Quarterly Report • Feb 9, 2023
Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Brussel, 9 februari 2023 (07u00 CET)
| Overzicht KBC-groep (geconsolideerd, IFRS) | 4KW2022 | 3KW2022 | 4KW2021 | FY2022 | FY2021 |
|---|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 818 | 776 | 663 | 2 864 | 2 614 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,93 | 1,83 | 1,56 | 6,75 | 6,15 |
| Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro)* | |||||
| België | 525 | 444 | 486 | 1 759 | 1 997 |
| Tsjechië | 159 | 197 | 198 | 800 | 697 |
| Internationale Markten | 169 | 147 | 56 | 441 | 127 |
| Groepscenter | -35 | -11 | -77 | -135 | -207 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) |
46,6 | 44,5 | 51,8 | 46,6 | 51,8 |
* Begin 2022 werd Ierland overgebracht van de divisie Internationale Markten naar het Groepscenter met het oog op de nog lopende verkoop. Cijfers uit het verleden zijn niet aangepast.
"Er is nu bijna een jaar verstreken sinds Rusland Oekraïne binnenviel en helaas lijkt er niet meteen een einde te komen aan de oorlog. De tragedie in Oekraïne veroorzaakt immens menselijk leed en onze oprechte solidariteit gaat uit naar alle slachtoffers van dit conflict. We hopen van harte dat er zo snel mogelijk een respectvolle, vreedzame en duurzame oplossing kan worden bereikt. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt, samen met andere geopolitieke onzekerheden ook een schokgolf in de wereldeconomie, die leidt tot hoge inflatie en een rem zet op de economische groei. Door die onzekerheden hebben we onze specifieke reserve voor geopolitieke en opkomende risico's verder verhoogd tot 429 miljoen euro aan het einde van het verslagkwartaal.
Naast deze ontwikkelingen hebben we de afgelopen maanden ook aanzienlijke vooruitgang geboekt in de uitvoering van onze strategie. Na de afronding van de overname van Raiffeisenbank Bulgaria begin juli, konden we eind vorige week de afronding aankondigen van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast heeft Bank of Ireland een kleine portefeuille van non-performing hypotheekleningen en kredietkaartsaldi overgenomen. De overeenkomst is een belangrijke stap in de ordelijke en gefaseerde terugtrekking van KBC uit de Ierse markt.
Op het vlak van duurzaamheid ben ik bijzonder trots dat KBC het Terra Carta-zegel heeft gekregen. We zijn een van de slechts 19 bedrijven wereldwijd die dat zegel in 2022 hebben ontvangen. Dit is een duidelijke erkenning van onze voortdurende inspanningen op het gebied van duurzaamheid. We gaan dan ook door op de ingeslagen weg en proberen nu onze klimaatdoelstellingen te laten valideren door het Science Based Targets-initiatief.
Wat onze financiële resultaten betreft, hebben we in het laatste kwartaal van 2022 een uitstekende nettowinst van 818 miljoen euro gerealiseerd. De totale opbrengsten profiteerden van hogere nettorente-inkomsten, een hoger trading- en reëlewaarderesultaat en hogere overige netto-inkomsten, die gedeeltelijk werden tenietgedaan door lagere technische verzekeringsinkomsten, dividendinkomsten en nettoprovisie-inkomsten. De kosten waren hoger (gedeeltelijk seizoensgebonden) en we boekten een nettowaardevermindering op onze kredietportefeuille, onder meer als gevolg van een verhoging van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Als we het resultaat van dit kwartaal optellen bij dat van de eerste negen maanden van het jaar, komt ons nettoresultaat over heel 2022 uit op 2 864 miljoen euro.
Onze solvabiliteit bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,4%. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2022 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,0 euro per aandeel voor te stellen (een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel werd al in november 2022 uitbetaald en de resterende 3,0 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2023). In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2022 willen we het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% (ongeveer 0,4 miljard euro) uitkeren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door
de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen. Met inbegrip van het voorgestelde totale dividend, de AT1-coupon en het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% zou de uitkeringsratio dan ongeveer 75% bedragen.
De afronding van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group zal leiden tot het vrijkomen van ongeveer 1 miljard euro aan kapitaal. We zijn van plan die 1 miljard euro uit te keren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen.
Ten slotte hebben we ook onze verwachtingen voor de volgende drie jaar bijgewerkt. Tussen 2022 en 2025 streven we naar een samengestelde jaarlijkse groeivoet van ongeveer 6,0% voor de totale opbrengsten en ongeveer 1,8% voor de exploitatiekosten (exclusief bankenheffing). Daarnaast willen we ook een gecombineerde ratio van maximaal 92% behalen.
Tot slot wil ik onze klanten, onze werknemers, onze aandeelhouders en al onze andere stakeholders bedanken voor hun blijvende vertrouwen en steun."

