AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

KBC Groupe NV

Quarterly Report Feb 9, 2023

3968_er_2023-02-09_0312467f-3bfa-4ea1-bc75-ff8c63830376.pdf

Quarterly Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Brussel, 9 februari 2023 (07u00 CET)

KBC Groep: Resultaat vierde kwartaal van 818 miljoen euro

Overzicht KBC-groep (geconsolideerd, IFRS) 4KW2022 3KW2022 4KW2021 FY2022 FY2021
Nettoresultaat (in miljoenen euro) 818 776 663 2 864 2 614
Gewone winst per aandeel (in euro) 1,93 1,83 1,56 6,75 6,15
Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro)*
België 525 444 486 1 759 1 997
Tsjechië 159 197 198 800 697
Internationale Markten 169 147 56 441 127
Groepscenter -35 -11 -77 -135 -207
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel
(in euro, per einde periode)
46,6 44,5 51,8 46,6 51,8

* Begin 2022 werd Ierland overgebracht van de divisie Internationale Markten naar het Groepscenter met het oog op de nog lopende verkoop. Cijfers uit het verleden zijn niet aangepast.

"Er is nu bijna een jaar verstreken sinds Rusland Oekraïne binnenviel en helaas lijkt er niet meteen een einde te komen aan de oorlog. De tragedie in Oekraïne veroorzaakt immens menselijk leed en onze oprechte solidariteit gaat uit naar alle slachtoffers van dit conflict. We hopen van harte dat er zo snel mogelijk een respectvolle, vreedzame en duurzame oplossing kan worden bereikt. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt, samen met andere geopolitieke onzekerheden ook een schokgolf in de wereldeconomie, die leidt tot hoge inflatie en een rem zet op de economische groei. Door die onzekerheden hebben we onze specifieke reserve voor geopolitieke en opkomende risico's verder verhoogd tot 429 miljoen euro aan het einde van het verslagkwartaal.

Naast deze ontwikkelingen hebben we de afgelopen maanden ook aanzienlijke vooruitgang geboekt in de uitvoering van onze strategie. Na de afronding van de overname van Raiffeisenbank Bulgaria begin juli, konden we eind vorige week de afronding aankondigen van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast heeft Bank of Ireland een kleine portefeuille van non-performing hypotheekleningen en kredietkaartsaldi overgenomen. De overeenkomst is een belangrijke stap in de ordelijke en gefaseerde terugtrekking van KBC uit de Ierse markt.

Op het vlak van duurzaamheid ben ik bijzonder trots dat KBC het Terra Carta-zegel heeft gekregen. We zijn een van de slechts 19 bedrijven wereldwijd die dat zegel in 2022 hebben ontvangen. Dit is een duidelijke erkenning van onze voortdurende inspanningen op het gebied van duurzaamheid. We gaan dan ook door op de ingeslagen weg en proberen nu onze klimaatdoelstellingen te laten valideren door het Science Based Targets-initiatief.

Wat onze financiële resultaten betreft, hebben we in het laatste kwartaal van 2022 een uitstekende nettowinst van 818 miljoen euro gerealiseerd. De totale opbrengsten profiteerden van hogere nettorente-inkomsten, een hoger trading- en reëlewaarderesultaat en hogere overige netto-inkomsten, die gedeeltelijk werden tenietgedaan door lagere technische verzekeringsinkomsten, dividendinkomsten en nettoprovisie-inkomsten. De kosten waren hoger (gedeeltelijk seizoensgebonden) en we boekten een nettowaardevermindering op onze kredietportefeuille, onder meer als gevolg van een verhoging van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Als we het resultaat van dit kwartaal optellen bij dat van de eerste negen maanden van het jaar, komt ons nettoresultaat over heel 2022 uit op 2 864 miljoen euro.

Onze solvabiliteit bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,4%. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2022 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,0 euro per aandeel voor te stellen (een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel werd al in november 2022 uitbetaald en de resterende 3,0 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2023). In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2022 willen we het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% (ongeveer 0,4 miljard euro) uitkeren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door

de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen. Met inbegrip van het voorgestelde totale dividend, de AT1-coupon en het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% zou de uitkeringsratio dan ongeveer 75% bedragen.

De afronding van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group zal leiden tot het vrijkomen van ongeveer 1 miljard euro aan kapitaal. We zijn van plan die 1 miljard euro uit te keren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen.

Ten slotte hebben we ook onze verwachtingen voor de volgende drie jaar bijgewerkt. Tussen 2022 en 2025 streven we naar een samengestelde jaarlijkse groeivoet van ongeveer 6,0% voor de totale opbrengsten en ongeveer 1,8% voor de exploitatiekosten (exclusief bankenheffing). Daarnaast willen we ook een gecombineerde ratio van maximaal 92% behalen.

Tot slot wil ik onze klanten, onze werknemers, onze aandeelhouders en al onze andere stakeholders bedanken voor hun blijvende vertrouwen en steun."

