Earnings Release • Feb 8, 2024
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer

Brussel, 8 februari 2024 (07u00 CET)
| KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) | 4KW2023 | 3KW2023 | 4KW2022 | FY2023 | FY2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 677 | 877 | 727 | 3 402 | 2 818 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,59 | 2,07 | 1,71 | 8,04 | 6,64 |
| Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
| België | 474 | 517 | 545 | 1 866 | 1 876 |
| Tsjechië | 102 | 200 | 41 | 763 | 653 |
| Internationale Markten | 178 | 200 | 160 | 676 | 428 |
| Groepscenter | -77 | -41 | -19 | 97 | -139 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) |
53,9 | 52,2 | 48,7 | 53,9 | 48,7 |
"In het laatste kwartaal van 2023 boekten we een nettowinst van 677 miljoen euro. Vergeleken met het resultaat van het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van verschillende factoren, waaronder betere nettoprovisie-inkomsten en hogere overige netto-inkomsten, hoewel deze posten teniet werden gedaan door lagere nettorente-inkomsten en lagere verzekeringsresultaten. De kosten, inclusief bank- en verzekeringsheffingen, zijn gestegen ten opzichte van het vorige kwartaal, net als de bijzondere waardeverminderingen, voornamelijk als gevolg van een bijzondere waardevermindering van 109 miljoen euro op de goodwill van de bouwspaarkas ČSOBS (een dochteronderneming van ČSOB Bank) in Tsjechië en ongeveer 53 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op software. Als we de resultaten van de vier kwartalen van het jaar bij elkaar optellen, komt onze nettowinst uit op 3 402 miljoen euro, een stijging van 21% ten opzichte van vorig jaar.
Onze kredietportefeuille bleef groeien, met 1% kwartaal-op-kwartaal en 3% ten opzichte van een jaar geleden, waarbij we groei optekenden in alle kernlanden van de groep. De klantendeposito's stegen met 1% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar daalden met 3% op jaarbasis, omdat ze grotendeels werden beïnvloed door uitstroom van deposito's als gevolg van de uitgifte van een staatsbon voor particulieren in België begin september 2023.
Op het gebied van duurzaamheid zijn we verheugd dat de buitenwereld onze aanpak en prestaties blijft erkennen als 'best in class'. We merken in het bijzonder op dat het gerenommeerde ESG Risk agency Sustainalytics KBC de uitstekende ratingklasse 'ESG negligible risk' heeft toegekend. Met deze rating is KBC opgenomen in de Sustainalytics 2024 ESG Top-Rated Companies List. We zijn er ook trots op dat we voor het tweede jaar op rij de felbegeerde CDP-rating A hebben gekregen voor onze klimaatgerelateerde rapporteringen.
Wat betreft ons lopende aandeleninkoopprogramma van 1,3 miljard euro, hadden we eind januari 2024 al ongeveer 11 miljoen aandelen ingekocht voor een totale tegenwaarde van ongeveer 0,6 miljard euro. Het programma loopt tot 31 juli 2024.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,2% eind december 2023, waarin het effect van het lopende aandeleninkoopprogramma van 1,3 miljard euro al volledig is verwerkt. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2023 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,15 euro per aandeel voor te stellen (waarvan een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel al werd uitbetaald in november 2023 en de resterende 3,15 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2024). Inclusief het voorgestelde totale dividend en de additional tier-1 coupon, zou de uitkeringsratio 51% bedragen. In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2023 zal de uitkering van het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% worden beslist, naar eigen discretie, door de Raad van Bestuur in de eerste helft van 2024.
Ten slotte hebben we ook onze verwachtingen voor de volgende drie jaar bijgewerkt. Tegen 2026 streven we naar een kosten-inkomstenratio (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) van minder dan 42% en een gecombineerde ratio van maximaal 91%.
Ik wil dan ook al onze klanten, werknemers, aandeelhouders en andere stakeholders oprecht bedanken voor hun vertrouwen en steun, en hen verzekeren dat we ons blijven inzetten om de referentie te zijn in bankverzekeren en digitalisering in al onze thuismarkten."