Johan Thijs Chief Executive Officer



| KBC-groep (in miljoenen euro) | 4Q2022 | 3Q2022 | 2Q2022 | 1Q2022 | 4Q2021 | FY2022 | FY2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 1 416 | 1 297 | 1 248 | 1 200 | 1 177 | 5 161 | 4 451 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 224 | 238 | 222 | 197 | 181 | 881 | 782 |
| Verdiende premies | 522 | 521 | 503 | 487 | 486 | 2 033 | 1 885 |
| Technische lasten | -298 | -284 | -280 | -291 | -305 | - 1 153 | -1 103 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 17 | 50 | 14 | 11 | 10 | 92 | 45 |
| Verdiende premies | 339 | 268 | 266 | 290 | 375 | 1 163 | 1 196 |
| Technische lasten | -322 | -218 | -252 | -279 | -365 | -1 071 | -1 150 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -21 | -7 | 2 | 24 | 15 | -2 | 25 |
| Dividendinkomsten | 10 | 22 | 21 | 7 | 9 | 59 | 45 |
| Nettoresultaat uit fin.instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening1 |
117 | 56 | 89 | 143 | -39 | 406 | 145 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderingen via other comprehensive income |
-1 | -5 | -14 | -2 | 1 | -22 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 451 | 463 | 451 | 482 | 479 | 1 847 | 1 836 |
| Overige netto-inkomsten | 44 | 2 | 90 | 54 | 56 | 190 | 223 |
| Totale opbrengsten | 2 257 | 2 115 | 2 123 | 2 116 | 1 887 | 8 612 | 7 558 |
| Exploitatiekosten | -1 160 | -1 067 | -1 071 | -1 520 | -1 078 | -4 818 | -4 396 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -132 | -101 | -28 | -22 | 16 | -284 | 261 |
| w/v: op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income 2 |
-82 | -79 | -9 | 15 | 62 | -155 | 334 |
| Aandeel in het resultaat van geassoc. ondernemingen en joint-ventures |
-2 | -3 | -2 | -3 | -2 | -10 | -5 |
| Resultaat vóór belastingen | 962 | 945 | 1 023 | 571 | 823 | 3 500 | 3 418 |
| Belastingen | -144 | -168 | -211 | -113 | -160 | -636 | -804 |
| Resultaat na belastingen | 818 | 776 | 811 | 458 | 663 | 2 864 | 2 614 |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| toerekenbaar aan de aandeelhouders v/d moedermaatschappij |
818 | 776 | 811 | 458 | 663 | 2 864 | 2 614 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,93 | 1,83 | 1,92 | 1,07 | 1,56 | 6,75 | 6,15 |
| Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 1,93 | 1,83 | 1,92 | 1,07 | 1,56 | 6,75 | 6,15 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS | |||||||
| KBC-groep (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 30-09-2022 | 30-06-2022 | 31-03-2022 | 31-12-2021 | ||
| Balanstotaal | 355 843 | 363 528 | 369 807 | 369 903 | 340 346 | ||
| Leningen & voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's) | 178 053 | 177 100 | 168 984 | 164 639 | 159 728 | ||
| Effecten (eigenvermogens- en schuldinstrumenten) | 67 582 | 66 043 | 66 703 | 66 789 | 67 794 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Deposito's van klanten (excl. schuldpapier en repo's) | 224 407 | 217 538 | 217 293 | 205 896 | 199 476 | |
| Technische voorzieningen, vóór herverzekering | 18 484 | 18 569 | 18 817 | 19 092 | 18 967 | |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 12 002 | 11 964 | 12 153 | 13 131 | 13 603 | |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 19 430 | 18 540 | 18 739 | 21 608 | 21 577 |
| Selectie van ratio's | ||
|---|---|---|
| KBC-groep (geconsolideerd) | FY2022 | FY2021 |
| Rendement op eigen vermogen | 14% | 13% |
| Kosten-inkomstenratio groep Exclusief bepaalde niet-operationele posten / Exclusief volledige bankenheffing |
56% 54% / 48% |
58% 55% / 51% |
| Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen | 89% | 89% |
| Common equity ratio, Basel III, Danish Compromise, fully loaded [transitioneel] |
15,4% [14,1%] | 15,5% [16, 8%] |
| Common equity ratio, FICOD, fully loaded [transitioneel] | 14,5% [14,1%] | 14,8% [16,1%] |
| Kredietkostenratio3 | 0,08% | -0,18% |
| Ratio impaired kredieten | 2,1% | 2,9% |
| w/v impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 1,1% | 1,5% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | 136% | 148% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 152% | 167% |
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed).
