Annual Report • Apr 3, 2023
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Jaarverslag 2022 www.kbc.com KBC Groep
Jaarverslag
2022
KBC Groep

We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar die focust op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In enkele andere landen zijn we slechts beperkt aanwezig.
Met onze activiteiten willen we onze klanten helpen om hun dromen en projecten te realiseren en ze te beschermen.
Het is onze ambitie om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
| Klanten | 13 miljoen |
|---|---|
| Medewerkers | 42 000 |
| Bankkantoren | 1 215 |
| Verzekeringsnetwerk | 298 agentschappen in België, diverse |
| distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa |
| Debt ratings | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| op lange termijn | Fitch | Moody's | S&P | |||
| KBC Bank NV | A+ | A2 | A+ | |||
| KBC Verzekeringen NV | – | – | A | |||
| KBC Groep NV | A | Baa1 | A | |||
| Duurzaamheids | Sustaina | S&P | ISS | FTSE | ||
| ratings | CDP | lytics | Global | MSCI | ESG | 4good |
| KBC Groep | A | 12,5 75/100 | AAA C+ prime | 4.3/5 |

Gegevens voor België inclusief het beperkte net van buitenlandse kantoren van KBC Bank. Medewerkers uitgedrukt in vte.
Verslag aan de samenleving
• Wordt opgemaakt voor elk kernland en gaat dieper in op hoe KBC zijn rol opneemt in
duurzaam ondernemen
Risk Report 2022 KBC Group
Risk Report 2022 KBC Group
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
de samenleving. • www.kbc.com /
Verslag aan de samenleving KBC 2022
Jaarverslag 2022 KBC Bank
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re
Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
KBC Group Sustainability Report
Naast ons jaarverslag vindt u diepgaandere informatie in aparte rapporten op www.kbc.com.
Verslag aan de samenleving KBC 2022
Jaarverslag 2022 KBC Bank
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re
2022
Risk Report 2022 KBC Group
Verslag aan de samenleving KBC 2022
• Gaat dieper in op het
van de groep. • www.kbc.com /
/ risicorapporten
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
Jaarverslag 2022 KBC Bank
risico- en het kapitaalbeheer
Risk Report 2022 KBC Group
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
investor relations / rapporten
Jaarverslag 2022 KBC Groep
duurzaam ondernemen /
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re
rapportering
Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium
Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
2022
KBC Group Sustainability Report
KBC Group Sustainability Report
2022
Jaarverslag Duurzaamheidsverslag Risicoverslag
Verslag aan de samenleving KBC 2022
• Focust op onze duurzaamheidsstrategie. Het bevat gedetailleerde niet-financiële gegevens en is opgemaakt rekening houdend met de GRI Universal en Topic Standards en de SASB Standards for Commercial Banks. • www.kbc.com /
Jaarverslag 2022 KBC Bank
• Verschaft informatie over bedrijfsmodel, strategie, duurzaamheid, governance, financiële prestaties, risico's en kapitaal. We passen in de mate van het mogelijke de principes van Integrated
Jaarverslag 2022 KBC Groep
Jaarverslag 2022 KBC Groep
Solvency & Financial Condition Report 2022
investor relations / rapporten
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium
Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
KBC Group Sustainability Report
2022
Reporting toe. • www.kbc.com /
/ jaarverslagen
Jaarverslag 2022 KBC Groep
Solvency & Financial Condition Report 2022
Solvency & Financial Condition Report 2022
Solvency & Financial Condition Report 2022
| Digitale strategie: verdere uitbouw van Kate, de digitale assistent |
2,7 miljard euro nettowinst |
Verkoop van de Ierse activiteiten |
|---|---|---|
| Uitdagende geopolitieke en economische omstandig heden |
Verdere verstrenging van onze klimaat gerelateerde doelstellingen |
Aanleg van 0,4 miljard euro voor de directe en indirecte gevolgen van de oorlog in Oekraïne |
| Uitgifte eerste social bond |
Overname Bulgaarse activiteiten van Raieisen Bank International |
Publicatie van eerste klimaatrapport van de groep |


| Kerncijfers | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro) | |||||
| Balanstotaal | 355 872 | 340 346 | 320 743 | 290 591 | 283 808 |
| Leningen en voorschotten aan klanten (excl. rev. repo's) | 178 053 | 159 728 | 159 621 | 155 816 | 147 052 |
| Effecten | 67 582 | 67 794 | 71 784 | 65 633 | 62 708 |
| Deposito's van klanten (excl. schuldpapier en repo's) | 224 407 | 199 476 | 190 553 | 173 184 | 159 644 |
| Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, | |||||
| verzekeringen | 30 486 | 32 571 | 31 442 | 32 170 | 31 273 |
| Totaal eigen vermogen | 20 807 | 23 077 | 21 530 | 20 222 | 19 633 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||||
| Totale opbrengsten | 8 463 | 7 558 | 7 195 | 7 629 | 7 512 |
| Exploitatiekosten | -4 818 | -4 396 | -4 156 | -4 303 | -4 234 |
| Waardeverminderingen | -284 | 261 | -1 182 | -217 | 17 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 2 743 | 2 614 | 1 440 | 2 489 | 2 570 |
| België | 1 759 | 1 997 | 1 001 | 1 344 | 1 450 |
| Tsjechië | 679 | 697 | 375 | 789 | 654 |
| Internationale Markten | 441 | 127 | 199 | 379 | 533 |
| Groepscenter | -135 | -207 | -135 | -23 | -67 |
| Duurzaamheid en genderdiversiteit | |||||
| Eigen broeikasgasemissie (in ton CO2 per vte) |
1,2 | 1,0 | 1,5 | 2,0 | 2,3 |
| Aandeel hernieuwbare energie in kredieten aan de energiesector (%) | 63% | 63% | 61% | 57% | 44% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) | 32 | 32 | 17 | 12 | 9 |
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen | 57% | 56% | 56% | 57% | 57% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen | 33% | 38% | 31% | 31% | |
| KBC-aandeel | |||||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) | 417,2 | 416,9 | 416,7 | 416,4 | 416,2 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde | 46,3 | 51,8 | 48,1 | 45,0 | 41,4 |
| periode (in euro) | |||||
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) | 58,9 | 68,3 | 52,8 | 60,8 | 67,4 |
| Slotkoers boekjaar (in euro) | 60,1 | 75,5 | 57,3 | 67,1 | 56,7 |
| Brutodividend per aandeel (in euro)1 | 4,0 | 8,6 | 2,44 | 1,00 | 3,50 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | 6,46 | 6,15 | 3,34 | 5,85 | 5,98 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 25,1 | 31,5 | 23,9 | 27,9 | 23,6 |
| Financiële ratio's | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 13% | 13% | 8% | 14% | 16% |
| Kosten-inkomstenratio, groep | 57% | 58% | 58% | 56% | 56% |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | 89% | 89% | 85% | 90% | 88% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,08% | -0,18% | 0,60% | 0,12% | -0,04% |
| Common equity ratio (Deense compromismethode, fully loaded) | 15,3% | 15,5% | 17,6% | 17,1% | 16,0% |
Voor definities en toelichtingen: zie de analyses en het glossarium verder in dit verslag.
1 Van het in november 2021 uitbetaalde interim-dividend is 2 euro aan boekjaar 2020 toegewezen. Dividend 2022 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
| NPS-score klanten Doel: top 2-ranking op groepsniveau eind 2023 |
Digitale verkoop Doel: aandeel digitale verkoop ≥ 40% voor bankproducten en ≥ 25% voor verzekerings producten eind 2023 |
Straight-through processing Doel: aandeel straight through processes (STP) ≥ 60% |
Bankverzekeringsklanten Doel: 85% van de actieve klanten tegen eind 2023 |
Stabiele bankverzekeringsklanten Doel: 27% van de actieve klanten tegen eind 2023 |
str ate gis ch |
|---|---|---|---|---|---|
| Fondsen die verantwoord beleggen (Responsible Investment-fondsen (RI)) Doel: aandeel RI-fondsen ≥ 45% van Assets under Distribution ('direct client money') in 2025 en 55% in 2030; nieuwe productie RI-fondsen ≥ 65% van de totale jaarlijkse fondsenproductie in 2030; daling van de broeikas gasintensiteit van bedrijven in verantwoorde fondsen met 50% tussen 2019 en 2030 |
Kredieten hernieuwbare energie Doel: aandeel hernieuwbare energiebronnen in de portefeuille kredieten aan de energiesector ≥ 75% in 2030 |
Broeikasgasintensiteit kredietportefeuille Doel: daling in 2030 en 2050 van de broeikasgasintensiteit voor de (sub)sectoren energie, elektriciteit, vastgoed, hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed, automobielindustrie, landbouw, cement, staal en aluminium (zie verder) |
Eigen CO2 e-emissies Doel: -80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van volledige klimaatneutraliteit voor onze directe voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren. |
Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen Doel: 100% groene elektriciteit tegen 2030 |
ESG |
| Totale opbrengsten Doel: CAGR 2022-2025: ± 6,0% Exploitatiekosten zonder bankenheffing Doel: CAGR 2022-2025: ± 1,8% |
Kredietkostenratio Doel: 25-30 basispunten through-the-cycle |
Gecombineerde ratio Doel: ≤ 92% |
Dividenduitkeringsratio Doel: ≥ 50% (zie hoofdstuk onze strategie) |
Surplus capital Doel: > 15% (Raad Van Bestuur beslist over uitbetaling van deel > 15% common equity ratio, zie verder) |
fin an cie el |
De definities van de KPI's en de scores vindt u in het hoofdstuk Onze strategie. De belangrijkste regulatoire kapitaal- en liquiditeitsratio's vindt u in datzelfde hoofdstuk.
Jaarverslag KBC Groep 2022 1

Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast ook niet-verplichte informatie bevat. We combineren het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. Andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.
Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus de vennootschap KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.
Glossarium: achteraan vindt u de belangrijkste in dit verslag gebruikte financiële ratio's en termen (inclusief de alternative performance measures).
Verklaring over duurzaamheidsinformatie (of niet-financiële informatie): in overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze duurzaamheidsinformatie geïntegreerd in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. Het hoofdstuk Verklaring over niet-financiële informatie bevat de verwijzingen naar die hoofdstukken. De informatie over diversiteit vindt u in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Specifieke informatie in verband met het klimaat vindt u vooral in de hoofdstukken Focus op het klimaat, Onze rol in de samenleving en Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's'.
Vertaling en versies: het jaarverslag is verkrijgbaar in een Nederlandse en Engelse ESEF-versie (European Single Electronic Format) en een Nederlandse, Engelse en Franse PDF-versie. De Nederlandse ESEF-versie is de originele versie en de andere versies zijn officieuze versies. We hebben alles gedaan wat redelijkerwijs mogelijk is om verschillen tussen de verschillende taal- en format-versies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft die Nederlandse ESEF-versie voorrang.
Hoe bepalen we wat belangrijk genoeg is om te vermelden in ons jaarverslag? We baseren ons op de wetgeving en de International Financial Reporting Standards, en we houden, in de mate van het mogelijke, rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council, die ook de inspiratie vormen voor onze informatie over waardecreatie. We baseren ons voor de niet-financiële verklaring voornamelijk op de GRI (Global Reporting Initiative) Standards en rapporteren in overeenstemming met de GRI Universal Standards en de GRI Topic Standards). De GRI Content Index met de GRI-indicatoren die het meest impact hebben op onze onderneming vindt u in het Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com. We brengen onze relevante onderwerpen ook in kaart volgens de normen van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) en nemen relevante SASB-normen op in de GRI Content Index / SASB Dislosure. Die rapporteringskaders leggen de nadruk op belangrijkheid en relevantie in verslaggeving. Om te bepalen welke onderwerpen voor onze stakeholders belangrijk zijn, voeren we onder meer een materialiteitsanalyse uit (zie Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse). De resultaten van de materialiteitsanalyse werden gevalideerd door de Interne Duurzaamheidsraad, geratificeerd door het Directiecomité en bezorgd aan de Raad van Bestuur. Uitleg over de consolidatiekring voor financiële informatie vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.5. We verzamelen onze duurzaamheidsgegevens via een groepswijd proces met strikte hiërarchische validatie, en dat minimaal voor alle KBC-entiteiten uit de kernlanden. In de meeste gevallen betreft het de periode 1 oktober [t-1] tot 30 september [t]. Voor meer informatie over het verzamelen en verwerken van duurzaamheidsdata verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag op kbc.com. We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we terminologie zoals 'groen' en 'duurzaam' gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat we beschrijven al (volledig) is afgestemd op de EU-taxonomie.
Disclaimer: de in het jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op onze veronderstellingen en inschattingen bij het opmaken van dat verslag begin maart 2023. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen (sterk) afwijken van de initiële verklaringen.
Belangrijke gebeurtenis na balansdatum die heeft geleid tot een aanpassing van de jaarrekening over 2022: zie Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.



Verslag van de
Raad van Bestuur
Koenraad Debackere: "2022 zal de geschiedenis ingaan als het jaar van de Russische inval in Oekraïne. Net toen de bezorgdheid over de pandemie in sommige landen begon af te nemen, viel Rusland in februari Oekraïne binnen. Voor de Oekraïense bevolking escaleerden die ontwikkelingen tot een ware humanitaire ramp. Mensen raken gewond of worden gedood, gezinnen worden van elkaar gescheiden en miljoenen bewoners zijn ondertussen het land ontvlucht. Wij betuigen onze innige solidariteit met alle slachtoffers van het conflict, zowel die in de regio zelf als het grote aantal vluchtelingen in diverse gastlanden in Europa. De brutale invasie veroorzaakte bovendien een schokgolf in de wereldeconomie. Onze directe blootstelling aan Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland is weliswaar zeer beperkt, maar we houden de indirecte macro-economische gevolgen, zoals het effect van de hoge gas- en olieprijzen op de inflatie en de economische groei, en de overloopeffecten voor ons, onze tegenpartijen en onze klanten, zowel financieel als operationeel, zeer nauwlettend in het oog. In dat verband hebben we in 2022 een reserve van zo'n 0,4 miljard euro opzijgezet om de gerelateerde geopolitieke en opkomende risico's te dekken."
Johan Thijs: "De nieuwe geopolitieke situatie mag onze aandacht voor de andere belangrijke uitdagingen van deze tijd niet doen afnemen. De klimaatcrisis ontvouwt zich immers voor onze ogen, met extreme weersomstandigheden die steeds vaker voorkomen. Dat houdt in dat we nu moeten handelen als we de klimaatverandering en de gevolgen ervan tot een minimum willen beperken. Als geïntegreerde bank-verzekeringsgroep willen we een belangrijke rol spelen in de transformatie die nodig is om een catastrofale opwarming van de aarde te voorkomen. Samen met onze klanten zijn we ermee begonnen onze kredietportefeuille klimaatvriendelijker te maken en ons te richten op verantwoord beleggen. We moedigen investeringen aan die gericht zijn op het creëren en ondersteunen van de overgang naar een groenere samenleving en we zetten ons sterk in om onze klanten te helpen en te ondersteunen op hun reis naar meer duurzame activiteiten. We engageerden ons in diverse internationale initiatieven inzake klimaatverandering en duurzaamheid en we hebben in 2022 verschillende van onze duurzaamheidsdoestellingen gevoelig verstrengd. Zo hebben we bijvoorbeeld concrete klimaatindicatoren geformuleerd voor onze kredietverlening t.a.v. enkele
CO2 -intensieve sectoren, waaronder de energie- en de vastgoedsector. Andere belangrijke initiatieven inzake duurzaamheid waren de uitgifte van een eerste sociale obligatie in augustus, waarvan de opbrengst wordt aangewend voor de financiering van projecten in de ziekenhuissector.
We zijn bijzonder fier dat we, als een van de 19 bedrijven wereldwijd, in januari 2023 het Terra Carta-zegel mochten ontvangen, als erkenning voor onze inzet voor een duurzame toekomst. We nodigen u uit om te lezen hoe KBC duurzaamheid in de praktijk vertaalt, in dit Jaarverslag, maar zeker ook in ons Duurzaamheidsverslag en ons Klimaatrapport, op www.kbc.com.
Johan Thijs: "KBC heeft altijd vooropgelopen bij nieuwe ontwikkelingen inzake digitaliteit. Voor onze klanten werd dat het meest zichtbaar via onze persoonlijke digitale assistent, Kate, die we in 2022 nog verder hebben uitgebouwd. Ons einddoel daarbij is en blijft het ontzorgen van onze klanten. Kate is al ingeburgerd in België en Tsjechië en werd in 2022 ook gelanceerd in onze andere kernlanden. Kate evolueert bovendien sneller dan oorspronkelijk ingeschat. Zo gaat de adoptie van Kate bij onze klanten sneller dan verwacht en behaalt Kate een autonomie ver boven het vooropgestelde doel voor 2022. Tot de meest markante innovaties in 2022 behoort zeker ook de lancering van onze eigen digitale munt, de Kate Coin, die onze klanten zullen kunnen gebruiken bij bepaalde aankopen of investeringen. Ruwweg 8 000 medewerkers van onze groep hebben de Kate Coin in juni als eerste kunnen uittesten op het festival Werchter Boutique, waarop ze waren uitgenodigd als beloning voor hun inspanningen tijdens de coronaperiode. De lancering van DISCAI is een ander mooi voorbeeld van innovatie. Met DISCAI willen we onze portefeuille van artificiëleintelligentietoepassingen commercialiseren en inmiddels is de eerste AI-oplossing op de markt. Dat we ons succesvol blijven inzetten voor innovatie en een maximaal gemak voor onze klanten wordt ook extern erkend. In oktober 2022 riep het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners KBC Mobile immers opnieuw uit tot een van de beste mobilebankingapps ter wereld en de beste mobiele bank- en verzekeringsapp in België."
Koenraad Debackere: "Focus blijft voor ons een bijzonder belangrijk aspect van onze strategie. Ons kernmetier is en blijft bankverzekeren voor retailklanten en ondernemingen in

een duidelijke selectie van kernmarkten. In die landen trachten we, waar mogelijk, opportuun en interessant, onze positie nog verder te versterken. Begin juli 2022 finaliseerden we de overname van Raiffeisenbank Bulgaria. De combinatie van Raiffeisenbank Bulgaria en UBB zorgt ervoor de we onze positie op de Bulgaarse bankmarkt significant kunnen versterken. In 15 jaar tijd heeft KBC zich daarmee bevestigd als de grootste investeerder in Bulgarije en de leidende positie ingenomen in het consolidatieproces van de financiële sector in Bulgarije. Wij heten onze nieuwe klanten en collega's van harte welkom in onze grote familie. In februari 2022 verkochten we nagenoeg de volledige portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van KBC Bank Ireland en ondertussen sloten we ook een overeenkomst over de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland. Die laatste transactie werd begin februari 2023 gefinaliseerd, wat betekent dat we ons de facto nu volledig hebben teruggetrokken uit de Ierse markt."
Johan Thijs: "In 2022 konden we enerzijds het volledige resterende bedrag aan vroeger aangelegde waardeverminderingen voor de coronacrisis terugnemen, maar legden we anderzijds 0,4 miljard euro aan waardeverminderingen voor geopolitieke en opkomende risico's aan, waarmee we de vooral indirecte economische impact van de oorlog in Oekraïne op onze kredietportefeuille afdekken. Onze opbrengsten groeiden aan met 12%, waarbij vooral de gestegen nettorente-inkomsten opvallen, terwijl onze kostenbasis uiteraard te lijden had onder de inflatoire druk, maar ook onder significant hogere banktaksen. Dat bracht onze nettowinst voor 2022 in totaal op een uitstekende 2,7 miljard euro, 5% meer dan het resultaat van het jaar voordien.
We stellen aan de Algemene Vergadering een brutototaaldividend voor van 4 euro per aandeel voor 2022, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro, uitgekeerd in november 2022, en een slotdividend van 3 euro, uit te keren in mei 2023. Daarnaast is het onze bedoeling om, in overeenstemming met ons kapitaalaanwendingsplan voor 2022, het surpluskapitaal boven een fully loaded common equity ratio van 15% uit te keren in de vorm van een inkoop van eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk cashdividend. Bovendien is het de bedoeling om de kapitaalvrijgave als gevolg van de finalisatie van de Ierse verkoopovereenkomst – ruwweg 1 miljard euro – uit te keren in de vorm van een inkoop van
eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk interim-dividend. De Raad van Bestuur zal de finale beslissing daarover in de eerste helft van 2023 nemen.
Koenraad Debackere: 2022 was een jaar dat vooral bepaald werd door twee verschillende factoren. In de eerste jaarhelft herstelde de wereldeconomie verder van de gevolgen van de pandemie en stimuleerden de heropening van de economie en de afname van aanbodbelemmeringen de economische groei. Vooral voor de Europese economie werden in de loop van het jaar echter meer en meer de gevolgen merkbaar van de schok van de grondstof- en energieprijzen als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Na sterke kwartaalgroeicijfers in de eerste jaarhelft vertraagde de groeidynamiek in de eurozone en bleef die in het vierde kwartaal nog net positief. Daarmee lijkt de Europese economie een diepe recessie voorlopig af te wenden. Ook 2023 zal grote uitdagingen met zich meebrengen. De monetaire en budgettaire beleidsmakers moeten zowel de hoge inflatie onder controle krijgen als ervoor zorgen dat de impact op de groei zo beperkt mogelijk blijft. In een context van stijgende rentes komt ook de wereldwijde schuldproblematiek opnieuw onder de aandacht.
Onze resultaten van dit jaar en de voorbije jaren zijn echter het bewijs dat we, ook in uitdagende omstandigheden, kunnen voortbouwen op onze sterke fundamenten en onze strategie. Die strategie is volledig gebouwd op het vertrouwen dat u, beste klant, medewerker, aandeelhouder of andere stakeholder, in ons stelt. Voor dat vertrouwen dank ik u oprecht."
Johan Thijs Koenraad Debackere Chief Executive Officer voorzitter van
de Raad van Bestuur

Als bankier zorgen we ervoor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen, waarbij we ook actief duurzame beleggingsproducten aanbieden. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien volgens zijn eigen wensen en risicoprofiel, en daarbij rekenen op onze expertise. Met de deposito's die de klanten aan ons toevertrouwen, verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden, en houden op die manier de economie draaiende, ook in moeilijkere omstandigheden, zoals tijdens de coronacrisis. We houden ook een beleggingsportefeuille aan en investeren dus ook onrechtstreeks in de economie. Bovendien financieren we ook specifieke sectoren en projecten, zoals de socialprofitsector en infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling.
Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken. We streven ernaar elke dag de beste verzekering aan te bieden voor een correcte prijs en we investeren in een kwaliteitsvolle schadeafhandeling. We gebruiken ook onze kennis over ongevalsoorzaken bij het opzetten van preventiecampagnes en we hebben een lange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers.
We bieden onze klanten ook verschillende andere diensten aan die voor hen belangrijk zijn in hun dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enz. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
Bij al die activiteiten trachten we rekening te houden met de impact ervan op de samenleving en het milieu, en we vertalen dat in concrete doelstellingen. We kiezen er ook bewust voor om waar mogelijk onze positieve impact op de samenleving te vergroten, en we leggen daarbij de focus op gebieden waar we als bank-verzekeraar het verschil kunnen maken, zoals financiële geletterdheid, milieubewustzijn, ondernemerschap en de gezondheids- en vergrijzingsproblematiek. In onze bedrijfsvoering besteden we ook terdege aandacht aan zaken zoals cyberrisico, anticorruptiemaatregelen, klimaatverandering en in toenemende mate ook andere milieuaspecten (zoals biodiversiteit, circulaire economie, waterbeheer en vervuiling).
Wat klimaat betreft, hebben we als bank-verzekeraar een rechtstreekse invloed op de klimaatverandering door ons eigen energieverbruik. Belangrijker is echter de onrechtstreekse invloed, via kredietverlening, het aanhouden van een beleggingsportefeuille, het aanbieden van beleggingen aan klanten en het verzekeren van tegenpartijen die een belangrijke invloed op het klimaat kunnen hebben. We ondervinden bovendien zelf de invloed van klimaatverandering. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan hogere schadeclaims bij onze verzekeringen als gevolg van extreme weersomstandigheden of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering of de transitie naar een CO2 -armere samenleving. We houden daar terdege rekening mee, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden, maar ook om actief bij te dragen door bijvoorbeeld duurzame producten en diensten te lanceren. We volgen onze prestaties op dat gebied van nabij en hanteren daarvoor specifieke doelen. In 2022 hebben we in

We willen onze klanten proactief financieel ontzorgen, via ons oplossingsgerichte bank-verzekeringsmodel, en gaan daarbij zelfs verder dan pure bank- of
verzekeringsproducten.
ons Sustainable Finance-programma beslist om ook voor de andere milieuaspecten een gestructureerde aanpak op te starten.
Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het lokale economische en sociale weefsel. We dragen in al onze kernmarkten in belangrijke mate bij tot de werkgelegenheid en we beseffen dat we een belangrijke impact hebben op het leven van onze mensen. We stimuleren verantwoord gedrag bij onze medewerkers en we bieden hun een faire vergoeding voor hun werk. Zo dragen we bij tot hun koopkracht en tot de welvaart van de landen waarin we actief zijn.
(resultaten: zie hoofdstuk Onze strategie)
• Groei totale opbrengsten ('25) • Groei exploitatiekosten zonder
bankenheffing ('25) • Gecombineerde ratio ('22) • Kredietkostenratio (through-
the-cycle)
• Bevragingen over
score ('23)
• Aandeel
('30)
werknemersbetrokkenheid ('22)
• Aandeel digitale verkoop ('23) • Straight-through processing
• Dividenduitkeringsratio en uitkering surpluskapitaal ('22) • NPS-ranking klanten ('23)
bankverzekeringsklanten ('23)
-emissie
• Fondsen die verantwoord beleggen ('25 en '30) • Reductie eigen CO2
• Aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ('30) • Aandeel hernieuwbareenergiekredieten ('30) • Broeikasgasintensiteit diverse
sectoren uit de
kredietportefeuille ('30 en '50)
• 2,7 miljard euro nettowinst
gecombineerde ratio
medewerkers
aanpak
processen
Coin
euro
ondernemerschap
beleggen
• Eigen CO2
• Sterke kapitaal- en liquiditeitsratio's • 57% kosten-inkomstenratio en 89%
• 2,6 miljard euro verloning van onze
• Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+ • ca. 151 000 geregistreerde opleidingsdagen • Diversiteit: 43% vrouwen in junior en middle management, 24% in senior management
• Innovatieve digitale AI- en datagedreven
• Stakeholderinteractieproces in elk land • Belastingen en banktaksen samen 1,3 miljard
• Focus op initiatieven inzake financiële geletterdheid en stimuleren van
• Verstrenging en uitbreiding milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen
• Focus op initiatieven inzake milieubewustzijn en vergrijzings- en gezondheidsproblematiek • 32 miljard euro in fondsen die verantwoord
-emissies, -70% t.o.v. 2015
• Succes digitale assistent Kate, lancering Kate
• Focus op vereenvoudiging en straight-through
• 7% autonome groei leningen en voorschotten





253 miljard euro deposito's
20,8 miljard euro totaal
eigen vermogen
Ca. 42 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde partner Innovatiecapaciteit
Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen > 1 200 bankkantoren, verschillende distributiekanalen voor verzekeringen
13 miljoen klanten, 5 kernlanden Leveranciers, overheden, regelgevers en andere stakeholders
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water, papier, enz. Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
Proactief en datagedreven oplossingen aanbieden om tegemoet te komen aan de noden van onze klanten. De referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernlanden
Kernactiviteiten
Kredieten Deposito's Verzekeringen Beleggingen Vermogensbeheer Betalingsverkeer Andere financiële diensten

Meest relevante SDG's voor de groep

Milieu en maatschappij
werknemersbetrokkenheid ('22)
• Bevragingen over
score ('23)
• 2,6 miljard euro verloning van onze medewerkers
• 7% autonome groei leningen en voorschotten
• Sterk ingebedde bedrijfscultuur PEARL+
• 2,7 miljard euro nettowinst
gecombineerde ratio
• Sterke kapitaal- en liquiditeitsratio's • 57% kosten-inkomstenratio en 89%
duurzame rendabele groei
klant centraal
Meest relevante SDG's voor de groep
rol in de maatschappij
bankverzekeren +
Financieel
Medewerkers
Infrastructuur
Klanten en andere
Milieu en maatschappij
stakeholders
en merk
kapitaal
20,8 miljard euro totaal
253 miljard euro deposito's
Ca. 42 000 medewerkers Sterke merknamen in alle kernlanden, vertrouwde
eigen vermogen
en schuldpapier
partner
Innovatiecapaciteit
Diverse elektronische distributieplatformen, apps, AI en achterliggende ICT-systemen
1 200 bankkantoren,
distributiekanalen voor
13 miljoen klanten, 5 kernlanden
Leveranciers, overheden, regelgevers en andere
Direct gebruik van elektriciteit, gas, water,
Belangrijkere indirecte impact via kredietverlening, beleggingsportefeuille, fondsen, verzekeringen, enz.
verschillende
verzekeringen
stakeholders
papier, enz.
• Aandeel digitale verkoop ('23) • Straight-through processing

We vatten onze bedrijfscultuur samen in het letterwoord PEARL+. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. We moedigen al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema leggen we uit wat we daarmee bedoelen. Het plusteken in PEARL+ symboliseert onze focus
PEARL+ is een mindset, een werkcultuur van al onze medewerkers. Om er zeker van te zijn dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die aan onze CEO rapporteert. Om die cultuur in de volledige groep in te bedden en tot een succes te maken, implementeren we ze niet alleen top-down, maar ook bottom-up. Zo hebben we op de werkvloer honderden PEARL ambassadors die PEARL concreet vormgeven en andere collega's daarin voorthelpen.
op gezamenlijke ontwikkeling en 'smart copy' van oplossingen, initiatieven en ideeën zodat ze overal in de groep gemakkelijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Daardoor kunnen we efficiënter werken, sneller schakelen en lokale talenten groepswijd benutten.

We focussen op gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven, ideeën binnen de groep
Responsive
We anticiperen en reageren
spontaan en op een positieve
manier op suggesties en vragen.
we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.
Respectvol
We behandelen mensen als onze
gelijken, we zijn transparant, we
vertrouwen ze en waarderen ze
om wat ze doen en wie ze zijn.
Performance (performantie) We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we
(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten.

We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.
(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.
beloven.
(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.

We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op een overkoepelend niveau en we sturen de groep ook geïntegreerd aan. Voor onze klanten biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide relevante en gepersonaliseerde one-stop financiële dienstverlening, waarbij ze kunnen kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod, dat zelfs het pure bankverzekeren overstijgt. Voor onszelf biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën, en verhoogde
interactiemogelijkheden met en een vollediger inzicht in onze klanten.
1 2 3
In onze strategie vormt digitale interactie met de klanten de basis van ons bedrijfsmodel, zowel op het vlak van verkoop en advies als wat proces- en productontwikkeling betreft. Naast een digitaal productaanbod bieden we dus ook digitaal advies aan onze klanten én ontwikkelen we alle processen en producten alsof ze digitaal verkocht moeten worden. Bij digitale verkoop en advies zullen artificiële intelligentie en data-analyse een belangrijke rol spelen. Kate, onze persoonlijke digitale assistent, speelt daarbij een essentiële rol. We hebben bijzondere aandacht voor de snelheid en de eenvoud waarmee we onze klanten kunnen bedienen en houden bij de hertekening van onze interne processen daarmee rekening. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra. Net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren.
We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. Met deze selectie van landen werken we in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig, onder meer om de activiteiten van onze bedrijfsklanten in de kernmarkten te ondersteunen. In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale klanten opbouwen. We willen onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, diensten en producten op maat aanbieden en focussen op duurzame ontwikkeling van de verschillende gemeenschappen waarbinnen we actief zijn. Waar relevant werken we tussen onze kernlanden samen om dubbel werk te vermijden en onze klanten het beste te kunnen aanbieden.
Uniek bankverzekeringsmodel en innovatieve datagedreven digitale strategie, waardoor we direct kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten
Sterke commerciële banken verzekeringsfranchises in al onze divisies
Succesvolle historiek inzake onderliggende bedrijfsresultaten
Solide kapitaalpositie en sterke liquiditeit
Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden
Sterke focus op duurzaamheid. Ambitieuze klimaatdoelstellingen waarmee we ook onze klanten begeleiden naar een duurzamere toekomst

Als financiële instelling zijn we een belangrijke drijvende kracht achter de reële economie en hebben we een belangrijke directe en indirecte impact op de samenleving. KBC wil de transitie naar een duurzamere en klimaatbestendigere samenleving ondersteunen. Daarom is duurzaamheid een integraal onderdeel van onze algemene bedrijfsstrategie en verankerd in onze dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de producten en diensten die we aanbieden. Onze
duurzaamheidsstrategie, afgestemd op de lokale economie en samenleving, bestaat uit financiële veerkracht en drie hoekstenen: verantwoord gedrag bij alle medewerkers stimuleren, onze positieve impact op de samenleving vergroten en onze nadelige impact op de samenleving beperken.
Bijzonder aan onze aandeelhoudersstructuur is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die eind 2022 samen ruwweg 41% van onze aandelen in handen hadden. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit van onze groep.
Macro-economische omgeving gekenmerkt door geopolitieke uitdagingen, hogere rentes, hoge inflatie en vergrijzing
Invloed van de klimaatverandering op onze activiteiten en die van onze klanten, en vice versa, en benutten van opportuniteiten gerelateerd aan de overgang naar een
groenere economie
Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, milieu, enz.
4 5
Veranderend klantengedrag, concurrentie en nieuwe spelers op de markt
Nieuwe technologieën en cybercriminaliteit We hebben onze groep opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Het gaat om de divisies België, Tsjechië en Internationale Markten. In het schema geven we een indicatie van het belang van elke divisie. Een uitgebreide omschrijving vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat die Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliancecomité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. Ons Directiecomité zorgt voor het operationele bestuur van de groep en doet dat binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Het Directiecomité omvat, naast de CEO, ook de chief financial officer (CFO), de chief risk officer (CRO) en de
chief innovation officer (CIO) van de groep, en de CEO's van de drie divisies.
De belangrijkste onderwerpen die in 2022 in de Raad werden besproken, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In dat hoofdstuk weiden we ook uit over ons vergoedingsbeleid voor het management. We gaan in dat vergoedingsbeleid – net zoals voor alle medewerkers – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een begrensde variabele vergoeding als deel van een aantrekkelijk en evenwichtig verloningsbeleid.
Informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.

Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige Divisie Internationale Markten Overige 'Overige' in de grafieken: een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties; we wijzen bovendien een deel van het kapitaal en het resultaat toe aan het Groepscenter. Vanwege de (eind 2022 nog lopende) verkoopovereenkomst (zie elders) werd Ierland vanaf 2022 niet meer opgenomen bij de Divisie Internationale Markten maar bij het Groepscenter.
Divisie Tsjechië
Divisie Tsjechië
Divisie Tsjechië
| Leden | 16 | Diploma's van de leden van de Raad van Bestuur (eind 2022) |
|
|---|---|---|---|
| Mannen/vrouwen | 10/6 | 26% 29% |
|
| Nationaliteiten | Belgisch (14),Spaans (1), Tsjechisch/Amerikaans (1) |
||
| Onafhankelijke bestuurders |
3 | 6% 16% 23% |
|
| Voorzitter | Koenraad Debackere | ||
| rechten economie/financiën |
|||
| Aanwezigheden | Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk | MBA | |
| bestuur | actuariële wetenschappen/verzekeringen | ||
| Belangrijkste diploma's |
economie, rechten, actuariële wetenschappen, management, wiskunde, fiscaliteit, enz. |
andere Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma). |
| Leden | 7 | Diploma's van de leden van het Directiecomité (eind 2022) |
|---|---|---|
| Mannen/vrouwen | 6/1 | 30% 30% |
| Nationaliteiten | Belgisch (5), Tsjechisch (1), Bulgaars (1) |
|
| Voorzitter | Johan Thijs | 10% |
| Belangrijkste diploma's |
rechten, economie, actuariële wetenschappen, wiskunde, pedagogie, enz. |
20% 10% rechten economie/financiën MBA actuariële wetenschappen/verzekeringen andere Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma). |
Samenstelling Raad van Bestuur
Samenstelling Directiecomité
eind 2022
eind 2022

Nadat de inflatie al in de tweede jaarhelft van 2021 was opgelopen, steeg ze in Europa en de VS verder tot nieuwe hoogten na het uitbreken van de Russisch-Oekraïense oorlog in februari 2022. De inflatie werd aangewakkerd door fors hogere energie- en grondstofprijzen, maar sijpelde daarna ook door naar de onderliggende kerninflatie (inflatie exclusief energie- en voedingsprijzen). Als reactie hierop beëindigde de Fed in maart 2022 zijn nettoaankopen in het kader van zijn kwantitatieve versoepelingsprogramma en bracht hij de afbouw van zijn obligatieportefeuille (kwantitatieve verstrakking) in september op kruissnelheid. Daarnaast verkrapte de Fed zijn beleid ook via zijn rentekanaal. Hij verhoogde de beleidsrente in 2022 sneller en forser dan verwacht, van 0%-0,25% tot 4,25-4,50% aan het einde van 2022. In 2023 zal de Fed allicht zijn beleidsrente verder verhogen.
Geconfronteerd met de uitzonderlijk forse inflatieopstoot in 2022 veranderde ook de ECB van koers. Nadat ze de nettoaankopen van haar Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) in maart 2022 stopzette, deed ze in juli 2022 hetzelfde voor haar algemene Asset Purchase Programme (APP). Onmiddellijk daarna startte de ECB de normalisatie van haar depositorente van -0,50% tot 2% eind 2022. We verwachten verdere renteverhogingen in 2023. Volgens de ECB-communicatie zullen de obligaties die de ECB in het kader van PEPP aankocht tot minstens eind 2024 worden geherinvesteerd op vervaldag. De APP-portefeuille daarentegen zal vanaf maart 2023 geleidelijk worden afgebouwd in het kader van de kwantitatieve verstrakking. Ook de aanmoediging door de ECB van een vervroegde terugbetaling door de financiële sector van de langetermijnliquiditeitsvoorzieningen (TLTRO's) past in dat kader.
De omgeving van stijgende rentes en afnemende liquiditeitsvoorziening vormt een risico voor de efficiënte transmissie van het monetaire beleid van de ECB naar de hele eurozone. Concreet zou dit tot uiting kunnen komen in niet-gefundeerde, oplopende renteverschillen tussen overheidsobligaties uit de eurozone. Als mogelijke remedie daartegen heeft de ECB twee instrumenten. Het eerste is de mogelijkheid om de PEPP-portefeuille flexibel te herinvesteren, specifiek gericht op eventueel dysfunctionele markten. Het tweede instrument is het nieuwe Transmission Protection Instrument (TPI) dat de ECB toelaat om onder bepaalde voorwaarden, met niettemin volle discretionaire bevoegdheid van de Raad van Bestuur van de ECB, rechtstreeks in problematische markten obligaties aan te kopen.
De ommekeer van het monetaire beleid in 2022 vertaalde zich in een forse en grotendeels synchrone stijging van de rente op Amerikaanse en Duitse overheidsobligaties. De Duitse tienjaarsrente werd daardoor opnieuw positief. Sinds het begin van 2022 stegen de Amerikaanse en Duitse rente per saldo van respectievelijk 1,52% en -0,18% tot 3,88% en 2,56%. Het renteverschil tussen de VS en Duitsland was volatiel doorheen het jaar, en daalde per saldo van circa 180 tot 130 basispunten. In de mate dat dit renteverschil in 2023 wat zal afnemen, kan de euro in de loop van 2023 verder terrein herwinnen ten opzichte van de Amerikaanse dollar.

De wereldeconomie zal ook in 2023 het hoofd moeten bieden aan uitzonderlijk grote uitdagingen. De beleidsmakers moeten de hoge inflatie onder controle krijgen en tegelijkertijd ervoor zorgen dat de landing van de conjunctuur zo zacht mogelijk verloopt. Die combinatie zorgt
voor spanning tussen het monetaire en het budgettaire beleid. In een context van stijgende rentes komt ook de wereldwijde schuldproblematiek opnieuw onder de aandacht.
Uiteraard beïnvloeden de wereldeconomie in het algemeen, de financiële markten en demografische ontwikkelingen ons resultaat. De coronacrisis en de recente extreme weersomstandigheden toonden dat ook klimaatverandering en gezondheidsrisico's significante invloed kunnen hebben. Ook geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne, hebben een belangrijke impact op de economie en dus mogelijk gevolgen voor onze resultaten.
We hebben te maken met sterke concurrentie, technologische veranderingen en wijzigend klantengedrag. Naast de traditionele spelers neemt de concurrentie toe van internetbanken, fintechs, bigtechs en van e-commerce in het algemeen.
Dat zorgt voor potentiële druk op crosssellingmogelijkheden en beïnvloedt de verwachtingen van klanten inzake snelheid, digitale interactie, proactiviteit, personalisatie en relevantie. Dat alles verhoogt het belang van digitalisering en innovatie in onze groep en noodzaakt tot een wendbare, snelle organisatie die in staat is continu aanpassingen te doen aan processen en systemen.
De komende jaren zullen de volgende trends en regelgevingen een belangrijke impact hebben:
In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn degelijk beveiligde ICT-systemen uiterst belangrijk en zijn cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade. Binnen KBC focussen we op een optimale bescherming tegen cybercriminaliteit, dit zowel van onze klanten als van onze entiteiten zelf.
Topics uit onze materialiteitsanalyse* • Gegevensbescherming en cyberveiligheid
* Zie Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
| België | Tsjechië | Slowakije | Hongarije | Bulgarije | |
|---|---|---|---|---|---|
| Marktomgeving in 20221 | |||||
| Wijziging van het bbp (reëel) | 3,1% | 2,5% | 1,5% | 4,9% | 3,5% |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen) |
10,3% | 14,8% | 12,1% | 15,3% | 13,0% |
| Werkloosheidsgraad (% van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat-definitie) |
5,5% | 2,3% | 5,8% | 4,0% | 4,0% |
| Financieringssaldo overheid (% van het bbp) |
-4,0% | -5,0% | -6,2% | -6,1% | -2,5% |
| Overheidsschuld (% van het bbp) | 105,0% | 43,5% | 62% | 73,5% | 23,0% |
| Geschatte verwachte groei van het reële bbp in de komende jaren | |||||
| 2023 | 0,6% | 0,3% | 0,9% | 0,3% | 0,7% |
| 2024 | 1,2% | 2,6% | 2,8% | 3,6% | 3,5% |
| Positie van KBC in elk kernland2 | |||||
| Belangrijkste merken | KBC CBC KBC Brussels |
ČSOB | ČSOB | K&H | UBB DZI KBC Bank Bulgaria (ex Raiffeisenbank Bulgaria) |
| Netwerk | 420 bankkantoren |
201 bankkantoren |
110 bankkantoren |
195 bankkantoren |
266 bankkantoren |
| 298 verzekerings agentschappen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
Verzekeringen via verschillende kanalen |
|
| onlinekanalen | onlinekanalen | onlinekanalen | onlinekanalen | onlinekanalen | |
| Recente overnames of verkopen3 (2020-2021-2022) |
- | - | Overname OTP Banka Slovensko (2020) |
- | Overname Bulgaarse pensioen- en levensverzeke ringsactiviteiten van NN (2021). Overname Raiffeisenbank Bulgaria (2022) |
| Klanten (miljoenen, schatting) | 3,8 | 4,3 | 0,8 | 1,6 | 2,4 |
| Kredietportefeuille (miljarden euro) | 129 | 38 | 12 | 8 | 10 |
| Deposito's (excl. schuldpapier) (miljarden euro) |
145 | 49 | 8 | 9 | 12 |
| Marktaandelen (schatting) - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen - schadeverzekeringen |
20% 28% 12% 9% |
21% 24% 7% 9% |
12% 7% 2% 5% |
11% 11% 3% 7% |
19% 13% 26% 12% |
| Nettowinstbijdrage in 2022 |
1 Gegevens gebaseerd op schattingen van begin maart 2023 en dus afwijkend van gegevens m.b.t. eind 2022 in Toelichting 1.4. van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de activiteiten van KBC Bank Ireland werden verkoopovereenkomsten gesloten. KBC Bank Ireland had eind 2022 12 bankkantoren en 0,2 miljoen klanten.
2 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België gebaseerd op reserves; voor de andere landen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? Deposito's: deposito's van klanten, zonder repo's. Het aantal bankkantoren is zonder de automatenkantoren en het netwerk van 11 buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. De marktaandelen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens (bv. van eind september 2022).
3 Voor details zie Toelichting 6.6 in de Geconsolideerde jaarrekening.
Informatie over de marktomstandigheden per land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.




24 Jaarverslag KBC Groep 2022
Onze waarden zijn groepswijd dezelfde en steunen op onze bedrijfscultuur PEARL+. De E uit PEARL+ staat voor Empowerment, waarmee we bedoelen dat we elke medewerker de ruimte bieden om zijn talent en creativiteit te ontplooien en om die in te zetten bij de realisatie van onze bedrijfsstrategie. De + in PEARL+ staat voor co-creëren over de landsgrenzen heen en slim kopiëren van elkaar. Zo halen we meer voordeel uit de rijkheid en verscheidenheid van onze groep. We stimuleren die cultuur bij onze medewerkers actief. Met de verschillende Team Blue-initiatieven zoals Team Blue Challenges en Group Inspiration Days willen we alle collega's uit de verschillende landen verenigen, zodat ze fier zijn op hun team en hun bedrijf en gebruikmaken van elkaars ervaring.
Het blijft de vaste ambitie om onze organisatie en medewerkers toekomstbestendig te maken en medewerkers zoveel mogelijk aan boord te houden en te laten meegroeien met KBC. We zetten in op een leercultuur waarbij leren integraal deel uitmaakt van de dagelijkse activiteiten. Ons bedrijf is in volle transformatie (denk maar aan de introductie van Kate) en heeft dus andere skills nodig. Daarom vragen we medewerkers om flexibel te zijn en te focussen op die skills die ertoe doen. Om dat op een slimme manier mogelijk te maken werken we met een AI-gestuurd leer- en talentenplatform, dat de naam StiPPLE draagt. Dat reikt medewerkers de juiste HR-info aan om hun loopbaan naar een hoger niveau te tillen. Ze krijgen leerinhoud op maat, niet alleen voor de relevante skills, maar ook voor het juiste skillsniveau. Een digitale butler helpt hen te focussen op de juiste output- en ontwikkelingsdoelen. StiPPLE vormt ook een geïntegreerde marktplaats voor interne vacatures, waarbij de technologie de openstaande jobs en interne talenten tracht te matchen. Het digitale leer- en talentenplatform is al deels internationaal uitgerold. Omdat Kate meer en meer centraal staat in onze klantenbenadering en bedrijfsprocessen lanceerden we onlangs de Kate Academy.
We nemen de gezondheid en het welzijn van onze medewerkers ter harte, ook na de voorbije coronajaren. Een goede balans tussen business performance en welzijn van de medewerkers is belangrijker dan ooit. Daarom gaan we op zoek naar creatieve oplossingen, zodat we met zijn allen gezond en met enthousiasme aan de slag kunnen blijven. In februari 2022 richtte Corporate HR een nieuwe dienst op, Work Life Support, samengesteld uit de betrokken diensten die ondersteuning geven aan welbevinden op het werk in een context van langer werken. Die nieuwe afdeling werkt geïntegreerde oplossingen uit voor de preventieve aanpak van burn-outs en mentale issues, voor een goede opvang van collega's die na ziekte opnieuw aan de slag gaan en voor duurzame eindeloopbaanvoorstellen. Er gaat ook aandacht naar aantrekkelijke arbeidsomstandigheden waarin medewerkers een toegevoegde waarde ervaren als ze naar het werk komen.
De oorlog in Oekraïne bracht een golf van solidariteit op gang. Talrijke collega's in alle kernmarkten staken de handen uit de mouwen en namen initiatieven om hulpgoederen ter plaatse te krijgen, onderdak te bieden aan vluchtelingen, huisvesting ter beschikking te stellen of benefietacties op te zetten. Collega's in Slowakije, bijvoorbeeld, mogen elk jaar een werkdag besteden aan vrijwilligerswerk en velen gingen helpen in het grensgebied. KBC verhoogde onder andere ook de donaties van Belgische KBC-medewerkers aan de nationale hulpactie 'Oekraïne 12-12'.
Met zo'n 760 nieuwe aanwervingen in 2022 in België doen we het goed in de war for talent, wat niet belet dat de zoektocht naar gespecialiseerde profielen om KBC mee uit te bouwen nog altijd doorgaat. We introduceerden een nieuwe manier om talenten aan te werven, waarbij de beleving van de medewerker centraal staat. De doorlooptijd is veel korter en kandidaten stellen zich in een eerste fase digitaal voor.

KBC en CBC behaalden in 2022 het certificaat Top Employer in België.
Onze medewerkers kunnen rekenen op een marktconform en fair loon, aangevuld met extralegale voordelen. We beslisten om in 2022 groepswijd een financiële extra, een winstpremie, te geven om mensen te bedanken voor hun inzet en veerkracht die tot de sterke resultaten hebben geleid ondanks de moeilijke omstandigheden.
Goede leidinggevenden zijn de sleutel om het beste in onze medewerkers naar boven te halen en om de KBC-strategie succesvol te implementeren. We investeren dan ook in de opleiding van alle leidinggevenden via leiderschapstrajecten. Omdat leidinggeven sinds de coronacrisis een andere dimensie gekregen heeft, introduceerden we Leading the Next Level. Leidinggevenden krijgen gedragsankers, een zelfscan en teamscan aangeboden zodat ze inzicht krijgen en effectiever aan de slag gaan met hun team. In België zijn er bijvoorbeeld inspirerende sessies 'Samen Werkt', waarin ook de brug naar medewerkers gelegd wordt. In Tsjechië introduceerden we de vernieuwende trajecten 'Future Leaders' en 'Future Leader of Leaders'. Om een gemeenschappelijke visie te kunnen uitdragen, nemen senior managers uit de hele groep deel aan de KBC University, een ambitieus ontwikkelingsprogramma. Zo was er in 2022 een opleiding over blockchain, web 3.0 en digitale munten. Nieuw benoemde senior managers gaan door een leiderschapstraject in de lijn van onze bedrijfscultuur PEARL+ en volgen ook een module over de strategie. We maken ook actief werk van een apart beleid voor toptalentmanagement, waarmee we toekomstige senior managers in kaart brengen en klaarstomen voor de uitdagingen van morgen. Het thema genderdiversiteit krijgt
We volgen de mening van onze medewerkers nauw op. In 2022 organiseerden we twee bevragingen over medewerkersbetrokkenheid. In België bedroeg de antwoordratio 75% in maart en in oktober steeg die tot 77%. 72% van de medewerkers voelt er zich betrokken bij KBC, een stijging van 3 procentpunten. Betrokkenheid is gebaseerd op trots zijn, motivatie in de functie en verbondenheid met KBC. Net die verbondenheid steeg in 2022 met 6 procentpunten. Medewerkers zijn trots op de stabiliteit van KBC als bedrijf en zijn innovatieve aanpak. Voor ČSOB Tsjechië, met een betrokkenheidspercentage van 76%, zien we in de bevraging van de tweede jaarhelft dat 78% van de medewerkers trots is op ČSOB, 72% gemotiveerd is in de job en 76% zichzelf de volgende drie jaar bij ČSOB ziet werken. Voor de andere landen schommelt het betrokkenheidspercentage tussen 58% en 70% (iets lager wegens overname- en integratieprojecten).
hierin speciale aandacht.
De bevraging in alle landen is ingebed in een ruimere enquête. Voor België werd ze bijvoorbeeld geïntegreerd in de Shape Your Future-enquête. Behalve naar betrokkenheid peilen we daarin naar de impact van de strategie. Uit de resultaten blijkt onder meer dat 67% van de medewerkers ziet

hoe hun job helpt om de KBC-strategie in de praktijk om te zetten, een percentage dat ruwweg stabiel blijft. Iets meer dan de helft van de medewerkers geeft aan een tegengestelde mening te kunnen uiten zonder daarbij te vrezen voor nadelige gevolgen.
De bevragingen leidden ook tot een aantal acties, zoals initiatieven om managers te ondersteunen in hun coachingrol. De managers zelf hebben toegang tot hun resultaten en nemen specifieke actie waar nodig.
Vanaf 1 januari 2023 installeert KBC België een nieuw distributiemodel voor Retail. In dat nieuwe model, dat zal werken onder een slankere commerciële aansturing, verwachten we dat Kate een deel van het takenpakket van een aantal retailmedewerkers kan en zal overnemen. Omdat functies in Retail relatief gezien complexere taken zullen omvatten, passen we ons hr-functiemodel aan. Het nieuwe distributiemodel biedt inhoudelijke groeikansen: we voorzien dan ook in extra budget voor promoties en dergelijke.
In onze hr-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid inzake geslacht, leeftijd, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Onze beleidsvisie met algemene principes wordt gepubliceerd op www.kbc.com en we doen mee aan de Bloomberg Gender Equality Index en het Workforce Disclosure Initiative.
Intern zijn er meer concrete richtlijnen. We hebben twee specifieke focuspunten: gender en mensen met een fysieke beperking. Elke entiteit werkt een plan met concrete verbeteracties uit rond diversiteit en inclusie en kijkt bij de samenstelling van teams niet alleen naar skills maar ook naar factoren als geslacht, leeftijd, culturele achtergrond, enz. Omdat we dit thema belangrijk vinden, hanteren we een nultolerantie ten aanzien van flagrant respectloos gedrag. We verhogen ook het bewustzijn rond diversiteit bij onze
medewerkers via inspiratiesessies. Binnen KBC hebben we een netwerkorganisatie rond diversiteit en inclusie, genaamd Diversity Rocks, met een lokale groep per land. Op het vlak van verloning wordt jaarlijks een paygapanalyse uitgevoerd. In België loopt een studie om na te gaan welke rol geslacht, in vergelijking met andere factoren, speelt bij beslissingen in verband met verloning. De resultaten daarvan vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.
| Personeelsbestand van de KBC-groep1 | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totaal personeelsbestand | ||
| In aantallen | 41 947 | 40 428 |
| In vte's | 39 288 | 37 207 |
| Onderverdelingen, in procent (gebaseerd op vte's) | ||
| België | 37% | 39% |
| Centraal- en Oost-Europa | 60% | 57% |
| Rest van de wereld | 4% | 4% |
| Divisie België | 28% | 30% |
| Divisie Tsjechië | 23% | 24% |
| Divisie Internationale Markten (zonder Ierland in 2022, met Ierland in 2021) | 32% | 33% |
| Groepsfuncties en Groepscenter (met Ierland in 2022, zonder Ierland in 2021) | 17% | 14% |
| Genderdiversiteit (aandeel vrouwen, gebaseerd op aantallen) | ||
| In totaal personeelsbestand | 57% | 56% |
| In middle & junior management | 43% | 41% |
| In senior management (top 300) | 24% | 24% |
| In Directiecomité | 14% | 14% |
| In Raad van Bestuur | 38% | 33% |
| In het aantal promoties per jaar | 59% | 59% |
| Naar leeftijd | ||
| < 30 jaar | 14% | 14% |
| 30-50 jaar | 56% | 57% |
| > 50 jaar | 30% | 29% |
| Gemiddelde leeftijd (in jaren) | 43 | 43 |
| Overige informatie | ||
| Aandeel deeltijders (in % van het totale personeelsbestand) | 16% | 17% |
| Gemiddelde anciënniteit (in jaren) | 13 | 13 |
| Aantal dagen afwezigheid door ziekte per medewerker | 9,0 | 8,0 |
| Werknemersverloop (in % van het totale personeelsbestand)2 | 15% | 14% |
| Interne arbeidsmobiliteit (in % van het totale personeelsbestand)3 | 15% | 24% |
| Aantal (geregistreerde) opleidingsdagen (in duizenden) | 151 | 135 |
| Aantal opleidingsdagen per medewerker | 4,0 | 4,0 |
| Nieuwe aanwervingen (in aantallen) | 5 120 | 3 799 |
| Werknemers die onder een CAO vallen (in % van het totale personeelsbestand) | 77% | 82% |
1 Noteer dat we hier ook de flexibele DPP- en DPC-contracten (tijdelijke contracten vooral voor studenten) in Tsjechië en Slowakije opnemen in de totalen (maar niet bij de andere onderverdelingen en informatie). De gegevens vanaf Genderdiversiteit betreffen de periode 1 oktober [t-1] – 30 september [t]. Meer details vindt u in het Duurzaamheidsverslag.
2 Is inclusief mobiliteit tussen de juridische entiteiten van de groep (m.u.v. de verschuiving tussen KBC Groep en KBC Global Services).
3 Daling t.o.v. 2021: het cijfer voor 2022 is exclusief de interne arbeidsmobiliteit als gevolg van organisatorische veranderingen in België.

We investeren in een goede sociale dialoog met de werknemersvertegenwoordigers. In ons sociale overleg komen zeer uiteenlopende thema's aan bod, zoals loon- en arbeidsvoorwaarden, reorganisaties en welzijn. Om rekening te houden met de lokale wettelijke en bedrijfseigen situaties, organiseren we het sociale overleg voornamelijk per land en onderneming. Daarnaast is er op groepsniveau jaarlijks een vergadering van de Europese ondernemingsraad. Op de agenda staan topics van grensoverschrijdend belang, zodat er een forum is om de sociale impact van beslissingen ook op groepsniveau te bespreken.
De acquisities en desinvesteringen van onze groep hebben uiteraard ook gevolgen op personeelsvlak. We besteden veel aandacht aan de technische hr-details in voorbereiding van de officiële overname van NN en Raiffeisenbank in Bulgarije. In Ierland – waarvoor verkoopovereenkomsten
werden getekend – (zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening) blijven we open communiceren met de medewerkers om zoveel mogelijk zekerheid te bieden in het kader van de lopende verkooptransacties. In dat verband heeft KBC Bank Ireland onlangs met zijn Employee Council overlegd over een ontslagregeling. Dat heeft geleid tot binnen de sector zeer gunstige voorwaarden, die weerspiegelen hoe groot de waardering van de bank is voor het werk van haar medewerkers.
We volgen de toepassing van ons hr-beleid zorgvuldig op. Dat doen we niet alleen met kwalitatieve bevragingen, maar ook met hr-data. Het Beehive-dashboard, bijvoorbeeld, geeft in een oogopslag weer wat belangrijke parameters zijn voor ons senior & middle management. Daarmee brengen we onder andere FTE-ontwikkelingen, performantie- en progressiecijfers, evoluties over skills en rewardbudgettering in kaart. Ook andere dashboards en diverse ad hoc people analytics stellen ons in staat inzichten te halen uit hr-data en daar de juiste acties aan te koppelen. Jaarlijks bekijken we aan de hand van een operational risk
framework de belangrijke risico's in het humanresourcesproces. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en monitoring van wetgeving. We zorgen ervoor dat we die strikt toepassen op het hr-domein. Daarbij denken we onder meer aan de EBA-richtlijnen voor outsourcing, diverse wetgeving inzake het loonbeleid (inclusief variabel loon) en de privacywetgeving. Zaken waar we extra op focussen in deze context zijn Schrems II (dataverwerking buiten de Europese Economische Ruimte) en data loss prevention. In de verschillende landen waar we actief zijn, zorgen we dat alle medewerkers in orde zijn met alle wettelijke opleidingsvereisten, bijvoorbeeld voor de distributie van verzekeringen, kredieten of beleggingsproducten. Ook verhogen we via gerichte campagnes en training het algemene risicobewustzijn van onze medewerkers, onder andere voor cyberrisico. Een belangrijk operationeel risico voor human resources is 'people risk'. We volgen in samenwerking met onze risicoafdeling de diverse risico's op de voet. In de zeer snel veranderende financiële sector zou KBC zonder de juiste medewerkers met de juiste competenties niet in staat zijn een referentie te blijven in de Europese financiële sector.
Meer gedetailleerde informatie over ons personeel vindt u in ons Duurzaamheidsverslag.
Onze activiteiten zijn alleen mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2022 bedroeg ons totale eigen vermogen 20,8 miljard euro en werd ons kapitaal vertegenwoordigd door 417 169 414 aandelen. Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders in
verschillende landen. MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de groep van onze vaste aandeelhouders. U leest daar meer over in het hoofdstuk Deugdelijk bestuur.
| KBC-aandeel | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 417,2 | 416,9 |
| Koersontwikkeling in het boekjaar* | ||
| Hoogste koers (in euro) | 85,1 | 85,9 |
| Laagste koers (in euro) | 45,5 | 55,9 |
| Gemiddelde koers (in euro) | 58,9 | 68,3 |
| Slotkoers (in euro) | 60,1 | 75,5 |
| Verschil tussen slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | -20% | +32% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 25,1 | 31,5 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op Euronext Brussels (bron: Eikon) | ||
| In miljoenen aandelen | 0,7 | 0,5 |
| In miljoenen euro | 43 | 36 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 46,3 | 51,8 |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.

| Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV, 31 december 2022* | Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het hui dige aantal aandelen |
|
|---|---|---|---|
| KBC Ancora | 77 516 380 | 18,6% | |
| Cera | 15 555 143 | 3,7% | |
| MRBB | 47 887 696 | 11,5% | |
| Andere vaste aandeelhouders | 30 623 645 | 7,3% | |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 171 582 864 | 41,1% | |
| Free float | 245 586 550 | 58,9% | |
| Totaal | 417 169 414 | 100,0% | |
| * Gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere informatie. |
Dividendpolitiek: zie onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Dividend over
2022: zie Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.

(31 december 2021 = 100%, eindeweekgegevens)


Vaste aandeelhouders, België
Onze activiteiten bestaan voor een belangrijk deel in het omzetten van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via deposito's en schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis bij particulieren en midcaps opgebouwd in onze kernmarkten. We geven bovendien regelmatig schuldinstrumenten uit, onder meer via KBC Ifima, KBC Bank en KBC Groep NV zelf.
| Financiële ratings KBC-groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen1 | Long term debt rating |
Outlook | Short term debt rating |
|---|---|---|---|
| Fitch | |||
| KBC Bank NV | A+ | Stabiel | F1 |
| KBC Groep NV | A | Stabiel | F1 |
| Moody's | |||
| KBC Bank NV2 | A2 | Positief | P-1 |
| KBC Groep NV | Baa1 | Positief | P-2 |
| Standard & Poor's | |||
| KBC Bank NV | A+ | Stabiel | A-1 |
| KBC Verzekeringen NV | A | Stabiel | – |
| KBC Groep NV | A- | Stabiel | A-2 |
| Duurzaamheidsratings KBC-groep | Score | ||
| CDP | A | ||
| Sustainalytics ESG Risk Rating | 12,5 | ||
| S&P Global Sustainability Score | 75/100 | ||
| MSCI ESG Rating | AAA | ||
| ISS ESG Rating | C+ (Prime) | ||
| FTSE4Good ESG Rating | 4,3/5 |
1 Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Wat betreft de financiële ratings gaat het voor KBC Verzekeringen over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen.
2 Long term deposit rating is A1.
Naast medewerkers en kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties bijzonder belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze kernmarkten in 2022.
Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden, waardoor we maatschappelijk relevant kunnen blijven en handelen als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, in de paragraaf Onze rol in de samenleving.
De missie van ons Investor Relations Office is het verstrekken van tijdige, transparante, consistente en relevante informatie met betrekking tot de bedrijfsstrategie, trends en financiële gegevens aan analisten, investeerders,
ratingagentschappen, enz. Die informatie wordt wijd verspreid en alle betrokken partijen hebben toegang tot die informatie. Investor Relations heeft een directe lijn met en staat in dagelijks contact met het topmanagement van de groep. Het geeft aanbevelingen over de informatie die aan de markt wordt gegeven, verzamelt informatie over de markt zelf (waaronder de meningen van de analisten over KBC en de samenstelling van de aandeelhouders van KBC) en is betrokken bij het briefen van het senior management inzake contacten met analisten en investeerders.
| Investor Relations | 2022 |
|---|---|
| Aantal (virtuele en niet-virtuele) roadshows | 37 |
| Aantal (virtuele en niet-virtuele) internationale conferenties | 11 |
| Aantal sell-side-analisten dat KBC opvolgt (eind 2022)* | 23 |
| Aanbevelingen van de sell-side-analisten m.b.t. het KBC-aandeel (op 31-12-2022) | |
| "Buy"/"Outperform" | 35% |
| "Hold"/"Neutral" | 52% |
| "Sell"/"Underperform" | 13% |
* De lijst van die analisten vindt u op www.kbc.com.
Informatie over onze kredietratings en schulduitgiften vindt u op www.kbc.com > Investor Relations.


Onze strategie steunt op de volgende principes:
In het kader van onze bedrijfscultuur PEARL+ focussen we daarbij op de gezamenlijke ontwikkeling van oplossingen, initiatieven en ideeën binnen de groep.

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader

Tijdens de naweeën van de coronacrisis bleven we inzetten op veiligheid voor onze klanten en medewerkers. Zo blijven we aandacht besteden aan regelmatige communicatie en op een voorzichtige mix van live en digitale evenementen en meetings. Sinds het begin van de coronacrisis werkten we bovendien intensief samen met overheidsinstellingen om klanten te ondersteunen die door het coronavirus werden getroffen, onder meer door uitstel van kredietbetalingen onder de diverse coronagerelateerde moratoria.
Ondertussen is het merendeel van die moratoria vervallen (met uitzondering van 0,2 miljard euro). Daarnaast hebben we voor ongeveer 0,9 miljard euro aan leningen verstrekt die vallen onder de verschillende coronagerelateerde overheidsgarantieregelingen in onze kernmarkten. Meer details over moratoria en overheidsgarantieregelingen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 1.4 van de jaarverslagen over 2020 en 2021.

In februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Bij de redactiestop van dit verslag woedde de oorlog daar spijtig genoeg nog steeds. De tragedie die zich in Oekraïne afspeelt, veroorzaakt immens menselijk leed en brengt schokken teweeg in de wereldeconomie. Wij betuigen onze oprechte solidariteit met alle slachtoffers van dit conflict en hopen dat een respectvolle, vreedzame en duurzame oplossing zo snel mogelijk kan worden bereikt. Verschillende landen hebben Rusland economische sancties opgelegd. Uiteraard dragen we als financiële groep de verantwoordelijkheid om zaken te doen op een wettige en ethische manier, en leven we de verschillende sancties na.
In alle KBC-kernmarkten zetten collega's hulpacties voor Oekraïne op poten. Diverse medewerkers in alle kernmarkten boden onderdak aan vluchtelingen en zetten zich in bij hulpverlening en vrijwilligerswerk. Verschillende van onze banken in onze kernmarkten probeerden tegemoet te komen aan de noden van Oekraïense vluchtelingen door vrijstelling van kosten voor bepaalde financiële diensten. Bovendien werden talrijke liefdadigheidsacties opgezet. In België werd de actie Oekraïne 12-12 gelanceerd en doneren kon onder meer via een speciale knop in KBC Mobile. In Tsjechië startte ČSOB onmiddellijk na de aanvang van de oorlog met een geldinzamelactie, samen met hulporganisatie People in Need. Bovendien doneerde ČSOB in Tsjechië ICT-uitrusting en wordt bijvoorbeeld informatie aan klanten aangeboden op de website en via telefoon in de Oekraiense taal. In Hongarije doneerde de K&H Foundation for a Healthy Society een bedrag aan vijf humanitaire organisaties en verdubbelde ook de bedragen geschonken door werknemers. In Bulgarije schonk UBB de opbrengst van de actie Easter for Everyone en de donaties van de medemerkers aan ngo Mother Ukraine voor humanitaire hulp aan vluchtelingen die in Bulgarije aankomen. En in Slowakije verdubbelde de ČSOB Foundation de bedragen van het personeel voor hulp aan Oekraïne via Človek v ohrození, en stortte 3 euro voor elke loper tijdens de ČSOB Bratislava Marathon 2022.
Hoewel onze directe nettoblootstelling aan Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland zeer beperkt is (slechts 29 miljoen euro eind 2022), worden onze activiteiten uiteraard indirect getroffen door de macro-economische gevolgen van het conflict, zoals het effect van de hoge gas- en olieprijzen op de inflatie en de economische groei, en de spill-overeffecten voor ons, onze tegenpartijen en onze klanten. Gezien deze situatie hebben wij een reserve voor geopolitieke en opkomende risico's geboekt van 0,4 miljard euro (zie verder in Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).
Toegang tot financiële diensten en degelijk financieel advies voor elk deel van de bevolking draagt bij tot economische ontwikkeling en is de basis voor financiële en sociale integratie. Als bank-verzekeraar nemen we ook hier onze verantwoordelijkheid: we zetten in op financiële geletterdheid en door degelijk en transparant advies willen we onze klanten helpen de juiste beslissingen te nemen. Tijdens de coronacrisis beseften we meer dan ooit hoe belangrijk digitale geletterdheid is en we lanceerden bijvoorbeeld verschillende initiatieven en gidsen die beginnende gebruikers hielpen om zich vertrouwd te maken met onze mobiele apps. In 2022 lanceerden we de mogelijkheid om financieel-economisch nieuws te ontvangen via KBC Mobile. Op die manier dragen we ook bij tot een verbreding van kennis en financiële educatie.
KBC Mobile behoort tot de beste mobile banking apps wereldwijd volgens Sia Partners Het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners heeft KBC Mobile opnieuw uitgeroepen tot de beste mobile banking & insurance app in België. KBC Mobile versterkte nog zijn leiderspositie t.o.v. vorig jaar. Wereldwijd behoort KBC zelfs tot de top 3.
De verwachtingen van onze klanten zijn de laatste jaren sterk geëvolueerd: snelle en eenvoudige diensten en producten zijn de standaard geworden, en technologie maakt dat mogelijk. We zijn dan ook al enkele jaren bezig met het digitaliseren van processen die ervoor zorgen dat eenvoudige en kwalitatieve producten op een snelle en vlotte manier tot bij de klanten gebracht kunnen worden. Sinds een aantal jaren ontwikkelen we producten, diensten en processen vanuit de invalshoek digital first. Dat impliceert dat ze aangepast werden vooraleer ze te digitaliseren, zodat ze eenvoudiger en gebruiksvriendelijker worden, schaalbaar zijn en toelaten om snel en gepast antwoorden te geven op vragen en verwachtingen van onze klanten. Voor klanten die dat wensen, gaan we de beschikbare data op een slimme en correcte manier gebruiken. We merken immers dat klanten niet alleen snelheid en eenvoud wensen, maar ook steeds meer proactieve en persoonlijk diensten en producten wensen.
We evolueren dan ook van een omnikanaaldistributiemodel naar een digital first distributiemodel. In beide modellen blijft de menselijke factor belangrijk en staan onze medewerkers en kantoren volledig ter beschikking van de klanten. Bij een digital first distributiemodel vormt digitale interactie met de klanten de startbasis. We zullen dan ook op termijn alle relevante commerciële oplossingen via mobiele applicaties aanbieden. Naast een digitaal productaanbod zullen we onze klanten digitaal advies aanbieden én alle processen en producten ontwikkelen alsof ze digitaal verkocht worden.
Voor klanten die dat wensen, speelt Kate – onze persoonlijke, digitale assistent – een belangrijke rol in de digitale verkoop en adviesverlening door proactief gepersonaliseerde en relevante oplossingen te bieden. De klant kan zelf vragen met betrekking tot zijn financiële basistransacties aan Kate stellen. Hij krijgt ook in zijn mobiele app regelmatig discreet en proactief voorstellen en wordt daardoor maximaal ontzorgd. Het staat de klant helemaal vrij om daar al dan niet op in te gaan. Wanneer hij erop ingaat, zal de oplossing volledig digitaal aangeboden en verwerkt worden. In een eerste fase focuste Kate op de mobiele applicatie voor particulieren in België en Tsjechië, maar in 2022 werd Kate opgestart in de andere kernlanden van de groep, Bulgarije (in februari), Slowakije en Hongarije (beide in augustus). Kate voor bedrijven (met focus op kmo's) werd vanaf 2021 uitgerold en is nu al beschikbaar in Tsjechië en België.
De medewerkers in het kantorennetwerk en in de contactcenters blijven als vertrouwensbaken voor onze klanten functioneren. De 'human touch' is bijzonder belangrijk bij complexere diensten en oplossingen en voor diegene waarbij emotionele intelligentie vereist is. Onze medewerkers zullen ook het gebruik van digitale processen ondersteunen, stimuleren en opvolgen en worden hierbij geholpen door artificiële intelligentie, data en data-analyse. Om onze klanten maximaal gebruiksgemak te kunnen bieden en steeds meer mogelijkheden via Kate te kunnen aanbieden, veranderen we ook onze interne processen, de manier waarop we producten en diensten aanbieden en de manier waarop we ons intern organiseren, wat tegelijkertijd een verdere mentaliteitsverandering en bijscholing van onze medewerkers vereist. Zo zorgt Kate er bijvoorbeeld voor dat bepaalde administratieve handelingen geautomatiseerd verlopen. Dat bespaart tijd bij de klant maar ook bij de medewerkers, en die tijd wordt dan gebruikt om effectief met klanten te praten over zaken die hen bezighouden. Kate helpt bijvoorbeeld ook met de voorbereiding van een afspraak, wat opnieuw tijdsbesparing voor de medewerkers betekent.
In 2022 startten we met een eigen banktech, DISCAI, waarmee we onze portefeuille van innovatieve artificiëleintelligentietoepassingen willen commercialiseren. De eerste beschikbare toepassing focust op de strijd tegen het witwassen van geld. DISCAI opteert voor een geleidelijke 'go-to-market' aanpak en zal voor de distributie en integratie van die toepassingen samenwerken met partners.
In een volgende fase zal DISCAI bedrijven en organisaties in diverse sectoren bijstaan in hun zoektocht naar performante en innovatieve oplossingen voor de technologische en regelgevende uitdagingen die zich in hun domein stellen.
In 2022 zorgden we met de Kate Coin, een eigen op blockchain gebaseerde digitale munt, voor een primeur in Europa. De Kate Coin is een digitale munt, die volledig binnen KBC ontwikkeld werd. De particuliere KBC-klant die dat wenst, kan Kate Coins verwerven en die – via zijn 'Kate Coin wallet' in KBC Mobile – ook effectief gebruiken. Dit gebeurt in een gesloten omgeving waarbuiten de Kate Coin geen waarde heeft. De eerste concrete stappen worden gezet in België, maar de Kate Coin zal op termijn in de hele KBCgroep worden uitgerold. Op zondag 19 juni vormde Werchter Boutique trouwens het decor van een eerste grootschalige test van de Kate Coin. Niet minder dan 8 000 aanwezige KBC-medewerkers konden tijdens het festival bij wijze van test hapjes en drankjes betalen met Kate Coins.
Digitalisering biedt ons de mogelijkheid om steeds meer gegevens te verzamelen. Daardoor kennen we onze klanten beter, kunnen we hen effectiever adviseren en kunnen we hun bankverzekeringservaring naar een nog hoger niveau tillen. Dat brengt echter ook de plicht met zich mee om de beschikbare gegevens op een verantwoorde manier te gebruiken. We besteden er dan ook continu aandacht aan dat we gegevens verwerken in overeenstemming met de GDPR en alle privacyregels, en dat er processen worden opgezet om dat ook te garanderen voor elke nieuwe dienst die we lanceren. We houden daarbij rekening met de belangrijke gegevensbeschermingsprincipes van purpose limitation (gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld), data minimisation (niet meer gegevens verzamelen dan nodig is voor het beoogde doel) en transparancy (transparant zijn over de verzamelde en gebruikte gegevens). Dat laatste gaat hand in hand met het privacybeleid dat we hebben opgesteld en dat door elke entiteit van onze groep via de gepaste kanalen werd gepubliceerd om ervoor te zorgen dat alle personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, goed geïnformeerd zijn. We doen er alles aan om gegevens te beveiligen en te beschermen tegen ongewenste of ongeoorloofde toegang, verlies of beschadiging, geen persoonsgegevens te bewaren zodra die niet meer nodig zijn voor het doel waarvoor ze zijn verzameld en de persoonsgegevens accuraat en up-todate te houden. We hebben alle rechten van de betrokkene vastgelegd en waken tegen elke inbreuk op de fundamentele mensenrechten door onze toegang tot gegevens. Privacy en gegevensbescherming zijn niet alleen objectieve, in wetten vastgelegde begrippen, maar tegelijk ook erg subjectief. We willen klanten dan ook zelf laten beslissen wat we met hun data doen en wat Kate met hun data kan doen. Daarbij willen we transparant communiceren
en onze klanten een duidelijk privacy-overzicht bieden, waarbij ze op elk ogenblik van keuze kunnen veranderen. U vindt informatie over onze data governance in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Omdat de klant centraal stellen de hoeksteen van onze strategie is, volgen we dat grondig op. We bevragen onze klanten continu en hebben regelmatig debatten met klantenpanels. We gaan ook specifiek in dialoog met ngo's en organiseren regelmatig een stakeholderdebat. We volgen onze reputatie nauwlettend op en we delen die analyse met alle betrokken diensten en personen, zodat die het nodige kunnen doen. Voorbeelden van acties die we ondernemen met als doel om te gaan met de veranderende klantenverwachtingen, concurrentie en technologische uitdagingen vindt u in het hoofdstuk Onze belangrijkste uitdagingen. De doelstellingen en resultaten voor tevredenheid van klanten en digitale verkoop vindt u hierna.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Klanten NPS-score |
Op basis van de Net Promoter Scores wordt per kernland een ranking opgemaakt. De rankings worden geaggregeerd op groepsniveau op basis van actieve* klantenaantallen. |
Doel: top 2-ranking eind 2023 |
NPS-ranking klantentevredenheid Top 2 T Top 3 op 2 Top 2 |
| Resultaat in 2022: top 2. | 2020 2021 2022 doel '23 |
||
| Digitale verkoop |
Digitale verkoop als percentage van de totale verkoop, gebaseerd op het gewogen gemiddelde van een selectie van kernproducten. |
Doel: ≥ 40% voor bankieren in 2023 en ≥ 25% voor verzekeringen in 2023 Resultaat in 2022: 46% voor bankieren 24% voor verzekeringen |
Digitale verkoop 46% 40% 39% 32% 15% 19% 24% 25% Bank Bank Bank doel Verzek. Verzek. Verzek. doel 2020 2021 2022 '23 2020 2021 2022 '23 |
| Straight through processing (STP) |
De STP-score is gebaseerd op de analyse van commerciële kernproducten. De STP-ratio meet hoeveel diensten die digitaal kunnen worden aangeboden, verwerkt worden zonder menselijke tussenkomst, en dat vanaf het moment van de interactie met de klant tot het verstrekken van het finale akkoord door KBC. |
Doel: STP-ratio ≥ 60% in 2023 Resultaat in 2022: STP: 49% |
STP-score (straight-through processing) 60% 49% 33% 25% STP 2020 STP 2021 STP 2022 doel '23 |
* Zie verder bij de KPI Aandeel bankverzekeringsklanten.

