Earnings Release • Aug 10, 2023
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer

Brussel, 10 augustus 2023 (07u00 CEST)
| KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) | 2KW2023 | 1KW2023 | 2KW2022 | 1H2023 | 1H2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 966 | 882 | 887 | 1 848 | 1 339 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,29 | 2,08 | 2,10 | 4,37 | 3,15 |
| Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
| België | 576 | 299 | 652 | 875 | 884 |
| Tsjechië | 276 | 184 | 244 | 461 | 443 |
| Internationale Markten | 190 | 108 | 45 | 298 | 122 |
| Groepscenter | -76 | 291 | -54 | 215 | -109 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) |
51,2 | 51,9 | 46,5 | 51,2 | 46,5 |
"In het tweede kwartaal van 2023 behaalden we een uitstekende nettowinst van 966 miljoen euro. Vergeleken met het vorige kwartaal profiteerde ons resultaat van hogere nettorente-inkomsten, een beter verzekeringsresultaat, hogere nettoprovisieinkomsten, een hoger trading- en reëlewaarderesultaat en de traditionele seizoenspiek in dividendinkomsten. De overige nettoinkomsten daalden echter, omdat in het vorige kwartaal een aanzienlijke eenmalige meerwaarde werd geboekt met betrekking tot de verkoop van onze Ierse portefeuille in februari. De kosten daalden aanzienlijk, volledig te wijten aan het feit dat het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar in het vorige kwartaal werd geboekt. We boekten ook een beperkte nettotoename van waardeverminderingen, tegenover een nettoterugname in het vorige kwartaal. Als we de resultaten van het eerste en tweede kwartaal optellen, komt onze nettowinst voor de eerste helft van 2023 bijgevolg uit op 1 848 miljoen euro, een stijging van 38% jaar-op-jaar.
Onze solvabiliteit bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 16,5%. De resultaten van de recente stresstest van de EBA weerspiegelen onze sterke fundamentals op dat vlak. Onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, zoals blijkt uit een NSFR van 145% en een LCR van 152%, beide ruim boven de wettelijke minimumdoelstelling van 100%.
Na de goedkeuring van de ECB, heeft onze Raad van Bestuur beslist om 1,3 miljard euro surpluskapitaal uit te keren in de vorm van een aandeleninkoop. De aandeleninkoop zal zo snel als mogelijk starten en eindigen tegen augustus 2024. In overeenstemming met ons algemene dividendbeleid zullen we in november 2023 ook een interim-dividend van 1 euro per aandeel uitkeren als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2023. We zijn ook van plan onze kapitaalstructuur verder te optimaliseren door onze pijler 2-vereiste op te vullen met additional tier 1- en tier 2-kapitaal. Tot slot hebben we een definitieve beslissing van de ECB ontvangen na modelherzieningen van voornamelijk onze Belgische kredietportefeuille aan bedrijven en kmo's, wat leidt tot een addon op risicogewogen activa van ongeveer 8,2 miljard euro in het derde kwartaal van 2023. De impact van die add-on zal echter worden gemitigeerd door een vermindering van 1,7 miljard euro risicogewogen activa in het derde kwartaal van 2023, een verwachte vermindering van risicogewogen activa van ongeveer 2 miljard euro vóór eind 2023 als gevolg van modelvereenvoudiging en het feit dat ongeveer 4,5 miljard euro van de add-on op risicogewogen activa frontloading is van de impact van IRB Bazel IV in 2025. U leest meer over deze kapitaalgerelateerde onderwerpen in het deel 'Guidance' in ons kwartaalverslag.
Last but not least vierden we een speciale verjaardag in juni 2023. Vijfentwintig jaar geleden is onze groep ontstaan uit de fusie tussen Kredietbank, CERA Bank en ABB Verzekeringen. In die tijd zijn we geëvolueerd van een nieuwe Belgische bank-verzekeraar naar een bank-verzekeringsgroep die zich concentreert op vijf Europese kernmarkten en een voorloper is in digitalisering. Maar bovenal is dit het verhaal van onze duizenden medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven om het vertrouwen van onze klanten te winnen en te behouden en daarmee de belangrijkste factor vormen in het succes van onze groep. Ik wil al die medewerkers oprecht bedanken, evenals onze klanten, aandeelhouders en al onze andere stakeholders voor hun blijvende vertrouwen en steun. We kijken enthousiast uit naar de volgende 25 jaar."