Impact van de verkooptransactie voor de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland op de balans: vanaf het derde kwartaal van 2021 zijn alle activa en verplichtingen die deel uitmaken van groepen activa die worden afgestoten, verplaatst naar "Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten" aan de actiefzijde van de balans en naar "Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten" aan de passiefzijde van de balans (na afronding van de transacties zullen ze niet langer in de balans opgenomen worden). Invloed op de winst-en-verliesrekening: de resultaten van de groepen activa die worden afgestoten blijven in de desbetreffende posten van de winst-en-verliesrekening opgenomen totdat ze uit de balans worden verwijderd (afronding van de transacties). Invloed op de kredietkostenratio en de ratio van impaired kredieten: Ierse kredietportefeuille inbegrepen tot afronding van de transacties. KBC Bank Ireland behoorde tot en met het vierde kwartaal van 2021 tot de divisie Internationale Markten en werd bij aanvang van het eerste kwartaal van 2022 overgeheveld naar het Groepscenter.
| • Totale opbrengsten 2 257 miljoen euro • |
De totale opbrengsten stegen met 7% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 20% op jaarbasis (17% op jaarbasis als we het onlangs geconsolideerde Raiffeisenbank Bulgaria niet meerekenen). |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| De nettorente-inkomsten, het trading- en reëlewaarderesultaat en de overige netto inkomsten stegen, terwijl de technische verzekeringsinkomsten, de dividendinkomsten en de nettoprovisie-inkomsten daalden ten opzichte van het vorige kwartaal. |
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 416 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2022, een stijging met 9% ten opzichte van het vorige kwartaal en 20% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. Wanneer het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria vanaf het derde kwartaal van 2022 buiten beschouwing wordt gelaten, stegen de nettorente-inkomsten met 17% op jaarbasis. De consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing gelaten, profiteerden de nettorenteinkomsten zowel op kwartaalbasis als op jaarbasis van de aanhoudende verbetering van de herbeleggingsrentes in alle kernlanden (behalve op kwartaalbasis in Tsjechië), de autonome groei van de kredietvolumes (op jaarbasis) en de depositovolumes (zowel op kwartaalbasis als op jaarbasis), de hogere inkomsten uit financiering (meer termijndeposito's tegen betere marges) en de hogere inkomsten uit inflatiegeïndexeerde obligaties. Dat werd gedeeltelijk tenietgedaan door de druk op de kredietmarges in bijna alle kernlanden. De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2022 bedroeg 2,10%, een stijging met 20 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 25 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten voor heel 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.
De klantendeposito's exclusief schuldbewijzen stegen met 2% op kwartaalbasis en met 8% jaar-op-jaar op autonome basis (of met respectievelijk +1% en +5% als we de volatiliteit van de deposito's in de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten). Het totale volume van de kredietverlening aan klanten bleef stabiel op kwartaalbasis, maar steeg op autonome basis met 7% jaar-op-jaar. In de cijfers op autonome basis werden de wisselkoerseffecten en de effecten van wijzigingen in de consolidatiekring buiten beschouwing gelaten.
De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) droegen 204 miljoen euro bij aan de totale opbrengsten. Dat is een daling van 12% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar een stijging van 4% ten opzichte van vierde kwartaal van 2021. Ten opzichte van het vorige kwartaal bleven de verdiende premies stabiel, terwijl het nettoresultaat uit afgestane herverzekering daalde en de technische lasten stegen (in het vorige kwartaal profiteerden ze van het positieve effect van de terugname van technische voorzieningen in Tsjechië). Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021 was de stijging van het technische resultaat uit schadeverzekeringen toe te schrijven aan een stijging van de premie-inkomsten met 7% enerzijds en een daling van de technische lasten met 2% anderzijds, deels tenietgedaan door een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering. In totaal kwam de gecombineerde ratio voor 2022 uit op een uitstekende 89%, evenveel als de ratio voor 2021.
De technische inkomsten uit onze levensverzekeringsactiviteiten (verdiende premies min technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroegen 16 miljoen euro, tegenover 49 miljoen euro in het vorige kwartaal en 10 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het cijfer van het vorige kwartaal profiteerde van het positieve effect van een terugname van technische voorzieningen in Tsjechië. De verkoop van levensverzekeringsproducten in het vierde kwartaal van 2022 (724 miljoen euro) steeg met 85% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk dankzij een hogere verkoop van tak 23-beleggingsverzekeringen (in de eerste plaats dankzij de succesvolle lancering van nieuwe gestructureerde fondsen in België) en een hogere verkoop van tak 21-producten in België (vooral door de traditioneel hogere volumes van fiscaal geïnspireerde pensioenspaarproducten in het vierde kwartaal). De verkoop steeg met 34% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar, vooral dankzij een hogere verkoop van tak 23-producten, die gedeeltelijk werd gecompenseerd door een lagere verkoop van tak 21-producten. In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen 41% in het vierde kwartaal van 2022. De overige 59% bestond uit tak 23-producten.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 451 miljoen euro, een daling met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 6% ten opzichte van een jaar geleden (of 9% als we het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing laten). De daling ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk te wijten aan de hogere distributievergoedingen voor bankproducten en de toegenomen verkoop van verzekeringen. De daling van 6% op jaarbasis was het gevolg van een daling van de vergoedingen uit vermogensbeheer (lagere beheers- en instapvergoedingen) en hogere betaalde distributievergoedingen, deels gecompenseerd door een stijging van de vergoedingen voor bankdiensten. Eind december 2022 bedroeg ons totale beheerde vermogen 206 miljard euro, een stijging van 1% op kwartaalbasis, maar een daling van 13% op jaarbasis. De daling op jaarbasis was volledig toe te schrijven aan de negatieve marktprestaties (-15%), deels gecompenseerd door een goede nettoinstroom van direct geld van klanten.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg 117 miljoen euro, tegenover 56 miljoen euro in het vorige kwartaal en -39 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2021. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal werd voornamelijk veroorzaakt door een aanzienlijk hoger dealingroomresultaat en het hogere resultaat van de aandelenportefeuille van de verzekeraar, die de negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en de kleinere positieve verandering in marktwaardeaanpassingen (xVA) meer dan tenietdeden. Ten opzichte van een jaar geleden steeg het trading- en reëlewaarderesultaat dankzij een minder negatieve verandering in de marktwaardeaanpassingen van derivaten gebruikt voor balansbeheer, een hoger dealingroomresultaat en het hogere resultaat van de aandelenportefeuille van de verzekeraar, die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door een kleinere positieve verandering in xVA.