Johan Thijs Chief Executive Officer

| KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) | 4KW2023 | 3KW2023 | 2KW2023 | 1KW2023 | 4KW2022 | FY2023 | FY2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 1 360 | 1 382 | 1 407 | 1 324 | 1 417 | 5 473 | 5 162 |
| Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 683 | 699 | 666 | 631 | 621 | 2 679 | 2 423 |
| Niet-leven | 584 | 587 | 567 | 543 | 526 | 2 280 | 2 050 |
| Leven | 99 | 113 | 100 | 88 | 94 | 399 | 373 |
| Dividendinkomsten | 12 | 10 | 30 | 8 | 10 | 59 | 59 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële | |||||||
| waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening1 |
58 | 58 | 115 | 90 | 90 | 322 | 252 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 600 | 588 | 584 | 576 | 549 | 2 349 | 2 218 |
| Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -98 | -67 | -82 | -66 | -63 | -313 | -96 |
| Overige netto-inkomsten | |||||||
| 60 | 44 | 54 | 498 | -103 | 656 | 16 | |
| Totale opbrengsten Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar |
2 674 | 2 715 | 2 775 | 3 060 | 2 520 | 11 224 | 10 035 |
| aan verzekeringscontracten) | -1 085 | -1 011 | -1 019 | -1 501 | -1 036 | -4 616 | -4 327 |
| Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -1 169 | -1 101 | -1 090 | -1 077 | -1 143 | -4 438 | -4 159 |
| Totale bank- en verzekeringsheffingen | -36 | -29 | -51 | -571 | -15 | -687 | -646 |
| Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten |
120 | 119 | 123 | 147 | 121 | 509 | 478 |
| Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór | |||||||
| afgestane herverzekering | -567 | -540 | -523 | -490 | -467 | -2 120 | -1 908 |
| Waarvan betaalde verzekeringsprovisies Niet-leven |
-94 -509 |
-87 -485 |
-82 -457 |
-77 -418 |
-79 -416 |
-340 -1 870 |
-308 -1 733 |
| Leven | -58 | -55 | -66 | -72 | -51 | -251 | -174 |
| Nettoresultaat afgestane herverzekering | -16 | -22 | -22 | -30 | -15 | -90 | -20 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -170 | -63 | -8 | 26 | -132 | -215 | -282 |
| waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 |
5 | -36 | 23 | 24 | -82 | 16 | -154 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde | |||||||
| ondernemingen en joint-ventures | 0 | 0 | -1 | -3 | -2 | -4 | -10 |
| Resultaat vóór belastingen Belastingen |
836 -159 |
1 079 -203 |
1 202 -236 |
1 062 -180 |
867 -139 |
4 179 -778 |
3 488 -670 |
| Resultaat na belastingen | 677 | 877 | 966 | 882 | 727 | 3 401 | 2 818 |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 |
| moedermaatschappij | 677 | 877 | 966 | 882 | 727 | 3 402 | 2 818 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,59 | 2,07 | 2,29 | 2,08 | 1,71 | 8,04 | 6,64 |
| Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 1,59 | 2,07 | 2,29 | 2,08 | 1,71 | 8,04 | 6,64 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS, KBC Groep (in miljoenen euro) |
31-12-2023 | 30-09-2023 | 30-06-2023 | 31-03-2023 | 31-12-2022 | ||
| Balanstotaal | 346 921 | 358 453 | 368 077 | 347 355 | 354 545 | ||
| Leningen en voorschotten aan klanten, excl. reverse | 183 613 | 181 821 | 182 005 | 179 520 | 178 053 | ||
| repos | |||||||
| Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) | 73 696 | 72 765 | 71 839 | 70 291 | 67 160 | ||
| Deposito's van klanten excl. schuldpapier en repos | 216 423 | 214 203 | 224 710 | 219 342 | 224 407 | ||
| Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 16 784 | 15 920 | 16 295 | 16 282 | 16 158 | ||
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 13 461 | 12 655 | 12 751 | 12 164 | 12 026 | ||
| Totaal eigen vermogen | 24 260 | 23 865 | 22 853 | 23 141 | 21 819 | ||
| Selectie van ratio's, KBC Groep (geconsolideerd) | 12M2023 | 12M2022 | |||||
| Rendement op eigen vermogen3 | 16% | 13% | |||||
| Kosten-inkomstenratio, groep | |||||||
| - excl. bepaalde niet-operationele posten - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen |
49% 43% |
49% 45% |
|||||
| Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 87% | 87% | |||||
| Common equity ratio (CET1), Basel III, Danish Compromise | |||||||
| - fully loaded - transitioneel |
15,2% 13,8% |
15,3% 14,1% |
|||||
| Kredietkostenratio4 | 0,00% | 0,08% | |||||
| Ratio impaired kredieten | 2,1% | 2,1% | |||||
| waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,1% | |||||
| Net stable funding ratio (NSFR) | 136% | 136% | |||||
Liquidity coverage ratio (LCR) 159% 152%
1 Ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 15% in FY2023 als ook de niet-operationele elementen worden uitgesloten.