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader
Belangrijke uitdagingen
• Naadloze samenwerking tussen data-, communicatie-

Als bank-verzekeraar stellen we onze klant centraal met een geïntegreerd product- en dienstenaanbod. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide, relevante en gepersonaliseerde one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen, synergieën en verhoogde interactiemogelijkheden met en een meer volledig inzicht in onze klanten.
Zoals al vermeld, doen we er alles aan om onze kanalen (bank- en verzekeringskantoren, contactcenters, automaten, de website, de homebankingtoepassing en mobiele apps) te integreren. Omdat we zowel een bank als een verzekeraar zijn, kunnen we voluit gaan voor die integratie en naadloze service.
We ontwikkelden een uniek concept voor samenwerking tussen de bank- en verzekeringsbedrijven van onze groep. Dat model gaat veel verder dan een bank die verzekeringsproducten verkoopt. Het gaat immers om een volledige integratie van backoffices en ondersteunende diensten. Dat levert operationele en commerciële optimalisaties op, zowel voor de klant als voor KBC zelf. In onze werking volstaat bijvoorbeeld één communicatieafdeling, één marketingafdeling, één risicobeheerdienst, enzovoort. Enkel de achterliggende productfabrieken werken afzonderlijk, omdat het om specifieke metiers gaat.
Naast het operationeel werken als één bedrijf streven we naar een 'digital first', lead-gedreven en AI-gestuurde organisatie. Dat impliceert volledig geïntegreerde front- en back-end-toepassingen ontworpen volgens het principe 'digital first'. In al onze kernlanden wordt er volop op ingezet om – op eigen ritme – data- en AI-gestuurd te worden. Kate (zie vorig hoofdstuk) is het kernelement van een dergelijke datagestuurde organisatie. Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of callcentra. Net
dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren.
Vroeger boden we in onze mobiele apps enkel onze eigen bank- en verzekeringsproducten en -diensten aan. Ondertussen is 'Bankverzekeren+' een feit. Dat betekent dat we in onze kernlanden ook niet-financiële oplossingen aanbieden, naast de traditionele bankverzekeringsoplossingen. Om de referentie te zijn volstaat het immers niet langer om klanten en prospects enkel bank- en verzekeringsproducten aan te bieden. Het gaat daarbij om oplossingen die het onze klanten mogelijk maken geld te besparen (bijvoorbeeld een voorstel om naar een goedkopere energieleverancier over te schakelen), geld te verdienen (denk bijvoorbeeld aan de kortingen van KBC Deals in België), dagelijkse betalingen te vergemakkelijken (zoals automatisch betalen van een parkeersessie) of bedrijfsactiviteiten te ondersteunen. Voor die oplossingen werken we samen met derde partijen.
Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we nu al verschillende commerciële synergieën. In België bijvoorbeeld namen onze klanten in 2022 bij 8 à 9 op de 10 woningkredieten van KBC Bank ook een schuldsaldoverzekering bij KBC Verzekeringen en bij meer dan negen op de tien een woningverzekering. Bij de ČSOB-groep in Tsjechië namen 5 à 6 op de 10 klanten die in 2022 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in de hele groep bezat eind 2022 zo'n 81% van de actieve klanten minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep; ruwweg 25% heeft zelfs minimaal 2 bank- en 2 verzekeringsproducten (3-3 in België). Het aantal dergelijke bankverzekeringsklanten groeide in 2022 met respectievelijk 5% (1-1) en 7% (2-2, en 3-3 in België).
We volgen het succes van onze bankverzekeringsprestaties aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel (gegevens voor 2022 zijn zonder KBC Bank Ireland en ex-Raiffeisenbank Bulgaria).
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandeel bank verzeke rings klanten |
Aandeel van bankverzekeringsklanten (met min.1 bank- + 1 verzekeringsproduct van de groep) in totaal aantal actieve bankklanten*. |
Doel: ≥ 85% bank verzekeringsklanten tegen 2023 Resultaat 2022: 81% |
77% BV 2020 |
78% BV 2021 |
Bankverzekeringsklanten (BV) 81% BV 2022 |
85% doel '23 |
| Aandeel stabiele |
Aandeel van stabiele bankverzekerings klanten (met min. 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep (3-3 |
Doel: ≥ 27% stabiele bankverzekeringsklanten tegen 2023 |
Stabiele bankverzekeringsklanten | |||
| bank verzeke rings klanten |
voor België)) in totaal aantal actieve bankklanten*. |
Resultaat 2022: 25% | 22% Stabiele BV 2020 |
23% Stabiele BV 2021 |
25% Stabiele BV 2022 |
27% doel '23 |


We willen, naast onze rente-inkomsten, meer inkomsten genereren uit fee business en uit onze verzekeringsactiviteiten. Een gediversifieerde inkomstenbasis draagt immers bij tot duurzame en rendabele groei.
Langetermijnrelaties uitbouwen met onze klanten is cruciaal om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.
Duurzaam langetermijndenken betekent ook dat we ons concentreren op de lokale economieën van onze kernmarkten, België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In die kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn en we willen er onze aanwezigheid verder optimaliseren door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke en strikte strategische en financiële criteria.
Als gevolg van de terugtrekking uit Ierland, kunnen fusie- en overnamemogelijkheden buiten onze kernmarkten worden onderzocht (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur), rekening houdend met zeer strikte strategische, financiële, operationele en risicocriteria.
Recente voorbeelden (meer informatie in het hoofdstuk Onze divisies en in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde Jaarrekening):
Consumer Protection Commission (CCPC) en tegen het einde van het jaar door de Ierse minister van Financiën. De finale afronding van de verkoop gebeurde in februari 2023.
• In juli 2022 finaliseerden we het akkoord met Raiffeisen Bank International over de overname van Raiffeisenbank Bulgaria, een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijvenklanten. Raiffeisenbank Bulgaria – inmiddels herdoopt in KBC Bank Bulgaria – en UBB zullen hun activiteiten fuseren, waardoor KBC zijn positie op de Bulgaarse bankmarkt verder kan versterken. Bovendien creëert deze overname bijkomende mogelijkheden voor kruisverkoop met DZI op het vlak van verzekeringen.
We willen voor al onze producten en diensten in staat zijn topklasse af te leveren. Wat onze kernactiviteiten betreft, houden we de productie ervan in eigen hand. Maar voor de randactiviteiten kijken we in de meeste gevallen naar uitbesteding of samenwerkingsverbanden met (of in sommige gevallen overname van) specialisten, waaronder bijvoorbeeld fintechs. Zo werken we bijvoorbeeld in België samen met een fintech die voor onze klanten energieprijsvergelijkingen maakt. Dat laatste is natuurlijk niet onze corebusiness, maar het gaat – naast het bevorderen van de algemene klanttevredenheid en het ontzorgen van de klanten – om het verwerven van inzichten over onze klanten om zo onze corebusiness te verbeteren. Als we toegang hebben tot de gegevens van die transacties, kunnen we toegevoegde waarde genereren voor onze klanten door op basis van analyse betere oplossingen voor te stellen en hun op die manier geld te besparen of hen te ontzorgen.
Om duurzaamheid te kunnen waarborgen is een strikt risicobeheer bij alles wat we doen een absolute voorwaarde. Daarover vindt u meer in de paragraaf We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. We
volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | |||
|---|---|---|---|---|---|
| CAGR totale opbreng sten* |
Samengestelde jaarlijkse groei van totale opbrengsten |
Doel: CAGR 2022-2025: ±6,0% (doel geactualiseerd) Resultaat 2021-2022: +12% jaar-op-jaar |
CAGR totale opbrengsten 12% 6% groei '21-'22 doel CAGR '22-'25 |
||
| CAGR exploitatie kosten zonder banken heffing* |
Samengestelde jaarlijkse groei van totale exploitatiekosten, exclusief de speciale bankenheffingen |
Doel: CAGR 2022-2025: ±1,8% (doel geactualiseerd) Resultaat 2021-2022: +8% jaar-op-jaar (+7% zonder uitzonderlijke en niet-operationele elementen, consolidatiewijzigingen en wisselkoerseffecten, zie Ons financieel rapport) |
CAGR exploitatiekosten (zonder bankenhengen) 8,0% 1,8% groei '21-'22 doel CAGR '22-'25 |
||
| [Verzekeringstechnische lasten, inclusief | Doel: ≤ 92% | Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen) |
|||
| Gecom bineerde ratio* |
interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en gegevens na herverzekering) |
Resultaat 2022: 89% | 85% 89% 89% 92% 2020 2021 2022 doel |
||
| Krediet kostenratio |
[Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico's] / [Gemiddelde kredietportefeuille]. Een negatieve waarde duidt op een nettoterugname van waardeverminderingen, dus een positieve resultaatsimpact |
Doel: 25-30 basispunten 'through-the-cycle' Resultaat 2022: 0,08% (exclusief de reserves voor corona en geopolitieke en opkomende risico's: 0,00%) |
Kredietkostenratio (bankieren, in basispunten) 60 25-30 8 -18 2020 2021 2022 doel (through the-cycle) |
* Nog zonder rekening te houden met de wijzigingen als gevolg van de toepassing van IFRS17 vanaf 2023.

Binnen een strikt risico-, kapitaal- en liquiditeitskader


Uitgebreide informatie over onze rol in de samenleving vindt u in ons Duurzaamheidsverslag op www.kbc.com.
Meer informatie over hoe we stakeholders betrekken en op welke wijze we de onderwerpen selecteren waarover we rapporteren, vindt u in dit jaarverslag, onder Stakeholderinteractie en materialiteitsanalyse.
In 2015 stelden de Verenigde Naties een ontwikkelingsplan op met 17 ambitieuze doelstellingen voor 2030. De Sustainable Development Goals (SDG's) bepalen de mondiale agenda voor regeringen, bedrijven en de maatschappij voor het aanpakken van de grote uitdagingen op het gebied van duurzame ontwikkeling, zoals het beëindigen van de armoede, het beschermen van de planeet en het waarborgen van de welvaart voor iedereen. Hoewel de 17 SDG's allemaal met elkaar verbonden en relevant zijn, en we er via ons duurzaamheidsbeleid voor zorgen dat we aan al die doelstellingen werken, hebben we ervoor gekozen om ons te focussen op vijf doelstellingen waarvan we geloven dat KBC daarmee de grootste impact kan hebben en de grootste bijdrage kan leveren.

We willen bank- en verzekeringsproducten ontwikkelen gericht op gezondheid, gezondheidszorg en het verbeteren van de levenskwaliteit. Met onze maatschappelijke projecten en preventiecampagnes focussen we onder andere op gezondheid en verkeersveiligheid en trachten we zo nog meer impact te realiseren. We promoten een goede werk-levensbalans bij onze werknemers.
| BETAALBAREEN DUURZAME |
|---|
| ENERGIE |
We dragen actief bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix. We investeren in initiatieven op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie via onze bank- en verzekeringsactiviteiten en we hebben een geleidelijk exitprogramma uitgewerkt voor de financiering van niet-duurzame energieoplossingen zoals thermische steenkool, olie en gas.

Via onze bank- en verzekeringsactiviteiten ondersteunen we ondernemerschap en de creatie van jobs en dragen we bij tot duurzame economische groei. We ondersteunen startende ondernemers en investeren in innovatie en technologie door samenwerkingsverbanden met start-ups en fintechs. We hebben een belangrijke rol bij de bescherming van de fundamentele arbeidsrechten, eerlijke verloning, gelijke kansen en opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor al onze medewerkers. Daarnaast bieden we microfinancierings- en microverzekeringsactiviteiten aan, samen met BRS. Via deze weg bieden we rurale ondernemers en landbouwers in het globale Zuiden toegang tot financiële diensten. Hiermee vergemakkelijken we duurzame lokale ontwikkeling en dragen we bij tot financiële inclusie.

We ondersteunen de overgang naar een CO2 -arme en circulaire economie. We ontwikkelen duurzame bank- en verzekeringsproducten en -diensten die tegemoetkomen aan sociale en ecologische uitdagingen. We adviseren fondsen die verantwoord beleggen aan al onze klanten. We streven ernaar onze eigen negatieve impact te verminderen door duurzaam om te gaan met energie, papier, water, mobiliteit en afval en door onze broeikasgasemissies te reduceren.

We passen een strikt milieubeleid toe op onze krediet-, beleggings- en verzekeringsportefeuille. We houden rekening met de klimaatprestaties van onze beleggingen en werken actief samen met de bedrijven waarin we beleggen. We ontwikkelen bedrijfsoplossingen die klanten helpen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de overgang naar een koolstofarme economie te verwezenlijken. We beperken onze eigen milieu-impact en communiceren daarover. We trachten klimaatgerelateerde risico's aan te pakken en richten ons ook op klimaatgerelateerde opportuniteiten.
Het vertrouwen van onze stakeholders staat of valt met verantwoord gedrag van elke medewerker. We verwachten dan ook van al onze medewerkers dat ze zich verantwoord gedragen. Dat onderwerp staat dan ook elk jaar hoog op onze agenda.
De basis van verantwoord gedrag is integriteit, en die vereist eerlijkheid, correctheid, transparantie, vertrouwelijkheid én een gezond risicobewustzijn. Integriteit en ethische waarden worden eveneens weerspiegeld in onze KBC-Gedragslijn voor medewerkers. Meer daarover vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Aangezien verantwoord gedrag moeilijk te definiëren is, hebben we gekozen om richtlijnen te bepalen over wat verantwoord gedrag is en hebben we principes weergegeven. Die principes zijn gebundeld in het 'Kompas voor (mijn) verantwoord gedrag'. Verantwoord gedrag komt bij een bank-verzekeraar nadrukkelijk tot uiting in gepaste adviesverlening en verkoop. We besteden daarom speciale aandacht aan opleiding (inclusief testen) en bewustzijn.
We ontwikkelden een e-learning om het belang van verantwoord gedrag duidelijk te maken en bovendien een kader aan te reiken dat onze medewerkers helpt bij het nemen van moeilijke beslissingen en bij het omgaan met dilemma's. Tegen eind 2022 had de overgrote meerderheid van alle KBC-medewerkers die opleiding voltooid. Die onlinetraining maakt nu ook deel uit van het onboardingprogramma van nieuwe medewerkers.
Voor 2023 worden nieuwe initiatieven inzake bewustmaking van verantwoord gedrag gepland, waaronder een verplichte webinar en een specifieke interne website, waartoe alle personeelsleden toegang zullen hebben en waartoe alle landen zullen worden aangemoedigd bij te dragen.
We communiceren in alle transparantie over onze regels en beleidslijnen. U vindt ze op www.kbc.com. Meer informatie over het Integriteitsbeleid en de toepassing ervan vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.

In januari 2023 ontving KBC het Terra Carta-zegel als erkenning voor zijn inzet voor een duurzame toekomst. We zijn een van de 19 bedrijven wereldwijd die in 2022 het Terra Carta-zegel kregen. Het Terra Carta-zegel van het Sustainable Markets Initiative erkent bedrijven over de hele wereld die innovatie stimuleren en zich inzetten voor de creatie van echt duurzame markten. Het zegel, ontworpen door Sir Jony Ive, belichaamt de visie en ambitie van Zijne Majesteit Koning Charles III en de Terra Carta, een herstelplan voor Natuur, Mens en Planeet. Het Terra Carta-zegel is gebaseerd op de jaarlijkse Global 100-lijst van meest duurzame bedrijven van Corporate Knights en de bredere principes van de Terra Carta.
We willen onze positieve impact op de samenleving vergroten en leggen daarbij de focus op de domeinen waar wij als bank-verzekeraar toegevoegde waarde kunnen
creëren: financiële geletterdheid, ondernemerschap, milieubewustzijn, vergrijzing en/of gezondheid.
• Door innovatieve ideeën en projecten te ondersteunen bijdragen tot economische groei.
We onderwerpen onze bedrijfsactiviteiten aan strikte duurzaamheidsregels in verband met mensenrechten, milieu, ethisch ondernemen en gevoelige of controversiële maatschappelijke thema's. Gezien de steeds wijzigende
maatschappelijke verwachtingen en bekommernissen herbekijken en actualiseren we minimaal om de twee jaar onze duurzaamheidsbeleidslijnen. Voor een volledig overzicht van onze duurzaamheidsbeleidslijnen verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag.
| Blacklist van bedrijven en activiteiten |
We leggen strenge ethische beperkingen op aan bedrijven die betrokken zijn bij controversiële wapensystemen (inclusief nucleaire en wittefosforwapens) en aan bedrijven die beschouwd worden als 'zware' overtreders van de UN Global Compact Principles (UNGC). |
Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, fondsen die verantwoord beleggen en conventionele fondsen, leveranciers |
|---|---|---|
| Rechten van de mens |
Ons beleid over mensenrechten is gebaseerd op de VN-beleidslijnen voor bedrijven en mensenrechten en de principes van de UN Global Compact. Zie verder in een aparte paragraaf hierna. |
Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, fondsen die verantwoord beleggen en conventionele fondsen, leveranciers, personeel |
| Controversiële regimes |
We willen niet betrokken zijn in financiële activiteiten met controversiële regimes die fundamentele inbreuken plegen tegen de mensenrechten en die elke vorm van deugdelijk bestuur, wettigheid of economische vrijheid ontberen. We maken wel een uitzondering voor strikt humanitaire goederen. Op basis van erkende externe bronnen beslissen we elk jaar welke landen moeten worden opgenomen in de lijst van controversiële regimes. |
Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening, eigen beleggingen en investeringen, fondsen die verantwoord beleggen en conventionele fondsen, leveranciers |
| Sustainable & responsible bank, advisory and insurance policy |
We hebben restricties vastgelegd voor de kredietverlening, de adviesverlening en het verzekeren van controversiële en maatschappelijk gevoelige sectoren en activiteiten, zoals de energiesector, projectfinanciering, activiteiten in verband met wapens, tabak, gokken, sectoren met een grote impact op de biodiversiteit (palmolieproductie, mijnbouw, ontbossing, enz.), grondverwerving en onvrijwillige verhuizing van inheemse bevolking, dierenwelzijn (o.m. bont) en prostitutie. |
Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening |
| KBC Asset Management, uitsluiting uit traditionele fondsen |
Voor de conventionele (traditionele) fondsen passen we de minimale uitsluitingen toe op basis van de blacklist van bedrijven die te maken hebben met controversiële wapensystemen of zware inbreuken plegen tegen de principes van de UN Global Compact en het beleid inzake controversiële regimes. Daarenboven zijn beleggingsproducten die gebaseerd zijn op speculatie op voedselprijzen volledig uitgesloten. Verder hebben we beslist om de tabaksindustrie uit de beleggingsfondsen van KBC Asset Management en de eigen beleggingsportefeuille van KBC te weren en zijn mijnbouwbedrijven die steenkool ontginnen net zoals nutsbedrijven die hun energieproductie uit steenkool halen uitgesloten uit alle beleggingsfondsen. |
Conventionele fondsen |
| Belangrijke KBC-duurzaamheidsrichtlijnen | Van toepassing op | ||
|---|---|---|---|
| KBC Asset Management, uitsluitingen voor verantwoord beleggen |
Voor verantwoord beleggen gaan we nog verder in de uitsluiting en restricties van omstreden activiteiten zoals alle fossiele brandstoffen, gokken, defensie, bont, enz. |
Fondsen die verantwoord beleggen |
|
| Nieuwe beleidslijnen (van toepassing vanaf 1 januari 2023) |
Steenkool: terwijl we ons strenge beleid ten aanzien van bedrijven die nog over capaciteit voor de opwekking van elektriciteit en warmte op basis van steenkool beschikken onverminderd aanhouden, beslisten we om specifieke, doelgerichte financiering van projecten voor hernieuwbare energie door nieuwe klanten die nog over dergelijke capaciteit beschikken, toe te staan (dit gold al voor bestaande klanten). Dat is ingegeven door de wens om de energietransitie van alle ondernemingen te vergemakkelijken en te begeleiden en is aan zeer strikte voorwaarden onderworpen, waaronder een strikte scheiding tussen dit soort leningen en de andere activiteiten van een onderneming. Ook de financiering van projecten op het gebied van coal-to-gas, coal-to-liquid en coalbed methane is nu ook uitdrukkelijk uitgesloten. Biodiversiteit: voor de rundveehouderij werden voor het eerst beperkingen ingevoerd: KBC sluit nu de financiering of verzekering uit van bedrijven met meer dan 200 000 herkauwers. Daarmee willen we zowel de methaanuitstoot als het oneigenlijke gebruik van grond beperken. We breidden ook onze definitie van "beschermde gebieden" uit van de groene lijst van de IUCN (59 gebieden) naar alle gebieden van categorie I en II op de lijst van beschermde gebieden van de IUCN (9 889 gebieden in Europa, waarvan 454 gelegen in onze kernlanden). |
Kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening |
We controleren de naleving van ons duurzaamheidsbeleid onder meer door:
Voorbeelden van maatregelen wanneer inbreuken worden vastgesteld:
Raad van Bestuur: wordt geïnformeerd door het Directiecomité over de duurzaamheidsstrategie, inclusief het beleid over klimaatverandering maar ook andere relevante duurzaamheidsthema's zoals genderdiversiteit. Aangezien klimaatgerelateerde risico's zijn aangemerkt als een top risk, volgt het Risico- en Compliancecomité duurzaamheidsgerelateerde risicos van nabij op. De Raad beoordeelt de implementatie van de duurzaamheidsstrategie door middel van een Sustainability Dashboard en spreekt zich uit over belangrijke wijzigingen aan duurzaamheidsbeleidslijnen.
Directiecomité: is het hoogste niveau met directe verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, met inbegrip van het beleid over klimaatverandering. Het bekrachtigt de beslissingen van de Interne Duurzaamheidsraad en het Sustainable Finance Steering Committee.
Interne Duurzaamheidsraad (ISB): wordt voorgezeten door de CEO en bestaat uit de CFO als ondervoorzitter, de senior managers van alle bedrijfsonderdelen en kernlanden en de senior general manager van Group Corporate Sustainability. Het is het belangrijkste platform voor het aansturen van duurzaamheid op groepsniveau en neemt beslissingen over elke kwestie die verband houdt met duurzaamheid.
Group Corporate Sustainability: verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van de duurzaamheidsstrategie en het toezicht daarop. Het team rapporteert aan de Interne Duurzaamheidsraad over de implementatie van de strategie en stelt het Sustainability Dashboard op. De dienst werkt onder leiding van de Senior General Manager Group Corporate Sustainability, die rechtstreeks rapporteert aan de Group CEO.
Sustainable Finance Steering Committee: houdt toezicht op het Sustainable Finance Programme en wordt voorgezeten door de CFO. Het rapporteert aan het Directiecomité en de Raad en staat in contact met de ISB.
geleid door een programmamanager van Group Corporate Sustainability en bestaat uit specialisten van Finance, Credit Risk, Risk en duurzaamheidsdeskundigen. Het integreert de klimaataanpak binnen de groep en ondersteunt de business bij de ontwikkeling van de klimaatbestendigheid in overeenstemming met de TCFD en het actieplan van de EU.
General Managers Sustainability in elk kernland: hebben de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met duurzaamheid te maken heeft in hun land. Zij maken deel uit van het topmanagement en werden eind 2022 benoemd, ter vervanging van lokale Corporate Sustainability Coordinators. Ze zijn verantwoordelijk voor de integratie van de beslissingen van de Interne Duurzaamheidsraad en de doelstellingen van het Sustainable Finance Programme. Ze maken deel uit van de lokale organisatie in het land en rapporteren dan ook hiërarchisch. Inhoudelijk werken ze echter nauw samen met zowel hun lokale ISB-vertegenwoordiger als met Group Corporate Sustainability. Ze worden dan ook functioneel mee aangestuurd door de Senior General Manager Group Corporate Sustainability.
Sustainability-afdelingen en CSR-comités in elk kernland: zijn zo georganiseerd dat ze hun senior managers, die zitting hebben in de Interne Duurzaamheidsraad en de General Manager Corporate Sustainability per land ondersteunen bij het integreren van onze duurzaamheidsstrategie en het organiseren van en communiceren over lokale duurzaamheidsinitiatieven. De verantwoordelijke medewerkers en comités leveren en valideren onder meer ook niet-financiële informatie.
Externe Duurzaamheidsraad: bestaat hoofdzakelijk uit duurzaamheidsdeskundigen uit de academische wereld en adviseert Group Corporate Sustainability over duurzaamheidsbeleid en -strategie.
Responsible Investing Advisory Board: houdt toezicht op de screening van het verantwoordelijke karakter van fondsen die verantwoord beleggen van KBC Asset Management.

In september 2022 publiceerden we ons eerste tussentijdse Klimaatrapport (Climate Report), waarin we onze inzet, doelstellingen en prestaties in onze rol als ondertekenaar van het CCCA nader toelichten. Het verslag schetst onze baseline en de eerste doelstellingen die we hebben bepaald voor de meest relevante CO2 -intensieve industriële sectoren en productlijnen in onze kredietverlening. Het beschrijft ook de manier waarop we met onze
vermogensbeheeractiviteiten concrete stappen zetten naar een klimaatbestendige toekomst. U vindt het verslag op www.kbc.com.
Voor diepgaande(re) informatie over de gebruikte klimaatscenario's, de bepaling van de meest relevante sectoren en de scope en afbakening van onze klimaatmaatstaven, -gegevens en -doelen, verwijzen we naar ons Klimaatrapport en ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.
Als bank-verzekeraar hebben we zelf op twee manieren een invloed op de klimaatverandering. Vooreerst door ons eigen energieverbruik te beperken. Onze afhankelijkheid van natuurlijke grondstoffen is relatief beperkt, maar we beheren niettemin onze rechtstreekse broeikasgasemissies met als doel die voortdurend te verminderen in overeenstemming met de vooropgestelde doelstellingen.
Belangrijker is de onrechtstreekse invloed die we hebben door kredieten te verlenen, een beleggingsportefeuille aan te houden, beleggingen aan te bieden aan klanten en tegenpartijen te verzekeren die een belangrijke invloed op het klimaat (kunnen) hebben. We beperken de indirecte negatieve impact via duidelijke beleidslijnen die ook restricties inhouden voor de meest vervuilende activiteiten, en we vergroten de positieve impact door acties met betrekking tot de meest klimaatgevoelige
sectorportefeuilles, door de dialoog over duurzaamheid aan te gaan met onze klanten, door bedrijven te ondersteunen die bij hun investeringsbeslissingen rekening houden met milieu-, sociale en bestuursaspecten, en door in al onze kernlanden nieuwe innovatieve bedrijfsoplossingen te ontwikkelen om een CO2 -arme en circulaire economie te stimuleren.
Als bank-verzekeraar ondervinden we ook zelf de invloed van de klimaatverandering. Daarbij denken we aan mogelijke risico's als gevolg van acute of chronisch veranderende weerpatronen die kunnen leiden tot hogere schadeclaims bij onze verzekeringen, of een impact op onze kredieten of beleggingen wanneer de betrokken tegenpartijen negatieve gevolgen ondervinden van de klimaatverandering (bijvoorbeeld als gevolg van langdurende droogte en aanhoudende hittedagen in de zomer van 2022) of de transitie naar een CO2 -armere samenleving (wat kan leiden tot terugbetalingsproblemen). Het gaat ook over de invloed die we ondervinden van mogelijke wijzigingen in de wetgeving en kapitaalvereisten ter zake, rechtsgeschillen, veranderend klantengedrag (inclusief het risico van gemiste opportuniteiten), de impact van stijgende marktprijzen voor de emissies van broeikasgassen en technologische vernieuwingen.
We passen ons bedrijfsmodel actief aan, niet alleen om negatieve gevolgen te verminderen of te vermijden (cf. onze doelen ter zake), maar ook om onze bijdrage te leveren om de klimaatopwarming te beperken binnen de doelen die bepaald zijn door het Akkoord van Parijs. Daarnaast willen we uiteraard ook inspelen op de vele opportuniteiten die de transitie naar een meer duurzame en groene economie met zich meebrengt. Dat gaat dan zowel over het verder uitbouwen van het aanbod duurzame producten en diensten op het gebied van beleggingen, verzekeringen, leasing, enz. als over het actief bijstaan van klanten in hun transitie naar activiteiten met minder CO2 -uitstoot.
Het is de bedoeling om op termijn de weerbaarheid van ons bedrijfsmodel in kaart te brengen, rekening houdend met verschillende klimaatscenario's en tijdshorizonten, via specifieke meet- en rapporteringsinstrumenten (zie verder).
Klimaatgovernance is een deel van onze algemene duurzaamheidsgoverance (zie Onze duurzaamheidsgovernance).
In 2022 publiceerden we voor het eerst concrete doelstellingen voor de broeikasgasintensiteit van onze kredieten in verschillende economische sectoren.
Een overzicht van onze KBC-duurzaamheidsbeleidslijnen is opgenomen in het hoofdstuk Onze rol in de samenleving.
Belangrijke elementen uit ons klimaat- en milieubeleid zijn:
partnerships die hun advies verlenen en effectief begeleiden om energie-performanter te worden;
Een belangrijke uitdaging is het integreren van klimaatgerelateerde risico's, opportuniteiten en doelstellingen in onze sectorbenadering.

kernlanden geanalyseerd, om vervolgens beleidsbeslissingen te nemen voor de volledige portefeuille van de groep. De white papers worden tweejaarlijks en zelfs jaarlijks voor de belangrijkste sectoren en productlijnen geactualiseerd.
• In 2022 vormden deze white papers de basis voor ons eerste Klimaatrapport. Dat rapport bevat een duidelijk overzicht van onze nulmeting en reductiedoelstellingen voor 2030 en 2050, die we hebben bepaald voor de meest relevante koolstofintensieve industriële sectoren en productlijnen in onze kredietverlening. Het rapport bevat ook de bijhorende beleidsbeslissingen om die doelen te realiseren. PwC auditeerde de berekende nulmeting van de klimaatdoelstellingen van KBC op het vlak van kredietverstrekking.
We rapporteren over onze aanpak, vooruitgang en uitdagingen op milieugebied, onder meer in ons
Klimaatrapport, in ons Duurzaamheidsverslag, in dit Jaarverslag en met duurzaamheidsvragenlijsten (waaronder CDP, S&P, Sustainalytics, Vigeo). We verscherpen regelmatig onze aanpak, rekening houdend met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, maatschappelijke trends en de veranderende opvattingen van onze stakeholders en laten ons ook op geregelde tijdstippen challengen door onze Externe Duurzaamheidsraad.
Doorheen onze upstream- en downstreamwaardeketen treden we ook in dialoog met verschillende stakeholders. Zo gaan we actief in gesprek met onze klanten om hen bewust te maken en hun engagement over klimaatverandering te vergroten. We richten ons ook op het ontwikkelen van bedrijfsoplossingen die een positieve invloed hebben op het milieu en gaan ook hierover in interactie met onze klanten.
| Eerste uitgifte van een social bond |
In augustus 2022 bracht KBC als eerste financiële instelling in België een sociale obligatielening ('social bond') uit, die wordt aangewend voor de (her)financiering van projecten in de ziekenhuissector. Het ging over 750 miljoen euro op 8 jaar met een coupon van 3%. |
|---|---|
| Fondsen die verantwoord beleggen |
Veelzijdig aanbod van fondsen die verantwoord beleggen, inclusief ECO-thematische fondsen en Impact Investing-fondsen. We doen een diepgaande doorlichting om te bepalen welke bedrijven en landen behoren tot het beleggingsuniversum voor verantwoorde beleggingsoplossingen. Daarnaast worden alle bedrijven die gelinkt kunnen worden aan fossiele brandstoffen uitgesloten uit al onze fondsen die verantwoord beleggen. |
| Projectfinanciering | We zijn actief betrokken bij de financiering van hernieuwbare-energieprojecten in alle kernlanden en in onze buurlanden. Het Project Finance Team van KBC Securities financierde vorig jaar 86,3 MWp geïnstalleerd vermogen aan hernieuwbare energie. Er werden bijvoorbeeld succesvolle transacties gerealiseerd in onshore en offshore windenergie in Nederland en Duitsland. Daarnaast werd er ook een eerste participatie genomen in een offshore windenergieproject in het Verenigd Koningrijk. In Tsjechië heeft ČSOB aan de Oostenrijkse exploitant van hernieuwbare energie via zonnepanelen Enery, nummer 2 op de Tsjechische markt, een herfinanciering verleend voor 21,1 MW aan zonne-energieprojecten. |
| Verduurzaming van woningen | We bieden diverse producten aan om de meest energie-efficiënte woningen te ondersteunen, en om renovatie en investeringen in energiemaatregelen te stimuleren. Zo biedt KBC Bank sinds januari 2021 de Vlaamse 0%-lening aan (vanaf 2023 wordt dit vervangen door een rentesubsidie voor de renovatie van woningen en appartementen). KBC biedt klanten ook ontzorging bij duurzame renovaties dankzij de participatie in de start-up Setle. Setle maakt een inschatting van de renovatiebehoeften van een pand en wijst de weg naar de juiste premies en subsidies. Ook in onze andere kernlanden ondersteunen we de overgang naar energie-efficiënte woningen door het aanbieden van hypothecaire en renovatieleningen tegen goede voorwaarden. |
| Verduurzaming van transport | Zo'n twee derde van de nieuwe wagens in de vloot van KBC Autolease zijn nu al elektrische en hybride wagens. KBC Autolease is bovendien marktleider in fietsleasing, met 25 000 fietsen in portefeuille. We zijn de partner van de Vlaamse overheid om fietsleasing aan te bieden aan haar medewerkers als een duurzaam mobiliteitsalternatief. In Slowakije promoot ČSOB Leasing, in samenwerking met andere partners, actief emissievrije en emissiearme voertuigen. |
| Schadeverzekeringen – productkenmerken die verband houden met het klimaat |
In België en in Slowakije biedt onze autoverzekering een uitgebreide dekking en adequate hulp aan voor elektrische en hybride auto's. Voor klanten die zelf een laadpaal installeren, is dat in België standaard meeverzekerd in de Woningpolis, waarin ook een aantal andere groene investeringen zoals zonnepanelen en thuisbatterijen worden gedekt. Daarnaast bieden we de eigen multiklimaatrisicoverzekering voor landbouwers aan. Landbouwers met open teelten, zoals fruittelers of akkerbouwers, kunnen zich hiermee verzekeren tegen schade aan gewassen als gevolg van extreme en ongunstige weersomstandigheden zoals storm, hagel, vorst, ijs, neerslag en droogte. |
| Proxy voting door KBC Asset Management |
KBC Asset Management neemt via proxy voting zijn verantwoordelijkheid om onze klanten, die via onze aandelenfondsen investeren in bedrijven, te vertegenwoordigen op de aandeelhoudersvergaderingen. |
|---|---|
| Groene leningen en groene obligaties voor bedrijfsklanten |
KBC promoot duurzame financieringsoplossingen bij zijn bedrijfsklanten in alle kernlanden, waaronder groene en duurzame obligaties en groene en duurzaamheidsgerelateerde leningen. We zijn ook actief in de gesyndiceerde markt van sustainability-linked loans. Vorig jaar hebben we dergelijke leningen ook frequent gerealiseerd op bilaterale basis. KBC is ook actief als duurzaamheidscoördinator om bedrijven bij te staan bij de integratie van duurzaamheidskenmerken in hun bankfinanciering op lange termijn. |
| Carbon footprint tool | In België ondersteunen we kmo's en andere bedrijven die klant bij ons zijn bij het berekenen van hun CO2 -voetafdruk. De tool die we daarvoor gebruiken, werd ondertussen ook uitgerold in andere kernlanden. In Bulgarije hebben we daarnaast in samenwerking met het Instituut voor Landbouweconomie een specifieke carbon footprint calculator ontwikkeld voor onze landbouwklanten. |
* Het gebruik van terminologie zoals 'groen' of 'duurzaam' hier en elders in dit rapport betekent geenszins dat wat wordt beschreven al volledig in overeenstemming is met de EU-taxonomie.
We willen voor onze klanten een partner zijn in hun transformatie naar een duurzamere toekomst. Samen met Encon voerde KBC in België al 400 gesprekken met grote klanten uit het bedrijvensegment om hun bedrijfsprocessen te helpen verduurzamen. Dat resulteerde in meer dan 250 adviescontracten. Naar analogie met de Enconsamenwerking voor grotere bedrijven kunnen nu ook kmo's binnenkort een beroep doen op klimaatadvies via ecoWise, een gespecialiseerde dochteronderneming van KBC.
Ook onze leveranciers zijn belangrijke stakeholders en we wensen dat ook zij sociale, ethische en milieucriteria integreren in hun beleid. Voor informatie over onze gedragslijn voor leveranciers en onze interne procedure bij de screening van leveranciers verwijzen we naar het hoofdstuk Focus op mensenrechten. In het proces zijn ook milieuvereisten voor producten ingebed, onder andere door de verplichting om KBC te informeren over nieuwe milieuvriendelijke producten en het gebruik van milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal. We betrekken onze leveranciers ook bij het opzetten van circulaire inkoopmodellen.
Een van de pijlers van ons duurzaamheids- en klimaatbeleid is de focus op verantwoord beleggen. Ons sterk uitgebreide aanbod geeft klanten de mogelijkheid hun totale portefeuille volledig verantwoord in te vullen. In ons digitale verkoopproces bieden we standaard de verantwoorde variant aan. Wanneer zowel de traditionele als de verantwoorde variant beschikbaar is, bieden onze
medewerkers in het reguliere verkoopkanaal ook altijd de verantwoorde belegging als eerste aan. Alle KBC-fondsen die verantwoord beleggen in België voldoen aan de 'Towards Sustainability'- kwaliteitsstandaard. Die standaard werd ontwikkeld op initiatief van en staat onder toezicht van het 'Central Labelling Agency'. Almaar meer klanten kiezen tegenwoordig voor fondsen die verantwoord beleggen.
We nemen onze verantwoordelijkheid in verschillende internationale organisaties en initiatieven en rapporteren daarover onder meer in ons Duurzaamheidsverslag.
We gebruiken geavanceerde methodes (waaronder PCAF en PACTA) om de klimaatimpact van bepaalde sectoren en de transitie in de kredietportefeuille te meten. Meer hierover vindt u in ons Klimaatrapport, op www.kbc.com. KBC Asset Management brengt sinds drie jaar volgens dezelfde methode de klimaatimpact van alle beleggingsfondsen in zijn portfolio in kaart. Die analyse, gebaseerd op gegevens en de aanpak van TRUCOST, werd in 2022 ook voor de tweede keer toegepast op de eigen investeringsportefeuille van KBC Verzekeringen en op de investeringen van het KBC Pensioenfonds.
Sinds 2021 rapporteren we over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met onze kredietverlening. We hanteren hiervoor de berekeningsmethode die aangereikt wordt door het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF), een wereldwijde standaard om op geharmoniseerde wijze gefinancierde emissies te berekenen. De tabel hierna geeft een overzicht van de resultaten. We verwijzen ook naar ons Duurzaamheidsverslag, waarin uitgebreid toelichting gegeven wordt over de PCAF-berekeningsmethode, onze berekeningsaanpak en de begrenzingen waarmee rekening moet worden gehouden bij het interpreteren van de resultaten. Ook vindt u er informatie over hoe wij door het verzamelen van meer adequate en verfijnde data onze rapportering over deze emissies gradueel willen verbeteren.
| broeikasgasemissies geassocieerd met onze kredietverlening) | 30-09-2022 | 31-12-2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| miljoen ton CO2 e |
% van gefinan cierde emissies |
% van uit staande kredieten |
miljoen ton CO2 e |
% van gefinan cierde emissies |
% van uitstaande kredieten |
|
| 'White paper' sectoren en producten | 34,0 | 61% | 64% | 37,7 | 66% | 66% |
| Landbouw, veeteelt en visserij1 | 9,1 | 16% | 3% | 9,5 | 17% | 3% |
| Vastgoed en woningkredieten1 | 3,5 | 6% | 45% | 6,9 | 12% | 47% |
| Energie1 | 4,0 | 7% | 2% | 5,9 | 10% | 2% |
| Bouw en constructie1 | 4,6 | 8% | 4% | 4,0 | 7% | 4% |
| Voedsel- en drankproducenten | 3,5 | 6% | 2% | 3,3 | 6% | 2% |
| Auto-industrie en voertuigfinanciering1 | 3,4 | 6% | 5%2 | 3,2 | 6% | 5%2 |
| Metaal1 | 3,5 | 6% | 2% | 2,8 | 5% | 1% |
| Chemie | 2,4 | 4% | 1% | 2,1 | 4% | 1% |
| Overige sectoren | 22,2 | 39% | 36% | 19,3 | 34% | 34% |
| Totaal | 56,2 | 100% | 100% | 57,0 | 100% | 100% |
1 Voor deze sectoren (of subsectoren ervan) worden doelstellingen gedefinieerd (zie verder en in het Klimaatrapport op www.kbc.com). Berekening van emissies voor 'Landbouw, veeteelt en visserij' en 'Vastgoed' is exclusief KBC Bank Bulgaria en KBC Ireland.
2 Operationele voertuigleasing is niet opgenomen in deze cijfers (berekeningen van de gefinancierde emissies zijn gebaseerd op de nettoboekwaarde van de geleasde voertuigen).
Hoe bepaalden we onze sectorale klimaatdoelstellingen? Op basis van klimaatwetenschap gealigneerd op doelstellingen van het Akkoord van Parijs en rekening houdend met de lokale context, maakten alle KBC-entiteiten met krediet- of leasingactiviteiten projecties voor de verwachte portefeuilleen sectorspecifieke decarbonisatieontwikkeling, uiteindelijk uitmondend in bedrijfsdoelstellingen. Alle doelstellingen werden samengevoegd tot één projectie op KBCgroepsniveau, die wordt vergeleken met klimaatbenchmarks die werden afgeleid van klimaatscenario's die met de doelstelling 'minder dan 2 °C klimaatopwarming', d.w.z. trajecten die in overeenstemming zijn met onze CCCAverbintenis. Meer daarover vindt u in ons Klimaatrapport. Om onze klimaatdoelstellingen onafhankelijk te laten verifiëren hebben KBC Bank en haar geconsolideerde entiteiten eind
2022 een engagement getekend bij het Science Based Targets initiative (SBTi). Via dat engagement verbinden we er ons toe om onze klimaatdoelstellingen binnen de 2 jaar na ondertekening door SBTi te laten valideren.
De cijfers in de bovenstaande tabel omvatten ook KBC Ireland (waarvoor verkoopovereenkomsten zijn gesloten) en het recent overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (hernoemd tot KBC Bank Bulgaria). Beide entiteiten zijn echter niet mee opgenomen in onze klimaatdoelstellingen (zie verder).
Terwijl we ook de lopende Net Zero-initiatieven nauwlettend volgen, hebben wij ervoor gekozen ons te richten op de zorgvuldige uitvoering van de doelstellingen in dit verslag in al onze kredietverleningsactiviteiten en in alle kernlanden
alvorens nieuwe verplichtingen aan te gaan. Zie verder in het Duurzaamheidsverslag.
Ook voor onze assetmanagementactiviteiten hebben we de doelstellingen aangescherpt, onder meer inzake het belang van fondsen die verantwoord beleggen en de koolstofintensiteit van de bedrijfsinvesteringen in deze fondsen.
De klimaatdoelstellingen werden besproken en goedgekeurd door de Interne Duurzaamheidsraad, het Directiecomité en de Raad van Bestuur. Specifiek voor de verzekeringsactiviteiten werden nog geen klimaatdoelstellingen opgesteld aangezien er daarvoor vandaag nog onvoldoende erkende onderzoeks- en rapporteringsmethodes beschikbaar zijn.
U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.
De impact van onze eigen activiteiten als bank-verzekeraar is, zeker in vergelijking met industriële bedrijven en met onze indirecte impact via onder meer kredietverlening, zeer beperkt. Niettemin berekenen we ook onze directe eigen broeikasgasimpact (van onder andere onze gebouwen en onze eigen vloot). Ook daarvoor hanteren we bepaalde doelstellingen.
Hierna vindt u gegevens over onze eigen milieuvoetafdruk. De data en berekeningen van de broeikasgasemissies werden geverifieerd door Vinçotte volgens ISO 14064-3. Daarnaast investeren we sinds 2021 in klimaatprojecten om het deel van onze emissies dat we nu nog niet kunnen verminderen te compenseren. KBC is daarom sinds 2021 netto-klimaatneutraal. De gekozen projecten hebben ook toegevoegde waarde voor het verhogen en beschermen van biodiversiteit en voor lokale gemeenschappen.
Meer informatie over onze milieuvoetafdruk inclusief verdere detaillering, methodologie en scope van de berekeningen en compensatieprojecten vindt u in het Duurzaamheidsverslag. U vindt de doelstellingen verderop in de tabel.
| Eigen milieuvoetafdruk, KBC-groep1 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Elektriciteitsverbruik (in duizend KWh) | 126 326 | 124 027 |
| Gas- en stookolieverbruik (in duizend KWh) | 61 372 | 69 879 |
| Woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen (in miljoen km)4 | 218 | 162 |
| Papierverbruik (in ton) | 1 694 | 2 017 |
| CO2 e-emissies (in duizend ton, zie tabel hierna)2 |
44 | 37 |
| Scope 1-emissies omvatten emissies uit direct energieverbruik, emissies van koelvloeistoffen en emissies van dienstverplaatsingen en woon-werkverkeer met de eigen vloot |
21 596 | 19 511 |
|---|---|---|
| Scope 2-emissies (market-based) omvatten emissies uit indirect energieverbruik (elektriciteit, stads warmte, koeling en stoom). |
3 482 | 3 857 |
| Scope 3-emissies zoals hier vermeld omvatten alleen emissies van dienstverplaatsingen en woon werkverkeer (met uitzondering van de emissies van de eigen vloot die vervat zijn in de scope 1-emis sies), emissies van papier- en waterverbruik en afvalverwerking. |
18 803 | 13 473 |
| Totaal | 43 882 | 36 841 |
| Totaal per vte | 1,2 | 1,0 (1,1 3 ) |
1 De gegevens betreffen de periode 1 oktober [t-1] – 30 september [t] .
2 De CO2 e-emissies in 2022 zijn als volgt verdeeld (in duizenden ton): 17 in België, 12 in Tsjechië, 4 in Slowakije, 5 in Hongarije, 5 in Bulgarije en 0,5 in de rest van de wereld.
3 De gegevens houden vanaf 2022 rekening met de overname van Raiffeisenbank Bulgaria en met een verbeterde methode om emissies van wagens te berekenen (WLTP in plaats van NEDC). Op een like-for-like basis zou het cijfer voor 2021 1,1 bedragen.
4 De stijging heeft onder meer te maken met de heropleving na covid.

| KPI | Wat? | Doel en resultaat | Ontwikkeling | Acties en plannen | |
|---|---|---|---|---|---|
| DOELEN INZAKE DE INDIRECTE IMPACT VAN ONZE KREDIETVERLENING EN ASSETMANAGEMENTACTIVITEITEN | |||||
| Kredieten voor hernieuwbare energie |
[Bedrag van kredieten aan bedrijven in de sector van hernieuwbare energiebronnen] / [totale krediet portefeuille in de energiesector] |
Doel: 75% in 2030 (doel verstrengd in 2022) Resultaat 2022: 63% |
Kredieten voor hernieuwbare energie (in % van het totale volume aan kredieten aan de energiesector) 61% 63% 63% 75% 2020 2021 2022 doel '30 |
We willen in alle segmenten de decarbonisering van het energiesysteem ondersteunen door de financiering van bijkomende hernieuwbare energieproductie capaciteit en het stimuleren van energie-efficiëntie. |
|
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan energiesector |
Procentueel verschil [ton CO2 e/ miljoen euro kredieten] in de betreffende periode |
Doel: -34% in 2030 (en -82% in 2050) t.o.v. 2021 (doel nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: -8% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan volledige energiesector (op basis van ton CO2e / miljoen euro uitstaande kredieten, t.o.v. 2021) 82% 34% 8% 2022 doel '30 doel '50 |
We steunen daarbij de energieplannen van de lokale overheden in onze kernlanden. Al die plannen moeten voldoen aan de regels van het Europese 'Fit for 55'-pakket en de ambities van de Green Deal. |
|
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan elektriciteits producenten |
Procentueel verschil [kg CO2 e/ MWh] in de betreffende periode |
Doel: -39% in 2030 (en -77% in 2050) t.o.v. 2021 (doel nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: -1% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan elektriciteitsproducenten (op basis van kg CO2e / MWh, t.o.v. 2021) 77% 39% 1% 2022 doel '30 doel '50 |
We zijn de toonaangevende bank in de financiering van offshore windenergie projecten in België en actief in deze markt in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. |

| KPI | Wat? | Doel en resultaat | Ontwikkeling | Acties en plannen | |
|---|---|---|---|---|---|
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan vastgoed sector (hypothecaire kredieten en ondernemings kredieten voor commercieel vastgoed, excl. vastgoed ontwikkeling) |
Procentueel verschil [ton CO2 e/ miljoen euro kredieten] in de betreffende periode |
Doel: -38% in 2030 (en -72% in 2050) t.o.v. 2021 (doel nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: -4% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan vastgoedsector (op basis van ton CO2e / miljoen euro uitstaande kredieten, t.o.v. 2021) 72% 38% 4% 2022 doel '30 doel '50 |
We zullen klanten aanmoedigen om de energieprestatie van hun vastgoed te verbeteren, en focussen op vastgoed met een (gunstiger) EPC-rating. Dat zullen we doen door informatie te verstrekken over duurzaam bouwen, renoveren en |
|
| Broeikasgas intensiteit Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed (hypothecaire kredieten en ondernemings kredieten voor commercieel residentieel vastgoed, excl. |
Procentueel verschil [kg CO2 e/ m2 /jaar] in de betreffende periode |
Doel: -43% in 2030 (en -85% in 2050) t.o.v. 2021 (doel nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: -3% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed (op basis van kg CO2e / m2/jaar, t.o.v. 2021) 85% 43% 3% 2022 doel '30 doel '50 |
subsidies, samen te werken met partners op het gebied van energie-efficiëntie en toezicht te houden op constructies of renovaties. Ook willen we geleidelijk de best beschikbare rente op leningen aanbieden voor gebouwen met een gunstige EPC-rating en/of dit aspect stimuleren door energetische renovatie na/bij aankoop. |
vastgoedontwikkeling)
| KPI | Wat? | Doel en resultaat | Ontwikkeling | Acties en plannen |
|---|---|---|---|---|
| Broeikasgas intensiteit Autokredieten en financiële autoleasing |
Procentueel verschil [gram CO2 /km] in betreffende periode |
Doel voor passagiersvoertuigen: -42% in 2030 (en -100% in 2050) en voor lichte commerciële voertuigen: -30% in 2030 (en -84% in 2050), t.o.v. 2021 (doelen nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: pasagiersvoertuigen +1% (cf. heropleving na covid) en lichte commerciële voertuigen -2% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Autokredieten en financiële autoleasing (op basis van gram CO2 / km, t.o.v. 2021) Passagiersvoertuigen Lichte commerciële voertuigen 100% 84% 42% 30% 2% -1% 2022 doel doel 2022 doel doel '30 '50 '30 '50 |
We zullen klanten aanmoedigen om groenere vervoers keuzes te maken, zoals gebruik van (gedeeltelijk) elektrische voertuigen, openbaar vervoer, fietsen of een combinatie daarvan. |
| Broeikasgas intensiteit Operationele autoleasing |
Procentueel verschil [gram /km] in CO2 betreffende periode |
Doel voor passagiersvoertuigen: -81% in 2030 (en -100% in 2050) en voor lichte commerciële voertuigen: -33% in 2030 (en -90% in 2050), t.o.v. 2021 (doelen nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: pasagiersvoertuigen -7% en lichte commerciële voertuigen +1% t.o.v. 2021 (cf. heropleving na covid) |
Afbouw broeikasgasintensiteit Operationele autoleasing (op basis van gram CO2 / km, t.o.v. 2021) Passagiersvoertuigen Lichte commerciële voertuigen 100% 90% 81% 33% 7% -1% 2022 doel doel 2022 doel doel '30 '50 '30 '50 |
In sommige kern landen biedt KBC al fietsleasing en fietsverzekeringen aan. Nieuwe diensten en gerichte prijs zetting moeten de keuze voor alterna tieve vormen van transport nog aantrekkelijker maken. |
| Broeikasgas intensiteit Kredieten aan landbouw sector |
Procentueel verschil [ton CO2 e/ miljoen euro kredieten] in betreffende periode |
Doel: -21% in 2030 (en -34% in 2050) t.o.v. 2021 (doel nieuw vanaf 2022) Resultaat 2022: -1% t.o.v. 2021 |
Afbouw broeikasgasintensiteit Kredieten aan landbouwsector (op basis van ton CO2e / miljoen euro uitstaande kredieten, t.o.v. 2021) 34% 21% 1% 2022 doel '30 doel '50 |
We zullen klanten informeren, inspireren en ondersteunen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (methaan, distikstofmonoxide en CO2 ). We moedigen |
efficiëntieverbeteringen en investeringen in hernieuwbare energie aan en we promoten bv. in Vlaanderen het gebruik van een kwalitatieve 'carbon footprint calculator' die klanten adviseert
over
emissiereducerende maatregelen.
aluminiumproducenten
e/
2022)
Doel: cement -16% in
2030 (en -68% in 2050), staal -14% in 2030 (en -56% in 2050) t.o.v. 2021 (doelen nieuw vanaf
Voor aluminium is onze exposure zeer klein en willen we te allen tijde beneden de globale benchmark van de aluminiumsector blijven


Voor deze sectoren verwachten we dat nieuwe klanten transitieplannen hebben op het vlak van CO2 -reductie die voldoen aan de doelstellingen voor 2030 die KBC vooropstelt. We zullen ook de vooruitgang inzake decarboniseringsstrategieën van onze klanten actief opvolgen.
Fondsen die verantwoord beleggen (Responsible Investment fondsen, RI)
[Volume RIfondsen] / [ Assets under distribution (AUD, of 'direct client money')]
Procentueel verschil [ton CO2 e/ miljoen dollar omzet] van bedrijven in de verantwoorde fondsen in de betreffende periode
Resultaat 2022: cement -0,4%, staal +13% t.o.v. 2021 (zie Duurzaamheidrapport), aluminium +1% t.o.v. 2021
Resultaat 2022: in totaal 37% van AUD 48% in nieuwe productie Broeikasgasintensiteit bedrijven: -67%



2022 doel '30 Afbouw broeikasgasintensiteit Bedrijven in de verantwoorde fondsen (op basis van ton CO2e / miljoen dollar omzet, t.o.v. 2019)

We vragen beleggers naar hun voorkeuren inzake duurzaamheid en houden daarmee rekening bij beleggingsadviezen. KBC Asset Management is aangesloten bij Climate Action 100+, een initiatief om de dialoog aan te gaan met bedrijven die aanzienlijke mogelijkheden hebben om de overgang naar schone energie te helpen verwezenlijken. Ons beleid inzake verantwoord beleggen staat onder toezicht van de onafhankelijke Responsible Investing Advisory Board, bestaande uit academici.

| KPI | Wat? | Doel en resultaat | Ontwikkeling | Acties en plannen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| DOELEN INZAKE ONZE EIGEN DIRECTE MILIEU-IMPACT | ||||||||||
| Eigen CO2 -emissies |
Reductie van eigen emissies van broeikas gassen, ten opzichte van 2015 |
Doel: afbouw met 80% tussen 2015 en 2030 en bereiken van volledige klimaatneutraliteit voor onze eigen voetafdruk vanaf eind 2021 door het verschil te compenseren. Resultaat 2015-2022: -70% incl. woon werkverkeer Net als het jaar voordien bereikten we in 2022 al nettoklimaatneutraliteit door onze resterende directe emissies te compenseren door de aankoop van carbon credits van kwaliteitsvolle klimaatprojecten |
Reductie eigen broeikasgasemissies (in %, t.o.v. 2015, incl woon-werkverkeer) 80% 71% 70% 56% 2020 2021 2022 doel '30 |
De belangrijkste bronnen van onze directe CO2 -uitstoot zijn ons directe energieverbruik en transport. Voorbeelden van initiatieven om onze eigen milieuvoet afdruk te verminderen zijn de overstap naar 100% elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, het plaatsen van photovoltaïsche panelen op eigen gebouwen, en de heroriëntering van het mobiliteitsbeleid voor onze medewerkers naar openbaar vervoer, fietsen en elektrische auto's. |
||||||
| Eigen stroom verbruik uit hernieuwbare bronnen |
[Stroom uit hernieuwbare bronnen] / [totaal elektriciteits verbruik] Startwaarden voor 2021 zie Duurzaamheidsrapport. |
Doel: 100% groen tegen 2030 Resultaat 2022: 100% |
Eigen stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen (in % van eigen elektriciteitsverbruik) 100% 100% 100% 87% 2020 2021 2022 doel '30 |
Zoals vele bedrijven pasten we ook de uren en instellingen van de verwarming van onze hoofdkantoren aan om energie te besparen. Meer informatie in ons Duurzaamheids verslag, op www.kbc.com. |
Doelen inzake broeikasgasintensiteit kredietverlening: exclusief KBC Bank Ireland en de recent overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria, gegevens betreffen de periode 1 oktober [t-1] – 30 september [t].
Duurzaamheid, met inbegrip van klimaat en de doelstellingen ter zake, is geïntegreerd in de verloningssystemen van onze medewerkers en van het topmanagement in het bijzonder.
• Voor de variabele vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt onder meer rekening gehouden met het behalen van een aantal collectieve doelstellingen. Een van die doelstellingen is specifiek gerelateerd aan de vooruitgang op het vlak van duurzaamheid, die wordt beoordeeld via de halfjaarlijkse rapportering van het KBC
Sustainability Dashboard. De Raad van Bestuur beoordeelt, via het Remuneratiecomité, de criteria voor de evaluatie van de leden van het Directiecomité in dit verband. Meer info vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, in het remuneratieverslag.
In het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's vindt u meer informatie over hoe we omgaan met klimaatgerelateerde risico's.

De Taxonomieverordening legt een EU-breed kader vast aan de hand waarvan investeerders en bedrijven kunnen beoordelen of bepaalde economische activiteiten ecologisch duurzaam zijn.
Om een economische activiteit als ecologisch duurzaam te bestempelen, worden vier controles uitgevoerd. De activiteit moet:
Een economische activiteit die voldoet aan die vier controles wordt een op de taxonomie afgestemde activiteit genoemd (verder 'taxonomy-aligned').
In de Taxonomieverordening zijn zes milieudoelstellingen vastgelegd:
• bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. De Europese Commissie heeft zich in eerste instantie geconcentreerd op CCM en CCA. De regels voor de andere doelstellingen worden in de toekomst goedgekeurd.
Artikel 8 van de Taxonomieverordening schrijft voor dat financiële en niet-financiële ondernemingen die onder de niet-financiële rapporteringsrichtlijn (NFRD) vallen, in hun niet-financiële verklaring informatie opnemen over de wijze waarop en de mate waarin hun activiteiten verband houden met ecologisch duurzame economische activiteiten. De Gedelegeerde Verordening inzake Rapportering (Disclosure Delegated Act) specificeert de inhoud en de presentatie van te rapporteren informatie.
De Disclosure Delegated Act (verder DDA) voert een gefaseerde aanpak in. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 rapporteren financiële ondernemingen alleen over taxonomy eligibility met betrekking tot CCM en CCA; vanaf 1 januari 2024 dienen kritische prestatieindicatoren gerapporteerd te worden met betrekking tot de taxonomy alignment voor alle milieudoelstellingen. De lijst van eligible activiteiten voor CCM en CCA werd op 1 januari 2023 uitgebreid via de Complementaire Gedelegeerde Klimaatverordening (Complementary Climate Delegated Act) met een aantal nucleaire en gasactiviteiten.
KBC Groep is een grote onderneming die krachtens de NFRD niet-financiële informatie moet publiceren, en is als dusdanig ook onderworpen aan de rapporteringsverplichtingen uit de DDA. De DDA bevat geen specifieke informatie over de rapportering voor een groep die verschillende soorten financiële ondernemingen omvat. Wel heeft de Europese Commissie aangegeven dat, als de moedermaatschappij een kredietinstelling is, alle prudentieel geconsolideerde entiteiten meegenomen moeten worden in de taxonomierapportering van die kredietinstelling. We passen dit principe ook toe aan de verzekeringskant en zullen dus rapporteren als kredietinstelling en verzekeringsinstelling. Gezien de verschillen in rapporteringsvereisten kunnen we geen geconsolideerd overzicht maken op niveau van KBC Groep.
In deze tweede rapportering blijft de beschikbaarheid van gegevens een uitdaging. Artikel 8,4 van de DDA stelt dat financiële ondernemingen de meest recente beschikbare gegevens van hun tegenpartijen moeten gebruiken. Onze (bedrijven-) tegenpartijen die NFRD-plichtig zijn, hebben die gegevens ondertussen voor een eerste keer bekendgemaakt, aangezien hun rapporteringsverplichting tegelijk met die voor financiële ondernemingen in werking trad. KBC is dan ook volop bezig met de verwerking en integratie van deze klanteninformatie in de KBCrapportering, wat zorgt voor een stijging in de verplichte eligibility percentages. Gezien niet alle tegenpartijen NFRD-plichtig zijn en ook niet alle klanteninformatie beschikbaar is, kiezen we er voor (zoals voorgesteld door het Platform on Sustainable Finance) om ook vrijwillige eligibilitypercentages te rapporteren, die voor de bedrijventegenpartijen gebaseerd zijn op benaderingen en informatie die in de groep beschikbaar is. Waar nodig lichten we die benaderingen transparant toe. We monitoren voortdurend de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens en we doen het nodige om op dit vlak vooruitgang te boeken (zie de initiatieven beschreven in ons Duurzaamheidsverslag 2022, in de sectie over Sustainable Finance).
We wijzen er uitdrukkelijk op dat als we elders in dit jaarverslag terminologie als "groen" en "duurzaam"
gebruiken, die termen geenszins suggereren dat wat wij beschrijven al (volledig) is afgestemd op deze EU-taxonomie.
In deze rubriek worden alle activa in aanmerking genomen van de kredietinstellingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4 (1), punt (1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (prudentiële vereisten voor kredietinstellingen). Zoals gedefinieerd in Bijlage V, 1.1.1 van de DDA, moet de rapportering gebaseerd zijn op de prudentiële consolidatiescope van KBC Groep. Merk op dat die scope licht verschilt van de boekhoudkundige scope (zoals beschreven in Toelichting 6.5 van de Geconsolideerde jaarrekening).
Het verplichte eligibility-percentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 37,89% (33,65% in 2021). Dat omvat voor 2022 de hypothecaire kredieten en autoleningen aan huishoudens net als de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële (NFRD-plichtige) tegenpartijen, gebaseerd op beschikbare klanteninformatie. In de rapportering over 2021 was de beschikbare informatie nog beperkt tot de hypothecaire kredieten.
Het vrijwillige eligibility-percentage voor de activa van onze kredietinstellingen is 55,73% (33,79% in 2021). Voor de berekening van deze vrijwillige percentages maakten we de volgende assumpties:
| 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomy eligible |
Taxonomy niet eligible |
Taxonomy eligible |
Taxonomy eligible |
Taxonomy niet eligible |
Taxonomy eligible |
|||||
| Totaal (in miljoenen euro) |
% van totale activa |
– verplichte rappor tering (in %) |
– verplichte rappor tering (in %) |
– vrijwillige rappor tering (in %) |
Totaal (in miljoenen euro) |
% van totale activa |
– verplichte rappor tering (in %) |
– verplichte rappor tering (in %) |
– vrijwillige rappor tering (in %) |
|
| Activa opgenomen in de taxonomie (teller en noemer) |
112 201 | 34,55% | 67,97% | 32,03% | 70,64% | 94 749 | 31,00% | 65,44% | 34,56% | 65,71% |
| Niet-financiële tegen partijen (niet-NFRD plichtig) |
75 835 | 23,35% | - | - | 43,41% | 71 356 | 23,35% | - | - | - |
| Derivaten | 528 | 0,16% | - | - | - | 274 | 0,09% | - | - | - |
| Opeisbare inter bancaire leningen |
608 | 0,19% | - | - | - | 598 | 0,20% | - | - | - |
| Overige activa | 12 130 | 3,74% | - | - | - | 17 292 | 5,66% | - | - | - |
| Activa opgenomen in de taxonomie (enkel noemer) |
89 101 | 27,44% | - | - | - | 89 520 | 29,30% | - | - | - |
| Totale activa opgenomen in de taxonomie |
201 301 | 61,99% | 37,89% | 62,11% | 55,73% | 184 269 60,30% | 33,65% | 66,35% | 33,79% | |
| Centrale overheden en centrale banken |
114 931 | 35,39% | - | - | - | 112 456 | 36,80% | - | - | - |
| Handelsportefeuille | 8 493 | 2,62% | - | - | - | 8 850 | 2,90% | - | - | - |
| Niet in de taxonomie opgenomen activa |
123 424 | 38,01% | - | - | - | 121 306 | 39,70% | - | - | - |
| Totale activa* | 324 726 100,00% | 23,49% | 76,51% | 34,55% | 305 575 100,00% | 20,29% | 79,71% | 20,37% | ||
* Vóór waardeverminderingen op kredieten en obligaties.
Dit deel omvat alle activiteiten van de verzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (1), van Richtlijn 2009/138/EG, en van de herverzekeringsondernemingen in de groep, d.w.z. de entiteiten zoals gedefinieerd in artikel 13, punt (4), van diezelfde richtlijn. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de verzekeringsconsolidatiekring van KBC.
Voor (her)verzekeringsactiviteiten zijn twee kritische prestatie-indicatoren vereist: een met betrekking tot beleggingen en een met betrekking tot verzekeringsactiviteiten.
Het verplichte eligibility-percentage met betrekking tot beleggingen is 5,82% (3,69% in 2021). Dat omvat voor 2022 de hypothecaire kredieten aan huishoudens net als de eligible blootstelling aan financiële en niet-financiële (NFRDplichtige) tegenpartijen, gebaseerd op beschikbare klanteninformatie. In de rapportering over 2021 was de beschikbare informatie nog beperkt tot de hypothecaire kredieten aan huishoudens.
KBC's vrijwillige eligibility-percentage met betrekking tot beleggingen, op basis van eigen informatie en assumpties, bedraagt 22,33% (7,28% in 2021). We gebruikten dezelfde assumpties als voor kredietinstellingen. De sterke stijging ten opzichte van 2021 heeft ermee te maken dat er meer gegevens beschikbaar gekomen zijn met betrekking tot investeringscontracten.
| 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomy eligible |
Taxonomy niet-eligible |
Taxonomy eligible |
Taxonomy eligible |
Taxonomy niet-eligible |
Taxonomy eligible |
|||||
| Totaal (in miljoenen euro) |
% van totale activa |
– verplichte rappor tering (in %) |
– verplichte rappor tering (in %) |
– vrijwillige rappor tering (in %) |
Totaal (in miljoenen euro) |
% van totale activa |
– verplichte rappor tering (in %) |
– verplichte rappor tering (in %) |
– vrijwillige rappor tering (in %) |
|
| Beleggingen op genomen in taxono mie (teller en noemer) |
19 725 | 56,74% | 6,67% | 93,33% | 23,03% | 22 947 | 59,22% | 4,23% | 95,77% | 8,36% |
| Niet-financiële tegenpartijen (niet NFRD-plichtig) |
2 417 | 6,95% | - | - | 20,78% | 2 860 | 7,38% | - | - | - |
| Derivaten | 69 | 0,20% | - | - | - | 21 | 0,05% | - | - | |
| Opeisbare interban caire leningen |
377 | 1,09% | - | - | - | 509 | 1,31% | - | - | - |
| Beleggingen opgenomen in de taxonomie (enkel noemer) |
2 863 | 8,24% | - | - | - | 3 390 | 8,75% | - | - | - |
| Totaal beleggingen opgenomen in de taxonomie |
22 588 | 64,98% | 5,82% | 94,18% | 22,33% | 26 337 | 67,97% | 3,69% | 96,31% | 7,28% |
| Centrale overheden en centrale banken |
10 627 | 30,57% | - | - | - | 11 158 | 28,80% | - | - | - |
| Overige, niet in de taxonomie op genomen activa (herverzekerings activa, immateriële activa, overige activa …) |
1 549 | 4,46% | - | - | - | 1 253 | 3,23% | - | - | - |
| Niet in de taxonomie | ||||||||||
| opgenomen activa | 12 176 | 35,02% | - | - | - | 12 411 | 32,03% | - | - | - |
| Totale activa* | 34 764 100,00% | 3,78% | 96,22% | 14,51% | 38 748 100,00% | 2,51% | 97,49% | 4,95% |
* Vóór waardeverminderingen op kredieten en obligaties.
Verzekeringsactiviteiten Het verplichte eligibility-percentage voor verzekeringsactiviteiten bedraagt 48,77% (alleen voor CCA) (47,71% in 2021). Dat percentage hangt niet af van de informatie die we van onze tegenpartijen moeten ontvangen, maar kan volledig worden bepaald op basis van de gedekte
gevaren, zoals voorgeschreven in de Gedelegeerde Klimaatverordening. De tabel hierna geeft meer details met betrekking tot het verplichte eligibility-percentage ten opzichte van de geboekte brutopremies voor de nietlevensverzekeringsactiviteiten.
| 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal (in miljoenen euro) |
Taxonomy eligible (in %) |
Taxonomy niet-eligible (in %) |
Totaal (in miljoenen euro) |
Taxonomy eligible (in %) |
Taxonomy niet-eligible (in %) |
|
| Totale geboekte brutopremies | 2 162 | 48,77% | 51,23% | 1 984 | 47,71% | 52,29% |

We nemen onze verantwoordelijkheid om mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en arbeidsrechten in de hele groep te respecteren. We verbinden ons tot het naleven van de letter en de geest van: (i) de Universele verklaring van de rechten van de mens; (ii) de principes inzake fundamentele rechten vastgelegd in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en uiteengezet in de Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het werk, (iii) de VN-Verklaring over de rechten van inheemse volkeren, (iv) de OESO-Richtlijnen voor multinationale ondernemingen en (v) de Britse wet over moderne slavernij, waarvoor KBC sinds 2017 een verklaring over moderne slavernij publiceert. Daarnaast zijn we sinds 2006 lid van de UN Global Compact en hebben we de tien principes over mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie opgenomen in onze beleidslijnen, zodat ze toegepast worden in al onze activiteiten. We rapporteren transparant over de vorderingen die we hebben geboekt bij de implementatie van deze principes. Deze informatie is beschikbaar op de website van UN Global Compact. Vanzelfsprekend volgen we de lokale wetgeving, regels en voorschriften die gelden in de landen waar we actief zijn en aan internationale en regionale mensenrechtenverdragen die internationaal erkende normen bevatten waaraan het bedrijfsleven zich moet houden.
Om ons mensenrechtenbeleid, zoals omschreven in de KBC Group Policy on Human Rights, op te volgen gebruiken we het UN Guiding Principles Reporting Framework van de VN. Ons mensenrechtenbeleid is van toepassing op onze activiteiten (klanten en leveranciers) en ook op onze eigen bedrijfsvoering (medewerkers).
KBC beschouwt voor zijn medewerkers het recht op vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling, het recht op een gezonde en veilige werkplek en het recht op vrijwaring van discriminatie als fundamenteel. We zetten ons dan ook ten volle in om de mensenrechten van onze medewerkers te respecteren en te handhaven. Daarnaast verwachten we ook van onze medewerkers dat ze de mensenrechten toepassen en respecteren tijdens hun activiteiten. Die principes lichten we toe in de KBC-Gedragslijn voor de groep en de KBC-beleidslijn diversiteit en inclusie (op www.kbc.com). In al onze kernlanden zijn er strikte nationale en internationale wetten en regelgeving voor de bescherming van de mensenrechten. We verwachten van onze medewerkers dat ze handelen volgens de regelgeving en dat ze zich verantwoord gedragen in alles wat ze doen. We hebben bovendien specifieke procedures om de naleving te waarborgen en om klachten te behandelen, waaronder het beleid voor de bescherming van klokkenluiders.
Onze leveranciers zijn een belangrijke stakeholder in onze waardeketen. We werken dan ook nauw samen met hen.
Onze strikte regels en kaders rond inkoop-, verkoop- en uitbestedingsactiviteiten bij leveranciers zijn samengevat in de KBC Code of Conduct for Suppliers en zijn van toepassing in al onze kernlanden. We hebben onze gedragslijn voor leveranciers vertaald naar een interne procedure in de vorm van een stappenplan, waarmee onze aankoopafdeling aan de slag kan. Leveranciers waarmee we samenwerken worden gescreend met de KBC-Blacklist, de lijst met controversiële bedrijven waarmee KBC geen zaken wil doen. Verder doen we een beroep op Worldcheck en een gestandaardiseerde vragenlijst (over mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding) voor het screenen van onze belangrijkste leveranciers. Leveranciers die aan onze verwachtingen voldoen, krijgen een positieve evaluatie en ondertekenen de KBC Sustainability Code of Conduct for Suppliers. Als er tijdens de contractuele periode inbreuken worden vastgesteld die niet binnen een redelijke termijn fundamenteel kunnen worden opgelost, beëindigen we de overeenkomst.
Van onze klanten verwachten we als minimale norm dat ze de lokale en internationale wetten en regels respecteren. Dat wordt gecontroleerd door onze afdeling Compliance. Verder passen we in al onze dagelijkse activiteiten de KBC Group Policy on Blacklisted Companies, de KBC Group Human Rights Policy en de KBC Group Policy on Controversial Regimes toe. Het betreft bedrijven en landen die worden uitgesloten op basis van betrokkenheid bij onder meer een ernstige vorm van schending van de mensenrechten en de betrokkenheid bij controversiële wapensystemen. We besteden ook veel aandacht aan privacy en gegevensbescherming en volgen de naleving ervan nauw op. Waar relevant vragen we aan onze klanten om aan te tonen dat ze voldoen aan bepaalde beleidslijnen en de standaarden voor hun sector, waarbij respect voor mensenrechten een belangrijk aspect is. We hebben een specifiek due diligence-proces ontwikkeld voor kredieten, verzekeringsactiviteiten en adviesdiensten. Dat omvat ook procedures voor het geval dat er inbreuken vastgesteld worden, zoals uitsluiting van bedrijven voor al onze activiteiten, het toepassen van een exitstrategie of speciale voorwaarden op bestaande kredieten of verzekeringen. In geval van twijfel wordt er advies van de directie Group Corporate Sustainability ingewonnen. Ook onze investeringsactiviteiten (vermogensbeheer en eigen beleggingen) ondergaan een interne screening. Fondsen die verantwoord beleggen worden bovendien onderworpen aan een bijkomende controle.
Voor internationale projectfinancieringen gelden de Equator Principles. De deelnemende financiële instellingen bepalen, beoordelen en beheren daarmee de ecologische en sociale risico's bij projectfinanciering.
Door die strikte toepassing van de bovenvermelde duurzaamheidsregels waken we over het reputatie- en financiële risico als gevolg van een mogelijke schending van de mensenrechten en andere controversiële kwesties in onze kernactiviteiten. Zie ook het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, onder Bedrijfs- en strategisch risico. U vindt onze richtlijnen over mensenrechten, blacklists en dergelijke op www.kbc.com.
| Indicatoren in verband met mensenrechten, KBC-groep | 2021 | |
|---|---|---|
| Klanten | ||
| Projectfinancieringen (en projectgerelateerde bedrijfsleningen) onderworpen aan de Equator Principles (categorie A/B/C)* |
0/3/21 | 0/5/12 |
| Aantal adviezen van de afdeling Corporate Sustainability over ESG-dossiers (positief advies / positief onder strikte voorwaarden / negatief advies) |
177/45/48 | 177/36/38 |
| Leveranciers | ||
| Aantal leveranciers die de Code of Conduct for Suppliers hebben ondertekend | 3 042 | 3 200 |
* categorie A: projecten met potentieel significante negatieve milieu- en sociale effecten en/of ernstige gevolgen, categorie B: projecten met potentieel beperkte negatieve milieu- en sociale effecten en/of gevolgen die minder ernstig zijn; categorie C: risico's die als minimaal worden beschouwd en projecten die in het land van uitvoering aan de wettelijke voorschriften voldoen.
.


Het beheren van risico's maakt volledig deel uit van onze strategie en ons besluitvormingsproces.

Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep zijn blootgesteld aan risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief?
Daarnaast zijn we als bank-verzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel. De omschrijving van elke risicosoort vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
| Typische risico's voor de sector | Hoe gaan we daarmee om? |
|---|---|
| Kredietrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, rapportering, stresstesting, enz. • Limietsystemen om concentratierisico binnen de kredietportefeuille te beheersen, enz. |
| Marktrisico van niet-tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Basis-Point-Value (BPV), gevoeligheid van de Net Interest Income, sensitiviteit per risicotype, stresstests, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. |
| Niet-financiële risico's (operationeel risico, compliancerisico, reputatierisico, bedrijfsrisico, strategisch risico) |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, Risicoscans, Key Risk Indicators, enz. • Risicoscans en opvolging van risicosignalen • Strikt acceptatiebeleid, stresstests, monitoring, enz. |
| Marktrisico van tradingactiviteiten | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, BPV- en basisrisicolimieten, greeks en scenariolimieten voor producten met opties, stresstests, enz. |
| Liquiditeitsrisico | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Opstellen en testen van noodplannen voor het beheersen van een liquiditeitscrisis • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. |
| Verzekeringstechnische risico's | • Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. |
| Klimaat- en andere ESG-risico's | • Graduele integratie in bestaande beheerskaders, • Lopende initiatieven binnen het Sustainable Finance Programme • Risicobeperkende maatregelen, inclusief beleidslijnen voor kredietverlening en investeringsportefeuille • Inschatting van korte- en langetermijnrisico's aan de hand van scenario en gevoeligheidsanalyses, stresstests, enz. |
Naast de uitgebreide opvolging van risico-indicatoren (zie hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?) volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit aan de hand van een aantal ratio's. De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel verderop.
Ons dividendbeleid houdt in:
| Regulatoire en eigen ratio's |
Wat? | Doel en resultaat | |
|---|---|---|---|
| Common equity ratio |
[Common equity tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De berekening is fully loaded en volgens de Deense compromismethode. Zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? |
Overall capital requirement: 11,3% (zie hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?) Elk jaar beslist de Raad van Bestuur over het uitkeren aan de aandeelhouders van het kapitaal dat een fully loaded common equity ratio van 15,0% overstijgt (het surpluskapitaal)* Resultaat in 2022: 15,3% |
Common equity ratio (fully loaded, Deense Compomismethode) 17,6% 15,5% 15,3% 15,0% 11,3% 2020 2021 2022 OCR voor bepaling surplus kapitaal |
| MREL-ratio | [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Totale risicogewogen activa (RWA)] en [Eigen middelen en in aanmerking komende passiva] / [Leverage ratio exposure amount (LRE)] |
Reglementair minimum: 27,86% van RWA (2024) en 7,38% van LRE (2024) Resultaat in 2022: 27,5% van RWA en 8,7% van LRE |
MREL-ratio 27,5% 27,7% 27,86% 27,9% 9,3% 9,9% 8,7% 7,38% 2020 2021 2022 Regl. 2020 2021 2022 Regl. mini mini mum '24 mum '24 in % van RWA in % van LRE |
| Netto stabiele financierings ratio, NSFR |
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [vereist bedrag stabiele financiering] |
Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2022: 136% |
NSFR 146% 148% 136% 100% 2020 2021 2022 Regementair minimum |
| Liquiditeits dekkings ratio, LCR |
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] |
Reglementair minimum: 100% Resultaat in 2022: 152% |
LCR 167% 152% 147% 100% 2020 2021 2022 Regementair minimum |
| Dividend uitkerings ratio |
[Uit te keren dividend en coupon op AT1-instrumenten in eigen vermogen] / [totaal geconsolideerd resultaat] |
Doel: ≥ 50% Resultaat in 2022: 63% |
Dividenduitkeringsratio 139% 73% 74% 63% 50% 66% 2020 2021 2022 Doel Uitzonderlijk Gewoon |
* Daarnaast is het de bedoeling om, in overeenstemming met ons kapitaalaanwendingsplan voor 2022, het surpluskapitaal boven een fully loaded common equity ratio van 15% uit te keren in de vorm van een inkoop van eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk cashdividend. Bovendien is het eveneens de bedoeling om de kapitaalvrijgave als gevolg van de finalisatie van de Ierse verkoopovereenkomst uit te keren in de vorm van een inkoop van eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk interim-dividend. De finale beslissingen van de Raad van Bestuur daarover worden in de eerste helft van 2023 genomen.
Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal?

| Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 5 161 | 4 451 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 881 | 782 |
| Verdiende premies | 2 033 | 1 885 |
| Technische lasten | -1 153 | -1 103 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 92 | 45 |
| Verdiende premies | 1 163 | 1 196 |
| Technische lasten | -1 071 | -1 150 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -2 | 25 |
| Dividendinkomsten | 59 | 45 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderin gen in de winst-en-verliesrekening1 |
406 | 145 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderingen via other comprehensive income |
-22 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 847 | 1 836 |
| Overige netto-inkomsten | 40 | 223 |
| Totale opbrengsten | 8 463 | 7 558 |
| Exploitatiekosten | -4 818 | -4 396 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -284 | 261 |
| Waarvan op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 |
-154 | 334 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -10 | -5 |
| Resultaat vóór belastingen | 3 351 | 3 418 |
| Belastingen | -608 | -804 |
| Resultaat na belastingen | 2 743 | 2 614 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen, groepsaandeel | 2 743 | 2 614 |
| Rendement op eigen vermogen | 13% | 13% |
| Resultaat na belastingen op gemiddeld balanstotaal | 0,8% | 0,8% |
| Kosten-inkomstenratio groep | 57% | 58% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 89% | 89% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,08% | -0,18% |
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
| Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Balanstotaal | 355 872 | 340 346 |
| Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) | 178 053 | 159 728 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 67 582 | 67 794 |
| Deposito's van klanten (zonder schuldpapier en repo's) | 224 407 | 199 476 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 30 486 | 32 571 |
| Totaal eigen vermogen | 20 807 | 23 077 |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 15,3% | 15,5% |
| Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) | 5,3% | 5,4% |
| Liquiditeitsdekkingsratio (LCR) | 152% | 167% |
| Netto stabiele financieringsratio (NSFR) | 136% | 148% |

Totstandkoming van het nettoresultaat 2022
Onze nettorente-inkomsten bedroegen 5 161 miljoen euro in 2022, 16% meer dan in het jaar voordien. Dat was vooral toe te schrijven aan de verbetering van de herbeleggingsrentes in alle kernlanden, de groei van de krediet- en depositovolumes (zie hieronder), hogere inkomsten uit funding, de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) sinds het derde kwartaal van 2022 en een positief wisselkoerseffect. Dat werd gedeeltelijk gecompenseerd door het negatieve effect van onder meer de druk op de kredietmarges in bijna alle kernlanden, de afschaffing in het derde kwartaal van 2022 van de
aanrekening van negatieve rente op zichtrekeningen van bedrijven en kmo's en het wegvallen van een positief effect van ECB-tiering sinds eind juli 2022.
Onze leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) bedroegen 178 miljard euro en stegen op het eerste gezicht met ongeveer 11% in 2022. Op organische basis was dat een groei van 7%, met een toename van 8% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 17% in divisie Internationale Markten (met sterke groei in elk van de drie landen). Ons totale depositovolume (deposito's van klanten zonder schuldpapier en repo's) bedroeg 224 miljard euro en steeg op het eerste gezicht met 12% in 2022. Op organische basis was
dat 8%, met een groei van 11% in divisie België (6% wanneer de volatiele deposito-ontwikkeling in de buitenlandse branches wordt uitgesloten), 7% in divisie Tsjechië en 8% in divisie Internationale Markten (met groei in elk van de drie landen). De nettorentemarge van onze bankactiviteiten kwam uit op 1,96%, tegen 1,81% het jaar voordien. De nettorentemarge bedroeg 1,68% in België, 2,55% in Tsjechië en 3,00% in divisie Internationale Markten.
Onze nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 847 miljoen euro in 2022, een lichte groei van 1% ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarbij werd de positieve invloed van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria en de gestegen vergoedingen voor bankdiensten (met bijvoorbeeld een sterke stijging bij de vergoedingen voor betalingstransacties) grotendeels tenietgedaan door lagere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten (gedaalde instapvergoedingen) en hogere betaalde distributievergoedingen, vooral met betrekking tot de gestegen verkoop van verzekeringsproducten.
Eind 2022 bedroeg ons totale beheerde vermogen ongeveer 206 miljard euro. Dat is 13% minder dan een jaar eerder, door significant lagere activaprijzen (-15%), in combinatie met een beperkte netto-instroom (2%). Het grootste deel van ons totale beheerde vermogen eind 2022 heeft betrekking op de divisies België (184 miljard euro) en Tsjechië (15 miljard euro).
Ons verzekeringstechnische resultaat (de verdiende premies min de technische lasten, plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 970 miljoen euro. De schadeverzekeringen droegen 881 miljoen bij tot dat verzekeringstechnische resultaat. Dat is 9% meer dan het jaar daarvoor, dankzij hogere premie-inkomsten (+8%), die het negatieve effect van een lager nettoresultaat uit afgestane herverzekering en hogere technische lasten (+4%, positief beïnvloed door een vrijgave van technische voorzieningen in Tsjechië als gevolg van een herbeoordeling van het betrouwbaarheidsniveau van de technische voorzieningen) ruimschoots compenseerden. Op groepsniveau bedroeg de gecombineerde ratio een excellente 89%, hetzelfde niveau als het jaar voordien.
De levensverzekeringen waren goed voor een bijdrage van 89 miljoen euro in het verzekeringstechnische resultaat, ten opzichte van 43 miljoen euro het jaar voordien. Dat is deels het gevolg van de eerder genoemde vrijgave van technische voorzieningen in Tsjechië. In de cijfers van premies en technische lasten van levensverzekeringen zijn, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de meeste levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premieinkomsten uit levensverzekeringen 2 085 miljoen euro, dat is 6% meer dan in 2021. Die groei komt op het conto van de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (tak
23) in België. Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie 48% van de levensverzekeringspremieinkomsten uit in 2022 en de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 52%.
De andere inkomsten bedroegen samen 483 miljoen euro, ruim boven de 419 miljoen euro in het jaar voordien. Het cijfer voor 2022 omvat 406 miljoen euro trading- en reëlewaarderesultaat, een sterke stijging tegenover de 145 miljoen euro van het jaar voordien, vooral dankzij de positieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en hogere dealingroominkomsten. De resterende overige inkomsten omvatten 59 miljoen euro aan dividendinkomsten, -22 miljoen euro netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via other comprehensive income en 40 miljoen euro overige netto-inkomsten. Dat laatste is 183 miljoen euro minder dan het jaar voordien, vooral door verliezen op de verkoop van obligaties, en negatieve impact gerelateerd aan de uitspraak in arbitrage in de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië in februari 2023 (zie verder in Toelichting 3.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening) ondanks een per saldo hoger bedrag aan andere eenmalige elementen (voor 2022 vooral de 68 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van een vastgoeddochteronderneming).
Onze kosten stegen op het eerste gezicht met 10% tot 4 818 miljoen euro in 2022. Ze omvatten 646 miljoen euro aan bankenheffingen, een stijging met maar liefst 23% op een jaar tijd, onder meer als gevolg van een buitengewone betaling aan het depositogarantiefonds met betrekking tot Sberbank Hungary en een nieuwe bank- en verzekeringsheffing in Hongarije tijdens de verslagperiode. Als we die uitzonderlijke bankenheffingen, het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria (inclusief de gerelateerde integratiekosten en euro-adoptiekosten), wisselkoerseffecten en diverse eenmalige posten (zie verder) buiten beschouwing laten, stegen de exploitatiekosten met ruwweg 7%. Dat is vooral het gevolg van inflatiegebonden druk op de lonen, hogere ICT-uitgaven, facilitaire en marketingkosten en gestegen professionele vergoedingen. De belangrijkste hierboven nog niet vernoemde eenmalige posten in 2022 waren een extra winstpremie voor het personeel (vergeleken met een kleinere covidbonus in de referentieperiode) en eenmalige kosten in verband met de verkoop van de Ierse portefeuilles (vergeleken met een grotere impact in de referentieperiode).
De kosten-inkomstenratio bedroeg 57% in 2022. Als we de uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (meer uitleg in het glossarium achteraan in dit jaarverslag) uit de berekening halen, bedraagt de ratio 54%, tegenover 55% het jaar voordien. Wanneer de bankenheffingen volledig buiten
beschouwing worden gelaten, bedraagt de kosteninkomstenratio voor 2022 slechts 49%, tegenover 51% het jaar voordien.
In 2022 boekten we een nettotoename van
waardeverminderingen voor kredieten van 154 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 334 miljoen euro het jaar voordien. Het cijfer voor 2022 omvat de volledige terugname van de resterende voorziening voor de coronacrisis (-255 miljoen euro) en een nettoterugname van
waardeverminderingen voor individuele leningen (-21 miljoen euro), meer dan gecompenseerd door bijkomende eenmalige waardeverminderingen in verband met de verkoopovereenkomsten in Ierland (17 miljoen euro) en vooral de boeking van een nieuwe reserve voor geopolitieke en opkomende risico's (413 miljoen euro, onder meer om de directe en indirecte gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de kredietportefeuille op te vangen). Rekening houdend met het effect van de overname van Raiffeisenbank Bulgaria bedroeg eind december 2022 de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's 429 miljoen euro. De nettoterugname in de referentieperiode was hoofdzakelijk toe te schrijven aan de gedeeltelijke terugname van de reserve voor de coronacrisis, deels gecompenseerd door eenmalige waardeverminderingen in verband met de
verkoopovereenkomsten in Ierland. U vindt meer informatie over de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis in Toelichting 1.4 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
De totale nettotoename van 154 miljoen euro in 2022 is als volgt verdeeld: 35 miljoen euro voor België, 46 miljoen euro voor Tsjechië, 19 miljoen euro voor Slowakije, 29 miljoen euro voor Hongarije, 30 miljoen euro voor Bulgarije, en een nettoterugname van 5 miljoen euro voor het Groepscenter (vooral met betrekking tot Ierland).
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,08% voor 2022 (0,00% zonder de bedragen geboekt voor
geopolitieke en opkomende risico's en de terugname van de resterende reserve voor de coronacrisis), tegenover -0,18% voor heel 2021 (0,09% zonder de gedeeltelijke terugname van de reserve voor de coronacrisis). Een negatief cijfer betekent een positief effect op het resultaat.
Op 31 december 2022 vertegenwoordigden de (stage 3) impaired kredieten (zie Glossarium) 2,1% van onze kredietportefeuille, tegenover 2,9% het jaar voordien. De ratio impaired kredieten voor 2022 bedroeg 1,9% in België, 1,7% in Tsjechië en 1,9% voor de divisie Internationale Markten. Het aandeel van de impaired kredieten van de volledige groep die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 1,1%, tegenover 1,5% het jaar voordien. Een groot deel van de daling van de impaired kredieten heeft te maken met de verkoop van de portefeuille non-performing kredieten van KBC Bank Ireland in februari 2022.
De andere waardeverminderingen bedroegen in 2022 130 miljoen euro, tegenover 72 miljoen euro in 2021. In 2022 betrof het vooral waardeverminderingen op vastgoed, het effect van de rentecapregeling in Hongarije en eenmalige waardeverminderingen op vaste activa in Ierland in verband met de verkoopovereenkomst.
De belastingen bedroegen 608 miljoen euro in 2022, tegenover 804 miljoen euro het jaar voordien. Die daling heeft, ondanks een licht hoger resultaat vóór belastingen, onder meer te maken met eenmalige elementen in verband met de verkooptransacties in Ierland in beide jaren. Naast belastingen betaalden we ook nog de speciale bankenheffingen. Die bedroegen 646 miljoen euro, tegenover 525 miljoen euro in 2021, en zijn inbegrepen bij de post Exploitatiekosten.
De kernactiviteit van ons bankbedrijf bestaat erin deposito's aan te trekken en daarmee kredieten te verstrekken. Dat verklaart het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten aan de actiefzijde van onze balans, met 178 miljard euro (zonder reverse repo's) eind 2022. Die leningen en voorschotten aan klanten stegen op het eerste gezicht met ongeveer 11% voor de hele groep. Op organische basis was dat een groei van 7%, met een groei van 8% in divisie België, 5% in divisie Tsjechië en 17% in divisie Internationale Markten (met groei in alle landen). De belangrijkste kredietproducten op groepsniveau blijven de termijnkredieten met 83 miljard euro (+11%, zonder de overname van Raiffeisenbank Bulgaria) en de woningkredieten met 74 miljard euro (+8%, zonder Raiffeisenbank Bulgaria). Aan de passiefzijde stegen onze klantendeposito's (deposito's van klanten, zonder schuldpapier en repo's) met 12% tot 224 miljard euro. Op organische basis was dat 8%, met een groei van 11% in divisie België (6% zonder de buitenlandse kantoren), 7% in divisie Tsjechië en 8% in divisie Internationale Markten. De voornaamste depositoproducten op groepsniveau blijven de zichtdeposito's met 122 miljard euro (+5%, zonder Raiffeisenbank Bulgaria) en de spaarrekeningen met 77 miljard euro (+3%, zonder Raiffeisenbank Bulgaria). Uitgegeven schuldpapier was goed voor 28 miljard euro, 6% meer dan een jaar voordien. Meer informatie vindt u in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
We houden ook een portefeuille met waardepapieren aan, bij de bank en bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de levensverzekeringen). Eind 2022 bedroeg die effectenportefeuille ruwweg 68 miljard euro, ruwweg hetzelfde als het jaar voordien. De effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Eind 2022 had 82% van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste Tsjechië, België, Frankrijk, Slowakije, Hongarije, Spanje en Bulgarije. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
De andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (4 miljard euro, 46% lager dan het jaar voordien, onder meer door lagere volumes in collateral management in België en een verschuiving naar tegoeden bij centrale banken in Hongarije), reverse repo's (20 miljard euro, 19% lager dan het jaar voordien), derivaten (7 miljard euro positieve marktwaarde, voor het grootste deel rente- en valutacontracten, 19% meer dan het jaar voordien, voornamelijk door een toename bij de valutacontracten (onder meer CZK/EUR)), beleggingscontracten van (tak 23-)

verzekeringen (13 miljard euro, 13% lager jaar-op-jaar, voornamelijk door negatieve aanpassingen van de marktwaarde) en geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen (51 miljard euro, 27% meer dan het jaar voordien, vooral door hogere saldi bij de centrale banken).
Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 30 miljard euro, ruwweg 6% minder dan het jaar voordien), repo's (11 miljard euro, drie keer hoger dan het jaar voordien), derivaten (9 miljard euro negatieve marktwaarde, voor het grootste deel rente- en valutacontracten, 28% meer dan het jaar voordien, voornamelijk door een toename bij de valutacontracten, (onder meer CZK/EUR)) en deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (25 miljard euro, 35% minder jaar-op-jaar, onder meer door een gedeeltelijke terugbetaling van de TLTRO III).
De belangrijke bedragen bij de vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten (8 miljard euro op 31 december 2022) en verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten (2 miljard euro op 31 december 2022) hebben te maken met de op 31-12-2022 nog niet gefinaliseerde verkooptransactie van de (vooral performing) Ierse krediet- en depositoportefeuilles (zie Toelichting 6.6 in het deel Geconsolideerde jaarrekening).

Op 31 december 2022 bedroeg ons totale eigen vermogen 20,8 miljard euro. Dat bestond uit 19,3 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde in 2022 met 2,3 miljard euro. Dat was toe te schrijven aan het gecombineerde effect van een aantal elementen, waaronder de winst van het boekjaar (+2,7 miljard euro), de uitkering van het slotdividend in mei en interim-dividend in november (respectievelijk 7,60 euro en 1,00 euro per aandeel, of -3,6 miljard euro in totaal), een daling van de herwaarderingsreserves (-1,4 miljard euro) en een aantal minder belangrijke posten. Meer details vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
Op 31 december 2022 bedroeg onze common equity ratio (Basel III, volgens de Deense compromismethode) 15,3% (fully loaded), tegenover 15,5% het jaar voordien. In 2022 tekende de overname van Raiffeisenbank Bulgaria voor een daling van ongeveer -0,9 procentpunten. Noteer dat de afronding van de per eind 2022 nog lopende Ierse verkooptransactie in Ierland uiteindelijk zal leiden tot een positief effect op de common equity ratio van ongeveer 0,9 procentpunten. Onze leverage ratio bedroeg 5,3% (fully loaded). Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal? Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 152% en een NSFR-ratio van 136%.
afronding van de Ierse verkooptransactie), waarvan ongeveer 5,7 miljard euro nettorente-inkomsten.


KBC Bank Ireland in Ierland behoorde in 2021 ook tot de divisie, maar wordt wegens verkoopovereenkomst vanaf 2022 verschoven naar het Groepscenter.

Divisie Internationale Markten
Divisie Internationale Markten
Overige
Overige
Divisie Internationale Markten
Overige
Ondanks de Oekraïne- en energiecrisis bleef de Belgische economie groeien in 2022. Per saldo werd nog een stevige jaargroei van 3,1% opgetekend. Dat was vooral te danken aan de nog sterke eerste jaarhelft, maar meer nog aan een groot overloopeffect van 2021. De particuliere consumptie was de voornaamste drijvende kracht achter de bbp-groei, wat enigszins verraste tegen de achtergrond van een forse terugval in het consumentenvertrouwen sinds de Russische invasie in Oekraïne eind februari. De vraag werd nog enigszins ondersteund door het herstel dat volgde op de pandemie, terwijl de loonindexatie de impact van de hoge inflatie op de reële gezinsinkomens temperde.
Ook de arbeidsmarkt hield in 2022 goed stand, maar verloor doorheen het jaar wel aan elan. Op het einde van het jaar lag de werkgelegenheid 1,6% hoger dan een jaar eerder, maar ook het aantal werklozen steeg in dezelfde periode met 5,1%. De Belgische inflatie, gemeten volgens de geharmoniseerde index, liep door de piekende energieinflatie fors op tot maar liefst 13,1% in oktober. Naar het jaareinde toe zwakte ze terug af tot 10,2% dankzij een terugval van de energie-inflatie, maar de kerninflatie liep wel verder op. Het gemiddelde inflatiecijfer voor heel 2022 lag met 10,3% ruim driemaal hoger dan in 2021. De Belgische OLO-rente op 10 jaar steeg van circa 0,2% eind 2021 tot circa 3,2% eind 2022. De rentespread met de overeenstemmende Duitse Bund steeg van 36 basispunten bij het jaarbegin tot
60 basispunten bij het jaareinde. Het tekort van de Belgische overheid nam in 2022 verder af, maar bleef met 4,5% van het bbp wel hoog door de ruime maatregelen om het effect van de energieprijzen op te vangen.
Verwachte bbp-groei in 2023 en 2024: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.


bepaalde partners in onze eigen mobiele app en zijn ook met onze producten en diensten aanwezig in de distributiekanalen van bepaalde derde partijen.


We bleven ook in 2022 sterk investeren in de uitbouw van onze digitale systemen, waarbij de nadruk ligt op oplossingen die het leven van onze klanten gemakkelijker maken en hen helpen tijd en geld te besparen. Het
belangrijkste feit in 2022 was de verdere ontwikkeling van Kate, onze digitale assistent, inclusief de lancering van onze eigen digitale munt, de Kate Coin. U vindt daarover meer in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
Daarnaast breidden we ook onze andere bancaire en verzekeringstoepassingen verder uit. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe KBC CyberSecure-Verzekering voor onze particuliere klanten. Die biedt dekking voor financiële schade door fraude en oplichting, financieel verlies door identiteitsdiefstal via het internet en psychologische bijstand bij reputatieschade via het internet. We voegden in de laatste jaren ook talrijke niet-bancaire toepassingen toe aan ons aanbod, zoals de mogelijkheid om in KBC Mobile een vergelijking te maken van energietarieven, financieeleconomisch nieuws te ontvangen, een parkeerplaats of tickets voor openbaar vervoer te betalen, via nummerplaatherkenning en automatische betaling vlot in en uit bepaalde parkeergarages te rijden, filmtickets te bestellen, stortingen voor Oekraïne 12-12, De Warmste Week (zie verder) en andere goede doelen uit te voeren, enzovoorts.
Uiteraard blijft het zo dat er voor complexe vragen of advies op belangrijke levensmomenten experts beschikbaar zijn in onze kantoren of bij KBC Live. Die menselijke touch behoudt dus een cruciale rol in onze strategie en net dankzij het succes van onze digitale aanpak kunnen we tegelijk ook meer tijd vrijmaken om meer klanten nog beter te adviseren. Daarom investeren we ook in grotere toegankelijkheid van onze experts en breiden we het aantal kantoren voor private en commercial banking uit. Vanaf 2023 verdubbelen we bijvoorbeeld het aantal privatebankingkantoren en krijgen klanten met een vermogen van minstens 250 000 euro toegang tot meer dan 500 relatiebeheerders. En met 'commercial banking' is alle expertise rond de complexere behoeften van zelfstandigen, kmo's en
corporatebankingklanten in de handen van meer dan 250 relatiebeheerders in 24 commercialbankingkantoren, een verdrievoudiging ten opzichte van 2022.
We bekijken ook continu hoe we onze bereikbaarheid nog verder kunnen optimaliseren. Zo startten we in april 2022 met een experiment inzake dienstverlening aan huis. De bedoeling daarvan is voor de niet-digitale en minder mobiele particuliere klanten in een fijnmazige lokale KBC-aanwezigheid te voorzien, ook in gebieden waar geen KBC-bankkantoor beschikbaar is. Een ervaren KBCmedewerker zal zich op verzoek van de klant met een gemakkelijk herkenbare wagen (de "KBC-Belmobiel") naar de woning van de klant begeven om er de nodige service te verlenen. We rollen die aanpak nu verder uit in heel
Vlaanderen. En last but not least werken we, in het kader van een optimale dienstverlening en bereikbaarheid, samen met enkele andere grootbanken aan de uitrol van een nieuw netwerk van bankneutrale geldautomaten in België. Door interbancair samen te werken, komen er cashpunten op plaatsen die voor klanten de meest logische zijn om geld op te nemen. Specifiek bij CBC in Wallonië vermelden we ook de start van CBC Pure Online, het digitale kantoor voor particulieren en professionals met een integraal aanbod van bankverzekeringsproducten.

We realiseerden opnieuw een behoorlijke groei inzake deposito's en kredietverlening in 2022. Globaal stegen onze deposito's (exclusief schuldpapier) voor de divisie als geheel verder met 11%, of 6% zonder de (volatiele) depositogroei in het netwerk van
buitenlandse kantoren. De leningen en voorschotten aan klanten stegen met 8%, onder meer dankzij de toename van het volume hypothecaire kredieten met 7%. Het beheerde vermogen daalde met 15% in 2022, nagenoeg volledig te wijten aan de daling van de activaprijzen. Zoals al vermeld, streven we ook specifiek naar een verdere groei van CBC in Wallonië en naar een uitbreiding van onze toegankelijkheid in Wallonië. In 2022 resulteerde dat in een nettogroei van het aantal klanten met ongeveer 22 000.

Dankzij ons bank-verzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2022 namen onze klanten bijvoorbeeld bij meer dan negen op de tien woningkredieten van KBC Bank ook een woningverzekering bij KBC Verzekeringen en
bij tussen acht en negen op de tien een schuldsaldoverzekering. Het aantal actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op deze rekening) dat minstens 1 KBC-bankproduct en 1 KBC-verzekeringsproduct bezit steeg verder met bijna 3% in 2022. Het aantal actieve klanten dat minimaal 3 bank- en 3 verzekeringsproducten van KBC bezit steeg met bijna 4%. Eind 2022 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 81% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten (3-3) maakten 30% van de actieve klanten uit.

Om ondernemerschap te stimuleren namen we opnieuw diverse initiatieven. Zo werkten we aan de verdere uitbreiding van Start it @KBC, de grootste accelerator voor startupbedrijven in België en openden we eind januari 2022 ook de eerste vestiging in
Wallonië, met als doel het Waalse ecosysteem van start-ups en scale-ups te versterken en connecties te leggen met de netwerken in Vlaanderen, Brussel en het buitenland. Verder
"Als onderneming die stevig verankerd is in de samenleving wil ook KBC zijn deel doen om kansenongelijkheid te helpen wegwerken. Want mensen die kansen krijgen, kunnen groeien, dromen en ondernemen. Daarom steunen we voluit De Warmste Week."

wordt er binnen Start it @KBC ook actief gewerkt rond vrouwelijk ondernemerschap en wordt het aantal vrouwelijke ondernemers tijdens de pitches opgevolgd met als streefdoel een 50/50-verhouding.
In augustus 2022 gaven we onze eerste 'social bond' uit, van 750 miljoen euro, die wordt aangewend voor investeringen in gezondheidszorg. De keuze voor een portefeuille van ziekenhuizen is niet toevallig: de gezondheidszorg staat centraal in onze activiteiten als bank-verzekeraar en de sector staat, mede door de COVID-19-pandemie, voor een enorme transitie.
Wat betreft milieubewustzijn, werken we niet alleen aan de reductie van onze eigen voetafdruk, maar we willen ook onze klanten actief bijstaan in hun transitie naar een duurzamer bedrijfsmodel. Zo gingen bijvoorbeeld de KBC-
relatiebeheerders in België diepgaand in gesprek over duurzaamheid met zowel grote bedrijfsklanten als met kmo's. Steeds meer van die klanten vroegen en kregen van ons ook een schatting van hun eigen CO2 -voetafdruk, als vertrekpunt voor een actieplan om een duurzamere toekomst voor hun bedrijf uit te stippelen. Verder werd een pilootproject opgezet om eigenaars van niet-residentieel vastgoed meer inzicht te geven in de energie-efficiëntie van hun vastgoedpatrimonium, inclusief wetenschappelijk onderbouwde scenario-analyses.
Voor particulieren ligt het zwaartepunt van de transitie vooral in hun woning. Het financieren en verzekeren van de woning is vanzelfsprekend een kerntaak voor ons als bank-verzekeraar. De voorbije jaren hebben we onze klanten echter ook de voordelen geboden die voortvloeien uit partnerschappen die we afsluiten met derde partijen en die verder gaan dan financiële dienstverlening. Het gaat dan bijvoorbeeld over groepsaankopen of de mogelijkheid om energieprijzen te vergelijken, of, recenter, het ontzorgen van onze klanten bij het renoveren en energiezuiniger maken van hun woning (via onze investering in Setle).
Ook in 2022 engageerden we ons om als exclusieve partner De Warmste Week te ondersteunen. Kansarmoede was het centrale thema. Tijdens die solidariteitsactie werden heel wat initiatieven genomen om geld in te zamelen voor het Warmste Week Fonds, dat 270 geselecteerde projecten ondersteunt die vechten tegen kansarmoede. De Vlaamse overheid schakelt een versnelling hoger op het vlak van duurzame mobiliteit met de invoering van de bedrijfsfiets voor haar werknemers. Sinds november 2022 kunnen personeelsleden van de Vlaamse overheid een bedrijfsfiets leasen. De Vlaamse overheid werkt hiervoor samen met KBC Autolease.

Betreft 2022; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2021. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.
In 2022 werd de Tsjechische economie getroffen door de energiecrisis als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. De stijging van de energieprijzen en de gevolgen daarvan voor de consumentenprijsinflatie leidden in de tweede helft van het jaar tot een scherpe opstoot van de inflatie, die in september bijna 18% bereikte. De nominale lonen hielden geen tred met de inflatie, waardoor de Tsjechische huishoudens geconfronteerd werden met een daling van het reële loon met meer dan 8%. Dat leidde tot een belangrijke verslechtering van het consumentenvertrouwen en tot een aanzienlijke negatieve bijdrage van de consumptie van de huishoudens aan de bbp-dynamiek in de tweede helft van het jaar, wat resulteerde in een recessie. De negatieve trend in de consumptie van de huishoudens werd gedeeltelijk gecompenseerd door de opbouw van voorraden (in de eerste helft van het jaar) en door het herstel van de buitenlandse handel (in de tweede helft van het jaar).
De werkloosheidsgraad bleef in de loop van 2022 min of meer stabiel boven 2,2% en de arbeidsmarkt bleef krap. Verschillende sectoren bleven een gebrek aan arbeidskrachten melden als een belangrijke beperking van de productie aan het eind van het jaar. Het externe saldo is in 2022 aanzienlijk verslechterd doordat de hoge energieprijzen de nominale invoer opdreven en de verstoringen van de toeleveringsketen de uitvoer afremden
in de eerste helft van 2022. Daardoor was het saldo op de lopende rekening naar raming een tekort van 5% van het bbp.
In reactie op de hoge inflatie en de toenemende inflatieverwachtingen verhoogde de Tsjechische Nationale Bank in de eerste helft van het jaar de beleidsrente tot 7%. In de tweede helft was ze echter voorzichtiger, ook ten aanzien van de verslechtering van de reële economie, en hield ze de beleidsrente ongewijzigd. Daarnaast gebruikte de Tsjechische Nationale Bank een klein deel van haar substantiële deviezenreserves (ongeveer 60% van het bbp begin 2022) om een verzwakking van de kroon te voorkomen.
Verwachte bbp-groei in 2023 en 2024: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.


We zagen de laatste jaren – deels door de voorbije lockdowns – een snelle groei van het gebruik van onze digitale kanalen, vooral mobiel bankieren. In september 2022 overschreed de ČSOB Smart mobile app daardoor de mijlpaal van 1 miljoen actieve
gebruikers. Het aantal actieve gebruikers van al onze digitale kanalen samen is in het laatste jaar met ongeveer 18% gestegen, tot 1,6 miljoen. We breidden bovendien in de laatste jaren het aantal diensten in onze smartphoneapps geleidelijk verder uit met als belangrijkste wapenfeit de mogelijkheid om gebruik te maken van Kate, onze digitale en gepersonaliseerde assistent. De Tsjechische versie van Kate is ondertussen beschikbaar in ČSOB Smart, DoKapsy en CEB Mobile voor ondernemingen (zie voor meer informatie het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur). In de app DoKapsy kunnen gebruikers nu ook nieuwsartikelen lezen, tickets voor de openbaarvervoersmaatschappij Prague Integrated Transport (PID) kopen en tips ontvangen voor reistrips in de buurt. Andere nieuwe producten en diensten zijn bijvoorbeeld ČSOB NaDobrouVěc (ČSOB ForGoodCause), waarbij klanten bij elke kaartbetaling een kleine bijdrage kunnen leveren aan een goed doel. De dienst kan worden geopend in ČSOB Smart of eenvoudig worden geregeld door onze virtuele assistent Kate. Net zoals het vorige jaar was onze cyberriskverzekering opnieuw bijzonder succesvol, met bijvoorbeeld bijna 120 000 nieuwe verzekeringspolissen in 2022 via ČSOB Smart. In juni werd Poštovní spořitelna (Postal Savings Bank) omgedoopt in ČSOB Poštovní spořitelna. Klanten van ČSOB Poštovní spořitelna hebben nu een betere toegang tot alle diensten van de ČSOB-groep, inclusief de modernste digitale omgeving. Dankzij het ongeëvenaard uitgebreide kantorennetwerk is ČSOB Poštovní spořitelna momenteel zelfs de meest toegankelijke bank op de Tsjechische markt en dat geldt bij uitbreiding voor heel ČSOB, aangezien we nu alle klanten van ČSOB in alle filialen en postkantoren bedienen.
2022 was ook het jaar van de inval van Rusland in Oekraïne. Dat bracht een stroom vluchtelingen met zich mee en een golf van solidariteit. U leest meer over de verschillende initiatieven van ČSOB en de andere groepsmaatschappijen in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

We realiseerden opnieuw een behoorlijke kredietgroei in 2022. Globaal stegen onze leningen en voorschotten aan klanten met 5% in 2022, onder meer door de groei van de woningkredieten (+4%). Ook onze deposito's (zonder schuldpapier) stegen met 7%. In die
groeicijfers maakten we abstractie van de wisselkoersimpact. Het beheerde vermogen steeg met 7% (waarbij de netto-instroom de daling van de activaprijzen meer dan compenseerde).

Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we verschillende commerciële synergieën. In 2022 namen bijvoorbeeld vijf à zes op de tien klanten van de ČSOB-groep die een hypothecaire lening aangingen bij
de bank ook een woningverzekering van de groep. Het aantal actieve klanten (klanten in het bezit van een zichtrekening met een regelmatige inkomensoverdracht op die rekening) die minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep bezitten, steeg verder met 9% in 2022. Het aantal actieve klanten die minstens 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep bezitten,
steeg met 10%. Eind 2022 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 86% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten (2-2) maakten 20% van de actieve klanten uit.

We namen opnieuw diverse initiatieven inzake maatschappelijke betrokkenheid en legden de focus op milieubewustzijn, financiële geletterdheid, ondernemerschap en vergrijzing.
Inzake milieubewustzijn willen we onder meer onze klanten actief bijstaan inzake
duurzaamheidsinitiatieven. Zo bieden we onze klanten onder meer hypothecaire leningen tegen een verlaagd tarief aan voor energiezuinige woningen, die voordelen bieden wanneer ze besluiten hun investeringsplannen met EPCcategorie A of B te financieren, en consumentenkredieten voor de financiering van energiebesparende technologieën (bijvoorbeeld fotovoltaïsche panelen, warmtepompen, woningisolatie). In samenwerking met externe energiespecialisten bieden wij onze klanten de mogelijkheid om met deskundigen hun (ver)bouwplannen van gezinswoningen te bespreken.
Inzake initiatieven om ondernemerschap te stimuleren blijft Start it @ČSOB het belangrijkst. In 2022 organiseerden we bovendien een 'Green challenge acceleration' gericht op duurzame start-ups en lanceerden we Start it @UNI, een programma gericht op universiteitsstudenten, waar we samen met de incubators van geselecteerde Tsjechische universiteiten projecten van studenten helpen om hun kansen op succes op de markt te vergroten.
In het kader van onze focus op de vergrijzingsproblematiek hebben we bijvoorbeeld een specifieke hulplijn voor senioren ingesteld, met speciaal opgeleide operators. In 2022 behandelden collega's van het callcenter meer dan 80 000 oproepen op deze lijn. We bieden ook het e-boek 'Senior's Guide to the World of Finance' aan, dat onder meer focust
op praktische adviezen over financiën en veilig internetgebruik.
Financiële geletterdheid is voor ons een voor de hand liggend en belangrijk onderwerp en we zijn ervan overtuigd dat financiële educatie moet beginnen bij kinderen. Daarom hebben we bij ČSOB een uniek digitaal cursuspakket rond financiële geletterdheid ontwikkeld voor scholen. Sinds 2016 bezoeken onze medewerkers Tsjechische scholen en proberen ze leerlingen en studenten op een leuke en interactieve manier te leren omgaan met geld. Tot op heden (eind 2022) hebben in totaal 545 van onze medewerkers deelgenomen aan 2 800 lesuren voor meer dan 50 000 leerlingen en studenten van de 500 bezochte scholen. In 2021 hebben we de applicatie ČSOB Filip ontwikkeld, opgevat als een gids voor de financiële wereld voor kinderen, die uitgaat
van echte situaties op weg naar volwassenheid. De app is beschikbaar in de Google Store en App Store en werd tot nu toe meer dan 6 000 keer gedownload. In 2022 voegden we specifieke informatie over cyberrisico en duurzaamheid toe. In samenwerking met de Czech Association of Paraplegics controleren we of onze kantoren werkelijk drempelvrij zijn en eventuele tekortkomingen worden vervolgens weggewerkt. We onderzoeken ook alle applicaties en websites van ČSOB vanuit het perspectief van visueel gehandicapte gebruikers, en al onze geldautomaten zijn uitgerust met spraaknavigatie voor blinden. We bieden ook eScribe aan, een online spraaktranscriptiedienst voor doven, waarmee slechthorenden zelf met de bankier kunnen communiceren.

Betreft 2022; bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2021. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.
In de eerste jaarhelft van 2022 volgden Slowakije, Hongarije en Bulgarije in grote lijnen het economische groeipad van de eurozone. De Hongaarse economie kromp echter al in het derde kwartaal en kwam zo allicht in een technische recessie terecht.
De inflatieopstoot in 2022 was forser in de Centraal-Europese economieën dan in de eurozone. Vooral de grote afhankelijkheid van energie-invoer en de krapte op de arbeidsmarkt droegen daartoe bij. In Slowakije, Hongarije en Bulgarije bedroeg de jaargemiddelde inflatie respectievelijk 12,1%, 15,3% en 13,0%, duidelijk meer dan de 8,4% in de eurozone.
De Nationale Bank van Hongarije (NBH) verhoogde bijgevolg haar beleidsrente (de 'base rate') fors verder van 2,4% in het begin van 2022 tot 13%. De Hongaarse forint had in 2022 fors te lijden onder de algemene risicoaversie op de financiële markten. De munt was volatiel en de forse depreciatie van de wisselkoers ten opzichte van de euro in 2022 die daaruit volgde droeg in belangrijke mate bij tot de inflatoire druk. Op zijn zwakste punt bedroeg de koers van de forint circa 430
forint voor 1 euro. Om de forint de ondersteunen creëerde de NBH daarom in het vierde kwartaal, naast de traditionele base rate, bijkomende rentefaciliteiten die de kortlopende geldmarktrente fors verhoogden. Daardoor, en door de afnemende risicoaversie op de financiële markten naar het jaareinde toe, herstelde de forint opnieuw. Niettemin deprecieerde hij in 2022 per saldo fors van circa 370 tot 400 forint voor 1 euro.
De Bulgaarse economie kende in 2022 een kwartaalgroeitempo dat grosso modo overeenstemde met dat van de eurozone. Naast de hoge energieprijzen en de directe impact van het conflict in Oekraïne speelde ook de politieke instabiliteit een belangrijke rol. Die beleidsonzekerheid weegt op het economische sentiment en het investeringsklimaat. Ondertussen blijft de Bulgaarse economie kampen met een structureel krappe arbeidsmarkt, in belangrijke mate het gevolg van de ongunstige demografische ontwikkeling.
Verwachte bbp-groei in 2023 en 2024: zie De marktomstandigheden in onze kernlanden.




Net zoals in onze andere kernlanden zagen we in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in de laatste jaren – deels door de voorbije lockdowns – een snelle groei van het gebruik van onze digitale kanalen, vooral mobiel bankieren. Het aantal gebruikers van mobile
banking groeide bijvoorbeeld in 2022 verder aan met
ongeveer 17% in Slowakije, 17% in Hongarije en 19% in Bulgarije (UBB), na een groei van respectievelijk 15%, 30% en 30% het jaar voordien.
We ontwikkelden ook diverse nieuwe producten en diensten, waarbij de focus vanzelfsprekend op het digitale lag. Dat vertaalde zich voor het tweede jaar op rij ook in een double-digit groei van het aandeel digitale verkopen in de globale verkoop. Dat bedraagt nu al (gemeten op basis van de belangrijkste bankproducten) ruwweg een derde van de totale verkoop in de drie landen (voor UBB: 31% in 2022 tegenover 24% in 2021 en 10% in 2020; K&H Bank: 42% in 2022 tegenover 33% in 2021 en 15% in 2020; ČSOB Bank: 30% in 2022 tegenover 18% in 2021 en 10% in 2020). Het belangrijkste feit was uiteraard de lancering in 2022 van Kate, onze digitale assistent, in alle drie de landen (zie voor meer informatie het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur). Andere voorbeelden van nieuwe en innovatieve producten en diensten zijn de lancering van UBB Agro Carbon Emissions Calculator in Bulgarije (een digitale hulp om de CO2 -voetafdruk van een agrarische onderneming te berekenen en verbeteringen voor te stellen, met links naar ondersteunende bedrijven), de introductie van Garmin & Xiaomi Pay (naast Apple Pay en Google Pay) in Hongarije en ČSOB SmartPOS in Slowakije (een eenvoudige draagbare betaalterminal in de smartphone. En net zoals dat in België en Tsjechië het geval is, breiden we de smartphoneapps in de verschillende landen geleidelijk uit met toepassingen die het strikte bankverzekeren overstijgen, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om tickets voor het openbaar vervoer te kopen of een parkeerplaats te betalen in Slowakije. 2022 was ook het jaar van de Russische inval in Oekraïne. Dat bracht een stroom vluchtelingen met zich mee en een golf van solidariteit. U leest meer over de verschillende initiatieven in onze groepsmaatschappijen in het hoofdstuk De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.

Voor de divisie als geheel (zonder wisselkoersimpact en zonder Ierland, dat in 2021 nog tot de divisie behoorde) namen in 2022 de deposito's (exclusief schuldpapier) met ruwweg een kwart toe en de leningen en voorschotten aan klanten met bijna 40%,
in beide gevallen uiteraard sterk begunstigd door de inclusie van de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (zie verder). Zonder Raiffeisenbank Bulgaria stegen de deposito's 8% en de leningen en voorschotten aan klanten 17%, met telkens sterke groei in elk van de drie landen (10% depositogroei en 15% groei leningen en voorschotten in Slowakije, 6% en 18% in Hongarije en 10% en 19% in Bulgarije).
We werkten verder aan het scherpstellen van de geografische focus van de groep. In juli 2022 rondden we de overname van Raiffeisenbank Bulgaria af. Dat is een universele bank in Bulgarije, die een volledig gamma bank-, vermogensbeheer-, leasing- en verzekeringsdiensten aanbiedt aan particulieren, kmo's en bedrijven. Raiffeisenbank Bulgaria, inmiddels hernoemd tot KBC Bank
De overname van Raiffeisenbank Bulgaria bood ons de opportuniteit een deel van ons kapitaal in te zetten voor een franchiseversterkende, synergetische en waardeverhogende investering in een markt die de groep goed kent.
Bulgaria, en UBB zullen hun activiteiten fuseren, waardoor KBC zijn positie op de Bulgaarse bankmarkt verder kan versterken. De overname zal ook ruime mogelijkheden creëren voor crossselling met DZI op het vlak van verzekeringen.
In februari 2022 verkocht KBC Bank Ireland nagenoeg zijn volledige portefeuille non-performing hypothecaire kredieten van ruwweg 1,1 miljard euro in een transactie die wordt gefinancierd via fondsen die worden beheerd door CarVal Investors. In oktober 2021 bevestigde KBC Bank Ireland dat het een juridisch bindende overeenkomst heeft gesloten met Bank of Ireland met betrekking tot de verkoop van vrijwel alle performing kredieten en de
depositoportefeuille van KBC Bank Ireland aan Bank of Ireland Group. Daarnaast verwerft Bank of Ireland Group als onderdeel van de transactie ook een kleine portefeuille van non-performing hypotheekleningen. In mei 2022 werd de transactie goedgekeurd door de Irish Competition and Consumer Protection Commission (CCPC) en begin december 2022 door de Ierse minister van Financiën. De uiteindelijke finalisatie van de transactie gebeurde begin februari 2023.
U vindt meer informatie (inclusief de verwachte impact op de kapitaalratio van de groep) over alle bovenvermelde overnames en verkopen in Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening.

Door onze focus op bankverzekeren realiseren we tal van commerciële synergieën. Zo verkochten we in Bulgarije en Slowakije bij meer dan negen op de tien, en in Hongarije bij bijna zeven op de tien van
onze nieuwe hypothecaire kredieten ook een brandverzekering van de groep.
Voor de divisie als geheel (maar zonder de recent overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria) steeg het aantal actieve klanten (klanten met een zichtrekening waarop regelmatig inkomen overgemaakt wordt) dat minstens 1 bankproduct en 1 verzekeringsproduct van de groep bezit met 4% in 2022; het aantal actieve klanten dat minstens 2 bank- en 2 verzekeringsproducten van de groep bezit, steeg met 9%. Eind 2022 maakten de bankverzekeringsklanten (met minstens 1 bank- en 1 verzekeringsproduct van de groep) 74% uit van de actieve klanten van de divisie. De stabiele bankverzekeringsklanten (2-2) maakten 24% uit van de actieve klanten.
De overname van Raiffeisenbank Bulgaria zal in de komende jaren een bijkomende boost geven aan bankverzekeren in Bulgarije.

We linken onze maatschappelijke projecten aan financiële geletterdheid, milieuverantwoordelijkheid, ondernemerschap en gezondheid. Enkele voorbeelden: De start it-community is vertegenwoordigd in
al onze kernlanden en we focussen ons daarbij ook in Slowakije, Bulgarije en Hongarije onder meer op vrouwelijk ondernemerschap. Er lopen verschillende programma's om vrouwen te ondersteunen bij de opstart van hun bedrijf. Ook milieuverantwoordelijkheid blijft een belangrijk focusdomein. Zo ontwikkelde UBB een gebruiksvriendelijke toepassing voor de berekening van broeikasgasemissies in de landbouwsector (zie hierboven). Verder lanceerde K&H in augustus 2022 een groene lening
voor de aankoop van energie-efficiënte woningen en renovatieprojecten. K&H blijft ook verder inzetten op financiële educatie bij jongeren en heeft ook afgelopen jaar de wedstrijd 'K&H Ready Steady, Match!' georganiseerd. In totaal namen 10 000 leerlingen deel aan de wedstrijd, die dit jaar in het teken stond van duurzaamheid en digitale ontwikkelingen. In Bulgarije hebben we samen met de universiteit in Sofia een educatief programma opgestart waarbij KBC-medewerkers hun kennis over een brede waaier
van ESG-onderwerpen overbrengen aan studenten. We lanceerden er ook de mobiele gezondheidsapp 'Kaksi' ('Hoe gaat het met je?'). Zo motiveren we onze klanten om gezonder te leven en belonen we hen met kortingen bij partners. De mobiele app beschikt ook over verschillende functionaliteiten zoals eenvoudig een afspraak maken bij een arts, inzage krijgen in je eigen gezondheidsdossier en een SOS-alert sturen met locatie- en gezondheidsinformatie.

Betreft 2022. Bedragen tussen haakjes: (verschil met) 2021. Verzekeringstechnisch resultaat = verdiende premies - technische lasten + nettoresultaat uit afgestane herverzekering. U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per divisie en per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2 - Resultaten per segment.

Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies ook een Groepscenter. In 2022 tekende het Groepscenter voor een nettoresultaat van -135 miljoen euro, tegenover -207 miljoen euro in het jaar daarvoor (-505 miljoen euro als Ierland er retroactief bijgeteld wordt in 2021).
Het omvat (Ierland retroactief bij 2021 meegeteld):
U vindt een gedetailleerd overzicht van de resultatenrekening per land in het deel Geconsolideerde jaarrekening, onder Toelichting 2.2.
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico en andere niet-financiële risico's. In dit hoofdstuk concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste risico's die we lopen.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:

KBC is actief in een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit. De financiële sector maakt zijn grootste transitie ooit door. Enerzijds is er de digitale transformatie, die leidt tot nieuwe digitale mogelijkheden. Maar voor wie achterblijft, nemen de nadelen onevenredig toe. Daarnaast is voor de financiële sector een belangrijke rol weggelegd in de transitie naar een groene en duurzame economie. Tegelijkertijd moet KBC het hoofd bieden aan wereldwijde en geopolitieke uitdagingen en aan de toenemende druk en onzekerheid op het gebied van regelgeving.
In de nasleep van de wereldwijde coronapandemie veroorzaakten de Russische inval in Oekraïne en de door het Westen opgelegde sancties een schokgolf in de wereldeconomie, met een hoge inflatie tot gevolg, deels door de stijgende energieprijzen. Daardoor vertraagde de economische groei en kwam de financiële sector nog meer onder druk te staan.
De inval in Oekraïne kwam op een moment dat andere opkomende risico's al begonnen te wegen op de economie van de EU. De internationale bevoorradingsketens stonden al onder druk na het herstel van de coronapandemie. De oorlog verergerde die inflatoire tendensen door piekende prijzen voor grondstoffen (vooral voedsel en metalen) en energie (gas). Deze opkomende risico's treffen niet alleen particuliere klanten door de toenemende kosten van levensonderhoud en hogere aflossingen als gevolg van de stijgende rente. Ook bedrijven- en kmo-klanten worden getroffen door problemen in de toeleveringsketen, looninflatie en stijgende grondstoffen- en energieprijzen. Daarom houden we deze risico's en de financiële en operationele gevolgen ervan voor de groep en zijn klanten nauwlettend in het oog.
Bovendien staan wij voor dezelfde strategische uitdagingen als de hele financiële sector:
• De potentiële gevolgen van klimaatverandering en andere uitdagingen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) worden steeds tastbaarder. Financiële instellingen moeten niet alleen nadenken over hun eigen activiteiten, rekening houdend met alle nieuwe regelgeving, maar moeten ook hun klanten bijstaan in hun transitie naar een duurzamere wereld en hun eigen energieverbruik of CO2 -voetafdruk optimaliseren.
Met zijn datagedreven digitale strategie en zijn ambitie om bij te dragen tot een duurzamere wereld, speelt KBC in op deze belangrijke uitdagingen, die op hun beurt ook bepaalde risico's voor KBC inhouden. Daarom heeft de risicofunctie de duidelijke ambitie KBC bij te staan om zijn strategische doelstellingen te bereiken, bij te dragen tot zijn veerkracht en wendbaarheid, het management en de Raad van Bestuur inzichten te verschaffen die een risicobewuste besluitvorming ondersteunen en hen te informeren over de risico's waarmee KBC wordt geconfronteerd. Daartoe beoordeelt en actualiseert de risicofunctie regelmatig haar strategie. We hebben daarvoor drie belangrijke pijlers gedefinieerd: (1) we ondersteunen, adviseren en challengen
de business bij zijn transformatie, met als doel de controleomgeving van KBC op peil te houden en ons risicoprofiel binnen de risicobereidheid te houden, (2) we transformeren synchroon met de bedrijfsomgeving en -strategie en (3) we investeren in onze mensen.
In de eerste plaats past de risicofunctie het risicobeheerkader van KBC en de onderliggende risicobeheerprocessen voortdurend aan en versterkt ze verder, en challengt ze tegelijk de controleomgeving. Zo kunnen we de risico's in verband met nieuwe technologieën, producten en diensten correct en proactief inschatten en beperken (onder meer via een sterk productgoedkeuringsproces).
Daarnaast blijven we onze risicobeheertoolkit verbeteren door innovatie, d.w.z. dat we meer datagedreven werken en de mogelijkheden van nieuwe technologieën onderzoeken, en dat we meer straight-through worden door de optimalisering van onze processen en tools. Het doel is om snel, efficiënt en zonder aan kwaliteit in te boeten een volledig beeld te krijgen van de risico's voor de hele groep en de afzonderlijke entiteiten. Daarom hebben we ons de
Risicobeleid
De voornaamste onderdelen van ons risicobeleidsmodel zijn:
afgelopen jaren toegelegd op de invoering van groepswijde tools, procesvereenvoudigingen en automatisering in alle risicodomeinen. Daar komt nog bij dat de risicofunctie ook haar inspanningen versnelt om de beschikbare data in de risicotools en bedrijfsprocessen te benutten om het risicobeheer verder te verbeteren en de efficiëntie te verhogen.
Ten slotte is effectief risicobeheer niet mogelijk zonder een sterk beheer van het menselijk kapitaal: we blijven investeren in onze mensen en nemen initiatieven om hen aan te trekken, te betrekken, te motiveren en op te leiden om zo te bouwen aan de 'workforce of the future'. We creëren een diverse, inclusieve en positieve werkomgeving. We verhogen ook structureel het bewustzijn inzake innovatie en bouwen expertise op in nieuwe trends en technologieën. We blijven investeren in kennisdeling over innovatie, technologie en trends om onze risicobeheerpraktijken verder te versterken en te verzekeren dat onze risicobeheermedewerkers de relevante digitale vaardigheden verwerven om deskundig risicoadvies te kunnen blijven verstrekken.
de consequente uitvoering ervan. In dat kader beschrijft ze de processen, methodes en tools om risico's te identificeren, te meten en erover te rapporteren. De derde verdedigingslinie (interne audit) verschaft de Raad van Bestuur redelijke zekerheid dat de algemene internecontroleomgeving doeltreffend is en dat doeltreffende beleidslijnen en processen aanwezig zijn en consequent worden toegepast in de hele groep.
Relevante risicobeheerorganen:
Om de risicofunctie een krachtigere stem te geven en ervoor te zorgen dat de beslissingsorganen van de bedrijfsentiteiten passend worden uitgedaagd op het vlak van risicobeheer en daarover deskundig advies krijgen, heeft KBC in de hele groep onafhankelijke chief risk officers (CRO's) ingezet. Een nauwe samenwerking met de business is verzekerd, omdat ze deelnemen aan het lokale beslissingsproces en hun vetorecht kunnen uitoefenen als dat nodig is. De onafhankelijkheid van de CRO's is verzekerd door hun rechtstreekse rapportering aan de Groeps-CRO. Voor elk belangrijk risicotype is op groepsniveau een risicocompetentiecentrum aangesteld. De meeste van die competentiecentra zijn uitgebreide virtuele teams die bestaan uit zowel groeps- als lokale experts die samenwerken.
Risicobeheer verwijst naar het gecoördineerde geheel van activiteiten om de vele risico's die de groep kunnen treffen in zijn vermogen om zijn doelstellingen te bereiken proactief te identificeren en te beheren, en om de verwezenlijking van de groepsstrategie te ondersteunen.
Het bedrijfsrisicobeheerkader (RBK) van KBC bepaalt een strikte governance en duidelijke regels en procedures voor de manier waarop risicobeheer in de hele groep moet worden uitgevoerd. Het verwijst ook naar een reeks minimumnormen en risicomethoden, -processen en -tools die alle entiteiten en risicospecifieke RBK's moeten naleven en waarvoor de groepsrisicofunctie in de eerste plaats verantwoordelijk is.
Risico-identificatie is het systematisch en proactief ontdekken, herkennen, beoordelen en beschrijven van risico's, zowel binnen als buiten KBC, die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de strategische doelstellingen van de groep, vandaag en in de toekomst. Het identificeert niet alleen mogelijke risicobronnen, maar ook de mogelijke gevolgen en de belangrijkheid ervan voor KBC. Risico-identificatie zorgt ervoor dat het risicobeheer van KBC alle belangrijke risico's dekt waaraan de onderneming is blootgesteld. Daarom zijn er, voor een risico-identificatie vanuit verschillende invalshoeken, krachtige processen opgezet, waaronder de risicoscan, de Climate Risk Impact Map, het New and Active Products Process (NAPP) en risicosignalen.
De risicoscan is een strategische groepswijde oefening bedoeld om financiële en niet-financiële top risks aan het licht te brengen en te beoordelen, d.w.z. risico's die een aanzienlijke impact kunnen hebben op het bedrijfsmodel van KBC. De geïdentificeerde top risks worden gebruikt als input voor het jaarlijkse financiëleplanningsproces en voor verschillende risicobeheeroefeningen, zoals het bepalen van de risicobereidheid en stresstests.
De Climate Risk Impact Map is een jaarlijks risicoidentificatieproces dat bedoeld is om voor verschillende tijdshorizonten en klimaatscenario's de belangrijkste klimaatrisicofactoren te identificeren, zowel fysieke als transitierisico's, die een invloed hebben op de activiteiten en portefeuilles van KBC.
Het NAPP is een groepswijd, uiterst formeel proces om alle risico's in verband met nieuwe en bestaande producten en diensten, die een negatieve impact kunnen hebben op de klant en/of KBC, te identificeren en te beperken. Binnen de groep kunnen geen producten, processen en/of diensten worden gecreëerd, gekocht, gewijzigd of verkocht zonder goedkeuring in overeenstemming met het NAPP-beleid. De risicoafdeling beoordeelt ook periodiek de impact van het verruimde en/of geactualiseerde aanbod van producten en diensten op het risicoprofiel van de groep.
Zowel de interne als de externe omgeving wordt voortdurend en met behulp van alle mogelijke informatiebronnen
Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
gescand op gebeurtenissen of veranderingen die een rechtstreekse of onrechtstreekse impact kunnen of zullen hebben op de KBC-groep. Risicosignalen worden verzameld op alle niveaus van de organisatie (op groepsniveau en lokaal) en geven een overzicht van de geïdentificeerde risico's en hun mogelijke gevolgen voor KBC. Waar mogelijk worden herstelacties voorgesteld.
Risicometing heeft tot doel de verschillende risico's waaraan we zijn blootgesteld te meten. Zodra de risico's in kaart zijn gebracht, kunnen met behulp van risicomaatstaven diverse kenmerken worden beoordeeld, zoals de impact, de waarschijnlijkheid dat ze zich voordoen, de omvang van de blootstelling, enz. Het KBC-risicobeheerkader geeft een overzicht van de risicomaatstaven die binnen KBC worden gebruikt (zowel reglementaire als intern bepaalde) voor zijn specifieke toepassingsgebied.
De risicotolerantie van KBC zit vervat in het begrip risicobereidheid. De risicobereidheid drukt uit – zowel kwalitatief als kwantitatief – hoeveel en welke risico's we willen nemen en binnen welke grenzen dat risico moet worden beheerd.
De mogelijkheid om risico te aanvaarden (de risicodragende capaciteit) wordt beperkt door financiële verplichtingen (beschikbaar kapitaal, liquiditeit, leencapaciteit, mogelijke winstgeneratie, enz.), niet-financiële beperkingen (strategisch vermogen, vaardigheden, juridische verplichtingen, enz.) en wettelijke bepalingen (bv. wettelijke minima voor kapitaal- en liquiditeitsratio's). De bereidheid om risico te aanvaarden is dan weer afhankelijk van de belangen van de verschillende stakeholders. Een belangrijke factor bij de bepaling van de risicobereidheid is dan ook dat we de verwachtingen van de belangrijkste stakeholders van de organisatie kennen.
De risicobereidheid wordt expliciet beschreven in de risicobereidheidsverklaring (Risk Appetite Statement - RAS) en bepaald op groeps- en lokaal niveau. De RAS weerspiegelt de visie van de Raad van Bestuur en het topmanagement over risico's nemen in het algemeen, en over het aanvaardbare niveau en de samenstelling van risico's, om te verzekeren dat ze coherent zijn met het gewenste rendement. De verklaring is gebaseerd op
risicobereidheidsdoelstellingen die rechtstreeks gekoppeld zijn aan de bedrijfsstrategie en geeft een kwalitatieve beschrijving van het speelveld van KBC. De overkoepelende risicobereidheidsdoelstellingen worden verder gespecificeerd in een reeks kwalitatieve en kwantitatieve verklaringen voor de verschillende risicotypes. De risicobereidheid op lange termijn wordt uitgedrukt als Hoog, Medium of Laag en wordt bewaakt op basis van een reeks risicomaatstaven waarvoor risicodrempels zijn vastgesteld. Tot slot wordt de risicobereidheid vertaald in risicospecifieke groepslimieten/-doelstellingen, die naar de lagere entiteiten worden uitgewaaierd.
Hoewel de risicobereidheid wordt bepaald op een termijn van drie jaar, zullen specifieke risico's zoals het klimaatrisico vooral op middellange tot lange termijn een invloed hebben op KBC. Vanaf dit jaar wordt in de risicobereidheidsverklaring daarom ook gewezen op potentiële uitdagingen op het gebied van klimaatverandering op een langere termijn dan drie jaar, om het strategische debat over bijvoorbeeld de nood aan meer beperkende maatregelen op gang te brengen en te sturen.
Risicoanalyse en -rapportering zijn bedoeld om transparantie te verschaffen over de risico's die worden genomen, door het management een allesomvattend, toekomstgericht en ex-postbeeld te geven van hoe het risicoprofiel is geëvolueerd en in welke context de groep actief is.
Er worden interne en externe rapporten opgesteld voor de verschillende stakeholders. Omdat van het management wordt verwacht dat het op basis van de risicoanalyse en -rapportering relevante acties onderneemt, is het essentieel dat de voorgestelde acties zijn afgestemd op de betrokken stakeholders.
Stresstesting is een belangrijk proces dat de besluitvorming ondersteunt door de mogelijke negatieve invloed van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren op de (financiële) toestand van KBC te simuleren. Stresstests variëren van aannemelijke tot uitzonderlijke en zelfs extreme gebeurtenissen of scenario's. Naast alle door de regelgeving opgelegde stresstests voert KBC ook interne stresstests uit als een belangrijk instrument voor risicobeheer.
Kredietrisico is het risico dat betrekking heeft op de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van de insolvabiliteit of de onwil van die partij om te betalen of haar prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land.
Het kredietrisico wordt in de hele groep beheerd op basis van strikte governanceregels en -procedures die zijn vastgelegd in het KBC-Kredietrisicobeheerkader. Het Competentiecentrum Kredietrisico binnen de afdeling Kredietrisico Groep (GCRD) stelt het Kredietrisicobeheerkader (CRMF) en de onderliggende bouwstenen ervan op. GCRD waarborgt de geschiktheid van het CRMF, alsook de naleving van de wettelijke en reglementaire vereisten via groepswijde kredietrisiconormen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de lokale CRO's en risicoafdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de lokale toepassing van het CRMF. Bedrijfsentiteiten worden geraadpleegd voor die onderdelen van het CRMF die gevolgen hebben voor de bedrijfsprocessen en/of governance.
Het CRMF wordt jaarlijks herzien om te verzekeren dat het relevant en doeltreffend blijft in de toekomst. Het bevat een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden, zowel op lokaal als op groepsniveau, tussen de business in de eerste lijn (inclusief de kredietafdelingen), de kredietrisicodiensten en interne audit. Kredietbeslissingen worden genomen na onafhankelijk advies en op basis van acceptatie- en beoordelingsprocessen, waarbij rekening wordt gehouden met de kennis van de klant en de resultaten van modellen. Belangrijke kredietbeslissingen worden geadviseerd en genomen op groepsniveau binnen de GCRD.
• Risico-identificatie: een essentieel onderdeel van het identificatieproces van kredietrisico is het opvangen van kredietrisicosignalen, zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Zowel de interne als de externe omgeving wordt gescand op gebeurtenissen of ontwikkelingen die al hebben plaatsgevonden of zouden kunnen plaatsvinden en die rechtstreeks of onrechtstreeks een aanzienlijke impact hebben of zouden kunnen hebben op de kredietkwaliteit. Risicosignalen geven een overzicht van het geïdentificeerde risico en schetsen de mogelijke impact voor KBC en stellen, indien mogelijk, herstelacties voor.
De bevoegde risicobeheercomités worden periodiek op de hoogte gebracht van relevante signalen of waarnemingen. Risicosignalen die als belangrijk worden beschouwd, worden aan het Directiecomité gemeld. Daarnaast worden thematische en sectorspecifieke deep dives uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het kredietrisico.
Nieuwe en komende prudentiële regelgeving inzake (aanzienlijke) kredietrisico's, product- of klantspecifieke regelgeving en wetgeving worden op groepsniveau of lokaal opgevolgd om ervoor te zorgen dat gewijzigde of nieuwe regelgeving snel in beleid en instructies worden opgenomen.
Voorlopende indicatoren vormen een specifiek risicoidentificatieproces, ontworpen om opkomende kredietrisico's op te sporen die tot waardeverminderingen zouden kunnen leiden. Het hoofddoel is in een vroeg stadium een betrouwbare raming te hebben van de waardeverminderingen voor het lopende kwartaal en zo verrassingen te vermijden. Het maakt deel uit van de kwartaalrapportering over waardeverminderingen op leningen en obligaties.
Een ander specifiek proces is de Climate Risk Impact Map, die de klimaatrisicofactoren in kaart brengt die het belangrijkst zijn voor het kredietrisico, zowel bij de bankals de (beleggings)verzekeringsactiviteiten.
• Risicometing: kredietrisicometing is het toepassen van een model of methodologie om een kwantitatieve uitdrukking te krijgen van het kredietrisico van een portefeuille van instrumenten/posities. Er is een minimale set kredietrisicometingen voor de hele groep vastgesteld, die kan worden aangevuld met lokale metingen. Centraal daarin staat de risicoklasse, waarbij een classificatie wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft. Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interneratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10 tot PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg
beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de statussen non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet-impaired.
Bijzondere waardeverminderingen worden aangelegd volgens de IFRS 9-normen. Voor debiteuren in gebreke worden ze berekend op basis van de volledige resterende looptijd van het verwachte kredietverlies (lifetime expected credit loss). Voor debiteuren die niet in gebreke zijn, is dat op basis van het verwachte kredietverlies over 12 maanden of over de volledige resterende looptijd als het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen en de debiteur verschuift van stage 1 naar stage 2). Daarvoor gebruiken we specifieke collectieve IFRS 9-berekeningsmodellen, behalve voor belangrijke debiteuren die in gebreke zijn gebleven, waarvoor er een individuele inschatting van de verwachte kredietverliezen wordt gemaakt.
Samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default) vormen concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default) de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft gekozen voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2022 hadden de belangrijkste groepsentiteiten en enkele kleinere entiteiten de IRB Advanced-benadering ingevoerd, behalve United Bulgarian Bank (UBB) en Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) in Bulgarije (beide standaardbenadering) en ČSOB in Slowakije (IRB Foundation-benadering). De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.
• De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren: de KBC-risicobereidheidsverklaring vermeldt expliciet hoeveel kredietrisico KBC kan en wil aanvaarden om zijn strategische doelstellingen na te streven. De kredietrisicobereidheid wordt concreet gemaakt door kredietrisicolimieten en vroege waarschuwingsniveaus toe te kennen aan een beperkte reeks kredietrisicoindicatoren die één jaar geldig zijn.
Primaire kredietrisicolimieten worden bepaald door de Raad van Bestuur of het Directiecomité. Ze omvatten limieten voor het verwachte verlies (EL), verlies in stressomstandigheden, kredietrisicogewogen activa (RWA) en – voor de productie van nieuwe woningkredieten – de Loan-to-Value (LTV) en de verhouding schuld/inkomen (Debt Service-To-Income, DSTI). Die limieten worden aangevuld met een portefeuillelimietsysteem (PLS) om het concentratierisico op groepen tegenpartijen of overheden
te beperken, en met andere kredietrisicolimieten op groeps- of lokaal niveau die limieten voor sectoren en activiteiten omvatten, evenals limieten voor risico's zoals het kredietrisico van tegenpartijen voor professionele transacties of het emittentenrisico.
Het risicospeelveld wordt ook bepaald door groepswijde risicogrenzen die zijn vastgelegd in kredietrisiconormen. Die normen hebben tot doel het risicobeheer van specifieke kredietrisicogerelateerde onderwerpen in de hele groep op één lijn te brengen door beperkingen en/of aanbevelingen te definiëren.
Sinds het begin van de coronapandemie begin 2020 zijn verschillende initiatieven genomen om de kredietrisico's die eruit voortvloeien te bewaken en te beheren. Begin 2022 nam het effect van de pandemie af en werden de covidmaatregelen geleidelijk stopgezet. Maar het uitbreken van het conflict tussen Rusland en Oekraïne in februari en de daarmee gepaard gaande verstoring van de wereldwijde energiemarkten brachten nieuwe uitdagingen voor het kredietrisicobeheer.
Het conflict tussen Rusland en Oekraïne beïnvloedt de kredietportefeuille van KBC via verschillende factoren. Naast de relatief beperkte directe gevolgen door blootstelling aan in Rusland/Oekraïne/Wit-Rusland gevestigde tegenpartijen zijn er ook indirecte gevolgen. Er kan indirecte blootstelling zijn aan klanten met belangrijke activiteiten in of afhankelijkheid van de bij het conflict betrokken landen. Omdat ernstige onderbrekingen in de Russische gastoevoer waarschijnlijker zijn geworden (of voor bepaalde landen werkelijkheid werden), kan de indirecte blootstelling ook betrekking hebben op de kwetsbaarheid van klanten voor onderbrekingen in de Russische olie- of gastoevoer of voor
de extra druk op de al sterk gestegen energie-/ grondstoffenprijzen en de inflatie in het algemeen.
De torenhoge energierekeningen en de inflatiedruk op de prijzen van andere goederen en diensten hebben gevolgen voor de kredietaflossingscapaciteit van particulieren. Als die druk niet wordt verlicht, zou dat kunnen leiden tot betalingsproblemen bij woning- en consumentenkredieten. Voor bedrijven heeft de sterke stijging van de energiekosten in energie-intensieve sectoren de winstmarges en kasreserves negatief beïnvloed, tenzij de kostenstijgingen konden worden doorgerekend in de verkoopprijzen. Door de ontwikkelingen op de energiemarkten hebben een aantal industriële ondernemingen hun productiefaciliteiten gesloten (bijvoorbeeld in de meststoffen- en aluminiumproductie) omdat de productie verliesgevend was geworden.
Die gevolgen leiden op hun beurt tot verstoringen in andere sectoren, terwijl de daaruit voortvloeiende (tijdelijke) werkloosheid nog meer financiële druk legt op mensen die al getroffen zijn door de gestegen energierekeningen. Bovendien zouden particulieren hun consumptiepatroon kunnen aanpassen en minder niet-noodzakelijke uitgaven doen, wat sommige sectoren in gevaar kan brengen door een verminderde vraag.
De Europese Commissie en de nationale regeringen hebben initiatieven genomen om de gevolgen van de stijgende energieprijzen voor de economie en de financiële draagkracht van bedrijven en particulieren te verzachten. Hoewel deze maatregelen effect hebben en kredietverstrekkers eventueel financiële tegemoetkomingen of kredietherstructureringen zullen toestaan, wordt niet verwacht dat er nog een reactie komt die de druk volledig zal wegnemen. Ook is de budgettaire ruimte voor de regeringen om noemenswaardig in te grijpen afgenomen, aangezien de coronacrisis de financiële buffers en reserves al heeft opgeslorpt.
Op basis van de traditionele kredietrisicomaatstaven (zoals kredietherstructureringen, betalingsachterstanden en een verslechtering van de PD) was er eind 2022 (nog) geen verslechtering van de kredietkwaliteit zichtbaar in de KBC-portefeuilles. In 2023 wordt evenwel een toename van het aantal downgrades en wanbetalingen verwacht (opmerking: we ramen een kredietkostenratio voor 2023 van 20-25 basispunten, nog altijd minder dan de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten).
Er zijn risicobeheermaatregelen genomen om de bovenvermelde opkomende risico's te ondervangen, te meten, te beperken en te beheren. Zo is het toezicht op de portefeuilles versterkt, is de gevoeligheidsanalyse van de energiekosten voortgezet, zijn de acceptatieprocessen aangepast (bv. om rekening te houden met de hogere kosten

van levensonderhoud voor woningkredieten) en zijn watchlists opgesteld.
Ten slotte zijn sinds de Russische inval in Oekraïne management overlays voor waardeverminderingen geboekt voor de geopolitieke en opkomende risico's en zijn kwetsbare portefeuilles en subportefeuilles aangemerkt als verhoogd risico. Voor cijfers, onder meer over de geleidelijke afbouw van de overlay voor de coronacrisis, verwijzen we naar Toelichting 1.4 in de Geconsolideerde jaarrekening.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de kredietportefeuille van de bank. Die bevat alle leningen en garanties die KBC heeft verstrekt aan particulieren, bedrijven, overheden en banken. Schuldbewijzen worden opgenomen in de beleggingsportefeuille als ze zijn uitgegeven door bedrijven of banken. Overheidsobligaties worden niet in de beleggingsportefeuille opgenomen. Bovendien wordt in de tabel geen rekening gehouden met het kredietrisico met betrekking tot de handelsportefeuille (emittentenrisico) en het kredietrisico van tegenpartijen met betrekking tot derivatentransacties. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening.
Meer informatie vindt u in het Glossarium van financiële ratio's en termen.

| A: Totale kredietportefeuille | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Uitstaand en niet-opgenomen bedrag | 259 | 237 |
| Uitstaand bedrag | 206 | 188 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| België2 | 63% | 63% |
| Tsjechië | 19% | 19% |
| Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) | 14% | 17% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) | 5% | 1% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| Particulieren | 43% | 44% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 6% | 6% |
| Overheden | 3% | 3% |
| Bedrijven | 48% | 47% |
| Diensten | 10% | 10% |
| Distributie | 8% | 8% |
| Vastgoed | 6% | 6% |
| Bouw en constructie | 4% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 2% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 14% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van de uitstaande portefeuille)1,3 | ||
| België | 53% | 54% |
| Tsjechië | 18% | 18% |
| Slowakije | 6% | 6% |
| Hongarije | 4% | 4% |
| Bulgarije | 5% | 2% |
| Rest van West-Europa (inclusief Ierland) | 11% | 13% |
| Rest van Centraal- en Oost-Europa | 0% | 0% |
| Noord-Amerika | 1% | 1% |
| Azië | 1% | 1% |
| Overige | 1% | 1% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (in procenten van de uitstaande portefeuille)1 | ||
| Unimpaired | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 25% | 25% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 13% | 13% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 13% | 17% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 18% | 13% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 15% | 13% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 8% | 8% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 4% | 4% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 1% | 2% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 1% |
| Impaired | ||
| PD 10 | 1,0% | 1,4% |
| PD 11 | 0,3% | 0,6% |
| PD 12 | 0,8% | 1,0% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage4 (in procenten van de uitstaande portefeuille)1,7 | ||
| Stage 1 (geen significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) | 78% | 83% |
| Stage 2 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - niet credit impaired) incl. POCI5 |
20% | 14% |
| Stage 3 (significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname - credit impaired) incl. POCI5 |
2% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
| B: Portefeuille impaired kredieten | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten6 | 4 350 | 5 454 |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 2 289 | 2 884 |
| Impaired kredieten per divisie (in procenten van portefeuille impaired kredieten)1 | ||
| België2 | 57% | 48% |
| Tsjechië | 15% | 12% |
| Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) | 13% | 32% |
| Ierland | – | 23% |
| Slowakije | 3% | 3% |
| Hongarije | 3% | 3% |
| Bulgarije | 6% | 4% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) | 15% | 8% |
| Totaal | 100% | 100% |
| B: Portefeuille impaired kredieten | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten per sector (in procenten van de portefeuille impaired kredieten)1 | ||
| Particulieren | 21% | 34% |
| Distributie | 19% | 16% |
| Vastgoed | 11% | 9% |
| Diensten | 10% | 11% |
| Bouw en constructie | 7% | 4% |
| Auto-industrie | 5% | 5% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 4% | 3% |
| Hotels, bars en restaurants | 3% | 3% |
| Voedselproducenten | 2% | 2% |
| Overige (sectoren < 2%) | 18% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Geboekte waardevermindering op kredieten (in miljoenen euro) | ||
| Waardevermindering voor stage 1-portefeuille | 134 | 127 |
| Waardevermindering voor stage 2-portefeuille, incl. POCI5 (hersteld) |
694 | 559 |
| Waardevermindering voor stage 3-portefeuille, incl. POCI5 (nog altijd impaired) |
2 048 | 2 569 |
| Waarvan waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 1 547 | 1 905 |
| Kredietkostenratio | ||
| Divisie België2 | 0,03% | -0,26% |
| Divisie Tsjechië | 0,13% | -0,42% |
| Divisie Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) | 0,31% | 0,36% |
| Ierland | – | 1,43% |
| Slowakije | 0,17% | -0,16% |
| Hongarije | 0,42% | -0,34% |
| Bulgarije | 0,43% | -0,06% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) | -0,04% | 0,28% |
| Totaal | 0,08% | -0,18% |
| Ratio van impaired kredieten | ||
| Divisie België2 | 1,9% | 2,2% |
| Divisie Tsjechië | 1,7% | 1,8% |
| Divisie Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) | 1,9% | 5,7% |
| Ierland | – | 12,0% |
| Slowakije | 1,2% | 1,6% |
| Hongarije | 2,0% | 2,1% |
| Bulgarije | 2,8% | 5,3% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) | 6,6% | 21,5% |
| Totaal | 2,1% | 2,9% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 1,1% | 1,5% |
| Dekkingsratio | ||
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten | 47% | 47% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 68% | 66% |
| Waardeverminderingen op kredieten / impaired kredieten (excl. hypotheekleningen) | 50% | 51% |
| Waarvan meer dan 90 dagen achterstallig | 71% | 73% |
1 Cijfers niet gecontroleerd door de commissaris.
2 Omvat ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in de rest van Europa, de VS en Zuidoost-Azië (met een totale uitstaande portefeuille van 7 miljard euro op 31 december 2022).
3 Een meer gedetailleerde verdeling per land is opgenomen in de kwartaalverslagen van KBC op www.kbc.com.
4 Zie Toelichting 1.2 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie over de stages.
5 Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid; brutobedragen, in tegenstelling tot nettobedragen in de boekhoudkundige verwerking.
6 Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.2 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring. De daling van 1 104 miljoen euro tussen 2022 en 2021 is als volgt verdeeld: daling van 98 miljoen euro bij divisie België, stijging van 4 miljoen euro in Tsjechië, daling van 32 miljoen euro in Slowakije, stijging van 11 miljoen euro in Hongarije, stijging van 42 miljoen euro in Bulgarije (waarvan 118 miljoen euro door de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria), daling van 1 025 miljoen euro in Ierland (grotendeels door de verkoop van het grootste deel van de non-performing portefeuille) en daling van 6 miljoen euro voor de rest.
7 Cijfers per 31 december 2021 vóór het effect van de management overlay (zie Toelichting 4.2.1 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie).
De delen Kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage (in procenten van de uitstaande portefeuille) en Geboekte waardevermindering op kredieten in de bovenstaande tabel worden hieronder verder uitgesplitst.
| Uitsplitsing kredietportefeuille volgens IFRS 9 ECL-stage* | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Kredietportefeuille per land/divisie | ||||||||
| België | 48,1% | 13,4% | 1,2% | 62,7% | 51,1% | 10,9% | 1,4% | 63,4% |
| Tsjechië | 15,2% | 3,1% | 0,3% | 18,6% | 17,0% | 1,5% | 0,3% | 18,8% |
| Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) |
10,6% | 3,1% | 0,3% | 13,9% | 14,6% | 1,2% | 0,9% | 16,8% |
| Ierland | – | – | – | – | 4,6% | 0,3% | 0,7% | 5,6% |
| Slowakije | 4,5% | 1,1% | 0,1% | 5,6% | 4,8% | 0,5% | 0,1% | 5,4% |
| Hongarije | 2,3% | 1,2% | 0,1% | 3,7% | 3,3% | 0,2% | 0,1% | 3,5% |
| Bulgarije | 3,7% | 0,8% | 0,1% | 4,7% | 2,0% | 0,2% | 0,1% | 2,3% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) |
4,1% | 0,3% | 0,3% | 4,7% | 0,8% | 0,0% | 0,2% | 1,0% |
| Totaal | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100% | 83,5% | 13,6% | 2,9% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per sector | ||||||||
| Particulieren | 37,5% | 5,2% | 0,4% | 43,2% | 40,1% | 3,3% | 1,0% | 44,4% |
| Financiële en ver zekeringsdiensten |
5,6% | 0,2% | 0,0% | 5,9% | 5,8% | 0,2% | 0,0% | 6,0% |
| Overheden | 2,8% | 0,2% | 0,0% | 3,1% | 2,7% | 0,1% | 0,0% | 2,8% |
| Bedrijven | 32,1% | 14,2% | 1,6% | 47,9% | 34,9% | 10,0% | 1,9% | 46,8% |
| Totaal | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100% | 83,5% | 13,6% | 2,9% | 100,0% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 61,4% | 6,1% | – | 67,5% | 62,3% | 5,1% | – | 67,4% |
| PD 5-9 | 16,6% | 13,8% | – | 30,4% | 21,2% | 8,5% | – | 29,7% |
| PD 10-12 | – | – | 2,1% | 2,1% | – | – | 2,9% | 2,9% |
| Totaal | 78,0% | 19,9% | 2,1% | 100% | 83,5% | 13,6% | 2,9% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 160 412 | 40 958 | 4 350 | 205 720 | 157 264 | 25 683 | 5 454 | 188 400 |
* Cijfers per 31 december 2021 vóór het effect van de management overlay (zie Toelichting 4.2.1 van de Geconsolideerde jaarrekening voor meer informatie).
| Uitsplitsing waardeverminderingen volgens IFRS 9 ECL-stage | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | |
| Waardeverminderingen per land/divisie | ||||||||
| België | 1,8% | 9,7% | 34,4% | 45,9% | 1,7% | 8,5% | 34,0% | 44,2% |
| Tsjechië | 1,3% | 6,7% | 10,2% | 18,1% | 1,1% | 3,9% | 9,8% | 14,8% |
| Internationale Markten (inclusief Ierland in 2021) |
1,4% | 6,9% | 9,5% | 17,8% | 1,1% | 4,7% | 23,9% | 29,7% |
| Ierland | – | – | – | – | 0,1% | 1,0% | 16,7% | 17,8% |
| Slowakije | 0,4% | 2,8% | 2,7% | 5,9% | 0,5% | 1,9% | 3,0% | 5,4% |
| Hongarije | 0,3% | 2,1% | 1,9% | 4,3% | 0,3% | 1,4% | 1,6% | 3,3% |
| Bulgarije | 0,7% | 1,9% | 4,9% | 7,5% | 0,2% | 0,5% | 2,6% | 3,2% |
| Groepscenter (inclusief Ierland in 2022) |
0,2% | 0,8% | 17,1% | 18,2% | 0,0% | 0,1% | 11,2% | 11,3% |
| Totaal | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100% | 3,9% | 17,2% | 78,9% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per sector | ||||||||
| Particulieren | 1,3% | 7,8% | 12,8% | 21,9% | 0,8% | 4,5% | 23,5% | 28,8% |
| Financiële en ver zekeringsdiensten |
0,2% | 0,1% | 1,6% | 2,0% | 0,1% | 0,1% | 1,1% | 1,3% |
| Overheden | 0,0% | 0,0% | 0,3% | 0,4% | 0,0% | 0,0% | 0,2% | 0,3% |
| Bedrijven | 3,2% | 16,1% | 56,4% | 75,7% | 2,9% | 12,6% | 54,1% | 69,5% |
| Totaal | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100% | 3,9% | 17,2% | 78,9% | 100,0% |
| Waardeverminderingen per risicoklasse | ||||||||
| PD 1-4 | 1,4% | 1,9% | – | 3,3% | 0,7% | 1,8% | – | 2,6% |
| PD 5-9 | 3,3% | 22,3% | – | 25,5% | 3,2% | 15,4% | – | 18,5% |
| PD 10-12 | – | – | 71,2% | 71,2% | – | – | 78,9% | 78,9% |
| Totaal | 4,7% | 24,1% | 71,2% | 100% | 3,9% | 17,2% | 78,9% | 100,0% |
| Totaal, in miljoenen euro | 134 | 694 | 2 048 | 2 875 | 127 | 559 | 2 569 | 3 255 |
In 2022 vonden twee belangrijke gebeurtenissen plaats (voor een gedetailleerde uitleg, zie Toelichting 6.6 van de Geconsolideerde jaarrekening):
| Resterende por | Recent verworven Raiffeisenbank Bul garia (nu KBC Bank |
||
|---|---|---|---|
| tefeuille KBC Bank Ireland (nog lopende |
|||
| Krediet- en beleggingsportefeuille, 31-12-2022* | verkoop) | Bulgaria) | |
| Inbegrepen in de cijfers voor de kredietportefeuille van 2022 in dit hoofdstuk? | Ja | Ja | |
| Totale kredietportefeuille (uitstaand bedrag, in miljoenen euro) | 8 132 | 4 526 | |
| Uitsplitsing per sector van de tegenpartij (in procenten van de uitstaande portefeuille) | |||
| Particulieren | 99% | 39% | |
| Waarvan hypothecaire leningen | 98% | 19% | |
| Kmo's | 1% | 16% | |
| Bedrijven | 0% | 45% | |
| Uitsplitsing per land (in procenten van de uitstaande portefeuille) | |||
| Ierland | 100% | 0% | |
| Bulgarije | 0% | 93% | |
| Overige | 0% | 7% | |
| Impaired kredieten (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro) | 230 | 118 | |
| Kredietkostenratio | -0,07% | -0,03% | |
| Ratio van impaired kredieten | 2,8% | 2,6% | |
| Dekkingsratio | 55% | 64% |
* Meer details staan in het vierdekwartaalverslag van 2022, op www.kbc.com.
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht. Dat kan betekenen dat rentebetalingen of kosten worden verlaagd of uitgesteld, de krediettermijn wordt verlengd om het aflossingsplan te versoepelen, achterstallen worden gekapitaliseerd, een uitstel van betaling wordt toegestaan of de schulden worden kwijtgescholden.
Een klant met een als geherstructureerd (forborne) aangemerkt krediet krijgt doorgaans een slechtere PDklasse toegekend dan vóór de herstructurering, gezien het hogere risico van wanbetaling. Wanneer dat het geval is, wordt ook beoordeeld hoe onwaarschijnlijkheid het is dat de klant zal betalen (volgens specifieke 'unlikely to pay'-criteria). In overeenstemming met de IFRS 9-normen wordt een krediet met de status forborne toegewezen aan stage 2 (als de klant/het krediet niet in wanbetaling is) of aan stage 3 (als de klant/het krediet in wanbetaling is).
De criteria die KBC toepast om de status van geherstructureerde kredieten te veranderen van wanbetaling naar normaal of om de status forborne te verwijderen, zijn in overeenstemming met de betreffende EBA-normen. Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant/het krediet opnieuw de status normaal heeft, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.). Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (d.w.z. een aanleiding tot waardevermindering) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bruto boekwaarde (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Kredieten waar aan een herstructu rering is toegekend |
Kredieten die niet langer als geherstruc tureerd worden beschouwd |
Terug betalingen |
Afschrij vingen |
Overige1 | Slotbalans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | |||||||
| Totaal | 3 681 | 668 | -1 088 | -436 | -16 | 129 | 2 939 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 16 | 0 | 0 | -6 | 0 | 0 | 11 |
| 2021 | |||||||
| Totaal | 4 158 | 1 692 | -371 | -670 | -28 | -1 100 | 3 681 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 1 417 | 76 | 0 | -251 | 0 | -1 226 | 16 |
| On-balance-sheet exposures met kredietherstructureringen: bijzondere waardeverminderingen (in miljoenen euro) |
Openings balans |
Bestaande waarde verminde ringen op kredieten waar aan een herstructu rering is toegekend |
Daling van waarde vermin deringen omdat kredieten niet langer geher structu reerd zijn |
Stijging van waar devermin deringen op geher struc tureerde kredieten |
Daling van waarde verminde ringen op geher structu reerde kredieten |
Overige2 | Slotbalans |
| 2022 | |||||||
| Totaal | 445 | 197 | -171 | 52 | -118 | 22 | 428 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 15 | 0 | 0 | 0 | -6 | 0 | 9 |
| 2021 | |||||||
| Totaal | 645 | 154 | -68 | 266 | -164 | -388 | 445 |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 251 | 23 | 0 | 170 | -69 | -360 | 15 |
1 Omvat wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties. Voor Ierland: de geplande verkoop van kredieten bij KBC Bank Ireland resulteerde in een verschuiving naar de balanspost Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, omdat we ervan uitgaan dat aan alle IFRS 5-voorwaarden is voldaan.
2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen en toevoegingen of afstotingen door bedrijfscombinaties.
| Geherstructureerde kredieten | In procenten van de uitstaande portefeuille |
Verdeling per PD-klasse (in procenten van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| PD 1-8 | PD 9 | PD 10 (impaired, minder dan 90 dagen achter stallig) |
PD 11-12 (im paired, 90 dagen of meer achter stallig) |
||
| 31-12-2022 | |||||
| Totaal | 2% | 39% | 15% | 33% | 13% |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 4% | 0% | 49% | 29% | 22% |
| Per klantensegment1 | |||||
| Particulieren2 | 1% | 45% | 17% | 26% | 12% |
| Kmo's | 2% | 44% | 11% | 34% | 12% |
| Bedrijven3 | 2% | 31% | 16% | 37% | 16% |
| 31-12-2021 | |||||
| Totaal | 3% | 39% | 12% | 33% | 16% |
| Waarvan KBC Bank Ireland | 12% | 0% | 25% | 41% | 34% |
| Per klantensegment1 | |||||
| Particulieren2 | 2% | 21% | 18% | 35% | 25% |
| Kmo's | 3% | 57% | 8% | 27% | 8% |
| Bedrijven3 | 3% | 44% | 9% | 35% | 13% |
1 Niet gecontroleerd door de commissaris.
2 In 2022 had 90% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2021 was dat 95%).
3 In 2022 had 26% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2021 was dat 27%).
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als de emittent in wanbetaling blijft). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden. We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties. De bedragen in de onderstaande tabel zijn de presettlementrisico's van de groep die worden gemeten met de internemodelmethode voor rente- en valutaderivaten in divisie België. Voor inflatie, aandelen- en grondstoffenderivaten worden de presettlementrisico's berekend als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). Die berekening wordt ook gebruikt om de presettlementrisico's te meten van rente- en valutaderivaten in de andere divisies. De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in
aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.
| Andere kredietrisico's, bankactiviteiten (in miljarden euro) |
31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Emittentenrisico1 | 0,03 | 0,02 |
| Tegenpartijkredietrisico van derivatentransacties2 | 3,9 | 4,4 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling
en de ratings. Het bovenste deel van de onderstaande tabel geeft de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten uitgesplitst naar activatype volgens Solvency II, terwijl het onderste deel meer details geeft over de obligaties en andere vastrentende effecten in die portefeuille.
| Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep (in miljoenen euro, marktwaarde)1 |
31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Per activatype (Solvency II) | ||
| Effecten | 16 444 | 20 102 |
| Obligaties en dergelijke | 15 278 | 18 791 |
| Aandelen | 1 097 | 1 290 |
| Derivaten | 69 | 21 |
| Leningen en hypotheken | 2 153 | 2 806 |
| Leningen en hypotheken aan klanten | 1 780 | 2 299 |
| Leningen aan banken | 374 | 507 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 309 | 305 |
| Tak 23-beleggingen2 | 12 771 | 14 620 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 295 | 292 |
| Overige beleggingen | 8 | 12 |
| Totaal | 31 981 | 38 137 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per externe rating3 | ||
| Investment grade | 99% | 99% |
| Non-investment grade | 1% | 1% |
| Zonder rating | 0% | 0% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 65% | 66% |
| Financieel4 | 24% | 23% |
| Overige | 11% | 11% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 9% | 8% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 18% | 18% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 17% | 15% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 29% | 29% |
| Meer dan 10 jaar | 27% | 29% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 32 897 miljoen euro eind 2022 en 37 018 miljoen euro eind 2021. Cijfers wijken af van die in Toelichting 4.1 in het deel Geconsolideerde jaarrekening als gevolg van de rapportering per activaklasse volgens Solvency II.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het
verwachte verlies (EL). Er gelden naamconcentratielimieten. De kans op een in gebreke blijven (PD) en het verwachte verlies worden berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default (EAD) bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : |
EAD | EL | EAD | EL |
|---|---|---|---|---|
| EAD en EL2 (in miljoenen euro) | 2022 | 2022 | 2021 | 2021 |
| AAA tot en met A- | 171 | 0,1 | 196 | 0,1 |
| BBB+ tot en met BB- | 17 | 0,0 | 9 | 0,0 |
| Lager dan BB- | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Zonder rating | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 |
| Totaal | 188 | 0,1 | 205 | 0,1 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.
De reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico stegen van 7 213 miljoen euro eind 2021 tot 7 571 miljoen euro eind 2022, voornamelijk als gevolg van de overname van Raiffeisenbank Bulgaria, volumegroei en veranderingen in de activakwaliteit van portefeuilles in de kernlanden. Meer details vindt u in het hoofdstuk Credit Risk van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