De resterende overige inkomsten (in totaal 53 miljoen euro) omvatten 10 miljoen euro aan dividendinkomsten, een netto gerealiseerd resultaat van -1 miljoen euro uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI ('Other Comprehensive Income'), en 44 miljoen euro aan overige netto-inkomsten. Dit laatste cijfer lag iets onder de normale run rate voor deze post van 50 miljoen euro, vooral door een negatieve eenmalige voorziening van 7 miljoen euro voor oude juridische dossiers in Slowakije (terwijl het vorige kwartaal vooral werd beïnvloed door gerealiseerde verliezen op de verkoop van obligaties
• De kosten-inkomstenratio op groepsniveau voor het boekjaar 2022 bedroeg 54% wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten.
De exploitatiekosten bedroegen in het vierde kwartaal van 2022 1 160 miljoen euro. De bankenheffing bedroeg 15 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2022, tegenover 23 miljoen euro in het vorige kwartaal en 47 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal omvatte een gedeeltelijke recuperatie van 14 miljoen euro met betrekking tot de buitengewone bijdrage van 24 miljoen euro aan het depositogarantiefonds (in verband met de wind down van Sberbank Hungary) die in het eerste kwartaal van 2022 was geboekt.
De exploitatiekosten exclusief bankenheffingen stegen met 10% op kwartaalbasis en met 11% op jaarbasis (of met 9% als het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria buiten beschouwing wordt gelaten), wat in beide gevallen – afgezien van bepaalde eenmalige posten – te wijten was aan een aantal factoren, waaronder inflatiedruk en loonindexering, hogere ICT-kosten, professionele vergoedingen en marketing- en facilitaire uitgaven.
De kosten-inkomstenratio voor de groep bedroeg 56% voor heel 2022. Als we bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing laten, bedroeg de ratio 54%, tegenover 55% voor heel 2021. Als we de bankenheffing buiten beschouwing laten, verbeterde de kosten-inkomstenratio tot 48% (tegenover 51% voor heel 2021).
Voor een indicatie van de exploitatiekosten voor 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.
• Nettowaardeverminderingen en een toename van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's in het verslagkwartaal.
82 miljoen euro nettowaardevermindering
•Kredietkostenratio voor heel 2022 op 0,08%.
In het verslagkwartaal boekten we een nettowaardevermindering op kredieten van 82 miljoen euro, tegenover een nettowaardevermindering van 79 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettoterugname van 62 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De nettowaardevermindering in het verslagkwartaal omvatte een bijkomende voorziening van 42 miljoen euro voor geopolitieke en opkomende risico's en een nettowaardevermindering van 40 miljoen euro voor onze kredietportefeuille. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en opkomende risico's eind december 2022 429 miljoen euro. Een gedetailleerde berekening en achtergrondinformatie vindt u in Note 1.4 in het deel 'Consolidated financial statements' van het Quarterly Report.
Uitgesplitst per land bedroegen de nettowaardeverminderingen op kredieten 38 miljoen euro in België, 23 miljoen euro in Tsjechië, 8 miljoen euro in Slowakije, 5 miljoen euro in Hongarije en 14 miljoen euro in Bulgarije, deels gecompenseerd door een nettoterugname van waardeverminderingen van 6 miljoen euro in het Groepscenter.
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,08% in 2022 (0,00% zonder de bedragen geboekt voor geopolitieke en opkomende risico's en de terugname van de resterende reserve voor de coronacrisis), tegenover -0,18% voor heel 2021 (0,09% zonder de gedeeltelijke terugname van de reserve voor de coronacrisis). Een negatief cijfer betekent een positief effect op het resultaat. Eind december 2022 stond 2,1% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,9% eind 2021. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,1% van de kredietportefeuille, tegenover 1,5% eind 2021. De verbetering van de ratio's van impaired kredieten had vooral te maken met de verkoop van het grootste deel van de non-performing Ierse hypotheekportefeuille in februari 2022.
