ervaring. Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management. In het hoofdstuk Ons Bedrijfsmodel geven we een grafisch overzicht van de diploma’s van de leden van de Raad en het DC. Naast de Belgische zijn de volgende nationaliteiten vertegenwoordigd in de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen: Tsjechisch/Amerikaans, Iers, Brits, Zweeds, Deens, Bulgaars en Frans. aantal jaar in het DC 0-2 jaar 3-10 jaar meer dan 10 jaar (gemiddeld: 7 jaar) 2 3 2 geslacht vrouw man 1 6 leeftijd 41-50 jaar 51-60 jaar meer dan 60 jaar (gemiddeld: 57 jaar) 1 2 4 Samenstelling van het Directiecomité 158 Jaarverslag KBC 2021 AC: toepassing van artikel 7:99 van het WVV en punt 6.2.3 van het Charter Tot 1 december 2021 zetelden in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020: • Vladimira Papirnik: onafhankelijk bestuurder, doctor juris (Northwestern University, USA, 1982), was senior partner bij het advocatenkantoor Squire Patton Boggs (zowel in Praag als in Chicago) tot juni 2017 en werkt nog verder aan projecten voor de firma en haar klanten. Ze is gespecialiseerd in internationaal bankrecht, projectfinanciering en vennootschapsrecht (fusies en overnames, corporate governance). • Júlia Király: onafhankelijk bestuurder, studeerde af aan de University of Economics van Boedapest (1980) en behaalde een PhD in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was 15 jaar lang professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Tot 2020 was ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences. Júlia Király nam ontslag als bestuurder met ingang van 1 december 2021. Het Benoemingscomité heeft onmiddellijk het proces gestart met het oog op haar vervanging als onafhankelijk bestuurder. Die nieuwe onafhankelijk bestuurder zal ook zetelen in het AC. De voorzitter van het AC is: • Marc Wittemans: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen, graduaat in de Fiscale Wetenschappen en in de Actuariële Wetenschappen. Hij is gedelegeerd bestuurder van MRBB CVBA, holdingmaatschappij van de Boerenbond. Met ingang van 31 december 2021 maakt Frank Donck geen deel meer uit van het AC, dat voortaan dus zal zijn samengesteld uit een meerderheid van onafhankelijke bestuurders. Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC samengesteld is (en in de toekomst blijvend samengesteld zal zijn) overeenkomstig de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van (het gewijzigde) punt 6.2.3 van het Charter en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt. RCC: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en punt 6.3.3 van het Charter Op 31 december 2021 zetelde in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020: • Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven) De andere leden van het RCC zijn: • Franky Depickere: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen (Antwerpen UFSIA) en master in Financieel Management (VLEKHO Business School). Hij was intern auditor bij CERA Bank en heeft functies en mandaten uitgeoefend in verschillende financiële instellingen. Thans is hij gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Ancora. Franky Depickere is voorzitter van het RCC. • Frank Donck: niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (UGent) en licentiaat Financiële Wetenschappen (Vlerick Business School). Hij is gedelegeerd bestuurder van 3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en onafhankelijk bestuurder bij Barco NV, Elia System Operator Group NV en Luxempart SA. Hij is ook bestuurder van enkele niet- genoteerde vennootschappen. Hij is lid van de Belgische Commissie Corporate Governance. • Marc Wittemans (cv: zie hierboven) 159Jaarverslag KBC 2021 Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat het samengesteld is (en in de toekomst blijvend samengesteld zal zijn) overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt. Remuneratiecomité: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en van punt 6.5.2 van het Charter Tot 1 december 2021 zetelden in het remuneratiecomité twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020: • Koenraad Debackere: onafhankelijk bestuurder en voorzitter van de Raad, burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur, doctor in Management, gewoon hoogleraar KU Leuven aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Afgevaardigd Bestuurder van KU Leuven Research & Development en Voorzitter van de Associatie KU Leuven. Daarnaast is hij onafhankelijk bestuurder bij Umicore NV. Koenraad Debackere is voorzitter van het remuneratiecomité. • Júlia Király (cv: zie hierboven). Júlia Király nam ontslag als bestuurder met ingang van 1 december 2021. Het Benoemingscomité heeft onmiddellijk het proces gestart met het oog op haar vervanging als onafhankelijk bestuurder. Die nieuwe onafhankelijk bestuurder zal ook zetelen in het remuneratiecomité. Het andere lid van het remuneratiecomité is: • Philippe Vlerick: niet-uitvoerend bestuurder, bachelor in de Filosofie en licentiaat in de Rechten (KU Leuven), master in Management (Vlerick Business School Gent) en MBA (Indiana University, Bloomington, USA), uitvoerend voorzitter van de Vlerick Group en van UCO, voorzitter van Raymond Uco Denim, BIC Carpets, Concordia Textiles, B.M.T, L.V.D., Pentahold, Mediahuis, Besix Group en Smartphoto, niet-uitvoerend bestuurder van Exmar en Oxurion, voorzitter van Festival van Vlaanderen. Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het remuneratiecomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt. Benoemingscomité: toepassing van artikel 56, §4 van de bankwet en van punt 6.4.2 van het Charter Op 31 december 2021 zetelden in het benoemingscomité van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020: • Koenraad Debackere (cv: zie hierboven) • Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven) De andere leden zijn: • Franky Depickere (cv: zie hierboven) • Philippe Vlerick (cv: zie hierboven) • Sonja De Becker, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de Rechten (KU Leuven). Ze heeft verschillende functies uitgeoefend bij de Boerenbond en werd er op 1 december 2015 voorzitter. Daarnaast is ze voorzitter van MRBB, Agri Investment Fund, SBB Accountants & Adviseurs, SBB Bedrijfsdiensten en bestuurder van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), en neemt ze deel aan het federaal sociaal overleg. Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het benoemingscomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt. 160 Jaarverslag KBC 2021 Toepassing van en afwijkingen op de Code 2020 De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code 2020 waarvan wordt afgeweken (comply or explain- principe). Het betreft het volgende: Bepaling 4.19 van de Code 2020 schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Zoals hierboven toegelicht, was het Benoemingscomité op 31 december 2021 samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt dus twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn drie onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité. Bij de samenstelling van het Benoemingscomité houdt de groep rekening met de specificiteit van de aandeelhouders- structuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun langetermijnengagement, op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van dit comité. Verder schrijft de Code 2020 voor dat de Verklaring inzake deugdelijk bestuur alle relevante informatie moet bevatten over gebeurtenissen die de governance hebben beïnvloed. De belangrijkste wijziging aan het Corporate Governance Charter van de vennootschap betreft de samenstelling van het AC, dat voortaan een meerderheid van onafhankelijke bestuurders zal tellen. Commissaris De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV (PwC), wordt vertegenwoordigd door Roland Jeanquart en Tom Meuleman. Aan de algemene vergadering op 5 mei 2022 zal worden voorgesteld het mandaat van de commissaris voor een nieuwe periode van drie jaar te verlengen. PwC heeft de heer Damien Walgrave en de heer Jeroen Bockaert aangeduid als nieuwe vertegenwoordigers. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4. Activiteitenverslag van de Raad en zijn comités in 2021 Raad van Bestuur (Raad) Naast het vervullen van de wettelijk opgelegde taken, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen: • de strategie en activiteiten van de divisies/landen Tsjechië, Ierland, Bulgarije, Slowakije, Hongarije, Markten, Corporate HR, KBC Asset Management en shared services; • het beheer van de gevolgen van de coronacrisis; • het kapitaal- en dividendbeleid; • de IT-strategie en de digitale transformatie (inclusief Kate); • de implementatie van de (her)verzekeringsstrategie; • de bespreking van de corporatesustainabilitystrategie en het Sustainable Finance Programme; • het ICAAP/ILAAP-rapport; • het Risk Appetite Statement; • de Risk Reports; • de Compliance reports en de Compliancefunctie; • de zelfevaluatie van de Raad, waar o.m. een vraag naar grotere aandacht voor ESG-topics uit naar voor kwam; • de oprichting van KBC Global Services. Maandelijks bracht het DC verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Daarnaast besteedde de Raad aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen in de verschillende activiteitsdomeinen. 161Jaarverslag KBC 2021 Ook worden regelmatig opleidingssessies georganiseerd voor alle leden van de Raad (nieuw benoemde bestuurders volgen daarnaast ook een uitgebreid introductieprogramma). Volgende topics kwamen aan bod: data science, crypto & digital identity, het KBC Recovery Plan, de regulatoire ontwikkelingen en IFRS 17. In de KBC-Duurzaamheidsboordtabel (Sustainability Dashboard) zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen de KBC-groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. U vindt meer informatie hierover in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com. Auditcomité (AC) Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en houdt toezicht op de externe revisor. Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van de desbetreffende persberichten en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken inclusief de goedkeuring van het auditjaarplan. Het AC besprak bovendien: • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien; • de intragroepbelangenconflicten; • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen; • de evaluatie van de interne audit functie. Risico- en compliancecomité (RCC) Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico’s die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico’s, met name de risico’s die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico’s. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties. Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten. Het KBC Sustainability Dashboard bevat duurzaamheidsparameters waarmee we de stand van zaken opvolgen en kunnen bijsturen. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. 162 Jaarverslag KBC 2021 Het RCC besteedde in het bijzonder aandacht aan: • klimaatrisico’s die onderdeel uitmaken van de periodieke rapportering van de risicofunctie. Daarnaast besprak het RCC in het bijzonder de integratie van klimaatrisico’s in het verzekeringsrisicobeheer; • de voortgangsrapportering betreffende de implementatie van het EU-databeleid (GDPR, Schrems II), alsook van andere specifieke reglementering zoals AML en MiFID; • de verklaring van de effectieve leiding over de beoordeling van de interne controle en de opvolging van de actieplannen die eruit voortvloeien; • het KBC ICAAP/ILAAP-rapport 2021; • het KBC ORSA-rapport 2021; • het KBC Recovery Plan 2021; • Information Security and Cyber risk; • de resultaten van de door de toezichthouders uitgevoerde inspecties en de door het management geformuleerde actieplannen; • het bijgewerkte Compliance Charter; • het bijgewerkte Integriteitsbeleid; • het Compliance-jaarverslag aan de RvB; • het rapport van de Data Protection Officer; • het Belangenconflictenrapport 2020. Benoemingscomité Het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank. Belangrijkste behandelde onderwerpen: • de benoemingen en herbenoemingen in de Raad; • de opvolgingsplanning voor de Raad en het DC; • de evaluatie van de werking en samenstelling van de Raad. Remuneratiecomité Het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank. Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en dikwijls ook van de voorzitter van het DC. Belangrijkste behandelde onderwerpen: • de evaluatie van de beoordelingscriteria van het DC over 2020; • de beoordelingscriteria van het DC voor 2021; • de jaarlijkse Remuneration Review; • aanpassing van de vergoeding van de CEO en de andere leden van het DC; • Risk Adjusted Profit 2020; • aanpassingen aan de Remuneration Policy; • opmaak van een Remuneration Policy voor leden van het DC en van de Raad; • opmaak van het remuneratieverslag; • de retentievergoedingen voor KBC Ireland, KBC branch New York en KBC Securities Hongarije. Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com. 163Jaarverslag KBC 2021 Belangrijkste kenmerken van het evaluatieproces van de Raad, zijn comités en zijn leden Onder leiding van zijn voorzitter en met de hulp van het Benoemingscomité evalueert de Raad minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het DC en zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités. Minstens om de drie jaar evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen. De bestuurders die worden voorgesteld voor herbenoeming worden individueel geëvalueerd m.b.t. hun aanwezigheid in de vergaderingen van de Raad en de comités en hun engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming. Die evaluatie gebeurt door het Benoemingscomité. Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. Die wordt verder besproken in het remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter van de Raad in samenspraak met het remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad. Belangenconflicten die onder artikel 7:115, 7:116 of 7:117 van het WVV vallen In de loop van het boekjaar 2021 vereiste de beslissing van de Raad tot het verlenen van kwijting aan de leden van het DC, in uitvoering van artikel 7:109, §3 van het WVV, de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 18 maart 2021. Het verslag luidt als volgt (vertaling): Er wordt toegelicht dat KBC Groep een duaal bestuursmodel heeft, maar dat drie leden van het directiecomité ook lid moeten zijn van de raad van bestuur. Artikel 7:109, §3 WVV bepaalt dat de Raad, na de vaststelling van de jaarrekening, moet beslissen over de aan de leden van het directiecomité te verlenen kwijting. De Raad moet de vermogensrechtelijke gevolgen van de voorgestelde beslissing omschrijven en het voorgenomen besluit verantwoorden. De Raad erkent dat er een belangenconflict is van vermogensrechtelijke aard, maar dat er geen vermogensrechtelijke gevolgen zijn vermits de Raad niet de intentie heeft om een vordering tot schadevergoeding in te dienen tegen het Directiecomité en zijn leden. De Raad beslist om kwijting te verlenen aan de leden van het Directiecomité. Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 7:116 of 7:117 WVV vereisten. 164 Jaarverslag KBC 2021 Transacties tussen de vennootschap en haar bestuurders en leden van het DC die niet onder de wettelijke regeling inzake belangenconflicten vallen Geen. Maatregelen in verband met misbruik van voorkennis en marktmisbruik De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen. Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC Een duidelijke strategie, organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling vormen het kader voor een deugdelijke bedrijfsvoering We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag. De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is geschoeid op een functioneel duale structuur naar Belgisch model: • De Raad tekent de strategie en het algemene beleid uit. Hij oefent alle verantwoordelijkheden en handelingen uit die hem bij wet zijn voorbehouden. De Raad beslist, op voorstel van het DC, over het niveau van te nemen risico’s (risk appetite). De Raad benoemt de leden van het DC. • Het DC is belast met het operationele bestuur van de vennootschap binnen de door de Raad goedgekeurde algemene strategie en het algemene beleid. Om zijn specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld. Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun respectieve bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificaties waaraan hun leden moeten voldoen. Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid Onze principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, procedures en gedragslijnen en specifieke opleidingen en campagnes voor het personeel. We communiceren transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. U vindt ze op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen > Regels en beleidslijnen hanteren. Het integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico, een begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste verlening van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet bestaande uit preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en opleidingen over het omgaan met dilemma’s zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. In het bijzonder in de domeinen van bescherming van de belegger en de bescherming van de verzekeringspolishouder is gedragsrisico cruciaal om de belangen van de klant te vrijwaren. 165Jaarverslag KBC 2021 Het integriteitsbeleid richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd: • de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en terrorismefinanciering, het naleven van embargo’s en de preventie van financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens; • het fiscale preventiebeleid, waaronder de bijzondere mechanismen en DAC 6; • de bescherming van de belegger; • gegevensbescherming (privacy), inclusief bankgeheim, elektronische communicatie, vertrouwelijkheid van informatie en professionele discretieplicht; • deontologie en de coördinatie van fraudebestrijding; • de bescherming van de verzekeringspolishouder; • de naleving van de antidiscriminatiewetgeving; • de regels betreffende de bescherming van de consument: marktpraktijken, betalings- en kredietdiensten, behandeling van klachten door ondernemingen, regels m.b.t. kmo- financiering en PSD2; • governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of plaatselijke wetgeving, inclusief de scheiding van taken tussen het uitvoerende management en de toezichthoudende instanties, de werking van comités, onverenigbaarheid van mandaten, behoorlijk beloningsbeleid, Fit & Proper-vereisten, belangenconflicten, leningen aan leden van het DC en bestuurders en de met hen verbonden personen en aan aandeelhouders met een significante participatie, en het verstrekken van advies m.b.t. uitbesteding. Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding: • Via doelgerichte campagnes en opleidingen neemt KBC initiatief om deze deontologische houding in het DNA van elke medewerker te verankeren. Elementen van dat beleid zitten onder andere verweven in het ethische en fraudebeleid van de groep en in de diverse andere beleidslijnen die in dit onderdeel worden aangegeven. • Verschillende diensten, zoals Compliance, Inspectie, Interne Audit en ook de business zijn actief bezig met de preventie en het opsporen van fraude. Voor complexe fraudedossiers en/of zaken met een invloed op groepsniveau voert en/of coördineert Compliance Groep het onderzoek in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude. • Het beleid voor de bescherming van klokkenluiders in de KBC-groep biedt bescherming aan de medewerkers die te Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid, integriteit, transparantie en confidentialiteit maken samen met een doordachte risicobeheersing deel uit van de strenge ethische normen die KBC hanteert, en dit zowel naar de letter als naar de geest van de regelgeving. 166 Jaarverslag KBC 2021 goeder trouw aanwijzingen van fraude en ernstige wanpraktijken signaleren (zie verder). • Geïnspireerd door de UK Modern Slavery Act publiceert KBC een Modern Slavery Act Statement, waarin KBC de strijd tegen iedere vorm van moderne slavernij in zijn activiteiten onderschrijft. De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep. Het schrijft aan alle medewerkers een gedrag voor dat daarmee overeenstemt. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van meer gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en opleidingen. Bestrijding van corruptie en omkoping KBC hanteert een nultolerantie tegenover alle vormen van corruptie. Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt de houding van KBC in de strijd tegen en ter voorkoming van corruptie bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en bevat een omschrijving van de daartoe genomen en de te nemen maatregelen. Het is van toepassing op alle medewerkers, entiteiten, activiteiten, verrichtingen, tegenpartijen en leveranciers van KBC en heeft bijgevolg betrekking op alle verrichtingen van het personeel van KBC, alsook op alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid. De voornaamste risico’s verbonden aan corruptie en omkoping zijn mogelijke ongewenste beïnvloeding, belangenconflicten, niet-objectieve prijszetting, het subjectief toewijzen van contracten, enz. Gezien die mogelijke gevolgen en in het bijzonder de invloed op de reputatie van de groep, past KBC ook een nultolerantie toe met betrekking tot fraude en ernstige wanpraktijken. In 2021 werd het anticorruptiebeleid geactualiseerd, met o.a. het uitvoeren van een groepswijd risk assessment, het sterker screenen van derde partijen en het uitwerken van nieuwe vormen van monitoring, die uitgevoerd zullen worden in 2022. KBC publiceerde ook een nieuw anticorruptiestatement, ondertekend door de CEO van KBC Groep en de voorzitter van de Raad. De bestrijding van corruptie en het vermijden van belangenconflicten in het algemeen maken deel uit van een ex-cathedraopleiding. In België hebben in 2021 5038 medewerkers van KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBC Securities, KBC Asset Management, de verbonden verzekeringsagenten en hun medewerkers een specifieke opleiding gekregen over ethiek, het vermijden van belangenconflicten en de bestrijding van corruptie. Dit komt overeen met 98% van het geselecteerde doelpubliek. In Tsjechië vervolmaakte 98,4% van het doelpubliek van C ˇ SOB Bank de training en 100% voor de verzekeringsonderneming C ˇ SOB Pojišt’ovna. In Slowakije was dit respectievelijk 98% voor C ˇ SOB bank en 96,3% voor C ˇ SOB Poist’ovnˇ a, in Hongarije 98% voor K&H Bank en 90% voor K&H Insurance, in Bulgarije 94% voor UBB en 60% voor DZI, en 98% voor KBC Bank Ireland. Het anticorruptiebeleid omvat ook het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Dit beleid impliceert dat geschenken, giften of uitnodigingen, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten worden gemeld en worden goedgekeurd door het bevoegde directiecomité/management. In 2021 werden in België in dit verband vijf meldingen goedgekeurd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld. In Tsjechië werden drie meldingen goedgekeurd, terwijl er in de overige landen geen meldingen waren. Antiwitwaspraktijken Omdat KBC niet betrokken wil zijn bij activiteiten die beschouwd kunnen worden als het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, werd er op het niveau van de groep een antiwitwasbeleid uitgewerkt. Het doel van dat beleid bestaat erin om een algemeen kader voor de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (met inbegrip van de financiering en de verspreiding van massavernietigingswapens alsook de embargovereisten) vast te stellen. Elke entiteit binnen de groep heeft een eigen AML-programma ontwikkeld dat gebaseerd is op de groepswijde complianceregels (o.a. Know Your Customer, Know Your Transactions, enz.) die de minimumregels omvatten, maar waarbij ook in de nodige ruimte is voorzien om de lokale wetgeving te kunnen implementeren. Om alle risico’s goed in kaart te kunnen brengen, vindt er een jaarlijkse risicobeoordeling plaats in alle entiteiten. Net omdat KBC niet betrokken wil worden bij dergelijke activiteiten, wordt er aan alle medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers op regelmatige tijdstippen opleiding gegeven. In 2021 werd deze opleiding gevolgd door 5033 medewerkers in België, wat overeenkomt met 97% van het geselecteerde doelpubliek. In Tsjechië voltooide 98,7% van het doelpubliek van C ˇ SOB Bank de training en 100% voor de verzekeringsonderneming C ˇ SOB Pojišt’ovna. In Slowakije was dit respectievelijk 99,6% voor C ˇ SOB Bank en 96,3% voor 167Jaarverslag KBC 2021 C ˇ SOB Poist’ovnˇ a, in Hongarije 98% voor K&H Bank en 100% voor K&H Insurance, in Bulgarije 95% voor UBB en 100% voor DZI, en 98% voor KBC Bank Ireland. Daarnaast wordt van de medewerkers, de verbonden agenten en hun medewerkers verwacht dat ze de uitgewerkte procedures en voorschriften strikt opvolgen en de nodige waakzaamheid aan de dag leggen. Dat moet gebeuren bij zowel de identificatie van de klanten als bij het controleren van de transacties. En indien nodig wordt verwacht dat ze een melding aan de compliancefunctie doen. Om de witwasrisico’s nog beter te beheren werd in 2021 een reorganisatie doorgevoerd zowel bij de complianceafdeling als bij de afdeling verantwoordelijk voor het klantenbeheer. Een geïntegreerd groepswijd AI-platform gebaseerd op modellen en op machine learning werd ontwikkeld en uitgerold in België en in de Centraal-Europese landen van de groep. De bouwstenen hierboven tonen aan hoe we AML naar een hoger niveau tilden. Verantwoordelijke belastingbetaler Het basisprincipe van de fiscale strategie van KBC is dat KBC Groep en al zijn entiteiten zich moeten gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers, door een professionele naleving van de belastingwetgeving, een legitieme fiscale planning ondersteund door geldige businessdoelstellingen, die voorrang hebben op fiscale overwegingen. KBC neemt geen agressieve fiscale standpunten in omdat het zijn reputatie als verantwoordelijke belastingbetaler wil vrijwaren, en het houdt zich aan een strikt fiscaal risicobeheer op basis van deze principes. KBC-medewerkers mogen aan klanten geen advies geven dat hen zou kunnen aanzetten tot belastingfraude. Het verstrekte belastingadvies en de fiscale informatie moeten juridisch correct en duidelijk geformuleerd zijn. Alle belastingaangiften en -betalingen van KBC worden correct en op tijd ingediend. Bij belastingcontroles is volledige openheid in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving de algemene richtlijn. KBC reageert tijdig op alle wetswijzigingen door te investeren in de nodige IT-systemen en door zijn fiscale processen aan te passen aan de nieuwe regels. Er is een degelijke governance om de fiscale Centraal gestuurd Groepswijd Prioriteit van het topmanagement In cultuur ingebed, niet aanvullend! Innovatie en technologie omarmen Strikte processen voor klantacceptatie (KYC) en transactiecontrole (KYT) Compliance Toekomstbestendig en schaalbaar AML naar Compliance: groepswijde functie met duidelijke beleidsstructuur Identieke bouwstenen in verschillende landen Internationale samenwerking ondersteund door Expertise Board Verantwoord gedrag topprioriteit van CEO Periodieke rapportering aan hoogste managementniveaus Voortdurend versterken van bewustzijn en cultuur Voortdurend bijgewerkte regels en beleidslijnen Loopbaanlange opleiding en e-learning, meer algemeen of specifiek voor personeel dat met klanten in contact komt Duidelijke richtlijnen met betrekking tot atypische verrichtingen Geavanceerde datagestuurde opsporing Geavanceerde monitoringtools met behulp van AI (zelflerend model op basis van algoritme) Rule-based  trend-based Deel van het integratieproces in M&A Zeer beperkt aantal niet-ingezeten klanten Regelmatige updates van klantinformatie (ondersteund door big data en AI) Gedragsanalyse + gebruik van scenariotools Verhoogde aandacht voor monitoring en constante kwaliteitscontrole Netwerk is eerste verdedigingslinie 168 Jaarverslag KBC 2021 strategie van KBC op te volgen en te controleren. Het fiscaal voorkomingsbeleid wordt regelmatig geüpdatet en werd in overeenstemming gebracht met de instructies van de NBB inzake bijzondere mechanismen die in 2021 werden aangepast. KBC Groep beschikt over de nodige procedures om te voldoen aan de verplichtingen van DAC 6. KBC voldoet aan alle verplichtingen inzake CRS en FATCA. Zie ook Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Klokkenluidersbeleid KBC heeft zijn beleid inzake klokkenluiders geactualiseerd, rekening houdend met nieuwe Europese regelgeving rond de bescherming van klokkenluiders. KBC verwacht van zijn medewerkers, zijn verbonden agenten en hun medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften en andere wanpraktijken door personeel of klanten. Alle KBC-medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers hebben de elementaire morele plicht en de juridische mogelijkheid om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden. KBC faciliteert anonieme meldingen en kan ook rechtstreeks anoniem rapporteren aan de respectieve toezichthouders in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn. KBC verbindt zich ertoe om de identiteit van de klokkenluiders af te schermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden, op de manier zoals opgenomen in de interne reglementen. Zodoende beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Compliance Groep ziet toe op de werking van dit beleid. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek van Compliance Groep. Het klokkenluidersbeleid wordt intern en extern (www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen) gepubliceerd. In de eerste drie kwartalen van 2021 werden er 9 meldingen ontvangen op groepsniveau, waarvan 5 uit Tsjechië, 2 uit België, 1 uit Hongarije en 1 uit Bulgarije. Enkel deze laatste en 1 van de meldingen in Tsjechië werden – na verder onderzoek – gecatalogeerd als ware klokkenluidersmeldingen. Data governance De Interne Groepscompliance-beleidslijn inzake gegevensbescherming legt een strikt privacykader vast, dat moet worden gezien als minimumvereiste en moet worden toegepast in elke entiteit van de groep. We hebben in elke entiteit een data protection officer aangesteld die het management en de medewerkers informeert en adviseert over hun verplichtingen op het gebied van privacy en gegevensbescherming en die toeziet op de naleving van de regelgeving en het beleid met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. We controleren de status door middel van regelmatige compliance-monitoringprogramma's en maken gebruik van bewustmakingscampagnes en opleidingen om de aandacht van de mensen vast te houden en ervoor te zorgen dat hun kennis up-to-date blijft. In 2021 werd deze opleiding gevolgd door 5996 medewerkers in België, wat overeenkomt met 96% van het doelpubliek. In Tsjechië voltooide 99,1% van het doelpubliek van C ˇ SOB Bank de training en 100% voor de verzekeringsonderneming C ˇ SOB Pojišt’ovna. In Slowakije was dit respectievelijk 99,1% voor C ˇ SOB Bank voor en 96,3% voor C ˇ SOB Poist’ovnˇ a, in Bulgarije 93% voor UBB en 100% voor DZI, en 93% voor KBC Bank Ireland. Gezien het belang van privacy- en gegevensbescherming worden het DC en het RCC op de hoogte gehouden via een kwartaalverslag. U vindt meer informatie over databescherming en privacy in het hoofdstuk Onze Strategie, De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur. Overige realisaties in 2021 Hoewel de opvolging van klachtenbehandeling al onderdeel uitmaakte van de activiteiten van de Compliancefunctie, werd het hele proces verder uitgebreid met een tweedelijnsmonitoring en analyse van klachten, de hieruit geleerde lessen met zowel ex-post- als ex-antetoezicht op de voorgestelde verbeteringen, en het rapporteren aan het RCC en aan de Raad in 2022. Daarnaast werd er, geheel volgens onze strategie van klantgerichtheid, ook bijzondere aandacht besteed aan het verbeteren van de implementatie van de MiFID/IDD- gedragsregels en het beter beschermen van de belegger. Het Three Lines of Defense-model Als bescherming tegen de risico’s die het loopt bij de uitvoering van zijn opdracht hanteert het DC een gelaagd intern controlesysteem, het zogenaamde Three Lines of Defense-model. 1 De business De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico’s van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende 169Jaarverslag KBC 2021 kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen. 2 De Risicofunctie, de Compliancefunctie en de Actuariële functie, en voor bepaalde zaken Finance, Juridische en Fiscale Zaken, vormen de tweede verdedigingslinie. Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico’s waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier zorgen de tweedelijnsrisico- en controlefuncties voor toezicht op de controle-omgeving en de genomen risico’s, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico’s te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de Risicofunctie gehoord wordt, hebben de chief risk officers een vetorecht, dat gebruikt kan worden in de verschillende comités waar belangrijke beslissingen worden genomen. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan. De Compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de groep. Ze wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals vertaald in het Compliance Charter), haar plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO, met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de Compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de Compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid. Als onafhankelijke controlefunctie zorgt de Actuariële functie voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door het verschaffen van deskundig technisch actuarieel advies aan de Raad, het RCC, het DC, en aan de KBC-verzekeringsgroep en elke (her-) verzekeringsentiteit binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het onderschrijvingsrisico. De onafhankelijkheid van de Actuariële functie wordt ondersteund door het aangepaste statuut van de functie, zoals beschreven in het ‘Charter van de Actuariële functie’. 3 Als onafhankelijke derdelijnscontrole ondersteunt Interne Audit het DC, het AC, het RCC en de Raad bij de bewaking van de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem. Interne Audit verschaft redelijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van de interne controle- en risicobeheerprocessen, inclusief Corporate Governance. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het daartoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat er beleidsmaatregelen en processen zijn die consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is. Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne-auditafdelingen van de KBC-groep en uitbesteding van interne-auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2019. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd. Het AC en het RCC spelen een centrale rol in de monitoring van het interne controle- en risicobeheersysteem Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC. Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures voldoen aan de wet en andere reglementeringen. Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités. 170 Jaarverslag KBC 2021 Deel 2: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn. De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB). De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles. De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO’s) van de dochterondernemingen attesteren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS- waarderingsregels en de volledigheid van de IFRS- toelichtingsvereisten. Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld. De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting, de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces. De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico’s van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema’s, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer. Het Challenger Framework en het Data Management Framework definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico’s drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren. Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruikmakend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico’s in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)) aangevuld met een door de CFO’s ingevulde vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO’s formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-to-endproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd. 171Jaarverslag KBC 2021 Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt 1 Kapitaalstructuur op 31 december 2021 Het maatschappelijke kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 416883592 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. 2 Wettelijke of statutaire beperking van overdracht van effecten Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de vastgestelde slotkoers, kan het personeelslid die nieuwe aandelen niet overdragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop het personeel heeft ingetekend in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur in november 2021 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot 15 december 2023. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2020 zijn nog geblokkeerd tot 16 december 2022. 3 Houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten zijn verbonden Nihil. 4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil. 5 Wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2021 betrof het 2 aandelen. 6 Aan KBC Groep NV bekende aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora NV, haar moederonderneming Cera CV, MRBB CVBA en een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders. Uit de meest recente kennisgevingen van deze kernaandeelhouders blijkt het volgende aandelenbezit: • KBC Ancora NV 77 516 380 • Cera CV 11 127 166 • MRBB CVBA 47 887 696 • Andere vaste aandeelhouders 30 554 535 • Totaal 167085 777 (40,08% van totaal op 31 december 2021) Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten die voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen, beslist de syndicaatsvergadering met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014. 7 De regels voor de benoeming en vervanging van leden van het bestuursorgaan en voor de wijziging van de statuten van KBC Groep NV Benoeming en vervanging van leden van de Raad: De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de 172 Jaarverslag KBC 2021 onafhankelijkheidscriteria van het WVV (art. 7:87). De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Wijziging van de statuten: De Algemene Vergadering heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 7:153 van het WVV). Als de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging verantwoorden in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze ten minste vier vijfde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen (art. 7:154 van het WVV). 8 Bevoegdheden van de Raad met betrekking tot uitgifte of inkoop van eigen aandelen De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 23 oktober 2023 gemachtigd om het maatschappelijke kapitaal in een of meer keren te verhogen, in geld of in natura, door de uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meerdere keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging werd verleend ten belope van 291000000 euro, waarbij de Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 409000000 euro waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken. Op 10 november 2021 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 66,12 euro werd het geplaatste maatschappelijke kapitaal op 17 december 2021 verhoogd met 663509,34 euro, vertegenwoordigd door 189034 nieuwe aandelen. De gevolgen van de opheffing van het voorkeurrecht vindt u in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening. Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2021 nog 696539052,25 euro, waarvan nog maximaal 287539052,25 euro mag worden gebruikt met de mogelijkheid tot opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2021 – nog maximaal 198444174 nieuwe aandelen worden uitgegeven, waarvan nog 81919957 met opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Dat is 47,60% resp. 19,65% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was. In toepassing van art. 7:221, tweede lid van het WVV heeft KBC Bank NV, in zijn hoedanigheid van professionele effectenhandelaar, in 2021 20793 aandelen van KBC Groep NV verkocht. Op 31 december 2021 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen daardoor geen aandelen van KBC Groep NV meer in bezit. 9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil. 10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil. 173Jaarverslag KBC 2021 Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2021 Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007, naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen, of op vrijwillige basis. In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen. We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving. Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt Artikel 10 bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. Aandeelhouderschap op 31-12- 2021, volgens de meest recente kennisgevingen overeenkomstig de wet van 2 mei 2007 Adres Aantal KBC-aandelen/stem- rechten (tegenover het huidige aantal aandelen/stemrechten) De kennisgeving betreft de situatie op Kernaandeelhouders KBC Ancora NV Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 77 516 380 / 18,59% 1 december 2014 Cera CV Muntstraat 1, 3000 Leuven, België 11 127 166 / 2,67% 1 december 2014 MRBB CVBA Diestsevest 32/5b, 3000 Leuven, België 47 889 864 / 11,49% 1 december 2014 Andere vaste aandeelhouders P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België 32 020 498 / 7,68% 1 december 2014 Andere aandeelhouders The Capital Group Companies Inc. (CGC) 333 South Hope Street, 55th Fl, Los Angeles, CA 90071, Verenigde Staten 21 089 856 / 5,06% 11 november 2021 Blackrock Inc. 55 East 52nd Street, New York, NY 10055, Verenigde Staten 16474105 / 3,95% (20778528 / 4,98%) 31 oktober 2018 FMR LLC 1209 Orange Street, Wilmington, New Castle County, Delaware 19801, Verenigde Staten 12531817 / 3,01% 6 september 2018 * Tussen haakjes: inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised. Als de aandeelhouder onder de drempel van 3% is gezakt in de recentste notificatie, wordt hij niet meer vermeld in de tabel (tenzij hij tot de kernaandeelhouders behoort). 174 Jaarverslag KBC 2021 Mededelingen in het kader van artikel 74 van de Belgische Wet op openbare overnamebiedingen In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV eind juli 2021 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg. A Mededelingen door (a) rechtspersonen en (b) natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden 1 Aandeelhouder Participatie, aantal In procenten 2 Aandeelhouder Participatie, aantal In procenten 2 KBC Ancora nv 77 516 380 18,59% Niramore International sa 435 000 0,10% MRBB cvba 47 887 696 11,49% Cecan Invest nv 397 563 0,10% CERA cv 11 127 166 2,67% Robor nv 359 606 0,09% Plastiche Finance nv 4 380 500 1,05% Rodep Comm. va 305 000 0,07% Agev SAK 4 112 731 0,99% Beluval nv 267 698 0,06% VIM cvba 4 012 141 0,96% Bareldam sa 260 544 0,06% 3D nv 2 461 893 0,59% Algimo nv 210 000 0,05% Almafin sa 1 623 127 0,39% Gavel nv 200 000 0,05% De Berk bv 1 138 208 0,27% Ibervest 190 000 0,05% Pula SAK 981 450 0,24% Promark International nv 136 008 0,03% Rainyve sa 950 000 0,23% Iberanfra STAK 120 107 0,03% Alia sa 938 705 0,23% Agrobos 70 000 0,02% Stichting Amici Almae Matris 912 731 0,22% Wilig 42 650 0,01% Alginvest nv 840 901 0,20% Filax stichting 38 529 0,01% Ceco cva 666 499 0,16% Hendrik Van Houtte CVA 36 000 0,01% Cecan nv 566 002 0,14% Van Holsbeeck Kristo bvba 17 500 0,00% Van Holsbeeck nv 524 156 0,13% Ravago IBP-OFP 9 833 0,00% Sereno sa 474 408 0,11% B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen). Participatie, aantal In procenten 2 Participatie, aantal In procenten 2 – 884 000 0,21% – 63 562 0,02% – 285 000 0,07% – 61 416 0,01% – 285 000 0,07% – 55 862 0,01% – 250 000 0,06% – 55 818 0,01% – 167 498 0,04% – 43 446 0,01% – 125 200 0,03% – 40 000 0,01% – 102 944 0,02% – 30 926 0,01% – 89 562 0,02% – 23 131 0,01% – 81 212 0,02% – 10 542 0,00% – 75 000 0,02% – 3 431 0,00% – 71 168 0,02% – 327 0,00% – 70 000 0,02% 1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen. 2 De berekening is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2021. 175Jaarverslag KBC 2021 Remuneratieverslag over het boekjaar 2021 Beschrijving van de procedures om het vergoedingsbeleid te ontwikkelen en de vergoeding te bepalen van individuele bestuurders en leden van het DC Het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De volledige verslagen van het Remuneratiecomité worden aan de Raad bezorgd ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicobeheer en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico’s in de hand werken. Op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die indien nodig ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component. Afwijkingen van de Corporate Governance Code • De Corporate Governance Code schrijft voor dat de leden van de Raad een deel van hun vergoeding moeten ontvangen in de vorm van aandelen van het bedrijf. Het achterliggende idee is dat dit de bestuurders zal aanzetten om te handelen als langetermijnaandeelhouders of, zoals de Commissie Corporate Governance het in haar toelichtende nota inzake remuneratie verwoordt, om te bewerkstelligen dat de bestuurders “skin in the game” hebben. Het Remuneratiecomité heeft een grondig debat gevoerd over de toepassing van deze regel in KBC. Het comité kan zich achter de filosofie van de regel scharen maar vindt het, gelet op de specifieke aandeelhoudersstructuur van KBC, niet opportuun om deze regel te volgen. Op de onafhankelijke bestuurders na, zijn alle niet-uitvoerende bestuurders van KBC immers vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Deze kernaandeelhouders zijn bij uitstek langetermijnaandeelhouders die samen meer dan 40% van de aandelen van KBC in handen houden. Over “skin in the game” kan er dus bezwaarlijk twijfel bestaan. Daar nog een beperkt aantal aandelen aan toevoegen via hun vergoeding zal dan ook geen enkele impact hebben. Het Remuneratiecomité is dan ook tot het besluit gekomen dat het niet nodig is om de regel van de Code te implementeren om de beoogde doelstelling te bereiken. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité ter zake gevolgd. • Verder stelt de Corporate Governance Code dat de Raad het minimumaantal aandelen moet bepalen dat de leden van het DC op persoonlijke titel moeten aanhouden. De achterliggende filosofie hiervan is dat dit de belangen van het uitvoerende management in overeenstemming zou brengen met de belangen van de aandeelhouders en het zou bijdragen aan duurzame waardecreatie. Ook hier stelt de Commissie Corporate Governance dat het gaat om het hebben van “skin in the game”. Bovendien zou er een positieve correlatie bestaan tussen aandelenbezit door het topmanagement en de toekomstige bedrijfswinst. Het Remuneratiecomité heeft begrip voor deze argumentatie maar heeft de Raad geadviseerd om deze bepaling van de Code desondanks niet toe te passen. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd. De reden voor dit standpunt is dat de achterliggende idee van deze bepaling en de positieve effecten van aandelenbezit door het topmanagement al diep ingebed zijn in de huidige structuur van de vergoeding van de leden van het DC. Niet alleen wordt de betaling van 60% van hun variabele vergoeding uitgesteld over een periode van vijf jaar, maar bovendien wordt de helft van de variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks. De helft van de variabele vergoeding is m.a.w. gekoppeld aan de evolutie 176 Jaarverslag KBC 2021 van de waarde van het KBC-aandeel gedurende een periode van zeven jaar volgend op het jaar waarover de variabele vergoeding werd toegekend. Er is dus al behoorlijk wat “skin in the game”. Aanhoudend goede resultaten en een gunstige evolutie van de koers van het aandeel zijn dus evenzeer belangrijk voor de leden van het DC als voor de aandeelhouders. Daarbovenop de leden van het DC nog verplichten om een pakket KBC-aandelen aan te houden zou een al te groot stuk van hun vermogen afhankelijk maken van de evolutie van de koers van het KBC-aandeel. Algemeen kader Het vergoedingsbeleid voor de leden van de Raad en het DC wordt beschreven in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité, die op 6 mei 2021 door de Algemene Vergadering werd goedgekeurd met bijna 90% van de stemmen. Daarin wordt een beschrijving gegeven van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en van de leden van het DC. Wat die laatste groep betreft, worden daarin ook de principes voor de bepaling van de variabele vergoeding vastgelegd. De belangrijkste vindt u hierna (een meer gedetailleerde beschrijving is opgenomen in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité): • Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden (voor het DC als college) en een prestatiegebonden (voor de individuele prestaties) deel. • 60% van het variabele loon van de leden van het DC wordt niet onmiddellijk uitbetaald, maar de betaling daarvan wordt gespreid over vijf jaar. • De helft van de totale variabele vergoeding wordt uitgekeerd in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten (phantom stocks of een ander door een lokale toezichthouder opgelegd instrument). Op die manier wordt de omvang van de variabele vergoeding ook afhankelijk gemaakt van de langetermijngevolgen van het gevoerde beleid. • Er worden geen voorschotten op het variabele loon uitgekeerd en er wordt in een clawback/holdback- mogelijkheid voorzien. • Het variabele loon kan nooit meer bedragen dan de helft van de vaste looncomponenten. • De criteria voor de beoordeling van de prestaties van het lid van het DC verantwoordelijk voor de risicofunctie bevatten geen enkele verwijzing naar de resultaten van KBC Groep. • Een deel van de criteria voor de beoordeling van de prestaties van de leden van het DC is altijd risicogerelateerd. Ook het duurzaamheidsbeleid is een element waarmee rekening gehouden wordt in de bepaling van de variabele vergoeding. Terugvorderingsbepalingen • Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (dat wil zeggen: ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en van het DC gerechtvaardigd wordt. • In een aantal in het vergoedingsbeleid beschreven omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus). Uitzonderlijk kan ook een al uitgekeerde variabele vergoeding geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden (claw back). De Raad neemt daarover elk jaar een beslissing op advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders • De vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een jaarlijkse, vaste vergoeding van 20000 euro die noch prestatiegebonden, noch resultaatsgebonden is, en het presentiegeld per bijgewoonde vergadering (5000 euro). Het presentiegeld wordt bij vergaderingen die samen met de Raad van Bestuur van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, slechts eenmaal uitgekeerd aan de bestuurders die in meerdere van die raden zetelen. Gelet op zijn taak ontvangt de ondervoorzitter een verhoogde vaste vergoeding (30000 euro extra). • Gezien zijn ruime tijdsbesteding als verantwoordelijke voor het permanente toezicht op de zaken van de KBC-groep, geniet de voorzitter van de Raad een afzonderlijk vergoedingsregime dat uitsluitend bestaat uit een vaste vergoeding. Die vergoeding wordt afzonderlijk vastgelegd door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. Die vergoeding bedraagt 200000 euro als voorzitter van KBC Groep NV en telkens 50000 euro als voorzitter van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. • De bestuurders die in het AC en/of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vaste vergoeding van 30000 euro voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor leden die ook zitting hebben in het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen, de 177Jaarverslag KBC 2021 vergoeding maar eenmaal wordt uitgekeerd voor gezamenlijke vergaderingen. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een verhoogde vaste vergoeding (extra 30000 euro voor AC en extra 100000 euro voor RCC). Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen. • Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen een extra vergoeding (presentiegeld) van 2500 euro toegekend per bijgewoonde vergadering. Als gevolg van de coronapandemie werden in 2021 alle vergaderingen op één na virtueel gehouden. Daarom werd voor die vergaderingen net zoals in 2020 afgezien van die extra vergoeding. • KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad. Vergoedingen op individuele basis die aan de niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV werden toegekend • De niet-uitvoerende bestuurders van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep ontvingen de bedragen die in de onderstaande tabel zijn vermeld. • De leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad, ontvingen in die hoedanigheid noch een vaste vergoeding, noch presentiegeld. Vergoeding per individuele bestuurder (op geconsolideerde basis, in euro) Vergoeding (m.b.t. boekjaar 2021) Vergoeding AC en RCC (m.b.t. boekjaar 2021) Presentiegeld (m.b.t. boekjaar 2021) Totaal Koenraad Debackere 300 000 – – 300 000 Alain Bostoen 30 000 – 60 000 90 000 Katelijn Callewaert 65 000 – 66 250 131 250 Eric Clinck 30 000 – 60 000 90 000 Sonja De Becker 40 000 – 60 000 100 000 Franky Depickere 65 000 130 000 66 250 261 250 Frank Donck 30 000 30 000 60 000 120 000 Júlia Király 27 500 27 500 52 500 107 500 Liesbet Okkerse 30 000 – 60 000 90 000 Vladimira Papirnik 30 000 30 000 62 500 122 500 Theodoros Roussis 30 000 – 60 000 90 000 Philippe Vlerick 60 000 – 60 000 120 000 Mark Wittemans 40 000 60 000 60 000 160 000 De vergoeding van de voorzitter en de leden van het DC • De individuele vergoeding van de leden van het DC is samengesteld uit de volgende componenten: - een vaste maandvergoeding; - een (vaste) pensioentoelage in een vastebijdragenplan; - een jaarlijkse resultaatsgebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling; - een jaarlijkse individuele variabele vergoeding op basis van de geleverde prestaties en de naleving van de voorbeeldfunctie in verband met de groepswaarden van elk lid van het DC afzonderlijk; - de eventuele vergoeding van mandaten die worden uitgeoefend in opdracht van KBC Groep NV (uitzonderlijk). • Voor de bepaling van de variabele vergoeding wordt een kwantitatief risicoaanpassingsmechanisme gehanteerd, de 178 Jaarverslag KBC 2021 zogenaamde risk gateway. Dat bevat een aantal parameters in verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als een van de opgelegde parameters niet wordt bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren. • De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Het Remuneratiecomité maakt voor elk lid van het DC een globale evaluatie in het licht van de elementen van onze bedrijfscultuur en het element Respectvol, zoals hierna toegelicht. Op basis daarvan stelt het Remuneratiecomité een percentage tussen 0 en 100% voor aan de Raad die een beslissing neemt over deze eindscore, die uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding bepaalt. Criteria voor toekenning individuele variabele vergoeding voor de leden van het DC Uitleg Performance We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven. Empowerment We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien. Accountability We nemen onze verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega’s, aandeelhouders en de maatschappij. Responsiveness We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden. Local Embeddedness en groepswijde samenwerking We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten. Respect We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn. * Zie ‘Wat maakt ons tot wie we zijn?’ • De collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties, zowel van het DC zelf als van het bedrijf. De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema’s: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en tevredenheid van alle stakeholders. De prestaties van het DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van deze variabele vergoeding. Het resultaat van de evaluatie op deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Risicobeheersing, stakeholdermanagement en duurzaamheid zijn hierbij minstens even belangrijk. 179Jaarverslag KBC 2021 Criteria voor toekenning van de resultaatsge- bonden variabele vergoeding voor de leden van het DC Uitleg Gewicht Implementatie van de strategie Naast eventuele specifieke doelstellingen, nadruk op de implementatie van klantgerichtheid, duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord gedrag en op innovatie. 25% Realisatie van de financiële planning Betreft een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, krediet - kosten), en evaluatie van de vooruitgang die geboekt wordt inzake verdere im- plementatie van het bankverzekeringsmodel en diversificatie van de inkomsten. 25% Versterking van de risico-omgeving Beoordeeld aan de hand van liquiditeits-, kapitaal- en fundingcriteria, uitvoering van de aanbevelingen van Audit en de toezichthouder en mate van verbetering van de interne controleomgeving, inclusief compliance. 25% Tevredenheid van alle stakeholders Beoordeeld op basis van resultaten van klanten- en personeelstevredenheidsen - quêtes en vooruitgang inzake duurzaamheid. Er wordt gebruik gemaakt van een duurzaamheidsdashboard dat parameters bevat m.b.t. duurzaamheid, o.m. duurzaamheid in onze bank- en verzekeringsactiviteiten (bv. aandeel hernieuw- bare energie in de kredietportefeuille en afbouw van de financiering van de steenkoolsector), onze rol in de samenleving (bv. eigen ecologische voetafdruk), duurzame groei (bv. beheersing van risico’s en langetermijnwaardecreatie), repu- tatie, personeelsbeleid enz. 25% • Bij de bepaling van de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties die gerelateerd zijn aan het behalen van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld. • De variabele vergoeding van de leden van het DC houdt niet enkel rekening met de resultaten over één boekjaar maar ondergaat ook een langetermijn-impact. Dit is ingebed in de structuur van de uitbetaling van de variabele vergoeding: - De helft van de vergoeding is gekoppeld aan de evolutie van de koers van het KBC-aandeel over een periode van 7 jaar volgend op het prestatiejaar (via de uitkering onder de vorm van phantom stocks). - 60% van de variabele vergoeding wordt niet onmiddellijk uitgekeerd maar gespreid over een periode van 6 jaar volgend op het prestatiejaar. Gebeurtenissen die tijdens deze periode een belangrijk negatief effect zouden hebben op het resultaat of de reputatie van KBC kunnen aanleiding geven tot het niet of verminderd uitbetalen van de variabele vergoeding. • De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen (en een uitkering voor eventuele wezen), alsook een invaliditeitsdekking. Bepalingen over vertrekvergoedingen voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC van KBC Groep NV • Binnen de grenzen van wat wettelijk en reglementair is toegestaan, wordt voor een lid van het DC met een anciënniteit van 6 jaar of minder de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor een anciënniteit van 6 t.e.m. 9 jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt het 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat. Relatief belang van de verschillende componenten van de vergoeding De variabele component van de vergoeding voor 2021 wordt opgedeeld in een collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. • Voor de voorzitter van het DC situeert de resultaatsgebonden variabele vergoeding over 2021 zich tussen 0 en 459100 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 178600 euro, voor de andere leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 281500 en maximaal 111000 euro. • Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar. 180 Jaarverslag KBC 2021 De kenmerken van prestatiepremies in aandelen, opties of andere rechten om aandelen te verwerven • De betaling van de totale jaarlijkse (resultaatsgebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaar. • De uitbetaling van die uitgestelde bedragen is onderhevig aan de hiervoor geschetste terugvorderingsbepalingen. • 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding wordt toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met een specifiek non-cashinstrument waarvan de waarde evolueert in functie van het resultaat van C ˇ SOB en van de onderliggende factoren die de waarde van de phantom stocks bepalen). De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Ook de toekenning daarvan wordt gespreid over een periode van zes jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen. Pensioen, overlijdens- en invaliditeitsdekking • Voor de leden van het DC is er een apart vastebijdragenplan dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan werd rekening gehouden met het feit dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsneewerknemer. Daarom wordt in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. De toelage van KBC aan het pensioenplan bedraagt 32% van de vaste vergoeding gedurende de eerste 10 jaar (40% voor de CEO), 7% de volgende 5 jaar (3% voor de CEO) en 3% vanaf het zestiende jaar van aansluiting. Op de toelagen wordt een minimaal rendement gegarandeerd van 0% en het toegekende rendement wordt afgetopt op 8,25%. Gedurende de eerste 10 jaar is het niveau van de toelagen aan het pensioenfonds behoorlijk hoog, maar vanaf het elfde jaar en zeker vanaf het zestiende jaar valt de financieringslast ervan terug tot een fractie van de jaren daarvoor. • Het plan is van toepassing voor elk in België gedomicilieerd lid van het DC. Voor de leden van het DC die voor 1 januari 2016 al lid waren van het DC werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves (in het vroegere pensioenplan) overgeboekt naar het nieuwe plan. • Het pensioenplan bevat een overlijdensdekking. Die bedraagt viermaal de vaste vergoeding (of, indien hoger, de op het ogenblik van overlijden opgebouwde reserves). Er is ook voorzien in een vergoeding voor eventuele wezen. Die bestaat uit een eenmalig kapitaal van 205749 euro en rente van 6673 euro per jaar. • De invaliditeitsvoorziening die in het plan werd opgenomen, bedraagt 792384 euro per jaar. Vaste vergoeding 2021 • De vaste vergoedingen vindt u in de tabel. Variabele vergoeding 2021 • Voor het jaar 2021 besliste de Raad om aan de leden van het DC een collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding toe te kennen van 96,4%. Voor de CRO bedraagt ze 96,12%. U vindt ze in de tabel. Het Remuneratiecomité heeft vastgesteld dat het merendeel van de opgelegde KPI’s behaald of zelfs overschreden werd. Ondanks de ongeziene omstandigheden is het DC erin geslaagd om de bedrijfscontinuïteit te verzekeren en bovendien nog een uitstekend resultaat neer te zetten. Tegelijkertijd werden verscheidene acquisities succesvol afgerond of opgestart en werd een doorbraak gerealiseerd in Ierland. Ook op het vlak van duurzaamheid werden belangrijke stappen gezet. Wat betreft onze eigen ecologische voetafdruk zijn we er bij KBC in 2021 in geslaagd om de eigen uitstoot verder te reduceren zodat we vanaf dit jaar een klimaatneutraal bedrijf geworden zijn. Verder werd in de kredietverlening ook onze directe blootstelling aan steenkool versneld volledig afgebouwd. KBC is ook gestopt met de directe financiering en verzekering van exploratie en extractie van olie- en gasvelden. Ook aan de rapportering in deze context is hard gewerkt, wat resulteerde in een ‘best disclosure award’ vanwege de ‘International Awards for Climate-related Disclosures by Financial Institutions’. Ten aanzien van onze klanten die geconfronteerd werden met de gevolgen van de klimaatverandering (overstromingen in België en Tsjechië) hebben we onze verantwoordelijkheid genomen door een vlotte en snelle afhandeling van de vloed van 181Jaarverslag KBC 2021 schadeaangiften. Ook werd er verder aan de bewustwording omtrent deze problematiek bij het personeel gewerkt, o.m. met een speciaal vormingsprogramma voor het volledige topmanagement omtrent de impact van de klimaatverandering. Wat het luik risico en controle betreft, zijn alle KPI’s behaald en zijn de onderbouw en accuraatheid van de RWA-prognoses sterk verbeterd. Het verder wegwerken van de interne achterstand in de behandeling van antiwitwasdossiers liep evenwel iets trager dan verwacht. Daarom werd beslist om toch geen 100%-score te geven aan het luik risico en controle. Dankzij het engagement en de inzet van al onze medewerkers is de reputatie van KBC bij de klanten in nagenoeg alle entiteiten op een zeer hoog niveau gebleven, ook in de coronatijd, toen klantencontacten noodgedwongen hoofdzakelijk digitaal verliepen. Ook aan de implementatie van de digitale strategie werd hard gewerkt (verdere ontwikkeling van Kate (de digitale assistent), steeds meer processen verlopen volledig automatisch (straight-through processing; …). In het project ter verbetering van de datakwaliteit werden in 2021 belangrijke mijlpalen bereikt. • Aan Johan Thijs wordt voor 2021 een resultaatsgebonden variabele vergoeding toegekend van 442572 euro en een individuele variabele vergoeding van 173242 euro. Aan elk van de overige leden van het DC wordt een resultaatsgebonden variabele vergoeding toegekend van 271366 euro (270578 euro voor de CRO). De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC vindt u in de tabel. De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in cash, de andere helft wordt toegekend in de vorm van phantom stocks. Van het cashgedeelte wordt 40% in 2022 uitbetaald. De uitbetaling van de overige 60% wordt gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren (van 2023 tot en met 2027). • Phantom stocks 2021: Het aantal phantom stocks wordt berekend op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel gedurende het eerste kwartaal van 2022. Ook daarvan wordt 40% in 2022 toegekend en de overige 60% gelijkmatig gespreid over de vijf daaropvolgende jaren. Gelet op de retentieperiode van één jaar die geldt voor de phantom stocks, worden deze telkens één jaar na toekenning uitbetaald in cash. Dat betekent dat de uitbetaling ervan gespreid wordt over de jaren 2023 t.e.m. 2028. De bedragen waarvoor op die manier over 2021 phantom stocks worden toegekend, worden in de onderstaande tabel weergegeven: Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) Totaal Toekenning 2022 Toekenning 2023 Toekenning 2024 Toekenning 2025 Toekenning 2026 Toekenning 2027 Johan Thijs 307 907 123 162 36 949 36 949 36 949 36 949 36 949 Daniel Falque 60 027 24 012 7 203 7 203 7 203 7 203 7 203 John Hollows 181 748 72 698 21 810 21 810 21 810 21 810 21 810 Erik Luts 185 633 74 253 22 276 22 276 22 276 22 276 22 276 Luc Popelier 181 193 72 478 21 743 21 743 21 743 21 743 21 743 Hendrik Scheerlinck 60 398 24 158 7 248 7 248 7 248 7 248 7 248 Christine Van Rijsseghem 182 465 72 985 21 896 21 896 21 896 21 896 21 896 David Moucheron 120 053 48 022 14 407 14 407 14 407 14 407 14 407 Peter Andronov 122 645 49 060 14 717 14 717 14 717 14 717 14 717 * Specifieke instrumenten in Tsjechië, zoals hiervoor toegelicht. 182 Jaarverslag KBC 2021 a) Vergoeding van voormalige leden van het DC van KBC Groep NV, 2021 Luc Gijsens Daniel Falque Hendrik Scheerlinck Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Vaste basisvergoeding – – 304 438 304 438 304 438 304 438 Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar - cash – – 14 800 5 920 15 170 6 068 - phantom stocks – – 14 800 – 15 170 – Resultaatsgebonden variabele vergoeding voor het boekjaar - cash – – 45 228 18 091 45 228 18 091 – phantom stocks – – 45 228 – 45 228 – Vergoedingen voor voorgaande boekjaren - individuele variabele vergoeding – 5 015 – 20 880 – 16 736 - resultaatsgebonden variabele vergoeding – 16 487 – 69 374 – 52 887 - phantom stocks – 20 227 – 96 750 – 82 000 Tussentotaal variabele vergoeding – 41 728 120 055 211 015 120 795 175 782 Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belastingen) – – 92 992 92 992 92 992 92 992 Andere voordelen – – 5 390 5 390 4 475 4 475 Totaal – 41 728 522 875 613 835 522 700 577 687 Verhouding vast/variabel (in %) – – 77/23 66/34 77/23 70/30 Variabele vergoeding over de voorbije jaren • Een deel van de (uitgestelde) variabele vergoeding die voor de jaren 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020 werd toegekend, wordt in 2022 uitbetaald. De uitbetaalde bedragen vindt u in de tabel. • Een gedeelte van de phantom stocks die voor 2016, 2017, 2018 en 2019 werden toegekend, werd in april 2021 omgezet in cash tegen een koers van 60,02 euro. De uitbetaalde bedragen vindt u in de tabel. Vertrekvergoedingen in 2021 • Begin mei werd de samenwerking met Daniel Falque als lid van het DC van KBC Groep en uitvoerend bestuurder van KBC Bank en KBC Verzekeringen beëindigd om een aantal herschikkingen binnen het DC en in de organisatie mogelijk te maken. In overeenstemming met de Remuneration Policy besliste de Raad om hem een verbrekingsvergoeding toe te kennen gelijk aan 18 maanden (Daniel Falque had een anciënniteit van meer dan 9 jaar binnen KBC groep). Het betrof een bedrag van 1702617 euro. . Andere voordelen • Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast overeenkomstig de geldende reglementering. De leden van het DC genieten ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen. Overzicht • In de tabellen hierna worden de vergoedingen gegeven van a) de voormalige leden van het DC en b) de huidige zeven leden van het DC. • Statuut van de leden van het DC: zelfstandige 183Jaarverslag KBC 2021 b) Vergoeding van de huidige leden van het DC van KBC Groep NV, 2021 Johan Thijs (CEO) Peter Andronov (8 maanden) John Hollows Erik Luts David Moucheron (8 maanden) Luc Popelier Christine Van Rijsseghem Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Toegekend Uitbetaald Vaste basisvergoeding 1277 400 1277 400 580 988 580 988 864 000 864 000 871 800 871 800 580 988 580 988 871 800 871 800 871 800 871 800 Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar - cash 86 621 34 648 32 190 12 876 46 065 18 426 49 950 19 980 29 600 11 840 45 510 18 204 47 175 18 870 - phantom stocks 86 621 32 190 46 065 49 950 29 600 45 510 47 175 Resultaatsgebonden variabele vergoeding voor het boekjaar - cash 221 286 88 514 90 455 36 182 135 683 54 273 135 683 54 273 90 455 36 182 135 683 54 273 135 289 54 116 – phantom stocks 221 286 90 455 135 683 135 683 90 455 135 683 135 289 Vergoedingen voor voorgaande boekjaren - individuele variabele vergoeding 42 960 – 22 782 17 835 – 21 626 23 030 - resultaatsgebonden variabele vergoeding 119 968 – 69 374 52 887 – 69 374 69 956 - phantom stocks 199 146 – 100 637 100 233 – 117 939 121 420 Tussentotaal variabele vergoeding 615 814 485 236 245 291 49 058 363 496 265 492 371 266 245 208 240 111 48 022 362 386 281 416 364 928 287 392 Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belastingen) 510 960 510 960 171 725 171 725 279 699 279 699 278 976 278 976 185 984 185 984 278 976 278 976 278 976 278 976 Andere voordelen 16 973 16 973 6 054 6 054 11 065 11 065 12 245 12 245 6 408 6 408 13 860 13 860 13 507 13 507 Totaal 2 421 147 2290 569 1 004 058 807 825 1 518 260 1 420 256 1 534 287 1 408 229 1 013 491 821 402 1 527 022 1 446 052 1 529 211 1 451 675 Verhouding vast/variabel (in %) 75/25 79/21 76/24 94/6 76/24 81/19 76/24 83/17 76/24 94/6 76/24 81/19 76 /24 80 /20 184 Jaarverslag KBC 2021 Vergoeding van het topmanagement in perspectief • Om de ontwikkeling van de vergoeding van het topmanagement in perspectief te plaatsen, volgt hierna een overzicht van de ontwikkeling over de voorbije vijf jaar van de totale vergoeding van de huidige leden van het DC, het gemiddelde loon van de werknemers (in voltijdequivalent) van KBC Groep NV, het laagste loon van een werknemer (in voltijdequivalent) in KBC Groep NV en enkele gegevens die indicatief zijn voor de prestaties van KBC. • De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet in het overzicht opgenomen, omdat die vergoeding gedurende de laatste vijf jaar ongewijzigd gebleven is. Vergoeding van het topma- nagement in perspectief 2017 2018 (t.o.v. jaar voordien) 2019 (t.o.v. jaar voordien) 2020 (t.o.v. jaar voordien) 2021 (t.o.v. jaar voordien) Vergoeding van de DC-leden (in euro) Johan Thijs 2 177 688 2 298 415 +6% 2 361 493 +3% 2 245 548 -5% 2421 147 +7,8% Peter Andronov – – – – – – – 1 506 087 (12/12) – John Hollows 1 397 301 1 453 772 +4% 1 492 213 +3% 1 424 346 -5% 1 518 260 +6,6% Erik Luts – 1 453 646 – 1 494 112 +3% 1 426 805 -5% 1534 287 +7,5% David Moucheron – – – – – – – 1 520 236 (12/12) – Luc Popelier 1 401 481 1 456 816 +4% 1 488 162 +2% 1 420 447 -5% 1527 022 +7,5% Christine Van Rijsseghem 1 401 729 1 465 071 +5% 1 500 277 +2% 1 424 458 -5% 1 529 211 +7,4% Gemiddelde (exclusief CEO) 1399 766 1455 630 +4% 1 491 388 +2% 1422 900 -5% 1 522 517 +7,0% Gemiddeld loon van een Belgische werknemer van KBC Groep NV (in euro) Gemiddelde loon 88 579 90 416 +2% 90 780 +0% 92 124 +1% 94 312 +2,4% Laagste loon 39 564 42 587 +8% 43 259 +2% 46 448 +7% 47 767 +2,8% Ratio hoogste/laagste loon 1/55 1/54 1/55 1/48 1/51 Prestatie-indicatoren Nettoresultaat van de groep (in miljoenen euro) 2 575 2 570 -0% 2 489 -3% 1 440 -42% 2 614 +82% Totale opbrengsten van de groep(in miljoenen euro) 7 700 7 512 -2% 7 629 +2% 7 195 -6% 7 558 +5% Eigen broeikasgas- emissies (in ton CO 2 , per vte) 2,48 2,27 -8% 1,97 -13% 1,54 -22% 1,02 -34% Volume maatschappelijk verantwoorde fondsen (in miljarden euro) 7,1 9,0 +26% 12,0 +34% 16,8 +40% 31,7 +89% Common equity ratio (fully loaded) 16,3% 16,0% -2% 17,1% +7% 17,6% +3% 15,5% -12% * Voor deze berekening werd de toenmalige samenstelling van het DC gebruikt. 185Jaarverslag KBC 2021 Vergoeding vanaf 2022 • Uit het resultaat van de stemming op de Algemene Vergadering van 6 mei 2021 over het vergoedingsbeleid en het remuneratieverslag blijkt dat de overgrote meerderheid van de aandeelhouders dit onderschrijft. Toch besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om met ingang van 1 januari 2022 enkele aanpassingen aan de vergoeding van de CEO en van de leden DC door te voeren, o.m. rekening houdend met de goede prestaties van het bedrijf over de voorbije jaren, enkele externe factoren (inflatie, benchmark) en met het oog op het verzekeren van continuïteit. • De vergoeding van de leden van het DC (de vaste vergoeding en de maximale variabele vergoeding) wordt in totaal met 50000 euro opgetrokken. Dat stemt grosso modo overeen met een aanpassing aan de evolutie van de gezondheidsindex over het jaar 2021. Gelet op de lokale context heeft John Hollows afgezien van deze aanpassing. Verder werd beslist om, net zoals voor de personeelsleden van KBC in België, vanaf 2023 een automatische koppeling aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer in te voeren. • Gelet op zijn uitstekende prestaties en met het oog op het bewerkstelligen van continuïteit wordt de vergoeding van de CEO over een periode van drie jaar opgetrokken naar een meer correcte positie in de benchmark (vertrekkend van onder de mediaan en evoluerend in de richting van de top 25%). Dat gebeurt door zijn vergoeding (vaste en maximale variabele vergoeding) in de jaren 2022, 2023 en 2024 in totaal telkens met 350000 euro op te trekken. Om de impact van die verhoging op de extralegale pensioenopbouw te temperen zal de bijdragevoet voor de CEO vanaf 2023 gelijkgeschakeld worden met die voor de leden van het DC. Concreet betekent dit een verlaging van de bijdragevoet gedurende de eerste 10 jaar van 40% naar 32%. Verder wordt, net zoals bij de leden van het DC, zijn vergoeding vanaf 2023 ook gekoppeld aan de indexevolutie. • Met het oog op deze wijzigingen werden de nodige aanpassingen aan de remuneration policy voor de leden van de Raad en van het DC aangebracht. De aangepaste policy wordt op 5 mei 2022 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. 186 Jaarverslag KBC 2021 Verklaring over niet-financiële informatie In overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze geconsolideerde niet-financiële informatie (zoals vereist door art. 3:6 § 4 en 3:32 § 2 WVV) en de (momenteel al verplichte delen uit de) EU-taxonomie geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag. Informatie over het bedrijfsmodel vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel. De onderstaande tabel vermeldt waar u de door de wet vereiste andere niet- financiële informatie terugvindt. Mede werkers Milieu (incl. klimaat) Mensen- rechten Andere sociale aangelegen- heden Bestrijding van corruptie en omkoping EU Taxonomy informatie Referentie in dit jaarverslag • hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties • hoofdstuk Onze strategie, onder Onze rol in de samenleving en onder Focus op het klimaat • hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?, onder Klimaat- gerelateerde en andere ESG- risico’s • hoofdstuk Onze strategie, onder Focus op mensenrechten • hoofdstuk Onze strategie, onder De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en onder Onze rol in de samenleving • hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Bestrijding van corruptie en omkoping en onder Bedrijfscultuur en integriteitsbeleid • hoofdstuk Onze strategie, onder Focus op het klimaat 187Jaarverslag KBC 2021 We houden bij de opmaak van ons jaarverslag in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze geconsolideerde niet-financiële verklaring op de GRI Standards (Global Reporting Initiative Standards). Het GRI is een sustainability reporting framework, met universele richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving en rapportering van niet-financiële data. Het legt de kwaliteitsbeginselen en indicatoren uit om economische, milieu- en sociale prestaties te meten en erover te rapporteren. De volledige toepassing van de GRI Standards (Core option) en de GRI Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com. De duurzaamheidsinformatie werd niet extern geauditeerd, met uitzondering van de milieudata en berekeningen van de broeikasgasemissies m.b.t. de eigen milieuvoetafdruk (zie de betreffende tabellen in het hoofdstuk Focus op het klimaat) die werden geverifieerd door Vinçotte conform ISO 14064-3. Gebruikte afkortingen • AC (amortized cost): gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs • OCI (other comprehensive income): wijzigingen in de reële waarde van activa en verplichtingen opgenomen in het eigen vermogen • FVOCI (fair value through other comprehensive income): gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via OCI • FVPL (fair value through profit or loss): gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Bestaat uit: • MFVPL (mandatorily at fair value through profit or loss): verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (inclusief aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT)) • FVO (fair value option): bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening • FVPL – overlay: gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlaybenadering. • POCI (purchased or originated credit impaired assets): verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid Geconsolideerde jaarrekening 189Jaarverslag KBC 2021 p. 153 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening (in miljoenen euro) Toelichting 2021 2020 Nettorente -inkomsten 3.1 4 451 4 467 Rente-inkomsten 3.1 6 320 6 264 Rentelasten 3.1 -1 869 -1 797 Verzekeringen Niet -leven (vóór herverzekering) 3.7 782 865 Verdiende premies 3.7 1 885 1 777 Technische lasten 3.7 -1 103 -912 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 3.7 45 10 Verdiende premies 3.7 1 196 1 223 Technische lasten 3.7 -1 150 -1 213 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 3.7 25 -20 Dividendinkomsten 3.2 45 53 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 3.3 145 33 Waarvan resultaat op aandelen (overlaybenadering) 3.3 104 -14 Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI 3.4 6 2 Nettoprovisie -inkomsten 3.5 1 836 1 609 Provisie-inkomsten 3.5 2 692 2 365 Provisielasten 3.5 -856 -755 Overige netto -inkomsten 3.6 223 176 TOTALE OPBRENGSTEN 7 558 7 195 Exploitatiekosten 3.8 -4 396 -4 156 Personeelskosten 3.8 -2 457 -2 329 Algemene beheerskosten 3.8 -1 583 -1 518 Afschrijvingen vaste activa 3.8 -356 -309 Bijzondere waardeverminderingen 3.10 261 -1 182 op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI 3.10 334 -1 074 op goodwill 3.10 -7 0 op overige 3.10 -65 -108 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 -5 -11 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 3 418 1 847 Belastingen 3.12 -804 -407 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten – 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN – 2 614 1 440 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – 0 0 Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten – 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – 2 614 1 440 Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten – 0 0 Winst per aandeel (in euro) Gewoon 3.13 6,15 3,34 Verwaterd 3.13 6,15 3,34 190 Jaarverslag KBC 2021 p. 154 • We lichten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening toe in het Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Ons financieel rapport en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd. • De verdeling van de rente-inkomsten en -lasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet en op andere financiële instrumenten (niet berekend volgens de effectieve rentevoet) vindt u in Toelichting 3.1. • De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2020 en 2021 beschrijven we in Toelichting 6.6. • Overzicht van de invloed van de overlaybenadering op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening: op de aandelen die aangehouden worden door de verzekeringsondernemingen in de groep wordt de overlaybenadering toegepast. Die aandelen werden volgens IAS 39 voornamelijk geclassificeerd als voor verkoop beschikbaar, en zouden volgens IFRS 9 worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Zolang IFRS 17 niet is ingevoerd (tot 31 december 2022), herclassificeert de overlaybenadering de extra volatiliteit die resulteert uit de toepassing van IFRS 9 van de winst-en-verliesrekening naar OCI. De extra volatiliteit als gevolg van IFRS 9, die wordt geherclassificeerd van het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening naar de ‘herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlay’, verwijst naar de niet-gerealiseerde reëlewaardeschommelingen voor een bedrag van 172 miljoen euro in 2021 (175 miljoen euro vóór belastingen). Dat is het verschil tussen (°) het IFRS 9-resultaat zonder toepassing van de overlaybenadering, namelijk 275 miljoen euro (waarvan 279 miljoen euro aan gerealiseerde en niet-gerealiseerde reëlewaardeschommelingen opgenomen in Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening en -4 miljoen euro belastingen), en (°) het IAS 39-resultaat, namelijk 104 miljoen euro (bestaande uit een netto gerealiseerd resultaat van 123 miljoen euro en een bijzondere waardevermindering van -20 miljoen euro). Meer informatie vindt u in Toelichting 1.2. Beleggingsaandelen van de verzekeraar in 202 1: Illustratie van de overlaybenadering (in miljoenen euro) Onder IAS 39 Onder IFRS 9 zonder overlay (keuze FVPL) Impact overlay Onder IFRS 9 met overlay Gerealiseerde resultaten via winst-en-verliesrekening 123 123 – 123 Niet -gerealiseerde resultaten via winst-en-verliesrekening – 156 156 – Waardeverminderingen via winst -en-verliesrekening -20 – 20 -20 Gerealiseerde en niet -gerealiseerde resultaten via OCI 175 – -175 175 Belastingen (via winst -en-verliesrekening of OCI) -4 -4 – -4 Totaal via winst -en-verliesrekening of OCI 275 275 0 275 191Jaarverslag KBC 2021 p. 155 Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (comprehensive income) (in miljoenen euro) 2021 2020 RESULTAAT NA BELASTINGEN 2 614 1 440 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 614 1 440 OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT 56 -66 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten -487 138 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -619 175 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 141 -45 Overboeking van reserve naar nettoresultaat -9 8 Bijzondere waardeverminderingen -4 5 Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -7 5 Uitgestelde belastingen 2 -2 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering 172 -25 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 279 -42 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -4 2 Overboeking van reserve naar nettoresultaat -104 14 Bijzondere waardeverminderingen 20 131 Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding -123 -116 Uitgestelde belastingen 0 0 Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) 186 37 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 197 -21 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -62 6 Overboeking van reserve naar nettoresultaat 52 53 Brutobedrag 66 69 Uitgestelde belastingen -15 -17 Nettowijziging van de omrekeningsverschillen 272 -291 Brutobedrag 272 -291 Uitgestelde belastingen 0 0 Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten -84 74 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -113 95 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 28 -21 Overboeking van reserve naar nettoresultaat 0 0 Brutobedrag 0 0 Uitgestelde belastingen 0 0 Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 Brutobedrag 0 0 Uitgestelde belastingen 0 0 Overige mutaties -2 0 OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT 345 -35 Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI aandelen 56 7 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen 57 8 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde -1 -1 Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen 291 -46 Wijzigingen 387 -57 Uitgestelde belastingen op wijzigingen -96 11 Nettowijziging van het eigen kredietrisico -2 5 Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen -2 7 Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde 0 -2 Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 -2 Wijzigingen 0 -2 Uitgestelde belastingen op wijzigingen 0 0 TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 3 015 1 339 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 015 1 339 192 Jaarverslag KBC 2021 p. 156 • Herwaarderingsreserves in 2021: de nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering (+172 miljoen euro) is vooral te verklaren door positieve reëlewaardeveranderingen, deels gecompenseerd door overboekingen naar het resultaat (meerwaarden op verkopen deels gecompenseerd door waardeverminderingen). De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten (-487 miljoen euro) wordt voornamelijk verklaard door hogere rentevoeten, vooral met betrekking tot overheidsobligaties van diverse Europese landen. De nettowijziging in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) van +186 miljoen euro wordt voornamelijk verklaard door de algemene renteverhoging. De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (+291 miljoen euro) houdt voornamelijk verband met hogere discontovoeten toegepast op de verplichtingen en het positieve rendement op de fondsenbelegggingen, deels gecompenseerd door een verhoogde (en sinds het derde kwartaal van 2021 marktgebaseerde) inflatiecurve. De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI aandelen (56 miljoen euro) wordt voornamelijk verklaard door positieve reëlewaardeveranderingen gerelateerd aan de wijziging van de statuten van een niet-beursgenoteerde participatie, waarbij KBC recht heeft op een hogere vergoeding in het geval van een exit. De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (+272 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de appreciate van de Tsjechische kroon (CZK) ten opzichte van de euro, deels gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse activiteiten (-84 miljoen euro). Het hedgingbeleid van deelnemingen in vreemde munten is er sinds midden 2019 op gericht de kapitaalratio van de groep te stabiliseren (en niet het eigen vermogen van de aandeelhouders). • Herwaarderingsreserves in 2020: nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering (-25 miljoen euro) is vooral te verklaren door negatieve reëlewaardewijzigingen, deels gecompenseerd door overboekingen naar het nettoresultaat (waardeverminderingen deels gecompenseerd door verkopen). De nettowijziging in de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten (+138 miljoen euro) werd positief beïnvloed door een algemene renteverlaging. De stijging in de afdekkingsreserve (kasstroomafdekking) van 37 miljoen euro wordt verklaard door afwikkelingen (unwinding of discount), deels gecompenseerd door de lagere rente. De nettowijziging in toegezegdpensioenregelingen (-46 miljoen euro) houdt voornamelijk verband met de historisch lage verdisconteringsrentevoet van de pensioenverplichtingen die onvoldoende door de lagere return op de beleggingen werd compenseerd. Dit wordt voor een groot gedeelte goedgemaakt door de impact van de vanaf 2020 ingevoerde herverzekering van het overlijdensrisico van het KBC-pensioenfonds. De nettowijziging van de omrekeningsverschillen (-291 miljoen euro) is voornamelijk veroorzaakt door de verzwakking van de Tsjechische kroon (CZK) en de Hongaarse forint (HUF) ten opzichte van de euro. Dat werd slechts ten dele gecompenseerd door de afdekking van de netto-investeringen in buitenlandse activiteiten (+74 miljoen euro) aangezien het hedgingbeleid van deelnemingen in vreemde munten erop gericht is de kapitaalratio van de groep te stabiliseren (en niet het eigen vermogen van de aandeelhouders). 193Jaarverslag KBC 2021 p. 157 Geconsolideerde balans ( in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2021 31-12-2020 ACTIVA Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito’s bij kredietinstellingen – 40 653 24 583 Financiële activa 4.0 281 658 286 386 Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 240 128 243 527 Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.0 15 824 18 451 Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening 4.0 25 422 24 248 Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 8 850 8 695 Afdekkingsderivaten 4.0 283 160 Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen 5.6 191 145 Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen re nterisico – -436 1 360 Belastingvorderingen 5.2 1 296 1 624 Actuele belastingvorderingen 5.2 179 125 Uitgestelde belastingvorderingen 5.2 1 117 1 499 Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten 5.11 10 001 19 Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 5.3 37 24 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 5.4 3 568 3 691 Goodwill en andere immateriële vaste activa 5.5 1 749 1 551 Overige activa 5.1 1 630 1 361 TOTAAL ACTIVA 340 346 320 743 VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN Financiële verplichtingen 4.0 291 667 276 781 Tegen geamortiseerde kostprijs 4.0 268 387 254 053 Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening 4.0 22 187 21 409 Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden 4.0 7 271 7 157 Afdekkingsderivaten 4.0 1 094 1 319 Technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 18 967 18 718 Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico – -863 99 Belastingverplichtingen 5.2 435 498 Actuele belastingverplichtingen 5.2 87 79 Uitgestelde belastingverplichtingen 5.2 348 419 Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 5.11 4 262 0 Voorziening voor risico's en kosten 5.7 282 209 Overige verplichtingen 5.8 2 520 2 908 TOTAAL VERPLICHTINGEN 317 269 299 214 Totaal eigen vermogen 5.10 23 077 21 530 Eigen vermogen van de aandeelhouders 5.10 21 577 20 030 Additional tier 1 -instrumenten opgenomen in eigen vermogen 5.10 1 500 1 500 Minderheidsbelangen – 0 0 TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 340 346 320 743 • De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2020 en 2021 beschrijven we in Toelichting 6.6. • De toename van het balanstotaal in 2021 wordt voornamelijk verklaard door hogere zichtdeposito’s en een bijkomende opname onder het TLTRO III-programma van de ECB, wat aanleiding geeft tot hogere tegoeden bij centrale banken en hogere leningen en vorderingen aan klanten (abstractie gemaakt van de verschuiving van de leningen en deposito’s van KBC Bank Ierland naar andere balansposten, zie Toelichting 6.6). 194 Jaarverslag KBC 2021 p. 158 Geconsolideerde vermogensmutaties (in miljoenen euro) Geplaatst en volgestort aandelen- kapitaal Uitgifte- premie Eigen aandelen Overge- dragen resultaat Totaal herwaar- derings- reserves Eigen vermogen van aandeel- houders Additional tier 1- instrumen -ten in eigen vermogen Minder- heids- belangen Totaal eigen vermogen 2021 Saldo aan het begin van het jaar 1 459 5 514 -1 13 146 -88 20 030 1 500 0 21 530 Nettoresultaat over de periode 0 0 0 2 614 0 2 614 0 0 2 614 OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 -2 403 401 0 0 401 Subtotaal 0 0 0 2 612 403 3 015 0 0 3 015 Dividenden 0 0 0 -1 433 0 -1 433 0 0 -1 433 Coupon op additional tier 1 -instrumenten 0 0 0 -50 0 -50 0 0 -50 Kapitaalverhoging 1 13 0 0 0 14 0 0 14 Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie 0 0 0 -3 3 0 0 0 0 Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 1 0 0 1 0 0 1 Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal wijzigingen 1 13 1 1 126 406 1 547 0 0 1 547 Saldo aan het einde van het jaar 1 460 5 528 0 14 272 318 21 577 1 500 0 23 077 20 20 Saldo aan het begin van het jaar 1 458 5 498 -2 11 732 37 18 722 1 500 0 20 222 Nettoresultaat over de periode 0 0 0 1 440 0 1 440 0 0 1 440 OCI erkend in eigen vermogen over de periode 0 0 0 0 -102 -102 0 0 -102 Subtotaal 0 0 0 1 440 -102 1 339 0 0 1 339 Dividenden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Coupon op additional tier 1 -instrumenten 0 0 0 -50 0 -50 0 0 -50 Kapitaalverhoging 1 17 0 0 0 18 0 0 18 Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie 0 0 0 23 -23 0 0 0 0 Aankoop/verkoop van eigen aandelen 0 0 1 0 0 1 0 0 1 Wijzigingen in minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal wijzigingen 1 17 1 1 414 -125 1 308 0 0 1 308 Saldo aan het einde van het jaar 1 459 5 514 -1 13 146 -88 20 030 1 500 0 21 530 • Uitleg bij de wijzigingen in de herwaarderingsreserves: zie onder Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. • Aandeelhouderschap: zie deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. • Kapitaalverhogingen, additional tier 1-instrumenten, inkoop van eigen aandelen en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10. • In navolging van de aanbevelingen van de ECB ter zake bedraagt de post Dividenden in 2020 nul. De post Dividenden in 2021 (1 433 miljoen euro) bevat het dividend over 2020 van 0,44 en het interimdividend van 3,00 euro uitbetaald in november 2021. • We stellen aan de Algemene Vergadering van 5 mei 2022 een brutoslotdividend voor van 7,6 euro per aandeel, wat het totale brutodividend op 10,6 euro per aandeel brengt. Dat is de som van een dividend van 2 euro per aandeel gerelateerd aan het boekjaar 2020 (al betaald in november 2021), een gewoon dividend van 4 euro per aandeel voor het boekjaar 2021 (waarvan al een interimdividend van 1 euro werd betaald in november 2021 en 3 euro per aandeel nog te betalen in mei 2022) en een buitengewoon dividend van 4,6 euro (te betalen in mei 2022). Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2019 Totaal 318 -88 37 Herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten 642 1 130 992 Herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlay 496 325 350 Herwaarderingsreserve FVOCI aandelen 74 15 32 Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen -1 108 -1 294 -1 331 Omrekeningsverschillen -110 -382 -92 Afdekking van een netto -investering in een buitenlandse entiteit 79 163 89 Wijziging in toegezegdpensioenregelingen 246 -45 0 Eigen kredietrisico via eigen vermogen -1 1 -4 195Jaarverslag KBC 2021 p. 159 Geconsolideerd kasstroomoverzicht (in miljoenen euro) Verwijzing 1 2021 2020 BEDRIJFSACTIVITEITEN Resultaat vóór belastingen Gecons. w-&-v- rekening 3 418 1 847 Aanpassingen voor – resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten Gecons. w-&-v- rekening 0 0 bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen en effecten 3.10, 4.2, 5.4, 5.5 477 586 winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen – -33 -16 wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3.10 -330 1 069 wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 274 236 wijziging in het deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen 5.6 -41 -23 wijzigingen in overige voorzieningen 5.7 5 2 overige niet-gerealiseerde winst of verlies – 679 322 opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 3.11 5 11 Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen – 4 455 4 033 Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) – -5 666 -6 138 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier 4.1 -6 679 -5 890 Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4.1 2 211 691 Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening 4.1 -797 -815 Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 -131 -1 449 Afdekkingsderivaten 4.1 -122 -4 Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa – -280 -120 Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) – 15 739 29 034 Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 15 289 29 524 Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 4.1 956 -636 Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 4.1 174 284 Afdekkingsderivaten 4.1 -33 129 Technische voorzieningen vóór herverzekering 5.6 -170 -6 Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen – -304 23 Betaalde belastingen 3.12 -485 -560 Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten 14 043 26 369 INVESTERINGSACTIVITEITEN Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 -7 931 -11 683 Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs 4.1 9 452 5 019 Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) 6.6 -71 107 Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) – 0 0 Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures – -18 -10 Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures – 0 0 Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – 0 0 Aankoop van vastgoedbeleggingen 5.4 -15 -86 Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen 5.4 23 60 Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 -327 -365 Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) 5.5 20 50 Aankoop van materiële vaste activa 5.4 -603 -638 Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa 5.4 292 294 Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten 822 -7 253 FINANCIERINGSACTIVITEITEN Inkoop of verkoop van eigen aandelen Geconsol. vermogensmut. 1 1 Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen 4.1 279 617 Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden 4.1 741 -136 Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal Geconsol. vermogensmut. 14 18 Uitgifte van additional tier 1-instrumenten Geconsol. vermogensmut. 0 0 Uitgekeerde dividenden Geconsol. vermogensmut. -1 433 0 Coupon op additional tier 1-instrumenten Geconsol. Vermogensmut. -50 -50 Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten -448 451 196 Jaarverslag KBC 2021 p. 160 MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten – 14 417 19 566 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar – 47 794 29 118 Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten – 1 343 -891 Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode – 63 554 47 794 OVERIGE INFORMATIE Betaalde rente 2 3.1 -1 869 -1 797 Ontvangen rente 2 3.1 6 320 6 264 Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) 3.2, 5.3 45 53 COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito’s bij kredietinstellingen Geconsol. balans 40 653 24 583 Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo’s 4.1 3 146 1 393 Reverse repo’s met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden 4.1 24 450 26 422 Deposito’s van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4.1 -4 695 -4 604 Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten – 0 0 Totaal – 63 554 47 794 Waarvan niet beschikbaar – 0 0 1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7. 2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar. • KBC brengt verslag uit over kasstromen van bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode. • Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten: - omvatten in 2021 onder meer een sterke depositogroei (dankzij onder meer hogere zichtdeposito’s en deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen), TLTRO III (bijkomende opname van 2,5 miljard euro), in combinatie met het gerealiseerde resultaat; - omvatten in 2020 onder meer de intekening op TLTRO III (19,5 miljard euro), in combinatie met het gerealiseerde resultaat en hogere deposito’s van klanten. • Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten: - omvatten in 2021 onder meer investeringen in schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs dat de vervaldag bereikte, deels gecompenseerd door nieuwe investeringen, en daarnaast -71 miljoen euro gerelateerd aan de overname van de pensioen- en levensverzekeringen van NN in Bulgarije (zie Toelichting 6.6); - omvatten in 2020 onder meer bijkomende investeringen in schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, en daarnaast +107 miljoen euro gerelateerd aan de overname van OPT Banka Slovensko (zie Toelichting 6.6; de aanschaffingsprijs van 64 miljoen euro werd meer dan gecompenseerd door de beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten op de balans van OTP Banka Slovensko). • Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten: - omvatten in 2021 onder meer: ◦ de dividenduitkering in 2021 (-1,4 miljard euro); ◦ de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen; KBC Ifima, KBC Groep NV, ČSOB (Tsjechië) en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag; de ontwikkeling in 2021 heeft vooral te maken met 2,9 miljard euro uitgiften en 2,4 miljard euro terugbetalingen; ◦ de opbrengst of terugbetaling van achtergestelde schulden; KBC Groep NV tekende voor het grootste deel van het bedrag, de ontwikkeling in 2021 heeft voornamelijk te maken met uitgiften. - omvatten in 2020 onder meer: ◦ de uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen; KBC Ifima, KBC Groep NV, ČSOB (Tsjechië) en KBC Bank NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag; de ontwikkeling in 2020 heeft vooral te maken met 3 miljard euro uitgiften en 2,3 miljard euro terugbetalingen; ◦ de opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden; KBC Ifima en KBC Groep NV tekenden voor het grootste deel van het bedrag; de ontwikkeling in 2020 heeft voornamelijk te maken met terugbetalingen. 