Johan Thijs Chief Executive Officer




| KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) | 2KW2023 | 1KW2023 | 4KW2022 | 3KW2022 | 2KW2022 | 1H2023 | 1H2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 1 407 | 1 324 | 1 417 | 1 297 | 1 248 | 2 731 | 2 448 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 666 | 631 | 621 | 621 | 603 | 1 297 | 1 181 |
| Niet-leven | 567 | 543 | 526 | 527 | 506 | 1 109 | 997 |
| Leven | 100 | 88 | 94 | 94 | 98 | 188 | 184 |
| Dividendinkomsten | 30 | 8 | 10 | 22 | 21 | 37 | 28 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de |
|||||||
| winst-en-verliesrekening1 | 115 | 90 | 90 | 35 | 38 | 206 | 127 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 584 | 576 | 549 | 557 | 542 | 1 160 | 1 112 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -82 | -66 | -63 | -39 | 2 | -148 | 6 |
| Overige netto-inkomsten | 54 | 498 | -103 | 3 | 69 | 552 | 116 |
| Totale opbrengsten | 2 775 | 3 060 | 2 520 | 2 496 | 2 522 | 5 835 | 5 020 |
| Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar | |||||||
| aan verzekeringscontracten) | -1 019 | -1 501 | -1 036 | -952 | -944 | -2 520 | -2 339 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -1 090 | -1 077 | -1 143 | -1 041 | -973 | -2 167 | -1 975 |
| Totale bank- en verzekeringsheffingen | -51 | -571 | -15 | -23 | -94 | -622 | -608 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten |
123 | 147 | 121 | 112 | 123 | 270 | 244 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór | |||||||
| afgestane herverzekering Waarvan betaalde verzekeringsprovisies |
-523 -82 |
-490 -77 |
-467 -79 |
-504 -81 |
-421 -79 |
-1 013 -159 |
-937 -148 |
| Niet-leven | -457 | -418 | -416 | -445 | -442 | -876 | -872 |
| Leven | -66 | -72 | -51 | -59 | 21 | -138 | -65 |
| Nettoresultaat afgestane herverzekering | -22 | -30 | -15 | -15 | -2 | -52 | 10 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -8 | 26 | -132 | -102 | -28 | 18 | -48 |
| waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 |
23 | 24 | -82 | -79 | -9 | 47 | 6 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde | |||||||
| ondernemingen en joint-ventures | -1 | -3 | -2 | -3 | -2 | -4 | -5 |
| Resultaat vóór belastingen | 1 202 | 1 062 | 867 | 920 | 1 126 | 2 264 | 1 701 |
| Belastingen | -236 | -180 | -139 | -168 | -240 | -416 | -362 |
| Resultaat na belastingen | 966 | 882 | 727 | 752 | 887 | 1 848 | 1 339 |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| toerekenbaar aan de aandeelhouders van de | |||||||
| moedermaatschappij | 966 | 882 | 727 | 752 | 887 | 1 848 | 1 339 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) Verwaterde winst per aandeel (in euro) |
2,29 2,29 |
2,08 2,08 |
1,71 1,71 |
1,77 1,77 |
2,10 2,10 |
4,37 4,37 |
3,15 3,15 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS, KBC Groep | |||||||
| (in miljoenen euro) | 30-06-2023 | 31-03-2023 | 31-12-2022 | 30-09-2022 | 30-06-2022 | ||
| Balanstotaal | |||||||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse repos |
368 077 182 005 |
347 355 179 520 |
354 545 178 053 |
362 204 177 098 |
368 691 168 982 |
||
| Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) | |||||||
| Deposito's van klanten excl. schuldpapier en repos | 71 839 | 70 291 | 67 160 | 65 730 | 66 568 | ||
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 224 710 | 219 342 | 224 407 | 217 538 | 217 293 | ||
| 16 295 | 16 282 | 16 158 | 16 298 | 17 087 | |||
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 12 751 | 12 164 | 12 026 | 12 004 | 12 193 | ||
| Totaal eigen vermogen | 22 853 | 23 141 | 21 819 | 21 027 | 20 898 | ||
| Selectie van ratio's, KBC Groep (geconsolideerd) | 1H2023 | FY2022 | |||||
| Rendement op eigen vermogen | 18% | 13% | |||||
| bij gelijkmatige spreiding bank- en verz.heffingen over het jaar3 | 19% | 13% | |||||
| Kosten-inkomstenratio, groep - excl. bepaalde niet-operationele posten en bij gelijkmatige spreiding van bank- en verzekeringsheffingen over het jaar |
49% | 49% | |||||
| - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen | 40% | 45% | |||||
| Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen Common equity ratio (CET1), Basel III |
84% | 87% | |||||
| Danish Compromise, fully loaded [transitional] | 16,5% [15,7%] | 15,3% [14,1%] | |||||
| Kredietkostenratio4 | -0,04% | 0,08% | |||||
| Ratio impaired kredieten | 2,0% | 2,1% | |||||
| waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,1% | |||||
| Net stable funding ratio (NSFR) Liquidity coverage ratio (LCR) |
145% 152% |
136% 152% |
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 16% in 1H2023 als ook de eenmalige elementen worden uitgesloten
4 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed).