Voor een indicatie van de verwachte invloed van de waardeverminderingen op kredieten voor heel 2023, zie 'Guidance' verder in dit verslag.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 51 miljoen euro, tegenover 23 miljoen euro in het vorige kwartaal en 46 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2021. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal omvatte een waardevermindering van 25 miljoen euro in verband met modificationverliezen door de verlenging van het renteplafond op leningen in Hongarije, alsook een waardevermindering van 21 miljoen euro voor materiële en immateriële activa en een waardevermindering van 5 miljoen euro op goodwill in Tsjechië.
| Nettoresultaat | België | Tsjechië | Internationale Markten |
Groepscenter |
|---|---|---|---|---|
| per divisie | ||||
| 525 miljoen euro | 159 miljoen euro | 169 miljoen euro | -35 miljoen euro |
België: het nettoresultaat (525 miljoen euro) lag 18% hoger dan in het vorige kwartaal. Dat was hoofdzakelijk toe te schrijven aan het gecombineerde effect van hogere totale opbrengsten (voornamelijk als gevolg van gestegen nettorente-inkomsten en een hoger trading- en reëlewaarderesultaat, terwijl de technische verzekeringsinkomsten en de dividendinkomsten daalden), hogere kosten en hogere nettowaardeverminderingen.
Tsjechië: het nettoresultaat (159 miljoen euro) daalde met 19% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat kwam door een combinatie van lagere totale opbrengsten (zo daalden de technische verzekeringsinkomsten, de nettoprovisie-inkomsten en het trading- en reëlewaarderesultaat, terwijl onder meer de overige netto-inkomsten stegen) en hogere kosten, deels gecompenseerd door iets lagere nettowaardeverminderingen.
Internationale Markten: het nettoresultaat van 169 miljoen euro is als volgt verdeeld: 17 miljoen euro in Slowakije, 104 miljoen euro in Hongarije en 48 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie steeg het nettoresultaat met 15% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk door hogere totale opbrengsten (vooral als gevolg van hogere nettorente-inkomsten), die gedeeltelijk werden tenietgedaan door hogere kosten en hogere nettowaardeverminderingen.
Groepscenter: het nettoresultaat (-35 miljoen euro) was 24 miljoen euro lager dan dat van het vorige kwartaal. Vanaf 2022 omvat het Groepscenter ook het resultaat voor Ierland, gezien de nog lopende verkoop. Het nettoresultaat voor Ierland bedroeg in het verslagkwartaal 33 miljoen euro en omvatte een positieve 9 miljoen euro aan diverse eenmalige effecten naar aanleiding van de nog lopende verkooptransactie, tegenover respectievelijk 21 en 9 miljoen euro in het vorige kwartaal.
| België | Tsjechië | Internationale Markten1 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Selectie van ratio's per divisie | FY2022 | FY2021 | FY2022 | FY2021 | FY2022 | FY2021 |
| Kosten-inkomstenratio, groep: exclusief bepaalde niet-operationele elementen / exclusief volledige bankenheffing |
53%/46% | 51%/45% | 48%/45% | 53%/50% | 51%/43% | 63%/61% |
| Gecombineerde ratio niet-levensverzekeringen | 90% | 90% | 83% | 87% | 85% | 86% |
| Kredietkostenratio2 | 0,03% | -0,26% | 0,13 % | -0,42% | 0,31% | 0,36% |
| Ratio impaired kredieten | 1,9% | 2,2% | 1,7% | 1,8% | 1,9% | 5,7% |
1 Begin 2022 werd Ierland overgebracht van de divisie Internationale Markten naar het Groepscenter met het oog op de nog lopende verkoop. De cijfers zijn daardoor niet vergelijkbaar. 2 Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van waardeverminderingen (met een positieve invloed op de resultaten). Zie Glossarium van ratio's en termen in het kwartaalverslag.
In het deel Additional information van het Engelstalig Quarterly report vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
| Eigen vermogen, solvabiliteit en liquiditeit |
Totaal eigen vermogen |
Common equity ratio (fully loaded) |
Liquidity coverage ratio |
Net stable funding ratio |
|---|---|---|---|---|
| 20,9 miljard euro | 15,4% | 152% | 136% |
Eind december 2022 bedroeg ons totaal eigen vermogen 20,9 miljard euro, waarvan 19,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders was en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde met 2,1 miljard euro ten opzichte van eind 2021. Dat was toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een aantal posten, waaronder de winst over 2022 (+2,9 miljard euro), de uitkering van het slotdividend voor 2021 (7,6 euro per aandeel) in mei 2022 en van het interimdividend voor 2022 (1 euro per aandeel) in november 2022 (-3,6 miljard euro in totaal), een daling van de herwaarderingsreserves (-1,4 miljard euro) en een aantal minder belangrijke posten. We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel 'Consolidated financial statements' van het Quarterly Report, onder 'Consolidated statement of changes in equity'.