Johan Thijs Chief Executive Officer

Financiële hoofdlijnen van het vierde kwartaal van 2022

  • De nettorente-inkomsten stegen met 9% op kwartaalbasis en met 20% op jaarbasis (17% op jaarbasis wanneer het recent geconsolideerde Raiffeisenbank Bulgaria niet wordt meegerekend). De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2022 bedroeg 2,10%, een stijging met 20 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 25 basispunten ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. De kredietvolumes stegen met 7% ten opzichte van vorig jaar (ten opzichte van vorig kwartaal bleven ze stabiel) en ook de deposito's, exclusief schuldbewijzen stegen met 2% ten opzichte van vorig kwartaal en met 8% ten opzichte van vorig jaar. Deze groeicijfers zijn berekend op autonome basis (exclusief de wijzigingen in de consolidatiekring en wisselkoerseffecten).
  • De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (premies min lasten, plus het resultaat uit afgestane herverzekering) daalden met 12% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar stegen met 4% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. De stijging ten opzichte van een jaar geleden hield verband met hogere premie-inkomsten en lagere technische lasten, deels gecompenseerd door een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering. De gecombineerde ratio voor 2022 kwam uit op een uitstekende 89%. De verkoop van onze levensverzekeringsproducten steeg met 85% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 34% ten opzichte van vorig jaar.
  • De nettoprovisie-inkomsten daalden met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 6% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar (-9% jaar-op-jaar wanneer het recent geconsolideerde Raiffeisenbank Bulgaria niet wordt meegerekend). De daling ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk te wijten aan de hogere betaalde distributievergoedingen.
  • Het trading- en reëlewaarderesultaat was meer dan dubbel zo hoog als in het vorige kwartaal en 156 miljoen euro hoger dan de negatieve 39 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2021. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was vooral te danken aan een aanzienlijk hoger dealingroomresultaat en een hoger resultaat van de aandelenportefeuille van de verzekeraar.
  • Alle overige inkomsten samen stegen met 34 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal, maar daalden met 12 miljoen euro ten opzichte van een jaar geleden. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk toe te schrijven aan een stijging van de overige netto-inkomsten (deels als gevolg van gerealiseerde verliezen op de verkoop van obligaties in het vorige kwartaal).
  • De bankenheffing buiten beschouwing gelaten, stegen de kosten met 10% tegenover het vorige kwartaal en met 11% ten opzichte van een jaar geleden (9% wanneer het recent geconsolideerde Raiffeisenbank Bulgaria niet wordt meegerekend). De kosteninkomstenratio voor 2022 bedroeg 54%. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten. Wanneer alle bankenheffingen buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 48%.
  • In het verslagkwartaal werd een nettowaardevermindering op kredieten van 82 miljoen euro geboekt, tegenover een nettowaardevermindering van 79 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettoterugname van 62 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De nettowaardevermindering in het afgelopen kwartaal omvatte 40 miljoen euro met betrekking tot de kredietportefeuille en een verhoging van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's met 42 miljoen euro. Als gevolg daarvan bedroeg de kredietkostenratio over heel 2022 0,08%, tegenover -0,18% voor heel 2021 (een negatief cijfer duidt op een positief effect op de resultaten).
  • Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 152% en NSFR van 136%. Onze kapitaalbasis bleef ook stevig, met een fully loaded common equity ratio van 15,4%.

Overzicht van resultaten en balans

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS,

KBC-groep (in miljoenen euro) 4Q2022 3Q2022 2Q2022 1Q2022 4Q2021 FY2022 FY2021
Nettorente-inkomsten 1 416 1 297 1 248 1 200 1 177 5 161 4 451
Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) 224 238 222 197 181 881 782
Verdiende premies 522 521 503 487 486 2 033 1 885
Technische lasten -298 -284 -280 -291 -305 - 1 153 -1 103
Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) 17 50 14 11 10 92 45
Verdiende premies 339 268 266 290 375 1 163 1 196
Technische lasten -322 -218 -252 -279 -365 -1 071 -1 150
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -21 -7 2 24 15 -2 25
Dividendinkomsten 10 22 21 7 9 59 45
Nettoresultaat uit fin.instrumenten tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in
de winst-en-verliesrekening1
117 56 89 143 -39 406 145
Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten
tegen reële waarde met verwerking van waarde
veranderingen via other comprehensive income
-1 -5 -14 -2 1 -22 6
Nettoprovisie-inkomsten 451 463 451 482 479 1 847 1 836
Overige netto-inkomsten 44 2 90 54 56 190 223
Totale opbrengsten 2 257 2 115 2 123 2 116 1 887 8 612 7 558
Exploitatiekosten -1 160 -1 067 -1 071 -1 520 -1 078 -4 818 -4 396
Bijzondere waardeverminderingen -132 -101 -28 -22 16 -284 261
w/v: op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen
reële waarde via other comprehensive income 2
-82 -79 -9 15 62 -155 334
Aandeel in het resultaat van geassoc.
ondernemingen en joint-ventures
-2 -3 -2 -3 -2 -10 -5
Resultaat vóór belastingen 962 945 1 023 571 823 3 500 3 418
Belastingen -144 -168 -211 -113 -160 -636 -804
Resultaat na belastingen 818 776 811 458 663 2 864 2 614
toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0
toerekenbaar aan de aandeelhouders v/d
moedermaatschappij
818 776 811 458 663 2 864 2 614
Gewone winst per aandeel (in euro) 1,93 1,83 1,92 1,07 1,56 6,75 6,15
Verwaterde winst per aandeel (in euro) 1,93 1,83 1,92 1,07 1,56 6,75 6,15
Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS
KBC-groep (in miljoenen euro) 31-12-2022 30-09-2022 30-06-2022 31-03-2022 31-12-2021
Balanstotaal 355 843 363 528 369 807 369 903 340 346
Leningen & voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's) 178 053 177 100 168 984 164 639 159 728
Effecten (eigenvermogens- en schuldinstrumenten) 67 582 66 043 66 703 66 789 67 794
Deposito's van klanten (excl. schuldpapier en repo's) 224 407 217 538 217 293 205 896 199 476
Technische voorzieningen, vóór herverzekering 18 484 18 569 18 817 19 092 18 967
Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen 12 002 11 964 12 153 13 131 13 603
Eigen vermogen van de aandeelhouders 19 430 18 540 18 739 21 608 21 577
Selectie van ratio's
KBC-groep (geconsolideerd) FY2022 FY2021
Rendement op eigen vermogen 14% 13%
Kosten-inkomstenratio groep
Exclusief bepaalde niet-operationele posten / Exclusief volledige
bankenheffing
56%
54% / 48%
58%
55% / 51%
Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen 89% 89%
Common equity ratio, Basel III, Danish Compromise, fully
loaded [transitioneel]
15,4% [14,1%] 15,5% [16,
8%]
Common equity ratio, FICOD, fully loaded [transitioneel] 14,5% [14,1%] 14,8% [16,1%]
Kredietkostenratio3 0,08% -0,18%
Ratio impaired kredieten 2,1% 2,9%
w/v impaired kredieten > 90 dagen achterstallig 1,1% 1,5%
Net stable funding ratio (NSFR) 136% 148%
Liquidity coverage ratio (LCR) 152% 167%

1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.