-9% kwartaal-op-kwartaal en +10% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 407 miljoen euro in het verslagkwartaal, een stijging met 6% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 13% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was deels te danken aan het hogere commerciële transformatieresultaat in alle kernlanden, hogere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, een stijging van de termijndeposito's tegen betere marges, iets hogere inkomsten uit kredietverlening (waarbij de volumegroei de lagere marges in de meeste landen meer dan compenseerde) en het hogere aantal dagen in het kwartaal. Dat werd gedeeltelijk tenietgedaan door het effect van de verkoop van de resterende Ierse portefeuille in februari 2023, de stijging van de financieringskosten van deelnemingen en de hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in Hongarije en Bulgarije. De stijging ten opzichte van een jaar geleden was voornamelijk toe te schrijven aan het sterk gestegen commerciële transformatieresultaat, de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria vanaf het derde kwartaal van 2022 en de toegenomen termijndeposito's tegen betere marges, en werd deels tenietgedaan door lagere inkomsten uit kredietverlening, de afwezigheid van een TLTRO- en ECB-tieringeffect, de verkoop van de resterende Ierse portefeuille in februari 2023, lagere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, de hogere financieringskosten van deelnemingen & MREL en de hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in Hongarije en Bulgarije. De nettorentemarge voor het tweede kwartaal van 2023 bedroeg bijgevolg 2,11%, een stijging met 7 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 20 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
Het volume van de kredieten aan klanten steeg met 2% tegenover het vorige kwartaal en met 4% jaar-op-jaar. De klantendeposito's exclusief schuldpapier stegen met 3% kwartaal-op-kwartaal en bleven min of meer stabiel jaar-op-jaar. Als we de volatiele low-margin kortetermijndeposito's bij de buitenlandse kantoren van KBC Bank buiten beschouwing laten (aangezien die een gevolg zijn van kortetermijn cashmanagementopportuniteiten), stegen de klantendeposito's met 0,5% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 2% jaar-op-jaar. In het verslagkwartaal heeft de netto-instroom in termijndeposito's en beleggingsfondsen de netto-uitstroom bij zichtrekeningen en spaarrekeningen meer dan gecompenseerd. In de bovenstaande groeicijfers werden de wisselkoerseffecten en de effecten van wijzigingen in de consolidatiekring buiten beschouwing gelaten.
Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten voor heel 2023 verwijzen we naar het deel 'Guidance'.
De verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering droegen 666 miljoen euro bij aan de totale opbrengsten. Ze stegen met 6% ten opzichte van het vorige kwartaal en 10% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 122 miljoen euro en bestond uit 89 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 34 miljoen euro voor levensverzekeringen. Het resultaat van de schadeverzekeringen daalde met 8% kwartaal-op-kwartaal, doordat de gestegen lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten de positieve effecten van de hogere inkomsten en het verbeterde herverzekeringsresultaat meer dan tenietdeden. Het resultaat van de schadeverzekeringen steeg met 45% jaar-op-jaar, vooral door hogere verzekeringsinkomsten die de hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en een slechter herverzekeringsresultaat ruimschoots compenseerden. Het resultaat van de levensverzekeringen is kwartaal-op-kwartaal meer dan verdubbeld, dankzij een combinatie van hogere inkomsten en lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten, terwijl het jaar-op-jaar met 72% is gedaald, volledig te wijten aan hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten (bijna volledig te verklaren door het positieve effect van een eenmalige parameterupdate in het referentiekwartaal). De verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen in het verslagkwartaal -82 miljoen euro, tegenover -66 miljoen euro in het vorige kwartaal en 2 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar (door rentebewegingen en ontwikkelingen op de aandelenmarkten).