4 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (positieve resultaatsimpact).
-2% kwartaal-op-kwartaal en +6% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 360 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2023, 2% lager dan in het vorige kwartaal, en 4% lager dan een jaar geleden. De daling tegenover het vorige kwartaal was voornamelijk het gevolg van de negatieve directe impact van de uitgifte van een Belgische Staatsbon op 1 jaar in september, een hogere pass-through op spaarrekeningen in België, verdere verschuivingen van zicht- en spaarrekeningen naar termijndeposito's, hogere kosten in verband met de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in een aantal van onze kernlanden, de hogere financieringskosten van deelnemingen, gestegen kosten van wholesalefinanciering, lagere kredietmarges in de meeste kernmarkten en verminderd kortetermijn-cashmanagement. Deze posten werden gedeeltelijk gecompenseerd door het positieve effect van de aanhoudend stijgende herbeleggingsrentes (die een positief effect hebben op het resultaat uit commerciële transformatie), de toename van de termijndeposito's van klanten, de groei van het kredietvolume in alle kernlanden en hogere rente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties. De daling op jaarbasis was voornamelijk toe te schrijven aan lagere inkomsten uit kredietverlening (volumegroei meer dan tenietgedaan door druk op de kredietmarges), de afwezigheid van een TLTRO-effect, de verkoop van de resterende Ierse portefeuille in februari 2023, lagere nettorenteinkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, de hogere financieringskosten van deelnemingen, gestegen kosten van wholesalefinanciering en de hogere kosten in verband met de minimaal vereiste reserves aangehouden bij de centrale banken in de meeste van onze kernlanden. Deze posten werden gedeeltelijk gecompenseerd door de sterke stijging van het resultaat uit commerciële transformatie (ondanks uitstroom van deposito's als gevolg van de uitgifte van de staatsbon in België) en toegenomen termijndeposito's van klanten tegen betere marges. Bijgevolg bedroeg de nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2023 1,99%, een daling met 5 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 11 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
Het volume van klantenkredieten steeg met 1% tegenover het vorige kwartaal en met 3% ten opzichte van vorig jaar. De klantendeposito's exclusief schuldpapier stegen met 1% op kwartaalbasis, maar daalden met 3% op jaarbasis. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), stegen de klantendeposito's met 1% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar daalden met 2% ten opzichte van een jaar geleden. Deze cijfers bevatten de directe negatieve impact van de uitstroom van 5,7 miljard euro aan klantendeposito's naar de Belgische Staatsbon begin september 2023. In de bovenstaande groeicijfers werden de wisselkoerseffecten en de effecten van wijzigingen in de consolidatiekring buiten beschouwing gelaten.
Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten voor heel 2024 verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 100 miljoen euro en bestaat uit 60 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 40 miljoen euro voor levensverzekeringen. Het resultaat uit schadeverzekeringen daalde met 26% op kwartaalbasis, doordat hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten (onder andere door hogere stormgerelateerde claims in België en parameterwijzigingen) het hogere herverzekeringsresultaat meer dan tenietdeden. Het daalde met 38% jaar-op-jaar, doordat hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten de gestegen verzekeringsinkomsten meer dan tenietdeden. Het resultaat uit levensverzekeringen daalde ten opzichte van het vorige kwartaal met 31% door een combinatie van lagere inkomsten en hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Het daalde met 7% jaar-op-jaar doordat de gestegen verzekeringsinkomsten meer dan teniet werden gedaan door de hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. De verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen -98 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2023, tegenover -67 miljoen euro in het vorige kwartaal en -63 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van een jaar eerder (door rentebewegingen en ontwikkelingen op de aandelenmarkten).