2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.

3 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed).

Impact van de verkooptransactie voor de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland op de balans: vanaf het derde kwartaal van 2021 zijn alle activa en verplichtingen die deel uitmaken van groepen activa die worden afgestoten, verplaatst naar "Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten" aan de actiefzijde van de balans en naar "Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten" aan de passiefzijde van de balans (na afronding van de transacties zullen ze niet langer in de balans opgenomen worden). Invloed op de winst-en-verliesrekening: de resultaten van de groepen activa die worden afgestoten blijven in de desbetreffende posten van de winst-en-verliesrekening opgenomen totdat ze uit de balans worden verwijderd (afronding van de transacties). Invloed op de kredietkostenratio en de ratio van impaired kredieten: Ierse kredietportefeuille inbegrepen tot afronding van de transacties. KBC Bank Ireland behoorde tot en met het vierde kwartaal van 2021 tot de divisie Internationale Markten en werd bij aanvang van het eerste kwartaal van 2022 overgeheveld naar het Groepscenter.

Analyse van het kwartaal (4KW2022)


Totale
opbrengsten
2
257
miljoen euro
De totale opbrengsten stegen met 7% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 20%
op jaarbasis (17% op jaarbasis als we het onlangs geconsolideerde Raiffeisenbank
Bulgaria niet meerekenen).
De nettorente-inkomsten, het trading- en reëlewaarderesultaat en de overige netto
inkomsten stegen, terwijl de technische verzekeringsinkomsten, de dividendinkomsten
en de nettoprovisie-inkomsten daalden ten opzichte van het vorige kwartaal.

De nettorente-inkomsten bedroegen 1 416 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2022, een stijging met 9% ten opzichte van het vorige kwartaal en 20% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. Wanneer het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria vanaf het derde kwartaal van 2022 buiten beschouwing wordt gelaten, stegen de nettorente-inkomsten met 17% op jaarbasis. De consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing gelaten, profiteerden de nettorenteinkomsten zowel op kwartaalbasis als op jaarbasis van de aanhoudende verbetering van de herbeleggingsrentes in alle kernlanden (behalve op kwartaalbasis in Tsjechië), de autonome groei van de kredietvolumes (op jaarbasis) en de depositovolumes (zowel op kwartaalbasis als op jaarbasis), de hogere inkomsten uit financiering (meer termijndeposito's tegen betere marges) en de hogere inkomsten uit inflatiegeïndexeerde obligaties. Dat werd gedeeltelijk tenietgedaan door de druk op de kredietmarges in bijna alle kernlanden. De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2022 bedroeg 2,10%, een stijging met 20 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 25 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.

Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten voor heel 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.

De klantendeposito's exclusief schuldbewijzen stegen met 2% op kwartaalbasis en met 8% jaar-op-jaar op autonome basis (of met respectievelijk +1% en +5% als we de volatiliteit van de deposito's in de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten). Het totale volume van de kredietverlening aan klanten bleef stabiel op kwartaalbasis, maar steeg op autonome basis met 7% jaar-op-jaar. In de cijfers op autonome basis werden de wisselkoerseffecten en de effecten van wijzigingen in de consolidatiekring buiten beschouwing gelaten.

De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) droegen 204 miljoen euro bij aan de totale opbrengsten. Dat is een daling van 12% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar een stijging van 4% ten opzichte van vierde kwartaal van 2021. Ten opzichte van het vorige kwartaal bleven de verdiende premies stabiel, terwijl het nettoresultaat uit afgestane herverzekering daalde en de technische lasten stegen (in het vorige kwartaal profiteerden ze van het positieve effect van de terugname van technische voorzieningen in Tsjechië). Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021 was de stijging van het technische resultaat uit schadeverzekeringen toe te schrijven aan een stijging van de premie-inkomsten met 7% enerzijds en een daling van de technische lasten met 2% anderzijds, deels tenietgedaan door een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering. In totaal kwam de gecombineerde ratio voor 2022 uit op een uitstekende 89%, evenveel als de ratio voor 2021.

De technische inkomsten uit onze levensverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroegen 16 miljoen euro, tegenover 49 miljoen euro in het vorige kwartaal en 10 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het cijfer van het vorige kwartaal profiteerde van het positieve effect van een terugname van technische voorzieningen in Tsjechië. De verkoop van levensverzekeringsproducten in het vierde kwartaal van 2022 (724 miljoen euro) steeg met 85% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk dankzij een hogere verkoop van tak 23-beleggingsverzekeringen (in de eerste plaats dankzij de succesvolle lancering van nieuwe gestructureerde fondsen in België) en een hogere verkoop van tak 21-producten in België (vooral door de traditioneel hogere volumes van fiscaal geïnspireerde pensioenspaarproducten in het vierde kwartaal). De verkoop steeg met 34% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar, vooral dankzij een hogere verkoop van tak 23-producten, die gedeeltelijk werd gecompenseerd door een lagere verkoop van tak 21-producten. In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen 41% in het vierde kwartaal van 2022. De overige 59% bestond uit tak 23-producten.

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 451 miljoen euro, een daling met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 6% ten opzichte van een jaar geleden (of 9% als we het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing laten). De daling ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk te wijten aan de hogere distributievergoedingen voor bankproducten en de toegenomen verkoop van verzekeringen. De daling van 6% op jaarbasis was het gevolg van een daling van de vergoedingen uit vermogensbeheer (lagere beheers- en instapvergoedingen) en hogere betaalde distributievergoedingen, deels gecompenseerd door een stijging van de vergoedingen voor bankdiensten. Eind december 2022 bedroeg ons totale beheerde vermogen 206 miljard euro, een stijging van 1% op kwartaalbasis, maar een daling van 13% op jaarbasis. De daling op jaarbasis was volledig toe te schrijven aan de negatieve marktprestaties (-15%), deels gecompenseerd door een goede nettoinstroom van direct geld van klanten.

Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg 117 miljoen euro, tegenover 56 miljoen euro in het vorige kwartaal en -39 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2021. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal werd voornamelijk veroorzaakt door een aanzienlijk hoger dealingroomresultaat en het hogere resultaat van de aandelenportefeuille van de verzekeraar, die de negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en de kleinere positieve verandering in marktwaardeaanpassingen (xVA) meer dan tenietdeden. Ten opzichte van een jaar geleden steeg het trading- en reëlewaarderesultaat dankzij een minder negatieve verandering in de marktwaardeaanpassingen van derivaten gebruikt voor balansbeheer, een hoger dealingroomresultaat en het hogere resultaat van de aandelenportefeuille van de verzekeraar, die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door een kleinere positieve verandering in xVA.

De resterende overige inkomsten (in totaal 53 miljoen euro) omvatten 10 miljoen euro aan dividendinkomsten, een netto gerealiseerd resultaat van -1 miljoen euro uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI ('Other Comprehensive Income'), en 44 miljoen euro aan overige netto-inkomsten. Dit laatste cijfer lag iets onder de normale run rate voor deze post van 50 miljoen euro, vooral door een negatieve eenmalige voorziening van 7 miljoen euro voor oude juridische dossiers in Slowakije (terwijl het vorige kwartaal vooral werd beïnvloed door gerealiseerde verliezen op de verkoop van obligaties

Exploitatiekosten 1 160 miljoen euro • De exploitatiekosten exclusief bankenheffing stegen met 10% op kwartaalbasis en met 9% jaar-op-jaar (dit laatste cijfer exclusief Raiffeisenbank Bulgaria).

• De kosten-inkomstenratio op groepsniveau voor het boekjaar 2022 bedroeg 54% wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten.

De exploitatiekosten bedroegen in het vierde kwartaal van 2022 1 160 miljoen euro. De bankenheffing bedroeg 15 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2022, tegenover 23 miljoen euro in het vorige kwartaal en 47 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal omvatte een gedeeltelijke recuperatie van 14 miljoen euro met betrekking tot de buitengewone bijdrage van 24 miljoen euro aan het depositogarantiefonds (in verband met de wind down van Sberbank Hungary) die in het eerste kwartaal van 2022 was geboekt.

De exploitatiekosten exclusief bankenheffingen stegen met 10% op kwartaalbasis en met 11% op jaarbasis (of met 9% als het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing wordt gelaten), wat in beide gevallen – afgezien van bepaalde eenmalige posten – te wijten was aan een aantal factoren, waaronder inflatiedruk en loonindexering, hogere ICT-kosten, professionele vergoedingen en marketing- en facilitaire uitgaven.

De kosten-inkomstenratio voor de groep bedroeg 56% voor heel 2022. Als we bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing laten, bedroeg de ratio 54%, tegenover 55% voor heel 2021. Als we de bankenheffing buiten beschouwing laten, verbeterde de kosten-inkomstenratio tot 48% (tegenover 51% voor heel 2021).

Voor een indicatie van de exploitatiekosten voor 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.

Waardeverminderingen op kredieten

• Nettowaardeverminderingen en een toename van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's in het verslagkwartaal.

82 miljoen euro nettowaardevermindering

•Kredietkostenratio voor heel 2022 op 0,08%.

In het verslagkwartaal boekten we een nettowaardevermindering op kredieten van 82 miljoen euro, tegenover een nettowaardevermindering van 79 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettoterugname van 62 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De nettowaardevermindering in het verslagkwartaal omvatte een bijkomende voorziening van 42 miljoen euro voor geopolitieke en opkomende risico's en een nettowaardevermindering van 40 miljoen euro voor onze kredietportefeuille. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en opkomende risico's eind december 2022 429 miljoen euro. Een gedetailleerde berekening en achtergrondinformatie vindt u in Note 1.4 in het deel 'Consolidated financial statements' van het Quarterly Report.

Uitgesplitst per land bedroegen de nettowaardeverminderingen op kredieten 38 miljoen euro in België, 23 miljoen euro in Tsjechië, 8 miljoen euro in Slowakije, 5 miljoen euro in Hongarije en 14 miljoen euro in Bulgarije, deels gecompenseerd door een nettoterugname van waardeverminderingen van 6 miljoen euro in het Groepscenter.

Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,08% in 2022 (0,00% zonder de bedragen geboekt voor geopolitieke en opkomende risico's en de terugname van de resterende reserve voor de coronacrisis), tegenover -0,18% voor heel 2021 (0,09% zonder de gedeeltelijke terugname van de reserve voor de coronacrisis). Een negatief cijfer betekent een positief effect op het resultaat. Eind december 2022 stond 2,1% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,9% eind 2021. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,1% van de kredietportefeuille, tegenover 1,5% eind 2021. De verbetering van de ratio's van impaired kredieten had vooral te maken met de verkoop van het grootste deel van de non-performing Ierse hypotheekportefeuille in februari 2022.

Voor een indicatie van de verwachte invloed van de waardeverminderingen op kredieten voor heel 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.

De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 51 miljoen euro, tegenover 23 miljoen euro in het vorige kwartaal en 46 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2021. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal omvatte een waardevermindering van 25 miljoen euro in verband met modificationverliezen door de verlenging van het renteplafond op leningen in Hongarije, alsook een waardevermindering van 21 miljoen euro voor materiële en immateriële activa en een waardevermindering van 5 miljoen euro op goodwill in Tsjechië.

Nettoresultaat België Tsjechië Internationale
Markten
Groepscenter
per divisie
525 miljoen euro 159 miljoen euro 169 miljoen euro -35 miljoen euro

België: het nettoresultaat (525 miljoen euro) lag 18% hoger dan in het vorige kwartaal. Dat was hoofdzakelijk toe te schrijven aan het gecombineerde effect van hogere totale opbrengsten (voornamelijk als gevolg van gestegen nettorente-inkomsten en een hoger trading- en reëlewaarderesultaat, terwijl de technische verzekeringsinkomsten en de dividendinkomsten daalden), hogere kosten en hogere nettowaardeverminderingen.