De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 84% voor de eerste zes maanden van 2023, tegenover 87% voor het boekjaar 2022. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 577 miljoen en steeg met 13% jaarop-jaar, met groei in alle landen en takken. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 727 miljoen euro en steeg met 52% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 72% tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar, dankzij de sterke stijging van de verkoop van tak 23-producten in België (door de succesvolle lancering van een nieuw gestructureerd product in het verslagkwartaal). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten en tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 30% en 66%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in Tsjechië).
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 584 miljoen euro, een stijging met 1% ten opzichte van het vorige kwartaal en 8% ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar. De lichte stijging ten opzichte van vorig kwartaal was het gevolg van hogere vergoedingen voor onze vermogensbeheeractiviteiten (met name hogere beheersvergoedingen), terwijl de vergoedingen voor bankdiensten per saldo min of meer stabiel bleven (stijging van de vergoedingen voor betalingsdiensten, gecompenseerd door onder meer lagere effectenvergoedingen). De stijging ten opzichte van een jaar geleden was te danken aan hogere vergoedingen voor zowel vermogensbeheeractiviteiten (beheersvergoedingen en instapvergoedingen) als bankactiviteiten (inclusief het positieve effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria). Eind juni 2023 bedroeg ons totale beheerde vermogen 225 miljard euro, een stijging van 4% kwartaal-op-kwartaal (+ 2 procentpunten door netto-instroom en + 2 procentpunten dankzij de marktprestaties in vergelijking met het vorige kwartaal) en van 7% jaar-op-jaar (+ 4 procentpunten door netto-instroom en + 3 procentpunten dankzij marktprestaties).
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg 115 miljoen euro, een stijging met 28% ten opzichte van het vorige kwartaal en drie keer zoveel als het (lage niveau in het) tweede kwartaal van vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk toe te schrijven aan de positieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en het positieve resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23 verzekeringscontracten onder IFRS 17, ondanks een lager dealingroomresultaat. Ten opzichte van vorig jaar compenseerden onder andere het positieve resultaat van beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 en de stijging van het dealingroomresultaat ruimschoots de negatieve verandering in marktwaardeaanpassingen (xVA) en in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer.
De resterende overige inkomsten omvatten 30 miljoen euro aan dividendinkomsten (22 miljoen euro meer dan in het vorige kwartaal, aangezien het grootste deel van de dividenden traditioneel in het tweede kwartaal van het jaar wordt ontvangen) en 54 miljoen euro aan overige netto-inkomsten. Dit laatste cijfer lag in de lijn van de normale run rate van 50 miljoen euro. Het vorige kwartaal omvatte wel een positief eenmalig effect van 405 miljoen euro in verband met de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland, evenals een positieve impact van 48 miljoen euro in verband met vroeger betaalde Belgische bankbelastingen.
De vergelijking van de exploitatiekosten met het vorige kwartaal wordt vertekend door het feit dat het grootste deel van de banken verzekeringsheffingen voor het hele jaar traditioneel in het eerste kwartaal wordt geboekt. In het tweede kwartaal van 2023 bedroegen die heffingen 51 miljoen euro, terwijl ze in het voorgaande kwartaal 571 miljoen euro bedroegen.
De bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing gelaten bedroegen de totale exploitatiekosten in het tweede kwartaal van 2023 1 090 miljoen euro, een stijging met 1% ten opzichte van het vorige kwartaal, door hogere kosten voor ICT, marketing en professionele vergoedingen (deels seizoensgebonden) en gedeeltelijk gecompenseerd door onder meer lagere kosten voor Ierland (als gevolg van de verkoop van de portefeuilles van KBC Bank Ierland in het vorige kwartaal) en lagere afschrijvingskosten. De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 12% ten opzichte van een jaar geleden. Zonder het effect van Raiffeisenbank Bulgaria stegen de kosten met ongeveer 9% als gevolg van loondrift en indexering (ondanks minder vte's), en door hogere ICT-kosten, facilitaire uitgaven (voornamelijk energiekosten) en afschrijvingskosten, deels gecompenseerd door onder andere lagere kosten voor Ierland.
Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio 49% voor de eerste zes maanden van 2023, evenveel als voor het boekjaar 2022. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, verbeterde de kosteninkomstenratio tot 40%, tegenover 45% voor heel 2022.
Voor een indicatie van de exploitatiekosten voor heel 2023 verwijzen we naar het deel 'Guidance'.
vs. 24 miljoen euro nettotterugname in 1KW2023 en 9 miljoen euro nettotoename in 2KW2022
In het verslagkwartaal boekten we een nettoterugname van waardeverminderingen op kredieten van 23 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 24 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettotoename van 9 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De nettoterugname in het verslagkwartaal omvatte een nettotoename van 17 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille en een nettoterugname van 40 miljoen euro als gevolg van de update van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en opkomende risico's 350 miljoen euro eind juni 2023.