De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg een uitstekende 87% voor heel 2023, en lag daarmee in de lijn van de ratio voor heel 2022. De omzet van schadeverzekeringen kwam uit op 549 miljoen euro, een stijging van 14% op jaarbasis, waarbij de groei in alle landen en takken te danken was aan een combinatie van volume- en tariefstijgingen. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 685 miljoen euro, een stijging met 56% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk dankzij een hogere verkoop van tak 23-beleggingsverzekeringen (in de eerste plaats dankzij de succesvolle lancering van nieuwe gestructureerde fondsen in België) en een hogere verkoop van tak 21-producten (vooral door de traditioneel hogere volumes van fiscaal geïnspireerde pensioenspaarproducten in het vierde kwartaal in België). De omzet daalde met 5% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar geleden, wat volledig toe te schrijven is aan de lagere verkoop van tak 23-producten (doordat de lancering van nieuwe gestructureerde fondsen in het voorgaande jaar nog succesvoller was). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21-producten en tak 23-producten in onze totale verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 43% en 51%. De rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in Tsjechië).
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 600 miljoen euro, een stijging met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en 9% ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar. Op kwartaalbasis stegen de vergoedingen voor onze vermogensbeheeractiviteiten met 5% (vooral door hogere beheersvergoedingen en instapvergoedingen), terwijl de vergoedingen voor bankdiensten met 1% daalden (in het vorige kwartaal waren er ook de eenmalige vergoedingen voor de verkoop van de Belgische Staatsbon bij). Op jaarbasis stegen de vergoedingen voor zowel onze vermogensbeheeractiviteiten als onze bankdiensten met respectievelijk 11% en 6%. Eind december 2023 bedroeg ons totale beheerde vermogen 244 miljard euro, een stijging van 8% op kwartaalbasis (+2 procentpunten door netto-instroom en +6 procentpunten door de marktprestaties in vergelijking met het vorige kwartaal). Het beheerde vermogen steeg met 19% op jaarbasis, waarbij de netto-instroom goed was voor +9 procentpunten en de marktprestaties voor +10 procentpunten.
Het trading- en reëlewaarderesultaat bedroeg 58 miljoen euro, stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal, maar een daling van 35% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De verhouding ten opzichte van het vorige kwartaal is voornamelijk toe te schrijven aan het betere resultaat van de dealingroom en het hogere resultaat uit beleggingen gekoppeld aan tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17, tenietgedaan door de negatieve veranderingen in marktwaardeaanpassingen (xVA) en in de marktwaarde van afgeleide producten gebruikt voor balansbeheer. Op jaarbasis deden onder andere de negatieve verandering in marktwaardeaanpassingen (xVA) en het lagere dealingroomresultaat het positieve resultaat van beleggingen gekoppeld aan tak 23-verzekeringscontracten onder IFRS 17 meer dan teniet.
De overige inkomstenposten omvatten dividendinkomsten van 12 miljoen euro en overige netto-inkomsten van 60 miljoen euro, hoger dan de normale run rate van 50 miljoen euro (mede door een eenmalige gerealiseerde winst).
De totale exploitatiekosten inclusief bank- en verzekeringsheffingen, bedroegen 1 205 miljoen euro in het laatste kwartaal van 2023, een stijging van 7% ten opzichte van het vorige kwartaal. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 36 miljoen euro in het afgelopen kwartaal, vergeleken met 29 miljoen euro in het voorgaande kwartaal en 15 miljoen euro in het vierde kwartaal van vorig jaar. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal was inclusief een extra bijdrage van 8 miljoen euro aan het depositogarantiefonds in België.
Exclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen de exploitatiekosten met 6%, voornamelijk door seizoensgebonden hogere marketing- en professionele vergoedingen, hogere ICT-kosten en facilitaire uitgaven, deels gecompenseerd door lagere personeelskosten en iets lagere afschrijvingen.
De exploitatiekosten inclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen met 4% ten opzichte van een jaar geleden. Zonder banken verzekeringsheffingen stegen de exploitatiekosten met 2%, door hogere personeelskosten (loondrift en indexering, ondanks het lagere aantal vte's), evenals hogere ICT-kosten en facilitaire uitgaven (voornamelijk energiekosten), deels gecompenseerd door onder meer lagere kosten voor Ierland (door de verkoop van de Ierse portefeuilles) en lagere professionele vergoedingen, marketinguitgaven en afschrijvingskosten.
Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten, bedraagt de kosten-inkomstenratio voor het volledige jaar 2023 49%, net als voor het volledige jaar 2022. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, verbeterde de kosten-inkomstenratio tot 43%, tegenover 45% voor heel 2022.