Onze solvabiliteit bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,4%. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2022 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,0 euro per aandeel voor te stellen (een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel werd al in november 2022 uitbetaald en de resterende 3,0 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2023). In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2022 willen we het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% (ongeveer 0,4 miljard euro) uitkeren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interimdividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen. Met inbegrip van het voorgestelde totale dividend, de AT1-coupon en het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% zou de uitkeringsratio dan ongeveer 75% bedragen.
De afronding van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en verplichtingen van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group zal leiden tot het vrijkomen van ongeveer 1 miljard euro aan kapitaal. We zijn van plan die 1 miljard euro uit te keren in de vorm van een aandeleninkoop (onder voorbehoud van goedkeuring door de ECB) en/of een buitengewoon interim-dividend. De finale beslissing van de Raad van Bestuur zal in de eerste helft van 2023 worden genomen.
De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg eind december 2022 203%, tegenover 201% eind 2021. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvency' in het deel 'Additional information' van het Quarterly Report.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 152% en een NSFR-ratio van 136% (tegenover respectievelijk 167% en 148% eind 2021).
| Nettowinst | • | De nettowinst steeg met 10% ten opzichte van een jaar geleden. |
|---|---|---|
| 2 864 miljoen euro |
• | De totale opbrengsten stegen met 14%, vooral dankzij de nettorente-inkomsten, het trading- en reëlewaarderesultaat en de technische verzekeringsinkomsten. |
| • | De exploitatiekosten zonder de bankenheffingen stegen met 8% jaar-op-jaar. De bankenheffingen stegen met maar liefst 23% op jaarbasis. |
|
| • | Een nettowaardevermindering op kredieten van 154 miljoen euro, tegenover een grote nettoterugname van 334 miljoen euro in dezelfde periode vorig jaar. |
Hoofdlijnen (vergeleken met het boekjaar 2021, tenzij anders vermeld):
Na de garantie van PWC betreffende onze basisemissie-intensiteit streeft KBC nu de validering na van zijn klimaatdoelstellingen door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). SBTi, een partnerschap tussen CDP, het United Nations Global Compact, het World Resources Institute (WRI) en het World Wide Fund for Nature (WWF), stimuleert ambitieuze klimaatactie in de private sector door organisaties de mogelijkheid te geven wetenschappelijk onderbouwde emissiereductiedoelstellingen te bepalen. KBC Bank (en zijn geconsolideerde entiteiten) zal zijn bestaande klimaatdoelstellingen onderwerpen aan een omvangrijke reeks criteria en vereisten, die onafhankelijk worden beoordeeld door het SBTi. KBC streeft ernaar om binnen 24 maanden validering door het SBTi te verkrijgen.
KBC is een van de 19 bedrijven wereldwijd die in 2022 het Terra Carta-zegel kregen. Het Terra Carta-zegel, dat tijdens COP26 werd gelanceerd door Zijne Majesteit Koning Charles III, toen nog Prins van Wales, erkent bedrijven over de hele wereld die innovatie stimuleren en zich inzetten voor de creatie van echt duurzame markten. Het wordt toegekend aan bedrijven waarvan de ambities in overeenstemming zijn met de Terra Carta, een herstelplan voor Natuur, Mens en Planeet dat in januari 2021 is gelanceerd.
Het Terra Carta-zegel erkent dat elke industrie voor unieke uitdagingen staat in haar transitie naar een duurzame toekomst en dat ze niet allemaal even ver staan op het pad naar duurzaamheid. En alle industrieën en bedrijven moeten worden ondersteund als ze stappen in een positievere richting zetten. Tegelijkertijd moet het tempo verhoogd worden als we de 1,5 °C-doelstelling willen halen, de biodiversiteit willen beschermen en herstellen en een positieve invloed willen hebben op het leven en de bestaansmiddelen van de huidige en toekomstige generaties.
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Deze vloeien voornamelijk voort uit de impact van de oorlog in Oekraïne, niet alleen rechtstreeks, maar vooral onrechtstreeks door de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde, die al onder druk stonden na de coronapandemie. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, verminderde liquiditeit en volatiliteit op de financiële markten, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, inclusief de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving en GDPR) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaatgerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft de waakzaamheid op dat gebied opnieuw verhoogd. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen via hogere belastingbijdragen van de financiële sector en hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds in te voeren of betalingsuitstel voor kredieten toe te staan).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Na een kwartaal-op-kwartaalgroei van 0,8% (niet-geannualiseerd) in het derde kwartaal, is de Amerikaanse economie ook in het vierde kwartaal gegroeid met 0,7% ten opzichte van het vorige kwartaal (niet-geannualiseerd), voornamelijk dankzij voorraadopbouw en particuliere consumptie. Hoewel we voor het eerste kwartaal van 2023 een verdere, zij het meer gematigde groei verwachten (+0,2%), is een lichte krimp van de economie nog altijd waarschijnlijk in het tweede en derde kwartaal, met een dalende groei in beide kwartalen van -0,1% (een technische recessie). Dat zal grotendeels komen door de aanhoudende hoge inflatie en een verdere verkrapping van de financiële voorwaarden als gevolg van het monetaire beleid van de Fed.