De nettoterugname van waardeverminderingen op kredieten van 23 miljoen euro in het verslagkwartaal kan per land worden uitgesplitst als volgt (+ is een nettotoename, - een nettoterugname): +39 miljoen euro in België, -53 miljoen euro in Tsjechië, -9 miljoen euro in Slowakije, +5 miljoen euro in Hongarije, -4 miljoen euro in Bulgarije en -1 miljoen euro in het Groepscenter.
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio -0,04% in de eerste zes maanden van 2023 (0,02% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's), tegenover 0,08% voor heel 2022 (0,00% zonder de wijzigingen in de reserves voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis). Een negatief cijfer betekent een positief effect op het resultaat. Eind juni 2023 stond 2,0% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,1% eind 2022. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, tegenover 1,1% eind 2022.
Voor een indicatie van de verwachte invloed van de waardeverminderingen op kredieten voor heel 2023 verwijzen we naar het deel 'Guidance'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen een toename van 31 miljoen euro, tegenover een terugname van 1 miljoen euro in het vorige kwartaal en toename van 19 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2022. Het cijfer voor het verslagkwartaal omvatte 19 miljoen euro in verband met de verlenging van de rentecapregulering in Hongarije tot eind 2023 en 11 miljoen euro in verband met de verkoop van de portefeuille in Ierland.
België 576 miljoen euro; Tsjechië 276 miljoen euro; Internationale Markten 190 miljoen euro, Groepscenter -76 miljoen euro
België: op het eerste gezicht is het nettoresultaat (576 miljoen euro) met 93% gestegen tegenover het vorige kwartaal. Zonder de bank- en verzekeringsheffingen, waarvan het grootste deel in het eerste kwartaal van het jaar wordt geboekt en die de vergelijking dus vertekenen (en ook zonder de eenmalige recuperatie in het vorige kwartaal met betrekking tot vroeger betaalde bankenheffingen), is het nettoresultaat 4% hoger dan in het vorige kwartaal. Dit was vooral te danken aan het gecombineerde effect van hogere totale opbrengsten (dankzij de hogere nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en dividendinkomsten die de daling van de overige netto-inkomsten compenseerden), hogere kosten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en een nettotoename van waardeverminderingen (tegenover een nettoterugname in het vorige kwartaal).
Tsjechië: het nettoresultaat (276 miljoen euro) is met 50% gestegen tegenover het vorige kwartaal. Zonder de bank- en verzekeringsheffingen en wisselkoerseffecten lag het nettoresultaat 18% hoger dan in het vorige kwartaal. Dit was vooral toe te schrijven aan een combinatie van hogere totale opbrengsten (dankzij hogere nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten, nettoprovisie-inkomsten en overige netto-inkomsten), hogere kosten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en een nettoterugname van waardeverminderingen (tegenover een veel kleinere nettoterugname in het vorige kwartaal).
Internationale Markten: het nettoresultaat van 190 miljoen euro is als volgt verdeeld: 37 miljoen euro in Slowakije, 63 miljoen euro in Hongarije en 90 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie was het nettoresultaat op het eerste gezicht 77% hoger dan het resultaat van het vorige kwartaal. Zonder de bank- en verzekeringsheffingen en zonder de effecten van de minimaal vereiste reserves bij de centrale banken in Hongarije en Bulgarije en van de verlenging van de interestcapregulering in Hongarije, steeg het nettoresultaat met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk door een combinatie van hogere totale opbrengsten (waarbij bijna alle inkomstencomponenten stegen), hogere kosten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten en een nettoterugname van waardeverminderingen (vergeleken met een kleinere nettoterugname in het vorige kwartaal).