Voor een indicatie van de exploitatiekosten voor heel 2024 verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
vs. 36 miljoen euro nettotoename in 3KW2023 en 82 miljoen euro nettotoename in 4KW2022
In het afgelopen kwartaal boekten we een nettoterugname van waardeverminderingen op kredieten van 5 miljoen euro, tegenover een nettowaardevermindering van 36 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettowaardevermindering van 82 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van een jaar eerder. De nettoterugname in het besproken kwartaal omvatte een waardevermindering van 30 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille en een nettoterugname van 35 miljoen euro na de update van de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en opkomende risico's 256 miljoen euro eind december 2023.
Voor de hele groep bedroeg de kredietkostenratio 0,00% voor het hele jaar 2023 (0,07% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en opkomende risico's), tegenover 0,08% voor heel 2022 (0,00% zonder de wijzigingen in de reserves voor geopolitieke en opkomende risico's en voor de coronacrisis). Eind december 2023 stond 2,1% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), op hetzelfde niveau als eind 2022. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, tegenover 1,1% eind 2022.
Voor een indicatie van de verwachte waardeverminderingen op kredieten voor heel 2024 verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 175 miljoen euro, tegenover 27 miljoen euro in het vorige kwartaal en 51 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2022. Het cijfer voor het afgelopen kwartaal is voornamelijk toe te schrijven aan een bijzondere waardevermindering van 109 miljoen euro op de goodwill van de bouwspaarkas ČSOBS (een dochteronderneming van ČSOB Bank) als gevolg van de verlaging van de staatssubsidie voor bouwsparen in Tsjechië, evenals aan 56 miljoen euro aan bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële activa (voornamelijk software) en een bijzondere waardevermindering van 10 miljoen euro in verband met modificatieverliezen door de verlenging van het renteplafond op leningen in Hongarije.
België 474 miljoen euro; Tsjechië 102 miljoen euro; Internationale Markten 178 miljoen euro, Groepscenter -77 miljoen euro
België: het nettoresultaat (474 miljoen euro) is met 8% gedaald tegenover het vorige kwartaal. Dat was voornamelijk te wijten aan het gecombineerde effect van iets lagere totale opbrengsten (bestaande uit hogere nettoprovisie-inkomsten, dividendinkomsten en overige netto-inkomsten, maar lagere trading- en reëlewaarde-inkomsten en nettorente-inkomsten), hogere kosten (waaronder bank- en verzekeringsheffingen) en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering, en lagere nettowaardeverminderingen.
Tsjechië: het nettoresultaat (102 miljoen euro) is met 47% gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal (de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten). Dat was voornamelijk toe te schrijven aan een bijzondere waardevermindering van 109 miljoen euro op de goodwill van bouwspaarkas ČSOBS, terwijl hogere kosten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering werden gecompenseerd door hogere totale opbrengsten kwartaal-op-kwartaal (voornamelijk door hogere trading- en reëlewaardeinkomsten, nettorente-inkomsten en overige netto-inkomsten).
Internationale Markten: het nettoresultaat van 178 miljoen euro is als volgt verdeeld: 18 miljoen euro in Slowakije, 94 miljoen euro in Hongarije en 67 miljoen euro in Bulgarije. Voor de divisie als geheel daalde het nettoresultaat met 11% ten opzichte van het resultaat van het vorige kwartaal, voornamelijk door een combinatie van hogere kosten en lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering en hogere nettowaardeverminderingen, deels gecompenseerd door iets hogere totale opbrengsten.
Groepscenter: het nettoresultaat (-77 miljoen euro) was 37 miljoen euro lager dan in het vorige kwartaal door een combinatie van lagere totale opbrengsten, hogere kosten, lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering en een nettowaardevermindering in plaats van de nettoterugname in het vorige kwartaal.
In het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
| België | Tsjechië | Internationale Markten | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Selectie van ratio's per divisie | FY2023 | FY2022 | FY2023 | FY2022 | FY2023 | FY2022 | |
| Kosten-inkomstenratio, groep - excl. niet-operationele elementen - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen |
46% 41% |
47% 41% |
47% 44% |
44% 45% |
45% 39% |
47% 41% |
|
| Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 85% | 85% | 84% | 83% | 97%2 | 91% | |
| Kredietkostenratio1 | 0,06% | 0,03% | -0,18% | 0,13% | -0,06% | 0,31% | |
| Ratio van impaired kredieten | 2,0% | 1,9% | 1,4% | 1,7% | 1,8% | 1,9% |
1 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed). Zie 'Details of ratios and terms' in het kwartaalverslag.