Ondertussen was de groei in de eurozone in het vierde kwartaal licht positief met 0,1% op kwartaalbasis (tegenover +0,3% in het derde kwartaal), waardoor een krimp en het mogelijke begin van een technische recessie werden vermeden. Verwacht wordt dat de economie van de eurozone in het eerste kwartaal van 2023 zal stagneren, voornamelijk als gevolg van de uitgestelde effecten van de energiecrisis en de verstrakking van het monetaire beleid.
In het vierde kwartaal van 2022 bleef de economische groei in België licht positief (+0,1%), maar in het eerste en tweede kwartaal van 2023 verwachten we een stagnatie, waardoor een technische recessie nipt wordt vermeden. De Tsjechische economie daarentegen bevindt zich momenteel in een technische recessie. De negatieve groei van -0,2% op kwartaalbasis in het derde kwartaal van 2022 werd gevolgd door -0,3% in het vierde kwartaal. Bovendien wordt verwacht dat de economie in het eerste kwartaal van 2023 met 1% zal krimpen.
Het voornaamste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei is een hernieuwde escalatie van de energiecrisis die leidt tot extra inflatiedruk en onzekerheid over de timing en de impact van de verstrakking van het monetaire beleid door de ECB en, in ruimere zin, door de Fed. Andere risico's zijn de kwetsbaarheid als gevolg van hoge vastgoedwaarderingen en hoge schuldniveaus in de context van wereldwijd strenger wordende financieringsvoorwaarden.
Om de toenemende inflatiedruk te bestrijden, heeft de Fed zijn beleidsrente in het vierde kwartaal verder verhoogd: met 75 basispunten in november en met 50 basispunten in december. Begin februari 2023 zette de Fed zijn renteverhogingscyclus voort met +25 basispunten tot de huidige vork van 4,50%-4,75%. We verwachten dat de Fed zijn beleidsrente in het vervolg van het eerste en in het tweede kwartaal van 2023 verder zal verhogen. Bovendien draagt de lopende afbouw van de balans van de Fed ('kwantitatieve verkrapping') bij tot een verkrappend monetair beleid. Ondertussen verhoogde de ECB ook al haar beleidsrentes: in november met 75 basispunten en in december met 50 basispunten. Na de recentste renteverhoging van begin februari 2023 staat de depositorente van de ECB momenteel op 2,50%. We verwachten dat de ECB haar beleidsrentes verder zal optrekken. Overeenkomstig haar prognoses na haar beleidsvergadering van december 2022 zal de ECB haar APP-portefeuille vanaf maart 2023 geleidelijk beginnen af te bouwen.
De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties sloot het volatiele vierde kwartaal per saldo grotendeels ongewijzigd af. In dezelfde periode steeg de Duitse 10 jaarsrente per saldo met ongeveer 50 basispunten, waardoor het Amerikaans-Duitse renteverschil kleiner werd. De rente bewoog zich grotendeels synchroon gedurende het kwartaal, maar de opwaartse beweging was sterker voor de Duitse rente omdat de markt verwachtte dat de ECB een agressievere houding zou aannemen. In het vierde kwartaal heeft de euro (EUR) zich sterk hersteld ten opzichte van de Amerikaanse dollar (USD) en is hij van beneden pariteit gestegen naar 1,07 USD per EUR eind 2022. Dat was vooral het gevolg van de verwachte grotere ondersteuning van het ECB-rentebeleid en het begin van een algemene daling van de wereldwijde risicoaversie. Ook de afnemende risico's voor de economische vooruitzichten voor de eurozone als gevolg van de scherpe daling van de energieprijzen en het lagere recessierisico speelden een belangrijke rol. Voor het eerste en tweede kwartaal van 2023 verwachten we dat het optimistische marktsentiment een pauze zal inlassen, waardoor de wisselkoers van de EUR zal corrigeren tot ongeveer 1,03 USD per EUR, alvorens in de tweede helft van 2023 weer geleidelijk te stijgen.
In het vierde kwartaal apprecieerde de Tsjechische kroon (CZK) ten opzichte van de euro, van ongeveer 24,55 tot ongeveer 24,12 CZK per euro. Een verbeterd wereldwijd risicosentiment en gerichte forexinterventies door de Tsjechische Nationale Bank (CNB) ondersteunden de wisselkoers van de CZK. De CNB heeft haar beleidsrente ongewijzigd gelaten op 7%, wat volgens ons de piek zal zijn in de huidige verkrappingscyclus. Dat er geen verdere renteverhogingen meer worden verwacht en de gerichte forexinterventies geleidelijk worden stopgezet ter voorbereiding van de eerste renteverlaging die in het vierde kwartaal wordt verwacht, zal waarschijnlijk leiden tot een verzwakking van de CZK ten opzichte van de EUR in de tweede helft van 2023.