Groepscenter: het nettoresultaat (-76 miljoen euro) was 368 miljoen euro lager dan dat van het vorige kwartaal. Dat was bijna volledig toe te schrijven aan de afronding van de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland in het eerste kwartaal van 2023, wat resulteerde in een positieve eenmalige impact van 370 miljoen euro na belastingen in dat kwartaal.
| België | Tsjechië | Internationale Markten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Selectie van ratio's per divisie | 1H2023 | FY2022 | 1H2023 | FY2022 | 1H2023 | FY2022 |
| Kosten-inkomstenratio, groep | ||||||
| - excl. niet-operationele elementen en bij gelijkmatige spreiding van de bank en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen |
45% 40% |
47% 41% |
45% 43% |
44% 45% |
45% 37% |
47% 41% |
| Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 82% | 85% | 82% | 83% | 97%2 | 91% |
| Kredietkostenratio1 | 0,05% | 0,03% | -0,30% | 0,13% | -0,08% | 0,31% |
| Ratio van impaired kredieten | 2,0% | 1,9% | 1,4% | 1,7% | 1,7% | 1,9% |
1 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed). Zie 'Details of ratios and terms' in het kwartaalverslag. 2 Geïmpacteerd door de boeking van een aanvullende verzekeringsheffing in Hongarije in 1H2023. Zonder dat element bedroeg de ratio in 1H2023 90% .
In het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
Common equity ratio 16,5%, NSFR 145%, LCR 152%
Eind juni 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 22,9 miljard euro, waarvan 21,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,5 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 1,0 miljard euro ten opzichte van eind 2022. Dat is toe te schrijven aan het gecombineerde effect van de opname van de winst over de eerste zes maanden van 2023 (+1,8 miljard euro), de uitkering van het slotdividend over 2022 in mei 2023 (-1,3 miljard euro) en een nettostijging van de herwaarderingsreserves (+0,5 miljard euro). We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel 'Consolidated financial statements' van het kwartaalverslag, onder 'Consolidated statement of changes in equity'.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio (CET1) van 16,5%, tegenover 15,3% eind 2022. De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg eind juni 2023 206%, tegenover 203% eind 2022. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvency' in het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich vertaalt in een LCR-ratio van 152% en een NSFR-ratio van 145%, tegenover respectievelijk 152% en 136% eind 2022.
In het deel 'Guidance' vermelden we een aantal factoren die ons kapitaal in de nabije toekomst beïnvloeden.
+38% jaar-op-jaar
Hoofdlijnen (vergeleken met de eerste zes maanden van 2022, tenzij anders vermeld):
De nettorente-inkomsten stegen met 12% tot 2 731 miljoen euro. Dit was voor een deel toe te schrijven aan het veel hogere commerciële transformatieresultaat, de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria en de toegenomen termijndeposito's tegen betere marges, en werd deels tenietgedaan door lagere inkomsten uit kredietverlening (omdat de lagere marges in de meeste kernmarkten de volumegroei meer dan compenseerden), de afwezigheid van een TLTRO- en ECB-tieringeffect, de verkoop van de resterende Ierse portefeuille in februari 2023, de hogere financieringskosten van deelnemingen & MREL en de hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in Hongarije en Bulgarije. Op autonome basis (exclusief wijzigingen in de consolidatiekring en wisselkoerseffecten) steeg het volume van de kredietverlening aan klanten met 4%, terwijl de deposito's exclusief schuldbewijzen min of meer stabiel bleven jaar-op-jaar (maar met 2% stegen als we de buitenlandse kantoren van KBC Bank ook buiten beschouwing laten). De nettorentemarge voor de eerste zes maanden van 2023 bedroeg 2,08%, een stijging met 17 basispunten jaar-op-jaar.
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) daalde met 9% tot 233 miljoen euro. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste zes maanden van 2023 kwam uit op een uitstekende 84%, tegenover 87% voor het boekjaar 2022. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 12% tot 1 244 miljoen euro, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 26% toenam tot 1 205 miljoen euro, voornamelijk door een hogere verkoop van tak 23 verzekeringen in België.
De nettoprovisie-inkomsten stegen met 4% tot 1 160 miljoen euro. Dat was voornamelijk toe te schrijven aan hogere vergoedingen voor bankdiensten (inclusief het effect van de consolidatie van Raiffeisenbank Bulgaria). Eind juni 2023 was het totale beheerde vermogen met 7% gestegen tot 225 miljard euro door een combinatie van netto-instroom (+ 4 procentpunten) en positieve koersontwikkelingen (+ 3 procentpunten).
Het trading- en reëlewaarderesultaat steeg met 62% tot 206 miljoen euro. Dat was voornamelijk het gevolg van een hoger resultaat uit beleggingen m.b.t. tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17.
Alle andere inkomstenposten samen stegen met 194% tot 441 miljoen euro. Dat kwam vooral door de hogere overige nettoinkomsten, die een meerwaarde van 405 miljoen euro omvatten op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland in februari 2023.