197Jaarverslag KBC 2021 p. 161 1.0 Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving Toelichting 1.1: Verklaring van overeenstemming De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 17 maart 2022 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld). De volgende IFRS-normen werden van kracht op 1 januari 2021, maar KBC paste ze al vervroegd toe: • Wijzigingen aan IAS 39 en gerelateerde standaarden: In het kader van de tweede fase van de IBOR-hervorming heeft de IASB een aantal wijzigingen aan IAS 39 en gerelateerde standaarden aangebracht. Deze wijzigingen bieden een tijdelijke vrijstelling van de toepassing van specifieke vereisten inzake hedge accounting op hedge-relaties die rechtstreeks worden beïnvloed door de IBOR-hervorming. KBC heeft deze wijzigingen al vervroegd toegepast in 2020. De wijzigingen aan IAS 39 met betrekking tot de IBOR hadden geen belangrijke invloed op onze hedge accounting, aangezien de meeste afdekkingsderivaten gebaseerd zijn op de EURIBOR (zie Toelichting 4.8.2. voor de posities in afdekkingsderivaten). Voor meer informatie verwijzen we naar het hoofdstuk ‘Hoe beheren we onze risico’s?’. De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2021. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt. • IFRS 17: in mei 2017 publiceerde de IASB IFRS 17 (Verzekeringscontracten), een omvattende nieuwe boekhoudnorm voor verzekeringscontracten die de grondslagen bevat voor opname en waardering, voorstelling en informatieverschaffing. Zodra IFRS 17 van kracht is, zal hij IFRS 4 (Verzekeringscontracten) vervangen, die werd gepubliceerd in 2005. IFRS 17 geldt voor alle types verzekeringscontracten, ongeacht het type entiteiten waardoor ze worden uitgegeven, en voor bepaalde garanties en financiële instrumenten met discretionaire winstdeling. Daarop zullen enkele uitzonderingen gelden. De algemene doelstelling van IFRS 17 is een boekhoudkundig model voor verzekeringscontracten te bieden dat nuttiger en consistenter is voor verzekeraars. In tegenstelling tot de verplichtingen van IFRS 4, die grotendeels gebaseerd zijn op grandfathering van de vroegere lokale grondslagen van de financiële verslaggeving, biedt IFRS 17 een compleet model voor verzekeringscontracten dat alle relevante boekhoudkundige aspecten omvat. De kern van IFRS 17 is het algemene model, aangevuld met een specifieke aanpassing voor contracten met directe winstdeling (de variabelevergoedingsaanpak) en een vereenvoudigde aanpak (de premieallocatieaanpak) vooral voor contracten met een korte looptijd. IFRS 17 zal gelden voor de verslagperiodes die beginnen op of na 1 januari 2023, en waarvoor vergelijkende cijfers vereist zijn. KBC heeft in 2018 een groepswijd project opgestart om IFRS 17 te implementeren. Het project is opgebouwd uit deelprojecten zoals data delivery, lokale rapportering, impact op business en strategische gevolgen, guidance en ondersteuning, geconsolideerde rapportering en de IFRS 17- berekeningstool. Het project wordt aangestuurd door de verzekeringsbusiness en Finance samen en betrekt alle afdelingen en entiteiten op groeps- en lokaal niveau die ermee te maken hebben. In het voorbije jaar lag de focus op de verdere implementatie van een IFRS17-compliant proces voor de boekhoudkundige afsluiting. De interpretatie van de IFRS 17-standaard werd gaandeweg bijgestuurd waar nodig wanneer nieuwe informatie ter beschikking kwam van externe of interne bronnen. Op 23 november 2021 werd de EU-verordening over de IFRS 17-standaard, inclusief de wijzigingen aan de originele standaard én met inbegrip van een oplossing voor de jaarlijkse cohortvereiste voor bepaalde soorten van verzekeringscontracten, gepubliceerd . Hierdoor is de IFRS 17-standaard goedgekeurd voor gebruik in de Europese Unie. De optie om financiële activa te herklasseren tussen de IFRS 9-portefeuilles is enkel van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de IFRS 17- standaard en geldt niet voor de vergelijkende periode. In December 2021 paste de IASB Board de IFRS 17-standaard aan met de zogenaamde ‘Classificatie-overlay’, waarbij die herklassificatie toch volledig retrospectief kan worden toegepast. • Overige: de IASB heeft enkele beperkte aanpassingen aan bestaande IFRS-normen en IFRIC’s gepubliceerd. Ze zullen worden toegepast zodra dat verplicht is, maar we gaan er momenteel van uit dat hun impact verwaarloosbaar zal zijn. De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op. Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u die in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen op www.kbc.com/investor relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie over KBC Verzekeringen. Toelichting 1.2: Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving Algemeen / Basisprincipe De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk, 198 Jaarverslag KBC 2021 p. 162 ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat. Financiële activa KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39. Financiële activa – in- en uitboekingen Opname in de balans: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving ervan. Verwijderen uit de balans en herziening: KBC verwijdert financiële activa uit de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen eruit aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit de financiële activa overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Bij wijziging van de voorwaarden tijdens de looptijd van een financieel actief beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als verwijdering van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en op basis van de gewijzigde voorwaarden een nieuw financieel actief wordt opgenomen. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief. Afschrijvingen: KBC schrijft de bruto boekwaarde van financiële activa (of een deel van de bruto boekwaarde) af dat als oninbaar wordt beschouwd. Dat betekent dat er geen gerechtvaardigde verwachting bestaat dat KBC enige interesten of kapitaal zal kunnen innen op een redelijke termijn. De timing van afschrijvingen hangt onder andere af van de portefeuille, het bestaan en type van waarborgen, het afwikkelingsproces per jurisdictie en lokale wetgeving. Wanneer een lening oninbaar is, zal de brutoboekwaarde rechtsreeks ten opzichte van de overeenkomende waardevermindering worden afgeboekt. Inkomsten op eerder afgeschreven bedragen worden in de winst-en-verliesrekening erkend als een terugdraaiing van waardevermindering. KBC maakt een onderscheid tussen boekhoudkundige afschrijvingen (waarbij nog iets wordt gedaan om bedragen terug te vorderen) en schuldkwijtschelding. Het laatste houdt in dat een deel van of de volledige uitstaande schuld bij de klant wordt kwijtgescholden. Classificatie van aandelen en schuldinstrumenten Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Alle instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandelen te worden aangemerkt, worden door KBC geclassificeerd als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft. Classificatie en waardering – schuldinstrumenten Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht: • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVPL); - verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (MFVPL); dit bevat ook aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT); - bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening (FVO); - gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlaybenadering (FVPL - overlay); • gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI (FVOCI); • gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen. 199Jaarverslag KBC 2021 p. 163 Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI, bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO), als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt. Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet: • het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen; en • op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen. Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan allebei de volgende voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO: • het actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen; en • op bepaalde data geven de contractvoorwaarden van het financiële actief aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen. Een schuldinstrument wordt geclassificeerd als FVPL – overlay wanneer het wordt aangehouden in het kader van een bedrijfsactiviteit die verband houdt met contracten die onder het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen en als het op grond van IFRS 9 wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maar krachtens IAS 39 niet integraal zou zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en-verliesrekening en het een instrument betreft waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'. Businessmodelbeoordeling De beoordeling van het bedrijfsmodel wordt gebruikt om na te gaan of schuldinstrumenten mogen worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij de beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling van het bedrijfsmodel door in het kader waarvan een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het bestuur wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst: • het beleid en de doelstellingen die voor de portefeuille zijn vooropgesteld en hoe dat beleid in de praktijk wordt gebracht, en in het bijzonder of de strategie van het bestuur erop is gericht contractuele rente-inkomsten te verwerven, een bepaald renteprofiel in stand te houden, de rentegevoeligheid van de financiële activa in overeenstemming te houden met die van de verplichtingen waarmee die activa zijn gefinancierd of kasstromen te realiseren door de activa te verkopen; • hoe de prestatie van de portefeuille wordt beoordeeld en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur van KBC; • de risico's die van invloed zijn op de prestaties van het bedrijfsmodel (en van de binnen dat bedrijfsmodel aangehouden financiële activa) en de wijze waarop deze risico's worden beheerd; • hoe bestuurders van het bedrijf worden beloond – bijvoorbeeld of de beloning is gebaseerd op de reële waarde van de beheerde activa, dan wel op de ontvangen contractuele kasstromen; en • de frequentie, het volume en het tijdstip van de verkopen in voorgaande perioden, de redenen voor die verkopen en de verwachtingen van KBC betreffende toekomstige verkoopactiviteiten. Informatie over de verkopen wordt evenwel niet afzonderlijk beschouwd, maar in aanmerking genomen in het kader van een globale beoordeling van de wijze waarop het doel dat KBC met het beheer van de financiële activa beoogt, wordt bereikt en van de wijze waarop kasstromen worden gerealiseerd. Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze noch worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen. Beoordeling of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen (SPPI) In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), alsook een winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met: • onvoorziene gebeurtenissen die het tijdstip of het bedrag van de kasstromen kunnen wijzigen; • hefboomwerking; • voorwaarden voor vervroegde aflossing en verlenging; • voorwaarden die de vordering van KBC op kasstromen uit nader omschreven activa beperken (bv. overeenkomsten aangaande activa zonder verhaalrechten); en • kenmerken die de vergoeding voor de tijdswaarde van geld wijzigen (bv. periodieke herziening van de rente). 200 Jaarverslag KBC 2021 p. 164 Herclassificaties Financiële activa worden na eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode onmiddellijk na de wijziging. Classificatie en waardering – aandelen Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën: • verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (MFVPL): dit bevat alleen de aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT); • aandelen waarvoor gekozen is voor waardering tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI (FVOCI); • aandelen die worden aangehouden in het kader van een activiteit die verband houdt met de verzekeringsactiviteit, die KBC waardeert tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – overlay (FVPL - overlay). KBC kan aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit toewijzen aan de categorie FVPL – overlay tot de datum van inwerkingtreding van IFRS 17. Elk aandeel dat de verzekeringsactiviteit van KBC classificeert als FVPL – overlay, moet aan beide onderstaande criteria voldoen: • het wordt op grond van IFRS 9 gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening, maar zou krachtens IAS 39 niet integraal zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening; en • het wordt niet aangehouden in het kader van een activiteit die geen verband houdt met een verzekeringscontract. Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'. In de bankactiviteit geldt de weerlegbare veronderstelling dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om aandelen op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in OCI en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de post 'Dividendinkomsten'. Classificatie en waardering – derivaten (handelsdoeleinden en afdekkingsdoeleinden) KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt. Derivaten voor handelsdoeleinden Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid: • Derivaten die worden aangehouden met het oog op afdekking, maar waarvoor geen hedge accounting wordt (kan worden) toegepast (economische afdekkingen): afdekkingsinstrumenten kunnen worden verworven om een externe blootstelling economisch af te dekken zonder toepassing van hedge accounting. De rentecomponent van die derivaten wordt opgenomen onder 'Nettorente-inkomsten', terwijl alle andere wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. • Derivaten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden aangehouden (derivaten voor handelsdoeleinden): operationele eenheden van KBC kunnen ook derivatencontracten aangaan die niet tot doel hebben een positie economisch af te dekken. Dat kan gebeuren in het kader van de nakende sluiting of verkoop van een externe positie of om op korte termijn winst te genereren. Alle wijzigingen in de reële waarde (inclusief interest) van dergelijke derivaten worden opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening'. Afdekkingsderivaten Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangeduid als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in ‘Hedge accounting’. 201Jaarverslag KBC 2021 p. 165 Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen Definitie van default KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, overeenkomstig de leidraden en standaarden van toezichthouders op de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan: • Er is een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid. • Het actief is aangeduid als actief dat geen rente meer opbouwt. • Het actief is een geherstructureerd actief en voldoet aan de criteria van default volgens het interne beleid inzake herstructurering (bijvoorbeeld wanneer aan een geherstructureerd actief dat nog niet de defaultstatus heeft binnen een periode van 2 jaar na het toekennen van een eerste herstructurering een extra herstructurering wordt toegekend, of wanneer een dergelijk actief binnen de 2 jaar meer dan 30 dagen achterstallig wordt). • KBC heeft de rechtbank verzocht de kredietnemer failliet te verklaren. • De tegenpartij heeft het faillissement of een gelijkaardige bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd. • De aan de klant verleende kredietopening wordt beëindigd. KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn. Model van te verwachten kredietverliezen (ECL) – algemeen Het model voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa heet 'het model van te verwachten kredietverliezen', behalve voor schuldinstrumenten en aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit, waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Het beleid inzake bijzondere waardeverminderingen voor deze instrumenten wordt besproken in 'Overlaybenadering'. Het toepassingsgebied van het model van te verwachten kredietverliezen is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model van te verwachten kredietverliezen is van toepassing op de volgende financiële instrumenten: • schuldinstrumenten gewaardeerd tegen AC en FVOCI; • verplichtingen uit hoofde van leningen en financiële garantiecontracten; • vorderingen voor financiële leasing; • handels- en overige vorderingen. Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend. Op financiële activa waarop het model van te verwachten kredietverliezen van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico'). Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor indeling van financiële activa in ‘stages’ of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3. Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3. Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen. Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst-en-verliesrekening. Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de datum van verslaggeving. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-en-verliesrekening en OCI. Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname In overeenstemming met het model van te verwachten kredietverliezen worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat 'een significante toename van het kredietrisico' uitmaakt hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en dienovereenkomstig heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld. 202 Jaarverslag KBC 2021 p. 166 Benadering met meerdere niveau’s – obligatieportefeuille Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveau’s: • Uitzondering voor laag kredietrisico: obligaties worden altijd geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen als ze op de datum van verslaggeving een laag kredietrisico hebben (d.w.z. categorie 1). KBC gebruikt de uitzondering voor laag kredietrisico voor obligaties met een rating van beleggingskwaliteit. • Interne rating: [alleen van toepassing als niet aan het eerste niveau wordt voldaan] dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de datum van verslaggeving. KBC voert voor elke verslagperiode de beoordeling uit op het niveau van de faciliteit. De relatieve verandering van PD om een wijziging van categorie (staging) te triggeren, is een verhoging met twee PD-notches. • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste twee niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met idiosyncratische gebeurtenissen. Voorbeelden van idiosyncratische gebeurtenissen zijn een onverwachte evolutie van de macro-economische omgeving (zoals als gevolg van de coronacrisis), onzekerheden over geopolitieke gebeurtenissen en de secundaire impact van belangrijke defaults (bv. op leveranciers, klanten en medewerkers van een defaulted bedrijf). Als geen van deze beoordelingen leidt tot een overheveling naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een latere datum van verslaggeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid. Kredietportefeuille Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het financieel actief in categorie 1. • Interne rating: de interne rating wordt gebruikt als het voornaamste criterium om een toename van het kredietrisico te beoordelen. Dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de datum van verslaggeving. KBC voert voor elke verslagperiode de beoordeling uit op het niveau van de faciliteit (d.w.z. het contract). De relatieve verandering van PD om een wijziging van categorie (staging) te triggeren, is een verhoging met twee PD-notches. • Kredietherstructurering: geherstructureerde financiële activa worden altijd beschouwd als categorie 2, tenzij ze al aan de definitie van default voldoen. In dat geval worden ze overgeheveld naar categorie 3. • Aantal dagen betalingsachterstand: KBC gebruikt de 'backstop' zoals omschreven in de standaard. Een financieel actief met meer dan 30 dagen betalingsachterstand wordt overgeheveld naar categorie 2. • Interne rating als 'backstop': KBC gebruikt een absolute waarde van de kans op default als 'backstop' voor financiële activa die moeten worden overgeheveld naar categorie 2. Deze 'backstop' stemt overeen met de hoogste kans op default (d.w.z. PD 9 op basis van de interne rating van KBC), vooraleer een financieel actief als default beschouwd wordt. • Beoordeling door het bestuur: tot slot bestudeert en beoordeelt het bestuur de significante toename van het kredietrisico van financiële activa op individueel niveau (tegenpartij) en op portefeuilleniveau, wanneer wordt geconcludeerd dat er in de eerste vier niveaus van de benadering met meerdere niveaus onvoldoende rekening wordt gehouden met idiosyncratische gebeurtenissen (enkele voorbeelden: zie hierboven). Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op de datum van verslaggeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid. Waardering van te verwachten kredietverliezen De te verwachten kredietverliezen worden berekend als het product van probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van: • een objectief en kansgewogen bedrag; • de tijdswaarde van geld; en • informatie over gebeurtenissen uit het verleden, de heersende omstandigheden en prognoses van economische omstandigheden. De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet. De binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden die volgt op de datum van verslaggeving. KBC gebruikt om de te verwachten kredietverliezen te berekenen specifieke IFRS 9-modellen voor probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (d.w.z. de Baselmodellen). Meer informatie over die kredietrisicomodellen van KBC vindt u in de sectie ‘Internal 203Jaarverslag KBC 2021 p. 167 Modelling’ van het Risk Report, op www.kbc.com. .KBC ziet er niettemin op toe dat de Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9: • KBC maakt geen gebruik van de voorzichtigheidsmarges die de toezichthouder voor de Baselmodellen voorschrijft; • KBC brengt aanpassingen aan om rekening te houden met de impact van macro-economische factoren op het resultaat om te garanderen dat de IFRS 9-modellen een raming op een bepaald tijdstip weerspiegelen (point-in-time) en geen raming over de cyclus als geheel (through-the-cycle), in tegenstelling tot de toezichthouder; • KBC maakt in de modellen gebruik van macro-economische prognoses. Voor de dossiers die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de netto contante waarde van het (niet-) recupereerbare bedrag. KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een modelscope die vergelijkbaar is met het IFRS 9-model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings. KBC geeft toekomstgerichte informatie in de berekening van te verwachte kredietverliezen weer als macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling van idiosyncratische gebeurtenissen door het management. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt 3 verschillende macro-economische toekomstscenario’s (basis, negatief en positief) voor alle thuismarkten van KBC en bepaalt een overeenkomstige weging voor elk scenario. Elk kwartaal past KBC de macro-economische toekomstscenario’s en toegewezen wegingen die gebruikt worden in de berekening van de te verwachten kredietverliezen aan in overeenstemming met de input van zijn hoofdeconoom. De selectie van macro-economische variabelen die in deze toekomstscenario’s worden gedefinieerd voor de onderdelen PD, EAD en LGD van de ECL-berekening gebeurt op basis van statistische correlaties in historische informatie. De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar niet-opgenomen bedrag, waarbij de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt wordt tot de contractuele periode in verband met de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode. Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (Purchased or Originated Credit impaired, POCI) KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij reeds bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op het ogenblik van creatie aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname erkend tegen een nettobedrag van waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In volgende periodes wordt elke wijziging in tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de resultatenrekening. Gunstige wijzigingen worden weergegeven als terugname van waardevermindering, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachte kredietverliezen op rapporteringsdatum lager zijn dan deze op het moment van uitgifte. Belangrijke beoordelingen en onzekerheden De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een belangrijke oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van een grondige oordeelsvorming. Overlaybenadering In overeenstemming met de wijziging van IFRS 4, die werd gepubliceerd in september 2016, gebruikt KBC de overlaybenadering om de tijdelijke gevolgen op te vangen van het feit dat IFRS 9 en IFRS 17 (ter vervanging van IFRS 4) niet op dezelfde datum in werking treden. Dienovereenkomstig gebruikt KBC de overlaybenadering, waardoor de extra volatiliteit in verband met de toepassing van IFRS 9 wordt geherclassificeerd van de winst-en-verliesrekening naar de niet-gerealiseerde resultaten. De geherclassificeerde bedragen worden opgenomen in de overlayreserve van OCI. De overlaybenadering wordt toegepast op de financiële activa uit de verzekeringsactiviteit van KBC die daarvoor in aanmerking komen. Dat wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria: • activa die op grond van IFRS 9 worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en-verliesrekening, maar krachtens IAS 39 niet integraal zouden zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening; • alle activa, uitgezonderd activa die worden aangehouden in het kader van een activiteit die geen verband houdt met contracten die binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen. Op financiële activa kan de overlaybenadering worden toegepast tot: • het instrument niet langer wordt opgenomen in de balans; • het instrument niet langer wordt aangehouden in het kader van een activiteit die verband houdt met verzekeringscontracten; 204 Jaarverslag KBC 2021 p. 168 • KBC bij aanvang van een boekjaar beslist om op dat specifieke instrument de overlaybenadering niet toe te passen; of • de datum van inwerkingtreding van IFRS 17. Toepassing van de overlaybenadering vereist dat sommige grondslagen van de financiële verslaggeving voor financiële activa uit IAS 39 moeten worden behouden, namelijk: • Bijzondere waardevermindering van aandelen: aandelen aangehouden door de verzekeringsactiviteit van KBC werden uit hoofde van IAS 39 doorgaans geclassificeerd als voor verkoop beschikbaar, terwijl ze uit hoofde van IFRS 9 worden geclassificeerd als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer aandelen worden aangemerkt voor de overlaybenadering, moeten de regels inzake bijzondere waardevermindering van IAS 39 erop worden toegepast. Bij de overlaybenadering worden alle wijzigingen in de reële waarde opgenomen in de overlayreserve, maar wordt, wanneer de afname significant is in vergelijking met de aanschaffingskosten (meer dan 30%) of langdurig is (langer dan een jaar), het verlies aan reële waarde opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Elke latere afname wordt eveneens rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen, terwijl toenames worden opgenomen in de overlayreserve. • Opname van winsten en verliezen in de winst-en-verliesrekening bij het afstoten van aandelen: door de aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit van KBC bij verkoop aan te merken als onder de overlaybenadering vallend, wordt de in OCI opgebouwde overlayreserve overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zodat dezelfde resultaten worden bekomen als krachtens IAS 39. Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito’s bij kredietinstellingen Geldmiddelen omvat contanten en direct opvraagbare deposito’s, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken. Financiële verplichtingen Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als: • KBC een contractuele verplichting heeft om aan de houder ervan geldmiddelen of een ander financieel actief te leveren of met de houder een ander financieel instrument te ruilen onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor KBC; of • KBC een contractuele verplichting heeft om het financiële instrument af te wikkelen in een variabel aantal van zijn eigen aandelen. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel indien aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals omschreven in 'Eigen vermogen'. Financiële verplichtingen – in- en uitboeking KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Dat is doorgaans op de ontvangstdatum van de ontvangen vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde, verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Financiële verplichtingen worden uit de balans verwijderd wanneer ze tenietgedaan worden, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan ook een financiële verplichting uit de balans verwijderen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgever van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of in geval van aanzienlijke wijziging van de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, verwijdert KBC de oorspronkelijke financiële verplichting uit de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting in de balans op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld. Financiële verplichtingen – classificatie en waardering KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9: • Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (HFT). Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn financiële verplichtingen die hoofdzakelijk worden aangegaan om winst te behalen uit prijsschommelingen op korte termijn of uit de handelsmarge. Een verplichting wordt ook beschouwd als voor handelsdoeleinden aangehouden als ze deel uitmaakt van een portefeuille van afzonderlijk door de handelsdesk voor handelsdoeleinden aangehouden financiële instrumenten waarvoor er aanwijzingen bestaan van een recent patroon van winstnemingen op korte termijn. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen kunnen verplichtingen zijn in de vorm van derivaten, shortposities in schuldinstrumenten en aandelen, termijndeposito's en schuldcertificaten. Verplichtingen in de vorm van derivaten worden door KBC opgedeeld in derivaten voor handelsdoeleinden en derivaten voor afdekkingsdoeleinden, net als bij activa in de vorm 205Jaarverslag KBC 2021 p. 169 van derivaten. Bij eerste opname worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde. Op het einde van de verslagperiode worden voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in de vorm van derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. Aanpassingen van de reële waarde worden altijd opgenomen in de winst-en- verliesrekening. • Financiële verplichtingen bij eerste opname door de entiteit aangeduid als tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO). Krachtens IFRS 9 kan een financiële verplichting of groep van financiële verplichtingen bij eerste opname worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, behalve voor wijzigingen in de reële waarde die betrekking hebben op wijzigingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in OCI. KBC gebruikt de waardering tegen reële waarde om de volgende redenen: - beheerd op basis van de reële waarde: KBC waardeert een financiële verplichting of een groep van financiële verplichtingen tegen reële waarde wanneer die wordt beheerd en de prestaties ervan worden beoordeeld op basis van de reële waarde. Ze wordt gebruikt voor de administratieve verwerking van (ontbundelde) depositocomponenten (d.w.z. financiële verplichtingen die geen discretionaire winstdeling bevatten); - boekhoudkundige mismatch: waardering tegen reële waarde mag worden toegepast wanneer dat een opname- of waarderingsinconsistentie voorkomt of aanzienlijk beperkt die anders zou zijn ontstaan wanneer de waardering van activa of verplichtingen of de opname van de winsten en verliezen hierop op basis van verschillende grondslagen had plaatsgevonden; - hybride instrumenten: een financieel instrument wordt als hybride beschouwd wanneer het een of meer besloten derivaten omvat die geen nauw verband vertonen met het basiscontract. Waardering tegen reële waarde kan worden gebruikt wanneer het niet mogelijk is om de in een contract besloten derivaten zonder nauw verband te scheiden van het basiscontract, in welk geval het volledige hybride instrument mag worden aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde. Dat betekent dat zowel de in het contract besloten derivaten als het basiscontract worden gewaardeerd tegen reële waarde. KBC gebruikt deze mogelijkheid wanneer gestructureerde producten besloten derivaten zonder nauw verband met het basiscontract omvatten. In dat geval worden zowel het basiscontract als de in het contract besloten derivaten gewaardeerd tegen reële waarde. • Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). KBC classificeert de meeste van zijn financiële verplichtingen in deze categorie, inclusief financiële verplichtingen die worden gebruikt om handelsactiviteiten te financieren maar zelf niet voor handelsdoeleinden bestemd zijn (bv. uitgegeven obligaties). Deze financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van de ontvangen vergoeding, inclusief transactiekosten. Later worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat overeenkomt met het bedrag waartegen de financieringsverplichting bij eerste opname werd gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag. Het verschil tussen het ter beschikking gestelde bedrag en de nominale waarde wordt pro rata temporis opgenomen als een rentelast. De al verlopen maar nog niet betaalde rentelasten worden geboekt op de overlopende rekeningen. Financiële verplichtingen – eigen kredietrisico Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere wijzigingen in reële waarde worden opgenomen in de winst-en- verliesrekening, behalve voor wijzigingen die betrekking hebben op wijzigingen in het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in OCI. Dienovereenkomstig worden mutaties in OCI op verschillende plaatsen gepresenteerd: wijzigingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere wijzigingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet omgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting uit de balans wordt verwijderd en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet- gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting uit de balans wordt verwijderd. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-en-verliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle wijzigingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief. Financiële verplichtingen – Financiëlegarantiecontract Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie 'Financiële activa – Bijzondere waardevermindering') en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten is opgenomen. 206 Jaarverslag KBC 2021 p. 170 Reverse repo’s en repo’s Reverse repo’s: wanneer KBC een financieel actief heeft gekocht en tegelijkertijd een overeenkomst is aangegaan om het actief (of een vergelijkbaar actief) tegen een vaste prijs op een datum in de toekomst te verkopen, wordt de overeenkomst geboekt als een lening of voorschot en de onderliggende waarde wordt niet opgenomen in de jaarrekening. Repo’s: zijn transacties waarbij KBC een effect verkoopt en tegelijkertijd ermee instemt om het opnieuw te kopen (of een actief dat in essentie hetzelfde is) tegen een vaste prijs op een toekomstige datum. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen voor de verplichting om de terugkoopprijs te betalen. Compensatie (offsetting) KBC saldeert en presenteert in zijn balans voor een financieel actief en een financiële verplichting uitsluitend een nettobedrag wanneer (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren; en (ii) het voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Reële waarde KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwicht tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop. Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in OCI. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten: • Aanpassingen van kredietwaardering (CVA’s) worden gebruikt bij het waarderen van derivaten om te garanderen dat hun marktwaarde wordt aangepast om het kredietrisico van de tegenpartij te weerspiegelen. Daarbij wordt zowel met de huidige vervangingswaarde van het contract (mark-to-market) als met de verwachte toekomstige marktwaarde van het contract rekening gehouden. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een genoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Een aanpassing van de schuldwaardering vindt plaats voor contracten waarbij de tegenpartij is blootgesteld aan KBC. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij rekening gehouden wordt met de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten. • Een FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet door waarborgen gedekte derivaten om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het aangaan en afdekken van dergelijke instrumenten. Hedge accounting KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de principes van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanduiding van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen als zeer effectief kan worden aangemerkt of naar verwachting als zodanig zal kunnen worden aangemerkt, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte toekomstige transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-en-verliesrekening. KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: cash flow hedge, micro-hedge op basis van reële waarde, fair value hedges voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten. Cash flow hedges: als een derivaat is aangeduid als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte toekomstige transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (cash flow hedge) van OCI. Het niet-effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder ‘Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening’. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag 207Jaarverslag KBC 2021 p. 171 wordt geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening (als een herclassificatie-aanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-en-verliesrekening beïnvloeden) onder ‘Nettorente-inkomsten’. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor cash flow hedging voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Een cumulatieve winst die of een cumulatief verlies dat op dat ogenblik deel uitmaakt van OCI, blijft in OCI en wordt opgenomen onder ‘Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening’ wanneer de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en- verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie zich niet meer zal voordoen, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in OCI was gerapporteerd, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening’. Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen. Fair value hedges voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering voor de EU inzake macro-hedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangeduid, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de uitzondering voor de EU mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van een portefeuille van leningen en een portefeuille van deposito's van particulieren af met renteswaps. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en- verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag geamortiseerd in de winst-en-verliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige leningen niet langer worden opgenomen. Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangeduid als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in OCI. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt geherclassificeerd naar de winst- en-verliesrekening als een herclassificatie-aanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging). Verzekeringscontracten Algemeen De waarderingsregels van IFRS 4 'Verzekeringscontracten' zijn van toepassing op zowel de verzekeringscontracten (inclusief herverzekeringscontracten) die KBC als verzekeraar aangaat als op de herverzekeringscontracten die KBC als verzekeringnemer aangaat. Ze zijn ook van toepassing op financiële instrumenten met discretionaire winstdeling die KBC aanhoudt. Een herverzekeringscontract is een vorm van verzekeringscontract, aangezien alle herverzekeringscontracten die het verzekeringsrisico overdragen op zich ook verzekeringscontracten zijn. Sommige overeenkomsten die krachtens de plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingsprincipes worden geboekt als verzekeringscontract, zullen krachtens de IFRS niet langer als verzekeringscontract worden beschouwd. Overeenkomsten die KBC niet blootstellen aan enig verzekeringsrisico (bv. zuivere belegging zonder bijkomende (verzekerings-)voordelen/dekking) worden verwerkt als financiële instrumenten, met of zonder discretionaire winstdeling. De financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten worden opgenomen volgens de beginselen van deposit accounting, aangezien ze onder IFRS 9 vallen. Deposit accounting is van toepassing op de depositocomponent van aandelenverzekeringscontracten (de verzekeringscomponent wordt verwerkt conform IFRS 4 als een verzekeringscontract). 208 Jaarverslag KBC 2021 p. 172 KBC ontbundelt de componenten als beide onderstaande voorwaarden zijn vervuld: • het is mogelijk de depositocomponent te waarderen (inclusief eventuele besloten afkoopopties), dat wil zeggen zonder rekening te houden met de verzekeringscomponent; • de grondslagen van de financiële verslaggeving vereisen niet dat alle verplichtingen en rechten die uit deposit accounting voortvloeien, worden opgenomen. Ontbundeling is niet toegestaan als de depositocomponent niet afzonderlijk kan worden gewaardeerd. Bij KBC worden verzekeringscontracten die geen unit-linked (of tak 23-) verzekeringen zijn niet ontbundeld tot een depositocomponent en een verzekeringscomponent. De verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringen (zie verder), ongeacht of dat verzekeringscontracten of beleggingsovereenkomsten zijn, wordt verwerkt als een verzekeringscontract. Financiële instrumenten van Tak 23 zonder overlijdensprestatie of winstdeelneming worden in overeenstemming met IFRS 9 geclassificeerd als 'financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en-verliesrekening' (ook deposit accounting genoemd) en worden dienovereenkomstig gewaardeerd tegen reële waarde. Een financieel instrument van Tak 23 tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening vertegenwoordigt de verplichting ten aanzien van de polishouder wiens ontvangen premies worden belegd in een beleggingsfonds. Dat laatste is geklasseerd als financieel actief verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (lijn ‘Beleggingscontracten, verzekeringen’ in Toelichting 4.1). De waardering van de financiële activa gerelateerd aan tak 23-contracten is weerspiegeld in de wijzigingen in de gerelateerde verplichtingen. Tak 23-contracten zijn polissen waarbij het rendement wordt bepaald op basis van beleggingen of een index, en waarbij de polishouder het risico draagt. Wijzigingen in de reële waarde (activa en verplichtingen), inclusief alle componenten die verband houden met wijzigingen in wisselkoersen, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening als 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De waarde van het deelbewijs wordt geacht de reële waarde te zijn. Alleen de verdiende management fees en provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen als margin deposit accounting bij de Nettoprovisie-inkomsten. Financiële instrumenten met discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-beleggingsovereenkomsten worden behandeld als verzekeringscontracten onder IFRS 4. Op de balansdatum worden de verplichtingen die voortkomen uit deze financiële instrumenten of verzekeringscontracten onderworpen aan de ‘liability adequacy test’ om na te gaan of ze afdoende zijn. Als de boekwaarde van deze verplichtingen lager is dan hun geschatte toekomstige verdisconteerde kasstromen, zal het tekort erkend worden in de resultatenrekening ten opzichte van een toename van de verplichting. Een actief in de vorm van een herverzekering ondergaat uitsluitend een bijzondere waardevermindering als: • er objectieve aanwijzingen zijn dat KBC, als gevolg van een gebeurtenis na de eerste opname van de herverzekering, mogelijk niet alle bedragen zal ontvangen die op grond van de voorwaarden van het contract zijn verschuldigd; • die gebeurtenis betrouwbaar te bepalen gevolgen heeft voor de bedragen die KBC van de herverzekeraar zal ontvangen. Als een herverzekering een bijzondere waardevermindering ondergaat, vermindert KBC de boekwaarde ervan evenredig en wordt het betreffende bijzonderewaardeverminderingsverlies in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij de invoering van IFRS 4 heeft KBC besloten om de toenmalige plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingprincipes te volgen en geen gebruik te maken van: • waardering van verzekeringsverplichtingen op niet-verdisconteerde basis; • niet-uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor de verzekeringscontracten van dochterondernemingen. Als die grondslagen voor financiële verslaggeving niet uniform zijn, mag een verzekeraar ze wijzigen wanneer de grondslagen voor financiële verslaggeving als gevolg van de wijziging niet verder uiteen gaan lopen en voor zover aan de andere vereisten van IFRS 4 'Verzekeringscontracten' is voldaan. KBC is van mening dat het voldoende voorzichtigheid aan de dag legt bij de waardering van zijn verzekeringscontracten. KBC neemt geen voorzieningen voor mogelijke toekomstige vorderingen tot schadevergoeding als een verplichting op, als die vorderingen tot schadevergoeding voortvloeien uit verzekeringscontracten die op de datum van verslaggeving niet bestonden, zoals catastrofe- en egalisatievoorzieningen. Een verzekeringsverplichting (of een deel van een verzekeringsverplichting) wordt door KBC uitsluitend uit de balans verwijderd als ze tenietgaat – dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. Herverzekeringsactiva en de daarmee verband houdende verzekeringsverplichtingen worden niet gesaldeerd, noch worden baten of lasten uit hoofde van herverzekeringscontracten en lasten of baten uit hoofde van de daarmee verband houdende verzekeringscontracten gesaldeerd. Technische voorzieningen – verzekeringscontracten De technische voorzieningen omvatten de ramingen op balansdatum van de verplichtingen van de vennootschap ten aanzien van verzekerden, begunstigden en verzekeringnemers, inclusief de omrekeningsverschillen op de technische voorzieningen in vreemde valuta. 209Jaarverslag KBC 2021 p. 173 Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s (Niet-leven) Voorziening voor niet-verdiende premies (Niet-leven) Deze voorziening omvat het deel van de brutopremies dat moet worden toegewezen aan een latere periode om vorderingen tot schadevergoeding, administratieve kosten en beheerkosten van beleggingen die verband houden met de onderliggende polissen te dekken. Voor rechtstreekse zaken wordt de voorziening voor niet-verdiende premies in principe voor elk contract afzonderlijk berekend op dagelijkse basis aan de hand van de brutopremies. Voor ontvangen herverzekeringen wordt de voorziening voor niet-verdiende premies voor elk contract afzonderlijk berekend. Deze is gebaseerd op informatie die wordt meegedeeld door de cederende onderneming, aangevuld met de eigen opgedane ervaring van de vennootschap met betrekking tot de ontwikkeling van risico's in de tijd. Voorziening voor lopende risico’s (Niet-leven) Deze post is een bijkomende voorziening als aanvulling op de voorziening voor niet-verdiende premies. Ze wordt aangelegd als het geraamde totale bedrag van de vorderingen tot schadevergoeding en de administratieve kosten met betrekking tot de lopende contracten in de volgende periode naar verwachting hoger zal zijn dan het totaal van de niet-verdiende premies en de te innen premies. Voor ontvangen herverzekering worden contractuele stipulaties bekeken en indien nodig worden de onderliggende voorzieningen aangepast. Voorzieningen voor levensverzekeringen Deze voorziening heeft uitsluitend betrekking op levensverzekeringsactiviteiten, uitgezonderd het tak 23-levenbedrijf. Ze omvat de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van KBC en de al toegekende winstdeling, verminderd met de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van de verzekeringnemers. De acquisitiekosten worden niet in mindering gebracht op de voorziening. Deze post omvat ook de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's, de voorziening voor veroudering, de voorzieningen voor te betalen maar nog niet verschuldigde renten (inclusief de interne schadeafwikkelingskosten) voor aanvullende levensverzekeringen en de voorzieningen voor rust- en overlevingsrenten. Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op (i) de voorziening van conventionele niet-tak 23- levensverzekeringen, (ii) universele niet-tak 23-levensverzekeringspolissen die een gewaarborgde rente bieden op toekomstige premiebetalingen, en (iii) de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden ten aanzien van lopende renten. Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op de voorzieningen van moderne niet-tak 23-universele levensverzekeringen en op de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden met betrekking tot nieuwe, aanvullende premiebetalingen. De voorziening wordt voor elk verzekeringscontract afzonderlijk berekend. Voorziening voor uitstaande vorderingen tot schadevergoeding Voor de aangegeven schade wordt de voorziening per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het schadedossier, ten belope van de nog aan de slachtoffers of begunstigden verschuldigde sommen en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Wanneer prestaties moeten worden uitbetaald in de vorm van een rente, worden de daartoe te reserveren bedragen berekend met behulp van erkende actuariële methodes. Voor 'opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen' op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening ('incurred but not reported') aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen worden bijkomende bedragen toegevoegd aan de IBNR-voorziening. Voor 'opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren' op de balansdatum wordt een IBNER- voorziening ('incurred but not enough reserved') aangelegd als de toereikendheidstoets aantoont dat de overige voorzieningen voor schadegevallen niet volstaan om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Deze voorziening omvat bedragen voor schade die al is gemeld, maar die om technische redenen nog niet kon worden geregistreerd in het schadedossier. Een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring. Er worden ook bijkomende voorzieningen aangelegd conform de nationale wettelijke voorschriften (KB van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen), zoals een voorziening voor arbeidsongevallen in België. Leasing Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie uit hoofde van IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over. Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang omdat beide classificaties resulteren in een gelijkaardige behandeling, zowel op de balans als in de resultatenrekening. Eigen vermogen Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (samen de nettoactiva) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen. 210 Jaarverslag KBC 2021 p. 174 KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief. Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van de aandelen van KBC. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang. Personeelsbeloningen Personeelsbeloningen op korte termijn Personeelsbeloningen op korte termijn, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder de post 'Exploitatiekosten' in de rubriek 'Personeelskosten'. Vergoedingen na uitdiensttreding KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdragenregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdragenregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer zelf betalen aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit de bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer. Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd. In België gaan toegezegdebijdragenregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen. Verplichtingen in het kader van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post 'Overige verplichtingen' en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten. De pensioenverplichtingen jegens werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert. De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden verdisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen. Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en worden geboekt in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen). Nettoprovisie-inkomsten Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15, Opbrengsten uit contracten met klanten, aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen verantwoord als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld. De opbrengsten die als Effecten en assetmanagement worden voorgesteld, vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten voordele van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component. Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling. Dat wil zeggen dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken. Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor verschillende transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal afgerond wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden verantwoord. 211Jaarverslag KBC 2021 p. 175 Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de subsidie zal worden ontvangen en dat aan de hieraan gekoppelde voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening op een systematische basis die strookt met de manier waarop KBC de kosten opneemt die de subsidies beogen te compenseren. Heffingen Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de tot een verplichting leidende gebeurtenis die opname van de verplichting teweegbrengt zich heeft voorgedaan zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op in de ‘Exploitatiekosten’. Winstbelasting Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. Winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden omgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Actuele belastingvorderingen/-verplichtingen Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht zijn. Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen Uitgestelde belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de datum van verslaggeving wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop ze betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen. Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet- gecompenseerde fiscale verliezen en de voorwaartse compensatie van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar. Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill. Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden uit de balans verwijderd na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van de verwijdering uit de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd. Materiële vaste activa zijn onderhevig aan bijzondere waardevermindering wanneer er een aanwijzing is dat het actief in bijzondere mate in waarde is gedaald. 212 Jaarverslag KBC 2021 p. 176 Afschrijvingskosten, bijzondere waardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen in de post 'Exploitatiekosten' van de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten). Vastgoedbeleggingen Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat door KBC wordt gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden. Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen initiële kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening. Immateriële activa Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) worden verworven als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie 'Bedrijfscombinaties en goodwill' hierna), (ii) afzonderlijk worden verworven of (iii) intern worden ontwikkeld. Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen: • de technische haalbaarheid om het immateriële vermogensbestanddeel te voltooien; • de intentie om het immateriële vermogensbestanddeel te voltooien en te gebruiken of te verkopen; • het vermogen om het immateriële vermogensbestanddeel te gebruiken of te verkopen; • de wijze waarop de immateriële activa toekomstige economische voordelen zullen genereren; • de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien en de immateriële activa te gebruiken of te verkopen; • de uitgaven die aan de immateriële activa kunnen worden toegerekend tijdens de ontwikkeling ervan kunnen op een betrouwbare wijze worden gewaardeerd. Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten. Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met de handhaving van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan. Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt: • Systeemsoftware (oorspronkelijk aangekochte software die onlosmakelijk verbonden is met hardware) wordt afgeschreven tegen hetzelfde percentage als hardware. • Standaardsoftware en door een derde partij of intern ontwikkelde maatsoftware worden lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. • Kernsystemen (doorgaans toepassingen voor de verwerking van depositorekeningen, leningen en kredieten, interfaces met het grootboek en tools voor rapportering) worden lineair afgeschreven over acht jaar. Bijzondere waardeverminderingen van niet-financiële activa Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet meer bedraagt dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering. Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief). Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt indien de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de datum van verslaggeving. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten. 213Jaarverslag KBC 2021 p. 177 De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de verdisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een kasstroom genererende eenheid naar verwachting zal leveren. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroom genererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroom genererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de datum van verslaggeving als aan de volgende criteria is voldaan: • Er is een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden. • Het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. • Het bedrag van de verplichting kan op betrouwbare wijze worden geschat. Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting. Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het bestuur vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst. Geconsolideerde jaarrekening / tussentijdse jaarrekening Alle materiële operationele eenheden (inclusief gestructureerde operationele eenheden) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies. Dochterondernemingen die wegens hun immateriële aard niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent), worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Geconsolideerde materialiteitscriteria: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden: • aandeel van de groep in het eigen vermogen: 2 500 000 euro; • aandeel van de groep in het resultaat: 1 000 000 euro (absolute waarde); • aandeel van de groep in het balanstotaal: 100 000 000 euro. Om te vermijden dat te veel operationele eenheden worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten operationele eenheden niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal. Bedrijfscombinaties en goodwill Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op de datum van overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de verworven entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de verworven entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill. Goodwill is het surplus van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is 214 Jaarverslag KBC 2021 p. 178 gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie). Goodwill wordt gepresenteerd in de post 'Goodwill en andere immateriële activa' en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is. Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroom genererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie in de bedrijfscombinatie, ongeacht het feit of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Effecten van wijzigingen in wisselkoersen De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-en- verliesrekening. De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst- en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname. Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-en- verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de datum van verslaggeving (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum. Transacties met verbonden partijen Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt: • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB; • managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de raad van bestuur en het directiecomité van KBC Groep NV). Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel. Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten en beëindigde bedrijfsactiviteiten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, verplichtingen met betrekking tot groepen activa die worden afgestoten Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan de door KBC te realiseren boekwaarde afkomstig is uit een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet uit het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd. Beëindigde bedrijfsactiviteiten Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en: • een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied vertegenwoordigt; of • deel uitmaakt van een enkel gecoördineerd plan om een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied af te stoten; of • een dochteronderneming is die uitsluitend is overgenomen met de bedoeling te worden doorverkocht. • Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de niet- gerealiseerde resultaten en omvatten: • de winst of het verlies na belastingen van de beëindigde bedrijfsactiviteiten; en • de winst na belastingen die of het verlies na belastingen dat wordt opgenomen bij de waardering tegen reële waarde verminderd met de kosten voor de verkoop of vervreemding van de activa of groep van activa. 215Jaarverslag KBC 2021 p. 179 Gebeurtenissen na de verslagperiode Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum: • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die bestonden op de verslagdatum (gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening); • gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die zijn ontstaan na de verslagdatum (gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening). De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening. Belangrijkste gebruikte wisselkoersen Wisselkoers op 31-12-2021 Wisselkoersgemiddelde in 2021 1 EUR = … … vreemde munt Wijziging ten opzichte van 31-12-2020 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR 1 EUR = … … vreemde munt Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2020 Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR CZK 24,858 6% 25,706 3% HUF 369,19 -1% 358,39 -2% * Afgeronde cijfers. Toelichting 1.3: Belangrijke schattingen en significante oordelen Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBC-management erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt. Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 3.3, 3.7, 3.10, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9 en 6.1. Zie ook het hoofdstuk Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? Toelichting 1.4: Invloed van de coronacrisis De coronapandemie heeft de wereldeconomie zwaar getroffen in 2020. De initiële aanzienlijke verslechtering van de economische vooruitzichten heeft geleid tot een ongekende beleidsreactie van de centrale banken en regeringen over de hele wereld. Intussen hebben we samen met overheidsinstellingen hard gewerkt om alle klanten die door de pandemie werden getroffen te helpen, door diverse steunmaatregelen aan te bieden, waaronder uitstel van kredietbetalingen. Voor onze kernlanden samen bedroeg eind 2021 het volume van de leningen waarvoor in het kader van de verschillende steunregelingen betalingsvrijstellingen werden verleend 10 miljard euro (inclusief de EBA-conforme moratoria en de niet langer EBA-conforme regeling in Hongarije, maar exclusief Ierland, dat onder IFRS 5 valt). Zo goed als alle EBA-conforme moratoria waren vervallen tegen eind december 2021. Voor 96,5% van de leningen waarvoor de EBA-conforme moratoria intussen zijn verstreken, werden de betalingen volledig hervat. Daarnaast hebben we voor ongeveer 0,8 miljard euro aan leningen verstrekt die vallen onder de verschillende coronagerelateerde overheidsgarantieregelingen in onze thuismarkten.U vindt een uitgebreid overzicht van de verschillende overheids- en sectormaatregelen in elk van onze kernlanden in het jaarverslag van 2020. Daarnaast: • In Hongarije werd het algemene uitstel van betaling onder dezelfde voorwaarden verlengd tot oktober 2021 met de optie om onder bepaalde voorwaarden verder te verlengen tot en met juni 2022 (opt-in). • Aangaande de Covid-19-overheidsgarantieregelingen, werd door de Belgische overheid een tweede verlenging goedgekeurd van het Covid II-programma (opgestart in het derde kwartaal van 2020 voor een maximaal bedrag van 10 miljard euro) voor verliezen op toekomstige kredieten aan kmo’s toegestaan voor 31 december 2021. Die overheidswaarborg dekt 80% van alle verliezen, in totaal. 216 Jaarverslag KBC 2021 p. 180 Overzicht van de belangrijkste impact van de coronacrisis op onze resultaten in 2020 en 2021 Posten Impact (direct en indirect) van de coronacrisis Zie verder in toelich- ting/hoofdstuk: Nettorente-inkomsten 2020: negatief beïnvloed door verlagingen van de reporente door de Tsjechische Nationale Bank en de algemeen lage langetermijnrentes. Dat werd deels goedgemaakt door onder meer lagere financieringskosten dankzij het TLTRO III -programma van de ECB en hogere kredietvolumes. 2021: lage herbeleggingsrentes in Euroland en margedruk, gecompenseerd door onder meer lagere financieringskosten (inclusief het effect van TLTRO III), ruimere toepassing van negatieve rente op bepaalde zichtrekeningen van bedrijven en kmo ’s, etc. 3.1 Schadeverzekeringen 2020: hoger technisch resultaat, ondersteund door een laag schadeniveau als gevolg van de mindere economische activiteit tijdens de lockdownperiodes. 2021: lager technisch resultaat, door de geleidelijke normalisatie van het schadeniveau (uiteraard afgezien van de gevolgen van de overstromingen in België en de tornado in Tsjechië). 3.7 Levensverzekeringen 2020 en 2021: uitdagende context voor de verkoop van levensverzekeringen door de lagerenteomgeving. 3.7 Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst - en -verliesrekening 2020: zeer negatieve impact van -0,4 miljard euro in het eerste kwartaal van 2020 als gevolg van de gedaalde aandelenmarkten, bredere creditspreads en een lagere langetermijnrente. Daarna geleide lijke normalisatie. 3.3 Nettoprovisie-inkomsten 2020: lagere vergoedingen uit vermogensbeheeractiviteiten, en ook daling van de vergoedingen voor sommige bankdiensten zoals betalingsverkeer (deels als gevolg van de lockdowns), voor een deel goedgemaakt door hogere effectengerelateerde fee -inkomsten. 2021: hogere vergoedingen uit vermogensbeheeractiviteiten (vooral door de hogere activaprijzen) en uit bankdiensten ( geleidelijke normalisatie van de economische activiteiten na de lockdowns). 3.5 Exploitatiekosten 2020: lagere exploitatiekosten als gevolg van diverse kostenbesparende maatregelen (die onder meer hebben geleid tot een daling van de voorzieningen voor variabele vergoedingen en minder vte's) en lagere marketing -, reis-, facilitaire en event-kosten (direct gerelateerd aan de verminderde activiteit door de lockdowns). 2021: hogere exploitatiekosten, onder meer als gevolg van hogere variabele vergoedingen en uitzonderlijke en/of niet -operationele elementen, waaronder de uitkering van een eenmalige covid19- bonus aan het personeel (18 miljoen euro). 3.8 Waardeverminderingen op kredieten (financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI) 2020: aanleg van een aanzienlijk bedrag aan collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis 2021: terugname van een aanzienlijk deel van de collectieve waardeverminderingen voor de coronacr isis; zie uitgebreide uitleg verderop. 3.10 en 4.2 Waardeverminderingen op goodwill 2020 en 2021: onze jaarlijkse beoordelingen met betrekking tot indicatoren van waardeverminderingen op goodwill (gebaseerd op de discounted cash flow-methode) gaven geen aanwijzing voor waardeverminderingen op goodwill vanwege de coronacrisis. 3.10 en 5.5 Waardeverminderingen op overige 2020: boeking van 29 miljoen euro gerelateerd aan modification-verliezen in België, Tsjechië en Hongarije gerelateerd aan de wegens de coronacrisis ingestelde betalingsmoratoria in die landen. 2021: Bijkomende boeking van 8 miljoen euro gerelateerd aan bijkomende modification-verliezen in Hongarije. 3.10 Uitgestelde belastingen 2020 en 2021: we hebben onderzocht of er wellicht belastbare winsten beschikbaar zullen komen, waardoor de aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruik t op basis van ramingen voor een periode van acht tot tien jaar. De conclusie van dat onderzoek is dat er voldoende geschatte belastbare winsten beschikbaar zijn (met uitzondering van Ierland, zie Toelichting 6.6). 3.12 en 5.2 Herwaarderingsreserves 2020: onder meer daling van de herwaarderingsreserves FVPL eigenvermogensinstrumenten van de verzekeraars (overlaybenadering) en de omrekeningsverschillen. 2021 : onder meer stijging van de herwaarderingsreserves FVPL eigenvermogensinstrumenten van de verzekeraars (overlaybenadering) en de omrekeningsverschillen. Geconsolideerde gerealiseerde en niet - gerealiseerde resultaten. Liquiditeit 2020 en 2021: behoud van een sterke liquiditeitspositie gedurende de hele coronacrisisperiode, mee ondersteund door de participatie in TLTRO III. Liquiditeitsrisico in hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? Solvabiliteit 2020 en 2021: behoud van een sterke solvabiliteit gedurende de hele coronacrisisperiode. 6.7 en hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Pensioenverplichtingen 2020: stijging van de verplichtingen voor de werkgever m.b.t. de personeelsvoordelen (verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen ) door de impact van de historisch lage verdisconteringsrentevoet. De waarde van de assets hield stand, enerzijds door die lage rentestand en anderzijds door het gestage herstel van de aandelenbeurzen na de uitbraak van de pandemie. 2021: daling van de verplichtingen voor de werkgever m.b.t. de personeelsvoordelen (verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen) door de impact van een positief rendement op de fondsenbeleggingen. 5.9 Overzicht van de impact van de coronacrisis op onze activiteiten in 2020 en 2021 In het deel Verslag van de Raad van bestuur vindt u bijkomende informatie over de gevolgen van de coronacrisis op de activiteiten en stakeholders van de groep, meer bepaald inzake: • ons bedrijfsmodel: zie Hoe creëren we duurzame waarde? en Onze belangrijkste uitdagingen • de macro-economische context: zie In welke omgeving zijn we actief? en Onze divisies • onze klanten: zie De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur en Onze divisies • onze medewerkers: zie Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties 217Jaarverslag KBC 2021 p. 181 • de samenleving: zie Onze divisies • ons risicobeheer: zie Hoe beheren we onze risico’s? • dividenduitkering: zie Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties (en Geconsolideerde vermogensmutaties in de geconsolideerde jaarrekening) Details met betrekking tot de impact van de coronacrisis op de waardeverminderingen voor kredieten in 2020 en 2021 Zoals vermeld in het jaarverslag over 2020 werd een management overlay geboekt bovenop de resultaten uit het reguliere proces voor waardeverminderingen op kredieten. Dat gebeurde omdat onze ECL-modellen niet in staat zijn om alle specificiteiten van de coronacrisis adequaat weer te geven, noch de diverse overheidsmaatregelen die in de verschillende landen werden genomen om gezinnen, kmo's en bedrijven door die crisis heen te helpen. Eind 2020 bedroeg het totale verwachte collectieve kredietverlies door corona 783 miljoen euro. In 2021 heeft KBC zijn beoordeling van de impact van de coronacrisis elk kwartaal geüpdatet, rekening houdend met de veranderde macro-economische vooruitzichten en de ontwikkeling van de pandemie. Dat resulteert in een nog uitstaand totaal verwacht collectief kredietverlies door corona van 289 miljoen euro op 31-12-2021. Dat impliceert een terugname in de winst-en- verliesrekening van 494 miljoen euro in 2021 (26 miljoen in het eerste kwartaal, 129 miljoen in het tweede kwartaal, 260 miljoen euro in het derde kwartaal en 79 miljoen euro in het vierde kwartaal). Op volgende elementen van de impactberekening werd in 2021 ingegrepen: Voor de performing kredietportefeuille: • We pasten de macro-economische vooruitzichten aan op basis van de meest recente inzichten (zie onder Economische scenario’s). De verbetering van de vooruitzichten en de aanpassing van de scenario-gewichten leidde tot een verlaging van de toegepaste stress in de migratiematrices (zie verder). Dat leidde tot een terugname van 363 miljoen euro in 2021. • We verfijnden het sectorrisico-effect op basis van nieuwe inzichten rond de kwetsbaarheid van bedrijven voor de gevolgen van de pandemie. De meest kwetsbare klanten worden nog steeds tegen 150% gewogen in de berekening en voor de minder kwetsbare segmenten wordt een weging toegepast van 100%. Voor sectoren waar de pandemie geen negatieve (of zelfs positieve) effecten had wordt niet langer een management overlay berekend (daar waar in 2020 een weging van 50% op die sectoren werd toegepast). Dat leidde tot een terugname van 98 miljoen euro in 2021. Voor de non-performing kredietportefeuille: • We schakelden terug naar het reguliere proces voor de bepaling van de waardeverminderingen op de stage 3-kredieten die gezamenlijk beheerd worden, met uitzondering van Ierland, waar dit gedeelte werd aangehouden in het licht van de verkoopovereenkomsten. Dat gebeurde op basis van het deskundige oordeel van de beheersdiensten dat er geen bijkomende coronagerelateerde impact voor dit segment wordt verwacht. Dat zorgde voor een terugname van 33 miljoen euro in 2021. Inclusief de hierboven beschreven aanpassingen voor 2021 werd de volgende 3-stappenbenadering toegepast om de bijkomende corona-impact voor de performing portefeuille in te schatten voor de segmenten waar een management overlay bovenop het reguliere ECL proces nodig wordt geacht: • De methode die daarvoor wordt gebruikt gaat uit van de geactualiseerde macro-economische prognoses van KBC van eind december 2021 (zie paragraaf Economische scenario’s verderop). Het basisscenario werd vertaald naar expertgebaseerde stressmigratiematrices, per land en per segment. De portefeuille werd aangepast met behulp van die migratiematrix, waarbij een deel overging naar slechtere PD-klassen of de status 'wanbetaling' kreeg, een deel onveranderd bleef, en een klein deel verbeterde. Na die aanpassing werden de verwachte kredietverliezen opnieuw berekend op basis van de nieuwe portefeuillestructuur, inclusief staging. De schatting van het effect op de verwachte kredietverliezen volgens het corona- basisscenario werd gedefinieerd als het verschil tussen de verwachte kredietverliezen berekend op de portefeuille voor en na toepassing van de stressmigratiematrix. • Vervolgens werd een sectorgebonden effect in de berekening opgenomen om de verwachte kredietverliezen door corona te verfijnen. Het doel daarvan is weer te geven dat sommige sectoren zwaarder zullen worden getroffen dan andere, wat nog niet in de migratiematrices is opgenomen. Alle posities in de kmo- en bedrijvenportefeuille werden geclassificeerd volgens kwetsbaarheid voor de gevolgen van de verwachte impact van de coronacrisis op de betreffende sector (voor hypothecaire en consumentenkredieten werd geen sectorgebonden stress toegepast). Op basis van die classificatie werden de volgende expertgebaseerde wegingen toegepast op de ECL-impact: 150% voor de kritisch kwetsbare sectoren en 100% voor de minder kwetsbare sectoren. Voor de sectoren waar er maar een zeer beperkte of zelfs een positieve invloed wordt verwacht, wordt teruggegaan naar het reguliere ECL-proces. Dat resulteerde in een verwacht kredietverlies per sector volgens het corona- basisscenario. In de loop van 2020 en 2021 is de sectorverdeling volgens kwetsbaarheid niet veel veranderd. Er waren slechts enkele beperkte herclassificaties van onderliggende activiteiten tussen de risico-segmenten. U vindt een schematisch overzicht van de toestand op 31-12-2021 in de tabel verderop. • Ten slotte werd een kansgewogen management overlay berekend op basis van het basisscenario, het optimistische en pessimistische scenario en de toegekende wegingen. Een expertgebaseerde schaalfactor werd toegepast op het geschatte verwachte kredietverlies per sector volgens het corona-basisscenario uit de vorige stap om de gezamenlijke impact van de coronacrisis te bepalen in een optimistisch en pessimistisch scenario. De uiteindelijke overlay werd bepaald door de daaruit voortvloeiende verwachte kredietverliezen door corona te wegen volgens de drie scenario’s, namelijk als volgt: 80% voor het basisscenario, 10% voor het optimistische scenario en 10% voor het pessimistische scenario. De 3-stappenbenadering voor de performing-portefeuille resulteerde in een gezamenlijk verwacht kredietverlies door corona eind 2021 van, zoals al vermeld, 289 miljoen euro, hoofdzakelijk in categorie (stage) 2. 218 Jaarverslag KBC 2021 p. 182 Vanaf het derde kwartaal van 2021 hebben we, m et het oog op een terugkeer naar het reguliere proces voor waardeverminderingen op kredieten, ook beslist om een collectieve migratie naar stage 2 toe te passen. Die migratie bestaat uit twee stage 1-deelportefeuilles waar de terugbetaling nog onzeker blijft, namelijk (1) de kritisch kwetsbare klanten in de segmenten Corporate- en KMO’s en (2) de nog uitstaande kredieten onder de moratoria (zowel particulier als ondernemingsklanten) of de kredieten onder moratoria die minder dan 6 maanden beëindigd zijn. De betrokken dossiers zullen na een proefperiode van 6 maanden naar stage 1 terugkeren, als er geen andere indicaties van een toename van het kredietrisico worden vastgesteld. Die managementbeslissing leidde tot een verschuiving van 3,1 miljard euro aan uitstaande kredieten van stage 1 naar stage 2 . Exclusief deze migraties zien we enkel beperkte PD-verschuivingen in de totale portefeuille (voor meer info zie Toelichting 4.2.1.). De overige waardeverminderingen op kredieten bedroegen 160 miljoen euro in 2021 (291 miljoen euro in 2020). Dat brengt het totaal aan waardeverminderingen op kredieten voor boekjaar 2021 op een terugname van 334 miljoen euro ( tegenover een toename van 1 074 miljoen euro in 2020) en vertaalt zich in een kredietkostenratio van -0,18% i n 2021 (0,60% in 2020). Zonder het verwachte collectieve kredietverlies door corona was dat 0,09% geweest (0,16% in 2020). Krediet- en beleggingsportefeuille aan kmo’s en bedrijven, volgens kwestbaarheid door corona 2021 Krediet - en beleggingsportefeuille aan kmo’s en bedrijven (in miljarden euro) 105 Kritisch kwestbare sectoren 4% Gemiddeld kwetsbare sectoren 62% S ectoren met een laag risico 34% * Hotels, bars en restaurants, een deel van de amusements- en vrijetijdsdiensten, groothandel in kleding en detailhandel in mode, een deel van de activiteiten in verband met de ontwikkeling van kantoorgebouwen en winkelprojecten en alle activiteiten in verband met hotels en vrije tijd, fabr icageactiviteiten in de scheepvaartsector, en luchtvaart. Coronagerelateerde ECL volgens sectorrisico, performing portefeuille (in miljoenen euro) Kritisch kwetsbare sectoren Gemiddeld kwetsbare sectoren Minder kwetsbare sectoren Hypotheekleningen en andere retailkredieten Totaal 2021 (aan 150%) (aan 100%) (aan 0%) Basisscenario 14 170 0 65 249 Optimistisch scenario 12 153 0 54 219 Pessimistisch scenario 20 224 0 99 343 2020 (aan 150%) (aan 100%) (aan 50%) Basisscenario 241 194 60 123 618 Optimistisch scenario 200 160 53 98 511 Pessimistisch scenario 334 272 81 243 930 Collectieve coronagerelateerde ECL per land, performing en non -performing portefeuille (in miljoenen euro) Optimistisch scenario Basis- scenario Pessimistisch scenario Gewogen Non-performing portefeuille Totaal 2021 België 96 100 102 100 0 100 Tsjechië 59 67 90 69 0 69 Slowakije 17 19 27 20 0 20 Hongarije 29 34 69 37 0 37 Bulgarije 5 12 18 12 0 12 Ierland 13 17 37 19 32 51 Totaal 219 249 343 257 32 289 2020 België 338 358 464 393 20 413 Tsjechië 95 137 195 153 9 162 Slowakije 23 32 48 37 0 37 Hongarije 25 45 81 56 0 56 Bulgarije 7 17 26 19 5 24 Ierland 23 29 116 59 32 91 Totaal 511 618 930 717 66 783 * Voor 2021 10% optimistisch scenario + 80% basisscenario + 10% pessimistisch scenario. Voor 2020 10% optimistisch scenario + 55% basisscenario + 35% pessimistisch scenario. Economische scenario's De pandemie speelt nog steeds een prominente rol in het macro-economische landschap, meer bepaald door toedoen van de omikronvariant, wat alvast tijdelijk weegt op de economische activiteit. Dat doet echter geen afbreuk aan het huidige pad van het economische herstel. Het begrotingsbeleid en het monetaire beleid zullen de groei blijven ondersteunen, zij het op een iets gematigder schaal dan vlak na het uitbreken van de pandemie. Al met al houden wij vast aan onze positieve economische vooruitzichten, ondanks nieuwe onzekerheden over de terugkeer naar normaliteit, veroorzaakt door factoren zoals de verspreiding van de omikronvariant en de aanhoudende verstoring van de toeleveringsketens. 219Jaarverslag KBC 2021 p. 183 Gezien deze onzekerheid blijven we werken met drie alternatieve scenario's: een basisscenario, een optimistischer scenario en een pessimistischer scenario. De definitie van elk scenario weerspiegelt de laatste ontwikkelingen met betrekking tot het virus en de economie, waarbij we voor eind 2021 de volgende waarschijnlijkheidspercentages toekennen: 80% voor het basisscenario, 10% voor het pessimistische en 10% voor het optimistische. De economische vooruitzichten voor de thuismarkten blijven afgestemd op die van de eurozone en bevestigen de beter dan verwachte veerkracht van de economie. Optimistisch scenario Basisscenario Pessimistisch scenario Risico ten gevolge van nieuwe varianten en de lagere vaccinatiegraad in ontwikkelingslanden blijkt geen belangrijke impact te hebben op het economische herstel in Europa en de Verenigde Staten. De bestaande beperkende maatregelen ku nnen op korte termijn worden opgeheven. De correlatie tussen besmettingen en hospitalisaties is verminderd dankzij de gevorderde vaccinatiecampagne in Europa en de Verenigde Staten. De bestaande beperkende maatregelen kunnen bijna volledig worden teruggedr aaid en de economie draait op het niveau van vóór corona. De globale economische groei wordt nog steeds vertraagd door de lagere vaccinatiegraad in de ontwikkelingslanden , wat risico’s inhoud voor Europa en de VS. Nieuwe virusvarianten breken door de besch erming die de huidige vaccins bieden. Een aanpassing van de vaccins vraagt tijd. Dat leidt tot nieuwe beperkende maatregelen, maar daavoor bestaat er maar weinig socio-politiek draagvlak, zodat ze niet lang genoeg standhouden om de viruscirculatie voldoend e in te perken. Opeenvolgende sluitingen en heropeningen van de economie zijn het gevolg. Het economische herstel wordt ondersteund door een scherpe verbetering van het consumenten - en ondernemersvertrouwen, wat een sterke terugkeer van de consumptie - en investeringsgroei tot gevolg heeft. Sterkere groeidynamieken en fiscale en monetaire stimuli kunnen leiden tot een aanhoudend hoge inflatie. Het risico dat nieuwe beperkende maatregelen en een verslechterend economisch sentiment wegen op de economisch e activiteit is significant verminderd. Fiscale en monetaire stimuli ondersteunen de groei op een meer gematigde manier. De hogere inflatie in de heropenende economie die gedreven wordt door de energieprijzen en de flessenhalzen in de aanvoerkete ns zal van tijdelijke aard blijken. Nieuwe, gedeeltelijke sluitingen van de economie wegen op de economische activiteit. Dat leidt tot een onderbroken en onzeker economisch herstel. Risico -aversie bij consumenten en bedrijven wegen op de consumptie - en investeringsvraag. De negatieve impact van nieuwe beperkende maatregelen wordt versterkt door faillissementen en werkloosheid. Dat weegt op het herstel van de economische activiteit die pas einde 2023 weer het niveau van vóór corona zal bereiken . De slabakken de economie leidt tot desinflatoire tendensen. In de onderstaande tabel geven we de scenario’s voor de drie belangrijkste indicatoren (bbp-groei, werkloosheidsgraad en huizenprijzenindex) voor elk van onze kernlanden voor de komende jaren. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar een stabiele situatie. Macro-economische scenario’s – belangrijkste indicatoren (situatie eind 2021) 2021 2022 Scenario: optimis- tisch basis pessimis- tisch optimis- tisch basis pessimis- tisch Groei reëel bruto binnenlands product België 6,1% 6.0% 5,9% 5,1% 3,3% 2,6% Tsjechië 2,8% 2,6% 2,4% 5,4% 4,2% 1,8% Hongarije 7,5% 7,3% 6,7% 6,0% 5,2% 2,7% Slowakije 4,6% 3,7% 2,8% 5,0% 4,8% 3,0% Bulgarije 3,5% 3,0% 1,6% 4,4% 4,0% 3,6% Ierland 18,0% 15,0% 11,0% 11,0% 7,0% 1,0% Werkloosheidsgraad * België 6,1% 6,2% 6,3% 5,5% 5,8% 6,0% Tsjechië 3,0% 3,0% 3,1% 2,3% 2,6% 3,5% Hongarije 3,6% 3,8% 4,0% 3,3% 3,5% 4,2% Slowakije 6,5% 7,5% 9,0% 7,0% 7,5% 8,5% Bulgarije 4,5% 5,0% 7,0% 4,3% 4,8% 6,0% Ierland 6,5% 7,5% 9,5% 4,5% 6,0% 10,0% Huizenprijzenindex België 7,0% 6,0% 5,0% 5,0% 3,0% 2,0% Tsjechië 13,0% 12,8% 12,0% 6,0% 5,2% 1,5% Hongarije 10,5% 10,0% 8,5% 6,0% 4,5% 2,0% Slowakije 6,0% 5,0% 4,0% 4,5% 3,5% 1,5% Bulgarije 9,0% 8,0% 7,0% 7,0% 6,5% 3,5% Ierland 10,0% 7,5% 5,0% 9,0% 6,0% 3,0% * Het werkloosheidscijfer van Ierland is gebaseerd op een nationale definitie, de andere werkloosheidscijfers zijn Eurostat-cijfers. 220 Jaarverslag KBC 2021 p. 184 2.0 Toelichtingen in verband met segmentinformatie Toelichting 2.1: Segmentering volgens de managementstructuur U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan deze beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie. De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd): • Divisie België (alle activiteiten in België), • Divisie Tsjechië (alle activiteiten in Tsjechië), • Divisie Internationale Markten (activiteiten in Ierland, Hongarije, Slowakije en Bulgarije), samen gerapporteerd in overeenstemming met IFRS 8.16. Wat betreft Ierland, zie Toelichting 6.6. Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen). Segmentrapportering • De beleidsorganen analyseren de prestatie van de segmenten op basis van een aantal maatstaven, waarbij het Resultaat na belastingen de belangrijkste resultaatsindicator is. De segmentgegevens zijn volledig op IFRS gebaseerd, zonder aanpassingen. • We wijzen een groepsmaatschappij in principe volledig toe aan hetzelfde segment/dezelfde divisie. Uitzonderingen maken we alleen voor elementen die we niet op een eenduidige manier aan een bepaald segment kunnen toewijzen, zoals de achterstellingskosten van achtergestelde leningen (vermeld onder Groepscenter). • We wijzen de financieringskosten van de participaties toe aan Groepscenter. Ook de eventuele financieringskosten met betrekking tot de leverage op het niveau van KBC Groep NV zijn vervat in Groepscenter. • Transacties tussen de segmenten onderling worden voorgesteld at arm’s length. • In de segmentinformatie vermelden we de nettorente-inkomsten zonder opdeling in renteopbrengsten en rentelasten, wat toegestaan is door IFRS. Het merendeel van de opbrengsten van de segmenten bestaat immers uit rente en het management baseert zich bij de beoordeling en sturing van de divisies vooral op de nettorente-inkomsten. • We verstrekken geen informatie over opbrengsten uit verkoop aan externe klanten per groep van producten of diensten, omdat we de informatie op geconsolideerd niveau vooral per divisie, en niet per klantengroep of productgroep opmaken. 221Jaarverslag KBC 2021 p. 185 Toelichting 2.2: Resultaten per segment (in miljoenen euro) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Waarvan: Groepscenter KBC-groep Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland WINST -EN-VERLIESREKENING 2021 Nettorente -inkomsten 2 533 972 962 311 229 141 282 -16 4 451 Verzekeringen Niet -leven (vóór herverzekering) 460 142 160 52 35 73 0 19 782 Verdiende premies 1 197 337 336 143 62 132 0 15 1 885 Technische lasten -737 -194 -176 -91 -26 -59 0 4 -1 103 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -55 61 39 9 13 17 0 -1 45 Verdiende premies 903 182 111 40 31 39 0 -1 1 196 Technische lasten -958 -121 -71 -31 -18 -23 0 0 -1 150 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering 36 17 -16 -2 -7 -7 0 -12 25 Dividendinkomsten 38 1 1 0 0 0 0 5 45 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 224 95 23 21 8 0 -5 -198 145 Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI 2 -4 2 2 0 0 0 6 6 Nettoprovisie -inkomsten 1 320 214 305 198 71 39 -3 -3 1 836 Overige netto -inkomsten 195 8 -7 3 6 5 -21 28 223 TOTALE OP BRENGSTEN 4 754 1 506 1 469 592 356 268 253 -171 7 558 Exploitatiekosten a -2 436 -803 -1 048 -335 -260 -140 -313 -109 -4 396 Bijzonder e waardeverminderingen 303 126 -160 9 15 -1 -183 -7 261 Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI 309 142 -110 22 16 2 -149 -7 334 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures -3 -3 0 0 0 0 0 0 -5 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 2 618 827 262 267 111 127 -243 -288 3 418 Belastingen -621 -129 -135 -40 -26 -13 -55 81 -804 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 997 697 127 226 85 114 -298 -207 2 614 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 997 697 127 226 85 114 -298 -207 2 614 a Waarvan niet -kaskosten -48 -96 -119 -38 -19 -16 -46 -83 -346 Afschrijvingen vaste activa -57 -97 -120 -38 -19 -16 -46 -82 -356 Overige 10 1 1 1 0 0 0 -2 10 Aanschaffing vaste activa 456 183 252 83 75 80 14 110 1 001 * Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa. 222 Jaarverslag KBC 2021 p. 186 (in miljoenen euro) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Waarvan: Groepscenter KBC-groep Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland WINST -EN-VERLIESREKENING 2020 Nettorente -inkomsten 2 579 1 012 894 262 202 144 286 -18 4 467 Verzekeringen Niet -leven (vóór herverzekering) 562 141 150 55 27 68 0 13 865 Verdiende premies 1 141 302 321 143 52 126 0 12 1 777 Technische lasten -579 -161 -172 -88 -25 -58 0 0 -912 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) -63 48 26 -1 12 15 0 -1 10 Verdiende premies 913 206 105 35 34 36 0 0 1 223 Technische lasten -976 -158 -79 -36 -22 -21 0 0 -1 213 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -12 -1 -5 -3 3 -5 0 -2 -20 Dividendinkomsten 47 1 0 0 0 0 0 4 53 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 32 7 43 39 9 0 -4 -51 33 Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI 0 1 2 1 2 0 0 0 2 Nettoprovisie -inkomsten 1 138 203 273 191 58 28 -3 -4 1 609 Overige netto -inkomsten 157 13 8 4 8 3 -9 -1 176 TOTAL E OPBRENGSTEN 4 438 1 425 1 391 548 320 253 269 -59 7 195 Exploitatiekosten a -2 398 -752 -894 -323 -204 -139 -228 -111 -4 156 Bijzonder e waardeverminderingen -695 -226 -250 -85 -45 -30 -91 -11 -1 182 Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI -654 -210 -217 -59 -42 -27 -90 7 -1 074 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures -9 -2 0 0 0 0 0 0 -11 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 1 335 446 247 140 71 84 -50 -181 1 847 Belastingen -335 -71 -48 -26 -15 -9 2 46 -407 Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 RESULTAAT NA BELASTINGEN 1 001 375 199 114 56 76 -48 -135 1 440 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 001 375 199 114 56 76 -48 -135 1 440 a Waarvan niet-kaskosten -52 -85 -96 -35 -17 -15 -29 -76 -310 Afschrijvingen vaste activa -53 -86 -94 -33 -17 -15 -29 -76 -309 Overige 1 1 -2 -2 0 0 0 0 -1 Aanschaffing vaste activa 489 227 225 96 64 40 25 148 1 089 * Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa. 223Jaarverslag KBC 2021 p. 187 Toelichting 2.3: Balansinformatie per segment De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.  (in miljoenen euro) Divisie België Divisie Tsjechië Divisie Internationale Markten Waarvan: Groeps- center KBC-groep Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland BALANS 31-12-2021 Deposito’s van klanten en schuldpapier, exclusief repo’s 142 282 46 239 24 652 9 759 7 696 6 257 940 12 920 226 093 Zichtdeposit o’s 64 458 28 042 19 598 8 137 5 443 5 077 940 0 112 097 Termijndeposito’s 4 784 2 123 2 281 445 656 1 180 0 0 9 187 Spaarrekeningen 58 279 14 226 2 295 977 1 319 0 0 0 74 801 Schuldpapier 12 003 1 376 318 200 118 0 0 12 920 26 617 Overige 2 758 473 160 0 160 0 0 0 3 391 Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo’s 108 251 32 671 18 805 5 413 9 417 3 973 3 0 159 728 Termijnkredieten 56 785 9 609 6 604 2 409 2 775 1 418 2 0 72 998 Hypotheekleningen 41 561 18 303 7 800 1 812 5 117 870 0 0 67 665 Overige 9 905 4 758 4 402 1 191 1 524 1 685 1 0 19 065 BALANS 31 -12-2020 Deposito’s van klanten en schuldpapier, exclusief repo’s 135 442 41 610 28 075 8 982 8 601 5 453 5 040 10 303 215 430 Zichtdeposit o’s 59 025 24 637 17 325 7 390 5 161 3 508 1 266 0 100 986 Termijndeposito’s 6 426 764 4 712 489 1 662 1 213 1 348 0 11 902 Spaarrekeningen 55 299 14 052 5 511 891 1 464 732 2 425 0 74 862 Schuldpapier 12 556 1 671 347 213 133 0 0 10 303 24 877 Overige 2 136 486 181 0 181 0 0 0 2 803 Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo’s 103 092 29 099 27 430 4 940 9 016 3 508 9 966 1 159 621 Termijnkredieten 54 572 8 584 6 326 2 302 2 731 1 229 64 0 69 482 Hypotheekleningen 38 831 16 190 16 929 1 600 4 707 778 9 844 0 71 950 Overige 9 689 4 325 4 175 1 038 1 578 1 501 58 1 18 189 • Voor Ierland in 2021: verschuiving naar de balansposten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten wegens de nog lopende verkoopovereenkomsten. Zie Toelichtingen 5.11 en 6.6. 224 Jaarverslag KBC 2021 p. 188 3.0 Toelichtingen bij de winst-en-verliesrekening Toelichting 3.1: Nettorente-inkomsten (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 4 451 4 467 Rente -inkomsten 6 320 6 264 Rente -inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 4 797 4 869 Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 286 330 Afdekkingsderivaten 355 377 Financiële verplichtingen (negatieve rente) 425 222 Overige 25 10 Rente -inkomsten op andere financiële instrumenten Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 24 14 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 407 442 Waarvan economische afdekkingen 367 398 Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 0 0 Rentelasten -1 869 -1 797 Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs -534 -707 Afdekkingsderivaten -604 -632 Financiële activa (negatieve rente) -253 -79 Overige -7 -5 Rentelasten op andere financiële instrumenten Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden -459 -345 Waarvan economische afdekkingen -414 -313 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -11 -25 Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen -1 -3 • Financiële verplichtingen/activa (negatieve rente): het grootste deel van deze negatieve rente heeft betrekking op transacties met centrale banken, interbancaire en professionele tegenpartijen, bedrijfsklanten, en de TLTRO (meer informatie over de TLTRO vindt u in Toelichting 4.1). • Invloed van de coronacrisis: zie Toelichting 1.4. Toelichting 3.2: Dividendinkomsten (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 45 53 Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden 28 30 Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden 11 13 Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 6 9 225Jaarverslag KBC 2021 p. 189 Toelichting 3.3: Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 145 33 Opdeling totaal naar IFRS -portefeuille Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay 1 172 -433 Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden) 435 -175 Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast 104 -14 Andere f inanciële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening -1 186 443 Wisselbedrijf -272 295 Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties -108 -84 Opdeling afdekkingstransacties Micro -hedge reëlewaardeafdekkingen 0 -5 Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -307 -28 Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten 307 22 Kasstroomafdekkingen 0 5 Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel 0 5 Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel 0 0 Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille 5 10 Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten -815 677 Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten 820 -667 Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking -46 -19 Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking -66 -74 Opdeling totaal naar driver Marktwaardeaanpassingen (xVA) 67 13 Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer -197 -94 Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast 104 -14 Meer- of minderwaarden als gevolg van verkoop 123 116 Waardeverminderingen -20 -131 Dealingroom en overige 171 128 • ALM-afdekkingsderivaten (opgenomen in hedge accounting): het rentegedeelte van deze afdekkingsderivaten wordt weergegeven onder Nettorente-inkomsten. De reëlewaardeveranderingen van deze afdekkingsderivaten, met uitzondering van die waarvoor een effectieve kasstroomafdekkingsrelatie geldt, worden weergegeven onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ook de reëlewaardeveranderingen van de afgedekte activa worden in een reëlewaardeafdekkingstransactie in diezelfde post weergegeven en daar gebeurt een opheffing voor zover het een effectieve afdekking betreft. De ALM-afdekkingsderivaten die niet in hedge accounting zijn opgenomen (en dus als tradinginstrumenten worden geklasseerd) volgen hetzelfde stramien, behalve dat de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt. • Dag 1-winsten: wanneer de transactieprijs op een niet-actieve markt verschillend is van de reële waarde van andere observeerbare markttransacties in hetzelfde instrument of van de reële waarde gebaseerd op een waarderingstechniek waarvan de variabelen alleen data van observeerbare markten bevatten, dan wordt het verschil tussen de transactieprijs en de reële waarde (een dag 1- winst) opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument, indien significant. • Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast: zie tekst onder de geconsolideerde winst-en- verliesrekening. • Het wisselbedrijf omvat alle gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersresultaten (bij herwaardering van de monetaire activa en passiva), ongeacht de IFRS-portefeuille, met uitzondering van financiële activa en passiva die aan reële waarde in de winst-en- verliesrekening worden gewaardeerd, waarvoor de herwaardering in de reële waardeverandering is opgenomen. Merk op dat (ongerealiseerde) wisselkoerswinsten/-verliezen op schadereserves (verzekeringen) en op de financiële instrumenten ter dekking van de schadereserves worden opgenomen onder Technische lasten. (Ongerealiseerde) wisselkoerswinsten/-verliezen op het aandeel van herverzekeraars in schadereserves en op de financiële instrumenten ter afdekking van deze schadereserves worden opgenomen onder Nettoresultaat uit afgestane herverzekering. • Beleggingscontracten (verzekeringen) zijn onder invloed van IFRS 9 verschoven naar Financiële activa verplicht tegen reële waarde, in overeenstemming met hun businessmodel 'beheerd op basis van de reële waarde', terwijl de schulden m.b.t. beleggingscontracten opgenomen blijven in Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen 226 Jaarverslag KBC 2021 p. 190 in de winst-en-verliesrekening. Dat geeft aanleiding tot compenserende bedragen in de bovenstaande tabel op de lijnen ‘Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay’ en ‘Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening’ (respectievelijk +1 195 en -1 195 miljoen euro in 2021 en -441 en +441 miljoen euro in 2020). • Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes: - Voor micro-hedge- reëlewaardeafdekkingen gebruiken we op kwartaalbasis de dollaroffsetmethode, waarbij reëlewaardeschommelingen van de afgedekte positie en reëlewaardeschommelingen van het afdekkingsinstrument elkaar compenseren binnen een marge van 80%-125%. - Voor kasstroomafdekkingen vergelijken we het aangegeven afdekkingsinstrument met een perfect hedge van de afgedekte kasstromen. Die vergelijking gebeurt vooruitkijkend (via BPV-meting) en terugkijkend (door vergelijking van de reële waarde van het aangegeven afdekkingsinstrument met de perfect hedge). De effectiviteit van beide tests moet zich binnen een marge van 80%-125% bevinden. - Voor reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille beoordelen we de effectiviteit volgens de regels voorgeschreven in de Europese versie van IAS 39 (carve-out). IFRS staat niet toe nettoposities weer te geven als afgedekte posities, maar staat wel toe om de afdekkingsinstrumenten toe te wijzen aan de brutopositie van activa (of eventueel de brutopositie van verplichtingen). Concreet zorgen we ervoor dat het volume activa (of verplichtingen) in elk looptijdsegment groter is dan het volume afdekkingsinstrumenten dat aan hetzelfde segment wordt toegewezen. • Invloed van de coronacrisis: zie Toelichting 1.4. Toelichting 3.4: Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI • In 2021 en 2020 waren er geen belangrijke gerealiseerde resultaten uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI. Toelichting 3.5: Nettoprovisie-inkomsten (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 1 836 1 609 Ontvangen provisies 2 692 2 365 Betaalde provisies -856 -755 Indeling naar type Vermogensbeheerdiensten 1 196 1 022 Ontvangen provisies 1 274 1 081 Betaalde provisies -78 -59 Bankdiensten 950 875 Ontvangen provisies 1 330 1 205 Betaalde provisies -380 -330 Distributie -311 -288 Ontvangen provisies 87 78 Betaalde provisies -398 -366 • De bouwstenen (onderverdelingen) van de cijfers van 2020 werden aangepast, resulterend in een verschuiving van ongeveer 20 miljoen euro voor het volledige jaar 2020 van Bankdiensten naar Vermogensbeheerdiensten, gerelateerd aan nettoprovisie- inkomsten van het pensioenverzekeringsfonds van ČSOB in Tsjechië (ČSOB Penzijní společnost a.s.). • Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening. • Invloed van de coronacrisis: zie Toelichting 1.4. 