Tsjechië: het nettoresultaat (159 miljoen euro) daalde met 19% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat kwam door een combinatie van lagere totale opbrengsten (zo daalden de technische verzekeringsinkomsten, de nettoprovisie-inkomsten en het trading- en reëlewaarderesultaat, terwijl onder meer de overige netto-inkomsten stegen) en hogere kosten, deels gecompenseerd door iets lagere nettowaardeverminderingen.

Internationale Markten: het nettoresultaat van 169 miljoen euro is als volgt verdeeld: 17 miljoen euro in Slowakije, 104 miljoen euro in Hongarije en 48 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie steeg het nettoresultaat met 15% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk door hogere totale opbrengsten (vooral als gevolg van hogere nettorente-inkomsten), die gedeeltelijk werden tenietgedaan door hogere kosten en hogere nettowaardeverminderingen.

Groepscenter: het nettoresultaat (-35 miljoen euro) was 24 miljoen euro lager dan dat van het vorige kwartaal. Vanaf 2022 omvat het Groepscenter ook het resultaat voor Ierland, gezien de nog lopende verkoop. Het nettoresultaat voor Ierland bedroeg in het verslagkwartaal 33 miljoen euro en omvatte een positieve 9 miljoen euro aan diverse eenmalige effecten naar aanleiding van de nog lopende verkooptransactie, tegenover respectievelijk 21 en 9 miljoen euro in het vorige kwartaal.

België Tsjechië Internationale Markten1
Selectie van ratio's per divisie FY2022 FY2021 FY2022 FY2021 FY2022 FY2021
Kosten-inkomstenratio, groep: exclusief bepaalde niet-operationele
elementen / exclusief volledige bankenheffing
53%/46% 51%/45% 48%/45% 53%/50% 51%/43% 63%/61%
Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen 90% 90% 83% 87% 85% 86%
Kredietkostenratio2 0,03% -0,26% 0,13 % -0,42% 0,31% 0,36%
Ratio impaired kredieten 1,9% 2,2% 1,7% 1,8% 1,9% 5,7%

1 Begin 2022 werd Ierland overgebracht van de divisie Internationale Markten naar het Groepscenter met het oog op de nog lopende verkoop. De cijfers zijn daardoor niet vergelijkbaar. 2 Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van waardeverminderingen (met een positieve invloed op de resultaten). Zie Glossarium van ratio's en termen in het kwartaalverslag.

In het deel Additional information van het Engelstalig Quarterly report vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.

Eigen
vermogen,
solvabiliteit
en liquiditeit
Totaal
eigen vermogen
Common equity
ratio
(fully loaded)
Liquidity coverage
ratio
Net stable funding
ratio
20,9 miljard euro 15,4% 152% 136%

Eind december 2022 bedroeg ons totaal eigen vermogen 20,9 miljard euro, waarvan 19,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders was en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde met 2,1 miljard euro ten opzichte van eind 2021. Dat was toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een aantal posten, waaronder de winst over 2022 (+2,9 miljard euro), de uitkering van het slotdividend voor 2021 (7,6 euro per aandeel) in mei 2022 en van het interimdividend voor 2022 (1 euro per aandeel) in november 2022 (-3,6 miljard euro in totaal), een daling van de herwaarderingsreserves (-1,4 miljard euro) en een aantal minder belangrijke posten. We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel 'Consolidated financial statements' van het Quarterly Report, onder 'Consolidated statement of changes in equity'.

Onze solvabiliteit bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,4%. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2022 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,0 euro per aandeel voor te stellen (een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel werd al in november 2022 uitbetaald en de resterende 3,0 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2023). In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2022 willen we het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% (ongeveer 0,4 miljard euro) uitkeren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interimdividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen. Met inbegrip van het voorgestelde totale dividend, de AT1-coupon en het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% zou de uitkeringsratio dan ongeveer 75% bedragen.

De afronding van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group zal leiden tot het vrijkomen van ongeveer 1 miljard euro aan kapitaal. We zijn van plan die 1 miljard euro uit te keren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen.

De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg eind december 2022 203%, tegenover 201% eind 2021. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvency' in het deel 'Additional information' van het Quarterly Report.

Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 152% en een NSFR-ratio van 136% (tegenover respectievelijk 167% en 148% eind 2021).

Analyse van het boekjaar 2022

Nettowinst De nettowinst steeg met 10% ten opzichte van een jaar geleden.
2
864
miljoen euro
De totale opbrengsten stegen met 14%, vooral dankzij de nettorente-inkomsten, het
trading- en reëlewaarderesultaat en de technische verzekeringsinkomsten.
De exploitatiekosten zonder de bankenheffingen stegen met 8% jaar-op-jaar. De
bankenheffingen stegen met maar liefst 23% op jaarbasis.
Een nettowaardevermindering op kredieten van 154 miljoen euro, tegenover een grote
nettoterugname van 334 miljoen euro in dezelfde periode vorig jaar.

Hoofdlijnen (vergeleken met het boekjaar 2021, tenzij anders vermeld):