De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 10% tot 2 167 miljoen euro. Dat was deels te wijten aan de consolidatie van de voormalige Raiffeisenbank Bulgaria, loondrift en inflatie/indexering (ondanks minder vte's), hogere ICT- en facilitaire uitgaven, en werd deels gecompenseerd door onder meer de extra winstpremie voor het personeel in de referentieperiode en de impact van de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023. Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk gespreid zou worden over het jaar, kwam de year-to-date kosten-inkomstenratio uit op 49% (hetzelfde niveau als voor het volledig boekjaar 2022). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor de verslagperiode 40% (45% voor boekjaar 2022).
Waardeverminderingen op kredieten: een nettoterugname van 47 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 6 miljoen euro in de referentieperiode. In de eerste zes maanden van 2023 was er een nettotoename van 14 miljoen euro voor individuele leningen en een nettoterugname van 61 miljoen euro m.b.t. de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Daardoor bedroeg de kredietkostenratio -0,04%, tegenover 0,08% voor boekjaar 2022 (een negatief cijfer duidt op een positieve invloed op het resultaat). De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 29 miljoen euro, tegenover 54 miljoen euro in de referentieperiode.
Het nettoresultaat van 1 848 miljoen euro voor de eerste zes maanden van 2023 bestaat uit 875 miljoen euro voor divisie België (9 miljoen euro minder dan dezelfde periode vorig jaar), 461 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een stijging van 18 miljoen euro), 298 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een stijging van 176 miljoen euro) en 215 miljoen euro voor het Groepscenter (een stijging van 324 miljoen euro, dankzij de meerwaarde op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland in februari 2023).
We blijven vooruitgang boeken op het vlak van duurzaamheid. Om te kunnen blijven beantwoorden aan de verwachtingen van de samenleving heeft ons topmanagement in het verslagkwartaal deelgenomen aan een stakeholderdialoog. Inzake milieu maken we voortdurend vooruitgang inzake het behalen van onze klimaatdoelstellingen en blijven we ons inzetten om de klimaatdoelstellingen voor onze bankactiviteiten te laten valideren door het Science Based Targets Initiative. Op sociaal vlak hebben we in mei 2023 onze tweede sociale obligatie uitgegeven. Zo willen we onze positieve impact op de samenleving vergroten en bijdragen aan een betere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Met onze ESG-ratings behoren we duidelijk tot de toonaangevende financiële instellingen in Europa. Zo zijn onze notering op de CDP A-lijst en ook het Terra Carta-zegel een duidelijke reflectie van onze inzet voor een duurzame toekomst.
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector. Deze vloeien voornamelijk voort uit de meestal indirecte impact van de oorlog in Oekraïne, inclusief de uitgestelde effecten van de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde die daar het gevolg van zijn. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs vrees voor een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, inclusief de thuismarkten van KBC. De stijgende rentevoeten waren ook de belangrijkste bron van onrust in de financiële sector in het voorjaar van 2023, hoewel die inmiddels wat is afgenomen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving en GDPR) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaatgerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft de waakzaamheid op dat gebied opnieuw verhoogd. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Na een kwartaalgroei van 0,5% (niet geannualiseerd) in het eerste kwartaal van 2023 is de Amerikaanse economie ook in het tweede kwartaal gegroeid, met 0,6% (niet geannualiseerd). Dat was vooral het resultaat van een stevige groei van de investeringen en de consumptie op basis van de nog altijd robuuste arbeidsmarkt. Nu de Amerikaanse economie de cumulatieve monetaire verkrapping van de Fed steeds harder voelt, wordt verwacht dat de kwartaal-op-kwartaalgroei zal vertragen tot respectievelijk 0,1% en -0,1% in het derde en vierde kwartaal.
Na een stagnatie in het eerste kwartaal van 2023 was de groei in de eurozone in het tweede kwartaal weer positief (0,3% kwartaalop-kwartaal). We verwachten dat de lage bbp-groei in de eurozone de rest van 2023 zal aanhouden, allicht gedreven door de verkrapping van het monetaire beleid door de ECB en de zwakte in de wereldwijde sector van de verwerkende nijverheid.
In het tweede kwartaal van 2023 bedroeg de economische groei in België 0,2% kwartaal-op-kwartaal, nog steeds gesteund door de toename van de particuliere consumptie. Voor de rest van 2023 verwachten we dat de kwartaalgroei in lijn zal zijn met de groeidynamiek van de eurozone. Na een stagnatie in het eerste kwartaal groeide de Tsjechische economie in het tweede kwartaal van 2023 met 0,1%, wat het einde betekende van de technische recessie in de tweede helft van 2022.