227Jaarverslag KBC 2021 p. 191 Toelichting 3.6: Overige netto-inkomsten (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 223 176 Waarvan meer - of minderwaarden als gevolg van verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs 6 11 terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs 0 0 andere, waaronder: 218 165 inkomsten uit operationele leasingactiviteiten 98 77 inkomsten van Groep VAB 50 49 meerwaarde op verkoop KBC-Toren in Antwerpen 13 0 vereffening van juridische dossiers 6 0 voorziening voor tracker mortgage review -18 -9 badwill 28 0 • Voorziening voor tracker mortgage review: net zoals alle grote kredietverleners in Ierland heeft KBC Ireland trackerhypotheken (tracker mortgages) aangeboden (tussen 2003 en 2008). In december 2015 heeft de Ierse centrale bank (CBI) de Ierse banksector, inclusief KBC Bank Ireland, gevraagd een breed opgezet onderzoek te voeren naar problemen met betrekking tot trackerhypotheken. Het doel van dat onderzoek (de tracker mortgage review) bestond erin gevallen te identificeren waarin de contractuele rechten van de klanten uit hun hypotheekovereenkomst niet volledig waren nagekomen en/of waarin de kredietverleners de verschillende voorwaarden en normen inzake informatieverschaffing en transparantie ten aanzien van de klant niet volledig hadden nageleefd. In de gevallen waarin uit het onderzoek een nadeel voor de klant is gebleken, moest KBC Bank Ireland een gepaste schadeloosstelling en compensatie aanbieden in overeenstemming met de beginselen voor schadeloosstelling van de CBI (Principles for Redress). In 2016 en 2017 boekte de bank een voorziening van respectievelijk 4 miljoen euro en 116 miljoen euro voor schadeloosstelling en compensatie van de geïdentificeerde getroffen klanten. In 2018 werden aan het merendeel van hen schadeloosstellingen en vergoedingen uitgekeerd. In 2019 werd 23 miljoen euro geboekt (inclusief 14 miljoen euro als voorziening voor een potentiële sanctie), in 2020 9 miljoen euro (waarvan 4 miljoen euro met betrekking tot de sanctie) en in 2021 18 miljoen euro. • Badwill: in 2021 boekten we 28 miljoen euro badwill voor OTP Banka Slovensko (zie Toelichting 6.6). Toelichting 3.7: Verzekeringsresultaten • Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie geïntegreerd, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen, beschikbaar op www.kbc.com. Deze toelichting geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart. • De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende v erzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito’s, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. U vindt een reconciliatie tussen de verdiende premies zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en in Toelichting 3.7.1 in de tabel onder het overzicht. • Van de in Toelichting 3.7.1 vermelde posten worden alleen Verdiende verzekeringspremies, Verzekeringstechnische lasten en Nettoresultaat uit afgestane herverzekering op aparte lijnen in de winst-en-verliesrekening van de groep overgenomen (met een kleine aanpassing – zie daarvoor de kleine tabel onder de hoofdtabel). Alle andere lijnen van het onderstaande verzekeringsschema worden – in het kader van ons geïntegreerde bankverzekeringsconcept – samen met de bankactiviteiten van de groep opgenomen in de winst-en-verliesrekening van de groep en in de daaraan gerelateerde toelichtingen. • Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 3.7, 5.6 en 6.5 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? en in het jaarverslag van KBC Verzekeringen (op www.kbc.com). 228 Jaarverslag KBC 2021 p. 192 Toelichting 3.7.1: Overzicht (in miljoenen euro) Leven Niet-leven Niet- technische rekening Totaal 202 1 Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 196 1 905 0 3 101 Waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremies -1 -48 0 -49 Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 150 -1 106 0 -2 256 Uitkeringen -1 163 -872 0 -2 036 Wijzigingen in technische voorzieningen -1 -223 0 -224 Ander technisch resultaat 14 -10 0 4 Nettoprovisie -inkomsten -5 -367 0 -372 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 27 0 25 Algemene beheerskosten -149 -255 -2 -407 Interne schaderegelingskosten -9 -59 0 -68 Indirecte acquisitiekosten -31 -68 0 -98 Administratiekosten -109 -128 0 -238 Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -2 -2 Technisch resultaat -110 204 -2 91 Beleggingsopbrengsten 382 92 69 543 Technisch -financieel resultaat 271 296 66 634 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – – 0 0 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 271 296 66 634 Belastingen – – – -125 RESULTAAT NA BELASTINGEN – – – 508 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – – – 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – – – 508 20 20 Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 223 1 795 0 3 019 Waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremies -2 -28 0 -30 Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 212 -913 0 -2 126 Uitkeringen -1 137 -806 0 -1 943 Wijzigingen in technische voorzieningen -53 -101 0 -154 Ander technisch resultaat -22 -6 0 -28 Nettoprovisie -inkomsten -17 -346 0 -362 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 -18 0 -20 Algemene beheerskosten -139 -248 -2 -390 Interne schaderegelingskosten -8 -60 0 -67 Indirecte acquisitiekosten -30 -68 0 -98 Administratiekosten -102 -120 0 -222 Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -2 -2 Technisch resultaat -148 271 -2 121 Beleggingsopbrengsten 355 92 29 477 Technisch -financieel resultaat 207 363 27 598 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – – 0 0 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 207 363 27 598 Belastingen – – – -132 RESULTAAT NA BELASTINGEN – – – 466 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – – – 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – – – 466 * Beleggingsopbrengsten bestaan uit (in miljoen euro, voor 2021 en 2020, respectievelijk): nettorente-inkomsten (398, 450), nettodividendinkomsten (31, 34), nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (117, 1), overige netto-inkomsten (1, 8), netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI (-2, 0) en bijzondere waardeverminderingen (-3, -15). De niet-technische rekening bevat ook de resultaten van niet-verzekeringsdochtermaatschappijen zoals VAB groep en ADD en een aantal vastgoedvennootschappen. Ze worden opgenomen bij de toelichting over ‘verzekeringsactiviteiten’ omdat ze dochtermaatschappijen zijn van KBC Verzekeringen (maar omdat ze niet aan ‘Leven’ of ‘Niet-leven’ kunnen worden toegewezen, worden ze opgenomen bij de niet-technische rekening). Bovendien bevat de niet-technische rekening de beleggingsopbrengst van het eigen vermogen (dat laatste heeft grotendeels te maken met rente-opbrengsten van obligaties). 229Jaarverslag KBC 2021 p. 193 • Cijfers over de verdiende p remies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten. De marge op die producten zit vervat bij de Nettoprovisie-inkomsten. • De technische lasten in Niet-leven bestaan vooral uit de schade-uitkeringen, wijzigingen in de voorziening voor te betalen schade, wijzigingen in de voorziening voor tekortkomingen, ontvangen verhaalrechten, wijziging in de geschatte verhaalrechten en andere technische lasten. De technische lasten in Leven bestaan vooral uit uitkeringen, wijzigingen in de voorziening voor te betalen uitkeringen, wijzigingen in de provisie voor levensverzekeringen, wijzigingen in de voorziening met betrekking tot (niet-ontbundelde) tak 23-producten, bonussen (winstdeelname), wijziging in de voorziening voor tekortkomingen en andere technische lasten Leven. • In het hoofdstuk ‘Hoe beheren we onze risico’s’ vindt u een overzicht van de beleggingsportefeuille van de verzekeraar (‘Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC- groep'). Die tabel maakt deel uit van de jaarrekening. • De interne acquisitiekosten worden in het overgrote deel van de gevallen meteen opgenomen in de winst-en-verliesrekening (dus niet gespreid). • In 2021 werd het technische resultaat schadeverzekeringen negatief beïnvloed door onder meer de gevolgen van de tornado in Tsjechië en vooral de zware overstromingen in België. De bruto-impact van de aan die overstromingen gerelateerde schadeclaims bedroeg 110 miljoen euro; netto (na herverzekering) is dat 87 miljoen euro, waarvan 45 miljoen euro boven de wettelijke limiet, het plafond dat in de Belgische wetgeving werd ingevoerd voor de tussenkomst van verzekeraars in geval van zeer grote overstromingen) maar nog steeds binnen de tussen de Belgische verzekeringssector en de Waalse regering afgesproken limiet. • In 2020 werd het technisch resultaat schadeverzekeringen negatief beïnvloed door onder meer stormen in België en positief door de verminderde economische activiteit door de lockdown-maatregelen (wat tot minder schadegevallen leidde; zie ook Toelichting 1.4). Zie ook Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s. • Overname van bepaalde levens- en pensioenverzekeringen van NN in Bulgarije: zie Toelichting 6.6. Reconciliatie tussen verdiende premies zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en in Toelichting 3.7.1 (in miljoenen euro) 2021 2020 Verzekeringen Niet -leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies In de geconsolideerde winst -en-verliesrekening 1 885 1 777 Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 20 18 In Toelichting 3.7.1 1 905 1 795 Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies In de geconsolideerde winst -en-verliesrekening 1 196 1 223 Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar 1 0 In Toelichting 3.7.1 1 196 1 223 Toelichting 3.7.2: Levensverzekeringen (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 1 196 1 223 Per IFRS -categorie Verzekeringscontracten 900 902 Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling 296 322 Per type Aangenomen herverzekering 0 0 Rechtstreekse zaken 1 196 1 223 Opdeling van de rechtstreekse zaken Individuele premies 831 869 Koopsommen 61 131 Periodieke premies 770 738 Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten 365 355 Koopsommen 50 50 Periodieke premies 315 305 Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling Tak 23 942 965 Tak 21 1 022 1 024 Totaal 1 964 1 989 230 Jaarverslag KBC 2021 p. 194 • Conform IFRS passen we voor een aantal beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie- inkomsten en technische lasten van die contracten niet tonen onder de posten Verdiende verzekeringspremies en Technische lasten, maar de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten, die goed waren voor een premie-inkomen van 0,9 miljard euro in 2021 en 1,0 miljard euro in 2020. De premie-inkomsten van de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling onder deposit accounting zitten vervat in de Totale verkoop levensverzekeringen zoals vermeld in het onderste deel van de tabel. Die verkoopvolumes zijn dus samengesteld uit de verdiende verzekeringspremies en de premies van de contracten waar deposit accounting wordt toegepast. Toelichting 3.7.3: Niet-levensverzekeringen (in miljoenen euro) Verdiende premies (vóór herverzekering) Verzekerings- technische lasten (vóór herverzekering) Bedrijfskosten (vóór herver- zekering) Afgestane herverzekering Totaal 202 1 Totaal 1 905 -1 106 -622 27 204 Aangenomen herverzekering 27 -11 -9 -3 4 Rechtstreekse zaken 1 878 -1 095 -614 30 200 Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 123 -53 -40 0 28 Arbeidsongevallen, tak 1 89 -77 -16 0 -4 Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 512 -305 -148 -4 55 Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 320 -179 -108 3 36 Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 7 -2 -2 -1 1 Brand - en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 569 -343 -211 28 44 Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 142 -92 -46 1 6 Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 0 0 0 0 0 Diverse geldelijke verliezen, tak 16 22 -9 -8 3 9 Rechtsbijstand, tak 17 62 -28 -22 0 13 Hulpverlening, tak 18 31 -6 -13 0 12 20 20 Totaal 1 795 -913 -593 -18 271 Aangenomen herverzekering 26 -16 -11 -13 -14 Rechtstreekse zaken 1 770 -897 -583 -5 285 Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen 117 -69 -39 0 9 Arbeidsongevallen, tak 1 77 -62 -17 -3 -6 Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 502 -306 -140 7 63 Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 301 -138 -99 -1 62 Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 5 -2 -2 0 1 Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 528 -197 -199 -9 124 Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 128 -88 -43 2 0 Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 0 0 0 0 0 Diverse geldelijke verliezen, tak 16 21 -7 -8 0 6 Rechtsbijstand, tak 17 60 -21 -21 0 17 Hulpverlening, tak 18 30 -7 -14 0 10  231Jaarverslag KBC 2021 p. 195 Toelichting 3.8: Exploitatiekosten (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal -4 396 -4 156 Personeelskosten -2 457 -2 329 Algemene beheerskosten -1 583 -1 518 Waarvan bankenheffingen -525 -503 Afschrijvingen van vaste activa -356 -309 • In 2021 stegen de totale kosten met 6% of 240 miljoen euro ten opzichte van 2020. De belangrijkse elementen waren: ◦ Personeelskosten: stijging van 128 miljoen euro, onder meer door wisselkoerswijzigingen (10 miljoen euro), wijzigingen in de consolidatiekring (29 miljoen euro), het uitkeren van een eenmalige covid-19-bonus voor het personeel (18 miljoen euro) en eenmalige personeelskosten in verband met de (deels) nog lopende verkooptransacties in Ierland (78 miljoen euro; zie Toelichting 6.6). Informatie over de ontwikkeling van het gemiddelde personeelsbestand: zie Toelichting 3.9.; informatie over de remuneratie van de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur: zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Remuneratieverslag; informatie over de bezoldiging van de commissaris (PWC): zie Toelichting 6.4. ◦ Algemene beheerskosten: stijging van 65 miljoen euro, door wisselkoerswijzigingen (6 miljoen euro), wijzigingen in de consolidatiekring (23 miljoen euro) en eenmalige kosten in verband met de verkooptransacties in Ierland (5 miljoen euro; zie Toelichting 6.6) en een hogere bijzondere bankenheffing voor financiële instellingen (22 miljoen euro). Het totaalbedrag van die bankenheffing voor 2021 (525 miljoen euro) was als volgt samengesteld: 318 miljoen euro in divisie België, 52 miljoen euro in divisie Tsjechië, 7 miljoen euro in Slowakije, 8 miljoen euro in Bulgarije, 114 miljoen euro in Hongarije en 27 miljoen euro in Ierland. ◦ Afschrijvingen van vaste activa: stijging van 47 miljoen euro, onder meer door wisselkoerswijzigingen (2 miljoen euro), wijzigingen de in consolidatiekring (1 miljoen euro) en eenmalige kosten in verband met de verkooptransacties in Ierland (15 miljoen euro; zie Toelichting 6.6). • Invloed van de coronacrisis: zie Toelichting 1.4. • Op eigen aandelen gebaseerde personeelsvoordelen zijn opgenomen onder Personeelskosten: sinds 2000 heeft KBC meerdere aandelenoptieplannen opgezet voor zijn personeel. Eind 2021 en 2020 waren er geen uitstaande opties meer. • Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2021 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (2 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Toelichting 3.9: Personeel (in aantal) 2021 2020 Gemiddeld personeelsbestand, in vte’s 37 194 37 137 Volgens juridische structuur KBC Bank 28 558 28 838 KBC Verzekeringen 3 953 3 972 KBC Groep NV (de holding) 4 683 4 327 Volgens statuut Arbeiders 383 380 Bedienden 36 558 36 500 Directieleden (senior management) 253 257 • Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden. • De personeelsaantallen voor OTP Banka Slovensko werden pas vanaf 2021 opgenomen (gemiddeld 520 vte’s). De personeelsaantallen voor de Bulgaarse levens- en pensioenverzekeringsactiviteiten van NN werden vanaf augustus 2021 opgenomen (gemiddeld 52 vte’s). 232 Jaarverslag KBC 2021 p. 196 Toelichting 3.10: Bijzondere waardeverminderingen (impairments) – winst-en-verliesrekening (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 261 -1 182 Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI 334 -1 074 Waarvan bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs 330 -1 069 Per product Leningen en voorschotten 315 -1 067 Schuldpapier -1 0 Verbintenissen en financiële garanties buiten balans 15 -2 Per type Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 70 -44 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 449 -724 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) -191 -302 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid 2 1 Waarvan bijzondere waardeverminderingen op fin. activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 4 -5 Schuldpapier 4 -5 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 3 -2 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 -2 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op goodwill -7 0 Bijzondere waardeverminderingen op overige -65 -108 Immateriële vaste activa (zonder goodwill) -35 -64 Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen -17 -9 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 Overige -13 -35 • De bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via OCI noemen we ook Waardeverminderingen op kredieten. Die zijn als volgt verdeeld (+ is toename, - is afname van waardeverminderingen): - Divisie België: -309 miljoen euro in 2021, +654 miljoen euro in 2020; - Divisie Tsjechië: -142 miljoen euro in 2021, +210 miljoen euro in 2020; - Divisie Internationale Markten: +110 miljoen euro in 2021, +217 miljoen euro in 2020 (Ierland: +149 miljoen euro in 2021 en +90 miljoen euro in 2020; Hongarije -22 miljoen euro in 2021 en +59 miljoen euro in 2020; Slowakije -16 miljoen euro in 2021 en +42 miljoen euro in 2020; Bulgarije -2 miljoen euro in 2021 en +27 miljoen euro in 2020); - Groepscenter: +7 miljoen euro in 2021, -7 miljoen euro in 2020. • De waardeverminderingen op kredieten omvatten in 2021 een nettoterugname van 494 miljoen en in 2020 een nettotoename van 783 miljoen euro aan collectieve coronagerelateerde ECL. Zie Toelichting 1.4. Ze omvatten daarnaast ook een nettotoename van 178 miljoen euro met betrekking tot de verkoopstransacties in Ierland (zie toelichting 6.6). De zware overstromingen en de andere bijzondere weersomstandigheden in 2021 hadden slechts een onbelangrijke invloed op de (waardeverminderingen op) kredieten. • Bijzondere waardeverminderingen op overige bevatten in 2020 een bijzondere waardevermindering op software van 59 miljoen euro, geboekt in het vierde kwartaal, in verband met softwareprojecten die (gedeeltelijk) buiten gebruik werden gesteld en 29 miljoen euro in 2020 gerelateerd aan modificationverliezen in verschillende kernlanden van de groep, gerelateerd aan de wegens de coronacrisis ingestelde betalingsmoratoria in die landen. In 2021 omvatten ze onder meer 32 miljoen euro waardeverminderingen op materiële en immateriële activa in verband met de verkooptransacties in Ierland en 8 miljoen euro in verband met modification- verliezen. Zie Toelichting 1.4 voor meer informatie. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op. Verder vindt u in dat hoofdstuk onder andere meer informatie over de impaired kredieten (stage 3). • Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2. • Achtergrondinformatie en methodologie bij ’het model van KBC voor de te verwachten kredietverliezen (ECL) vindt u in de waarderingsregels (Toelichting 1.2, onder Financiële activa – Bijzondere waardeverminderingen). • KBC gebruikt om de te verwachten kredietverliezen te berekenen specifieke modellen voor probability of default (PD), exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). Historische observaties en toekomstgerichte voorspellingen zijn daarbij van essentieel belang. 233Jaarverslag KBC 2021 p. 197 - PD is de kans dat een tegenpartij in faling gaat in de komende 12 maanden of over de gehele looptijd van de verbintenis (afhankelijk van de IFRS 9-stage waarin de faciliteit zich bevindt). De PD wordt bepaald door de interne (en eventueel externe) kredietscore van de tegenpartij. Voorbeelden van variabelen die gebruikt worden als input voor PD-modellen zijn financiële ratio’s, gedragsparameters (achterstallen), enz. - EAD is de verwachte uitstaande schuld op het moment van faling en is afhankelijk van de huidige uitstaande schuld en eventuele veranderingen toegestaan door het contract en normale aflossingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn producttypes, terugbetalingsschema, enz. - LGD is de verwachte grootte van het verlies ten opzichte van de uitstaande schuld op het moment van faling. De LGD wordt voorgesteld als een percentage van de uitstaande schuld en wordt bepaald door historische recuperaties op vergelijkbare vorderingen. Voorbeelden van inputvariabelen zijn waarborgtypes, financiële ratio’s, enz. • Op 31 december 2021 ging het in totaal over circa 80 IFRS 9-modellen. Naast enkele groepswijde modellen hebben we aparte PD-, EAD- en LGD-modellen voor elk van onze kernlanden. In overeenstemming met de Basel grouping approach bepalen we de scope van een IFRS 9-model op basis van het type tegenpartij (particulieren, kmo’s, bedrijven, overheden, enz.). Binnen elk model kan er worden gedifferentieerd naar type faciliteit (termijnleningen, revolving facilities, enz.) en type waarborg (hypotheek, pand ondernemingsgoed, garanties, enz.). Enkele voorbeelden van IFRS 9-modellen zijn ‘Banks’, ‘Belgian private persons – home loans’, ‘Czech corporates’, ‘Bulgarian corporates and SMEs’ en ‘Central governments’. Voor elk PD-, EAD- en LGD-model is er uitgebreide documentatie beschikbaar. De belangrijkste modellen worden gecontroleerd door externe revisoren. Daarnaast staan de Basel- modellen, waarop de IFRS 9-modellen zijn gebaseerd, onder externe controle door de toezichthouder. • Bij de opmaak van modellen voor verschillende portefeuilles maken we, naast de voor het model typische inputparameters voor PD, EAD en LGD, ook gebruik van macro-economische variabelen wanneer er een statistische relatie bestaat. Die macro- economische variabelen zijn de groei van het bbp, de werkloosheidsgraad, de beleidsrente, de wisselkoers, de rente op overheidsobligaties, de huizenprijzen en de inflatie. Regelmatige back-testing van de modellen kan leiden tot een wijziging van een model waarbij een herbeoordeling van de macro-economische variabelen plaatsvindt. In Toelichting 1.4 geven we het optimistische, pessimistische en basisscenario voor de drie belangrijkste indicatoren voor elk van onze kernlanden (bbp, werkloosheidsgraad, huizenprijzen). • Onze ECL-modellen zijn niet in staat om alle specifieke aspecten van de coronacrisis adequaat weer te geven, noch de verschillende overheidsmaatregelen die in de verschillende landen werden genomen om gezinnen, kmo's en bedrijven door deze crisis heen te helpen. Daarom hebben we een expertgebaseerde berekening op portefeuilleniveau uitgevoerd die rekening houdt met de macro- economische omstandigheden en de verschillende overheidsmaatregelen via een management overlay. Zie verder in Toelichting 1.4. • We gebruiken drie verschillende toekomstgerichte macro-economische scenario's, met verschillende gewichten voor de berekening van de ECL. De gewichten op het einde van 2021 zijn 80% voor het basisscenario, 10% voor het ‘up’-scenario en 10% voor het ‘down’-scenario. De volledige beschouwde toekomstige periode (forecast horizon) bedraagt 30 jaar. Voor verdere info over de belangrijkste macro-economische parameters, zie Toelichting 1.4. • Een gevoeligheidsanalyse van de impact van deze meervoudige economische scenario's op de collectief berekende ECL (d.w.z. zonder de ECL op individueel berekende dossiers van 1,7 miljard euro per einde 2021 en 1,9 miljard euro per einde 2020), toont dat het basisscenario resulteert in een ECL van 0,9 miljard euro (1,7 miljard euro in 2020), wat 0,1 miljard euro lager is dan voor het ‘down’-scenario (0,4 miljard euro in 2020) en 0,1 miljard euro hoger dan voor het ‘up’-scenario (0,1 miljard euro in 2020). De berekende scenariogewogen collectieve ECL (die werd geboekt) bedraagt 0,9 miljard euro (1,8 miljard euro in 2020). Merk op dat dit laatste bedrag voor 0,3 miljard euro bestaat uit stage 3 collectief berekende ECL. Verder houden deze bedragen ook rekening met de coronagerelateerde management overlay (per scenario) van eind 2021; zie Toelichting 1.4. Collectief berekende ECL, per land (2021, in miljarden euro) 100% basisscenario 100% up-scenario 100% down-scenario Totaal 0,9 0,8 1,0 België 0,3 0,3 0,3 Tsjechië 0,3 0,3 0,3 Slowakije 0,1 0,1 0,1 Hongarije 0,1 0,1 0,1 Bulgarije 0,1 0,0 0,1 Ierland 0,0 0,0 0,0 234 Jaarverslag KBC 2021 p. 198 Toelichting 3.11: Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal -5 -11 Waarvan Isabel NV 2 1 Joyn International NV 1 -3 Bancontact Payconiq Company NV 1 0 Payconiq International S.A. -6 -7 Mallpay -3 -2 Batopin NV -1 0 • Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.10). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen. Toelichting 3.12: Belastingen (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal -804 -407 Naar type Actuele belastingen -485 -560 Uitgestelde belastingen -319 153 Componenten van de belastingberekening Resultaat vóór belastingen 3 418 1 847 Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief 25,00% 25,00% Berekende winstbelastingen -855 -462 Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan verschillen in belastingtarieven, België-buitenland 106 86 belastingvrije winst 86 40 aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren -4 -9 aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief -1 -2 niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen 1 0 niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen 2 3 terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen -59 0 overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven -81 -62 • Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2. • Invloed van de coronacrisis: zie Toelichting 1.4. • De post Terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen bevat de éénmalige negatieve impact van 51 miljoen euro vanwege de derecognition van uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van de verkoopstranacties in Ierland. • De land-per-landrapportering (volgens het KB van 27-11-2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten op de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging) wordt opgemaakt op het geconsolideerde niveau van KBC Bank en vindt u onder Toelichting 3.12 van het jaarverslag van KBC Bank (beschikbaar op www.kbc.com). KBC Groep maakt die rapportering ook op, louter ter informatie en in combinatie met door GRI – 207 vereiste informatie (zie verder), en tegelijk ook anticiperend op de bepalingen van EU-richtlijn 2021/2101 van 24-11-2021 inzake publieke landenrapportering. 235Jaarverslag KBC 2021 p. 199 (in miljoenen euro) Gemiddelde VTE (aantallen) Omzet van verkopen aan derde partijen 1 Totale opbrengsten van intragroep - transacties met andere belastings- jurisdicties 2 Resultaat vóór belas- tingen Toerekenbare inkomsten- belastingen huidig jaar Betaalde inkomsten- belastingen (op kasbasis) Over- gedragen resultaat Andere materieel vaste activa dan kasmiddelen en equiva- lenten 3 Ontvangen overheids- subsidies 2021 KBC -kernlanden België 14 223 4 259 46 2 018 -356 -333 12 886 2 130 0 Tsjechië 10 029 1 508 -53 845 -132 -101 2 051 560 0 Slowakije 3 683 572 -8 268 -41 -29 651 164 0 Hongarije 3 513 329 7 111 -15 -15 -217 203 0 Bulgarije 4 203 259 -13 128 -13 -12 -176 193 0 Ierland 1 192 343 139 - 134 -4 -4 -1 630 47 0 Andere landen China 45 9 0 3 3 3 0 1 0 Duitsland 23 14 0 13 8 8 0 0 0 Frankrijk 52 50 -2 30 21 21 1 1 0 Groot-Brittannië 37 46 1 13 10 10 521 1 0 Hongkong 40 8 0 1 1 1 0 1 0 Italië 8 0 0 -2 -2 -2 0 0 0 Luxemburg 39 75 -117 63 -7 10 162 142 0 Nederland 21 35 0 30 20 20 7 74 0 Roemenië 0 4 0 4 0 0 17 34 0 Singapore 39 9 0 11 9 11 0 1 0 Slovenië 0 0 0 0 0 0 0 0 0 VSA 49 39 0 17 13 15 0 17 0 Totaal 37 194 7 558 0 3 418 -485 -398 14 272 3 568 0 2020 KBC -kernlanden België 14 582 4 018 -65 882 -360 -310 12 400 2 185 0 Tsjechië 10 218 1 424 0 457 -114 -110 1 523 579 0 Slowakije 3 771 527 -18 143 -27 -23 453 178 0 Hongarije 2 921 299 -6 71 -23 -20 -260 215 0 Bulgarije 3 980 244 -7 85 -9 -9 -289 209 0 Ierland 1 301 406 148 97 -14 -13 -1 385 64 0 Andere landen China 38 13 0 -5 0 0 0 0 0 Duitsland 21 13 0 -9 0 0 0 0 0 Frankrijk 53 44 -2 19 0 0 0 0 0 Groot-Brittannië 37 45 2 20 0 0 523 0 0 Hongkong 37 9 0 1 0 0 0 0 0 Italië 6 0 0 -2 0 0 0 0 0 Luxemburg 48 65 -53 48 -11 4 164 149 0 Nederland 26 37 0 26 -2 -1 5 77 0 Roemenië 0 3 0 3 0 0 12 36 0 Singapore 48 14 0 -2 0 0 0 0 0 Slovenië 0 2 0 2 0 0 0 0 0 VSA 50 33 0 10 0 0 0 0 0 Totaal 37 137 7 195 0 1 847 -560 -481 13 146 3 691 0 Landen waarvan het aantal vte nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond) worden niet opgesomd. 1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening. 2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dit dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dit dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. 3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans. 236 Jaarverslag KBC 2021 p. 200 Toelichting 3.13: Winst per aandeel (in miljoenen euro) 2021 2020 Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 2 614 1 440 Coupon op AT1 -instrumenten -50 -50 Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 2 564 1 390 Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 417 416 Gewone winst per aandeel (in euro) 6,15 3,34 • De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel. 237Jaarverslag KBC 2021 p. 201 4.0 Toelichtingen bij de financiële instrumenten op de balans Toelichting 4.1: Financiële instrumenten volgens portefeuille en product (in miljoenen euro) Tegen geamor- tiseerde kostprijs (AC) Tegen reële waarde via OCI (FVOCI) Verplicht tegen reële waarde (MFVPL) excl HFT en overlay Tegen reële waarde – Overlay- benade- ring (overlay) Aange- houden voor handels- doel- einden (HFT) Gewaar- deerd tegen reële waarde 1 (FVO) Afdek- kings- Deri- vaten Totaal Pro forma: exclusief KBC Bank Ierland 7 FINANCIËLE ACTIVA, 31 -12-2021 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. rev. repo’s a 7 920 0 0 0 1 0 0 7 920 - Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev.repo’s 159 167 0 560 0 0 0 0 159 728 - Handelsvorderingen 2 090 0 0 0 0 0 0 2 090 - Afbetalingskredieten 5 470 0 381 0 0 0 0 5 851 - Hypotheekleningen 67 486 0 179 0 0 0 0 67 665 - Termijnkredieten 72 998 0 0 0 0 0 0 72 998 - Financiële leasing 5 815 0 0 0 0 0 0 5 815 - Voorschotten in rekening-courant 4 819 0 0 0 0 0 0 4 819 - Overige 490 0 0 0 0 0 0 490 - Reverse repo’s 2 24 978 0 0 0 0 0 0 24 978 - Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 24 861 0 0 0 0 0 0 24 861 - Met klanten 117 0 0 0 0 0 0 117 - Aandelen 0 321 8 1 366 448 0 0 2 144 - Beleggingscontracten, verzekeringen 6 0 0 14 620 0 0 0 0 14 620 - Schuldpapier 47 172 15 503 17 0 2 958 0 0 65 650 - Van publiekrechtelijke emittenten 41 475 10 514 0 0 2 517 0 0 54 507 - Van kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 3 310 2 245 0 0 357 0 0 5 912 - Van ondernemingen 2 387 2 744 17 0 84 0 0 5 232 - Derivaten 0 0 0 0 5 443 0 283 5 727 - Overige 3 892 0 0 0 0 0 0 892 - Totaal 240 128 15 824 15 205 1 366 8 850 0 283 281 658 - a Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 3 146 - FINANCIËLE ACTIVA, 31 -12-2020 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. rev.repo’s a 6 343 0 0 0 0 0 0 6 343 6 343 Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev.repo’s 159 234 0 387 0 0 0 0 159 621 149 655 Handelsvorderingen 1 686 0 0 0 0 0 0 1 686 1 686 Afbetalingskredieten 5 476 0 273 0 0 0 0 5 749 5 705 Hypotheekleningen 71 841 0 109 0 0 0 0 71 950 62 106 Termijnkredieten 69 477 0 5 0 0 0 0 69 482 69 418 Financiële leasing 5 747 0 0 0 0 0 0 5 747 5 747 Voorschotten in rekening-courant 4 285 0 0 0 0 0 0 4 285 4 272 Overige 722 0 0 0 0 0 0 722 722 Reverse repo’s 2 27 628 0 0 0 0 0 0 27 628 27 628 Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 27 444 0 0 0 0 0 0 27 444 27 444 Met klanten 184 0 0 0 0 0 0 184 184 Aandelen 0 294 7 1 276 489 0 0 2 067 2 067 Beleggingscontracten, verzekeringen 6 0 0 13 830 0 0 0 0 13 830 13 830 Schuldpapier 48 965 18 157 53 0 2 542 0 0 69 717 68 478 Van publiekrechtelijke emittenten 42 432 12 301 0 0 2 479 0 0 57 212 55 973 Van kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 3 902 2 569 0 0 19 0 0 6 490 6 490 Van ondernemingen 2 631 3 286 53 0 45 0 0 6 014 6 014 Derivaten 0 0 0 0 5 659 0 160 5 818 5 806 Overige 3 1 358 0 0 0 4 0 0 1 361 1 361 Totaal 243 527 18 451 14 277 1 276 8 695 0 160 286 386 275 168 a Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden 1 393 1 393 238 Jaarverslag KBC 2021 p. 202 1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico. 2 Het bedrag van de reverse repo’s (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa. 3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening. 4 Het bedrag van de repo’s (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo’s). 5 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving. 6 Het verschil tussen ‘beleggingscontracten, verzekeringen’ en ‘schulden m.b.t. beleggingscontracten’ kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de ‘beleggingscontracten, verzekeringen’ bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post ‘technische voorzieningen vóór herverzekering’. 7 Het betreft de financiële activa en passiva van KBC Bank Ireland die vanaf het derde kwartaal van 2021 opgenomen worden in ‘Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten’ en ‘Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten’ (zie Toelichting 5.11 en 6.6). De pro-formacijfers voor 2020 werden toegevoegd omwille van de vergelijkbaarheid. (in miljoenen euro) Tegen geamor- tiseerde kostprijs (AC) Aange- houden voor handels- doeleinden (HFT) Gewaar- deerd tegen reële waarde (FVO) Afdek- kings- derivaten Totaal Pro forma: exclusief KBC Bank Ireland 7 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31 -12-2021 Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo’s a 38 047 0 0 0 38 047 - Deposito’s van klanten en schuldpapier, excl. repo’s 224 759 21 1 312 0 226 093 - Zichtdeposito’s 112 097 0 0 0 112 097 - Termijndeposito’s 9 106 21 60 0 9 187 - Spaarrekeningen 74 801 0 0 0 74 801 - Deposito’s van bijzondere aard 2 962 0 0 0 2 962 - Overige deposito’s 428 0 0 0 428 - Subtotaal deposito’s van klanten, excl. repo’s 199 395 21 60 0 199 476 - Depositocertificaten 6 273 0 0 0 6 273 - Kasbons 253 0 0 0 253 - Niet-converteerbare obligaties 15 892 0 1 118 0 17 011 - Niet-converteerbare achtergestelde schulden 2 946 0 134 0 3 080 - Repo’s 4 3 293 2 0 0 3 295 - Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 2 888 2 0 0 2 890 - Met klanten 405 0 0 0 405 - Schulden m.b.t. beleggingscontracten 6 0 0 13 603 0 13 603 - Derivaten 0 5 619 0 1 094 6 713 - Baisseposities 0 1 628 0 0 1 628 - In aandelen 0 18 0 0 18 - In schuldpapier 0 1 611 0 0 1 611 - Overige 5 2 288 0 0 0 2 288 - Totaal 268 387 7 271 14 916 1 094 291 667 - a Waarvan deposito’s van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4 695 - FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31 -12-2020 Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo’s a 34 605 0 0 0 34 605 34 331 Deposito’s van klanten en schuldpapier, excl. repo’s 213 801 101 1 528 0 215 430 211 162 Zichtdeposito’s 100 986 0 0 0 100 986 100 449 Termijndeposito’s 11 768 16 117 0 11 902 10 595 Spaarrekeningen 74 862 0 0 0 74 862 72 437 Deposito’s van bijzondere aard 2 543 0 0 0 2 543 2 543 Overige deposito’s 260 0 0 0 260 260 Subtotaal deposito’s van klanten, excl. repo’s 190 419 16 117 0 190 553 186 285 Depositocertificaten 5 412 0 5 0 5 417 5 417 Kasbons 454 0 0 0 454 454 Niet-converteerbare obligaties 15 319 85 1 264 0 16 668 16 668 Niet-converteerbare achtergestelde schulden 2 196 0 142 0 2 338 2 338 Repo’s 4 3 570 0 0 0 3 570 3 570 Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen 3 288 0 0 0 3 288 3 288 Met klanten 282 0 0 0 282 282 Schulden m.b.t. beleggingscontracten 6 0 0 12 724 0 12 724 12 724 Derivaten 0 5 362 0 1 319 6 681 6 681 Baisseposities 0 1 694 0 0 1 694 1 694 In aandelen 0 12 0 0 12 12 In schuldpapier 0 1 682 0 0 1 682 1 682 Overige 5 2 077 0 0 0 2 077 2 077 Totaal 254 053 7 157 14 252 1 319 276 781 272 239 a Waarvan deposito’s van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 4 604 4 341 239Jaarverslag KBC 2021 p. 203 • Niet-converteerbare obligaties: betreft hoofdzakelijk uitgiften van KBC Bank, KBC Groep, ČSOB en KBC Ifima. Ze worden gewoonlijk geboekt tegen geamortiseerde kostprijs, maar wanneer ze closely related embedded-derivaten bevatten, worden ze geboekt in de categorie Gewaardeerd tegen reële waarde (cf. waarderingsregels). Die post bevat ook de uitgifte van drie groene obligatieleningen (‘green bonds’) (van respectievelijk 500, 500 en 750 miljoen euro), geboekt tegen geamortiseerde kostprijs. • Voor meer informatie over belangrijke nieuwe of terugbetaalde schulduitgiften: zie Geconsolideerd kasstroomoverzicht. • Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen: bevat onder meer de financiering uit het TLTRO-programma van de ECB (in 2020 werd bijkomend 19,5 miljard euro TLTRO III opgenomen, en in 2021 bijkomend 2,5 miljard euro; het TLTRO III- saldo op 31-12-2021 bedraagt 24,5 miljard euro). KBC past op deze deposito’s het principe van de effectieve rentevoet toe, waarbij die gewijzigd wordt wanneer we de voorwaarden niet meer zouden halen (zoals bij een instrument met vlottende rente) conform IFRS 9, paragraaf B.5.4.5. Het management van KBC is er redelijk zeker van dat KBC zal voldoen aan de gerelateerde voorwaarden (onder meer het niveau van kredietverstrekking aan niet-financiële bedrijven en huishoudens) en bijgevolg werd de interest in overeenstemming daarmee geboekt (bruto 242 miljoen euro rente-inkomsten (negatieve rente)). • Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel: KBC leent op regelmatige basis effecten uit en/of verkoopt effecten met de verbintenis die op een latere datum terug te kopen (repotransacties). De effecten die uitgeleend of verkocht worden met de verbintenis ze op een latere datum terug te kopen, worden overgedragen aan de tegenpartij, waarbij KBC in ruil cash of andere financiële activa ontvangt. KBC behoudt evenwel de voornaamste risico's en opbrengsten met betrekking tot die effecten en blijft bijgevolg die effecten opnemen in zijn balans. Bovendien wordt er een financiële schuld erkend ten belope van de ontvangen cash. • Eind 2021 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 13 762 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 1 221 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 1 474 miljoen euro en als Tegen geamortiseerde kostprijs 11 067 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 2 936 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 335 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 362 miljoen euro en Tegen geamortiseerde kostprijs 2 239 miljoen euro). Eind 2020 had KBC overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten met een boekwaarde van 9 000 miljoen euro (schuldinstrumenten gecategoriseerd als Aangehouden voor handelsdoeleinden 1 132 miljoen euro, als Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 1 137 miljoen euro en als Tegen geamortiseerde kostprijs 6 731 miljoen euro) en een gerelateerde financiële schuld met een boekwaarde van 3 151 miljoen euro (respectievelijk gerelateerd aan Aangehouden voor handelsdoeleinden 1 142 miljoen euro, Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 1 143 miljoen euro en Tegen geamortiseerde kostprijs 866 miljoen euro). We wijzen erop dat KBC meer overgedragen activa op zijn balans heeft dan repotransacties, omdat de cash-benen van bepaalde repotransacties worden gesaldeerd met reverserepotransacties als ze met dezelfde tegenpartij, in dezelfde valuta en met dezelfde einddatum worden uitgevoerd. • Overname van de Bulgaarse levens- en pensioenverzekeringsactiviteiten van NN: zie Toelichting 6.6. Verkoop van de Ierse activiteiten: zie voetnoot 7 onder de tabel en Toelichting 6.6. 240 Jaarverslag KBC 2021 p. 204 Toelichting 4.2: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (in miljoenen euro) Boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen Bijzondere waarde- verminderingen Boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen 31-12-2021 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten 1 194 638 -2 573 192 065 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 167 426 -104 167 322 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 23 131 -507 22 624 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 493 -1 848 1 645 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 588 -114 474 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs : Schuldpapier 47 181 -9 47 172 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 47 155 -5 47 150 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 24 -3 21 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 1 -1 1 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Financiële activa tegen reële waarde via OCI : Schuldpapier 15 509 -6 15 503 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 15 418 -3 15 415 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 91 -3 88 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 31-12-2020 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten 1 196 900 -3 695 193 205 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 172 059 -168 171 891 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 19 423 -992 18 431 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 5 278 -2 517 2 761 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 139 -18 121 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs : Schuldpapier 48 974 -9 48 965 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 48 935 -6 48 929 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 36 -1 35 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 -2 1 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Financiële activa tegen reële waarde via OCI : Schuldpapier 18 166 -9 18 157 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 18 028 -6 18 022 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 138 -3 135 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Pro forma 31-12-2020, exclusief KBC Bank Ireland 2 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten 1 186 482 -3 243 183 239 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 163 726 -158 163 568 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 18 772 -925 17 847 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 844 -2 142 1 703 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 139 -18 121 Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier 47 886 -9 47 877 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 47 847 -6 47 841 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 36 -1 35 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 3 -2 1 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 Financiële activa tegen reële waarde via OCI : Schuldpapier 18 015 -9 18 005 Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 17 877 -6 17 871 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 138 -3 135 Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) 0 0 0 1 De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. reverse repo’s, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo’s en Reverse repo’s in toelichting 4.1. (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs). 2 Vanaf het derde kwartaal van 2021 werden de financiële activa en passiva van KBC Bank Ireland opgenomen in ‘Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten’ en ‘Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten’ (zie Toelichting 5.11 en 6.6). De pro forma cijfers voor 2020 werden toegevoegd omwille van de vergelijkbaarheid. 241Jaarverslag KBC 2021 p. 205 • De afname van de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen (gross carrying amount) van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs bedroeg 2,3 miljard euro tussen eind 2020 en eind 2021. Dat heeft voornamelijk te maken met het effect van de verkoopovereenkomsten in Ierland (-10,4 miljard euro, waarvan -8,3 miljard euro in categorie 1, -0,7 miljard euro in categorie 2 en -1,4 miljard euro in categorie 3), grotendeels gecompenseerd door de nettogroei van de kredietportefeuille (voornamelijk hypothecaire kredieten en termijnkredieten, in alle landen). Beperktere bewegingen waren er door een toename van de boekwaarde vóó r bijzondere waardeverminderingen van de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (exclusief reverse repo’s) door nieuwe transacties op nettobasis, deels tenietgedaan door een lagere boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van de reverse repo’s. Ten slotte was er nog een beperkte dalende invloed van kredieten die gederecognized werden in de loop van 2021. Abstractie makend van het effect van de verkoopovereenkomsten in Ierland en rekening houdend met verschuivingen tussen categorieën (zie tevens volgende bemerking), steeg de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van de leningen en voorschotten tegen geamortiseerde kostprijs met 8,2 miljard euro, waarvan 3,7 miljard euro in categorie 1, 4,4 miljard euro in categorie 2, -0,4 miljard euro in categorie 3 en +0,4 miljard euro in verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI). • Vanaf het derde kwartaal van 2021 is een deel van de portefeuille in categorie 1, die geacht wordt een hoger risico te dragen m.b.t. corona, collectief overgeheveld naar categorie 2, wat geleid heeft tot een verschuiving van 3,1 miljard euro aan uitstaande kredieten van categorie 1 naar categorie 2 (voor meer informatie, zie Toelichting 1.4). Vanaf het vierde kwartaal van 2021 is een deel van de Tsjechische retailportefeuille gelinkt aan de recente sterke stijging van de interestvoeten (0,7 miljard euro) collectief overgeheveld van categorie 1 naar categorie 2. Afgezien daarvan is in de tabel geen rekening gehouden met de in de management overlay voorspelde overheveling, omdat die op basis van een collectieve statistische benadering wordt bepaald en dus niet individueel aan specifieke kredieten kan worden gekoppeld. Rekening houdend met de impact van de management overlay op staging zou dit resulteren in een boekwaarde vóór waardevermindering van de leningen en voorschotten van respectievelijk ongeveer 165,4, 24,3 en 4,3 miljard euro in respectievelijk categorie 1, 2 en 3 (of een netto migratie van 1% van de totale portefeuille van categorie 1 naar categorie 2 en van 0,4% van categorie 1 en 2 naar categorie 3). • De afname van de boekwaarde vóór bijzondere waardeverminderingen van het schuldpapier (gross carrying amount) tegen geamortiseerde kostprijs bedroeg 1,8 miljard euro tussen eind 2020 en 2021, bijna volledig in categorie 1. Die daling betreft voor ruim de helft (uitgiftes van) publiekrechtelijke emittenten, voor een derde kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en voor het resterende gedeelte ondernemingen. Dat heeft voornamelijk te maken met een combinatie van effecten die hun vervaldag bereikten en verkopen, die vanwege minder gunstige marktomstandigheden slechts deels gecompenseerd werden door nieuwe transacties. • De verandering van de waardeverminderingen heeft vooral te maken met collectieve ECL vanwege de coronacrisis (zie Toelichting 1.4) en met de verkoop van de Ierse kredietportefeuille (zie Toelichting 5.11 en 6.6). • Zie ook het hoofdstuk Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s. • De toename van de verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) onder de categorie Leningen en voorschotten is grotendeels te wijten aan de herclassificatie uit categorie 3 gerelateerd aan een verbeterde POCI identificatie in het kader van de nieuwe regulatoire rapporteringsvereisten. • In 2021 zijn er financiële activa in categorie 2 en 3 met een nettoboekwaarde van 1 712 miljoen euro onderhevig geweest aan modificaties die niet resulteerden in derecognition. De brutoboekwaarde van financiële activa in categorie 1 die onderhevig geweest zijn aan modificaties die niet resulteerden in derecognition bedroeg in 2021 509 miljoen euro. In 2020 was dat respectievelijk 5 065 miljoen euro en 11 890 miljoen euro. Modificatiewinsten/-verliezen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen (zie toelichting 3.10). • In 2021 is een brutoboekwaarde van 72 miljoen euro aan financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs afgeschreven, maar nog steeds onderhevig aan enforcement-activiteiten. In 2020 was dat 106 miljoen euro. 242 Jaarverslag KBC 2021 p. 206 Toelichting 4.2.2. Details over bijzondere waardeverminderingen (in miljoenen euro) Categorie 1 Onderhevig aan 12 maanden ECL Categorie 2 Onderhevig aan ECL over resterende looptijd Categorie 3 Onderhevig aan ECL over resterende looptijd Onderhevig aan ECL over resterende looptijd - voor verworven of gecreëerde activa met verminderde kredietwaardig- heid Totaal 2021 LENINGEN EN VOORSCHOTTEN TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2021 168 992 2 517 18 3 695 Mutaties met resultaatsinvloed 1 -62 -454 242 -2 -276 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -12 99 42 0 129 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 6 -116 80 0 -30 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 20 -36 0 -16 Nieuwe financiële activa 2 25 14 7 0 45 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -57 -426 214 1 -269 Veranderingen in model of methodologie 0 -1 0 0 -1 Financiële activa die derecognized zijn 3 -24 -48 -84 -2 -158 Andere 0 2 20 0 22 Mutaties zonder resultaatsinvloed -2 -32 -911 98 -847 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 -286 -12 -299 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 4 0 4 Overdracht i.v.m. IFRS 5 -3 -31 -540 0 -574 Andere 1 0 -90 110 21 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2021 104 507 1 848 114 2 573 SCHULDPAPIER TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2021 6 1 2 0 9 Mutaties met resultaatsinvloed 1 -1 2 0 0 1 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 0 0 0 0 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa 2 1 0 0 0 1 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -2 3 0 0 1 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 0 0 -1 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 -1 0 -1 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 -1 0 -1 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2021 5 3 1 0 9 SCHULDPAPIER GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN OCI Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2021 6 3 0 0 9 Mutaties met resultaatsinvloed 1 -3 0 0 0 -4 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 0 0 0 0 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 -1 0 0 -1 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa 2 0 0 0 0 0 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -3 0 0 0 -3 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 -1 0 0 0 -1 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2021 3 3 0 0 6 243Jaarverslag KBC 2021 p. 207 2020 LENINGEN EN VOORSCHOTTEN TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2020 131 254 2 444 26 2 855 Mutaties met resultaatsinvloed 1 31 725 352 0 1 107 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -7 129 74 0 196 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 5 -70 282 0 217 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 25 -30 0 -4 Nieuwe financiële activa 2 23 14 5 0 42 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode 29 637 84 1 751 Veranderingen in model of methodologie -8 -3 -7 0 -18 Financiële activa die derecognized zijn 3 -9 -13 -90 -2 -113 Andere -2 4 33 -1 35 Mutaties zonder resultaatsinvloed 7 13 -278 -8 -266 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 -323 -8 -332 Veranderingen in de consolidatiekring 9 20 67 0 96 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere -2 -6 -22 0 -30 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2020 168 992 2 517 18 3 695 SCHULDPAPIER TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2020 5 2 6 0 12 Mutaties met resultaatsinvloed 1 2 -1 0 0 0 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 0 0 0 0 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa 2 1 0 0 0 1 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode 0 -1 0 0 -1 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 -3 0 -3 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 -3 0 -3 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2020 6 1 2 0 9 SCHULDPAPIER GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN OCI Bijzondere waardeverminderingen op 01-01-2020 4 1 0 0 5 Mutaties met resultaatsinvloed 1 2 2 0 0 5 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 2 0 0 2 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa 2 0 0 0 0 0 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode 2 0 0 0 3 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn 3 0 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op 31-12-2020 6 3 0 0 9 1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de ‘bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI’, maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties buiten balans. 