  • De nettorente-inkomsten stegen met 16% tot 5 161 miljoen euro. Dat was onder meer toe te schrijven aan de verbetering van de herbeleggingsrentes in alle kernlanden, de groei van de krediet- en depositovolumes (zie hieronder), hogere inkomsten uit financiering, de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria sinds het derde kwartaal van 2022, hogere nettorente-inkomsten op de obligatieportefeuille van de verzekeraar en een positief wisselkoerseffect (appreciatie van de Tsjechische kroon, deels gecompenseerd door een depreciatie van de Hongaarse forint tegenover de euro). Dat werd gedeeltelijk gecompenseerd door het negatieve effect van een aantal factoren, waaronder druk op de kredietmarges in bijna alle kernlanden, de afschaffing in het derde kwartaal van negatieve rentes op rekeningen van bedrijven en kmo's en het uitblijven van een positief effect van ECBtiering sinds eind juli 2022. Op autonome basis (wijzigingen in de consolidatiekring en wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten) steeg het volume van kredieten aan klanten met 7% en dat van deposito's exclusief schuldbewijzen met 8% op jaarbasis. De nettorentemarge bedroeg in 2022 1,96%, een stijging met 15 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
  • Het verzekeringstechnische resultaat steeg met 14% tot 971 miljoen euro. Het technische resultaat voor het schadebedrijf steeg met 9% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat was te danken aan hogere premie-inkomsten (+8%), die de hogere technische lasten (+4%) en een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering ruimschoots compenseerden. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor 2022 bedroeg een uitstekende 89%, hetzelfde cijfer als vorig jaar. De verkoop van levensverzekeringen steeg met 6% tot 2 085 miljoen euro door een hogere verkoop van tak 23 verzekeringsproducten, die slechts gedeeltelijk werd gecompenseerd door een lagere verkoop van tak 21-producten.
  • De nettoprovisie-inkomsten stegen licht met 1% tot 1 847 miljoen euro. Het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria in het derde kwartaal van 2022 buiten beschouwing gelaten, daalden de nettoprovisie-inkomsten met 1%. De autonome daling was toe te schrijven aan hogere betaalde distributievergoedingen voor bankproducten en voor hogere verkopen van schadeverzekeringen en lagere instapvergoedingen voor vermogensbeheerdiensten, die gedeeltelijk werden gecompenseerd door hogere vergoedingen voor bankdiensten, terwijl de beheersvergoedingen voor vermogensbeheerdiensten ongeveer stabiel bleven. Eind december 2022 was het totale beheerde vermogen met 13% gedaald tot 206 miljard euro, volledig te wijten aan negatieve marktprestaties (-15%), deels gecompenseerd door een goede netto-instroom van direct geld van klanten.
  • Het trading- en reëlewaarderesultaat is meer dan verdubbeld tot 406 miljoen euro. Dat was hoofdzakelijk toe te schrijven aan een minder negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en een hoger dealingroomresultaat.
  • Alle andere inkomstenposten samen daalden met 17% tot 227 miljoen euro. Dat kwam voornamelijk door lagere overige netto-inkomsten (als gevolg van verliezen op de verkoop van laagrentende obligaties) en het lagere netto gerealiseerde resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI, gedeeltelijk gecompenseerd door hogere dividendinkomsten.
  • De exploitatiekosten stegen met 10% tot 4 818 miljoen euro. Ze omvatten 646 miljoen euro aan bankenheffingen. Dat is een stijging met 23% ten opzichte van de referentieperiode, deels door een buitengewone betaling aan het depositogarantiefonds met betrekking tot Sberbank Hungary en een nieuwe bank- en verzekeringsbelasting in Hongarije in de verslagperiode. Als we de bankenheffingen, het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria, wisselkoerseffecten en diverse eenmalige posten (zie verder) buiten beschouwing laten, stegen de bedrijfskosten met 7%. Dat was hoofdzakelijk toe te schrijven aan inflatiegebonden loondrift, hogere ICT-uitgaven, hogere professionele vergoedingen en toegenomen facilitaire en marketingkosten. De belangrijkste eenmalige posten in de verslagperiode waren een extra winstpremie voor het personeel (vergeleken met een kleinere covidbonus in de referentieperiode), eenmalige kosten in verband met de verkoop van de Ierse portefeuilles (vergeleken met een grotere impact in de referentieperiode), eenmalige integratiekosten in verband met Raiffeisenbank Bulgaria en kosten in de aanloop naar de invoering van de euro. De kosten-inkomstenratio kwam uit op 56%, of 54% als bepaalde niet-operationele elementen buiten beschouwing worden gelaten (tegenover 55% voor boekjaar 2021). Wanneer de bankenheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, verbeterde de kosten-inkomstenratio voor de verslagperiode tot 48% (tegenover 51% voor boekjaar 2021).
  • Waardeverminderingen op kredieten: een nettowaardevermindering van 154 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 334 miljoen euro in de referentieperiode. 2022 omvatte de volledige terugname van de resterende voorziening voor de coronacrisis, een kleine nettoterugname van waardeverminderingen voor individuele leningen, een nieuwe voorziening voor geopolitieke en opkomende risico's (die nu 429 miljoen euro bedraagt) en eenmalige waardeverminderingen met betrekking tot de verkoopovereenkomsten in Ierland. De grote nettoterugname in de referentieperiode was hoofdzakelijk toe te schrijven aan een grote gedeeltelijke terugname van de reserve die was aangelegd voor de coronacrisis, en werd deels gecompenseerd door eenmalige waardeverminderingen in verband met de verkoopovereenkomsten in Ierland. Daardoor bedroeg de kredietkostenratio voor de hele groep 0,08%, tegenover -0,18% voor boekjaar 2021 (een negatief cijfer duidt op een positieve invloed op het resultaat). De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 130 miljoen euro (deels als gevolg van 63 miljoen euro aan modificationverliezen in Hongarije), hoger dan de 73 miljoen euro in de referentieperiode, als gevolg van diverse eenmalige posten.
  • Het nettoresultaat van 2 864 miljoen euro voor 2022 kan als volgt worden uitgesplitst: 1 759 miljoen euro voor divisie België (238 miljoen euro minder dan dezelfde periode vorig jaar), 800 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een stijging van 103 miljoen euro), 441 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een daling van 31 miljoen euro op vergelijkbare basis, d.w.z. zonder Ierland en Raiffeisenbank Bulgaria) en -135 miljoen euro voor het Groepscenter (een stijging van 370 miljoen euro op vergelijkbare basis, d.w.z. inclusief Ierland).

Recente ESG-ontwikkelingen

KBC wil zijn klimaatdoelstellingen laten valideren door de gerenommeerde externe partij SBTi

Na de garantie van PWC betreffende onze basisemissie-intensiteit streeft KBC nu de validering na van zijn klimaatdoelstellingen door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). SBTi, een partnerschap tussen CDP, het United Nations Global Compact, het World Resources Institute (WRI) en het World Wide Fund for Nature (WWF), stimuleert ambitieuze klimaatactie in de private sector door organisaties de mogelijkheid te geven wetenschappelijk onderbouwde emissiereductiedoelstellingen te bepalen. KBC Bank (en zijn geconsolideerde entiteiten) zal zijn bestaande klimaatdoelstellingen onderwerpen aan een omvangrijke reeks criteria en vereisten, die onafhankelijk worden beoordeeld door het SBTi. KBC streeft ernaar om binnen 24 maanden validering door het SBTi te verkrijgen.