Marktrisico is het risico dat verband houdt met wijzigingen in het niveau of de volatiliteit van marktprijzen. Het beheersproces van onze structurele marktrisico's in niet-tradingactiviteiten omvat het renterisico, het gaprisico, het basisrisico, het optierisico (zoals het risico van vervroegde aflossing), het muntrisico, het aandelenkoersrisico, het vastgoedprijsrisico, het creditspreadrisico en het inflatierisico. Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. Dit proces wordt ook Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Bij KBC behoort het beheer van het ALM-risico tot de verantwoordelijkheid van het Directiecomité, ondersteund door het Managementcomité CRO-diensten en het Groepscomité Assets & Liabilities (Groeps-ALCO). Het Directiecomité beslist over het kader voor marktrisico in niet-tradingactiviteiten, dat de specifieke risicorichtlijnen vastlegt.
Met de risicofunctie wil de ALM-raad – voorgezeten door de CRO Treasury – de goede en efficiënte integratie van alle taken die zijn toegewezen aan de lokale en groepsafdelingen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het marktrisico in niet-tradingactiviteiten tot stand brengen, vergemakkelijken, bevorderen en ondersteunen. De raad treedt op als een managementvergadering van het groepswijde Uitgebreide Competentiecentrum ALM en Liquiditeitsrisico.
De volgende instrumenten worden gebruikt in het risicoidentificatieproces voor het marktrisico in niettradingactiviteiten: het New and Active Products Process (NAPP), de Climate Risk Impact Map, de risicoscan, het
risicosignaal- en vroegewaarschuwingsproces, de parameterherzieningen en materialiteitsbeoordelingen op basis van diepgaande analyse en deep dives.
De treasurydiensten, die optreden als eerste verdedigingslinie, meten en beheren het renterisico binnen een door de risicobereidheid en de limieten begrensd speelveld. Ze houden rekening met de meting van het risico van vervroegde aflossing en andere optierisico's in de bankportefeuille en beheren een evenwichtige beleggingsportefeuille. Het beheer van de posities impliceert dat de treasuryfunctie gebruikmaakt van derivaten om zich in te dekken tegen onevenwichtigheden als gevolg van rente- en valutarisico's. Om de volatiliteit van winst en verlies als gevolg van de verschillende boekhoudkundige verwerking van beleggingsposten op de balans en derivaten te vermijden, worden op grote schaal afdekkingstechnieken toegepast.
• Risicoanalyse, -reactie en -opvolging: naast de wettelijk verplichte rapportering is er een structurele rapportering aan het ALCO. Het rapporteringsproces omvat een aftekeningsproces om de nauwkeurigheid van de gegevens te waarborgen.
Net toen de markten hadden leren leven met de nasleep van de coronacrisis, werden ze geconfronteerd met de Russische inval in Oekraïne. Hoewel onze Centraal-Europese kernlanden enkele grenzen delen met Oekraïne, had KBC beperkte investeringen in de betreffende landen en was er geen belangrijke impact op de bankportefeuilles.
De stijging van de inflatie en de rente, die al voor de invasie begonnen was, versnelde echter veel meer dan verwacht, waardoor de uitdagingen voor de Treasury-afdeling fundamenteel veranderden. De zoektocht naar degelijke beleggingsopbrengsten heeft plaatsgemaakt voor nieuwe risico's op uitstroom. Bovendien is voor kredieten die worden verkocht in tijden van hoge rentevoeten het risico van vervroegde aflossing groter. Uit onderzochte scenario's blijkt dat het risico belangrijk is, maar beheersbaar. Uiteindelijk is KBC er dankzij de solide en evenwichtige structuur van zijn bankportefeuilles en een voorzichtige aanpak bij het beheer van deposito's zonder looptijd in geslaagd de risico's te beheersen en de balans gezond te houden.
Hieronder vindt u de verschillende subrisicotypes, met meer details en cijfers.
De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige swapcurve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als netto-inkomsten betreft).
| voor de KBC-groep, invloed op de waarde2 (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -36 | -69 |
| Verzekeringsactiviteiten | 4 | 24 |
| Totaal | -32 | -45 |
1 In overeenstemming met de marktnormen zijn de gevoeligheidscijfers gebaseerd op een risicovrije curve (swapcurve).
2 Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).
De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in een obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn en met deposito's gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | -75 | -65 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | -66 | -64 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | -70 | -60 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | -36 | -69 |
| Op 31 december | -36 | -69 |
| Maximum in jaar | -75 | -69 |
| Minimum in jaar | -36 | -60 |
* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.
In overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit voeren we regelmatig een outlier-stresstest uit door zes verschillende scenario's toe te passen op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Het worst case scenario wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico -3% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2022. Dat is ruim onder de drempel van 15% waar de Europese Centrale Bank op toeziet.
De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.
Niet-
| (inclusief derivaten), bankactiviteiten | 1-3 | 3-12 | rente | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro)* | ≤ 1 maand | maanden | maanden | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | dragend | Totaal |
| 31-12-2022 | -24 177 | 11 472 | -10 910 | 7 621 | 6 314 | 21 | 9 659 | 0 |
| 31-12-2021 | 1 745 | -12 310 | -8 919 | 5 529 | 5 687 | 1 104 | 7 164 | 0 |
* De rubriek "niet-rentedragend" omvat de kaspositie bij de centrale banken en spaar- en zichtdeposito's die overnight worden aangehouden. Voor 2022 bedroeg dit +27.8 miljard euro en voor 2021 +20,6 miljard euro. Bij toewijzing aan de rubriek "<1 maand" bucket komen we tot een positieve gap voor de eerste maand.
De renterisicogap toont onze globale positie in het renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorenteinkomsten van KBC baat hebben bij een normale (oplopende) rentecurve. De economische waarde van de KBC Bank-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.
Er wordt een analyse van de nettorente-inkomsten uitgevoerd door de invloed te meten van verschillende rentescenario's over een periode van drie jaar.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Nietlevenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.
De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling voor klanten te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt gedekt. Tak 23 beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
| Verwachte kasstromen, niet-verdisconteerd, Levenbedrijf (in miljoenen euro) |
0-1 jaar | 1-2 jaar | 2-3 jaar | 3-4 jaar | 4-5 jaar | 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2022 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
1 233 | 1 489 | 855 | 1 048 | 844 | 8 738 | 14 208 |
| Aandelen | 929 | ||||||
| Eigendom | 112 | ||||||
| Overige (geen vervaldag) | 95 | ||||||
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 367 | 1 201 | 807 | 882 | 834 | 9 474 | 14 566 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | -134 | 288 | 48 | 166 | 11 | -737 | -358 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,66 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 8,76 jaar | ||||||
| 31-12-2021 | |||||||
| Vastrentende activa ter afdekking van verplichtingen met rentegarantie |
1 371 | 1 281 | 1 385 | 847 | 1 044 | 8 856 | 14 784 |
| Eigen vermogen | 987 | ||||||
| Eigendom | 171 | ||||||
| Overige (geen vervaldag) | 152 | ||||||
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 1 758 | 748 | 1 223 | 840 | 895 | 9 859 | 15 323 |
| Verschil in tijdgevoelige verwachte kasstromen | - 387 | 534 | 162 | 7 | 148 | -1 003 | -539 |
| Gemiddelde duration van activa | 6,97 jaar | ||||||
| Gemiddelde duration van passiva | 9,93 jaar |
Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de
risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| 5,00% en hoger | 3% | 3% |
| Meer dan 4,25% tot en met 4,99% | 7% | 7% |
| Meer dan 3,50% tot en met 4,25% | 4% | 4% |
| Meer dan 3,00% tot en met 3,50% | 9% | 9% |
| Meer dan 2,50% tot en met 3,00% | 3% | 3% |
| 2,50% en lager | 72% | 71% |
| 0,00% | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
We beheren het creditspreadrisico van onder meer de portefeuille overheidsobligaties door op te volgen in
hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de creditspreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen.
| Tegen ge amortiseerde kostprijs |
Tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderin gen in other comprehen sive income (FVOCI) |
Aangehou den voor handelsdoel einden |
Totaal | Ter vergelij king: totaal einde 2021 |
Economische invloed van +100 basis punten3 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| KBC-kernlanden | ||||||
| België | 8 750 | 1 840 | 230 | 10 820 | 13 020 | -553 |
| Tsjechië | 11 316 | 1 126 | 1 159 | 13 601 | 12 481 | -626 |
| Hongarije | 2 362 | 161 | 99 | 2 621 | 3 085 | -77 |
| Slowakije | 3 334 | 265 | 17 | 3 615 | 3 689 | -173 |
| Bulgarije | 1 795 | 530 | 28 | 2 353 | 1 722 | -84 |
| Overige landen | ||||||
| Frankrijk | 4 463 | 1 032 | 25 | 5 520 | 6 546 | -231 |
| Spanje | 2 023 | 558 | 0 | 2 581 | 2 717 | -78 |
| Ierland | 1 016 | 204 | 0 | 1 220 | 1 356 | -53 |
| Polen | 875 | 180 | 9 | 1 065 | 1 335 | -27 |
| VS | 1 558 | 15 | 0 | 1 573 | 1 319 | -55 |
| Italië | 268 | 908 | 0 | 1 176 | 1 286 | -36 |
| Overige2 | 6 461 | 1 316 | 100 | 7 876 | 5 951 | -379 |
| Totale boekwaarde | 44 219 | 8 135 | 1 667 | 54 021 | 54 507 | – |
| Totale nominale waarde | 44 953 | 8 772 | 1 812 | 55 537 | 52 796 | – |
1 In de tabel is geen rekening gehouden met de blootstelling aan sommige supranationale entiteiten die niet als overheden worden beschouwd, zoals de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.
2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 1 miljard euro op het einde van 2022.
3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur. Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben betrekking op niet-tradingposities in overheidsobligaties voor de bank- en verzekeringsactiviteiten (de invloed op de blootstelling aan de tradingportefeuille was vrij beperkt en bedroeg 14 miljoen euro, inclusief supranationale obligaties, op het einde van 2022).
Op 31 december 2022 omvatte de boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI) een
herwaarderingsreserve van -0,8 miljard euro, vóór belastingen (-217 miljoen euro voor België, -165 miljoen euro voor Frankrijk, -59 miljoen euro voor Tsjechië, -45 miljoen euro voor Hongarije en -277 miljoen euro voor de andere landen samen).
Naast de portefeuille overheidsobligaties heeft de KBCgroep een portefeuille niet-overheidsobligaties (banken, bedrijven, supranationale entiteiten).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Obligaties met rating AAA | -108 | -125 |
| Obligaties met rating AA+, AA, AA- | -115 | -133 |
| Obligaties met rating A+, A, A- | -109 | -126 |
| Obligaties met rating BBB+, BBB, BBB- | -34 | -46 |
| Obligaties met rating Non-investment grade en zonder rating | -21 | -31 |
| Totale boekwaarde (exclusief tradingportefeuille) | 11 505 | 10 703 |
Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel
van de aandelenportefeuille wordt aangehouden als een economische afdekking van langlopende verplichtingen. Ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) houden kleinere aandelenportefeuilles aan.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (per sector, in procenten) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
| Financiële sectoren | 69% | 68% | 20% | 17% | 27% | 25% |
| Niet-cyclische consumentensectoren | 0% | 0% | 11% | 11% | 9% | 10% |
| Communicatie | 0% | 0% | 3% | 2% | 2% | 1% |
| Energie | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
| Industriële sectoren | 12% | 10% | 42% | 41% | 38% | 36% |
| Nutsbedrijven | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
| Cyclische consumentensectoren | 4% | 4% | 21% | 25% | 19% | 22% |
| Basismaterialen | 0% | 0% | 2% | 2% | 2% | 2% |
| Overige en niet bepaald | 14% | 17% | 1% | 1% | 3% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
| (in miljarden euro)* | 0,22 | 0,26 | 1,33 | 1,46 | 1,55 | 1,72 |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,21 | 0,26 | 0,14 | 0,15 | 0,35 | 0,41 |
* De belangrijkste reden voor het verschil met Aandelen in Toelichting 4.1 van het deel Geconsolideerde jaarrekening, is dat de aandelen in de tradingportefeuille hierboven zijn uitgesloten, maar wel zijn opgenomen in de tabel in Toelichting 4.1.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bankactiviteiten | -55 | -64 |
| Verzekeringsactiviteiten | -333 | -366 |
| Totaal | -387 | -429 |
| Niet-tradingaandelenpositie | Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
| Bankactiviteiten | – | – | 12 | 29 |
| Verzekeringsactiviteiten | 176 | 123 | 199 | 555 |
| Totaal | 176 | 123 | 211 | 584 |
De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als
Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren.
| Invloed van een 25%-daling van de vastgoedprijzen (in miljoenen euro) | 2021 | |
|---|---|---|
| Bankportefeuilles | -94 | -97 |
| Verzekeringsportefeuilles | -78 | -94 |
| Totaal | -172 | -191 |
Inflatie kan een financiële instelling op vele manieren indirect beïnvloeden, bijvoorbeeld via wijzigingen van de rentetarieven of de operationele kosten. Als concept van marktrisico is inflatie in het algemeen daarom niet gemakkelijk kwantificeerbaar. Bepaalde financiële producten of instrumenten zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan inflatie en hun waarde wordt rechtstreeks beïnvloed door een verandering in de marktverwachtingen. KBC Bank gebruikt geïndexeerde obligaties om zijn activaportefeuille te diversifiëren. Bij KBC Verzekeringen is ze specifiek verbonden met de arbeidsongevallenverzekering, waar met name bij blijvende of langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente-uitkering aan de verzekerde wordt uitbetaald (waarbij de lijfrente wettelijk gekoppeld is aan de inflatie). KBC Verzekeringen beperkt de risico's gedeeltelijk door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties en vult zijn inflatieafdekkingsprogramma aan met beleggingen in vastgoed en aandelen, omdat die activa traditioneel gecorreleerd zijn met de inflatie en geen einddatum hebben.
De bankactiviteiten houden een portefeuille van 600 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties aan. Voor de
verzekeringsactiviteiten werd de niet-gedisconteerde waarde van de inflatiegevoelige kasstromen geschat op 515 miljoen euro. Daartegenover werd een portefeuille van 452 miljoen euro aan geïndexeerde obligaties tegen marktwaarde en een portefeuille van 28,7 miljoen euro in direct en indirect vastgoed aangehouden.
Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid. De belangrijke wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden via interne transacties overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille, en van verzekerings- en andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in nieteuromunten die zijn opgenomen in de beleggingsportefeuille hoeven evenwel niet te worden afgedekt, omdat de volatiliteit van de wisselkoersen wordt gezien als deel van de beleggingsopbrengst.
KBC concentreert zich op de stabilisatie van de common equity ratio voor wisselkoersschommelingen.
| Invloed van een daling van de valutawaarde met 10%* | Bankactivi teiten |
|||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
| CZK | -231 | -243 | -31 | -30 |
| HUF | -100 | -107 | -7 | -5 |
| BGN | -96 | -42 | -17 | -19 |
| USD | -1 | 3 | -47 | -56 |
* Blootstelling voor valuta's waarvan de invloed op de bank- of verzekeringsactiviteiten meer dan 10 miljoen euro bedraagt.
Balansbeheer maakt gebruik van derivaten om rente- en valutarisico's te beperken. Het doel van hedge accounting is de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening als gevolg van het gebruik van die derivaten te verminderen.
KBC heeft besloten geen hedge accounting toe te passen op krediet- en aandelenrisico's. Wanneer aan de
noodzakelijke criteria is voldaan, wordt het toegepast om de boekhoudkundige mismatch tussen het
afdekkingsinstrument en de afgedekte positie weg te nemen. Meer informatie over hedge accounting vindt u in de Toelichtingen in verband met de grondslagen voor financiële verslaggeving in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Afdekkingsderivaten worden gebruikt om een renterisico te beperken dat voortvloeit uit een verschil in het renteprofiel van activa en hun financieringspassiva. De hedgeaccountingstatus van een afdekking kan gekoppeld zijn aan de actiefpost of de passiefpost.
Rentederivaten kunnen worden aangemerkt als:
• afdekkingen van de reële waarde van activa of passiva. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als reëlewaardeafdekkingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, samen met de veranderingen in de reële waarde van het afgedekte actief of passief die toe te schrijven zijn aan het afgedekte risico. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt eveneens opgenomen in de winst-en-verliesrekening;
• afdekkingen van de kasstroom van opgenomen activa en passiva die ofwel zekere, ofwel zeer waarschijnlijke verwachte transacties zijn. Het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van derivaten die worden aangemerkt en kwalificeren als kasstroomafdekkingen, wordt opgenomen in de afdekkingsreserve van kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen. De winst of het verlies met betrekking tot het niet-effectieve deel wordt rechtstreeks opgenomen in de winst-enverliesrekening.
KBC gebruikt macrostrategieën voor hedge accounting voor homogene portefeuilles van kleinere elementen, waarbij de frequentie van optreden of de relatief kleine omvang van de gemiddelde transactie de één-op-één-relatie suboptimaal maakt. Dat is onder meer het geval voor hypotheken, leningen aan kmo's of deposito's van klanten. Macrostrategieën kunnen dynamisch zijn en frequent veranderen, onder meer op basis van een balancering van de portefeuille (open portfolio hedge). Microafdekking wordt gebruikt wanneer grote individuele
activa of passiva worden afgedekt. Typische activa zijn grote bedrijfsleningen en obligatieaankopen waarvoor het creditspreadprofiel relevant is. Passiva kunnen eigen emissies van KBC zijn of specifieke langetermijnfaciliteiten aangeboden door een centrale bank. Microafdekkingen zijn gebaseerd op de reële waarde of op kasstromen.
KBC heeft strategische beleggingen in niet-euromunten. De netto-inventariswaarde van belangrijke deelnemingen wordt deels in de lokale munt gefinancierd met deposito's en valutaderivaten om de stabiliteit van de CET1-ratio te verzekeren. Door gebruik te maken van afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten wordt de valutacomponent in het eigen vermogen opgenomen tot de realisatie (afwikkeling van de financiering als gevolg van liquidatie, dividenduitkeringen of andere verminderingen van de netto-inventariswaarde).
KBC heeft ook een beperkte portefeuille van obligaties in vreemde valuta die gefinancierd worden met opbrengsten in euro. Die obligaties worden afgedekt door cross-currency renteswaps om een synthetische vaste rente-opbrengst in euro te creëren. Kasstroomafdekkingen (microhedge) worden toegepast om de valutavolatiliteit te beperken.
De afdekkingseffectiviteit wordt bepaald bij het aangaan van de afdekkingsrelatie, en ook door periodieke
prospectieve en retrospectieve effectiviteitsbeoordelingen om ervoor te zorgen dat er een relevante relatie blijft bestaan tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument.
Voor rentevoeten worden verschillende prospectieve en retrospectieve controles uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument in aanmerking komt voor de hedgeaccountingstrategie.
Prospectieve tests zijn meestal gebaseerd op een gevoeligheidsanalyse ( waarbij wordt nagegaan of de basis point value van de afgedekte portefeuille ten opzichte van het afdekkingsinstrument binnen het interval van 80-125% blijft) of op volumetests (als de hoofdsom van de voor afdekking in aanmerking komende instrumenten hoger is dan het nominale volume van de afdekkingsinstrumenten waarvan wordt verwacht dat ze in elke gespecificeerde tijdskorf worden geherprijsd of terugbetaald). Voor macrokasstroomafdekkingen wordt aan de hand van uitgebreide toekomstgerichte analyses beoordeeld of het voldoende waarschijnlijk is dat het toekomstige volume van afgedekte posities het volume van de
afdekkingsinstrumenten grotendeels zal dekken. Voor elke afdekkingsstrategie wordt een afdekkingsratio berekend, die meet welke proportie van een portefeuille met derivaten wordt afgedekt.
De retrospectieve effectiviteitscontrole van de afdekkingsrelatie wordt periodiek uitgevoerd door de verandering in de reële waarde van de portefeuille van afdekkingsinstrumenten te vergelijken met de verandering in de reële waarde van de afgedekte in aanmerking komende posities die toe te rekenen zijn aan het afgedekte risico over een bepaalde periode (de verhouding van de veranderingen in reële waarde blijft binnen het interval van 80-125%). Voor de afdekking van valutarisico's wordt de effectiviteit verzekerd door de som van het nominale bedrag van de financieringstransacties en valutaderivaten aan te passen aan het beoogde afdekkingsbedrag van de strategische deelnemingen. Voor obligaties in vreemde valuta die zijn geswapt in euro worden ook de begindatum, de vervaldatum en de coupondata in overeenstemming gebracht.
Ineffectiviteit voor renteswaps kan optreden als gevolg van:
• de aanpassing van de kredietwaardering van de renteswap die niet wordt gecompenseerd door de lening. De afdekkingsswaps worden echter volledig gedekt door een onderpand of verhandeld via clearinginstellingen en de aanpassing van de kredietwaardering is beperkt.
Wat de afdekking van de netto-investering in vreemde valuta betreft, kan de rentecomponent van de afdekkingsinstrumenten een bron van inefficiëntie zijn. Het tegenpartijrisico op het afdekkingsinstrument, zelfs als er een zekerheid tegenover staat, kan ook een bron van inefficiëntie zijn.
Hedge-accountingstrategieën die de effectiviteitscontrole niet doorstaan, worden stopgezet. Een niet langer aangemerkt afdekkingsinstrument kan in een nieuwe afdekkingsrelatie opnieuw worden aangemerkt. Effectieve hedge-accountingstrategieën kunnen ook om technische of strategische redenen worden beëindigd. Elke eventuele
invloed op de winst-en-verliesrekening die voortvloeit uit niet-effectieve afdekking en stopzetting wordt gerapporteerd aan het ALCO.
Het beschikbare kapitaal wordt beïnvloed wanneer de markt onder stress staat. Stress kan een gevolg zijn van een aantal marktparameters, zoals stijgende swaprentes of obligatiespreads of dalende aandelenkoersen. Bij KBC gebruiken we die kapitaalgevoeligheid als een gemeenschappelijke noemer om de kwetsbaarheid van de bankportefeuille voor verschillende marktrisicoschokken te meten. Het common equity tier 1-kapitaal (CET1) is gevoelig voor een parallelle stijging van de obligatiespreads. Die gevoeligheid wordt veroorzaakt door beleggingen in overheids- en bedrijfsobligaties waarvan de spreadcomponent niet is afgedekt. Het verlies aan beschikbaar kapitaal in geval van een daling van de aandelenkoersen wordt voornamelijk veroorzaakt door posities in pensioenfondsen die door een dergelijke schok getroffen zouden worden.
| CET1-gevoeligheid voor belangrijkste marktfactoren (Deense compromismethode), KBC Groep (in procentpunten van CET1-ratio), IFRS-invloed veroorzaakt door: |
31-12-2022 | 31-12-2021 | |
|---|---|---|---|
| een parallelle beweging van de rente met +100 basispunten | -0,1% | 0,3% | |
| een parallelle beweging van de spread met +100 basispunten | -0,1% | -0,2% | |
| een daling van de aandelenkoersen met -25% | -0,1% | -0,3% |
Het reglementaire kapitaal voor niet-tradingactiviteiten op de markt bedroeg 22 miljoen euro. Het wordt enkel gebruikt om wisselposities te dekken, aangezien KBC geen
grondstoffenposities aanhoudt. In overeenstemming met de regelgeving worden andere types niet-tradingrisico's gedekt via pijler 2-beoordelingen.

Operationeel risico is het risico van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of van plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak.
Het Uitgebreide Competentiecentrum voor Operationeel Risico, dat bestaat uit risico-experts op groeps- en lokaal niveau, werkt samen met andere expertfuncties voor de negen operationele subrisicotypes:
informatietechnologierisico, informatiebeveiligingsrisico, bedrijfscontinuïteitsrisico, procesrisico, uitbestedings- en derdenrisico, modelrisico, juridisch risico, frauderisico en persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico. De aanpak van KBC sluit perfect aan bij de Basel-vereisten inzake operationele veerkracht en de EU-wet inzake digitale operationele veerkracht (DORA).
operationeelrisiconiveaus van de processen te bepalen en ondersteunen. De drie verdedigingslinies gebruiken groepswijde tools om de kernactiviteiten van operationeelrisicobeheer te ondersteunen. Daarnaast wordt een groepswijde uniforme schaal gebruikt om de algemene internecontrolestatus van elk proces in elke belangrijke entiteit en de algemene internecontrolestatus van de entiteit uit te drukken. De groepswijde, geautomatiseerde datagestuurde risicometing van processen, die resulteert in Internal Control Statement (ICS)-processcores, wordt bepaald op basis van de volgende indicatoren:
Elk jaar wordt een stresstest uitgevoerd om na te gaan of het operationeelrisicokapitaal volgens pijler 1 volstaat.
senior management van KBC en aan de NBB, de FSMA en de ECB via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
• Stresstests: operationeelrisicoscenario's of mogelijke gebeurtenissen worden in overweging genomen in het kader van risicotypespecifieke of geïntegreerde stresstests.
Het brede spectrum van operationele risico's is onderverdeeld in een aantal subrisicotypes, in overeenstemming met de Baselvereisten en de praktijken in de sector. Er werd specifieke aandacht besteed aan de hieronder vermelde belangrijkste subrisicotypes.
Informatierisicobeheer omvat de risico's van informatiebeveiliging, informatietechnologie en bedrijfscontinuïteitsbeheer. Onder dit laatste valt ook crisismanagement. Het informatiebeveiligingsrisico is een van de belangrijkste risico's waarmee financiële instellingen vandaag de dag worden geconfronteerd.
De missie van het competentiecentrum voor informatierisicobeheer (IRM) van KBC is KBC te helpen beschermen tegen bedreigingen met betrekking tot gegevens en informatie, zoals verlies van integriteit, verlies van vertrouwelijkheid en onbedoelde beschikbaarheid. Het ondersteunt de lokale risicoteams en eerste verdedigingslinie die in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor het informatierisicobeheer. Het competentiecentrum heeft ook een Group Cyber Emergency & Response Team (CERT), dat internationaal erkend en gecertifieerd is.
Informatiebeveiligings- en IT-risico's worden structureel gerapporteerd aan het Groepscomité Interne Controle (GICC) en het Global IT Committee (GITCO). Het GICC ondersteunt het Groepsdirectiecomité bij het verbeteren van de kwaliteit en de effectiviteit van het internecontrolesysteem van KBC.Het GITCO fungeert als bestuursstructuur om de informatiebeveiligings- en ITstrategie binnen de KBC-groep op één lijn te brengen.
• Risico-identificatie: omvat de regelmatige opvolging van de wetgeving, bv. de EU-wet inzake digitale operationele veerkracht (DORA), en het beheer van de standaarden, richtlijnen en het controlekader van de KBC-groep. Bovendien wordt regelmatig proactief een scan van de omgeving uitgevoerd om externe of interne cybertrends op te sporen die een directe of indirecte negatieve invloed op ons bedrijf kunnen hebben. Die worden ook wel risicosignalen genoemd. Ze worden gerapporteerd aan het Risico- en Compliancecomité (RCC), dat de Raad van Bestuur (RvB) op de hoogte stelt via het Integrated Risk Report, en aan het Groepscomité Interne Controle (GICC).
In het kader van het New and Active Products Process (NAPP) moeten alle informatiebeveiligings- en IT-risico's worden geïdentificeerd en geanalyseerd door de eerste verdedigingslinie, die wordt geadviseerd door de tweede verdedigingslinie, en besproken als onderdeel van de NAPP-goedkeuring.
Op het niveau van de Group Key Controls zijn metrics bepaald om de doeltreffendheid van de controles te onderbouwen met feiten en cijfers. Enkele voorbeelden zijn, zonder limitatief te zijn, statistieken over vermogensbeheer, de klikratio van werknemers bij phishingcampagnes, de snelheid waarmee kwetsbaarheden in websites worden verholpen en andere metrics met betrekking tot bedreigingen voor KBC-klanten en -ondernemingen.
De wettelijke vereisten inzake de opvolging, meting en rapportering van het uitbestedingsrisico zijn in de loop der jaren toegenomen. Omdat contracten sluiten met externe dienstverleners een essentieel onderdeel is van de operationele processen en uitbesteding binnen de groep een belangrijk aspect is van de KBC-strategie, blijft de noodzaak om aandacht te besteden aan het uitbestedingsrisico een belangrijk onderdeel van het groepswijde risicobeheer bij KBC.
Om een sterk beheer van zijn uitbestedingsprocessen en -risico's te verzekeren, heeft KBC een groepswijd uitbestedingskader ingevoerd, dat bestaat uit een groepswijd uitbestedingsbeleid en groepswijde uitbestedingsrisiconormen. Zowel het beleid als de normen worden ondersteund door advies van de eerste en tweede verdedigingslinie om een gestandaardiseerde aanpak binnen de hele KBC-groep te waarborgen, in overeenstemming met de EBA-richtsnoeren inzake uitbesteding.
Er bestaan belangrijke controledoelstellingen om de risico's die voortvloeien uit externe of interne uitbesteding gedurende de volledige levenscyclus van een dienstverlener, van de selectie en de precontractuele fase tot de strategieën voor verlenging, beëindiging en uitstap, adequaat te beperken. Een kwaliteitsvolle risicogovernance van de uitbestede activiteiten van KBC wordt gewaarborgd door regelmatige risicobeoordelingen. Hun frequentie wordt bepaald door hoe kritiek de uitbestede activiteit is.
De datagedreven strategie van KBC wordt gevoed door een groeiende reeks geavanceerde modellen. Op AI gebaseerde modellen komen steeds vaker voor in bedrijfsdomeinen (bankieren, verzekeren, vermogensbeheer).
Overeenkomstig de interne normen voor modelrisicobeheer worden al deze modellen centraal geïnventariseerd op een speciaal platform, periodiek beoordeeld op hun risico's en dienovereenkomstig gelabeld. Bij die toekenning van een label wordt rekening gehouden met de modelonzekerheid, de modelimpact en de materialiteit, alsook met de sterkte en de maturiteit van de controles die op het model worden toegepast. De labels stellen KBC in staat zijn modelrisicoprofiel te beheren, prioriteiten te bepalen en actieplannen op te stellen.
Om te garanderen dat kritieke diensten beschikbaar blijven, beschikt KBC over een bedrijfscontinuïteitsbeheerproces. Dat zorgt ervoor dat er regelmatig een businessimpactanalyse wordt uitgevoerd en dat er hersteltijddoelstellingen worden bepaald en toegepast.
Het bedrijfscontinuïteitsbeheerproces is een matuur proces binnen de groep, waarbij de nadruk ligt op zowel preventie als respons. Crisispreventie is erop gericht de kans op een crisis te verkleinen, terwijl crisisrespons is gericht op het effectief en efficiënt afhandelen van een crisis als die zich voordoet. Daarvoor zijn praktische scenario's beschikbaar, draaiboeken genaamd, over hoe een lopende crisis moet worden aangepakt.
In 2022 had de coronapandemie een minimale operationele impact. In alle entiteiten van de groep maakte een nieuwe manier van werken, met onder meer telewerken, een einde aan de speciale coronaregels en verliepen de activiteiten weer normaal. Het aanvankelijk nauwgezette toezicht op de operationele risico's naar aanleiding van het coronavirus werd teruggebracht tot business as usual. Tijdens de maandelijkse statuscontroles van Bedrijfscontinuïteitsbeheer (BCM) worden de mogelijke gevolgen van het coronavirus nog altijd in het oog gehouden. In 2022 hebben zich geen belangrijke problemen, verliezen of incidenten in verband met de pandemie voorgedaan.
Sinds begin 2022 waarschuwden Amerikaanse en Europese instellingen ons voor een verhoogd risico van ontwrichtende cyberaanvallen op kritieke infrastructuur en instellingen zoals telecommunicatie, energie, infrastructuur van de financiële markten, enz. na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.
In de tweede helft van 2022 zagen we een toename van het aantal cyberaanvallen en de variatie erin (bv. DDoS en password spraying) gericht tegen entiteiten van KBC en andere financiële instellingen. Een minderheid van die aanvallen kan worden toegeschreven aan de toegenomen cyberactiviteit in het kader van het conflict tussen Oekraïne en Rusland. Ze hadden echter een beperkte impact op de geviseerde KBC-entiteiten en onze klanten en er werden geen aanzienlijke verliezen geleden.
De Informatiebeveiligings- en IT-afdeling van KBC Groep en de lokale entiteiten blijven waakzaam en er zijn permanente monitoringprocedures van kracht. Er werden verschillende acties ondernomen om het risico verder te beperken, zoals:
De maatregelen worden voortdurend geëvalueerd en dat leidt tot aanvullende maatregelen als dat relevant is (bv. een herziening van de preventieve normen en investeringen in nieuwe tools om KBC beter te beschermen tegen deze toenemende dreiging).
Compliancerisico is het risico van niet-conformiteit of sancties als gevolg van het niet-naleven van wetten en regelgeving die verband houden met integriteit en van de interne beleidslijnen en gedragscodes die de eigen waarden van de instelling weerspiegelen, zoals bepaald in het Group Compliance Framework. Het omvat het gedragsrisico, d.w.z. het huidige of toekomstige risico van schade als gevolg van de ongepaste levering van producten en diensten, met inbegrip van gevallen van opzettelijk of nalatig wangedrag.
De compliancefunctie vervult een tweeledige rol: enerzijds geeft ze advies vanuit een onafhankelijke invalshoek over de interpretatie van wet- en regelgeving die betrekking heeft op de domeinen waarin ze actief is. Vanuit die preventieve rol heeft ze Group Compliance Rules uitgevaardigd, die minimumvereisten definiëren voor de hele groep, stelt ze procedures en instructies en opleidingen op maat op, geeft ze dagelijkse adviezen en onafhankelijke opinies in het New and Active Products Process, levert ze informatie aan de governanceorganen over nieuwe regelgevende ontwikkelingen en ondersteunt ze de groepsstrategie en de implementatie van de wettelijke en regelgevende vereisten door de verschillende betrokken businesses. Anderzijds voert de compliancefunctie als tweede verdedigingslinie een risicogebaseerde controle uit om de toereikendheid van het internecontrolesysteem te waarborgen. Meer specifiek laat de controle toe om na te gaan of de wettelijke en reglementaire vereisten correct worden nageleefd in de compliancedomeinen. Het heeft ook tot doel de doeltreffendheid en efficiëntie te waarborgen van de controles die de eerste verdedigingslinie uitvoert. Bovendien worden in de belangrijkste entiteiten van de groep kwaliteitscontroles uitgevoerd om de Raad van Bestuur ervan te verzekeren dat het compliancerisico naar behoren wordt beoordeeld.
Sinds 2020 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de compliancefunctie schaalbaar en futureproof te maken. Dat werd bereikt door meer processen te vereenvoudigen, de samenwerking tussen teams in de hele groep te bevorderen en door automatisering en artificiële intelligentie. Daarom is als eerste stap een gemeenschappelijk geïntegreerd platform ontwikkeld om het beheer van het witwasrisico te verbeteren – zowel wat de 'Know Your Customer' als de transacties betreft – dat zal worden uitgerold in België en de Centraal-Europese entiteiten. Op basis van modellen en machine learning kan daarmee onder andere ongewoon gedrag beter worden opgespoord. In België werden de middelen verdubbeld, waardoor het Compliance Monitoringprogramma aanzienlijk kon worden versterkt. De coördinatie van het Groepskader voor fraudebeheer is opgezet en zal naar verwachting tegen 2023 op volle toeren draaien. Tegelijkertijd zal men ook kunnen profiteren van de ontwikkelingen op het vlak van artificiële intelligentie.
De waarden die de Groep verdedigt en de belangrijkste vereisten worden verder uitgewerkt in het Integriteitsbeleid. Ze worden aangevuld met een inhoudelijke strategie en met backward- en forward-looking kwalitatieve en kwantitatieve Key Risk Indicators en prestatie-indicatoren, om het risicoprofiel van de organisatie beter te onderbouwen en om het uiteindelijke doel van conformiteit met de letter en de geest van de wet te weerspiegelen.
De voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, inclusief embargo's, was de afgelopen drie jaar een topprioriteit voor de compliancefunctie en zal ook in 2023 een prioriteit blijven. Het is een domein waar kennis van de klant (Know Your Customer, KYC), het updaten van hun profiel en het opvolgen van transacties (Know Your Transaction, KYT) essentieel zijn. Er worden ononderbroken inspanningen geleverd om de organisatie aan te passen aan een voortdurend veranderende regelgeving, in het bijzonder ten aanzien van klanten die een verhoogd risico vormen en voor wie aanvullende informatie nodig is. Er werd een Financial Crime Unit opgericht om de synergieën tussen AML (Antiwitwas), Embargo's en Fraude te verbeteren. De compliancefunctie volgt ook van nabij de EU-ontwikkelingen op het vlak van de nieuwe AML-autoriteit (AMLA) en de reglementaire bepalingen die in 2024 wordt verwacht.
Het spreekt voor zich dat het belang van de klant primeert. Daarom zorgen de controlefuncties er in het kader van het New and Active Products Process voor dat de lancering van nieuwe producten in overeenstemming is met de vele wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals MiFID II, de Verzekeringsdistributierichtlijn (IDD) en andere lokale en EU-regelgeving, en ook met de waarden van KBC. In 2022 werd bijzondere aandacht besteed aan duurzame beleggingen/ESG-kenmerken (milieu, maatschappij en governance) in MiFID en IDD, en aan de strategie inzake duurzame financiering. Die inspanningen zullen in 2023 worden voortgezet.
Gegevensbeschermingsaspecten blijven centraal staan om te verzekeren dat de GDPR maximaal wordt nageleefd. Sinds 2020 is Kate, de spraakgestuurde persoonlijke assistent, slimmer geworden en slaagt ze er almaar beter in het dagelijkse leven van onze klanten gemakkelijker te maken. In
2021 en 2022 ging de meeste aandacht naar cloudontwikkelingen, waarbij rekening werd gehouden met de gevolgen van Schrems II (doorgifte van gegevens aan derde landen) en tegelijkertijd het juiste evenwicht moest worden bewaard tussen de geldende wettelijke voorschriften en de technologische ontwikkelingen die inherent zijn aan een datagedreven strategie, nu en in de toekomst.
Voor de berekening van het operationeelrisicokapitaal (inclusief compliancerisico) gebruiken we de standaardbenadering volgens Basel III. Eind 2022 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Groep 975 miljoen euro. Eind 2021 was dat 920 miljoen euro. Deze stijging met 5,9% is het gevolg van de overname van Raiffeisenbank Bulgaria (24 miljoen euro) en hogere totale opbrengsten.
Reputatierisico ontstaat uit het verlies van vertrouwen van of een negatieve perceptie bij stakeholders (zoals KBCmedewerkers en -vertegenwoordigers, klanten en niet-klanten, aandeelhouders, beleggers, financieel analisten, ratingbureaus, de lokale gemeenschap waarin het actief is, enz.) – al dan niet correct – die een nadelige invloed kunnen hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om bestaande zakelijke of klantenrelaties te onderhouden of nieuwe relaties op te bouwen en om blijvend toegang te hebben tot financieringsbronnen.
Reputatie is een waardevol goed in het bedrijfsleven en dat geldt zeker voor de financiëledienstensector, die in hoge mate drijft op vertrouwen. Het reputatierisico is doorgaans een secundair risico, omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico. Om het reputatierisico te beheren, blijven we ons richten op duurzame en rendabele groei en bevorderen we een sterke bedrijfscultuur die verantwoord gedrag aanmoedigt, ook op het vlak van sociale en milieuverantwoordelijkheid. We
stellen de belangen van de klant centraal en bevorderen het vertrouwen door de klant eerlijk en oprecht te behandelen.
Het reputatierisicobeheerkader beschrijft hoe we het reputatierisico beheren. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep, Investor Relations en Compliance Groep).

Bedrijfsomgevingsrisico is het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (de macro-economische omgeving, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, de sociodemografische omgeving, het klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze diensten en producten beïnvloeden. Strategisch risico is het risico dat ontstaat door geen strategische beslissing te nemen, door een strategische beslissing te nemen die niet het gewenste effect heeft, of door een strategische beslissing niet te implementeren zoals het hoort.
Om ons voor te bereiden op en gepast om te gaan met veranderingen in de externe omgeving en het strategische risico te beheren, beschikken we over sterke en doeltreffende strategische processen om zowel risico's (bv. door de risicoscan) als kansen (bv. door een trendboek op te stellen) te identificeren en die te vertalen naar de KBC-strategie en -innovatieroadmaps die regelmatig worden herzien.
De bedrijfsstrategie 'Differently: the next level' is het strategische antwoord van KBC om met veranderingen in de bedrijfsomgeving om te gaan, zoals veranderend klantengedrag, het wegvallen van financiële intermediatie, toenemende digitalisering en klimaatverandering. De strategie versterkt de concurrentiepositie van KBC verder door de creatie van een digital first, datagedreven bankverzekeraar+ (zie het hoofdstuk Onze strategie).
Bedrijfsomgevingsrisico's worden beoordeeld als onderdeel van het strategische planningproces, dat vertrekt van een risicoscan die de belangrijkste financiële en niet-financiële risico's blootlegt. Die risico's worden gekwantificeerd in zowel waarschijnlijke scenario's als in verschillende stressscenario's. De blootstelling aan de vastgestelde
bedrijfsomgevingsrisico's wordt ook doorlopend bewaakt aan de hand van risicosignalen die aan het topmanagement worden gerapporteerd (zo werden de risico's die voortvloeien uit het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de daaruit voortkomende verstoringen van de energievoorziening en andere problemen aan de aanbodzijde snel opgepikt via risicosignalen en omgezet in actieplannen).
De algemene bedrijfsomgevingsrisico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we ook in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel.
Marktrisico is de eventuele negatieve afwijking ten aanzien van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door veranderingen in of de volatiliteit van rentevoeten, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De marktrisico's verbonden aan de handelsactiviteiten van KBC vloeien voort uit het onevenwicht tussen de portefeuille van verrichtingen die ontstaat door in te spelen op specifieke behoeften van klanten enerzijds, en de indekking daarvan met meer gangbare financiële instrumenten die afgesloten worden op de financiële markten anderzijds.
Het competentiecentrum voor marktrisico's in tradingactiviteiten is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het opstellen van het beheerskader voor marktrisico's in tradingactiviteiten. Dat kader bevat specifieke passende maatregelen, methoden en instrumenten, alsook de toe te passen controleprocessen, organisatorische aspecten, IT-systemen, alles wat informatie/communicatie betreft en de bijbehorende governance voor marktrisico's in de tradingportefeuilles van de groep. Onze tradingactiviteiten zijn vooral gericht op rente-instrumenten, terwijl de activiteit op de valutamarkten en met betrekking tot aandelen van oudsher beperkt is. Deze activiteiten worden uitgevoerd door onze dealingrooms in België, Tsjechië, Hongarije, Bulgarije en Slowakije en via een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. Waar dat mogelijk en praktisch haalbaar is, worden de resterende tradingposities van onze buitenlandse entiteiten systematisch overgedragen aan KBC Bank NV, in het kader van het centrale beheer van de tradingactiviteiten van de groep, zowel vanuit businessperspectief als vanuit het oogpunt van risicobeheer). Als gevolg daarvan tekent KBC Bank NV voor ongeveer 98% van het aan de tradingportefeuille gerelateerde reglementaire kapitaal van KBC Groep NV.
marktrisico in tradingactiviteiten ligt bij de risicofunctie. We meten het risico aan de hand van een aantal parameters, waaronder nominale posities, concentraties, BPV, de zogenaamde greeks en scenarioanalyse. Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is evenwel de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. We gebruiken de historische simulatiemethode, die geen veronderstellingen maakt wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar uitgaat van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. Ons HVaR-model wordt gebruikt voor zowel Management HVaR als voor de berekening van het reglementaire kapitaal. De Reglementaire HVaR wordt berekend conform de CRD IVnormen ter zake (eenzijdig betrouwbaarheidsinterval van 99%, houdperiode van tien dagen). Voor de Management HVaR worden dezelfde normen gehanteerd, behalve dat een houdperiode van één dag wordt gebruikt, omdat dat intuïtiever is voor het senior management en ook overeenstemt met de winst-en-verliesrapportering, het dagelijkse bestuur, stop losses en backtesting.
Risico-identificatie hebben beschreven, betreft dit het opstellen van de nodige externe en interne rapporten, het geven van advies over businessvoorstellen en het bewaken van en verstrekken van advies over de risico's die aan de posities verbonden zijn. We volgen de risico's verbonden aan de posities dagelijks op met behulp van het risicolimietenraamwerk. Een ander belangrijk aspect van deze bouwsteen is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met afwikkelingskosten, waardeaanpassingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico. We bewaken de risico's ook via interne beoordelingen en een brede waaier van controles, waaronder parameterherzieningen, dagelijkse aansluitingsprocedures, analyses van de materiële impact van proxies en andere periodieke controles om een goed risicobeheer te garanderen. Het GMC, dat maandelijks bijeenkomt, ontvangt een uitgebreid kernverslag en periodieke en ad-hocmemo's en -rapporten. Het GMC ontvangt ook halfweg tussen de maandelijkse bijeenkomsten een dashboard. De frequentie daarvan wordt verhoogd (tot dagelijks als dat nodig is) naar gelang van de marktomstandigheden. Het Directiecomité bekrachtigt de notulen van de GMC-vergaderingen en ontvangt ook informatie over het marktrisico en risicosignalen in zijn maandelijkse Integrated Risk Report.
• Stresstests: naast het risicolimietenraamwerk voeren we wekelijks uitgebreide stresstests op onze posities uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. De stresstests worden besproken op GMC-vergaderingen, zodat de leden inzicht krijgen in de potentiële zwakheden in de posities van de groep. Onze herziening van de stresstests in 2022 (betreffende de mix
en de controle of ze up-to-date en relevant blijven) heeft geleid tot een herijking van de 'tenor basis'-verschuivingen en de 'cross-currency basis'-verschuivingen die worden gebruikt in onze hypothetische rentestresstests. Andere wijzigingen werden niet nodig geacht. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
De grote volatiliteit en nervositeit op de markten hield heel 2022 aan, aangedreven door geopolitieke spanningen, hoge inflatiecijfers, recessievrees en de onzekerheid over de timing en omvang van de monetaire verkrapping door de centrale banken. Hoewel die toegenomen activiteit en volatiliteit op de markten gunstig was voor de winst-en-verliesrekening van onze dealingrooms, hebben zelfs de beperkte onevenwichtigheden en restposities als gevolg van de onnauwkeurige (macro)afdekking van de posities die voortvloeiden uit het faciliteren van klanten, geleid tot een grotere volatiliteit van de winst-en-verliesrekening. Ondanks de door de dealingroom genomen maatregelen om de volatiliteit van de winst-en-verliesrekening te verlagen, waren de risicogewogen activa voor marktrisico voor de tradingactiviteiten eind 2022 met ongeveer 16% gestegen ten opzichte van eind 2021 als gevolg van de onrust op de markten, die de risicogewogen activa voor marktrisico afgeleid van ons goedgekeurde interne model verhoogde (zie het Risk Report van KBC, beschikbaar op www.kbc.com voor meer informatie). Dat de risicobereidheid van KBC voor marktrisico's in tradingactiviteiten laag is, blijkt echter uit het feit dat, ondanks deze stijging, de risicogewogen activa voor marktrisico voor tradingactiviteiten in 2022 ongeveer 3% van de totale risicogewogen activa van de KBC-groep bleven.
De tabel geeft de Management HVaR (99% betrouwbaarheidsinterval, houdperiode van 1 dag, historische simulatie) voor zowel de lineaire als de nietlineaire posities in alle dealingrooms van de KBC-groep die met HVaR kunnen worden gemodelleerd.
| Marktrisico (Management HVaR) (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | 8 | 8 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | 9 | 8 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | 10 | 7 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | 9 | 7 |
| Op 31 december | 7 | 7 |
| Maximum in jaar | 12 | 11 |
| Minimum in jaar | 6 | 4 |
In de tabel hierna vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddelde over het volledige jaar) in het HVaR-model van KBC. Het aandelenrisico is afkomstig van de equity desk en van KBC Securities.

| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (Management HVaR; in miljoenen euro) |
Gemiddelde voor 2022 |
Gemiddelde voor 2021 |
|---|---|---|
| Renterisico | 8,6 | 7,6 |
| Wisselkoersrisico | 1,3 | 1,1 |
| Valutaoptierisico | 0,3 | 0,2 |
| Aandelenrisico | 0,8 | 0,9 |
| Invloed van diversificatie | -2,1 | -2,3 |
| Totale HVaR | 8,9 | 7,5 |
De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met dagelijkse cijfers van de winst-enverliesrekening. Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten, desks en zelfs trader accounts. Meer details over de backtests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 4.8.
Het overgrote deel van de reglementaire kapitaalvereisten wordt berekend met behulp van ons goedgekeurde interne model, dat naast HVaR ook SVaR gebruikt, een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaRmaatstaf is gebaseerd op de normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress.
De stressperiode wordt minstens een keer per jaar aangepast (maandelijks gecontroleerd om te verzekeren dat de periode nog geldig is) door te bepalen welke periode van 250 dagen tussen 2006 en dat ogenblik de zwaarste verliezen heeft geproduceerd voor de relevante posities. De bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de internemodelberekeningen worden gemeten volgens de standaardbenadering.
Voor meer details over het reglementaire kapitaal en de ontwikkeling ervan tussen 2021 en 2022, verwijzen we naar het KBC Risk Report (beschikbaar op www.kbc.com), dat een uitsplitsing bevat van de reglementaire kapitaalvereisten voor het marktrisico van KBC Groep per risicotype.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn schulden en verplichtingen tijdig na te komen zonder hoger dan verwachte verliezen te lijden.
De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen.
Treasury Groep en de lokale treasuryfunctie treden op als eerste verdedigingslinie en zijn verantwoordelijk voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van KBC. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau. De risicofunctie is de tweede verdedigingslinie. Gezien de specifieke kenmerken van het Treasury-domein en ter ondersteuning van de groeps-CRO, werd een CRO Treasury aangesteld die specifiek verantwoordelijk is voor de Treasury-activiteiten. Het groepswijde Uitgebreide Competentiecentrum ALM en Liquiditeitsrisico is op zijn beurt verantwoordelijk voor de invoering van de principes voor liquiditeitsrisicobeheer, die zijn vastgelegd in een liquiditeitsrisicobeheerskader op groepsniveau dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.
Daarnaast heeft KBC ook een Internal Liquidity Adequacy Assessment Process (ILAAP) om ervoor te zorgen dat het beschikt over robuuste strategieën, beleidslijnen, processen en systemen voor het identificeren, meten, beheren en bewaken van het liquiditeitsrisico en financieringsposities over alle passende tijdshorizonten, om voldoende hoge liquiditeitsbuffers aan te houden.
Extreme marktomstandigheden of markten onder stress kunnen worden veroorzaakt door crises zoals de coronapandemie of het conflict tussen Rusland en Oekraïne. De liquiditeitspositie van KBC heeft die stress weerstaan en blijft erg solide.

In 2020 en 2021 nam KBC deel aan de doelgerichte herfinancieringsoperatie op langere termijn (TLTRO) voor 24,5 miljard euro, wat zijn LCR en NSFR bijkomend heeft
ondersteund. In 2022 heeft KBC een eerste gedeeltelijke terugbetaling gedaan.
| Liquiditeitsrisico (exclusief intercompany transacties)* (in miljarden euro) |
<= 1 maand |
1-3 maan den |
3-12 maan den |
1-5 jaar | > 5 jaar |
Op vraag |
Niet be paald |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2022 | ||||||||
| Totale instroom | 6 | 12 | 20 | 82 | 115 | 53 | 34 | 322 |
| Totale uitstroom | 38 | 20 | 29 | 24 | 5 | 178 | 29 | 322 |
| Professionele financiering | 6 | 0 | 20 | 5 | 0 | 4 | 0 | 36 |
| Klantenfinanciering | 19 | 9 | 8 | 12 | 3 | 174 | 0 | 226 |
| Schuldbewijzen | 8 | 11 | 1 | 7 | 1 | 0 | 0 | 28 |
| Overige | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 29 | 33 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-32 | -8 | -9 | 58 | 111 | -125 | 5 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | -47 | -47 |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | -11 | -11 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-32 | -8 | -9 | 58 | 111 | -125 | -53 | -58 |
| 31-12-2021 | ||||||||
| Totale instroom | 7 | 10 | 23 | 75 | 101 | 43 | 44 | 303 |
| Totale uitstroom | 20 | 19 | 10 | 41 | 4 | 178 | 31 | 303 |
| Professionele financiering | 7 | 1 | 3 | 24 | 0 | 6 | 0 | 41 |
| Klantenfinanciering | 5 | 11 | 3 | 10 | 2 | 172 | 0 | 203 |
| Schuldbewijzen | 4 | 7 | 4 | 6 | 2 | 0 | 0 | 24 |
| Overige | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 31 | 35 |
| Liquiditeitsgap (exclusief niet-opgenomen verbintenissen) |
-13 | -9 | 13 | 34 | 96 | -135 | 13 | 0 |
| Niet-opgenomen verbintenissen | – | – | – | – | – | – | -43 | -43 |
| Financiële garanties | – | – | – | – | – | – | -10 | -10 |
| Nettofinancieringsgap (inclusief niet opgenomen verbintenissen) |
-13 | -9 | 13 | 34 | 96 | -135 | -41 | -54 |
* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtMposities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 4.1 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
Deze structurele liquiditeitsgap omvat niet het concept van een liquiditeitsbuffer (d.w.z. het feit dat KBC zijn liquide obligaties te allen tijde kan monetiseren via repo of verpanding). Het kasstroomgenererend vermogen van obligaties is in deze tabel pas zichtbaar op de eindvervaldag van de obligatie. Bijgevolg zijn de nettofinancieringsgaps die in de eerste buckets in de tabel zijn weergegeven, een duidelijke overschatting van het risico, omdat KBC in de praktijk zijn liquiditeitsbuffer (96 miljard euro eind 2022, waarvan 49 miljard euro niet-bezwaarde, voor de centrale
bank in aanmerking komende activa en de rest cash en opeisbare vorderingen op de centrale bank) zou monetiseren om deze netto-uitstroom aan te pakken.
We hebben een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in onze kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
| Financieringsmix | Informatie | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|---|
| Financiering van klanten1 | Zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige de posito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk |
79% | 78% |
| Schulduitgiften geplaatst bij insti tutionele beleggers |
Waaronder gedekte obligaties, tier 2-uitgiften, senior schulden van KBC Groep NV |
6% | 7% |
| Netto ongedekte interbancaire financiering |
Inclusief TLTRO | 7% | 12% |
| Netto gedekte financiering2 | Repofinanciering | -3% | -8% |
| Depositocertificaten | – | 3% | 2% |
| Totaal eigen vermogen | Inclusief AT1-uitgiften | 7% | 9% |
| Totaal | 100% | 100% | |
| (in miljarden euro) | 287 | 258 |
1 Ongeveer 83% van deze financiering heeft betrekking op particulieren en kmo's (eind 2022).
2 Negatief omdat KBC meer reverserepotransacties uitvoerde dan repotransacties.
Eind 2022 had de KBC-groep voor 49 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 40 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (81%). De resterende beschikbare liquide middelen waren voornamelijk gedekte obligaties (14%). De meeste liquide
middelen zijn uitgedrukt in de munten van onze thuismarkten. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.
Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie en de ernst van schadegevallen. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.
Het competentiecentrum voor verzekeringsrisico zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Het is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.
Het risico-identificatieproces bestaat deels uit een betrouwbare classificatie van alle verzekeringsrisico's waartoe (her)verzekeringscontracten aanleiding kunnen geven. Ingevolge de Solvency II-richtlijn worden de verzekeringsactiviteiten opgesplitst in drie hoofdcategorieën, namelijk Leven, Niet-leven en Gezondheid, met telkens een onderverdeling in catastroferisico's en niet-catastroferisico's.
Groepscomité Verzekeringen (GIC) en wordt goedgekeurd door het Directiecomité en de Raad van Bestuur. In het GIC worden de vastgestelde limieten herzien en gerapporteerd. De verzekeringsrisicolimieten worden bepaald en vastgelegd op groepsniveau en vervolgens uitgewaaierd naar de lokale entiteiten. De nodige nalevingscontroles worden uitgevoerd.
De verzekeringsportefeuilles worden beschermd tegen de invloed van grote schadeclaims of de opeenstapeling van verliezen door:
Herverzekeringsprogramma's kunnen worden onderverdeeld in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen. Het overgrote deel van de herverzekeringscontracten is op nietproportionele basis afgesloten, waardoor de impact van grote schadegebeurtenissen wordt afgedekt.
Het is de opdracht van de onafhankelijke verzekeringsrisicofunctie om:
KBC had geen directe blootstelling aan zaakverzekeringen in Rusland of Oekraïne bij het begin van het conflict, en dus was er geen wezenlijke impact op de winstgevendheid van KBC. Indirect was er de snelle stijging van de energieprijzen en de daarmee gepaard gaande hoge inflatie, waardoor de gemiddelde schadelast in schadeverzekeringen is toegenomen. Er zijn maatregelen genomen en gepland om de gevolgen voor de winstgevendheid te beperken door premieaanpassingen, monitoring van schadeclaims en door het verzekeringstechnische risicoprofiel binnen de risicobereidheid te houden.
Voor sommige soorten natuurrampen (zoals stormen en overstromingen) wordt de laatste jaren een stijgende tendens in hun waarschijnlijkheid vastgesteld. Dat kwam het afgelopen jaar tot uiting in verwoestende natuurrampen in onze kernlanden.
We verwijzen naar Toelichting 3.7 Verzekeringsresultaten voor de netto-invloed van deze gebeurtenissen op het technische resultaat voor schadeverzekeringen en naar het hoofdstuk Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's.
In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de groepsrisicofunctie, meer bepaald het competentiecentrum voor verzekeringsrisico, regelmatig diepgaande analyses en onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen voor Leven en Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn.
Eerst worden toereikendheidstoetsen uitgevoerd die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten voor technische voorzieningen. De berekeningen zijn gebaseerd op het best estimate-model en houden rekening met een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen.
Ten tweede worden schadeafwikkelingsdriehoeken ontwikkeld die de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven tonen over de laatste jaren:
De schadeafwikkelingsdriehoeken vindt u in de tabel hieronder. De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2022.
| Schadeafwikke lingsdriehoeken, KBC Verzekerin gen (in miljoenen euro) |
Voor valsjaar 2013 |
Voor valsjaar 2014 |
Voor valsjaar 2015 |
Voor valsjaar 2016 |
Voor valsjaar 2017 |
Voor valsjaar 2018 |
Voor valsjaar 2019 |
Voor valsjaar 2020 |
Voor valsjaar 2021 |
Voor valsjaar 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Raming aan het einde van het |
||||||||||
| voorvalsjaar | 915 | 990 | 940 | 1 024 | 1 000 | 1 072 | 1 149 | 1 018 | 1 262 | 1 328 |
| 1 jaar later | 771 | 880 | 796 | 888 | 882 | 939 | 1 019 | 897 | 1 167 | – |
| 2 jaar later | 700 | 826 | 751 | 825 | 849 | 894 | 989 | 859 | – | – |
| 3 jaar later | 678 | 805 | 720 | 811 | 833 | 876 | 967 | – | – | – |
| 4 jaar later | 674 | 789 | 708 | 806 | 816 | 846 | – | – | – | – |
| 5 jaar later | 665 | 781 | 697 | 787 | 789 | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | 663 | 779 | 690 | 782 | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | 661 | 770 | 676 | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | 659 | 765 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | 653 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Huidige raming | 653 | 765 | 676 | 782 | 789 | 846 | 967 | 859 | 1 167 | 1 328 |
| Cumulatieve betalingen |
592 | 689 | 587 | 643 | 653 | 691 | 746 | 635 | 785 | 587 |
| Huidige voorzieningen |
61 | 76 | 89 | 139 | 136 | 155 | 221 | 223 | 381 | 741 |
Solvency II eist dat er in elke verzekeringsentiteit en op het niveau van de verzekeringsgroep naast de risicofunctie ook een actuariële functie wordt opgericht. Een actuariëlefunctiehouder wordt aangesteld om de activiteiten van de actuariële functie op zich te nemen. Die functie moet er eigenlijk voor zorgen dat de Raad van Bestuur van de vennootschap op onafhankelijke wijze volledig is ingelicht.
De hoofdtaken van de actuariële functie zijn:
toereikendheid van de berekening van de technische voorzieningen;
Solvency II bepaalt de reglementaire kapitaalvereisten voor de verzekeringsmaatschappijen. De solvabiliteitskapitaalratio bedroeg eind 2022 203%, tegenover 201% eind 2021. De Solvency II-resultaten en meer details over de ratio's vindt u in ons Solvency & Financial Condition Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 3.7 en 5.6. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten per divisie vindt u in de toelichtingen in verband met segmentinformatie.
ESG-risico's zijn de risico's van (huidige of toekomstige) milieu-, sociale of (corporate-) governancefactoren die een invloed hebben op KBC, rechtstreeks of via zijn tegenpartijen en blootstellingen.
Milieu-, sociale en governancerisico's (Environmental, Social and Governance, ESG) worden geleidelijk ingebed in het KBC-risicobeheerkader en in onze risicobeheerprocessen.
ESG-risico's zijn opgenomen in onze risicotaxonomie als belangrijke risico's verbonden aan de bedrijfsomgeving van KBC. ESG-risico's spelen een belangrijke rol in de externe omgeving en manifesteren zich via (alle) andere traditionele risicodomeinen, zoals kredietrisico, verzekeringstechnisch risico, marktrisico, operationeel en reputatierisico. Bijgevolg beschouwen we ESG niet als afzonderlijke risicotypes.
Binnen de sector zijn de risicobeoordelingsmethodologieën voor klimaatrisico's verder gevorderd dan voor sommige andere ESG-risicodomeinen.
Wat de milieurisico's betreft, concentreerde KBC zich aanvankelijk ook op de integratie van klimaatrisico in alle risicobeheerkaders en -processen, maar het onderneemt nu steeds meer stappen om deze milieurisico's (zoals verlies van biodiversiteit, waterstress, verontreiniging en afval) te integreren in zijn processen, bijvoorbeeld door het Biodiversiteitsbeleid van KBC strikt na te leven (zie De risicobereidheid bepalen en trapsgewijs uitwaaieren), door rekening te houden met milieurisico's in ons kredietacceptatie- en -beoordelingsproces en door over milieurisico's te rapporteren aan de Raad van Bestuur als onderdeel van onze regelmatige risicorapportering. Wat de sociale en governancerisico's betreft, hangen verscheidene compliancedomeinen zoals beschreven in het Compliancecharter van KBC nauw samen met sociale en governancerisico's (bv. Corporate Governance, Gedrag, Embargo, Beleggersbescherming, Gegevensbescherming, Ethiek & Fraude, Consumentenbescherming en Antiwitwas). Binnen onze operationeelrisicobeheerprocessen zijn er controles voor het beheer van het cyberrisico, modelrisico (bv. het vermijden van vooroordelen in modellen, het waarborgen van ethische AI), de bedrijfscontinuïteit (bv. zorgen voor continuïteit van de dienstverlening aan klanten), juridisch risico, persoonlijke- en fysiekeveiligheidsrisico's (met betrekking tot personeel en klanten). Voor meer details verwijzen we naar Niet-financiële risico's in dit hoofdstuk.
Het klimaatrisico wordt sinds 2018 aangemerkt als een top risk voor KBC. Rekening houdend met de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD), maken we voor klimaat- en andere milieurisico's een onderscheid tussen:
KBC benadert klimaatrisico vanuit een dubbel materialiteitsperspectief en concentreert zich daarbij op:
klimaat. In dat verband hebben we, door in 2019 de Collective Commitment to Climate Action (CCCA) te ondertekenen, publiekelijk verklaard dat we een voortrekkersrol willen spelen en een belangrijke hefboom willen zijn in het overgangsproces naar een duurzamere samenleving en een koolstofarme economie, onder meer door ons ertoe te verbinden onze portefeuilles en bedrijfsstrategie af te stemmen op het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde onder de 2 °C te houden en te streven naar 1,5 °C. Als ondertekenaar van de CCCA hebben we in september 2022 ons Klimaatrapport gepubliceerd met daarin strenge decarboniseringsdoelstellingen voor de betrokken prioritaire sectoren die het overgrote deel van onze kredietportefeuille uitmaken.
Voor een gedetailleerde bespreking van hoe wij klimaat- en andere ESG-risico's beheren, verwijzen we naar ons Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
De manier waarop KBC risicobeheer benadert, wordt ondersteund door een sterk risicobeleid:
Meer details over duurzaamheidsgovernance vindt u in Onze rol in de samenleving en Focus op het klimaat in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
Wij gebruiken verschillende benaderingen om ESG-risico's in kaart te brengen. We scannen de interne en externe omgeving voortdurend op nieuwe en opduikende risico's waaraan we zijn blootgesteld op korte termijn (1 tot 3 jaar), middellange (4 tot 10 jaar) en lange termijn (langer dan 10 jaar). Daardoor integreren we ook een forward-looking perspectief.
Om een proactieve identificatie van risico's te waarborgen, hebben we de volgende initiatieven genomen:
Map en de resultaten ervan vindt u in het Risk Report over 2022, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
• We hebben verschillende initiatieven genomen om het ESG-risicobewustzijn verder te vergroten. Zo hebben we de Sustainable Finance Legal Working Group opgericht om de nieuwe en veranderende regelgeving op te volgen, rapporteren we regelmatig over ESG-risicosignalen aan het senior management en zorgen we voor interne communicatie en opleidingen voor (risico)medewerkers en leidinggevenden.
We gebruiken een reeks methodologieën om klimaatgerelateerde risico's voor onze kredietverlening en beleggingsactiviteiten beter te kunnen identificeren, meten en analyseren. Die geven meer inzicht in de gevolgen van de klimaatverandering op ons bedrijfsmodel, maar ook in de gevolgen van onze activiteiten op het milieu. Door de integratie van die methodologieën kunnen we ons kredietacceptatie- en beleggingsbeleid geleidelijk verbeteren, en ze geven de nodige ondersteuning in de dialoog met onze klanten.

van de analyses bleek dat er behoefte is aan interactie met de klant voor de (sub)sectoren die het kwetsbaarst worden geacht voor de overgang naar een CO2 -arme economie, om te begrijpen hoe die (sub)sectoren de transitierisico's waaraan ze zijn blootgesteld beperken. De resultaten van de oefening zijn nog altijd een belangrijke input voor verschillende klimaatgerelateerde processen, zoals de Climate Risk Impact Map en de whitepaperoefeningen. Meer informatie over de oorspronkelijke beoordeling is beschikbaar in het Risk Report over 2021 op www.kbc.com.
KBC op lange termijn veilig te stellen.
• In 2022 hebben we voor het vierde jaar op rij de gefinancierde uitstoot van onze portefeuilles berekend volgens de Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) -methodologie. Net als in 2021 hebben we de PCAF gebruikt om de verbonden gefinancierde uitstoot van onze volledige kredietportefeuille te berekenen.
• Meer details over de bovengenoemde meetmethoden vindt u in ons Risk Report en Duurzaamheidsverslag, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.
De resultaten en inzichten die deze methodologieën opleveren, zijn waardevol om hotspots in de kredietportefeuille van KBC op te sporen, als input voor het bepalen van doelstellingen en het uitvoeren van stresstests voor klimaatrisico's, en om waar nodig het beleid aan te passen. Ze maken ook deel uit van de inspanningen van KBC om klimaatrisico verder te integreren in zijn kredietbeoordelingsprocessen en modellering (onder meer van verwachte kredietverliezen). Het management heeft wel altijd de mogelijkheid om de verwachte kredietverliezen aan te passen om zo rekening te houden met gebeurtenissen die geen deel uitmaken van de financiële beoordeling, zoals groeiende inzichten in ESG- en klimaatgerelateerde risico's.
De risicobereidheidsverklaring van KBC evolueert mee met de veranderingen in de interne en externe context en de strategische ambities. De risicobereidheid van KBC dekt alle materiële risico's waaraan KBC is blootgesteld, met bijzondere aandacht voor risico's die de externe omgeving nu en in de toekomst beheersen. Gezien het toegenomen belang dat KBC toekent aan het klimaatrisico, is een specifieke risicobereidheidsdoelstelling opgenomen in de KBC-risicobereidheidsverklaring, die beide invalshoeken van de 'dubbele materialiteit' dekt.
Andere doelstellingen hebben ook betrekking op andere ESG-thema's. Ze omvatten
Om minder kwetsbaar te zijn voor veranderingen in de externe omgeving – inclusief klimaatverandering – streven we naar diversiteit en flexibiliteit in onze activiteitenmix, klantsegmenten, distributiekanalen en regio's, waarbij we ons niet concentreren op winst op korte termijn ten koste van stabiliteit op lange termijn. We beheren de volatiliteit van de nettoresultaten door een sterk risicobeheerkader en gezonde risicobereidheid te definiëren om de financiële en operationele veerkracht op korte, middellange en lange termijn te waarborgen.
De high-level risicobereidheidsdoelstellingen worden voor een aantal risicotypes verder uitgewerkt:
• Vanuit het oogpunt van kredietrisico streeft KBC ernaar de negatieve impact van zijn activiteiten op het milieu en de samenleving te beperken en een positieve impact te stimuleren, op basis van een cultuur van verantwoorde kredietverlening, waarvan de principes zijn vastgelegd in de Credit Risk Standards on Sustainable and Responsible Lending. In overeenstemming met zijn bijgewerkte klimaatambities heeft KBC Groep doelstellingen bepaald om de toekomstige blootstelling aan niet-duurzame activiteiten te verminderen en tegelijkertijd de overgang naar een duurzame economie te vergemakkelijken door zijn klanten daarvoor financiering te verstrekken. Het speelveld voor kredietrisico wordt tastbaar gemaakt door kredietrisiconormen en groepswijde beleidslijnen die beperkingen en aanbevelingen opleggen met betrekking tot kredietrisico.
De risicobereidheid van KBC wordt ondersteund door beleidslijnen en duurzaamheidsdoelstellingen (zie Onze rol in de samenleving in het deel Verslag van de Raad van Bestuur). In ons beleid voor duurzame en verantwoorde kredietverlening, verzekeringen, adviesverlening en beleggingen identificeren we bijvoorbeeld controversiële activiteiten met betrekking tot het milieu (waaronder klimaat en biodiversiteit), mensenrechten, bedrijfsethiek en gevoelige/controversiële maatschappelijke thema's. Dat zijn economische activiteiten die we niet willen financieren, verzekeren of aanbevelen (zoals activiteiten in verband met thermische steenkool) of alleen onder strikte voorwaarden (zoals biomassatechnologieën, de productie van palmolie, enz.).
Door klimaatrisico-overwegingen te integreren in ons risicobereidheidsproces richten we ons niet alleen op kortetermijneffecten, maar houden we ook rekening met een langere tijdshorizon. De potentiële gevolgen op korte, middellange en lange termijn die in de Climate Risk Impact Map zijn vastgesteld (zie Risico-identificatie), vormen input voor onze besprekingen over de risicobereidheid, zodat (vroege) waarschuwingssignalen kunnen worden gegeven in geval van verwachte belangrijke gevolgen (voor alle tijdshorizonten) met als doel het strategische debat te sturen en tijdig risicobeperkende maatregelen te nemen (bv. het beleid aanpassen of bijkomende doelstellingen en limieten bepalen).
Ons eerste tussentijdse Klimaatrapport geeft meer details over het engagement van KBC en de
decarboniseringsdoelstellingen in onze rol als ondertekenaar van het CCCA. Die zorgen ervoor dat onze bankportefeuilles en bedrijfsstrategie zijn afgestemd op het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 °C te houden.
Indicatoren van klimaatgerelateerde risico's en opportuniteiten zijn opgenomen in het KBC Sustainability Dashboard, waardoor we de voortgang in de uitvoering van onze duurzaamheidsstrategie kunnen volgen en waar nodig kunnen bijsturen.
De Raad van Bestuur, het Risico- en Compliancecomité en het Directiecomité zijn de voornaamste bestemmelingen van de belangrijkste risicobeheerrapporten (bv. ICAAP/ILAAP/ ORSA, Integrated Risk Report, risicobereidheid, enz.). Aangezien ESG-risico's al goed geïntegreerd zijn in ICAAP/ ILAAP/ORSA en daarmee samenhangende analyses, komen deze risico's in die rapporten uitgebreid aan bod.
De toenemende aandacht voor het beheer van milieu-, sociale en bestuurlijke (ESG) risico's komt ook tot uiting in diverse wetgevingsinitiatieven. Voor banken die onder het toezicht van de ECB vallen (zoals KBC), zijn er bijvoorbeeld toezichtvereisten geformuleerd in de ECB-gids inzake klimaat- en milieurisico's. In 2022 heeft de ECB aan de hand van de thematische evaluatie van klimaatgerelateerde en
milieurisicobeheerpraktijken beoordeeld hoe wij omgaan met de in de gids opgenomen verwachtingen, en welke vooruitgang we hebben geboekt met onze uitvoeringsplannen om tot volledige naleving te komen. Deze evaluatie bouwde voort op de vragenlijsten van 2021 en maakte gebruik van deep dives in onze klimaatgerelateerde en milieurisicostrategieën, en in onze governance- en risicobeheerkaders en -processen.
Omdat data belangrijk zijn om onze portefeuilles verder te bewaken en te sturen, om doelstellingen te bepalen en te kunnen voldoen aan de verschillende regelgevingsvereisten (bv. van de EU-taxonomieverordening, de pijler 3-vereisten van de EBA, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)), coördineert een speciaal Data & Metrics-project binnen het Sustainable Finance-programma de gegevensverzameling in al onze kernlanden. Vanaf dit jaar zijn de EBA-sjablonen voor pijler 3-informatie over ESGrisico's opgenomen in het Risk Report, waar u een volledig overzicht van deze sjablonen vindt.
Zowel klimaattransitie- en fysiekerisicofactoren als socialerisicofactoren zijn al in verscheidene interne stresstests geïntegreerd (bv. in reverse stresstests en de ICAAP/ORSA-stresstest). Daarnaast nam KBC deel aan de klimaatstresstest van de ECB. Uit de uitgevoerde stresstests kan worden besloten dat, hoewel klimaatrisico een steeds belangrijker risico is voor KBC en de economie in haar geheel, er geen onmiddellijke bedreiging is voor onze kapitaal- en liquiditeitsbuffers. Hoewel in de zwaardere klimaatgerelateerde stresssituaties de winstgevendheid van KBC kan worden beïnvloed, daalt die winstgevendheid niet onder een adequaat niveau. Meer informatie over de uitgevoerde stresstests vindt u in ons Risk Report.
Klimaatstresstests en het gebruik van klimaatscenario's zullen verder geleidelijk verbeterd worden op basis van nieuwe inzichten uit bijvoorbeeld onze interne Climate Risk Impact Map (zie Risicometing) of andere toegepaste methodologieën die ons zullen helpen de impact van klimaatscenario's beter te vertalen naar financiële parameters.
Milieugegevens worden verstrekt op verschillende plaatsen in het hoofdstuk Onze strategie. Informatie over de EU-taxonomie wordt verstrekt onder Focus op het klimaat.
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal. Het moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de standpunten van ratingbureaus, de verwachtingen van de markt en de ambities van het management.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRSgegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD.
De CRR/CRD geeft uitvoering aan de Bazelregels in Europa en wordt regelmatig bijgewerkt. Wanneer nieuwe voorschriften worden geïmplementeerd, kan een overgangsperiode worden toegestaan waarin die voorschriften geleidelijk worden ingevoerd. Momenteel maakt KBC gebruik van overgangsmaatregelen voor tier 2 instrumenten die zijn uitgegeven volgens het recht van een derde land zonder een contractuele bail-in erkenningsclausule en van de IFRS 9-overgangsmaatregelen (toegepast vanaf het tweede kwartaal van 2020). Deze laatste overgangsmaatregelen maken het mogelijk om een deel van de toegenomen waardeverminderingen weer aan het common equity capital (CET1) toe te voegen, wanneer de voorzieningen onverwacht stijgen als gevolg van een verslechtering van de macro-economische vooruitzichten, tijdens de overgangsperiode tot 31 december 2024.
Op basis van het bankenreguleringspakket (CRR/CRD) kan de winst pas in het CET1-kapitaal worden opgenomen na beslissing over de winstverdeling door het uiteindelijke beslissingsorgaan (voor KBC Groep is dat de Algemene Vergadering). De ECB kan de opname van tussentijdse of jaarwinst in het CET1-kapitaal toestaan voordat de Algemene Vergadering daartoe heeft besloten. In dat geval moet het te verwachten dividend worden afgetrokken van
Solvabiliteitsvereisten
De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/CRD moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6% voor de tier 1-kapitaalratio en 8% voor de winst die in het CET1-kapitaal is opgenomen. Aangezien in ons dividendbeleid van 'minstens 50%' geen maximum is opgenomen, moeten we van de ECB een uitkeringsratio van 100% hanteren om het te verwachten dividend te bepalen. Bijgevolg vraagt KBC Groep niet langer de goedkeuring van de ECB om de tussentijdse of jaarwinst op te nemen in het CET1-kapitaal vóór de beslissing van de Algemene Vergadering. De jaarwinst van 2022 en het slotdividend over 2022 zullen worden opgenomen in het transitionele CET1 van het eerste kwartaal van 2023, dat zal worden bekendgemaakt na de Algemene Vergadering. Vanaf 31 december 2021 weerspiegelen de fully loaded-cijfers onmiddellijk de tussentijdse of jaarwinst, rekening houdend met ons dividendbeleid en/of een eventueel dividendvoorstel/-besluit van de Raad van Bestuur.
Volgens CRR/CRD geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). Vanaf het vierde kwartaal van 2020 moet ingevolge de herziene CRR/CRD de vermogensmutatiemethode worden gebruikt, tenzij de bevoegde autoriteit de instellingen toestaat een andere methode toe te passen. KBC Groep heeft van de ECB de toelating gekregen om de historische boekwaarde (een historische boekwaarde van 2 469 miljoen euro) te blijven gebruiken voor risicoweging (370%), na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
de totale kapitaalratio (minimumratio's pijler 1). Bovendien eist CRR/CRD een conserveringsbuffer van 2,5%.