3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden). 244 Jaarverslag KBC 2021 p. 208 • De wijziging van de waardeverminderingen heeft vooral te maken met collectieve ECL door de coronacrisis (zie Toelichting 1.4) en met de verkoop van de Ierse kredietportefeuille (zie Toelichting 5.11 en 6.6). • Het overgrote deel van de staging wordt getriggered door relatieve wijzigingen in PD (zie de multi-tier-aanpak beschreven in Significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname in Toelichting 1.2). • Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties: zie Toelichting 5.7.2. • Invloed van wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen op de winst-en-verliesrekening: zie Toelichting 3.10. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op. Toelichting 4.3: Maximaal kredietrisico en offsetting (in miljoenen euro) Maximaal kredietrisico (A) Ontvangen waarborgen en andere credit enhancements (B) Netto (A-B) 31 -12-2021 Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 309 988 127 140 182 848 Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) 2 072 1 584 488 Schuldpapier 62 675 93 62 582 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo’s 167 087 90 770 76 317 Reverse repo’s 24 978 24 877 101 Overige financiële activa 892 0 892 Buitenbalansverplichtingen 54 357 11 400 42 957 Onherroepelijk 36 957 6 031 30 926 Herroepelijk 17 401 5 370 12 031 Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 9 263 2 294 6 969 Schuldpapier 2 976 0 2 976 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo’s 561 545 16 Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) 0 0 0 Reverse repo’s 0 0 0 Derivaten 5 727 1 749 3 977 Overige financiële activa 0 0 0 Buitenbalansverplichtingen 0 0 0 Totaal 319 251 129 434 189 818 31 -12-2020 Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 311 704 132 559 179 146 Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) 2 923 2 538 385 Schuldpapier 67 122 112 67 009 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo’s 165 577 94 373 71 204 Reverse repo’s 27 628 27 558 69 Overige financiële activa 1 358 0 1 358 Buitenbalansverplichtingen 50 021 10 515 39 505 Onherroepelijk 33 479 4 224 29 255 Herroepelijk 16 542 6 291 10 250 Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen 8 805 1 739 7 066 Schuldpapier 2 595 0 2 595 Leningen en voorschotten exclusief reverse repo’s 387 368 20 Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) 0 0 0 Reverse repo’s 0 0 0 Derivaten 5 818 1 371 4 447 Overige financiële activa 4 0 4 Buitenbalansverplichtingen 0 0 0 Totaal 320 509 134 298 186 212 * Ten opzichte van het vorige jaarverslag vulden we de tabel met betrekking tot het maximale kredietrisico volledigheidshalve aan met herroepelijke buitenbalansverplichtingen. 245Jaarverslag KBC 2021 p. 209 • Maximaal kredietrisico van een financieel actief is de nettoboekwaarde. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. • De belangrijkste soorten ontvangen waarborgen en andere credit enhancements betreffen hypotheken op vastgoed (voornamelijk als waarborg voor hypotheekleningen), uitgeleende effecten (voornamelijk als waarborg voor reverse repo’s), ontvangen financiële garanties buiten balans en onderpand van roerende goederen. Hypotheekleningen met een LTV (loan-to-value) groter dan 100% zijn beperkt tot 1,0 miljard euro of 1% van de volledige portefeuille hypotheekleningen. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op. • Ontvangen waarborgen en credit enhancements: worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen. • Het maximale kredietrisico m.b.t. financiële activa van KBC Bank Ireland is hierboven niet opgenomen in de cijfers van eind 2021 . Zie daarvoor Toelichting 5.11. 246 Jaarverslag KBC 2021 p. 210 • Financi ële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare netting-raamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten Bruto- bedrag van erkende financiële instrumen- ten Brutobedrag van erkende financiële instrumenten die verrekend worden (netting) Nettobedrag van financiële instrumenten gepresen- teerd op de balans Bedragen die niet verrekend worden op de balans (netting) Netto- bedrag (in miljoenen euro) Financiële instru- menten Kaswaar- borgen Effecten- waar- borgen 31-12-2021 FINANCIËLE ACTIVA Derivaten 13 969 8 242 5 727 2 731 1 298 112 1 586 Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 5 619 0 5 619 2 731 1 298 112 1 478 Derivaten met centrale clearinghuizen * 8 349 8 242 107 0 0 0 107 Reverse repo’s, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 38 160 13 182 24 978 67 0 24 900 10 Reverse repo’s 38 160 13 182 24 978 67 0 24 900 10 Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0 Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 52 129 21 425 30 704 2 798 1 298 25 012 1 596 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Derivaten 16 084 9 372 6 713 3 015 1 793 640 1 265 Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 6 608 0 6 609 3 015 1 793 640 1 161 Derivaten met centrale clearinghuizen * 9 476 9 372 104 0 0 0 104 Repo’s, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 16 477 13 182 3 295 160 0 3 135 1 Repo’s 16 477 13 182 3 295 160 0 3 135 1 Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0 Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 32 562 22 554 10 008 3 174 1 793 3 774 1 266 31-12-2020 FINANCIËLE ACTIVA Derivaten 11 519 5 700 5 818 3 039 812 327 1 640 Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 5 772 0 5 772 3 039 812 327 1 594 Derivaten met centrale clearinghuizen * 5 746 5 700 46 0 0 0 46 Reverse repo’s, geleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 37 768 10 141 27 628 1 466 0 26 150 11 Reverse repo’s 37 768 10 141 27 628 1 466 0 26 150 11 Geleende effecten 0 0 0 0 0 0 0 Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 49 287 15 841 33 446 4 506 812 26 478 1 651 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Derivaten 14 610 7 929 6 681 3 040 2 376 494 771 Derivaten, exclusief centrale clearinghuizen 6 625 0 6 625 3 040 2 376 494 715 Derivaten met centrale clearinghuizen * 7 985 7 929 57 0 0 0 57 Repo’s, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten 13 711 10 141 3 570 1 466 0 2 102 1 Repo’s 13 711 10 141 3 570 1 466 0 2 102 1 Uitgeleende effecten 0 0 0 0 0 0 0 Andere financiële instrumenten 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 28 321 18 069 10 251 4 506 2 376 2 596 773 * Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale clearinghuizen is 1 130 miljoen euro eind 2021 en 2 228 miljoen euro eind 2020. • De criteria voor netting zijn vervuld als KBC momenteel een wettelijk afdwingbaar recht heeft om de erkende financiële activa en financiële passiva te verrekenen en de intentie heeft om de transacties af te wikkelen op een nettobasis, of het financieel actief en het financieel passief simultaan te realiseren. De financiële activa en financiële passiva die op die manier verrekend worden, zijn gerelateerd aan financiële instrumenten die verhandeld werden via (centrale) clearinghuizen. • Onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans worden in de kolom Financiële instrumenten de bedragen van financiële instrumenten weergegeven die afgesloten worden onder een afdwingbaar netting-raamakkoord of een gelijkaardig akkoord dat niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. Die bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) wordt in de tabel de marktwaarde weergegeven, en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. 247Jaarverslag KBC 2021 p. 211 Toelichting 4.4: Reële waarde van financiële instrumenten – algemeen Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs (in miljoenen euro) Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde 31-12-2021 FINANCIËLE ACTIVA Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo’s 32 780 32 789 – – Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo’s 159 285 160 037 – – Schuldpapier 47 172 47 878 – – Overige 892 892 – – Totaal 240 128 241 595 – – Niveau 1 – 44 062 – – Niveau 2 – 36 737 – – Niveau 3 – 160 797 – – FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo’s – – 40 935 41 003 Deposito’s van klanten en schuldpapier, incl. repo’s – – 225 164 225 299 Schulden m.b.t. beleggingscontracten – – 0 0 Overige – – 2 288 2 286 Totaal – – 268 387 268 588 Niveau 1 – – – 24 Niveau 2 – – – 105 714 Niveau 3 – – – 162 850 31-12-2020 FINANCIËLE ACTIVA Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo’s 33 787 33 791 – – Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo’s 159 418 162 055 – – Schuldpapier 48 965 53 080 – – Overige 1 358 1 358 – – Totaal 243 527 250 283 – – Niveau 1 – 47 976 – – Niveau 2 – 39 467 – – Niveau 3 – 162 839 – – FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo’s – – 37 893 38 199 Deposito’s van klanten en schuldpapier, incl. repo’s – – 214 083 214 571 Schulden m.b.t. beleggingscontracten – – 0 0 Overige – – 2 077 2 077 Totaal – – 254 053 254 846 Niveau 1 – – – 32 Niveau 2 – – – 105 973 Niveau 3 – – – 148 841 • Alle interne waarderingsmodellen worden door een onafhankelijke Risk Validation Unit gevalideerd. Bovendien heeft het Directiecomité een Group Valuation Committee (GVC) aangesteld om ervoor te zorgen dat KBC en zijn entiteiten voldoen aan alle wettelijke bepalingen over de waardering van financiële instrumenten die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Het GVC bewaakt de consistente implementatie van het KBC Valuation Framework, dat bestaat uit verschillende richtlijnen (waaronder de Group Valuation Policy, Group XVA and AVA Policy en de Group Parameter Review Policy). Het GVC komt minstens tweemaal per kwartaal samen om belangrijke wijzigingen in waarderingsmethoden of afwijkingen van Group Policies voor financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde goed te keuren. Het GVC bestaat uit leden van Finance, Risicobeheer en Middle Office. Om de zes maanden worden er valuation uncertainty measurements uitgevoerd en gerapporteerd aan het GVC. Een speciaal daartoe samengesteld team neemt reële waarden onder de loep die het resultaat zijn van een waarderingsmodel. • De reële waarde van hypothecaire kredieten en termijnkredieten die niet tegen reële waarde in de balans zijn opgenomen (zie tabel), wordt bepaald door contractuele kasstromen tegen de risicovrije rentevoet te verdisconteren. Die berekening wordt dan gecorrigeerd voor kredietrisico door rekening te houden met marges verkregen op gelijkaardige, maar recent uitgegeven kredieten of door een spread te gebruiken, afgeleid van de spread van genoteerde obligaties. De reële waarde houdt voor de belangrijkste portefeuilles rekening met prepayment risks en cap-opties. De reële waarde van zichtdeposito’s en depositoboekjes (beide onmiddellijk opvraagbaar) wordt verondersteld gelijk te zijn aan de boekwaarde. • Naar aanleiding van de eerste toepassing van de IFRS 9 op 1 januari 2018 werd voor een totale boekwaarde van 15 060 miljoen euro aan schuldinstrumenten geherclassificeerd van voor verkoop beschikbare financiële activa naar financiële activa aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs. Wegens die herclassificatie werd in 2021 voor -199 miljoen euro reëlewaardeverandering vóór belastingen niet geboekt in de herwaarderingsreserves (-147 miljoen euro in 2020). De reële waarde van die geherclassificeerde portefeuille (na terugbetalingen) bedroeg 5 753 miljoen euro eind 2021 (8 182 miljoen euro eind 2020). 248 Jaarverslag KBC 2021 p. 212 Toelichting 4.5: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – waarderingshiërarchie Waarderingshiërarchie 31-12-2021 31-12-2020 (in miljoenen euro) Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Totaal FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden (in cl. overlay) Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo’s 0 0 0 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo’s 0 0 560 560 0 0 387 387 Aandelen 1 323 0 52 1 374 1 217 3 63 1 283 Beleggingscontracten, verzekeringen 14 365 254 0 14 620 13 490 341 0 13 830 Schuldpapier 14 0 3 17 16 0 37 53 Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 0 0 0 0 Aangehouden voor handelsdoeleinden Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo’s 0 1 0 1 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo’s 0 0 0 0 0 0 0 0 Aandelen 448 0 0 448 489 0 0 489 Schuldpapier 1 522 1 432 4 2 958 2 156 373 13 2 542 Waarvan overheidsobligaties 1 441 1 076 0 2 517 2 123 356 0 2 479 Derivaten 1 4 482 961 5 443 1 4 703 954 5 659 Overige 0 0 0 0 0 4 0 4 Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst -en-verliesrekening (FVO) Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo’s 0 0 0 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo’s 0 0 0 0 0 0 0 0 Schuldpapier 0 0 0 0 0 0 0 0 Waarvan overheidsobligaties 0 0 0 0 0 0 0 0 Tegen reële waarde via OCI Aandelen 15 1 306 321 48 6 240 294 Schuldpapier 12 269 2 963 271 15 503 14 464 3 357 335 18 157 Waarvan overheidsobligaties 8 751 1 711 52 10 514 10 207 1 967 128 12 301 Afdekkingsdervivaten Derivaten 0 283 0 283 0 160 0 160 Totaal Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde 29 956 9 416 2 157 41 529 31 881 8 948 2 030 42 859 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE Aangehouden voor handelsdoeleinden Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo’s 0 2 0 2 0 0 0 0 Deposito’s van klanten en schuldpapier, incl. repo’s 0 21 0 21 0 16 85 101 Derivaten 1 4 410 1 209 5 619 3 4 253 1 106 5 362 Baisseposities 1 582 47 0 1 628 1 694 0 0 1 694 Gewaardeerd tegen reële waarde Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo’s 0 0 0 0 0 0 0 0 Deposito’s van klanten en schuldpapier, incl. repo’s 0 61 1 251 1 312 0 377 1 151 1 528 Schulden m.b.t. beleggingscontracten 13 603 0 0 13 603 12 724 0 0 12 724 Afdekkingsderivaten Derivaten 0 696 398 1 094 0 1 319 0 1 319 Totaal Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde 15 185 5 238 2 857 23 280 14 420 5 966 2 342 22 728 249Jaarverslag KBC 2021 p. 213 • De waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus. - De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1. Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn eenvoudig en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan actuele en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt. - Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in overweging zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: verdiscontering van toekomstige kasstromen, vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument. - Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico’s). Niet- waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt. • Als de parameters die worden gebruikt om de reële waarde van een actief of passief te bepalen in verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie kunnen worden ondergebracht, dan wordt de reële waarde van het gehele actief of passief geklasseerd volgens het laagste niveau van de betreffende parameters die een belangrijke invloed hebben op de totale reële waarde van het actief of passief. Bijvoorbeeld: als de berekening van de reële waarde gebaseerd is op waarneembare parameters, waarbij belangrijke aanpassingen van die waarde nodig zijn op basis van niet-waarneembare parameters, dan valt die waarderingsmethode onder niveau 3 van de waarderingshiërarchie. • De waarderingshiërarchie en de classificatie in die waarderingshiërarchie van de meest gebruikte financiële instrumenten vindt u in de tabel. Hoewel de meerderheid van een bepaald type financiële instrumenten geklasseerd wordt op het in de tabel vermelde niveau, kan een klein deel van die instrumenten geklasseerd zijn op een ander niveau. • Bij overdrachten tussen verschillende niveaus van de waarderingshiërarchie hanteert KBC het principe dat die plaatsvinden aan het einde van de rapporteringsperiode. Voor meer details over overdrachten tussen de verschillende niveaus: zie Toelichting 4.6. en 4.7. 250 Jaarverslag KBC 2021 p. 214 Soort instrument Producten Type waardering Niveau 1 Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, b eursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt) , voor obligaties: BVAL of data vendor. Niveau 2 Plain vanilla / liquide derivaten (Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, r entetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures, r everse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight i ndex swaps, FX reset Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings - en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) Caps en floors, renteopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start -opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable IRS, compound options Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare paramete rs (bv. volatiliteit) Lineaire financiële activa (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten Deposito’s, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo’s Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings - en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) Halfliquide obligaties/ABS Halfliquide obligaties / asset backed securities BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva), hypotheekobligaties op het actief van ČSOB Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) Leningen, thesauriebewijzen Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings - en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) Niveau 3 Exotische derivaten Target profit forwards, flexible forwards, Europese en Amerikaanse aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto - renteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties, Aziatische aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto -digital FX options, FX Asian op tions, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS), CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, outperformance options, autocallable options, lookback options, commodity swaps and forwards Waarderingsmodel voor opties op basis van niet -waarneembare parameters (bv. correlatie) Illiquide instrumenten met kredietkoppeling Collateralised debt obligations (notes) Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa Private Equity Investments Private equity en niet-genoteerde deelnemingen Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de European Private Equity & Venture Capital Association Illiquide obligaties / ABS Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet -actieve markt BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk door gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens Schuldinstrumenten Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet - observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) 251Jaarverslag KBC 2021 p. 215 Toelichting 4.6: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – overdrachten tussen niveau 1 en 2 • Overdrachten in 2021: KBC herklasseerde voor 206 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2. Het herklasseerde ook voor ongeveer 294 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties. • Overdrachten in 2020: KBC herklasseerde voor 155 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2. Het herklasseerde ook voor ongeveer 256 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties. Toelichting 4.7: Financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd – focus op niveau 3 • Belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2021: - Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 173 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe transacties , slechts deels gecompenseerd door reëlewaardeveranderingen en instrumenten die op vervaldag kwamen. De reële waarde van de schuldinstrumenten daalde met 34 miljoen euro, voornamelijk door reëlewaardeveranderingen. - Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten steeg met 103 miljoen euro, voornamelijk door reëlewaardeveranderingen en nieuwe transacties, deels gecompenseerd door verkopen. De reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten daalde met 85 miljoen euro, voornamelijk door instrumenten die op vervaldag kwamen. - Financiële verplichtingen met betrekking tot afdekkingsderivaten: de reële waarde van derivaten steeg met 398 miljoen euro door reclassificaties in niveau 3 ten gevolge van een optimalisatie van de classificatiemethodologie. - Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening: de reële waarde van schuldinstrumenten steeg met 100 miljoen euro, voornamelijk door nieuwe uitgiftes deels gecompenseerd door aankopen. • Belangrijke bewegingen met betrekking tot financiële instrumenten geklasseerd in niveau 3 van de waarderingshiërarchie in 2020: - Activa aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 244 miljoen euro, vooral door instrumenten die hun vervaldag bereikten, en slechts deels gecompenseerd door nieuwe transacties. De reële waarde van schuldinstrumenten steeg met 12 miljoen euro door nieuwe acquisities. - Activa verplicht gewaardeerd tegen reële waarde (niet aangehouden voor handelsdoeleinden): de reële waarde van de leningen en voorschotten steeg met 169 miljoen euro, vooral door nieuwe transacties, deels gecompenseerd door wijzigingen in reële waarde. - Activa tegen reële waarde via OCI: de reële waarde van schuldinstrumenten steeg met 104 miljoen euro, vooral door nieuwe posities en transfers naar niveau 3. - Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden: de reële waarde van derivaten daalde met 731 miljoen euro, vooral door een combinatie van verkoop van bestaande posities, instrumenten die op vervaldag kwamen en wijzigingen in reële waarde, deels gecompenseerd door nieuwe transacties. De reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten daalde met 99 miljoen euro, vooral door schuldinstrumenten die hun vervaldag bereikten. - Verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening: de reële waarde van uitgegeven schuldinstrumenten daalde met 732 miljoen euro, door een combinatie van heraankopen van bestaande posities, afwikkelingen, en wijzigingen in reële waarde, deels gecompenseerd door nieuwe uitgiften. • Sommige activa van niveau 3 zijn geassocieerd of economisch gehedged door identieke verplichtingen van niveau 3, waardoor de blootstelling van KBC aan niet-observeerbare parameters lager is dan uit de brutocijfers zou kunnen blijken. Een substantieel deel van de instrumenten van niveau 3 wordt bovendien gewaardeerd aan de hand van prijsstelling door derden, waarbij KBC niet zelf de mogelijk niet-observeerbare parameters ontwikkelt. De belangrijkste niet-observeerbare parameters die KBC hanteert met betrekking tot de waardering van exotische derivaten betreffen: mean reversion parameter bij bermudian swaptions, aandelen crosscorrelations en volatiliteiten voor bepaalde aandelenopties, interestvoetcorrelaties voor CMS spread opties, en de financieringskosten die gebruikt worden voor het bepalen van forward prijzen van aandelen als onderdeel van de waardering van bepaalde aandelenderivaten. De verandering in reële waarde als gevolg van een wijziging in deze parameters naar redelijke mogelijke alternatieve (reasonably possible alternatives) assumpties is niet significant. 252 Jaarverslag KBC 2021 p. 216 Toelichting 4.8: Derivaten Toelichting 4.8.1 Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Boekwaarde Gecontracteerde bedragen Boekwaarde Gecontracteerde bedragen Activa Verplich- tingen Aangekocht Verkocht Activa Verplich- tingen Aangekocht Verkocht Totaal 5 443 5 619 491 716 503 818 5 659 5 362 411 521 412 271 Rentecontracten 3 056 2 788 291 100 301 289 3 294 2 766 247 118 246 488 Waarvan renteswaps en futures 2 731 2 669 278 999 294 056 2 817 2 578 233 286 238 347 Waarvan opties 325 119 12 101 7 232 477 188 13 832 8 141 Valutacontracten 1 722 1 880 185 800 187 835 1 746 1 770 144 864 146 524 Waarvan valuta- en renteswaps, termijnwisselverrichtingen en futures 1 668 1 830 182 613 183 020 1 641 1 701 141 140 141 379 Waarvan opties 54 50 3 187 4 816 105 69 3 725 5 145 Aandelencontracten 646 935 14 494 14 376 600 807 19 158 18 883 Waarvan aandelenswaps 620 637 12 607 12 651 562 570 17 236 17 218 Waarvan opties 26 298 1 888 1 725 38 237 1 922 1 665 Kredietcontracten 0 0 4 4 0 0 4 4 Waarvan credit default swaps 0 0 4 4 0 0 4 4 Grondstoffen- en andere contracten 19 17 318 314 20 19 377 373 * In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 253Jaarverslag KBC 2021 p. 217 Toelichting 4.8.2 Afdekkingsderivaten 31-12-2021 (in miljoenen euro) Afdekkingsinstrument Afgedekt instrument Invloed op eigen vermogen Gecontracteerde bedragen 1 Boekwaarde Reëlewaarde- veranderingen van de afdekkings- instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de periode 2 Type Boekwaarde Rëelewaarde- veranderingen van de afgedekte instrumenten als basis voor de berekening van het niet- effectieve deel van de periode 2 Niet-effectief deel opgenomen in resultaat Effectief deel opgenomen in OCI Hedgingstrategie Aange- kocht Verkocht Activa Verplich- tingen Totaal inclusief reëlewaarde- veranderingen Waarvan gecumuleerde aanpassingen van de reële waarde Micro -hegde-reëlewaardeafdekkingen Renteswaps 22 027 22 027 98 407 307 Aangehouden schuldpapier tegen AC 3 576 -360 -394 Valuta- en renteswaps 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten tegen AC 857 391 -114 Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI 1 900 25 -79 Uitgegeven schuldpapier tegen AC 15 998 98 282 Deposito’s tegen AC 0 0 -2 Totaal 22 027 22 027 98 407 307 Totaal -307 0 - Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille Renteswaps 89 467 89 467 110 183 809 Aangehouden schuldpapier tegen AC 11 -1 -2 Valuta- en renteopties 1 981 0 21 0 11 Leningen en voorschotten tegen AC 74 412 -504 -1 772 Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI 13 -1 -1 Uitgegeven schuldpapier tegen AC 0 0 0 Deposito’s tegen AC 13 632 -862 960 Totaal 91 448 89 467 131 183 820 Totaal -815 5 - Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) Renteswaps 21 249 21 249 24 502 177 Valuta- en renteswaps 711 721 26 0 19 Totaal 21 960 21 970 50 502 196 Totaal -196 0 -1 197 Afdekking van een netto -investering in een buitenlandse entiteit Totaal 3 1 904 1 965 5 420 - 109 Totaal 109 0 20 1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 2 Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3. 3 Betreft afdekkingsinstrumenten onder de vorm van deposito’s in een vreemde munt. 254 Jaarverslag KBC 2021 p. 218 31-12-2020 (in miljoenen euro) Afdekkingsinstrument Afgedekt instrument Invloed op eigen vermogen Gecontracteerde bedragen 1 Boekwaarde Reëlewaarde- veranderingen van de afdekkings- instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de periode 2 Type Boekwaarde Rëelewaarde- veranderingen van de afgedekte instrumenten als basis voor de berekening van het niet- effectieve deel van de periode 2 Niet-effectief deel opgenomen in resultaat Effectief deel opgenomen in OCI Hedgingstrategie Aange- kocht Verkocht Activa Verplich- tingen Totaal inclusief reëlewaarde- veranderingen Waarvan gecumu- leerde aanpassingen van de reële waarde Micro -hegde-reëlewaardeafdekkingen Renteswaps 22 941 22 941 23 536 22 Aangehouden schuldpapier tegen AC 5 600 100 -83 Valuta- en renteswaps 0 0 0 0 0 Leningen en voorschotten tegen AC 866 477 136 Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI 2 873 121 7 Uitgegeven schuldpapier tegen AC 15 204 394 -92 Deposito’s tegen AC 114 -4 5 Totaal 22 941 22 941 23 536 22 Totaal -28 -5 - Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille Renteswaps 61 964 61 964 68 94 -660 Aangehouden schuldpapier tegen AC 13 1 0 Valuta- en renteopties 2 385 0 6 0 -7 Leningen en voorschotten tegen AC 53 809 1 295 889 Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI 14 1 -1 Uitgegeven schuldpapier tegen AC 0 0 0 Deposito’s tegen AC 9 594 96 -212 Totaal 64 349 61 964 73 94 -667 Totaal 677 10 - Kasstroomafdekkingen (micro -hedge en ter afdekking van een portefeuille) Renteswaps 20 938 20 938 41 687 -29 Valuta- en renteswaps 225 230 10 2 7 Totaal 21 163 21 169 50 689 -22 Totaal 27 5 -1 430 Afdekking van een netto -investering in een buitenlandse entiteit Totaal 3 1 490 1 517 13 385 84 Totaal -84 0 132 1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 2 Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3. 3 Betreft afdekkingsinstrumenten onder de vorm van deposito’s in vreemde munt. 255Jaarverslag KBC 2021 p. 219 • De Treasury-departementen van de verschillende entiteiten beheren het renterisico. Om de negatieve impact van renteschommelingen te vermijden, worden de looptijden van activa en passiva op de balans aangepast door middel van interest rate swaps en andere derivaten. • Wat de verhouding tussen risicobeheer en boekhoudkundige vertaling ervan betreft, krijgt het economische beheer voorrang en worden de risico’s afgedekt volgens het algemene ALM-kader. Pas daarna wordt gezocht naar de mogelijkheden om de eventuele boekhoudkundige mismatch die daardoor ontstaat te beperken door een van de bovengenoemde indekkingstechnieken. • De resterende afdekkingsreserves van kasstroomafdekkingen van eventuele afdekkingsrelaties waarvoor hedge accounting niet langer wordt toegepast bedragen -260 miljoen euro. Het geaccumuleerde bedrag van reëlewaardeafdekkingsveranderingen dat nog resteert in de balans voor alle afgedekte instrumenten die niet meer worden aangepast voor het afdekken van winsten en verliezen bedragen -101 miljoen euro. Deze aanpassingen worden geamortiseerd naar winst of verlies. • Zie ook de paragraaf over hedge accounting in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? en toelichting 3.3. Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) Instroom Uitstroom Maximaal 3 maanden 12 -11 Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden 24 -47 Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar 75 -99 Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar 98 -247 Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar 171 -653 Meer dan 5 jaar 230 -1 015 256 Jaarverslag KBC 2021 p. 220 5.0 Toelichtingen bij de andere posten op de balans Toelichting 5.1: Overige activa (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Totaal 1 630 1 361 Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen 404 381 Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen 78 32 Deposito's bij cederende ondernemingen 10 11 Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) 52 41 Overige 1 085 896 Toelichting 5.2: Belastingvorderingen en belastingverplichtingen (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 ACTUELE BELASTINGEN Actuele belastingvorderingen 179 125 Actuele belastingverplichtingen 87 79 UITGESTELDE BELASTINGEN 769 1 080 Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil 1 413 1 790 Personeelsbeloningen 82 165 Fiscaal overgedragen verliezen 247 398 Materiële en immateriële vaste activa 126 100 Voorziening voor risico's en kosten 21 8 Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 273 343 Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen 113 158 Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten 476 506 Technische voorzieningen 30 2 Overige 47 109 Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil 644 710 Personeelsbeloningen 37 36 Fiscaal overgedragen verliezen 0 0 Materiële en immateriële vaste activa 34 49 Voorziening voor risico's en kosten 9 9 Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten 3 4 Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen 132 85 Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten 292 395 Technische voorzieningen 106 95 Overige 33 37 Netto opgenomen in de balans als volgt Uitgestelde belastingvorderingen 1 117 1 499 Uitgestelde belastingverplichtingen 348 419 Niet -gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden 126 127 257Jaarverslag KBC 2021 p. 221 • Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn op basis van realistische financiële projecties waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt in de nabije toekomst (beperkt tot een periode van 8 à 10 jaar). • Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden hebben betrekking op fiscale verliezen van de groepsmaatschappijen die niet werden geactiveerd wegens onvoldoende bewijs van toekomstige belastbare winst. De meeste fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden zijn overdraagbaar gedurende twintig jaar of meer. • De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (-311 miljoen euro in 2021) is als volgt verdeeld: - Afname van uitgestelde belastingvorderingen: -377 miljoen euro; - Afname van uitgestelde belastingverplichtingen: -66 miljoen euro. • De wijziging van de uitgestelde belastingvorderingen heeft voornamelijk te maken met: - Afname van uitgestelde belastingvorderingen via resultaat: -305 miljoen euro, voornamelijk benutting en afboekingen van fiscaal overgedragen verliezen (-152 miljoen euro, waarvan -51 miljoen euro aan afboekingen in Ierland, zie ‘Toelichting 6.6’) en het gevolg van de afname van uitgestelde belastingvorderingen op bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten (-106 miljoen euro). - Wijzigingen op het vlak van toegezegdpensioenregelingen -54 miljoen euro. • De wijziging van de uitgestelde belastingverplichtingen heeft voornamelijk te maken met: - Afname van uitgestelde belastingverplichtingen door wijzigingen in de herwaarderingsreserve van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI -103 miljoen euro; - Toename van uitgestelde belastingverplichtingen als gevolg van de toename in financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (+47 miljoen euro) en in mindere mate de technische voorzieningen (+11 miljoen euro); - Afname met betrekking tot vaste activa -15 miljoen euro. • De uitgestelde belastingvorderingen zoals opgenomen in de balans bevinden zich grotendeels bij KBC Bank. Toelichting 5.3: Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Totaal 37 24 Overzicht van investeringen inclusief goodwill Mallpay 3 5 Isabel NV 11 9 Joyn International NV 1 -6 Bancontact Payconiq Company NV 6 5 Payconiq International SA 9 10 Batopin NV 4 0 Overige 4 2 Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures Brutobedrag 0 0 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen 0 0 Indeling naar type Niet -beursgenoteerd 37 24 Beursgenoteerd 0 0 Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures 0 0 • Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarbij KBC gezamenlijke controle uitoefent. • Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel). 258 Jaarverslag KBC 2021 p. 222 Toelichting 5.4: Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Materiële vaste activa 3 050 3 136 Vastgoedbeleggingen 518 555 Huurinkomsten 57 53 Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd 15 14 Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd 2 3 MUTATIETABEL Terreinen en gebouwen IT- apparatuur Overige uitrusting Totaal materiële vaste activa Vastgoed- beleggingen 2021 Beginsaldo 1 561 138 1 437 3 136 555 Aanschaffingen 113 43 448 603 15 Vervreemdingen -57 -4 -205 -266 -17 Afschrijvingen -119 -64 -24 -207 -33 Overige mutaties -19 4 -201 -216 -2 Eindsaldo 1 479 117 1 454 3 050 518 Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 487 446 832 2 766 412 Reële waarde – – – – 792 20 20 Beginsaldo 1 590 146 1 512 3 247 570 Aanschaffingen 159 64 415 638 86 Vervreemdingen -42 -5 -240 -287 -53 Afschrijvingen -116 -63 -25 -204 -47 Overige mutaties -30 -3 -226 -259 -2 Eindsaldo 1 561 138 1 437 3 136 555 Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 404 517 791 2 712 396 Reële waarde – – – – 873 • Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast. • Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,2 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen. • De meeste vastgoedbeleggingen worden periodiek gewaardeerd door een onafhankelijke expert en jaarlijks door eigen specialisten in die materie. Die waardering is hoofdzakelijk gebaseerd op de kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming). • Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan, en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw. • De impact van de zware overstromingen en de andere bijzondere weersomstandigheden in 2021 op de (waardeverminderingen op) materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (in casu ons kantorennetwerk) was niet wezenlijk. Voor informatie met betrekking tot klimaat- en andere ESG-risico’s: zie het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s. 259Jaarverslag KBC 2021 p. 223 Toelichting 5.5: Goodwill en andere immateriële vaste activa (in miljoenen euro) Goodwill Intern ontwik- kelde software Extern ontwik- kelde software Overige Totaal 2021 Beginsaldo 845 386 301 20 1 551 Aanschaffingen 56 234 84 9 383 Vervreemdingen 0 0 -12 -10 -21 Afschrijvingen 0 -62 -85 -2 -149 Overige mutaties 12 1 -24 -3 -14 Eindsaldo 913 559 263 13 1 749 Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -255 794 859 53 1 451 20 20 Beginsaldo 877 168 395 18 1 458 Aanschaffingen 0 258 98 9 365 Vervreemdingen 0 -15 -34 -1 -50 Afschrijvingen 0 -33 -70 -2 -105 Overige mutaties -32 8 -88 -4 -116 Eindsaldo 845 386 301 20 1 551 Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 248 737 767 45 1 797 • Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans. • Overige mutaties 2020 bevatten een bijzondere waardevermindering op software van 59 miljoen euro. Zie Toelichting 3.10. • Goodwill met betrekking tot recente overnames: zie Toelichting 6.6. • Waardeverminderingstoets: we voerden die waardeverminderingstoets uit om na te gaan of er waardeverminderingen op goodwill moesten worden geboekt (zie tabel en Toelichting 3.10). We voeren de waardeverminderingstoets minstens jaarlijks uit. Bovendien voeren we op kwartaalbasis een high level assessment uit om na te gaan of er een indicatie voor waardevermindering bestaat. In die toets beschouwen we elke entiteit als een aparte kasstroom genererende eenheid (KGE). De entiteiten op zich hebben een specifiek risicoprofiel en binnen de entiteiten zelf komen in veel mindere mate verschillende profielen voor. • Bijzondere waardeverminderingen op goodwill als gevolg van de toepassing van IAS 36: nemen we in het resultaat op als het realiseerbare bedrag van een investering lager is dan de boekwaarde ervan. Het realiseerbare bedrag bepalen we als het hoogste van de bedrijfswaarde (bepaald op basis van de DCF-methode (DCF staat voor Discounted Cash Flow)) en de reële waarde (via multipele analyse en dergelijke) min directe verkoopkosten. • De voornaamste groepsmaatschappijen waarop de goodwill betrekking heeft, vindt u in de tabel. Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij de DCF-methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst, anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. Waar in de onderliggende financiële prognoses rekening gehouden wordt met elementen van en producten/projecten inzake duurzaamheid, heeft dat bijgevolg ook een invloed op de waardering. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is in rekening te brengen. Binnen KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal. 260 Jaarverslag KBC 2021 p. 224 Uitstaande goodwill 31-12-2021 31-12-2020 Discontovoeten over de expliciete periode van kasstroomprognose heen (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 K&H Bank 188 190 11,4%-10,6% 13,6%-10,9% Č SOB (Tsjechië) 251 238 10,6%-8,7% 12,4%-9,1% ČMSS 171 162 10,6%-8,8% 12,5%-9,3% United Bulgarian Bank 110 110 10,6%-9,2% 10,3%-9,7% DZI Insurance 75 75 8,6%-7,2% 8,5%-7,3% KBC Commercial Finance 21 21 8,8%-8,7% 9,2%-9,1% Pension Insurance Company UBB (de overgenomen pensioenverzekeringsactiviteiten van NN in Bulgarije) 56 – * – Rest 42 49 – – Totaal 913 845 – – * Er werd geen detailwaardering opgesteld op basis van de DCF-methode, gezien het een recente acquisitie betreft (minder dan een jaar geleden). Een high level assessment voor eind 2021 toonde aan dat er geen indicatie voor waardevermindering bestaat. • De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen elf jaar. We gebruiken die langere periode om de verwachte economische convergentie te vatten van de Centraal- en Oost-Europese economieën naar een niveau van meer mature economieën. Die belangrijke assumptie maakt deel uit van het model om het dynamisme te reflecteren van de Centraal- en Oost-Europese economieën. • Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2021 tussen 1,2% en 1,7% (2020: tussen 1,2% en 1,7%). • We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor die entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor de andere entiteiten een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde de boekwaarde evenaart. Verandering in hoofdparameters 1 Toename in discontovoet 2 Afname in terminale groeivoet 3 Toename in beoogde solvabiliteitsratio 4 Daling in jaarlijkse nettowinst Stijging van de jaarlijkse waardeverminderingen United Bulgarian Bank 0,1% – 0,1% 1% 2% ČMSS 1,0% – – 5% 79% K&H Bank 3,3% – 4,0% 11% 117% 1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde. 2 Gebaseerd op een parallelle shift en een absolute toename van de discontovoetcurve. De vork van discontovoeten wordt 14,7%-13,9% voor K&H Bank, 11,6%-9,8% voor ČMSS en 10,7%-9,3% voor United Bulgarian Bank. 3 Niet relevant, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt. 4 Absolute toename van de tier 1-kapitaalratio (niet relevant voor ČMSS). 261Jaarverslag KBC 2021 p. 225 Toelichting 5.6: Technische voorzieningen – verzekeringen (in miljoenen euro) Bruto Herverzeke- ringen Bruto Herverzeke- ringen Technische voorzieningen 31-12-2021 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2020 Totaal 18 967 191 18 718 145 Verzekeringscontracten Niet -Leven 3 967 181 3 676 137 Voorziening voor niet-verdiende premies 814 4 758 2 Voorziening voor te betalen schade 2 908 176 2 685 134 Voorziening voor winstdeling & restorno's 3 0 3 0 Andere technische voorzieningen 242 0 230 0 Verzekeringscontracten Leven 8 511 10 8 315 8 Voorziening voor niet -verdiende premies 18 1 16 1 Voorziening voor Leven 8 080 8 7 902 6 Voorziening voor te betalen schade 197 1 189 2 Voorziening voor winstdeling & restorno's 28 0 22 0 Andere technische voorzieningen 187 0 187 0 Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling, Leven 6 489 0 6 727 0 Voorziening voor Leven 6 418 0 6 671 0 Voorziening voor te betalen schade 16 0 0 0 Voorziening voor winstdeling & restorno’s en andere 55 0 56 0 Mutatietabel 2021 2021 2020 2020 Verzekeringscontracten Niet-Leven Beginsaldo 3 676 137 3 573 114 Mutaties via verdiende premies (winst -en-verliesrekening) 48 2 28 0 Mutaties via technische lasten (winst-en-verliesrekening) 222 41 101 23 Uitkeringen schadegevallen van vorige boekjaren -328 -22 -367 -9 Voorziening voor nieuwe schadegevallen 625 66 492 17 Vrijval/tekort schadevoorzieningen van vorige boekjaren -112 2 -56 11 Kosten van winstdeling 0 0 -1 0 Overige mutaties met resultaatsinvloed 38 -5 33 4 Mutaties via de balans 22 1 -25 -1 Eindsaldo 3 967 181 3 676 137 Verzekeringscontracten Leven Beginsaldo 8 315 8 7 969 6 Mutaties via verdiende premies (winst-en-verliesrekening) 1 0 2 0 Mutaties via technische lasten (winst -en-verliesrekening) 71 2 123 1 Nieuwe productie (netto van risicopremie en kosten) 633 0 648 0 Uitkeringen, inclusief financiering risicopremie -776 0 -710 0 Gecrediteerde interest 166 2 176 1 Kosten van winstdeling 13 0 9 0 Voorziening voor nieuwe schadegevallen en wijziging voorziening voor te betalen schade -3 0 -6 1 Reëlewaardeaanpassingen tak 23 (niet ontbundeld) 32 0 3 0 Overige mutaties met resultaatsinvloed 6 1 3 0 Mutaties via de balans 124 0 221 0 Eindsaldo 8 511 10 8 315 8 Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling, Leven Beginsaldo 6 727 0 7 019 0 Mutaties via technische lasten (winst -en-verliesrekening) -70 0 -70 0 Nieuwe productie (netto van risicopremie en kosten) 281 0 306 0 Uitkeringen, inclusief financiering risicopremie -461 0 -467 0 Gecrediteerde interest 92 0 93 0 Kosten van winstdeling 6 0 2 0 Voorziening voor nieuwe schadegevallen en wijziging voorziening voor te betalen schade 12 0 -5 0 Reëlewaardeaanpassingen tak 23 (niet ontbundeld) 0 0 0 0 Overige mutaties met resultaatsinvloed 0 0 0 0 Mutaties via de balans -168 0 -222 0 Eindsaldo 6 489 0 6 727 0 262 Jaarverslag KBC 2021 p. 226 • Technische voorzieningen houden verband met verzekeringscontracten en met beleggingscontracten met een discretionaire winstdeling. • Verplichtingen uit beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het gaat daarbij meestal om tak 23-contracten. Die nemen we op bij de financiële verplichtingen (zie Toelichting 4.1). • Technische voorzieningen voor verzekeringen Leven worden berekend op basis van verschillende assumpties, die oordeelkundig worden geschat. Daarbij gebruiken we diverse interne en externe informatiebronnen. Wat betreft de erkenning van technische voorzieningen verwijst IFRS 4 momenteel in grote mate naar de lokale boekhoudstandaarden. Technische voorzieningen worden vaak berekend op basis van de technische parameters geldend op het moment van initiatie van het contract en zijn onderhevig aan de toereikendheidstoets (liability adequacy test). De belangrijkste parameters zijn: - de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen; - assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen; - de discontovoet: die wordt doorgaans gelijkgesteld aan de technische rentevoet, blijft constant gedurende de looptijd van het contract en wordt in een aantal gevallen gecorrigeerd op grond van wettelijke bepalingen en interne beleidsbeslissingen. - Noteer dat de assumpties kunnen verschillen naargelang het soort levensverzekering (bv. klassieke versus moderne), de generatie van contracten (voornamelijk het moment van afsluiting van het contract en de toepasselijke modaliteiten) en het land (we hebben immers verzekeringsmaatschappijen in vijf van onze kernmarkten), waardoor het kwantificeren van deze assumpties voor de gehele groep niet mogelijk is. Twee elementen bij wijze van illustratie: (1) Wat betreft de discontovoet: die volgt de historische marktrente en aangezien het een levensportefeuille betreft die voor het grootste deel al lange tijd bestaat en ook een lange looptijd heeft, vertoont die sterke verschillen binnen de portefeuille. Voor België alleen al variëren de discontovoeten van 4,75% voor de oudste tarieven, tot 0,5% en lager voor bepaalde moderne producten. (2) M.b.t. het sterfterisico worden in België uniseks sterftetafels gebruikt die gebaseerd zijn op de standaardsterftetafels “MK/FK” voor de producten vanaf 2012; vóór 2012 werden aparte sterftetafels gebruikt voor mannen en vrouwen. Op deze standaardtafels worden mogelijk nog correcties toegepast, rekening houdend met segmentatiecriteria van de desbetreffende polissen. Dat leidt tot een zeer wijde range aan gebruikte sterftetafels. • Assumpties voor de technische voorzieningen voor te betalen schade: gebaseerd op opgedane ervaringen met betrekking tot het aantal schadegevallen, de schadevergoedingen en de schaderegelingskosten, en gecorrigeerd op basis van factoren als de verwachte marktontwikkeling, inflatie in schadegevallen en externe factoren zoals gerechtelijke beslissingen en wetgeving. De technische voorzieningen voor verzekeringen Niet- leven worden niet verdisconteerd, behalve in het geval van langetermijnverplichtingen en/of schadevergoedingen in de vorm van een periodieke betaling (rente-uitkeringen voor arbeidsongevallen, gewaarborgd inkomen en hospitalisatieverzekeringen). • Er waren in 2021 en 2020 geen belangrijke veranderingen in assumpties die de waardering van de verzekeringsactiva en -verplichtingen wezenlijk veranderen. • Mutaties via de balans: bevat ook de invloed van de overgenomen levensverzekeringsactiviteiten van NN in Bulgarije (zie Toelichting 6.6). • Zie ook Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?. 