KBC ontvangt het Terra Carta-zegel als erkenning voor zijn inzet voor een duurzame toekomst

KBC is een van de 19 bedrijven wereldwijd die in 2022 het Terra Carta-zegel kregen. Het Terra Carta-zegel, dat tijdens COP26 werd gelanceerd door Zijne Majesteit Koning Charles III, toen nog Prins van Wales, erkent bedrijven over de hele wereld die innovatie stimuleren en zich inzetten voor de creatie van echt duurzame markten. Het wordt toegekend aan bedrijven waarvan de ambities in overeenstemming zijn met de Terra Carta, een herstelplan voor Natuur, Mens en Planeet dat in januari 2021 is gelanceerd.

Het Terra Carta-zegel erkent dat elke industrie voor unieke uitdagingen staat in haar transitie naar een duurzame toekomst en dat ze niet allemaal even ver staan op het pad naar duurzaamheid. En alle industrieën en bedrijven moeten worden ondersteund als ze stappen in een positievere richting zetten. Tegelijkertijd moet het tempo verhoogd worden als we de 1,5 °C-doelstelling willen halen, de biodiversiteit willen beschermen en herstellen en een positieve invloed willen hebben op het leven en de bestaansmiddelen van de huidige en toekomstige generaties.

Verklaring met betrekking tot risico, economische standpunten en guidance

Verklaring met betrekking tot risico

Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.

Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Deze vloeien voornamelijk voort uit de impact van de oorlog in Oekraïne, niet alleen rechtstreeks, maar vooral onrechtstreeks door de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde, die al onder druk stonden na de coronapandemie. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, verminderde liquiditeit en volatiliteit op de financiële markten, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, inclusief de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving en GDPR) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaatgerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft de waakzaamheid op dat gebied opnieuw verhoogd. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen via hogere belastingbijdragen van de financiële sector en hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds in te voeren of betalingsuitstel voor kredieten toe te staan).

We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.

Onze kijk op economische groei

Na een kwartaal-op-kwartaalgroei van 0,8% (niet-geannualiseerd) in het derde kwartaal, is de Amerikaanse economie ook in het vierde kwartaal gegroeid met 0,7% ten opzichte van het vorige kwartaal (niet-geannualiseerd), voornamelijk dankzij voorraadopbouw en particuliere consumptie. Hoewel we voor het eerste kwartaal van 2023 een verdere, zij het meer gematigde groei verwachten (+0,2%), is een lichte krimp van de economie nog altijd waarschijnlijk in het tweede en derde kwartaal, met een dalende groei in beide kwartalen van -0,1% (een technische recessie). Dat zal grotendeels komen door de aanhoudende hoge inflatie en een verdere verkrapping van de financiële voorwaarden als gevolg van het monetaire beleid van de Fed.

Ondertussen was de groei in de eurozone in het vierde kwartaal licht positief met 0,1% op kwartaalbasis (tegenover +0,3% in het derde kwartaal), waardoor een krimp en het mogelijke begin van een technische recessie werden vermeden. Verwacht wordt dat de economie van de eurozone in het eerste kwartaal van 2023 zal stagneren, voornamelijk als gevolg van de uitgestelde effecten van de energiecrisis en de verstrakking van het monetaire beleid.

In het vierde kwartaal van 2022 bleef de economische groei in België licht positief (+0,1%), maar in het eerste en tweede kwartaal van 2023 verwachten we een stagnatie, waardoor een technische recessie nipt wordt vermeden. De Tsjechische economie daarentegen bevindt zich momenteel in een technische recessie. De negatieve groei van -0,2% op kwartaalbasis in het derde kwartaal van 2022 werd gevolgd door -0,3% in het vierde kwartaal. Bovendien wordt verwacht dat de economie in het eerste kwartaal van 2023 met 1% zal krimpen.

Het voornaamste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei is een hernieuwde escalatie van de energiecrisis die leidt tot extra inflatiedruk en onzekerheid over de timing en de impact van de verstrakking van het monetaire beleid door de ECB en, in ruimere zin, door de Fed. Andere risico's zijn de kwetsbaarheid als gevolg van hoge vastgoedwaarderingen en hoge schuldniveaus in de context van wereldwijd strenger wordende financieringsvoorwaarden.

Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen

Om de toenemende inflatiedruk te bestrijden, heeft de Fed zijn beleidsrente in het vierde kwartaal verder verhoogd: met 75 basispunten in november en met 50 basispunten in december. Begin februari 2023 zette de Fed zijn renteverhogingscyclus voort met +25 basispunten tot de huidige vork van 4,50%-4,75%. We verwachten dat de Fed zijn beleidsrente in het vervolg van het eerste en in het tweede kwartaal van 2023 verder zal verhogen. Bovendien draagt de lopende afbouw van de balans van de Fed ('kwantitatieve verkrapping') bij tot een verkrappend monetair beleid. Ondertussen verhoogde de ECB ook al haar beleidsrentes: in november met 75 basispunten en in december met 50 basispunten. Na de recentste renteverhoging van begin februari 2023 staat de depositorente van de ECB momenteel op 2,50%. We verwachten dat de ECB haar beleidsrentes verder zal optrekken. Overeenkomstig haar prognoses na haar beleidsvergadering van december 2022 zal de ECB haar APP-portefeuille vanaf maart 2023 geleidelijk beginnen af te bouwen.