Naar aanleiding van zijn proces van toetsing en evaluatie (Supervisory Review and Evaluation Process, SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten). Na de SREP-cyclus voor 2022 heeft de ECB KBC formeel meegedeeld dat de pijler 2-vereiste (P2R) ongewijzigd blijft op 1,86%. De pijler 2-aanbeveling (P2G) blijft ongewijzigd op 1% van het CET1.
De totale kapitaalvereiste voor KBC wordt niet alleen bepaald door de ECB, maar ook door de beslissingen van de lokale bevoegde autoriteiten in zijn kernmarkten. De percentages voor de contracyclische buffer die de landen waar de relevante kredietrisico's van KBC zich bevinden recent hebben aangekondigd, komen overeen met een contracyclische buffer op KBC-groepsniveau van 0,75%, tegenover 0,45% in 2021, omdat de overheden in Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Hongarije beslist hebben om de contracyclische kapitaalbuffers te verhogen.
Voor de Belgische systeembanken maakte de NBB haar systemische kapitaalbuffers al eerder bekend. Voor de KBC-groep betekent dat een bijkomende kapitaalbuffer van 1,5% CET1.
Vanaf 1 mei 2022 heeft de Nationale Bank van België (NBB) een sectorale systeemrisicobuffer ingevoerd. Die vervangt de vroegere toeslag op risicogewogen activa (RWA) voor
blootstellingen gedekt door residentieel vastgoed in België en moet worden aangehouden door alle banken die de Internal Ratings Based (IRB)-benadering toepassen. Het bedrag van de CET1-kapitaalbuffer komt overeen met 9% van de risicogewogen activa voor de blootstellingen gedekt door residentieel vastgoed in België, wat overeenkomt met 0,19% van de totale risicogewogen activa voor KBC Groep geconsolideerd.
In totaal brengt dat de fully loaded CET1-kapitaalvereiste (volgens de Deense compromismethode) op 11,30%, met een bijkomende pijler 2-aanbeveling (P2G) van 1%. Opmerking: de fully loaded CET1-vereiste (volgens de Deense compromismethode) zou 10,49% bedragen in plaats van 11,30%, als de P2R-verdeling overeenkomstig artikel 104a van de Capital Requirements Directive V zou worden toegepast.
De bovenstaande gegevens geven de situatie weer zoals die bekend was op 31 december 2022, zonder rekening te houden met eventuele wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld.
De intentie om surpluskapitaal uit te keren (zie We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer), hetzij via een aandeleninkoop, hetzij via een aanvullend uitzonderlijk dividend, is nog niet in de solvabiliteitscijfers verwerkt.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
31-12-2021 Fully loaded |
31-12-2021 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling1 | 20 100 | 18 742 | 19 445 | 20 733 |
| Tier 1-kapitaal | 18 318 | 16 974 | 17 724 | 18 998 |
| Kernkapitaal (common equity)2 | 16 818 | 15 474 | 16 224 | 17 498 |
| Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verze keringen) |
19 623 | 16 982 | 20 049 | 17 708 |
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -609 | -609 | -539 | -539 |
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -1 178 | -1 178 | -746 | -746 |
| Belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 936 | 936 | 1 108 | 1 108 |
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) |
-40 | -40 | -16 | -16 |
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 | -31 | -31 | -28 | -28 |
| Dividenduitkering (-) | -1 252 | 0 | -3 168 | 0 |
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | -12 | -12 | -12 | -12 |
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -57 | -57 | -57 | -57 |
| Aftrek m.b.t. onherroepelijke betalingsverplichtingen (-) | -90 | -90 | -72 | -72 |
| Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten (-)4 | -158 | -158 | -68 | -68 |
| Aftrek m.b.t. pensioenplanactiva (-) | -143 | -143 | 0 | 0 |
| IRB-voorzieningstekort (-) | 0 | 0 | 0 | -31 |
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -172 | -172 | -227 | -227 |
| Overgangsaanpassingen van CET1 | 0 | 46 | 0 | 478 |
| Beperking van uitgestelde belastingvorderingen uit timingverschillen die afhangen van toekomstige winstgevendheid en belangrijke deelnemin gen in financiële entiteiten (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Aanvullend going concern-kapitaal | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Tier 2-kapitaal | 1 782 | 1 767 | 1 721 | 1 735 |
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 284 | 136 | 224 | 493 |
| Overgangsaanpassingen van tier 2-kapitaal | 0 | -46 | 0 | -493 |
| Achtergestelde schulden | 1 498 | 1 677 | 1 497 | 1 735 |
| Achtergestelde leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal gewogen risicovolume | 109 981 | 109 966 | 104 646 | 104 362 |
| Bankactiviteiten | 100 300 | 100 285 | 95 120 | 94 836 |
| Kredietrisico | 85 003 | 84 988 | 80 971 | 80 687 |
| Marktrisico5 | 3 132 | 3 132 | 2 665 | 2 665 |
| Operationeel risico | 12 166 | 12 166 | 11 484 | 11 484 |
| Verzekeringsactiviteiten | 9 133 | 9 133 | 9 133 | 9 133 |
| Holdingactiviteiten en eliminatie van intercompanytransacties | 548 | 548 | 392 | 392 |
| Solvabiliteitsratio's | ||||
| Common equity ratio (of CET1-ratio) | 15,3% | 14,1% | 15,5% | 16,8% |
| Tier 1-ratio | 16,7% | 15,4% | 16,9% | 18,2% |
| Totale kapitaalratio | 18,3% | 17,0% | 18,6% | 19,9% |
1 Het verschil tussen het fully loaded-cijfer en het transitioneel cijfer op 31-12-2022 wordt verklaard door het nettoresultaat voor 2022 (2 641 miljoen euro volgens de Deense Compromis-methode), het voorgestelde slotdividend (- 1 252 miljoen euro), de impact van de IFRS 9-overgangsmaatregelen en het IRB-overschot/tekort (+148 miljoen euro) en de toegelaten (grandfathered) tier 2 achtergestelde schuldinstrumenten (-179 miljoen euro).
2 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (behalve de lijnen IRB-voorzieningstekort, Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering en Aftrek m.b.t. backstops voor non-performing kredieten).
3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen), moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.
4 Backstops voor non-performing kredieten verwijzen naar de minimale dekkingsvereisten voor non-performing kredieten voor kredieten die na 26 april 2019 zijn verstrekt (de CRR vereist dat ze worden afgetrokken van CET1) en de minimale dekkingsverwachtingen van de ECB voor non-performing kredieten, voor posities die na 1 april 2018 in gebreke zijn gebleven maar vóór 26 april 2019 zijn aangegaan (KBC heeft besloten om eventuele tekorten ten opzichte van de verwachtingen van de toezichthouder vrijwillig van het CET1 af te trekken).
5 De multiplicator van HVAR en SVAR die voor de berekening van het marktrisico wordt gebruikt, is gelijk aan 3,5.
De fully loaded CET1-ratio daalde van 15,5% eind 2021 naar 15,3% op eind 2022. De overname van KBC Bank Bulgaria (-0,9 procentpunten) en de organische groei van de risicogewogen activa (-0,3 procentpunten) worden volledig geabsorbeerd door de ingehouden winst (+1,3 procentpunten), waardoor de CET1-ratio nog altijd 15,6% bedraagt. De resterende daling met 0,30 procentpunten tot 15,3% wordt verklaard door verschillende 'technische posten' die in negatieve zin evolueren, voornamelijk FVOCI (-2 procentpunten) en de NPL backstop (-0,1 procentpunten). De invloed op de common equity ratio van de belangrijkste overnames en verkopen in 2022 en 2021 beschrijven we in Toelichting 6.6 van het deel Geconsolideerde jaarrekening.
| deductiemethode) | 31-12-2022 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2021 |
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Fully loaded | Transitioneel | Fully loaded | Transitioneel |
| Kernkapitaal (common equity) | 16 056 | 14 574 | 15 392 | 16 745 |
| Totaal gewogen risicovolume | 105 114 | 104 752 | 99 603 | 99 518 |
| Common equity ratio | 15,3% | 13,9% | 15,5% | 16,8% |
Beknopte solvabiliteitsberekeningen voor KBC Bank en KBC Verzekeringen vindt u in de Geconsolideerde Jaarrekening, onder Toelichting 6.7.
De uit te keren bedragen (dividendbetalingen, betalingen in verband met additional tier 1-instrumenten of variabele beloning) zijn beperkt wanneer de hierboven beschreven
gezamenlijke buffervereisten niet nageleefd worden. Die beperking wordt aangeduid als de drempels voor maximaal uitkeerbare bedragen.
| Buffer ten opzichte van de totale kapitaalvereiste (OCR) (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
31-12-2021 Fully loaded |
31-12-2021 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| CET1 Pijler 1-minimum | 4,50% | 4,50% | 4,50% | 4,50% |
| Pijler 2-vereiste waaraan moet worden voldaan met CET1 | 1,05% | 1,05% | 1,05% | 0,98% |
| Conserveringsbuffer | 2,50% | 2,50% | 2,50% | 2,50% |
| Buffer voor systeemrelevante instellingen (O-SII) | 1,50% | 1,50% | 1,50% | 1,50% |
| Systeemrisicobuffer | 0,19% | 0,19% | 0,00% | 0,00% |
| Entiteitsspecifieke contracyclische buffer | 0,75% | 0,40% | 0,45% | 0,17% |
| Totale kapitaalvereiste (OCR) – met P2R-opsplitsing, CRD artikel 104a (4) | 10,49% | 10,14% | 10,00% | 9,66% |
| Pijler 2-vereiste waaraan kan worden voldaan met AT1 en T2 | 0,81% | 0,81% | 0,81% | 0,77% |
| Totale kapitaalvereiste (OCR) (A)1 , geen P2R-opsplitsing |
11,30% | 10,95% | 10,81% | 10,42% |
| CET1 gebruikt om tekort in AT1-korf op te vangen (B) | 0,14% | 0,14% | 0,07% | 0,06% |
| CET1 gebruikt om tekort in T2-korf op te vangen (C)2 | 0,38% | 0,39% | 0,36% | 0,34% |
| CET1-vereiste voor MDA (A+B+C) | 11,82% | 11,48% | 11,23% | 10,82% |
| CET1-kapitaal (in miljoenen euro) | 16 818 | 15 474 | 16 224 | 17 498 |
| CET1-buffer (= buffer ten opzichte van MDA), in miljoenen euro | 3 820 | 2 846 | 4 470 | 6 204 |
1 Situatie zoals bekend op 31 december 2022 (waarbij geen rekening is gehouden met wijzigingen die na die datum zijn meegedeeld).
2 Het fully loaded tier 2-kapitaal omvat niet de tier 2-instrumenten die zijn toegelaten (grandfathered) krachtens CRR2. Die instrumenten zijn opgenomen in het eigenlijke (transitionele) tier 2-kapitaal voor de periode waarvoor de toelating (grandfathering) geldt, in overeenstemming met CRR2 en het COREP 3.0-rapporteringskader (ingevoerd vanaf de rapportering over het tweede kwartaal van 2021).
KBC moet ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, berekend volgens de richtlijn betreffende financiële conglomeraten. Volgens die richtlijn wordt het beschikbare eigen vermogen berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt, namelijk CRD voor het bankbedrijf en Solvency II voor het
verzekeringsbedrijf. Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogenactivabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency II) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogenactiva-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de vermogenswaarde in
de verzekeringsonderneming werd toegekend bij de Deense compromismethode).
KBC moet voldoen aan de pijler 1-vereisten. Op het niveau van de FICOD-ratio zijn geen pijler 2-vereisten noch een managementdoelstelling vastgesteld.
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, FICOD-methode) (in miljoenen euro) |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
31-12-2021 Fully loaded |
31-12-2021 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Kernkapitaal (common equity) | 17 873 | 17 405 | 17 861 | 19 370 |
| Totaal gewogen risicovolume | 123 755 | 123 740 | 120 873 | 120 589 |
| Common equity ratio | 14,4% | 14,1% | 14,8% | 16,1% |
| Leverageratio KBC Groep (geconsolideerd, volgens CRR/CRD, Deense compromismethode) (in miljoenen euro) |
31-12-2022 Fully loaded |
31-12-2022 Transitioneel |
31-12-2021 Fully loaded |
31-12-2021 Transitioneel |
|---|---|---|---|---|
| Tier 1-kapitaal | 18 318 | 16 974 | 17 724 | 18 998 |
| Totale exposure | 346 481 | 346 538 | 326 792 | 292 365 |
| Balanstotaal | 355 872 | 355 872 | 340 346 | 340 346 |
| Deconsolidatie van KBC Verzekeringen | -30 267 | -30 267 | -34 026 | -34 026 |
| Overgangsaanpassing | 0 | 57 | – | 617 |
| Aanpassing voor derivaten | -3 032 | -3 032 | -1 656 | -1 656 |
| Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van tier 1-kapitaal |
-2 347 | -2 347 | -1 665 | -1 696 |
| Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties | 813 | 813 | 1 016 | 1 016 |
| Blootstelling aan centrale banken | 0 | 0 | – | -35 014 |
| Off-balance sheet exposure | 25 442 | 25 442 | 22 776 | 22 776 |
| Leverageratio | 5,3% | 4,9% | 5,4% | 6,5% |
De hogere transitionele ratio (in vergelijking met de fully loaded ratio) weerspiegelt de uitsluiting van de blootstelling aan centrale banken (CRR artikel 500b, toegepast tussen eind september 2021 en eind maart 2022).
Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
De ECB en de NBB houden toezicht op KBC op going concern-basis, maar daarnaast moet KBC ook voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt afwikkelingsplannen op voor de grote banken van de eurozone.
Het afwikkelingsplan voor KBC is gebaseerd op een Single Point of Entry (SPE)-aanpak op KBC-groepsniveau, met de bail-in als voornaamste afwikkelingsinstrument. Een bail-in houdt in dat de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door bepaalde ongedekte schulden af te schrijven of ze om te zetten in aandelen. De SPE-aanpak op groepsniveau is een weerspiegeling van het businessmodel van KBC, dat sterk steunt op integratie, zowel commercieel (bv. bank- en verzekeringsactiviteiten) als operationeel
(risico, financiën, treasury, ICT, enz.). De schuldinstrumenten die geschikt zijn voor bail-in worden uitgegeven door KBC Groep NV. Die aanpak houdt de groep intact tijdens de afwikkeling en beschermt het bankverzekeringsmodel in going concern.
Het is cruciaal dat er voldoende schulden zijn die in aanmerking komen voor bail-in. Dat wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL). De SRB bepaalt de minimum-MREL voor KBC. Hij heeft aan KBC MREL-doelstellingen meegedeeld, uitgedrukt als een percentage van de risicogewogen activa (RWA) en van de leverage ratio exposure amount (LRE):
Om te verzekeren dat de senior schulden van de KBCholdingmaatschappij in aanmerking komen voor de
achtergestelde MREL-doelstelling (d.w.z. om te verzekeren dat er in KBC Groep NV geen uitgesloten schulden aanwezig zijn die pari passu of junior zijn ten opzichte van de senior schulden van de holding), is KBC Groep NV vanaf juni 2022 omgevormd tot een Clean HoldCo met het oog op afwikkeling. Bijgevolg wordt de volledige MREL van KBC als achtergesteld beschouwd.
| MREL (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Eigen middelen en in aanmerking komende passiva (op transitionele basis) | 30 269 | 28 924 |
| CET1-kapitaal (geconsolideerd, CRR/CRD, Deense compromismethode) | 15 474 | 17 498 |
| AT1-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 1 500 | 1 500 |
| T2-instrumenten (geconsolideerd, CRR/CRD) | 1 767 | 1 735 |
| Achtergestelde schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, maar niet opgenomen in AT1 en T2) | 6 | 753 |
| Senior schulden (uitgegeven door KBC Groep NV, nominaal bedrag, restlooptijd > 1 jaar) | 11 522 | 7 437 |
| Risicogewogen activa (RWA) | 109 966 | 104 362 |
| MREL als percentage van RWA | 27,5% | 27,7% |
| Leverage ratio exposure amount (LRE) | 346 538 | 292 365 |
| MREL als percentage van LRE | 8,7% | 9,9% |
Informatie over ICAAP, ORSA en stresstests wordt verstrekt in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com.

De voornaamste aspecten van ons beleid op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). We gebruiken als referentie de Belgische Corporate Governance Code 2020 (hierna de Code 2020 genoemd). U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2022.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt.
In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2022. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.





Papirnik

Popelier


Alicia Reyes Revuelta Theodoros Roussis


Sonja De Becker
Rijsseghem

Wittemans
Franky Depickere
| 7 7 3 6 (v) Benoeming 6 6 6 6 6 9 (v) RCC 4 5 9 8 9 7 (v) AC 5 7 7 ■ (v) DC ■ ■ Onafhanke ■ ■ ■ kernaande ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Vertegenw Niet-uitvoe ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Raadsverg 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 6 9 Bijgewoon de huidig man daat 2024 2024 2024 2024 2024 2024 2025 2023 2025 2023 2023 2025 2026 2026 2026 2023 Einde Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar Volledig jaar 8 maanden Periode in Aantal vergaderingen in 2022 Financieel directeur gemeente en OCMW Zoersel Ondervoorzitter van de Raad; CEO Vlerick Group Gedelegeerd bestuurder; CEO van Cera en KBC Retired Partner, Squire Patton Boggs (US) LLP Uitvoerend beheerder van Enactus Belgium Voorzitter DC en uitvoerend bestuurder KBC Gedelegeerd bestuurder van Cera en KBC Gedelegeerd Bestuurder / CEO van MRBB Bestuurder van vennootschappen Gedelegeerd bestuurder 3D Uitvoerend bestuurder KBC Uitvoerend bestuurder KBC Voorzitter van de Raad CEO Christeyns Groep CEO Ravago Groep Voorzitter MRBB Ancora Ancora ie Hoofdfunct Koenraad Debackere Alicia Reyes Revuelta Katelijn Callewaert Theodoros Roussis Vladimira Papirnik Franky Depickere Sonja De Becker Marc Wittemans Liesbet Okkerse Philippe Vlerick Christine Van Alain Bostoen Frank Donck Luc Popelier Johan Thijs Rijsseghem Erik Clinck Naam |
2022 | uurders | rder s |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| de Raad in | aderingen | rende best | elhouders oordigers |
lijke bestuu | scomité | ecomité Remunerati |
|||
| 7 (v) | |||||||||
Secretaris van de Raad: Wilfried Kupers.
(v) Voorzitter van dit comité. * Sonja De Becker werd lid van het RCC vanaf augustus 2022, ter vervanging van Marc Wittemans.
Curriculum vitae van de voorgedragen nieuwe bestuurders
• Marc De Ceuster werd geboren in Brecht op 1 december 1962. Hij is doctor in de toegepaste economische wetenschappen en licentiaat in de rechten. Hij is hoogleraar Financiële economie aan de Universiteit Antwerpen. Hij doceert binnen de domeinen financiële economie, afgeleide financiële producten en risk
management en publiceerde in verscheidene internationale tijdschriften. Van 2001 tot 2005 was hij deeltijds director Risk management bij Deloitte en van 2005 tot 2008 zetelde hij in het beleidscomité van de Universiteit Antwerpen Business School. Van 2009 tot 2015 was hij in opdracht van de Vlaamse regering eerst waarnemer in de raad van bestuur en daarna bestuurder van de KBC Groep (en lid van het AC en RCC). Van 2018 tot 2019 was hij onafhankelijk bestuurder van Arkea Direct Bank. Eind 2019 trad hij als onafhankelijk bestuurder toe tot de raad van bestuur van Almancora Beheersmaatschappij, waar hij eerst voorzitter van het auditcomité was en vervolgens voorzitter van de raad van bestuur, het remuneratie- en het benoemingscomité.
• Raf Sels is geboren in Lommel op 12 januari 1973. Hij behaalde een bachelor in Business Management Accountancy & Tax aan het Provinciaal Hoger Handelsinstituut in Hasselt en is tevens gecertificeerd fiscaal accountant ITAA. Hij volgde later ook heel wat bijkomende opleidingen in management en financiën. Hij werkte eerst als adviseur in een boekhoudkantoor en trad in dienst van SBB Accountants & Adviseurs in 1996, waar hij eerst een aantal commerciële functies uitoefende alvorens er COO te worden in 2011 en in 2016 op te klimmen tot de functie van CEO. Sedert 2022 is hij CEO en gedelegeerd bestuurder van de Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond (MRBB) BV. Hij is tevens lid van de raad van bestuur van diverse vennootschappen die behoren tot de MRBB-groep.
Meer weten? U vindt het Corporate Governance Charter, de cv's van de leden van de Raad en de agenda van de Algemene Vergadering op www.kbc.com.







| Johan Thijs |
Peter Andronov |
Aleš Blažek |
Erik Luts |
David Moucheron |
Luc Popelier |
Christine Van Rijsseghem |
|---|---|---|---|---|---|---|
| °1965 | °1969 | °1972 | °1960 | °1973 | °1964 | °1962 |
| Belg | Bulgaar | Tsjech | Belg | Belg | Belg | Belg |
| Licentiaat Weten schappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Weten schappen |
Licentiaat Fi nance (University of National and World Economy in Sofia) |
Licentiaat Rechten (Charles University Law School in Praag) |
Licentiaat Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven) |
Licentiaat in de Rechten (UCL) |
Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) |
Licentiaat in de Rechten (UGent) |
| (KU Leuven) | In dienst sinds* | In dienst sinds* | In dienst sinds* | In dienst sinds* | In dienst sinds* | In dienst sinds* |
| In dienst sinds* | 2007 | 2014 | 1988 | 2015 | 1988 | 1987 |
| 1988 Groeps-CEO (chief executive officer) |
CEO Divisie Internationale Markten |
CEO Divisie Tsjechië |
CIO (chief innovation officer) |
CEO Divisie België |
CFO (chief financial officer) |
CRO (chief risk officer) |
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.).
Wijzigingen in 2022:
• John Hollows nam met ingang van 5 mei 2022 ontslag als lid van het DC wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. Aleš Blažek werd met ingang van 5 mei 2022 door de Raad benoemd tot lid van het DC en CEO van de Divisie Tsjechië.

Op 31 december 2022 telde de Raad 16 leden:
Aangezien de Bankwet bepaalt dat minstens drie leden van het DC ook bestuurder zijn (optredend als 'uitvoerend bestuurder'), is het wettelijk niet mogelijk om een zuiver duale bestuursstructuur in te voeren met een duidelijke scheiding tussen de Raad (strategie, risicobereidheid en toezicht op het management) en het DC (operationeel management). De groeps-CEO, de groeps-CFO en de groeps-CRO zijn uitvoerend bestuurder.
De kernaandeelhouders (Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere kernaandeelhouders) hebben een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de langetermijnfocus van het management van KBC Groep te waarborgen en om het algemene beleid van de groep te ondersteunen en te coördineren. Daartoe handelen de kernaandeelhouders in onderling overleg op de algemene vergadering van KBC Groep en waren ze op 31 december 2022 vertegenwoordigd in de Raad door tien bestuurders.
Er is dus geen meerderheid van onafhankelijke bestuurders in de Raad. KBC heeft echter een sterke nadruk gelegd op de
selectie van onafhankelijke bestuurders van hoog niveau zowel voor KBC Groep als voor de raden van bestuur van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Die personen hebben een zeer goede reputatie en ze brengen specifieke financiële en bestuurlijke expertise en een diversiteit aan achtergronden mee naar de Raad. Daar komt bij dat in de praktijk de raden van bestuur van KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen steeds samen vergaderen. Vermits er in de raad van bestuur van zowel KBC Bank als KBC Verzekeringen ook telkens 2 onafhankelijke bestuurders zetelen, zijn er de facto 7 onafhankelijke bestuurders die aan de (gezamenlijke) vergaderingen van de Raad deelnemen.
De wens van de kernaandeelhouders dat hun vertegenwoordigers een meerderheid in de Raad en een belangrijke vertegenwoordiging in de adviserende comités hebben, moet worden beschouwd als de tegenhanger van de verbintenis die zij in het kader van hun aandeelhoudersovereenkomst zijn aangegaan met het doel de stabiliteit van het aandeelhouderschap en de continuïteit van de groep te waarborgen. Gezien het langetermijnkarakter van hun engagement hebben de kernaandeelhouders van nature bijzondere aandacht voor waardecreatie, een sterke kapitaalbasis, voorzichtig risicobeheer en duurzaamheid.
Alle leden van het DC nemen deel aan de vergaderingen van de Raad, behalve wanneer de Raad de werking en de remuneratie van de leden van het DC bespreekt.

De Raad heeft een beleid opgesteld over de gewenste diversiteit in de samenstelling van de Raad zelf en van het DC. Dat beleid wil diversiteit garanderen inzake kennis, ervaring, geslacht en geografische achtergrond. Het wil verzekeren dat de Raad en het DC allebei een brede basis van relevante competenties en knowhow kunnen aanspreken en voor hun besluitvormingsproces diverse meningen en input ontvangen.
Het beleid bepaalt dat de Raad evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat hij beschikt over een gepaste bank- en verzekeringsexpertise, de nodige ervaring in uitvoerend bestuur en een breed maatschappelijk en technologisch bewustzijn.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad vergadert in de regel samen met die van KBC Bank en van KBC Verzekeringen. De twee bijkomende onafhankelijke bestuurders in beide raden zorgen voor extra expertise en diversiteit.
Het beleid bepaalt ook dat het DC evenwichtig moet zijn samengesteld, zodat het beschikt over een uitgebreide kennis van de financiële sector en de vereiste algemene knowhow van alle domeinen waarin KBC actief is.
Verder bepaalt het beleid dat:
De Raad zal toekijken op de correcte toepassing van dit diversiteitsbeleid, wanneer hij beslist over het profiel van een nieuwe bestuurder of een nieuw lid van het DC.
Het Benoemingscomité controleerde op regelmatige basis de toepassing van dit beleid en heeft vastgesteld dat het in 2022 effectief werd toegepast. De hierboven beschreven wijziging in de samenstelling van het DC heeft bijgedragen tot een verdere verhoging van de diversiteit, door een grotere aanwezigheid van Centraal-Europese ervaring.
Een volledig cv van elk lid van de Raad en het DC is te vinden op www.kbc.com, onder Corporate Governance > Management. In het hoofdstuk Ons Bedrijfsmodel geven we

een grafisch overzicht van de diploma's van de leden van de Raad en het DC.
KBC Bank en KBC Verzekeringen: Tsjechisch, Tsjechisch/ Amerikaans, Iers, Zweeds, Deens, Bulgaars, Spaans en Frans.
Naast de Belgische zijn de volgende nationaliteiten vertegenwoordigd in de raden van bestuur van KBC Groep,
Op 31 december 2022 zetelden in het AC twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
De voorzitter van het AC is:
• Marc Wittemans, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen, graduaat in de fiscale wetenschappen en in de actuariële wetenschappen. Hij was tot eind augustus 2022 gedelegeerd bestuurder van MRBB BV, holdingmaatschappij van de Boerenbond. Met ingang van de algemene vergadering van 2023 zal hij als voorzitter van het AC worden opgevolgd door Marc De Ceuster (cv: zie hierboven).
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC samengesteld is (en in de toekomst blijvend samengesteld zal zijn) overeenkomstig de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van punt 6.2.3 van het Charter en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2022 zetelde in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
• Vladimira Papirnik (cv: zie hierboven)
De andere leden van het RCC zijn:
3D NV, voorzitter van Atenor Group NV en van Barco NV, onafhankelijk bestuurder bij Elia System Operator Group NV en Luxempart SA. Hij is ook bestuurder van enkele niet-genoteerde vennootschappen. Hij is lid van de Belgische Commissie Corporate Governance.
• Sonja De Becker, niet-uitvoerend bestuurder, licentiaat in de rechten (KU Leuven). Ze heeft verschillende functies uitgeoefend bij de Boerenbond en Landelijke Gilden en was er van 2015 tot 2022 voorzitter. Momenteel is ze voorzitter van MRBB, Arvesta, Agri Investment Fund, SBB Accountants & Adviseurs, Actiefinvest en bestuurder bij Acerta.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat het samengesteld is (en in de toekomst blijvend samengesteld zal zijn) overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2022 zetelden in het remuneratiecomité twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
Het andere lid van het remuneratiecomité is:
• Philippe Vlerick, niet-uitvoerend bestuurder, bachelor in de filosofie en licentiaat in de rechten (KU Leuven), master in management (Vlerick Business School Gent) en MBA (Indiana University, Bloomington, USA), uitvoerend voorzitter van de Vlerick Group en van UCO, voorzitter van Raymond Uco Denim, BIC Carpets, Pentahold, Besix Group en Smartphoto, niet-uitvoerend bestuurder van Exmar, Oxurion, Concordia Textiles, B.M.T, L.V.D. en Mediahuis, voorzitter van Vlerick Business School en Festival van Vlaanderen.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het remuneratiecomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2022 zetelden in het benoemingscomité van KBC Groep NV twee onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 7:87 van het WVV en in de Code 2020:
De andere leden zijn:
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het benoemingscomité kan worden besloten dat het is samengesteld overeenkomstig de vereisten van het Charter en over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code 2020 waarvan wordt afgeweken (comply or explain-principe). Het betreft het volgende:
Bepaling 4.19 van de Code 2020 schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Zoals hierboven toegelicht, was het Benoemingscomité op 31 december 2022 samengesteld uit vijf bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder
is, een tweede onafhankelijk bestuurder en drie vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. Dit comité telt dus twee onafhankelijke bestuurders. Bovendien wordt een onafhankelijk bestuurder van KBC Bank NV uitgenodigd voor alle vergaderingen van dit comité: op die manier zijn drie onafhankelijke bestuurders betrokken bij de werkzaamheden van het Benoemingscomité.
Bij de samenstelling van het Benoemingscomité houdt de groep rekening met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun
langetermijnengagement, op een gepaste wijze te betrekken bij de werkzaamheden van dit comité.
Verder schrijft de Code 2020 voor dat de Verklaring inzake deugdelijk bestuur alle relevante informatie moet bevatten
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV (PwC), wordt vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen
over gebeurtenissen die de governance hebben beïnvloed. In 2022 hebben dergelijke gebeurtenissen zich niet voorgedaan.
Bockaert. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 6.4.
Naast het vervullen van de wettelijk opgelegde taken, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
Maandelijks bracht het DC verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Daarnaast besteedde de Raad aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen in de verschillende activiteitsdomeinen.
Ook worden regelmatig opleidingssessies georganiseerd voor alle leden van de Raad (nieuw benoemde bestuurders volgen daarnaast ook een uitgebreid introductieprogramma). De volgende topics kwamen aan bod: ESG, hedge accounting, crisiscommunicatie, de kapitaalregels, de economische vooruitzichten (incl. de gehanteerde onderliggende methodologieën), crypto en IFRS 17.
In de KBC-Duurzaamheidsboordtabel (Sustainability Dashboard) zijn duurzaamheidsparameters opgenomen waarmee de stand van zaken binnen de KBC-groep wordt opgevolgd en zo nodig kan worden bijgestuurd. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters. U vindt meer informatie hierover in ons Duurzaamheidsverslag, op www.kbc.com.
Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en houdt toezicht op de externe revisor. Het AC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van de desbetreffende persberichten en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken, inclusief de goedkeuring van het auditjaarplan.
Het AC besprak bovendien:
Het KBC Sustainability Dashboard bevat duurzaamheidsparameters waarmee we de stand van zaken opvolgen en kunnen bijsturen. Twee keer per jaar beoordeelt de Raad de evolutie van die parameters.
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC overwaakt de risico- en de compliancefuncties. Het RCC van KBC Groep vervult die rol ook voor KBC Global Services.
Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.
Het RCC besteedde in het bijzonder aandacht aan:
Het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen, KBC Bank en KBC Global Services. Het Remuneratiecomité vergaderde altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het RCC en meestal ook van de voorzitter van het DC.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstukken 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.
Onder leiding van zijn voorzitter en met de hulp van het Benoemingscomité evalueert de Raad minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties, zijn interactie met het DC en zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités.
Minstens om de drie jaar evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
De bestuurders die worden voorgesteld voor herbenoeming worden individueel geëvalueerd m.b.t. hun aanwezigheid in de vergaderingen van de Raad en de comités en hun
engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming. Die evaluatie gebeurt door het Benoemingscomité.
Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. Die wordt verder besproken in het remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter van de Raad in samenspraak met het remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad.
In de loop van het boekjaar 2022 vereiste de beslissing van de Raad tot het verlenen van kwijting aan de leden van het DC, in uitvoering van artikel 7:109, §3 van het WVV, de toepassing van artikel 7:115 van het WVV. Het voorstel werd besproken op de vergadering van de Raad van 17 maart 2022. Het verslag luidt als volgt (vertaling):
Er wordt toegelicht dat KBC Groep een duaal bestuursmodel heeft, maar dat drie leden van het Directiecomité ook lid moeten zijn van de Raad van Bestuur. Artikel 7:109, §3 WVV bepaalt dat de Raad, na de vaststelling van de jaarrekening, moet beslissen over de aan de leden van het Directiecomité te verlenen kwijting. De Raad moet de vermogensrechtelijke
gevolgen van de voorgestelde beslissing omschrijven en het voorgenomen besluit verantwoorden. De Raad erkent dat er een belangenconflict is van vermogensrechtelijke aard, maar dat er geen vermogensrechtelijke gevolgen zijn vermits de Raad niet de intentie heeft om een vordering tot schadevergoeding in te dienen tegen het Directiecomité en zijn leden. De Raad beslist om kwijting te verlenen aan de leden van het Directiecomité.
Er kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 7:116 of 7:117 WVV vereisten.

Deontologie en integriteit zijn essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid, integriteit, transparantie en confidentialiteit maken samen met een doordachte risicobeheersing deel uit van de strenge ethische normen die KBC hanteert, en dit zowel naar de letter als naar de geest van de regelgeving.
Geen.
De Dealing Code voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële
Diensten en Markten (FSMA) van verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen.
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in de hoofdstukken Ons bedrijfsmodel en Onze strategie van dit jaarverslag.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is geschoeid op een functioneel duale structuur naar Belgisch model:
specifieke verantwoordelijkheden inzake financieel beleid en risicobeheer waar te nemen, heeft het DC in zijn midden een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO) aangesteld.
Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun respectieve bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificaties waaraan hun leden moeten voldoen.
Onze principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, procedures en gedragslijnen en specifieke opleidingen en campagnes voor het personeel. We communiceren transparant over de belangrijkste beleidslijnen en gedragscodes. U vindt ze op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen > Regels en beleidslijnen hanteren.
Het integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico, een begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste verlening van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet bestaande uit preventie, monitoring en rapportering. Uitgebreide groepswijde communicatiecampagnes en opleidingen over het omgaan met dilemma's zorgen voor de nodige bewustmaking rond dit thema. In het bijzonder in de domeinen van bescherming van de belegger en de bescherming van de verzekeringspolishouder is gedragsrisico cruciaal om de belangen van de klant te vrijwaren.
Het integriteitsbeleid richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
• governance-aspecten van CRD IV en V, Solvency II en/of plaatselijke wetgeving, inclusief de scheiding van taken tussen het uitvoerende management en de toezichthoudende instanties, de werking van comités, onverenigbaarheid van mandaten, behoorlijk beloningsbeleid, Fit & Proper-vereisten, belangenconflicten, leningen aan leden van het DC en bestuurders en de met hen verbonden personen en aan aandeelhouders met een significante participatie, en het verstrekken van advies m.b.t. uitbesteding alsook regelgeving aangaande duurzaamheid.
Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:
De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep. Het schrijft aan alle medewerkers een gedrag voor dat daarmee overeenstemt. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van meer gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau. Het is de inspiratie voor bewustmakingscampagnes en opleidingen.
KBC voert al jaren een nultolerantiebeleid ten opzichte van elke vorm van corruptie en duldt geen enkele uitzondering op dit beleid.
Het anticorruptiebeleid van KBC bevestigt niet alleen de strijd tegen corruptie, maar zet ook in op het voorkomen van corruptie bij de uitoefening van al zijn werkzaamheden, inclusief de activiteiten uitgevoerd door het personeel van KBC, alsook door alle personen of entiteiten die activiteiten uitvoeren voor KBC of die KBC vertegenwoordigen in om het even welke hoedanigheid.
De bestrijding van corruptie en het vermijden van belangenconflicten in het algemeen maken zowel deel uit van een ex-cathedraopleiding als van verschillende digitale opleidingen (zie ook tabel verderop). Het anticorruptiebeleid omvat ook het beleid inzake geschenken, giften en sponsoring: KBC wil zowel zijn medewerkers als zijn tegenpartijen beschermen door duidelijke en ondubbelzinnige criteria op te stellen voor transparant en redelijk gedrag. Geschenken, giften, entertainment, uitnodigingen en/of sponsoring, waarvan de tegenwaarde een bepaald bedrag (op jaarbasis) overschrijdt, moeten vooraf worden gemeld aan en goedgekeurd door het bevoegde directiecomité/ management. In 2022 werden in België in dit verband 8 meldingen goedgekeurd. Ook in de Centraal-Europese entiteiten moeten giften boven een bepaald bedrag worden gemeld. In Tsjechië werden 7 en in Hongarije 6 meldingen goedgekeurd, terwijl er in de overige landen geen meldingen waren.
Omdat KBC niet betrokken wil zijn bij activiteiten die beschouwd kunnen worden als het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, werd er op het niveau van de groep een antiwitwasbeleid uitgewerkt. Het doel van dat beleid bestaat erin om een algemeen kader voor de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (met inbegrip van de financiering en de verspreiding van massavernietigingswapens alsook de embargovereisten) vast te stellen. Elke entiteit binnen de groep heeft een eigen antiwitwasprogramma ontwikkeld dat gebaseerd is op de groepswijde complianceregels, die de minimumregels omvatten, maar waarbij ook in de nodige ruimte is voorzien om de lokale wetgeving te kunnen implementeren.
Om alle risico's goed in kaart te kunnen brengen, vindt er een jaarlijkse risicobeoordeling plaats in alle entiteiten. Aan alle medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers wordt op regelmatige tijdstippen opleiding gegeven (zie ook tabel verderop).
Daarnaast wordt van de medewerkers, de verbonden agenten en hun medewerkers verwacht dat ze de uitgewerkte procedures en voorschriften strikt opvolgen en de nodige waakzaamheid aan de dag leggen. Voor deze waakzaamheid wordt een risicogebaseerde benadering
toegepast in functie van de risicoclassificatie van de klant, zowel bij de identificatie van de klanten als bij het controleren van de transacties. Bij twijfel of indien ze een verdachte transactie opmerken, moeten ze dit melden aan Compliance.
In het kader van de transactiemonitoring werd een geïntegreerd groepswijd AI-platform ontwikkeld, gebaseerd op modellen en op machine learning, en uitgerold in België en in de Centraal-Europese landen van de groep.
Het basisprincipe van de fiscale strategie van KBC is dat KBC Groep en al zijn entiteiten zich moeten gedragen als verantwoordelijke belastingbetalers, door een professionele naleving van de belastingwetgeving, een legitieme fiscale planning ondersteund door geldige businessdoelstellingen, die voorrang hebben op fiscale overwegingen. KBC neemt geen agressieve fiscale standpunten in omdat het zijn reputatie als verantwoordelijke belastingbetaler wil vrijwaren, en het houdt zich aan een strikt fiscaal risicobeheer op basis van deze principes. KBC-medewerkers mogen aan klanten geen advies geven dat hen zou kunnen aanzetten tot belastingfraude. Het verstrekte belastingadvies en de fiscale informatie moeten juridisch correct en duidelijk geformuleerd zijn. Alle belastingaangiften en -betalingen van KBC worden correct en op tijd ingediend. Bij belastingcontroles is volledige openheid in overeenstemming met de geldende lokale belastingwetgeving de algemene richtlijn. KBC reageert tijdig op alle wetswijzigingen door te investeren in de nodige IT-systemen en door zijn fiscale processen aan te passen aan de nieuwe regels. Er is een degelijke governance om de Fiscale Strategie van KBC op te volgen en te controleren. Het fiscaal voorkomingsbeleid wordt regelmatig geüpdatet en werd in overeenstemming gebracht met de instructies van de NBB inzake bijzondere mechanismen die in 2021 werden aangepast. KBC Groep beschikt over de nodige procedures om te voldoen aan de verplichtingen van DAC 6. KBC voldoet aan alle verplichtingen inzake CRS en FATCA.
Zie ook Toelichting 3.12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
KBC heeft zijn beleid inzake klokkenluiders geactualiseerd, rekening houdend met nieuwe Europese regelgeving rond de bescherming van klokkenluiders. KBC verwacht van zijn medewerkers, zijn verbonden agenten en hun medewerkers dat ze tijdens hun werk waakzaam zijn voor aanwijzingen van misdrijven, ernstige overtredingen van regels of voorschriften

en andere wanpraktijken door personeel of klanten. Alle KBC-medewerkers, verbonden agenten en hun medewerkers hebben de elementaire morele plicht en de juridische mogelijkheid om elk vermoeden van dergelijk gedrag te melden.
KBC faciliteert anonieme meldingen en kan ook rechtstreeks anoniem rapporteren aan de respectieve toezichthouders in de domeinen waarvoor ze bevoegd zijn.
KBC verbindt zich ertoe om de identiteit van de klokkenluiders af te schermen en hen te beschermen tegen alle mogelijke negatieve gevolgen van het te goeder trouw melden van een vermoeden, op de manier zoals opgenomen in de interne reglementen. Zodoende beschermt en respecteert KBC eveneens de rechten van de persoon waarop de melding betrekking heeft. Group Compliance ziet toe op de werking van dit beleid. In principe fungeert de lokale compliancefunctie als de entiteit waar alle rapporten en dossiers worden gecentraliseerd. De lokale compliancefunctie moet alle klokkenluidersdossiers rapporteren aan de Cel Ethiek van Group Compliance. Het klokkenluidersbeleid wordt intern en extern (www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen) gepubliceerd.
In 2022 werden op groepsniveau tien meldingen ontvangen, waarvan vijf uit Tsjechië, een uit Hongarije, twee uit Slowakije en twee uit Bulgarije. Verder onderzoek heeft bevestigd dat de ontvangen meldingen, op twee na, daadwerkelijk klokkenluidersrapporten zijn.
De Interne Groepscompliance-beleidslijn inzake gegevensbescherming legt een strikt privacykader vast, dat moet worden gezien als minimumvereiste en moet worden toegepast in elke entiteit van de groep. Elke entiteit heeft een data protection officer aangesteld, die het management en de medewerkers informeert en adviseert over hun verplichtingen op het gebied van privacy en gegevensbescherming en die toeziet op de naleving van de regelgeving en het beleid met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.
We controleren de status door middel van regelmatige compliance-monitoringprogramma's en maken gebruik van bewustmakingscampagnes en opleidingen om de aandacht van de mensen vast te houden en ervoor te zorgen dat hun kennis up-to-date blijft (zie ook tabel verderop).
Gezien het belang van privacy- en gegevensbescherming worden het DC en het RCC op de hoogte gehouden met een kwartaalverslag.
U vindt meer informatie over databescherming en privacy in het hoofdstuk Onze Strategie, De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur.
| Gevolgde opleidingen, in % van het geselecteerde doelpubliek, 2022 |
Opleiding ethiek, vermijden van belangen conflicten en bestrijding van corruptie |
Opleiding antiwitwas praktijken |
Opleiding gegevens bescherming |
|---|---|---|---|
| België (KBC Bank, KBC Verzekeringen, KBC Securities, KBC Asset Management, verbonden verzekerings agenten en hun medewerkers) |
100% | 90% | 94% |
| Tsjechië (ČSOB Bank / ČSOB Pojišt'ovna) | 99% / 100% | 99% / 100% | 98% / 100% |
| Slowakije (ČSOB Bank / ČSOB Poist'ovňa) | 99% / 99% | 97% / 100% | 98% / 99% |
| Hongarije (K&H Bank / K&H Insurance) | 99% / 96% | 98% / 100% | 98% / 98% |
| Bulgarije (UBB / DZI) | 91% / 95% | 99% / 93% | 94% / 96% |
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier zorgen de tweedelijnsrisico- en controlefuncties voor toezicht op de controle-omgeving en de genomen risico's, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, hebben de chief risk officers een vetorecht, dat gebruikt kan worden in de verschillende comités waar belangrijke beslissingen worden genomen. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de groep. Ze wordt gekenmerkt door haar specifieke statuut (zoals bepaald in de wet- en regelgeving en zoals vertaald in het Compliance Charter), haar plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO, met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de bijhorende rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC en in bepaalde gevallen zelfs aan de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het DC haar heeft
toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Als onafhankelijke controlefunctie zorgt de actuariële functie voor een bijkomende kwaliteitsbewaking door het verschaffen van deskundig technisch actuarieel advies aan de Raad, het RCC, het DC van KBC Groep NV en van de KBC-verzekeringsgroep en elke (her)verzekeringsentiteit binnen de groep. Dat advies betreft onder meer de berekening van de technische voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen, het herverzekeringsbeleid en het onderschrijvingsrisico. De onafhankelijkheid van de actuariële functie wordt ondersteund door het aangepaste statuut van de functie, zoals beschreven in het 'Charter van de actuariële functie'.
Interne Audit verschaft redelijke zekerheid (reasonable assurance) omtrent de effectiviteit en efficiëntie van de internecontrole- en risicobeheerprocessen, inclusief Corporate Governance. Als onafhankelijke derdelijnscontrole – rapporterend aan het AC – voert het daartoe risicogestuurde audits uit. Het ziet er ook op toe dat er beleidsmaatregelen en processen zijn die consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.
Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodes, samenwerking tussen interne-auditafdelingen van de KBC-groep en uitbesteding van interne-auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2019. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het internecontrole- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.
Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de internecontrolemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet. Het AC besteedt hierbij specifieke aandacht aan een correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures voldoen aan de wet en andere reglementeringen.
Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.

De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond. De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen attesteren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Investor Relations Office en van Experts, Reporting & Accounting, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels en de volledigheid van de IFRStoelichtingsvereisten.
Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het internecontrolesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting, de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Challenger Framework en het Data Management Framework definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Hierbij worden Business Process Management-technieken (BPM) toegepast, gebruikmakend van procesinventarissen, procesbeschrijvingen (Turtle Diagrams) en analyses van de potentiële risico's in de processen (Failure Mode & Effects Analysis (FMEA)) aangevuld met een door de CFO's ingevulde vragenlijst. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-toendproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Het maatschappelijke kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 417 169 414 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de vastgestelde slotkoers, kan het personeelslid die nieuwe aandelen niet overdragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop het personeel heeft ingetekend in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur in november 2022 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot 14 december 2024. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2021 zijn nog geblokkeerd tot 15 december 2023.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2022 betrof het twee aandelen.
De kernaandeelhouders van KBC Groep NV bestaan uit KBC Ancora NV, haar moederonderneming Cera CV, MRBB BV en
een groep van rechtspersonen en natuurlijke personen die worden aangeduid als Andere vaste aandeelhouders. Uit de meest recente kennisgevingen van deze kernaandeelhouders blijkt het volgende aandelenbezit:
| • | KBC Ancora NV | 77 516 380 |
|---|---|---|
| • | Cera CV | 15 555 143 |
| • | MRBB BV | 47 887 696 |
| • | Andere vaste aandeelhouders | 30 623 645 |
| • | Totaal | 171 582 864 |
| (41,13% van totaal op 31 december 2022) |
Tussen deze kernaandeelhouders werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten die voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. Dat bevat de regels m.b.t. de gesyndiceerde aandelen, het beheer van het aandeelhouderssyndicaat, de syndicaatsvergaderingen, de stemrechten binnen het aandeelhouderssyndicaat, voorkooprechten in het geval van overdracht van bepaalde gesyndiceerde aandelen, de uittreding uit de overeenkomst en de duur van de overeenkomst. Behalve voor een beperkt aantal beslissingen, beslist de syndicaatsvergadering met een tweederdemeerderheid, met dien verstande dat geen enkele van de aandeelhoudersgroepen een beslissing kan blokkeren. De aandeelhoudersovereenkomst werd verlengd voor een periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.
Benoeming en vervanging van leden van de Raad: De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité. Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het WVV (art. 7:87). De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar.
Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan.
De Algemene Vergadering heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en beslissen, als de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en beslist op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze drie vierde van de stemmen heeft verkregen (art. 7:153 van het WVV).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging verantwoorden in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als ze ten minste vier vijfde van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen (art. 7:154 van het WVV).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 23 oktober 2023 gemachtigd om het maatschappelijke kapitaal in een of meer keren te verhogen, in geld of in natura, door de uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meerdere keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal. Die machtiging werd verleend ten belope van 291 000 000 euro, waarbij de
Raad bevoegd is om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders op te heffen of te beperken, en ten belope van 409 000 000 euro waarbij de Raad niet bevoegd is het voorkeurrecht op te heffen of te beperken. Op 8 november 2022 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Zie verder in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie, in de toelichtingen bij de vennootschappelijke jaarrekening. De Algemene Vergadering van 5 mei 2022 heeft de Raad voor een periode van vier jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit gemachtigd om maximaal 10% van de aandelen van KBC Groep NV te verwerven op Euronext Brussels of op een andere gereglementeerde markt, tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met tien procent, en niet lager dan één euro. De Raad heeft in 2022 van deze machtiging nog geen gebruik gemaakt. Op 31 december 2022 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen geen aandelen van KBC Groep NV meer in bezit.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt
Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren naar aanleiding van de wet van 2 mei 2007, naar aanleiding van de wet op de openbare overnamebiedingen, of op vrijwillige basis. In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel, vindt u een synthese met de meest recente meldingen. We wijzen erop dat de hierna vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal
aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
| Aandeelhouderschap op 31-12- 2022, volgens de meest recente kennisgevingen overeenkomstig de wet van 2 mei 2007 |
Adres | Aantal KBC-aandelen/ stemrechten (tegenover het huidige aantal aandelen/ stemrechten)* |
De kennisgeving be treft de situatie op |
|---|---|---|---|
| Kernaandeelhouders | |||
| KBC Ancora NV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 77 516 380 / 18,58% | 1 december 2014 |
| Cera CV | Muntstraat 1, 3000 Leuven, België | 11 127 166 / 2,67% | 1 december 2014 |
| MRBB BV | Diestsevest 32/5b, 3000 Leuven, België | 47 889 864 / 11,48% | 1 december 2014 |
| Andere vaste aandeelhouders | P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
32 020 498 / 7,68% | 1 december 2014 |
| Andere aandeelhouders | |||
| Blackrock Inc. | 55 East 52nd Street, New York, NY 10055, Verenigde Staten |
20 651 401 / 4,95% | 1 december 2022 |
| FMR LLC | 1209 Orange Street, Wilmington, New Castle County, Delaware 19801, Verenigde Staten |
12 618 677 / 3,02% | 7 december 2022 |
* Inclusief de in deel B van de transparantiekennisgeving vermelde voting rights that may be acquired if the instrument is exercised. Als de aandeelhouder onder de drempel van 3% is gezakt in de recentste notificatie, wordt hij niet meer vermeld in de tabel (tenzij hij tot de kernaandeelhouders behoort). KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen integraal op www.kbc.com.
In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV in juli en november 2022 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
| A Mededelingen door (a) rechtspersonen en (b) natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 Aandeelhouder | Participatie, aantal |
In procenten2 | |
| Niramore International | |||||
| KBC Ancora nv | 77 516 380 | 18,58% | sa | 400 000 | 0,10% |
| MRBB bv | 47 887 696 | 11,48% Cecan Invest nv | 397 563 | 0,10% | |
| CERA cv | 15 555 143 | 3,73% Robor nv | 359 606 | 0,09% | |
| Plastiche Finance nv | 4 380 500 | 1,05% Rodep Comm. va | 305 000 | 0,07% | |
| Agev SAK | 4 112 731 | 0,99% Beluval nv | 267 698 | 0,06% | |
| VIM cvba | 4 032 141 | 0,97% Bareldam sa | 260 544 | 0,06% | |
| 3D nv | 2 461 893 | 0,59% Algimo nv | 210 000 | 0,05% | |
| Almafin sa | 1 625 127 | 0,39% Gavel nv | 200 000 | 0,05% | |
| De Berk bv | 1 138 208 | 0,27% Ibervest | 190 000 | 0,05% | |
| Pula SAK | 981 450 | 0,24% Promark International nv | 110 000 | 0,03% | |
| Rainyve sa | 950 000 | 0,23% Iberanfra STAK | 120 107 | 0,03% | |
| Alia sa | 938 705 | 0,23% Agrobos | 75 000 | 0,02% | |
| Stichting Amici Almae Matris | 917 731 | 0,22% Wilig | 45 950 | 0,01% | |
| Alginvest nv | 840 901 | 0,20% Filax stichting | 38 529 | 0,01% | |
| Ceco cva | 666 499 | 0,16% Hendrik Van Houtte CVA | 36 000 | 0,01% | |
| Van Holsbeeck Kristo | |||||
| Cecan nv | 682 697 | 0,16% | bvba | 18 720 | 0,00% |
| Van Holsbeeck nv | 524 656 | 0,13% Ravago IBP-OFP | 9 833 | 0,00% | |
| Sereno sa | 492 408 | 0,12% |
B Mededelingen door natuurlijke personen die minder dan 3% van de effecten met stemrecht houden (deze mededelingen hoeven geen melding te maken van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen)
| Participatie, aantal |
In procenten2 | Participatie, aantal |
In procenten2 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| - | 884 000 | 0,21% | - | 55 000 | 0,01% |
| - | 285 000 | 0,07% | - | 53 435 | 0,01% |
| - | 285 000 | 0,07% | - | 49 162 | 0,01% |
| - | 250 000 | 0,06% | - | 48 318 | 0,01% |
| - | 167 498 | 0,04% | - | 41 446 | 0,01% |
| - | 125 200 | 0,03% | - | 38 000 | 0,01% |
| - | 102 944 | 0,02% | - | 30 000 | 0,01% |
| - | 89 562 | 0,02% | - | 23 131 | 0,01% |
| - | 81 212 | 0,02% | - | 10 542 | 0,00% |
| - | 75 000 | 0,02% | - | 3 431 | 0,00% |
| - | 71 168 | 0,02% | - | 837 | 0,00% |
| 63 562 | 0,02% |
1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.
2 De berekening is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2022.
Het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC houdt rekening met de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De volledige verslagen van het Remuneratiecomité worden aan de Raad bezorgd ter kennisgeving. De Raad kan het Remuneratiecomité ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC opdracht geven om mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Het RCC staat de Raad bij in de uitwerking van een gezond beloningsbeleid en checkt ook jaarlijks of dat beleid en de praktijk consistent zijn met een gezond en effectief risicobeheer en of de stimulansen in de beloningssystemen geen risico's in de hand werken.
Op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over voorstellen tot wijziging van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en draagt die indien nodig ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een variabele component (resultaats- en prestatiegebonden).
• De Corporate Governance Code schrijft voor dat de leden van de Raad een deel van hun vergoeding moeten ontvangen in de vorm van aandelen van het bedrijf. Het achterliggende idee is dat dit de bestuurders zal aanzetten om te handelen als
langetermijnaandeelhouders of, zoals de Commissie
Corporate Governance het in haar toelichtende nota inzake remuneratie verwoordt, om te bewerkstelligen dat de bestuurders "skin in the game" hebben. Het Remuneratiecomité kan zich achter de filosofie van de regel scharen maar vindt het, gelet op de specifieke aandeelhoudersstructuur van KBC, niet opportuun om deze regel te volgen. Op de onafhankelijke bestuurders na, zijn alle niet-uitvoerende bestuurders van KBC immers vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders. Deze kernaandeelhouders zijn bij uitstek
langetermijnaandeelhouders die samen meer dan 40% van de aandelen van KBC in handen houden. Over "skin in the game" kan er dus bezwaarlijk twijfel bestaan. Daar nog een beperkt aantal aandelen aan toevoegen via hun vergoeding zal dan ook geen enkele impact hebben. Het Remuneratiecomité vindt het bijgevolg niet nodig om de regel van de Code te implementeren om de beoogde doelstelling te bereiken. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd.
• Verder stelt de Corporate Governance Code dat de Raad het minimumaantal aandelen moet bepalen dat de leden van het DC op persoonlijke titel moeten aanhouden. De achterliggende filosofie hiervan is dat dit de belangen van het uitvoerende management in overeenstemming zou brengen met de belangen van de aandeelhouders en het zou bijdragen aan duurzame waardecreatie. Ook hier stelt de Commissie Corporate Governance dat het gaat om het hebben van "skin in the game". Bovendien zou er een positieve correlatie bestaan tussen aandelenbezit door het topmanagement en de toekomstige bedrijfswinst. Het Remuneratiecomité heeft de Raad geadviseerd om deze bepaling van de Code desondanks niet toe te passen. De Raad heeft het advies van het Remuneratiecomité gevolgd. De reden daarvoor is dat het achterliggende idee van deze bepaling en de positieve effecten van aandelenbezit door het topmanagement al diep ingebed zijn in de huidige structuur van de vergoeding van de leden van het DC. Niet alleen wordt de betaling van 60% van hun variabele vergoeding uitgesteld over een periode van 5 jaar maar bovendien wordt de helft van de variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks. De helft van de variabele vergoeding is m.a.w. gekoppeld aan de evolutie van de waarde van het KBC-aandeel gedurende een periode van 7 jaar volgend op het jaar waarover de variabele vergoeding werd toegekend. Er is dus al behoorlijk wat "skin in the game". Aanhoudend goede resultaten en een gunstige evolutie van de koers van het aandeel zijn dus evenzeer belangrijk voor de leden van het DC als voor de aandeelhouders. Daarbovenop de
leden van het DC nog verplichten om een pakket KBCaandelen aan te houden zou een al te groot stuk van hun vermogen afhankelijk maken van de evolutie van de koers van het KBC-aandeel.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van de Raad en het DC wordt beschreven in de Remuneration Policy voor de Raad van Bestuur en de leden van het Directiecomité, die op 5 mei 2022 door de Algemene Vergadering werd goedgekeurd met bijna 90% van de stemmen. Daarin wordt een beschrijving gegeven van het vergoedingsregime van de leden van de Raad en van de leden van het DC. De belangrijkste principes die daarin zijn opgenomen voor de bepaling van de variabele vergoeding vindt u hierna:
• De betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding wordt niet alleen gespreid in de tijd, maar de helft ervan wordt ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar (ze worden pas verzilverd één jaar na de toekenning ervan). De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële
toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en van het DC gerechtvaardigd wordt.
• In een aantal omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus). Uitzonderlijk kan ook een al uitgekeerde variabele vergoeding geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden (claw back). De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.
• KBC Groep NV verleent geen kredieten aan bestuurders. Kredieten of waarborgen kunnen wel worden verleend door de bankdochtermaatschappijen van KBC Groep NV overeenkomstig artikel 72 van de Bankwet van 25 april 2014. Dat betekent dat die kredieten kunnen worden verleend tegen klantvoorwaarden en worden goedgekeurd door de Raad.
| Vergoeding per individuele bestuur | Vergoeding | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| der (op geconsolideerde basis, in euro) |
Vergoeding (m.b.t. boekjaar 2022) |
AC en RCC (m.b.t. boekjaar 2022) |
Presentiegeld (m.b.t. boekjaar 2022) |
Totaal | |
| Koenraad Debackere | 300 000 | - | - | 300 000 | |
| Alain Bostoen | 30 000 | - | 50 000 | 80 000 | |
| Katelijn Callewaert | 65 000 | - | 56 250 | 121 250 | |
| Eric Clinck | 30 000 | - | 50 000 | 80 000 | |
| Sonja De Becker | 40 000 | - | 50 000 | 90 000 | |
| Franky Depickere | 65 000 | 130 000 | 56 250 | 251 250 | |
| Frank Donck | 30 000 | 30 000 | 50 000 | 110 000 | |
| Alicia Reyes Revuelta | 20 000 | 20 000 | 45 000 | 85 000 | |
| Liesbet Okkerse | 30 000 | - | 50 000 | 80 000 | |
| Vladimira Papirnik | 30 000 | 30 000 | 70 000 | 130 000 | |
| Theodoros Roussis | 30 000 | - | 45 000 | 75 000 | |
| Philippe Vlerick | 60 000 | - | 50 000 | 110 000 | |
| Mark Wittemans | 40 000 | 60 000 | 50 000 | 150 000 |
verband met kapitaal en liquiditeit die bereikt moeten worden alvorens een variabele vergoeding kan worden toegekend. De parameters worden jaarlijks vastgelegd door de Raad. Als een van de opgelegde parameters niet wordt bereikt, wordt er niet alleen geen variabele vergoeding toegekend, maar vervalt in dat jaar ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.
• De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. Het Remuneratiecomité maakt voor elk lid van het DC een globale evaluatie in het licht van de elementen van onze bedrijfscultuur en het element Respectvol als basiswaarde voor de hele KBC-organisatie. Op basis daarvan stelt het Remuneratiecomité een percentage tussen 0 en 100% voor aan de Raad die een beslissing neemt over deze eindscore, die uiteindelijk de omvang van de individuele variabele vergoeding bepaalt.
| bele vergoeding voor de leden van het DC | Uitleg* |
|---|---|
| Performance | We streven naar uitstekende resultaten en doen wat we beloven. |
| Empowerment | We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien. |
| Accountability | We nemen onze verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij. |
| Responsiveness | We anticiperen en spelen proactief in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden. |
| Local Embeddedness en groepswijde samenwerking |
We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef en we staan dicht bij onze klanten. |
| Respect | We behandelen mensen als onze gelijken, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn. |
* Zie 'Wat maakt ons tot wie we zijn?'
• De collegiale resultaatsgebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt door de Raad op advies van het Remuneratiecomité bepaald op basis van een evaluatie van een aantal vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties, zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Zie tabel. De gehanteerde criteria zijn opgebouwd rond vier grote thema's: implementatie van de strategie, realisatie van de financiële planning, versterking van de risico-omgeving en tevredenheid van alle stakeholders. De prestaties van het
DC in elk van deze vier blokken bepalen elk voor 25% de omvang van deze variabele vergoeding.
• Het resultaat van de evaluatie op deze criteria wordt vertaald in een percentage tussen 0 en 100% dat wordt toegepast op het maximale bedrag van de resultaatsgebonden variabele vergoeding. De omvang van de variabele vergoeding is dus maar voor een klein percentage afhankelijk van het behalen van financiële resultaten. Risicobeheersing, stakeholdermanagement en duurzaamheid zijn hierbij minstens even belangrijk.
| Criteria voor toekenning van de resultaats |
|---|
| gebonden variabele vergoeding voor de |
| leden van het DC | Uitleg | Gewicht |
|---|---|---|
| Implementatie van de strategie | Naast eventuele specifieke doelstellingen, nadruk op de implementatie van klantgerichtheid, duurzaamheid en het stimuleren van verantwoord gedrag en op innovatie. Voor 2022 ging het in hoofdzaak over verdere stappen in de implemen tatie van de next level-strategie, verdere stappen in het Sustainable Finance Programme, de integratieoefening in Bulgarije, uitvoering van het exitplan in Ierland, de start van Discai en de implementatie van het Temenos platform. |
25% |
| Realisatie van de financiële planning | Betreft een aantal financiële parameters (rendement, winst, kapitaal, kredietkosten), en evaluatie van de vooruitgang bij de implementatie van het bankverzekeringsmodel en diversificatie van de inkomsten. In 2022 werd er ook nog nadruk gelegd op de continuïteit in tijden van covid- en Oekrainecrisis. |
25% |
| Versterking van de risico-omgeving | Beoordeeld aan de hand van liquiditeits-, kapitaal- en fundingcriteria, uitvoering van de aanbevelingen van Audit en de toezichthouder en mate van verbetering van de internecontroleomgeving, inclusief com pliance. In 2022 lag er ook veel nadruk op de maatregelen inzake de witwasproblematiek en op cyberrisk. |
25% |
| Tevredenheid van alle stakeholders | Beoordeeld op basis van resultaten van klanten- en personeelste vredenheidsenquêtes en vooruitgang inzake duurzaamheid. Er wordt gebruik gemaakt van een duurzaamheidsdashboard dat parameters bevat m.b.t. duurzaamheid, o.m. duurzaamheid in onze bank- en verze keringsactiviteiten (bv. aandeel van hernieuwbare energie in de krediet portefeuille en afbouw van de financiering van de steenkoolsector), onze rol in de samenleving (bv. eigen ecologische voetafdruk), duurzame groei (bv. beheersing van risico's en langetermijnwaardecreatie), reputatie, personeelsbeleid enz. |
25% |
• Voor de variabele vergoeding van de CRO wordt geen rekening gehouden met de prestaties gerelateerd aan het behalen van de financiële planning, maar wordt het relatieve gewicht van de risicogerelateerde criteria verdubbeld.
• De variabele vergoeding van de leden van het DC houdt niet enkel rekening met de resultaten over één boekjaar maar ondergaat ook een impact op lange termijn. Dit is ingebed in de structuur van de uitbetaling van de variabele vergoeding:
• Binnen de grenzen van wat wettelijk en reglementair is toegestaan wordt voor een lid van het DC met een anciënniteit van 6 jaar of minder de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning. Voor een anciënniteit van 6 t.e.m. 9 jaar wordt dat 15 maanden en bij een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt het 18 maanden beloning. Beloning moet in deze context begrepen worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.
• De betaling van de totale jaarlijkse (resultaatsgebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over zes jaar: 40% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende vijf jaar.
wijten aan het feit dat de lat op dat vlak door de toezichthouder steeds hoger gelegd wordt. Op advies van het Remuneratiecomité besliste de Raad van Bestuur om voor dit luik een score van 98,7% toe te kennen.
| Bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (in euro) |
Totaal | Toekenning 2023 |
Toekenning 2024 |
Toekenning 2025 |
Toekenning 2026 |
Toekenning 2027 |
Toekenning 2028 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Johan Thijs | 465 812 | 186 327 | 55 897 | 55 897 | 55 897 | 55 897 | 55 897 |
| John Hollows* | 70 557 | 28 222 | 8 467 | 8 467 | 8 467 | 8 467 | 8 467 |
| Erik Luts | 217 528 | 87 013 | 26 103 | 26 103 | 26 103 | 26 103 | 26 103 |
| Luc Popelier | 211 667 | 84 667 | 25 400 | 25 400 | 25 400 | 25 400 | 25 400 |
| Christine Van Rijsseghem | 213 495 | 85 397 | 25 619 | 25 619 | 25 619 | 25 619 | 25 619 |
| David Moucheron | 211 667 | 84 667 | 25 400 | 25 400 | 25 400 | 25 400 | 25 400 |
| Peter Andronov | 215 887 | 86 357 | 25 906 | 25 906 | 25 906 | 25 906 | 25 906 |
| Aleš Blažek* | 84 127 | 33 652 | 10 095 | 10 095 | 10 095 | 10 095 | 10 095 |
* Specifieke instrumenten in Tsjechië, zoals hiervoor toegelicht.
• Geen.
.
• Alle leden van het DC beschikken over een bedrijfswagen. Op het privégebruik daarvan worden zij belast
overeenkomstig de geldende reglementering. De leden van het DC genieten ook nog enkele andere voordelen, o.m. een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering. De waarde van deze voordelen vindt u in de tabel. De forfaitaire kostenvergoeding van 335 euro per maand die alle leden van het DC ontvangen, is niet in dit bedrag inbegrepen.
| a) Vergoeding van voormalige | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| leden van het DC van KBC Groep NV, 2022 |
Luc Gijsens | Daniel Falque | Hendrik Scheerlinck | John Hollows | ||||
| Toegekend | Uitbetaald | Toegekend | Uitbetaald | Toegekend | Uitbetaald | Toegekend | Uitbetaald | |
| Vaste basisvergoeding | – | – | – | – | – | – | 615 154 | 615 154 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar |
||||||||
| – cash | – | – | – | – | – | – | 19 537 | 7 815 |
| – phantom stocks | – | – | – | – | – | – | 19 537 | |
| Resultaatsgebonden variabele vergoeding voor het boekjaar |
||||||||
| – cash | – | – | – | – | – | – | 51 018 | 20 407 |
| – phantom stocks | – | – | – | – | – | – | 51 018 | |
| Vergoedingen voor voorgaande boekjaren |
||||||||
| – individuele variabele vergoeding |
– | 1 445 | – | 20 228 | – | 18 556 | – | 24 599 |
| – resultaatsgebonden variabele vergoeding |
– | 4 727 | – | 63 041 | – | 58 315 | – | 73 896 |
| – phantom stocks | – | 24 358 | – | 147 813 | – | 125 406 | – | 124 302 |
| Tussentotaal variabele vergoed ing |
– | 30 530 | – | 231 082 | – | 202 277 | 141 110 | 251 019 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belastingen) |
– | – | – | – | – | – | 85 564 | 85 564 |
| Andere voordelen | – | – | – | – | – | – | 4 539 | 4 539 |
| Totaal | – | 30 530 | – | 231 082 | – | 202 277 | 846 367 | 956 276 |
| Verhouding vast/variabel (in %) | – | – | – | – | – | – | 83/17 | 74/26 |
| b) Vergoeding van de hui van KBC Groep NV, 2022 dige leden van het DC |
Johan Thijs (CEO) |
Peter Andronov |
Aleš Blažek* (8 maanden) |
Erik Luts |
David Moucheron |
Luc Popelier |
Christine Van Rijsseghem |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toege kend |
Uitbe- taald |
Toege- kend |
taald Uitbe- |
Toege- kend |
Uitbe- taald |
kend Toege- |
Uitbe- taald |
Toege- kend |
Uitbe- taald |
Toege- kend |
Uitbe- taald |
Toege- kend |
taald Uitbe- |
|
| Vaste basisvergoeding | 1 512 400 | 1 512 400 | 906 300 | 906 300 | 398 232 | 398 232 | 906 300 | 906 300 | 906 300 | 906 300 | 906 300 | 906 300 | 906 300 | 906 300 |
| goeding voor het boekjaar Individuele variabele ver |
||||||||||||||
| - cash | 154 234 | 61 694 | 62 832 | 25 133 | 20 475 | 8 190 | 64 473 | 25 789 | 58 612 | 23 445 | 58 612 | 23 445 | 60 956 | 24 382 |
| - phantom stocks | 154 234 | – | 62 832 | – | 20 475 | – | 64 473 | – | 58 612 | – | 58 612 | – | 60 956 | – |
| Resultaatsgebonden varia bele vergoeding voor het boekjaar |
||||||||||||||
| - cash | 311 578 | 124 631 | 153 055 | 61 222 | 63 652 | 25 461 | 153 055 | 61 222 | 153 055 | 61 222 | 153 055 | 61 222 | 152 539 | 61 015 |
| – phantom stocks | 311 578 | – | 153 055 | – | 63 652 | – | 153 055 | – | 153 055 | – | 153 055 | – | 152 539 | – |
| Vergoedingen voor voor gaande boekjaren |
||||||||||||||
| - individuele variabele vergoeding |
– | 44 906 | – | 3 863 | – | – | – | 23 829 | – | 3 552 | – | 23 447 | – | 24 981 |
| variabele vergoeding - resultaatsgebonden |
– | 121 869 | – | 10 855 | – | – | – | 69 169 | – | 10 855 | – | 73 896 | – | 74 431 |
| - phantom stocks | – | 291 144 | – | – | – | – | – | 127 574 | – | – | – | 148 969 | – | 152 149 |
| Tussentotaal variabele ver goeding |
931 624 | 644 244 | 431 773 | 101 073 | 168 254 | 33 651 | 435 056 | 307 583 | 423 334 | 99 074 | 423 334 | 330 979 | 426 990 | 336 958 |
| Pensioentoelage type vaste bijdragen (exclusief belas tingen) |
604 960 | 604 960 | 256 702 | 256 702 | 171 133 | 171 133 | 290 016 | 290 016 | 290 016 | 290 016 | 290 016 | 290 016 | 290 016 | 290 016 |
| Andere voordelen | 18 247 | 18 247 | 7 314 | 7 314 | 3 437 | 3 437 | 12 621 | 12 621 | 7 961 | 7 961 | 14 060 | 14 060 | 9 653 | 9 653 |
| Totaal | 3 067 231 | 2 779 851 | 1 602 089 | 1 271 389 | 741 056 | 606 453 | 1 643 993 | 1 516 520 | 1 627 611 | 1 303 351 | 1 633 710 | 1 541 355 | 1 632 959 | 1 542 927 |
| Verhouding vast/variabel (in %) |
70/30 | 77/23 | 73/27 | 92/8 | 77/23 | 94/6 | 74/26 | 80/20 | 74/26 | 92/8 | 74/26 | 79/21 | 74/26 | 78/22 |
| * De nettovergoeding van Ales Blažek is dezelfde als die van de andere leden van het DC. |
• Om de ontwikkeling van de vergoeding van het topmanagement in perspectief te plaatsen, volgt hierna een overzicht van de ontwikkeling over de voorbije vijf jaar van de totale vergoeding van de huidige leden van het DC, het gemiddelde loon van de werknemers (in
voltijdequivalent) van KBC Groep NV, het laagste loon van een werknemer (in voltijdequivalent) in KBC Groep NV en enkele gegevens die een indicatie vormen voor de prestaties van KBC.
• De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt niet in het overzicht opgenomen, omdat die vergoeding gedurende de laatste vijf jaar ongewijzigd gebleven is.
| Vergoeding van het topmanagement in perspectief |
2018 | 2019 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2020 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2021 | (t.o.v. het jaar voordien) |
2022 | (t.o.v. het jaar voordien) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vergoeding van de DC-leden (in euro) |
|||||||||
| Johan Thijs | 2 298 415 | 2 361 493 | +3% | 2 245 548 | -5% | 2 421 147 | +8% | 3 067 231 | +27% |
| Peter Andronov | - | - | - | - | - | 1 506 087 (12/12) |
- | 1 602 089 | +6% |
| Aleš Blažek | - | - | - | - | - | - | - | 1 111 584 (12/12) |
– |
| Erik Luts | 1 453 646 | 1 494 112 | +3% | 1 426 805 | -5% | 1 534 287 | +8% | 1 643 993 | +7% |
| David Moucheron | - | - | - | - | - | 1 520 236 (12/12) |
- | 1 627 611 | +7% |
| Luc Popelier | 1 456 816 | 1 488 162 | +2% | 1 420 447 | -5% | 1 527 022 | +8% | 1 633 710 | +7% |
| Christine Van Rijsseghem | 1 465 071 | 1 500 277 | +2% | 1 424 458 | -5% | 1 529 211 | +7% | 1 632 959 | +7% |
| Gemiddelde (exclusief CEO)1 |
1 455 630 | 1 491 388 | +2% | 1 422 900 | -5% | 1 522 517 | +7% | 1 541 991 | +7%3 |
| Gemiddeld loon van een Belgische werknemer van KBC Groep NV (in euro) |
|||||||||
| Gemiddelde loon | 90 416 | 90 780 | +0% | 92 124 | +1% | 94 312 | +2% | 109 106 | +16%4 |
| Laagste loon | 42 587 | 43 259 | +2% | 46 448 | +7% | 47 767 | +3% | 53 559 | +12% |
| Ratio hoogste/laagste loon |
1/54 | 1/55 | 1/48 | 1/51 | 1/57 | ||||
| Prestatie-indicatoren | |||||||||
| Nettoresultaat van de groep (in miljoenen euro) |
2 570 | 2 489 | -3% | 1 440 | -42% | 2 614 | +82% | 2 743 | +5% |
| Totale opbrengsten van de groep (in miljoenen euro) |
7 512 | 7 629 | +2% | 7 195 | -6% | 7 558 | +5% | 8 463 | +12% |
| Eigen broeikasgas emissies (in ton CO2 , per vte) |
2,27 | 1,97 | -13% | 1,54 | -22% | 1,02 | -34% | 1,162 | +14% |
| Volume fondsen die verantwoord beleggen (in miljarden euro) |
9,0 | 12,0 | +34% | 16,8 | +40% | 31,7 | +89% | 32,3 | +2% |
| Common equity ratio (fully loaded) |
16,0% | 17,1% | +7% | 17,6% | +3% | 15,5% | -12% | 15,3% | –1% |
1 Voor deze berekening werd de toenmalige samenstelling van het DC gebruikt.
2 Bevat voor het eerst KBC Bank Bulgaria en is beïnvloed door een nieuwe berekeningsmethodiek voor wagens/woon-werkverkeer (WLTP).
3 Zonder Aleš Blažek.
4 De stijging werd beïnvloed door de afsplitsing van KBC Global Services.
In overeenstemming met ons streven naar integrated reporting hebben we onze geconsolideerde duurzaamheidsinformatie (zoals vereist door art. 3:6 § 4 en 3:32 § 2 WVV) en de momenteel al verplichte delen uit de EU-taxonomie geïntegreerd in de verschillende hoofdstukken van dit verslag. Informatie over het bedrijfsmodel vindt u in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel. De onderstaande tabel vermeldt waar u de door de wet vereiste andere niet-financiële informatie terugvindt.