Tegen de achtergrond van de hoge inflatie hield de Nationale Bank van Hongarije (NBH) haar basisrente op 13%. Dat zal naar verwachting het einde betekenen van haar verkrappingscyclus voor de basisrente. Per saldo is de wisselkoers van de Hongaarse forint (HUF) ten opzichte van de EUR in het vierde kwartaal van 2022 sterk gestegen van ongeveer 422 tot ongeveer 401 HUF per EUR. Net als bij de wisselkoers van de CZK was een belangrijke factor de verbetering van het wereldwijde risicosentiment, naast de hogere rentes op specifieke kortlopende liquide instrumenten. Niettemin was de wisselkoers van de HUF ten opzichte van de EUR nog altijd aanzienlijk zwakker dan begin 2022.
| Guidance | Guidance voor het boekjaar 2023*: • |
|---|---|
| Totale opbrengsten: ongeveer 9,4 miljard euro (inclusief een positief eenmalige effect van 0,4 • miljard euro bij de afsluiting van de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland), waarvan ongeveer 5,7 miljard euro nettorente inkomsten |
|
| Exploitatiekosten exclusief bankenheffing: ongeveer 4,4 miljard euro • |
|
| Kredietkostenratio: 20-25 basispunten (onder de guidance voor de kredietkostenratio over de • hele cyclus van 25-30 basispunten), exclusief een eventuele beweging van de ECL-buffer |
|
| De impact van Basel IV op de risicogewogen activa (RWA) zal geleidelijk worden ingevoerd, zodat • het effect van de eerste toepassing op de RWA in 2025 slechts zo'n 3 miljard euro zal bedragen |
|
| Guidance voor de volgende drie jaar en op lange termijn*: • |
|
| CAGR totale inkomsten (2022-2025): ca. 6,0% tegen 2025 • |
|
| CAGR OPEX excl. bankenheffingen (2022-2025): ca. 1,8% tegen 2025 • |
|
| Gecombineerde ratio: ≤ 92%, vanaf nu • |
|
| Surpluskapitaal (fully loaded, Deense compromismethode): >15% vanaf nu • |
|
| Kredietkostenratio: 25-30 basispunten, over de hele cyclus • |
|
* Onze 2023 en financiële lange termijn guidance voor de groep zijn gebaseerd op de markttermijnkoersen van 3 februari 2023 (voor de korteen langetermijnrente). We hebben rekening gehouden met een pass-through rate van 40% op spaarrekeningen en 80% op termijndeposito's op KBC Groep's niveau. De volumegroei in 2023 wordt geraamd op 3 à 4% op jaarbasis. Er is nog geen rekening gehouden met het effect van IFRS 17 (op 18 april 2023 zullen slides met uitleg worden verstrekt). KBC schat in dat de markttermijnkoersen aan de conservatieve kant liggen.
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV/Reviseurs d'Entreprises srl, vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert, heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden ten gronde zijn uitgevoerd en tot op heden geen wezenlijke zaken aan het licht hebben gebracht waardoor aanpassingen nodig waren aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2022, het vereenvoudigde geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde vermogensmutaties en toelichtingen, inclusief een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen in deze persmededeling.
| Agenda | Jaarverslag 2022: 3 april 2023 • |
|---|---|
| AV: 4 mei 2023 • |
|
| Dividend: ex-datum 9 mei 2023; boekingsdatum 10 mei 2023; betaaldatum 11 mei 2023 (op voorwaarde • van goedkeuring door de AV) |
|
| Resultaten 1kw2023: 16 mei 2023 • |
|
| Andere events: www.kbc.com / Investor Relations / Financiële kalender • |
|
| Meer informatie over 4kw2022 |
Quarterly Report: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten • Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties • |
| Informatie over de invoering van IFRS 17 |
Quarterly Report, Note 6.10 'First time application of IFRS 17' • |
| Gedetailleerde informatie over de crisis in Oekraïne |
Quarterly Report, Note 1.4 in 'Consolidated financial statements according to IFRS' • Bedrijfspresentatie • |
| Definities van ratio's |
'Details of ratios and terms at KBC Group level' in het laatste deel van het Quarterly Report. • |
Kurt De Baenst, General manager Investor Relations, KBC-groep Tel +32 2 429 35 73 - E-mail: [email protected]
Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: [email protected]
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Viviane Huybrecht Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. 02 429 85 45
Persdienst Tel. 02 429 65 01 Stef Leunens Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens [email protected]
KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc\_group Blijf op de hoogte van alle innovatieve oplossingen
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.