De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties sloot het volatiele vierde kwartaal per saldo grotendeels ongewijzigd af. In dezelfde periode steeg de Duitse 10 jaarsrente per saldo met ongeveer 50 basispunten, waardoor het Amerikaans-Duitse renteverschil kleiner werd. De rente bewoog zich grotendeels synchroon gedurende het kwartaal, maar de opwaartse beweging was sterker voor de Duitse rente omdat de markt verwachtte dat de ECB een agressievere houding zou aannemen. In het vierde kwartaal heeft de euro (EUR) zich sterk hersteld ten opzichte van de Amerikaanse dollar (USD) en is hij van beneden pariteit gestegen naar 1,07 USD per EUR eind 2022. Dat was vooral het gevolg van de verwachte grotere ondersteuning van het ECB-rentebeleid en het begin van een algemene daling van de wereldwijde risicoaversie. Ook de afnemende risico's voor de economische vooruitzichten voor de eurozone als gevolg van de scherpe daling van de energieprijzen en het lagere recessierisico speelden een belangrijke rol. Voor het eerste en tweede kwartaal van 2023 verwachten we dat het optimistische marktsentiment een pauze zal inlassen, waardoor de wisselkoers van de EUR zal corrigeren tot ongeveer 1,03 USD per EUR, alvorens in de tweede helft van 2023 weer geleidelijk te stijgen.

In het vierde kwartaal apprecieerde de Tsjechische kroon (CZK) ten opzichte van de euro, van ongeveer 24,55 tot ongeveer 24,12 CZK per euro. Een verbeterd wereldwijd risicosentiment en gerichte forexinterventies door de Tsjechische Nationale Bank (CNB) ondersteunden de wisselkoers van de CZK. De CNB heeft haar beleidsrente ongewijzigd gelaten op 7%, wat volgens ons de piek zal zijn in de huidige verkrappingscyclus. Dat er geen verdere renteverhogingen meer worden verwacht en de gerichte forexinterventies geleidelijk worden stopgezet ter voorbereiding van de eerste renteverlaging die in het vierde kwartaal wordt verwacht, zal waarschijnlijk leiden tot een verzwakking van de CZK ten opzichte van de EUR in de tweede helft van 2023.

Tegen de achtergrond van de hoge inflatie hield de Nationale Bank van Hongarije (NBH) haar basisrente op 13%. Dat zal naar verwachting het einde betekenen van haar verkrappingscyclus voor de basisrente. Per saldo is de wisselkoers van de Hongaarse forint (HUF) ten opzichte van de EUR in het vierde kwartaal van 2022 sterk gestegen van ongeveer 422 tot ongeveer 401 HUF per EUR. Net als bij de wisselkoers van de CZK was een belangrijke factor de verbetering van het wereldwijde risicosentiment, naast de hogere rentes op specifieke kortlopende liquide instrumenten. Niettemin was de wisselkoers van de HUF ten opzichte van de EUR nog altijd aanzienlijk zwakker dan begin 2022.

Guidance Guidance voor het boekjaar 2023*:
Totale opbrengsten: ongeveer 9,4 miljard euro (inclusief een positief eenmalige effect van 0,4

miljard euro bij de afsluiting van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de
depositoportefeuille van KBC Bank Ireland), waarvan ongeveer 5,7 miljard euro nettorente
inkomsten
Exploitatiekosten exclusief bankenheffing: ongeveer 4,4 miljard euro
Kredietkostenratio: 20-25 basispunten (onder de guidance voor de kredietkostenratio over de

hele cyclus van 25-30 basispunten), exclusief een eventuele beweging van de ECL-buffer
De impact van Basel IV op de risicogewogen activa (RWA) zal geleidelijk worden ingevoerd, zodat

het effect van de eerste toepassing op de RWA in 2025 slechts zo'n 3 miljard euro zal bedragen
Guidance voor de volgende drie jaar en op lange termijn*:
CAGR totale inkomsten (2022-2025): ca. 6,0% tegen 2025
CAGR OPEX excl. bankenheffingen (2022-2025): ca. 1,8% tegen 2025
Gecombineerde ratio: ≤ 92%, vanaf nu
Surpluskapitaal (fully loaded, Deense compromismethode): >15% vanaf nu
Kredietkostenratio: 25-30 basispunten, over de hele cyclus

* Onze 2023 en financiële lange termijn guidance voor de groep zijn gebaseerd op de markttermijnkoersen van 3 februari 2023 (voor de korteen langetermijnrente). We hebben rekening gehouden met een pass-through rate van 40% op spaarrekeningen en 80% op termijndeposito's op KBC Groep's niveau. De volumegroei in 2023 wordt geraamd op 3 à 4% op jaarbasis. Er is nog geen rekening gehouden met het effect van IFRS 17 (op 18 april 2023 zullen slides met uitleg worden verstrekt). KBC schat in dat de markttermijnkoersen aan de conservatieve kant liggen.

Verklaring van de bedrijfsrevisor

De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV/Reviseurs d'Entreprises srl, vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert, heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden ten gronde zijn uitgevoerd en tot op heden geen wezenlijke zaken aan het licht hebben gebracht waardoor aanpassingen nodig waren aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2022, het vereenvoudigde geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde vermogensmutaties en toelichtingen, inclusief een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen in deze persmededeling.

Agenda Jaarverslag 2022: 3 april 2023
AV: 4 mei 2023
Dividend: ex-datum 9 mei 2023; boekingsdatum 10 mei 2023; betaaldatum 11 mei 2023 (op voorwaarde

van goedkeuring door de AV)
Resultaten 1kw2023: 16 mei 2023
Andere events: www.kbc.com / Investor Relations / Financiële kalender
Meer informatie
over 4kw2022
Quarterly Report: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten

Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties
Informatie over
de invoering van
IFRS 17
Quarterly Report, Note 6.10 'First time application of IFRS 17'
Gedetailleerde
informatie over
de crisis in
Oekraïne
Quarterly Report, Note 1.4 in 'Consolidated financial statements according to IFRS'

Bedrijfspresentatie
Definities van
ratio's
'Details of ratios and terms at KBC Group level' in het laatste deel van het Quarterly Report.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Kurt De Baenst, General manager Investor Relations, KBC-groep Tel +32 2 429 35 73 - E-mail: [email protected]

Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: [email protected]

* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.

KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Viviane Huybrecht Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. 02 429 85 45

Persdienst Tel. 02 429 65 01 Stef Leunens Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens [email protected]

KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc\_group Blijf op de hoogte van alle innovatieve oplossingen

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.