We houden bij de opmaak van ons jaarverslag in de mate van het mogelijke rekening met de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council en we baseren ons voor onze geconsolideerde niet-financiële verklaring op de GRI Sustainability Reporting Standards (Global Reporting Initiative Standards). Het GRI is een sustainability reporting framework, met universele richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving en rapportering van nietfinanciële data. Het legt de kwaliteitsbeginselen en indicatoren uit om de impact op economische, milieu- en
sociale prestaties inclusief de impact op mensenrechten te
meten en erover te rapporteren. De volledige toepassing van de 2021 GRI Sustainability Reporting Standards en de GRI/ SASB Content Index vindt u in het Duurzaamheidsverslag, dat wordt gepubliceerd op www.kbc.com.
Het progressierapport over de (duurzaamheids-)doelen van de kredietportefeuille van de groep, de berekeningen van de eigen milieuvoetafdruk en onze PRB (Principles for Responsible Banking) voor zelfevaluatie zijn door een externe partij geverifieerd.
Belangrijke gebeurtenis na balansdatum die heeft geleid tot een aanpassing van de jaarrekening over 2022: zie toelichting 3.6.

| (in miljoenen euro) | Toelichting | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 3.1 | 5 161 | 4 451 |
| Rente-inkomsten | 3.1 | 11 226 | 6 320 |
| Rentelasten | 3.1 | -6 064 | -1 869 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 3.7 | 881 | 782 |
| Verdiende premies | 3.7 | 2 033 | 1 885 |
| Technische lasten | 3.7 | -1 153 | -1 103 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 3.7 | 92 | 45 |
| Verdiende premies | 3.7 | 1 163 | 1 196 |
| Technische lasten | 3.7 | -1 071 | -1 150 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 3.7 | -2 | 25 |
| Dividendinkomsten | 3.2 | 59 | 45 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
3.3 | 406 | 145 |
| Waarvan resultaat op aandelen (overlaybenadering) | 3.3 | 86 | 104 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI | 3.4 | -22 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 3.5 | 1 847 | 1 836 |
| Provisie-inkomsten | 3.5 | 2 804 | 2 692 |
| Provisielasten | 3.5 | -957 | -856 |
| Overige netto-inkomsten | 3.6 | 40 | 223 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 8 463 | 7 558 | |
| Exploitatiekosten | 3.8 | -4 818 | -4 396 |
| Personeelskosten | 3.8 | -2 561 | -2 457 |
| Algemene beheerskosten | 3.8 | -1 883 | -1 583 |
| Afschrijvingen vaste activa | 3.8 | -374 | -356 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 3.10 | -284 | 261 |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI | 3.10 | -154 | 334 |
| op goodwill | 3.10 | -5 | -7 |
| op overige | 3.10 | -125 | -65 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.11 | -10 | -5 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 3 351 | 3 418 | |
| Belastingen | 3.12 | -608 | -804 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | 2 743 | 2 614 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | 0 | 0 |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | 2 743 | 2 614 |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | – | 0 | 0 |
| Winst per aandeel (in euro) | |||
| Gewoon | 3.13 | 6,46 | 6,15 |
| Verwaterd | 3.13 | 6,46 | 6,15 |
| Beleggingsaandelen van de verzekeraar in 2022: Illustratie van de overlaybenadering (in miljoenen euro) |
Onder IAS 39 | Onder IFRS 9 zonder overlay (keuze FVPL) |
Impact overlay |
Onder IFRS 9 met overlay |
|---|---|---|---|---|
| Gerealiseerde resultaten via winst-en-verliesrekening | 176 | 176 | – | 176 |
| Niet-gerealiseerde resultaten via winst-en-verliesrekening | – | -446 | -446 | – |
| Waardeverminderingen via winst-en-verliesrekening | -90 | – | 90 | -90 |
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten via OCI | -356 | – | 356 | -356 |
| Belastingen (via winst-en-verliesrekening of OCI) | 5 | 5 | – | 5 |
| Totaal via winst-en-verliesrekening of OCI | -265 | -265 | 0 | -265 |
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 2 743 | 2 614 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 2 743 | 2 614 |
| OCI DIE NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING KAN WORDEN OVERGEBOEKT | -1 618 | 56 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten | -1 421 | -487 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -1 887 | -619 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 449 | 141 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 17 | -9 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -1 | -4 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 22 | -7 |
| Uitgestelde belastingen | -4 | 2 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlaybenadering | -350 | 172 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -270 | 279 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 5 | -4 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -86 | -104 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 90 | 20 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -176 | -123 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | 171 | 186 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 165 | 197 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -55 | -62 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 61 | 52 |
| Brutobedrag | 80 | 66 |
| Uitgestelde belastingen | -19 | -15 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | -14 | 272 |
| Brutobedrag | -14 | 272 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Afdekking van een netto-investering in buitenlandse entiteiten | -4 | -84 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -65 | -113 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 12 | 28 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 49 | 0 |
| Brutobedrag | 66 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | -16 | 0 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 0 | -2 |
| OCI DIE NIET NAAR DE WINST-EN-VERLIESREKENING ZAL WORDEN OVERGEBOEKT | 224 | 345 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve FVOCI aandelen | 2 | 56 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 2 | 57 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | -1 |
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | 222 | 291 |
| Wijzigingen | 299 | 387 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | -77 | -96 |
| Nettowijziging van het eigen kredietrisico | 1 | -2 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 1 | -2 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Nettowijziging m.b.t. geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Wijzigingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen | 0 | 0 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 1 350 | 3 015 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 350 | 3 015 |
p. 152
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Geldmiddelen, tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | – | 51 427 | 40 653 |
| Financiële activa | 4.0 | 291 262 | 281 658 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 255 444 | 240 128 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.0 | 12 128 | 15 824 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 23 147 | 25 422 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 8 471 | 8 850 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 542 | 283 |
| Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen | 5.6 | 192 | 191 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -4 335 | -436 |
| Belastingvorderingen | 5.2 | 1 312 | 1 296 |
| Actuele belastingvorderingen | 5.2 | 174 | 179 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 5.2 | 1 138 | 1 117 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 8 054 | 10 001 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 5.3 | 32 | 37 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 5.4 | 3 560 | 3 568 |
| Goodwill en andere immateriële vaste activa | 5.5 | 2 331 | 1 749 |
| Overige activa | 5.1 | 2 036 | 1 630 |
| TOTAAL ACTIVA | 355 872 | 340 346 | |
| VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | |||
| Financiële verplichtingen | 4.0 | 312 735 | 291 667 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4.0 | 289 854 | 268 387 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
4.0 | 22 303 | 22 187 |
| Waarvan aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.0 | 9 096 | 7 271 |
| Afdekkingsderivaten | 4.0 | 577 | 1 094 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 5.6 | 18 484 | 18 967 |
| Winst/verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico | – | -1 443 | -863 |
| Belastingverplichtingen | 5.2 | 283 | 435 |
| Actuele belastingverplichtingen | 5.2 | 150 | 87 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 5.2 | 133 | 348 |
| Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 5.11 | 2 020 | 4 262 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 5.7 | 418 | 282 |
| Overige verplichtingen | 5.8 | 2 568 | 2 520 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 335 065 | 317 269 | |
| Totaal eigen vermogen | 5.10 | 20 807 | 23 077 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders | 5.10 | 19 307 | 21 577 |
| Additional tier 1-instrumenten opgenomen in eigen vermogen | 5.10 | 1 500 | 1 500 |
| Minderheidsbelangen | – | 0 | 0 |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN | 355 872 | 340 346 |
• De invloed van de belangrijkste overnames en verkopen in 2022 en 2021 beschrijven we in Toelichting 6.6.
• De toename van het balanstotaal in 2022 wordt daarnaast voornamelijk verklaard door hogere uitstaande repo's en zichten termijndeposito's, wat aanleiding geeft tot hogere tegoeden bij centrale banken en hogere leningen en voorschotten aan klanten. Dat wordt gedeeltelijk tenietgedaan door hoger verlies op posities in portefeuilles afgedekt tegen renterisico (zowel op activa als verplichtingen) door de forse rentestijging in 2022 en lagere posities op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (op het passief vooral door de gedeeltelijke terugbetaling van TLTRO III (-9,1 miljard euro; zie Toelichting 4.1)).
| Geplaatst en volgestort aandelen |
Uitgifte | Eigen | Overge dragen |
Totaal herwaar derings |
Eigen vermogen van aandeel |
Additional tier 1- instrumen -ten in eigen |
Minder heids |
Totaal eigen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) 2022 |
kapitaal | premie | aandelen | resultaat | reserves | houders | vermogen | belangen | vermogen |
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 460 | 5 528 | 0 | 14 272 | 318 | 21 577 | 1 500 | 0 | 23 077 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 2 743 | 0 | 2 743 | 0 | 0 | 2 743 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 394 | -1 394 | 0 | 0 | -1 394 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 2 743 | -1 394 | 1 350 | 0 | 0 | 1 350 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -3 585 | 0 | -3 585 | 0 | 0 | -3 585 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -50 | 0 | -50 | 0 | 0 | -50 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 14 | 0 | 0 | 0 | 15 | 0 | 0 | 15 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | 18 | -18 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 14 | 0 | -873 | -1 412 | -2 270 | 0 | 0 | -2 270 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 461 | 5 542 | 0 | 13 399 | -1 094 | 19 307 | 1 500 | 0 | 20 807 |
| 2021 | |||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 459 | 5 514 | -1 | 13 146 | -88 | 20 030 | 1 500 | 0 | 21 530 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 2 614 | 0 | 2 614 | 0 | 0 | 2 614 |
| OCI erkend in eigen vermogen over de periode | 0 | 0 | 0 | -2 | 403 | 401 | 0 | 0 | 401 |
| Subtotaal | 0 | 0 | 0 | 2 612 | 403 | 3 015 | 0 | 0 | 3 015 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | -1 433 | 0 | -1 433 | 0 | 0 | -1 433 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | -50 | 0 | -50 | 0 | 0 | -50 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 13 | 0 | 0 | 0 | 14 | 0 | 0 | 14 |
| Overboeking van reserve naar overgedragen resultaat bij realisatie |
0 | 0 | 0 | -3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankoop/verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Wijzigingen in minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 13 | 1 | 1 126 | 406 | 1 547 | 0 | 0 | 1 547 |
| Saldo aan het einde van het jaar | 1 460 | 5 528 | 0 | 14 272 | 318 | 21 577 | 1 500 | 0 | 23 077 |
• Uitleg bij de wijzigingen in de herwaarderingsreserves: zie onder Geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
• Aandeelhouderschap: zie deel Verslag van de Raad van Bestuur, in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
• Kapitaalverhogingen, additional tier 1-instrumenten, inkoop van eigen aandelen en aantal aandelen: zie Toelichting 5.10.
| Samenstelling van de kolom Totaal herwaarderingsreserves uit de vorige tabel (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2020 |
|---|---|---|---|
| Totaal | -1 094 | 318 | -88 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI schuldinstrumenten | -779 | 642 | 1 130 |
| Herwaarderingsreserve FVPL aandelen – overlay | 146 | 496 | 325 |
| Herwaarderingsreserve FVOCI aandelen | 57 | 74 | 15 |
| Afdekkingsreserve kasstroomafdekkingen | -937 | -1 108 | -1 294 |
| Omrekeningsverschillen | -124 | -110 | -382 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | 75 | 79 | 163 |
| Wijziging in toegezegdpensioenregelingen | 467 | 246 | -45 |
| Eigen kredietrisico via eigen vermogen | 0 | -1 | 1 |
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Resultaat vóór belastingen | Gecons. w-&-v- rekening | 3 351 | 3 418 |
| Aanpassingen voor | – | ||
| resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | Gecons. w-&-v- rekening |
0 | 0 |
| bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, | 624 | 477 | |
| vastgoedbeleggingen en effecten | 3.10, 4.2, 5.4, 5.5 | ||
| winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen | – | -85 | -33 |
| wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3.10 | 155 | -330 |
| wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering | 5.6 | -250 | 274 |
| wijziging in het deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen | 5.6 | 3 | -41 |
| wijzigingen in overige voorzieningen | 5.7 | 155 | 5 |
| overige niet-gerealiseerde winst of verlies | – | 1 616 | 679 |
| opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 3.11 | 10 | 5 |
| Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen | – | 5 578 | 4 455 |
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -7 360 | -5 666 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs, zonder schuldpapier | 4.1 | -12 667 | -6 679 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 4.1 | 1 966 | 2 211 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de | 4.1 | 2 033 | -797 |
| winst-en-verliesrekening | 4.1 | 454 | -131 |
| Waarvan financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | -253 | -122 |
| Afdekkingsderivaten | 1 560 | -280 | |
| Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa | – | ||
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | 14 074 | 15 739 |
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in |
4.1 | 16 406 | 15 289 |
| de winst-en-verliesrekening | 4.1 | 195 | 956 |
| Waarvan financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | 4.1 | 1 783 | 174 |
| Afdekkingsderivaten | 4.1 | -353 | -33 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 5.6 | -258 | -170 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | – | -1 916 | -304 |
| Betaalde belastingen | 3.12 | -525 | -485 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 11 766 | 14 043 | |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Aankoop van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | -14 486 | -7 931 |
| Opbrengst van de terugbetaling van schuldpapier gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | 4.1 | 10 254 | 9 452 |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel inclusief de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) |
6.6 | -94 | -71 |
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel inclusief de afgestoten | – | 111 | 0 |
| geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
– | -5 | -18 |
| Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | 0 | 0 |
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | -85 | -15 |
| Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen | 5.4 | 15 | 23 |
| Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | -345 | -327 |
| Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 5.5 | 3 | 20 |
| Aankoop van materiële vaste activa | 5.4 | -575 | -603 |
| Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa | 5.4 | 246 | 292 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | -4 960 | 822 | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | Geconsol. | ||
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | vermogensmut. | 0 | 1 |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 4.1 | 1 033 | 279 |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 4.1 Geconsol. |
-795 | 741 |
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | vermogensmut. | 15 | 14 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten | Geconsol. vermogensmut. |
0 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | Geconsol. vermogensmut. |
-3 585 | -1 433 |
| Coupon op additional tier 1-instrumenten | Geconsol. Vermogensmut. |
-50 | -50 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | -3 382 | -448 |
| MUTATIE VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
|---|---|---|---|
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten | – | 3 424 | 14 417 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | – | 63 554 | 47 794 |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | – | 503 | 1 343 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | – | 67 481 | 63 554 |
| OVERIGE INFORMATIE | |||
| Betaalde rente2 | 3.1 | -6 064 | -1 869 |
| Ontvangen rente2 | 3.1 | 11 226 | 6 320 |
| Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) | 3.2, 5.3 | 59 | 45 |
| COMPONENTEN VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken en andere zichtdeposito's bij kredietinstellingen | Geconsol. balans | 51 427 | 40 653 |
| Termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden, zonder reverse repo's | 4.1 | 1 237 | 3 146 |
| Reverse repo's met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen op maximaal 3 maanden | 4.1 | 19 903 | 24 450 |
| Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 4.1 | -5 085 | -4 695 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Totaal | – | 67 481 | 63 554 |
| Waarvan niet beschikbaar | – | 0 | 0 |
| 1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd exact de bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties |
aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en ontvangen rente wordt in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer grote administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV, inclusief alle toelichtingen, op 16 maart 2023 goed voor publicatie. De jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoen (tenzij anders vermeld).
Er werden geen nieuwe IFRS-normen van kracht op 1 januari 2022 die een significante invloed hebben voor KBC.
De volgende IFRS-normen werden gepubliceerd, maar zijn nog niet van kracht in 2022. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.
• IFRS 17: zie Toelichting 6.10.
De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's? (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
Als bankverzekeringsgroep verstrekt KBC geïntegreerde bank- en verzekeringsinformatie in zijn jaarrekening. Als u geïnteresseerd bent in afzonderlijke informatie over onze bank- en verzekeringsactiviteiten, vindt u die in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen op www.kbc.com/investor relations, onder Informatie over KBC Bank en Informatie over KBC Verzekeringen.
De algemene boekhoudkundige principes van KBC Groep NV ('KBC') zijn gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen door de Europese Unie, en op de IFRS-grondslagen. De jaarrekening van KBC is gebaseerd op de going concern-veronderstelling. KBC presenteert elke belangrijke categorie van soortgelijke posten afzonderlijk, ongelijksoortige posten worden afzonderlijk gepresenteerd, tenzij ze niet van wezenlijk belang zijn, en posten worden alleen gesaldeerd als de IFRS in kwestie dat expliciet voorschrijft of toestaat.
KBC past met ingang van 1 januari 2018 alle voorschriften van IFRS 9 toe, met uitzondering van afdekkingstransacties (hedge accounting), die nog altijd worden geboekt in overeenstemming met IAS 39.
Opname in de balans: financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum. Alle financiële activa, behalve de financiële activa die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden bij hun eerste opname in de balans gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving ervan.
Verwijderen uit de balans en herziening: KBC verwijdert financiële activa uit de balans wanneer de contractueel vastgelegde kasstromen eruit aflopen of wanneer KBC zijn contractuele rechten op het ontvangen van de kasstromen uit de financiële activa overdraagt in een transactie waarbij nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen. Bij wijziging van de voorwaarden tijdens de looptijd van een financieel actief beoordeelt KBC of de nieuwe voorwaarden aanzienlijk verschillen van de oorspronkelijke voorwaarden en of de wijziging inhoudt dat de oorspronkelijke rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het instrument zijn verlopen. Als wordt besloten dat de voorwaarden aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als verwijdering van een financieel actief, wat inhoudt dat het bestaande financiële actief uit de balans wordt verwijderd en op basis van de gewijzigde voorwaarden een nieuw financieel actief wordt opgenomen. Als KBC daarentegen oordeelt dat de voorwaarden niet aanzienlijk verschillen, wordt de transactie geboekt als herziening van een financieel actief.
Afschrijvingen: KBC schrijft de bruto boekwaarde van financiële activa (of een deel van de bruto boekwaarde) af die als oninbaar worden beschouwd. Dat betekent dat er geen gerechtvaardigde verwachting bestaat dat KBC enige interesten of kapitaal zal kunnen innen op een redelijke termijn. De timing van afschrijvingen hangt onder andere af van de portefeuille, het bestaan en type van waarborgen, het afwikkelingsproces per jurisdictie en lokale wetgeving. Wanneer een lening oninbaar is, zal de brutoboekwaarde rechtsreeks ten opzichte van de overeenkomende waardevermindering worden afgeboekt. Inkomsten op eerder afgeschreven bedragen worden in de winst-en-verliesrekening erkend als een terugdraaiing van waardevermindering. KBC maakt een onderscheid tussen boekhoudkundige afschrijvingen (waarbij nog iets wordt gedaan om bedragen terug te vorderen) en schuldkwijtschelding. Het laatste houdt in dat een deel van of de volledige uitstaande schuld bij de klant wordt kwijtgescholden.
Bij de eerste opname van een financieel actief beoordeelt KBC eerst de contractuele voorwaarden van het instrument om het te classificeren als een aandeel of een schuldinstrument. Onder aandeel wordt elk contract verstaan op grond waarvan een overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit wordt verkregen. Om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan, controleert KBC of het instrument niet gepaard gaat met een contractuele verplichting voor de emittent om geldmiddelen te leveren of financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Alle instrumenten die niet voldoen aan de criteria om als aandelen te worden aangemerkt, worden door KBC geclassificeerd als schuldinstrument, tenzij het derivaten betreft.
Als KBC besluit dat een financieel actief een schuldinstrument is, kan het bij eerste opname in een van de volgende categorieën worden ondergebracht:
Schuldinstrumenten moeten worden geclassificeerd in de categorie FVPL als (i) ze niet worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen of binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen, of (ii) ze worden aangehouden binnen een dergelijk bedrijfsmodel, maar de contractuele voorwaarden van het instrument op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die niet uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen.
Voorts kan KBC in sommige gevallen een financieel actief dat voldoet aan de voorwaarden om te worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI bij eerste opname onherroepelijk aanduiden als gewaardeerd tegen reële waarde (FVO), als die keuze een boekhoudkundige mismatch voorkomt of aanzienlijk beperkt.
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen FVOCI als het niet is aangeduid voor waardering tegen FVO en aan beide onderstaande voorwaarden voldoet:
Een schuldinstrument wordt alleen gewaardeerd tegen AC als het aan allebei de volgende voorwaarden voldoet en niet is aangeduid voor waardering tegen FVO:
Een schuldinstrument wordt geclassificeerd als FVPL – overlay wanneer het wordt aangehouden in het kader van een bedrijfsactiviteit die verband houdt met contracten die onder het toepassingsgebied van IFRS 4 vallen en als het op grond van IFRS 9 wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, maar krachtens IAS 39 niet integraal zou zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en het een instrument betreft waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'.
De beoordeling van het bedrijfsmodel wordt gebruikt om na te gaan of schuldinstrumenten mogen worden gewaardeerd tegen AC of FVOCI. Bij de beoordeling licht KBC op portefeuilleniveau de doelstelling van het bedrijfsmodel door in het kader waarvan een actief wordt aangehouden, omdat dit het best weerspiegelt hoe de bedrijfsactiviteiten worden beheerd en informatie aan het bestuur wordt verstrekt. De in aanmerking genomen informatie behelst:
doel dat KBC met het beheer van de financiële activa beoogt, wordt bereikt en van de wijze waarop kasstromen worden gerealiseerd.
Financiële activa die worden aangehouden voor handelsdoeleinden of waarvan de prestaties worden beoordeeld op basis van de reële waarde, worden gewaardeerd tegen FVPL, omdat ze noch worden aangehouden om contractuele kasstromen te ontvangen, noch om zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen.
In het kader van deze beoordeling wordt 'hoofdsom' gedefinieerd als de reële waarde van het financiële actief bij eerste opname. 'Rente' wordt gedefinieerd als een vergoeding voor de tijdswaarde van geld, voor het tijdens een bepaalde periode aan de uitstaande hoofdsom verbonden kredietrisico en voor andere met kredietverlening samenhangende basisrisico's en -kosten (bv. het liquiditeitsrisico en administratieve kosten), alsook een winstmarge. Om te beoordelen of contractuele kasstromen uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op de uitstaande hoofdsom betreffen, houdt KBC rekening met de contractvoorwaarden van het instrument, wat een beoordeling inhoudt of het financiële actief een contractvoorwaarde bevat die het tijdstip of het bedrag van contractuele kasstromen kan wijzigen waardoor het instrument niet aan deze voorwaarde zou voldoen. Bij die beoordeling houdt KBC rekening met:
Financiële activa worden na eerste opname niet geherclassificeerd, behalve in een periode volgend op een besluit van KBC om zijn bedrijfsmodel voor het beheer van financiële activa te wijzigen, wat zich kan voordoen wanneer KBC een voor zijn bedrijfsactiviteiten belangrijke activiteit begint of stopt (bv. wanneer KBC een bedrijfsactiviteit verwerft, afstoot of beëindigt). De herclassificatie gaat in bij aanvang van de verslagperiode onmiddellijk na de wijziging.
Financiële aandelen worden ondergebracht in een van de volgende categorieën:
KBC kan aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit toewijzen aan de categorie FVPL – overlay tot de datum van inwerkingtreding van IFRS 17. Elk aandeel dat de verzekeringsactiviteit van KBC classificeert als FVPL – overlay, moet aan beide onderstaande criteria voldoen:
Meer informatie over de overlaybenadering is te vinden in de paragraaf 'overlaybenadering'. In de bankactiviteit geldt de weerlegbare veronderstelling dat alle aandelen worden beschouwd als FVOCI als ze niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden of een voorwaardelijke vergoeding in een bedrijvencombinatie waarop IFRS 3 van toepassing is. De keuze om aandelen op te nemen in de categorie FVOCI is onherroepelijk bij eerste opname en kan gebeuren per instrument, wat door KBC wordt geïnterpreteerd als per aandeel. Als FVOCI geclassificeerde aandelen worden nadien gewaardeerd tegen reële waarde met opname van alle waardeveranderingen in OCI en kunnen niet worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening, zelfs niet wanneer het instrument van de hand wordt gedaan. De enige uitzondering betreft dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de post 'Dividendinkomsten'.
KBC kan derivaten opnemen voor handelsdoeleinden of voor afdekkingsdoeleinden. Derivaten kunnen, afhankelijk van hun actuele marktwaarde, als activa of verplichtingen worden geboekt.
Derivaten worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde en KBC maakt het volgende onderscheid:
Afdekkingsderivaten zijn derivaten die uitdrukkelijk zijn aangeduid als onderdeel van een afdekkingsconstructie. Het proces voor de boeking van dergelijke derivaten wordt uitvoerig beschreven in 'Hedge accounting'.
KBC hanteert dezelfde definitie van het begrip financiële activa waarbij sprake is van default als voor interne risicobeheerdoeleinden, overeenkomstig de leidraden en standaarden van toezichthouders op de financiële sector. Bij een financieel actief is er sprake van default wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden is voldaan:
KBC hanteert een 'backstop' voor kredietopeningen met een betalingsachterstand van 90 dagen of meer. Onder 'backstop' wordt in dit kader een laatste controle verstaan om te garanderen dat alle activa die moeten worden aangemerkt als 'activa waarbij sprake is van default', dat ook daadwerkelijk zijn.
Het model voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa heet 'het model van te verwachten kredietverliezen', behalve voor schuldinstrumenten en aandelen die verband houden met de verzekeringsactiviteit, waarvoor KBC heeft besloten de overlaybenadering toe te passen. Het beleid inzake bijzondere waardeverminderingen voor deze instrumenten wordt besproken in 'Overlaybenadering'.
Het toepassingsgebied van het model van te verwachten kredietverliezen is gebaseerd op de classificatie van de financiële activa. Het model van te verwachten kredietverliezen is van toepassing op de volgende financiële instrumenten:
p. 162
Voor beleggingen in aandelen worden geen te verwachten verliezen berekend.
Op financiële activa waarop het model van te verwachten kredietverliezen van toepassing is, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt ten belope van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen als het kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. In andere gevallen komt de voorziening voor verliezen overeen met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen (zie hierna voor nadere toelichting van het begrip 'significante toename van het kredietrisico').
Om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën met het oog op de kwantificering van de te verwachten kredietverliezen, gebruikt KBC de internationaal aanvaarde terminologie voor indeling van financiële activa in 'stages' of categorieën: categorie 1, categorie 2 en categorie 3.
Tenzij het activa met verminderde kredietwaardigheid betreft, worden alle financiële activa bij eerste opname geclassificeerd in categorie 1 en geboekt met de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Zodra zich een significante toename van het kredietrisico voordoet na de eerste opname, wordt het actief ondergebracht in categorie 2 en geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Zodra een actief aan de definitie van default voldoet, wordt het ondergebracht in categorie 3.
Voor handelsvorderingen staat IFRS 9 het gebruik van een praktisch hulpmiddel toe. De te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen kunnen worden gewaardeerd als een bedrag dat overeenkomt met hun tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. KBC past dit praktische hulpmiddel toe op handels- en overige vorderingen.
Bijzondere waardeverminderingswinsten en -verliezen op financiële activa worden opgenomen onder de noemer 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst-en-verliesrekening.
Financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in de balans gepresenteerd tegen hun nettoboekwaarde, die overeenkomt met de brutoboekwaarde verminderd met de bijzondere waardeverminderingen. Schuldinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI worden in de balans gepresenteerd tegen hun boekwaarde, die overeenkomt met hun reële waarde op de datum van verslaggeving. De aanpassing voor te verwachten verliezen wordt opgenomen als een herclassificatie-aanpassing tussen de winst-enverliesrekening en OCI.
In overeenstemming met het model van te verwachten kredietverliezen worden financiële activa geboekt met de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen zodra hun kredietrisico na de eerste opname significant toeneemt. Bijgevolg bepaalt de beoordeling van wat 'een significante toename van het kredietrisico' uitmaakt hoe financiële activa in categorieën worden ingedeeld. De beoordeling van een significante toename van het kredietrisico is een relatieve beoordeling op basis van het kredietrisico dat bij de eerste opname werd toegewezen. Dit is een beoordeling op grond van meerdere factoren en dienovereenkomstig heeft KBC een benadering met meerdere niveaus ontwikkeld.
Voor de obligatieportefeuille bestaat de benadering uit drie niveau's:
Als geen van deze beoordelingen leidt tot een overheveling naar categorie 2, blijft de obligatie in categorie 1. Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op een latere datum van verslaggeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
Voor de kredietportefeuille gebruikt KBC een benadering met vijf niveaus. Deze benadering met meerdere niveaus is een getrapt systeem (als de beoordeling van het eerste niveau niet leidt tot overheveling naar categorie 2, wordt het tweede niveau beoordeeld, enz.). Als na beoordeling van alle niveaus overheveling naar categorie 2 niet nodig is gebleken, blijft het financieel actief in categorie 1.
• Interne rating: de interne rating wordt gebruikt als het voornaamste criterium om een toename van het kredietrisico te beoordelen. Dit is een relatieve beoordeling die de kans op default bij de eerste opname vergelijkt met die op de datum van verslaggeving. KBC voert voor elke verslagperiode de beoordeling uit op het niveau van de faciliteit (d.w.z. het
contract). De relatieve verandering van PD om een wijziging van categorie (staging) te triggeren, is een verhoging met twee PD-notches.
Er wordt van uitgegaan dat er sprake is van default bij een financieel actief (d.w.z. het financieel actief wordt geacht tot categorie 3 te behoren) zodra het aan de definitie van default voldoet. De benadering met meerdere niveaus is symmetrisch, wat betekent dat kredieten die zijn overgeheveld naar categorie 2 of 3, kunnen terugkeren naar categorie 1 of 2 als op de datum van verslaggeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die tot de overheveling hebben geleid.
De te verwachten kredietverliezen worden berekend als het product van probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD).
De te verwachten kredietverliezen worden berekend als weergave van:
De tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen komen overeen met de som van alle tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet.
De binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen komen overeen met het deel van de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen dat voortvloeit uit een default binnen de periode van twaalf maanden die volgt op de datum van verslaggeving.
KBC gebruikt om de te verwachten kredietverliezen te berekenen specifieke IFRS 9-modellen voor probability of default (PD), estimated exposure at default (EAD) en loss given default (LGD). In de mate van het mogelijke en om de efficiëntie te bevorderen gebruikt KBC modelvormingstechnieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die werden ontwikkeld voor prudentiële doeleinden (d.w.z. de Baselmodellen). Meer informatie over die kredietrisicomodellen van KBC vindt u in de sectie 'Internal Modelling' van het Risk Report, op www.kbc.com. .KBC ziet er niettemin op toe dat de Baselmodellen worden aangepast om te voldoen aan IFRS 9:
Voor de dossiers die in default zijn, wordt de ECL eveneens berekend als het product van PD, EAD en LGD. Maar in dit specifieke geval wordt de PD bepaald op 100%, is de EAD bekend gezien de defaultstatus en houdt de LGD rekening met de netto contante waarde van het (niet-) recupereerbare bedrag.
KBC gebruikt de IRB en gestandaardiseerde modellen om de Basel PD toe te wijzen, die vervolgens dient als input voor de IFRS 9 ECL-berekeningen en staging. Als er geen Basel PD-model is met een modelscope die vergelijkbaar is met het IFRS 9 model, wordt voor alle faciliteiten in de portefeuille de op lange termijn waargenomen default rate als PD gebruikt. Voor portefeuilles met een lage default rate kan het voorkomen dat er zich in de beschouwde periode geen of slechts een klein aantal wanbetalingen heeft voorgedaan. In dat geval wordt de PD bepaald op basis van deskundige input en externe ratings.
KBC geeft toekomstgerichte informatie in de berekening van te verwachten kredietverliezen weer als macro-economische variabelen en op basis van de beoordeling van idiosyncratische gebeurtenissen door het management. De hoofdeconoom van KBC ontwikkelt 3 verschillende macro-economische toekomstscenario's (basis, negatief en positief) voor alle thuismarkten van KBC en bepaalt een overeenkomstige weging voor elk scenario. Elk kwartaal past KBC de macroeconomische toekomstscenario's en toegewezen wegingen die gebruikt worden in de berekening van de te verwachten kredietverliezen aan in overeenstemming met de input van zijn hoofdeconoom. De selectie van macro-economische variabelen die in deze toekomstscenario's worden gedefinieerd voor de onderdelen PD, EAD en LGD van de ECL-berekening gebeurt op basis van statistische correlaties in historische informatie.
De maximale periode voor waardering van de te verwachten kredietverliezen is de maximale contractuele periode (inclusief verlengingsopties), behalve voor specifieke financiële activa die bestaan uit een opgenomen en een opvraagbaar niet-
opgenomen bedrag. Daarbij wordt de blootstelling aan het kredietrisico niet beperkt tot de contractuele periode in verband met de contractuele mogelijkheid van KBC om terugbetaling van het opgenomen bedrag te vragen en het niet-opgenomen bedrag te annuleren. Alleen voor dergelijke activa kan de waarderingsperiode langer zijn dan de contractuele periode.
KBC definieert verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) als financiële activa waarop bijzondere waardevermindering conform IFRS 9 van toepassing is en waarbij al bij de creatie sprake was van default (d.w.z. die op het ogenblik van creatie aan de definitie van default beantwoordden). POCI-activa worden bij eerste opname erkend tegen een nettobedrag van waardeverminderingen en worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van een effectieve interestvoet die aangepast wordt voor de kredietwaardigheid. In volgende periodes wordt elke wijziging van tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen opgenomen in de resultatenrekening. Gunstige wijzigingen worden weergegeven als terugname van waardevermindering, zelfs als de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen op de rapporteringsdatum lager zijn dan die van het moment van uitgifte.
De berekening van de te verwachten kredietverliezen (en de significante toename van het kredietrisico sinds de eerste opname) vereist een belangrijke oordeelsvorming over verschillende aspecten, waaronder de financiële situatie en aflossingscapaciteit van de kredietnemer, de realiseerbare waarde van waarborgen, prognoses en macro-economische informatie. KBC past een neutrale, onbevooroordeelde benadering toe ten aanzien van onzekerheden en bij het nemen van beslissingen op basis van een grondige oordeelsvorming.
In overeenstemming met de wijziging van IFRS 4, die werd gepubliceerd in september 2016, gebruikt KBC de overlaybenadering om de tijdelijke gevolgen op te vangen van het feit dat IFRS 9 en IFRS 17 (ter vervanging van IFRS 4) niet op dezelfde datum in werking treden. Dienovereenkomstig gebruikt KBC de overlaybenadering, waardoor de extra volatiliteit in verband met de toepassing van IFRS 9 wordt geherclassificeerd van de winst-en-verliesrekening naar de nietgerealiseerde resultaten. De geherclassificeerde bedragen worden opgenomen in de overlayreserve van OCI. De overlaybenadering wordt toegepast op de financiële activa uit de verzekeringsactiviteit van KBC die daarvoor in aanmerking komen. Dat wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:
Toepassing van de overlaybenadering vereist dat sommige grondslagen van de financiële verslaggeving voor financiële activa uit IAS 39 moeten worden behouden, namelijk:
'Geldmiddelen' omvat contanten en direct opvraagbare deposito's, zoals cheques, kasmiddelen en saldi bij centrale banken en andere banken.
Financiële instrumenten of hun componenten worden bij eerste opname geclassificeerd als verplichting of als eigen vermogen op grond van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten en de definities van financiële verplichtingen en eigenvermogeninstrumenten. Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een verplichting als:
Een financieel instrument wordt geclassificeerd als een aandeel wanneer aan geen van beide voorwaarden is voldaan. In dat geval wordt het administratief verwerkt zoals omschreven in 'Eigen vermogen'.
KBC neemt een financiële verplichting op wanneer het partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Dat is doorgaans op de ontvangstdatum van de ontvangen vergoeding in de vorm van geldmiddelen of een ander financieel actief. Bij eerste opname wordt de financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde, verminderd met de transactiekosten die direct aan de uitgifte van het instrument kunnen worden toegerekend, behalve voor financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
Financiële verplichtingen worden uit de balans verwijderd wanneer ze tenietgedaan worden, dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt. KBC kan ook een financiële verplichting uit de balans verwijderen en een nieuwe financiële verplichting in de balans opnemen wanneer een ruil plaatsvindt tussen KBC en de kredietgever van de financiële verplichting, waarbij sprake is van aanzienlijk afwijkende voorwaarden of in geval van aanzienlijke wijziging van de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting. Om te bepalen of de voorwaarden verschillen, vergelijkt KBC de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, met de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Als het verschil 10% of meer bedraagt, verwijdert KBC de oorspronkelijke financiële verplichting uit de balans en neemt het een nieuwe financiële verplichting in de balans op. Wanneer een ruil van schuldinstrumenten of wijziging van voorwaarden wordt geboekt als schulddelging, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld.
KBC brengt opgenomen financiële verplichtingen onder in drie verschillende categorieën, zoals voorgeschreven door IFRS 9:
waarde. Dat betekent dat zowel de in het contract besloten derivaten als het basiscontract worden gewaardeerd tegen reële waarde. KBC gebruikt deze mogelijkheid wanneer gestructureerde producten besloten derivaten zonder nauw verband met het basiscontract omvatten. In dat geval worden zowel het basiscontract als de in het contract besloten derivaten gewaardeerd tegen reële waarde.
• Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (AC). KBC classificeert de meeste van zijn financiële verplichtingen in deze categorie, inclusief financiële verplichtingen die worden gebruikt om handelsactiviteiten te financieren maar zelf niet voor handelsdoeleinden bestemd zijn (bv. uitgegeven obligaties). Deze financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van de ontvangen vergoeding, inclusief transactiekosten. Later worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wat overeenkomt met het bedrag waartegen de financieringsverplichting bij eerste opname werd gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag. Het verschil tussen het ter beschikking gestelde bedrag en de nominale waarde wordt pro rata temporis opgenomen als een rentelast. De al verlopen maar nog niet betaalde rentelasten worden geboekt op de overlopende rekeningen.
Voor financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde schrijft IFRS 9 voor dat de financiële verplichting bij eerste opname tegen reële waarde moet worden gewaardeerd. Latere wijzigingen in reële waarde worden opgenomen in de winsten-verliesrekening, behalve wijzigingen die betrekking hebben op het eigen kredietrisico, die afzonderlijk worden gepresenteerd in OCI.
Dienovereenkomstig worden mutaties in OCI op verschillende plaatsen gepresenteerd: wijzigingen in het eigen kredietrisico worden gepresenteerd in de niet-gerealiseerde resultaten en alle andere wijzigingen in reële waarde worden gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen met betrekking tot het eigen kredietrisico worden niet omgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, zelfs niet als de verplichting uit de balans wordt verwijderd en de bedragen worden gerealiseerd. Hoewel overboeking niet is toegelaten, hevelt KBC de in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen wel over naar het overgedragen resultaat in het eigen vermogen wanneer de verplichting uit de balans wordt verwijderd. De enige situatie waarin opname van het eigen kredietrisico in de niet-gerealiseerde resultaten niet wordt toegepast, is wanneer dat een boekhoudkundige mismatch in de winst-enverliesrekening zou veroorzaken. Dat kan zich voordoen wanneer er een nauw economisch verband bestaat tussen de tegen reële waarde gewaardeerde financiële verplichting (waarvoor het eigen kredietrisico is opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten) en het financiële actief, waarvan alle wijzigingen in de reële waarde worden gewaardeerd en opgenomen tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening. Dat is het geval bij tak 23-beleggingsovereenkomsten, waar wijzigingen in de reële waarde van de verplichting volledig worden gesaldeerd met het actief.
Een financiëlegarantiecontract is een contract op grond waarvan KBC verplicht is bepaalde betalingen te verrichten om de houders te compenseren voor verliezen die ze lijden omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldinstrument niet nakomt. Een financiëlegarantiecontract wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde en later gewaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: (a) het bedrag dat is bepaald overeenkomstig de bepalingen van IFRS 9 inzake bijzondere waardeverminderingen (zie 'Financiële activa – Bijzondere waardevermindering') en (b) het oorspronkelijk opgenomen bedrag, verminderd met, in voorkomend geval, de cumulatieve amortisatie die is opgenomen in overeenstemming met het beginsel van IFRS 15 inzake de opname van opbrengsten.
Reverse repo's: wanneer KBC een financieel actief heeft gekocht en tegelijkertijd een overeenkomst is aangegaan om het actief (of een vergelijkbaar actief) tegen een vaste prijs op een datum in de toekomst te verkopen, wordt de overeenkomst geboekt als een lening of voorschot en de onderliggende waarde wordt niet opgenomen in de jaarrekening.
Repo's: dat zijn transacties waarbij KBC een effect verkoopt en tegelijkertijd ermee instemt om het opnieuw te kopen (of een actief dat in essentie hetzelfde is) tegen een vaste prijs op een toekomstige datum. KBC blijft de effecten volledig in de balans opnemen omdat het vrijwel alle risico's en voordelen van eigendom behoudt. De ontvangen geldelijke vergoeding wordt opgenomen als een financieel actief en de financiële verplichting wordt opgenomen voor de verplichting om de terugkoopprijs te betalen.
KBC saldeert en presenteert in zijn balans voor een financieel actief en een financiële verplichting uitsluitend een nettobedrag wanneer (i) het op dat ogenblik een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te compenseren en (ii) het voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment waarop de verplichting wordt afgewikkeld.
KBC definieert 'reële waarde' als 'de prijs die zou worden ontvangen uit de verkoop van een actief of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum'. De reële waarde is niet het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen op grond van een gedwongen transactie, een onvrijwillige liquidatie of een gedwongen verkoop. Een onevenwicht tussen vraag en aanbod (bv. minder kopers dan verkopers, waardoor de prijzen dalen) is niet hetzelfde als een gedwongen transactie of een gedwongen verkoop.
Wijzigingen van de marktwaarde worden opgenomen voor alle posities die worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening of in OCI. Ze houden verband met afwikkelingskosten, aanpassingen voor posities of markten met verminderde liquiditeit, wijzigingen van waarderingen op basis van een modellenbenadering, tegenpartijrisico (aanpassing van kredietwaardering) en financieringskosten:
KBC kiest ervoor om gebruik te maken van de principes van hedge accounting van IAS 39 (de EU-carve-out-versie). KBC wijst bepaalde voor risicobeheerdoeleinden aangehouden derivaten en bepaalde niet-afgeleide financiële instrumenten aan als afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsconstructies. Bij de eerste aanduiding van de afdekking legt KBC formeel de relatie vast tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte posities, inclusief de risicobeheerdoelstelling en -strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, evenals de methode die zal worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie te beoordelen. KBC beoordeelt zowel bij aanvang van de afdekkingsrelatie als daarna doorlopend of de door de afdekkingsinstrumenten gerealiseerde compensatie van de wijzigingen in de reële waarde of kasstromen van de overeenkomstige afgedekte posities tijdens de periode waarvoor de afdekking is aangewezen als zeer effectief kan worden aangemerkt of naar verwachting als zodanig zal kunnen worden aangemerkt, en of de werkelijke resultaten van elke afdekking binnen een vork van 80 tot 125% liggen. KBC beoordeelt voor een kasstroomafdekking van een verwachte toekomstige transactie of het zeer waarschijnlijk is dat die zal plaatsvinden en een blootstelling aan kasstroomschommelingen inhoudt die uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de winst-enverliesrekening.
KBC gebruikt de volgende afdekkingstechnieken: cash flow hedge, micro-hedge op basis van reële waarde, fair value hedges voor een portefeuille met renterisico en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten.
Cash flow hedges: als een derivaat is aangeduid als afdekkingsinstrument bij een afdekking van kasstroomschommelingen die toe te rekenen zijn aan een bepaald risico dat aan een opgenomen actief, verplichting of zeer waarschijnlijke, verwachte toekomstige transactie verbonden is en dat invloed zou kunnen hebben op de winst-en-verliesrekening, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en gepresenteerd in de afdekkingsreserve (cash flow hedge) van OCI. Het niet-effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van een derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening (als een herclassificatieaanpassing in de periode waarin de afgedekte kasstromen de winst-en-verliesrekening beïnvloeden) onder 'Nettorenteinkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor cash flow hedging voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Een cumulatieve winst die of een cumulatief verlies dat op dat ogenblik deel uitmaakt van OCI, blijft in OCI en wordt opgenomen onder 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' wanneer de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer verwacht wordt dat een verwachte transactie zich niet meer zal voordoen, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat in OCI was gerapporteerd, onmiddellijk overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening, onder Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'.
Micro-hedging op basis van reële waarde: wanneer een derivaat is aangewezen als afdekkingsinstrument voor het afdekken van de verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of een portefeuille van opgenomen activa of verplichtingen of een vaststaande toezegging die van invloed kan zijn op de winst-en-verliesrekening, worden veranderingen in de reële waarde van het derivaat onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening, evenals de veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie die toerekenbaar zijn aan het afgedekte risico (in dezelfde post
van de winst-en-verliesrekening als de afgedekte positie). Maar de geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Als het voor afdekkingsdoeleinden aangehouden derivaat afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, als de afdekking niet langer aan de criteria voor reëlewaardeafdekking voldoet of als de aanduiding als afdekking wordt ingetrokken, worden de afdekkingstransacties prospectief beëindigd. Elke aanpassing van een afgedekte positie waarvoor de effectieve rentevoet wordt gebruikt, wordt tot op het ogenblik van beëindiging geamortiseerd naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de herberekende effectieve rentevoet van de positie over haar resterende looptijd of rechtstreeks opgenomen wanneer de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen.
Fair value hedges voor een portefeuille met renterisico (macro-hedging): de uitzondering voor de EU inzake macro-hedging betekent dat een groep van derivaten (of delen van derivaten) mag worden beschouwd als combinatie en gezamenlijk als afdekkingsinstrument mag worden aangeduid, en neemt een deel van de beperkingen op reëlewaardeafdekkingen met betrekking tot de afdekking van kerndeposito's en op onderafdekking gerichte strategieën weg. Krachtens de uitzondering voor de EU mogen afdekkingstransacties worden toegepast op kerndeposito's en zijn ze alleen ineffectief wanneer de herziene raming van het bedrag van de kasstromen in geplande tijdsintervallen daalt tot onder het aangewezen bedrag voor dat tijdsinterval. KBC dekt het renterisico van een portefeuille van leningen en een portefeuille van deposito's van particulieren af met renteswaps. Renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in 'Nettorente-inkomsten'. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de wijzigingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt in de balans opgenomen als een aparte post bij de activa of de verplichtingen. Als een afdekking niet effectief is, wordt de cumulatieve wijziging in de reële waarde van het afgedekte bedrag geamortiseerd in de winst-enverliesrekening over de resterende looptijd van de afgedekte activa of onmiddellijk uit de balans verwijderd als de ineffectiviteit voortvloeit uit het feit dat de overeenkomstige leningen niet langer worden opgenomen.
Afdekking van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten: wanneer een derivaat of een niet-afgeleid financieel instrument wordt aangeduid als afdekkingsinstrument voor afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit met een andere functionele munt dan die van de directe holdingmaatschappij van de buitenlandse activiteit, wordt het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in de afdekkingsreserve (investeringen in buitenlandse activiteiten) in OCI. Het niet-effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Het in de niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedrag wordt geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatie-aanpassing bij vervreemding van de buitenlandse activiteit (inclusief een dividenduitkering of kapitaalverlaging).
De waarderingsregels van IFRS 4 'Verzekeringscontracten' zijn van toepassing op zowel de verzekeringscontracten (inclusief herverzekeringscontracten) die KBC als verzekeraar aangaat als op de herverzekeringscontracten die KBC als verzekeringnemer aangaat. Ze zijn ook van toepassing op financiële instrumenten met discretionaire winstdeling die KBC aanhoudt.
Een herverzekeringscontract is een vorm van verzekeringscontract, aangezien alle herverzekeringscontracten die het verzekeringsrisico overdragen op zich ook verzekeringscontracten zijn.
Sommige overeenkomsten die krachtens de plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingsprincipes worden geboekt als verzekeringscontract, zullen krachtens de IFRS niet langer als verzekeringscontract worden beschouwd. Overeenkomsten die KBC niet blootstellen aan enig verzekeringsrisico (bv. zuivere belegging zonder bijkomende (verzekerings-)voordelen/dekking) worden verwerkt als financiële instrumenten, met of zonder discretionaire winstdeling.
De financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten worden opgenomen volgens de beginselen van deposit accounting, aangezien ze onder IFRS 9 vallen.
Deposit accounting is van toepassing op de depositocomponent van aandelenverzekeringscontracten (de verzekeringscomponent wordt verwerkt conform IFRS 4 als een verzekeringscontract).
KBC ontbundelt de componenten als beide onderstaande voorwaarden zijn vervuld:
Ontbundeling is niet toegestaan als de depositocomponent niet afzonderlijk kan worden gewaardeerd.
Bij KBC worden verzekeringscontracten die geen unit-linked (of tak 23-) verzekeringen zijn niet ontbundeld tot een depositocomponent en een verzekeringscomponent. De verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringen (zie verder), ongeacht of dat verzekeringscontracten of beleggingsovereenkomsten zijn, wordt verwerkt als een verzekeringscontract. Financiële instrumenten van Tak 23 zonder overlijdensprestatie of winstdeelneming worden in overeenstemming met IFRS 9 geclassificeerd als 'financiële verplichtingen die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' (ook deposit accounting genoemd) en worden dienovereenkomstig gewaardeerd tegen reële waarde.
Een financieel instrument van Tak 23 tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening vertegenwoordigt de verplichting ten aanzien van de polishouder wiens ontvangen premies worden belegd
in een beleggingsfonds. Dat laatste is geklasseerd als financieel actief verplicht gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (lijn 'Beleggingscontracten, verzekeringen' in Toelichting 4.1). De waardering van de financiële activa gerelateerd aan tak 23-contracten is weerspiegeld in de wijzigingen in de gerelateerde verplichtingen. Tak 23-contracten zijn polissen waarbij het rendement wordt bepaald op basis van beleggingen of een index, en waarbij de polishouder het risico draagt.
Wijzigingen in de reële waarde (activa en verplichtingen), inclusief alle componenten die verband houden met wijzigingen in wisselkoersen, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening als 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening'. De waarde van het deelbewijs wordt geacht de reële waarde te zijn. Alleen de verdiende management fees en provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen als margin deposit accounting bij de Nettoprovisie-inkomsten.
Financiële instrumenten met discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-beleggingsovereenkomsten worden behandeld als verzekeringscontracten onder IFRS 4. Op de balansdatum worden de verplichtingen die voortkomen uit deze financiële instrumenten of verzekeringscontracten onderworpen aan de 'liability adequacy test' om na te gaan of ze afdoende zijn. Als de boekwaarde van deze verplichtingen lager is dan hun geschatte toekomstige verdisconteerde kasstromen, zal het tekort erkend worden in de resultatenrekening ten opzichte van een toename van de verplichting.
Een actief in de vorm van een herverzekering ondergaat uitsluitend een bijzondere waardevermindering als:
Bij de invoering van IFRS 4 heeft KBC besloten om de toenmalige plaatselijke algemeen aanvaarde boekhoudingprincipes te volgen en geen gebruik te maken van:
KBC is van mening dat het voldoende voorzichtigheid aan de dag legt bij de waardering van zijn verzekeringscontracten. KBC neemt geen voorzieningen voor mogelijke toekomstige vorderingen tot schadevergoeding als een verplichting op, als die vorderingen tot schadevergoeding voortvloeien uit verzekeringscontracten die op de datum van verslaggeving niet bestonden, zoals catastrofe- en egalisatievoorzieningen.
Een verzekeringsverplichting (of een deel van een verzekeringsverplichting) wordt door KBC uitsluitend uit de balans verwijderd als ze tenietgaat – dat wil zeggen wanneer de in het contract vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, dan wel afloopt.
Herverzekeringsactiva en de daarmee verband houdende verzekeringsverplichtingen worden niet gesaldeerd, noch worden baten of lasten uit hoofde van herverzekeringscontracten en lasten of baten uit hoofde van de daarmee verband houdende verzekeringscontracten gesaldeerd.
De technische voorzieningen omvatten de ramingen op balansdatum van de verplichtingen van de vennootschap ten aanzien van verzekerden, begunstigden en verzekeringnemers, inclusief de omrekeningsverschillen op de technische voorzieningen in vreemde valuta.
Deze voorziening omvat het deel van de brutopremies dat moet worden toegewezen aan een latere periode om vorderingen tot schadevergoeding, administratieve kosten en beheerkosten van beleggingen die verband houden met de onderliggende polissen te dekken. Voor rechtstreekse zaken wordt de voorziening voor niet-verdiende premies in principe voor elk contract afzonderlijk berekend op dagelijkse basis aan de hand van de brutopremies. Voor ontvangen herverzekeringen wordt de voorziening voor niet-verdiende premies voor elk contract afzonderlijk berekend. Deze is gebaseerd op informatie die wordt meegedeeld door de cederende onderneming, aangevuld met de eigen opgedane ervaring van de vennootschap met betrekking tot de ontwikkeling van risico's in de tijd.
Deze post is een bijkomende voorziening als aanvulling op de voorziening voor niet-verdiende premies. Ze wordt aangelegd wanneer het geraamde totale bedrag van de vorderingen tot schadevergoeding en de administratieve kosten met betrekking tot de lopende contracten in de volgende periode naar verwachting hoger zal zijn dan het totaal van de nietverdiende premies en de te innen premies. Voor ontvangen herverzekering worden contractuele stipulaties bekeken en indien nodig worden de onderliggende voorzieningen aangepast.
Deze voorziening heeft uitsluitend betrekking op levensverzekeringsactiviteiten, uitgezonderd het tak 23-levenbedrijf. Ze omvat de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van KBC en de al toegekende winstdeling, verminderd met de geschatte actuariële waarde van de verplichtingen van de verzekeringnemers. De acquisitiekosten worden niet in mindering gebracht op de voorziening.
Deze post omvat ook de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's, de voorziening voor veroudering, de voorzieningen voor te betalen maar nog niet verschuldigde renten (inclusief de interne schadeafwikkelingskosten) voor aanvullende levensverzekeringen en de voorzieningen voor rust- en overlevingsrenten.
Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op (i) de voorziening van conventionele niet-tak 23 levensverzekeringen, (ii) universele niet-tak 23-levensverzekeringspolissen die een gewaarborgde rente bieden op toekomstige premiebetalingen, en (iii) de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden ten aanzien van lopende renten.
Waardering volgens de retrospectieve methode wordt toegepast op de voorzieningen van moderne niet-tak 23-universele levensverzekeringen en op de voorziening voor extralegale voordelen voor personeelsleden met betrekking tot nieuwe, aanvullende premiebetalingen.
De voorziening wordt voor elk verzekeringscontract afzonderlijk berekend.
Voor de aangegeven schade wordt de voorziening per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het schadedossier, ten belope van de nog aan de slachtoffers of begunstigden verschuldigde sommen en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Wanneer prestaties moeten worden uitbetaald in de vorm van een rente, worden de daartoe te reserveren bedragen berekend met behulp van erkende actuariële methodes.
Voor 'opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen' op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening ('incurred but not reported') aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen worden bijkomende bedragen toegevoegd aan de IBNR-voorziening.
Voor 'opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren' op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening ('incurred but not enough reserved') aangelegd als de toereikendheidstoets aantoont dat de overige voorzieningen voor schadegevallen niet volstaan om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Deze voorziening omvat bedragen voor schade die al is gemeld, maar die om technische redenen nog niet kon worden geregistreerd in het schadedossier.
Een voorziening voor de interne schadeafwikkelingskosten wordt berekend als een percentage op basis van opgedane ervaring.
Er worden ook bijkomende voorzieningen aangelegd conform de nationale wettelijke voorschriften (KB van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen), zoals een voorziening voor arbeidsongevallen in België.
Alle leaseovereenkomsten moeten worden geclassificeerd als financiële leasing of operationele leasing. De classificatie uit hoofde van IFRS 16 is gebaseerd op de mate waarin de aan de eigendom van een geleased actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever of de leasingnemer liggen. Een financiële lease draagt nagenoeg alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen over.
Deze classificatie is cruciaal voor posities als leasinggever. Voor posities als leasingnemer is deze classificatie van minder belang omdat beide classificaties resulteren in een gelijkaardige behandeling, zowel op de balans als in de resultatenrekening.
Het eigen vermogen vertegenwoordigt het overblijvende belang in de totale activa van KBC na aftrek van alle verplichtingen (samen de nettoactiva) en omvat alle door KBC uitgegeven aandelen, aan de houders van de aandelen toerekenbare reserves en de minderheidsbelangen.
KBC classificeert alle uitgegeven financiële instrumenten als eigen vermogen of als een financiële verplichting op basis van de bepalingen van de contractuele overeenkomsten. Het cruciale kenmerk om een financiële verplichting te onderscheiden van een aandeel is of KBC een onvoorwaardelijk recht heeft om te voorkomen dat de afwikkeling van een contractuele verplichting verloopt door middel van de levering van geldmiddelen of een ander financieel actief.
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet toerekenbaar is aan de houders van de aandelen van KBC. Wanneer het aandeel van minderheidsbelangen in het eigen vermogen wijzigt, past KBC de boekwaarde van de controlerende belangen en de minderheidsbelangen aan om wijzigingen in hun relatieve belangen in de geconsolideerde vennootschappen te weerspiegelen. KBC neemt in het eigen vermogen elk verschil op tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, en rekent dat toe aan het controlerende belang.
Personeelsbeloningen op korte termijn, zoals salarissen, betaalde vakantie, prestatiegebonden geldelijke voordelen en socialezekerheidsbijdragen, worden opgenomen in de periode waarin de werknemers de overeenkomstige diensten verlenen. De bijbehorende uitgaven worden weergegeven in de winst-en-verliesrekening onder de post 'Exploitatiekosten' in de rubriek 'Personeelskosten'.
KBC biedt zijn personeelsleden pensioenplannen aan in de vorm van toegezegdebijdragenregelingen of toegezegdpensioenregelingen. Uit hoofde van de toegezegdebijdragenregelingen is de in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van KBC beperkt tot de toegezegde bijdrage aan het fonds. Het bedrag van de vergoedingen na uitdiensttreding dat de werknemer ontvangt, wordt bepaald door het bedrag van de bijdragen die KBC en de werknemer zelf betalen aan een regeling inzake vergoedingen na uitdiensttreding, evenals het beleggingsrendement dat resulteert uit de bijdragen. Het actuariële risico wordt gedragen door de werknemer.
Daarentegen heeft KBC bij toegezegdpensioenregelingen de verplichting de overeengekomen vergoedingen aan huidige en voormalige werknemers te verschaffen en vallen het actuariële risico en het beleggingsrisico ten laste van KBC. Dat betekent dat als de opbrengst vanuit actuarieel of beleggingsoogpunt slechter is dan verwacht, de verplichting van KBC kan worden verhoogd.
In België gaan toegezegdebijdragenregelingen gepaard met een wettelijk gewaarborgd minimumrendement en kan het werkelijke rendement lager liggen dan het wettelijk voorgeschreven rendement. Bovendien vertonen deze regelingen kenmerken van toegezegdpensioenregelingen en verwerkt KBC ze administratief als toegezegdpensioenregelingen.
Verplichtingen in het kader van de toegezegdpensioenregelingen en de Belgische toegezegdebijdrageregelingen (of pensioenverplichtingen) worden opgenomen in de post 'Overige verplichtingen' en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en vergelijkbare pensioenen en renten.
De pensioenverplichtingen jegens werknemers uit hoofde van de toegezegdpensioenregelingen worden berekend met behulp van de 'projected unit credit'-methode, waarbij elke dienstprestatieperiode bijkomende pensioenrechten genereert. De actuariële waardering wordt elke verslagperiode uitgevoerd. De verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden verdisconteerd op basis van een disconteringsvoet die is gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties in de valuta waarin de vergoedingen zullen worden uitbetaald en met een vergelijkbare looptijd als de overeenkomstige pensioenverplichtingen.
Wijzigingen in de nettoverplichtingen/-activa uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen, uitgezonderd kasmutaties, worden gegroepeerd in drie hoofdcategorieën en worden geboekt in de exploitatiekosten (pensioenkosten), de rentelasten (nettorentelasten) en de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingen).
Het grootste deel van de nettoprovisie-inkomsten valt onder het toepassingsgebied van IFRS 15, Opbrengsten uit contracten met klanten, aangezien ze betrekking hebben op diensten die KBC aan zijn klanten verleent en buiten het toepassingsgebied van andere IFRS-normen vallen. Voor de verantwoording van opbrengsten identificeert KBC het contract en bepaalt het wat de beloften (prestatieverplichtingen) in de transactie zijn. Opbrengsten worden alleen verantwoord als KBC de prestatieverplichting heeft vervuld.
De opbrengsten die als Effecten en assetmanagement worden voorgesteld, vallen onder het toepassingsgebied van IFRS 15 en houden in beginsel in dat KBC activa bewaart in een trust voor de begunstigde ('fonds') en verantwoordelijk is voor het beleggen van de van de klant ontvangen bedragen ten voordele van de klant. Die transacties zijn duidelijk omdat KBC een reeks afzonderlijke diensten verricht die de klant gelijktijdig verbruikt wanneer hij de voordelen ontvangt. KBC ontvangt daarvoor een maandelijkse of driemaandelijkse beheersvergoeding die wordt berekend als een vast percentage van de netto-inventariswaarde, of een inschrijvingsvergoeding die van de begunstigde wordt ingehouden. De vergoedingen omvatten geen variabele component.
Opbrengsten gerapporteerd als Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling vertegenwoordigen het gerealiseerde bedrag op de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling. Dat wil zeggen dat een vast percentage of vast bedrag wordt ingehouden op de betalingen van klanten, zodat de verzekeringsmaatschappij haar uitgaven kan dekken.
Betalingsdiensten waarbij KBC de klant een vergoeding aanrekent voor verschillende transacties met zijn zichtrekeningen, voor binnenlandse of buitenlandse betalingen, betalingsdiensten via geldautomaten, enz. worden meestal afgerond wanneer de eigenlijke transactie is uitgevoerd, zodat de betreffende vergoeding op dat tijdstip direct kan worden verantwoord.
p. 172
Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de subsidie zal worden ontvangen en dat aan de eraan gekoppelde voorwaarden zal worden voldaan. Overheidssubsidies worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening op een systematische basis die strookt met de manier waarop KBC de kosten opneemt die de subsidies beogen te compenseren.
Overheden kunnen KBC diverse heffingen opleggen. Het bedrag van de heffingen kan afhankelijk zijn van het bedrag van de opbrengsten (voornamelijk rentebaten) van KBC, het bedrag van de van klanten aangenomen deposito's en het totale balansvolume, inclusief correcties op basis van bepaalde specifieke ratio's. In overeenstemming met IFRIC 21 worden heffingen opgenomen wanneer de tot een verplichting leidende gebeurtenis die opname van de verplichting teweegbrengt zich heeft voorgedaan zoals vermeld in de wetgeving ter zake. Afhankelijk van de tot een verplichting leidende gebeurtenis kunnen heffingen worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd of gespreid in de tijd. De meeste heffingen die aan KBC worden opgelegd, moeten worden opgenomen op een bepaald punt in de tijd, meestal het begin van het boekjaar. KBC neemt de heffingen op in de 'Exploitatiekosten'.
Winstbelasting bestaat uit drie elementen: over de verslagperiode betaalde/verschuldigde belastingen, te weinig/te veel aangelegde voorzieningen in voorgaande jaren en wijzigingen in uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen. Winstbelasting wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van de manier waarop de posten die tot de belasting hebben geleid, zijn geboekt. Winstbelastingen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden omgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Uitgestelde en actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer er zowel een juridisch recht tot saldering bestaat als een voornemen om tot afwikkeling op nettobasis over te gaan of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld.
Actuele belastingen voor de verslagperiode worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald aan of teruggevorderd van de belastingautoriteiten, op basis van de belastingtarieven die tijdens de verslagperiode van kracht zijn.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die op de datum van verslaggeving wettelijk zijn vastgelegd en die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij de realisatie van de vordering of de afwikkeling van de verplichting waarop ze betrekking hebben en die de fiscale gevolgen weerspiegelen die voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op de balansdatum de boekwaarde van de onderliggende activa of verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Bij de opname van uitgestelde belastingvorderingen wordt rekening gehouden met alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen en hun fiscale boekwaarde, evenals de voorwaartse compensatie van niet-gecompenseerde fiscale verliezen en de voorwaartse compensatie van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. KBC berekent uitgestelde belastingvorderingen voor de voorwaartse compensatie van nietgecompenseerde fiscale verliezen. Bij het beoordelen van de periode waarover fiscale verliezen kunnen worden verrekend met toekomstige belastbare winsten gebruikt KBC prognoses voor een periode van acht tot tien jaar.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen die betrekking hebben op bedrijfscombinaties worden rechtstreeks geboekt als goodwill.
Uitgestelde belastingvorderingen/-verplichtingen worden niet verdisconteerd.
Materiële vaste activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief direct toerekenbare acquisitiekosten). KBC waardeert in daaropvolgende verslagperiodes materiële vaste activa tegen de initiële kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages worden bepaald op basis van de geschatte gebruiksduur en worden toegepast volgens de lineaire methode vanaf het ogenblik waarop de activa gebruiksklaar zijn. Materiële vaste activa worden uit de balans verwijderd na vervreemding of wanneer het actief in kwestie permanent buiten gebruik wordt gesteld en er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht bij de vervreemding ervan. Winsten of verliezen als gevolg van de verwijdering uit de balans worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin de activa uit de balans worden verwijderd.
Materiële vaste activa zijn onderhevig aan bijzondere waardevermindering wanneer er een aanwijzing is dat het actief in bijzondere mate in waarde is gedaald.
Afschrijvingskosten, bijzondere waardeverminderingsverliezen en winsten of verliezen bij vervreemding worden opgenomen in de post 'Exploitatiekosten' van de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van activa die worden geleased uit hoofde van operationele leasing (KBC als leasinggever), waarvoor de kosten worden opgenomen in de post Overige nettoinkomsten. Wanneer een vervreemding voldoet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit, wordt het nettoresultaat opgenomen in een enkele post in de winst-en-verliesrekening (zie het hoofdstuk over beëindigde bedrijfsactiviteiten).
Een vastgoedbelegging wordt gedefinieerd als vastgoed dat door KBC wordt gebouwd, gekocht of verworven uit hoofde van een financiële lease en wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging te realiseren en niet om door KBC te worden gebruikt voor de levering van diensten of voor bestuurlijke doeleinden.
Vastgoedbeleggingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs (inclusief rechtstreeks toerekenbare kosten). KBC waardeert vastgoedbeleggingen in daaropvolgende verslagperiodes tegen initiële kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingskosten worden opgenomen in de post Overige netto-inkomsten van de winst-en-verliesrekening.
Immateriële activa omvatten goodwill, intern ontwikkelde software, extern ontwikkelde software en andere immateriële activa. Immateriële activa kunnen (i) worden verworven als onderdeel van een bedrijfscombinatie (zie 'Bedrijfscombinaties en goodwill' hierna), (ii) afzonderlijk worden verworven of (iii) intern worden ontwikkeld.
Afzonderlijk verworven immateriële activa (voornamelijk extern ontwikkelde software) worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Intern ontwikkelde immateriële activa (voornamelijk intern ontwikkelde software) worden alleen opgenomen als ze voortvloeien uit ontwikkeling en KBC het volgende kan aantonen:
Intern gegenereerde immateriële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen de ontwikkelingskosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het ontwerpen en testen van de unieke software waarover KBC de zeggenschap heeft. Rechtstreeks toerekenbare kosten die worden gekapitaliseerd als onderdeel van de intern ontwikkelde software omvatten personeelskosten voor softwareontwikkeling en rechtstreeks toerekenbare algemene kosten.
Onderzoekskosten, overige ontwikkelingsuitgaven, kosten in verband met de handhaving van software en investeringsprojecten (grootschalige projecten die een belangrijke bedrijfsdoelstelling of een belangrijk bedrijfsmodel introduceren of vervangen) die niet aan de criteria voor opname voldoen, worden opgenomen als kosten in de periode waarin ze zijn ontstaan.
Immateriële activa worden in latere verslagperiodes geboekt tegen kostprijs verminderd met geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vangt aan wanneer het actief gebruiksklaar is zoals door het management bedoeld. De afschrijving van software gebeurt als volgt:
Wanneer KBC zijn jaarrekening opmaakt, ziet het erop toe dat de boekwaarde van het niet-financiële actief niet meer bedraagt dan het bedrag dat zou kunnen worden verkregen door het te gebruiken of verkopen ('realiseerbare waarde'). Materiële vaste activa, vastgoedbeleggingen en software worden alleen doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen wanneer er objectieve bewijzen van bijzondere waardevermindering bestaan. Goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur worden minstens jaarlijks doorgelicht op bijzondere waardeverminderingen en bovendien driemaandelijks doorgelicht op aanwijzingen van bijzondere waardevermindering.
Aanwijzingen dat een bijzonder waardeverminderingsverlies moet worden opgenomen kunnen afkomstig zijn van een interne bron (bv. de toestand van het actief) of een externe bron (bv. nieuwe technologie of een aanzienlijke afname van de marktwaarde van het actief).
Wanneer een aanwijzing van bijzondere waardevermindering aanwezig is, licht KBC de realiseerbare waarde van het actief door en wordt een bijzondere waardevermindering op het actief geboekt wanneer de realiseerbare waarde ervan lager is dan de boekwaarde op de datum van verslaggeving. De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als het hoogste van de volgende twee bedragen: de bedrijfswaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de verdisconteerde toekomstige kasstromen die een actief of een kasstroom genererende eenheid naar verwachting zal leveren.
Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen op het niveau van het individuele actief, maar wanneer het individuele actief geen instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de zogeheten 'kasstroom genererende eenheid' waartoe het actief of de groep van activa behoort. Om de kasstroom genererende eenheden tot stand te brengen, bepaalt KBC naar zijn eigen oordeel de kleinste identificeerbare groep activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen uit andere activa of groepen van activa. Dit proces is voornamelijk van toepassing op goodwill die werd opgenomen in het kader van overnames.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen. Een bijzonder waardeverminderingsverlies kan worden teruggenomen als de voorwaarde die tot het bijzondere waardeverminderingsverlies heeft geleid niet langer aanwezig is, behalve voor goodwill, die nooit kan worden teruggenomen. Bijzondere waardeverminderingswinsten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zich voordoen.
Voorzieningen worden uitsluitend opgenomen op de datum van verslaggeving als aan de volgende criteria is voldaan:
Het bedrag dat als voorziening wordt opgenomen, is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op de balansdatum af te wikkelen. Wanneer de tijd een essentiële factor is, komt het als voorziening opgenomen bedrag overeen met de netto actuele waarde van de beste schatting.
Het is inherent aan de aard van een voorziening dat oordeelsvorming van het bestuur vereist is om het bedrag en het tijdstip te bepalen van de waarschijnlijke uitstroom van economische middelen in de toekomst.
Alle materiële operationele eenheden (inclusief gestructureerde operationele eenheden) waarover KBC rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent zoals gedefinieerd in IFRS 10, worden geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Veranderingen in eigendomsbelangen (die niet leiden tot verlies van zeggenschap) worden verwerkt als eigenvermogenstransacties. Ze hebben geen invloed op goodwill of winst of verlies.
Dochterondernemingen die wegens hun niet-wezenlijke belang niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, worden geclassificeerd als aandelen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, waarbij alle wijzigingen in de reële waarde worden gerapporteerd in de niet-gerealiseerde resultaten, met uitzondering van dividendinkomsten, die worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Materiële ondernemingen waarover rechtstreeks of onrechtstreeks gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefend en materiële investeringen in geassocieerde deelnemingen (ondernemingen waarover KBC een invloed van betekenis uitoefent), worden allemaal verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Geconsolideerde materialiteitscriteria: dochterondernemingen worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale consolidatiemethode als minstens twee van de volgende materialiteitscriteria zijn overschreden:
Om te vermijden dat te veel operationele eenheden worden uitgesloten, controleert KBC of het gecombineerde balanstotaal van de van consolidatie uitgesloten operationele eenheden niet meer bedraagt dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. Volgens deze methode wordt de kostprijs van een overname gewaardeerd als de som van de betaalde overnameprijs (gewaardeerd tegen reële waarde op de datum van overname) en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de verworven entiteit. Voor de waardering van minderheidsbelangen kan KBC voor elke bedrijfscombinatie apart beslissen of het minderheidsbelang wordt gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het proportionele aandeel van KBC in de identificeerbare nettoactiva van de verworven entiteit. De wijze waarop het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op de verwervingsdatum, is van invloed op de boeking van de acquisitie als gevolg van de berekening van de goodwill.
Goodwill is het surplus van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Om de boekhoudkundige verwerking van de overname te voltooien en de goodwill te bepalen, past KBC een waarderingsperiode van twaalf maanden toe. De classificatie van de verworven financiële activa en de overgenomen financiële verplichtingen in de bedrijfscombinatie is gebaseerd op feiten en omstandigheden op de overnamedatum (behalve voor lease- en verzekeringscontracten, die worden geclassificeerd op basis van de contractuele voorwaarden en andere factoren bij de totstandkoming van het contract in kwestie).
Goodwill wordt gepresenteerd in de post 'Goodwill en andere immateriële activa' en wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt minstens jaarlijks of wanneer er objectieve (externe of interne) bewijzen zijn dat een bijzondere waardevermindering op goodwill moet worden geboekt, getoetst op bijzondere waardevermindering. Als de verwerking van de overname niet is voltooid omdat de waarderingsperiode van twaalf maanden nog niet is verstreken, wordt de goodwill niet als definitief beschouwd en alleen getoetst op bijzondere waardevermindering als er objectief bewijs is dat de voorlopige goodwill aan bijzondere waardevermindering onderhevig is.
Om goodwill te toetsen op bijzondere waardevermindering wordt hij toegerekend aan elke kasstroom genererende eenheid van KBC die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie in de bedrijfscombinatie, ongeacht of er activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan die eenheden zijn toegekend. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen.
De functionele en presentatievaluta van KBC is de euro. Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta's, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele valuta tegen de contantkoers op de balansdatum. Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Niet-monetaire posten geboekt tegen reële waarde worden omgerekend tegen de contantkoers op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Omrekeningsverschillen worden samen met wijzigingen in de reële waarde gerapporteerd. Opbrengsten en kosten in vreemde valuta's worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening tegen de wisselkoers op het tijdstip van opname.
Waarderingsverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Waarderingsverschillen die voor het eerst worden verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten en die betrekking hebben op winsten of verliezen die later worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden overgeboekt naar de winst-enverliesrekening in de periode waarin die post wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening. De balansen van buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend naar de presentatievaluta tegen de contantkoers op de datum van verslaggeving (met uitzondering van het eigen vermogen, dat wordt omgerekend tegen de historische koers). De winst-enverliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.
Een met KBC verbonden partij is een partij waar KBC zeggenschap over heeft of invloed van betekenis op uitoefent of een partij die zeggenschap heeft over of invloed van betekenis uitoefent op KBC. KBC definieert zijn verbonden partijen als volgt: • dochterondernemingen van KBC, geassocieerde deelnemingen en joint ventures van KBC, KBC Ancora, Cera en MRBB;
• managers op sleutelposities bij KBC (zijnde de raad van bestuur en het directiecomité van KBC Groep NV).
Transacties met verbonden partijen moeten gebeuren conform het objectiviteitsbeginsel.
Vaste activa of groepen van activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop zijn die waarvan de door KBC te realiseren boekwaarde afkomstig is uit een verkooptransactie die naar verwachting binnen een jaar als een verkoop zal worden aangemerkt, en niet uit het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop worden op het einde van de verslagperiode afzonderlijk van de overige activa en verplichtingen in de balans gerapporteerd.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een onderdeel van KBC dat werd afgestoten of is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:
p. 176
• een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch operationeel gebied vertegenwoordigt; of
Resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening en in de nietgerealiseerde resultaten en omvatten:
Gebeurtenissen na de verslagdatum zijn gunstige of ongunstige gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de verslagdatum en de datum waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd voor publicatie. Er zijn twee soorten gebeurtenissen na de verslagdatum:
De impact van gebeurtenissen die leiden tot aanpassing van de jaarrekening is al weerspiegeld in de financiële positie en het resultaat van het lopende jaar. De impact en gevolgen van gebeurtenissen die niet leiden tot aanpassing van de jaarrekening, worden vermeld in de toelichtingen bij de jaarrekening.
| Wisselkoers op 31-12-2022 | Wisselkoersgemiddelde in 2022 | |||
|---|---|---|---|---|
| Wijziging ten opzichte van 31-12-2021 |
Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2021 |
|||
| 1 EUR = … … vreemde munt |
Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
1 EUR = … … vreemde munt |
Positief: appreciatie tegenover EUR Negatief: depreciatie tegenover EUR |
|
| CZK | 24,116 | 3% | 24,569 | 5% |
| HUF | 400,87 | -8% | 391,79 | -9% |
* Afgeronde cijfers.
Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening en het toepassen van de KBC-grondslagen voor financiële verslaggeving moet het management beoordelingen, schattingen en assumpties maken die een effect hebben op de gerapporteerde bedragen van activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten. Enige mate van onzekerheid is inherent aan bijna alle gerapporteerde bedragen. De schattingen zijn gebaseerd op ervaring en assumpties, waarbij het KBCmanagement erop vertrouwt dat ze redelijk zijn op het moment dat de jaarrekening voorbereid wordt.
Bijsturingen van boekhoudkundige schattingen worden erkend in de periode waarin ze worden herzien en in elke volgende periode die daardoor beïnvloed wordt. Belangrijke schattingen en beoordelingen toegepast in de grondslagen voor financiële verslaggeving die de sterkste invloed hebben op de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening, vindt u onder meer in Toelichtingen 1.4, 3.3, 3.7, 3.10, 4.2, 4.4 t.e.m. 4.8, 5.2, 5.5 t.e.m. 5.7, 5.9, 6.1 en 6.10.
Zie ook het hoofdstuk Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
In 2022 hebben we de nog uitstaande reserves (ECL) voor de gevolgen van de coronacrisis (289 miljoen euro eind 2021) volledig teruggenomen (zie verder). Anderzijds legden we in 2022 – als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande directe en indirecte economische gevolgen – een reserve aan voor geopolitieke en opkomende risico's van 429 miljoen euro (zie verder).
| Uitstaande ECL voor coronagerelateerde, geopolitieke en opkomende risico's per land (in miljoenen euro) |
Toestand eind 2021 |
Wijziging in coronagerela teerde ECL in 2022 |
Invloed afschrijving corona gerelateerde ECL in 2022 |
Aanleg voor geopolitieke en opkomende risico's in 2022 |
Invloed overname Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) in 2022 |
Toestand eind 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | 100 | -100 | - | 145 | - | 145 |
| Tsjechië | 69 | -67 | -2 | 135 | - | 135 |
| Slowakije | 20 | -18 | -2 | 42 | - | 42 |
| Hongarije | 37 | -37 | - | 50 | - | 50 |
| Bulgarije | 12 | -11 | -1 | 23 | 16 | 39 |
| Rest (waaronder Ierland) | 51 | -22 | -29 | 18 | 0 | 18 |
| Totaal | 289 | -255 | -34 | 413 | 16 | 429 |
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne destabiliseert de wereldeconomie en drijft de grondstoffenprijzen op. Dat heeft de inflatieschok, die initieel veroorzaakt was door problemen in de toeleveringsketens, fiscale stimuleringsmaatregelen en de snelle heropening na de pandemie, nog verergerd. Die toenemende inflatiedruk en de verkrappende arbeidsmarkt verhoogden de druk op de centrale banken om het monetaire beleid te normaliseren. De combinatie van hogere, meer hardnekkige inflatie en het strakkere monetaire beleid beïnvloeden de groeiverwachtingen. Een uitgebreidere uitleg over de macro-economische omgeving vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder In welke omgeving zijn we acief? In het licht daarvan hebben we de impact van de belangrijkste macro-economische en geopolitieke risico's op onze kredietportefeuille beoordeeld. Dat resulteerde in de aanleg van een reserve voor geopolitieke en opkomende risico's, die eind 2022 429 miljoen euro bedroeg (waarvan 223 miljoen euro aangelegd in het eerste kwartaal, 45 miljoen euro in het tweede kwartaal, 103 miljoen euro in het derde kwartaal en 42 miljoen euro in het vierde kwartaal, en daarbovenop 16 miljoen euro gerelateerd aan de overname van Raiffeisenbank Bulgaria, inmiddels hernoemd in KBC Bank Bulgaria). De berekening en samenstelling van de reserve (geboekt bij bijzondere waardeverminderingen) op eind 2022 vindt u in de tabel.
| Risico, toestand eind 2022 Achtergrond Directe groepsvennootschappen Geen in Rusland, Oekraïne en Wit Rusland Directe blootstelling aan De netto-blootstelling inzake transferrisico van KBC ten aanzien van Rusland, Oekraïne en Wit Rusland, Oekraïne en Wit Rusland bedroeg 29 miljoen euro eind 2022. Het betreft voornamelijk commerciële blootstelling aan Rusland Russische banken. Indirecte impact van het conflict We verwachten dat het conflict via verschillende kanalen gevolgen zal hebben voor onze bedrijfs |
op balans |
|---|---|
| (in miljoenen euro) | |
| - | |
| 29 | |
| op de kredietportefeuille en kmo-klanten met belangrijke activiteiten in Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland en/of een sterke afhankelijkheid van die markten voor import of export (direct of indirect via een klant/leverancier) en/of met een specifieke kwetsbaarheid voor een onderbreking in de olie- en/of gastoevoer. Uit onze analyse blijkt dat voor 2,8 miljard euro aan stage 1-posities het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen, die (nog) niet worden gecapteerd in de gewone staging-beoordeling. De herrekening van de verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd van die posities, in plaats van de 12-maanden horizon, resulteerde in een waardevermindering van 39 miljoen euro in 2022. |
39 |
| Indirecte impact door andere We stelden vast dat de volgende subsegmenten in onze portefeuille een risico lopen: opkomende risico's • kmo's en andere bedrijven in ons klantenbestand die actief zijn in economische sectoren die het meest te lijden hebben onder problemen in de bevoorradingsketen en stijgende grondstoffen- en energieprijzen, en die al een hoger kredietrisico lopen (bijvoorbeeld de auto industrie, chemie en metalen); • retailklanten met een beperkte reservecapaciteit om de hogere kosten van levensonderhoud op te vangen en/of om hogere aflossingen te betalen als gevolg van de stijgende rentetarieven. Uit de analyse blijkt dat voor 11,3 miljard euro aan stage 1-posities het kredietrisico aanzienlijk is toegenomen, die (nog) niet worden gecapteerd in de gewone stagingbeoordeling . De herrekening van de verwachte kredietverliezen over de volledige resterende looptijd van die posities, in plaats van 12 maanden, resulteerde in een waardevermindering van 304 miljoen euro in 2022. |
304 |
| Impact van de macro De modelgedreven ECL voor geopolitieke en opkomende risico's bedroeg 57 miljoen euro in 2022. economische scenario's De waarschijnlijkheden toegepast op het basis-, optimistische en pessimistische macro economische scenario werden aangepast van respectievelijk 80%, 10% en 10% naar 60%, 5% en 35% Dat leidt tot een bijkomende waardevermindering van 57 miljoen euro. Zie verder voor informatie over de scenario's. |
57 |
| Overname van Raiffeisenbank De consolidatie van de Bulgaarse activiteiten van Raiffeisenbank International impliceert ECL van Bulgaria 16 miljoen euro (10 miljoen voor opkomende risico's en 6 miljoen direct transferrisico), zonder impact op de winst-en-verliesrekening. Bedragen al inbegrepen in de voorgaande delen van de tabel. |
- |
| Totaal eind 2022 | 429 |
De stijgende energieprijzen en de oplopende inflatie hebben initiatieven uitgelokt om de koopkracht van de gezinnen en de levensvatbaarheid van de bedrijven te ondersteunen. De regeringen in onze kernlanden kijken daarbij ook naar de bank- en verzekeringssector om de economie te ondersteunen:
In 2022 boekten we de nog uitstaande reserves voor de gevolgen van de coronacrisis volledig terug. Het betreft een daling van 289 miljoen euro eind 2021 tot 0 miljoen euro eind 2022; die daling omvat 255 miljoen euro terugname via de winst-enverliesrekening en de afboeking van 34 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van de portefeuille non-performing kredieten van KBC Bank Ireland (zonder impact op de winst-en-verliesrekening). Voor de berekening van de reserve voor de coronacrisis eind 2021 verwijzen we naar het jaarverslag over 2021, Toelichting 1.4.
De reserve voor de coronacrisis werd volledig teruggenomen omdat de risico's in verband met de coronacrisis die nog aanwezig zijn in onze kredietportefeuille worden meegenomen in het reguliere waardeverminderingenproces op basis van de gebruikelijke kredietrisico- indicatoren (kans op een in gebreke blijven, achterstallen en kredietherstructurering) aangezien die niet langer worden verhuld door de moratoria op aflossingen van leningen.
In het deel Verslag van de Raad van bestuur vindt u bijkomende informatie over de gevolgen van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne op de activiteiten en stakeholders van de groep, inzake:
Gezien de economische onzekerheid blijven we werken met drie alternatieve scenario's: een basisscenario, een optimistischer scenario en een pessimistischer scenario. De definitie van elk scenario weerspiegelt de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de economie, waarbij we voor eind 2022 de volgende waarschijnlijkheidspercentages toekenden: 60% voor het basisscenario, 35% voor het pessimistische en 5% voor het optimistische scenario. De scenario's en de toegepaste waarschijnlijkheidspercentages zijn diegene die werden gebruikt voor de update van eind 2022; de situatie kan ondertussen uiteraard gewijzigd zijn.
| Optimistisch scenario | Basisscenario | Pessimistisch scenario |
|---|---|---|
| ("wapenstilstand-scenario" | ("milde recessie-scenario") | ("diepe recessie-scenario") |
| Er komt op korte termijn een duurzame oplossing voor het Russisch-Oekraïense conflict. Het versoepelen van bepaalde sancties door het Westen op korte termijn mildert de stijging van de energie- en grondstofprijzen, maar structureel blijft het (budgettaire) beleid inzetten op de groene transitie en energie-autonomie en de uitbreiding van de militaire capaciteit. |
Er komt geen kortetermijnoplossing voor het Russisch-Oekraïense conflict. De Westerse sancties blijven van toepassing op afzienbare tijd. De stijgende energie- en grondstofprijzen wegen op het economische sentiment, maar kritische energietekorten blijven uit, zowel voor deze winter als voor de volgende. Het ondersteunende overheidsbeleid mildert de negatieve invloed op de bbp-groei. Het monetaire beleid normaliseert verder. |
Een escalatie van het Russisch-Oekraïense conflict leidt tot verregaandere Westerse sancties. Dat leidt tot bijkomende Russische restricties op de uitvoer van energie en grondstoffen, die de inflatie nog verder omhoog stuwen. Kritische tekorten leiden tot rantsoenering van energie en bepaalde grondstoffen. Dat leidt tot een diepe recessie. De invloed van de dramatische verslechtering van het economische sentiment op de bbp groei wordt deels beperkt door het sterk ondersteunende economische beleid. |
In de onderstaande tabel geven we de scenario's voor de drie belangrijkste indicatoren voor elk van onze kernlanden voor de komende jaren. Daarna werken we met een geleidelijke lineaire overgang naar een stabiele situatie.
Macro-economische scenario's –
| belangrijkste indicatoren | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (gebruikt voor situatie eind 2022) Scenario: |
optimis tisch |
basis | 2022 pessimis tisch |
optimis tisch |
basis | 2023 pessimis tisch |
optimis tisch |
basis | 2024 pessimis tisch |
| Groei reëel bruto binnenlands product | |||||||||
| België | 3,1% | 2,9% | 2,6% | 2,1% | 0,2% | -2,5% | 1,9% | 1,4% | 0,9% |
| Tsjechië | 2,5% | 2,5% | 2,2% | 1,6% | 0,8% | -5,8% | 3,7% | 2,7% | 1,0% |
| Hongarije | 5,9% | 5,5% | 4,8% | 2,8% | 0,0% | -4,2% | 3,8% | 3,6% | 2,4% |
| Slowakije | 1,6% | 1,4% | 1,2% | 1,2% | 0,6% | -5,4% | 3,2% | 2,8% | 2,5% |
| Bulgarije | 3,7% | 2,8% | 2,2% | 3,0% | 0,7% | -2,5% | 3,5% | 3,5% | 0,6% |
| Werkloosheidsgraad | |||||||||
| België | 5,8% | 6,0% | 6,2% | 5,6% | 6,2% | 6,8% | 5,4% | 6,0% | 6,6% |
| Tsjechië | 2,8% | 2,8% | 2,8% | 2,7% | 3,3% | 6,0% | 2,2% | 2,9% | 5,0% |
| Hongarije | 3,9% | 4,1% | 4,2% | 3,8% | 4,4% | 6,5% | 3,2% | 3,8% | 5,5% |
| Slowakije | 6,2% | 6,3% | 8,0% | 6,5% | 7,0% | 9,0% | 6,3% | 6,5% | 8,0% |
| Bulgarije | 4,3% | 5,3% | 6,2% | 4,4% | 6,0% | 7,3% | 4,3% | 4,8% | 6,4% |
| Huizenprijzenindex | |||||||||
| België | 6,5% | 5,0% | 3,0% | 4,0% | 2,5% | -3,0% | 3,0% | 2,0% | -1,5% |
| Tsjechië | 20,0% | 17,5% | 16,0% | 5,0% | 0,5% | -5,0% | 5,0% | 2,5% | -1,0% |
| Hongarije | 18,6% | 16,0% | 13,0% | 10,0% | 5,0% | -3,0% | 6,0% | 3,5% | 0,0% |
| Slowakije | 18,0% | 15,0% | 12,0% | 7,0% | 2,5% | -4,0% | 5,0% | 2,5% | -1,0% |
| Bulgarije | 13,0% | 12,0% | 8,0% | 9,0% | 7,0% | -3,0% | 4,0% | 3,5% | 0,0% |
In overeenstemming met de ESMA-aanbevelingen ter zake, vindt u hierna de toelichtingen en andere hoofdstukken in het jaarverslag die direct of indirect refereren naar klimaat en klimaatrisico's.
In het Verslag van de Raad van Bestuur:
p. 180
In de Geconsolideerde jaarrekening (telkens bij de toelichting onder de tabellen)
U vindt uitgebreide informatie over de managementstructuur van de groep en de resultaten per segment in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Op basis van IFRS 8 heeft KBC het Directiecomité en de Raad van Bestuur van de groep geïdentificeerd als chief operating decision makers, verantwoordelijk voor het toewijzen van middelen en het beoordelen van de prestaties van de verschillende onderdelen van het bedrijf. De operationele segmenten zijn gebaseerd op de interne financiële rapportering aan die beleidsorganen en is gebaseerd op de locatie van de activiteiten van het bedrijf, wat resulteert in een geografische segmentatie.
De drie operationele segmenten zijn (vereenvoudigd):
Daarnaast is er, voor rapporteringsdoeleinden, een Groepscenter (resultaten van de holding, elementen die niet aan de andere divisies zijn toegewezen, resultaten van de te desinvesteren maatschappijen).
Wijziging vanaf 2022: als gevolg van de verkoopovereenkomsten voor de kredieten en de depositoportefeuille van KBC Bank Ireland, verplaatsten we Ierland van de Divisie Internationale Markten naar het groepscenter vanaf 1 januari 2022. Dat gebeurde zonder retroactieve aanpassing van 2021. Met het oog op vergelijkbaarheid wordt Ierland wel apart vermeld in de volgende tabellen (als onderdeel van het Groepscenter in 2022 en als onderdeel van de Divisie Internationale Markten in 2021).
| ment seg |
|---|
| Toelichting 2.2: Resultaten per |
Divisie
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Waarvan: | Groepscenter | Waarvan: | KBC-groep | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2022 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 826 | 1 313 | 888 | 424 | 235 | 229 | 134 | 240 | 5 161 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 488 | 208 | 174 | 57 | 37 | 80 | 11 | 0 | 881 |
| Verdiende premies | 1 261 | 403 | 352 | 140 | 70 | 142 | 17 | 0 | 2 033 |
| Technische lasten | -774 | -195 | -178 | -83 | -33 | -62 | -7 | 0 | -1 153 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -42 | 90 | 44 | 11 | 13 | 20 | -1 | 0 | 92 |
| Verdiende premies | 878 | 171 | 114 | 39 | 30 | 45 | -1 | 0 | 1 163 |
| Technische lasten | -920 | -82 | -70 | -28 | -17 | -25 | 0 | 0 | -1 071 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 33 | -9 | -13 | -2 | -3 | -8 | -14 | 0 | -2 |
| Dividendinkomsten | 54 | 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 0 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
142 | 152 | 118 | 77 | 41 | 1 | -7 | -3 | 406 |
| Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI |
-2 | -12 | -6 | -5 | 0 | 0 | -3 | 0 | -22 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 265 | 213 | 376 | 219 | 72 | 86 | -6 | -2 | 1 847 |
| Overige netto-inkomsten | 226 | -174 | -1 | -3 | -3 | 5 | -10 | -8 | 40 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 989 | 1 784 | 1 582 | 777 | 392 | 413 | 108 | 228 | 8 463 |
| Exploitatiekostena | -2 647 | -927 | -906 | -446 | -253 | -207 | -339 | -208 | -4 818 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -46 | -61 | -152 | -97 | -21 | -34 | -24 | -18 | -284 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | -35 | -46 | -78 | -29 | -19 | -30 | 5 | 7 | -154 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -9 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -10 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 287 | 794 | 524 | 234 | 118 | 172 | -254 | 3 | 3 351 |
| Belastingen | -529 | -115 | -83 | -38 | -28 | -17 | 119 | 34 | -608 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 759 | 679 | 441 | 195 | 90 | 155 | -135 | 37 | 2 743 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 759 | 679 | 441 | 195 | 90 | 155 | -135 | 37 | 2 743 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -58 | -114 | -89 | -40 | -23 | -26 | -120 | -31 | -381 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -114 | -86 | -38 | -23 | -24 | -117 | -26 | -374 |
| Overige | 0 | 0 | -4 | -2 | 0 | -2 | -3 | -4 | -7 |
| Aanschaffing vaste activa* | 544 | 125 | 624 | 95 | 63 | 466 | 151 | 1 | 1 443 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Internationale Markten |
Waarvan: | Groepscenter | KBC-groep | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2021 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 533 | 972 | 962 | 311 | 229 | 141 | 282 | -16 | 4 451 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 460 | 142 | 160 | 52 | 35 | 73 | 0 | 19 | 782 |
| Verdiende premies | 1 197 | 337 | 336 | 143 | 62 | 132 | 0 | 15 | 1 885 |
| Technische lasten | -737 | -194 | -176 | -91 | -26 | -59 | 0 | 4 | -1 103 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -55 | 61 | 39 | 9 | 13 | 17 | 0 | -1 | 45 |
| Verdiende premies | 903 | 182 | 111 | 40 | 31 | 39 | 0 | -1 | 1 196 |
| Technische lasten | -958 | -121 | -71 | -31 | -18 | -23 | 0 | 0 | -1 150 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 36 | 17 | -16 | -2 | -7 | -7 | 0 | -12 | 25 |
| Dividendinkomsten | 38 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | 45 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
224 | 95 | 23 | 21 | 8 | 0 | -5 | -198 | 145 |
| Netto gerealiseerd resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde met verwerking via OCI |
2 | -4 | 2 | 2 | 0 | 0 | 0 | 6 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 320 | 214 | 305 | 198 | 71 | 39 | -3 | -3 | 1 836 |
| Overige netto-inkomsten | 195 | 8 | -7 | 3 | 6 | 5 | -21 | 28 | 223 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 754 | 1 506 | 1 469 | 592 | 356 | 268 | 253 | -171 | 7 558 |
| Exploitatiekostena | -2 436 | -803 | -1 048 | -335 | -260 | -140 | -313 | -109 | -4 396 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 303 | 126 | -160 | 9 | 15 | -1 | -183 | -7 | 261 |
| Waarvan op financiële activa tegen AC en FVOCI | 309 | 142 | -110 | 22 | 16 | 2 | -149 | -7 | 334 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | -3 | -3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -5 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 618 | 827 | 262 | 267 | 111 | 127 | -243 | -288 | 3 418 |
| Belastingen | -621 | -129 | -135 | -40 | -26 | -13 | -55 | 81 | -804 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 997 | 697 | 127 | 226 | 85 | 114 | -298 | -207 | 2 614 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 997 | 697 | 127 | 226 | 85 | 114 | -298 | -207 | 2 614 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -48 | -96 | -119 | -38 | -19 | -16 | -46 | -83 | -346 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -97 | -120 | -38 | -19 | -16 | -46 | -82 | -356 |
| Overige | 10 | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | -2 | 10 |
| Aanschaffing vaste activa* | 456 | 183 | 252 | 83 | 75 | 80 | 14 | 110 | 1 001 |
Divisie
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| Divisie | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Divisie | Divisie | Internationale | Groeps | |||||||
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten | Waarvan: Hongarije |
Slowakije | Bulgarije | Ierland | center | Waarvan: Ierland |
KBC-groep |
| BALANS 31-12-2022 | ||||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
155 971 | 51 069 | 29 962 | 9 515 | 8 421 | 12 026 | - | 15 743 | 418 | 252 746 |
| Zichtdeposito's | 72 947 | 25 321 | 23 367 | 7 303 | 5 697 | 10 368 | - | 418 | 418 | 122 053 |
| Termijndeposito's | 8 896 | 9 211 | 4 291 | 1 291 | 1 414 | 1 586 | - | 0 | 0 | 22 397 |
| Spaarrekeningen | 60 802 | 14 344 | 1 833 | 722 | 1 086 | 25 | - | 0 | 0 | 76 979 |
| Schuldpapier | 10 951 | 1 767 | 295 | 200 | 96 | 0 | - | 15 325 | 0 | 28 338 |
| Overige | 2 375 | 427 | 176 | 0 | 129 | 47 | - | 0 | 0 | 2 978 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
117 221 | 35 445 | 25 384 | 5 879 | 10 796 | 8 709 | - | 3 | 3 | 178 053 |
| Termijnkredieten | 61 768 | 10 581 | 10 544 | 2 970 | 3 013 | 4 561 | - | 2 | 2 | 82 894 |
| Hypotheekleningen | 44 326 | 19 696 | 9 638 | 1 681 | 6 114 | 1 843 | - | 0 | 0 | 73 660 |
| Overige | 11 127 | 5 168 | 5 202 | 1 228 | 1 668 | 2 306 | - | 1 | 1 | 21 498 |
| BALANS 31-12-2021 | ||||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
142 282 | 46 239 | 24 652 | 9 759 | 7 696 | 6 257 | 940 | 12 920 | - | 226 093 |
| Zichtdeposito's | 64 458 | 28 042 | 19 598 | 8 137 | 5 443 | 5 077 | 940 | 0 | - | 112 097 |
| Termijndeposito's | 4 784 | 2 123 | 2 281 | 445 | 656 | 1 180 | 0 | 0 | - | 9 187 |
| Spaarrekeningen | 58 279 | 14 226 | 2 295 | 977 | 1 319 | 0 | 0 | 0 | - | 74 801 |
| Schuldpapier | 12 003 | 1 376 | 318 | 200 | 118 | 0 | 0 | 12 920 | - | 26 617 |
| Overige | 2 758 | 473 | 160 | 0 | 160 | 0 | 0 | 0 | - | 3 391 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
108 251 | 32 671 | 18 805 | 5 413 | 9 417 | 3 973 | 3 | 0 | - | 159 728 |
| Termijnkredieten | 56 785 | 9 609 | 6 604 | 2 409 | 2 775 | 1 418 | 2 | 0 | - | 72 998 |
| Hypotheekleningen | 41 561 | 18 303 | 7 800 | 1 812 | 5 117 | 870 | 0 | 0 | - | 67 665 |
| Overige | 9 905 | 4 758 | 4 402 | 1 191 | 1 524 | 1 685 | 1 | 0 | - | 19 065 |
• De beperkte bedragen voor Ierland in 2021 en 2022 hebben te maken met de verschuiving naar de balansposten Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten wegens de verkoopovereenkomsten. Zie Toelichtingen 5.11 en 6.6.
• De groei voor Bulgarije in 2022 is voor een groot deel gerelateerd aan de overname van Raiffeisenbank Bulgaria. Voor meer informatie, zie Toelichting 6.6.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 5 161 | 4 451 |
| Rente-inkomsten | 11 226 | 6 320 |
| Rente-inkomsten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | 7 973 | 4 797 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 251 | 286 |
| Afdekkingsderivaten | 1 838 | 355 |
| Financiële verplichtingen (negatieve rente) | 289 | 425 |
| Overige | 130 | 25 |
| Rente-inkomsten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële activa verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 35 | 24 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 710 | 407 |
| Waarvan economische afdekkingen | 582 | 367 |
| Overige financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 |
| Rentelasten | -6 064 | -1 869 |
| Rentelasten op financiële instrumenten berekend volgens de effectieve rentevoet | ||
| Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -2 320 | -534 |
| Afdekkingsderivaten | -1 972 | -604 |
| Financiële activa (negatieve rente) | -94 | -253 |
| Overige | -5 | -7 |
| Rentelasten op andere financiële instrumenten | ||
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -1 639 | -459 |
| Waarvan economische afdekkingen | -1 595 | -414 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -33 | -11 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | -1 | -1 |
• Financiële verplichtingen/activa (negatieve rente): het grootste deel van deze negatieve rente heeft betrekking op transacties met centrale banken, interbancaire en professionele tegenpartijen en de TLTRO (meer informatie over de TLTRO vindt u in Toelichting 4.1).