263Jaarverslag KBC 2021 p. 227 Toelichting 5.7: Voorzieningen voor risico’s en kosten Toelichting 5.7.1: Overzicht (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Totale voorzieningen voor risico’s en kosten 282 209 Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans 130 143 Voorzieningen voor andere risico’s en kosten 152 66 Voorzieningen voor herstructurering 87 7 Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen 45 32 Overige 20 27 Toelichting 5.7.2: Details van voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans (in miljoenen euro) Onderhevig aan 12 maanden ECL Onderhevig aan Lifetime ECL Onderhevig aan Lifetime ECL - non-performing Totaal 31 -12-2021 Voorzieningen op 01-01-2021 26 17 99 143 Mutaties met resultaatsinvloed Overdracht van financiële activa Categorie 1 (12 maanden ECL) -2 4 0 2 Categorie 2 (lifetime ECL) 0 -4 2 -1 Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) 0 1 -1 0 Nieuwe financiële activa 6 1 1 8 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -9 2 -13 -20 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn -2 -1 0 -4 Andere 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsimpact Financiële activa die derecognized zijn 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 Andere 1 1 2 4 Voorzieningen op 31-12-2021 19 21 91 130 31 -12-2020 Voorzieningen op 01 -01-2020 13 17 107 138 Mutaties met resultaatsinvloed Overdracht van financiële activa Categorie 1 (12 maanden ECL) -1 3 4 6 Categorie 2 (lifetime ECL) 1 -3 8 6 Categorie 3 non-performing (lifetime ECL) 0 1 -1 -1 Nieuwe financiële activa 5 0 0 5 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode 8 -2 -5 1 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn -1 0 -2 -2 Andere 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsimpact Financiële activa die derecognized zijn 0 0 -13 -13 Veranderingen in de consolidatiekring 1 0 0 2 Andere 0 0 1 1 Voorzieningen op 31 -12-2020 26 17 99 143 • Zie ook Toelichting 6.1 264 Jaarverslag KBC 2021 p. 228 Toelichting 5.7.3: Details van de voorzieningen voor andere risico’s en kosten (in miljoenen euro) Voorzieningen voor herstructurering Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen Overige Totaal 2021 Beginsaldo 7 32 27 66 Mutaties met resultaatsimpact Bedragen aangelegd 84 28 9 120 Bedragen gebruikt -4 -16 -15 -35 Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid -1 -1 -1 -3 Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 Wijzigingen in de consolidatiekring 0 2 0 2 Andere 1 0 0 1 Eindsaldo 87 45 20 152 20 20 Beginsaldo 7 56 27 90 Mutaties met resultaatsimpact Bedragen aangelegd 5 17 9 31 Bedragen gebruikt -4 -30 -6 -41 Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid 0 -11 -2 -13 Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten 0 0 0 0 Wijzigingen in de consolidatiekring 0 3 0 3 Andere 0 -3 -1 -4 Eindsaldo 7 32 27 66 • De wijziging in de voorziening voor herstructurering in 2021 is vooral gerelateerd aan Ierland (zie Toelichting 6.6). Voor het grootste deel van de andere aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt. • Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico’s. • Informatie met betrekking tot de belangrijkste hangende rechtsgeschillen: vorderingen ingesteld tegen maatschappijen van de KBC- groep waarderen we overeenkomstig de IFRS-regels naargelang van hun risico- inschatting (waarschijnlijk, mogelijk of onwaarschijnlijk). Voor de dossiers met risico-inschatting waarschijnlijk verlies leggen we voorzieningen aan (zie Toelichtingen bij de grondslagen voor financiële verslaggeving). Als de vordering maar als mogelijk wordt ingeschat (de dossiers met risico- inschatting mogelijk verlies), leggen we geen voorzieningen aan, maar geven we een toelichting in de jaarrekening als ze een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de balans (d.w.z. als de vordering kan leiden tot een mogelijke uitstroom van meer dan 50 miljoen euro). Alle andere vorderingen (met risico-inschatting onwaarschijnlijk verlies), ongeacht hun orde van grootte, die maar een gering of geen risico vertonen, hoeven niet te worden vermeld. De belangrijkste dossiers sommen we hierna op. We houden de informatie beperkt om de positie van de groep in lopende rechtszaken niet te hinderen. • Mogelijk verlies: Op 6 oktober 2011 heeft Irving H. Picard, curator (hierna “Trustee” genaamd) voor de vereffening van Bernard L. Madoff Investments Securities LLC (& Bernard L. Madoff), KBC Investments Ltd (een volledige dochteronderneming van KBC Bank) voor de faillissementsrechtbank in New York gedagvaard voor terugvordering van ongeveer 110 miljoen USD (claw-back) ten gevolge van overdrachten van Madoff (via een feederfonds dat KBC had uitgeleend aan Harley) aan KBC-entiteiten. Deze vordering is één van een hele reeks vorderingen van de curator tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders (hierna de “gezamenlijke verdedigingsgroep” genaamd). Er werd een langdurig proces gevoerd op basis van procedurele verweermiddelen met betrekking tot de toepasselijkheid van de 'veilige haven' (“Safe Habor”) van de faillissementswet en 'goede trouw verdedigings'-regels (“Good defenses”), alsmede op basis van prudentiële beperkingen op de bevoegdheden van Amerikaanse rechtbanken in internationale zaken, op latere cessionarissen (zoals het geval is voor KBC Investments Ltd), zoals uiteengezet in de vorige bekendmakingen. In juni 2015 heeft de curator zijn intentie kenbaar gemaakt om de oorspronkelijke vordering te wijzigen, wat leidde tot een verhoging van het gevorderde bedrag tot 196 miljoen USD. Op 3 maart 2017 werd een gerechtelijke uitspraak gedaan, waarbij de vordering van de Trustee werd afgewezen. De Trustee is in hoger beroep gegaan en de beroepsinstantie (“Court of Appeals for the Second Circuit”) heeft de afwijzing op 28 februari 2019 teruggedraaid. Een op 30 augustus 2019 ingediend verzoekschrift (“Certioriari petition”) is op 2 juni 2020 door het Amerikaanse Hooggerechtshof afgewezen. Als gevolg daarvan zal de zaak ten gronde worden behandeld door de faillissementsrechtbank. Op 30 augustus 2021 heeft de beroepsinstantie (“Court of Appeals for the Second Circuit”) in twee andere beroepsprocedures van andere verweerders de bewijslast omgekeerd van een aanvankelijke bewijslast voor de Trustee om het ontbreken van goede trouw van de verweerder adequaat voor te houden, naar een bewijslast voor de verweerder om zijn goede trouw te bewijzen. Gezien een nieuwe rechter werd aangesteld in de faillissementsrechtbank voor de Madoff-zaken en deze beslist heeft om alle procedures afzonderlijk te behandelen, is de Trustee begonnen met afzonderlijke besprekingen te voeren met de raadslieden van alle verweerders in de resterende 80 zaken. De Curator heeft aangegeven dat hij zijn vordering zal (proberen te) wijzigen, onder meer om het gevorderde 265Jaarverslag KBC 2021 p. 229 bedrag te verhogen zoals hij in juni 2015 heeft verklaard, en KBC Investments Ltd zal het recht hebben om te proberen de eis te verwerpen, onder meer wegens gebrek aan specifieke persoonlijke rechtsprekende bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank, meer bepaald omwille van het onvoldoende verband tussen de handelingen van KBC Investments Ltd en de jurisdictie van de Verenigde Staten. Hoewel bepaalde verdedigingselementen nu niet meer voorhanden zijn en de bewijslast is verschoven naar anderen, gelooft KBC nog steeds dat het zich goed en geloofwaardig kan verdedigen, zowel procedureel als wat de grond van de zaak betreft, waaronder het aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren. Toelichting 5.8: Overige verplichtingen (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Totaal 2 520 2 908 W erknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen 184 535 Deposito’s van herverzekeraars 98 78 Toe te rekenen kosten (andere dan van rente -uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) 364 384 Overige 1 874 1 911 • Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen). 266 Jaarverslag KBC 2021 p. 230 Toelichting 5.9: Pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar 3 387 3 212 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 134 127 Rentekosten 8 23 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen -3 -4 Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen -31 257 Ervaringsaanpassingen -16 -125 Betaalde uitkeringen -11 0 Overige -133 -103 Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar 3 335 3 387 Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar 2 849 2 791 Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 363 56 Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit 7 20 Bijdragen van de werkgever 90 90 Bijdragen van de deelnemers aan de regeling 18 19 Betaalde uitkeringen -120 -99 Overige 44 -7 Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar 3 244 2 849 Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep 24 16 Waarvan vastgoed in eigendom van KBC 4 8 Financieringsstatus Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen -90 -537 Restitutierecht 0 0 Begrenzing van het financieringsplafond -37 0 Niet -gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -128 -537 Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief Niet -gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar -537 -457 In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen -107 -111 Niet in de winst -en-verliesrekening opgenomen bedragen 387 -57 Bijdragen van de werkgever 90 90 Overige 40 -1 Niet -gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar -128 -537 In de winst -en-verliesrekening opgenomen bedragen -107 -111 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -134 -127 Rentekosten -2 -3 Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers 18 19 Overige 11 0 Wijzigingen van de niet in de winst -en-verliesrekening opgenomen bedragen 387 -57 Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen 3 4 Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen 31 -257 Actuariële resultaten op fondsbeleggingen 356 37 Ervaringsaanpassingen 16 125 Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond -37 36 Overige 19 -3 TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen -20 -8 267Jaarverslag KBC 2021 p. 231 • De actieve pensioenopbouw voor de Belgische personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via het KBC- Pensioenfonds. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurde tot en met 2018 voornamelijk via een vasteprestatieplan (toegezegdpensioenregeling), waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdrageplan voor alle nieuwe indiensttredingen en werknemers die overgestapt zijn, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgde) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het KBC-Pensioenfonds, dat voor de beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal kleinere stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden en beheerd worden door het KBC- Pensioenfonds. Op 1 januari 2019 werd een nieuw toegezegdebijdragenplan geïntroduceerd ter vervanging van het toegezegdebijdragenplan van 2014, waarbij ook alle werknemers eenmalig de mogelijkheid hadden om over te stappen van het vasteprestatieplan naar het nieuwe toegezegdebijdrageplan. Op 31 december 2021 waren er 58% actief aangesloten werknemers in de toegezegdpensioenregeling en 42% in het toegezegdebijdrageplan. Op 31 december 2020 was dat 59% en 41%. • In de bepaling van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen wordt vanaf 2021 rekening gehouden met de verwachte wettelijke pensioenleeftijd van iedere werknemer en een verwachte looninflatie op basis van een inflatiecurve afgeleid uit de marktwaarde van inflatiegerelateerde obligaties. • Vanaf 1 januari 2020 zijn de verzekering srisico’s voor overlijden en invaliditeit volledig herverzekerd via een extern herverzekeringsprogramma. • Wat het beheer van de activa betreft, is het aandeel van duurzaam gescreende beleggingen gedurende de voorbije 4 jaar gestegen tot 50% en zal dat cijfer naar verwachting het komende jaar verder toenemen tot 75%. Het KBC-Pensioenfonds streeft ook naar een klimaatneutrale investeringsportefeuille tegen 2050. In 2021 werd daarom een voorlopige beoordeling van de broeikasgasintensiteit van beursgenoteerde obligaties en aandelen uitgevoerd zodat het op termijn een meer kwantitatieve opvolging mogelijk wordt. • De uitstaande verplichting in KBC Ierland bedraagt momenteel 25 miljoen euro, wat 11 miljoen euro lager is ten opzichte van het begin van 2021 als gevolg van de verkoopovereenkomsten in Ierland. • Er bestaan geen belangrijke toegezegdpensioenregelingen in de andere kernlanden van de groep. Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) 2021 2020 2019 2018 2017 Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen 3 335 3 387 3 212 2 945 2 861 Reële waarde van fondsbeleggingen 3 244 2 849 2 791 2 369 2 433 Niet -gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten -128 -537 -457 -598 -466 Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen Invloed op planactiva 0 0 0 0 0 Invloed op brutoverplichtingen -35 253 250 -35 -4 * Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname. Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN KBC-Pensioenfonds Samenstelling op 31 -12-2021 Aandelen 38% Obligaties 47% Vastgoed 13% Liquiditeiten 2% Waarvan illiquide activa 11% Samenstelling op 31 -12-2020 Aandelen 39% Obligaties 48% Vastgoed 12% Liquiditeiten 1% Waarvan illiquide activa 10% Verwachte bijdragen in 202 2 (in miljoenen euro) 45 Wetgevend kader Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan controleautoriteiten. 268 Jaarverslag KBC 2021 p. 232 Risico’s voor KBC Investeringsrisico en inflatierisico Asset liability-beleid De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. Planwijzigingen Een nieuwe versie van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, werd geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen. Inperkingen en afwikkelingen Niet van toepassing. Verdisconteringsmethode Vertrekpunt zijn de BVAL-noteringen van diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De verkregen yieldcurve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 22 krijgen we een vlakke curve. Voornaamste actuariële veronderstellingen Gemiddelde verdisconteringsvoet 0,64% Verwachte salarisstijging 2,73% Verwachte inflatie 2,33% Verwachte stijging van de pensioenen – Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 12 jaar Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2021 als gevolg van: 1% daling in de verdisconteringsvoet 14,41% 1% stijging in de verwachte inflatie 11,05% 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie 14,49% Stijging van de levensverwachting met 1 jaar – De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt altijd een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop: het verwachte personeelsverloop situeert zich op een zeer laag niveau. Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN KBC-Pensioenfonds Verwachte bijdragen in 202 2 (in miljoenen euro) 37 Wetgevend kader Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen. Risico’s voor KBC Investeringsrisico Waardering De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdragenplan voor werknemers wordt dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de gegarandeerde minimale rentevoet. Verdisconteringsmethodologie Vertrekpunt zijn BVAL-noteringen van diverse tijdspunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De verkregen yieldcurve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 22 krijgen we een vlakke curve. Voornaamste actuariële veronderstellingen Gemiddelde verdisconteringsvoet 0,91% Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen 19 jaar Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2021 als gevolg van: 1% daling in de verdisconteringsvoet 20,75% 269Jaarverslag KBC 2021 p. 233 Toelichting 5.10: Eigen vermogen van de aandeelhouders en AT1-instrumenten In aantal 31-12-2021 31-12-2020 Gewone aandelen 416 883 592 416 694 558 Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering 416 883 592 416 694 558 Waarvan eigen aandelen 2 20 795 Overige informatie Fractiewaarde per aandeel (in euro) 3,51 3,51 Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen 0 0 • Gewone aandelen: betreft gewone aandelen zonder nominale waarde. Ze dragen stemrecht en elk aandeel vertegenwoordigt één stem. Er werden geen winstbewijzen of aandelen zonder stemrecht uitgegeven. De aandelen zijn alleen genoteerd op Euronext Brussel. • Kapitaalverhogingen: in december 2021 en december 2020 nam het aantal aandelen van KBC Groep NV toe met respectievelijk 189 034 en 299 916 door de uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg van de kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel. Meer informatie vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. • Inkoop eigen aandelen: er waren in 2021 en 2020 geen inkoopprogramma’s. • Eigen aandelen: op 31 december 2021 hadden de vennootschappen van de KBC-groep 2 KBC-aandelen in portefeuille. Op 31 december 2020 was dat 20 795, en betrof het overwegend eigen aandelen geboekt bij KBC Bank (filiaal Londen) die dienden als indekking voor uitstaande derivaten op indexen/aandelenkorven waarin aandelen van KBC Groep zijn opgenomen. • Machtiging voor het toegestane kapitaal en inkoop van eigen aandelen: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. • Additional tier 1 (AT1)-instrumenten (deze effecten zijn geklasseerd als eigenvermogensinstrumenten onder IAS 32 en de coupon wordt behandeld als dividend): - In april 2018 plaatste KBC AT1-effecten voor 1 miljard euro (perpetueel met een eerste call op 7 jaar; met tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,25% p.a. halfjaarlijks te betalen). - In februari 2019 plaatste KBC AT1-effecten voor 500 miljoen euro (perpetueel met een eerste call op 5 jaar; tijdelijke afschrijving bij een common equity ratio van 5,125%; initiële coupon van 4,75% per jaar halfjaarlijks te betalen). Toelichting 5.11: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (IFRS 5) • Eind augustus 2021 bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten in een transactie die wordt gefinancierd via fondsen die worden beheerd door CarVal Investors. Die deal werd begin februari 2022 gefinaliseerd. In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland ook dat het een juridisch bindende overeenkomst heeft gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Zie verder in Toelichting 6.6. Die verkopen zorgden voor een verschuiving naar de posten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten, aangezien we van mening zijn dat aan alle IFRS 5-voorwaarden is voldaan. Meer details vindt u in de onderstaande tabel. • Maximaal kredietrisico: het maximale kredietrisico verbonden aan Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten bedroeg 10,0 miljard euro, met 9,8 miljard euro ontvangen waarborgen en andere credit enhancements. KBC Bank Ireland: detail van Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten (IFRS 5; in miljoenen euro) 31-12-2021 ACTIVA Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev.repo’s 9 998 Afbetalingskredieten 32 Hypotheekleningen 9 871 Termijnkredieten 83 Voorschotten in rekening-courant 12 VERPLICHTINGEN Deposito’s van klanten en schuldpapier, excl. repo’s 3 999 Zichtdeposito’s 481 Termijndeposito’s 949 Spaarrekeningen 2 569 Deposito’s van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo’s 263 Waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar 257 270 Jaarverslag KBC 2021 p. 234 6.0 Andere toelichtingen Toelichting 6.1: Verstrekte en ontvangen verbintenissen en financiële garanties buiten balans (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Nominaal bedrag Voorziening Netto-exposure Nominaal bedrag Voorziening Netto-exposure Niet -opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen Categorie 1 38 414 17 38 397 36 030 22 36 008 Categorie 2 4 770 16 4 754 4 034 11 4 024 Categorie 3 42 4 38 40 9 31 Totaal 43 226 37 43 189 40 105 42 40 063 Waarvan onherroepelijke kredietlijnen 25 802 14 25 788 23 539 18 23 521 Verstrekte financiële garanties Categorie 1 8 675 2 8 673 7 764 4 7 761 Categorie 2 1 678 5 1 673 1 703 6 1 697 Categorie 3 153 86 67 169 90 79 Totaal 10 506 93 10 413 9 636 100 9 536 Andere verstrekte verbintenissen Totaal 756 1 755 423 1 422 Totaal Verbintenissen en financiële garanties buiten balans 54 488 130 54 357 50 163 143 50 021 • Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde. • De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 66 386 miljoen euro voor verplichtingen en 3 961 miljoen euro voor eventuele verplichtingen (2020: 61 438 miljoen euro en 4 192 miljoen euro). Eind 2021 waren ongeveer 16,6 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2020: 17,4 miljard euro). • Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3. • De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 4 miljoen euro in 2021 (7 miljoen euro in 2020). Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) Reële waarde van ontvangen waarborgen Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 Financiële activa 39 863 40 180 11 862 10 933 Aandelen 11 8 1 2 Schuldpapier 39 633 39 975 11 860 10 931 Leningen en voorschotten 219 197 0 0 Liquiditeiten 0 0 0 0 Andere activa 0 0 0 0 2 71Jaarverslag KBC 2021 p. 235 Toelichting 6.2: Leasing (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Vorderingen voor financiële leasing Bruto -investering in financiële leasing, vordering 6 155 6 136 Tot 1 jaar 1 504 1 482 Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 3 421 3 350 Meer dan 5 jaar 1 230 1 304 Niet -verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing 340 388 Netto -investering in financiële leasing 5 815 5 747 Tot 1 jaar 1 427 1 394 Meer dan 1 jaar tot 5 jaar 3 239 3 148 Meer dan 5 jaar 1 149 1 206 Waarvan niet -gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever 34 40 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen 47 55 Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst -en-verliesrekening 83 85 Vorderingen voor operationele leasing Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet -opzegbare leasing 494 496 Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst -en-verliesrekening 0 1 • KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing. • Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal- Europa wordt dat model steeds belangrijker. • Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto’s. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. 272 Jaarverslag KBC 2021 p. 236 Toelichting 6.3: Transacties met verbonden partijen 2021 2020 Transacties met verbonden partijen, exclusief key management (in miljoenen euro) Dochter- maat- schappijen Geasso- cieerde maat- schappijen Joint ventures Overige Totaal Dochter- maat- schappijen Geasso- cieerde maat- schappijen Joint ventures Overige Totaal Activa 144 111 42 142 439 173 98 37 20 328 Leningen en voorschotten 21 94 0 100 214 9 39 1 0 49 Aandelen (inclusief investeringen in geassoc. ondernemingen en joint ventures) 124 17 42 0 183 164 58 32 0 254 Overige 0 0 0 41 41 0 1 4 20 25 Verplichtingen 40 89 0 838 968 54 93 4 373 525 Deposito’s 40 20 0 831 891 53 18 4 351 426 Andere financiële verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige 1 69 0 8 77 1 75 0 23 99 Winst -en-verliesrekening 0 -3 0 0 -3 2 -3 0 2 2 Nettorente -inkomsten 0 -1 0 0 -1 0 -1 0 0 0 Rente-inkomsten 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 Rentelasten 0 -1 0 0 -1 0 -1 0 0 -1 Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Technische verzekeringslasten vóór herverzekering 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Dividendinkomsten 5 2 0 4 11 5 3 0 1 9 Nettoprovisie -inkomsten 1 -1 0 2 3 0 -1 0 2 2 Provisie-inkomsten 1 0 0 2 3 0 0 0 2 3 Provisielasten 0 -1 0 0 -1 0 -1 0 0 -1 Overige netto -inkomsten -3 -1 0 1 -3 -2 -1 0 1 -2 Algemene beheerskosten -4 -2 0 -7 -13 -2 -2 0 -2 -7 Niet-opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbintenissen Gegeven door de groep 0 0 0 74 74 0 0 18 111 129 Ontvangen door de groep 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro) 2021 2020 Totaal 12 12 Indeling naar type bezoldiging Kortetermijnpersoneelsbeloningen 10 10 Vergoedingen na uitdiensttreding 2 2 Toegezegdpensioenregelingen 0 0 Toegezegdebijdrageregelingen 2 2 Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 0 0 Vergoedingen bij uitdiensttreding 2 0 Betalingen in aandelen 0 0 Aandelenopties, in eenheden Aan het begin van het jaar 0 0 Toegestaan 0 0 Uitgeoefend 0 0 Verandering van samenstelling 0 0 Aan het einde van het jaar 0 0 Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners 1 2 * Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen. • Dochtermaatschappijen in de eerste tabel: omvat transacties met de niet-geconsolideerde dochtermaatschappijen (transacties met geconsolideerde dochtermaatschappijen zijn al geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening). • Overige in de eerste tabel: omvat onder andere KBC Ancora, Cera en MRBB. • Alle transacties met verbonden partijen gebeuren at arm’s length. 273Jaarverslag KBC 2021 p. 237 • Key management zijn de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité van KBC Groep NV. Meer informatie over de vergoedingen van het topmanagement vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. • Er staan geen belangrijke waardeverminderingen uit ten opzichte van verbonden partijen. Toelichting 6.4: Bezoldiging van de commissaris Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) 2021 2020 KBC Groep NV en dochtervennootschappen Standaardcontroleopdrachten 7 598 504 7 664 745 Overige diensten Andere controleopdrachten 749 213 686 322 Belastingadviesopdrachten 0 0 Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten 94 705 9 079 KBC Groep NV alleen Standaardcontroleopdrachten 272 449 254 709 Overige diensten 108 348 99 899 Toelichting 6.5: dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen KBC Groep: belangrijkste vennootschappen opgenomen in de consolidatie, 31 -12-2021 Naam Zetel Vennoot- schaps- nummer Gehouden deel van het kapitaal op groepsniveau (%) Divisie 1 Activiteit KBC Bank (groep) KBC Bank NV Brussel – BE 0462.920.226 100,00 BEL/GRP kredietinstelling CBC BANQUE SA Namen – BE 0403.211.380 100,00 BEL kredietinstelling Československá Obchodná Banka a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA kredietinstelling Československá Obchodní Banka a.s. Praag – CZ -- 100,00 CZR kredietinstelling KBC Asset Management NV Brussel – BE 0469.444.267 100,00 BEL vermogensbeheer KBC Autolease NV Leuven – BE 0422.562.385 100,00 BEL leasing KBC Bank Ireland Plc. 2 Dublin – IE -- 100,00 IMA kredietinstelling KBC Commercial Finance NV Brussel – BE 0403.278.488 100,00 BEL factoring KBC Ifima SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP financiering KBC Securities NV Brussel – BE 0437.060.521 100,00 BEL beursmakelaar K&H Bank Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA kredietinstelling Loan Invest NV Brussel – BE 0889.054.884 100,00 BEL effectiseringsvehikel United Bulgarian Bank AD Sofia – BG -- 99,91 IMA kredietinstelling KBC Verzekeringen (groep) KBC Verzekeringen NV Leuven – BE 0403.552.563 100,00 BEL/GRP verzekeringsmaatschappij ADD NV Heverlee – BE 0406.080.305 100,00 BEL verzekeringsmakelaar KBC Group Re SA Luxemburg – LU -- 100,00 GRP herverzekeringsmaatschappij ČSOB Pojišt'ovna a.s. Pardubice – CZ -- 100,00 CZR verzekeringsmaatschappij ČSOB Poist'ovňa a.s. Bratislava – SK -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij DZI (groep) Sofia – BG -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij Groep VAB NV Zwijndrecht – BE 0456.920.676 100,00 BEL rijschool/reisbijstand K&H Biztosító Zrt. Budapest – HU -- 100,00 IMA verzekeringsmaatschappij KBC Groep KBC Groep NV Brussel – BE 0403.227.515 100,00 GRP bankverzekeringsholding KBC Bank (groep) Verschillende locaties -- 100,00 Verschil- lende kredietinstelling KBC Verzekeringen (groep) Verschillende locaties -- 100,00 Verschi- llende verzekeringsmaatschappij 1 BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië: IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter. 2 Zie Toelichting 6.6. 274 Jaarverslag KBC 2021 p. 238 • De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV (zie ook verder in het hoofdstuk Vennootschappelijke jaarrekening). Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen. In de tabel vindt u de belangrijkste groepsmaatschappijen. Een volledig overzicht van alle (in de consolidatie opgenomen en van de consolidatie uitgesloten) groepsmaatschappijen vindt u op www.kbc.com > Over ons > Onze structuur. • Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in de consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden: (1) het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro, (2) het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro en (3) het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro. Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal. • We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV’s), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusieve zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie (zie vorige paragraaf). • Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12): - Belangrijke beoordelingen en veronderstellingen: ◦ Over het algemeen worden de fondsen die KBC beheert niet opgenomen in de consolidatiekring omdat ze niet beantwoorden aan de drie criteria van controle (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). ◦ De gemeenschappelijke entiteiten (joint entities) waarvan KBC geen 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft, worden geclassificeerd als joint ventures, omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten. Op basis van de statuten en/of aandeelhoudersovereenkomsten is het stemrecht in (en dus de controle over) de joint venture gelijkmatig verdeeld over de verschillende aandeelhouders en kunnen beslissingen enkel genomen worden met unanimiteit. - Belangen in dochtermaatschappijen ◦ Voor de overgrote meerderheid van de entiteiten zijn de stemrechten wezenlijk gelijk aan de eigendomsrechten. ◦ In de gezamenlijke kapitaalbeslissing (joint capital decision) werden bepaalde pijler 2-niveaus vastgelegd. Daardoor moeten bepaalde minimale kapitaalratio's gerespecteerd worden en gelden er beperkingen voor de repatriëring van kapitaal en de uitkering van dividenden. ◦ Met betrekking tot Loan Invest NV is KBC blootgesteld aan kredietverliezen op de hypotheekportefeuille. Daarvoor worden waardeverminderingen geboekt als dat nodig is. - Belangen in niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten ◦ KBC Bank NV treedt op als arranger en dealer voor Medium Term Note-programma's ter waarde van 40 miljard euro, uitgegeven door 19 niet-geconsolideerde speciaal daartoe opgerichte gestructureerde entiteiten in Ierland. Hun hoofdactiviteit is het bijeenbrengen van geld door notes uit te geven om financiële activa aan te kopen (zoals effecten, obligaties, deposito's, enz.) en gerelateerde derivaten- en andere contracten aan te gaan. Ze bieden beleggingsmogelijkheden aan klanten door te zorgen voor schaalvoordelen, een spreiding van het kredietrisico en een grote granulariteit. Elke structured entity heeft een prospectus dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd, omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2021 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 6,2 miljard euro. ◦ Sponsored niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten worden gedefinieerd als gestructureerde entiteiten waarbij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen optreedt als arranger van het emissieprogramma, maar waarbij de beslissingsbevoegdheid van de gestructureerde entiteiten niet bij KBC Groep of een van zijn dochterondernemingen ligt en die dus niet geconsolideerd zijn. ◦ In 2021 had KBC Groep de volgende inkomsten uit de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten: beheersvergoeding: 37 miljoen euro, vergoeding als administratief agent: 1 miljoen euro, accounting fee: 1 miljoen euro. ◦ Op 31 december 2021 had KBC Groep notes uitgegeven door de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten in handen voor een bedrag van 2,5 miljard euro. KBC Groep heeft verplichtingen ten aanzien van de niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten voor een bedrag van 2,6 miljard euro die voornamelijk bestaan uit termijndeposito's (2,4 miljard euro). ◦ Een eventuele waardedaling van de notes wordt doorgerekend aan de eindklant en zal dus geen invloed hebben op KBC. • Er waren eind 2021 geen groepsvennootschappen actief in de winningsindustrie. Bijgevolg werd geen geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden opgesteld (cf. art 3:8 § 1 WVV). 275Jaarverslag KBC 2021 p. 239 Toelichting 6.6: Belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring • overname van OTP Banka Slovensko - Eind november 2020 rondden we de overname af van 99,44% van OTP Banka Slovensko voor 64 miljoen euro, zonder enige voorwaardelijke vergoeding. Die maatschappij was actief op de Slowaakse markt als een universele bank, met een marktaandeel van bijna 2% in deposito's en kredieten en bijna 200 000 klanten. Daarmee versterken we ons marktaandeel in Slowakije, waar we al sinds 2002 aanwezig zijn via ČSOB. We zullen kunnen profiteren van schaalvoordelen en onze zichtbaarheid in deze erg competitieve markt vergroten, wat al onze stakeholders ten goede zal komen. - De impact daarvan is opgenomen in de geconsolideerde balanscijfers (eind 2020 en eind 2021). De resultaten van OTP Banka Slovensko werden volledig geconsolideerd in de winst-en-verliesrekening vanaf 1 januari 2021. De impact bedraagt +34 miljoen euro totale opbrengsten (voornamelijk nettorente-inkomsten en nettoprovisie-inkomsten), -30 miljoen euro business-as-usual exploitatiekosten (exclusief 18 miljoen integratieprojectkosten, waarvan 14 miljoen euro geboekt in ČSOB Slowakije en 4 miljoen euro in OTP Banka Sovensko), +6 miljoen euro terugname van waardeverminderingen en +4 miljoen euro resultaat na belastingen. - KBC nam eind 2020 geen goodwill of badwill op in zijn geconsolideerde jaarrekening aangezien de overnameprijs nagenoeg gelijk was aan het eigen vermogen van OTP (rekening houdend met specifieke negatieve aanpassingen van de reële waarde die KBC tijdens het duediligenceproces vastgesteld heeft). IFRS 3 (Bedrijfscombinaties) laat toe om het goodwillbedrag aan te passen tijdens de periode van 12 maanden vanaf de overnamedatum. Na finalisatie van de specifieke aanpassingen van de reële waarde (voornamelijk met betrekking tot de kredietportefeuille op basis van een gedetailleerde screening), boekte KBC in het vierde kwartaal van 2021 een badwill van 28 miljoen euro (opgenomen in overige netto-inkomsten, zie ook Toelichting 3.6). De badwill is niet onderhevig aan belastingen. - De overname had slechts een beperkte invloed op de kapitaalpositie van KBC (-0,2% op de common equity ratio). - In 2021 verhoogden we het belang in OTP Banka Slovensko naar 100% door middel van een uitrookbod. Op 1 oktober 2021 fuseerde OTP Banka Slovensko met ČSOB in Slowakije. - De tabel verderop geeft de reële waarde weer van de belangrijkste activa en verplichtingen die deel uitmaken van de overname van OTP Banka Slovensko. • overname van Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN - In juli 2021 rondden we de overname af van de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN voor 77,7 miljoen euro, zonder enige voorwaardelijke vergoeding. Het betreft een overname van alle aandelen van NN Pension Insurance Company EAD in Bulgarije (ondertussen hernoemd in Pension Insurance Company UBB AED) en alle activa en passiva van NN Insurance Co. Ltd. - Sofia Branch. De overname maakt het UBB en DZI mogelijk hun crosssellingpotentieel verder te vergroten via hun reeds gevestigde bankverzekeringsaanwezigheid op de Bulgaarse markt, om meer klanten te bedienen en te profiteren van schaalvoordelen en een grotere zichtbaarheid. - De impact daarvan is opgenomen in de geconsolideerde balanscijfers (voor eind 2021). De resultaten van de betreffende activiteiten werden volledig geconsolideerd in de winst-en-verliesrekening vanaf 1 augustus 2021. De impact bedraagt +5 miljoen euro totale opbrengsten (voornamelijk nettoprovisie-inkomsten), -4 miljoen euro exploitatiekosten en +1 miljoen euro resultaat na belastingen. - KBC heeft goodwill erkend voor een bedrag van 56 miljoen euro in de geconsolideerde jaarrekening op Pension Insurance Company UBB EAD. Dat wordt verantwoord door de rendabiliteit van deze vennootschap (op basis van de resultaten van de vorige jaren en het businessplan voor de komende jaren), en laat UBB en DZI toe om hun cross-sellingpotentieel verder te vergroten via hun reeds gevestigde bankverzekeringsaanwezigheid op de Bulgaarse markt, om meer klanten te bedienen en te profiteren van schaalvoordelen en een grotere zichtbaarheid. KBC boekte geen goodwill of badwill op de overname van alle activa en passiva van NN Insurance Co. Ltd. - Sofia Branch aangezien de overnameprijs nagenoeg gelijk was aan de nettowaarde van de overgenomen activa en passiva (rekening houdend met specifieke reëlewaardeaanpassingen). IFRS 3 (Bedrijfscombinaties) laat in principe toe om het goodwillbedrag aan te passen tijdens de periode van 12 maanden vanaf de overnamedatum. Daarom is het goodwillbedrag tijdelijk en aan wijzigingen onderhevig (momenteel zijn er geen indicaties dat een belangrijke wijziging aan de goodwillberekening nodig zal zijn). De goodwill kan fiscaal niet in mindering worden gebracht. - De deal had geen impact op de kapitaalpositie van KBC Groep. - De tabel verderop geeft de reële waarde weer van de belangrijkste activa en verplichtingen die deel uitmaken van de overname van de betreffende activiteiten van NN. 276 Jaarverslag KBC 2021 p. 240 Invloed van de overnames van OTP Banka Slovensko en de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringsactiviteiten van NN (in miljoenen euro) 2021: Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringen van NN 2020: OTP Banka Slovensko Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar 100,00% aankoop 99,44% Percentage aandelen na transactie 100,00% 99,44% Betreffende divisie Internationale Markten Internationale Markten Datum sluiting transactie, maand en jaar juli 2021 99,44%: november 2020 Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: augustus 2021 januari 2021 Aankoopprijs of verkoopprijs 78 64 Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten -71 107 Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen, reële waarde (voorlopige reële waarde voor de Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringen van NN) Toestand op: 31 juli 2021 31 december 2020 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 7 171 Financiële activa 106 1 209 Tegen geamortiseerde kostprijs 1 1 206 Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI 58 2 Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening 47 0 Belastingvorderingen 0 16 Materiële vaste activa 1 10 Overige activa 5 2 Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) 7 171 Financiële verplichtingen 36 1 048 Tegen geamortiseerde kostprijs 0 1 048 Afdekkingsderivaten 36 0 Technische voorzieningen vóór herverzekering 59 0 Voorziening voor risico’s en kosten 0 10 Overige verplichtingen 3 21 Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) 0 0 * Nadien verhoogd tot 100% door uitkoop van minderheidsaandeelhouders. • verkoop van de Ierse activiteiten (deels nog niet gefinaliseerd) - Eind augustus 2021 bereikte KBC Bank Ireland een akkoord over de afstoting van een portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van ruwweg 1,1 miljard euro in een transactie die wordt gefinancierd via fondsen die worden beheerd door CarVal Investors. De deal werd begin februari 2022 afgerond. Pepper Finance Corporation (Ireland) DAC zal de kredieten beheren als wettelijke houder van de eigendomsitel. Pepper staat onder toezicht van de Ierse centrale bank. - In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland ook dat het een juridisch bindende overeenkomst heeft gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast zal Bank of Ireland Group ook een kleine portefeuille van non-performing hypotheekleningen verwerven. De overname, voor een totaal bedrag van ongeveer 5 miljard euro (excl. deposito’s), omvat ca. 8,8 miljard euro performing hypotheekleningen, ca. 0,1 miljard euro voornamelijk performing commerciële en consumentenkredieten, ca. 0,3 miljard euro non-performing hypotheekleningen en ca. 4,4 miljard euro deposito's. De precieze omvang van de portefeuille en de te betalen vergoeding zullen afhangen van de ontwikkeling van de portefeuille tot de afronding van deze transactie, maar zullen naar verwachting niet significant veranderen. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouder en de Ierse mededingingsautoriteiten. - De succesvolle voltooiing van deze twee transacties resulteert uiteindelijk in onze terugtrekking uit de Ierse markt. - De twee verkooptransacties in Ierland hadden een onmiddellijk eenmalig effect op de winst-en-verliesrekening van -0,4 miljard euro na belastingen (zie tabel). Bij de finalisatie zal de transactie met Bank of Ireland een positief effect hebben van ongeveer 0,2 miljard euro en ook leiden tot een positief effect op de common equity ratio van zo'n 0,9 procentpunten (voornamelijk door de vermindering van de risicogewogen activa). - De impact van de twee transacties op de geconsolideerde balanscijfers van eind 2021: de verkoopstransacties in Ierland zorgden voor de verplaatsing van alle activa en passiva die deel uitmaken van de groepen activa die worden afgestoten naar ’Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten’ aan de actiefzijde van de balans en naar ’Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten’ aan de passiefzijde van de balans. Na finalisatie van de transacties zullen ze niet langer in de balans worden opgenomen. Invloed op de winst-en-verliesrekening: de resultaten van de groepen activa die worden afgestoten blijven in de desbetreffende posten van de winst-en-verliesrekening opgenomen tot de finalisatie van de transacties. 277Jaarverslag KBC 2021 p. 241 Invloed op de kredietkostenratio en de ratio van impaired kredieten: de Ierse kredietportefeuille blijft inbegrepen tot finalisatie van de transacties. Zie ook de pro-formacijfers in Toelichting 4.1. en Toelichting 5.11. Een overzicht van de (one-off) invloed op de winst-en-verliesrekening in 2021 vindt u in het onderstaande overzicht. - Vanaf 2022 wordt Ierland verschoven naar het Groepscenter (zonder retroactieve aanpassing). Invloed van de transacties m.b.t. Ierland op boekjaar 2021: eenmalige elementen (in miljoenen euro) Verkoopovereenkomst non-performing kredieten in augustus Verkoopovereenkomst resterende kredieten en deposito’s in november Totaal Totale opbrengsten 0 -3 -3 Exploitatiekosten -7 -91 -97 Bijzondere waardeverminderingen -129 -81 -210 op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI -129 -49 -178 op overige 0 -32 -32 Belastingen 16 -67 -51 RESULTAAT NA BELASTINGEN -120 -241 -361 * De waardevermindering wordt veroorzaakt door de vergelijking van de verkoopprijs van de impaired kredieten met de nettoboekwaarde van de onderliggende kredieten. • overname Bulgaarse activiteiten van Raiffeisen Bank International (nog niet gefinaliseerd) - In november 2021 bereikten we een akkoord met Raiffeisen Bank International over de overname van 100% van de aandelen van Raiffeisenbank (Bulgaria) EAD, een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijven. De transactie omvat ook de dochterbedrijven Raiffeisen Leasing Bulgaria, Raiffeisen Asset Management (Bulgarije), Raiffeisen Insurance Broker en Raiffeisen Service. De bank bekleedt de zesde plaats met een marktaandeel van ruwweg 8% in leningen, beschikt over een netwerk van 122 bankkantoren en telt zo’n 2 500 medewerkers die meer dan 600 000 klanten bedienen. Het totaalbedrag van de deal bedraagt 1 015 miljoen euro in cash en weerspiegelt de kwaliteit van de franchise en het synergiepotentieel (onder meer inzake optimalisatie en integratie van kantorennetwerk, hoofdkantoor en ICT-platformen). Het is de bedoeling om, na goedkeuring door de toezichthouder, over te gaan tot een fusie van Raiffeisenbank (Bulgaria) en UBB. De pro forma gecombineerde entiteit zou wat activa betreft een marktaandeel van naar schatting 18% behalen, waardoor onze top 3-positie op de bankenmarkt verder versterkt wordt en we onze positie als leidende financiële groep in Bulgarije nog verder uitbouwen. Bovendien zal deze overname het marktleiderschap van UBB in vermogensbeheer en de leidende positie wat betreft leasingoplossingen aanzienlijk versterken en ruime mogelijkheden creëren voor kruisverkoop met DZI op het vlak van verzekeringen. De transactie zal vanaf het eerste jaar positief bijdragen aan onze winst per aandeel. - Aangezien de transactie nog niet gefinaliseerd was op 31-12-2021 is ze niet opgenomen in de geconsolideerde balanscijfers van 31-12-2021. - Na afronding zal de transactie een invloed van ongeveer -1 procentpunt hebben op de common equity ratio van KBC Groep. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouders en zal naar verwachting worden afgerond tegen medio 2022. 278 Jaarverslag KBC 2021 p. 242 Toelichting 6.7: Risicobeheer en kapitaaltoereikendheid Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur. Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.). Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. • Voor KBC Groep en KBC Bank houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD. KBC maakt sinds 30 juni 2020 gebruik van de overgangsbepalingen met betrekking tot IFRS 9 (‘transitioneel’). KBC heeft van de toezichthouder toelating gekregen om op het niveau van KBC Groep een risicoweging toe te passen op de participatie in KBC Verzekeringen (Deense compromismethode). KBC Groep en KBC Bank zijn onderworpen aan minimale solvabiliteitsratio’s. • De common equity ratio van KBC Groep moet volgens de reglementaire vereiste 10,81% (fully loaded) bedragen op 31 december 2021. Die omvat het pijler 1-minimum (4,5%), de pijler 2-vereiste (1,86%, opgelegd door de ECB, naar aanleiding van haar Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling) en de vereiste buffers (4,45%, bepaald door de lokale bevoegde autoriteiten in de kernmarkten van KBC). De fully loaded common equity ratio van eind 2021 bedroeg 15,5% (zie verder in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?). Eind 2021 bedroeg de transitionele common equity ratio 16,8%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 6,35% ten opzichte van de transitionele minimumvereiste van 10,42%. • De common equity ratio van KBC Bank moet volgens de reglementaire vereisten 10,45% (transactioneel) bedragen op 31 december 2021. De transitionele common equity ratio stond op 15,5% eind 2021. • De solvabiliteit van KBC Verzekeringen wordt berekend op basis van Solvency II; het voorgeschreven minimum is 100%. Eind 2021 bedroeg de Solvency II-ratio 201%, ruim het dubbele van het vereiste minimum van 100%. Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) KBC Groep (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel KBC Bank (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel KBC Verzekeringen (geconsolideerd) Solvency II 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020 Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling 20 733 21 856 17 964 18 021 4 075 3 868 Tier 1 -kapitaal 18 998 19 941 16 210 16 078 3 574 3 368 Common equity 17 498 18 441 14 710 14 578 – – Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen voor KBC Groep) 17 708 18 688 14 912 14 567 3 991 3 815 Solvabiliteitsaanpassingen -210 -247 -202 12 -416 -447 Aanvullend going concern-kapitaal 1 1 500 1 500 1 500 1 500 – – Tier 2 -kapitaal 2 1 735 1 914 1 754 1 942 500 500 Totaal gewogen risicovolume (RWA) 3 104 362 101 843 94 836 92 635 – – Kredietrisico’s 80 687 78 518 80 687 78 518 – – Marktrisico’s 2 665 2 716 2 665 2 716 – – Operationele risico’s 11 484 11 401 11 484 11 401 – – Verzekeringsrisico’s 9 133 9 133 – – – – Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties 392 75 – – – – Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) – – – – 2 029 1 744 Common equity ratio ( groep, bank) 16,8% 18,1% 15,5% 15,7% – – Solvency II -ratio (verzekeringen) – – – – 201% 222% 1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding. De effecten bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10. 2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd. 3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen. 279Jaarverslag KBC 2021 p. 243 • U vindt meer gedetailleerde informatie in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? van dit verslag en in het Risk Report. • De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De vereiste informatie in verband met risico’s (IFRS 4 en IFRS 7) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?. Die delen maken dus deel uit van de jaarrekening. Toelichting 6.8: Gebeurtenissen na balansdatum Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 17 maart 2022 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2021: • 7 februari 2022: afronding van de vroeger aangekondigde verkoop van vrijwel de volledige resterende portefeuille non-performing hypothecaire kredieten in Ierland. • In februari 2022 waren er drie zware stormen (Dudley, Eunice en Franklin), die een groot aantal schadegevallen hebben veroorzaakt, zeker in België. Omdat nog niet alle schadeclaims ter vergoeding van onze klanten door KBC Verzekeringen ontvangen zijn, is het op dit moment te vroeg om een betrouwbare inschatting te geven van de totale financiële impact. En hoewel een deel van die impact gedekt zal worden door herverzekering, zal dit sowieso een negatieve impact hebben op het technische resultaat niet-leven in het eerste kwartaal van 2022. • Op het moment dat dit verslag werd voorbereid, vereiste de inval van Rusland in Oekraïne extra aandacht op groepsniveau en in onze thuismarkten in Centraal- en Oost-Europa. KBC heeft een zeer beperkte directe blootstelling aan Oekraïne en Wit-Rusland (samen minder dan 10 miljoen euro) en slechts een beperkte directe blootstelling aan Rusland van minder dan 50 miljoen euro, voornamelijk afkomstig van handelsfinanciering. KBC houdt de gerelateerde macro-economische impact (bv. impact van hoge gas- en olieprijzen op inflatie en economische groei) en de spillover-effecten voor KBC en zijn klanten, zowel financieel als operationeel, zeer nauwlettend in de gaten, met o.a. veel aandacht voor bedreigingen van de informatiebeveiliging. Economische en financiële sancties door het Westen kunnen de Europese economie verder beïnvloeden. De situatie wordt permanent intern opgevolgd en gerapporteerd. Toelichting 6.9: Algemene gegevens betreffende de vennootschap • Naam: KBC Groep • Oprichting: 9 februari 1935 als Kredietbank; huidige naam sinds 2 maart 2005 • Oprichtingsland: België • Zetel: Havenlaan 2, 1080 Brussel, België • BTW-nummer: BE 0403.227.515 • RPR: Brussel • Website: https://www.kbc.com • E-mailladres voor communicatie met aandeel- en obligatiehouders: [email protected]. • Juridische vorm: naamloze genoteerde vennootschap naar Belgisch recht die als gemengde financiële holding valt onder het prudentiële toezicht van de Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank. • Duur: onbepaalde duur • Voorwerp (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com): De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder - doch niet beperkt tot - kredietinstellingen, v erzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen. Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede alinea. Voorts kan de vennootschap fungeren als een "intellectual property"-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van deze rechten. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Zij kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. 