2 Geïmpacteerd door de boeking van een aanvullende verzekeringsheffing in Hongarije in 2023. Zonder dat element bedroeg de ratio in 2023 94% .
Eind december 2023 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro, waarvan 22,0 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,3 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 2,4 miljard euro ten opzichte van eind 2022. Dat is toe te schrijven aan het gecombineerde effect van de opname van de winst over 2023 (+3,4 miljard euro), de uitkering van het slotdividend over 2022 in mei 2023 en de betaling van het interim-dividend in november 2023 (samen -1,7 miljard euro), de inkoop van eigen aandelen (-0,5 miljard euro), een nettotoename van de herwaarderingsreserves (+0,5 miljard euro), de uitgifte van nieuwe additional tier 1-instrumenten in september 2023 (+0,75 miljard euro) en een aantal kleinere posten. We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een fully loaded common equity ratio (CET1) van 15,2% op 31 december 2023, een lichte daling ten opzichte van 15,3% eind 2022. Deze ratio bevat zowel het effect van de ECB-beslissingen naar aanleiding van modelherzieningen, zoals al aangekondigd in augustus 2023, als de volledige impact van het lopende aandeleninkoopprogramma ter waarde van 1,3 miljard euro.
Onze Raad van Bestuur heeft besloten om voor het boekjaar 2023 aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een totaal brutodividend van 4,15 euro per aandeel voor te stellen (waarvan een interim-dividend van 1,0 euro per aandeel al werd uitbetaald in november 2023 en de resterende 3,15 euro per aandeel zal worden betaald in mei 2024). Inclusief het voorgestelde totale dividend en de additional tier-1 coupon, zou de uitkeringsratio 51% bedragen. In overeenstemming met ons aangekondigde kapitaalaanwendingsplan voor het boekjaar 2023 zal de uitkering van het surpluskapitaal boven de fully loaded common equity ratio van 15% worden beslist, naar eigen discretie, door de Raad van Bestuur in de eerste helft van 2024.
De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 206% eind 2023, tegenover 203% eind 2022. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvabiliteit' in het deel 'Overige informatie' van het kwartaalverslag.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 159% en een NSFR-ratio van 136%, tegenover respectievelijk 152% en 136% eind 2022.
+21% jaar-op-jaar
Hoofdlijnen (vergeleken met 2022, tenzij anders vermeld):
gecompenseerd door onder andere de impact van de verkoop van de Ierse portefeuilles in februari 2023. De kosteninkomstenratio bedroeg 49% wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten (49% voor het boekjaar 2022). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosteninkomstenratio voor de verslagperiode 43% (45% voor boekjaar 2022).
KBC blijft zich inzetten om zijn positieve impact op de samenleving en het milieu te vergroten. We passen ook een strikt duurzaamheidsbeleid en uitsluitingscriteria toe op onze bedrijfsactiviteiten. We geloven dat de uitgifte van groene obligaties zal bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame financiële markt en aan de diversificatie van onze beleggersbasis. We hebben onlangs ons Green Bond Framework geactualiseerd, waarbij de toelatingscriteria en activaselectie herzien werden, afgestemd op de ICMA Green Bond Principles 2021 en verder afgestemd op de criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten, zoals uiteengezet in de EU Taxonomy Climate Delegated Act (juni 2021).
We hebben onlangs ook bekendgemaakt dat we van bij het begin early adopter zijn van de Taskforce on Nature related Financial Disclosure (TNFD). Als zodanig zullen we in het boekjaar 2025 beginnen met informatieverschaffing in overeenstemming met de TNFD-aanbevelingen in onze bedrijfsrapportering. Naast onze klimaatgerelateerde aanpak beschouwt KBC natuurgerelateerde kwesties steeds meer als een strategisch topic bij risicobeheer en gelooft dat de TNFD-aanbevelingen en -richtlijnen ons zullen helpen bij het identificeren en beoordelen van onze natuurgerelateerde afhankelijkheden, impact, risico's en opportuniteiten.
Last but not least zijn we verheugd dat de buitenwereld onze aanpak en prestaties blijft erkennen als 'best in class'. We merken in het bijzonder op dat het gerenommeerde ESG Risk agency Sustainalytics KBC de uitstekende ratingklasse 'ESG negligible risk' heeft toegekend. Met deze rating is KBC opgenomen in de Sustainalytics 2024 ESG Top-Rated Companies List. We zijn er ook trots op dat we voor het tweede jaar op rij de felbegeerde CDP-rating A hebben gekregen voor onze klimaatgerelateerde rapporteringen.