• De toename van rente-inkomsten en rentelasten van afdekkingsderivaten en financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (waarvan economische afdekkingen) is gerelateerd aan een wijziging in presentatie van de negatieve rente op derivaten (bij KBC Bank, conform de rapportering volgens schema A onder Belgian GAAP, wat resulteert in een stijging van zowel de rente-inkomsten als de rentelasten met 450 miljoen euro in 2022) alsook aan de algemene stijging van de rentevoeten in 2022.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 59 | 45 |
| Aandelen verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden | 35 | 28 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 10 | 11 |
| Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 15 | 6 |
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 406 | 145 |
| Opdeling totaal naar IFRS-portefeuille | ||
| Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay | -1 949 | 1 172 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente op niet-ALM-tradingderivaten en marktwaardeveranderingen van alle instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden) |
567 | 435 |
| Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast | 86 | 104 |
| Meer- of minderwaarden als gevolg van verkoop |
176 | 123 |
| Waardeverminderingen | -90 | -20 |
| Andere financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 1 942 | -1 186 |
| Wisselbedrijf | -90 | -272 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | -150 | -108 |
| Opdeling afdekkingstransacties | ||
| Micro-hedge reëlewaardeafdekkingen | 5 | 0 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 624 | -307 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten | -619 | 307 |
| Kasstroomafdekkingen | -3 | 0 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectief deel | -3 | 0 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectief deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | 0 | 5 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | -3 254 | -815 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten |
3 254 | 820 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van reëlewaardeafdekking | -75 | -46 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | -77 | -66 |
| Opdeling totaal naar driver | ||
| Marktwaardeaanpassingen (xVA) | 80 | 67 |
| Waardeverandering van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer | -14 | -197 |
| Financiële instrumenten waarvoor de overlaybenadering wordt toegepast en overige | 96 | 113 |
| Dealingroom | 245 | 162 |
beleggingscontracten opgenomen zijn bij Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Dat geeft aanleiding tot compenserende bedragen in de bovenstaande tabel op de lijnen 'Financiële instrumenten verplicht tegen reële waarde andere dan aangehouden voor handelsdoeleinden en overlay' en 'Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening' (respectievelijk -1 893 en +1 893 miljoen euro in 2022 en +1 195 en -1 195 miljoen euro in 2021).
• Effectiviteit van afdekkingen: we bepalen de effectiviteit aan de hand van de volgende methodes:
• In 2022 werd het gerealiseerde resultaat van schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI beïnvloed door een gerealiseerd verlies van -22 miljoen euro op de verkoop van laagrentende obligaties. In 2021 waren er geen belangrijke gerealiseerde resultaten uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 847 | 1 836 |
| Ontvangen provisies | 2 804 | 2 692 |
| Betaalde provisies | -957 | -856 |
| Indeling naar type | ||
| Vermogensbeheerdiensten | 1 175 | 1 196 |
| Ontvangen provisies | 1 230 | 1 274 |
| Betaalde provisies | -54 | -78 |
| Bankdiensten | 1 021 | 950 |
| Ontvangen provisies | 1 489 | 1 330 |
| Betaalde provisies | -468 | -380 |
| Distributie | -349 | -311 |
| Ontvangen provisies | 85 | 87 |
| Betaalde provisies | -434 | -398 |
• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.
• Overname van Raiffeisenbank Bulgaria: invloed vooral op nettoprovisie-inkomsten uit bankdiensten. Zie verder in Toelichting 6.6.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 40 | 223 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | -79 | 6 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 0 | 0 |
| andere, waaronder: | 119 | 218 |
| inkomsten uit operationele leasingactiviteiten | 106 | 98 |
| inkomsten van Groep VAB | 50 | 50 |
| meerwaarde op verkoop KBC-Toren in Antwerpen | - | 13 |
| (vereffening van) (excl. ICEC-Holding) juridische dossiers |
0 | 6 |
| voorziening voor tracker mortgage review | 0 | -18 |
| badwill | - | 28 |
| (KBC Vastgoed Nederland) meerwaarde op verkoop vastgoeddochteronderneming |
68 | - |
| arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding | -149 | - |
• Meer- of minderwaarden als gevolg van de verkoop van financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: betreft in 2022 vooral het gerealiseerde verlies op de uitzonderlijke verkoop van laagrentende obligaties, voornamelijk in België, Tsjechië en Hongarije.
| Niet technische |
||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Leven | Niet-leven | rekening | Totaal |
| 2022 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 163 | 2 054 | 0 | 3 217 |
| Waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremies | -1 | -71 | 0 | -72 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 071 | -1 154 | 0 | -2 225 |
| Uitkeringen | -1 399 | -1 029 | 0 | -2 428 |
| Wijzigingen in technische voorzieningen | 419 | -115 | 0 | 304 |
| Ander technisch resultaat | -91 | -9 | 0 | -100 |
| Nettoprovisie-inkomsten | -4 | -403 | 0 | -407 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -3 | 1 | 0 | -2 |
| Algemene beheerskosten | -152 | -285 | -3 | -440 |
| Interne schaderegelingskosten | -9 | -65 | 0 | -74 |
| Indirecte acquisitiekosten | -32 | -68 | 0 | -100 |
| Administratiekosten | -110 | -152 | 0 | -263 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | -3 | -3 |
| Technisch resultaat | -67 | 213 | -3 | 143 |
| Beleggingsopbrengsten* | 383 | 112 | 38 | 534 |
| Technisch-financieel resultaat | 316 | 325 | 36 | 677 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | - | - | 0 | 0 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 316 | 325 | 36 | 677 |
| Belastingen | - | - | - | -117 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | - | - | - | 560 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | - | - | - | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | - | - | - | 560 |
| 2021 | ||||
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 196 | 1 905 | 0 | 3 101 |
| Waarvan wijziging in voorziening voor niet-verdiende verzekeringspremies | -1 | -48 | 0 | -49 |
| Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | -1 150 | -1 106 | 0 | -2 256 |
| Uitkeringen | -1 163 | -872 | 0 | -2 036 |
| Wijzigingen in technische voorzieningen | -1 | -223 | 0 | -224 |
| Ander technisch resultaat | 14 | -10 | 0 | 4 |
| Nettoprovisie-inkomsten | -5 | -367 | 0 | -372 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -2 | 27 | 0 | 25 |
| Algemene beheerskosten | -149 | -255 | -2 | -407 |
| Interne schaderegelingskosten | -9 | -59 | 0 | -68 |
| Indirecte acquisitiekosten | -31 | -68 | 0 | -98 |
| Administratiekosten | -109 | -128 | 0 | -238 |
| Beheerskosten voor beleggingen | 0 | 0 | -2 | -2 |
| Technisch resultaat | -110 | 204 | -2 | 91 |
| Beleggingsopbrengsten* | 382 | 92 | 69 | 543 |
| Technisch-financieel resultaat | 271 | 296 | 66 | 634 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | – | – | 0 | 0 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 271 | 296 | 66 | 634 |
| Belastingen | – | – | – | -125 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | – | – | – | 508 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | – | – | – | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 508 |
* Beleggingsopbrengsten bestaan uit (in miljoenen euro, voor 2022 en 2021, respectievelijk): nettorente-inkomsten (428, 398), nettodividendinkomsten (39, 31), nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (91, 117), overige netto-inkomsten (-9, 1), netto gerealiseerd resultaat uit schuldinstrumenten tegen reële waarde via OCI (-16, -2) en bijzondere waardeverminderingen (1, -3). De niet-technische rekening bevat ook de resultaten van nietverzekeringsdochtermaatschappijen zoals VAB groep en ADD en een aantal vastgoedvennootschappen. Ze worden opgenomen bij de toelichting over 'verzekeringsactiviteiten' omdat ze dochtermaatschappijen zijn van KBC Verzekeringen (maar omdat ze niet aan 'Leven' of 'Niet-leven' kunnen worden toegewezen, worden ze opgenomen bij de niet-technische rekening). Bovendien bevat de niet-technische rekening de beleggingsopbrengst van het eigen vermogen (dat laatste heeft grotendeels te maken met rente-opbrengsten van obligaties).
| en in Toelichting 3.7.1 (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies | ||
| In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 2 033 | 1 885 |
| Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar | 21 | 20 |
| In Toelichting 3.7.1 | 2 054 | 1 905 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) – Verdiende premies | ||
| In de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 1 163 | 1 196 |
| Toevoeging van premies van intragroepstransacties tussen bank en verzekeraar | 1 | 1 |
| In Toelichting 3.7.1 | 1 163 | 1 196 |
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 163 | 1 196 |
| Per IFRS-categorie | ||
| Verzekeringscontracten | 884 | 900 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 280 | 296 |
| Per type | ||
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 |
| Rechtstreekse zaken | 1 163 | 1 196 |
| Opdeling van de rechtstreekse zaken | ||
| Individuele premies | 816 | 831 |
| Koopsommen | 44 | 61 |
| Periodieke premies | 773 | 770 |
| Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten | 347 | 365 |
| Koopsommen | 26 | 50 |
| Periodieke premies | 321 | 315 |
| Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling | ||
| Tak 23 | 1 089 | 942 |
| Tak 21 | 996 | 1 022 |
| Totaal | 2 085 | 1 964 |
• Conform IFRS passen we voor een aantal beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten en technische lasten van die contracten niet tonen onder de posten Verdiende verzekeringspremies en Technische lasten, maar de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten, die goed waren voor een premie-inkomen van 1,1 miljard euro in 2022 en 0,9 miljard euro in 2021. De premie-inkomsten van de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling onder deposit accounting zitten vervat in de Totale verkoop levensverzekeringen zoals vermeld in het onderste deel van de tabel. Die verkoopvolumes zijn dus samengesteld uit de verdiende verzekeringspremies en de premies van de contracten waar deposit accounting wordt toegepast.
| Verdiende premies (vóór |
Verzekerings technische lasten (vóór |
Bedrijfskosten (vóór herver |
Afgestane | ||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) 2022 |
herverzekering) | herverzekering) | zekering) | herverzekering | Totaal |
| Totaal | 2 054 | -1 154 | -688 | 1 | 213 |
| Aangenomen herverzekering | 30 | -26 | -10 | 18 | 12 |
| Rechtstreekse zaken Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen |
2 024 128 |
-1 128 -60 |
-678 -41 |
-17 0 |
201 27 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 94 | -95 | -18 | -1 | -21 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 525 | -321 | -156 | -2 | 45 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 360 | -212 | -124 | -1 | 23 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 9 | -2 | -3 | -2 | 2 |
| Brand- en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 622 | -327 | -231 | -5 | 58 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 156 | -45 | -51 | -6 | 54 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 30 | -13 | -11 | 1 | 7 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 65 | -40 | -23 | 0 | 2 |
| Hulpverlening, tak 18 | 36 | -11 | -20 | 0 | 4 |
| 2021 | |||||
| Totaal | 1 905 | -1 106 | -622 | 27 | 204 |
| Aangenomen herverzekering | 27 | -11 | -9 | -3 | 4 |
| Rechtstreekse zaken | 1 878 | -1 095 | -614 | 30 | 200 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 123 | -53 | -40 | 0 | 28 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 89 | -77 | -16 | 0 | -4 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 512 | -305 | -148 | -4 | 55 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 320 | -179 | -108 | 3 | 36 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 7 | -2 | -2 | -1 | 1 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 569 | -343 | -211 | 28 | 44 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 142 | -92 | -46 | 1 | 6 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 22 | -9 | -8 | 3 | 9 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 62 | -28 | -22 | 0 | 13 |
| Hulpverlening, tak 18 | 31 | -6 | -13 | 0 | 12 |
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | -4 818 | -4 396 |
| Personeelskosten | - 2 561 | -2 457 |
| Algemene beheerskosten | -1 883 | -1 583 |
| ICT | -558 | -462 |
| Facilitaire kosten | -224 | -210 |
| Marketing en communicatie | -109 | -86 |
| Vergoedingen professionele dienstverlening | -157 | -125 |
| Andere | -190 | -175 |
| Bankenheffingen | -646 | -525 |
| Afschrijvingen van vaste activa | -374 | -356 |
• In 2022 stegen de totale kosten met 10% ten opzichte van 2021.
| (in aantal) | |
|---|---|
| (in aantal) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte's | 37 946 | 37 194 |
| Volgens juridische structuur | ||
| KBC Bank | 28 741 | 28 558 |
| KBC Verzekeringen | 4 024 | 3 953 |
| KBC Groep NV (de holding) en KBC Global Services NV (kostendelende structuur) | 5 181 | 4 683 |
| Volgens statuut | ||
| Arbeiders | 389 | 383 |
| Bedienden | 37 306 | 36 558 |
| Directieleden (senior management) | 251 | 253 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders vermelden.
• De gegevens voor 2022 bevatten de overgenomen Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) voor 6 maanden en bevatten nog steeds KBC Bank Ireland (aangezien de verkoop op 31-12-2022 nog niet afgerond was).
| (in miljoenen euro*) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | -284 | 261 |
| Bijzondere waardeverminderingen op fin. activa tegen geamortiseerde kostprijs en reële waarde via OCI (waardeverminderingen op kredieten) |
-154 | 334 |
| Per IFRS-categorie | ||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs | -155 | 330 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 1 | 4 |
| Per product | ||
| Leningen en voorschotten | -177 | 315 |
| Schuldpapier | -2 | 3 |
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 25 | 15 |
| Per type | ||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 5 | 74 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | -106 | 449 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | -60 | -191 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid | 8 | 2 |
| Per divisie/land | ||
| België | -35 | 309 |
| Tsjechië | -46 | 142 |
| Internationale Markten | -78 | -110 |
| Slowakije | -19 | 16 |
| Hongarije | -29 | 22 |
| Bulgarije | -30 | 2 |
| Ierland in 2021 | - | -149 |
| Groepscenter | 5 | -7 |
| Waarvan Ierland in 2022 | 7 | - |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | -5 | -7 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | -125 | -65 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | -34 | -35 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | -18 | -17 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Overige | -73 | -13 |
* Positieve cijfers duiden op terugname, dus met positieve resultaatsimpact
p. 194
• Informatie over de totale bijzondere waardeverminderingen op de balans: zie Toelichting 4.2.
| Collectief berekende ECL, per land (2022, in miljarden euro) | 100% basisscenario |
100% up-scenario |
100% down-scenario |
|---|---|---|---|
| Totaal | 1,0 | 1,0 | 1,1 |
| België | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
| Tsjechië | 0,3 | 0,3 | 0,4 |
| Slowakije | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
| Hongarije | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
| Bulgarije | 0,2 | 0,1 | 0,2 |
| Rest | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | -10 | -5 |
| Waarvan | ||
| Isabel NV | 2 | 2 |
| Joyn International NV | -1 | 1 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 1 | 1 |
| Payconiq International S.A. | -6 | -6 |
| Skip Pay, s.r.o. | 0 | -3 |
| Batopin NV | -3 | -1 |
| IGLUU s.r.o. | -1 | 0 |
| Immoscoop 2.0 BV | -2 | 0 |
• Bijzondere waardeverminderingen van (goodwill op) geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn inbegrepen bij Bijzondere waardeverminderingen (zie Toelichting 3.10). Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures houdt bijgevolg geen rekening met die bijzondere waardeverminderingen.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Totaal | -608 | -804 |
| Naar type | ||
| Actuele belastingen | -525 | -485 |
| Uitgestelde belastingen | -83 | -319 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 3 351 | 3 418 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 25,00% | 25,00% |
| Berekende winstbelastingen | -838 | -855 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | 131 | 106 |
| belastingvrije winst | 130 | 86 |
| aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | 4 | -4 |
| aanpassingen uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | -1 | -1 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
2 | 1 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
28 | 2 |
| terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | 0 | -59 |
| overige, onder meer niet-aftrekbare uitgaven | -63 | -81 |
• Belastingvorderingen en belastingverplichtingen: zie Toelichting 5.2.
• De post Terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen bevat in 2021 de eenmalige negatieve impact van 51 miljoen euro vanwege de derecognition van uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van de verkooptransacties in Ierland. De belastingen in 2022 zijn positief beïnvloed door een eenmalig boeking van 51 miljoen euro uitgestelde belastingsvorderingen, onder meer als gevolg van de verhoging van de bedrijsfbelasting in het V.K. van 19% naar 25% en de boeking van een uitgestelde belastingsvordering in Ierland (zie ook toelichting 6.6).
• Naar aanleiding van de omzetting van de Pijler 2-regels in een Europese Richtlijn heeft KBC een eerste analyse gemaakt van de impact van deze regels op zijn organisatie. Voor KBC wordt de impact van deze nieuwe regels als laag ingeschat en als een gevolg van specifieke omstandigheden in bepaalde entiteiten, waardoor de effectieve belastingvoet zou dalen beneden 15%. Een verdere gedetailleerde inschatting zal gebeuren op basis van een meer gedetailleerde invulling van de top-up-taksen en safe harbour-regels in de landen waar KBC aanwezig is.
p. 196
• De rapportering per land vindt u in de tabel op de volgende pagina.
| (in miljoenen euro) | Gemiddelde VTE (aantallen) |
Omzet van verkopen aan derde partijen1 |
Totale opbrengsten van intragroep transacties met andere belastings jurisdicties2 |
Resultaat vóór belas tingen |
Toerekenbare inkomsten belastingen huidig jaar |
Betaalde inkomsten belastingen (op kasbasis) |
Over gedragen resultaat |
Andere materiële vaste activa dan kasmiddelen en equiva lenten3 |
Ontvangen overheids subsidies |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 13 959 | 4 712 | 598 | 1 801 | -261 | -229 | 12 423 | 2 260 | 0 |
| Tsjechië | 10 166 | 1 794 | -554 | 816 | -157 | -128 | 1 582 | 548 | 0 |
| Slowakije | 3 685 | 753 | -28 | 229 | -40 | 5 | 643 | 153 | 0 |
| Hongarije | 3 241 | 364 | 4 | 118 | -26 | -18 | -182 | 185 | 0 |
| Bulgarije | 5 482 | 401 | -8 | 174 | -18 | -17 | -115 | 209 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 35 | 1 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 | -3 | 0 |
| Duitsland | 22 | 1 | 0 | 0 | -1 | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 56 | 5 | -2 | 9 | -2 | -2 | 1 | 0 | 0 |
| Groot-Brittannië | 39 | 17 | 8 | 16 | 17 | 17 | 528 | -1 | 0 |
| Hongkong | 36 | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ierland | 1 069 | 341 | 107 | 130 | -9 | -9 | -1 665 | 18 | 0 |
| Italië | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Luxemburg | 39 | 59 | -125 | 48 | -27 | 7 | 157 | 137 | 0 |
| Nederland | 25 | 4 | 0 | 1 | 0 | 0 | 5 | 40 | 0 |
| Roemenië | 0 | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | 20 | 33 | 0 |
| Singapore | 43 | 2 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VSA | 43 | 4 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | -20 | 0 |
| Totaal | 37 946 | 8 463 | 0 | 3 351 | -525 | -376 | 13 399 | 3 560 | 0 |
| 2021 | |||||||||
| KBC-kernlanden | |||||||||
| België | 14 223 | 4 259 | 46 | 2 018 | -356 | -333 | 12 886 | 2 130 | 0 |
| Tsjechië | 10 029 | 1 508 | -53 | 845 | -132 | -101 | 2 051 | 560 | 0 |
| Slowakije | 3 683 | 572 | -8 | 268 | -41 | -29 | 651 | 164 | 0 |
| Hongarije | 3 513 | 329 | 7 | 111 | -15 | -15 | -217 | 203 | 0 |
| Bulgarije | 4 203 | 259 | -13 | 128 | -13 | -12 | -176 | 193 | 0 |
| Ierland | 1 192 | 343 | 139 | -134 | -4 | -4 | -1 630 | 47 | 0 |
| Andere landen | |||||||||
| China | 45 | 9 | 0 | 3 | 3 | 3 | 0 | 1 | 0 |
| Duitsland | 23 | 14 | 0 | 13 | 8 | 8 | 0 | 0 | 0 |
| Frankrijk | 52 | 50 | -2 | 30 | 21 | 21 | 1 | 1 | 0 |
| Groot-Brittannië | 37 | 46 | 1 | 13 | 10 | 10 | 521 | 1 | 0 |
| Hongkong | 40 | 8 | 0 | 1 | 1 | 1 | 0 | 1 | 0 |
| Italië | 8 | 0 | 0 | -2 | -2 | -2 | 0 | 0 | 0 |
| Luxemburg | 39 | 75 | -117 | 63 | -7 | 10 | 162 | 142 | 0 |
| Nederland | 21 | 35 | 0 | 30 | 20 | 20 | 7 | 74 | 0 |
| Roemenië | 0 | 4 | 0 | 4 | 0 | 0 | 17 | 34 | 0 |
| Singapore | 39 | 9 | 0 | 11 | 9 | 11 | 0 | 1 | 0 |
| VSA | 49 | 39 | 0 | 17 | 13 | 15 | 0 | 17 | 0 |
| Totaal | 37 194 | 7 558 | 0 | 3 418 | -485 | -398 | 14 272 | 3 568 | 0 |
Landen waarvan het aantal vte's nul is en waarvan alle financiele gegevens in de tabel onder 0,5 miljoen euro liggen (met andere woorden tot 0 afgerond) worden niet opgesomd. 1 Komt overeen met Totale opbrengsten in de winst-en-verliesrekening.
2 Als er voor een bepaalde jurisdictie in deze kolom een positief cijfer staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen die jurisdictie gecombineerd meer intragroepinkomsten dan
intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties. Als er een negatief cijfers staat, betekent dat dat alle groepsentiteiten binnen deze jurisdictie gecombineerd minder intragroepinkomsten dan intragroeplasten hadden ten opzichte van andere belastingjurisdicties.
3 Komt overeen met Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen op de balans.
| (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 2 743 | 2 614 |
| Coupon op AT1-instrumenten | -50 | -50 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel | 2 694 | 2 564 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) | 417 | 417 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 6,46 | 6,15 |
p. 198
• De verwaterde winst per aandeel is momenteel nagenoeg gelijk aan de gewone winst per aandeel.
Verkoop van de Ierse activiteiten: vanaf het derde kwartaal van 2021 werden de activa en passiva van KBC Bank Ireland die onder de verkoopovereenkomst(en) vallen opgenomen in 'Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten' en 'Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten' (zie Toelichting 5.11 en 6.6). Ze zijn dus niet inbegrepen in de onderstaande tabellen.
| (in miljoenen euro) FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2022 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's |
Tegen geamor tiseerde kostprijs (AC) 4 240 |
Tegen reële waarde via OCI (FVOCI) 0 |
Verplicht tegen reële waarde (MFVPL) excl HFT en overlay 13 |
Tegen reële waarde – Overlay benade ring (overlay) 0 |
Aange houden voor handels doel einden (HFT) 1 |
Gewaar deerd tegen reële waarde1 (FVO) 0 |
Afdek kings Deri vaten 0 |
Totaal 4 254 |
Pro forma totaal zonder KBC Bank Bulgaria (ex Raiffeisen bank Bulgaria) 4 203 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden |
1 237 | 1 237 | |||||||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev. repo's | 177 427 | 0 | 625 | 0 | 0 | 0 | 0 | 178 053 | 174 083 |
| Handelsvorderingen | 2 818 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 818 | 2 729 |
| Afbetalingskredieten | 6 222 | 0 | 430 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 652 | 5 977 |
| Hypotheekleningen | 73 465 | 0 | 196 | 0 | 0 | 0 | 0 | 73 660 | 72 891 |
| Termijnkredieten | 82 894 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 82 894 | 80 744 |
| Financiële leasing | 6 368 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 368 | 6 117 |
| Voorschotten in rekening-courant | 4 886 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 886 | 4 885 |
| Overige | 774 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 774 | 740 |
| Reverse repo's2 | 20 186 | 0 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 20 219 | 20 219 |
| Met kredietinstellingen en | |||||||||
| beleggingsondernemingen | 20 018 | 0 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 20 050 | 20 050 |
| Met klanten | 168 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 168 | 168 |
| Aandelen | 0 | 315 | 13 | 1 237 | 430 | 0 | 0 | 1 994 | 1 989 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen6 | 0 | 0 | 12 771 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12 771 | 12 771 |
| Schuldpapier | 52 030 | 11 813 | 17 | 0 | 1 728 | 0 | 0 | 65 588 | 64 871 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 44 219 | 8 135 | 0 | 0 | 1 667 | 0 | 0 | 54 021 | 53 390 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
5 160 | 1 621 | 0 | 0 | 9 | 0 | 0 | 6 790 | 6 747 |
| Van ondernemingen | 2 651 | 2 057 | 17 | 0 | 53 | 0 | 0 | 4 777 | 4 733 |
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 279 | 0 | 542 | 6 821 | 6 813 |
| Overige3 | 1 561 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 561 | 1 561 |
| Totaal | 255 444 | 12 128 | 13 439 | 1 237 | 8 471 | 0 | 542 | 291 262 | 286 511 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2021 | |||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden |
7 920 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 7 920 3 146 |
- - |
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev.repo's | 159 167 | 0 | 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | 159 728 | - |
| Handelsvorderingen | 2 090 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 090 | - |
| Afbetalingskredieten | 5 470 | 0 | 381 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 851 | - |
| Hypotheekleningen | 67 486 | 0 | 179 | 0 | 0 | 0 | 0 | 67 665 | - |
| Termijnkredieten | 72 998 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 72 998 | - |
| Financiële leasing | 5 815 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 815 | - |
| Voorschotten in rekening-courant | 4 819 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 819 | - |
| Overige | 490 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 490 | - |
| Reverse repo's2 | 24 978 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24 978 | - |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
24 861 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24 861 | - |
| Met klanten | 117 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 117 | - |
| Aandelen | 0 | 321 | 8 | 1 366 | 448 | 0 | 0 | 2 144 | - |
| Beleggingscontracten, verzekeringen6 | 0 | 0 | 14 620 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 620 | - |
| Schuldpapier | 47 172 | 15 503 | 17 | 0 | 2 958 | 0 | 0 | 65 650 | - |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 41 475 | 10 514 | 0 | 0 | 2 517 | 0 | 0 | 54 507 | - |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
3 310 | 2 245 | 0 | 0 | 357 | 0 | 0 | 5 912 | - |
| Van ondernemingen | 2 387 | 2 744 | 17 | 0 | 84 | 0 | 0 | 5 232 | - |
| Derivaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 443 | 0 | 283 | 5 727 | - |
| Overige3 | 892 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 892 | - |
| Totaal | 240 128 | 15 824 | 15 205 | 1 366 | 8 850 | 0 | 283 | 281 658 | - |
| Tegen | Aange | Pro forma | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| geamor | houden voor | Gewaar | totaal zonder KBC Bank |
|||
| tiseerde | handels | deerd tegen | Afdek | Bulgaria (ex | ||
| (in miljoenen euro) | kostprijs (AC) |
doeleinden (HFT) |
reële waarde (FVO) |
kings derivaten |
Totaal | Raiffeisenbank |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2022 | Bulgaria) | |||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 24 819 | 0 | 0 | 0 | 24 819 | 24 737 |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en | ||||||
| onmiddellijk terugbetaalbaar | 5 085 | 5 085 | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 251 496 | 44 | 1 205 | 0 | 252 746 | 247 585 |
| Zichtdeposito's | 122 053 | 0 | 0 | 0 | 122 053 | 117 401 |
| Termijndeposito's | 22 280 | 44 | 73 | 0 | 22 397 | 21 960 |
| Spaarrekeningen | 76 979 | 0 | 0 | 0 | 76 979 | 76 954 |
| Deposito's van bijzondere aard | 2 710 | 0 | 0 | 0 | 2 710 | 2 663 |
| Overige deposito's | 268 | 0 | 0 | 0 | 268 | 268 |
| Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's | 224 290 | 44 | 73 | 0 | 224 407 | 219 246 |
| Depositocertificaten | 9 321 | 0 | 1 | 0 | 9 322 | 9 322 |
| Kasbons | 104 | 0 | 0 | 0 | 104 | 104 |
| Niet-converteerbare obligaties | 15 621 | 0 | 1 006 | 0 | 16 627 | 16 627 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 160 | 0 | 126 | 0 | 2 285 | 2 285 |
| Repo's4 | 11 091 | 7 | 0 | 0 | 11 097 | 11 097 |
| Met kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
10 852 | 7 | 0 | 0 | 10 859 | 10 859 |
| Met klanten | 239 | 0 | 0 | 0 | 239 | 239 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten6 | 0 | 0 | 12 002 | 0 | 12 002 | 12 002 |
| Derivaten | 0 | 8 038 | 0 | 577 | 8 615 | 8 605 |
| Baisseposities | 0 | 1 007 | 0 | 0 | 1 007 | 1 007 |
| In aandelen | 0 | 5 | 0 | 0 | 5 | 5 |
| In schuldpapier | 0 | 1 002 | 0 | 0 | 1 002 | 1 002 |
| Overige5 | 2 448 | 0 | 0 | 0 | 2 448 | 2 370 |
| Totaal | 289 854 | 9 096 | 13 207 | 577 | 312 735 | 307 403 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2021 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 38 047 | 0 | 0 | 0 | 38 047 | - |
| Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar |
4 695 | - | ||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 224 759 | 21 | 1 312 | 0 | 226 093 | - |
| Zichtdeposito's | 112 097 | 0 | 0 | 0 | 112 097 | - |
| Termijndeposito's | 9 106 | 21 | 60 | 0 | 9 187 | - |
| Spaarrekeningen | 74 801 | 0 | 0 | 0 | 74 801 | - |
| Deposito's van bijzondere aard | 2 962 | 0 | 0 | 0 | 2 962 | - |
| Overige deposito's | 428 | 0 | 0 | 0 | 428 | - |
| Subtotaal deposito's van klanten, excl. repo's | 199 395 | 21 | 60 | 0 | 199 476 | - |
| Depositocertificaten | 6 273 | 0 | 0 | 0 | 6 273 | - |
| Kasbons | 253 | 0 | 0 | 0 | 253 | - |
| Niet-converteerbare obligaties | 15 892 | 0 | 1 118 | 0 | 17 011 | - |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 2 946 | 0 | 134 | 0 | 3 080 | - |
| Repo's4 | 3 293 | 2 | 0 | 0 | 3 295 | - |
| Met kredietinstellingen & beleggingsondernemingen | 2 888 | 2 | 0 | 0 | 2 890 | - |
| Met klanten | 405 | 0 | 0 | 0 | 405 | - |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten6 | 0 | 0 | 13 603 | 0 | 13 603 | - |
| Derivaten | 0 | 5 619 | 0 | 1 094 | 6 713 | - |
| Baisseposities | 0 | 1 628 | 0 | 0 | 1 628 | - |
| In aandelen | 0 | 18 | 0 | 0 | 18 | - |
| In schuldpapier | 0 | 1 611 | 0 | 0 | 1 611 | - |
| Overige5 | 2 288 | 0 | 0 | 0 | 2 288 | - |
| Totaal | 268 387 | 7 271 | 14 916 | 1 094 | 291 667 | - |
1 De boekwaarde benadert het maximale kredietrisico.
2 Het bedrag van de reverse repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening. 4 Het bedrag van de repo's (vóór saldering) is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa (deels op balans en deels verkregen via reverse repo's).
p. 200
5 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving. 6 Het verschil tussen 'beleggingscontracten, verzekeringen' en 'schulden m.b.t. beleggingscontracten' kan verklaard worden door de presentatie van de niet-ontbundelde beleggingscontracten, die wel opgenomen zijn bij de 'beleggingscontracten, verzekeringen' bij de financiële activa maar op het passief opgenomen worden bij de post 'technische voorzieningen vóór herverzekering'.
| Overgedragen activa die blijvend erkend worden in hun geheel (boekwaarde, in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Overgedragen activa die blijvend in hun geheel erkend worden in de vorm van repotransacties en uitgeleende effecten | 17 425 | 13 762 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 960 | 1 221 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 860 | 1 474 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 15 605 | 11 067 |
| Gerelateerde financiële schuld | 10 534 | 2 936 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 689 | 335 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 609 | 362 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 9 236 | 2 239 |
• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en stelden doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze kredieten aan de energiesector, elektriciteitsproducenten, de vastgoedsector, hypothecaire kredieten en commercieel residentieel vastgoed, de automobielsector en financiële en operationele autoleasing (zie Toelichting 6.2), de landbouwsector en cement-, staal -en aluminiumproducenten. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op klimaat. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com.
Toelichting 4.2.1: Financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt
| Boekwaarde vóór bijzondere |
Bijzondere waarde |
Boekwaarde na bijzondere |
|
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | waardeverminderingen | verminderingen | waardeverminderingen |
| 31-12-2022 | |||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 204 473 | -2 619 | 201 853 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 163 846 | -110 | 163 736 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 36 577 | -635 | 35 941 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 616 | -1 796 | 1 820 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
434 | -77 | 357 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 52 048 | -18 | 52 030 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 51 909 | -7 | 51 903 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 130 | -4 | 126 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 8 | -7 | 1 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 11 818 | -4 | 11 813 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 11 753 | -3 | 11 750 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 65 | -2 | 63 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| 31-12-2021 | |||
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Leningen en voorschotten* | 194 638 | -2 573 | 192 065 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 167 426 | -104 | 167 322 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 23 131 | -507 | 22 624 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 3 493 | -1 848 | 1 645 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
588 | -114 | 474 |
| Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs: Schuldpapier | 47 181 | -9 | 47 172 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 47 155 | -5 | 47 150 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 24 | -3 | 21 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 1 | -1 | 1 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
| Financiële activa tegen reële waarde via OCI: Schuldpapier | 15 509 | -6 | 15 503 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 15 418 | -3 | 15 415 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 91 | -3 | 88 |
| Categorie 3 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 |
| Verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid (POCI) |
0 | 0 | 0 |
* De boekwaarde na bijzondere waardeverminderingen in deze toelichting komt overeen met de som van de lijnen Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen, excl. reverse repo's, Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repo's en Reverse repo's in Toelichting 4.1 (in de kolom Tegen geamortiseerde kostprijs).
| Categorie 1 Onderhevig aan |
Categorie 2 Onderhevig aan ECL over resterende |
Categorie 3 Onderhevig aan ECL over |
Onderhevig aan ECL over resterende looptijd - voor verworven of gecreëerde activa met verminderde |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 12 maanden ECL | looptijd | resterende looptijd | kredietwaardigheid | Totaal |
| 2022 | |||||
| LENINGEN EN VOORSCHOTTEN TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 104 | 507 | 1 848 | 114 | 2 573 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | -6 | 96 | 147 | -8 | 230 |
| Overdracht van financiële activa | -22 | 158 | 60 | 0 | 197 |
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) |
4 | -83 | 95 | 0 | 16 |
| (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing |
0 | 26 | -54 | -3 | -31 |
| Nieuwe financiële activa2 | 40 | 43 | 10 | 0 | 93 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -16 | -23 | 90 | -5 | 48 |
| Veranderingen in model of methodologie | -1 | 3 | 0 | 0 | 2 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | -10 | -26 | -59 | -1 | -97 |
| Andere | -1 | -2 | 4 | 0 | 2 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | 12 | 32 | -199 | -29 | -184 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | -1 | -296 | -7 | -304 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 14 | 32 | 88 | 0 | 133 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | -2 | 1 | 9 | -21 | -13 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 110 | 635 | 1 796 | 77 | 2 619 |
| SCHULDPAPIER TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 5 | 3 | 1 | 0 | 9 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | 2 | 0 | 1 | 0 | 3 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 0 0 |
0 -1 |
0 1 |
0 0 |
0 0 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Nieuwe financiële activa2 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | 0 | 1 | 5 | 0 | 6 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | 0 | -1 | 0 | -1 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 1 | 6 | 0 | 7 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 7 | 4 | 7 | 0 | 18 |
| SCHULDPAPIER GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN OCI | |||||
| Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari | 3 | 3 | 0 | 0 | 6 |
| Mutaties met resultaatsinvloed1 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (ECL over 12 maanden) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Categorie 3 non-performing (ECL over resterende looptijd) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Nieuwe financiële activa2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode Veranderingen in model of methodologie |
0 0 |
-1 0 |
0 0 |
0 0 |
-1 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mutaties zonder resultaatsinvloed | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa die derecognized zijn3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 3 | 2 | 0 | 0 | 4 |
| LENINGEN EN VOORSCHOTTEN TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 168 992 2 517 18 3 695 Mutaties met resultaatsinvloed1 -62 -454 242 -2 -276 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) -12 99 42 0 129 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 6 -116 80 0 -30 (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing 0 20 0 -36 -16 Nieuwe financiële activa2 25 14 7 0 45 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -57 -426 214 1 -269 Veranderingen in model of methodologie 0 -1 0 0 -1 Financiële activa die derecognized zijn3 -24 -48 -84 -2 -158 Andere 0 2 20 0 22 Mutaties zonder resultaatsinvloed -2 -32 -911 98 -847 Financiële activa die derecognized zijn3 0 0 -286 -12 -299 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 4 0 4 Overdracht i.v.m. IFRS 5 -3 -31 -540 0 -574 Andere 1 0 -90 110 21 Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 104 507 1 848 114 2 573 SCHULDPAPIER TEGEN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 6 1 2 0 9 Mutaties met resultaatsinvloed1 -1 2 0 0 1 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 0 0 0 0 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 0 0 (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa2 1 0 0 0 1 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -2 3 0 0 1 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn3 0 0 0 0 -1 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 -1 0 -1 Financiële activa die derecognized zijn3 0 0 -1 0 -1 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen op 31 december 5 3 1 0 9 SCHULDPAPIER GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN IN OCI Bijzondere waardeverminderingen op 1 januari 6 3 0 0 9 Mutaties met resultaatsinvloed1 -3 0 0 0 -4 Overdracht van financiële activa Categorie 1 (ECL over 12 maanden) 0 0 0 0 0 Categorie 2 (ECL over resterende looptijd) 0 0 0 -1 -1 (ECL over resterende looptijd) Categorie 3 non-performing 0 0 0 0 0 Nieuwe financiële activa2 0 0 0 0 0 Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode -3 0 0 0 -3 Veranderingen in model of methodologie 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn3 -1 0 0 0 -1 Andere 0 0 0 0 0 Mutaties zonder resultaatsinvloed 0 0 0 0 0 Financiële activa die derecognized zijn3 0 0 0 0 0 Veranderingen in de consolidatiekring 0 0 0 0 0 Overdracht i.v.m. IFRS 5 0 0 0 0 0 Andere 0 0 0 0 0 |
2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bijzondere waardeverminderingen op 31 december | 3 | 3 | 0 | 0 | 6 |
1 Recuperaties op al afgeschreven kredieten worden wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening bij de 'bijzondere waardeverminderingen op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
en tegen reële waarde via OCI', maar worden niet in deze tabel opgenomen, aangezien ze geen invloed hebben op de waardeverminderingen die in de balans zijn uitgedrukt. 2 Bevat ook bijzondere waardeverminderingen gerelateerd aan nieuwe financiële activa ten gevolge van uitoefening van al bestaande verbintenissen en verstrekte financiële garanties buiten balans.
3 Derecognition zonder resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de aanpassing van de waardevermindering al upfront was doorgevoerd (bijvoorbeeld op het moment van de verkoopovereenkomst (desinvesteringen) of aanpassing van de waardevermindering vóór de afschrijving). Derecognition met resultaatsinvloed vindt plaats wanneer de waardevermindering op hetzelfde moment plaatsvindt (bijvoorbeeld in geval van kwijtschelding van schulden).
| Ontvangen waarborgen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Maximaal | en andere credit | |||
| (in miljoenen euro) | kredietrisico (A) | enhancements (B) | Netto (A-B) | |
| 31-12-2022 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 326 705 | 132 743 | 193 962 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 2 106 | 1 550 | 556 | |
| Schuldpapier | 63 843 | 98 | 63 745 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 181 668 | 99 415 | 82 252 | |
| Reverse repo's | 20 186 | 20 131 | 55 | |
| Overige financiële activa | 1 561 | 0 | 1 561 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 59 447 | 13 099 | 46 348 | |
| Onherroepelijk | 38 832 | 6 741 | 32 091 | |
| Herroepelijk | 20 616 | 6 358 | 14 258 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 9 239 | 2 213 | 7 026 | |
| Schuldpapier | 1 745 | 0 | 1 745 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 639 | 593 | 46 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 33 | 33 | 0 | |
| Derivaten | 6 821 | 1 588 | 5 234 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 335 944 | 134 956 | 200 987 | |
| 31-12-2021 | ||||
| Onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 309 988 | 127 140 | 182 848 | |
| Waarvan categorie 3 non-performing (AC en FVOCI) | 2 072 | 1 584 | 488 | |
| Schuldpapier | 62 675 | 93 | 62 582 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 167 087 | 90 770 | 76 317 | |
| Reverse repo's | 24 978 | 24 877 | 101 | |
| Overige financiële activa | 892 | 0 | 892 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 54 357 | 11 400 | 42 957 | |
| Onherroepelijk | 36 957 | 6 031 | 30 926 | |
| Herroepelijk | 17 401 | 5 370 | 12 031 | |
| Niet onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen | 9 263 | 2 294 | 6 969 | |
| Schuldpapier | 2 976 | 0 | 2 976 | |
| Leningen en voorschotten exclusief reverse repo's | 561 | 545 | 16 | |
| Waarvan bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) |
0 | 0 | 0 | |
| Reverse repo's | 0 | 0 | 0 | |
| Derivaten | 5 727 | 1 749 | 3 977 | |
| Overige financiële activa | 0 | 0 | 0 | |
| Buitenbalansverplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 319 251 | 129 434 | 189 818 |
| Financiële instrumenten onderhevig aan , afdwingbare netting |
Bruto-bedrag van erkende financiële |
Brutobedrag van erkende financiële instrumenten die verrekend |
Nettobedrag van financiële instrumenten gepresen teerd op de |
Bedragen die niet verrekend worden op de | Netto-- | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| raamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten netting- |
instrumenten | worden (netting) | balans | Financiële | Kaswaar | balans (netting) Effecten |
bedrag |
| (in miljoenen euro) | instrumenten | borgen | waarborgen | ||||
| 31-12-2022 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 32 380 | 25 559 | 6 821 | 4 485 | 1 302 | 67 | 968 |
| centrale clearinghuizen Derivaten, exclusief |
6 601 | 0 | 6 601 | 4 485 | 1 302 | 67 | 748 |
| centrale clearinghuizen * Derivaten met |
25 779 | 25 559 | 220 | 0 | 0 | 0 | 220 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke | |||||||
| overeenkomsten | 25 694 | 5 475 | 20 219 | 0 | 0 | 20 210 | 8 |
| Reverse repo's | 25 694 | 5 475 | 20 219 | 0 | 0 | 20 210 | 8 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 58 074 | 31 034 | 27 040 | 4 485 | 1 302 | 20 277 | 976 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 31 462 | 22 846 | 8 615 | 4 492 | 1 095 | 447 | 2 582 |
| centrale clearinghuizen Derivaten, exclusief |
8 329 | 0 | 8 329 | 4 492 | 1 095 | 447 | 2 296 |
| centrale clearinghuizen * Derivaten met |
23 132 | 22 846 | 286 | 0 | 0 | 0 | 286 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 16 573 | 5 475 | 11 097 | 0 | 0 | 11 082 | 15 |
| Repo's | 16 573 | 5 475 | 11 097 | 0 | 0 | 11 082 | 15 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 48 035 | 28 322 | 19 713 | 4 492 | 1 095 | 11 529 | 2 597 |
| 31-12-2021 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA | |||||||
| Derivaten | 13 969 | 8 242 | 5 727 | 2 731 | 1 298 | 112 | 1 586 |
| centrale clearinghuizen Derivaten, exclusief |
5 619 | 0 | 5 619 | 2 731 | 1 298 | 112 | 1 478 |
| centrale clearinghuizen Derivaten met * |
8 349 | 8 242 | 107 | 0 | 0 | 0 | 107 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke | |||||||
| overeenkomsten | 38 160 | 13 182 | 24 978 | 67 | 0 | 24 900 | 10 |
| Reverse repo's | 38 160 | 13 182 | 24 978 | 67 | 0 | 24 900 | 10 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 52 129 | 21 425 | 30 704 | 2 798 | 1 298 | 25 012 | 1 596 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||||
| Derivaten | 16 084 | 9 372 | 6 713 | 3 015 | 1 793 | 640 | 1 265 |
| centrale clearinghuizen Derivaten, exclusief |
6 608 | 0 | 6 609 | 3 015 | 1 793 | 640 | 1 161 |
| centrale clearinghuizen * Derivaten met |
9 476 | 9 372 | 104 | 0 | 0 | 0 | 104 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkomsten | 16 477 | 13 182 | 3 295 | 160 | 0 | 3 135 | 1 |
| Repo's | 16 477 | 13 182 | 3 295 | 160 | 0 | 3 135 | 1 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 32 562 | 22 554 | 10 008 | 3 174 | 1 793 | 3 774 | 1 266 |
* Voor centrale clearinghuizen verwijst de nettingprocedure naar de netting tussen derivaten en de gerelateerde kaswaarborgen. Het bedrag van de kaswaarborgen met centrale clearinghuizen is 2 712 miljoen euro eind 2022 en 1 130 miljoen euro eind 2021.
• In overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Bankautoriteit voeren we elk kwartaal een outlier-stresstest uit door zes verschillende scenario's toe te passen op de bankportefeuilles (materiële valuta's). Het worst case scenario wordt afgezet tegen het tier 1-kapitaal. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico -3% van het tier 1-kapitaal op 31 december 2022. Die -3% blijft ruim onder de tier 1-drempel van -15% waar de ECB op toeziet. De -3% van het tier 1-kapitaal eind 2022 komt overeen met een effect van -0,4%-punten op de fully loaded CET1-ratio eind 2022.
p. 208
•
• De tabel geeft de veranderingen weer in de economische waarde van het eigen vermogen bij zes verschillende rentescenario's. Om die zes scenario's te testen, combineren we de verschuiving in de rentecurves met veranderingen in de looptijden afhankelijk van het klantengedrag (bv. rentegedreven vervroegde aflossingen) en gebruiken we een run-off balans waarbij vervallende posten niet worden vervangen. De bank analyseert ook het effect van verschillende rentescenario's op zijn nettorente-inkomsten.
| Veranderingen in de economische waarde van het eigen vermogen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Schokscenario's van de toezichthouder (in miljoen euro, materiële valuta's)* | Einde 4kw2022 | Einde 2kw2022 | ||
| 1 Parallel omhoog | -491 | -1 163 | ||
| 2 Parallel omlaag | 370 | 600 | ||
| 3 Steepener | -55 | -207 | ||
| 4 Flattener | -26 | -3 | ||
| 5 Kortetermijnrente omhoog | -179 | -343 | ||
| 6 Kortetermijnrente omlaag | 102 | 176 | ||
| * Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de onderliggende interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in |
de door de regelgever opgelegde normen.
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen |
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs |
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde |
| 31-12-2022 | ||||
| FINANCIËLE ACTIVA | ||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 24 258 | 24 211 | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 177 596 | 163 972 | – | – |
| Schuldpapier | 52 030 | 46 886 | – | – |
| Overige | 1 561 | 1 561 | – | – |
| Totaal | 255 444 | 236 630 | – | – |
| Niveau 1 | – | 43 364 | – | – |
| Niveau 2 | – | 31 917 | – | – |
| Niveau 3 | – | 161 349 | – | – |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | ||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 35 671 | 35 207 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 251 735 | 250 485 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | 2 448 | 2 448 |
| Totaal | – | – | 289 854 | 288 140 |
| Niveau 1 | – | – | – | 47 |
| Niveau 2 | – | – | – | 111 093 |
| Niveau 3 | – | – | – | 176 999 |
| 31-12-2021 | ||||
| FINANCIËLE ACTIVA | ||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen incl. rev. repo's | 32 780 | 32 789 | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten inclusief reverse repo's | 159 285 | 160 037 | – | – |
| Schuldpapier | 47 172 | 47 878 | – | – |
| Overige | 892 | 892 | – | – |
| Totaal | 240 128 | 241 595 | – | – |
| Niveau 1 | – | 44 062 | – | – |
| Niveau 2 | – | 36 737 | – | – |
| Niveau 3 | – | 160 797 | – | – |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | ||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, inclusief repo's | – | – | 40 935 | 41 003 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | – | – | 225 164 | 225 299 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | 2 288 | 2 286 |
| Totaal | – | – | 268 387 | 268 588 |
| Niveau 1 | – | – | – | 24 |
| Niveau 2 | – | – | – | 105 714 |
| Niveau 3 | – | – | – | 162 850 |
| Waarderingshiërarchie | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Verplicht tegen reële waarde, niet aangehouden voor handelsdoeleinden (incl. | overlay | ) | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 13 | 0 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 625 | 625 | 0 | 0 | 560 | 560 |
| Aandelen | 1 131 | 0 | 118 | 1 250 | 1 323 | 0 | 52 | 1 374 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 12 638 | 134 | 0 | 12 771 | 14 365 | 254 | 0 | 14 620 |
| Schuldpapier | 12 | 0 | 5 | 17 | 14 | 0 | 3 | 17 |
| Waarvan overheidsobligaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 34 | 0 | 34 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelen | 429 | 0 | 0 | 430 | 448 | 0 | 0 | 448 |
| Schuldpapier | 1 480 | 244 | 4 | 1 728 | 1 522 | 1 432 | 4 | 2 958 |
| Waarvan overheidsobligaties | 1 444 | 223 | 0 | 1 667 |
1 441 | 1 076 | 0 | 2 517 |
| Derivaten | 3 | 5 547 | 729 | 6 279 | 1 | 4 482 | 961 | 5 443 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bij eerste opname aangeduid als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVO) | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. reverse repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, incl. reverse repo's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Schuldpapier | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarvan overheidsobligaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Tegen reële waarde via OCI | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelen | 18 | 1 | 297 | 315 | 15 | 1 | 306 | 321 |
| Schuldpapier | 9 508 | 2 070 | 235 | 11 813 | 12 269 | 2 963 | 271 | 15 503 |
| Waarvan overheidsobligaties | 7 003 | 1 059 | 73 | 8 135 | 8 751 | 1 711 | 52 | 10 514 |
| Afdekkingsdervivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 542 | 0 | 542 | 0 | 283 | 0 | 283 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | 25 219 | 8 585 | 2 014 | 35 818 | 29 956 | 9 416 | 2 157 | 41 529 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD TEGEN REËLE WAARDE | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 7 | 0 | 7 | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 44 | 0 | 44 | 0 | 21 | 0 | 21 |
| Derivaten | 2 | 6 911 | 1 125 | 8 038 | 1 | 4 410 | 1 209 | 5 619 |
| Baisseposities | 884 | 123 | 0 | 1 007 | 1 582 | 47 | 0 | 1 628 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, incl. repo's |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier, incl. repo's | 0 | 74 | 1 131 | 1 205 | 0 | 61 | 1 251 | 1 312 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 12 002 | 0 | 0 | 12 002 | 13 603 | 0 | 0 | 13 603 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 479 | 98 | 577 | 0 | 696 | 398 | 1 094 |
| Totaal | ||||||||
| Totaal financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | 12 887 | 7 638 | 2 355 | 22 881 | 15 185 | 5 238 | 2 857 | 23 280 |
| Soort instrument | Producten | Type waardering | |
|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn |
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten |
(gepubliceerde Mark-to-market prijsnoteringen op een actieve markt), voor obligaties: BVAL of data vendor. |
| Plain vanilla / liquide derivaten |
(Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps en -futures, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|
| Caps en floors, renteopties, Europese aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, European cancelable IRS, compound options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
||
| Niveau 2 | Lineaire financiële verplichtingen (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
| Halfliquide obligaties/ABS | Halfliquide obligaties / asset backed securities | BVAL, prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva), hypotheekobligaties op het actief van ČSOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
|
| Lineaire financiële activa (cashinstrumenten) |
Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|
| Exotische derivaten | Target profit forwards, flexible forwards, Amerikaanse en Aziatische aandelenopties, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, composite aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto-digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, inflatieopties, Bermudan cancelable IRS, constant maturity swaps (CMS), CMS spread swaps, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, outperformance options, autocallable options, lookback options, commodity swaps en forwards |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet-waarneembare parameters (bv. correlatie) |
|
| Niveau 3 | Illiquide instrumenten met kredietkoppeling |
Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de European Private Equity & Venture Capital Association |
|
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide (hypotheek)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
BVAL, prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk door gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens |
|
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
|
| Gestructureerde leningen | Door de overheid gereguleerde leningen met ingebouwde hefboomrente en exotische vervroegde aflossingsmogelijkheden (K&H) |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet observeerbare parameters. |
• Overdrachten: in 2022 KBC herklasseerde KBC voor 77 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 1 naar niveau 2 en voor 434 miljoen euro aan financiële instrumenten van niveau 2 naar niveau 1. In 2021 was dit respectievelijk 206 miljoen euro en 294 miljoen euro. Het grootste deel van die herklasseringen gebeurde wegens een gewijzigde liquiditeit van overheids- en bedrijfsobligaties.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde Gecontracteerde bedragen* | Boekwaarde | Gecontracteerde bedragen* | ||||||
| Verplich | Verplich | |||||||
| Activa | tingen | Aangekocht | Verkocht | Activa | tingen | Aangekocht | Verkocht | |
| Totaal | 6 279 | 8 038 | 567 205 | 568 302 | 5 443 | 5 619 | 491 716 | 503 818 |
| Rentecontracten | 2 642 | 3 678 | 379 270 | 377 754 | 3 056 | 2 788 | 291 100 | 301 289 |
| Waarvan renteswaps en futures | 2 429 | 3 542 | 368 144 | 371 294 | 2 731 | 2 669 | 278 999 | 294 056 |
| Waarvan opties | 214 | 136 | 11 126 | 6 460 | 325 | 119 | 12 101 | 7 232 |
| Valutacontracten | 3 166 | 3 620 | 174 787 | 177 841 | 1 722 | 1 880 | 185 800 | 187 835 |
| Waarvan valuta- en renteswaps, termijnwisselverrichtingen en futures |
3 081 | 3 509 | 171 878 | 172 361 | 1 668 | 1 830 | 182 613 | 183 020 |
| Waarvan opties | 85 | 112 | 2 909 | 5 480 | 54 | 50 | 3 187 | 4 816 |
| Aandelencontracten | 452 | 720 | 12 812 | 12 371 | 646 | 935 | 14 494 | 14 376 |
| Waarvan aandelenswaps | 414 | 410 | 10 553 | 10 394 | 620 | 637 | 12 607 | 12 651 |
| Waarvan opties | 37 | 311 | 2 259 | 1 977 | 26 | 298 | 1 888 | 1 725 |
| Kredietcontracten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 4 |
| Waarvan credit default swaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 4 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
20 | 19 | 337 | 335 | 19 | 17 | 318 | 314 |
p. 214
* In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd.
| 31-12-2022 | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Gecontracteerde bedragen1 |
Boekwaarde | veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Afdekkingsinstrument Reëlewaarde de afdekkings periode2 |
Type | Boekwaarde | veranderingen van de afgedekte instrumenten als basis voor de berekening van effectieve deel Afgedekt instrument Rëelewaarde het niet van de periode2 |
Effectief deel opgenomen Invloed op eigen vermogen Niet-effectief deel opgenomen in resultaat |
in OCI | |||
| Hedgingstrategie | Aange kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Totaal inclusief veranderingen reëlewaarde |
Waarvan gecumuleerde reëlewaarde aanpassingen |
|||||
| Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen | |||||||||||
| Renteswaps | 22 753 | 22 753 | 185 | 102 | -619 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 4 007 | -684 | -323 | ||
| renteswaps en Valuta- |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten tegen AC | 683 | 70 | -310 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
1 342 | -152 | -176 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 14 624 | -1 334 | 1 432 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Totaal | 22 753 | 22 753 | 185 | 102 | -619 | Totaal | 624 | 5 | - | ||
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | |||||||||||
| Renteswaps | 123 930 | 123 930 | 209 | 261 | 3 172 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 359 | -122 | -123 | ||
| renteopties en Valuta- |
1 762 | 0 | 101 | 0 | 82 | Leningen en voorschotten tegen AC | 104 980 | -4 207 | -3 769 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
23 | -6 | -6 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 14 574 | -1 432 | 644 | ||||||||
| Totaal | 125 692 | 123 930 | 310 | 261 | 3 254 | Totaal | -3 254 | 0 | - | ||
| Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) | |||||||||||
| Renteswaps | 20 073 | 20 073 | 47 | 115 | 177 | ||||||
| renteswaps en Valuta- |
1 204 | 1 257 | 0 | 39 | -13 | ||||||
| Totaal | 21 277 | 21 330 | 47 | 154 | 164 | Totaal | -167 | -3 | -1 046 | ||
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | |||||||||||
| Totaal3 | 1 755 | 1 807 | 0 | 505 | 18 | Totaal | -18 | 0 | 20 | ||
| 1 In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. |
Toelichting 4.8.2 Afdekkingsderivaten
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – zie ook Toelichting 3.3. p. 215
3 2
| (in miljoenen euro) | Afdekkingsinstrument | Afgedekt instrument | Invloed op eigen vermogen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde bedragen1 |
Boekwaarde | veranderingen van instrumenten als basis voor de berekening van het niet-effectieve deel van de Reëlewaarde periode2 de afdekkings |
Type | Boekwaarde | veranderingen van de afgedekte als basis voor de berekening van effectieve deel periode2 Rëelewaarde het niet instrumenten van de |
deel opgenomen in resultaat Niet-effectief |
Effectief deel opgenomen in OCI |
||||
| Hedgingstrategie | Aange kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Totaal inclusief reëlewaarde veranderingen |
Waarvan leerde gecumu reëlewaarde aanpassingen |
|||||
| Micro-hegde-reëlewaardeafdekkingen | |||||||||||
| Renteswaps | 22 027 | 22 027 | 98 | 407 | 307 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 3 576 | -360 | -394 | ||
| renteswaps en Valuta- |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Leningen en voorschotten tegen AC | 857 | 391 | -114 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
1 900 | 25 | -79 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 15 998 | 98 | 282 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 0 | 0 | -2 | ||||||||
| Totaal | 22 027 | 22 027 | 98 | 407 | 307 | Totaal | -307 | 0 | - | ||
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | |||||||||||
| Renteswaps | 89 467 | 89 467 | 110 | 183 | 809 | Aangehouden schuldpapier tegen AC | 11 | -1 | -2 | ||
| renteopties en Valuta- |
1 981 | 0 | 21 | 0 | 11 | Leningen en voorschotten tegen AC | 74 412 | -504 | -1 772 | ||
| Aangehouden schuldpapier tegen FVOCI |
13 | -1 | -1 | ||||||||
| Uitgegeven schuldpapier tegen AC | 0 | 0 | 0 | ||||||||
| Deposito's tegen AC | 13 632 | -862 | 960 | ||||||||
| Totaal | 91 448 | 89 467 | 131 | 183 | 820 | Totaal | -815 | 5 | - | ||
| Kasstroomafdekkingen (micro-hedge en ter afdekking van een portefeuille) | |||||||||||
| Renteswaps | 21 249 | 21 249 | 24 | 502 | 177 | ||||||
| renteswaps en Valuta- |
711 | 721 | 26 | 0 | 19 | ||||||
| Totaal | 21 960 | 21 970 | 50 | 502 | 196 | Totaal | -196 | 0 | -1 197 | ||
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit | |||||||||||
| Totaal3 | 1 904 | 1 965 | 5 | 420 | -109 | Totaal | 109 | 0 | 20 | ||
| Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – In deze tabel worden bij de gecontracteerde bedragen beide benen van de derivaten gerapporteerd. 2 1 |
zie ook Toelichting 3.3. |
Ineffectiviteit wordt erkend in het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – Betreft afdekkingsinstrumenten onder de vorm van deposito's in een vreemde munt.
3 p. 216
31-12-2021
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten per tijdskorf (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 7 | -38 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 33 | -95 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 123 | -274 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 222 | -514 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 505 | -960 |
| Meer dan 5 jaar | 545 | -849 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 036 | 1 630 |
| Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen | 457 | 404 |
| Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen | 89 | 78 |
| Deposito's bij cederende ondernemingen | 8 | 10 |
| Over te dragen kosten en toe te rekenen opbrengsten | 565 | 441 |
| Overige | 917 | 696 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 174 | 179 |
| Actuele belastingverplichtingen | 150 | 87 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 1 005 | 769 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 1 475 | 1 413 |
| Personeelsbeloningen | 78 | 82 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 186 | 247 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 77 | 126 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 49 | 21 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 219 | 273 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
142 | 113 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
594 | 476 |
| Technische voorzieningen | 42 | 30 |
| Overige | 88 | 47 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 470 | 644 |
| Personeelsbeloningen | 99 | 37 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 41 | 34 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 9 | 9 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 3 | 3 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
131 | 132 |
| Reëlewaardeveranderingen, financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via OCI, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
44 | 292 |
| Technische voorzieningen | 115 | 106 |
| Overige | 29 | 33 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1 138 | 1 117 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 133 | 348 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden | 151 | 177 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 32 | 37 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| Skip Pay, s.r.o. | - | 3 |
| IGLUU s.r.o. | 2 | - |
| Immoscoop 2.0 BV | 1 | - |
| Isabel NV | 12 | 11 |
| Joyn International NV | 0 | 1 |
| Bancontact Payconiq Company NV | 7 | 6 |
| Payconiq International SA | 7 | 9 |
| Batopin NV | 1 | 4 |
| Overige | 2 | 4 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 32 | 37 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
• Geassocieerde ondernemingen: ondernemingen waarbij KBC een belangrijke invloed uitoefent op het management, maar zonder directe of indirecte, volledige of gezamenlijke controle. KBC heeft over het algemeen een aandeelhouderschap van 20% tot 50% in dergelijke ondernemingen. Joint ventures zijn ondernemingen waarbij KBC gezamenlijke controle uitoefent.
• Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We voeren een waardeverminderingstoets uit en boeken indien vereist de nodige bijzondere waardeverminderingen op goodwill (zie tabel).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 2 989 | 3 050 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 571 | 518 | |||
| Huurinkomsten | 50 | 57 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 15 | 15 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 2 | ||||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT apparatuur |
Overige uitrusting |
Totaal materiële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2022 | |||||
| Beginsaldo | 1 479 | 117 | 1 454 | 3 050 | 518 |
| Aanschaffingen | 37 | 68 | 470 | 575 | 85 |
| Vervreemdingen | -30 | -1 | -204 | -235 | -13 |
| Afschrijvingen | -120 | -60 | -25 | -205 | -31 |
| Overige mutaties | 7 | 6 | -209 | -196 | 12 |
| Eindsaldo | 1 373 | 130 | 1 486 | 2 989 | 571 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 570 | 446 | 876 | 2 892 | 376 |
| Reële waarde | – | – | – | – | 827 |
| 2021 | |||||
| Beginsaldo | 1 561 | 138 | 1 437 | 3 136 | 555 |
| Aanschaffingen | 113 | 43 | 448 | 603 | 15 |
| Vervreemdingen | -57 | -4 | -205 | -266 | -17 |
| Afschrijvingen | -119 | -64 | -24 | -207 | -33 |
| Overige mutaties | -19 | 4 | -201 | -216 | -2 |
| Eindsaldo | 1 479 | 117 | 1 454 | 3 050 | 518 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 487 | 446 | 832 | 2 766 | 412 |
| Reële waarde | – | – | – | – | 792 |
• Jaarlijkse afschrijvingspercentages: hoofdzakelijk 3% voor gebouwen (inclusief vastgoedbeleggingen), 33% voor IT-apparatuur, tussen 5% en 33% voor overige uitrusting. Op terreinen wordt geen afschrijving toegepast.
• Er bestaan beperkte verplichtingen (ongeveer 0,4 miljard euro) voor de verwerving van materiële vaste activa. Er bestaan geen belangrijke beperkingen op eigendom en materiële vaste activa die als zekerheid dienen voor verplichtingen.
p. 220
.
| (in miljoenen euro) | Goodwill | Intern ontwik kelde software |
Extern ontwikkelde software |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | |||||
| Beginsaldo | 913 | 559 | 263 | 13 | 1 749 |
| Aanschaffingen | 438 | 262 | 73 | 9 | 783 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | -1 | -3 | -4 |
| Afschrijvingen | 0 | -90 | -78 | -1 | -169 |
| Overige mutaties | -6 | -12 | -8 | -2 | -28 |
| Eindsaldo | 1 346 | 719 | 250 | 16 | 2 331 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 260 | 646 | 836 | 56 | 1 797 |
| 2021 | |||||
| Beginsaldo | 845 | 386 | 301 | 20 | 1 551 |
| Aanschaffingen | 56 | 234 | 84 | 9 | 383 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | -12 | -10 | -21 |
| Afschrijvingen | 0 | -62 | -85 | -2 | -149 |
| Overige mutaties | 12 | 1 | -24 | -3 | -14 |
| Eindsaldo | 913 | 559 | 263 | 13 | 1 749 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 255 | 794 | 859 | 53 | 1 961 |
• Goodwill: omvat de goodwill betaald op ondernemingen uit de consolidatiekring en betaald bij de overname van activiteiten. Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen in de balans.
• Goodwill met betrekking tot recente overnames: zie Toelichting 6.6.
| Uitstaande goodwill | 31-12-2022 | 31-12-2021 | Discontovoeten over de expliciete periode van kasstroomprognose heen |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||||
| K&H Bank | 173 | 188 | 17,3%-13,3% | 11,4%-10,6% | ||
| ČSOB (Tsjechië) | 259 | 251 | 13,9%-12,8% | 10,6%-8,7% | ||
| ČSOB Stavební sporitelna | 176 | 171 | 13,2%-12,8% | 10,6%-8,8% | ||
| United Bulgarian Bank en Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) |
544 | 110 | 12,5%-12,2% | 10,6%-9,2% | ||
| DZI Insurance | 75 | 75 | 10,5%-8,1% | 8,6%-7,2% | ||
| KBC Commercial Finance | 21 | 21 | 9,9%-9,9% | 8,8%-8,7% | ||
| Pension Insurance Company UBB | 56 | 56 | 9,3%-9,1% | - | ||
| Rest | 42 | 42 | – | – | ||
| Totaal | 1 346 | 913 | – | – |
• De periode waarop de kasstroombudgetten en prognoses betrekking hebben, is in de meeste gevallen 10 jaar. We gebruiken die langere periode vanwege de huidige sterke groei in de Centraal-en Oost-Europese landen waarbij de verwachting is dat op langere termijn de groeivoet evolueert naar een meer gematigd niveau.
• Het gebruikte groeipercentage voor de extrapolatie van de kasstroomprognoses na die periode is gelijk aan de verwachte langetermijngroei van het bruto binnenlands product. Dat laatste is afhankelijk van het land en bedroeg in 2022 tussen 3,2% en 4,7% (2021: tussen 1,2% en 1,7%).
• De gehanteerde discontovoeten zijn aanzienlijk verhoogd ten opzichte van vorig jaar, maar hebben op netto-basis slechts een beperkte impact op de waarderingen gelet op de verhoogde kasstroombudgetten dankzij verbeterde nettorenteinkomsten.
• We voerden geen gevoeligheidsanalyse uit voor die entiteiten waarvoor het overschot van de realiseerbare waarde op de boekwaarde zo aanzienlijk is dat geen redelijke verandering in de hoofdparameters ertoe zou leiden dat de realiseerbare waarde gelijk is aan of kleiner wordt dan de boekwaarde. In de tabel vindt u voor de andere entiteiten een indicatie van de verandering in hoofdparameters die ervoor zou zorgen dat de realiseerbare waarde de boekwaarde evenaart.
| Verandering in hoofdparameters1 | Toename in discontovoet2 |
Afname in terminale groeivoet |
Toename in beoogde solvabiliteitsratio3 |
Daling in jaarlijkse nettowinst |
Stijging van de jaarlijkse waarde verminderingen |
|---|---|---|---|---|---|
| ČSOB Stavební sporitelna | 2,5% | 8,0% | 6,4% | 12% | - |
| United Bulgarian Bank en Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria) |
0,6% | 4,2% | 1,0% | 6% | 38% |
| Pension Insurance Company UBB | 4,0% | - | - | 47% | - |
1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters een effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.
2 Gebaseerd op een parallelle shift en een absolute toename van de discontovoetcurve. De vork van discontovoeten wordt 15,7%-15,3% voor ČSOB Stavební sporitelna, 13,1%-12,8% voor United Bulgarion Bank en KBC Bank Bulgaria en 13,3%-13,1% voor Pension Insurance Company UBB.
p. 222
3 Absolute toename van de tier 1-kapitaalratio.
| Herverzeke | Herverzeke | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Bruto | ringen | Bruto | ringen |
| Technische voorzieningen | 31-12-2022 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2021 |
| Totaal | 18 484 | 192 | 18 967 | 191 |
| Verzekeringscontracten Niet-Leven | 4 154 | 180 | 3 967 | 181 |
| Voorziening voor niet-verdiende premies | 885 | 5 | 814 | 4 |
| Voorziening voor te betalen schade | 3 025 | 175 | 2 908 | 176 |
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 2 | 0 | 3 | 0 |
| Andere technische voorzieningen | 242 | 0 | 242 | 0 |
| Verzekeringscontracten Leven | 8 348 | 12 | 8 511 | 10 |
| Voorziening voor niet-verdiende premies | 19 | 1 | 18 | 1 |
| Voorziening voor Leven | 7 945 | 8 | 8 080 | 8 |
| Voorziening voor te betalen schade | 165 | 4 | 197 | 1 |
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 37 | 0 | 28 | 0 |
| Andere technische voorzieningen | 181 | 0 | 187 | 0 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling, Leven | 5 982 | 0 | 6 489 | 0 |
| Voorziening voor Leven | 5 918 | 0 | 6 418 | 0 |
| Voorziening voor te betalen schade | 11 | 0 | 16 | 0 |
| Voorziening voor winstdeling, restorno's en andere | 53 | 0 | 55 | 0 |
| Mutatietabel | 2022 | 2022 | 2021 | 2021 |
| Verzekeringscontracten Niet-Leven | ||||
| Beginsaldo | 3 967 | 181 | 3 676 | 137 |
| Mutaties via verdiende premies (winst-en-verliesrekening) | 71 | 1 | 48 | 2 |
| Mutaties via technische lasten (winst-en-verliesrekening) | 115 | -3 | 222 | 41 |
| Uitkeringen schadegevallen van vorige boekjaren | -412 | -42 | -328 | -22 |
| Voorziening voor nieuwe schadegevallen | 610 | 37 | 625 | 66 |
| Vrijval/tekort schadevoorzieningen van vorige boekjaren | -113 | 28 | -112 | 2 |
| Kosten van winstdeling | -1 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties met resultaatsinvloed | 31 | -26 | 38 | -5 |
| Mutaties via balans | 2 | 1 | 22 | 1 |
| Eindsaldo | 4 154 | 180 | 3 967 | 181 |
| Verzekeringscontracten Leven | ||||
| Beginsaldo | 8 511 | 10 | 8 315 | 8 |
| Mutaties via verdiende premies (winst-en-verliesrekening) | 1 | 0 | 1 | 0 |
| Mutaties via technische lasten (winst-en-verliesrekening) | -175 | 2 | 71 | 2 |
| Nieuwe productie (netto van risicopremie en kosten) | 590 | 0 | 633 | 0 |
| Uitkeringen, inclusief financiering risicopremie | -844 | 0 | -776 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 159 | 0 | 166 | 2 |
| Kosten van winstdeling | 20 | 0 | 13 | 0 |
| Voorziening nieuwe schadegevallen en wijziging voorziening voor te betalen schade | -38 | 3 | -3 | 0 |
| 23 (niet ontbundeld) Reëlewaardeaanpassingen tak |
-70 | 0 | 32 | 0 |
| 7 | 0 | 6 | 1 | |
| Overige mutaties met resultaatsinvloed | ||||
| Mutaties via balans | 11 | 0 | 124 | 0 |
| Eindsaldo | 8 348 | 12 | 8 511 | 10 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling, Leven | ||||
| Beginsaldo | 6 489 | 0 | 6 727 | 0 |
| Mutaties via technische lasten (winst-en-verliesrekening) | -244 | 0 | -70 | 0 |
| Nieuwe productie (netto van risicopremie en kosten) | 266 | 0 | 281 | 0 |
| Uitkeringen, inclusief financiering risicopremie | -593 | 0 | -461 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 85 | 0 | 92 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 8 | 0 | 6 | 0 |
| Voorziening nieuwe schadegevallen en wijziging voorziening voor te betalen schade | -9 | 0 | 12 | 0 |
| 23 (niet ontbundeld) Reëlewaardeaanpassingen tak |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties met resultaatsinvloed | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Mutaties via balans | -263 | 0 | -168 | 0 |
| Eindsaldo | 5 982 | 0 | 6 489 | 0 |
Mutaties via balans: bevat in 2021 ook de invloed van de overgenomen levensverzekeringsactiviteiten van NN in Bulgarije (zie Toelichting 6.6).
Zie ook Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totale voorzieningen voor risico's en kosten | 418 | 282 |
| Voorzieningen voor verbintenissen en financiële garanties buiten balans | 114 | 130 |
| Voorzieningen voor andere risico's en kosten | 305 | 152 |
| Voorzieningen voor herstructurering | 92 | 87 |
| Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen | 192 | 45 |
| Overige | 20 | 20 |
| Onderhevig aan | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Onderhevig aan | Onderhevig aan | Lifetime ECL - | |||
| (in miljoenen euro) 31-12-2022 |
12 maanden ECL | Lifetime ECL | non-performing | Totaal | |
| Voorzieningen op 1 januari | 19 | 21 | 91 | 130 | |
| Mutaties met resultaatsinvloed | |||||
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -6 | 10 | 6 | 10 | |
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 0 | -5 | 7 | 2 | |
| non-performing (lifetime ECL) |
0 | 6 | -2 | 4 | |
| Categorie 3 | |||||
| Nieuwe financiële activa | 8 | 4 | 0 | 12 | |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -1 | 1 | -45 | -45 | |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Financiële activa die derecognized zijn | -1 | -1 | -1 | -3 | |
| Andere | 0 | -5 | 0 | -5 | |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | |||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 1 | 2 | 3 | 6 | |
| Andere | 0 | 1 | 1 | 2 | |
| Voorzieningen op 31 december | 19 | 35 | 60 | 114 | |
| 31-12-2021 | |||||
| Voorzieningen op 1 januari | 26 | 17 | 99 | 143 | |
| Mutaties met resultaatsinvloed | |||||
| Overdracht van financiële activa | |||||
| Categorie 1 (12 maanden ECL) | -2 | 4 | 0 | 2 | |
| Categorie 2 (lifetime ECL) | 0 | -4 | 2 | -1 | |
| non-performing (lifetime ECL) Categorie 3 |
0 | 1 | -1 | 0 | |
| Nieuwe financiële activa | 6 | 1 | 1 | 8 | |
| Veranderingen in risicoparameters tijdens de rapporteringsperiode | -9 | 2 | -13 | -20 | |
| Veranderingen in model of methodologie | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Financiële activa die derecognized zijn | -2 | -1 | 0 | -4 | |
| Andere | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | |||||
| Financiële activa die derecognized zijn | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Andere | 1 | 1 | 2 | 4 | |
| Voorzieningen op 31 december | 19 | 21 | 91 | 130 |
• Zie ook Toelichting 6.1
| Voorzieningen voor | ||||
|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen voor | belastingen en lopende | |||
| (in miljoenen euro) | herstructurering | rechtsgeschillen | Overige | Totaal |
| 2022 | ||||
| Beginsaldo | 87 | 45 | 20 | 152 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 13 | 163 | 9 | 185 |
| Bedragen gebruikt | -7 | -11 | -7 | -26 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | 0 | -6 | -2 | -8 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 1 | 2 | 2 |
| Andere | 0 | 1 | -1 | 0 |
| Eindsaldo | 92 | 192 | 20 | 305 |
| 2021 | ||||
| Beginsaldo | 7 | 32 | 27 | 66 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||
| Bedragen aangelegd | 84 | 28 | 9 | 120 |
| Bedragen gebruikt | -4 | -16 | -15 | -35 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid | -1 | -1 | -1 | -3 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Andere | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Eindsaldo | 87 | 45 | 20 | 152 |
• De wijziging in de voorziening voor herstructurering in 2021 is vooral gerelateerd aan Ierland (zie Toelichting 6.6). Voor het grootste deel van de andere aangelegde voorzieningen kunnen we redelijkerwijs niet inschatten wanneer ze zullen worden gebruikt.
• Voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen in 2022: zie Toelichting 3.6
• Overige voorzieningen: omvatten specifieke voorzieningen voor verschillende risico's.
trustee om het ontbreken van goede trouw van de verweerder adequaat aan te tonen, naar een bewijslast voor de verweerder om zijn goede trouw te bewijzen. Op 1 augustus 2022 heeft de faillissementsrechtbank een beschikking uitgevaardigd met betrekking tot de regeling van de procedure. In dit kader heeft de trustee op 5 augustus 2022 zijn klacht gewijzigd door zijn vordering te verminderen tot 86 miljoen USD in hoofdsom. KBC heeft op 18 november 2022 een verzoek tot afwijzing van de gewijzigde klacht ingediend wegens gebrek aan specifieke bevoegdheid van de Amerikaanse rechtbank. De laatste repliek ter ondersteuning van zijn motie moet uiterlijk op 10 maart 2023 worden ingediend. In april 2023 zal een zitting worden gehouden. Hoewel de bewijslast is verzwaard, gelooft KBC nog steeds dat het goede en geloofwaardige verweermiddelen heeft, zowel procedureel als ten gronde, waaronder het aantonen van zijn goede trouw. De procedure kan nog enkele jaren duren.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 568 | 2 520 |
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen | 93 | 184 |
| Deposito's van herverzekeraars | 115 | 98 |
| Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) | 360 | 364 |
| Overige | 2 000 | 1 874 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 5.9 (noteer dat het in Toelichting 5.8 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 5.9 opgenomen bedragen).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN | ||
| Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | ||
| Brutoverplichtingen aan het begin van het jaar | 3 335 | 3 387 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 129 | 134 |
| Rentekosten | 26 | 8 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | -10 | -3 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | -814 | -31 |
| Ervaringsaanpassingen | 58 | -16 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | 0 | -11 |
| Betaalde uitkeringen | -129 | -120 |
| Overige | -14 | -14 |
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar | 2 580 | 3 335 |
| Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar | 3 244 | 2 849 |
| Feitelijk rendement op fondsbeleggingen | -499 | 363 |
| Verwachte rente-inkomsten op de planactiva, berekend op basis van de marktrentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit |
25 | 7 |
| Bijdragen van de werkgever | 94 | 90 |
| Bijdragen van de deelnemers aan de regeling | 19 | 18 |
| Betaalde uitkeringen | -129 | -120 |
| Overige | 16 | 44 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar | 2 746 | 3 244 |
| Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep | 0 | 24 |
| Waarvan vastgoed in eigendom van KBC | 2 | 4 |
| Financieringsstatus | ||
| Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 166 | -90 |
| Restitutierecht | 0 | 0 |
| Begrenzing van het financieringsplafond | -12 | -37 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 153 | -128 |
| Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief | ||
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar | -128 | -537 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -112 | -107 |
| Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 299 | 387 |
| Bijdragen van de werkgever | 94 | 90 |
| Overige | -1 | 40 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar | 153 | -128 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -112 | -107 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -129 | -134 |
| Rentekosten | -1 | -2 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | 19 | 18 |
| Overige | 0 | 11 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 299 | 387 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 10 | 3 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 814 | 31 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | -524 | 356 |
| Ervaringsaanpassingen | -58 | 16 |
| Aanpassingen aan begrenzingen van het financieringsplafond | 25 | -37 |
| Overige | 31 | 19 |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | -21 | -20 |
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 2 580 | 3 335 | 3 387 | 3 212 | 2 945 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 2 746 | 3 244 | 2 849 | 2 791 | 2 369 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | 153 | -128 | -537 | -457 | -598 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen* | -825 | -35 | 253 | 250 | -35 |
| * Ontstaan uit toegezegdpensioenregelingen. Een plus betekent een toename van de verplichting (in absolute waarde), een min een afname. |
Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds
| Samenstelling op 31-12-2022 | |
|---|---|
| Aandelen | 37% |
| Obligaties | 46% |
| Vastgoed | 14% |
| Liquiditeiten | 3% |
| Waarvan illiquide activa | 18% |
| Samenstelling op 31-12-2021 | |
| Aandelen | 38% |
| Obligaties | 47% |
| Vastgoed | 13% |
| Liquiditeiten | 2% |
| Waarvan illiquide activa | 11% |
| Verwachte bijdragen in 2023 (in miljoenen euro) | 47 |
|---|---|
| Wetgevend kader | Pensioenplannen zijn opgenomen in de cao's en worden omgezet in een pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan de controleautoriteiten. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico en inflatierisico |
| -beleid Asset liability |
De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. |
| Planwijzigingen | Een nieuwe versie van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, werd geïntroduceerd op 1 januari 2019. Alle werknemers die aangesloten waren in het vasteprestatieplan hadden eenmalig de mogelijkheid om naar dat plan over te stappen. |
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. |
| Verdisconteringsmethode | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 3,98% |
| Verwachte salarisstijging | 3,22% |
| Verwachte inflatie | 2,89% |
| Verwachte stijging van de pensioenen | – |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 10 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2022 als |
|
| gevolg van: 1% daling in de verdisconteringsvoet |
11,73% |
| 1% stijging in de verwachte inflatie | 9,22% |
| 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op | |
| inflatie | 12,21% |
| Stijging van de levensverwachting met 1 jaar De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: |
– Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt een kapitaal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop: de invloed van de wijzigingen in het personeelsverloop blijft gering. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN, KBC-Pensioenfonds | |
| Verwachte bijdragen in 2023 (in miljoenen euro) | 42 |
| Wetgevend kader | Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van 1,75% garanderen op werknemers- en werkgeversbijdragen. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico |
| Waardering | De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd rekening houdend met de verworven reserve op de rapporteringsdatum, met een projectie van deze reserves tot de verwachte pensioenleeftijd tegen de wettelijk gegarandeerde interestvoet, en met verdiscontering van de resulterende verplichting. KBC biedt twee types toegezegdebijdrageregelingen aan: één gefinancierd door werknemersbijdragen en één gefinancierd door werkgeversbijdragen. De waardering van de pensioenverplichtingen van het toegezegdebijdragenplan, gefinancierd door de werkgever, houdt rekening met de toekomstige bijdragen. Voor de waardering van het toegezegdebijdragenplan gefinancierd door werknemers wordt dit niet gedaan omdat de verplichting van de werkgever voor dat plan alleen betrekking heeft op de gegarandeerde minimale rentevoet. |
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn de noteringen van diverse tijdpunten van bedrijfsobligaties met AA-rating. De afgeleide obligatierendementen worden omgevormd tot een zero coupon-curve. |
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 4,13% |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 17 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen Stijging van de brutoverplichting op 31-12-2022 als |
1% daling in de verdisconteringsvoet 1,00%
p. 230
gevolg van:
| In aantal | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 417 169 414 | 416 883 592 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 417 169 414 | 416 883 592 |
| Waarvan eigen aandelen | 2 | 2 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,51 | 3,51 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
| KBC Bank Ireland: Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten en Verplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten (in miljoenen euro) |
31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. rev.repo's | 8 049 | 9 998 |
| Afbetalingskredieten | 18 | 32 |
| Hypotheekleningen | 7 938 | 9 871 |
| Termijnkredieten | 84 | 83 |
| Voorschotten in rekening-courant | 10 | 12 |
| VERPLICHTINGEN | ||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, excl. repo's | 1 929 | 3 999 |
| Zichtdeposito's | 303 | 481 |
| Termijndeposito's | 494 | 949 |
| Spaarrekeningen | 1 132 | 2 569 |
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, excl. repo's | 91 | 263 |
| Waarvan terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 35 | 257 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nominaal bedrag | Voorziening | Netto-exposure | Nominaal bedrag |
Voorziening | Netto-exposure | ||
| Niet-opgenomen deel van verstrekte kredietlijnen | |||||||
| Categorie 1 | 39 134 | 17 | 39 117 | 38 414 | 17 | 38 397 | |
| Categorie 2 | 8 077 | 26 | 8 051 | 4 770 | 16 | 4 754 | |
| Categorie 3 | 51 | 13 | 38 | 42 | 4 | 38 | |
| Totaal | 47 262 | 56 | 47 206 | 43 226 | 37 | 43 189 | |
| Waarvan onherroepelijke kredietlijnen | 26 618 | 27 | 26 591 | 25 802 | 14 | 25 788 | |
| Verstrekte financiële garanties | |||||||
| Categorie 1 | 7 600 | 2 | 7 598 | 8 675 | 2 | 8 673 | |
| Categorie 2 | 3 139 | 8 | 3 131 | 1 678 | 5 | 1 673 | |
| Categorie 3 | 119 | 44 | 76 | 153 | 86 | 67 | |
| Totaal | 10 858 | 54 | 10 805 | 10 506 | 93 | 10 413 | |
| Andere verstrekte verbintenissen | |||||||
| Totaal | 1 440 | 4 | 1 436 | 756 | 1 | 755 | |
| Totaal | |||||||
| Verbintenissen en financiële garanties buiten balans |
59 561 | 114 | 59 447 | 54 488 | 130 | 54 357 |
• Reële waarde van financiële garanties: gebaseerd op de beschikbare marktwaarde.
• De boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven bedroeg 59 753 miljoen euro voor verplichtingen en 5 291 miljoen euro voor eventuele verplichtingen (2021: 66 386 miljoen euro en 3 961 miljoen euro). Eind 2022 waren voor ongeveer 16,6 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzondere vermogen van het covered bond-programma (eind 2021: 16,6 miljard euro).
• Voor de aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar – zie tabel) bestaat de verplichting die terug te geven in hun oorspronkelijke vorm, of eventueel in geldmiddelen. Waarborgen die kunnen worden opgeëist als kredieten, worden beëindigd om verschillende redenen, zoals wanbetaling en faillissement. Bij faillissement verkoopt de curator de waarborgen. In de andere gevallen regelt de bank zelf de uitwinning of neemt ze de waarborgen in eigendom. Ontvangen waarborgen met betrekking tot OTC-derivaten betreffen vooral geldmiddelen die door KBC worden erkend op de balans (en niet in de tabel zijn opgenomen). Meer informatie vindt u in Toelichting 4.3.
• De waarborgen verworven door uitwinning bedroegen 4 miljoen euro in 2022 (4 miljoen euro in 2021).
• De stijging in categorie 2 is gerelateerd is aan de collectieve stage transfer gelinkt aan leningen van categorie 1 (zie ook Toelichting 1.4) die indirect blootgesteld zijn aan Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland.
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen waarborgen |
Reële waarde van verkochte of doorverpande waarborgen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | ||
| Financiële activa | 30 126 | 39 863 | 7 792 | 11 862 | |
| Aandelen | 16 | 11 | 2 | 1 | |
| Schuldpapier | 29 876 | 39 633 | 7 790 | 11 860 | |
| Leningen en voorschotten | 234 | 219 | 0 | 0 | |
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Andere activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 6 836 | 6 155 |
| Tot 1 jaar | 1 378 | 1 504 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 4 069 | 3 421 |
| Meer dan 5 jaar | 1 389 | 1 230 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 468 | 340 |
| Netto-investering in financiële leasing | 6 368 | 5 815 |
| Tot 1 jaar | 1 226 | 1 427 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 3 842 | 3 239 |
| Meer dan 5 jaar | 1 300 | 1 149 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 36 | 34 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 35 | 47 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 111 | 83 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 513 | 494 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 0 | 0 |
• KBC treedt slechts in beperkte mate op als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
• Financiële leasing: KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder. Door het verhoogde belang van leasing van hybride en volledig elektrische auto's wordt de transitie naar groene mobiliteit ondersteund. Ook het segment van (elektrische) bedrijfsfietsen groeit verder.
• We rapporteren over de geschatte broeikasgasemissies die samenhangen met (onder meer) die kredietverlening en leasing en stelden in dat kader ook doelstellingen op voor de afbouw van de broeikasgasintensiteit van onze financiële en operationele autoleasing. Verdere uitleg vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, onder Focus op klimaat. Meer details vindt u in ons Climate Report en ons Sustainability Report, op www.kbc.com.
| 2022 | 2021 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geasso | Geasso | |||||||||
| Transacties met verbonden partijen, exclusief key management |
Dochter maat |
cieerde maat |
Joint | Dochter maat |
cieerde maat |
Joint | ||||
| (in miljoenen euro) | schappijen | schappijen | ventures | Overige | Totaal | schappijen | schappijen | ventures | Overige | Totaal |
| Activa | 147 | 107 | 33 | 0 | 287 | 144 | 111 | 42 | 142 | 439 |
| Leningen en voorschotten | 15 | 89 | 0 | 0 | 104 | 21 | 94 | 0 | 100 | 214 |
| Aandelen (inclusief investeringen in geassoc. ondernemingen en joint ventures) |
131 | 19 | 33 | 0 | 184 | 124 | 17 | 42 | 0 | 183 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 41 | 41 |
| Verplichtingen | 54 | 74 | 0 | 593 | 721 | 40 | 89 | 0 | 838 | 968 |
| Deposito's | 54 | 10 | 0 | 590 | 654 | 40 | 20 | 0 | 831 | 891 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 1 | 63 | 0 | 3 | 67 | 1 | 69 | 0 | 8 | 77 |
| Winst-en-verliesrekening | -1 | -2 | 0 | -1 | -3 | 0 | -3 | 0 | 0 | -3 |
| Nettorente-inkomsten | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Rente-inkomsten | 0 | 2 | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentelasten | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Technische verzekeringslasten vóór herverzekering |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 4 | 1 | 0 | 4 | 9 | 5 | 2 | 0 | 4 | 11 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 | 0 | 0 | 2 | 3 | 1 | -1 | 0 | 2 | 3 |
| Provisie-inkomsten | 1 | 0 | 0 | 2 | 3 | 1 | 0 | 0 | 2 | 3 |
| Provisielasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Overige netto-inkomsten | 1 | -1 | 0 | 0 | 0 | -3 | -1 | 0 | 1 | -3 |
| Algemene beheerskosten | -7 | -2 | 0 | -7 | -16 | -4 | -2 | 0 | -7 | -13 |
| Niet-opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbintenissen |
||||||||||
| Gegeven door de groep | 0 | 0 | 0 | 50 | 50 | 0 | 0 | 0 | 74 | 74 |
| Ontvangen door de groep | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Transacties met key management (leden van de Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* |
2022 | 2021 | ||||||||
| Totaal* | 13 | 14 | ||||||||
| Indeling naar type bezoldiging | ||||||||||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 11 | 10 | ||||||||
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 2 | 2 | ||||||||
| Toegezegdpensioenregelingen | 0 | 0 | ||||||||
| Toegezegdebijdrageregelingen | 2 | 2 | ||||||||
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 | ||||||||
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 0 | 2 | ||||||||
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 | ||||||||
| Aandelenopties, in eenheden | ||||||||||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Toegestaan | 0 | 0 | ||||||||
| Uitgeoefend | 0 | 0 | ||||||||
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 | ||||||||
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 | ||||||||
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 1 | 1 |
* Bedragen van de bezoldiging van het key management of de partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key managementtoegekende rustpensioenen.
| Bezoldigingen van de commissaris (PwC; in euro) 2022 |
|||
|---|---|---|---|
| KBC Groep NV en dochtervennootschappen | |||
| Standaardcontroleopdrachten | 8 524 658 | 7 598 504 | |
| Overige diensten | |||
| Andere controleopdrachten | 892 844 | 749 213 | |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 | |
| Andere opdrachten buiten revisoraatsopdrachten | 2 225 | 94 705 | |
| KBC Groep NV alleen | |||
| Standaardcontroleopdrachten | 570 825 | 272 449 | |
| Overige diensten | 250 890 | 108 348 |
| Vennoot | Gehouden deel van | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Zetel | schaps nummer |
het kapitaal op groepsniveau (%) |
Divisie1 | Activiteit |
| KBC Bank (groep) | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| KBC Bank Bulgaria EAD (ex-Raiffeisenbank Bulgaria)2 |
Sofia - BG | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| CBC BANQUE SA | Namen – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Československá Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Československá Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Bank Ireland Plc2 | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Loan Invest NV | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | BEL | effectiseringsvehikel |
| United Bulgarian Bank AD | Sofia – BG | -- | 99,91 | IMA | kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen (groep) | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.305 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| ČSOB Poist'ovňa a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| DZI (groep) | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.920.676 | 100,00 | BEL | rijschool/reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Groep | |||||
| Discai NV | Brussel – BE | 0773.435.537 | 100,00 | GRP | softwarebedrijf |
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank (groep) | Verschillende locaties | -- | 100,00 | Verschil lende |
kredietinstelling |
| KBC Global Services NV | Brussel - BE | 0772.332.707 | 100,00 | GRP | kostendelende structuur |
| KBC Verzekeringen (groep) | Verschillende locaties | -- | 100,00 | Verschi llende |
verzekeringsmaatschappij |
KBC Groep: belangrijkste vennootschappen opgenomen in de consolidatie, 31-12-2022
1 BEL: Divisie België; CZR: Divisie Tsjechië: IMA: Divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
2 Zie Toelichting 6.6.
We passen de methode van integrale consolidatie toe voor alle (belangrijke) entiteiten, inclusief structured entities (SPV's), waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, een exclusieve zeggenschap uitoefent. Om te beoordelen of structured entities al dan niet moeten worden geconsolideerd, hanteren we de principes zoals uiteengezet in IFRS 10. Bovendien hanteren we drempels voor opname in de consolidatie (zie vorige paragraaf).
Toelichting in verband met belangen in andere entiteiten (IFRS 12):
p. 238
| Invloed van de belangrijkste overnames en verkopen (in miljoenen euro) | 2022: Raiffeisenbank Bulgaria (KBC Bank Bulgaria) |
2021: Bulgaarse pensioen- en levensverzekeringen van NN |
|---|---|---|
| Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar | aankoop 100,00% |
aankoop 100,00% |
| Percentage aandelen na transactie | 100,00% | 100,00% |
| Betreffende divisie | Internationale Markten | Internationale Markten |
| Datum sluiting transactie, maand en jaar | juli 2022 | juli 2021 |
| Resultaten van de betreffende maatschappij opgenomen in het resultaat van de groep vanaf: | juli 2022 | augustus 2021 |
| Aankoopprijs of verkoopprijs* | 1 009 | 78 |
| Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten |
-42 | -71 |
| Geboekte bedragen voor de gekochte activa en verplichtingen, reële waarde | ||
| Toestand op: | 7 juli 2022 | 31 juli 2021 |
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | 1 053 | 7 |
| Financiële activa | 4 686 | 106 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 4 521 | 1 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in OCI | 132 | 58 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
30 | 47 |
| Afdekkingsderivaten | 4 | 0 |
| Belastingvorderingen | 2 | 0 |
| Investeringen in geasocieerde ondernemingen en joint ventures | 2 | 0 |
| Materiële vaste activa | 35 | 1 |
| Goodwil en andere immateriële vaste activa | 15 | 0 |
| Overige activa | 20 | 5 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande activa) | 1 053 | 7 |
| Financiële verplichtingen | 5 150 | 36 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 19 | 0 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 5 130 | 0 |
| Afdekkingsderivaten | 0 | 36 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 0 | 59 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 9 | 0 |
| Overige verplichtingen | 21 | 3 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (inbegrepen in de bovenstaande verplichtingen) | 28 | 0 |
* Bijkomend werd 58 miljoen euro betaald voor een AT1-instrument inbegrepen in eigen vermogen tegen nominale waarde uitgegegeven door Raiffeisenbank Bulgaria.
ongeveer 0,4 miljard euro. De transactie leidde bij finalisatie ook tot een positief effect op de common equity ratio van zo'n 0,9 procentpunten (onder meer door de vermindering van de risicogewogen activa).
| Invloed van de transacties m.b.t. Ierland op boekjaar 2021 en 2022: eenmalige elementen* (in miljoenen euro) |
Verkoopovereenkomst non-performing kredieten |
Verkoopovereenkomst resterende kredieten en deposito's en geplande afwikkeling |
Totaal |
|---|---|---|---|
| 2022 | |||
| Totale opbrengsten | 6 | 1 | 6 |
| Exploitatiekosten | 0 | -32 | -33 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2 | -38 | -41 |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* | -2 | -15 | -17 |
| op overige | 0 | -24 | -24 |
| Belastingen | 0 | 36 | 36 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 3 | -35 | -31 |
| 2021 | |||
| Totale opbrengsten | 0 | -3 | -3 |
| Exploitatiekosten | -7 | -91 | -97 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -129 | -81 | -210 |
| op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via OCI* | -129 | -49 | -178 |
| op overige | 0 | -32 | -32 |
| Belastingen | 16 | -67 | -51 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | -120 | -241 | -361 |
* De waardevermindering wordt veroorzaakt door de vergelijking van de verkoopprijs van de impaired kredieten met de nettoboekwaarde van de onderliggende kredieten.
Kapitaalbeheer is een essentieel beheerproces dat betrekking heeft op alle beslissingen over het niveau en de samenstelling van ons kapitaal, zowel voor het bank- als voor het verzekeringsbedrijf. Het betreft alle instrumenten die geschikt zijn om verliezen op te vangen in going concern- en/of gone concern-situaties. Kapitaalbeheer moet voor een optimaal evenwicht zorgen tussen de reglementaire vereisten, de beleggersverwachtingen, de standpunten van ratingbureaus en de ambities van het management. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het kapitaalbeheer ligt bij de Raad van Bestuur.
Kapitaalbeheer omvat een brede waaier van activiteiten, waaronder strategische onderwerpen (bv. beleid, doelstellingen bepalen, enz.), kaders en modellen (bv. reglementaire kapitaalmodellen, interne kapitaalmodellen, kosten van eigen vermogen, prestatiemeting, enz.), planning en toewijzing (bv. toewijzing van kapitaal aan activiteiten, planning inzake uitgifte van kapitaalinstrumenten, raming van kapitaalratio's, enz.), uitvoering (bv. dividenden, kapitaaltransacties) en bewaking (bv. huidige solvabiliteitspositie op verschillende niveaus, naleving van de groepsbeleidslijnen en reglementaire vereisten, enz.).
Het ICAAP (Internal Capital Adequacy Assessment Process) bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om altijd voldoende gekapitaliseerd te zijn, rekening houdend met ons risicoprofiel en de kwaliteit van onze risicobeheer- en controleomgeving. Naast de geïntegreerde aanpak op groepsniveau voeren KBC Verzekeringen en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt.
autoriteiten in de kernmarkten van KBC). De fully loaded common equity ratio van eind 2022 bedroeg 15,3% (zie verder in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?). Eind 2022 bedroeg de transitionele common equity ratio 14,1%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 3,1% ten opzichte van de transitionele minimumvereiste van 10,95%.
| Samenvatting solvabiliteitscijfers voor KBC Groep, KBC Bank en KBC Verzekeringen (in miljoenen euro) |
KBC Groep (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Bank (geconsolideerd) CRR/CRD transitioneel |
KBC Verzekeringen (geconsolideerd) Solvency II |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2021 | |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 18 742 | 20 733 | 17 516 | 17 964 | 3 721 | 4 075 |
| Tier 1-kapitaal | 16 974 | 18 998 | 15 749 | 16 210 | 3 220 | 3 574 |
| Common equity | 15 474 | 17 498 | 14 249 | 14 710 | – | – |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen voor KBC Groep) |
16 982 | 17 708 | 15 618 | 14 912 | 2 157 | 3 991 |
| Solvabiliteitsaanpassingen | -1 508 | -210 | -1 370 | -202 | 1 063 | -416 |
| Aanvullend going concern-kapitaal1 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | – | – |
| Tier 2-kapitaal2 | 1 767 | 1 735 | 1 768 | 1 754 | 501 | 500 |
| Totaal gewogen risicovolume (RWA)3 | 109 966 | 104 362 | 100 285 | 94 836 | – | – |
| Kredietrisico's | 84 988 | 80 687 | 84 988 | 80 687 | – | – |
| Marktrisico's | 3 132 | 2 665 | 3 132 | 2 665 | – | – |
| Operationele risico's | 12 166 | 11 484 | 12 166 | 11 484 | – | – |
| Verzekeringsrisico's | 9 133 | 9 133 | – | – | – | – |
| Holdingactiviteiten en eliminatie intragroepstransacties | 548 | 392 | – | – | – | – |
| Solvabiliteitskapitaalvereiste (verzekeringen) | – | – | – | – | 1 833 | 2 029 |
| Common equity ratio (groep, bank) | 14,1% | 16,8% | 14,2% | 15,5% | – | – |
| Solvency II-ratio (verzekeringen) | – | – | – | – | 203% | 201% |
1 Bevat perpetuele achtergestelde leningen met een volledig discretionaire en niet-cumulatieve interestvergoeding. De effecten bevatten verder ook een lossabsorptiemechanisme, meer bepaald een tijdelijke afschrijving wanneer de CET1-ratio onder 5,125% zou vallen. Zie ook Toelichting 5.10.
2 Bevat achtergestelde leningen met een vaste vervaldag, waarvan de hoofdsom en rentevergoeding in going concern niet kunnen worden geannuleerd.
3 Het is niet de verantwoordelijkheid van de erkende commissaris om erop toe te zien dat de RWA-interne modellen beantwoorden aan de goedkeuringscriteria zoals bepaald in de door de regelgever opgelegde normen.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 16 maart 2023 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2022:
• 3 februari 2023: finalisatie van de verkoop van de Ierse portefeuilles aan Bank of Ireland Group. Voor meer informatie, zie Toelichting 6.6.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring voor publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 16 maart 2023 die wel hebben geleid tot een aanpassing van de jaarrekening over 2022:
• zie Toelichting 3.6.
De vennootschap heeft als voorwerp het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen.
De vennootschap heeft tevens als voorwerp om, hetzij voor eigen hetzij voor andermans rekening, diensten te verlenen ten behoeve van derden, onder meer ten behoeve van ondernemingen waarin de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft en ten behoeve van (potentiële) klanten van deze ondernemingen.
Verder heeft de vennootschap als voorwerp de verwerving in de meest ruime zin van het woord (onder meer door middel van aankoop, huur en leasing), het onderhoud en de exploitatie van werkingsmiddelen, en de terbeschikkingstelling in de meest ruime zin van het woord (onder meer verhuur, verlenen van een recht van gebruik) van deze middelen ten behoeve van de begunstigden, vermeld in de tweede alinea.
Voorts kan de vennootschap fungeren als een "intellectual property"-vennootschap, die onder meer instaat voor de ontwikkeling, de verwerving, het beheer, de bescherming en het onderhoud van intellectuele eigendomsrechten evenals voor de terbeschikkingstelling van deze rechten, het verstrekken van gebruiksrechten over deze rechten en/of de overdracht van deze rechten.
De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar voorwerp en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan tevens door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen.
In het algemeen kan ze, in binnen- én buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar voorwerp kunnen bijdragen.
| Impact van de overgang naar IFRS 17 (in miljoenen euro) |
Situatie 31-12- 2021 (IFRS 4) |
Niet gewaar deerd volgens IFRS 17 |
Gewaar deerd volgens IFRS 17 |
Wijziging in presentatie |
Wijziging in waardering (invloed op eigen vermogen) |
Situatie op 01-01-2022 (IFRS 17) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gerapporteerd volgens IFRS4 |
Gerapporteerd volgens IFRS 17 |
||||||
| Gerapporteerd als activa | Gerapporteerd als activa | 1 824 | 1 097 | 726 | -684 | -29 | 1 111 |
| Deel van herverzekeraar in de technische voorzieningen, verzekeringen |
Activa m.b.t. afgestane herverzekering |
191 | 0 | 191 | -149 | -29 | 13 |
| Overige activa | Overige activa | 633* 1 |
1 097 | 535 | -535 | 0 | 1 097 |
| Gerapporteerd als verplichtingen | Gerapporteerd als verplichtingen | 35 090 | 15 943 | 19 147 | -691 | 1 456 | 35 855 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering |
Verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten |
18 967 | 197 | 18 770 | -511 | 1 456 | 19 912 |
| Niet-leven | Niet-leven | 3 967 | 0 | 3 967 | -501 | -401 | 3 065 |
| Leven | Leven | 15 000 | 197 | 14 803 | -10 | 1 857 | 16 847 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten (gewaardeerd volgens IFRS 9) |
Schulden m.b.t. beleggingscontracten (gewaardeerd volgens IFRS 9) |
13 603 | 13 464 | 139 | 57 | 0 | 13 661 |
| Overige verplichtingen | Overige verplichtingen | 2 520 | 2 283 | 237 | -237 | 0 | 2 283 |
| Invloed van de overgang naar IFRS 17 (exclusief herclassificatie van financiële activa (IFRS 9) als gevolg van de overgang naar IFRS 17) | |||||||
| Invloed op het eigen vermogen vóór belastingen | - | - | - | - | -1 485 | - | |
| op het overgedragen resultaat | - | - | - | - | -1 419 | - | |
| de herwaarderingsreserves op |
- | - | - | - | -65 | - | |
| Invloed op het eigen vermogen na belastingen | - | - | - | - | -1 102 | - | |
| op het overgedragen resultaat | - | - | - | - | -1 054 | - | |
| op de herwaarderingsreserves | - | - | - | - | -48 | - | |
| Invloed van herclassificatie van financiële activa (IFRS 9) als gevolg van de overgang naar IFRS 17 | |||||||
| Invloed op het eigen vermogen vóór belastingen | - | - | - | - | 574 | - | |
| op het overgedragen resultaat | - | - | - | - | 71 | - | |
| op de herwaarderingsreserves | - | - | - | - | 503 | - | |
| Invloed op het eigen vermogen na belastingen | - | - | - | - | 428 | - | |
| op het overgedragen resultaat | - | - | - | - | 71 | - | |
| op de herwaarderingsreserves | - | - | - | - | 357 | - | |
| Totale invloed van de overgang naar IFRS 17 (inclusief herclassificatie van financiële activa (IFRS 9) als gevolg van de overgang naar IFRS 17) | |||||||
| Totale invloed op het eigen vermogen na belastingen | - | - | - | - | -673 | - | |
| op het overgedragen resultaat | - | - | - | - | -983 | - | |
| op de herwaarderingsreserves | - | - | - | - | 309 | - |
* Het verschil met de 1 630 miljoen euro op de balans op 31-12-2021 wordt verklaard door de toevoeging van verzekeringsgerelateerde posten die in andere balansposten zijn opgenomen.
| Overzicht van activa m.b.t afgestande herverzekering en verplichtingen uit hoofde van | ||||
|---|---|---|---|---|
| verzekeringscontracten, in miljoenen euro, 01-01-2022 Activa m.b.t. afgestane herverzekering |
Totaal | PAA | BBA | VFA |
| Per portefeuille | 13 | 13 | - | - |
| Leven - |
-18 | -18 | - | - |
| Niet-leven - |
32 | 32 | - | - |
| Verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten | ||||
| Per portefeuile, rentabiliteitslabel, product en divisie | 19 912 | 2 739 | 16 157 | 1 016 |
| Totaal Leven | 16 847 | 60 | 15 771 | 1 016 |
| Per rentabiliteitslabel | ||||
| Winstgevende contracten - |
16 466 | - | - | - |
| Onzekere contracten - |
0 | - | - | - |
| Verlieslatende contracten - |
381 | - | - | - |
| Per product | ||||
| Unit-linked contracten - |
899 | 0 | 0 | 899 |
| Niet unit-linked contracten - |
15 700 | 60 | 15 640 | 0 |
| Hybride contracten - |
248 | 0 | 131 | 117 |
| Per divisie | ||||
| België - |
14 906 | 59 | 14 847 | 0 |
| Tsjechië - |
1 157 | 0 | 630 | 527 |
| Internationale Markten - |
784 | 1 | 294 | 489 |
| Groepscenter - |
0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal Niet-leven | 3 065 | 2 679 | 386 | 0 |
| Per rentabiliteitslabel | ||||
| Winstgevende contracten - |
2 802 | - | - | - |
| Onzekere contracten - |
183 | - | - | - |
| Verlieslatende contracten - |
80 | - | - | - |
| Per product | ||||
| Persoonlijke verzekeringen - |
1 096 | 710 | 386 | - |
| Schulden - |
1 385 | 1 385 | 0 | - |
| Eigendom incl. andere - |
583 | 583 | 0 | - |
| Per divisie | ||||
| België - |
2 470 | 2 084 | 386 | 0 |
| Tsjechië - |
305 | 305 | 0 | 0 |
| Internationale Markten - |
276 | 276 | 0 | 0 |
| Groepscenter - |
14 | 14 | 0 | 0 |
| Per component | 19 912 | 2 739 | 16 157 | 1 016 |
| LRC | 17 447 | 428 | 16 023 | 996 |
| Beste inschatting - |
15 383 | - | 14 540 | 844 |
| Risk adjustment - |
178 | - | 170 | 9 |
| CSM - |
1 383 | - | 1 240 | 142 |
| Verliescomponent - |
76 | - | 74 | 2 |
| LRC PAA - |
428 | 428 | - | - |
| LIC | 2 465 | 2 312 | 134 | 19 |
| Beste inschatting - |
2 193 | 2 044 | 130 | 19 |
| Risk adjustment - |
272 | 268 | 4 | 0 |