280 Jaarverslag KBC 2021 p. 244 In het algemeen kan zij, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen bijdragen. • Plaatsen waar de voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden ingezien: de statuten van de vennootschap liggen ter inzage bij de griffie van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel en worden bekendgemaakt op www.kbc.com. De jaarrekeningen en het jaarverslag worden bij de Nationale Bank van België neergelegd en zijn beschikbaar op www.kbc.com. Het jaarverslag is ook verkrijgbaar bij de zetel van de vennootschap en het wordt verstuurd aan de personen die erom hebben gevraagd. De beslissingen aangaande de benoeming en de beëindiging van de mandaten van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur worden bij uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap verschijnen in de financiële dagbladen en/of op www.kbc.com. De oproepingen tot de Algemene Vergaderingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in minstens één nationaal verspreid dagblad, in de media en op www.kbc.com. • Voor informatie over de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en het recht van een aandeelhouder om deel te nemen aan de Algemene Vergadering, verwijzen we naar artikel 23 e.v. van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN KBC GROEP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2021 In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de “Vennootschap”) en haar filialen (samen “de Groep”), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar. Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 2 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV uitgevoerd gedurende 6 opeenvolgende boekjaren. Verslag over de geconsolideerde jaarrekening Oordeel zonder voorbehoud Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2021 omvat, alsook de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 340.346 miljoen en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij) van EUR 2.614 miljoen. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2021, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Basis voor het oordeel zonder voorbehoud Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie “Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening” van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Kernpunten van de controle Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCC BEBB Onzekerheid met betrekking tot de inschatting van financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde Beschrijving van het kernpunt van de controle Details met betrekking tot de financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde op jaareinde 31 december 2021 zijn opgenomen in Toelichting 4.5 bij de geconsolideerde jaarrekening. Voor informatie met betrekking tot de bepaling van de reële waarde verwijzen we naar Toelichting 1.2. Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en Toelichting 4.4 bij de geconsolideerde jaarrekening. De voor bepaalde financiële instrumenten gebruikte waarderingsmethoden en -modellen zijn inherent subjectief en maken gebruik van diverse veronderstellingen wat betreft de prijszetting. Daarenboven kunnen vele factoren de bepaling van de reële waarde beïnvloeden en kunnen ze variëren zowel per type instrument als binnen types van instrumenten. Dit is in het bijzonder het geval voor financiële instrumenten ingedeeld in niveau 2 en 3 in Toelichting 4.5 bij de geconsolideerde jaarrekening, de reële waarde van financiële instrumenten ingedeeld in niveau 1 is daarbij onderhevig aan een beperkte subjectieve beoordeling. Het gebruik van verschillende waarderingsmethoden en veronderstellingen zou tot significant verschillende inschattingen van reële waarde kunnen leiden. Een overzicht van de belangrijkste waarderingsmethoden is opgenomen in Toelichtingen 4.4 en 4.5 bij de geconsolideerde jaarrekening. Verder worden aanpassingen van de reële waarde opgenomen op bepaalde posities gewaardeerd aan reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen. Die aanpassingen worden gedreven door de huidige marktomstandigheden, de evoluties in de parameters inzake kredietrisico, het renteklimaat en de financieringskost, allemaal elementen die een impact hebben op de reële waarde van de portefeuille van de Groep gewaardeerd aan reële waarde. De belangrijkste aanpassingen van de reële waarde zijn opgenomen in Toelichting 1.2 bij de geconsolideerde jaarrekening. Aangezien het gebruik van verschillende veronderstellingen zou kunnen leiden tot verschillende inschattingen van reële waarde, beschouwen we dit als een kernpunt van de controle.  Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle Wij hebben een begrip verkregen van de interne controleomgeving met betrekking tot de waardering van financiële instrumenten, inclusief de controles uitgevoerd op de prijzen en het validatieproces van de modellen. We hebben de gepastheid van de methodologie inzake het validatieproces van de modellen beoordeeld met behulp van onze experten inzake waarderingen en hebben steekproefsgewijs een herberekening uitgevoerd van de waardering aan reële waarde. Dit houdt in een evaluatie, op basis van onze ervaringen met de gangbare praktijken van de markt, van de marktgegevens, de basisgegevens en van de belangrijkste veronderstellingen gebruikt in de modellen ter bepaling van de reële waarde. Op basis van onze procedures besluiten we dat de uitkomst van de directie wat betreft de modellen gebruikt voor de reële waarde van de financiële instrumenten ingedeeld in niveau 2 en 3, in de context van de inschatting van de vermelde onzekerheid, binnen een redelijke en aanvaardbare vork van uitkomsten valt. Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot de reële waarde van deze financiële instrumenten beoordeeld, om de naleving te beoordelen van de vereisten van toelichting opgenomen in de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Onzekerheid met betrekking tot de inschatting van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen Beschrijving van het kernpunt van de controle De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename in het kredietrisico of wanbetaling met betrekking tot de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De COVID-19 pandemie blijft de capaciteit van de modellen om alle gevolgen van de economische context en van de overheidsmaatregelen op de te verwachten kredietverliezen adequaat weer te geven beperken, waardoor bijkomende waardeverminderingen bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen vereist zijn. 2 Op jaareinde 31 december 2021 is informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen opgenomen in Toelichting 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving. Informatie met betrekking tot het effect van de COVID-19 pandemie op de te verwachten kredietverliezen is opgenomen in toelichting 1.4 bij de geconsolideerde jaarrekening. Op jaareinde 31 december 2021 bedragen de bruto leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs EUR 194.638 miljoen, de totale bijzondere waardeverminderingen op die datum bedragen EUR 2.573 miljoen. De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's, kredietrisicomodellen, elementen die op significante toenames in kredietrisico en wanbetalingen wijzen, de financiële toestand van de tegenpartij en de verwachte toekomstige kasstromen of de waarde van het onderpand. De bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, houden rekening met de input van experten, sector impacten en de impact van kansgewogen scenario's. Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario’s en veronderstellingen zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen. Aangezien de leningen en vorderingen het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen we dit als een kernpunt van de controle. Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle Onze controlewerkzaamheden omvatten een beoordeling van het algemeen beheer inzake de processen van kredieten en bijzondere waardeverminderingen van de Groep, inclusief de processen met betrekking tot de modellen voor het bepalen van de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen en de COVID-19 gerelateerde bijkomende waardeverminderingen. We hebben de opzet en de operationele doeltreffendheid getest van de controles in het process van de toekenning van leningen, het risicobeheersingsproces en het inschattingsproces voor de bepaling van bijzondere waardeverminderingen. Wat betreft bijzondere waardeverminderingen bepaald op individuele basis hebben we, voor een steekproef van corporate kredietdossiers, een detailnazicht uitgevoerd van door de Groep toegekende leningen. We hebben de veronderstellingen in vraag gesteld onderliggend aan de elementen die op wanbetaling kunnen wijzen en de kwantificatie inclusief de verwachte toekomstige kasstromen, de waardering van het gerelateerde onderpand en de inschatting van recuperatie bij wanbetaling. Deze tests hebben geen significante uitzonderingen aan het licht gebracht. Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, hebben we de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen en de macro-economische scenario's in vraag gesteld en hebben we de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen. Wij hebben ook de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen ter bepaling van de bijkomende waardeverminderingen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld. Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, met inbegrip van de toelichting aangaande de COVID-19 gerelateerde bijkomende waardeverminderingen, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de COVID-19 gerelateerde bijkomende waardeverminderingen, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening. Onzekerheid met betrekking tot de waardebepaling van de technische voorzieningen van de verzekeringsactiviteit Beschrijving van het kernpunt van de controle Op jaareinde 31 december 2021 bedragen de technische voorzieningen (vóór herverzekering) EUR 18.967 miljoen. Detailinformatie met betrekking tot de waardering van de technische voorzieningen is opgenomen in Toelichting 1.2. Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving mbt technische voorzieningen en Toelichting 5.6 bij de geconsolideerde jaarrekening, alsook de sectie Verzekeringstechnisch risico van het jaarverslag. 3 De Groep voert een toereikendheidstest uit om te bevestigen dat de technische voorzieningen voldoende zijn om de geschatte toekomstige kasstromen van de verzekeringscontracten te dekken. De berekening van de kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex, berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. De gebruikte veronderstellingen voor de activiteit levensverzekeringen hangen af van de risico’s verbonden aan sterfte, levensverwachting, afkopen en van de algemene kosten en andere gebruikte veronderstellingen in het kader van de toereikendheidstest. De gebruikte veronderstellingen hangen, wat betreft de technische voorzieningen van de activiteiten niet-levensverzekering, voornamelijk af van de betaalde bedragen voor schades, het aantal gelopen doch nog niet aangegeven schades en van de algemene kosten. De veronderstellingen en de onzekerheden zijn ook van toepassing op het herverzekerde deel. Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle We hebben onze interne experten in actuariële wetenschappen gebruikt om ons te assisteren in het uitvoeren van onze controlewerkzaamheden. We hebben procedures uitgevoerd met betrekking tot het opzet en de operationele doeltreffendheid van de controles van de Groep om na te gaan dat de gegevens gebruikt in de waardering van de technische voorzieningen van de verzekeringsactiviteit gepast en volledig zijn. Deze procedures omvatten analyse van data op basis van zakelijke regels en de opvolging van uitzonderingen. We hebben tests uitgevoerd betreffende de procedures van de Groep voor het vastleggen van de veronderstellingen, waarbij de veronderstellingen worden beoordeeld ten opzichte van de observeerbare gegevens in de markt alsook een actuariële analyse wordt uitgevoerd door middel van backtesting van de weerhouden veronderstellingen. Wij hebben onze conclusies van de actuariële analyse besproken met de interne actuarissen en de actuariële functie. Onze controlewerkzaamheden hebben ons toegelaten de waardering en het opzet van de technische voorzieningen van de verzekeringsactiviteit te beoordelen. Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot de technische voorzieningen beoordeeld, om de naleving te beoordelen van de vereisten van toelichting opgenomen in de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA’s is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven. 4 Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA’s, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit: ● Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing. ● Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. ● Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen. ● Het concluderen of de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven. ● Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld. ● Het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de Groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel. Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle. Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. 5 Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA’s), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, en is dit jaarverslag opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden. De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid ● Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep. ● De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening. Europees uniform elektronisch formaat (ESEF) Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: “Gedelegeerde Verordening”). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna “digitale geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag. Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van KBC Groep NV per 31 december 2021 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. 6 Andere vermelding ● Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014. Diegem, 31 maart 2022 De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Roland Jeanquart Tom Meuleman Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor 7 We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBCGroepNV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 5 mei 2022 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com. De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBCGroepNV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven. De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag. Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie 290 Jaarverslag KBC 2021 Vennootschappelijke balans, resultaten en resultaatsverwerking Balans na winstverdeling (B-GAAP, vennootschappelijk) (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Vaste activa 30 263 27 208 Immateriële vaste activa 297 252 Materiële vaste activa 84 105 Terreinen en gebouwen 22 23 Installaties, machines en uitrusting 52 72 Meubilair en rollend materieel 7 9 Overige materiële vaste activa 1 1 Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 1 1 Financiële vaste activa 29 882 26 851 Verbonden ondernemingen 29 881 26 850 Deelnemingen 16 012 15 901 Vorderingen 13 869 10 949 Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1 1 Deelnemingen 1 1 Vorderingen 0 0 Vlottende activa 353 1 647 Vorderingen op meer dan 1 jaar 0 0 Voorraden en bestellingen in uitvoering 0 0 Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 58 199 Handelsvorderingen 55 192 Overige vorderingen 3 7 Geldbeleggingen 0 1 200 Eigen aandelen 0 0 Overige beleggingen 0 1 200 Liquide middelen 125 80 Overlopende rekeningen 169 168 Totaal activa 30 615 28 856 Eigen vermogen 13 307 17 492 Kapitaal 1 460 1 459 Geplaatst kapitaal 1 460 1 459 Uitgiftepremies 5 498 5 486 Reserves 1 287 1 286 Wettelijke reserves 146 146 Onbeschikbare reserves 1 1 Belastingvrije reserves 190 190 Beschikbare reserves 949 949 Overgedragen winst (verlies (-)) 5 063 9 260 Voorzieningen en uitgestelde belastingen 7 8 Voorzieningen voor risico’s en kosten 7 8 Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 7 8 Overige risico’s en kosten 1 0 Schulden 17 301 11 356 Schulden op meer dan 1 jaar 11 119 10 198 Financiële schulden 11 119 10 198 Achtergestelde leningen 3 681 3 680 Niet-achtergestelde obligatieleningen 7 437 6 519 Kredietinstellingen 0 0 Schulden op ten hoogste 1 jaar 6 062 1 047 Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen 2 750 750 Financiële schulden 0 0 Handelsschulden 37 13 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 0 0 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 65 65 Belastingen 3 5 Bezoldigingen en sociale lasten 62 60 Overige schulden 3 209 219 Overlopende rekeningen 120 111 Totaal passiva 30 615 28 856 291Jaarverslag KBC 2021 Resultaten (B-GAAP, vennootschappelijk) (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Bedrijfsopbrengsten 1 019 1 163 Omzet 926 913 Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) 0 0 Geproduceerde vaste activa 70 79 Andere bedrijfsopbrengsten 23 19 Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 0 152 Bedrijfskosten 1 019 1 174 Diensten en diverse goederen 560 534 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 370 361 Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 88 120 Voorzieningen voor risico’s en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen (-) -1 -2 Andere bedrijfskosten 2 2 Niet-recurrente bedrijfskosten 0 160 Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) 0 -11 Financiële opbrengsten 407 1 466 Recurrente financiële opbrengsten 407 1 466 Opbrengsten uit financiële vaste activa 236 1 301 Opbrengsten uit vlottende activa 5 5 Andere financiële opbrengsten 167 160 Niet-recurrente financiële opbrengsten 0 0 Financiële kosten 168 163 Recurrente financiële kosten 168 163 Kosten van schulden 165 160 Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) 0 0 Andere financiële kosten 3 3 Niet-recurrente financiële kosten 0 0 Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting 240 1 293 Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 0 0 Overboeking naar de uitgestelde belastingen 0 0 Belastingen op het resultaat 5 30 Winst (Verlies (-)) van het boekjaar 235 1 263 Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 235 1 263 Resultaatsverwerking (B-GAAP, vennootschappelijk) (in miljoenen euro) 31-12-2021 31-12-2020 Te bestemmen winst (verlies (-)) 9 495 9 454 Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar 235 1 263 Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar 9 260 8 192 Toevoeging aan het eigen vermogen 0 0 Aan de wettelijke reserve 0 0 Aan de overige reserves 0 0 Over te dragen winst (verlies (-)) 5 063 9 260 Uit te keren winst 4 432 194 Vergoeding van het kapitaal 4 418 183 Bestuurders of zaakvoerders 0 0 Werknemers/andere rechthebbenden 13 10 We stellen aan de Algemene Vergadering voor om het te bestemmen winstsaldo voor 2021 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Dat betekent dat we een brutoslotdividend van 7,6 euro per aandeel voorstellen, wat het totale brutodividend op 10,6 euro per aandeel brengt. Dat is de som van een dividend van 2 euro per aandeel gerelateerd aan het boekjaar 2020 (al betaald in november 2021), een gewoon dividend van 4 euro per aandeel voor het boekjaar 2021 (waarvan al een interimdividend van 1 euro werd betaald in november 2021 en 3 euro per aandeel nog te betalen in mei 2022) en een buitengewoon dividend van 4,6 euro (te betalen in mei 2022). 292 Jaarverslag KBC 2021 Toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening Toelichting 1: Financiële vaste activa (B-GAAP, vennootschappelijk) (in miljoenen euro) Deelnemingen in verbonden ondernemingen Vorderingen op verbonden ondernemingen Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat Vorderingen op ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat Boekwaarde 31-12-2020 15 901 10 949 1 0 Aanschaffingen in 2021 112 3 664 0 0 Vervreemdingen in 2021 0 -747 0 0 Andere wijzigingen in 2021 0 3 0 0 Boekwaarde 31-12-2021 16 012 13 869 1 0 De deelnemingen in verbonden ondernemingen zijn voornamelijk de participaties in KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. In 2021 kwamen er 2 nieuwe participaties van 100% bij, waaronder KBC Global Services NV (100 miljoen euro; zie hierna). De vorderingen op verbonden ondernemingen zijn leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (AT1; in totaal 1,5 miljard euro), tier 2-kapitaal (2,4 miljard euro), tier 3-kapitaal (9,4 miljard euro) en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro. De belangrijkste wijzigingen in 2021 betroffen nieuwe doorleningen aan KBC Bank (tier 2-kapitaal van 0,8 miljard euro en tier 3-kapitaal van 2,9 miljard euro). Ook verviel een tier 3-kapitaal lening (0,8 miljard) in 2021. Om te voldoen aan de achterstellingsvereiste met betrekking tot MREL (zoals bepaald door de Single Resolution Board), zal KBC Groep NV worden omgevormd tot een clean holding company, die hoofdzakelijk financieringsactiviteiten en groepswijde controleactiviteiten en -functies uitvoert. De clean holding company zal de Single Point of Entry- strategie vergemakkelijken, in geval van afwikkeling van KBC Groep NV. Het gevolg van dit project is dat enkel een aantal controlefuncties, de financiële holdingactiviteiten en de uitgifte van eigen vermogen en MREL-instrumenten op het niveau van de financiële holding KBC Groep NV kunnen blijven. Alle andere activiteiten van KBC Groep NV (andere groepsfuncties, Shared Services & IT) worden vanaf 1 juni 2022 overgedragen naar KBC Global Services NV, een nieuwe 100%-dochtermaatschappij van KBC Groep NV. De oprichting van KBC Global Services NV leidde voor de vennootschappelijke jaarrekening in 2021 tot de stijging van de financiële vaste activa met 100 miljoen euro (dit is het startkapitaal van de vennootschap). Er is geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep, noch op de solvabiliteitsratio's. Toelichting 2: Mutatietabel eigen vermogen en ontwikkeling van het kapitaal (B-GAAP, vennootschappelijk) (in miljoenen euro) 31-12-2020 Kapitaalverhoging voor het personeel Resultaatsaanwending 31-12-2021 Kapitaal 1 459 1 – 1 460 Uitgiftepremies 5 486 12 – 5 498 Reserves 1 286 – – 1 287 Overgedragen resultaat 9 260 – -4 197 5 063 Eigen vermogen 17 492 12 -4 197 13 307 Op 31 december 2021 bedroeg het geplaatste kapitaal van de vennootschap 1459535533,42 euro, verdeeld in 416883592 aandelen zonder nominale waarde. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort. Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 17 december 2021, waarop alleen personeelsleden van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 189034 aandelen uitgegeven tegen 66,12 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de slotkoers van het KBC-aandeel op 15 november 2021. Het kapitaal verhoogde daardoor met 663509,34 miljoen euro en de uitgiftepremies stegen met 11835418,74 miljoen euro. Met die kapitaalverhoging wil de groep de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2021 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2021 (met uitzondering van het interimdividend van 3 euro per aandeel dat de vennootschap op 17 november 2021 betaalde). De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 23 oktober 2023 worden gebruikt voor een bedrag van 696539052,25 euro, waarvan nog maximaal 287539052,25 euro met opheffing van het voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,51 euro per aandeel kunnen dus in het kader van de bovengenoemde machtiging nog maximaal 198444174 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven, waarvan nog maximaal 81919957 met mogelijkheid tot opheffing van het voorkeurrecht. 293Jaarverslag KBC 2021 Toelichting 3: Aandeelhouders Ontvangen kennisgevingen: we ontvingen in 2021 enkele kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. We publiceren de ontvangen kennisgevingen in extenso op www.kbc.com. Hierna volgt een korte samenvatting: • 4 mei 2021: The Capital Group Companies, Inc (CGC): overschrijding van de 3%-drempel, tot 3,01% van het aantal aandelen/stemrechten in KBC Groep. • 11 november 2021: The Capital Group Companies, Inc (CGC): overschrijding van de 5%-drempel, tot 5,06% van het aantal aandelen/stemrechten in KBC Groep. Eigen aandelen: hierna volgt een overzicht van de eigen aandelen in het bezit van vennootschappen behorend tot de KBC-groep op het einde van het boekjaar. De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2021 bedroeg 3,51 euro. KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen 31-12-2021 31-12-2020 Bij KBC Securities NV 2 2 Bij KBC Bank NV 0 20 793 Totaal, in procent van het totale aantal aandelen 0,0% 0,0% * Als indekking voor uitstaande derivaten op indices/baskets waarin aandelen van KBC Groep zijn opgenomen. In de loop van 2022 werden die aandelen verkocht (voor 1,3 miljoen euro) aangezien de indekking niet langer nodig was. Toelichting 4: Balans • Op 31 december 2021 bedraagt het balanstotaal 30615 miljoen euro, tegenover 28856 miljoen euro het jaar voordien. • We bespreken de financiële vaste activa in Toelichting 1. • De vlottende activa bedragen 353 miljoen euro, tegenover 1647 miljoen euro het jaar voordien. De wijziging betreft vooral de Overige beleggingen (1,2 miljard euro vervallen). • We bespreken het eigen vermogen in Toelichting 2. • De schulden bedragen 17 301 miljoen euro, tegenover 11356 miljoen euro het jaar voordien. De wijziging betreft vooral de nettostijging van 2,9 miljard euro in leningen en het nog te betalen slotdividend (3,2 miljard euro). Toelichting 5: Resultaten • In 2021 bedraagt de nettowinst van KBC Groep NV 235 miljoen euro, tegenover 1263 miljoen euro het jaar voordien. • De bedrijfsopbrengsten daalden met 12% en de bedrijfskosten daalden met 13% ten opzichte van het jaar voordien. Dat heeft vooral te maken met de boekhoudkundige behandeling van de immateriële vaste activa (software) in boekjaar 2020. • De belangrijkste wijziging in het financiële resultaat betreft lagere ontvangen dividenden van verbonden ondernemingen. Toelichting 6: Vergoeding van de commissaris Zie Toelichting 6.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening. Toelichting 7: Bijkantoren KBC Groep NV had op 31 december 2021 drie bijkantoren (in Tsjechië, Bulgarije en Hongarije). Toelichting 8: Overige informatie KBC Groep NV maakt gebruik van financiële instrumenten voor de indekking van renterisico’s. Op 31 december 2021 bedroeg het notioneel uitstaande bedrag aan renteswaps ter indekking van renterisico’s 500 miljoen euro. KBC Groep NV is de uitgevende entiteit voor alle verlies absorberende instrumenten (aandeelhouderskapitaal, AT1, T2 en voor MREL in aanmerking komende instrumenten). In principe worden de middelen doorgegeven aan KBC Bank en KBC Verzekeringen in hetzelfde of een gelijkaardig formaat en met een gelijkaardige looptijd. Bijgevolg is er overeenstemming tussen de vervaldata van de schuld uitgegeven door KBC Groep en de doorlening aan zijn dochterondernemingen. De dividenden te betalen door KBC Groep worden gefinancierd door dividenden te ontvangen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. 294 Jaarverslag KBC 2021 Eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten kunnen opgevangen worden door de uitgifte van kortetermijnschuldpapier in het kader van het Short Term Certificate of Deposit Programme. De vereiste wettelijke informatie volgens art. 3:6 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die hierboven nog niet werd vermeld, inclusief de verklaring over niet-financiële informatie, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. U vindt een gedetailleerd overzicht van de invloed van de coronacrisis in Toelichting 1.4 van de geconsolideerde jaarrekening. 295Jaarverslag KBC 2021 Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse We zetten ons in om te voldoen aan de behoeften en verwachtingen van al onze stakeholders, zowel nu als in de toekomst. Om die behoeften en verwachtingen te kennen, onderhouden we regelmatig contact met een diverse groep belanghebbenden. Op die manier verbreden we onze kijk op de wereld en blijven we op de hoogte van wat belangrijk is voor hen en informeren we ook die stakeholders over wat er bij KBC gebeurt. Tot onze belangrijkste stakeholders rekenen we onze klanten, medewerkers, leveranciers, aandeelhouders, de samenleving (community), overheid en de toezichthouders. Meer gedetailleerde informatie daarover vindt u in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com. Om te weten te komen aan welke thema’s onze stakeholders het meest belang hechten, welke prioriteit zij daaraan geven en hoeveel impact de thema’s hebben op de prestatie en reputatie van KBC, gebruiken we een specifieke materialiteitsanalyse (zie tekening). • Stakeholdermapping en bepaling van het belang dat de stakeholdergroepen hebben in KBC of de invloed die ze uitoefenen op KBC • Identificatie en definitie van 13 onderwerpen van wezenlijk belang (‘short list’) • Online bevragingen en diepte-interviews met externe stakeholders en senior management en Raad van Bestuur met o.a. de vraag om hun top 5 van wezenlijke onderwerpen te selecteren • Opstellen van een materialiteitsmatrix • De matrix wordt voorgelegd aan Internal Sustainability Board en gevalideerd door Directiecomité. • Feedback van de External Sustainability Board. • Bepaling van het maturiteitsniveau van de 13 materiële onderwerpen in een workshop met vertegenwoordigers van alle kernlanden. • Resultaat van de oefening wordt getoetst aan duurzaamheids- strategie van de groep. We voeren om de twee jaar een materialiteitsanalyse uit. De meest recente analyse dateert van 2020. De analyse helpt ons te begrijpen welke thema’s belangrijk zijn voor KBC en onze stakeholders en dus op welke thema’s we ons het best focussen. Door de behoeften en de belangen van onze stakeholders te definiëren, kunnen we onze strategie ook aanpassen om aan hun verwachtingen te voldoen en over de juiste thema’s te rapporteren. Meer details vindt u in het duurzaamheidsverslag. Waar we in dit jaarverslag de diverse thema’s bespreken, vindt u in de volgende tabel. Fase 5: bepaling maturiteit Fase 4: conclusie inzake materialiteit Fase 1: bepaling van scope Fase 2: selectie van relevante topics Fase 3: validatie van topics & bepaling van belangrijkheid HOOG INVLOED VAN DE ONDERWERPEN OP DE BEOORDELINGEN EN BESLISSINGEN VAN DE STAKEHOLDER MATERIALITEITSMATRIX KBC GROEP GEMIDDELD GEMIDDELD HOOG 7 5 9 4 10 13 3 1 6 11 2 8 12 7 5 9 4 10 13 3 1 6 11 2 8 12 laag gemiddeld hoog laag gemiddeld hoog Weerbaarheid van ons bedrijfsmodel op lange termijn Duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten Ethische bedrijfsvoering en Verantwoord gedrag Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie naar klanten Informatiebeveiliging en gegevensbescherming Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst Talentvolle medewerkers aantrekken en behouden Bruikbaarheid van bank- en verzekeringsproducten en -diensten Rechtstreekse ecologische voetafdruk van onze bedrijfsvoering Inclusieve bedrijfscultuur Toegankelijke financiering Corporate citizenship NIVEAU VAN IMPACT VAN DE ORGANISATIE OP ECOLOGISCHE, SOCIALE EN ECONOMISCHE THEMA’S 296 Jaarverslag KBC 2021 Belangrijke elementen Informatie in dit rapport (selectie) Weerbaarheid van ons bedrijfsmodel op lange termijn • Ons financieel rapport • Ons bedrijfsmodel, onder ‘In welke omgeving zijn we actief’? • Onze strategie • Hoe beheren we onze risico’s? en Hoe beheren we ons kapitaal? Duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen en adviesdiensten • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Hoe creëren we duurzame waarde’ en ‘In welke omgeving zijn we actief?’ • Onze strategie, onder ‘Onze rol in de samenleving’, ‘Focus op het klimaat’ en ‘Focus op mensenrechten • Onze divisies • Hoe beheren we onze risico’s, onder ‘Klimaatgerelateerde en andere ESG- risico’s’ Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Wat maakt ons tot wie we zijn?’ • Onze strategie, onder ‘Onze rol in de samenleving’ en ‘Focus op mensenrechten’ • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder ‘Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen’ Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Hoe creëren we duurzame waarde’ en ‘In welke omgeving zijn we actief?’ • Onze strategie, onder ‘Onze rol in de samenleving’, ‘Focus op het klimaat’ en ‘Focus op mensenrechten’ Eerlijke, begrijpelijke en transparante informatie naar klanten • Onze strategie, onder ‘De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur’ en ‘Onze rol in de samenleving’ • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder ‘Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen’ Informatiebeveiliging en gegevensbescherming • Ons bedrijfsmodel, onder ‘In welke omgeving zijn we actief?’ • Onze strategie, onder ‘De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur’ • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder ‘Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen’ • Hoe beheren we onze risico’s?, onder ‘Niet-financiële risico’s’ Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst • Onze strategie, onder ‘We focussen op duurzame en rendabele groei’, ‘Onze rol in de samenleving’ en ‘Focus op het klimaat’ • Onze divisies Talentvolle medewerkers aantrekken en behouden • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties’ Bruikbaarheid van bank- en verzekeringsproducten en -diensten • Ons bedrijfsmodel, onder ‘In welke omgeving zijn we actief?’ • Onze strategie, onder ‘De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur’ • Onze divisies Rechtstreekse ecologische voetafdruk van onze bedrijfsvoering • Ons bedrijfsmodel, onder ‘In welke omgeving zijn we actief?’ • Onze strategie, onder ‘Onze rol in de samenleving’ en ‘Focus op het klimaat’ • Onze divisies • Hoe beheren we onze risico’s, onder’ Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico’s’ Inclusieve bedrijfscultuur • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Wat maakt ons tot wie we zijn?’ en ‘Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties’ • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder ‘Diversiteitsbeleid’ Toegankelijke financiering • Ons bedrijfsmodel, onder ‘Wat maakt ons tot wie we zijn?’ • Onze strategie, onder ‘De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur’ en ‘Onze rol in de samenleving’ • Onze divisies Corporate citizenship • Onze strategie, onder ‘Onze rol in de samenleving’ • Onze divisies 297Jaarverslag KBC 2021 Glossarium van financiële ratio’s en termen Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio’s en termen gebruikt de groep ook eigen ratio’s en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven (alternative performance measures, APM). We duiden die aan met APM in de titel en voegen de berekening toe. Common equity ratio Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het common equity tier 1-kapitaal. De hier vermelde ratio’s zijn gebaseerd op de Deense compromismethode. Wijzigingen in de kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de transitional view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode, wordt fully loaded genoemd. U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. Dekkingsratio (APM) Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) is gedekt door specifieke waardeverminderingen. De teller en noemer in de formule betreffen alle impaired kredieten, maar kunnen ook worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid (de gegevens voor die specifieke berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten). Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Specifieke waardeverminderingen op kredieten (A) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 2 569 2 638 / Impaired kredieten (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 5 454 5 902 = (A) / (B) 47% 45% Dividenduitkeringsratio (APM) Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken. Meer informatie over de dividenduitkeringspolitiek van de groep vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, onder Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties. Het dividendbedrag voor 2021 is onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Uit te keren dividendbedrag (inclusief het interimdividend) (A) Geconsolideerde vermogensmutaties 3 585 1 017 + Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen (B) Geconsolideerde vermogensmutaties 50 50 / Nettoresultaat, groepsaandeel (C) Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 2 614 1 440 = (A+B) / (C) 139% 74% * In de berekening van de dividenduitkeringsratio wijzen we van het in november 2021 uitbetaalde interimdividend (3 euro per dividendgerechtigd aandeel) 2 euro toe aan boekjaar 2020 en 1 euro aan boekjaar 2021. Het totaaldividend voor 2021 bedraagt bijgevolg 8,6 euro per aandeel, waarvan 4,6 euro uitzonderlijk dividend. Indien we alleen het gewone dividend (van 4 euro) in de berekening opnemen, bedraagt de dividenduitkeringsratio voor 2021 66%. Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (APM) Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC. Berekening (in miljoenen euro of aantallen) Verwijzing 2021 2020 Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) Geconsolideerde balans 21 577 20 030 / Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (op einde periode, in miljoenen) (B) Toelichting 5.10 416,9 416,7 = (A) / (B) (in euro) 51,8 48,1 298 Jaarverslag KBC 2021 Gecombineerde ratio schadeverzekeringen (APM) Geeft inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schade- regelingskosten (A) Toelichting 3.7 1 081 945 / Verdiende verzekeringspremies (B) Toelichting 3.7 1 841 1 742 + Bedrijfskosten (C) Toelichting 3.7 565 536 / Geboekte verzekeringspremies (D) Toelichting 3.7 1 875 1 769 = (A/B)+(C/D) 89% 85% Kosten-inkomstenratio (APM) Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de groep (in vorige verslagen werd dit beperkt tot de bankactiviteiten). We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Waar relevant berekenen we ook de kosten- inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Kosten-inkomstenratio Exploitatiekosten (A) Gecons. w-&-v-rekening: exploitatiekosten 4 396 4 156 / Totale opbrengsten (B) Gecons. w-&-v-rekening: totale opbrengsten 7 558 7 195 = (A) / (B) 58% 58% Kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen Exploitatiekosten (A) Gecons. w-&-v-rekening: exploitatiekosten 4 396 4 156 Min: uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (a1) 105 10 / Totale opbrengsten (B) Gecons. w-&-v-rekening: totale opbrengsten 7 558 7 195 Min: invloed van marked-to-marketwaardering van ALM- derivaten (b1) -197 -94 Min: uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (b2) -25 28 = (A-a1) / (B-b1-b2) 55% 57% * De uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten in 2021 omvatten 97 miljoen euro gerelateerd aan de (nog deels lopende) verkooptransacties in Ierland, 18 miljoen euro uitzonderlijke covid-bonus voor het personeel en een positieve 9 miljoen euro in verband met de terugname van een kostenvoorziening voor de KBC-toren in Antwerpen; de uitzonderlijke en/of niet operationele opbrengsten omvatten -45 miljoen euro gerelateerd aan de overstromingen in België (het uitkeringsbedrag boven de wettelijke limiet), 28 miljoen euro badwill in verband met OTP Banka Slovensko en -8 miljoen euro aan diverse kleinere elementen. Gedetailleerde overzichten van alle uitzonderlijke/niet-operationele elementen (per kwartaal) vindt u in onze bedrijfspresentaties (General investor presentations), beschikbaar op www.kbc.com. Kredietkostenratio (APM) Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico’s (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardever- minderingen, Toelichting 3.10 -329 1 068 / Gemiddelde kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 184 640 177 542 = (A) / (B) -0,18% 0,60% Voor de berekening van de ratio zonder de collectieve waardeverminderingen vanwege corona wordt de teller verminderd met de terugname van 494 miljoen euro (in 2021) en de toename van 783 miljoen euro (in 2020). De kredietkostenratio bedraagt in dat geval 0,09% in 2021 en 0,16% in 2020. 299Jaarverslag KBC 2021 Kredietportefeuille (APM) Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten. Berekening (in miljoenen euro) Verwijzing 2021 2020 Leningen en voorschotten aan klanten (A) Toelichting 4.1, Leningen en voorschotten aan klanten 159 728 159 621 + Reverse repo’s (niet op centrale banken) (B) Toelichting 4.1, onderdeel van Reverse repo’s met kredietinstellin - gen en beleggingsondernemingen 719 3 295 + Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietin - stellingen en beleggingsondernemingen (bank) (C) Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder- nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 4 830 6 056 + Andere blootstelling aan kredietinstellingen (D) - 4 392 4 009 + Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) Toelichting 6.1: onderdeel van Verstrekte financiële garanties 9 040 7 919 + Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) Toelichting 4.2: onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen 2 581 3 703 - Verzekeringsentiteiten (G) Toelichting 4.1: onderdeel van Leningen en voorschotten aan klanten -2 077 -2 198 - Niet-kredietgerelateerde vorderingen (H) - -338 -592 + Overige (I) Onderdeel van Toelichting 4.1 9 525 -923 = (A)+(B)+(C)+(D)+(E)+(F)-(G)-(H)+(I) 188 400 180 891 Vanaf het derde kwartaal van 2021 leidden de nog lopende verkooptransacties met betrekking tot de Ierse kredietportefeuille tot een verschuiving naar de balanspost ‘Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten’. In de kredietportefeuille is Ierland nog inbegrepen. Leverageratio Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio. U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op groepsniveau. Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR) Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Liquide activa van hoge kwaliteit (A) Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR en de EBA-richtlijnen voor LCR disclosure 108 642 81 833 / Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalen - derdagen (B) 65 399 55 714 = (A) / (B) 167% 147% Marktkapitalisatie Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep. Berekening (in euro of aantallen) Verwijzing 2021 2020 Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) – 75,5 57,3 X Aantal gewone aandelen, in miljoenen (B) Toelichting 5.10 416,9 416,7 = (A) X (B) (in miljarden euro) 31,5 23,9 300 Jaarverslag KBC 2021 Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen. De ratio wordt uitgedrukt in procent van risicogewogen activa (RWA) of Leverage Ratio Exposure Amount (LRE). U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR) Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) Regulation (EU) 2019/876 dd. 20-05-2019 218 124 209 932 / Vereist bedrag stabiele financiering (B) 147 731 143 901 = (A) / (B) 148% 146% Nettorentemarge (APM) Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten (A) Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten 3 863 3 788 / Gemiddelde rentedragende activa van de bankactiviteiten (B) Gecons. balans: onderdeel van totale activa 211 020 203 616 = (A) / (B) x 360 / aantal kalenderdagen 1,81% 1,84% * Na uitsluiting van alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer. Ratio van Impaired kredieten (APM) Geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille) en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug) betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12. De teller in de formule kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). De betreffende gegevens voor die berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Bedrag van impaired kredieten (A) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 5 454 5 902 / Totale kredietportefeuille (B) Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten 188 400 180 891 = (A) / (B) 2,9% 3,3% De berekening bevat slechts een gedeeltelijke impact van transfers tussen categorieën die ten grondslag liggen aan de management overlay van het verwachte collectieve coronacrisis-ECL, aangezien die worden bepaald op basis van een collectieve statistische benadering en dus niet volledig individueel kunnen worden gekoppeld aan specifieke kredieten. Zie ook Toelichting 4.2.1. 301Jaarverslag KBC 2021 Rendement op eigen vermogen (APM) Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen. Berekening (in miljoenen euro of %) Verwijzing 2021 2020 Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel- houders van de moedermaatschappij (A) Gecons. w-&-v-rekening 2 614 1 440 - Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (B) Gecons. vermogensmutaties -50 -50 / Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor FVOCI en voor FVPL-overlay (C) Gecons. vermogensmutaties 19 463 17 954 = (A-B) / (C) 13% 8% * Zonder de eenmalige impact van de (nog deels lopende) verkooptransacties in Ierland zou de ROE in 2021 15% bedragen. Totaal beheerd vermogen (APM) Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, C ˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak23-verzekeringsproducten, activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail-, privatebanking- en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille ook meegeteld in het totale beheerde vermogen vanwege het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan. Berekening (in miljarden euro) 2021 2020 Divisie België (A) 215,6 194,5 + Divisie Tsjechië (B) 14,0 11,4 + Divisie Internationale Markten (C) 6,5 5,7 (A)+(B)+(C) 236,2 211,6 Verkoop van levensverzekeringen (APM) De totale verkoop van levensverzekeringen is samengesteld uit verzekeringspremies leven en premies van tak23 (conform IFRS passen we voor het grootste deel van die tak23-verzekeringen het systeem van margin deposit accounting toe, wat betekent dat ze niet in de verdiende verzekeringspremies zijn vervat). Berekening (in miljoenen) Verwijzing 2021 2020 Verzekeringen Leven - Verdiende premies vóór herverzeke- ring (A) Winst-en-verliesrekening 1 196 1 223 + Verzekeringen Leven: verschil tussen uitgegeven en verdiende premies vóór herverzekering (B) – 1 2 + Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (tak 23), margin deposit accounting (C) – 768 764 (A)+(B) +(C) 1 964 1 989 Winst per aandeel, gewoon en verwaterd Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten). U vindt een gedetailleerde berekening in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 3.13. 302 Jaarverslag KBC 2021 Verklaring van de verantwoordelijke personen “Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden.” Contactadressen en kalender Investor Relations Office Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office) [email protected] KBC Groep NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Pers Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster) pressoffi[email protected] KBC Groep NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Duurzaam ondernemen Filip Ferrante (directeur Duurzaam KBC) [email protected] KBC Groep NV, Duurzaam KBC, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Kalender 2022 Publicatie Jaarverslag 2021, Duurzaamheidsrapport 2021 en Risk report 2021 4 april 2022 Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) 5 mei 2022 Publicatie resultaten 1e kwartaal 2022 12 mei 2022 Publicatie resultaten 2e kwartaal 2022 11 augustus 2022 Publicatie resultaten 3e kwartaal 2022 9 november 2022 De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com. Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal. 0,3 miljoen klanten 1 100 medewerkers 12 bankkantoren 11 miljard euro kredieten 5 miljard euro deposito’s Voor de Ierse activiteiten werden verkoopovereen- komsten gesloten 3,8 miljoen klanten 14 400 medewerkers 439 bankkantoren 119 miljard euro kredieten 130 miljard euro deposito’s 4,2 miljoen klanten 10 000 medewerkers 208 bankkantoren 35 miljard euro kredieten 45 miljard euro deposito’s 0,8 miljoen klanten 3 400 medewerkers 123 bankkantoren 10 miljard euro kredieten 8 miljard euro deposito’s 1,6 miljoen klanten 3 700 medewerkers 198 bankkantoren 7 miljard euro kredieten 10 miljard euro deposito’s 1,5 miljoen klanten 4 300 medewerkers 168 bankkantoren 4 miljard euro kredieten 6 miljard euro deposito’s België Tsjechië Hongarije Slowakije Bulgarije Ierland Klanten: schattingen; kredieten: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico’s?; deposito’s: deposito’s van klanten zonder schuldpapier en repo’s (incl.Ierland). Gegevens voor België inclusief het beperkte net van buitenlandse kantoren van KBC Bank. Medewerkers uitgedrukt in vte. KBC Groep in 2021 2,6 miljard euro nettowinst Akkoord over verkoop Ierse activiteiten (deels nog te finaliseren) Digitale strategie verdere uitbouw van Kate, de digitale assistent Sterke progressie inzake klimaat- gerelateerde doelstellingen Focus op gezondheid van klanten en medewerkers tijdens coronacrisis, in combinatie met continuïteit van dienstverlening Significante terugname waarde- verminderingen voor coronacrisis Hogere schade-uitkering als gevolg van extreme weersomstandig- heden in enkele kernlanden Akkoord over overname Bulgaarse activiteiten van Raiffeisen Bank International (nog te finaliseren) Overname Bulgaarse pensioen- en levens- verzekerings- activiteiten van NN 2 5752 570 2 489 1 440 2 614 Ontwikkeling van het nettoresultaat (in miljoenen euro) 20212020201920182017 1 997 697 127 -207 Verdeling van het nettoresultaat per divisie (2021, in miljoenen euro) Groeps- center Divisie Interna- tionale Markten Divisie Tsjechië Divisie België Ons werkgebied We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo’s en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig. Ons doel en onze ambitie Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen. Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten. Onze klanten, medewerkers en netwerk, 31-12-2021 Klanten 12 miljoen Medewerkers 40 000 Bankkantoren 1 159 Verzekeringsnetwerk 310 agentschappen in België, diverse distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa Onze ratings, 17-03-2022 Debt ratings op lange termijn Fitch Moody’s S&P’s KBC Bank NV A+ A2 A+ KBC Verzekeringen NV – – A KBC Groep NV A Baa1 A- Duurzaam heids- ratings CDP Sus tain - alytics S&P Global MSCI ISS ESG FTSE 4good KBC Groep A- low risk 74/100 AAA C prime 4,3/5 Paspoort van de KBC-groep Naast ons jaarverslag vindt u diepgaandere informatie in aparte rapporten op www.kbc.com. Jaarverslag Duurzaamheidsverslag Risicoverslag Verslag aan de samenleving • Verschaft informatie over bedrijfsmodel, strategie, duurzaamheid, governance, financiële prestaties, risico’s en kapitaal. We passen in de mate van het mogelijke de principes van Integrated Reporting toe. • www.kbc.com / investor relations / rapporten / jaarverslagen • Focust op onze duurzaam- heidsstrategie. Het bevat gedetailleerde niet-financiële gegevens en is opgemaakt rekening houdend met de GRI Standards (core option) en SASB standards. • www.kbc.com / duurzaam ondernemen / rapportering • Gaat dieper in op het risico- en het kapitaalbeheer van de groep. • www.kbc.com / investor relations / rapporten / risicorapporten • Wordt opgemaakt voor elk kernland en gaat dieper in op hoe KBC zijn rol opneemt in de samenleving. • Via www.kbc.com / duurzaam ondernemen 2021 Jaarverslag van KBC Groep www.kbc.com Jaarverslag van KBC Groep 2021

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.