De voornaamste risico's voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei zijn een verzwakking van de wereldwijde groei, een hardnekkige onderliggende kerninflatie (exclusief voedsel en energie) en de onzekerheid over de timing en de impact van de verstrakking van het monetaire beleid door de ECB. Andere risico's zijn de nog altijd hoge vastgoedwaarderingen en hoge schuldniveaus in de context van strengere financieringsvoorwaarden.
Na een renteverhoging van 25 basispunten in het tweede kwartaal hervatte de Fed zijn renteverhogingscyclus in juli met nog eens 25 basispunten, tot een range van 5,25%-5,50%. We verwachten dat hiermee de piek in deze cyclus is bereikt en dat die waarschijnlijk minstens de rest van 2023 aangehouden zal worden. Bovendien draagt de lopende afbouw van de balans van de Fed ("Quantitative Tightening") bij tot een krap monetair beleid. Ondertussen bleef ook de ECB al haar beleidsrentes verhogen. Na de laatste verhoging in juli staat de depositorente van de ECB nu op 3,75%. We verwachten dat de ECB haar beleidsrente nog één keer zal verhogen (waarschijnlijk in september) en zo haar piekrente voor deze cyclus zal bereiken. Sinds juli 2023 herbelegt de ECB niet langer de vervallende activa uit haar inkoopprogramma (Asset Purchase Programme).
Per saldo steeg de rente op zowel Amerikaanse als Duitse tienjarige overheidsobligaties in het tweede kwartaal, voornamelijk als gevolg van de aanhoudende monetaire verkrapping door de Fed en de ECB. Terwijl de Amerikaanse 10-jaarsrente steeg naar 3,8%, steeg de Duitse rente beperkter naar 2,4%. Daardoor nam de Amerikaans-Duitse rentespread toe van ongeveer 120 tot 145 basispunten.
Na een volatiel tweede kwartaal, vooral onder invloed van de schommelende verwachtingen van de markt over de verschillen in kortetermijnrente tussen de beleidsrente van de Fed en die van de ECB, bleef de wisselkoers van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro over het algemeen onveranderd. Voor de rest van 2023 verwachten we dat de appreciatie van de euro geleidelijk zal hervatten.
Tijdens het tweede kwartaal daalde de Tsjechische kroon in waarde ten opzichte van de euro, voornamelijk als gevolg van de hogere inflatie in vergelijking met de eurozone. Het positieve renteverschil in het voordeel van Tsjechië nam iets af, omdat de Tsjechische Nationale Bank (CNB) haar beleidsrente ongewijzigd liet op 7%, terwijl de ECB haar depositorente verder verhoogde naar het huidige tarief van 3,75%. De marktverwachtingen dat de CNB de rente in het vierde kwartaal een eerste keer zal verlagen, zullen de kroon waarschijnlijk verder verzwakken ten opzichte van de euro in de rest van 2023.
Om de economische en fiscale kosten van haar hogerentebeleid te beperken, dat bedoeld was om de inflatie terug te dringen, zorgde de Nationale Bank van Hongarije (NBH) voor een verdere daling van de geldmarktrente (3-maands BUBOR) in het tweede kwartaal van 16,3% naar 15,2%. In juli daalde ze verder richting 14% en tegen het einde van het derde kwartaal zal ze naar verwachting het huidige niveau van de basisrente van de NBH (13%) bereiken. Ondertussen steeg de wisselkoers van de Hongaarse forint ten opzichte van de euro verder in het tweede kwartaal, waarmee het herstel van de zwakte tijdens de kortstondige crisis in de financiële sector in maart werd voortgezet. Tegen de achtergrond van nog steeds hoge inflatieverschillen met de eurozone zal de HUF naar verwachting licht in waarde dalen tegen het einde van 2023.
| Agenda | 3KW2023 resultaten: 9 november 2023 4KW2023 resultaten: 8 februari 2024 Andere: www.kbc.com / Investor Relations / Financiële kalender |
|---|---|
| Meer informatie over 2KW2023 |
Quarterly report: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties |
| Informatie over toepassing van IFRS 17 |
Persbericht dd. 18 april 2023: www.kbc.com / Newsroom / Persberichtenarchief |
| Definities van ratio's | 'Details of ratios and terms at KBC Group level' in het laatste deel van het Quarterly report. |
Investor Relations, KBC-groep E-mail: [email protected] Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: [email protected]
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Viviane Huybrecht Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. 02 429 85 45 Persdienst Tel. 02 429 65 01 Stef Leunens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens [email protected] KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc\_group
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.