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende zeven opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2022 omvat, alsook de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 355.872 miljoen en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij) van EUR 2.743 miljoen.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2022, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
280 Jaarverslag KBC Groep 2022
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB 1 van 7

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN
VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2022
gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Verslag over de geconsolideerde jaarrekening
van de moedermaatschappij) van EUR 2.743 miljoen.
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Maatschappelijke zetel/Siège social: Culliganlaan 5, B-1831 Diegem
T: +32 (0)2 710 4211, F: +32 (0)2 710 4299, www.pwc.com
BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCCBEBB
Oordeel zonder voorbehoud
reglementaire voorschriften.
voor ons oordeel.
1 van 7
Kernpunten van de controle
Groep uitgevoerd gedurende zeven opeenvolgende boekjaren.
AANDEELHOUDERS VAN KBC GROEP NV OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van KBC Groep NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 5 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van de raad van bestuur uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2024. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die
winst-en-verliesrekening sluit af met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van
Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het
BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB /
meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij
PwC Bedrijfsrevisoren BV - PwC Reviseurs d'Entreprises SRL - Financial Assurance Services
winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde vermogensmutaties en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een
de geconsolideerde balans op 31 december 2022 omvat, alsook de geconsolideerde
totaal van de geconsolideerde balans van EUR 355.872 miljoen en de geconsolideerde
geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2022, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en
toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip
De gepastheid van de bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs vereist een belangrijke mate van beoordeling vanwege de directie. Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen in overeenstemming met IFRS 9 vereist een beoordeling van de binnen de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen en de beoordeling van een significante toename in het kredietrisico of wanbetaling met betrekking tot de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
De geopolitieke en opkomende risico's die zich in de loop van 2022 hebben voorgedaan beperken het vermogen van de modellen om alle gevolgen van de daaruit voortvloeiende economische omstandigheden adequaat weer te geven, waardoor bijkomende waardeverminderingen bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen vereist zijn.
Informatie met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs opgenomen in Toelichting 4.2 bij de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2022, in toepassing van de waarderingsregels beschreven in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". Informatie over de impact van de geopolitieke en opkomende risico's is opgenomen in Toelichting 1.4 bij de geconsolideerde jaarrekening.
Op jaareinde 31 december 2022 bedraagt de boekwaarde van de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs voor bijzondere waardeverminderingen EUR 204.473 miljoen, de totale overeenstemmende bijzondere waardeverminderingen op die datum bedragen EUR 2.619 miljoen.
De beoordeling van significante toenames in kredietrisico, van wanbetaling met betrekking tot leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en de beoordeling van de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen maken deel uit van het beoordelingsproces van de Groep en zijn, onder andere, gebaseerd op macro-economische scenario's, kredietrisicomodellen, elementen die op significante toenames in kredietrisico en wanbetalingen wijzen, de financiële toestand van de tegenpartij en de verwachte toekomstige kasstromen of de waarde van het onderpand.
De bepaling van de bijkomende waardeverminderingen erkend bovenop de door de modellen berekende te verwachten kredietverliezen, steunen op de input van deskundigen om kwetsbare klanten te identificeren.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken, scenario's en veronderstellingen zou tot verschillende inschattingen kunnen leiden van bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. Aangezien de leningen en vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs het belangrijkste deel uitmaken van de balans van de Groep, en gegeven de gerelateerde onzekerheid met betrekking tot de inschatting van kosten van bijzondere waardeverminderingen, beschouwen we dit als een kernpunt van de controle.
Onze controlewerkzaamheden omvatten een beoordeling van het algemeen beheer inzake de processen van kredieten en bijzondere waardeverminderingen van de Groep, inclusief de processen met betrekking tot de modellen voor het bepalen van de binnen de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen en de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's. We hebben de opzet en de operationele doeltreffendheid getest van de beheersingsmaatregelen in het process van de toekenning van leningen, het risicobeheersingsproces en het inschattingsproces voor de bepaling van bijzondere waardeverminderingen. Wat betreft bijzondere waardeverminderingen bepaald op individuele basis hebben we, voor een steekproef van bedrijfs- en kmo-kredietdossiers, een detailnazicht uitgevoerd van door de Groep toegekende leningen; we hebben de veronderstellingen in vraag gesteld onderliggend aan de elementen die op wanbetaling kunnen wijzen en de kwantificatie inclusief de verwachte toekomstige kasstromen, de waardering van het gerelateerde onderpand en de inschatting van recuperatie bij wanbetaling.
Jaarverslag KBC Groep 2022 281

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, hebben we de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen en de macro-economische scenario's in vraag gesteld en hebben we de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen.
We hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.
Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, met inbegrip van de toelichting aangaande de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening.
Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico
KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingstransacties toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's voor het renterisico. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Als gevolg van de sterke stijging van de referentierentevoeten in sommige van de landen waarin de Groep actief is, is het bedrag van deze afzonderlijke rubriek aanzienlijk toegenomen tot een debet op de passiva van EUR 1.432 miljoen per 31 december 2022 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening). Dit met toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De grotere omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans resulteerde in een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten.
We hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, de identificatie van indekkingsinstrumenten, en de prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteitstesten. We hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het indekkingsproces, op basis van door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.
Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests adequaat waren uitgevoerd.
Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kern deposito's met renterisico, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
282 Jaarverslag KBC Groep 2022

Wat betreft de bijzondere waardeverminderingen voor de binnen de 12 maanden of tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen, hebben we de elementen die op significante toenames in kredietrisico wijzen en de macro-economische scenario's in vraag gesteld en hebben we de onderliggende modellen getest inclusief het proces van de Groep inzake de goedkeuring en validatie van modellen.
beoordeeld bij het bepalen van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's en de mathematische nauwkeurigheid van de berekeningen
We hebben ook de volledigheid van de identificatie van kwetsbare klanten door de directie
Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld, met inbegrip van de toelichting aangaande de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese
Naar onze mening liggen de door de directie opgenomen bijzondere waardeverminderingen, met inbegrip van de bijkomende bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de geopolitieke en opkomende risico's, binnen een redelijke vork van uitkomsten in de context van de leningen en
om deze aanpassingen te bepalen gevalideerd en de redelijkheid ervan beoordeeld.
vorderingen in het algemeen, en de gerelateerde onzekerheden zoals toegelicht in de
Reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kerndeposito's met renterisico
KBC Groep past de door IAS 39 - zoals goedgekeurd door de Europese Unie - toegestane boekhoudkundige reëlewaardeafdekkingstransacties toe op een deel van een portefeuille van kerndeposito's voor het renterisico. Deze methodiek vereist dat de cumulatieve veranderingen in de reële waarde van de betrokken kerndeposito's als gevolg van veranderingen in de rentevoeten op een afzonderlijke rubriek van de jaarrekening geboekt worden. Als gevolg van de sterke stijging van de referentierentevoeten in sommige van de landen waarin de Groep actief is, is het bedrag van deze afzonderlijke rubriek aanzienlijk toegenomen tot een debet op de passiva van EUR 1.432 miljoen per 31 december 2022 (zoals vermeld in Toelichting 4.8.2 bij de geconsolideerde jaarrekening). Dit met toepassing van de waarderingsregels zoals beschreven in toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving". De grotere omvang van dit bedrag op de afzonderlijke rubriek van de balans resulteerde in een gestegen mate van aandacht vanwege de Groep op de naleving van de voorwaarden om te blijven voldoen aan de vereisten, voornamelijk het uitvoeren van adequate
We hebben een begrip verkregen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot
Op basis van onze werkzaamheden hebben wij kunnen vaststellen dat het gebruik van deze boekhoudkundige indekkingsmethodiek adequaat was gedocumenteerd en dat de effectiviteitstests
Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen beoordeeld met betrekking tot de reëlewaardeafdekkingstransacties voor een portefeuille van kern deposito's met renterisico, alsook of de toelichtingen in overeenstemming zijn met de International Financial
indekkingsinstrumenten, en de prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteitstesten. We hebben de geschiktheid beoordeeld van de boekhoudkundige indekkingsrelatie en van de
methodologie om de effectiviteit van de indekking te meten met betrekking tot de hogervernoemde boekhoudkundige indekkingsmethodiek. Dit omvatte de beoordeling van brondata en belangrijkste assumpties als voornaamste elementen die worden gebruikt in het indekkingsproces, op basis van
documentatie van de boekhoudkundige indekkingsmethodieken, de identificatie van
indekkingsrelaties en hebben de belangrijkste interne beheersingsmaatregelen getest aangaande de
Unie.
geconsolideerde jaarrekening.
adequaat waren uitgevoerd.
3 van 7
Beschrijving van het kernpunt van de controle
prospectieve en retrospectieve indekkingseffectiviteittesten.
Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
door de Groep verstrekte gegevens, onze ervaring en marktpraktijken.
Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Op jaareinde 31 december 2022 bedragen de technische voorzieningen (vóór herverzekering) EUR 18.484 miljoen. Detailinformatie met betrekking tot de waardering van de technische voorzieningen is opgenomen in Toelichting 1.2 "Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving" en Toelichting 5.6 bij de geconsolideerde jaarrekening, alsook de sectie "Verzekeringstechnisch risico" van het jaarverslag.
De Groep voert een toereikendheidstest uit om te bevestigen dat de technische voorzieningen voldoende zijn om de geschatte toekomstige kasstromen van de verzekeringscontracten te dekken. De berekening van de kasstromen die voortvloeien uit de verzekeringscontracten is complex, berust op een hoge graad van subjectieve beoordeling en op veronderstellingen die beïnvloed worden door de toekomstige economische en politieke omstandigheden, alsook door overheidsreglementeringen. De gebruikte veronderstellingen bij de projecties van de voornoemde kasstromen in de levensverzekeringsactiviteiten hangen voornamelijk af van sterfte, levensverwachting, afkopen en van de algemene kosten. De gebruikte veronderstellingen hangen, wat betreft de technische voorzieningen van de activiteiten niet-levensverzekering, voornamelijk af van de bedragen voor schades, het aantal gelopen doch nog niet aangegeven schades en van de algemene kosten.
Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle
We hebben onze interne experten in actuariële wetenschappen gebruikt om ons te assisteren in het uitvoeren van onze controlewerkzaamheden. We hebben procedures uitgevoerd met betrekking tot het opzet en de operationele doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen van de Groep om na te gaan dat de gegevens gebruikt in de waardering van de technische voorzieningen van de verzekeringsactiviteit gepast en volledig zijn. Deze procedures omvatten analyse van data op basis van zakelijke regels en de opvolging van uitzonderingen.
We hebben de procedures van de Groep voor het vastleggen van de veronderstellingen getest, we hebben de veronderstellingen vergeleken met observeerbare marktgegevens en een actuariële analyse uitgevoerd door middel van backtesting van de weerhouden veronderstellingen.
Voor de verzekeringsactiviteiten niet-leven hebben we, op onafhankelijke wijze, het niveau van adequaatheid van de schadereserves herberekend op basis van erkende actuariële technieken. Vervolgens hebben we onze resultaten vergeleken met de resultaten van de Groep en hebben we de nodige onderliggende documentatie bekomen die, in voorkomend geval, de geobserveerde materiële verschillen verantwoordt.
Voor de levensverzekeringsactiviteiten hebben we de door de directie voorbereide analyse van de bewegingen van de technische voorzieningen voor levensverzekeringen beoordeeld en, indien nodig, de elementen van de aansluiting onderzocht. Voor een steekproef van contracten hebben we ook de juistheid getest van de (inkomende en uitgaande) kasstromen die gebruikt werden in de toereikendheidstest.
Wij hebben onze conclusies van de actuariële analyse besproken met de actuariële functie van de Groep. Onze controlewerkzaamheden hebben ons toegelaten de waardering en het opzet van de technische voorzieningen van de verzekeringsactiviteit te beoordelen.
Tenslotte hebben we de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen met betrekking tot de technische voorzieningen beoordeeld, om de naleving te beoordelen van de vereisten van toelichting opgenomen in de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Jaarverslag KBC Groep 2022 283

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van bestuur verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van bestuur de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
284 Jaarverslag KBC Groep 2022

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Jaarverslag KBC Groep 2022 285

De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Global Reporting Initiative (GRI) Standards.
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van KBC Groep NV per 31 december 2022 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 31 maart 2023
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
Damien Walgrave Jeroen Bockaert Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
7 van 7
286 Jaarverslag KBC Groep 2022

De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van
● Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar
bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de
● De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag van KBC Groep NV per 31 december 2022 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF vereisten krachtens de Gedelegeerde
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks
te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens
Damien Walgrave Jeroen Bockaert Bedrijfsrevisor Bedrijfsrevisor
vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening vermelde Global Reporting Initiative (GRI) Standards.
zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Groep.
jaarrekening.
financieel verslag.
Verordening.
Andere vermelding
Diegem, 31 maart 2023
PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
De commissaris
7 van 7
de Gedelegeerde Verordening.
van de verordening (EU) nr. 537/2014.
We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 4 mei 2023 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com.
De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie

We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 4
De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op
De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit
Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
mei 2023 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
www.kbc.com.
verslag.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 32 820 | 30 263 |
| Immateriële vaste activa | 0 | 297 |
| Materiële vaste activa | 0 | 84 |
| Terreinen en gebouwen | 0 | 22 |
| Installaties, machines en uitrusting | 0 | 52 |
| Meubilair en rollend materieel | 0 | 7 |
| Overige materiële vaste activa | 0 | 1 |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 0 | 1 |
| Financiële vaste activa | 32 820 | 29 882 |
| Verbonden ondernemingen | 32 819 | 29 881 |
| Deelnemingen | 16 368 | 16 012 |
| Vorderingen | 16 451 | 13 869 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Andere financiële activa | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 557 | 353 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 0 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 0 | 0 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 10 | 58 |
| Handelsvorderingen | 10 | 55 |
| Overige vorderingen | 0 | 3 |
| Geldbeleggingen | 300 | 0 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 |
| Overige beleggingen | 300 | 0 |
| Liquide middelen | 80 | 125 |
| Overlopende rekeningen | 166 | 169 |
| Totaal activa | 33 377 | 30 615 |
| Eigen vermogen | 15 512 | 13 307 |
| Kapitaal | 1 461 | 1 460 |
| Geplaatst kapitaal | 1 461 | 1 460 |
| Uitgiftepremies | 5 510 | 5 498 |
| Reserves | 1 287 | 1 287 |
| Wettelijke reserves | 146 | 146 |
| Overige onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 949 | 949 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 7 255 | 5 063 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 0 | 7 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 7 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 7 |
| Overige risico's en kosten | 0 | 1 |
| Schulden | 17 865 | 17 301 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 14 754 | 11 119 |
| Financiële schulden | 14 754 | 11 119 |
| Achtergestelde leningen | 3 683 | 3 681 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 11 071 | 7 437 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 2 990 | 6 062 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 1 700 | 2 750 |
| Handelsschulden | 1 | 37 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 15 | 65 |
| Belastingen | 1 | 3 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 14 | 62 |
| Overige schulden | 1 274 | 3 209 |
| Overlopende rekeningen | 121 | 120 |
| Totaal passiva | 33 377 | 30 615 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 499 | 1 019 |
| Omzet | 449 | 926 |
| Voorraad goederen in bewerking, gereed product en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 35 | 70 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 15 | 23 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 0 | 0 |
| Bedrijfskosten | 504 | 1 019 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 0 | 0 |
| Diensten en diverse goederen | 254 | 560 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 213 | 370 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 38 | 88 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen/bestedingen en terugnemingen | -1 | -1 |
| Andere bedrijfskosten | 1 | 2 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 0 | 0 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -6 | 0 |
| Financiële opbrengsten | 4 089 | 407 |
| Recurrente financiële opbrengsten | 4 089 | 407 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 3 862 | 236 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 4 | 5 |
| Andere financiële opbrengsten | 224 | 167 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten | 0 | 0 |
| Financiële kosten | 215 | 168 |
| Recurrente financiële kosten | 215 | 168 |
| Kosten van schulden | 212 | 165 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen en terugnemingen | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 3 | 3 |
| Niet-recurrente financiële kosten | 0 | 0 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 3 869 | 240 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Belastingen op het resultaat | 3 | 5 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 3 866 | 235 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 3 866 | 235 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 8 930 | 9 495 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 3 866 | 235 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 5 063 | 9 260 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 0 | 0 |
| Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Aan de overige reserves | 0 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 7 255 | 5 063 |
| Uit te keren winst | 1 674 | 4 432 |
| Vergoeding van het kapitaal | 1 668 | 4 418 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Werknemers/andere rechthebbenden | 6 | 13 |
We stellen aan de Algemene Vergadering voor om het te bestemmen winstsaldo voor 2022 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Dat betekent dat we een brutoslotdividend van 3 euro per aandeel voorstellen, wat het totale brutodividend met betrekking tot 2022 op 4 euro per aandeel brengt. Zie verder bij Geconsolideerde vermogensmutaties, in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
| (in miljoenen euro) | Deelnemingen in verbonden ondernemingen |
Vorderingen op verbonden ondernemingen |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemings verhouding bestaat |
|---|---|---|---|
| Boekwaarde 31-12-2021 | 16 012 | 13 869 | 1 |
| Aanschaffingen in 2022 | 355 | 5 411 | 0 |
| Vervreemdingen in 2022 | 0 | -2 829 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2022 | 0 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2022 | 16 368 | 16 451 | 1 |
| Kapitaalverhoging voor | ||||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2021 | het personeel | Toevoeging | 31-12-2022 |
| Kapitaal | 1 460 | 1 | - | 1 461 |
| Uitgiftepremies | 5 498 | 12 | - | 5 510 |
| Reserves | 1 287 | - | - | 1 287 |
| Overgedragen resultaat | 5 063 | - | 2 192 | 7 255 |
| Eigen vermogen | 13 307 | 13 | 2 192 | 15 512 |
• Op 31 december 2022 bedroeg het geplaatste kapitaal van de vennootschap 1 460 538 768,64 euro, verdeeld in 417 169 414 aandelen zonder nominale waarde. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.
| Met stemrechtverlenende effecten gelijkgestelde |
||||
|---|---|---|---|---|
| Ontvangen kennisgevingen in 2022 (% stemrechten in KBC Groep NV) |
Situatie op | Stemrechtverlenende effecten |
financiële instrumenten |
Totaal |
| The Capital Group Companies | 16 maart 2022 | 4,95% | - | 4,95% |
| The Capital Group Companies | 24 maart 2022 | 5,01% | - | 5,01% |
| FMR LLC | 10 mei 2022 | 2,72% | 0,60% | 3,32% |
| FMR LLC | 17 mei 2022 | 3,17% | 0,14% | 3,32% |
| The Capital Group Companies | 12 juli 2022 | 4,93% | - | 4,93% |
| The Capital Group Companies | 21 oktober 2022 | 2,99% | - | 2,99% |
| FMR LLC | 10 november 2022 | 2,94% | 0,03% | 2,97% |
| BlackRock Inc. | 22 november 2022 | 4,90% | 0,12% | 5,02% |
| BlackRock Inc. | 23 november 2022 | 4,83% | 0,12% | 4,96% |
| BlackRock Inc. | 24 november 2022 | 4,95% | 0,12% | 5,07% |
| BlackRock Inc. | 25 november 2022 | 4,85% | 0,12% | 4,98% |
| BlackRock Inc. | 28 november 2022 | 4,96% | 0,12% | 5,08% |
| BlackRock Inc. | 1 december 2022 | 4,83% | 0,12% | 4,95% |
| FMR LLC | 7 december 2022 | 3,02% | 0,01% | 3,03% |
Om de twee jaar voeren we een materialiteitsanalyse uit. Die analyse helpt ons om voldoende voeling te krijgen en rekening te houden met de standpunten van onze stakeholders over materiële onderwerpen die verband houden met mensenrechten en de economische, sociale en milieuprestaties van KBC. In 2022 voerden we een nieuwe analyse uit in samenwerking met een gerenommeerde en gespecialiseerde derde partij. Ook onze kernlanden werden actief betrokken bij het proces. Zo werden ook de lokale verwachtingen van onze stakeholders (kernaandeelhouders, klanten, werknemers, investeerders, leveranciers, ngo's, regelgevers en sectororganisaties) in onze kernlanden meegenomen in de analyse. Het dubbele materialiteitsperspectief en de herziene GRI-normen vormden de leidraad doorheen de materialiteitsanalyse.

De belangrijkste thema's voor KBC in 2022 en waar we in het jaarverslag die thema's bespreken vindt u in de tekening en de tabel.

| Belangrijke elementen | Informatie in dit rapport (selectie) |
|---|---|
| Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde' en 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat' en 'Focus op mensenrechten • Onze divisies • Hoe beheren we onze risico's, onder 'Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's' |
| Ethische bedrijfsvoering en verantwoord gedrag |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Wat maakt ons tot wie we zijn?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op mensenrechten' • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen' |
| Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur' • Ons financieel rapport • Onze strategie • Hoe beheren we onze risico's? en Hoe beheren we ons kapitaal? |
| Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst |
• Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving' en 'Focus op het klimaat' • Onze divisies |
| Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Hoe creëren we duurzame waarde?' en 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'Onze rol in de samenleving', 'Focus op het klimaat' en 'Focus op mensenrechten' • Hoe beheren we onze risico's, onder 'Klimaatgerelateerde en andere ESG-risico's?' |
| Gegevensbescherming en cyberveiligheid |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'In welke omgeving zijn we actief?' • Onze strategie, onder 'De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur' • Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder 'Belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen' • Hoe beheren we onze risico's?, onder 'Niet-financiële risico's' |
| Ontwikkeling en welzijn van onze werknemers |
• Ons bedrijfsmodel, onder 'Onze medewerkers, kapitaal, netwerk en relaties' |
De top 3 van meest relevante onderwerpen uit de vorige analyse bleef in 2022 ongewijzigd, maar de volgorde is veranderd. 'Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten' werd belangrijker, zowel voor ons management als voor onze stakeholders. Het thema 'veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn' daalde licht in de rangschikking. De onderwerpen 'Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten' en 'Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst' klommen in de algemene rangschikking. Het onderwerp 'Duurzaam en verantwoord vermogensbeheer en beleggen' daalde in 2022 één plaats op de ranglijst. Dat heeft te maken met het toegenomen belang van 'Duurzaam en verantwoord aanbod van producten en diensten' en 'Partner in de transformatie naar een duurzamere toekomst'.
Naast de impact op de samenleving hebben we ook de impact van de 15 relevante onderwerpen op KBC geanalyseerd door desktop research en diepte-interviews met de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur. De 3 relevante onderwerpen met de grootste impact voor KBC zijn 'Veerkracht van ons bedrijfsmodel op lange termijn', 'Gegevensbescherming en cyberveiligheid' en 'Ontwikkeling en welzijn van onze werknemers'.
Naast wettelijk of door IFRS bepaalde ratio's en termen gebruiken we ook eigen ratio's en definities, zogenaamde alternatieve prestatiemaatstaven (alternative performance measures, APM). We duiden die aan met APM in de titel en voegen de berekening toe.
Zie bij Totaal beheerd vermogen.
Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het common equity tier 1-kapitaal. Wijzigingen in de kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de transitional view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode, wordt fully loaded genoemd. U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau.
Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) is gedekt door specifieke waardeverminderingen. De teller en noemer in de formule betreffen alle impaired kredieten, maar kunnen ook worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid (de gegevens voor die specifieke berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Kredieten beleggingsportefeuille, bankactiviteiten).
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Specifieke waardeverminderingen op kredieten (A) / |
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
2 048 | 2 569 |
| Impaired kredieten (B) | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
4 350 | 5 454 |
| = (A) / (B) | 47% | 47% |
Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken. Meer informatie over de dividenduitkeringspolitiek van de groep vindt u in het hoofdstuk Onze strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer. Het dividendbedrag voor 2022 is onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Uit te keren dividendbedrag (inclusief het interim dividend) (A) |
Geconsolideerde vermogensmutaties | 1 668 | 3 585* |
| + | |||
| Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen (B) Geconsolideerde vermogensmutaties / |
50 | 50 | |
| Nettoresultaat, groepsaandeel (C) | Geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 2 743 | 2 614 |
| = (A+B) / (C) | 63% | 139% |
* In de berekening van de dividenduitkeringsratio wijzen we van het in november 2021 uitbetaalde interimdividend (3 euro per dividendgerechtigd aandeel) 2 euro toe aan boekjaar 2020 en 1 euro aan boekjaar 2021.
Daarnaast is het de bedoeling om in overeenstemming met ons kapitaalaanwendingsplan voor 2022, het surpluskapitaal boven een fully loaded common equity ratio van 15% uit te keren in de vorm van een inkoop van eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk cashdividend. Bovendien is het eveneens de bedoeling om de kapitaalvrijgave als gevolg van de finalisatie van de Ierse verkoopovereenkomst uit te keren in de vorm van een inkoop van eigen aandelen (op voorwaarde van goedkeuring door de ECB) en/of een uitzonderlijk interim-dividend. De finale beslissingen van de Raad van Bestuur daarover worden in de eerste helft van 2023 genomen.
Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.
| Berekening (in miljoenen euro of aantallen) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) | Geconsolideerde balans | 19 307 | 21 577 |
| / | |||
| Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (op | |||
| einde periode, in miljoenen) (B) | Toelichting 5.10 | 417,2 | 416,9 |
| = (A) / (B) (in euro) | 46,3 | 51,8 |
Geeft inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten (A) |
Toelichting 3.7 | 1 147 | 1 081 |
| / Verdiende verzekeringspremies (B) |
Toelichting 3.7 | 1 976 | 1 841 |
| + Bedrijfskosten (C) |
Toelichting 3.7 | 625 | 565 |
| / Geboekte verzekeringspremies (D) |
Toelichting 3.7 | 2 025 | 1 875 |
| = (A/B)+(C/D) | 89% | 89% |
Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de groep. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek. Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen. De bedoeling van die berekening is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Kosten-inkomstenratio | |||
| Exploitatiekosten (A) | Gecons. w-&-v-rekening: exploitatiekosten | 4 818 | 4 396 |
| / | |||
| Totale opbrengsten (B) | Gecons. w-&-v-rekening: totale opbrengsten | 8 463 | 7 558 |
| = (A) / (B) | 57% | 58% | |
| Kosten-inkomstenratio zonder uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen | |||
| Exploitatiekosten (A) | Gecons. w-&-v-rekening: exploitatiekosten | 4 818 | 4 396 |
| Min: uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (a1*) |
-168 | -105 | |
| / | |||
| Totale opbrengsten (B) | Gecons. w-&-v-rekening: totale opbrengsten | 8 463 | 7 558 |
| Min: invloed van marked-to-marketwaardering van ALM-derivaten (b1) |
-(-14) | -(-197) | |
| Min: uitzonderlijke en/of niet-operationele elementen (b2*) |
-(-62) | -(-25) | |
| = (A-a1) / (B-b1-b2) | 54% | 55% |
* De uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten in 2022 omvatten kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, de uitzonderlijke winstpremie voor het personeel, de uitzonderlijke bankentaksen in Hongarije en integratiekosten inzake Raiffeisenbank Bulgaria (nu KBC Bank Bulgaria); voor 2021 gaat het over kosten gerelateerd aan de verkooptransacties in Ierland, de uitzonderlijke covidbonus voor het personeel en de terugname van een kostenvoorziening voor de KBC-toren in Antwerpen. De uitzonderlijke en/of niet-operationele opbrengsten in 2022 omvatten opbrengsten met betrekking tot de verkoop van een vastgoedmaatschappij, de negatieve impact van de arbitrageprocedure tegen ICEC-Holding in Tsjechië en diverse kleinere elementen; voor 2021 gaat het om -45 miljoen euro gerelateerd aan de overstromingen in België (het uitkeringsbedrag boven de wettelijke limiet), badwill in verband met OTP Banka Slovensko en diverse kleinere elementen. Gedetailleerde overzichten van alle uitzonderlijke/niet-operationele elementen (per kwartaal) vindt u in onze General investor presentations, beschikbaar op www.kbc.com.
Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode, in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kredietrisico's (A) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardeverminderingen, Toelichting 3.10 |
155 | -329 |
| Gemiddelde kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
197 052 | 184 640 |
| = (A) / (B) | 0,08% | -0,18% |
* Voor de berekening van de ratio zonder de reserves voor de coronacrisis en voor geopolitieke en opkomende risico's wordt de teller berekend exclusief de nettoterugname van 494 miljoen euro in 2021 en de nettotoename van 158 miljoen euro in 2022. De kredietkostenratio bedraagt in dat geval 0,09% in 2021 en 0,00% in 2022.
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Leningen en voorschotten aan klanten (A) | Toelichting 4.1, Leningen en voorschotten aan klanten | 178 053 | 159 728 |
| + | |||
| Reverse repo's (niet op centrale banken) (B) | Toelichting 4.1, onderdeel van Reverse repo's met kredietin stellingen en beleggingsondernemingen |
785 | 719 |
| + | |||
| Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (bank) (C) |
Toelichting 4.1, onderdeel van Schuldinstrumenten van ondernemingen en van Schuldinstrumenten van kredietin stellingen en beleggingsondernemingen |
6 157 | 4 830 |
| + | |||
| Andere blootstelling aan kredietinstellingen (D) | - | 4 072 | 4 392 |
| + | |||
| Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) + |
Toelichting 6.1: onderdeel van Verstrekte financiële garan ties |
10 222 | 9 040 |
| Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) - |
Toelichting 4.2: onderdeel van Bijzondere waardevermin deringen |
2 636 | 2 581 |
| Verzekeringsentiteiten (G) | Toelichting 4.1: onderdeel van Leningen en voorschotten aan klanten |
-1 997 | -2 077 |
| - | |||
| Niet-kredietgerelateerde vorderingen (H) | - | -602 | -338 |
| + | |||
| Overige (I) | Onderdeel van Toelichting 4.1; Toelichting 5.11 | 6 394 | 9 525 |
| = (A)+(B)+(C)+(D)+(E)+(F)-(G)-(H)+(I) | 205 720 | 188 400 |
Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio. U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?: tabel Solvabiliteit op groepsniveau.
Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Liquide activa van hoge kwaliteit (A) / |
Gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR en de EBA richtlijnen voor LCR disclosure |
91 928 | 108 642 |
| Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen (B) |
60 820 | 65 399 | |
| = (A) / (B) | 152% | 167% |
Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.
| Berekening (in euro of aantallen) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) | – | 60,1 | 75,5 |
| X | |||
| Aantal gewone aandelen, in miljoenen (B) | Toelichting 5.10 | 417,2 | 416,9 |
| = (A) X (B) (in miljarden euro) | 25,1 | 31,5 |
Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen. De ratio wordt uitgedrukt in procent van risicogewogen activa (RWA) of Leverage Ratio Exposure Amount (LRE). U vindt een gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Hoe beheren we ons kapitaal?, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau.
Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) | Regulation (EU) 2019/876 dd. 20-05-2019 | 209 271 | 218 124 |
| / | |||
| Vereist bedrag stabiele financiering (B) | 153 767 | 147 731 | |
| = (A) / (B) | 136% | 148% |
Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
| Berekening (in miljoenen euro of %)* | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten (A) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente inkomsten |
4 450 | 3 863 |
| Gemiddelde rentedragende activa van de bank | Gecons. balans: onderdeel van totale activa | ||
| activiteiten* (B) | 224 014 | 211 020 | |
| = (A) / (B) x 360 / aantal kalenderdagen | 1,96% | 1,81% |
* De nettorentemarge betreft nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten exclusief de dealingrooms en de nettorente-impact van ALM FX swaps en repo's.
Geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille) en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired kredieten zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12. De teller in de formule kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12). De betreffende gegevens voor die berekening vindt u ook in het hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?, in de tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten. We berekenen deze ratio ook voor elke divisie, volgens dezelfde methodiek.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Bedrag van impaired kredieten (A) / |
Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
4 350 | 5 454 |
| Totale kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Hoe beheren we onze risico's?: tabel Krediet en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
205 720 | 188 400 |
| = (A) / (B) | 2,1% | 2,9% |
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (A) |
Gecons. w-&-v-rekening | 2 743 | 2 614 |
| - | |||
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (B) / |
Gecons. vermogensmutaties | -50 | -50 |
| Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor FVOCI en voor FVPL-overlay (C) |
Gecons. vermogensmutaties | 20 124 | 19 463 |
| = (A-B) / (C) | 13% | 13% |
Het totale beheerde vermogen bestaat uit direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution), groepsactiva (waaronder pensioenfonds), activa van funds-of-funds en activa onder adviserend vermogensbeheer. Het totale beheerde vermogen bevat de activa beheerd door de verschillende vermogensbeheerbedrijven van de groep (KBC Asset Management, ČSOB Asset Management, enz.), en de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen zijn belangrijke elementen bij de nettoprovisie-inkomsten (genereren instap- en beheersvergoedingen) en bepalen dus voor een groot deel de ontwikkeling van deze inkomstenlijn.
| Berekening (in miljarden euro) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Divisie België (A) | 184,1 | 215,6 |
| + | ||
| Divisie Tsjechië (B) | 15,1 | 14,0 |
| + | ||
| Divisie Internationale Markten (C) | 6,9 | 6,5 |
| (A)+(B)+(C) | 206,1 | 236,2 |
| Bestaand uit | ||
| Direct beheerd geld van de klanten ('direct client money', of 'assets under distribution') | 87 | 98 |
| Beleggingsadvies | 40 | 47 |
| Funds-of-funds | 60 | 69 |
| Groepsactiva, incl. pensioenfondsen | 19 | 23 |
De totale verkoop van levensverzekeringen is samengesteld uit verzekeringspremies leven en premies van tak 23 (conform IFRS passen we voor het grootste deel van die tak 23-verzekeringen het systeem van margin deposit accounting toe, wat betekent dat ze niet in de verdiende verzekeringspremies zijn vervat).
| Berekening (in miljoenen) | Verwijzing | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Verzekeringen Leven - Verdiende premies vóór herver zekering (A) |
Winst-en-verliesrekening | 1 163 | 1 196 |
| + | |||
| Verzekeringen Leven: verschil tussen uitgegeven en verdiende premies vóór herverzekering (B) |
- | 1 | 1 |
| + | |||
| Beleggingscontracten zonder discretionaire winst deling (tak 23), margin deposit accounting (C) |
- | 922 | 768 |
| (A)+(B) +(C) | 2 085 | 1 964 |
Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten). U vindt een gedetailleerde berekening in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 3.13.
"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee ze geconfronteerd worden."
| Investor Relations Office | |
|---|---|
| Kurt De Baenst (directeur Investor Relations Office) | |
| [email protected] | |
| KBC Global Services NV, Investor Relations Office, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
| Pers | |
| Viviane Huybrecht (directeur Corporate & Interne Communicatie, woordvoerster KBC Groep) | |
| [email protected] | |
| KBC Global Services NV, Corporate Communicatie, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
| Duurzaam ondernemen | |
| Filip Ferrante (algemeen directeur Corporate Sustainability) | |
| [email protected] | |
| KBC Global Services NV, Corporate Sustainability, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
| Kalender 2023 | |
| Publicatie Jaarverslag 2022, Duurzaamheidsrapport 2022 en Risk Report 2022 |
3 april 2023 |
| Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) | 4 mei 2023 |
| Publicatie resultaten 1e kwartaal 2023 | 16 mei 2023 |
| Publicatie resultaten 2e kwartaal 2023 | 10 augustus 2023 |
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2023 | 9 november 2023 |
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.


Hoofdredactie: KBC Investor Relations, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Eindredactie, vertaling, concept en vormgeving: KBC Communicatie, Brusselsesteenweg 100, 3000 Leuven, België Druk: Van der Poorten, Diestsesteenweg 624, 3010 Leuven, België Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België Dit jaarverslag is gedrukt op milieuvriendelijk papier voorzien van het FSC®-label. De opmaak, druk en afwerking van dit jaarverslag verloopt 100% klimaatneutraal.


Verslag aan
Report

Jaarverslag 2022 KBC Groep
Jaarverslag 2022 KBC Groep
Solvency & Financial Condition Report 2022
Report
2022

Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
Solvency & Financial Condition Report 2022
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium

Jaarverslag 2022 KBC Verzekeringen
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
Jaarverslag 2022 KBC Bank
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
Solvency & Financial Condition Report 2022
KBC Verzekeringen NV Belgium
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re

• Wordt opgemaakt voor elk kernland en gaat dieper in op hoe KBC zijn rol opneemt in de samenleving.
Risk Report 2022 KBC Group
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management
• www.kbc.com / duurzaam ondernemen
Jaarverslag 2022 KBC Bank
Risk Report 2022 KBC Group
Jaarverslag 2022 KBC Groep Re
Jaarverslag 2022 KBC Asset Management

Jaarverslag 2022
Jaarverslag
2022
KBC Groep
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.