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Deze vloeien voornamelijk voort uit de meestal indirecte, maar aanslepende, impact van de oorlog in Oekraïne, zoals de uitgestelde effecten van de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde die daar het gevolg van zijn. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs vrees voor een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. De geopolitieke risico's blijven hoog, zoals blijkt uit het conflict in Gaza/Israël en de Rode Zee. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, dus ook de thuismarkten van KBC. De stijgende rentevoeten waren ook de belangrijkste bron van onrust in de financiële sector in het voorjaar van 2023, hoewel die inmiddels wat is afgenomen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie als katalysator) biedt zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft wereldwijd een toename van het aantal aanvallen in gang gezet. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Na een uitzonderlijk sterke kwartaal-op-kwartaalgroei in het derde kwartaal van 2023 (1,2% niet-geannualiseerd) vertraagde de groei in de VS enigszins in het vierde kwartaal tot 0,8% (niet-geannualiseerd). Deze sterker dan verwachte groei was vooral te danken aan de robuuste binnenlandse vraag, met name aan de sterke groei van de particuliere consumptie die werd ondersteund door een aanhoudend solide banengroei en een lage werkloosheid. Mede door de impact van de voorbije verkrappingscyclus van de Fed zal de kwartaal-op-kwartaalgroei naar verwachting stagneren in het eerste kwartaal van 2024, om daarna geleidelijk weer terug te keren naar een positief groeipad.
Na een licht negatieve kwartaal-op-kwartaalgroei in het derde kwartaal van 2023 (-0,1%) stagneerde de economie van de eurozone in het vierde kwartaal (kwartaalgroei van 0%), voornamelijk door de impact van de verkrappingscyclus van de ECB op de kredietgroei en de zwakte in de nijverheidssector. Vanaf het eerste kwartaal van 2024 zal de kwartaalgroei naar verwachting beperkt en geleidelijk aantrekken, waarbij het herstel naar de tweede helft van 2024 toe versnelt.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in het vierde kwartaal in België bedroeg 0,4%. De relatief sterke binnenlandse vraag (gebaseerd op particuliere consumptie en bedrijfsinvesteringen) vormde waarschijnlijk een tegenwicht voor de aanhoudend zwakke nettouitvoer. Voor 2024 verwachten we dat de groei in grote lijnen zal overeenstemmen met die van de eurozone. Na een zeer zwak derde kwartaal (-0,6% kwartaal-op-kwartaal) groeide de Tsjechische economie in het vierde kwartaal van 2023 opnieuw met 0,2%. De huidige relatieve zwakte is nog steeds het gevolg van een zeer trage particuliere consumptie en een zwakke nijverheidssector. We verwachten een herstel naar een significant positieve kwartaal-op-kwartaalgroei vanaf het eerste kwartaal van 2024. Op basis van onze laatste ramingen was de kwartaal-op-kwartaalgroei voor het vierde kwartaal in de andere Centraal-Europese thuismarkten van KBC ook bescheiden (Bulgarije 0,2%, Slowakije 0,2% en Hongarije 0,7%). Net als voor de economie van de eurozone wordt verwacht dat de groei geleidelijk zal aantrekken en in de loop van 2024 zal versnellen.
De belangrijkste risico's voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei zijn de wereldwijde zwakte van de nijverheidssector, met name het effect daarvan op de Duitse economie. Bovendien zorgen de huidige geopolitieke spanningen voor risico's op verstoringen in de toeleveringsketen en hogere energie- en grondstofprijzen. Bijkomende risico's zijn de verkiezingskalender voor 2024 en de toenemende kosten van de financiering van hoge overheidsschulden in de eurozone in de context van een matige economische groei op korte termijn, de aanloop naar de heractivering van het Stabiliteits- en Groeipact en de aangekondigde afbouw van herinvesteringen in het kader van PEPP door de ECB.
Zowel de Fed als de ECB zullen naar verwachting in de loop van 2024 beginnen met een renteverlagingscyclus. Op de achtergrond gaat de afbouw van de balans van de Fed en de ECB (Quantitative Tightening of QT) door. Terwijl de Fed in december 2023 begon over een mogelijke vertraging van zijn QT, is de ECB van plan het tempo van haar QT te verhogen door vanaf de tweede helft van 2024 het bedrag van de maandelijkse herinvesteringen van vervallende activa in de portefeuille van haar Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) te verlagen en tegen 2025 helemaal te stoppen met herinvesteringen.
Na hun scherpe stijging in het derde kwartaal van 2023 liet de rente op zowel Amerikaanse als Duitse staatsobligaties op 10 jaar tegen het einde van het vierde kwartaal een sterk neerwaartse correctie zien. De Amerikaanse en Duitse rente bereikten tijdelijk een piek van respectievelijk ongeveer 5% en 3%, voordat ze tegen het einde van het vierde kwartaal abrupt daalden tot respectievelijk 4% en 2%. In januari 2024 vond een bescheiden opwaartse correctie plaats.
Nu de markt er geleidelijk van overtuigd raakt dat de Fed de piek van zijn beleidscyclus heeft bereikt, leidde de afnemende steun voor de rente tot een verzwakking van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro in het vierde kwartaal. Per saldo deprecieerde de dollar van ongeveer 1,05 naar ongeveer 1,10 dollar per euro eind 2023. Op basis van fundamentele waarderingen verwachten we dat de Amerikaanse dollar in de loop van 2024 geleidelijk verder zal verzwakken.
In het vierde kwartaal bleef de Tsjechische kroon (CZK) in waarde dalen ten opzichte van de euro, grotendeels onder invloed van de (verwachte) start van de renteverlagingen. In het vierde kwartaal verlaagde de Tsjechische Nationale Bank (CNB) de beleidsrente naar 6,75% en in 2024 zullen verdere renteverlagingen volgen. Bovendien bleef het stopzetten van de wisselkoersinterventies door de CNB wegen op de CZK. We verwachten dat de huidige zwakte van de koruna begin 2024 zal aanhouden en dat ze daarna weer zal aansterken ten opzichte van de euro wanneer de ECB haar beleid begint te versoepelen.
In het vierde kwartaal zette de Nationale Bank van Hongarije (NBH) haar renteverlagingscyclus voort door haar basisrente drie keer met 75 basispunten te verlagen tot 10,75% eind 2023. Eind januari 2024 verlaagde de NBH haar basisrente verder met 75 basispunten tot 10%. Er zullen nog meer renteverlagingen volgen door de NBH, waardoor de basisrente tegen het einde van het jaar waarschijnlijk rond de 6,25% zal liggen. Tegelijkertijd zal het de reële rente op korte termijn voldoende positief houden om de inflatie op een neerwaarts pad te houden.
De wisselkoers van de Hongaarse forint ten opzichte van de euro was in het vierde kwartaal van 2023 opnieuw vrij volatiel. Per saldo steeg de forint van ongeveer 390 naar 383 forint per euro. Begin januari zette de appreciatie door, geholpen door de vrijgave van bevroren EU-middelen. Tegen de achtergrond van nog steeds relevante inflatieverschillen met de eurozone en de voortdurende versoepelingscyclus van de NBH zal de forint naar verwachting in de loop van 2024 weer gaan verzwakken ten opzichte van het huidige niveau.
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV/Reviseurs d'Entreprises srl, vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert, heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden ten gronde zijn uitgevoerd en tot op heden geen wezenlijke zaken aan het licht hebben gebracht waardoor aanpassingen nodig waren aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2023, het vereenvoudigde geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor het jaar, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde vermogensmutaties en toelichtingen, inclusief een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen in deze persmededeling.
| Agenda | Jaarverslag: 2 april 2024 |
|---|---|
| Jaarvergadering: 2 mei 2024 | |
| Dividend: ex-coupondatum 13 mei 2024, boekingsdatum 14 mei 2024, betaaldatum 15 mei 2024 (onder voorbehoud van goedkeuring van de Algemene Vergadering) |
|
| 1KW2024 resultaten: 16 mei 2024 | |
| Overige: www.kbc.com / Investor Relations / Financial calendar | |
| Meer informatie | Quarterly report: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten |
| over 4KW2023 | Bedrijfspresentatie: www.kbc.com / Investor Relations / Presentaties |
| Informatie over | |
| toepassing van IFRS 17 |
Persbericht dd. 18 april 2023: www.kbc.com / Newsroom / Persberichtenarchief |
Kurt De Baenst, General manager Investor Relations, KBC-groep Tel +32 2 429 35 73 - E-mail: [email protected]
Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: [email protected]
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Viviane Huybrecht Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. 02 429 85 45
Persdienst Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers [email protected]
KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc\_group Blijf op de hoogte van alle innovatieve oplossingen
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.